1
Het aanbieden van wellness- of complementaire technieken om het contact te stimuleren bij personen met dementie in een WZC Een handmassage als hulpmiddel voor de familie en de medewerkers Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2012-2013 Module Bachelorproef Promotor(s) Mevrouw Heleen Viaene, ergotherapeut Student Daphne Flamez Howest – departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat de Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk
Het aanbieden van wellness- of complementaire technieken om het contact te stimuleren bij personen met dementie in een WZC Een handmassage als hulpmiddel voor de familie en de medewerkers Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2012-2013 Module Bachelorproef Promotor(s) Mevrouw Heleen Viaene, ergotherapeut Student Daphne Flamez Howest – departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat de Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk
Woord vooraf Ik heb ervoor gekozen om mijn BAP uit te werken in de ouderenzorg en specifieker gericht bij personen met dementie. Aangezien deze doelgroep zal blijven groeien door de toenemende vergrijzing, leek het mij interessant om deze doelgroep beter te leren kennen. Voor de uitwerking van mijn BAP wil ik de directie van het WZC Sint Jozef bedanken voor het vertrouwen en de kans die ze mij hebben gegeven. Ik heb de kans gekregen om te functioneren als begeleider in een nieuw project voor het WZC, mijn BAP. Zonder de medewerking en de tijd van de medewerkers en de familieleden zou deze BAP niet tot stand zijn gekomen. Ik heb veel steun gekregen en aanmoedigende woorden van de medewerkers en de familie. Natuurlijk heb ik veel deskundige hulp gekregen van de interne begeleider: Bart Mistiaen, de interne promotor: Heleen Viaene en de referentiepersoon dementie en ethiek van het WZC: Sibylle Verfaille. Deze personen dragen veel bij aan het resultaat van deze BAP, hiervoor wil ik hen bedanken. De vele leesuren die mijn vriend, mijn ouders en mijn vriendinnen in deze bachelorproef hebben gestoken, hebben er ook tot bijgedragen dat mijn BAP dit resultaat heeft. Verder zijn er nog personen die geholpen hebben met de opmaak en de spellingscontrole, zodat ik een verzorgende BAP kan indienen.
Daphne Flamez, Moorsele, mei 2013
Inleiding Personen met dementie wonen vaak in een WZC, dit is een omgeving die zij als vreemd, onbekend en bedreigend ervaren. Door de opname in het WZC verandert de omgeving van de persoon met dementie. De medebewoners en de medewerkers zijn nieuw voor hen. De nabije omgeving van de persoon met dementie zoals de familie (echtgenoot, broers, zussen, kinderen en kleinkinderen) kan door het dementieproces veranderingen ervaren in de relatie. De persoon met dementie kan deze veranderingen ook ervaren. Sociale elementen van vroeger kunnen verdwijnen door de opname, maar ook door het dementieproces. Zowel de medewerkers als de familie willen het contact met de persoon met dementie behouden. De BAP kadert binnen de ergotherapie vooral onder het kernelement de omgeving. De contactname is wat betreft de verbale communicatie vaak een moeilijke onderneming. Door het dementieproces ervaren ze meer beperkingen qua verbale communicatie. Als verbale communicatie niet meer lukt, is er nog altijd ruimte om op non-verbale manier te communiceren. Personen met beginnende dementie kunnen nog verbaal communiceren. Personen met dementie ervaren nog lang de prikkels van buitenaf. Het non-verbale communicatiekanaal die zal gebruikt worden in deze BAP richt zich vooral op fysiek contact. De techniek die hiervoor gebruikt wordt, is massage in combinatie met aromatherapie. De tastzin en de reukzin zullen vooral geprikkeld worden om te communiceren met de persoon met dementie. Fysiek contact kan zorgen voor de contactname met de persoon met dementie. Zowel de medewerkers/familie als de persoon met dementie krijgen een extra invulling van een basisbehoefte namelijk lichamelijk contact. Fysiek contact door massage zorgt voor een ontspannen gevoel voor beide partijen. In het theoretisch deel wordt nagegaan wat ergotherapie kan betekenen voor de doelgroep: personen met dementie. De doelgroep wordt nader bekeken aan de hand van de vier fases volgens Rien Verdult. Omdat communicatie een groot aandeel heeft in de BAP, wordt dit dieper benaderd. De Zweedse massage en aromatherapie worden besproken, deze technieken worden gebruikt in het praktisch deel. De opname en het dementieproces brengen uiteenlopende gevoelens met zich mee voor de familie en de persoon met dementie, daarom wordt dit ook besproken in het theoretisch deel. De zintuigen die een groot deel van de prikkels sturen zijn de tastzin en de reukzin, deze twee worden nader bekeken. Het praktisch onderdeel wordt ingedeeld in de infosessies voor de medewerkers en de familie (en vrijwilligers). De observaties van de uitgevoerde sessies worden verzameld via de observatiefiche, waaruit dan de evaluatie volgt. Deze BAP wil antwoorden formuleren op de vragen “Kan de ergotherapeut/ wellnesscoach een meerwaarde bieden om het contact tussen familie/medewerkers en personen met dementie beter te laten verlopen door het gebruik van complementaire technieken toe te passen?” “Hoe zal de persoon met dementie reageren op fysiek contact met behulp van een complementaire techniek zoals de Zweedse massage?” en “Zijn de reacties anders als de gever een familielid of een medewerker van het WZC is?”
Abstract Titel Hoofdtitel: Het aanbieden van wellness- of complementaire technieken om het contact te stimuleren bij personen met dementie in een WZC. Ondertitel: Een handmassage als hulpmiddel voor de familie en medewerkers.
Sleutelwoorden: Ergotherapie – handmassage – dementie – relaties – contact De familie en de medewerkers van het WZC willen contact blijven behouden met de persoon met dementie, de persoon met dementie wil dit ook nog steeds. Maar dat is vaak moeilijk door het dementieproces en de opname. Personen met dementie ervaren soms problemen met verbale communicatie, waardoor een gesprek voeren tot het verleden behoort. Het doel is om de familie en de medewerkers een hulpmiddel aan te bieden om contactname op een andere manier te ontdekken, namelijk door non-verbale communicatie. Het hulpmiddel is een complementaire techniek, bv. een handmassage. De handmassage wordt ontdekt door informatiesessies en door individuele sessies die gegeven worden door een ergotherapeut. Tijdens de individuele sessies wordt er een observatiefiche opgesteld, hierdoor kunnen de resultaten vergeleken worden. De reacties van de drie volgcliënten zijn anders op de massage van de familieleden, dan op de massage van de medewerker. Dit kan komen door de geschiedenis van de relatie. De drie personen met dementie kunnen ontspannen door een handmassage maar de basisbehoefte om in contact te treden is voor al de partijen van belang. Handmassage is een eenvoudig hulpmiddel die iedereen kan ontdekken, als de persoon in kwestie openstaat voor contact en aanrakingen. Een massage kan de basisbehoefte van aanrakingen vervullen voor de volgcliënten, de personen met dementie.
7
Inhoudsopgave Woord vooraf .......................................................................................................................... 4 Inleiding .................................................................................................................................. 5 Abstract .................................................................................................................................. 6 Inhoudsopgave ....................................................................................................................... 7 Lijst met afkortingen ............................................................................................................. 10 1
Implementatie van wellness- of complementaire technieken in het ergotherapeutisch handelen ..................................................................................................................... 11
1.1
Ergotherapie................................................................................................................11
1.2
Client-centered werken ...............................................................................................13
1.3
Wellness- of complementaire technieken ....................................................................14
1.3.1 Wellness ..................................................................................................................... 14 1.3.2 De wellness- of complementaire technieken................................................................ 14 1.3.3 Ergotherapie en wellness- of complementaire technieken ........................................... 15 2
De doelgroep (Verhaest, 2008) ................................................................................... 16
2.1
Wat is dementie?.........................................................................................................16
2.2
Verschillende vormen van dementie ............................................................................16
2.3
Symptomatologie bij dementie.....................................................................................17
2.4
De vier fases van het dementieproces volgens Rien Verdult .......................................18
2.4.1 Algemeen (Verhaest, 2008) ......................................................................................... 18 2.4.2 Het handelen per fase (van der Kooij, 2004) ............................................................... 19 3
Relatie tussen de persoon met dementie en familie/medewerkers .............................. 20
3.1
Communicatie met de persoon met dementie .............................................................20
3.1.1 Algemeen (Holzhauer, 2002) ....................................................................................... 20 3.1.2 Verbale communicatie (Holzhauer, 2002) .................................................................... 21 3.1.3 Non-verbale communicatie (Holzhauer, 2002)............................................................. 22 3.1.4 Combinatie van verbale - en non-verbale boodschappen. ........................................... 22 3.1.5 Communicatie en dementie (van der Kooij, 2004) ....................................................... 23 3.1.6 Degeneratie................................................................................................................. 24 3.1.7 Basisregels voor communicatie met personen met dementie ...................................... 26 3.2
Beleving van het dementieproces door de betrokken naasten .....................................27
3.2.1 Rolvermenging en rolconflict (van de Ven, 2004) ........................................................ 27 3.2.2 Het anticiperend rouwproces van de familie (De Cock, 1997)...................................... 27 3.2.3 De vijf fases (van de Ven,2004)................................................................................... 28 3.3
De professionele zorgrelatie (de Koker & van de Wygaert, 2003)................................29
4
De toegepaste wellness- of complementaire technieken. ............................................ 30
4.1
Zweedse massage (Kavanagh, 2010) .........................................................................30
4.1.1 Oorsprong ................................................................................................................... 30 4.1.2 Emotionele en psychische voordelen .......................................................................... 30
8 4.1.3 Contra-indicaties ......................................................................................................... 30 4.1.4 Verschillende technieken in de Zweedse massage ..................................................... 31 4.1.5 De massageolie of de draagolie (Rogge, 2011) .......................................................... 32 4.1.6 Massage en dementie ................................................................................................. 32 4.2
Aromatherapie (Rogge, 2011) .....................................................................................33
4.2.1 Algemeen .................................................................................................................... 33 4.2.2 Gebruik ....................................................................................................................... 33 4.2.3 Etherische oliën (Devlieghere & Vanhove, 1993) (Rogge, 2011) ................................. 35 4.3
Massage en aromatherapie zijn een aanvulling op het handelen.................................37
5
De zintuigen ................................................................................................................ 38
5.1
Inleiding.......................................................................................................................38
5.2
Wat is een zintuig? ......................................................................................................38
5.3
De tastzin (Mens en gezondheid, 2011) ......................................................................38
5.3.1 De werking van de tastzin ........................................................................................... 38 5.3.2 De huid (de huid, z.j.) .................................................................................................. 39 5.3.3 Aanrakingen (Phyllis, 1993) ......................................................................................... 40 5.3.4 Aanrakingen door massage......................................................................................... 41 5.3.5 Opname van de massageolie en de etherische olie in de huid .................................... 41 5.4
De reukzin (Medic info, 2008) ......................................................................................42
5.4.1 De neus....................................................................................................................... 42 5.4.2 Opname van de etherische olie (Rijpkema, 2009) ....................................................... 42 Besluit theoretisch deel ........................................................................................................ 43 Praktisch deel ....................................................................................................................... 44 6
De setting .................................................................................................................... 45
7
De sessies................................................................................................................... 48
7.1
De start .......................................................................................................................48
7.2
De infosessie voor de medewerkers (bijlage 3) ...........................................................49
7.3
De opvolging ...............................................................................................................52
7.3.1 De individuele opvolging.............................................................................................. 52 7.3.2 Opvolging in de TBO ................................................................................................... 54 7.4
De infosessie voor de familie .......................................................................................55
7.5
De opvolging ...............................................................................................................56
7.5.1 De individuele sessie ................................................................................................... 56 7.6
Conclusie over alle sessies .........................................................................................58
7.7
Feedback na de individuele sessies ............................................................................59
8
Het onderzoek ............................................................................................................. 60
8.1
De observatiefiche.......................................................................................................60
8.2
De beperkingen van het onderzoek .............................................................................61
8.3
De volgcliënten ............................................................................................................62
9 8.3.1 Volgcliënt F.D. ............................................................................................................. 62 8.3.2 Volgcliënt E.V. ............................................................................................................. 65 8.3.3 Volgcliënt D.C. ............................................................................................................ 68 8.4
Conclusie onderzoek volgcliënten ...............................................................................70
9
Het product voor de stageplaats .................................................................................. 71
Besluit praktisch deel............................................................................................................ 73 Algemeen besluit .................................................................................................................. 74 Referentielijst ....................................................................................................................... 75 Bijlagen ................................................................................................................................ 77 Bijlage 1: De affiche en de algemene uitnodiging .................................................................78 Bijlage 2: De persoonlijke uitnodiging ...................................................................................79 Bijlage 3: Sessie voor de medewerkers ................................................................................80 Bijlage 4: Handleiding met foto‟s ..........................................................................................86 Bijlage 5: De steekkaarten ..................................................................................................100 Bijlage 6: Voorstelling TBO .................................................................................................103 Bijlage 7: Sessie voor de familie en vrijwilligers ..................................................................105 Bijlage 8: Blanco observatiefiche ........................................................................................108 Bijlage 9: Observatiefiche familie: F.D. ...............................................................................111 Bijlage 10: Observatiefiches medewerker: F.D. ..................................................................114 Bijlage 11: Observatiefiches familie: E.V. ...........................................................................120 Bijlage 12: Observatiefiches medewerkers: E.V. ................................................................126 Bijlage 13: Observatiefiche familie: D.C. .............................................................................132 Bijlage 14 Observatiefiche medewerker: D.C. ....................................................................135 Bijlage 15: Dvd ...................................................................................................................138 Bijlage 16: Technische fiche (een voorbeeld) .....................................................................139
10
Lijst met afkortingen ADL: Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen AOTA: The American Occupational Therapy Association BAP: Bachelorproef RCT: Randomized Controlled Trail WZC: Woonzorgcentrum
11
1
Implementatie van wellness- of complementaire technieken in het ergotherapeutisch handelen
De dag van vandaag is het niet gemakkelijk om wellness- of complementaire technieken te integreren in onze maatschappij. Tijdens het ergotherapeutisch handelen kunnen er wellness- of complementaire technieken gebruikt worden. In dit hoofdstuk wordt dit nader bekeken.
1.1
Ergotherapie
Definitie “Ergotherapie biedt de cliënt de mogelijkheid een optimale wijze van uitvoer van dagelijkse activiteiten te bereiken in de eigen omgeving, waarbij het concrete voor de cliënt betekenisvolle handelen op de handelingsgebieden, zelfredzaamheid, productiviteit en vrije tijd onderwerp zijn van therapie.”(Kinébanian & le Granse, 2006) Vanuit de definitie van Kinébanian en le Granse (2006) wordt het beroepsparadigma voor ergotherapie omschreven. Het beroepsparadigma bestaat uit de kernelementen en de uitgangspunten van de ergotherapie plus de waarden en de normen van de ergotherapeut.
De kernelementen De kernelementen van ergotherapie zijn de persoon, de omgeving en handelen. De drie elementen worden bekeken vanuit de doelgroep die deze bachelorproef (BAP) omschrijft. Er wordt gesteld dat:
een persoon met dementie een uniek persoon is en dat dit wezen blijvend nood heeft aan handelen als een sociaal wezen. de omgeving van een woonzorgcentrum (WZC) voor de persoon met dementie een nieuwe, vreemde omgeving is. Voor zowel de familie als de vrienden geldt deze nieuwe omgeving ook. De nieuwe mensen vormen een deel van de omgeving waar de persoon met dementie geen inspraak in krijgt, alles wordt geordend en geregeld door een externe structuur (een WZC). Vroeger moest de bezoeker zich aanpassen aan de structuur van de persoon met dementie. Nu moet de persoon met dementie zich aanpassen aan zijn nieuwe “thuis”. personen met dementie betekenisvol kunnen handelen, door een activiteit uit te voeren of een deel van de activiteit uit te voeren waarbij ze welbevinden ervaren.
De uitgangspunten De mens is van nature een handelend wezen. Handelen wordt gezien als het uitvoeren van een activiteit of een verzameling van activiteiten. Er zijn drie voorwaarden om te kunnen spreken van een handeling of van handelen.
Er moet sprake zijn van een zekere regelmaat. Als zodanig brengt de handeling structuur aan in het leven van de persoon. De handeling heeft betekenis voor de persoon, de omgeving en de cultuur waarin die zich bevindt.
12 Personen handelen op drie gebieden namelijk: wonen, vrije tijd en werken. Wonen: activiteiten op het gebied van algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en huishouden. Vrije tijd: de tijd die ingevuld wordt met activiteiten die het individu als waardevol ervaart. Werken: activiteiten die diensten of bijdragen leveren aan anderen (Kielhofner, 2002). Handelen betekent ook een rollenpatroon of een levensrol vervullen zoals de rol van “ouder” of “grootouder”. Toegelicht op dementie: personen met dementie blijven behoefte hebben om te handelen. Voor het begin van het dementieproces kon de persoon handelen als een uniek, sociaal wezen zonder al te veel beperkingen. Doordat het dementieproces blijft evolueren, ontstaan er meer handelingsbeperkingen op de drie handelingsgebieden. De levensrollen blijven tot het einde van het dementieproces behoorlijk overeind. Soms worden de levensrollen omgekeerd. Het handelen kan als verstorend worden ervaren. Door de verstoringen in het handelen vermindert het betekenisvol handelen beetje bij beetje. De vermindering kan ontstaan op de verschillende gebieden, zoals de levensrollen of de taken vervullen. Toegelicht op dementie: de verstoring in het handelen kent bij personen met dementie twee fenomenen. Het eerste fenomeen is het ontstaan van het dementieproces waarbij handelingsbeperkingen optreden. Het tweede fenomeen is dat de routinetaken worden stopgezet omdat de persoon met dementie zich in een nieuwe omgeving bevindt. Het handelen kan gebruikt worden als aangrijpingspunt of therapeutisch middel tot verandering. Om dit te kunnen doen moet het handelen betekenisvol zijn voor de cliënt. De cliënt moet positief benaderd worden. Er moet gezocht worden naar de wensen, de behoeftes en mogelijkheden van de cliënt. Toegelicht op dementie: personen met dementie kunnen door het dementieproces vaak hun eigen wensen en behoeften niet meer vertellen. Op dit moment is het noodzakelijk om familie en vrienden aan te spreken. Dankzij deze informatiekanalen kan men belangrijke en relevante informatie ontdekken. Het handelen kan enerzijds gebruikt worden als aangrijpingspunt maar anderzijds kan de omgeving gebruikt worden als aangrijpingspunt. In deze BAP wordt vooral de omgeving gebruikt als aangrijpingspunt. De omgeving wordt aangesproken om te communiceren met de persoon met dementie. De familie en de medewerkers worden het aangrijpingspunt om tot verandering te kunnen komen.
Waarden en normen De waarden zijn de overtuigingen die de ergotherapeut heeft tijdens zijn handelen en zijn dus persoonsgebonden. Voorbeeld: beleefd zijn tegen de cliënt. De normen daarentegen zijn gelijk voor alle ergotherapeuten. Deze dient de ergotherapeut dan ook te respecteren. Normen worden weergegeven in bijvoorbeeld een ethische code. Enkele voorbeelden uit de ethische code (Kuiper, 2001): De ergotherapeut respecteert de eigenheid en uniciteit van de cliënten. De ergotherapeut biedt cliëntgerichte zorg.
13
1.2
Client-centered werken
(Kinébanian & le Granse, 2006) In de ergotherapie wordt de persoon met dementie altijd centraal geplaatst. Carl Rogers (1902-1987) ontwikkelde een benadering die nog altijd toegepast wordt, namelijk “cliëntcentered” of “ cliënt-gericht” werken. Rogers (1942) omschrijft deze manier van werken als volgt: “Het scheppen van een duidelijk gestructureerde, permissieve (tolerante) relatie, die de cliënt in staat stelt tot een zodanig begrip over zichzelf te komen, dat deze vanuit een nieuw perspectief weer verder kan.”. Vanuit deze stelling formuleerde Rogers vier uitgangspunten, die nog steeds de basis vormen van cliëntgerichte zorg. “De cliëntgerichte therapeut heeft voldoende vertrouwen in de groei- en ontwikkelingsmogelijkheden van de mens en dat hij in staat is zelf de problemen op te lossen. De therapeut probeert zicht te krijgen op het innerlijke referentiekader of de belevingswereld van de cliënt. De aandacht van de therapeut gaat uit naar het heden en de toekomst van de cliënt en niet naar het verleden. De therapeut streeft naar een zo gelijkwaardig mogelijke relatie met de cliënt.” (Rogers, 1942) Ook wanneer men ergotherapie, wellness- of complementaire technieken implementeert in het therapeutisch handelen, blijven deze vier uitgangspunten belangrijk. Deze vier uitgangspunten zijn niet alleen gericht op personen met dementie maar op al de doelgroepen. Daarom wordt nog een kanttekening gemaakt bij het eerste en derde uitgangspunt. Het is belangrijk dat personen met dementie hun mogelijkheden zolang mogelijk behouden. Omdat er vaak geen uitzicht meer is op groei. Dit komt door het dementieproces dat blijft evolueren. De therapeut richt zich ook op het verleden van de persoon met dementie, zodat de wensen en behoeftes vanuit de thuissituatie gekend zijn voor de ergotherapeut. Het gericht zijn op het verleden betekent ook dat de ergotherapeut bereid is mee te stappen in de gevoelswereld van de persoon met dementie.
14
1.3
Wellness- of complementaire technieken
1.3.1
Wellness
De definitie van wellness volgens de Wereldgezondheidsorganisatie of WHO: “Wellness is the optimal state of health of individuals and groups. There are two focal concerns: the realization of the fullest potential of an individual physically, psychologically, socially, spiritually and economically, and the fulfillment of one‟s role expectations in the family, community, place of worship, workplace and other settings.” (Smith, 2006) De betekenis van wellness is vrij gelijklopend met het doel van ergotherapie. Dokter Halbert Louis Dunn (1896-1975) vond dat wellness als het tegenovergestelde gezien kon worden van ziekte. Donald Ardell was de persoon die wellness deed ontwikkelen als een ingeburgerde term. Beide wellness vertegenwoordigers leggen de nadruk op het individu zelf. De persoon is zelf verantwoordelijk voor zijn wellness. De zelfactualisatie en de empowerende houding maken ook deel uit van het ergotherapeutisch handelen. De wellness- of complementaire technieken richten zich op de ondersteuning en de begeleiding van de cliënt. De eigen kracht van de cliënt is hierbij een belangrijk element. Met behulp van de wellness- of complementaire technieken wil de ergotherapeut de cliënt/ het cliëntsysteem tot betekenisvol handelen brengen. De ergotherapeut bekijkt de cliënt vanuit een holistische mensvisie1.
1.3.2
De wellness- of complementaire technieken
De NCCAM of the National Center of Complementary and Alternative Medicine heeft de CAM of Complementary and Alternative Medicine benoemd als “a group of diverse medical and health care systems, practices, and products that are not presently considered to be part of conventional medicine” (NCCAM, 2002). De 5 domeinen van CAM zijn: Alternative Health Care Systems (alternatieve geneeskundige therapieën) Mind-body Interventions (therapieën die zowel het lichaam als de geest beïnvloeden) Biologic Based Therapies (biologisch gebaseerde therapieën) Manipulative and Body Based Methods (therapieën die gebaseerd zijn op het manipuleren van het lichaam) Energetic therapies (energetische therapieën) (Giese, 2005) CAM is een begrip dat niet voorkomt in de Belgische wetgeving voor de gezondheidszorg. Er wordt enkel een onderscheid gemaakt tussen conventionele en niet-conventionele technieken/ praktijken. Sinds 1996 worden homeopathie, accupunctuur, chiropractie en osteopathie door de wethouder als niet-conventionele praktijken gezien.
1
De mens benaderen vanuit zijn totaliteit.
15
1.3.3
Ergotherapie en wellness- of complementaire technieken
Ergotherapie is volgens de Belgische wetgeving een paramedisch beroep dat technische hulpprestaties levert met het uitvoeren van een behandeling en hierdoor de geneeskunde ondersteunt. Ergotherapie maakt gebruik van een mix van technieken en behandelingsmethoden. Naar aanleiding van een vraag formuleerde de AOTA een advies inzake het gebruiken van CAM, zoals bepaald door het NCCAM, binnen een ergotherapeutische praktijk. De AOTA ziet geen enkel probleem om CAM te gebruiken mits aan een aantal basisvoorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste hiervan zijn: De complementaire technieken moeten geïntegreerd worden in het volledige behandelingsplan van de ergotherapeut. De veiligheid van het gebruik van de techniek moet gekend zijn en de ergotherapeut moet de werking of de effectiviteit ervan voortdurend evalueren. De veiligheid en effectiviteit van een techniek wordt onderverdeeld in vier niveaus. Deze niveaus worden gebruikt in een artikel van Jain en Mills (2009) en worden ondersteund door de NCCAM. Niveau 1:sterk bewijs in twee of meer hoog kwalitatieve RCT‟s en over het algemeen consistent bewijs in andere onderzoeken. Niveau 2: gemiddeld bewijs in tenminste één hoog kwalitatief RCT dat gesteund wordt door de bevindingen in tenminste één RCT van lagere kwaliteit of in semiexperimenteel onderzoek van een hoge kwaliteit. Niveau 3: beperkt bewijs in meer dan één semi-experimenteel onderzoek/ of RCT van lagere kwaliteit. Niveau 4: Tegenstrijdig bewijs dat naar voor komt in verschillende studies die tegenstrijdige waarden hebben voor identieke parameters. De onderzoeken met positieve waarden worden gecompenseerd door bijna eenzelfde aantal onderzoeken met nulwaarden. Als ergotherapeut worden enkel technieken gebruikt die de bewezen veiligheid hebben volgens niveau een en twee. De NCCAM maakt verder nog een onderscheid tussen integratieve technieken en complementaire technieken. De integratieve techniek maakt gebruik van een combinatie van conventionele en niet-conventionele technieken waarbij er al genoeg bewijs is voor veiligheid en effectiviteit. De complementaire techniek maakt gebruik van een aanvulling van nietconventionele technieken. De techniek heeft nog niet genoeg bewijzen voor de effectiviteit maar wordt wel als veilig aanzien. De effectiviteit wordt wel sterk vermoed. Als ergotherapeut zijn er enkele vuistregels voor het gebruik van de wellness- of complementaire technieken. Deze regels zorgen ervoor dat de technieken op een veilige manier worden toegepast bij een cliënt. Als je ziek of vermoeid bent, is het moeilijker om een techniek goed over te brengen. Als er teveel gedachten en gepieker door je hoofd spoken, kun je jezelf niet goed concentreren. De emoties zo weinig mogelijk laten meespelen. Zo blijf je de concentratie houden bij de toepassing van de wellness- of complementaire techniek. De professionele therapeutische grens bewaken tussen jezelf en de cliënt.
16
2
De doelgroep (Verhaest, 2008)
De doelgroep bij deze BAP is personen met dementie. In dit hoofdstuk wordt kort omschreven wat dementie is, welke verschillende vormen van dementie er zijn en wat de symptomen zijn. Verder worden de fases in het dementieproces volgens Rien Verdult omschreven. Aan de hand van die fases wordt de link gelegd met de evolutie binnen het handelen.
2.1
Wat is dementie?
Dementie is een niet-aangeboren ziekte. Sommige vormen van dementie lijken erfelijk te zijn. De criteria voor de diagnose dementie volgens de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders zijn: 1. “geheugenstoornissen, 2. één of meer van de volgende cognitieve stoornissen: o afasie, o apraxie, o agnosie, o stoornis in het denken, de stoornissen in 1 en 2 veroorzaken elk een betekenisvolle beperking in het sociaal en beroepsmatig functioneren en betekenen een significante beperking ten opzichte van het vroegere niveau, bovenstaande verschijnselen treden niet uitsluitend op gedurende het verloop van een delier.” (Verhaest, 2008) Er ontstaat een stoornis in de werking van de hersenen die verschillende oorzaken kan hebben. Hieronder worden de vormen volgens oorzaak en de symptomen beschreven.
