PROVINCIE ANTWERPEN
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PLANMER SCREENING :NOTA VOOR DE RAADPLEGING VAN INSTANTIES
Technum NV, Afdeling Ruimtelijke Planning i.s.m. Afdeling Milieuadvies
STAD LIER
‘DUNGELHOEFF’ MEI 2008
63-6805c
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
0 INHOUDSTABEL 0
Inhoudstabel ....................................................................................................................................................................................................2
1
Inleiding ...........................................................................................................................................................................................................3
2
Identificatie van de initiatiefnemer.....................................................................................................................................................................4
3
Beschrijving van het voorgenomen plan ...........................................................................................................................................................4 3.1 3.2 3.3
3.4
3.5
Situering en afbakening plangebied ........................................................................................................................................................4 Historiek .................................................................................................................................................................................................6 Randvoorwaarden uit planningscontext (met betrekking tot het plangebied) ............................................................................................7 3.3.1 Beleidsdocumenten.....................................................................................................................................................................7 3.3.2 Juridische documenten .............................................................................................................................................................14 Visie en programma..............................................................................................................................................................................18 3.4.1 Visie in een notendop................................................................................................................................................................18 3.4.2 Programma...............................................................................................................................................................................21 Redelijke alternatieven..........................................................................................................................................................................22
4
Grens- of gewestoverschrijdende milieueffecten.............................................................................................................................................23
5
Inschatting van de mogelijke milieueffecten ....................................................................................................................................................24 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
Methodologie ........................................................................................................................................................................................24 Referentiesituatie en Nulalternatief........................................................................................................................................................24 Mens / Ruimtelijk ..................................................................................................................................................................................25 Mens / Gezondheid...............................................................................................................................................................................25 Mobiliteit ...............................................................................................................................................................................................26 Lucht ....................................................................................................................................................................................................26 Geluid en trillingen ................................................................................................................................................................................27 Bodem..................................................................................................................................................................................................27 Water....................................................................................................................................................................................................28 Flora en fauna ......................................................................................................................................................................................31 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie...................................................................................................................................32 Globale beoordeling..............................................................................................................................................................................32
6
Argumentatienota...........................................................................................................................................................................................33
7
Verzoek tot advies..........................................................................................................................................................................................34
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
2 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
1 INLEIDING .
Vorig jaar is de regelgeving rond milieueffectrapportage veranderd (1). Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering gebeurt op of na 1 juni 2008, moeten aan een aantal nieuwe regels voldoen. Met betrekking tot de milieueffectenbeoordeling van plannen en programma’s werd door de Vlaams minister van Openbare werken, Energie , Leefmilieu en Natuur een omzendbrief LNE/2007 verstuurd waarin een handleiding is opgenomen voor initiatiefnemers. In een eerste fase dient getoetst te worden of het plan “RUP Dungelhoeff” van rechtswege plan-MER-plichtig is. Uit deze toetsing (zie hoofdstuk 5) kan besloten worden dat het plan niet van rechtswege plan-MER-plichtig is, waardoor volgens de procedure het plan aan een “screening” naar aanzienlijke milieueffecten dient onderworpen te worden. Als eerste stap (2) in de screening hoort de initiatiefnemer een aantal instanties te raadplegen. Deze vorm van raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-Mer plicht van het voorgenomen plan of programma. Voorliggende nota kadert in deze eerste procedurestap en is opgebouwd (3) conform deze onderrichtingen : IDENTIFICATIE VAN DE INITIATIEFNEMER, inlichtingen en coördinaten BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA AANGEVEN VAN GRENS- OF GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE MILIEUEFFECTEN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN, Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of programma ARGUMENTATIENOTA, Alle relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-MER te moeten opmaken overeenkomstig artikel 4.2.6.§1 5° van het D.A.B.M. VERZOEK TOT ADVIES : Het verzoek om uiterlijk binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs aan de initiatiefnemer.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------(1) Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s van 12 oktober 2007 (2) Omzendbrief, onderdeel B p. 20 (3) Volgens richtlijnen in de omzendbrief LNE / 2007
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
3 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
2 IDENTIFICATIE VAN DE INITIATIEFNEMER Inlichtingen en coördinaten Stadsbestuur Lier Grote Markt 57 2500 Lier
[email protected] www.lier.be Contactpersoon voor info en gegevens Dienst ruimtelijke ordening Dhr. Werner Van Gysel
[email protected]
3 BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN 3.1
SITUERING EN AFBAKENING PLANGEBIED
Het plangebied is gelegen net buiten de omwalling van de Lierse binnenstad. Het wordt begrensd door de volgende straten: Baron Opsomerlaan / Ogezlaan / Boomlaarstraat / Bosstraat / David Tenierslaan en Mechelsesteenweg. Het gebied maakt deel uit van de westelijke woonlob van het stedelijk gebied, die zich grosso modo bevindt tussen de ring, de N14(Mechelsesteenweg), de spoorlijn Antwerpen/Herentals/Aarschot en het stadscentrum. Grote delen van dit gebied zijn reeds ingenomen, voornamelijk door woningbouw. De belangrijkste stedelijke functies in deze lob zijn de Dungelhoeffsite (voormalige kazerne), het zwembad, het politiegebouw en de sportvoorzieningen van Lyra. Beide maken onderdeel uit van het reconversieproject Dungelhoeff (gemengde ontwikkeling van wonen, beperkt kantoren, horeca, recreatieve voorzieningen en diensten). De stationsomgeving vormt in het gebied een structuurbepalend element van hogere orde dat zowel qua ontsluiting als qua invulling een grote invloed heeftop de werking in het plangebied. In het studiegebied bevinden zich een aantal vrijliggende binnengebieden, waaronder de gebieden Bosstraat Noord, Bosstraat Oost en de Charonsite, gelegen tussen de Dungelhoeffsite en de ring (westelijk). Grote delen van het gebied zijn ontwikkeld, vnl. door sociale woningbouw. In het plangebied bevinden zich ook enkele bedrijven, waarvan een bedrijf aan de Mechelsesteenweg en een bedrijf aansluitend op de ring de belangrijkste zijn. Het gebied wordt ontsloten door de Mechelsesteenweg en de Boomlaarstraat die beiden aansluiten op de ring en respectievelijk rechtstreeks en via de Antwerpsestraat naar het stadscentrum leiden. De Bosstraat is een wijkverzamelstraat die een aanzienlijk deel van het gebied ontsluit naar de Boomlaarstraat. Doorheen het gebied stroomt een beek, de Boomlaarloop, van 3de categorie.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
4 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Station Lier Station Lier
Ring Ring
Binnenstad Lier
Binnenstad Lier
Luchtfoto met situering van plangebied
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
5 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.2
63-6805c
HISTORIEK
De Dungelhoeffkazerne werd opgericht tussen 1884 en 1898. Deze voormalige militaire school omvatte een volledig ommuurd gebouwencomplex met een imposant voorgebouw met een monumentale voorgevel aan de zijde van de vesten. Twee jaar geleden zijn een aantal bouwfysisch niet te recupereren gebouwen afgebroken, zodat de symmetrisch opgebouwde hoofdgebouwen rond het Paradeplein, samen met de ommuring en twee dienstgebouwen momenteel nog de enige restant zijn. Eén vleugel van de voormalige kazerne aan het Paradeplein is gerenoveerd en momenteel al ingenomen door de politiediensten. In de toekomst zullen ook de stadsdiensten van Lier en het OCMW naar de kazernesite verhuizen. Het voormalige archief van de kazerne, ‘gebouw S’, is momenteel in gebruik als technische dienst voor het OCMW. De daarbij aansluitende voormalige oefenzaal is door de turnclub Lyra ingenomen. Drie jaar geleden werd naast ‘gebouw S’ via een PPS een zwembad opgericht. De stad Lier heeft de ambitie om de toekomstige totale herontwikkeling van de Dungelhoeffsite als belangrijk strategisch stadsontwikkelingsproject te realiseren. In uitvoering van de bindende bepalingen (4) van haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (BS 3 november 2003) is het stadsbestuur overgegaan tot de opmaak van het gemeentelijk RUP Dungelhoeff, onderwerp van deze nota. Een plenair overleg in de procedure van het ruimtelijke uitvoeringsplan is gepland in medio oktober 2008.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------(4) Ruimtelijk Structuurplan Lier, Lier stedelijk en open, Algemeen bindende bepalingen, punt 5. Acties en maatregelen, punt 5.4.andere uitvoeringsplannen
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
6 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.3
63-6805c
RANDVOORWAARDEN UIT PLANNINGSCONTEXT (MET BETREKKING TOT HET PLANGEBIED)
3.3.1 3.3.1.1
BELEIDSDOCUMENTEN Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Lier is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied en is hierdoor meteen ook geselecteerd als economisch knooppunt.
