ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Puitvoet
februari 2012
Toelichtingsnota
Departement Ruimte en Milieu Dienst Ruimtelijke Ordening Cel Ruimtelijke Planning
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
0
Inhoud 1. Inleiding 2. Ruimtelijke situering 3. Planningscontext 3.1 Feitelijke en juridische toestand 3.1.1 Feitelijke toestand 3.1.2 Juridisch kader 3.2 Beleidsplannen 3.3 Studies 4. Historisch overzicht 4.1 Het begin 4.2 BPA Puitvoet, de bescherming 4.3 BPA Puitvoet, 1ste wijziging 4.4 BPA Puitvoet, de verwerving 5. Bestaande ruimtelijke structuur 5.1 Parkgebied Puitvoet 5.2 Jeugd, sport en recreatie 5.3 Winkels en randgebied 5.4 Foto‟s bestaande toestand 6. Planopvatting 6.1 Visie structuurplan 6.2 Visie stadsbos Puitvoet 6.2.1 Algemene visie 6.2.2 Concepten stadsbos 6.2.3 Structuurschets 6.2.4 Uitwerking deelzones 6.3 Visie winkels en randbebouwing 6.4 Vertaling naar het verordenend grafisch plan 6.5 Toelichting bestemmingszones 7. Decretale bepalingen 7.1 Onderzoek tot m.e.r. 7.2 Veiligheidsrapportage 7.3 Watertoets 7.4 Ruimtebalans 7.5 Register
2 2 3
6
9
15
31
Figurenlijst Figuur 1: Situering op topografische kaart Figuur 2: BPA Puitvoet – 1ste wijziging Figuur 3: Aanduiding foto‟s Figuur 4: Gewenste ruimtelijke structuur Z-vormige bosstructuur Figuur 5: Structuurschets stadsbos Puitvoet Figuur 6: Uittreksel grafisch plan RUP Puitvoet met aanduiding deelzones Figuur 7: Register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade kan verschuldigd zijn
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
1
1. Inleiding De opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor Puitvoet is een bindende bepaling die opgenomen is in het ruimtelijk structuurplan Sint-Niklaas (GRS p. 334). Het RUP Puitvoet wordt opgemaakt voor de ontwikkeling van het stadsbos Puitvoet met perspectieven voor de aanwezige jeugd- en sportverenigingen en natuur- en bosontwikkeling, bestendigt de bestaande handelszaken op de hoek Kapelstraat/Puitvoetstraat en actualiseert de randbebouwing van het plangebied.
2. Ruimtelijke situering Puitvoet is gelegen op de stuifzandrug Waasmunster-Beveren die zich ten zuiden van de stadskern situeert. Puitvoet vormt hierin een groot bosgeheel aan de rand van de stad, ingesloten tussen bedrijventerreinen (industrieparken), lintbebouwing, grootschalige handelscomplexen (Waasland Shopping Center) en infrastructuren (N16, E17). Meer bepaald wordt het in het noorden begrensd door de Kapelstraat, in het westen door de Dendermondse Steenweg, in het oosten door de Puitvoetstraat en in het zuiden door het Industriepark-West. De totale oppervlakte van het gebied bedraagt ongeveer 80 ha. De open ruimte van Puitvoet is een belangrijke buffer tussen de woongebieden van Sint-Niklaas en het industriegebied en de E17.
Figuur 1 Situering op topografisch kaart
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
2
3. Planningscontext 3.1
Feitelijke en juridische toestand
3.1.1
Feitelijke toestand
Zie plan feitelijke toestand (luchtfoto met aanduidingen). 3.1.2
Juridisch kader
Binnen het plangebied zijn volgende elementen terug te vinden (zie ook plan juridische toestand): Type Gewestplan BPA Beschermd monument Beschermd landschap Beschermd dorpsgezicht Habitatrichtlijngebied Vogelrichtlijngebied VEN – IVON
In het gebied Sint-Niklaas – Lokeren (K.B. 07/11/1978): woongebied en parkgebied Puitvoet1 -
Figuur 2 BPA Puitvoet – 1ste wijziging 1
BPA Puitvoet werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 17/11/1976. De eerste en tweede wijziging zijn goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van respectievelijk 10/09/1985 en 24/05/2004. De tweede wijziging betreft slechts een beperkte omzetting van openbaar groen (art. 7) naar strook voor wegen in het noordoosten van het BPA, buiten de grens van het RUP gelegen.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
3
3.2
Beleidsplannen
Type Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997)
Inhoudelijke elementen Sint-Niklaas is in het RSV geselecteerd als regionaal stedelijk gebied. De afbakening betreft een gewestelijke bevoegdheid. Puitvoet bevindt zich binnen de afbakeningslijn van het stedelijk gebied zoals opgenomen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “afbakening regionaalstedelijk gebied Sint-Niklaas” (Vl. Reg. 22-01-2007). In het afbakeningsproces werd Puitvoet voorgesteld als randstedelijk groengebied. Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen stelt voor het stedelijk gebied volgende doelstellingen voorop: het stimuleren en concentreren van activiteiten het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies Volgende ontwikkelingsperspectieven zijn onder meer van toepassing op het RUP: versterken van de multifunctionaliteit bundelen van de kleinhandel zorg voor collectieve en openbare ruimten behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan OostVlaanderen (2004)
Sint-Niklaas is een regionaal stedelijk gebied gelegen in het E17-netwerk dat aanzien wordt als een stedelijk netwerk op provinciaal niveau. Het ruimtelijke beleid is gericht op: het bieden van voldoende ruimte om bijkomende ontwikkelingen op te vangen het versterken van de woonomgevingskwaliteiten in het netwerk het behoud van de relatie tussen de openruimtegebieden doorheen het E17-netwerk Deze uitgangspunten worden vertaald in volgende ruimtelijke principes: structureren van de interne en externe bereikbaarheid wonen en woonondersteunende functies bundelen en verweven in de kernen openruimtecorridors, buffer tussen de stedelijke ontwikkelingen regionale economie op goed ontsloten plekken en gekoppeld aan de centrale plaatsen groenverbindingen in riviervalleien en tussen de groene stapstenen, als ecologische en recreatieve assen door het netwerk Het boscomplex Puitvoet wordt binnen het E17-netwerk aanzien als een groene stapsteen op de beboste dekzandrug Maldegem-Stekene.
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Sint-Niklaas (2006)
De bestendige deputatie keurde op 22 juni 2006 het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Sint-Niklaas goed. Volgende algemene beleidsdoelstellingen worden naar voor geschoven: een profilering van Sint-Niklaas als dynamisch handels- en dienstencentrum in de Vlaamse Ruit een versterkte rol van Sint-Niklaas als hoofdstad van het Waasland een bevestiging van Sint-Niklaas als belangrijkste tewerkstellingspool in het E17netwerk een kwalitatief beheer van de stad een gevarieerde uitbouw van de open ruimte Daarnaast worden volgende ruimtelijke concepten gehanteerd: bundelen van activiteiten in het stedelijk gebied van Sint-Niklaas uitbouw van kernen met een eigen identiteit de ruit als ontsluitingsprincipe voor het stedelijk gebied kwalitatieve lusstructuur multifunctionele Z-vormige bosstructuur valleigebied als ecologisch stiltegebied twee landschappelijke verbeterde, maar structurele landbouwgordels Puitvoet maakt deel uit van de Z-vormige bosstructuur en vormt hierin één van de vijf grote boscomplexen met een specifiek ruimtelijk-functioneel profiel. Puitvoet wordt verder uitgebouwd tot een volwaardig stadsbos. Hiertoe worden de bestaande bossen uitgebreid en aangelegd met een ecologische en een natuureducatieve functie en in functie van zachte recreatie voor de stedeling. Hiertoe wordt de volledige oppervlakte ingenomen die
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
4
bestemd is op het gewestplan als parkgebied. De verdere uitbreiding van bedrijven, woningen of handelszaken in het parkgebied wordt tegengegaan. De relatie van Puitvoet met het stadscentrum wordt verbeterd en aangepast in functie van het openbaar vervoer en de fiets.
3.3
Studies
Type Biotoopstudie (1997)
Inhoudelijke elementen
Ontwerp bosbeheerplan prioritair gebied (1998)
Een ontwerp bosbeheerplan werd afgewerkt op 25 november 1998. Dit beheerplan behelst alle percelen van het prioriteitsgebied. Het prioritair gebied is een afbakening van die percelen die de stad op termijn in eerste instantie wil aankopen. Het ontwerp beheerplan erkent de vraag naar speelbossen en –terreinen, maar stelt dat het beschreven gebied te klein is om hieraan te voldoen. Indien een plan wordt opgesteld voor heel het BPA, dan zal er meer ruimte zijn om aan alle wensen/functies te voldoen.
Natuurleerpad
In het verleden werd een ontwerp voor een natuurleerpad in Puitvoet uitgeschreven. Dit werd echter nooit uitgevoerd op het terrein. Het is een natuurleerpad voor kinderen, met aandacht voor het gebied zelf: vegetatie, geschiedenis, etages in het bos,… maar ook voor de relatie met de omgeving (verstoringen, eiland natuur dicht bij de stad). Mits enige verdere uitwerking kan dit pad snel gerealiseerd worden.
GNOP (1996)
Actie 30) Verdere aankoop, in aansluiting van de reeds aangekochte percelen, in het op het gewestplan aangeduide parkgebied te Puitvoet. Op middellange termijn wordt hier een groenzone bestaande uit gemengd loofbos aangelegd waar naast de ecologische en natuureducatieve functie, de zachte recreatie een belangrijke rol speelt. In een op te stellen beheersplan voor de bossen van Puitvoet worden bovenstaande zaken benadrukt. De Jeugdraad krijgt een belangrijke taak in de praktische uitvoering van het beheer van het gebied (Blz. 6.8: Actieplan/deelgebied specifieke acties).
