Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Waterzuiveringsinstallatie Proven

Stad Poperinge

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Waterzuiveringsinstallatie Proven Stad Poperinge

SCREENINGSNOTA PLAN-MER

Februari 2010

Stad Poperinge Grote Markt 1 8970 Poperinge tel: 057/33 40 81 fax: 057/33 75 81

Screeningsnota RUP Waterzuiveringsstation Proven – Aquafin NV

1

Stad Poperinge


2

Stad Poperinge

0.

INHOUDSOPGAVE

1.

ALGEMENE INLICHTINGEN ........................................................................................................................ 5 1.1 SITUERING VAN HET PLAN ......................................................................................................................... 5 1.2 TOETSING AAN DE M.E.R.-PLICHT .............................................................................................................. 5 1.2.1 Plan-m.e.r.-plicht ................................................................................................................................... 5 1.2.2 Project-m.e.r.-plicht............................................................................................................................... 6 1.3 VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN ............................................................................................................... 7 1.4 BESCHRIJVING VAN DE ALTERNATIEVEN ..................................................................................................... 9 1.4.1 Doelstellingsalternatieven ............................................................................................................... 9 1.4.2 Locatiealternatieven ........................................................................................................................ 9 1.5 INITIATIEFNEMER ....................................................................................................................................10 1.6 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN ..............................................................................11

2.

GRENS- OF GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ...........................................................15

3.

BESCHRIJVING VAN EN INVLOED OP HET STUDIEGEBIED ...............................................................16 3.1 RUIMTELIJKE ORDENING .........................................................................................................................17 3.2 OPPERVLAKTEWATER.............................................................................................................................21 3.3 BODEM EN GRONDWATER .......................................................................................................................25 3.4 GELUID..................................................................................................................................................27 3.5 LUCHT ...................................................................................................................................................29 3.6 ANTROPOGEEN MILIEU ...........................................................................................................................30 3.7 FAUNA EN FLORA ...................................................................................................................................32 3.8 LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ...........................................................................34

4.

ALGEMEEN BESLUIT ................................................................................................................................36

5.

BIJLAGEN ...................................................................................................................................................37 5.1 VERKLARENDE WOORDENLIJST ...............................................................................................................37 5.2 VOORSTEL GRAFISCH PLAN RUP W ATERZUIVERINGSSTATION PROVEN ....................................................41 5.3 TOETSING MILIEUKWALITEITSNORMEN HARINGEBEEK IN 2007 & 2008 (BRON: VMM) ................................42 5.4 OVERZICHT GEGEVENS BBI OP DE HARINGEBEEK (BRON: VMM) ..............................................................46

6.

FIGUREN .....................................................................................................................................................47

7.

TABELLEN ..................................................................................................................................................48


3

Stad Poperinge


4

Stad Poperinge

1.

ALGEMENE INLICHTINGEN

1.1

SITUERING VAN HET PLAN

Voorliggende nota behandelt het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) „Waterzuiveringsstation Proven‟. Het plan omvat de opheffing van de huidige bestemming van het terrein en het bestemmen van de site in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen in functie van waterzuivering en bufferzone. Een kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie (KWZI) zal nadien op deze locatie opgericht worden en het aangevoerde afvalwater uit het centrale gebied (zoneringsplannen) van de deelgemeente Proven zuiveren. Aangezien de geplande KWZI Proven het afvalwater zuivert dat afkomstig is uit Proven, deelgemeente bij Poperinge (Figuur 1), is de stad Poperinge bevoegd voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan conform het subsidiariteitsprincipe. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Poperinge werd op 4 november 2004 door de Deputatie goedgekeurd. Gelet op het plan-MER decreet (B.S. 20/06/2007) met het bijhorende uitvoeringsbesluit (B.S. 07/11/2007) dient een bijkomende toetsing (screening) uitgevoerd te worden naar de noodzaak tot een milieubeoordeling van het desbetreffende plan (plan-m.e.r.-plicht). Voorliggende nota onderzoekt de eventuele aanzienlijke milieueffecten, die door de uitvoering van het gemeentelijk RUP „Waterzuiveringsstation Proven‟ kunnen gegenereerd worden, door het plan aan een onderzoek tot plan-MER-plicht (screening) te onderwerpen.

1.2

TOETSING AAN DE M.E.R.-PLICHT

1.2.1 Plan-m.e.r.-plicht Het te beoordelen plan bevat de bestemmingswijziging volgens het voorontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de mogelijke inplantingsplaats voor de geplande KWZI Proven. Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 is er duidelijkheid omtrent de procedure voor de integratie van de m.e.r. in het RUP. Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen rekening gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen van het RUP kunnen teweegbrengen. De bepaling of een plan of programma volgens het nieuwe plan-MERdecreet onder de plan-MER-plicht valt, gebeurt in 3 stappen: 1. Behoort het plan tot de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in Art. 4.1.1, §1, 4° van het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? → RUPs vallen onder deze definitie. 2. Past het plan of programma onder het toepassingsgebied van het DABM? Dit is het geval indien het plan of programma een kader vormt voor de toekenning van een vergunning aan een project. → RUPs vormen een kader voor stedenbouwkundige vergunningen. 3. Valt het plan onder de plan-m.e.r.-plicht? a. Plannen of programma‟s die van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig zijn:


5

Stad Poperinge

plannen die het kader vormen voor projecten uit Bijlage I of II van het Besluit bij het decreet van 18 december 2002 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffecten veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau of kleine wijziging inhouden. → De bouw van een KWZI (900 IE) gelegen buiten bijzonder beschermd gebied valt niet onder bijlage I of II bij dit Besluit. b. Plannen of programma‟s die screeningsplichtig zijn: plannen of programma‟s die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden. → Aangezien bovenvermeld RUP een klein gebied (minder dan 1ha) op lokaal niveau inhoudt, valt het gemeentelijk RUP ‘Waterzuiveringsstation Proven’ onder de screeningsplicht. c. Plannen of programma‟s uitsluitend bestemd voor noodsituaties zijn niet plan-m.e.r.plichtig. Aangezien het gemeentelijk RUP Waterzuiveringsstation Proven een kleine wijziging op een klein gebied (minder dan 1ha) op lokaal niveau betreft en geen kader vormt voor de vergunning van een project opgesomd in bijlagen I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, komt dit plan in aanmerking voor een onderzoek naar de milieueffectrapportage („screening naar de plan-MER-plicht‟).

1.2.2 Project-m.e.r.-plicht Volgens de bepalingen van art.4.3.2 §3 van het decreet van 18 december 2002 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffecten veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003), wijst de Vlaamse regering aan de hand van de criteria die worden omschreven in de bij dit decreet gevoegde bijlage I en II, de categorieën van projecten aan die worden onderworpen aan milieueffectrapportage. In bijlage I van het Besluit (B.S. 17/02/2005) bij het Decreet staat onder categorie 17 rioolwaterzuiveringsinstallaties met een capaciteit van 150.000 inwonerequivalenten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 6 van Richtlijn 91/271/EEG. In bijlage II van het Besluit (B.S. 17/02/2005) bij het Decreet staat onder categorie 11 c) Rioolwaterzuiveringsinstallaties met een capaciteit van 50.000 tot 150.000 inwonersequivalenten én rioolwaterzuiveringsinstallaties en kleinschalige waterzuiveringsinstallaties met een capaciteit van 500 inwonersequivalenten of meer, gelegen in bijzonder beschermd gebied. Aangezien bovenvermelde installatie gedimensioneerd wordt voor 900 IE (à 60g BZV/IE/dag) en niet gelegen is in bijzonder beschermd gebied, is een project-MER niet noodzakelijk.


6

Stad Poperinge

1.3

VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN

Algemeen Het college van burgemeester en schepenen van Poperinge is in toepassing van artikel 48 van het decreet houdende de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 bevoegd voor het opmaken van de eigen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, en dit ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het desbetreffende plan omvat de wijziging van de huidige bestemming van het terrein in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen in functie van waterzuivering en bufferzone. Na een bestemmingwijziging van het terrein kan een KWZI op deze plaats vergund, gebouwd en geëxploiteerd worden. Het studiebureau GEOMEX is belast met de opmaak van dit uitvoeringsplan, Aquafin heeft de opdracht om de opmaak van het uitvoeringsplan te coördineren en het voorliggende onderzoek naar de plan-m.e.r.-plicht uit te voeren. Kader voor de opmaak van het RUP Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV, 1997) geeft niet specifiek aan welk beleidsniveau instaat voor de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen ten behoeve van nieuwe infrastructuur voor waterzuivering. In overleg met de bevoegde minister, afdeling ruimtelijke planning en de vijf provincies werden volgende afspraken gemaakt steunend op het subsidiariteitsprincipe (RSV, blz. 311-312): Tabel 1: Afspraken ivm het beleidsniveau van de ruimtelijke uitvoeringsplannen Problematiek Beleidsniveau Waterzuiveringsinstallatie die het afvalwater zuivert van Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan grotendeels één dorp of binnen één gemeente Waterzuiveringsinstallatie die het afvalwater zuivert van kleinstedelijke gebieden of van specifiek economische Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan knooppunten Waterzuiveringsinstallatie die het afvalwater zuivert van een gebied dat over twee of meer gemeenten strekt binnen de Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan provincie Waterzuiveringsinstallaties die het afvalwater zuivert van Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een regionaal- en grootstedelijk gebied Waterzuiveringsinstallatie die het afvalwater zuivert van een gebied dat over twee of meer buitengebieden-gemeenten Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan strekt én provincieoverschrijdend

Het zuiveringsgebied Proven bevindt zich volledig op het grondgebied van de stad Poperinge (Figuur 1). Het centrum van Proven sluit via collector 20.299 (werken voltooid) en de collector 20.296 (planning van de werken april 2012 – dec. 2012) aan op de geplande KWZI (Figuur 2). Talrijke woningen binnen het zuiveringsgebied Proven dienen individueel hun afvalwater te behandelen volgens het goedgekeurde zoneringsplan van de stad Poperinge (Figuur 2). Aangezien de geplande KWZI Proven de vuilvracht zal zuiveren die volledig afkomstig is van het grondgebied van één stad, wordt de beoogde bestemmingswijziging in een gemeentelijk RUP uitgewerkt. Het voorstel van het grafische plan voor het RUP Waterzuiveringsstation Proven wordt weergegeven in bijlage 5.2.


