UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2009-2010
WAT IS DE EVOLUTIE VAN DE PERSONEELSFORMATIE OP DE DIENST RADIOLOGIE EN MEDISCHE BEELDVORMING GEDURENDE DE LAATSTE 10 JAAR IN HET UZ GENT?
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in Management en beleid in de gezondheidszorg Door Wanzeele Kelly
Promotor: Prof. Dr. Ph. Duyck Co-promotor: Prof. Dr. Bart Sijnave
ABSTRACT
Alles kent zijn evolutie. Zo wordt de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent ook gekenmerkt door een personeelsevolutie. Om een beeld te schetsen over de inhoud van de Medische Beeldvorming en Radiologie wordt allereerst de historiek omtrent de Medische Beeldvorming beschreven. Iedereen kent de traditionele ‘foto’s’, maar daarnaast zijn er nog andere soorten onderzoeken. Waar de patiënt vroeger een ‘foto’ mee naar huis kreeg van het gebroken been, is dit vandaag allemaal gedigitaliseerd. Alle radiologische opnames zijn beschikbaar op computer en cd-rom. Ook wordt er voortdurend geïnvesteerd in onderwijs. Zo bestaat er sinds 1998 een gespecialiseerde opleiding voor beeldvormende medewerkers. De beschikbare gegevens van het jaar 1999 tot 2009 zijn ingeput in het programma SPSS om zo via overzichtelijke tabellen, figuren en grafieken de evolutie weer te geven van de personeelssamenstelling op de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Gent. Volgende variabelen worden bestudeerd: opleiding, geslacht, leeftijd en aantal jaren dienst. De evolutie in de opleidingen van het personeel is duidelijk aantoonbaar. Zo kunnen we vaststellen dat er in het jaar 2009 uitsluitend hooggeschoolden worden gerekruteerd. De overige variabelen worden allen ook gekenmerkt door een evolutie. Dit zowel voor de arts-stafleden als voor de verpleegkundigen en niet-verpleegkundigen. Algemeen kan gesteld worden dat de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent streeft naar
I
kwalitatief en hoog opgeleid personeel om zo de efficiëntie en effectiviteit te verhogen.
“Aantal woorden masterproef 13.337 (exclusief dankwoord, bijlagen en bibliografie)”
II
INHOUDSTAFEL
ABSTRACT ............................................................................... I INHOUDSTAFEL .................................................................. III WOORD VOORAF ............................................................... VII INLEIDING .............................................................................. 1 I.
HISTORIEK .................................................................... 4 1.1 Hoe is de Medische Beeldvorming ontstaan? ........ 4 1.2 De echografie ......................................................... 6 1.3 Computertomografie .............................................. 6 1.4 Magnetische resonantie .......................................... 6 1.5 Angiografie ............................................................ 7
II.
DIGITALISERING VAN DE RADIOLOGIE................ 8 2.1 Van film naar digitaal............................................. 8 2.2 PACS ...................................................................... 8 2.3 Wat zijn de voordelen?........................................... 9 2.4 Workflow ............................................................. 10 2.5 Educatie en training.............................................. 10 2.6 PACS in het UZ Gent ........................................... 11
III.
OPLEIDINGEN IN DE MEDISCHE BEELDVORMING ....................................................... 14 3.1 Koninklijk Besluit “Technoloog Medische Beeldvorming” ..................................................... 14 3.2 Opleiding Technoloog Medische Beeldvorming . 16 3.3 Bijkomende opleiding: stralingsbescherming ...... 19
III
IV.
HET ONDERZOEK: PERSONEEL OP DE DIENST MEDISCHE BEELDVORMING .................................. 20 4.1 De onderzoeksvragen ........................................... 20 4.2 De gegevensverzameling ..................................... 20 4.3 De gegevensverwerking ....................................... 21 4.3.1 Samenstelling personeel: opleiding ............ 22 4.3.2 Samenstelling personeel: radiologen .......... 40 4.3.3 Samenstelling personeel: leeftijd en aantal jaren dienst ................................................. 44 4.3.4 Samenstelling personeel: geslacht .............. 47 4.3.5 Aantal onderzoeken – aantal patiënten ....... 50 4.3.6 Enquête beroepsprofiel Technoloog Medische Beeldvorming .............................................. 54 4.4 Het personeel in het UZ Gent............................... 58
V.
CONCLUSIES............................................................... 59
VI.
DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN .......................... 68
LITERATUURLIJST.............................................................. 69 BIJLAGE 1: Taakomschrijvingen .......................................... 73
IV
LIJST VAN TABELLEN
Tabel 4.1: Aantal personeel 1999 - 2000 - 2001 ..................... 24 Tabel 4.2: Crosstab juli 1999 .................................................. 26 Tabel 4.3: Aantal personeel 2002 - 2003 - 2004 ..................... 28 Tabel 4.4: Aantal personeel 2005 - 2006 - 2007 ..................... 30 Tabel 4.5: Aantal personeel 2008 - 2009 - vergelijking 1999........................................................................ 33 Tabel 4.6: Crosstab juli 2009 .................................................. 36 Tabel 4.7: Functies van radiologen ......................................... 42 Tabel 4.8: Totaal aantal personeel inclusief radiologen ......... 43 Tabel 4.9: Leeftijd ................................................................... 45 Tabel 4.10: Aantal jaren dienst ............................................... 46 Tabel 4.11: Samenstelling van het personeel volgens geslacht, leeftijd en anciënniteit .......................................... 55 Tabel 4.12: Opleidingsniveau ................................................. 57
V
LIJST VAN FIGUREN
Figuur 4.1: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 1999 ............................................................... 25 Figuur 4.2: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 2003 ............................................................... 29 Figuur 4.3: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 2006 ............................................................... 31 Figuur 4.4: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 2009 ............................................................... 34 Figuur 4.5: Verpleegkundige opleidingen: conventionele onderzoeken ......................................................... 37 Figuur 4.6: Verpleegkundige opleidingen: CT onderzoeken .. 38 Figuur 4.7: Verpleegkundige opleidingen: interventionele en vasculaire onderzoeken ................................... 39 Figuur 4.8: Verpleegkundige opleidingen: MR onderzoeken . 40 Figuur 4.9: Gemiddelde leeftijd en aantal jaren dienst tewerkgestelde radiologen.................................... 47 Figuur 4.10: Spreiding geslacht in percentage ........................ 48 Figuur 4.11: Aantal mannelijke en vrouwelijke arts-stafleden 49 Figuur 4.12: Aantal onderzoeken – aantal patiënten............... 51 Figuur 4.13: Onderzoeken: conventioneel, mobiel, CT, MR en interventioneel ............................................... 53 Figuur 4.14: Aantal FTE voor verpleging: conventioneel, mobiel, CT, MR en interventioneel ................... 54 VI
WOORD VOORAF Graag wil ik enkele mensen bedanken bij het verwezenlijken van deze masterproef. Mijn promotor, Prof. Dr. P. Duyck, die me op weg heeft geholpen met deze masterproef, me tijdens het hele proces advies heeft verleend en die steeds een antwoord gaf op de talrijke vragen. Prof. Dr. B. Sijnave, mijn co-promotor, voor het doornemen van de eindverhandeling. Verder ook het secretariaat van Prof. Dr. P. Duyck en de medewerkers van de dienst informatica voor het opzoekwerk van de vele personeelsbestanden en de onderzoeken. Mijn partner en ouders, die me onvoorwaardelijk hebben gesteund gedurende de gehele opleiding. Ten slotte een dank aan iedereen waar ik het voorbije jaar steun kon bij vinden.
VII
INLEIDING De Medische Beeldvorming kent reeds een lange geschiedenis. Zo is Wilhelm Conrad Röntgen in 1895 de eerste grondlegger van de xstralen. Vele volgden zijn voorbeeld en gingen verder op onderzoek. Met positieve resultaten, namelijk de echografie, computertomografie, magnetische resonantie en angiografie, als gevolg. De historiek van de Radiologie en Medische Beeldvorming wordt beschreven in hoofdstuk I. De geneeskunde staat niet stil en is in constante evolutie. Apparatuur wordt vervangen en de accommodatie krijgt vaak vernieuwing. De informatica is niet meer weg te denken en dit is ook van toepassing op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming. Waar vroeger de radiologische opnames eerst manueel, later automatisch werden ontwikkeld is vandaag plaats gemaakt voor het branden van de beelden op cd-rom. De digitalisering is een feit. De vele uren opzoekwerk in de archieven zijn voorbij. Dankzij PACS (Picture Archiving Communication System) zijn de radiologische opnames slechts een muisklik verwijderd. In Hoofdstuk II vinden we de voordelen van dit systeem en wordt beschreven hoe de workflow daardoor aanzienlijk is verbeterd. Niet enkel zijn er materiële veranderingen. De evoluerende geneeskunde vraagt ook naar hoog opgeleid personeel. Vandaar de bestudering van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent.
1
Door de alsmaar toenemende gespecialiseerde opleidingen wordt er gewerkt aan kwalitatieve gezondheidszorg. Zo is er voor de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie de opleiding: “Technoloog Medische Beeldvorming”. Deze beroepsbeoefenaar heeft een aantal taakgebieden onder zich. Wat de inhoud is van deze nieuwe opleiding wordt uitgelegd in hoofdstuk III. Er kan worden gesteld dat door deze gespecialiseerde opleiding de kwaliteitszorg verder kan worden verbeterd. Deze opleiding is opgericht in 1998 en de eerste Technologen Medische Beeldvorming gaan aan de slag in 2001. Voordien was er geen specifieke opleiding voor de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming en was het dus een grote tijdsinvestering om personeel hiervoor op te leiden. Hoofdstuk IV bestudeert de personeelssamenstelling op de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Gent. Zowel het verplegend personeel als het niet-verplegend personeel worden bestudeerd. Daarnaast worden ook de bestanden van de artsstafleden werkzaam op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent geanalyseerd. Alle data zijn ingebracht in een statistisch programma en verwerkt tot overzichtelijke tabellen en figuren om zo een duidelijk beeld te kunnen brengen. De opleiding, de leeftijd, het geslacht en het aantal jaren dienst worden in kaart gebracht. Deze gegevens worden vergeleken met bestaande literatuur. Zo is er een onderzoek gevoerd door de EHSAL in het jaar 1999 naar de personeelssamenstelling op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming in de Vlaamse ziekenhuizen. Naast deze studie heeft de Katholieke Universiteit Leuven in 2002 bijna 10000 verpleegkundigen, werkzaam op verschillende diensten in Vlaanderen, bevraagd naar demografische gegevens. Niet alleen is de evolutie van de personeelssamenstelling bestudeerd, ook de veranderingen in het aantal onderzoeken en het aantal patiënten per jaar zijn onder de loep genomen.
2
Hoofdstuk V bevat de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. Er kan worden vastgesteld dat naast de evolutie van de geneeskunde ook het personeel is geëvolueerd.
3
I.
HISTORIEK
1.1 Hoe is de Medische Beeldvorming ontstaan? Een belangrijke mijlpaal in het ontstaan van de Medische Beeldvorming was de ontdekking van de x-stralen in de 17de eeuw. Onderzoekers waren toen volop bezig met de elektrische ontlading door gas te bestuderen. Glazen buizen met lage druk werden gevuld met gas en doorheen deze glazen buizen werd elektriciteit doorgegeven. Het is in 1855 dat H. Geissler, een glasblazer, op het idee kwam om een vacuüm te creëren in de glazen buizen. Wanneer hij doorheen zijn glazen Geisslerbuis gevuld met gas een elektrische lading doorgaf, ontstond een variëteit aan gekleurd licht afhankelijk van het in de buis aanwezige gas. Enkele jaren later ontdekte J. Plücker dat wanneer er elektrische stroom door een gas heen ging er een groene fluorescentie verscheen en dat deze fluorescentie ook door magnetische velden kon worden beïnvloed. Eugen Goldstein noemde het de kathodestralen, omdat het licht vanuit de kathoden ontstond, we schrijven 1876. (Foulger, 1995) H. Hertz bestudeerde de kathodestralen verder. Hij dacht dat ze een vorm van straling waren gelijkaardig aan licht. (Foulger, 1995) Hij ontdekte dat de kathodestralen doorheen dunne metalen venstertjes penetreerden die in de glazen buis werden gebracht. Zijn leerling, P. Lenard, had zelf een glazen vacuümbuis gecreëerd waarin een aluminium venstertje was aangebracht. Hij stelde vast dat de kathodestralen niet enkel door het aluminium heen gingen, maar dat ze ook waarneembaar waren enkele centimeters buiten de glazen buis. (Van Tiggelen, 2007)
4
Op het einde van de 19de eeuw begon het denkbeeld dat kathodestralen deeltjes waren, de bovenhand te nemen op de idee dat zij een vorm van licht waren. Op vrijdag 8 november 1895 deed Wilhelm Conrad Röntgen een wonderbaarlijke ontdekking. (Foulger, 1995) Het begon allemaal in zijn laboratorium waar hij het liefst in volledige duisternis werkte zodat hij de groene gloed kon observeren. Tijdens één van zijn vele experimenten stelde Röntgen iets onverwachts vast. Nadat hij de glazen vacuümbuis bedekt had met karton, merkte hij op dat het zichtbare licht er niet doorheen kwam. Tot zijn verwondering lichtte een tweetal meter verder een blad papier op dat bedekt was met barium-platinumcyanide. Deze vaststelling zette hem aan het denken. Het konden geen kathodestralen zijn, aangezien het verspreidingsgebied ervan slechts enkele centimeters was. (Fougler, 1995) Het waren dus andere stralen dan de kathodestralen. Daarom noemde hij ze x-stralen, naar ‘x’ van het onbekende. (Van Tiggelen, brochure) Röntgen stelde vast dat niet enkel een blad papier bedekt met barium-platinumcyanide oplichtte, maar dat ook de fotografische platen werden beïnvloed door de straling. (Van Tiggelen, 2007) Door zijn eigen hand tussen de glazen buis te plaatsen en een fotografische plaat, maakte hij de eerste radiografie. (Fougler, 1995) Deze ontdekking bleek later van ontzettend belang voor de medische wereld. Reeds in 1901 werd zijn ontdekking bekroond met de allereerste Nobelprijs voor fysica. (Frankel, 1996) Na de ontdekking van de x-stralen, waar beelden ontstonden die een tweedimensionale projectie vormden, was de wetenschap op zoek naar andere technieken om driedimensionale beelden van het lichaam te bekomen. De driedimensionale beelden kwamen er met de ontwikkeling van de computertomografie, de echografie en de magnetische resonantie. (Van Tiggelen, 2007) Deze technieken worden hierna kort even besproken.
