stad brugge
dienst urbanisatie
206 Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan
Christus Koning NO I: Toelichtingsnota Definitieve versie oktober 2013
Bieke Cloet – Ruimtelijk Planner
p0
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN
STAD BRUGGE
RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN CHRISTUS – KONING NO
TOELICHTINGSNOTA
Opgesteld door TRITEL Afdeling Spatial Planning & Design Ilgatlaan 23 – 3500 Hasselt Hasselt, 10 oktober 2013
Ruimtelijk Planner,
Bieke Cloet
Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van .... De Secretaris, De Voorzitter,
Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van .... tot ..... De Secretaris, De Burgemeester,
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van ... De Secretaris, De Voorzitter,
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p1
p2
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
INHOUD
Situering ............................................................................................................................................. 5 Situering opdracht ................................................................................................ 5 Situering plangebied ............................................................................................. 6 Relatie met de planningscontext ......................................................................................................... 7 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen .......................................................................... 7 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan ........................................................................... 9 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ...................................................................... 12 Gemeentelijke Sectorale Beleidsplannen ................................................................... 16 Bestaande juridische toestand .......................................................................................................... 20 Gewestelijk RUP afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge ....................................... 20 Gewestplan ...................................................................................................... 20 BPA’s ............................................................................................................. 20 Gemeentelijke bouwverordening.............................................................................. 21 Beschermd werelderfgoed ..................................................................................... 21 Wegen ............................................................................................................ 22 Waterlopen ....................................................................................................... 22 Watertoets ....................................................................... Error! Bookmark not defined. Verkavelingen .................................................................................................... 22 Bestaande fysische toestand ............................................................................................................. 23 Eén ruimtelijke entiteit met gediversifieerde randen ........................................................ 23 De kern van het Stubbekwartier ........................................................................... 24 De overgang naar de binnenstad .......................................................................... 27 De waterkant .................................................................................................... 30 Het Baron Ruzettepark........................................................................................ 31 Scheepsdalelaan ................................................................................................ 33 Specifieke aandachtspunten ...................................................................................... 35 Ontstaansgeschiedenis ......................................................................................... 35 Bouwkundig erfgoed ........................................................................................... 40 Ontsluiting ........................................................................................................ 63 Biologisch waardevolle gebieden ............................................................................ 65 Waterhuishouding ............................................................................................... 65 Relatie met de omgeving .................................................................................... 68 Knelpunten en potenties ................................................................................................................... 70 Ontwikkelingsvisie ............................................................................................................................ 71 Bewaren en versterken woonwijkkarakter ................................................................. 71 Bewaren erfgoed ............................................................................................... 75 Renovatie / transformatie waterkant ....................................................................... 77 Nabestemming bedrijfsgebouwen in binnengebieden .................................................... 84 Het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften ................................................................ 93 Ruimtebalans .................................................................................................................................... 98 Op te heffen bepalingen.................................................................................................................... 98 Register planbaten/planschade ......................................................................................................... 98
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p3
p4
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Situering Situering opdracht De opdracht behelst de opmaak van een gemeentelijk RUP Christus – Koning Noord-Oost. De in het bestek opgenomen beschrijving luidt als volgt:
Deze deelopdracht betreft het opmaken van een gemeentelijk RUP Christus – Koning Noord-Oost voor de herziening van het BPA 7 Christus – Koning Noord-Oost waarbij rekening moet worden gehouden met volgende aandachtspunten: - Uitbreiding van het plangebied met Ruzettepark en aangrenzende straten - Nadenken over een mogelijke kwalitatieve nabestemming (bv wonen) van een aantal ambachtelijke zones waar na stopzetting van de huidige activiteit geen dergelijke activiteit meer wenselijk is (wasserij, Electrabel, Van Marcke) - Nadenken over een kwalitatieve ontwikkeling van wonen langs het water (Kolenkaai) - Het verruimen van de mogelijkheden langs de belangrijkste straten i.f.v. kantoren en diensten - De actualisatie van de aanduiding ‘kunsthistorisch waardevol’ (met waardebepaling i.f.v. al dan niet behoud) - Het actualiseren van verouderde en/of te beperkende voorschriften De oppervlakte van het plangebied is bij benadering 29ha.
De opdracht behelst verschillende fases: De voorstudie, waarin een analyse gemaakt wordt van de bestaande toestand. Knelpunten, potenties en ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied worden bestudeerd. De volgende fase, het voorontwerp RUP, worden de gekozen ontwikkelingsopties vertaald naar een RUP. De latere fases betreffen eveneens de procedurele RUP – fases. De analyse van de bestaande toestand behelst naast een analyse van de feitelijke toestand, morfologisch en functioneel, een analyse van de planningscontext en de bestaande juridische context. De historische analyse en de analyse van het bouwkundig erfgoed vormt binnen dit plangebied een specifiek aandachtspunt. Op basis van de knelpunten en potenties worden ontwikkelingsopties geformuleerd. Deze ruimtelijke ontwikkelingsopties zullen de basis vormen voor het RUP. Dit kunnen globalere ontwikkelingsprincipes betreffen, zoals bouwhoogtes, functiemix of ontsluitingsstructuur. Voor specifieke sites zoals wooninbreidingsgebieden wordt aan de hand van ontwerpend onderzoek nagegaan wat de impact is van bepaalde uitgangspunten. Via ontwerpoefeningen wordt nagegaan wat bepaalde randvoorwaarden betekenen bij een specifieke uitwerking, welke woningdichtheid haalbaar is en dergelijke. Deze ontwerpoefeningen zijn in geen geval een eindtoestandsplanning. Het zijn loutere onderzoekselementen die toelaten de gevolgen van bepaalde globale randvoorwaarden in beeld te brengen en zodoende toe te laten een onderbouwde keuze te maken.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p5
Situering plangebied Het plangebied is centraal gelegen in Brugge. Het bevindt zich tussen de Koningin Elisabethlaan, de Ezelpoort / Scheepsdalelaan, het kanaal Gent-Oostende en de Komvest. Het sluit aan op de noordelijke zijde van de historische stadskern, en ligt op wandelafstand van de grote Markt. Door zijn ligging tussen de middeleeuwse stadskern en het kanaal maakt het structureel deel uit van de binnenstad.
Figuur 1: Situeringsplan
p6
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Relatie met de planningscontext Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd op 23 september 1997 goedgekeurd en op 12 december 2003 gewijzigd door de Vlaamse regering. De stad Brugge is geselecteerd als een regionaalstedelijk gebied. De afbakening van de regionaalstedelijke gebieden dient te gebeuren door het Vlaams Gewest in een Gewestelijk RUP. De afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge werd definitief vastgestel op 4 februari 2011 door de Vlaamse regering. Het studiegebied maakt in het voorliggend document deel uit van het stedelijk gebied. De regionaalstedelijke gebieden nemen omwille van hun verzorgingsniveau, hun stedelijke voorzieningen en hun economische structuur een belangrijke plaats in, binnen de ruimtelijke structuur van Vlaanderen. Net zoals de grootstedelijke gebieden hebben de regionaalstedelijke gebieden – weliswaar op een lager niveau – in kwantitatief en kwalitatief opzicht grote potenties om een belangrijk aandeel van de groei inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Voor de stedelijke gebieden worden volgende ontwikkelingsopties beschreven: trendbreuk in de verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden: 60% in
de stedelijke gebieden en 40% in het buitengebied. minimale woningdichtheden: Er wordt een streefcijfer van 25 won/ha in stedelijke gebieden en 15 won/ha in kernen van het buitengebied vooropgesteld. Dit cijfer wordt berekend voor een ruimtelijk samenhangend geheel, echter met die bemerking dat de dichtheid per site, of tussen verschillende sites onderling kan gedifferentieerd worden. differentiatie en verbetering van de woningvoorraad: Het woningaanbod wordt gedifferentieerd inzake grootte en type, zodat de bestaande verschillen in sociale klasse en gezinssamenstelling worden opgevangen. versterken van de multifunctionaliteit In de stedelijke gebieden dient de multifunctionaliteit versterkt te worden door het verweven van verschillende functies. kantoren aan knooppunten van openbaar vervoer afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied bundelen van kleinhandel Kleinhandel moet bij voorkeur deel uitmaken van de functies in het stedelijk gebied en in de kernen van het buitengebied. optimaliseren van recreatieve en toeristische voorzieningen en medegebruik zorg voor collectieve en openbare ruimten De ‘privaat collectieve ruimtes’ - zoals warenhuizen winkelgalerijen – zijn meer en meer het decor van het publieke leven. Dit ten nadele van de openbare ruimtes. Ze moeten beide in samenhang worden geconcipieerd en ingericht. Voor de openbare ruimten zijn kwaliteitsverbetering, het openbaar karakter, de publieke functie en veiligheid de uitgangspunten. behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden waarborgen voor landbouw in stedelijke gebieden behoud en uitbouw van cultureel-maatschappelijke en historisch waardevolle elementen in de stedelijke gebieden stedelijke mobiliteit en locatiebeleid
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p7
p8
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen werd op 6 maart 2002 goedgekeurd bij Ministerieel Besluit.
Het RUP maakt deel uit van de deelruimte Brugse ruimte. De ruimte omvat het samenhangend systeem van het regionaalstedelijk gebied Brugge en de economische poort Zeebrugge. De Brugse ruimte overlapt de kustruimte en de Oostelijke Polderruimte. Het RUP grenst niet onmiddellijk aan de Oostelijke Polderruimte. De rol van de Brugse ruimte wordt grotendeels bepaald op Vlaams niveau, namelijk de zeehaven als motor van economische ontwikkelingen en de bovenlokale verzorgende rol van het regionaalstedelijk gebied Brugge. Een meer specifieke rol voor het regionaalstedelijk gebied is de dienstverlening als hoofdplaats van de provincie. Op het vlak van toerisme en recreatie streeft Brugge naar complementariteit met de kustruimte als cultuurstad en als ‘groene’ voorziening (ommeland). Het ruimtelijk beleid is in de Brugse ruimte ondermeer gericht op het ondersteunen van het regionaalstedelijk gebied Brugge. Als administratieve provinciehoofdstad is het een specifiek verzorgingscentrum voor West-Vlaanderen. De kanalen zijn als duidelijke landschappelijke bakens bepalend voor deze ruimte en het bijhorende beleid. Ze zorgen voor een typisch landschap. In eerste instantie creëren ze duidelijke grenzen voor de havenontwikkelingen. Verder hebben zij op het ecologische en op het recreatieve vlak verenigbare potenties die ondersteund worden. De selectie van secundaire wegen binnen het regionaalstedelijk gebied geeft prioriteit aan openbaar vervoer. De ontwikkelingen in het kader van het toeristisch-recreatief knooppunt zijn complementair met de kustruimte. Het gaat om cultuurtoerisme en om recreatief medegebruik van de omliggende polderruimte.
In en grenzend aan het RUP zijn een aantal relevante structurerende elementen van de verschillende deelstructuren geselecteerd en specifieke ontwikkelingsopties beschreven. De ruimtelijke nederzettingstructuur De regionaalstedelijke gebieden zijn een bevoegdheid van het Vlaams Gewest. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan onderschrijft de principes van het RSV inzake de ruimtelijke nederzettingstructuur. Daarnaast zijn een aantal specifieke beleidsdoelstellingen opgenomen voor de provincie. De stedelijke gebieden hebben een belangrijke verzorgende rol voor het ommeland. Een minimum aantal voorzieningen (zoals wonen, werken, dienstverlening) moet aanwezig zijn en dit in relatie met het schaalniveau (de ruimtelijke draagkracht), de identiteit en de grootte van het verzorgingsgebied. Voor het Stedelijk netwerk Kust, waartoe ook het stedelijk gebied Brugge behoort, heeft vooral een rol in de kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Wonen, werken, voorzieningen en toeristisch-recreatieve ontwikkelingen worden in eerste instantie gebundeld in de aanwezige stedelijke gebieden, de industriële ontwikkeling die niet poortgebonden is wordt in hoofdzaak verder ontwikkeld in de achterliggende stedelijke gebieden Brugge en Veurne. De taakstelling inzake bijkomende woongelegenheden voor de periode 1991-2007 bedraagt 9.200 wooneenheden voor het regionaalstedelijk gebied Brugge.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p9
p10
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
De ruimtelijke natuurlijke structuur Als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang, meerbepaalt natte ecologische infrastructuur: kanaal Gent – Brugge en Oostende - Brugge. Dit zijn de kunstmatig aangelegde waterlopen die door hun specifieke ontwikkeling een natuurlijke rijkdom bezitten of kunnen verkrijgen. Ze zorgen hoofdzakelijke voor migraties via water en oevers. Dit netwerk behoeft een integraal beleid met bovenlokale sturing. De gewenste ruimtelijke structuur toerisme en recreatie Als landelijk toeristisch recreatief netwerk: de Brugse streek. De streek heeft toeristische kwaliteiten dankzij de vele bossen, kastelen en historische sites en het netwerk van kanalen. Binnen de stedelijke gebieden Brugge en Torhout kunnen bijkomende hoogdynamische toeristisch recreatieve voorzieningen ontwikkeld worden. Als toeristisch recreatief lijnelement: kanaal Brugge – Gent en Oostende – Brugge (tot aan kanaal Plassendaele – Nieuwpoort). Het is de bedoeling om bestaande of potentiële toeristischrecreatieve lijnelementen te versterken of te ontwikkelen en samenhangende netwerken te verkrijgen. De aandacht moet vooral gaan naar de kwaliteit en beleveniswaarde van de lijnelementen en de directe omgeving. Er worden diverse vormen van bewegingsrecreatie voorzien. De gewenste ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur Als secundaire weg II: De R30b Sint-Pieterskaai vanaf de N9 Oostendse Steenweg tot de N376 Havenstraat en de aansluitende R30 in oostelijke richting tot aan de N50. Bij secundaire wegen type II primeert de verzamel- en ontsluitende functie op de verbindingsfunctie, en dit voor alle vervoersmodi. Als secundaire weg III: De R30 Gulden Vlieslaan- Koningin Elisabethlaan en de N9 Scheepsdalelaan tussen de R30 Koningin Elisabethlaan en de N30b Sint-Pieterskaai. Secundaire wegen type III worden gekenmerkt door het belang van de verbindingsfunctie van het openbaar vervoer en het fietsverkeer op bovenlokaal niveau. De verbindings- en verzamelfunctie voor autoverkeer is er ondergeschikt. Daarnaast hebben ze ook een erfontsluitingsfunctie. Figuur 2: Uittreksel PRS West-Vlaanderen: Gewenste Ruimtelijke Structuur Brugse Ruimte
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p11
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge is definitief vastgesteld in de gemeenteraad van 25 april 2006 en is goedgekeurd door de Deputatie op 3 augustus 2006. Richtinggevend deel Het GRS beschrijft verschillende visies, gewenste structuren en ontwikkelingsopties die van belang zijn voor het plangebied. Als algemeen principe voor de stadsrand wordt een heldere structuur gewenst. Er staat vooral kwaliteitsvolle verdichting van het wonen, het inbrengen van een heldere structuur en een goede afwerking voorop. Vooral de vleugel Christus - Koning / Sint - Pieters wordt sterk uitgebouwd voor wonen. Iedere vleugel wordt gestructureerd door groene oasen in of aan de rand van elke vleugel of door één of meer radiale steenwegen, voor de vleugel Christus - Koning / Sint Pieters is dit de Scheepsdalelaan / Oostendse Steenweg en de Blankenbergse Steenweg. De steenwegen fungeren niet alleen voor openbaar vervoer maar concentreren tevens de lokale voorzieningen. Iedere vleugel behoudt zijn specifieke opbouw van buurten en wijken, en versterkt voorzieningen op zijn maat. Deze bouwstenen van de stad dragen bij aan de identiteit, menselijke schaal en hebben ook ieder een eigen cultuurhistorische achtergrond.
Met betrekking tot de gewenste ruimtelijke nederzettingstructuur wenst men een aanbodbeleid te voeren door verdichtingsmogelijkheden te benutten en nieuwbouwmogelijkheden te scheppen. Ook wordt aandacht gevraagd voor een groene omgeving, het verweven van woningtypes en functies om leefbare buurten te creëren, het streven naar optimale woningdichtheden. Concreet wordt er voor de vroegstedelijke wijken zoals Christus - Koning een versterking van de woonfunctie vooropgesteld. Daarbij dienen de leegstaande bedrijfspanden herbestemd te worden voor wonen, in verweving met andere functies zoals kantoren, handel en diensten. Deze zijn vooral gelegen langs de Ringvaart (oa de Kolenkaai) en de Damse vaart, en hebben zo belangrijke potenties voor wonen langs het water. De beoogde dichtheid bedraagt er 25wo/ha. De herinrichting van de Nieuwe Molens voor wonen is aangeduid als strategisch project. Dit is ondertussen reeds gerealiseerd. De rol van het aangrenzende Sint-Pieterskaai en omgeving wordt als een soort overgangszone tussen het regionaalstedelijk gebied en het zeehavengebied beschreven. Door de goede ontsluiting wordt het gebied ook als locatie voor nieuwe bovenlokale en regionaalstedelijke voorzieningen aangestipt. Er wordt een differentiatie van de woningvoorraad vooropgesteld: wonen voor ouderen (centrumlocaties), starters, alleenwonende of gezinnen zonder kinderen (meergezinsbouw in de omgeving van steenwegen), gezinnen met kinderen (stadswoningen met tuinen, woonwijken, inbreidingsprojecten), sociale huisvesting. Voor sociale huisvesting in nieuwe woonzones wordt de mix vooropgesteld die ook gehanteerd wordt in het PRS West-Vlaanderen. Dit zijn minimumwaardes. Daarnaast wordt ook benadrukt dat een mix moet worden nagestreefd: een menging van verschillende woningtypes met sociale huur- en koopwoningen, sociale kavels en private woningen. De stad verkiest om deze minimumnormen op te leggen voor alle projecten van minstens 25 woningen, mits een afweging ten opzichte van de ruimere omgeving en de reeds aanwezige sociale woningen. Ook zijn er specifieke locaties opgenomen voor de woonboten. De Kolenkaai is één van de twee aangeduide plaatsen.
p12
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
In de gewenste ruimtelijke economische structuur is voornamelijk het ruimtelijke principe ‘consolideren en optimaliseren van de bestaande detailhandelsconcentraties geënt op de ring en de uitvalswegen’ relevant. De ruimtelijke spreiding van het secundaire handelsapparaat in de binnenstad op wijkniveau bevindt zich ter hoogte van een aantal historische poortstraten, ondermeer langs de Scheepsdalelaan. De druk op het handelsapparaat zorgt voor het verdrijven van kleinhandelaars van de toplocaties ten voordele van ketens. Een verdere verspreiding van de handel over de volledige binnenstad is echter niet wenselijk omdat dit het wonen verdringt en de aantrekkelijkheid als winkelstad verlaagd. Daarom is het aangewezen om de dispersie te kanaliseren naar de assen die nu reeds drager zijn van deze commerciële activiteiten, met specifieke aandacht voor de gebieden die directe aansluiting hebben op het bestaande commerciële circuit van de binnenstad (zoals de poortstraten).
In de gewenste ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur wordt de functie van de R30 rond de binnenstad beschreven als ‘verzamelt en verdeelt het verkeer over de binnenstad en de verschillende deelgemeenten op secundair niveau’. De concentratie van het auto- en vrachtverkeer op de radiale toegangswegen, waaronder de aangrenzende Sint-Pieterskaai, is bedoeld om te vermijden dat het vracht- en autoverkeer door de centrumstraten van de deelgemeentes en verblijfsgebieden rijden. Voor de binnenstad wordt het verder autoluw maken met voorrang voor openbaar vervoer en fiets, aangehaald. Alle lokale wegen gelegen in het gebied betreffen lokale wegen IIIb, wijkverzamelwegen, of lokale wegen IV, overige wegen. Het verkeersleefbaarheidsplan zal deze selecties nader vastleggen. In beide gevallen maken ze deel uit van de verblijfsgebieden en wordt er sterk de nadruk gelegd op verkeersremming, veiligheid en leefbaarheid. De aanduiding van de noordelijke kanaalwegen langs de kanalen Brugge – Gent en Oostende – Brugge als hoofdfietsroute (onderdeel van het Provinciaal Fietsroutenetwerk) wordt onderschreven, net als de opname van de ring R30 en de N9 Scheepsdalelaan als bovenlokale fietsroute. Deze bovenlokale fietsroutes worden aangevuld met een fijnmazig netwerk van lokale of gemeentelijke fietsverbindingen. Daarbij is de Leopold II-laan, aangeduid als verbindende fietsroute en de Kolenkaai als aanvullende fietsroute op lokaal niveau.
De vestingen en stadsgrachten rondom de binnenstad zijn de lokale natuurelementen van de gewenste natuurlijke structuur. Daartoe behoort ook de Ezelpoort en aangrenzend parkje.
Als ruimtelijke principes van de gewenste landschappelijke structuur worden een aantal inhoudelijke visie-elementen voorgesteld. De relictzones en ankerplaatsen zijn de basis voor de uitwerking van het niet verstedelijkt landschap als het samenhangend geheel. Conservering van het historisch binnenstedelijk landschap is eveneens noodzakelijk, niet alleen omwille van het historisch binnenstedelijk landschap, maar tevens het ongekende archeologische erfgoed. De herkenbaarheid en de leesbaarheid van de landschappen zijn eveneens belangrijke visieelementen. In de gewenste toeristisch-recreatieve en culturele structuur wordt beheersen van het toerisme als een belangrijk aandachtspunt aangehaald. Daarbij wordt een ruimtelijke concentratie voor dagtoeristische activiteiten (ook horeca gericht op toerisme), een numerus clausus voor hotelvestigingen en een vakantiewoningenstop in de binnenstad. Het plangebied behoort niet tot die ruimtelijke concentratie. Inzake recreatie (vrijetijdsbesteding van de inwoners) moeten in de eerste plaats voldoende mogelijkheden voorzien worden. Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p13
Het plangebied is gelegen in de deelruimte ‘binnenstad en Christus - Koning’. Daarbij is specifiek voor Christus - Koning het versterken van het wonen door hergebruik en sanering van leegstaande fabriekspanden langs de Kolenkaai, kleinschalige kantoren, handel en recreatie aangestipt. Bij de concrete acties en maatregelen zijn volgende acties voor de ruimtelijke nederzettingstructuur van belang: Benutten van verdichtingsmogelijkheden; ondermeer herbestemmen verlaten bedrijfspanden in het woongebied. Scheppen nieuwbouwmogelijkheden; ontwikkelen niet uitgeruste gronden in woongebied. Streven naar verweving van woningtypes en het creëren van een sociale mix; toezien dat de juiste woningtypes op de juiste plaats gerealiseerd worden. Mogelijkheden bieden voor alternatieve woonvormen, aanduiden van plaatsen voor permanent aanmeren van woonboten in overleg met AWZ.
Bindend deel Volgende bindende bepalingen zijn relevant voor voorliggend RUP: Aanbodbeleid bijkomende woongelegenheden gestoeld op: o Benutten van verdichtingsmogelijkheden, o.a. herbestemmen naar wonen van verlaten bedrijfspanden in het woongebied o Aansnijden van niet uitgeruste grond in woongebied; Uitvoering van een aantal strategische woonprojecten, waaronder de Nieuwe Molens langs het Kanaal Gent-Oostende (red: reeds gerealiseerd) De bouw van 700 bijkomende sociale woningen; waarbij er minimum 15% woningen of sociale kavels gerealiseerd worden voor gronden in eigendom van een sociale bouwmaatschappij.
p14
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Figuur 3: Uittreksel GRS: Gewenste Ruimtelijke Structuur binnenstad en Christus - Koning
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p15
Gemeentelijke Sectorale Beleidsplannen Naast de ruimtelijke planningscontext bevatten ook een aantal andere beleidsplannen relevante elementen voor het RUP. Het betreffen door de gemeenteraad goedgekeurde plannen waarvan ruimtelijke aspecten eveneens een doorwerking moeten krijgen in het RUP. Het mobiliteitsplan wordt hierbij niet afzonderlijk opgenomen: de relevante ruimtelijke elementen werden immers reeds opgenomen in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Woonbeleidsplan Brugge 2008- 2013 Het Brugs woonbeleidsplan werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2009. In het woonbeleidsplan is naast een inventarisatie van alle gegevens met betrekking tot het wonen in Brugge en beschrijving van de geldende wetgevingen een evaluatie van het beleid gemaakt. Daaruit vloeiden doelstellingen voort, die vertaald worden in concrete acties. Voor het plangebied zijn geen specifieke aandachtspunten geformuleerd. Wel zijn er een aantal algemene aandachtspunten die zeker ook voor dit RUP relevant zijn.
Doelstelling 1 – Betaalbaar wonen Het aanbod verhogen met het oog op betaalbaarheid wordt onder meer beoogd door het herbestemmen van leegstaande gebouwen, verdichting en wooninbreiding. De verdichting dient gecombineerd te worden met een kwaliteitsvol openbaar domein, met veel groen en ruimte voor ontmoeting. Concrete acties zijn ook kleinere kavels bepleiten (300-500m²) bij verkavelingen, wonen boven grootschalige winkels in de stadsrand stimuleren, en ook BPA’s doorlichten en RUP’s opmaken teneinde nabestemming wonen te realiseren. Om betaalbaar wonen te realiseren worden de private ontwikkelaars als belangrijke actoren aangestipt, het is immers niet de kerntaak van de stad. Via het nieuw decreet RO en realisatieovereenkomsten zal men erover kunnen waken dat er voldoende betaalbare woningen en huurwoningen komen. Tegelijk moet gewaakt worden over de kwaliteit van de nog te bouwen woningen, alsook de verbouwingen van de bestaande private woningen. Die moet voldoende hoog en divers zijn en dit alles binnen een kwaliteitsvolle omgeving.
