V4Kids Menselijke Waarde
Geweldloosheid Lente 2010
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
1
Inhoud (Waarde: “Geweldloosheid”) Geweldloosheid (3) Daisy (3) Kids4Value juf Lonneke (9) Oma’s hoekje (12) Lieveheersbeestje (14) Thomas (14) Puzzel (16) Het Wit en het Zwart (17) Een kijkdoos maken (22) Aan al onze hele lieve vrienden (23) We zijn één familie (24) Lied (26) Rekenbolleboos met professor Hap Snap (26) Met opa op stap (27) Een oefening in stilte (29) Recept (30) Het geheim van verlichting (31) Colofon (32)
Waarde voor de volgende keer: “Liefde”
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
2
Geweldloosheid Deze keer komen er in V4Kids verhalen voor waarin geweldloosheid een belangrijke rol speelt. We hebben voor jullie een plaatje gemaakt waarmee je kunt zien wat met geweldloosheid allemaal bedoeld wordt. Geweldloosheid is erg belangrijk voor verkrijgen van een hele mooie wereld. Met geweldloosheid kan je hier aan meewerken!
Daisy Daisy trapt al ongeduldig met haar hoeven tegen de voederbak. Waar blijft Anna nou? De school is allang uit en ze is er nog niet… Daisy wil naar buiten. Ze staat nu al twee dagen in de stal: ze wil een frisse neus halen! Anna neemt haar altijd mee op vrijdagmiddag. Dan gaan ze samen rijden, op de manege of daarbuiten. Daar is ze. Ze hoort het aan het fietsslot dat altijd zo rammelt. Eindelijk… Het gezicht van Anna staat strak. Ze pakt het zadel en het hoofdstel zonder een blik naar Daisy. Er is iets aan de hand, denkt Daisy. Als Anna zo doet is er iets gebeurd. Daisy maakt een hinnikend geluid en trekt haar hoofd een beetje schuin. ‘Inderdaad Daisy, ik heb een slecht humeur. Het was weer hommeles op de schooltuin met de kinderen van de andere school. Ze maken zulke gemene opmerkingen. Ze trokken Willem op de grond en dreigden puree van hem te maken, omdat hij aardbeienplantjes meebracht die hij niet met hen wilde delen. V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
3
Dat is toch niet normaal! Daarna stonden we als een stel briesende paarden tegenover elkaar: onze klas tegen die van hun. Pff, zo heb ik er helemaal geen zin meer in, en bovendien, de plantjes groeien amper. Er is geen lol aan zo!’ Anna pakt Daisy vast en legt haar hoofd in haar nek. Anna doet dit wel vaker als ze zich boos of verdrietig voelt, en dan probeert Daisy haar met alle macht te troosten. ‘Kom, we gaan naar buiten!’
Even later galopperen ze buiten richting het bos. Anna voelt de wind door haar haren en de warme zon op haar gezicht. Ze straalt. En de ogen van Daisy glimmen. Als Anna tegen etenstijd naar huis fietst, is ze de schooltuin helemaal vergeten. Anna zit huiswerk te maken als de telefoon gaat. Mama neemt op. Mama knikt alleen maar en werpt af en toe een zorgelijke blik naar Anna. Als mama de telefoon neerlegt, is het even helemaal stil. ‘Wat is er?’ vraagt Anna. ‘Het is Daisy. Ze is… nogal ziek.’ Anna springt op en rent naar haar jas. ‘Ik ga naar haar toe!’ roept Anna vanuit de gang. Mama kalmeert haar. ‘Daisy is in goede handen. De dierenarts is bij haar. Morgen na school gaan we haar samen bezoeken.’ Anna loopt boos naar haar kamer en trekt de deur dicht. Als mama maar niet denkt dat ik vandaag mijn huiswerk nog ga afmaken!
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
4
De volgende dag is Anna al vroeg wakker. Meteen als ze haar ogen open doet, weet ze het weer: Daisy is ziek. Ook ziet ze weer de bezorgde blik van mama voor zich. Misschien is Daisy wel heel ziek. Ze is ook al een merrie op leeftijd. Mama had laatst al eens gezegd dat Daisy eigenlijk zo oud is als een oma van zeventig. Maar ze is de laatste jaren nooit ziek geweest. Nooit! Anna stopt een paar suikerklontjes in haar schooltas om Daisy straks mee te verwennen. Even later stopt ze ze in haar eigen mond als ze bedenkt dat een ziek paard helemaal geen suikerklontjes lust! De ochtend op school kruipt maar langzaam voorbij. Alle lessen duren lang. Zelfs de rekenles die Anna altijd erg leuk vindt, is nu saai. ‘Zes maal zeven is?’ vraagt de meester. Tweeënveertig, denkt Anna. Dat wist ik toch allang? Eindelijk de verlossende bel. Anna schiet haar jas aan, en hoort niet eens meer dat Miriam, Anna’s beste vriendinnetje, haar iets vraagt. Mama staat buiten te wachten. Haar gezicht kijkt nog steeds ernstig. Bah, zo wil ik niet naar mama kijken, denkt Anna, en ze trekt haar capuchon tot ver over haar ogen. De stal waar Daisy verblijft, is niet ver van school. Als ze aankomen, staat daar de auto van de dierenarts. In de stal zien ze Daisy op de grond liggen. Haar ogen kijken schrikachtig op als ze Anna hoort binnen komen. De dierenarts zit op haar knieën en streelt Daisy’s manen. Dan zegt ze de woorden die ze nooit had willen horen. ‘Daisy heeft net een spuitje gekregen en zal nu rustig inslapen.’ Nee, nee, nee! denkt Anna en loopt de stal uit. Ze loopt maar voelt haar voeten niet. Haar hoofd bonst. Haar schoenen lopen door de modder, waden door een sloot en steken een veld over. Haar hoofd gonst nog steeds, en om het te ondersteunen, pakt ze haar hoofd vast. Ze staat stil. Pas nu voelt ze haar voeten: die zijn nat en koud! Ze kijkt even om zich heen en ziet een dikke boom staan. Ze vleit zich tegen de stam en doet haar ogen dicht. Dan valt ze in slaap. In haar slaap droomt ze dat ze aan het rennen is. Ze rent door velden, grasvlaktes en bossen. Als ze denkt dat ze niet meer verder kan, komt ze op een weide waar alle kleuren heel helder zijn. Maar sterker nog dan de kleuren, komen haar geuren tegemoet van viooltjes, anemonen, lavendel en jasmijn. Om zich heen ziet ze allerlei verschillende dieren met elkaar spelen: eekhoorntjes die tikkertje doen met merels en koolmeesjes, konijntjes die verstoppertje spelen met wezels… Anna voelt zich helemaal thuis en gelukkig. Wat een heerlijke plek, denkt ze in haar droom.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