5
1.2 De echografie Het was K. Dussik die in 1942 de eerste pogingen deed om de echografie te gebruiken voor medische doeleinden. (Van Tiggelen, 2007) In de jaren 1950 zag J. Wild dat de echografie een belangrijke bijdrage kon geven in het opsporen van een gezwel in de borst. Later werd de echocardiografie geïntroduceerd door Edler en Hertz. Ondertussen heeft de echografie een grote impact gehad in de beeldvorming en vooral ook in de deelgebieden obstetrica, cardiale en vasculaire, en abdominale diagnostiek. (MacNay and Fleming, 1999).
1.3 Computertomografie Het jaar 1972, G. Hounsfield paste de computertomografie toe in de geneeskunde. (Van Tiggelen, 2007) De CT scan was oorspronkelijk ontworpen voor het onderzoeken van de hersenen, vandaag wordt deze scan voor meerdere doeleinden gebruikt.(Whatmough and Lamb, 2006) Door het gebruik van de CT in de jaren 1970 kon men vanaf dan een dwarsdoorsnede maken van het lichaam. De techniek van de scan bestaat eruit dat een serie smalle xstralenbundels onder verschillende invalshoeken door het lichaam gestuurd worden. De gegevens worden verzameld en geanalyseerd door een computer die dan een gedetailleerd beeld van het lichaam weergeeft. (Van Tiggelen, 2007) 1.4 Magnetische resonantie Twee wetenschappers, F. Bloch en M. Purcell, beschreven in 1946 als eerste de nucleaire magnetische resonantie.
6
Na de doorbraak van F. Bloch en M. Purcell werd NMR gebruikt voor verschillende toepassingen. Zelden ging het om medische toepassingen. In september 1971 had P. Lauterbur het idee om driedimensionale beelden te maken. Hij publiceerde in 1973 de eerste beelden van 2 buisjes water. (Rinck, 2008) Het was Damadian die in 1976 het eerste beeld maakte van een tumor bij een levend dier. (Van Tiggelen, 2007) Vandaag is MR diagnostiek een zeer belangrijke hoeksteen in de Medische Beeldvorming in de westerse wereld.
1.5 Angiografie Egas Moniz, een professor neurologie uit Portugal, introduceerde in de jaren 1920 de angiografie. Moniz deed verder onderzoek en ging op zoek naar een contraststof die verdragen werd door het menselijk lichaam en die de hersenen visualiseerde. Allereerst maakte hij gebruik van ‘bromide’ als contrast, maar dit zonder positief resultaat. Hij zette zijn zoektocht verder en maakte in een later stadium gebruik van ‘ionide’ als contraststof, waardoor hij slaagde in zijn opzet. Contrastmaterialen zijn reeds veranderd door de jaren heen, maar het is Moniz die een nieuwe discipline in de radiologie heeft gelanceerd. (Doby, 1992)
7
II.
DIGITALISERING VAN DE RADIOLOGIE
2.1 Van film naar digitaal Een belangrijke verandering in de wereld van de Medische Beeldvorming is de introductie van de digitale radiologie in de jaren 1980. Het idee van een filmloze radiologische afdeling is dan fascinerend voor verschillende medici. Indien men gebruik maakt van een film kan het contrast van het beeld niet meer worden gewijzigd nadat deze is ontwikkeld. Dit probleem kan men door digitalisering verhelpen. Daarnaast is de film duur, zijn er chemicaliën nodig voor de ontwikkeling, is het arbeidsintensief en vraagt het enige tijd om de film te bewaren en terug te vinden. De toegankelijkheid verbetert aanzienlijk door het digitaliseren. (Bansal, 2006).
2.2 PACS Het begrip PACS staat voor: ‘ Picture Archiving and Communication System’. Het is een systeem voor het verwerven, archiveren en communiceren van digitale radiologische beelden. (Pilling, 2003) Het gebruik van dit systeem zou de beperkingen van de gewone film kunnen verhelpen. Zo kan een conventionele film zich maar op één plaats bevinden en bekeken worden en kan deze alsdusdanig verloren raken. (Siegel and Reiner, 2003) Er zijn nog andere nadelen verbonden aan het gebruik van de gewone film. Zo werden alle radiologische opnames van patiënten, voor de komst van het nieuwe systeem, verzameld in het archief op de radiologische dienst . Het opzoekwerk in het archief leidde tot hoge personeelskosten. (Siegel and Brown, 1994)
8
PACS biedt het potentieel om op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming de productiviteit en de beeldkwaliteit te verbeteren. (Siegel and Reiner, 2003) De kwaliteit van de radiologische afdeling kent een aanzienlijke verbetering door het nieuwe digitale systeem, aangezien men beschikt over oude en nieuwe onderzoeken, waardoor er direct een vergelijking kan worden gemaakt. (Fridell, Edgren, Lindsköld, Aspelin and Lundberg, 2007) Doordat artsen de beelden zelf kunnen bekijken op de computer hebben ze de mogelijkheid om meer gedetailleerde vragen te stellen aan de radioloog. (Fridell, Edgren, Lindsköld, Aspelin and Lundberg, 2007) De beelden kunnen zo ook nog bewerkt en geformatteerd worden.
2.3 Wat zijn de voordelen? Er zijn verschillende voordelen verbonden aan het digitaal systeem: 1. De kans op het verliezen van radiologische opnames is miniem. 2. Er is een vermindering van nutteloze dubbele radiologische opnames. 3. De beelden zijn op verschillende plaatsen en op hetzelfde moment beschikbaar. 4. Er is een vluggere rapportage door radiologen. 5. De beelden zijn steeds beschikbaar. 6. Er is de mogelijkheid om nieuwe beelden te vergelijken met voorgaande beelden. 7. Er kunnen beelden gemanipuleerd en geformatteerd worden. 8. De verslagen zijn beschikbaar samen met de radiologische opnames. 9. Kosten voor film dalen 10. Gebruiksvriendelijk (Pilling, 2003; Siegel and Reiner, 2003)
9
2.4 Workflow In 1989 voerde de firma Booz – Allen & Hamilton in een medisch centrum een procesanalyse uit. Deze analyse toonde aan dat er 59 stappen noodzakelijk waren in het proces van aanvragen, verwerven, rapporteren en bewerken van een conventionele thorax radiografie. De procesanalyse gaf aan dat er een meer efficiënt systeem moest komen, namelijk PACS. Door het gebruik van PACS werden 50 stappen minder vastgesteld in vergelijking met het conventioneel film gebaseerd systeem. De 59 stappen voor een thorax radiografie werden dus door PACS gereduceerd tot maar negen stappen. ( Siegel and Reiner, 2003) Het proces werd dus aanzienlijk beïnvloed. Zo was er vroeger, voor het bestaan van PACS, een aanzienlijke vertraging tussen het aanvragen van een radiologische opname en het ontvangen van het radiologisch rapport. (Siegel and Brown, 1994) PACS verbeterde de workflow en de productiviteit van de radioloog. Manuele taken werden geautomatiseerd en er werd een elektronische toegang tot patiënteninformatie geïntroduceerd. (Reiner, Siegel, Khan, 2003)
2.5 Educatie en training Voor een succesvolle implementatie van het’ Picture Archiving Communication System’ is training onmisbaar. De workflow kende een aanzienlijke verbetering door het gebruik van PACS, maar ook de opleiding van het personeel speelde een belangrijke rol om bij te dragen tot deze verbetering. (Law and Zhou, 2003) Nieuwe systemen vragen training voor alle gebruikers in de organisatie. Wanneer taken van bepaalde personeelsleden veel veranderen door de invoering van een nieuw systeem, staan zij vaak
10
weigerachtig tegenover de nieuwe implementatie. Deze gebruikers hebben dan ook een meer uitgebreide training nodig. Zo zijn er gebruikers die zelden een computer nodig hadden voor het uitvoeren van hun werk. Deze gebruikers hebben extra ondersteuning nodig. De training moet al van start gaan enkele weken voor de implementatie van het systeem. Ondersteuning is even belangrijk als training. Wanneer een technologisch systeem niet meer functioneert, is het raadzaam personeel in dienst te hebben die de gebruikers helpen doorheen het proces om het systeem terug operationeel te krijgen. (Bramson and Bramson, 2005)
2.6 PACS in het UZ Gent De voornaamste taak van de radioloog is het vinden van pathologieën op de radiologische beelden. De radioloog is verantwoordelijk voor de kwaliteit en het geven van een antwoord op de vraag van de aanvragende arts. In 1998 werd nog steeds de foto aangebracht op een lichtbox om de radiologische opname te bekijken. De radiologen verloren veel tijd, enerzijds door het bekijken van de beelden in de lichtbox voor interpretatie, anderzijds door het zoeken naar voorgaande onderzoeken en dicteren van rapporten. De gemiddelde turn-around-time voor een conventionele thorax bedroeg toen zeven uur. Voor de artsen werkzaam in het Universitair Ziekenhuis Gent was het grootste probleem het verkrijgen van de juiste film, op de juiste plaats en op het juiste tijdstip. Het management van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent besliste in 1998 om het radiologisch departement te vernieuwen met de focus op de kwaliteit van de technische zorg tijdens het verblijf op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming.
11
In maart 2005 deed PACS zijn intrede op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Artsen kregen reeds vier maand later toegang tot het systeem. Gedurende de daaropvolgende zeven maanden kregen de artsen de tijd om het nieuwe systeem te verkennen. Het is op 14 februari 2006 dat de radiologische dienst van het Universitair Ziekenhuis Gent quasi volledig draaide op het filmloos systeem. De implementatie van PACS heeft heel wat inspanning gevraagd. Zo was er een aanpassing nodig van de infrastructuur (netwerk, PC’s, werkstations, archivering en beeldschermen), maar was er ook een grote overtuigingskracht nodig van het PACS- team om de eindgebruikers warm te maken voor het systeem. Het PACS project team bestond uit radiologen, technologen, ingenieurs, een psycholoog en het management van de afdeling Radiologie en Medische Beeldvorming. Dit team organiseerde maandelijkse vergaderingen met het management van het Universitair Ziekenhuis Gent om allerhande zaken te bespreken zoals budget, verantwoordelijkheid,… Aan het eind van het jaar 2009 is het digitaal systeem volledig in het Universitair Ziekenhuis Gent geïmplementeerd. Het radiologisch departement is verspreid over acht verschillende locaties. Deze produceren, directe of indirecte, beelden die geleverd worden in digitaal formaat. In de komende jaren wil de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent de fosfor gebaseerde technologie verlaten en kiezen voor volledige digitalisering. Het Universitair Ziekenhuis Gent is voor 99% filmloos. Onderzoeken zijn bijna nooit meer zoek, de dokters hoeven niet te wachten voor hun films, en ze hebben gemakkelijke toegang tot alle beelden op de werkstations. Er worden niet veel klachten geregistreerd van artsen werkzaam in het Universitair Ziekenhuis Gent. Graag zouden zij alles
12
gedigitaliseerd willen, zoals endoscopie, radiotherapeutische planninggegevens,… (Duyck, 2009) In het Norfolk en Norwich Hospital werden in 2003 de verpleegkundigen en het administratief personeel bevraagd over de gebruiksvriendelijkheid van PACS. Dit gebeurde zes maanden na de implementatie PACS. Van deze ondervraagde populatie vertelde 100% dat de kwaliteit van de beelden beter waren dan de afdrukken. Zij gaven volgende voordelen: onmiddellijke toegang, geen filmhandeling, toegang tot verslagen en verbeterde efficiëntie. (Tan and Lewis, 2009)
13
III.