Doelstelling 2 – Kwaliteit van de woningen en woonomgeving promoten Eén van de elementen die een doorwerking kan krijgen in het RUP is het accent op aangepast duurzaam wonen. Energiezuinige woningen en passiefhuizen kunnen aangemoedigd worden via premies. Ook moet er aandacht zijn voor de verwachte toename van de vergrijzing. Ook wordt het belang van kwalitatieve publieke ruimte als triger voor kwalitatief wonen en private renovaties aangestipt.
Doelstelling 3 – Behouden en aantrekken van jonge gezinnen / tegengaan stadsvlucht Daarbij wordt het voorbehouden van zones voor gezinnen met kinderen en tuin in de ruimtelijke planning aangestipt.
Doelstelling 4 – Realisatie sociale mix Het decreet grond- en pandenbeleid bevat ondermeer de juridische basis voor de realisatie van de sociale mix. Het decreet bepaalt de minimumnorm voor de realisatie van sociale woningbouw per bouw- of verkavelingsproject van een bepaalde omvang. Bij RUP’s of BPA’s die een bestemmingswijziging naar woongebied doorvoeren groter dan 0.5ha worden procentuele objectieven en voorschriften ivm met het sociaal woonaanbod opgenomen voor verkavelingen, groepswoningbouw en appartementsbouw. Binnen voorliggend plangebied worden geen bestemmingswijzigingen doorgevoerd.
p16
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Bindend sociaal objectief In uitvoering van het decreet grond en pandenbeleid is door de provincie een voorstel geformuleerd voor de verdeling van de taakstellingen inzake sociale huisvesting. De bepalingen van dit decreet vervangen alle opgenomen aantallen en normen inzake uit de diverse structuurplannen die hiermee strijdig zijn. Het bindend sociaal objectief voor de Stad Brugge is vastgesteld op 861 huurwoningen, te realiseren tegen 2020. Voor sociale koopwoningen zijn dit 404 woningen met 19 sociale kavels. Gemeentelijk reglement sociaal wonen Om de opgelegde taakstellingen inzake sociale woningbouw, voortvloeiend uit het decreet gronden pandenbeleid en de provinciale verdeling hiervan, concreet uit te voeren is een gemeentelijk reglement sociaal wonen opgemaakt. Naast de bepalingen inzake sociale last omvat het ook bepalingen inzake een private last. Het reglement werd goedgekeurd door de Gemeenteraad op 23 november 2009.
Sociale last De bepalingen van de sociale last zijn van toepassing op: Verkavelingen van ten minste 10 loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan 0.5 ha, ongeacht het aantal loten. Groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenheden ontwikkeld worden De bouw of herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste 50 appartementen gecreëerd worden. Verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in voorgaande, en waarvoor een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan. Ze zijn niet van toepassing in ruimtelijke uitvoeringsplannen waarin andere normen wat betreft de realisatie van sociale woningen zijn bepaald, tenzij het betreffende ruimtelijk uitvoeringsplan anders zou bepalen. Het aandeel te realiseren sociale woningen is afhankelijk van het reeds aanwezige aantal bij de opmaak van het reglement. Voor Christus - Koning is dit: 40% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen. 20% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van natuurlijke of rechtspersonen. Binnen dit opgelegde aandeel sociale woningen wordt een verdeling toegepast naar sociale koopwoningen, huurwoningen en sociale kavels. Dit is verschillend voor stedenbouwkundige vergunningsaanvragen en verkavelingvergunningsaanvragen: Indien een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag onderworpen is aan een sociale last voor de creatie van bijkomende sociale woningen, wordt deze als volgt verdeeld: 80 % sociale huurwoningen, 20 % sociale koopwoningen, 0% sociale koopkavels Indien een aanvraag voor verkavelingvergunning onderworpen is aan een sociale last voor de creatie van bijkomende sociale woningen, wordt deze als volgt verdeeld: 75 % sociale huurwoningen, 20 % sociale koopwoningen, 5 % sociale koopkavels Het bestuur kan inzake de sociale last beslissen om een mindere sociale last op te leggen, onder bepaalde voorwaarden. Ook kan de eigenaar de sociale last verleggen naar andere Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p17
terreinen. De in het decreet voorziene optie met uitzonderlijke bijdrageregeling is door het bestuur principieel afgewezen.
Private last Bij de ontwikkeling van nieuwe woonzones >1Ha op gronden eigendom van sociale huisvestingsmaatschappijen, wordt een private last opgelegd. Net zoals bij de sociale last is de omvang van de private last afhankelijk van het reeds aanwezige aantal bij de opmaak van het reglement. Voor Christus - Koning is de verhouding van de te verwezenlijken woningtypes als volgt verdeeld: 60 % sociale huurwoningen 25 % sociale koopwoningen 15% private verkaveling Een sociale verkaveling uitgevoerd door een sociale huisvestingsmaatschappij kan worden toegelaten voor een aandeel van maximum 10%, mits vermindering van het aandeel sociale koopwoningen met eenzelfde percentage. Dit levert dan de volgende verdeling op: 60 % sociale huurwoningen 15 % sociale koopwoningen 15% private verkaveling 10% sociale verkaveling Het College kan op vraag van de sociale huisvestingsmaatschappij of uit eigen beweging afwijkingen toestaan van de private last, rekening houdend met een aantal aspecten. De afwijking kan enkel een lichtere private last met zich meebrengen. Lokale advieszone archeologie In uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd de lokale archeologische advieskaart opgesteld. Dit in functie van een zorgzaam gemeentelijk beleid voor het archeologisch erfgoed. Aan de hand van een basisinventaris, landschappelijke kenmerken en knelpunten bakent deze kaart zones af waarin al dan niet advies aan de lokale archeologische dienst moet worden gevraagd. Het volledige plangebied is gelegen in een lokale advieszone voor erfgoed en een advieszone voor archeologie vanaf 2.500m². Iedere aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning en / of verkaveling vanaf 2.500m² met structurele wijziging van de bodem moet voor advies voorgelegd worden bij de bevoegde archeologische dienst. Open ruimte plan binnenstad Voor de binnenstad en Christus - Koning is een open ruimte plan in opmaak. Dit plan evalueert de bestaande open ruimtes en stelt gewenste ontwikkelingsperspectieven voor de verschillende open ruimtes voor. Dit plan is momenteel nog niet goedgekeurd door de Gemeenteraad. Speelruimtebeleidsplan In het speelruimtebeleidsplan worden de verschillende speelmogelijkheden, formeel en informeel, per ruimtelijk deelgebied doorgelicht en geëvalueerd. Daarbij is rekening gehouden met de demografische opbouw en geplande ontwikkelingen in de deelgebieden. Ook het perspectief van het stedelijk beleid en de gebruikers op de speelruimte werd bekeken. Op basis daarvan werd per deelgebied een fiche opgemaakt, en worden concrete acties vooropgesteld. Het deelgebied Christus – Koning behelst een ruimer gebied dan louter het voorliggend plangebied. Christus - Koning is dicht bebouwd met een grote densiteit aan jonge bewoners. p18
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Vooral in de noordwestelijke zone van Christus - Koning, naast het voorliggend RUP is een speelkansarme zone gelegen. In het plangebied wordt het werfplein beschreven als een goed gezoneerd en functionerend plein aangepast aan jonge kinderen en jongeren. Door het grote aantal kinderen en jongeren, dat er volgens de prognose zal blijven, is het aangewezen om het gehele gebied bespeelbaar te maken. Dit betekent een grote aandacht voor verkeersveiligheid en het inbouwen van spelprikkels in de publieke ruimte. Als nieuwe potentiële speelruimtekansen wordt het woonproject nieuwe molens en de Kolenkaai als een passageplek langs het kanaal aangestipt, met eventueel skatevoorzieningen op straatniveau, en het Baron Ruzettepark als natuurspeelruimte op buurtniveau. Er wordt aangestipt dat veilige en belevenisvolle oversteken naar de binnenstad en Sint-Pieters wenselijk zijn, net als het realiseren van de zone 30 en het weren van sluipverkeer in de wijk. Figuur 4: Uittreksel Speelruimtebeleidsplan: Gewenste Speelstructuur Christus - Koning
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p19
Bestaande juridische toestand In het gebied zijn geen habitat- of vogelrichtlijngebieden, VEN-gebieden, gemeentelijke RUP’s, geldige verkavelingen of beschermde monumenten of landschappen gelegen.
Gewestelijk RUP afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge De Vlaamse regering heeft op februari 2011 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge definitief vastgesteld. In overeenstemming met de decretale bepalingen worden voor de gebiedsdelen die opgenomen zijn in de verordenende grafische plannen en de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan en BPA’s opgeheven. Dit geldt dus niet voor de gebieden die wel opgenomen zijn binnen de afbakeningslijn maar waarvoor geen deelgebied is opgenomen. Daar blijven het gewestplan en de BPA’s gelden. Het projectgebied bevindt zich binnen de afbakeningslijn van het stedelijk gebied. Daarbij is het plangebied niet opgenomen als een specifiek deelgebied. Voor de afbakeningslijn wordt volgend voorschrift voorgesteld:
‘De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het regionaalstedelijk gebied Brugge. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen. Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.’
Gewestplan Het RUP is gelegen binnen het gewestplan 3, Brugge - Oostkust. Binnen de begrenzing van het RUP gelden de bestemmingen: woongebied, , parkgebied en bestaande waterwegen. Een beperkt deel van de bestemming woongebied heft een overdruk als gebied van culturele, historische en/of estethische waarde. Voor bestaande waterwegen zijn geen specifieke voorschriften opgenomen in het desbetreffende KB, voor de andere bestemmingen zijn volgende voorschriften van toepassing voor deze bestemmingen:
‘De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.’ ‘In de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. ‘De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.’
BPA’s Het RUP ligt volledig in het BPA Christus Koning NoordOost, plan nr. 2.24_7_4. Dit werd goedgekeurd op 20 oktober 1998. Het BPA omvat het gebied tussen de Scheepsdalelaan, de R30 Koningin Elisabethlaan, de IJzerstraat en het Kanaal Gent-Oostende. De grenslijn bevindt zich telkens in het midden van het openbaar domein. Ter hoogte van de Ezelpoort wordt het parkje tussen de Ezelpoort en de Scheepsdalelaan gedwarst door de BPA-grens.
p20
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Het BPA voorziet in specifiek afgebakende zones met bestemmingen, waarop in overdruk voor verschillende panden een aantal voorschriften in het kader van de bescherming van het patrimonium geldig zijn. Bij de woonfuncties zijn nevenbestemmingen zoals handel, detailhandel en kantoren toegelaten. Horeca is er niet toegelaten. In het binnengebied (niet langs de Scheepsdalelaan, Koningin Elisabethlaan) is de bouwhoogte beperkter en wordt de hoofdfunctie omschreven als eengezinswoningen. Daarnaast zijn er bestemmingen voor ambachtelijke werkplaatsen (Wasserij Werfstraat, rij Leopold II-laan, diverse geïsoleerde panden en binnengebieden, site Elia). Daarbij zijn nevenbestemmingen toegelaten, maar geen woonfuncties. Voor de terreinen van Van Marcke en percelen aan de overzijde van de Diksmuidestraat zijn ruimere nevenbestemmingen toegelaten, zoals jeugdinfrastructuur en dagrecreatie en openbare gebouwen. Ook zijn er een aantal specifieke zones afgebakend voor autobergplaatsen, vaak in binnengebieden, en voor openbare gebouwen. Langs De Kolenkaai is een specifieke zone voor wonen en kantoren gelegen, waar verschillende nevenbestemmingen, ook horeca, is toegelaten. In specifiek aangeduide zones is bebouwing tot 5 bouwlagen toegelaten mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Ook kunnen er op specifieke plaatsen de huidige functies behouden blijven. Voor een aantal bebouwingsrijen zijn de voortuinen opgenomen in een specifieke zone, waarbij het aandeel van de verhardingen beperkt toegelaten is. Bij de zone voor openbare wegenis moet het karakter en substantie van de bestaande groenaanleg maximaal behouden blijven. Ook de voorschriften voor het Werfplein gaan uit van behoud van het plein. Er zijn specifieke aanduidingen en bepalingen voor gebouwen met kunsthistorische waarde, stadlandschappelijke waarde en kunsthistorisch en/of stadslandschappelijk waardevolle rijen. Ook wordt er voor het bouwblok Kardinaal Mercierstraat, Scheepsdalelaan, Werfstraat en Veldmaarschalk Fochlaan specifieke aandacht gevraagd voor de mogelijke aanwezigheid van een archeologische site van een Franciskanerklooster daterend uit de 15de eeuw. Onmiddellijk grenzend aan het RUP bevinden zich de BPA’s Fort Lapin, Gistfabriek, en Christus – Koning ZuidWest. Het BPA Sint-Pieters ZuidOost bevindt zich aan de overzijde van de kanaaloever.
Gemeentelijke bouwverordening De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen, verkavelen en op de beplantingen werd vastgesteld door de gemeenteraad op 1 mei 2011 en door de Deputatie op 30 april 2009. De verordening is van toepassing op het volledige grondgebied van de stad. Daar waar er specifieke stedenbouwkundige voorschriften geldig zijn (BPA, RUP) die strijdig zijn met de verordening gelden deze specifieke voorschriften en niet de verordening. De verordening bevat ondermeer nadere bepalingen rond de bouwvergunningsplicht in bepaalde stadsdelen, waarborg openbaar domein bij bouwprojecten, nutsvoorzieningen, parkeernorm, fietsparkeernorm, verbod nieuwe garagepoorten in voorgevels, voortuininrichting, afsluitingen, groenschermen, gabarieten, wonen boven winkels, technische bouwaspecten… .
Beschermd werelderfgoed De binnenstad en vestigingsgordel zijn opgenomen als Unesco Werelderfgoedzone. Een gedeelte van het RUP, met name de bouwblokken grenzend aan de R30 Koningin Elisabethlaan en Komvest, zijn opgenomen in de bufferzone rondom dit erfgoed. Dit betekent concreet dat elke vorm van nieuwe bebouwing of verbouwing in de binnenstad maar ook binnen een straal van 200 m rond de binnenstad moet worden ingepast in harmonie met het bestaande waardevolle Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p21
patrimonium. In de zichtassen naar en van het werelderfgoed moet rekening gehouden worden met aanwezige erfgoed: de zichten mogen niet aangetast of beïnvloed worden.
Wegen De Scheepsdalelaan N9, de Koningin Elisabethlaan R30, de Komvest R30 en de IJzerstraat zijn gewestwegen. De overige wegen in het gebied zijn gemeentelijke wegen. Er zijn geen gekende goedgekeurde rooilijnplannen van kracht voor deze wegen.
Waterlopen Het gebied behoort niet tot een polderbestuur. In het gebied bevindt zich de bevaarbare waterloop ‘Kanaal Gent-Oostende’ (VHag 12). De waterweg wordt beheerd door Waterwegen en Zeekanaal nv – afdeling Bovenschelde. Rechts in het gebied ligt de zwaaikom die de toegang tot het Bouwdewijnkanaal mogelijk maakt. Om het onderhoud van deze waterlopen te waarborgen zijn er erfdienstbaarheden langsheen de waterlopen. Langs beide oevers moet een strook van 5m langs de waterloop onbebouwd en toegankelijk blijven.
Verkavelingen Binnen de grens van het ruimtelijk uitvoeringsplan zijn geen goedgekeurde verkavelingen gelegen.
p22
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Bestaande fysische toestand Aan de hand van de verschillende deelruimtes schetsen we eerst een globaal beeld van de verschillende ruimtelijke kenmerken, zoals functies en morfologische kenmerken. Daarna bespreken we nog een aantal thema’s die specifieke aandacht vereisen in het volledige studiegebied.
Eén ruimtelijke entiteit met gediversifieerde randen Het plangebied bestaat uit één centrale ruimtelijke entiteit, het Stubbekwartier (1). In deze wijk is slechts in beperkte mate een hiërarchische structuur aanwezig. Het zijn voornamelijk de randen van het plangebied, die in relatie tot de aangrenzende structuren, zich onderscheiden door andere morfologische en functionele kenmerken. Zo vormt de bebouwing langs de Koningin Elisabethlaan (2) door zijn hoger gabariet en diverse functiemix, die minder wijkgebonden is en meer dan louter dagdagelijkse voorzieningen, duidelijk de overgang naar de binnenstad met voorzieningen die functioneren op stedelijk niveau. De Scheepsdalelaan (3) is dan weer een typische poortstraat, eveneens met hogere en grotere bebouwing, waarin diverse dagdagelijkse voorzieningen die functioneren op wijk- en deelstadsniveau gevestigd zijn. De bouwblokken langsheen het water (4) zijn in hun morfologie en soms ook nog in hun functie gelinkt aan bedrijvigheid langsheen deze waterweg. De oostelijke grens met het Baron Ruzettepark (5) vormt dan weer een groene schakel langs de ring.
Figuur 5: Bestaande deelruimtes
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p23
De kern van het Stubbekwartier Het Stubbekwartier is een 19de eeuwse woonwijk. De kern van de woonwijk betreft het gebied gelegen binnen de Scheepsdalelaan, Leopold II-laan, IJzerstraat en Koningin Elisabethlaan. In deze omringende straten zelf is er reeds een overgang waarneembaar naar de aangrenzende deelruimtes. Het stratenpatroon is rastervormig, met rechte smalle wegen. De bouwblokken hebben variabele groottes. De bebouwing is overwegend gesloten, vaak op de rooilijn, enkele gevelrijen met voortuinen; het gabariet bedraagt voornamelijk 2 bouwlagen en een hellend dak. Het betreffen relatief ruime en meestal in goede staat verkerende arbeiderswoningen met tuin. De iets luxueuzere burgerwoningen en herenhuizen bevinden zich langs de omringende lanen. De straten maken soms een versteende indruk: door hun lengte, de geparkeerde rijen wagens en hun gesloten bebouwingsrijen op de rooilijn lijken ze soms erg smal. De straten met voortuinen hebben een ander karakter. Het ontbreken van groen in de andere straten zorgt voor een zekere monotonie. Nochtans zorgt een blik van dichterbij telkens voor interessante architecturale elementen in de voorgevels, die vaak terugkeren bij de aangrenzende woningen en zo voor ritmiek zorgen in de straatwand. Dit niet enkel bij de eenheidsbebouwing. Deze ritmiek is echter te detaillistisch om het lineaire karakter in de straten zonder voortuinen zoals de Werfstraat en de Kardinaal Mercierstraat te kunnen doorbreken. Het Werfplein vormt een onderbreking van de bebouwing. Het plein ligt ingepast in het rastervormig stratenpatroon, en heeft door zijn centrale verscholen ligging een erg lokaal karakter. De bomenrijen rondom het plein en het groen op het plein vormen een eenvoudige, aangename omgeving. De speel- en sportinfrastructuur kent een veelvuldig gebruik. De aangrenzende bebouwing richt zich naar het plein. Op verschillende plaatsen bevinden zich andere functies: het kunstencentrum ”De Werf”(Werfstraat), dienstencentrum OCMW ’t Werftje (Werfstraat), onthaal, oriëntatie- en observatiecentrum ‘t Laar (Leopold II-laan), De Patio (Houthulststraat) een school (Kardinaal Mercierstraat), wasserij (Werfstraat), veilingzalen (Dirk Boutstraat), fitness (Werfstraat), … . Vaak nemen ze grote delen van het binnengebied van de aangrenzende bouwblok in. Hun gabariet sluit aan bij de aangrenzende woonrijen, de architectuur is vaak beperkt tot sterk afwijkend. Andere functies die normaal verweven zijn in het woongebied zoals detailhandel, private voorzieningen, … komen hier opvallend niet voor. De woningen beschikken niet over inpandige garages. In de binnenbouwblokken zijn dan ook op verschillende plaatsen clusters met garageboxen gelegen. Deze zijn niet zichtbaar van op de straat: ze bevinden zich achter een poort, of een onderdoorgang.
p24
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Straatbeeld met voortuinen (Zwaluwenstraat)
Straatbeeld zonder voortuinen (Werfstraat)
Het Werfplein
Ambachtelijk bedrijf in het woonweefsel
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p25
De wasserij in de Werfstraat
p26
Toegang tot garages
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
De overgang naar de binnenstad De Koningin Elisabethlaan en de Komvest maken deel uit van de kleine ring rond Brugge. Het tracé van de ring volgt de oorspronkelijke stadsvesten. Het is een brede weg, met 2*2 rijstroken, aanliggende fietspaden, parkeerstroken, voetpaden en een brede groene middenberm met hoogstammige bomen. De kruispunten zijn er vaak lichtengeregeld. De bebouwing langs de Koningin Elisabethlaan heeft iets meer grandeur dan deze in de wijk. Het betreft eveneens hoofdzakelijk 19de eeuwse gesloten bebouwing, maar dan voornamelijk burgerwoningen en herenwoningen, afgewisseld met meergezinswoningen daterend uit de jaren ’70. Het gabariet is vaak net iets hoger dan in de aangrenzende woonwijk, dit door de aanwezigheid van dakkapellen, en bedraagt op een aantal plaatsen meer dan twee bouwlagen. Deze hogere bebouwing heeft vaak een plat dak en is niet optimaal afgestemd op de morfologie van de laan. Dit bebouwingspatroon komt voor aan beide zijden van de laan. In die zin is dit een A-typisch deel van de ring: op andere plaatsen is de oorspronkelijke vestingswal nog aanwezig aan één zijde van de ring. Samen met de groene strook waar hij deel van uitmaakt begeleid hij de ring als een parkelement. Naast het wonen zijn er verschillende kleinschalige functies gevestigd die functioneren op wijken op stedelijk niveau: een bakker naast een advocaat, schoonheidsinstituut, bank, architect, arts, … maar ook een slagerij, kruidenier, en enkele bed en breakfasts. De verschillende toegangspoorten verbergen vaak onderdoorritten naar parkings aan de achterzijde van de bebouwing, of ondergrondse parkings. Aan de Komvest is opnieuw een opener deel van de Ring gelegen: aan de noordzijde bevind zich het Baron Ruzettepark, aan de overzijde de grootschaliger bebouwing met groene voortuin van de voormalige Sint-Jozefskliniek en Schipperschool (nu gebruikt door de scholen Spermalie en de Groene Poort).
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p27
De Koningin Elisabethlaan richting Komvest
Recentere bebouwing met een afwijkend gabariet
p28
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
De Komvest ter hoogte van het Baron Ruzettepark
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p29
De waterkant De bouwblokken tussen de Leopold II-laan, en de Kolenkaai worden gekenmerkt door hun ligging aan het water. De Leopold II-laan, vormt daarbij de overgang naar de woonwijk. Langs de Kolenkaai bevinden zich voornamelijk grootschaliger panden, afgewisseld met versteende open ruimtes. Veel panden getuigen nog van hun voormalig watergebonden karakter: pakhuizen, de voormalige bloemmolens… . Deze pakhuizen zijn ook terug te vinden in de Diksmuidestraat. Daar hebben ze een functie als overdekte speeltuin, antiekzaak… . Enkele panden langs de Kolenkaai zijn reeds gerenoveerd tot woningen. Er tussen bevinden zich ook oorspronkelijke woningen: 19de eeuwse woningen van stand, in gesloten bebouwing, met een rijkere architectuur. Tussen deze oorspronkelijke bebouwing is er ook recentere grootschalige bebouwing aanwezig: een winkelpand in eenvoudige architectuur. Het gabariet en de architectuur zijn dus erg uiteenlopend, maar het betreffen overwegend panden met een grootschaliger korrel. Ook de functies zijn uiteenlopend: naast dienstverlening zoals op de Eandis site, is er ook nog bedrijvigheid, zoals Van Marcke, zijn er winkels, woningen, en kleinschalige kantoren zoals een architectenbureau. De Kolenkaai zelf is recent heraangelegd. Door het ontbreken van een doorgang voor gemotoriseerd verkeer naar de Scheepsdalebrug en de IJzerstraat heeft de kaai een verkeersluw karakter. Het brede fiets- en voetpad, de publieke ruimte inrichting met terrassen aan het water, en elementen zoals pergola’s en groenaanplanten maken het tot een volwaardige schakel in het langzaam verkeersnetwerk maar ook tot een verblijfsruimte voor de wijkbewoners. Langs de kaai zijn ook diverse woonboten gelegen. Op de Leopold II-laan, is aan de noordelijke zijde dit industrieel karakter nog beperkt voelbaar: verschillende panden omvatten de volledige diepte van het bouwblok. Ertussen bevinden zich verschillende woningen, waarvan enkele, net zoals langs de Kolenkaai, duidelijk voor de directeurs of hoofdtoezichters van de vroegere bedrijven bestemd waren. Er zijn ook nog andere kleinschalige functies: tweede handswinkel, kantoren, een garage, … . Aan de zuidelijke zijde betreffen het overwegend woningen, in gesloten bebouwingsrijen. Er bevinden zich grotere arbeiderswoningen, zoals in de aansluitende straten, gemengd met net iets grotere en architecturaal rijker uitgewerkte woningen. De laan zelf heeft door de brede middenberm met dubbele platanenrijen een monumentaal karakter. De bomenrijen zorgen voor de ruimtelijke eenheid en kwaliteit van het geheel.