Project Groene Ruimte (2000)
Beleidsnota Groene Ruimte Site “Sint-Niklaas 2” – Puitvoet:
Tweede Witboek (2007)
Bij het begin van de nieuwe bestuursperiode werd een leidraad gedefinieerd voor het beleid van de stad gedurende de periode 2007-2012. In dit tweede witboek onder “een duurzame leefomgeving” wordt bepaald dat de nieuwe bestuursploeg de groene ruimte verder zal uitbouwen. M.b.t. kwaliteitsvol groen in het stedelijk gebied zal het bestuur het nodige doen om het stadsbos Puitvoet te realiseren op basis van een op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan. (p. 21)
Milieubeleidsplan (2006)
Dit zijn de betreffende acties van het milieubeleidsplan over Puitvoet:
In november 1997 werd een biotoopstudie van Puitvoet afgerond. Dit gebeurde in het kader van een cursus „natuurgids‟ en werd uitgevoerd door Marc Lamont en Amedee Van Gasse. De studie beschrijft de waargenomen vogels, zoogdieren, planten. Ze haalt ook de druk op het milieu aan en geeft enkele suggesties voor biotoopbeheer en natuurherstel.
De stad verwerft het bestaande bos. Puitvoet moet een multifunctioneel gebied worden met een ecologische, recreatieve, sociale, natuur - educatieve functie. Er wordt een werkgroep Puitvoet opgericht met vertegenwoordigers van de betrokken adviesraden, stadsdiensten en vzw Puitvoet. Deze werkgroep werkt een duidelijke visie uit voor het hele B.P.A. Puitvoet. Over Puitvoet wordt opgemerkt: Dat het groot is en het enige bos in Sint-Niklaas dat zeer toegankelijk en gevarieerd is, maar het is er te druk. Het is er te parkachtig, te „clean‟, het kreupelhout is er weg. De prikkeldraad en bramen vormen een probleem voor spelen; Er wordt voorgesteld om Puitvoet uit te breiden, nieuwe bossen aan te planten, privébos te onteigenen, het bos minder parkachtig te beheren en containers te plaatsen voor het sorteren van afval. -
doelstelling 7.7, met betrekking tot bos: tegen het einde van de planperiode is het stadsbos Puitvoet gerealiseerd. Maatregelen en acties: NE0702: Bosbeheersplan voor Puitvoet opstellen NE0703: Acties van het bosbeheersplan Puitvoet uitvoeren op de percelen in eigendom NE0707: opmaak RUP voor Puitvoet NE0709: inrichtingsplan parkgebied Puitvoet NE0802: belanghebbenden laten participeren in het planningsproces Puitvoet NE0803: percelen in Puitvoet aankopen NE0901: Visie Puitvoet verder uitwerken en goedkeuren
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
5
Bosuitbreiding in het Waasland (2003)
In opdracht van Vlaams Gewest, Provincie Oost-Vlaanderen en Intercommunale Land Van Waas is er een studie uitgevoerd naar „de bebossingsmogelijkheden in het Waasland‟. Hierbij werd de mogelijkheid onderzocht voor de inplanting van 200 ha nieuw „recreatieve‟ (stads)bossen in het Waasland en 250 ha regionaal bos, met nadruk op het versterken van de bestaande natuurwaarden en dus aansluitend op reeds bestaande (oude) boskernen. Deze studie is tweeledig: het eerste deel vergelijkt verschillende zoekgebieden naar hun mogelijkheden, geschiktheid en knelpunten als plaats voor de inplanting van een recreatief bos. Het andere deel bestudeert de haalbaarheid van structuurversterkende bosuitbreiding als regionale bossen t.o.v. landbouw, natuur en landschap op de dekzandrug van Stekene en deels van Moerbeke. Puitvoet maakt deel uit van de prioritaire zoekzone.
Ruimtelijke visie landbouw, natuur en bos - regio Waasland (2008)
In het kader van het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in de regio Waasland werd een “eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur en programma van uitvoering” opgemaakt. In de gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte Land van Waas wordt Puitvoet aangeduid als stadsrandbos (gebied 24.4). Deze bossen worden maximaal behouden en versterkt binnen het landschappelijk kader. Versterking kan door bosuitbreiding en het realiseren van bosverbindingen. Bosuitbreiding sluit zoveel mogelijk aan op bestaande bossen en houdt rekening met de historische bosstructuren. Het heeft een ecologische meerwaarde en houdt rekening met specifieke natuur- en landschappelijke waarden. Een multifunctioneel gebruik en een duurzaam beheer van deze bossen is gewenst en wordt aangemoedigd. Andere zachte functies zijn mogelijk voor zover ze de ecologische draagkracht niet overschrijden.
4. Historisch overzicht 4.1
Het begin
De jaren ‟20 Op het eind van de jaren „20 gaan de eerste jeugdbewegingen van Sint-Niklaas (KSA, scouts en gidsen...) op zoek naar speelruimte voor hun activiteiten.
De jaren ‟30 Op het eind van de jaren „30 koopt een jeugdgezinde aalmoezenier een stuk grond aan in het huidige B.P.A. Puitvoet als speelruimte voor de jeugdbewegingen. Het hele gebied Puitvoet wordt, ondanks het gebrek aan accommodatie en nutsvoorzieningen steeds populairder bij de plaatselijke jeugdbewegingen en bij de plaatselijke bevolking.
De jaren ‟40 In de stad Sint-Niklaas is er een revival van (nieuwe) parochiecentra en scholen en dit gaat dikwijls ten koste van de plaatselijke jeugdbewegingen, die gedwongen worden een nieuwe stek te zoeken. Sommige jeugdbewegingen vinden dit op Puitvoet. De herbebossing van het gebied begint. Om de groenzone nog efficiënter te beschermen besluiten de beheerders van het scoutsdomein in 1949 om een vzw te stichten.
De jaren ‟50 De herbebossing van het gebied resulteert in een merkwaardig verschijnsel : “Het bos met chalet met prikkeldraad”. De expansie van de stad, de uitbreiding van het wegennet, de aanleg van de industrieparken en nieuwe woonwijken en, niet in het minst, het stijgend welvaartspeil van onze maatschappij zijn de externe aangelegenheden die de grootste invloed hebben op de geschiedenis van Puitvoet. Het gevolg is dat Puitvoet op termijn “ingekooid” wordt. De aanleg van de huidige N16 naar Temse en Mechelen, de huidige E17 en het industriepark West snijden Puitvoet af.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
6
4.2
BPA Puitvoet, de bescherming
In 1972 houdt de stedelijke jeugdraad van Sint-Niklaas een jongerencongres. Eén van de resoluties stelt dat Puivoet behouden moet worden als openbare, passieve - recreatieve zone (geen vestiging van uitgesproken competitie- en beroepssporten; onbelemmerd, vrij gebruik van de ruimte; zonder toegangsprijs toegankelijk voor heel de bevolking; minimale infrastructuur met een uitgesproken landelijk cachet in natuurlijke materialen; geen plaats voor commerciële uitbating). Puitvoet heeft voor hen een functie als landschap en groene long voor de stad; een buffer tussen het woongebied en de industrie langs de autosnelweg. In 1973 wordt de zone Puitvoet, die intens gebruikt wordt door verschillende jeugdverenigingen, op het gewestplan “Sint-Niklaas - Lokeren” ingekleurd als “parkgebied”. In 1975 besluit het stadsbestuur tot het oprichten van het Bijzonder Plan van Aanleg „Puitvoet‟. Het B.P.A. “Puitvoet” voorziet enerzijds de bestemming van de woonzone, anderzijds wordt met de goedkeuring van dit B.P.A. de bescherming nagestreefd van de bestaande groenzone. Het ligt echter in de bedoeling van het stadsbestuur om deze groenzone mettertijd als passief recreatiegebied volledig open te stellen voor het publiek. Met het oog daarop werd een onteigeningsplan opgemaakt voor + 49,50 ha grond. Tot deze recreatiezone worden 3 toegangen voorzien nl. één langs de Kapelstraat, één langs de Dendermondse steenweg en één langs de Puitvoetstraat.” Het B.P.A. Puitvoet omschrijft de bestemming van de groenzone Puitvoet meer gedetailleerd en daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds een zone voor openbaar groen, die is voorbehouden voor het aanleggen en uitrusten van recreatie- en rustruimten, wandelpaden, speelruimten... ten behoeve van de inwoners van de stad, en anderzijds een zone voor privaat groen met recreatieve bestemming, die is voorbehouden voor het aanleggen en uitrusten van recreatie- en speelruimte. Op basis van het gewestplan en het B.P.A. “Puitvoet” blijkt dat een ruime waaier van bestemmingen in de Puitvoet mogelijk is, waarbij ruimschoots kan voldaan worden aan de wensen van de Stedelijke Jeugdraad en de jeugd van Sint-Niklaas.