OPLEIDINGEN IN DE MEDISCHE BEELDVORMING
3.1 Koninklijk Besluit “Technoloog Medische Beeldvorming” De term “Technoloog Medische Beeldvorming” is een vertaling van de Franstalige term “technologue en imagerie médicale”. Het beroep van Technoloog Medische Beeldvorming is een paramedisch beroep en wordt vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 28 februari 1997. “Dit Koninklijk Besluit bevat vijf artikels: Artikel 1: Het beroep van "Technoloog Medische Beeldvorming" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 22bis van het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies. Artikel 2: Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "Technoloog Medische Beeldvorming". Artikel 3: Het beroep van Technoloog Medische Beeldvorming mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden: 1.
houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat:
14
a) een theoretische opleiding in: anatomie; fysiologie; algemene en bijzondere ziekteleer; radioprotectie en biologische effecten van ioniserende straling; deontologie; patiëntenbegeleiding en -communicatie; radiofarmacologie en farmacologie van de contraststoffen en medicatie; fysica van de ioniserende straling, van de magnetische resonantie, van de ultratonen en nucleaire fysica; b) een theoretische en praktische opleiding, toegepast op de medische praktijk, in: - informatica, toegepast op de medische beeldvorming; - radiologische anatomie; - ziekenhuishygiëne; - apparatuur voor medische beeldvorming (radiologie, ultratonen, magnetische resonantie) en nucleaire geneeskunde in vivo; - techniek voor beeldregistratie, -bewerking en weergave; - kwaliteitscontrole; - verpleegkundige technieken (inbegrepen houdings- en tiltechnieken); - instel- en beeldvormingstechnieken en toegepaste radioprotectie in: • radiologie, • ultratonen, • magnetische resonantie, • interventionele technieken in de medische beeldvorming, • pediatrische beeldvorming, • nucleaire geneeskunde in vivo;
15
2.
met vrucht een stage doorlopen hebben in: - radiologie; - ultratonen; - magnetische resonantie; - interventionele technieken in de medische beeldvorming; - nucleaire geneeskunde in vivo;
3.
hun beroepskennis en vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten.
Artikel 4: De lijst van handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een technoloog medische beeldvorming kan belasten, is opgenomen in de bijlage van dit besluit. Artikel 5: Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.” (Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen, 2001)
3.2 Opleiding Technoloog Medische Beeldvorming De dienst Radiologie en Medische Beeldvorming heeft een belangrijke plaats in de Belgische gezondheidszorg. Elke arts, zowel intern als extern, kan een radiologisch onderzoek aanvragen. De Technoloog Medische Beeldvorming heeft een veelomvattende taak. Volgende items vallen onder de deskundigheid van de Technoloog Medische Beeldvorming: kennis van de techniek, doorgedreven stralingshygiëne, insteltechniek, digitale
16
beeldverwerking en archivering, anatomie, pathologie, fysiologie, opstellen en omgaan met procedures,… De handelingen die een Technoloog Medische Beeldvorming mag uitoefenen zijn terug te vinden in het K.B. van 28 februari 1997. De Technoloog Medische Beeldvorming moet in staat zijn de patiënt zo goed mogelijk te begeleiden en het onderzoek uit te voeren zodat een goede diagnose kan worden gesteld. Ook moet de Technoloog Medische Beeldvorming toezien op de stralingshygiëne in de onderzoeksruimten, dit zowel voor de patiënt als voor zichzelf. Wat zijn de mogelijke beroepssectoren en bedrijfssectoren voor de Technoloog Medische Beeldvorming? - Radiologische beeldvorming • Projectieradiologie • Angiografie en interventionele technieken • Computertomografie • … - Magnetische resonantie - Nucleaire geneeskunde in vivo - Radiotherapie - Echografie - Privé-praktijken radiologie, poliklinieken - Digitaal beheer en archivering (PACS) binnen alle sectoren en subdomeinen Een gevorderde Technoloog Medische Beeldvorming kan nog verder doorstromen in: bedrijven, medische en arbeidsgeneeskundige diensten, onderwijs, kwaliteitscontrole en hoofdtechnoloog. Er zijn voor de Technoloog Medische Beeldvorming negen taakgebieden te onderscheiden. 1. Een eerste taakgebied is het verlenen van zorg. Deze taak bevat het toepassen van medische beeldvormende technieken en het assisteren bij onderzoeken.
17
Dit taakgebied bevat ook het werken met en rondom patiënten. 2. Een tweede taakgebied is het samenwerken met andere zorgverleners. 3. Het geven van informatie aan medische en niet-medische betrokkenen is het derde taakgebied. 4. Beheren van patiënt- en behandelgegevens is een vierde taakgebied. Ook het beheren van de benodigde apparatuur, hulpmiddelen en materialen behoort tot dit taakgebied. 5. Geven van onderwijs en begeleiding is taakgebied vijf. Het zijn taken die betrekking hebben op het leveren van bijdragen aan onderzoek omtrent het toepassen van radiodiagnostiek. Ook bevat deze taak het meewerken aan onderzoek gericht op wetenschappelijke kennisontwikkeling ten behoeve van de gezondheidszorg, welzijnszorg en onderwijs. 6. Het zesde taakgebied bestaat uit het verrichten van onderzoek. In tegenstelling tot taakgebied vijf gaat het in dit taakgebied specifiek over de doorstroomfuncties. 7. Het evalueren van het beroepsmatig handelen, zowel individueel als het bespreekbaar maken met anderen, is het zevende taakgebied. 8. Onder het achtste taakgebied valt het ontwikkelen van individuele kennis en kunde. Het zijn taken die betrekking hebben op het bijhouden en ontwikkelen van de eigen kennis en kunde in het vakgebied en van ontwikkelingen daarbuiten die van invloed zijn op het eigen vakgebied. 9. Het laatste taakgebied is de ontwikkeling van het eigen beroep. Deze taak bevat het profileren van het beroep, zowel inhoudelijk als beleidsmatig.
18
Voorgaande taken zijn een opsomming van deze die kunnen worden uitgevoerd. Het misverstand bestaat nog dat er wordt verondersteld dat de Technoloog Medische Beeldvorming alle taken moet uitvoeren om een volwaardig beroepsbeoefenaar te zijn. In september 1998 werd op basis van het Koninklijk Besluit van 28 februari 1997 de graduaatopleiding ‘Technoloog Medische Beeldvorming’ opgericht. (Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen, 2001)
3.3 Bijkomende opleiding: stralingsbescherming Stralingsbescherming is bijna even oud als de ontdekking van de xstralen door Wilhelm Conrad Röntgen. De schade veroorzaakt door de x-stralen werd kort na de ontdekking van deze x-stralen ontdekt. Dokters en patiënten, die voor een langere periode werden blootgesteld aan de x-stralen, ontwikkelden vaak huiduitslag. Ioniserende straling kan dus een nadelig effect hebben op de gezondheid, maar de radiologische procedures zijn nu aanvaard in de gezondheidszorg, aangezien de voordelen voor de patiënt veruit opwegen tegen het risico van de blootstelling aan de stralen. Om de blootstelling aan straling te beperken voor individuen en de gehele populatie zijn er aanbevelingen en richtlijnen ontworpen. Daarnaast is er ook een wetgeving omtrent stralingsbescherming. (Shannoun, Blettner, Schmidberger, Zeeb, 2008) Zo is er in België sinds 2001 een wetgeving die een verplichte cursus stralingsbescherming oplegt, van 60 uur, aan het personeel dat in contact komt met straling. (Lass, 2002)
19
IV.
HET ONDERZOEK: PERSONEEL OP DE DIENST MEDISCHE BEELDVORMING
4.1 De onderzoeksvragen Op de onderzoeksvraag: “Wat is Medische Beeldvorming”? werd al een antwoord gegeven in Hoofdstuk I. De volgende onderzoeksvragen zullen in dit hoofdstuk worden beantwoord: -
-
Welk personeel is vandaag tewerkgesteld op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent in vergelijking met 10 jaar geleden? Door welke factor(en), zoals leeftijd, diploma, opleiding en opkomst van nieuwe apparatuur, is er een evolutie te zien in het personeel dat tewerkgesteld is op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent?
4.2 De gegevensverzameling De personeelsbestanden van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent zijn opgevraagd op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming en zijn anoniem verwerkt via beschrijvende statistiek. De bestanden van het personeel werkzaam op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent zijn opgedeeld volgens zes onderverdelingen: verpleging, secretariaat, receptie, Doka (= Donkere kamer), technische dienst en
20
informatica. Naast deze onderverdelingen is er ook een artsenbestand van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming beschikbaar. Om een algemeen beeld te verkrijgen van de personeelssamenstelling, werden de gegevens van de zes onderverdelingen samengevoegd tot één geheel bij de verwerking. Hoeveel en welke radiologen er aan het werk zijn wordt los van de andere personeelsbestanden bekeken. Er wordt geen rekening gehouden met de jobtime. Het personeelsbestand van het beginjaar 1999 van de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Gent zal worden vergeleken met de enquête ‘beroepsprofiel Technoloog Medische Beeldvorming’ die ook afgenomen werd in datzelfde jaar.
4.3 De gegevensverwerking De gegevensverwerking van het personeelsbestand start vanaf het jaar 1999 en eindigt met het jaar 2009. De steekproef bestaat uit de personeelsleden die tewerkgesteld zijn op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Alle data worden ingebracht in het programma SPSS en het personeelsverloop wordt zo in kaart gebracht aan de hand van overzichtelijke tabellen en figuren. Missing Values kunnen optreden door de onbeschikbaarheid van enkele data. Dit gaat maar over een miniem aantal ontbrekende gegevens. Er werd hogerop reeds vermeld dat de personeelsbestanden opgedeeld zijn in zes onderverdelingen. Volgende onderverdelingen hebben deze functies onder zich: - Verpleging: verpleegassistenten, kinderverzorgsters, gegradueerde verpleegkundigen, gebrevetteerde verpleegkundigen, Technologen Medische Beeldvorming,
21
gegradueerde technologen en gediplomeerde verpleegkundigen. - Secretariaat: bureaubode, correspondenten, secretaresses en medische secretaresses. - Receptie: labobedienden, geschoolde werkmannen, technici en medische secretaresses. - Doka: labobedienden, geschoolde werkmannen en technici. - Technische dienst: technicus en werkmeester - Informatica: burgerlijk ingenieur en gegradueerde verpleegkundige. Voor elke onderverdeling is er op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent een functieomschrijving. Deze omschrijving geeft de taken weer voor de onderverdelingen. De functieomschrijvingen van 2010 zijn bijgevoegd in bijlage 1. 4.3.1 Samenstelling personeel: opleiding De samenstelling van het personeel van de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Gent wordt hieronder weergegeven van het jaar 1999 tot het jaar 2009. De jaren zijn steeds per drie gegroepeerd om een overzichtelijke vergelijking weer te geven. Er zijn vier groeperingen: - Personeelsbestand juli 1999, april 2000 en september 2001 - Personeelsbestand juli 2002, juli 2003 en juli 2004 - Personeelsbestand juli 2005, juli 2006 en juli 2007 - Personeelsbestand juli 2008 en juli 2009 Het personeelsbestand van juli 1999, april 2000 en september 2001 wordt geïllustreerd in Tabel 4.1. Uit deze gegevens blijkt dat de functie van verpleegassistent tijdens de eerste drie jaar in dalende lijn verloopt, terwijl de functie van kinderverzorgster een constante blijft.
22
De personeelscijfers van de gegradueerde verpleegkundigen hebben een evenwichtiger verloop dan deze van de gebrevetteerde verpleegkundigen. Deze laatste verdubbelde in 2001. Het aantal gegradueerde verpleegkundigen is sterk in de meerderheid in vergelijking met het aantal gebrevetteerde verpleegkundigen. De eerste burgerlijke ingenieur komt zich aanmelden in 2000 en de eerste Technoloog Medische Beeldvorming komt in het jaar 2001. Aangezien de opleiding ‘Technoloog Medische Beeldvorming’ opgericht is in 1998 en het gaat om een drie jarig traject, kan deze functie niet vroeger teruggevonden worden in de personeelsbestanden. Naast de medische secretaresses is er vanaf 2001 een niet-medische secretaresse tewerkgesteld op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Tijdens de eerste drie jaar blijven volgende functies min of meer op dezelfde lijn: - Technici - Geschoolde werkmannen - Labobediende(n) - Werkmeester en bureaubode - Medische secretaresses Het totaal aantal personeelsleden daalt met één persoon in het jaar 2000. Het aantal personeelsleden in 2001 is idem als in 2000.