7

Stad Poperinge

Overlegorganen Om het proces van het RUP te begeleiden, werd een projectteam opgericht, bestaande uit de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Planning, het studiebureau GEOMEX en de Aquafin NV. Doelstelling Het doel van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is het opheffen van de huidige bestemming van het terrein (landschappelijk waardevol agrarisch gebied; Figuur 3) en de bestemming te wijzigen in zone voor gemeenschapsvoorzieningen in functie van waterzuivering en groenbuffer (Bijlage 5.2). Wanneer deze bestemming gewijzigd is, kan de geplande RWZI vergund, gebouwd en geëxploiteerd worden zodat het afvalwater afkomstig uit het zuiveringsgebied Proven gezuiverd wordt, alvorens in de omliggende waterlopen terecht te komen. Dit onderzoek tot opmaak van een plan-MER (screeningsnota) heeft tot doel een beschrijving en een inschatting van de mogelijke milieueffecten van de nieuwe bestemming (met bijhorende exploitatie van de RWZI) te geven en dit ter hoogte van beide locatiealternatieven. Er zal ook worden aangegeven op welke wijze milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen en zullen worden. Bovendien kunnen de bevindingen uit de screeningsnota aangewend worden om de ruimtelijke keuzes, die in het RUP gemaakt worden, verder te onderbouwen. Reikwijdte Het gemeentelijk RUP „Waterzuiveringsstation Proven‟ betreft het wijzigen van de bestemming van een klein gebied (minder dan 1ha) op lokaal niveau (Figuur 4). De uitvoering van dit plan zal de zuivering van het afvalwater van het zuiveringsgebied Proven (ontwerpcapaciteit RWZI 900 IE à 60g BZV/IE/dag) mogelijk maken. Detailleringsniveau Het gemeentelijk RUP „Waterzuiveringsstation Proven‟ duidt tot op kadastraal niveau aan welke bestemming waar verwezenlijkt moet worden en welke gevolgen deze toekenning heeft (Bijlage 5.2). Voor elke deelzone worden er tegelijkertijd specifieke voorwaarden opgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften die bij het RUP zullen gevoegd worden. Afbakening van het plangebied De waterzuiveringsinstallatie voor het zuiveringsgebied Proven werd voorzien langsheen de voornaamste waterloop binnen dit gebied, namelijk de Haringebeek (Figuren 3 en 4). Oorspronkelijk werden 2 locatiealternatieven weerhouden (Figuur 5): - achter het Alexisplein - ter hoogte van de Blasiusstraat Voor de inplanting van de verschillende constructies van de KWZI (en vrij te houden zone voor een rietveld als tertiaire zuivering) werd een oppervlakte berekend van ongeveer 1.500m². Rekening houdende met een groenbuffer voor een goede integratie van de site met haar omgeving, is een terrein van circa 2.500m² nodig. Het plangebied beperkt zich tot deze locatiekeuze. De impact van de bestemmingswijziging wordt ingeschat voor deze locatiekeuze en haar onmiddellijke omgeving.


8

Stad Poperinge

Technische informatie KWZI Volgens het goedgekeurde technisch plan voor de KWZI Proven (door het Vlaamse gewest dd. 28/04/2006), zal de installatie als volgt worden opgebouwd (Figuren 6 en 7): - influent wordt opgevoerd d.m.v. 2+1 dompelpompen met elk een capaciteit van 9 l/s; - mechanische zuivering d.m.v. een fijnrooster met een staafafstand van 6mm; - selectortank voor de menging van het afvalwater met het zuiveringsslib; - beluchtingstank, type omloopreactor met centrale nabezinktank, met ejectoren of dompelbeluchters met een capaciteit van 10kgO2/u; - 2 slibrecirculatiepompen, elk met een capaciteit van 5 l/s; - 1 spuislibpomp voor de afvoer van overtollig slib met een capaciteit van 5 l/s; - 1 slibindikker van 125m³ voor stockage van het spuislib. Er wordt tevens een zone voor tertiaire zuivering voorzien (500m²) zodat te allen tijde een wortelzonerietveld kan aangelegd worden voor verdere zuivering van het effluent. In een klein dienstgebouw zullen beperkte proeven uitgevoerd kunnen worden.

1.4 1.4.1

BESCHRIJVING VAN DE ALTERNATIEVEN Doelstellingsalternatieven

Kleinschalige waterzuivering, individuele waterzuivering, doorvoer naar een reeds bestaande zuiveringsinstallatie e.d. vallen onder de doelstellingsalternatieven. Door de indeling van Vlaanderen in verschillende zuiveringsgebieden, werd een eerste keuze gemaakt m.b.t. de doorvoer van de vuilvracht of de voorziening van eigen zuiveringsinstallatie per gebied. Met het investeringsprogramma 2005 werd door de minister van Leefmilieu de bouw van de KWZI Proven opgedragen. Met de goedkeuring van het zoneringsplan van Poperinge (M.B. 9/06/2008) werd bepaald welke clusters hun vuilvracht naar de geplande KWZI dienen door te voeren en welke woningen zelf dienen in te staan voor de zuivering van het afvalwater (Figuur 2). Het nulalternatief, waarbij niets ondernomen wordt en de bouw van de KWZI niet mogelijk is, komt de waterkwaliteit en de algemene ecologische toestand te Proven niet ten goede. Het afvalwater zou nog steeds ongezuiverd in de omliggende waterlopen geloosd worden hetgeen de ontwikkeling van de watergebonden soorten niet ten goede komt. Het behalen van een goede waterkwaliteit van de Haringebeek, zoals vooropgesteld in het decreet integraal waterbeleid, zou hierdoor ook gehypothekeerd worden. Het nulalternatief is bijgevolg ons inziens geen optie.

1.4.2

Locatiealternatieven

De locatiekeuze voor een waterzuiveringsinstallatie is vanuit technisch en hydraulisch oogpunt o.a. gebonden aan de nabijheid van een waterloop, de hoogteligging, de grootte van het beschikbare terrein, de bereikbaarheid van de site, de bodemopbouw en de mogelijkheid tot aansluiting van de verschillende lozingspunten. Rekening houdende met de aan te sluiten groene clusters volgens het zoneringsplan (Figuur 2), de opgedragen projecten (20.296 en 20.299) en de ligging van de Haringebeek was een locatie tussen het Alexisplein en de Blasiusstraat aangewezen (Figuur 5).


9

Stad Poperinge

Drie mogelijke locatiealternatieven werden vooropgesteld: locatiealternatieven 1a en 1b ter hoogte van het Alexisplein en locatiealternatief 2 ter hoogte van de Blasiusstraat (Figuur 5). Met name door de aanwezigheid van de Blasiusstraat (voldoende uitgeruste weg met 2 rijvakken) t.h.v. locatiealternatief 2, geniet deze locatiekeuze de voorkeur (Figuur 5). Indien de KWZI achter het Alexisplein zou aangelegd worden, zou het transport via de dorpskern en een smalle doodlopende landbouwweg verlopen (Figuur 5). Reeds in 2004 werd door de stad Poperinge, Afdeling ROHM West-Vlaanderen Ruimtelijke Ordening, Afdeling ROHM West-Vlaanderen Ruimtelijke Planning en de dienst Ruimtelijke Planning en Mobiliteit van de provincie West-Vlaanderen ingestemd met een inplanting van de KWZI Proven t.h.v. de Blasiusstraat.

1.5

INITIATIEFNEMER

Stad Poperinge Grote Markt 1 8970 Poperinge


10

Stad Poperinge

1.6

JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN

Tabel 2: Matrix met juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Juridische randvoorwaarden Gewestplan/BPA/RUP

Inhoudelijk Relevant Geeft de bestemming van de gronden Ja in Vlaanderen weer.

Wet op de onbevaarbare Waterlopen

Regelt ondermeer de bepalingen Ja betreffende de „buitengewone werken van verbetering of wijziging‟ aan waterlopen. Legt de kwaliteitsdoelstellingen vast Ja voor alle oppervlaktewateren.

Functietoekenning oppervlaktewaterkwaliteit Bosdecreet

Beschermde monumenten, landschappen en/of stads- of dorpsgezichten

Decreet op het archeologisch Patrimonium

Decreet houdende de organisatie van ruimtelijke ordening VLAREM

VLAREBO

Regelt het behoud, bescherming, aanleg en beheer van bossen. Regelt in dit verband ook de kappingen, vergunningsvoorwaarden en eventuele compensaties (art.50). Ter bescherming van monumenten en stads- en/of dorpsgezichten en landschappen; instandhouding, herstel en beheer van beschermde landschappen. Regelt de bescherming, het behoud en de instandhouding, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium. Regelt o.m. de bepalingen betreffende de ruimtelijke planning, het vergunningenbeleid en de handhavingsmaatregelen hieromtrent. Vlaams reglement voor milieuaangelegenheden bevat de regels waaraan de verschillende installaties moeten voldoen. Vlaams reglement voor bodemverontreiniging, de regelgeving m.b.t. bodemen grondwatervervuiling.


Nee

Bespreking relevantie Hoofdstuk Het plangebied bevindt zich in landschappelijk waardevol agrarisch Ruimtelijke ordening (3.1) gebied volgens het gewestplan nr. 5 Ieper-Poperinge (Figuur 3). Geluid (3.3) Antropogeen milieu (3.6) Fauna en flora (3.7) Het effluent van de geplande KWZI Proven zal geloosd worden in de Oppervlaktewater Haringebeek (met VHAG 1489 en provinciale code WY.20). Het betreft (3.2) een onbevaarbare waterloop van tweede categorie. De Haringebeek heeft als oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstelling Oppervlaktewater drinkwaterkwaliteit. Het behoort tot het waterwingebied van de (3.2) Fauna en flora (3.7) Blankaert. De verschillende locatiealternatieven liggen niet in of nabij bosgebied.

Nee

In de directe nabijheid van het plangebied liggen geen beschermingen i.k.v. de landschapsatlas (Figuur 8).

Ja

Archeologische toevalsvondsten dienen binnen de 3 dagen gemeld te Landschap, worden aan het Agentschap Ruimte en Erfgoed, volgens het algemene bouwkundig erfgoed en archeologie (3.8) principe van de vondstmeldingsplicht.

Ja

Tijdens de opmaak van het dossier en bij het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning dient rekening gehouden te worden met het grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. In de milieuvergunning voor de exploitatie van de KWZI, zal o.a. opgelegd worden welke effluentnormen gehaald moeten worden.

Ja

Ja

Ruimtelijke ordening (3.1)

Oppervlaktewater (3.2)

Bij een eventuele verontreiniging van de ondergrond t.g.v. een Bodem en calamiteit zullen een bodemsaneringsdeskundige, de milieucoördinator grondwater (3.3) en OVAM op de hoogte gebracht worden. Er zal minimaal een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd worden.

11

Stad Poperinge Tabel 2: Matrix met juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Natuurbeheersrecht - Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu - Vlaamse en/of erkende Natuurreservaten

- Vogelrichtlijngebieden

- Habitatrichtlijngebieden

- Ramsargebied

Grondwaterdecreet Decreet integraal waterbeheer en uitvoeringsbesluit i.v.m. de watertoets

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, bufferen infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater.

Centraal staan een planmatige aanpak (natuurbeleidsplan), een horizontaal beleid („standstil‟ principe) en een gebiedsgericht beleid. Terreinen, van belang voor behoud en ontwikkeling van natuur(lijk milieu), die aangewezen of erkend zijn door Vlaamse regering. Heeft als doel de instandhouding van alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten en hun leefgebieden; er werden speciale beschermingszones (SBZ-V) afgebakend. Heeft als doel de bescherming van de natuurlijke leefgebieden die van belang zijn voor de instandhouding van wilde fauna (uitgezonderd vogelsoorten) en flora. Internationale overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor de watervogels. Bescherming, reglementering en aansprakelijkheid inzake grondwater.

