stad brugge dienst urbanisatie
211 Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan
Gulden Kamer I toelichtende nota - tekst ontwerp 17 mei 2013 definitief vastgesteld door Gemeenteraad d.d. 28 mei 2013
plan_id RUP_31005_214_00211_00002
Johan Bogaert, arch. GSA hoofd van dienst - sector oost Ans Vanhevel, ruimtelijk planner / Nele Verhiest, ruimtelijk planner Paul Ameel, technisch hoofdmedewerker
Bijgaand bij het besluit van deputatie van de Provincie WestWest-Vlaanderen houdende de goedkeuring Van het RUP Gulden Kamer (gemeente Brugge) Goedkeuringsbeslissing met ref.: RP/DEP/13/237, Brugge, 08/08/2013 De provinciegriffier, (Get.) Geert ANTHIERENS
De gouverneur-voorzitter, (Get.) Carl DECALUWE
Voorlopig vastgesteld in de Gemeenteraad van Brugge in zitting van 23 oktober 2012
Namens Johan Coens, Stadssecretaris i.o. de bureauchef
De Voorzitter
Marie-Jeanne BOELS
André VAN NIEUWKERKE
__________________________________________________________________________ Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het Gemeentehuis werd neergelegd van 9 november 2012 tot en met 18 januari 2013
Namens Johan Coens, Stadssecretaris i.o. de bureauchef
De Burgemeester
Marie-Jeanne BOELS
Renaat LANDUYT
__________________________________________________________________________ Definitief vastgesteld in de Gemeenteraad van Brugge in zitting van 28 mei 2013
Namens Johan Coens, Stadssecretaris i.o. de bureauchef
De Voorzitter
Marie-Jeanne BOELS
André VAN NIEUWKERKE
__________________________________________________________________________
Ans VANHEVEL, ruimtelijk planner
Nele VERHIEST, ruimtelijk planner
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
Inhoud 1 2 3 4 5 6
12 13 14
Globaal kader / inleiding ................................................................................................. 3 Situering en afbakening plangebied.................................................................................. 3 Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ......................................................... 4 Feitelijk bestaande toestand ............................................................................................ 5 Eigendomsstructuur ....................................................................................................... 6 Beleidskader ................................................................................................................. 7 6.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) ............................................................... 7 6.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS) ....................................... 8 6.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge ............................................................ 8 6.3.1 Behoefte aan bijkomende sportterreinen .......................................................... 8 6.3.2 Invulling van de behoefte aan ruimte voor bijkomende sportterreinen ................. 9 6.3.3 Gewenste ruimtelijke structuur plangebied ....................................................... 9 6.4 Studie ‘Stedelijke voetbalinfrastructuur in Brugge – geraamde behoefte en inplantingsvoorstellen voor de periode 2005 – 2015’ ................................................. 10 6.5 Sportbeleidsplan 2008-2013 ................................................................................... 11 6.6 Speelruimtebeleidsplan 2006-2013.......................................................................... 11 6.7 Mobiliteitsplan ...................................................................................................... 12 6.8 Lokale archeologische advieskaart ........................................................................... 13 6.9 Inventaris bouwkundig erfgoed ............................................................................... 13 6.10 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan ..................................................................... 16 Juridisch kader ............................................................................................................. 17 7.1 Overzicht ............................................................................................................. 17 7.2 Gewestplan .......................................................................................................... 17 7.3 Herbevestigd agrarisch gebied ................................................................................ 18 7.4 Gewestelijke RUPs in opmaak ................................................................................. 18 7.5 Buurtwegen .......................................................................................................... 19 7.6 Waterlopen........................................................................................................... 19 Decreet integraal waterbeleid – watertoets ...................................................................... 20 Milieueffectenrapportage – onderzoek tot mer .................................................................. 21 Ruimtelijke veiligheidsrapportage ................................................................................... 21 Visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling .................................................................. 22 11.1 Knelpunten ........................................................................................................... 22 11.2 Potenties .............................................................................................................. 22 11.3 Structuurschets plangebied in ruimere omgeving ...................................................... 23 11.4 Hoofdlijnen RUP .................................................................................................... 23 Motivatie onteigeningsplan ............................................................................................. 26 Op te heffen voorschriften ............................................................................................. 27 Ruimtebalans ............................................................................................................... 27
I
Toelichtende nota
7
8 9 10 11
1
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
Plannen Het voorontwerp RUP Gulden Kamer d.d. 01.10.2010 bestaat uit volgende plannen: Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan
I
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
feitelijk bestaande toestand juridische toestand eigendomstoestand kadastrale toestand luchtfoto (2008) verordenend grafisch plan onteigeningsplan register planschade, planbaten, kapitaal- en gebruikersschade
Toelichtende nota
2
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
1 Globaal kader / inleiding In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge1 is in het bindend gedeelte als actie op lokaal niveau gesteld: "de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) in functie van de realisatie van bijkomende sportterreinen ter hoogte van bestaande sportcentra: uitbreiding Gulden Kamer: herbestemming woonuitbreidingsgebied en zone voor openbaar nut; uitbreiding FC Van Goethem, Aardenburgseweg: herbestemming agrarisch gebied; uitbreiding sportpark Dudzele: herbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied; uitbreiding Jong Male Sint-Kruis: herbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied.” Per locatie wordt een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt dat afzonderlijk in procedure wordt gebracht, dit om volgende redenen: de locaties hebben ruimtelijk geen betrekking op elkaar; bij eventuele discussies of gerechtelijke procedures m.b.t. een welbepaald plan wordt het andere plan niet gehypothekeerd; de organisatie van een informatie – en inspraakvergadering. Voorliggend RUP heeft betrekking op de locatie Gulden Kamer. Om de realisatie van bijkomende sportterreinen juridisch mogelijk te maken, is een herbestemming nodig van het woonuitbreidingsgebied en de zone voor openbaar nut. Daarnaast wordt ook het bestaande sportpark Gulden Kamer mee opgenomen gezien dit alles als één ruimtelijk samenhangend geheel te bekijken is. Het College van Burgemeester en Schepenen besliste op 20 november 2009 dat het opmaken van dit RUP één van de prioritair op te maken gemeentelijke RUP’s betreft.
2
Situering en afbakening plangebied
Kaart 1: situering van het plangebied – topografische kaart / stratenplan
Het plangebied van het RUP ligt in het noorden van de deelgemeente Sint-Kruis, op de grens tussen het bebouwd weefsel van Sint-Kruis en het open landbouwgebied (de polder bij Sint-Kruis). Het plangebied wordt begrensd door: aan noordelijke zijde: het Zuidervaartje (aan weerszijden een bomenrij) en langsliggend jaagpad (fietspad); aan noordoostelijke zijde (ten westen van de Polderstraat): gronden in landbouwgebruik en enkele onderwijsvoorzieningen (scholencomplex De Spycker (BLO), Nieuwland,…); aan zuidoostelijke zijde: de begraafplaats van Sint-Kruis en het scholencomplex Mariawende (TSO en BSO); aan zuidelijke zijde: woningen (gesloten bebouwing), handelszaken en een appartementsblok; aan zuidwestelijke zijde: de Karthuizerstraat en woningen (gesloten/halfopen bebouwing); aan noordwestelijke zijde: het Woon- en Zorgcentrum Van Zuylen en woningen (open bebouwing). De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 30 ha.
1
I
BD 03.08.06, BS 29.08.06
Toelichtende nota
3
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
3
ontwerp 17 mei 2013
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge werd goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 3 augustus 2006. Gemeentelijke RUP’s geven uitvoering aan het geplande ruimtelijk beleid in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan2. Dit RUP geeft directe uitvoering aan volgende actie uit het bindend gedeelte: opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in functie van de realisatie van bijkomende sportterreinen ter hoogte van bestaande sportcentra – uitbreiding Gulden Kamer: herbestemming woonuitbreidingsgebied en zone voor openbaar nut. Zie verder punt 6.3.
2
I
Cf. art. 2.2.13. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Toelichtende nota
4
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
4
ontwerp 17 mei 2013
Feitelijk bestaande toestand
Plan 1: feitelijk bestaande toestand Plan 5: luchtfoto (2008)
Het plangebied van het RUP Gulden Kamer bestaat uit het bestaande sportpark Gulden Kamer, het beukenbosje Van Zuylen, de regiepost en stapelplaats van de stedelijke groendienst, de ‘bomenbank’ en enkele gronden in landbouwgebruik. Het sportpark Gulden Kamer werd midden jaren ‘60 aangelegd en werd steeds verder uitgebouwd. Momenteel bestaat dit sportpark uit: 11 voetbalvelden geschikt voor competitie (een aantal velden zijn voorzien van verlichting) kleedkamers, waarvan een aantal met cafetaria (Cerkleladies, Koninklijke Dosko) trapveld speelplein (werd in het voorjaar van 2010 omgebouwd tot avontuurlijk speelterrein) hondenloopweide jeugdlokalen van 3 jeugdverenigingen (KSA Rooyehem, 11de en 22ste FOS en Scouts en Gidsen Don Bosco) judolokaal schuttersvereniging (Keizerlijke en Koninklijke Gilde Sint-Sebastiaan) petanquevereniging tenniscentrum met indoor- en outdoor tennisvelden (Brughia) conciërgewoning Er zijn twee toegangen voor gemotoriseerd verkeer. Een westelijke toegang langs de Geralaan en een zuidelijke toegang langs de Boogschutterslaan (inrit) / Blauwkasteelweg (uitrit). Aansluitend op deze toegangen ligt er parking, ca. 100 autoparkeerplaatsen kant Geralaan en ca. 110 autoparkeerplaatsen kant Boogschutterslaan/Blauwkasteelweg. Deze parkings worden ook gebruikt voor andere omliggende functies (bv. RVT Van Zuylen, Studio Hall,…). Het tenniscentrum Brughia heeft een kleine parking op eigen terrein (concessie). Een deel van de parking kant Geralaan wordt ingenomen door een vrachtwagenparking (16 plaatsen). De rest van het sportpark is niet toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Langs oostelijke zijde, t.h.v. het Warrenplein, is er nog een toegang enkel voor niet-gemotoriseerd verkeer. Het sportpark is via verschillende doorsteken goed toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Het sportpark is een belangrijke schakel in de aanvullende lokale fietsroute van de MalehoekDampoort. Het sportpark is ook bereikbaar met het openbaar vervoer. Er is een bushalte ter hoogte van de toegang van het sportpark kant Geralaan, nl. halte Van Zuylen (lijn 16) en kant Blauwkasteelweg, nl. halte Blauw Kasteel (lijn 11 en 16)3. Hier zijn er op geregelde tijdstippen (ca. om de 10 minuten) doorkomsten. Ter hoogte van de nabijgelegen school Mariawende is er nog een bushalte aanwezig (halte Mariawende) en aan de kerk van Sint-Kruis komen verschillende lijnen samen. In het noorden van het plangebied bevindt zich de ‘bomenbank’ (boomkwekerij). Deze werd destijds aangelegd door de stad met als doel het opkweken van jonge bomen tot bijna volwassen bomen die als aanvulling of herstel van beplantingen in een stedelijke omgeving zouden geplant worden. Net ten zuiden hiervan ligt een stapelplaats van de groendienst. Hier gebeurt tijdelijke opslag van groenafval in afwachting van definitieve afvoer en opslag van bulkgoederen (o.a.