5
Dan komt haar een licht rossig paard tegemoet. Ze glanst en haar manen zijn prachtig gevlochten. Het is Daisy! Anna vliegt haar om haar nek en vraagt: ‘Waarom ben je weggegaan? Ik kan je toch niet missen!’ Daisy kijkt haar diep in de ogen en antwoordt: ‘Ook al kun je me niet zien, ik ben altijd bij je. Denk aan me en ik zal bij je zijn om je te helpen.’ Anna pinkt in haar droom een traantje weg en vraagt zich af of ze nu verdrietig is of juist heel blij. Als Anna haar ogen open doet, kijkt ze naar een grijze lucht. Een frisse wind waait door de kale weide. Haar voeten voelen koud en nat aan. Ik ben weg geweest, denkt ze. Bij Daisy! Plotseling hoort ze geroep. Even later ziet ze de gestalte van mama. Blij sluit mama haar even later in haar armen. ‘Het gaat goed met Daisy, mam!’ Mama kijkt haar verbaasd aan en samen lopen ze terug naar de auto. ‘Ga je mee naar de schooltuin, vrijdag?’ vraagt Miriam aan Anna als ze weer op school is. Anna twijfelt. Het was de laatste weken helemaal niet zo leuk op de tuin. Iedereen strooide met lelijke woorden. Maar thuis blijven ziet Anna ook niet zitten. Ze mist Daisy nog elke dag en als ze naar de tuin gaat, heeft ze tenminste wat afleiding. V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
6
‘O.k. Miriam, ik kom ook.’ Als Anna en Miriam het erf van de boerderij oprijden, komt het geroep en gejoel van de stokers van de twee groepen hen al tegemoet. ‘.. en die komkommers van jullie lijken meer op een paar zielige augurken.’ ‘Kijk naar je eigen zaaibed: jullie pompoenen zijn nog niet eens opgekomen!’ Terwijl Anna naar dit schouwspel staat te kijken, voelt ze zich duizelig worden. Ze zoekt een boom en gaat er tegenaan zitten. Als ze haar ogen sluit, is ze weer op de plek waar ze Daisy ontmoette. Ze ziet de dieren weer vrolijk dartelen en het hele veld staat vol bloemen; de warme en frisse geuren ziet ze uit de knoppen van de bloemen in golfjes naar haar toe komen. Dan is het alsof ze wordt opgetild. Ze wordt naar een plek gebracht waar pompoenen, radijsjes en aardbeien in overvloed groeien. Alles wat groeit ziet er fris en gezond uit. Dan staat Daisy plotseling naast haar. Met haar sterke en jeugdige uitstraling lijkt ze net een prinselijk paard. Daisy kijkt haar diep in de ogen. Dan begrijpt Anna wat Daisy tegen haar zegt. Anna doet haar ogen open en loopt rustig naar de tuin terug. Ze loopt naar de schuur, haalt een schop en loopt naar een klein stukje braak liggende grond. Ze maakt de aarde los met de schop en bereidt een bedje. Als ze klaar is, pakt ze haar fiets en gaat weg zonder iets te zeggen. Miriam rent achter haar aan en roept naar Anna: ‘Anna, wat ga je doen?’ Anna draait zich even om en roept: ‘Wacht maar af!’ Miriam kijkt Anna na totdat de weg afbuigt naar rechts en Anna verdwijnt achter de huisjes en boerderijen die aan het kanaal liggen. Een paar weken later fietsen Anna en Miriam weer samen naar de tuin. Anna en Miriam lopen rechtstreeks naar de plek waar Anna haar pas gezaaide bedje verzorgt. Niemand weet wat ze heeft gezaaid, ook Miriam niet. Wel dat ze met veel toewijding de plantjes verzorgt: ze geeft ze water, kijkt of ze genoeg ruimte hebben en haalt onkruid weg. Dan ziet Anna uit haar ooghoeken een paar herrieschoppers die naar elkaar staan te tieren. Ze beginnen weer, denkt ze, maar richt zich op haar bloemenbed, waarvan de knoppen al zichtbaar zijn. Dan –als ze even opkijkt- is het plotseling alsof ze naar een film staat te kijken. De lippen van de jongens bewegen langzaam maar strijdbaar, hun vuisten opgeheven, totdat het beeld helemaal stil staat en het geluid verstomt. Even later begint de film weer langzaam te draaien. Betoverd door een plotselinge heerlijke geur, laten de jongens hun vuisten zakken. De lelijke grimassen op hun gezichten verdwijnen. Verwondering is te lezen op ieders gezicht bij de aanblik van de door Anna gezaaide plantjes. De plantjes worden omgetoverd tot bloemen als de knoppen zich één voor één
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
7
openen. Een schitterend palet van kleuren verschijnt op het bed dat Anna heeft gezaaid. Er valt geen onvertogen woord meer.. Een paar weken later heeft de tuin een ware metamorfose ondergaan. Niet alleen staan de bloemen er nog even mooi bij, maar ook de komkommers zijn volwassen geworden, en de pompoenen hebben een flinke groeispurt gemaakt. Tussen al dat groen is iedereen hard aan het werk. En in plaats van snaaiende opmerkingen, gaan er nu grapjes over en weer. Er wordt veel gelachen. Anna voelt zich blij en werpt een blik op het aardbeienbed. Hé, dat is gek, denkt ze, onder de groene bladeren is geen aardbei te bekennen! Dan komt Willem aangefietst. Hij draagt een dikke rugzak op zijn rug. ‘Hé Willem, ga je kamperen?’vraagt één van de jongens. Willem wil antwoord geven, maar als hij op de rem trapt, glijden de wielen van zijn fiets door en even later ligt hij languit naast het groentenperk. Iedereen lacht, maar het is niet honend. Willem vraagt, terwijl hij opkrabbelt en zijn rugzak opent: ‘Hebben jullie boterhammen bij je?’ Dan pakt hij een paar potten met aardbeienjam uit zijn tas: ‘Van onze eigen tuin!’
