Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegids Academiejaar 2013-14 Studiegebied Opleiding Traject
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten deeltraject 3 JU (Voltijds modeltraject)
Soort opleiding Diplomatitel Toelatingsvoorwaarden
Academisch gerichte bacheloropleiding Bachelor of Arts in de beeldende kunsten Diploma secundair onderwijs of gelijkwaardig Geslaagd voor de artistieke toelatingsproef Nederlandse taalproef voor anderstaligen
Afstudeerrichting(en)
Grafisch ontwerp Juweelontwerp en edelsmeedkunst Vrije kunsten
Keuzeopties
Opleidingsspecifieke keuzeopties Afstudeerrichting Grafisch ontwerp grafische vormgeving illustratieve vormgeving reclamevormgeving Afstudeerrichting Juweelontwerp en edelsmeedkunst juweelontwerp Afstudeerrichting Vrije kunsten foto|video grafiek open atelier ruimtelijke kunst|beeldhouwen schilderkunst
Studieomvang
180 studiepunten (ECTS)
Onderwijstaal
Nederlands
Begindatum Einddatum Vakantie
18-9-2013 17-9-2014 Kerstvakantie van 23-12-2013 tot 5-1-2014 Paasvakantie van 7-4-2014 tot 20-4-2014 Zomervakantie van 1-7-2014 tot 31-8-2014
Aansluit- en vervolgopleidingen
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Opleidingsprofiel
Opleidingsdoel 1 Een onderzoekende ingesteldheid aanscherpen. Opleidingsdoel 2 Originele en relevante beelden leren creëren binnen een actuele, historische en maatschappelijke context. Opleidingsdoel 3 Leren analyseren, procesmatig en creatief|artistiek verwerken. Opleidingsdoel 4 Eigenzinnig een gepaste oplossing leren geven aan een creatieve vraagstelling. Opleidingsdoel 5 Uitgroeien tot een kritisch, autonoom en oorspronkelijk beeldend kunstenaar of vormgever.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Eindcompetenties
De kwaliteitsvereisten in verband met opleidingsdoelen en competenties voor een academische bacheloropleiding zoals in het decreet vastgelegd, zitten vervat in onze kencompetenties. In het overzicht hieronder worden deze decretale kwaliteitsvereisten aangegeven met de vermelding DC (Decretale Competentie) DC 1 Het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid DC 2 Het verwerven en verwerken van informatie DC 3 Kan op artistiek-reflectieve wijze denken en handelen DC 4 Creativiteit DC 5 Het kunnen uitvoeren van eenvoudige managementtaken DC 6 Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken DC 7 Ingesteldheid tot levenslang leren DC 8 Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding DC 9 Kennis hebben van onderzoeksmethoden en –technieken en deze adequaat kunnen toepassen DC 10 Het vermogen om de relevante data te verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen DC 11 Een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurde initiëren van onderzoek DC 12 Het begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van wetenschap of kunsten DC 13 Een systematische kennis van de kernelementen van een discipline met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis, deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline, en een begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden. Opleidingsdoel 1: Een onderzoekende ingesteldheid aanscherpen. 1.1. De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij (DC3, DC8). 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen (DC9, DC12). 1.3. De student kan de relevante data te verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10) 1.4. De student weet dat er geen grens is aan kennis en inzicht en gebruikt dit als stimulans voor onderzoekend vernieuwen (DC11). Opleidingsdoel 2 Originele en relevante beelden creëren binnen een actuele, historische en maatschappelijke context. 2.1. De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. 2.2. De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. 2.3. De student geeft blijk van creatieve potentie door constructief en eerlijk gebruik van inspiratiebronnen. 2.4. De student kan mondeling en schriftelijk zijn werk duiden en presenteren (DC5, DC6) 2.5. De student heeft een systematische kennis van de kernelementen van artistiek beeldend werken, met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis, deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van het artistieke werkveld, een begrip van de structuur ervan én de samenhang met andere vakgebieden (DC13). Opleidingsdoel 3: Leren analyseren, procesmatig en creatief verwerken. Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
3.1. De student koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeëngenererend vermogen (DC1, DC4, DC8). 3.2. De student kan ideeën en vormen analyseren en die bevindingen verwerken in zijn of haar persoonlijk onderzoek en creaties (DC2, DC4, DC5, DC6). 3.3. De student begrijpt dat oplossingen voortkomen uit analyse en onderzoek, maar waardeert evenzeer emotie en intuïtie als waardevolle inspiratiebron voor creatie.
Opleidingsdoel 4: Eigenzinnig een gepast antwoord leren geven op een creatieve vraagstelling. 4.1. De student koppelt een ideeëngenererend vermogen aan de technische kennis en vaardigheden om die creativiteit vorm te geven en zo, op een persoonlijke manier, te communiceren. (DC12, DC13) 4.2. De student kan zich op een beeldende en creatieve manier uitdrukken en dit persoonlijk verhaal overtuigend zichtbaar maken naar anderen (DC4, DC5, DC6,). Opleidingsdoel 5: Uitgroeien tot een kritisch, autonoom en oorspronkelijk beeldend kunstenaar/vormgever. 5.1. De student kan de opgedane ervaring, zijn of haar kennis en vaardigheden, omzetten in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid. 5.2. De student kan diverse onderwijsactiviteiten en –aspecten integreren in het eigen creatief proces. 5.3. De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Modeltrajecten
Modeltraject voltijds - deeltraject deeltraject 1 GO - deeltraject deeltraject 2 GO - deeltraject deeltraject 3 GO - deeltraject deeltraject 1 JU - deeltraject deeltraject 2 JU - deeltraject deeltraject 3 JU - deeltraject deeltraject 1 VK - deeltraject deeltraject 2 VK - deeltraject deeltraject 3 VK
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Opleidingsprogramma studiepunten
deeltraject 3 JU (Voltijds modeltraject) Waarneming / weergave 3
10
tijdsorganisatie
Academiejaar
- Tekenen | model
5
Academiejaar
- Tekenen | schetsen
5
Academiejaar
Atelier juweelontwerp 3
20
Academiejaar
Bachelorclass 3
9
Academiejaar
Werkveld 3 - juweelontwerp | edelsmeedkunst
3
Academiejaar
Kunstfilosofie 3
3
Semester 1 of Semester 2
Kunstgeschiedenis 3
6
Academiejaar
- Kunstgeschiedenis 3.1
3
Semester 1
- Kunstgeschiedenis 3.2
3
Semester 2
Hedendaagse niet-westerse kunst 3
3
Semester 1 of Semester 2
Geschiedenis van het juweel 3
3
Semester 1
Hedendaagse filmauteurs
3
Semester 2
Patroondoorbrekend denken 3
3
Semester 1
Modernisme: architectuur, design & film
3
Semester 2
Keuzevak 3 - groep 1
3
Keuzevak 3 - groep 2
3
Literatuur: tekst en idee
3
Semester 2
Copywriting
3
Semester 1
Communicatie en taalvaardigheid
3
Cultuurbeleid
3
Semester 2
Bedrijfsbeheer
3
Semester 1
Iconografie
3
Semester 1
Hedendaagse kunst: postmodernismen
3
Semester 2
De genesis van een oeuvre
3
Semester 1
Media
3
Semester 1
Niet-Europese kunst (Indië)
3
Semester 2
Visual Writing
3
Semester 1
Seminarie cultuurkritiek
3
Semester 1
Seminarie kunsttheorie e
3
Semester 2
De kunst van cultuurmarketing
3
Semester 2
Seminarie onderzoek en artistieke praktijk 1
3
Semester 1
Seminarie onderzoek en artistieke praktijk 2
3
Semester 2
Interface design
9
Horizontal Drawing
9
Generative design
9
Interpraxis De Buren
9
Motion graphics
9
Photography - conceptual & functional
9
Video
9 Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Making things public
9
Printed matter
9
Aspecten van de wetgeving
3
Self publishing
9
Printed matter-hoogdruk
9
Printed matter-zeefdruk
9
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Semester 1
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): DuBois Arpaïs
Samengesteld opleidingsonderdeel
Waarneming / weergave 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen
Boliau Ben Byl Hendrik De Backer Dirk Perdieus Paul Van de Peer Hildegard
Studievoortgang Voor dit opleidingsonderdeel moet de student dit jaar slagen, indien hij o in het vorige academiejaar slaagde voor minder dan 50% van de ingeschreven studiepunten. o vorig academiejaar reeds ingeschreven was voor dit opleidingsonderdeel. Zoniet zal verdere inschrijving voor de opleiding geweigerd worden Zie HOE 2.6.4.2
Vandecasteele Ingeborg Vandeweghe Jan Vanpoucke Andreas Vermeren Karen Studiepunten: 10
Wegingsfactor: 10 Quotering: Op 20 (tot op een halve) Delibereerbaar Herkansing: Niet-geslaagde dOLODs (waarop tweede examenkans mogelijk)
Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP
Onderwijstaal:
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): DuBois Arpaïs
Deelopleidingsonderdeel
Tekenen | model Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geslaagd zijn voor het OO atelier 2 en WW2 (VK) Geslaagd zijn voor het OO WW2 (JU-GO)
Byl Hendrik De Backer Dirk Vandecasteele Ingeborg Studiepunten: 5
Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)
Herkansing: geen tweede examenkans mogelijk Studiebelasting: 250u Contacturen per jaar: 84u Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel
Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud In BA3 gebruikt de student al de kennis en kunde die hij/zij tijdens de voorbije jaren opdeed om tot volwaardige ‘eigen’ tekenen te komen. Dit tekenen, dat nog altijd gebaseerd is op het waarnemen en interpreteren van naaktmodel of gerelateerd is aan het atelierwerk, kan uitmonden in haast eender welke plastisch relevante expressievorm. Alle materialen en inzichten dienen aangewend te worden om tot resultaten te komen die een academisch niveau overstijgen. In BA3 zijn de modellessen een laboratorium waar vele schakels via onderzoek leiden tot verbreding en inzicht om uiteindelijk te komen tot een eigen beeldtaal, interpretaties van figuur en portret en aanzet van nieuw werk (atelier). Het is het zien, begrijpen en in beeld zetten van het menselijk figuur in al zijn facetten en complexiteit. In BA3 worden de modellessen op regelmatige tijdstippen doorheen het jaar ingebed in een breder kader in samenwerking met een onderzoeker van het platform 'Horizontal Drawing'. Het werk wordt dan afgetoetst, bevraagd, gecontextualiseerd, besproken en getoond/gepresenteerd. Doelstellingen De student heeft een onderzoekende attitude. De student kan kijken/observeren/waarnemen. De student beschikt over algemene en technische kennis om het waargenomene op een artistieke manier weer te geven. De student kan een eigen visie en vormtaal tonen. De student kan een opdracht interpreteren. De student kan een autonome, volwaardige tekening maken. De student heeft een beeldtaal ontwikkeld die zo eigen is dat ze in elke plastische uitdrukkingsvorm herkenbaar is. De student heeft zijn/haar arsenaal aan teken- en schildertechnieken sterk uitgebreid. De student kan aan de hand van (tekenkundige) notities een artistiek evoluerende visie op tekenkunst aantonen. De student kan een onderbouwd en gestructureerd onderzoek en methodiek aantonen.