23
Tabel 4.1: Aantal personeel 1999 – 2000 - 2001 Functie
1999
2000
2001
Verpleegassistente Kinderverzorgster Gegradueerde verpleegkundige Gebrevetteerde verpleegkundige Technoloog MBV Technicus Burgerlijk Ingenieur Geschoold werkman Labobediende Werkmeester Bureaubode Correspondent Secretaresse Medisch secretaresse
9 4 29 5 0 9 0 4 2 1 1 7 0 5
8 4 27 5 0 9 1 4 2 1 1 7 0 6
7 3 26 10 1 8 1 5 1 1 1 5 1 5
TOTAAL
76
75
75
In Figuur 4.1 is een overzicht van het jaar 1999 weergegeven van het totaal aantal personeelsleden gegroepeerd per onderverdeling. De grootste groep, namelijk het verplegend personeel, maakt 61,8% deel uit van het totale personeelsbestand (n=76) in juli 1999. De daaropvolgende grootste categorie bestaat uit het secretariaat (17,1%) gevolgd door het Doka personeel. Deze laatste hebben een aandeel van 9,2%. Van het totale personeelsbestand wordt 7,9% vertegenwoordigd door de receptie. De technische dienst en informatica zijn samen goed voor 3,9%.
24
Figuur 4.1: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 1999
In tabel 4.2 wordt een crosstab weergegeven die aantoont welke functies zich in welke onderverdelingen bevinden. Het merendeel van de functies bevinden zich in eenzelfde onderverdeling. Slechts enkelen zijn verdeeld over verschillende onderverdelingen. Zo bevinden de technici zich in de onderverdeling receptie, Doka en technische dienst. De geschoolde werkmannen vertegenwoordigen vooral de receptie, één van hen vertegenwoordigt Doka. De verpleegassistenten, kinderverzorgsters en gebrevetteerde verpleegkundigen bevinden zich enkel in de onderverdeling verpleging. De correspondenten en bureaubode zijn enkel tewerkgesteld in het secretariaat. De onderverdeling informatica bestaat in 1999 enkel uit een gegradueerde verpleegkundige.
25
Tabel 4.2: Crosstab juli 1999 Functie * Onderverdeling Crosstabulation Count Onderverdeling Verpl.
Secr.
Receptie
Doka
Techn.
Infor.
Tot.
verpleegassistente
9
0
0
0
0
0
9
geschoold werkman
0
0
3
1
0
0
4
labobediende
0
0
1
1
0
0
2
werkmeester
0
0
0
0
1
0
1
burgerlijk ingenieur
0
0
0
0
0
0
0
kinderverzorgster
4
0
0
0
0
0
4
28
0
0
0
0
1
29
5
0
0
0
0
0
5
technicus
1
0
2
5
1
0
9
bureaubode
0
1
0
0
0
0
1
correspondent
0
7
0
0
0
0
7
medisch secretaresse
0
5
0
0
0
0
5
47
13
6
7
2
2
76
gegradueerde verpleegkundige gebrevetteerde verpleegkundige
Total
Tabel 4.3 weerspiegelt de personeelssamenstelling op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent van de volgende jaren: augustus 2002, juli 2003 en juli 2004. De verpleegassistenten en kinderverzorgsters blijven ook deze jaren in de minderheid in vergelijking met de verpleegkundigen. De
26
verpleegassistenten blijven verder dalen in vergelijking met de vorige driejarige periode. De voorkeur gaat nog steeds uit naar de gegradueerde verpleegkundigen en deze laatste zijn daarmee nog steeds de grootste groep. In het jaar 2006 neemt de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent ook een gediplomeerd verpleegkundige in dienst. In 2003 verdubbelt het aantal Technologen Medische Beeldvorming en daarnaast is er ook een gegradueerde technoloog in dienst. De technici blijven constant gedurende deze periode en de labobediende verdwijnt in 2004, terwijl de burgerlijke ingenieur er een collega bij krijgt. Het totaal aantal personeelsleden stijgt langzaam verder in vergelijking met de vorige driejarige periode. Zo is er een stijging van twee personeelsleden in 2004 in vergelijking met het beginjaar 1999.
27
Tabel 4.3: Aantal personeel 2002 – 2003 - 2004 Functie
2002
2003
2004
Verpleegassistente Kinderverzorgster Gegradueerde verpleegkundige Gebrevetteerde verpleegkundige Gediplomeerde verpleegkundige Technoloog MBV Gegradueerde technoloog Technicus Burgerlijk Ingenieur Geschoold werkman Labobediende Werkmeester Bureaubode Correspondent Secretaresse Medisch secretaresse
6 3 26 13 0 1 0 8 1 5 1 1 1 4 1 6
6 3 26 11 0 2 1 8 1 5 1 1 1 4 1 6
6 4 26 10 1 2 1 8 2 6 0 1 1 3 1 6
TOTAAL
77
77
78
Figuur 4.2 geeft de percentages weer per onderverdeling voor het jaar 2003. Het verplegend personeel maakt terug een groot deel uit van het totale personeel. In 1999 bedraagt het percentage verpleging 61,8%. Dit cijfer wordt in 2003 gekenmerkt met een lichte stijging van 1,5%. De onderverdeling receptie kent een lichte daling van 1,4% en ook het secretariaat daalt met 1,5% in vergelijking 1999. Het aandeel van de dienst informatica groeit in vergelijking met het jaar 1999.
28
De onderverdelingen doka en technische dienst maken een quasi even groot deel uit van de totale personeelssamenstelling als in 1999. Figuur 4.2: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 2003
In Tabel 4.4 vinden we de personeelsbestanden terug van de drie volgende jaren: 2005, 2006 en 2007. De verpleegassistenten blijven verder in aantal afnemen en worden in 2007 gehalveerd in vergelijking met drie jaar geleden. Het aantal kinderverzorgsters blijft in dezelfde lijn. De groeiende trend van de gegradueerde verpleegkundigen blijft zich steeds verder zetten ten koste van de gebrevetteerde verpleegkundigen. Naast de gegradueerde verpleegkundigen en gebrevetteerde verpleegkundigen is de functie gediplomeerde verpleegkundige nog aanwezig in het jaar 2005 en 2006. Het aantal Technologen Medische Beeldvorming verdubbelt in aantal in 2006. Vanaf dan worden elk jaar steeds nieuwe Technologen Medische Beeldvorming aangeworven. De gegradueerde technoloog verdwijnt in 2007.
29
De functie bureaubode vervalt in 2006 en de medische secretaresses krijgen er een extra collega bij. Het jaar daarop verdwijnt ook de functie van werkmeester. Het aantal burgerlijke ingenieurs, geschoolde werkmannen, correspondenten en technici blijft quasi gelijk. Het totale personeel vermeerdert met 5 personen van 2005 naar 2006 om dan in het jaar 2007 te verminderen met 4 personen. Tabel 4.4: Aantal personeel 2005 – 2006 - 2007 Functie
2005
2006
2007
Verpleegassistente Kinderverzorgster Gegradueerde verpleegkundige Gebrevetteerde verpleegkundige Gediplomeerde verpleegkundige Technoloog MBV Gegradueerde technoloog Technicus Burgerlijk Ingenieur Geschoold werkman Labobediende Werkmeester Bureaubode Correspondent Secretaresse Medisch secretaresse
4 4 29 10 1 5 1 8 2 4 0 1 1 2 2 6
4 4 31 8 2 10 1 8 2 4 0 1 0 2 1 7
3 4 33 6 0 12 0 7 2 4 0 0 0 2 1 7
TOTAAL
80
85
81
In Figuur 4.3 wordt eveneens het percentage per onderverdeling weergegeven voor het jaar 2006.
30
Het aandeel van het verpleegkundig personeel blijft steeds toenemen. De onderverdeling verpleging stijgt met maar liefst 7,3%. Deze stijging is bijna vijf keer zo groot in vergelijking met de stijging van de verpleging tussen 1999 en 2003. Het secretariaat, de receptie en het Doka personeel nemen af. Het aandeel van de dienst informatica is iets groter geworden dan in 2003. Figuur 4.3: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 2006
In Tabel 4.5 wordt een overzicht gegeven van de laatste twee jaren, met name 2008 en 2009. In de laatste kolom vinden we de personeelsgegevens terug van het jaar 1999. Dit om een duidelijke vergelijking te kunnen weergeven tussen het beginjaar en eindjaar van de verzamelde gegevens. Een eerste opvallend aspect is dat het aantal Technologen Medische Beeldvorming verder blijven toenemen. Na de gegradueerde verpleegkundigen zijn de technologen de tweede grootste groep.
31
De functie verpleegassistente blijft verder afnemen en wordt nog in de laatste twee jaar door twee personen vertegenwoordigd. Deze functie heeft een dalende tendens gedurende de 10 jaar. De gegradueerde verpleegkundigen blijven een belangrijk deel uitmaken van de totale personeelssamenstelling op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. De gebrevetteerde verpleegkundigen daarentegen blijven steeds een ondergeschikte van de gegradueerde verpleegkundigen. Ook deze functie blijft in de laatste twee jaar verder dalen in vergelijking met de voorgaande jaren. De technici verminderen in aantal. De geschoolde werkmannen en kinderverzorgsters blijven hetzelfde aantal behouden. De medische secretaresses worden belangrijker dan de correspondenten. Zo kennen de medische secretaresses een opmars en blijft in 2009 er slechts één correspondent in dienst. De totale omvang van het personeel is het grootst in 2009. Labobedienden, werkmeesters en bureaubodes verdwijnen in de laatste jaren helemaal en worden vervangen door meer opgeleid personeel. Het aantal verzorgend personeel in 1999 bestaat uit 47 personeelsleden. In 2009 is dit aantal 64. Het niet-verzorgend personeel bestaat uit 30 personeelsleden in 1999 en uit 23 personeelsleden in 2009.
32
Tabel 4.5: Aantal personeel 2008 – 2009 – vergelijking 1999 Functie
2008
2009
1999
Verpleegassistente Kinderverzorgster Gegradueerde verpleegkundige Gebrevetteerde verpleegkundige Gediplomeerde verpleegkundige Technoloog MBV Gegradueerde technoloog Technicus Burgerlijk Ingenieur Geschoold werkman Labobediende Werkmeester Bureaubode Correspondent Secretaresse Medisch secretaresse
2 4 32 6 0 18 0 7 3 4 0 0 0 2 1 7
2 4 30 7 1 20 0 5 3 3 0 0 0 1 1 10
9 4 29 5 0 0 0 9 0 4 2 1 1 7 0 5
TOTAAL
86
87
76
Figuur 4.4 geeft de onderverdelingen aan voor het eindjaar 2009. Het verplegend personeel blijft steeds de belangrijkste groep op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Er is een stijging van 3% in vergelijking met het jaar 2006 voor de personeelsleden van de onderverdeling verpleging. De verpleegkundigen kennen van het beginjaar 1999 tot het eindjaar 2009 een stijging van 11,8%.
33
De aandelen van de technische dienst en het Doka personeel nemen af, terwijl informatica zich verder uitbreidt en alsmaar belangrijker wordt. Figuur 4.4: Percentage personeel per onderverdeling voor juli 2009
In onderstaande crosstab, Tabel 4.6, worden de functies in de onderverdelingen geplaatst. In vergelijking met de crosstab van 1999 zijn er een aantal verschillen in de onderverdelingen. Zo stijgt de onderverdeling verpleging met 17 personeelsleden. Het Doka personeel vermindert met vier personeelsleden en de dienst informatica wordt vermeerderd met drie personen. De onderverdelingen secretariaat, receptie en technische dienst worden gekenmerkt door een vermindering van personeel in vergelijking met 2009. Er bevinden zich nog enkele functies in verschillende onderverdelingen. Zo zijn er van de drie geschoolde werkmannen er twee actief bij de receptie en één bij het Doka personeel. Vergelijken we deze gegevens met de crosstab van 1999 dan is de verdeling gelijkaardig.
34
De technici bevinden zich in vier verschillende onderverdelingen: verpleging, receptie, Doka en de technische dienst. Ook in het jaar 1999 is deze verdeling aan de orde. We merken wel op dat voor de onderverdeling Doka het aantal technici met drie personeelsleden is verminderd. De medische secretaresses zijn in de meerderheid in de onderverdeling secretariaat, maar er zijn ook twee personeelsleden terug te vinden in de receptie. In het beginjaar 1999 bevinden de medische secretaresses zich enkel in de onderverdeling secretariaat. Vergelijken we de crosstab van het jaar 1999 met deze van het jaar 2009 dan zien we een verandering in het aantal personeelsleden per onderverdeling. Zo is de onderverdeling verpleging met 17 personeelsleden vermeerderd in het eindjaar. Voor het secretariaat is er een daling van drie personeelsleden en de receptie heeft één personeelslid minder. Voor het Doka personeel is er een vermindering van vier personeelsleden in vergelijking met het jaar 1999. De technische dienst heeft er in het jaar 2009 en extra collega bij en de onderverdeling informatica kent een verdubbeling van het aantal personeel.
35
Tabel 4.6: Crosstab juli 2009 Functie * Onderverdeling Crosstabulation Count Onderverdeling Verpleging
Secretariaat
Receptie
Doka
Techn.
Inform.