Zo ziet Car (Parkschool Utrecht) Geweldloosheid (zonder en met)
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
8
Kids4Value Juf Lonneke
Hallo! Ik heet juf Lonneke en ik geef les op een basisschool in Amsterdam. Wat ik het allerbelangrijkste vind als ik met kinderen werk, is dat iedereen er elke dag een beetje beter en blijer van wordt. Dat probeer ik door behalve de vakken t..l, r…..n, s……g, aa……….e, g……….s, b…….d l…n, e….s en g.m te geven ook tijd te bewaren om andere dingen te doen. Daarover wil ik jullie wat vertellen want die vakken kennen jullie wel. Anders had je namelijk de vorige zin niet gewoon door kunnen lezen zonder galgje te hoeven spelen. Je wist wat je op de puntjes moest lezen, toch? Wat ik met de kinderen meemaak op school en waar we in de klas allemaal beter en blijer van worden wil ik graag met jullie delen. Zoals bijvoorbeeld die dinsdagochtend in 2009 met groep 7 8.30 uur: de dag begint en ik heb een spreekwoord op het bord geschreven:
Ik vraag als we in de kring zitten wat dat betekent. Er komen een heleboel ideeën, te veel om allemaal op te noemen hier. Joshua, een jongen die goed is in taal, zegt: “Er zitten oude woorden in juf, van vroeger…” Nou, dat klopt in ieder geval… Welke woorden bedoelt hij denk je?... …Ja precies! “gij”en “geschiedt”. Pinar zegt dat “geschiedt” lijkt op het woord “geschiedenis”. Weet jij nu al wat het hele spreekwoord betekent? (zonder het op te zoeken in het woordenboek want dan is het een fluitje van een eurocent natuurlijk!) Hoe dan ook, ik vraag of we samen tot na de kleine pauze voorbeelden kunnen herkennen van dingen die tijdens de les of op het schoolplein gebeuren die de betekenis van dit spreekwoord duidelijk maken. Nou, er zijn die ochtend drie kinderen die het probeerden. Lees even mee:
0 Travis zei: “als ik Hicham pest en hij pest Chaimae…” 0 Betul zei: “ik doe niet aardig tegen Aischa, dan doet zij niet aardig tegen mij…” 0 Furkan zei: “als ik Pinar niet pest, dan pest zij mij ook niet…”
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
9
Wiens uitleg komt nu het dichtst bij de betekenis van het spreekwoord? En kan jij het nóg beter uitleggen? Het hoeft natuurlijk niet over pesten of gepest worden te gaan; alles wat met de betekenis te maken heeft is goed. Let dan op voorvallen in jouw klas en op het schoolplein en schrijf over een gebeurtenis waar jij bij betrokken was. En vooral: waarin je dit spreekwoord mee hebt waar gemaakt. Dat mag je doen in maximaal 20 zinnen. Doe je mee? Mail je verhaal dan naar V4kids:
[email protected] Schrijf je naam, groep en leeftijd bij je inzending. In de volgende V4kids lees je dan misschien wel je eigen verhaal of, ook leuk, hoe andere kinderen
hebben mee en waargemaakt ! Grappig woord trouwens hè, mee-maken? Je maakt al die verhalen samen, dus jij maakt het ook mee. Zoals in het ouderwetse woord ‘mede’. Dat betekent ‘ook’. Nu even terug naar jullie inzending want ik breng mezelf van de wijs. Het woordje ‘wijs’ heeft trouwens meerdere betekenissen. Wist je dat? Het gaat over….. Nee hoor, nu moet ik stoppen. Ho, halt, stop! Terug naar jullie inzending. wat wou ik nog zeggen? O ja: degenen die het leukste, meest originele ‘mee en waar gemaakte verhaal’ het beste beschrijft, worden dan tot de volgende uitgave van V4kids
Dat kan je worden in de categorie van 10, 11 en 12 jaar. Als je een van de drie winnaars bent, kom je met je naam en foto in de volgende V4kids. Dan kan iedereen gewoon via de computer net als jij hebt gedaan, jouw eigen originele bijdrage mee-lezen! Ben je dan cool@school of niet? In de volgende V4kids lees je ook wat ik met Ryan uit groep 7 meemaakte. Hij hielp mij namelijk wel erg goed om de betekenis van dit spreekwoord waar te kunnen maken. Met dank aan Ryan! V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
10
dag, graag tot de volgende V4kids!