p30
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Kolenkaai vanaf de Scheepsdalelaan Kolenkaai
Woningen en industriële panden langs de
Het Baron Ruzettepark Het Baron Ruzettepark, net als de Kolenkaai langs het water gelegen, vormt duidelijk een andere ruimte. De bebouwing langs de IJzerstraat, op de rand van het park, ligt dicht bij het water en snijdt de groene waterkant door: er is geen doorzicht langs het aangrenzende fietspad, de schuine ligging van de pakhuizen zorgt voor een versmallend effect… Het aangrenzend diensthuis bij de brug is een voorbeeld hoe het wel kan: geïntegreerd in de waterkant, waarbij de zichtlijnen niet onderbroken worden. In het park is beperkte infrastructuur aanwezig: naast enkele grasvelden met paden, gescheiden door heester en boommassieven, is er ook nog het lokaal van de zeescouts. De twee private vrijstaande woningen in het park splitsen het als het ware in twee. Samen met de pakhuizen langs de IJzerstraat zorgt dit voor een versnipperend effect op de publieke parkruimte.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p31
Kolenkaai van de IJzerstraat
Leopold II-laan
p32
Smalle doorgang fietspad Baron Ruzettepark – IJzerstraat
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Voormalig lokaal zeescouts in Baron Ruzettepark
Private woningen in Baron Ruzettepark
Scheepsdalelaan De Scheepsdalelaan vormt de centrale as tussen de twee deelwijken van Christus - Koning. Het is een uitvalsweg van de binnenstad, die de verbinding maakt met de noordelijke deelgemeenten zoals Sint-Pieters, maar ook de plaats waar heel wat voorzieningen zijn gelegen. Het begin van de Scheepsdalelaan wordt gekenmerkt door de Ezelpoort en de groene omgeving: het einde van de walgracht, het Stil Ende, en de monumentale bomen in het plantsoen tussen de Scheepsdalelaan en de straat genaamd Ezelpoort. Aan de westelijke zijde, buiten het plangebied, bevinden zich aansluitend op de Ezelpoort ook een aantal grootschaliger recentere panden, zoals de Carrefour. De site van Eandis, in het plangebied aan de noordelijke zijde, is eveneens grootschalig. De overige bebouwing is overwegend 19de eeuwse gesloten bebouwing. Net als in de Koningin Elisabethlaan is de bebouwing net iets groter en luxueuzer dan deze in het aangrenzend woonweefsel. De groene voortuinen geven de laan een breed en aangenaam karakter. De functies zijn kleinschalige en divers: naast woningen zijn er diverse banken, kappers, enkele restaurants, een apotheek, speciaalzaken zoals een kookwinkel, een bloemenwinkel gevestigd.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p33
De Ezelpoort (straat)
Plantsoentje tussen Scheepsdalelaan en Ezelpoort
Zicht op de Ezelpoort vanuit Scheepsdalelaan
Scheepsdalelaan ter hoogte van Leopold II-laan,
p34
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Specifieke aandachtspunten Ontstaansgeschiedenis Het voorliggend plangebied betreft een 19de eeuwse uitbreiding van de binnenstad. Deze uitbreiding gebeurde planmatig, volgens een plan van de Duitse stedenbouwkundige Jozef Stübben. Veel elementen van dit plan zijn nog steeds aanwezig op het terrein en bepalend voor de ruimtelijke kwaliteiten. In de databank van het Vioe1 zijn specifieke beschrijvingen en figuren opgenomen met betrekking tot het ontstaan van de Christus – Koning en het plan van Stübben. Het plan wordt in het noorden afgebakend door het kanaal Gent-Oostende, in het oosten door de IJzerstraat, in het zuidoosten door de ringlaan (Filips de Goedelaan, Koningin Elisabethlaan, Komvest) en in het westen door de Buitenvestingsgracht en is dus ruimer dan het voorliggend RUP. Hierna zijn enkele van de voor het plangebied relevante beschrijvingen opgenomen. Voor 1900 - De paallanden
In 1275 behoort dit gebied, gekend onder de naam "Scepstale" tot het Brugs grondgebied. Tussen 1275 en 1283 verwerft Brugge voor een aanzienlijk bedrag een ruime strook rond de stad, de Paallanden, zo genoemd door de afbakening met grenspalen. Hierdoor worden de wijken die buiten de stad waren ontstaan, waaronder ook de wijk "Scepstale", onder de jurisdictie van de stadsschepenen gebracht. De voornaamste weg doorheen dit gebied is de "Scepstaleweg", nu de Scheepsdalelaan, die reeds in 1291 door de Stad wordt voorzien van kasseien. Het gebied staat gedeeltelijk afgebeeld op de kaart van Marcus Gerards, opgemaakt in 1562. Marcus Gerards tekent een open landschap met schaarse bebouwing, o.m. de kasteelmote van "Calkersleen". Vanaf de Ezelpoort vertrekt de Scheepsdalelaan. In de buurt van de Ezelpoort lagen de kloostergebouwen van de in 1468 aldaar gevestigde franciscanen-observanten. Na hun verhuizing in 1515 worden de gebouwen in gebruik genomen door de annuntiaten. In 1578 verdwijnt het klooster samen met andere kerken en kloosters die buiten de stadsomwalling van Brugge waren gevestigd. Op het einde van de 18de eeuw, tijdens de Franse overheersing, wordt het gehucht "Scepstaele" bij het grondgebied van Sint-Pieters-op-de-dijk gevoegd. Ferraris (1770-1778) tekent een nog altijd grotendeels onbebouwd gebied doorsneden door de Scheepsdalelaan. Volgens een afbeelding van Jan Karel Verbrugge van 1819 stond langs de Komvest tussen de binnen- en buitengracht een typische 18de-eeuwse woning met bijhorende watermolen die in 1769-1771 wordt gebouwd.
1
http://inventaris.vioe.be/dibe/geheel/21849 met specifieke bronvermelding ‘Gilté S., Vanwalleghem A. & Van Vlaenderen P. met medewerking van Dendooven K. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgebied Christus-Koning, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL11, (onuitgegeven werkdocumenten’
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p35
Begin 19de eeuw – Eerste aanzet nijverheid en bebouwing
In de loop van de 19de eeuw vestigen zich aan de oostzijde van de Scheepsdalelaan langs het kanaal Gent-Oostende enkele bedrijven. In 1845 sluit Henri-Philippe Desclée een contract af met de Stad voor de uitbouw van een stadsverlichtingsnet op gas. De gasfabriek groeit uit tot een groot gebouwencomplex tussen Scheepsdalelaan, Kolenkaai, Zwaluwenstraat en Leopold II-laan. Langs de Scheepsdalelaan ontstaat ca. 1890 de bloemisterij Verpoorten-Geersens, op die plaats stond in de 18de eeuw een watermolen. Een aantal kapitaalkrachtige families vestigt zich in dit nog landelijke gebied. Bij de verschillende tuinbouwbedrijven, langs of in de buurt van de Scheepsdalelaan, hoort vaak een villa of landelijke woning.
Eind 19de eeuw - Uitbouw zeehaven en aanleg volgens Stübben
Op het eind van de 19de eeuw voldoet de verbinding van Brugge met de zee via het kanaal GentOostende niet meer en moest er naar een oplossing worden gezocht. Reeds vanaf de jaren zestig en zeventig van de 19de eeuw bestaan er plannen om de Brugse haven uit te bouwen. Uiteindelijk wordt op het eind van de 19de eeuw het project Brugge-Zeehaven gelanceerd. Na een wedstrijd wordt in 1892 de keuze gemaakt op het ontwerp van de Franse groep Coiseau en Cousin. Dit plan voorziet een diepzeehaven te Zeebrugge met een strekdam van 2,5 km. De uitbreiding van het grondgebied en de aanleg van het Stübbenkwartier worden noodzakelijk geacht. Er wordt immers rekening gehouden met de komst van vele nieuwe werknemers voor de Brugse zeehaven. Voor die uitbreiding worden de gemeenten Sint-Pieters-op-de-Dijk, Koolkerke, Dudzele, Uitkerke en Lissewege aan de stad toegevoegd. De oppervlakte van Brugge groeit van 430 tot meer dan 3000 hectare. Het zuidelijk gedeelte van de parochie Sint-Pieters-op-de-dijk wordt het actieterrein van de stedenbouwkundige Joseph Stübben. Op die plaats ontstaat de nieuwe parochie Christus-Koning. Binnen het plan van Stübben vormt de Scheepsdalelaan de centrale as. Het gebied wordt opgedeeld in zones met een specifieke functie. Langs het kanaal Gent-Oostend een het afleidingkanaal voorziet hij industrie. In het noordoosten, het gebied rond het Werfplein, de Dirk Boutsstraat, de Houthulststraat, de Zwaluwenstraat, de Veldmaarschalk Fochstraat en de Kardinaal Mercierstraat komt een wijk voor ambachtslui en ambtenaren. In het noordwesten is er plaats voor goedkopere woningen. Bepaalde terreinen worden bezet door tuinbouwbedrijven (cf. Gerard Vincke Dujardinstraat), papierindustrie en de gasfabriek (cf. Kolenkaai). Er worden twee kerken voorzien, één in het oostelijk en één in het westelijk gebied. Enkel die in het westelijk gebied wordt gerealiseerd (cf. Gerard Davidstraat). De planning door Jozef Stübben van straten en stratenpatroon gebeurt volgens een welbepaalde visie. Bij de aanleg spelen twee aspecten een belangrijke rol. Enerzijds is er de verkeerstechnische functie: de hoofdstraten sluiten aan bij de uitwaaierende uitvalswegen van de binnenstad en verdelen het gebied in verschillende wijken. Zo is de Scheepdsdalelaan de voortzetting van de Ezelstraat, de Nikolaas Gombertstraat van de Vlamingdam en de Karel de Stoutelaan van de Beenhouwersstraat. De zijstraten
p36
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
zorgen voor de verbinding. Het resultaat is een concentrisch patroon langs de oude binnenstad. Anderzijds is er de functie als woon- en werkstraten waarbij rekening wordt gehouden met: breedte en verloop van de straat, omvang en vorm van de bouwblokken, de hoogte van de huizen, afwisselende rooilijnen al dan niet bepaald door de aanleg van voortuinen, licht, lucht en zon, aanplanting van bomen en plantsoenen. Het oorspronkelijk ontwerp van Joseph Stübben wordt grosso modo uitgevoerd. Het concept van het oostelijk deel, de arbeiderszone, wordt nagenoeg volledig gevolgd. Hij voorziet ook een aantal pleinen. Het Werfplein is oorspronkelijk opgevat als een architectuurplein met een kerk. Dit plan wordt echter niet uitgevoerd, het plein krijgt een functie als nutsplein. Rond de Ezelpoort wordt een architectuur- met een verkeersplein gecombineerd. De andere pleinen zijn het kerkplein aan de Christus-Koningkerk en het Graaf Visartpark. Bij de uiteindelijke realisatie wordt het oorspronkelijk plan van Stübben op een viertal punten gewijzigd. De buitengracht tussen Ezelpoort en Dampoort wordt in 1899 gedempt maar de binnengracht ten westen van de Ezelpoort blijft behouden en krijgt in de volksmond de naam "Stil Ende". Hierdoor zijn de bruggen die Stübben had voorzien niet meer nodig. Aan de huidige Filips de Goedelaan, de Koningin Elisabethlaan en Komvest opteert Stübben voor een halfopen- en/of open bebouwing. Volgens het gemeentebestuur strookt dit niet met het gesloten karakter van de stad. De voorgestelde grootte van percelen wordt ook niet goedgekeurd.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p37
Figuur 6: Historisch ontwerpplan Stübbenkwartier
p38
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Eind 20ste eeuw – Wijzigingen
Het stratenpatroon aangelegd volgens Joseph Stübben ondergaat enkele wijzigingen in de tweede helft van de 20ste eeuw. De industriezone aan het kanaal Gent-Oostende verliest aan belang. Er vindt een functieverschuiving plaats. De blikslagerij "De Clerck", sinds 1908, gevestigd in de Dirk Boutsstraat, verhuist in 1977 naar het industrieterrein "De Blauwe Toren". De vroegere bedrijfsgebouwen in de Diksmuidestraat worden afgebroken of krijgen een nieuwe functie. Na het faillissement van de "Bloemmolens De Wulf" moest een nieuwe functie voor dit gebouwencomplex gezocht worden. De gebouwen worden aangekocht door de Interbrugse Maatschappij voor Huisvesting. In de leegstaande gebouwen worden flats ondergebracht. Voor de "Nieuwe Molens" was een complex met kantoren, horeca en woningen voorzien, maar een brand in 1991 maakte een eind aan dit project. In 1986-1989 wijzigt het straatbeeld aan de Scheepsdalelaan grondig door bouw- en verbouwingswerken aan de vroegere gasfabriek, nu Eandis.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p39
Bouwkundig erfgoed Inventaris bouwkundig erfgoed De inventaris bouwkundig erfgoed werd op 14/09/2009 juridisch vastgesteld. Deze vaststelling heeft ondermeer tot gevolg dat alle panden opgenomen in deze inventaris niet van dezelfde vrijstellingen voor de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning kunnen genieten als andere panden, dat er meer toelaatbare functiewijzigingen zijn voor zonevreemde panden, er vrijstellingen kunnen verkregen worden van energieprestatienormen… . De inhoud van deze inventaris wijkt op een aantal punten af van de waardebeoordeling van de dienst Monumentenzorg van de Stad, zoals beschreven bij de ontwikkelingsopties. Deze waardebeoordeling betreft een recente en specifieke beoordeling in het kader van de opmaak van dit RUP. Gezien het bouwkundig erfgoed samen valt met de waardebeoordeling van de dienst Monumentenzorg van de Stad, wordt het bouwkundig erfgoed niet aangeduid op het grafisch plan. De planmatige aanleg van de wijk, met bebouwing tussen eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw, met een hoogtepunt tussen de wereldoorlogen blijkt uit de aanwezigheid van veel waardevol architectonisch erfgoed. Het betreffen klassiekere architectuurstijlen, maar in de wijk zelf zijn ook modernere stijlen zoals Art Deco goed vertegenwoordigd. Geen enkele van deze panden is beschermd.
p40
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
In het RUP zijn volgende panden opgenomen in de inventaris voor bouwkundig erfgoed. Relict_id 57501 57502 57503 57504 57505 57506 57507 57508 57509 57510 57511 57552 57553 57554 57555 57556 57561 57562 57563 57564 57565 57566 57567 57568 57569 57570 57571 57572 57573 57574
Straat Dirk Boutsstraat 6 Dirk Boutsstraat 10 Dirk Boutsstraat 12 Ezelpoort 2 Ezelpoort 3 Ezelpoort 4-6 Ezelpoort 5 Ezelpoort 7-8 Ezelpoort 9 Ezelpoort 10 Ezelpoort 11 Ezelpoort 1 Houthulststraat 2 Houthulststraat 16 Houthulststraat 18 Houthulststraat 22 Kardinaal Mercierstraat 4 Kardinaal Mercierstraat 7-11 Kardinaal Mercierstraat 13 Kardinaal Mercierstraat 18 Kardinaal Mercierstraat 28-34 Kardinaal Mercierstraat 31 Kardinaal Mercierstraat 33 Kardinaal Mercierstraat 35 Kardinaal Mercierstraat 37 Kardinaal Mercierstraat 39-41 Kardinaal Mercierstraat 43-45 Kardinaal Mercierstraat 53 Kardinaal Mercierstraat 58 Kardinaal Merciestraat 70-72
57575 57576 57577 57578 57579 57580 57581 57725 57637 57638 57639 57640 57641 57642 57643 57644 57645
Kardinaal Mercierstraat Kardinaal Mercierstraat Kardinaal Mercierstraat Kardinaal Mercierstraat Kardinaal Mercierstraat Kardinaal Mercierstraat Kardinaal Mercierstraat Kolenkaai 58 Komvest 5 Komvest 7 Komvest 9 Komvest 13 Komvest 15 Komvest 25 Komvest 27+31 Komvest 29 Komvest 35
78 80 81 84 86 98 104
Omschrijving Burgerhuis van 1939 Burgerhuis van ca. 1930 Burgerhuis van 1939 Burgerhuis van 1924 Burgerhuis van 1931 Twee bel-etagewoningen van 1910 in eclectische stijl Bel-etagewoning van 1910 Twee eclectische bel-etagewoningen van 1923 Bel-etagewoning van 1924 Bel-etagewoning van 1925 Hoekpand van 1926 Burgerhuis van 1923 Appartementsgebouw uit de jaren 1930 Burgerhuis van 1938 Breedhuis van 1938 Burgerhuis van 1939 Eenheidsbebouwing van vier bel-etagewoningen Eenheidsbebouwing van drie woonhuizen van 1900 Eclectisch burgerhuis van 1904 Interbellumhuis van 1932 Eenheidsbebouwing van 4 burgerhuizen van 1911 Bel-etagehuis van 1903 "De Toekomst" "Villa Schild en Vriend", 1904 Bel-etagehuis van 1910 Hoekhuis van 1910 Gebouw van 1910, winkel Eenheidsbebouwing 1912, o.a. "Villa Emerence" Eclectisch bel-etagehuis en poortgebouw van 1910 Eclectisch woonhuis van 1930 Twee burgerhuizen van 1908, nr. 70 "Huis Ghenaemd" Interbellumwoning Burgerhuis uit de jaren 1930 Enkelhuis van 1924 Huis van 1932 Huis van 1933 Art-decohuis Gebouw Complex, maalderij "De Nieuwe Molens" Burgerhuis met eclectische gevel Bel-etagehuis van 1927 Burgerhuis van 1924 Burgerhuis van 1925 Burgerhuis van 1924 Eclectisch burgerhuis van 1926 Twee burgerhuizen van 1927 Burgerhuis van 1927, nu opgedeeld in appartementen Eclectisch burgerhuis van 1930
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p41
57646 57647 57648 57649 57650 57651 57652 57653 57654 57655 57656 57657 57658 57659 57660 57661 57662 57663 57664 57665 57666 57667 57668 57669 57670 57671 57672 57673 57674 57675 57676 57677 57678 57679 57680 57681 57720 57721
Komvest 37 Komvest 39 Koningin Elisabethlaan 1A Koningin Elisabethlaan 3 Koningin Elisabethlaan 5 Koningin Elisabethlaan 9 Koning Elisabethlaan 11-17 Koningin Elisabethlaan 19-21 Koningin Elisabethlaan 25 Koningin Elisabethlaan 27-29 Koningin Elisabethlaan 31 Koningin Elisabethlaan 35 Koningin Elisabethlaan 37 Koningin Elisabethlaan 39 Koningin Elisabethlaan 41 Koningin Elisabethlaan 43 Koningin Elisabethlaan 45 Koningin Elisabethlaan 47 Koningin Elisabethlaan 51 Koningin Elisabethlaan 53 Koningin Elisabethlaan 55 Koningin Elisabethlaan 57 Koningin Elisabethlaan 59 Koningin Elisabethlaan 61-63 Koningin Elisabethlaan 65 Koningin Elisabethlaan 67 Koningin Elisabethlaan 69 Koningin Elisabethlaan 71 Koningin Elisabethlaan 73 Koningin Elisabethlaan 75 Koningin Elisabethlaan 77 Koningin Elisabethlaan 79 Koningin Elisabethlaan 83 Koningin Elisabethlaan 85 Koningin Elisabethlaan 89 Koningin Elisabethlaan 95 Leopold II-laan 2-4 Leopold II-laan 15
57722 57723 57724 57726 57727 57728 57729 57730 57731 57732 57733 57734
Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold Leopold
p42
II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan II-laan
16 20 33+37 36-46 43 47 48-50 60-62 68-72 74-84 88 106
Eclectisch burgerhuis van 1931 Burgerhuis van 1931 Eclectisch bel-etagehuis van 1914 Bel-etagehuis van 1914 Eclectisch burgerhuis van 1914 Burgerhuis, 1912, Dit huis Is genaamt de groene ruiter Eenheidsbebouwing van 1928 Twee huizen met eclectische gevels Bel-etagehuis met neobarokke gevel Huis met werkplaats en burelen van 1927 Woonhuis van 1927 Hoekpand van 1927 Huis Huis met eclectische gevel Bel-etagehuis van 1928 Burgerhuis van 1928 Burgerhuis van 1928 Burgerhuis van 1928 Huis van 1927 Lijstgevel van 1930 Eclectische tuitgevel Eclectische tuitgevel van 1930 Eclectische lijstgevel van 1928 Bel-etagehuizen van 1927 Bel-etagehuis van 1927 Huis van 1928 Neobarokke trapgevel Breedhuis Huis van 1925 Lijstgevel van 1928 Huis met eclectische tuitgevel van 1928 Bel-etagehuis van 1925 Huis van de jaren 1920 Woning en winkelhuis van 1925 Huis en garage van 1926 Huis van de jaren 1920 Twee huizen van 1935 Herenhuis, 1912, directeurswoning van koffiebranderij "De zon" Burgerhuis van 1935 Burgerhuis van 1933 Twee gelijkaardige huizen Eenheidsbebouwing van huizen Metaalfabriekje uit de jaren 1920-1930 Burgerhuis uit de jaren 1920-1930 Twee burgerhuizen van 1933 Eenvoudige huizen in spiegelbeeld Drie huizen Eenheidsbebouwing van huizen van 1931 Burgerhuis Hoekhuis Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57735 57741 57742 57743 57744 57745 57746 57748 57750 57756 57758 57760 57762 57763 57764 57768 57769 57770 57771 57772 57773 57774 57775 57776 57777 57778 57779 57780 57781 57782 57783 57784 57785 57786 57787 57788 57789 57791 57792 57793 57794 57795 57796 57797 57798
Leopold II-laan 108-122 Nikolaas Gombertstraat 8 Nikolaas Gombertstraat 15 Nikolaas Gombertstraat 42 Scheepsdalelaan 2 Scheepsdalelaan 4 Scheepdalelaan 6 Scheepdalelaan 14 Scheepdalelaan 18 Scheepdalelaan 30 Scheepdalelaan 32-42 Scheepdalelaan 40 Scheepdalelaan 44 Scheepdalelaan 46 Scheepdalelaan 48 Veldmaarschalk Fochstraat 7 Veldmaarschalk Fochstraat 67-69 Werfplein 11-13 Werfplein 17-30 Werfplein 31 Werfstraat 3 Werfstraat 17 Werfstraat 26-30 Werfstraat 27-31 Werfstraat 44-46+62-72 Werfstraat 47-49 Werfstraat 48-50+58-60 Werfstraat 54 Werfstraat 56 Werfstraat 57 Werfstraat 74-82 Werfstraat 81 Werfstraat 87 Werfstraat 91 Werfstraat 90 Werfstraat 97-99 Werfstraat 103 Kardinaal Mercierstraat 37 Zwaluwenstraat 2 Zwaluwenstraat 3 Zwaluwenstraat 4 Zwaluwenstraat 9-11 Zwaluwenstraat 14 Zwaluwenstraat 16 Zwaluwenstraat 18
Tien werkmanshuizen met voortuintjes Hoekhuis van 1927 Hoekhuis Appartementswoningen "Bloemmolens De Wulf N.V." Burgerhuis van 1932 Burgerhuis van 1927 Burgerhuis van 1928 Burgerhuis Burgerhuis van 1905, hoekhuis in neostijl Burgerhuis "My Dream", 5 burgerhuizen Burgerhuis Huis Huis "Café du Gaz", beeldbepalend hoekpand Hoekhuis, wijnhandel "De Zon" Twee bel-etagehuizen, resp. van 1929 en 1931 Gevelrij van 1910 Eenheidsbebouwing van huizen in historische stijl Interbellumhuis van 1932 Half vrijstaande villa van 1925 Burgerhuis van 1910 Eenheidsbebouwing van 1930 Drie burgerhuizen van 1913 Eenheidsbebouwing van huizen Burgerhuis van 1925 Huizen van 1928 Burgerhuis van 1932 Huis van 1928 Hoekhuizen Vijf burgerhuizen van 1914 Burgerhuis met garage van 1912 Winkelhuis van 1911 Twee huizen "De Koornbloem" en "Liberale volksbakkerij, 1913" Twee burgerhuizen van 1924 Burgerhuis Gebouw Hoekhuis Diephuis in historiserende stijl van 1909 Interbellumhuis Oorspronkelijk twee huizen, thans één geheel. Bel-etagehuis van 1936 Huis van 1938 Huis uit de jaren 1930
Deze panden zijn aangeduid op het afzonderlijk overzichtsplan met het erfoed. Voor deze panden is in de inventaris ook een beschrijving opgenomen. Daarnaast bevat de inventaris ook beschrijving van bouwkundig waardevol erfgoed zoals straten en dergelijke. Hierna zijn alle voor
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p43
het RUP relevante beschrijvingen overgenomen uit de inventaris2. Eerst zijn de beschrijvingen van de straten opgenomen (alfabetisch), daarna de relicten (volgens id nr, zoals in bovenstaande tabel). Dirk Boutsstraat
Straat in 1900 ontstaan als Karel de Goedestraat, na de fusie in 1970 genoemd naar bekende 15deeeuwse schilder Dirk Bouts (begin 15de eeuw-1475). Lang onbebouwd gebied. In de 19de eeuw wordt het uitzicht van deze straat bepaald door de aanwezigheid van het landhuis van baron de Peellaert ter hoogte van het kruispunt met de Houthulststraat. De straat kan qua bebouwing opgesplitst worden in twee delen. Het eerste straatgedeelte, van de Zwaluwenstraat tot aan de Houthulststraat, heeft oorspronkelijk overwegend een nijverheidsfunctie. In 1909 bouwt men hier de drukkerij "Strubbe" met bijhorend woonhuis. In 1951 wordt de westzijde ingenomen door de gebouwen van blikslagerij "De Clerck". In 1977 wijzigt het straatbeeld grondig door de afbraak van een deel van de gebouwen van de blikslagerij. In de plaats komt een aaneengesloten bebouwing met sociale woningen. Het tweede straatgedeelte voorbij de Houthulststraat bestaat uit een aaneengesloten bebouwing met burgerwoningen met voorlanden. Enerzijds aan de onpare kant woningen opgetrokken in vereenvoudigde historiserende stijl, soms met neobarokke elementen, anderzijds aan de pare kant woningen met modernistische of art-deco-invloeden uit de jaren 1930.
Ezelpoort
Rechte straat, van Koningin Elisabethlaan naar Werfstraat. Naamgeving verwijst naar de nabijgelegen Ezelpoort, een stadspoort die reeds in 1293 wordt vermeld. In nabijheid van de Ezelpoort bevond zich volgens de kaart van Marcus Gerards (1562) het klooster van de annuntiaten. De straat wordt aangelegd na W.O. I volgens het plan van Stübben. De oostzijde van de straat, met gaaf bewaard karakter, bestaat uit een aaneengesloten bebouwing met burgerhuizen. Qua stijl sluiten ze aan bij de boulevardarchitectuur van de Koningin Elisabethlaan, doch kleiner in omvang. Panden overwegend opgetrokken in neobarokke of eclectische stijl met neoclassicistische of neobarokke ornamentiek. Sommige gevels zijn rijk uitgewerkt met natuurstenen elementen. Westzijde van de straat met grasperk voorzien van bomen.