2.2
Verschillende vormen van dementie
De meest voorkomende vormen van dementie zijn: Alzheimer: 60% van de personen met dementie heeft Alzheimer. Alzheimer is de grootste oorzaak van dementie op oudere leeftijd en is een degeneratieve ziekte. De hersencellen worden langzaam en geleidelijk vernietigd. Vasculaire dementie of multi-infarct dementie:12% van de persoon met dementie heeft een vasculaire dementievorm. Deze vorm van dementie kan ontstaan door verschillende aandoeningen van de bloedvaten in de hersenen. De belangrijkste oorzaak is een opeenvolging van herseninfarcten. Lewy Bodies dementie: dit is een opeenstapeling van Lewy lichaampjes in de hersencellen. Lewy lichaampjes zijn abnormale eiwitvormen. Frontotemporale dementie: hierbij treedt er schade op in de frontale en temporale hersenkwabben. Deze vorm van dementie komt voor bij ¼ van de personen met jong dementie. (dementie die begint voor 65 jaar) Eén van de oorzaken is de ziekte van Pick. In minder mate voorkomende vormen van dementie: Dementie ten gevolge van de ziekte van Parkinson: deze vorm van dementie heeft vooral subcorticale kenmerken en uit zich in problemen met de motoriek en de houding. Dementie ten gevolge van de ziekte van Huntington: kenmerkend voor deze vorm zijn de „dansende bewegingen‟ en mentale stoornissen. Deze vorm is erfelijk. Dementie ten gevolge van de ziekte van Creutzfeldt-Jacob: deze vorm heeft een heel snel verloop en zorgt voor geheugenstoornissen, evenwichtsstoornissen en problemen met het besturen van ledematen. Dementie ten gevolge van multiple sclerose: MS is een neurologische aandoening die vaak voorkomt bij jongvolwassenen.
17 Deze vorm van dementie zorgt voor cognitieve stoornissen, een moeilijke concentratie en moeilijkheden bij het ophalen van gegevens. Dementie ten gevolge van AIDS: in een later stadium van AIDS kunnen cognitieve stoornissen ontstaan zoals taalproblemen, geheugenstoornissen en coördinatiemoeilijkheden. Alcoholgerelateerde dementie: de symptomen lijken op die van het Alzheimer-type. Er kunnen ook combinaties van de vormen voorkomen.
2.3
Symptomatologie bij dementie
De symptomen die beschreven worden, zijn deze waarvan personen met dementie vaak hinder ondervinden. Ze ontstaan niet altijd allemaal en zeker niet allemaal op hetzelfde moment. Elke vorm van dementie heeft zijn eigen meest herkenbare symptomen. Elk dementieproces is anders. Hierdoor zijn de symptomen ook niet altijd dezelfde. Ze zijn onder andere afhankelijk van de oorzaak van de dementie en van het persoonlijk verloop. Bij een persoon met dementie zal het ene symptoom dus mogelijks duidelijker aanwezig zijn dan bij andere personen. Mogelijke symptomen zijn: stoornissen in het onmiddellijke en korte termijngeheugen. De recente gebeurtenissen en handelingen worden zeer moeilijk opgeslagen. Nieuwe info wordt bijgevolg sneller “vergeten”. stoornissen in het lange termijngeheugen. Herinneringen gaan gaandeweg verloren. Beetje bij beetje verminderen de herinneringen, de oudste herinneringen blijven het langst aanwezig. Jeugdherinneringen worden langer onthouden dan herinneringen die recenter zijn. Zo verdwijnen ook de patronen en gewoontes na een tijdje. desoriëntatie in tijd en ruimte. Bij personen met dementie gaan feiten verloren. Door het vergeten kunnen ze moeilijker gegevens plaatsen of kaderen. Ze weten niet meer welke dag het is of welk seizoen. Ze vinden de weg niet meer in hun huis of hun afdeling. Een voorbeeld van desoriëntatie in de tijd is het Sundowning syndroom, hierbij verandert het gedrag van sommige personen met dementie wanneer de zon gaat zakken (in de late namiddag of de vroege avond). Ze worden onrustig, verward en zijn zeer moeilijk gerust te stellen. Volgens een neuropsycholoog Glenn Smith zijn hiervoor verschillende oorzaken: o een verstoorde biologische klok, o te weinig licht, o vermoeidheid desoriëntatie in personen. In latere fases krijgt de persoon met dementie moeite met het herkennen van familieleden, vrienden en kennissen. afasie: een taalstoornis waarbij de persoon het voorwerp of geluid niet meer kan benoemen. De precieze benadering zijn ze kwijt. stoornissen in de uitvoerende functies. De mensen ondervinden moeilijkheden bij het plannen, organiseren en abstraheren. De deelhandelingen op zich lukken nog maar de opeenvolging ervan lukt niet meer. Ze kunnen de deelhandelingen niet meer samenbrengen tot een geheel. apraxie: de persoon met dementie heeft meer moeite om praktische handelingen uit te voeren. agnosie: het herkennen van voorwerpen, geuren en geluiden lukt niet meer. Er is hier niets mis met de werking van de zintuigen, het is hun herinnering die hen in de steek laat. veranderingen in hun persoonlijkheid. Door het verlies van hun herinneringen, verliezen ze als het ware ook een beetje “wie ze zijn”. Onze ervaringen en herinneringen maken ons levensverhaal, we worden gemaakt tot wie we zijn. Wanneer we de ervaringen en de herinneringen verliezen, verliezen we een beetje onze eigen persoon.
18
2.4
De vier fases van het dementieproces volgens Rien Verdult
2.4.1
Algemeen (Verhaest, 2008)
Rien Verdult deelt het dementieproces op, in vier fases. Aldus kan het belevingsproces dat de persoon met dementie doormaakt doorheen zijn dementie-evolutie omschreven worden in die fases. De benaming van de fases geldt voor alle vormen van dementie. Deze vier fases zijn zeker geen algemeenheid, want elke persoon doorloopt de dementie op zijn persoonlijke manier. De ene persoon blijft bijvoorbeeld wat langer in de eerste fase, terwijl een andere persoon het langst in de laatste fase blijft. Sommige personen slaan een fase over. Soms wordt er niet gewerkt met deze vier fases, maar beperkt men zich tot drie fases. (hierbij wordt “het verborgen ik” weggelaten) a. Het bedreigde ik Er ontstaan hiaten in het geheugen en deze personen hebben het moeilijk om nieuwe informatie te onthouden. In deze fase hebben ze veel emotionele steun nodig. Ze zijn onzeker en voelen angst. Door deze gevoelens hebben ze vaak last van prikkelbaarheid, zijn ze gespannen en nerveus. Personen met dementie ervaren een onbestemd gevoel van aftakeling. De persoon ervaart een verlies van controle. Deze verlieservaring zorgt ervoor dat de persoon met dementie een rouwproces ervaart. Ze ervaren en voelen dat er iets niet in orde is. Maar dit gevoel willen ze met niemand delen en ze zorgen voor een extra controle voor zichzelf. b. Het verdwaalde ik Het lukt niet meer om nieuwe informatie op te slaan. Er ontstaan al hiaten in het lange termijngeheugen. Het heden en het verleden lopen door elkaar. Ze reageren vaak impulsief omdat de emoties beginnen te overheersen. Deze personen hebben nood aan structuur en dit moeten we respecteren. Er ontstaat toenemende angst, ze ervaren controleverlies en verliezen hun identiteit. De personen leven meer en meer in hun eigen levensverhaal. c. Het verborgen ik Deze personen zijn schijnbaar ontoegankelijk en afgesloten. Ze worden overspoeld met emoties die ze zelf vaak niet meer kunnen benoemen. Onze taak is contact blijven maken en zorgen voor een sfeer van geborgenheid. d. Het verzonken ik Ze zijn in zichzelf gekeerd, maar deze personen hebben zeker nog nood aan warmte en veiligheid. Ze gaan voor een stuk terug naar de veiligheid van de baarmoeder. De primaire behoeftes zijn belangrijk. De zelfherkenning is er niet meer.
19
2.4.2
Het handelen per fase (van der Kooij, 2004)
Het handelen van personen met dementie kan omschreven worden aan de hand van de vier fases van het dementieproces volgens Rien Verdult. a. Het bedreigde ik Hun handelen is nog doelgericht, maar het lukt niet zo goed om overzicht te hebben. Doordat deze personen nog veel energie hebben, kunnen ze handelingen uitvoeren waarbij ze een zinvolle ervaring krijgen. Het gevoel van veiligheid creëren, kan door een gestructureerd dagprogramma te maken. b. Het verdwaalde ik Deze personen hebben nog energie om bezigheden te zoeken. Ze staan open voor deelname aan activiteiten. De ontspanning kan gecreëerd worden door een vertrouwde omgeving. Omdat ze de symptomen minder kunnen ontkennen, kunnen ze zich meer ontspannen voelen. c. Het verborgen ik In deze fase staan personen met dementie uit zichzelf niet meer open voor deelname aan activiteiten. Als je de persoon kan activeren en motiveren kan hij zeker nog tot handelen komen. d. Het verzonken ik Deze personen hebben vaak geen besef meer van gevoelens van iemand anders. De persoon kan zijn omgeving nog ervaren. Hij is er nog en hij vangt nog prikkels op. Het handelen behoort niet meer tot de basisbehoeften. De symptomen en de vormen werden omschreven om een zicht te krijgen op dementie. De vier fases van Rien Verdult zorgen voor een overzicht van de evolutie van dementie. Hierdoor kunnen de behoeftes aangepast worden volgens de persoon en volgens de fase waarin de persoon zich bevindt. Het handelen werd omschreven, hieruit blijkt dat personen met dementie nog kunnen en willen handelen.
20
3
Relatie tussen de persoon met dementie en familie/medewerkers
3.1
Communicatie met de persoon met dementie
Om in contact te kunnen treden met de sociale omgeving is het noodzakelijk te communiceren. Dit geldt ook voor personen met dementie. Communicatie wordt eerst algemeen besproken, daarna wordt er dieper ingegaan op verbale en non-verbale communicatie. Hierdoor zal het belang van communicatie duidelijker worden. Daarna wordt er specifiek gericht op de communicatie en de relatie tussen enerzijds de persoon met dementie en anderzijds familie/medewerkers.
3.1.1
Algemeen (Holzhauer, 2002) “Communication is social interaction through messages.”(Gerbner, 1967)
Communicatie bestaat uit het overbrengen van gedachten, boodschappen en gevoelens. Deze overdracht gebeurt tussen een zender en een ontvanger. De functie van de ontvanger is even belangrijk als de functie van de zender. Communiceren kan op een verbale of een non-verbale manier gebeuren. Dit wordt later besproken. Om in contact te blijven met de omgeving hebben mensen communicatie nodig. Het communicatieproces tussen zender en ontvanger kan verstoord worden door interne factoren (bv. de zender wil of kan niet luider praten of de ontvanger wil of kan niet luisteren) of door externe factoren (bv. tijdens het overbrengen van informatie vliegt een vliegtuig over, hierdoor wordt de zender niet begrepen en krijgt de ontvanger geen boodschap tot zich). Er bestaan vijf communicatie-axioma‟s van Watzlawick. Deze vijf stellingen vormen de dimensies van communicatie. Het is onmogelijk om niet te communiceren. Mensen communiceren altijd door hun gedrag en houding. Iedere communicatie bezit een inhoud- en betrekkingsaspect. De communicatie bestaat niet enkel uit het gesproken woord, maar omvat ook de betekenis die eraan gegeven wordt door de onderlinge relatie tussen de zender en de ontvanger. De aard van een betrekking is afhankelijk van de interpunctie2 van de interacties tussen de communicerende personen. Het gedrag van de zender en ontvanger wordt geïnterpreteerd door hen zelf als reactie op het gedrag van de ander. Mensen communiceren zowel digitaal als analoog. Niet enkel verbale communicatie (digitaal) heeft een boodschap maar ook nonverbale communicatie (analoog). Communicatie tussen mensen is symmetrisch of complementair, afhankelijk of de relatie gebaseerd is op gelijkheid of verschillen. Hier probeer je de verschillen weg te nemen of je kunt elkaar aanvullen door de nadruk te leggen op de verschillen. (Dejonghe, 2009) De herinneringen van onze communicatie bevinden zich in de prefrontale cortex. De herinneringen worden gedeeltelijk of helemaal beïnvloed door gevoel en emoties. De emotionele betekenis van een herinnering zorgt ervoor dat de herinnering lang en duidelijk bijblijft. Dit komt omdat het geheugen volgens Dirk Doucet opgebouwd is uit schillen. Naarmate we ouder worden bouwen we schillen op. Elke schil heeft zijn gebeurtenis en is opgebouwd in een levensjaar. 2
Het gebruiken van leestekens in een tekst.
21 De herinneringen die vroeger gebeurd zijn, worden het langst onthouden, maar ook de gebeurtenissen die een belangrijke emotionele betekenis hebben voor de persoon blijven goed hangen. Even een voorbeeld om te verduidelijken: een persoon met dementie van 75 heeft al heel wat herinneringen (over zichzelf en zijn omgeving), dus al veel verschillende schillen. Door het dementieproces beginnen de schillen af te takelen, maar de schillen van zijn kindertijd en als 40 jarige blijven nog bestaan. Ook de gevoelens die de persoon heeft over de situatie spelen hier een rol. Als de situatie voor de persoon met dementie heel aangrijpend was, zal deze gebeurtenis niet snel wegvloeien. Een aangrijpende gebeurtenis kan bijvoorbeeld de geboorte van zijn eerste zoon zijn. Het communicatieproces tussen zender(A) en ontvanger(B).
(Schetsenco, 2009)
3.1.2
Verbale communicatie (Holzhauer, 2002)
Bij verbale communicatie wordt gebruik gemaakt van woorden. We maken gebruik van gesproken of geschreven taal. Gevoelens en boodschappen kunnen via woorden worden meegedeeld aan anderen. Met woorden kunnen verhalen gemakkelijk(er) verteld, beluisterd of gelezen worden. In onze leefwereld wordt meer aandacht gehecht aan het verbale deel van communicatie. In de zakenwereld bijvoorbeeld, moet je verbaal sterk in je schoenen staan. We gebruiken de verbale taal als middel om zowel informele als formele gesprekken te voeren. Het is gemakkelijker om iemand aan te spreken gebruikmakend van een gekende verbale woordenschat. In de leefwereld van een persoon is er vaak te weinig voeling met het lichaam waardoor mensen sneller naar het gekende en meest vertrouwde deel van communicatie grijpen: de verbale taal. Als kind worden we geleerd om onze vinger op te steken in de klas om het woord te vragen of we worden geleerd om te zwijgen als volwassenen aan het praten zijn. Deze normen veranderen per generatie. Als vrouw mag je nu het woord nemen, terwijl dit vroeger minder gebruikelijk was. Jongere generaties krijgen steeds meer mogelijkheden om het woord te voeren in vergelijking met vroeger, toen het de oudste generatie was die het woord voerde. Zintuiglijk is het auditieve aspect het belangrijkste van verbale communicatie: de oren zijn het orgaan dat de gesproken woorden ontvangt. Naast het horen is zien uiteraard ook een aspect van verbale communicatie, want met de ogen kun je de gelezen woorden ontvangen.
22
3.1.3
Non-verbale communicatie (Holzhauer, 2002)
Bij non-verbale communicatie worden geen woorden gebruikt. Non-verbale communicatie bestaat uit drie soorten: 1. beeldtaal, zoals foto's 2. lichaamstaal, zoals een kusje gooien, intonaties, mimiek 3. objecttaal, zoals een dure auto Lichaamstaal wordt vaak onbewust gebruikt tijdens gesprekken. Dit is belangrijk in persoonlijke gesprekken. 90% van de impact van communicatie wordt door lichaamstaal veroorzaakt. Lichaamstaal is een manier om boodschappen uit te drukken. De woorden krijgen een duidelijker signaal door de lichaamstaal, het is een verrijking in combinatie met verbale communicatie. Lichaamstaal kan als vervangende taal optreden als de personen elkaar niet kunnen horen maar wel kunnen zien of als enig communicatiemiddel. Lichaamstaal wordt meestal als spontaan gezien omdat mensen vaak geen weet hebben hoe hun lichaam reageert op communicatie. Omdat deze taal cultuur bepalend is en omdat er geen wetten bestaan rond lichaamstaal, is deze taal makkelijker en sneller te vertalen door de ontvanger. Enkel en alleen als de zender en de ontvanger tot diezelfde “cultuur” behoren. Het is een intuïtieve taal. Objecttaal is meestal bewust, de persoon is zich ervan bewust dat hij een dure auto heeft en straalt hiermee uit dat hij veel geld heeft. Zintuiglijk zijn het gehoor, het zien, het voelen en het ruiken aspecten van de non-verbale communicatie. Even een opsomming hoe de zintuigen worden gebruikt: 1. het gehoor zorgt voor het opvangen van intonaties, 2. het zien zorgt voor het zien van een lachend gezicht of van een boos gezicht, 3. de tastzin zorgt voor het geven of ontvangen van aanrakingen 4. de reukzin zorgt voor herinneringen aan geuren, bv.: als een persoon, lavendel ruikt, kan dat positieve reacties uitlokken waardoor de communicatie positief zal zijn. Non-verbale communicatie wordt vaak gebruikt om de verbale communicatie te versterken/ondersteunen.
3.1.4
Combinatie van verbale - en non-verbale boodschappen.
Communicatie tussen twee personen bestaat bijna altijd uit een mix van verbale en nonverbale communicatie. De verbale communicatie brengt een boodschap over via woorden. Deze boodschap kan bevestigd worden door de non-verbale communicatie, zoals een leuke boodschap overbrengen met een glimlach. De verbale boodschap en de non-verbale communicatie kunnen ook tegenstrijdig zijn, bijvoorbeeld als de zender een leuke boodschap overbrengt en hierbij triestig kijkt. Deze tegenstrijdigheid kan zorgen voor verwarring bij de ontvanger. Als dit gebeurt, is de impact van non-verbale communicatie groter. Verbale boodschappen worden door de ontvanger niet gezien als spontaan. Een verbale boodschap wordt voorbereid en komt dus niet als spontaan over bij de ontvanger. Een non-verbale boodschap daarentegen gebeurt meer spontaan. De zender is zich minder bewust van de non-verbale boodschap die wordt meegegeven in de communicatie. Door deze grotere spontaniteit wordt de impact van de non-verbale boodschap bij de ontvanger groter dan die van de verbale boodschap.
23
3.1.5
Communicatie en dementie (van der Kooij, 2004)
Communiceren met personen met dementie is niet altijd evident. Dit blijkt uit de korte omschrijving die hieronder volgt. De manier van contact maken bij een persoon met dementie wordt omschreven aan de hand van de vier fases van het dementieproces volgens Rien Verdult. a. Het bedreigde ik In deze fase voelen de mensen zich alleen omdat ze de angst die ze ervaren niet willen delen met anderen. De angst ervaren ze doordat ze voelen dat ze de controle over hun leven aan het verliezen zijn. Ze willen bewust zo weinig mogelijk contact met anderen, ze weren de anderen af. Deze anderen zijn de familie en de vrienden. Vaak bevinden ze zich in deze fase nog in een thuisomgeving. Het gedrag dat de persoon uitstraalt en de manier van communiceren heeft vaak onderliggende gevoelsmatige betekenissen. Dat verklaart soms waarom ze agressief, angstig, boos, ... reageren. Personen met dementie hebben het moeilijker om zich te verantwoorden voor hun daden en de gevolgen ervan. Dit omdat ze vaak onwetend geworden zijn omtrent hun gestelde daden. Deze personen verhelpen zich met confabulaties waardoor de communicatie met de omgeving (familie en vrienden) “andere wendingen neemt”. b. Het verdwaalde ik Het maken van contact lukt meestal goed en de persoon met dementie slaagt er nog altijd in om zelf initiatief te nemen tot contact. Het contact vertrekt meestal vanuit een gevoelslogica. Er komen dan ook vaak onverwachte, terechte en eerlijke opmerkingen. In deze fase kan er nog een wisselwerking van gevoelens ontstaan. Personen in de fase van “het verdwaalde ik” kunnen genieten van contact, nabijheid en samenzijn met anderen. Belangrijk hierbij is dat de communicatie gericht is op het moment ( het gevoel/ het gedrag) waarin de persoon met dementie zich gevoelsmatig bevindt. Een voorbeeld: als de persoon met dementie voor zijn gevoel terugkeert naar de periode dat hij een landbouwer was, kan je meegaan in dit gevoel. c. Het verborgen ik Als je als medewerker of familielid zelf initiatief neemt om contact te maken, kun je nog in contact treden met de persoon met dementie. Door het contact breng je warmte over waardoor de persoon zich niet zo vaak alleen voelt. Het maken van contact moet afgestemd zijn op de behoeftes van de persoon. Ze genieten nog van de prikkels rondom zich en voelen zich vaak begrepen door het contact dat ze ervaren. Ze nemen uit zichzelf nog weinig contact. d. Het verzonken ik Contact kan nog steeds mogelijk zijn. De persoon kan nog altijd behoefte hebben aan de warmte en nabijheid van anderen. Er kan nog reactie zijn op lichamelijke en zintuiglijke prikkels, bijvoorbeeld een glimlach. De persoon met dementie is en blijft een mens, die weliswaar uit zichzelf weinig contact meer kan maken met anderen. Maar nog wel altijd behoefte kan hebben aan contact en nabijheid.
24
De belevingswereld van personen met dementie Ieder persoon heeft een eigen referentiekader. Dit referentiekader heeft een invloed op de manier van communiceren. Om de belevingswereld van de persoon met dementie beter te kunnen begrijpen is het belangrijk stil te staan bij de culturele diversiteit binnen communicatie.(Gilde, z.j.) Communicatie en cultuur kun je niet los van elkaar zien. Elke situatie heeft een sociale context die door de cultuur bepaald is. Elke vorm van communicatie bevindt zich in een referentiekader. Door de cultuurverschillen tussen mensen zal de manier van communicatie verschillen vertonen. Personen met hetzelfde referentiekader kunnen vlotter gesprekken voeren met elkaar. Personen die elkaars referentiekader niet begrijpen of niet kennen, kunnen vaak te maken krijgen met verkeerd begrepen communicatie. De verschillen in referentiekader kunnen bestaan uit andere basisbehoeftes, een andere taal en/of andere waarden en normen. Dit geldt op gebied van verbale en non-verbale communicatie. Voorbeelden: Op gebied van verbale communicatie: een landbouwer en een advocaat hebben een andere woordenschat. Op gebied van non-verbale communicatie: het dragen van een hoofddoek is voor de Westerse wereld een teken van onderdrukking van de vrouw. Terwijl dit voor de personen die een hoofddoek dragen een religieuze aangelegenheid is. Tijdens het omgaan met personen met dementie kan hiermee rekening worden gehouden. Vaak bevindt de persoon met dementie zich in het verleden. Om communicatie te bevorderen moet er rekening gehouden worden met de leefwereld van de persoon met dementie. Een voorbeeld: in een WZC verblijven verschillende personen met elk hun eigen specifiek referentiekader. De ene persoon hecht veel belang aan een medewerker die Algemeen Nederlands praat omdat de persoon vroeger een hoger opgeleide persoon was. Iemand anders hecht meer belang aan een volkse spreektaal zoals West-Vlaams.
3.1.6
Degeneratie
Degeneratie van de communicatie(kanalen) (Geudens, z.j.) Communicatie blijft ook tijdens het dementieproces belangrijk, want personen met dementie blijven mensen die contact nodig hebben. Om duidelijk te stellen over welke kanalen een persoon met dementie beschikt om te communiceren, is het van belang om eerst stil te staan bij de ontwikkeling van de communicatiekanalen als baby. Communicatie begint met de aanrakingen in de buik en als de baby eenmaal geboren is de knuffels van de mama. Uiteindelijk begint de baby/het kind te spreken en bevindt hij/zij zich in het verbale kanaal. het haptische kanaal is het kanaal van de aanrakingen. Hier bevindt zich het gevoelsmatig element van de communicatie. het proxemische kanaal heeft betrekking op de afstand tussen personen, waardoor je bijvoorbeeld kunt afleiden of hun relatie informeel of formeel is. het kinetische kanaal gaat over de houding die personen aannemen. Dit wordt vaak beïnvloed door innerlijke gemoedstoestand, bv. een geïnteresseerde houding. het paraverbale kanaal zorgt ervoor dat de non-verbale communicatie samenwerkt met de woorden die gebruikt worden. Zo krijg je de innerlijke toestand te zien. het verbale kanaal gebruikt woorden als ontwikkeling. Personen met dementie ervaren deze ontwikkeling ook tijdens hun dementieproces. Alleen is het geen ontwikkeling van kanalen maar een verlies van kanalen. Bij het begin van het dementieproces gaat het verbale kanaal beetje bij beetje achteruit. Daarna volgen de andere kanalen. Bij het eind van het dementieproces blijft het haptische kanaal het langst (en waarschijnlijk tot het einde) werkzaam.
25 Omdat de cognitieve functie achteruit gaat, wordt er meer gerekend op de gevoelsmatige functies. Het contact kan dus behouden worden door aanrakingen. Daarom zegt men soms dat personen met dementie terug kinds worden. De communicatie start bij de conceptie/ geboorte via het haptische kanaal en eindigt voor de personen met dementie via het haptische kanaal.
Degeneratie van de taal (Bilo & Voorhoeve, 2008) De taalontwikkeling ontwikkelt zich bij het kind vanaf de geboorte, terwijl de taalaftakeling begint bij het dementieproces en eindigt bij de dood van de persoon met dementie. De taalontwikkeling van het kind verloopt in vier fases: 1. de preverbale fase (0 jaar-1 jaar). Het kind communiceert met de omgeving via geluiden, aanrakingen en lichaamstaal. Als het kind de eerste woorden begint uit te spreken stopt deze fase. 2. de vroeglinguale fase (1 jaar- 2 jaar en 6 maand/ 3 jaar). Het kind maakt gebruik van de eerste woorden. De woorden hebben betrekking op de directe omgeving van het kind. Als het kind twee jaar is, kent het al 100 à 200 woorden. 3. de differentiatiefase (2 jaar en 6 maand/ 3 jaar- 5 jaar). Het kind leert de taal beter toe te passen en de uitspraak wordt als maar beter. De zinnen bestaan uit meer woorden en het kind kan voorzetsels goed gebruiken. 4. de voltooiingsfase (vanaf 5 jaar). De taal van het kind ontwikkelt zich tot de taal van een volwassene. Bij dementie ontstaan er vaak taal- en spraakstoornissen als symptoom. Personen met beginnende dementie ervaren nog niet echt taalaftakeling. Het gebruiken van taal en het begrijpen van personen in hun omgeving lukt nog steeds. Een persoon met matige dementie ervaart meer en meer problemen met het duidelijk maken wat hij bedoelt. Naarmate het dementieproces evolueert vergroot de taal- en spraakstoornis, waardoor een persoon met ernstige dementie enkel nog gevoelig is voor toonhoogte en lichaamstaal. De aftakeling van de taal bij een persoon met dementie is net het tegenovergestelde van de taalontwikkeling bij het kind. De fases van de taal zijn bij personen met dementie niet zo duidelijk af te bakenen. Maar je ziet wel een verband tussen het kind en de oudere. Onder andere door de aftakeling van de taal, wordt de oudere gezien als „terug kinds worden‟.
Degeneratie van het denken (Geudens, z.j.) De ontwikkeling van het denken bij het kind verloopt tegenovergesteld bij de aftakeling van het denken bij personen met dementie. We beginnen bij de ontwikkeling van het kind. Een pasgeboren baby kan enkel dingen gewaarworden en kan nog niet denken. De psychomotorische ontwikkeling en het denken ontwikkelen hand in hand. Een baby of peuter begint met het herkennen van voorwerpen, alles gebeurt momentaan. Een kind kan alleen denken aan dingen die aanwezig zijn. Op een wat oudere leeftijd kunnen ze nadenken over dingen die niet aanwezig zijn. Het kind komt los van de situatie waarop het denken verandert in nadenken. Na het nadenken komt het abstract denken. Het duurt vaak iets langer voor een kind dit kan. Na een tijd kan het kind op een andere manier nadenken over voorwerpen en situaties. Bij personen met dementie begint de aftakeling van het denken, bij het verliezen van het abstracte denken. Dit verlies betekent dat de persoon met dementie geen waardeoordelingen meer kan maken. Door het verliezen van het abstracte denken, verliest men ook het ziektebesef. Naarmate het dementieproces evolueert, keert men ook terug naar het momentaan denken. De persoon met dementie denkt vanuit eigen perspectief en denkt wat de situatie bepaalt in zijn levensloop. Een persoon met matige dementie doet wat ze volgens haar gevoel moet doen. Bij ernstige dementie keert men terug naar enkel het gewaarworden.
26 De aftakeling van de communicatie(kanalen), de taal en het denken zorgen er dus voor dat de personen met dementie, soms teveel worden behandeld als een kind, dit leidt dan weer tot infantilisering.
Infantilisering van een persoon met dementie De terugkeer in de levensloop van de persoon met dementie is een zeer opvallend verschijnsel voor de omgeving. Hierdoor gaan we vaak de houding aannemen dat de persoon met dementie terug “kinds” wordt. Mensen vergeten vaak dat de persoon met dementie nog steeds een volwassene is en dat hij dus ook met het nodige respect dient te worden benaderd. Het beeld/gevoel dat personen met dementie terug “kinds” worden, wordt veroorzaakt door de degeneratie van zowel de communicatiekanalen, de taal als van het denken.
