Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan OCMW-campus Bosdreef

Provincie Oost-Vlaanderen

Gemeente Lochristi

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan OCMW-campus Bosdreef Onderzoek tot milieueffectenrapportage Nota voor dienst MER dd 11/03/2013

Gemeentebestuur Lochristi Dorp-West 52 9080 Lochristi

Gaspar Bosteels Ruimtelijk Planner

Dossiernr.: 11.003ro

Alain Koppen Zaakvoerder

Datum: 11/03/2013

0. 0. 1.

INHOUD

Inhoud .............................................................................................................................................. 2 Inleiding ............................................................................................................................................ 3 1.1. Algemeen................................................................................................................................. 3 1.2. Inlichtingen en coördinaten initiatiefnemer .............................................................................. 3 1.3. Situering van het plangebied ................................................................................................... 4 1.4. Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan ...................................................... 4 1.5. Proces onderzoek tot m.e.r. .................................................................................................... 5 2. Beschrijving van het voorgenomen RUP ......................................................................................... 6 2.1. Afweging alternatieven ............................................................................................................ 6 2.2. Ontwikkelingsvisie ................................................................................................................... 6 2.3. Voorstel tot vertaling tot RUP .................................................................................................. 7 3. Omschrijving eventuele grensoverschrijdende effecten .................................................................. 7 4. Beschrijving en inschatting van mogelijke milieueffecten ................................................................ 8 4.1. Mens-gezondheid en veiligheid ............................................................................................... 8 4.2. Ruimtelijke ordening ................................................................................................................ 8 4.3. Biodiversiteit, fauna en flora .................................................................................................... 9 4.4. Energie- en grondstoffenvoorraden ......................................................................................... 9 4.5. Bodem ................................................................................................................................... 10 4.6. Water ..................................................................................................................................... 10 4.7. Atmosfeer, klimatologische factoren en geluid ...................................................................... 11 4.8. Licht ....................................................................................................................................... 12 4.9. Stoffelijke goederen ............................................................................................................... 12 4.10. Landschap, cultureel erfgoed en archeologie ....................................................................... 12 4.11. Mobiliteit................................................................................................................................. 12 4.12. Samenhang tussen disciplines .............................................................................................. 17 4.13. Algemene Conclusie .............................................................................................................. 17 5. In voorkomend geval alle relevante gegevens waarom geen plan-mer noodzakelijk is ................ 17 6. Bespreking adviezen ...................................................................................................................... 18 6.1. Overzicht adviezen ................................................................................................................ 18 7. Bijlagen ........................................................................................................................................... 18

1.

INLEIDING

1.1.

Algemeen

Op de OCMW-campus in de Bosdreef, bevinden zich een rusthuis, de OCMW-administratie, het sociaal huis, en 17 serviceflats. Volgens de voorschriften van het Algemeen Plan van Aanleg van de gemeente Lochristi zijn in deze woonzone maar maximaal 15 wooneenheden per hectare toegelaten. Dit wil zeggen dat met de bestaande invulling al het maximum is bereikt. De gemeente wil in samenspraak met het OCMW de bestemming wijzigen naar een openbare bestemming zodat de zorgcampus verder kan uitgebouwd worden en meer wooneenheden i.k.v. ouderenzorg mogelijk zijn. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd dit als actie opgenomen. Op twee andere plaatsen in de gemeente dient de zone voor openbare bestemming eveneens aangepast te worden (t.h.v. gemeentehuis en begraafplaats Molenstraat). De gemeente heeft daarom tegelijkertijd drie planningsprocessen i.v.m. de aanpassing van de zone voor openbare bestemming opgestart. Conform het decreet van 27 april 2007 houdende wijzigingen van het milieubeleid dient de initiatiefnemer voor een Ruimtelijk UitvoeringsPlan de noodzaak tot opmaak van een plan-MER te onderzoeken tijdens het planningsproces. Vooreerst werd het advies gevraagd van een aantal instanties met een nota waarin de voorstellen tot RUP werden beschreven en waarin werd nagegaan of er aanzienlijke milieueffecten zijn op mens en milieu tengevolge van het plan. Na ontvangst van de adviezen werd mei 2012 de dienst MER gevraagd om een beslissing te nemen of al dan niet een plan-MER noodzakelijk is. Bij schrijven van 05 juni 2012 (kenmerk: LNE/MER/OHPL1199/2012) werd evenwel de beslissing uitgesteld omdat het dossier verder diende uitgewerkt te worden voor de aspecten geluid, lucht, ruimtelijke ordening en mobiliteit. In deze screeningsnota is dit verder uitgewerkt. Deze nota bouwt voort op vorige nota dd 07/05/12 welke reeds eerder aan de dienst MER werd bezorgd. Al de wijzigingen tegenover de vorige nota worden met een zijdelingse markeringslijn aangeduid (zoals aan deze alinea) om de leesbaarheid te bevorderen.

1.2.

Inlichtingen en coördinaten initiatiefnemer

Gemeentebestuur van Lochristi Dorp-West 52 9080 Lochristi Behandelende ambtenaar: Ellen De Mey, stedenbouwkundig ambtenaar Telefoon: 09/326.88.25 e-mail: [email protected]

RUP OCMW-campus Bosdreef, te Lochristi nota voor raadpleging instanties dd 11/03/2013

3 Studiegroep IRTAS

1.3.