Nee

Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid (<1km) van VEN- of natuurgebied (Figuur 3).

Nee

Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid (<1km) van een natuurreservaat.

Nee

Het plangebied ligt Vogelrichtlijngebied.

niet

in

of

in

de

nabijheid

(<1km)

van

Nee

Het plangebied ligt Habitatrichtlijngebied.

niet

in

of

in

de

nabijheid

(<1km)

van

Nee

Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid (<1km) van Ramsargebied.

Ja

Er bevinden zich 5 vergunde grondwaterwinningen nabij (<1km) het Bodem en grondwater (3.3) plangebied (Figuur 11).

Gecoördineerd en geïntegreerd Ja ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen. Eén van de algemene instrumenten is de watertoets. De vergunning verlenende overheid toetst de eventuele effecten van het project op de infiltratie van hemelwater of de ruimte voor het watersysteem en neemt indien nodig de juiste maatregelen. Bevat minimale voorschriften voor de Ja lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Uitgangsprincipe: vooreerst gebruik, dan infiltratie of buffering en pas in laatste instantie vertraagde afvoer.


Het plangebied bevindt zich niet in overstromingsgevoelig gebied (Figuur 9a). De bodem t.h.v. het plangebied is gevoelig voor infiltratie (Figuur 9a) en gevoelig voor wijziging van de grondwaterstroming (Figuur 9c). Het reliëf is vlak te Proven en weinig gevoelig voor erosie (Figuur 9b). Het plangebied situeert zich niet in de winterbedding van een waterloop (Figuur 9c).

Oppervlaktewater (3.2) Bodem en grondwater (3.3) Fauna en flora (3.7)

Afhankelijk van het totale dakoppervlak (en keuze van dakbedekking), en verharde oppervlakten, dient mogelijk een hemelwaterput, infiltratieof buffercapaciteit voorzien te worden opdat het hemelwater opnieuw gebruikt, geïnfiltreerd of vertraagd afgevoerd kan worden. Dit aspect wordt bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gedetailleerd uitgewerkt, conform de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, bufferen infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater.

Oppervlaktewater (3.2) Bodem en grondwater (3.3)

12

Stad Poperinge Tabel 2: Matrix met juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Beleidsmatige randvoorwaarden Ruimtelijk Structuurplan -Vlaanderen

Inhoudelijk

Relevant

Geeft een visie op de ruimtelijke Ja ontwikkeling van Vlaanderen en legt de krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid naar de toekomst toe.

-Provincie West-Vlaanderen

Geeft een visie op de ruimtelijke Ja ontwikkeling van West-Vlaanderen en legt de krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid naar de toekomst toe.

-Stad Poperinge

Geeft een visie op de ruimtelijke Ja ontwikkeling van de stad Poperinge en legt de krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid naar de toekomst toe.

Milieubeleidsplan (2005-2009)

Landschapsatlas

Poperinge Beschrijft het actuele milieubeleid (o.a. Ja aandacht voor knelpunten en actieplannen), een doelgroepenbeleid, een gebiedsgerichte benadering, een weergave van instrumenten met knelpunten, het benaderen van het financieel aspect en tot slot de samenwerking met andere overheden. Geeft aan waar historisch gegroeide Ja landschapstructuur tot op vandaag herkenbaar gebleven is en duidt deze aan als relicten en/of ankerplaatsen.

Bespreking relevantie

Hoofdstuk

Algemeen relevant in Vlaanderen. Het plangebied is gelegen in Proven, een deelgemeente van Poperinge. In het RSV wordt Poperinge geselecteerd als een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Het PRUP voor de afbakening van kleinstedelijk gebied Poperinge is op 12/03/2009 door de minister goedgekeurd. Proven bevindt zich buiten deze afbakening en behoort bijgevolg tot het buitengebied. Het plangebied bevindt zich volgens het PRS West-Vlaanderen in de “heuvel-Yzerruimte”. De ruimtelijke afweging van lokale bedrijvigheid is volgens het PRS een gemeentelijke bevoegdheid. De KWZI Proven omvat een lokaal bedieningsgebied, waardoor de omvang, uitstraling en dynamiek tevens van lokale aard zal zijn. De Haringebeek werd geselecteerd als natuurverbindingsgebied en deelgemeente Proven werd geselecteerd als hoofddorp. Proven wordt in het GRS bevestigd als stuctuurondersteunend hoofddorp. De Blasiusstraat is een lokale weg met een belangrijke lokale verbindingsfunctie en vormt onderdeel van het Poperings fietsnetwerk. De vallei van de Haringebeek wordt geselecteerd als een natuurverbindingsgebied. In dit document wordt de slechte waterkwaliteit van de Haringebeek aangehaald t.g.v. van de huishoudelijke én industriële (Eurofreez) lozingen. Belangrijke actiepunten vormen dan ook de sanering van de afvalwaterlozingen en de verbetering en bewaking van de kwaliteit van de riolerings- en waterzuiveringsinfrastructuur (actiepunten 2 en 3).

Oppervlaktewater (3.2) Fauna en flora (3.7) Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (3.8)

In de omgeving van het plangebied zijn volgende relicten of Landschap, ankerplaatsen gelegen (Figuur 8): bouwkundig erfgoed - A30034 Bosketen tussen Sint-Jan-ter-Biezen en Sint-Sixtusabdij en archeologie (3.8) - L30068 Haringebeek

Landinrichting

Het bevorderen, voorbereiden, Nee integreren en begeleiden van maatregelen, handelingen en werken die gericht zijn op het vrijwaren, herwaarderen en het meer geschikt maken van o.a. landelijke gebieden.

Op het grondgebied van de landinrichtingsproject gekend.

gemeente

Zonnebeke

Ruilverkaveling

Ruilen van versnipperde en verspreid Ja liggende gronden met als doel een betere economische uitbating.

Op het grondgebied van de stad ruilverkavelingsproject „Woesten‟ in uitvoering.

Poperinge


Ruimtelijke ordening (3.1)

13

is

is

geen

het Antropogeen milieu (3.6)

Stad Poperinge Tabel 2: Matrix met juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Natuurinrichting

Het doel is een gebied optimaal Nee inrichten in functie van behoud van bestaande natuur, maar ook herstel en ontwikkeling van natuur en het beheer nadien. (zie natuurdecreet)

Er is geen natuurinrichtingsproject in of grenzend aan het plangebied.

Regionale landschappen

Samenwerkingsverband tussen Ja gemeenten. Ze zijn actief in een streek met een hoge concentratie aan waardevolle natuurterreinen of landschapselementen. Natuurbeheer, natuurontwikkeling en natuurgericht toerisme worden samen behandeld.

Het plangebied behoort tot het regionaal landschap West-Vlaamse Antropogeen milieu (3.6) heuvels. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (3.8)


14

Stad Poperinge

2.

GRENS- OF GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

Het verdrag van Espoo, door Vlaanderen goedgekeurd op 15/07/1997, vraagt rekening te houden met de bepalingen inzake grensoverschrijdende emissies of effecten. De bestemmingswijziging ter verwezenlijking van de geplande KWZI Proven bevindt zich op meer dan 3km ten oosten van de Franse grens. Hierdoor worden er geen grensoverschrijdende effecten verwacht. Dit aspect wordt dan ook niet verder behandeld.


15

Stad Poperinge

3.

BESCHRIJVING VAN EN INVLOED OP HET STUDIEGEBIED

In dit hoofdstuk zal de referentiesituatie een beschrijving geven van de huidige toestand van het studiegebied per relevante discipline door gebruik te maken van bestaande documenten, kaartmateriaal, geleverde adviezen, e.d. Vervolgens wordt een beoordeling gegeven a.d.h.v. de bekomen resultaten. De bestemmingswijziging voorziet dat landschappelijk waardevol agrarisch gebied omgezet wordt in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen in functie van waterzuivering en bufferzone, zodat de geplande KWZI Proven vergund, gebouwd en geëxploiteerd kan worden. De bespreking van de effecten door de bestemmingswijziging, zal zich dan ook toespitsen op de permanente gevolgen van de aanwezigheid van een KWZI (tijdens de exploitatie). Hieronder wordt een schematische voorstelling gegeven van de ingrepen en de hieruit volgende potentiële effecten: Tabel 3: Ingreep-effectmatrix Deelingreep ruimtebeslag

Ruimtelijke ordening

Oppervlaktewater

Bodem en grondwater

Geluid

Antropogeen milieu

Lucht

inname open verlies over- wijziging ruimte stromingsgebied bodemstructuur ruimtelijke impact opvang wijziging grondhemelwater waterstroming en infiltratiecapaciteit

visuele hinder recreatiehinder

Landschap, bouwFauna en Flora kundig erfgoed en archeologie biotoopverlies landschappelijke impact verlies ruimte wijziging natuurontwikkeling valleigebied impact archeologisch patrimonium

werking KWZI

calamiteiten KWZI

zuivering vuilvracht

geluidsproductie luchtkwaliteit RWZI (geur) verkeersgeneratie aërosolen

werking overstort bodemverontgeluidsproductie reiniging bij incident normoverschrijdin grondwaterverontg effluent reiniging


luchtkwaliteit incident

16

bij

verkeershinder

geluidshinder

aërosolen

eutrofiëring

geurhinder

effect habitats en soorten

op

Stad Poperinge

3.1

RUIMTELIJKE ORDENING

Bronnen: Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, 1997; Provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen, 2004; Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Poperinge, 2004; Milieubeleidsplan Poperinge 2005 – 2009; Voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan „Waterzuiveringsstation Proven‟ (GEOMEX, 2010). Referentiesituatie: De stad Poperinge is gelegen in het zuiden van de provincie West-Vlaanderen. Proven is een deelgemeente van Poperinge en ligt ten noordwesten van de stad Poperinge (Figuur 1). Proven wordt omringd door de deelgemeenten Krombeke, Westvleteren, Poperinge, Watou en RoesbruggeHaringen. Deze deelgemeente telt circa 1.400 inwoners en telt een oppervlakte van circa 13km² (Figuur 1). Het centrum van Proven is bereikbaar via de N308 (Figuur 1). Het plangebied situeert zich ten noorden van de kern van Proven en ten zuiden van de vallei van de Haringebeek (Figuur 4). Het plangebied wordt momenteel gebruikt als akker, grenzend ten zuidwesten aan het plangebied bevindt zich een boerderij, ten zuiden, aan de overzijde van de straat, staat een loods (Figuur 4). De ruimte ten noorden van de kern van Proven wordt gekenmerkt door overwegend akkers met her en der enkele landbouwbedrijven en woningen (Figuur 4). Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV, 1997) geeft een visie weer hoe de ruimtelijke structuur in Vlaanderen dient te evolueren en welke engagementen ze hiervoor wil aangaan. In het RSV wordt Poperinge geselecteerd als een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Het provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Poperinge werd op 12/03/2009 door de bevoegde minister goedgekeurd. Deelgemeente Proven bevindt zich buiten deze afbakening waardoor het tot het buitengebied ingedeeld wordt. De doelstelling van het buitengebied gaat o.m. uit van: - het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; - de vrijwaring en versterking van de open-ruimtefuncties; - het tegengaan van de versnippering; - het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen. Specifiek met betrekking tot afvalwaterzuiveringinfrastructuur wordt in het RSV het volgende gesteld: “De overheidssector maakt een ruimtelijk afgewogen gebiedsgerichte visie op per hydrografisch bekken waarin de reële behoefte aan bijkomende RWZI’s wordt aangetoond en waarin de locaties in overleg met alle betrokken overheidssectoren wordt gekaderd in het ruimtelijk beleid voor het gebied. Vanuit technisch oogpunt is de locatiekeuze voor een RWZI afhankelijk van gravitatieprincipes en van de nabijheid van een waterloop voor de lozing van het effluent. Daarnaast kunnen een aantal ruimtelijke voorwaarden worden gesteld aan de locatiekeuze van nieuwe en de uitbreiding van bestaande RWZI’s: - de locatie van een RWZI gaat uit van het principe van de gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is; - de schaal van de RWZI sluit aan op de schaal van het landschap;