Houthulststraat
Van Kardinaal Mercierstraat naar Leopold II-laan, met recht straattracé. Oorspronkelijk bij de aanleg van de straat in 1900, Lentestraat genaamd. Vanaf 1919 gekend onder de naam Houthulststraat. Straat met woonfunctie. Aaneengesloten bebouwing met voorlanden, vanaf 1935 tot stand gekomen. Breedhuizen met modernistische/ art-deco-getinte gevels van twee traveeën en twee bouwlagen, telkens voorzien van een twee bouwlagen hoge erker, driezijdige of halfrond uitgewerkt. Soms met opgetrokken linkertravee van drie traveeën. Woningen bijna allemaal het ontwerp van architect H. Verbruggen. Op de hoek met de Kardinaal Mercierstraat een voorbeeld van een appartementsgebouw gebouwd in modernistische stijl.
Kardinaal Mercierstraat
Van Scheepsdalelaan naar Luikstraat. Oorspronkelijk bij de aanleg van de straat in 1900 Stübbenstraat genaamd. Na Tweede Wereldoorlog gewijzigd in huidige straatnaam, z.g. naar kardinaal Mercier die een belangrijke rol speelt in het verzet tijdens de Eerste Wereldoorlog. Straat met overwegende woonfunctie, vroeger in mindere mate ook nijverheidsfunctie (schrijnwerkerij, blikslagerij, serres,…). Straatbeeld wordt bepaald door een aangesloten bebouwing met een vrij heterogeen en gaaf bewaard karakter. Grote schaalverschillen, zowel diep- als breedhuizen. Oudste bebouwing te situeren in het eerste straatgedeelte, vanaf 1900 tot stand gekomen. Oudste woningen opgetrokken in historiserende stijl, de ene meer uitgewerkt dan de andere, ook eenheidsbebouwing, enkele vrij eenvoudige bakstenen lijstgevels. Soms met benadrukte muuropeningen; of opgevat als bel-etagewoning. Enkele schaarse voorbeelden van interbellumarchitectuur. Nieuwbouwappartementen uit de jaren 1960-1970.
Kolenkaai
Van Scheepsdalelaan naar IJzerstraat met recht straattracé evenwijdig lopend met het kanaal GentOostende. Benaming sinds 1899 verwijst naar het groot aantal kolen dat hier per schip werd aangevoerd.
2
Bron: www.vioe.be p44
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Bebouwing oorspronkelijk in functie van het nabijgelegen kanaal. In 1906 aanleg van een spoorweg langs het kanaal. Zuidzijde van de straat ingenomen door bedrijfsgebouwen. Het begin van de straat wordt gedomineerd door de voormalige gebouwen van de gasfabriek "Desclée-De Brouwer", thans in gebruik door Elia. Het oudste gebouw van bij de oprichting van 1846 bevindt zich op de binnenkoer. Nr. 22 dateert van 1912, het is de voormalige koffiebranderij en opslagplaats van de firma "De zon", en met directeurswoning gelegen aan de Leopold II-laan nr. 15. Op de hoek met de Zwaluwenstraat de oorspronkelijke bedrijfsgebouwen van de "Belgian Coprah Oil Manufactury", thans omgevormd tot woningen.
Komvest
Noordzijde van de Komvest loopt van Nikolaas Gombertstraat naar Sasplein, zuidzijde loopt van Vlamingdam naar Wulpenstraat. Naam afgeleid van de nabijgelegen handelskom. In de jaren 1740 wordt de noordoostelijke vestinggracht uitgediept en het Walweinsas aangelegd. In de tweede helft van de 19de eeuw ligt er ook een openluchtzwembad, en in 1869 wordt de roeivereniging "Sport Nautique" opgericht met bijhorend clublokaal. Door het dempen van de omwalling verhuist de roeiclub naar het "Waggelwater" en het openluchtzwembad naar het Graaf Visartpark. De straat ontstaat in 1899 na het dempen en nivelleren van de voormalige binnenvestingswal. Het doorbreken van de stadsomwalling wordt hier nodig geacht voor de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk, het Stübbenkwartier. Van XIX c tot ca. 1910 spoorweglijn naar Blankenberge en Heist. Na het dempen van de omwalling aanleg van het Baron Ruzettepark, het Walweinsas verliest zijn functie, de brug met bakstenen muurtjes en arduinen dekplaten wordt geïntegreerd in het park. Heden geasfalteerde straat, onderdeel van de ringlaan; brede boulevard met twee rijstroken gescheiden door een middenberm met linden en plantsoenen en aan de noord- en zuidzijde bebouwing. Op het einde van de straat aanwezigheid van het Baron Ruzettepark, een park met een driehoekige vorm waarlangs een fietspad loopt. De noordwestzijde bestaat uit een aaneengesloten bebouwing die varieert qua stijl (eclectisch, neobarok, neo-Brugs, art-deco-getint) en qua omvang. Basisbebouwing met breedhuizen met grote schaalverschillen. Naast de meer uitgewerkte gevels, ook enkele eenvoudige woningen met bakstenen lijstgevel met neoclassicistische elementen, of met neobarokke invloed. Tijdens de jaren 1970 wordt het vrij gaaf karakter van de gevelrij doorbroken door appartementsgebouwen. Tot op heden worden woningen afgebroken en vervangen door appartementsgebouwen die het oorspronkelijke karakter verstoren.
Koningin Elisabethlaan
Van Gulden-Vlieslaan naar Komvest met recht straattracé. Sinds 1919 z.g. naar Belgische koningin (18761965); voordien deel van de Komvest en onderdeel van de gedempte omwalling. Straat aangelegd volgens Stübbens plan. Nu geasfalteerd onderdeel van de ringlaan; brede boulevard van twee rijstroken gescheiden door grasperk met jonge linden en plantsoenen, aan de oost- en westzijde bebouwd. De oostzijde sluit stilistisch en historisch gedeeltelijk aan bij de Brugse binnenstad. De westzijde bestaat uit een aaneengesloten bebouwing die varieert in stijl (eclectisch, neobarok, neoBrugs, art deco of met modernistische inslag), qua functie (woningen en winkelpanden) en in omvang. Basisbebouwing met burgerhuizen. Het gaaf karakter en het oorspronkelijk gabariet wordt heden doorbroken door de bouw van nieuwe appartementsgebouwen.
Leopold II-laan
Licht bochtige laan lopend van Scheepsdalelaan naar Komvest, aangelegd in 1900 en genoemd naar koning Leopold II (1835-1909). Geasfalteerde straat met twee rijvakken gescheiden door een fietspad afgezoomd door twee rijen platanen. Centraal fietspad in de lengteas van de straat bakent ook mee de verschillende functies van beide straatkanten af. De noordzijde wordt overwegend bepaald door de aanwezigheid van voormalige fabrieken en bedrijven die via de Kolenkaai in verbinding stonden met het kanaal Gent-Oostende. De ingang van de gasfabriek aan de Scheepsdalelaan en de nu verdwenen conciërgewoning bevonden zich aan de Leopold II-laan. Op die plaats zijn heden de gebouwen van Elia gevestigd. Voorts een voormalige koffiebranderij met directeurswoning en maalderij, magazijnen en garages. Heden nog steeds handel- en bedrijfsfunctie zij het in beperktere mate. Aan de zuidzijde van oudsher vooral bewoning, o.a. voor arbeiders van voornoemde bedrijven. Aaneengesloten bebouwing, meestal breedhuizen van twee bouwlagen, daterend vanaf ca. 1909 maar vooral uit het interbellum. Enkele woonhuizen met eenvoudige topgevels in historiserende stijl.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p45
Interbellumwoningen naar ontwerp van architect H. Verbruggen en naar ontwerp van architect P.A. Vandewalle. Weinig nieuwbouw.
Nikolaas Gombertstraat
Van Koningin Elisabethlaan naar Kolenkaai met recht straattracé. Tot de fusie met de stad Brugge in 1970 gekend onder de naam Peter Benoitstraat. Huidige naamgeving naar de in Brugge geboren musicus Nikolaas Gombert (1490-ca. 1552). Straat voorzien in Stübbens plan. Aaneengesloten bebouwing tussen Koningin Elisabethlaan en de Leopold II-laan met woonfunctie. Tussen Leopold II-laan en Kolenkaai vroeger industriële functie cf. "Bloemmolens De Wulf" (nr. 42), thans omgevormd tot appartementsgebouw. Woningen met tuit- of trapgevels of met dakvenster, opgetrokken in historiserende stijl, met variatie in de uitwerking van de muuropeningen. Meestal opgevat als eenheidsbebouwing. Ook voorbeelden van bel-etagewoningen cf. nrs. 23-25 van 1924 met muuropeningen in bepleisterde omlijstingen, of in bakstenen omlijsting. Enkele huizen van de jaren 1950 en 1960.
Scheepsdalelaan
De Scheepsdalelaan loopt van de Koningin Elisabethlaan met een bocht langs de Ezelpoort en dan recht tot aan de Scheepsdalebrug. Naam is afgeleid van de wijk, al vermeld in 1167, dan aangeduid als "scipstal", later ook als "Sceptale" of "Sceepsdale" en gesitueerd rond de huidige Scheepsdalebrug; naam verwijst wellicht naar een aanlegplaats voor schepen. Huidige naamgeving dateert van 1899 wanneer de gemeente Sint-Pieters-op-de-Dijk bij de stad Brugge wordt ingelijfd. Ter hoogte van de Ezelpoort tekent Marcus Gerards (1562) kloostergebouwen van de in 1468 daar gevestigde fransicanen-observanten. Na hun verhuizing in 1515 naar de binnenstad, worden de gebouwen in 1516 door de annuntiaten in gebruik genomen tot in 1578 alle kerken en kloosters buiten de omwallingen worden gesloopt. Verbinding met de Blankenbergse Steenweg via de Scheepsdalebrug, in 1397 bouwt Jan van Oudenaerde een stenen brug over de Ieperleet, l.g. wordt in 1618 uitgediept bij de aanleg van het kanaal GentOostende. Reeds in de 13de eeuw een belangrijke landweg die in 1291 door de Stad met kasseien wordt bekleed. De weg, van oudsher en tot het begin van de 20ste eeuw afgezoomd met bomen, is ook de verbinding tussen de stad en de toenmalige aanlegplaats van de barge aan de Houtkaai. In de loop van de 19de en 20ste eeuw vestiging van verschillende bedrijven, o.m. grote tuinbouwbedrijven met bijhorende landhuizen, een brouwerij en vanaf 1846 een gasfabriek, in 1988 vervangen door gebouwen van Elia (zie Kolenkaai). Op de hoek van de Werfstraat staan tussen 1893 tot W.O. I twintig serres van het tuinbouwbedrijf De Reyghere. Het domein loopt door tot de Kardinaal Mercierstraat. Ook tussen 1871 en 1955 aanwezigheid van het horticultuurbedrijf Vincke-Dujardin. In het ontwerp van 1897 van de nieuwe wijk naar ontwerp van J. Stübben fungeert de Scheepsdalelaan als centrale as. In de jaren 1930 wordt de laan verbreed met aan de onpare kant achteruitplaatsen van de rooilijn. De uitvalsweg is heden een drukke verkeersader. Naast wonen, ook handel, diensten en bedrijven. Geasfalteerde straat met aan weerszijden parkeerstroken, enkele bomen. Begin van de laan gedomineerd door de Ezelpoort, breed plantsoen met bomen. Basisbebouwing bestaat uit burgerwoningen van twee à vier traveeën e twee à drie bouwlagen onder al dan niet gemansardeerde zadeldaken. Tot aan de Leopold I- en II-laan hoofdzakelijk uit het interbellum, huizen met voorlanden en dikwijls met half ondergrondse garages. Gevels meestal met erkers, soms met classicistische inslag of in neostijl naar lokale voorbeelden. Ook huizen uit jaren 1940 en 1950 en vooral in het tweede deel van de laan appartementsgebouwen uit de jaren 1960, 1970 en 1980. Op de hoek met de Leopold I-laan opvallende nieuwbouw van 1997 in gesinterde baksteen naar ontwerp van architect P. Salens (Brugge). Laatste stuk aan de pare kant wordt ingenomen door recente gebouwen van Elia.
Veldmaarschalk Fochstraat
Van Komvest naar Kolenkaai met recht straattracé, doorkruist verschillende straten. Aangelegd in 1901 volgens het plan van Jozef Stübben, toen aangeduid met de naam Koopmanstraat. In 1919 gewijzigd in Veldmaarschalk Fochstraat, genaamd naar de Franse officier die opperbevelhebber was van de geallieerde troepen. Straat oorspronkelijk ook getypeerd door vestiging van handelaars, heden enkel nog woonfunctie. Aaneengesloten bebouwing uit de jaren 1930. Eerste straatgedeelte tussen Komvest en Werfstraat voorzien van grotere panden met lijst- of puntgevels opgetrokken in historiserende stijl. Tweede straatgedeelte,
p46
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
tussen Werfstraat en Leopold II-laan getypeerd door arbeiderswoningen en bescheiden burgerhuizen meestal opgetrokken in historiserende stijl. Voorts ook enkele panden met enige invloed van het modernisme, ook aanwezigheid van huizen van het bel-etagetype. Het straatgedeelte voorbij de Leopold II-laan wordt gedomineerd door nijverheidsgebouwen dicht bij het kanaal.
Werfstraat
Rechte straat tussen de Scheepsdalelaan en de IJzerstraat aangelegd volgens het plan van Stübben. De aanleg van de straat dateert van 1899 en wordt genoemd naar een bijgelegen scheepswerf "Le Chantier Navel des Flandres". De straatnaam wijzigt in 1919 in Generaal Lemanstraat, genoemd naar de Belgische generaal tijdens W.O. I en wordt opnieuw Werfstraat na de fusie van Brugge in 1970. Geasfalteerde straat met halverwege, aan de noordkant, aanpalend het Werfplein. Van oudsher een woonstraat gecombineerd met bedrijven, ateliers, winkels en wasserijen. Heden overwegend bewoning, vestiging van enkele garages en bedrijven, verder socio-culturele activiteit. Aaneengesloten bebouwing, overwegend daterend van ca. 1908 tot eind jaren 1930. Enkele sociale bouwprojecten door de "Naamloze Maatschappij Vlaamsche Heerd", o.m. de lage huisjes nrs. 107-121 van 1913 naar ontwerp van architect L. Andries (Brugge). Verder hoofdzakelijk huizen van twee à drie traveeën en twee bouwlagen in vereenvoudigde historiserende stijl. Opvallende nieuwbouw bij het hoekpand nr. 1, in 1995 verbouwd naar ontwerp van architect P. Stroobandt (Brugge).
Werfplein
Plein ontworpen in 1901, toen met de naam Grondwetsplein en in 1919 gewijzigd in Albrechtsplaats en later in Koning Albertplaats. Huidige naamgeving sinds 1939 naar nabijgelegen Werfstraat, genaamd naar de nabijgelegen scheepswerf "Le Chantier Navel des Flandres". In het plan van Stübben is hier oorspronkelijk een kerk voorzien. Rechthoekig plein afgezoomd met linden, in het midden grasplein o.m. voorzien van een speeltuin. Vroeger in gebruik als wekelijkse groentemarkt cf. kelders van nrs. 11-16 die dienen als opslagplaats voor groenten. Aaneengesloten bebouwing. Pleinwanden worden overwegend ingenomen door woningen van twee à drie traveeën en twee bouwlagen in vereenvoudigde historiserende stijl. Nr. 31 is het enige voorbeeld van een eenvoudige interbellumwoning. Pleinwanden zijn fasegewijs tot stand gekomen.
Zwaluwenstraat
Van Kardinaal Mercierstraat naar Leopold II-laan met recht straattracé. Huidige naam sinds de aanleg van de straat in 1901. Straat met overwegend woonfunctie, oorspronkelijk gecombineerd met nijverheidsfunctie cf. blikslagerij "De Clerck" met hoofdingang in de Dirk Boutsstraat, sinds 1977 in gebruik als verkoopzaal van gerechtsdeurwaarders. Straat met aaneengesloten bebouwing. Heterogeen karakter wordt bepaald door verschillende stijlen. De oudste panden zijn opgetrokken in historiserende stijl, ook enkele woningen uit de jaren 1930 in sobere art-decostijl. Op het einde van de straat bel-etagewonigen van 1931-1932, één geheel vormend met woningen in de Leopold II-laan.
57501 / Dirk Boutsstraat 6
Burgerhuis van 1939 naar ontwerp van architect G. Van der Beke (Brugge). Gevel van gele baksteen met gebruik van arduin voor het benadrukken van driezijdige erkeruitbouw van twee bouwlagen hoog, oorspronkelijk bovenaan afgewerkt met buisleuning.
57502 / Dirk Boutsstraat 10
Burgerhuis in vereenvoudigde historiserende stijl van ca. 1930. Bakstenen gevel in de top afgewerkt met siermetselwerk. Horizontaal belijnd door witbeschilderde doorgetrokken bovendorpels. Driezijdige erker met benadrukte penanten en balusterleuning.
57503 / Dirk Boutsstraat 12
Burgerwoning van 1939 naar ontwerp van architect Dekeyzer (Brugge) met modernistische inslag. Roodbakstenen gevel met horizontaal en verticaal metselwerk voor het benadrukken van de deurtravee en de halfronde erker met bepleisterde penanten en lateien.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p47
57504 / Ezelpoort 2
Burgerhuis van 1924 naar ontwerp van architect C. Beun. Traditionele bakstenen, neobarokke gevel met gebruik van natuursteen voor het benadrukken van ornamentiek. Uitkragende trapgevel met korfbogenfries aanzettend op zware consoles.
57505 / Ezelpoort 3
Burgerhuis van 1931 naar ontwerp van architect H. Bovée (Brugge). Bakstenen trapgevel wordt verlevendigd door gebruik van natuursteen voor ornamentiek. Uitkragende bovenbouw. Geveltop met ovale oculi.
57506 / Ezelpoort 4-6
Twee bel-etagewoningen van 1910 naar ontwerp van architect A. Heuchamps. Eclectische, bakstenen gevels, rechts met als risaliet uitgewerkte trapgevel. Rijk gebruik van natuursteen voor de typische ornamentiek: belijnende kordons, kozijnconstructies, deuromlijsting en cartouches.
57507 / Ezelpoort 5
Bel-etagewoning van 1910. Neobarokke bakstenen trapgevel met overvloedig gebruik van natuursteen voor o.m. de huisnaamcartouches, het benadrukken van de muuropeningen en de horizontale gevelbelijning. Uitkragende bovenbouw met rondboogfries aanzettend op zware consoles.
57508 / Ezelpoort 7-8
Twee bel-etagewoningen van 1923. Eclectische, bakstenen lijstgevels in combinatie met pleisterwerk voor o.m. de plint, de deurtravee, de vensteromlijstingen met rococo-getinte sluitsteen en kordons. Boven de deur een balkon met balustervormige spijlen. Dakkapel in de vorm van een klokgevel met driehoekige frontonbekroning en vaasbekroning.
57509 / Ezelpoort 9
Bel-etagewoning van 1924. Bakstenen lijstgevel met muuropeningen in bepleisterde omlijsting met oren en voetstukken. Bewaard schrijnwerk.
57510 / Ezelpoort 10
Bel-etagewoning van 1925 naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge). Eclectische, bakstenen lijstgevel in combinatie met natuursteen voor o.m. kozijnconstructies, lateien en de balusterleuning van het balkon.
57511 / Ezelpoort 11
Hoekpand van 1926 naar ontwerp van architect K. Poupaert (Brugge). Gevels in eclectische stijl, op de hoek vierkante toren met naaldspits op consoles.
57552 / Ezelpoort 1
Burgerhuis van 1923 naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge). Traditionele bakstenen, neobarokgetinte gevel in combinatie met natuursteen voor ornamentiek. Hoektravee uitgewerkt als toren hierop aansluitend een trapgevel met dominerende erker.
57553 / Houthulststraat 2
Appartementsgebouw uit de jaren 1930 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Roodbakstenen lijstgevel boven een arduinen begane grond. Modernistische inslag cf. per travee uitspringende volumes, opmerkelijke deurtravee met afgronde hoeken en bewaarde art-decodeur. Nis voorzien van Heilig hartbeeld. Voortuin afgesloten met smeedijzeren leuning tussen pijlers.
57554 / Houthulststraat 16
Burgerhuis met rode bakstenen gevel van 1938 naar ontwerp van architect H. Verbruggen. Halfronde oplopende erkeruitbouw, benadrukt door verticaal metselverband en beschilderde penanten. Deur met bewaard schrijnwerk. Voortuinafsluiting met buisleuning.
p48
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57555 / Houthulststraat 18
Breedhuis van 1938, modernistische inslag cf. erkeruitbouw van twee bouwlagen hoog en deels bewaard schrijnwerk met horizontale roedeverdeling. Erker bovenaan oorspronkelijk opengewerkt met buisleuning.
57556 / Houthulststraat 22
Burgerhuis met roodbakstenen gevel van 1939 naar ontwerp van architect Bonne, met vereenvoudigde modernistische elementen cf. beschilderde lateien. Verbouwde begane grond.
57561 / Kardinaal Mercierstraat 2-8
Eenheidsbebouwing van vier bel-etagewoningen van 1903. Neobarok-getinte trapgevels onderling verbonden door kantelen. Blinde vensternissen met geometrisch metselwerk. Bij nr. 2 is de zijgevel afgewerkt met een erker.
57562 / Kardinaal Mercierstraat 7-11
Eenheidsbebouwing bestaande uit drie woonhuizen van 1900. Bepleisterde en gecementeerde lijstgevels waarbij de muuropeningen en het horizontaal karakter worden benadrukt.
57563 / Kardinaal Mercierstraat 13
Eclectisch burgerhuis van 1904. Roodbakstenen lijstgevel met accenten van witte baksteen en gebruik van arduin voor mascarons en plint. Linkertravee, als risaliet uitgewerkt en voorzien van sierlijke, gebuikte smeedijzeren balkonleuning. Kroonlijst op uitgewerkte houten klossen.
57564 / Kardinaal Mercierstraat 18
Interbellumwoning van 1932. Roodbakstenen lijstgevel boven een plint van bruin geglazuurde baksteen. Brede deurtravee en driezijdige erker met benadrukte penanten.
57565 / Kardinaal Mercierstraat 28-34
Eenheidsbebouwing bestaande uit vier burgerhuizen van 1911 naar ontwerp van architect H. Fonteyne (Brugge). Eclectische lijstgevels met variatie in muuropeningen en gebruik van baksteenkleur. Bewaard schrijnwerk, bij nrs. 28, 30 en 34 gietijzeren vensterleuningen.
57566 / Kardinaal Mercierstraat 31
Vlg. gevelsteen huis z.g. "De Toekomst". Bel-etagewoning volgens bouwvergunning van 1903, volgens gevelsteen van 1904. Beschilderde bakstenen lijstgevel met gebruik van arduin voor de plint en de ontlastingsbogen met diamantkoppen. Gietijzeren balkonleuning en bewaard schrijnwerk.
57567 / Kardinaal Mercierstraat 33
Kardinaal Mercierstraat nr. 33. Vlg. gevelsteen "Villa schild en vriend" van 1904 cf. jaarcartouche. Gebouwd i.o.v. liefdadigheidskring voor armen en wezen naar ontwerp van architect J. de Bisscop (Brugge). Eclectische bakstenen gevel waarvan geveltop met verticale plankenbeschieting.
57568 / Kardinaal Mercierstraat 35
Bel-etagewoning van 1910 naar ontwerp van architect J. de Bisscop (Brugge). Bakstenen lijstgevel met arduinen plint en geblokte deuromlijsting. Vensters: combinatie van I-balken en rondboognissen, bij rechtertravee met rondboogfries. Bewaard schrijnwerk, deur met radvormig bovenlicht. Gevelsteen met SintJoris en de draak. Monumentale houten dakkapel onder driehoekig fronton.
57569 / Kardinaal Mercierstraat 37
Hoekpand van 1910 naar ontwerp van architect J. de Bisscop (Brugge) bestaat uit een voor- en een achterhuis. Neobarokke bakstenen trapgevel met gebruik van natuursteen voor hoekbiljoenen, waarvan één oorspronkelijk voorzien van beeldnis. Muuropeningen gevat in rondboognissen. Gootlijst bij achterhuis met rondboogfries.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p49
57570 / Mercierstraat 39-41
Voormalige winkel van 1910 naar ontwerp van architect E. Sonnaert-Viaene (Moerkerke). Bakstenen lijstgevel (nr. 39) met lagere poorttravee (nr. 41). Doorlopende banden ter hoogte van de onder- en bovendorpels. Geblokte ontlastingsbogen met mascaron. Bewaard schrijnwerk en neoclassicistisch-getinte winkelpui.
57571 / Kardinaal Mercierstraat 43-49
"Villa Emerence" (nr. 45), "Villa Laura" (nr. 49). Eenheidsbebouwing van 1912 gebouwd volgens spiegelbeeldschema. Lijstgevels met gebruik van oranje en rode baksteen. Siermetselwerk op de borstweringen. Bewaard schrijnwerk (nrs. 45-57) en kroonlijst op klossen onderbroken door dakvenster.
57572 / Kardinaal Mercierstraat 53-55
Bel-etagewoning en poortgebouw van 1910. Eclectische bakstenen gevel met traditionele elementen o.m. natuurstenen speklagen, plint en neobarokke deuromlijsting. Linkertravee uitgewerkt als risaliet met houten erker op lang uitgerekte modillons. Bewaard schrijnwerk. Links poortgebouw met rechthoekige poort onder Ibalk en met arduinen schamppalen.
57573 / Kardinaal Mercierstraat 58
Eclectisch woonhuis van 1930 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Bakstenen puntgevel afgewerkt met natuurstenen voluten. Muuropeningen gevat in nissen met cartouches.