juf Lonneke
Zo ziet Rana(Parkschool Utrecht) Geweldloosheid (zonder en met)
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
11
Oma’s Hoekje Lieve Kinderen, Hoe gaat het met jullie? Oma heeft jullie gemist. Oma is zo oud dat ze niet eens weet waar wij het de vorige keer over hadden. Het ging over iets lekkers volgens mij. O, ja, ik weet het weer, wij hadden het over chippies. Toen heb ik jullie gezegd dat als jullie je oren en ogen open zouden houden, dat jullie dan misschien 'iets' zouden kunnen ontdekken, dat de wereld een betere plaats zou kunnen maken. Daar zijn nog meer voorbeelden van. Chippies zijn natuurlijk heel lekker maar denk nog eens aan iemand zoals Alexander Fleming, een Schot die in 1928 een bepaalde schimmel ontdekte (soort plantje) dat met een moeilijk woord “Penicillium Notatum” heet. En wat bleek? Het kan een bacteriekolonie doden! Als er gemene bacteriën in je lichaam zitten, dan kan je ziek worden en dan is een bacteriedoder wel handig. Alexander Fleming was onderzoeker. Hij zocht naar een middel dat zou kunnen helpen, als mensen wonden kregen, die heel erg waren. Hebben jullie wel eens een hele diepe snijwond gehad? En ging die vinger nog meer pijn doen en werd die langzaam rood? Dan is er meestal sprake van een infectie en dat kan soms dodelijk zijn. In een speciaal soort bakje kweekte Alexander juist het soort bacterie, dat vaak in een wond gevonden kon worden. Jullie weten toch wat bacteriën zijn? Bacteriën zijn heel klein. Je kunt ze niet zien zonder microscoop. Zij veroorzaken onder andere veel ziektes (cholera, tyfus, longontsteking, en natuurlijk ook wondinfecties). Maar bacteriën kunnen ook goed voor ons zijn. Bacteriën in ons lichaam helpen met het verteren van het eten. En wat is een schimmel? Soms, als bijvoorbeeld brood heel oud en een beetje vochtig wordt, begint er iets heel interessants erop te groeien. Als je terug kijkt naar wat mensen deden voordat wij penicilline hadden, gebruikten ze bijvoorbeeld brood met schimmel erop om een wond te helpen genezen. Maar terug naar Alexander Fleming. Hij kwam terug naar zijn laboratorium na een vakantie. Veel van de zuivere kweken van bacteriën waren beschimmeld V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
12
geworden. Wat een rotzooi dacht hij. Maar wacht even, wat zie ik daar? Hij zag dat een bepaalde schimmel zijn zuivere kweken van bacteriën had overgenomen en wat nog belangrijker was, dat de bacteriën direct om de schimmel heen waren gedood. Weet je nog, hij was op zoek naar een wondermiddel om infecties te kunnen genezen en hij had juist de bacteriën, die in een wond groeiden, in zijn kweekschalen gekweekt. Hij had de 'vieze' kweken, de kweekschalen waarin de schimmels groeiden, weg kunnen gooien maar dat deed hij niet. Hij bleef kalm. Hij vond het zelfs interessant. Misschien zouden wij dit soort schimmel kunnen gebruiken dacht hij. En zo was het begonnen. Jullie hebben vast wel een keertje een penicillinekuur gekregen tegen een of een andere ziekte. Dank u wel, Alexander Fleming dat u kalm bleef, dat u niet boos op uzelf werd dat alles op een 'rotzooi' leek. En nog belangrijker, dank u wel schimmels. En nog iets, dank u wel broodschimmel, want het waren juist de broodschimmels die het goede werk deden. Dus het was niet gek dat mensen een soort natuurlijke medicijn, broodschimmel gebruikten om wonden te helpen genezen, want die bezaten Penicillium Notatum, en je weet al wel van Penicillium Notatum wordt Penicilline gemaakt. En dit is wat ik jullie wilde vertellen. Soms 'lukt het niet'. Soms krijg je je wensen niet. Maar blijf kalm, kijk om je heen, er zijn zo veel mogelijkheden en als wij, jij en ik, onze ogen en oren open kunnen houden wie weet? Er komen nog meer verhaaltjes over wonderbaarlijke dingen. Oma weet heel veel en dat wil ze ook aan jullie vertellen. Tot de volgende keer, wees lief voor jezelf en voor anderen,
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
13
Lieveheersbeestje In de gang op het behang zit een Het woont daar al erg lang Het
slaapt en wacht op de lente
Waar is het gebleven ? Het is op de grond gevallen
Het beweegt nog wel We zorgen voor je Slaap maar verder Slaap in een veilig bedje in de kast Tot het lente wordt. Zzzzzzz
Thomas Thomas gaat elke ochtend naar school. En elke dag krijgt hij lezen op school. Thomas heeft alle letters geleerd, hij is dankbaar dat hij het hele alfabet kent. Hij loopt dan ook naar huis en onderweg komt hij een hondje tegen. Het hondje staat vrolijk te kwispelen en te blaffen. Thomas denkt jij kan goed blaffen, maar ken jij ook het alfabet? Nee, blaft het hondje, met zijn staart.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
14
“Dan zal ik het jou leren.”
“a, b , c , d , e , f , g , h,i,j,k,l,m,n,o,p, q , r , s , t , u , v , w, x , y , z , doen ook nog mee” a,b,c,d,x,y,z dat zijn alle letters van het alfabet. En met deze letters kun je woorden maken. De h.o.n.d., maakt het woord hond. Lezen is woorden herkennen, die gemaakt zijn van het alfabet. Lezen is leuk, maar ook wel moeilijk. Dan denk ik, “ik doe het fout. Ik leer het nooit “. Dit geeft geen fijn gevoel. Ik ben dom. Dan wordt ik boos op mezelf, ik wil het altijd goed doen. Waarom maak ik fouten. Waarom is het niet altijd perfect. Ik wordt boos, dat is geen fijn gevoel. Weet je wat ik bedacht heb, zegt Thomas tegen het hondje. Als je boos wordt, komt er een gevoel dat niet fijn is . Dan voel ik even. Ik adem diep uit. “Hallo boos, je mag er zijn, ik omarm je even met mijn zonnearmen”. En boos vormt dan een wolk en die drijft voorbij. Er komen dan andere gedachten in mij. Lezen is leuk. Jij hond , jij kent twee woorden. Ik leer er wel duizenden. Jij kent de woorden, w.o.e.f., en b.l.a.f. En Thomas denkt: “Ik kan alles leren. Het is oké om een foutje te maken. Ik heb mijn best gedaan. Lezen is leuk” Het hondje loopt nog even mee naar Thomas huis en daar nemen ze afscheid. Het hondje krijgt nog een grote knuffel. Thomas voelt zich weer blij en fluitend loopt hij naar binnen.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
