Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. mevrouw mr. M. C. van der Laan Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE
Datum 3 september 2004
Onderwerp Aanvraag voorlopige erkenning DeNieuwe Omroep
Uw kenmerk
Ons kenmerk B&P-005799-pdi
Contactpersoon mr. M.P.H. Betzel
Doorkiesnummer (035) 7737 710
Geachte mevrouw Van der Laan, Op 29 juni jl. hebben wij van de Vereniging DeNieuwe Omroep een aanvraag voor een voorlopige erkenning op grond van artikel 32 van de Mediawet ontvangen. Op grond van artikel 32, eerste lid, van de Mediawet, doen wij u bijgaand deze aanvraag, vergezeld van onze opmerkingen, toekomen. Dit is niet de eerste keer dat het Commissariaat een aanvraag voor een voorlopige erkenning van DeNieuwe Omroep dient te beoordelen. Ook in 2000 deed DeNieuwe Omroep een poging om toe te treden tot het publieke bestel. Destijds hebben wij uw ambtsvoorganger per brief d.d. 30 mei 2000 onze opmerkingen over de toenmalige aanvraag van DeNieuwe Omroep doen toekomen. Daar waar het gaat om aspecten van DeNieuwe Omroep die in de tussentijd niet zijn veranderd, zoals de statuten, zal ons commentaar in onderhavige brief niet wezenlijk verschillen van onze opmerkingen vier jaar geleden. Ledental Op grond van de huidige wetgeving kan een omroep alleen voor een voorlopige erkenning in aanmerking komen als zij ten minste 50.000 leden heeft, deze leden moeten zestien jaar of ouder zijn, in Nederland woonachtig zijn en hun contributie, die minimaal € 5,72 bedraagt hebben voldaan. Het Commissariaat heeft tot taak de telling van het aantal leden uit te voeren. Het Commissariaat heeft vastgesteld dat DeNieuwe Omroep op de door u aangegeven peildatum van 1 maart 2004 52.191 leden aan zich heeft weten te binden, die in media wettelijke zin meetellen als lid van een omroepvereniging. In beginsel kan zij daarom voor de gevraagde voorlopige erkenning in aanmerking komen. Overigens mag verwacht worden dat het ledental door de fusie met Omroepvereniging Nútopia, die onlangs door de betrokken ledenvergaderingen zijn goedgekeurd, nog zal stijgen. Een nadere verantwoording van de wijze waarop de ledentelling is uitgevoerd en hoe de eindconclusie tot stand is gekomen treft u als bijlage bij deze brief aan. Indieningstermijn Artikel 2, eerste lid, van het Mediabesluit bepaalt dat een aanvraag voor een erkenning, als bedoeld in artikel 31 van de Mediawet, wordt ingediend in de maand juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de lopende erkenningperiode eindigt. Gelet op de omstandigheid dat de lopende erkenningperiode eindigt in 2005, stellen wij vast dat de aanvraag die, vergezeld van een beleidsplan en de verenigingsstatuten, op 29 juni 2004 is ontvangen, tijdig is ingediend.
Omroepvereniging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Mediawet:
In artikel 14, eerste lid, van de Mediawet zijn drie bestaansvoorwaarden opgenomen waaraan een omroepvereniging die in aanmerking wil komen voor een erkenning moet voldoen: a. de vereniging heeft volledige rechtsbevoegdheid; b. de vereniging stelt zich blijkens haar statuten uitsluitend, althans hoofdzakelijk, ten doel, ter uitvoering van de taak van de publieke omroep, bedoeld in artikel 13c, op landelijk niveau een programma voor algemene omroep te verzorgen en alle activiteiten met betrekking tot programmaverzorging en uitzending te verrichten die daartoe nodig zijn; c. de vereniging stelt zich blijkens haar statuten ten doel in haar programma een bepaalde, in de statuten aangeduide, maatschappelijke, culturele, godsdienstige dan wel geestelijke stroming te vertegenwoordigen en zich in haar programma te richten op in het volk levende maatschappelijke, culturele of godsdienstige dan wel geestelijke behoeften. Rechtsbevoegdheid Als bijlage bij de aanvraag heeft DeNieuwe Omroep haar verenigingsstatuten overgelegd. Deze zijn opgenomen in een notariële akte, die op 4 februari 2000 is verleden. Uit de statuten blijkt geen beperking van rechtsbevoegdheid, zodat DeNieuwe Omroep een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is. Hiermee voldoet de vereniging aan artikel 14, eerste lid, onder a, van de Mediawet Doel van de vereniging In artikel 2, eerste lid van de statuten omschrijft DeNieuwe Omroep haar doelstelling als volgt: a.
b. c.
het op landelijk niveau verzorgen van een programma voor de algemene omroep en het verrichten van alle activiteiten met betrekking tot programmaverzorging en uitzending die daartoe nodig zijn; het uitgeven van één of meer programmagidsen, elektronisch en/of gedrukt; het verrichten van activiteiten op internet, verband houdend met omroepprogrammering.