17

Stad Poperinge

- de omvang van de RWZI tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan.” Volgens het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) West-Vlaanderen behoort de stad Poperinge tot de deelruimte “Heuvel-Yzerruimte”. Proven werd geselecteerd als bedrijfsondersteunend hoofddorp. Dit zijn kernen die structuurondersteunend zijn voor de woon- en werkfunctie en die een lokaal verzorgende rol hebben. Omtrent de realisatie van nutsvoorzieningen in het open ruimtegebied wordt in het PRS geen specifiek beleidskader geboden. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Poperinge werd goedgekeurd door de Deputatie op 4/11/2004. Proven wordt hierin bevestigd als structuurondersteunend hoofddorp, de Blasiusstraat werd geselecteerd als een lokale weg met een belangrijke lokale verbindingsfunctie. De Blasiusstraat verbindt de kern van proven met de kern van Krombeke en heeft een aangepast wegprofiel, conform zijn verbindende functie: 2 rijvakken. De Blasiusstraat werd eveneens aangeduid als een onderdeel van het Poperings fietsnetwerk. De vallei van de Haringebeek wordt geselecteerd als een natuurverbindingsgebied. Het ruimtelijk beleid dat de gemeente wenst te voeren in de natuurverbindingsgebieden van gemeentelijk niveau is gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen. Dit moet evenwel in evenwicht gebeuren met de andere functies van het buitengebied. Het plangebied en haar nabije omgeving zijn aangeduid als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan nr. 5 Ieper-Poperinge (Figuur 3). Het betreft bovendien herbevestigd agrarisch gebied regio Kust-Polders-Westhoek (BVR 31/03/2006). Gemeentelijke planningsinitiatieven in uitvoering van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan binnen herbevestigde agrarische gebieden zijn echter mogelijk onder meer in functie van openbaar nut (Omzendbrief RO/2005/01 dd. 23/12/2005). Het planningsinitiatief mag echter geen betekenisvolle afbreuk doen aan de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische macrostructuur. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich eveneens woongebied (kern van Proven), ten westen respectievelijk een beperkte oppervlakte bestemd voor ambachtelijke bedrijven en KMO‟s (Figuur 3). Effectbespreking: Het ruimtelijke uitvoeringsplan „Waterzuiveringsstation Proven‟ heeft tot doel de huidige bestemming van een gedeelte van het perceel, kadastraal gekend onder Poperinge (Proven), 6de afdeling, sectie A, perceelnummer 442c, te wijzigen in gebied bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen voor waterzuivering en bufferzone (Bijlage 5.2). De KWZI Proven wordt ontworpen voor een capaciteit van 900 IE (à 60g BZV/IE/dag). Om een goede exploitatie van de KWZI te kunnen garanderen en een goede landschappelijke integratie mogelijk te maken, zal in totaal circa 2.500m² ingenomen moeten worden (Bijlage 5.2). Hoofdstuk 1.4.2. Locatiealternatieven verduidelijkt op macroniveau de voorkeurslocatie t.h.v. de Blasiusstraat. Het landbouwgebied ten noorden van de Blasiusstraat wordt in praktijk in 2 eenheden verdeeld: perceelnummers 450C en 446F vormen hierbij één geheel, perceelnummers 435/02A, 435B, 442C en 440B respectievelijk het


18

Stad Poperinge

andere geheel (Figuur 10). De huidige ligging en oriëntatie van de inplantingslocatie voor de KWZI Proven op microniveau steunt op volgende aspecten:  de keuze vlak aan een verbindingsweg geniet de voorkeur teneinde geen extra terrein te hoeven innemen voor de aanleg van een toegangsweg naar de KWZI;  de nabijheid van de Haringebeek is gewenst zodat de afvoer van het gezuiverde water over een zo kort mogelijke afstand verloopt;  om geen versnippering van één van beide landbouwgehelen te creëren en het restperceel goed bewerkbaar te houden, werd de inplanting van de KWZI volgens de huidige oriëntatie t.o.v. geheel 2 gekozen (Figuur 10);  de toegang naar de achterliggende akker vanaf de Blasiusstraat blijft via percelen 440B en 442C (deels) gewaarborgd (Figuur 10). De beoogde bestemmingswijziging wordt grafisch in bijlage 5.2 weergegeven. De stedenbouwkundige voorschriften zullen bij het RUP gevoegd worden. Volgende bepalingen en inrichtingsvoorwaarden zullen hierin vervat zijn:  Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen: zone 1 waterzuiveringsinstallatie Deze zone is bestemd voor alle nodige voorzieningen in functie van de exploitatie van een KWZI. Zowel een primaire (rooster), secundaire (biologische zuivering) als tertiaire (rietvelden) zuivering met de nodige randvoorzieningen kunnen binnen deze zone opgericht worden. De tertiaire zuivering wordt niet onmiddellijk aangelegd, maar kan in een latere fase op het terrein opgericht worden. Beperking in bouwhoogte kan in de stedenbouwkundige voorschriften worden opgelegd. Waar mogelijk dient de verharding waterdoorlatend te zijn. De ontsluiting van de site zal via een rechtstreekse aansluiting gebeuren op de Blasiusstraat. Alle nodige parkeervoorzieningen i.f.v. de exploitatie van de zuiveringsinstallatie dient binnen deze zone aangelegd te worden. Voorzieningen i.k.v. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater kunnen eveneens in deze zone aangelegd worden.  Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen: zone 2 bufferzone Deze zone dient om de constructies van de KWZI uit het zicht van het open agrarische gebied te onttrekken en de KWZI te integreren in zijn omgeving. De bufferzone dient te worden aangeplant met een mengeling van streekeigen heesters, planten en hoogstam. De aanplanting dient een continu karakter te hebben en mag enkel onderbroken worden voor de toegangsweg (met poort en toegangscontrole) en effluentafvoer. De groenaanplant dient ook tijdens de wintermaanden zijn bufferend vermogen te behouden door de keuze van wintergroene soorten of soorten waarvan de dode bladeren pas worden afgestoten na het wassen van een nieuw blad (bv. haagbeuk). Voorzieningen i.k.v. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, toevoercollector, effluentafvoer en de overstortconstructie kunnen eveneens in deze zone aangelegd worden, voor zo ver deze geen afbreuk doet aan het bufferend vermogen van de bufferzone. In het GRS wordt de Haringebeek geselecteerd als natuurverbindingsgebied. Deze waterloop bevindt zich op circa 40m van de bufferzone. Enkel de lozingsconstructie van het effluent dient op de oever opgericht te worden. De beek dient hierbij over een zeer beperkte afstand verstevigd te worden, teneinde uitspoeling te voorkomen. Als instrumentarium om de verschillende aspecten van


19

Stad Poperinge

de gewenste natuurlijke structuur en een goede waterkwaliteit binnen de gemeente te realiseren wordt ondermeer het verbeteren van de waterkwaliteit binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan aangehaald: (e) Verbeteren van de waterkwaliteit Een belangrijk aspect voor het opwaarderen van het natuurlijk milieu is het verbeteren van de waterkwaliteit van de verschillende beken en waterlopen in Poperinge. Voornaamste knelpunt hierbij is de lozing van huishoudelijk afvalwater van de verschillende kernen in het bekensysteem. Dit kan aangepakt worden door de bouw van kleinschalige waterzuiveringsstations (klassieke of op een natuurlijke manier zoals een rietveld) op plaatsen nabij de kernen zonder storend te zijn voor de omgeving.

Voorliggend RUP heeft tot doel om planologische ruimte te creëren voor een waterzuiveringsinstallatie die een directe bijdrage levert aan de waterkwaliteit van de Haringebeek. Bovendien sluit het terrein aan, aan reeds bestaande bebouwing langsheen een lokale verbindingsweg met dubbele rijvakken. Door de aansluiting aan een uitloper van de kern van Proven wordt het verder aansnijden van openruimte gebied vermeden, en wordt aan het principe van gedeconcentreerde bundeling (RSV, 1997) voldaan. De bestemmingswijziging heeft betrekking op een locatie gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied: circa 2.500m² landbouwgebied zal in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen i.f.v. waterzuivering en bufferzone omgezet worden. In het verordenende gedeelte van het gemeentelijk RUP zullen de stedenbouwkundige voorschriften geformuleerd worden i.v.m. de toegelaten activiteiten per zone, inpassing van gebouwen en constructies, inrichting van de groenbuffer, e.d. Wanneer aan deze voorwaarden voldaan wordt, worden er geen significant negatieve effecten verwacht door de beoogde bestemmingswijziging voor de discipline ruimtelijke ordening.