Tot.
verpleegassistente
2
0
0
0
0
0
2
geschoold werkman
0
0
2
1
0
0
3
burgerlijk ingenieur
0
0
0
0
0
3
3
20
0
0
0
0
0
20
secretaresse
0
1
0
0
0
0
1
gediplomeerde
1
0
0
0
0
0
1
4
0
0
0
0
0
4
29
0
0
0
0
1
30
7
0
0
0
0
0
7
technicus
1
0
1
2
1
0
5
correspondent
0
1
0
0
0
0
1
medisch secretaresse
0
8
2
0
0
0
10
64
10
5
3
1
4
87
technoloog MBV
verpleegkundige kinderverzorgster gegradueerde verpleegkundige gebrevetteerde verpleegkundige
Total
Voor de verschillende soorten onderzoeken, namelijk conventioneel,CT, interventioneel en MR kunnen we ook veranderingen waarnemen in de samenstelling van het verpleegkundig personeel op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. De grafieken
36
tonen de verhoudingen aan van de hooggeschoolden ten opzichte van de laaggeschoolden in de onderverdeling verpleging. In Figuur 4.5 vinden we de verschillende opleidingen terug voor het verpleegkundige personeel verantwoordelijk voor de conventionele onderzoeken. Naast de gegradueerde verpleegkundigen en de Technologen Medische Beeldvorming vinden we ook nog de categorie andere. Onder deze laatste categorie bevinden zich kinderverzorgsters, verpleegassistenten, gebrevetteerde verpleegkundigen, gediplomeerde verpleegkundigen en eventueel een technicus. Van 1999 tot en met 2005 zijn voornamelijk de laaggeschoolden de grootste groep. De hooggeschoolden worden de grootste groep in het jaar 2006. Vanaf dan komen ook de Technologen Medische Beeldvorming in dienst voor de conventionele onderzoeken. De groep hooggeschoolden bestaat voornamelijk uit gegradueerde verpleegkundigen en worden van 2006 tot en met 2009 aangevuld met Technologen Medische Beeldvorming. Figuur 4.5: Verpleegkundige opleidingen: conventionele onderzoeken
37
Naast de conventionele onderzoeken worden in figuur 4.6 de verpleegkundige opleidingen getoond voor de CT onderzoeken. In tegenstelling tot de personeelssamenstelling van de conventionele onderzoeken vormen de hooggeschoolden de grootste groep bij de CT onderzoeken. Enkel in het jaar 2002 zijn het aantal laaggeschoolden idem als dat van de hooggeschoolden. Net als bij de conventionele onderzoeken komen in 2006 de Technologen Medische Beeldvorming in dienst. Zij vormen in 2006 de derde grootste groep om dan in 2009 uit te groeien naar de grootste groep. Figuur 4.6: Verpleegkundige opleidingen: CT onderzoeken
De personeelssamenstelling voor de interventionele en vasculaire onderzoeken wordt weergegeven in figuur 4.7. De hooggeschoolden genieten hier ook de voorkeur. In de jaren 2001, 2003, 2007 en 2008 is er slechts één laaggeschoold personeelslid. In 2007 verdwijnt een laaggeschoold personeelslid en wordt deze vervangen door een Technoloog Medische Beeldvorming. Er blijft vanaf 2007 slechts één Technoloog Medische Beeldvorming in dienst voor de interventionele en vasculaire onderzoeken.
38
Figuur 4.7: Verpleegkundige opleidingen: interventionele en vasculaire onderzoeken
In figuur 4.8 worden de verschillende verpleegkundige opleidingen getoond voor de MR onderzoeken. De laaggeschoolden zijn steeds in de minderheid en vinden we terug tot en met het jaar 2004. Vanaf 2005 bestaat de personeelssamenstelling enkel uit hooggeschoolden. De Technoloog Medische Beeldvorming verschijnt in 2001. Dit is de eerste Technoloog Medische Beeldvorming die aan het werk gaat op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. De laaggeschoolden worden in het jaar 2005 allemaal vervangen door de Technologen Medische Beeldvorming. Bekijken we de cijfers van 2005 tot en met 2009 dan zijn de gegradueerde verpleegkundigen in de minderheid en vormen de Technologen Medische Beeldvorming de grootste groep.
39
Figuur 4.8: Verpleegkundige opleidingen: MR onderzoeken.
Na het weergeven van de verpleegkundige opleidingen voor de verschillende onderzoeken kunnen we stellen dat: • De Technologen Medische Beeldvorming die worden gerekruteerd eerst worden ingezet voor de MR onderzoeken gevolgd door de conventionele en CT onderzoeken en als laatste voor de interventionele en vasculaire onderzoeken. • De MR onderzoeken bevat de grootste groep hooggeschoolden en is de enige groep waar de laaggeschoolden volledig verdwijnen. De CT onderzoeken zijn de volgende groep waar het meest aantal Technologen Medische Beeldvorming zijn tewerkgesteld. Zowel de MR onderzoeken als de CT onderzoeken vragen hoog opgeleid personeel. 4.3.2 Samenstelling personeel: radiologen Vanaf het beginjaar 1999 zijn ook de gegevens beschikbaar van het aantal tewerkgestelde radiologen.
40
Het artsenbestand bestaat uit de stafleden, aangevuld met assistenten. We onderzoeken enkel de stafleden, aangezien de assistenten over de laatste 10 jaar aanwezig zijn met min of meer hetzelfde aantal (15 assistenten). Ook voor de radiologen bestaan er verschillende soorten functies. Zo vinden we volgende functies terug voor de periode van 1999 tot 2009: - Resident - Adjunct Kliniekhoofd - Kliniekhoofd - Afdelingshoofd - Coördinator - Diensthoofd - Academisch Diensthoofd - Medisch-Logistiek Diensthoofd In de jaren 1998,1999 en 2000 is er naast het diensthoofd een coördinator aanwezig bij de stafleden. Deze verdwijnen na het jaar 2000. De coördinator krijgt een nieuwe functie, namelijk MedischLogistiek Hoofd. De Kliniekhoofden zijn actief van 1999 tot 2003 en krijgen een nieuwe functie in het jaar 2004 als Afdelingshoofd. Vanaf 2001 wordt de functie Academisch Diensthoofd en MedischLogistiek Hoofd ingevoerd bij het verdwijnen van het Diensthoofd. Residenten en adjunct-kliniekhoofden zijn de functies die het meest vertegenwoordigd zijn. In onderstaande tabel 4.7 worden de functies weergegeven per jaar. In het tweede deel van de tabel wordt in de laatste kolom het jaar 1999 weergegeven ter vergelijking met het beginjaar 1999. Er zijn negen radiologen in het beginjaar 1999. Er is meer dan een verdubbeling in het eindjaar 2009. De stijging van het aantal radiologen verloopt gestaag. In het jaar 2007 is het aantal
41
tewerkgestelde radiologen het grootst. Het jaar daarop is er een vermindering van één radioloog. Tabel 4.7: functies van radiologen
Resident Adjunct Kliniekhoofd Kliniekhoofd Diensthoofd Academisch Diensthoofd Medisch-Logistiek Diensthoofd Afdelingshoofd Coördinator TOTAAL
Resident Adjunct Kliniekhoofd Kliniekhoofd Diensthoofd Academisch Diensthoofd Medisch-Logistiek Diensthoofd Afdelingshoofd Coördinator TOTAAL
1999 5 0
2000 6 1
2001 5 2
2002 5 4
2003 7 4
2004 5 6
2 1 0
2 1 0
2 0 1
2 0 1
2 0 1
0 0 1
0
0
1
1
1
1
0 1 9
0 1 11
0 0 11
0 0 13
0 0 15
2 0 15
2005 4 9
2006 4 10
2007 6 10
2008 6 9
2009 6 9
1999 5 0
0 0 1
1 0 1
1 0 1
1 0 1
1 0 1
2 1 0
1
1
1
1
1
0
2 0 17
2 0 19
2 0 21
2 0 20
2 0 20
0 1 9
42
In Tabel 4.8 wordt het personeel van de zes onderverdelingen samengevoegd met het totaal aantal radiologen. Dit wordt geïllustreerd voor het beginjaar 1999 en het eindjaar 2009. Elk aandeel van elke functie wordt zo duidelijk aangetoond. Het totale personeel kent een vermeerdering van 22 personeelsleden tussen het beginjaar 1999 en het eindjaar 2009. Het percentage radiologen stijgt met bijna 8% in vergelijking met het jaar 1999, hetgeen een verdubbeling betekent. In 1999 is de grootste groep het verpleegkundig personeel. Ook in het eindjaar 2009 blijft dit zo behouden. De tweede grootste groep is dan het secretariaat in tegenstelling tot het jaar 2009 waar dan de radiologen de tweede grootste groep vormen. Tabel 4.8: Totaal aantal personeel 1999 - 2009 inclusief radiologen Frequency
Valid
Percent
1999
2009
1999
2009
Verpleging
47
64
55,3
59,8
Secretariaat
13
10
15,3
9,3
Receptie
6
5
7,1
4,7
Doka
7
3
8,2
2,8
Technische Dienst
2
1
2,4
0,9
Informatica
1
4
1,2
3,7
Radiologen
9
20
10,6
18,7
Total
85
107 100,0 100,0
Na het onderzoeken van de opleidingsgegevens worden nu het geslacht, de leeftijd en het aantal jaren dienst van het personeel werkzaam op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent onderzocht.
43
4.3.3 Samenstelling personeel: leeftijd en aantal jaren dienst In de volgende Tabel 4.9 wordt de minimum, maximum en gemiddelde leeftijd weergegeven van het totale personeel exclusief radiologen op de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Gent. De kleinste minimum leeftijd is 20 jaar en situeert zich in het jaar 2001. De grootste maximale leeftijd is 62 jaar en is terug te vinden in het jaar 2006 en 2008. De kleinste maximale leeftijd is 59 jaar en de grootste minimum leeftijd is 23 jaar. De gemiddelde leeftijd varieert tussen de 43,31 jaar en 43,72 jaar gedurende de periode van 1999 tot en met 2004. Pas in het jaar 2005 gaat de gemiddelde leeftijd van 43,71 jaar naar 42,70 jaar. Er is dus een daling van één jaar in het jaar 2005 en de gemiddelde leeftijd blijft de jaren erna een daling kennen. Het verschil in gemiddelde leeftijd tussen het beginjaar 1999 en het eindjaar 2009 bedraagt 3,45 jaar. Er treedt dus een verjonging op van het personeel gedurende de 10-jarige periode.
44
Tabel 4.9: Leeftijd 1999 N
Valid
2000
2001
2002
2003
2004
70
69
71
74
76
77
6
6
7
3
1
1
43,71
43,72
43,31
43,35
43,42
43,71
Minimum
22
22
20
21
22
23
Maximum
59
60
59
59
60
61
Missing Mean
2005 N
Valid
2006
2007
2008
2009
80
85
80
85
86
0
0
1
1
1
42,70
42,01
41,99
41,19
40,26
Minimum
23
21
22
21
22
Maximum
61
62
59
62
61
Missing Mean
In Tabel 4.10 wordt ook het minimum, het maximum en de gemiddelde aantal jaren in dienst weergegeven voor de afgelopen 10 jaar. Het minimum aantal jaren in dienst is voor de periode van 1999 tot 2009 gelijk aan nul jaar. Het maximale aantal jaren in dienst varieert tussen de 36 jaar en de 42 jaar. Het kleinste gemiddelde is 13,07 jaar en verschilt meer dan drie jaar met het grootste gemiddelde, namelijk 16,55 jaar. Voor de periode van 1999 tot en met 2002 blijft het gemiddelde aantal jaren in dienst rond de 15 jaar. In 2003 en 2004 ligt dit cijfer rond de 16 jaar om dan vanaf het jaar 2005 een gemiddeld aantal jaren te hebben van 14. In het jaar 2009 daalt het gemiddeld aantal jaren dienst verder en eindigt op 13,07 jaren gemiddeld.
45
Tabel 4.10: Aantal jaren in dienst 1999 N
Valid
2000
2001
2002
2003
2004
69
69
73
76
76
77
7
6
2
1
1
1
15,83
15,97
15,64
15,43
16,25
16,55
Minimum
0
0
0
0
0
0
Maximum
36
36
38
39
40
41
Missing Mean
2005 N
Valid
2006
2007
2008
2009
79
84
79
84
85
1
1
2
2
2
14,97
14,39
14,80
14,10
13,07
Minimum
0
0
0
0
0
Maximum
42
39
39
39
38
Missing Mean
In figuur 4.9 wordt de gemiddelde leeftijd en het gemiddeld aantal jaren dienst voor de radiologen werkzaam op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent weergegeven. De grafiek van de gemiddelde leeftijd start in het jaar 1999 met een gemiddelde van ongeveer 40 jaar. De drie daaropvolgende jaren daalt de gemiddelde leeftijd en de gemiddelde minimum leeftijd wordt behaald in het jaar 2002 met 37,38 jaar. In 2003 stijgt de gemiddelde leeftijd verder en dit blijft behouden tot het eindjaar 2009 waar er een gemiddelde bereikt wordt van 40,55 jaar. Het gemiddeld aantal jaren dienst bedraagt 9,22 jaar in het jaar 1999. Dit cijfer daalt de volgende drie jaar met een minimum in het jaar 2002.