Situering van het plangebied

Kaart 1: Situering van het plangebied op topografische kaart en stratenplan. Kaart 2: Situering van het plangebied op het gewestplan (1977) Kaart 3: Situering van het plangebied op het APA van Lochristi (1994) Kaart 4: Situering van het plangebied op ortho-foto (2009) De gemeente Lochristi ligt tussen Lokeren en de agglomeratie van Gent. Het studiegebied bevindt zich in het centrum van de hoofdkern van Lochristi. Ten westen van het studiegebied zijn op ongeveer 3,5km de R4 (ring rond Gent) en op 5km de Gentse haven met het kanaal Gent-Terneuzen gelegen. In het zuiden bevindt zich op 4,5km de autosnelweg E17 tussen Antwerpen en Gent. Het plangebied omvat de percelen van de OCMW-campus aan de Bosdreef. Het heeft een totale oppervlakte van 28.500m² en bevindt zich aan de oostzijde van de Bosdreef en ten zuiden van de N70 die de dorpskern van Lochristi doorkruist. De campus bevindt zich op nog geen 600m van het gemeentehuis. De oostelijke grens van het plangebied wordt afgebakend door de woonstraat (Veldleeuwerikhof) van een recent gerealiseerde verkaveling. In het zuiden wordt de grens deels gevormd door de ontsluitingsweg (Fazantenstraat) van de verkaveling en deels door de perceelsgrenzen van de bouwloten aan de overzijde van de straat die eigendom zijn van het OCMW. Deze loten worden opgenomen in het RUP. Langs de westzijde bevindt de Bosdreef met aan de overzijde hiervan woningen. Tenslotte grenst het plangebied in het noorden aan de achterzijde van enkele grote handelszaken langsheen de gewestweg N70.

1.4.

Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan

Doelstelling: De gemeente wil samen met het OCMW door middel van een RUP de bestemming van de OCMWcampus wijzigen naar een openbare bestemming zodat de zorgcampus verder kan uitgebouwd worden en er meer wooneenheden i.k.v. ouderenzorg mogelijk zijn.

Reikwijdte Het plangebied is beperkt tot de oppervlakte (28.500m²) in eigendom van het OCMW en een klein stukje van de Fazantenstraat. Het RUP beperkt zich tot het beleidsdomein ruimtelijke ordening.

Detailleringsgraad Één bestemmingsvoorschrift in functie van gemeenschapsvoorzieningen met hierop enkele beperkingen en randvoorwaarden. Voor de Fazantenstraat wordt een aparte zone voor openbaar domein voorzien.


4 Studiegroep IRTAS

1.5.

Proces onderzoek tot m.e.r.

Vooreerst werd het toepassingsgebied en de plan-MER-plicht nagegaan op het RUP conform het decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (DABM). Fase 1: Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘OCMW-campus Bosdreef’ te Lochristi valt onder de definitie van een plan zoals gedefinieerd in het DABM. Het RUP wordt immers opgemaakt door de gemeente conform het decreet op de ruimtelijke ordening en zal conform de procedure uiteindelijk vastgesteld worden door de gemeenteraad en goedgekeurd door de deputatie. Fase 2: Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘OCMW-campus Bosdreef’ te Lochristi valt onder het toepassingsgebied van het DABM. Het RUP zal immers het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project. Fase 3: Het ruimtelijk uitvoeringsplan is niet van rechtswege plan-MER-plichtig. Het vormt geen kader voor vergunning van zogenaamde bijlage I en II-projecten of project onder omzendbrief LNE 2011/1 en aangezien het niet in of in de omgeving ligt van een speciale beschermingszone is geen passende beoordeling nodig. Bijgevolg dient er voor het RUP een onderzoek tot milieueffectenrapportage te gebeuren. Er dient nagegaan te worden of er aanzienlijke milieueffecten zijn op mens en milieu tengevolge van het plan. Dit gebeurt conform de procedure vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectenrapportage over plannen en programma’s van 12 oktober 2007.

Zoals in het begin van de inleiding vermeld, werd reeds een nota ter advies voorgelegd aan verschillende instanties. Op voorstel van de dienst Milieueffectenrapportagebeheer (schrijven dd 14/09/11 met kenmerk LNE/MER/OHPL1199/2011) werden volgende instanties geraadpleegd: e o Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 3 directie, dienst 33 Ruimtelijke ordening en stedenbouw, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent o Agentschap Ruimte en Erfgoed, Ruimtelijke ordening Oost-Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 te 9000 Gent o Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend erfgoed Oost-Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 te 9000 Gent o Departement MOW, Gr. De Ferrarisgebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 2 te 1000 Brussel o VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, Koning Albert II-laan 20 bus 16 te 1000 Brussel Aan deze instanties werd een verzoek tot advies gericht of het plan volgens hun expertise aanzienlijke milieueffecten zou kunnen veroorzaken. Alle instanties hebben een advies gegeven, welk in bijlage van deze nota is bijgevoegd.


5 Studiegroep IRTAS

2.

BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN RUP

2.1.

Afweging alternatieven

De OCMW-campus is zeer goed gesitueerd in het centrum van Lochristi. Het sluit direct aan op de kernwoonzone langs de N70. Het is goed bereikbaar met de fiets en het openbaar vervoer. Het is bijgevolg de ideale plaats om de zorgcampus verder uit te bouwen. De bebouwingsgraad van de campus is nog laag. Er rest nog ruimte om deze site uit te bouwen i.f.v. een optimale sociale dienstverlening door het OCMW. Alternatieve locaties werden bijgevolg niet nagegaan. Een verdere invulling op de bestaande campus is immers de meest duurzame invulling.

2.2.