Werkvormen Onderwijstaal: Nederlands
Lesopdrachten in groepsverband. Thuisopdrachten. Permanente individuele evaluatie en groepsbesprekingen. Bezoek aan tentoonstellingen. Besprekingen met onderzoekers en eventueel gastdocenten.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (84u)
1 academiejaar
reguliere week 1
Zelfstudie (166u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
1
procesevaluatie
evaluatie in eerste zittijd
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
100.00% Nee
Evaluatie in eerste zittijd De student wordt permanent gecoacht in zijn werk en krijgt op regelmatige basis feedback over de te verwerven competenties. Op basis hiervan is er in het midden van het academiejaar een formeel toon- en feedbackmoment (zie departementale kalender) waarbij aan de hand van een schriftelijke commentaar een stand van zaken wordt opgemaakt. Deze procesevaluatie resulteert in een cijfer op 20 op het einde van het academiejaar. Aanwezigheid is dus absoluut noodzakelijk.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Tentoonstellingen, opzoekwerk bibliotheek, media, gesprekken, bijwonen lezingen (AANBEVOLEN)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Instap- en studiebegeleiding Begeleiding door docenten en onderzoekers 'Horizontal Drawing'.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Competenties Waarneming en Weergave, op uitdiepend niveau Het uitdiepend niveau. De student neemt nieuwe kennis snel op en kan deze ook haar plaats geven binnen een totaalkader van inzichten. De nieuwe kennis en bekwaamheden past hij spontaan toe in het eigen werk dat steeds meer getuigt van een persoonlijk standpunt, vertaald in een eigen stijl. Behalve het uitwerken van de noodzakelijke brede aanzet kan de student keuzes maken en deze uitwerken in de diepte. Zijn algemene houding maakt duidelijk dat de student doelgericht onderzoekt, waarbij alle verworven kennis en bekwaamheden waar nodig geïntegreerd worden om artistiek werk te leveren dat getuigt van authenticiteit. 1. Onderzoekend creëren: interesse, onderzoek, inzicht. - werkt onderzoekend onderzoekt de mogelijkheden van tekenen kan onderzoek voeren binnen de waargenomen leefwereld om tot persoonlijke, artistieke creaties te komen. kan ideeën en vormen analyseren en die bevindingen verwerken in zijn of haar persoonlijk onderzoek en creaties (DC2, DC4, DC5, DC6). °Indicatoren: onderzoekt, experimenteert en creëert leeft zich in in een gegeven onderwerp/thema op basis van eigen onderzoek heeft zin voor initiatief staat open voor nieuwe technieken gebruikt het zoekproces als middel, niet als doel heeft een kritische reflectie reflecteert op de eigen (artistieke) prestaties heeft een eigen visie t.o.v. het schetsonderwerp kan zelfstandig een opdracht interpreteren kan een gestelde opdracht begrijpen en uitwerken kan zijn opdracht formuleren en analyserend werken rond inhoud en vorm koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeëngenererend vermogen (DC1, DC4, DC8). kan emoties en intuïtie gebruiken als inspiratiebron -heeft een persoonlijke evolutie doorgemaakt zet opgedane ervaring, kennis en vaardigheden, om in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid. kan diverse onderwijsactiviteiten en –aspecten integreren in het eigen, artistiek proces. °Indicatoren: heeft inzicht in en aandacht voor de eigen authenticiteit (persoonlijkheid) ontwikkelt door tekenend waarnemen een eigen visie op en interpretatie van zijn persoonlijk artistiek parcours ontwikkelt een eigen schriftuur en beeldtaal vanuit een persoonlijke interpretatie van het onderwerp 2. Realiseren: het artistieke proces en resultaat. - maakt werk met een artistieke inbreng kan wat hij waarneemt interpreteren en op een eigenzinnige manier weergeven ontwikkelt een beeldtaal die zo ‘eigen’ is, dat ze in elke plastische uitdrukkingsvorm herkenbaar is. °Indicatoren: begrijpt en gebruikt de communicatieve kracht van beeldtaal - levert voldoende kwantiteit genereert uiteenlopende ideeën en durft diverse oplossingen voor te stellen. kan zelfstandig juiste keuzes maken tussen zijn diverse oplossingen - beschikt over voldoende technische vaardigheden koppelt ideeëngenererend vermogen aan technische kennis en vaardigheden om die creativiteit vorm te geven en zo, op een persoonlijke manier, te communiceren. (DC12, DC13) integreert technieken waar nodig - gaat weloverwogen om met deadlines kan zijn (onderzoeks)opdracht binnen de opgegeven tijd afronden. begrijpt de chronologie van het artistieke werkproces kan zijn onderzoek organiseren 3. Confronteren en presenteren - kan zijn werkproces aantonen kan zijn creatief proces overtuigend zichtbaar maken naar anderen (DC4, DC5, DC6) kan zijn onderzoeksproces zichtbaar en leesbaar maken begrijpt het proces van visueel aftasten en technisch analyseren °Indicatoren: begrijpt de logica en de chronologie van ontwerp- en productieproces - kan het resultaat van dit werkproces presenteren heeft voldoende inzicht om het eigen werk te kunnen plaatsen in een ruime, beeldende context. - kan het werk tentoonstellen vindt een relevante vorm om het resultaat van zijn werk te presenteren (ruimte, tijd) °Indicator: voelt de relatie met en de impact van de omgeving op zijn presentatie aan
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): DuBois Arpaïs
Deelopleidingsonderdeel
Tekenen | schetsen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geslaagd zijn voor het OO atelier 2 en WW2 (VK) Geslaagd zijn voor het OO WW2 (JU-GO)
Perdieus Paul Van de Peer Hildegard Vandeweghe Jan Vanpoucke Andreas
Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud
Vermeren Karen Studiepunten: 5
Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)
Herkansing: geen tweede examenkans mogelijk Studiebelasting: 250u Contacturen per jaar: 84u Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel
In BA3 gebruikt de student al de kennis en kunde die hij tijdens de voorbije jaren opdeed om tot volwaardige ‘eigen’ tekenen te komen. Dit tekenen, dat nog altijd gebaseerd is op het waarnemen en interpreteren, kan uitmonden in haast eender welke plastisch relevante expressievorm. Alle materialen en inzichten dienen aangewend te worden om tot resultaten te komen die een academisch niveau overstijgen. De schetslessen zijn een laboratorium waar vele schakels van onderzoek leiden tot verbreding en inzicht om uiteindelijk te komen tot een eigen beeldtaal en een aanzet van nieuw werk (atelier). In BA3 worden de schetslessen op regelmatige tijdstippen doorheen het jaar ingebed in een breder kader in samenwerking met een onderzoeker van het platform 'Horizontal Drawing'. Het werk wordt dan afgetoetst, bevraagd, gecontextualiseerd, besproken, getoond/gepresenteerd.
Doelstellingen De student heeft een onderzoekende attitude. De student kan kijken/observeren/waarnemen. De student beschikt over algemene en technische kennis om het waargenomene op een artistieke manier weer te geven. De student kan een eigen visie en vormtaal tonen. De student kan een opdracht interpreteren. De student kan een autonome, volwaardige tekening maken. De student heeft een beeldtaal ontwikkeld die zo eigen is dat ze in elke plastische uitdrukkingsvorm herkenbaar is. De student heeft zijn/haar arsenaal aan teken- en schildertechnieken sterk uitgebreid. De student kan aan de hand van (tekenkundige) notities een artistiek evoluerende visie op tekenkunst aantonen. De student kan een onderbouwd en gestructureerd onderzoek en methodiek aantonen.
Werkvormen Onderwijstaal: Nederlands
Lesopdrachten in groepsverband Thuisopdrachten Permanente individuele evaluatie en groepsbesprekingen. Besprekingen met onderzoekers en eventueel gastdocenten. Bezoek aan tentoonstellingen.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (84u)
1 academiejaar
reguliere week 1
Zelfstudie (166u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
1
procesevaluatie
evaluatie in eerste zittijd
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
100.00% Nee
Evaluatie in eerste zittijd De student wordt permanent gecoacht in zijn werk en krijgt op regelmatige basis feedback over de te verwerven competenties. Op basis hiervan is er in het midden van het academiejaar een formeel toon- en feedbackmoment (zie departementale kalender) waarbij aan de hand van een schriftelijke commentaar een stand van zaken wordt opgemaakt. Deze procesevaluatie resulteert in een cijfer op 20 op het einde van het academiejaar. Aanwezigheid is dus absoluut noodzakelijk.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Tentoonstellingen, opzoekwerk bibliotheek, media, gesprekken, bijwonen lezingen.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Instap- en studiebegeleiding Begeleiding door docenten en onderzoekers 'Horizontal Drawing'.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Competenties Waarneming en Weergave, op uitdiepend niveau. Het uitdiepend niveau De student neemt nieuwe kennis snel op en kan deze ook haar plaats geven binnen een totaalkader van inzichten. De nieuwe kennis en bekwaamheden past hij spontaan toe in het eigen werk dat steeds meer getuigt van een persoonlijk standpunt, vertaald in een eigen stijl. Behalve het uitwerken van de noodzakelijke brede aanzet kan student keuzes maken en deze uitwerken in de diepte. Zijn algemene houding maakt duidelijk dat de student doelgericht onderzoekt, waarbij alle verworven kennis en bekwaamheden waar nodig geïntegreerd worden om artistiek werk te leveren dat getuigt van authenticiteit. 1. Onderzoekend creëren: interesse, onderzoek, inzicht. - werkt onderzoekend onderzoekt de mogelijkheden van tekenen kan onderzoek voeren binnen de waargenomen leefwereld om tot persoonlijke, artistieke creaties te komen. kan ideeën en vormen analyseren en die bevindingen verwerken in zijn of haar persoonlijk onderzoek en creaties (DC2, DC4, DC5, DC6). °Indicatoren: onderzoekt, experimenteert en creëert leeft zich in in een gegeven onderwerp/thema op basis van eigen onderzoek heeft zin voor initiatief staat open voor nieuwe technieken gebruikt het zoekproces als middel, niet als doel heeft een kritische reflectie reflecteert op de eigen (artistieke) prestaties heeft een eigen visie t.o.v. het schetsonderwerp kan zelfstandig een opdracht interpreteren kan een gestelde opdracht begrijpen en uitwerken kan zijn opdracht formuleren en analyserend werken rond inhoud en vorm koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeëngenererend vermogen (DC1, DC4, DC8). kan emoties en intuïtie gebruiken als inspiratiebron -heeft een persoonlijke evolutie doorgemaakt zet opgedane ervaring, kennis en vaardigheden, om in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid. kan diverse onderwijsactiviteiten en –aspecten integreren in het eigen, artistiek proces. °Indicatoren: heeft inzicht in en aandacht voor de eigen authenticiteit (persoonlijkheid) ontwikkelt door tekenend waarnemen een eigen visie op en interpretatie van zijn persoonlijk artistiek parcours ontwikkelt een eigen schriftuur en beeldtaal vanuit een persoonlijke interpretatie van het onderwerp 2. Realiseren: het artistieke proces en resultaat. - maakt werk met een artistieke inbreng kan wat hij waarneemt interpreteren en op een eigenzinnige manier weergeven ontwikkelt een beeldtaal die zo ‘eigen’ is, dat ze in elke plastische uitdrukkingsvorm herkenbaar is. °Indicatoren: begrijpt en gebruikt de communicatieve kracht van beeldtaal - levert voldoende kwantiteit genereert uiteenlopende ideeën en durft diverse oplossingen voor te stellen. kan zelfstandig juiste keuzes maken tussen zijn diverse oplossingen - beschikt over voldoende technische vaardigheden koppelt ideeëngenererend vermogen aan technische kennis en vaardigheden om die creativiteit vorm te geven en zo, op een persoonlijke manier, te communiceren. (DC12, DC13) integreert technieken waar nodig - gaat weloverwogen om met deadlines kan zijn (onderzoeks)opdracht binnen de opgegeven tijd afronden. begrijpt de chronologie van het artistieke werkproces kan zijn onderzoek organiseren 3. Confronteren en presenteren - kan zijn werkproces aantonen kan zijn creatief proces overtuigend zichtbaar maken naar anderen (DC4, DC5, DC6) kan zijn onderzoeksproces zichtbaar en leesbaar maken begrijpt het proces van visueel aftasten en technisch analyseren °Indicatoren: begrijpt de logica en de chronologie van ontwerp- en productieproces - kan het resultaat van dit werkproces presenteren heeft voldoende inzicht om het eigen werk te kunnen plaatsen in een ruime, beeldende context. - kan het werk tentoonstellen vindt een relevante vorm om het resultaat van zijn werk te presenteren (ruimte, tijd) °Indicator: voelt de relatie met en de impact van de omgeving op zijn presentatie aan
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Afstudeerrichting(en):
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): De Decker Hilde
Juweelontwerp en edelsmeedkunst
Opleidingsonderdeel
Atelier juweelontwerp 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geslaagd voor OO atelier Juweelontwerp en edelsmeedkunst 2.