57574 / Kardinaal Mercierstraat 70-72
Twee burgerhuizen van 1908 naar ontwerp van architect L. Andries (Brugge). Nr. 70 "Huis ghenaemd boompje / 1908". Trapgevels met neobarokke inslag cf. speklagen, geblokte ontlastingsbogen, sierankers en top met rondboognis. Nr. 72 met bewaard schrijnwerk. Nrs. 69-71 met gelijkaardige gevels, doch minder uitgewerkt.
57575 / Kardinaal Mercierstraat 78
Interbellumwoning uit de jaren 1930. Bakstenen lijstgevel afgewisseld met aflijnende bepleistering voor het benadrukken van de lateien en de penanten van het benedenvenster en de driezijdige erker.
57576 / Kardinaal Mercierstraat 80
Burgerhuis uit de jaren 1930 met art-decogevel. Roodbakstenen lijstgevel in combinatie met bruin metselwerk. Deurtravee geflankeerd door pilasters met siermetselwerk, op de borstwering gevelsteen met bloemenkorf. Driezijdige erker overgaand in gelijkaardig opgebouwde dakkapel. Bewaard schrijnwerk en glasin-loodramen.
57577 / Kardinaal Mercierstraat 81
Enkelhuis van 1924 naar ontwerp van architect L. Viérin (Brugge). Neobarokke roodbakstenen trapgevel met gebruik van natuursteen voor o.m. kozijnconstructies, deur- en vensteromlijstingen, speklagen en geblokte ontlastingsbogen met figuratieve sluitsteen.
57578 / Kardinaal Mercierstraat 84
Art-deco-getint huis van 1932 naar ontwerp van architect H. Verbruggen. Roodbakstenen gevelparement met siermetselwerk en witbeschilderde lateien. Bewaard schrijnwerk.
57579 / Kardinaal Mercierstraat 86
Woonhuis van 1933 naar ontwerp van architect H. Verbruggen. Eclectische lijstgevel van rode baksteen met gebruik van arduin voor de plint en het benadrukken van de rondboogvensters. Dakvenster met opvallende ronde afwerking.
57580 / Kardinaal Mercierstraat 98
Art-decowoning uit de jaren 1930. Geelbakstenen lijstgevel met art-deco-inslag cf. o.m. beschilderde lateien, geometrische motieven op de borstweringen en in de smeedijzeren leuning. Driezijdige erker op getrapte console, bewaard schrijnwerk.
p50
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57581 / Kardinaal Mercierstraat 104 -
57637 / Komvest 5
Burgerhuis van ca. 1927, eclectische gevel met geveltop voorzien van natuurstenen band- en rolwerk. Halfrond uitgewerkte erker met bepleisterde accenten. Bewaard schrijnwerk. Nr. 31 gelijkaardig pand van 1927 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge).
57638 / Komvest 7
Bel-etagewoning van 1927 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Eclectische gevel met inen uitgezwenkte top verlevendigd met natuurstenen rol- en bandwerk. Bekronend torentje met rondboogvormige deurvenster met houten balkon. Bewaard schrijnwerk. Smeedijzeren windvaan.
57639 / Komvest 9
Burgerhuis van 1924. Traditionele neobarokke bakstenen gevel met getrapte uitkragende geveltop en dakvenster met tuittop. Rechthoekige vensteropeningen in rondboognissen met geprofileerde dagkanten. Bewaard schrijnwerk.
57640 / Komvest 13
Burgerhuis van 1925 naar ontwerp van architect R. Cauwe (Brugge). Traditionele, neo-Brugse bakstenen gevels gecombineerd met natuursteen. Twee linker- en twee rechtertraveeën met trapgevel getypeerd door Brugse traveenissen type II, hier met doorgetrokken getrapte middenpenant, maaswerk in de boogvelden en gekoppelde boogjes op de borstwering. Bewaard schrijnwerk en smeedijzeren windvaan.
57641 / Komvest 15
Burgerhuis van 1924 naar ontwerp van architect E. De Buysere (Brugge). Traditionele neobarokke baksteenbouw in combinatie met natuursteen voor ornamentiek. Uitkragende trapgevel aanzettend op zwaar uitgewerkte kraagstenen. Vensters gevat in nissen. Bewaard schrijnwerk.
57642 / Komvest 25
Burgerhuis van 1926. Eclectische bakstenen gevel, links met risalietuitwerking en bekronende puntgevel. Gebruik van natuursteen voor belijnende banden, ornamentiek zoals o.m. neo-Renaissance-getinte cartouches en driezijdige erker met balusterleuning.
57643 / Komvest 27+31
Twee burgerhuizen van 1927 met neorococo-elementen met gelijkaardige eclectische gevels. Ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Bel-etagewoning, rechts uitgewerkt als risaliet met bekronende in- en uitgezwenkte geveltop. Bewaard sierlijk schrijnwerk, ook voor de erker op de verdieping.
57644 / Komvest 29
Voormalig café, nu woonhuis opgedeeld in appartementen. Burgerhuis van 1927 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Eclectische bakstenen lijstgevel met benadrukte middentravee met tuitgevel en aan weerszijden van de rijk uitgewerkte houten erker pilasters. Bewaard neo-rococo-getint schrijnwerk.
57645 / Komvest 35
Burgerhuis van 1930 met eclectische gevel rechts uitgewerkt als risaliet en voorzien van tuitgevel. Gevel opengewerkt met rondboogvensters. Verdieping gedomineerd door natuurstenen erker. Bewaard schrijnwerk.
57646 / Komvest 37
Burgerhuis van 1931 met gevel opgetrokken in eclectische stijl. Muuropeningen met neobarokke elementen cf. ontlastingsbogen en natuurstenen balusterleuning.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p51
57647 / Komvest 39
Burgerwoning van 1931 naar ontwerp van architect M. Musschoot (Brugge). Lijstgevel met verticaal en horizontaal baksteenmetselwerk. Driezijdige erker. Muuropeningen benadrukt door beschilderde lateien. Bewaard schrijnwerk.
57648 / Koningin Elisabethlaan 1A
Bel-etagewoning van 1914 naar ontwerp van architect E. Neutens (Brugge). Eclectische gevel, gele baksteenbouw in combinatie met natuurstenen voor o.m. belijnende banden, sierlijke deuromlijsting, venster opgevat als drielicht. Bewaard schrijnwerk, o.m. op de verdieping driezijdige erker.
57649 / Koningin Elisabethlaan 3
Bel-etagewoning van 1914 naar ontwerp van architect E. Neutens (Brugge). In 1998 consoliderende "Kunstige Herstelling" van de gevel naar ontwerp van architect J. De Graeve (Brugge). Eclectische gevel, neorococo en neoclassicistische natuurstenen elementen in combinatie met zandkleurige baksteen. Sierlijke smeedijzeren balkonleuning boven deur in neorococo-omlijsting. Bewaard schrijnwerk.
57650 / Koningin Elisabethlaan 5
Burgerwoning van 1914 naar ontwerp van architect E. Neutens (Brugge). Eclectische gevel, gebruik van gele baksteen in combinatie met bepleisterde begane grond voorzien van belijnende imitatievoegen. Centraal rondboogvenster waarboven een achteruitliggende verdieping met gevelbreed terras afgesloten door een balusterleuning. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerk.
57651 / Koningin Elisabethlaan 9
Burgerhuis van 1912 gedateerd cf. gevelstenen. Neobarokke bakstenen trapgevel met traditioneel gebruik van natuursteen voor o.m. kozijnconstructies, belijnende banden, ontlastingsbogen en huisnaamcartouches. Op de verdieping cartouche met afbeelding van een ruiter. Sierankers. Bewaard schrijnwerk.
57652 / Koning Elisabethlaan 11-17
Eenheidsbebouwing van 1928 naar ontwerp van architect J. Viérin (Brugge) bestaande uit vier eclectische topgevels met traditioneel gebruik van baksteen in combinatie met natuursteen. De verdiepingen worden gedomineerd door erkers. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerk.
57653 / Koningin Elisabethlaan 19-21
Twee woonhuizen van ca. 1930 met eclectische gevels. Bakstenen parement in combinatie met natuursteen voor plinten, speklagen en steigergaten. Bewaard schrijnwerk, o.m. voor de driezijdige erkers en de pittoreske dakvensters.
57654 / Koningin Elisabethlaan 25
Bel-etagewoning van ca. 1930 met gevel in neobarokke stijl. Bakstenen parement in combinatie met natuurstenen voor strekken uitgewerkt als hanekam en belijnende speklagen. Bewaard schrijnwerk en smeedijzeren leuningen van de balkonvensters.
57655 / Koningin Elisabethlaan 27-29
Woning met bijhorende werkplaats en burelen van 1927 cf. gevelsteen, ontwerp van architect Moerman & Fils Tourcoing. Traditionele neobarokke gevel met bakstenen parement, speklagen en geblokte ontlastingsbogen. Vernieuwd schrijnwerk. Behouden traliewerk en leuningen.
57656 / Koningin Elisabethlaan 31
Woonhuis van 1927 naar ontwerp van architect P. Callebout (Brugge). Historiserende puntgevel met geelbakstenen parement in combinatie met natuursteen voor vensteromlijstingen. Bewaard schrijnwerk.
57657 / Koningin Elisabethlaan 35
Hoekpand van 1927 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Baksteenbouw met historiserende puntgevels afgewerkt met gestileerde voluten. Gevel aan de Nikolaas Gombertstraat voorzien van erker met sierlijke smeedijzeren leuning. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerk.
p52
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57658 / Koningin Elisabethlaan 37
Woning naar ontwerp van architect E. Vanden Bilcke van 1930 cf. gevelsteen. Rode baksteenbouw in combinatie met bepleisterde elementen zoals onder meer belijnende banden, sluitstenen en topstukken. De verdieping wordt gedomineerd door halfronde erker. Bewaard schrijnwerk en behouden dakvenster.
57659 / Koningin Elisabethlaan 39
Woning van ca. 1930 met eclectische gevel. Typerende combinatie van bak- en natuursteen. Op de verdieping erker met bekronende balusterleuning. Bewaard schrijnwerk.
57660 / Koningin Elisabethlaan 41
Bel-etagewoning van 1928 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Bakstenen gevel in eclectische stijl gecombineerd met pleisterwerk voor bijna gevelbrede erker met bekronend balkon voorzien van smeedijzeren leuning, kordons en lateien. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerk, o.m. van beglaasde deur met sierlijk traliewerk. Topvenster was oorspronkelijk beluikt.
57661 / Koningin Elisabethlaan 43
Burgerhuis van 1928 ontworpen door architect H. Bovée (Brugge). Traditionele bakstenen gevel gecombineerd met beschilderde lateien en penanten. Driezijdige erker. Bewaard schrijnwerk.
57662 / Koningin Elisabethlaan 45
Burgerhuis van 1928, gevel gebouwd in eclectische stijl. Bakstenen parement in combinatie met benadrukte lateien en erker door gebruik van beschildering. Dominerende erker aanzettend op zware consolestenen. Bewaard schrijnwerk.
57663 / Koningin Elisabethlaan 47
Burgerhuis van 1928. Bijna volledig bepleisterde gevel, bakstenen parement gedeeltelijk zichtbaar op de bovenbouw, o.m. rond de driezijdig uitgewerkte erker. Oplopende rechtertravee afgewerkt met puntgeveltje. Bewaard schrijnwerk.
57664 / Koningin Elisabethlaan 51
Woonhuis van 1927 met links lagere aanbouw met garage. Baksteenbouw, neoclassicistische inslag o.m. door vlakke omlijstingen van de muuropeningen, gecementeerde blanco fries. Bewaard schrijnwerk. Linkeraanbouw met garage heeft gelijkaardige muuropeningen.
57665 / Koningin Elisabethlaan 53
Modernistisch-getinte lijstgevel van 1930 naar ontwerp van architect L. Viérin (Brugge). Rode baksteenbouw met op een verdieping een driezijdige erker.
57666 / Koningin Elisabethlaan 55
Eclectische tuitgevel met overhoekse top van 1929 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Eenvoudige muuropeningen geaccentueerd door brede lateien. Bewaard schrijnwerk.
57667 / Koningin Elisabethlaan 57
Eclectische tuitgevel van 1930 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Bakstenen parement verlevendigd door speklagen. Deur met deuromlijsting en rechthoekige erker.
57668 / Koningin Elisabethlaan 59
Lijstgevel in eclectische stijl van 1928 naar ontwerp van architect G. Van der Beke. Baksteenbouw afgewisseld met bepleisterde en beschilderde elementen. Erker op zware gegroefde consolestenen. Gevelsteen met hoorn des overvloeds.
57669 / Koningin Elisabethlaan 61-63
Twee bel-etagewoningen van 1927 naar ontwerp van architect F. Koentges (Brugge). Bakstenen lijstgevels met segmentboogvensters in doorlopende traveenis, op de verdieping voorzien van balkon met smeedijzeren
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p53
leuning. Ter hoogte van traphal ovaal venster. Deels behouden schrijnwerk. Op de centrale muurdam beeldnis met Maria en Kind.
57670 / Koningin Elisabethlaan 65
Bel-etagewoning van 1927 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Eclectische gevel met bakstenen parement in combinatie met natuursteen voor deuromlijsting en erker met sierlijke smeedijzeren leuning. Linkertravee afgewerkt met verhoogde puntgevel geflankeerd door voluten.
57671 / Koningin Elisabethlaan 67
Woonhuis van 1928 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Eclectische bakstenen puntgevel in combinatie met bepleisterde elementen, zoals o.m. de driezijdige erkeruitbouw op de verdieping. Horizontale belijning door middel van kordons op consoles. Bewaard schrijnwerk.
57672 / Koningin Elisabethlaan 69
Neobarokke trapgevel van ca. 1930. In 1939 toevoegen van erker naar ontwerp van architect H. Verbruggen. Horizontale belijning door middel van doorgetrokken onder- en bovendorpels. Bewaard schrijnwerk, sierankers en smeedijzeren windvaan.
57673 / Koningin Elisabethlaan 71
Breedhuis, gevel met neoclassicistische elementen, belijnende bakstenen trigliefenfries en kroonlijst op houten klossen. Segmentboogvormige benedenvensters en rechthoekige bovenvensters. Bewaard schrijnwerk.
57674 / Koningin Elisabethlaan 73
Combinatie van breed- en diephuis in neobarokstijl van 1900 n.o.v. architect A. De Wispelaere (Brugge) cf. initialen "ADW" op middelste cartouche; drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken (mechanische pannen). Enkelhuisopstand met verhoogde begane grond; twee kelderopeningen. Verankerde trapgevel (7 tr. + overhoeks topstuk), van baksteen met verwerking van arduin voor geaccentueerde stijlgebonden onderdelen als plint, hoekkettingen, onder-, tussen- en bovendorpels, aanzetstenen en met maskerkoppen verrijkte sluitstenen van de ontlastingsbogen en de uitgewerkte cartouches met opschriften "GEENE / RYCKER KROON" "DAN / EIGEN SCHOON". Rechthoekige vensters en deur met holle dagkanten, op de bovenverd. gevat in een centrale Brugse trav., type I, extra benadrukt door een arduinen balusterbalkon. Korfboogvensters op de lagere derde bouwlagen en rondbogig zoldervenster met luik. Bewaard houtwerk.
57675 / Koningin Elisabethlaan 75
Bakstenen lijstgevel van 1928 met neoclassicistische inslag. Rechthoekige vensters in bepleisterde omlijsting, centraal op de verdieping een vernieuwde houten erker, oorspronkelijk met guirlandeversiering op de borstwering.
57676 / Koningin Elisabethlaan 77
Woning met eclectische tuitgevel, van 1928 en ontworpen door architect M. Vermeersch (Brugge). Verankerde baksteenbouw met rechthoekige deur en vensters benadrukt door bepleisterde omlijsting of lateien. Halfronde bepleisterde erker met daarboven sierlijk smeedijzeren balkon gevat in de balustrade. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerk.
57677 / Koningin Elisabethlaan 79
Bel-etagewoning van 1925 onder mansardedak. Brede bakstenen gevel, segmentbogige muuropeningen geaccentueerd door bepleisterde omlijstingen met oren en neuten.
57678 / Koningin Elisabethlaan 83
Woning uit de jaren 1920, begane grond later verbouwd voor commerciële doeleinden. Traditionele trapgevel in neobarok, gebruik van sierankers, speklagen en geblokte ontlastingsbogen. Bescheiden driezijdige erker op de verdieping.
p54
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57679 / Koningin Elisabethlaan 85
Woning en winkelhuis van 1925 ontworpen door architect D. Kreef. Samenstel van lijst- en trapgevel met neobarokke elementen. Baksteenbouw met sierankers, rondbogenfries op consoles en geblokte ontlastingsbogen.
57680 / Koningin Elisabethlaan 89
Woning en garage van 1926 met gelijkaardige gevels als nr. 85.
57681 / Koningin Elisabethlaan 95
Woning van jaren 1920. Baksteenbouw met licht uitkragende bovenbouw geaccentueerd door pseudovakwerk onder zware geveltop versierd met houtsnijwerk.
57720 / Leopold II-laan 2-4
Twee bescheiden woningen van 1935 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Bakstenen gevels in spiegelbeeld en met modernistische inslag. Begane grond van beide gevels onder doorlopende latei en gekoppelde deuren onder dito luifel. Op de verdieping driezijdige vensteruitbouw gevat in licht verheven metselwerk uitlopend in een vlak afgedekt dakvenster. Bewaard houtwerk bij nr. 2.
57721 / Leopold II-laan 15
Directeurswoning van voormalige koffiebranderij "De zon" gelegen aan de Kolenkaai nr. 22. Herenhuis van 1912 cf. opschrift, roodbakstenen gevel in eclectische stijl. Traditionele elementen zoals gebruik van een puntgevel, geblokte ontlastingsbogen en speklagen worden gecombineerd met eigentijdse vormgeving van muuropeningen, erker op zware consoles en versieringen. Bewaard houtwerk van vleugeldeur en vensters, op de begane grond met schuiframen.
57722 / Leopold II-laan 16
Burgerhuis van 1935. Roodbakstenen gevel met modernistische inslag, opvallende arduinen plint in bossage. Gebruik van aflijnende witte bepleistering voor de massieve rechthoekige erker en lateien van de muuropeningen.
57723 / Leopold II-laan 20
Burgerhuis van 1933 naar ontwerp van architect H. Verbruggen. Fraai uitgewerkte roodbakstenen gevel in art deco, dakvenster afgewerkt met een gestileerd fronton. Gevel wordt geritmeerd door gecementeerde lateien, speklagen en dakvenster. Typische art-decoversiering boven de vensters en in de verticale stroken op de muurdammen, de balustrade op de verdieping en het fronton.
57724 / Leopold II-laan 33+37
Twee gelijkaardige huizen, eventueel uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, nr. 33 met dakvenster Bakstenen parement verlevendigd door speklagen in contrasterende kleur, ook toegepast in geblokte ontlastingsbogen. Rechtertravee gevat tussen lisenen met boogfriezen.
57725 / Kolenkaai 58
Voormalige maalderij "De Nieuwe Molens" in 1911 opgericht naar ontwerp van architect E. De Weerdt (Gent) op gronden reikend tot aan de Kolenkaai en de Nikolaas Gombertstraat. Complex bestaande uit een vleugel aan de Leopold II-laan o.m. met machinekamer, molen, stoomketel met schouw en opslagplaatsen aan de Kolenkaai, indertijd verbonden door een spoorweg langs het water. Bijgebouwen o.m. met kantoren en conciërgewoning aan de Nikolaas Gombertstraat. In de jaren 1930 volgen enkele uitbreidingen en verbouwingen, activiteit stilgelegd begin jaren 1980. N.V. New Trends ontwikkelde een plan voor de volledige site met inrichting van kantoren, horeca en woningen. Na een eerste aanzet in 1991 legt een brand, eind 1991, het grootste deel van de gebouwen aan de Kolenkaai in de as, de resten worden gesloopt in 1995. Heden is enkel nog de vleugel en fabrieksschouw aan de Leopold II-laan bewaard. Monumentale onderkelderde baksteenbouw van vijf bouwlagen op een kelderverdieping en met een dakverdieping van twee bouwlagen. Onder de brede kroonlijst een witbepleisterde blanco fries. Sterk geritmeerde gevels met traveeën in traveenissen, afgescheiden door pilasters. Speklagen in rode baksteen.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p55
Rechthoekige en segmenbogige vensters. Binnen zijn van de metalen constructies nog enkele onderdelen bewaard.
57726 / Leopold II-laan 36-46
Eenheidsbebouwing van ca. 1932, huizen in spiegelbeeld gebouwd en met entresol. Roodbruine bakstenen gevels, strekken van vensters en geprofileerde deuromlijstingen geprononceerd door gebruik van contrasterende rode baksteen. Traveeën gevat in nissen.
57727 / Leopold II-laan 43
Voormalig metaalfabriekje uit jaren 1920-1930, in 1934 uitgebreid en dan ook gebouwen rechts van portierswoning. Monumentale gevel met inslag van de nieuwe zakelijkheid. Parement van witte sierbaksteen, getrapte gevelafwerking geaccentueerd door pijlers.
57728 / Leopold II-laan 47
Burgerhuis uit jaren 1920-1930. Eenvoudige bakstenen gevel, muuropeningen met traditionele vormgeving hebben geblokte ontlastingsbogen, siermetselwerk onder de dakrand.
57729 / Leopold II-laan 48-50
Twee burgerhuizen van 1933, in spiegelbeeld gebouwd naar ontwerp van architect H. Verbruggen. Zware dakvensters afgewerkt met gebogen fronton. Gebruik van cementbepleistering voor lateien en frontons, artdecoversiering in de verticale stroken op de muurdammen.
57730 / Leopold II-laan 60-62
Eenvoudige woningen in spiegelbeeld gebouwd en naar ontwerp van architect J. Viérin (Brugge), ca. 1937. Gekoppelde deuropeningen onder doorlopende natuurstenen luifel op consoles. Strekken van vensters geaccentueerd door fijne bakstenen waterlijst.
57731 / Leopold II-laan 68-72
Drie bescheiden woningen, nr. 68 van 1931 naar ontwerp van architect M. D'Hondt, nrs. 70 en 72 dateren van ca. 1932. De bakstenen gevels worden verlevendigd door omlijstingen en lateien in witte bepleistering. Bovenlichten van de muuropeningen met typerende kleine roedeverdeling.
57732 / Leopold II-laan 74-84
Eenheidsbebouwing van 1931 naar ontwerp van architect U. D'Helft. Huizen met entresol, gevels op gelijkaardige wijze opgevat als nrs. 36-46. Zijgevel van nr. 74 is doorbroken door een oplopende erker met siermetselwerk op de borstwering.
57733 / Leopold II-laan 88
Burgerhuis, eventueel uit het begin van de 20ste eeuw. Geconcipieerd als traditioneel diephuis met topgevel, de gecementeerde tuitgevel met schouderstukken en imitatievoegen gaat terug op middeleeuwse voorbeelden. Muuropeningen met segmentbogen geaccentueerd door waterlijsten. Deur met bewaard houtwerk.
57734 / Leopold II-laan 106
Hoekhuis toegankelijk via voortuintje gelegen aan de Luikstraat. Eenvoudige bakstenen woning met oplopende driezijdige erker aan de zijgevel.
57735 / Leopold II-laan 108-122
Ontwerp van tien werkmanshuizen met voortuintjes van 1925 naar ontwerp van architect L. Coppé. Gevelstenen met namen refererend aan het buitenleven achtereenvolgens: "stille rust", "bloementuil", "zomervreugd", "rozenpark", "morgenstond", "vogellied", "buitenlucht", "zonsopgang", "lenteweelde", "tulpengeur". Per twee gekoppelde huizen in bruine baksteen geïnspireerd op het typische tuinwijkmodel uit het interbellum. Traditionele baksteenbouw onder zadeldaken in een vereenvoudigde villastijl zoals terug te vinden in de erkers, luikjes en imitatievakwerk in de topgevels. Voortuintjes afgeboord met bakstenen muurtjes en hagen.
p56
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57741
Nikolaas Gombertstraat 8
Hoekhuis in gele baksteen bestaande uit verschillende vleugels onder pannen zadeldaken. Daterend van 1927 en verbouwd in 1939, dan o.m. aanbouwen van linkervleugel aan straatzijde en toevoegen van een erker aan de zijgevel. Geïnspireerd op de regionale stijl o.m. met gebruik van vlechtingen in de verankerde tuitgevels en vensternissen met afgeschuinde dagkanten. Op de hoek een voortuin afgescheiden door bakstenen muurtjes met houten hekkens.
57742 / Nikolaas Gombertstraat 15
Hoekhuis, baksteenbouw getypeerd door neo-elementen geïnspireerd op de 18de eeuw, zoals het mansardedak en de omlijstingen van de muuropeningen. Toegang op de hoek, voorland achter bakstenen muurtje.
57743 / Nikolaas Gombertstraat 42
Voormalige gebouwen van de "Bloemmolens De Wulf N.V.". De oorspronkelijke bloemmolens waren aanwezig in de omgeving van het Minnewater. Onder impuls van het stadsbestuur komt Leon-Henri De Wulf terecht in het Stübbenkwartier in de nijverheidszone. Huidige gebouwenbestand is fasegewijs tot stand gekomen. Na het faillissement krijgen de leegstaande gebouwen een nieuwe functie. De sociale bouwmaatschappij Interbrugse vormt in 1994 de fabriek om tot appartement met 35 flats.
57744 / Scheepsdalelaan 2
Burgerhuis van 1932 naar ontwerp van architect F. Koentges (Brugge). Contrastrijk kleurenspel d.m.v. zwart geglazuurde bakstenen voor onder- en rode bakstenen voor bovenbouw, beide kleuren worden hernomen in de beschildering van het bewaarde schrijnwerk. Gevel en brede dakkapel zijn symmetrisch uitgewerkt. Gebruik van geometrie enerzijds in de opbouw van de bijna gevelbrede erkers verbonden door een balkon en door het balkon daarboven met bewaarde buisleuning, anderzijds in het metselwerk. Vensters op de begane grond hebben glas-in-lood in de bovenlichten, gebruik van fraai smeedijzer voor de brievenbus, beglaasde deur en bovenlicht.