3.3.1.2
Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen
Lier heeft ten eerste een rol als historische en herkenbare stad, omringd door gave open ruimte. Het concept van de radioconcentrische stad in het buitengebied blijft hanteerbaar, indien verdere versnippering en uitzwerming van functies worden afgeremd. Lier moet hoogwaardig zijn in al zijn activiteiten en niet de status van grootstad ambiëren. Lier heeft ten tweede een rol in het provinciaal stedelijk netwerk Lier - Aarschot. Hierbij wordt gezocht naar complementariteit met de overige knooppunten van het netwerk. In het beeld van toegang tot het provinciaal netwerk past ook de ontsluiting van dit laatste naar het hoofdwegennet via Lier en N14. De stadskern moet plaats bieden aan hoogwaardig wonen, in hoge dichtheid en in nieuwe woningtypologieën. Bedrijvigheid in Lier is bij voorkeur gespecialiseerd en hoogwaardig. Verkeersgenererende bedrijvigheid kan in Lier beperkt worden opgevangen door de aanwezigheid van potentieel goede aansluitingen op het hoofdwegennet, op spoorverbindingen en op het Netekanaal. Lier kan in complementariteit met andere kernen, verder bouwen op een bestaande regionale verzorgingsfunctie. De handelsfunctie is een troef voor Lier en wordt ondersteund. De nagestreefde kwaliteit van het commercieel centrum is zeer hoog. Toerisme en recreatie zijn van groot belang voor Lier. Lier is aangeduid als gebied van primair toeristisch-recreatief belang. Uitbreiding en inplanting van nieuwe hoogdynamische infrastructuur is binnen deze gebieden mogelijk.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
7 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Daartegenover staat een gevrijwaard buitengebied met ruimte voor laagdynamische recreatie. Natuur stelt niet alleen grenzen aan het stedelijk gebied maar dringt er via de Nete ook in door. Dit is een te behouden kwaliteit. Lier kan de rol van belangrijk zwaartepunt in het netwerk Lier- Aarschot vervullen door de aanwezige capaciteit. Ruimtelijke potenties binnen het stedelijk gebied zijn er nog in ruime mate. Het gebied tussen de vesten en de ring kan ten zuiden, westen en noorden nog sterk worden verdicht. Lokale plekken kunnen worden geherwaardeerd (bijvoorbeeld ter plaatse van leegstaande bedrijfsgebouwen). De stationsomgeving biedt eveneens potenties. Tussen de ring en het Netekanaal zijn ook nog mogelijkheden. Indien niet wordt gekozen voor grootschalige uitbreidingen komt de natuurlijke en cultuurlijke draagkracht niet in gevaar. 3.3.1.3
Kaderplan in functie van het strategisch gebiedsgericht plan voor het stedelijk netwerk Lier - Aarschot
De relatie tussen Lier en Antwerpen kan versterkt worden door de as tussen Lier en Antwerpen als openbaar vervoersas te ontwikkelen. Langsheen deze as kunnen, binnen de grenzen van het afgebakende kleinstedelijke gebied, stedelijke voorzieningen ingeplant worden waarvoor geen ruimte is binnen de ring rond Lier (R16). De stationsomgevingen binnen de kleinstedelijke gebieden en binnen de hoofddorpen worden verder verdicht. De relaties tussen de verschillende kleinstedelijke gebieden en de woonkernen worden door een goede treinverbinding geoptimaliseerd (school- en werkverkeer). Het voorzieningenniveau van de stationsomgevingen stemt overeen met het niveau van de desbetreffende kern. 3.3.1.4
Voorstudie Afbakening van het kleinstedelijk gebied
Benodigde oppervlakte kantoren De gewenste bijkomende terreinoppervlakte voor kantoren bedraagt 6,4 ha tot 8,0 ha. Dit getal is gebaseerd op een aantal gewenste arbeidsplaatsen in de tertiaire sector met een gemiddelde oppervlakte van 108,9 m² per arbeidsplaats en een gemiddelde hoogte van 4 bouwlagen voor kantoren. Voor de invulling van deze taakstelling worden volgende gebieden aangeduid: De Dungelhoeffsite: Hier wordt een gemengde ontwikkeling van stedelijke voorzieningen (o.a. Diensten, zwembad,) en wonen voorzien. Ook kantoren passen in dit plan > 2,7 ha kantoren De reconversiesite ‘Charon’: Hier worden woongelegenheden voorzien aan een dichtheid van ca 40 wo/ha. Dit sluit echter de menging met kantoorfuncties geenszins uit. Omdat de bebouwingsdichtheid hier hoger kan liggen kan rekenkundig gesteld worden dat ca. 1,2 ha voor kantoorontwikkeling kan ingenomen worden. In het gemengd project ‘Zuid-Australiëlaan’ wordt 0,6 ha aan kantoren ingepast ( op lange termijn ) De vrijliggende gronden aansluitend op de kruising van de Ring en de spoorweg, vlakbij het station > ca. 2ha De ruimte aan de spoorwegen – nu een gebied met een perifeer karakter- biedt enorme ruimtepotenties voor kantoorontwikkeling gecombineerd met voldoende parkeermogelijkheden (vb. ondergronds) voor de kantoorfuncties en de treinpendelaars. Het is belangrijk te streven naar een goed evenwicht tussen kantoorontwikkeling en ruimte voor parkeerplaatsen. Het belang van een globaal ontwikkelingsplan voor deze stationsomgeving ( en gebied tussen Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
8 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
ring en spoor) lijkt dan ook noodzakelijk (voorgestelde actie). Hierin worden onder meer allerlei randvoorwaarden uitgeklaard naar bijvoorbeeld: samenhang met de visie van het Lierse mobiliteitsplan, het te onderzoeken aanbod aan pendelparkings, de inschakeling en optimalisatie van het openbaar vervoer bij voor- en natransport en de morfologische aspecten rond de kantoorontwikkeling (maximale bouwenveloppen, inpassing in de omgeving,…) Deze gronden worden niet voorzien voor wonen. Er moet evenwel ruimte gevonden worden voor een nieuwe rechtstreekse aansluiting van de stationsomgeving naar de ring. Vooruitlopend op een concreet ontwerp kan verondersteld worden dat ca. 1,8 ha voor kantoren benutbaar gemaakt kan worden. De locaties voor kantoren worden naar voor geschoven in de omgeving van het station. Dit als uitloper voor de intentie om het station beter bereikbaar te maken. Hierbij werd gedacht aan een rechtstreekse ontsluiting vanaf de ring. Een rechtstreekse ontsluiting maakt het station beter bereikbaar