Clauwaert Pia Menschaert Lieven Van Beirendonck Michaël Van der Heyden Hilde
Studievoortgang Voor dit opleidingsonderdeel moet de student dit jaar slagen, indien hij o in het vorige academiejaar slaagde voor minder dan 50% van de ingeschreven studiepunten. o vorig academiejaar reeds ingeschreven was voor dit opleidingsonderdeel. Zoniet zal verdere inschrijving voor de opleiding geweigerd worden Zie HOE 2.6.4.2
Van Wilder Veerle Studiepunten: 20
Wegingsfactor: 20 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Niet delibereerbaar Herkansing: geen tweede examenkans mogelijk Studiebelasting: 600u Contacturen per jaar: 192u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal: Nederlands
Leerinhoud BA3 ‘Juweelontwerp’(sieraden - objecten) BA3 staat in het teken van het professionele werkveld. Focus ligt in dit vakjaar zowel op artistieke kwaliteit (verbeelding en inhoud) van het sieraad als op de context ervan; de student diept zijn brede artistieke en maatschappelijke interesses verder uit en leert hoe die in te zetten. Hij of zij positioneert zichzelf en het werk binnen het internationale vakgebied en binnen de kunst in het algemeen. Afhankelijk van de inhoud van het werk, bepaalt de student een eigen, gepaste vorm voor het tonen en presenteren ervan. Het werkproces gebeurt voor het eerst op zelfstandige basis; nadruk ligt hierbij op een kritische ingesteldheid, verantwoordelijkheid, eigen initiatief en gedrevenheid - attitudes die aan de basis liggen van een niet aflatend onderzoeksproces.
Leertrajectbegeleiders begeleiden de student actief in dit studie- en artistiek traject. Een academische bachelor (en master) succesvol aanpakken en afronden, is in hoge mate afhankelijk van de ontwikkeling van een onderzoekende attitude. Onderzoek maakt de inhoud van je werk relevant en persoonlijk. Daarnaast is het verwerven en uitbreiden van een algemene en technische kennis erg belangrijk. Dit betekent een koppeling van een generaal denken (horizontaal) aan een technisch/praktisch denken (verticaal). De verhouding van deze combinatie verschilt van student tot student maar dient binnen onze academische opleiding een bepaald evenwicht te vinden.
OPDRACHTEN - Hebben allen betrekking op sieraden - Worden uitgevoerd op korte of lange-termijn - Worden uitgevoerd als individuele of groeps-opdrachten - Elke opdracht wordt afgesloten met een TOONMOMENT DIDACTISCH MATERIAAL (ALGEMEEN) : van de docent: boeken, catalogen, tijdschriften, prints, digitale camera, beamer en laptop, internet, eigen werk … van de student: logboek, papier en tekenmateriaal, edelsmeed-gereedschap, recyclagemateriaal, digitale camera, boeken, catalogen, tijdschriften, prints, internet, eigen tekeningen, schetsen,…….. ACCOMODATIE (ALGEMEEN) : goudsmidatelier met gereedschap, zilversmeedatelier met gereedschap, makettelokaal, vitrinekast, atelierwand en andere presentatieplekken (kast bib, etalage Lange Leemstraat,…), computerlokaal, andere en/of op locatie buiten de school DIDACTISCHE W WERKVORMEN (ALGEMEEN) : demonstreren, aanschouwen, toelichten, verwoorden, verklaren (bv. Bij bekijken van presentaties of beeldmateriaal) analyseren, evalueren, suggeren, samenvatten, bekrachtigen bv. in individuele of groepsgesprekken (onderwijs-leer-gesprekken) relatie leggen met (theoretische) leerstof transfereren naar de praktijk (‘hugging’) motiveren, inspireren, nieuwsgierig maken “creative thinking”, patroondoorbrekend denken, onderzoeken (bv. bij brainstormen in groepjes) samenwerken Doelstellingen Het ontwikkelen van een authentieke beeldtaal met een eigen handschrift door het inzetten van zijn brede artistieke en maatschappelijke interesses. Inzicht verwerven in het zelfstandig ontwerpen, een individueel parcours van concept tot uitvoering kunnen uittekenen met aandacht voor methodiek en artistieke kwaliteiten. Zelfstandig opstarten, zowel individueel als in groep, van zijn eigen werkproces met nadruk op een kritische ingesteldheid, verantwoordelijkheid, eigen initiatief en gedrevenheid. Dit om onderbouwd en gestructureerd te kunnen onderzoeken in het perspectief van de masterproef. De student kan de aan zichzelf gestelde opdracht adequaat en relevant analyseren en ordenen, zelfstandig plannen, verduidelijken en zelfstandig plannen, verduidelijken en presenteren aan derden.
Werkvormen Klassikale atelieropdrachten, voortdurende bespreking en toonmomenten, individueel en in groep. Besprekingen / procesevaluatie gedurende gans het academiejaar. Workshops, projecten (mogelijk met andere klasgroepen) In toonmomenten wordt aan de student gevraagd om de verworven inzichten en evolutie te visualiseren en te verwoorden. Toonmomenten, presentatie / het tonen van en het spreken over het eigen werk is essentieel. Toonmomenten en feedback in december met individuele bespreking, stand van zaken en aandachtspunten. Bezoek aan tentoonstellingen en lezingen. Thuisopdrachten, voorbereidingen en opzoekingen. Raadplegingen opzoekingswerk o.a. in de databank
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Atelier (192u)
1 academiejaar
reguliere week 1
Zelfstudie (408u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
1
Procesevaluatie
evaluatie in eerste zittijd
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
100.00% Nee
Evaluatie in eerste zittijd De student wordt permanent gecoacht in zijn werk en krijgt op regelmatige basis feedback over de te verwerven competenties. Op basis hiervan is er in het midden van het academiejaar een formeel feedbackmoment (zie departementale kalender) waarbij aan de hand van een schriftelijke commentaar een stand van zaken wordt opgemaakt. Deze procesevaluatie resulteert in een cijfer op 20 op het einde van het academiejaar. Aanwezigheid is dus absoluut noodzakelijk. Voor elk artistiek opleidingsonderdeel in BA1, BA2 en BA3 en Ma wordt een quotering gegeven voor de prestaties tijdens het academiejaar. Deze quotering gebeurt via procesevaluatie. Voor de eindevaluatie wordt een jury samengesteld bestaande uit lesgevers die betrokken zijn bij het betreffende opleidingsonderdeel. Bij het bepalen van deze quotering kunnen de juryleden zich laten bijstaan door externen die het artistiek werk mee beoordelen. Deze jury wordt voorgezeten door het hoofd van de afstudeerrichting of zijn/haar gemandateerde die erover moet waken dat de quotering een correcte weergave biedt van de gezamenlijke bespreking. De quotering is het resultaat van het gezamenlijk overleg tussen alle juryleden. Voor onderwijsactiviteiten waarvan de betrokken lesgevers niet aanwezig kunnen zijn dient de geargumenteerde feedback mee opgenomen worden in de quotering van de jury.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
ISBN
bibliotheek internet tentoonstellingen
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst alle kerncompetenties op uitdiepend niveau. Het uitdiepend niveau: De student neemt nieuwe kennis op en kan deze plaatsen binnen een totaalkader van inzichten. Nieuwe kennis en bekwaamheden past hij toe in het eigen werk dat steeds meer getuigt van een persoonlijk standpunt. Behalve het uitwerken van de noodzakelijke aanzet kan student keuzes maken en deze uitwerken. Zijn algemene houding maakt duidelijk dat de student doelgericht onderzoekt. Waarbij alle verworven kennis en bekwaamheden waar nodig geïntegreerd worden in het artistieke werk.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Afstudeerrichting(en):
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): De Decker Hilde
Studiepunten: 3
Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal)
Juweelontwerp en edelsmeedkunst
Opleidingsonderdeel
Werkveld 3 - juweelontwerp | edelsmeedkunst Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geslaagd atelier juweelontwerp|edelsmeedkunst 2 Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud WERKVELD (bezoeken, tonen en presenteren) Deel 1 * Workshop : de studenten bedenken en voeren een tentoonstellingsconcept uit - wat bij het eigen artistieke project past en wat nog niet bestaat: geen klassieke opstelling, geen bestaande galerie, etc … – studenten kunnen gebruik maken van andere media (bv. Film, boek,…) – De vraag: hoe introduceer je jezelf en je werk in de buitenwereld ?
Delibereerbaar Deel 2 * Studenten analyseren teksten uit het vakgebied en geven een persoonlijke en kritische reflectie. Herkansing: geen tweede examenkans mogelijk Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Doelstellingen De student kan een gepaste vorm vinden voor het tonen en presenteren van zijn werk. De student gaat op eigen initiatief evenementen binnen zijn vakgebied en de culturele sector bezoeken en analyseren om zo zijn eigen positie te bepalen binnen of buiten het internationale werkveld.
Werkvormen Diverse opdrachten, voortdurende bespreking (onderwijsleergesprek), groepsdiscussies en toonmomenten, individueel en in groep. Besprekingen / procesevaluatie gedurende gans het academiejaar en/of gedurende de loop vh werkveldproject. Workshops, projecten (mogelijk met andere klasgroepen) In toonmomenten wordt aan de student gevraagd om de verworven inzichten en evolutie te visualiseren en te verwoorden. Toonmomenten, presentatie / het tonen van en het spreken over het eigen onderzoek is essentieel. Bezoek aan tentoonstellingen en lezingen. Thuisopdrachten, voorbereidingen en opzoekingen. Raadplegingen opzoekingswerk o.a. in de databank.
Onderwijstaal: Nederlands
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 academiejaar
reguliere week 1
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
1
procesevaluatie
evaluatie in eerste zittijd
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
100.00% Nee
Evaluatie in eerste zittijd De student wordt gecoacht in zijn werk gedurende de loop van opdracht en de overige opdrachten en krijgt op regelmatige basis feedback over de te verwerven competenties. Bij de eindpresentatie vh project worden resultaat én proces beoordeeld door begeleidende atelierdocenten en gastdocenten. Evaluatie in tweede zittijd Niet herhaalbaar
Studiematerialen (onder voorbehoud) internet, bibliotheken, tentoonstellingen, eigen bronnen....
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
L. den Beste
Amstelveen
bibliotheek filmvoorstellingen internet Boek
On Jewellery: A compendium of international contemporary art jewellery (editie 2011)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
ISBN
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
tentoonstellingen
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Competenties Juweelontwerp-Edelsmeden, Ba3 op uitdiepend niveau. Het uitdiepend niveau: De student neemt nieuwe kennis op en kan deze plaatsen binnen een totaalkader van inzichten. Nieuwe kennis en bekwaamheden past hij toe in het eigen werk dat steeds meer getuigt van een persoonlijk standpunt. Behalve het uitwerken van de noodzakelijke aanzet kan student keuzes maken en deze uitwerken. Zijn algemene houding maakt duidelijk dat de student doelgericht onderzoekt. Waarbij alle verworven kennis en bekwaamheden waar nodig geïntegreerd worden in het artistieke werk. Afhankelijk van de inhoud van het werk, bepaalt de student een eigen, aangepast vorm voor het tonen en presenteren van zijn werk. Een eigen positie bepalen van zichzelf en zijn/haar werk binnen het internationale professionele vakgebied en het culturele veld. De student erkent het belang van het bezoeken van tentoonstellingen zowel in binnen- als buitenland, zowel in het vakdomein als in het gebied van de beeldende kunst. Het verslaan van de bezoeken in een logboek en het klassikaal verzamelen van de de verslagen in een algemene map: “werkveld”
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en):
Fabri Maria Luyten Marc
Samengesteld opleidingsonderdeel
Kunstgeschiedenis 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel.