3.1.7
Basisregels voor communicatie met personen met dementie
Het zal dus belangrijk zijn om de manier van communiceren voldoende af te stemmen op de mate van degeneratie van de communicatieve mogelijkheden en op het referentiekader van de persoon. Er bestaan basisregels om de communicatie met personen met dementie beter te laten verlopen. Deze basisregels zijn vooral geformuleerd voor de communicatie met personen met beginnende dementie. Enkele basisregels: gebruik geen moeilijke woorden die de personen met dementie niet begrijpen. Als de persoon met dementie dialect praat, praat je beter geen Algemeen Nederlands. Hou rekening met de opleiding en familiale achtergrond van de persoon met dementie. Als de persoon van opleiding bv. landbouwer is, moet je geen termen gebruiken die alleen een medisch opgeleid persoon kent; om de boodschap goed te laten aankomen, moet de non-verbale communicatie stroken met de verbale communicatie; richt je op het referentiekader van de persoon met dementie; hou je zinnen kort zodat de persoon met dementie je kan volgen en zich niet te lang moet concentreren; probeer langzaam te praten zodat de persoon met dementie de volgorde van de woorden kan volgen; praat over de interesses die een persoon met dementie heeft. personen met dementie maken vaak gebruik van confabulaties, zorg ervoor dat je de persoon hiermee niet extra confronteert. Want falen is voor niemand leuk. Naast aandacht voor de verbale communicatie is lichaamstaal heel belangrijk in het contact met personen met dementie. De houding, het gezicht en dergelijke zorgen voor een extra dimensie tijdens de interactie. Zelfs als de persoon met dementie je niet meer begrijpt (cognitief) is er nog altijd een ervaren van communicatie door de persoon met dementie. Door lichaamstaal te gebruiken, kan de persoon zien dat je luistert, contact maakt en hem aandacht geeft. De taal van ons lichaam blijft nog heel lang binnendringen bij de persoon met dementie. Personen met dementie gebruiken zelf ook nog lange tijd lichaamstaal. Hierdoor kan je zien of er spanning aanwezig is. In de laatste fase kan er nog weinig contact gemaakt worden via verbale taal. Door te laten voelen dat je aanwezig bent, maak je al contact. Contactname zal zo veel als mogelijk zintuiglijk verlopen. Voorbeelden: (Vinke, Flens & Kollaard, 2007) De tastzin via de huid, door massage en aanraking De reukzin via neus, door aromatherapie
27
3.2
Beleving van het dementieproces door de betrokken naasten
3.2.1
Rolvermenging en rolconflict (van de Ven, 2004)
Rolvermenging kan ontstaan door het dementieproces en door de institutionalisering van de persoon met dementie. De rollen van personen met dementie kunnen “veranderen” of zich vermengen. Ze worden meer en meer in de rol geduwd van zorgvrager of hulpbehoevende. Hun rol wordt de zorgrol. Voor de betrokken naasten is dit een lastig moment want de relatie zal een andere betekenis krijgen. Deze verandering zorgt voor de nodige spanningen en verdriet. De echtgenoten van personen met dementie krijgen plots een heel andere rol. In plaats van de liefdevolle partner wordt de rol vermengd met een zorgende rol. De persoon met dementie blijft nog steeds de partner van zijn/haar echtgeno(o)t(e). Door de opname in een WZC wordt de zorg voor een deel uit handen genomen van de echtgenoot, dit zorgt ook voor rolconflicten. De echtgenoot blijft nog altijd een zorgende rol hebben, maar de zorg wordt voor een deel weggenomen. De kinderen van personen met dementie ervaren ook een rolvermenging. De moeder en de vader die altijd voor hen gezorgd heeft, is die ouder niet meer. Dit komt door het dementieproces. De rol die de moeder of vader vroeger had, nemen de kinderen voor een deel over. De kinderen nemen de zorg voor een deel op zich. Toch blijft het kind altijd het kind van zijn ouder. De rolvermenging gebeurt bij alle familieleden. Dit komt omdat de persoon met dementie meer en meer zorgbehoevend wordt en niet meer zijn mogelijkheden van vroeger heeft. De mogelijkheden worden stapsgewijs minder door het dementieproces en door de institutionalisering. Toch blijft iedere persoon met dementie: de partner van zijn echtgenoot, de ouder van zijn kinderen, de grootouder van zijn kleinkinderen en de broer of de zus.
3.2.2
Het anticiperend rouwproces van de familie (De Cock, 1997) Verder van de wereld weg elke dag een beetje dichter naar de hemel toe elke dag een treetje. (Hermans, z.j.)
De familie wordt geconfronteerd met de gevolgen van de aandoening van hun familielid. De relatie verandert verregaand door de diagnose “dementie”. Ze weten dat er geen behandeling is voor deze ziekte en dat het einde van dementie de dood is. De familieleden krijgen veel te maken met verlies sinds ze de diagnose kennen, ze verliezen als het ware hun familielid voor hij/zij sterft. Ze moeten afscheid nemen van hun ouder/echtgenoot/grootouder terwijl die nog in leven is. De persoon met dementie is niet meer de ”vertrouwde” ouder of de “vertrouwde” echtgenoot want er zijn vaak vergaande psychische, fysieke en emotionele veranderingen. Op het einde is de persoon met dementie psychisch zelfs moeilijk bereikbaar. Dit alles leidt tot een verlieservaring die een verwerkingsproces opwekt, namelijk het anticiperend rouwen, dit is rouwen voordat de persoon sterft.
28 Eigenlijk kan het ook het rouwen ten gevolge van een chronische aandoening genoemd worden. De familie rouwt telkens opnieuw, niet alleen over de toekomstige dood, maar ook over het huidige verlies van gezondheid. De familie moet dit verlies verwerken. De verschillende fases zijn bijna hetzelfde als bij het “normale” rouwproces. Er zijn enkele verschillen, namelijk het familielid is nog in leven en de familie wordt door anderen niet gezien als rouwend. Dit proces kan jaren duren en is bij iedere persoon anders.
3.2.3
De vijf fases (van de Ven,2004)
De vijf fases zijn gebaseerd op het “normale” rouwproces, de fases worden benoemd/ omschreven volgens psychiater Elisabeth Kübler- Ross. De fases worden benaderd vanuit het anticiperend rouwen bij familieleden van personen met dementie. 1. De ontkenning De familie ontkent de diagnose en wil niet geloven dat hun familielid dementie heeft. Ze blijven erbij dat vergeetachtigheid bij het ouder worden hoort. De familie ontkent het ook naar de buitenwereld toe en neemt soms de conversatie over van hun familielid. De goeie momenten of antwoorden van hun familielid zijn voor hen een bevestiging dat de diagnose niet klopt. 2. Agressieve gevoelens De machteloosheid ten gevolge van het toenemend besef dat het inderdaad over dementie gaat, doet de agressieve gevoelens toenemen. De woede wordt in eerste instantie geuit ten opzichte van de professionelen die verantwoordelijk zijn voor de diagnose. Deze professionelen worden verantwoordelijk gesteld voor het feit dat er geen behandeling mogelijk is. In deze fase ontstaan er eventueel conflicten tussen familieleden, maar ook woede tegenover de persoon met dementie. Veel voorkomende oorzaken van familieruzies zijn financiële problemen en beschuldigingen i.v.m. zaken uit het verleden. Maar ook conflicten in het heden (rond de verzorging van de persoon met dementie) kunnen aan de bron liggen van agressie. 3. Marchanderen De familie blijft nog geloven dat hun familielid kan genezen. Ze proberen nog te onderhandelen om hun familielid te verlossen van de ziekte. Ze bezoeken specialisten of hopen dat hun geloof bijdraagt tot genezing. In deze fase wordt er vaak onderhandeld met God. 4. Schuldgevoelens, depressie en verdriet Er is geen weg meer terug voor de familieleden. Ze beseffen dat er geen genezing meer mogelijk is en dat hen enkel nog verliezen te wachten staan. De familie voelt zich machteloos en sommige van hen ervaren depressieve gevoelens. Door een opname in een WZC kunnen schuldgevoelens nog meer ervaren worden. 5. Aanvaarden Er komt een soort rust omdat er toch geen andere weg is. De verliezen blijven moeilijk om te aanvaarden in het dementieproces. Door de aanvaarding kan er realistisch nagedacht worden over de toekomst. De familie van een persoon met dementie ervaart dit rouwproces minstens twee keer. De eerste keer tijdens het anticiperend rouwproces (zoals hierboven vermeld) en een tweede keer als de persoon met dementie er niet meer is. De familie kan ook meerdere malen het anticiperend rouwen ervaren naargelang het dementieproces van hun familielid verder evolueert.
29
3.3
De professionele zorgrelatie (de Koker & van de Wygaert, 2003)
De professionele zorgrelatie wordt duidelijk gemaakt aan de hand van de zorgdriehoek. De zorgdriehoek is een algemeen beeld over hoe er goede zorg ontstaat vanuit het zorgethisch perspectief3. Voor de ergotherapeut is de zorgdriehoek passend bij het handelen. Er wordt rekening gehouden met de cliënt, de omgeving van de cliënt (de familie) en de bekwaamheid van de ergotherapeut (de zorgverlener). Daarbij wordt telkens rekening gehouden met de mogelijkheden en beperkingen. De interactie tussen deze drie pijlers staat centraal in de zorg. Er is een wisselwerking tussen de drie partijen waarbij de overheid de controle heeft over het beleid van de regelgeving, (enzo,…). Maar de overheid heeft geen invloed op de wensen en behoeften van de persoon met dementie. Dit wordt getoond in de figuur hieronder. De overheid
De persoon met dementie
Goede zorg De omgeving: de familie, de vrienden en de kennissen
De zorgverleners: De ergotherapeut …
De drie partijen staan in voor de goede zorg van de persoon met dementie. De goede zorg moet voor alle partijen goede zorg zijn. Door een onderhandelingsproces ontstaat er goede zorg voor de oudere. Dit proces begint vraaggericht vanuit de oudere en de familie. De vraag is het beginpunt van de onderhandelingen. Er wordt rekening gehouden met de wensen, de behoeften en de mogelijkheden en de beperkingen van alle partijen in de onderhandeling om tot goede zorg te komen. Enerzijds staat deze visie wat tegenover de eerder besproken client-centered visie, maar anderzijds is de zorgethische visie een nieuwer perspectief. 3
Het zorgethische perspectief gaat uit van de manier waarop mensen zich tot elkaar verhouden en hoe we binnen de grenzen van die verhoudingen verantwoordelijkheid voor mekaar kunnen dragen. (Burggraeve, 2007)
30
4
De toegepaste wellness- of complementaire technieken.
Wellnesstechnieken zoals massage en aromatherapie vallen onder één van de vijf groepen van de Complementary and Alternative Medicin volgens NCCAM.
4.1
Zweedse massage (Kavanagh, 2010)
De Zweedse massage is een van de wellnesstechnieken die valt onder de niet-conventionele gezondheidszorg. Massage wordt ondergebracht in Manipulative and Body Based Methods (therapieën die gebaseerd zijn op het manipuleren van het lichaam). De basistechnieken van Zweedse massage zijn eenvoudig te begrijpen en te leren.
4.1.1
Oorsprong
De Zweedse schermer en gymnastiekleraar Per Hendrik Ling (1776-1839) heeft het Swedish Movement System ontwikkeld. De massage was hiervan maar een klein onderdeel. Na de dood van Ling werd het Swedish Movement System “Zweedse massage” genoemd, ook wel gekend als de klassieke massage. De Nederlander Johann Mezger maakte een volgorde in de technieken en gaf de technieken Franse termen. Deze massage is de basis van de Westerse massagetechnieken. De massage wordt vooral gebruikt als hulpmiddel voor revalidatie maar het is ook een belangrijk middel om iemand te ontspannen.
4.1.2
Emotionele en psychische voordelen
De Zweedse massage zorgt voor ontspanning van het lichaam, waardoor de persoon beter slaapt, zich beter kan concentreren, minder stress heeft. Angst wordt door de massage verlicht en in het algemeen vergroot het gevoel van welzijn.
4.1.3
Contra-indicaties
Ernst (2003) onderzocht via een systematic review de veiligheid bij het toepassen van massage bij zestien onderzoeken. Het besluit van het onderzoek is: “… Serious adverse effects were associated mostly with massage techniques other than „Swedish‟ massage. Conclusion: Massage is not entirely risk free. However, serious adverse events are probably true rarities.” (Ernst 2003) Aangezien het in het kader van deze BAP enkel gaat over „Zweedse massage‟, kunnen we stellen dat het veilig is om de massagetechniek te gebruiken, maar we moeten rekening houden met een aantal contra-indicaties.
Algemeen
Als de arts de massage afraadt (voorbeeld bij hartstoornissen) Aanpassing van de massage (kan zijn door het gebruik van medicijnen) Een massage uitvoeren na een (zware) maaltijd
Totale contra-indicaties
Virusinfectie of totale uitputting Koorts Besmettelijke ziekte of huidklachten Ontsteking van een grote oppervlakte bv. huidontsteking Aandoeningen die medische zorg nodig hebben Onder invloed van drugs of alcohol
31
Plaatselijke contra-indicaties
Recente breuk, verrekking of verstuiking Littekenweefsel Blauwe plekken Ontstoken gebied Spataders Moedervlek (indien deze pijnlijk is) → De massage kan worden uitgevoerd maar niet op de plaats van het probleem.
In functie van het praktisch deel wordt de Zweedse massage beperkt tot het masseren van de handen. Dit lichaamsdeel is een eenvoudig deel omdat de ontvanger zich niet moet uitkleden. Dit is dan weer tijdbesparend waardoor er meer tijd kan uitgetrokken worden voor de massage zelf. Er moet geen grote drempel overwonnen worden om een hand vast te nemen. Er is geen remmende factor aanwezig en dit voor geen van de beide partijen. Als persoon wordt er vaak een hand zonder dat er iemands in de persoonlijke ruimte komt. Als gever zijn er voordelen om fysiek contact te maken via de hand. De hand wordt vaak al gebruikt om contact te zoeken met de medemens. Er wordt geen verwarring gecreëerd omdat de persoon met dementie zich niet hoeft uit te kleden. Voor de persoon met dementie is er geen vorm van bedreiging aanwezig als de gever zich beperkt tot de hand. Toch moet de gever wel attent blijven en het volledige massageproces verbaal ondersteunen.
4.1.4
Verschillende technieken in de Zweedse massage
1. Effleurage: de meest gebruikte beweging in de massage. Het betekent „strelen‟ of „glijden‟. Het zorgt voor het verdelen van de massage-olie op de huid. Hierbij wordt ook voor het eerst contact gemaakt met de huid en met de ontvanger. Effleurages verbinden de verschillende technieken met elkaar. De massage start met effleurages en eindigt met effleurages. Deze beweging werkt het best om de voordelen van de etherische olie te bekomen, omdat je grote bewegingen maakt met de handen. Effleurages zorgen voor een ontspannend en een veilig gevoel door de lange en zachte aanrakingen. 2. Petrissage: betekent „kneden‟(komt van het Franse woord petir). Er wordt gekneed, gerold en ingedrukt, dit gebeurt allemaal op het zachte weefsel. Al deze bewegingen vallen onder petrissages. Het werkt heel ontspannend voor de spieren omdat je iets dieper werkt dan bij de effleurages. Daarom volgen de petrissages op de effleurages. 3. Frictie: afkomstig van het Latijn (frictio) en betekent „wrijven‟. Dit komt na de petrissages. Het zijn diepere en gerichtere bewegingen zoals wrijven, rollen, cirkelen, dwarse en parallelle fricties. Door de fricties worden de spanningsknopen losgemaakt. 4. Percussie of tapotement: Latijns woord percutere, betekent „slaan‟. Frans woord taper, betekent „klopje geven‟. Het zijn lichte, ritmische kloppen die herhaald worden. De druk moet worden aangepast aan de plaats op het lichaam. Oppassen bij personen die gevoelig zijn, niet te veel druk gebruiken. De bewegingen worden uitgevoerd met losse en ontspannen vingers en polsen. De varianten zijn tikken, knijpen, hakken, cupping, stompen en klappen. 5. Vibratie: afgeleid van het Latijnse vibrare en betekent „schudden‟ of „wiegen‟. Het zijn bewegingen waarbij de vingertoppen snel op en neer of van links naar rechts worden bewogen. Hierdoor zal het weefsel trillen en een ontspannend effect bezorgen aan de spieren. 6. Compressie of intermitterend drukken: de handen worden gebruikt om een drukkende beweging uit te voeren. Er wordt geen gebruik gemaakt van een glij- of wrijfbeweging. Beide handen kunnen samen druk uitvoeren of elk afzonderlijk. In een rustig tempo wordt er gebruik gemaakt van toenemende en afnemende druk.
32
4.1.5
De massageolie of de draagolie (Rogge,
2011)
In functie van de BAP worden enkel deze twee draagoliën gebruikt.
Jojoba-olie is een voedende olie voor de huid met een lange houdbaarheidsdatum. De olie wordt niet ranzig maar kan wel stollen als hij te koud bewaard wordt. Dit hoeft geen probleem te vormen want je kunt hem au bain-marie terug vloeibaar laten worden. Jojoba-olie kan in combinatie met andere draagoliën gebruikt worden . Vanaf 10 % jojoba-olie wordt de houdbaarheid van de andere draagolie verdubbeld.
Macadamia-olie verdubbelt de opnamecapaciteit van de huid en zo kan de etherische olie diep in de huid doordringen. De olie is universeel bruikbaar.
Er kan altijd een samenstelling gemaakt worden van verschillende draagoliën. In het praktisch deel van de BAP worden de twee draagoliën, die hierboven vermeld staan, samen gebruikt.
4.1.6
Massage en dementie
Personen met dementie hebben dezelfde behoeften als andere ouderen. Ze bezitten nog altijd hun persoonlijke eigen ik. Deze kan veranderd zijn, maar personen met dementie blijven een persoonlijkheid hebben. Personen die zich in het begin van de dementie bevinden, kunnen zich vaak nog verbaal uitdrukken. Hierbij kan massage een ontspannende activiteit zijn. Massage kan er voor zorgen dat de basisbehoeften vervuld worden, namelijk door de aanrakingen. Zij kunnen nog feedback geven via woorden. In een verder gevorderd stadium, waarbij verbale communicatie bijna niet meer kan, wordt de non-verbale communicatie steeds belangrijker tijdens de massage. In een laatste stadium kan de communicatie heel miniem zijn, zowel verbaal als non-verbaal. Door de aanrakingen kan de persoon met dementie in de verzonken-ik fase een veilig gevoel krijgen en kan hij merken dat hij er nog mag zijn. Hij krijgt de aandacht die een persoon met dementie nodig heeft, een geborgen warmte. Aanrakingen zijn dikwijls nog het enige contact dat de persoon heeft met de buitenwereld. Er kan een soort geborgenheid ontstaan voor de persoon met dementie. Het fysiek contact zorgt eventueel weer voor ontspanning. Door de massage wordt er een band geschept tussen de gever en de ontvanger. Als de persoon met dementie zich prettig voelt bij een massage of een aanraking, kan deze persoon zich ontspannen. Dit is goed voor de vertrouwensrelatie omdat hij een prettig gevoel kan krijgen van de gever. Er kunnen een aantal basisregels worden geformuleerd voor de massage bij een persoon met dementie: Het is aangeraden om eerst rustig je hand eens op de schouder van de persoon met dementie te leggen. Zo kan gezien worden wat de reactie is. Sommige bewoners worden niet graag aangeraakt en voelen zich hierbij niet prettig. De gever moet openstaan voor fysiek contact en een rust uitstralen naar de ontvanger. Het is belangrijk de massage rustig te beginnen en af te sluiten. Tijdens de massage moet er de nodige aandacht zijn voor de non-verbale communicatie. De gever moet gebruik maken van zijn gezond verstand om een zorgzame aanraking te geven. Vermits de fysieke toestand van de ouderen vaak gevoeliger is dan die van volwassenen, mag er niet te diep worden gemasseerd, tenzij de arts vindt dat het kan helpen.
33
4.2
Aromatherapie (Rogge, 2011)
In 2002 rapporteerde Ballard et al. over het veilig en effectief gebruik van aromatherapie bij mensen met dementie. Aangezien het hier gaat over een kwalitatief hoogstaand onderzoek, kan er worden aangenomen dat er sterke vermoedens zijn voor de veiligheid en effectiviteit van aromatherapie bij de doelgroep. Aromatherapie hoort bij de niet-conventionele gezondheidszorg. Omdat in deze BAP, aromatherapie wordt gecombineerd met massage wordt deze techniek onderverdeeld in Manipulative and Body Based Methods (therapieën die gebaseerd zijn op het manipuleren van het lichaam). Als aromatherapie gebruikt wordt om te verstuiven valt deze techniek onder Biologic Based Therapy (biologisch gebaseerde therapieën).
4.2.1
Algemeen
Aromatherapie bevindt zich in de tak van de kruidengeneeskunde. Er wordt gebruik gemaakt van etherische oliën. Etherische oliën zijn vluchtige geurelementen die gewonnen worden uit de bloem, de wortel, het blad, de schors,… van planten. De onttrekking gebeurt door gebruik te maken van stoomdistillatie en persing. Afhankelijk van de herkomst heeft de etherische olie een andere samenstelling. Dit noemt men het chemotype. Bij massage dringen de etherische oliën door de huid en worden zo getransporteerd naar de bloedbanen. Het percentage van de etherische olie is bepaald, een hogere percentage dan nodig heeft geen extra werking. Alleen als de persoon de etherische olie aangenaam vindt, zullen de psychische indicaties werken. Als gever observeer je best de reacties van de persoon met dementie.
4.2.2
Gebruik
Massage Door de combinatie van aromatherapie en massage krijg je een dubbel effect. De warmte van aanrakingen en de effecten van de etherische oliën zorgen voor een positieve werking op meerdere gebieden. Al de etherische oliën moeten worden verdund met een basisolie (bv. macadamia-olie of jojoba-olie). Er zijn enkele uitzonderingen die onverdund mogen gebruikt worden, zoals lavendel. Er wordt bekeken/ nagegaan of de huid niet geïrriteerd raakt door de etherische olie. De etherische olie kan een allergische reactie uitlokken of fotosensibiliserend werken. De verhouding van de etherische olie is 20-60 druppels (1%-3%) op 100 ml basisproduct. De 60 druppels (3%) kunnen bestaan uit verschillende etherische oliën. De opname gebeurt snel via de huid omdat de etherische olie wel door de semipermeabele wand van de huid kan. Dit komt omdat de etherische olie hetzelfde lipofiel karakter heeft zoals de huid. Hierdoor komt de olie terecht in de bloedbaan en wordt hij vervoerd door het hele lichaam. Zo kan de etherische olie zijn werking uitvoeren. Bij massage is er ook een lichte absorptie via de longen en via de reukzin.
Verstuiven De etherische olie komt in het bloed via absorptie in de neus en in de longen. De olie wordt verstoven in de atmosfeer. De opname via de longen gebeurt omdat de etherische olie wordt ingeademd en in het ademhalingsstelsel terecht komt. De longblaasjes nemen die lucht op en brengen die lucht samen met de etherische olie naar de kleine bloedsomloop. De geurmoleculen komen terecht in de neus en deze prikkels worden verstuurd naar het limbisch systeem4 van de hersenen. 4
Een deel in de hersenen die ook wel de emotionele hersenen worden genoemd, omdat het betrokken is bij emoties, motivatie en het emotioneel geheugen.
34 De aromastream is het beste apparaat om etherische oliën te verstuiven bij personen met dementie. Dit toestel is het veiligst bij deze doelgroep omdat de etherische olie niet kan worden gedronken. De aromastream bevat een cartouche waarop enkele druppels worden aangebracht. Door de luchtstroom verdampt de etherische olie in de ruimte. De aromastream is niet zo gevoelig en breekt niet snel. Verstuiven van etherische oliën kan gebruikt worden ter ondersteuning van fysieke, psychische en emotionele klachten, om de ruimte te ontgeuren/ontsmetten of gewoon om te genieten van de geuren. Men moet opletten met samenstellingen die 1,8 cineol als dominante stof bezitten omdat deze stof astma-aanvallen kan uitlokken. Een voorbeeld hiervan is eucalyptus. Andere oliën kunnen dan weer irritatie van de ogen uitlokken, zoals kaneel. Bij sommige personen met dementie verandert de reukzin of wordt de reukzin aangetast. Hierdoor kunnen ze zich de geuren niet meer herinneren/ herkennen of zelfs niet meer ruiken.
(Sjankara, z.j.)
Inname Inname van etherische oliën is een toepassing van de aromatherapie die niet gebruikt wordt in WZC Sint Jozef. Het valt niet onder de ergotherapeutische interventies.
Badtoepassingen Massage en verstuiven zijn de meest toegepaste vormen. Er kan altijd voor een voetmassage nog een voetbadje aangeboden worden. Het is een extra manier om te ontspannen en de voeten worden hierdoor ook ontsmet. Eén element dat storend is voor de gever van de massage, maar ook een remmend effect heeft voor de ontvanger van de massage, wordt door het voetbad vermeden, namelijk de soms onaangename geur van de voeten. De samenstelling is 60 druppels etherische olie in een drager van 100 ml, deze drager kan zeezout of neutrale badolie zijn. Omdat etherische oliën niet oplosbaar zijn in water wordt er een drager gebruikt. Er kunnen ook gevaren optreden bij badtoepassingen met etherische oliën. De citrusvruchten mogen niet gebruikt worden in een badtoepassing omdat het zorgt voor het gekookte-kreeftensyndroom5.
5
De huid is geïrriteerd, rood en prikkend.
35
4.2.3
Etherische oliën (Devlieghere & Vanhove, 1993) (Rogge, 2011)
Hieronder volgt een opsomming van enkele etherische oliën die gebruikt worden in het WZC Sint Jozef. Deze etherische oliën worden al gebruikt in verschillende teams van het WZC. Het zijn acht verschillende oliën met een korte beschrijving van de werking. Etherische oliën kunnen gebruikt worden als verstuiving, bij massage en in het bad. De toepassingen hangen af van olie tot olie. Deze oliën worden niet ingenomen. Dit is nog maar een klein deel van een groot scala aan etherische oliën. 1. Lavendel (Lavandula angustifolia Mill.) Personen met dementie die zich in de fase van het verborgen-ik bevinden hebben hierbij baat. Het zorgt voor veilige geborgenheid, het brengt rust bij extreme stemmingswisselingen en het is rustgevend bij nachtmerries. Als de bewoner slaapstoornissen heeft, zoals door angst voor de eenzaamheid, kan lavendel rust brengen. Verstuiven bij allerlei angsten. Masseren bij slaapstoornissen. Deze olie kan onverdund gebruikt worden. Het is een olie die gebruikt wordt als universeel “EHBO-middel”. 2. Zoete sinaasappel (Citrus sinensis) Zoete sinaasappel stimuleert het korte termijngeheugen bij de bedreigde-ik fase. Het werkt kalmerend bij emotionele uitbarstingen, het is angststillend en wordt vaak gebruikt bij apathische mensen om rust te brengen. Apathie komt vaak voor bij personen met dementie. Verstuiven bij angst. Niet in bad gebruiken omdat dit irritatie kan opwekken. Bij massage minstens 24 uur niet blootstellen aan zonlicht omdat deze olie fotosensibiliserend werkt. Het ontsmet en zuivert de ruimtes. 3. Eucalyptus (Eucalyptus smithii) Eucalyptus is een levensademde olie. Personen met dementie die zich in de fase van de verdwaalde-ik bevinden hebben steun aan deze olie. Eucalyptus steunt mensen die de link met de werkelijkheid kwijt zijn, verward en vergeetachtig zijn. Verstuiven om de ruimte te zuiveren op emotioneel vlak maar ook op fysiek vlak. Verstuiven bij woede en agressie. Opletten bij astmapatiënten, het kan een aanval uitlokken bij verstuiving. Geen probleem bij massage of in bad. Deze olie werkt slijmoplossend en kan gebruikt worden bij acute luchtwegenaandoeningen. 4. Grove den (Pinussylvestris L.) Personen met dementie die zich in de bedreigde-ik fase bevinden hebben vaak last van schuldgevoelens. Grove den biedt hierbij steun. Als er stress is op psychisch vlak of er is een gevoel van eenzaamheid biedt grove den een aanvulling. Deze olie zorgt voor een nieuwe adem. Op een donkere en een niet te warme plaats bewaren! Opletten voor oxidatie, dus op de vervaldatum letten! Vooral een antivirale werking. Bij ademnood gebruiken.
