STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VERGADERING VAN

27 JUNI 2013

VERGADERING VAN 27 JUNI 2013

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________

VERGADERING VAN 27 JUNI 2013 __________ De vergadering wordt geopend te 14.36 uur. De heer Provinciegriffier is aanwezig. Tekenden de aanwezigheidslijst: H. ARBIB Abdelkarim, Mevr. AVONTROODT Yolande, Mevr. BAETEN Els, Mevr. BAYRAKTAR Aysel, H. BELLENS Peter, Mevr. BOCKX Greet, H. BOLLEN Ivo, Mevr. BOONEN Nicole, Mevr. BRADT Sofie, HH. BUNGENEERS Luc, CALUWÉ Ludwig, Mevr. COLSON Mireille, H. CORLUY Bert, Mevr. COTTENIE Christ'l, HH. CUYT Rony, DE COCK Koen, DE HAES Jan, Mevr. DE HERT Vera, Mevr. DE LOBEL Hilde, H. FEYAERTS Patrick, Mevr. GENIETS Benedicte, HH. GEUDENS Frank, GEYSEN Kris, Mevr. GIELEN Pascale, HH. GODDEN Jürgen, GOOSSENS Kris, HELSEN Koen, HENS Werner, HOFKENS Jan, HUIJBRECHTS Jan, Mevr. JACQUES Ilse, HH. JANSSEN Patrick, JANSSENS Eric, KERREMANS Koen, LEMMENS Luk, MARCIPONT Daniël, MEEUS Michel, MERCKX Kris, Mevr. MICHIELSEN Inge, H. MINNEN Herman, Mevr. MOREAU Livia, Mevr. MUYSHONDT Tine, Mevr. NAERT Nicole, HH. PALINCKX Koen, PEETERS Bruno, Mevr. PEETERS Marleen, HH. RÖTTGER Rik, SCHOOFS Hans, SELS Frank, Mevr. STEVENS Lili, H. UGURLU Sener, Mevr. VAN CLEEMPUT Loes, H. VAN EETVELT Roel, Mevr. VAN GOOL Greet, Mevr. VAN HAUTEGHEM Marleen, Mevr. VAN HOFFELEN Karin, H. VAN HOVE Bart, Mevr. VAN HOVE Katleen, Mevr. VAN LANGENDONCK Gerda, Mevr. VAN OLMEN Mien, Mevr. VANALME An, H. VANDENDRIESSCHE Diederik, Mevr. VERHAERT Inga, H. VERHAEVEN Eddy, Mevr. VERLINDEN Linda, H. VOLLEBERGH Steven, Mevr. WECKHUYSEN Wendy, HH. WILLEKENS Tim, ZANDER Jan. Verontschuldigd: Mevr. de Mevr. HENDRICKX Iefke.

GOUVERNEUR,

3

HH.

CAALS

Tom,

DILLEN

Koen,

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

De raad is bijeen in openbare vergadering. VOORZITTER.- Iedereen welkom op onze laatste provincieraad hier in deze zaal. Ik heb eerst een praktische mededeling. Tijdens de verhuis zijn de stemcomputer en sommige kaarten gestolen of kwijtgeraakt. Iedereen heeft nu wel een stemkaart en kan gewoon stemmen, maar op het scherm zal je zien dat niet iedereen op de juiste plaats zal staan. Er zullen een aantal mensen zijn waar hun stem aan de andere kant staat. Dus het scherm klopt niet, maar de print klopt wel. De stemming zal dus wel zeker duidelijk en juist zijn, enkel het visuele zal iets minder duidelijk zijn dan normaal. Mondelinge vragen VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord. Mevrouw AVONTROODT.- Dank u, mijnheer de voorzitter, Geachte leden van de deputatie, Beste collega’s, Ik hoop dat u even benieuwd bent als ik, want gedeputeerde Lemmens heeft mij gezegd: u gaat wachten tot donderdag vooraleer dat je het antwoord krijgt. Wij zijn dus zeer benieuwd. Mijnheer Lemmens, u heeft tijdens de laatste provincieraad het idee geformuleerd met betrekking tot een veiling ten behoeve van het goede doel. Er zou een inventaris en een schattingsverslag opgemaakt zijn door een internationaal expert. Inmiddels hebben de leden van de commissie Cultuur een inventaris gekregen, maar zonder schattingsverslag. Het is de wettelijke bevoegdheid, ik heb dat vorige keer ook aangehaald, van de provincieraad indien er patrimonium vervreemd wordt. Gelet op het feit dat het meubilair en sommige elementen van de binneninfrastructuur toch wel zeer waardevol kunnen geacht worden sta ik hier terug met de vraag, en ik moet eerlijk zeggen dat ik wel een beetje verwonderd was dat er geen voorstel tot beslissing stond op deze provincieraad. Vandaar, mijnheer de gedeputeerde en geachte leden van de deputatie, volgende vragen. 1. Mijn vraag om de inventaris van het patrimonium te bezorgen aan alle leden. Ik denk dat die inventaris ter beschikking is. Die is alleszins ter beschikking gesteld – ik herhaal – aan de leden van de commissie, maar zonder het schattingsverslag. Wij hadden ook graag de nominale waarde gekend. 2. De vraag aan de deputatie om een voorstel van besluit te formuleren, zodanig dat de provincieraad zich daar kan over uitspreken, waarin de modaliteiten opgenomen zouden worden tot verkoop. 3. Een voorstel van besluit op te maken waarin de verkoopsvoorwaarden van het waardevolle patrimonium opgenomen is. In de lijst die wij verkregen hebben werd er inderdaad een suggestie geformuleerd, weliswaar niet door de deputatie, maar wel door de aangeduide schatter, waarrond wij toch wel wat vragen hebben omdat sommige elementen mijns inziens wel waardevol zijn. Die inventaris te bezorgen van de elementen die wel kunnen geïntegreerd worden in de nieuwbouw van het nieuwe provinciehuis.

4


Geachte leden van de deputatie, Collega’s, Deze vraag heeft eigenlijk een dubbele bodem. Ten eerste is er uiteraard het wettelijk kader dat ik hiermee toch wel wil herbevestigd zien, en de vraag die zich stelt hoe jullie hier mee omgaan. Ten tweede: wij hebben vorige provincieraad een boeiende discussie gehad over de besparingsronde. Ik denk dat we het zeker aan het personeel verplicht zijn, maar ook in het algemeen belang verplicht zijn om hier de waardebepaling te kennen zodanig dat wij hier zorgzaam en spaarzaam en efficiënt kunnen omgaan met de beschikbare middelen.

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mevrouw, ik heb u natuurlijk laten wachten op het antwoord, omdat u de vraag stelde in de provincieraad. Had ik op de commissie al geantwoord had u hier niet moeten staan. Ik wou u de eer geven om dat vanuit de tribune te doen. U hebt een schattingsverslag gekregen op de commissie. Wij gaan u het schattingsverslag ook bezorgen met de cijfers erbij. Dat is geen enkel probleem. Wat de inventaris van het patrimonium betreft, die gaan we u bezorgen, die bestaat uit twee basiscategorieën, het onroerende en het roerende patrimonium. Beide inventarissen zijn geïntegreerd opgenomen in de softwareapplicatie Planon. Van de onroerende inventaris zijn geactualiseerde standaardrapporten ter beschikking op het Intranet. Ik ga u die gegevens nog geven waar u dat kan vinden. Van de roerende inventaris zijn geen standaardrapporten ter beschikking. Deze kunnen eventueel opgemaakt worden door gemachtigde gebruikers van deze softwareapplicatie. Momenteel zitten er ongeveer 16.000 elementen in de inventarislijsten. Op basis van specifieke vragen kunnen rapporten of deelinventarissen opgemaakt worden. Een voorstel op te maken, vraagt u, waarin de modaliteiten tot verkoop worden bepaald voor het gewone meubilair. De deputatie heeft op voorstel van de stuurgroep van het project Provinciehuis de modaliteiten voor de verkoop van het gewone meubilair goedgekeurd. Deze verkoop, mevrouw, die gaat verlopen in drie stappen. Dat gebeurt onder coördinatie van de Kringwinkel. 1. Na het toesturen van een e-catalogus aan de diensthoofden van de provinciale diensten konden deze hun wensen ter zake overmaken en meubilair aankopen. Deze fase is ondertussen afgewerkt. 2. Op 20 juli wordt voor het personeel een verkoop georganiseerd in het oude provinciehuis. 3. Alle onverkochte stukken worden door de Kringwinkel verkocht in de Antwerpse kringloopcentra. Na verkoop of verwijdering wordt de provinciale inventaris aangepast aan de gewijzigde situatie op basis van een besluit van de deputatie. Dan had u een derde vraag. U vroeg een voorstel van besluit op te maken waarin de verkoopsvoorwaarden voor het waardevolle patrimoniumstukken worden vastgelegd. De besluitvorming ter zake is in voorbereiding door onze erfgoeddiensten. Van de waardevolle stukken is een inventaris opgemaakt met de bijhorende schatting van de waarde. Deze inventaris zit mee in de algemene inventaris en is ter beschikking bij de dienst Erfgoed. Momenteel wordt deze inventaris verder ingedeeld in functie van mogelijke vervolgacties.

5


Wat kunnen wij nog doen? Collectiemobiliteit: stukken kunnen worden verhuisd en/of geïnstalleerd in andere provinciale instellingen of gebouwen. We hebben natuurlijk ook de mogelijkheid om een aantal zaken in depot op te slagen. Er zijn zaken die voor verkoop of voor veiling in aanmerking komen. Ten laatste zijn er zaken die echt in heel slechte staat zijn of die totaal geen erfgoedwaarde hebben, die komen in aanmerking voor vernietiging. Men is nu deze inventaris aan het opmaken, evaluatie aan het maken, welke stukken in aanmerking komen voor welke acties. Er is niets al toegezegd of als actie toegewezen. Laat dat duidelijk zijn. Men is er mee bezig en er is over de wijze van verkoop nog niets definitief beslist. U vraagt ook om een inventaris te bezorgen van de patrimoniumelementen die eventueel kunnen worden geïntegreerd in de nieuwbouw van het provinciehuis. Daar hebben we nog even tijd voor, want dat staat er nog niet onmiddellijk. Maar het is wel zo dat in de nieuwbouw een beperkt aantal patrimoniumelementen kunnen geïntegreerd worden. Mogelijk zal een deel van het meubilair dat nu aangekocht is in functie van het waaierwerken hergebruikt kunnen worden. Op twee verdiepingen in het nieuwe provinciehuis zijn expliciet mogelijkheden voorzien voor het ophangen van kunstwerken. Alle kunst die hier nu is daar gaan we ook een gedeelte van in het nieuwe provinciehuis kunnen tentoonstellen. Er is trouwens een grote tentoonstellingsruimte bij de inkomhal en die zal eveneens toelaten om een heleboel kunstwerken op te hangen of tentoon te stellen. De wijze waarop dit allemaal nog zal gebeuren zal worden vastgelegd in een nog op te richten werkgroep in de schoot van het departement Cultuur. Ik vraag u dus nog even geduld, maar men is daar echt de inventaris aan het opmaken.

VOORZITTER.- De heer Janssen heeft het woord. De heer JANSSEN.- Mijnheer de voorzitter, Geachte leden van de deputatie, Collega’s, Volgend jaar herdenken we de 100ste verjaardag van het begin van de Grote Oorlog. Het is een historische gebeurtenis waar we terecht met zijn allen bij stil moeten staan. Dan kan ik het alleen maar toejuichen dat de provincie Antwerpen zoveel aandacht besteed aan deze historische gebeurtenis. Het is me opgevallen dat de provincie deze herdenking eigenlijk via twee kanalen aan het organiseren is. Er is het Vredescentrum van de provincie en de stad Antwerpen vzw, dat al jaren werkt rond herinnerings- en vredeseducatie voor de provincie en de stad. Zij zijn bezig met de voorbereidingen rond de herdenking van de Eerste Wereldoorlog sinds 2011 en hebben onder de naam “Antwerpen 14-18” een herdenkingsproject opgezet met internationale uitstraling en meer dan 40 partners in binnen- en buitenland. In de aanloop van het herdenkingsjaar 2014 heeft het Vredescentrum op 21 april jongstleden de verhalendag georganiseerd waar mensen verhalen en anekdotes over de Grote Oorlog konden laten optekenen, en foto’s, brieven, en voorwerpen laten digitaliseren. Binnen het gehele programma zal de klap op de vuurpijl een tijdelijke brug over de Schelde zijn in oktober 2014, naar analogie met de brug van 1914 die het mogelijk maakte dat de inwoners van Antwerpen aan het oprukkende Duitse leger

6


konden ontvluchten. Onder de naam "Antwerpen“1914-1918” heeft de dienst Erfgoed van de provincie twee nieuwe medewerkers aangeworven om ook verschillende initiatieven rond de Grote Oorlog op te zetten. Een aantal voorbeelden zijn: de ‘Portaaltentoonstelling KBC-toren ,Meir Antwerpen’, een online databank voor scholen en lokale initiatiefnemers om lokaal aan de slag te gaan rond Wereldoorlog I erfgoed, en verschillende anderen. Mijn vraag aan de deputatie is de volgende. Leidt dit niet tot verwarring bij de bevolking, gezien er twee provinciale entiteiten eigenlijk hetzelfde werk aan het doen zijn? Ik dank u.

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Collega, dank u wel voor uw vraag. Het is heel duidelijk dat die herdenking Oorlog 14-18 heel wat teweeg brengt en dat daar een heleboel projecten momenteel in aanloop zijn, en dat daar verschillende organisaties mee bezig zijn. Er wordt ook heel wat geld vanuit de Vlaamse Regering voor opzij gezet. Het provinciale projectteam waar u naar verwijst is aangenomen in het kader van het Europese Interreg 2 zeeënproject Great War Between the Lines, waarin de provincie één van de partners is zoals u weet. Niet alleen de provinciale dienst Erfgoed en het Vredescentrum nemen een engagement op in de herdenking van de Eerste Wereldoorlog, maar ook heel veel lokale besturen, het Vlaamse en Federale niveau, alsook heel wat onderzoeksinstellingen en vrijwilligersorganisaties. In tal van steden en gemeenten worden heel wat zaken voorbereid. Om te vermijden dat dit echt tot verwarring zou leiden heeft de Vlaamse Regering de provincies de opdracht gegeven de coördinatie van de initiatieven op hun grondgebied op zich te nemen. Dat is wat wij doen. Wij coördineren al die zaken op het grondgebied. Wij geven door wat er overal gebeurt. Wij doen dat in goede verstandhouding met de mensen van het Vredescentrum. U hebt daarjuist verwezen naar die verhalendag. Ik wil van de gelegenheid nog eens gebruik maken om die mensen van het Vredescentrum daar proficiat mee te wensen. Het was een enorm succes. Zij hebben dat in de stad georganiseerd op een heel moeilijke dag, maar hebben er heel veel mensen mee kunnen bereiken. Zij hebben dat op een zeer professionele manier gedaan. Dat was echt fantastisch. Wij coördineren als provincie en wij werken ook samen met het Vredescentrum. U bent in het Vredescentrum. Wij zien u daar regelmatig op de raad van bestuur. Ik denk dat wij daar een goede samenwerking hebben. Wat de verwarring rond de keuze rond die naam Antwerpen 1914-1918 betreft, is die keuze al een tijd geleden gemaakt. Wat is nu het verschil. De provincie coördineert alles op haar grondgebied in goede samenwerking met het Vredescentrum, en het Vredescentrum coördineert en ondersteunt de herdenkingsinitiatieven in de stad Antwerpen en werkt, zoals u zegt, aan een stadsbreed programma ter herdenking van Wereldoorlog I. Het projectteam dat ressorteert onder de provinciale dienst Erfgoed heeft als taak om dat overzicht te bewaren over gans de provincie. Daarom denk ik dat het ook belangrijk is. Er zijn tal van initiatieven in onze provincie. Wij moeten zien dat dit allemaal op een goede manier samenkomt, en dat er ook samenwerkingen kunnen gestimuleerd worden. Wij

7


hebben regelmatig overleg met het Vredescentrum. Ik denk dat de taakstelling voor beide op een heel duidelijke manier gesteld is en dat we mekaar zeker niet in de weg lopen. Het Vredescentrum heeft die verhalendag. Wij gaan met de provincie in verschillende steden in de provincie ook nog verhalendagen organiseren, en wij pleiten: samenwerken op de beste manier met het Vredescentrum.

VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Dank u, voorzitter, Collega’s, Nu het Antwerps stadsbestuur fors het mes gaat zetten in de cultuursector is deze vraag volgens mij actueler dan ooit. Naar verluid pleegde in het begin van deze maand de verschillende Vlaamse gedeputeerden voor cultuur overleg over hoe het, na de implementatie van het Witboek interne staatshervorming, nu verder moet met de provinciale ondersteuning van de professionele kunsten. De sector zelf verkeert al enige tijd in een fase van lichte paniek omdat zij bij het indienen van hun meerjarenplannen 2013-2016 bij de Vlaamse Overheid uitging van de continuïteit van de provinciale ondersteuning, en deze nu dreigt te verdwijnen. Daarom had ik graag antwoord gekregen op volgende vragen. Klopt het dat deze vergadering heeft plaatsgevonden? Zo ja, waar en wie namen aan dit gesprek namens de provincie Antwerpen deel? De provinciebesturen van Oost- en West-Vlaanderen zouden intussen aan de sector hebben laten weten dat ze de resterende toegekende middelen tot 2016 aan deze kunstenorganisaties zullen blijven uitbetalen. Klopt dit verhaal? Werden er in deze zin afspraken gemaakt tussen alle gedeputeerden van cultuur? Uit een brief van de Vlaams Brabantse professionele kunstgezelschappen van 12 juni jongstleden blijkt dat de provincie Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen zouden volgen indien ook Vlaams-Brabant en Limburg op de boot springen, en tot 2016 verder gaan met de ondersteuning. Klopt dit? Graag een standpuntbepaling van de Antwerpse bestendige deputatie in deze.

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Huijbrechts, ik zal u het standpunt van de deputatie seffens meedelen. Er is de voorbije weken en maanden regelmatig overleg geweest met de collega’s cultuur van de andere provincies. Dat is zeker ook gebeurd in het kader van die ganse interne staatshervorming, daarom hebben wij meer samengezeten dan vroeger. Er is een overleg geweest. Dat klopt, en wij doen dat regelmatig. Vanaf 1 januari 2014, zoals u weet, kunnen de provincies de werking van professionele kunstenorganisaties, als gevolg van de interne staatshervorming, niet langer structureel ondersteunen. 80% van de middelen die de provincie in 2011 toekende aan deze organisaties die gaan naar Vlaanderen, en Vlaanderen zal tot 2016 die kunstenorganisaties

8


verder subsidiëren. Maar u hebt het gehoord, niet à rato van 100%, maar nog voor 80%. Er blijft dus 20% bij de provincies. Die 20% hebben de bedoeling om de ganse kunstensector blijvend te ondersteunen. Elke provincie kan autonoom inzetten wat ze met die 20% doen, en hoe dat ze die 20% verder gaat besteden. Wij hebben gekozen om de filosofie van de interne staatshervorming volledig te onderschrijven. Dat wil zeggen dat wij een reglement ‘bovenlokale culturele projecten’, dat vandaag ter goedkeuring hier voorligt, ontwikkelen waar wij al dat geld in positioneren. Dat is dus geld waar wij de culturele sector mee willen ondersteunen. Iedereen zal aanvragen voor projectsubsidies kunnen indienen. Die kunstenorganisaties, die nu inderdaad die 20% minder hebben gekregen, kunnen via projecten ook nog bij ons terecht. Ik heb met de verschillende instellingen, zoals o.a. de Philharmonie, de Opera, het Toneelhuis, enz., al individueel overleg gehad. Ik denk dat het een belangrijke beslissing is en dat we binnenkort de vertegenwoordigers van het Overleg Kunstenorganisaties bijeen roepen om toch nog eens ons standpunt te bepalen. Wat zeggen wij nu? Ik weet ook niet wat het definitieve standpunt is van andere provincies. Ik weet dat men in West-Vlaanderen nogal snel geneigd is om die 20% erbij te geven tot 2016. Wij vragen projecten. Zij kunnen die indienen. Waarom vragen wij die projecten? Omdat wij jong artistiek talent willen ondersteunen. Wanneer die kunstenorganisaties een project indienen dat valt in jong artistiek talent of valt in ons reglement, dan zullen wij dat bekijken. Maar ik zal in nauw overleg met de kunstenorganisaties dit verder bespreken.

VOORZITTER.- De heer Vandendriessche heeft het woord. De heer VANDENDRIESSCHE.- Dank u wel, voorzitter. Collega’s, Tijdens de provincieraadszitting van mei 2013 hebben we ons als raad mogen uitspreken over het bestuursakkoord tussen de Vlaamse Overheid en de provincie naar aanleiding van de interne staatshervorming. De provincie voegt al meteen de daad bij het woord, want zij kan immers binnen het strikte kader van haar nieuwe bevoegdheden, op vraag van de gemeenten, de regionale sportwerking stimuleren en ondersteunen, en daarbij als facilitator een coördinerende rol opnemen. Vanuit de stad Mortsel heeft de provincie onlangs de vraag gekregen om samen met een aantal buurgemeenten van Mortsel rond de tafel te gaan zitten om verkennende gesprekken te voeren over de mogelijke bouw van een intergemeentelijk zwembad in de regio. De eerste gesprekken daarover zouden op woensdag 19 juni jongstleden hebben plaatsgevonden. Vandaar, geachte gedeputeerde, de volgende vragen. Is er bereidheid bij de betrokken actoren om een dergelijke samenwerking op gang te brengen met als finale doelstelling een nieuwe zwembadinfrastructuur? Welke samenwerkingsprocedure is er nu uitgestippeld? Is er daarin een duurzame rol voor de provincie weggelegd in dit samenwerkingsverband? Zijn er termijnen vooropgesteld? Vervolgens ook de vraag naar de studie van het architectenbureau Artabel, die een studie gemaakt heeft over de nood op het vlak van zwemmen en zweminfrastructuur in de zuidrand.

9


Wat zijn de belangrijkste bevindingen van die studie? Hoe verhoudt een mogelijke nieuwe infrastructuur zich tot de bestaande zwembaden in Mortsel, Kontich en Aartselaar?

VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Dank u wel, mijnheer Vandendriessche. Ik ben dus inderdaad in Mortsel geweest. Ik moet u eerst zeggen dat uw eerste vragen eigenlijk gaan over beleidsintenties en dat het niet de gewoonte is in deze provincieraad om daar concreet op in te gaan, maar ik wil wel verslag uitbrengen van wat daar besproken is. Het zwembad van Mortsel is inderdaad een zeer oud zwembad. Het is gebouwd in 1970 en het vertoont een aantal stabiliteitsproblemen, o.a. betonrot, en het kan maximaal tot eind 2015 in bedrijf blijven en moet daarna gesloten worden. Een renovatie is ook niet aangewezen gezien de grote orde van de slijtage, en nieuwbouw is dus noodzakelijk wil men de zweminfrastructuur behouden in Mortsel. De stad Mortsel heeft een studiebureau aangesteld, Artabel, om een haalbaarheidsstudie uit te voeren. Er vond een overleg plaats op 19 juni tussen verschillende overheden met de bedoeling om de resultaten van deze haalbaarheidsstudie voor te leggen en om de mogelijkheid te bespreken van een intergemeentelijk zwembad. Wie was daar op uitgenodigd? De burgemeesters, schepenen van sport en sportfunctionarissen van de gemeenten Hove, Edegem, Boechout, Borsbeek, Kontich, Lint, Ranst, Wommelgem en Wijnegem, ook een verantwoordelijke van de stad Antwerpen, de provincie Antwerpen en de Vlaamse Overheid. Ik was daar voor de provincie aanwezig, samen met Tom van den Broeck, de adviseur Infrastructuurbeleid bij het autonoom provinciebedrijf Sport. Uit die haalbaarheidsstudie kwam naar voor dat er 3 potentiële locaties zijn voor een nieuw zwembad: op de plaats van het huidige zwembad, op de site van het Fort van Mortsel en in de gemeente Boechout, dichtbij de terminal van tramlijn 15. De haalbaarheidsstudie geeft de voorkeur aan de site van het Fort van Mortsel, omdat dit eigendom is van de stad en omdat men dan een zwembad zou kunnen bouwen terwijl het bestaande zwembad nog in gebruik is, maar dat was maar één van de mogelijkheden. Verder onderzoekt de studie de verschillende opdrachtvormen om een nieuw zwembad te realiseren, in eigen beheer of in een publiek-private samenwerking, en dan nog het onderscheid of het dan gaat over de investering of over de uitbating, en heeft dan de voor- en nadelen van al die verschillende mogelijkheden vergeleken. Men heeft ook de aandacht getrokken op hoe dat het zwembad er moet uitzien, al dan niet met een duikput, moet er een kinderbad, enz. aan gekoppeld zijn, met de gevolgen daarvan op de financiering op de totale prijs, en de timing ook. Op vraag van de gemeenten werkt het studiebureau verder aan een soort businessplan om de bouwen exploitatiekost duidelijk in kaart te brengen. Het project is dus nog maar in een onderzoeksfase en we kunnen nog niets zeggen naar mogelijke participaties van gemeenten en/of andere overheden. Die andere gemeenten gaan ook verder

10


cijfermateriaal aanbrengen naar het gebruik door scholen, particulieren, en zo verder. Wat onze provincie betreft wordt er gewerkt aan een nieuw bovenlokaal sportinfrastructuurplan. We hebben al een bevraging gedaan bij verschillende sportfederaties naar hun behoeften, en wij zijn nu bezig met een bevraging naar de verschillende gemeenten wat zij hebben aan behoeften van zwembaden en andere sportinfrastructuur. Dat is wat ik er tot nu toe kan over zeggen.

11


OPENBARE VERGADERING

DEPARTEMENT ALGEMEEN BELEID Griffie

datum kenmerk contactpersoon onderwerp

De leden van de provincieraad

11 juni 2013 GF/PAURIHE/ Ria Herremans | T 03 240 54 09 [email protected] Provincieraad

Mevrouw, Mijnheer, Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op donderdag 27 juni 2013 om 14.30 uur. U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in de raadzaal, Koningin Elisabethlei 22 te Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de agenda. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter,

Kris Geysen

Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen T 03 240 50 11 | F 03 240 51 95 12


PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 27 juni 2013 Agenda OPENBARE VERGADERING 0. Provinciale overheid 0/1 Invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 43, &2, 9° en artikel 43, &2, 11° van het provinciedecreet. Goedkeuring. 0/2

Provinciale overheid. Huishoudelijk reglement van de provincieraad. Wijziging. Goedkeuring.

0/3

Gewone Provinciebedrijven - opmerkingen Rekenhof. Kennisname.

1. Cultuur 1/1 Budget 2013. Machtigingskrediet 762/640. Toegestane subsidies. Artikel 762/64010736 Subsidiëring van het sociaal-cultureel vormingsen ontwikkelingswerk. Aanwending van krediet. Goedkeuring. 1/2

Budget 2013. Machtigingskrediet 762/640. Toegestane subsidies. Artikel 762/64013001 Subsidie aan stad Mechelen volgens convenant. Aanwending van krediet. Goedkeuring.

1/3

Budget 2013. Machtigingskrediet 773/640. Toegestane subsidies. Artikel 773/64013053 - Subsidie voor bovenlokale heemkundige initiatieven. Aanwending van krediet. Goedkeuring.

1/4

Cultuur. Reglement bovenlokale culturele projecten. Goedkeuring.

1/5

Gewoon Provinciebedrijf Arenbergschouwburg. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

1/6

Gewoon provinciebedrijf Diamantmuseum. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

1/7

Gewoon provinciebedrijf FotoMuseum. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

1/8

Gewoon Provinciebedrijf ModeMuseum. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

13


1/9

Gewoon provinciebedrijf Zilvermuseum Sterckshof. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

1/10

Erediensten. Antwerpen. Provinciale Instelling voor Morele Dienstverlening. Begrotingswijziging Nr. 1 2013. Advies. Goedkeuring.

2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales 2/1

Subsidiereglement voor scholen van het basisonderwijs en lokale overheden ter verbetering van de verkeersveiligheid en een duurzame mobiliteit in het kader van het 10op10-label. Goedkeuring.

2/2

Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Vervanging van een bestuurder. Goedkeuring.

2/3

Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEMO. Ontwerp van statutenwijzigingen. Goedkeuring.

3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking 3/1 Budget 2013. Machtigingskrediet 520/640. Toegestane subsidie. Artikel 520/64010297/9005000000000. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring. 3/2

Budget 2013. Machtigingskrediet 621/640. Toegestane subsidies. Artikel 621/64013143/90060000. Subsidies voor initiatieven van duurzame en verbrede landbouw. Aanwending van krediet. Goedkeuring.

3/3

Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Hooibeekhoeve. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

3/4

Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Kamp C. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

4. Financiën en logistiek 4/1 Jaarrekening 2012. Goedkeuring. 4/2

Budget 2013. Derde reeks wijzigingen. Diverse wijzigingen van kredieten van DMCO (nul-operaties). Budget 2013. Administratie. 71. Centrale administratie - GU-WERKINGSKOSTEN. Machtigingskrediet 104/612. Erelonen, presentiegelden en andere vergoedingen. (blz. 40). Vermeerdering van krediet.

14


72. Algemene administratieve vorming - GU-OVERDRACHTEN. Machtigingskrediet 106/640. Toegestane subsidies. (blz. 41). Vermindering van krediet. 72. Centrale administratie - GU-OVERDRACHTEN. Machtigingskrediet 104/640. Toegestane subsidies. (blz. 41). Uittrekking van krediet. Budget 2013. Algemene schuld. 7X. Niet op de functies aanrekenbare openbare schuld - GU-SCHULD. Machtigingskrediet 010/650. Kosten van schulden. (blz. 35). Vermindering van krediet. 4/3

Budget 2013. Derde reeks wijzigingen. Aanpassing van de dotatie van het autonome provinciebedrijf APB Inovant (INOV). Goedkeuring.

4/4

Budget 2013. Evenwicht na de derde reeks wijzigingen. Goedkeuring.

4/5

Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 § 2 11° van het provinciedecreet. Verzekeringen. ABRpolis Nieuw Provinciehuis. Lastvoorwaarden en wijze van gunnen. Goedkeuring.

4/6

Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Restauratie. Exterieur. Fase 9: glas-in-loodramen en UV-screens. Verrekening nr. 4. Goedkeuring.

4/7

Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen. Project provinciehuis. Hydraulische sculptuur Pol Bury. Restauratie. Ontwerp. Goedkeuring.

4/8

Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiecentrum De Schorre. Leveren en plaatsen van een tentconstructie. Ontwerp. Goedkeuring.

4/9

Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Aanleg van een fietsverbinding tussen De Schorre en de Rupeldijk. Fase 2: aanleg van een fietspad tussen de Kapelstraat en de Rupeldijk. Verrekening nr. 2. Goedkeuring.

4/10

Provinciale overheidsopdrachten. Geel. Proefbedrijf pluimveehouderij. Vernieuwen daken kippenstallen. Ontwerp. Goedkeuring.

4/11

Provinciale overheidsopdrachten. Ranst/Emblem. Campus Vesta. Bouwen van een gaspakkengebouw, een logistieke loods en tweede oefenplaat en diverse werken. Ontwerpopdracht. Bijkomende diensten: ontwerp van een biologische waterzuivering. Goedkeuring.

15


4/12

Provinciale overheidsopdrachten. Turnhout. Cultuurhuis de Warande. bouwen van een tentoonstellingszaal en renovatie deel eerste podiumgebouw. verrekening nr. 11. Goedkeuring.

4/13

Vastgoed. Mol. Verlegging van de Burgemeesterloop ter hoogte van het geplande retentiebekken langs de Scheppelijke Nete. Grondaankoop (inneming 1: Nauwelaerts-Lodewijckx). Goedkeuring.

4/14

Vastgoed. Antwerpen. Verkoop gebouw Jan Van Rijswijcklaan 28. Goedkeuring.

4/15

Vastgoed. Brasschaat/Kapellen. PRUP Retentiezone Kaartsebeek. Grondaankoop. Goedkeuring.

4/16

Vastgoed. Fiets-o-strade Antwerpen-Essen. Aanleg van Kijkuitstraat tot Heidestatieplein (Kalmthout). Onteigeningsplan. Goedkeuring.

4/17

Vastgoed. Fiets-o-strade Antwerpen-Essen. Aanleg van Schriek (Ekeren) tot Klein Heiken (Kapellen). Grondaankoop. Inneming 16 (De Wilde-Voet). Nieuwe bijzondere aankoopvoorwaarden. Goedkeuring.

4/18

Vastgoed. Hove/Kontich. Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen. Grondafstand aan de gemeenten. Goedkeuring.

4/19

Vastgoed. Zoersel. Waterloop zonder naam (nr. 3.21.41). Aankoop gronden BVBA Campus RPF. Goedkeuring.

5. Onderwijs en jeugd 5/1

Intern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

5/2

Provinciaal Vormingscentrum Malle. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

6. Energie, communicatie en ICT 7. Recreatie, sport en toerisme 7/1

Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

7/2

Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

16


7/3

Provinciale Sportraad. Wijziging statuten en huishoudelijk reglement. Goedkeuring.

8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid 8/1 Het voorzien van een werkingssubsidie voor de UA voor de Leerstoel provinciaal en lokaal personeelsmanagement. Goedkeuring. 9. Welzijn 9/1 Budget 2013. Machtigingskrediet 801/640. Toegestane subsidies. Subsidie voor sociale projecten - aanwending krediet: verschillende projecten. Goedkeuring. 9/2

Budget 2013. Machtigingskrediet 831/640. Toegestane subsidies. Subsidie voor armoede projecten - aanwending krediet: verschillende projecten. Goedkeuring.

10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie 10/1 Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Europa Direct. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. 10/2

Gewone Provinciebedrijven - opheffing GPB Europa Direct en overdracht eindbalans. Goedkeuring.

10/3

Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen (PSES). Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring.

10/4

Provinciale initiatieven. Provinciale cofinancieringsaanvragen. Goedkeuring.

10/5

Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Toegestane subsidies. Project Landschapsdokters van vzw Natuurwerk en vzw Kempens Landschap. Artikel 851/64011916/90050000. Subsidies voor projecten in de sociale economie. Goedkeuring.

10/6

Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Subsidies van projecten in de sociale economie. Aanwending van krediet. Digid@k. Goedkeuring.

10/7

Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Toegestane subsidies Projecten. Artikel 851/64011916/90050000. Subsidies voor projecten in de sociale economie. Aanvragen 2013. Goedkeuring.

17


10/8

Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Toegestane subsidies. Artikel 851/64011916/90050000. Reglement subsidies voor projecten clusterinitiatieven sociale economie. Aanvragen 2013. Goedkeuring.

11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid 11/1 GPB Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Opmerkingen van het Rekenhof bij de jaarrekening 2012. Ter kennisname. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. 11/2

Rapport tijdigheid beroepsdossiers milieuvergunningen klasse 2. Kennisgeving.

11/3

Noord-Zuidbeleid. Budget 2013. Aanwending van artikel 160/64010126 subsidiëring van ontwikkelingssamenwerking. Subsidie voor noodhulp aan Syrië. Goedkeuring.

12. Waterbeleid 12/1

Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Ontwerp vispassages Kleine Hoofdgracht en Grote Nete in Balen in het kader van het LIFE project Most-Keiheuvel Hernieuwing opdracht - gunning. Goedkeuring. (dossiernummer: DWPR-2012-0001-ON01-OVHO01)

12/2

Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 12 - district Schijn deel 3. Hernieuwing opdracht - gunning. Goedkeuring. (dossiernummer: DWBO-2013-0009-P01-OVHO01)

12/3

Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 13 - district Rupel en Nete deel 3. Hernieuwing opdracht - gunning. Goedkeuring. (dossiernummer: DWBO-2013-0009-P02-OVHO01)

12/4

Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Verlegging van de Zeeploop in Mol-Meerhout Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.

18


12/5

Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Slibruimingen waterlopen 2e categorie - dienstjaar 2013 Bestek en wijze van gunnen. Goedkeuring.

13. Moties 14. Interpellaties 15. BESLOTEN VERGADERING

19





17 juni 2013 GF/PAURIHE/ Ria Herremans | T 03 240 54 09 [email protected] Provincieraad - aanvullende convocatie

Mevrouw, Mijnheer, In aansluiting met mijn brief van 11 juni 2013 met betrekking tot de bijeenroeping van de provincieraad van 27 juni 2013 zend ik u als bijlage een bijkomende agenda. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter,

Kris Geysen

Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen T 03 240 50 11 | F 03 240 51 95

20


PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 27 juni 2013 Bijkomende agenda OPENBARE VERGADERING 3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking 3/5

Provinciale initiatieven. Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid. Opheffing. Goedkeuring.

4. Financiën en logistiek 4/20

Vastgoed. Antwerpen. APB Plantijn Hogeschool. Fusie met Artesis Hogeschool. Inbreng onroerende goederen. Vruchtgebruikovereenkomst. Goedkeuring.

