KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN. Voltijdse opleiding STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS

BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN Voltijdse opleiding STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR 2013-2014

Campus Markgrave Van Schoonbekestraat 143 2018 Antwerpen

DEEL 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Inleiding Onze krachtlijnen De competenties als uitgangspunt Opleidingsonderdelen Keuzetrajecten Toelichting bij alternatief keuzetraject, incl internationalisering Werkervaring /stage tijdens de opleiding Aanwezigheden Evaluatie KdG-mail, blackboard, roosters en e-studentservice Coördinatie, ondersteuners en begeleiders van de opleiding Toelichting bij de opbouw van de studiegids

Bijlage 1: Competentiematrix Bijlage 2: Internationaliseringscompetenties in het curriculum

DEEL 2 Eigenlijke studiegids

1. INLEIDING

Welkom in de opleiding BaZo aan KdG-Hogeschool. BaZo staat voor Bachelor na Zorgverbreding en remediërend leren , een voltijdse opleiding van zestig studiepunten. Deze opleiding kan je ook deeltijds volgen of spreiden over maximaal vijf jaar. We vormen mensen opdat ze kinderen of jongeren met specifieke noden en mogelijkheden zouden (leren) ‘liefhebben’. Dit (leren) ‘liefhebben’ vormt immers de ‘fun’ of het ‘fun’-dament van onze opleiding. Samen met een adviserende stuurgroep, de lesgevers, de scholen en de studenten proberen we die opdracht vorm én inhoud te geven in een ‘buitengewoon’ en ‘zorgverbredend’ opleidingsprogramma. De professionele ontwikkeling van de leerkracht en de ontwikkeling van het team en de school tot een boeiend leer –en leefklimaat staan daarbij centraal. De uitwerking ervan vind je verder in deze studiegids. Onze visie mikt tijdens het hele traject op de persoonlijke ontwikkeling van elke mens. Zo spreken we niet langer over kinderen en jongeren met een handicap, maar hebben we het over kinderen en jongeren met specifieke noden én mogelijkheden. Als ‘gewone’ medemensen dragen ook zij betekenisvol aan ‘onze’ samenleving bij. Wij vinden dan ook dat deze kinderen en jongeren, waar ze zich nu ook bevinden, in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs, kwaliteitsvolle aandacht en vorming verdienen. Dat maakt onze opleiding in de ware zin van het woord ‘inclusief’. Om dit mogelijk te maken, willen wij alle leerkrachten uitnodigen, vormen en stimuleren opdat ze de groei in henzelf ook bij hun leerlingen zouden ‘helpen’ realiseren. Binnen de opleidingsonderdelen “professioneel ontwikkelingsplan” en “communicatie” wordt daar zelfs expliciet aandacht aan besteed. Wij hopen uiteindelijk dat leerkrachten, maar ook alle onderwijsmedewerkers , door diepgaande én geduldige processen van onderwijzen en opvoeden, hun vele talenten mogen helpen zichtbaar maken. Het studiecontract van de hogeschool bestaat uit 2 elementen die online ter beschikking zijn : - het Hogeschool Onderwijs en Examenreglement (HOE), - de Studiegids per opleiding In deze studiegids proberen we je wegwijs te maken doorheen de opleiding. Hierin vind je informatie over je opleidingsprogramma en toelichting bij de verschillende evaluatievormen. We wensen je heel veel succes ! Het BaBO/ZO-team

2. ONZE KRACHTLIJNEN

Met onze opleidingen willen wij: - een gespecialiseerde opleiding bieden aan volwassenen - die bijdragen tot een deskundige en toekomstgerichte pedagogisch didactische vorming en begeleiding - van kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het buitengewoon en gewoon onderwijs - en dit in samenwerking met alle betrokken partijen. Een gespecialiseerde opleiding aan volwassenen Het leerproces van deze opleiding is vrij specifiek. Het gaat om een opleiding voor mensen die reeds een professionele bachelor of een academische master op zak hebben, en/of instappen met een brede beroepservaring. Daarom is de opleiding gebaseerd op de principes van de volwassenvorming. Wij wensen leerkrachten op te leiden tot personen die zelfstandig problemen kunnen oplossen in hun praktijk/werksituatie. Een leerproces kan immers niet anders zijn dan een constructieve ontmoeting tussen theorie en praktijk, met wederzijds respect en waardering. Wij verwachten de bereidheid om praktische ervaringen en problemen uit de praktijk/werksituatie in te brengen en uit te wisselen, om van elkaar te leren. Volwassenen leren op een eigen specifieke wijze. Wij willen met onze opleiding tegemoet te komen aan deze verwachtingen van onze leraar/studenten. De opleidingsdoelstellingen kaderen dan ook in een onderwijsvisie aangepast aan de lerende volwassene: 1. Begeleidingsmodel 2. Duale visie op leren: theorie en praktijk staan in een voortdurende wisselwerking 3. Delen van expertise: dit verwijst zowel naar het netwerk van lesgevers (specialisten en ervaringsdeskundigen) als naar de verplichte aanwezigheid van de studenten in de lessen 4. Zelfstandigheid en zelfsturing: dit geldt zowel voor de samenstelling van het keuzetraject, de keuze in het werkplekleren als voor de verwerking van bepaalde opleidingsonderdelen. Deskundige en toekomstgerichte pedagogische didactische vorming en begeleiding De bedoeling van de opleiding is dat de student in de praktijk kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden pedagogische en didactische ondersteuning kan bieden. De specialisten die deze kennis en vaardigheden bezitten, zijn enerzijds de praktijkmensen die dagelijks met deze kinderen/jongeren werken en anderzijds experten die zeer betrokken zijn op de praktijk vanuit hun specifieke deskundigheid, al dan niet in een schoolcontext. Zo maakt de student kennis met de knowhow die in het werkveld ontwikkeld is en willen we een samenwerking bevorderen tussen alle actoren die bij het onderwijsgebeuren betrokken zijn. Uitwisselingen met het buitenland maken het mogelijk dat docenten én studenten hun visie en hun praktijk kunnen toetsen aan internationale ontwikkelingen. Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het gewoon of buitengewoon onderwijs Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden worden in Vlaanderen in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs begeleid. Wij streven ernaar de opleiding vanuit het kind of jongere te bekijken, waar of in welke onderwijscontext hij zich ook bevindt. De leraar buitengewoon onderwijs, de klasleraar, de GONbegeleider, de zorgcoördinator, de interne zorgbegeleider,… werken in hoofdzaak met dezelfde problematiek. Daarom vinden we het noodzakelijk dat leraren vanuit verschillende achtergronden met elkaar ervaringen uitwisselen en zo een eigen visie uitbouwen. Deze visie moet zowel uitgaan van de behoeften als van de begaafdheden van het kind en de jongere. Op die manier wensen wij bij te dragen aan de uitbouw van meer inclusief onderwijs. In samenwerking met de betrokken partijen Omwille van de maatschappelijke evolutie in de school- en onderwijscultuur, waar dialoog en overleg meer en meer centraal komen te staan, en omwille van de toenemende (wetenschappelijke) kennis, zijn communicatie en samenwerking essentiële voorwaarden voor de optimale ondersteuning van kinderen en jongeren.

3. DE COMPETENTIES ALS UITGANGSPUNT

De te verwerven competenties bestaan uit 5 functionele gehelen: De afgestudeerde student is in staat om: 1. planmatig te handelen ten aanzien van specifieke onderwijsbehoeften op individueel, groeps- en schoolniveau, in duurzame interactie met alle betrokkenen, en daarbij zorgvragen te formuleren en permanent bij te stellen met nadruk op observatie, assessment en handelingsgerichte diagnostiek; 2. positief en deskundig om te gaan met elke vorm van diversiteit door het onderwijsaanbod, de leerlijnen en de inhouden uit de diverse leerdomeinen functioneel af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen; 3. vanuit een gedeelde zorg constructief en emancipatorisch samen te werken met de leerlingen, de ouders / gezinnen en met alle betrokkenen in het team/de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften; 4. het proces van handelingsplanning te implementeren door collegiale consultatie, coaching van collega’s, beleidsondersteuning en coördinatie op schoolniveau. 5. gestructureerd te leren uit eigen en andermans ervaringen via het cyclisch proces en het eigen handelen dynamisch en creatief bij te sturen. In de bijlage vind je een competentiematrix waarin deze 5 functionele gehelen worden vertaald en geconcretiseerd. Op grond daarvan kan je de rode draad in jouw opleiding, je persoonlijk professionaliseringstraject verduidelijken, verhelderen, concretiseren en weergeven in je competentieportfolio. Om het diploma van Bachelor Buitengewoon Onderwijs of Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren te verwerven moet elke student de eindcompetenties op integratieniveau behalen. 4. OPLEIDINGSONDERDELEN

Er zijn 2 soorten opleidingsonderdelen: • een enkelvoudig opleidingsonderdeel (eOLOD) • een samengesteld opleidingsonderdeel (sOLOD), bestaande uit deelopleidingsonderdelen (dOLOD) waaraan aparte studiepunten toegekend worden. De student respecteert de volgtijdelijkheid van opleidingsonderdelen, zoals beschreven in de studiegids. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan afgeweken worden na overleg met de opleidingscoördinator. Bij de samenstelling van zijn persoonlijk deeltraject (PDT) / individueel deeltraject (IDT) is de student zelf verantwoordelijk voor de combinaties die hij kiest: de opleiding kan om organisatorische redenen het lessenrooster niet aanpassen aan individuele vragen. 5. KEUZETRAJECTEN

Eén derde van de opleiding (20 studiepunten) bestaat uit keuzetrajecten die de student zelf samenstelt uit een aanbod dat de opleiding heeft uitgewerkt. Elk keuzetraject vormt een samengesteld opleidingsonderdeel (sOLOD), bestaande uit deelopleidingsonderdelen (dOLOD). In de samenstelling van het traject kunnen na 7 februari 2014 geen wijzigingen meer aangebracht worden. Als een student één of meerdere keuzevakken niet volgde, is hij, ook na deze datum, wel verplicht om voor die studiepunten een of meerdere andere keuzevakken te kiezen. Indien dit niet meer mogelijk is, krijgt hij bij gewettigde afwezigheid een vervangende inhaalopdracht in eerste zittijd. Bij ongewettigde afwezigheid, kan de opdracht pas in tweede zittijd worden ingediend. Hierdoor verschuift ook het bijhorend samengesteld opleidingsonderdeel «Keuzetraject» naar de tweede zittijd.

6. TOELICHTING BIJ ALTERNATIEF KEUZETRAJECT, INCL INTERNATIONALISERING

Bij het opleidingsonderdeel “keuzetraject” heb je de mogelijkheid om een “alternatief keuzetraject” te kiezen. Dit betekent dat je ook elders cursussen mag volgen en laten meetellen in je leertraject en dit op voorwaarde dat: • de cursus beantwoordt aan de doelstellingen van de opleiding en binnen jouw competentiekeuze ligt • de cursus inhoudelijk niet overeenstemt met een cursus die in ons aanbod voorkomt • de cursus gevolgd wordt in de periode dat je hier bent ingeschreven als student • de cursus geen pedagogische studiedag is die wordt georganiseerd in jouw school tijdens je uren werkervaring • je voordat de cursus aanvangt een gemotiveerde aanvraag indient bij de coördinator (motivatie op grond van jouw leertraject, van jouw te verwerven competenties) en dit ten laatste op 7 februari 2014. Het team bepaalt dan of een cursus al dan niet in aanmerking komt en bepaalt ook het aantal studiepunten • je (of anderen) de cursus betaalt • je na het volgen van de cursus een attest van deelname bezorgt aan het secretariaat waarin je deelname aan de cursus wordt bevestigd. Zonder dit attest is je alternatief keuzetraject niet ontvankelijk voor evaluatie, zelfs al kreeg je de toestemming om dit te volgen en werd dit reeds ingebracht. Dit attest moet ten laaste op 15 mei 2014 ingediend zijn. Zoniet wordt een vervangopdracht gegeven en verschuift het bijhorend samengesteld opleidingsonderdeel naar tweede zittijd • je de cursus verwerkt in je portfolio Je kan binnen dit alternatief keuzetraject ook voor een internationaal programma opteren, voor een maximum aan 20 studiepunten. Dit programma kan bestaan uit: • Mobiliteitsactiviteiten buitenlandse studiereizen beperkte individuele studentenmobiliteit, o.m. deelnemen aan intensieve programma’s, bilaterale projecten, korte stages, … internationale mobiliteitsprogramma’s o.m.: o het LLP- / Erasmus-programma voor een buitenlandse studie- of stageperiode o het Erasmus-Belgica-programma voor studie of stage in één van de Belgische gemeenschappen o het Comenius- en Grundtvig-prgramma voor een buitenlandse stage als Comenius- of grundtvigassistent voor toekomstige leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs o Het VLIR- / UOS-reisbeurzenprogramma voor een stage of een project in een ontwikkelingsland (concretisering in studiegids) o Internationale stage buiten mobiliteitsprogramma’s • Activiteiten met internationale dimensie voor niet-mobiele studenten: transnationale projecten module(onderdelen) gegeven door buitenlandse gastdocenten volgen van specifieke (keuze)vakken met een internationale dimensie De aanvraag en de toestemming voor een buitenlandse stage (Europees of niet-Europees) gebeurt in het departement volgens de afgesproken deadlines en procedures. Toelichting bij deze projecten vind je in de Handleiding internationalisering op blackboard.

7. WERKERVARING/STAGE TIJDENS DE OPLEIDING

Voorwaarde tot deelname aan de opleiding, is dat de student praktijkervaring opdoet in onderwijscontext en dat gedurende de periode dat hij de opleiding volgt. De student doet 4 dagdelen per week werkervaring in de vorm van officiële tewerkstelling of stage. De student mag werkervaring opdoen in een school in een school voor gewoon onderwijs en liefst in een school waar expliciet voor inclusief onderwijs gekozen is vanuit het pedagogisch project. Hij werkt dan in die school met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden.Ook werkervaring als GON-leerkracht of in het buitenland is mogelijk. Tijdens deze werkervaring participeert de student actief aan heel het klas- en schoolgebeuren.Dit betekent dat hij de taken van de zorgcoördinator en –zorgbegeleiders verkent en mee opneemt, lesgeeft, teamveraderingen, klassenraden en ander overleg of activiteiten bijwoont en zich engageert voor speelplaatsbegeleiding en andere taken die men in de school van de leerkrachten verwacht. Per week werkt hij 4 dagdelen. Een dagdeel is een voormiddag, een namiddag of een avond van 3,5 uren. In totaal doet men dan per week 14 uren werkervaring. Men mag ook dagdelen clusteren: vb. een hele donderdag werken. LET OP: Men kan niet werken op maandagnamiddag, dinsdagnamiddag en heel de woensdag (dit zijn cursusdagen). Indien de student stage loopt, zijn er 2 periodes voorzien: - 1 oktober 2013 tot en met 20 december 2013 - 6 januari 2014 tot en met 30 mei 2014 De student mag tijdens zijn opleiding ook officieel werken. Dit kan echter maximaal halftijds en op lesvrije dagdelen; de lessen moeten immers gevolgd kunnen worden. Indien de student officieel werkt geeft hij een attest hiervan voor 1 oktober 2013 aan de opleidingsondersteuner. Indien de student meer dan halftijds werkt, schakelt hij automatisch over naar de deeltijdse opleiding en moet hij zijn studieprogramma in zijn studiecontract laten aanpassen. Voor verdere informatie in verband met de werkervaring verwijzen we naar het Vademecum werkervaring. Hierin vind je ook hoe je gemiste stagedagen kan inhalen. 8. AANWEZIGHEDEN

Voor het verwerven van de theoretische inzichten en praktische vaardigheden is de regelmatige aanwezigheid van de student in de lessen vereist. De opleiding wil ook zoveel mogelijk ‘praktisch’ zijn, wat impliceert dat de student aan de gevarieerde activiteiten, dikwijls in groepsverband (discussie, voorbereiding, opdrachten, …) deelneemt. Om dit alles vlot en zinvol te kunnen organiseren, is het noodzakelijk dat de student regelmatig aanwezig is in de lessen. Aanwezigheid in de lessen is dan ook een voorwaarde om te kunnen slagen voor een opleidingsonderdeel. Indien je niet aanwezig kan zijn op een geplande cursus dien je zo snel mogelijk het onthaal te verwittigen en breng je een gewettigd attest binnen. Voor de gemeenschappelijke vakken neem je bovendien contact op met de lesgever om na te gaan hoe je deze gemiste lessen kan inhalen. Indien de cursus op verplaatsing wordt georganiseerd, dien je ook de school/organisatie te verwittigen van je afwezigheid. Bij langdurige afwezigheid (langer dan 3 weken) neemt de student contact op met de ombuds om afspraken te maken met betrekking tot (aanpassing van) het studieprogramma.

9. EVALUATIE

Een statuut van examenstudent is niet mogelijk in deze opleiding. De evaluatie van de opleidingsonderdelen gebeurt aan de hand van opdrachten. Deze staan omschreven in de Evaluatiewijzer. De student is verantwoordelijk voor het indienen van zijn schriftelijke opdrachten. De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel/de onderwijsactiviteit geeft hieromtrent sluitende instructies. We verwachten dat taken tijdig worden ingediend. Bij het niet afgeven van de taak op de indiendatum, krijgt de student een nul. Bij overmacht richt de student zich tot de ombuds die, in overleg met de lector, een alternatieve indiendatum kan bepalen. Als een opdracht op zich een deelopleidingsonderdeel van een samengesteld opleidingsonderdeel vormt, wordt deze geïnterpreteerd als een examen en wordt de regelgeving van het examen toegepast. Als een student op een deelopleidingsonderdeel van een samengesteld opleidingsonderdeel minder dan 6/20 behaalt, dan krijgt hij op het niveau van het samengesteld opleidingsonderdeel ‘niet geslaagd’. Er is wel overdracht van cijfers naar de 2de zittijd en het volgende academiejaar voor deelopleidingsonderdelen waarvoor de student 10 of meer op 20 behaalt. De stage is niet herhaalbaar binnen hetzelfde academiejaar. Het volledig afronden van de stage/werkervaring en het aantonen hiervan, is een voorwaarde om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel Professioneel ontwikkelingsplan. Voor het opleidingsonderdeel Professioneel ontwikkelingsplan, moet de student steeds 10/20 halen, dit is m.a.w. niet delibereerbaar. 10. KDG-MAIL, BLACKBOARD, ROOSTERS en E-STUDENTSERVICE

Het is verplicht om regelmatig je KdG-mail en blackboard te raadplegen. Op blackboard http://bb.kdg.be wordt via de mededelingen belangrijke informatie weergegeven zols wijzigingen, annulatie (door ziekte lesgever bv), data voor afspraken,… Op blackboard vind je ook de evaluatiewijzer, informatie omtrent internationaliseringen en het Hoe. Het is ook langs deze weg dat lesgevers hun cursussen, interessante achtergrondinformatie, of een voorbereidingstaak opgeven. Het is dus een belangrijk communicatie-instrument dat je tijdens lesweken regelmatig moet raadplegen. Je lessenrooster kan je raadplegen via http://roosters.kdg.be in de loop van de eerste week van september. Op http://e-studentservice.kdg.be kan je terecht voor je persoonlijke gegevens, je inschrijvingsprogramma, attesten, en later ook voorlopige punten en definitief rapport. Je vindt hier ook onder “mijn actueel studiecontract” de grensdatum van elk opleidingsonderdeel. Dit is de datum waarop je ten laatste kan uitschrijven voor dat opleidingsonderdeel.

11. COORDINATIE, ONDERSTEUNERS EN BEGLEIDERS VAN DE OPLEIDING

Het team (lokaal 3V17) De inhoudelijke planning en organisatie van het vormingspakket wordt opgemaakt door het team. De studenten kunnen bij hen steeds terecht met suggesties en /of vragen in verband met de opleiding. Leen Stoffels

opleidingscoördinator

[email protected] 03 613 14 60 0477 72 99 15

Griet Van Balen

verantwoordelijke internationalisering stagecoördinatie

[email protected] 03 613 14 60

Heidi Lagast

studieloopbaancoördinator

[email protected] 0475 33 79 58

Opleidingsondersteuners Griet Van Dun Tamara Deroover

03/ 613 14 25 03/ 613 14 39

[email protected] [email protected]

Onhaalmedewerker 03/ 613 15 00 Ombuds (lokaal 2M02) Laura Claes

03/613 15 21

[email protected]

Mentorschap In de school waar je werkervaring doet, is een mentor aanwezig voor aanvangsbegeleiding. Hij is de persoon waarbij je steeds terecht kan met taak- of persoonsgerichte vragen. Deze mentor is niet noodzakelijk de klasleerkracht bij wie je werkt. Leertrajectbegeleider Tijdens je opleiding krijg je een leertrajectbegeleider toegewezen. Hij is de persoon die je begeleidt tijdens je leerproces. Hij geeft de POP-sessies en en evalueert je portfolio. Je kan bij je leertrajectbegeleider ook altijd terecht met vragen, suggesties en/of problemen.

12.TOELICHTING BIJ DE OPBOUW VAN DE STUDIEGIDS

In deze studiegids vind je al de nodige informatie over de opleidingsonderdelen. Per opleidingsonderdeel vind je: - of het een enkelvoudig of samengesteld onderdeel is - het aantal studiepunten (SP) dat het opleidingsonderdeel telt. 1 SP (studiepunt) staat voor 25 uur studielast. De studielast is het aantal uren dat je in normale omstandigheden in de loop van het academiejaar moet werken om voor dat opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Het gaat daarbij niet alleen om de contacturen, maar ook om je stage-uren, de uren die je thuis werkt voor je opleiding, de tijd nodig voor taken, groepswerk,… - de wegingscoëfficiënt die aangeeft voor welk aandeel het opleidingsonderdeel in rekening wordt gebracht - in welke periode het opleidingsonderdeel loopt Verder wordt voor elk opleidingsonderdeel aangegeven : - de begin- of toelatingsvoorwaarde - wat de doelstellingen zijn - de inhoud - hoe en wanneer geëvalueerd wordt, ook voor de tweede zitperiode - de studiematerialen - de (kern)competenties die je via dit opleidingsonderdeel kan verwerven. De omschrijving van de competenties waarnaar wordt verwezen, vind je in bijlage. Deze zijn de rode draad van de opleiding.

BIJLAGE 1: COMPETENTIEMATRIX Bachelor na bachelor onderwijs - zorg en remediërend leren - buitengewoon onderwijs 1. 1.1.

Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van leerlingen

Geloof tonen in de ontwikkelings- en leermogelijkheden van elke leerling.

In alle fasen van planmatig handelen expliciet zoeken naar ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen.

Een doordacht en volgehouden engagement tonen t.a.v. elke leerling in alle omstandigheden, vanuit een geloof in de mogelijkheden van elke leerling.

In het team het recht op persoonlijke ontwikkeling en ontplooiingskansen van elke leerling verdedigen.

Zich actief inzetten tegen elke vorm van achterstelling, gericht op een inclusieve samenleving.

Mogelijkheden en talenten van een leerling als uitgangspunt van handelen nemen.

In het team ervoor opkomen om de mogelijkheden en talenten van elke leerling in alle fasen van het planmatig handelen als uitgangspunt te nemen.

Openstaan voor positieve toekomstkansen van elke leerling.

In het planmatig handelen expliciet werken aan een toekomstperspectief van leerlingen dat de schoolloopbaan overstijgt.

De stuwende kracht zijn in de uitbouw van een ondersteunend netwerk rond een leerling.

Het recht op communicatie en sociaal contact van een leerling erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren.

Steeds blijven zoeken naar mogelijkheden, ook als communicatie en sociaal contact niet op een vanzelfsprekende manier verloopt.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid gericht op volwaardig burgerschap in de samenleving.

Een leerling als volwaardige partner in het planmatig handelen betrekken.

1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een brede beeldvorming van een leerling in zijn context Beluisteren en verkennen van het beeld dat ouders, collega’s en andere partners geven van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften.

In team een totaalbeeld van een leerling opbouwen.

De beschikbare gegevens over een leerling raadplegen.

In functie van een brede beeldvorming bestaande gegevens kritisch onderzoeken en/of in overleg bepalen of nieuwe gegevens verzameld moeten worden.

Mogelijkheden en onderwijsbehoeften van leerlingen observeren.

Systematisch en gestructureerd observeren over een langere periode, met het oog op evalueren en bijsturen van de beeldvorming en het planmatig handelen.

De ouders en leerling actief betrekken in het proces van beeldvorming.

Leerlingen en hun klasgroep breed observeren met het oog op maximale participatie binnen het klasgebeuren.

De meervoudige betekeniswaarde van gegevens in overleg met het team verkennen.

Actief bijdragen aan de implementatie van een observatiesysteem in de school. Samen met het schoolteam een observatiesysteem ontwikkelen, aangepast aan de eigenheid van leerlingen, klas of school.

Kennis bezitten van handelingsgerichte diagnostiek, diagnostische instrumenten en hun toepassingen. Specifieke onderwijsbehoeften van individuele leerlingen erkennen.

De specifieke onderwijsbehoeften van een leerling in zijn context formuleren op basis van brede beeldvorming.

Complexe onderwijsbehoeften van leerlingen en groepen in kaart brengen.

Zich ervan bewust zijn dat een diagnose altijd een individueel perspectief heeft.

Op individueel en groepsniveau essentiële onderwijsbehoeften aanduiden o.b.v. de beeldvorming.

De formulering van onderwijsbehoeften nuanceren en bijsturen.

De formulering van onderwijsbehoeften steeds verder verfijnen, rekening houdend met alle factoren.

1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften Rekening houdend met de beginsituatie, gedifferentieerde lesdoelen kiezen en ze concreet en operationeel formuleren.

Op basis van onderwijsbehoeften, relevante doelen selecteren uit onder meer eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen.

Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen.

Prioritaire doelen vastleggen op individueel en op groepsniveau in respectievelijk een individueel handelingsplan en een groepswerkplan. Deze doelen plaatsen binnen een toekomstperspectief en brede context.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid waarbinnen het toekomstperspectief van leerlingen richting gevend is voor de werking van de school.

Deze doelen samen met alle betrokkenen, inclusief leerling en ouders, formuleren.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid waarbinnen de samenwerking met alle betrokkenen, richting gevend is voor de werking van de school.

Steeds creatief op zoek gaan naar nieuwe ontwikkelingskansen, hoe klein ook, die de toekomstkansen verruimen.

Een ondersteuningsplan dynamisch en creatief bijsturen.

1.4. Realiseren en coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zich bewust zijn dat het eigen didactisch handelen dient aangepast te worden aan de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling.

In overleg met collega’s en het team systematisch het eigen didactisch handelen afstemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling.

In het team het eigen didactisch handelen ter bespreking stellen.

Weten dat de gegevens uit een leerlingvolgsysteem waardevol zijn om het eigen didactisch handelen bij te sturen.

Individuele handelingsplannen en groepswerkplannen maken in dialoog met het team.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid over planmatig werken op individueel, klas- en schoolniveau.

Zicht hebben op betrokken partijen wanneer zich specifieke onderwijsbehoeften stellen.

De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg.

Uitbouwen van een breed netwerk van betrokkenen.

Een actieve bijdrage leveren aan klassenraden of interdisciplinair overleg.

Een interdisciplinair overleg of klassenraad aansturen, van voorbereiding tot uitvoering en opvolging.

De organisatie van interdisciplinair overleg en klassenraden vorm geven en aansturen.

Erkennen dat ouders en leerling zelf betrokken partijen zijn in het planmatig werken.

Leerlingen en ouders betrekken als ervaringsdeskundigen bij elke fase van het planmatig handelen.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid dat de samenwerking tussen alle betrokkenen stimuleert en empowerment van ouders en leerlingen bevordert.

Zelf model staan voor een constructieve samenwerking met leerlingen, ouders en collega’s. Op systematische wijze gemaakte afspraken uitvoeren en evalueren.

Komen tot heldere en inzichtelijke afspraken met meerdere partijen die betrokken zijn bij de opvolging van een leerling.

Met het oog op een lange termijnplanning, afspraken evalueren en bijsturen.

Erop toezien dat afspraken die voor een leerling gemaakt werden in het team, worden nageleefd binnen een redelijke termijn. De cyclus van planmatig werken en het zorgcontinuüm kennen.

De cyclus van planmatig werken en het zorgcontinuüm verduidelijken aan alle betrokkenen.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling en realisatie van planmatig werken in de school.

De toepassing van de cyclus van planmatig werken en het zorgcontinuüm in het team bewaken. Op een objectieve en correcte manier de schriftelijke neerslag (in verslaggeving, volgsysteem of dossier) van het planmatig werken verzorgen.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en -beleid over de schriftelijke neerslag van het planmatig werken.

2.

Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen

2.1. Waarderen van de diversiteit in een klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van elke leerling Het recht erkennen op individualisering van de onderwijsaanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in een klasgroep.

Werken aan gelijke onderwijskansen en redelijke aanpassingen, rekening houdend met internationale, wetgevende, ethische en sociaal-culturele kaders.

Het team sensibiliseren inzake gelijke onderwijskansen en het recht op redelijke aanpassingen.

Een sensitieve en responsieve begeleidingsstijl hanteren t.a.v. individuele leerlingen.

De persoonlijke interesses, talenten en zorgen van leerlingen kennen, om ieders motivatie en welbevinden in een groep te vrijwaren en erop te anticiperen in de voorziene aanpak in de klas.

In het team proactief meewerken aan onderwijsen begeleidingsstijlen die de diversiteit van leerlingen waarderen.

Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn.

Interacties met en tussen leerlingen bevorderen en de aanwezige groepsdynamiek doelgericht inzetten als leerbevorderende factor.

In een diverse groep werken aan volledige participatie en wederzijdse ondersteuning van alle leerlingen.

Elke leerling actief betrekken bij groepsactiviteiten.

Begrijpen van ondersteuningsvragen als vragen naar doelgerichte differentiatie, opdat elke leerling volwaardig kan participeren aan een toegankelijk curriculum en zich betrokken voelt bij groepsactiviteiten.

Samen met collega’s, klasgenoten en teamleden voorgestelde aanpassingen en maatregelen toetsen aan het criterium van participatie.

2.2.

Differentiëren van het aanbod en de aanpak, op basis van de leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in een groep

Kleine aanpassingen aan het programma doorvoeren die beantwoorden aan de behoeften van een leerling. Stimulerende, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen en een brede waaier van differentiatievormen kennen. Zicht hebben op individuele maatregelen voor bepaalde leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, in het kader van het realiseren van een passend onderwijsaanbod.

Stimulerende, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen gericht inzetten bij het uitwerken van een passend onderwijsaanbod. Binnen een bestaande klascontext in functie van de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen differentiëren in inhouden, instructie, tempo en verwerking. Binnen een bestaande klascontext individuele trajecten voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften uittekenen.

Handleidingen maken in verband met individuele leertrajecten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

Principes van ‘universeel design in onderwijs’ toepassen in het dagelijks onderwijskundig handelen.

In het schoolteam een voortrekkersrol opnemen in de realisatie van de principes van ‘universeel design’.

Aangepaste technologische en niet-technologische hulpmiddelen die de participatie in de klas bevorderen, inzetten. Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep.

Gedragsmanagement en klasmanagement hanteren uitgaande van een waarderende houding.

Op schoolniveau acties ondernemen om een passend onderwijsaanbod te realiseren voor alle leerlingen.

De participatie en aansluiting met een klasgroep maximaal bewaren door aansluiting bij het ritme van deze groep, klasroutines en gemeenschappelijke thema’s.

Opstellen en gebruikmaken van participatieplannen in diverse groepen en bij collegiale ondersteuning van collega’s.

Een continuïteit in het onderwijsaanbod realiseren door het eigen handelen af te stemmen op routines en/of klas- en groepsaanpak van collega’s en door te zorgen voor een goede overdracht naar toekomstige betrokkenen.

Op schoolniveau een continuïteit in het onderwijsaanbod bewaken door een voortdurende afstemming met collega’s.

De eigen begeleidingsstijl aanpassen aan grote verschillen in gedrag.

Ondersteuning bieden aan collega’s m.b.t. gedrags- en klasmanagement.

Gedrag van leerlingen begrijpen in een gegeven context en een evenwichtig en aangepast gedragsmanagement hanteren, rekening houdend met groepsafspraken en individuele behoeften.

2.3. Actief op zoek gaan naar hulpmiddelen en ondersteuning die de communicatie- en interactiemogelijkheden van leerlingen bevorderen Het belang kennen van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling van leerlingen. Spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen aanmoedigen.

De communicatiemogelijkheden en communicatieve behoeften van leerlingen herkennen en teamgericht opvolgen via observatie, een aangepaste interactiestijl en aanbod.

De communicatiemogelijkheden van leerlingen uitbreiden via een doelgerichte en consequente interdisciplinaire aanpak op schoolniveau.

Alternatieve vormen van communicatie en interactie gebruiken bij die leerlingen waarvoor verbale communicatie niet vanzelfsprekend is. Vanuit een interdisciplinaire aanpak teamafspraken maken zodat de communicatie- en interactiemogelijkheden doelgericht opgevolgd en bevorderd worden.

Werk maken van verbondenheid in de klas en alle vormen van pestgedrag en uitsluiting van communicatie, interactie en participatie bestrijden.

Actief gevarieerde sociale contacten en interacties tussen leerlingen en binnen bredere netwerken bevorderen.

Werken aan een schoolbrede realisatie van verbondenheid.