36 5. Citroen (Citrus limonum) Citroen stimuleert het korte termijngeheugen bij personen die zich in de bedreigde-ik fase bevinden. Deze personen hebben ook nood aan verlichting van de emoties. Deze olie zorgt voor deze steun. Algemeen te gebruiken bij apathie bij dementie. Verstuiven bij apathie en lusteloosheid. Massage voor de emotionele steun. o Voetmassage heeft een dubbele werking: werkt ook ontgeurend. Niet in bad gebruiken omwille van het gekookte-kreeftensyndroom. o Citrusoliën kunnen onderling gemengd worden, citroen- en sinaasoliën zijn zeer zachte oliën voor massage en verstuiving. Het is zeer goed om lokalen te ontsmetten en in periodes waarin besmettelijke ziektes heersen. 6. Cipres (Cupressus sempervirens L. var. stricta) Geeft steun bij angst rond de dood. Personen met dementie die zich bevinden in de bedreigde-ik fase krijgen steun bij grote veranderingen in het leven: bv. bewoner van een WZC. Cipres helpt de concentratie te verhogen, doelgericht te denken en te handelen. Een extra element voor bewoners die zich in de bedreigde-ik fase bevinden. Niet verdampen of opwarmen, een te hoge toxiteit kan irritatie uitlokken op de huid! De olie wordt gebruikt bij zweetvoeten en adercirculatiestoornissen. 7. Atlasceder (Cedrus atlanticamanet) Een steun voor personen die in de verdwaalde-ik fase zitten, het brengt rust en harmonie en het brengt de persoon terug in de realiteit. Het wordt toegepast bij concentratieproblemen. Deze olie werkt ook nog angststillend. Verstuiven bij verwardheid. Atlasceder heeft een goeie werking op huidaandoeningen met jeuk, zoals eczeem. 8. Basilicum (Ocinum basilicum L) Deze etherische olie wordt gebruikt bij allerlei nerveuze klachten. Het is een olie die universeel gebruikt wordt bij allerlei angsten. Personen die bang zijn voor intimiteit hebben baat bij deze olie. Bij sommige slaapstoornissen kan het hulp bieden. Gebruik bij massage, verstuiving en in bad. Het wordt gebruikt bij rugklachten, artritis en artrose.
37
4.3
Massage en aromatherapie zijn een aanvulling op het handelen
Door de familie de technieken van massage en aromatherapie aan te leren, kan de familie terug iets samen doen met de persoon met dementie. Ze kunnen samen terug handelen op vlak van vrije tijd en sociale contacten. Als ergotherapeut zorg je voor een betekenisvolle activiteit. Hierbij wordt het handelen van de familie uitgebreid en verbeterd, waarbij de persoon met dementie deel uitmaakt van de activiteit en van het handelen van de familie. Door de medewerkers de technieken aan te leren kunnen ze het handelen van de persoon met dementie optimaliseren. De medewerkers voeren de handeling uit maar de bewoner maakt deel uit van de handeling. Ze kunnen de personen met dementie een gevoel van vertrouwen aanbieden. Door de massage wordt de vertrouwensrelatie vergroot. Dit vertrouwen kan het handelen verbeteren tijdens het wassen van de persoon met dementie. De persoon met dementie is door de massage ook meer ontspannen waardoor het wassen vlotter kan verlopen. Dit heeft dan invloed op het handelingsgebied van het wonen. De zelfredzaamheid kan verbeterend worden, door de spanning weg te nemen bij de persoon met dementie. Personen met beginnende dementie ondervinden veel spanningen die veroorzaakt zijn door de onzekerheden. Het dagelijkse leven kan geoptimaliseerd worden waardoor het handelen zinvoller en betekenisvoller is. De technieken, zoals massage en aromatherapie, zorgen ervoor dat het handelen van de persoon met dementie een positieve ondersteuning ondervindt. Deze technieken blijven de persoon met dementie in het centrum plaatsen van de ergotherapeutische interventie. Door de massage wordt de persoon met dementie zich wat meer bewust van het eigen lichaam. De handen worden geprikkeld door de massage en de persoon met dementie wordt zich bewuster van hoe zijn handen reageren op fysiek contact. De zintuigen zoals de tastzin, reukzin worden gestimuleerd tijdens een massage met aromatherapie zodat de persoon met dementie de prikkels blijft ontvangen.
38
5
De zintuigen
5.1
Inleiding
De zintuigen die besproken worden, hebben betrekking op massage en aromatherapie. Namelijk de tastzin en de reukzin. De andere zintuigen worden ook geprikkeld tijdens een massage en aromatherapie maar deze worden niet besproken.
5.2
Wat is een zintuig?
Het is een orgaan die prikkels kan waarnemen en deze doorstuurt via zenuwen naar de hersenen. De bewustwording van de prikkel vindt plaats in de hersenen. De zintuigcellen die de prikkels registreren, zijn de receptoren. Als er een verandering optreedt in de omgeving ontstaat er een prikkel.
5.3
De tastzin (Mens en gezondheid, 2011)
De tastzin is een zintuig waarmee de mens een aanraking kan waarnemen. De gewaarwording gebeurt via het voelen. Het anatomische deel van dit zintuig is de huid. De functies van de tastzin zijn: contact maken met de fysieke buitenwereld de sociale functie: het fysiek contact met de medemens het voelen van de innerlijke emoties
5.3.1
De werking van de tastzin
Er bevinden zich veel receptoren in de huid, deze nemen de prikkels waar. De prikkels die waargenomen worden, worden doorgestuurd naar de hersenen via de zenuwen. Een aanraking is een mechanische prikkel. De tastreceptoren voor de aanraking zijn de lichaampjes van Meissner en de cellen van Merkel. Deze receptoren bevinden zich in de papillaire laag van de huid en vooral in de belangrijke lichaamsdelen zoals de vingertoppen en de lippen.
1 = Lichaampje van Meissner 3 = Lichaampje van Merkel
(DorlingKindersleyLtd, 2003)
39
5.3.2
De huid (de huid, z.j.)
De huid wordt besproken omdat dit het werkingsvlak is voor de massage en omdat de etherisch olie de verschillende lagen van de huid doordringt. 1. Functies van de huid De huid heeft verschillende functies: beschermende functie zoals beschermen van organen thermoregulatie: het regelen van de temperatuur van het lichaam opname van kleine moleculen zoals aromatherapie zorgen voor het voelen: de tastzin 2. Opbouw van de huid De huid bestaat uit drie lagen. De opperhuid (de epidermis) Dit is de laag die contact maakt met de buitenwereld. Het is een dunne laag die bestaat uit vijf verschillende lagen. Deze lagen zijn de hoornlaag, de glanslaag, de korrellaag, de stekellaag en de onderste laag. De bovenste drie lagen bestaan uit verhoornde cellen. In de onderste twee lagen vindt de vernieuwing van de huid plaats. In de onderste laag begint de aanmaak van melanine of pigmenten. De scheiding van de opperhuid en de lederhuid gebeurt door het basismembraan. Hoornlaag Glanslaag Korrellaag
Stekelcellenlaag
Onderste laag
Basismembraan (Eucerin, 2009)
40 De lederhuid (de dermis) Deze laag bestaat uit de papillaire laag en de netvormige laag. In de lederhuid bevinden zich de bloedvaten, lymfevaten en zenuwen. De papillaire laag voorziet de opperhuid van voedingsstoffen door de golfvormige structuur. De netvormige laag bestaat uit collageenvezels, deze vezels zorgen voor de spankracht van de huid.
(Eucerin, 2009) Het onderhuids bindweefsel (de subcutis) De vetcellen bevinden zich hier en deze hebben een dubbele functie. Ze dienen als energieopslag en om het lichaam te beschermen tegen de koude en stoten.
(Huidweb, z.j.)
5.3.3
Aanrakingen (Phyllis, 1993)
Dit is een vorm van communicatie en hoort bij het zintuig: de tastzin. We gebruiken deze vorm van communicatie vaak onbewust. Er wordt vaak niet beseft dat een aanraking een basisbehoefte is. De prikkeling van de huid is een basisbehoefte. In de kinderjaren gaan we emoties plakken op aanrakingen, we geven er zelfs een betekenis aan. De behoefte aan aanrakingen is bij alle mensen anders, welke opvoeding je hebt gehad speelt een grote rol. Voor de een zijn aanrakingen een gewoonte voor de andere zijn aanrakingen ongewoon. Aanrakingen worden gebruikt om medeleven en begrip te tonen aan de medemens. Er kan een opgewekt gevoel ontstaan door de aanraking. Irene Burnside heeft een onderzoek uitgevoerd naar aanrakingen bij personen met dementie. Tijdens ieder moment van contact raakte ze de persoon aan. Dit door een hand op de schouder te leggen of haar hand op de hand van de oudere te leggen. Uiteindelijk merkte ze dat de personen met dementie die aangeraakt werden meer respons hadden voor de anderen en de omgeving. Een persoon aanraken kan nog andere voordelen hebben, zoals de pijn verminderen. De pijnprikkel wordt voor een stuk geblokkeerd omdat de prikkels van de aanrakingen sterker zijn. Nog een voordeel is dat de hartslag verandert tijdens aanrakingen. Dit blijkt uit een onderzoek van artsen uit Maryland en Pennsylvania.
41
5.3.4
Aanrakingen door massage
De tastzin blijft het langst intact omdat de huid haar functie zelden verliest. Daarom is massage een goeie optie om het contact te behouden bij personen met dementie. Door de massage/aanrakingen ontstaan er enkele hormonale veranderingen en reacties van neurotransmitters. Deze reacties ontstaan omdat massage inwerkt op het parasympatisch zenuwstelsel. Serotonine en endorfine: deze worden de gelukshormonen genoemd. Massage zorgt voor de productie van serotonine en endorfine. Beide zorgen voor een pijnstillend effect. Histamine: komt vrij tijdens de massage en zorgt voor een betere doorbloeding. Cortisol: door de aanrakingen verlaagt het cortisol gehalte. Cortisol wordt aangemaakt bij stress en zorgt ervoor dat het immuunsysteem minder werkt. Oxytocine: wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd. Het hormoon wordt aangemaakt in de hypofyse tijdens positieve aanrakingen. Het zorgt ervoor dat de mensen een gevoel van vertrouwen en verbondenheid ervaren. Dit gevoel krijgt zowel de gever als de ontvanger van een aanraking.
5.3.5
Opname van de massageolie en de etherische olie in de huid
(Rijpkema, 2009) De huid heeft een lipofiel karakter net zoals de etherische olie. De opname gebeurt via de haarfollikels en de poriën. De moleculen van de etherische olie zijn kleiner dan de moleculen van de huid, waardoor de absorptie vlotter verloopt. De etherische olie bevindt zich uiteindelijk in de bloedbanen die de etherische olie transporteren door het hele lichaam. De opname van etherische olie kan irritatie uitlokken omdat de concentratie te hoog is. Daarom moet de etherische olie opgelost worden in een dragerolie. De opname kan verbeterd worden door de etherische olie aan te brengen op een warme huid of door de huid af te dekken na de massage.
42
5.4
De reukzin (Medic info, 2008)
Het zintuig neemt de geuren in de lucht waar. De gewaarwording gebeurt via het ruiken en de neus is het anatomische deel van de reukzin. De functie van de reukzin is het waarnemen van de geuren. Dankzij de waarneming van de geur kan je een gevaarlijke situatie ruiken zoals bv. een brand. De reukzin is gelegen in het reukslijmvlies bovenin de neusholte. De werking van de reukzin begint bij het inademen van lucht via de neus. De reukvezels nemen de geur waar en sturen de prikkel van de geur via de nervus olfactorius door naar de bulbus olfactorius. Deze stuurt het verder door naar de hersenschors. De chemische prikkel van de geur loopt naar het limbisch systeem. In het limbisch systeem wordt het emotionele gedrag geregeld.
5.4.1
De neus
1. De functies van de neus Het werkt als ademhalingsorgaan en als reukorgaan. 2. De opbouw In de neusgaten bevinden zich neushaartjes die de ingeademde lucht zuiveren voordat de lucht in de longen terecht komt. De stoffen die niet worden tegengehouden door de neushaartjes blijven achter in de slijmvliezen. Deze slijmvliezen bevinden zich in de neusholte. De slijmvliezen zorgen dat de ingeademde lucht verwarmd wordt. Het neustussenschot verdeelt de neus in twee neusholtes en is essentieel voor de steun van de neus.
(Posthumus, z.j.)
5.4.2
Opname van de etherische olie (Rijpkema, 2009)
De etherische olie wordt het snelst opgenomen in het lichaam via de neus. De etherische olie wordt verstoven in de atmosfeer. De geur wordt ingeademd via de neus. De geur passeert het reukslijmvlies en de bulbus olfactorius en komt terecht in het limbische systeem. Het limbisch systeem maakt deel uit van de grote hersenen. Om de psychische werking van de etherische olie te kunnen garanderen, moet de geur aangenaam zijn voor de persoon die het inademt.
43
Besluit theoretisch deel De personen met dementie kunnen moeilijkheden ervaren door het dementieproces. Deze moeilijkheden kunnen ontstaan op vlak van het handelen, maar ook op vlak van communicatie. Ze ervaren een degeneratie van de taal, de communicatiekanalen en het denken. Door het dementieproces volgt er vaak een opname in een WZC. Het is niet enkel de persoon met dementie die moeilijkheden ervaart met het dementieproces, maar ook de familie. De familie kan het anticiperend rouwen ondervinden omdat de persoon met dementie niet meer de vertrouwde persoon is door de verregaande veranderingen. De relatie kan ook een andere betekenis gaan krijgen doordat de nadruk meer ligt op de zorgrol. Doordat de persoon met dementie zich bevindt in een WZC komt er nog een partij bij, namelijk de medewerkers. Voor de medewerkers is contact maken met personen met dementie ook niet altijd even gemakkelijk. Dit kan komen door het dementieproces of omdat de persoon met dementie zich in een nieuwe omgeving bevindt en de medewerkers als onbekende ervaart. Er zijn al drie partijen betrokken bij het dementieproces wat ervoor zorgt dat deze drie partijen kunnen komen tot goede zorg voor de persoon met dementie. De ergotherapeut benadert de persoon met dementie vanuit de holistische visie, waarbij de persoon centraal staat. Een aangrijpingspunt van ergotherapie om het handelen te optimaliseren is de omgeving. Aangezien de omgeving ook moeilijkheden ervaart door het dementieproces, spelen de medewerkers en de familie een grote rol in de ergotherapeutische interventie. De omgeving wordt aangesproken om samen te handelen met de persoon met dementie, hiervoor worden er niet-conventionele technieken toegepast. In deze BAP wordt de naam wellness- of complementaire technieken gebruikt, de technieken zijn de Zweedse massage en aromatherapie. Aan de technieken zijn er ook zintuigen gekoppeld. De belangrijkste zintuigen in functie van de technieken zijn de tastzin en de reukzin. De ergotherapeut gaat een hulpmiddel aanbieden aan de medewerkers en de familie om in contact te treden met een persoon met dementie. Uit de theorie blijkt dat aanrakingen ook een vorm van communicatie zijn, maar het is wel een vorm die vaak vergeten wordt.
44
Praktisch deel Het praktisch deel start met de uitwerking van de stageplaats, daarna volgen de informatiesessies bij de medewerkers en de familieleden. De informatiesessies worden verder uitgewerkt door de individuele sessies en de opvolging. De medewerkers vormen samen een groep en de familieleden vormen ook een groep. Na de beschrijving van de sessies komt de uitleg rond het onderzoek met daarbij de drie volgcliënten. Doorheen de sessies werd er ook een product ontwikkeld, dit volgt in hoofdstuk negen.
45
6
De setting
Het praktisch deel wordt uitgewerkt in het WZC Sint Jozef in Moorsele. Het WZC maakt deel uit van de GVO, Gast Vrij Omgeven. In deze groep werken verschillende woonzorgcentra samen. GVO is een partner van Stimul en ligt naast het WZC. Het is een zorgethisch lab. In Stimul kunnen zorggevers aan de lijve ondervinden hoe het is om zorgvrager te zijn door twee dagen (ook ‟s nachts) een simulatie van een opname te ondergaan. Dit gebeurt aan de hand van een rollenspel. Daarnaast worden in Stimul ook diverse bijscholingen en workshops aangeboden. 1. Opdrachtverklaring Het WZC Sint Jozef is christelijk geïnspireerd en is centraal gelegen in Moorsele. Vanuit de opdrachtverklaring wil het WZC een kwalitatieve en menswaardige zorg aanbieden met aandacht voor de bewoners. De aandacht die ze nodig hebben voor hun individuele noden, verlangens en behoeften krijgen ze in het WZC. Op die manier kan de bewoner comfortabel leven en sterven. De opdracht wordt gerealiseerd met gemotiveerde en deskundige medewerkers die openstaan voor samenspraak en overleg. Elke discipline wordt gerespecteerd en neemt zijn verantwoordelijkheid op om initiatief te nemen en creatief te zijn. De familieleden en de vrijwilligers worden betrokken en gewaardeerd voor hun inzet. Het WZC staat open voor vernieuwingen en verbeteringen maar bekijkt steeds of de betaalbaarheid wordt gewaarborgd. 2. De visie m.b.t. de ergotherapie in het WZC De ergotherapeut staat in voor de geïndividualiseerde en vraaggestuurde zorg gericht op autonomie en zelfstandigheid. De bewoner verwacht een cliëntgerichte zorg die zijn noden en behoeftes vervult, als ergotherapeut wordt hierop ingespeeld. Het creëren van een huiselijke sfeer die aangepast is aan de individuele noden en privacy van de bewoner. De ergotherapeut betrekt de familie en het sociaal netwerk om de zorg te optimaliseren. De bewoner moet zich thuis voelen, zich verbonden voelen en zin ervaren in het dagelijkse leven, dit zijn aspecten waar de ergotherapeut belang aanhecht. De ergotherapeut houdt rekening en heeft respect voor de bewoner met zijn mogelijkheden en beperkingen. Als ergotherapeut in het WZC zijn deze drie begrippen belangrijk: integraliteit: het bekijken van de behoeftes van de bewoner en rekening houden met zijn levensloop zodat de ergotherapie aansluit op de totale persoon. emancipatie: de ergotherapeut werkt bewonersgericht waarbij er overleg en inspraak van de bewoner en de familie mogelijk is. vrijwilligerswerking: als ergotherapeut in het WZC is de samenwerking met de vrijwilligers van belang. De taak van de ergotherapeut kan verdeeld worden in vijf deelgebieden: 1. Begeleiding van de bewoner en zijn omgeving bij hun dagelijks leven in de voorziening: er wordt gewerkt in functie van het welzijn van de bewoners. 2. Begeleiding en stimuleren van medewerkers: het aanspreekpunt zijn voor de personeelsleden en de vrijwilligers. Het aanmoedigen van de animatieve grondhouding. 3. Stimuleren en scheppen van initiatieven: het ondersteunen, het begeleiden, het stimuleren van initiatieven en het ganse team inspireren. 4. Optreden als programmator, organisator en coördinator: doelstellingen vooropstellen voor individuen en voor een groep. 5. Brugfunctie met de omgeving: de bewoner in contact brengen met de omgeving en omgekeerd zodat de relaties niet verloren gaan.
46 Enkele taken van een veel groter pakket die de ergotherapeut in een team voor zich neemt: Dagelijks de begeleiding van de ADL in de ochtend. Dit houdt in dat de ergotherapeut de bewoner begeleidt en ondersteunt tijdens zijn ochtendtoilet. Het badmoment wordt verzorgd door de ergotherapeut. De ergotherapeut zorgt voor een individueel en ontspannend moment. De ergotherapeut zorgt voor de maaltijdbegeleiding, zodat elke bewoner zo zelfstandig mogelijk kan eten. De dagelijkse activiteiten worden opgesteld en begeleid door de ergotherapeut in samenwerking met enkele medewerkers. Het opmaken van de maandkalender van de activiteiten is een taak die de ergotherapeut uitvoert in overleg met het animatieteam. Een steun en toeverlaat zijn voor de bewoners, familie en medewerkers. De ADL op zich nemen. De ergotherapeut bekijkt de bewoner vanuit de holistische mensvisie en benadert niet vanuit het medische opzicht. Hierdoor kijkt de ergotherapeut anders naar de bewoner dan de rest van het team. De ergotherapeut bekijkt de behoeftes van de bewoner zonder een oordeel te vellen over de medische kant maar houdt er toch steeds rekening mee. De mogelijkheden van de bewoner worden in het middelpunt geplaatst zodat de bewoner nog kan handelen met zijn beperkingen. De ergotherapeut kan het team wijzen op de mogelijkheden, de behoeftes en de noden van de bewoner zonder het medische opzicht te raadplegen. Voor de ergotherapeut staat de bewoner centraal met al zijn facetten. De ergotherapeut moedigt de medewerkers aan om de bewoner niet meer te bestempeld volgens zijn aandoening. Hierdoor kan de bewoner zichzelf zijn en wordt de bewoner niet in vakjes geplaatst. 3. Indeling Het WZC heeft 90 individuele kamers, zes kamers voor kortverblijf en nog vijftien serviceflats. In het WZC bestaan er drie teams. Elk team heeft zijn medewerkers en teamcoördinator:
Team 1 bevindt zich op de eerste verdieping van het oudere gebouw. In dit team zijn er twee leefgroepen namelijk 't Kasteel en 't Frans Klooster. De doelgroepen zijn de fysisch zorgbehoevende bewoners en de bewoners met dementie. Team 2 bevindt zich op het gelijkvloers van het oudere gebouw en van de nieuwbouw. Dit team bevat de kortverblijven (Saffers Linde) en twee leefgroepen (Salinus en De Grote Macht). De doelgroep zijn fysisch zorgbehoevende bewoners en valide bewoners met beginnende dementie. Team 3 bevindt zich op de eerste en tweede verdieping van de nieuwbouw. Hof Ter Merrie en t' Kouterhof zijn de twee leefgroepen van team drie. De doelgroep zijn de fysisch zorgbehoevende bewoners en bewoners met gevorderde dementie.
Per leefgroep kan het programma van de animatie verschillen. Er zijn twee personen per team die zorgen voor de organisatie van de activiteiten. De personen met dementie bevinden zich samen in een leefgroep. 4. Leefgroepwerking Op elk team zijn er leefgroepwerkingen. Deze werking zorgt dat de bewoners in een huiselijke, gezellige, veilige, vertrouwelijke en aangename omgeving kunnen wonen en leven. Er zijn acht doelstellingen van de leefgroep vooropgesteld door het WZC: 1. Veiligheid bieden 2. Rust bieden 3. Comfort bieden 4. Gezelligheid en huiselijkheid bieden 5. Sociale contacten stimuleren 6. Een zinvolle tijdsbesteding bieden
47 7. Zorgen dat bewoners zich goed voelen, kunnen genieten 8. Verstandelijke en lichamelijke functies stimuleren 5. Wellness- of complementaire technieken Op de stagedienst worden er al wellness- of complementaire technieken toegepast. De twee meest gebruikte technieken zijn massage en aromatherapie. Dat zijn ook de twee technieken die verwerkt zijn in de BAP. Massage maakt vaak deel uit van een activiteit. De activiteiten zijn vooral de handen of de voeten verwennen. Dit kan inhouden dat de bewoners een manicure krijgen met afsluitend een handmassage. Er wordt vooral gekozen om de toepassing, verstuiven van etherische oliën, te gebruiken. Dit gebeurt dan op de kamer van een bewoner om individuele ondersteuning te bieden. In de badkamer wordt aromatherapie gebruikt om sfeer te scheppen tijdens het badmoment.
48
7
De sessies
7.1
De start
Bij de start van deze BAP werd er een uitnodiging (bijlage 1) gemaakt om die uit te hangen in het WZC. Er werd gekozen voor een gedicht van Phyllis K. Davis, dit gedicht kan illustreren hoe ouderen zich voelen. De inhoud van de uitnodiging en de affiche is bewust laagdrempelig en wervend gehouden. Dit om niemand af te schrikken en iedereen de mogelijkheid te geven om deel te nemen, ook als er geen voorkennis aanwezig is. De uitnodigingen werden verspreid eind augustus op alle kamers in het WZC. Er werden affiches gemaakt op A3-formaat en deze werden opgehangen bij de ingang en bij de liften, zodat iedereen bereikt werd. De familieleden konden zich wenden tot enkele medewerkers indien ze vragen hadden over de infosessie. De medewerkers van het animatieteam en de referentiepersoon dementie en ethiek steunden de zoektocht naar deelnemers. Zowel de familie als de medewerkers konden zich melden om deel te nemen tot eind september. Vanuit de medewerkers was er snel reactie maar bij de familie liep het iets minder snel. Uiteindelijk hebben er zich tien familieleden aangemeld. Waarmee dit als geslaagd kon worden beschouwd omdat er wel genoeg interesse was voor het thema. Vanuit de medewerkers was er heel veel interesse. Er waren zo‟n 20 medewerkers geïnteresseerd om deel te nemen aan de infosessie. Uit de 20 werd een selectie gemaakt op basis van interesse, aanwezigheid in de leefgroep en de motivatie om de informatie door te geven. Deze selectie werd gemaakt door de ergotherapeut en de referentiepersoon dementie en ethiek omdat zij de medewerkers goed kennen. Uit elk team werden er drie medewerkers gekozen die de kern vormen voor de verdere uiteenzetting. Uiteindelijk was er ook interesse van drie vrijwilligers. Omdat deze personen vaak aanwezig zijn in het WZC en in contact komen met de bewoners is de infosessie zeker interessant en nuttig. De infosessie van de medewerkers vond plaats op 6 november 2012. De medewerkers werden mondeling verwittigd door de ergotherapeut of de referentiepersoon dementie en ethiek. Deze infosessie werd gekaderd binnen het aanbod aan vormingen voor de medewerkers en viel hierdoor binnen de werkuren van de medewerkers, wat voor hen mooi meegenomen was. De familie werd op de hoogte gebracht van de datum via de uitnodiging (bijlage 2). Deze werd persoonlijk afgegeven. Indien dit niet kon, werd het op de kamer van het familielid gelegd. De uitnodiging had dezelfde vorm zoals de eerste uitnodiging. De vrijwilligers werden ook persoonlijk uitgenodigd . De infosessie ging door op 15 november 2012, zowel voor de familie als voor de vrijwilligers. In het praktisch deel wordt er verder alleen gesproken over de familie maar weet dat de vrijwilligers ook deel uitmaakten van de infosessie.
49
7.2
De infosessie voor de medewerkers (bijlage 3)
Voorbereiding De infosessie vond plaats in de vergaderzaal van het WZC. Deze zaal werd aangevraagd en stond voor drie uren ter onze beschikking. De ruimte was nog niet geschikt voor de infosessie, deze had nog wat voorbereidingen nodig. Namelijk een sfeer creëren zodat de medewerkers zich even uit de werksfeer bevonden. Zo konden ze zelf ondervinden welke invloed een ruimte heeft op een mens. De vergaderzaal diende als een voorbeeld hoe ze dit zelf kunnen aanpakken als ze een bewoner willen benaderen. De ruimte was ingedeeld in twee delen, enkele tafels in een vierkant voor het theoretisch deel en een rij tafels voor het praktisch deel. De sfeer werd gecreëerd door de ruimte te verwarmen en te verkleinen met schermen. Het licht werd gedimd en er werden twee sfeerlampen geplaatst. De aromastream werd aangezet om een frisse en aangename geur te produceren maar ook om de ruimte te ontsmetten. De gebruikte etherische oliën waren zoete sinaasappel en citroenschil. Voor een gezellige sfeer werden er theelichtjes aangestoken. Er moet wel bij vermeld worden dat dit enkel in de infosessie mogelijk was wegens brandveiligheid. Er werd gekozen voor een zachte achtergrondmuziek om het lawaai van buitenaf te camoufleren. Zoals bij elke infosessie was er koffie en water voorzien.
Verloop Om 13u30 kon de infosessie beginnen met het theoretische deel. Er werd gekozen voor een stuk theorie omdat de medewerkers een medische achtergrond hebben en een basis over massage nodig hebben om uit te vertrekken. Voor sommige was de anatomie even een heropfrissing. De Zweedse massage werd kort toegelicht zodat de medewerkers wisten welke soort massage ze gingen ontdekken in het praktische deel. De medewerkers kregen veel informatie mee over de effecten en de contra-indicaties van massage zodat de basiskennis aanwezig was. Met deze kennis kunnen ze zelf beslissen of een massage baat of schaadt. Er werd wel benadrukt dat de arts kon worden ingelicht en met gezond verstand gehandeld dient te worden. Er werd meegedeeld dat massage een andere vorm van communicatie is en dat masseren vanuit het gevoel heel belangrijk is. De infosessie verliep interactief zeker als het onderdeel sfeer aanbod kwam. Er werd gevraagd wat ze ondervonden toen ze binnenkwamen. Door middel van deze ondervindingen werd er uitgelegd wat de bedoeling van sfeer creëren is. Voorbeeld: een aangename temperatuur is vereist omdat het lichaam afkoelt tijdens een massage en de spieren ontspannen beter in een warme omgeving.