Studiepunten: 6
Wegingsfactor: 6 Quotering: Op 20 (tot op een halve) Delibereerbaar Herkansing: Niet-geslaagde dOLODs (waarop tweede examenkans mogelijk)
Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal:
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 Docent(en): Fabri Maria
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 0.5 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)
Deelopleidingsonderdeel
Kunstgeschiedenis 3.1 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geslaagd voor OO Kunstgeschiedenis 2. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Verdere analyse van aspecten van de hedendaagse Europese en Amerikaanse kunst : traceren van verbanden, parallellen en verschilpunten. Het overzicht loopt van Warhol tot Simulation Art; van Klein tot Concept en Neo-concept. Dit wordt nog aangevuld met verkenning van het huidige kunstdiscours en bespreking van actuele kunstevenementen. Globale leerlijn (departementaal): Creatief integreren: doelgericht onderzoek en authenticiteit
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel:
Doelstellingen - De student heeft kennis van en inzichten in aspecten van de hedendaagse kunst. - Student denkt creatief en logisch over de besproken kunst en kunstwerken - De student begrijpt de eigen situatie in dit kunstgebeuren. - Student kan, vanuit teksten en tentoonstellingen, opgegeven probleemstellingen/ papers zelfstandig analyseren. - Student verwerkt de bestudeerde materie tot een basis voor kritische zelfanalyse.
deel van een opleidingsonderdeel Werkvormen Hoorcollege, werkbezoeken aan musea en zelfstudie.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1
Zelfstudie (51u) Onderwijstaal: Nederlands
Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste Mondeling examen zittijd
60.00% Ja
1
evaluatie in eerste Paper zittijd
40.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Paper
40.00% NVT
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
60.00% NVT
Om te kunnen slagen op het sOLOD Kunstgeschiedenis 3, moet je op dit dOLOD Kunstgeschiedenis 3.1 minstens 6/20 behalen.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Syllabus, powerpointpresentatie Aanvullend studiemateriaal krijg je van de docent.
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
Art since 1900, Modernism, antimodernism, postmodernism. (editie 2004)
H. FOSTER, R. KRAUSS, Y-A. BOIS, B.BUCHLOH
Thames&Hudson, Londen
ISBN
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen. (DC9, DC12) 1.4 De student heeft appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek. (DC11) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. 3.1 De student koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeëngenererend vermogen. (DC1, DC4, DC8) 5.1 De student kan de opgedane ervaring, zijn of haar kennis en vaardigheden, omzetten in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid. 5.2 De student kan diverse onderwijsactiviteiten en –aspecten integreren in het eigen creatief proces.
Internationale competenties: 1. Logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 2 Docent(en): Luyten Marc
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 0,5 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u
Deelopleidingsonderdeel
Kunstgeschiedenis 3.2 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geslaagd voor OO Kunstgeschiedenis 2. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud De cursus kunstgeschiedenis 3.2 behandelt aspecten van de hedendaagse kunst. Als proloog wordt ingegaan op de begrippen 'hedendaags' en 'kunst' en hun huidige, mogelijke betekenissen. De cursus gaat vervolgens in op hoe kunst deze mogelijke betekenissen steeds herdefinieert op het publieke forum van de tentoonstelling en het artistiek-intellectuele debat: de expositie als exposé/ het exposé als expositie. In de tentoonstelling gaat de kunstenaar en/of de curator (tentoonstellingsmaker) op zoek naar mogelijke betekenissen van kunst en kunstwerken. In de cursus wordt een selectie van zowel groepstentoonstellingen als individuele presentaties geanalyseerd: van When Attitudes Become Form (Bern, 1969) tot Il Palazzo Enciclopedico (Venetië, 2013); van Robert Barry (Closed Gallery, 1969) over Rirkrit Tiravanija (A Retrospective, 2004) tot Dahn Vo (Go Mo Ni Ma Da, 2013). Dit wordt verder gecontextualiseerd aan de hand van uitgekozen kunsttheoretische teksten: van The Aesthetics of Silence (Sontag, 1969) en La mort de l'auteur (Barthes, 1968) tot Looking Away. Participating Singularities, Ontological Communities (Rogoff, 2011).
Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel Doelstellingen De student verwerft inzicht en kennis in en over hedendaagse ontwikkelingen en vraagstellingen in kunst. De student scherpt zijn kritische en analytische vaardigheden aan en kan deze ook inzetten. De student begrijpt kunst als een artistiek-intellectuele context leren waarin hij/zij zichzelf (als kunstenaar/ontwerper) en het eigen werk kritisch positioneert De student leert om theoretische overwegingen in een artistiek handelen te integreren
Onderwijstaal: Nederlands
Werkvormen hoorcollege werkcollege groepsdiscussie onderzoeksopdracht
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 12
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
Paper
70.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
oefeningen
30.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Paper
100.00% NVT
individueel schriftelijk werkstuk + mondeling examen over werkstuk
individueel schriftelijk werkstuk + mondeling examen over werkstuk
Evaluatie via oefeningen, individueel schriftelijk werkstuk (paper) en een mondeling examen hierover. Om te kunnen slagen op het sOLOD Kunstgeschiedenis 3, moet je op dit dOLOD Kunstgeschiedenis 3.2 minstens 6/20 behalen.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Het studiemateriaal wordt in de loop van de cursus via Blackboard ter beschikking gesteld. Dit betreft o.a. verplichte lectuur van (kunst)theoretische teksten zowel in het Nederlands als het Engels.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
ISBN
bibliotheek
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel): de student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en -technieken adequaat toepassen. (DC9, DC12) 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10) 5.2 De student kan diverse onderwijsactiviteiten en - aspecten integreren in het eigen creatief proces. 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. Internationale competenties: 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren; 11. in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren; 16. in staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 of Semester 2 Docent(en): Wiesbauer Leonor
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3 Soort contract:
Opleidingsonderdeel
Kunstfilosofie 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Het gaat om een ‘INLEIDING’ Kunstfilosofie. Dit wordt op drievoudige wijze geïnterpreteerd: 1) Filosofen over kunst (over hun visie en ook als uitvalsbasis) 2) Thema’s die daarbij oppoppen 3) Toepassing op teksten en actualiteit ‘Capita selecta’ en een eigenzinnige‘bloemlezing’die wil aanzetten tot inzicht en uitzicht. Komen aan bod: 1) Plato, Kant, Hegel, Nietzsche, Tolstoï, Wilde, Heidegger, Wittgenstein, Bourdieu, Pistoletto, Scruton, Okri, ea 2) een aantal thema’s aan de hand van de 'historische lijn' + auteurs - relatie kunst-werkelijkheid-weten - relatie kunst-ethiek - relatie kunst-schoonheid - smaak - de autonomie van de kunst - de 'waarde' van kunst - de relatie kunstenaar-kunstwerk-kunstbelever - e.a. 3) aanbevelingen en opdrachten omtrent actualiteit
DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal: Nederlands
Doelstellingen De student verwerft inzicht in de complexe vraagstelling omtrent kunst en cultuur, kunst en esthetica De student maakt kennis met het filosofisch erfgoed aan visies op (de complexiteit van de vraagstelling rond) kunst, cultuur en esthetica; en dit vanuit een diversiteit aan bronnen en invalshoeken De student kan zich gaandeweg, actief en zelf-bevragend inschrijft in het hedendaagse kunstendiscours
Werkvormen Begeleide zelfstudie. Ingeleid met hoorcollege. Aangevuld met onderwijsleergesprekken en groepsdiscussies. Aangevuld met opdrachten die de student zelfstandig of in groep dient uit te voeren volgens afspraak: het opzoeken van documentatie, illustraties en toepassingen, reflectie i.v.m actualiteit, het bijwonen van lezingen en vertoningen, het organiseren van toepassingen op de lesinhouden.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1-GO | reguliere week 12 - JU-VK
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste Schriftelijk examen zittijd
50.00% Ja
1
evaluatie in eerste Paper zittijd
50.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Paper
50.00% NVT
2
evaluatie in tweede zittijd
Schriftelijk examen
50.00% NVT
Schriftelijk examen volgens formule vragen <=> antwoorden //voor 50% van de punten + bij het examen af te geven bundel volgens opdrachten // voor 50% van de punten.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiematerialen (onder voorbehoud) Leidraad van de docent op Blackboard Verplichte lectuur ter aanvulling en verdieping: te kiezen uit: of: Van Den Braembussche, Denken over kunst. Een kennismaking met de kunstfilosofie, Bussum,1999 of: Vande Veire, Als in een donkere spiegel; De kunst in de moderne filosofie, Sun, druk 2007 of: Baumeister, De filosofie en de kunsten; van Plato tot Beuys, Damon, druk 2005.
Instap- en studiebegeleiding Begeleide zelfstudie: inleidende hoorcolleges, begeleiding onderwijsleergesprekken en groepsdiscussies. Feedback bij uitvoering opdrachten.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie Black Board, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel): de student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: . 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. 5.1 De student kan de opgedane ervaring, zijn of haar kennis en vaardigheden, omzetten in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid. 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. Internationale competenties: 1. Logisch redeneren waarin diverse culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen. 2. Kunnen reflecteren op Vlaams / persoonlijk handelen, kennis, inhoud, werkwijze, vakgebied, plaats van vakgebied in internationale maatschappelijke context; 5. In staat de informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, te vergelijken en op waarde te kunnen schatten. 12. reflecteren op de verschillen en overeenkomsten tussen de eigen cultuur en een andere cultuur, in het bijzonder waar het communicatieverschillen betreft; 16. In staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 Docent(en): Fabri Maria
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. :
0.5
Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u
Opleidingsonderdeel
Geschiedenis van het juweel 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Na een korte historisch getinte inleiding waarin sieraden uit de laatste jaren van de 19de eeuw en deze uit het interbellum geanalyseerd worden, volgt vanaf '65 een overzicht van a tot z over belangrijke kunstenaars en ontwerpers. Vertaald naar het domein van de sieradenmakers geeft de cursus een kennismaking met werken van Friedrich Becker tot Daniel Weinberger en Christoph Zellweger of diverse approaches in het juweeldiscours. Doelstellingen Inzicht verwerven in de ontwikkeling van de hedendaagse, Europese juweelkunst, in relatie tot de Belgische toestand. Competenties (op uitdiepend niveau) - Student heeft inzicht in de ontwikkeling van de hedendaagse, Europese juweelkunst, in relatie tot de Belgische juweelkunst. - Student kan deze kennis relateren aan de actuele context van het eigen werk en dit in een ruim historisch perspectief kaderen.
Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
Werkvormen Hoor- en werkcolleges. Cursus met dia's en teksten, paper over een hedendaags Belgisch ontwerper. Discussies naar aanleiding van een tentoonstelling, of een ter hand gestelde tekst.
Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1
Zelfstudie (51u) Onderwijstaal:
Evaluatie
Nederlands Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste Mondeling examen zittijd
70.00% Ja
1
evaluatie in eerste Paper zittijd
30.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Paper
30.00% NVT
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
70.00% NVT
Studiematerialen (onder voorbehoud) Syllabus, afbeeldingen van de besproken werken, databank afstudeerrichting juweelontwerp, kunstwerken in natura. Aanvullend studiemateriaal krijg je van de docent.
Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort geen vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen. (DC9, DC12) 1.4 De student heeft appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek. (DC11)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. 3.1 De student koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeëngenererend vermogen. (DC1, DC4, DC8 / D14, DC 24) 5.1 De student kan de opgedane ervaring, zijn of haar kennis en vaardigheden, omzetten in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid. 5.2 De student kan diverse onderwijsactiviteiten en –aspecten integreren in het eigen creatief proces.