voor voor- en natransport met de wagen. Om een verhoogde parkeerdruk ten gevolgen van de betere stationsontsluiting voor wagens niet op de omliggende buurten af te wentelen, dient bijkomende parkeerruimte (voor treinreizigers en/of werknemers kantoren) te worden voorzien aan het station. Hierdoor verhoogt de (verkeers-) leefbaarheid in de omliggende buurten rond het station. Deze ontwikkeling, de bijkomende ontsluiting van het station met de wagen, biedt een hoog locatiepotentieel voor vestiging van kantoren en aantrekkelijkheid voor potentiële investeerders op de kantorenmarkt, vermits het goed ontsloten is voor zowel openbaar vervoer als de wagen en kortbij een groot aantal stedelijke voorzieningen is gelegen. Evenwel primeert de verkeersleefbaarheid van de stationsomgeving en kunnen kantoren pas naar voor komen als voor het parkeren een oplossing is gevonden. Dit onderzoek kan best gekaderd worden in een strategisch project (voorgestelde actie) waarbij verschillende actoren worden betrokken (provincie, stad, NMBS, de Lijn, AWV,…) Invulling van de taakstelling wonen De provincie heeft voor Lier een taakstelling opgelegd van 2.173 wooneenheden voor de planperiode tot 1992-2007. (1.269 wooneenheden voor de periode 2001-2007). Hiervan zijn 190 à 317 woningen, sociale woningen. Deze taakstelling moet vanuit de bestaande woonruimtevoorraad worden opgevangen binnen het kleinstedelijk gebied. In de afbakeningsstudie voor het kleinstedelijk gebied Lier, heeft de provincie de ruimtelijke toets gedaan en projecten aangeduid waarbinnen de taakstelling gerealiseerd kan (moet) worden. Het stedelijk gebied wordt zo compact mogelijk gehouden. Absolute prioriteit moet gaan naar inbreiding en tegelijk ook reconversie en hergebruik van leegstaande gebouwen of bestaande woningen. Onder de realisaties in reconversiegebieden valt de Dungelhoeffkazerne en Lyra gronden: Hier worden 426 woningen vooropgesteld op een terrein van 11,5 ha. Ook de aanpalende recreatieve gronden van voetbalclub Lyra zijn inbegrepen in het RUP voor de Dungelhoeffkazerne en zullen als woonzone (groot deel sociale huisvesting) worden ontwikkeld. Wooninbreidingsgebied Charonsite > 122 woningen aan een dichtheid van 40 woningen per ha (opgelet ook 1,2 ha kantoren) Woonuitbreidingsgebied Bosstraat noord > 69 woningen aan een dichtheid van 25 wo/ha Woonuitbreidingsgebied Bosstraat oost > 47 woningen aan een dichtheid van 25 wo/ha Aangezien de huidige woondichtheid in het kleinstedelijk gebied eerder laag is (13 wo/ha binnen de ring, 21 wo/ha in het gebied binnen de vesten) zijn voor bepaalde gebieden zeer grote dichtheden opgelegd; nl. 60 wo/ha voor de Kroonstraat; 63 wo/ha voor de Bogerse velden; 40 wo/ha voor de Charonsite en de Nieuwpoortstraat; 37 wo/ha voor de site Dungelhoeff. Lier ambieert niet het statuut van grootstad. Om de schaal en het historisch kleinschalige karakter, dat de eigenheid van Lier bepaalt, te behouden, is het stadsbestuur vragende partij om de dichtheden voor een aantal projecten te verlagen1. Dit kan nochtans enkel als aangetoond wordt dat deze bijsturing in een ander woonproject wordt opgevangen. Het project Bordet, herbestemming van het voormalige politiegebouw, met een capaciteit van +/- 25 woningen, kan hierin ook een kleine rol spelen. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
9 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.3.1.5
63-6805c
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS)
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lier, definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 11/08/2003, werd op 09/10/2003 door de Bestendige Deputatie van de provincie Limburg goedgekeurd. (BS 3 november 2003). Het document is van kracht vanaf 17/11/2003. In onderstaande samenvatting worden enkel de voor het studiegebied relevante informatie en visies opgesomd. ALGEMEEN Lier heeft talrijke facetten. Toch wenst Lier zich naar de toekomst in de eerste plaats te profileren als een residentiële stad op mensenmaat met een voorzieningenapparaat dat op de regio is afgestemd. De natuurlijke eigenheid met als hoofdkenmerken de waterpartijen, de relicten en het historische karakter van de binnenstad moeten de dragers worden van “Lierke Plezierke”: zachte recreatie, dagtoerisme, watertoerisme, socio-culturele activiteiten, recreatief winkelen, … De toeristische en recreatieve potenties zijn een provinciaal aandachtspunt. De handelsfunctie is een troef voor Lier en wordt ondersteund.
RUIMTELIJKE CONCEPTEN Lier als residentiële stad = hoogwaardige woonkwaliteit op mensenmaat, met aandacht voor nieuwe woontypologieën. Lier aan de samenvloeiing van de Neten. Hoogdynamische sport- en recreatieve activiteiten vooral in het stedelijke gebied concentreren. Lier aan de ring als concept voor de ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur = ring als verdeelschijf voor het verkeer richting stedelijk gebied. De stadskern uitbouwen als multi-modale hoofdstructuur met prioriteit voor voetgangers, fietsers en OV.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
10 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Strategisch project “Stationsomgeving”: Knooppunt OV Bronpunt commercieel centrum Tewerkstellingspool (kantoren) Verblijfsaccommodaties P&R-punt voor treingebruikers Randparking voor stadskern Herinrichting bestaande kruisingen met spoorweg Pleinontwikkeling(en) Relatie met Dungelhoeffkazerne Rechtstreekse verbinding met de ring GEWENSTE NATUURLIJKE STRUCTUUR In het streefbeeld N14-R16-N10 worden de knooppunten op de ring herbekeken in functie van een goede doorstroming voor autoverkeer en in functie van het wegwerken van de barrièrewerking voor fietsers en voetgangers die de ring willen oversteken. De vesten met Omleidingsvaart als gemeentelijke natuurverbinding tussen de valleien van de Kleine en de Grote Nete en de vallei van de Beneden Nete. Integraal waterbeheer moet een aandachtspunt zijn bij de opmaak van elk uitvoeringsplan. Lier maakt voor de stadsvesten een beheersplan (herstel, onderhoud) op.
GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR - STEDELIJK GEBIED Residentiële functie in een hoogwaardige vorm en met variabele dichtheden Maximale verweving van functies Natuurlijke structuur van het stedelijk gebied koesteren, beheren en versterken daar waar kan is een must Aandacht voor de kwalitatieve herinrichting van het openbaar domein De grootschalige voorzieningen buiten de stadskern (station, Dungelhoeffkazerne, …) moeten in het stadskerngebeuren geïntegreerd worden. Grootwinkels krijgen langs de Antwerpsesteenweg hun locatie.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
11 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Hoogdynamische sport- en recreatieve activiteiten die niet verweefbaar zijn met het wonen worden ingeplant tussen ring en Netekanaal en Nazarethnoord De skyline van Lier moet bewaard blijven. Inbreiding maar niet door de realisatie van hoogbouw Stationsomgeving als strategisch project. Dungelhoeffkazerne (ca. 7ha.) en omgeving: Bundeling van stedelijke functies (OCMW administratieve diensten, politie / rijkswacht, stedelijke administratieve diensten incl. loketfuncties, recreatieve functies zoals zwembad, …) Recent werden de gronden van Koninklijke Voetbalclub Lyra vzw verkocht (ca. 1.6ha.) Kazernegegeven uitdrukkelijk te behouden, meer bepaald het behoud van het Paradeplein in zijn huidige staat is een voorwaarde voor een goede ontwikkeling van de site. Nieuw te bouwen gebouwen rond Paradeplein moeten in architectuur aansluiten bij hoofdgebouw Beperking van impact van autoverkeer op de omgeving Inpassen van parkeervoorzieningen in de globale parkeerstrategie van Lier (voorkeur = centrale polyvalente parkeergelegenheid en slechts enkele parkeerplaatsen op het Paradeplein) Bereikbaarheid openbaar vervoer. Doorloopbaarheid voor LV om relatie met commercieel centrum en station te versterken. GEWENSTE ECONOMISCHE STRUCTUUR Geen nieuwe grootwinkels toegestaan buiten de af te bakenen kleinhandelszone langs de Antwerpsesteenweg. Belangrijke kantorenlocaties moeten bij voorkeur worden ingeplant in de onmiddellijke omgeving van knooppunten van het openbaar vervoer (o.a. stationsomgeving) GEWENSTE VERKEERS- EN VERVOERSSTRUCTUUR De stadskern uitbouwen als multimodale hoofdstructuur met prioriteit voor voetgangers, fietsers en OV. Doorgaand en zelfs halfdoorgaand autoverkeer wordt ontmoedigd (= vesten als autogrens). Nieuwe toegangsweg naar stationsomgeving vanaf het kruispunt van de ring met de Boomlaarstraat (sluiten van de middenberm) Station Lier = fietsknooppunt op provinciaal niveau Non-stop hoofdroutes (fiets) langs spoorlijn Lier-Berchem en Lier-Lint Antwerpsesteenweg tot aan station en vanaf de ring richting Aarschot = bovenlokale fietsverbinding De vesten als hoofdroute (fiets) moeilijk o.w.v. te hoge voetgangersintensiteiten (in weekends opteren om de vesten enkel voor voetgangers te Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
12 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
reserveren) In de vooropgestelde openbaar vervoersstructuur worden 2 haltezones specifiek aangeduid als overstappunten, nl. het station en de Grote Markt. Randparkeerclusters o.a. in station en Dungelhoeff. GEWENSTE LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR Skyline moet bewaard blijven. D.w.z. geen hoogbouw. Bij bouwen / verbouwen geldt het gabariet van de omgeving als belangrijke randvoorwaarde. = opmaak van een hoogteplan Omleidingsvaart met Stadsvesten als imposante groengordel vrijwaren en versterken.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
13 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.3.2 3.3.2.1
63-6805c
JURIDISCHE DOCUMENTEN Gewestplan Lier is gelegen in het gewestplan Mechelen (KB 5 augustus 1976) Binnen de afbakening van het GemRUP vinden we volgende gewestplanbestemmingen terug: Zone voor recreatie Woongebied woonuitbreidingsgebied
3.3.2.2
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bosstraat Voor de ontwikkelingen in het PRUP Bosstraat zijn concrete projectvoorstellen. De realisatiegraad voor deze projecten is zeer groot. Het PRUP vormt een woonuitbreidingsgebied en omliggend weefsel om tot stedelijk woongebied. De gebieden zijn hoofdzakelijk bedoeld voor wonen, verweven met aan het wonen verwante voorzieningen voor zover deze geen hinder teweegbrengen voor het wonen. Louter nieuwe kantoorfuncties/kantoorgebouwen behoren niet tot de aan het wonen verwante voorzieningen. Er mag geen kleinhandel voorzien worden die in concurrentie treedt met de binnenstad. De ontwikkeling van nieuwe en grootschalige handel, horeca, kantoren of bedrijvigheid op een zichtlocatie langsheen de ring is niet wenselijk. Dergelijke ontwikkelingen zijn niet verzoenbaar met de gewenste doorstromingsfunctie van de ring, de leefbaarheid van de wijk Bosstraat (o.a. op het vlak van ontsluiting) en met de gewenste onderling complementaire ontwikkelingen inzake kleinhandel in het stadscentrum enerzijds en aan de Antwerpsesteenweg anderzijds. De provincieraad stelde het PRUP Bosstraat te Lier definitief vast op 24 mei 2006. De Vlaamse Regering keurde het plan goed op 28 juli 2006.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
14 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.3.2.3
63-6805c
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Afbakeningslijn De provincieraad stelde het PRUP afbakeningslijn kleinstedelijk gebied te Lier definitief vast op 24 mei 2006. De Vlaamse regering keurde het goed op 28 juli 2006. Voor de site Dungelhoeff stelt de provincie in de afbakeningsstudie voor het kleinstedelijk gebied een aantal voorop van 427 woongelegenheden.
3.3.2.4
Habitat- en vogelrichtlijngebieden Het plangebied is niet gelegen in of in de onmiddellijke omgeving van habitatrichtlijngebied en/of vogelrichtlijngebied.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
15 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.3.2.5
63-6805c
VEN-gebieden
Het plangebied is niet in of in de nabijheid van VEN – gebied gelegen. 3.3.2.6
NOG – ROG gebieden Het betrokken plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een ROG – gebied (recent overstroomde gebieden) of in een risicozone voor overstromingen. Bijgevolg is het schadelijk effect beperkt. Door de voorziene uitbreiding ontstaat er een toename van verharde oppervlakte, waardoor de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt wordt. De normen van de gewestelijke verordening zullen gevolgd worden.
3.3.2.7
Landschapsatlas
Het projectgebied en de ruime omgeving situeren zich niet in een relictzone of ankerplaats. 3.3.2.8
Goedgekeurde verkavelingen
Binnen het plangebied zijn 5 goedgekeurde niet vervallen verkavelingen gelegen, met name: 064/266 (2) – dd. 25/03/1985 – Boomlaarstraat 064/280 (1) – dd. 30/05/1988 – Boomlaarstraat 064/254 (1) – dd. 30/04/1990 – Bosstraat / Boomlaarstraat 064/329 (1) – dd. 29/12/1994 – Boomlaarstraat 064/114 (1) – dd. 07/12/1999 – Bosstraat / Boomlaarstraat Alle niet vervallen verkavelingen en hun respectievelijke wijzigingen zullen opgeheven worden in het kader van de goedkeuringsprocedure van onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
16 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.3.2.9
63-6805c
Beschermingsbesluiten: Monumenten, landschappen en dorpsgezichten Binnen en aan de rand van het studiegebied zijn enkele beschermingen gelegen: 1. De voorgebouwen van de voormalige kazerne “Dungelhoeff” als stadsgezicht, dd. 2410-1995 2. Het omleidingskanaal van de Nete en de daaraan grenzende wandeling als landschap, dd.31-10-1949 3. De eenheidsbebouwing, Baron Opsomerlaan 33-41, als stadsgezicht, dd. 24-10-1995
3.3.2.10 Atlas van de buurtwegen Buurtweg nr. 63 – Baron Opsomerlaan Buurtweg nr. 17 – Boomlaarstraat Buurtweg nr. 16 – Bosstraat (deels) Voetweg nr. 51 – David Tenierslaan (deels)
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
17 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
3.3.2.11 Waterlopen De Boomlaarloop (nr. 8.01.1), een waterloop van categorie 3, loopt dwars doorheen het plangebied, in noordelijke richting en vloeit samen in de Donkloop ter hoogte van de Tramweglei.