21





24 juni 2013 GF/PAURIHE/ Ria Herremans | T 03 240 54 09 [email protected] Provincieraad - tweede aanvullende convocatie

Mevrouw, Mijnheer, In aansluiting met mijn brief van 11 juni 2013 met betrekking tot de bijeenroeping van de provincieraad van 27 juni 2013 zend ik u als bijlage een tweede bijkomende agenda en erratum-verslagen 4/20 en 10/4. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter,

Kris Geysen


22


PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 27 juni 2013 Tweede bijkomende agenda OPENBARE VERGADERING 14. Interpellaties 14/1

Interpellatie met betrekking tot de ontsluitingsproblematiek van het NMBS station Noorderkempen, ingediend door de heer Jan Huijbrechts (Vlaams Belang).

23





26 juni 2013 GF/PAURIHE/ Ria Herremans | T 03 240 54 09 [email protected] Provincieraad - derde aanvullende convocatie

Mevrouw, Mijnheer, In aansluiting met mijn brief van 11 juni 2013 met betrekking tot de bijeenroeping van de provincieraad van 27 juni 2013 zend ik u als bijlage een tweede erratumverslag 4/20. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter,

Kris Geysen


24


0. Provinciale overheid Nr. 0/1 van de agenda Invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 43, &2, 9° en artikel 43, &2, 11° van het provinciedecreet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. 1. Context Artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet bepaalt onder andere dat de provincieraad de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten vaststelt, behalve als het gaat om een overdracht die past binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’ waarvoor de deputatie bevoegd is. Gezien de inhoud van dit artikel is het dus van belang het begrip ‘dagelijks bestuur’ goed te definiëren, vermits het de bevoegdheidsverdeling met de deputatie bepaalt. Het uitgangspunt hierbij is dat de provincieraad de belangrijke richtinggevende beleidskeuzen maakt en het daarbij behorende budget goedkeurt. De deputatie voert deze beslissingen onder een vorm van dagelijks bestuur uit. Vertrekkend van dit principe en rekening houdende met het decretaal kader, heeft de provincieraad op 26 april 2012 het begrip dagelijks bestuur voor de laatste maal ingevuld. Deze delegatie is gedeeltelijk gebaseerd op de drempelbedragen die komen uit de wetgeving overheidsopdrachten, dit om een transparante en voor iedereen duidelijke verdeling te maken. 2. Voorstel tot aanpassing Op 14 februari 2013 werd echter het K.B. tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessie voor openbare werken gepubliceerd. Bij K.B. van 2 juni 2013 werd 1 juli 2013 als ingangsdatum bepaald. Binnen het nieuwe K.B. wordt het drempelbedrag van 67.000 EUR op 85.000 EUR gebracht. De deputatie stelt dan ook voor om de invulling van het begrip ‘dagelijks bestuur’ aan te passen. Het college stelt voor om volgende beslissingen hieronder te laten vallen: - Het vaststellen van de gunningswijze, het bestek en het gunningsbesluit van alle overheidsopdrachten op de kredieten van het exploitatiebudget (gewone dienst) tot het bedrag van 500.000 EUR (exclusief BTW); - Het vaststellen van de gunningswijze, het bestek en het gunningsbesluit van de overheidsopdrachten voor de aankoop van roerende investeringen (buitengewone dienst) tot het bedrag van 85.000 EUR (exclusief BTW); - Het vaststellen van de gunningswijze, het bestek en het gunningsbesluit van de overheidsopdrachten op de kredieten (buitengewone dienst) voor onroerende investeringen tot het bedrag van 85.000 EUR (exclusief BTW); - Het vaststellen van de overige contracten en verbintenissen (zoals samenwerkingsovereenkomsten, convenanten, …) voor zover ze:

25


o o -

Dit o o

o

o

Ofwel aangerekend worden op het exploitatiebudget (gewone dienst) tot het bedrag van 500.000 EUR (exclusief BTW); Ofwel op een investeringsbudget (buitengewone dienst) en in dit laatste geval de waarde van 85.000 EUR (exclusief BTW) niet overschrijden; met uitzondering van: De daden van beschikking over het patrimonium; En de samenwerkingsovereenkomsten bedoeld in artikel 228 en 240 van het provinciedecreet welke steeds aan de Provincieraad worden voorgelegd; Het verwerven van zakelijke rechten of genotrechten op onroerende goederen van derden voor zover de totaliteit van de door de provincie verschuldigde vergoeding, berekend aan de aanvangsindex (bij het afsluiten van de verbintenis), niet meer bedraagt dan 25.000 EUR (exclusief BTW) per jaar; Het kennisnemen van alle meerwerken aan onroerende investeringen in min en plus waarvan de lastvoorwaarden door de provincieraad werden goedgekeurd en de meerkosten in totaal minder bedragen dan 10 % van het gunningsbedrag of wanneer zij het gevolg zijn van conceptwijzigingen en/of ernstige wijzigingen van gunningsvoorwaarden;

De decreetgever heeft dit laatste percentage niet meer voorzien, enkel bij meerkosten ten gevolge van conceptwijzigingen of ernstige wijzigingen van gunningsvoorwaarden, dient nog verslaggeving aan de provincieraad te gebeuren. Om de democratische controle van de provincieraad op de kostprijs van grotere onroerende goederen toch maximaal te behouden, wenst de deputatie de meerwerken in min en plus bij grote investeringen boven de 85.000 EUR (exclusief BTW) die in totaal tot meeruitgaven leiden die 10 % hoger zijn dan het gunningbedrag van de opdracht toch nog aan de provincieraad voor te leggen. Wanneer bovenstaand delegatie in het kader van het dagelijks bestuur door de provincieraad wordt verleend, blijft de provincieraad op het budgettaire vlak nog bevoegd voor: -

Het vaststellen van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan, het budget en de budgetwijzigingen, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening; Het goedkeuren van (subsidie, belasting, …) reglementen; De goedkeuring van het bestek en de gunningswijze voor overheidsopdrachten op de kredieten van het exploitatiebudget (gewone dienst) boven de 500.000 EUR (exclusief BTW); De goedkeuring van het bestek en de gunningswijze voor overheidsopdrachten voor de aankoop van roerende investeringen (buitengewone dienst) boven de 85.000 EUR (exclusief BTW); De goedkeuring van het bestek en de gunningwijze voor overheidsopdrachten voor onroerende investeringen boven de 85.000 EUR (exclusief BTW); Overige contracten en verbintenissen aan te rekenen op de exploitatiebudgetten (gewone dienst) boven de 500.000 EUR (exclusief BTW); Overige contracten en verbintenissen aan te rekenen op de buitengewone dienst voor een bedrag boven de 85.000 EUR (exclusief BTW);

26


-

-

Het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen; Het aangaan van daden van beheer met betrekking tot onroerende goederen die een bedrag van 25.000 EUR (exclusief BTW) per jaar (berekend aan de aanvangsindex) overschrijden; Het kennisnemen van alle meerwerken aan onroerende investeringen in min en plus waarvan de lastvoorwaarden door de provincieraad werden goedgekeurd en de meerkosten in totaal hoger oplopen dan 10 % van het gunningsbedrag of wanneer zijn het gevolg zijn van conceptwijzigingen en /of ernstige wijzigingen van gunningvoorwaarden; Het aangaan van dadingen; Het definitief aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van legaten; Het beslissen over uitgaven zonder voorafgaande budgetwijziging bij dwingende en onvoorziene omstandigheden zoals bedoeld in artikelen 153, eerste lid Provinciedecreet; Het nemen van besluiten waarbij de financiële lasten van de opgenomen leningen worden herschikt door die lasten te spreiden over een langere periode.

3. Provincieraadsbeslissing Aan uw raad wordt voorgesteld goedkeuring te hechten aan het voorstel tot vaststelling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 43, &2, 9° en artikel 43, &2, 11° van het provinciedecreet. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 42 en artikel 43 van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Het begrip ‘dagelijks bestuur’ in de zin van artikel 43, §2, 9° en 43, §2, 11° van het provinciedecreet wordt met ingang van 1 juli 2013 ingevuld met volgende beslissingen: - Het vaststellen van de gunningwijze, het bestek en het gunningbesluit van alle overheidsopdrachten op de kredieten van het exploitatiebudget (gewone dienst) tot het bedrag van 500.000 EUR (exclusief BTW); - Het vaststellen van de gunningswijze, het bestek en het gunningsbesluit van de overheidsopdrachten voor de aankoop van roerende investeringen (buitengewone dienst) tot het bedrag van 85.000 EUR (exclusief BTW); - Het vaststellen van de gunningwijze, het bestek en het gunningbesluit van de overheidsopdrachten op de kredieten (buitengewone dienst) voor onroerende investeringen tot het bedrag van 85.000 EUR (exclusief BTW); - Het vaststellen van de overige contacten en verbintenissen (zoals samenwerkingsovereenkomsten, convenanten, …) voor zover ze: o Ofwel aangerekend worden op het exploitatiebudget (gewone dienst) tot het bedrag van 500.000 EUR (exclusief BTW); o Ofwel op een investeringsbudget (buitengewone dienst) en in dit laatste geval de waarde van 85.000 EUR (exclusief BTW) niet overschrijden;

27


-

-

Dit met uitzondering van:  De daden van beschikking over het patrimonium;  En de samenwerkingsovereenkomsten bedoeld in artikel 228 en 240 van het provinciedecreet welke steeds aan de Provincieraad worden voorgelegd; Het verwerven van zakelijke rechten of genotrechten op onroerende goederen van derden voor zover de totaliteit van de door de provincie verschuldigde vergoeding, berekend aan de aanvangsindex (bij het afsluiten van de verbintenis), niet meer bedraagt dan 25.000 EUR (exclusief BTW) per jaar; Het kennisnemen van alle meerwerken aan onroerende investeringen in min en plus waarvan de lastvoorwaarden door de provincieraad werden goedgekeurd en de meerkosten in totaal minder bedragen dan 10 % van het gunningbedrag of wanneer zij het gevolg zijn van conceptwijzigingen en/of ernstige wijzigingen van gunningsvoorwaarden.

Artikel 2: Het besluit van de provincieraad van Antwerpen van 26 april 2012 betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 43, §2, 9° en 43, §2, 11° van het Provinciedecreet, wordt met ingang van 1 juli 2013 ingetrokken door onderhavig besluit. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Collega’s, Bij dit agendapunt wil ik de deputatie bedanken omdat, naar aanleiding van de bespreking op 24 mei in deze raad, collega Livia Moreau een amendement heeft ingediend wat ertoe heeft geleid dat de bepalingen rond het begrip dagelijks bestuur werden verbeterd en netjes werden opgenomen in het stuk dat nu voorligt. Dank daarvoor, wij zullen dat dan uiteraard mee goedkeuren. VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord. Mevrouw AVONTROODT.- Dank u wel, voorzitter. Ik zou hierbij toch de vraag willen stellen aan de deputatie hoe men zal omgaan met het vervreemden van het patrimonium, wat een bevoegdheid is van de provincieraad. Als men een veiling organiseert op 20 juli is er daarvoor geen provincieraad meer, dus kan de provincieraad akkoord gaan of niet akkoord gaan met een vervreemding. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Jawel. VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord.

28


Mevrouw AVONTROODT.- U zegt van wel, maar dan moeten wij verdere stappen ondernemen. Het spijt mij ten zeerste, maar dit is de bevoegdheid van de provincieraad, onroerende en roerende goederen.

De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Er worden nu alleen roerende goederen te koop aangeboden op 20 juli.

Mevrouw AVONTROODT.- Het vervreemden van materiaal behorende tot de provincie: is er dan een verschil met gemeentelijk patrimonium? Ik dacht niet.

De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mevrouw, goederen die al voor een periode zijn afgeschreven kunnen wij perfect verkopen.

Mevrouw AVONTROODT.- Altijd bevoegdheid provincieraad!

De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mevrouw, wij hebben daar inlichtingen over ingewonnen. Wij denken dat te kunnen doen.

Mevrouw AVONTROODT.- Dan zult u mij de wettelijke basis moeten bezorgen.

VOORZITTER.- De heer Schoofs heeft het woord. De heer SCHOOFS.- Mijnheer de voorzitter, in dat verband denk ik dat het ook wel eens nuttig is om te kijken of men niet online kan veilen. Dat biedt toch wel wat voordelen. Bij een onlineveiling kan er langer geboden worden, moet men zich niet vrijmaken op een bepaald moment. De vergoedingen die men moet betalen aan de veilingmeester zijn ook merkelijk lager. Ik heb zelf die ervaring op gemeentelijk vlak met een onlineveiling, en die bevindingen zijn zeer positief. Een tweede zaak, ik heb er helemaal geen bezwaar tegen dat de provincie het personeel ook de kans geeft om biedingen te doen op inboedel, maar het lijkt mij logisch, in verlengde van wat collega Avontroodt zegt, dat het niet meer dan billijk en wettelijk is dat iedereen, zeg maar alle burgers, de kans krijgen om een bod uit te brengen op inboedel die in handen is van de overheid.

29


VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt, de griffier zal nog even op uw vraag antwoorden. De heer GRIFFIER.- Het is zo, mevrouw Avontroodt, dat tot de bevoegdheid van de raad exclusief behoort, en ik lees art. 42 par. 12 even voor: “Het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen.” Dus de roerende goederen is een bevoegdheid van de deputatie, de onroerende goederen is een bevoegdheid van de raad.

De heer SCHOOFS.- Ongezien de waarde, Griffier, en het feit of het kunstwerken zijn of niet?

De heer GRIFFIER.- Ongezien de waarde, ongezien het feit dat het kunstwerken zijn, als het roerend is, is het de bevoegdheid deputatie. Als het onroerend is, is het bevoegdheid raad. Patrimonium, in de letterlijke zin van het woord, is de bevoegdheid van de raad.

VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord. Mevrouw AVONTROODT.- Ik dank de voorzitter, en uiteraard de griffier om dat artikel te vermelden. Het is voor ons dan nog opzoekingswerk om uit te maken waar het verschil is met een gemeentelijk patrimonium, waar ook het roerend goed niet kan vervreemd worden zonder dat men de gemeenteraad dat laat beslissen. Dus er is een uitzondering voor de provincies in deze bevoegdheidsverdeling. Dat lijkt mij toch wel zeer bizar. Maar ik geloof u uiteraard, mijnheer de griffier.

VOORZITTER.- De heer Schoofs heeft het woord. De heer SCHOOFS.- Dan nog blijft de vraag of iedereen de kans moet krijgen om te bieden op overheidseigendom.

VOORZITTER.- Blijkbaar is daar op dit ogenblik wel een consensus over bij de deputatie, maar wil ze daar nu niet op antwoorden. Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 5 onthoudingen.

30


Nr. 0/2 van de agenda Provinciale overheid. Huishoudelijk reglement van de provincieraad. Wijziging. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Artikel 55 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de raadsleden vóór elke raad mondelinge vragen kunnen stellen aan de deputatie of de gouverneur over een actueel onderwerp. Om nog beter op de actualiteit te kunnen inspelen, stelt het Vast Bureau voor om de uiterste indieningstermijn met één dag te verkorten, meer bepaald van drie naar twee dagen vóór de dag van de vergadering van de raad. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat het Vast Bureau voorstelt om de uiterste indieningstermijn voor mondelinge vragen met één dag te verkorten, meer bepaald van drie naar twee dagen vóór de dag van de vergadering van de raad; Gelet op het feit dat deze nieuwe werkwijze dient vertaald in het huishoudelijk reglement van de provincieraad, meer bepaald in het artikel 55; Op voorstel van het Vast Bureau; BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met de wijziging van artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de provincieraad waarbij de uiterste indieningstermijn voor mondelinge vragen wordt teruggebracht van drie naar twee dagen vóór de dag van de vergadering. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Collega’s, Deze wijziging die hier voorligt is al een eerste stap in de goede richting. U weet dat ik daar beloofd had om het aan te kaarten in het vast bureau. Dat hebben we ook gedaan. We hebben daar een aantal voorstellen naar voren gebracht. Spijtig genoeg is er maar eentje weerhouden. Maar we hebben toch een dag gewonnen. Het is beter dan niets, maar we gaan in de toekomst dat zeker nog eens terug aankaarten. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 8 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 8 onthoudingen.

31


Nr. 0/3 van de agenda Gewone Provinciebedrijven - opmerkingen Rekenhof. Kennisname. Verslag van de deputatie. In zitting van heden brengen de beleidsdepartementen de jaarrekeningen 2012 van de gewone provinciebedrijven en het IVA POA, samen met de resultaatsverwerking, ter goedkeuring voor aan uw raad. Met dit verslag worden de bevindingen van het Rekenhof bij de jaarrekeningen van de gewone provinciebedrijven aan uw raad voorgelegd. De bevindingen van het Rekenhof op de rekening van het IVA wordt samen met deze op de jaarrekening van de provincie aan uw raad voorgelegd. M.b.t. de gewone provinciebedrijven wordt ten behoeve van de raad geen enkele opmerking gemaakt bij de jaarrekeningen. Inzake de GPB’s Hooibeekhoeve, KampC en FotoMuseum heeft het Rekenhof telkens één technische opmerking geformuleerd ten behoeve van de deputatie. De brieven van het Rekenhof per provinciebedrijf liggen ter inzage op de griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de provinciewet; Gelet op de opmerkingen van het Rekenhof op de jaarrekeningen 2012 van de gewone provinciebedrijven; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de bevindingen van het Rekenhof bij de jaarrekeningen 2012 van de gewone provinciebedrijven. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.

32


1. Cultuur VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/1 tot en met 1/3 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 1/1 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 762/640. Toegestane subsidies. Artikel 762/64010736 Subsidiëring van het sociaal-cultureel vormingsen ontwikkelingswerk. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In het budget 2013 is er op artikel 762/64010736 opnieuw een bedrag van 750.000 EUR ingeschreven voor de Subsidiëring van het sociaal-cultureel vormingsen ontwikkelingswerk. Dit bedrag is bestemd voor de verschillende werksoorten van het sociaal-cultureel volwassenenwerk: de verenigingen, instellingen, diensten/bewegingen. Elke werksoort heeft een specifiek subsidiereglement dat de verdeling regelt. Tot de begroting 2001 was er per subsidiereglement een specifiek begrotingsartikel. Bij de invoering van een nieuwe boekhouding werden de kredieten voor verenigingen, instellingen en diensten in de begroting 2002 samengevoegd. Vanaf dan werd het krediet over deze drie werksoorten verdeeld op basis van de vroegere afzonderlijke bedragen. In de begroting 2004 werd het afzonderlijke krediet voor kleinschalige vormingsinitiatieven ook aan het grote krediet toegevoegd. Dit gebeurde met het oog op de incorporering van dit reglement in het reglement instellingen, wat nadien gebeurde. De aanpassing van de subsidiereglementen werd doorgevoerd na de invoering van het decreet betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Dit ene decreet vervangt de vroegere afzonderlijke decreten per werksoort. Op vraag van de Dienst Begroting bleef het subsidiekrediet onverdeeld in de begroting staan. Vandaar dat nu aan de provincieraad de verdeling van het krediet over de verschillende werksoorten ter goedkeuring wordt voorgelegd. Op basis van de vroegere afzonderlijke bedragen en van de noodwendigheden per reglement wordt voorgesteld om het beschikbare krediet van 750.000 EUR op art. 762/64010736 voor de Subsidiëring van het sociaal-cultureel vormingsen ontwikkelingswerk, net zoals de vorige jaren, als volgt per werksoort te verdelen: verenigingen 540.000 EUR, instellingen 185.000 EUR, diensten/bewegingen 25.000 EUR. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikels 42 en 43 van het provinciedecreet; Gelet op het verslag van de deputatie;

33


BESLUIT: Enig artikel: Binnen het machtigingskrediet 762/640 van het budget 2013, worden op het artikel 762/64010736/50050000, - Subsidiëring van het sociaal-cultureel vormingsen ontwikkelingswerk bij de aanwending van het beschikbare krediet van 750.000 EUR volgende bedragen voorbehouden: voor verenigingen 540.000 EUR, instellingen 185.000 EUR, diensten/bewegingen 25.000 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/2 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 762/640. Toegestane subsidies. Artikel 762/64013001 Subsidie aan stad Mechelen volgens convenant. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op art. 762/64013001 van het budget 2013, Subsidie aan stad Mechelen volgens convenant, stond aanvankelijk 1.080.000 EUR. Na de besparingen die door de provincieraad op 23 mei 2013 werden goedgekeurd, blijft hier nog 1.055.000 EUR beschikbaar. Het cultuur- en erfgoedconvenant 2010-2012 (goedgekeurd door de provincieraad op 24 juni 2010) gaf uitvoering aan de ondersteuning van de arrondissementshoofdplaats Mechelen voor de ontwikkeling van een regionaal cultuurbeleid en de regionale werking van volgende Mechelse organisaties, waarvoor telkens een welbepaald subsidiebedrag werd genoemd: het Cultuurcentrum (50.000 EUR), ’t Arsenaal (40.000 EUR), Figurentheater de Maan (40.000 EUR), Contour vzw (20.000 EUR), Festival van Vlaanderen-Mechelen (20.000 EUR voor algemene werking en 110.000 EUR voor organisatie Festival van Vlaanderen-Kempen), vzw MMMechelen (organisator van Stadsvisioenen/ stadsfestivals, 200.000 EUR), Erfgoedcentrum Lamot (350.000 EUR), Stedelijke Musea Mechelen (125.000 EUR) en vzw Speelgoedmuseum (125.000 EUR). Dit convenant liep af op 31 december 2012. Om te vermijden dat bij afwezigheid van een nieuw convenant na die datum, de lopende subsidiëring telkens stilzwijgend met één jaar zou worden verlengd, werd het convenant door deputatie op 6 september 2012 ook formeel opgezegd. De uitvoering van het Witboek Interne Staatshervorming vanaf 2014 heeft tot gevolg dat de werkingssubsidies tot nog toe gegeven worden aan de volgende organisaties, niet meer zullen mogen gegeven worden: Festival van VlaanderenMechelen (de 20.000 EUR voor algemene werking), ’t Arsenaal, Contour Mechelen, De Maan Figurentheater, Cultuurcentrum Mechelen. 2013 kan bijgevolg beschouwd worden als een overgangsjaar, provincieraad de aanwending van dit krediet dient goed te keuren.

34

waarin

de


Met Mechelen werd vorig jaar al afgesproken dat de provincie de subsidies aan de niet-stedelijke organisaties in 2013 rechtstreeks zou geven en dat het overblijvende krediet naar de stad Mechelen zou gaan. Rekening houdend met het voorgaande, is het voorstel om het beschikbare krediet als volgt te verdelen. Niet-stedelijke organisaties: totaal 375.000 EUR -

Festival van Vlaanderen-Mechelen: 150.000 EUR (= de laatste werkingssubsidie van 20.000 EUR, plus 130.000 EUR voor alle kosten – inclusief communicatie - van het Festival van Vlaanderen-Kempen). ’t Arsenaal: 40.000 EUR Figurentheater de Maan: 40.000 EUR Contour vzw: 20.000 EUR Speelgoedmuseum: 125.000 EUR

Stad Mechelen: totaal 680.000 EUR. Met de stad Mechelen zal onderhandeld worden hoe deze middelen moeten besteed worden. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikels 42 en 43 van het provinciedecreet; Gelet op het verslag van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Binnen het machtigingskrediet 762/640 van het budget 2013, worden op het artikel 762/64013001, Subsidie aan stad Mechelen volgens convenant, bij de aanwending van het beschikbare krediet van 1.055.000 EUR volgende bedragen voorbehouden: - Festival van Vlaanderen-Mechelen: 150.000 EUR - ’t Arsenaal: 40.000 EUR - Figurentheater de Maan: 40.000 EUR - Contour vzw: 20.000 EUR - Speelgoedmuseum: 125.000 EUR - Stad Mechelen: 680.000 EUR VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Mijnheer de voorzitter, Geachte collega’s, Ik kom voor dit kleine punt naar voor, omdat ik aan onze onthouding op dit punt 1/2 een belangrijke boodschap wil verbinden. Die is volgens mij in deze laatste raad voor de vakantie wel degelijk dringend aan de orde. Wij onthouden ons op dit punt niet omdat wij tegen het toestaan zouden zijn van dit krediet aan de stad Mechelen, maar wel om nog eens te protesteren tegen de 3% besparingsoperatie waardoor dit krediet met 25.000 EUR verminderd wordt. In de voorliggende beslissing werd immers als volgt naar de

35


besparingsoperatie verwezen: op artikel zoveel van het budget 2013, subsidies aan de stad Mechelen volgens convenant, stond aanvankelijk 1.080.000 EUR. Na de besparingen die door de provincieraad op 23 mei 2013 werden goedgekeurd blijft hier nog 1.055.000 EUR beschikbaar. Op de commissie Cultuur werd verduidelijkt dat de stad Mechelen zelf maar moet zien hoe ze die 25.000 EUR minder gaat verteren of ophoesten. Bijkomend antwoordde de hoofdgedeputeerde mij dat dit bedrag slechts peanuts is in vergelijking met wat de stad Mechelen zelf bespaart op cultuur. Een schrale troost, maar vooral het zoveelste teken dat in de provincie Antwerpen de stralende A steeds meer staat voor A-sociaal. Dat geldt voor ons provinciebestuur, de stad Mechelen, en nog veel meer voor de stad en het OCMW van Antwerpen, en haar woningmaatschappij Woonhaven. Gisteren, stel u voor, nog 21 naakte ontslagen. Ons gezin is zelf sinds 34 jaar huurder bij die woningmaatschappij. Ik kan u verzekeren dat ook onder de vorige legislaturen de dienstverlening al een schim geworden is van wat het 30 jaar geleden was. Wel, wat Liesbeth Homans nu aanricht is gewoon onvoorstelbaar …

VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, mag ik vragen dat u het enkel over de provincieraad en niet over de gemeenteraad van Antwerpen wil hebben.

De heer MERCKX.- Wij hebben ook een toezichthoudende functie ten aanzien van de gemeenten. Daarom wil ik u, collega’s, maar vooral de publieke opinie, als dokter-politicus, alarmeren. En dit slaat wel degelijk op de provincie, en ik zal er voorbeelden van aangeven. De verspreiding van het besparingsvirus heeft de epidemische drempel overschreden. Het neoliberale besparingsvirus van de Dalrymple- en Merkel-aanhangers richt nu al ravages aan, niet in het minst in de lokale besturen. Ik weet dat ook heel wat leden van alle meerderheidspartijen die verdienstelijk werk doen in de sociale sector hier samen met ons bezorgd over zijn. Ik hoop dat zij ook inzien dat het de hoogste tijd is dat wij dit besparingsvirus met alle kracht gaan bestrijden. Onze fractie is in dat verband alvast blij met de betoging van de socialistische overheidsvakbond van vorige maandag met 5.000 militanten. Waarom is mijn alarmkreet over de asociale besparingsepidemie ook in onze raad van juni aan de orde. Het gaat wel degelijk, mijnheer de voorzitter, over de provincie. Wel omdat het bestuur zelf het probleem op diverse niveaus nog tijdens deze vakantie op de agenda plaatst. Meer en meer kunnen we spreken van een zich veralgemenende crisissfeer in ons bestuur. Slechts 3 voorbeelden uit onze gezamenlijke ervaringen van de voorbije 5 weken: op Campus Vesta wordt een extra raad van bestuur ingelast in het begin van de vakantie, op 4 juli, om het oplopende deficit, vooral van de politieschool, te proberen bezweren, evenals andere problemen, zoals de weigering van de federale politie om nog langer 2 politieopleiders te detacheren. Overal is het hetzelfde liedje. Wij hebben daar geen geld meer voor. Geen geld meer bij de federale regering, bij de Vlaamse, bij het provinciebestuur, zelfs niet bij de federale politie, laat staan bij de steden en gemeenten. Voorbeeld 2: de Plantijn Hogeschool, ook daar werden gisteren 2 reservedata vastgelegd voor extra raden van bestuur in volle vakantie, op 3 juli en 28 augustus, met als doel, ik citeer letterlijk: “Eventuele bijkomende opzegging van tijdelijken en beëindiging

36


contractuele tewerkstellingen.” Laatste voorbeeld: op de raad van bestuur van het al zo erg geplaagde Autonoom Provinciebedrijf Sport uitte niemand minder dan de eregedeputeerde Corry Masson, open vld, zijn ongenoegen over de besparingen en ook de manier waarop ze doorgedrukt worden. Vroeger was het hier aangenaam werken, nu niet meer, aldus Corry Masson, die zich bij de stemming ook tweemaal onthield. Beste collega’s, ik hoop dat dit deprimerende sfeertje, en vooral de sociale en culturele ravages die zich afspelen of eraan komen, ook u doen beseffen dat er radicale sociale alternatieven nodig zijn. Temeer daar we elke week keiharde cijfers voorgeschoteld krijgen die tonen dat het liedje “er is hier geen geld meer voor” door en door vals is. Vorige week konden u en ik op de voorpagina van onze kranten lezen “Vorig jaar zijn er nog eens 5.700 dollarmiljonairs in België bijgekomen”. De meer dan 80.000 euromiljonairsgezinnen in ons land zagen hun fortuin in datzelfde jaar met gemiddeld 8% stijgen, en wij de gewone man maar doen besparen en besnoeien. Toch vinden alle toppolitici van ons land nog altijd dat het normaal is dat die meer dan 80.000 euromiljonairsgezinnen in België hier geen cent vermogensbelasting betalen. Nochtans zou zo’n vermogensbelasting van 1% op het fortuin boven de 1 miljoen EUR de schatkist jaarlijks 6 miljard EUR kunnen opleveren. Die berekening kan u vandaag de dag ook lezen op affiches aan de kantoren van de vakbond ACV. Die vakbond heeft namelijk de eis voor een vermogensbelasting, geformuleerd zoals ik het hierboven deed, nu ook officieel in haar programma opgenomen. Tot slot, beste collega’s, in deze raad heeft de grootste fractie een nationale voorzitter die dweept met de oude Romeinen en het Latijn. Wel, voortaan ga ik mij inspireren op de Romeinse senator Cato die zijn toespraken altijd besloot met de dezelfde zin. Ik zal hem in het oud Latijn, niet met c en niet met k voorlezen: “Ceterum censeo Carthaginem delendam esse.” (Voorts ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden.) Ik ga vanaf nu elke belangrijke tussenkomst tegen de besparingsepidemie afsluiten met een gelijkaardige stijlfiguur, uiteraard niet met een imperialistische boodschap zoals Cato, maar met één voor sociale rechtvaardigheid en vooruitgang. In de hoop dat dit wat meer indruk kan maken op de basis van Vlaanderens actueel grootste partij zal ik hem éénmalig eerst ook eens in het Latijn debiteren. Ik besluit dus: “Ceterum censeo euronem decies centenem milia habentibus vectigal imponendum esse.” (Voorts ben ik van mening dat de miljonairstaks dringend moet ingevoerd worden) Ik dank u.

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik kan u alleen maar zeggen, mijnheer Merckx, dat ik denk dat besparen ook een vorm is van goed bestuur, en dat het kijken is naar de toekomst. Dat is wat we hier doen, niet meer, niet minder. Volgend jaar zal het 5% zijn, en erachter nog 8%. U kan dan nog 20 keer op het podium komen, maar besparen zullen wij doen omdat het toekomstgericht nu de beste oplossing is en een goed bestuur betekent.

37


VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, het is uw goed recht uiteraard om uw mening hier te komen verkondigen. Maar ik hou wel niet van stemmingmakerij. Wat u zegt over de Plantijn Hogeschool, dat is iets wat wij elk jaar doen. Wij houden altijd 2 reservedata aan voor in de grote vakantie. Dat is ook eigen aan school maken, en wij zijn niet beter of anders dan gelijk welke lagere of middelbare school waar heel veel mensen ook in de zomervakantie moeten werken. Als wij zo’n reservedatum aanhouden betekent dat niet per se dat we die moeten gebruiken, maar wij houden die aan juist omdat wij af en toe ingrepen moeten kunnen doen. Dat is helemaal niet anders dan in het verleden.

VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Een kort antwoord. Die crisisvergadering van Campus Vesta is wel degelijk iets speciaal dat nu georganiseerd wordt. Over het onderwijs: u weet ook, mevrouw Verhaert, dat helaas het statuut van de leraren bij velen niet meer een vast benoemd statuut is, en dat daardoor, wanneer er verschuivingen zijn, functies verdwijnen door fusies e.d., hun werkgelegenheid niet langer gewaarborgd is. In die zin hebben die bijzondere vergaderingen wel een andere betekenis. Wij hebben ook op de vergadering gisteren vernomen dat de vakbonden daar niet mee akkoord zijn. Over wat hoofdgedeputeerde Luk Lemmens antwoordt zou hij misschien even kunnen nadenken of het niet rechtvaardiger en socialer zou zijn van te besparen op de exuberante toename van de rijkdom van de superrijken in ons land. Dat vraag ik u, en dat zal het volk u ook mettertijd vragen, mijnheer Lemmens, en uw partij ook, want dat is niet de verandering waarop zij gewacht hebben. Dat hebben wij vorige week al gezien op de Groenplaats met de betoging “Wij kleuren Antwerpen sociaal”.

VOORZITTER.- De heer Janssens heeft het woord. De heer JANSSENS.- Ik wil gewoon een korte technische tussenkomst geven op de bewering van mijnheer Merckx dat er geen vermogensbelasting in België zou bestaan. Er bestaan registratierechten op overdracht van een roerend goed. Er bestaan successierechten. Er bestaat onroerende voorheffing. Er bestaat roerende voorheffing. Er bestaat zelfs een provinciale belasting op verblijf. Dat zijn allemaal duidelijk vermogensbelastingen, want die belasten het vermogen. Ik denk dat u dat ook in perspectief zou moeten nemen. Dank u wel.

VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik wou er toch nog even aan toevoegen dat wanneer wij een extra raad van bestuur organiseren in Campus Vesta is dat in de eerste plaats om

38


problemen op te lossen die er inderdaad zijn. Ik ben ook de laatste om dat te ontkennen. Ik denk dat dit een teken is van goed bestuur.

VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik wil toch even iets rechtzetten. Ik heb 39 jaar op de fod Financiën gewerkt, en de belastingen die de collega citeert zijn geen vermogensbelasting. Ik wil hier niet in detail treden want daar dient de raad niet voor, maar de waarheid heeft zijn recht. Nr. 1/3 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 773/640. Toegestane subsidies. Artikel 773/64013053 - Subsidie voor bovenlokale heemkundige initiatieven. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Bij de opmaak van het budget 2013 werd oorspronkelijk een bedrag van 20.000 EUR ingeschreven op het artikel 773/64013053 als ‘subsidiëring van bovenlokale heemkundige initiatieven’. In zitting van 28 maart 2013 besliste de provincieraad om dit krediet op te trekken van 20.000 EUR tot 25.000 EUR. De verdeling van dit krediet moet worden voorgelegd aan de provincieraad. De vzw Hoge Gildenraad der Kempen vzw is een koepelvereniging die als doel heeft het bestuderen en in stand houden van het erfgoed van de eeuwenoude schuttersgilden in de Kempen. Sinds 2008 krijgt de vzw jaarlijks een subsidie van 5.000 EUR. Sinds 2010 heeft de Hoge Gildenraad zich in een versneld tempo meer en meer ingezet op inventarisatie en registratie van het bedreigde gildebezit van de aangesloten schuttersgilden, op vraag van én in nauwe samenwerking met consulenten van de dienst Erfgoed. Dit strookt volledig met het nieuwe provinciale erfgoedbeleid, waarin de nadruk wordt gelegd op behoud en beheer. Het is ook in overeenstemming met het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet van 2012 (art. 149), dat aan de provincie expliciet de bevoegdheid toekent om cultureel-erfgoedorganisaties met een regionale relevantie te ondersteunen. De Hoge Gildenraad neemt haar taak als koepel ernstig op. De verdere uitbreiding van hun werking sinds 2010 heeft als gevolg dat er recurrente kosten aan verbonden zijn. Voorgesteld wordt om vanaf dit jaar de subsidie voor hun bovenlokale werking structureel te verhogen van 5.000 EUR naar 10.000 EUR (zoals al eerder vermeld in het raadsverslag van 28 maart 2013 over de budgetwijziging). De vereniging Speelbergen-heem-dr. Jozef Weyns vzw die de materiële en geestelijke nalatenschap van Jozef Weyns beheert, ontvangt sinds 2006 jaarlijks een subsidie van 12.500 EUR. Voorgesteld wordt om vanaf dit jaar deze vereniging te subsidiëren voor een bedrag van 10.000 EUR.