Internationale competenties: 1. Logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 2 Docent(en): Beelaert Véronique
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 0,3 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3
Opleidingsonderdeel
Hedendaagse filmauteurs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Inleidend wordt het begrip auteurscinema besproken in contrast met de Hollywood cinema: Waar de Hollywood cinema de illusie oproept dat fictie/film werkelijkheid is door het onzichtbaar maken van de filmische componenten, ligt de nadruk in de auteurscinema op beelden en geluid die veel onafhankelijker staan van het fictieve verhaal. De kijker staart zich niet blind op wat er gaat gebeuren, maar heeft aandacht voor de betekenis van de beelden. Aan de hand van het actuele aanbod in de bioscoop en in samenspraak met de studenten bespreken en analyseren we het werk van enkele grote filmauteurs: een filmhistorische, thematische en stilistische benadering van het oeuvre. Doelstellingen Het is de bedoeling van dit seminarie de studenten vooral zelf aan bod te laten komen. Hen wordt gevraagd een film te gaan zien in de bioscoop van een belangrijke regisseur. Het bekijken van de film wordt aangevuld, voorbereid en verwerkt tijdens het seminarie. Dit gebeurt op basis van teksten, het bekijken van fragmenten uit andere films van die regisseur, enz. Het tekstmateriaal dient vooraf doorgenomen en wordt in groep besproken tijdens het seminarie. Competenties: De student heeft inzicht in belangrijke tendensen in de hedendaagse film. De student onderkent stilistische en thematische invloeden en kenmerken, ook in dialoog met de geschiedenis van de film en de filmkritiek in de pers. De student heeft een gefundeerde mening i.v.m. het filmmedium. De student kan op een analytische wijze naar film kijken.
Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal:
Werkvormen Hoorcollege om bepaalde facetten van de te bekijken film nader toe te lichten. Seminarie-werkvorm op basis van tekstmateriaal en persoonlijke stellingname. Bekijken van filmfragmenten en het volgen van de filmactualiteit in de bioscoop. Begeleiding bij het maken van de examenpaper of creatief werk.
Nederlands Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 12
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
Procesevaluatie
50.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
50.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
100.00% NVT
Evaluatie in eerste zittijd: zowel procesevaluatie als het maken van een paper/creatief werk met mondeling examen voor de behandelde materie. Voorstel voorleggen voor de laatste les. Wat wordt verwacht van de student: actieve inbreng in de vorm van voorbereiding, eventueel ook presentatie van dit voorbereidend werk tijdens het seminarie, deelname aan discussie. De bereidheid om ook buiten de strikte lestijd enkele films te bekijken. Evaluatie in tweede zittijd: Het maken van een nieuwe paper met mondeling examen.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Documentatie i.v.m. de besproken regisseurs en films die gedeeltelijk door de studenten wordt verzameld, gedeeltelijk ter beschikking wordt gesteld. Filmfragmenten die het besproken onderwerp illustreren.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. Internationale competenties: 1. Logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen; 6. In staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren; 16. In staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 of Semester 2 Docent(en): Bourgois Geert
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. :
3
Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal)
Opleidingsonderdeel
Hedendaagse niet-westerse kunst 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Het seminarie omvat drie onderdelen: - een inleidende kennismaking met als thema: de gangbare theorieën, de courante misvattingen, de permanente controversen, enz. -een taxonomisch overzicht van de diverse expressies binnen de hedendaagse niet-westerse kunst - een diepere doorlichting van enkele voorbeeldstudies.
Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u
Doelstellingen De student is bewust van de dubbele maatstaf die wordt gehanteerd vis-à-vis de hedendaagse niet-westers kunst. De student heeft inzicht in de alternatieven voor zijn eigen artistieke praxis.
Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
Werkvormen Hoorcollege
Trajectschijf: 3
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Soort contract:
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1: JU-VK reguliere week 12: GO
DIP, CRD, EXD, EXC
Zelfstudie (51u) Evaluatie
Onderwijstaal: Nederlands
Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste Mondeling examen zittijd
100.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
100.00% NVT
Mondeling examen
Studiematerialen (onder voorbehoud) Eigen nota’s van de student, aanbevolen bibliografie, aangereikte teksten.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. ( / DC25, DC26, DC28) 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. (/ DC22, DC23) 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
anderen. (/ DC29) Internationale competenties 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren; 11. in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren; 15. in staat zijn in een vreemde cultuur te werken en omgaan met cultuurverschillen;
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 Docent(en): Panis Lena
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 0,25 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
Opleidingsonderdeel
Patroondoorbrekend denken 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Dit vak kan niet gevolgd worden als het reeds gevolgd werd in BA2. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Patroondoorbrekend Denken of Creatief Denken concentreert zich op het geheel van denkattitudes, denkvaardigheden, denktechnieken en denkprocessen die de kans op patroondoorbreking, het leggen van nieuwe verbindingen in onze hersenen, vergroot. Kortom, creatief zijn is de kracht van de verbeelding gebruiken om de werkelijkheid meer zin te geven. In het dagelijks leven zijn we vooral bezig met logisch denken en handelen. We volgen vaak aangeleerde en gekende patronen. In bepaalde situaties zetten we echter zeer bewust onze creatieve denkvermogens in en kunnen we zo komen tot nieuwe (artistieke) oplossingen en/of nieuwe producten. We hanteren en ontwikkelen zo andere onderzoeksmethodieken om ons zelf en de wereld positief en communicatief te bevragen. De kracht van het creatief denken wordt meer en meer erkend. Voor veel organisaties is creatief denken zelfs een noodzaak geworden om te kunnen overleven in deze competitieve wereld. Organisaties moeten immers voortdurend kritisch zijn voor zichzelf en blijvend innoveren. Hoe we deze creatieve denkvermogens kunnen ontwikkelen, stimuleren en vooral contextueel kunnen toepassen en vertalen naar het artistiek werkproces, wordt de uitdaging binnen deze cursus.
Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal: Nederlands
Doelstellingen 1. De student reflecteert over zichzelf, over zijn/haar creatief denken en creatieve flexibiliteit. 2. De student heeft inzicht op de manier waarop de mens, hijzelf in het bijzonder, denkt, informatie verzamelt en informatie verwerkt. 3. De student heeft inzicht op het proces van het patroon denken versus patroon doorbrekend denken. 4. De student kan creatief waarnemen, flexibel en associatief denken en fantasiebeelden bewust sturen. 5. De student reflecteert over de relatie tussen creatief waarnemen, denken en handelen. 6. De student begrijpt het proces van het divergeren en het convergeren en kan hierbij verschillende technieken/vaardigheden hanteren. 7. De student kan een zgn. "Carnet de voyage" aanleggen en mondeling toelichten. 8. De student kan het patroondoorbrekend denken positief aanwenden, aantonen en omschrijven binnen zijn artistiek onderzoeksproces.
Werkvormen Actief hoor-en werkcollege op eventueel verschillende locaties Onderwijsleergesprek Divergentie- en convergentietechnieken met oefeningen Casestudy's Groepswerk en individuele opdrachten Eventuele gastsprekers/lezingen.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
Procesevaluatie
40.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
60.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
100.00% NVT
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiematerialen (onder voorbehoud) Course Reader 2013-'14 (zie ook in de bibliotheek SL) Zie ook: Byttebier, I., Creativiteit. Hoe? Zo! Inzicht, inspiratie en toepassingen voor het optimaal benutten van uw eigen creativiteit en die van uw organisatie. Lannoo, Tielt, 2007 Pricken, M., Creatieve communicatie, BIS, 2005. Rust, I., Van Iersel, S., De Bruijne, M., Lenig denken. Technieken voor creatieve denkkracht. Van Duuren Management B.V., Balmedia, Schiedam, 2010.
Medium
Boek
Studiemateriaal
Auteur
Course Reader
Leen Panis
Brand-Id. Inspiratieboek voor creatief denken. (editie 2011)
Michels, W. en Huyskens, I.
Uitgever
ISBN
Thema, Zaltbommel
978 90 5871 4282
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de volgende Opleidingsprofielen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3,DC8) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en -technieken adequaat toepassen. (DC9,DC12) 1.4 De student heeft appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van het onderzoek. (DC11) 3.1 De student koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeën genererend vermogen. (DC1, DC4, DC8) 3.3 De student begrijpt dat oplossingen voortkomen uit analyses en onderzoek, maar waardeert evenzeer emotie en intuïtie als waardevolle inspiratiebron voor creatie. 5.2 De student kan diverse onderwijsactiviteiten en -aspecten integreren in het eigen creatief proces. 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen.
Internationale competenties: 1. logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen; 3. inzicht hebben in internationale normen binnen het vakgebied en het professioneel handelen; 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren; 8. in staat zijn in groepen met mensen uit verschillende culturen te werken; 9. in staat zijn de manier/stijl van communicatie aan te passen aan de bestaande gebruiken in andere culturen (crossculturele communicatievaardigheden); 10. in staat zijn met formele buitenlandse instellingen om te gaan; 11. in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren; 12. reflecteren op de verschillen en overeenkomsten tussen de eigen cultuur en een andere cultuur, in het bijzonder waar het communicatieverschillen betreft; 14. effectief kunnen functioneren in formele en informele situaties binnen een andere culturele of multiculturele context; 16. in staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 2 Docent(en): Holvoet Tine
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 51u Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
Opleidingsonderdeel
Modernisme: architectuur, design & film Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Analyse van referentieprojecten, -processen en -ideeën uit architectuur, design en film waarbij de impact van modernisme op de hedendaagse ontwerpdisciplines bestudeerd wordt. In het kader van dit vak bekijken we aspecten van architectuur, vormgeving en film en leggen we de link tussen het modernisme en onze hedendaagse context. Een pitch, een krachtige zin die met punch de essentie van iets samenbalt staat centraal. We oefenen om de essentie van een tekst, een film, een voorbeeld uit architectuur of vormgeving uit te puren aan de hand van een pitch in woord of in beeld. Doelstellingen Een ruimer kader van klassieke en hedendaagse ontwerptendensen begrijpen en de eigen ontwerppraktijk hierbinnen bekijken en inbedden.
Werkvormen
Trajectschijf: 3
Hoorcollege, onderzoeksopdrachten, groepsdiscussie
Soort contract:
Geleid bezoek: Renaat Braem Huis (Deurne)
DIP, CRD, EXD, EXC Contacturen: 4 intense lesnamiddagen (14u-18u) + presentatie (eindbeoordeling) (14u - 18u)
Onderwijstaal: Nederlands Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (u)
1 semester
reguliere week 12
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste Paper zittijd
70.00% Ja
1
evaluatie in eerste Mondeling examen zittijd
30.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Paper
100.00% NVT
Deelname in de les, paper, visuele pitch en presentatie. Zie opdrachtomschrijving later.
Studiematerialen (onder voorbehoud) - Door de studenten te bekijken: “Metropolis” (1927), Fritz Lang. “Playtime” (1967), Jacques Tati. “The Trial” (1962), Orson Welles. “Alphaville” (1965), Jean-Luc Godard. “The Fountainhead” (1949), King Vidor. “Koolhaas HouseLife” (2008), Ila Bêka & Louise Lemoine. “A Single Man” (2009), Tom Ford. “Eames: The architect and the painter” (2011), Jason Kohn & Bill Jersey. - Door de studenten te lezen: In de les wordt de nadruk gelegd op ‘oorspronkelijke’ teksten. Met het begrip sleuteltekst wordt gedoeld op een oorspronkelijke tekst, een tekst die vernieuwend was in zijn tijd, die nieuwe ideeën bevat, en geen herwerking of samenvattend overzicht inhoudt. Een sleuteltekst stelt de geest van de tijd waarin ze werd opgemaakt scherp. Het boek “Dat is Architectuur. Sleutelteksten uit de 20e eeuw” (ed.) Hilde Heynen, André Loeckx, Lieven De Cauter, Karina Van
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Herck, (2001) dient als voornaamste bron en is eveneens raadpleegbaar in de KDG bibliotheek.