57745 / Scheepsdalelaan 4
Burgerhuis van 1927 naar ontwerp van architect A. Hoeman. Gevel in roze baksteen, opgaande linkertravee op de bovenbouw afgescheiden door muurdammen en geaccentueerd door driezijdige erker.
57746 / Scheepdalelaan 6
Bescheiden burgerhuis van 1928 naar ontwerp van architect M. Roelands. Roodbakstenen gevel afgewisseld met bruine bakstenen o.m. voor siermetselwerk in art deco. Driezijdige erker op de verdieping en dito dakvenster. Bewaard schrijnwerk met karakteristieke roeden, glas-in-lood in de bovenlichten. Gevelsteen met afbeelding van klavertjes.
57748 / Scheepdalelaan 14
Burgerhuis uit begin 20ste eeuw. Gevel met classicistische elementen cf. bepleisterde omlijstingen van de segmentboogopeningen. Driezijdige erker op console.
57750 / Scheepdalelaan 18
Burgerhuis van 1905 naar ontwerp van architect T. Raison (Brugge), verankerd bakstenen hoekhuis met trap- en lijstgevels. Neostijl geïnspireerd op de regionale barokstijl o.m. door gebruik van vooruitspringende bovenbouw in de voorgevel, doorlopende banden en geblokte ontlastingsbogen.
57756 / Scheepdalelaan 30
Burgerhuis met halfondergrondse garage en voorland van 1932 naar ontwerp van architect A. D'Hooghe. Rode baksteenbouw afgewisseld met cementbepleistering voor de plint, de oplopende halfronde erkers en omlijsting van de muuropeningen. Geknikt zadeldak van de topgevel is geïnspireerd op de cottagestijl.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p57
57758 / Scheepdalelaan 32-42
Vijf burgerwoningen met voorlanden naar ontwerp van architect H. Fonteyne (Brugge) respectievelijk van 1930, 1926 (nrs. 34 en 36), 1928 en 1925. Nrs. 32, 34 en 36 met half ondergrondse garage. Bakstenen gevels in combinatie met pleisterwerk en met eclectische vormgeving. Elementen uit de cottagestijl, cf. uitspringende geveltoppen, sommige met vakwerk, uitlopende, diepe dakranden van de erkers. Classicistische invloed o.m. door gebruik van pilasters, consoles, versierde sluitstenen, een guirlande bij nr. 36. Fraai smeedijzeren hekwerk op de verdieping van nr. 38. De gevel van nr. 42 onderscheidt zich door de dominerende bovenbouw met verzorgd vakwerk en groenbeschilderd bewaard houtwerk.
57760 / Scheepdalelaan 40
Burgerhuis met voorland van 1925 naar ontwerp van architect C. Davids. Bakstenen lijstgevel met zijtrapgevel in regionale neobarokstijl cf. doorlopende banden en geblokte ontlastingsbogen.
57762 / Scheepdalelaan 44
Huis van ca. 1937, witte bepleisterde gevel met modernistische inslag, oplopende erker met eenvoudige vormgeving.
57763 / Scheepdalelaan 46
Huis van ca. 1933. Gevel in oranje baksteen gedomineerd door bijna gevelbrede bepleisterde erker op de verdieping. Daarboven mansarde met gekoppelde deurvensters uitgevend op bepleisterd balkon met bewaarde buisleuning en bekroond door een gevelfront met verticaal metselwerk.
57764 / Scheepdalelaan 48
"Café Du gaz" refererend aan de voormalige gasfabriek en gebouwd in 1911. Beeldbepalend hoekpand met voorlanden, vooral gekarakteriseerd door vierhoekige torenuitbouw met pittoreske, ingesnoerde naaldspits. Voorts eenvoudige architectuur met neobarokke elementen cf. doorlopende banden en geblokte ontlastingsbogen. Op de begane grond worden de oorspronkelijke korfboogvensters in het laatste kwart van de 20ste eeuw vervangen.
57768 / Veldmaarschalk Fochstraat 7
Voormalige wijnhandel "De Zon" cf. gevelsteen. Thans in gebruik als woning. Hoekhuis van ca. 1929 met art-deco-inslag cf. vormgeving muuropeningen, uitwerking geveltop en brede doorgetrokken lateien. Rijk uitgewerkte erker met o.m. schelpmotieven is recent bekleed. Bewaard schrijnwerk. Traphal met marmeren lambrisering en ingebouwde klok in art-decostijl aangekleed, brandglas met wijnranken verwijst naar het beroep van de oorspronkelijke bouwheer. Salon rechts versierd met plafondbeschildering op doek met voorstelling van de vier jaargetijden.
57769 / Veldmaarschalk Fochstraat 67-69
Twee bel-etagewoningen van resp. 1929 en 1931. Bakstenen lijstgevels met strekken van rode baksteen. Muuropeningen in doorgetrokken traveenissen. Bewaard schrijnwerk en glas-in-loodramen. Zijgevel van nr. 69 met siermetselwerk.
57770 / Werfplein 11-16
Gevelrij van 1910 naar ontwerp van architect H. Hoste (Brugge), gebouwd in opdracht van de bouwmaatschappij "De Vlaamsche Heerd", samen met Kardinaal Mercierstraat nr. 104. Puntgevels (nrs. 13 en 15) met versmallende traveenis (benadrukt door pleisterwerk) in de geveltop. Elk huis heeft twee kelders, een voorkelder voor persoonlijk gebruik en een achterkelder oorspronkelijk bedoeld door het opslaan van groenten voor de wekelijkse groentemarkt.
57771 / Werfplein 17-30
Eenheidsbebouwing in vereenvoudigd historiserende stijl van 1922 gebouwd in opdracht van de "Koninklijke Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek", naar ontwerp van architect P. Callebout (Brugge). Woningen gebouwd volgens spiegelbeeldschema met punt-, tuit- of lijstgevel. Volgens bouwvergunning waren benedenvensters voorzien van luiken. Nr. 17 met bewaard schrijnwerk.
p58
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57772 / Werfplein 31
Interbellumwoning van 1932 naar ontwerp van architect H. Verbruggen (Brugge). Vrij sobere roodbakstenen puntgevel met verticaal en siermetselwerk.
57773 / Werfstraat 3
Half vrijstaande villa van 1925 naar ontwerp van architect A. Goigne (Brugge). Verankerde baksteenbouw met meerdere oplopende erkers. Gebruik van traditionele elementen geïnspireerd op lokale voorbeelden o.m. cf. tuitgevels met schouderstukken en vlechtingen, uitkragende bovenbouw op korfboogfries. Aan de zijgevel leidt een monumentale trap naar een tudorboogdeur; de tuin is afgescheiden door een laag bakstenen muurtje en haag.
57774 / Werfstraat 17
Burgerhuis van 1910, baksteenbouw met historiserende gevel cf. kruiskozijnen, geblokte poortomlijsting, doorlopende banden en dakvenster met trapgevel; twee pittoreske dakkapellen.
57775 / Werfstraat 26-30
Eenheidsbebouwing van 1930 naar ontwerp van architect U. D'Helft (Brugge) waarvan het middelste pand als dubbelhuis is uitgewerkt. Bakstenen gevels verlevendigd door witbeschilderde doorlopende banden en lateien, verticaal metselwerk op de muurdammen. Verdiepte rondboogportalen hebben deuren met bewaard houtwerk en glas-in-lood.
57776 / Werfstraat 27-31
Drie burgerhuizen van 1913. Bakstenen gevels met doorlopende banden en segmentboogopeningen, strekken bij nrs. 27-29 verlevendigd met witgeglazuurde bakstenen, bij nr. 31 met een sluitsteen. Nr. 31 heeft bewaard houtwerk en een kroonlijst op consoles.
57777 / Werfstraat 44-46+62-72
Eenheidsbebouwing, nrs. 44-46 in 1929 gebouwd samen met Veldmaarschalk Fochstraat nrs. 8-12. De gevels van nrs. 62-72 van 1927-1928 zijn gelijkaardig maar verlevendigd met sierankers. Eenvoudige bakstenen woningen met doorlopende lateien en traditionele, geblokte ontlastingsbogen met mascarons. Nrs. 64 en 66 hebben deuren en vensters met bewaard houtwerk.
57778 / Werfstraat 47-49
Burgerhuis met garage van 1925. Combinatie van verankerde bakstenen trap- en lijstgevels, Brugse traveenissen type I en II. Bewaard houtwerk, vensters met glas-in-lood.
57779 / Werfstraat 48-50+58-60
Eenvoudige bakstenen woningen, nr. 50 van 1931, nrs. 58 en 60 van 1928. Getypeerd door geblokte ontlastingsbogen boven de lateien. Nr. 50 heeft een historiserende dakkapel en bewaard houtwerk.
57780 / Werfstraat 54
Burgerhuis met garage van 1932 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Gebruik van traditionele elementen zoals topgevel en muuropeningen op de begane grond. Gecombineerd met elementen uit het interbellum cf. de muuropeningen en erker op de bovenbouw en gestileerde uitwerking van de topgevel.
57781 / Werfstraat 56
Bescheiden woning van 1928 naar ontwerp van architect F. Koentges (Brugge). Eclectische, pittoresk aandoende gevel met heterogene muuropeningen zoals de korfboogdeur gebaseerd op Brugse godshuizen, de oculus en het blokraam. Geometrische baskteenfries onder de dakgoot.
57782 / Werfstraat 57
Hoekhuizen, nr. 57 hoort, samen met negen huizen vanaf nr. 61 bij een bouwproject van 1908 door de "Naamloze Maatschappij Vlaamschen Heerd" en naar ontwerp van architect L. Andries (Brugge).
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p59
Hoektraveeën met historiserende trapgevels, die van nr. 59 is rijker uitgewerkt maar wordt op de begane grond verbouwd. Bij nr. 57 gedeeltelijk bewaard houtwerk soms met glas-in-lood.
57783 / Werfstraat 74-82
Vijf burgerwoningen van 1914 samen een geheel vormend. Bakstenen trapgevels in historiserende neobarokstijl. Gebruik van traditionele elementen zoals vensternissen, geblokte ontlastingsbogen, doorlopende banden, sierankers. De gevel van nr. 84 heeft gelijkaardige kenmerken.
57784 / Werfstraat 81
Burgerhuis met garage van 1912 naar ontwerp van architect R. Derleyn (Wenduine). Monumentale volutengevel (de top met driehoekig fronton wordt eind 20ste eeuw weggenomen) met neobarokke inslag o.m. in de deuromlijsting met oren, negblokken, mascarons als sluitstenen, doorlopende banden, oculi en rondboogvenster in de geveltop.
57785 / Werfstraat 87
Voormalig winkelhuis van 1911 naar ontwerp van architect H. Fonteyne (Brugge). Rijker uitgewerkte gevel in neobarokstijl geïnspireerd op lokale voorbeelden, zijgevel met traptop heeft een uitkragende bovenbouw op korfbogenfries. Voorts gekoppelde vensters in geblokte rondboognissen en doorlopende banden.
57786 / Werfstraat 91
Twee huizen in baksteen met gelijkaardige historiserende trapgevels van 1912. Van de vensters met kleine roedeverdeling is bij nr. 89 het oorspronkelijk houtwerk nog bewaard.
57787 / Werfstraat 90
Volksbakkerij en portierswoning van 1913, cartouches met opschriften "de Koornbloem" en "liberale volksbakkerij, 1913". Bewaard complex met bedrijfsruimten van voormalige bakkerij en woning. Aan straatzijde het woonhuis met eenvoudige historiserende trapgevel. Achter de rondboogpoort ligt een straatje dat toegang geeft tot woonhuis, voormalige bakkerij, winkel en graanzolder. Bakstenen gevels met licht getoogde vensters, bewaard houtwerk van poort, deuren en vensters, l.g. met karakteristieke roedeverdeling. Interieur. In de bakkerij, troggewelven ondersteund door twee gietijzeren zuiltjes.
57788 / Werfstraat 97-99
Twee gelijkaardige burgerhuizen met entresol van 1924 naar ontwerp van architect D. Maene (Brugge). Geelrode bakstenen gevels in spiegelbeeld, muuropeningen met traditionele vormgeving.
57789 / Werfstraat 103
Burgerhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Zijrisaliet met trapgevel. Voorts gebruik van traditionele elementen zoals kruiskozijnen, korfboogdeur en speklagen.
57791 / Kardinaal Mercierstraat 37 zie 57569
57792 / Zwaluwenstraat 2
Hoekwoning van ca. 1934 met roodbakstenen gevel. Benadrukte inkomtravee met luifel waarboven een uitspringend blokvormig volume. Benadrukte hoek met ronde erker van twee bouwlagen hoog, vensters op de begane grond afgescheiden door bakstenen penanten. Bewaard schrijnwerk met horizontale roedenverdeling. Voortuin afgesloten door buisleuning.
57793 / Zwaluwenstraat 3
Diephuis in historiserende stijl van 1909 naar ontwerp van architect J. de Bisscop (Brugge). Niet volledig volgens ontwerp uitgevoerd. Traditionele baksteenbouw in combinatie met natuursteen voor ornamenten. Bovenvensters met bewaard schrijnwerk
p60
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
57794 / Zwaluwenstraat 4
Interbellumwoning van ca. 1934, sluit aan bij nr. 2. Roodbakstenen asymmetrische puntgevel. Oplopende driezijdige erker met overhoeks baksteenmetselwerk.
57795 / Zwaluwenstraat 9-11
Oorspronkelijk twee woningen, thans vormen ze één geheel. In twee fasen tot stand gekomen. Nr. 9 van 1928 naar ontwerp van architect L. Coppé (Brugge) gebouwd als magazijn met verwarmingscabine. Nr. 11 van 1928 gebouwd in opdracht van de gebroeders De Clerck. Nr. 9 met bovenvensters in nissen met gekoppelde rondbogen. Nr. 11 met art-deco-invloeden cf. erker op de verdieping met bas-reliëfs, bewaard schrijnwerk.
57796 / Zwaluwenstraat 14
Bel-etagewoning met keldergarage van 1936 naar ontwerp van architect L. Rotsaert (Brugge). Rode bakstenen lijstgevel met siermetselwerk, benadrukte muuropeningen met gebruik van simili voor de onderdorpels en lateien en de penanten bij de oplopende erker. Bewaard schrijnwerk.
57797 / Zwaluwenstraat 16
Art-deco-getint woonhuis van 1938 met roodbakstenen lijstgevel. Benadrukte muuropeningen met bepleisterde lateien. Driezijdige oplopende erker. Deur met bewaard schrijnwerk.
57798 / Zwaluwenstraat 18
Art-deco-getint woonhuis uit de jaren 1930. Bakstenen lijstgevel in combinatie met simili voor het benadrukken van de erkeruitbouw, de fries en de lateien. Bewaard schrijnwerk.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p61
Evaluatie stedelijke dienst Monumentenzorg De vastgestelde inventaris maakt geen onderscheid in verschillende waarderingen van het erfgoed, maar heeft vooral een signaalfunctie: er moet bij vergunningsaanvragen specifieke afwegingen gemaakt worden in het kader van het aanwezige erfgoed, maar de opname in de inventaris betekend daarom niet automatisch dat bepaalde aanvragen altijd onvergunbaar zijn. Het is met andere woorden een zeer algemene lijst, die plaatselijk zeker verder verfijnd kan worden. Ook is de inventaris niet overal meer up to date: op bepaalde plaatsen zijn panden reeds afgebroken. Binnen de stad hanteert de dienst Monumentenzorg een eigen classificatiemethodiek die binnen de ruimtelijke bestemmingsplannen specifieke ontwikkelingsopties krijgen. Rekening houdend met de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en eerdere eigen evaluaties heeft de stedelijke dienst Monumentenzorg in maart 2010 een evaluatie gemaakt van de aanwezige erfgoedwaardes. Dit op basis van hun gebiedskennis en bijkomende terreinbezoeken. In deze evaluaties worden, conform de andere waardebepalingen in de stad, volgende categorieën gehanteerd: Architectuurhistorisch waardevol: Het pand heeft heel waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken. Stadslandschappelijk waardevol: Het pand heeft waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken. Ze geven de onmiddellijke omgeving een duidelijke meerwaarde. Architectuurhistorisch of stadslandschappelijk waardevol in de rij: het pand vormt samen met de aangrenzende panden een visueel bepalend geheel. Vaak betreft het eenheidsbebouwing die eenzelfde gevelopbouw en architecturale kenmerken vertoont, met een ritmiek die bepalend is voor het straatbeeld.
p62
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Ontsluiting Het gebied wordt via de aangrenzende R30 Koningin Elisabethlaan en Komvest ontsloten naar de binnenstad en de overige stadsdelen. De Scheepsdalelaan vormt de verbinding met Noordelijk gelegen deelgemeentes. Beide ontsluiten het plangebied ook op het hoger wegennet. De overige wegenis in het gebied betreft plaatselijke ontsluitingen. Ook de Leopold II-laan, kent een merkbaar hoger gebruik voor doorgaand verkeer dan de overige wegen. Alle wegen in het gebied zijn toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Enkel de Kolenkaai is op het einde en in het begin beperkt tot langzaam verkeer: grenzend aan de Scheepsdalelaan en tussen de Diksmuidestraat en de IJzerstraat. Op deze manier wordt het doorgaand verkeer geweerd op deze kanaaloever. Langs alle wegenis in het gebied wordt geparkeerd; Dit betreffen voornamelijk langsparkings, enkel op de Kolenkaai, de Diksmuidestraat en gedeeltelijk de Koningin Elisabethlaan zijn dit dwarsparkeerplaatsen. De parkeerplaatsen hebben, met uitzondering van deze op de Kolenkaai, een grote bezettingsgraad. Bijkomend zijn er enkele private parkings: op de hoek van de Scheepsdalelaan – Leopold II-laan, voor de klanten van Elia, op de Eandis site voor de werknemers, leveranciers en onderaannemers. Iets verder bevindt zich een private parking voor de handelszaak A Mode, ontsloten op de Zwaluwenstraat. Andere zijn de ondergrondse parking voor bewoners aan de bloemmolens. Ook zijn er in enkele grotere binnenbouwblokken clusters met garageboxen aanwezig. Niet veel woningen beschikken over inpandige garages. De indruk is dat er een tekort is aan parkeerplaatsen voor bewonersparkeren, wat ook gesignaliseerd wordt door de stedelijke diensten. De openbare vervoersontsluiting van het gebied gebeurt door bussen. Langs de Scheepsdalelaan en de Koningin Elisabethlaan – Komvest zijn verschillende haltes die bediend worden door verschillende lijnen met een hoge frequentie. Het station Brugge Sint – Pieters bevindt zich op een beperkte afstand van het studiegebied. Ontsluiting over het water is eveneens een mogelijkheid in het plangebied, doch deze wordt op heden niet meer gebruikt. De scheepvaart ter hoogte van het plangebied is doorgaande scheepvaart, en beperkt voor wat betreft het segment Oostende – Brugge (westelijk van de zwaaikom). Wel zijn er in het plangebied verschillende woonboten aangemeerd. Vermoedelijk verplaatsen deze zich maar zelden over het water. Andere vervoersmodi zijn niet aanwezig in het plangebied. De Atlas voor buurtwegen heeft in gebied geen buurt- of voetwegen weer. Voor het gebied behorende tot de omwalling en de binnenstad van Brugge bestaat er geen atlas van de buurten voetwegen.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p63
Figuur 7: Bestaande ontsluitingstructuur
p64
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Biologisch waardevolle gebieden Voor het gebied is nog geen versie 2b van de biologische waarderingskaart, gekarteerd na 1997, beschikbaar. De versie 1 heeft eveneens een objectieve indicatie van de aanwezige biologische waardes in het gebied, maar dit voor de periode 1978-1986. In het plangebied zijn alleen biologisch minder waardevolle gebieden aanwezig. Er kan aangenomen worden dat een nieuwe kartering zou leiden tot eenzelfde quotering voor het grootste deel van het plangebied. Mogelijks zouden enkele aanwezige bomenrijen, zoals in de Leopold II-laan, de Koningin Elisabethlaan en rond het Werfplein wel als waardevol aangeduid worden, net zoals het Baron Ruzettepark. Ook de kanaaloevers herbergen ondertussen mogelijks waardevolle biologische elementen.
Waterhuishouding Het gebied is gelegen in het bekken van de Brugse polders, langs het kanaal Gent-Oostende. Aan de westelijke zijde bevindt zich de voormalige stadswal.
Overstromingsgevoelige gebieden In het Baron Ruzettepark, aan de zijde van de Komvest, zijn enkele zones gelegen die worden aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig.
Hellingenkaart De hellingspercentages zijn overwegend kleiner dan 0,5%. In de buurt van de Komvest komen plaatselijk steilere hellingen voor.
Erosiegevoelige gebieden Het plangebied is niet gelegen in een erosiegevoelig gebied.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p65
Waterbedkaart Het plangebied is niet gelegen in het winterbed van de grote rivieren.
Infiltratiegevoelige bodems De bodems in het zuidelijk deel van het plangebied zijn gevoelig voor infiltratie.
Grondwaterstomingsgevoelige gebieden In het noordelijk deel van het plangebied komen zones voor die zeer gevoelig zijn voor grondwaterstroming.
Conclusie De bepalingen van de gewestelijke verordening inzake het hemelwater zullen worden toegepast, men kan er van uitgaan dat er geen negatieve invloed te verwachten is. Er is geen directe ingreep van het plan op waterlopen (tracéwijzigingen, inbuizingen). Ter hoogte van de binnenbouwblokken wordt bij de inrichting meer ruimte voorzien voor tuinen, zodat de verharde oppervlakte zal afnemen. Dit is een positief effect op het grondwatersysteem. Met betrekking tot de zone voor wonen aan het waterfront –als grondwaterstromingsgevoelig aangeduid– worden parkeerplaatsen verplicht (half)ondergronds ingericht. De maximale diepte van de ondergrondse parkeerplaatsen t.o.v. het maaiveld is 3,00m. Zoals aangegeven in de ‘sceening van de plan-mer-plicht – verzoek tot aanvraag’ kwam het RUP in aanmerking voor een onderzoek tot de milieurapportage. Het screeningsdossier bevat de nodige informatie over het voorgenomen plan en heeft de relevante milieudisciplines op voldoende wijze besproken. De uitgebrachte adviezen bevatten geen elementen die ertoe strekken te kunnen concluderen dat het uitgevoerde onderzoek naar de aanzienlijkheid van de milieugevolgen onvolledig of onjuist zou zijn. In het goedkeuringsbesluit wordt concludeert dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan MER niet nodig is.
p66
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Seveso-inrichtingen Volgens de gegevens van de dienst VR zijn in het plangebied geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Binnen een perimeter van 2km rondhet plangebied zijn volgens de gegevens van de dienst VR drie Seveso-inrichtingen aanwezig. Het betreft Total Belgium op ca. 280m, VDS Retail Brugge op ca. 1.000m en Pemco Brugge op ca. 1.350m buiten het plangebied. Nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied zijn niet mogelijk.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p67
Relatie met de omgeving Het plangebied vormt, zoals beschreven bij de deelruimtes, als woonwijk een eigen entiteit, waarbij de randen als overgang naar de omliggende gebieden een andere functie hebben. Deze overgangen zijn bepalend voor de relatie met de omgeving en het functioneren van de wijk. Een aantal lokale voorzieningen zijn immers in deze zone gelegen. Functioneel heeft het plangebied ook een duidelijke relatie met de binnenstad, waar stedelijke voorzieningen zich bevinden. Het betreft eerder een eenzijdige, afhankelijke relatie. Er wordt vanuit de binnenstad maar in beperkte mate beroep gedaan op voorzieningen van Christus Koning. De verkeerskundige stromen langs de R30 Koningin Elisabethlaan hebben overwegend geen relatie met de aangrenzende woonwijk. De lichtengeregelde kruispunten op de weg zijn dan van belang voor de relaties met de binnenstad. Het Baron Ruzettepark en de Ezelpoort zijn belangrijke elementen in de historische- en groenstructuur rondom de binnenstad. Ze situeren zich langsheen de kleine ringweg, gelegen op de vroegere omwalling. Het Baron Ruzettepark is geen relict van de hostorische omwalling, maar een heraanleg op de gedempte omwalling. Het vormt een ondersteunende schakel binnen de groenstructuur langs de kleine ring rond de binnenstad. De bebouwing op de kanaaloever heeft geen uitgesproken functionele relatie met de overkant van het kanaal. De morfologische en visuele relatie is wel sterk aanwezig: De Kolenkaai heeft uitzicht op de bebouwde waterkant met hogere, vaak industriële, bebouwing. De visuele relatie is in beide richtingen aanwezig. Door de aanwezigheid van de verschillende grootschalige detailhandelszaken in soms minder nieuwe architectuur langs de Sint-Pieterskaai, doet op sommige plaatsen afbreuk aan het staatbeeld, evenals de drukke verkeerstroom. Het groen langs de Kolenkaai en de variatie in de woonboten vormt een goed tegengewicht hiervoor. Ook is er een duidelijke langzaam verkeersrelatie langs het water. De route wordt vaak gebruikt door doorgaand langzaam verkeer, maar ook door lokale wandelaars. De smallere doorgang en de beperket zichtbaarheid op het Baron Ruzettepark vormt een minpunt. Ook inzake vergezichten en uitzicht op de zwaaikom vanaf de Kolenkaai zijn de aanwezige loodsen niet optimaal ingeplant. Het brugwachtershuisje is daarentegen goed geïntegreerd aan de waterkant. De functionele relaties van de site van Eandis met de directe omgeving bestaan uit verschillende ondergrondse leidingen. Het betreffen diverse gasleidingen (hoge druk , middeldruk, lage druk), elektriciteitsleidingen (hoogspanning, middenspanning, laagspanning) en telecommunicatie. Daarnaast worden op de site verschillende transformaties uitgevoerd die de stad en de ruimte omgeving voorzien van energie en telecommunicatie. Van specifiek belang zijn de zichtassen. Het rechthoekig stratenpatroon creëert heel wat lokale zichtassen doorheen de woonwijk. Van op enkele plaatsen in het gebied zijn ook vergezichten aanwezig naar de binnenstad. Langs de Scheepsdalelaan is er een perspectief van en naar de Ezelpoort. Ter hoogte van het kruispunt Kolenkaai - Veldmaarschalk Fochlaan is een doorzicht naar de Halletoren in het centrum van de binnenstad. Ook vanaf de Walweinstraat zijn er perspectieven naar de binnenstad. De hogere industriële bebouwing, zoals de bloemmolens, vormen landmarks die van op verschillende plaatsen zichtbaar zijn. Van op de aangrenzende kaaien en bruggen zijn ze het meest prominent aanwezig.