3.4
VISIE EN PROGRAMMA
3.4.1
VISIE IN EEN NOTENDOP
Het plan beoogt enerzijds een verdichting met louter woonfuncties voor de zones buiten de muren van de voormalige kazerne en anderzijds met een mix van woon- en stedelijk functies voor de herbestemming van de Dungelhoeffkazerne, waarbij het Paradeplein de functie zal krijgen van nieuw administratief hart van Lier. Beide intenties leiden ertoe dat deze plek in de toekomst een prominente rol zal opnemen in het stedelijk weefsel. Op niveau van de wijk wordt een meerwaarde gecreëerd door de zone van de oude Dungelhoeffkazerne (intra muros) voor een belangrijk gedeelte als een groene long uit te werken en open te stellen voor alle bewoners. De omliggende wijken en de nieuwe invullingen worden maximaal met deze plek verbonden. De bereikbaarheid van het gebied kan gezien de nieuwe invullingen niet via de bestaande ontsluitingspunten blijven bestaan. Er wordt een nieuwe ontsluitingsweg gepland van op de Mechelsesteenweg ter hoogte van de Lyra voetbalterreinen. Hierdoor wordt gebruik gemaakt van het hiërarchische wegenstructuur en worden de bestaande woonstraten in het gebied ontlast. De verademende openheid, die de Dungelhoeffsite vandaag de dag uitstraalt, mag niet zomaar ondoordacht ontwikkeld worden. Zoals aangegeven, zal een bijkomende open en publiek toegankelijke ademruimte het netwerk van plekken en relaties tussen de westelijke wijk en de stadskern verder uitbouwen, dit mits een logische en kwaliteitsvolle verbinding (nieuwe voetgangersbrug over de Afleidingsvaart) met de Vesten (die als groene collector functioneerd). Het behoud van de open ruimte fungeert op microniveau ook als bindmiddel tussen de kazerne/Paradeplein, een aantal aanwezige entiteiten (o.a. het stedelijk zwembad, de turnclub, …), de bestaande randbebouwing en potentieel nieuwe volumes. De kazernemuur kan in deze visie als een historische referentie behouden blijven, maar zal wel een aantal nieuwe poorten krijgen t.p.v. doorsteken naar de omgevende buurten. Uitwaaierende voetgangersrelaties doorheen het gehele stadskwartier moeten zorgen voor de koppeling van de omliggende buurten met de Dungelhoeffsite. Op die manier wordt de Dungelhoeffsite het nieuwe verzamelcentrum van het westelijke stadskwartier én een vertrek- en aankomstzone binnen het stedelijke netwerk van plekken en relaties. De beek die door het gebied loopt kan een aanleiding zijn om een voetgangerstracé te realiseren tussen de sociale woonwijk en de Dungelhoeffsite naar het station. De bestaande waardevolle bomenrijen op de Dungelhoeffkazerne kunnen een onderdeel vormen van de parkaanleg. De nieuwe bebouwingsstructuren worden in het RUP enkel indicatief uitgewerkt (zie indicatief masterplan hiernavolgend). Belangrijk is dat ze kwalitatief aansluiten bij hun omgeving en een meerwaarde betekenen in de totale ontwikkeling. Op het grafisch bestemmingsplan bij het RUP zullen de nieuwe ontwikkelingen enkel als een bestemmingszone aangeduid worden.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
18 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Indicatief Masterplan als basis voor programma en RUP
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
19 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Grafisch plan RUP Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
20 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
3.4.2
63-6805c
PROGRAMMA
Op basis van het ruimer onderzoek in de omgeving blijkt dat de taakstelling van de provincie voor bedrijvigheid op een ruimtelijk kwalitatievere manier kan opgevangen worden in de stationsomgeving. Dit ‘verlicht’ de druk op het gebied Dungelhoeff in het voordeel van het behoud van de open ruimte die is vrijgekomen na afbraak van de kazernegebouwen. Ook voor de taakstelling wonen wordt een iets lichter programma voorgesteld in het RUP Dungelhoeff. (380 wooneenheden ipv 426 wooneenheden). Dit ‘deficit’ kan worden opgevangen in de projecten ‘Charonsite’ ( overschot van 53 wooneenheden tov de taakstelling) en in het project Ogezlaan ( overschot van 29 wooneenheden ). Volgende programma wordt via het ruimtelijk uitvoeringsplan Dungelhoeff bijkomend gerealiseerd in het gebied: Programma bebouwde volumes 380 wooneenheden waarvan: 120 wooneenheden op de terreinen Lyra 50 wooneenheden aan de Schilderswijk 90 wooneenheden intra muros binnen de Dungelhoeff 110 wooneenheden in het westelijk binnengebied 4.500 m² vloeroppervlakte voor diensten / stadskantoor in de voorbouw van de Dungelhoeffkazerne 3.400 m² vloeroppervlakte voor diensten / sociaal huis in de zuidelijke vleugel van de Dungelhoeffkazerne Daarnaast zal er voorzien worden in een beperkte oppervlakte ( minder dan 800 m² verkoopsvloeroppervlakte) aan handelsvoorzieningen die specifiek gericht zijn op het faciliteren van de buurt en de wijk. Op het Paradeplein zal tevens een horeca-functie ingepland worden, zodat dit plein ook als attractieve ontmoetingsplaats kan functioneren buiten de kantooruren. In de nabijheid van het bestaande zwembad kunnen deels als herbestemming van bestaande gebouwen en in beperkte mate nieuwe culturele en/of in-door recreatieve/sportfaciliteiten voorzien worden. Programma Parkeren De woonvolumes moeten (half-) ondergrondse bewonersparkings voorzien a rato van 1,5 parking/woongelegenheid. Voor het bijkomende programma diensten/horeca/handel/cultuur moet in het gebied bijkomende parkeergelegenheid voorzien worden. Binnen het kader van het uitwerken van een mobiliteitsstudie voor dit gebied is deze behoefte geraamd ca. 270 plaatsen voor auto’s en 150 fietsen. In het gebied is reeds een parking aanwezig van 180 parkeerplaatsen die ontsloten wordt via de Baron Opsomerlaan en de Boomlaarstraat. Door de gewijzigde verkeerssituatie wordt deze parking in de toekomst op een andere plaats gelokaliseerd en ontsloten via de Mechelsteenweg, wat een ontlasting van de woonbuurt betekent.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
21 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
Programma onbebouwde ruimte Naast het bebouwde programma en het programma parkeren, wordt een openbaar domein gerealiseerd dat in grote lijnen bestaat uit 2 delen Het publiek park aangelegd centraal in het gebied met uitlopers in de woongebieden. Het paradeplein bij de restanten van de Dungelhoeffkazerne De voornaamste kenmerken van het park zijn: Openstellen van het park voor de omliggende wijk door voldoende voetgangersrelaties Vrijmaken en integreren van de oude kazernemuur als onderdeel van / decor voor het park Terug openleggen van de momenteel gedeeltelijk ingebuisde Beek als onderdeel van het park Opvangen van het hemelwater van het rondliggend bebouwd en verhard programma en bufferen in de vorm van wadi’s Behoud van de waardevolle bomengroepen en integreren in de parkaanleg Integreren van een ‘parkgebouw’ met een culturele functie als onderdeel van het park en toepassen van ecologische principes in dit gebouw (groen dak, …) De voornaamste kenmerken van het Paradeplein zijn: Het plein fungeert als centrale plek in de nieuwe stadspool Het plein is permanent toegankelijk via de Baron Opsomerlaan en de onderdoorgang onder de voorbouw van de kazerne. Verharde oppervlakte voor multifunctioneel gebruik (markt, concert, terras, open air cinema,…) Eventueel ondergrondse parking met stijgpunten op het paradeplein
3.5
REDELIJKE ALTERNATIEVEN
Het uitwerken van het RUP Dungelhoeff en zijn bestemmingen wordt ingegeven door hogere beleidskaders (zie 3.3 Randvoorwaarden uit beleidscontext). l Het nu voorgestelde programma betreft reeds een wijziging van het oorspronkelijk opgezette programma voor dit gebied en dit ‘verlicht’ de druk op het gebied in het voordeel van het behoud van een stuk open ruimte en park. Het uitwerken van verdere alternatieven met een relevantie i.f.v. aanzienlijke milieueffecten op plan-MER niveau en een relevantie op het niveau RUP is derhalve niet aan de orde.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
22 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
4
63-6805c
GRENS- OF GEWESTOVERSCHRIJDENDE MILIEUEFFECTEN
Het programma dat voorgesteld wordt voor de ontwikkeling van de Dungelhoeffsite betreft het realiseren van lokale stedelijke behoeften en dit conform de ruimtelijke structuurplannen op de verschillende niveaus. Rekening houdende met de ligging van Lier t.o.v. landsgrenzen en gewestgrenzen en het betreffende gebied in het bijzonder gelegen is binnen de grens van het kleinstedelijk gebied Lier, kan het hierboven weergegeven programma ( vnl. stedelijke administratieve functies, wonen, park, e.a.) geen aanzienlijke grens- of gewestoverschrijdende milieueffecten teweegbrengen.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
23 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
5
63-6805c
INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN
5.1
METHODOLOGIE
De inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten gebeurt aan de hand van een korte beschrijving van de impact van het vooropgestelde programma op de huidige situatie op het terrein (referentiesituatie), waarbij de volgende disciplines overlopen worden: Mens / ruimtelijk Mens / gezondheid Mobiliteit Lucht Geluid en trillingen Bodem Water Fauna en flora Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Na de beschrijving per relevante discipline wordt nog een globale discipline-overschrijdende beoordeling gegeven die rekening houdt met de mogelijke cumulatieve effecten. De effecten werden - t.b.v. deze screening - ingeschat op basis van ervaring en terreinverkening met een team van experten uit de afdelingen ruimtelijke planning en milieuadvies van Technum nv.