Ontwikkelingsvisie

Na studie van de planningscontext en de bestaande toestand werd reeds een eerste ontwikkelingsvisie opgemaakt. Vooraan zijn de gebouwen momenteel ingebed in een ruime parkachtig aangelegde voortuin. De ontwikkelingsvisie stelt dan ook een verdere uitbouw van de gebouwenstructuur voorop maar waarbij de kwaliteiten van de groenstructuur niet achteruitgaan. Aldus wordt een groene campus bekomen waarin het voor de bewoners aangenaam leven is. Via de Bosdreef wordt aangetakt op de hoofdstructuur binnen Lochristi: de gewestweg N70. Secundair is de Fazantenstraat. Op de hoek van de Bosdreef en de Fazantenstraat mag een markant element of gebouw de nadruk leggen op de aanwezigheid van de OCMW-campus. Aldus kan dit als een herkenbaar baken binnen Lochristi fungeren. De invulling van de braakliggende percelen aan de overzijde van de Fazantenstraat zou in dialoog kunnen gaan met de bestaande gebouwen aan de overzijde (serviceflats).


6 Studiegroep IRTAS

2.3.

Voorstel tot vertaling tot RUP

Kaart 4: Situering van het plangebied op ortho-foto (2009) Kaart 5: Schetsontwerp RUP OCMW-campus Bosdreef Kaart 6: Foto’s projectgebied

a. Huidige toestand Het plangebied kan onderverdeeld worden in 4 zones, namelijk het grasland aan de oostzijde, De braakliggende percelen aan de zuidzijde van de Fazantenstraat, de recente serviceflats en tot slot het gebouwencomplex en de omgeving van het rusthuis/sociaal huis. Centraal op perceel 270x staat dus het gebouwencomplex van het OCMW. Dit houdt aan de noordelijke zijde het sociaal huis in en voor het grootste overig deel het rusthuis. Het rusthuis bestaat uit 2 bouwlagen met een zadeldak erop. Het sociaal huis is een recenter aangebouwd geheel en heeft één tot twee bouwlagen onder platte daken. De omgeving van het gebouwencomplex is ingericht met toegangsverhardingen (± 5m breed), parkeerstroken en ruime groenvoorzieningen. Er zijn twee opritten tot het terrein van het OCMW. In de noordoosthoek van het perceel bevindt zich een garagegebouw waarin een elektriciteitscabine geïntegreerd is. Vooraan en opzij is de parking en toegang tot de gebouwen voor bezoekers. Aan de achterzijde is dit bestemd voor het personeel. Er zijn in totaal 80 parkeerplaatsen beschikbaar plus 4 voorbehouden parkeerplaatsen voor dokters of rolstoelgebruikers. Op twee plaatsen zijn ook beperkte fietsenstallingen voorzien. Aan de oostzijde van het rusthuis zijn aaneensluitend een zone voor afvalcontainers en kooien voor pluimvee ingericht. De serviceflats zijn ondergebracht in één gebouw dat naar de Fazantenstraat gericht is. Het is een gebouw met 2 bouwlagen en plat dak. De omgeving rondom het gebouw is ingericht als tuin. Ten oosten van het gebouw is een oprit aangelegd naar een achtergelegen parking en carports. Hier is ruimte voor 18 parkeerplaatsen (waarvan 6 overdekt en 1 voorbehouden). Onder de carport is tevens plaats voorzien voor fietsen en afvalcontainers. Aan de overzijde van de serviceflats bevinden zich 4 percelen aan de Fazantenstraat die eigendom zijn van het OCMW. Deze percelen liggen momenteel braak en maken deel uit van de recente verkaveling. De Fazantenstraat is de ontsluitingsweg van de verkaveling en bestaat uit een 6m brede betonnen rijweg met aan de zuidzijde een aanliggend dubbelrichtingsfietspad. De zijbermen zijn onverhard. Aan de zuidzijde ligt een grote gracht. D.m.v. kokers werden al individuele toegangen tot de percelen voorzien. Het perceel 268c aan de oostzijde van het plangebied is tevens eigendom van het OCMW en betreft een open grasland.

b. RUP Het plangebied zal bestemd worden tot zone voor gemeenschapsvoorziening en zone voor openbaar domein tussen de rooilijnen van de Fazantenstraat. In de stedenbouwkundige voorschriften zullen de functies en bebouwingsmogelijkheden verder afgelijnd worden. Het aantal toegelaten woongelegenheden zal worden verhoogd en er zal een maximum aantal bouwlagen worden vastgelegd (2 of 3 afhankelijk de locatie in het plangebied).

3.

OMSCHRIJVING EVENTUELE GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

Gezien de beperktheid van het plangebied zijn er geen grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten door het plan.


7 Studiegroep IRTAS

4.

BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN

Kaart 7: Biologische waarderingskaart in het plangebied Kaart 8: Watertoetskaarten deel 1 Kaart 9: Watertoetskaarten deel 2 De verschillende milieudisciplines worden hier overlopen en er wordt nagegaan of er significante milieueffecten kunnen verwacht worden.

4.1.

Mens-gezondheid en veiligheid

Referentie

Het plangebied betreft de bestaande OCMW-campus met een rusthuis, het sociaal huis, een aantal serviceflats en een grasland. Aan de overzijde van de Fazantenstraat zijn enkele braakliggende bouwkavels mee opgenomen. (zie ook uitgebreidere beschrijving bestaande toestand onder 2.3.) Er is geen SEVESO-inrichting op minder dan 2km van het plangebied. Het RUP zal niet een SEVESO-inrichting mogelijk maken.