50 Voordat de medewerkers meer informatie kregen over aromatherapie, werden de voorbereidingen van de massage uitgelegd. Het deel over aromatherapie werd bewust kort gehouden omdat de focus lag op de massage. Er werd kort uitgelegd wat het is, wat de effecten zijn, de hoeveelheid van etherische oliën in toepassingen en de aromastream zoals beschreven wordt in het theoretische deel van de BAP. Net voor de pauze konden de medewerkers een massageolie en badolie samenstellen. Dit werd ingevoegd om de percentages in te oefenen en om de producten te leren kennen. Dit duurde iets langer dan verwacht omdat er veel vragen kwamen i.v.m. aromatherapie. Maar dat was positief omdat hun interesse werd aangewakkerd. Toch werd er ingegrepen omdat de tijd te beperkt was. De medewerkers verplaatsten zich naar de lange tafels waarop er al handdoeken aanwezig waren. Elke medewerker kreeg ook de uitleg/handleiding met foto‟s van de handmassage. (bijlage 4). Het praktische deel startte met het geven van een handbadje met de zelfgemaakte badolie. De voorbereidingen werden getroffen, ieder element van de voorbereiding heeft zijn reden. 1. Alles moet klaarstaan voordat de massage start: het is niet ontspannend voor de bewoner als de aanrakingen heel de tijd onderbroken worden. 2. De handen wassen, de juwelen uit doen en verse handdoeken gebruiken: om hygiënische redenen. 3. Een comfortabele houding aannemen, zowel de gever als de ontvanger: ergonomische redenen. 4. De handen verwarmen en een warming-up van de handen: flexibiliteit en warme handen krijgen. 5. Een bordje aan de deur hangen of het verpleeglampje aanleggen: het één op één moment niet te verstoren. De warming-up werd samen ingeoefend, de technieken werden eerst uitgelegd en gedemonstreerd aan de medewerkers. Daarna konden alle technieken stap voor stap uitgevoerd worden met behulp van de foto‟s. Tijdens het praktisch deel werd er nog eens benadrukt dat de houding van de beide partijen heel belangrijk is. Er werd tevens aandacht besteed aan het feit dat de praktijk niet altijd even eenvoudig verloopt als een oefensessie. Hiermee wordt bedoeld dat de handen van de ontvanger in de oefensessie flexibel zijn maar dat de handen van de bewoners in de praktijk vaak verkrampt zijn. Er werd ook benadrukt dat het contact maken veel belangrijker is, dan de technieken perfect uit te voeren. De bewoners ervaren de aanrakingen anders als er gevoel aanwezig is dan als de technieken enkel worden gevolgd.
51 Reacties van de medewerkers De eerste reacties van de medewerkers waren positief toen ze de ruimte binnenkwamen zoals "wat een rustige ruimte en ik voel me al direct ontspannen". Er kwam wat reactie op het theoretische deel van de anatomie:" ja, dat is allemaal lang geleden: de opbouw van de huid, de aanwezige beenderen en de soorten spieren, maar toch is het zeker nuttige informatie". Na de sessie werd er een feedback gegeven door de medewerkers, deze waren positief. Ze vonden dat de vorm van de sessie goed in elkaar stak en dat de informatie op een goeie en rustige manier werd overgedragen. Ze vonden het goed dat de nadruk eens lag op het contact maken met de bewoner en niet op de medische kant van de bewoner. Er was zelfs één medewerker die interesse had om het theoretische deel te verkrijgen op papier. Deze infosessie was geslaagd en de opvolging van deze sessie was gegarandeerd omdat de medewerkers een individueel moment wel nuttig vonden. De doelstellingen De doelen van deze infosessie waren de medewerkers warm maken voor fysiek contact en ze onderdompelen in twee complementaire technieken. Het was ook de bedoeling dat de medewerkers na de infosessie direct met de informatie aan de slag konden, ook zonder begeleiding. Zodat ze geen extra tijd meer nodig hadden voor theoretisch zaken maar direct de praktijk in konden, want tijd is een belangrijk element in de zorgsector. Voor de medewerkers die nog begeleiding wensten, was die er nog. Het was de bedoeling om de medewerkers een andere manier aan te bieden om te communiceren met personen met dementie. De medewerkers erop wijzen dat ze de bewoner ook op een andere manier kunnen bekijken en niet enkel vanuit het medische opzicht. Ergotherapeut als begeleider Als ergotherapeut is het ideaal om deze sessie aan te bieden omdat de nadruk ligt op een kernelement van ergotherapie namelijk de omgeving. Via de infosessie wordt de omgeving gestimuleerd om anders te gaan handelen met de persoon met dementie. Ze handelen dan niet om de basisbehoefte van zorg te vervullen maar om de basisbehoefte van aanrakingen en sociaal contact te vervullen. Als ergotherapeut benader je de persoon op een holistische manier, dit wil de ergotherapeut overbrengen op de medewerkers, dit komt voor een stuk terug in de infosessie voor de medewerkers. De meerwaarde van een ergotherapeut/ wellnesscoach is dat er al een basiskennis van de complementaire technieken is en in deze sessie zijn er twee in verwerkt. Als ergotherapeut wordt er een paramedisch beroep uitgeoefend waardoor er kennis is van het menselijke lichaam. Dit wordt dan ook in de infosessie op paramedisch niveau doorgegeven aan de medewerkers. De ergotherapeut kan aanpassingen voorstellen tijdens de individuele opvolging die het handelen van de medewerker en bewoner verbeterd. Evaluatie Naast een voldoende theoretisch onderbouwde inhoud diende de sessie ook relevante en nuttige praktische informatie te verschaffen voor de aanwezige medewerkers. De feedback achteraf wees erop dat de sessie gewaardeerd werd en als nuttig werd ervaren. De medewerkers bekijken de bewoners nog te vaak vanuit het medische opzicht en vergeten soms de mens achter de aandoening.
52
7.3
De opvolging
7.3.1
De individuele opvolging
Wat is het? Het is een individuele sessie die volgt op de informatiesessie. De kern van de medewerkers kregen deze kans. Tijdens deze sessie heeft de medewerker de leiding over de massage. Indien er vragen of onzekerheden zijn vanuit de medewerker, kan de medewerker terugvallen op de begeleider van de informatiesessie.
Doelstelling Het doel van de individuele sessie is dat er wordt nagegaan of de medewerker de transfer of de vertaling van oefensituatie naar realiteit goed heeft gemaakt. Er wordt geobserveerd of de medewerker de informatiesessie goed heeft verwerkt met het oog op de praktijk. De medewerker kan direct zelfstandig een massage uitvoeren maar kan toch nog rekenen op ondersteuning. De medewerker aanzetten/ aanmoedigen om gebruik te maken van de complementaire technieken, die aangeleerd werden. De medewerker aansporen om de bewoner vanuit een andere visie te bekijken. De inhoud De structuur van de individuele sessie was bij elke medewerker hetzelfde. Er werd wel rekening gehouden met de bewoner in kwestie en er werden eventueel aanpassingen gedaan. De medewerker koos een bewoner en bracht de bewoner naar zijn kamer. De kamer van de bewoner was al voorzien van de sfeer voor de bewoner binnenging. Alles werd goed uitgelegd zodat de bewoner geen schrik kreeg als hij/zij de kamer binnenkwam omdat het bijvoorbeeld donkerder was. De kamer werd zoveel mogelijk aangepast volgens de theorie uit de informatiesessie en aangepast aan de behoeftes van de bewoner. Eenmaal in de kamer kon de massage beginnen maar pas nadat de voorbereidingen getroffen waren, zoals “het bordje niet storen uithangen of het verpleeglampje aanleggen”. De massage werd uitgevoerd door de medewerker en de begeleider keek mee vanuit de achtergrond, zodat de medewerker niet werd gestoord met de aanwezigheid van de begeleider. Indien een techniek niet goed werd uitgevoerd kwam de begeleider niet tussen. Dit was om het moment van rust niet te doorbreken met een opmerking. Zo bleef de bewoner centraal staan en kreeg de bewoner de aandacht die hij verdient.
53 Er werd gekozen om de massage te laten doorgaan in de kamer van de bewoner, omdat de kamer een vertrouwde omgeving is voor de bewoner. De medewerker kan zich dan beter richten op de individuele benadering. Er is maar één bewoner aanwezig dus is alle aandacht voor die ene bewoner. Het is ook veel persoonlijker en de medewerker kan beter met gevoel masseren dan als de massage in de leefgroep werd uitgevoerd. Er zijn veel minder storende elementen aanwezig waardoor het een één op één moment wordt. Evaluatie Na de massage was er tijd voor feedback, dit gebeurde in de verpleegsterpost. De bewoner werd eerst teruggebracht naar de leefgroep. De feedback bevatte vooral informatie over het uitvoeren van sommige technieken maar ook over het gedrag en de reacties van de ontvanger en van de gever. Tijdens de feedback was er genoeg ruimte voor interactie over de individuele sessie. Didactisch materiaal De middelen voor de uitvoering van de massage waren beschikbaar voor alle medewerkers. Na het praktisch deel van de infosessie kwamen er steekkaarten (bijlage 5) tot stand, deze kon gebruikt worden tijdens de massage als hulp. De etherische oliën en de massageoliën stonden ter beschikking van de medewerkers. Ergotherapeut als begeleider Een ergotherapeut moet beschikken over de kwaliteiten van een observator dus de ergotherapeut is een geschikte persoon om de opvolging van de medewerkers te begeleiden. Als ergotherapeut moet er de mogelijkheid zijn om feedback te geven en te krijgen. Evaluatie Uiteindelijk hebben zes medewerkers van de negen hierop beroep gedaan. De individuele sessie was dus geen overbodig element om aan te bieden. De medewerkers voelden zich ondersteund en ze hadden na de individuele sessie meer vertrouwen over het geven van een massage.
54
7.3.2
Opvolging in de TBO
In februari stond de handmassage op de agenda van de TBO (Team Building Overleg) in twee van de drie teams. Verloop De uitleg was met ondersteuning van een voorstelling (bijlage 6) en dat diende als leidraad. Het werd gemaakt a.d.h.v. het theoretische deel over communicatie van de BAP en het werd opgesteld door de referentiepersoon dementie en ethiek van het WZC. Deze voorstelling werd ook gebruikt bij het andere team. Tijdens de voorstelling werd de nadruk vooral gelegd op het contact met de bewoner en werden er enkele tips gegeven voor een goede werking tijdens de massage. De bewoner werd belicht via een andere benadering. De uitleg was heel beknopt omdat er maar één uur de tijd was. Voor het WZC was het niet haalbaar om alle geïnteresseerde medewerkers te laten deelnemen aan de informatiesessie. Daarom werd er een kern van drie medewerkers per team gekozen en enkel deze personen kregen de informatiesessie van drie uur. Deze personen zijn de verdere leiders binnen het team op het gebied van de handmassage. Tijdens het praktisch deel werd het team in vier groepen gesplitst. Elke groep werd door iemand begeleid van de kern of door de ergotherapeut. De uitleg over de technieken werden per groepje verzorgd door de kern of door de ergotherapeut. Zo kon de begeleider van de sessie alles observeren en bijspringen als dit nodig was. De begeleider kon bekijken of de kern de handmassage goed onder de knie hadden en of ze voldoende motivatie hadden om de handmassage verder te zetten in de toekomst. Elk teamlid kreeg de technieken met uitleg en foto mee. Indien ze meer interesse hadden, konden ze met de handleiding verder aan de slag of de hulp van de kern inroepen. Doelstelling Al de medewerkers informeren over de belangen van non-verbale communicatie. Aantonen dat de bewoners ook benaderd kunnen worden op een andere manier. De medewerkers kennis laten maken met complementaire technieken en de interesse aanwakkeren.
55
7.4
De infosessie voor de familie
Voorbereiding De infosessie vond plaats in de vergaderzaal van het WZC. De zaal moest terug omgevormd worden tot een rustgevende en warme plek. De sessie duurde anderhalf uur (bijlage 7). De omvorming gebeurde zoals bij de sessie van de medewerkers. Er stond wel maar één groot vierkant met tafels. Dit omdat de sessie alleen uit theorie bestond en niet uit een praktisch deel. Er werd gekozen voor enkel het geven van de informatie zodat de familie niet overdonderd werd. Verloop De familie werd ontvangen met koffie. Om het ijs een beetje te breken, werden er enkele vragen, gesteld zoals al enige ervaring met het geven of het krijgen van een massage en ervaring met aromatherapie. De inhoudelijke verwachtingen waren anders dan bij de medewerkers. Het werd bewust laagdrempelig gehouden om de familie niet af te schrikken met de uitleg over het menselijke lichaam. De nadruk werd vooral gelegd op de basisbehoefte van aanraking en dat massage een vorm van communiceren is. Over aromatherapie kregen ze vooral de basis mee en natuurlijk meer praktijkgerichte tips over het creëren van sfeer. Omdat dit toch de basis is om een massage te doen slagen. De familie kreeg ook de kans om een massageolie te maken die ze bij hun bewoner konden gebruiken. Dit werd gedaan om onder andere de hoeveelheden in te oefenen maar ook om de sessie wat luchtiger te maken voor de familie. Hierna werd er een film afgespeeld met de technieken van de handmassage. Er werd hiervoor gekozen omdat het belang van verschillende didactische principes en werkvormen belangrijk is voor het doorgeven van informatie. Doordat het op een tv-scherm werd afgespeeld, kon iedereen het goed zien en daardoor ook vlotter volgen. Indien er opmerkingen waren, kon het teruggespoeld worden. Er werd ook voor de film gekozen om de familie niet af te schrikken van de verschillende technieken. Op deze manier moest er geen grens overwonnen worden om een vreemd iemand te masseren. Tijdens de film gaf de begeleider nog uitleg bij de technieken. De sessie werd afgesloten met informatie over de individuele sessie. Er waren zowel positieve als negatieve reacties over de opvolging. De positieve reacties kwamen van enkele familieleden die interesse hadden om hiermee verder aan de slag te gaan. De negatieve reacties waren van enkele familieleden die na deze sessie hebben afgehaakt. Ze vonden de informatiesessie wel interessant maar vonden de drempel nog te groot en ze voelden zich er niet goed bij. Ze stonden zelf niet echt open voor het geven van een massage. De familieleden waren ook niet verplicht om na de informatiesessie verder deel te nemen aan de individuele sessie. Toch werd er vanuit de kant van de begeleider geprobeerd om ze te motiveren om pas hun mening te vellen na de individuele sessie. Dan hadden ze zelf eens kunnen ervaren hoe het was om dit te doen met de bewoner. Maar iedereen zijn mening werd gerespecteerd. Iedereen kreeg nog de handleiding met foto‟s mee zoals de medewerkers. Zo kon de individuele sessie vlotter beginnen. Reacties van de familie Over het algemeen waren de reacties positief over de informatiesessie. De informatie die ze kregen stond dicht bij hun eigen leefwereld. Ze hebben allemaal een opname meegemaakt en de ervaring om te leven met een persoon met dementie is ook aanwezig. Door deze beide factoren is de relatie voor een deel veranderd en de sessie speelde hierop in. De aangename, gemoedelijke sfeer bewees dat de informatiesessie geslaagd was.
56 Doelstelling De doelen van deze sessie waren de familie stimuleren om nog steeds fysiek contact te zoeken met de bewoner ook al bevindt hun familielid zich in een WZC. De familie een alternatief aanbieden om iets samen te doen met hun familielid namelijk door een handmassage te geven. Hierdoor wordt er gewerkt op het handelingsgebied van de vrije tijd. De familie betrekken in de werking van het WZC zodat de familie zich welkom voelt in het WZC. De belangen van fysiek contact en de invloeden van aanrakingen benadrukken. Ergotherapeut als begeleider Een deel van de taak van een ergotherapeut is de omgeving betrekken in de werking van het WZC. Via deze manier is de ergotherapeut de geschikte begeleider. De ergotherapeut kan ondersteuning bieden aan de familie en de familie begeleiden in het proces.
7.5
De opvolging
7.5.1
De individuele sessie
Wat is het? Dit is het moment waarop het praktisch deel start voor de familie. De familie krijgt de kans om persoonlijke begeleiding samen met hun familielid/ bewoner. Verloop De sfeer werd samen gecreëerd door onder andere het verstuiven van de etherische olie in de kamer. Tijdens dit moment werd alles uitgelegd in verband met de voorbereidingen want deze zaken werden nog niet vernoemd in de informatiesessie. De voorbereidingen waren hetzelfde als bij de medewerkers. Als alles klaar was, werd de bewoner naar zijn kamer gebracht. Vanaf nu konden de technieken worden toegepast en direct worden aangepast aan de bewoner. Er werd een techniek uitgelegd en daarna werd het samen met de begeleider toegepast op de bewoner. Stap voor stap doorliepen we de massage. Het familielid kon zo zelf een hand masseren en feedback geven hoe zij dit zelf ervaren hadden. Tijdens de sessie was er genoeg ruimte voorzien voor vragen en extra uitleg, indien nodig. Er werd één uur per individuele sessie gerekend maar dit kon ook langer duren naargelang de vragen en de interesse van het familielid. Na de sessie werd er nog besproken hoe het familielid het had ervaren, wat de opmerkingen waren richting mijn ondersteuning en of ze open stonden om in de toekomst nog een massage uit te voeren. Na deze sessie was er nog de mogelijkheid om meer begeleiding te krijgen, daarvan werd er ook gebruik gemaakt.
57 Reactie van de familie De familie was heel positief over de manier van aanpak. Ze vonden het goed dat het doorging in de kamer van de bewoner zodat er meer privacy was. Ze merkten op dat ze nog nooit gedacht hadden om via deze manier contact te maken. De familie voelde zich op hun gemak om een massage te geven aan hun bewoner. Aanpak Er werd gekozen voor individueel de praktijk te doorlopen omdat elk familielid zijn eigen tempo zou kunnen volgen en dat er op dat moment extra aandacht wordt besteed aan hun geliefde bewoner. Zo werd de aandacht gelegd op de relatie tussen deze twee mensen en de activiteit die ze samen uitvoeren. De aanpak was persoonlijker en individueel gericht naar de behoeften en noden van de beide partijen. De bewoner stond centraal maar er werd ook rekening gehouden met de omgeving namelijk het familielid. Doelstellingen
Het praktisch deel aanbieden aan de familie. Een activiteit creëren om samen te kunnen handelen met de bewoner. De familie stimuleren om meer fysiek contact te maken met hun familielid. De familie betrekken in het behandelplan van de bewoner.
Ergotherapeut als begeleider Als ergotherapeut wordt er ingespeeld op de behoeftes van de bewoner en de ergotherapeut kan de technieken aanpassen om de activiteit zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Zodat het handelen van het familielid (hierbij een massage geven) geoptimaliseerd wordt en dat de beperkingen van de bewoner zo min mogelijk zijn. Op dit moment zorgt de ergotherapeut dat het handelen het middel is van de praktijk. De bewoner en zijn familielid kunnen samen een activiteit uitvoeren. Als ergotherapeut kon er goed worden geobserveerd omdat de technieken samen werden uitgevoerd met het familielid.
58
7.6
Conclusie over alle sessies
De ervaring is dat alles mooi omschreven wordt in de theorie maar de praktijk wijst het wel anders uit. Omdat er beroep werd gedaan op de omgeving van de bewoner moest er rekening gehouden worden met de verschillende partijen, namelijk de bewoners zelf, de medewerkers, de familie, de begeleider plus daarboven moest er rekening gehouden worden met de waarden en de normen van het WZC. De informatiesessies gingen door op de geplande datums wat niet veel moeilijkheden gaf. De individuele sessies daarentegen konden moeilijker gepland worden omdat de medewerkers nog hun job hadden om uit te voeren, konden ze moeilijker even tijd vrijmaken voor een massage en daarbij moest de begeleider dan nog eens aanwezig zijn. Gelukkig kregen de medewerkers wel drie uur vrij voor de informatiesessie. Hierdoor werden de individuele sessies spontaan gepland wanneer de medewerkers het even wat rustiger hadden. Vaak werd het de dag zelf gepland indien het voor de begeleider en de medewerker lukte. Dit is nu hoe het in de praktijk in zijn werk gaat. De medewerkers hadden het altijd druk en er is niet altijd tijd voorzien tenzij het ingepland staat als een activiteit. De momenten dat de begeleider niet aanwezig was op de stageplaats konden de medewerkers de begeleider altijd via de telefoon bereiken. Zodat ze konden melden als ze in de namiddag even tijd gingen hebben, dan probeerde de begeleider aanwezig te zijn als observator. De individuele sessies met de familie waren iets gemakkelijker te plannen maar daarom niet simpel. De familieleden waren vaak aanwezig terwijl de begeleider niet aanwezig was in het WZC. En omgekeerd was dit ook het geval. De momenten om concrete afspraken te maken waren minimaal omdat de familie veel activiteiten had buiten hun bezoek aan het WZC. De afspraken werden dan, indien er interesse was voor de individuele sessie, gemaakt via de telefoon. De afspraken die gemaakt werden, gingen niet altijd door, ofwel kwam er onverwachts bezoek, was de bewoner ziek of was het familielid de afspraak vergeten. Hieruit blijkt nogmaals dat het uitschrijven van een plan van aanpak gemakkelijker is dan het effectief uitvoeren van dat plan. Het blijkt wel dat er veel tijd en motivatie inkruipt om verdere afspraken te regelen. Uit de sessies blijkt dat er een zekere mate van flexibiliteit aanwezig moet zijn, zonder deze flexibiliteit is het heel moeilijk om daadwerkelijke sessies te organiseren. Flexibiliteit is een positieve eigenschap die een ergotherapeut moet bezitten. De omgeving aanspreken vraagt dus meer inspanning als ergotherapeut dan als de ergotherapeut zelf de massage uitvoert zonder de omgeving erbij te betrekken. Maar dan wordt er een groot kernelement van ergotherapie voor een groot stuk vergeten. De omgeving betrekken heeft effecten op het handelen van al de betrokken partijen.
59
7.7
Feedback na de individuele sessies
Na de individuele sessies werd er nog een rondvraag gehouden door de begeleider. De begeleider wou weten of de handmassage nog wordt uitgevoerd zonder begeleiding. Het verder uitbouwen van de handmassage gebeurt in team 1 door een hoekje te voorzien voor het uitvoeren van de handmassage. In dit hoekje zal er geschilderd worden en de nodige sfeer aangebracht worden. De handmassage wordt door de teamcoördinator ingepland in het uurrooster, wat positief is voor de voortzetting van de handmassage. Vanuit team 3 kwam de opmerking dat er te weinig tijd is voor het uitvoeren van de handmassage naast de verzorging. Hierdoor komt de voortzetting van de handmassage voorlopig in gedrang maar dat wil niet zeggen dat de handmassage niet als nuttig werd ervaren. In team 2 wordt de handmassage nog uitgevoerd door een lid van de kern. De schoonzus van F. voert de handmassage af en toe eens uit. Ze heeft de handmassage zelf als eens toegepast op een ander familielid die in een ander WZC verblijft. Ze vindt de andere manier van contact maken goed en ze vindt het leuk dat ze door een handmassage te geven F. kan ontspannen. De echtgenote van E. heeft de massage niet meer toegepast omdat ze er niet zo voor te vinden is. Ze vindt de handmassage niet positief maar ook niet negatief, het spreekt haar minder aan nadat ze het effectief heeft uitgevoerd. Ze heeft het vaak moeilijk met de reacties van E. waardoor ze het zelf minder kan opbrengen om E. een handmassage te geven. De schoondochter van D. zal de massage in de toekomst zeker nog uitvoeren. Ze is zeer positief over de informatiesessie en over de individuele sessie. Ze vindt het een zeer goeie manier om samen iets te doen met D. De schoondochter vindt het een meerwaarde voor het WZC. Ze was zeer te spreken over de handleiding, alles was duidelijk vermeld. Ze vond dat de handleiding voldeed aan haar wensen. De ervaring is bij ieder persoon anders maar over het algemeen vonden ze de individuele sessie duidelijk. Er zijn medewerkers/ familieleden die zich beter voelen bij een massage geven dan andere, maar dat zijn persoonlijke meningen. Zowel de medewerkers als de familieleden vonden de reacties van de bewoners positief. Er was geen enkele bewoner die niet wou aangeraakt worden.
60
8
Het onderzoek
8.1
De observatiefiche
Deze fiche (bijlage 8) werd opgemaakt om de reacties van de bewoner te evalueren voornamelijk als doel om te observeren of de bewoner contact gaat zoeken en/of de bewoner zal ontspannen. Er wordt geobserveerd voor, tijdens en na de massage om eventuele veranderingen te kunnen opmerken. De opmaak van de observatiefiche begint met enkele praktische gegevens zoals: de naam van de bewoner de naam van het familielid of de medewerker de datum en de tijd de plaats waar de massage wordt gegeven de houding van de bewoner (bijvoorbeeld zitten in een rolstoel) Deze elementen zijn van belang om na de massage te kunnen interpreteren en eventueel te kunnen vergelijken met andere observatiefiches van dezelfde bewoner. Er wordt ook ingevuld welk lichaamsdeel er wordt gemasseerd, in functie van de BAP is dit altijd de hand. Maar de begeleider wou een observatiefiche maken die de stageplaats na haar aanwezigheid nog kan gebruiken. Als er gebruik wordt gemaakt van een etherische oliën tijdens de massage wordt dit vermeld. Het wordt ook vermeld als er gebruik wordt gemaakt van een etherische olie bij het verstuiven. Dan komt de observatie voor, tijdens en na de massage aan bod. De opvatting van de soorten observaties worden gelinkt aan ontspannen en contact maken. Per onderdeel worden er twee uitersten geplaatst en de variaties ertussen worden aangeduid via getallen van 0-10. Een voorbeeld hieronder, met de twee uiterste Geen geluid 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Op die manier kunnen kleine veranderingen aangeduid worden. Er wordt niet gesproken van negatieve en positieve reacties omdat dit heel moeilijk te bepalen is. Want iedere bewoner is anders en uniek. Bij de ene bewoner is een reactie positief, terwijl dit bij een ander bewoner negatief is. Een voorbeeld: De ene bewoner maakt altijd veel geluiden maar tijdens de massage produceert de bewoner niet veel geluiden. In dit geval is het positief dat de bewoner niet veel geluiden maakt. Maar een andere bewoner maakt zelden geluiden maar tijdens de massage begint de bewoner veel geluiden te maken. In dit geval kan het ook positief zijn. Dus er valt niet te zeggen dat veel geluid maken positief is want dit kan niet veralgemeend worden. Er is nog de mogelijkheid om bij ieder deel extra observaties in te vullen. Op het einde kan de bewoner nog opmerkingen geven indien hij/zij zich nog verbaal kan uitdrukken. Aangezien het hier niet gaat over een gestandaardiseerde observatiefiche werd het ingevuld door een persoon. Zodat alle observaties op een gelijk niveau werden ingevuld. De vergelijking zal dan wat meer objectief zijn, al blijven observaties van een massage subjectief. De medewerkers weten hoe de observatiefiche werkt en ze werden verzocht om deze in de toekomst te gebruiken zodat er verder kon worden geobserveerd. Het kan worden gebruikt ter bevestiging dat de medewerker een massage heeft uitgevoerd. De observatiefiche kan bewaard worden in het dossier van de bewoner zodat elke medewerker op de hoogte blijft.
61 De familie weet dat er een observatiefiche is, maar het is voor hen niet noodzakelijk om de fiche in te vullen. De observatiefiche werd voor de eerste keer ingevuld tijdens de individuele sessie met de medewerkers. Zo kon ik vanuit de achtergrond goed observeren. Bij de eerste individuele sessie met de familie werd er nog geen fiche opgemaakt omdat de focus gericht werd naar het uitvoeren van de praktijk. Vanaf het tweede contact met de familie werd er wel een observatiefiche opgemaakt.
8.2
De beperkingen van het onderzoek
Het is niet altijd gemakkelijk om de bewoner goed te kunnen observeren na de massage. Hiermee wordt bedoeld dat het moeilijk is om binnen het WZC de bewoner gedurende langere periodes te observeren na de massage. Hierdoor kan de ergotherapeut geen observaties hebben over de reacties van de massage op het slaapgedrag en de ADL. Hierbij wordt benadrukt dat het observeren van de reacties niet altijd eenvoudig is. De beperking ligt ook op het feit dat de begeleider als observator altijd aanwezig moest zijn om de fiche in te vullen en dat in functie van de BAP. Het onderzoek wil bekijken of de reacties anders zijn als de gever van de massage een familielid van de bewoner is, of als de gever een medewerker is. Wat hierbij de beperking is, is dat de medewerkers een massage moesten geven aan een bewoner waarvan het familielid ook de sessie had bijgewoond. Plus de familie moest ook de individuele sessie gevolgd hebben. Hierdoor vielen al veel kandidaat volgcliënten weg. De populatie was hierdoor beperkt. De frequentie van de massage was dan een andere beperking, dit door tijdsgebrek en te weinig kunnen plannen. Maar in het onderzoek worden de eerste reacties van de bewoners wel aangetoond, alleen het verdere verloop ontbreekt. Het doel was om meer fysiek contact te maken met de bewoners en aan de hand van deze observatiefiche de reacties te kunnen noteren en verwerken. Het was de bedoeling om de aanzet te geven voor verdere observaties rond fysiek contact en de effectiviteit ervan. Hopelijk is dit toch het begin om meer aandacht te besteden rond de reacties van contact maken, wat een basisbehoefte is. En deze basisbehoefte te laten vervullen door de omgeving van de bewoners.
