gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Leidingstraat Dilsen
TOELICHTINGSNOTA (tekst)
INHOUDSTAFEL LEIDINGSTRAAT DILSEN ..................................................................................................................... 2 A.
B.
AANLEIDING EN SITUERING............................................................................................................. 2 A.1
Aanleiding en verantwoording ........................................................................................... 2
A.2
Situering............................................................................................................................. 2
UITVOERING GEVEN AAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN ........................................ 3 B.1
Hoofdtransportleidingen voorzien in de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen........ 3
B.2
Bundelingprincipe .............................................................................................................. 3
C.
MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN HET MILIEU ......................................................................... 4
D.
BESCHRIJVING VAN HET TRACÉ ...................................................................................................... 5
E.
BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND.......................................................................... 6
F. G.
E.1
Bestaande feitelijke toestand............................................................................................. 6
E.2
Juridisch kader................................................................................................................... 6
E.3
Planningscontext ............................................................................................................... 7
RUIMTEBALANS ............................................................................................................................. 7 VERTALING VAN INHOUDELIJKE ELEMENTEN NAAR VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN ........................ 8 G.1
H.
Leidingstraat ...................................................................................................................... 8
OP TE HEFFEN BEPALINGEN ........................................................................................................... 9
Leidingstraat Dilsen A.
Aanleiding en situering
Voorliggend document is de toelichtingsnota bij een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999. Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat: -
een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;
-
de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer;
-
een weergave van de feitelijke en juridische toestand;
-
de relatie met het ruimtelijk structuurplan waarvan het een uitvoering is;
-
een opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en opgeheven worden.
Het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De stedenbouwkundige voorschriften zijn, ter informatie, ook opgenomen in het tekstgedeelte van deze toelichtingsnota.
A.1
Aanleiding en verantwoording
Het verbruik van aardgas in Vlaanderen neemt toe. Om de bevoorrading van de distributiemaatschappijen, de industrie en de KMO’s te kunnen blijven verzekeren, is de uitbreiding van de verbindingen van Fluxys noodzakelijk. De aanleg van de aardgasvervoerleiding tussen Dilsen (Boslaan) Station en Dilsen (Stokkem-Molenveld) Station heeft als doel de bevoorradingszekerheid voor de regio Noord-Limburg met hoog-calorisch aardgas op hoge druk te vergroten. De versterking van het aardgasnetwerk is ook belangrijk om de toekomstige aansluiting van Tessenderlo Chemie op het net te kunnen verzekeren. De aanleg van deze nieuwe leiding is noodzakelijk omdat de capaciteit van de bestaande verbinding tussen de Nederlandse grens en de kern van Stokkem (gemeente Dilsen-Stokkem) niet meer volstaat. Deze bestaande leiding loopt door het centrum van Stokkem en kan om die redenen niet verder worden uitgebouwd. Hierdoor werd gezocht naar een alternatief tracé voor de versterking van de verbinding. Het schraapkolfstation ter hoogte van Dilsen Boslaan wordt verplaatst naar het op te richten telstation Dilsen Stokkem-Molenveld en loopt van daar tot aan de Nederlandse grens. Hierdoor sluit deze nieuwe aardgasleiding aan op de bestaande aardgasleiding Dilsen-Lommel. Deze aardgasleiding werd opgenomen in het goedgekeurde gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Leidingstraat DilsenLommel” (BVR 20 februari 2004).
A.2
Situering
Het tracé is gesitueerd in de provincie Limburg, op het grondgebied van de gemeenten DilsenStokkem en Maasmechelen. Het tracé sluit aan bij de bestaande leiding Dilsen-Lommel en vertrekt vanuit het bestaande schraapkolfstation te Dilsen (Boslaan). Dit schraapkolfstation zal verplaatst worden naar het nieuw te bouwen telstation Dilsen (Stokkem Molenveld), ter hoogte van de grens met Nederland. Het nieuwe tracé vormt een verbinding tussen beide stations. De lengte van het tracé bedraagt 8,2km. De geplande leiding heeft een diameter van 600mm. Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Toelichtingsnota (tekst) 2/9
Door het nieuwe tracé ontstaat er een verbinding tussen de noordelijke leiding Dilsen-Lommel en de zuidelijke leiding via ’s Gravenvoeren en Berneau, zoals voorgesteld op onderstaand schema.