46
Tussen het jaar 2000 en 2001 is er een sterke daling van vier jaar. Vanaf 2003 stijgt het gemiddelde aantal jaren dienst langzaam verder. In 2009 bedraagt het gemiddeld aantal jaren dienst 7,85 jaar. Figuur 4.9: gemiddelde leeftijd en aantal jaren dienst tewerkgestelde radiologen
4.3.4 Samenstelling personeel: geslacht Na de leeftijd en het aantal jaren dienst wordt het aantal mannen in vergelijking met het aantal vrouwen nader bekeken in figuur 4.10. Dit wordt eerst onderzocht voor het totale personeel exclusief de tewerkgestelde radiologen. De vrouwen vormen ieder jaar het grootste deel van de personeelssamenstelling. Het vrouwenaantal bedraagt in het jaar 1999 een percentage van 65,8. Het daaropvolgende jaar stijgt het aantal vrouwen tot 68% en blijft constant in het jaar 2001. Tot het jaar 2004 blijft er een opmars van het aantal vrouwelijke personeelsleden. In 2005 wordt een daling vastgesteld om in het jaar
47
2006 terug te stijgen. De stijging blijft zich verder zetten, maar kent in het jaar 2009 een daling. Het percentage van de mannen daalt daarentegen van 34,2 naar 30,8 in 2004. Enkel in de jaren 2005 en 2009 is er lichte stijging vast te stellen voor het aandeel van de mannen. Het minimum aantal voor de mannen bedraagt 24 en het maximum 27, terwijl bij de vrouwen het minimum 50 is en het maximum 61. Figuur 4.10: spreiding geslacht in percentage
Voorgaande figuur toont de spreiding van het geslacht weer exclusief de radiologen. In figuur 4.11 wordt de spreiding gegeven voor de radiologen. In tegenstelling tot het overige personeel dat tewerkgesteld is op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent zien we dat hier de mannen in de meerderheid zijn. Tijdens de eerste beginjaren zijn er geen vrouwen actief als radioloog op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Er zijn in het jaar 1999 negen erkende radiologen aan het werk en dat zijn louter mannen.
48
In 2001 doet de eerste vrouwelijke radiologe haar intrede. De jaren daarna stijgt het aantal vrouwelijke radiologen elk jaar, behalve in de jaren 2004, 2008 en 2009 blijft het aantal gelijk. Het aantal mannelijke radiologen volgt dezelfde trend als de vrouwelijke radiologen. Zij kennen echter wel twee dalingen in de jaren 2001 en 2008. Deze twee dalingen bestaan uit een vermindering met één persoon. In de jaren 2002 en 2009 blijft het aantal mannelijke radiologen ook constant. Figuur 4.11: aantal mannelijke en vrouwelijke arts-stafleden
In een onderzoek van Rosenquist C.J. (1995) wordt er verondersteld dat de verwachting in 2010 van het aantal vrouwelijke radiologen 29% bedraagt. Het percentage vrouwelijke radiologen in het jaar 2009 bedraagt 35. De dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent zit dus met een hoger aantal vrouwelijke radiologen in vergelijking met de verwachting in bovengenoemde studie.
49
4.3.5 Aantal onderzoeken – aantal patiënten In figuur 4.12 worden het aantal onderzoeken en het aantal patiënten weergegeven op de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Gent. De gegevens zijn verzameld van het jaar 1999 tot en met de eerste drie maanden van het jaar 2010. Aan de hand van de reeds gekende cijfers van deze drie maanden is er een voorspelling gemaakt naar het aantal onderzoeken en patiënten in 2010. Het aantal onderzoeken ligt hoger dan het aantal patiënten. Dit komt omdat één patiënt soms meerdere onderzoeken krijgt. Zo kan de patiënt zowel een CT als een MR krijgen. Dit zijn dan twee onderzoeken voor één patiënt. Zowel het aantal onderzoeken als het aantal patiënten stijgt over het algemeen gedurende de 10-jarige periode. Voor het aantal patiënten is er een lichte daling in het jaar 2001 en dit gaat gepaard met een lichte daling voor het aantal onderzoeken. Het aantal onderzoeken stijgt van het jaar 1999 tot 2009 met 24,6% en het aantal patiënten stijgt met 17,6%. In het jaar 2010 wordt er terug een stijging verwacht voor het aantal onderzoeken en het aantal patiëntenbezoeken. De sterkste stijging op de grafiek is te vinden tussen het jaar 2006 en 2007 en dit voor het aantal onderzoeken. Er is dan een stijging van 7,2%.
50
Figuur 4.12: aantal onderzoeken – aantal patiënten (1999 tot 2010)
Figuur 4.13 toont het aantal patiënten voor de verschillende soorten onderzoeken: conventioneel, CT en NMR. Het grootste aantal onderzoeken is nog steeds conventioneel, gevolgd door CT en dan MR. De conventionele onderzoeken blijven tot en met het jaar 2006 onder de 100.000 onderzoeken. Ze kennen een daling in de jaren 2000, 2001 en 2002 en stijgen weer van 2003 tot 2008 om daarna terug te dalen in het jaar 2009. In 1999 zijn er 16.017 CT onderzoeken uitgevoerd. Tien jaar later zijn er 23.097 uitgevoerd. Dit geeft dus een stijging van 44,2%. Het laatste jaar is er een kleine daling van 178 onderzoeken waarneembaar op de grafiek. Dit is de enige daling voor de CT onderzoeken. In 2001 dalen zowel de conventionele onderzoeken als de MR onderzoeken. De CT onderzoeken blijven ook dan in stijgende lijn. De laatste groep zijn de MR onderzoeken. Deze onderzoeken vormen het kleinste aandeel van alle onderzoeken op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent.
51
De MR onderzoeken dalen in het jaar 2001 maar blijven overigens steeds in positieve evolutie. Er is een stijging van 85,3% van 1999 tot 2009. De twee momenten waar het aantal MR onderzoeken het meeste stijgen zijn in 2004 en 2009 (gekoppeld aan verruimen, van de openingsuren in 2004 en de aanschaf van een derde toestel in 2009). De grootste stijging gedurende de 10-jarige periode is vast te stellen bij de MR onderzoeken, daarna de CT onderzoeken en als laatste de conventionele onderzoeken. Ook in deze grafiek wordt een voorspelling van het jaar 2010 voorgesteld naar het aantal patiëntenbezoeken per soort onderzoek. We verwachten dat het aantal conventionele onderzoeken verder zal stijgen. Het aantal mobiele onderzoeken zal mogelijks een lichte daling ondergaan, in tegenstelling tot de CT en MR onderzoeken. De interventionele en vasculaire onderzoeken schommelen tussen 1003 en 1348 onderzoeken. Enkele dalingen worden vastgesteld in de jaren 2001 en 2003. Het jaar 2004 telt twee onderzoeken meer dan het voorgaande jaar en het jaar 2005 wordt gekenmerkt met het minst aantal onderzoeken van de 10-jarige periode. Vanaf 2006 kent de interventionele en vasculaire radiologie een positieve evolutie. Verwacht wordt dat het aantal interventionele en vasculaire onderzoeken in 2010 verder zal stijgen.
52
Figuur 4.13: Onderzoeken: conventioneel, mobiel, CT, MR en interventioneel
Figuur 4.14 toont het verplegend personeel per onderzoek. De nachtdienst, pediatrie, hoofdverpleging en verantwoordelijke voorraadbeheer zijn hier niet weergegeven. Deze groepen bestaan uit één tot drie personen. De grafiek toont het aantal fulltime equivalenten (FTE) voor volgende onderzoeken: conventioneel, mobiel, interventioneel en vasculair, CT en NMR. De verpleegkundigen die conventionele onderzoeken uitvoeren verlopen in stijgende lijn. Er zijn enkele dalingen en dit voor de jaren 2000, 2003 en 2007. De fulltime equivalenten voor de conventionele onderzoeken zijn sinds 1999 met meer dan vijf FTE gestegen. De fulltime equivalenten voor de mobiele onderzoeken kennen een daling in het jaar 2000 en stijgen in het jaar daarop om dan in het jaar 2002 terug te dalen naar 4,5 FTE en dit cijfer blijft constant tot het jaar 2009. De fulltime equivalenten voor de CT en MR onderzoeken zijn in het jaar 2009 ten opzichte van het beginjaar meer dan verdubbeld.
53
Voor de CT onderzoeken zijn er dalingen in de volgende jaren: 2000, 2004 en 2008. Het hoogste aantal fulltime equivalenten voor de CT onderzoeken worden vastgesteld in het jaar 2009 en dit is ook van toepassing op de conventionele onderzoeken. De fulltime equivalenten voor de MR onderzoeken kennen drie dalingen in de 10-jarige periode. Dit zijn de jaren 2001, 2007 en 2009. De laatste groep verpleegkundigen zijn deze die interventionele en vasculaire onderzoeken uitvoeren. Voor deze groep vertoont de grafiek ook geen constante stijgende lijn. Deze groep wordt ook gekenmerkt door enkele dalingen in de jaren 2001, 2003 en 2006. In het jaar 2008 daalt het aantal fulltime equivalenten met 0,05 FTE en blijft in het jaar 2009 idem. Grafiek 4.14: Aantal FTE voor verpleging: conventioneel, mobiel, CT, MR en interventioneel
4.3.6 Enquête beroepsprofiel Technoloog Medische Beeldvorming Door de EHSAL is in het jaar 1999 een enquête afgenomen om een beeld te kunnen vormen van welk personeel er werkzaam was op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming.
54
Dit onderzoek werd gevoerd door de werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (2001). De enquête werd afgenomen van 24 afdelingen Radiologie en Medische Beeldvorming van 21 Vlaamse ziekenhuizen. De 24 afdelingen tellen in totaal 380 personeelsleden. De demografische verdeling van deze personeelsleden (Tabel 4.11) is als volgt: Tabel 11: Samenstelling van het personeel volgens geslacht, leeftijd en anciënniteit Vrouwen Mannen
159 221
Vrouwen Mannen
leeftijd jongste 22 21
Vrouwen Mannen
oudste 56 61
Gemiddelde anciënniteit 12.7 13.4
gemiddeld 37.8 38.8
Hoogste anciënniteit 34 39
Op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent bestaat het aantal vrouwen in 1999 uit 65,8%, terwijl het cijfer bij de mannen 34,2% bedraagt. In de enquête is het cijfer voor de mannen 58% en voor de vrouwen 42%.
55
We kunnen dus stellen dat op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent de vrouwen meer vertegenwoordigd zijn dan in de rest van Vlaanderen. In de enquête is voor de leeftijd een onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Bij de analyse van de gegevens van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent is er geen onderscheid gemaakt in geslacht. De gemiddelde leeftijd bedraagt 43,71 jaar. Dit ligt hoger dan de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse ziekenhuizen. De dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent heeft dus een oudere populatie. De minimum en maximum leeftijd op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent is respectievelijk 22 en 59 jaar. Deze cijfers zijn niet sterk verschillend van de minimum en maximum leeftijd in de Vlaamse ziekenhuizen. Voor het aantal jaren dienst is er terug een onderscheid gemaakt tussen de mannelijke en vrouwelijke personeelsleden. Bij de gegevens van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent is dit niet van toepassing. Het gemiddeld aantal jaren dienst bedraagt 15,83 jaar. Dit is bijna een verschil van drie jaar in vergelijking met het gemiddelde aantal jaren dienst in de enquête. Het personeel dat tewerkgesteld is op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent is reeds langer in dienst in vergelijking met het personeel tewerkgesteld in andere Vlaamse ziekenhuizen. Op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent is het hoogst aantal jaren dienst gelijk aan 36 jaar. Nemen we bij de enquête van de EHSAL ook het gemiddelde dan is dit 36,5 jaar. We kunnen besluiten dat het hoogst aantal jaren dienst op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent quasi gelijk is aan de andere Vlaamse ziekenhuizen.
56
De enquête deed ook navraag naar het opleidingsniveau van het personeel op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming in de Vlaamse ziekenhuizen. Tabel 4.12 geeft weer welk personeel er volgens de enquête tewerkgesteld is op de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie en of ze al dan niet een opleiding ‘medische beeldvorming’ hebben gevolgd. Tabel 4.12: Opleidingsniveau Geen opleiding Gegradueerde verpleegkundige Gebrevetteerde verpleegkundige Verpleegassistent(e) Kinderverzorgster Niet verpleegkundige Buitenlands MBV
Totaal
101
Opleiding ‘medische beeldvorming’ 45
61
25
86
5 8 28
0 0 102
5 8 130
0 203
5 177
5 380
146
Het totaal aantal verplegend personeel bestaat uit 250 personeelsleden en het niet-verplegend personeel bestaat uit 130 personeelsleden. Ook de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent volgt dezelfde trend. Het aantal verplegend personeel is daar ook de overheersende onderverdeling. Bekijken we het verplegend personeel in de enquête naderbij dan zien we dat het aantal verpleegassistenten en kinderverzorgsters de twee kleinste groepen vormen. Ook dit vinden we terug in de
57
personeelsgegevens van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent in het jaar 1999. In deze enquête zijn de gegradueerde verpleegkundigen de belangrijkste groep van het verplegend personeel. In het personeelsbestand van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent kunnen we ook deze algemene tendens vaststellen. We kunnen concluderen dat er toch enkele verschillen waarneembaar zijn tussen de analyse van de gegevens van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent en de gegevens van de enquête van de EHSAL. 4.4 Het personeel in het UZ Gent Het Universitair Ziekenhuis Gent is met 1169 bedden het 2de grootste ziekenhuis van België. Er zijn in totaal een 4800 medewerkers actief, waarvan de medische staf er 600 telt en het verpleegkundig personeel 1700. (Duyck 2009)
58
V.