5.2
REFERENTIESITUATIE EN NULALTERNATIEF
De referentiesituatie is het terrein zoals afgebakend door het RUP en in zijn huidig terreinvoorkomen. De in deze nota opgenomen kaarten en luchtfoto’s geven een beeld van deze situatie. Ze geven ook een beeld van het nulalternatief of de situatie indien de huidige bestemmingen niet gerealiseerd worden. In dit geval zijn de volgende effecten te verwachten: de woonbehoeften en behoefte voor het herlokaliseren van administratieve diensten van het programma zullen dan elders moeten ingevuld worden en er mogelijks open ruimte aantasten, terwijl het op de site Dungelhoeff voornamelijk een reconversie van een voormalige stedelijke functie betreft. het voetbalstadion Lyra zal verder een negatieve invloed uitoefenen op de omgeving. de voormalige kazerne, zal als beschermd stadsgezicht verder verpauperen. het huidig zwembad en het gebouw van de politie zullen verder ontsloten blijven via de Bommelaarstraat, en deze woonstraat onnodig belasten met verkeer. er zal geen park ontwikkeld worden en de doorwaadbaarheid van het gebied voor de omgeving zal niet verbeteren. Uit deze beperkte motieven blijkt dat een nulaternatief geen optie kan zijn.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
24 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
5.3
63-6805c
MENS / RUIMTELIJK
Mogelijke effecten hebben te maken met: 1. De impact van het plan op het visueel voorkomen in het stadsbeeld. Onder andere volgende (zichtbepalende) aspecten worden opgenomen in het plan; Behouden van de sokkels en hekwerken als deel van het complex om de architecturale eenheid en de uitstraling te behouden. Ruimtelijke opnemen van de kazerne in het nieuwe weefsel door het deel te laten uitmaken van de flankerende bouwblokken Integreren van de oude kazernemuur als onderdeel van / decor voor het park Terug openleggen van de momenteel gedeeltelijk ingebuisde Beek als onderdeel van het park Behoud van de waardevolle bomengroepen en integreren in de parkaanleg Integreren van een ‘parkgebouw’ met een culturele functie als onderdeel van het park en toepassen van ecologische principes in dit gebouw (groen dak, passief gebouw…) Het uit het gebied halen van het visueel storend voetbalstadion van Lyra. Deze elementen hebben een positieve impact op de perceptieve kenmerken van het plangebied. 2. Impact van het plan op de functiesamenstelling Het plan wordt opgesteld in uitvoering van het gemeentelijk structuurplan. Vanuit dit kader moeten de ruimtelijke behoeften en de bijkomende woningen zoveel mogelijk binnen het “stedelijk gebied” worden opgevangen. Naast de ontwikkeling van de juridisch beschikbare voorraad, zijn het voornamelijk de inbreidingsmogelijkheden en de sites die hun oorspronkelijke functie hebben verloren (reconversiegebieden zoals de Dungelhoeff kazerne) die hiervoor in aanmerking komen. Dit betekent o.a. dat nieuwe woningtypologieën moeten ontwikkeld worden zonder afbreuk te doen aan de bestaande skyline. Door een afgewogen programma van woon- en werkfuncties (kantoren) gecombineerd met recreatieve (park en zwembad) en handelsvoorzieningen op buurtniveau ontsaat een mix aan voorzieningen die de kwaliteit van het volledige stadskwartier zal ten goede komen. 3. Impact van het plan op het stelsel van de publieke ruimte. Volgende aspecten met betrekking tot de publieke ruimte zijn opgenomen in het plan; Opnemen van de kazerne in het maatschappelijk weefsel door publieke toegankelijkheid. Het publiek park wordt aangelegd centraal in het gebied met uitlopers in de woongebieden; het park wordt bijgevolg opengesteld voor de omliggende wijk door een breed stelsels van fiets- en voetgangersrelaties. Het paradeplein fungeert als centrale plek in de nieuwe stadspool. Conclusie: Er worden enkel positieve effecten verwacht voor het onderdeel “Mens-Ruimtelijke” aspecten.
5.4
MENS / GEZONDHEID
Aangezien deze stadsontwikkeling slechts functies zal bevatten die voornamelijk betrekking hebben op het verblijven in het gebied (nl. woningen, administratieve diensten, horeca en recreëren) zullen er vanuit deze activiteiten geen nadelige invloeden uitgaan op de gezondheid van de mens. Ook in de onmiddellijke omgeving van het gebied bevinden er zich geen (industriële-) activiteiten die nadelig inwerken op de gezondheid. Elementen die mogelijks van Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
25 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
invloed kunnen zijn op de verblijfsfunctie in het gebied (m.n. luchtkwaliteit en geluidshinder) betreffen de nabijheid van de ring rond Lier (R16) en de spoorlijn (lijn15) met het station Lier. De Ring is gelegen op een afstand tussen de 275m en de 850 m van het ontwikkelingsgebied en de verkeersintensiteiten zijn niet van die mate dat de luchtkwaliteit drastisch verstoord wordt. Tussen het RUP-gebied en de Ring ligt trouwens nog een gordel residentiële bebouwing en toonzaalfuncties. Dit maakt dat in het gebied de geluidshinder van de Ring niet specifiek kan waargenomen worden en deze het normale omgevingsgeluid niet overstijgt. Hetzelfde kan gezegd worden voor wat de ligging t.o.v. spoorlijn 15 betreft die gelegen is op een afstand tussen de 260m en 650 m. Ook hier wordt het gebied afgeschermd door een nog dichtere woonbebouwing tussen het RUP en het station. Over het gebied lopen ook geen hoogspanningsleidingen. Op het voetbalstadion Lyra staat wel een GSM-mast en het is nog onduidelijk of deze zal behouden blijven in de nieuwe ontwikkeling. Indien wel zal de inplanting gebeuren op een plaats met voldoende afstand t.o.v. woonbebouwing. Conclusie: Er worden geen negatieve effecten verwacht die invloed hebben op het aspect “Mens-Gezondheid”.