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Dat is Architectuur. Sleutelteksten uit de 20e eeuw (editie 2001)
Hilde Heynen, André Loeckx, Lieven De Cauter, Karina Van Herck
Uitgever
ISBN
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de volgende Opleidingsdoelen en Kerncompetenties vna ons Opleidingsprofiel (zie Blackboard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. 3.1 De student koppelt een onderzoekende en kritische houding aan ideeëngenererend vermogen. (DC1, DC4, DC8) 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. Internationale competenties: 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 2 Docent(en):
Albers Frank Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1
Opleidingsonderdeel
Literatuur: tekst en idee Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud
Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
De student analyseert literaire teksten en manifesten vanuit verschillende perspectieven – literair, filosofisch, (kunst)historisch, poëticaal – en leert op basis daarvan zijn eigen artistieke positie te bepalen. De student leert zelf kritisch denken én programmatisch schrijven. Individuele creatieve schrijfoefeningen worden in de klas gepresenteerd en becommentarieerd.
Doelstellingen Verdiepen, experimenteren. De student verwerft inzicht in de structuur en compositie van literaire teksten. De student leert helder en analytisch denken en schrijven over literatuur. De student leert verbanden te leggen tussen literaire en andere artistieke expressies.
Trajectschijf: 3
Werkvormen
Soort contract:
Hoorcolleges, discussielessen, spreekbeurten. De studenten brengen in de loop van het semester op een persoonlijke, creatieve wijze verslag uit van van hun leeservaringen.
DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal: Nederlands
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 12
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
50.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Procesevaluatie
50.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
100.00% NVT
Studiematerialen (onder voorbehoud) Eigen notities + fotokopies + Blackboard + boeken (bibliotheek)
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. ( / DC25, DC26, DC28) 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. (/ DC22, DC23)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. (/ DC29) Internationale competenties: 1. logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen; 2. kunnen reflecteren op Vlaams / persoonlijk handelen, kennis, inhoud, werkwijze, vakgebied, plaats van vakgebied in internationale maatschappelijke context; 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren; 16. in staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 Docent(en): Kregting Marc
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Opleidingsonderdeel
Copywriting Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Deze cursus leert dat copywriten een vorm van legitimeren is. Opdrachtgevers krijgen hun product pas verkocht wanneer een schrijver daar met informatie geloof in weet te scheppen. Evengoed verklaren kunstenaars in teksten over eigen werk impliciet waarom een bepaald publiek of de gemeenschap hen mag steunen. Of er nu reclame moet worden gemaakt voor kunst of voor een product, de bedoeling rijmt met een contactadvertentie – er kan alleen een overtuigende band ontstaan wanneer de bekoring aannemelijk is. Er behoort een verschil te zijn met propaganda die een visie op de wereld opdringt. Bij het copywriten moet men zich verplaatsen in een doelgroep, waaraan taal zich aanpast. Die empathie is dus ook technisch. Tot slot is elke tekst onderdeel van de eigen tijd. Effecten van taal vallen nooit los te koppelen van een politiek-ethisch verband noch van een economische werkelijkheid. Permanent blijft de legitimatiekwestie op de agenda.
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3
Doelstellingen De student krijgt oog voor de duizelingwekkende mogelijkheden én valkuilen van taal. De student verwerft inzicht in de varianten van het overtuigen. De student leert zelfstandig te reflecteren over aspecten van commerciële praktijken. De student leert dat kader toe te passen op zijn eigen kunst, voor diverse doelgroepen en opdrachtgevers.
Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Werkvormen Hoorcollege, telkens gevolgd door practicum, presentatie, groepsdiscussie, groepswerk
Onderwijstaal: Nederlands
Na inleidende beschouwingen en oefeningen, combineren de bijeenkomsten theorie en praktijk. Telkens komt er klassikaal een tekst aan de orde, die een perspectief op taal opent: literair, sociologisch, historisch, cultureel, economisch, ideologisch … Daarnaast vinden er schrijftesten plaats naar aanleiding van een dubbele presentatie door de student. Deze beoordeelt analoge en digitale teksten over een historische redevoering waarin een spreker een zaak bepleitte. Samen worden voors en tegens afgewogen en verschillende stijlen uitgeprobeerd, om een maximaal effect bij een publiek te bereiken.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
Paper
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
5.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
individuele opdracht
10.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Procesevaluatie
10.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Paper
90.00% NVT
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
10.00% NVT
75.00% Ja
Het belangrijkste toetsingsinstrument is de paper. Daarvoor krijgt de student een opdracht, met opnieuw een theoretisch en een praktisch onderdeel. Over de paper is een eindgesprek van een kwartier. In de loop van de cursus kan de student zijn cijfer ietwat sturen met zijn presentatie – en met een actieve deelname aan de bijeenkomsten. .
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiematerialen (onder voorbehoud) Verplicht voor het theoretische deel: reader met artikelen en boekfragmenten over taal. Optioneel: - historische redevoeringen zijn behalve op YouTube te vinden in verzamelbundels zoals ‘I have a dream’ (Margreet Fogteloo, Utrecht: Bruna 1998), Schokkende redevoeringen (J.P. Guepin, Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 1990), Toespraken die de wereld veranderden. Belangrijke keerpunten in de wereldgeschiedenis (Utrecht: Kosmos 2007). - grondige voorbeeldanalyses van toespraken zijn te vinden in Marcel Becker (red), Vurige pleidooien (Kampen: Agora 2001), Na afloop van elke bijeenkomst zullen op BlackBoard de powerpointdia’s van de besproken teksten staan, met voor wie verder wil lezen extra artikelen en hyperlinks.
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de volgende Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie Blackboard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel) De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1. De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormge-ving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8) 1.3. De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10) 1.4. De student heeft appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardig-heid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek. (DC11) 2.4. De student kan mondeling en schriftelijk zijn werk duiden en presenteren. (DC5, DC6) 4.1. De student koppelt een ideeëngenererend vermogen aan de technische kennis en vaardigheden om die crea-tiviteit vorm te geven en zo, op een persoonlijke manier, te communiceren. (DC12, DC13)
Internationale competenties: 1. Logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen. 4. In staat zijn met internationale vakgenoten en niet-vakgenoten te communiceren over een eigen project/aspect van het vakgebied. 5. In staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten. 9. In staat zijn de manier/stijl van communicatie aan te passen aan de bestaande gebruiken in andere culturen (crossculturele communicatievaardigheden). 16. In staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 Docent(en):
De Lombaerde Piet Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 2 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 2 Soort contract:
Opleidingsonderdeel
Media Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Boeien, verrassen, verleiden, binden. Doen we door communicatie. De boodschap verspreiden we via een medium. Zowel de vorm van de boodschap als het medium beïnvloeden het resultaat. We hebben dus doelstellingen voor onze communicatie inspanningen vooropgesteld. We analyseren de media naar hun mogelijkheden van beleving en impact: bereik, overtuigingskracht, populariteit, kost ... . We toetsen dit aan cases uit de culturele, commerciële en politieke wereld. Uit de culturele sector worden o.m. gesprekken met de communicatieverantwoordelijken van een diversiteit van culturele instellingen gepland. In groepjes worden beeldende of muzikale projecten multimediaal uitgewerkt waarbij we leren spelen met stickyness, mediastromen, kijk- en klikpad, like- en share-factoren. Hoe maken we iets of iemand bekend/beroemd/berucht met een mini of nul budget? We halen hierbij alle online en offline technieken uit de kast. Doelstellingen De student verwerft een grondige kennis van visuele communicatie: de technologie van het statische en dynamische beeld, de visuele codes, de betekenis- en performantiemogelijkheden voor tekst en beeld in een mediakanaal. De student verwerft kennis en vaardigheid in de relatie tussen het gebruik van de media en de realiteit, in de vertekeningen en vervormingen in het medialandschap.
DIP, CRD, EXD, EXC Werkvormen Onderwijstaal:
Hoorcollege en werkcollege, presentaties, gastcolleges, practicum, interactieve communicatieve cursus.
Nederlands Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 1
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
onderzoeksopdracht
50.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
50.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
Mondeling examen
100.00% NVT
Studiematerialen (onder voorbehoud) Documentatie/literatuur: teksten uit verschillende publicaties, actuele cases, handboek.
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
ISBN
Boek
Communicatieplanner (editie 2012)
Wil Michiels
Noordhoff Uitgevers
978-90-01-80780-1
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen. (DC9, DC12 / DC14, DC20, DC21, DC30) 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
(DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. ( / DC25, DC26, DC28) 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. (/ DC22, DC23) 2.4 De student kan mondeling en schriftelijk zijn werk duiden en presenteren. (DC5, DC6, / DC18) 2.5 De student heeft een systematische kennis van de kernelementen van beeldende kunst/vormgeving met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis, deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van zijn eigen discipline, en een begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden. (DC13 / DC18, DC22, DC23, DC25, DC26, DC27, DC28, DC30, DC31) 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. (/ DC29) Internationale competenties: 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 8. in staat zijn in groepen met mensen uit verschillende culturen te werken; 9. in staat zijn de manier/stijl van communicatie aan te passen aan de bestaande gebruiken in andere culturen (crossculturele communicatievaardigheden);
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 2 Docent(en): Bourgois Geert
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. :
3
Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 24u Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
Opleidingsonderdeel
Niet-Europese kunst (Indië) Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud De cursus omvat het volgende: - de prehistorie van India - de klassieke stijlen van boeddhisme en hindoeïsme - het jaïnisme - islam- en moghulkunst - volkskunst en tribalen - (o.v.) Indiase literatuur en cinema - (o.v.) de hedendaagse kunstscène in India Doelstellingen De student zal de leerstof kunnen koppelen aan eigen onderzoek. De student zal inzien dat, in wezen, de Indiase kunst niet verschilt van de westerse. De student krijgt een ruim overzicht van de belangrijkste Indiase kunststijlen. De student krijgt een dieper inzicht in de Indiase kunst aan de hand van de belangrijkste iconografische thema's.
Trajectschijf: 3
Werkvormen
Soort contract:
hoorcollege
DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal: Nederlands
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 12
Zelfstudie (0u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste Mondeling examen zittijd
100.00% Ja
2
evaluatie in tweede zittijd
100.00% NVT
Mondeling examen
Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en).
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. ( / DC25, DC26, DC28) 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. (/ DC22, DC23) 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. (/ DC29)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Internationale competenties 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren; 11. in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren; 15. in staat zijn in een vreemde cultuur te werken en omgaan met cultuurverschillen;
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 1 Docent(en): Gorus Kim
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u
Opleidingsonderdeel
Visual Writing Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud In deze cursus bespreken we voorbeelden van actuele kunst en literatuur waarin de grens tussen woord en beeld wordt afgestast. We vertrekken vanuit enkele historische voorbeelden van visuele of concrete poëzie (Stéphane Mallarmé, Guillaume Apollinaire, Paul Van Ostaijen, Robert Filliou etc.), maar focussen vooral op verschillende hedendaagse teksten die de grens met het visuele opzoeken door de thematiek (beeldende kunst, film) of door de boekvorm (typografie) (Mark Z. Danielewski, House of Leaves (2000), Peter Verhelst, Memoires van een luipaard (2001), J.S. Foer, Tree of Codes (2010), Zadie Smith, NW (2012) etc.). Daarnaast bestuderen we ook beeldmateriaal van moderne en hedendaagse kunstenaars die het talige/narratieve exploreren in hun werk (Man Ray, Marcel Broodthaers, Joseph Kosuth, Raymond Pettibon, Nedko Solakov, William Kentridge etc.).
Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel:
Gastsprekers 2012-13: Peter Verhelst, Rinus Van de Velde
enkelvoudig opleidingsonderdeel Bibliografie Trajectschijf: 3 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal:
W.J.T. Mitchell, The Language of Images (1980) W.J.T. Mitchell, Picture Theory: Essays on Verbal and Visual Representation (1994) I. Rajwesky, Intermedialität (2002) P. Wagner, Icons, Texts, Iconotexts: Essays on Ekphrasis and Intermediality (1996) J. Derrida, ‘Parergon’, In: La vérité en peinture (1978) Werner Wolf, Framing Borders in Literature and Other Media (2006) Sol Worth, ‘Pictures Can’t Say Ain’t’, In: Studying Visual Communication (1981)
Nederlands Doelstellingen De student kan een intermediaal werk interpreteren en analyseren. De student begrijpt de historische en actuele context van het begrip intermedialiteit. De student kan participeren aan een groepsdiscussie over de besproken teksten. De student kan een schrijfopdracht afronden binnen de gegeven tijd en volgens de afgesproken vereisten. De student kan bronnenmateriaal opzoeken en verwerken in een schrijfopdracht.