62
8.3
De volgcliënten
De volgcliënten worden omschreven via het inhoudsmodel van CMOP. Er werd gekozen voor dit model omdat het gericht is naar het individu. Het handelen is het centrale doel, maar het handelen moet wel zinvol en betekenisvol zijn. De omgeving heeft een belangrijke functie in het proces. Deze 3 zaken hebben ook betrekking tot de BAP.
8.3.1
Volgcliënt F.D.
Levensloop F. is geboren in 1930 in Moorsele. Samen met haar echtgenoot en later hun twee kinderen woonde ze in. Gullegem. F. werkte als tapijtbewerkster. De zorg van de kinderen en het huishouden kwam op haar schouders terecht. Ze was vaak alleen thuis met de kinderen omdat haar man meestal weg was voor zijn werk. Momenteel bevindt ze zich in het WZC in Moorsele en dat sinds vier jaar. Haar man is twee jaar geleden overleden maar ze vraagt nog dikwijls naar hem. F. heeft een nieuwe aortaklep gekregen toen ze nog veel jonger was. Enkele jaren geleden heeft ze een operatie gehad aan haar linkerschouder, dit was een van de aanleidingen voor de opname in het WZC. F. ondervond toen ook moeilijkheden met het handelen door de Alzheimer dementie. F. bevindt zich in de tweede fase van dementie: de verdwaalde ik. In het WZC zit ze altijd op haar kamer, enkel om te eten gaat ze naar de leefgroep. Op haar kamer houdt ze zich vooral bezig met breien en soms televisie kijken. CMOP Persoon Affectief: Houdt van een babbel en biedt geen weerstand voor aanrakingen. Ze geniet van een massage. Uitdrukken van haar gedacht/ gevoelens gebeurt nog verbaal. Cognitief: Heeft problemen met het korte termijn geheugen. F. kan nog lezen en getallen herkennen. F. is soms verward qua ruimte en tijd. Fysiek: F. kan nog stappen maar heeft wel ondersteuning nodig van een arm. F. gaat soms nog fietsen in de kinesitherapieruimte. Tijdens het zitturnen voert F. alles nog goed uit. Voor lange afstanden heeft F. een rolstoel nodig. Spiritualiteit: Het zinvolle handelen is belangrijk voor de levenskwaliteit. F. is graag bezig met iets zoals met breien. Handelen Productiviteit: F. was vroeger tapijtbewerkster. Ze doet mee aan de activiteiten maar het mag niet te lang duren. In haar kamer breit ze nog heel veel. Zelfzorg: Krijgt in de week elke dag een ADL. Heeft stimulatie nodig om veel te eten van een warme maaltijd. Het toiletgebeuren doet ze alleen. F. gaat wekelijks naar de kapper en om de vijf weken komt de pedicure. Ontspanning: F. leest graag en ze breit ook vaak. Omgeving Sociaal: F. krijgt vaak bezoek van onder andere haar kinderen en van haar schoonfamilie. Cultureel: F. verblijft in het WZC Sint Jozef dat christelijke geïnspireerd is, sinds 2009. Institutioneel: Sint Jozef in Moorsele maakt deel uit van de groepering GVO. Fysiek: eerste verdieping van de nieuwbouw of blok B. F. heeft uitzicht op de vijver en de school vanuit haar kamer. Vanuit de leefruimte kijkt ze in de tuin van het WZC.
63 Het onderzoek De schoonzus van F. had de informatiesessie gevolgd en deed ook twee keer beroep op de individuele begeleiding. De eerste keer werd er geen observatiefiche ingevuld maar de tweede keer werd er wel een ingevuld. (bijlage 9) De schoonzus had deelgenomen omdat F. vaak verbaal agressief is tegenover haar. Ze wou een hulpmiddel verkrijgen waardoor F. rustiger werd. Daarbij kan de schoonzus extra aandacht besteden aan F. De medewerker van de kern heeft twee keer een handmassage gegeven aan F. waarbij er twee keer een observatiefiche werd ingevuld. (bijlage 10) Observatiefiches De 2 uitersten
0 tot 10 Korte/lange ademhaling Oppervlakkige/lange ademhaling Geen/veel geluiden Stille/luide geluiden Ogen open/dicht Weinig/veel spierspanning Weinig/veel bewegen Geen/veel (oog)contact Geen/veel emotie
Familielid (bijlage 9)
Medewerker 1ste keer (bijlage 10)
Medewerker 2de keer (bijlage 10)
Voor/tijdens/na 4/7/6 3/6/6 8/4/8 6 / 3 / 10 10 / 5 / 4 7/4/4 6 / 3 / 10 7 / 5 / 10 5/3/9
Voor/tijdens/na 3/5/6 3/4/5 10 / 6 / 5 5/4/4 10 / 6 / 5 6/4/3 7/6/6 8/5/6 4/4/6
Voor/tijdens/na 4/6/6 4/6/6 5/2/4 4/3/5 10 / 5 / 10 6/4/4 5/1/5 8/3/7 4/2/4
De eerste keer dat er een observatiefiche werd ingevuld bij de handmassage van de schoonzus blijkt dat F. alles laat gebeuren. Er is geen verzet richting de schoonzus, wat verbaal wel vaak het geval is. Tijdens de eerste individuele sessie werd er geen observatiefiche opgesteld, maar had F. het wel moeilijk om rustig te blijven zitten. Aan de hand van de observatiefiche worden er veranderingen vastgesteld, zoals F. praat veel voor en in het begin van de handmassage, maar op het einde van de handmassage wordt ze heel rustig. Na de massage antwoordt F. enkel als er iets gevraagd wordt en neemt ze zelf geen initiatief om contact te maken. Tijdens de massage vallen haar ogen af en toe dicht. Na de handmassage heeft ze geen moeite om haar ogen open te houden. Uit de individuele sessie met de medewerkers blijkt dat F. zich gemakkelijk overgeeft aan de medewerker. Ze doet geen enkele moeite om zich te verzetten en laat alles toe. Uit de observatiefiche blijkt dat F. zich kan ontspannen door een handmassage. Zelfs na de massage blijft ze steeds in slaap vallen. Tijdens de individuele sessies werden er ook etherische oliën gebruikt zowel om te verstuiven als om te masseren. Er werd lavendel gebruikt bij de sessie met de schoonzus en bij de tweede individuele sessie van de medewerker. F. reageerde goed op de etherische olie die vooral kalmerend werkt. Tijdens de eerste individuele sessie van de medewerker werd er zoete sinaasappel verstoven als etherische olie. Eucalyptus en grove den werden gebruikt om te masseren. F. reageerde hierop heel sterk. Dat blijkt omdat F. na de sessie nog steeds in slaap viel. In de toekomst werd deze combinatie niet meer gebruikt bij F. omdat het een te grote reactie uitlokt. Deze drie etherische oliën zijn wel zware oliën.
64 De handmassage gegeven door de schoonzus is vooral bedoeld om contact te maken zonder dat F. zich er tegen verzet. Uit de sessie blijkt dat F. rustiger wordt en contact toelaat van haar schoonzus. De handmassage gegeven door de medewerker is vooral bedoeld om F. te laten ontspannen omdat ze zich zelden verzet tegenover een medewerker. Beide bedoelingen zijn geslaagd want ze laat contact toe met haar schoonzus en ze ontspant zich dankzij de medewerker. Voor de medewerker is het toch gemakkelijker om contact te maken met F. dan de schoonzus. Dit kan komen omdat het familielid een langere voorgeschiedenis heeft met F. dan de medewerker. En omdat F. de medewerkers dagelijks ziet en F. ziet de medewerkers als zorgverleners. Het is zeker nuttig dat de schoonzus blijft contact maken via massage, zo ervaren F. en de schoonzus contact maken zonder een poging tot verzet.
65
8.3.2
Volgcliënt E.V.
Levensloop E. is geboren in Ledegem in 1944. Hij is getrouwd met A. en heeft twee kinderen. Voor zijn opname woonde hij in Gullegem. E. is katholiek opgevoed en hij werkte als productieleider. Sinds 2012 verblijft hij in het WZC van Moorsele. E. heeft een cardiovasculaire aandoening met een linker hemiparese. E. verblijft altijd in de leefgroep. Enkel wanneer zijn vrouw op bezoek komt, gaan ze samen naar E. zijn kamer. Hij ondervindt moeilijkheden in het handelen door de hemiparese maar ook door de frontotemporale dementie. Hij bevindt zich in de tweede fase van dementie: de verdwaalde ik. CMOP Persoon Affectief: E. geeft graag een hand aan de medewerkers en de bewoners. Zijn gedrag is heel wisselend. E. begint snel te wenen zowel wanneer hij verdrietig is of indien hij blij is. Verbaal kan E. zich goed uitdrukken. Cognitief: E. kan nog getallen herkennen en lezen. Fysiek: Hij is eenzijdig verlamd en zit in een rolstoel. De kinesist komt vier dagen in de week om zijn linkerarm te masseren. Spiritualiteit: Het zinvolle handelen is belangrijk voor de levenskwaliteit. Handelen Productiviteit: Samen met zijn echtgenote neemt hij deel aan de activiteiten. Hij is vaak gemotiveerd om deel te nemen aan de activiteiten. Zelfzorg: E. is volledig afhankelijk van hulp bij het wassen en aankleden. Hij kan met een aangepast bestek alleen eten. E. gaat naar de kapper wanneer dit nodig is. Ontspanning: E. kijkt graag tv of praat graag met zijn bezoekers. Omgeving Sociaal: E. krijgt iedere dag bezoek van zijn echtgenote. Er komen heel veel kennissen op bezoek. Cultureel: E. verblijft in het WZC Sint Jozef dat christelijk geïnspireerd is, sinds 2012. Institutioneel: Sint Jozef in Moorsele maakt deel uit van de groepering GVO. Fysiek: eerste verdieping van de nieuwbouw of blok B. E. heeft uitzicht op een wandelpad vanuit zijn kamer. Vanuit de leefruimte kijkt hij in de tuin van het WZC.
66 Onderzoek De echtgenote van E. heeft de infosessie gevolgd en ze deed drie keer beroep op de individuele sessie. De eerste keer werd er geen observatiefiche ingevuld, hierdoor zijn er twee observatiefiches van E. beschikbaar.( bijlage 11) De echtgenote nam deel aan de sessie omdat ze interesse had in de handmassage, maar vooral om meer intieme momenten met haar man te beleven. Het is een hulpmiddel om toch affectief met haar man om te gaan. Het koppel kan samen iets doen. E. roept heel veel en zijn vrouw schaamt zich soms hierover. Doordat zijn echtgenote hem een handmassage geeft, wordt hij rustiger en zal het roepgedrag afnemen na de massage. De medewerker heeft twee keer een observatiefiche ingevuld over de handmassage. (bijlage 12) Observatiefiches De 2 uitersten
0 – 10
Familie 1ste keer (bijlage 11)
Familie 2de keer (bijlage 11)
Medewerker 1ste keer (bijlage 12)
Medewerker 2de keer (bijlage 12)
Voor/tijdens/na Voor/tijdens/na Voor/tijdens/na Voor/tijdens/na
Korte/lange ademhaling
3/4/4
3/7/5
3/4/4
3/7/5
Oppervlakkige/lange ademhaling
2/3/3
2/6/5
2/3/3
2/6/5
Geen/veel geluiden
10 / 7 / 6
10 / 4 / 6
10 / 7 / 6
10 / 4 / 6
Stille/luide geluiden
9/6/6
9/3/4
9/6/6
9/3/4
Open open/dicht
10 / 8 / 10
10 / 6 / 10
10 / 8 / 10
10 / 6 / 10
Weinig/veel spierspanning
10 / 7 / 7
9/5/7
10 / 7 / 7
9/5/7
Weinig/veel bewegen
7/8/7
8/4/6
7/8/7
8/4/6
Geen/veel (oog)contact
6 / 8 / 10
7 / 6 / 10
6 / 8 / 10
7 / 6 / 10
Geen/veel emotie
10 / 7 / 9
10 / 6 / 10
10 / 7 / 9
10 / 6 / 10
De twee observatiefiches van de echtgenote kunnen vergeleken worden met elkaar. Bij de eerste observatiefiche valt op dat hij heel snel rustig wordt en minder roepgedrag vertoont maar na een tijdje begint E. terug te roepen en wil hij dat de massage stopt. Zijn echtgenote stopt direct met de massage omdat E. er genoeg van heeft, dat ondersteunt E. verbaal. Na de massage is het roepgedrag wel verminderd. Bij de tweede observatiefiche zijn er veranderingen, E. laat zijn echtgenote de volledige massage uitvoeren. Hij is veel rustiger dan tijdens de vorige keer en is verbaal veel minder agressief. De ademhaling is een stuk langer en dieper dan bij de eerste observatiefiche. Voor, tijdens en na de massage zijn er ook opmerkingen merkbaar. Het roepgedrag neemt af tijdens en na de massage. De opmerkingen richting zijn vrouw verminderen na de aanrakingen. De observatiefiches van de medewerker kunnen ook vergeleken worden. Hierin zijn er ook zaken op te merken. E. biedt geen enkele keer weerstand tegenover de medewerker. Zijn roepgedrag neemt af en zijn ogen vallen af en toe eens dicht. Na de beide massages is E. een stuk rustiger en vraagt hij veel minder aandacht. De observatiefiches van de echtgenote en de observatiefiches van de medewerker zijn op hetzelfde moment ingevuld waardoor de cijfers hetzelfde zijn.
67 Hierdoor wordt er wel opgemerkt dat de reacties tegenover zijn echtgenote helemaal anders zijn dan tegenover de medewerker. Tijdens de individuele sessies werd er vooral basilicum gebruikt als etherische olie omdat deze olie gebruikt wordt bij allerlei nerveuze klachten. E. werd kalmer door het gebruik van de etherische olie, dit blijkt uit het roepgedrag die vermindert tijdens en na de handmassage. Zijn echtgenote wil meer intieme momenten met haar man. De eerste keer was dit niet gelukt omdat E. te agressief werd. De tweede keer kon er een leuker moment gecreëerd worden. E. biedt geen verzet tegenover de medewerker wat hij anders vaak doet. Hij herkent de medewerkers als personen die hem verzorgen, dus in zijn gedachtegang kunnen ze ook een massage geven als verzorging. Ook krijgt hij vier dagen in de week een handmassage van de kinesist. Vanuit zijn leefwereld klopt het niet dat zijn echtgenote hem een massage heeft. Hij herkent deze vorm van intiem moment niet met zijn vrouw, dit leidt tot verwarring. Bij de tweede keer dat er een observatiefiche werd ingevuld, is die verwarring al voor een stuk weg. Want hij ervaart dit niet meer als de eerste keer. Het roepgedrag vermindert omdat E. een moment van persoonlijke aandacht heeft, dus zijn basisbehoefte wordt vervuld. Een handmassage is een goed hulpmiddel om E. te laten ontspannen en het roepgedrag af te laten nemen. Ook om een moment te creëren tussen E. en zijn echtgenote.
68
8.3.3
Volgcliënt D.C.
Levensloop D. is geboren in Rollegem-Kapelle in 1936. Ze is weduwe maar heeft wel twee kinderen. Voor haar opname woonde ze in Moorsele. D. is katholiek opgevoed. Ze verblijft altijd in de leefgroep. D. neigt naar de derde fase van dementie: de verzonken ik. CMOP Persoon Affectief: D. toont geen emoties meer en kan zich verbaal niet meer uitdrukken. Ze zoekt geen fysiek contact met de medewerkers of de bewoners. Met haar ogen volgt ze alle bewegingen. Cognitief: Ze herkent geen getallen meer en kan niet meer lezen. Fysiek: Korte stukjes wandelen doet ze met een rollator anders wordt de rolstoel gebruikt. D. gaat nog af en toe fietsen in de kinesitherapieruimte. Spiritualiteit: Het zinvolle handelen is belangrijk voor de levenskwaliteit. Handelen Productiviteit: D. neemt passief deel aan de activiteiten. Enkel wanneer er groenten of fruit worden gesneden, neemt ze actief deel. Zelfzorg: D. heeft hulp nodig bij het wassen, aankleden en toiletbezoek. D. moet gestimuleerd worden om alleen te eten. Ze gaat naar de kapper wanneer dit nodig is. Ontspanning: Ze kijkt vaak naar de televisie. Omgeving Sociaal: D. krijgt soms bezoek van haar zonen en haar schoondochter. Cultureel: D. verblijft in het WZC Sint Jozef dat christelijk geïnspireerd is, sinds 2010. Institutioneel: Sint Jozef in Moorsele maakt deel uit van de groepering GVO. Fysiek: eerste verdieping van de nieuwbouw of blok B. D. heeft uitzicht op een wandelpad vanuit haar kamer. Vanuit de leefruimte kijkt ze in de tuin van het WZC.
69 Onderzoek De schoondochter heeft deelgenomen aan de informatiesessie. Er werd een observatiefiche ingevuld en niet tijdens de eerste individuele sessie. De schoondochter zou graag iets samen doen met haar schoonmoeder. Het is verbaal niet mogelijk om een gesprek te voeren want D. antwoordt niet. De schoondochter wil laten voelen dat ze aanwezig is voor haar schoonmoeder, ook al kunnen ze geen gesprek voeren. Het initiatief komt van de schoondochter omdat ze behoefte heeft aan contact met haar schoonmoeder. Omgekeerd kan dit niet bevestigd worden. De medewerker heeft een handmassage uitgevoerd, daardoor is er één observatiefiche. Observatiefiches De 2 uitersten
Familie (bijlage 13)
Medewerker (bijlage 14)
Voor/tijdens/na
Voor/tijdens/na
Korte/lange ademhaling
2/6/6
4/6/6
Oppervlakkige/diepe ademhaling
2/6/6
5/7/7
Geen/veel geluiden
0/1/1
0/0/0
Stille/luide geluiden
0/1/1
0/0/0
10 / 7 / 10
10 / 4 / 10
Weinig/veel spierspanning
8/4/4
6/5/5
Weinig/veel bewegen
1/3/4
2/3/6
Geen/veel (oog)contact
4/6/8
8/5/5
Geen/veel emotie
1/1/5
0/2/2
0 – 10
Ogen open/dicht
Uit de observatiefiche van de schoondochter (bijlage 13) blijkt dat er reacties zijn van de ademhaling van D. Tijdens en na de massage maakt D. een beetje geluid door te zuchten. Hieruit kan ook afgeleid worden dat D. zich ontspant. Tijdens de eerste individuele sessie, waarbij de schoondochter de praktijk kreeg aangeleerd, was er van de zijde van D. geen verzet. Er zijn veranderingen in de observatiefiche van de medewerker aanwezig voor, tijdens en na de massage. (bijlage 14) Na de massage zocht D. minder oogcontact terwijl ze voor de massage net veel oogcontact zocht. Na de massage bewoog ze minder met haar handen dan voor de handmassage, maar toch bekeek ze af en toe haar handen na de massage. Na de massage kwamen de vele bewegingen van haar benen. D. reageert na de massage op een vraag van de medewerker door te glimlachen. De ademhaling van D. voor de massage van de schoondochter is veel onrustiger dan de ademhaling voor de massage van de medewerker. Het valt op dat D. sneller haar ogen sluit bij de medewerker dan bij haar schoondochter. Terwijl D. na de massage wel meer oogcontact zoekt met de schoondochter dan met de medewerker. Tijdens de individuele sessies werd vooral lavendel gebruikt omdat D. zich bevindt in de verborgen -ik fase. Door deze etherische olie krijgt D. het gevoel van veilige geborgenheid. Dat blijkt uit de observatiefiche van de schoondochter omdat D. opmerkelijk meer oogcontact zoekt na de massage. Voor de schoondochter is de handmassage vooral bedoeld om meer contact te maken en een activiteit uit te voeren met D. Vanuit de observatiefiche kan gezegd worden dat het doel bereikt is.
70
8.4
Conclusie onderzoek volgcliënten
Uit het onderzoek blijkt dat de drie personen met dementie positieve reacties kunnen ervaren tijdens en na een handmassage. De populatie en de frequentie van het onderzoek is niet genoeg om te kunnen veralgemenen. De volgcliënten in deze BAP ervaren de handmassage als positief. Ze worden merkelijk rustiger en laten het contact via non-verbale communicatie toe. Ze genieten van de persoonlijke aandacht en de tijd die wordt vrijgemaakt voor hen, ook al kan één volgcliënt dit niet verbaal ondersteunen. Toch worden er veranderingen in het gedrag bij deze personen opgemerkt na de massage. De observatie na de massage stopt redelijk snel, dit kan nog uitgebreid worden richting de verzorging. Er wordt opgemerkt dat de volgcliënten het moeilijker hebben met een massage gegeven door hun familielid, dan een gegeven massage door de medewerker. Ze laten niet altijd direct toe dat hun familielid hen zo benadert. Er wordt meer weerstand geboden door de soort relatie. De relatie met het familielid is vaak intiemer en hechter dan de relatie met de medewerker. De persoon met dementie heeft ook een geschiedenis met hun familielid, wat de bewoner niet heeft met de medewerker. De bevindingen met de volgcliënten zijn belovend voor verder onderzoek. Binnen het WZC, waar in het kader van deze BAP werd gewerkt, is het gebruiken van non-verbale communicatie via handmassage en aromatherapie zowel door de medewerkers als door de familieleden ervaren als een meerwaarde.
71
9
Het product voor de stageplaats
Het tot stand komen van het product namelijk een massagemap, gebeurde geleidelijk aan. Het product begon met het uitschrijven van de technieken en de volgorde van de handmassage. Maar enkel de geschreven uitleg is vaak moeilijk om te begrijpen en om correct uit te voeren. Daarom werd er bij elke techniek een foto geplaatst. Deze foto‟s zijn een illustratie van de tekst. Een voorbeeld van de uitleg met de foto‟s:
Effleurages met beide handen. Leg de handen zodat je de armen omhult en de duimen elkaar overlappen. Je strijkt of glijdt langzaam naar boven tot de elleboog.
Rustig terugglijden langs de zijkant van de onderarm. Herhaal dit enkele keren. Voor de medewerkers en de familieleden was de handleiding (bijlage 4) een goeie ondersteuning om zo de technieken onder de knie te krijgen. Deze handleiding was klaar voor de informatiesessie met de medewerkers, want dit was het instrument waarmee het praktisch deel werd ingeoefend. De familie kreeg de handleiding mee om alles eens goed te bekijken en zich toch al een beetje voor te bereiden op de individuele sessie. Na de informatiesessie met de medewerkers kwamen er twee steekkaarten tot stand.(bijlage 5) De ene was een verkorte handleiding van de handmassage met enkel de namen van de technieken op vermeld. Het moest een praktische steekkaart worden, daarom moest alles op een zijde van een blad passen. Deze steekkaart kon dan gebruikt worden tijdens de individuele sessie met de medewerkers. Het was bedoeld als een extra steuntje zodat ze even konden spieken indien ze de volgorde van de technieken niet meer wisten. Zo kon de medewerker zonder het contact met de bewoner te verliezen even kijken op de steekkaart. Op de andere steekkaart staan vooral de hoeveelheden van de toepassingen met etherische oliën vermeld. Natuurlijk de acht etherische oliën en de twee massageoliën, die gebruikt worden in de BAP, met meer uitleg omtrent hun werking. De steekkaarten zijn allebei geplastificeerd zodat er geen olievlekken op raken en omdat de steekkaarten veel steviger zijn voor gebruik.
72 De observatiefiche (bijlage 8) kwam tot stand tussen de infosessie en de individuele sessies van de medewerkers. Zo kon de observatiefiche direct gebruikt worden. Deze kwam tot stand doordat het deel uitmaakt van het onderzoek van de BAP. De observatiefiche is voor een stukje gebaseerd op een pijnschaal. Er wordt ook gebruik gemaakt van twee uitersten en deze worden dan vertaald in cijfers van 0-10. De dvd (bijlage 15) werd gemaakt om de handmassage te tonen aan de familie tijdens de informatiesessie. De opname toont al de technieken maar het bevat geen verbale ondersteuning, omdat het vooral gaat om hoe de technieken worden uitgevoerd. De film duurt 10 minuten en al de technieken worden uitgebeeld. Het is de bedoeling dat deze dvd nog wordt gebruikt na de infosessie van de familie. Het kan dienen als een opfrissing voor zowel de medewerkers als de familieleden. Indien er enige onzekerheid is over de uitvoering van de technieken kan deze dvd een hulp zijn. In de massagemap zitten de technische fiches van de etherische oliën. (bijlage 16) Omdat er hierin meer informatie staat over de etherische olie dan op de verpakking of op het flesje. O.a. de samenstelling en land van herkomst van de etherische olie. Hierdoor kunnen de medewerkers meer informatie verkrijgen rond het product. Alle producten bevinden zich in één map die ik de massagemap noem. Deze map bevindt zich in elke leefgroep, dus in totaal zijn er zes mappen aanwezig in het WZC. De map werd afgegeven door de begeleider aan een lid van de kern of aan de teamcoördinator. Het bevat van elk element één exemplaar dus alles moet na gebruik terug verzameld worden in de massagemap. De observatiefiche moet gekopieerd worden indien men ze wil gebruiken.
73
Besluit praktisch deel De praktijk werd uitgevoerd in het WZC Sint Jozef. De uitwerking van deze BAP begon bij de opbouw van de sessies, zowel de informatiesessies als de individuele sessies. De familie en de medewerkers kregen hierbij voldoende informatie en begeleiding om de handmassage uit te voeren. Er was voldoende materiaal voorzien om alles vlot te laten verlopen. De opvatting van de informatiesessie was bewust anders bij de medewerkers dan bij de familie. De informatie die de medewerkers nodig hebben voor de handmassage is anders dan de informatie die de familie vereist. Uit de sessies blijkt dat de noden anders zijn en toch is het doel voor de beide partijen gedeeltelijk hetzelfde, namelijk contact maken met de persoon met dementie. Door de individuele sessies konden er observatiefiches opgemaakt worden en aan deze observatiefiches werd er een onderzoek gekoppeld. Hieruit kwamen drie volgcliënten, deze reageerden over het algemeen positief op de handmassage. Er zijn maar drie volgcliënten omdat de familie van de persoon met dementie ook de sessies moest volgen. Zo kon het onderzoek vergelijkingen maken tussen de medewerkers en de familieleden. Dit was wel een nadeel van de BAP omdat er hierdoor beperkingen optraden. Door de sessies kwam er een product tot stand dat werd goed onthaald door de medewerkers en de familie. Dankzij het product kan de stageplaats verder aan de slag, ook na het vertrek van de begeleider. Het is een product dat ondersteuning biedt indien er moeilijkheden zijn met technieken of met het gebruik van de etherische oliën. In het praktisch deel werd er de nadruk gelegd op het proces van het aanbieden van het hulpmiddel, om uiteindelijk tot het resultaat van het product te komen. De doelstellingen die vooropgesteld waren, zijn goed uitgewerkt in de sessies wat ook leidt tot het resultaat dat bekomen is. De begeleider had de functie om de informatie correct over te brengen naar de medewerkers en de familie in de informatiesessies. De taak van observeren was ook weggelegd voor de begeleider tijdens de individuele sessies. In het algemeen moest de begeleider zich flexibel opstellen om het proces tot een goed einde te brengen.
74
Algemeen besluit In de inleiding werden drie vragen geformuleerd, waar er een zo goed mogelijk antwoord wordt op gegeven. Vanuit het beschreven deel worden de antwoorden geformuleerd. Kan de ergotherapeut/ wellnesscoach een meerwaarde bieden op het vlak van fysiek contact stimuleren tussen familie/medewerkers en personen met dementie? Uit de informatiesessies en uit de individuele sessies blijkt dat de ergotherapeut een meerwaarde kan bieden op vlak van fysiek contact, dit door de medewerkers en de familie te stimuleren om contact te maken met de personen met dementie. In de toekomst kan de ergotherapeut/ wellnesscoach ook een meerwaarde bieden op gebied van opvolging van de handmassage. De ergotherapeut/ wellnesscoach kan dan functioneren als begeleider zodat de therapeutisch interventie niet vervaagt in een moment van wrijven op de hand van de persoon met dementie. De ergotherapeut/ wellnesscoach kan de familie en de medewerkers blijven stimuleren om de handmassage uit te voeren zodat het niet verdwijnt na een tijdje. Hoe zal de persoon met dementie reageren op fysiek contact met behulp van een complementaire techniek zoals de Zweedse massage? Er kan gesteld worden dat de drie volgcliënten positief reageren op de Zweedse massage. Er moet wel opgemerkt worden dat de frequentie te laag is om een effectief besluit te stellen maar uit de gemaakte observatiefiches blijkt dat de personen met dementie rustiger worden. Dit blijkt dan weer uit de ademhaling die dieper en trager wordt. Tijdens de massage vermindert het roepgedrag en wordt er minder bewogen door de personen met dementie. De twee volgcliënten die het verbaal nog konden ondersteunen, gaven positieve feedback over hun ervaringen. Zijn de reacties anders als de gever een familielid of een medewerker van het woonzorgcentrum is? De reacties zijn anders bij de eerste handmassage gegeven door een familielid dan bij deze door een medewerker gegeven. De persoon met dementie reageert eerst wat terughoudend als het familielid de massage wil uitvoeren, terwijl de persoon met dementie de medewerker zijn gang laat gaan. Dit kan komen omdat de medewerker gezien wordt als een zorgverlener en hun familielid minder. De medewerker heeft vaak al fysiek contact tijdens de verzorging of tijdens een activiteit (zoals het verwennen van de handen) met de volgcliënten, waardoor het voor de persoon met dementie geen nieuwe ervaring is. De persoon met dementie heeft een geschiedenis met het familielid, waardoor er een bepaalde band ontstaan is. Hierdoor kan het zijn dat de handmassage niet past in het beeld dat de persoon met dementie heeft over het familielid. Het kan zijn dat de persoon met dementie deze soort van contactname niet kent vanuit het verleden, waardoor het een nieuwe ervaring is voor de beide partijen. Het toekomstperspectief is gericht op het blijven uitvoeren van de handmassage door de medewerkers en de familie. Hopelijk kan de ergotherapeut van het WZC de taak als begeleider op zich nemen zodat de voortzetting gegarandeerd is.