p68
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Figuur 8: Bestaande zichtassen
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p69
Knelpunten en potenties Uit de analyse van de bestaande toestand zijn een aantal knelpunten en potenties naar voor gekomen. Bij wijze van besluit worden ze nog even op een rijtje gezet: Knelpunten: - Het huidig BPA beperkt door strikte zoneringen in sterke mate de functionele mogelijkheden. Dit inzake hoofdbestemmingen en nevenbestemingen. - Het huidig BPA is voorbijgestreefd met betrekking tot de bestemmingen voor bedrijvigheid. Grootschaliger bedrijvigheid hoort eigenlijk niet thuis op deze lokatie. Het BPA voorziet niet in nabestemmingen. - De publieke ruimte heeft een erg versteende indruk. Het aanwezige groen is zeker waardevol, maar er ontbreekt straatgroen in de wijk. - Er is in de wijk een kleine parkeernood; Er is een tekort aan parkings voor bewoners. - De ruimtelijke kwaliteit van de bebouwing langs water. Er bevinden zich oudere waardevolle panden, maar er zijn ook recente nieuwe gebouwen die morfologisch niet ingepast zijn, zoals grootschalige winkels met een een nettovloeroppervlakte van meer dan 400m² en bijhorende parking. Dergelijke bestaande vergunde grootschalige winkels met een netto handelsoppervlakte van meer dan 400m² kunne blijven bestaan op deze plaats (Gemeentelijke Beleidsnota Detailhandel CBS 24/12/2008) - De langzaam verkeersverbinding en groene verbinding op de kanaaloever wordt visueel onderbroken ter hoogte van het kruispunt met de IJzerstraat, dit door de aanwezige bebouwing dichtbij het water. - In de woonwijk zijn veel erfgoedwaardes aanwezig. Deze zijn sturend voor toekomstige ontwikkelingen. De juridische randvoorwaarden zijn echter niet altijd en overal afgestemd op de effectieve waardes. Potenties: - Het is een kwalitatieve woonwijk voor gezinnen, met tuinen, dichtbij de binnenstad. Er is een duidelijke concentratie van de voorzieningen in de randen van het gebied. - Er zijn mogelijkheden voor verdere verdichting van het woongebied op de sites van de wasserij, Elia en Van Marcke. Bij strategische projecten langs de Scheepsdalelaan (site Elia) gaat de woonfunctie gepaard met kleinschalige detailhandel, kantoren en diensten. De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag hierbij niet uit het oog verloren worden. - De waterkant heeft grote potenties voor kwalitatief wonen langs het water. Het waterfront heeft ook een grotere ruimtelijke draagkracht en kan een grotere bebouwingsdichtheid aan, zonder de ruimtelijke kwaliteit in het gedrang te brengen. - De publieke ruimte kan mits gerichte ingrepen een groener en aangenamer karakter krijgen. - In de woonwijk zijn veel erfgoedwaardes aanwezig. Ze zorgen voor een eigen identiteit en ruimtelijke kwaliteit in de woonwijk. Niet alle knelpunten en potenties kunnen een uitwerking krijgen in het RUP. Het is wel wenselijk dat het RUP het juridisch kader schept om aan deze aspecten een gevolg te kunnen geven.
p70
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Ontwikkelingsvisie Voor de toekomstige ontwikkeling van het plangebied is de specifieke (her)inrichting van een aantal plaatsen van belang, naast het behoud en de versterking van de waardevolle ruimtelijke elementen, zoals de bestaande ruimtelijke structuur en het aanwezige waardevol erfgoed.
Bewaren en versterken woonwijkkarakter Het uitgevoerde plan voor de woonwijk, op basis van het plan van Jozef Stübben, voorzag in een woonwijk met gesloten bebouwing, een concentratie van voorzieningen rondom de Scheepsdalelaan en aangename groene openbare ruimte. Het woonwijkkarakter is tot op heden goed bewaard gebleven. In het centrale deel van het RUP zijn slechts uitzonderlijk niet-woonfuncties aanwezig, de bebouwing betreft er hoofdzakelijk rijwoningen met tuinen, met op enkele plaatsen ateliers / opslagruimtes in de binnengebieden. De Scheepsdalelaan functioneert als centrale as met enkele voorzieningen voor de wijk. Deze structuur heeft duidelijk ruimtelijke kwaliteiten. Het is dan ook wenselijk om deze te behouden en verder te versterken in de geest van het oorspronkelijk plan. Functioneel Dit relatief monofunctionele woonwijkkarakter van de wijk zorgt voor een rustige omgeving met hoge woonkwaliteit vlakbij de binnenstad. Potentieel hinderlijke stedelijke functies, zoals toerisme, horeca, handel op stedelijk niveau, … zijn er niet. De wijk is uitermate geschikt voor gezinnen: er zijn tuinen, enkele openbare speelruimtes, een school. Het is wenselijk deze woonkwaliteit te behouden. Ook binnen de structuur van de stad is dit wenselijk: een uitbreiding van functies en voorzieningen op stedelijke niveau, een toekomstige ‘annexatie’ bij de binnenstad als het ware, is zeker niet wenselijk. Op de locaties rondom de binnenstad staat de woonfunctie voorop. Dit kan enkel door zeer gericht en bewust om te gaan met het toelaten van nevenfuncties. Voorzieningen die niet gerelateerd zijn aan de wijk kunnen in de wijk zelf het best vermeden worden, voorzieningen die een ruimer bedieningsveld hebben worden bij voorkeur ingeplant langs de hoofdassen op de rand van het plangebied. Op deze manier wordt naast de marktdruk ook bijkomend bestemmingsverkeer in de wijk zelf vermeden. Concreet denken we aan volgende functiemixen per deelgebied:
In het centraal gebied (1) de functies wonen en lokaal woonondersteunenden functies, zoals kleinschalige handel, maar ook diensten zoals kinderopvang, en zelfstandige thuispraktijken en kantoren zoals een tandarts, advocaat, … .De Leopold II-Laan, als hoofdas doorheen het gebied is voorts ook geschikt voor kantoren en diensten. Langs de Konining Elisabethlaan (2) en de Scheepsdalaan (3) kunnen naast wonen en woonondersteunende functies ook stedelijker functies, zoals kleinschalige kantoren, diensten, reca,… maar uiteraard ook woonondersteunende functies. In de strip langs de waterkant (4) kan naast wonen en woonondersteunende functies voor de goed bereikbare plaatsen ook gedacht worden aan kantoren, in de volledige strip kan ook aan kleinschalige functies zoals horeca en galerijen gedacht worden. De woonboten zijn er een specifieke woonfunctie. In het Baron Ruzettepark (5) lijkt het behoud en herstel van de groene ruimte aangewezen. Bebouwde functies kunnen er best beperkt worden tot kleinschalige gemeenschapsvoorzieningen zoals jeugdlokalen, of kinderopvang. Bestaande andere functies zijn uitdovend.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p71
Percelering en bebouwing De aanwezige bebouwingsvorm, gesloten bebouwing met tuinen, draagt ook bij tot de aantrekkelijkheid voor het wonen. De rijwoningen, waaronder verschillende arbeiderswoningen, vallen binnen het budget van vele gezinnen, de kleine tuinen beantwoorden aan de vraag van vele gezinnen. Het is wenselijk om in het centrale gebied (1) de kleinschaligheid van de percelering te bewaren, om de betaalbaarheid niet in het gedrang te brengen. Ook het behoud van de private tuinen en de ruimtelijke kwaliteit ervan (beperken schaduw, vrijwaren aandeel onverharde oppervlakte, beperken inkijk) is een belangrijk aspect. Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat het vaak gaat om woningen die reeds 70 jaar of ouder zijn, en vaak aan renovatie toe zijn. Bij kleinere panden moet erover gewaakt worden dat er voldoende uitbreidingsmogelijkheden zijn om aan de hedendaagse comforteisen te voldoen, of, om deze panden geschikt te maken voor een andere doelgroep zoals bejaarden of alleenstaanden. Dit is niet altijd vanzelfsprekend: kleinere woningen met verdiepingen of grotere tuinen zijn evenmin geschikt voor bejaarden, grotere percelen vaak te duur voor alleenstaanden. Woonvormen zoals studentenhuisvestingen zijn niet wenselijk in deze rustige woonomgeving. Afgestemd op de bestaande toestand en de ruimere mogelijkheden is er in de Koninging Elisabethlaan en de Scheepsdalelaan een iets grotere bouwkorrel: net iets hogere bebouwing is hier op zijn plaats. De bebouwingshoogte langs de waterkant wordt nader bekeken bij de bespreking van de mogelijke transformatie van de waterkant.
Figuur 9: Ontwikkelingsopties deelruimtes
p72
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Groenelementen Een derde belangrijk ruimtelijk kenmerk is de groenstructuur. De belangrijkste groene elementen worden gevormd door het Baron Ruzettepark, het Werfplein en de omwalling nabij de Ezelpoort. Deze hebben een belangrijke functie als wijk- en speelgroen. Daarnaast is ook het groen dat verweven is in publiek domein een belangrijke schakel die bijdraagt tot de woonkwaliteit en het straatbeeld. De bomenrijen langs de Leopold II-laan en de Kolenkaai kunnen daarbij als structurerend beschouwd worden. In het plan van Jozef Stübbe waren verschillende voortuinstroken voorzien om een groen straat karakter te creëren. Op de plaatsen waar deze uitgevoerd zijn dragen ze duidelijk bij tot een aangenamer straatbeeld en een hogere ruimtelijke kwaliteit. Het contrast met andere straten, zoals in de Werfstraat en Kardinaal Mercierstraat, waar deze groene elementen ontbreken, is groot. Het openbaar domein lijkt er beperkt tot de verkeerskundige functie. Ook werden er in Stübbe’s plan bomenrijen voorzien in enkele straten. Langs de Leopold IIlaan, zijn de dubbele bomenrijen in de groene middenberm beeldbepalend, net als langsheen de Koningin Elisabethlaan en de Komvest, en nabij de Ezelpoort. Ook op het Werfplein zorgen de omzomende bomenrijen voor een aangenaam beeld. Op enkele plaatsen zijn er tuinen die grenzen aan het openbaar domein waarbij het groen uitsteekt boven de tuinafsluiting en zo voor een aangename onderbreking zorgt van de bebouwde straatwand. Het is wenselijk om naast de groene gebieden ook de bestaande groene elementen die zichtbaar zijn van op het openbare domein, zoals voortuinen en bomenrijen, maximaal te bewaren. Mogelijkheden om nieuwe groenelementen in te planten zijn beperkt, maar aangewezen. Het onderbreken van de parkeerstrook met enkele kleinere straatbomen op welgekozen plaatsen kan het visueel straatbeeld al enorm beïnvloeden. Zo zou een dergelijke ingreep, de inplanting van een viertal bomen in de Kardinaal Mercierstraat, tussen de Houthulststraat en de Zwaluwstraat, de volledige straat een aangenamer beeld geven.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p73
Ontsluitingsstructuur De bestaande ontsluitingstructuur bestaat uit een rastervormig stratenpatroon, zonder asverschuivingen. Enkel de Leopold II-laan, is een laan, met een afbuiging naar de Komvest. Bij verdere ontwikkeling moet erover gewaakt worden dat het bovenlokaal en de verkeergenerende activiteiten gekoppeld worden aan de bovenlokale ontsluitingswegen, zodat de woonstraten gevrijwaard worden van doorgaand verkeer of een groot aandeel bestemmingsverkeer. Nieuwe wegenis, in het kader van wooninbreidignen en nabestemmingen (zie verder) wordt het best aangelegd aansluitend op dit bestaande stratenpatroon. Gezien het parkeertekort in de woonwijk, is het belangrijk dat bij iedere nieuwe ontwikkeling voldoende parking wordt voorzien.
Figuur 10: Ontwikkelingsopties ontsluiting
p74
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Bewaren erfgoed Het aanwezig erfgoed in het plangebied is tweeledig: het onzichtbaar, archeologisch erfgoed, en het zichtbaar, bouwkundig erfgoed. Zoals blijkt uit de ontstaansgeschiedenis kan er in het plangebied de ondergrondse aanwezigheid van archeologische erfgoed vermoed worden. Enerzijds zijn er de gedempte stadswallen, anderzijds zijn er bronnen die de aanwezigheid vermelden van specifieke bouwwerken zoals een Franciscanerklooster in de 15de eeuw, en vroege bebouwing langs de Scheepsdalelaan. De aanleg van de wijk kan een zekere verstoring van dit erfgoed veroorzaakt hebben, maar aandacht voor dit ondergronds erfgoed is zeker aangewezen. De evaluatie van het bouwkundig erfgoed is sterk sturend voor de verdere ontwikkeling van het gebied en eventuele nieuwe ontwikkelingen. Echter kan door het grote aantal panden met erfgoedwaarde, geen echte structuur gedetecteerd worden. Kortom kan gesteld worden dat voor alle bebouwing, bijkomende aandacht gevraagd wordt voor de afstemming en inpassing op de panden die opgenomen zijn in de evaluatie. Voor een aantal locaties, zoals langs de Kolenkaai, mag dit zeker niet vanuit een conservatief standpunt gebeuren. Langs de Kolenkaai is het aangewezen om de bestaande erfgoedwaardes beter tot hun recht te laten komen door de nieuwe ontwikkelingen in hedendaagse architectuurstijl te realiseren. De afstemming zit hem in de volumewerking, ritmiek, centraal plaatsen van de panden met erfgoedwaardes… . Dit is echter niet zomaar in voorschriften vatbaar maar een afweging op maat. Daarnaast wordt voor iedere categorie uit de evaluatie van de dienst Monumentenzorg een ontwikkelingsoptie vooropgesteld. Deze worden beschouwd als bijkomende bepalingen op de zoneringsvoorschriften waarbinnen de specifieke panden gelegen zijn. Architectuurhistorisch waardevol: Het pand heeft heel waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken. Het is wenselijk het pand en in het bijzonder de waardevolle elementen als dusdanig te behouden. Eventuele werken, handelingen en wijzigingen moeten gebeuren met aandacht en respect en in functie staan van een maximaal behoud van het authentieke karakter en de architectuurhistorische waarde. Stadslandschappelijk waardevol: Het pand heeft waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken. Ze geven de onmiddellijke omgeving een duidelijke meerwaarde. Eventuele werken, handelingen en wijzigingen moeten gebeuren met aandacht en respect voor de erfgoedwaarde. Afbraak en vervanging door nieuwbouw zijn toegelaten als hiermee een stedenbouwkundige en architecturale meerwaarde ontstaat voor de omgeving. Architectuurhistorisch of stadslandschappelijk waardevol in de rij: Het pand vormt samen met de aangrenzende panden een visueel bepalend geheel. Vaak betreft het eenheidsbebouwing die eenzelfde gevelopbouw en architecturale kenmerken vertoont, met een ritmiek die bepalend is voor het straatbeeld. Eventuele werken, handelingen en wijzigingen moeten gebeuren met aandacht en respect voor specifieke gevelkenmerken, bij afbraak moet er aandacht geschonken worden aan de afstemming van de gevelrij. Een overzicht van de evaluatie is opgenomen bij de beschrijving van de bestaande toestand en op het afzonderlijke plan bestaande erfgoed.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p75
Figuur 11: Ontwikkelingsopties erfgoed
p76
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Renovatie / transformatie waterkant Langs de Kolenkaai is een transformatie ingezet: de renovatie van industriële panden voor woningbouw. Enkele transformaties, zoals nieuwbouw met kledingwinkels, zijn hier minder op hun plaats. Bovenlokale verkeersgenerende voorzieningen horen conform de visie van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan thuis aan de overzijde van het water (Sint-Pieterskaai). In de toekomst zal ook over nabestemmingen van andere panden, zoals opslagruimtes, maar ook over de sites van Elia en Van Marcke moeten nagedacht worden. In het GRS is een volledige transformatie naar wonen aan de waterkant beschreven. De site heeft alle potenties voor een kwalitatieve woonontwikkeling: grenzend aan een woonbuurt, op wandelafstand van de stadskern, goed ontsloten met het openbaar vervoer en de fiets, aantrekkelijke omgeving langs de waterkant… . De ligging aan de waterkant laat ook een densere en hogere bebouwing toe. Deze transformatie kan op verschillende manieren plaatsvinden: spontaan, zonder sturing; binnen een aantal randvoorwaarden op hoofdlijnen of aan de hand van een concreet ontwerp dat strikter wordt vastgelegd. Een spontane ontwikkeling, zonder enige vorm van sturing, is niet mogelijk. Er is immers reeds een BPA van kracht die reeds een aantal ruimtelijke elementen strikt vastlegt. Een spontane ontwikkeling zal, daar het een gebied is met verschillende eigenaars, hoogstwaarschijnlijk niet leiden tot een optimale ruimtelijke kwaliteit maar tot versnipperde ontwikkelingen met weinig samenhang. Een beperkte sturing, waarbij een beperkt aantal globale ruimtelijke randvoorwaarden, zoals zichtlijnen, mogelijke diversiteit in gabarieten, ontsluitingen, minimale bouwafstanden, maximale bouwvolumes, te behouden waardevol bouwkundig erfgoed en dergelijke juridisch vastgelegd worden in een RUP, heeft al iets meer garanties voor de ruimtelijke kwaliteit. De echt onwenselijke elementen kunnen op deze manier vermeden worden. Het is echter geen garantie voor optimale ruimtelijke kwaliteit. Om deze te garanderen is een gedetailleerder stadsontwerp voor het geheel, dat getoetst wordt aan markt, wenselijk. Op deze manier kan er in overleg met de toekomstige uitvoerders gezocht worden naar de meest optimale en uitvoerbare ruimtelijke kwaliteit voor het geheel. De ontwikkelingsvisie zou dan met een grote detailleringsgraad juridisch kunnen verankerd worden in een RUP, daar er voldoende zekerheid is over de uitvoeringsrealiteit. Dergelijke oefening kan echter niet als een onderdeel van deze opdracht beschouwd worden. En terugkoppeling met de markt is immers noodzakelijk, zonder is het risico voor een niet-realisatie te groot. Voor een aantal sites lijkt een dergelijke diepere uitwerking zeker noodzakelijk (zie verder). Hierna is bij een verdere uitwerking een eerste aanzet opgenomen, maar deze kan zeker niet als een stadontwerp beschouwd worden.
Bij de transformatie moet gezocht worden naar een afwisseling van verschillende volumes. Een ritmiek met afwisselende bouwhoogtes en doorzichten lijkt hier op zijn plaats. Deze moeten niet enkel van op de Kolenkaai zelf een boeiend geheel vormen, maar ook vanop grotere afstand: ook voor de Scheepsdalebrug en de Sint-Pieterskaai is de bebouwing op de Kolenkaai beeldbepalend. Daarbij kunnen bestaande beeldbepalende industriële panden een voorname plaats innemen door in hun onmiddellijke omgeving geen hogere volumes in te planten die hen domineren. Een bebouwing op de rooilijn versterkt het ‘kaaikarakter’ Het bestaande stratenpatroon, dat aansluit op de overige wijkstraten, wordt om die reden bij voorkeur behouden. Het verkeersluw karakter van de Kolenkaai kan verder versterkt worden door Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p77
te werken met inpandige parkeervoorzieningen die ontsloten worden op de Leopold II-laan of de zijstraten hiervan. Langs de Leopold II-laan, is een geslotener, lagere wand wenselijk. Een afwerking met lagere volumes in een gesloten rij kunnen ook de toegangen tot parkeervoorzieningen herbergen. In de bouwblokken kunnen gemeenschappelijke binnentuinen worden aangelegd, eventueel boven een ondergrondse halfondergronds parkeervolume. De lagere volumes langs de Leopold II-laan zorgen voor een goede bezonning. Door op de juiste plaatsen onderbrekingen te voorzien in de gevelrijen, al dan niet met echte inkijk, kan het groen ook op de Leopold II-laan, en / of op de Kolenkaai voelbaar worden, en laten aanvoelen dat er ook meer is in het binnenbouwblok. Het bouwblok Van Marke en tussen de Diksmuidestraat en de Leopold II-laan, zal specifieker aandacht vragen. Het bouwblok Van Marcke is door zijn ligging en vorm uiterst geschikt om er een groot, vrijstaand beeldbepalend bouwvolume in te planten. Door de ligging er van, iets dichter bij het water, naast de brug, met in de toekomst vermoedelijk geen bebouwing meer aan de overzijde van de IJzerstraat, naast het park en in de toekomst vermoedelijk zichtbaar van op de Komvest, kan beeldbepalend worden voor de omgeving. De architectuur van een dergelijk volume zal daarbij heel belangrijk zijn. Deze kan niet zomaar vastgelegd worden in globale richtlijnen van een RUP, maar zal een intensief overleg vragen met initiatiefnemers en ontwerpers. Het aangrenzende bouwblok Diksmuidestraat – Leopold II-laan, moet inzake ontwikkeling afgestemd worden op dit bepalend bouwblok. We denken dat dit het best kan gebeuren door de ontwikkeling van deze site te koppelen aan een architectuurwedstrijd. Ook de site Elia vormt een afzonderlijk geheel. Er zijn geen geïnventariseerde gebouwen met erfgoedwaarde aanwezig op de site, maar de oude industriële panden hebben wel een zekere identiteit en karakter. Tergelijkertijd vormt de site een minder waardevolle straatwand langs de Leopold II-laan en de Kolenkaai: er zijn bijna geen openingen, ramen zijn er enkel op de verdiepingen aanwezig. Er wordt niet onmiddellijk een ontwikkeling verwacht: de site wordt intensief gebruik en dit zal zeker nog lang zo blijven. Er is enerzijds de uitgebreide administratie, anderzijds de verschillende technische ruimtes (die niet of heel moeilijk verplaatsbaar zijn) zoals verschillende transformatorstations voor elektriciteit en gas, en magazijnen waar materieel opgeslagen ligt. Mogelijke ontwikkelingen op korte en middellange termijn zullen volgens de terreinbeheerders eerder verbouwingen betreffen om de huidige functies te optimaliseren dan effectieve ontwikkelingen of nieuwe bouwvolumes. Evenwel denken we dat bij een RUP ook moet rekening gehouden worden met een worst case, en dat vanuit juridsich standpunt ook de woonbestemming moet toegelaten zijn naast de het huidig gebruik. Indien dit de hoofdbestemming zou worden zal er wel een kwalitaiteve onderbouwing noodzakelijk zijn inzake de inrichting. Het opmaken van een informatieve inrichtingsstudie wordt als randvoorwaarde opgenomen in het RUP. Een belangrijk aspect bij de volledige ontwikkeling van de Kolenkaai is de eventuele impact op het Unesco werelderfgoed. De kaai ligt niet in het buffergebied, maar er zijn enkele zichtassen naar het werelderfgoed. Eventuele nieuwe hoogteaccenten worden dan ook niet voorzien in deze zichtassen.