CONCLUSIES
Na het verzamelen en verwerken van de gegevens kunnen enkele conclusies worden vastgesteld. Bestuderen we de globale personeelssamenstelling op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent dan stellen we vast dat er een aantal verschillen op te merken zijn tussen het beginjaar 1999 en het eindjaar 2009. Voor de verschillende variabelen zijn hieronder verschillende conclusies beschreven. Zoals alle organisaties heeft de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent ook een missie. In de missie van de Klinisch Ondersteunende Sector, waaronder de dienst Medische Beeldvorming en Radiologie zich situeert, staan de volgende principes van de missie beschreven: - de patiënt staat centraal met bijzondere aandacht voor een vlotte toegankelijkheid, snelle dienstverlening en kwaliteitsvolle berichtgeving - de medisch specialisten werken samen met deskundige verpleegkundigen, laboranten en technici, en dit zowel op inhoudelijk als organisatorisch vlak - de sector wil transmurale samenwerkingsverbanden aangaan, zodat elke patiënt de noodzakelijke ondersteuning ontvangt bij een correcte diagnose en het ontvangen van de juiste zorg - continue verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening wordt nagestreefd door permanente vorming van personeel - aandacht voor medewerkers is essentieel om de motivatie en betrokkenheid te bevorderen (UZ Gent, 2010)
59
De opleiding Bekijken we de gegevens in verband met de opleidingen van het personeel op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent dan kan er worden vastgesteld dat verpleegassistenten en kinderverzorgsters niet meer worden aangeworven. Deze in dienst mogen in hun functie verder blijven werken, maar er worden geen nieuwe verpleegassistenten en kinderverzorgsters gerekruteerd. Een mogelijke verklaring kan worden gezocht in het feit dat de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent op zoek is naar meer gekwalificeerd personeel. Door de keuze te maken voor meer opgeleid personeel voldoet de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis aan de missie die streeft naar deskundige verpleegkundigen en een continue verbetering. Daardoor blijft het aantal gegradueerde verpleegkundigen tijdens de bestudeerde periode steeds een grote groep. Ook de Technologen Medische Beeldvorming worden meer en meer gerekruteerd. Gebrevetteerde verpleegkundigen verdwijnen stilaan ook op de achtergrond, wellicht om dezelfde reden als die van verpleegassistenten en kinderverzorgsters. Een belangrijke verandering vindt plaats op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent tijdens de bestudeerde periode. Zo doet PACS intrede in de jaren 2005 en 2006. Het personeel op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent stijgt in het jaar 2006 met vijf personeelsleden waarvoor PACS misschien wel verantwoordelijk is, maar ook het aantal onderzoeken en patiënten stijgt in deze periode. De verdubbeling in 2006 van het aantal Technologen Medische Beeldvorming kan verklaard worden door de keuze voor meer gekwalificeerd, specifiek opgeleid personeel en door de intrede van PACS. Waarschijnlijk is niet enkel PACS verantwoordelijk voor het stijgend aantal Technologen Medische Beeldvorming. Er is een algemene positieve evolutie gedurende de bestudeerde periode voor de CT en
60
MR onderzoeken. Aangezien deze onderzoeken complexer zijn dan de conventionele radiologie vraagt dit soort onderzoeken meer hooggeschoolden. Vandaar dat de Technologen Medische Beeldvorming voornamelijk terug te vinden zijn bij de CT en MR onderzoeken. In 2007 daalt het totaal aantal personeelsleden met vier personen. Functies als werkmeester, gediplomeerde en gebrevetteerde verpleegkundigen worden niet meer vervangen. De keuze gaat naar gegradueerde verpleegkundigen en Technologen Medische Beeldvorming aangezien dit meer gekwalificeerd personeel is. Het niet-verpleegkundig personeel wordt meer vervangen door verplegend personeel. Dit kan worden verklaard door de komst van PACS. Voor de komst van de digitalisering was er personeel noodzakelijk voor het archiveren en opzoeken van radiologische opnames. Deze taken namen een groot deel van de tijd in beslag. Naar een verloren radiologische opname kon uren worden gezocht. De tijd van het opzoeken en archiveren van radiologische opnames is definitief voorbij door de digitalisering, waardoor er minder nietverplegend personeel nodig is. Het aandeel van de verpleging blijft groeien met in 2006 een stijging van 7,3% in vergelijking met het jaar 2003. Vergelijken we dit met het aantal onderzoeken en patiënten dan stellen we vast dat ook deze cijfers in stijgende lijn verlopen. Het aantal onderzoeken en patiënten stijgt met maar liefst 24,6% tussen het beginjaar 1999 en het eindjaar 2009. Door deze stijging is er ook meer nood aan verplegend personeel en kan dit de reden voor deze stijging verduidelijken. Het niet-verzorgend personeel kent daarentegen een daling. Het aandeel van de receptie, het secretariaat en het Doka personeel nemen af. Een verklaring voor het Doka personeel kan worden gevonden in het feit dat door de komst van het digitaal systeem, namelijk PACS, het niet meer nodig is om de film te ontwikkelen. Voor de komst van het digitaal systeem was het ontwikkelen van de film de voornaamste taak van het Doka personeel. In 2009 zijn het
61
aantal personeelsleden voor de onderverdeling Doka met vier personen gedaald in vergelijking met het beginjaar 1999. Door de komst van PACS kan er worden bespaard op de technici, die instaan voor donkere kamer, aangezien deze niet langer meer nodig zijn. De personeelskost die daardoor wordt gespaard wordt wellicht te niet gedaan, aangezien er ook moet worden geïnvesteerd in informatica. (Strickland, 2000) We kunnen deze investering in informatica terugvinden in het jaar 2006. Het is dan dat PACS wordt geïntroduceerd en er door de digitalisering meer nood is aan ondersteuning door informatica. Over de bestudeerde periode is ook vast te stellen dat het aantal correspondenten in dalende lijn verloopt. Deze personeelsleden worden ook niet meer vervangen wanneer ze het ziekenhuis verlaten. Er wordt geopteerd voor medische secretaresses. Deze zijn beter geschoold in de medische terminologie. Een mogelijke taak van de correspondenten was het ronddelen van de post. Door de informatisering zijn deze personeelsleden ook niet langer meer nodig. Veel van de briefwisseling gebeurt via e-mail en aan de hand van centrale programma’s heeft iedereen toegang tot dezelfde informatie. Niet enkel het verpleegkundig personeel kent een stijging veroorzaakt door het toenemend aantal onderzoeken. Ook de artsstafleden kennen een stijging. Zij staan namelijk in voor het interpreteren van de radiologische opnames en door de stijging in het aantal radiologische opnames is er ook een positieve evolutie in het aantal arts-stafleden. In 1997 was er een gekende, historische onderbestaffing van geneesheer radiologen. Een inhaalbeweging werd dan ingezet. Zo kent het aantal arts-stafleden tussen het jaar 1999 en 2009 een verdubbeling. Er wordt in het beginjaar gestart met negen artsstafleden en in het eindjaar zijn er reeds 20 arts-stafleden op de
62
dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. De grootste stijging in het aantal onderzoeken is terug te vinden in het jaar 2007. Dit kan een mogelijke verklaring zijn voor het feit dat het aantal tewerkgestelde radiologen gedurende de 10-jarige periode het grootst is in 2007. Door de groeiende complexiteit van de dienst met twee diensthoofden en twee afdelingshoofden kwam meer nood aan medische secretaresses. Demografische gegevens Naast het analyseren van de gegevens betreffende de opleidingen kunnen volgende conclusies worden gevonden voor de demografische gegevens. Van 1999 tot 2004 schommelt de gemiddelde leeftijd van het personeel exclusief radiologen op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent rond de 43,5 jaar. De gemiddelde leeftijd begint te dalen vanaf het jaar 2005. De intrede van PACS kan misschien wel verantwoordelijk zijn voor deze daling, alsook door de spontane pensionering van enkele werknemers. Er wordt geopteerd voor meer gekwalificeerd personeel, zoals Technologen Medische Beeldvorming. Personeelsleden met deze opleiding zijn nog jong aangezien de opleiding pas opgestart is in 1998 en de eerste afgestudeerden terug te vinden zijn in het jaar 2001. Door deze Technologen Medische Beeldvorming in dienst te nemen treedt er een verjonging op van het personeel. Het niet-verplegend personeel, dat op oudere leeftijd uit dienst treedt, wordt niet meer vervangen waardoor er ruimte vrijkomt voor het aanwerven van nieuwe jonge kwaliteitsvolle krachten. Vanaf het jaar 2005 blijft de leeftijd in dalende lijn wat kan worden verklaard door het alsmaar toenemend aantal Technologen Medische Beeldvorming. Deze tendens zal zich waarschijnlijk de volgende
63
jaren verder zetten, aangezien de verwachting voor het jaar 2010 aantoont dat het aantal CT en MR onderzoeken verder zal stijgen, waardoor er meer nood zal ontstaan aan Technologen Medische Beeldvorming en gegradueerde verpleegkundigen. De minimale leeftijd is steeds tussen de 20 en de 23 jaar. De maximale leeftijd is steeds tussen 59 en 62 jaar. We kunnen besluiten dat over de 10-jarige periode er steeds jong personeel actief is en er dus steeds nieuwe werkkrachten worden aangeworven. Naast de leeftijd bestuderen we ook het aantal jaren dienst op de afdeling Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Het gemiddeld aantal jaren dienst bevindt zich tussen de 15 en 17 jaar in de jaren 1999 tot 2004. Vanaf 2005 wordt de gemiddelde leeftijd gekenmerkt door een daling van 1,5 jaar in vergelijking met het jaar 2004. Dit kan worden verklaard door de daling van het aantal verpleegassistenten, geschoolde werkmannen en correspondenten, die reeds langere tijd in dienst zijn, en de stijging van het aantal Technologen Medische Beeldvorming. In het eindjaar 2009 is het gemiddeld aantal jaren dienst het laagst van de bestudeerde periode. Dit is wellicht ook te verklaren door het toenemend aantal hooggeschoolden en het dalend aantal laaggeschoolden. In 2002 vond een onderzoek plaats door de Katholieke Universiteit Leuven. Het onderzoek: “Het verpleegkundig beroep in crisis?” bestudeerde de gegevens betreffende de demografische gegevens van 9941 verpleegkundigen uit 22 Belgische ziekenhuizen, waaronder ook het Universitair Ziekenhuis Gent. Deze studie, van 2001 tot 2003, gebeurde in opdracht van het Ministerie van sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. Door middel van een vragenlijst werden de demografische gegevens van de verpleegkundigen bevraagd. De gegevens werden verzameld in het jaar 2002.
64
De ondervraagde personen hebben een leeftijd van 20 tot 65 jaar. Voor de verpleegkundigen op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent bedraagt de leeftijd tussen de 21 en 58 jaar. De maximum leeftijd ligt op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent lager dan de maximum leeftijd uit de studie. De minimum leeftijd verschilt slechts één jaar. De gemiddelde leeftijd uit de studie bedraagt 37 jaar en de gemiddelde jaren dienst bedraagt ongeveer 15 jaar. Vergelijken we deze cijfers met deze van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent dan stellen we vast dat de gemiddelde leeftijd 41,33 jaar bedraagt. We concluderen dat de verpleegkundigen een hogere gemiddelde leeftijd hebben op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent dan in de studie. Voor het aantal jaren dienst kunnen we besluiten dat het gemiddelde aantal jaren dienst voor de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent lager ligt, aangezien er een gemiddelde is van 12,92 jaar. De verhouding van mannen ten opzichte van vrouwen in het onderzoek bedraagt 1 op 6. Deze verhouding is op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent niet van toepassing. Het aantal vrouwelijke verpleegkundigen op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent bedraagt in het jaar 2002 namelijk 57,1% en voor de mannelijke verpleegkundigen is dit 42,9%. De mannen zijn in de minderheid, maar zeker niet zo sterk als in het algemene onderzoek. De studie besluit dat het voornamelijk over een vrouwelijke populatie gaat, wat we ook kunnen vinden in de gegevens van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent.