Wijzigingen

Het RUP maakt een verdere uitbouw van de sociale dienstverlening te Lochristi mogelijk evenals het bijbouwen van woongelegenheden voor ouderen. Dit zal in de toekomst bijkomend verkeer genereren wat meer geluid en fijn stof kan veroorzaken. Ook de verwarming van de bijkomende gebouwen kan extra fijn stof opleveren. De impact zal evenwel beperkt zijn. De ideale locatie in het centrum van Lochristi zorgt dat ook via alternatieve vervoerswijzen de site goed bereikbaar is. Het mogelijk maken om compact meerdere woonunits te bouwen zorgt voor een energetisch gunstigere situatie. Het is beter om de ouderenvoorzieningen en andere sociale voorzieningen te concentreren op één campus om de verplaatsingen te beperken. Stof- en geluidshinder bij bouw van bijkomende gebouwen op de campus is mogelijk. Dit is evenwel tijdelijk en enkel tijdens de werkdagen.

Milderende maatregelen Conclusie

-

4.2.

Er zijn geen negatieve effecten, integendeel er kunnen meer sociale faciliteiten, evenals sociale woongelegenheden voor ouderen gerealiseerd worden. Tijdelijk kan tijdens de bouwfase hinder zijn.

Ruimtelijke ordening

referentie

- Gewestplan: woongebied en woonuitbreiddingsgebied - APA: woonzone en kernwoonzone

wijzigingen

Woonzone en kernwoonzone worden omgezet naar een zone voor gemeenschapsvoorziening. Aan de oostzijde paalt de campus aan een monofunctionele verkaveling met woningen in open en halfopen bebouwingen. De OCMW-campus zal daarentegen een diverse invulling krijgen met enerzijds wooneenheden maar anderzijds ook bijkomende publiekaantrekkende functies zoals een dienstencentrum, … De inplanting van de verschillende functies moet met zorg gebeuren, rekening houdend met de omgevende randen. De inplanting van een publieksaantrekker, zoals een lokaal dienstencentrum, op het einde van de Veldleeuwerikhof zou voor deze doodlopende woonstraat een te grote belasting betekenen. Net zoals ook de inplanting van een mastodont van een gebouw op korte afstand van de ééngezinswoningen in de Veldleeuwerikhof de draagkracht van deze woonstraat zou overtreffen. Inplantingen ten opzichte van de Bosdreef hebben dan weer wel een ruimere draagkracht. Er is dus een differentiatie in het plangebied mogelijk.


8 Studiegroep IRTAS

De loten ten zuiden van de Fazantenlaan maken momenteel nog deel uit van de grote omgevende woonverkaveling. De bestaande afstandsregels en toegelaten gabarieten van de verkaveling blijven hier best gerespecteerd ten opzichte van de aanpalende loten.

Milderende maatregelen

In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP dienen volgende milderende maatregelen opgenomen te worden: - Publieke toegangen i.f.v. publiekaantrekkende functies op deze site (functies met balie, toegang rusthuis) worden georiënteerd naar de Bosdreef en Fazantenstraat. - De ontsluiting van gezamenlijke parkeererven wordt enkel mogelijk via Bosdreef en Fazantenstraat. Enkel individuele toegangen tot woonentiteiten en noodwegen mogen bijgevolg bereikbaar zijn via de Veldleeuwerikenhof. - Maximum 2 bouwlagen voor de bebouwing langsheen de Veldleeuwerikhof en Fazantenstraat (behoudens op hoek met Bosdreef). Maximum 3 bouwlagen langsheen de Bosdreef. - De gebouwen worden op minimum 8m van de zonegrenzen van het RUP ingeplant (uitgezonderd deel ten zuiden van Fazantenlaan waarbij afstandregels van verkaveling worden overgenomen). - Er dient een maximum bebouwingsgraad opgenomen te worden zodat het campusmodel (bebouwing binnen groene parkachtige omgeving) bewaard blijft en ruimtelijke draagkracht omgeving niet wordt overschreden. In het RUP dient een nader onderzoek te gebeuren naar het ruimtelijk programma om de maximum bebouwingsgraad te bepalen (zie ook mogelijke scenario’s onder aspect mobiliteit). Dit moet minder zijn dan of aanleunen tegen de bebouwingsgraad van de omliggende percelen, zijnde 24%. - Tevens dient vanuit ontwerpend onderzoek een minimum begroeningsgraad (bijvoorbeeld 40%) bepaald te worden. Dit moet verhinderen dat de onbebouwde ruimte volledig verhard wordt en dat het campusmodel bewaard blijft.

Conclusie

Mits milderende maatregelen zijn er geen aanzienlijke effecten.

4.3.

Biodiversiteit, fauna en flora

referentie

- zie bestaande toestand (2.3.) - biologische waarderingskaart: er zijn enkele waardevolle en minder waardevolle percelen in en rond het plangebied gelegen, maar deze zijn achterhaald vanwege de recent ontwikkelde verkaveling (zie kaart 7a).

wijzigingen

De percelen waar bijkomende bebouwing mogelijk is, liggen momenteel braak of zijn in gebruik als grasland. Er is bijgevolg weinig biodiversiteit aanwezig. Met een parkachtige omgevingsaanleg met streekeigen beplanting zal zelfs een betere biodiversiteit bekomen worden. -


4.4.

Er zijn geen aanzienlijke effecten.

Energie- en grondstoffenvoorraden

referentie

- zie bestaande toestand (2.3.) - het plangebied is niet gelegen in of nabij een ontginningsgebied

wijzigingen

-


9 Studiegroep IRTAS


4.5.