Gebruik maken van doelgerichte partnerstrategieën die de communicatie bevorderen van leerlingen met communicatieve beperkingen. Sociale interventies en maatregelen voor groepsbevordering hanteren.

Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden.

Inzetten van gepaste ondersteunende communicatie op leerlingen/ of groepsniveau. Actief op zoek gaan naar aangepaste communicatiemiddelen en –ondersteuning voor leerlingen met communicatieve beperkingen. Leerlingen actief betrekken in de zoektocht naar gepaste communicatiemiddelen. Specifieke technologische en niet-technologische communicatiemiddelen kennen en hun toepassingsmogelijkheden verkennen en bevragen.

Informatie over technologische en niettechnologische ondersteunende communicatiemiddelen ter beschikking stellen van het ganse team. Met het team duidelijke afspraken maken over de inzet van technologische en niet-technologische ondersteunende communicatiemiddelen.

2.4. Een deskundige en evenwichtige afstemming bieden van het onderwijsaanbod – incl. de leerlijnen - op de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief, maatschappelijke participatie en alle leerdomeinen Een gelijkwaardige benadering en instructietijd nastreven voor alle leerlingen. Leerlingen betrekken bij het klasgebeuren in alle leeren spelactiviteiten.

De verschillende niveaus van planmatig handelen (individueel, groeps- en schoolniveau) benoemen en gebruiken

Collega’s inhoudelijk aansturen bij het opstellen van groepswerkplannen.

Vanuit de verschillende ondersteuningsvragen doelen selecteren voor het groepswerkplan. Werken met participatieplannen. De beschikbare leerlijnen kritisch benaderen, aanvullen en wijzigen. Leerlijnen aanpassen voor de individuele afstemming van het onderwijsaanbod. Het geïndividualiseerd aanbod weer afstemmen op de groepsaanpak met het oog op maximale participatie. Leeftijdsadequaat handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het eigen didactisch handelen ten aanzien van een individuele leerling en een groep creatief en dynamisch bijsturen.

Een schoolwerkgroep coördineren inzake de herziening van leerlijnen.

3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften, vanuit maatschappelijke verbondenheid 3.1. In de samenwerking model staan voor een toekomstgerichte en emancipatorische begeleiding Vanuit een visie op gelijke onderwijskansen, maatschappelijke structuren van achterstelling die leerlingen en hun gezinnen kwetsbaar maken benoemen en in kaart brengen.

Vanuit een visie op gelijke onderwijskansen de complexiteit Op niveau van de school een beleid uittekenen voor van maatschappelijk achterstelling herkennen in concrete meer gelijke onderwijskansen. situaties. Strategieën die hierop een antwoord kunnen bieden toepassen. Vanuit een visie op gelijke onderwijskansen opkomen voor kwetsbare leerlingen.

De gangbare procedures m.b.t. ambts- en beroepsgeheim kennen. Op een respectvolle manier omgaan met privacygevoelige informatie.

Sterktes en zwaktes in het eigen team wat betreft gelijke onderwijskansen analyseren en een aanzet geven tot oplossingen. In concrete situaties procedures van ambts- en beroepsgeheim toepassen. Zowel bij mondelinge als schriftelijke communicatie, met in begrip van verslaggeving, een correcte en respectvolle taal hanteren.

De manier waarop in de school met gegevens wordt omgegaan kritisch bevragen. Een voortrekkersrol in de school op zich nemen m.b.t. het uittekenen van een deontologische code.

Vanuit een basishouding van respect zelf kunnen en durven reflecteren over deontologische vraagstukken. De principes van open communicatie kennen. Mogelijke invloeden van de thuis – en maatschappelijke context op het functioneren van leerlingen kennen. Verschillende gezinsvormen en hun betekenis voor en invloed op leerlingen kennen. Openstaan voor vragen en bekommernissen van direct en indirect betrokkenen.

De principes van open communicatie toepassen in contacten met betrokken partijen. In alle fasen van het planmatig handelen, leerlingen en ouders een plaats geven als volwaardige partners in het team.

Een beleid van open communicatie op schoolniveau verfijnen. In het schoolteam opkomen voor de mening van ouders en leerlingen.

Positief kijken naar de inbreng van ouders en leerlingen. Het geloof van ouders in de mogelijkheden van hun kind waarderen en respecteren.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid waar een emancipatorische samenwerking met ouders en leerlingen het uitgangspunt is.

Dromen en toekomstplannen beluisteren die ouders voor hun kinderen koesteren.

Signalen van problematische opvoedingssituaties herkennen.

Informatie kennen en ter beschikking stellen omtrent schooleigen procedures, netwerken en andere vormen van ondersteuning bij problematische opvoedingssituatie.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid inzake de ondersteuning van problematische opvoedingssituaties.

In problematische opvoedingssituaties een blijvend engagement tonen om te zoeken naar communicatiekanalen met ouders en leerlingen.

Ter ondersteuning van problematische opvoedingssituaties netwerken van samenwerking met partners uit andere sectoren ontwikkelen.

In het omgaan met problematische opvoedingssituaties de eigen rol afbakenen en een doorverwijsfunctie vervullen.

3.2. Planmatig werken aan ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie Zich informeren over hoe de school samenwerking met ouders vorm geeft.

De bestaande samenwerking met ouders kritisch bevragen.

(In)formele contacten met ouders aangaan.

Initiatieven nemen om alle ouders te betrekken bij het schoolgebeuren. Mondelinge en schriftelijke communicatie toegankelijk maken voor alle ouders. Aandacht hebben voor de aanvaardings-en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie.

Vanuit een emancipatorische kijk op samenwerking een schoolvisie en-beleid ontwikkelen over ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid. Diversiteit van ouders inzetten als meerwaarde.

3.3. Een duurzame en gelijkwaardige interactie aangaan met alle betrokken partijen in de school en een breed netwerk Weten welke partijen betrokken zijn bij de begeleiding van leerlingen.

Een breed beeld ontwikkelen op partijen die een rol kunnen spelen in de begeleiding van leerlingen.

Open staan om samen te werken met nieuwe partners.

In een breed netwerk actief op zoek gaan naar bijkomende partners in de ondersteuning en begeleiding van leerlingen en de school.

Zich informeren over betekenisvolle relaties voor leerlingen en de school.

Zich bewust zijn van het feit dat samenwerking steeds een meerwaarde betekent voor leerlingen en de school. Bereid zijn tot intensieve samenwerking.

Een breed netwerk van betrokken partijen opzoeken, uitnodigen of samenstellen, rekening houdend met betekenisvolle relaties voor leerlingen en de school. Zich vrijmaken voor overleg en soepel inspelen op vragen naar samenwerking.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en-beleid over het planmatig en duurzaam samenwerken in de school en met een breed netwerk. Vanuit een gedeelde visie binnen het interdisciplinaire team werken aan een brede leeren leefomgeving voor alle leerlingen.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een professionele houding van het team in samenwerkingen.

Doelgericht informele en formele contacten onderhouden met Op niveau van de school werken aan de uitbouw betrokken partijen. van een samenwerkend breed netwerk vanuit een emancipatorische kijk op alle betrokkenen. Een gemeenschappelijke taal ontwikkelen in het interdisciplinaire team. Een gemeenschappelijk referentiekader ontwikkelen in een groep die handelt vanuit verschillende Een volgehouden professionele houding tonen in moeilijk referentiekaders. lopende samenwerkingen. Een leidinggevende rol opnemen in een begeleidingsteam.

4. Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau 4.1

Ruime coachingvaardigheden inzetten

Openstaan voor de expertise van anderen. Aanvaarden van collegiale ondersteuning.

Collega’s ondersteunen in het formuleren van hun ondersteuningsbehoeften en in het zoeken naar antwoorden op die behoeften.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid over collegiale consultatie.

Bereid zijn om breder dan de eigen klaspraktijk te Collegiaal consulteren in de klaspraktijk en bij kijken en te leren van het klasgebeuren bij klasoverschrijdende activiteiten. collega’s. Delen van ervaringen uit de eigen klaspraktijk met collega’s.

Inzichten en vaardigheden verwerven in co-teaching.

Principes van open communicatievaardigheden toepassen.

Principes van coachingvaardigheden toepassen.

Vanuit kennis van meerdere referentiekaders over coaching kritisch kijken naar de eigen coachingstijl en zich hierin blijven professionaliseren.

Zicht hebben op eigen krachten en weerstanden.

Zicht hebben op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen van individuele collega’s en hier gepast op inspelen.

Gepast inspelen op krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in het schoolteam.

Principes van co-teaching toepassen in de dagelijkse klaspraktijk.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid over co-teaching.

Zicht hebben op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in een schoolteam. Stimuleren van reflectie en uitwisseling tussen collega’s.

Draaischijf zijn in de uitwisseling van expertise tussen collega’s.

4.2 Beleidsondersteuning bieden met betrekking tot onderwijsvernieuwing, projecten en schoolvisie

Onderwijsorganisatie kennen.

Zich verdiepen in de specifieke onderwijsorganisatie en zijn context.

Op schoolniveau actief bijdragen aan de ontwikkeling van de onderwijsorganisatie.

Samenwerken met alle onderwijspartners in het kader van onderwijsvernieuwing. Het bestaan en belang van schoolcultuur kennen. Op de hoogte zijn van onderwijsvernieuwingen.

De kenmerken van de schoolcultuur benoemen. Zich informeren over actuele thema’s en vernieuwingen in onderwijs en aanverwante sectoren.

Met collega’s werken aan schoolcultuur. Uitbouwen en coördineren van werkgroepen inzake onderwijsvernieuwing.

Een eigen mening formuleren over actuele thema’s en vernieuwingen, deze delen met collega’s en vertalen naar de concrete onderwijspraktijk. Actief meewerken aan onderwijsvernieuwingen in de eigen school.

Actief bijdragen in het herformuleren van de schoolvisie.

Actief bijdragen in de ontwikkeling, bijsturing en actualisering van het schoolwerkplan. Een nascholingsplan vanuit de behoeften van het schoolteam uitstippelen en mee vormgeven.

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen

5.1 Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Ruime interesse hebben in onderwijs voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

Zich verdiepen in het vormgeven van een universeel onderwijsdesign en de plaats van specifieke ondersteuning daarbinnen.

Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolvisie en – beleid waarin de principes van een universeel onderwijsdesign het uitgangspunt zijn..

Zich betrokken voelen bij wat er in de samenleving gebeurt, dit kritisch benaderen en er een eigen mening over vormen.

Zich actief op de hoogte stellen van en genuanceerd kijken naar maatschappelijke thema’s.

Zich actief inzetten op schoolniveau om samen met alle betrokkenen een genuanceerde kijk te ontwikkelen op maatschappelijke thema’s en de betekenis hiervan voor de school.

5.2

Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen

Zich een onderzoekende houding eigen maken.

Reflecteren over de eigen rol in onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Zelf leerpunten aangeven op vlak van onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

Vanuit een onderzoekende houding kijken en handelen binnen het domein specifieke onderwijsbehoeften.

Op schoolniveau een onderzoekende houding binnen het team ontwikkelen.

Op zoek gaan naar relevante resultaten van praktijkgericht onderzoek en wetenschappelijke literatuur om het eigen handelen te sturen.

Relevante resultaten van praktijkgericht onderzoek en wetenschappelijke literatuur inzetten binnen het schoolbeleid.

De rol en bijdrage van zichzelf als persoon aanduiden in concrete situaties en bespreekbaar maken in het team.

Actief bijdragen aan een schoolcultuur waarin leren met en van elkaar centraal staat.

Eigen ondersteuningsbehoeften formuleren en delen met collega’s. Het eigen handelen bijsturen m.b.t. het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

BIJLAGE 2: Internationaliseringscompetenties in het curriculum

1.

logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen;

2.

kunnen reflecteren op Vlaams / persoonlijk handelen, kennis, inhoud, werkwijze, vakgebied, plaats van vakgebied in internationale maatschappelijke context

3.

inzicht hebben in internationale normen binnen het vakgebied en het professioneel handelen;

4.

in staat zijn met internationale vakgenoten en niet-vakgenoten te communiceren over een eigen project/aspect van het vakgebied;

5.

in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten;

6.

in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren

7.

in staat zijn om een brugfunctie te vervullen en te functioneren in een multidisciplinair internationaal team

8.

in staat zijn in groepen met mensen uit verschillende culturen te werken

9.

in staat zijn de manier/stijl van communicatie aan te passen aan de bestaande gebruiken in andere culturen (crossculturele communicatievaardigheden

10.

in staat zijn met formele buitenlandse instellingen om te gaan;

11.

in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren;

12.

reflecteren op de verschillen en overeenkomsten tussen de eigen cultuur en een andere cultuur, in het bijzonder waar het communicatieverschillen betreft;

13.

reflecteren op het eigen aanpassingsvermogen aan de context van een andere cultuur;

14.

effectief kunnen functioneren in formele en informele situaties binnen een andere culturele of multiculturele context;

15.

in staat zijn in een vreemde cultuur te werken en omgaan met cultuurverschillen;

16.

in staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren;

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw

Studiegids

Academiejaar 2013-14 Studiegebied Opleiding Traject

Onderwijs Zorgverbreding en remediërend leren BNB-ZO (Voltijds modeltraject)

Soort opleiding Diplomatitel Toelatingsvoorwaarden

Bacheloropleiding die volgt op een bacheloropleiding Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren -Rechtstreekse toegang vanuit volgende bacheloropleiding : Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs -Toegangsvoorwaarden vanuit andere bachelor- en masteropleidingen * Mits het succesvol voltooien van een voorbereidingsprogramma: elk ander diploma bachelor/master opleiding. Studenten die beschikken over bijkomend een GPB-getuigschrift of aggregaat kunnen hiervan vrijgesteld worden.

Keuzeopties

Opleidingsspecifieke keuzeopties Basisonderwijs Secundair onderwijs

Studieomvang

60 studiepunten (ECTS)

Onderwijstaal

Nederlands

Begindatum Einddatum Vakantie

18-9-2013 17-9-2014 Kerstvakantie van 23-12-2013 tot 5-1-2014 Paasvakantie van 7-4-2014 tot 20-4-2014 Zomervakantie van 1-7-2014 tot 31-8-2014

Aansluit- en vervolgopleidingen

Pagina 1 van 204 - versie: 2013.6.23


Opleidingsprofiel

De opleiding biedt: - een gespecialiseerde opleiding aan volwassenen - die bijdragen tot adequate orthopedagogische en orthodidactische begeleiding - van kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het (buitengewoon) onderwijs - in samenwerking met de betrokken partijen Competenties: 1. Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden. 2. Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen. 3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid. 4. Coach van collega's en coördinator van beleidsondersteundende maatregelen, bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau. 5. Zich zelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen.



Eindcompetenties

Zie competentiematrix in bijlage.



Modeltrajecten

Modeltraject Deeltijds - deeltraject BNB-ZO 1 - deeltraject BNB-ZO 2 Modeltraject Voltijds - deeltraject BNB-ZO



Opleidingsprogramma studiepunten

BNB-ZO (Voltijds modeltraject)

tijdsorganisatie

BREED KIJKEN DLO/13-14/BNBZO/ONDACT

Onderwijsactualiteit

3

Periode 2+3

DLO/13-14/BNBZO/VISIEOND

Visie op onderwijs

3

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/HANDDIA

Handelingsgerichte diagnostiek

3

Periode 1+2+3

DLO/13-14/BNBZO/KWSYST

Kwetsbare groepen en systeemdenken

4

Periode 2+3

4

Periode 2+3+4

3

Periode 1 of Periode 3

3

Periode 3

GERICHT HANDELEN DLO/13-14/BNBZO/HGWZO

Handelingsgericht werken in de zorg KEUZEOPTIE BASISONDERWIJS:

DLO/13-14/BNBZO/DENK

Denkontwikkelend onderwijs KEUZEOPTIE SECUNDAIR ONDERWIJS: Gericht handelen in het Secundair Onderwijs

DLO/13-14/BNBZO/GHSOSOCEMOJONG DLO/13-14/BNBZO/GHSO-LEERSTSO

- Sociaal-emotionele ondersteuning van jongeren

2

Periode 1

- Leerlingen met leerstoornissen in het secundair onderwijs

1

Periode 3

PROFESSIONEEL GROEIEN KEUZEOPTIE BASISONDERWIJS: DLO/13-14/BNBZO/ROLZOCO

De rol van de zorgcoördinator

3

Periode 1+2+3 of Periode 2+3

KEUZEOPTIE SECUNDAIR ONDERWIJS: DLO/13-14/BNBZO/ZOBREEDSO

Zorgbreed secundair onderwijs

3

Periode 2+3+4

DLO/13-14/BNB-ZO/POP

Professioneel ontwikkelingsplan

10

Academiejaar

DLO/13-14/BNBZO/COMM

Communicatie

7

Academiejaar

10 10

Academiejaar

KEUZETRAJECTEN Keuzetraject Deel 1 Keuzetraject Deel 2 DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-2DETAAL

- 2de taalverwerving binnen een goed taalbeleid

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-COMBEP

- Aangepast computergebruik voor kinderen met een beperking

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ADHD

- ADHD: een stand van zaken

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ASSINI

- Autismespectrumstoornis (ASS); initiatie

2

Periode 3+4



DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ASSCOMM

- ASS; Communicatie

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ASSGEDRAG

- ASS; Gedragsproblemen

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ASSPSYCHOINI

- ASS, Psychoeducatie en zelfbeeld: do's & don'ts

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ASSPSYCHOVERD

- ASS; Psychoeducatie en zelfbeeld: verdieping

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1BASSIMSNOEZ

- Basale stimulatie; snoezelen

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1COACHPRAKT

- Coachen van collega's in de praktijk

4

Periode 2+3

DLO/13-14/BNB- Compenserende hulpmiddelen voor leerlingen ZO/KEUZE1-COMPHULP met leerstoornissen

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-CREACENT

- Creacentreren

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-CPESTEN

- Cyberpesten

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-DCD

- DCD

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1BREDESCHOOL

- De brede school

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-DENKSO

- Denkontwikkelend onderwijs: secundair onderwijs

2

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ROLGON

- De rol van de GON-begeleider

1

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-DIDWVBO

- Didactische werkvormen in het basisonderwijs

2

Periode 2

1

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-DIDWVSO

- Didactische werkvormen in het secundair onderwijs

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1DRAMAZONDER

- Drama zonder woorden

1

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1DOODVERLIES

- Doodgraag; omgaan met verlies

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1GESPKINDINTRO

- Gesprekken met kinderen; introductie

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1GESPKINDVERD

- Gesprekken met kinderen; verdieping

1

Periode 4

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1GODBEPASS

- Godsdienst aan kinderen en jongeren met een matige of ernstige mentale beperking en/of ASS

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-HECHT

- Hechten en vechten

2

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1HERSENGNKLEUR

- Hersenen hebben geen kleur

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-HIPPOTH

- Hippotherapie in het onderwijs

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-HOOGBEG

- Hoogbegaafdheid

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-INTINC

- Integratie, inclusie; "What's in a name?"

2

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ICCPRAKT

- Interculturele communicatie in de praktijk

3

Periode 2+3



DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-KANSARM

1

Periode 2

- Kinderen en jongeren met gedragsproblemen in het gewoon en buitengewoon onderwijs

3

Periode 1+2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-T7INI

- Kinderen met een auditieve beperking; initiatie

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-T4

- Kinderen met een fysieke beperking

2

Periode 3


- Kinderen met een matige en ernstige verstandelijke beperking

2

Periode 2


- Kinderen met een visuele beperking

1

Academiejaar

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-VISBEP

- Kinderen met een visuele beperking; introductie

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-LEREN

- Leren leren

2

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-MUZSV

- Muzisch werken aan sociale vaardigheden

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-NAH

- NAH

1

Periode 1

2

Periode 1

- Nieuwe gezinsvormen en (v)echtscheiding

2

Periode 2

- Omgaan met diversiteit in de klas en aan de schoolpoort

2

Periode 2

DLO/13-14/BNB- Omgaan met leerlingen met ontwikkelingsdysfasie ZO/KEUZE1-ONTWDYSF in het onderwijs

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ORTHODS

- Orthodidactiek van de spelling

1

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ORTHODL

- Orthodidactiek van het lezen

1

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ORTHOREK

- Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader

1

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ODREKBREUK

- Orthodidactiek van het rekenen: Breuken

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ODREKKOMMA

- Orthodidactiek van het rekenen: Kommagetallen

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ODREKMETREK

- Orthodidactiek van het rekenen: Metend rekenen en meetkunde

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ODREKGET1000

- Orthodidactiek van het rekenen: Rekenmoeilijkheden met getallen tot 1000 remediëren

3

Periode 2+3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ODREKSO

- Orthodidactiek van het rekenen - Secundair onderwijs

1

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-KJGEDRAG

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1NMONTWOPV DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-GEZINSV DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-DIVER

- Kansarmoede

- Neurologische en motorische ontwikkelingsopvolging

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ODENG

- Orthodidactiek vreemde talen - Engels

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ODFRANS

- Orthodidactiek vreemde talen - Frans

1

Periode 3

2

Periode 4

1

Periode 4

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-VEILIG DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-RECHPLICH DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1RSVMENTBEPASS

- Persoonlijke en teamgerichte veiligheidstechnieken - Rechten en plichten in het onderwijs - Relationele en seksuele vorming aan kinderen/jongeren met (ernstige) mentale beperking en/of autisme



DLO/12-13/BNBZO/KEUZE1SAMENMEET

- Samen tot aan de meet; alternatieven voor zittenblijvers

2

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1SCHRIJFDANSKO

- Schrijfdans voor peuters en kleuters

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1SCHRIJFDANSLO

- Schrijfdans: lagere school

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-SHERB

- Sherborne

3

Periode 1+2+3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-SMOG

- Smog

2

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-SUICPREV

- Suïcidepreventie bij jongeren

1

Periode 4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-TICS

- Tics en het syndroom van Gilles de la Tourette

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-TIMEOUT

- Time-out projecten; een toekomst voor iedereen

1

Periode 2

DLO/13-14/BNB- Tussen gewoon en buitengewoon… de grenzen ZO/KEUZE1-TSSGEWBO tussen leerlingen in T1, T8 en het gewoon onderwijs

1

Periode 4

DLO/13-14/BNB- Van moetivatie naar goesting! De leerkracht en ZO/KEUZE1-MOETIVATIE directie als motiverende coach

1

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-BUSO_OV1OV2

- Verdieping Buso OV1-OV2

2

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-BUSO_OV3OV4

- Verdieping Buso OV3-OV4

2

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-VERKBUSO

- Verkenning van het Buso

1

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-DRAMA

- Werken met drama

1

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-WISINIT

- Wiskundige initiatie en aanvankelijk rekenen

2

Periode 1

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ZELFZORG

- Zelfzorg

1

Periode 3

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1ZIEKENHOND

- Ziekenhuisonderwijs

2

Periode 2

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-ZORUST

- Zorg voor rust

1

Periode 3

2

Periode 3

2

Periode 1

3

Periode 1 of Periode 4 of Periode 2 of Periode 3

3

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-INTNDL DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-INT@HOME DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTLEOVINCI DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-INTJOB

- Internationaal traject: Zorg in het Nederlandse onderwijssysteem - Internationaal traject: INT@home - Internationaal traject: Leonardo da Vinci Studyvisit: Training the Change Agents towards inclusion - Internationaal traject: Jobshadowing

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTMAROKKO

- Internationaal traject: Marokko, i.s.m. AUHA en de stad Antwerpen

6

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTERASMUS

- Internationaal traject: Erasmus, Europa en Belgica

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNB- Internationaal traject: VVOB; Cambodja: Lesstage ZO/KEUZE1-INTCAMBOD in Cambodjaans lagere school

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTECUADOR

15

Periode 3+4

- Internationaal traject: VVOB; Ecuador: Stage in school voor inclusief onderwijs



DLO/13-14/BNB- Internationaal traject: VVOB; Rwanda: Lesstage ZO/KEUZE1-INTRWANDA Scholenbanden

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTSURITRAIN

- Internationaal traject: VVOB; Suriname: Uitwerken van een trainingspakket

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-INTTANZ

- Internationaal traject: VVOB; Tanzania, Arusha: schoolopbouwwerk

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1-INTVIET

- Internationaal traject: VVOB; Vietnam: Engelse les bij lerarenopleidingen

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTZAMBGEMKO

- Internationaal traject: VVOB; Zambia: Lesgeven en onderzoek in gemeenschapsscholen voor kleuters

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTZAMBBUKO

- Internationaal traject: VVOB; Zambia: Stage lerarenopleiding buitengewoon kleuteronderwijs

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTZAMBKOLO

- Internationaal traject: VVOB; Zambia: Stage lerarenopleiding kleuter- of lager onderwijs

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1INTZIMBSLOP

- Internationaal traject: VVOB; Zimbabwe, Harare: Leercentrum sloppenwijk

15

Periode 3+4

15

Periode 3+4

DLO/13-14/BNB- Internationaal traject: VVOB; Zuid-Afrika: ZO/KEUZE1-INTZUIDAFR Didactische materialen ontwikkelen



Studiegebied Opleiding

Onderwijs Zorgverbreding en remediërend leren Bacheloropleiding die volgt op een bacheloropleiding

Tijdsorganisatie: Periode 2+3 Docent(en): Van de Putte Inge

Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/ONDACT - Onderwijsactualiteit Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond.

Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar

Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 12u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD

Onderwijstaal: Nederlands

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Deze cursus wil studenten inzicht geven in het debat over onderwijs aan leerlingen met specifieke noden en mogelijkheden : We staan stil bij de beeldvorming van kinderen en jongeren met een beperking; - Hoe komt die beeldvorming tot stand? - Welke beelden leven over jongeren met een beperking en specifieke mogelijkheden? - Wat zijn hiervan de effecten op hun zelfbeeld en maatschappelijke positie? Vervolgens gaan we verder in op het debat over onderwijs aan kinderen en jongeren met specifieke noden en mogelijkheden; - Welke maatregelen op macroniveau ter ondersteuning kennen we - hoe evolueerden deze? - Hoever staan we in het realiseren van onderwijs dat tegemoet komt aan elke leerling? We bekijken hoe we in Vlaanderen inclusief onderwijs kunnen realiseren. We bespreken kort welke competenties er verlangd worden van een leraar binnen klassen met specifieke onderwijsbehoeften. We kijken over de grenzen heen en verkennen de internationale context. Aan de hand van context in Nederland, onderzoeken we hoe zij onderwijs op maat realiseren in gewone en/of buitengewone schoolcontext. Wat kunnen we leren uit zulke vergelijkende studie, zonder buitenlandse modellen te willen kopiëren. Hoe kan Vlaanderen nog beter aansluiten bij Internationale verdragen en conventies? We ronden het opleidingsonderdeel af door een bezoek te brengen aan een good practice; een school waar ernstige stappen worden ondernomen in functie van onderwijs op maat van elke leerling. Doelstellingen

• • • • • •

De studenten ontwikkelen een visie op onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het brede continuüm van het onderwijslandschap De studenten kennen het verschil tussen geïntegreerd en inclusief onderwijs op basis van het paradigma van beide concepten De student heeft inzicht in het verband tussen de positie van mensen met een beperkingen in de maatschappij en de beeldvorming omtrent deze burgers De student verwerft inzicht in de eigen beeldvorming en hoe deze hun praktijk beinvloedt De studenten kunnen de Vlaamse context met betrekking tot onderwijs aan jongeren met een beperking vergelijken met een context in andere landen ; ze verwerven inzicht in de consequenties hiervan voor de (school)loopbaan van deze jongeren en hun toekomst De studenten voeden hun visie op grond van een actua map die ze bijhouden gedurende het academiejaar

Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (12u)

2 periodes

periode 2

Zelfstudie (63u)

2 periodes

periode 2

Evaluatie Ex. Moment kans

Vorm

Gewicht

Herhaalbaar? Toelichting

1

van september tot Opdracht en met juni

100.00% Ja

Schriftelijke opdracht

2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht



Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. In geval van gewettigde afwezigheid contacteer je je leertrajectbegeleider voor verdere info om deze les in te halen. Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door het opleidingsteam (zie Blackboard). Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus

BNB Syllabus: wordt tijdens de lessen zelf gegeven

Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties : 1.1, 1.2, 2.4, 4.2, 5.1 Internationaliseringscompetenties: 1,2





Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en): Sprangers Pieter De Geyter Lode Lernout Bernard Studiepunten: 3

Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar


Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/VISIEOND - Visie op onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Deel 1: Creatieve methodieken voor visieontwikkeling in onderwijs: komen tot het meest fantastische leren voor iedereen De maatschappij evolueert razend snel. Hoe maken we, dat we als leerkracht, team, school... mee zijn met deze evoluties of meer nog deze evoluties integreren en hierop zelfs anticiperen binnen onze schoolvisie en dagdagelijkse werking? In dit aanbod gaan we in op de trends in de maatschappij, proberen we ons voor te stellen hoe het onderwijs in 2020 eruit zou kunnen zien, om op grond daarvan onze huidige visie op onderwijs los te laten en creatief te kijken naar en antwoorden op vragen als: - wat moet onderwijs bieden voor onze jongeren? - in hoeverre is info overdracht nog van deze tijd, nu we alles via een druk op google terug kunnen vinden? - zou het werkelijk waar zijn dat kinderen binnen 10 jaar nog enkel met een laptop naar de school komen? - hoe gaan we daar mee om? - Wat zijn mogelijkheden? valkuilen ?.... - welke mogelijkheden bieden sociale sites binnen onze klas? - hoe kan het meest fantastische onderwijs er in de toekomst uitzien …? - .... Komen hierin aan bod:


• • • • •

‘Edushock, breinoptimizer voor leren in de toekomst’ : denksporen en inspiratievonken Leren zoals Leonardo Da Vinci : de 7 kapstokken voor universele creativiteit en innovatie Creativiteitstechnieken : creatief denken in de praktijk Appreciative inquiry : via waarderend onderzoek komen tot collectieve visie-ontwikkeling Mindmapping : breininstrument om creatief denken te faciliteren

In deze 4 sessies proberen we de manier waarop we zelf onderwijs kregen een keer los te laten onze om vanuit andere invalshoeken mogelijkheden tot boeiend onderwijs te verkennen... Deel 2: Wat met deontologie in het onderwijs? Binnen de deontologie van onderwijspersoneelsleden passen regels m.b.t. ambtsgeheim, beroepsgeheim, meldingsplicht, discretieplicht. Tevens zijn deontologische rechten en plichten van onderwijspersoneelsleden gevat in algemene onderwijskoepelreglementen, in lokale arbeidsreglementen en in het decreet Rechtpositie. In een vierde sessie beantwoorden we concrete vragen desbetreffend. Doelstellingen

• • • • •

De student is zich bewust van zijn pedagogische visie en in staat deze kritisch te bevragen

• •

De student verwerft inzicht in de wijze waarop deze aspecten zijn opgenomen in de onderwijskoepelreglementen

De student kan creatieve methodieken gebruiken om visie te ontwikkelen De student kan de visie operationaliseren in concrete lespraktijken De student kent creatieve methodieken om ook kinderen aan te zetten tot creatief denken De studenten verwerft kennis en inzicht in verband met zijn plichten en rechten met betrekkeing tot het ambtsgeheim, beroepsgeheim, meldingsplicht, discretieplicht in de onderwijscontext De student kan deze kennis vertalen naar zijn dagelijkse klaspraktijk


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (65u)

2 periodes

periode 3




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. In geval van gewettigde afwezigheid contacteer je je leertrajectbegeleider voor verdere info om deze les in te halen. Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door het opleidingsteam (zie Blackboard). Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Boek

Edushock (editie 2011)

Auteur

Uitgever

ISBN

De Boe, D., Lernout, B. & Sprangers, P.

LannooCampus

978-90-7743-250-1

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 3.1, 3.1, 3.3, 4.2, 5.2





Tijdsorganisatie: Periode 1+2+3 Docent(en): Piskora Katharina Cuypers Marianne De Mey Siri Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 0,6 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar



Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/HANDDIA - Handelingsgerichte diagnostiek Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Handelingsgerichte diagnostiek vraagt van ieder van ons om handelingsgericht te denken en gebruik te maken van een handelingsgerichte taal. Tijdens een eerste theoretische sessie verruimen we je blik op leeren ontwikkelingsstoornissen. We kaderen het geheel binnen het ICF-CY-model, prodiagnostiek, de wetgeving en hun implicaties op niveau van diagnostiek en het handelen in de klaspraktijk. Verder ontdekken we het kader van handelingsgerichte (psycho)diagnostiek. We leggen de klemtoon op kwaliteitsvolle diagnostiek. Naast leerlingkenmerken geven we handvatten om de leerling in zijn onderwijsleer- en opvoedingssituatie te bekijken. We leggen nadruk op het interactionele kader en breiden o.a. de intake- en adviesfase uit. Reflectie op het eigen handelen als leerkracht of zorgcoördinator staan mee voorop. Tevens lichten we een nieuwe kijk op intelligentie toe vanuit het CHC-intelligentiemodel. We overlopen diagnostische onderzoeksmiddelen die binnen een klinische setting gehanteerd worden en leren efficiënt en doelgericht omgaan met onderzoeksmateriaal dat men gebruikt binnen de onderwijscontext. We leren de 'interpretatie' van onderzoeksmiddelen breder te kaderen en bespreken de ‘grenzen’ van meetinstrumenten. Praktisch bruikbaar materiaal wordt meegegeven om samen met een leerkrachtenteam aan de slag te gaan binnen zorg. Na elk uitgebreid theoretisch luik werk je in groep tijdens praktijksessies aan een casus. We oefenen o.a de taal en het systematisch handelen van handelingsgericht werken in. Doelstellingen

• •

De studenten kennen het onderscheid tussen leerproblemen, leerstoornissen en een ontwikkelingsstoornissen

• •

De student heeft inzicht in de methodiek van handelingsgerichte diagnostiek - gefaseerd handelen

• • • •

De studenten hebben inzicht op de nieuwe ontwikkelingen inzake het denken over intelligentie en de mogelijke impact daarvan op de schoolpopulatie binnen hun werkcontext en doorverwijzingen De student kan aangeven hoe de diagnostiek wordt bedreven. We belichten o.a.cognitieve vaardigheden, aandacht en concentratie, e.a. De student heeft meer inzicht in onderzoeksmiddelen die binnen een klinische setting afgenomen worden De student leert gericht omgaan met onderzoeksmateriaal (afname, analyse, handelen) gebruikt binnen de onderwijscontext. We leren kijken naar de plaats van onderzoeksmiddelen binnen onderwijs ikv een goede preventieve basiszorg voor alle leerlingen. De student kent de meest voorkomende begrippen, termen, afkortingen die in verslagen worden gebruikt om van daaruit verslagen beter te begrijpen en gebruiken. De student kan de resultaten van onderzoek plaatsen en richt zich op aanbevelingen en handelingsgerichte advisering.