Werkvormen Hoorcollege, gastsprekers, groepsdiscussie, schrijfopdracht. De tekst- en beeldfragmenten worden klassikaal besproken en bediscussieerd. Verschillende gastsprekers lichten het gebruik van woord en beeld in hun eigen artistieke/literaire praktijk toe. Aan het einde van de cursus maakt de student een schrijfopdracht over een 'intermediaal' werk naar keuze.
Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Contacturen (24u)
1 semester
reguliere week 12
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
Procesevaluatie
50.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
50.00% Ja
2
evaluatie in eerste zittijd
Paper
50.00% NVT
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
2
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
50.00% NVT
De student wordt beoordeeld op deelname aan de groepsgesprekken (permanente evaluatie). De student schrijft daarnaast ook een paper die besproken wordt tijdens het mondeling examen.
Studiematerialen (onder voorbehoud) Reader met tekstmateriaal Powerpoints met beeldmateriaal Boeken Lesnota's
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
ISBN
Tree of Codes
J.S. Foer
Visual Editions
978-0-9565692-1-9
Memoires van een luipaard
Peter Verhelst
Prometheus
9789044622911
House of Leaves
Mark Z. Danielewski
Random House
9780375703768
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de volgende Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie Blackboard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen. (DC9, DC12) 2.3 De student geeft blijk van creatieve potentie door constructief en eerlijk gebruik van inspiratiebronnen. 3.2 De student kan ideeën en vormen analyseren en die bevindingen verwerken in zijn of haar persoonlijk onderzoek en creaties. (DC2, DC4, DC5, DC6) 5.1 De student kan de opgedane ervaring, zijn of haar kennis en vaardigheden, omzetten in een constante groei van inzicht en persoonlijkheid.
Internationale competenties: 1. logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen; 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 11. in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren; 16. in staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Discipline Degree programme
Art & Design Bachelor of Art & Design Academic bachelor program
Teacher(s) Van Brabandt Petra
Seminar cultural criticism Conditions for admission None
ECTS: 3 Internat. marked ECTS: 3 Quotation Out of 20 (rounded to a whole number) Deliberation possible
Study load: 75h Contact hours per year: 24h Type of component simple course component Part of course3 Type of contract DIP, CRD, EXD, EXC
Content The theme of the seminar cultural criticism is Reading Images. We will study contemporary visual culture (art, advertising, mass media, film, photography,...) and the relations between image and reality, image and meaning, image and receiver. Our main questions are: What does an image say (about us)? Do images refer to reality or do they only refer to other images? Are some images forbidden? What does the image do with the receiver? What does the accelaration of images do with the image? What are the economic and political power relations that structure visual culture? What are the relations between image, looking, and race, gender and subjectivity? To answer these questions we do a close reading of images and texts (John Berger, Edward Said, Rosalind Coward, Susan Sontag, Roland Barthes, Walter Benjamin, Michel Foucault, Jean Beaudrillard. Goals The student understands texts about cultural criticism. The student is able to communicate orally and in writing about these texts. The student can make analysis in cultural criticism. The student can locate her work in a context of cultural criticism.
Teaching methods Seminar, Group Discussion.
Languauge of instruction: English
Method
Staggering
Starting moment(s)
Contact hours (24 u)
1 semester
Week 1
Private study (51u)
1 semester
Forms of evaluation Exam. Moment chance
Form
Assessment Repeatable? Elucidation
1
1st examination period
Process evaluation
50.00% Yes
1
1st examination period
Paper
50.00% Yes
2
2nd examination period
Paper
100.00% n.a.
Process evaluation based on preparation of the reading, attendance and participation in the group discussion. Paper based on writings in cultural criticism and visual material.
Reader and information on Blackboard.
Start and study support English. To test your language level, you can do de Dialang test: http://ilt.kuleuven.be/dialang/index.php
Goals to be achieved 1.1 The student has an inquiring and critical attitude towards himself, the training, art and design, his own artistic discipline and society. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.3 The student can collect the relevant data that can guide the shaping of an opinion on social, artistic and ethical topics. (DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 The student develops his own ideas by making use of a broad insight into human nature and societal structures, combined with a broad knowledge of art and culture. ( / DC25, DC26, DC28) 2.2 The student is familiar with the historical and contemporary context of his own medium and is involved in relation to the societal context of his own field. (/ DC22, DC23)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
3.2 The student can analyze ideas and forms and integrate these findings in his own research and output. (DC2, DC4, DC5, DC6 / DC14, DC15, DC16, DC17, DC30, DC31)
International competences 1. ability to reason logically and to take into account cultural aspects and backgrounds; 2. ability to reflect on Flemish/personal actions, knowledge, content, work method, discipline, and the place of the discipline in an international societal context; 6. ability to present and interpret the cultural foundations of the discipline;
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Discipline Degree programme
Art & Design Bachelor of Art & Design Academic bachelor program
Teacher(s) Van Brabandt Petra
Seminar Art Theory Conditions for admission None
ECTS: 3 Internat. marked ECTS: 3 Quotation Out of 20 (rounded to a whole number) Deliberation possible
Study load: 75h Contact hours per year: 24h Type of component simple course component Part of course3 Type of contract DIP, CRD, EXD, EXC
Content In the Art Theory seminar we focus on the question "What is art?" We study this question with the help of contemporary art philosophical and art theoretical texts, and we will also consult artists' writings, art works and films. Aspects of this question are: Is it possible to define art (Weitz, Gaut)? What does Danto point at when speaking about 'The End of Art' (Danto)? What is the relation between art and artworld (Dickie)? Has art a narrative relation with its history (Carroll)? Is art a cluster-concept (Gaut)? Is it important to know the intentions of artists (Bairdsley, Cavell, Wollheim, Fodor)? What is the importance of style and scripture of the artist (Robinson)? Has art something to do with emotions (Prinz...) en why do we like negative emotions in art (Carroll, Smuts, Gaut)? Why are there so few women artists in our art history courses and in the museums and galleries (Nochlin...)? What has outsider or tribal art to do with art (Dutton, Davies)? Has the globalisation changed our view on art?... The objective is a dialogue between art theoretical texts and art works and practices. Goals The student understands the art theoretical writings and themes and is capable to reconstruct orally and in writing the dialogue between texts and themes. The student can defend by argument a position in art theory and illustrate this with concrete art examples. The student grasps the relevance of art theory for contemporary art in general and her own work in particular, and can communicate this orally and in writing. The student can use art theory to strenghten her artistic and conceptual potential.
Teaching methods Languauge of instruction: English
Seminar and group discussion.
Method
Staggering
Starting moment(s)
Contact hours (24u)
1 semester
Week 12
Private study (51u)
1 semester
Forms of evaluation Exam. Moment chance
Form
Assessment Repeatable? Elucidation
1
1st examination period
Process evaluation
50.00% Yes
1
1st examination period
Paper
50.00% Yes
2
2nd examination perod
Paper
100.00% n.a.
Process evaluation and Paper. Process evaluation (50%): preparation of reading and assignment, attendance and participation in the group discussion. Paper (50%) based on writings in art theory and visual material. Reader and information on Blackboard.
Start and study support English. To test your language level, you can do de Dialang test: http://ilt.kuleuven.be/dialang/index.php
Goals to be achieved 1.1 The student has an inquiring and critical attitude towards himself, the training, art and design, his own artistic discipline and society. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.3 The student can collect the relevant data that can guide the shaping of an opinion on social, artistic and ethical topics. (DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 The student develops his own ideas by making use of a broad insight into human nature and societal structures, combined with a broad knowledge of art and culture. ( / DC25, DC26, DC28)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
2.2 The student is familiar with the historical and contemporary context of his own medium and is involved in relation to the societal context of his own field. (/ DC22, DC23) 3.2 The student can analyze ideas and forms and integrate these findings in his own research and output. (DC2, DC4, DC5, DC6 / DC14, DC15, DC16, DC17, DC30, DC31)
International competences 1. ability to reason logically and to take into account cultural aspects and backgrounds; 2. ability to reflect on Flemish/personal actions, knowledge, content, work method, discipline, and the place of the discipline in an international societal context; 6. ability to present and interpret the cultural foundations of the discipline;
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Semester 2 Docent(en): De Lombaerde Piet
Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 2 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar
Studiebelasting: 75u
Opleidingsonderdeel
De kunst van cultuurmarketing Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Het wordt er voor kunstschilders, illustratoren, grafische vormgevers, muzikanten, culturele instellingen niet eenvoudiger op om het publiek te interesseren voor hun aanbod. De concurrentie is door het veelvuldig aanbod groot. Bovendien kan de consument kiezen uit een groot assortiment van alternatieven of andere vormen van vrijetijdsbesteding. Daarom is het van groot belang dat de marketing van de culturele sector professionaliseert. De kunst van cultuurmarketing biedt de kennis die daarbij nodig is. Het behandelt de gangbare marketingtheorieën volledig toegepast op de creatieve sector. Deze theoretische achtergronden worden praktisch uitgewerkt met behulp van actuele voorbeelden en cases uit de wereld van beeldende kunst en muziek. Dit omvat een analyse van het systeem dat het succes stuurt van Tuymans, Fabre, Borremans tot Dillemans en Tony Sundaypainter. We onderzoeken parallellen tussen Willy Sommers en Daft Punk tot Antony and the Johnsons. Ieder hoofdstuk sluit af met discussievragen en stellingen.
Contacturen per jaar: 24u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 3 Soort contract:
Doelstellingen De student verwerft een grondige kennis van marketing voor cultuur: de strategieën en technieken die efficiënt en effectief kunnen worden ingezet voor promotie van kunst en andere aspecten van de creatieve industrie. De student verwerft de kennis en vaardigheid in de relatie tussen het gebruik van de media en de realiteit, in de vertekeningen en vervormingen in het medialandschap.
DIP, CRD, EXD, EXC Werkvormen Hoorcolleges en gastcolleges gecombineerd met onderwijsleergesprek, casestudies en practicum. Onderwijstaal: Nederlands Werkvorm
Spreiding
Contacturen (24u)
1 semester
Startmoment(en)
Zelfstudie (51u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
1
evaluatie in eerste zittijd
onderzoeksopdracht
50.00% Ja
1
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
50.00% Ja
2
evaluatie in eerste zittijd
Mondeling examen
100.00% NVT
Studiematerialen (onder voorbehoud) Documentatie/literatuur: teksten uit verschillende publicaties, actuele cases, handboek.