75
Referentielijst Ballaard, G., O‟Brein, J.T., Reichelt, K. & Perry, E.K. (2002). Aromatherapy as a Safe and Effective Treatment for the Management of Agitation in Severe Dementia: The Results of a Double-Blind, Placebo-Controlled Trail With Melissa. Geraadpleegd op 17 december 2012 via http://ot.creighton.edu/community/EBLP/Question4/Ballard%202002%20Aromatherapy%20a s%20a%20safe%20and%20effective%20treatment%20for%20the%20management%20of%2 0agitation.pdf Bilo, R.A.C. & Voorhoeve, H.W.A. (2008, 7de druk). Kind in ontwikkeling, een handreiking bij de observatie van jonge kinderen. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Davis, P.K. (1993). Liefdevolle aanraking. Deventer: Ankh-Hermes. De huid (z.j.). Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://www.anthemis.nl/huid.htm Dejonghe, F. (2009). Basisattitudes [syllabus]. Hogeschool West-Vlaanderen. Bachelor in de ergotherapie/wellnesscoaching. de Koker, K. & van de Wygaert, R. (2003). Zorg in partnerschap. Geraadpleegd op 20 november 2012 via http://www.vvi.be/presentaties/animatie/de%20animatieve%20opdracht%20van%20de%20o uderenzorg.htm Dorling Kindersley Ltd. (2003). Zintuigreceptoren. [Afbeelding] Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://www.kiesbeter.nl/ziekte-en-gezondheid/medische-encyclopedie/structuur-en-functiezintuigreceptoren/ Eucerin. (2009). De lederhuid. [Afbeelding] Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://www.eucerin.com/nl/de-huid/informatie-over-de-huid/de-huid-en-haar-cellen/delederhuid-dermis-of-corium/ Eucerin. (2009). De opperhuid. [Afbeelding] Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://www.eucerin.com/nl/de-huid/informatie-over-de-huid/de-huid-en-haar-cellen/deopperhuid/ Geudens, F. (z.j.). Communicatie met dementerenden. Turnhout: Vlaamse Alzheimer Liga vzw. Geudens, F. (z.j.). Het denken en handelen van dementerende personen. Op zoek naar een verklaringsschema. Turnhout: Vlaamse Alzheimer Liga vzw. Giese, T. (2005, november-december). Complementary and Alternative Medicine CAM: Position Paper. The American Journal of Occupational Therapy Hermans, T. (z.j.). Dementie [Gedicht] Geraadpleegd op 11 oktober 2012 via http://www.uitvaartzorgleiden.nl/index.php/teksten-en-gedichten/3-gedichten-vervagen-overdementie Holzhauer, F.F.O. (2002). Communicatie: theorie en praktijk. Schoonhoven: Academic Service. Huidweb. (Z.j.). De onderhuid. [Afbeelding] Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://www.huidweb.nl/index.php?id=31 Jain, S. & Mills, P.J. (2009). Biofield Therapies: Helpful or Full of Hype? A Best Evidence Synthesis. Geraadpleegd op 10 december 2012 via http://link.springer.com/article/10.1007/s12529-009-9062-4/fulltext.html Kavanagh, W. (2012, 2de druk). Massagehandleiding. Utrecht: Veltman Uitgevers
76 Kinébanian, A. & le Granse, M. (2006, 2de druk). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Mens en gezondheid (2011). Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/77656-de-tastzin-zintuigen.html Nooij, L. (2009). Lichaam en gezondheid: het menselijke brein. Amsterdam/Brussel: THE reader's Digest BV. Ontwikkeling van de reukzin (2008). Geraadpleegd op 5 oktober 2012 via http://www.medicinfo.nl/%7B463ff8e5-ce36-4738-aec4-3a5bd158eced%7D Over cultuurverschillen (z.j.). Geraadpleegd op 1 oktober 2012 via http://www.gilde-samenspraak.nl/sitebuilder/index.asp?nodeid=235 Pollefiet, L. (2012, 5de druk). Schrijven: van verslag tot eindwerk. Do's & don'ts. Gent: Academia Press. Posthumus, E. (z.j.). De neus. [Afbeelding] Geraadpleegd op 6 oktober 2012 via http://www.jeugdlab.nl/WLPrenten/neuskleurjpg1.jpg Rijpkema, H. (2009, 5de druk). Aromecum: Aromatherapie van Absint tot Zonnebloem. Breda: Stichting Aromatherapie en Natuurlijke Gezondheidsontwikkeling. Rogge, P. (2011). Aromatherapie in de zorgverlening. Leuven: Acco. Schetsenco. (z.j.). Communicatievormen. [Afbeelding] Geraadpleegd op 1 oktober 2012 via http://schetsenco.wordpress.com/communicatievormen/ Sjankara. (z.j.). De aromastream. [Afbeelding] Geraadpleegd op 1 oktober 2012 via http://www.sjankara.com/index2.asp?begin=Y&lang=NL Smith, B.J., Cho Tang, K. & Nubeam, D. (2006). WHO Health Promotion Glossary: new terms. Geraadpleegd op 16 december 2012 via http://www.who.int/healthpromotion/about/HP%20Glossay%20in%HPI.pdf Van Braeckel, L. (2007). Minder regels, meer dialoog. Geraadpleegd op 10 maart 2013 via http://www.weliswaar.be/modulefiles/magazines/77-ethiek/pdfs/zorgethiek-in-hetwelzijnswerk.pdf Van de Ven, L. (2004). Ouder worden, het leven als antwoord. Leuven: Davidfonds. Van der Kooij, C. (2004). Gewoon lief zijn? Het maieutisch zorgconcept en het verzorgen van mensen met dementie. Utrecht: Lemma BV. Vanhove, M. & Devlieghere, G. (2007, 10de druk). Etherische oliën, handboek voor aromatherapie. Wielsbeke: De eenhoorn. Van Meer, K. & Neijenhof, J. (2000). Elementaire sociale vaardigheden, skillslab-reeks voor verzorgende vaardigheden. Mechelen: Kluwer. Verhaest, P. (2008). Basisinformatie dementie. Antwerpen: Expertisecentrum Dementie Vlaanderen vzw. Vinke, H., Flens, C. & Kollaard, S. (2007, 6de druk). Zorgboek dementie. Stichting september.
77
Bijlagen Bijlage 1: Affiche en algemene uitnodiging Bijlage 2: De persoonlijke uitnodiging voor de familie Bijlage 3: De informatiesessie voor de medewerkers Bijlage 4: De handleiding met foto‟s Bijlage 5: De steekkaart Bijlage 6: De voorstelling in de TBO Bijlage 7: De infosessie voor de familie Bijlage 8: Blanco observatiefiche Bijlage 9: Observatiefiche familie: F.D. Bijlage 10: Observatiefiches medewerker: F.D. Bijlage 11: Observatiefiches familie: E.V. Bijlage 12: Observatiefiches medewerker: E.V. Bijlage 13: Observatiefiche familie: D.C. Bijlage 14: Observatiefiche medewerker: D.C. Bijlage 15: DVD Bijlage 16: Technische fiche (een voorbeeld)
78
Bijlage 1: De affiche en de algemene uitnodiging
Uitnodiging Als ik je bejaarde vader of moeder ben, toe, raak me aan zoals ik werd aangeraakt toen ik nog heel jong was. Houd mijn hand vast, zit dicht bij me, geef me kracht en verwarm mijn vermoeide lichaam met jouw nabijheid. Al is mijn huid nu gerimpeld, ze vindt het heerlijk om aangeraakt te worden. Phyllis K. Davis
Soms is het niet makkelijk om contact te leggen met je familielid. Het contact is vaak anders dan voorheen en dan voelt ieder zich wel eens onwennig. Omdat aanrakingen voor iedereen van levensbelang zijn, willen we je graag tonen hoe je op een eenvoudige manier met je familielid contact kunt maken. In gemoedelijke bijeenkomsten willen we stap voor stap tonen hoe je een persoon kan bereiken door haar/hem een rustgevende handmassage te geven. Dit op een manier die volledig aangepast is aan onze bewoners. Indien je je aangesproken voelt om deel te nemen of indien je meer informatie wenst, mag je je vrijblijvend wenden tot iemand van het animatieteam (Heleen, Lindsay, Ann-Laure) of tot Sibylle (dit graag voor eind september). Hopelijk tot later! Daphne Flamez, studente ergotherapie-wellnesscoaching in samenwerking met Heleen, Lindsay, Ann-Laure en Sibylle.
79
Bijlage 2: De persoonlijke uitnodiging
Uitnodiging Als ik je bejaarde vader of moeder ben, toe, raak me aan zoals ik werd aangeraakt toen ik nog heel jong was. Houd mijn hand vast, zit dicht bij me, geef me kracht en verwarm mijn vermoeide lichaam met jouw nabijheid. Al is mijn huid nu gerimpeld, ze vindt het heerlijk om aangeraakt te worden. Phyllis K. Davis
Beste A. Bedankt voor de interesse en hierbij nodig ik jou uit voor een rustgevende bijeenkomst. “Omdat aanrakingen voor iedereen een basisbehoefte is.” We gaan samen, stap voor stap, de handmassage ontdekken op 15 november. We ontvangen je graag met koffie om 14u. Het einde is voorzien rond 15u30. Alles verloopt rustig en aangepast aan de bewoner. Gelieve te bevestigen voor 22 oktober of deze datum past voor jou. Indien het je niet goed uitkomt, gelieve dit ook te melden. Zo kunnen we samen zoeken naar een gepast moment. Hopelijk tot de 15de! Daphne Flamez, studente ergotherapie-wellnesscoaching in samenwerking met Heleen, Lindsay, Ann-Laure en Sibylle.
80
Bijlage 3: Sessie voor de medewerkers Uitleg over de namiddag We beginnen met een deel theorie over de massage en de aromatherapie. Dit duurt ongeveer een uur. Dan nemen we een korte pauze van 15 minuten. Het praktisch deel volgt hierop en duurt ongeveer 1u30.
De theorie De Zweedse massage of de klassieke massage is de basis van alle Westerse massages. De grondlegger is Per Hendrik Ling die invloeden van over heel de wereld meebracht naar Europa. Hieruit is dan het Swedisch Movement System ontstaan. Een Nederlander heeft de basistechnieken een Franse term gegeven. De Zweedse massage wordt gebruikt als ontspanningsmiddel of als middel om te revalideren. Wij gaan ons beperken tot het doel om te ontspannen. Er zijn zes basistechnieken, even een opsomming van de termen. Effleurage Petrissage Frictie Percussie Vibratie Compressie Deze basistechnieken worden niet allemaal toegepast in een handmassage, maar toch wou ik ze even vermelden omdat ze bij de Zweedse massage horen. De werking van de basistechnieken is voor het praktische deel. Anatomie Skelet De onderarm bestaat uit de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius) De onderarm is gehecht aan twee gewrichten namelijk de elleboog en de pols.
De hand is opgebouwd uit acht handwortelbeentjes Bootvormig been (os scaphoideum) Maanvormig been (os lunatum) Driehoeksbeen (os triquetrum) Erwtvormig been (os pisiforme) Haakvormig been (os hamatum) Veelhoekig been (os trapezium) Klein veelhoekig been (os trapezoideum) Hoofdvormig been (os capitatum)
81
De hand heeft nog vijf middenhandsbeentjes (ossa metacarpi) De vingers bestaan uit 14 kootjes. Alleen de duim heeft maar twee vingerkootjes i.p.v. drie vingerkootjes. Daardoor ook maar twee gewrichten i.p.v. drie gewrichten. De basiskootjes (phalanges proximalis) De middenkootjes (phalanges media) De eindkootjes (phalanges distalis)
Spieren De onderarm en de hand bevatten veel spieren, daardoor kunnen we veel bewegingen maken met de onderarm en de handen. De onderarm en de hand bevatten 30 verschillende spieren. Deze kunnen we indelen in de ventrale, laterale en dorsale spieren van de onderarm en de spieren van de duimbal, de handpalm en de bal van de pink. De spiergroepen: De ventrale spiergroep Ellebooggewricht: flexie of buigen Polsgewricht: palmaire flexie of buigen met de handpalm richting de onderarm. De laterale spiergroep aan de kant van de radius Ellebooggewricht: flexie of buigen, pronatie en supinatie: draaien met de hand Polsgewricht: dorsale flexie of buigen met de handrug richting de onderarm, abductie naar de radiale zijde of afvoeren van de hand richting het spaakbeen De dorsale spiergroep Ellebooggewricht: extensie of strekken Polsgewricht: dorsale flexie of buigen met de handrug richting de onderarm, abductie naar ulnaire zijde of afvoeren van de hand richting de ellepijp Vingergewricht: extensie of strekken van de vingers Spieren van de duimmuis Flexie of buigen Abductie of afvoeren Adductie of aanvoeren Oppositie of tegenover de vingers zetten Spieren van de handpalm Flexie of buigen van de vier vingers Extensie van de vier vingers Spieren van muis van de pink Flexie of buigen van de pink Abductie of afvoeren van de pink Extensie of strekken van de pink Oppositie of tegenover de duim zetten
82 De huid De huid bestaat uit drie lagen. Deze lagen bestaan zelf nog uit enkele lagen. De opperhuid is de laag die contact maakt met de buitenwereld. In deze laag vindt de vernieuwing van de huid plaats. De opperhuid bestaat uit vijf lagen namelijk de hoornlaag, de glanslaag, de korrellaag, de stekelcellenlaag en de onderste laag. De lederhuid bevat de bloedvaten, de zenuwen en lymfevaten. De tweede laag bestaat uit de papillaire laag en de netvormige laag. Het onderhuids bindweefsel bevat vooral vetweefsel die een beschermende functie heeft.
1. De opperhuid 2. De lederhuid 3. Onderhuids bindweefsel 4. Haarfollikel 5. Talgklier 6. Zweetklier
De effecten van de massage De bloedcirculatie wordt verbeterd door de massage, hierdoor een betere toevoer van het bloed naar de spieren, sneller afvoeren van de afvalstoffen en de bloeddruk die verlaagd wordt; Ontspannen, waardoor er minder stress en angst ontstaat, hierdoor ondervind je minder slaapproblemen en depressieve gevoelens Opwekken van het lichaamsbewustwording Opwekken van verschillende neurotransmitters of hormonen zoals endorfine, oxytocine, … die vrijkomt bij een massage Het zorgt dat de pijn vermindert De spanningen worden weggenomen van zowel het fysieke als het emotionele lichaam.
83 Contra-indicatie Algemeen: Als de arts de massage afraadt (voorbeeld bij hartstoornissen) Aanpassing van de massage (kan zijn door het gebruik van medicijnen) Een massage uitvoeren na een (zware) maaltijd Totale contra-indicaties: Virusinfectie of totale uitputting Koorts Besmettelijke ziekte of huidklachten Ontsteking van een groot oppervlakte Aandoeningen die medische zorg nodig hebben Onder invloed van drugs of alcohol → In deze gevallen geen massage uitvoeren Plaatselijke contra-indicaties: Recente breuk, verrekking of verstuiking Littekenweefsel Blauwe plekken Ontstoken gebied Spataders Moedervlek ( indien deze pijnlijk is) → De massage kan worden uitgevoerd maar niet op de plaats van het probleem. Aanraking is een basisbehoefte Bij het uitvoeren van de massage spreken we vooral de tastzin aan. Dit zintuig zorgt voor het contact met de buitenwereld. Fysiek contact maakt deel uit van ons sociaal leven. Daarom mogen we het zeker niet verwaarlozen. Er hangt veel taboe rond een aanraking zowel op de werkvloer als tijdens de vrije tijd. Terwijl aanrakingen noodzakelijk zijn voor alle levende wezens. Door elkaar aan te raken uiten we onze gevoelens en tonen we begrip voor elkaar. Deze vorm maakt deel uit van onze communicatie. Aanrakingen vormen de basis van het zelfbeeld bij kinderen. Een kind die vaak positief aangeraakt wordt, ontwikkelt meer zelfrespect dan een kind die niet veel aanrakingen heeft gekend. Dit duidt op de noodzaak van fysiek contact. Het is in alle levensfases belangrijk om fysiek contact te hebben. Aanrakingen hebben positieve effecten op zowel de gever als op de ontvanger. Dus beide personen hebben er baat bij. Personen met beginnende dementie voelen zich vaak alleen omdat ze merken dat er iets mis is. Door een massage uit te voeren, laat je merken dat je er bent voor hen. Door de aanrakingen kunnen de angsten rond verlies van gezondheid verminderen. Bij personen met ernstige dementie is fysiek contact vaak de enige vorm van communicatie. Door de massage laat je blijken dat ze er mogen zijn en ze zeker niet worden “vergeten”. Communicatie voeren is een doel en dan komt er nog een extra doel bij, namelijk ontspannen, dus aanrakingen/massage is een vaak onderschat element.
84 Sfeer Om een rustige sfeer te creëren gaan we met de persoon met dementie naar hun kamer. Het wordt dan een één op één moment als de massage uitgevoerd wordt op de kamer. De prikkels worden zoveel mogelijk vereenvoudigd. Het persoonlijk contact wordt vergroot door samen rustig de massage te beginnen en te eindigen. Als er niet gestoord mag worden, hang je een blad aan de kamerdeur. Zo kan de rust bewaard blijven. Het huidcontact met de ontvanger blijven behouden. De kamer moet een aangename temperatuur hebben zodat de persoon die de massage ontvangt het niet te koud krijgt. In het WZC kan dit niet geregeld worden door externen. Want door de massage daalt de lichaamstemperatuur en de spieren ontspannen als ze warm hebben. Om sfeer te creëren wordt er soms gebruik gemaakt van muziek. Dit gaan we niet doen omdat we de zintuiglijke prikkels willen beperken. We gaan ons richten op het sturen van prikkels vanuit de massage en aromatherapie. De verlichting wordt het best wat gedempt zodat er een warme sfeer gecreëerd wordt. Voorbereiding Voor we beginnen aan de massage gaan we de kamer zuiveren of ontsmetten. Dit gaan we doen door een etherische olie te verstuiven zoals citroen. We zorgen ervoor dat we alles bij de hand hebben zodat de massage niet onderbroken wordt. Een onderbreking in de massage zorgt voor een storing in het fysieke contact of de aanrakingen. Dit werkt niet ontspannend naar de bewoner toe. We zorgen ervoor dat onze handen gewassen zijn voor de massage en dat ze niet koud aanvoelen. We houden geen juwelen aan tijdens de massage. Zowel de gever als de ontvanger moeten een comfortabele houding aannemen. De hygiëne is even belangrijk als anders, dit wil zeggen bij iedere bewoner verse handdoeken gebruiken. De massage mag pas uitgevoerd worden als je er zelf klaar voor bent en je jezelf fit genoeg voelt om een massage uit te voeren. Voor we effectief beginnen te masseren, doen we een warming-up van onze handen. We maken rotaties met de handen zodat de polsen losgemaakt worden. We buigen de handen naar voor en naar achter. De vingers plooien en strekken. We gaan de handen nog een beetje warm wrijven. De massageolie We gaan deze namiddag twee verschillende massageoliën mengen zodat de werking van beide oliën behouden blijft. De oliën zijn jojoba-olie en macadamia-olie. Jojoba-olie gebruiken we omdat het zeer voedend is voor de huid en de houdbaarheidsdatum is heel lang. De olie komt niet ranzig maar kan wel stollen als het te koud bewaard wordt. Vanaf 10 % jojoba-olie wordt de houdbaarheid verdubbeld van een andere draagolie. Macadamia-olie verdubbelt de opnamecapaciteit van de huid en zo kan de etherische olie diep in de huid doordringen. De olie is universeel bruikbaar. Aromatherapie Het komt uit de kruidengeneeskunde. We maken hierbij gebruik van geurelementen of etherische oliën. Er bestaat een heel gamma met etherische oliën. Ik heb mezelf beperkt tot deze acht etherische oliën. Met deze acht gaan we werken deze namiddag. De oliën kunnen gebruikt worden in een massage, een bad of om te verstuiven.
85
Uitleg van de etherische oliën De algemene werking van de etherische oliën komt min of meer hierop neer. Toch heeft elke etherische olie nog zijn specifieke functie die je op papier zult krijgen. o ontgiften o zuiveren zowel ruimtes als het lichaam o uitscheiding van afvalstoffen stimuleren o stimuleren en regelen van het hart, de bijnierschors en de bloeddruk o hormonen in balans brengen en houden o spijsvertering bevorderen o psychisch regulerend werken naar het centrale zenuwstelsel o antibacterieel werken o antiviraal werken o schimmeldodend werken De specifieke werkingen per etherische olie wordt uitlegt tijdens de demonstratie van de oliën.
Hoeveelheid van de toepassingen In de massageolie 1% - 3% etherische olie toevoegen. Dat wil zeggen max. 60 druppels op 100ml basisolie. De acht verschillende etherische oliën mogen samen gebruikt worden. Als basisolie gaan we jojoba-olie en macadamia-olie gebruiken. Deze twee basisoliën gaan we samen mengen met de etherische oliën. Macadamia-olie zorgt ervoor dat de etherische olie beter en dieper in de huid dringt. Jojoba-olie werkt voedend en heeft geen houdbaarheidsdatum, de werking is al gegarandeerd vanaf 10%. De flesjes die we gaan gebruiken hebben een inhoud van 15ml. Zo kan je de massageolie meerdere malen gebruiken voor een handmassage. Je gebruikt best een etherische olie die je zelf graag ruikt. De etherische oliën moeten dezelfde werking hebben om het samen te kunnen gebruiken. Op 15ml basisproduct mag je drie tot negen druppels etherische olie gebruiken. Deze toepassing geldt ook voor de badtoepassingen. Bij het verstuiven gebruiken we maar vijf à tien druppels op de cartouche, bij het aromasteentje worden ook maar enkele druppels gebruikt. Uitleg aromastream De aromastream is een verstuiver die werkt met cartouches die af en toe vervangen moeten worden. Anders is er geen onderhoud nodig. Door de ventilator wordt de etherische olie in de lucht verspreid. We gaan een massageolie en een badolie maken.
Pauze De praktijk
Uitleg van de technieken Tonen van de massage De technieken oefenen per twee
86
Bijlage 4: Handleiding met foto’s De onderarm met de handrug naar boven. Effleurages op de onderarm en hand Effleurages met beide handen Leg de handen zodat je de armen omhult en de duimen elkaar overlappen. Je strijkt of glijdt langzaam naar boven tot de elleboog.
Rustig terugglijden langs de zijkant van de onderarm. Herhaal dit enkele keren. Effleurages met één hand uitvoeren. Afwisselende effleurages Laat één hand rusten op de hand van de ontvanger. Maak een strijkbeweging met de andere hand tot de elleboog en keer langzaam terug langs de zijkant. Deze beweging afwisselend uitvoeren met linker-of rechterhand. Elke beweging drie à vier maal uitvoeren.
87
Komeffleurages met beide handen Maak een kommetje van de beide handen, de ene hand boven de andere hand en omvat de onderarm. De beide handen bewegen hetzelfde moment.
Keer rustig terug langs de zijkant van de arm. Herhaal dit drie à vier keer.
Petrissages of kneedbeweging op de onderarm Plaats de handen aan de zijkant van de onderarm en de duimen liggen op de bovenkant. Afwisselend met beide handen kneden van de arm.
Rustig terugglijden. Drie maal herhalen.
88
Afwisselende effleurages
Kneedbeweging met één hand tot elleboog Omvat de onderarm met een hand en leg de duim aan de bovenkant. Kneed eerst met de ene hand tot de elleboog en daarna met andere hand. Houd contact met de hand die niet masseert. Rustig terugglijden. Deze techniek meerdere keren herhalen.
89
Komeffleurages met de twee handen
Kneedbeweging met beide handen samen Omvat de onderarm met beide handen en kneed met beide handen samen tot aan de elleboog. Glijd rustig terug en herhaal enkele keren.
Afwisselende effleurages
90 Handrug
Afwisselende effleurages op de handrug. Beginnen bij de vingers en strijken tot aan de pols.
Openvouwen van de handrug. Plaats de duimen op de handrug, de andere vingers omvatten de hand en glijd naar de zijkant van de handrug. Verplaats de duimen en strijk opnieuw naar de zijkant. Drie maal.
91
Kneden van de handrug. o 1 met beide duimen samen o 2 afwisselend
Rotaties van de gewrichten. Plaats de duim op het gewricht van het vingerkootje en maak kleine cirkels op het gewricht. Deze techniek doe je op alle veertien gewrichten.
92
Afstrijken van de vingers met de duim. Begin aan de pols en strijk tot aan de nagel. Deze beweging met een hand uitvoeren en de andere hand omvat de pols.
Rotaties tussen de middenhandsbeentjes. Het zijn vier baantjes. Begin bij de pols en eindig bij het eerste gewricht van de vinger.
Effleurages over de hand en de onderarm De hand en de arm omdraaien.
93 De onderarm met de handpalm naar boven. Herhalen van al de bewegingen van de onderarm met handpalm naar beneden. Effleurages op de onderarm en hand. Effleurages met beide handen. Leg de handen zodat je de armen omhult en de duimen elkaar overlappen. Je strijkt of glijdt langzaam naar boven tot de elleboog. Rustig terugglijden langs de zijkant van de onderarm. Herhaal dit enkele keren.
Effleurages met één hand uitvoeren. Afwisselende effleurages. Laat één hand rusten op de hand van de ontvanger. Maak een strijkbeweging met de andere hand tot de elleboog en keer langzaam terug langs de zijkant. Deze beweging afwisselend uitvoeren met linker-of rechterhand. Elke beweging drie à vier maal uitvoeren.
94
Komeffleurages met beide handen. Maak een kommetje van de beide handen, de ene hand boven de andere hand en omvat de onderarm. De beide handen bewegen hetzelfde moment. Keer rustig terug langs de zijkant van de arm. Herhaal dit drie à vier keer.
Petrissages of kneedbeweging op de onderarm. Plaats de handen aan de zijkant van de onderarm en de duimen liggen op de bovenkant. Afwisselend met beide handen kneden van de arm. Rustig terugglijden. Drie maal herhalen.
95
Afwisselende effleurages
Kneedbeweging met één hand tot elleboog Omvat de onderarm met een hand en leg de duim aan de bovenkant. Kneed eerst met de ene hand tot de elleboog en daarna met andere hand. Houd contact met de hand die niet masseert. Rustig terugglijden. Deze techniek meerdere keren herhalen.
96
Komeffleurages met de twee handen
Kneedbeweging met beide handen samen Omvat de onderarm met beide handen en kneed met beide handen samen tot aan de elleboog. Glijd rustig terug en herhaal enkele keren.
Afwisselende effleurages
97 Handpalm
Openvouwen van de handpalm met de duimen. Verplaats de duimen enkele keren.
De handpalm volledig kneden
98
Afstrijken van de pols tot de nagel. Plaats de rustende hand aan de pols om contact te behouden. Strijk met de duim.
Maak rotaties tussen de middenhandsbeentjes. Begin bij de pols en eindig bij het eerste gewricht van de vinger.
Afwisselende effleurages over de hand en de onderarm
99
Plaats een hand aan de elleboog en strijk tot beneden. Daarna met de andere hand.
Een keer afstrijken met beide handen samen van de elleboog naar de vingers toe om de massage af te sluiten.
Omhul de hand en de onderarm goed in een warme handdoek en start met de andere arm.