3
stadslijn 16: Station – Centrum - Sint-Kruis (Dampoortkwartier) stadslijn 11: Station – Assebroek Peerdeke – Sint-Kruis
I
Toelichtende nota
5
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
steenslag, teelaarde, houtsnippers) nodig voor de plantsoenen over het hele grondgebied van Brugge. Langs de Blauwkasteelweg ligt ook een regiepost4 van de groendienst. Tussen de Blauwkasteelweg en de Kartuizersstraat, ten noorden van een appartementsblok, ligt het beukenbosje “Van Zuylen”5. Door dit bosje heeft de Stad een fietspad aangelegd dat deel uitmaakt van de aanvullende fietsroute 3 tussen Malehoek en Dampoort. Alle loofbomen zijn grotendeels gezonde bomen met een hoge esthetische boomwaarde, en gelet op de inplanting in een verstedelijkte omgeving, als ‘zeer waardevol’ te catalogeren. De braakliggende gronden in de noordoostelijke hoek en noordwestelijke hoek van het plangebied zijn momenteel in gebruik als akker- of weiland. Aan de randen van het sportpark werd reeds op vele plaatsen in buffering voorzien. Op een aantal plaatsen ontbreekt die echter.
5
Eigendomsstructuur
Plan 3: eigendomstoestand (2008)
Het plangebied is grotendeels in eigendom van de Stad Brugge, waarbij een gedeelte verpacht wordt aan het tenniscentrum Brughia. De gronden in het noordoosten zijn in eigendom van de Zusters der Kindsheid van Maria Ter Spermalie.
4
huisvesting van een 10-tal medewerkers (kleedruimte, sanitair, refter), stockage van rollend materieel voor
het uitvoeren van algemeen groenonderhoud, stockage tuinbouwmateriaal, tijdelijke selectieve opslag van groenafval, metalen en restafval en beperkte opslag van brandstoffen voor het materieel 5
Cfr. het voormalig preventorium daterend uit de jaren 1920 (tot ca. 1990) dat hier destijds stond en genoemd
was naar baron Jan Joseph van Zuylen van Nyevelt.
I
Toelichtende nota
6
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
6
ontwerp 17 mei 2013
Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het gevoerde ruimtelijk beleid, met als voornaamste element de relatie van het RUP met het ruimtelijk structuurplan van de Stad Brugge, waaraan het RUP uitvoering geeft. Daarnaast ook relevante gegevens uit beleidsdocumenten van andere beleidsdomeinen.
6.1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is sinds 19976 van kracht en vormt de basis voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen. Het RSV bevat geen specifieke uitspraken over lokale sportinfrastructuur, maar biedt wel een algemeen kader waarmee de opties in het RUP niet strijdig mogen zijn. Het RSV definieert vanuit de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen ‘Vlaanderen, open en stedelijk’ – twee gebieden waarbinnen een specifiek beleid zal worden gevoerd: enerzijds de gebieden met een overwegend stedelijk karakter of de 'stedelijke gebieden' anderzijds de gebieden met een open karakter (waar de open (onbebouwde) ruimte primeert) of het buitengebied. In het bindend gedeelte van het RSV worden delen van Brugge, Damme, Oostkamp, Jabbeke en Zedelgem geselecteerd als regionaalstedelijk gebied. De regionaalstedelijke gebieden worden door het Vlaams Gewest in samenspraak met de betrokken bestuursniveaus in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen afgebakend. Het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Brugge is goedgekeurd op 4 februari 2011. Het plangebied valt volgens dit ontwerp binnen het regionaalstedelijk gebied (zie verder bij 7.4). De doelstellingen voor het stedelijk gebied zijn (RSV, RD, pag. 334-335): het stimuleren en concentreren van activiteiten; het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten; het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen; het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid; het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies. Dit RUP kadert voornamelijk binnen de eerste en laatste doelstelling. Ten aanzien van de ontwikkeling van toeristische en recreatieve voorzieningen worden op Vlaams niveau de volgende principes voorop gesteld (RSV, RD, pag. 368-369): De bestaande toeristisch-recreatieve infrastructuur in de stedelijke gebieden en in het buitengebied moet in grotere mate en op een meer optimale wijze benut worden. De verbetering van de kwaliteit van de aangeboden producten staat voorop en het aanbod van bestaande infrastructuur moet beter op elkaar inspelen. Het is niet wenselijk om op een grootschalige wijze toeristische en recreatieve voorzieningen uit te breiden of nieuw in te planten in het buitengebied. In de stedelijke gebieden, de stedelijke netwerken en in die gebieden die in het provinciaal ruimtelijk structuurplan als toeristisch-recreatief knooppunt of netwerk van primair belang werden aangeduid, kunnen er nieuwe en grootschalige toeristisch-recreatieve infrastructuur met bijkomend ruimtegebruik
6
Het RSV werd op 23 september 1997 definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. De bindende bepalingen van het RSV werden bij decreet van 17 december 1997 bekrachtigd door het Vlaams Parlement. De herziening van het RSV werd op 12 december 2003 definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. De bindende bepalingen werden bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004.
I
Toelichtende nota
7
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
-
worden gelokaliseerd. Voorwaarden hiertoe zijn ondermeer de afstemming op het niveau van het betrokken stedelijk gebied, de draagkracht van de ruimte en het locatiebeleid. Gestreefd moet worden naar kwaliteitsvolle vormen van medegebruik door toeristischrecreatieve activiteiten van infrastructuur die voor een andere functie zijn uitgebouwd of door andere activiteiten benut worden.
6.2
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS)7
Het PRS-West-Vlaanderen wordt uitgewerkt binnen het kader van het RSV, rekening houdende met de gebiedsspecifieke eigenheid van de provincie. Het plangebied bevindt zich in de deelruimte ‘Brugse ruimte’. Kaart 2: Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen – deelruimte ‘Brugse ruimte’
De rol voor deze deelruimte wordt grotendeels bepaald op Vlaams niveau, namelijk de zeehaven als motor van economische ontwikkelingen en de bovenlokale verzorgende rol van het regionaalstedelijk gebied Brugge. Het bevat geen specifieke uitspraken over lokale sportinfrastructuur. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen biedt wel een kader waarmee de opties in het RUP niet strijdig mogen zijn. Het Zuidervaartje, ten noorden van het plangebied is geselecteerd als natuurverbindingsgebied.
6.3
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge8
6.3.1
Behoefte aan bijkomende sportterreinen
In het informatief gedeelte (GRS, IG, pag. 171) wordt een behoefte gesteld aan ruimte voor 14 bijkomende voetbalvelden, meer bepaald: a) 6 bijkomende voetbalvelden uit vragen van voetbalclubs: 2 bijkomende voetbalvelden voor voetbalclub VV Jong Male. Deze worden als volgt geargumenteerd: de 2 velden die de club al heeft zijn overbespeeld, het groot aantal spelers, het feit dat de club een woongebied van 8.000 tot 10.000 inwoners bedient en gemiddeld 1 veld per 2000 inwoners is te voorzien. 2 voetbalvelden ter compensatie van de 2 voetbalvelden die voetbalclub VK Steenbrugge kreeg toegewezen op het sportpark Daverlo, om dus aan de behoefte van de andere verenigingen die daar hun vaste stek hadden te kunnen voldoen. 1 voetbalveld ter compensatie van een bestaand veld in het sportpark Gulden Kamer, ingenomen voor de uitbreiding van de tennisinfrastructuur. 1 bijkomend voetbalveld in Dudzele in aanvulling van het bestaande veld om aan de behoeften van de ruim 170 leden te voldoen. b) 4 bijkomende voetbalvelden, rekening houdend met te verwachten bevolkingsaangroei van ca. 7.000 personen (1 voetbalveld per 2000 inwoners); c) 4 bijkomende voetbalvelden, in functie van herlokalisatie van 4 voetbalvelden door de komst van de KHBO-campus op de terreinen van de Xaverianen te Sint-Michiels. Hiervan zijn 10 velden te realiseren op korte termijn, en 4 op middellange termijn. Om deze behoefte te bepalen deed de groendienst in 2004 een studie ‘Stedelijke voetbalinfrastructuur in Brugge – geraamde behoefte en inplantingsvoorstellen voor de periode
7
Goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 6 maart 2002. Goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 3 augustus 2006 (met uitsluiting van een aantal zaken). Publicatie in het Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2006.