In artikel 2, eerste lid, onder a, van de statuten, is nagenoeg letterlijk de doelstelling van een omroepvereniging zoals die in de Mediawet is voorgeschreven verwerkt. De statuten voldoen derhalve op dit punt aan de eisen die de wet stelt. In de onderdelen b en c van genoemd artikel geeft DeNieuwe Omroep aan dat zij het verzorgen van een omroepprogramma wil combineren met nevenactiviteiten (het uitgeven van bladen) en neventaken (programmagerelateerde internetactiviteiten). De Mediawet biedt hiervoor in de artikelen 57a en 13c, derde lid, de mogelijkheden. Stroming In artikel 2, derde lid, van de statuten is beschreven welke stroming in de samenleving DeNieuwe Omroep vertegenwoordigt: “… de stroming in de Nederlandse samenleving die van mening is dat er een omroepvereniging moet zijn die:
B&P-005799-pdi • blad 2
-
-
structureel aandacht besteedt aan maatschappelijke onderwerpen op het gebied van economie en ecologie, de rechten van mens en dier en aan de tegenstelling tussen welvaart en armoede in deze wereld. Daarbij zal naast de Noord-Zuid relatie ook de problematiek in eigen land alle aandacht krijgen; voortdurend gebruik maakt van, en aandacht besteedt aan de modernste middelen van de informatietechnologie om als publieke omroep een moderne en levende organisatie te blijven en zoveel mogelijk door middel van onze radio- en televisieprogramma’s de dialoog aan te gaan met luisteraars en kijkers.”
De stroming die DeNieuwe Omroep zegt te vertegenwoordigen wordt met name gedefinieerd in de passage achter het eerste gedachtestreepje. Hetgeen daarna naar voren wordt gebracht over het gebruik van de modernste middelen van informatietechnologie teneinde de publieke omroep een moderne en levende organisatie te doen zijn, is niet zozeer een aanduiding van de stroming als wel van de middelen die de aanhangers van die stroming willen inzetten in het kader van het functioneren van de publieke omroep. Wij zullen hier in het kader van ‘programmabeleid en identiteit’ onder 6 van deze brief nader op ingaan. In onze brief d.d. 30 mei 2000 n.a.v. de toenmalige aanvraag voor een voorlopige erkenning van DeNieuwe Omroep is reeds uitvoerig stilgestaan bij de jurisprudentie en wetsgeschiedenis die ingaat op de vraag of de leden, die zich hebben georganiseerd op basis van het in de statuten omschreven gemeenschappelijk gedachtegoed, tezamen een bepaalde stroming vormen in de zin van de Mediawet. Aan deze jurisprudentie en wetsgeschiedenis hebben wij eveneens gerefereerd in onze brief d.d. 26 februari 1998 waarin wij advies uitbrachten over de aanvraag voor een voorlopige concessie van omroepvereniging BNN. In beide brieven wezen wij op de uitleg van de minister naar aanleiding van Kamervragen over het stromingsbeginsel tijdens de behandeling van de Mediawet (Handelingen II, 4 september 1986, blz. 73-74). Daaruit blijkt dat het bereiken van het vereiste ledental reeds voldoende is om aan te nemen dat de aanvrager een bepaalde stroming vertegenwoordigt. Formeel gezien vertegenwoordigt DeNieuwe Omroep derhalve een stroming die in beginsel tot het bestel toegelaten zou kunnen worden. Uit de genoemde Kamerhandelingen kan eveneens worden afgeleid dat het van belang is dat de stroming die de aanvrager zegt te representeren iets toevoegt aan de pluriformiteit binnen het bestel. Om dit vast te kunnen stellen is het van belang de aard van de stroming te beoordelen en of deze voldoende afwijkt van de andere reeds in het bestel vertegenwoordigde stromingen. Op pagina 7 van haar Beleidsplan gaat DeNieuwe Omroep nader in op de stroming die zij zegt te vertegenwoordigen. Volgens haar wordt die stroming gekenmerkt door “het praktisch idealisme”, een term die ook is opgenomen in de titel van het document. Volgens DeNieuwe Omroep bestaat deze stroming uit een groeiende groep burgers die zich betrokken voelt bij medemens en leefomgeving en een concrete bijdrage wil leveren aan een betere wereld. Dat deze groep groot is, blijkt volgens DeNieuwe Omroep niet alleen uit het aantal van 6 miljoen Nederlanders dat lid is van een maatschappelijke organisatie op het vlak van dierenwelzijn, ontwikkelingssamenwerking, natuur of milieu. Ook onderzoeken zoals het in het Beleidsplan vermelde onderzoek van Motivaction in opdracht van het Rode Kruis tonen aan dat een grote groep burgers in Nederland vindt dat de mensen teveel op zichzelf zijn gericht en te weinig rekening houden met hun omgeving. Het Beleidsplan geeft voorbeelden van die zogeheten “betrokken wereldburgers” die het niet bij die mening laten en hun bezorgdheid over en betrokkenheid bij hun leefomgeving omzetten in concrete stappen. DeNieuwe Omroep zegt een bindende factor voor deze stroming van “praktisch idealisten” te willen zijn. Het zou gaan om een stroming die zich nu niet of onvoldoende herkent in de Publieke Omroep.