Figuur 1: leidingschema regio Noord Limburg (bron Fluxys)
B.
Uitvoering geven aan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
B.1 Hoofdtransportleidingen voorzien in de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen 1
Het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen bepaalt dat hoofdtransportleidingen op Vlaams niveau worden geselecteerd en in ruimtelijke uitvoeringsplannen vastgelegd. Tot de hoofdtransportleidingen behoren: −
de internationale transitleidingen op het grondgebied van het Vlaams Gewest;
−
de transportleidingen op het grondgebied van het Vlaams gewest die een rechtstreekse aansluiting vormen met de internationale transitleidingen;
−
de transportleidingen die de poorten, de economische knooppunten en de economische netwerken onderling verbinden.
De nieuwe leidingstraat te Dilsen maakt deel uit van het transportnetwerk dat het noordelijk deel van de provincie Limburg bedient en wordt beschouwd als een hoofdtransportleiding.
B.2
Bundelingprincipe
In functie van een efficiënt ruimtegebruik en om te verhinderen dat de toename van leidingen de onbebouwde ruimte verder versnippert, de ruimtelijke kwaliteit vermindert en tot aantasting van het
1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Gewenste Ruimtelijke Structuur, Pijpleidingen en elektriciteitsleidingen, p. 514.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Toelichtingsnota (tekst) 3/9
fysisch systeem en het ecologisch functioneren leidt, worden hoofdtransportleidingen maximaal gebundeld met lijninfrastructuur van Vlaams niveau. De nieuwe aardgasleiding volgt voor ca. 1200 m een bestaande aardgasleiding en voor ca. 1200 m een bestaande Air Liquide leiding. De toepassing van het bundelingsprincipe is beperkt omwille van het ontbreken van bestaande leidingen in de omgeving. Voor het bepalen van het tracé werd zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande functies en gewestplanbestemmingen als wonen, bedrijvigheid en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. In toepassing van het bundelingsprincipe wordt het tracé van de aan te leggen leiding wel voorzien als een leidingstraat. Daardoor kan het tracé in de toekomst eventueel gebruikt worden voor bijkomende leidingen. Een leidingstraat is een symbolische aanduiding in overdruk die geldt als juridische basis voor de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningen voor leidingen in parallellisme met de bestaande leiding(en). De aanduiding in overdruk houdt in dat de bestemmingen van de plannen van aanleg (de gewestplannen) van toepassing blijven. Een leidingstraat heeft geen specifiek bepaalde breedte en bepaalt ook niet het aantal leidingen dat gerealiseerd kan worden, of de tussenafstand tussen leidingen. Wel is bepaald dat de beschikbare ruimte optimaal gebruikt moet worden. Onnodige ruimteconsumptie moet dus vermeden worden. Bij de beoordeling van concrete aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen moet dus beoordeeld worden of de aanvraag verenigbaar is met deze bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan en eventuele andere juridische regels. Het aanduiden van een leidingstraat heft uiteraard ook geen andere juridische bepalingen op, zoals bijvoorbeeld uit de milieuwetgeving.
C.
Maatregelen ter bescherming van het milieu
Volgens de bepalingen van art. 4.3.3§3 van het decreet betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (5/4/1995) en het uitvoeringsbesluit van 10 december 2004 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage, valt de leidingstraat Dilsen (Stokkem-Molenveld) tot Dilsen (Boslaan) onder de bijlage II-projecten. Dit wil zeggen dat het project MER-plichtig is. Op 11 maart 2008 werd het MER goedgekeurd. In het MER werden volgende effectgroepen onderzocht: bodem (reliëf en geomorfologie, geologie, ondiepe bodem), water (grondwater, oppervlaktewater), fauna & flora, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie, geluid en trillingen en mens (wonen en werken, landbouw, verkeer en recreatie). Uit de conclusie blijkt dat ongeveer 60% van de aan te leggen leiding doorheen agrarisch gebied loopt en een verwaarloosbare tot maximaal een geringe negatieve impact heeft. Het voorliggend tracé zal globaal gezien slechts een beperkt effect hebben op het milieu. De effecten die verwacht worden door de aanleg van de leiding worden voor het overgrote