8
I
Toelichtende nota
8
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
2005 – 2015’ (zie 6.4). Op 22 december 2004 ging het College akkoord met de behoeftebepaling en de voorgestelde locaties voor de invulling van deze behoefte. Dit werd geïntegreerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
6.3.2
Invulling van de behoefte aan ruimte voor bijkomende sportterreinen
Voor de invulling van de gestelde behoefte worden in het richtinggevend gedeelte (GRS, RG, pag. 8889) een aantal locaties voorgesteld. Deze zijn gekozen vanuit de idee dat de invulling van de behoefte het best gebeurt in aansluiting met bestaande sportinfrastructuur. Het betreft: de locatie 'Gulden Kamer' (Sint-Kruis): uitbreiding met 6 bijkomende velden de locatie 'Maleveld' (Sint-Kruis): uitbreiding met 2 bijkomende velden voor VV Jong Male ten noorden van de Brieversweg en aansluitend bij het bestaande sportcomplex. De landschappelijke ingreep ten aanzien van het Maleveld dient tot een minimum beperkt te worden. de locatie 'Aardenburgseweg' (Sint-Kruis): uitbreiding met 2 bijkomende velden het recreatiedomein Sint-Pietersplas (Sint-Pieters): realisatie van 3 velden de locatie 'Tempelhof' (Sint-Pieters): uitbreiding met 1 bijkomend veld de locatie 'sportpark Dudzele' (Dudzele): uitbreiding met 2 bijkomende velden Deze locaties maken de invulling van 16 voetbalvelden mogelijk. Dit betekent dus extra mogelijkheden om de behoefte van 14 bijkomende velden op korte en middellange termijn op te vangen wanneer één van de mogelijke locaties toch niet haalbaar blijkt. Om de invulling van de behoefte op deze voorgestelde locaties mogelijk te maken is voor een aantal gebieden een herbestemming noodzakelijk. Daarom werd volgende actie opgenomen in de bindende bepalingen (GRS, BG, pag. 7): de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen in functie van de realisatie van bijkomende sportterreinen ter hoogte van bestaande sportcentra: uitbreiding Gulden Kamer: herbestemming woonuitbreidingsgebied en zone voor openbaar nut; uitbreiding FC Van Goethem, Aardenburgseweg: herbestemming agrarisch gebied; uitbreiding sportpark Dudzele: herbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied; uitbreiding Jong Male Sint-Kruis: herbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De herbestemming voor de invulling van bijkomende voetbalvelden op de locatie recreatiedomein Sint-Pietersplas wordt opgenomen in het ontwerp van het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Brugge.
6.3.3
Gewenste ruimtelijke structuur plangebied
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vermeldt voor het plangebied en de nabije omgeving navolgende beleidsopties: -
gewenste nederzettingsstructuur Kaart 3: gewenste nederzettingsstructuur (kaart 3 richtinggevend gedeelte) GRS Brugge
Het woonuitbreidingsgebied ten noorden van het Zuidervaartje krijgt een herbestemming naar open ruimte (behoudens de terreinen van de tennisclub Witte Beer, en een beperkte uitbreidingszone met goede buffering ten aanzien van het landschap). Het woonuitbreidingsgebied ten zuiden van het Zuidervaartje wordt benut voor bijkomende sportterrein van Gulden Kamer. Het is te herbestemmen voor recreatie. -
gewenste verkeers- en vervoersstructuur Kaart 4: gewenste verkeers- en vervoersstructuur (kaart 6 richtinggevend gedeelte) GRS Brugge
Het plangebied wordt geïntegreerd in het fietsroutenetwerk. Doorheen het plangebied loopt een aanvullende lokale fietsroute en erlangs een recreatieve fietsroute.
I
Toelichtende nota
9
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
-
ontwerp 17 mei 2013
gewenste open ruimte structuur Kaart 5: gewenste open ruimte structuur ( kaart 9 GRS richtinggevend gedeelte) GRS Brugge
Het Zuidervaartje is cf. het PRS West-Vlaanderen een natuurverbindingsgebied. Het omgevend landbouwgebied, nl. de polders van Dudzele-Koolkerke wordt gezien als een grondgebonden landbouwgebied in een waardevol landschap. Het voortbestaan en de ontwikkeling van de landbouw moet er in hoge mate rekening houden met landschappelijk beeldbepalende morfologische randvoorwaarden. Functies, activiteiten en externe invloeden die de grondgebonden landbouw ernstig kunnen belemmeren, moeten geweerd worden (bv. woonuitbreiding, inplanting van glastuinbouw). -
gewenste landschappelijke structuur Kaart 6: gewenste landschappelijke structuur (kaart 10 GRS richtinggevend gedeelte) GRS Brugge
Het plangebied ligt op de rand tussen het stadslandschap en het buitengebiedlandschap. Het stadslandschap wordt gestructureerd door de groene ring R30, de radiale kanalen en de binnenste groene gordel. De bebouwingsgrens is hier hoogwaardig af te werken. Het bestaande sportpark Gulden Kamer vormt een zacht element in contrast met het versteende landschap en een schakel in de binnenste groene gordel. -
gewenste toeristisch-recreatieve en culturele structuur Kaart 7: gewenste toeristisch-recreatieve en culturele structuur (kaart 11 GRS richtinggevend gedeelte) GRS Brugge
Gulden Kamer is een recreatieve voorziening die functioneert op gemeentelijk niveau (lokale sportinfrastructuur). Voor de invulling van de behoefte aan stedelijke voetbalinfrastructuur (14 bijkomende voetbalvelden op korte en middellange termijn) worden locaties aangeduid die moeten aansluiten bij bestaande sportparken. Op die manier (dubbel gebruik bestaande infrastructuur) wordt het aantasten van de omliggende ruimte beperkt tot de eigenlijke velden en wordt elders de open ruimte gevrijwaard van de uitbouw van een volledig nieuw complex met de noodzakelijke gebouwen en infrastructuur. Gulden Kamer wordt aangeduid om de behoefte aan 6 bijkomende velden op te vangen. -
gewenste ruimtelijke structuur oostelijke vleugel Kaart 8: gewenste ruimtelijke structuur oostelijke vleugel (kaart 14 GRS richtinggevend gedeelte) GRS Brugge
In de oostelijke vleugel (Sint-Kruis en Assebroek) liggen de doelstellingen van het ruimtelijk beleid vooral op het verbeteren van de woonkwaliteit en de verkeersleefbaarheid, het verhogen van de recreatiemogelijkheden en de afwerking van de bebouwingsranden met het buitengebied. Kenmerkend voor de deelgemeente Sint-Kruis zijn de talrijke kasteelparken en groenzones. De groenzone aan de rand van Gulden Kamer (parkbosje Van Zuylen) is aangeduid als groenzone in te passen in de groene gordel rond Brugge.
6.4
Studie ‘Stedelijke voetbalinfrastructuur in Brugge – geraamde behoefte en inplantingsvoorstellen voor de periode 2005 – 2015’
Kaart 9: studie ‘Stedelijke voetbalinfrastructuur in Brugge – geraamde behoefte en inplantingsvoorstellen voor de periode 2005 – 2015’ - Gulden Kamer
In het kader van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan deed de groendienst in 2004 een studie ‘Stedelijke voetbalinfrastructuur in Brugge – geraamde behoefte en inplantingsvoorstellen voor de periode 2005 – 2015’. Op 22 december 2004 ging het College akkoord met de behoeftebepaling en de voorgestelde locaties voor de invulling van deze behoefte.
I
Toelichtende nota
10
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
Een van de voorgestelde locaties voor de invulling betreft het plangebied. Namelijk, bij het Sporten Cultureel centrum “Gulden Kamer” is er ruimte om de aanleg van 6 voetbalvelden mogelijk te maken (zie Kaart 9). Op de reservegronden ten westen van de ‘bomenbank’ is ruimte beschikbaar (in eigendom van de stad Brugge) voor de aanleg van 3 bijkomende velden. In de loop van 2005 wordt voorzien in de aanleg van een eerste van deze drie velden. Tegenaan de noord-oostelijke grens van het sportpark, in de hoek gevormd door het Zuidervaartje en de Polderstraat, ligt een open ruimte (huidig gebruik: weiland) met als bestemming volgens het gewestplan ‘gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen’. De oppervlakte bedraagt 5,28 ha en is eigendom van de Vereniging der Zusters der Kindsheid van Maria ter Spermalie. Deze ruimte laat de aanleg toe van 3 bijkomende voetbalvelden. Door de aansluiting op het bestaande complex kan een functioneel en economisch goed te beheren geheel ontstaan. In deze studie is voorgesteld om deze ruimte te reserveren in het GRS Brugge.
6.5
Sportbeleidsplan 2008-2013
Het sportbeleidsplan 2008-2013 bundelt de plannen en ambities van het stadsbestuur en dient als instrument om een integraal en kwaliteitsvol sportbeleid te voeren. In het Sportbeleidsplan wordt verwezen naar de studie van de stedelijke groendienst (zie 6.4) waarin aangetoond is dat er een tekort is aan veertien stedelijke voetbalvelden. Om tegemoet te komen aan de meest dringende noden wordt in het sportbeleidsplan geopteerd om op middellange termijn vijf extra natuurgrasvelden aan te leggen en drie bestaande natuurgrasvelden om te vormen tot kunstgrasvelden. De strategische doelstelling die hieruit volgt is dat vanaf januari 2007 bijzondere aandacht uitgaat naar de uitbreiding en verbetering van het aantal stedelijke sportvelden. Hierbij horen oa. volgende operationele doelstellingen: Tegen 2013 is volgens de behoefte en mogelijkheden het aantal voetbalvelden uitgebreid. Hiervoor wordt een budget voorzien van 100.000€ per natuurgrasveld. Tegen 2013 zijn er drie extra kunstgrasvelden. Hiervoor wordt een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding voorzien via het Sportinfrastructuurfonds.