5.5
MOBILITEIT
Gelijktijdig met de ontwikkeling van het plan en het programma wordt er een mobiliteitsstudie uitgevoerd waarbij nagestreefd wordt om de verkeersstromen in kaart te brengen en een systeem te ontwikkelen om eventuele hinder zoveel mogelijk in te perken; m.n. betekent dit: beperking van de impact van het aangetrokken autoverkeer op de omgeving (draagkracht omliggende wijkstraten mag niet verstoord worden); inpassing van parkeervoorzieningen in de globale parkeerstrategie van Lier, waarbij de voorkeur uitgaat naar een centrale polyvalente parkeergelegenheid en geen parkeerplaatsen op het paradeplein; zorgen voor bereikbaarheid met het openbaar vervoer; versterken van de doorloopbaarheid van het gebied voor fietsers en voetgangers om de relatie met het commercieel centrum (kernversterkend beleid) en het station te versterken; Conclusie: Het plan heeft geen sterk verkeersaantrekkende werking; er wordt niet verwacht dat de verkeersintensiteiten ter hoogte van het plangebied significant zullen toenemen. Aangezien het plan een herlokalisatie betekent van een aantal administratieve functies die zich momenteel in de stadskern bevinden, heeft het plan enkel een verplaatsing van de huidige verkeersstromen van de kern naar de buitenrand tot gevolg. Er wordt als gevolg hiervan verwacht dat (op macroniveau van de stad) bij realisatie het plan een positieve impact zal uitgaan op de bereikbaarheid, parkeerdruk… en bijgevolg onrechtstreeks op de veiligheid en verkeersleefbaarheid.
5.6
LUCHT
De kwaliteit van de lucht kan in het plangebied verstoord worden door NOx,CO² en PM10 emissies van verkeer en verwarmingsbronnen van bebouwing. 1. Emissies van verkeer; Aangezien het plan een herlokalisatie betekent van een aantal administratieve functies die zich momenteel in de stadskern bevinden, heeft het plan enkel een verplaatsing van de huidige verkeersstromen van de kern naar de buitenrand tot gevolg. De eventuele extra verkeersaantrekking als gevolg van de ontwikkeling van het plan is dan ook zeer beperkt t.o.v. het volledige kleinstedelijke gebied van Lier. Op macroniveau van de stad Lier wordt de luchtkwaliteit als gevolg van het verkeer bijgevolg niet gewijzigd. Doordat er bovendien specifieke maatregelen zullen voorzien worden die onnodige omrijbewegingen uitsluiten (maximaal de site bereikbaar maken via nieuwe directe toegang vanuit de Mechelsesteenweg), mag zelfs verwacht worden dat de situatie zal verbeteren.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
26 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
2. Emissies van gebouwen; Aangezien duurzame bouwtechnieken in de voorschriften zullen aangemoedigd worden, zullen geen significante effecten als gevolg van de verwarmingsbronnen van bebouwing verwacht worden. Het behouden (en uitbouwen?) van een groen centraal park en het behouden van waardevolle groenstructuren zullen tot slot bijdragen aan de luchtkwaliteit.
Conclusie: Door de realisatie van het programma zijn er voor het plangebied en de ruime omgeving geen aanzienlijke effecten te verwachten op de luchtkwaliteit.
5.7
GELUID EN TRILLINGEN
Door de geplande activiteiten, nl. administratieve kantoorruimten, hotel, wonen, indoor-recreatie- en sportfaciliteiten, beperkte commerciële ruimte, parkruimte, zullen de geluidsemissies noch in het gebied , noch in de omgeving toenemen. Door uit het gebied het huidig voetbalstadion van de ‘Lyra’ weg te halen mag verwacht worden dat het in het gebied en haar onmiddellijke omgeving zelfs rustiger zal worden. Enkel tijdens de aanleg bij het uitvoeren van sloop- en bouwwerkzaamden mag enige hinder verwacht worden. Maar dit zijn activiteiten die steeds in een stedelijk gebied plaatsvinden en van tijdelijke aard zijn. Conclusie: Er worden geen aanzienlijke effecten van geluidsverstoring verwacht.
5.8
BODEM
Het gebied betreft voornamelijk een herontwikkeling van stedelijke functies, waardoor de bodem reeds antropogeen van structuur is. Het plan zal deze toestand niet drastisch wijzigen en bijgevolg geen significante wijziging betekenen van de huidige bodemstructuur en –profielen.
Conclusie: Gezien de situering van het plangebied in antropogeen verstoorde (stedelijke) bodem, worden de effecten als verwaarloosbaar ingeschat.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
27 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
5.9
63-6805c
WATER
Watertoetskaarten 1. Overstromingsgevoelige gebieden
2. Infiltratiegevoelige gebieden
3. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden
4. Erosiegevoelige gebieden
5. Hellingenkaart
6. Winterbedkaart
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
28 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
1. Overstromingsgevoelige gebieden Ter hoogte van het stadion van de Lyra aan de zijde van de Mechelsesteenweg is er een plaatselijk overstromingsgevoelig gebied. 2. Infiltratiegevoelige gebieden Het plangebied wordt grotendeels gekenmerkt door infiltratiegevoelige gronden. 3. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Het plangebied is matig (type 2) tot zeer gevoelig (type 1) voor grondwaterstroming. De grondwaterstromingsgevoeligheid neemt toe in de richting van de vesten en de Afleidingsvaart. 4. Erosiegevoelige gebieden Op de kaart zijn fragmentarische kleine erosiegevoelige gebiedjes aanwezig. Bij controle op het terrein blijkt dat het om een vlak terrein gaat, waarbij men er kan van uitgaan dat de wijziging van het bodemgebruik geen aanleiding zal geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater. 5. Hellingenkaart Het betreft hier een vlak terrein. 6. Winterbedkaart Het plangebied is niet gelegen in het winterbed van een waterloop.