Het plan heeft geen betrekking op energie- en grondstoffenvoorraden

Bodem

referentie

- zie bestaande toestand (2.3.) - Matig natte zandbodem met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont (volgens bodemkaart)

wijzigingen

Huidig terrein kan reeds bebouwd worden (gelegen in woonzone). De bouwdichtheid werd vooropgesteld i.f.v. halfopen en open ééngezinswoningen. Op de OCMW campus wil men echter andere woontypologieën in het kader van ouderenzorg inplanten. Meerdere woonunits in gekoppelde en gestapelde bebouwing. In vergelijking met een traditionele verkaveling zal de totale verharde en bebouwde oppervlakte evenwel vergelijkbaar zijn met het voorop gestelde campusmodel.


4.6.

Het effect op de bodem zal niet wijzigen door het plan..

Water

referentie

- zie bestaande toestand (2.3.) - het plangebied ligt volgens het zoneringsplan in centraal gebied (zie kaart 7b) - het plangebied ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied (zie kaart 8a) - het plangebied wordt gekenmerkt door weinig helling volgens de hellingenkaart (zie kaart 8b) - het plangebied ligt niet in een erosiegevoelig gebied (zie kaart 8c) - het plangebied ligt niet in een winterbedding (zie kaart 9a) - het plangebied ligt in een infiltratiegevoelig gebied (zie kaart 9b) Dit wil zeggen dat het RUP is gelegen in een gebied waar relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond - het plangebied ligt in een matig grondwaterstromingsgevoelig gebied (zie kaart 9c) - Het plangebied valt niet samen met een waterwingebied

wijzigingen

Tegenover de huidige situatie zal er meer bebouwd worden. Tegenover de huidige bestemming (woonzone) is dit vergelijkbaar (zie bespreking bodem). De gemeente Lochristi eist bij nieuwe projecten steeds voldoende buffering conform de gewestelijke verordening in gracht of ander open buffersysteem. Op de gebeurlijke infiltratie mag men niet rekenen, dit is in surplus. Het afvalwater en regenwater zal gescheiden afgevoerd worden. Alle omliggende straten hebben immers reeds een riolering die aangesloten is op het RWZI. Er zijn geen grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren.

Milderende maatregelen

De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, bufferen infiltratievoorzieningen.

Conclusie

Geen aanzienlijke effecten, mits het correct toepassen van de gewestelijke verordening.


10 Studiegroep IRTAS

4.7.

Atmosfeer, klimatologische factoren en geluid

referentie

- Zie bestaande toestand (2.3.) 1 - Geoloket RUP – thema lucht: kaart met luchtkwaliteit in Vlaanderen door VMM - Aantal overschrijdingen van het 50 µg/m3 daggemiddelde concentratie PM10 (fijn stof): 26,7x Dit is binnen de norm van 35x. - Jaargemiddelde concentratie PM10 (fijn stof): 27 µg/m3 Dit is binnen de norm van 40 µg/m3 - Jaargemiddelde concentratie NO2 (stikstofdioxide) : 21,9 µg/m3 Dit is binnen de norm van 40 µg/m3 - Aldus wordt tot een totale luchtkwaliteitsindex gekomen van 6 (middelmatig binnen schaal van 1 tot 10). Geheel het centrum van Lochristi heeft deze indexwaarde. Twee landelijkere delen hebben een indexwaarde van 5. - Geluidskaarten wegen Vlaanderen door AWV De geluidskaart geeft de berekende geluidswaarden weer van de belangrijke gewestwegen, zoals ook de N70 te Lochristi. De geluidsproductie is beperkt tot de zone palend aan de N70. De handelsgebouwen langsheen de N70 schermen het geluid af t.o.v. het OCMW. De intensiteiten zijn ‘beperkt’.

Wijzigingen

Het plangebied biedt geconcentreerde huisvestingsmogelijkheden voor een kwetsbare bevolkingsgroep inzake lucht en geluid. De luchtkwaliteit op de site blijkt uit de beschikbare gegevens middelmatig te zijn. Globaal gezien binnen Lochristi blijft dit evenwel een goede locatie. Volledig de dorpskern is immers opgenomen onder dezelfde luchtkwaliteitsscore. Er is geen zware industrie, autosnelweg of landbouw aanwezig. De site wordt volledig omgeven door woningen, scholen, handelszaken, … In de nabijheid is vooral de N70 de veroorzaker van fijn stof en stikstofdioxide. Deze wordt evenwel van de site afgeschermd door de handelsgebouwen langsheen de N70. Er is luchtverontreiniging van verwarming van gebouwen. Met de strengere energetische eisen en nieuwe verwarmingstechnieken is dit effect minimaler geworden (Aanpalend betreft het immers een recente verkaveling). Door wijziging van de bebouwingsdichtheid is een meer geconcentreerde en gekoppelde bouw mogelijk. Aldus wordt een energetisch gunstigere bebouwing verkregen. Er is ook luchtverontreiniging door autoverkeer van bewoners/bezoekers/ werknemers van de campus. De OCMW-campus wordt hier verder uitgebouwd door de gunstige ligging in het centrum van de gemeente. Het is vlakbij de gewestweg N70 gelegen: de hoofdas voor fietsen busverkeer. Aldus is het ook optimaal bereikbaar via alternatieve vervoerswijzen. De verschillende functies van het OCMW worden geconcentreerd op één campus. Aldus wordt de verkeersgeneratie van de ontwikkeling en het OCMW beperkt gehouden. Wat betreft geluid is in de nabijheid van de site vooral de N70 de grootste geluidsproducent. De geluidsbelastingskaart van de Vlaamse overheid geeft evenwel aan dat de afstand tot de N70 voldoende ver is om geen geluidsoverlast te hebben. De intensiteiten op de andere aanpalende gemeentelijke wegen zijn te laag om enige hinder te veroorzaken. Het deel van het plangebied ten zuiden van de Fazantenstraat paalt aan een site voor jeugdbeweging. Deze geluidsproductie is evenwel beperkt tot weekendactiviteiten. Er is een middelbare school en basisschool gesitueerd op de hoek van de Bosdreef met de N70. De speelplaatsen zijn inpandig. Verder zijn er geen geluidsproducerende activiteiten in de omgeving. De site scoort voor het aspect geluid dus goed. Tijdelijke stof- en geluidshinder bij bouw van bijkomende gebouwen op de campus is mogelijk. Dit is evenwel tijdelijk en beperkt.