20

Stad Poperinge

3.2

OPPERVLAKTEWATER

Bronnen: Jaarverslag meetnet oppervlaktewater (VMM; http://www.vmm.be/water); Vlaamse Hydrologische Atlas (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/vha/); Kaartmateriaal watertoets (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/watertoets/); Bekkenbeheerplan Yzerbekken 2008 – 2013; Deelbekkenbeheerplan Hoppeland; Milieubeleidsplan Poperinge 2005 – 2009; Zoneringsplan Poperinge; Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Poperinge (2004); Onderzoek naar de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in het Vlaamse gewest: Leiebekken (Bervoets et al., 1996); Voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan „Waterzuiveringsstation Proven‟ (GEOMEX, 2010). Referentiesituatie: De lozing van het effluent van de KWZI Proven is voorzien in de Haringebeek. Dit is een geklasseerde waterloop van tweede categorie, met als VHAG 1489 en als provinciale code WY.20. De Haringebeek heeft als oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstelling drinkwater. Ter hoogte van Beveren-aan-de-Yzer stroomt de Haringebeek in de Yzer. Het plangebied behoort tot het deelbekken Hoppeland van het Yzerbekken. De actiepunten t.h.v. het plangebied die in het (deel)bekkenbeheerplan aangehaald worden omvatten de verdere opmaak en uitvoering van de (boven)gemeentelijke waterzuiveringsinfrastructuur (Actienummer 74 bij het BBP Yzerbekken). Waterkwaliteit Een inschatting van de waterkwaliteit van de Haringebeek gebeurt a.d.h.v. de beschikbare meetgegevens t.h.v. de verschillende VMM-meetpunten op deze waterloop. Zowel stroomopwaarts van de kern van Proven als stroomafwaarts van de kern van Proven bevindt zich een VMMmeetpunt op de Haringebeek (Figuur 11). De waterkwaliteit stroomopwaarts van de kern van Proven voldoet in 2007 en 2008 niet aan de oppervlaktewaterkwaliteitsnormen voor basiskwaliteit voor de parameters totaal stikstofgehalte en het orthofosfaatgehalte (Bijlage 5.3). Stroomafwaarts van de kern van Proven voldoet de waterkwaliteit in 2007 en 2008 niet aan de normen voor basiskwaliteit voor de parameters opgelost zuurstofgehalte, BZV520, CZV, zwevende stoffen, NH4+, KjN, totaal stikstofgehalte, totaal fosforgehalte, conductiviteit en chloorgehalte (Bijlage 5.3). De biologische kwaliteit van de Haringebeek kan o.a. bepaald worden door de aanwezigheid van macro-invertebraten in de waterloop (Belgisch Biotische Index; BBI). Daarbij speelt hun gevoeligheid voor verontreiniging en de diversiteit van de levensgemeenschap een belangrijke rol. De Haringebeek heeft zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts een zeer slechte tot slechte waterkwaliteit op basis van de aanwezige macro-invertebraten (Bijlage 5.4).


21

Stad Poperinge

Structuurkwaliteit De beoordeling van de structuurkenmerken t.h.v. het project gebeurt a.d.h.v. drie parameters: de meandering, het stroom-kuilen patroon en de aanwezigheid van holle oevers. Meandering is biologisch gezien uiterst belangrijk omdat het verschillende stroomsnelheden creëert met een diversificatie van het milieu tot gevolg. Bij het stroom-kuilen patroon treft men een afwisseling tussen grof en modderig bodemmateriaal, hetgeen van groot belang is voor diverse waterorganismen. Holle oevers zijn noodzakelijk voor het al dan niet voorkomen van bepaalde soorten. De Haringebeek heeft een matige structuurkwaliteit t.h.v. het plangebied. Waterkwantiteit Debietsgegevens van de Haringebeek zijn niet gekend. Watertoets De watertoets is een beoordeling waarbij wordt nagegaan of een initiatief schadelijke effecten veroorzaakt als gevolg van een verandering in de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma. Het plangebied bevindt zich niet in overstromingsgevoelig gebied (Figuur 9a). De bodem t.h.v. het plangebied is gevoelig voor infiltratie (Figuur 9a) en gevoelig voor wijziging van de grondwaterstroming (Figuur 9c). Het reliëf is vlak te Proven en weinig gevoelig voor erosie (Figuur 9b). Het plangebied situeert zich niet in de winterbedding van een waterloop (Figuur 9c). Milieubeleidsplan Poperinge 2005 - 2009 In het milieubeleidsplan voor de stad Poperinge worden zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve waterproblematiek op het grondgebied van de stad aangehaald. Belangrijke actiepunten vormen onder andere het maximaal vasthouden van regenwater aan de bron met aandacht voor hergebruik van regenwater, verdere uitbouw van het (gescheiden) rioleringsstelsel en het voorkomen van diffusie verontreiniging en erosie. Riolerings- en zuiveringsinfrastructuur Momenteel wordt de aansluitbare stedelijke vuilvracht uit het zuiveringsgebied Proven niet gezuiverd. Deze vuilvracht stroom bijgevolg ongezuiverd in grachten, waterlopen, de bodem en/of het grondwater. Volgende bovengemeentelijke projecten zijn reeds aangelegd of gepland in het zuiveringsgebied Proven (Figuur 2): Tabel 4: Overzicht Aquafin-projecten in het zuiveringsgebied Proven Vuilvracht (IE) TP Projectnr. Omschrijving goedgekeurd? Toestand c Toestand d 20.295 KWZI Proven 951 1.052 28/07/2006 PRIO Eurofreez naar 20.296 876 1.052 21/02/2006 Haringebeek PRIO RWZI Proven 20.299 – Haringebeek – 836 968 21/02/2006 Rijksweg


Timing werken juli 2012 – nov. 2013 apr. 2012 – dec. 2012 uitgevoerd (op PS na)

22

Stad Poperinge

Zoneringsplan Het definitieve zoneringsplan voor de stad Poperinge werd op 9 juni 2008 officieel vastgesteld. Het centrum van Proven werd hierbij overwegend aangeduid als centraal gebied en collectief te optimaliseren buitengebied (Figuur 2). Het zuiveringsgebied Proven omvat echter een groot aantal verspreide woningen die een individuele behandelingsinstallatie van afvalwater dienen aan te leggen: deze zijn gelegen in het individueel te optimaliseren buitengebied (Figuur 2). Effectbespreking: Het watersysteem wordt beschouwd als een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodems, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van het integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via een integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van de waterlopen. Bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan Waterzuiveringsstation Proven zal de gemeente stedenbouwkundige voorschriften opstellen, die tevens de uitwerking inhouden van de principes van het integraal waterbeleid. Momenteel wordt het stedelijke afvalwater uit het centrale gebied en het collectief te optimaliseren buitengebied ongezuiverd in de omgeving geloosd. Voorliggend planningsinitiatief heeft tot doel de bestemming van het voorliggende terrein te wijzigen zodat de aanleg van een KWZI op dit terrein mogelijk wordt. Na de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel in Proven, zal deze vuilvracht naar de installatie gevoerd en gezuiverd worden alvorens in de Haringebeek geloosd te worden. Deze ingrepen resulteren in een verbetering van de waterkwaliteit van de Haringebeek en het omliggende grachtenstelsel. De inplantingsplaats van de KWZI Proven aan de Blasiusstraat bevindt zich niet in overstromingsgevoelig gebied volgens het kaartmateriaal i.k.v. de watertoets, maar wel in infiltratiegevoelig gebied (Figuur 9a). In de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag zal een duidelijk beeld gegeven worden van de dakoppervlakken, verharde oppervlakten (doorlaatbaar, halfdoorlaatbaar of ondoorlaatbaar) met eventuele infiltratie- en buffervoorzieningen conform de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, bufferen infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater. Voor verhardingen zullen zoveel mogelijk waterdoorlatende materialen gebruikt worden voor zover dit de werking van de KWZI niet verhindert, of dient het hemelwater naast de verhardingen te infiltreren. Verhardingen waar potentieel verontreiniging kan optreden (o.a. via slibtransport, chemicaliënaanvoer), dienen ondoorlaatbaar uitgevoerd te worden zodat de potentiële verontreiniging van de ondergrond bij een eventuele calamiteit vermeden wordt. Het hemelwater dat op dergelijke verharding terecht komt, zal via de interne riolering naar de influentput geleid te worden (en verder verwerkt in het zuiveringsproces). De limietvoorwaarden waaraan het effluent van de KWZI moet voldoen, worden opgelegd door titel II van het Vlarem, Afdeling 5.3.1 en worden bepaald door de agglomeratiegrootte. In de milieuvergunning van de geplande KWZI zullen de concentratienormen en verwijderingspercentages waaraan het effluent moet voldoen, conform de geldende wetgeving, opgenomen worden.


23

Stad Poperinge

Een indicatie voor het maximale lozingsdebiet van de geplande KWZI Proven vormt het maximale debiet dat door de biologische zuivering kan verwerkt worden, namelijk 18l/s (6DWA). Verwacht wordt dat de Haringebeek, waterloop van tweede categorie, dit debiet kwantitatief kan verwerken. Een toetsing aan de voorschriften van de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, bufferen infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater, wordt bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag bijgevoegd. Na uitvoering van de geplande bestemmingswijziging kan een KWZI op deze locatie vergund, gebouwd en geëxploiteerd worden zodat het stedelijke afvalwater (900 IE à 60g BZV/IE/dag) uit het centrum van Proven gezuiverd wordt alvorens in de Haringebeek terecht te komen.


24

Stad Poperinge

3.3

BODEM EN GRONDWATER

Bronnen: Bodemkaart van België, kaartblad 27/4 (Figuur 12); Geologische kaart van België; Grondwaterkwetsbaarheidskaart West-Vlaanderen; Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/dhm/); Databank Ondergrond Vlaanderen (http://dov.vlaanderen.be); Voorontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan „Waterzuiveringsstation Proven” (GEOMEX, 2010). Referentiesituatie: Het plangebied langsheen de Blasiusstraat wordt momenteel als akker gebruikt (Figuur 4). De bodem bestaat uit een matige natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont volgens de bodemkaart 24/4 van België (Figuur 12). De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door (Figuur 12): - Ldc Matig natte zandleembodem met sterk gevlekte verbrokkelde textuur B horizont - Lep Natte zandleembodem zonder profiel - uLhc Natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont - Lca Matig droge zandleembodem met textuur B horizont - OB Bebouwde zone De bodem t.h.v. het plangebied is gevoelig voor infiltratie (Figuur 9a) en gevoelig voor wijziging van de grondwaterstroming (Figuur 9c). Er bevinden zich 5 vergunde grondwaterwinningen in de nabijheid (<1km) van het plangebied (Figuur 11). Het reliëf is vlak te Proven en weinig gevoelig voor erosie (Figuur 9b). Het plangebied situeert zich niet in de winterbedding van een waterloop (Figuur 9c). Effectbespreking: Voorliggende bestemmingswijziging heeft tot doel de huidige bestemming van het terrein te wijzigen in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen zodat een KWZI op deze locatie vergund, gebouwd en geëxploiteerd kan worden. Binnen deze zone zullen verschillende onder- en bovengrondse constructies gebouwd worden waardoor de bodemstructuur t.h.v. deze constructies zal verstoord worden. Overtollige gronden zullen afgevoerd worden conform de wettelijke voorschriften van hoofdstuk X uit het Vlarebo. De niet bebouwde of verdichte gronden zullen volgens een bij de vergunningsaanvraag toe te voegen beplantingsplan met groenaanplant voorzien worden. Het terrein wordt bovendien door een groenbuffer omsloten. De verschillende constructies (tanks, leidingen, e.d.) dienen waterdicht aangelegd te worden. Voor oplevering zal de controle hiervan door waterdichtheidsproeven moeten aangetoond worden. Eventuele verontreiniging van de ondergrond door het huishoudelijk afvalwater wordt hierdoor niet verwacht. Ter hoogte van de slibafvoer en de mechanische zuivering wordt voor ondoorlaatbare verharding geopteerd zodat te allen tijde verontreiniging van de ondergrond wordt vermeden.


25

Stad Poperinge

Het plan om de betreffende zone ter beschikking te stellen van de exploitatie van een KWZI, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op de discipline bodem en grondwater bij een correct beheer van de installatie.