4.3
BPA Puitvoet, 1ste wijziging
In 1979 trekt de Stedelijke Jeugdraad van Sint-Niklaas aan de alarmbel, wanneer er sprake is van de inplanting van een administratief sportcomplex binnen het B.P.A. „Puitvoet‟. Zij vreest dat de inplanting van een sportcentrum het passief - recreatief karakter van deze zone zal aantasten. Als argumentatie beroept zij zich op de omschrijving van de parkzone in het Koninklijk Besluit en op een brief van 15 juni 1976 aan de Stedelijke Jeugdraad gebaseerd op de gemeenteraad van 23 april 1976 waar de bestemming van de “groenzone Puitvoet” nader omschreven wordt. De Stedelijke Jeugdraad van Sint-Niklaas vraagt dan ook dat: - De bestemming van het B.P.A. Puitvoet niet wordt gewijzigd en het gebied als groen, passief recreatiegebied blijft gehandhaafd; - Mogelijkheden worden onderzocht voor andere inplantingsplaatsen voor dit zinvol en verrijkend sportcentrum; - Deze recreatiezone niet nodeloos belast wordt met passionele sportfans. In 1985, vele jaren en een stadsfusie later komt er een wijziging van het B.P.A. Puitvoet die afziet van de onteigening van + 49,5 ha grond en een bestemmingswijziging inhoudt van de zone „openbaar groen met recreatieve bestemming‟ in „parkzone‟ (de bestemming voor dit gebied opgelegd door het Gewestplan Sint-Niklaas / Lokeren). Daarbij wordt de nadruk gelegd op enerzijds het beschermend karakter van deze bestemmingswijziging voor het ganse gebied en anderzijds het feit dat het stadsbestuur, indien dit nodig zou blijken in de toekomst, steeds tot een bestemmingswijziging van het goedgekeurde B.P.A. kan overgaan en eventueel een nieuw onteigeningsplan kan opmaken.
4.4
BPA Puitvoet, de verwerving
Onder impuls van de Stedelijke Jeugdraad worden sinds 1992 door het Stadsbestuur van Sint-Niklaas percelen als speelbos aangekocht in het B.P.A. Puitvoet. Voor een doelgerichte aankooppolitiek werd
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
7
beslist om een prioriteitsgebied aan te duiden waarin in een eerste fase percelen zullen worden aangekocht. Momenteel is reeds meer dan de helft van het aangeduide gebied in het bezit van de stad (18.283m²). De overige percelen binnen dit gebied zijn nog in het bezit van private eigenaars (15.485m²). Vanuit de Stedelijke Jeugdraad wordt uitdrukkelijk gepleit voor het behoud en de uitbreiding van de bestaande speelruimte in een groene omgeving o.m. van Puitvoet. Zij dringen er op aan het behoud van de speel- en kampeerfunctie van deze laatste groene long van de kernstad te garanderen. Momenteel hebben een drietal jeugdbewegingen er hun lokaal. Tientallen andere jeugdverenigingen maken er zeer frequent gebruik van. Binnen het prioriteitsgebied bevindt zich ook een perceel met het jeugdlokaal van de KSA. Elders beheert de vzw Puytvoet (Vereniging Puitvoet Kampeer- en Speelplein) 70.217 m². In de onmiddellijke nabijheid van het prioriteitsgebied en hierbij aansluitend heeft de Stad nog een aantal bospercelen in eigendom (11.315m²). In 1996 wordt in het Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan Sint-Niklaas volgend actiepunt vastgelegd: “Verdere aankoop, in aansluiting van de reeds aangekochte percelen, in het op het
gewestplan aangeduide parkgebied te Puitvoet. Op middellange termijn wordt hier een groenzone bestaande uit gemengd loofbos aangelegd waar naast de ecologische en natuur-educatieve functie, de zachte recreatie een belangrijke rol speelt. In een op te stellen beheersplan voor de bossen van Puitvoet worden bovenstaande zaken benadrukt. De Jeugdraad krijgt een belangrijke rol in de praktische uitvoering van het beheer van het gebied.”. Dit wordt ook benadrukt in het ontwerp Structuurplan Sint-Niklaas: “De bosstructuur te zuiden van Sint-Niklaas wordt versterkt en vervolledigd doorheen de ruitstructuur. Verder dient de toegankelijkheid van het stedelijk park Puitvoet vergroot te worden.”. Binnen de voorziene groenassen vervult Puitvoet een belangrijke rol: “Reeds in het verkeersleefbaarheidsplan was er sprake van een „groene noord-zuid as‟. Het gaat om een reeks groene gebieden die op een rij liggen, maar niet goed (voor langzaam verkeer) met elkaar verbonden zijn. Toevalligerwijs valt deze as bijna samen met de reeds bekende as Station – Markt - Koopcentrum. Vertrekkend van het station liggen de volgende groene onderdelen op deze as: parkje in de Stationstraat, het stedelijk Romain de Vidtspark met daaraan verbonden de Parklaan en de groene ruimten rond het ziekenhuis, de sportvelden aan de Azalealaan/Brugsken, de tuinen en de bosrestanten in en nabij het Fabiolapark en het stedelijk park Puitvoet (verborgen achter de bebouwing en het Koopcentrum). Er is al veel gezegd over de verbetering van deze zogenaamde as. Telkens kon de verbinding niet structureel worden verbeterd doordat er zich teveel verkeer door de stad afwikkelde. Aan sommige schakels kan wellicht al begonnen worden en op termijn kan ook de Parklaan worden heringericht t.v.v. het openbaar vervoer en ter versterking van het boulevardkarakter.” In 1997 kan geen enkele eigenaar meer worden overhaald vrijwillig een bosperceel binnen het BPA Puitvoet te verkopen aan het stadsbestuur. In de begroting 1998 wordt dit wel nog Pro Memorie vermeld voor het geval iemand zich toch nog zou bedenken. De toekomstige beheersmogelijkheid van het ganse natuur- en recreatiegebied geraakt in 1998 op de agenda van zowel de stedelijke adviesraad voor milieu en natuur als de vzw Puytvoet, die het ingesloten scoutsdomein beheert. Het lijkt noodzakelijk dat niet wordt gewacht met het uitstippelen van het beheer tot alle percelen in het bezit zijn van de vzw en/of het stadsbestuur. Het stadsbestuur betoont eind 1997 aan de Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme interesse voor het project “Groene Ruimte”, waarmee de afdelingen “Bos & Groen” en “Jeugdwerk” van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap de toegankelijkheid van de groene ruimte ten behoeve van jeugdwerkinitiatieven wil bevorderen. Op 9 december 1997 meldt ADJ dat Sint-Niklaas kan behoren tot het lijstje projectgemeenten. In 1999 wordt in de schoot van het project een werkgroep Puitvoet opgericht met vertegenwoordigers van de verschillende sectoren en belanghebbende partners (jeugd, milieu, landbouw, vzw Puytvoet, bosgroep Zandrug Maldegem-Stekene, …). Deze werkgroep komt gedurende de laatste 10 jaar samen om een globale visie uit te werken voor het volledige gebied Puitvoet. Voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan is de resultante van deze visie.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
8
5. Bestaande ruimtelijke structuur 5.1
Parkgebied Puitvoet
Op het gewestplan is Puitvoet ingekleurd als een omvangrijk parkgebied met een oppervlakte van 68,5 ha. BPA Puitvoet kleurt het gebied deels in als parkgebied en deels als privaat groen in functie van actieve recreatie. Binnen het parkgebied is ongeveer 28 ha bebost. Recent is hier ook een „Kom op tegen Kanker‟-bos aangeplant van 1,5 ha. De overige percelen zijn hoofdzakelijk in landbouwgebruik en in recreatief gebruik. De vegetaties lopen uiteen van naaldhoutaanplantingen tot natuurlijk loofbos en akkers. In het gebied Puitvoet komen een 40-tal grondeigenaars voor, waarvan er 15 zijn die 2 of meer percelen in eigendom hebben. Het Stadsbestuur Sint-Niklaas heeft hiervan actueel 8,7 ha in eigendom. De Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw heeft momenteel het project „Boscomplex Puitvoet‟ lopende om een gemeenschappelijk uitgebreid bosbeheerplan voor Puitvoet op te maken in samenwerking met de stad en 6 private eigenaars voor een gebied van 21,4 ha. Het project zal eind 2010 worden afgerond. Door Puitvoet lopen de waterlopen 2, 38, 39 en 40. Deze lopen noordwaarts en sluiten aan op de nieuw gegraven ringgracht. Deze ringgracht voert het water rondom Sint-Niklaas, langs de westkant, naar de Molenbeek. Binnen het parkgebied zijn er ook enkele voetwegels die het gebied doorwaadbaar maken: de Puitvoetwegel (voetweg nr. 80), de Georges Bruynincxwegel en privaatwegen. In het parkgebied zitten 11 zonevreemde woningen verspreid.