B&P-005799-pdi • blad 3
“Een stroming die: -
-
van mening is dat zij een verschil kan maken en een positieve, actieve bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een duurzame wereld in al haar facetten; zich betrokken voelt bij de gevolgen van de spanning tussen ecologie en economie, de tegenstelling tussen welvaart en armoede en de handhaving van mensen- en dierenrechten; respect uitdraagt voor mens en dier en voor hun leefomgeving.”
Gezien de wijze waarop de andere omroepverenigingen hun stroming hebben omschreven in de statuten stellen wij vast dat de stroming die DeNieuwe Omroep vertegenwoordigt, afwijkt van de reeds in het bestel voorkomende stromingen. De constatering dat DeNieuwe Omroep de afgelopen vier jaar de omvang van zijn ledenbestand op peil heeft weten te houden beschouwen wij als een belangrijke aanwijzing dat er een permanent maatschappelijk draagvlak is voor de stroming die DeNieuwe Omroep zegt te representeren en dat deze stroming zich niet of onvoldoende in de programmering van de Publieke Omroep herkent. Daarmee is naar ons oordeel het afwijkende karakter van de stroming die DeNieuwe Omroep zegt te vertegenwoordigen voldoende aangetoond. Invloed leden op het beleid Artikel 64, eerste lid, onder c, van de Mediawet, bepaalt dat een omroepvereniging die zendtijd heeft verkregen voor landelijke omroep ten genoegen van het Commissariaat moet aantonen dat haar leden op een democratisch aanvaardbare wijze invloed op het beleid kunnen uitoefenen. Bij DeNieuwe Omroep komt de invloed van de leden tot uitdrukking in de bevoegdheden van de ledenraad. Dit orgaan bestaat uit 75 door de verenigingsleden gekozen vertegenwoordigers, die maximaal drie perioden van vier jaar zitting kunnen hebben in de raad. De voornaamste bevoegdheden van de ledenraad zijn het verkiezen van de leden van de raad van toezicht en het schorsen van en verlenen van ontslag aan deze leden. De ledenraad vergadert tenminste één keer per jaar onder voorzitterschap van de voorzitter van de raad van toezicht. In de vergadering vindt bespreking plaats van het verslag van de raad van toezicht over de gang van zaken in het afgelopen verenigingsjaar en het gevoerde beleid in dat jaar. De statuten bepalen dat de ledenraad het beleid van de vereniging mag bespreken, maar niet dat hij de bevoegdheid heeft om zich al dan niet via de raad van toezicht uit te spreken over beleidswijzigingen. Ingeval de ledenraad zich niet kan verenigen met het beleid en daarin wijzigingen wil doorvoeren, staat hem alleen het middel van schorsing of ontslag van een of meer leden van de raad van toezicht ten dienste. Verwacht mag worden dat gezien de zwaarte van dit middel de ledenraad daartoe niet snel zal overgaan. Het Commissariaat heeft gelet daarop reeds naar aanleiding van de vorige aanvraag voor een voorlopige erkenning opgemerkt dat naar zijn mening de invloed van de ledenraad op een betere manier geregeld kan worden. Tijdens het gesprek dat wij met vertegenwoordigers van DeNieuwe Omroep hadden op 12 augustus jl. is de wijze van regeling van de invloed van de leden in der statuten uitgebreid aan de orde gekomen. Bij die gelegenheid liet DeNieuwe Omroep weten dat de statuten op dat onderdeel niet meer volledig overeenstemmen met de gang van zaken in de praktijk. Een wijziging van de statuten in die zin is echter wegens de daarmee gemoeide kosten tot nu toe uitgesteld. Volgens DeNieuwe Omroep heeft de ledenraad wel degelijk de bevoegdheid om via de raad van toezicht beleidswijzigingen op te leggen. Ook in het Beleidsplan wordt het bespreken van het programmabeleid als belangrijkste onderwerp van de ledenraadsvergadering genoemd. DeNieuwe Omroep is verzocht dit in de statuten tot uitdrukking te brengen en ook in de statuten op te nemen dat er minimaal twee maal per jaar een vergadering van de ledenraad gehouden zal worden. Wij achten deze vergaderfrequentie een minimale voorwaarde voor een goed democratisch functioneren van de vereniging, bedoeld in artikel 64, eerste lid, onder c, van de Mediawet.