15
Puzzel
1) aardig 2) het openstaan van de knoppen van bloemen 3) pas geboren schapen 4) iets wat je met je neus doet 5) zeevogel 6) iets voor iemand doen 7) iets dat je zingt 8) pas geboren paard 9) plek waar vogeltjes wonen 10) plaats buiten huis waar planten en bloemen groeien
Zie daarna het woord dat boven naar beneden kan worden gelezen in de oranje vakjes
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
16
Het Wit en het Zwart Een vertelling geschreven door Diana van Doorn
Vrolijk en vrij bewoog Wit in het land van Licht. Op een zeker moment, toen de dagen nog niet geteld werden, zag zij een schaduw. Oef, dacht Wit, wat is dit nu? Ze was nieuwsgierig. Maar hoe dichter zij bij de schaduw kwam, hoe kleiner die werd. De schaduw verdween en Wit keerde teleurgesteld om. Ze begreep niet waarom dat nu toch gebeurde. Het nam haar zo in beslag dat ze besloot aan het Licht te vragen of die haar kon vertellen wat en wie de schaduw was. Het Licht, koel en helder, luisterde welwillend naar het verhaal van Wit. ‘Tja’, zei het Licht, nadat Wit uitverteld was,’wat je gezien hebt, was de Schaduw van Zwart en die leeft in het land van de Duisternis.’ Wit was onder de indruk van dit verhaal en vroeg het Licht om naar de Duisternis toe te mogen reizen. Licht gaf toestemming en zei: ‘Het kan een lange tocht worden, want waar Duisternis gelegen is, weet ik niet. Je zult zijn gebied herkennen door de schaduwen die teweeg worden gebracht als jij Duisternis nadert.’ Een lichte opwinding ging door Wit heen bij het vooruitzicht op de komende reis en ontmoeting. Niet veel later vertrok Wit. Ze reisde door de onbegrensde gebieden waar Tijd nog niet bestond. Daar ontmoette zij de Wind. Wit voelde een zachte bries door zich heen gaan en zo ontstond hun contact. Ze vroeg de Wind of deze wist waar het land van de Duisternis was. Wind moest even nadenken en zei: ‘Zo ik draai is mijn richting, klim maar in mijn holle wang, dan blaas ik je er naar toe.’ Wit kroop in de geopende mond van Wind en nestelde zich in de holle wang. Wind draaide zich om en met één krachtige windstoot werd Wit in het land van de Duisternis geblazen. Donker, warm en stil was het in Duisternis. Zwart ontwaakte uit zijn sluimering door de krachtige windstoot die in Duisternis werd geblazen. Toen deze windstoot was gaan liggen, zag hij Wit aan komen.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
17
Zijn slaap verdween op slag toen hij voelde hoe Wit zo licht en vrolijk voortbewoog. Wit voelde zich zeer aangetrokken tot Zwart, die zo rustig en warm was. Zwart verwelkomde haar en zei: ‘Op één van mijn tochten door de onbegrensde gebieden heb ik het Land van Licht betreden, maar was te verlegen om je aan te spreken. Toch heb ik je niet kunnen vergeten en ben blij je nu hier te zien.’ Door hun wederzijdse aantrekking ontstond er een innige verbondenheid. Daar Wit licht kon geven en Zwart duisternis in zich droeg, ontstonden er krachtige trillingen, waaruit klanken voortgebracht werden. Deze klanken brachten door hun trillingen een prachtig kleurenspel in beweging. Zwart en Wit genoten en voelden zich gelukkig met elkaar.
De Wind die op één van zijn reizen dit prachtige samenspel aanschouwde, hield zijn ademwind in en was geroerd door zoveel schoonheid. Wit en Zwart verwelkomden de Wind, want door de Wind waren zij samengebracht. De Wind vertelde hun over zijn reizen door de onbegrensde gebieden. Hij vertelde hun ook dat hij onlangs in een gebied was geweest waar vele vormen van planten, dieren en mensen woonden, die nogal saai en kleurloos
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
18
waren. Die vormen zouden wat kleur en klank kunnen gebruiken, vertelde hij hun. Wit kreeg door dit verhaal een lichtende ingeving: ‘We kunnen daar toch naar toe reizen met jou en daar leven in de brouwerij brengen?’ ‘Hmm’, zei Wind, en verzonk in stilte. Toen haalde hij een diepe ademwind en sprak: ‘Dat zou wel kunnen, maar het brengt ook gevaren met zich mee. Jullie kunnen verstrikt raken in die vormen en dan zal al het klank- en kleurenspel verloren gaan.’ Zwart zei: ‘Maar dan kun jij toch met je windstoten ons weer bevrijden?’ ‘Ah, natuurlijk’, zei de Wind, ‘dat is een goed idee. Met jullie spel en mijn windstoten zal er géén probleem zijn als jullie gevangen raken in de vormen.’ Zo kwamen zij tot overeenstemming. Zwart en Wit klommen in de holle wangen van Wind en samen reisden zij naar het land van de Vormen. Daar aangekomen blies Wind Wit en Zwart uit in alle vormen. En zie, klanken en kleuren werden gehoord en gezien door de bewoners van het land der Vormen. En ieder nam die klank en kleur waarbij men zich goed voelde. Alle grauwheid verdween. In het land der Vormen kwamen Wit en Zwart in aanraking met Vader Tijd. En ja, de Tijd bindt het land van de vormen. Maar hij heeft geen macht over de zielen van de planten, dieren en mensen. Dus gaf hij hen toestemming om klanken en kleuren toe toevoegen. Vader Tijd zei hen eerst toestemming te vragen aan de Zon, want die had de macht over de Ruimte.
De Zon was te heet om naar toe te reizen. Dus zei Wind: ‘Ik kan er dichtbij komen en aan mijn vriend de Zonnewind vragen of hij de boodschap over kan brengen.’ In afwachting van het antwoord bleven Zwart en Wit rusten aan de grens van het land van de Vormen. Na enige tijd kwam Wind met een sterke opgewonden bries aanzetten: ‘Joepie!’, woei hij, ‘de Zon heeft toestemming gegeven! Maar jullie mogen niet steeds samen zijn, want anders komt de Tijd in problemen.’ Dus werden Wit en Zwart tijdelijk gescheiden. Zo ontstond de dag en de nacht. V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
19
Toch konden zij elkaar nog ontmoeten. Dat kon in de schemer van de ochtend en de avond. Dan kussen zij elkaar en in die innige ontmoeting worden wij klanken en kleuren het meest gewaar.