6.6
Speelruimtebeleidsplan 2006-2013
Het speelruimtebeleidsplan schept het kader voor een geïntegreerd en gedragen speelruimtebeleid. Het bestaat uit een informatief gedeelte, een richtinggevend gedeelte en een actieplan. Over het plangebied zijn volgende elementen uit het speelruimtebeleidsplan van belang: informatief gedeelte – bestaande ruimtelijke structuur: Het sportpark Gulden Kamer is gelegen in het deelgebied Sint-Kruis en Assbroek-Noord, meer bepaald in het noordelijk stadsdeelsegment tussen Damsevaart en Moerkersesteenweg9. Dit deelgebied kent een groot aantal kinderen en jongeren. In het sportpark Gulden Kamer is één groot en goed uitgerust speelterrein gelegen. Hier is ook outdour skate-infrastructuur aanwezig. Het sportpark Gulden Kamer wordt in het speelruimtebeleidsplan aanzien als een bestaand speelterrein van stadsdeelniveau (bedient deelgebied Sint-Kruis en Assebroek-Noord). Het is op dit moment de enige speelruimte in het stadsdeelsegment tussen Damsevaart en Moerkerksesteenweg.
9
Het deelgebied Sint-Kruis en Assebroek-Noord bestaat uit 3 stadsdeelsegmenten: 1) een noordelijk segement
tussen Damsevaart en Moerkerksesteenweg, 2) een middensegment tussen Moerkerksesteenweg
en
Maalsesteenweg en 3) een zuidelijk segment tussen Maalsesteenweg en Generaal Lemanlaan/Astridlaan.
I
Toelichtende nota
11
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
richtinggevend gedeelte – gewenste ruimtelijke speelweefselstructuur: uitbouw van bestaande formele speelterreinen: recreatief sporten en skate, ook op wijk- en stadsdeelniveau, moeten mogelijk blijven op het sportpark Gulden Kamer in ontwikkeling. Er kan ook worden gedacht aan aanwezigheid van families. nieuwe potentiële speelruimtekansen: uitbreiding van de sportterreinen actieplan: sportpark Gulden Kamer: behoud en uitbouw als speel- en sportruimte op wijk- of stadsdeelniveau (garanderen van toegankelijkheid sportvelden). Ook skate op wijk- of buurtniveau. Uitbouw van familiale karakter. Deze actie heeft prioriteit 3, d.w.z. inspelen op opportuniteit. In het kader hiervan werd het speelplein op het sportpark Gulden Kamer omgebouwd naar een avontuurlijk speelterrein met onder andere skatemogelijkheden (voltooid in het voorjaar van 2010).
6.7
Mobiliteitsplan
In het mobiliteitsplan10 worden maatregelen voorgesteld, die er op gericht zijn de stad toe te laten al haar functies zo goed en complementair mogelijk te laten vervullen. Zij moeten verzekeren dat de verkeersstroom de stedelijke activiteiten niet hindert, dat de wegeninfrastructuur, wegeninrichtingen en verkeersmaatregelen, ten dienste staan van een verdere ontwikkeling van die activiteiten. Volgende maatregelen zijn van belang voor het plangebied: -
Maatregelen voor het parkeren van vrachtwagens. Het parkeren van vrachtwagens in de woonzones op de rand rond de binnenstad is een probleem dat reeds jaren aansleept. Getuige hiervan zijn de talrijke mondelinge als schriftelijke klachten gericht aan zowel het Stadsbestuur als aan de lokale politie. Samengevat stellen zich volgende problemen: leefbaarheid, visuele hinder, zichtbaarheid (voornamelijk t.a.v. de zwakke weggebruiker, inzonderheid in de nabijheid van kruispunten), burenruzie, inname van alle parkeergelegenheid in de straat, parkeren langer dan 8 uur in bebouwde kom ( moeilijk vast te stellen door de politie ), beperking van de doorgang en geluidshinder. Daarom werd voorgesteld om vrachtwagens enkel te laten parkeren op plaatsen die daarvoor geschikt zijn: hetzij op het eigen terrein van het bedrijf, hetzij op terreinen of plaatsen die daarvoor specifiek ingericht zijn. In uitvoering van het mobiliteitsplan keurde het College van Burgemeester en Schepenen op 10 februari 2006 de fasegewijze invoering van een parkeerverbod voor vrachtwagens boven de 5 ton in elke woonwijk in de Brugse rand goed. Omwille van de consequenties hiervan werden zoveel mogelijk verspreid over het ganse grondgebied vrachtwagenparkings aangelegd. Hierbij werd er over gewaakt dat die locaties sociaal aanvaardbaar zijn en dat de totale parkeercapaciteit voldoet aan de vraag. In het plangebied van het RUP komt zo’n vrachtwagenparking voor, namelijk aan de Geralaan (10 plaatsen). De invoering van de eerste fase van het parkeerverbod in de bebouwde kom voor vrachtwagens van meer dan 5 ton werd in 2007 geëvalueerd. Deze maatregel komt de leefbaarheid in de woonkernen ten goede. De specifiek voorziene parkeerterreinen voor de
10
Geactualiseerd en conform verklaard door de auditor op 23 januari 2009 en goedgekeurd door het College
van Burgemeester en Schepenen op 6 maart 2009.
I
Toelichtende nota
12
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
vrachtwagens worden goed gebruikt. Gezien deze gunstige evaluatie van deze eerste fase werd vanaf 1 januari 2009 ook op de rest van het Brugs grondgebied eenzelfde parkeerbeperking voor vrachtwagens ingevoerd (collegebeslissing 23 mei 2008). De reeds gereglementeerde vrachtwagenparking Geralaan (in het plangebied RUP) werd recentelijk aangepast om efficiënter en duidelijker als vrachtwagenparking te functioneren (16 plaatsen). In het kader van de evaluatie van het mobiliteitsplan (Gemeenteraad d.d. 31 mei 2011) komt een eventuele afbouw ter sprake in het kader van klachten over een parkeertekort voor sporters. Het besluit is echter dat het niet mogelijk is om de parkeercapaciteit voor vrachtwagens af te bouwen zolang er geen alternatief ter beschikking is. Als de parkeercapaciteit voor vrachtwagens hier zou worden afgebouwd zonder een alternatief beschikbaar te stellen, dan zouden vrachtwagenchauffeurs hun trucks en trekkers opnieuw op de openbare weg in woonomgevingen parkeren met alle gevolgen vandien. Het beleid van de Stad Brugge is om vrachtwagens niet in woonstraten te laten parkeren net om overlast en onveiligheid in de buurt te voorkomen. -
6.8
Maatregelen inzake fietsverkeer. Het plangebied ligt op het traject van de uit te bouwen aanvullende lokale fietsroute “Dampoort – Gulden Kamer – Kasteel Rooigem – Malehoek – Kasteel Puienbroek”. Aanvullende lokale fietsroutes geven aansluiting met bestaande landelijke wegen en gemeenten in het Brugse ommeland. Bovendien verbinden ze verschillende fietsaantrekkelijke polen zoals scholen, recreatieparken, bos- en parkgebieden. In uitvoering van het deze beleidsoptie in het mobiliteitsplan is het fiets- en wandelpad doorheen de Gulden Kamer aangelegd.
Lokale archeologische advieskaart
Kaart 10: lokale archeologische advieskaart
De lokale archeologische advieskaart is opgesteld in functie van een zorgzaam gemeentelijk beleid voor het archeologisch erfgoed. Aan de hand van een basisinventaris, landschappelijke kenmerken en knelpunten bakent deze kaart zones af waarin al dan niet advies aan de bevoegde archeologische dienst moet worden gevraagd. Volgens de lokale archeologische advieskaart is het plangebied gelegen binnen de ‘zone met advies bij elke aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning, met structurele wijziging van de bodem. Dit betekent dat bij de behandeling van elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning met een structurele wijziging van de bodem advies dient te worden gevraagd aan de bevoegde archeologische dienst.