B&P-005799-pdi • blad 4
Naleving Mediawet Artikel 37b, tweede lid, Mediawet bepaalt dat een aanvraag voor een voorlopige erkenning kan worden afgewezen als aannemelijk is dat de aanvrager zich niet aan de bij of krachtens de Mediawet gestelde voorschriften zal houden. Het Commissariaat heeft geen redenen om aan te nemen dat DeNieuwe Omroep, indien hij tot het bestel zou worden toegelaten, wettelijke voorschriften zoals het verbod op sluikreclame, het verbod om dienstbaar te zijn aan het maken van winst door derden, dan wel andere voorschriften niet in acht zal nemen. Wat globaal getoetst kan worden, is of de voorgenomen programmering voldoet aan de programmavoorschriften. Uit het beleidsplan blijkt dat DeNieuwe Omroep voornemens is een programma te verzorgen waarin informatie, educatie, cultuur, kunst en verstrooiing vertegenwoordigd zijn. Afhankelijk van de vraag welke programma-ideeën uiteindelijk gerealiseerd zullen worden, ziet het er naar uit dat het geen probleem zal zijn een bijdrage te leveren aan de wettelijk verplichte percentages. Het streven is daarop in ieder geval duidelijk gericht. Of DeNieuwe Omroep in voldoende mate zal bijdragen aan het verplichte quotum onafhankelijke producties, valt uit het beleidsplan niet op te maken. Wij hebben echter geen reden om aan te nemen dat DeNieuwe Omroep zich onvoldoende zal inspannen om de gezamenlijke uitbestedingverplichting van de publieke omroep te realiseren. Tijdens het gesprek d.d. 12 augustus heeft DeNieuwe Omroep laten weten als beleid te voeren dat eventuele bijdragen van derden niet meer dan 50 procent van de kosten van een programmaonderdeel mogen bedragen. Met het oog op de redactionele onafhankelijkheid acht DeNieuwe Omroep hogere bijdragen niet wenselijk. Om die reden zal zij nooit ‘kant-en-klare-producties” aangeleverd door bijvoorbeeld een maatschappelijke organisatie op het vlak van dierenwelzijn, ontwikkelingssamenwerking, natuur of milieu accepteren. “DeNieuwe Omroep stelt zich niet op als verkoper of uitbater van publieke podiumtijd” stelt het Beleidsplan op pagina 19. DeNieuwe Omroep wijst erop veel belang te hechten aan transparantie van financieringsbronnen binnen de Publieke Omroep. Met het oog daarop wil zij al haar inkomsten en uitgaven openbaar maken op internet en andere omroepen ook daartoe aansporen. Wij vinden de doeleinden die DeNieuwe Omroep nastreeft op het vlak van transparantie van de financiering en redactionele onafhankelijkheid lovenswaardig en goed passen binnen het systeem van de Publieke Omroep. Bereidheid tot samenwerking DeNieuwe Omroep benadrukt dat samenwerken met andere omroepen binnen de Publieke Omroep voor haar hoge prioriteit heeft, zeker als dat ten dienste staat van de programma’s. “Onze programma’s zijn belangrijker dan DeNieuwe Omroep als instituut. Daarom is samenwerking voor ons geen bijzaak maar hoofdzaak”, aldus pagina 13 van het Beleidsplan. Het feit dat de omroep als nieuwkomer niet vastzit aan eigen faciliteiten en organisatievorm is een stimulans voor die samenwerking, aldus de omroep. DeNieuwe Omroep wijst in dat verband op de gesprekken die zij met de TROS en KRO heeft gevoerd over de mogelijkheden van facilitaire en programmatische samenwerking. Volgens DeNieuwe Omroep heeft de afgelopen periode waarin de omroep actief was met het uitzenden van programma’s op internet, diverse voorbeelden van (beoogde) samenwerking opgeleverd. Zo wijst DeNieuwe Omroep op de reportage Strijders van Khorasa die in co-productie met de VPRO is gemaakt. Ook is met de EO en BNN overleg gevoerd over voorgenomen samenwerking in MoveYourAss.tv (2003) en het Wereldjournaal (2004), al konden die voornemens wegens onvoldoende eigen middelen niet verwezenlijkt worden. Voorts spreekt de intentie tot samenwerking volgens DeNieuwe Omroep ook uit de fusie met omroep Nútopia. Gezien haar ervaringen met producties voor internet en voornemens toont DeNieuwe Omroep naar ons oordeel voldoende bereidheid tot samenwerking met andere publieke omroepen. B&P-005799-pdi • blad 5