En de Wind…wel die komt en gaat zo hij draait. Warm of koud, hard fluitend of als een zachte bries. Soms wordt hij een orkaan, die de vormen doet schudden of omvallen. Want als de klanken en kleuren vast komen te zitten en het spel verstart, worden zij door hem bevrijd. Maar in de schemer van de ochtend en de avond wordt hij stil, zodat Wit en Zwart elkaar kunnen omarmen. Dan glimlacht hij en blaast storende wolkjes opzij.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
20
Zonder Geweldloosheid / Met Geweldloosheid (Parkschool Utrecht)
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
21
Een kijkdoos maken Deze keer gaan we een kijkdoos maken over de lente Wat hebben we daar voor nodig: • Een schoenendoos • Lijm • Dun karton • Verf of viltstiften • Schaar / mesje • Een doorzichtig vel papier of plastic • Plaatjes uit tijdschriften, van ansichtkaarten of van internet • Dingen uit de natuur (steentjes, veertjes, schelpen enzovoort) Een kijkdoos is een doos waar je door middel van een klein gaatje in kunt kijken. Om de inhoud te kunnen zien is er boven in de doos een venster voor het licht. Binnen in de doos maken we een voorstelling van de verzamelde materialen. Het dunne karton gebruiken we om plaatjes op te plakken die te slap zijn. Elk plaatje vouwen we aan de onderzijde om. Dan kunnen we het vastplakken. Door plaatjes achter elkaar te zetten ontstaat een gevoel van diepte als je door het gaatje kijkt. Als de doos mooi is geworden dan kan je hem aan iedereen laten zien. Veel plezier!
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
22
Aan al onze hele lieve vrienden: Een boer had enkele jonge hondjes die hij nog moest verkopen. Hij schilderde een advertentie op een bord met: “4 puppies te koop” en zette dit aan het begin van zijn erf aan de kant. Net toen hij de laatste spijker in het bord sloeg werd hij aan zijn overall getrokken. Hij keek naar beneden in de ogen van een kleine jongen. "Meneer" zei de jongen, "Ik wil een van uw puppies kopen". "Wel", zei de boer, terwijl hij met zijn hand achter in zijn nek wreef, "deze puppies hebben hele dure ouders en kosten aardig wat geld". De jongen liet voor een moment zijn hoofd hangen. Toen reikte hij diep in zijn broekzak en haalde een handvol kleingeld voor de dag en liet het aan de boer zien. "Ik heb 39 cent. Is dat genoeg om te kijken?" "Zeker", zei de boer en hij floot een deuntje. "Dolly", riep hij. Uit het hondenhok en over het erf rende Dolly naar de boer toe gevolgd door 4 kleine bolletjes wol. De kleine jongen drukte zijn gezicht tegen het hek. Zijn ogen straalde van verrukking. Terwijl de honden naar het hek toekwamen rennen, zag de jongen nog iets bewegen in het hondenhok. Langzaam verscheen er nog een bolletje wol, maar deze was zichtbaar kleiner dan de andere hondjes. Op zijn achterpootjes gleed het bolletje het hok uit en op een wat onhandige wijze begon het hondje vooruit naar het hek te hobbelen terwijl het zijn best deed de andere hondjes bij te houden. "Ik wil die hebben", zei het kleine jongetje, terwijl hij naar de waggelende hond wees. De boer knielde naast het jongetje neer en zei: "zoon, je wil dat hondje echt niet. Het is nooit in staat om te rennen of te spelen zoals de andere hondjes kunnen". Toen deed de jongen een stap naar achteren, reikte naar beneden en begon een broekspijp op te rollen. Terwijl hij dit deed werd een stalen beugel zichtbaar aan beide zijden van het beentje van de jongen die vastgemaakt zaten aan zijn speciaal gemaakte schoentje. V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
23
De boer aankijkend zei hij: "weet u meneer, ik kan zelf ook niet zo goed rennen en hij heeft iemand nodig die hem begrijpt". Met tranen in zijn ogen reikte de boer naar beneden en pakte de kleine puppie op. Hij hield het heel voorzichtig vast toen hij de puppie aan de kleine jongen gaf. "Hoeveel kost het?" vroeg de kleine jongen. "Niets, het is gratis", zei de boer. "Er is geen prijs voor liefde". De wereld is vol van mensen die iemand nodig hebben die ze begrijpt. Laat je vrienden zien hoeveel je om ze geeft. Auteur onbekend
We zijn één familie Als we over onze schouder terug kijken in de tijd, dan komen we mensen tegen die opvallen vanwege het bijzondere leven dat ze hebben geleid. Ze staan in de geschiedenisboekjes vermeld, omdat ze bijzondere dingen hebben gedaan. Dingen waardoor het leven van veel mensen is veranderd. Vaak hebben deze bijzondere mensen een moedig karakter. Een karakter waaraan we een voorbeeld kunnen nemen. Zo iemand was ook Mahatma Gandhi. Mahatma Gandhi leefde in India en was geboren als hindoe. Toch zou hij later zeggen: ik ben én hindoe, én christen én moslim. In India woonden hindoes, moslims en christenen samen. Maar hij vond dat het niet uitmaakte tot welke godsdienst je behoorde. Het belangrijkst was voor hem dat allen kinderen van God zijn. In de tijd dat hij daar opgroeide werd India bestuurd door de Engelsen. Dus de wetten en regels werden gemaakt door Engelse bestuurders. En Indiërs moesten leven volgens deze wetten. Maar hij vond deze wetten niet altijd eerlijk. Zo moesten de Indiërs belasting betalen voor zout dat ze uit hun eigen zee wonnen. Hierdoor hadden ze minder geld over als ze het zout gingen verkopen op de
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
24
markt. En het belastinggeld ging naar de Engelse bestuurders die toch al vaak rijk waren. Gandhi zag dat er veel armoede was in zijn land. Hij probeerde hier wat aan te veranderen. Hij zag dat veel mensen kleding kochten van Engelse stoffen. De Engelsen verdienden daar geld mee. Maar Gandhi riep de mensen op om hun eigen kleding te maken. Dus gingen de Indiërs weer wol spinnen en stoffen weven. En zo konden de mensen hun eigen geld weer verdienen. En ook al was Gandhi een gestudeerd man, hij droeg altijd een eenvoudige witte lendendoek als kleding. Hiermee wilde hij zijn verbondenheid met zijn land en met de armere mensen laten zien. Mahatma was niet zijn eigen naam. Eigenlijk heette hij Mohandas Gandhi. Maar de naam Mahatma had hij van het volk gekregen. Het betekent grote ziel. Gandhi was een bevechter van de Waarheid. Hij geloofde niet in oorlog of ruzie en zag de Engelsen niet als vijand. Hij riep mensen op tot geweldloosheid. Dus je mocht je wel verzetten als je het ergens niet mee eens was, maar hij was tegen het gebruik van wapens. Hij werd zelf erg verdrietig als hij hoorde dat moslims en hindoes met elkaar op de vuist gingen. Om daar tegen te protesteren, ging hij dan soms wekenlang vasten, dat wil zeggen dat hij weigerde te eten totdat de mensen gestopt waren met vechten. In 1947 werd India niet langer door de Engelsen bestuurd. De Indiërs bestuurden vanaf toen hun land zelf. Als heerser zonder leger had Gandhi dit weten te bereiken. Wel werd India toen verdeeld in het land India voor de hindoes en het land Pakistan voor de moslims. Gandhi had dit zo niet gewild, maar toch was hij allang blij dat India niet meer bestuurd werd door de Engelsen. Helaas werd Gandhi een jaar later door een man doodgeschoten. Deze man was hindoe en hij was teleurgesteld in Gandhi: hij wilde één land voor alle Indiërs. Het hele land was verdrietig door het verlies van hun Bapu (vader), hun Mahatma. Toch leeft Gandhi voort in het hart van mensen over de hele wereld, een man die bewapend was met Waarheid.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
25
Lied (melodie vader Jacob) Samen werken, samen werken. Ik en jij, jij en wij. Samen aan het werk, samen aan het werk. Samen sterk, samen sterk.