Werkvormen Theoretische sessies afwisselend met praktijksessies. Tussentijds werkt de student ter voorbereiding zelfstandig (in groep) verder. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (14u)

3 periodes

periode 1

Zelfstudie (61u)

3 periodes

periode 1


1

Vorm


Gewicht


100.00% Ja




2

augustusseptember

Opdracht

100.00% NVT


Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. In geval van gewettigde afwezigheid contacteer je de lesgever voor verdere info om deze les in te halen. Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door de lesgever (zie Blackboard). Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Boek

Handelingsgericht werken in de klas. De leerkracht doet ertoe (editie mei 2010)

Auteur

Uitgever

Pameijer, N., Acco Van Beukering, T., De Lange, S., Schulpen, Y. & Van De Veire, H.

ISBN

978-90-3347-925-0

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 3.1, 5.1 Internationaliseringscompetenties: 3,6





Tijdsorganisatie: Periode 2+3 Docent(en): Murawski Bert Verbeek Ingrid Studiepunten: 4 Internat. gemerkte stp. : 4 Wegingsfactor: 4 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar

Studiebelasting: 100u Contacturen per jaar: 12u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel

Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/KWSYST - Kwetsbare groepen en systeemdenken Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud In deze module bekijken we enkele casussen van maatschappelijk kwetsbare groepen vanuit de schoolcontext. We gaan via het pad van inzichten en technieken van het systeemdenken zoeken naar kansen tot positieve beïnvloeding. We trachten ieder de creatieve kracht te geven tot geloof in het vinden van eigen kansen van positieve betekenis in het leven van een kind in zijn ruime context in een schijnbaar hopeloze situatie… We gaan ook in op het belang van samenwerking met het welzijnsnetwerk, dat we ook verkennen. Doelstellingen De studenten kunnen vanuit de schoolcontext:

• • • • • • • •

Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD


begrippen uit het systeemdenken hanteren. situaties van maatschappelijk kwetsbare kinderen/jongeren analyseren de integratie van hechting en loyaliteit zien in het gezin. de mogelijkheden en gevaren van taal zien binnen interventies. te rade gaan bij en/of doorverwijzen naar het welzijnsnetwerk de onbegrensdheid van hun invloed en inzet verwoorden. de betekenis van hun invloed zien hier en over de generaties. een eigen casus aanreiken en kansen tot beïnvloeding beschrijven vanuit het systeemdenken.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (12u)

2 periodes

periode 2

Zelfstudie (88u)

2 periodes

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN


Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 3 Internationaliseringscompetenties: 1, 6, 9, 12, 16





Globale keuzeopties

Basisonderwijs

Tijdsorganisatie: Periode 1 of Periode 3 Docent(en): Hagenaars Mieke Vinck Wendy Studiepunten: 3

Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar



Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/DENK - Denkontwikkelend onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud

1. Wat is denkontwikkelend onderwijzen?

• • •

Het ontstaan van ontwikkelend onderwijs plaatsen binnen het pedagogisch-didactisch handelen. Het denkontwikkelend onderwijs plaatsen binnen het kader van leerling-, leerkracht-, en taakkenmerken. Alert blijven voor valkuilen van 'leren leren'.

2. Actief en reflectief leren

• • • •

Neurodidactisch handelen begrijpen. Het actief en reflectief leren begrijpen vanuit het neuro-didactisch handelen. De werking van het brein zien als essentiële factor binnen elk leerproces. Relatie zien tussen het aanpassen van het didactisch handelen m.b.t werking van het brein.

3. Leer – KRACHT in stijl – mediatiekenmerken

• • •

Bouwen aan ‘denkontwikkelend leren’ begrijpen als een wisselwerking tussen verschillende factoren. Vanuit klassituaties en vraagstelling de mediatiekenmerken inoefenen. Reflecteren over eigen mediatiekenmerken en prioriteiten kiezen om pedagogisch en didactisch een dynamiek op gang te brengen.

4. Bouwstenen en goede leerhoudingen

• • •

De bouwstenen en goede leerhoudingen koppelen aan concrete klasactiviteiten, klasmateriaal om het denkkader in te oefenen Goede leerhoudingen terugvinden in de mediatiestijlen: wat – waarom – waar nog en hoe? Vanuit de denkontwikkeling een preventief onderwijsklimaat creëren waarbij het reMEDIËREN centraal staat in het didactische en pedagogisch handelen.

5. Deficiënte cognitieve functies

• • •

Denkfuncties ontdekken en inzetten.

•

De deficiënte functies koppelen aan leerling-gedrag, aan activiteiten, aan interventies van de leerkracht. (cfr. mediatiecriteria)

De deficiënte functies onderzoeken die maken dat een kind problemen heeft om tot leerontwikkeling te komen. Invullen van een kijkwijzer die inzicht geeft over de sterktes en zwaktes in het leerproces van kinderen en daardoor kiezen aan welke bouwstenen en goede leerhoudingen, aan welke deficiënte functies, moet gewerkt worden.

Doelstellingen

• • • • •

Denkontwikkelend onderwijs begrijpen als een wisselwerking tussen verschillende factoren. De mediatiekenmerken leren (h)erkennen als een krachtige interventiestijl van elke leerkracht, opvoeder. De mediatiekenmerken ontdekken in concrete activiteiten. Reflecteren over eigen mediatiekenmerken en kiezen van eigen werkpunten. Het denkkader van de bouwstenen en goede leerhoudingen ontdekken om cognitie te stimuleren via klas - groep - individuele activiteiten.



• •

De relatie tussen mediatie en deze bouwstenen en goede leerhoudingen inzetten.

• •

Via een kijkwijzer deficiënte functies van kinderen observeren.

Vanuit het neurodidactisch handelen denkfuncties van kinderen ontdekken en toepassen vanuit verschillende activiteiten. Deze deficiënte functies koppelen aan leerlinggedrag, aan activiteiten, aan interventies van de leerkracht.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (12u)

1 periode

periode 1 of 3

Zelfstudie (63u)

1 periode

periode 1 of 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2.1, 2.2, 2.4





Tijdsorganisatie: Periode 2+3+4 Docent(en): Potums Stefan

Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/HGWZO - Handelingsgericht werken in de zorg Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond.

Studiepunten: 4 Internat. gemerkte stp. : 1,5 Wegingsfactor: 4 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud - Het model van handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek. - Zorgcontinuüm (piramidemodel, gebaseerd op het netoverschrijdende “Begeleidingstraject voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften”). - Door de combinatie van de twee bovenstaande modellen brengen we de ruggengraat van een goede zorgwerking in kaart. - Door gevarieerde werkvormen, interactie en reflectie wordt het leerproces van de cursisten gestimuleerd.

Studiebelasting: 100u Contacturen per jaar: 10u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract:

Doelstellingen - Kennis maken met het model van handelingsgericht (samen)werken (HGW) en handelingsgerichte diagnostiek (HGD). - De zeven uitgangspunten van HGW kunnen verwoorden en gebruiken om over de zorg op school na te denken. - Inzicht hebben in wat het belang is van het werken met een zorgcontinuüm en de mogelijke plaats daarbinnen van een zorgleerkracht. - De aangereikte kaders als bril kunnen gebruiken om het zorgbeleid in een school van nabij te bekijken en mogelijke actiepunten naar voor te schuiven. - Eigen leeren werkpunten kunnen formuleren vanuit deze kaders.

DIP, CRD Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Onderwijstaal: Nederlands

Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (90u)

3 periodes

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht


Studiemateriaal

Cursus


Boek


Auteur

Uitgever



ISBN

978-90-3347-925-0


Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.3, 1.4, 2.1, 2.3, 2.5, 3.1, 4.1, 4.2, 5.2 Internationaliseringscompetenties: 1, 6





Globale keuzeopties

Secundair onderwijs

Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en):

Aerts Annelies De Borger Joke Studiepunten: 3

Samengesteld opleidingsonderdeel

Gericht handelen in het Secundair Onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel.

Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar Herkansing: Niet-geslaagde dOLODs (waarop tweede examenkans mogelijk)

Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD





Globale keuzeopties

Secundair onderwijs

Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): De Borger Joke

Studiepunten: 2

Wegingsfactor: 2 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)

Deelopleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/GHSO-SOCEMOJONG - Sociaal-emotionele ondersteuning van jongeren Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij de ondersteuning en begeleiding van emotionele en sociale vragen/moeilijkheden die jongeren kunnen ervaren. Vanuit ontwikkelingspsychologische achtergrond bekijken we de zorgen/moeilijkheden die eigen zijn aan de puberteit. Daarnaast bekijken we andere factoren die aan de basis kunnen liggen. Er worden handvaten aangereikt om signalen op te vangen en een open gesprek aan te knopen. We lichten verschillende gespreksmethodieken toe.

Studiebelasting: 50u Contacturen per jaar:

8u

Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

Tijdens de lessen koppelen we de theorie aan de praktijk; we werken vanuit concrete casussen die studenten zelf mogen aanreiken. Bij het bespreken van de casussen komen verschillende aandachtpunten aan bod zoals: wie we op de hoogte brengen van bepaalde problemen, of de ouders van een leerling betrokken worden, wanneer een doorverwijzing aan de orde is,… Ook de rechtspositie van de minderjarige en de soms vage grens tussen discretie- en meldingsplicht wordt onder de aandacht gebracht. Doelstellingen De studenten

Onderwijstaal:

• • •

verwerven inzicht in de factoren die aan de basis kunnen liggen van zorgen waarmee jongeren leven

•

verwerven handvaten voor gespreksvoering met jongeren

zijn alert voor signalen die kunnen wijzen op mogelijke moeilijkheden hebben inzicht in de mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot het betrekken van anderen/doorverwijzingen

Nederlands Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (8u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (42u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. In geval van gewettigde afwezigheid contacteer je de lesgever voor verdere info om deze les in te halen. Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door de lesgever (zie Blackboard). Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en).



Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.4, 3.1, 3.4





Globale keuzeopties

Secundair onderwijs

Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Aerts Annelies

Studiepunten: 1



4u


DLO/13-14/BNB-ZO/GHSO-LEERSTSO - Leerlingen met leerstoornissen in het secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud In het secundair onderwijs raakt de kennis over leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (bv. dyslexie, ADHD) meer en meer verspreid. Heel wat scholen bieden deze leerlingen reeds redelijke aanpassingen, meestal in termen van STICORDImaatregelen. In deze lessen spitsen we ons toe op de leerstoornissen dyslexie en dyscalculie en gaan we in op het ‘wat en waarom’ van deze STICORDI-maatregelen. We bekijken eveneens de voor- en nadelen van een aanpak-op-maat. Aan de hand van een aantal concrete voorbeelden wordt vervolgens samen met de studenten gezocht naar aangepaste maatregelen voor leerlingen die ook haalbaar zijn voor de leerkracht. Doelstellingen

•


•

Studenten kunnen de aanpassingen die ze in hun onderwijspraktijk uitwerken voor jongeren met specifieke onderwijsbehoeften verantwoorden en kritisch bevragen vanuit de maatregelen “stimuleren, compenseren en dispenseren” Studenten verwerven inzicht in de meerwaarde en valkuilen van individuele maatregelen voor deze leerlingen

Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage.


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (4u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (21u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding.



Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.4, 2.1, 2.4, 2.5, 3.1, 4.2





Globale keuzeopties

Basisonderwijs

Tijdsorganisatie: Periode 2+3 of Periode 1+2+3 Docent(en): Mathyssen Marc Ligtvoet Chris Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 1 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar

Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: 10u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1

Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/ROLZOCO - De rol van de zorgcoördinator Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Zorgbeleider zijn op school is geen gemakkelijke functie om er goed invulling aan te geven. Heel dikwijls zijn zorgbegeleiders zoekend in hun opdracht. We bekijken de taken die op de verschillende niveaus (leerling, leerkracht, school) en in de verschillende fases van het zorgcontinuüm kunnen gebeuren. Hierbij zullen we concrete tips voor de praktijk aanreiken. Het eigen zorgbeleid op school wordt aan een kritische zelfevaluatie onderworpen. Omdat ze heel vaak al hun beschikbare relationele vaardigheden moeten bovenhalen om iedereen mee te krijgen, gaan we veel aandacht besteden aan tips voor een goede samenwerking tussen klastitularis en zorgbeleider. Doelstellingen

• • • •

Soort contract: DIP, CRD


Zicht hebben op de verschillende taken op de verschillende niveaus en dit kunnen illustreren met voorbeelden Invulling kunnen geven aan de taken in de verschillende fases van het zorgcontinuüm Een sterkte-zwakte analyse van het zorgbeleid op de eigen school kunnen maken Een evenwichtig uurrooster voor de zorgcoördinator kunnen samenstellen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

3 periodes

periode 1

Zelfstudie (65u)

3 periodes

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja

Schriftelijke opdracht met mondelinge toelichting

2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN


Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 3, 4, 5 Internationalseringscompetenties: 1





Globale keuzeopties

Secundair onderwijs

Tijdsorganisatie: Periode 2+3+4 Docent(en): Marchand Eddy

Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/ZOBREEDSO - Zorgbreed secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond.

Studiepunten: 3 Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar


Leerinhoud We bekijken uitgebreid de verschillende aspecten van zorgbreed onderwijs specifiek voor het secundair onderwijs. We zoemen in op de actuele thema’s waarmee iemand actief binnen een zorgcel wordt geconfronteerd. Hierin is er ondermeer aandacht voor leerlingbegeleiding, leerbegeleiding, onderwijsloopbaanbegeleiding en coaching. Verder wordt de verwevenheid van de zorgfunctie met de GOK-coördinatie belicht. Het geheel wordt gekaderd in enkele mogelijke organisatorische benaderingen. We bekijken de concepten rond handelingsgericht denken, doelstellingen SMART formuleren en zorg organiseren volgens de PDCA cyclus uitgebreid theoretisch en aan de hand van casussen. Tenslotte komen het wettelijk kader van de zorgfunctie, de link met externe zorg en de het beleidsvoerend vermogen ook aan bod. Het geheel wordt benaderd vanuit een erg praktijkgerichte invalshoek. Doelstellingen - De student verwerft inzicht in actuele invulling van de zorgfunctie en zorgverbreding in het secundair onderwijs. - De student krijgt inzicht in de deelthema’s van leerbegeleiding, leerlingbegeleiding en onderwijsloopbaanbegeleiding. - De student kan de praktische organisatie van de zorgfunctie in een secundaire school in kaart brengen. - De student verwerft inzicht in concreet toepassen van handelingsgericht denken in de context van secundair onderwijs. Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage.


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (12u)

3 periodes

periode 2

Zelfstudie (63u)

3 periodes

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Opdracht


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.4, 2.1, 3, 4





Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): Van Balen Griet Lagast Heidi Stoffels Leen Studiepunten: 10 Internat. gemerkte stp. : 3 Wegingsfactor: 10 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Niet delibereerbaar



Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/POP - Professioneel ontwikkelingsplan Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Tijdens de eerste sessies van de intakeweek maken de studenten kennis met elkaar en met de verschillende aspecten van de opleiding. We reiken enkele creatieve instrumenten aan om het leertraject inhoud en vorm te geven en om een weldoordachte start te nemen. Daarna tekenen we de krijtlijnen van ons professioneel profiel verder uit. We verdiepen ons in de eigen professionele sterktes en zwaktes, uitdagingen en valkuilen, onze kernkwaliteiten. We bestuderen de competentiematrix voor leerkrachten die werken met kinderen en jongeren met specifieke noden en mogelijkheden. De vijf kerncompetenties worden inhoudelijk uitgediept en getoetst aan eigen en elkaars (praktijk)ervaringen. Ook het digitaal competentieportfolio als evaluatieinstrument wordt toegelicht. Op basis van het professioneel profiel dat tijdens de vorige sessies vorm heeft gekregen, formuleren de studenten een aantal werkpunten. Deze werkpunten of leerwensen zijn van fundamenteel belang bij het kiezen van een 'ideale' werkplek. Het is immers de bedoeling dat de studenten in een context terechtkomen waar hun kansen op professionele groei het grootst zijn. Tot slot kiest de student de scholen waar hij de werkervaring wil opdoen. We streven naar een ideale match tussen het professioneel profiel van de student en wat de scholen te bieden hebben. In de volgende bijeenkomsten komen volgende aspecten aan bod: - Inhoudelijke uitdieping competentiematrix - Uitwisseling van professionele ervaringen met de leertrajectbegeleider, mentor en medestudenten en terugblik op de leerwensen en -vragen. - Er wordt aandacht besteed aan de belemmeringen om de vooropgestelde doelen te bereiken, maar ook aan de bevorderende factoren. - Opvolging digitaal portfolio - Consulterende supervisies: uitwisseling van werkervaringen met de methodiek van supervisie - Tussentijdse evaluaties van de opleiding, in groep of in een persoonlijk gesprek met de leertrajectbegeleider. Doelstellingen

• • • •

De student is in staat gestructureerd te leren uit eigen en andermans ervaring via een cyclisch proces

•

De student is in staat kritisch te reflecteren op zijn takenpakket, zijn pedagogisch en didactisch handelen, zijn omgang met kinderen en andere betrokkenen

•

De student kan het eigen leren en handelen dynamisch en creatief bij te sturen De student kan vanuit een professionele houding samenwerken met collega’s De student heeft inzicht in de competentiematrix en is in staat om competentiegerelateerde leerdoelen te formuleren en deze in een persoonlijk professionaliseringstraject uit te tekenen en te concretiseren

De student stelt zich op als een zichzelf sturend en geëngageerd persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (46u)

1 academiejaar

periode 1

Zelfstudie (204u)

1 academiejaar

periode 1


Vorm

Gewicht


1

van september tot Portfolio en met juni

100.00% Ja

Competentieportfolio met mondelinge toelichting

2

augustusseptember

100.00% NVT

Competentieportfolio met mondelinge toelichting

Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk, dit betekent dat de student: - enerzijds voldoende uren werkervaring (zie deel 1 studiegids) tijdens het academiejaar heeft opgedaan en hiervan een dienstattest of stageovereenkomst binnenbracht. In geval van gewettigde afwezigheid op stage, contacteer je de stagecoördinator voor verdere info om deze gemiste stagedagen in te halen. - anderzijds de lessen bijwoonde, de verwachte voorbereidingen treft en actief participeert. In geval van gewettigde afwezigheid contacteer je je leertrajectbegeleider voor verdere info om deze les in te halen.



Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Tweede zittijd is enkel mogelijk indien de student zijn stage voor het opleidingsjaar volledig en met succes heeft afgerond. Herwerking competententieportfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Boek


Auteur

Uitgever


ISBN

978-90-3347-925-0

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 3, 4, 5 Internationaliseringscompetenties: 1, 6, 8, 9, 12, 13, 14, 16





Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): Lagast Heidi

Opleidingsonderdeel

DLO/13-14/BNB-ZO/COMM - Communicatie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond.

Studiepunten: 7 Internat. gemerkte stp. : 1,5 Wegingsfactor: 7 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar

Studiebelasting: 175u

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Deze cursus biedt een communicatietraining met als theoretisch kader de interpersoonlijke dynamiek van Timothy Leary die stelt dat gedrag gedrag oproept, en gedrag bijgevolg te beïnvloeden is: Verschillende onderwerpen komen hierbij in het eerste jaar aan bod:

• • • • •

Contacturen per jaar: 30u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1

welk gedrag wordt door welk gedrag opgeroepen en hoe is gedrag te beïnvloeden? wat is jouw interactiestijl? hoe ga jij om met ouders, met collega’s? waar bots jij op vlak van communicatie tegenaan en hoe kan je daar aan werken? collega’s coachen, hoe doe je dat?

Soort contract: DIP, CRD

Onderwijstaal:

Doelstellingen Kennis van/inzicht in:

Nederlands

• •

het theoretische kader van de interpersoonlijke dynamiek en de interactieroos van T. Leary richtlijnen en tips voor een optimale professionele communicatie

Vaardigheden:

• • • • •

een professionele verbale en niet-verbale houding aannemen, met een verbetering van de taak- en/of relatiegerichte communicatie met de ander (collega's, begeleiders, ondersteuners, ouders, kortom: de brede omgeving van het kind of de jongere) vanuit een gedeelde zorg blijvend constructief en emancipatorisch samenwerken de eigen communicatiestijl en die van anderen observeren, patronen herkennen en benoemen om vervolgens effectgericht te kunnen reageren. over de eigen interactiestijl reflecteren en gestructureerd leren uit eigen en andermans ervaringen via het cyclisch proces; bereid zijn het eigen handelen voortdurend bij te sturen persoonlijke leerpunten formuleren en een actieplan uitvoeren


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (30u)

1 academiejaar

periode 1

Zelfstudie (145u)

1 academiejaar

periode 1


Vorm

Gewicht


1

van september tot Procesevaluatie en met juni

100.00% Ja

leerlogboek met mondelinge toelichting

2

augustusseptember

100.00% NVT

leerlogboek met mondelinge toelichting

Procesevaluatie



Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. In geval van gewettigde afwezigheid contacteer je de lesgever voor verdere info om deze les in te halen. Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van procesevaluatie a.d.h.v. een leerlogboek. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede zittijd Studenten die niet slagen voor dit opleidingsonderdeel contacteren de lesgever voor een individueel aangepaste taak Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Boek


Auteur

Uitgever


ISBN

978-90-3347-925-0

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 3, 4, 5.2 Internationaliseringscompetenties: 1, 6, 8, 9, 12, 14, 16





Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en):

Aelterman Nathalie Aerts Annemieke Ansoms Nathalie Claes Willy

Samengesteld opleidingsonderdeel

Keuzetraject Deel 1 & Keuzetraject Deel 2 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden in pedagogisch-didactische context. De student is ingeschreven voor het opleidingsonderdeel "Professioneel ontwikkelingsplan" of heeft dit met succes afgerond. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel.

Covents Karine De Backer Wim De Geyter Lode De Groot Ellen De Kepper Leen de Nijs Dirk De Veirman Brie De Vos Jan Dierckx Ingrid Dols Kathleen Du Jardin Ronny Duerloo Marleen Fell Fabienne Flameng Kris Gielis Geert Hagenaars Mieke Haudenhuyse Saskia Hellemans Hans Hendrikse Petra Heuninck Hilde Houlleberghs Dominiek Huybrechts Johan Huybrechts Leen Jaminé Bart Kerckhofs Beni Kieboom Tessa Kussé Pat Lagast Heidi Laporte Jaklin Lauwers Lies Liekens Eline Malsschaert Erika Mathyssen Marc Meermans Marleen Mermans Guido Murawski Bert Notredame Charline Oranje Manon Portael Lotte Smits Karel Swaelen Annick Tambuyzer Jo Truyers Eline Van Balen Griet



Van den Broeck Jeanne Van den Vreken Liesbeth van der Veken Annick Van Dun Martine Van Herck Eva Van Kerckhove Eline Van Opstal Koen Van Soom Lieve Van Vaerenbergh Erik Vanderswalmen Ruth Verberck Suzan Verdyck Anne Verheye Danielle Verhoeven Liesbeth Vermeyen An Verstuyft Annick Vinck Wendy Waterschoot Luk Wijnants Cindy



Studiepunten: 10 + 10 = 20

Wegingsfactor afhankelijk van keuze Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar Herkansing: Alle dOLODs (waarop tweede examenkans mogelijk) Studiebelasting afhankelijk van keuze Contacturen afhankelijk van keuze Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Van Herck Eva


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-2DETAAL - 2de taalverwerving binnen een goed taalbeleid Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) NIET voor wie eerder al het opleidingsonderdeel 'Kansen creëren voor (taal)leren bij anderstalige nieuwkomers in het onderwijs' volgde (zelfde inhoud)

Studiepunten: 1

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel.

Wegingsfactor: 1

Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs

Quotering: Op 20 (tot op een tiende)


5u

Soort opleidingsonderdeel:

Hoe verloopt (tweede)taalverwerving? Hoe zorg ik ervoor dat een anderstalige leerling zo snel en efficiënt mogelijk de nodige taal verwerft om mee te kunnen in de klas? Waar leg ik de nadruk op en hoe pak ik dat aan? Hoe kan ik mijn collega’s ondersteunen en het hele team in de omgang met anderstalige nieuwkomers? Met andere woorden hoe geef ik het taalbeleid op mijn school mee vorm? Heel wat vragen! Tijdens deze sessies gaan we in op hoe je als leerkracht en als team aan de slag kan gaan met anderstalige nieuwkomers op je school en in je klas. Doelstellingen

•

deel van een opleidingsonderdeel

de studenten weten hoe ze als leerkracht aan de slag kunnen gaan wanneer anderstalige nieuwkomers op hun school en/of in hun klas aankomen



Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja

met mondelinge toelichting

2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 2, 3.1, 3.4, 4.2





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): De Backer Wim


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-COMBEP - Aangepast computergebruik voor kinderen met een beperking Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1

Leerinhoud


Studiebelasting: 25u Contacturen per jaar: 2.50u Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

Doelgroep: basisonderwijs De kinderen van nu groeien op in een computertijdperk. De computer is gelukkig uiterst aanpasbaar. Daardoor kan de computer voor zeer uiteenlopende doelstellingen worden ingeschakeld. Aangepaste muizen, toetsenborden en software zorgen ervoor dat de computer voor een breed publiek toegankelijk is. Tijdens deze voorstelling tonen we de aanpasbaarheid en de flexibiliteit van de computer aan de hand van verschillende concrete computerprogramma’s: van het allerlaagste niveau (actie-reactie) over aanpasbare educatieve software voor kinderen met beperkingen en zeer aanpasbare open programma's tot programma’s die kinderen met ernstige lees- en spellingsproblemen kunnen ondersteunen. MODEM heeft (bijna) geen 'gewone' software. Daar zal het dus niet over gaan. Niet alleen de software is aanpasbaar, ook de hardware. De muis is immers vaak te complex om te bedienen. Een aanraakscherm, een trackball, een joystick, een schakelaar,… alle kunnen fungeren als alternatief voor de muis. En het toetsenbord? Soms is het te groot, soms is het te klein, soms staan er te veel toetsen op of soms reageert het gewoon te snel. Deze en andere bezwaren zetten we even op een rij en we tonen de beschikbare oplossingen. De computerprogramma's worden getoond op een groot scherm en de cursisten krijgen de kans de hardware-aanpassingen zelf van naderbij te bekijken. Doelstellingen

Onderwijstaal:

Kennismaken met de mogelijkheden die er zijn op het vlak van hardware en sofware aanpassingen om ook kinderen met een beperking op de computer te laten werken.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen in geval van afwezigheid verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. ”Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Hellemans Hans Huybrechts Leen Studiepunten: 1



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ADHD - ADHD: een stand van zaken Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Het onderzoek in verband met ADHD is de laatste jaren sterk toegenomen. In deze vormingen geven we een overzicht van de huidige stand van de wetenschappelijke kennis. Volgende thema’s komen aan bod:


5u


• • • • • •

kenmerken van ADHD subtypes oorzaken samengaan met andere problemen evolutie van peuter tot volwassene met ADHD multimodale behandeling en gebruik van medicatie

Er is een hele mooie beweging op gang gekomen, weg van het stereotype beeld van mensen met AD(H)D: vergeetachtig, impulsief, snel afgeleid,... Terecht wordt er aandacht gevraagd voor positieve kenmerken. Daaruit is een positief stereotype beeld ontstaan: mensen met AD(H)D zijn inventief, energiek, het zijn goede crisismanagers,...


Het risico van die generalisaties is dat unieke eigenschappen en talenten over het hoofd gezien worden. We gaan op zoek naar een evenwicht. Wanneer wil je gebruik maken van labels en veralgemeningen en wanneer levert het meer op om die los te laten? Doelstellingen De student

• • • • • •

heeft inzicht in de kenmerken van AD(H)D

• • • • • •

wordt zich bewust van eigen kijk en effect daarvan op leerlingen, ontdekt en past versterkende kijk toe

kent de verschillende types en de mogelijke oorzaken van AD(H)D heeft kennis van de comorbiteit van AD(H)D met andere leer-of ontwikkelingsstoornissen heeft kennis van de wijze waarop AD(H)D evolueert in de ontwikkeling van het jonge kind tot volwassene heeft inzicht in de multimodale behandeling heeft inzicht in de mentale processen die invloed hebben op AD(H)D symptomen, waardoor begrip, mogelijkheden en ruimte voor verandering ontstaan gebruikt generalisatie en laat waar nodig weer los kijkt over labels en normen heen, om de unieke talenten van leerlingen te ontdekken en in te zetten denkt en handelt oplossingsgericht breidt eigen toolbox uit om het beste uit leerlingen te halen staat steviger in adequaat omgaan met leerlingen met AD(H)D


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.4





Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en): Aerts Annemieke


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ASSINI - Autismespectrumstoornis (ASS); initiatie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Dit keuzeopleidingsonderdeel richt zich in de eerste plaats tot studenten die nog geen ervaring hebben met het werken met kinderen/jongeren met ASS.

Studiepunten: 2


Studiebelasting: 50u Contacturen per jaar: 9.50u

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Autisme is een diagnose met vele gezichten. Elk kind/elke jongere met autisme is uniek en specifiek. Wat kan een oorzaak zijn van autisme? Wat kunnen kenmerken zijn van autisme? Welke verschillende labels worden er gegeven en hoe kunnen we hiermee omgaan en gepaste hulp bieden? … Op deze en andere vragen zoeken we mogelijke oplossingen. Tijdens één van onze sessies brengen we een schoolbezoek. Afhankelijk van de interesse of eigen werksituatie kunnen cursisten kiezen tussen bezoek aan een school met een zuivere T7 werking of een autiwerking T2.


Doelstellingen

• • • •

de student kan een omschrijving geven van ASS

•

de student verwerft inzicht in de wijze waarop hij een kind met ASS kan ondersteunen binnen het klas-en schoolgebeuren

•


•

de student kan de kenmerken van ASS omschrijven en herkennen de student kent de mogelijke oorzaken van ASS de student heeft inzicht in de wijze waarop de kenmerken van ASS zich uiten in de verschillende ontwikkelingsperioden

de student maakt kennis met de concrete werking met kinderen met ASS in het buitengewoon en/of gewoon onderwijs en kan deze werking linken met en verantwoorden vanuit de kenmerken van een kind/jongere met ASS de student heeft inzicht in de toekomstmogelijkheden van kinderen/jongeren met ASS


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (9.50u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (40.50u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en).



Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Aerts Annemieke

Studiepunten: 1



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ASSCOMM - ASS; Communicatie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die werken met kinderen met ASS of die het keuzevak "Autismespectrumstoornis; initiatie" volg(d)en. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs “Hoe is het ?” “Goed.” Dit is een standaardvraag en een gewenst antwoord voor jongeren met ASS. Ze weten dat er met dit antwoord niet verder gevraagd gaat worden. Toch is communicatie voor hen niet zo gemakkelijk! Welke stappen zijn er in communicatie? welke valkuilen zijn er? Welke tips nemen we mee? We zoeken naar antwoorden via ervaringsleren. We gaan aan de slag met casussen.

Studiebelasting: 25u Contacturen per jaar: 2.50u Soort opleidingsonderdeel:

Doelstellingen De student


• • • •

verwerft inzicht in de verschillende stappen van communicatie ervaart aan de hand van praktisch oefeningen valkuilen binnen communicatie krijgt zicht op tips om te communiceren met deze jongeren leert schriftelijk te communiceren met deze jongeren

Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Onderwijstaal: Nederlands

Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 3.3






Studiepunten: 1



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ASSGEDRAG - ASS; Gedragsproblemen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die werken met kinderen met ASS of die het keuzevak "Autismespectrumstoornis; initiatie" volg(d)en. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Met de kenmerken van ASS op de achtergrond, proberen we moelijk gedrag bij deze kinderen/jongeren te begrijpen en verklaren. We verkennen eerst de vraag “wat is probleemgedrag”? We kaderen dit binnen de ijsbergtheorie, de triade en verklaringsmodellen. Aan de hand van cases die de studenten inbrengen passen we deze kaders toe en zoeken we naar mogelijke invalshoeken om ermee om te gaan.