100
Bijlage 5: De steekkaarten De etherische oliën en massageoliën De massagetoepassing 1%-3% (20-60 druppels) etherische olie op 100 ml massageolie De badtoepassing 1%-3% (20-60 druppels) etherische olie op 100 ml badolie Verstuiven 5 à 10 druppels etherische olie De etherische olie Gebruik massagetoepassing, badtoepassing en verstuiven Basilicum - krampstillend - zenuwtonicum - verbeteren van faalangst - zorgt voor kracht en begrip
Atlasceder - huidaandoeningen - lymfecirculatiestoornissen - jeuk - vermindert verdriet en lijden - zorgt voor aanvaarding
Cypres -
Grove den - luchtwegenaandoening zoals astma en bronchitis - vermindert stress - eenzaamheid positief beïnvloeden - zorgt voor betere concentratie - werkt troostend
aderversterkend circulatiestoornissen oedeem van de onderste ledematen angst verminderend tegengaan van depressie
Eucalyptus smithii - luchtwegen aandoeningen - inzicht versterken - de druk verminderen - onverenigbaar met jodium - opletten met astmapatiënten
Lavendel - hoge bloeddruk - brandwonden - kalmerend - EHBO-middel - vermindert spanningen - werkt zuiverend - zorgt voor harmonie
Gebruik verstuiven (niet in bad- en massagetoepassingen) Zoete sinaasappel Citroen - kalmerend - zuiveren van ruimtes - slaapstoornissen - krachtige stimulans voor - vermindert angst voor het nieuwe natuurlijke afweersysteem - zorgt voor kracht - vermindert het dagdromen - brengt begrip - brengt rust en kalmte - verhoogt de concentratie
het
101
De massageoliën Jojoba-olie een natuurlijke antioxidant goed voor een ouder wordende huid voedt de huid regelt de vochtbalans lange houdbaarheid Macadamia-olie goeie opname in de huid etherische olie dringt sneller in voelt niet vettig aan
102
Handmassage De buitenkant van de onderarm met de handrug naar boven Effleurages op de onderarm en hand. Afwisselende effleurages. Effleurages met één hand uitvoeren. Komeffleurages met beide handen. Petrissages of kneedbeweging op de onderarm met beide handen afwisselend. Afwisselende effleurages. Kneedbeweging met één hand tot elleboog. Komeffleurages met de twee handen. Kneedbeweging met beide handen samen. Afwisselende effleurages Handrug Afwisselende effleurages op de handrug. Openvouwen van de handrug. Kneden van de handrug. o 1 met beide duimen samen o 2 afwisselend Rotaties op de gewrichten Afstrijken van de vingers met de duim. Rotaties tussen de middenhandsbeentjes. Effleurages over de hand en de onderarm. De hand en de arm omdraaien. Binnenkant van de onderarm met de handpalm naar boven. Effleurages op de onderarm en hand. Afwisselende effleurages. Effleurages met één hand uitvoeren. Komeffleurages met beide handen. Petrissages of kneedbeweging op de onderarm met beide handen afwisselend. Afwisselende effleurages. Kneedbeweging met één hand tot elleboog. Komeffleurages met de twee handen. Kneedbeweging met beide handen samen. Afwisselende effleurages. Handpalm Openvouwen van de handpalm met de duimen. De handpalm volledig kneden Afstrijken van de pols tot de nagel. Maak rotaties tussen de middenhandsbeentjes. Afwisselende effleurages over de hand en de onderarm. Afstrijken van de pols tot de vingertoppen. Een keer afstrijken met beide handen samen om de massage af te sluiten. Omhul de hand en de onderarm.
103
Bijlage 6: Voorstelling TBO
HANDMASSAGE WZC Sint Jozef Moorsele Team 3 7 februari 2013
‘Als ik je bejaarde vader of moeder ben, Toe, raak me aan zoals ik werd aangeraakt toen ik nog heel jong was. Houd mijn hand vast, zit dicht bij me, geef me kracht en verwarm mijn vermoeide lichaam met jouw nabijheid. Al is mijn huid nu gerimpeld, ze vindt het heerlijk om aangeraakt te worden.’ Phyllis K. Davis
Effecten van massage
Stimuleert de bloedsomloop Werkt onspannend: minder stress en angst Vermindert de pijn Heeft een gunstige invloed op de contactname
Manieren van contactname VERBALE COMMUNICATIE
Via woorden
Contactname met bewoner
Soms is het niet gemakkelijk om contact te leggen
met de bewoner We voelen ons soms wat onwennig
Massage als contactmiddel Massage maakt gebruik van ‘aanrakingen’ ‘Aanrakingen’ zijn een vorm van non-verbale
communicatie, van lichaamstaal NON-VERBALE COMMUNICTAIE
Via lichaamstaal
Aanrakingen door massage De tastzin blijft het langst intact, omdat de huid
zelden haar functie verliest Daarom is massage, het aanraken van de huid, een
goede manier om in contact te treden met mensen bij wie het moeilijk is om nog te communiceren via woorden
‘Aanrakingen’ horen bij een zintuig, nl. de tastzin
Massage als contactmiddel Het fysiek contact zorgt bij de bewoner voor een
verbondenheid met zijn omgeving De bewoner merkt dat er iemand aandacht heeft
voor hem, met hem contact wenst te maken Door te laten voelen dat je aanwezig bent, maak
je al contact
104
Massage als contactmiddel Massage kan een band scheppen tussen gever en
ontvanger De bewoner kan door de massage een
ontspannend en veilig gevoel krijgen en kan door de massage voelen dat hij er mag zijn
Gever van de massage Als gever van de massage moet Je openstaan voor fysiek contact Je een soort rust uitstralen naar de ontvanger
Ontvanger van de massage De ontvanger moet zich in een comfortabele
houding bevinden Niet iedereen wordt even graag aangeraakt
Belangrijk is dat je als gever van de massage goed let op hoe de bewoner reageert op jouw aanraking. Indien je merkt dat de aanraking spanning veroorzaakt, stop je met de massage.
Handmassage zelf Altijd rustig de massage beginnen en afsluiten Tijdens de massage altijd fysiek contact behouden
met bewoner door zijn hand altijd met een hand aan te raken Niet te diep masseren Mate van verbale communicatie hangt af van de
situatie
EN NU … DE PRAKTIJK
105
Bijlage 7: Sessie voor de familie en vrijwilligers Ontvangst met koffie Tijdens de ontmoeting al enkele vragen stellen zoals: Al enige ervaring met massages? Indien ja, Massage ontvangen: hoe voelde het/ positieve reacties? Massage gegeven Al in contact gekomen met aromatherapie?
Communicatie en aanrakingen Communicatie is belangrijk voor de mens, een mens is altijd bezig met communiceren. Als persoon zend je altijd signalen uit naar de buitenwereld, dit kan verbaal en non-verbaal, (met taal of met gebaren.) In een communicatieproces kan er heel wat fout lopen, zoals te veel lawaai waardoor de boodschap niet begrepen wordt. Er kunnen elementen bijkomen zoals de relatie/de band die je hebt met de ontvanger van het proces. In jullie geval is deze relatie en band vaak veranderd door de opname van jouw familielid in een WZC. Hierdoor verandert soms de manier van communiceren. Maar de relatie verandert ook voor een stukje, als persoon krijg je een meer zorgende functie. Het is een andere omgeving voor beide partijen, deze omgeving kan soms vreemd en niet-vertrouwd aanvoelen. En toch blijft de communicatie belangrijk met jouw familielid. Aanrakingen zijn ook een vorm van communicatie. Door op die manier communicatie te voeren, laat je jouw familielid voelen dat je er nog bent voor hem of haar en hierbij uiten we ook onze gevoelens. Aanrakingen mogen zeker niet meer gezien worden als een taboe want dit is geen taboe meer. Aanrakingen horen bij de primaire behoeften van de mens dus ook van jouw familielid die in een WZC verblijft. Fysiek contact of aanrakingen zijn ook niet meer hetzelfde als vroeger met jouw familielid want er komen andere factoren bij kijken, zoals fysieke of mentale problemen. De medewerkers van het WZC bevinden zich vaak in de ruimte waardoor er soms remming kan optreden naar aanrakingen toe en zijn er minder privémomenten tussen jou en jouw familielid. Daarvoor zijn we vandaag samengekomen om een manier te vinden om toch die aanrakingen te kunnen geven aan jouw familielid of toch nog te kunnen communiceren met jouw familielid.
Massage is die manier, massage kan gebruikt worden om te ontspannen, maar ook om fysiek contact of communicatie uit te lokken met jouw familielid. Het is een andere manier van aanraken dan een knuffel geven, maar daarom zeker geen slechtere manier. Eigenlijk krijg je dan twee gebieden waarop je werkt. Als eerste doel maak je contact met jouw familielid of de bewoner en als tweede doel zorg je ervoor dat jouw familielid of de bewoner zich kan ontspannen. Als jouw familielid zich verbaal nog goed kan uiten, kun je een massage geven om jouw familielid te laten ontspannen of om de primaire behoefte van fysiek contact van jouw familielid te vervullen. Indien jouw familielid zich verbaal niet meer kan uiten, kun je een massage geven om hem te laten voelen dat je er bent voor hem of haar. Het ontspannen is zeker nog een extra element die het contact vlotter zal laten verlopen. Het biedt in beide gevallen steun aan jouw familielid, want er wordt een moment van persoonlijke aandacht gecreëerd tussen jou en jouw familielid. Er wordt een moment gecreëerd waarbij je samen met jouw familielid iets kan doen. Dit is vaak ook voor een stuk weggevallen door de opname in een WZC. Tijdens een massage maken we contact met de huid, dit orgaan is het grootste orgaan van de mens. Een belangrijke functie van de huid is contact maken met de omgeving/ de buitenwereld en dit wordt de tastzin genoemd. Het maakt een groot deel uit van je sociale leven. Vanmiddag gaan we kennismaken met een handmassage. Hierbij gaan we de technieken gebruiken van de Zweedse massage.
106 De Zweedse massage of de klassieke massage is de grootvader van alle Westerse massages. Vandaag maken we gebruik van twee massageoliën. Macadamia-olie Jojoba-olie
Aromatherapie Dit is een techniek die ervoor zorgt dat de massage een extra dimensie krijgt. De geurelementen of etherische oliën die je toevoegt aan de massageolie zorgen voor een aangename geur en voor nog andere voordelen. Deze voordelen kunnen zijn: een ontspannende werking, verminderen van slaapstoornissen, angst verminderen, enz. Door deze geurelementen of deze etherische oliën zal er een nog aangenamer moment ontstaan voor het fysiek contact met jouw familielid. Vandaag gaan we zelf een massageolie maken die we kunnen gebruiken voor de massage op jouw familielid. Er is keuze uit twee etherische oliën, dit is lavendel en basilicum. Lavendel is een etherische olie die heel zacht is en het is een vrouwelijkere geur. Basilicum heeft dan weer een zwaardere geur en dit wordt vaker gebruikt bij mannen. Natuurlijk zijn deze etherische oliën niet specifiek voor één geslacht. De persoon die de massage krijgt, in jullie geval jouw familielid, moet de etherische olie vooral graag ruiken. Er bestaat een heel gamma aan etherische oliën waaruit er kan gekozen worden. De etherische oliën kan je gebruiken in een massage, zoals wij gaan doen op jouw familielid, maar ook in een bad en verstuiven in de lucht.
Sfeer Als je een massage wilt geven, kun je de ruimte waarin je de massage zal geven rustgevend maken. Als jouw familielid zich goed en rustig voelt in de omgeving waarin hij of zij zich bevindt, zal alles gemakkelijker verlopen. Jouw familielid zal meer openstaan voor het fysiek contact of de massage. Voor jezelf is het ook beter om wat rustiger te zijn om een massage te geven. Jouw familielid zal voelen dat je er volledig bent voor hem of haar. Als je zelf te druk bent in het hoofd, is het geen goed idee om een massage te geven aan jouw familielid, hij of zij zal merken dat er iets dwars zit. Enkele tips om een sfeer te creëren: Zorg dat de kamertemperatuur aangenaam is, ongeveer 21°. Al kan dit niet altijd geregeld worden. Niet gestoord worden tijdens een massage, dus gsm uitzetten Je kan wat rustgevende muziek laten spelen op de achtergrond De verlichting het best wat dempen Houd je van een aangename geur, kan je altijd een etherische olie verstuiven
Maken van een massageolie We gaan nu een massageolie maken. De hoeveelheid niet overschrijden, dit zal geen betere werking hebben. Het kan zelfs een negatieve reactie uitlokken. Dus daarom aan de dosering van de etherische olie houden. We gebruiken altijd een basisproduct om de etherische olie mee te mengen. Vandaag is dit de jojoba-olie en/of de macadamia-olie. We maken een olie van 15ml. Je kan kiezen tussen de lavendel of de basilicum als etherische olie. Er wordt 1 tot 3 % etherische olie toegevoegd op 100 % basisproduct. Dit wil zeggen 60 druppels etherische olie op 100 ml basisproduct. Bij 15 ml worden er drie tot negen druppels etherische olie toegevoegd. Dit flesje massageolie gaan we gebruiken tijdens de individuele sessie samen met jouw familielid.
107
Massage tonen via een video Ik ga nu een video tonen waarop te zien is hoe je een handmassage uitvoert. Hierbij krijgen jullie nog een stappenplan mee waarin de verschillende technieken uitgelegd. Als er technieken zijn die jullie nog eens willen zien, aarzel dan niet om het te vragen. Ik wil deze technieken dan eens toepassen op één van jullie.
Afspraak individuele sessie Na vandaag zou ik graag nog eens een persoonlijk moment met elk van jullie willen en dit samen met jouw familielid. Zo kan ik nog beter inwerken in de behoeften van jullie en de noden van jouw familielid. Deze sessie zou ongeveer één uur duren. Wat we hierin gaan doen, zijn de voorbereidingen treffen voor een massage uit te voeren, samen de technieken uitvoeren op jouw familielid en bekijken hoe jouw familielid hierop reageert. Als er vragen zijn over bepaalde zaken, kan je dit dan aan mij vragen. In het algemeen kunnen jullie ook met vragen terecht bij Sibylle of Heleen.
108
Bijlage 8: Blanco observatiefiche Naam bewoner:……………………………………………………………………………………... Naam familielid/medewerker:……………………………………………………………………… Datum en tijd:………………………………………………………………………………………… Waar?....................................................................................................................................... Houding van de bewoner?....................................................................................................... Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel:…………………………………………………………………………………… Welke olie:……………………………………………………………………………………………… Verstuiven: Ja Nee Welke olie:……………………………………………………………………………………………… Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
2
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
10
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 0 1
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
2
10
Extra observaties: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
109 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
8
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
Veel geluiden 9 10
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
110 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… Verbale opmerkingen van de bewoner …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………
111
Bijlage 9: Observatiefiche familie: F.D. Naam bewoner: F.D. Naam familielid/medewerker: M.H. Datum en tijd: 27/03/2013 om 10u30 Waar? De kamer van de bewoner. Houding van de bewoner? Zitten in de zetel. Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: macadamie olie en jojoba-olie plus lavendel Verstuiven: Welke olie: lavendel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
2
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 3 0 1 2
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
10
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 0 1
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
2
Extra observaties: F. is onverschillig voor het gesprek die gevoerd wordt rondom haar. Soms vertelt ze iets maar er zit veel boosheid in de stem.
10
112 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: F. doet moeite om nog dingen te vertellen maar tijdens de massage vallen haar ogen af en toe dicht.
113 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 10 8 9
7
Veel emotie 9 8
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties F. vertelt heel veel en zonder de agressie in haar stem. Ze zoekt meer oogcontact met haar familielid dan voor de massage. Verbale opmerkingen van de bewoner Ze heeft er van genoten en ze wil dat haar schoonzus dit vaker doet omdat ze het leuk vindt en toch een droge huid heeft.
114
Bijlage 10: Observatiefiches medewerker: F.D. Observatiefiche medewerker: eerste keer Naam bewoner: F.D. Naam familielid/medewerker: L.D. Datum en tijd: 22/11/2012 om 16u30 Waar? In haar kamer Houding van de bewoner? Zitten in een stoel Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: de handen Welke olie: jojoba-olie en macadamia-olie, eucalyptus en grove den Verstuiven: Welke olie: zoete sinaasappel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 3 0 1 2
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 10 8 9
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
3
4
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
5
Extra observaties: F. praat veel maar kijkt vaak weg tijdens de interactie.
6
10
10
115 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: In het begin van de massage bleef F. vertellen en zocht ze oogcontact. Naar het einde van de massage toe vielen F. haar ogen dicht. De ademhaling veranderde van de neus naar de mond.
116 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: F. viel na de massage nog enkele keren in slaap. Ze zocht soms oogcontact terwijl ze iets stil vertelde. F. liet haar ondertas vallen doordat ze terug in slaap viel. Verbale opmerkingen van de bewoner: F. heeft ervan genoten.
117 Observatiefiche medewerker: tweede keer Naam bewoner: F.D. Naam familielid/medewerker: D.F. Datum en tijd: 17/12/2012 om 9u30 Waar? Kamer Houding van de bewoner? Zitten in de zetel Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: jojoba-olie en macadamia-olie plus lavendel Verstuiven: Welke olie: lavendel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
2
2
3
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
2
10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 0 1
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
Extra observaties: /
2
10
118 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 1 0
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
Extra observaties: F. wordt er rustig van want haar ogen vallen af en toe dicht.
10
10
119 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties Mondademhaling na de massage en moet ook vaker geeuwen dan anders Verbale opmerkingen van de bewoner F. vond het goed dat het stil was en ze heeft geen probleem met een handmassage. Ze vindt handmassage krijgen iets leuks.
120
Bijlage 11: Observatiefiches familie: E.V. Observatiefiche familielid: eerste keer Naam bewoner: E.V. Naam familielid/medewerker: A.V. Datum en tijd:18/02/2013 om 14u30 Waar? De kamer van de bewoner. Houding van de bewoner? Zitten in de rolstoel Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: macadamie olie en jojoba-olie plus basilicum Verstuiven: Welke olie: basilicum
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 2 0 1 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 10 8 9
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 9 8 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 10 8 9
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
Extra observaties: E. roept heel veel en hij is heel kortaf tegenover zijn vrouw.
10
10
121 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 3 0 1 2
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: Tijdens het begin van de massage was E. rustig maar na een tijdje werd hij heel onrustig en moest de massage stoppen. Hij was verbaal heel agressief tegenover zijn echtgenote.
122 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 3 0 1 2
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 10 8 9
7
Veel emotie 9 8
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties Na de massage was hij wel rustiger ook al kon de massage niet goed afgerond worden. Hij was verbaal veel zachter tegenover zijn echtgenote. Verbale opmerkingen van de bewoner Hij vond het aangenaam maar vond dat het veel te lang duurde.
123 Observatiefiche familielid: tweede keer Naam bewoner: E.V. Naam familielid/medewerker: A.V. Datum en tijd:4/03/2013 om 14u30 Waar? De kamer van de bewoner. Houding van de bewoner? Zitten in de rolstoel. Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: macadamie olie en jojoba-olie plus basilicum en cypres Verstuiven: Welke olie: zoete sinaasappel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 2 0 1 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
4
5
6
7
Veel geluiden 10 8 9
2
2
3
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 9 8 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 9 8 10
Weinig bewegen 0 1
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
2
10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 0 1
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
2
Extra observaties: E. was heel onrustig, maakte veel lawaai door te roepen en te slaan op de tafel.
10
124 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: E. werd rustig tijdens de massage, hij was niet meer aan het roepen en zijn ogen vielen af en toe eens dicht.
125 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 10 8 9
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
Extra observaties Na de massage was het roepgedrag vermindert tegenover voor de massage. Verbale opmerkingen van de bewoner Hij was heel blij en vond het leuk dat zijn echtgenote hem masseerde.
10
10
126
Bijlage 12: Observatiefiches medewerkers: E.V. Observatiefiche medewerker: eerste keer Naam bewoner: E.V. Naam familielid/medewerker: D.F. Datum en tijd:18/02/2013 om 14u30 Waar? De kamer van de bewoner. Houding van de bewoner? Zitten in de rolstoel. Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: macadamie olie en jojoba-olie plus basilicum Verstuiven: Welke olie: basilicum
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 2 0 1 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 10 8 9
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 9 8 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 10 8 9
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
Extra observaties: E. roept heel veel maar niet richting de medewerker.
6
10
10
127 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 3 0 1 2
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
Extra observaties: In het begin was E. rustig en verminderde het roepgedrag maar na een tijdje begon hij agressief te reageren tegenover zijn echtgenote. Tegenover de medewerker was E. helemaal niet agressief, hij was juist heel zacht en rustig.
10
10
128 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 3 0 1 2
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 10 8 9
7
Veel emotie 9 8
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties De medewerker heeft de massage wel kunnen afronden, tegenover de echtgenote niet. E. was heel rustig tegenover de medewerker. Verbale opmerkingen van de bewoner Hij bedankte de medewerker meerdere malen en hij vroeg direct naar de volgende keer.
129 Observatiefiche medewerker: tweede keer Naam bewoner: E.V. Naam familielid/medewerker: D.F Datum en tijd:4/03/2013 om 14u30 Waar? De kamer van de bewoner. Houding van de bewoner? Zitten in de rolstoel. Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: macadamie olie en jojoba-olie plus basilicum en cypres Verstuiven: Welke olie: zoete sinaasappel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 2 0 1 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
4
5
6
7
Veel geluiden 10 8 9
2
2
3
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 9 8 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 9 8 10
Weinig bewegen 0 1
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
2
10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 0 1
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
2
Extra observaties: E. was heel onrustig, maakte veel lawaai door te roepen en te slaan op de tafel.
10
130 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: E. werd rustig tijdens de massage, hij was niet meer aan het roepen en zijn ogen vielen af en toe dicht.
131 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 10 8 9
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
Extra observaties Na de massage was het roepgedrag vermindert tegenover voor de massage. Verbale opmerkingen van de bewoner Hij was heel positief over de medewerker en hij wou dat zijn echtgenote de medewerker beloonde.
10
10
132
Bijlage 13: Observatiefiche familie: D.C. Naam bewoner: D.C. Naam familielid/medewerker: M.D. Datum en tijd: 4/04/2013 om 14u30 Waar? De kamer van de bewoner. Houding van de bewoner? Zitten in de zetel Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: macadamie olie en jojoba-olie plus lavendel Verstuiven: Welke olie: lavendel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
2
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 2 0 1 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
10
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 1 0
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 1 0
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
2
Extra observaties: D. kijkt heel de tijd rond.
10
133 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 1 0
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 1 0
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 1 0
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: D. houdt de hand vast die niet masseert. Tijdens de massage zucht ze enkele keren. Haar voeten bewegen af en toe. Ze zoekt een beetje oogcontact maar haar ogen staan meestal op schemerstand.
134 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 1 0
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 1 0
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
Extra observaties Er verschijnt een lach op haar gezicht. De ademhaling blijft rustig. Verbale opmerkingen van de bewoner D. kan het verbaal niet ondersteunen.
10
10
135
Bijlage 14 Observatiefiche medewerker: D.C. Naam bewoner: D.C. Naam familielid/medewerker: A.E. Datum en tijd: 22/11/2012 om 16u Waar? In haar kamer Houding van de bewoner? Zitten Massage met etherische olie Welk lichaamsdeel: hand Welke olie: de helft jojoba-olie en de helft macadamia-olie, lavendel en cipres Verstuiven: Welke olie: lavendel
Ja
Nee
Observatie voor de massage Korte ademhaling 0 1
2
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
10
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
Geen emotie 0 1
3
4
5
6
7
Veel emotie 8 9
2
Extra observaties: Ze zoekt contact maar blijft dan staren.
10
136 Observatie tijdens de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties: In het begin van de massage voelde D. haar niet op haar gemak. Dit kon je zien omdat ze rondkeek. Ze krapte dikwijls in haar haar. Na 5 minuten waren haar ogen in schemerstand. Toch zocht ze nog af en toe oogcontact. Op het einde van de massage, kwam er een lach op haar gezicht.
137 Observatie na de massage Korte ademhaling 0 1
3
4
5
6
7
Lange ademhaling 8 9 10
Oppervlakkige ademhaling 0 1 2 3
4
5
6
7
Diepe ademhaling 8 9 10
Geen geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel geluiden 8 9 10
Stille geluiden 0 1
2
3
4
5
6
7
Luide geluiden 8 9 10
Ogen dicht 0 1
2
2
3
4
5
6
7
Ogen open 8 9
Weinig spierspanning 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel spierspanning 8 9 10
Weinig bewegen 0 1
2
3
4
5
6
7
Veel bewegen 8 9 10
Geen (oog)contact 0 1 2
3
4
5
6
7
Veel (oog)contact 8 9 10
7
Veel emotie 8 9
Geen emotie 0 1
2
3
4
5
6
10
10
Extra observaties Als D. terug aan tafel zat, kwam er even een lach op haar gezicht als je haar aankeek. Na de massage bewoog D. veel haar benen en draaide op haar stoel. Ze bekeek ook enkele keren haar handen. Verbale opmerkingen van de bewoner D. gaf geen verbale opmerkingen. Als de medewerker een vraag stelde, dan knikte D.
138
Bijlage 15: Dvd
139
Bijlage 16: Technische fiche (een voorbeeld)
PRODUCT DATA SHEET Date created: 10.10.2012 Pages: 2 Product: ...................................................................................... lavender (true) essential oil Origin: ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... France Reference:................................................................................................................. 1212.045 Certified by: ....................................................................... FR-BIO-01 (Ecocert FR) Exp. date: .................................................................................................................................... 10.2017 INCI name: ....................................................................................... Lavandula angustifolia oil Lavender oil Botanical name:Lavandulaangustifolia Miller ssp. angustifolia Syn: L. officinalis Syn: L. vera CAS NR (US): ..........................................................................................................8000-28-0 CAS NR (EU): ........................................................................................................90063-37-9 EINECS/ELINCS NR: ...............................................................................................289-995-2 FEMA: 2620 FDA: .............................................................................................................................. 182.20 CoE: ................................................................................................................................. 257n Additional information: ................................ FCC, RIFM, ISO 3515:1994; AFNOR NFT 75-301 DESCRIPTION Light yellow to slightly ambered mobile liquid. Odour: Rustic, flowery, green, herbaceous. Physical data: WT/ML @ 20°C: Refractive index @ 20°C: Optical rotation @ 20°C: Flash point:
0.883 1.459 -9.3° 71°C
Range 0.878to 0.892 0.450 to 0.464 -12° to -7°
Composition: %GC Range IDENTIFICATION 0.07 Alphapinene + alphathuyene 0.27 Camphene 0.06 Betapinene 0.64 Myrcene 0.21 <0.3 Limonene Trace Betaphellandrene 0.25 1,8-cineole 1.22 <2.5 Cis-beta-ocimene
140 0.88 1.47 0.18 0.16 0.10 0.43 0.57 0.47 1.11 0.89 42.53 35.23 0.57 0.35 0.11 2.32 0.21 1.41 3.18 0.16 0.82 0.73 0.27 Trace Trace 0.12 97.06
<2.0
Trans-beta-ocimene Octanone-3 Hexylacetate Para cymene Terpinolene Hexylisobutyrate 1-octen-3-yl acetate Hexylbutyrate Octane-1-ol-3 Camphor 30-45 Linalool 33-46 Linalyl-acetate Alphasantalene + Lavandulylacetate Bornylacetate Terpinene-4-ol Betacaryophyllene Lavandulol Trans betafarnesene Alphahumulene + borneol Germacrene D Geranylacetate <2 Geraniol Caryophyllene oxide Taucadinol Betabisabolol <0.5 Coumarin TOTAL IDENTIFIED
GC-Data: HP6850 – DB-wax coated polar capillary column, 20 m x 100 µm x 0.2 µm – Oven temp.: 60°C (2 min), 12°C/min, 248°C (5 min) – Injection: split -279 ml/min – Detector temp.: 275°C – Detector: FID – Injected volume: 0.2 µl – Vector gas: hydrogen – 0.7 ml/min. Conclusion: .......................................................... Complies. Additives:NIL Toxicological data: LD 50 oral (rat): ..................................................................................................... 5000 mg/kg LD 50 dermal (rabbit)........................................................................................... >5000 mg/kg Phototoxicity: nil Sensitation: .......................................................................................................not reported Irritation: ................................................................................................................not reported IFRA: ................................................................................................................... not restricted THE INFORMATION CONTAINED IN THIS DATASHEET IS CORRECT TO OUR KNOWLEDGE AND BELIEF AT THE DATE INDICATED AND IS CONSISTENT WITH CURRENT SCIENTIFIC KNOWLEDGE. HOWEVER, WE DO NOT ACCEPT LIABILITY FOR ANY INJURY, OR LOSS WITCH COULD RESULT FROM ITS USE. THE DATA COMPILED RELATES TO NORMAL USES OF THIS MATERIAL AND WE RECOMMEND THAT YOU CONTACT US BEFORE MAKING UNUSUAL OR NOVEL APPLICATIONS. In the event of any query, please contact one of the numbers below : +32 51 405163 (normal hours) +32 51 406632 (emergency) This is a computer generated data-sheet/Certificate of Analysis. For and on behalf of SJANKARA BVBA, 8700 Tielt Geert Devlieghere Ceo
141