5.2
Jeugd, sport en recreatie
In het gebied Puitvoet zijn 3 jeugdbewegingen en 2 sportverenigingen actief. Een groot deel wordt beheerd door vzw Puytvoet. Het terrein van het domein Puytvoet is ongeveer 7,5 ha groot en omvat 3 gebouwen voor overnachtingen (de Blokhut, de Zevenling en de Krikovilla van Kristus Koning), 3 grote speelpleinen (2 open graspleinen en een open zandplein) en 5 kampeerterreinen voor tentenkampen. Naast de erkende jeugdverblijfcentra (ook „bivakhuizen‟ genoemd) bevinden zich verspreid nog twee lokalen, een kapel, een wasplaats, een keuken, toiletten, twee schuilhutten, een fietsenstalling en een zitkring. Binnen de omheining van vzw Puytvoet zitten de scoutsgroepen VVKSM Kriko en VVKM Sint-Tarsicius met elk hun eigen lokaal. Net buiten de omheining is het lokaal van VKSJ Trapsoet gevestigd. De jeugd heeft nood aan bijkomende speelruimte. Naam jeugdverblijf
Vergunningstoestand
Erkenning door Toerisme Vlaanderen type A
1. Blokhut
Geen
2. Zevenling
27/09/2004 uitbreiden en gedeeltelijk slopen van een kampeergebouw
type B
3. Krikovilla
Geen
type A
Op de plannen is de omtrek van een gepland scoutslokaal – goedgekeurd bij collegebeslissing van 07/09/2011 – aangeduid. Op de rand van het parkgebied zitten voetbalclub White Boys achter de Puitvoetstraat en de Wase Tennisclub vlakbij het Industriepark-West. De White Boys beschikken over 3 voetbalterreinen. De
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
9
toegang gebeurt langs een privaatweg in de Puitvoetstraat. De voetbalclub heeft nood aan een jeugdvoetbalterrein en bijkomende parking. Momenteel zijn er circa 60 parkeerplaatsen voorhanden op eigen terrein. De Wase Tennisclub heeft een overdekte tennishal met 2 binnenterreinen en 5 buitenterreinen. Naam sportclub
Vergunningstoestand
1. White Boys
24/06/1996 verbouwen van de bestaande sportaccomodatie 16/01/2012 vervangen van bestaande verlichtingspalen
2. Wase Tennisclub
08/05/1989 plaatsen van 2 overdekte tennisterreinen
5.3
Status recreatiefunctie actief
actief
Winkels en randgebied
Op de rand van het parkgebied Puitvoet langs de Dendermondse Steenweg, Kapelstraat en Puitvoetstraat zitten voornamelijk ééngezinswoningen in open en halfopen bebouwing. Gefragmenteerd vindt men ook (meestal verouderde en kleine of reeds afgebroken) rijwoningen terug. Binnen de woonlinten zijn er 17 verkavelingen. Slechts op 3 plaatsen tussen de woningen is er een winkelfunctie actief (een drankencentrale, een sportwinkel en een zaak in verhuur en verkoop van licht en geluid). Op verschillende plaatsen geven wegels toegang tot het achterliggende parkgebied. Ten westen grenst de industrie tot tegen het parkgebied. Op de hoek Kapelstraat/Puitvoetstraat bestaat een enclave van winkelfunctie in de invloedssfeer van het Waasland Shopping Center. Binnen de strook voor bebouwing langs de straat bevinden zich naast enkele woonhuizen volgende winkels: Boutique Couture, Dorsoo, Sneeuwwitje, Oma‟s Koffiehuisje en Dockx. Binnen de strook voor berg- en werkplaatsen bevinden zich volgende winkelpanden: Naam winkel 1. Prémaman
Vergunningstoestand 26/05/1986 verkoopcentrum diepvriesproducten
Status winkelfunctie vergund
2. Aldi
12/12/1983 ombouwen atelier tot detailhandel 18/02/1991 bouwen van een winkelruimte 20/02/2006 verbouwen van een winkelpand 29/11/2007 verbouwen winkelgebouw (reg.) PV (2007) zonder voorwerp
vergund
3. Heytens
03/06/1991 bouwen van een opslag en distributieruimte
deels vergund, deels verjaard
4. De Matrassenkoning 03/06/1991 bouwen van een opslag en distributieruimte
deels vergund, deels verjaard
5. Bath & Heat Shop
gebouw opgericht vóór gewestplan
verjaard
6. Koopjesshop
14/10/1991 overdekken van parkeerplaatsen 14/06/1993 bouwen bedrijfsgebouw 12/11/2001 uitbreiden van een magazijn
verjaard
7. Eggo Kitchen House
06/06/1988 bouwen van een verkoopsruimte
vergund
8. Muys
06/06/1988 bouwen van een handelszaak PV (2000) geseponeerd op 04/04/2005
deels vergund, deels gedoogd
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
10
9. Euroshop/Brantano
27/09/1968 uitbreiden werkplaats 20/03/1989 verbouwen inkom en bestaande verkoopsruimten 26/11/1990 uitbreiden verkoopsruimte 17/10/1994 slopen van een woning en bijgebouwen 16/02/1998 uitbreiden bestaand gebouw 10/05/1999 verbouwen laad- en losruimte PV (2000) geseponeerd op 27/12/2005
deels vergund, deels gedoogd
Uit bovenstaande tabel blijkt dat verschillende zaken (deels) vergund zijn als winkelfunctie in de ruime zin (verkoopsruimte, show-room, toonzaal, winkelruimte, …), dat de handelszaken waarvoor een PV werd opgesteld intussen geseponeerd zijn, dus gedoogd (maar niet vergund), en dat de resterende winkelfunctie intussen verjaard is (maar dus ook niet vergund). Een beleid rond de winkelfunctie dringt zich op.
5.4
Foto’s bestaande toestand
Figuur 3 Aanduiding foto's
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
11
Foto 1: ingang van de Georges Bruynincxwegel aan de Kapelstraat.
Foto 2: zicht van op de Puitvoetstraat op de parking van Euro Shop en Brantano.
Foto 3: toegang van op de Puitvoetstraat naar de voetbalpleinen van VK White Boys.
Foto 4: zicht vanuit het noorden op het centraal gelegen voetbalplein.
Foto 5: zicht vanuit het zuiden op het zuidoostelijk gelegen voetbalplein.
Foto 6: zicht vanuit het westen op het westelijk gelegen voetbalplein.
Foto 7: private eikendreef die van aan de Puitvoetstraat in de site loopt.
Foto 8: ingang van de Puitvoetwegel aan de Puitvoetstraat.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
12
Foto 9: zicht in noordwestelijke richting op het zandplein van vzw Puytvoet.
Foto 10: zicht in zuidelijke richting op het grasplein van vzw Puytvoet.
Foto 11: delen van de buitenvelden, cafetaria en loods van de Wase Tennisclub.
Foto 12: ingang van de boswegel recht tegenover de ingang van de tennisclub.
Foto 13: de hoofdingang van Puitvoet t.h.v. IndustrieparkWest.
Foto 14: onderbroken deel van de Puitvoetwegel ten zuiden van het centrum van Puitvoet.
Foto 15: de Puitvoetwegel is na ongeveer 100 meter opnieuw zichtbaar.
Foto 16: zicht vanop de Puitvoetwegel naar de Dendermondse Steenweg.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
13
Foto 17: de bestaande Puitvoetwegel draait in noordelijke richting naar Tereken.
Foto 18: na ca. 50 meter in de richting van de Dendermondse Steenweg ligt een private wegel.
Foto 19: ingang van de private wegel aan de Dendermondse Steenweg.
Foto 20: zicht op hoek Tereken/Kapelstraat en de ingang van de Puitvoetwegel.
Foto 21: zicht op de ringgracht die plaatselijk langs de Puitvoetwegel loopt.
Foto 22: de ringgracht buigt af in oostelijke richting zonder flankerende wegel.
Foto 23: plaatselijk loopt een doodlopende wegel in oostelijke richting langs de ringgracht.
Foto 24: het in 2008 geopende perceel 1 van het Kom-optegen-kankerbos.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
14
6. Planopvatting 6.1
Visie structuurplan
Het boscomplex Puitvoet maakt deel uit van de Z-vormige bosstructuur. Binnen het structuurplan wordt Puitvoet verder uitgebouwd tot een volwaardig stadsbos. Hiertoe worden de bestaande bossen uitgebreid en aangelegd met een ecologische en een natuureducatieve functie en in functie van zachte recreatie voor de stedeling. Hiertoe wordt de volledige oppervlakte ingenomen die bestemd is op het gewestplan als parkgebied. De verdere uitbreiding van bedrijven, woningen of handelszaken in het parkgebied wordt tegengegaan. De relatie van Puitvoet met het stadscentrum wordt verbeterd en aangepast in functie van het openbaar vervoer en de fiets (GRS p. 237).
Figuur 4 Gewenste ruimtelijke structuur Z-vormige bosstructuur
Binnen de gewenste open-ruimtestructuur maakt Puitvoet deel uit van het verstedelijkte boslandschap van de Z-vormige bosstructuur ten zuiden van de stad. Het kent een gemengd voorkomen van bossen, landbouwgebieden, industrie, woonlinten, recreatiegebieden en infrastructuren. Op basis van de kenmerken van de aanwezige open ruimten en van de lineaire structuren (wegen, woonlinten, …) wordt het gebied gestructureerd (GRS p. 283). De bossen van de Z-vormige bosstructuur, waaronder Puitvoet, worden geselecteerd als natuurelementen op lokaal niveau. Ze vormen stapstenen in een fijnmazig netwerk waarin de natuur de hoofdfunctie vervult. De verdere ruimtelijke ontwikkeling van deze gebieden is gericht op het ondersteunen en versterken van de ecologische waarde. De bossen worden beschermd en waar mogelijk wordt de ecologische kwaliteit ervan verbeterd (b.v. door omzetten van naaldbos naar
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
15
loofbos). Tevens wordt gestreefd naar een versterking van de samenhang van de bosstructuur en naar een uitbreiding van het bosareaal (GRS p. 287). De verbetering van de toegankelijkheid van Puitvoet kan het gebied laten functioneren als stadsgroen (GRS p. 289). Stadsgroen is een grootschalige (recreatieve) groenvoorziening ten behoeve van de bevolking van een stadsdeel of van de gehele stad. Binnen de Z-vormige bosstructuur mag niet geraakt worden aan de ecologische waardevolle boskernen. In het gebied rond Puitvoet worden sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten verweven met de reeds aanwezige functies. Het behoud en de beperkte uitbouw van bestaande voorzieningen zijn mogelijk (GRS p. 312). Bedrijven gelegen aan de rand van Puitvoet kunnen geen enkele uitbreiding krijgen in de richting van het parkgebied (GRS p. 310).