1. Watertoets: Uit de watertoets blijkt dat het plangebied niet gelegen is in een overstromingsgevoelig gebied. Enkel de randen van de Afleidingsvaart langs de Baron Opsomerlaan zijn effectief overstromingsgevoelig. Bij de ontwikkeling van de site zal met dit gegeven rekening gehouden worden.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
29 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
63-6805c
2. Grondwaterstroming en –kwantiteit: Het plangebied is grotendeels gelegen in een gebied met een matige (type 2), en een kleine zone tot grote (type 1) gevoeligheid voor grondwaterstroming. Volledig Lier Centrum ligt trouwens in een dergelijk (type 1 ) gebied. In de voorschriften bij het RUP zal dan ook verwezen worden naar de specifieke bepalingen ter zake en zullen geen ondergrondse constructies toegelaten worden die dieper gaan dan 5 m. aangezien de ondergrondse gebouwen maximaal in een kelder van -1 niveau kunnen voorzien worden (zie programmabeschrijving) zullen de ondergrondse volumes beperkt zijn en geen invloed hebben op de grondwaterstroming; zal de grondwaterkwantiteit niet wijzigen, doordat eventuele noodzakelijke bemalingen zich beperken in de tijd en geen permanente impact hebben op het grondwatersysteem. Het plangebied is gelegen in infiltratiegevoelig gebied. Bij ingrepen in deze gebieden zijn infiltratievoorzieningen (bekkens, waterdoorlatende materialen, …) zinvol en zoals aangegeven zullen daarvoor ook de nodige maatregelen en constructies en wadi’s in de planvoorschriften opgenomen worden. de
3. Oppervlaktewater: Door het gebied stroomt op de grens aan de muur van de voormalige kazerne de Boomlaarloop, een waterloop van 3 categorie. Deze moet in het plan in open loop behouden blijven en geïntegreerd worden in de parkaanleg. In de parkzone zal een ‘wadi’ en bufferbekken voorzien worden die middels een knijpleiding verbonden zal worden met de Boomlaarloop. Verhardingen in de publieke ruimte zullen maximaal waterdoorlatend zijn en/of aangesloten worden op infiltratiekanalen. 4. Afvalwater en regenwater: Er zal voorzien worden in een gescheiden stelsel qua riolering. Regenwater afkomstig van woningen zal maximaal herbruikt worden en op de site zijn reeds bufferbekkens aanwezig om het regenwater vertraagt af te voeren naar de Afleidingsvaart. Conclusie: Gelet op de bovenstaande analyse en het feit dat voor eventuele nieuwe bebouwing minimaal zal moeten voldaan worden aan de bepalingen van de gewestelijke verordening inzake het hemelwater, kan men er redelijkerwijs van uitgaan dat er geen significant negatieve impact op de oppervlaktewaterhuishouding zal optreden. Er worden bijgevolg door realisatie van het plan geen aanzienlijke effecten op het grond- en oppervlaktewater verwacht.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
30 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
5.10
63-6805c
FLORA EN FAUNA Doordat het gebied gelegen is binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied Lier en het een herontwikkeling van een bestaande stedelijke context betreft is de bestaande ecologische kwaliteit gering. Op de biologische waarderingkaart (versie2) wordt geen enkel zone binnen het plangebied als waardevol aangegeven. In het plangebied komen wel nog enkele waardevolle boombestanden voor die zoveel mogelijk zullen behouden worden en geïncorporeerd in de nieuwe te versterken park- en groenstructuren. Daarnaast bevinden zich geen speciale beschermingszones (NATURA2000; Habitat- of Vogelrichtlijngebied) in de directe omgeving van het plangebied. Er is bijgevolg geen directe of indirecte impact op deze speciale beschermingszones. Conclusie: Er worden bij realisatie van het plan, gezien de afwezigheid van waardevolle habitats/biotopen, bijgevolg geen effecten van biotoopverlies, versnippering/barrièrewerking of rustverstoring verwacht.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
31 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
5.11
63-6805c
LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE
1. Structuur- en relatiewijzigingen Het plan heeft geen wijziging of verstoring van geomorfologische eenheden tot gevolg, noch treedt een landschapsecologische verstoring op. Wel zullen effecten van functionele wijziging van het actuele gebruik optreden, deze gewijzigde functies brengen echter geen structuur- en/of relatiewijzigingen teweeg. 2. Erfgoedwaarde De visie met betrekking tot de Dungelhoeffkazerne bestaat er enerzijds in om de historische entiteit ruimtelijk te herstellen en anderzijds om het historisch gebouw / de plek met historische betekenis op een hedendaagse manier te gaan hergebruiken. De effecten van de integratie van het aanwezige erfgoed binnen de site, worden als positief gewaardeerd. 3. Archeologie Wat betreft de erfgoedwaarde van de bodem (deels onbekende erfgoedelementen), zal waar mogelijk worden gestreefd naar een in-situ-behoud van de archeologisch waardevolle zones. 4. Perceptieve kenmerken Zie onderdeel “Impact van het plan op het stelsel van de publieke ruimte” bij het deel Mens-Ruimtelijke aspecten. Conclusie: De effecten op het landschap worden als positief beschouwd.
5.12
GLOBALE BEOORDELING
De resultaten van eerdere beschrijving per discipline wordt hier nog even kort samengevat: Mens / ruimtelijk : positieve ruimtelijke effecten Mens / gezondheid: geen negatieve effecten Mobiliteit: geen significante verkeerstoename en op macro-niveau van de stad een positieve impact Lucht: geen aanzienlijke effecten Geluid en trillingen: geen aanzienlijke effecten en positief is het weghalen van het voetbalstadion Bodem: effecten zijn verwaarloosbaar Water: geen aanzienlijke effecten Fauna en flora: geen effecten Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: positieve effecten. Globaal kunnen we dus stellen dat de ontwikkeling die het RUP Dungelhoeff voorstaat een positieve impact (= cumulatief effect) zal hebben op de stedelijke ontwikkeling van Lier en er geen aanzienlijke of nadelige milieueffecten te verwachten zijn. Door het uitvoeren van dit project samen met nog een aantal andere gebieden in de onmiddellijke omgeving (Stationsbuurt, Charonsite, Bostraat) zal dit 20 eeuws randstedelijk gebied stilaan een afgewerkt stadskwartier worden. De cumulatie van deze ontwikkelingen zullen positieve effecten hebben op het stedelijk milieu.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
32 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
6
63-6805c
ARGUMENTATIENOTA
1. Zoals in de inleiding reeds is aangegeven dient in een eerste fase dient getoetst te worden of het plan “RUP Dungelhoeff” van rechtswege plan-MERplichtig is. a)
Dit is het geval voor; plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten - niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden - betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); Het voorliggend plan vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten; Het RUP kan beschouwd worden als kadervormend voor een ‘stadsvernieuwingsproject’ zoals bedoeld in rubriek 10b van bijlage II van het projectm.e.r.-besluit van 10 december 2004, maar dit stadsvernieuwingsproject haalt echter geen van de drempels die gesteld worden aan zulke projecten: nl. het gaat slechts over de bouw van 380 woongelegenheden, er wordt slechts voorzien in ca. 800 m² handelsruimte en de verkeersgenerende werking zal geen pieken kennen die hoger liggen dan 500 auto’s in een tijdsblok van 2 uur. Rubriek 10 b) Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen, - met betrekking tot de bouw van 1000 of meer woongelegenheden, of - met een brutovloeroppervlakte van 5.000 m² handelsruimte of meer, of
- met een verkeersgenererende werking van pieken van 1000 of meer personenautoequivalenten per tijdsblok van 2 uur. b) Plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.). Er worden geen directe of indirecte effecten verwacht op de SBZ (vermits deze gelegen zijn op grote afstand tot het plangebied), waardoor geen passende beoordeling vereist is. Hieruit kan besloten worden dat het plan niet van rechtswege plan-MER-plichtig is, waardoor volgens de procedure het plan aan een “screening” naar aanzienlijke milieueffecten dient onderworpen te worden. 2. Op basis van de resultaten van de uitgevoerde screening dient er voor het RUP Dungelhoeff geen plan-MER gemaakt te worden omdat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan veroorzaken.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
33 van 34
Technum nv, zetel Hasselt, afd. Ruimtelijke Planning
7
63-6805c
VERZOEK TOT ADVIES
Hierbij verzoeken wij u, in navolging van de bepalingen in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s van 12 oktober 2007, uiterlijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van dit verzoek uw advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs van de initiatiefnemer. Het advies dat in het kader van dit ‘onderzoek tot milieueffectrapportage’ aan u wordt gevraagd, is zeer specifiek, namelijk of het u eens bent - voor wat de elementen betreft die binnen het domein van uw expertise vallen - met de stelling in deze screeningsnota dat dit RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan veroorzaken. Dit houdt onder andere de vraag in of u het eens bent met de getrokken conclusies en of u vindt dat dit in voldoende mate aangetoond is. Indien u deze vraag niet positief kunt beantwoorden gelieve dan de elementen aan te reiken waarom u het niet eens bent met de getrokken conclusies.
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘DUNGELHOEFF’
PG.
34 van 34