39


De vereniging Ruimschoots vzw is een koepel voor verenigingen in de nautische sector en heeft o.a. tot doel de publicatie te verzorgen van het gelijknamige driemaandelijkse tijdschrift, waarin informatie wordt opgenomen in verband met/of relevant voor de sector van het maritieme erfgoed. Zij bericht ook over nautische geschiedenis en tewerkstelling. Ruimschoots vzw voert promotie voor het maritieme erfgoed. Vanaf 2002 wordt de vereniging gesubsidieerd voor een bedrag van 2.480 EUR en vanaf 2006 voor een bedrag van 2.500 EUR. De optie is dat ook dit jaar de vzw Ruimschoots wordt gesubsidieerd voor een bedrag van 2.500 EUR. Het Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum vzw Deze vereniging ijvert sinds 1964 voor het behoud, ontsluiting en herbestemming van historische versterkingen zoals forten, omwallingen, bunkerherstellingen en andere buiten militair gebruik gestelde verdedigingswerken. Dit omwille van hun geschiedkundige en vestingbouwkundige betekenis of als natuurmonument. De provincie ondersteunde deze vereniging de afgelopen tien jaar via het subsidiereglement ‘werkingssubsidies voor roerend materieel en immaterieel erfgoed’, waarop de vereniging jaarlijks in aanmerking kwam voor een subsidie, die de laatste jaren rond de 700 EUR bedroeg. Sinds dit jaar zijn er op dit subsidiereglement geen kredieten meer voorzien. Met een brief van 21 mei 2013 (ter inzage op de griffie) vraagt het Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum of zij een financiële ondersteuning kunnen ontvangen in het kader van het verdeelkrediet ‘subsidiëring van bovenlokale heemkundige/erfgoedinitiatieven’. Uit de brief blijkt duidelijk dat deze vereniging de laatste jaren effectief haar werking als koepelorganisatie heeft uitgebouwd. Daarom wordt voorgesteld om vanaf 2013 het Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum vzw te subsidiëren op het krediet subsidiëring van bovenlokale heemkundige initiatieven met een bedrag van 2.500 EUR. De dienst Erfgoed oordeelt dat de vier verenigingen duidelijk bovenlokale initiatieven in de erfgoedsector voor ogen hebben. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie; Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Het krediet 773/64013053 van het budget 2013, 25.000 EUR, zal als volgt worden aangewend: 10.000 EUR voor de vzw Hoge Gildenraad der Kempen; 10.000 EUR voor de vzw Speelbergen-heem-dr. Jozef Weyns; 2.500 EUR voor de vzw Ruimschoots voor haar gelijknamige tijdschrift; 2.500 EUR voor de vzw Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum.

40


VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 1/1 tot en met 1/3 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 1/1, 1/2 en 1/3 worden goedgekeurd met 64 stemmen ja. Nr. 1/4 van de agenda Cultuur. Reglement bovenlokale culturele projecten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In het kader van de vernieuwde missie en visie van de provincie Antwerpen waarin de nadruk ligt op het doeltreffend voldoen aan de relevante bovenlokale maatschappelijke behoeften, en in het kader van het vernieuwde subsidiebeleid van het departement Cultuur dat de focus voortaan legt op bovenlokale projecten, heeft de dienst Cultuurspreiding en Kunsten een departementsbreed voorstel van reglement opgesteld. Met het nieuwe reglement op de bovenlokale culturele projecten wil de provincie bovenlokale culturele initiatieven ondersteunen en stimuleren. Deze initiatieven kunnen uit verschillende hoeken van de brede cultuursector komen: kunsten, erfgoed, letteren, sociaal-cultureel volwassenenwerk, cultuurcommunicatie, … Het reglement voorziet projectsubsidies onder de vorm van microsubsidies en macrosubsidies. De microsubsidie bedraagt maximaal 2.500 EUR en is bedoeld voor kleinere bovenlokale projecten die een minder grote financiële investering vergen. Deze subsidie wordt volledig intern door de administratie behandeld. De macrosubsidie bedraagt minimaal 2.500 EUR en is bedoeld voor grotere bovenlokale projecten die een grotere financiële investering vergen. Aanvragen voor deze subsidie worden voor advies voorgelegd aan een externe projectencommissie. Dit ontwerpreglement werd besproken in de provinciale Raad voor Cultuur. De Raad voor Cultuur bracht in vergadering van 27 mei 2013 positief advies uit over dit reglement. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Gelet op het verslag van de deputatie;

41


BESLUIT: Artikel 1: Het reglement betreffende de subsidiëring van bovenlokale culturele projecten luidt als volgt: HOOFDSTUK I – Doel, doelgroep en definities Artikel 1. Doel van het subsidiereglement De provincie Antwerpen is dé bovenlokale partner en promotor van een diverse, duurzame en toegankelijke culturele sector in de provincie Antwerpen. Gemeentebesturen ontwikkelen vanuit hun specifieke lokale context een lokaal cultuurbeleid op maat van hun burgers. De ondersteuning van lokale initiatieven behoort dan ook tot de verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen. Culturele organisaties en projecten hebben echter vaak een uitstraling die de gemeentegrenzen overstijgt. Daarom ondersteunt en stimuleert de provincie Antwerpen als intermediair bestuursniveau ambitieuze bovenlokale culturele initiatieven die een grote impact hebben op het culturele landschap en/of de inwoners van de provincie. Binnen de perken van de kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie worden voorzien, verleent de deputatie projectsubsidies voor bovenlokale culturele projecten die voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in onderhavig reglement. Artikel 2. Doelgroep De deputatie verleent projectsubsidies aan privaatrechtelijke verenigingen zonder winstoogmerk, met uitzondering van diegenen die belast zijn met taken van gemeentelijk belang. Artikel 3. Definities Project: een afgebakend geheel van activiteiten met een duidelijke doelstelling, beperkt in de tijd (maximum 12 maanden) en gescheiden van andere activiteiten. Bovenlokaal: een project is bovenlokaal als het de aangelegenheden van lokaal gemeentelijk belang overstijgt, voor zover het streekgericht blijft en gericht is op realisaties binnen de grenzen van het grondgebied van de provincie. Culturele initiatieven: alle mogelijke culturele projecten die het brede culturele veld beslaan (kunsten, erfgoed, letteren, sociaal-cultureel volwassenenwerk, cultuurcommunicatie, ...). Microsubsidie: deze bedraagt maximaal 2.500 EUR; de door de provincie toegekende subsidie bedraagt maximaal het bedrag dat door de organisatie zelf wordt ingebracht. Aanvragen moeten ingediend worden ten laatste drie maanden voor de aanvang van het project. De microsubsidie is bedoeld voor bovenlokale projecten die een minder grote financiële investering vergen. Macrosubsidie: deze bedraagt minimaal 2.500 EUR; de aanvragende organisatie dient zelf ook een deel eigen middelen in te brengen met een minimum van 2.500 EUR, personele middelen niet meegerekend. Een externe projectencommissie bespreekt de aanvraag en formuleert een advies. Er zijn twee vaste deadlines per jaar. Er wordt een voorschot van 50% uitgekeerd, tenzij de deputatie anders beslist. De macrosubsidie is bedoeld voor bovenlokale projecten die een grotere financiële investering vergen. Tekort op de projectbegroting: het tekort op de projectbegroting wordt berekend door de geraamde inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de geraamde uitgaven van het project (exclusief de geraamde uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie). Tekort op de projectafrekening: het tekort wordt berekend door de inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de uitgaven van het project (exclusief de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie).

42


Projectencommissie: de aanvragen voor een macrosubsidie worden voor advies voorgelegd aan een externe commissie van experten. Een medewerker van het departement Cultuur fungeert als secretaris. Er is voldoende vertegenwoordiging uit de verschillende culturele domeinen in de commissie, en er zetelt een vertegenwoordiger in van het bestuur van de Raad voor Cultuur. Het advies van de commissie wordt door de administratie aan de deputatie voorgelegd. Hoofdstuk II - Microsubsidies Artikel 4. Voorwaarden voor de organisatie De organisatie is een privaatrechtelijke vereniging zonder winstoogmerk, met uitzondering van diegenen die belast zijn met taken van gemeentelijk belang. Artikel 5. Voorwaarden voor het project a)

Om in aanmerking te komen voor een microsubsidie moet het project voldoen aan volgende formele voorwaarden: - het project vindt plaats in de provincie Antwerpen; - door de organisatie wordt een bedrag ingebracht dat ten minste gelijk is aan de gevraagde subsidie; - er is een geraamd tekort in de projectbegroting; - projecten die enkel gericht zijn op de eigen leden worden uitgesloten; - het project dient minstens een bovenlokale uitstraling te hebben.

b)

Bij de beoordeling van het dossier wordt rekening gehouden met volgende inhoudelijke criteria: - de regionale of bovenlokale inbedding en/of impact van het project; - het cultureel ondernemerschap; - de inhoudelijke kwaliteit van het project.

c)

Bij de beoordeling van het dossier worden volgende aandachtspunten mee in overweging genomen: - de aandacht voor ‘meer kleur in cultuur’; - de aandacht voor meer toegankelijke cultuur; - de aandacht voor ‘meer eco-cultuur’.

d)

De organisatie dient, vanaf de toezegging van de subsidie, de provincie Antwerpen te vermelden als ondersteunende overheid, op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors.

e)

De organisatie dient, vanaf de toezegging van de subsidie, door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag en hen toegang te verlenen tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten.

Artikel 6. Aanvraag van de microsubsidie a)

Een aanvraag voor deze subsidie kan enkel gebeuren door het indienen van het aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen.

b)

Aanvragen voor deze subsidie dienen toe te komen op het Cultuurloket ten laatste 3 maanden vóór de aanvang van het project.

c)

Het aanvraagdossier bestaat uit: - het ingevulde aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17;

43


-

de statuten van de organisatie; een actieplan met een omschrijving van de doelstellingen, de timing en de concrete uitwerking van het project met indicatoren; een motivatie met betrekking tot de inhoudelijke criteria en de aandachtspunten zoals vermeld onder artikel 5 b) en artikel 5 c); een gedetailleerde projectbegroting met raming van kosten en opbrengsten; de wijze waarop de inbreng van de provincie Antwerpen gecommuniceerd zal worden.

d)

De provincie Antwerpen kan steeds bijkomende informatie opvragen over de werking en financiën van de organisatie en over het project.

e)

Als het project niet kan plaatsvinden of als er wijzigingen optreden, deelt de organisatie dit onmiddellijk mee aan het provinciebestuur.

Artikel 7. Toekenning en betaling van de microsubsidie a)

De deputatie beslist over de toekenning van de subsidie en bepaalt het bedrag ervan. Dit gebeurt binnen de perken van de kredieten die voorzien zijn op het door de provincieraad goedgekeurde budget. De deputatie houdt rekening met de criteria en aandachtspunten vooropgesteld in artikel 5 b) en artikel 5 c).

b)

De toegekende subsidie bedraagt maximaal 2.500 EUR, bedraagt nooit meer dan het bedrag dat door de organisatie wordt ingebracht, en bedraagt nooit meer dan het geraamde tekort in de projectbegroting.

c)

Bij toekenning van de microsubsidie wordt het volledige bedrag uitbetaald.

d)

De uitbetaalde subsidie kan nooit hoger zijn dan het tekort in de projectafrekening. Dit tekort wordt berekend door de inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de uitgaven van het project (exclusief de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie). Als uit de projectafrekening blijkt dat het exploitatietekort kleiner is dan de toegekende en uitbetaalde subsidie, wordt het verschil teruggevorderd.

e)

Onder andere volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor subsidiëring: - uitgaven die al ondersteund worden door de provincie Antwerpen; - prestatievergoedingen voor medewerkers die op de loonlijst staan van de organisatie.

Artikel 8. Evaluatiedossier microsubsidie a)

Het evaluatiedossier moet ingediend worden bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen uiterlijk 3 maanden na voltooiing van het project en ten laatste op 31 augustus van het jaar volgend op de toekenning van de projectsubsidie (afhankelijk van de deadline die het eerst verstrijkt).

b)

Het evaluatiedossier bestaat uit: - het ingevulde evaluatieformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - een inhoudelijk verslag met de evaluatie van het project (timing, doelstellingen, inhoudelijke criteria, indicatoren); - een gedetailleerde staat van alle inkomsten en uitgaven van het project inclusief de inkomsten uit subsidieaanvragen bij andere overheden, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17. Bewijsstukken van de uitgaven dienen niet bijgevoegd, maar wel ter beschikking gehouden te worden voor controle; - bewijsstukken waaruit blijkt dat de provincie Antwerpen als ondersteunende overheid werd opgenomen in externe communicatie.

44


c)

Projectuitgaven die in aanmerking genomen worden in de evaluatie zijn exclusief btw voor die uitgaven waarvoor de aanvrager de btw kan recupereren en inclusief btw voor de andere uitgaven.

d)

Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige evaluatiedossiers en bij niet-naleving van de voorwaarden van dit subsidiereglement, kan de provincie Antwerpen beslissen de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.

Hoofdstuk III – Macrosubsidies Artikel 9. Voorwaarden voor de organisatie De organisatie is een privaatrechtelijke vereniging zonder winstoogmerk, met uitzondering van diegenen die belast zijn met taken van gemeentelijk belang. Artikel 10. Voorwaarden voor het project a)

Om in aanmerking te komen voor een macrosubsidie moet het project voldoen aan volgende formele voorwaarden: - het project vindt plaats in de provincie Antwerpen; - door de organisatie zelf wordt minimaal 2.500 EUR ingebracht, personele middelen niet meegerekend; - er is een geraamd tekort in de projectbegroting; - projecten die enkel gericht zijn op de eigen leden worden uitgesloten; - het project dient minstens een bovenlokale uitstraling te hebben.

b)

Bij de beoordeling van het dossier wordt rekening gehouden met volgende inhoudelijke criteria: - de regionale of bovenlokale inbedding en/of impact van het project; - het cultureel ondernemerschap; - de inhoudelijke kwaliteit van het project.

c)

Bij de beoordeling van het dossier worden volgende aandachtspunten mee in overweging genomen: - de aandacht voor ‘meer kleur in cultuur’; - de aandacht voor meer toegankelijke cultuur; - de aandacht voor ‘meer eco-cultuur’.

d)

De organisatie dient, vanaf de toezegging van de subsidie, de provincie Antwerpen te vermelden als ondersteunende overheid, op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors.

e)

De organisatie dient, vanaf de toezegging van de subsidie, door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag en hen toegang te verlenen tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten.

Artikel 11. Aanvraag van de macrosubsidie a)

Een aanvraag voor deze subsidie kan enkel gebeuren door het indienen van het aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen.

b)

Aanvragen voor deze subsidie dienen toe te komen op het Cultuurloket: - uiterlijk op 15 maart: voor projecten die starten vanaf 1 juli van hetzelfde jaar - uiterlijk op 15 september: voor projecten die starten vanaf 1 januari van het volgende jaar

45


c)

Het aanvraagdossier bestaat uit: - het ingevulde aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - de statuten van de organisatie; - een actieplan met een omschrijving van de doelstellingen, de timing en de concrete uitwerking van het project met indicatoren; - een motivatie met betrekking tot de inhoudelijke criteria en de aandachtspunten zoals vermeld onder artikel 10 b) en artikel 10 c); - een gedetailleerde projectbegroting met raming van kosten en opbrengsten; - de wijze waarop de inbreng van de provincie Antwerpen gecommuniceerd zal worden.

d)

De provincie Antwerpen kan steeds bijkomende informatie opvragen over de werking en financiën van de organisatie en over het project.

e)

Als het project niet kan plaatsvinden of als er wijzigingen optreden, deelt de organisatie dit onmiddellijk mee aan het provinciebestuur.

Artikel 12. Toekenning van de macrosubsidie a)

De deputatie beslist over de toekenning van de subsidie en bepaalt het bedrag ervan. Dit gebeurt binnen de perken van de kredieten die voorzien zijn op het door de provincieraad goedgekeurde budget. De deputatie houdt rekening met de criteria en aandachtspunten vooropgesteld in artikel 10 b) en artikel 10 c).

b)

De deputatie laat zich hierbij adviseren door een projectencommissie. Het advies van deze commissie behandelt zowel de inhoudelijke als de zakelijke aspecten van het project. De commissie toetst het dossier aan de criteria en aandachtspunten van het reglement, geeft aan of de begroting realistische uitgaven en inkomsten bevat en welke kosten al dan niet aanvaard kunnen worden voor een subsidie. De deputatie kan bijkomende voorwaarden bepalen voor de uitbetaling van de subsidie.

c)

De projectencommissie wordt jaarlijks samengesteld door de deputatie, en is samengesteld uit een medewerker van het departement Cultuur (secretaris), minstens tien stemgerechtigde leden uit de verschillende culturele domeinen, en een vertegenwoordiger van het bestuur van de Raad voor Cultuur. De voorzitter wordt verkozen binnen de commissie. De projectencommissie kan adviseren een aanvraag voor een macrosubsidie te behandelen als een aanvraag voor een microsubsidie. Het advies van de commissie wordt door de administratie aan de deputatie voorgelegd.

d)

Er wordt een voorschot van 50% uitgekeerd, tenzij de deputatie anders beslist.

e)

Onder andere volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor subsidiëring: - uitgaven die al ondersteund worden door de provincie Antwerpen; - prestatievergoedingen voor medewerkers die op de loonlijst staan van de organisatie.

Artikel 13. Evaluatiedossier macrosubsidie a)

Het evaluatiedossier moet ingediend worden bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen uiterlijk 3 maanden na voltooiing van het project en ten laatste op 31 augustus van het jaar volgend op de toekenning van de projectsubsidie (afhankelijk van de deadline die het eerst verstrijkt).

b)

Het evaluatiedossier bestaat uit: - het ingevulde evaluatieformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17;

46


-

-

een inhoudelijk verslag met de evaluatie van het project (timing, doelstellingen, inhoudelijke criteria, indicatoren); een gedetailleerde staat van alle inkomsten en uitgaven van het project inclusief de inkomsten uit subsidieaanvragen bij andere overheden, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17. Bewijsstukken van de uitgaven dienen niet bijgevoegd, maar wel ter beschikking gehouden te worden voor controle; bewijsstukken waaruit blijkt dat de provincie Antwerpen als ondersteunende overheid werd opgenomen in externe communicatie.

Artikel 14. Betaling van de macrosubsidie a)

50 % van het toegekende bedrag wordt als terugvorderbaar voorschot uitbetaald bij de toekenning van de subsidie, tenzij de deputatie hier anders over beslist. Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald na de evaluatie van het project.

b)

De uitbetaalde subsidie zal nooit meer zijn dan het toegekende bedrag.

c)

De uitbetaalde subsidie kan nooit hoger zijn dan het tekort in de projectafrekening. Dit tekort wordt berekend door de inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de uitgaven van het project (exclusief de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie).

d)

Projectuitgaven die in aanmerking genomen worden in de evaluatie zijn exclusief btw voor die uitgaven waarvoor de aanvrager de btw kan recupereren en inclusief btw voor de andere uitgaven.

e)

Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige dossiers en bij niet-naleving van de bepalingen van dit subsidiereglement of eventueel bijkomende voorwaarden gesteld door de deputatie, kan de provincie Antwerpen beslissen de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.

Hoofdstuk IV- Algemene bepalingen Artikel 15. Betwistingen Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan, evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend voor heroverweging voorgelegd aan de deputatie, mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier. Artikel 16. Wettelijk en reglementair kader De aanvraag wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen in: a) de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; b)

het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers.

Artikel 17. Ondertekening documenten De documenten moeten steeds ondertekend worden door de daartoe bevoegde persoon: a)

Voor subsidies tot en met 24.789,35 EUR volstaat de handtekening met naam en functie.

b)

Voor subsidies boven 24.789,35 EUR is een bewijs vereist waaruit blijkt dat de ondertekenaar gemachtigd is de organisatie in rechte te vertegenwoordigen. Meestal zijn dit de statuten van de organisatie, indien de ondertekenaar hierin wordt

47


aangeduid. Mocht deze hierin niet worden vernoemd, is een aparte machtiging vereist. Artikel 18. Overgangs- en slotbepalingen a)

Dit subsidiereglement is van kracht vanaf 27 juni 2013 en is van toepassing op alle aanvragen die werden ingediend vanaf 1 januari 2013.

b)

Subsidieaanvragen die ingediend worden tijdens het kalenderjaar 2013 en die mogelijks in aanmerking komen voor subsidiëring via dit reglement, dienen niet te voldoen aan de formele bepalingen van dit reglement.

Dit subsidiereglement heft het reglement ‘Subsidiëring van bijzondere activiteiten’ op, met uitzondering van de artikels 7 tot en met 10 die opgeheven worden per 1 januari 2014. Artikel 2: De subsidies in 2013 toegekend onder dit reglement worden vastgelegd op het krediet 762/64013943 “Subsidie voor bijzondere culturele activiteiten” van het budget 2013. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Onze fractie gaat zich op dit punt onthouden. Wij waren eerst van plan om tegen te stemmen, omdat ons geantwoord was dat de opmerkingen en amendement voorgesteld door de Raad van Cultuur, vrijwilligers die echt zeer verdienstelijk werken, dat die niet weerhouden waren. Na contact met de voorzitter van de Raad van Cultuur heeft hij mij gezegd dat de onrust op de laatste vergadering is weggenomen, dat verduidelijkt is dat de bibliotheken en cultuurcentra zich nu tot Vlaanderen kunnen wenden voor de weggevallen subsidies, dat het conform is de interne Vlaamse staatshervorming. Wij hebben vernomen dat die subsidies weliswaar toch maar gegarandeerd zijn tot 2016, daarom onthouden wij ons, temeer omdat wij bijna maandelijks signalen krijgen dat al die staatshervormingen ons vertrouwen niet verdienen, dat zij heel vaak neerkomen op besparingen die tegelijkertijd worden doorgevoerd. Wij hebben dat bij de bespreking van de bestuursakkoorden hier ook al aangehaald. En gisteren hebben de rechters van Brussel ons er nog eens op attent gemaakt hoe splitsen, zelfs van het arrondissement BrusselHalle-Vilvoorde ook weer opnieuw neerkomt op besparen.

VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 62 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 62 stemmen ja, bij 2 onthoudingen.

48


VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/5 tot en met 1/9 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 1/5 van de agenda Gewoon Provinciebedrijf Arenbergschouwburg. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 20 december 2001 keurde de provincieraad het oprichtingsprotocol van het gewoon provinciebedrijf Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen goed. Dit werd aangepast en aangevuld met het beheersprotocol voor de GPB’s, goedgekeurd door de provincieraad met ingang van 1 januari 2006. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 1.435.686,60 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 212.544,12 EUR  boekhoudkundig resultaat: 103.888,55 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: - 149.314,57 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling: Het gewoon provinciebedrijf heeft naast het boekhoudkundig resultaat een tekort van vorige boekjaren van 253.203,12 EUR. Voorgesteld wordt het jaarresultaat af te boeken van dit tekort en het saldo van - 149.314,57 EUR op te nemen als ‘overgedragen resultaat – tekorten van vorige boekjaren’. Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 87.594,41 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, d.d. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden bij afzonderlijk verslag voorgelegd door de stafdienst algemeen beleid. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 30 mei 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de Provinciewet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2012, houdende kennisneming van de rekening 2012 van het GPB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening;

49


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: opnemen van het overgedragen resultaat, -149.314,57 EUR, als ‘overgedragen resultaat – tekorten van vorige boekjaren’ van GPB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/6 van de agenda Gewoon provinciebedrijf Diamantmuseum. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 20 december 2001 keurde de provincieraad het oprichtingsprotocol van het gewoon provinciebedrijf Diamantmuseum Provincie Antwerpen goed. Dit werd aangepast en aangevuld met het beheersprotocol voor de GPB’s, goedgekeurd door de provincieraad met ingang van 1 januari 2006. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 1.901.159,22 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 53.837,31 EUR  boekhoudkundig resultaat: 89.327,37 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: 89.327,37 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling: Voorgesteld wordt het resultaat van 89.327,37 EUR toe te voegen aan de gewone reserves van het provinciebedrijf. Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 79.568,83 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. Tevens ontving het provinciebedrijf voor 2.030,- EUR aan schenkingen. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, d.d. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden bij afzonderlijk verslag voorgelegd.

50


Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 30 mei 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de Provinciewet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de rekening 2012 van het GPB Diamantmuseum Provincie Antwerpen. Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf Diamantmuseum Provincie Antwerpen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: toevoeging van het resultaat van 89.327,37 EUR aan de gewone reserves van GPB Diamantmuseum Provincie Antwerpen. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/7 van de agenda

Gewoon provinciebedrijf FotoMuseum. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 28 maart 2002 keurde de provincieraad het oprichtingsprotocol van het gewoon provinciebedrijf FotoMuseum Provincie Antwerpen goed. Dit werd aangepast en aangevuld met het beheersprotocol voor de GPB’s, goedgekeurd door de provincieraad met ingang van 1 januari 2006. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 7.272.350,90 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 92.521,64 EUR  boekhoudkundig resultaat: 23.713,30 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: - 13.375,26 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling:

51


Het provinciebedrijf heeft nog voor 78.539,00 EUR bestellingen in uitvoering 2012. Om deze te financieren in 2013 kan gebruik gemaakt worden van het boekhoudkundig resultaat. Voorgesteld wordt om het boekhoudkundig resultaat van 23.713,30 EUR volledig aan te wenden in 2013, ter financiering van de bestellingen in uitvoering 2012. In 2012 realiseerde het provinciebedrijf in totaal voor 68.807,57 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. Tevens ontving het provinciebedrijf voor 8.186,50 EUR aan schenkingen. In de uitvoering van het investeringsplan heeft het provinciebedrijf in 2012 voor 24.565,22 EUR aan kunstpatrimonium aangekocht, wat voorlopig op de balans werd tegengeboekt op ARPA 13000002. Aangezien het hier een verhoging van het kapitaal van het provinciebedrijf betreft, wordt voorgesteld dit bedrag over te boeken naar ARPA 10200000 (in kapitaal genomen reserve). De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, d.d. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden bij afzonderlijk verslag voorgelegd. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 30 mei 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de Provinciewet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de rekening 2012 van het GPB FotoMuseum Provincie Antwerpen. Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf FotoMuseum Provincie Antwerpen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: volledige aanwending van het resultaat, 23.713,30 EUR, ter financiering van de bestellingen in uitvoering 2012 van het GPB FotoMuseum Provincie Antwerpen. Artikel 3: Beslist wordt 24.565,22 EUR over te boeken van ARPA 13000002 naar ARPA 10200000.

52


Artikel 4: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/8 van de agenda Gewoon Provinciebedrijf ModeMuseum. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 28 maart 2002 keurde de provincieraad het oprichtingsprotocol van het gewoon provinciebedrijf ModeMuseum Provincie Antwerpen goed. Dit werd aangepast en aangevuld met het beheersprotocol voor de GPB’s, goedgekeurd door de provincieraad met ingang van 1 januari 2006. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 4.984.342,36 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 40.039,61 EUR  boekhoudkundig resultaat: 60.338,37 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: 60.338,37 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling: Het provinciebedrijf heeft nog voor 60.740,45 EUR bestellingen in uitvoering 2012. Om deze te financieren in 2013 kan gebruik gemaakt worden van het boekhoudkundig resultaat. Voorgesteld wordt om het boekhoudkundig resultaat van 60.338,37 EUR aan te wenden in 2013, ter financiering van de bestellingen in uitvoering 2012. In 2012 realiseerde het provinciebedrijf in totaal voor 127.542,84 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. Tevens ontving het provinciebedrijf voor 174.807,- EUR aan schenkingen. In de uitvoering van het investeringsplan heeft het provinciebedrijf in 2012 voor 113.657,69 EUR aan kunstpatrimonium aangekocht, wat voorlopig op de balans werd tegengeboekt op ARPA 13000002. Aangezien het hier een verhoging van het kapitaal van het provinciebedrijf betreft, wordt voorgesteld dit bedrag over te boeken naar ARPA 10200000 (in kapitaal genomen reserve). De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, d.d. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden bij afzonderlijk verslag voorgelegd. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 30 mei 2013.

53


De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de Provinciewet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de rekening 2012 van het GPB ModeMuseum Provincie Antwerpen. Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf ModeMuseum Provincie Antwerpen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: volledige aanwending van het resultaat, 60.338,37 EUR, ter financiering van de bestellingen in uitvoering 2012 van GPB ModeMuseum Provincie Antwerpen. Artikel 3: Beslist wordt 113.657,69 EUR over te boeken van ARPA 13000002 naar ARPA 10200000. Artikel 4: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Wij gaan dat punt goedkeuren, maar ik maak van de gelegenheid gebruik om onze ongerustheid uit te drukken over een bericht dat we vernomen hebben, nl. dat er een plan in uitvoering is om de toegangsprijs voor jongeren - die nu gratis is tot de leeftijd van 26 jaar - tussen 18 en 26 jaar op te trekken tot 6 EUR. Wij stellen voor van dat niet in overweging te nemen, want precies om bij die groep belangstelling op te wekken voor die hele sector mag je volgens ons die drempel niet inbouwen.

54


Nr. 1/9 van de agenda Gewoon provinciebedrijf Zilvermuseum Sterckshof. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 20 december 2001 keurde de provincieraad het oprichtingsprotocol van het gewoon provinciebedrijf Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen goed. Dit werd aangepast en aangevuld met het beheersprotocol voor de GPB’s, goedgekeurd door de provincieraad met ingang van 1 januari 2006. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 8.524.679,88 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 86.770,39 EUR  boekhoudkundig resultaat: 75.856,01 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: 75.856,01 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling: Voorgesteld wordt het resultaat van 75.856,01 EUR toe te voegen aan de gewone reserves van het provinciebedrijf. Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 35.517,58 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. In de uitvoering van het investeringsplan heeft het provinciebedrijf in 2012 voor 28.400,- EUR aan kunstpatrimonium aangekocht, wat voorlopig op de balans werd tegengeboekt op ARPA 13000002. Aangezien het hier een verhoging van het kapitaal van het provinciebedrijf betreft, wordt voorgesteld dit bedrag over te boeken naar ARPA 10200000 (in kapitaal genomen reserve). De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, d.d. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden bij afzonderlijk verslag voorgelegd door de stafdienst algemeen beleid. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 30 mei 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de Provinciewet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de rekening 2012 van het GPB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen. Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening;

55


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: toevoeging van het resultaat van 75.856,01 EUR aan de gewone reserves van GPB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen. Artikel 3: Beslist wordt 28.400,- EUR over te boeken van ARPA 13000002 naar ARPA 10200000. Artikel 4: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 1/5 tot en met 1/9 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. De agendapunten 1/5, 1/6, 1/7, 1/8 en 1/9 worden goedgekeurd met 63 stemmen ja, bij 1 onthouding. Nr. 1/10 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Provinciale Instelling voor Morele Dienstverlening. Begrotingswijziging Nr. 1 2013. Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. 1. Begroting 2013. In de begroting 2013 heeft de PIMD-Antwerpen de uitgaven geraamd als volgt: gewone begroting: 969.870,00 EUR buitengewone begroting: 16.600,00 EUR ______________ totaal: 986.470,00 EUR

56


In de begroting 2013 worden de ontvangsten geraamd als volgt: gewone begroting: a) opbrengsten uit roerende activa: 12.500,00 EUR b) provinciale toelage: 957.370,00 EUR buitengewone begroting: a) provinciale toelage:

16.600,00 EUR

Deze begroting 2013 impliceert een provinciale subsidie van: gewone begroting: 957.370,00 EUR buitengewone begroting 16.600,00 EUR ________________ of in totaal: 973.970,00 EUR (in 2004: 600.000,00 EUR in 2005: 630.000,00 EUR in 2006: 579.804,00 EUR in 2007: 692.000,00 EUR in 2008: 765.910,00 EUR in 2009: 798.185,00 EUR in 2010: 798.184,00 EUR in 2011: 798.180,00 EUR in 2012: 799.000,00 EUR) In vergadering van 28 juni 2012 heeft uw raad de begroting 2013 van de PIMD-Antwerpen (met een toelage van de provincie Antwerpen ten bedrage van 973.970,00 EUR) gunstig geadviseerd. Met besluit van 16 oktober 2012 heeft de Minister van Justitie de begroting 2013 van de PIMD-Antwerpen goedgekeurd. In zitting van 28 maart 2013 heeft de deputatie een bedrag van 973.970,00 EUR ten gunste van de PIMD-Antwerpen toegekend als provinciale subsidie voor de begroting 2013 van voormelde instelling en de betaling van dit bedrag goedfgekeurd. De provinciale subsidie ten bedrage van 973.970,00 EUR werd uitbetaald op 10 april 2013. 2. Jaarrekening 2012. De Raad van Bestuur van de PIMD-Antwerpen heeft in vergadering van 28 maart 2013 de jaarrekening 2012 en de daarbij horende bijlagen (begrotingsrekening, balans, resultatenrekening, balansrekening) goedgekeurd. De jaarrekening 2012 vertoont op de gewone begroting een overschot van 67.148,55 EUR en op de buitengewone begroting een overschot van 40.859,86 EUR, zodat het totale overschot 108.008,41 EUR bedraagt. Met brief van 8 april 2013 en in de documenten van de jaarrekening 2012 heeft de PIMD-Antwerpen volgende toelichtingen dienaangaande verstrekt: 1° Het overschot op de gewone begroting is als volgt opgebouwd: - 66.640,92 EUR qua werkingskosten provinciale centra - minder ontvangsten van bankinteresten: 462,08 EUR - meeropbrengsten van kostenrecuperatie: 813,11 EUR - niet-gebruikte overgedragen kredieten voorgaand dienstjaar: 156,60 EUR.