6.9
Inventaris bouwkundig erfgoed
Binnen het plangebied zijn volgende gebouwen opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed van 14 september 200911:
11
Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten
dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Deze vrijwaring verschilt echter sterk van een bescherming als monument. Voor beschermde monumenten gelden immers alle juridische bepalingen uit het monumentendecreet. Door de vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed van 14 september 2009 treden een aantal andere wettelijke bepalingen in de Vlaamse decreet- en regelgeving in werking. Er gelden binnen het onroerend erfgoedbeleid, stedenbouwkundig, woon- en energieprestatiebeleid een aantal uitzonderingsmaatregelen ten gunste van gebouwen uit de vastgestelde inventaris, met als doel die zoveel mogelijk te vrijwaren. (bron: inventaris.vioe.be)
I
Toelichtende nota
13
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
-
ontwerp 17 mei 2013
Blauwkasteelweg nrs. 24-28. Voormalig landgoed z.g. "Het Blauw Kasteel" of "Blauwhuis" palend aan het kartuizerklooster Genadedal (cf. Karel van Manderstraat), buitenverblijf van de Brugse humanist Marcus Laurin (1525-1581)12 en heer van Watervliet (cf. Brugge 18na, Oude Burg nr. 27). Rond 1500 behoort het goed aan Pieter Mouscron, lid van een Brugse koopliedenfamilie. In het midden van de 16de eeuw verwerft Marcus Laurin het landgoed en bouwt er een luisterrijk kasteel met bibliotheek met de naam "Laurocorinthus Villa Laurinorum". Het domein staat aangeduid op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571) als "Blauwhys". Marcus Gerards (1562) geeft een gedetailleerde weergave. Het volledig omwalde kasteelgoed op vierkante plattegrond is aan de oostkant toegankelijk via een brug en poortgebouw. Aan de zuidkant ligt het ommuurde opperhof met het kasteel met traptoren en een tuin. Aan de noordkant ligt het langgerekte neerhof. Op de noordwesthoek staat een duiventoren, en rechts daarvan het zwanenhuis. In 1578 worden omwille van de godsdiensttroebelen en op bevel van de stadsmagistraat het kasteel en kartuizerklooster afgebroken. In 1595 verwerft Gerard van Volden het domein. Volgens een kaart uit 1663, opgemaakt door landmeter Hendrik de la Porte wordt het opperhof heropgebouwd. Het woonhuis van het neerhof blijft bewaard, aan de oostkant worden twee schuren toegevoegd. Later worden de grachten gedempt en het 17de-eeuws kasteel na de Eerste Wereldoorlog afgebroken. Het ganse domein, met omliggende sportvelden z.g. "De Gulden Kamer", is heden eigendom van de Stad en herbergt verschillende functies. De voormalige bijgebouwen, schuur, stalling en boerenhuis worden resp. gebruikt door een jeugdbeweging, een stadsdienst, een sportclub en als conciërgewoning. Van het voormalige 16de-eeuwse poortgebouw zoals afgebeeld op de kaart van Marcus Gerards zijn de twee zijmuren bewaard gebleven. Deze worden in 1996 als ruïne geconsolideerd. Een overkapping met hedendaagse vormgeving, ontworpen door de Gebouwendienst van de Stad Brugge, accentueert de oorspronkelijke hoofdingang. In de linkermuur zit een schietgat. De binnenmuren hebben elk een dichtgemetselde korfboogingang met afgeschuinde dagkanten. Deze deurtjes gaven oorspronkelijk wellicht toegang tot de naastliggende gebouwen. Restanten van ijzeren scharnieren en uitsparingen voor de vroegere poort zijn nog herkenbaar. Een deel van de 16de-eeuwse bakstenen omheining zit verwerkt in de oostmuur van de grote schuur. Deze bakstenen schuur met wagenhuis dateert eventueel uit het begin van de 17de eeuw. De gevel aan de binnenkoer is gestut door enkele steunberen. Aan de noordkant van de binnenkoer liggen de vroegere stallingen, wellicht niet ouder te dateren dan het begin van de 20ste eeuw. Op de binnenkoer staat een recenter wagenkot met eigenaardige betonnen pilaren. Links van de schuur bevinden zich in de boomgaard de gebouwen van de jeugdbeweging. Verder noordwaarts ligt het boerenhuis z.g. "'T BLAUWHUIS" van het voormalige neerhof horende bij het "Blauw Kasteel". Verankerde baksteenbouw, witbeschilderd boven gepekte plint met 19de-eeuwse muuropeningen maar wellicht met oudere kern. Tegen de achterzijde is een lagere vleugel aangebouwd, de verhoogde begane grond is helemaal onderkelderd. De lagere aanbouw rechts heeft een steunbeer in de zijgevel. Interieur: balkwerk en laatgotische schouw. (bron: Inventaris Bouwkundig Erfgoed)
12
Spilfiguur van het Brugs humanisme en van een internationaal geleerdennetwerk in de 2de helft van de 16de
eeuw.
I
Toelichtende nota
14
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
Door de stedelijke dienst monumentenzorg en stadsvernieuwing werd dit bouwkundig erfgoed getoetst aan de tot op heden gehanteerde waardebepaling bij de opmaak van bestemmingsplannen13: aan te duiden als architectuurhistorisch waardevol (= Het pand heeft waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken waarvan een maximaal behoud wordt nagestreefd. Meestal komen deze panden ook in aanmerking komen voor stadssubsidies voor restauratie.): o de resten van zijmuren van het voormalige 16deeeuwse poortgebouw (zonder de nieuwe luifel, die in 1996 als bescherming werd gebouwd)
13
o
schuur met wagenhuis, 17de-eeuws (bevat een deel van de vroegere 16de-eeuwse omheiningsmuur van het domein)
o
zgn. boerenhuis ‘t Blauw Huis, 19de-eeuws met oudere kern
Tot op heden heeft de Stad bij de opmaak van bestemmingsplannen een waardebepaling gehanteerd om
waardevol erfgoed, waarvoor geen beschermingsbesluit van toepassing is enigszins te beschermen of te behouden. Het gaat om 2 categorieën: -
architectuurhistorisch waardevol: d.w.z. dat het pand waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken heeft waarvan een maximaal behoud wordt nagestreefd. Meestal komen deze panden ook in aanmerking komen voor stadssubsidies voor restauratie.
-
stadslandschappelijk waardevol: d.w.z. dat het ‘stadslandschappelijk’ of stedenbouwkundig als waardevol ervaren wordt. Behoud is een must, doch vervanging door iets met gelijkwaardig kwaliteit of stedenbouwkundig impact is evenzeer mogelijk.
I
Toelichtende nota
15
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
-
ontwerp 17 mei 2013
aan te duiden als stadslandschappelijk waardevol (= Het pand wordt ‘stadslandschappelijk’ of stedenbouwkundig als waardevol ervaren wordt. Behoud is een must, doch vervanging door iets met gelijkwaardig kwaliteit of stedenbouwkundig impact is evenzeer mogelijk.): o vroegere stalling, alhoewel 20ste-eeuws interessant naar volume en afmetinge
6.10 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan Het Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) werd goedgekeurd door de Gemeenteraad op 29 april 1997. Het GNOP omschrijft het beleid dat de stad voor haar grondgebied zal voeren op het vlak van natuurbehoud. Vanuit een algemene beleidsvisie t.a.v. het natuurbehoud op gemeentelijk vlak worden meer specifieke opties geformuleerd en uitgewerkt naar gerichte acties. Dit wordt gedaan op basis van een indeling van Brugge in aantal specifieke landschapseenheden. Het noordelijk deel van het plangebied bevindt zich in de westelijke rand van de landschapseenheid ‘overgangslandschap polder-zandstreek te Sint-Kruis’. Dit is een oud cultuurlandschap met ook vandaag nog een uitgesproken agrarisch landschap, op de bebouwing aan de zuid- en westrand na.
I
Toelichtende nota
16
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
7
ontwerp 17 mei 2013
Juridisch kader
7.1
Overzicht
Type Plannen van aanleg Gewestplan
Brugge – Oostkust (KB d.d. 07.04.1977): woonuitbreidingsgebied
APA
-
BPA
-
Ruimtelijke uitvoeringsplannen Gewestelijk RUP
afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge (ontwerp)
Provinciaal RUP
-
Gemeentelijk RUP
-
Verkavelingsvergunningen (geldig)
-
Beschermde monumenten
-
Beschermde dorpsgezichten
-
Beschermde landschappen
-
Beschermde archeologische zone
-
Vogelrichtlijngebied
-
Habitatrichtlijngebied
-
Weidevogels
-
VEN
-
Natuurreservaten
-
Beschermingszone
-
grondwaterwinning Risicozone overstromingen
-
Gewestwegen
-
Provinciewegen
-
Buurtwegen
-
Waterlopen Onbevaarbaar
categorie 3
Bevaarbaar
Zuidervaartje (categorie 1)
7.2
Gewestplan
Plan 2: juridische toestand
Volgens het gewestplan Brugge – Oostkust (KB van 7 april 1977) gelden in het plangebied volgende bestemmingen: woonuitbreidingsgebied. Volgens het KB van 28 december 1972 houdende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woonuitbreidingsgebieden uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor. Voor de realisatie van voetbalvelden in woonuitbreidingsgebied werden in het verleden steeds de nodige vergunningen verkregen. Maar, de aanvraag d.d. 5 juni 2008 voor het aanleggen van een voetbalveld (nr. 12) als uitbreiding van het bestaande sportcomplex werd door de Vlaamse Overheid geweigerd gezien dit in strijd is met de bestemming als
I
Toelichtende nota
17
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
woonuitbreidingsgebied. Men verwijst hierbij naar de door hen afgeleverde stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van het voetbalveld nr. 11 d.d. 18 juli 2005: deze werd vergund gezien deze pleinaanleg kon aanzien worden als een infrastructuur van een toekomstig woonproject in het nog resterend woonuitbreidingsgebied daarnaast werd echter de uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen dat ‘de op het plan aangeduide toekomstige pleinen en de bebouwing niet meer kunnen worden aangevraagd volgens deze vergunningsmethodiek. Zoals aangehaald moet dit dan gebeuren door de opmaak van een BPA of in de toekomst een RUP’. -
gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Wegens de zeer uiteenlopende aard van de instellingen die in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen aanvaard worden, zijn deze niet nader omschreven in het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.
-
gebied voor dagrecreatie. Volgens het KB van 28 december 1972 houdende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de recreatiegebieden bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccommodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie.
-
woongebied. Volgens het KB van 28 december 1972 houdende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Bij de goedkeuring van het RUP worden deze bestemmingen opgeheven.
7.3
Herbevestigd agrarisch gebied
Kaart 11: herbevestigd agrarisch gebied ‘polder bij Sint-Kruis’ (B.Vl.R. 31 maart 2006)
Het agrarisch gebied cf. het gewestplan ‘Polder bij Sint-Kruis’ ten noordoosten van het plangebied werd op 31 maart 2006 door de Vlaamse Regering herbevestigd. Hierbinnen gelden de beleidsmatige uitgangspunten zoals bepaald in de beslissing van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005.