Medium
Studiemateriaal
Auteur
Uitgever
ISBN
Boek
De kunst van cultuurmarketing (editie 2008)
Ruurd Mulder
uitgeverij Coutinho
978 90 469 0125 0
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Alle vermelde leerdoelen en competenties hierna vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst volgende kerncompetenties op een uitdiepend tot gevorderd niveau: 1.1 De student heeft een onderzoekende en een kritische houding t.a.v. zichzelf, de opleiding, kunst en vormgeving, de eigen artistieke discipline en de maatschappij. (DC3, DC8 / DC14, DC16, DC29) 1.2 De student kent de taal en werkwijze van (theoretisch) onderzoek in kunst en vormgeving en kan deze
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen. (DC9, DC12 / DC14, DC20, DC21, DC30) 1.3 De student kan de relevante data verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke artistieke en ethische vraagstukken kunnen sturen. (DC10 / DC19, DC22, DC23) 2.1 De student creëert zijn of haar beelden door gebruik te maken van een ruim inzicht in de menselijke natuur en in maatschappelijke structuren, gekoppeld aan een brede kennis van kunst en cultuur. ( / DC25, DC26, DC28) 2.2 De student kent de historische en actuele context van het eigen medium en is geëngageerd t.a.v. de maatschappelijke context van het eigen werkdomein. (/ DC22, DC23) 2.4 De student kan mondeling en schriftelijk zijn werk duiden en presenteren. (DC5, DC6, / DC18) 2.5 De student heeft een systematische kennis van de kernelementen van beeldende kunst/vormgeving met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis, deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van zijn eigen discipline, en een begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden. (DC13 / DC18, DC22, DC23, DC25, DC26, DC27, DC28, DC30, DC31) 5.3 De student komt tot eigen inzichten door zijn of haar kennis van - en het inzicht in denkbeelden en emoties van anderen. (/ DC29) Internationale competenties: 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 8. in staat zijn in groepen met mensen uit verschillende culturen te werken; 9. in staat zijn de manier/stijl van communicatie aan te passen aan de bestaande gebruiken in andere culturen (crossculturele communicatievaardigheden);
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Discipline Degree programme
Art & Design Bachelor of Art & Design Academic bachelor program
Teacher(s) Luyten Marc
Seminar research and artistic practice 1 Conditions for admission None
ECTS: 3
Internat. Marked ECTS: 2 Quotation Out of 20 (rounded to a whole number) Deliberation possible
Content Part 1: Stories and more stories The seminar presents itself as a hybrid platform of a studio class and a theory course. The seminar focuses on modes of discursivity as forms of artistic research. The seminar opens with a critical survey of theories and practices of artistic research. During the first semester the seminar will focus on narrative modes and strategies as possible discursive frameworks for artistic practices. An artistic research assignment confronts these modes with the artistic practices of the participants.
Study load: 75h Contact hours per year: 24h Type of component simple course component
Goals The student should gain insight in the possible and workable definitions and methods of artistic research. The student should experience artistic research as a quality of artistic practices. The student should develop critical and analytical thinking and art practice. The student should enlarge the horizon and scope of its own artistic practice.
Part of course3 Type of contract DIP, CRD, EXD, EXC
Languauge of instruction: English
Teaching methods Seminar, debate, assignment and tutorials.
Method
Staggering
Starting moment(s)
Contact hours (24u)
1 semester
Week 1
Private Study (51u) Forms of evaluation Exam. Moment chance
Form
Assessment Repeatable? Elucidation
1
1st examination period
Research assignment
100,00% Yes
Assignment and oral presentation/discussion
2
2nd examination period
Research assignment
100.00% n.a.
Assignment and oral presentation/discussion
Artistic research assignment and oral presentation/discussion Course material will be posted on BlackBoard in due time.
Goals to be achieved 1.1 The student has an inquiring and critical attitude towards himself, the training, art and design, his own artistic discipline and society. (DC3, DC8) 1.2 The student masters the terminology and methodology of (theoretical) research in art and design, and can adequately apply these research methods and techniques. (DC9, DC12) 1.3 The student can collect the relevant data that can guide the shaping of an opinion on social, artistic and ethical topics. (DC10) 1.4 The student appreciates the uncertainty, the ambiguity and the limits of knowledge and the ability to initiate problemoriented research. (DC11) 5.3 The student arrives at his own views through his knowledge of and insight into the ideas and emotions of others. International competences: 1. ability to reason logically and to take into account cultural aspects and backgrounds; 3. have insight into international norms within the discipline and professional activity; 4. ability to communicate with international colleagues and third parties about a personal project/aspect of the discipline; 5. ability to collect, compare and assess information from a wide range of international sources; 11. ability to communicate in at least one other language besides the mother tongue;
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Discipline Degree programme
Art & Design Bachelor of Art & Design Academic bachelor program
Teacher(s)
Seminar research and artistic practice 2
Luyten Marc
Conditions for admission None ECTS: 3
3
Internat. Marked ECTS: 3 Quotation Out of 20 (rounded to a whole number) Deliberation possible
Study load: 75h Contact hours per year: 24h Type of component
Content Part 1: Stories and more stories The seminar presents itself as a hybrid platform of a studio class and a theory course. The seminar focuses on modes of discursivity as forms of artistic research. The seminar opens with a critical survey of theories and practices of artistic research. During the first semester the seminar will focus on narrative modes and strategies as possible discursive frameworks for artistic practices. An artistic research assignment confronts these modes with the artistic practices of the participants. Goals The student should gain insight in the possible and workable definitions and methods of artistic research. The student should experience artistic research as a quality of artistic practices. The student should develop critical and analytical thinking and art practice. The student should enlarge the horizon and scope of its own artistic practice.
simple course component Part of course3 Type of contract
Teaching methods Seminar, debate, assignment and tutorials.
DIP, CRD, EXD, EXC
Languauge of instruction: English
Method
Staggering
Starting moment(s)
Contact hours (24u)
1 semester
Week 1
Private Study (51u) Forms of evaluation Exam. Moment chance
Form
Assessment Repeatable? Elucidation
1
1st examination period
Research assignment
100,00% Yes
Assignment and oral presentation/discussion
2
2nd examination period
Research assignment
100.00% n.a.
Assignment and oral presentation/discussion
Artistic research assignment and oral presentation/discussion Course material will be posted on BlackBoard in due time.
Goals to be achieved 1.1 The student has an inquiring and critical attitude towards himself, the training, art and design, his own artistic discipline and society. (DC3, DC8) 1.2 The student masters the terminology and methodology of (theoretical) research in art and design, and can adequately apply these research methods and techniques. (DC9, DC12) 1.3 The student can collect the relevant data that can guide the shaping of an opinion on social, artistic and ethical topics. (DC10) 1.4 The student appreciates the uncertainty, the ambiguity and the limits of knowledge and the ability to initiate problemoriented research. (DC11) 5.3 The student arrives at his own views through his knowledge of and insight into the ideas and emotions of others. International competences: 1. ability to reason logically and to take into account cultural aspects and backgrounds; 3. have insight into international norms within the discipline and professional activity; 4. ability to communicate with international colleagues and third parties about a personal project/aspect of the discipline; 5. ability to collect, compare and assess information from a wide range of international sources; 11. ability to communicate in at least one other language besides the mother tongue;
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Studiegebied Opleiding
Audiovisuele en beeldende kunst Bachelor in de beeldende kunsten Academisch gerichte bacheloropleiding
Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en):
Studiepunten: 9
Opleidingsonderdeel
Bachelorclass 3 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Voor dit opleidingsonderdeel moet de student dit jaar slagen, indien hij o in het vorige academiejaar slaagde voor minder dan 50% van de ingeschreven studiepunten. o vorig academiejaar reeds ingeschreven was voor dit opleidingsonderdeel Zoniet zal verdere inschrijving voor de opleiding geweigerd worden Zie HOE 2.6.4.2
Wegingsfactor: 9 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Niet delibereerbaar Herkansing: geen tweede examenkans mogelijk Studiebelasting: 600u Contacturen per jaar: 96u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel
Leerinhoud Leerinhoud: Globale leerlijn (departementaal): Creatief integreren: doelgericht onderzoek en authenticiteit. In Ba3 ligt de nadruk op onderbouwd en gestructureerd onderzoek en methodiek, een aantoonbaar en individueel proces in het perspectief van de masterproef. Daar waar opdrachten in BA2 gedeeltelijk of geheel geïntegreerd zijn gesteld, krijgen de opdrachten in Ba3 een volledig geïntegreerd karakter in de vorm van semester- en jaaropdrachten. Elke opdracht behandelt meerdere onderdelen van een totaalproces. Bij de semesteropdrachten is de relatie waarneming/reflectie/interpretatie/actie belangrijk. Bij de jaaropdrachten wordt dit uitgebreid met doorgedreven conceptontwikkeling, analyse van de middelen en functies, plus de relevante keuze en uitwerking van de finale communicatiedragers (of onderdelen). Uiteraard zal student met dit werk tegelijkertijd aantonen dat hij of zij een persoonlijke (authentieke) en onderbouwde beeldtaal ontwikkelt. De Bachelorclass 3 biedt studenten de mogelijkheid om zich gedurende één academiejaar te verdiepen in een techniek/inhoud/medium die aansluit bij de eigen artistieke praktijk.
Trajectschijf: 3 Soort contract:
Aanwezigheid is verplicht.
DIP, CRD, EXD, EXC
Onderwijstaal: Nederlands
Doelstellingen Algemeen: De Bachelorclass 3 geeft de student de mogelijkheid om - ter voorbereiding op de masterproef - een bepaald medium en/of een bepaalde techniek verder uit te diepen. Meer info over elke bachelorclass is te vinden in de brochure die bij de start van het academiejaar wordt verspreid. Leerdoelen (algemeen): -Het ontwikkelen van een authentieke beeldtaal met een eigen handschrift door het inzetten van zijn brede artistieke en maatschappelijke interesses. -Inzicht verwerven in het zelfstandig ontwerpen, een individueel parcours van concept tot uitvoering kunnen uittekenen met aandacht voor methodiek en artistieke kwaliteiten. -Zelfstandig opstarten, zowel individueel als in groep, van zijn eigen werkproces met nadruk op een kritische ingesteldheid, verantwoordelijkheid, eigen initiatief en gedrevenheid. Dit om onderbouwd en gestructureerd te kunnen onderzoeken in het perspectief van de masterproef. -De student kan de aan zichzelf gestelde opdracht adequaat en relevant analyseren en ordenen, verduidelijken en zelfstandig plannen, verduidelijken en presenteren aan derden. Specifieke doelstellingen per Bachelorclass zijn terug te vinden in de brochure.
Werkvormen Werkvorm
Spreiding
Startmoment(en)
Atelier (96u)
1 academiejaar
reguliere week 1
Zelfstudie (504u) Evaluatie Ex. Moment kans
Vorm
1
Procesevaluatie
evaluatie in eerste zittijd
Gewicht
Herhaalbaar? Toelichting
100.00% Nee
Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan)
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Alle vermelde leerdoelen en competenties vallen onder de Opleidingsdoelen en Kerncompetenties van ons Opleidingsprofiel (zie BlackBoard, Studenten Sint Lucas Antwerpen, Opleidingsprofiel). De student beheerst alle kerncompetenties op uitdiepend niveau. Het uitdiepend niveau: De student neemt nieuwe kennis op en kan deze plaatsen binnen een totaalkader van inzichten. Nieuwe kennis en bekwaamheden past hij toe in het eigen werk dat steeds meer getuigt van een persoonlijk standpunt. Behalve het uitwerken van de noodzakelijke aanzet kan student keuzes maken en deze uitwerken. Zijn algemene houding maakt duidelijk dat de student doelgericht onderzoekt. Waarbij alle verworven kennis en bekwaamheden waar nodig geïntegreerd worden in het artistieke werk.
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw
Globaal overzicht studiematerialen (herhaling) Medium
Studiemateriaal en auteur
Uitgever en ISBN
Art since 1900, Modernism, antimodernism, postmodernism. (editie 2004) H. FOSTER, R. KRAUSS, Y-A. BOIS, B.BUCHLOH
Thames&Hudson, Londen
bibliotheek
Boek
Brand-Id. Inspiratieboek voor creatief denken. (editie 2011) Michels, W. en Huyskens, I.
Thema, Zaltbommel ISBN: 978 90 5871 4282
Boek
Communicatieplanner (editie 2012) Wil Michiels
Noordhoff Uitgevers ISBN: 978-90-01-80780-1
Course Reader Leen Panis Dat is Architectuur. Sleutelteksten uit de 20e eeuw (editie 2001) Hilde Heynen, André Loeckx, Lieven De Cauter, Karina Van Herck Boek
De kunst van cultuurmarketing (editie 2008) Ruurd Mulder
uitgeverij Coutinho ISBN: 978 90 469 0125 0
filmvoorstellingen
House of Leaves Mark Z. Danielewski
Random House ISBN: 9780375703768
internet
Memoires van een luipaard Peter Verhelst Boek
Prometheus ISBN: 9789044622911
On Jewellery: A compendium of international contemporary Amstelveen art jewellery (editie 2011) L. den Beste tentoonstellingen
Tree of Codes J.S. Foer
Visual Editions ISBN: 978-0-9565692-1-9
Pagina 1 van 31 - versie: 2013.12.17
Code opl.onderdeel
×