1

Dit is een kaart samengesteld uit meetwaarden in combinatie met interpolatiemodel. Te Lochristi is dit via interpolatie. Het betreft een gemiddelde van drie jaren: 2009, 2010, 2011. RUP OCMW-campus Bosdreef, te Lochristi nota voor raadpleging instanties dd 11/03/2013



4.8.

Geen aanzienlijke effecten.

Licht

referentie

Zie bestaande toestand (2.3.)

wijzigingen

Het RUP vormt geen kader voor vergunning voor functies die veel verlichting met zich meebrengen zoals lichtreclame, sportvelden, … Gebruikelijke verlichting van woningen, parking, enz. is geen wijziging tegenover huidige bestemming. -


4.9.

Er zijn geen negatieve effecten.

Stoffelijke goederen

referentie

Zie bestaande toestand (2.3.)

wijzigingen

Alles is reeds in eigendom van het OCMW.


Er zijn geen effecten.

4.10. Landschap, cultureel erfgoed en archeologie referentie

- Zie bestaande toestand (2.3.) - Het plangebied ligt niet nabij een beschermd landschap, relictzone of ankerplaats. - Centrale archeologische inventaris

wijzigingen

Door de ligging in het centrum van Lochristi en door de omliggende gebouwen of serres, zal er nauwelijks invloed zijn op het landschap. Inzake archeologisch erfgoed zijn er tot op heden geen vindplaatsen te melden op deze site of directe omgeving. -


Er zijn geen aanzienlijke effecten.

4.11. Mobiliteit referentie

- Zie bestaande toestand (2.3.) - Huidig mobiliteitsprofiel: Het projectgebied omvat drie onderscheiden onderdelen: 1. Het Sociaal Huis Aantal werknemers: 19 (uurroosters variëren tss 7u30 en 19u15) (16 per auto en 3 per fiets) Aantal bezoekers: 79/week (open 5 voormiddagen en 3 namiddagen) (vervoerswijze niet bekend) Aantal leveringen: gem. 15/week



2. Serviceflats Hof Van Lo Aantal bewoners: 23 7 carports + 1 afgesloten fietsenberging (gemiddeld aantal verplaatsingen per bewoner : 2,88 cf. OVG 4.2) (gemiddeld bezoekers per wooneenheid per dag : 0,3 cf. richtlijnenboek mober) 3. Woonzorgcentrum Sint-Pieter Aantal bewoners: 80 Aantal werknemers met vast uurrooster: 22 (administratie, paramedici, animatie, logistiek, onderhoud) Aantal werknemers in cycli: 35 (verpleging en verzorging) (46 met auto, 2 met bromfiets en 9 met fiets) Aantal bezoekers: 380/week (vervoerswijze niet bekend) Aantal leveringen: gem. 36/week Dit maakt een gemiddelde generatie van 422 verplaatsingen/dag (alle vervoerswijzen samen). Deze verkeersgeneratie is evenwel zeer verspreid. Personeel volgt ofwel de gebruikelijke werkuren ofwel een ploegensysteem. Leveringen en bezoeken gebeuren verspreid over de dag, voor het rusthuis zijn veel bezoeken in het weekend. Dit maakt dat de belasting op het omliggende wegennet zeer gespreid is. In de spits bedraagt de verkeersbelasting zo maar 60 tot 80 verplaatsingen. Er zijn momenteel dan ook geen knelpunten m.b.t. de capaciteit van het omliggende wegennet. De ligging in het centrum van Lochristi geeft een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de fiets en te voet. De gemeente Lochristi heeft op 20/09/12 een telling uitgevoerd op het kruispunt van de N70 (Dorp-Oost) en de Bosdreef. Hierbij werden eveneens de afslagbewegingen op de parking van de handelszaken meegeteld (winkelcomplex Delhaize). De telling werd enkel uitgevoerd in de ochtendspits en avondspits. De overstekende voetgangers en fietsers werden meegeteld. Het betrof een droge bewolkte dag met enkele opklaringen. Volgende resultaten werden bekomen tijdens een ochtendspitsuur (7u30-8u30):



Voor de overstekende zwakke weggebruiker werden volgende opgetekend tijdens de ochtendspits (oranje: voetganger – rood: fietser)

waarden

Voor een avondspitsuur (17u00-18u00) werden volgende waarden geteld:



Tijdens de avondspits werden tevens de overstekende zwakke weggebruikers geteld (oranje: voetganger – rood: fietser)

De N70 is duidelijk de hoofdas in het verkeer. Daarnaast is de tweede belangrijkste relatie tussen de Bosdreef en Dorp-Oost richting Lochristi-centrum maar ook richting Gent, R4 en Gentse Zeehaven. In de ochtendspits is de afslagbeweging naar Gent drukker omwille van het woonwerk-verkeer uit de woonwijken. De avondspits is in het algemeen drukker. Daar worden ook de bewegingen van en naar de parking van het handelscomplex ‘Delhaize’ intensiever. wijzigingen