p78
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Figuur 12: Mogelijke ontwikkeling kaai
Figuur 13: Panorama mogelijke ontwikkeling kaai
Figuur 14: Panorama mogelijke ontwikkeling kaai met aanduiding waardevol erfgoed
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p79
Figuur 15: Zicht mogelijke ontwikkeling kaai
Figuur 16: Zicht mogelijke ontwikkeling kaai met aanduiding waardevol bouwkundig erfgoed
p80
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Figuur 17: Bestaande toestand kaai tov bestaande zichtassen
Figuur 18: Mogelijke ontwikkeling kaai tov bestaande zichtassen
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p81
p82
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Figuur 19: Snede nieuwe bouwhoogtes mogelijke onwikkeling kaai tov Unesco werelderfgoed
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p83
Nabestemming bedrijfsgebouwen in binnengebieden In de woonwijk worden enkele binnenbouwblokken geheel of gedeeltelijk ingenomen door bedrijfsgebouwen. Het betreffen opslagloodsen, kleine ateliers e.d. die nu nog een gebruik kennen als veilingzaal, opslagplaats voor een aannemer, verhuisfirma… Vaak is er geen ambachtelijke activiteit meer aanwezig, en beperkt de functie zich tot opslagruimte. De meeste van deze ateliers zijn beperkt in oppervlakte. Een nabestemming op lange termijn als tuin, horende bij de aansluitende woning(en), lijkt dan ook de meest (en vaak enige) realistische en kwalitatieve nabestemming voor de meeste van deze panden. Bij sommige percelen kan gedacht worden aan een herveldeling van de gronden over meerdere woningen en tuinen. Op deze manier wordt voor deze panden een grote meerwaarde gecreëerd, in de eerste plaats inzake woonkwaliteit, maar ook financieel. Eén groter bouwblok, met name tussen de Werfstraat, Veldmaarschalk Fochstraat, Kardinaal Mercierstraat en de Scheepsdalelaan vormt daar op een uitzondering. Het is een groot bouwblok, dat aan de randen bijna volledig dichtbebouwd is met gesloten bebouwing. Uit de historische data blijkt dat hier voorheen een tuinbouwbedrijf gevestigd was, en nog vroeger een Franciscanerklooster. Een groot gedeelte van het binnenbouwblok wordt ingenomen door een wasserij (7), die nog steeds actief is, een verhuisfirma (12), een veilingzaal (11), maar ook door een lokale school (2), verschillende clusters garages (1, 4 en 6) en een fitness (5) met parking. Er kan aangenomen worden dat de bedrijvigheidsfuncties, zoals de wasserij, verhuisfirma en veilingzalen op termijn hier niet zullen blijven. Er is immers weinig tot geen ruimte voor verdere uitbreiding, en er moet in grote mate rekening gehouden worden met de aangrenzende woningen. We gaan er dan ook van uit dat deze terreinen op termijn zullen vrijkomen adhv een geleidelijke spontane uitdoving en er best al aan een nabestemming kan gedacht worden. De oppervlakte en oriëntatie van het bouwblok laten een kleinschalige woonontwikkeling toe. Niet-woonactiviteiten lijken ons op deze plaats minder gewenst. In de hierna opgenomen ontwerpoefeningen is onderzocht wat er mogelijk is, eventueel gefaseerd, als nabestemming van het binnenbouwblok. Daarbij zijn er verschillende randvoorwaarden gehanteerd: met het behoud van de school, verplaatsen van de school, schrappen school, … behoud garageclusters, organisatie in ondergrondse garages, … recht stratenpatroon, verspringend stratenpatroon, … rekening houdend met maximale vrijwaring ondergrond (erfgoedwaardes) of met aantasting ondergrond… . Deze ontwerpoefeningen zijn zeker niet te beschouwen als uitvoeringsontwerpen, maar hebben als doel om de randvoorwaarden te toetsen en na te gaan wat mogelijk en wenselijk is. Een bijkomende input hiervoor was de eigendomstoestand. Figuur 20: Eigendomsituatie bouwblok Werfstraat – Scheepsdalelaan – Kardinaal Mercierstraat – Veldmaarschalk Fochstraat
p84
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Bij alle ontwerpoefeningen zijn een aantal basisuitgangspunten gehanteerd. Zo is er geopteerd, om conform het stratenpatroon in de woonwijk, enkel met doorgaande erfstraten te werken. Daarbij is er naar aansluiting gezocht met de aangrenzende dwarsstraten op de Kardinaal Mercierstraat. Ook is er geopteerd voor een groene verbinding doorheen het binnenbouwblok. Als woningtype werd er in afstemming met de wijk geopteerd voor hoofdzakelijk grondgebonden gezinswoningen met tuin, met een klassiek gabariet van twee bouwlagen en een hellend dak. Daarbij zijn er ook mogelijkheden om bejaardenwoningen te voorzien. Om een inschatting te kunnen maken inzake de dichtheid en haalbaarheid van de mogelijke inrichtingen zijn een aantal cijfers toegevoegd. De oppervlaktecijfers zijn grafisch bepaald op basis van kadastrale onderleggers, en kunnen dus afwijken van de reële oppervlaktecijfers. Ze geven wel een betrouwbare indicatie. De dichtheid kan niet afzonderlijk bekeken worden van het volledige bouwblok: de configuratie van het te ontwikkelen deel, de voorzieningen zoals de garages en de school, kunnen immers niet louter bij de nieuwe woningen verrekend worden; in het bouwblok zijn volgens data van juni 2010 97 woongelegenheden, wat de huidige dichtheid op 30,5 wo/ha brengt.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p85
Ontwerpoefening A In een eerste ontwerpoefening zijn twee nieuwe dwarsende wegen ingeplant, waarlangs zich gesloten woningrijen bevinden. Er bevinden zich groene verbindingen tussen de verschillende wegen. De school is in dit scenario niet behouden, net als 1 garagecluster. De garagecluster op de Kardinaal Mercierlaan blijft hier wel behouden, net als een aantal panden die aangeduid zijn als waardevol bouwkundig erfgoed. De garagecluster die verdwijnt wordt vervangen door een ondergrondse parkeergarage, met eenzelfde ontsluiting, die ook parkeerplaatsen voor de nieuwe woningen kan omvatten. Daarnaast worden ook een aantal publieke parkeerplaatsen ingeplant, en zijn een aantal woningen voldoende ruimte geconcipieerd om een inpandige garage te voorzien. Er wordt op een aantal plaatsen groen ingeplant dat ook voor de aangrenzende straten een positieve impact heeft op de beeldkwaliteit: de voortuinstrook van de Zwaluwenstraat wordt verlengd, en door in deze lijn ook groen te voorzien in de Kardinaal Mercierstraat doorbreekt het groen ook op deze as het versteende karakter. In de Werfstraat wordt een groene tuin, die het versteend karakter reeds onderbreekt en van ver zichtbaar is, versterkt door er recht tegenover een klein groenelement te voorzien. De ontwikkeling kan gefaseerd gebeuren, afgestemd op de eigendomstructuur. De nabestemming van de wasserij is een onderdeel, net als de nabestemming van de veilingzalen. De nabestemming van de verhuisfirma kan pas na of samen met de nabestemming van de wasserij en de veilingzalen. De andere doorsteek dient eveneens als een geheel beschouwd te worden. Het schoolterrein kan daarbij als een laatste (of niet uit te voeren) ontwikkeling beschouwd worden. Belangrijk element bij de ontwikkeling van een binnengebied is de ruimtebalans. 52 bijkomende woongelegenheden brengen de dichtheid van het bouwblok op 47wo/ha.
Samengevat zijn dit bij benadering volgende perceelgroottes: 1 perceel 205m²: woning 90m² (vloeroppervlakte 180m²) + tuin 115m² 8 percelen 175m²: woning 75m² (vloeroppervlakte 150m²) + tuin 100m² 3 percelen 135m²: woning 75m² (vloeroppervlakte 150m²) + tuin 60m² 1 perceel 155m²: woning 90m² (vloeroppervlakte 180m²) + tuin 65m² 1 perceel 210m²: woning 90m² (vloeroppervlakte 180m²) + tuin 220m² 2 percelen 200m²: woning 110m² (vloeroppervlakte 220m²) + tuin 90m² 2 percelen 130m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 60m² 2 percelen 165m²: woning 85m² (vloeroppervlakte 170m²) + tuin 70m² 6 percelen 170m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 100m² 7 percelen 180m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 110m² 4 percelen 165m²: woning 65m² (vloeroppervlakte 130m²) + tuin 100m² 6 percelen 150m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 80m² 5 percelen 140m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 70m² 4 percelen 145m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 75m²
p86
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p87
Ontwerpoefening B In een tweede ontwerpoefening is vertrokken van een blanco blad: alle garageclusters worden geschrapt, de school wordt verplaatst. Enkel de bebouwing langs de bestaande wegen blijft behouden. Het stratenpatroon is een afspiegeling van de overzijde van de Kardinaal Mercierstraat: twee nieuwe dwarsstraten met een doorsteek ertussen. Langs deze straten worden gesloten bebouwingsrijen ingeplant, met tuinen. Aan de achterzijde van de tuinen bevinden zich groene doorsteken. Naast gezinswoningen met tuinen wordt in de gesloten bebouwingsrijen ook de school voorzien en, op de hoeken, ook meergezinswoningen. Zowel bij de school als bij de meergezinswoningen wordt de buitenruimte als publieke ruimte beschouwd. Er worden drie ondergrondse parkings voorzien, die eventueel kunnen samengevoegd worden tot een grotere parkeergarage. Eén met een toegang waar zich nu de toegang tot de garageboxen in de Werfstraat is, één met een toegang ter hoogte van de school, en één met een toegang in een meergezinswoning. Net als bij ontwerpoefening A zijn er op een aantal strategische plaatsen groenelementen ingeplant: het verlengen van de groenstrook langs de Zwaluwenstraat, met groen dat in de Kardinaal Mercierstraat komt piepen, maar ook het groene accent in de Werfstraat dat het reeds aanwezige groenaccent versterkt. Een fasering van deze ontwikkeling kan niet op eenzelfde manier gebeuren. De wasserij, de grootste grondinnemer, kan pas worden nabestemd als enkele andere partijen ook aan nabestemming willen denken, en ook ter hoogte van de garageboxen wordt er minder rekening gehouden met de huidige percelering en eigendomstoestand, wat afspraken en samenwerking impliceert om deze ontwikkeling te kunnen realiseren. Er worden echter meer woongelegenheden, parkeervoorzieningen en een school gerealiseerd. De dichtheid van het bouwblok wordt daarbij op 49 wo/ha gebracht.
Samengevat zijn dit bij benadering volgende perceelgroottes: 1 perceel 205m²: woning 90m² (vloeroppervlakte 180m²) + tuin 115m² 8 percelen 175m²: woning 75m² (vloeroppervlakte 150m²) + tuin 100m² 3 percelen 135m²: woning 75m² (vloeroppervlakte 150m²) + tuin 60m² 9 percelen 160m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 90m² 1 perceel 125m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 50m² 8 percelen 160m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 90m² 2 percelen 180m²: woning 80m² (vloeroppervlakte 160m²) + tuin 100m² 1 perceel 240m²: woning 110m² (vloeroppervlakte 220m²) + tuin 130m² 7 percelen 170m²: woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 100m² 1 perceel 300m² (meergezinswoningen): woning 150m² (vloeroppervlakte 300m²) + tuin 150m² 1 perceel 435m² (meergezinswoningen): woning 140m² (vloeroppervlakte 280m²) + tuin 295m²
p88
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p89
Ontwerpoefening C De laatste ontwerpoefening gaat uit van een beperking van de aantasting van de ondergrond, een ontwikkeling waarbij de ondergrond zoveel mogelijk gespaard wordt. Daarbij wordt ook ingezet op maximaal behoud van de aanwezige woonvoorzieningen: de garageclusters en de school. Het stratenpatroon is daarbij net zoals in oefening B een afspiegeling van de overzijde van de Kardinaal Mercierstraat: twee nieuwe dwarsstraten met een verbindingsstraat ertussen. Langs deze straten worden gesloten bebouwingsrijen ingeplant, met tuinen. Door de bestaande garagecluster langs de Kardinaal Mercierstraat te behouden is er geen volwaardige afwerking mogelijk van de aangrenzende nieuwe woningrij. Deze zou eventueel vermeden kunnen worden door op die plaats geen woning meer te voorzien, maar ook nieuwe garages. Tussen de school en de fitness worden twee halfopen rijtjes voorzien en een publieke groenruimte. De garages die ontsloten worden op de Werfstraat kunnen, mits herorganisatie, een kleiner ruimtebeslag krijgen, en zijn hierbij ook voorgesteld als parkeerplaats i.p.v. garages. Carports zijn eveneens een mogelijke denkpiste.Ook in dit scenario komen opnieuw dezelfde strategisch geplaatste groenelementen terug: in het verlengde van de Zwaluwenstraat, in de Werfstraat. Net als bij ontwerpoefening B kan er geen nabestemming worden ontwikkeld op de gronden van de wasserij voor er gestart is met andere nabestemmingen. Deze ontwikkeling voorziet in 51 nieuwe gezinswoningen, 15 meergezinswoningen en 5 garages. Er worden ook bijkomende parkeerplaatsen (of garages) gecreëerd aansluitend op de bestaande cluster garages naast school. Dit is door het niet aanwenden van een ondergrondse verdieping onvermijdelijk. De dichtheid bedraagt 51,5wo/ha. Samengevat zijn dit bij benadering volgende perceelgroottes: 1 perceel 125m² (kardinaal Mercierstraat): woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 50m² 1 perceel 235m² (kardinaal Mercierstraat): woning 95m² (vloeroppervlakte 190m²) + tuin 140m² 10 percelen 150 tot 215m² (parallel met Scheepsdalelaan): woning 75 tot 100m² (vloeroppervlakte 150 tot 200m²) + tuin 75 tot 125m² 1 perceel met meergezinswoningen 625m²: woning 400m² (vloeroppervlakte 800m²) + tuin 225m² 7 percelen 120 tot 160m²: woning 65 tot 70m² (vloeroppervlakte 130 tot 140m²) + tuin 55 tot 90m² 1 perceel meergezinswoning 400m²: woning 250m² (vloeroppervlakte 500m²) + tuin 150m² 12 percelen 165 tot 200m²: woning 80m² (vloeroppervlakte 160m²) + tuin 85 tot 120m² 1 perceel 240m² (Werfstraat): woning 115m² (vloeroppervlakte 230m²) + tuin 125m² 1 perceel 130m² (Werfstraat): woning 105m² (vloeroppervlakte 210m²) + tuin 25m² 4 percelen 155 tot 170m² (Werfstraat): woning 70m² (vloeroppervlakte 140m²) + tuin 85 tot 100m² 3 percelen 165m² (Werfstraat): woning 80m² (vloeroppervlakte 160m²) + tuin 85m² 1 perceel 170m² (Werfstraat): woning 100m² (vloeroppervlakte 200m²) + tuin 70m²
p90
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p91
Elk van deze ontwerpoefeningen heeft positieve elementen en negatieve. Ook zijn er nog enkele verschillende tussenalternatieven mogelijk. Als we deze verschillende ontwerpoefeningen evalueren, na bespreking met de ambtelijke werkgroep, komen we tot volgende wenselijke randvoorwaarden: De school en de parkeergarages worden bij voorkeur behouden. Naast de bestaande parkeergarages is bijkomende parking eveneens wenselijk voor de wijk. Een recht stratenpatroon met doorgaande wegen, dat aansluit op de aangrenzende wegen, geniet de voorkeur. Achterliggende groenstroken zijn niet wenselijk. Er wordt de voorkeur gegeven aan een grotere concentratie publieke ruimte. Een hoge woondichtheid voor het bouwblok is haalbaar. 40 wo/ha kan als minimale dichtheid vooropgesteld worden. Perceelsoppervlaktes minimaal 120m², waarvan tuinoppervlakte minimaal 50m². Bouwhoogte 2 bouwlagen met een dak, maximale bouwdiepte voor hoofdgebouwen gesloten bebouwingsrij 12m. Minimale perceelsbreedte 7m voor nieuwe percelen. Een plaatselijk groenaccent in de Werfstraat, ter hoogte van de groene voortuin, en in de kardinaal Mercierstraat, ter hoogte van het kruispunt met de Zwaluwenstraat, is wenselijk. De haalbaarheid van ondergrondse parkeergarages is afhankelijk van het archeologisch advies en de financiële haalbaarheid.
p92
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften De onderliggende visie en de ruimtelijke uitgangspunten, zoals hiervoor uitvoerig besproken, worden uiteindelijk vertaald in het grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende zones, met daarbij een korte toelichting. Het grafisch plan, evenals de stedenbouwkundige voorschriften worden als een apart document bij de toelichtingsnota gebundeld. Zone voor wonen en voorzieningen stedelijke ringweg en Scheepsdalelaan De zone vormt de grens van het RUP in het westen en zuiden. Ze sluit aan bij de historische binnenstad van Brugge. De zone staat in voor een (verdere) ontwikkeling van de stedelijke functies gelegen langs de Scheepsdalelaan en de stedelijke ringweg (Kon. ElisabethlaanKomvest). Hierdoor wordt het bestaande en rustige karakter van de woonwijk maximaal behouden. Binnen de ‘zone voor wonen en voorzieningen stedelijke ringweg en Scheepsdalelaan’ worden lokale diensten, vrije beroepen, lokale reca, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen, socio-culturele inrichtingen en recreatie worden er als hoofdbestemming toegestaan. De bestaande morfologie langs de ring- en invalsweg blijft behouden. De inrichtingsvoorschriften wijken weinig tot niet af van het bestaande BPA ‘Christus Koning NO’ Zone voor wonen Gelet op het karakter van de wijk blijft wonen de hoofdbestemming in deze zone. Naast eengezinswonen worden woonondersteunende functies als nevenbestemming toegelaten. De woonondersteunende functies zijn gericht op de werking van de wijk zelf - dit in tegenstelling tot de ‘zone voor wonen en voorzieningen stedelijke ringweg en Scheepsdalelaan’, dat stedelijke functies aanbied. Het waardevolle karakter van de woonwijk wordt maximaal behouden. De inrichtings-voorschriften wijken weinig tot niet af van het bestaande BPA ‘Christus Koning NO’ Zone voor woongebouwen Binnen het RUP wordt aan de Kardinaal Mercierstraat, Leopold II-Laan, Zwaluwenstraat en Werfstraat een kleine zone voor woongebouwen aangeduid. Ze bestemt de bestaande woongebouwen. Doordat de woongebouwen vreemd zijn aan het karakter van de woonwijk is een nabestemming naar eengezinswoningen van toepassing. Deze nabestemming gaat van kracht indien een meergezinswoning ophoudt te bestaan. De bestaande inrichtingsvoorschriften van het BPA ‘Christus Koning NO’ blijven van toepassing. Bij nabestemming gelden de voorschiften van de ‘zone voor wonen’. Zone voor wonen aan het waterfront De zone – gelegen langs de Kolenkaai - speelt in op de transformatie ingezet door enerzijds de renovatie van industriële panden voor woningbouw en anderzijds nieuwbouw. Het RUP voorziet nieuwe mogelijkheden om deze zone als woongebied langs het water te ontwikkelen. Bovenop de toegestane nevenbestemmingen binnen de ‘zone voor wonen’ worden reca, culturele functies,… toegestaan in de zone langs het water. De inrichtingsvoorschiften waarborgen ondermeer kwalitatief wonen aan het water en de relatie tussen het kanaal en de woonwijk. Bij een nieuw of renovatieproject is de bouwheer verplicht een informatieve inrichtingsstudie op te maken voor het gedeelte van de zone waarbinnen het project gesitueert is. Deze inrichtingsstudie moet voldoen aan enkele belangrijke visiepunten m.b.t. tot de zone. De visiepunten omvatten het behoud van het bestaande kadegevoel en het Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p93
bestaande karakter van deze zone, het voorzien van extra doorsteken voor traag verkeer tussen het kanaal en de woonwijk, architecturale accentpunten,… De visiepunten zijn opgenomen binnen het verordende gedeelte van de inrichtingsvoorschriften. Projectzone Werfstraat – Kardinaal Mercierstraat Binnen Christus Koning NO wordt het bouwblok, met name tussen de Werfstraat, Veldmaarschalk Fochstraat, Kardinaal Mercierstraat en de Scheepsdalelaan als projectzone aangeduid. Het is een groot bouwblok, dat aan de randen bijna volledig dichtbebouwd is met gesloten bebouwing. Binnen het bouwblok zijn tal van verschillende functies gelegen, waaronder een wasserij, verhuisfirma, veilingzaal,… . Door de beperkte uitbreidingsruimte kunnen deze functies op lange termijn mogelijks verhuizen van locatie, waardoor ruimte voor wonen vrijkomt. Het RUP speelt hierop in. Bestemmings- en inrichtingsvoorschriften voor deze zone sluiten aan bij de voorschriften voor de ‘zone voor wonen’. Evenals de ‘zone voor wonen aan het water’ is bij nieuwe of vernieuwende projecten een globaal informatieve inrichtingsstudie voor de zone verplicht. De visiepunten zijn opgenomen binnen het verordende gedeelte van de inrichtingsvoorschriften. Zone voor voortuin Deze zone bestemt de bestaande voortuinen. De voortuinen bepalen mede het karakter van de Scheepsdalelaan en de woonwijk. Zowel de afbakening, bestemmingsvoorschriften als de inrichtingsvoorschriften zijn gelijkaardig aan deze van het BPA ‘Christus Koning NO’. Zone voor Park Het Baron Ruzettepark – gelegen aan de Komvest- wordt als zone voor park bestemd. Het park –deels aangeduid als woongebied met cultuurhistorische waarde op het gewestplan – wordt hierdoor vrijwaard van extra bebouwing. De bestaande bebouwing binnen het park wordt eveneens behouden en kan beperkt uitbreiden. De mogelijkheid tot uitbreiding is beperkt en is uitsluitend toegestaan binnen de afgebakende zones, aangeduid op het grafisch plan. De morfologie van de bestaande bebouwing (villa’s) blijft behouden. Ter hoogte van de brug over het kanaal aan de Ijzerstraat is een nieuw accentgebouw met maximaal 3 bouwlagen toegestaan. Zone voor plein Deze zone bestemt het Werfplein. Het Werfplein vormt recreatieve en sociale het hart van de woonwijk. De inrichtingsvoorschriften voorzien ondermeer de instandhouding van de bestaande hoogstambomen. Zone voor bovenlokale wegenis Deze zone omvat de Ringweg en belangrijke invalswegen naar de stad. De zone wordt ingericht als openbaar domein. Zone voor woonstraat Deze zone omvat de lokale wegen binnen de woonwijk. Het profiel van deze wegen is duidelijk verschillend aan de bovenlokale wegenis. De zone wordt ingericht als openbaar domein Zone voor Kolenkaai Deze zone is bestemd voor de inrichting van een kwaliteitsvolle publieke ruimte langs het kanaal Gent-Oostende. De leefbaarheid en verblijfsfunctie binnen deze zone is kenmerkend voor deze zone. p94
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Zone voor waterweg De zone is bestemd voor het beheer en de exploitatie van het kanaal Gent-Oostende en aanhorigheden.
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p95
Zone voor gemeenschapsvoorzieningen Het bestaande kunstencentrum ‘De Werf’ en dienstencentum OCMW “’t Werftje” zijn gelegen in de Werfstraat en worden bestemd. Beide centra voorzien tal van activiteiten op buurt- en stadsniveau. De culturele waarde van de centra binnen de woonwijk is groot. Bestemmingsvoorschriften laten een uitbreiding naar de omliggende percelen toe. Indien de gemeenschapsvoorziening ophoudt te bestaan wordt het gebied bestemd als ‘zone voor wonen’. De inrichtingsvoorschriften sluiten aan bij de ‘zone voor wonen’. Zone voor nutsvoorzieningen Binnen de zone voor voorzieningen zijn huidig kantoren, een elektriciteitsbedrijf, transformatorstation, carports voor dienstenwagens, parking, personeelsvoorzieningen en magazijn gelegen. Het gebied sluit aan bij het woonweefsel van Christus Koning, de Scheepsdalelaan en de zone voor wonen langs het kanaal van Gent-Oostende. De huidige bestemming binnen deze zone wordt bestemd. Het RUP voorzien een nabestemming naar wonen, indien het elektriciteitsbedrijf deels of volledig verhuist naar een andere locatie of ophoudt te bestaan. Bij nabestemming gelden de voorschriften voor de ‘zone voor wonen’ aan het waterfront. Ter hoogte van de Scheepsdalelaan gelden bij nabestemming de voorschiften voor de ‘zone voor wonen en voorzieningen stedelijke ringweg en Scheepsdalelaan’. Overdrukken Verbinding gemotoriseerd verkeer: indicatieve weergave van de ontsluiting van de respectieve zone. De exacte ligging zal bepaald worden door de inrichting van het betrokken gebied. De inrichting van de wegenis is dezelfde als de zone voor woonstraat. Fiets- en voetgangersverbinding: indicatieve aanduiding van te realiseren voetgangers- en fietsverbindingen. Het minimale aantal doorsteken ligt vast. Opgaand groen: De bestaande waardevolle hoogstammen in rij langs wegenis. Deze dienen behouden te blijven Architectuurhistorisch waardevol erfgoed: Gebouwen met een architectuurhistorische meerwaarde, aangeduid door de dienst Monumenten van de Stad. Gebouwen met deze aanduiding genieten extra beschermende maatregelen Stadslandschappelijk waardevol bouwkundig erfgoed: Gebouwen met een stadslandschappelijke meerwaarde, aangeduid door de dienst Monumenten van de Stad. Gebouwen met deze aanduiding genieten extra beschermende maatregelen Stadslandschappelijk waardevol in de rij: aansluitende bebouwing die de woonwijk zijn uniek karakter geven. Ze worden aangeduid door de dienst Monumenten van de Stad. De voorgevel van deze gebouwen genieten extra beschermende maatregelen Bufferzone UNESCO: bufferzone rondom de historische kern van Brugge, dat aangeduid is als Unesco-gebied. Binnen de bufferzone gelden specifieke maatregelen ter bescherming van het Unesco-gebied
p96
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p97
Ruimtebalans ZONERING GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN 'CHRISTUS KONING NO'
woongebieden woongebieden met cultuur, historische en/of esthetische waarde
parkgebieden
bestaande waterwegen
GEWESTPLAN
ha
ha
ha
ha
0.10 0.26
1.54
1.41
2.97 4.60 1.76 4.94
2.11 4.60 1.70 0.00
0.82
0.09 2.27
0.09 2.27
35.78
26.97
ha WONEN zone voor wonen en voorzieningen stedelijke ringweg en Scheepsdalelaan zone voor wonen zone voor woongebouwen zone voor wonen aan het waterfront projectzone Werfstraat - Kardinaal Mercierstraat zone voor voortuin
2.54 7.96 0.16 2.88 1.90 0.41
2.54 7.96 0.16 2.88 1.90 0.41
OVERIG GROEN zone voor park zone voor plein
3.04 0.26
LIJNINFRASTRUCTUUR zone voor bovenlokale wegen zone voor woonstraten zone voor Kolenkaai zone voor waterweg GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN zone voor gemeenschapsvoorzieningen zone voor nutsvoorzieningen Totaal
0.50
0.12
0.06 4.32
2.86
1.53
4.42
Op te heffen bepalingen De voorschriften van het gewestplan: - Woongebieden - Woongebieden met cultuur, historische en/of esthetische waarde - Parkgebieden - Bestaande waterwegen De plannen en voorschriften van BPA ‘Christus Koning NO’ plan nr. 2.24_7_4. Dit werd goedgekeurd op 20 oktober 1998. Binnen de grenzen van het RUP zijn geen op te heffen verkavelingen
Register planbaten/planschade Volgende bestemmingswijzigingen komen mogelijks in aanmerking voor planschade: p98
0.04
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
-
Categorie ‘wonen’ naar categorie ‘overig groen’, (delen van) volgende percelen:
751b7, 751c7, 751d7, 751e7, 751f7, 751g7, 751h6, 751k6, 751n6, 751s5, 751v6, 751w6, 751x6, 751y6
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p99
p100
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
Tritel – Toelichtingsnota RUP Christus – Koning NO
p101