5u

Doelstellingen

• • • •


De student kan verwoorden wat probleemgedrag is De student kan probleemgedrag kaderen binnen de ijsberg theorie De student kan probleemgedrag kaderen binnen de triade en verklaringsmodellen De student kan zijn cases voorbrengen en mogelijke oplossingen zoeken voor het probleemgedrag



Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN







Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ASSPSYCHOINI - ASS, Psychoeducatie en zelfbeeld: do's & don'ts Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die 'Autismespectrumstoornis; initiatie' volg(d)en of ervaring hebben met het werken met kinderen/jongeren met ASS. NIET voor wie eerder al het opleidingsonderdeel 'Autismespectrumstoornis verdieping; Psychoeducatie en zelfbeeld' volgde (zelfde inhoud)


Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs In deze cursus diepen we bepaalde thema’s omtrent ASS verder uit ;


• • • • •


het aanvaardingsproces bij kinderen en jongeren met ASS werken aan het zelfbeeld toekomstmogelijkheden in het onderwijs en in het maatschappelijk leven invulling vrije tijd omgaan met organisatieproblemen

Afhankelijk van de werkcontext en/of interesse van de groep studenten kunnen ook andere thema’s aan bod komen. Doelstellingen Onderwijstaal: Nederlands

• • •

De studenten verwerven inzicht in de eigenheid van het aanvaardingsproces bij jongeren met ASS

•

De studenten verwerven inzicht in mogelijkheden tot zinvolle vrije tijdsinvulling voor jongeren met ASS en in de wijze waarop ze hen daarbij kunnen ondersteunen

•

De studenten verwerven ideeën met betrekking tot het werken aan het zelfbeeld van jongeren met ASS Studenten hebben inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de toekomstperspectieven van jongeren met ASS binnen de huidige maatschappelijke context

De studenten verwerven adviezen met betrekking tot het ondersteunen van jongeren bij de organisatieproblemen waarmee ze dagelijks worden geconfronteerd


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard)



Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 3.4







DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ASSPSYCHOVERD - ASS; Psychoeducatie en zelfbeeld: verdieping Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die

Studiepunten: 1

• •



5u



'Autismespectrumstoornis; initiatie' volg(d)en of ervaring hebben met het werken met kinderen/jongeren met ASS. EN 'ASS; Psychoeducatie en zelfbeeld: do's & don'ts' (of vorig jaar: 'Autismespectrumstoornis verdieping; Psychoeducatie en zelfbeeld') volg(d)en

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Wat is psycho-educatie bij onze jongeren? Wanneer “moet” je vertellen dat je ASS hebt? Wat zijn hierbij de do’s en don’ts? Wat vormt een zelfbeeld? Hoe kan je het zelfbeeld van onze jongeren met ASS “veranderen”? (vastzetten) Hoe omgaan met de eigen talenten en beperkingen ? Welke tips zijn er om aan een positief realistisch zelfbeeld te werken ? Doelstellingen

• •

De studenten zijn in staat om in te spelen op het aanvaardingsproces van jongeren met ASS

•

De studenten verwerven inzicht in de manier waarop je kan werken rond het zelfbeeld bij jongeren met ASS en dat in functie van een positief realistisch zelfbeeld

De studenten zijn in staat jongeren met ASS te ondersteunen bij het verwoorden van en omgaan met hun talenten en beperkingen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN









Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Oranje Manon Kerckhofs Beni


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-BASSIMSNOEZ - Basale stimulatie; snoezelen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Deze cursus is een initiatiecursus en richt zich daarom vooral tot studenten die nog geen ervaring hebben met snoezelen.

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1

Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs



3u


Snoezelen is het stimuleren van de zintuigen door een combinatie van muziek, lichteffecten, trillingen, tastmateriaal en geuren. Deze zintuiglijke ervaringen worden aangeboden in een veilige, warme, rustige omgeving. Snoezelen is op niet verbale wijze het gevoel en de zintuigen prikkelen en activeren, en zo de communicatie tussen begeleiders en kinderen of tussen kinderen onderling bevorderen. Tijdens deze sessie wordt vanuit een kader de achtergronden, doelen van het snoezelen geduid. Daarnaast wordt ingegaan op de mogelijke doelen binnen het onderwijsgebeuren en concrete manieren waarop hiermee kan worden gewerkt Daarnaast wordt toegelicht hoe vanuit therapeutische hoek door het paramedisch personeel wordt gewerkt met snoezelen; welke doelen stelt men voorop, welke mogelijkheden biedt deze vorm van basale stimulatie ?... Doelstellingen - de student heeft inzicht in de achtergronden en de wezenlijke doelen van het snoezelen - de student krijgt inzicht in de mogelijkheden van het snoezelen in de dagelijks praktijk van het werken met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage.

Onderwijstaal:

Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (3u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22u)

1 periode

periode 3

Nederlands Evaluatie Ex. Moment kans

Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 2.3, 2.4





Tijdsorganisatie: Periode 2+3 Docent(en): Lagast Heidi

Studiepunten: 4




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-COACHPRAKT - Coachen van collega's in de praktijk Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs 'Coachen van collega's en collegiale ondersteuning bieden' is een belangrijke competentie die zorgleerkrachten en – coördinatoren, maar ook leerkrachten/ondersteuners in het buitengewoon onderwijs dienen te beheersen. Op startniveau gaat dit om het (h)erkennen van de expertise van anderen, het stellen van informatieve vragen over de onderwijspraktijk en –ervaringen van anderen, maar ook het delen van de ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk. Deze vaardigheden kunnen de studenten ruimschoots oefenen in de POP-sessies, de supervisie, de eigen of vrijwillige werkervaring… Wanneer we echter het geïntegreerd en expertniveau van deze competentie beschouwen, dan wordt coaching door heel wat studenten als 'moeilijk' en 'lastig' beschouwd. Kan je als (jonge) collega wel anderen coachen? Hoe doe je dat concreet? Wat houdt coaching dan precies in? Wat mag je zeggen en/of vragen en wat niet? Op deze vragen gaan we met de studenten in de praktijk aan het werk door aan elke deelnemer een kandidaat-collega toe te vertrouwen om hem/haar te coachen. Het gaat om risicostudenten van het tweede jaar van de initiële opleiding PBKO (leerkracht kleuteronderwijs) en PBLO (leerkracht lager onderwijs) die vrijwillig, in samenspraak met hun leertrajectbegeleider, gekozen hebben om door jullie gecoacht te worden! Het gaat niet om 'leren leren' of vakinhoudelijke begeleiding. Het is ook niet de bedoeling dat de coaches zelf hulp bieden bij het maken van een lesvoorbereiding, wel dat ze de coachees op weg zetten: de juiste vragen stellen, geen antwoorden geven; coachees helpen om zichzelf te helpen, hun eigen talenten te ontwikkelen.


In een eerste sessie krijgen de studenten een initiatie 'coaching van collega's'. We bespreken het doel, het opzet, en de gesprekstechnieken die geschikt zijn om een coachgesprek te voeren in de onderwijspraktijk. In een tweede sessie worden ‘coaches’ en ‘coachees’ aan elkaar voorgesteld, doelstellingen en methodiek verduidelijkt. We hanteren hierbij een actieve werkvorm zodat beide partijen zich optimaal op elkaar kunnen afstemmen wat de verwachtingen en het leerproces betreft. Daarna gaan de studenten aan de slag. Na twee bijeenkomsten vindt een supervisie plaats met de coaches o.l.v. de titularis van de cursus: wat ging goed? Wat verliep moeizaam? Wat heb je van jezelf en je coachee geleerd? Wat zou je nog beter willen doen? Met welke vragen zit je nog?… om met hernieuwde energie en inzichten met je kandidaat-collega in twee volgende ontmoetingen aan de slag te gaan. Doelstellingen - de student beheerst de technieken van een coachgesprek - de student kan reflectieve vaardigheden stimuleren bij een collega - de student werkt met een collega aan een schoolklimaat …. - de student kan aftoetsen in welke mate hij welke doelen van de coaching heeft bereikt - de student kan bewust en kritisch naar het eigen referentiekader omtrent coaching kijken Werkvormen Contacturen omvatten 3 sessies van 2,5 contacturen met de lector en 4 coachgesprekken van 2 uur met de coachee. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (15.50u)

2 periodes

periode 2

Zelfstudie (84.50u)

2 periodes

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids.



Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.3, 4





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Meermans Marleen

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-COMPHULP - Compenserende hulpmiddelen voor leerlingen met leerstoornissen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Leerlingen met dyslexie vertonen blijvende moeilijkheden met lezen en/of spelling. Het gebruik van de computer met de nodige compenserende software is vaak een grote hulp om de zelfredzaamheid voor deze leerlingen te verhogen. Met compenserende hulpmiddelen bedoelen we hulpmiddelen die ondersteuning kunnen geven bij het lezen en schrijven. Compenserende hulpmiddelen geven je toegang tot geschreven informatie die anders niet of moeilijk toegankelijk is. Deze hulpmiddelen worden gebruikt om zelfstandig te overleven in onze lees- en schrijfmaatschappij. Hoe kan een computer problemen met lezen en spelling compenseren? Tijdens deze voorstelling geven we een overzicht van compenserende hulpmiddelen bruikbaar voor Vlaanderen. Hierbij denken we aan speciale programma's zoals voorleessoftware, woordvoorspelling of dicteersoftware. Kurzweil 3000, Sprint Plus, WoDy en Dragon zijn veel gebruikte programma’s en komen dus zeker aan bod. Maar ook een standaard tekstverwerker met spellingcontrole kan al een hele hulp zijn. Overhoorsoftware of mindmapsoftware zijn programma's die vaak als hulpmiddel voor leerlingen met dyslexie worden gebruikt. Ook voorbeelden van deze software worden zeker getoond. Alle computerprogramma's worden getoond op een groot scherm. Doelstellingen De studenten maken kennis met, en verwerven inzicht in, de mogelijkheden van compenserende software voor kinderen/jongeren met leerstoornissen. Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage.


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 2.2, 2.3, 3.1





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Hendrikse Petra Verstuyft Annick Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-CREACENT - Creacentreren Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Creatief- muzisch werken en concentratie bevorderen. Die aspecten van het onderwijs laten we samensmelten. We bekijken beknopt de theoretische kant van de zaak, gekoppeld aan jouw ervaringen rond het omgaan met concentratieproblemen. Wat zijn de oorzaken van gebrek aan concentratie? Zijn er verschillende categorieën? Gaat het om groepen kinderen of individuele problemen? Wordt het echt erger of is dat een verhaal dat zijn eigen leven is gaan leiden? We zoeken naar oplossingen. Naar goede, ‘Blauwe’ gewoonte gaan we heel veel doen. We nemen eerst een kijkje in jouw concentratiepatroon, in jouw eigen sterktes en zwaktes om zo inzicht te krijgen in hoe het bij je leerlingen zit. Dan bieden we jullie een pakje verse ideeën aan om in je klas de concentratie te bevorderen. Rust, motivatie en structuur zijn de sleutelwoorden. Leuke spellen, kunstzinnige activiteiten, muzische invalshoeken, heel veel praktische tips die jou als leerkracht inspireren en stimuleren om de dag daarna weer vol overtuiging aan de slag te gaan. Doelstellingen

• •


De student heeft inzicht in mogelijke oorzaken van concentratieproblemen in zijn praktijk De student is bereid met een open, positief-kritische blik te reflecteren op zijn onderwijspraktijk , om nieuwe dingen vanuit nieuwe invalshoeken uit te proberen en om op grond daarvan professioneel te groeien in zijn omgang met kinderen en jongeren


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN








Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-CPESTEN - Cyberpesten Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) NIET voor wie eerder al het opleidingsonderdeel 'Pesten in een modern jasje' volgde (zelfde inhoud) Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Door een heleboel nieuwe technologieën zijn onze communicatiemogelijkheden de laatste jaren exponentieel toegenomen. We kunnen bellen, sms-en, mailen en chatten met iemand aan de andere kant van de wereld, maar evengoed met onze buurman. We bevinden ons letterlijk in een “Wereld Wijd Web” van communicatielijnen naar de buitenwereld. Voornamelijk onze kinderen en jongeren hebben dit zeer goed begrepen. Computers, gsm’s, msn of internet maken deel uit van hun leefwereld en bieden een waaier aan mogelijkheden: informatie opzoeken, entertainment en vooral sociale interactie. Positieve, maar jammer genoeg ook negatieve interacties komen via de nieuwe technologieën tot stand en krijgen daardoor een andere invulling. Naast het babbelen, hebben we nu het chatten; naast het schrijven, het e-mailen en naast het pesten, staat nu het cyberpesten. Scholen en leerkrachten hebben vaak veel vragen over hoe met deze problematiek om te gaan. Het bevindt zich immers vaak op een snijvlak tussen het school- en het thuismilieu. Tussen de verantwoordelijkheid van de school en deze van de ouders. In een heel concrete, praktische workshop willen we met jullie dieper ingaan op het fenomeen cyberpesten. Wat is het? Hoe pesten jongeren elkaar online? Hoe verhoudt zich dit ten opzichte van het gewone pesten? Maar vooral.... Hoe kunnen wij hier op school mee aan de slag gaan? Of in de klas? Kunnen we het voorkomen? Hoe moeten we het aanpakken indien het toch gebeurt? We gaan in interactie met de aanwezigen rond de tafel om een concreet antwoord op hun concrete vragen en casussen te geven maar brengen ook onze eigen tools mee waarmee jullie onmiddellijk aan de slag kunnen. Child Focus www.clicksafe.be - www.childfocus.be - www.stopchildporno.be

Onderwijstaal:

Doelstellingen

•

Nederlands

•

De studenten hebben inzicht in de wijze waarop het pesten andere invullingen heeft gekregen naar aanleiding van de nieuwe technologieën en de verhouding tot andere vormen van pesten De studenten kunnen manieren formuleren om dit als begeleider bespreekbaar te maken met kinderen, jongeren en er op een constructieve manier mee aan de slag te gaan


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): van der Veken Annick

Studiepunten: 1



5u




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DCD - DCD Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Alhoewel de term Developmental Coordination Disorder enkel de laatste jaren opduikt binnen de leeren/of ontwikkelingsstoornissen, bestaat deze stoornis al langer. Onhandige kinderen hebben immers al altijd bestaan, maar vroeger kreeg deze groep van kinderen verschillende benamingen zoals clumsy child, onhandige kinderen, MBD of ontwikkelingsdyspraxie. Sinds 1994 werd er op internationaal vlak een consensus bereikt over de term en de criteria waaraan je moet voldoen om de diagnose te krijgen. In het eerste deel beschrijven we deze criteria en geven we een duidelijk beeld van deze stoornis aan de hand van videomateriaal. Daarna bespreken we hoe deze kinderen herkend kunnen worden en welke hun problemen zijn om dan over te gaan op een hele reeks tips en/of hulpmiddelen om hen te helpen. Ook dit wordt geïllustreerd met beeldmateriaal. Doelstellingen

• • •

de student kent de betekenis van de term Developmental Coördination Disorder

• • •

de student kent en herkent de kenmerken van DCD

de student kent de kenmerken van deze stoornis de student weet hoe de benaming van deze stoornis evolueerde en kan dit plaatsen binnen de context van de evolutie in de kennis hierover de student kent de gevolgen van de stoornis voor het dagelijks leven van een persoon de student heeft inzicht in de wijze waarop hij kinderen met DCD kan ondersteunen, helpen, begeleiden


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): De Vos Jan

Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-BREDESCHOOL - De brede school Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud



5u


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Het thema ‘brede school’ is brandend actueel. Er groeien allerlei veelbelovende initiatieven. Maar dreigt het begrip ‘brede school’ geen vlag te worden die al te veel ladingen dekt? Wat zijn kenmerken van een brede school en wat streeft men hiermee na? We werpen een kritische blik op reële situaties en gaan op zoek naar mogelijkheden, valkuilen, sterktes en zwaktes. Tevens gaan we na hoe we er eventueel zelf mee aan kunnen bouwen. Doelstellingen - De student heeft inzicht in de specifieke kenmerken van een brede school - De student kent mogelijkheden tot planmatig samenwerken aan een duurzame interactie met de buurt en de schoolomgeving - De student kan bestaande initiatieven kritisch spiegelen aan het algemeen kader van de brede school - De student is in staat eerste initiatieven te formuleren binnen zijn werksituatie in het kader van “de brede school” Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3



Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Vinck Wendy


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DENKSO - Denkontwikkelend onderwijs: secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten ZO Secundair onderwijs. (voor BO en ZO basisonderwijs is dit een verplicht vak)

Studiepunten: 2


Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud I. Actief en reflectief leren

Studiebelasting: 50u Contacturen per jaar: 10u Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

• • • •

neurodidactisch handelen: Wat? en Waarom? zintuiglijk en motorisch leren brein versus onderwijs: Wat betekent dit voor onze didactiek? denkkader van Feuerstein

II. Leerkrachtenstijl: mediatiekenmerken

• • •

de leerkracht als mediator mediatiekenmerken: ontdekken, definiëren en toepassen reflecteren over eigen leerkrachtenstijl, eigen mediatiekenmerken

III. Bouwstenen en goede leerhoudingen


• •

bouwstenen en goede leerhoudingen: ontdekken, definiëren en toepassen relatie tussen goede leerhoudingen en mediatiekenmerken

IV. Cognitieve functies bij (zorg)kinderen

• • •

denkfuncties ontdekken en toepassen deficiënte functies: kijkwijzer om een kind in kaart te brengen deficiënte functies koppelen aan leerlinggedrag, aan activiteiten en aan interventies van de leerkracht

De studenten die inschrijven voor deze cursus gaan mee op zoek naar werkvormen, activiteiten, begeleidingsvormen die toepasbaar zijn binnen het secundair onderwijs. Zij geven m.a.w. zelf mee vorm aan de inhoud van de cursus. Doelstellingen

• • • • • •

Denkontwikkelend onderwijs begrijpen als een wisselwerking tussen verschillende factoren.

• • • •

De relatie tussen mediatie en deze bouwstenen en goede leerhoudingen inzetten.

Het actief en reflectief leren begrijpen vanuit het neuro-didactisch handelen. De mediatiekenmerken (h)erkennen als een krachtige interventiestijl van elke leerkracht, opvoeder. De mediatiekenmerken ontdekken in concrete activiteiten. Reflecteren over eigen mediatiekenmerken en kiezen van eigen werkpunten. Het denkkader van de bouwstenen en goede leerhoudingen ontdekken om cognitie te stimuleren via klas - groep - individuele activiteiten. Denkfuncties van kinderen ontdekken en toepassen vanuit verschillende activiteiten. Via een kijkwijzer deficiënte cognitieve functies van kinderen observeren. Deze deficiënte cognitieve functies koppelen aan leerlinggedrag, aan activiteiten, aan interventies van de leerkracht.




Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (40u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): De Geyter Lode Smits Karel Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ROLGON - De rol van de GON-begeleider Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor ZO-studenten. (voor BO is dit een verplicht vak) Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Steeds meer kinderen met SEN blijven in het regulier onderwijs. GON-begeleiders worden gevraagd de expertise die ze opdeden in de context van het buitengewoon onderwijs te delen met het gewoon onderwijs. We kijken in deze lessen hoe deze verantwoordelijkheden toenemen, wat wordt verwacht van de GON begeleiders, …We gaan in op maatschappelijke evoluties, de taakomschrijving,het wettelijke kader. Daarnaast maken we tijd voor de vertaalslag hiervan in de praktijk; misvattingen, praktische tips, voorwaarden voor het slagen van GON, vertaling van de taken in een planning, belemmeringen, kansen en uitdagingen…. Doelstellingen

•

2u

• • • • •


Studenten hebben inzicht in het toenemend belang van kennis-en expertisedeling tussen buitengewoon en gewoon onderwijs Studenten kennen de wettelijke bepalingen met betrekking tot GON Studenten verwerven inzicht in het takenpakket van een GON begeleider Studenten kunnen hun vooropvattingen toetsen aan de bestaande werkelijkheid Studenten hebben inzicht in de voorwaarden tot slagen van GON begeleidingen in de praktijk Studenten staan open voor het uitwisselen van ervaringen, praktische tips, …


Spreiding

Startmoment(en)

Onderwijstaal:

Contacturen (2u)

1 periode

periode 1

Nederlands

Zelfstudie (23u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties : 3, 4 Internationaliseringscompetenties: 1





Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Hagenaars Mieke

Studiepunten: 2


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DIDWVBO - Didactische werkvormen in het basisonderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud


Doelgroep: basisonderwijs Doelen van deze vormingsdagen: 1. Implementatie van didactische werkvormen


• •

Contacturen per jaar: 10u Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

Reflecteren over de maatschappelijke veranderingen die onderwijsvernieuwingen tot stand brengen. Via de journalistenmethode een aantal invalshoeken vastzetten die didactische werkvormen oproepen: o actief en constructief leren o weerstanden en valkuilen o de rol van de leerkracht o differentiatie in de verschillende werkvormen

2. Competentiegericht onderwijzen

• • • • Onderwijstaal: Nederlands

Vanuit ervaringsgerichte activiteiten de verschillende domeinen van competentie begrijpen. De domeinen (h)erkennen in klasactiviteiten. Het verschil tussen prestatiegericht onderwijs en competentiegericht onderwijs aanvoelen. Koppeling meervoudige intelligentie.

3. Samenwerkingsvaardigheden – breed evalueren

• • • •

Ervaren van voorbereidende samenwerkingsvaardigheden. De climprincipes aanpassen aan onze leerlingen door aanpassing van functies, ruimte… Evalueren bekijken in een breder kader van procesgericht werken. Kenmerken van evalueren toepassen bij concrete situaties.

4. Didactische werkvormen integreren door coöperatief werken

• • •

Coöperatieve werkvormen beleven vanuit verschillende leerdomeinen. Soorten coöperatieve werkvormen bekijken als een meerwaarde tot interactief leren. Een coöperatieve werkvorm kunnen toepassen in een thema en / of lesactiviteit.

5. Evaluatie: de zes denkhoeden

•

De zes denkhoeden gebruiken als een werkvorm om tot besluitvorming te komen.

Doelstellingen De student kan

• • • • • • • • •

reflecteren over de maatschappelijke veranderingen die onderwijsvernieuwingen tot stand brengen invalshoeken geven die didactische werkvormen oproepen de verschillende domeinen van competentie begrijpen de domeinen van competentie herkennen in klasactiviteiten het verschil tussen competentiegericht en prestatiegericht onderwijs aanvoelen coöperatieve werkvormen beleven vanuit verschillende leerdomeinen coöperatieve werkvormen bekijken als een meerwaarde tot interactief leren een coöperatieve werkvorm toepassen in een thema of lesactiviteit climprincipes aanpassen door aanpassing van functies, ruimte, …



• • •

evalueren bekijken in een breder kader van procesgericht werken kenmerken van evalueren toepassen bij concrete situaties de zes denkhoeden gebruiken als een werkvorm om tot besluitvorming te komen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (40u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 2.1, 2.2, 2.3





Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Van Dun Martine Vermeyen An Studiepunten: 1



5u


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DIDWVSO - Didactische werkvormen in het secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Vertrekkend vanuit de definitie van prof. Vanderhoeven 'differentiatie is het positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen met het oog op het grootst mogelijk leerrendement voor elke leerling’, bieden we een kader aan rond differentiatie, zoeken we naar verschillende mogelijkheden en gaan hiermee aan de slag. We bespreken ook de (logische) gevolgen van bepaalde vormen van differentiatie op de evaluatiecriteria en mogelijke evaluatievormen Doelstellingen

• • • •


Kennismaken met differentiatiemogelijkheden om te komen tot onderwijs op maat Kennismaken met gelaagde opdrachten als middel tot differentiatie Experimenteren met verschillende werkvormen waarbinnen differentiatie kan gerealiseerd worden Reflecteren over de gevolgen van differentiatie op evaluatie


Onderwijstaal:

Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 2





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Flameng Kris

Studiepunten: 1



5u



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DRAMAZONDER - Drama zonder woorden Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Specifiek gericht op buitengewoon onderwijs. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Tijdens deze cursus gaan we actief aan de slag met dramaspelen en dramatische werkvormen. We zullen ons in het bijzonder richten tot de spelvormen waarbij het gebruik van ‘taal’ ondergeschikt is en we zoeken mogelijkheden om het gebruik van woorden en tekst uit te schakelen . Deze aanpak biedt kansen om sociale en communicatieve vaardigheden te trainen, en zal actief bijdragen aan het welbevinden van het kind. Drama is de meest directe muzische expressievorm. Het nabootsen van een feit, een verhaal, een gedachte of een fantasie wordt een nieuwe ‘gespeelde’ werkelijkheid. In het buitengewoon onderwijs is het voor veel kinderen belangrijk om even in de huid van iemand anders te mogen kruipen of ‘schuilen’. Dit om pijn, angst, agressie of onzekerheid rust te geven en te herademen door positieve prikkels. Toneel spelen is toegankelijk is voor iedereen. Dramatisch werken is een boeiende uitdaging waarin je stap voor stap vat krijgt op je eigen talenten. Met een scheef hoedje, een veel te grote jas en een rode pruik word je meegenomen naar die andere wereld. Wanneer deze nieuwe wereld dan nog extra toegankelijk gemaakt wordt door problemen met ‘taal’ uit te schakelen dan wordt ineens alles veel aangenamer en zinvoller.

Onderwijstaal:

Doelstellingen - de studenten ontdekken hoe via muziek kinderen open kunnen bloeien, tot rust kunnen komen, bepaalde talenten ontdekken - de studenten ontdekken hoe via drama zonder woorden kan gewerkt worden aan sociale en communicatieve vaardigheden van kinderen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN


Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties : 1.1, 1.2, 1.3





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Van Vaerenbergh Erik Dols Kathleen Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DOODVERLIES - Doodgraag; omgaan met verlies Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Dood en rouw, afscheid en verdriet, ze horen wezenlijk bij het leven van ieder mens, ook van kinderen en dus ook op school. Er bestaat geen enkele school in Vlaanderen die niet met de dood in huis zit. Natuurlijk brengt niet ieder sterfgeval een even sterke intensiteit aan gevoelens met zich mee. Toch willen we rouw bespreekbaar maken in deze opleiding en bieden we het volgend aan: In de 1ste sessie is er de toneelvoorstelling “Doodgraag 2.0”: Maja en Jasper zijn broer en zus, twee handen op een buik en tegelijk ook kat en hond... Ze kunnen niet mét maar vooral ook niet zónder elkaar. Toch zal het binnenkort moeten, voor altijd, als Jasper ongeneeslijk ziek blijkt te zijn... Maja weet met zichzelf geen blijf, zelfs Fien, haar hartsvriendin, weet niet meer wat te doen... In een chaos van emoties, flashbacks en toekomstdromen proberen ze overeind te blijven, voor zichzelf en voor elkaar... Kathleen Dols schreef de voorstelling vanuit haar eigen ervaring over hoe het is om als jongere geconfronteerd te worden met verlies en rouw. Soms ruw en hard, soms grappig en ontroerend, maar altijd eerlijk en oprecht... Na de voorstelling is er een nagesprek. We nemen tijd om te reflecteren, om te vertellen wat dit bij ons heeft teweeggebracht, er is ook mogelijkheid om in gesprek te gaan met de acteurs (Anne Leysens, Laura Mertens en Bjins Rombauts ) en regisseuse Kathleen Dols.


In een volgende sessie bekijken we het rouwproces naderbij, wat dat ons doet en hoe we hiermee kunnen omgaan in de klas. In dit keuzevak maken we kennis met actuele rouwvisies en rouwmodellen en verdiepen ons in het rouwen bij kinderen en jongeren. We leren ook werken met concrete instrumenten en technieken die leerlingen kunnen helpen in het doorlopen van hun rouwtraject. Doelstellingen De studenten

• • • •

kunnen hun manier van omgaan met rouw verwoorden verwerven inzicht in actuele rouwvisies en rouwmodellen verwerven inzicht in het rouwen bij kinderen en jongeren hebben kennis van en kunnen aan de slag met tools rond rouwen in de klas/school


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (4.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Laporte Jaklin Lagast Heidi


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-GESPKINDINTRO - Gesprekken met kinderen; introductie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) NIET voor wie vorig jaar Communicatie Voltijds opnam en daarin deze sessie volgde (herhaling).

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1




Met de beste bedoelingen geven we aan kinderen die pesten, gepest worden, woedend, verdrietig of angstig zijn, onze tips, richtlijnen, troost en sancties. Eventjes lijkt dit te helpen. Maar IS dat ook zo? In deze sessie maken we kennis met een manier van luisteren en spreken waardoor het kind zicht krijgt op zichzelf. Dit heeft een kalmerend effect. In een volgend stadium kan een antwoord gezocht worden op de vraag: “En wat moet ik daar nu mee?” Gedragsverandering is mogelijk. De visie achter deze gesprekken steunt op de theorie van Carl Rogers : “Elk(e) aanspreekb(a)ar(e) kind draagt in zich de competentie om zijn/haar problemen op te lossen.” Wij staan er supporterend bij. Hiertoe proberen we ons de grondhoudingen van echtheid, onvoorwaardelijke positieve gezindheid en empathie eigen te maken. Naast de visie van Rogers, vernemen we ook wat Watzlawick, Nagy, Epictetus, Lowen en Beck hieromtrent te zeggen hebben. De cursus richt zich in de eerste plaats tot studenten die werken met kinderen uit het basisonderwijs (en jongeren uit de eerste jaren van het secundair onderwijs). Specifieke problematieken zoals ASS bijvoorbeeld, komen hier niet aan bod, maar vermits het bij deze gespreksmethode gaat over een manier van leven, een manier van “zijn”, kan deze sessie een meerwaarde betekenen voor alle studenten. Omdat we ervaringsgericht werken (met respect voor hen die het geheel liever van op een afstand bekijken) laten we geen laptops tijdens de sessie toe.


Doelstellingen

• •

• • • • • •

Bewust worden van typische manieren waarop leerkrachten/ouders gemakkelijk reageren als een kind een probleem aanbrengt. Kennismaken met de visie van Rogers die zegt dat elk(e) aanspreekb(a)ar(e) kind in zichzelf de oplossing draagt voor zijn/haar probleem. Kennismaken met het hulpverlenend gesprek vanuit de grondhoudingen van echtheid, onvoorwaardelijk accepteren en empathie; Kennismaken met een manier van luisteren en spreken (parafraseren) waardoor het kind zicht krijgt op wat er in hem/haar gaande is. Het hulpverlenend gesprek ervaren als “een bal” die over-en-weer gegooid wordt. Kennismaken met de ‘pest-/gespreksmand’ (Voorwerpen die een gesprek helpen beklijven) Kennismaken met de ‘gespreksmap’ Naast Rogers ook kennismaken met Watzlawick, Nagy, Lowen, Beck en een citaat van Epictetus.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Brochure

De Spelregels van het Hulpverlenend gesprek

Auteur

Uitgever

Jaklin Laporte

Pax Christi

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Laporte Jaklin


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-GESPKINDVERD - Gesprekken met kinderen; verdieping Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die "Gesprekken met kinderen; introductie" volg(d)en .

Studiepunten: 1


We verwachten van de studenten dat ze vooraf (na de introductie) de brochure "De spelregels van het hulpverlend gesprek" gelezen hebben en de oefeningen maakten die in het boekje aangeboden worden.

Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs


5u


We verwachten van de studenten dat ze vooraf (na de introductie) de brochure "De spelregels van het hulpverlend gesprek" gelezen hebben en de oefeningen maakten die in het boekje aangeboden worden. Tijdens deze sessies bouwen we verder aan de basis die we in de introductiesessie hebben gelegd. We proberen concreter aan de slag te gaan en maken kennis met een gamma gespreksvaardigheden als meervoudig luisteren, LSD technieken bij luisteren, parafraseren, het stellen van open vragen, het vemijden van gesloten vragen, behalve: ….. opletten met suggestieve vragen, erkenning geven, samenvatten, meervoudig partijdig zijn, niet-functionele gedachten uitdagen (het gevoel ernstig nemen), feedback geven, van het woord “moeten” een keuze maken, het woord “proberen” concreter maken, opletten voor self-fulfilling prophecy, bij de realiteit blijven,werken met metaforen, enz… De cursus richt zich in de eerste plaats tot studenten die werken met kinderen uit het basisonderwijs (en jongeren uit de eerste jaren van het secundair onderwijs). Specifieke problematieken zoals ASS bijvoorbeeld, komen hier niet aan bod, maar vermits het bij deze gespreksmethode gaat over een manier van leven, een manier van “zijn”, kan deze sessie een meerwaarde betekenen voor alle studenten.


Omdat we ervaringsgericht werken (met respect voor hen die het geheel liever van op een afstand bekijken) laten we geen laptops tijdens de sessies toe. Doelstellingen

• •

Kennismaken met een gamma gespreksvaardigheden die ingezet kunnen worden bij het hulpverlenend gesprek vanuit de grondhoudingen van echtheid, onvoorwaardelijk accepteren en empathie, waardoor het kind zicht krijgt op wat er in hem/haar gaande is Het hulpverlenend gesprek ervaren als “een bal” die over-en-weer gegooid wordt.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Brochure

De Spelregels van het Hulpverlenend gesprek

Auteur

Uitgever

Jaklin Laporte

Pax Christi

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Van Dun Martine Waterschoot Luk Studiepunten: 1



5u



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-GODBEPASS - Godsdienst aan kinderen en jongeren met een matige of ernstige mentale beperking en/of ASS Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Opmerking vooraf Deze module is toegankelijk voor de studenten die in hun basisopleiding het vak r.k. godsdienst hebben gevolgd. Het volgen van de module kan deel uitmaken van het traject tot het verkrijgen van het mandaat voor het geven van r.k. godsdienst in het vrij onderwijs (indien men al werkzaam is in het buitengewoon onderwijs. ( In het Buso is dergelijke opleiding niet noodzakelijk) Studenten die hun eerste bachelor niet volgden aan een katholieke hogeschool, gelieve contact op te nemen met de coördinator Sessie 1: sessie met als doelstelling het beter leren kennen en het leren hanteren van het raamplan RKG voor het BuBao en het leerplan RKG voor het BuSO. a. Het raamplan BuBaO In de godsdienstlessen worden kinderen in hun oriëntatie op hun persoonlijke levensbeschouwelijke ontwikkeling begeleid. Dat gebeurt vanuit een voorkeur voor de christelijke traditie, waarbij het christelijk geloof toegankelijk gemaakt wordt en via de weg van de communicatie de betekenis van het christelijk geloof oplicht als mogelijk antwoord op diepmenselijke zinvragen.