26

Stad Poperinge

3.4

GELUID

Bronnen: Gewestplan nr. 5 Ieper – Poperinge (Figuur 3); Vlarem II; Voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan „Waterzuiveringsstation Proven‟ (GEOMEX, 2010). Referentiesituatie: Het plangebied, en de nabije omgeving, liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Ieper – Poperinge (Figuur 3). Ten zuiden van het plangebied ligt woongebied: de kern van Proven (Figuur 3). Een landbouwbedrijf bevindt zich ten westen van het plangebied (Figuur 4). Volgens de milieukwaliteitsdoelstellingen uit Vlarem II en de normen die overeenstemmen met de geluidsniveaus zoals die in de diverse gebieden zouden mogen heersen om een akoestisch comfort te garanderen, bedragen de richtwaarden voor de huidige geluidsniveaus (Bijlage 2.2.1. Vlarem II): Tabel 5: Milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht (Vlarem II, Bijlage 2.2.1.) Gebied Richtwaarden in dB(A) in open lucht Overdag ‟s Avonds ‟s Nachts (7u tot 19u) (19u tot 22u) (22u tot 7u) 1° Landelijke gebieden en gebieden voor verblijfsrecreatie 40 35 30 2° Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500m gelegen van industriegebieden niet vermeld sub 3° of van 50 45 45 gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen 3° Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500m gelegen van gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kleine 50 45 40 en middelgrote ondernemingen, van dienstverleningsgebieden of van ontginningsgebieden, tijdens de ontginning 4° Woongebieden 45 40 35 5° Industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen 60 55 55 en ontginningsgebieden tijdens de ontginning 5bis° Agrarische gebieden 45 40 35 6° Recreatiegebieden, uitgezonderd gebieden voor 50 45 40 verblijfsrecreatie 7° Alle andere gebieden, uitgezonderd: bufferzones, militaire domeinen en deze waarvoor in bijzondere besluiten 45 40 35 richtwaarden worden vastgesteld 8° Bufferzones 55 50 50 9° Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500m gelegen van voor grindwinning bestemde ontginningsgebieden 55 50 45 tijdens de ontginning Als een gebied valt onder twee of meer punten van de tabel dan is in dat gebied de hoogste richtwaarde van toepassing.

Effectbespreking: Vermits de waterzuiveringsinstallatie een continu proces omvat, wordt er rekening gehouden met de strengste geluidsnormen, die ‟s nachts gelden. Volgens de huidige bestemming bedraagt de toegelaten richtwaarde ‟s nachts slechts 35 dB(A). Het gemeentelijk RUP Waterzuiveringsstation Proven heeft o.a. tot doel de huidige bestemming van het terrein te wijzigen in zone voor gemeenschapsvoorzieningen i.f.v. waterzuivering. Hierdoor zal de specifieke geluidsproductie van


27

Stad Poperinge

de KWZI Proven t.h.v. de landbouwwoning moeten voldoen aan de richtwaarde, die geldt voor gebieden of delen van gebieden op minder dan 500m gelegen van gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (tabel 5, gebied 2°), verminderd met 5dB(A) conform bijlage 4.5.6.1 bij titel II van het VLAREM. Tijdens het ontwerp van de KWZI zal met deze geluidsnorm rekening gehouden worden. Aan de hand van de verkeersgeneratie van een soortgelijke, reeds bestaande KWZI kan de transportgeneratie van de KWZI Proven in exploitatie ingeschat worden. De verkeersgeneratie tijdens de exploitatie van deze geplande KWZI zal zich beperken tot het bezoek van een tank- of vrachtwagen circa 2 à 3 maal per maand voor het afhalen van slib, roostergoed, zand, drijflagen e.d. Technisch medewerkers bezoeken de onbemande installatie gemiddeld 2 à 3 keer per week gedurende enkele uren tot een halve dag. Voor het groenonderhoud (maaien, snoeien, aanplanten, e.d.) is de verkeersgeneratie seizoensafhankelijk, maar zal zich normaliter tot maximaal 1 à 2 keer per maand beperken. Het vervoer tijdens de exploitatie van de geplande RWZI is aldus beperkt en gebeurt enkel tijdens de diensturen waardoor geen significante geluidseffecten verwacht worden. De ontsluiting verloopt onmiddellijk via de Blasiusstraat (Figuur 4). De geplande bestemmingswijziging zorgt voor een verhoging van de toegelaten richtwaarde voor de specifieke geluidsproductie. De KWZI dient zodanig ontworpen te worden (inplanting constructies, keuze technologie, eventueel afkappingen, e.d.) zodat aan de opgelegde geluidsnormen (conform Vlarem II) voldaan wordt. Hierdoor worden er inzake geluid geen significant negatieve effecten ten gevolge van de geplande bestemmingswijziging.


28

Stad Poperinge

3.5

LUCHT

Bronnen: Voorontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan „KWZI Proven‟ (GEOMEX, 2010); Evaluatieschema voor de integratie van geurhinderbestrijdingsmaatregelen (Overleg, dd. 28/10/1997 en 20/01/1998). Referentiesituatie: Het plangebied wordt momenteel gebruikt als akkerland. Er bevindt zich een boerderij ten westen van het plangebied (Figuur 4). Op circa 130m ten noordoosten van het plangebied bevinden zich enkele woningen (Figuur 4). Algemeen kan aangenomen worden dat de primaire zuivering en de slibverwerking de voornaamste procesonderdelen zijn waar geuremissies kunnen optreden op een KWZI. De aangevoerde geurcomponenten kunnen afkomstig zijn van verbindingen aanwezig in het afvalwater. Bij de aanvoer en de zuivering kunnen er eveneens geurverbindingen gevormd worden door anaërobe microbiële processen (vb. H2S). VLAREM bevat tot op heden geen normen voor geur. Effectbespreking: Problemen met geuroverlast naar omwonenden toe, worden voor deze KWZI niet verwacht. Indien blijkt dat de KWZI in exploitatie toch geurhinder naar omwonenden toe oplevert, en niet ten gevolge van een calamiteit, dienen de nodige maatregelen ter reductie van deze hinder alsnog getroffen worden. Dergelijke maatregelen kunnen o.a. bestaan uit het overkappen van de meest geurkritische onderdelen (slibindikker, slibbuffer, e.a.), afzuigen en behandelen van de afgezogen lucht in een geurbehandelingseenheid (bv. biofilter). Klachten kunnen zoals steeds aan de ombudsman (Aquafin NV) of operatoren die de installatie periodiek zullen bezoeken, gemeld worden. De constructies dienen zo ontworpen te worden dat eventuele overkappingen van de onderdelen, die verantwoordelijk kunnen zijn voor de voornaamste geurproductie, in de toekomst mogelijk zijn. De exploitatie van de geplande KWZI Proven, mogelijk door de geplande bestemmingswijziging, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op de discipline lucht.


29

Stad Poperinge

3.6

ANTROPOGEEN MILIEU

Bronnen: Gewestplan nr. 5 Ieper-Poperinge (Figuur 3); Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Poperinge; Voorontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan „Waterzuiveringsstation Proven‟ (GEOMEX, 2010). Referentiesituatie: Het plangebied bevindt zich langs de Blasiusstraat, een lokale weg met een belangrijke lokale verbindingsfunctie tussen de kern van Proven en de kern van Krombeke. De Blasiusstraat vormt eveneens onderdeel van het Poperings fietsnetwerk. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door overwegend akkers afgewisseld met boerderijen en enkele woningen. Ten zuiden van het plangebied situeert zich de kern van Proven met KMO-zone. De Provenseweg N308 is de hoofdontsluitingsweg voor de kern van Proven en gelegen op circa 200m ten zuidwesten van het plangebied. Het plangebied, met de nabije omgeving, bevindt zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan nr. 5 Ieper – Poperinge (Figuur 3). Het betreft bovendien herbevestigd agrarisch gebied regio Kust-Polders-Westhoek (BVR 31/03/2006). Ten zuiden van het plangebied ligt woongebied: de kern van Proven (Figuur 3). Effectbespreking: Door de geplande bestemmingswijziging wordt een gedeelte van het landbouwareaal van de gemeente Poperinge omgezet in gebied bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (Figuur 3; Bijlage 5.2). Planningsinitiatieven zijn echter mogelijk zolang ze in uitvoering zijn van reeds goedgekeurde gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen in functie van o.a. openbaar nut (Omzendbrief RO/2005/01). De vallei van de Haringebeek wordt geselecteerd als een natuurverbindingsgebied. Om een goede gewenste natuurlijke structuur te realiseren, is een verbetering van de waterkwaliteit noodzakelijk. De aanleg van een waterzuiveringsinstallatie is hierbij noodzakelijk. Voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan heeft tot doel om een planologische ruimte te creëren voor dergelijke KWZI in uitvoering van het GRS (zie Hoofdstuk 3.1 Ruimtelijke Ordening). Er kan verondersteld worden dat eventuele ziektekiemen in waterzuiveringsinstallaties in de omgeving kunnen verspreid worden via overwaaiend schuim en via aërosolvorming. De kans op schuimvorming in de toekomstige KWZI Proven is zeer beperkt. In laagbelaste WZI‟s, waarin de grootste fractie van het afvalwater huishoudelijk is, komt schuimvorming zelden voor. Er wordt geen industriële vuilvracht op de geplande KWZI Proven aangesloten. Het voornaamste bedrijf in de omgeving, Eurofreez, beschikt reeds over een eigen zuiveringsinstallatie. Problemen met overwaaiend schuim op de KWZI Proven worden hierdoor niet verwacht. Indien er toch schuimvorming zou optreden, zal er zo spoedig mogelijk opgetreden worden (sproeien met water en/of door toevoegen van anti-schuimmiddelen).


30

Stad Poperinge

De verkeersgeneratie i.f.v. de exploitatie van de KWZI blijft uiterst beperkt en gezien de directe aansluiting aan de Blasiusstraat, levert dit geen overlast naar omwonenden op. Om grote calamiteiten op te vangen zal er voor de KWZI een specifiek noodplan opgemaakt worden. Kleine calamiteiten worden zo snel mogelijk opgelost en opgevangen. De verschillende onderdelen van de installatie zullen bewaakt worden door een geautomatiseerd supervisiesysteem. Via een permanent alarmbewakingssysteem wordt bij eventuele storing of slechte werking van de KWZI onmiddellijk een technisch medewerker (van wacht) op de hoogte gebracht. Deze zal zich bij een dergelijke melding naar de installatie begeven en in eerste instantie het probleem trachten op te lossen. Indien de technisch medewerker het probleem niet onmiddellijk opgelost krijgt, worden andere diensten (intern of extern) gecontacteerd en de (hiërarchisch) verantwoordelijke personen op de hoogte gesteld. Afscherming van de installatie is voorzien d.m.v. van een groenscherm. Deze groenbuffer dient te bestaan uit streekeigen hoogstam met een gevarieerde ondergroei en dient landschappelijk geïntegreerd te worden. Door de aanwezigheid van dergelijk groenscherm wordt de visuele hinder die omwonenden kunnen ondervinden door de KWZI beperkt. Toegang tot het terrein van de KWZI voor onbevoegden wordt verhinderd door een voldoende hoge draadafsluiting rondom het terrein. Het gemeentelijk RUP „Waterzuiveringsinstallatie Proven‟ en de hieruit voortvloeiende exploitatie van de geplande KWZI heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op de discipline antropogeen milieu bij een correct beheer (VLAREM II) van de installatie.