Programmabeleid en identiteit van DeNieuwe Omroep De identiteit - dat wat de leden samenbindt - van DeNieuwe Omroep kan worden afgeleid uit artikel 2, lid 3 van de statuten, waarin is omschreven welke stroming DeNieuwe Omroep vertegenwoordigt. De identiteit van DeNieuwe Omroep is gebaseerd op de opvatting van haar leden dat er een omroepvereniging moet zijn die structureel aandacht schenkt aan maatschappelijke onderwerpen op het gebied van economie en ecologie, rechten van mens en dier en de tegenstelling tussen welvaart en armoede in de wereld, waarbij naast de Noord-Zuid relatie ook de problematiek in eigen land alle aandacht zal krijgen. Daarnaast zijn haar leden van oordeel dat er een omroepvereniging moet zijn die voortdurend gebruik maakt van, en aandacht besteedt aan de modernste middelen van de informatietechnologie om daarmee als omroep een moderne en levende organisatie te zijn die met haar programma’s zoveel mogelijk de dialoog met het publiek aangaat. Reeds bij de vorige aanvraag voor een voorlopige erkenning merkten wij op dat naar ons oordeel het voortdurend gebruik willen maken van en aandacht besteden aan de modernste middelen van de informatietechnologie geen bepaalde identiteit uitdrukken. Wij zijn nog steeds van mening dat dit een middel is om als omroepvereniging te overleven en haar identiteit te kunnen blijven uitdragen, maar geen element van die identiteit zelf is. Daarnaast wijzen wij - evenals vier jaar geleden - erop dat DeNieuwe Omroep bepaald niet alleen staat in haar focus op internet en nieuwe mogelijkheden van communicatie met leden en publiek. Dit belang wordt omroepbreed onderkend en zeker in vergelijking met vier jaar geleden heeft de Publieke Omroep belangrijke vooruitgang op dat gebied geboekt, hetgeen ook wordt onderkend door de Commissie Rinnooy Kan. DeNieuwe Omroep merkt in het Beleidsplan op dat de bestaande omroepen internet te vaak gebruiken als verlengstuk van een programma of een weinig actuele online-videotheek. In het gesprek dat wij op 12 augustus hadden met de vertegenwoordigers van DeNieuwe Omroep gaven zij aan van mening zijn dat de interactieve functie van internet nog steeds onvoldoende wordt benut door de Publieke Omroep. Gelet op het huidige aanbod op internet van de Publieke Omroep vragen wij ons af of die kritiek terecht is en betwijfelen wij of DeNieuwe Omroep op een wezenlijke andere wijze dan de Publieke Omroep gebruik maakt van het medium internet. Vraag is of de identiteit van DeNieuwe Omroep, oftewel de wezenskenmerken van de stroming die zij vertegenwoordigt, terug te vinden zijn in haar (voorgenomen) programmabeleid. Met andere woorden: houden de thema’s die DeNieuwe Omroep wil aansnijden in haar programmering en de invalshoek en aanpak die zij daarbij kiest, voldoende verband met haar identiteit? In haar Beleidsplan doet DeNieuwe Omroep concrete voorstellen voor televisieprogramma’s: -
MoveYourAss.tv; Nabuur; Tussen wal en schip; Dune; Zo Goed als Nieuw; Adbusters; Vlees noch vis!