57


2° De gerealiseerde boni zijn als volgt samen te vatten: - onder afdeling 210 (inrichtingskosten) vertoont de begrotingsrekening elektriciteit en verwarming een overschot omdat de afrekeningsfacturen voor 2012 pas in maart 2013 werden opgemaakt; de begrotingsrekening klein meubilair en inrichting werd minimaal aangewend in 2012. - de afdeling 220 (beheers- en administratiekosten) geeft de grootste boni op de begrotingsrekening vormingen (individuele en groepsvorming): het jaarbudget voor iedere medewerker wordt naargelang de noodwendigheden en naargelang het aanbod en de instroom van nieuw personeel aangewend. - de afdeling 230 (kosten met betrekking tot activiteiten) vertoont een boni doordat de kleinschaligere projecten van de V.O.C.’s en de jaaractieprogramma-begrotingen van de centra een overschot geven. Zij hebben kostenbesparend gewerkt en de V.O.C.’s hebben meer personeel en/of vrijwilligers nodig om projecten te realiseren. - de afdeling 240 (personeelskosten) vertoont een boni omdat de deeltijdse vacature (administratief personeelslid) niet werd ingevuld. - de minderontvangsten qua interesten van 462,08 EUR werden gecompenseerd door de verkoop van wandelgidsen Ontmoetingen – “Wandelen doorheen vrijdenkend Antwerpen” (799,00 EUR), de terugstorting van een bedrag van 1.914,11 EUR door de verzekeraar voor de waterschade van 22 juni 2012 te Mechelen en de terugbetaling van twee maanden huur (januari en februari 2012) voor de eerste verdieping van het V.O.C. te Mechelen. 3° Het overschot op de buitengewone begroting is te danken aan de uitgestelde investeringen voor de aankoop van nieuwe servers in Herentals, Turnhout en Antwerpen en het uitstellen van de gevel- en dakwerken van het centrum in Antwerpen. Voormelde jaarrekening 2012 van de PIMD-Antwerpen werd gunstig geadviseerd door de deputatie in zitting van 23 mei 2013. 3. Begrotingswijziging Nr. 1 2013. Luidens artikel 10 van het koninklijk besluit van 17 februari 2004 houdende het algemeen reglement van de boekhouding van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening dient de Raad van Bestuur, wanneer de rekening van het voorbije jaar werd afgesloten, het geraamde begrotingsresultaat dat op de begroting 2013 was ingeschreven (in casu: 0,00 EUR) te vervangen door het begrotingsresultaat van de aldus afgesloten rekening (in casu 108.008,41 EUR) bij wege van een begrotingswijziging. In vergadering van 28 maart 2013 heeft de Raad van Bestuur van de PIMD-Antwerpen voormelde begrotingswijziging Nr. 1 2013 goedgekeurd, waarbij het bedrag van de ontvangsten op de gewone begroting verhoogd werd met 67.148,55 EUR en op de buitengewone begroting met 40.859,86 EUR, of in totaal met 108.008,41 EUR. Tegelijk heeft de Raad van Bestuur in deze begrotingswijziging Nr. 1 2013 op de ontvangsten- en uitgavenartikels van de gewone en van de buitengewone begroting enkele kredietverschuivingen en kredietwijzigingen goedgekeurd. In de brief van 8 april 2013 en in deze begrotingswijziging zelf heet de PIMD-Antwerpen volgende toelichting verstrekt over deze meeren minderuitgaven:

58


1° De investeringen voor de aankoop van nieuwe servers in Herentals, Turnhout en Antwerpen en voor de gevel- en dakwerken van het centrum in Antwerpen werden terug opgenomen in 2013. Het budget voor de aankoop van artistiek patrimonium wordt teruggebracht naar de initiële begroting en verhoogd met 3.000,00 EUR. Het budget voor meubilair verhoogt ook met 2.000,00 EUR. 2° In de gewone begroting 2013 werden aanpassingen uitgevoerd in meerdere afdelingen. In afdeling 210 werd een correctie in min uitgevoerd van de huurlasten Antwerpen, de brandverzekering voor Antwerpen werd aangepast en de extra verwarmings- en elektriciteitsuitgaven werden aan de hand van de afrekeningsfacturen 2012 opgenomen in de begroting 2013. In de afdeling 220 werden de bureaukosten voor Antwerpen gecorrigeerd. De afdeling 230 werd vervolledigd met een waardig budget voor Promo-materiaal en de andere communicatiekosten werden aangepast met de inschrijving van een extra budget voor vier projecten die zullen georganiseerd worden te Herentals met ondersteuning van de begeleidingsgroep en een aanpassing van het budget van het VWC ’t Fakkeltje. In afdeling 240 werden de saldi van de loonkost 2012 opgenomen. Onder afdeling 270 werd de roerende voorheffing aangepast aan de hand van de lager ingeschatte interestontvangsten. 3° Qua ontvangsten moet de begrotingsrekening “opbrengsten uit roerende activa” (bankinteresten) 2013 bijgestuurd worden met 2.000,00 EUR in min. In 2013 worden uitzonderlijke ontvangsten gerealiseerd, namelijk de verkoop van de wandelgids Ontmoetingen “Wandelen doorheen vrijdenkend Antwerpen”. De in de begrotingswijziging Nr. 1 2013 uitgevoerde kredietverschuivingen en -wijzigingen leiden uiteindelijk tot volgend resultaat: ONTVANGSTEN UITGAVEN SALDI gewone begroting: 953.899,68 EUR 953.899,68 EUR 0,00 EUR buitengewone begroting: 57.900,00 EUR 57.900,00 EUR 0,00 EUR __________________________________________________________________ Totaal: 1.011.799,68 EUR 1.011.799,68 EUR 0,00 EUR Vermits de ontvangsten verhoogd worden met 108.008,41 EUR (overschot van de rekening 2012), met 300,00 EUR kostenrecuperatie en met 27.140,14 EUR (overheveling van gewone begroting naar buitengewone begroting) dient er op het provinciebudget 2013 geen kredietverhoging plaats te vinden en dient het bedrag van de reeds in april 2013 uitbetaalde provinciesubsidie van 973.970,00 EUR niet verhoogd te worden met 135.448,55 EUR. 4. De begrotingswijziging Nr. 1 2013 is onderworpen aan het advies van uw raad in toepassing van artikel 33 van de organieke wet van 21 juni 2002. De deputatie stelt uw raad voor om de ingediende begrotingswijziging Nr. 1 2013 van de PIMD-Antwerpen gunstig te adviseren. Eén exemplaar van de jaarrekening 2012, van de begroting 2013 en van de begrotingswijziging Nr. 1 2013 van de PIMD-Antwerpen liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 23 mei 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der nietconfessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de

59


afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, inzonderheid de artikelen 29, 33 en 34; Gelet op artikel 10 van het koninklijk besluit van 17 februari 2004 houdende het algemeen reglement van de boekhouding van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening; Gelet op artikel 147, § 5, 4° van het provinciedecreet van 9 december 2005. BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de begrotingswijziging Nr. 1 2013 van de Provinciale Instelling voor Morele Dienstverlening te Antwerpen, waarbij: -de ontvangsten op de gewone begroting (969.870,00 EUR) verhoogd werden met 65.448,55 en gebracht werden op 1.035.318,55 EUR; - de ontvangsten op de buitengewone begroting (16.600,00 EUR) verhoogd werden met 68.000,00 EUR en gebracht werden op 84.600,00 EUR; - de uitgaven op de gewone begroting (969.870,00 EUR) verhoogd werden met 65.448,55 EUR en gebracht werden op 1.035.318,55 EUR; - de uitgaven op de buitengewone begroting (16.600,00 EUR) verhoogd werden met 68.000,00 EUR en gebracht werden op 84.600,00 EUR. Beslist wordt de begrotingswijziging Nr. 1 2013 van de PIMD-Antwerpen gunstig te adviseren. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Onze fractie zal zich, zoals wij tot nu toe gedaan hebben, principieel onthouden op deze posten. Terzijde, zelf vind ik het als vrijzinnige een beetje vreemd dat de vrijzinnigheid zich laat betoelagen onder de rubriek erediensten. Uiteraard zijn wij niet tegen morele dienstverlening, ongeacht of zij algemeen humanistische, dan wel religieuze inspiratie als grondslag heeft, maar de betoelaging dient dan te gebeuren binnen een ander kader en op grond van andere principes. Ons alternatief heb ik uitgelegd bij mijn tussenkomst van twee raden geleden.


60


2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales Nr. 2/1 van de agenda Subsidiereglement voor scholen van het basisonderwijs en lokale overheden ter verbetering van de verkeersveiligheid en een duurzame mobiliteit in het kader van het 10op10-label. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. 1 Inleiding De dienst Mobiliteit (DMOB) steunt met het 10op10-project scholen van het basisonderwijs bij hun verkeers- en mobiliteitseducatie. DMOB stimuleert ook steden, gemeenten en districten om de scholen op hun grondgebied hierbij te ondersteunen. Momenteel zijn 249 scholen gespreid over 73 gemeenten, steden en districten ingeschreven voor actieve deelname aan het 10op10-project. Samen met deze scholen en lokale besturen streeft 10op10 doelen na:  praktijklessen verkeer voor alle kinderen  een veilige en vlot bereikbare schoolomgeving  een actieve betrokkenheid van de ouders Om goede resultaten te boeken op het vlak van de drie doelstellingen is een stevig draagvlak nodig. Scholen die voldoende verkeersactief zijn, verdienen het 10op10-kwaliteitslabel. Met dit label aan de schoolpoort kunnen scholen aan de buitenwereld tonen dat ze zich bewust inzetten voor een betere verkeersveiligheid. DMOB ondersteunt scholen en de lokale besturen met een aantal producten om het 10op10-label te behalen/  Het 10op10-team begeleidt de scholen individueel bij het uitbouwen van hun verkeersproject met advies op maat van elke school.  Scholen kunnen deelnemen aan gratis vorming. Ook voor ouders, gemeenten en andere geïnteresseerden heeft 10op10 een vormingsaanbod.  Alle deelnemende scholen en gemeenten, steden en districten met een 10op10-school op hun grondgebied maken kans op een subsidie voor verkeersveilige en duurzame initiatieven.  Het 10op10-team maakte een map met praktijkgerichte lesfiches op maat van elk leerjaar. Daarmee kunnen leerkrachten met hun klas op de speelplaats en daarna in het echte verkeer oefenen.  Iedereen die betrokken is bij 10op10 krijgt vier keer per jaar een nieuwsbrief met praktische tips en goede voorbeelden uit de 10op10scholen.  De 10op10-website verzamelt verkeersideeën die andere scholen al met succes hebben toegepast. Hij heeft een aparte rubriek voor leerkrachten, gemeenten en ouders met heel wat inspiratie.  De duizendpoot Millo is in 2010 in het leven geroepen als mascotte van het 10op10-project. Scholen gebruiken hem om verkeer en mobiliteit een gezicht te geven naar de leerlingen en ouders toe.  Elk jaar organiseert het 10op10-team een groot feest voor alle deelnemende scholen. Ook de medewerkers en politiek vertegenwoordigers van gemeenten, steden en districten zijn welkom. Op deze labeluitreiking

61


zetten we de scholen die actief rond verkeer werken in de bloemetjes. Daarnaast vinden op deze dag een aantal verkeersactieve workshops plaats. 2 Hervorming 10op10 De hervorming van het 10op10-label is gegroeid uit het klantentevredenheidsonderzoek van 2010 waarin de deelnemende scholen hun mening geven over het 10op10-project. Uit het onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van de respondenten tevreden is over 10op10. Alle producten van 10op10 werden positief beoordeeld. Scholen geven wel aan dat het indienen van een activiteitendossier een zware administratieve taak is. Om de scholen nog beter te ondersteunen om verkeer en mobiliteit blijvend op de agenda te zetten, passen we onze 10op10-werking aan. We evolueren van een beoordeling op het eindresultaat naar een stap voor stap-begeleiding in drie fasen. Op het einde van elke fase krijgt de school een deellabel. De 10op10-doelstellingen blijven ongewijzigd, onderdelen ervan komen in elke fase aan bod. Zo besteden we in de eerste fase veel aandacht aan het draagvlak, de basis voor een goede verkeers- en mobiliteitswerking. Maar ook de praktijklessen, de veilige schoolomgeving en de ouderbetrokkenheid komen in elke fase terug. Een volledig overzicht van de verschillende stappen in elke fase liggen ter inzage bij de griffie. De 10op10-producten blijven bestaan met enkele kleine aanpassingen die het mogelijk maken scholen nog meer op maat te ondersteunen. Dit schooljaar (2012-2013) heeft DMOB de vernieuwde werking al getest in een pilootproject met enkele nieuwe scholen. Na een grondige evaluatie aan het einde van dit schooljaar starten we in september 2013 met alle scholen aan een gefaseerde werking. De stap voor stap-begeleiding in drie fasen vraagt een hervorming van het 10op10subsidiereglement. De deputatie stelt voor om scholen na elk behaald deellabel de mogelijkheid te bieden een 10op10-subsidie aan te vragen. 3 Hervorming 10op10-subsidiereglement De provincie Antwerpen kent sinds januari 2003 10op10-subsidies toe aan deelnemende 10op10-scholen en hun lokale besturen. De deputatie stelt voor het bestaande reglement subsidiëring van verkeersveilige initiatieven in schoolomgevingen te vernieuwen en te laten ingaan op 1 september 2013, bij de start van het nieuwe schooljaar 2013-2014. 4 De belangrijkste wijzigingen aan het subsidiereglement 4.1 Voorwaarden voor de organisatie De subsidietrekkende school heeft voor haar verkeers- en mobiliteitswerking recht op maximaal 1 subsidie per behaald deellabel binnen het 10op10-project.

62


De subsidietrekkende lokale overheid heeft minstens 1 deelnemende school op haar grondgebied die ten minste het eerste deellabel van het 10op10-project heeft behaald. 4.2 Voorwaarden voor het project Scholen kunnen na het behalen van deellabel 1, 2 of 3 enkel subsidie aanvragen voor materialen die aansluiten bij de inhoudelijke verkeerswerking van dat deellabel. De lokale overheden kunnen een subsidie krijgen voor:  overkoepelende en duurzame initiatieven zoals een mobiel verkeerspark, als één school op hun grondgebied minstens het eerste deellabel heeft behaald  infrastructuurwerken in de schoolomgeving van 1 bepaalde school die minstens het tweede deellabel heeft behaald 4.3 Berekening van de subsidie De subsidie voor scholen bedraagt maximum 8 EUR per officieel ingeschreven leerling. Hierbij wordt het maximumbedrag van 2 500 EUR niet overschreden. 5 Overgangsmaatregelen Jonge (minder dan drie jaar deelname) en nieuwe 10op10-scholen hebben in verhouding tot de scholen die al drie jaar of langer deelnemen aan het 10op10project vaak nog maar weinig materiaal ter ondersteuning van hun verkeersactieve werking. Om vooral deze jonge en nieuwe 10op10-scholen maximaal te ondersteunen voorziet het reglement de volgende overgangsmaatregelen:  Scholen die al 3 keer of meer een 10op10-subsidie hebben ontvangen, komen niet meer in aanmerking voor een subsidie.  Scholen die al 5 jaar of langer het 10op10-label hebben behaald, hebben geen recht meer op een 10op10-subsidie. Om alle scholen die momenteel deelnemen aan het 10op10-project gelijk te behandelen voorziet het reglement nog een bijkomende overgangsmaatregel:  Scholen die minder dan 3 subsidies hebben ontvangen en na de beoordeling van het schooljaar 2012-2013 een bepaald deellabel behalen, hebben recht op de subsidie van het behaalde deellabel en alle subsidies onderliggend aan de fase waarin ze belanden. Dit met een maximum van drie 10op10subsidies in totaal. 6 Bijlagen 1. 2. 3.

Overzicht van de verschillende stappen in elke fase van het vernieuwde 10op10-label. Huidig subsidiereglement voor scholen van het basisonderwijs en lokale overheden ter verbetering van de verkeersveiligheid en een duurzame mobiliteit in het kader van het 10op10-label. Vernieuwd subsidiereglement: Reglement Projectsubsidies, 10op10subsidies.

63


De bijlagen liggen ter inzage bij de griffie. De deputatie keurde dit verslag goed op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; Gelet op het provinciaal reglement van 12 december 1996 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers; Gelet op het reglement van 1 september 2009 betreffende de subsidiëring ter verbetering van de verkeersveiligheid; Gelet op het verslag van de deputatie, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Uw raad keurt het nieuwe subsidiereglement ‘Reglement Projectsubsidies, 10op10subsidies goed. Dit reglement gaat in op 1 september 2013. VOORZITTER.- De heer Vandendriessche heeft het woord. De heer VANDENDRIESSCHE.- Dank u wel, voorzitter. Ik zou even een punt willen aanhalen waar wij onze ongerustheid willen uitdrukken. De vraag aan de gedeputeerde over één punt dat ter sprake komt in de tekst hier is: de lokale overheden kunnen in het kader van het nieuwe reglement voor het 10op10-label een subsidie krijgen voor overkoepelende en duurzame initiatieven zoals een mobiel verkeerspark, dat hier wordt vermeld. Wij zouden willen vragen of dit geen verdoken manier is om eventueel komaf te maken met bestaande provinciale verkeersparken. Wij willen even daarover onze ongerustheid uitdrukken.

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Dit is iets dat ook al in het vorige reglement stond, en waar toch een aantal gemeenten en districten gebruik van hebben gemaakt. Ik herinner mij, toen ik hier nog maar pas was, dat ik het district Ekeren heb bezocht waar gebruik gemaakt is van die mogelijkheid en waar zij tot groot genoegen van alle scholen daar gebruik maken van dat park. Dat stond in het vorige reglement, en wij hebben dat behouden. Ik denk dat dit een heel goede zaak is. Maar het heeft niets te maken met wat u denkt.

64


VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 63 stemmen ja, bij 1 onthouding. Nr. 2/2 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Vervanging van een bestuurder. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In zitting van 6 februari ll. heeft uw raad beslist volgende raadsleden voor te dragen als kandidaat-bestuurders bij de opdrachthoudende vereniging PIDPA: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

Christ’l Cottenie (N-VA) Kris Goossens (N-VA) Jan Hofkens (N-VA) Herman Minnen (N-VA) An Vanalme (N-VA) Katleen Van Hove (N-VA) Peter Bellens (CD&V) Lili Stevens (CD&V) Mien Van Olmen (CD&V) Rony Cuyt (sp.a) Aysel Bayraktar (sp.a)

Vanwege de SP.A-fractie werd vernomen dat mevrouw Aysel Bayraktar wegens andere verplichtingen moet afzien van dit mandaat bij PIDPA. Omdat de vervangende bestuurder pas stemgerechtigd is na goedkeuring door de algemene vergadering van PIDPA van december 2013, kan de provincie een tussentijdse waarnemer aanduiden om de vergaderingen van de raad van bestuur bij te wonen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de statutaire bepalingen van de opdrachthoudende vereniging PIDPA; Gelet op artikel 48 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;

65


Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Artikel 1: De heer Rik Röttger, gedeputeerde, wordt voorgedragen als kandidaat-bestuurder bij de opdrachthoudende vereniging PIDPA, ter voleindiging van het mandaat van mevrouw Aysel Bayraktar, raadslid. Artikel 2: De heer Rik Röttger, gedeputeerde, wordt voorgedragen als provinciaal waarnemer op de raad van bestuur van PIDPA tot eind december 2013. VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Men gaat over tot de geheime stemming. 64 leden nemen eraan deel. Er zijn 43 stemmen ja, 9 stemmen nee en 12 onthoudingen. Derhalve is het voorstel goedgekeurd. Nr. 2/3 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEMO. Ontwerp van statutenwijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Met bijgaand aangetekend schrijven van 22 mei 2013 stelt de dienstverlenende vereniging IGEMO de provincie in kennis van een aantal voorstellen van statutenwijziging, die aan de algemene vergadering van 28 juni 2013 zullen worden voorgelegd. De wijzigingen hebben betrekking op: Artikel 1 : Aanduiding van de deelnemers Toevoeging van OCMW’s als deelnemers in de vereniging. Artikel 4 : Doel Vervanging van “deelnemende gemeenten” door “deelnemende lokale besturen” in het kader van de toetreding van OCMW’s tot de vereniging. Artikel 7 : Kapitaal Het vast gedeelte van het kapitaal verhoogt van 100.037,74 EUR tot ………………. EUR n.a.v. de toetreding van nieuwe aandeelhouders. Artikel 9 : Te plaatsen kapitaal per deelnemer Voor de berekening van het te plaatsen kapitaal per deelnemer zal gebruikt gemaakt worden van de meest recente bevolkingscijfers, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, i.p.v. het officiële

66


bevolkingscijfer per 31-12 van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de herschikking van de A-aandelen. Schrapping van artikel 9.4, waarin staat dat de algemene vergadering om de 6 jaar het geplaatst kapitaal onder de vorm van A-aandelen zal herschikken conform de evolutie van het bevolkingscijfer, door een onderlinge overdracht van A-aandelen tegen nominale waarde. Artikel 10 : Plaatsing van het maatschappelijk kapitaal Toevoeging van nieuw toegetreden leden geplaatst kapitaal en aantal aandelen.

met

vermelding

van

Artikel 13 : Statutaire bijdrage basisdienstverlening Aanpassing van de minimum- en maximumgrenzen van de statutaire bijdragen (indexatie op basis van de evolutie van de index der consumptieprijzen). Deze bijdragen werden sedert 2003 niet meer aangepast. Aandeelhouders B en C dragen enkel bij in de algemene werkingskosten, de aandeelhouders A en D dragen daarnaast ook bij in de basisdienstverlening. Artikel 18 : Bestuur – Benoeming Naast aandeelhouders A, B en C hebben nu ook aandeelhouders D recht op 1 bestuurder. Artikel 24 : Directiecomité – Management In toepassing van het huidige artikel 18 van de statuten telt de raad van bestuur 17 leden. Het totaal aantal leden van het directiecomité in een dienstverlenende vereniging mag ten hoogste 1/3 bedragen van de raad van bestuur, d.w.z. 5 leden voor het directiecomité van IGEMO. Indien artikel 18 van de statuten zou worden aangepast in het kader van de toetreding van aandeelhouders D, wordt de raad van bestuur uitgebreid tot 18 leden en kan het directiecomité ten hoogste 6 leden tellen. De meerderheid van deze leden moet op voordracht van de deelnemende gemeenten worden benoemd. Dit zou betekenen dat 2 leden mogen benoemd worden op voordracht van een aandeelhouder B, C of D. Van de besluiten van het directiecomité wordt binnen 20 dagen na besluitneming een lijst met een beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden bezorgd aan de Vlaamse regering. Vanaf de dag van verzending aan de Vlaamse regering wordt deze lijst gedurende minstens 20 dagen ter inzage gelegd van het publiek en gepubliceerd op de website van IGEMO. Artikel 25 : Adviescomité Het adviescomité “streekbeleid” wordt veranderd in het adviescomité “ruimtelijke ordening” en de deelname van beleidsverantwoordelijken wordt beter afgebakend. Gelet op de decretale beperking van het aantal bestuurders dat op voordracht van andere dan gemeentelijke deelnemers wordt benoemd, kan – bij toetreding van meer dan één OCMW – niet elk aangesloten OCMW aanspraak maken op een bestuurder. Er wordt een adviescomité opgericht waarin alle aangesloten OCMW’s worden

67


vertegenwoordigd door 1 stemgerechtigd lid. De deelnemende OCMWbesturen kunnen binnen de schoot van het adviescomité onderlinge afspraken maken omtrent de voordracht van bestuurder(s) door de bij IGEMO aangesloten OCMW’s. Artikel 31 : Plaats van vergadering – Notulen (raad van bestuur) Van de besluiten van de raad van bestuur wordt binnen 20 dagen na besluitneming een lijst met een beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden bezorgd aan de Vlaamse regering. Vanaf de dag van verzending aan de Vlaamse regering wordt deze lijst gedurende minstens 20 dagen ter inzage gelegd van het publiek en gepubliceerd op de website van IGEMO. Binnen 20 dagen na besluitneming wordt aan de Vlaamse regering een afschrift bezorgd van:  de besluiten van de raad van bestuur betreffende de rechtspositieregeling van het personeel.  de voorstellen van de raad van bestuur in verband met het saneringsplan conform art. 68 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Artikel 35 : Samenstelling (algemene vergadering) De deelnemers herhalen de vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde(n) voorafgaand aan elke algemene vergadering (i.p.v. de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde(n)). Dit is een gevolg van het decreet van 18 januari 2013 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001. Deelnemers kunnen nu voor de gehele legislatuur hun afgevaardigde(n) voor de algemene vergadering vaststellen. Het blijft wel een verplichting om voorafgaand aan elke algemene vergadering het mandaat van de afgevaardigde(n) vast te stellen. Artikel 41 : Statutenwijziging Door het decreet van 18 januari 2013 wijzigt het bestuurlijk toezicht op o.a. de dienstverlenende verenigingen. Het bestuurlijk toezicht wordt niet langer uitgeoefend door een commissaris van de Vlaamse regering, maar naar analogie met het toezicht op de provinciebesturen. Concreet betekent dit dat zowel de schorsingsals de vernietigingsbevoegdheid wordt toevertrouwd aan de Vlaamse regering. De figuur van regeringscommissaris verdwijnt. Artikel 42 : Notulering (algemene vergadering) Van de besluiten van de algemene vergadering wordt binnen 20 dagen na besluitneming een lijst met een beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden bezorgd aan de Vlaamse regering. Vanaf de dag van verzending aan de Vlaamse regering wordt deze lijst gedurende minstens 20 dagen ter inzage gelegd van het publiek en gepubliceerd op de website van IGEMO. Daarnaast worden nog enkele wijzigingen doorgevoerd in bijlage 1 van de statuten (Lijst met de exclusieve diensten). ******

68


De voorgestelde wijzigingen, die bij de Griffie ter inzage liggen, hebben geen invloed op de rechten en plichten van de provincie. Uw raad wordt dan ook voorgesteld hiermee in te stemmen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 28 juni 2013 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IGEMO waarop een aantal statutenwijzigingen worden voorgesteld; Gelet op het decreet van 18 januari 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met het ontwerp van statutenwijzigingen van de dienstverlenende vereniging IGEMO dat zal worden voorgelegd aan de algemene vergadering van 28 juni 2013. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik heb hier een vraagje over aan de gedeputeerde. Het is een zoektocht naar bijkomende financiële middelen lijkt mij, maar wij vragen ons af of dit niet een beetje haaks staat op de vraag van de Vlaamse Overheid om de OCMW’s te integreren in de gemeentelijke werking. Daar stevenen wij op af. Iedereen zal daar moeten aan voldoen. Wat hier voorligt is eigenlijk een vraag aan de OCMW’s om los van de gemeenten ook kapitaal te gaan bijstorten in de intercommunale. Ik vraag mij af of daar geen probleem naar de toekomst zit.

VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik denk dat het de bedoeling is van IGEMO, maar ik geef toe dat ik wat gok daarnaar, om te komen tot een intercommunale van de OCMW’s net zoals dat in andere regio’s is en dat men aan de gemeenten vraagt om daar een bijdrage bij te leveren. Dus eigenlijk wil men, denk ik, de OCMW’s verenigen en laten samenvallen met IGEMO. In de Kempen is dat bv. bij IOK en daarnaast heb je Welzijnszorg Kempen. Men heeft mij verteld dat er zo’n operatie bezig is om dat te onderzoeken of dat binnen IGEMO ook zo kan georganiseerd worden. Maar ik geef toe dat het een antwoord is onder voorbehoud.

69


VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Is het dan zo dat we toch naar een parallel systeem evolueren naar de toekomst met verschillende opdrachten, enerzijds voor de gemeentebesturen, anderzijds voor de OCMW’s? Want we gaan toch naar een integratie van de beide. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik kan daarop geen antwoord geven, omdat ik niet weet wat de bedoeling is van IGEMO. Ik zit ook niet in IGEMO. Maar het is zeker en vast niet de bedoeling om terug naar twee entiteiten te gaan, maar wel om er voor te zorgen dat die onderdelen, ook van het lokaal bestuur die eigenlijk hetzelfde beogen, dat die zich kunnen verenigen. Op dit ogenblik bestaan de OCMW’s nog zoals ze nu bestaan en die zoeken naar een intergemeentelijk samenwerkingsverband. Blijkbaar heeft men geoordeeld binnen IGEMO dat men dat op basis van de bestaande wetgeving toch nog wil proberen in navolging van andere regio’s. Maar ik weet niet wat de toekomst daarrond zal inhouden, zeker niet als men gaat naar de integratie van OCMW en lokaal bestuur. Dan kan ik mij voorstellen dat de problematiek in één organisatie, in één raad van bestuur van de intercommunales ook aan bod komt, tenzij dat die intercommunale oordeelt dat zij haar werking anders wil organiseren precies omwille van de thematische behandeling van de thema’s en de agenda van de intercommunale. Maar ik kan hier niet echt exact, nauwkeurig op antwoorden. VOORZITTER.- De heer Zander heeft het woord. De heer ZANDER.- Het komt er gewoon op aan dat sommige OCMW’s aandelen bezitten in IGEMO en dat die als aandeelhouder ook in de raad van bestuur moet komen. Dat voldoet aan de wetgeving. Daar gaat het om. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Wij zullen ons om reden van die onduidelijkheid onthouden op dit punt. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 51 leden hebben ja gestemd; 14 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 51 stemmen ja, bij 14 onthoudingen. De heer VANDENDRIESSCHE deelt mee dat hij zich wilde onthouden.

70


3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 3/1 en 3/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 3/1 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 520/640. Toegestane subsidie. Artikel 520/64010297/9005000000000. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Aan de provincieraad van 28 februari en 28 maart 2013 werd reeds gerapporteerd over de gedeeltelijke invulling van het verdeelkrediet van 550.000 EUR ingeschreven onder artikel 520/64010297/9005000000000 van het budget 2013 met als omschrijving ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’. In bijgaand verslag wordt gevraagd in te stemmen met verdere aanwending binnen dit verdeelkrediet. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid 

Project TRANSIT Schoolverlatersplatform (schooljaar 2013-2014) (deelbudget 7.500 EUR)

Elk jaar maken duizenden leerlingen de overstap van schoolbank naar arbeidsmarkt. Deze overgang roept bij jongeren heel wat vragen op. Het project ‘Schoolverlatersplatform TRANSIT’ heeft de ambitieuze doelstelling om de Antwerpse schoolverlaters deze overstap van schoolbank naar arbeidsmarkt succesvol te laten maken. In het schooljaar (2013-2014) zullen de TRANSIT schoolverlatersdagen reeds aan hun zevende editie toe zijn. Het TRANSIT Schoolverlatersplatform bestaat uit een breed partnerschap. RESOC Antwerpen is hoofdpromotor en heeft een samenwerkingsverband met de Stad Antwerpen, PWA Antwerpen, POM Antwerpen, VDAB en de sociale partners. Deze brede samenwerking staat garant voor een volledig en optimaal aanbod inzake arbeidsbegeleiding. Met www.transitweb.be (ontwikkeld door Pienternet) is er ook een duidelijke, overzichtelijke website volledig op maat van jongeren. Deze website biedt de mogelijkheid om op een eigentijdse manier een vast aanspreekpunt voor scholen, partners en andere geïnteresseerden te vormen. Uit de evaluaties bij leerlingen en scholen van de vorige edities is gebleken dat het TRANSIT-programma als zeer zinvol wordt ervaren en de interactieve aanpak sterk aansluit bij de doelgroep. De afgelopen jaren werd er hard ingezet op de uitbreiding van de doelgroep (BUSO en deeltijds onderwijs) en inhoudelijke verbreding (workshops omtrent ‘zelfstandig ondernemen’). Vorig schooljaar werd er een experiment opgezet waarbij ook jongeren uit het ASO werden ingelicht over hun rechten en plichten op de arbeidsmarkt. De deelnemende ASO-scholen waren unaniem positief, waardoor vanaf het schooljaar 2013-2014 het volledige TRANSIT-programma zal aangeboden worden

71


aan de laatstejaars ASO-leerlingen. Op deze manier werkt TRANSIT verder aan de doelstelling om zo veel mogelijk jongeren, verspreid over verschillende doelgroepen en onderwijsvormen, te ondersteunen bij de overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt. Voorgesteld wordt om voor het schooljaar 2013-2014 voor het project ‘TRANSIT Schoolverlatersplatform’ een bedrag van 7.500 EUR te voorzien ten behoeve van vzw ERSV –afdeling RESOC Antwerpen. 

Excellente Ondernemingen (deelbudget 30.000 EUR)

Het project ‘Excellente Ondernemingen’ wil ondernemingen uit de provincie Antwerpen belonen die het voorbije jaar innoverend geweest zijn op het vlak van marketing, strategie, internationalisering, productontwikkeling, productieprocessen of HRM-beleid. Op basis van de gegevens van de Nationale Bank van België worden de sterkste groeibedrijven in elk arrondissement van de provincie uitgenodigd om deel te nemen. De selectie van de genomineerden voor ‘Excellente Onderneming’ gebeurt aan de hand van een uitgebreide selectieprocedure en door een deskundige jury. De drie VOKA– Kamers van Koophandel van de provincie Antwerpen maken hun respectieve finalisten bekend tijdens een arrondissementeel event in het najaar. Uit de 3 arrondissementele winnaars wordt uiteindelijk de provinciale winnaar geselecteerd. In samenwerking met de provincie Antwerpen wordt deze ‘Excellente Onderneming van de provincie Antwerpen’ plechtig bekendgemaakt op een persmoment en in de bloemetjes gezet. Voor het project ‘Excellente Ondernemingen’ wordt een bedrag van 30.000 EUR uitgetrokken ten behoeve van VOKA-Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland. 

Project Gemeentelijke 10.000 EUR)

infosessies

voor

detailhandelaars

(deelbudget

Met dit project wil UNIZO, in samenwerking met één of meerdere UNIZO-lokale ondernemingsverenigingen, ongeveer een 25-tal gemeentelijke infosessies voor detailhandelaars organiseren. Het aanbod is voornamelijk gericht op kleinere ondernemers en de nadruk van de behandelde thematiek tijdens de infosessies ligt sterk op detailhandel. Volgende thema’s kunnen aan bod komen: o o o o o o o o o o

Stemtraining voor verkoopgesprekken Hoe uw onderneming financieren in 2013 Mijn onderneming verkoopt via het internet Online verkopen, is alles juridisch in orde? Commercieel profijt uit Facebook Mijn onderneming in de pers Mensen kopen mensen... Maak het verschil met de juiste verkooptechnieken Herken valse eurobiljetten? Geef criminelen geen kans. Veilig Ondernemen = preventie! Geef uw zaak de juiste kleuren en geuren!

Bovendien voorziet UNIZO in het kader van de ondersteuning van de provinciale detailhandelsbeleid ook een aantal (boven)lokale sessies met ondernemers in het kader verspreiding van de lokale resultaten van de swot-analyses en het werk van de detailhandelscoaches. UNIZO wil tevens inzetten op de verdere uitbouw van het

72


streekproductenbeleid van de provincie. Deze kunnen voor lokale ondernemers een enorme troef betekenen. Niet alleen culinair en ecologisch. Aangezien streekproducten lokale productie en buurtwinkelen verzoenen, zijn zij katalysatoren om te komen tot een lokale samenwerking tussen ondernemers. In dit kader wil UNIZO in overleg met de provincie komen tot een aantal (boven)lokale infosessies voor ondernemers om hier in een actieve rol te kunnen spelen. Het streefdoel is om per sessie een gemiddelde aanwezigheid van een 30 tot 50 ondernemers te hebben. Deze infosessies staan open voor elke ondernemer ongeacht het lidmaatschap van UNIZO. Voor het project ‘Gemeentelijke infosessies voor detailhandelaars’ wordt een bedrag van 10.000 EUR uitgetrokken ten behoeve van UNIZO Regio Antwerpen-Mechelen. 

Project Creatieve sector Antwerpen (deelbudget 50.000 EUR)

Provincie Antwerpen en stad Antwerpen beschikken over heel wat troeven met betrekking tot design. Om onze positie optimaal te valoriseren moeten we streven naar een integraal beleid en is er nood aan een platform die de verschillende actoren in het veld samen brengt en nagaat hoe we de sector verder kunnen laten groeien. Vanuit Vlaanderen is er onlangs een Design Platform Vlaanderen opgericht waar regio Limburg en regio Kortrijk reeds zijn ingestapt. Provincie Antwerpen en stad Antwerpen hebben als doel om op korte termijn mee toe te treden, en om te komen tot een gedragen beleid die de sector alle kansen geeft om haar positie verder te versterken. Om dit te realiseren moet er op korte termijn een samenwerkingsovereenkomst komen tussen verschillende actoren uit het veld. Doelstellingen van deze samenwerking zijn drieledig: (1) ondersteuning creatief ondernemerschap, (2) uitdragen ondernemerschap in buitenland en (3) creëren van awareness in binnenland. Om dit project concreet gestalte te geven wordt er ook een stuurgroep opgericht die zal bestaan uit volgende actoren: Provincie Antwerpen, POM Antwerpen, Stad Antwerpen, Designcenter De Winkelhaak, onderwijsinstellingen (AMS, ARTESIS) en een delegatie uit het bedrijfsleven (4-tal representatieve bedrijven als klankbord). Volgende acties (niet-limitatieve opsomming) worden gekoppeld aan dit project: o Gemeenschappelijke aanpak & visie bepalen door stuurgroep o Definitieve naam bepalen: Antwerp Powered by Creatives (*)werktitel o Eerste actielijnen uitwerken (voor 2013 kan aangesloten worden bij lopende initiatieven, zoals THE ANTWERP FORUM, opleidingsaanbod, eerste expo’s in De Winkelhaak, design in diamantsector, ... ) o Nota aan Agentschap Ondernemen voor verdere financiering o Structuur oprichten & toetreden tot Design Platform Vlaanderen o Ambitie voor legislatuur scherp stellen: verdere uitwerking platform (acties en promotie), uitbreiding netwerk designregio (partners & bedrijven) Zowel provincie Antwerpen en stad Antwerpen zullen elk 50.000 EUR bijdragen ter financiering van het project ‘Creatieve sector Antwerpen’. Tevens is er voorzien dat POM Antwerpen en stad Antwerpen elk een ½ VTE inzet op het project. Na toetreding tot Design Platform Vlaanderen wordt er ook een dossier ingediend bij Agentschap Ondernemen om verdere financiering te kunnen verkrijgen.

73


Voorgesteld wordt om voor het project ‘Creatieve sector Antwerpen’ een bedrag van 50.000 EUR te voorzien ten behoeve van POM Antwerpen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een subsidie van 7.500,00 EUR aan vzw ERSV provincie Antwerpen – afdeling RESOC Antwerpen (project TRANSIT schoolverlatersplatform schooljaar 2013-2014), vanuit het globaal krediet van 550.000,00 EUR (subsidiëring van het provinciaal economisch beleid) van het budget 2013 ingeschreven onder artikel 520/64010297/9005000000000. Artikel 2: Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan VOKA-Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland (project Excellente Ondernemingen), vanuit het globaal krediet van 550.000,00 EUR (subsidiëring van het provinciaal economisch beleid) van het budget 2013 ingeschreven onder artikel 520/64010297/9005000000000. Artikel 3: Ingestemd wordt met een subsidie van 10.000,00 EUR aan UNIZO Regio Antwerpen – Mechelen (project Gemeentelijke infosessies voor detailhandelaars), vanuit het globaal krediet van 550.000,00 EUR (subsidiëring van het provinciaal economisch beleid) van het budget 2013 ingeschreven onder artikel 520/64010297/9005000000000. Artikel 4: Ingestemd wordt met een subsidie van 50.000,00 EUR aan POM Antwerpen (project Creatieve sector Antwerpen), vanuit het globaal krediet van 550.000,00 EUR (subsidiëring van het provinciaal economisch beleid) van het budget 2013 ingeschreven onder artikel 520/64010297/ 9005000000000. VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Dank u wel, voorzitter. Als we de verschillende projecten even overlopen dan valt het toch wel op - het ene project RESOC, het andere VOCA, Kamer van Koophandel, UNIZO, Vlaams Gewest - dat waar dat wij een aantal maanden geleden bij andere projecten de eerste tekenen zagen van een eigen economisch beleid binnen deze provincie, wij nu toch wel moeten vaststellen dat we terug beginnen af te glijden naar een gewoon puur subsidiebeleid. Ik heb er altijd voor gewaarschuwd. Ik vind niet dat we dat mogen doen. Het kunnen misschien wel waardevolle projecten zijn, maar ik denk dat als wij ons willen onderscheiden als provincie wij in staat moeten kunnen zijn, met een economische dienst, om een eigen economisch profiel aan te

74


meten of een eigen economisch beleid uit te stippelen. Dat kan niet zomaar zijn met op de kar te springen van andere organisaties. Ik zou daar toch willen voor waarschuwen. Gedeputeerde, probeer zelf wat inhoud te vinden, probeer zelf projecten naar voor te schuiven, in plaats van over te gaan tot pure subsidie.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik moet zeggen dat ik op dat vlak een totaal andere mening heb. Ik vind niet dat wij hier een uitgebreide dienst moeten uitbouwen. Wanneer dat de samenleving goed werkt en de samenleving ons economisch beleid uitvoert, en we dat op een bepaalde manier stimuleren en in een bepaalde richting sturen, wij op dat moment goed bezig zijn. Maar hier een aparte, heel uitgebreide, operationele dienst inrichten, dat lijkt mij niet zo wijs. Ik heb daar eerlijk gezegd een totaal andere mening over.

VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik wou aansluiten bij collega Van Hove. Dat is ook de reden waarom wij ons gaan onthouden als fractie over het punt 3/1, omdat wij enerzijds zo’n project als Transit ook wel willen steunen, maar anderzijds toch echt, zoals het uit de teksten naar voor komt, geen subsidiëringsorgaan van UNIZO en VOCA willen zijn.

VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Gedeputeerde, schaf dan heel de dienst Economie af. Als u zegt dat wij inhoudelijk daar niets gaan doen, en wij moeten daar zelf geen beleid gaan voeren, stop er dan echt mee. Schaf die dienst af. Dat is weeral goed voor uw 3%, en geef gewoon die gelden aan de POM, zoals u in artikel 3/5 ook gaat doen, en laat de POM het economisch beleid uitvoeren en stop er hiermee.

De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Mijnheer Van Hove, de POM is integraal deel van de provincie en van ons economisch beleid. De POM is onze operationele dienst om op het terrein te werken. Wanneer dat we zelf operationeel gaan werken, dan werken we met de POM. Het beleid uittekenen, dat is de dienst. Buiten POM en beleid, als het er op aankomt om te zeggen wat we op de verschillende punten doen: het aanzwengelen van de detailhandel. Beleidsmatig vinden we dat belangrijk om proberen de detailhandel te ondersteunen en aan te zwengelen. Ten tweede er voor zorgen dat schoolverlaters bij de juiste jobs terechtkomen en voorbereid worden op de arbeidsmarkt. Als je ziet dat verenigingen dat goed doen, maar mits een beetje steun dat nog beter kunnen doen, heeft dat niet veel zin om dat zelf te gaan overnemen. Als ik nu zie dat zowel de PVDA als Vlaams Belang daar tegen is, dan denk ik dat we goed bezig zijn.

75


VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Gedeputeerde, u spreekt uzelf hier tegen. U zegt dat we geen beleid moeten voeren, en dan zegt u dat we wel een beleid moeten voeren, maar operationeel geven we het aan de POM en de subsidies die delen dan uit. Dat is geen beleid voeren. Wees eens duidelijk, bent u voorstander voor een economisch beleid te voeren binnen de provincie, of zegt u gewoon dat we bestaande projecten gaan subsidiëren, want eigenlijk kennen we er zelf niets van.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Het project “Transit” bestaat inderdaad al even. We verhogen daar nu de steun aan, maar zonder die steun zou het niet plaatsvinden. Het is daardoor dat het mogelijk wordt.

VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik zou toch willen zeggen, omdat u het zelf heeft aangehaald, dat wij toch iets anders naar voor schuiven dan dat de collega van het Vlaams Belang doet. Wij zijn principiële tegenstanders van VOCA en UNIZO, en ik denk niet dat dit bij het Vlaams Belang zo is. Nr. 3/2 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 621/640. Toegestane subsidies. Artikel 621/64013143/90060000. Subsidies voor initiatieven van duurzame en verbrede landbouw. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Onder artikel 621/64013143/90060000 van budget 2013 is een machtigingskrediet van 50.000 EUR voorzien voor de subsidiëring van initiatieven voor duurzame en verbrede landbouw. Drie projectsubsidies worden ter goedkeuring voorgesteld. LANDBOUW 1. Jaarmarkt Heist-op-den-Berg De dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid stelt voor om deze jaarmarkt in Heist-opden-Berg te ondersteunen zodat ze verder kan uitgebouwd worden als uithangbord voor verbrede landbouw in onze provincie (met extra aandacht voor hoeve- en streekproducten). Dit ligt in de lijn van de provinciale ondersteuning voor Prominant als plattelandsevenement en voor de Agridagen als professionele landbouwbeurs. Financiële ondersteuning: 3.000 EUR Timing: 14/9/2013

76


2. Imkervereniging op Prominant De imkervereniging wil op Prominant een sensibiliseringsactie organiseren rond bijvriendelijk zaai- en plantgoed. De bijenproblematiek is erg actueel en daarom is het belangrijk om het grote publiek op een plattelandsevenement zoals Prominant te stimuleren om meer bijvriendelijke aanplantingen te doen. Financiële ondersteuning: 3.000 EUR Timing: 1/9/2013 3. Boomteeltfederatie op Prominant De boomteeltfederatie vertegenwoordigt een snelgroeiende en belangrijke speerpuntsector in onze provincie. Voor het eerst zal deze sector naar buiten treden op Prominant. Doel is om het publiek te laten kennismaken, maar ook om via extra aandacht voor bijvriendelijke planten, de sensibiliseringsactie van de imkervereniging te versterken. Financiële ondersteuning: 3.000 EUR Timing: 1/9/2013 Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 65 van de provinciewet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met de projectsubsidie van 3.000 EUR aan de jaarmarkt Heist-opden-Berg onder artikel 621/64013143/90060000 van budget 2013 van het machtigingskrediet van 50.000 EUR voorzien voor de subsidiëring van initiatieven voor duurzame en verbrede landbouw. Artikel 2: Ingestemd wordt met de projectsubsidie van 3.000 EUR aan de imkervereniging voor Prominant onder artikel 621/64013143/90060000 van budget 2013 van het machtigingskrediet van 50.000 EUR voorzien voor de subsidiëring van initiatieven voor duurzame en verbrede landbouw. Artikel 3: Ingestemd wordt met de projectsubsidie van 3.000 EUR aan de boomteeltfederatie voor Prominant onder artikel 621/64013143/90060000 van budget 2013 van het machtigingskrediet van 50.000 EUR voorzien voor de subsidiëring van initiatieven voor duurzame en verbrede landbouw. VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Collega’s, Gedeputeerden, Ik kom een beetje ad hoc tussen op een punt van landbouw, een commissie waar ik ook niet in zetel en nog nooit in gezeteld heb. Maar ik zetel wel in de commissie Logistiek en

77


Financiën en daar hebben wij redelijk wat tijd gespendeerd aan het overlopen van de opmerkingen van het Rekenhof aangaande de jaarrekening van 2012. De jaarrekening 2012 is een lijvig document. Ergens verstopt in dat lijvig document zaten opmerkingen van het Rekenhof, die op zich ook al redelijk lijvig waren naar mijn ervaring in het verleden. Ik kom daar later nog op terug, maar daar zat ook een soort van steekproefonderzoek in. Dat steekproefonderzoek heeft zich een beetje toegespitst op de subsidies binnen het beleidsdomein landbouw. Nu blijken er toch wel een aantal zaken uit die het Rekenhof zwart op wit toch notuleert, dat er toch subsidies zijn met betrekking tot duurzame landbouw in het bijzonder, zonder reglementen vergund, zonder duidelijke beoordelingscriteria, zonder dat er een oproep was gelanceerd zodat ze blijkbaar niet gevolgd worden omdat er te weinig inschrijvingen waren - waar het dan aan schort dat kan ik natuurlijk niet weten – dat er geen voorwaarden in het individuele subsidiebesluit stonden, geen regels voor de verantwoording, noch inhoudelijk, noch in het financiële, waarbij je toch wel vragen kunt stellen over de wijze waarop dat die subsidies worden gegund. Er is dan een antwoord gekomen van de deputatie, die toch wel de argumenten van het Rekenhof, toch niet het minste orgaan in dit land, betwist. Maar het Rekenhof zegt daar dan weer tegenover dat het een beetje een ja-nee verhaal is en dat de gesubsidieerde toch wel minstens moet aantonen waarvoor de subsidie wordt aangewend en of dat ze er inderdaad voor gebruikt werden. Ik heb in de commissie ook gezegd dat dit zou moeten besproken worden, is het niet in onze commissie Financiën, dan toch minstens in de commissie Landbouw. En ik heb daar ook betreurd dat het niet kon besproken worden in de commissie Landbouw omdat het niet op de agenda van de commissie is gezet geweest, want de punten onder 4/1 vallen volgens de goede orde van sommigen in de commissie onder de bevoegdheid van financiën. Men heeft het verslag van het Rekenhof gekregen voor dat de commissie Landbouw vorige week donderdag is bijeengekomen. Dus er was geen enkele reden voor om dit, toch nogal zware opmerkingen van het Rekenhof aan de provincie, niet te behandelen in die commissie. Dan is er gezegd geweest: geen enkel probleem, mevrouw Michielsen, dat kunnen we dan wel eens op een volgende commissie van Landbouw bekijken, maar blijft toch wel dat ik sowieso met betrekking tot de subsidies van landbouw nu met zware problemen zit om dat goed te keuren. Wij gaan ons met de fractie dan ook onthouden op dit punt. Ik wil het ook opentrekken naar andere subsidielijnen, want ik vind dat ook de andere subsidielijnen dan ook eens mogen doorgelicht worden, en dat hoeft dan niet door het Rekenhof te gebeuren, maar dat we het eens zelf door onze diensten laten doorlichten tegen de opmerkingen van het Rekenhof om een beetje te weten of dat de middelen van het algemeen belang juist worden besteed zoals wij dat wensen.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- De opmerkingen van het Rekenhof zijn toegekomen in een tweede antwoord één dag voor de commissie samenkwam. We kunnen dat in de commissie Landbouw wel bespreken in een van de volgende zittingen. Het ging tenslotte over de rekening 2012. U gebruikt heel zware woorden. Het gaat over een totaal krediet van 50.000 EUR wat verdeeld wordt in allerlei verschillende kleine tegemoetkomingen. Als men aan alles moet

78


beantwoorden datgene wat men voorschrijft dan wordt de planlast, een administratieve last die men gaat opleggen, wel dermate hoog. Ik vind dat er een aantal zeer zinnige opmerkingen zijn naar voren gebracht ten aanzien van de globaliteit in de beoordeling van het Rekenhof, maar hier hebben ze zich toch eerlijk gezegd wat verloren in de details. Wat niet wil zeggen dat we moeten kijken of dat we naar de toekomst toe daar niet beter kunnen mee rekening houden.

VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 3/1 en 3/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 6 onthoudingen.

3/1

en

3/2

worden

goedgekeurd

met

59

stemmen

ja,

bij

VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 3/3 en 3/4 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 3/3 van de agenda Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Hooibeekhoeve. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 26 april 2001 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van GPB Hooibeekhoeve goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 2.053.768,02 EUR en de volgende kerncijfers:     

cash flow: boekhoudkundig resultaat: overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: voorgestelde resultaatsverdeling: Voorgesteld wordt het resultaat van 257.470,47 EUR over te volgend boekjaar van het provinciebedrijf.

372.669,99 EUR 257.470,47 EUR 257.470,47 EUR dragen naar het

Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 76.478,30 EUR aan investeringen en voor 22.529,73 EUR aan desinvesteringen conform detail opgenomen in de jaarrekening.

79


De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor dd. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. Een exemplaar van de jaarrekening en het jaarverslag 2012 ligt eveneens ter inzage op de Griffie of kan op intranet onder http://intranet.provant.be/group/guest/bestuur-enorganisatie/organisatiestructuur/dep.-welzijn-economie-enplattelandsbeleid/hooibeekhoeve-provinciebedrijf geconsulteerd worden. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van het provinciedecreet; Gelet op het besluit van de deputatie van 25 april 2013 houdende kennisneming van de jaarrekening 2012 van GPB Hooibeekhoeve; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewoon provinciebedrijf Hooibeekhoeve. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: over te dragen resultaat naar volgend boekjaar, 257.470,47 EUR, van GPB Hooibeekhoeve. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Collega’s, Ik ga niet herhalen wat collega Michielsen heeft gezegd over de subsidies, maar ik denk dat het ook een beetje slaat op dit punt. We hebben inderdaad dat verslag van het Rekenhof niet besproken in de commissie. Ik reken er op dat het dan toch gebeurt in de volgende raadscommissie. Maar we hebben hier toch wel wat bedenking bij als fractie, bij

80


de Hooibeekhoeve die toch enorme reserves hebben opgebouwd. Het gaat nu over reserves van 1,2 miljoen EUR. Ook daar zijn er toch pertinente bemerkingen gemaakt, denk ik, die terecht zijn. Vandaar dat wij ons bij dit agendapunt zullen onthouden. Nr. 3/4 van de agenda Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Kamp C. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 26 april 2001 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van GPB Kamp C goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 824.743,77 EUR en de volgende kerncijfers:     

cash flow: 7.768,26 EUR boekhoudkundig resultaat: -474,31 EUR overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: -474,31 EUR voorgestelde resultaatsverdeling: Voorgesteld wordt het resultaat van -474,31 EUR over te dragen naar het volgend boekjaar van het provinciebedrijf.

Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 8.242,57 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor dd. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. Een exemplaar van de jaarrekening en het jaarverslag 2012 ligt eveneens ter inzage op de Griffie of kan op intranet onder http://intranet.provant.be/group/guest/bestuur-enorganisatie/organisatiestructuur/dep.-welzijn-economie-en-plattelandsbeleid/kampc-provinciebedrijf geconsulteerd worden. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag werd goedgekeurd door deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van het provinciedecreet;

81


Gelet op het besluit van de deputatie van 25 april 2013 houdende kennisneming van de jaarrekening 2012 van GPB Kamp C; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewoon provinciebedrijf Kamp C. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: over te dragen resultaat naar volgend boekjaar, -474,31 EUR, van GPB Kamp C. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 3/3 en 3/4 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 67 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd; 4 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 4 onthoudingen.

3/3

en

3/4

worden

goedgekeurd

met

63

stemmen

ja,

bij

Nr. 3/5 van de agenda Provinciale initiatieven. Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid. Opheffing. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Sinds 25 februari 2010 is het “Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid” in voege. Om het detailhandelsbeleid van de gemeenten in concreto te ondersteunen, werkte de dienst Economie en Internationale Samenwerking een provinciaal subsidiereglement voor “initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid” uit. Voor dit subsidiereglement staat jaarlijks een bedrag van 150.000 EUR ingeschreven in het budget van de provincie Antwerpen.

82


Het Agentschap Ondernemen heeft nieuwe subsidiekanalen in het leven geroepen. Deze subsidiekanalen overlappen met het “Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid”. Het provinciaal subsidiereglement, in zijn huidige vorm, verliest hiermee zijn meerwaarde. Toch wil de provincie Antwerpen haar steden en gemeenten blijven aansporen om noodzakelijke maatregelen te nemen ter verbetering van hun lokale kleinhandelsapparaat. De provincie zal dit doen in samenwerking met de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen. Detailhandelsexperten van POM Antwerpen zullen steden en gemeenten ondersteunen voor de invulling van een actief lokaal detailhandelsbeleid. De bijlagen waarin de modaliteiten voor de aanpak van het COach-Operatie Detailhandel o.l.v. de POM Antwerpen worden toegelicht, liggen ter inzage bij de griffie. Voorgesteld wordt het “Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid” op te heffen met ingang van 1 juli 2013. Vermits de goedgekeurde projecten van 2012 nog tot eind september 2013 hun afrekening kunnen indienen, moeten de aanvragen tot uitbetaling van het saldo nog gehonoreerd worden. Het bedrag van het reglement “Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid” (150.000 EUR) wordt via de eerstvolgende budgetwijziging (september 2013) overgeheveld naar het verdeelkrediet provinciaal economisch beleid, van waaruit een subsidie van 150.000 EUR aan POM Antwerpen zal worden toegekend. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de opheffing vanaf 1 juli 2013 van het “Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid”. Artikel 2: Voorgesteld wordt om het bestaande subsidiebedrag van 150.000 EUR (van het “Provinciaal subsidiereglement voor initiatieven ter aanmoediging van een dynamisch lokaal detailhandelsbeleid”) over te hevelen naar het verdeelkrediet provinciaal economisch beleid ter uitvoering van het project Coach-Operatie Detailhandel (COOP-DH - POM Antwerpen) in de provincieraad van 26 september 2013. VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord.

83


De heer VAN HOVE.- Dank u, voorzitter. Ook hier zien wij natuurlijk weer doorschuiven van een eigen beleid naar de POM, maar daar ga ik het nu verder niet over hebben, wel inhoudelijk. Gedeputeerde, ik heb hier wat gemengde gevoelens bij dit punt. Men wil het bestaande reglement veranderen door een ander reglement, dat weliswaar nog moet gestemd worden, en de subsidies die nu worden gegeven naar projecten, naar gemeenten die gaan vervangen worden door coaches. Ik denk dat dit voor kleinere gemeenten toch wel een domper is, omdat zij minder zullen gaan kunnen investeren in de toekomst. Aan de andere kant ben ik van mening dat grotere gemeenten zelf wel de knowhow in huis hebben en waarschijnlijk ook niet echt zitten te wachten op inmenging van buiten. Ik ga even de gemeente Niel aanhalen. De gemeente Niel heeft vorig jaar subsidie aangevraagd en verkregen voor de verfraaiing van de winkelstraat. De winkelstraat gaat aantrekkelijker gemaakt worden, wat toch de bedoeling is van deze subsidies. Vanaf 1 juli kan dat dus niet meer. Ze zouden dan enkel beroep kunnen doen op die experten, maar ik denk dat het ook een open deur intrappen is. Iedereen kent de precaire financiële situatie van de gemeenten. Men moet zelf gaan investeren om die knowhow te gaan aankopen bij de POM en dan heeft men uiteindelijk nog maar een plan, en dan moet er nog een uitvoering zijn. Ik vrees dat heel wat heel gemeenten geen geld hebben voor die uitvoering, laat staan ook voor die plannen. Aan de andere kant denk ik dat de grote gemeenten daar niet echt zitten op te wachten. Ik vrees eigenlijk dat we met deze verandering het doel wat gaan voorbij schieten. De initiële gedachte van te gaan investeren in detailhandel bij gemeenten door het verfraaien en verbeteren van de mogelijkheden, daar gaan we aan voorbij gaan, en de plannen, als ze al gemaakt worden, zullen eventueel wel ergens in een schuif gaan terechtkomen zonder uitvoering wegens gebrek aan centen. Onze fractie gaat zich onthouden op dit punt.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik begrijp het nu helemaal niet meer. Daarstraks was er kritiek omwille van het feit dat we subsidies gaven. Nu zeggen we: neen, we gaan wat dit betreft geen subsidies meer rechtstreeks geven. We gaan eigenlijk een eigen stuk dienst uitbouwen. Weze het dan bij de POM, waar we proberen twee experten aan te trekken om het detailhandelsbeleid op het terrein te ondersteunen. De POM is 100% dochter van de provincie. Wat is dan het probleem? We doen dat daar. Maar als u goed geluisterd hebt in de commissie heb ik wel gezegd dat we de bijdrage die de gemeenten gaan betalen wel opnieuw gaan gebruiken voor de uitvoering van het detailhandelsbeleid op het terrein. De eigenlijke personele ondersteuning, de wedde, is een zaak van de provincie dat dan gebeurt via de POM. De gemeenten betalen hun bijdrage, maar die bijdrage zal gebruikt worden voor concrete acties. Dit hebben we ook gedaan. We hebben een platform detailhandel waar dat de vertegenwoordigers van 15 gemeenten die sterk met detailhandel bezig zijn, en waar ook heel kleine gemeenten bij zijn, zelf gevraagd hebben: wat moeten we doen, wat vinden jullie dat het beleid van de provincie zou moeten zijn in de komende periode. En ze kwamen zelf met de vraag om personele expertenondersteuning te krijgen. We gaan daar nu mee beginnen. We zullen dat uiteraard na verloop van tijd evalueren of dat inderdaad

84


het effect heeft dat het moet hebben, maar ik denk dat de kritiek die u er op uitbrengt eigenlijk niet de juiste is.

VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Collega’s, Wij zijn ook niet zo gelukkig met hetgeen hier nu voorligt, om een reglement af te schaffen terwijl het nieuwe nog niet helemaal op punt staat, en volgens mijn bescheiden mening ook niet helemaal niet orde is. Ik zeg niet dat het systeem dat in de vorige legislatuur op touw is gezet zaligmakend is, maar ik weet wel uit de verschillende oproepen die er geweest zijn – en ik stond er toch heel kort bij – dat er een aantal goeie initiatieven zijn geweest die de gemeenten hebben opgenomen en waar er daadwerkelijk iets gebeurd is rond detailhandel. Dat was uiteindelijk toch de bedoeling om er beweging in te krijgen. Wij hebben aan het begin van de vorige legislatuur eventjes opgelijst van welke diensten zijn er nu van lokale gemeenten? Welke gemeenten hebben er in hun bestuursakkoord aandacht aan geschonken, hebben daar een afzonderlijk dienst voor, of hebben daar al dan niet een halftijdse of voltijdse ambtenaar voor, of een hele dienst die die zaken opvolgen? De bedoeling was ook om dat te gaan stimuleren bij de verschillende gemeenten, om als het ware binnen de gemeenten toch wel expertise op te bouwen rond de detailhandel, rond de winkelgebieden in eigen gemeenten en rond de goederenstromen en de koopstromen. Ik denk dat hetgeen we toen gedaan hebben met de Locatus databank, van eigenlijk een tool te geven aan de gemeenten, je daardoor die gemeenten expertise kunt laten opbouwen. Want met die cijfers die men had rond het aantal detailhandelszaken: welke branche die zaken gevestigd waren, welke grootte die zaken hadden, en ook het onderzoek, hoe beperkt het ook was, dat toen gebeurd is rond de koopstromen, daar kon de gemeente effectief mee aan de slag, alleszins de gemeente die dat wou. En een aantal van de 70 gemeenten in onze provincie hebben dat toch gedaan. Ik denk dat die Locatus databank, van dat aan te bieden, dat het een heel goede tool was naar de gemeenten, en dat ze dan verder de autonomie hadden om daar iets mee te doen of niet, en via ons subsidiereglement dat er was dat ook konden aanwenden in de richting dat zij dachten dat het prioritair was voor hun gemeente. Dat is heel veel gegaan in de richting van studiewerk. Dat is ook heel veel gegaan in de richting van concrete initiatieven rond detailhandel. Dus dat heeft zeker zijn doel niet gemist. Ik denk dat er ook in het verleden gebleken is dat er gespecialiseerde bureaus zijn die die materie heel goed kennen. Ik ga ze hier niet allemaal opsommen, u kent ze ook gedeputeerde. Maar ik denk dat we daar toch veel beter beroep kunnen op doen dan in een systeem, en met alle sympathie voor de POM, ik zal de laatste zijn om daar iets op te zeggen. Maar als we bij de POM nog mensen moeten gaan aanwerven, dan moeten we ook wel mensen vinden met voldoende expertise, en dan gaan dat waarschijnlijk mensen zijn die nooit op de hoogte zijn van de situatie in de 70 steden en gemeenten van onze provincie. Dat is onmogelijk. We moeten daar dan nog eens de mensen gaan opleiden. Ik vrees dat we dit jaar en begin volgend jaar we daar zeker geen resultaat van gaan zien en dat het een lange tijd gaat vragen. Het leek mij nogal onduidelijk, maar misschien heb ik het niet goed begrepen, als de gemeenten hier mee aan participeren, tegen welke kost zal dat gebeuren?

85


Wat gaan zij voor die kost krijgen. Dat is mij toch niet zo duidelijk in dit systeem, terwijl in ons oud systeem het duidelijk was. Men heeft een project. Men vraagt daar subsidie voor aan. Men krijgt een deel subsidie en men kan dan zien wat men daar al dan niet mee doet. Men kan daar ook resultaten voor voorleggen. Om de zaken samen te vatten. We gaan dat toch wel nauwlettend opvolgen. Ik zou willen vragen van het nieuwe systeem toch nog eens tegen het licht te houden, maar ik denk dat het geen goede zaak is om het oude reglement momenteel af te schaffen.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik erken dat er in de voorbije periode heel verdienstelijk werk is gebeurd op vlak van detailhandel en we trekken er een aantal zaken van door. Locatus blijft gratis aangeboden aan de gemeenten. Het nog door u opgestarte koopstromenonderzoek, samen met de vier andere provincies zal afgelopen zijn in 2014. Op dat moment zullen we aan alle gemeenten ook kunnen aanbieden waar dat hun inwoners kopen, en van waar de klanten komen bij hun eigen handelszaken. Dat zijn essentiële informatie-elementen om een beleid rond te gaan bouwen. U vraagt: is dit ideaal dat elke gemeente beschikt over een ambtenaar lokale economie? Maar de gemeenten zeggen: in de huidige financiële situatie zien wij dat niet zitten om dat te gaan doen. Wij kunnen mensen hebben die enkele uren, een dag per week ongeveer echt kunnen besteden aan lokale economie, maar daarnaast nog andere verantwoordelijkheden. Ze zeggen: als wij echt een beleid willen gaan uitvoeren, dan vinden we het nuttig dat we ondersteund worden door een zekere expertise op dat vlak. En dan kan men die extern gaan inkopen bij een bureau, er zijn er goede bij, en ik zeg niet dat het ook nog door sommige gemeenten in de toekomst zal blijven gebeuren, maar die zijn dan natuurlijk nadien niet meer bereikbaar wanneer de studie is afgelopen. Terwijl dat de mensen die we als provincie hebben bereikbaar blijven. Het is een uitdrukkelijke vraag van de gemeenten om hen eigenlijk op deze manier, naast dat materiaal, bij te staan in het beleid dat ze willen gaan voeren.

VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Gedeputeerde, ik wil daar toch even de aandacht op vestigen dat de gemeente voor een heleboel dingen wel zelf verantwoordelijk zijn, en dat het echt gaat in winkelgebieden. Het is niet de grote economie, maar het gaat dikwijls over leegstand waar de gemeente nu zelf verantwoordelijk is voor leegstandsheffing en de inventaris daarvan. Het gaat ook over vergunningen verlenen, niet alleen stedenbouwkundige vergunningen waar de meeste gemeenten ontvoogd zijn en daar zelf voor instaan. Het gaat ook over de socio-economische vergunningen die een gemeente moet verlenen. Men moet in de gemeente een bepaalde expertise hebben, men moet iemand hebben die dat opvolgt. Ik weet dat het verschillend is. In de ene gemeente zit het dan bij een dienst Lokale Economie, bij een andere gemeente is dat misschien anders ingedeeld, maar men moet sowieso toch een bepaalde expertise hebben om daar het schepencollege deftig te kunnen informeren over het al dan niet verlenen van dergelijke vergunning. Het lijkt mij veel beter van te zoeken naar tools die algemeen kunnen gebruikt worden, zoals de databank van

86


Locatus waar er informatie over alle gemeenten en alle detailhandelszaken is. Ik denk dat we juist moeten zoeken naar expertise die algemeen kan aangewend worden, waardoor die lokale gemeentelijke ambtenaren hun werk beter gefaciliteerd wordt en beter kunnen uitvoeren. Dat zie ik niet direct in het systeem dat hier wordt voorgesteld.

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 51 leden hebben ja gestemd; 7 leden hebben nee gestemd; 7 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 51 stemmen ja, bij 7 stemmen nee en 7 onthoudingen.

87


VOORZITTER.- Ik zou willen voorstellen om even over te gaan naar de punten van recreatie, sport en toerisme en de punten van personeel aangezien de heer Peeters naar een openbare verkoop moet vanuit de provincie. De raad stemt ermee in. 7. Recreatie, sport en toerisme VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 7/1 en 7/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 7/1 van de agenda Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 26 september 2002 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van GPB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 899.597,48 EUR en volgende kerncijfers:    

Cash flow: 227.518,20 EUR Boekhoudkundig resultaat: 86.580,99 EUR Overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: -52.796,72 EUR Voorgestelde resultaatsverdeling: Het gewoon provinciebedrijf heeft naast het boekhoudkundig resultaat tevens een tekort van vorige boekjaren van 139.377,71 EUR. Voor de verdere uitbouw van het project routedokters wordt in 2013 een uitgave van 2.000 EUR vooropgesteld, te financieren vanuit het boekhoudkundig resultaat, 38.000 EUR van het resultaat is het beschikbare saldo voor het Europees project Maxigreen in het kader van het strategisch project Rupel. Voorgesteld wordt deze aanwending in mindering te brengen van het boekhoudkundig resultaat en het saldo, 46.580,99 EUR, af te boeken van het tekort vorige jaren en een bedrag van -92.796,72 EUR op te nemen als ‘overgedragen resultaat – tekorten van vorige boekjaren’.

Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 178.657,97 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. Het volledig jaarverslag 2012 is terug te vinden op de intranetpagina: Bestuur en Organisatie/Organisatiestructuur/Departement Vrije Tijd/Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor ligt ter inzage op de Griffie.

88


De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van het Provinciewet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de jaarrekening 2012 van GPB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en aan het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: gedeeltelijke aanwending van het resultaat, 2.000,00 EUR, voor de verdere uitbouw van het project routedokters, 38.000 EUR voor het Europees project Maxigreen in het kader van het strategisch project Rupel en opnemen van het saldo -92.796,22 EUR, als ‘overgedragen resultaat – tekorten vorige boekjaren’ van GPB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 7/2 van de agenda Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 27 september 2001 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van GPB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 3.936.962,35 EUR en volgende kerncijfers:

89


  

Cash flow: 672.581,41 EUR Boekhoudkundig resultaat: 110.545,41 UR Overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: 110.545,41 EUR Voorgesteld wordt het resultaat van 110.545,41 EUR toe te voegen aan de gewone reserves van het provinciebestuur.

Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 454.465,34 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. Het volledig jaarverslag 2012 is terug te vinden op de intranetpagina: Bestuur en Organisatie/Organisatiestructuur/Departement Vrije Tijd/Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, ligt ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van het Provinciewet, Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de jaarrekening 2011 van GPB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en aan het jaarverslag 2012 van het gewone provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: toevoeging van het resultaat van 110.545,41 EUR aan de gewone reserves van GPB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

90


Dan leg ik de punten 7/1 en 7/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. De agendapunten 1 onthouding.

7/1

en

7/2

worden

goedgekeurd

met

64

stemmen

ja,

bij

Nr. 7/3 van de agenda Provinciale Sportraad. Wijziging statuten en huishoudelijk reglement. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Situering In juni 1979 werd voor de eerste maal de oprichting van een Provinciale Sportraad goedgekeurd door de provincieraad. De samenstelling en statuten van de Provinciale Sportraad werden daarna regelmatig aangepast. De laatste statutenwijziging werd door de provincieraad goedgekeurd in zitting van 28 juni 2007 naar aanleiding van het in voege treden van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente– en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen beleid. Intussen werd het Sport voor Allen decreet vervangen door het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren van een Lokaal Sportbeleid. Op basis van dit nieuwe decreet is een vernieuwing van de statuten en het huishoudelijk reglement van de Provinciale Sportraad opnieuw aan de orde. In tegenstelling tot het Sport voor Allen decreet, dat voorzag in de verplichte oprichting van een Provinciale Sportraad, legt het nieuwe decreet Lokaal Sportbeleid geen regels op aan de provincies voor het verplicht oprichten van een sportraad. Artikel 19 van dit decreet bepaalt wel dat ‘het provinciebestuur moet kunnen aantonen dat ze lokale belanghebbenden heeft betrokken bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning met betrekking tot het beleidsveld sport en bij de bespreking van de jaarrekening met betrekking tot het beleidsveld sport. Ze betrekt hierbij in het bijzonder personen met een handicap in functie van de Vlaamse beleidsprioriteit Sport voor Allen.’ Statuten en samenstelling Op 26 september 2012 formuleerde de Provinciale Sportraad het advies: “Richtlijnen her samenstelling Provinciale Sportraad vanaf 2014”. Hierin werd gepleit voor het behouden van de Provinciale Sportraad als adviesorgaan gezien deze het orgaan is dat de hele sportsector, gehandicaptensport inbegrepen, vertegenwoordigt en zijn degelijke werking in het verleden heeft bewezen. Er werd geadviseerd om de toekomstige werking en structuur van de Provinciale Sportraad

91


af te stemmen op de zes opdrachten die via het decreet Lokaal Sportbeleid aan de provincies werden toegewezen: 1. Het stimuleren van personen met een handicap tot sportbeoefening; 2. Het op vraag van de gemeenten stimuleren en ondersteunen van de regionale werking in de sportsector; 3. Het ondersteunen of organiseren van bovenlokale evenementen; 4. Het bouwen of subsidiëren van bovenlokale sportinfrastructuur; 5. Het coördineren van de relatie tussen natuur, sport, recreatie en ruimtelijke ordening; 6. Het beheren van unieke bovenlokale instellingen in de sport. Door de algemene vergadering van de Provinciale Sportraad werden op 3 mei 2013 de vernieuwde statuten en het huishoudelijk reglement goedgekeurd. Paragraaf 4 van de vernieuwde statuten bepaalt dat ‘de sportraad erover waakt dat hij geconsulteerd wordt over beleidsvoorstellen die sport rechtstreeks aanbelangen, inzonderheid de betrokkenheid bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning en bij de bespreking van de begroting met betrekking tot het beleidsveld sport.’ Dit sluit aan bij voornoemd Artikel 19 van het decreet Lokaal Sportbeleid. De Provinciale Sportraad bestaat uit een algemene vergadering, een bestuur, een dagelijks bestuur en commissies. De algemene vergadering zal in de toekomst samengesteld zijn uit 5 afdelingen (in de oude statuten werden 6 afdelingen voorzien):  afdeling sportfederaties,  afdeling sportraden,  afdeling gehandicaptensportorganisaties,  afdeling bovenlokale instellingen,  deskundigen. Het bestuur heeft maximaal 19 stemgerechtigde leden (18 in de oude statuten) en kent volgende samenstelling:  5 afgevaardigden van de afdeling sportfederaties,  8 afgevaardigden van de afdeling sportraden / sportregio’s, waarvan minimaal één per sportregio (= 7 sportregio’s + stad Antwerpen),  4 afgevaardigden van de afdeling gehandicaptensportorganisaties, waarbij de 3 doelgroepen (fysieke, mentale en psychische) bij voorkeur vertegenwoordigd zijn,  2 afgevaardigden van de afdeling bovenlokale instellingen. Vanuit het bestuur kunnen commissies worden opgericht die instaan voor onderzoek van bepaalde aspecten van het sportbeleid, het voorstellen van oplossingen en het uitwerken van initiatieven. Vanaf 2014 zullen er drie vaste commissies bestaan binnen de sportraad: G-sport, sportinfrastructuur en regionale werking. Met de vernieuwde statuten en een vernieuwde samenstelling sluit de werking van de Provinciale Sportraad beter aan bij het decreet Lokaal Sportbeleid. In toepassing van artikel 193 van het provinciedecreet, behoort het tot de bevoegdheid van uw raad om adviesraden en overlegstructuren te organiseren. De

92


voorgelegde statuten en het huishoudelijk reglement zijn in overeenstemming met de bepalingen uit artikel 193 van het provinciedecreet. Uw raad wordt gevraagd de voorgelegde statuten goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 193 van het provinciedecreet; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren van een Lokaal Sportbeleid; Gelet op het verslag van de deputatie; Op voorstel van de Provinciale Sportraad; BESLUIT: Enig artikel: De statuten en het huishoudelijk reglement van de Provinciale Sportraad worden goedgekeurd. STATUTEN PROVINCIALE SPORTRAAD Hoofdstuk I. Oprichting – Taak - Structuur Artikel 1. - Oprichting §1. Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een Lokaal Sportbeleid, wordt in de provincie Antwerpen een Provinciale Sportraad samengesteld, hierna de raad genoemd. §2. De zetel van de raad is gevestigd op het adres van het APB Sport, Boomgaardstraat 22 bus 1 te 2600 Berchem. Artikel 2. – Taak-doelstelling §1. De raad is bevoegd om op eigen initiatief of op verzoek, advies te verstrekken aan de provinciale overheid, voor alle aangelegenheden die de sportraad belangrijk acht in het kader van het sportbeleid en voor alle aangelegenheden die voorzien zijn in de van kracht zijnde regelgeving. §2. De raad brengt het overleg en de samenwerking tot stand tussen alle Nederlandstalige sportinitiatieven onder andere: sportfederaties, sportregio’s via de gemeentelijke sportraden, gehandicaptensportorganisaties, bovenlokale instellingen, die zich in de provincie Antwerpen inlaten met sportaangelegenheden. §3. De raad stimuleert en bevordert mee de provinciale en bovenlokale sportactiviteiten die door het Provinciebestuur in de provincie Antwerpen worden geprogrammeerd. §4. De sportraad waakt er over dat hij geconsulteerd wordt over beleidsvoorstellen die de sport rechtstreeks aanbelangen, inzonderheid de betrokkenheid bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning en bij de bespreking van de begroting met betrekking tot het beleidsveld sport. De deputatie informeert de sportraad over het gevolg dat aan de uitgebrachte adviezen wordt gegeven. De modaliteiten van de werkwijze worden opgenomen in een afsprakennota die wordt afgesloten tussen het provinciebestuur en de Provinciale Sportraad.