deel van het tracé als tijdelijk beschouwd. Men verwacht dat de impact op korte termijn zal verdwijnen of sterk verminderen. Om de mogelijke negatieve impact te beperken worden er enerzijds milderende maatregelen opgenomen in het MER. Het gaat bv. over het versmallen van de werkstrook op bepaalde locaties en over een compensatieregeling voor de ontbossing. Anderzijds worden er standaard in het bestek van Fluxys preventieve maatregelen opgenomen om de impact van de werken op het milieu te beperken. Het gaat o.a. over het maximaal gebruik van bestaande toegangswegen, het toepassen van bodembewerking, de herprofilering van waterlopen etc. Passende beoordeling Het op te richten telstation Dilsen (Stokkem Molenveld) grenst aan het habitatrichtlijngebied ‘Uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek’. Omwille van deze ligging werd in het MER een passende beoordeling opgenomen. Hieronder volgt een samenvatting van de conclusie van de passende beoordeling. Deze passende beoordeling werd gunstig geadviseerd door het Agentschap voor Natuur en Bos op 21 januari 2008. “Doordat de aanleg van het station en de aanleg van de leiding buiten de winterdijken van de Grensmaas gebeuren, zal er geen interferentie optreden tussen het project en de watergebonden natuur die zich heeft ontwikkeld langs de Grensmaas. Het is voor deze biotopen en ecosystemen die zich langs de Grensmaas ontwikkeld hebben dat het habitatrichtlijngebied is afgebakend. Door de functionele scheiding van de werken en dit ecosysteem door middel van de winterdijken is het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Toelichtingsnota (tekst) 4/9
ecosysteem volledig ingebufferd voor alle projectingrepen die zijn gepland voor de aanleg van de leiding. Met betrekking tot het voorliggende project kan gesteld worden dat de effecten op de speciale beschermingszones niet van die aard zijn dat de betreffende instandhoudingsdoelstellingen in het gedrang komen.” Watertoets: In uitvoering van het decreet Integraal Waterbeleid (18 juli 2003) moet bij de opmaak van een plan een watertoets gebeuren. In het goedgekeurd MER werd volgende watertoets opgenomen: “De leiding wordt aangelegd doorheen o.a. alluviale vlaktes. Door het ontbreken van bovengrondse constructies of van reliëfwijzigingen, wordt er geen effect ten aanzien van verlies van waterbergend vermogen veroorzaakt. De aanleg van een nieuw schraapkolfstation Dilsen (Stokkem Molenveld) en de uitbreiding binnen de reeds bestaande stations met een halfverharde oppervlakte zal de afstromingshoeveelheid van hemelwater naar de beken en waterlopen in vergelijking met de bestaande toestand nauwelijks wijzigen. De constructie van de leiding in de ondiepe ondergrond zal geen relevante invloed uitoefenen op de grondwaterstroming. De leiding wordt aangelegd in het kwartaire dek. Uit verschillende bronnen werd vastgesteld dat ter hoogte van het tracé nergens sprake is van betekenisvolle waterstuwende of waterondoorlaatbare lagen. Een wijziging van de grondwaterhuishouding als gevolg van het doorbreken van deze laag is bijgevolg uitgesloten. De invloedsstraal van de bemaling is vrij beperkt en de bemaling heeft bovendien slechts een tijdelijk karakter. De lozingspunten van de bemaling op de grachten of waterlopen, moeten door de aannemer goed gekozen worden, rekening houdend met de lengte van de bemalingsstreng en het te verwachten lozingsdebiet. Tenzij geloosd wordt op grachten en zeer kleine waterlopen, zullen de verwachte lozingsdebieten geen kwantitatieve problemen opleveren. Het betreft vooral droge gronden waar hoogstwaarschijnlijk geen bemaling dient toegepast te worden. De erosierisico’s na verwijdering van de vegetatie zijn zeer beperkt. Op plaatsen met hellend landschap is er een theoretisch risico op het uitspoelen van de aanvullingssleuf boven de leiding. Dit effect wordt vermeden door een aantal technische maatregelen te nemen, die standaard zijn opgenomen in het Technisch Bestek van Fluxys N.V. Ter hoogte van de kruisingen van de waterlopen in open sleuf nl. ter hoogte van Genootsbeek, Rachelsbeek en Vrietselbeek dient bijzondere aandacht besteed aan de wederinstaatstelling van de oevers. Indien grind aanwezig is, wordt een kuip geplaatst met drainerende bodem zodat deze kuip bemaald kan worden zonder dat er rechtstreeks bemaling in de grindlaag dient plaats te vinden.”
D.