31

Stad Poperinge

3.7

FAUNA EN FLORA

Bronnen: Jaarverslag meetnet oppervlaktewater (VMM; http://www.vmm.be/water); Vlaamse Hydrologische Atlas (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/vha/); Kaartmateriaal watertoets (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/watertoets/); Geactualiseerde BWK (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bwk/); Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten (http://geovlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/kwetsbaarheidskaarten/); Milieubeleidsplan Poperinge 2005 – 2009; Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Poperinge; Voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan „Waterzuiveringsinstallatie Proven‟ (GEOMEX, 2010). Referentiesituatie: Het plangebied is geklasseerd als bl (akker op lemige bodem) volgens de geactualiseerde biologische waarderingskaart en is aldus biologisch minder waardevol gebied (Figuur 13). Het plangebied is eveneens niet opgenomen als faunistisch voornaam gebied. De nabije omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door (Figuur 13): bl m akker op lemige bodem ur m bebouwing in agrarische omgeving, losstaande hoeve ua m minder dichte bebouwing met planten, tuinen, … kh z houtkant of oude heg waarbij m = biologisch minder waardevol, z = biologisch zeer waardevol

Er is geen natuur-, VEN-, Habitatrichtlijn-, Vogelrichtlijn- of Ramsargebied gelegen binnen een perimeter van 1km van het plangebied. Het plangebied is niet tot weinig gevoelig voor ecotoopverlies volgens de kartering van de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten (Figuur 14). Het effluent van de geplande KWZI Proven zal geloosd worden in de Haringebeek. Zoals reeds in hoofdstuk 3.2 vermeld, heeft deze waterloop een slechte waterkwaliteit. Visbestandopnames op de Haringebeek zijn niet gekend. Het milieubeleidsplan van de stad Poperinge voor de periode 2005 – 2009 geeft geen specifiek beleid of maatregelen voor het natuurbehoud t.h.v. het plangebied. Algemeen wordt er met een aangepast bermbeheer naar gestreefd om o.a. het in Vlaanderen zeldzame steeneppe te beschermen. Maatregelen met betrekking tot de verbetering van de waterkwaliteit en –kwantiteit binnen Poperinge werden reeds in het hoofdstuk 3.2 Oppervlaktewater reeds aangehaald. Effectbespreking: Door de geplande bestemmingswijziging zal geen biologisch waardevol terrein aangesneden worden (Figuur 13). De aanleg van de groenbuffer is eerder een verbetering van de ecologische toestand van het terrein. Deze dient ingericht te worden met gemengd inheems plantsoen en op dergelijke wijze dat een wintergroene afscherming wordt bekomen.


32

Stad Poperinge

De geplande bestemmingswijziging maakt de bouw en exploitatie van een KWZI mogelijk. Hierdoor (en na uitbouw van het volledige stelsel) zal het stedelijk afvalwater van de kern van Proven niet meer ongezuiverd in de omgeving terecht komen, maar gezuiverd in de Haringebeek geloosd worden. Dit zal resulteren in een verbetering van de waterkwaliteit van de Haringebeek (en de hierop aansluitende grachten) hetgeen de verdere ontwikkeling van de watergebonden soorten ten goede komt. Door de geplande bestemmingswijziging van een biologisch minder waardevol terrein wordt de bouw en de exploitatie van een kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie mogelijk. Na uitbouw van het rioleringsstelsel zal hierdoor een aanzienlijke vuilvracht (circa 900 IE à 60g BZV/IE/dag) gezuiverd worden alvorens in de omgeving verspreid te worden hetgeen de algemene waterkwaliteit en de ontwikkeling van watergebonden soorten ten goede zal komen.


33

Stad Poperinge

3.8

LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

Bronnen: Landschapsatlas (Figuur 8); Milieubeleidsplan Poperinge 2005 – 2009; Voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan „Waterzuiveringsinstallatie Proven‟ (GEOMEX, 2010); Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (http://paola.erfgoed.net/sdx/inventaris/). Referentiesituatie: In de directe nabijheid van het plangebied bevinden zich geen beschermingen i.k.v. de landschapsatlas (Figuur 8). Ten oosten van het plangebied ligt het lijnrelict L30068 Haringebeek (Figuur 8). De loop van de beek is relatief goed bewaard gebleven: de toestand van de beek zoals op de Ferrariskaarten zijn nog duidelijk herkenbaar. Ten zuiden van de kern van Proven ligt de relictzone R30073 Hoppeland van Poperinge (Figuur 8). Deze relictzone omvat de waterscheidingskam tussen de Yzer en de Vleterbeek. De zone wordt gekenmerkt door een open landschap met talrijke hoppevelden tussen de akkers en weilanden. Volgens de inventarisatie van het bouwkundig erfgoed bevinden er zich 2 geklasseerde hoeven in de Blasiusstraat: één ter hoogte van nummer 17, één ter hoogte van nummer 41. De vallei van de Haringebeek wordt geselecteerd als een natuurverbindingsgebied. Het ruimtelijk beleid dat de gemeente wenst te voeren in dergelijke gebieden van gemeentelijke niveau is gericht op het behoud het herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen. Effectbespreking: Bij het ontwerp van de site en de keuze van de grootte van het terrein, staat een landschappelijke integratie gekoppeld aan een compact ruimtegebruik voorop. De zone voor landschappelijke inkleding (groenbuffer) wordt verhoudingsgewijs tot de zone waar de constructies voorzien wordt relatief ruim (5m) voorzien teneinde een efficiënte landschappelijke inkleding te garanderen. De groenbuffer wordt enkel doorbroken voor de toegang tot de site op dergelijke wijze dat een veilige toegang van de site voor tank- en vrachtwagens gewaarborgd is. Het gemeentelijk RUP „Waterzuiveringsstation Proven‟ beoogt de huidige bestemming van het terrein te wijzigen in zone voor gemeenschapsvoorzieningen in functie van waterzuivering en groenbuffer. In de stedenbouwkundige voorschriften kunnen beperkingen opgelegd worden m.b.t. de bouwhoogte, verharde oppervlakte, ontsluiting, inrichting van de bufferzone, e.d. De bufferzone dient volledig te worden aangeplant met een mengeling van streekeigen heesters, planten en hoogstammige bomen. De aanplanting dient een continu karakter te hebben (onderbreking i.f.v. de ontsluiting is toegelaten) en dient zijn buffer vermogen ook tijdens de wintermaanden te behouden. Het aanleggen en onderhouden van afwateringskanalen (al dan niet i.f.v. waterbuffering) en ondergrondse leidingen (o.a. influent- en effluentleidingen) zijn eveneens toegelaten, zolang ze geen afbreuk doen aan de bufferende functie van het groenscherm.


34

Stad Poperinge

Om het potentieel aanwezige archeologisch erfgoed te consolideren, zal in het kader van de bouwvergunningsaanvraag advies gevraagd worden aan het Agentschap Ruimtelijke Ordening, Afdeling Onroerend Erfgoed. Archeologische toevalsvondsten dienen zowel tijdens de werken als tijdens de exploitatie van de KWZI binnen de 3 dagen gemeld te worden aan het Agentschap Ruimte en Erfgoed volgens het algemene principe van de vondstmeldingsplicht. Door de bestemmingswijziging en de hieraan gekoppelde exploitatie van de KWZI Proven zal het uitzicht van het gekozen terrein wijzigen. Het groenscherm dient zodanig ingericht te worden dat de mogelijke visuele hinder door de constructies van de KWZI gereduceerd wordt. Het naleven van de stedenbouwkundige voorschriften, goede exploitatie van de KWZI en een correct onderhoud van het voorziene groenscherm zorgen er voor dat de landschappelijke hinder tot het minste gereduceerd wordt.


35

Stad Poperinge

4.

ALGEMEEN BESLUIT

Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Waterzuiveringsstation Proven beoogt de wijziging van de huidige bestemming (landschappelijk waardevol agrarisch gebied) in zone bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen in functie van waterzuivering en bufferzone (Bijlage 5.2). Het planningsinitiatief bevindt zich in herbevestigd agrarisch gebied regio KustPolders-Westhoek (BVR 31/03/2006), maar vermits het voorliggende planningsinitiatief, i.f.v. openbaar nut, uitvoering geeft aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Poperinge, is dergelijk uitvoeringsplan alsnog mogelijk binnen herbevestigd agrarisch gebied. Uit bovenstaande uiteenzetting kan geconcludeerd worden dat de geplande bestemmingswijziging en de hieraan gekoppelde exploitatie van een KWZI geen significant negatieve effecten genereert voor de nabije omgeving. Er kan eerder gesteld worden dat de exploitatie van de geplande KWZI Proven een positief effect heeft, vermits deze bijdraagt tot een algemene verbetering van de waterkwaliteit van de omringende waterlopen. De algemene stedenbouwkundige voorschriften (zoals opgenomen in hoofdstuk 3.1 Ruimtelijke Ordening) en de meer gedetailleerde voorschriften die onderdeel zullen vormen van het RUP, dienen steeds nageleefd te worden. Een plan-MER levert ons inziens hierbij geen nieuwe of bijkomende relevante informatie op.


36

Aquafin NV

5.

BIJLAGEN

5.1

VERKLARENDE WOORDENLIJST

Aëroob

Omstandigheden met aanwezigheid van vrije zuurstof in het milieu.

Ambtelijk BekkenOverleg Vlaanderen is ingedeeld in 11 rivierbekkens en voor elk bekken werd een comité opgericht. Dit is samengesteld uit een plenaire vergadering, een stuurgroep en niet gespecificeerde werkgroepen bevoegd voor waterkwaliteit, waterkwantiteit en ecologie. De algemene vergadering bestaat uit vertegenwoordigers van de ter zake bevoegde administraties, de lokale en provinciale besturen en de verenigingen die representatief zijn voor verschillende gebruikers van het oppervlaktewater. Het doel van het ABO is het in praktijk brengen van het integraal waterbeheer. Antropogeen

Ontstaan door menselijke activiteit.

Basiskwaliteit

Kwaliteit van het oppervlaktewater warbij de normale evenwichtige ontwikkeling van het biologisch leven hersteld wordt of, waar aanwezig gehandhaafd blijft.

Bemaling

Kunstmatig verlagen van de grondwatertafel of het overpompen van een teveel aan water, zodat de riolering in droge omstandigheden kan worden aangelegd.

Biotoop

Ruimtelijk min of meer homogeen gebied met van de omgeving afwijkende levensomstandigheden, bewoond door een bepaalde levensgemeenschap; woongebied van een groep organismen.

Bodem

Het vaste deel van de aarde met inbegrip van het grondwater en de organismen die zich erin bevinden.