Rekenbolleboos met professor Hap Snap
In mijn jonge jaren wist ik al van het volgende trucje. Weet je dat je van elk getal, groot of klein, uit je hoofd kan zeggen of het deelbaar is door drie? Ja dat kan! Het werkt zo: Vraag aan pappa of mamma een getal van 4 cijfers of meer. Zij mogen een rekenmachine gebruiken om een getal uit te zoeken. Jij gebruikt natuurlijk geen rekenmachine. Hoe werkt dat? Tel alle cijfers van dat getal steeds bij elkaar op totdat er 1 cijfer overblijft. Als dat cijfer een drie, een zes of een negen is. Dan is het gehele getal deelbaar door drie. Simpel dus.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
26
Met opa op stap Naar het museum “Van Speelklok tot Pierement”. “Let op Ab; dit is een groot station en er zijn veel mensen”, zegt opa tegen me. De stationshal is erg groot en ook hoog. Ik blijf maar dicht bij opa, denk ik. We komen daarna langs veel winkels en die zijn allemaal binnen. Op die manier heb je ook nooit last van regen en wind. Ik heb een hekel aan regen. Alles wordt dan nat en koud. Ik zie een hele grote speelgoedwinkel. Daar wil ik wel naar toe, maar opa loopt gewoon door. We gaan een grote roltrap af. Daarna staan we op straat. Gelukkig regent het niet. Opa weet niet precies hoe hij naar het museum toe moet lopen. We vinden het wel, zegt hij. We lopen enkele smalle straatjes door met hele oude huizen. Opeens zegt opa: “daar is het”. Er staat een rij grote mensen en kinderen voor de deur. Die mensen wachten op een voorstelling. Wij komen niet voor een voorstelling maar voor het museum. Dus hoeven wij niet te wachten. We gaan straks met een rondleiding mee. Ga jij maar eerst wat spelen zegt opa. Er is een ruimte met vreemde apparaten. Die apparaten maken allemaal geluid als je er aan draait, in knijpt of er op stapt. Best leuk om dat allemaal te proberen. Er zijn nog meer kinderen bezig. Ik ga meedoen en het is grappig. Allemaal vreemde geluiden om te proberen. Opa komt me weer halen. Daar is een man met witte handschoenen aan. Hij zal ons vertellen over de dingen die we gaan zien. Er zijn nog meer kinderen en grote mensen en die gaan met de meneer mee door een grote deur. Achter de V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
27
deur is het stil en we zien rare klokken en mooie versierde dozen achter een touw. De meneer met de witte handschoenen mag wel achter het touw komen. Hij vertelt dat de klokken erg oud zijn en dat ze nog wel werken. De mensen van heel vroeger hadden geen TV en ook geen radio en zelfs geen CD-speler. Als ze vroeger naar muziek wilden luisteren, dan gingen ze naar muziekanten of maakten zelf muziek. Om toch wat naar muziek te kunnen luisteren konden rijke mensen een klok kopen met muziek en ook een doos of een kast waar muziek uit kwam. Die klokken en dozen die staan hier in het museum. De man met de witte handschoenen laat horen welke muziek een klok kan spelen en welke muziek er uit een doos kan komen. Het zijn wel mooie klokken en dozen, maar de muziek uit een klok of doos is steeds het zelfde. Saai hoor. We gaan verder een andere grote deur door. Daar staat een piano die uit zichzelf kan spelen. Een meisje mag proberen om een klein liedje op die piano te spelen. Ze speelt best mooi. Er zijn nog meer piano’s en ook grote kasten waarin een grote rol zit met kleine pennetjes. Het is allemaal oud, maar wel mooi gemaakt. Die muziek is mooier, maar ook harder dan de muziek van de klokken. We lopen weer verder en dan zien we enkele draaiorgels staan. Als ik met mama de stad in ga, dan staat er ook altijd een te spelen. Dan mag ik van mama geld doen in het centenbakje van de orgelman. Hij zegt altijd: “dank je wel kleine man”. Er staat een heel groot draaiorgel. De meneer met de witte handschoen gaat naar de achterkant van het orgel. Opeens begint het orgel te spelen. Ik moet mijn handen tegen mijn oren houden want het geluid is erg hard, maar wel mooi. De meneer met de witte handschoenen zegt dat het een straatorgel is en dat orgel moet je overal kunnen horen. Dat lukt best wel denk ik. Het draaiorgel wordt gelukkig weer stilgezet en we gaan wéér een grote deur door. Daar is een hele grote zaal. De meneer met de witte handschoenen zegt dat hier dansorgels staan. Die orgels zijn erg groot, wel tot het plafond. Ze hebben mooie kleuren en ook spiegels. Ze zien er feestelijk uit. Die orgels stonden vroeger in danszalen. Op die manier hadden de mensen muziek om bij te dansen. V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
28
De meneer met de witte handschoenen gaat door een deurtje in het grootste orgel naar binnen. Het lijkt wel een huis! Opeens gaat het grootste orgel keihard spelen. Het maakt nog veel meer lawaai dan de stereo op de kamer van mijn oudste neef. Met mijn handen op mijn oren luister ik naar de vrolijke muziek. Nadat de muziek is opgehouden zegt de meneer met de witte handschoenen dat de rondleiding voorbij is. Stilletjes gaan we naar het restaurant waar opa en ik lekker eten en drinken. Het is leuk, maar wel erg hard die oude muziek. Op weg naar huis komen we weer langs de grote speelgoedwinkel. Nu mag ik er wel rondkijken. Ik zie een helikopter die echt in de kamer kan vliegen. Jammer dat ik die niet krijg. Misschien later zegt opa.