93


§5. De raad neemt deel aan geregeld gezamenlijk overleg met de andere bestaande provinciale adviesraden en de onderlinge uitwisseling van informatie. Artikel 3. – Structuur en samenstelling §1. De raad is representatief voor alle vormen van sportbeoefening in de provincie Antwerpen en is samengesteld uit 5 afdelingen:  de afdeling 1: sportfederaties;  de afdeling 2: sportraden;  de afdeling 3: gehandicaptensportorganisaties;  de afdeling 4: bovenlokale instellingen;  de afdeling 5: deskundigen. §2. Hij bestaat uit een Algemene Vergadering, een Bestuur, een Dagelijks Bestuur en commissies. Hoofdstuk II. Algemene Vergadering Artikel 4. – Leden §1. De Algemene Vergadering is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden (waarnemers) en bestaat uit ten hoogste 2/3 van hetzelfde geslacht. §2. De stemgerechtigde leden uit de afdelingen 1 t/m4 worden vertegenwoordigd door: 1. twee afgevaardigden (één effectieve afgevaardigde en één plaatsvervanger, waarvan één vrouw en één man) per sportfederatie die voldoet aan de hiernavolgende voorwaarden: a. in de provincie Antwerpen sportactiviteiten beoefenen of de aangelegenheden inzake lichamelijke opvoeding, sport en recreatie bevorderen; b. de in a. bedoelde activiteiten uitoefenen of bevorderen op provinciaal vlak en dit in minstens twee arrondissementen; c. door het indienen van hun statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur en werkingsverslag over het voorbije jaar laten blijken dat zij als federatie regelmatig sportactiviteiten uitoefenen en bevorderen in de provincie Antwerpen. 2. twee afgevaardigden (één effectieve afgevaardigde en één plaatsvervanger, waarvan één vrouw en één man) per door de gemeenteraad erkende sportraad in de provincie Antwerpen. Voor de stad Antwerpen zijn dit de afgevaardigden van de erkende districtssportraden. 3. twee afgevaardigden (één effectieve afgevaardigde en één plaatsvervanger, waarvan één vrouw en één man) per gehandicaptensportorganisatie die voldoet aan de hiernavolgende voorwaarden: a. in de provincie Antwerpen sportactiviteiten beoefenen of de aangelegenheden inzake lichamelijke opvoeding, sport en recreatie bevorderen; b. hun zetel of een secretariaat hebben in de provincie Antwerpen; c. door het indienen van hun statuten, en werkingsverslag over het voorbije jaar laten blijken dat zij als organisatie regelmatig sportactiviteiten uitoefenen en bevorderen in de provincie Antwerpen. 4. twee afgevaardigden (één effectieve afgevaardigde en één plaatsvervanger waarvan één vrouw en één man) per bovenlokale instelling die voldoet aan de hiernavolgende voorwaarden: a. in de provincie Antwerpen sportactiviteiten beoefenen of de aangelegenheden inzake lichamelijke opvoeding, sport en recreatie bevorderen; b. hun zetel of een secretariaat hebben in de provincie Antwerpen; c. de in a. bedoelde activiteiten uitoefenen of bevorderen op provinciaal vlak met een duidelijk bovenlokaal karakter; d. door het indienen van hun statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur en werkingsverslag over het voorbije jaar laten blijken dat zij als organisatie regelmatig sportactiviteiten uitoefenen en bevorderen in de provincie Antwerpen; §3. De stemgerechtigde leden uit afdeling 5 zijn deskundigen. Dit zijn personen die wegens hun bijzondere sportieve bevoegdheid en/of bekwaamheid positief kunnen bijdragen tot de

94


werking van de sportraad. Zij moeten voeling hebben met het sportgebeuren in de provincie en daaraan een kwalitatieve meerwaarde kunnen geven. §4. Aanvragen tot erkenning van de organisaties vermeld in Artikel 4 §2, worden, na onderzoek door het Bestuur, aan de Algemene Vergadering voorgelegd. De erkenning voert dan tot het afvaardigen van één stemgerechtigd lid in de Algemene Vergadering. §5. De effectieve vertegenwoordigen.

afgevaardigde

of

de

vervanger

kan

slechts

één

organisatie

§6. De effectieve afgevaardigden, opgesomd in Artikel 4 §2, mogen zich op de samenkomsten van de Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen door een plaatsvervanger. De plaatsvervanger heeft dezelfde rechten als de effectieve afgevaardigde die hij vervangt. §7. De stemgerechtigde leden mogen geen provinciaal politiek mandaat uitoefenen. §8. Kunnen de vergadering bijwonen als waarnemers/niet-stemgerechtigde leden: 1. de gedeputeerde met bevoegdheid sport; 2. de sportgekwalificeerde ambtenaar van het APB Sport; 3. de gedelegeerd bestuurder van het APB Sport of zijn vervanger; 4. de provinciale Bloso-afgevaardigde 5. de provinciale coördinator van SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport) §9. Kunnen in functie van betrokkenheid met de agendapunten uitgenodigd worden op de vergadering zonder stemrecht: experten met een specifieke kennis of ervaring aangaande een welbepaald thema of agendapunt. Artikel 5. - Mandaat §1. De duur van het mandaat wordt vastgelegd op 6 jaar en valt samen met de bestuursperiode. De leden van de Provinciale Sportraad blijven evenwel in functie tot de effectieve installatie van een nieuwe sportraad of tot er in hun vervanging voorzien is. §2. Aan het mandaat van een lid komt evenwel onmiddellijk een einde bij: a. het ontslag uit de raad of uit de afvaardigende federatie of organisatie; b. de intrekking van de opdracht door de afvaardigende federatie of organisatie; c. het niet meer voldoen van de afvaardigende federatie of organisatie aan de voorwaarden om een lid af te vaardigen; d. het aanvaarden van een politiek mandaat of van een overheidsfunctie zoals omschreven in Artikel 4 §6 en §7; e. het twee jaar achtereenvolgens afwezig zijn zonder verontschuldiging op de Algemene Vergadering, onverminderd het recht van de afvaardigende organisatie, een nieuw lid af te vaardigen; f. overlijden. §3. Een lid kan vervangen worden bij de eerstvolgende Algemene Vergadering. Artikel 6. – Bevoegdheid De Algemene Vergadering van de raad is o.m. belast met: 1. het bepalen van de krachtlijnen inzake de werking van de raad; 2. het goedkeuren van het jaarverslag; 3. het wijzigen van de statuten en van het huishoudelijk reglement; 4. het verkiezen van het Bestuur uit de stemgerechtigde leden; 5. het erkennen van nieuwe leden zoals bepaald in Artikel 4 §4, of het intrekken van hun erkenning, zoals bepaald in Artikel 5 §2.; 6. het ontbinden van de raad. Het voorstel tot ontbinding dient telkens te worden bekrachtigd met een 2/3 meerderheid der stemmen.

95


Hoofdstuk III. Bestuur Artikel 7 – Leden §1. Het Bestuur bestaat uit stemgerechtigde en niet stemgerechtigde leden. Het Bestuur bestaat uit ten hoogste 2/3 van hetzelfde geslacht. §2. Het aantal stemgerechtigde leden bedraagt maximaal 19 leden, waarvan: 1. vijf afgevaardigden van de afdeling sportfederaties; 2. acht afgevaardigden van de afdeling sportraden, zijnde minimaal één per sportregio; 3. vier afgevaardigden van de afdeling gehandicaptensportorganisaties waarbij de 3 doelgroepen (fysieke, mentale en psychische) bij voorkeur vertegenwoordigd zijn; 4. twee afgevaardigden van de afdeling bovenlokale instellingen; §3. Kunnen de vergadering bijwonen als waarnemer-niet stemgerechtigd lid: 1. de gedeputeerde met bevoegdheid sport; 2. de gedelegeerd bestuurder van het APB Sport of zijn vervanger; 3. de sportgekwalificeerde ambtenaar van het APB Sport; 4. de provinciale Bloso-afgevaardigde. 5. de provinciale coördinator van SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport) 6. deskundigen §4. Kunnen in functie van betrokkenheid met de agendapunten uitgenodigd worden op de vergadering zonder stemrecht: experten met een specifieke kennis of ervaring aangaande een welbepaald thema of agendapunt. Artikel 8 – Verkiezingen De negentien (19) leden van het Bestuur worden door de Algemene Vergadering uit haar schoot verkozen bij geheime stemming, in volgorde van het aantal behaalde stemmen per afdeling. Het verloop van de verkiezingen wordt geregeld in het huishoudelijk reglement. Artikel 9 – Mandaat §1. De duur van het mandaat van bestuurslid wordt vastgelegd op 6 jaar en valt samen met de bestuursperiode. De bestuursleden blijven evenwel in functie tot de effectieve installatie van het nieuwe Bestuur. De mandaten zijn hernieuwbaar. §2. Aan het mandaat van bestuurslid komt evenwel automatische een einde na drie opeenvolgende afwezigheden zonder verontschuldiging en na schriftelijke raadpleging of wanneer zijn mandaat van lid van de Algemene Vergadering een einde neemt. §3. De procedure die gevolgd dient te worden bij het vervangen van een bestuurslid bij het vroegtijdig beëindigen van het mandaat, wordt omschreven in het huishoudelijk reglement. Artikel 10 – Bevoegdheden §1. Binnen het Bestuur worden respectievelijk een voorzitter en twee ondervoorzitters verkozen. De voorzitter en de eerste ondervoorzitter dienen tot een verschillende afdeling te behoren. De eerste ondervoorzitter wordt aangeduid als secretaris. Deze drie (3) personen vormen het Dagelijks Bestuur, eventueel aangevuld met de commissievoorzitters. Het dagelijks Bestuur bereidt indien nodig de bestuursvergaderingen voor. De administratieve ondersteuning gebeurt door het APB Sport. §2. Het Bestuur is belast met: 1. het geven van adviezen, zoals omschreven in Artikel 2; 2. het beheer van de sportraad, 3. het voorstellen van nieuwe stemgerechtigde leden en het voorstellen tot uitsluiten van stemgerechtigde leden aan de Algemene Vergadering op basis van Artikel 4 en Artikel 5;

96


4. 5. 6. 7.

8.

het voorbereiden en samenroepen van de Algemene Vergadering en het uitvoeren van alle taken die voortvloeien uit de beslissing van de Algemene Vergadering; het opstellen van het jaarverslag; het uitnodigen van deskundigen en experten; het voordragen van de vertegenwoordiger(s) van de raad in de beheers- en bestuursorganen van de door de provinciale overheid opgerichte of onder haar bevoegdheid ressorterende instellingen en diensten voor aangelegenheden inzake sport; het oprichten en superviseren van commissies voor het onderzoek van bepaalde aspecten van het sportbeleid, het voorstellen van oplossingen en het uitwerken van initiatieven.

Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen Artikel 11. - Sportgekwalificeerd ambtenaar Het Bestuur kan een beroep doen op een sportgekwalificeerd ambtenaar van het APB Sport voor het coördineren van de werking van de sportraad en de verslaggeving bij de diverse vergaderingen. Artikel 12. - Vergoedingen De bestuursleden en commissieleden ontvangen voor hun aanwezigheid een vrijwilligersvergoeding of een kilometervergoeding volgens de geldende wetgeving en tarieven. Artikel 13. - Erkenning De sportraad vraagt zijn erkenning aan het provinciebestuur en legt de daartoe zijn statuten en/of huishoudelijk reglement, en de latere wijzigen ervan, ter goedkeuring voor. Artikel 14. - Middelen Binnen het kader van de goedgekeurde begroting werkingstoelage voor de Provinciale Sportraad.

voorziet

het

APB

Sport

een

Artikel 15. - Modaliteiten De sportraad moet uiterlijk twaalf maanden volgend op de installatie van de provincieraad opnieuw worden samengesteld, en ook dienen de samenwerkingsmodaliteiten tussen Bestuur en raad bepaald door middel van een afsprakennota. Artikel 16 – Inwerkingtreding Deze statuten vervangen alle vorige statuten en treden in werking op 1 juli 2013. HUISHOUDELIJK REGLEMENT PROVINCIALE SPORTRAAD HOOFDSTUK I. Algemene Vergadering Artikel 1 – Vergaderingen §1. De Algemene Vergadering wordt verplichtend, jaarlijks, tijdens het eerste semester, samengeroepen. §2. De uitnodigingen worden minstens 14 kalenderdagen voor de Algemene Vergadering verstuurd. §3. Buitengewone Algemene Vergaderingen kunnen, volgens de noodwendigheden, worden bijeengeroepen, hetzij op schriftelijk verzoek van minstens 1/5 van de stemgerechtigde leden, hetzij door het Bestuur. Het verzoek tot het bijeenroepen van de Algemene Vergadering vermeldt tevens de op de agenda te plaatsen punten met een korte toelichting.

97


§4. Punten kunnen door het Bestuur aan de agenda worden toegevoegd indien de hoogdringendheid dit vereist en mits akkoord van minstens de helft van de aanwezige stemgerechtigde leden. §5. Elk voorstel, schriftelijk gedaan door minstens 1/20 der stemgerechtigde leden, gericht aan de voorzitter, moet op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering worden geplaatst, indien het minstens één maand voor de geplande datum van vergaderingen aan de voorzitter werd bezorgd. Artikel 2. - Vertegenwoordiging §1. De oproeping wordt verzonden aan de afgevaardigden van de organisaties van de afdelingen opgenomen in Artikel 4 van de statuten, met bijvoeging van een aanmeldingsformulier. Dit invulformulier geeft melding van de vertegenwoordiger van de afdeling, conform met Artikel 4 van de statuten en wordt voor de aanvang van de Algemene Vergadering bezorgd aan de secretaris. §2. De leden, opgesomd in Artikel 4 §2 1 tot en met 5 van de statuten, kunnen vertegenwoordigd worden door één gemandateerde vertegenwoordiger. Artikel 3. - Stemmen §1. Behalve in de gevallen van Artikel 4 en 5 van het huishoudelijk reglement, kunnen de Algemene Vergadering, het Bestuur, de afdelingen en de commissies geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden en besluiten nemen bij gewone meerderheid van stemmen. Met onthoudingen en ongeldige stemmen wordt geen rekening gehouden voor het bepalen van het quorum. §2. Bij staking van stemmen over een bepaald voorstel, is dit voorstel verworpen. Indien staking van stemmen zich voordoet bij geheime stemming, dan volgt een herstemming. Bij een nieuwe staking van stemmen wordt de geheime stemming naar een Buitengewone Algemene Vergadering verwezen en dit binnen de 30 dagen. §3. De stemming is geheim telkens als het om personen gaat of als 2/5 van de aanwezige stemgerechtigde leden erom verzoeken. Artikel 4.- Wijziging statuten De Algemene Vergadering kan een voorstel tot wijziging der statuten slechts goedkeuren, indien de tekst die voor wijziging in aanmerking komt in de oproepingsbrief vermeld is. Deze Algemene Vergadering kan beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Het voorstel tot wijziging dient telkens met 2/3 meerderheid der stemmen goedgekeurd te worden. Artikel 5. - Ontbinding De Algemene Vergadering kan de ontbinding van de sportraad voorstellen. Het voorstel tot ontbinding dient telkens te worden bekrachtigd met een 2/3 meerderheid der stemmen. HOOFDSTUK II. Het Bestuur Artikel 6. – Indienen kandidaturen Kandidaturen voor de negentien stemgerechtigde leden van het Bestuur moeten bezorgd worden op het secretariaat van de sportraad, minimum 21 dagen voor de Algemene Vergadering. Zij moeten ingediend worden op speciaal daarvoor ontworpen formulieren en getekend zijn door tenminste 2 bestuursleden van de leden van de afdelingen opgesomd in Artikel 4 §2 1 tot en met 4 van de statuten. Artikel 7. – Verkiezingsprocedure Het verloop van de verkiezingen gebeurt als volgt: §1. Overeenkomstig Artikel 7 §2 van de statuten wordt de zetelverdeling als volgt toegepast:  vijf zetels voor de afdeling sportfederaties;  acht zetels voor de afdeling sportraden, zijnde minimaal één per sportregio;

98


 

vier zetels voor de afdeling gehandicaptensportorganisaties waar de 3 doelgroepen (fysieke, mentale en psychische) bij voorkeur vertegenwoordigd zijn; twee zetels voor de bovenlokale instellingen.

§2. Elke afdeling stemt uitsluitend voor haar kandidaten. Elke kandidaat kan maar door 1 afdeling worden voorgedragen. §3. Bij de stemming van de afdelingen 1, 3 en 4 dienen de betrokkenen evenveel kruisjes te plaatsen binnen hun afdeling als er vacatures te begeven zijn. De kandidaten met de meeste kruisjes binnen een afdeling zijn verkozen. Bij gelijk aantal stemmen voor de laatste plaats is een nieuwe stemronde vereist voor die laatste plaats. Wanneer er dan nog gelijkheid is van stemmen, wordt de jongste kandidaat in leeftijd gekozen. Mocht echter het aantal kandidaten binnen een bepaalde afdeling lager zijn dan het aantal te begeven zetels, blijft deze plaats open, tot er zich nieuwe kandidaten aanmelden binnen deze afdeling. §4. Bij de stemming van de afdeling 2 worden de vertegenwoordigers per sportregio verkozen. De betrokkenen dienen per sportregio de kandidaat van hun voorkeur aan te duiden. De kandidaten met de meeste kruisjes binnen een sportregio zijn verkozen. Bij gelijk aantal stemmen binnen een sportregio is een nieuwe stemronde vereist voor die plaats. Wanneer er dan nog gelijkheid is van stemmen, wordt de jongste kandidaat in leeftijd gekozen. Indien er binnen een bepaalde sportregio geen kandidaten zijn, dan blijft deze plaats open, tot er zich nieuwe kandidaten melden vanuit deze sportregio. §5. Bij de bekendmaking van de uitslag worden de namen van alle kandidaten vermeld, met voor elk het behaald aantal stemmen. §6. Bij de verkiezing van de 19 bestuursleden dient rekening gehouden te worden met de beperking van maximaal ten hoogste 2/3 leden van hetzelfde geslacht. §7. Wanneer het mandaat van een lid van het Bestuur tussentijds vacant wordt, zal door het Bestuur de, tijdens de vorige verkiezingen, eerste opvolger binnen dezelfde afdeling, aangeduid worden als mandataris. Indien echter geen opvolger binnen deze afdeling voorhanden was tijdens de vorige verkiezingen, wordt het mandaat niet ingevuld. Op de eerstvolgende Algemene Vergadering zal dit mandaat volgens de verkiezingsprocedure ingevuld worden. Artikel 8. - Vergaderingen §1. Het Bestuur komt minstens viermaal per jaar samen. Indien tenminste 1/3 van de stemgerechtigde leden hierom verzoeken, is de voorzitter verplicht het Bestuur samen te roepen binnen de 14 dagen. Ook het Dagelijks bestuur kan beslissen om de vergadering bijeen te roepen. §2. De uitnodigingen worden minstens 8 dagen vóór de vergadering gemaild en indien uitdrukkelijk gewenst met de post verstuurd. HOOFDSTUK III. De Afdelingen Artikel 9. - Taken en bevoegdheden §1. De afdelingen hebben tot taak, binnen het raam van de statuten van de Provinciale Sportraad, de belangen van hun organisaties te behartigen. Dit kan onder meer door het aanmoedigen en begunstigen van de werkzaamheden van deze organisaties en door het bevorderen van hun onderlinge samenwerking. §2. Elke afdeling is bevoegd om op eigen initiatief aan het Bestuur voorstellen tot adviezen te verstrekken of voorstellen te doen die kunnen leiden tot het bereiken van het doel van de Provinciale Sportraad. §3. Op verzoek van het Bestuur adviseren de afdelingen over de aangelegenheden waarover een voorstel tot advies wordt gevraagd binnen de maand, te rekenen vanaf de datum van

99


het verzoek van het Bestuur. Artikel 10. – Voorzitter Elke afdeling kan uit haar afgevaardigden uit het bestuur een voorzitter kiezen. De voorzitter leidt steeds de vergaderingen. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste aanwezige lid in leeftijd. Artikel 11.- Vergaderingen De leden worden op verzoek van de voorzitter minimum 8 dagen voor de vergadering uitgenodigd. HOOFDSTUK IV. Commissies Artikel 12. –Taken en bevoegdheden §1. De commissies worden opgericht met een permanent of tijdelijk karakter door het Bestuur, met het oog op het onderzoeken of adviseren van bepaalde aspecten van de sport, het voorstellen of uitzoeken van oplossingen en het uitwerken van specifieke opdrachten of initiatieven. Het voorstel tot advies van de commissies worden aan het bestuur voorgelegd. Artikel 13. Voorzitter Het Bestuur duidt een voorzitter aan voor iedere commissie. De voorzitter leidt steeds de vergaderingen, of, bij zijn afwezigheid, het oudste aanwezige lid in leeftijd. Artikel 14. – Samenstelling §1. De commissie bestaat uit een aantal bestuurders en de vertegenwoordiger van het APB Sport die specifiek voor de materie bevoegd is. §2. Daarnaast bestaat ze uit experten die een deskundigheid inzake de materie van de commissie bewezen hebben. Er dient voor gezorgd te worden dat de sector zo ruim mogelijk vertegenwoordigd is. Artikel 15. - Vergaderingen De commissies vergaderen in principe op de zetel van het APB Sport. De leden worden op verzoek van de voorzitter van de commissie minimum 8 dagen voor de aanvang van de vergaderingen uitgenodigd. HOOFDSTUK V. Algemene bepalingen Artikel 16. – Ontslag/Verzaking aan erkenning §1. Een organisatie is ontslagnemend wanneer zij haar ontslag/verzaking aan erkenning schriftelijk ter kennis brengt aan het Bestuur. De ontslagbrief moet ondertekend zijn door twee leden van het Bestuur van de betrokken organisatie. §2. Een deskundige is ontslagnemend wanneer hij zijn ontslag schriftelijk ter kennis brengt aan het Bestuur. Artikel 17. – Voorzitter De Algemene Vergadering en de vergaderingen van het Bestuur worden voorgezeten door de voorzitter van de Provinciale Sportraad. Bij zijn afwezigheid worden de vergaderingen geleid door de 1ste ondervoorzitter, bij diens afwezigheid door de 2de ondervoorzitter. Indien geen van allen aanwezig zijn, dan wordt de vergadering geleid door het oudste aanwezige stemgerechtigd lid in leeftijd. Artikel 18. - Verslagen §1. De verslagen worden in de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd. §2. De voorzitter en de ondervoorzitters van het Bestuur ontvangen van alle vergaderingen van de verschillende geledingen van de raad telkens een uitnodiging en een verslag. De overige leden van het Bestuur ontvangen een verslag van alle vergaderingen.

100


Artikel 19. - Uitnodigingen De uitnodigingen voor alle vergaderingen van alle geledingen van de raad vermelden datum, uur en plaats van de vergadering, alsmede de aangelegenheden waarover zal gesproken worden. De uitnodiging voor de Algemene vergadering gebeurt per post. De uitnodigingen voor alle andere geledingen gebeurt via mail tenzij nadrukkelijk anders gevraagd. Artikel 20. - Briefwisseling De briefwisseling uitgaande van de Provinciale Sportraad wordt ondertekend door de voorzitter van het Bestuur. Artikel 21. – Administratieve ondersteuning Een door het APB Sport aangeduid personeelslid staat in voor de verslaggeving van de diverse vergaderingen en voor de coördinatie van de administratie (de tijdige verzending van uitnodigingen en verslagen, het opstellen van het voorontwerp van jaarverslag e.a.). Artikel 22. – Inwerkingtreding Dit huishoudelijk reglement vervangt het vorige en treedt in werking op 1 juli 2013.

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 63 stemmen ja, bij 1 onthouding.

101


8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid Nr. 8/1 van de agenda Het voorzien van een werkingssubsidie voor de UA voor de Leerstoel provinciaal en lokaal personeelsmanagement. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Er is destijds in het kader van de herbestemming van het OVV overeengekomen met de vakorganisaties dat het provinciebestuur 1 miljoen EUR ter beschikking zou stellen om een studiecentrum op te richten dat werkt aan de uitbouw van een eigen rechtspositieregeling voor het lokaal en provinciaal personeel, en dat, ruimer, de HR – aanpak van lokale en provinciale besturen moest versterken, ondersteunen en behartigen. Hiervoor is binnen het OVV 1 miljoen EUR voorzien, gespreid uit te betalen over een niet afgelijnde langere tijdsperiode. Het principe deze 1 miljoen EUR ter beschikking te stellen is bevestigd door de Algemene Vergadering van het OVV van 6 mei 2009. De statuten van het OVV werden in deze zin aangepast. Aanvankelijk werd er op tijdelijke en niet structurele basis samengewerkt met de faculteit PSW van de Universiteit Antwerpen, en met professor Ria Janvier, via INOVANT. Het kwam erop neer dat INOVANT als “kenniscentrum lokaal personeelsmanagement” opdrachten gaf aan de Universiteit, die uitmonden in toegepast wetenschappelijk onderzoek rond specifieke vraagstukken. Op termijn was, en blijft het de bedoeling dat de Vlaamse overheid dit initiatief optilt, zoals in het samenwerkingsakkoord van 7 juli 2000 tussen de sociale partners is voorzien en herhaaldelijk door hen is aangekaart tijdens het sociaal overleg. De eerste concrete verwezenlijking is een studie rond jaarlijkse vakantie, die nu op de tafel ligt van het comité C, waar de arbeidsvoorwaarden van het lokale en provinciale overheidspersoneel met de vakbonden worden onderhandeld. Een aantal resultaten van deze eerste studie zullen worden meegenomen in de onderhandelingen over het nieuwe sectoraal akkoord voor het personeel van de provinciale en lokale besturen. Een tweede opdracht rond “arbeidstijdwet versus arbeidswet” werd ondertussen ook gegeven. Voormeld model volstond niet om een sprong voorwaarts te maken. Vermits het recent afgesloten bestuursakkoord enerzijds bevestigde om het kenniscentrum te handhaven en anderzijds spreekt over “een nauwe en langdurige samenwerking met de Universiteit Antwerpen” werd in deputatiezitting van 28 februari 2013 beslist om het bestaande kenniscentrum binnen INOVANT om te vormen op basis van een leerstoelformule die ressorteert onder het beleidsdomein personeel. Deze leerstoel wordt opgericht binnen het departement PSW van de UA en zal geleid worden door professor doctor Ria Janvier. De samenwerkingsmodaliteiten werden ondertussen geformaliseerd (zie bijlage). De krachtlijnen van deze samenwerking zijn als volgt:

102




Het Provinciebestuur van Antwerpen wenst in uitvoering van artikel 6.2 van de Raamovereenkomst van 28 juni 2012 over de relaties en de samenwerking tussen de Provincie Antwerpen en de Universiteit Antwerpen de oprichting van een Leerstoel in de schoot van de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen te subsidiëren. Deze Leerstoel zal “Leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement" (hierna “de Leerstoel”) als officiële naam dragen.



Het Provinciebestuur van Antwerpen zal over de periode van drie jaar een subsidie van 300.000 EUR ter beschikking stellen aan de Universiteit Antwerpen, die deze subsidie aanvaardt. De subsidie zal dienen om het door de titularis voorgestelde toegepast wetenschappelijk onderzoek in het raam van de Leerstoel te financieren.



De subsidie is definitief verworven door de Universiteit Antwerpen vanaf het moment van storting en kan op geen enkele wijze worden teruggevorderd van de Universiteit Antwerpen, behoudens indien de Universiteit Antwerpen deze subsidie niet zou aanwenden voor het beoogde doel. Niet-opgebruikte middelen zijn binnen de universiteit van jaar op jaar overdraagbaar.



De subsidie zal dienen om het door de titularis voorgestelde toegepast wetenschappelijk onderzoek in het raam van de Leerstoel te financieren. Meer bepaald kunnen de bedragen worden aangewend om onderzoekskosten, inclusief de personeelskosten van de onderzoekers, te dekken. De subsidie zal tevens worden gebruikt om de nodige bekendheid te geven aan de activiteiten die in het raam van de Leerstoel plaatsvinden en om deze activiteiten ook daadwerkelijk te organiseren. De titularis geniet bij het uitoefenen van de activiteiten in het raam van deze Leerstoel de ruimst mogelijke academische vrijheid.



De periode van drie jaar start op 1 juli 2013 en eindigt op 30 juni 2016.



Het Provinciebestuur van Antwerpen kan onder dezelfde voorwaarden deze subsidie met telkens drie jaar verlengen. Het Provinciebestuur van Antwerpen organiseert daartoe zelf intern de vereiste evaluaties. Indien het Provinciebestuur van Antwerpen beslist de subsidiëring niet meer te verlengen, brengt zij de Universiteit Antwerpen tijdig en ten laatste zes maanden vóór het einde van voormelde periode op de hoogte.



Het bedrag van de subsidie wordt als volgt vereffend: 50.000 EUR vóór het einde van de maand juli 2013, 50.000 EUR vóór het einde van de maand januari 2014, 50.000 EUR vóór het einde van de maand juli 2014, 50.000 EUR vóór het einde van de maand januari 2015, 50.000 EUR vóór het einde van de maand juli 2015, 50.000 EUR vóór het einde van de maand januari 2016.



De Universiteit Antwerpen zal op eerste verzoek alle nodige uitleg verschaffen die het Provinciebestuur van Antwerpen zou wensen over de aanwending van de subsidie. De Faculteit Politiek en Sociale Wetenschappen zal prof. dr. Ria JANVIER aanstellen als titularis van de Leerstoel. Het Provinciebestuur van Antwerpen verklaart uitdrukkelijk met deze aanstelling in te stemmen. Bij overlijden, ontslag, emeritaat van de titularis of bij beëindiging op een andere wijze van haar mandaat, zal de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen een nieuwe titularis aanstellen, dit na voorafgaand overleg met het

103


Provinciebestuur van Antwerpen. Het Provinciebestuur van Antwerpen kan suggesties doen in verband met de aan te stellen kandidaat, zonder dat dit de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen kan binden. 

De Universiteit Antwerpen en het provinciebestuur zullen hetzij op eigen initiatief, hetzij gezamenlijk, aan de oprichting en de activiteiten van voornoemde Leerstoel zowel intern (personeelsbladen, jaaroverzichten...) als naar de buitenwereld toe (alumnitijdschriften, persconferenties...) ruime bekendheid geven.



De Universiteit Antwerpen zal de voluit geschreven naam van de “leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement” en het bijbehorende logo van het Provinciebestuur van Antwerpen op een gepaste wijze vermelden in haar programma’s, voorlichtingsbrochures met programmabeschrijvingen, documentatiebrochures of ander in aanmerking komend promotiemateriaal gemaakt door of met betrekking tot de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. Zij zal bij elke vermelding aangeven dat de oprichting van de “Leerstoel Provinciaal en Lokaal personeelsmanagement” mede geïnitieerd werd en gesubsidieerd wordt door het Provinciebestuur van Antwerpen.



Het Provinciebestuur van Antwerpen zal, wanneer het melding maakt van de Leerstoel, er steeds bij vermelden dat deze aan de Universiteit Antwerpen werd opgericht, eveneens met gebruikmaking van het logo van de Universiteit Antwerpen.



Voor zover als nodig voor de uitvoering van de voorgaande bepalingen, verlenen de Universiteit Antwerpen en het Provinciebestuur van Antwerpen elkaar wederzijdse toestemming om elkaars naam te vermelden.



De titularis van de leerstoel zal: a) de voluit geschreven naam van de Leerstoel op een gepaste wijze vermelden bij contacten met de buitenwereld of bij wetenschappelijke publicaties in verband met de Leerstoel; b) jaarlijks verslag uitbrengen aan het universiteitsbestuur en aan het Provinciebestuur van Antwerpen over de activiteiten die zij als titularis van de Leerstoel in het afgelopen (academie)jaar uitoefende; c) jaarlijks een omstandige, schriftelijke en gedetailleerde financiële rapportering geven aan het universiteitsbestuur en het Provinciebestuur van Antwerpen in verband met de aanwending van de gelden over het afgelopen jaar en de begroting voor het komende jaar.

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de deputatiebeslissing van 28 februari om het bestaande kenniscentrum binnen APB Inovant om te vormen op basis van een leerstoelformule ressorterend onder het beleidsdomein personeel; Gelet op voormelde deputatiebeslissing waarbij de jaarlijkse financiering van deze leerstoel op 100.000 EUR per jaar bepaald wordt en waarbij bepaald wordt dat deze financiering tegengewogen kan worden vanuit de OVV;

104


Gelet op de gemaakte afspraken geformaliseerd in de overeenkomst in bijlage; BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met de subsidiëring op naam van de universiteit Antwerpen van de Leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement" met ingang van 1 juni 2013 tot 31 mei 2016 met 100.000 EUR per jaar (50.000 in 2013, 100.000 EUR in 2014 en 2015, 50.000 in 2016). Artikel 2: Ingestemd wordt met de in bijlage opgestelde afspraken. Overeenkomst tot oprichting van een Leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement Tussen Het PROVINCIEBESTUUR VAN ANTWERPEN, met zetel te Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Bruno PEETERS, gedeputeerde voor Personeel en Organisatieontwikkeling en de heer Danny TOELEN, Provinciegriffier, Verder genoemd het “Provinciebestuur van Antwerpen”, En De UNIVERSITEIT ANTWERPEN, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Prinsstraat 13, vertegenwoordigd door Prof. Dr. Alain VERSCHOREN, Rector, die voor de uitvoering van het contract de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen en Prof. Dr. Ria JANVIER aanduidt, Verder genoemd de “Universiteit Antwerpen”. Artikel 1 – Voorwerp van de overeenkomst 1.1

Het Provinciebestuur van Antwerpen wenst de oprichting van een Leerstoel in de schoot van de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen te subsidiëren. Deze Leerstoel zal “Leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement" (hierna “de Leerstoel”) als officiële naam dragen. Deze overeenkomst regelt de voorwaarden waaronder de Universiteit Antwerpen deze subsidie mag aanwenden.

1.2

Gedurende de duur van deze overeenkomst zal het Provinciebestuur van Antwerpen een subsidie van in het totaal 300.000 EUR ter beschikking stellen aan de Universiteit Antwerpen, die deze subsidie aanvaardt. Aangezien het een subsidie betreft, is dit bedrag is niet onderworpen aan BTW. Op dit bedrag zal geen overhead worden ingehouden.

1.3

De subsidie is definitief verworven door de Universiteit Antwerpen vanaf het moment van storting en kan op geen enkele wijze worden teruggevorderd van de Universiteit Antwerpen, behoudens indien de Universiteit Antwerpen deze subsidie niet zou aanwenden voor het beoogde doel. Niet-opgebruikte middelen zijn van jaar op jaar overdraagbaar.

105


1.4

De subsidie zal dienen om het door de titularis voorgestelde toegepast wetenschappelijk onderzoek in het raam van de Leerstoel te financieren. Meer bepaald kunnen de bedragen worden aangewend om onderzoekskosten, inclusief de personeelskosten van de onderzoekers, te dekken. De subsidie zal tevens worden gebruikt om de nodige bekendheid te geven aan de activiteiten die in het raam van de Leerstoel plaatsvinden en om deze activiteiten ook daadwerkelijk te organiseren. De titularis geniet bij het uitoefenen van de activiteiten in het raam van deze Leerstoel de ruimst mogelijke academische vrijheid.

Artikel 2 – Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst loopt over drie jaren. Zij treedt in werking op 1 juli 2013 en eindigt op 30 juni 2016. Het Provinciebestuur van Antwerpen kan deze subsidie met telkens drie jaar verlengen onder dezelfde voorwaarden als vermeld in deze overeenkomst. Het Provinciebestuur van Antwerpen organiseert daartoe zelf intern de vereiste evaluaties. Indien het Provinciebestuur van Antwerpen beslist de overeenkomst niet meer te verlengen, brengt zij de Universiteit Antwerpen tijdig en ten laatste zes maanden vóór het einde van de overeenkomst met een aangetekende brief op de hoogte van haar beslissing. Artikel 3 – Betaling Het bedrag van de subsidie zoals vermeld onder artikel 1.2, wordt als volgt vereffend: -

50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000

EUR EUR EUR EUR EUR EUR

vóór vóór vóór vóór vóór vóór

het het het het het het

einde einde einde einde einde einde

van van van van van van

de de de de de de

maand maand maand maand maand maand

juli 2013; januari 2014; juli 2014; januari 2015; juli 2015; januari 2016.