BPA

Een BPA is een Bijzonder Plan van Aanleg. Het is een plan dat een gedeelte van het grondgebied van een gemeente beslaat en de bestemmingen van de grond weergeeft. Het BPA geeft ook per bestemming een aantal voorschriften (bvb. bouwverbod of maximale bouwhoogte). Een BPA verfijnt of vervangt het gewestplan.

BWK

Biologische Waarderingskaart. De voorkomende vegetatie wordt, aan de hand van een uniforme lijst van karteringseenheden, geïnventariseerd en in kaart gebracht. Aan ieder ecotoop wordt een waarde toegekend.

Capaciteit RWZI

De capaciteit van een installatie is de hoeveelheid afvalwater die op een biologische manier gezuiverd kan worden en wordt uitgedrukt in inwonersequivalenten (IE).

Collector

Een collector is een verzamelriool die het ongezuiverde afvalwater van o.a. gemeentelijke rioleringen opvangen en doorvoeren naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Debiet

Het aantal m3 water dat per seconde op een bepaald punt passeert.


37

Aquafin NV Denitrificatie

Omzetting van nitraatstikstof naar lachgas (N2O) en stikstofgas (N2) door micro-organismen.

DWA

Droogweerafvoer; de inhoud van een riolering bij droog weer. In tegenstelling tot RWA (regenweerafvoer) is dit sterk geconcentreerd afvalwater.

Ecosysteem

Samenhangend geheel van elkaar onderling beïnvloedende planten, dieren, mensen en omgeving in een bepaald gebied.

Effluent

Geloosd afvalwater, al dan niet gezuiverd.

Fauna

De gezamenlijke diersoorten die in een bepaald land of een bepaald geologisch tijdperk voorkomen.

Flora

De gezamenlijke plantensoorten die de vegetatie van een bepaalde streek of periode vormen.

Gemengd rioleringsstelsel Afval- en regenwater worden in dezelfde leidingen verzameld en naar de RWZI gevoerd. Gravitaire leiding

In een gravitaire leiding loopt het rioolwater op een natuurlijke wijze van hoog naar laag (hoogteverschil).

Grondwater

Water onder het grondoppervlak, meestal beperkt tot water onder de grondwaterspiegel.

GRS

Het gemeentelijk structuurplan is een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur op lange termijn. Het bevat eveneens een informatief, richtinggevend en bindend gedeelte toegespitst op de gemeente.

IBA

Individuele Behandeling van Afvalwater. Woningen die (nog) niet op de openbare riolering worden aangesloten kunnen zelf instaan voor de zuivering van hun afvalwater door gebruik te maken van een IBA. Deze installaties variëren van ondergrondse bezinkputten met biologische zuivering tot rietvelden of kokosmatten. Sommige gemeentebesturen dragen bij in de kosten voor de plaatsing van een IBA.

IE

Een inwonersequivalent (IE) is de gemiddelde afvalwater die één persoon per dag produceert.

IP

Een investeringsprogramma (IP) voor de uitbouw van de bovengemeentelijke waterzuiveringsinfrastructuur wordt aan Aquafin opgedragen door de minister van Leefmilieu, op voordracht van de VMM. Het omvat de algemene planning van de uitbouw en de financiering van de te bouwen RWZI‟s, leidingen en pompstations.

Influent

Ongezuiverd binnenkomt.

KWZI

Kleinschalige waterzuiveringsinstallatie.

water

dat

op


een

hoeveelheid

afvalwaterzuiveringsinstallatie

38

Aquafin NV Lozingspunt

Plaats waar het afvalwater rechtstreeks (ongezuiverd vanuit de riool) of onrechtstreeks (na doorlopen van het zuiveringsproces) in het oppervlaktewater terechtkomt.

M.e.r.

De procedure die al dan niet leidt tot het opstellen en goedkeuren van een milieueffectrapport over een voorgenomen actie en in voorkomend geval tot het gebruik ervan als hulpmiddel bij de besluitvorming omtrent deze actie.

MER

Een openbaar document waarin, van een voorgenomen project, plan of programma en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven de te verwachten gevolgen voor mens en milieu in hun onderlinge samenhang op systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze worden geanalyseerd en geëvalueerd, en aangegeven wordt op welke wijze de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden.

Overstort

Constructie die toelaat dat, in gemengde rioleringsstelsels, verdund afvalwater (bv bij een fikse regenbui), dat niet naar de RWZI kan gevoerd worden of in het collectorenstelsel kan geborgen worden, in het oppervlaktewater terechtkomt.

Passende beoordeling

De passende beoordeling is een schriftelijk verslag dat de mogelijke gevolgen van het plan of project op het beschermingsgebied en de kwetsbare soorten bepaalt. Effecten zoals geluidsverstoring, verdroging, eutrofiëring, versnippering, … worden op korte, middellange en lange termijn bekeken.

Persleiding

Leiding die afvalwater onder druk (stroomafwaarts van een pompstation) transporteert om hoogteverschillen te overwinnen.

Pompstation

Een pompstation wordt aangelegd op een collectortraject om het water van een lager naar een hoger gelegen punt op te pompen.

Projectgebied

Het gebied waarin een voorgenomen activiteit gepland is.

RSV

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen is een wetenschappelijk onderbouwde visie over hoe we in Vlaanderen met onze schaarse ruimte moeten omgaan om een zo groot mogelijke ruimtelijke kwaliteit te krijgen. Het is sinds 1997 van kracht als kader voor het ruimtelijk beleid.

RUP

Een RUP is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Het is een plan dat de bestemmingen van de grond weergeeft en per bestemming een aantal voorschriften inhoudt (bv. bouwverbod of maximale bouwhoogte). Het plan verfijnt of vervangt het gewestplan. Een RUP kan op gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk niveau worden opgemaakt.

RWZI

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

Screening

Een screeningsnota omvat een schriftelijke document waarin de initiatiefnemer de milieueffecten van het vooringenomen plan of programma met eventuele alternatieven worden ingeschat, en indien nodig worden milderende maatregelen voorgesteld. Het onderzoek


39

Aquafin NV naar plan-m.e.r. heet tot doel de relevante instanties enerzijds en dienst Mer anderzijds te overtuigen dat het beoogde plan geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Septisch materiaal

Vast- en vloeibaar materiaal afkomstig van de ruiming van septische putten van gebouwen.

Stroomafwaarts

In de richting van de stroom

Stroomopwaarts

Tegen de richting van de stroom

Toestand b

Toestand onmiddellijk na uitvoering van het project

Toestand c

Toestand na uitvoering van de projecten van alle gekende investeringsprogramma‟s en alle andere projecten die binnen de 5 jaar zullen uitgevoerd worden, met inbegrip van alle woonuitbreidingsgebieden met betrekking tot die periode; dit zal echter specifiek per studie worden geëvalueerd en nader gespecifieerd. Open percelen in de bouwzone worden niet in rekening gebracht. Alleen die verharde oppervlakten waarvan we concreet weten dat ze binnen de beschouwde periode van 5 jaar zullen worden afgekoppeld van het rioleringsstelsel, worden afgekoppeld ondersteld.

Toestand d

Toestand na volledige uitbouw van het rioleringsstelsel (inclusief rioolwaterzuiveringsinstallatie). Als aantal huishoudelijke IE‟s wordt het huidige aantal IE‟s genomen, vermeerderd met de woonuitbreidingsgebieden die binnen de 5 jaar zullen gerealiseerd worden. Open percelen worden niet in rekening gebracht. Alle verharde oppervlakten waarvan we aannemen dat ze op termijn afgekoppeld kunnen worden van het rioleringsstelsel, worden afgekoppeld ondersteld.

Toestand e

Hierbij worden alle woonuitbreidingsgebieden in rekening gebracht, behalve deze die definitief niet zullen uitgevoerd worden; alle percelen in bouwzones worden opgevuld verondersteld. Per perceel zullen 3 IE‟s worden geteld.

VMM

Vlaamse Milieu Maatschappij.

Voorbezinktank

Bezinkingsbekken voor de afscheiding van de bezinkbare deeltjes in het stadium voor de biologische zuivering.

Zoneringsplan

Een zoneringsplan is een gedetailleerd plan waarop staat aangegeven op welke manier het afvalwater van de woningen gezuiverd wordt (of zal worden). Dit kan individueel of collectief gebeuren. Individueel betekent dat de desbetreffende woning zelf zal moeten instaan voor de zuivering van het afvalwater, met behulp van een IBA. Collectief wil zeggen dat het afvalwater van verschillende woningen verzameld zal worden, om eerst via riolering en daarna via een collector getransporteerd te worden naar een kleine of grote rioolwaterzuiveringsinstallatie. De beslissing of er individueel of collectief gezuiverd wordt, gebeurt door het gemeentebestuur in overleg met de VMM, rekening houdend met zowel economische als ecologische factoren.


40

Aquafin NV

5.2

VOORSTEL GRAFISCH PLAN RUP WATERZUIVERINGSSTATION PROVEN


41

Aquafin NV

5.3

TOETSING MILIEUKWALITEITSNORMEN HARINGEBEEK (OPW. EN AFW. VAN HET PLANGEBIED) IN 2007 & 2008 (BRON: VMM)


42

Aquafin NV


43

Aquafin NV


44

Aquafin NV


45

Aquafin NV

5.4

OVERZICHT GEGEVENS BBI OP DE HARINGEBEEK (BRON: VMM)


46

Aquafin NV

6.

FIGUREN

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9a Figuur 9b Figuur 9c Figuur 10 Figuur 11 Figuur 12 Figuur 13 Figuur 14

Situering zuiveringsgebied Proven Overzicht zoneringsplan Poperinge thv het zuiveringsgebied Proven Situering plangebied tov het gewestplan nr. 5 Ieper – Poperinge Situering plangebied tov het orthofotoplan Situering locatiealternatieven Processchema KWZI Proven Preliminair inplantingsplan KWZI Proven Situering plangebied tov de landschapsatlas Watertoets: overstromingsgevoelige en infiltratiegevoelige gebieden Watertoets: hellingenkaart en erosiegevoelige gebieden Watertoets: grondwaterstromingsgevoelige gebieden en winterbeddingenkaart Overzicht landbouwareaal t.h.v. het plangebied Situering grondwaterwinningen en VMM-meetpunten op de Haringebeek Situering plangebied tov de bodemkaart 27/4 van België Situering plangebied tov de geactualiseerde biologische waarderingskaart Situering plangebied tov ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor ecotoopverlies


47

Aquafin NV

7.

TABELLEN

Tabel 1: Afspraken ivm het beleidsniveau van de ruimtelijke uitvoeringsplannen ............................7 Tabel 2: Matrix met juridische en beleidsmatige randvoorwaarden ................................................ 11 Tabel 3: Ingreep-effectmatrix ......................................................................................................... 16 Tabel 4: Overzicht Aquafin-projecten in het zuiveringsgebied Proven ........................................... 22 Tabel 5: Milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht (Vlarem II, Bijlage 2.2.1.) ...................... 27


48

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Waterzuiveringsinstallatie Proven

Recommend Documents