Volgende items laten we aan bod komen ; * introductie van het raamplan * Levensbeschouwelijke en religieuze groei van kinderen * Visie van het raamplan * Een grote verscheidenheid * Projecten (aanvangs-, midden- en eindfase) b. Het raamplan BuSO met ; *visie van het nieuwe raamplan *werking in de verschillende opleidingsvormen OV1 * geloofswerkwoorden als brillen om ‘iets’ in de groep te brengen * Componenten OV2- OV3 * werken met terreinen * ontdekken van knooppunten om aan te werken Sessie 2: We gaan in op het geven van godsdienst van jongeren met een matige tot ernstige mentale beperking en/of ASS. De mogelijkheden van deze jongeren zijn sterk verschillend. Een profiel schetsen waaraan alle leerlingen beantwoorden is dus niet mogelijk. Toch proberen we een aantal veel voorkomende kenmerken aan te stippen van de beginsituatie voor leerling en leraar. Godsdienst geven aan kinderen en jongeren met ASS. Werken met een vaardighedencaleidoscoop; Is dit een hulpmiddel voor het aftoetsen van impulsen bij de ingrediënten van het leerplan? We hanteren godsdienstige componenten en met levensbeschouwelijke vaardigheden als hulpmiddel om de ontwikkelingsdoelen van het leerplan te realiseren op het niveau van het kunnen van de leerlingen is het uitgangspunt. Door aan de levensbeschouwelijke vaardigheden ‘ASS-knipperlichten’ toe te voegen, brengen we het leerplan en zijn mogelijkheden dichter bij de leefwereld van de jongere met ASS Vanuit een aantal voorbeelden uit de praktijk gaan we samen op zoek naar een manier om van het vak godsdienst een uitdaging te maken voor de leerkracht en de leerling. Vertrouwen, mogelijkheden, verbondenheid, goed en kwaad, rituelen en symbolen, verhalen zijn belangrijke componenten om aan te werken in de lessen godsdienst, hoe doen we dat? Kunnen we werken met Bijbelverhalen, wat met de symbolen en het figuurlijk taalgebruik… Doelstellingen

• • •

Kennis van en inzicht in de visietekst van de Belgische bisschoppen rond het godsdienstonderwijs. Kennis van en inzicht in het raamplan BuBaO en het leerplan BuSO. De vaardigheid ontwikkelen om kwaliteitsvol godsdienstonderricht te geven in de verschillende doelgroepen (BuBaO of BuSO).



• •

Kennis maken met het instrument van de vaardighedencaleïdoscoop. Leren hanteren van het instrument als hulpmiddel.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Murawski Bert

Studiepunten: 2




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-HECHT - Hechten en vechten Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Hechten en vechten ...naar de elementaire deeltjes van ons sociaal gedrag en hoe te beïnvloeden in een school We ontwikkelen tot al of niet evenwichtige mensen in nabijheid van andere mensen. Dat is een axioma. Hierbij hechten we ons aan anderen of niet. En na de hechting komt de loyaliteit tussen mensen, hoe zit dat nu eigenlijk? In dit ontwikkelingsproces spelen papa en mama, broers en zussen en vele anderen een rol. Vanuit een veilige hechtingssituatie wagen we de sprong om onszelf emotioneel te ontwikkelen. Sommigen krijgen geen veilige emotionele uitvalsbasis, ze geraken ‘hechtingsgestoord ‘ of hun gedrag wordt gemotiveerd vanuit verdoken loyaliteit… Anderen hebben een bijzondere situatie om hun leven richting te geven. We denken aan adoptiekinderen, pleegkinderen, (v)ehtscheidingskinderen, instellingskinderen, veelouderkinderen enz. Dit merk je aan bijzonder gedrag en/of leerproblemen. De school, de leerkrachten dus, hebben hier ontegensprekelijk een verantwoordelijke taak. Hoe ziet de leerkracht als hechtingsfiguur eruit? We gaan hier zoeken naar een basishouding die een optimale hechting, binding, band verzekert. In deze module bekijken we de ontwikkelingspsychologische en neurobiologische inzichten in verband met hechting, loyaliteit en emotionele ontwikkeling. We vertalen dit naar kinderen in onze omgeving en in de klas. Hoe kunnen we kleine mensen bijstaan waar dit hechten een vechten wordt? Vechten we misschien allemaal en heel ons leven met onze hechting en loyaliteit? Toch eens boeiend om bij stil te staan…


Doelstellingen - de student verwerft inzicht in de ontwikkelingspsychologische en neurobiologische inzichten in verband met hechting, loyaliteit en emotionele ontwikkeling - de student verwerft inzicht over de betekenis van hechting en loyaliteit doorheen de levensloop van een mens - de student verwerft inzicht in de wijze waarop een begeleider/leerkracht een kind met hechtingsstoornissen kan ondersteunen, begeleiden Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)


1 periode

periode 1

Zelfstudie (37.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 4, 5


Uitgever

ISBN




Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Du Jardin Ronny

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-HERSENGNKLEUR - Hersenen hebben geen kleur Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Van omgevingsanalyse tot visie en beleidsvoerend vermogen. Hoe gebruik ik competentieleren als tool voor een persoonlijk ontwikkelingsplan bij leerlingen in het secundair onderwijs? Hoe realiseer ik individuele leertrajecten voor mijn leerlingen? Kan dit ook voor afstandsleren? Hoe werkt het? Hoe werkt het voor mij? Hoe maak ik mijn leerlingen gek voor mijn vak? We bieden een voorbeeld uit de praktijk, misschien werkt het ook voor jou, misschien inspireert het je…? We bekijken een onderwijsvisie gericht op een succesvol leertraject voor alle leerlingen door competente leerkrachten.


Doelstellingen De student

• • •

verwerft inzicht in de meerwaarde van competentiegericht leren als mogelijk antwoord op de vraag om in te spelen op de diversiteit van leerlingen is in staat de transfer te maken van de kerngedachte “competentiegericht onderwijs” in zijn werksituatie kan zijn visie op onderwijs kritisch bevragen en formuleren voor welke aspecten “competentiegericht onderwijs“ een antwoord kan bieden



Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Wijnants Cindy

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-HIPPOTH - Hippotherapie in het onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Aangepaste kledij en schoeisel zijn nodig (bij paarden op een zandpiste). Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Soms moet je buitengewoon durven zijn om tegemoet te komen aan de hulpvraag van een kind in het onderwijs. Door paarden in te zetten bijvoorbeeld. Wil jij graag ook meer weten over wat hippotherapie is en kan betekenen in het (buitengewoon) onderwijs of in de hulpverlening? Hippotherapie, is dat equitherapie of rijden voor kinderen met een ( fysieke) handicap? Al eens gehoord van de hippoklas en de logoklas bij de paarden? Wat zijn indicaties en contra- indicaties voor deze therapievorm of lesvorm? Waarom nu juist paarden en geen andere dieren? Welke effecten heeft hippotherapie op kinderen met ADHD, autisme, hechtingsstoornis en andere problematieken. Hoe maak je een handelingsplan in hippotherapie? Tijdens deze uiteenzetting krijgt u een antwoord op bovenstaande vragen, en wordt u meegenomen in de stimulerende en motiverende wereld van paarden en kinderen in het (buitengewoon) onderwijs of in de hulpverlening. Aangepaste kledij en schoeisel zijn hierbij nodig (bij paarden op een zandpiste). Doelstellingen

• •

De student verwerft inzicht in de meerwaarde van therapie via dieren, i.c. paarden, voor kinderen/jongeren De student verwerf inzicht in de mogelijkheden om het werken met dieren te integreren in een handelingsplan en in de klaswerking

Werkvormen Onderwijstaal: Nederlands

Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2.3, 3.1





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Kieboom Tessa Verheye Danielle


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-HOOGBEG - Hoogbegaafdheid Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1




5u


Tijdens een eerste sessie wordt de cursist vertrouwd gemaakt met de foto van hoogbegaafdheid. Dit betekent dat inzicht wordt gegeven in zowel de cognitieve - als de persoonlijkheidskenmerken van de hoogbegaafde leerling. Er wordt daarnaast aandacht besteed aan begripsvol omgaan met deze doelgroep. De tweede sessie kiezen studenten voor het omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs of in het secundair onderwijs. Basisonderwijs We geven de gerichte differentiatietechnieken voor sterke leerlingen. Hierbij is ook ruimte voor het becommentariëren van verrijkingsmaterialen. Bovendien worden de doelstellingen en de materialen voor de kangoeroeklas toegelicht. Secundair onderwijs In dit traject worden onderpresteren, diverse profielen van hoogbegaafde leerlingen alsook concrete aanpak op school naar voor gebracht. Doelstellingen

•

De studenten verwerven inzicht in het begrip hoogbegaafdheid en in het functioneren van hoogbegaafde kinderen/jongeren

Voor studenten die in de 2de sessie kiezen voor omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs:

• Onderwijstaal:

• •

Nederlands

De studenten krijgen inzicht in de differentiatietechnieken die het meest aansluiten bij de eigenschappen van hoogbegaafde leerlingen De studenten krijgen inzicht in de doelen en mogelijke aanpak van een kangoeroeklas De studenten kunnen didactische materialen kritisch bevragen en het gebruik ervan voor deze doelgroep verantwoorden

Voor studenten die in de 2de sessie kiezen voor omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het secundair onderwijs:

• • •

De studenten verwerven inzicht in de eigenheid van onderpresteerders De studenten zijn in staat signalen van onderpresteerders te ondervangen De studenten verwerven inzicht in mogelijkheden om met deze doelgroep om te gaan in het secundair onderwijs


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Van den Vreken Liesbeth

Studiepunten: 2





DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTINC - Integratie, inclusie; "What's in a name?" Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Sessie 1: Hoe bekomen we een ‘dream team’? Nadat de basispijlers van inclusief onderwijs onder de loep zijn genomen, bekijken we een inclusieteam van nabij. We bekijken het perspectief van de leerling, ouders, leerkracht en ondersteuner(s) en laten hen zelf aan het woord. We gaan na wat de motivatie is van ouders om te kiezen voor inclusief onderwijs. Hoe is de schoolkeuze gemaakt en hoe heeft een school zich voorbereid op deze inclusieve weg? Leraar en ondersteuner(s) vertellen over de dagdagelijkse klaspraktijk. Hoe maken zij van het inclusieproces een succesvol verhaal? Wat zijn hun overwinningen en knelpunten,…. Sessie 2: ‘In de klas aan de slag!’ Inclusie betekent niet zomaar kinderen met een beperking in de klas te plaatsen. Het gaat over zinvol mee doen, zinvol participeren. Dit vraagt dat men differentieert naar curriculum, ondersteuning, evaluatie en dit zoveel mogelijk binnen de groep. Voor sommige kinderen zal er een eigen leerlijn moeten uitgestippeld worden. Dit gaat echter niet vanzelf. We gaan na hoe iemand aan zijn individuele doelen kan werken en kan leren en participeren binnen het klasgebeuren. We bespreken enkele concrete instrumenten zoals: het ondersteuningsplan, het participatieplan, strategieën voor aanpassing van curriculum en materiaal… We trachten deze ideeën concreet uit te werken aan de hand van eigen ervaringen en casestudies. Sessie 3: ‘Mag/ moet deze leerling in mijn klas?’ Binnen inclusief onderwijs streven we er naar dat alle kinderen worden opgenomen binnen de klasgroep. Dit betekent dat de leraar moet omgaan met diversiteit en deze bespreekbaar maken. Er wordt ook verwacht dat het kind sociale relaties uitbouwt en dat deze worden gestimuleerd en ondersteund. Tijdens deze sessie maken we kennis met verschillende werkvormen die de leraar daarbij kunnen helpen. Daarnaast is communicatie een belangrijk aspect om inclusief onderwijs waar te maken. We bekijken hoe dit concreet in zijn werk kan gaan en welke extra taken er daarbij van leerkrachten worden verwacht. Inclusie houdt een nieuwe kijk op onderwijs in. Als leraar moeten we bewust zijn van onze visie. Hoe sta ik als leraar tegenover inclusief onderwijs? En hoe kan ik werken aan mijn visie? Met een blik op onze eigen visie en die van anderen eindigen we deze sessie. Doelstellingen 1. De studenten kennen de kritische factoren die bepalend zijn voor het proces van inclusief onderwijs. 2. De studenten kennen de ondersteuningsbehoeften van de verschillende betrokkenen binnen inclusief onderwijs 3. De studenten kennen de ondersteuningsmogelijkheden die gebruikt worden binnen inclusief onderwijs in de Vlaamse context. 4. De studenten maken kennis met aanpassingsmogelijkheden voor de verschillende leergebieden binnen de inclusieve klascontext Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2+3 Docent(en): Van Balen Griet

Studiepunten: 3


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ICCPRAKT - Interculturele communicatie in de praktijk Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Niet culturen, maar mensen ontmoeten elkaar! Sessies op campus:


5u


(1) In een eerste sessie krijgt de student achtergrondinfo over interculturele communicatie en de doelen van deze cursus. Het aanbod en de mogelijkheden om in de praktijk aan de slag te gaan worden voorgesteld. O.a. Stadsklap wordt voorgesteld en gesitueerd binnen het traject van inburgering. Mogelijkheden voor praktijkervaring zijn: - Stadsklap: coördinator [email protected] en [email protected] Info zie http://www.vormingplusantwerpen.be/icms/web/php/index.php?pag_id=160181. - organisaties waarbij arme mensen het woord nemen - een eigen voorstel van de student in eigen gemeente. De student kiest een vrijwilligersplek waarbij hij zich inzet als ‘mens’ en niet vanuit de beroepsrol van leraar. Het moet duidelijk zijn voor beide partijen dat het gaat om een kort engagement (dus geen engagement van een heel jaar) en dat er sprake is van gelijkwaardigheid en van geven en nemen in de beide richtingen tussen mensen. Vrijwilligerswerk bestaande uit bv. huiswerkbegeleiding is niet geschikt in deze cursus omdat de student dan de rol opneemt van begeleider/leraar.


Na het kiezen van een vrijwilligersplek, schrijft de student zich persoonlijk in. Bij Stadsklap gebeurt dit via bovenvermelde website van Vormingplus. De student mag zich met 1 of 2 medestudenten in dezelfde groep inschrijven. Afspraken voor de opstart worden gemaakt en de student gaat aan de slag. (2) In een tussentijdse sessie vindt een supervisie plaats o.l.v. de titularis van de cursus op de campus. We wisselen ervaringen en vragen uit en koppelen deze aan de basisinstrumenten van Hoffmann (de 10 principes om een Dialoog aan te gaan en het Topoi model als referentiekader bij moeilijkheden en onduidelijkheden). Waar nodig worden verdere afspraken gemaakt en vragen beantwoord. De student gaat met verdiepend inzicht en de nodige motivatie verder aan de slag. Sessies in ’t Stad of eigen gemeente: Na de eerste gemeenschappelijke sessie, neemt de student contact op met de organisatie van keuze. Het opstartmoment gebeurt volgens afspraak met de vrijwilligersorganisatie en op locatie. Wederzijdse verwachtingen en praktische afspraken worden besproken. De student engageert zich tot 3 à 6 sessies in deze vrijwilligersorganisatie (afhankelijk van de duur van elke sessie; bijkomende taken enz...) voor een totaal van 10 uren. Het is zeker niet de bedoeling om een langer engagement aan te gaan in het kader van deze cursus. Doelstellingen De student

• • • • • •

Stelt zich open voor een échte dialoog van mens tot mens ongeacht de maatschappelijke en culturele achtergrond. (stapt uit zijn beroepsrol) Heeft inzicht op zijn eigen cultureel bepaalde referentiekader. Heeft een verbreed inzicht in de leefwereld van mensen die in een andere culturele context leven dan de context waarin hij is opgegroeid. Kan methodieken met betrekking tot interculturaliteit toepassen op de eigen (beroeps)ervaringen Is in staat om intercultureel te communiceren. Is in staat om bruggen te bouwen naar ouders, collega’s en alle betrokkenen in de schoolcontext ongeacht de maatschappelijke en culturele achtergrond.

Kortom, de student focust op de overeenkomsten en op de positieve inzet in de omgang van mens tot mens.



Werkvormen Contacturen omvatten 2 sessies van 5 contacturen in totaal met de lector. Stage omvat 4 tot 6 sessies praktijk in een vrijwilligersorganisatie. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en voorbereiding bij de activiteiten. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

2 periodes

periode 2

Stage (10u)

2 periodes

periode 2

Zelfstudie (60u)

2 periodes

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Kussé Pat De Veirman Brie


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-KANSARM - Kansarmoede Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1




5u


Scholen in de stad Antwerpen worden geconfronteerd met gelijkaardige uitdagingen en problemen. De afdeling Algemeen Onderwijsbeleid van Lerende stad bundelt krachten en initiatieven over de netten heen om samen antwoorden te zoeken. De meeste Antwerpse scholen worden geconfronteerd met problemen die een gevolg zijn van kansarmoede. Het is niet makkelijk om de dagdagelijkse leefwereld van deze kinderen en hun ouders te begrijpen. Dit is echter een grondvoorwaarde om ook deze kinderen 'bij de les te houden'. Enkele cijfers om bij stil te staan: - Ongeveer 20 % van de kinderen in Antwerpen wordt in een kansarm gezin geboren (Kind & Gezin). - In 2004 behoorde 14,8 % van de Belgische bevolking tot een huishouden dat volgens Europese normen een verhoogd risico op armoede liep. Dit wil zeggen dat het maandelijkse huishoud-inkomen minder dan € 777 bedraagt. In een stedelijke omgeving ligt dit percentage heel wat hoger. - Recent onderzoek toont aan dat ongeveer de helft van de Turkse en Marokkaanse gezinnen volgens deze criteria in armoede leven (Armoede in België bij personen van vreemde herkomst, Bea Van Robaeys e.a., maart '06). De buitenkant van armoede herkennen we meestal nog: weinig geld, slechte woning, moeilijkheden op de arbeidsmarkt, … Maar de ‘gekwetste binnenkant’ van deze mensen is ons onbekend. De kloof tussen de wereld van de armen en de onderwijswereld is groot. Er is weinig of geen contact.


Heel wat kinderen uit arme gezinnen kampen al in de derde kleuterklas met een schoolse achterstand. Ook de rest van de schoolloopbaan verloopt vaak moeilijk. Onderwijs moet een belangrijke hefboom zijn om uit armoede los te komen. - Maar hoe pak je dat op school aan? - Wat doe je met onbetaalde schoolrekeningen? - Kun je de schoolrekening voor de ouders beperken? - Hoe organiseer je de contacten met de ouders? - Waarom is het zo moeilijk om sommige ouders te bereiken? Doelstellingen

• • •

de student heeft inzicht in de mechanismen van maatschappelijke achterstelling

• •

de student heeft inzicht in de kloof tussen het onderwijs en de leefwereld van deze doelgroep

de student is zich bewust van het aandeel van deze doelgroep binnen de schoolbevolking de student heeft inzicht in de wijze waarop deze maatschappelijke achterstelling invloed heeft op de gehele ontwikkeling van deze kinderen en jongeren, op hun schoolloopbaan en hun toekomstperspectieven de student heeft inzicht in de wijze waarop hij als leerkracht deze kinderen en hun ouders kan ondersteunen, begeleiden in het onderwijs in het algemeen en bij het pedagogisch-didactisch gebeuren in het bijzonder


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 1+2 Docent(en): Hagenaars Mieke Vinck Wendy Studiepunten: 3



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-KJGEDRAG - Kinderen en jongeren met gedragsproblemen in het gewoon en buitengewoon onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs We staan stil bij verschillende aspecten van probleemgedrag en leren vanuit die inzichten kijken naar onze orthodidactisch en –pedagogisch handelen.


We kijken naar onze beeldvorming met betrekking tot agressie ; “hoe nemen we gedrag waar?”, “op grond waarvan kennen we betekenis toe aan bepaald gedrag”?.... We geven adviezen met betrekking tot het omgaan met conflicten vanuit de bejegening (op team- en op klasniveau) voor kinderen/jongeren met ODD (oppositioneel gedrag) en CD (conduct disorder). We gaan ook in op gedragsregulering d.m.v. gedragskaarten, belonen en straffen, speelplaatswerking; hoe, waarom, wanneer? In de laatste sessies maken de studenten keuze tussen twee volgende mogelijkheden 1. We laten een leerkracht uit type 3 aan het woord die werkt met kinderen/jongeren met ASS. We leren problematisch gedrag van deze kinderen/jongeren begrijpen vanuit het ijsbergdenken 2. Constructief omgaan met grensoverschrijdend gedrag vanuit het BOM-model Doelstellingen

•


• • • • • • • • •

Bespreking van gedragsproblemen en emotionele problemen: o problemen op affectief – relationeel vlak o problemen op vlak van zelfsturing en - controle Het orthopedagogisch klimaat en het orthodidactisch handelen (h)erkennen vanuit de algemene kenmerken en de basisproblematiek. Aanleiding en gevolgen begrijpen van grensoverschrijdend gedrag vanuit het oorzakelijk denken – visie rond omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden. Het verschil begrijpen tussen frustratieagressie en instrumentele agressie en dit koppelen aan (eigen) praktijkervaringen. Gedragsproblemen omschreven als ODD ; CD ; angst – stressstoornissen herkennen; gevolgen overzien en reflecteren over tips naar mogelijke aanpak. Inzicht verwerven in de socio - emotionele ontwikkeling en er bewust mee omgaan. Activiteiten van de 3 deeldomeinen van socio – emotionele ontwikkeling beleven, erover reflecteren naar de eigen doelgroep toe. Gedrag verbinden met verschillende andere invalshoeken om de socio – emotionele ontwikkeling te begrijpen. Reflecteren over waarden en normen die wij voorleven aan onze kinderen/jongeren. Evalueren van de basisveiligheid die we realiseren om de kwaliteit van ontwikkeling te garanderen.

De laatste sessies kunnen studenten keuze maken tussen:

• •

Problematisch gedrag van kinderen/jongeren met ASS begrijpen vanuit het ijsbergdenken. Constructief omgaan met grensoverschrijdend gedrag vanuit het BOM – model.


Spreiding

Startmoment(en)


2 periodes

periode 1

Zelfstudie (62.50u)

2 periodes

periode 1




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 3.1, 3.4





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Notredame Charline

Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-T7INI - Kinderen met een auditieve beperking; initiatie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs In deze module staan we stil bij volgende aspecten van deze doelgroep:

• • • • • •


Kort inleefmoment als slechthorende leerling. Wat verstaan we onder “dovencultuur”? Hoe communiceren DSH-leerlingen? We leggen de link naar het onderwijs en de opvoeding. Welke hulpmiddelen worden er gebruikt? We kijken naar de invloed van het doof zijn in de maatschappij.

Doelstellingen

• • • •


Studenten ervaren de impact van een auditieve beperking Studenten kunnen het begrip dovencultuur omschrijven Studenten hebben inzicht in communicatiewijzen en –middelen van deze doelgroep Studenten verwerven een eerste inzicht in onderwijs aan kinderen/jongeren met een auditieve beperking


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Van den Broeck Jeanne Lauwers Lies Studiepunten: 2



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-T4 - Kinderen met een fysieke beperking Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Sessie 1

• •


Omschrijving van de doelgroep type 4 : welke kinderen en jongeren treft men aan binnen buitengewoon onderwijs type 4? Welke doelen krijgen prioriteit binnen deze doelgroep ? Vanuit een analyse van individuele handelingsplannen, proberen we een beeld te vormen van de doelen die men op verschillende domeinen probeert na te streven.

Sessie 2

• •

Samenwerking met externen binnen type 4 (het MPI, orthopedie, thuisbegeleiding, COS,…) : met welke instanties werken we samen, op welke manier gebeurt deze samenwerking, … GON-werking type 4 verkennen op basis van integratieplannen

Sessie 3 We brengen een bezoek aan Vibo de Brem; Bubao en Buso. Dit bezoek verheldert de werking binnen een type 4 school. De specifieke materialen en mogelijke aanpassingen worden toegelicht Onderwijstaal: Nederlands

Doelstellingen

• • •

de student weet voor welke leerlingen het onderwijs aan kinderen met een fysieke beperking bedoeld is

• •

de student verwerft kennis van mogelijke hulpmiddelen voor deze doelgroep in het onderwijsleerproces

•

de student verwerft inzicht in de doelstellingen die men voor deze leerlingen vooropstelt de student verwerft inzicht in de wijze waarop fysieke beperkingen het leerproces van kinderen/jongeren kunnen beïnvloeden de student kan kritisch denken over de mogelijkheden en beperkingen van het buitengewoon onderwijs versus gewoon onderwijs voor deze kinderen de student heeft inzicht in de rol en impact van revalidatie


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard)



Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Van Dun Martine Covents Karine Studiepunten: 2



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-T2 - Kinderen met een matige en ernstige verstandelijke beperking Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs In de cursus trachten wij een beeld te vormen van personen met een ernstige tot matige mentale beperking. We gaan op zoek naar wat deze beperking betekent voor hun ontwikkeling.


Vanuit deze beeldvorming gaan we aan de hand van de eindtermen schetsen hoe wij de ontwikkeling van deze kinderen ondersteunen en begeleiden. Uiteraard gebeurt dit vanuit het schooleigen pedagogisch project. Taal en communicatie, maatschappelijke redzaamheid en zelfredzaamheid zijn de belangrijkste pijlers in ons aanbod voor deze kinderen. We brengen ook een bezoek aan een school om te bekijken hoe dit alles vertaald wordt binnen een concrete klas-en schoolcontext. Doelstellingen

• •

•


de student heeft inzicht in de gevolgen van een matige of ernstige verstandelijke beperking voor het dagelijks leven en de toekomst van deze personen de student heeft inzicht in de wijze waarop hij op basis van ontwikkelingsdoelen de ontwikkeling van deze kinderen kan ondersteunen en begeleiden de student ziet in hoe de pijlers “taal, communicatie, zelfredzaamheid en maatschappelijke redzaamheid” vertaald kunnen worden in een pedagogisch-didactisch aanbod voor deze doelgroep


Spreiding

Startmoment(en)


1 periode

periode 2

Zelfstudie (39.50u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en):

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-T6 - Kinderen met een visuele beperking Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Vanuit KdG wordt geen verdiepingscursus voorzien rond het werken met kinderen met een visuele beperking. Wie interesse heeft voor deze thematiek kan een aanbod kiezen dat bv ter beschikking wordt gesteld door Ganspoel. Meer informatie hierover is te vinden op http://www.ganspoel.be/vorming. In samenspraak met de opleidingscoördinator worden de cursussen die de student kiest, opgenomen in zijn leertraject. Doelstellingen Afhankelijk van het aanbod dat de student kiest, maakt hij kennis met bepaalde aspecten van deze doelgroep dan wel specifieke mogelijkheden ter ondersteuning van deze kinderen binnen het klas-en schoolgebeuren

Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

Werkvormen Contacturen zijn afhankelijk van de gekozen vorming. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (u)

1 academiejaar

periode 1

Zelfstudie (25u)

1 academiejaar

periode 1

Evaluatie Onderwijstaal: Nederlands

Ex. Moment kans

Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk, je brengt ten laatste 15 mei een attest van deelname binnen. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en). Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.3, 1.4, 2.2, 2.3, 2.4





Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Dierckx Ingrid

Studiepunten: 1



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-VISBEP - Kinderen met een visuele beperking; introductie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs In deze sessie gaan we in op de betekenis van slechtziendheid of blindheid voor het leven van een kind/ jongere , de gevolgen ervan voor hun ontwikkeling in het algemeen en voor leerprocessen specifiek. We staan stil bij praktische maatregelen of aanpassingen die gebruikt kunnen worden ter ondersteuning van het onderwijsleerproces. Doelstellingen

• •

de student leert zich inleven in de wereld van slechtzienden en blinden


•


•

de studenten kennen een aantal praktische aanpassingen die in de leefomgeving van visueel beperkten aangepast of gebruikt kunnen worden


de studenten maken kennis met de gevolgen van een visuele beperking voor het leven en het onderwijsleerproces van deze doelgroep

de student maakt kennis met mogelijke ondersteuningsmaatregelen in het onderwijsleerproces van deze kinderen/jongeren



Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Swaelen Annick

Studiepunten: 2


Studiebelasting: 50u Contacturen per jaar: 10u Soort opleidingsonderdeel:


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-LEREN - Leren leren Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Niet voor niet-onderwijskundigen die al het vak "Didactiek - secundair onderwijs" volg(d)en. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Zorgverbreding in het secundair onderwijs betekent ook focussen op leerzorg. Hoe kunnen we leerlingen helpen met diverse leerproblemen? We gaan vooral leerstijlgericht en talentgericht aan de slag. Daarbij leren we de cruciale leercompetenties herkennen en remediëren. We bekijken welke recente theorieën over leren dit proces kunnen ondersteunen. Daarnaast plaatsen we Leren Leren in een breder kader. We vertrekken van de VOET (vakoverschrijdende eindtermen) en nemen de stap naar het ontwikkelen van leerlijnen. Hoe kan een school Leren Leren integreren en organiseren? Welke taken kunnen studiebegeleiders, GON- en GOK-begeleiders hierin opnemen? Aan de hand van praktijkvoorbeelden reiken we mogelijke oplossingen aan. Doelstellingen

• • • • • • • • • • •



herkent de eigen leerstijl en erkent de impact ervan op de doceerstijl; verwerft inzicht in de cruciale leercompetenties en de daarmee verbonden remediëringsstrategieën; beseft dat begrip van de werking van het puberbrein essentieel is om jongeren bij te staan in hun leerproces; heeft inzicht in talentgericht onderwijs; is zich bewust van de kracht van motiverende werkvormen; kan leerproblemen herkennen en benoemen en er een aangepaste coaching aan verbinden; erkent het belang van de VOET en het ontwikkelen van leerlijnen; is zich bewust van de waaier van leeractiviteiten die Leren Leren op een secundaire school omvat; heeft inzicht in de integratie en organisatie van Leren Leren binnen een secundaire school; verkent de mogelijke taken van studiebegeleiders, GON- en GOK-begeleiders binnen het kader van Leerzorg ; kan de link leggen tussen de schoolidentiteit en de geboden leerzorg.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (40u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid noodzakelijk. Voor verdere richtlijnen hierover verwijzen we naar punt 5. Keuzetrajecten in Deel 1 van de studiegids. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en)



Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2.2, 2.3, 4.2





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Hendrikse Petra Verstuyft Annick


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-MUZSV - Muzisch werken aan sociale vaardigheden Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1



Ons principe is: Leren door creatief handelen. Door middel van creatieve, groepsgebonden activiteiten krijgen kinderen meer inzicht in hun eigen kunnen en zijn. Een positief zelfbeeld leidt tot een positieve omgang met anderen. We zijn ervan overtuigd dat je door praten alleen geen gedrag kan veranderen. Deze cursus biedt een praktische werkwijze om kinderen te helpen wegwijs te worden op het sociale vlak. De ideeën en oefeningen die wij tonen zijn kant-en-klaar en dus de dag erna te gebruiken in de klas.


3u


Al onze activiteiten zijn gebaseerd op de 5 domeinen van muzische vorming: beeld, drama, muziek, beweging en media. Een mooi samenspel dus van creativiteit en sociale vaardigheidstraining. Doelstellingen de studenten kunnen activiteiten uitwerken ter beïnvloeding van het zelfbeeld en de sociale vaardigheden bij kinderen en dit vanuit de verschillende domeinen muzische vorming Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage.