De OCMW-campus wordt verder uitgebouwd met uitbreiding van een lokaal dienstencentrum en huisvesting van ouderen. Andere functies niet verwant met de activiteiten van het OCMW zijn niet gepland. De exacte omvang van de uitbreiding moet nog bepaald worden. Vanuit het RUP zal een beoordeling moeten gebeuren hoeveel uitbreiding mogelijk is zonder afbreuk te doen aan het campusmodel (bebouwing binnen een groen kader) en aan de ruimtelijke draagkracht van de omgeving (verkaveling met ééngezinswoningen). Vanuit enkele mogelijke scenario’s kan wel een verwachte grootteorde gedistilleerd worden. Huidige bebouwingsgraad van het terrein = 17,6% (excl. bouwgronden en weiland). Scenario 1 maximum bebouwingsgraad van 20% Geeft + 2410 m² bebouwing = lokaal dienstencentrum + serviceflats (verdubbeling huidige geeft + 23 bewoners) + uitbreiding rusthuis (aan 65m² per bewoner geeft +40 bewoners) Aldus geeft dit aanleiding tot ongeveer 313 bijkomende verplaatsingen per dag (alle vervoerswijzen!), maar ook dit is gespreid over de dag want in de spits worden maar ongeveer 35 tot 45 extra bewegingen verwacht. Scenario 2 maximum bebouwingsgraad van 25% Geeft + 3970 m² bebouwing = lokaal dienstencentrum + 2 x serviceflats (+ 46 bewoners) + uitbreiding rusthuis



(aan 65m² per bewoner geeft +60 bewoners) Aldus geeft dit aanleiding tot ongeveer 475 bijkomende verplaatsingen per dag (alle vervoerswijzen!), maar ook dit is gespreid over de dag want in de spits worden ongeveer 60 tot 80 extra bewegingen verwacht. conclusie De bijkomende verkeersgeneratie veroorzaakt door bewoners/bezoekers/ werknemers is afhankelijk van de mogelijkheden die het RUP zal bieden. Dit kan tot een verdubbeling van de huidige verkeersgeneratie leiden. Evenwel blijven dit aanvaardbare waarden. In de spits zal de campus maar tot 160 bewegingen (alle vervoerswijzen!) genereren. De omliggende straten (en vooral Bosdreef) kunnen dit aan. Uit de kruispunttelling hebben we een avondintensiteit in de Bosdreef van 197 voertuigen in de richting van de N70 en 258 voertuigen in de andere richting. De intensiteit/capaciteit verhouding blijft met het bijkomende verkeer kleiner dan 0,8. De wachttijd voor uitrijdend autoverkeer en voor voetgangers om over te steken is klein. Enkel de aansluiting van de Bosdreef met de N70 zal soms moeilijk zijn met fileopbouw in de spits. Dit is momenteel zo en zal dus niet verminderen. Vooral de aansluiting van de parking van het handelscomplex net voor het kruispunt bemoeilijkt een vlotte afwikkeling van de Bosdreef. Enige fileopbouw in de spits is evenwel aanvaardbaar. De Bosdreef is een lokale weg type II. Deze straat heeft dus als hoofdfunctie het ontsluiten van een bepaald (woon)gebied naar het hiërarchische hogere wegennet, i.c. N70, secundaire weg type III en het terug verdelen van het verkeer naar het binnengebied. Aldus is deze weg bestemd om ook de OCMW-campus te ontsluiten. De hoofdontsluiting van de campus blijft best hierop aangesloten. De Fazantenlaan is de ontsluitingsweg van de gehele woonwijk op de Bosdreef. Een ontsluiting van delen van de campus op deze weg kan geen overlast bezorgen op de omgeving. Deze weg kan bovendien enige bijkomende belasting aan. De delen van campus langs de Fazantenlaan mogen dus aansluiten hierop (bv. gezamenlijk parkeererf van serviceflats of aanleunwoningen). Wanneer een dienstencentrum wordt gebouwd op de hoek van de Bosdreef met de Fazantenlaan kan de ontsluiting van de bezoekersparking beter worden voorzien in de Fazantenlaan i.f.v. de verkeersveiligheid op de Bosdreef. De Veldleeuwerikhof is een doodlopende woonstraat. Deze is dus niet geschikt als ontsluiting van publiekstrekkende functies of van gezamenlijke parkings. Het plangebied heeft een zeer gunstige ligging in het centrum van de gemeente. Het is vlakbij de gewestweg N70 gelegen: de hoofdas voor fietsen busverkeer. De Bosdreef is uitgerust met enkelrichting fietspaden aan beide zijden. De Fazantenlaan is uitgerust met een dubbelrichtingfietspad aan één zijde. Net voor de campus is in de Bosdreef een bushalte (met schuilhuis) gesitueerd. Aldus is de campus ook optimaal bereikbaar via alternatieve vervoerswijzen. Dit is dus een ideale locatie voor inbreiding van het dorpcentrum van Lochristi! Milderende maatregelen

-

-

-

Conclusie

Publieke toegangen i.f.v. publiekaantrekkende functies op deze site (functies met balie, toegang rusthuis) worden georiënteerd naar de Bosdreef en Fazantenstraat. De ontsluiting van gezamenlijke parkeererven wordt enkel mogelijk via Bosdreef en Fazantenstraat. Enkel individuele toegangen tot woonentiteiten en noodwegen mogen bijgevolg bereikbaar zijn via de Veldleeuwerikenhof. Er dient een maximum bebouwingsgraad opgenomen te worden zodat de bijkomende verkeersgeneratie ook beperkt is. Dit moet minder zijn dan of aanleunen tegen de bebouwingsgraad van de omliggende percelen, zijnde 24%.