7.4
Gewestelijke RUPs in opmaak
Kaart 12: ontwerp gewestelijk RUP afbakening RSG Brugge (december 2009) – detail ter hoogte van het plangebied Kaart 13: bijlage bij informele reactie Stad Brugge bij de informele overlegmomenten in 2006 tbv gewestelijk RUP afbakening RSG Brugge
I
Toelichtende nota
18
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
Het plangebied ligt in het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Brugge (ontwerp, december 2009). Dit gewestelijk RUP zal de grens van het regionaalstedelijk gebied verordenend vastleggen en een aantal bestemmingswijzigingen doorvoeren. Over het ontwerp (december 2009) werd van 26 februari t.e.m. 26 april 2010 een openbaar onderzoek gehouden. In dit ontwerp wordt het plangebied opgenomen binnen de afbakeningslijn, maar krijgt het geen herbestemming. Enkel het nog niet ontwikkelde deel van het woonuitbreidingsgebied wordt herbestemd naar woongebied. Dit gebied bevindt zich net ten zuiden van het plangebied. Echter, in realiteit zijn deze percelen wel reeds ontwikkeld (bejaardentehuis en serviceflats). Over het plangebied wordt in de toelichtende nota van het tweede voorontwerp gesteld dat de herbestemming van het woonuitbreidingsgebied in functie van recreatie een lokale aangelegenheid is. Bij de informele voorbereidende overlegmomenten in 2006 werd door de Stad Brugge wel gevraagd om de feitelijke en aanvullend voorziene sportterreinen op Gulden Kamer (cfr. de behoeftenstudie sportterreinen) te herbestemmen naar dagrecreatie. Dit werd weergegeven op kaart (zie Kaart 13). In het eerste voorontwerp werd door het Vlaams gewest echter duidelijk gesteld dat dit lokale materie is, waardoor deze opmerking niet verder door de stad hernomen werd.
7.5
Buurtwegen
Kaart 20: atlas der buurtwegen
De Atlassen van de buurtwegen zijn in de loop van de 19de eeuw opgemaakt in uitvoering van de Wet op de Buurtwegen d.d. 10 april 1841. Het betreft een inventaris per gemeente van alle openbare wegen in eigendom van de gemeente en van de private wegen met een openbaar karakter. De kaarten vormen op vandaag een historisch document en zijn nog steeds rechtsgeldig. De ‘buurtwegentoets’ heeft de bedoeling om na te gaan of het RUP invloed kan hebben op het buurtwegennet (verplaatsing, opheffing, …). Er komen geen buurtwegen voor in het plangebied van het RUP. Buurtwegen in de omgeving ervan vallen samen met bestaande wegen. Het RUP geeft dus geen aanleiding tot verdere acties inzake buurtwegen.
7.6
Waterlopen
In het plangebied bevindt zich een onbevaarbare waterloop van categorie 3. Het plangebied paalt aan het Zuidervaartje, een waterloop van 1ste categorie. Deze waterloop wordt beheerd door W&Z.
I
Toelichtende nota
19
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
8
ontwerp 17 mei 2013
Decreet integraal waterbeleid – watertoets
Kaart 14: overstromingsgebieden – risicozones voor overstromingen Kaart 15 a- d: watertoets – overstromings-, erosie-, infiltratie- en grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Cfm. het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 (art. 8) dient de overheid het plan waarover ze beslist te onderwerpen aan de watertoets14. Dit wil zeggen dat de overheid er zorg moet voor dragen dat er geen schadelijk effect ontstaat op het watersysteem15 of dat dit zoveel mogelijk wordt beperkt. Om die eventuele schadelijke effecten te beoordelen, worden een aantal instrumenten aangereikt: volgens de kaart 'overstromingsgebieden in Vlaanderen' (versie 2009) is een klein gebied in het noordwestelijk van het plangebied gelegen in een 'risicozone voor overstromingen'. Namelijk, ter hoogte van de gracht tussen het plangebied en de woonwijk Wiedauwbos (verkaveling 9211 - Karel Van Manderstraat/Wiedauwbos).
-
-
-
op de watertoetskaart met 'overstromingsgevoelige gebieden' is het noordwestelijk deel van het plangebied aangeduid als 'mogelijks overstromingsgevoelig', waarbinnen het meest noordwestelijk deel, alsook de woonwijk Wiedauwbos aanpalend aan het plangebied, aangeduid is als ‘effectief overstromingsgevoelig’. Het overgrote deel van het bestaande sportpark en de voorziene oostelijke uitbreiding is niet overstromingsgevoelig. op de watertoetskaart met ‘erosiegevoelige gebieden’ is het noordwestelijk deel van het plangebied aangeduid als ‘erosiegevoelig’. op de watertoetskaart 'infiltratiegevoelige bodems' wordt het zuidelijk en oostelijk deel van het plangebied aangeduid als ‘infiltratiegevoelig’. Het NW is niet infiltratiegevoelig. op de watertoetskaart 'grondwaterstromingsgevoelige gebieden' is dit zuidelijk deel aangeduid als ‘matig gevoelig voor grondwaterstroming’ en het noordelijk deel van het plangebied aangeduid als ‘zeer gevoelig voor grondwaterstroming’.
Hieruit blijkt dat het noordwestelijk gedeelte van het plangebied de meeste kans heeft op problemen inzake wateroverlast. Hier zullen enkel voetbalvelden aangelegd worden. Daarnaast worden ondergrondse constructies en parking hier niet toegelaten. Het grootste deel van het plangebied bestaat uit het reeds gerealiseerde sportpark. De geplande bestemmingen in het plangebied zullen geen aanleiding geven tot een ingrijpende toename van 14
D.w.z. dat de overheid die over een plan beslist, via het al dan niet goedkeuren van het plan en / of door het opleggen van aangepaste voorwaarden er zorg moet voor dragen dat geen schadelijk effect (1) ontstaat, dat een schadelijk effect zo veel mogelijk wordt beperkt, dat een schadelijk effect wordt hersteld, dat vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem (2) wordt gecompenseerd. De overheid moet bij het nemen van die beslissing rekening houden met de relevante door de Vlaamse regering vastgestelde waterbeheerplannen, voorzover die bestaan. (Decreet integraal waterbeleid d.d. 18 juli 2003 – art. 8) (1) een nadelig effect op milieu; de gezondheid van de mens; de veiligheid van de vergunde / vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden; het duurzaam gebruik van water door de mens; de fauna; de flora; de bodem; de lucht; het water; het klimaat;
het
landschap; het onroerend erfgoed en de samenhang tussen een of meer van deze elementen. (2) watersysteem:
een
samenhangend
en
functioneel geheel
van
oppervlaktewater, grondwater,
waterbodems en oevers, met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijbehorende fysische, chemische en biologische processen, en de daarbij behorende technische infrastructuur 15
I
Het watersysteem is het geheel van oppervlaktewater, grondwater en de natuur die daarbij hoort.
Toelichtende nota
20
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
bebouwing en / of verharding. In de voorschriften is opgenomen dat alle toegelaten activiteiten, werken, handelingen en wijzigingen geen negatieve invloed mogen hebben op de waterhuishouding en op het waterbergend vermogen van het gebied. Negatieve effecten moeten vermeden, gemilderd of gecompenseerd worden. Bij de aanleg van sportterreinen kan verlies aan bergingscapaciteit vermeden worden door ze aan te leggen op de bestaande gemiddelde maaiveldhoogte. Drainage is daarbij toegelaten omwille van het positief effect op het waterbergend vermogen (sponswerking). Drainages moeten evenwel ondiep voorzien worden om geen betekenisvol negatief effect te hebben op het grondwaterstromingspatroon (permanente grondwaterdaling). Het eventueel verhoogd aanleggen van sportterreinen omwille van de watergevoeligheid van de gronden, heeft gevolgen voor het waterbergend vermogen van het gebied. Om te vermijden dat water dat niet kan geborgen worden zijn weg zoekt naar de omgeving (aanpalende woonwijk Wydauwbos die al last had van overstromingen of andere plaatsen langs het Zuidervaartje), moet verlies aan bergingscapaciteit gecompenseerd worden. Compensatie moet gebeuren binnen plangebied. Daarnaast zijn de geldende reglementaire bepalingen terzake (o.m. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, ... ) steeds van toepassing. Er mag dus aangenomen worden dat het schadelijk effect van dit RUP beperkt is en geen schadelijk effect zal doen ontstaan.
9
Milieueffectenrapportage – onderzoek tot mer
Plannen en programma’s die een kader vormen voor de toekenning van vergunningen moeten in bepaalde gevallen worden onderworpen aan een milieueffectenstudie (het zgn. plan-MER). Dit wordt bepaald in het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij decreet van 27 april 2007 (art. 4.2.1 en art. 4.2.3). Een plan-MER onderzoekt de impact van het plan op o.m. de veiligheid en de gezondheid van de mens en milieu. Voor elk ruimtelijk uitvoeringsplan moet, in de voorbereidende fase ervan, door de initiatiefnemer van het plan (in dit geval de Stad) worden nagegaan of een plan-MER al of niet moet worden opgemaakt. Dit is ‘het onderzoek tot mer’ of ‘screening’. Op basis van voorliggend voorontwerp RUP wordt een ‘verzoek tot raadpleging’ of ‘screening’ opgemaakt, die voor beoordeling aan de bevoegde dienst Mer van de Vlaamse Overheid wordt overgemaakt.
10
Ruimtelijke veiligheidsrapportage
Naar aanleiding van de opmaak van bepaalde ruimtelijke uitvoeringsplannen, moet een ruimtelijk veiligheidsrapport worden opgemaakt. Dit wordt bepaald in het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij decreet van 27 april 2007, en het bijhorende uitvoeringsbesluit van 26 januari 2007 houdende de nadere regels inzake ruimtelijke veiligheidsrapportage. Met deze maatregel beoogt de wetgever de preventie en beperking van zware ongevallen die een gevaar voor mens en milieu kunnen betekenen. Of er al dan niet een veiligheidsrapport moet worden opgesteld, wordt volgens voornoemd besluit beslist door de dienst Veiligheidsrapportering van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid. Hiertoe moet ieder voorontwerp RUP aan de dienst Veiligheidsrapportering worden overgemaakt. Deze dienst deelt ten laatste op de plenaire vergadering haar advies mee.