Onderwijstaal:

Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (3u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Voorwaarde om te slagen is dat de student deelnam aan de lessen. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer ; "Portfolio" Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer ; "Portfolio" Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en) Medium

Studiemateriaal

Cursus


Digitale leeromgeving

BNB Evaluatiewijzer

Auteur

Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties : 1.2, 2


Uitgever

ISBN




Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Ansoms Nathalie

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-NAH - NAH Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Een niet-aangeboren hersenletsel kan een hele reeks gevolgen hebben en dit zowel op korte als op lange termijn. Aangezien kinderen nog volop in ontwikkeling zijn heeft een NAH een specifieke invloed op hun functioneren. In deze les worden de verschillende consequenties van een NAH op het lichamelijk, cognitief en socio-emotioneel functioneren van kinderen en jongeren nagegaan. Er wordt stilgestaan bij de implicaties van deze verschillende beperkingen voor het functioneren in de klas. Tenslotte worden tips en adviezen voor de begeleiding van deze kinderen en jongeren in een klas- of leersituatie geformuleerd. Doelstellingen


• • •

de student heeft inzicht in de betekenis van NAH

•

de student verwerft tips en adviezen ter ondersteuning en begeleiding van deze kinderen in het klas-en schoolgebeuren

de student heeft inzicht in de mogelijke gevolgen van NAH op korte en lange termijn de student heeft inzicht in mogelijke gevolgen van NAH op de ontwikkeling van diverse ontwikkelingsgebieden van een kind en dus ook het dagelijks leven en onderwijsgebeuren in ruime zin


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.3, 1.4, 2.4





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Verhoeven Liesbeth


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-NMONTWOPV - Neurologische en motorische ontwikkelingsopvolging Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2

Leerinhoud



Doelgroep: basisonderwijs (meer gericht naar kleuteronderwijs) Het is van groot belang dat leerkrachten preventief en remediërend te werk kunnen gaan om de neurologische ontwikkeling van kinderen juist te doen verlopen. De kennis om de juiste prikkels op de juiste moment aan te bieden is belangrijk in het groeien ontwikkelingsproces van een kind. Doelstellingen Kennis over:


• •

neurologische ontwikkeling van kinderen aan de hand van bewegingswiel (nieuw bewegingsmodel) uitwerken van bewegingsplan


Onderwijstaal:

Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Murawski Bert

Studiepunten: 2




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-GEZINSV - Nieuwe gezinsvormen en (v)echtscheiding Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs We komen ze in elke klas tegen, de kinderen uit nieuwe gezinsvormen. Nieuw samengestelde gezinnen, de co-ouderschap-gezinsituaties, de holebirelaties met kinderen, de éénouderfamilie … Het gezin met biologische vader/moeder is niet meer de eenzaligmakende gezinsrealiteit. Het heilige gezin, het traditionele kerngezin staat ter discussie. Een eeuwenoude menselijke samenlevingsvorm en opvoedingssituatie wordt in de praktijk door andere gezinsvormen verdrongen, hier en daar zelfs gecontesteerd. Juridisch pallaberen we ons eruit maar kunnen we hier zomaar experimenteren met de ontwikkelingskansen van onze kinderen? Spelen we niet genetische roulette met als inzet de gelukskansen van onze kinderen? Welke problemen doen zich voor bij de schoolloopbaan van kinderen uit nieuwe gezinsvormen? Hoe kunnen we in schoolverband ondersteunen? Een meer dan actuele en acute vraag! Kinderen binnen een (v)echtscheidingssituatie verdienen in deze onze bijzondere aandacht. Daarom binnen deze module extra tijd en aandacht voor deze kinderen en hoe we als onderwijsmensen kunnen bemiddelen en ondersteunen in deze zeer moeilijke ontwikkelingssituatie. De module ‘hechten en vechten’ rond hechting en loyaliteit is een fijne basis voor deze module, maar ze kan ook los gevolgd worden. Doelstellingen


• • •

de student heeft inzicht in de maatschappelijke evoluties in gezinsvormen

•

de student verwerft inzicht in signalen die kinderen uitzenden met betrekking tot hun emotioneel welzijn en hoe hij hierop kan inspelen

•

de student verwerft inzicht in de implicaties van deze evoluties op de emotionele ontwikkeling van kinderen de student verwerf inzicht in de problemen die zich kunnen voordoen in de schoolloopbaan van kinderen uit nieuwe gezinsvormen

de student verwerft inzicht in de wijze waarop hij kinderen die in complexe en/of moeilijke gezinssituaties leven, kan ondersteunen en begeleiden


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (10u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (40u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 3, 4, 5




Onderwijs

=RUJYHUEUHGLQJHQUHPHGLsUHQGOHUHQ Bacheloropleiding die volgt op een bacheloropleiding



DLO/13-14/BNB-=O/KEUZE1-DIVER - Omgaan met diversiteit in de klas en aan de schoolpoort

Gielis Geert

Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2

Leerinhoud



Doelgroep: basis- en secundair onderwijs In een grootstad als Antwerpen leven er meer dan170 verschillende nationaliteiten samen. Meer dan de helft van de kinderen in het basisonderwijs heeft een andere thuistaal dan Nederlands. Een leerkracht in Antwerpen wordt geconfronteerd met verschillen in geloofsovertuiging, opvoedingsgewoonten, culturen, visie op onderwijs,… Hier op een goede manier mee omgaan is niet vanzelfsprekend. In deze lessen willen we dieper in gaan op het eigen referentiekader en dat van anderen. Een referentiekader bestaat oa uit waarden en normen, gedrag aangeleerd door cultuur, opvoeding, onderwijs, geloof, omgeving,... Verder willen we aanleren hoe je in dialoog kan gaan bij meningsverschillen. Het goed kunnen omgaan met diversiteit vereist een aantal andere cruciale competenties, waar we graag dieper op ingaan. Aan de hand van praktijkervaringen van ervaringsdeskundigen en gastsprekers rijken we concrete tips aan . Leer je graag op een interactieve manier en sta je open voor zelfreflectie schrijf je dan zeker in.

Doelstellingen

• • Onderwijstaal:

• •

Nederlands

De student verwerft inzicht in de competenties die men als leerkracht moet inzetten bij het werken met etnische culturele minderheden De student verwerft inzicht in de impact van zijn referentiekaders op het handelen als leerkracht binnen een diverse schoolcontext De student verwerft handvaten en principes om de dialoog aan te gaan bij verschillen De student verwerft een aantal tips met betrekking tot het functioneren als leerkracht in een multiculturele context en kan deze verantwoorden vanuit specifieke competenties


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en).

Pagina 1 van - versie: 2013..


Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN



Pagina 1 van - versie: 2013..




Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Liekens Eline

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ONTWDYSF - Omgaan met leerlingen met ontwikkelingsdysfasie in het onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs In deze les zoomen we in op de stoornis ontwikkelingsdysfasie: we bespreken de definitie en kenmerken en duiden op mogelijke signalen die je als leerkracht kan herkennen. Het verschil met een vertraagde spraak- en taalontwikkeling wordt eveneens gekaderd. Het grootste deel van de tijd spenderen we aan de omgang met leerlingen met ontwikkelingsdysfasie in het onderwijs. We geven hierbij specifieke tips en aandachtspunten voor leerkrachten uit het lager en secundair onderwijs. Doelstellingen Na de vorming


• • • •

weten de deelnemers wat ontwikkelingsdysfasie is; kunnen de deelnemers enkele belangrijke kenmerken van ontwikkelingsdysfasie opsommen; kunnen de deelnemers aandachtig zijn voor signalen van taalproblemen bij leerlingen in de klas; hebben de deelnemers handvaten voor de aanpak van leerlingen met ontwikkelingsdysfasie in de klas.


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 1.3, 2.3, 3.1





Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Heuninck Hilde

Studiepunten: 1



6u




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ORTHODS - Orthodidactiek van de spelling Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doegroep: basisonderwijs Beginnende en gevorderde spellingsmoeilijkheden remediëren : basisschool Het beheersen van de mogelijkheid om zich al schrijvend verstaanbaar uit te drukken is samen met het lezen een bijzonder belangrijke vaardigheid in onze huidige maatschappij. Een zwakke spellingsvaardigheid heeft een grote impact op de latere leefkwaliteit. Ouders en leerkrachten maken zich dan ook bijzonder ongerust wanneer een kind in de lagere school op deze domeinen achterop loopt. Gelukkig leidt ook hier een zwakke start niet noodzakelijk tot een blijvende problematiek. In deze studiedag bekijken we eerst op welke wijze we de moeilijkheden in kaart kunnen brengen en hoe uit de totaliteit van de testresultaten een begeleidingslijn kan ontstaan. Vervolgens volgen we het normale ontwikkelingsverloop en bekijken telkens wat er mis kan lopen en hoe we hier praktisch én speels kunnen ondersteunen. Zo zoeken we uit hoe we het fonetisch schrijven kunnen versterken en vervolgens kunnen uitbreiden naar de eerste morfemen (achtervoegsels, voorvoegsels, meervoudsaanduidingen, …) en samenstellingen. Hoe een kind de homofonen (ei/ij; au/ou …) kan verwerven en hoe het tot het toepassen van de eerste spellingsregels kan komen. Er wordt tijdens de studiedag veel aandacht gegeven aan het ondersteunen van die kinderen die de spellingsregel van de open en gesloten lettergrepen niet via de klassikale aanpak verwierven. Verder gaan we uitgebreid in op het remediëren van de werkwoordsvervoeging en de ontwikkeling van het woordbeeld in het Nederlands en het Frans. Tot slot bekijken we de impact van ernstige, opvallende, hardnekkige spellingsmoeilijkheden (dysorthografie) op de schoolse ontwikkeling en de mogelijkheden van hulpmiddelen. We gaan in op het dilemma van attestering. De studiedag richt zich op die kinderen die met behulp van de klassikaal gehanteerde methode niet tot spelling komen. We verkennen enkele verklarende denkkaders maar zetten vooral in op de wijze waarop u deze kinderen concreet verder kan helpen. Vermits dit altijd om een klein deel van de groep gaat, is het praktijkgedeelte van deze studiedag gericht op het werken in een therapiesituatie of in het kader van een zorgbeleid. Delen kunnen zeker in hoekenwerk toegepast worden. Doelstellingen 1. op technisch gebied

• • • • • • • • • • • •

als begeleider van spellingszwakke kinderen in staat zijn fouten bij het omgaan met deze materie te kunnen begrijpen de oorzaak van en de logica achter deze moeilijkheden begrijpen vanuit dit begrip het kind inzichtelijk op weg helpen dit inzicht via een speelse inoefenfase stabiliseren handvatten kennen om didactisch inoefenmateriaal (waaronder spellen en ICT ondersteuning) op hun waarde te beoordelen handvatten kennen om zelf didactisch inoefenmaterial en spellen te ontwikkelen 2. op therapeutisch gebied het verdiepen of ontwikkelen van een therapeutische grondhouding waarin de spellingsprestaties van het kind als uitgangspunt genomen worden. het verdiepen of ontwikkelen van de vaardigheid om kinderen te blijven motiveren op spellingsgebied 3. op theoretisch gebied kennis hebben van de voor de hand liggende ontwikkelingsweg binnen het spellen kennis hebben van de meest voorkomende foutieve denkpatronen en moeilijkheden kennis hebben van de valkuilen van de meest gangbare taalmethoden 4. op professioneel gebied handvatten kennen om met collega's, therapeuten en ouders een constructief gesprek betreffende de aanpak van het spellingszwakke kind aan te gaan




Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (6u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (19u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.3, 1.4 , 2.2






Studiepunten: 1



6u




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ORTHODL - Orthodidactiek van het lezen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Beginnende en gevorderde leesmoeilijkheden remediëren - basisschool Het beheersen van de leesvaardigheid en het verwerven van de mogelijkheid om zich al schrijvend verstaanbaar uit te drukken zijn twee bijzonder belangrijke vaardigheden in onze huidige maatschappij. Een zwakke leesvaardigheid hypothekeert in belangrijke mate de toegang tot informatie en de algemene kennisverwerving in veel facetten van het dagdagelijkse leven. Ook een zwakke spellingsvaardigheid heeft een grote impact op de latere leefkwaliteit. Ouders en leerkrachten maken zich dan ook bijzonder ongerust wanneer een kind in het begin van de lagere school op deze domeinen achterop loopt. Gelukkig leidt een zwakke start niet noodzakelijk tot een blijvende problematiek. Tijdens deze studiedag ligt de focus op het lezen. We gaan eerst in op de wijze waarop we de moeilijkheden in kaart kunnen brengen en vooral op welke wijze we deze resultaten kunnen interpreteren. Wat zijn alarmerende signalen, wat moeten we goed opvolgen, wat kan nog getolereerd worden. Na dit eerste deeltje gaan we uitgebreid in op de ontwikkeling van het leesproces. Op aanvankelijk niveau hangt dit nog nauw samen met de ontwikkeling van de spellingsvaardigheid. We bekijken dit systeem uiteraard met het accent op die aspecten die het lezen beïnvloeden en we verkennen in detail hoe we moeilijkheden praktisch en speels kunnen aanpakken. Tijdens het vervolg van de studiedag volgen we de evolutie van het lezen gedurende de lagere school. In de eerste jaren ligt het zwaartepunt van de begeleiding op het versterken van de technische leesvaardigheden in combinatie met het stimuleren van de ontwikkeling van het begrijpend lezen. Naarmate de kinderen ouder worden en de moeilijkheden hardnekkig blijken zullen we als begeleiders inzetten op het faciliteren van het lezen en het zoeken naar ondersteunende maatregelen zodat de leesproblematiek of de dyslexie het kind zo min mogelijk hindert in zijn ontwikkeling. De studiedag richt zich op die kinderen die met behulp van de klassikaal gehanteerde leesmethode niet tot lezen komen. We verkennen enkele verklarende denkkaders maar zetten vooral in op de wijze waarop u deze kinderen concreet verder kan helpen. Vermits dit altijd om een klein deel van de groep gaat, is het praktijkgedeelte van deze studiedag gericht op het werken in een therapiesituatie of in het kader van een zorgbeleid. Delen kunnen zeker in hoekenwerk toegepast worden. Doelstellingen 1. op technisch gebied

• • • • •

als begeleider van leeszwakke kinderen in staat zijn fouten bij het omgaan met deze materie te kunnen begrijpen

• • •

handvatten kennen om zelf didactisch inoefenmaterial en spellen te ontwikkelen

• • • • • •

de oorzaak van en de logica achter deze moeilijkheden begrijpen vanuit dit begrip het kind inzichtelijk op weg helpen dit inzicht via een speelse inoefenfase stabiliseren handvatten kennen om didactisch inoefenmateriaal (waaronder spellen en ICT ondersteuning) op hun waarde te beoordelen de student heeft inzicht in de leesontwikkeling van kinderen de student heeft inzicht in de deelvaardigheden, leesstrategieën en aspecten van technische leesvaardigheid bij het aanvankelijk leesproces 2. op therapeutisch gebied het verdiepen of ontwikkelen van een therapeutische grondhouding waarin de leesprestaties van het kind als uitgangspunt genomen worden. het verdiepen of ontwikkelen van de vaardigheid om kinderen te blijven motiveren op leesgebied 3. op theoretisch gebied kennis hebben van de voor de hand liggende ontwikkelingsweg binnen het lezen kennis hebben van de meest voorkomende foutieve denkpatronen en moeilijkheden kennis hebben van de valkuilen van de meest gangbare taalmethoden 4. op professioneel gebied handvatten kennen om met collega's, therapeuten en ouders een constructief gesprek betreffende de aanpak van het leeszwakke kind aan te gaan




Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (6u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (19u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.2, 1.3, 1.4 , 2.2





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Vanderswalmen Ruth


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ORTHOREK - Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1

Leerinhoud



Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Deze sessie behelst een inleidende theoretische verkenning van rekenproblemen en -stoornissen. Concreet geven we antwoorden op volgende vragen - Wat is een rekenstoornis versus een rekenprobleem - Waaraan merken we bij het kind/de jongere het verschil tussen een rekenprobleem dan wel een -stoornis? - Welke vormen van dyscalculie onderscheidt men - Signalen? - Welke problemen ziet men naast de problemen bij het rekenen bij dyscalculie - Testing en attestering - Zinvolle sticordimaatregelen Deze achtergrond is nodig om interventies te verantwoorden. Vandaar dat het volgen van deze inleidende sessie aangeraden is voor het volgen van het verdere praktijkgerelateerd aanbod "Orthodidactiek van het rekenen". Doelstellingen


• • • • •

studenten verwerven inzicht in het onderscheid tussen rekenproblemen en -stoornissen

•

studenten kunnen sticordimaatregelen voor kinderen met dyscalculie verantwoorden

studenten hebben kennis van de verschillende vormen dyscalculie studenten herkennen verschil tussen rekenproblemen en rekenstoornissen studenten herkennen signalen van dyscalculie studenten realiseren zicht dat leerlingen met dyscalculie ook problemen hebben met bepaalde aspecten van andere leerdomeinen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN








DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODREKBREUK - Orthodidactiek van het rekenen: Breuken

Heuninck Hilde

Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader" volg(d)en.

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1




5u


Elke rekenformule vertelt het verhaal van een verandering in hoeveelheden. En we rekenen wanneer we het resultaat van die verandering kunnen voorspellen. Het was een hele uitdaging om dit statement waar te maken voor de breukenwereld. Hoe vertel je een kind dat er achter ‘2/9 : 1/3’ een èchte realiteit schuil gaat. Ook bij het werken hanteren we een driestappenplan : eerst inzichtelijk werken, direct aansluitend dit inzicht consolideren in een speelse oefenfase en vervolgens zo ver mogelijk evolueren naar automatisatie. Voor het inzichtelijk werken is de keuze van materiaal belangrijk. Welke voorstellingswijze gebruik je wanneer, en hoelang, en hoe … Dit zijn aspecten die uitgebreid aan bod komen. Tijdens de cursus gebruiken we het materiaal van het breukenlaboratorium. Zodra een kind de breuken goed kan visualiseren, moet het aan de slag met de basisvaardigheden vereenvoudigen en gelijknamig maken. Deze leiden dan weer tot het optellen en aftrekken. Tijdens de cursus zal er ook, maar beperkt, aandacht zijn voor het vermenigvuldigen en delen van breuken. In het laatste deel gaan we in op breukgerelateerde rekenitems. Naast de notatie van een deel van een geheel kan een breuk ook gezien worden als een verhouding. Verhoudingsdenken vinden we ook terug in het gebruik van procenten, snelheidsberekening, schaalberekening enz. Deze items komen ruimschoots aan bod. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor de samenhang tussen de kommagetallen, breuken en procenten. Doelstellingen 1. op technisch gebied


• • • • • • • • • • • •

als begeleider van rekenzwakke kinderen in staat zijn rekenfouten bij het omgaan met breuken kunnen ontdekken de oorzaak van en de logica achter deze fouten begrijpen vanuit dit begrip het kind inzichtelijk op weg helpen dit inzicht via een speelse inoefenfase stabiliseren handvatten kennen om didactisch inoefenmateriaal (waaronder spellen) op hun waarde te beoordelen handvatten kennen om zelf didactisch inoefenmateriaal en spellen te ontwikkelen 2. op therapeutisch gebied het verdiepen of ontwikkelen van een therapeutische grondhouding waarin de rekenprestaties van het kind als uitgangspunt genomen worden het verdiepen of ontwikkelen van de vaardigheid om kinderen te blijven motiveren op rekengebied 3. op theoretisch gebied kennis hebben van de voor de hand liggende ontwikkelingsweg binnen de rekenwereld van de breuken kennis hebben van de meest voorkomende foutieve denkpatronen kennis hebben van de valkuilen van de meest gangbare rekenmethoden 4. op professioneel gebied handvatten kennen om met collega's, therapeuten en ouders een constructief gesprek betreffende de aanpak van het rekenzwakke kind aan te gaan


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN







Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODREKKOMMA - Orthodidactiek van het rekenen: Kommagetallen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader" volg(d)en.



Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Rekenzwakke kinderen leren omgaan met kommagetallen


6u


Veel kinderen struikelen over de werkelijkheid van de kommagetallen maar voor rekenzwakke kinderen is dit niet hun eerste valpartij. Zij hebben er meestal al een massa extra oefenuren, veel taakklasmomenten en therapie opzitten. En toch moeten ook zij aan de slag met deze rekenmaterie. Maatgetallen, ons muntsysteem en de overstap naar het gevorderd rekenen vragen inzicht in het werken met de kommagetallen. Tijdens deze studiedag bekijken we concreet hoe je rekenzwakke kinderen kunt begeleiden in het verwerven van dit inzicht. Wat vertelt ‘de komma’ ons, hoe kan je vatten dat de plaats van een cijfer binnen het getal zijn waarde bepaalt … Tijdens deze studiedag staan we eerst stil bij het lezen, schrijven en visualiseren van kommagetallen om nadien de 4 hoofdbewerkingen door te werken. Voor iedere stap die we zetten, krijgt u voorbeelden van speelse inoefenvormen. Doelstellingen 1. op technisch gebied

• Onderwijstaal: Nederlands

• • • •

als begeleider van rekenzwakke kinderen in staat zijn rekenfouten bij het omgaan met kommagetallen te kunnen ontdekken de oorzaak van en de logica achter deze fouten begrijpen vanuit dit begrip het kind inzichtelijk op weg helpen dit inzicht via een speelse inoefenfase stabiliseren handvatten kennen om didactisch inoefenmateriaal (waaronder spellen) op hun waarde te beoordelen handvatten kennen om zelf didactisch inoefenmateriaal en spellen te ontwikkelen

2. op therapeutisch gebied

• •

het verdiepen of ontwikkelen van een therapeutische grondhouding waarin de rekenprestaties van het kind als uitgangspunt genomen worden het verdiepen of ontwikkelen van de vaardigheid om kinderen te blijven motiveren op rekengebied

3. op theoretisch gebied

• • • •

kennis hebben van de voor de hand liggende ontwikkelingsweg binnen de rekenwereld van de kommagetallen kennis hebben van de meest voorkomende foutieve denkpatronen kennis hebben van de valkuilen van de meest gangbare rekenmethoden 4. op professioneel gebied handvatten kennen om met collega's, therapeuten en ouders een constructief gesprek betreffende de aanpak van het rekenzwakke kind aan te gaan


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (6u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (19u)

1 periode

periode 4




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN







Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODREKMETREK - Orthodidactiek van het rekenen: Metend rekenen en meetkunde Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader" volg(d)en.



Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Rekenzwakke kinderen leren omgaan met metend rekenen en meetkunde


6u


Metend rekenen is een complex domein binnen het rekenen. Eerst en vooral steunt het sterk op het inzicht in onze getalstructuur met dat grote verschil dat nu iedere maateenheid als eenheid kan fungeren. Niet eenvoudig voor kinderen die het lastig hebben met rekenen. Maar daarnaast worden zij ook geacht de verhoudingen tussen de verschillende maateenheden te vatten en wakker te blijven voor de specifieke realistische contexten waarin deze elementen zich voordoen. Meetkunde is dan weer één van de meest talig gerichte rekendomeinen met een totaal eigen vocabularium. Rekenzwakke kinderen hebben het vaak op beide domeinen lastig maar dispensaties zijn slechts in beperkte mate mogelijk. De verbondenheid met de realiteit maakt dat niemand op volwassen leeftijd ontsnapt aan het berekenen van omtrekken, oppervlakten, gewichten of tijdsduur. We bekijken in een eerste deel hoe we kinderen kunnen helpen op inzichtelijke wijze om te gaan met de enkelvoudige maateenheden en met het complexe gegeven van de tijd. Vervolgens bespreken we de gecombineerde oppervlakte en inhoudsmaten. Op het gebied van meetkunde zien we hoe ook rekenzwakke kinderen de complexe woordenschat rond lijnen, vlakke figuren en lichamen kunnen linken aan de realiteit en ze actief kunnen hanteren in realistische situaties. Uiteraard geven we ook in deze studiedag tips om de inzichten speels in te oefenen.

Onderwijstaal:

Doelstellingen

Nederlands

1. op technisch gebied

• • • • • • • • • • • •

als begeleider van rekenzwakke kinderen in staat zijn rekenfouten bij het omgaan met metend rekenen te kunnen ontdekken de oorzaak van en de logica achter deze fouten begrijpen vanuit dit begrip het kind inzichtelijk op weg helpen dit inzicht via een speelse inoefenfase stabiliseren handvatten kennen om didactisch inoefenmateriaal (waaronder spellen) op hun waarde te beoordelen handvatten kennen om zelf didactisch inoefenmateriaal en spellen te ontwikkelen 2. op therapeutisch gebied het verdiepen of ontwikkelen van een therapeutische grondhouding waarin de rekenprestaties van het kind als uitgangspunt genomen worden het verdiepen of ontwikkelen van de vaardigheid om kinderen te blijven motiveren op rekengebied 3. op theoretisch gebied kennis hebben van de voor de hand liggende ontwikkelingsweg binnen de rekenwereld van het metend rekenen kennis hebben van de meest voorkomende foutieve denkpatronen kennis hebben van de valkuilen van de meest gangbare rekenmethoden 4. op professioneel gebied handvatten kennen om met collega's, therapeuten en ouders een constructief gesprek betreffende de aanpak van het rekenzwakke kind aan te gaan


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (6u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (19u)

1 periode

periode 4




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2+3 Docent(en): Heuninck Hilde

Studiepunten: 3


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODREKGET1000 - Orthodidactiek van het rekenen: Rekenmoeilijkheden met getallen tot 1000 remediëren Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader" volg(d)en.



Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Niet één van de kinderen die het moeilijk heeft op rekengebied, heeft dit doelbewust gekozen, de moeilijkheden overvallen hen. Wanneer de kloof met de leeftijdsgenoten te groot wordt, zijn zij niet in staat om deze zelf te overbruggen, ze hebben hulp nodig.



In deze reeks wordt een begeleidingswijze voorgesteld die steunt op een driestappenplan: - in een eerste fase: inzichtverwerving - vervolgens dit nieuwe inzicht stabiliseren in een inoefenfase - en zo ver mogelijk automatiseren Voor de concretisering van de inoefenfase maken we gebruik van het pakket 'Nog lang niet uitgeteld' EERSTE DAG: REKENOBSERVATIE EN OPTELLEN EN AFTREKKEN TOT 20 In een eerste deel bekijken we een observatie-instrument waarmee u zich op korte tijd een beeld kan vormen van de specifieke rekenstijl van een kind. In het verder verloop van de dag concretiseren we de begeleiding van rekenzwakke kinderen voor het optellen en aftrekken tot 20. We gaan uitgebreid in op de drie fasen van de begeleiding (inzicht, inoefening, automatisatie) TWEEDE DAG: REKENWERELD TOT 100 Op deze dag bekijken we de vier hoofdbewerkingen met getallen tot 100 en de problematiek van de getalomkeringen. Ook hier werken we zeer concreet de drie fasen van de begeleiding uit. U krijgt oefentips, suggesties en er is ruimte voor bijkomende vragen. DERDE DAG: UITBREIDING VAN DE REKENVAARDIGHEDEN TOT 1000 In eerste instantie bekijken we de vier hoofdbewerkingen met getallen tot 1000. Vervolgens komt het voordeelrekenen aan bod. Net als in de vorige twee dagen gaan we tot op het praktische niveau. Doelstellingen 1. op technisch gebied

• • • • • • • • • • • •

als begeleider van rekenzwakke kinderen in staat zijn rekenfouten bij het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot 1000 te kunnen ontdekken de oorzaak van en de logica achter deze fouten begrijpen vanuit dit begrip het kind inzichtelijk op weg helpen dit inzicht via een speelse inoefenfase stabiliseren handvatten kennen om didactisch inoefenmateriaal (waaronder spellen) op hun waarde te beoordelen handvatten kennen om zelf didactisch inoefenmateriaal en spellen te ontwikkelen 2. op therapeutisch gebied het verdiepen of ontwikkelen van een therapeutische grondhouding waarin de rekenprestaties van het kind als uitgangspunt genomen worden het verdiepen of ontwikkelen van de vaardigheid om kinderen te blijven motiveren op rekengebied 3. op theoretisch gebied kennis hebben van de voor de hand liggende ontwikkelingsweg binnen de rekenwereld tot 1000 kennis hebben van de meest voorkomende foutieve denkpatronen kennis hebben van de valkuilen van de meest gangbare rekenmethoden 4. op professioneel gebied handvatten kennen om met collega's, therapeuten en ouders een constructief gesprek betreffende de aanpak van het rekenzwakke kind aan te gaan




Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (18u)

2 periodes

periode 2

Zelfstudie (57u)

2 periodes

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Vanderswalmen Ruth

Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODREKSO - Orthodidactiek van het rekenen - Secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader" volg(d)en.



Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Deze sessie is een vervolg op het opleidingsonderdeel; orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader. Deze achtergrond is nodig om interventies te kunnen verantwoorden.


In deze tweede sessie gaan we dieper in op het gemotiveerd verslag/attest en gaan we na hoe we met jongeren met rekenproblemen en/of –stoornissen kunnen omgaan in het secundair onderwijs; in welke vakken en op welke manier ondervinden ze moeilijkheden, welke middelen/interventies kunnen voor hen ondersteunend zijn tijdens de lessen en bij examens.


Doelstellingen

•

• • •


studenten realiseren zicht dat leerlingen met dyscalculie ook problemen hebben met bepaalde aspecten van andere leerdomeinen studenten kunnen sticordimaatregelen voor kinderen met dyscalculie verantwoorden de studenten hebben inzicht in de moeilijkheden deze leerlingen ondervinden bij verschillende vakken de studenten hebben inzicht in mogelijke ondersteunende, compenserende en/of dispenserende maatregen voor deze leerlingen en dat naar verschillende leerdomeinen toe


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2.2, 2.3





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Van Kerckhove Eline

Studiepunten: 1



5u



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODENG - Orthodidactiek vreemde talen - Engels Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Binnen het reguliere secundair onderwijs komt elke jongere in contact met vreemde talen. Jongeren met dyslexie ervaren het aanleren van vreemde talen vaak als een extra struikelblok. Zij ervaren immers moeilijkheden in het Nederlands, die ook in de vreemde talen optreden. Als leerkracht is het niet altijd gemakkelijk om met deze (bijkomende) moeilijkheden om te gaan. In de eerste les leggen we het huidige vreemde talenonderwijs onder de loep en duiden we op de specifieke moeilijkheden die leerlingen met dyslexie hierbij ervaren. Op die manier wordt het kernprobleem dat dyslectici ervaren bij het verwerven van een nieuwe taal duidelijk. Aan de hand van een casus worden deze theoretische inzichten verduidelijkt. Vervolgens bespreken we concreet de gevolgen van het kernprobleem van dyslectici bij het aanleren van de moderne vreemde taal Engels. We bekijken het klank-tekensysteem van deze taal en analyseren de problemen die dyslectici daarbij kunnen ondervinden. Er komen praktische tips en oefeningen aan bod waarbij de deelnemers leren hoe ze dyslectische leerlingen in het secundair onderwijs kunnen ondersteunen bij het verwerven van het Engels. Doelstellingen Na deze lessen:


• • • • •

Begrijpen de studenten de moeilijkheden die dyslectici ervaren bij het leren van een vreemde taal;

• •

Kunnen de deelnemers realistische verwachtingen stellen aan de dyslectische leerling;

Kennen de studenten het kernprobleem van dyslectische leerlingen bij het leren van een vreemde taal; Kunnen de studenten aandachtspunten verwoorden voor het huidige vreemde talenonderwijs. Kennen de deelnemers de struikelblokken van dyslectici in de Engelse taal Kunnen de deelnemers aanpassingen aanbrengen in hun eigen didactisch handelen om de dyslectische leerling te ondersteunen; Kunnen de deelnemers de dyslectische leerling tips en adviezen aanreiken zodat deze leerling zich, ondanks zijn beperkingen, de talen toch eigen kan maken.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Van Kerckhove Eline

Studiepunten: 1



5u



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ODFRANS - Orthodidactiek vreemde talen - Frans Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Binnen het reguliere secundair onderwijs komt elke jongere in contact met vreemde talen. Jongeren met dyslexie ervaren het aanleren van vreemde talen vaak als een extra struikelblok. Zij ervaren immers moeilijkheden in het Nederlands, die ook in de vreemde talen optreden. Als leerkracht is het niet altijd gemakkelijk om met deze (bijkomende) moeilijkheden om te gaan. In de eerste les leggen we het huidige vreemde talenonderwijs onder de loep en duiden we op de specifieke moeilijkheden die leerlingen met dyslexie hierbij ervaren. Op die manier wordt het kernprobleem dat dyslectici ervaren bij het verwerven van een nieuwe taal duidelijk. Aan de hand van een casus worden deze theoretische inzichten verduidelijkt. Vervolgens bespreken we concreet de gevolgen van het kernprobleem van dyslectici bij het aanleren van de moderne vreemde taal Frans. We bekijken het klank-tekensysteem van deze taal en analyseren de problemen die dyslectici daarbij kunnen ondervinden. Er komen praktische tips en oefeningen aan bod waarbij de deelnemers leren hoe ze dyslectische leerlingen in het secundair onderwijs kunnen ondersteunen bij het verwerven van het Frans. Doelstellingen Na deze lessen:


• • • • •

Begrijpen de studenten de moeilijkheden die dyslectici ervaren bij het leren van een vreemde taal;

• •

Kunnen de deelnemers realistische verwachtingen stellen aan de dyslectische leerling;

Kennen de studenten het kernprobleem van dyslectische leerlingen bij het leren van een vreemde taal; Kunnen de studenten aandachtspunten verwoorden voor het huidige vreemde talenonderwijs. Kennen de deelnemers de struikelblokken van dyslectici in de Franse taal Kunnen de deelnemers aanpassingen aanbrengen in hun eigen didactisch handelen om de dyslectische leerling te ondersteunen; Kunnen de deelnemers de dyslectische leerling tips en adviezen aanreiken zodat deze leerling zich, ondanks zijn beperkingen, de talen toch eigen kan maken.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Verberck Suzan De Groot Ellen


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-VEILIG - Persoonlijke en teamgerichte veiligheidstechnieken Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor wie actief kan deelnemen aan de sessies.