Daarnaast zijn minder uitgewerkte programmavoorstellen opgenomen in het Beleidsplan. Zo zegt DeNieuwe Omroep dat zij in haar radio-televisie en internetprogrammering ook aandacht zal besteden aan kunst en cultuur. Bijvoorbeeld door portretten en concerten uit te zenden van artiesten die zich inzetten voor een betere wereld. En door in samenwerking met Poetry International wereldgedichten te brengen in het programma Dichters uit alle windstreken. Ook wil DeNieuwe Omroep films en documentaires uitzenden die qua thematiek passen bij DeNieuwe Omroep en naar haar zeggen bij de andere omroepen vaak buiten de boot vallen, zoals bijvoorbeeld de documentaire Super Size Me van Morgan Spurlock. Op radio wil DeNieuwe Omroep de programma’s Importradio en Journaal voor praktisch idealisten. Verder is DeNieuwe Omroep voornemens wereldmuziek in diverse genres uit te zenden. B&P-005799-pdi • blad 6
Wij constateren dat de voorgenomen programmering wat onderwerpkeuze betreft verband houdt met de identiteit van DeNieuwe Omroep. De thema’s ontwikkelingssamenwerking, duurzame ontwikkeling en mondialisering worden behandeld in MoveYourAss.tv, dat al sinds april 2003 is te zien op internet. Ook het programma Nabuur heeft raakvlakken met ontwikkelingssamenwerking (op kleine schaal) en mondialisering. Het laatste onderwerp wordt eveneens belicht in het programma Adbusters. Duurzame ontwikkeling is de achterliggende gedachte van het programma Zo Goed Als Nieuw. Het programma Vlees noch vis! houdt verband met thema’s als dieren, natuur, milieu en mondialisering. De dramaserie Dune houdt verband met onderwerpen als rechten van de mens en de Noord-Zuid relatie. In het radioprogramma Importradio lijkt het onderwerp globalisering een prominente plaats te hebben. Wij constateren dat ook wat betreft de invalshoek en wijze van aanpak de voorgenomen programmering een relatie heeft met de identiteit van DeNieuwe Omroep. De aanhangers van het ‘praktisch idealisme’ zijn van oordeel dat zij een positieve bijdrage kunnen leveren aan een duurzame wereld in al haar facetten. In dat licht wil DeNieuwe Omroep met haar programma’s kijkers en luisteraars niet alleen informeren maar ook activeren en hun betrokkenheid vergroten. Dit brengt met zich mee dat programma’s waar mogelijk positief en oplossingsgericht zijn. Ook hecht DeNieuwe Omroep aan meer structurele aandacht voor bepaalde kwesties. “Dit moet resulteren in berichtgeving die minder is gericht op incidenten en meer aandacht heeft voor “follow- ups”, zo lieten de vertegenwoordigers van DeNieuwe Omroep weten in het gesprek d.d. 12 augustus. Dat laatste aspect is terug te vinden in het programmavoorstel Tussen wal en schip. In een programma als Nabuur manifesteert zich de oplossingsgerichtheid die volgens DeNieuwe Omroep kenmerkend is voor de stroming van het ‘praktisch idealisme’. Dit is ook het geval in het radioprogramma Journaal voor praktisch idealisten. De maatschappelijke betrokkenheid die DeNieuwe Omroep wil aanwakkeren is terug te vinden in programma’s als MoveYourAss.tv, Nabuur, Vlees noch vis! en Dune. Gelet op bovenstaande stellen wij vast dat de voorgenomen programmering zowel wat onderwerpkeuze als invalshoek en wijze van aanpak voldoende verband houdt met de identiteit van DeNieuwe Omroep. Toegevoegde waarde Artikel 37a, eerste lid, Mediawet, bepaalt dat uit het beleidsplan moet blijken dat de omroepvereniging voornemens is een programma te verzorgen dat naar inhoud en strekking zodanig afwijkt van de door de omroepverenigingen die een erkenning hebben verkregen verzorgde programma’s, dat het de verscheidenheid in de landelijke omroep vergroot en daarmee een vernieuwende bijdrage levert aan de verwezenlijking van de taakopdracht van de publieke omroep. Om te kunnen bepalen in hoeverre het programma dat DeNieuwe Omroep voornemens is te gaan verzorgen naar inhoud en strekking afwijkt van het bestaande aanbod en een vergroting van de verscheidenheid met zich mee brengt, moeten de voornemens vergeleken worden met dat bestaande aanbod. Het Commissariaat heeft voor die vergelijking gebruik gemaakt van gegevens die bekend zijn uit de driemaandelijkse rapportages over de naleving van het volledig programmavoorschrift. DeNieuwe Omroep geeft inzicht in de voorgenomen programmering via haar Beleidsplan en de internetsite, waarop zij al geruime tijd programma’s aanbiedt. Wij stellen vast dat wat de thema’s betreft de voorgenomen programmering van DeNieuwe Omroep niet afwijkt van het bestaande aanbod. Onderwerpen op het gebied van economie en ecologie, de rechten van mens en dier en aan de tegenstelling tussen welvaart en armoede in deze wereld komen ook aan de orde in de huidige programmering van de Publieke Omroep. Ontwikkelingssamenwerking en de problematiek van de derde wereld krijgen aandacht van de Publieke Omroep in onder meer de actualiteitenrubrieken op de drie netten en in de zendtijd van de NOS (Socutera), KRO (Memisa) en IKON (Wilde Ganzen). Inzamelingsacties voor goede doelen worden door de Publieke Omroep structureel ondersteund, soms via korte spots, soms in geval van B&P-005799-pdi • blad 7