6.2
Visie stadsbos Puitvoet
6.2.1
Algemene visie
Het parkgebied gelegen tussen Dendermondse Steenweg, Kapelstraat, Puitvoetstraat en Industriepark-West wordt uitgebouwd tot een volwaardig stadsbos (ca. 50 ha). Hiertoe worden de bestaande bossen uitgebreid en aangelegd met een ecologische en een natuureducatieve functie en in functie van zachte recreatie voor de stedeling. Binnen het stadsbos worden er drie deelzones onderscheiden: een portaalbos als centrale poort tot het stadsbos, een speelbos gesitueerd tussen de aanwezige actieve recreatiepolen (tennis, voetbal, koopcentrum) als ruimte voor de jeugd en een parkbos dat wordt aangelegd en opengesteld als parkgebied voor het publiek aansluitend bij de omliggende woon- en werkomgeving (stadskern en industrieparken).
6.2.2
Concepten stadsbos
Concept deelzones Zoals vertolkt in de algemene visie wordt het stadsbos onderverdeeld in drie deelzones: het portaalbos als poort tot het stadsbos, het speelbos als ruimte voor de jeugd, en het parkbos als parkgebied voor de stedeling.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
16
Concept toegangen Er worden 7 toegangen tot het stadsbos voorzien: 2 langs de Kapelstraat (1 bestaande tegenover Tereken en 1 bestaande tegenover het shoppingcenter), 3 langs de Puitvoetstraat (de bestaande toegang naar de voetbalterreinen, de bestaande langs de Puitvoetwegel en een nieuwe toegang t.h.v. de eikendreef), 1 bestaande toegang langs Industriepark-West en 1 bestaande langs de Dendermondse Steenweg. De hoofdtoegang situeert zich aan Industriepark-West. Op 3 plaatsen dringt het bos door tot aan de straat (t.h.v. de nieuwe toegang langs de Puitvoetstraat, t.h.v. IndustrieparkWest en t.h.v. het kruispunt Kapelstraat – Tereken). De toegangen worden op een uniforme wijze vormgegeven (b.v. door plaatsing van een infobord). Concept paden In het stadsbos worden paden aangelegd die het gebied toegankelijk en doordringbaar maken voor de bezoeker en gebruiker van het stadsbos. Hiertoe worden bestaande paden heropgewaardeerd (Puitvoetwegel, Georges Bruynincxwegel en privaatwegen) en nieuwe aangelegd (langsheen de ringgracht). Er wordt gestreefd naar een uniforme aanleg van de hoofdpaden in het gebied.
Concept water Doorheen het stadsbos vormt het ringgrachtproject een nieuw waterelement doorheen het gebied die naast een beeldbepalend en ruimtestructurerend element ook kan instaan voor de waterhuishouding van het gebied. Daarnaast kan de bestaande poel als interne waterpartij behouden blijven, evenals de bestaande waterlopen.
Concept randen Op de randen van het gebied bevinden zich soms intensieve activiteiten die druk uitoefenen op het stadsbos (o.a. ruimteclaims, onverzoenbare functies). Het gaat om de commerciële voorzieningen op de hoek Kapelstraat/Puitvoetstraat en de bedrijven langsheen Industriepark-West. Een goede buffering t.o.v. het stadsbos is noodzakelijk.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
17
Concept recreatie In en op de rand van het stadsbos bevinden zich ook twee recreatiepolen: de tennisclub en de voetbalclub. De tennisclub kan blijven op de bestaande locatie maar niet uitbreiden, het terrein dient voldoende gebufferd te worden in het stadsbos. De drie voetbalpleinen langs de Puitvoetstraat kunnen eveneens behouden blijven. Tussen de pleinen en de ringgracht is een beperkte ruimte voor uitbreiding beschikbaar voor extra parkeerruimte en een oefenterrein. Op die manier wordt de voetbalinfrastructuur gebundeld en fungeert ze als overgangszone tussen de woonstraat en het speelbos. Een goeie buffering is hier ook noodzakelijk.
6.2.3
Structuurschets
Onderstaande structuurschets is een compilatie van voormelde concepten voor het stadsbos Puitvoet met aanduiding van de 3 deelzones, de toegangspaden, de recreatiepolen, de ringgracht en de bufferzones.
Figuur 5 Structuurschets stadsbos Puitvoet
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
18
6.2.4
Uitwerking deelzones
Portaalbos Het portaalbos dient als centrale poort tot het stadsbos en dient de indruk te versterken dat men een bosrijk gebied binnen of buiten komt. Ze vormt de belangrijkste toegangsweg tot het stadsbos. Het portaalbos vormt een rechtstreekse toegangspoort tot de andere zones in het stadsbos: het speelbos en het parkbos. Deze verbindingen kunnen gerealiseerd worden via bestaande of nieuw aan te leggen paden. De hoofdtoegang biedt mogelijkheid voor een onthaalparking, een fietsenstalling, een paviljoen, informatieborden, vertrekplaats van wandelroutes, … De parking wordt ingeplant langs IndustrieparkWest tussen het bedrijventerrein en de tennisclub. Langsheen de Puitvoetstraat is het wenselijk een bushalte te voorzien om het gebied gemakkelijk bereikbaar te maken voor openbaar vervoer. De bestaande eikendreef kan hiertoe een toegang vormen. Speelbos In een speelbos moeten kinderen, jongeren, jeugdbewegingen, … kunnen spelen. Het bos moet dan ook voldoende buffercapaciteit hebben om aan de gevolgen van spelactiviteiten te kunnen weerstaan. De inrichting is er op gericht de creativiteit van de kinderen te prikkelen, maar de inrichting blijft steeds zo natuurlijk mogelijk. Zo moeten er natuurlijke en halfnatuurlijke speelelementen aanwezig zijn die veel aan de creativiteit van de kinderen overlaten. Er kan b.v. hout in het bos ter beschikking liggen om zelf iets mee te bouwen. Het speelbos heeft een duidelijke, fysieke begrenzing zoals een breed bospad, een gracht, de bosrand, … Het speelbos bestaat ruimtelijk uit open en gesloten plekken. De open plekken kunnen een functie opnemen van b.v. kampeerterreinen of speelpleinen. De gesloten plekken vormen het bosbestand. Gebouwde constructies zoals bivakplaatsen worden bij voorkeur gekoppeld aan de open plaatsen. Het beeld van het speelbos bestaat zo uit een mozaïek van open en gesloten percelen. De harde grens wordt gevormd door de ringgracht in het noorden, de voetbalterreinen in het oosten, de Puitvoetwegel in het zuiden en de Georges Bruynincxwegel in het westen.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
19
Parkbos Het parkbos wordt aangelegd en opengesteld als parkgebied voor het publiek. Daar vinden bezoekers verpozing in de bossfeer. De ecologische en natuureducatieve functie primeert. Wandelen, fietsen, ervaringgerichte natuureductie- en beleving behoren tot de mogelijkheden. Bij de uitbouw en inrichting wordt er geopteerd voor een rustiger centraal gebied (kernbos) en een schermend randgebied in bosrijke structuur (randbos) aansluitend bij de verstedelijkte omgeving. In het parkbos is plaats voor de aanleg van natuurleerpaden, natuurwandelingen, picknickplaatsen, maar ook voor b.v. een fitometer, een Finse piste, kunst in open lucht, bosspelen in georganiseerd verband, … Inrichtingen zoals een bank, een schuilhut, een infobord, een fitometer of picknickplaats moeten voorzien worden langsheen de paden.
6.3
Visie winkels en randbebouwing
In een werkvergadering van 25 februari 2008 besliste het college principieel dat de bestaande winkeloppervlakte in de zone voor berg- en werkplaatsen op de hoek Kapelstraat/Puitvoetstraat wordt gehandhaafd, maar in de toekomst zeker niet wordt uitgebreid. In de geest van deze principiële beslissing besliste het college in zitting van 9 juni 2008 om de hoek Kapelstraat/Puitvoetstraat in het RUP Puitvoet op te nemen in een commercieel-ambachtelijke zone. In deze zone kan (naast berg- en werkplaatsen) de vergunde, de vergund-geachte, de verjaarde en/of de gedoogde winkelfunctie behouden blijven, maar niet uitbreiden. Deze bestaande winkelruimte kan tevens verplaatst worden binnen een (gegroepeerde) eigendomsstructuur (bij b.v. een herschikking van activiteiten of herbouw). In zitting van 9 maart 2009 besliste het college om de bufferzone t.h.v. Euro Shop recht te trekken tot aan de ringgracht voor bijkomende parkeerruimte dienstig voor Euro Shop en de White Boys. In zitting van 12 april 2010 besliste het college om de parking van Euro Shop nog verder uit te breiden tot aan de ringgracht voor dubbel gebruik met de White Boys. M.b.t. de randbebouwing besliste het college in zitting van 30 juni 2008 dat er geen bijkomende winkels en horeca worden toegelaten. Enkel de bestaande winkels en horeca kunnen behouden worden. In zitting van 19 januari 2009 besliste het college om de randbebouwing rond het stadsbos Puitvoet langs de Dendermondse Steenweg, Kapelstraat en Puitvoetstraat op te nemen in een zone voor wonen (zonder winkelfunctie) voor open en halfopen bebouwing met een typeprofiel van 2 bouwlagen met zadeldak en een bouwlijn tussen 6 en 8 meter, om doorzichten te creëren naar het stadsbos. T.h.v. de hoek Tereken/Kapelstraat wordt een markant kopgebouw voorzien bestaande uit een sokkel van 2 bouwlagen aansluitend aan de bebouwing van de Dendermondse Steenweg met een kopvolume van 5 bouwlagen op het kruispunt Tereken/Kapelstraat naast de toegang tot het stadsbos als visuele markering en poort tot het stadsbos.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
20
6.4
Vertaling naar het verordenend grafisch plan
Het RUP wordt opgemaakt voor de ontwikkeling van het stadsbos Puitvoet met perspectieven voor de aanwezige jeugd- en sportverenigingen en natuur- en bosontwikkeling, bestendigt de bestaande handelszaken op de hoek Kapelstraat/Puitvoetstraat en actualiseert de randbebouwing van het plangebied. Hiervoor wordt het RUP onderverdeeld in 4 deelzones: (1) het stadsbos (opgesplitst in een parkbos als parkgebied voor de bezoeker, een speelbos als ruimte voor de jeugd en een portaalbos als poort tot het stadsbos), (2) een commercieel-ambachtelijke zone (voor de bestaande handelsconcentratie Kapelstraat/Puitvoetstraat waarbij de winkelfunctie kan behouden blijven maar niet uitbreiden), (3) twee zones voor sport en recreatie (voor de Wase Tennisclub en de White Boys waarbij ruimte vrij komt voor een bijkomend jeugdterrein en parking) en (4) een zone voor wonen (zonder winkelfunctie met ruimte voor een markant kopgebouw op de hoek Dendermondse Steenweg/Tereken). De afbakening van het plangebied heeft enkel betrekking op het stadsbos Puitvoet incl. de randbebouwing. De grens van het RUP wordt op kadastrale perceelsgrenzen gelegd. Op een deel van de Puitvoetstraat is de rooilijn van de gewestweg N16 - bekrachtigd bij KB dd. 30/08/1962 (plannr. B/1357) - van toepassing, hier valt de RUP-grens samen met deze rooilijn. Bij de eventuele opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de omgeving van de N16 (Fabiolaplein) of het bedrijventerrein Industriepark-West, zullen de grenzen hiervan aansluiten op die van het RUP Puitvoet. De goedgekeurde en niet-vervallen verkavelingen binnen het RUP blijven behouden.