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2




Agressie is dagelijkse kost voor het gros van de opvoeders. Als leerkracht kom je er ook wel eens mee in aanraking. We spreken van agressie wanneer iemand andermans grenzen overschrijdt, bewust schade berokkent of met woede probeert iets te bereiken. Het doel van de opleiding is deskundig leren omgaan met fysieke agressie. Er worden verschillende technieken aangeleerd om zo efficiënt, veilig en therapeutisch mogelijk om te gaan met agressieve crisissituaties bij jongeren. Het gevoel van controle te hebben of controle terug te kunnen nemen is van primair belang. Dit veronderstelt dat de hulpverlener zichzelf moet controleren in zijn emoties of gedrag en positie in verschillende situaties. Praktisch: De cursus is verspreid over 3 avondsessies en is zeer praktisch georiënteerd Er wordt verwacht dat de technieken tussen de sessies door thuis verder worden ingeoefend. Er wordt een actieve inbreng verwacht van de cursist door middel van rollenspel e.d. Sessie 1: Introductie Powerpointpresentatie m.b.t. de uitgangspunten van het programma Aanleren van de persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT): hoe maak je je als hulpverlener los uit een bedreigende situatie met een cliënt/jongere en hoe weer je agressie af…


Sessie 2: Herhaling van de PVT en kennismaking met de teamtechniek: hierin wordt aangeleerd hoe je een agressieve jongere in bedwang houdt, veilig kan verwijderen uit de groep of efficiënt kan overbrengen naar een time-out ruimte Sessie 3: Korte herhaling van de PVT als opwarming Intensief oefenen van de afzonderingstechniek met een tweemans - en driemansteam Het aanpassen van de technieken aan bijzondere omstandigheden Doelstellingen

•

de student leert deskundig zo efficiënt, veilig en therapeutisch mogelijk om te gaan met fysieke agressie in klas – en schoolcontext


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): De Geyter Lode

Studiepunten: 1



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-RECHPLICH - Rechten en plichten in het onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Via vraaggestuurde interactie komt u het fijne te weten m.b.t. uw plichten, rechten, tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur, vaste benoeming, ontslagregeling, verloven, schorsingen van de loopbaan, reaffectatievrij-zijn, specifieke burgerlijke aansprakelijkheid, prestatieregeling, wedde-uitbetaling, anciënniteiten, uitgestelde bezoldiging in de maanden juli en augustus, … Deze sessies zijn de vraagbaak van de onderwijsreglementering!


5u

Doelstellingen

•


de student krijgt antwoorden op de vragen die hij heeft met betrekking tot de onderwijsregelementering voor personeelsleden van het onderwijs



Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Van Dun Martine


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-RSVMENTBEPASS - Relationele en seksuele vorming aan kinderen/jongeren met (ernstige) mentale beperking en/of autisme Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 1


Wegingsfactor: 1

Leerinhoud



5u


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Wij leven niet alleen op deze wereld. Het is vanzelfsprekend dat wij omringd zijn door mensen. Met deze mensen hebben wij een relatie, professioneel, vriendschappelijk, emotioneel, familiaal, seksueel…..voor ons is dit de normaalste zaak van de wereld, voor mensen met een beperking levert dit vaak de nodige moeilijkheden op. Dat ook kinderen en jongeren met een beperking relationele en seksuele noden, behoeften en rechten hebben, wordt gelukkig door alsmaar meer mensen erkend. De vraag is of die erkenning ook zichtbaar is in het opvoedingsproject van de school. Werken aan relationele en seksuele vorming is meer dan enkel werken aan sociale vaardigheden. Bij relationele en seksuele vorming gaat het om een belangrijk geheel van inhouden, vaardigheden, waarden en inzichten dat vraagt om een geïntegreerde aanpak in het schoolleven van elke dag. 1ste sessie: Visieontwikkeling in de school, relationele en seksuele ontwikkeling bij kinderen en jongeren. In een eerste sessie staan we stil bij het belang van de visieontwikkeling in de school. Hoe ga je aan de slag? Hoe kan je als beginnende leerkracht rond RSV werken in uw klas vanuit een gedragen visie binnen de school. In een tweede luik staan we stil bij de relationele en de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren. 2de sessie: een aanbod relationele en seksuele vorming voor jongeren met een ( ernstige) mentale beperking en voor kinderen en jongeren met ASS. Welke invloed heeft de ontwikkeling van jongeren met een beperking? Hoe kunnen we hiermee rekening houden in het samenstellen van ons aanbod? Tijdens deze sessie staan we ook stil bij de materialen die beschikbaar zijn voor deze doelgroep van kinderen en jongeren. Hoe kan het materiaal aangepast worden op maat van deze doelgroep?


Doelstellingen

• • • • •

Kennismaken met verschillende manieren om aan visieontwikkeling te doen in de school Inzicht krijgen in de seksuele en relationele ontwikkeling van kinderen en jongeren De link leren leggen tussen de ontwikkeling en de mogelijkheden van de jongeren met een beperking. Leren kennen van verschillende materialen mbt relationele en seksuele vorming Manieren leren kennen om om te gaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Huybrechts Johan


DLO/12-13/BNB-ZO/KEUZE1-SAMENMEET - Samen tot aan de meet; alternatieven voor zittenblijvers Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2

Leerinhoud



Doelgroep: basisonderwijs Het percentage zittenblijvers in Vlaamse scholen is één van de hoogste in Europa. In stedelijke gebieden verscherpt de problematiek zich. Onderzoek wijst uit dat dit hoge percentage zittenblijvers om allerlei redenen problematisch is. Tijdens de sessies gaan we op zoek naar methodieken om in jouw klas- en schoolpraktijk zittenblijven als praktijk te vervangen door alternatieven die het individuele leerproces verrijken en versnellen. Dit gebeurt door

Contacturen per jaar: 7.50u Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

- het uitbouwen van een positieve en stimulerende relatie tussen school, leerlingen, ouders en buurt; - het uitbouwen van school- en klasorganisatie in functie van diversiteit; - het toepassen van didactische werkvormen in functie van differentiatie; - het optimaliseren van evaluatie. We bespreken verschillende casussen en praktijkvoorbeelden, en hanteren verschillende meetinstrumenten om zittenblijven te problematiseren en op termijn te vervangen door alternatieven. Doelstellingen

• •

Onderwijstaal:

•

Nederlands

de studenten onderkennen dat zittenblijven problematische gevolgen heeft en dat zinvolle alternatieven mogelijk zijn de studenten staan open voor en hebben inzicht in de mogelijkheden om het individuele leerproces van leerlingen te verrijken de studenten kunnen hun inzichten koppelen aan hun onderwijspraktijk


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 3.1, 4.2





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): De Kepper Leen

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-SCHRIJFDANSKO - Schrijfdans voor peuters en kleuters Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) NIET voor wie vorig jaar al het opleidingsonderdeel 'Schrijfdans' volgde (herhaling). Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Schrijfdans is een programma dat kinderen ‘leert schrijven’ vanuit hun natuurlijke bewegingen, met hun eigen zwier en zwaai. Als je al heel jong begint met schrijfdans krijgen kinderen meer plezier in het schrijven en kunnen we onnodige krampachtigheid vermijden. In dit eerste deel kruipen we in de huid van de peuter en kleuter. We beleven het bewegen en zingen in de lucht en op een ‘schrijbel’-oppervlak. We doen dit o.a. met verf, scheerschuim, zand, krijt en wasco’s. Op grote vellen papier maken we muziektekeningen van vulkaan, robot, achten en trein. Er is afwisseling tussen theorie, beeldmateriaal uit de praktijk en actief meedoen. Doelstellingen

• • •

Kennis maken met de methode peuter- en kleuterschrijfdans en schrijfdans 1. Kennismaken met schrijbelen, het schrijbeloppervlak/-materiaal en het groot motorisch bewegen. Vertrekkend vanuit het zelf ervaren en het werken met de verschillende materialen, kennis maken met de verschillende thema’s en basisbewegingen uit de methode en mogelijke vertaalslag vinden naar de eigen praktijk



Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN









Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): De Kepper Leen

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-SCHRIJFDANSLO - Schrijfdans: lagere school Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) NIET voor wie vorig jaar al het opleidingsonderdeel 'Schrijfdans' volgde (herhaling). Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Schrijfdans is een programma dat kinderen ‘leert schrijven’ vanuit hun natuurlijke bewegingen, met hun eigen zwier en zwaai. Tijdens deze sessie maak je kennis met schrijfdans 2 en hoe je het kan gebruiken in de lagere school (vooral in de 1ste graad en ook 2de graad). In dit deel gaan we op een speelse manier kennis maken met lettergroepen, letterverbindingen en letterpicto’s. Je leert stapsgewijs werken van groot naar klein en steeds fijner. We gaan ook aan de slag met enkele muziektekeningen. Met schrijfdans kan schrijven weer leuk worden! Doelstellingen

• • • •

Kennis maken met het schrijven van letters, het tekenen van bijbehorende picto’s en schrijfbewegingen. Werken met letterverbindingen, klankwoorden en lettergroepen. Uitproberen van een aantal muziektekeningen uit de methode schrijfdans 2. Zoeken naar manieren hoe je deze methode kan inplannen in je dagelijkse klaspraktijk.


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN









Tijdsorganisatie: Periode 1+2+3 Docent(en): Jaminé Bart Malsschaert Erika Studiepunten: 3




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-SHERB - Sherborne Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Level 1: basiscursus De Sherborne bewegingspedagogiek is een methode waarbij men het kind wil helpen zich goed te voelen in het eigen lichaam waardoor het een groter zelfvertrouwen ontwikkelt. Een sterk bewustzijn van het eigen lichaam en van de ruimte, en de mogelijkheid om relaties aan te gaan met andere personen, zijn basisvereisten om vlot te leren. Momenteel kent de methode een succesrijke toepassing in de opvoeding van peuters en kleuters, in de begeleiding van kinderen, jongeren en volwassenen met een sensoriële, fysische of mentale beperkingen, bij kinderen en jongeren met gedrags-, sociale en emotionele problemen, bij psychiatrische patiënten en in gezinsgerichte therapieën. Tijdens de eerste vier sessies wordt door middel van een aantal kaders en achtergrond de methode gesitueerd en verduidelijkt. Het grootste aandeel van de cursus bestaat uit actieve bewegingsmomenten waarbij de deelnemers in samenspel en oefeningen de methode onder de knie krijgen. Het accent ligt op 'zelf doen' en 'zelf beleven'. AANGEPASTE BEWEGINGSKLEDIJ IS NOODZAKELIJK!! Level 2 : Vervolg basiscursus: Tussen de vierde en de vijfde sessie krijgen de deelnemers de kans om in het eigen werkveld ervaring op te doen met Sherborne. Tijdens de laatste twee sessies wordt van iedereen verwacht om die ervaring te delen met de anderen en er gezamenlijk op te reflecteren. Hiervoor kan eigen beeldmateriaal gepresenteerd worden en besproken. Ook kunnen op een veilige en speelse manier bewegingssessies aan elkaar worden gegeven. We proberen de basisprincipes van Sherborne eigen te maken in de manier waarop we de bewegingsmomenten opbouwen.


Certificaat: Deelnemers die de volledige zes sessies volgen (level 1 en 2) en hun ervaringen presenteren, ontvangen het 'Certificaat Basiscursus Sherborne’ dat toelating geeft tot de Verdiepingscursus (level 3) georganiseerd door de Sherborne Vereniging België vzw. Doelstellingen De afgestudeerde

• • • • • • • • • •

beschikt over de basiskennis en -inzichten omtrent de Sherborne bewegingspedagogiek (biografische elementen van Veronica Sherborne en Rudolf Laban, de filosofie achter de methode, de basispijlers). is in staat om deze kennis en inzichten te integreren in de eigen praktijk. is in staat om doelgroepspecifieke Sherborne-bewegingssessies op te zetten in de eigen werksituatie. is in staat om verschillende begeleidingsstijlen te hanteren om veiligheid te verhogen en creativiteit te stimuleren in de verschillende bewegingssituaties. is in staat om het eigen lichaam in te zetten als instrument om ontwikkelingsprocessen te stimuleren. bezit een positieve grondhouding met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de deelnemers. weet de eigenheid van het individu en de diversiteit in de groep te waarderen als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van de deelnemer(s). kan door observatie en een sensitief-responsieve houding interventies gericht afstemmen op de noden, de mogelijkheden en de beperkingen van de deelnemer(s). kan actief op zoek gaan naar alternatieven die de interactiemogelijkheden en de creativiteit van de deelnemer in bewegingssituaties bevorderen. kan in overleg met andere begeleiders het eigen handelen bevragen en bijsturen.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (18u)

3 periodes

periode 1

Zelfstudie (57u)

3 periodes

periode 1




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Boek

Een kijk op de Sherborne bewegingspedagogiek (Het Groene Boekje)

Auteur

Uitgever

ISBN

Sherborne Vereniging België vzw en SIG vzw

978-90-5873-076-3

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 4.1, 5





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Van Opstal Koen Truyers Eline


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-SMOG - Smog Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2




SMOG (Spreken Met Ondersteuning van Gebaren) is een gebarensysteem ontworpen als ondersteuning voor de communicatie met mentaal gehandicapten. Aan de hand van SMOG hebben mentaal gehandicapten de mogelijkheid om op hun ritme en tempo gesproken taal te verwerven. SMOG reikt ook de hand aan mentaal gehandicapten die op latere leeftijd vrij onverstaanbaar zijn in hun verbale communicatie. In deze cursus voorzien we: - Situering van SMOG in het landschap van de communicatie - Eigenschappen en kenmerken van SMOG - Aanleren van een gebarenset.

Contacturen per jaar: 7.50u Soort opleidingsonderdeel:

Doelstellingen

• •


De student kan Smog situeren in het communicatielandschap De student kan de eigenschappen en kenmerken van Smog beschrijven en herkennen en toepassen - De student beheerst de elementaire gebaren van Smog



Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): Tambuyzer Jo

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-SUICPREV - Suïcidepreventie bij jongeren Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs De confrontatie met jongeren die een einde willen maken aan hun leven, is voor leraren, leerlingbegeleiders en hulpverleners emotioneel vaak een moeilijk gegeven. Kan ik er iets aan doen? Wat zeg ik wel, en wat net niet? Via deze vorming staat het doorgeven van kennis en vaardigheden centraal. Er wordt stilgestaan bij een theoretisch kader van waaruit we bekijken wat maakt dat jongeren suïcidaal worden en kruipen we in de psyche van een suïcidale jongere. Daarna bekijken we hoe we kunnen reageren op signalen en hoe het risico in te schatten in een gesprek met de jongere. Tot slot staan we stil bij de eigen houding t.o.v. suïcidaliteit en bespreken we hoe een klasgesprek omtrent geestelijke gezondheid (m.i.v. suïcidaliteit) kan uitgewerkt worden. Doelstellingen

• • • •


Vanuit achtergrond inzicht krijgen in de motieven suïcidaal gedrag Signalen met betrekking tot suïcidaal gedrag kunnen herkennen Inschatten van risico’s in een gesprek met jongeren rond deze thematiek Kennis over mogelijkheden om geestelijke gezondheid uit te werken in een klasgesprek



Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Houlleberghs Dominiek

Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-TICS - Tics en het syndroom van Gilles de la Tourette Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud



5u


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Naar schatting 10-15% van de kinderen op de lagere school vertonen tics. Men maakt onderscheid tussen motorische en vocale tics. In de meeste gevallen gaat het om een "voorbijgaande ticstoornis". Binnen het jaar zijn de tics dan weer verdwenen. Een tic die langer dan een jaar aanwezig blijft, noemt men een "chronische motorische of vocale ticstoornis". Men spreekt van "het syndroom van Gilles de la Tourette" indien meerdere motorische en tenminste één vocale tic gedurende meer dan een jaar aanwezig zijn. Deze tics veroorzaken duidelijke psychologische of sociale hinder. De tics worden meestal ervaren als tijdelijk onderdrukbaar, maar op den duur niet te weerstaan. Het ontstaan van het syndroom van Gilles de la Tourette berust meestal op een erfelijke factor. Daarnaast zijn er ernstige vermoedens dat ook omgevingsinvloeden tijdens de zwangerschap en rond de geboorte het syndroom kunnen uitlokken. In recent onderzoek wordt gespeculeerd dat ook bepaalde bacteriële en virale infecties de aandoening zouden kunnen veroorzaken. Bij het syndroom van Gilles de la Tourette treden fouten op in de overdracht van informatie tussen de zenuwcellen. Meer bepaald is er sprake van een verstoorde werking van de neurotransmitter "Dopamine". Dit heeft zijn gevolgen voor de gehele werking van de hersenen en van bepaalde structuren in het bijzonder. Het syndroom van Gilles de la Tourette komt voor in vele gradaties van ernst. Bij het "zuivere Tourette-syndroom" treden enkel tics op en zijn er meestal weinig klachten. Dit is de grootste groep van kinderen en bij ongeveer de helft ervan verdwijnen de symptomen na de puberteit volledig. Dikwijls echter gaat het syndroom van Gilles de la Tourette gepaard met een aantal bijkomende problemen zoals een moeilijk te onderdrukken neiging anderen of zichzelf te herhalen, het stellen van obsceen gedrag, slaapstoornissen en vele andere soms ernstig invaliderende geassocieerde symptomen. In dit geval spreekt men van "uitgebreid Tourette-syndroom". Een derde subgroep wordt "Tourette-syndroom +" genoemd. Het syndroom van Gilles de la Tourette gaat hier gepaard met andere syndromen zoals aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, obsessief-compulsieve stoornis, leerstoornissen, autisme en vele andere.


Bij de behandeling van het syndroom van Gilles de la Tourette vormt informatie en psycho-educatie een wezenlijk onderdeel. Acceptatie van de aandoening is pas mogelijk wanneer naast de problemen die het syndroom met zich meebrengt, ook volop aandacht gaat naar de compenserende kwaliteiten van het kind. Bij dit alles kan psychologische begeleiding voor het kind en zijn ouders een belangrijke steun betekenen. Ook het contact met lotgenoten in de "Vlaamse Vereniging Gilles de la Tourette" wordt door de meeste mensen als zeer deugddoend ervaren. In bepaalde gevallen zal medicatie aangewezen zijn voor een doeltreffende behandeling. Hoewel de intelligentie van kinderen met het syndroom van Gilles de la Tourette niet afwijkt van andere kinderen, kunnen zich toch bijzondere problemen stellen op school. De meest voorkomende problemen hangen samen met de tics, met het onderdrukken van de tics, met specifieke leerstoornissen, met emotionele problemen ten gevolge van pestgedrag of een negatief zelfbeeld of soms ook met de bijwerkingen van de medicatie. We maken de vertaalslag; hoe ervaart iemand met Gilles de la Tourette deze beperking? Hoe kan je als leerkracht hiermee omgaan? Hoe kan je kinderen / jongeren hierbij ondersteunen? Doelstellingen

• • • • • • • •

de student kent de kenmerken van Gilles de la Tourette en kan deze herkennen de student kan Gilles de la Tourette onderscheiden van “tics” de student heeft inzicht in mogelijke oorzaken van Gilles de la Tourette de student kent de prevalentie van deze stoornis de student heeft inzicht in de comorbiteit met andere stoornissen de student heeft inzicht in de gradaties waarin deze leerstoornis kan voorkomen de student heeft inzicht in de behandeling van deze stoornis de student heeft inzicht in de wijze waarop hij kinderen met deze stoornis kan ondersteunen en begeleiden


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3




Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Fell Fabienne

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-TIMEOUT - Time-out projecten; een toekomst voor iedereen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs We zijn allen gedreven om elke leerling een toekomstperspectief te geven. Dus ook jongeren die een gehavende schoolcarrière hebben. Het is belangrijk om te investeren in de toekomst deze jongeren; zo investeren we in onze eigen toekomst. Antwerpse scholen zien meer en meer jongeren waarvan de schoolloopbaan problematisch verloopt. Een kwetsbare sociale achtergrond, maatschappelijke uitsluiting en kansarmoede zijn de belangrijkste oorzaken. De jongeren zijn schoolmoe, spijbelen, hangen rond op pleinen en in winkelcentra en krijgen al gauw het etiket ‘overlastjongeren’ mee. Samen met een hele reeks partners wil de stad voorkomen dat deze jongeren de schoolbanken verlaten voor ze een diploma behalen. Tijdens deze sessie lichten we toe hoe we deze jongeren begeleiden; hoe vanuit het centraal Meldpunt bestaande hulpverleningsnetwerken rond een jongere/gezin versterkt worden en daar waar nodig hulpverleningstrajecten voorgesteld worden. De doelstelling is om (dreigende) uitval van jongeren in hun schoolloopbaan te voorkomen. We bespreken verder de verschillende projecten als Schoolinterne Time out Projecten, Schoolexterne Time Out, Korte Time Out Project Elegast, Lange Time Out Arktos, Time Out Bijzondere Jeugdzorg, Project Jongerencoaches, Traject 2, S.W.A.T., Jongerencoaches, ZAPP,… Daarnaast bekijken we mogelijkheden die interne time-outprojecten kunnen bieden. Doelstellingen

• •

Onderwijstaal:

De studenten verwerven kennis over de hulpverleningsnetwerken en de projecten die worden opgezet om jongeren die in het secundair uit de boot dreigen te vallen, te coachen in hun loopbaan De studenten verwerven inzicht in de visie van waaruit men deze jongeren ondersteunt


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Periode 4 Docent(en): de Nijs Dirk Portael Lotte Studiepunten: 1



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-TSSGEWBO - Tussen gewoon en buitengewoon… de grenzen tussen leerlingen in T1, T8 en het gewoon onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Kinderen met een licht mentale beperking (type 1) en met ernstige leerstoornissen (type 8) werden lang systematisch doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Ook de doorverwijzing voor kinderen met gedragsproblemen (type 3) gebeurt steeds meer. Ondertussen zoekt men ook een “afzonderlijk” type (type 9) buitengewoon onderwijs te organiseren voor jongeren met ASS.


5u

In deze cursus bevragen we de wenselijke begeleiding/ondersteuning in functie van optimale ontwikkelingskansen voor de jongeren; we gaan in op vragen als:


• • • • •


In hoeverre en op welke manier kan het gewoon onderwijs inspelen op deze jongeren ? Vanaf wanneer overweegt men beter de overstap naar speciaal onderwijs ? op grond van welke criteria ? Welke specifieke ondersteuning kan het buitengewoon onderwijs bieden om tegemoet te komen aan hun vragen Wat met het (buitengewoon) onderwijs in de nabije toekomst? …

Tijdens de eerste sessie gaan we na wat het onderscheid is tussen de doelgroepen type 1, type 8, type 3 en type 9. Dit zowel in theorie als in de praktijk. In een tweede sessie bekijken we het onderwijsaanbod voor de verschillende doelgroepen vanuit buitengewoon en gewoon onderwijs. Onderwijstaal: Nederlands

Doelstellingen

• • • •

De student verwerft inzicht in het onderscheid en de soms vage grens tussen de doelgroepen in het buitengewoon onderwijs. De student verwerft inzicht in de toenemende rol van het gewoon onderwijs voor deze doelgroepen. De student maakt kennis met de eigenheid van de types 1/3/8/9 in het buitengewoon onderwijs De student ziet in hoe men in het gewoon onderwijs via individuele leerlijnen en andere aanpassingen kinderen met specifieke onderwijsbehoeften kan ondersteunen in functie van hun specifieke toekomstperspectieven.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 4

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Aelterman Nathalie

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-MOETIVATIE - Van moetivatie naar goesting! De leerkracht en directie als motiverende coach Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Huistaken maken, lessen voorbereiden,... kinderen en jongeren zijn er niet altijd even enthousiast voor en kunnen er soms moeilijk toe bewogen worden. Hoe kunnen we hen (terug) motiveren voor de school? Hoe krijgen we hen zover dat ze huistaken en lessen degelijk aanpakken? Hoe zorgen we ervoor dat tieners (opnieuw) zin krijgen om naar school te gaan? Wat kan je als leerkracht en als schooldirectie doen om de kwaliteit van de motivatie te verhogen als leerlingen de stof niet interessant of boeiend vinden? In deze interactieve workshop wordt vanuit wetenschappelijk oogpunt en in interactie met de deelnemers een antwoord geformuleerd op deze vragen. Er wordt ingegaan op welke verschillende types motivatie er bestaan, welke types motivatie goed zijn en welke slecht, en hoe een leerkracht (via zijn/haar lesstijl) en een school (via bepaalde structurele maatregelen) op deze types motivatie kan inspelen. Naast het bieden van een aantal concrete oplossingsmogelijkheden wordt vooral een kader aangereikt waarop men later nog kan beroep doen als men jongeren heeft die met motivationele problemen te kampen hebben. Doelstellingen De studenten

• • •

Onderwijstaal:

vinden manieren om de kwaliteit van de motivatie van jongeren te verhogen als leerkracht en als school kunnen de (de)motivatie van jongeren begrijpen en interpreteren vanuit wetenschappelijke kaders hebben inzicht in verschillende types motivatie


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur


Uitgever

ISBN







Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Claes Willy Van Soom Lieve Studiepunten: 2




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-BUSO_OV1-OV2 - Verdieping Buso OV1-OV2 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Verkenning van het Buso" volg(d)en. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs Sessie 1: Ontwikkelingsdoelen gekoppeld aan handelingsplanning - Willy Claes (Enkel voor opleidingsvorm 1 en 2) In deze sessie maken de cursisten kennis met het concept van de ontwikkelingsdoelen binnen OV1 en OV2. We besteden uitgebreid aandacht aan de relatie tussen de ontwikkelingsdoelen als een concept voor lange termijnontwikkeling en de operationele doelen als concept op korte en middenlange termijn. Het leren kiezen van de OD, het formuleren van operationele doelen gebaseerd op de principes van SMARTI en gekoppeld aan het concept van handelingsplanning is een belangrijk deel in deze sessie. Gedurende deze sessie wordt actief geoefend en kritisch gereflecteerd. Sessie 2: Werken met de SAM schaal: evalueren van attitudes en sociale vaardigheden. - Willy Claes (Voor alle opleidingsvormen samen) Vanuit de SAM schaal (Schaal voor AttitudeMeting) gaan we zoeken om zo optimaal mogelijk leerlingen te begeleiden in de ontwikkeling van attitudes en sociale vaardigheden. De SAM schaal is meer dan een meetinstrument. Het concept en de achterliggende visie bieden voldoende input om het denkproces betreffende deze materie op gang te zetten. Sessie 3: Stages – arbeid en tewerkstelling. - Lieve Van Soom (Voor alle opleidingsvormen samen) In deze sessie maken de deelnemers kennis met de regelgeving van de stages binnen het BuSO. We bespreken de plaats van de stages binnen de totale opleiding van de leerlingen vertrekkende vanuit de waarde van arbeid en tewerkstelling in relatie met maatschappelijke participatie. We bespreken hoe we de stages in de school kunnen organiseren.. Wat betekent arbeid en tewerkstelling in het sociale leven van personen met een handicap? In een informatief gedeelte besteden we aandacht aan de mogelijkheden na het verlaten van de school. We gaan uitgebreid in op de regelgeving betreffende de verschillende ondersteunende maatregelen die de overheid heeft genomen om personen met een handicap te ondersteunen in het zoeken en behouden van een tewerkstelling.


Doelstellingen

• •

•

De studenten kunnen op basis van de principes van handelingsplanning, ontwikkelingsdoelen selecteren en vertalen in operationele doelen. De studenten moeten de SAM schaal kunnen hanteren en concreet aanpassen aan de doelgroepspecifieke situatie. De studenten hebben kennis van de mogelijkheden voor schoolverlaters uit het Buso en hoe het onderwijs hen hierop voorbereidt.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3, 2.5, 3.1, 3.4





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Van Soom Lieve Claes Willy


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-BUSO_OV3-OV4 - Verdieping Buso OV3-OV4 Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Enkel voor studenten die ook "Verkenning van het Buso" volg(d)en.

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2

Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs




Sessie 1: Opleidingscurriculum en ontwikkelingsdoelen gekoppeld aan handelingsplanning - Lieve Van Soom. (Enkel voor opleidingsvorm 3 en 4) In deze sessie maken de deelnemers kennis met het opleidingscurriculum en de ontwikkelingsdoelen – eindtermen. Op basis van het concept van handelingsplanning bekijken we de opleidingsprofielen en de ontwikkelingsdoelen in relatie tot de gedifferentieerde sanctionering. We besteden uitgebreid aandacht aan de relatie tussen de ontwikkelingsdoelen als een concept voor lange termijnontwikkeling en de operationele doelen als concept op korte en middenlange termijn. Het leren kiezen van ontwikkelingsdoelen, het formuleren van operationele doelen gebaseerd op de principes van handelingsplanning is een belangrijk onderdeel van deze sessie. Gedurende deze sessie wordt ook geoefend en kritisch gereflecteerd. Sessie 2: Werken met de SAM schaal: evalueren van attitudes en sociale vaardigheden. - Willy Claes (Voor alle opleidingsvormen samen) Vanuit de SAM schaal (Schaal voor AttitudeMeting) gaan we zoeken om zo optimaal mogelijk leerlingen te begeleiden in de ontwikkeling van attitudes en sociale vaardigheden. De SAM schaal is meer dan een meetinstrument. Het concept en de achterliggende visie bieden voldoende input om het denkproces betreffende deze materie op gang te zetten. Sessie 3: Stages – arbeid en tewerkstelling. - Lieve Van Soom (Voor alle opleidingsvormen samen) In deze sessie maken de deelnemers kennis met de regelgeving van de stages binnen het BuSO. We bespreken de plaats van de stages binnen de totale opleiding van de leerlingen vertrekkende vanuit de waarde van arbeid en tewerkstelling in relatie met maatschappelijke participatie. We bespreken hoe we de stages in de school kunnen organiseren.. Wat betekent arbeid en tewerkstelling in het sociale leven van personen met een handicap? In een informatief gedeelte besteden we aandacht aan de mogelijkheden na het verlaten van de school. We gaan uitgebreid in op de regelgeving betreffende de verschillende ondersteunende maatregelen die de overheid heeft genomen om personen met een handicap te ondersteunen in het zoeken en behouden van een tewerkstelling. Doelstellingen

• • • •

De studenten hebben kennis van het opleidingscurriculum, de ontwikkelingsdoelen en inzicht in de relatie tussen beiden De studenten kunnen ontwikkelingsdoelen selecteren en deze operationaliseren gebaseerd op de principes van handelingsplanning De studenten moeten de SAM schaal kunnen hanteren en concreet aanpassen aan de doelgroepspecifieke situatie. De studenten hebben kennis van de mogelijkheden voor schoolverlaters uit het Buso en hoe het onderwijs hen hierop voorbereidt.


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio





Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3, 2.5, 3.1, 3.4





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Claes Willy

Studiepunten: 1


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-VERKBUSO - Verkenning van het Buso Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud



Doelgroep: secundair onderwijs In deze sessie maken de cursisten kennis met de huidige organisatie van het BuSO in de verschillende types en opleidingsvormen. Vanuit maatschappelijke verschuivingen binnen onze samenleving, denken we maar aan vrijetijdsbesteding, arbeid, sociale economie, onderwijs enz… is het belangrijk kritisch te reflecteren over de organisatie en de inhoud van het onderwijs. We plaatsen het BuSO in een totaalconcept van onderwijs en zoeken naar de plaats van het BuSO in een toekomstig onderwijslandschap. Wat kan het emancipatorisch denken betekenen voor de jongeren in het BuSO? Van de cursisten wordt een open filosofische geest verwacht en kritisch reflecteren is de voorwaarde. Doelstellingen

• •

De studenten maken kennis met de huidige organisatie van het BuSO en kunnen dit plaatsen in een totaalconcept van onderwijs. De studenten denken vanuit een open blik mee over de meerwaarde van emancipatorisch denken voor jongeren uit het BuSO.


Spreiding

Startmoment(en)

Onderwijstaal:

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 1

Nederlands

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 2, 3.1





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Dols Kathleen

Studiepunten: 1



5u




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-DRAMA - Werken met drama Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Kinderen spelen 'toneel' van zogauw ze maar enig besef van de realiteit hebben. Iedereen is groot geworden met 'spontaan spel'. Wie heeft er vroeger geen 'doktertje' of 'schooltje' gespeeld? Door dit imitatiespel krijgen kinderen meer vat op de werkelijkheid, ontwikkelen ze referentiekaders en empathie. Maar bovenal is 'toneelspelen' of 'drama' natuurlijk gewoon leuk! Even in een andere wereld, even zijn wie je niet bent... Hilarisch grappig of stilletjes ontroerend... Alles kan en alles mag! Laat je betoveren, laat je verrassen! Eens je de smaak te pakken hebt, is het telkens iets om naar uit te kijken! Maar wat nu als dit allemaal niet zo vanzelfsprekend is? Wat als een mentale achterstand, ASS, ADHD, emotionele problemen,... het erg moeilijk maken om jezelf en je gevoelens te tonen? Of die van iemand anders te begrijpen? Wat als taalvaardigheid en inzicht ervoor zorgen dat 'spontaan' spel een hele opgave wordt? Op die vragen tracht deze cursus een antwoord te geven. Er wordt een brug geslagen tussen drama bij normaalbegaafde kinderen en kinderen met een beperking (type1, type 8, ASS, ADHD,...). Er wordt stilgestaan bij de specifieke knelpunten bij deze beperkingen en er wordt gezocht naar mogelijke oplossingen. We bekijken de verschillende werkvormen die je kan gebruiken en hoe je drama-activiteiten kan aanpassen aan je eigen klasgroep. Bovendien worden er aan de hand van de dramavaardigheden ook kapstokken gegeven waaraan een leerlijn drama kan opgehangen worden. Zo worden de kinderen stap voor stap begeleid in het verder ontwikkelen van hun 'dramatisch spel', maar bovenal ook in het ontwikkelen van hun eigen 'ik', hun gevoelens en hun empathie. Deze cursus richt zich specifiek naar leerkrachten type 1 en type 8 of naar leerkrachten uit het gewone of buitengewone onderwijs die graag extra zouden kunnen inspelen op de noden van (sommige) kinderen uit hun klas. Doelstellingen

• • • •

de student heeft inzicht in de mogelijke knelpunten én eigen mogelijkheden bij drama met kinderen met een licht mentale handicap of een ernstige leerstoornis de student verwerft kennis en inzicht in de werkvormen die hij kan gebruiken bij drama bij deze doelgroepen en kan deze toepassen naar de eigen praktijksituatie de student verwerft inzicht in dramavaardigheden die als kapstokken gebruikt kunnen worden bij het uittekenen van een leerlijn en kan deze vertalen naar de eigen praktijksituatie de studenten verwerven inzicht in de wijze waarop drama kinderen kan ondersteunen bij de ontwikkeling van hun eigen ik, hun gevoelens en hun empathisch vermogen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en).

Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Duerloo Marleen

Studiepunten: 2




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-WISINIT - Wiskundige initiatie en aanvankelijk rekenen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Kleuters oriënteren zich in de wereld op een veelzijdige manier. Daarbij komen ook wiskundige begrippen aan de orde. In de dagelijkse communicatie in en buiten de klas vangt het kind terloops veel termen op die te maken hebben met tijd, ruimte, hoeveelheid, maat, … Als ouders en leerkrachten hier gepast op inspelen, stimuleren ze zowel de behoefte aan telvaardigheid als het daadwerkelijk leren tellen. Zo ontstaat de voedingsbodem voor wiskundige interesses en vaardigheden. Daarom organiseert het kleuteronderwijs voor alle kinderen situaties en activiteiten die de behoefte aan wiskundige ontdekkingen uitlokken en het leren van wiskundige vaardigheden ondersteunen. Het aanvankelijk rekenonderwijs in het eerste leerjaar dient aan te sluiten bij het onderwijs in de kleuterschool. In het eerste leerjaar leren kinderen de telrij tot 20. Ze leren paraat optellen en aftrekken tot 10 en rekenen volgens standaardprocedure tot 20. De aanzet tot flexibel rekenen wordt eveneens gegeven. Komt u graag op een interactieve en praktijkgerichte manier te weten hoe een en ander best in zijn werk gaat, dan kiest u voor deze vorming. Doelstellingen

• •

de student verwerft inzicht in het aanvankelijk rekenproces en de rekenvoorwaarden

•

de student heeft inzicht in de wijze waarop didactisch een aanzet gegeven kan worden tot flexibel rekenen

de student ziet in op welke manier hij in de dagelijkse klaspraktijk met kinderen impliciet en expliciet aan deze rekenvoorwaarden kan werken en kan dit vertalen naar zijn klaspraktijk



Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 1

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 1


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN




Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.3, 2.2





Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Mathyssen Marc

Studiepunten: 1




DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ZELFZORG - Zelfzorg Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Ter preventie van stress en burnout willen we de cursisten inzicht bijbrengen in het proces van burnout en het leren herkennen van stresssignalen. Door het proces van burnout te leren herkennen, kan men er ook beter op inspelen. We willen ook stilstaan bij het eigen referentiekader van de cursist en aantonen hoe dit onvermijdelijk een rol speelt bij het opnemen van de taak als leerkacht of zorgbegeleider/coördinator. Wie zich goed voelt in zijn job presteert beter en voelt zich gelukkiger. Het is van groot belang dat iedereen binnen het onderwijs regelmatig stilstaat bij zichzelf en zorg draagt voor zijn eigen draagkracht. Doelstellingen


Kennis


• • •

Inzicht hebben in het ontwikkelingsproces van stresssymptomen Inzicht krijgen in het persoonlijk functioneren a.h.v. de aangereikte kaders Inzicht hebben in de wederzijdse beïnvloeding van het persoonlijk functioneren en het functioneren van het team Vaardigheden

•

Het persoonlijk functioneren kunnen opvolgen en het in communicatie kunnen brengen met anderen Attitude


• •

Durven luisteren naar zichzelf en naar zijn/haar lichaam Onbevooroordeeld duren kijken naar het functioneren van zichzelf in relatie met het functioneren van het team


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2.50u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (22.50u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio




Medium

Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 5.2





Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Haudenhuyse Saskia Mermans Guido Verdyck Anne


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ZIEKENHOND - Ziekenhuisonderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel.

Studiepunten: 2 Leerinhoud Wegingsfactor: 2 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Sessie 1: theoretisch kader

• • • • • •

Wettelijk kader Tijdelijk Onderwijs Aan Huis Samenwerkingen met organisaties (Bednet, vrijwilligersorganisaties,…) Visie op ziekenhuisonderwijs (pediatrie/psychiatrie) Profiel van leerkrachten in het ziekenhuisonderwijs Samenwerking met thuisscholen

Er wordt gestreefd naar interactieve werkvormen waarbij inbreng de studenten wordt verwacht. Sessie 2: De studenten maken een keuze tussen volgend aanbod: a. .Ziekenhuisschool Pulderbos. (basis en secundair) Waarom ‘toch’ onderwijs als men ‘ziek’ is. Vanuit info rond leerzorgniveau V verkennen we welke onderwijsmogelijkheden er zijn voor zieke kinderen ( thuis, kinderpsychiatrie en ziekenhuisschool). We gaan dieper in op de werking van de school in Pulderbos. We bezoeken de klassen en geven tips en info over 'terug naar school' na lange revalidatie (NAH)


b. Ziekenhuisschool Antwerpen campus Middelheim (basis en secundair) Toelichting pediatrie Paola - Structuur pediatrie - Profiel kinderen - voorstelling werking volgens de vijf fasen van handelingsplanning - implementatie van thematisch werken binnen de pediatrische setting - werking vanuit visie - samenwerking met het kinderpediatrisch team - belang van individueel orthopedagogisch handelingsplan Sessie 3: Psychiatrie basis of secundair onderwijs Middelheim (keuze) a. Ziekenhuisschool Hoge Beuken (basis) Toelichting afdeling psychiatrie basisonderwijs (hoge beuken) - structuur kinderpsychiatrie -profiel kinderen, overzicht problematieken -opnameverloop - aanbod school kleuter/lager - werking vanuit visie - samenwerking met thuisscholen - samenwerking met het kinderpsychiatrisch team -belang van individueel orthopedagogisch handelingsplan - vormen van verslaggeving, evaluatie Rondleiding in de school, bezoek therapeutische ruimte, leefgroep b. Ziekenhuissschool Middelheim (secundair) Bezoek afdeling psychiatrie secundair (UKJA) - structuur psychiatrie adolescenten - profiel jongeren - aanbod school verschillende doelgroepen (buso, aso,...) - organisatie lesaanbod - projectwerking “schoollozen”, ASS jongeren. - digitaal individueel orthopedagogisch handelingsplan - samenwerking met thuisscholen



Doelstellingen

• • • •

De student heeft inzicht in type 5 onderwijs

•

De student is zich bewust van de noodzaak van een individueel orthopedagogisch handelingsplan

De student kent de onderwijsmogelijkheden voor deze doelgroep De student heeft inzicht over de betekenis van onderwijs voor zieke kinderen De student maakt kennis met de visie, achtergronden, doelen, concrete werking van de verschillende ziekenhuisscholen


Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7.50u)

1 periode

periode 2

Zelfstudie (42.50u)

1 periode

periode 2


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Flameng Kris

Studiepunten: 1



5u



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-ZORUST - Zorg voor rust Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs Een actieve nascholing die het welbevinden van ‘leerling en leerkracht’ of ‘kind en verzorger’ fel kan verbeteren. In deze cursus biedt Kris Flameng (auteur van het boek ‘Twee maten rust’), zeer concrete oefeningen en werkvormen aan die bedoeld zijn voor iedereen die, ongeacht zijn opleiding met kinderen werkt. Muziek en beweging hebben alles in zich om kinderen die het (even) moeilijk hebben een positieve input te geven. Door middel van het samenspel van beweging, muziek, vertrouwensoefeningen, eenvoudige massage en relaxatie wordt deze cursus een bruikbaar middel om probleemgedrag op te vangen, maar vooral om het te voorkomen en te zorgen voor rust. Doelstellingen Door middel van het samenspel van beweging, muziek, vertrouwens-oefeningen, eenvoudige massage en relaxatie leren kinderen tot rust te komen, probleemgedrag te voorkomen, en eventueel op te vangen. Werkvormen Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking en stage.


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (5u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (20u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Cursus


Auteur

Uitgever

ISBN






Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Van Balen Griet


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTNDL - Internationaal traject: Zorg in het Nederlandse onderwijssysteem Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen

Studiepunten: 2


Wegingsfactor: 2

Leerinhoud


Doelgroep: basis- en secundair onderwijs 2-daagse studiereis. We starten met een plenaire bijeenkomst waarin we terugkijken in de Nederlandse onderwijsgeschiedenis en kijken naar de actuele onderwijsvernieuwingen ( sinds 2013) richting Passend Onderwijs en Zorgplicht .


Vervolgens lichten we het “opbrengstgericht werken” toe dat in het verlengde ligt van het handelingsgericht werken; twee thema’s die de komende jaren speerpunten zullen gaan worden en aansluiten bij de koers die Passend Onderwijs inslaat. Op grond van de presentaties kunnen de studenten gericht gaan kijken in de scholen die we gaan bezoeken. Afhankelijk van de doelgroep en de interesses van de studenten, worden bezoeken georganiseerd aan scholen voor gewoon onderwijs en speciaal onderwijs. Doelstellingen

•

Kennismaken met het kader van zorgbreed werken in Nederland: geschiedenis en stand van zaken.

•

Tendensen en ontwikkelingen in zorgbrede scholen leren kennen om deze te kunnen vergelijken met Vlaanderen. Dit door o in dialoog te gaan met betrokken leerkrachten en begeleiders omtrent thema’s die sterk leven zoals omgaan met moeilijk gedrag, correcte beeldvorming, gesprekken met kinderen, coaching van collega’s, handelingsgericht werken o goede praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen gewoon onderwijs en speciaal onderwijs te bezoeken, te vergelijken en kritisch te bespreken


Werkvormen Contacturen omvatten een 2-daagse studiereis. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (12u)

1 periode

periode 3

Zelfstudie (38u)

1 periode

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Voorwaarde om te slagen is dat de student deelnam aan de lessen. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer ; "Portfolio" Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer ; "Portfolio" Studiematerialen (onder voorbehoud) Aanvullende studiematerialen vind je op Blackboard of krijg je van de docent(en).



Medium

Studiemateriaal

Auteur


BNB Draaiboek met vooropdracht (via Blackboard)

Griet Van Balen

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 2, 3.1, 4.2, 5







DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INT@HOME - Internationaal traject: INT@home

Van Balen Griet

Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student begrijpt en spreekt Engels. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Studiepunten: 2


Internat. gemerkte stp. : 2 Wegingsfactor: 2 Quotering: Op 20 (tot op een tiende)

Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs KdG ontvangt een Studyweek voor Europese partners: docenten en studenten van opleidingen zorg en buitengewoon onderwijsmet het thema: Training the Change Agents towards inclusion. Studieweek met specifieke focus op diversiteit in de grootstedelijke context van Antwerpen

•

Studiebelasting: 50u Contacturen per jaar: geen

•


De eerste dag stellen we het onderwijssysteem voor en de actuele uitdagingen. De groep deelnemers bestaande uit studenten, leerkrachten en opleiders maakt kennis met elkaar en ieders verwachtingen en expertise. Schoolbezoeken in kleine groepjes naar keuze, een lezing, uitwisseling met de studenten van de opleidingen Special Needs en Schoolmanagement en een culturele uitstap.

Het concrete programma wordt bekend gemaakt op blackboard. Studenten kunnen deelnemen aan deze studyweek of onderdelen ervan ter vervanging van hun stage = 0 studiepunten Studenten die een actieve bijdrage leveren aan de voorbereiding, de organisatie en begeleiding van deze studieweek kunnen dit laten meetellen als internationaal keuzeopleidingsonderdeel voor 2 studiepunten Doelstellingen

•


•

Engels

• •

Kennismaken met en uitwisselen tussen studenten, leerkrachten en opleiders in buitengewoon onderwijs zorgcoördinatie en schoolmanagement uit verschillende landen, de “makers van verandering in het onderwijs/the change agents“ naar meer inclusief onderwijs. Tendensen en ontwikkelingen in zorgbrede scholen in Vlaanderen (zowel gewoon als buitengewoon onderwijs) leren kennen en kritisch bekijken en dit door o in dialoog te gaan met betrokken leerkrachten en begeleiders omtrent thema’s die sterk leven zoals omgaan met moeilijk gedrag, correcte beeldvorming, gesprekken met kinderen, coaching van collega’s, handelingsgericht werken o goede praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen gewoon onderwijs en speciaal onderwijs te bezoeken, te vergelijken en kritisch te bespreken Internationaal netwerk uitbouwen met collega’s met mogelijkheden tot duurzame samenwerking Interculturele en communicatieve vaardigheden ontwikkelen

Werkvormen Stage omvat actieve bijdrage aan de voorbereiding, de organisatie en begeleiding van deze studieweek. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (35u)

1 periode

periode 1 of 4

Zelfstudie (15u)

1 periode

periode 1 of 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid op de stage in het gastland noodzakelijk. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard)



Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Auteur

Uitgever


Trajectgids Internationalisering (via Blackboard)

Van Balen, G.

Karel de GroteHogeschool

Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 2, 3.1, 4.2, 5 Internationaliseringscompetenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 14 en 16


ISBN




Tijdsorganisatie: Periode 1 of Periode 2 of Periode 3 of Periode 4 Docent(en): Van Balen Griet

Studiepunten: 3



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTLEOVINCI - Internationaal traject: Leonardo da Vinci Studyvisit: Training the Change Agents towards inclusion Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student begrijpt en spreekt Engels. Er kunnen zich telkens 4 studenten inschrijven. Er is keuze uit meerdere bestemmingen. Intake via Griet Van Balen ([email protected]) Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs Studieweek met schoolbezoeken van 5 dagen

•

Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: geen

•


De eerste dag stelt het gastland het onderwijssysteem voor en de actuele uitdagingen .De groep deelnemers bestaande uit studenten, leerkrachten en opleiders maakt kennis met elkaar en ieders verwachtingen en expertise. Schoolbezoeken in kleine groepjes naar keuze, een lezing, uitwisseling met de studenten van de opleidingen Special Needs en Schoolmanagement en een culturele uitstap.

Het programma en de juiste data wordten ongeveer 2 maanden op voorhand bekend gemaakt op blackboard. Kalender: - 30 september-4 oktober 13: Nedl./Utrecht - November 13: Denemarken/ Jutland - Februari 14: Spanje/Valencia - April 14: Duitsland/Kiel - April 14: België /Namur - Juni 14: Engeland/Kingston

Onderwijstaal:

Doelstellingen

•

Nederlands Engels

•

• •

kennismaken met en uitwisselen tussen studenten, leerkrachten en opleiders in buitengewoon onderwijs; zorgcoördinatie en schoolmanagement uit verschillende landen, de “makers van verandering in het onderwijs/the change agents “naar meer inclusief onderwijs. Tendensen en ontwikkelingen in zorgbrede scholen (zowel gewoon als buitengewoon onderwijs) leren kennen om deze te kunnen vergelijken met Vlaanderen. Dit door: o in dialoog te gaan met betrokken leerkrachten en begeleiders omtrent thema’s die sterk leven zoals omgaan met moeilijk gedrag, correcte beeldvorming, gesprekken met kinderen, coaching van collega’s, handelingsgericht werken o goede praktijkvoorbeelden van samenwerking gewoon onderwijs en speciaal onderwijs bezoeken, vergelijken en kritisch bespreken Internationaal netwerk uitbouwen met collega’s met mogelijkheden tot duurzame samenwerking Interculturele en communicatieve vaardigheden ontwikkelen

Werkvormen Stage omvat schoolbezoeken, interactieve werksessies en hoorcolleges in het gastland. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (35u)

1 periode

periode 1 of 4

Zelfstudie (40u)

1 periode

periode 1 of 4


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid op de stage in het gastland noodzakelijk.



Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.


Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1, 2, 3.1, 4.2, 5


ISBN






DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTJOB - Internationaal traject: Jobshadowing Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student begrijpt en spreekt Engels en de taal van het land. Voor een BO- of ZO-student. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Studiepunten: 3


Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs I.s.m. Europees Partnerschap banaba’s en master Special educational needs (sen) & leadership:

Studiebelasting: 75u Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel:

Je schaduwt een collega met vergelijkbare jobinhoud of taak waar je meer wil van leren in het buitenland. Het is een vorm van in service-training waarbij je al doende alle facetten van de taken leert, antwoord kan krijgen op vragen zonder de eindverantwoordelijkheid te dragen. De partners zijn de volgende stagescholen (een eigen voorstel op maat is mogelijk):


•

Nederland:

o o


Windesheim Amsterdam, contact: Anita Emans en Joke Kamstra (http://www.windesheim.nl) Seminarium voor Orthopedagogiek Utrect, contact: Ab Koffeman en Bert Groeneweg (http://www.cursussen.hu.nl/

•

Turkije: Anadolu University, Eskisehir (http://www.uib.anadolu.edu.tr/?)

•

Engeland: Kingston University London, contact: Ruth Wood (http://www.kingston.ac.uk)

•

Duitsland: Christian Albrechts Universität zu Kiel, contact: Thomas Riecke-Baulecke (http://www.uv.uni-kiel.de)

•

België: Haute Ecole de Namur-Liège-Luxembourg, contact: Chantal Muller (http://www.henallux.be/, http://www.henam.be/doc/depliant_ORTHO.pdf)

Engels

stage tip: immersieonderwijs (http://www.brusselnieuws.be/artikel/immersie-onderwijs-franse-gemeenschap-groeitrazendsnel) Op http://www.enseignement.be/index.php?page=23801 vind je de lijst van immersiescholen Doelstellingen

• • • •

Professioneel ontwikkelen; leren op de werkvloer en kritisch nadenken over de eigen definitie en invulling van de job en die van anderen Het eigen referentiekader loslaten en mee instappen in dat van een buitenlandse collega Kritisch nadenken over eigen referentiekader en handelen Interculturele en communicatieve vaardigheden ontwikkelen

Werkvormen Stage omvat 1 week tot 3 maanden stage in een gastland tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (35u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (40u)

2 periodes

periode 3


1

Vorm


Gewicht


100.00% Ja




2

augustusseptember

Portfolio

100.00% NVT


Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid op de stage in het gastland noodzakelijk. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.


Studiekosten Geen beurs mogelijk. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1; 3.1, 3.3, 3.4; 4.1, 5


ISBN




Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en):


DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTMAROKKO - Internationaal traject: Marokko, i.s.m. AUHA en de stad Antwerpen

Van Balen Griet

Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 6

De student begrijpt en spreekt Frans. Voor een BO- of ZO-student. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 6




Studiebelasting: 150u Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

De streek rond Oujda, Noorden van Marokko. In samenwerking met de dienst ontwikkelingssamenwerking van de Stad Antwerpen, drie Marokkaanse verenigingen en de Associatie Hogescholen en Universiteit Antwerpen, AUHA. Na een oriënteringsweek (kennismaking met de lerarenopleiding, kennismaking met gewoonten en gebruiken) en afspraken rond takenpakket, werk je in 1 van de volgende plaatsen: - Lerarenopleiding in Oujda - Lagere scholen in Afzou en Beni Kitoun - Secundaire school in Zaio Doelstellingen

• • • • •

Onderwijstaal:

Professioneel ontwikkelen; meer specifiek op vlak van intensief samenwerken met collega’s en alle betrokkenen Het coachen van collega’s en kritisch nadenken over eigen referentiekader en handelen Interculturele en communicatieve vaardigheden ontwikkelen Kritische kijk verwerven omtrent de Noord-Zuid-problematiek Sensibiliseren van mede studenten en de ruimere omgeving voor ontwikkelingssamenwerking: draagvlak verbreden

Nederlands Frans

Werkvormen Stage omvat 6 weken tot 3 maanden stage in Marokko tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (150u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (0u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN


Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1; 3.1, 3.3, 3.4; 4.1, 5







DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTERASMUS - Internationaal traject: Erasmus, Europa en Belgica Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15

De student begrijpt en spreekt Engels en de taal van het land. Voor een BO- of ZO-student. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 15



Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs stage: af te spreken met de lokale stagementor


ook studie is mogelijk: volledig met de reguliere studenten of gedeeltelijk samen met de International class De partners + contactpersonen zijn:

•

Nederland:

o o o o

Onderwijstaal: Nederlands Engels

Windesheim Amsterdam, contact: Anita Emans en Joke Kamstra (http://www.windesheim.nl) Seminarium voor Orthopedagogiek Utrect, contact: Ab Koffeman en Bert Groeneweg (http://www.cursussen.hu.nl/) NHL University of Applied Sciences, Faculteit Onderwijs Leeuwarden (www.nhl.nl) P.C.Hogeschool Marnix Academie, Utrecht (http://www.marnixacademie.nl/lerarenopleidingen, http://www.marnixonderwijscentrum.nl/ verder specialisaties)

•

Turkije: Anadolu University, Eskisehir (http://www.uib.anadolu.edu.tr/?)

•

Engeland: Kingston University London, contact: Ruth Wood (http://www.kingston.ac.uk)

•

Duitsland: Christian Albrechts Universität zu Kiel, contact: Thomas Riecke-Baulecke (http://www.uv.uni-kiel.de)

•

België: Haute Ecole de Namur-Liège-Luxembourg, contact: Chantal Muller (http://www.henallux.be/, http://www.henam.be/doc/depliant_ORTHO.pdf) stage tip: immersieonderwijs (http://www.brusselnieuws.be/artikel/immersie-onderwijs-franse-gemeenschapgroeit-razendsnel) Op http://www.enseignement.be/index.php?page=23801 vind je de lijst van immersiescholen

•

Finland: University of Helsinki, Department of Applied Science of Educatie (http://www.helsinki.fi/university)

•

Zweden: Örebro University (http://www.oru.se)

•

Polen: Politechnika Radomska, contact: Anna Zamkowska (http://www.pr.radom.pl)

Doelstellingen

•

• • • •

Tendensen en ontwikkelingen in zorgbrede scholen (zowel gewoon als buitengewoon onderwijs) leren kennen om deze te kunnen vergelijken met Vlaanderen. Dit door: o in dialoog te gaan met betrokken leerkrachten en begeleiders omtrent thema’s die sterk leven zoals omgaan met moeilijk gedrag, correcte beeldvorming, gesprekken met kinderen, coaching van collega’s, handelingsgericht werken o goede praktijkvoorbeelden van samenwerking gewoon onderwijs en speciaal onderwijs te bezoeken, te vergelijken en kritisch te bespreken Professioneel ontwikkelen; meer specifiek op vlak van intensief samenwerken met collega’s en alle betrokkenen; Het coachen van collega’s en kritisch nadenken over eigen referentiekader en handelen Interculturele en communicatieve vaardigheden ontwikkelen Internationaal netwerk uitbouwen met collega’s met mogelijkheden tot duurzame samenwerking



Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in een gastland tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.


ISBN

Studiekosten Erasmusprojecten geven recht op een beurs, behalve wanneer de student hier reeds gebruik van maakte in een vorige opleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1.1; 3.1, 3.3, 3.4; 4.1, 5







DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTCAMBOD - Internationaal traject: VVOB; Cambodja: Lesstage in Cambodjaans lagere school Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15

De student begrijpt en spreekt Engels. Voor een BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 15



Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs voor meer info en takenpakket : zie stage fiche op http://www.vvob.be/vvob/nl/noordwerking/stages/stageplaatsen


Je ontwikkelt didactische materialen voor VVOB op het gebied van rekenen, wetenschappen en/of milieu- en landbouweducatie. Je gaat lesgeven in Cambodjaanse lagere scholen. Gezien het taalverschil (Khmer) doe je dit volledig samen met Cambodjaanse stagestudenten uit de lerarenopleiding. Doelstellingen

• • • • •

Professioneel ontwikkelen; meer specifiek op vlak van intensief samenwerken met collega’s en alle betrokkenen;

•

competenties van het personeel versterken rond actievere onderwijsvormen en organisatie van de extracurriculaire activiteiten


het coachen van collega’s en kritisch nadenken over eigen referentiekader en handelen Interculturele en communicatieve vaardigheden ontwikkelen Kritische kijk verwerven omtrent de Noord-Zuid-problematiek Sensibiliseren van mede studenten en de ruimere omgeving voor ontwikkelingssamenwerking: draagvlak verbreden.

Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Cambodja tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN









DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTECUADOR - Internationaal traject: VVOB; Ecuador: Stage in school voor inclusief onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15

De student begrijpt en spreekt Spaans. Voor een BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 15





Juan Enrique Pestalozzi is een Montessori-schooltje dat inclusief onderwijs aanbiedt aan de kinderen uit de regio Ottavalo, en via een scholenband met een Vlaams schooltje verbonden is aan VVOB. In jouw stage ga je de school mee ondersteunen m.b.t. de inclusieve aanpak, en anderzijds Engelse les geven aan de leerlingen. Doelstellingen

• • • • •


•


Onderwijstaal: Nederlands Spaans


Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Ecuador tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN









DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTRWANDA - Internationaal traject: VVOB; Rwanda: Lesstage Scholenbanden Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15

De student begrijpt en spreekt Frans en Engels. Voor BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 15



Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs voor meer info en takenpakket : zie stage fiche op http://www.vvob.be/vvob/nl/noordwerking/stages/stageplaatsen


Je gaat lesgeven op een secundaire school, waarbij je de leerkrachten ondersteunt met activerende werkvormen. In het kader van ons programma Scholenbanden (www.scholenbanden.be) werk je daarnaast met de school aan hun scholenband met een Vlaamse partnerschool. Doelstellingen

• • • • •


•


Onderwijstaal: Nederlands Engels Frans


Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Rwanda tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN









DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTSURITRAIN - Internationaal traject: VVOB; Suriname: Uitwerken van een trainingspakket Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15

De student begrijpt en spreekt Nederlands. Voor BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 15





Je gaat een trainingshandleiding voor leerkrachten ontwikkelen voor de instelling van het ministerie van Onderwijs in Suriname, die verantwoordelijk is voor de nascholing van leerkrachten. Onderwerp is vakinhoud en -didactiek voor de onderwerpen rekenen, taal en geschiedenis in het basisonderwijs. Doelstellingen

• • • • •


•




Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Suriname tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN









DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTTANZ - Internationaal traject: VVOB; Tanzania, Arusha: schoolopbouwwerk Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15

De student begrijpt en spreekt Engels. Voor BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected])

Wegingsfactor: 15





I Themba vzw ondersteunt de schoolontwikkeling van Baraa Primary School nabij de hoofdstad Arusha Voor meer info zie http://www.ithemba.be http://www.dailymotion.com/video/xdfp7j_baraa-primary-school_shortfilms

Contacturen per jaar: geen

• • • • • •


leraren coachen in het geven van Engels, in het differentiëren, op weg helpen naar activerend onderwijs samenwerkingsmogelijkheden met nabije scholen onderzoeken in functie van leren van elkaar ter plaatse in kleinere klasgroepen lesgeven; rekenen, engels, ... mee denken over optimaal gebruik van de bib en computers samenwerken met beleid, ouders materialen ontwikkelen

Doelstellingen Onderwijstaal: Nederlands Engels

• • • • •


•



Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Tanzania tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is aanwezigheid op de stage in het gastland noodzakelijk. Eerste examenkans Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van portfolio. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer (zie Blackboard) Tweede examenkans Herwerking portfolio overeenkomstig de verwachtingen en criteria zoals geformuleerd in de evaluatiewijzer (zie Blackboard)



Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.




ISBN






DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTVIET - Internationaal traject: VVOB; Vietnam: Engelse les bij lerarenopleidingen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15


Wegingsfactor: 15



Leerinhoud Doelgroep: secundair onderwijs voor meer info en takenpakket : zie stage fiche op http://www.vvob.be/vvob/nl/noordwerking/stages/stageplaatsen


Voorbereiding lesmodules op VVOB-kantoor. Engelse les geven in lerarenopleidingen betrokken bij het VVOB-programma, hierbij gebruik makend van actieve werkvormen en de transversale thema's milieu, HIV en gender.

Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel:

Doelstellingen



• • • • •


•



Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Vietnam tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.




ISBN






DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTZAMBGEMKO - Internationaal traject: VVOB; Zambia: Lesgeven en onderzoek in gemeenschapsscholen voor kleuters Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15


Wegingsfactor: 15





Je gaat lesgeven in afgelegen kleuterschooltjes. Hiervoor ga je o.a. goedkope didactische materialen ontwikkelen. Daarnaast help je VVOB met het verzamelen en verwerken van gegevens voor een onderzoek over gemeenschapsschooltjes voor kleuters in twee provincies in Zambia. Doelstellingen

• • • • •


•




Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Zambia tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN









DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTZAMBBUKO - Internationaal traject: VVOB; Zambia: Stage lerarenopleiding buitengewoon kleuteronderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15


Wegingsfactor: 15





Je onderzoekt de werking van een lerarenopleiding voor buitengewoon kleuteronderwijs in Lusaka (beschrijving van docenten, studenten, lesmethodes, curriculum, leermaterialen, ...). Vervolgens ontwikkel je samen met de studenten van deze lerarenopleiding goedkope leermaterialen.

Doelstellingen

Onderwijstaal:

• • • • •


•


Nederlands Engels



Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN









DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTZAMBKOLO - Internationaal traject: VVOB; Zambia: Stage lerarenopleiding kleuter- of lager onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid)

Studiepunten: 15


Wegingsfactor: 15





Samen met studenten van de lerarenopleiding in Kitwe, ontwikkel je creatieve en goedkope leermaterialen voor kleuteronderwijs en de eerste vier schooljaren van het lager onderwijs. Je gaat deze ook uittesten in scholen. Doelstellingen

• • • • •


•





Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.




ISBN





Studiepunten: 15



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTZIMBSLOP - Internationaal traject: VVOB; Zimbabwe, Harare: Leercentrum sloppenwijk Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student begrijpt en spreekt Engels. Voor BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected]) Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basisonderwijs voor meer info en takenpakket : zie stage fiche op http://www.vvob.be/vvob/nl/noordwerking/stages/stageplaatsen


Mavambo Trust is een centrum dat kwetsbare kinderen opvangt en opnieuw het formele onderwijscircuit inloodst. In je stage ga je mee de compententies van het personeel versterken rond actievere onderwijsvormen en organisatie van de extracurriculaire activiteiten. Studenten sociaal werk kunnen aan de slag met kwetsbare gezinnen. Doelstellingen

• • • • •


•




Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Zimbabwe tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.




ISBN





Studiepunten: 15



DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1-INTZUIDAFR - Internationaal traject: VVOB; Zuid-Afrika: Didactische materialen ontwikkelen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student begrijpt en spreekt Engels. BO- of ZO-student in duo met andere hogeschool. Intake via Griet Van Balen ([email protected]) Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: basis- en secundair onderwijs voor meer info en takenpakket : zie stage fiche op http://www.vvob.be/vvob/nl/noordwerking/stages/stageplaatsen


Je werkt bij het 'Teacher Development Institute' (pedagogische begeleidingsdienst). Je gaat hier mee leerkrachten opleiden om creatief leermateriaal te ontwikkelen, en gaat aandacht geven aan het gebruik van deze materialen in een activerende, leerlinggerichte klascontext. De focus ligt op rekenen in lager onderwijs.

Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel:

Doelstellingen


• • • • •


•




Werkvormen Stage omvat 3 maanden stage in Zuid-Afrika tussen januari en april. Zelfstudie omvat persoonlijke verwerking. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (360u)

2 periodes

periode 3

Zelfstudie (15u)

2 periodes

periode 3


Vorm

Gewicht


1


100.00% Ja


2

augustusseptember

100.00% NVT


Portfolio


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever



Van Balen, G.



ISBN





Globaal overzicht studiematerialen (herhaling) Medium

Studiemateriaal en auteur

Uitgever en ISBN

BNB Draaiboek met vooropdracht (via Blackboard) Digitale leeromgeving Griet Van Balen Cursus


Brochure

De Spelregels van het Hulpverlenend gesprek Jaklin Laporte

Code opl.onderdeel DLO/13-14/BNBZO/KEUZE1+2-INTNDL

Pax Christi

DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2GESPKINDVERD wordt tijdens de introductieles verkocht DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2GESPKINDINTRO wordt tijdens de les verkocht

Boek

Edushock (editie 2011) De Boe, D., Lernout, B. & Sprangers, P.

LannooCampus ISBN: 978-90-7743-250-1

DLO/13-14/BNB-ZO/VISIEOND

Boek

Een kijk op de Sherborne bewegingspedagogiek (Het Groene Boekje)

Sherborne Vereniging België vzw en SIG vzw ISBN: 978-90-5873-076-3

DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2SHERB wordt tijdens de eerste les aangeboden tegen 12 EUR

Boek

Handelingsgericht werken in de klas. De leerkracht doet Acco ertoe (editie mei 2010) ISBN: 978-90-3347-925-0 Pameijer, N., Van Beukering, T., De Lange, S., Schulpen, Y. & Van De Veire, H.

DLO/13-14/BNB-ZO/HGWZO DLO/13-14/BNB-ZO/HANDDIA DLO/13-14/BNB-ZO/COMM DLO/13-14/BNB-ZO/POP

Trajectgids Internationalisering (via Blackboard) Digitale leeromgeving Van Balen, G.

Karel de Grote-Hogeschool

DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTZUIDAFR DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTZIMBSLOP DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTZAMBKOLO DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTZAMBGEMKO DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTVIET DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTTANZ DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTSURITRAIN DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTRWANDA DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTECUADOR DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTCAMBOD DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTMAROKKO DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTJOB DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTERASMUS DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTLEOVINCI DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INT@HOME DLO/13-14/BNB-ZO/KEUZE1+2INTZAMBBUKO


KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN. Voltijdse opleiding STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

Recommend Documents