Beschrijving van het tracé
Omwille van de ligging van de bestaande leiding in woongebied en het ontbreken van overige leidingen in het gebied, werd gekozen voor een alternatief tracé. Hierbij werd het tracé in de mate van het mogelijke gebundeld met bestaande leidingen, maar dit geldt slechts voor ca. 2400 m van het totale tracé. Bij de keuze van het nieuwe tracé werd rekening gehouden met de aanwezigheid van habitatrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving en met de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied van het gewestplan. Het tracé van de geplande leiding vertrekt in het noordoosten van de gemeente Dilsen-Stokkem, ter hoogte van het bestaande schraapkolfstation Dilsen (Boslaan). Dit schraapkolfstation zal verplaatst worden naar het nieuw te bouwen telstation Dilsen (Stokkem Molenveld). Het nieuw aan te leggen tracé vormt een verbinding tussen beide stations. Vanaf Dilsen (Boslaan) gaat het tracé in zuidelijke richting waar het een op het gewestplan aangeduid industriegebied kruist. Het tracé bevindt zich hier in de omgeving van de in het provinciaal ruimtelijk structuurplan aangeduide natuurverbinding ‘Maasmechelen’. Daarna loopt het tracé verder door op het gewestplan bestemd industriegebied en ontginningsgebied (dat werd herbestemd in het BPA ‘Lanklaar’) waarna het de Zuid-Willemsvaart kruist. Ten oosten van de Zuid-Willemsvaart loopt het tracé over een afstand van ca. 1200m parallel met een bestaande Air Liquide leiding tot net achter de kruising met de Rijksweg (N78). Het tracé kruist hier een woonlint (Rachels-Molenstraat) om dan in noordelijke richting verder te gaan. Dit deel van het tracé loopt grotendeels over het grondgebied van de gemeente Maasmechelen. Het tracé Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Toelichtingsnota (tekst) 5/9
loopt hier door agrarisch gebied, waarbij het op het gewestplan aangeduid landschappelijk waardevol agrarisch gebied in de mate van het mogelijke wordt vermeden. Ter hoogte van Daalderdijk loopt het tracé in oostelijke richting voor een afstand van ca. 1200m parallel met een bestaande aardgasleiding van Fluxys tot aan het nieuw te bouwen telstation. Dit station is gesitueerd aan Molenveld, ter hoogte van de Maas (grens met Nederland) en zal worden opgericht naast het bestaande telstation Dilsen (Stokkem) station. Het nieuw op te richten station grenst aan het habitatrichtlijngebied ‘Uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek’. Het plangebied is in de visie voor landbouw, natuur en bos, regio Limburgse Kempen en Maasland, grotendeels gelegen in het deelgebied Maasland. Een klein deel is gelegen binnen het deelgebied Hoge Kempen (ter hoogte van de Boslaan). Het deel van het tracé gelegen ten oosten van de ZuidWillemsvaart ligt grotendeels in herbevestigd agrarisch gebied, volgens de beslissing van de Vlaamse Regering van 12 december 2008. De leiding doorkruist de ankerplaatsen “Maasvallei van Maasmechelen tot Stokkem met kasteeldomein Vilain XIV” en “Mijnsite Eijsden”. De leiding doorkruist de relictzones “Meanderterrein van Stokkem” en “Bossen van Dilsen”.
E.
Bestaande feitelijke en juridische toestand
E.1
Bestaande feitelijke toestand
De bestaande feitelijke toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten. Kaart 0. Situering Kaart 1. Bestaande feitelijke toestand: luchtfoto met aanduidingen Opmerking: Het tracé is louter ter informatie weergegeven op de situering en op de luchtfoto omwille van de leesbaarheid. Enkel de aanduiding van het plangebied op de bijlage I, verordenend grafisch plan, heeft een verordenende waarde.
E.2
Juridisch kader
De bestaande juridische toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten. Kaart 2: Bestaande juridische toestand: gewestplan. Kaart 3: Bestaande juridische toestand: andere plannen Opmerking: Het tracé is louter ter informatie weergegeven op de kaarten juridische toestand omwille van de leesbaarheid. Enkel de aanduiding op de bijlage I, verordenend grafisch plan heeft een verordenende waarde.
Type plan Gewestplan
Gewestplan nr. 20 Limburgs Maasland (KB 1.09.1980) en latere wijzigingen
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen.