(2)
(4) (3)
(1)
(4) (4) (3)
Figuur 6 Uittreksel grafisch plan RUP Puitvoet met aanduiding deelzones
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
21
6.5
Toelichting bestemmingszones
Stedenbouwkundige voorschriften
toelichting
CATEGORIE BOS, OVERIG GROEN OF RESERVAAT EN NATUUR Art. 1. Zone voor parkbos
1.1. Bestemming Het gebied is bestemd voor park-, bos-, landschaps- en natuurbehoud, -herstel en –ontwikkeling met mogelijkheden tot zacht recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, paardrijden, …). Het huidig landbouwgebruik kan blijven bestaan tot het moment van bebossing of verbossing door een overheid of tot op het moment van bebossing of verbossing op vrijwillige basis. In het parkbos zijn volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen toegelaten:
De integrale zone is bestemd voor de realisatie van een stadsbos. In het parkbos staat park-, bos- en natuurontwikkeling voorop. Kleinschalige infrastructuur voor het toegankelijk maken van het gebied of in functie van zacht recreatief medegebruik is toegelaten. Deze infrastructuur wordt verplicht gekoppeld aan de toegangspaden. De zonevreemde woningen binnen het volledige gebied kunnen behouden blijven.
alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu en het landschap; alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de bosbouw; het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het parkbos voor het publiek (paden, toegangsconstructies, wegwijzers, wegafsluitingen, brugjes, verlichting, …); het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op natuureducatie (informatieborden, vogelkijkhutten, …); het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op zacht recreatief medegebruik (fitometer, picknickplaatsen, speeltuigen, zitbanken, vuilnisbakken, reliëfwijzigingen, …); het plaatsen van afsluitingen op perceelsgrenzen in functie van bosbeheer. Afsluitingen moeten bestaan uit een streekeigen haag, natuurlijke materialen, een groen geplastificeerde staaldraad op palen of een combinatie; werken, handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden voor zover zij conform de principes van natuurtechnische milieubouw worden uitgevoerd en passen binnen een integraal waterbeheer en de ruimtelijke draagkracht van het gebied; nieuwe waterpartijen als onderdeel van de natuurlijke inrichting van het stadsbos; onderhoudswerken aan bestaande en nieuwe waterlopen en poelen; de afbraak van bouwwerken of constructies.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
22
De toegelaten kleinschalige infrastructuur wordt verplicht gekoppeld aan de toegangspaden (in overdruk). Het is verboden het parkgebied te transformeren naar actieve recreatie. Verhardingen die worden aangelegd binnen dit gebied moeten beperkt worden tot het strikte minimum. De verhardingen binnen dit gebied worden steeds aangelegd in waterdoorlatende of losse verhardingsmaterialen. Bestaande waterlopen in het parkbos dienen maximaal behouden te worden. Met uitzondering van brugjes en paden voor niet gemotoriseerd verkeer zijn nieuwe constructies op een afstand van minder dan 5m van bestaande waterlopen niet toegelaten.
De erfdienstbaarheidsstrook van 5 meter, bij voorkeur langs beide zijden van de waterloop, dient om het onderhoud van de waterloop ten volle te kunnen uitvoeren.
De bestaande gebouwen mogen behouden blijven. Aan deze gebouwen zijn enkel instandhoudings- en verbouwingswerken toegelaten. Herbouw is mogelijk met behoud van het bestaande volume. Verbouwen moet binnen het bestaande volume met behoud van minimum 60% van de buitenmuren. Herbouwen moet op minstens 3/4 van de grondoppervlakte van het bestaande gebouw. 1.2. Portaalbos
Naast de stedenbouwkundige handelingen toegelaten volgens de bepalingen van de grondkleur op het grafisch plan kan voor de op het grafisch plan in overdruk aangegeven zone voor portaalbos eveneens onthaalinfrastructuur (parkeerplaatsen, fietsenstallingen, infoborden, onthaalruimte met infoloket, toiletten, conciërgewoning, horeca, …) in een bosrijke omgeving worden uitgebouwd.
In deze overdruk kan onthaalinfrastructuur worden ingeplant zoals een onthaalparking en onthaalpaviljoen. De infrastructuur moet tot een minimum worden beperkt. Via het portaalbos komt men het stadsbos binnen en heeft men toegang tot het speelbos en het parkbos.
De bouwhoogte van de gebouwen bedraagt maximum 4,5m. De dakvorm is vrij binnen de maximaal voorziene bouwhoogte. De gebouwen dienen te worden uitgevoerd in bouwfysisch verantwoorde materialen en harmoniërend in de bestaande omgeving. De bezetting bedraagt maximum 10% van de eigendomsoppervlakte of samengevoegde eigendommen. De bouwvrije zijdelingse stroken bedragen minimum 10m t.o.v. alle aanpalende bestemmingsstroken. De onthaalparking dient te worden ingericht als groene parking in waterdoorlatende materialen.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
23
De niet als dusdanig gerealiseerde gedeelten van de aangegeven zone worden ontwikkeld overeenkomstig de in grondkleur aangegeven bestemming. 1.3. Speelbos
Naast de stedenbouwkundige handelingen toegelaten volgens de bepalingen van de grondkleur op het grafisch plan zijn voor de op het grafisch plan in overdruk aangegeven zone voor speelbos eveneens laagdynamische dag- en verblijfsrecreatie voor jeugdgroepen toegelaten zoals sport- en speelterreinen, speelbos in open lucht waar ook de natuurlijke inrichting (met speelheuvel, zitput, wilgeniglo‟s, stobbenwallen, …) mogelijk worden gemaakt, tijdelijke kampeervelden, gebouwen voor jeugdlokalen en clublokalen, sanitaire voorzieningen, was- en eetplaatsen, groepskampen en -overnachtingen en ermee vergelijkbare activiteiten.
In het speelbos kan de bestaande jeugdinfrastructuur behouden blijven en desgevallend vernieuwd of uitgebreid worden. Nieuwe infrastructuur wordt bij voorkeur gerealiseerd op open niet-beboste plekken. De aansluiting op de bestaande infrastructuur (wegenis, riolering en andere nutsleidingen) moet uitgevoerd worden met een minimale impact op de bosstructuur. De bestaande infrastructuur moet hierbij optimaal benut worden.
De bouwhoogte van de gebouwen bedraagt maximum 4,5m. De dakvorm is vrij binnen de maximaal voorziene bouwhoogte. De gebouwen dienen te worden uitgevoerd in bouwfysisch verantwoorde materialen en harmoniërend in de bestaande omgeving. De bezetting bedraagt maximum 10% van de eigendomsoppervlakte of samengevoegde eigendommen. De bouwvrije zijdelingse stroken bedragen minimum 10m t.o.v. alle aanpalende bestemmingsstroken. De niet als dusdanig gerealiseerde gedeelten van de aangegeven zone worden ontwikkeld overeenkomstig de in grondkleur aangegeven bestemming. 1.4. Toegangspaden
Deze overdruk is naast de grondkleur op het grafisch plan voorzien voor de aanleg van toegangspaden in en naar het stadsbos toegankelijk voor niet-gemotoriseerd verkeer, landbouwvoertuigen, dienstvoertuigen, hulpdiensten en erfdienstbaarheden. Kleinschalige infrastructuur gekoppeld aan de paden zijn toegelaten zoals toegangsconstructies, informatieborden, wegwijzers, wegafsluitingen, verlichting, zitbanken, vuilbakken, ... Bestaande waardevolle begeleidende bomenrijen en waterlopen dienen maximaal behouden te blijven.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
In het stadsbos worden toegangspaden aangelegd om het gebied toegankelijk te maken. De bestaande paden en voetwegen worden bestendigd en opgewaardeerd, langsheen de ringgracht wordt de onderhoudsstrook opgewaardeerd tot dienst- en toegangspad.
24
CATEGORIE BEDRIJVIGHEID Art. 2. Commercieel-ambachtelijke zone
2.1. Bestemming Bergplaatsen en werkplaatsen waarvan de uitbating verenigbaar is met de bestaande omgeving, stapelplaatsen in open lucht, laad- en losplaatsen, gegroepeerde autobergplaatsen, parkeerplaatsen.