I
Toelichtende nota
21
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
11
ontwerp 17 mei 2013
Visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling
11.1 Knelpunten -
Er is een tekort aan voetbalvelden in Brugge. Een gedeelte van de behoefte aan bijkomende voetbalvelden kan opgevangen worden bij het sportpark Gulden Kamer. Om deze voetbalvelden te kunnen realiseren, is een herbestemming nodig van het woonuitbreidingsgebied en de zone voor openbaar nut. Hier is ruimte voor de aanleg van 6 bijkomende voetbalvelden: 3 in het NW (woonuitbreidingsgebied) en 3 in het NO (gebied voor openbaar nut). Ondertussen werd in het NW (in woonuitbreidingsgebied) 1 voetbalveld gerealiseerd (met de nodige vergunningen) (zie ook 7.2). In het gebied voor openbaar nut heeft Spermalie bouwplannen. Om een combinatie van beide projecten mogelijk te maken, wordt voorgesteld om de in het NO voorziene 3 voetbalvelden te beperken tot 2.
-
De laatste jaren stelt zich in het plangebied een parkeerprobleem op bepaalde piekmomenten (bij tornooien/wedstrijden en op zaterdagen). Door de recente ingebruikname van twee nieuwe voetbalvelden (veld 10 en 11), waar geen realisatie van bijkomende parkeerplaatsen was aan gekoppeld, is de vraag naar parkeerplaatsen nog gestegen. Zowel aan de parking Geralaan als aan de parking Boogschutterslaan/Blauwkasteelweg is er een gebrek aan parkeerplaatsen. Deze parkings worden bovendien gebruikt door functies in de buurt: door bezoekers van het RVT Van Zuylen (parking Geralaan) en door bezoekers van de Studio Hall en het aerobicscentrum “Powerzone” (parking Boogschutterslaan). Op de parking Geralaan bevindt zich ook een vrachtwagenparking. Deze werd in de zomer van 2009 heraangelegd. Er wordt voorgesteld om bijkomende parkeergelegenheden te laten aansluiten op de bestaande parkings.
11.2 Potenties -
Het sportpark Gulden Kamer vormt een belangrijke recreatieve voorziening voor de bevolking van de deelgemeente Sint-Kruis. Er is nog ruimte voor verdere uitbreiding om tegemoet te komen aan de recreatieve noden. Een groot deel ervan is reeds in eigendom van de stad Brugge. Door herbestemmingen door te voeren kan dit sportpark verder uitgebouwd worden.
-
Het behouden en versterken van het groen en open karakter van dit sportpark (door bijkomende sportvelden in open lucht, aanleg groene fietsas, speelbos, …) zal een belangrijke bijdrage leveren aan het verhogen van de woon- en leefkwaliteit van deze stedelijke omgeving.
-
Een belangrijke recreatieve schakel in een ruimer recreatief fietsnetwerk.
-
Het sportpark is bereikbaar met het openbaar vervoer. Er is een bushalte ter hoogte van de toegang van het sportpark kant Geralaan, nl. halte Van Zuylen (lijn 16) en kant Blauwkasteelweg, nl. halte Blauw Kasteel (lijn 11 en 16)16. Hier zijn er op geregelde tijdstippen (ca. om de 10 minuten) doorkomsten. Ter hoogte van de nabijgelegen school Mariawende is er nog een bushalte aanwezig (halte Mariawende) en aan de kerk van SintKruis komen verschillende lijnen samen.
16
stadslijn 16: Station – Centrum - Sint-Kruis (Dampoortkwartier) stadslijn 11: Station – Assebroek Peerdeke – Sint-Kruis
I
Toelichtende nota
22
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
ontwerp 17 mei 2013
11.3 Structuurschets plangebied in ruimere omgeving Kaart 16: structuurschets
Op basis van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling vooropgesteld in verschillende beleidsdocumenten en rekening houdend met de knelpunten werd een structuurschets opgemaakt voor het plangebied in zijn ruimere omgeving. Structuurbepalende elementen: Het plangebied bevindt zich op de grens tussen het bebouwd weefsel en de open ruimte en het bestaande sportpark is één van de schakels van de binnenste groene gordel van Brugge. Het vormt een zacht element in contrast met het versteende landschap. Het is dus van belang het plangebied aansluitend op de open ruimte zoveel mogelijk open te houden; dus vrij van bebouwing. Dit kan door de recreatie in open lucht (voetbalvelden in open lucht) te laten aansluiten op de open ruimte. Kleinschalige constructies zoals kleedkamers en berging, noodzakelijk voor het functioneren, moeten mogelijk zijn, maar beperkt. Hierbij is het van belang de negatieve visuele impact ervan op de omliggende open ruimte te vermijden door op een gepaste wijze aan landschapsinkleding te doen (o.a. zichtbuffer, afstandbuffer). Grootschaligere recreatieve bebouwing (sporthal, overdekte tennishal, jeugdlokalen,…) en verharding (parking, verharde sportvelden,…) moeten zoveel mogelijk aansluiten op het bebouwd weefsel. Hierbij dienen maatregelen genomen te worden om mogelijke visuele, lichten geluidshinder te minimaliseren. Het groene karakter van het sportpark moet behouden blijven en versterkt. De twee groenzones in het sportpark worden met elkaar verbonden via een groene langzaam verkeerverbinding, als onderdeel van een ruimer fietsroutenetwerk. Deze groenzones hebben potenties om als speelbos te functioneren. Gezien ook de aanwezigheid van verschillende jeugdverenigingen lijkt dit opportuun. De ontsluiting van het sportpark voor gemotoriseerd verkeer dient te gebeuren vanuit het woonweefsel, namelijk via de Geralaan en via de Boogschutterslaan / Blauwkasteelweg. In de onmiddellijke omgeving hiervan dient voldoende parking voorzien te worden. De rest van het sportpark is immers niet toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. De bestaande parkings voldoen hieraan. Bijkomende parkeergelegenheden moeten aansluiten op de bestaande parkings. Op de parking Geralaan is een gedeelte te reserveren voor vrachtwagenparking om tegemoet te komen aan de beleidsbeslissingen in uitvoering van het mobiliteitsplan. -
Deze structuurschets vormde de leidraad bij de verdere opmaak van het RUP.
11.4 Hoofdlijnen RUP Dit RUP voorziet de nodige (her)bestemmingen voor de uitbreiding van het sportpark Gulden Kamer zodat tegemoet gekomen wordt aan de gestelde beleidsoptie uit het GRS Brugge inzake bijkomende sportterreinen. Hierbij wordt rekening gehouden met de structuurschets. Daarnaast wordt het programma (ruimte voor 4 bijkomende velden) getoetst aan het inrichtingsvoorstel opgemaakt door de stedelijke groendienst teneinde een zone in te tekenen die ruim genoeg is. Het bestaande sportpark Gulden Kamer wordt ook opgenomen in het plangebied van het RUP. Het verdient immers de voorkeur om de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de voorziene uitbreiding in samenhang met de bestaande infrastructuur te regelen en vast te leggen in één en hetzelfde ruimtelijk ordeningsinstrument, nl. een RUP. Dit is ook duidelijker naar de vergunningspraktijk. Het RUP legt randvoorwaarden op waarbinnen de ontwikkeling van het sportpark kan gebeuren: inzake bebouwing Er wordt een onderscheid gemaakt in twee zones:
I
Toelichtende nota
23
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
-
-
-
ontwerp 17 mei 2013
Het gedeelte in aansluiting op de omliggende open ruimte (zone 2) moet zo veel mogelijk open gehouden worden. Maar, voor het goed functioneren van de bijkomende voetbalvelden zullen wellicht nog een kleedkamer en berging nodig zijn. Daarom wordt een beperkt bijkomende gelijkvloerse bebouwing toegelaten. Rekening houdend met de bestaande bebouwde oppervlakte (ca. 600 m²) wordt in dit gedeelte een maximum bebouwbare oppervlakte toegelaten van 1.000 m². Het gedeelte dat aansluit op het bebouwd weefsel kan meer bebouwing verdragen (zone 1). De activiteiten die hier op vandaag al zitten, moeten kunnen blijven en kunnen uitbreiden indien nodig. Daarnaast moeten er ook mogelijkheden zijn om bijkomende gebouwen op te richten in functie van de uitbouw van dit groen sportpark. Om dit mogelijk te maken, mag 15% van de zone bebouwd worden. Dit is bijna een verdubbeling van de bestaande bebouwde oppervlakte. In het sportpark is geen bewoning toegelaten, behalve een conciërgewoning.