calamiteiten in een avondvullend programma. Zonodig wordt de reguliere programmering hiervoor direct aangepast. Te wijzen valt ook op de Postcodeloterijshow die door de TROS wordt uitgezonden. De rechten van de mens en dier en milieuproblematiek worden regelmatig belicht in de actualiteitenrubrieken op de publieke netten. Natuur en dieren zijn van oudsher zeer sterk vertegenwoordigd in de programma’s van de publieke omroepen als EO, NCRV, AVRO en TROS. Een omroep als de VPRO besteedt regelmatig in haar programmering aandacht aan globalisering en de spanning tussen ecologie en economie en de Noord-Zuid-relatie. Maar de inhoud van een programma wordt niet alleen bepaald door het onderwerp maar ook door invalshoek en wijze van aanpak. DeNieuwe Omroep heeft in het gesprek d.d. 12 augustus erkend dat zij wat thema’s betreft mogelijk niet altijd afwijkt van de bestaande publieke omroepen maar wel aangegeven dat zij zich bij de onderwerpkeuze veel minder zal laten leiden door de actualiteit en incidenten. Verder stelt DeNieuwe Omroep met haar programma’s kijkers en luisteraars (meer) betrokken te willen maken bij bepaalde kwesties en hen te willen aanzetten tot concrete acties. Waar mogelijk moeten de programma’s positief en oplossingsgericht zijn. De programmavoorstellen in het Beleidsplan worden gekenmerkt door die invalshoek, die in hoge mate wordt ingegeven door de identiteit van DeNieuwe Omroep. Daarnaast wil DeNieuwe Omroep internet prominent inzetten als medium ter ondersteuning en zelfs aanvulling van de programmering. Wij zijn van oordeel dat gelet op de invalshoek en wijze van aanpak in samenhang met de gekozen thematiek de voorgenomen programmering van DeNieuwe Omroep, wat betreft inhoud in voldoende mate afwijkt van het huidige aanbod in de zin van artikel 37a, eerste lid Mediawet. Overigens kan dit naar ons oordeel niet gezegd worden van de wereldmuziek die DeNieuwe Omroep wil uitzenden aangezien diverse publieke omroepen zoals NPS en VPRO reeds aandacht besteden aan genres als Turkpop, Caribian, Latin en met name hiphop. Artikel 37a, eerste lid Mediawet eist dat de voorgenomen programmering ook naar strekking afwijkt van het huidige programma-aanbod van de Publieke Omroep. Naar ons oordeel moet ‘strekking’ in de zin van dit artikel worden opgevat als de boodschap die de omroep in het programma wil meegeven. Uit het Beleidsplan kan worden opgemaakt dat aan een groot deel van de programmering van DeNieuwe Omroep het ‘praktisch idealisme’ ten grondslag ligt met als filosofie dat de inbreng van elke betrokken burger een positieve bijdrage levert aan een duurzamere toekomst van onze wereld. Wij zijn van oordeel dat door deze boodschap de voorgenomen programmering ook, wat betreft strekking, in voldoende mate afwijkt van het huidige aanbod in de zin van artikel 37a, eerste lid Mediawet. Ons oordeel is dan ook dat de voorgenomen programmering van DeNieuwe Omroep zodanig afwijkt van de door de omroepverenigingen verzorgde programma’s, dat het de verscheidenheid in de landelijke omroep vergroot en daarmee een vernieuwende bijdrage levert aan de verwezenlijking van de taakopdracht van de Publieke Omroep. Wij worden gesterkt in die opinie door het feit dat DeNieuwe Omroep zich ook in belangrijke mate wil richten op jongeren en allochtonen; doelgroepen waarvan ook de Commissie Rinnooy Kan onlangs heeft vastgesteld dat deze onvoldoende worden bereikt door de Publieke Omroep. Of het DeNieuwe Omroep wel gaat lukken is natuurlijk maar de vraag maar zij heeft door een initiatief als MoveYourAss.tv in ieder geval laten zien dat zij deze doelgroepen niet over het hoofd ziet. Ook een deel van het overige aanbod op internet van DeNieuwe Omroep getuigt van aandacht voor en betrokkenheid van jongeren en allochtonen. Wij hebben vastgesteld dat DeNieuwe Omroep voldoet aan alle formele eisen die de Mediawet stelt. Voorts zien wij op grond van bovenstaande overwegingen voldoende vernieuwende aspecten om u te adviseren aan omroepvereniging DeNieuwe Omroep de gevraagde voorlopige erkenning te verlenen. Wij beseffen dat de toetreding van een nieuwe omroepvereniging zal leiden tot enige versnippering van zendtijd. Dat is evenwel de consequentie van de keuze voor een open bestel.