In deze zone kunnen berg- en werkplaatsen, laad- en losplaatsen, gegroepeerde autobergplaatsen en parkeerplaatsen. De bestaande winkelfunctie (vergund, verjaard of gedoogd) binnen deze zone kan behouden blijven maar niet uitbreiden. Bijkomende winkelfunctie of horeca is niet toegelaten.
De bestaande winkelfunctie binnen de zone kan behouden blijven of verplaatst worden binnen een (gegroepeerde) eigendomsstructuur, maar niet uitbreiden.
Onder bestaande winkelfunctie wordt verstaan winkelfunctie die stedenbouwkundig en/of socioeconomisch vergund is, vergund geacht is, verjaard en/of gedoogd is. Ook bij verplaatsing van een gebouw met winkelfunctie mag de nieuwe oppervlakte de huidige niet overschrijden.
Binnen de zone is geen horeca of bijkomende winkelfunctie toegelaten met uitzondering van een cafetaria deel uitmakend van en geïntegreerd in de bestaande winkeloppervlakte. 2.2. Inrichting De bouwhoogte van de gebouwen bedraagt maximum 7m zonder tussenverdieping. De bouwvrije zijdelingse stroken bedragen minimum 5m t.o.v. alle aanpalende bestemmingsstroken. Dakvorm verplicht plat dak. De gebouwen dienen te worden uitgevoerd in bouwfysisch verantwoorde materialen en harmoniërend in de bestaande omgeving. De niet-bebouwde delen kunnen integraal worden verhard. Draadafsluitingen zijn toegelaten met een maximale hoogte van 2,5m. Publiciteit is toegelaten onder de vorm van publiciteitsborden (al dan niet verlicht), enkel toegelaten in functie van de uitbating in de desbetreffende eigendom. Op de voorgevel met een maximum van 1/10 van de totale oppervlakte van het voorgevelvlak van het hoofdgebouw met een maximum oppervlakte van 9m². Op minimum 2m achter de rooilijn en de laterale perceelsgrenzen met een maximum hoogte van 4m en met een maximum oppervlakte van 9m². Ter hoogte van de rooilijn bekrachtigd bij KB dd. 30/08/1962 (plannr. B/1357) is de maximale oppervlakte van publiciteit 5m². De publiciteitsborden dienen in harmonie te zijn met de voorgevel van het hoofdgebouw en het
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
Op een deel van de Puitvoetstraat is de rooilijn van de gewestweg N16 - bekrachtigd bij KB dd. 30/08/1962 (plannr. B/1357) - van toepassing.
25
algemeen straatbeeld. 2.3. Woonzone
Naast de stedenbouwkundige handelingen toegelaten volgens de bepalingen van de grondkleur op het grafisch plan gelden voor de op het grafisch plan in overdruk aangegeven gearceerde zone ook de bepalingen van de zone voor wonen (art. 4).
In deze overdruk is ook wonen toegelaten evenals vrije beroepen, kantoren, praktijkruimten en diensten.
2.4. Bufferzone
Het gebied aangeduid met deze overdruk zorgt voor een buffer tussen de commercieelambachtelijke zone en het parkbos.
Tussen de commercieel-ambachtelijke zone en het stadsbos wordt een groene buffer aangelegd van 15 meter breedte t.o.v. de kadastrale perceelsgrenzen.
De bufferzone moet integraal beplant, deskundig aangelegd en gehandhaafd worden met een gemengd streekeigen bestand van hoogstammige bomen (minimum 2 per 100 m²) en struiken (minimum 1 per 3 m²). De wettelijke plantafstanden dienen te worden gerespecteerd. Het groenscherm dient ook tijdens de winter zijn bufferend karakter te behouden. Binnen deze zone zijn geen verhardingen of constructies toegelaten. De bestaande vergunde (onderdelen van de) gebouwen binnen deze zone mogen behouden worden doch bij herbouw dient de buffer te worden gerealiseerd zoals aangeduid op het plan. De bestaande waterloop (inclusief onderhoudspad) moet behouden blijven. In de bufferzone kunnen draadafsluitingen worden aangebracht op de perceelsgrenzen met een maximale hoogte van 2,5 m. De buffer moet gerealiseerd worden ten laatste tijdens het eerste plantseizoen na het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
De groenbuffer zal bijgevolg gefaseerd uitgevoerd worden door de verschillende bedrijven.
26
CATEGORIE RECREATIE Art. 3. Zone voor sport en recreatie
3.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor sport en recreatie, zoals tennisvelden, speelvelden, voetbalterreinen, overdekte sporthal en andere recreatieve voorzieningen.
Deze zone is bestemd voor sport en recreatie voor de bestendiging van de bestaande tennis- en voetbalterreinen. T.h.v. de voetbalterreinen wordt de zone beperkt uitgebreid tot aan de ringgracht. Rond de zones moet een groenscherm worden opgericht.
Bijhorende accommodatie zoals randinfrastructuur, cafetaria, sanitaire voorzieningen, was- en kleedplaatsen, bergruimten, kantoor, buitenterras, speeltuigen, fietsenstallingen, parkeerplaatsen en gebouwen noodzakelijk voor het normaal functioneren van de sport- en recreatieactiviteit is eveneens toegelaten. 3.2. Inrichting Constructies en verhardingen moeten in functie staan van de recreatieve functie waarbij de landschappelijke inkleding in het stadsbos primeert. De verhardingen dienen te worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Langs de perceelsgrenzen dient, op het eigen terrein, een dicht bebost groenscherm te worden aangelegd dat een landschappelijke inkleding garandeert in functie van het optimaal integreren van de terreinen in het stadsbos al dan niet gecombineerd met een draadafsluiting met een maximale hoogte van 2,5m. Het plaatsen van lichtmasten met een maximale hoogte van 18m moet beperkt worden en gebeurt zodanig dat de impact op de omgeving geminimaliseerd wordt. De hoogte van de gebouwen bedraagt maximum 10m. De dakvorm is vrij binnen de maximaal voorziene bouwhoogte. De gebouwen dienen te worden uitgevoerd in bouwfysisch verantwoorde materialen en harmoniërend in de bestaande omgeving. Rondom de sportterreinen kunnen afsluitingen worden voorzien. Voor de tennisterreinen in groen geplastificeerde staaldraad op palen met een hoogte van maximum 5m. Voor de voetbalvangnetten in geplastificeerde gaasdraad op palen met een hoogte van maximum 8m.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
27
CATEGORIE WONEN Art. 4. Zone voor wonen
4.1. Bestemming Het gebied is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen. Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: zelfstandige beroepen, kantoren, praktijkruimten en diensten, kleinschalige logies, evenals garages , carports en parkeerplaatsen, constructies die tot de normale tuinuitrusting behoren, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen. Winkelfunctie en horeca zijn niet toegelaten. Enkel de bestaande winkelfunctie en horeca binnen de zone kan behouden blijven maar niet uitbreiden.
De randzone is bestemd voor wonen in halfopen en open bebouwing om doorzichten naar het stadsbos te creëren. Daarnaast zijn ook vrije beroepen, kantoren, praktijkruimten en diensten toegelaten. Winkelfunctie en horeca zijn niet toegelaten. Enkel de bestaande winkelfunctie en horeca kan behouden blijven. Bestaande berg- en werkplaatsen kunnen behouden blijven. Bestaande gebouwen die niet in overeenstemming zijn met de bestemmingszone (b.v. gesloten bebouwing, appartementen), kunnen hun inplanting, aantal bouwlagen en profiel behouden.
Bestaande berg- en werkplaatsen kunnen behouden blijven. 4.2. Inrichting 4.2.1. Bebouwingswijze, plaatsing en afmetingen van de gebouwen Halfopen gebouwen worden opgetrokken op minimum 3m van één van de naburige private perceelsgrenzen en op minimum 6m en maximum 8m van de rooilijn of aansluitend bij een bestaande bouwlijn. Ter hoogte van de rooilijn bekrachtigd bij KB dd. 30/08/1962 (plannr. B/1357) is de verplichte bouwlijn 8m van de rooilijn.
Bij herbouw geldt als bestaande bouwlijn de bouwlijn van de aanpalende eigenaar. Op een deel van de Puitvoetstraat is de rooilijn van de gewestweg N16 - bekrachtigd bij KB dd. 30/08/1962 (plannr. B/1357) - van toepassing.
Open gebouwen worden opgetrokken op minimum 3m van alle perceelsgrenzen en op minimum 6m en maximum 8m van de rooilijn of aansluitend bij een bestaande bouwlijn. Ter hoogte van de rooilijn bekrachtigd bij KB dd. 30/08/1962 (plannr. B/1357) is de verplichte bouwlijn 8m van de rooilijn. De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 7m of maximum 2 bouwlagen. De dakhelling bedraagt maximum 45°.
Het is toegelaten om kamers te voorzien in de zolderverdieping van de woning.