65
De onderzochte populatie in de studie bestaat voornamelijk uit gegradueerde verpleegkundigen (ongeveer ¾) en een klein aantal gediplomeerde verpleegkundigen (ongeveer ¼). Ook op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent kunnen we zien dat de gegradueerde verpleegkundigen de grootste groep vormen van het totaal aantal verpleegkundige personeelsleden. (Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap Katholieke Universiteit Leuven, 2001 - 2003) Demografische gegevens: radiologen Naast de demografische gegevens van het verpleegkundig en niet-verpleegkundig personeel bekijken we de demografische gegevens van de artsen. Vanaf het jaar 2000 is er een daling van de zowel de gemiddelde leeftijd als het gemiddelde aantal jaren dienst. Door het rekruteren van nieuwe radiologen dalen beide. In 2002 is het laagste punt voor zowel de gemiddelde leeftijd als het gemiddeld aantal jaren dienst bereikt. Van 2008 naar 2009 is er een duidelijke stijging waarneembaar. Er worden ook in deze periode gaan nieuwe radiologen aangeworven waardoor zowel de gemiddelde leeftijd als het aantal jaren dienst verhogen. In de jaren 1999 en 2000 is er geen vrouwelijke radiologe op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent tewerkgesteld. Dit kan worden verklaard door het feit dat de opleiding geneeskunde vroeger werd gevolgd door voornamelijk mannen. Door de jaren heen is er een evolutie in het aantal vrouwelijk artsen en vinden we een stijging terug voor het aantal vrouwelijke radiologen op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Algemeen kan worden besloten dat de personeelssamenstelling op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair
66
Ziekenhuis Gent sterk geëvolueerd is tijdens de afgelopen 10 jaar. Uit de analyse van de gegevens is het duidelijk merkbaar dat de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent streeft naar de missie en bijna uitsluitend of zelfs uitsluitend hooggeschoolden aanwerft.
67
VI.
DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN
Het zou goed zijn deze studie nogmaals te herhalen over 10 jaar om zo een vergelijking te kunnen maken met de voorliggende studie. Er kan worden verondersteld dat de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent nog verder zal evolueren gedurende de komende jaren. Misschien verdwijnen op dienst alle verpleegkundigen en worden zij vervangen door uitsluitend Technologen Medische Beeldvorming. Zal er wel voldoende hooggekwalificeerd personeel kunnen gevonden worden? Tot op vandaag is er nog steeds een tekort aan verpleegkundig personeel. In België ontstaat ook een tekort aan artsen. Zal deze tendens zich verder zetten en zo ja ook op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent? Het management van de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het Universitair Ziekenhuis Gent ontwikkelt de visie om in de toekomst taken van radiologen eventueel te laten overnemen door deze Technologen Medische Beeldvorming en hooggeschoolde verpleegkundigen.
68
LITERATUURLIJST
Bansal, G.J. (2006). Digital radiography. A comparison with modern conventional imaging [Elektronische versie]. Postgraduate Medical Journal, 82, 425 – 428.
Bramson, R.T. and Bramson, R.A. (2005). Overcoming Obstacles to Work-Changing Technology Such As PACS and Voice Recognition. [Elektronische versie]. American Journal of Roentgenology, vol. 184, June 2005, 1727 – 1730.
Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap Katholieke Universiteit Leuven, 2001 – 2003. Het verpleegkundig beroep in crisis?
Duyck, P. (2009). Digitizing a Radiology Department: User Acceptance of a Picture Archiving and Communication System. Ghent University, Faculty of Economics and Business administration
Doby, T. (1992). Cerebral Angiography and Egas Moniz [Elektronische versie]. American Journal of Roentgenology, vol. 159, issue 2, 364. Foulger , S. (1995). The discovery of x-rays [Elektronische versie]. Physics education, 30, 330 – 334
69
Frankel, I.R. (1996). Centennial of Röntgen’s Discovery of X-rays. Western Journal of Medicine, 164(6), 497 – 501
Fridell, K., Edgren, L., Lindsköld, L., Aspelin, P. and Lundberg, N. (2007). The Impact of PACS on Radiologists’ Work Practice [Elektronische versie]. Journal of Digital Imaging, vol 20 (4), 411 – 421
Lass, P. (2002). Nuclear medicine technologists training in European countries [Elektronische versie]. European Journal of Nuclear Medicine and Molecular Imaging, vol 29 (8), 1083 – 1090
Law, M.Y.Y. and Zhou, Z. (2003). New direction in PACS education and training. Computerized Medical Imaging and Graphics, 27 (2), 147 - 156
MacNay, M.B. and Fleming J.E.E. (1999). Forty years of obstetric ultrasound 1957-1997 : From a-scope to three dimensions [Elektronische versie]. Ultrasound in medicine & biology , vol 25, nr. 1, 3 – 56
Pilling, J. R. (2003). Picture archiving and communication system: the users’ view [Elektronische versie]. The British Journal of Radiology, 76, 519 - 524.
70
Reiner, B.I., Siegel, E.L., Khan, S. (2003). Evolution of the Digital Revolution: A Radiologist Perspective [Elektronische versie]. Journal of Digital Imaging, vol. 16, nr. 4, 324 – 330.
Rinck, P. A. (2008). A short history of magnetic resonance imaging [Elektronische versie]. Spectroscopy Europe, vol 20, nr. 1, 7 – 9
Rosenquist, C.J. (1995). How many radiologists will be needed in the years 2000 and 2010? Projections based on estimates of future supply and demand [Elektronische versie]. American Journal of Roentgenology, Vol 164, 805-809.
Shannoun, F., Blettner M., Schmidberger H., Zeeb H. (2008). Radiation protection in diagnostic Radiology [Elektronische versie]. Deutsches Ärzteblatt international, Vol 105, nr.3, 41 – 46.
Siegel, E. and Brown, A. (1994). Preliminary impacts of PACS Technology on Radiology Department Operations [Elektronische versie]. Proceedings Annual Symposium on Computer Application in Medical Care, 1994, 917 – 921.
Siegel, E.L., Reiner, M.D. (2003). Work flow redesign: the key to success when using PACS [Elektronische versie]. Journal of Digital Imaging, vol 16, nr. 1, 164 – 168.
71
Tan, S.L., Lewis, R. A. (2009). Picture archiving and communication systems: A multicentre survey of users experience and satisfaction. [Elektronische versie]. European Journal of Radiology, 2009, June.
UZ Gent: Missie Klinisch Ondersteunende Sector (s.d.) Geraadpleegd op 25 april 2010, op http://www.uzgent.be/wps/wcm/connect/nl/web/algemeen/uzgent/sec torale+organisatiestructuur/klinisch+ondersteunende+sector
Van Tiggelen, R. (2007). De schedel doorgelicht: geïllustreerde geschiedenis van de neuroradiologie. Brussel : Memogrames – les éditions de la mémoire.
Van Tiggelen, R. (brochure). De “her”ontdekking der x-stralen.
Watmough, C. and Lamb, C.R. (2006). Computed Tomography: principles and applications [Elektronische versie]. Compendium, vol 28, nr. 11, 789 – 800
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (2001). Studie 187: Beroepsprofiel Technoloog Medische Beeldvorming.
72
BIJLAGE 1: Taakomschrijvingen TECHNOLOOG MEDISCHE BEELDVORMING OF GEGRADUEERD VERPLEEGKUNDIGE CONVENTIONELE RADIOLOGIE/MAMMO/CT/NMR/MOBIELE EQUIPE
-
Je staat in voor de bediening van alle conventionele röntgentoestellen, mammografie-apparatuur, toestellen van CT/PET-CT en magnetische resonantie.
-
Je neemt röntgenopnamen aan bed, in de operatiezalen en op de dienst Intensieve Zorgen.
-
Je voert uit en/of werkt mee aan radiologische onderzoeken in de Medische Beeldvorming.
-
Je staat in voor het onthaal van de patiënten.
-
Je houdt de dossiers en de patiëntenbestanden bij en je voert alle bijhorende administratieve taken uit.
-
Je werkt mee aan het opzoekingswerk en verwerking van de gegevens voor klinische studies.
-
Je verwerkt de gegevens op menugestuurde computerprogramma’s.
-
Je staat in voor het onderhoud van gebruiksgoederen, computerpark, röntgenapparatuur en bijkomende PC apparatuur.
VERPLEEGKUNDIGE VASCULAIRE EN INTERVENTIONELE RADIOLOGIE
-
Bediening van angiografietoestellen vanaf de console en aan de onderzoekstafel.
73
-
Voorbereiden van en assisteren bij invasieve onderzoeken.
-
Vervaardigen van digitale outprints van onderzoeken.
-
Archiveren van beelden op digitale media.
-
Bedienen van computers voor patiëntenregistratie en archivering.
-
Bestellen van catheterisatiemateriaal en opvolgen van materiaalleveringen.
-
Bereidheid tot bediening van alle conventionele röntgentoestellen.
ADMINISTRATIEVE EQUIPE
RECEPTIE -
Onthaal van de patiënt en doorverwijzing naar de wachtzaal.
-
Controleren van de administratieve gegevens op juistheid.
-
Controleren en inbrengen van gegevens van het aanvraagformulier (OCS/niet-OCS) via het radiologie informatie systeem (RIS).
-
Samenstellen
en
doorgeven
van
het
aanvraagdossier
aan
de
verpleegkundige/technoloog medische beeldvorming. -
Opvang van patiënten bij vragen, problemen en klachten en indien nodig de bevoegde radioloog, de adjunct-hoofdverpleegkundige, verpleegkundige/technoloog of de aanvragende dienst contacteren.
-
Observatie van de wachtzaal, hulpmiddelen aanreiken aan patiënten en melden van noodsituaties.
-
Opvolgen van het interne en externe vervoer van patiënten.
-
Verwerken van dossiers en beeldmateriaal.
-
Instaan voor de verwerking van dossiers en beeldmateriaal teneinde data vlot terug te vinden en een vlotte service te verlenen naar de aanvragers.
-
Vastleggen van afspraken via telefoon of aan de receptie.
-
Verstrekken van de nodige informatie aan de patiënt of aanvrager.
74
-
Indien nodig en afhankelijk van het onderzoek een radioloog of verpleegkundige/technoloog raadplegen alvorens een afspraak vast te leggen.
-
Verdelen van interne post en brengen van uitgaande briefwisseling naar UZ-postkantoor.
-
Sorteren en ronddragen van inkomende briefwisseling.
-
Sorteren en afwerken van de was.
-
Bij dienstnoodwendigheden taken uitvoeren in opdracht van de leidinggevende.
-
Beheer van de bibliotheek: inventariseren van leveringen, archiveren van boeken en tijdschriften en opzoeken/kopiëren van artikels.
DOKA -
Cd’s branden en cd en/of protocol meegeven aan patiënt.
-
Cd en/of protocol opsturen naar de aanvrager.
-
Inbrengen, opzoeken en verwerken van gegevens i.v.m. patiëntenflow en protocols in de databanken.
-
Checken of het onderzoeksdossier volledig is.
-
Gegevens en wijzigingen in de getarifeerde prestaties doorgeven aan de datanurse.
-
Administratieve opvolging van wetenschappelijk onderzoek, studie, expertise.
-
Bedienen van PACS, cd’s inlezen, analoge clichés inlezen,…
-
Klasseren van uitgevoerde aanvragen.
SECRETARIAAT -
Coördinatie en ondersteuning van het secretariaatswerk, logistiek en administratie van het medisch en logistiek hoofd en academisch hoofd.
-
Opvolging boordtabellen.
75
-
Instaan voor personeelsadministratie.
-
Stockbeheer onderhouden.
-
Ondersteuning facturatie en controle.
-
Uittypen van een gedicteerd protocol.
-
Door de arts gecontroleerde protocols verbeteren en correct aanduiden.
INFORMATICA (PROJECTINGENIEUR)
-
Het implementeren, beheer en ondersteuning van radiologische IT projecten waaronder: o
RIS (radiologisch informatiesysteem)
o
Koppelingen
tussen
RIS
en
ZIS
(ziekenhuis
informatiesysteem)
-
o
PACS (picture archiving and communication system)
o
Koppelingen tussen PACS en RIS
o
Koppelingen tussen PACS en radiologische toestellen
o
Systeem voor digitaal dictaat en spraakherkenning
o
Integratie van RIS, PACS en systeem voor digitaal dictaat
o
Ondersteuning en initiatief bij wetenschappelijk onderzoek
Ondersteuning in de toepassing van informatica naar management en beheer.
-
Opleiden van een zeer verscheiden publiek in het gebruik van gespecialiseerde software tot zelfstandig aanwenden in hun werksituatie.
-
Ondersteuning geven aan de eindgebruiker voor een optimaal gebruik van gespecialiseerde software.
-
Opleiden en helpen van de eindgebruiker met diverse functies.
76
-
Organisatie van vorming, planning, opstellen, aanmaken en bijwerken van handleidingen, de werkboeken en de online helpteksten.
-
Onderhouden van contacten en plegen van overleg met de medewerkers in verband met implementeren van de software, het oplossen van problemen en toepassen van procedures, zowel intern als extern.
-
Zorgen dat de software zo efficiënt en gebruiksvriendelijk mogelijk geïmplementeerd wordt.
-
Uitvoeren van noodzakelijke opdrachten voor exploitatie, onderhoud van bestaande toepassingen en databases.
-
Je ageert als tussenpersoon in verband met ICT implementaties en andere projecten van de dienst. Hierin onderhoudt je zowel informerende, adviserende, probleemoplossende en onderhandelende contacten met alle stakeholders.
77
78
79
80
81
82
83
84