Mits toepassen van de milderende maatregelen, zijn er geen aanzienlijke effecten.



4.12. Samenhang tussen disciplines Gezien de beperkte wijziging en de beperkte planperimeter worden geen aanzienlijke milieueffecten verwacht. Ook niet door een samengaan van verschillende effecten.

4.13. Algemene Conclusie Het RUP voorziet in de omvorming van woonzone naar zone voor openbaar nut in functie van het bijkomende sociale diensten en ouderenwoningen. Gezien de beperkte wijziging, de beperkte planperimeter en de ideale ligging in het centrum van een gemeente, zijn er geen significante milieueffecten die door het voorgestelde RUP kunnen veroorzaakt worden. Er worden wel een aantal milderende maatregelen voorgesteld welke vooral de omvang van de mogelijke bebouwing beperken om de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet te overschrijden.

5.

IN

VOORKOMEND GEVAL ALLE RELEVANTE GEGEVENS WAAROM GEEN PLAN-MER NOODZAKELIJK IS

De initiatiefnemer meent dat om volgende redenen geen plan-MER-plicht van toepassing is op het RUP of plan: -

Het RUP (plan) is niet gelegen in of nabij een speciale beschermingszone zodat het hierop geen betekenisvolle effecten kan hebben en dus ook geen passende beoordeling vereist is.

-

Het RUP (plan) vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten of voor een project opgesomd in de bijlage bij omzendbrief LNE 2011/1, en is derhalve screeningsgerechtigd.

-

Het RUP (plan) betreft louter een klein gebied op lokaal niveau. Conform art 4.2.3. § 3 werd een screening uitgevoerd of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Uit voorgaande beschrijving en inschatting worden er geen significante milieueffecten verwacht door het plan (zie ook 4.13. conclusie)



6.

BESPREKING ADVIEZEN

6.1.

Overzicht adviezen



Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gunstig



Agentschap R-O Vlaanderen Plan-MER is niet nodig



Agentschap Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen Geen aanzienlijke milieueffecten m.b.t. onroerend erfgoed



Departement MOW In de nota dient het huidige en toekomstige mobiliteitsprofiel van de campus opgenomen te worden  Is in deze nota toegevoegd



VMM Voorwaardelijk gunstig Het zoneringsplan dient opgenomen en besproken te worden  Is in deze nota toegevoegd

7.

BIJLAGEN

Bijlage 1: kopie ontvangen adviezen Bijlage 2: kaarten: Kaart 1: Situering van het plangebied op topografische kaart en stratenplan. Kaart 2: Situering van het plangebied op het gewestplan (1977) Kaart 3: Situering van het plangebied op het APA van Lochristi (1994) Kaart 4: Situering van het plangebied op ortho-foto (2009) Kaart 5: Schetsontwerp RUP OCMW-campus Bosdreef Kaart 6: Foto’s projectgebied Kaart 7: Biologische waarderingskaart en zoneringsplan Kaart 8: Watertoetskaarten deel 1 Kaart 9: Watertoetskaarten deel 2



kaart 1: situering van het plangebied op topografische kaart en stratenplan Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef

Bron Datum Schaal Dossier

: NGI : 7 september 2011 : 1/10.000 : 11.003ro

kaart 2: situering van het plangebied op het gewestplan Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef


: gewestplan Gentse en Kanaalzone (K.B. 14/09/1977) : 7 september 2011 : 1/5.000 : 11.003ro

kaart 3: situering van het plangebied op het APA Lochristi Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef


: Algemeen plan van aanleg Lochristi (30/06/1994) : 7 september 2011 : 1/5.000 : 11.003ro

kaart 4: situering van het plangebied orthofoto (2009) Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef


: gisoost : 7 september 2011 : 1/2.500 : 11.003ro

Art. 1 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen

g)

e stw we e g 0( t N7 -Oos rp o D

ldle

Ve erik euw

. 10 gnr

e rtw

buu

hof

ef (

dre

Bos ) t

traa

ens

ant Faz

of

iph

rsn

ate

W

kaart 5: Schetsontwerp RUP OCMW-campus Bosdreef Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef

Datum Schaal Dossier

: 7 september 2011 : 1/2.000 : 11.003ro

1

2

3

4

5

6

kaart 6: foto's projectgebied Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef

Datum Dossier

: 7 september 2011 : 11.003ro

kaart 7a: Biologische waarderingskaart

kaart 7b: zoneringsplan kaart 7: Biologische waarderingskaart & zoneringsplan Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef

Bron Datum Dossier

: AGIV & VMM : 24 april 2012 : 11.003ro

kaart 8a: Overstroomingsgevoelige gebieden

kaart 8b: Hellingenkaart

kaart 8c: erosiegevoelige gebieden kaart 8: watertoetskaarten deel 1 Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef

Bron Datum Dossier

: AGIV : 7 september 2011 : 11.003ro

kaart 9a: winterbedkaart

kaart 9b: infiltratiegevoelige bodems

kaart 9c: grondwaterstromingsgevoelige gebieden kaart 9: watertoetskaarten deel 2 Lochristi RUP OCMW-campus Bosdreef

Bron Datum Dossier

: AGIV : 7 september 2011 : 11.003ro

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan OCMW-campus Bosdreef

Recommend Documents