Algemene of bijzondere plannen van aanleg / Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
BPA Lanklaar (MB 17.05.2004)
Verkavelingsvergunningen
Geen
Habitatrichtlijngebieden, vogelrichtlijngebieden
Habitatrichtlijngebied ‘Uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek’
Beschermde dorpsgezichten, landschappen, monumenten en
Geen
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Toelichtingsnota (tekst) 6/9
Type plan stadsgezichten Andere erfgoedelementen
Ankerplaatsen ‘Maasvallei van Maasmechelen tot Stokkem met kasteeldomein Vilain XIV’ en ‘Mijnsite Eijsden’ Relictzones “Meanderterrein van Stokkem” en “Bossen van Dilsen”
Natuur- en bosreservaten
Geen
Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud
Geen
Beschermingszones grondwater
Ja
E.3
Planningscontext
Type
Inhoudelijke elementen
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen definitief vastgesteld door Vlaamse regering op 23/09/97
Ontwikkelingsperspectieven voor hoofdtransportleidingen (Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen pagina 513 ev.)
bindende bepalingen bekrachtigd door Vlaams Parlement op 17/12/97
Bundeling van leidingen met andere lijninfrastructuur wordt maximaal nagestreefd in functie van efficiënt ruimtegebruik en om versnippering en aantasting van onbebouwde ruimte te beperken (binnen de wettelijke beperkingen en binnen het BATNEEC- principe).
F.
Binnen de technische beperkingen is het vervoer via pijpleidingen een te stimuleren duurzamer alternatief voor het vervoer over de weg;
Ruimtebalans
De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in volgende ruimtebalans. De impact is beperkt tot de bestemmingswijziging voor het op te richten schraapkolfstation Dilsen (Stokkem Molenveld). De aanduiding van de aardgasleiding gebeurt door middel van een overdruk en heeft geen impact op de ruimtebalans.
•
Bestemmingscategorie
•
Huidige gewestplanbestemmin gen in het plangebied
•
Wonen (woonpark)
•
•
•
•
Recreatie
•
•
•
•
Reservaat en natuur
•
•
•
•
Overig groen
•
•
•
•
Bos
•
•
•
•
Landbouw
•
•
Industrie
•
•
Overige bestemmingen
•
1 ha
•
Bestemmingen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
0 ha
•
0 ha
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
•
•
•
•
Verschil
- 1 ha
•
1 ha
•
+ 1 ha
Toelichtingsnota (tekst) 7/9
G.
Vertaling van inhoudelijke elementen naar verordenende voorschriften
G.1 Leidingstraat
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundig voorschrift
symbolische aanduiding in overdruk
Art. 1. Leidingstraat Een leidingstraat wordt symbolisch aangegeven als een overdruk wat betekent dat de grenzen van de leidingstraat niet vast liggen.
In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden Aanhorigheden van een leidingstraat zijn de gerealiseerd in functie van het optimaal constructies of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de leidingen te kunnen exploiteren. De ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden kunnen bovengronds of aanhorigheden worden beoordeeld rekening ondergronds aangebracht zijn. houdend met de in grondkleur aangegeven Voor welke stoffen de leidingen gebruikt zullen bestemming. worden, wordt niet vastgelegd; dit is niet ruimtelijk relevant. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.
Art. 2. Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen Het gebied wordt bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, concreet voor een station voor transport van aardgas. De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk.
Indien ervoor wordt geopteerd om de visuele inpassing te realiseren door afscherming van de constructies en installaties, gebeurt dit bij voorkeur door het aanleggen van een groenscherm. Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, meer bepaald voor boven- en ondergrondse constructies en installaties die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van ondergrondse leidingen. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van deze specifieke gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten.
Voor de bovengrondse constructies en installaties moeten maatregelen genomen worden voor een ruimtelijke en visuele inpassing in de omgeving.
Toelichtingsnota (tekst) 8/9
H.
Op te heffen bepalingen
De bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied wordt opgeheven ter hoogte van het op te richten station Dilsen (Stokkem Molenveld). De bestemming leidingstraat is een overdruk zodat de andere bestemmingen van het gewestplan en van het BPA Lanklaar (MB 17.05.2004) geldig blijven.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00307_00001 Leidingstraat Dilsen
Toelichtingsnota (tekst) 9/9
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Leidingstraat Dilsen
TOELICHTINGSNOTA (kaarten)