B&P-005799-pdi • blad 8
Tot slot merken wij op dat de organisatie van DeNieuwe Omroep nog pril is en daardoor een kwetsbare indruk maakt. Niettemin stellen wij vast dat betrokkenen met minimale middelen en in een relatief kort tijdsbestek een organisatie hebben weten op te zetten die een basis kan vormen voor een verder bestaan als aspirant-omroep binnen het omroepbestel.
Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. dr. Jan van Cuilenburg voorzitter
Aantal bijlagen: 1
B&P-005799-pdi • blad 9
mr. Inge Brakman commissaris
Bijdrage: vaststelling ledental DeNieuwe Omroep
DeNieuwe Omroep heeft aan het Commissariaat voor de Media de opgave gedaan, voorzien van een accountantsverklaring, dat op 31 maart 2004 zijn ledenbestand 54.253 leden telt. Uit het aldus gecertificeerde ledenbestand is ter verificatie een aselecte steekproef getrokken van n=1000 leden. Van deze leden in de steekproef heeft het Commissariaat door het accountantskantoor Mazars Paardekooper Hoffman laten vaststellen of zij voldoen aan de mediawettelijke vereisten voor het kunnen meetellen als lid van een omroepvereniging (betaald hebben van ten minste € 5.72 contributie; 16 jaar en ouder; woonachtig in Nederland; positieve wilsverklaring). Het resultaat van de verificatie van het ledental van DeNieuwe Omroep laat zich als volgt samenvatten: Op basis van de steekproef van n=1000, met 95% statistische zekerheid Opgegeven aantal leden per peildatum 31 maart 2004:
54.253 leden
In steekproef aangetroffen leden:
• • •
Vaststelling aantal ‘mediawettelijk relevante’ omroepleden:
924 leden die voldoen aan de mediawettelijke vereisten; 20 leden die niet voldoen aan de mediawettelijke vereisten; 56 leden van wie in de onderzoeksperiode (nog) niet kon worden vastgesteld of zij voldoen aan de mediawettelijke vereisten (‘onzekere leden’).
50.130 leden, met een bandbreedte van plus/min 891 leden
Van de ‘onzekere leden’ kan - op basis van het verificatieresultaat van de in de steekproef inmiddels ‘zekere leden’ - worden geschat, hoeveel van hen bij een hypothetisch oneindige voortzetting van het verificatieonderzoek alsnog als ‘voldoend aan de mediawettelijke voorschriften’ zouden kunnen worden meegeteld. Dit laat zich als volgt samenvatten: Op basis van een hypothetisch oneindige voortzetting van het verificatieproces, met 95% statistische zekerheid Opgegeven aantal leden per peildatum 31 maart 2004:
54.253 leden
In steekproef aangetroffen leden:
• •
Vaststelling aantal ‘mediawettelijk relevante’ omroepleden:
962 leden die voldoen aan de mediawettelijke vereisten; 38 leden die niet voldoen aan de mediawettelijke vereisten.
52.191 leden, met een bandbreedte van plus/min 643 leden
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het aantal leden van DeNieuwe Omroep ligt boven het wettelijk vereiste van 50.000 leden.
B&P-005799-pdi • blad 10