inzake mobiliteit/parkeren De ontsluiting van het sportpark voor gemotoriseerd verkeer is enkel toegelaten via de Geralaan en via de Boogschutterslaan / Blauwkasteelweg. De rest van het sportpark is niet toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Parking is enkel toegelaten in de onmiddellijke omgeving van de toeritten. De bestaande parkings voldoen hieraan. Dit binnen zone 1. Er moet voldoende parkeergelegenheid en comfortabele fietsenstalling zijn. Met voldoende parkeerplaatsen wordt bedoeld: geen parkeerplaatsen teveel, zodat het gebruik van openbaar vervoer en fiets maximale kansen krijgt, geen parkeerplaatsen tekort, zodat de parkeerdruk in de omgeving tot een minimum beperkt wordt. Door de betrokken diensten werd de behoefte onderzocht. Gezien reeds een aantal functies bijgekomen zijn zonder de nodige parkeergelegenheden, zullen bijkomende parkeergelegenheden noodzakelijk zijn. Deze moeten aansluiten op de bestaande parking. De parkings moeten landschappelijk ingekleed zijn. De reeds gereglementeerde vrachtwagenparking Geralaan werd recentelijk aangepast om efficiënter en duidelijker als vrachtwagenparking te functioneren (16 plaatsen). Deze kan behouden blijven, zolang de behoefte aan parkeergelegenheid in functie van het sportpark kan ingevuld worden en er geen volwaardig alternatief is. Het sportpark moet toegankelijk zijn voor fietsers en voetgangers. Er is een langzaam verkeer verbinding functionele relaties te leggen. Gulden Kamer vormt een schakel in de uitbouw van de aanvullende lokale fietsroute Malehoek-Dampoort. Langsheen deze verbinding zijn kleinschalige constructies in functie van de recreatieve fietsverbinding zoals zitbanken, fietsenrekken, vuilnisbakken, infoborden,… toegelaten. -
inzake groen Om een negatieve visuele/licht/geluid impact om de omgeving te vermijden is voldoende landschappelijke inkleding/buffering noodzakelijk ten aanzien van: het omgevend landbouwgebied (ten noorden, nl. nuloptiegebied en ten noordoosten, nl. herbevestigd agrarisch gebied), de onderwijsinstellingen (ten oosten), de begraafplaats (ten oosten), de omwonenden (woningen en zorgcentrum), het Zuidervaartje (te noorden). Het beukenbosje Van Zuylen is gezien zijn inplanting in een verstedelijkte omgeving als zeer waardevol te beschouwen. Dit boombestand (vnl. beuk) moet behouden blijven en versterkt. Recreatief medegebruik is mogelijk (fietspad erdoor, speelbos). -
I
Toelichtende nota
24
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
-
-
ontwerp 17 mei 2013
De ‘bomenbank’ (boomkwekerij) heeft haar oorspronkelijke functie17 verloren en kan zich, mits het selectief rooien van een beperkt aantal bomen, op korte termijn ontwikkelen tot een naar samenstelling en dichtheid gevarieerd bos. Gelet op de ligging langs een fietsas en de aanwezigheid van verschillende jeugdverenigingen is een speelbos hier aangewezen. Deze twee groenzones in het sportpark worden met elkaar verbonden via een groene langzaam verkeerverbinding. Binnen het plangebied bevindt zich de stapelplaats (in open lucht) voor de stedelijke groendienst. Deze fungeert als tijdelijke stockeerplaats van groenafval (bv. gras van de voetbalvelden) in afwachting van definitieve afvoer en als stockeerplaats van bulkgoederen (bv. teelaarde, houtsnippers) nodig voor de plantsoenen over het hele Brugse grondgebied.
inzake erfgoed Het voormalig landhuis “Het Blauw Kasteel” of “Blauwhuis” is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse overheid. Na verdere evaluatie door de stedelijke dienst monumentenzorg en stadsvernieuwing wordt volgend waardeoordeel gegeven: - aan te duiden als architectuurhistorisch waardevol (= Het pand heeft waardevolle bouwkundige elementen en kenmerken waarvan een maximaal behoud wordt nagestreefd. Meestal komen deze panden ook in aanmerking komen voor stadssubsidies voor restauratie.): o de resten van zijmuren van het voormalige 16de-eeuwse poortgebouw (zonder de nieuwe luifel, die in 1996 als bescherming werd gebouwd) o schuur met wagenhuis, 17de-eeuws (bevat een deel van de vroegere 16de-eeuwse omheiningsmuur van het domein) o zgn. boerenhuis ‘t Blauw Huis, 19de-eeuws met oudere kern - aan te duiden als stadslandschappelijk waardevol (= Het pand wordt ‘stadslandschappelijk’ of stedenbouwkundig als waardevol ervaren. Behoud is een must, doch vervanging door iets met gelijkwaardige kwaliteit of stedenbouwkundig impact is evenzeer mogelijk.): o vroegere stalling, alhoewel 20ste-eeuws interessant naar volume en afmetingen
-
-
De voormalige bijgebouwen, de schuur, de stalling en het boerenhuis worden resp. gebruikt door jeugdbeweging, een stadsdienst, een sportclub en conciërgewoning. Deze functies kunnen behouden blijven. Het plangebied is volgens de lokale archeologische advieskaart gelegen binnen een ‘zone met advies’. Er zijn geen exact gelokaliseerde archeologische relicten bekend, maar er kunnen relicten voorkomen (nabijheid Romeinse weg tussen Brugge en Aardenburg, hoeve Blauwkasteel die teruggaat op een middeleeuwse site en aanwezigheid van het verdwenen Karthuizerklooster Genadedal). Alle toegelaten activiteiten, werken, handelingen en/of wijzigingen moeten rekening houden met de eventuele aanwezigheid van archeologisch erfgoed.
inzake water Het noordelijk gedeelte (zone 2) is lager gelegen en zal het meest gevoelig zijn voor waterproblemen. Het is niet toegelaten om hier ondergrondse constructies toe te laten. De toegelaten activiteiten, werken, handelingen en / of wijzigingen mogen geen negatieve invloed hebben op de waterhuishouding en het waterbergend vermogen. Dit betekent ook dat mogelijke waterproblemen in het plangebied niet mogen afgewenteld worden op naastliggende gebieden en dat drainages onder voetbalvelden geen permanente grondwaterstanddaling tot gevolg mogen hebben. -
17
Nl. jonge bomen opkweken tot bijna volwassen bomen die als aanvulling of herstel van beplantingen in een
stedelijke omgeving zouden geplant worden.
I
Toelichtende nota
25
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
12
ontwerp 17 mei 2013
Motivatie onteigeningsplan
Volgens art. 2.4.3 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, kan elke verwerving van onroerende goederen die vereist is voor de verwezenlijking van een ruimteijk uitvoeringsplan door onteigening ten algemenen nutte. Het onteigeningsplan kan tegelijk met het RUP opgemaakt worden of binnen de 5 jaar na de goedkeuring van het RUP. De Stad wenst deze decretale mogelijkheid te gebruiken door aan voorliggend RUP een onteigeningsplan toe te voegen. Het onteigeningsplan omvat de noordoostelijke hoek van het plangebied die, in tegenstelling tot het overige deel van het sportpark Gulden Kamer, nog geen stadseigendom is. De gronden zijn eigendom van de Zusters der Kindsheid van Maria ter Spermalie. algemeen belang Het RUP voorziet de nodige (her)bestemmingen voor uitbreiding van de sportinfrastructuur op Gulden Kamer. Hiermee zal het juridisch mogelijk worden om een deel van de behoefte aan bijkomende voetbalvelden in Brugge in te vullen, namelijk 5 van de 14 voetbalvelden waar Brugge volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan nood aan heeft. Daarvan worden twee velden in de noordoostelijke hoek van het plangebied gepland, deels op het eigendom van Spermalie. De verdere uitbouw van het sportpark Gulden Kamer zal bijkomende sporten ontspanningsmogelijkheden voor de inwoners van Brugge scheppen. Een eventuele verwerving van deze gronden door onteigening wordt dan ook van algemeen belang beschouwd. noodzaak Als eigenaar en beheerder van het sportpark is het logisch dat de Stad de geplande voetbalvelden realiseert. Voor de aanleg van de twee noordoostelijk geplande voetbalvelden die zich gedeeltelijk op de gronden van Spermalie situeren, kan geen initiatief van de huidige eigenaar (Spermalie) verwacht worden. Verwerving van de gronden is dus nodig. De Stad zal in de eerste plaats onderhandelen in functie van aankoop in de minne. Als aankoop in der minne niet mogelijk zou zijn, zal verwerving door onteigening noodzakelijk zijn.
I
Toelichtende nota
26
gemeentelijk RUP Gulden Kamer
13
ontwerp 17 mei 2013
Het register planschade, planbaten, kapitaal- en gebruikersschade
Plan 8: register planschade, planbaten, kapitaal- en gebruikersschade
Het (her)bestemmen van gronden in een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de waarde van die grond beïnvloeden: -
-
Een waardevermindering kan aanleiding geven tot planschade, kapitaalschade en gebruikersschade. Dit zijn financiële regelingen waarbij de overheid de waardevermindering van gronden als gevolg van een bestemmingswijziging vergoedt. Een waardevermeerdering kan aanleiding geven tot planbaten, waarbij de burger een belasting betaalt op de meerwaarde die gronden krijgen door een bestemmingswijziging.
Art. 2.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat een RUP een register (al of niet grafisch) moet bevatten van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een kapitaal- of gebruikersschadecompensatie ingevolge een bestemmingswijziging of overdruk. Een grafisch register in die zin is weergeven op plan 8. Het register is een informatief en indicatief document. Het recht op een schadevergoeding of het verschuldigd zijn van planbaten is immers gebonden aan wettelijk voorziene voorwaarden en uitzonderingsgronden. Hiernaar werd geen verder onderzoek verricht.
14 Op te heffen voorschriften Cfm. art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vervangen de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg (gewestplan, BPA) tenzij het RUP het uitdrukkelijk anders bepaalt. Het gemeentelijk RUP sportpark Gulden Kamer vervangt dus voor het gebied waarop het betrekking heeft de voorschriften van het gewestplan Brugge – Oostkust (KB d.d. 07.04.1977), meer bepaald de bestemming woongebied, woonuitbreidingsgebied, dagrecreatie en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
15 Ruimtebalans De ruimtebalans geeft een overzicht van de oppervlakten van de bestemmingswijzigingen die door het gemeentelijk RUP van toepassing zijn. Deze gegevens hebben geen juridische waarde en werden enkel informatief toegevoegd.
categorie Wonen Bedrijvigheid Recreatie Landbouw Bos Reservaat en natuur Overig groen Lijninfrastructuur Gemeenschaps/nutsvoorz. Ontginning en waterwinning
I
Toelichtende nota
huidige gewestplanbestemming 12,21 ha
bestemmingen in het nieuwe gemeentelijk RUP
11,41 ha
28,23 ha
4,61 ha
verschil - 12,21 ha + 16,82 ha
- 4,61 ha
27