De bouwdiepte bedraagt maximum 18m op het gelijkvloers en maximum 12m op de verdieping. Geveluitsprongen (bijvoorbeeld voor terras, erker, luifel) zijn toegelaten tot maximum 0,60m uit het voor- en zijgevelvlak en tot maximum 1m uit het achtergevelvlak en over maximum 1/2 van de gevelbreedte. Dakuitbouwen zijn toegelaten over maximum 1/2 van de gevelbreedte.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
28
Bestaande vergunde gebouwen die niet in overeenstemming zijn met de zone kunnen hun inplanting, aantal bouwlagen en profiel behouden. 4.2.2. Voorkomen van de gebouwen De dakvorm is vrij, met dien verstande dat een harmonische aansluiting moet gebeuren met de bestaande aanpalende bebouwing. Ook de materialen worden vrij gekozen, met dien verstande dat een harmonische samenhang met de in de omgeving opgetrokken gebouwen verplicht is. De materiaalkeuze voor gevel- en dakmateriaal is duurzaam. Zonneboilers of zonnepanelen geïntegreerd in het dakvlak van het gebouw zijn toegelaten. Zonnepanelen op een constructie boven elkaar zijn niet toegelaten. 4.2.3. Inrichting van de niet-bebouwde delen Het niet-bebouwde deel van deze bestemmingszone moet worden aangelegd als tuin en kan worden verhard voor de aanleg van opritten, parkeerplaatsen of terrassen. De hoogte van de bijgebouwen bedraagt maximum 3,5m of maximum 1 bouwlaag. De dakvorm is vrij. De oppervlakte van de bijgebouwen bedraagt maximum 50m². Afsluitingen zijn toegelaten. Betonplaten zijn verboden. 4.2.4. Publiciteit Publiciteit is toegelaten onder de vorm van publiciteitsborden (al dan niet verlicht), enkel toegelaten in functie van de uitbating in de desbetreffende eigendom. Op de voorgevel met een maximum van 1/10 van de totale oppervlakte van het voorgevelvlak van het hoofdgebouw met een maximum oppervlakte van 4m². Op minimum 2m achter de rooilijn en de laterale perceelsgrenzen met een maximum hoogte van 4m en met een maximum oppervlakte van 4m². De publiciteitsborden dienen in harmonie te zijn met de voorgevel van het hoofdgebouw en het algemeen straatbeeld. 4.3. Markant kopgebouw
Naast de stedenbouwkundige handelingen toegelaten volgens de bepalingen van de grondkleur op het grafisch plan gelden voor de op het grafisch plan in overdruk aangegeven zone voor markant kopgebouw volgende extra bepalingen:
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
Op het perceel aangeduid met deze overdruk kan een meergezinswoning worden opgetrokken bestaande uit een sokkelvolume van 2 bouwlagen en een kopgebouw van 5 bouwlagen over maximaal 2/5 van het sokkelvolume. Het kopgebouw dient zich te richten naar het parkbos.
29
Het gebouw wordt opgetrokken op minimum 5m van de laterale perceelsgrenzen en op minimum 6m en maximum 8m van de rooilijn.
Het gebouw heeft een sokkelvolume met een hoogte van maximum 7m of maximum 2 bouwlagen en een kopgebouw tot een hoogte van maximum 17,5m of maximum 5 bouwlagen over maximaal 2/5 van het sokkelvolume. Het kopgebouw moet maximaal gericht worden naar het parkbos. De diepte van het bouwvolume bedraagt maximum 15m.
Verplicht plat dak met een hellingsgraad van maximum 10°.
Ondergrondse parking is toegelaten.
Het achterliggende gedeelte wordt verplicht aangelegd als parktuin.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
30
7. Decretale bepalingen 7.1
Onderzoek tot m.e.r.
Er werd een onderzoek tot milieueffectrapportage gevoerd over het RUP Puitvoet. Vermits het gemeentelijk RUP Puitvoet:
kader vormt voor bijlage I of bijlage II projecten maar het gaat om een beperkte wijziging; geen kader vormt voor projecten die een passende beoordeling behoeven; geen aanzienlijke effecten zal veroorzaken voor de verschillende (MER)disciplines;
voldoet dit RUP niet aan de voorwaarde voor de plan-MER-plichtigheid. De opmaak van een plan-MER is bijgevolg niet noodzakelijk. De dienst Mer concludeerde met brief van 13 september 2010 op basis van de ingediende screeningsnota en de uitgebrachte adviezen dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER bijgevolg niet nodig is.2 De beslissing van de dienst Mer en de screeningsnota zijn raadpleegbaar op de webstek van de dienst Mer: www.mervlaanderen.be. Zie ook bijlage.
7.2
Veiligheidsrapportage
Om een inschatting te maken van het aspect externe (mens)veiligheid, werd het voorliggend RUP afgetoetst door de dienst Veiligheidsrapportering (VR). Gelet op het feit dat:
volgens de gegevens van de dienst VR in het plangebied geen Seveso-inrichtingen aanwezig zijn; in het plangebied geen Seveso-inrichtingen mogelijk zijn; in het plangebied (mogelijks) aandachtsgebieden (door publiek bezochte gebieden en gebouwen/gebieden met woonfunctie) gepland zijn; volgens de gegevens van de dienst VR binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied 2 lage drempel Seveso-inrichtingen aanwezig zijn (Sita Recycling op ong. 500m, ADDI-tech op ong. 700m), en de dienst VR voldoende elementen in handen heeft om de risico‟s in te schatten waaraan mensen in de omgeving van deze inrichting blootgesteld worden ten gevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen bij dit bedrijf en te besluiten dat de inplanting van de aandachtsgebieden te verzoenen is met de aanwezigheid van deze Seveso-inrichtingen;
stelt er zich op het vlak van de externe mensveiligheid geen probleem en meent de dienst VR met brief van 19 juli 2010 dat er geen aanzienlijke effecten verwacht worden inzake externe veiligheid.
7.3
Watertoets
De watertoets bestaat erin onderzoek te doen naar de effecten van het plan of project op de waterhuishouding. Schadelijke effecten moeten zoveel mogelijk worden vermeden en beperkt en, indien dit niet mogelijk is, worden hersteld of, in gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Er wordt een toets gedaan op het risico tot overstroming (ligging al dan niet in MOG/ROG-gebieden) en waterproblemen als gevolg van de nabijheid van waterlopen. Binnen het plangebied zijn geen overstromingsgebieden (mogelijke of recente) gelegen. 2
Bij de adviezen werd gevraagd om bijkomende mogelijkheden voor de niet-georganiseerde sporter en recreant te voorzien en oriënteringssport mogelijk te maken binnen het plangebied. Daarnaast werd gevraagd na te gaan of Puitvoet geschikt zou zijn als alternatief voor de parkconcerten, die thans in het Walburgpark doorgaan. Aangezien het voorliggend RUP zacht recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, lopen, …) toelaat, behoort oriënteringssport in principe ook tot de mogelijkheden. Voor wat betreft de parkconcerten voorziet de organisatie enkel concerten op een parklocatie in het centrumgebied van de steden waardoor Puitvoet als randstedelijk parkgebied niet in aanmerking komt als eventueel alternatief.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
31
Het RUP is niet gelegen in een voor overstromingen gevoelig gebied. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. Het plan is gelegen in een gebied dat infiltratiegevoelig is. Hier infiltreert het hemelwater goed door naar de ondergrond. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Het plangebied voorziet echter geen grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Binnen het stadsbos worden de bestaande waterlopen maximaal geïntegreerd en open gehouden in het bijzonder de ringgracht (geklasseerde waterloop 1269 categorie 3). De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is van toepassing binnen het plangebied. De bijkomende bebouwing en verharding, die het ruimtelijk uitvoeringsplan mogelijk maakt, is beperkt in verhouding tot de bestaande gebouwen en verhardingen. Daarom kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat deze planoptie geen schadelijke effecten teweegbrengt voor de waterhuishouding van het gebied conform de bepalingen inzake integraal waterbeheer.
7.4
Ruimtebalans
Puitvoet is opgenomen in het gewestplan Sint-Niklaas – Lokeren (K.B. 07/11/1978). De volgende bestemmingen van het gewestplan, die terug te vinden zijn in het plangebied, worden opgegeven: parkgebied, woongebied en industriegebied. De op te heffen bestemmingen van het BPA Puitvoet zijn: strook voor gesloten bebouwing, strook voor open en halfopen bebouwing, strook voor privaat groen, strook voor parkgebied en strook voor berg- en werkplaatsen. BESTEMMINGSZONE GEWESTPLAN parkgebied woongebied industriegebied Totaal BPA Strook voor gesloten bebouwing Strook voor open en halfopen bebouwing Strook voor privaat groen Strook voor parkgebied Strook voor berg- en werkplaatsen Totaal RUP 1. Zone voor parkbos
Portaalbos Speelbos
2. 3. 4.
7.5
Commercieel-ambachtelijke zone Zone voor sport en recreatie Zone voor wonen Totaal
OPPERVLAKTE 67,2 11,9 1,7 80,8 ha 80,8 ha 52,9 ha
11,1 ha 13,6 ha
7,4 ha 4,3 ha 16,2 ha 80,8 ha
Register
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
32
Het register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade kan verschuldigd zijn geeft de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings‐ of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings‐ of vrijstellingsgronden. De regeling over de planschade en planbatenheffing is terug te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond‐ en pandenbeleid. Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking tredend ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen. Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan op een perceel bestemmingswijzigingen doorvoert zoals opgenomen in art. 2.6.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Kapitaal‐ en gebruikersschade zou men kunnen beschouwen als een apart geval van planschade, zij het dat het hier enkel gaat om een bestemmingswijziging van landbouw naar groen. Voorliggend RUP geeft mogelijk aanleiding tot het bekomen van planschade vermits woongebied wordt omgezet naar bedrijvigheid en bedrijvigheid naar recreatie en groen. Het RUP geeft ook mogelijk aanleiding tot het bekomen van planbatenheffing vermits groengebied wordt omgezet naar recreatie, bedrijvigheid en woongebied en bedrijvigheid naar wonen. Het RUP geeft echter geen aanleiding tot het bekomen van kapitaal‐ en gebruikersschadevergoeding vermits er geen agrarisch gebied wordt omgezet naar groen.
Figuur 7 Register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade verschuldigd zijn
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Puitvoet”
kan
33