Een oefening in stilte Ga in een gemakkelijke houding in je stoel zitten, of met gekruiste benen op de grond. Let erop dat je rug recht is en je hoofd rechtop is. Ontspan jezelf zoveel mogelijk. Sluit je ogen en stel je een zon voor. Een mooie gele zon boven je hoofd. Laat het zonlicht door je lichaam gaan. Het wordt lente, geniet ervan.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
29
Recept Sperziebonen “Sublime” Dit is heel makkelijk en toch heel lekker! Kinderen, vraag aan mama of jullie dit recept een keer met haar kan maken. Recept voor 4 personen 1 pond Sperziebonen 2 eetlepels olijfolie Maak de sperziebonen schoon en snijd ze in stukjes van ongeveer 2,5 cm. Verwarm de olijfolie in een koekenpan op een vrij hoge vlam. Voeg de sperziebonen toe. Goed roeren tot dat de sperziebonen bruin beginnen te worden, ongeveer 5 min. Breng op smaak met peper en zout. Je hoeft niet zoveel te gebruiken. De sperziebonen zijn vanzelf heel erg lekker. Ze zijn nu klaar! Dat was het kinderen. Ik ben benieuwd of jullie ze lekker vinden.
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
30
Het geheim van verlichting Lang geleden leefde er eens een wijze koning die het geheim van verlichting kende. Op een dag verscheen er een vermoeide reiziger aan het hof. De man was uit een ver land gekomen waar ze niet meer wisten wat verlichting was en op voet van oorlog met elkaar leefden. "O wijze koning," sprak de reiziger toen hij voor de koning verscheen, "vertel me alstublieft uw geheim, opdat ik mijn volk kan helpen om weer in vrede te leven." De koning glimlachte en zei: "Ik zal je mijn geheim onthullen, maar rust eerst uit van je lange reis. Wandel door de paleistuinen, eet en drink zoveel je wilt en vraag wat je nodig hebt. Vanavond zien we elkaar bij het diner en dan zal ik je het geheim onthullen." De reiziger boog en liep de troonzaal uit. Bij de deur werd hij opgewacht door een lakei die een kaars vasthield. "Meneer," sprak de lakei, "zou u zo vriendelijk zijn deze kaars met u mee te nemen en brandend te houden totdat u de koning vanavond weer ontmoet?" De reiziger nam de kaars aan en dwaalde uren door de prachtige tuinen en rijk versierde zalen. Toen de avond viel, werd hij voor het diner ontboden. "En," vroeg de koning toen ze tegenover elkaar zaten, "heb je een mooie dag gehad?" "Zeker," antwoordde de man, "ik zag witte pauwen en zwarte zwanen en heb genoten van de beelden, fonteinen en wandschilderingen. Maar ik was me onderwijl ook steeds bewust van de vlam die ik brandende moest houden." "Ah," sprak de koning blij verrast, "dan heb je mijn geheim ontdekt." Uit “zinnige verhalen”
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
31
Colofon V4Kids is een uitgave van de Stichting Sri Sathya Sai Baba Nederland (www.sathyasai.nl) Doel van het blad: Kinderen t/m groep 8 van het basisonderwijs ondersteunen in hun vorming naar een goed mens door ze in aanraking te brengen met de vijf menselijke waarden. Deze vijf waarden zijn (je bent / hebt): 1. Waarheid (nieuwsgierig, onderscheidingsvermogen, intuïtie, hang naar kennis, waarheidsliefde); 2. Juist gedrag (netjes, moedig, vastberaden, plichtvol, eerlijk, dienstbaar); 3. Vrede (kalm, geconcentreerd, volhardend, zuiver, gedisciplineerd, zelfrespect); 4. Liefde (zorg, eerbied, medeleven, zorgzaam, vriendschappelijk, onzelfzuchtig); 5. Geweldloosheid (gevoel voor burgerlijke verantwoordelijkheden, compassie, vergefelijk, ongevaarlijk, behulpzaam, rechtvaardig). Auteursrecht Het auteursrecht berust bij de Stichting Sri Sathya Sai Baba Nederland, tenzij anders aangegeven. Correspondentieadres en inzendingen van materiaal E-mailadres:
[email protected] Website:
www.v4kidsplace.nl
Wij behouden ons het recht voor om inzendingen (tekeningen, verhalen en dergelijke in het blad V4Kids en/of de website) kosteloos te mogen plaatsen. Abonnementen De toezending geschiedt uitsluitend door middel van e-mail in de vorm van een PDF-document. Er zijn geen kosten aan verbonden. Er zal nimmer een geldelijke bijdrage worden gevraagd. De e-mailadressen zullen uitsluitend voor het toezenden van het blad worden gebruikt en niet aan derden worden verstrekt. Abonnementen aanvragen / opzeggen bij:
[email protected]. Data van verschijning Vier keer per jaar rond de seizoenswisselingen (medio: maart, juni, september, december). Illustraties Ami Simons Sylvia Wiersma Wietske Vriezen Auteurs (voor zover niet elders vermeld) Lonneke Offenberg Mariëlle van Zon Marsha Witteveen Ton Modderman Sylvia Wiersma
V4Kids
Lente 2010
Bladzijde
32