Het Provinciebestuur van Antwerpen stort deze bedragen op rekening 735-0079972-32 (IBAN BE90 7350 0799 7232 – BIC KREDBEBB) van de Universiteit Antwerpen, onder vermelding van “subsidie Leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement”. De Universiteit Antwerpen zal op eerste verzoek alle nodige uitleg verschaffen die het Provinciebestuur van Antwerpen zou wensen over de aanwending van de onder artikel 1.2 vermelde subsidie. Artikel 4 – Titularis van de Leerstoel De Faculteit Politiek en Sociale Wetenschappen zal prof. dr. Ria JANVIER aanstellen als titularis van de Leerstoel. Het Provinciebestuur van Antwerpen verklaart uitdrukkelijk met deze aanstelling in te stemmen. Bij overlijden, ontslag, emeritaat van de titularis of bij beëindiging op een andere wijze van haar mandaat, zal de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen een nieuwe titularis aanstellen, dit na voorafgaand overleg met het Provinciebestuur van Antwerpen. Het Provinciebestuur van Antwerpen kan suggesties doen in verband met de aan te stellen kandidaat, zonder dat dit de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen kan binden.

106


Artikel 5 – Bekendmaking Leerstoel 5.1

5.2

De partijen zullen hetzij op eigen initiatief, hetzij gezamenlijk, aan de oprichting en de activiteiten van voornoemde Leerstoel zowel intern (personeelsbladen, jaaroverzichten...) als naar de buitenwereld toe (alumnitijdschriften, persconferenties...) ruime bekendheid geven. De Universiteit Antwerpen zal de voluit geschreven naam van de “Leerstoel Provinciaal en Lokaal Personeelsmanagement” en het bijbehorende logo van het Provinciebestuur van Antwerpen op een gepaste wijze vermelden in haar programma’s, voorlichtingsbrochures met programmabeschrijvingen, documentatiebrochures of ander in aanmerking komend promotiemateriaal gemaakt door of met betrekking tot de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. Zij zal bij elke vermelding aangeven dat de oprichting van de “Leerstoel Provinciaal en Lokaal personeelsmanagement” mede geïnitieerd werd en gesubsidieerd wordt door het Provinciebestuur van Antwerpen. Het Provinciebestuur van Antwerpen zal, wanneer het melding maakt van de Leerstoel, er steeds bij vermelden dat deze aan de Universiteit Antwerpen werd opgericht, eveneens met gebruikmaking van het logo van de Universiteit Antwerpen. Voor zover als nodig voor de uitvoering van de voorgaande bepalingen, verlenen de Universiteit Antwerpen en het Provinciebestuur van Antwerpen elkaar wederzijdse toestemming om elkaars naam te vermelden.

5.3

De titularis van de leerstoel zal: a) de voluit geschreven naam van de Leerstoel op een gepaste wijze vermelden bij contacten met de buitenwereld of bij wetenschappelijke publicaties in verband met de Leerstoel; b) jaarlijks verslag uitbrengen aan het universiteitsbestuur en aan het Provinciebestuur van Antwerpen over de activiteiten die zij als titularis van de Leerstoel in het afgelopen (academie)jaar uitoefende; c) jaarlijks een omstandige, schriftelijke en gedetailleerde financiële rapportering geven aan het universiteitsbestuur en het Provinciebestuur van Antwerpen in verband met de aanwending van de gelden over het afgelopen jaar en de begroting voor het komende jaar.

Artikel 6 – Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank Deze overeenkomst valt onder de toepassing van het Belgische recht. Eventuele geschillen worden bij voorkeur minnelijk geregeld. Alle partijen verbinden zich ertoe redelijke inspanningen te leveren voor het minnelijk regelen van geschillen. Indien een minnelijke regeling van het geschil niet mogelijk blijkt, zijn de Antwerpse rechtbanken bij uitsluiting bevoegd. Opgemaakt te Antwerpen op [datum] in twee identieke exemplaren, waarvan elke partij verklaart één origineel ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.

107


Deze overeenkomst telt vier bladzijden. Voor de Universiteit Antwerpen

Voor het Provinciebestuur van Antwerpen

Datum: __________________________________ Prof. Dr. Alain VERSCHOREN Rector

Datum: _____________________________________ De heer Bruno PEETERS Gedeputeerde voor Personeel en Organisatieontwikkeling

En voor kennisname en akkoord: __________________________________ Prof. Dr. Ria JANVIER Onderzoeksgroep Management & Bestuur Faculteit Politieke & Sociale Wetenschappen

_____________________________________ De heer Danny TOELEN Provinciegriffier

________________________________ Prof. Dr. Hilde VAN DEN BULCK Decaan Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 58 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 58 stemmen ja, bij 6 onthoudingen.

108


4. Financiën en logistiek Nr. 4/1 van de agenda Jaarrekening 2012. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. De deputatie heeft in zittingen van 21 maart 2013 en 30 mei 2013 respectievelijk de jaarrekening van de budgettaire boekhouding van het jaar 2012 en de jaarrekening van de algemene boekhouding 2012 goedgekeurd. Artikel 66 van de Provinciewet bepaalt dat de provincieraad de jaarrekening van de provincie vaststelt. Bij voorlegging aan de provincieraad dienen eveneens de opmerkingen van het Rekenhof te worden bijgevoegd. In zijn omzendbrief BB 2013/4 over het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 volgens de BBC, vestigt de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken en Binnenlands Bestuur, de aandacht erop dat het budget 2014 en het meerjarenplan niet kunnen goedgekeurd worden zolang de jaarrekening 2012 niet werd vastgesteld door de provincieraad. Om zeker te zijn dat het budget 2014 tijdig kan vastgesteld worden (en aldus vermeden wordt dat in 2014 met voorlopige twaalfden dient te worden gewerkt), is het aangewezen om de jaarrekening 2012 onverwijld ter goedkeuring aan de provincieraad voor te leggen. Desnoods volgen de bevindingen van het Rekenhof dan later ter kennisneming. In dit geval werden de opmerkingen van het Rekenhof ontvangen op 18 juni 2013. De jaarrekening bestaat uit: - de jaarrekening van de algemene boekhouding: balans, resultatenrekening en toelichting - de jaarrekening van de budgettaire boekhouding: de begrotingsrekening En volgende bijlage: - de opmerkingen van het Rekenhof. Een exemplaar van de jaarrekening en bijlage ligt ter inzage op de griffie en wordt via mail aan elk raadslid bezorgd. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 20 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 66 van de Provinciewet; Gelet op de goedkeuringsbesluiten van de deputatie over de jaarrekening 2012 in zittingen van 21 maart 2013 en 30 mei 2013; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 over het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 volgens de BBC van de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken en Binnenlands Bestuur;

109


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening 2012 van de provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Collega’s, Aangaande punt 4/1 kom ik tussen zoals ik daarnet al had aangekondigd, ook weer met betrekking tot dat verslag van het Rekenhof, dat echt wel de moeite loont om te lezen. Zij maken een aantal opmerkingen, sommige terecht maar zonder problemen. We nemen daar nota van. Maar een paar andere opmerkingen zijn toch wel redelijk frappant te noemen. De frappantste haal ik er even uit, heel kort. Ik ga niet de tijd nemen om ze allemaal in detail te bespreken. Over de opvolging van de goede aanwending van subsidiebedragen landbouw, daar heb ik het al heel kort over gehad. Daar ga ik niet verder over uitweiden. Er is ook nog een onduidelijkheid aangaande de waarde van de OVV pensioenkas. Hebben we eigenlijk nog voldoende begroot om de pensioenen te kunnen dragen? Ook daar zijn we zelfs in de commissie niet echt voldoende over ingelicht. Er is dan ook software die sinds 1 juli 2012 niet aangepast is aan de BTW-wetgeving waardoor wij het risico lopen als provincie om op sommige facturen de BTW tweemaal te betalen. Maar, ‘safe the best for last’, wat mij het meest is opgevallen in die opmerkingen van het Rekenhof, en ik wil daar vooraf zeker bij vertellen dat ik niemand aan de schandpaal wil nagelen, is dat er in 2006 een belegging is gedaan dat toen als risicovrij werd aanzien, maar kortelings daarna in 2007 door de crash in Amerika op de obligaties daar blijkbaar toch wel zeer risicovol was. Er was ook geen garantie op gegeven. Dat maakt dat een belegging die wij als provincie gedaan hebben van 6 miljoen EUR vandaag de dag aan een minderwaarde moet geboekt worden van 4 miljoen EUR. Dat wil zeggen dat we 4 miljoen daarop verliezen. Er is 2 miljoen kunnen gerecupereerd worden van die 6 miljoen door een regelingsovereenkomst die gesloten is in 2012 met de financiële instelling die die obligaties aan ons verkocht heeft. Wat zegt nu het Rekenhof? Dat is eigenlijk het punt dat bij mij het zwaarste weegt. Het Rekenhof zegt dat de bevoegdheid van de provincie tweemaal miskend is geweest. Eén keer is de bevoegdheid van de provincieraad miskend bij de instap in die belegging in 2006. Het was een belegging voor langer dan 1 jaar en dat moet door de provincieraad goedgekeurd worden. Een tweede keer is de provincieraad miskend op het moment dat de deputatie akkoord is gegaan met de regelingsovereenkomst, dat het eigenlijk een dading betreft. Een dading is een schikking in een discussie die er is. Ook daar hadden wij als provincieraad moeten over beslissen. Wat gebeurd is, is gebeurd. De opmerkingen van het Rekenhof zijn hier natuurlijk post antirior, maar met betrekking tot zeker dat punt van die obligaties is het zelfs een punt post mortum. Het kalf is verdronken. We kunnen daar echt niets meer aan doen. Wat is nu concreet mijn vraag vanuit de fractie naar de deputatie, en bij uitbreiding uiteraard aan de provincieraad? Dat is dat wij eisen van de deputatie dat ze in hun komende verenigde raadscommissie, ik vind het punt belangrijk genoeg om het slechts voor te behouden in een

110


technische commissie, uitleg geven over al de punten die het Rekenhof hier heeft gemaakt. Niet zozeer van hoe kunnen we het verleden terug recht trekken vandaag? Dat gaat niet. Dat weten wij allemaal. Maar wel, hoe kunnen wij aan preventie doen, hoe kunnen wij remediëren aan de opmerkingen die het Rekenhof hier heeft gedaan? Concreet, ik vat even samen. Er zijn een aantal opmerkingen van het Rekenhof die we niet kunnen weerleggen. Ik vraag aan de deputatie een rapportering. Ik vraag aan de deputatie een remediëring op een verenigde raadscommissie.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Zoals al gezegd zullen we in een van de komende zittingen daar verder op doorgaan. Ik weet wel niet of het in de verenigde raadscommissies zal zijn, want in de verenigde commissies zijn we alle 72 terwijl het toch wel gaat over een aantal vrij technische discussies. Een groot deel van de opmerkingen die door het Rekenhof gemaakt zijn vallen in de toekomst ook wel weg. Het kan zijn dat we er dan andere krijgen natuurlijk, maar door de verandering van het huidige begrotingssysteem naar het BBC-begrotingssysteem leidt dat tot een heel aantal andere manieren van boeken, en een aantal dingen waar men nu opmerkingen bij maakt zijn in de toekomst gewoon niet meer van toepassing. Maar zoals al gezegd, dit zijn opmerkingen ten aanzien van de rekening van het verleden. We moeten er voor zorgen dat we een aantal van die opmerkingen naar de toekomst toe kunnen ondervangen zodat die niet meer in volgende verslagen zouden voorkomen.

VOORZITTER.- De heer Röttger heeft het woord. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Voorzitter, over de toekomst wil ik mij niet uitspreken. Daar kunnen we van gedachten over wisselen. Maar over dat verleden, u bent ermee begonnen. U wilde niemand aan de schandpaal nagelen. Dus ik wou toch maar even in dit concrete geval voor de duidelijkheid stellen dat het in onwaarde is gesteld om inderdaad in de collectiviteit van de verantwoordelijkheid te nemen. De dingen zijn ondertussen niet meer verkoopbaar, maar zijn nog wel onze eigendom en ze zouden in de toekomst nog wel eens iets kunnen opbrengen. Het eigenaardige is dat ze niet meer verhandelbaar zijn en dat ze destijds wel gekocht zijn op aanraden van die fameuze ratingsbureaus, die er dan grote A-waardes aan toe hebben gekend. Ik denk dat met al die factoren daarbij te vernoemen dat er van een schandpaal geen sprake kan zijn en dat de deputatie daarom het ook wel wijs heeft geacht die beslissing te nemen die ze genomen heeft.

VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Onze fractie gaat zich op dit punt onthouden. Wij gaan niet tegenstemmen, want dat zou de indruk geven dat wij het harde en boekhoudkundig correcte werk van de diensten afkeuren, of dat wij het niet eens zouden zijn met de meeste van hun antwoorden op de opmerkingen van het Rekenhof. Wij waarderen die

111


integendeel wel. Met die onthouding willen wij toch onze afkeuring laten blijken voor het feit dat ook ons provinciebestuur heeft deelgenomen aan het in 2006, meer bepaald met die belegging van 6 miljoen EUR, casinokapitalisme dat geleid heeft tot de dramatische bankencrisis van 2008. Dat is uiteraard niet de verantwoordelijkheid van de ambtenaren, maar wel van de politici die hen de toelating gegeven hebben om te beleggen in die risicovolle herverpakte Amerikaanse hypotheekkredieten. Men zegt: we kunnen daar geen enkel politicus de steen voor toewerpen. Wel, mevrouw Michielsen, ik kan u toch zeggen dat wij maar beperkte politieke verantwoordelijkheid hadden in 2009 toen er onder meer in de gemeenteraad van Antwerpen door een hier aanwezig raadslid gevraagd werd en gepleit wordt voor in te tekenen op de kapitaalverhoging van Dexia. Wij zijn de enige partij die overal, in alle gemeenteraden waar zij toen zat, tegen die kapitaalverhoging gestemd heeft. Er was wel klaarziendheid voldoende beschikbaar voor diegenen die wilden en die kritisch zijn tegen een systeem dat gedreven wordt door jacht naar maximale winst, zeker door grootbanken, om dit verlies te verhinderen.

VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Beste Kris, ik wist natuurlijk als ik over aandelen begon dat ik dan een doos van Pandora open en dat ik dan de deur wagenwijd openzet voor u om weer over aandelen en dergelijke meer te beginnen. Onze bekommernis is gewoon dat dergelijke zaken worden vermeden in de toekomst, en we kunnen maar leren uit de fouten van het verleden. Daarom dat we ze voldoende moeten bespreken en doorlichten, en zeker en vast in de technische commissie om dat te bekijken.


112


Nr. 4/2 van de agenda Budget 2013. Derde reeks wijzigingen. Diverse wijzigingen van kredieten van DMCO (nul-operaties). Budget 2013. Administratie. 71. Centrale administratie - GU-WERKINGSKOSTEN. Machtigingskrediet 104/612. Erelonen, presentiegelden en andere vergoedingen. (blz. 40). Vermeerdering van krediet. 72. Algemene administratieve vorming - GU-OVERDRACHTEN. Machtigingskrediet 106/640. Toegestane subsidies. (blz. 41). Vermindering van krediet. 72. Centrale administratie - GU-OVERDRACHTEN. Machtigingskrediet 104/640. Toegestane subsidies. (blz. 41). Uittrekking van krediet. Budget 2013. Algemene schuld. 7X. Niet op de functies aanrekenbare openbare schuld - GU-SCHULD. Machtigingskrediet 010/650. Kosten van schulden. (blz. 35). Vermindering van krediet. Verslag van de deputatie. In zitting van 28 februari 2013 besliste de deputatie om het bestaande kenniscentrum binnen INOVANT om te vormen op basis van een leerstoelformule die ressorteert onder het beleidsdomein personeel. Deze leerstoel wordt opgericht binnen het departement PSW van de UA en zal geleid worden door professor doctor Ria Janvier. In provincieraadszitting van 27 juni werd beslist om hiervoor een subsidie op naam te voorzien van 100.000 EUR per jaar voor de periode van drie jaar. Voor 2013 dient een subsidie van 50.000 EUR voorzien te worden op krediet 104/640. Deze kost wordt tegengewogen door de vermindering met 50.000 EUR op 010/650 (te betalen intresten op de externe financiering van het nieuw provinciehuis). In voormelde deputatiezitting van 28 februari 2013 werd beslist om de dotatie van APB INOVANT met 20.000 EUR te verminderen en deze middelen te voorzien bij DMCO, als werkingsmiddelen (104/612 reserve voor kosten ingevolge van een arbeidsongeval). Aan uw raad wordt voorgesteld dat de wijzigingen aan de kredieten in het bijgevoegd overzicht (budgetwijzigingen – lange type) worden uitgevoerd. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 § 2 3° van het provinciedecreet; Overwegende dat in zitting van 28 februari 2013 de deputatie besliste om het bestaande kenniscentrum binnen INOVANT om te vormen op basis van een leerstoelformule die ressorteert onder het beleidsdomein personeel; dat deze leerstoel wordt opgericht binnen het departement PSW aan de UA en geleid zal worden door professor doctor Ria Janvier.

113


Overwegende dat in provincieraadszitting van 27 juni 2013 werd beslist om hiervoor een subsidie op naam te voorzien van 100.000 EUR per jaar voor de periode van drie jaar; dat voor 2013 een subsidie van 50.000 EUR voorzien wordt op krediet 104/640; dat deze kost wordt tegengewogen door de vermindering met 50.000 EUR op 010/650 (te betalen intresten op de externe financiering van het nieuw provinciehuis). Overwegende dat in voormelde deputatiezitting van 28 februari 2013 werd beslist om de dotatie van APB INOVANT met 20.000 EUR te verminderen en deze middelen te voorzien bij DMCO, als werkingsmiddelen; Dat deze 20.000 EUR voorzien wordt als reserve voor kosten ingevolge van een arbeidsongeval 104/612). BESLUIT: Artikel 1: Machtigingskrediet 104/612 Erelonen, presentiegelden en andere vergoedingen, van het budget 2013 wordt vermeerderd met 20.000,00 EUR. Artikel 2: Machtigingskrediet 106/640 Toegestane subsidies, van het budget 2013 wordt verminderd met 20.000,00 EUR. Artikel 3: In het budget 2013 wordt onder machtigingskrediet 104/640 Toegestane subsidies (blz. 41), een bedrag uitgetrokken van 50.000,00 EUR. Artikel 4: Machtigingskrediet 010/650 Kosten van schulden, van het budget 2013 wordt verminderd met 50.000,00 EUR VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.

114


Budgetwijziging nr.: Soort: Uitgaven GD

3

Datum Provincieraad:

27/06/2013

Debet uitgavekrediet = ontstaan of verhoging van het krediet ; Credit uitgavekrediet = vermindering van het krediet Debet ontvangstenkrediet = verlaging van het krediet ; Credit ontvangstenkrediet = ontstaan of verhoging van het krediet De dienst Begroting voegt het benodigde aantal regels toe BJ = begrotingsjaar ; PJ = prestatiejaar ; FC = functionele code ; ARPA = Code Algemene Rekening ; LOC = Locatiecode ; DOEL = Code doelstelling ; ACT = Code activiteit ; EC = Economische code (= ARPA) ; BHD = Code beherende dienst ; BKH = Code boekhouding (steeds 10000000) ; RES = Reserveveld (steeds XXXXX) ; Debet = bedrag verhoging uitgavekrediet ; Credit = bedrag verlaging uitgavekrediet ; (#) = Aantal in te brengen tekens

BJ (4)

PJ (4)

FC (3)

ARPA (8)

LOC (13)

DOEL (4)

ACT (6)

EC (8)

BHD (8)

BKH (8)

RES (5)

Boekhoudkundige budgetcode

2013 2013 2013 2013

2013 2013 2013 2013

104 106 104 010

61220990 64007033 64014533 65000010

2001000000000 4010060000000 2001000000000 1007000000000

XXXX XXXX XXXX XXXX

ACT105 XXXXXX XXXXXX ACT095

61220990 64007033 64014533 65000010

20000000 40000000 20000000 10000000

10000000 10000000 10000000 10000000

XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX

Debet

Credit

Waarde in EUR

Waarde In EUR

20.000,00 20.000,00 50.000,00 70.000,00

115

(N) 50.000,00 70.000,00


Nr. 4/3 van de agenda Budget 2013. Derde reeks wijzigingen. Aanpassing van de dotatie van het autonome provinciebedrijf APB Inovant (INOV). Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Naar aanleiding van de derde reeks wijzigingen aan het budget 2013 werd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013 beslist tot het overhevelen van bepaalde kredieten van het provinciale budget naar het budget van de gewone en de autonome provinciebedrijven of omgekeerd. In het provinciale budget worden de verminderingen respectievelijk vermeerderingen van de kredieten tegengewogen door het verhogen respectievelijk verlagen van de dotatie aan enkele provinciebedrijven in het initiële budget van 2013. Het evenwicht van het budget blijft evenwel bewaard. De wijzigingen in de budgetten van de respectievelijk gewone en autonome provinciebedrijven dienen voorgelegd te worden aan de provincieraad. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 67 van de provinciewet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 2 juni 1999, waarin bepaald wordt dat het budget van de provincie ook het resultaat van de bijzondere budgetten van de niet-autonome provinciebedrijven moet bevatten; Gelet op het artikel 15 bis van het koninklijk besluit van 2 juni 1999, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 145 van 30 december 1982, waarbij het evenwicht in het budget wordt opgelegd aan de provincies; Overwegende dat bepaalde kredieten overgeheveld worden van het provinciale budget naar het budget van de gewone en de autonome provinciebedrijven; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van kredietvermeerderingen en/of –verminderingen in het budget voor 2013 van het autonome provinciebedrijf APB Inovant (INOV).

116


117


VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 63 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 55 leden hebben ja gestemd; 8 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 55 stemmen ja, bij 8 onthoudingen.

118


Nr. 4/4 van de agenda Budget 2013. Evenwicht na de derde reeks wijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Naar aanleiding van de derde reeks wijzigingen aan het budget 2013 werd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013 beslist tot het wijzigen van enkele kredieten op het budget voor het jaar 2013. Het evenwicht van het budget blijft bewaard. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 67 van de provinciewet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op het artikel 15 bis van het koninklijk besluit van 2 juni 1999, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 145 van 30 december 1982, waarbij het evenwicht in het budget wordt opgelegd aan de provincies; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van vermeerderingen en verminderingen van kredieten van het budget voor het jaar 2013. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 50 leden hebben ja gestemd; 11 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 50 stemmen ja, bij 11 stemmen nee.

119


120


121


122


123


124


125


126


127


128


129


130


VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/5 tot en met 4/12 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 4/5 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 § 2 11° van het provinciedecreet. Verzekeringen. ABR-polis Nieuw Provinciehuis. Lastvoorwaarden en wijze van gunnen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Ter dekking van haar bouwrisico’s heeft de provincie er tot op heden voor geopteerd bij grotere bouwprojecten de aannemer de opdracht te geven om een verzekeringspolis Alle BouwplaatsRisico’s (ABR) af te sluiten. Deze biedt een objectieve dekking van beschadigingen aan het gebouw of aan derden tijdens de bouwtermijn en de onderhoudstermijn. Uit ervaring hebben we echter geleerd dat het voldoen aan deze verplichting door de aannemers stipt moet worden opgevolgd door de provincie en dat de afhandeling van een schadedossier dan toch nog veel tijd in beslag kan nemen en met discussies gepaard kan gaan. Daarom is het de bedoeling het afsluiten van een ABR-polis als bouwheer uit te testen. Door zelf een ABR-polis af te sluiten, zullen wij door de verzekeringsmaatschappij als verzekeringsnemer (dus: klant) worden behandeld. Op die manier kunnen we ook de doorlooptijd van de mogelijke bouwgeschillen beperken. Gelet op het belang van het bouwproject wordt onder meer het Nieuw Provinciehuis als pilootproject gekozen. In toepassing van artikel 17 §2 1°a van de overheidsopdrachtenwet van 24 december 1993 en het artikel 120 van het uitvoeringsbesluit van 8 januari 1996 kan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gevoerd voor het aanbesteden van deze opdracht. Dit heeft het grote voordeel dat er kan worden onderhandeld met de gegadigde verzekeringsmaatschappijen. Daarom wordt voorgesteld van deze procedure gebruik te maken. In samenspraak met verzekeringsmakelaar Aon stelt de dienst Overheidsopdrachten en Juridische Ondersteuning voor om volgende zeven verzekeringsmaatschappijen uit te nodigen om een offerte in te dienen: AIG, Allianz Belgium nv, Amlin Europe nv, Bâloise Insurance, Ethias Verzekeringen, HDI Gerling Verzekeringen, Zurich Insurance. Deze lijst kan nog wel worden aangepast rekening houdend met de interesse van de verzekeraars voor een andere pilootopdracht ABR die reeds werd uitgeschreven. De opdracht zal worden gegund op basis van drie gunningscriteria met volgend gewicht: Prijs: 65 punten Waarborgen: 20 punten Dienstverlening: 15 punten Aan de inschrijvers wordt gevraagd hun prijs op te geven als een promille op de kostprijs van de betreffende werken. De prijs bestaat uit een eenmalige

131


basispremie en een premie per begonnen bijkomende maand. Na afloop van de werken wordt de definitieve premie bepaald op basis van de werkelijke waarde. In geval de voorziene verzekeringsperiode wordt overschreden, heeft de gekozen verzekeraar per begonnen maand het recht op een extra premie. Op basis van de geraamde waarde van de werken ten belope van 59.920.600,79 EUR wordt de totale waarde van deze opdracht, inclusief lasten, geraamd op 180.000 EUR (er is geen btw op verschuldigd). Omdat de geraamde waarde van de opdracht hoger ligt dan 67.000 EUR wordt het bestek ter goedkeuring aan uw raad voorgelegd. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. Het bestek ligt ter inzage op de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet, Overwegende dat het voor het bouwproject Nieuw Provinciehuis aangewezen is om een ABR-polis af te sluiten op naam van de provincie Antwerpen (waarbij de bouwheer de verzekeringsnemer is), Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad beslist een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor het afsluiten van een verzekeringspolis ABR voor het bouwproject Nieuw Provinciehuis. De provincieraad keurt de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking goed als wijze van gunnen. De provincieraad keurt het bestek voor de afsluiting van een ABR- verzekeringspolis goed. De omvang van de opdracht, inclusief taksen, wordt geraamd op 180.000 EUR. De provincieraad keurt de voorgelegde lijst van aan te schrijven verzekeraars goed, met dien verstande dat deze lijst nog kan worden aangepast op basis van de ervaringen met een andere pilootopdracht ABR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/6 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Restauratie. Exterieur. Fase 9: glas-in-loodramen en UV-screens. Verrekening nr. 4. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In zitting van 26 november 2009 hechtte uw raad goedkeuring aan het ontwerp van fase 9 bij de buitenrestauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen, dat voorzag in het aanbrengen van voorzetbeglazing ter hoogte van het zuidtransept en noordtransept, het aanbrengen van UV-folie op voorzetbeglazing,

132


het aanbrengen van UV-screens aan ramen zonder voorzetbeglazing, het herstellen van bepleistering en kalkverf, de restauratie van de ramen van beide zijbeuken en van de ramen van de middenbeuk en de restauratie en het herplaatsen van de glas-in-loodramen aan de oostkant van het noordtransept en in het Bourgondisch raam. In zitting van 9 december 2010 besliste de deputatie de werken voor fase 9: glasin-loodramen en UV-screens te gunnen aan de nv Renotec te Geel voor de prijs van 883 024,56 EUR (incl. btw). In zitting van 8 maart 2012 hechtte de deputatie goedkeuring aan de werken in meer voor een bedrag van 89 373,27 EUR (incl. btw), opgenomen in verrekening nr. 1 bij genoemde aanneming en werd akte genomen van de werken in min ingevolge deze verrekening ten bedrage van 25 570,80 EUR (incl. btw). In zitting van 3 mei 2012 hechtte de deputatie goedkeuring aan de werken in meer voor een bedrag van 84 368,90 EUR (incl. btw), opgenomen in verrekening nr. 2 bij genoemde aanneming en werd akte genomen van de werken in min ingevolge deze verrekening ten bedrage van 25 510,15 EUR (incl. btw). In vergadering van 24 mei 2012 nam uw raad kennis van deze verrekening nr. 2, waardoor de bijkomende uitgaven bij deze opdracht meer dan 10% van de gunningsprijs bedroegen. In vergadering van 27 september 2012 besliste uw raad goedkeuring te hechten aan de werken in meer voor een bedrag van 9 678,94 EUR (incl. btw), opgenomen in verrekening nr. 3 bij bovengenoemde aanneming. Thans wordt verrekening nr. 4 van werken in meer en in min voorgelegd, onder verwijzing naar de verantwoording vanwege de ontwerper, thv architecten R. Steenmeijer & H. Baksteen – bvba Ingenieursbureau Jan Van Aelst – nv Securos te Antwerpen, omvattende: in min 4.3 5.5.1.2 2.2.1 2.2.2 4.1 4.2 6.3 6.7.2 5.1 5.5.1.1 VER 1.4

- ontzilten van muren: - lancet en maaswerk: - totaal in meer: - rechthoekige panelen: - lancettop- en maaswerkpanelen: - metselwerk: - binnenbepleistering: - reiniging en consolidatie glasverf: - aanbrengen bindroeden: - uitname: - rechthoekige panelen: - noodfixaties ‘Kruisoprichting’: - totaal in min/meer: - blijft in min: - 21% btw: - algemeen totaal:

Het dossier ligt ter inzage op de griffie.

133

-6 -3 -1 - 32 -2 -4 -52 -25 -5 - 30

282,36 961,10 597,14 186,64 - 1,15 371,60 921,00 449,30 698,00 468,29 290,50 311,01 601,51

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR

in meer 21 807,50 EUR 5 370,29 EUR

27 177,79 EUR


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 26 april 2012, betreffende de vaststelling van de opdrachten die als opdrachten van dagelijks bestuur worden beschouwd in de zin van artikel 43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan de werken in meer met een bedrag van 32 885,13 EUR, opgenomen in verrekening nr. 4 bij de opdracht voor fase 9: glasin-loodramen en UV-screens bij de buitenrestauratie van de Onze-LieveVrouwekathedraal te Antwerpen, opgedragen aan de nv Renotec te Geel, en neemt kennis van de werken in min met een bedrag van 63 486,63 EUR ingevolge deze verrekening (telkens incl. 21% btw). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/7 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen. Project provinciehuis. Hydraulische sculptuur Pol Bury. Restauratie. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. De hydraulische sculptuur van Pol Bury, voor sommigen het icoon van de provincie Antwerpen, voor anderen een kunstwerk of gewoon een fontein, dient te worden gedemonteerd in functie van de nakende afbraakwerken van het provinciehuis. Pol Bury kan beschouwd worden als één van de belangrijke Belgische kunstenaars. Typerend voor hem waren zijn kinetische kunstwerken, waartoe deze fontein behoort. Dit kunstwerk dient omwille van het goedgekeurd ontwerp van het nieuwe provinciehuis verplaatst te worden. De verwijdering van het kunstwerk dient te gebeuren voor de grote afbraakwerken starten. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voorgelegd voor de restauratie van deze hydraulische sculptuur, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, samenvattende opmetingsstaat en plannen. De restauratiewerken aan de hydraulische sculptuur werden opgedeeld in drie fasen: - fase 1: de demontage van de sculptuur - fase 2: de restauratie van de sculptuur - fase 3: de hermontage van de sculptuur.

134


Gezien de complexiteit van de hydraulische sculptuur is het noodzakelijk om deze drie fasen te bundelen in één dossier om er zo zeker van te zijn dat ze bij dezelfde uitvoerder zitten. Het zou veel eenvoudiger zijn op dit ogenblik enkel een dossier demontage voor te leggen, maar kan er weinig garantie gegeven worden op de kwaliteit van inventarisatie bij demontage. Enkel indien de uitvoerder van de demontage nadien ook instaat voor het vervolg, zal hij de demontage met voldoende zorg uitvoeren. Het basisconcept voor de restauratie van de hydraulische sculptuur is eenvoudig: alles wordt gerestaureerd volgens de regels van de kunst en met respect voor het oude materiaal. Er wordt dus zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal behouden. Oneffenheden en plaatselijke roestvorming worden bijgewerkt. Toezichtsluikjes die door Dalkia in functie van onderhoud op storende plaatsen werden aangebracht, worden weer weggewerkt. Het binnenwerk dat instaat voor het functioneren van de techniek wordt wel volledig vernieuwd: de leidingen met moderne onderhoudsvrije kunststof en de stootrubbers in duurzaam materiaal. De technieken moeten ook worden aangepast aan de nieuwe pompinstallatie die door de ontwerper van het bassin wordt voorzien. Nauw overleg tussen de ontwerper van het bassin en de restaurateur van het sculptuur is dan ook belangrijk. Ten slotte moet er worden nagedacht over de stabiliteit van de constructie. Mogelijk dienen enkele bijkomende steunstructuren te worden aangebracht. Bij de hermontage is het belangrijk dat de poten van de sculptuur ditmaal verankerd worden in de bodem van het watervlak, omdat deze verankering destijds onvoldoende goed werd uitgevoerd, wat in hoofdzaak de oorzaak blijkt te zijn voor het slecht functioneren van de fontein. Hiervoor is overleg met de ontwerper van het bassin van groot belang. De kostenraming van deze werken bedraagt 110 000,00 EUR + 23 100,00 EUR (21% btw) = 133 100,00 EUR, waarvan 45 000,00 EUR (excl. btw) voor de eigenlijke restauratie (fase 2). Aan uw raad wordt voorgesteld voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de werken de algemene offerteaanvraag vast te stellen. Het ontwerp ligt ter inzage op de griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan het ontwerp voor de restauratie van de hydraulische sculptuur van Pol Bury te Antwerpen, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed. Als wijze van gunnen van deze werken wordt de algemene offerteaanvraag vastgesteld.

135


VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord. Mevrouw AVONTROODT.- Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik zie dat de gedeputeerde op mijn vraag wachtte naar de locatie. Wij zijn daar niet alleen nieuwsgierig rond geweest, maar Pol Bury is een kunstenaar met wereldfaam. Het is eigenlijk een museumstuk, vandaar de vraag. Ik heb ook gezien in het persbericht dat daar nog geen locatie kon aangeduid worden, waar in de omgeving van het provinciehuis. In de toekomst wellicht zal het hopelijk wel in de nabijheid van het provinciehuis kunnen geplaatst worden, maar inmiddels zou ik toch durven pleiten om het maximaal mogelijk toegankelijk te maken voor de Antwerpenaren en diegenen die geïnteresseerd zijn in een museumstuk als dusdanig. Kunt u nu een tipje van de sluier oplichten waar het naartoe gaat?

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Nee, ik kan u nog niet zeggen, mevrouw, waar het naartoe gaat. We zijn dat nog aan het bekijken. Wat we hier vandaag beslissen is dat we het werk hier afbreken, dat we het zullen herstellen, en ook ineens in deze opdracht zit mee vervat dat als we er een plaats voor hebben dat het daar ook kan worden opgesteld, allemaal binnen dit verhaal. We bekijken dat, maar ik denk in alle geval niet dat het nog rond dit gebouw zal komen. Maar dat het toegankelijk zal moeten zijn voor het Antwerpse publiek, dat zal een evidentie zijn. Die oplossing zijn we aan het bekijken.

VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Dank u, voorzitter. Collega’s, ik sluit mij volledig aan bij het pleidooi van mevrouw Avontroodt. Ik vind in elk geval dat de fontein van Pol Bury, na deze dure, en zou zelfs durven zeggen erg dure, restauratie prominent vooraan aan het nieuwe provinciehuis zou moeten staan zodat elke bezoeker onmiddellijk geconfronteerd wordt met wat, in mijn ogen althans, de perfecte allegorie is op de provincie als dusdanig. Want dit kunstwerk is dit volgens mij. Het hangt net als de provincie met haken en ogen aan mekaar, het kost handen vol geld, en het is eigenlijk passé.

De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- En naar welk museum moeten wij dan?

De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Dat is natuurlijk schitterend, collega Huijbrechts, dat is pas kunst. Iedereen heeft er zijn idee over.

VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord.

136


Mevrouw AVONTROODT.- Ik weet dat mijnheer Lemmens er zelf aan gedacht heeft, zo heeft hij mij toch gezegd, maar ik ga dan toch plenair de suggestie herhalen dat dit een museumstuk is dat perfect in het Middelheim zou passen. Het moet van mij geen schenking zijn, maar het zou daar toch wel als teaser voor Antwerpen kunnen een plaats verwerven. Maar bent u daar mee bezig, mijnheer Lemmens? Dat is eigenlijk dan de vraag.

De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Uiteraard, mevrouw, zijn wij daar mee bezig. Elke dag denk ik eraan en elke dag zijn wij op zoek naar een goede plaats, en uiteraard – en dat heb ik u ook al in de commissie gezegd - hebben wij ook al gedacht aan het Middelheim. Hoe zou het ook anders kunnen. Maar we gaan binnenkort landen in dit dossier en we zullen u tijdig op de hoogte houden.

VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Voorzitter, kan u voor dit punt de onthouding van onze fractie noteren. Ik zou ook nog willen melden dat wij ons ook willen onthouden op punt 4/2. Nr. 4/8 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiecentrum De Schorre. Leveren en plaatsen van een tentconstructie. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In het budget 2013 werd onder artikel 2013/2013/124/22103000/6000010000000 /XXXX/ACT025/22103000/30000000/10000000/XXXX een krediet voorzien van 505.000,00 EUR voor de plaatsing van een tentconstructie in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze werken voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, gedetailleerde en samenvattende opmeting en kostenraming. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een zeilconstructie over de recreatieve ruimte ten zuidwesten van congresgebouw De Pitte. Deze afgesloten recreatieve ruimte wordt momenteel al frequent gebruikt door verscheidene groepen voor o.a. bedrijfsfeestjes, barbecues en dergelijke en voor het drankenbuffet voor Schorremorrie en andere activiteiten van De Schorre. Voor deze activiteiten worden momenteel ieder zomerseizoen zeshoekige tenten opgezet. Deze tenten zijn echter aan vervanging toe. De opdracht is verdeeld in twee fasen. De eerste fase omvat het uitwerken van het ontwerp en opmaken van het dossier voor de bouwaanvraag. De tweede fase omvat de eigenlijke realisatie.

137


De kostenraming van deze werken bedraagt 400.000,00 EUR + 84.000,00 EUR (21% btw) = 484.000,00 EUR. De deputatie stelt voor om voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de werken de onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het ontwerp ligt ter inzage op de griffie. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in het budget 2013 van een krediet voor het plaatsen van een tentconstructie in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het plaatsen van een tentconstructie in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten als wijze van gunnen van deze werken de onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/9 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Aanleg van een fietsverbinding tussen De Schorre en de Rupeldijk. Fase 2: aanleg van een fietspad tussen de Kapelstraat en de Rupeldijk. Verrekening nr. 2. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In zitting van 14 juni 2012 besliste uw college bovenstaande werken te gunnen aan nv Aannemingsbedrijf L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen, voor een bedrag van 450 576,65 EUR (incl. btw). In zitting van 25 april 2013 hechtte de deputatie goedkeuring aan verrekening nr. 1 voor werken in min en in meer met een uieindelijk bedrag in meer van 33 210,87 EUR (incl. btw).

138


Omdat de bijkomende uitgaven ingevolge verrekening nr. 2 meer dan 10 % van het opdrachtbedrag bedragen, wordt deze verrekening thans aan uw raad voor goedkeuring voorgelegd. De in deze verrekening opgenomen werken in meer omvatten: - Herstellen toegangsweg (werfweg) met mengpuin: 14 000,00 - Grondverzet van ter plaatse gestapelde grond: 750,00 - Voorbereidende werken voor de aanleg verbinding met riolering Kleistraat: aanvoer pompinstallatie: 250,00 uren: 1 440,00 - Slopen voorbouw ringoven: 4 500,00 - Totaal: 20.940,00 - 21 % btw: 4 397,40 - Algemeen totaal: 25 337,40

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR

Tijdens de werken werd op een zware asbestvervuiling gestoten. Deze vervuiling werd “urgent” gesaneerd door OVAM. De sanering bestond uit het verwijderen van de laag asbestpuin, waardoor tevens de bovenliggende grondlaag van het terrein werd verwijderd. Aan de Kapelstraat ontstond zo een hoogteverschil van meer dan vier meter. Het talud was vrij steil en er bestond gevaar voor afschuiving met mogelijkheid van afbrokkeling van de Kapelstraat. Aan de aannemer is gevraagd met spoed het talud te stabiliseren. Deze werken waren trouwens ook noodzakelijk om het te realiseren niveau te bekomen. Door de saneringswerken was ook een gedeelte van de werfweg van de aannemer verwijderd, zodat die diende hersteld te worden. In de wintermaanden is geconstateerd dat het grondwater in de zone achter de tunnel hoger komt te staan dan het peil van het fietspad. In oorsprong was voorzien dat het oppervlaktewater in de wadi’s terechtkomt om spontaan in de bodem te filteren. De hoge stand van het grondwater noopte ertoe om een gravitaire afvloeiing te voorzien naar de riolering van de Kleistraat. Teneinde de werf te kunnen voortzetten en de tunnelconstructie te kunnen plaatsen, werd aan de aannemer gevraagd het ingesloten water weg te pompen. De bouwvallige constructie die door de vroegere bewoner was aangebouwd aan de oven werd om veiligheidsredenen afgebroken. De bundel ligt ter inzage op de griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 26 april 2012, betreffende de vaststelling van de opdrachten die als opdrachten van dagelijks bestuur worden beschouwd in de zin van het artikel 43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet;

139


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan de werken in meer met een bedrag van 25 337,40 EUR (incl. btw), opgenomen in verrekening nr. 2 voor fase 2: aanleg van een fietspad tussen de Kapelstraat en de Rupeldijk bij de aanleg van een fietsverbinding tussen het provinciaal Recreatiedomein De Schorre en de Rupeldijk te Boom, opgedragen aan nv Aannemingsbedrijf L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen. VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Gelieve een onthouding van onze fractie te noteren. Nr. 4/10 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Geel. Proefbedrijf pluimveehouderij. Vernieuwen daken kippenstallen. Ontwerp. Goedkeuring. (dossiernummer: BenV-OPDR-2012-0156) Verslag van de deputatie. Uit recent onderzoek is gebleken dat de daken van de kippenstallen van het proefbedrijf pluimveehouderij (EVA) te Geel in slechte staat zijn, in die mate dat thans een volledige vervanging van de bestaande beplating noodzakelijk is. De huidige beplating betreft de eerste generatie asbestvrije golfplaten waarvan de levensduur kennelijk beperkt is tot +/- 15 jaar. De dienst Infrastructuur en Vastgoed heeft een ontwerp, bestaande uit een bijzonder bestek, plan, veiligheidsen gezondheidsplan, risicoanalyse, samenvattende opmetingsstaat en kostenraming, opgesteld voor de vervanging van bedoelde daken door geïsoleerde geprofileerde metaalplaten, waarvan het materiaal en uitzicht identiek zijn aan de daken van de aldaar in aanbouw zijnde stallen. De kostenraming bedraagt 298.375,00 EUR, te verhogen met 21% btw of 62.658,75 EUR, hetzij in totaal 361.033,75 EUR. In het budget 2013 is hiervoor onder artikel 2013/2013/124/22101000/9005002000000/XXXX /ACT025/22101000/30000000/10000000/XXXXX een krediet ingeschreven van 400.000,00 EUR. De deputatie stelt voor om voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de werken de openbare aanbesteding vast te stellen. Het ontwerp ligt ter inzage op de griffie.

140


De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Overwegende dat uit recent onderzoek gebleken is dat de daken van de kippenstallen van het proefbedrijf pluimveehouderij (EVA) te Geel in dergelijke slechte staat zijn, dat een gehele vervanging van de huidige beplating noodzakelijk is; Overwegende dat hiervoor in het budget 2013 onder artikel 2013/2013/124/22101000 /9005002000000/XXXX/ACT025/22101000/30000000/10000000/XXXXX een krediet is voorzien van 400.000,00 EUR; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het vernieuwen van de daken van de kippenstallen van het proefbedrijf pluimveehouderij (EVA) te Geel, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt als wijze van gunnen van deze werken de openbare aanbesteding vast. VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Wederom de onthouding van onze fractie. VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord. Mevrouw VAN HOFFELEN.- De Groen! fractie onthoudt zich op punt 4/10, evenals op punt 4/12. Nr. 4/11 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Ranst/Emblem. Campus Vesta. Bouwen van een gaspakkengebouw,een logistieke loods en tweede oefenplaat en diverse werken. Ontwerpopdracht. Bijkomende diensten: ontwerp van een biologische waterzuivering. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In zitting van 15 december 2011 besliste de deputatie de ontwerpopdracht voor het bouwen van een gaspakkengebouw en diverse werken voor Campus Vesta te Emblem, Ranst te gunnen aan de nv Groep Infrabo te Westerlo voor de prijs van

141


411.611,75 EUR (incl. btw), berekend op basis van een geraamd projetbudget van 5.680.000,00 EUR (excl. btw). In vergadering van 28 maart 2013 hechtte uw raad goedkeuring aan de bijkomende diensten voor een bedrag van 58.763,65 EUR (incl. btw) voor de studie van de waterzuivering en de pompinstallatie. Door de Universiteit Gent werden in uitvoering van voormelde studie analyses uitgevoerd op enerzijds het water uit het bestaande bezinkbekken (eerste oefenplaat) en anderzijds op artificiële mengsels met regenwater en verschillende bluspoeders, schuimen en schuimafbrekers die gebruikt zullen worden op de tweede oefenplaat. Uit deze analyses blijkt dat een biologische waterzuivering zal moeten worden geplaatst op beide oefenplaten om de kwaliteit van het oppervlaktewater te kunnen benaderen. De bedoeling is dit gezuiverde water opnieuw te gebruiken voor de blusoefeningen en niet meer te blussen met leidingwater. Voor het ontwerpen van deze biologische waterzuivering worden aan uw raad thans voor goedkeuring bijkomende diensten bij deze ontwerpopdracht voorgelegd voor een bedrag van 86.636,00 EUR (incl. btw). De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 26 april 2012, betreffende de vaststelling van de opdrachten die als opdrachten van dagelijks bestuur worden beschouwd in de zin van artikel 43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan de bijkomende diensten voor een bedrag van 86.636,00 EUR (incl. btw) voor het ontwerpen van een biologische waterzuivering bij de ontwerpopdracht voor het bouwen van een gaspakkengebouw, een logistieke loods, een tweede oefenplaat en diverse werken voor Campus Vesta te Emblem, Ranst, opgedragen aan nv Groep Infrabo te Westerlo. VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Gelieve de onthouding te noteren van onze fractie.

142


Nr. 4/12 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Turnhout. Cultuurhuis de Warande. Bouwen van een tentoonstellingszaal en renovatie deel eerste podiumgebouw. Verrekening nr. 11. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In vergadering van 24 juni 2010 hechtte uw raad goedkeuring aan het ontwerp voor het bouwen van een tentoonstellingszaal en renovatie deel eerste podiumgebouw in het Cultuurhuis de Warande te Turnhout. In zitting van 18 november 2010 besliste de deputatie bovenstaande werken te gunnen aan de nv Strabag Belgium te Antwerpen, voor een bedrag van 7.433.076,37 EUR (incl. btw). In zitting van 1 juni 2011 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 1 met een bedrag in meer van 29.750,10 EUR en in min van 5.528,80 EUR, hetzij een saldo in meer van 24.221,30 EUR (telkens incl. btw). In zitting van 15 september 2011 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 2 met een bedrag in meer van 11.041,50 EUR (incl. btw). In zitting van 3 november 2011 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 3 met een bedrag in meer van 7.451,47 EUR en in min van 3.732,26 EUR, hetzij een saldo in meer van 3.719,21 EUR (telkens incl. btw). In zitting van 8 december 2011 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 4 met een bedrag in meer van 24.200,00 EUR (incl. btw). In zitting van 29 maart 2012 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 5 met een bedrag in meer van 118.521,64 EUR en in min van 69.419,12 EUR, hetzij een saldo in meer van 49.102,52 EUR (telkens incl. btw). In zitting van 26 april 2012 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 6 met een bedrag in meer van 29.293,57 EUR en in min van 10.264,12 EUR, hetzij een saldo in meer van 19.029,45 EUR (telkens incl. btw). In zitting van 31 mei 2012 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 7 met een bedrag in meer van 20.298,44 EUR en in min van 96,29 EUR, hetzij een saldo in meer van 20.202,15 EUR (telkens incl. btw). In zitting van 28 juni 2012 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 8 met een bedrag in meer van 21.140,53 EUR en in min van 13.490,39 EUR, hetzij een saldo in meer van 7.650,14 EUR (telkens incl. btw). In zitting van 30 augustus 2012 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 9 met een bedrag in meer van 303.595,59 EUR en in min van 6.507,61 EUR, hetzij een saldo in meer van 297.087,98 EUR (telkens incl. btw).

143


In zitting van 8 mei 2013 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan verrekening nr. 10 met een bedrag in meer van 337.468,72 EUR en in min van 139.079,55 EUR, hetzij een saldo in meer van 198.389,17 EUR (telkens incl. btw). Thans wordt verrekening nr. 11 van werken in min en in meer voorgelegd aan uw raad, daar de meeruitgaven meer dan 10% van het gunningsbedrag bedragen, onder verwijzing naar de verantwoordingen vanwege de ontwerper, PV Beel & Achtergael Architecten te Gent, en de offertes van de aannemer, omvattende: in min Diverse aanpassingen aan de elektrische installatie 76tris Handgrepen verdreven vluchttrappen 82tris Wijziging deuren 84. Bijkomende schoonloopmat 91bis Wijzigingen glazen borstweringen 96 Vlak zetten en schilderen borstwering B-ruimte 97 Verzwaren steunen trapleuningen 103 Termijnkosten - Totaal in min/meer: - Blijft in meer: - 21% btw: - Algemeen totaal:

in meer

26_9 bis

32.094,64 EUR 4.328,12 EUR

4.328,12 EUR

10.623,18 8.514,65 365,08 30.000,00

EUR EUR EUR EUR

834,70 1.371,26 40.415,32 124.218,83 119.890,71 25.177,04 145.067,75

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR

Deze verrekening geeft geen aanleiding tot een verlenging van de contractuele uitvoeringstermijn. De bundel ligt ter inzage op de griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 26 april 2012, betreffende de vaststelling van de opdrachten die als opdrachten van dagelijks bestuur worden beschouwd in de zin van artikel 43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan de werken in meer voor een bedrag van 150.304,78 EUR, opgenomen in verrekening nr. 11 bij de opdracht voor het bouwen van een tentoonstellingszaal en renovatie deel eerste podiumgebouw in het Cultuurhuis de Warande te Turnhout, opgedragen aan de nv Strabag Belgium te Antwerpen, en neemt kennis van de werken in min voor een bedrag van 5.237,03 EUR ingevolge deze verrekening.

144


VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Collega’s, het moment dat je meer dan 10% van het gegunde aanbestedingsbedrag overschrijdt wordt meerwerk een dossier dat tot de bevoegdheid van de provincieraad behoort. Op de commissie zelf was er een korte toelichting, u vindt die trouwens ook in de stukken, die in detail enkel betrekking heeft op de laatste verrekening nr. 11. Ik heb in de commissie uitleg gevraagd over de 10 andere verrekeningen. Ik heb ook gezegd dat ik niet verwachtte dat mijnheer De Bel die plotseling tevoorschijn kon toveren. Als hij mij die bezorgde voor de provincieraad, zodat ik die kon doornemen, was dat meer dan op tijd. Hij heeft dat ook onmiddellijk gedaan. Ik heb dat bekeken en daar vallen mij toch een aantal zaken in op. Ik weet niet of de andere commissieleden die details ook hebben gehad. Wat mij daarin opvalt is dat de voorbije meerwerken niet alleen handelen over onvoorziene zaken, daarvoor dient uiteraard die 10%-regel. Blijkbaar zijn er ook een aantal onvolkomenheid in het lastenboek, die zijn toegelicht in de commissie. Dat kan. Er zijn problemen geweest in samenwerking met Strabach. Maar de zaken die mijn aandacht hierin vroegen dat is dat er ook wijzigingen zijn, meerwerken zijn gebeurd op vraag van de gebruiker, De Warande zelf. In de details van de andere verrekeningen vind ik inderdaad bv. terug: een barmeubel, een baliemeubel. In totaal die twee meubelstukken voor 120.000 EUR. Dat zijn volgens mij uitrustingen. Dat is geen onroerende investering, en volgens mij mag dat dus ook niet op het budget van een investering van die aanbesteding gebeuren. Wie moet dat dan natuurlijk wel betalen? Mijns inziens hoort dat op het budget van de Warande thuis. Kort samengevat: ik denk dat die werken niet ten laste van de provincie mochten genomen worden, maar dat die ten laste moesten zijn van de Warande en dat er hier dan een ontdraging is van middelen, zoals dat in juridische taal noemt. Concreet kunnen wij met onze fractie niet akkoord gaan met de voorliggende meerwerken. Moesten trouwens die zaken uit de meerwerken uitgelicht worden zou je nog altijd niet aan de 10% zitten en moest het niet naar de provincieraad komen. Ik zou ook eens graag in de commissie een totaalplaatje hebben van alle werken die er in de Warande gebeurd zijn, alle werken die er aan de Warande moeten gebeuren, en ook eens het plaatje van de afspraken die er met de Warande zelf zijn naar de gebruiker toe. Is er een concessiehouder, en dergelijke meer.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik moet zeggen dat het heel technisch wordt. Dat baliemeubel, of barmeubel, daarvan weet ik niet of het al dan niet in de aanbesteding in zat. Dat kan roerend zijn, maar dat kan ook onroerend zijn door bestemming. Ik vermoed toch dat het wel in het bestek in zat. Het kan zijn dat het fout is. De raming was oorspronkelijk 7,9 miljoen. Het is gegund aan 7,4 miljoen, maar uiteindelijk zijn er meer dan 700.000 meerwerken, zodanig dat in plaats van een half miljoen lager dan de raming het finaal te betalen bedrag een 200.000 à 300.000 boven de raming zal uitkomen.

145


VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Excuseer, gedeputeerde, maar dat is een zoethoudertje dat u nu vertelt. Het is niet omdat de raming 7,9 miljoen was, en dat er dan een aannemer heeft aanbesteed aan 7,4 miljoen dat wij nu akkoord en gelukkig moeten zijn met het feit dat we nu eindigen aan het ramingsbedrag.

VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Gewoon om de tegenstem van onze fractie te melden.

VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, u mag ook onze tegenstem noteren.

VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 4/5 t/m 4/12 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 55 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 4/5 tot en met 4/12 worden goedgekeurd met 55 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 2onthoudingen. VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/13 tot en met 4/19 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 4/13 van de agenda Vastgoed. Mol. Verlegging van de Burgemeesterloop ter hoogte van het geplande retentiebekken langs de Scheppelijke Nete. Grondaankoop (inneming 1: Nauwelaerts-Lodewijckx). Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In vergadering van 23 april 2009 hechtte uw raad goedkeuring aan het verslag met betrekking tot de ontwerpopdracht voor de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete en voor de verlegging van de Burgemeesterloop. De deputatie vertrouwde in zitting van 28 juli 2009 deze opdracht toe aan Technum-Tractebel.

146


In vergadering van 28 maart 2013 hechtte uw raad goedkeuring aan het onteigeningsplan voor de aanleg van dit retentiebekken. Voor het tweede luik van dit dossier - de verlegging van de Burgemeesterloop moeten er van twee eigenaars gronden worden verworven: van een privé-eigenaar, en van de gemeente Mol. Thans kan de verkoopbelofte ten bedrage van 100.000,00 EUR van de privéeigenaar, de familie Nauwelaerts-Lodewijckx, voor het perceel kadastraal gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G nr. 617l2, aan uw raad worden voorgelegd. De verkoopbelofte - alle vergoedingen inbegrepen - werd bekomen binnen de marge van het schattingsverslag. In samenspraak met de verkoper werden volgende bijkomende koopvoorwaarden op te nemen in de aankoopakte - bedongen: “Ingevolge de wet van 28-12-67 op de onbevaarbare waterlopen zal er langs beide zijden van de waterloop een erfdienstbaarheid worden gevestigd van 5 m. De provincie zal zolang zij beheerder is van de waterloop deze erfdienstbaarheid uitoefenen op haar eigendom en niet langs de zijde van de verkoper. Toevoer en afvoer water voor vijver in tuin blijft gegarandeerd. De provincie Antwerpen heeft vanaf 3 oktober 2013 het genot van het goed.” Het bodemattest is blanco. Krediet is beschikbaar in het budget 2013. Aan uw raad wordt voorgesteld machtiging tot de aankoop van bovenvermelde inneming te geven. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het innemingsplan voor het verleggen van de Burgemeesterloop ter hoogte van het geplande retentiebekken langs de Scheppelijke Nete in Mol; Gelet op de verkoopbelofte die werd bekomen voor inneming 1, binnen de schattingsprijs, alle vergoedingen inbegrepen; Gelet op het bodemattest; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie;

147


BESLUIT: Artikel 1: Onder verklaring dat de verwerving geschiedt voor openbaar nut, met name voor het verleggen van de Burgemeesterloop in Mol ter hoogte van het geplande retentiebekken langs de Scheppelijke Nete, wordt machtiging gegeven tot de aankoop van de hiernavolgende inneming van het innemingsplan: -

inneming 1: aankoop van 522 m² grond en vestiging van een erfdienstbaarheid op 208 m² grond van de familie Nauwelaerts-Lodewijckx, voor de prijs van 100.000,00 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.

Artikel 2: Goedkeuring wordt gehecht aan volgende bijkomende bijzondere aankoopvoorwaarden: “Ingevolge de wet van 28-12-67 op de onbevaarbare waterlopen zal er langs beide zijden van de waterloop een erfdienstbaarheid worden gevestigd van 5 m. De provincie zal zolang zij beheerder is van de waterloop deze erfdienstbaarheid uitoefenen op haar eigendom en niet langs de zijde van de verkoper. Toevoer en afvoer water voor vijver in tuin blijft gegarandeerd. De provincie Antwerpen heeft vanaf 3 oktober 2013 het genot van het goed.” VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

148


149


Nr. 4/14 van de agenda Vastgoed. Antwerpen. Verkoop gebouw Jan Van Rijswijcklaan 28. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. De provincie is eigenaar van een gebouw, gelegen te Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 28, “Arrondissementscommissariaat” genoemd. Een schatting van 21 februari 2013 is voorhanden. Landmeter-expert, Jan De wael schatte het gebouw op 1.075.000 EUR. Het pand is een ruim herenhuis in beaux-artsstijl (neo-rocco), gebouwd in half open bebouwing en heden in gebruik als kantoorgebouw. Het gebouw heeft een kelder, gelijkvloers en 2 verdiepingen en is ten kadaster gekend als 10 de afdeling, sectie K, nummer 1553m3 en is 1.110 m² groot. Het pand is gelegen in binnen het nieuwe RUP Provinciehuis Harmonie en opgenomen in de lijst van waardevolle architectuur. De federale diensten die momenteel gehuisvest zijn in dit gebouw verhuizen op 30 juni 2013. Voorgesteld wordt dit gebouw te verkopen. Gezien de resultaten van een klassieke openbare verkoop via een notaris de laatste jaren niet gunstig zijn, heeft de dienst Infrastructuur en Vastgoed onderzocht of er andere mogelijkheden zijn. Het voorstel is om deze verkoop te laten begeleiden door Vzw FED-net. FED-net is het “net” voor objectieve bemiddeling en advies voor overheden. Een samenwerking met FED-net impliceert: A. Advies: a. FED-net adviseert GRATIS de opdrachtgever. Dit advies wordt ondersteund door jarenlange ervaring van de bestuursleden, analyse en profiling en marktbevraging vooraf over bestaande interesse en markttoestand. b. FED-net heeft toegang tot alle experten en specialisten in netwerking, waardoor ze snel en accuraat een vrijblijvend advies kunnen verschaffen. B. Samenwerkingsovereenkomst en opdracht: a. De werking van FED-net staat omvat in de FED-net Codex. Deze codex dient aanvaard te worden door de provincieraad samen met de samenwerkingsovereenkomst. Deze samenwerkingsovereenkomst houdt enkel in dat de provincie FED-net erkent als bijkomende pijler om publieke verkopen te organiseren. b. FED-net vraagt geen exclusiviteit c. Bij het aanstellen van FED-net dient u geen aanbesteding te doen, gezien de kopers de FED-net kosten betalen.

150


d. e. f.

Pas na het invullen van de opdrachtfiche, zal FED-net de verdere afhandeling op zich nemen. FED-net past geen rouwkosten toe. De overheid blijft gedurende de opdracht leider.

C. De prijsvorming: a. Na het doorgeven van de opdrachtfiche is er mogelijkheid om bijkomend prijsadvies te vragen. Dit advies wordt gegeven door deskundigen (dit is geen landmeter-expert). Deze adviesprijs moet binnen de maand bezorgd worden. Als provincie zijn wij echter gehouden de prijs te laten bepalen door het aankoopcomité, de ontvanger van de registratie of een erkend landmeter-expert. FED-net heeft daarom gevraagd om verwittigd te worden wanneer de schatter van de provincie ter plaatse zou gaan, zodoende dat zij voldoende betrokken blijven bij het bepalen van de prijs. b. Na het voorleggen van de instelprijs, dient de provincie haar instelprijs bekend te maken. D. Voorbereiding: a. Na ontvangst van de instelprijs, komt een FED-net deskundige ter plaatse en overloopt de documenten met contactpersoon van de provincie. b. Van zodra alle documenten ontvangen zijn door FED-net, wordt binnen de 3 weken een dossier opgesteld. c. Na opmaak van dit dossier zal de provincie haar goedkeuring moeten geven vooraleer de verspreiding gebeurd. d. De verspreiding gebeurt over meer dan 22000 contactpunten (vitrines, eigen websites, immosites, …) E. Publieke actie a. Iedere bieder wordt begeleid door zijn professioneel. b. Een “open bod” kan direct gebeuren en is pas bindend voor de provincie indien er minimaal de instelprijs wordt geboden. c. Iedere bieder is gedurende 60 kalenderdagen eenzijdig gebonden d. Een open bod, doet de 1ste afteltermijn na minimaal 20 werkdagen lopen. Deze afteltermijn duurt 5 werkdagen. e. Bij ontvangst 2de bod, wordt de open periode gevolgd door een 2de en laatste afteltermijn van 5 werkdagen. Hierbij dient men hun bod “onder gesloten” in te dienen. f. Na de 2de ter mijn is er de publieke opening en verbalisering. F. Finalisering a. Vanaf hier neemt de notaris of gouverneur het over van FED-net. b. Ieder bod geldt voor 60 kalenderdagen en de opdrachtgever heeft keuze uit de bieders c. De koop-verkoopbelofte wordt bevestigd in: I. Compromis II. Comme Promis (indien belofte niet binnen de 60 kalenderdagen kan ondertekend worden) III. Sine die (indien akte langer dan 3 maanden op zich laat wachten. IV. Anders (voor de provincie zou dit kunnen zijn rechtstreeks de akte opmaken)

151


Opgemerkt wordt dat alle kosten ten laste vallen van de koper, tenzij de verkoper een andere verhouding wenst: bv omwille van een sociaal doel. Indien FED-net er niet in slaagt om te vermarkten zijn er ook geen rouwkosten verschuldigd. Door het aanvaarden van de codex en de samenwerkingsovereenkomst ontstaat er in hoofde van de provincie geen enkele verplichting om ook effectief met de vzw FED-net samen te werken. Overheden die al met FED-net samenwerken of hebben samen gewerkt zijn: De stad Gent, zij biedt al haar eigendommen die ze wenst te verkopen aan via FED-net, maar ook Waterwegen en Zeekanaal, Pro Justitia, de Politie en andere overheden of lokale besturen werken op regelmatige basis samen met FED-net. Voorgesteld wordt om het gebouw gelegen te Antwerpen , Jan Van Rijswijcklaan 28, te laten verkopen in samenwerking met FED-net en goedkeuring te hechten aan de FED-netcodex en samenwerkingsovereenkomst. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 13 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat de provincie eigenaar is van een pand gelegen te Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 28, tot 30 juni 2013 nog in gebruik voor de huisvesting van federale diensten; Overwegende dat het behoud van het pand in het provinciaal patrimonium geen nut meer heeft daar er geen provinciale of andere diensten meer in gehuisvest zijn; Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is het eigendom te verkopen; Gelet op de schatting; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: De provincieraad verleent machtiging tot de verkoop van het pand gelegen te Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 28 en ten kadaster gekend als Antwerpen, 10de afdeling, sectie K, nummer 1553m3 met een oppervlakte van 1.110 m², onder voorbehoud dat bij de verkoop minimum de schattingsprijs wordt gehaald. Artikel 2: De provincieraad machtigt de dienst Infrastructuur en Vastgoed om de verkoop te laten begeleiden door de VZW FED-net en een opdrachtfiche op te stellen voor de verkoop van het gebouw gelegen te Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 28. Artikel 3: De provincieraad hecht goedkeuring aan de FED-net-codex en de FED-netsamenwerkingsovereenkomst. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

152


Nr. 4/15 van de agenda Vastgoed. Brasschaat/Kapellen. PRUP Retentiezone Kaartsebeek. Grondaankoop. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 25 juni 2009 hechtte uw raad definitieve goedkeuring aan een PRUP met bijhorend onteigeningsplan voor de aanleg van een retentiezone langs de Kaartsebeek op grondgebied van de gemeenten Brasschaat en Kapellen. Innemingen 4-5 werden in 2012 aangekocht. Thans wordt aan uw raad de verkoopsbelofte voor inneming 3 van het onteigeningsplan voorgelegd. De inneming is gelegen op het grondgebied van Kapellen. De eigenaar is bereid tot verkoop tegen de prijs van 66.031,92 EUR. Dat bedrag omvat de grondprijs (schattingsprijs 4,00 EUR/m² voor agrarisch gebied) verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest. De grond is niet verpacht. Het bodemattest is blanco. Krediet is beschikbaar op artikel 124/22000000 van het budget 2013. Aan uw raad wordt voorgesteld machtiging tot de aankoop van bovenvermelde inneming te geven. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het PRUP “Retentiezone Kaartsebeek” te Brasschaat/Kapellen dat op 25 juni 2009 definitief werd goedgekeurd. Gelet op de verkoopsbelofte die voor inneming 3 werd bekomen tegen de schattingsprijs verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest ; Gelet op het bodemattest ; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de verwerving geschiedt voor openbaar nut, met name voor de aanleg van een retentiezone aan de Kaartsebeek te Kapellen, wordt machtiging gegeven tot de aankoop van de hiernavolgende inneming van het onteigeningsplan: - inneming 3: 14.071,80 m² grond van de vzw Rotonde tegen de prijs van 66.031,92 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

153


BIJLAGE

Nr. 4/16 van de agenda Vastgoed. Fiets-o-strade Antwerpen-Essen. Aanleg van Kijkuitstraat tot Heidestatieplein (Kalmthout). Onteigeningsplan. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In vergadering van 24 mei 2012 hechtte uw raad voorlopige goedkeuring aan de onteigeningsplannen 1.1, 1.2 en 2 van 29 maart 2012 voor de aanleg van een fietspad van Kijkuitstraat tot Heidestatieplein in Kalmthout op de fiets-o-strade langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen), opgemaakt door, opgemaakt door studiebureau Mebumar. Het openbaar nut werd met volgende argumenten gemotiveerd: 



De hoofdfietsroutes in de richting van de stad Antwerpen zijn op vlak van mobiliteit momenteel prioritair en noodzakelijk om de mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen aan te pakken, conform het “Masterplan Mobiliteit Antwerpen”. Hierin staat het betrokken project opgenomen. De nieuwe fietsverbindingen in het kader van het masterplan mobiliteit zijn noodzakelijk om volgende doelstellingen te bereiken: o de bereikbaarheid van de stad garanderen. o de verkeersveiligheid verhogen.

154








o de leefbaarheid herstellen. De hoofdroutes langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen) en langs spoorlijn 25/27 (Antwerpen-Mechelen) zijn de routes met de hoogste potenties aan gebruikers. Deze routes zullen bij uitstek een alternatief kunnen bieden voor een vlotte mobiliteit van en naar de gemeenten rond Antwerpen. Van beide hogergenoemde hoofdroutes zijn reeds een aantal gedeelten gerealiseerd door de stad, de gemeenten of de provincie. Er blijven echter nog steeds een aantal belangrijke “missing links”, waaronder huidig deelproject Kalmthout, die een 100% effectieve benutting van de routes in de weg staan. Door het traject van de fiets-o-strade langs de spoorlijn te leggen is gekozen voor het “minst schadelijk” traject, waarbij de minste verwervingen van particulieren dienen te gebeuren. Het grootste deel van de innemingen zal immers verlopen via overeenkomst (bezettingscontract) met de NMBS.

Bovendien werd voorgesteld de procedure bij hoogdringendheid volgens de wet van 26 juli 1962 toe te passen. De hierna volgende argumenten werden hiervoor ingeroepen: 



De mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen is zeer acuut. De hoofdfietsroutes langs spoorlijn 12 en spoorlijn 25/27 moeten dringend afgewerkt worden om de verwachte gevolgen van infrastructuurwerken rond Antwerpen voor te blijven en bij te dragen aan een verbeterd bereik van de stad en omliggende gemeentes. Een deel van het gehele project van de fietsroutes langs spoorlijn 12 en spoorlijn 25/27 is reeds gerealiseerd. Het is dus noodzakelijk om de “missing links”, waaronder huidig deelproject Kalmthout, op korte termijn te realiseren om een 100% effectieve benutting van de routes te garanderen.

Ondertussen werd met de betrokken eigenaars onderhandeld over de minnelijke verwerving van hun eigendommen. De meeste eigenaars bleken bereid om de benodigde gronden te verkopen; met de overige eigenaars, lopen de onderhandelingen nog. Na de goedkeuring van het onteigeningsplan werd dit in openbaar onderzoek gelegd door de gemeente Kalmthout. Bij dit openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ontvangen vanwege de heer Staf De Laet. Het bezwaar van de heer De Laet luidt: “Met dit schrijven wil ik een aantal opmerkingen en bezwaren indienen bij de gang van zaken betreffende het ‘fiets-o-strade’ project van de provincie Antwerpen. Huidig schrijven wordt u toegezonden onder alle voorbehoud en zonder enige nadelige erkentenis in hoofde van de consoorten De Laet. 1. Bemerkingen bij de vorm. Tot op heden benoemde de provincie Antwerpen de procedure van grondafstand als een verkoop in der minne (‘vrijwillige verkoop’ ‘eenzijdig verkoopsaanbod’). In het schrijven van de gemeente Kalmthout van 18 oktober 2012 wordt dit: ‘onteigeningsplan’.

155


Het lijkt mij een eigenaardige werkwijze om eerst getroffenen een verkoopovereenkomst te laten ondertekenen en pas veel later een openbaar onderzoek in te stellen, waarbij de getroffenen de officiële plannen kunnen raadplegen, opmerkingen kunnen formuleren en/of bezwaar indienen tegen de plannen van de provincie. Diegenen die hun handtekening reeds hebben gezet, zijn daardoor immers gebonden. Ze hebben zich akkoord verklaard met die, misschien foutieve plannen (Zie verdere opmerkingen). 2. Bemerkingen bij de inhoud. “Na raadpleging van de officiële plannen op het gemeentehuis van Kalmthout (30/10) stel ik een aantal anomalieën vast. De lengte van het perceel langs de spoorweg klopt niet met het opmetingsplan van beëdigd landmeter Stokmans, uitgevoerd op 4 juni 2008. Volgens de plannen van de provincie bedraagt de lengte 50,56 meter (e-mail van de heer Van Roy dd15/10). Ik heb deze afmetingen zelf kunnen vaststellen tijdens mijn bezoek aan de dienst ‘Ruimtelijke ordening’ te Kalmthout. Het opmetingsplan van beëdigd landmeter Stokmans geeft een lengte aan van 52,26 meter. Er was hierover briefwisseling tussen het kantoor van de heer Stokmans en de heer Van Roy. Dit gegeven besprak ik reeds met de heer Van Roy, landmeter van de provincie Antwerpen. Hij werkt aan een oplossing voor het probleem (e-mail 26/10). De breedte van het te verkopen/te onteigenen perceel is evenmin duidelijk. In de brochure van de provincie Antwerpen, uitgedeeld tijdens de voorlichtingsavond in de maand mei, is sprake van een breedte van 5 meter. Op het plan van de provincie wordt de te onteigenen breedte 5,13 – 5,17 meter. In een e-mail dd. 15/10 schrijft de heer Van Roy dat er een breedte van 4,35 meter moet afgestaan worden. De drie verschillende metingen roepen op zijn minst vragen op. Door de onteigening/vrijwillige verkoop rijzen er wat het betreffende perceel betreft een aantal bijkomende problemen. Op dit ogenblik is er een stedenbouwkundig attest om het perceel te verkopen. In afwachting van een uitspraak te gronde door de ‘Raad voor Vergunningsbetwistingen’, is er eveneens een geldig stedenbouwkundig attest om het perceel in twee percelen te verkavelen. Na de onteigening/vrijwillige verkoop dienen wij in elk geval een nieuwe aanvraag in te dienen bij de gemeente Kalmthout. De oppervlakte na verkoop klopt immers niet meer met de bestaande situatie. De dienst Ruimtelijke ordening van de gemeente kan niet garanderen dat een nieuwe vergunning wordt afgeleverd onder dezelfde omstandigheden. Wat betreft de kostprijs van de nieuwe aanvraag bereikte ik reeds een overeenkomst met de heer Van Roy. Het mag echter duidelijk zijn dat wij als eigenaar na de onteigening/vrijwillige verkoop geen enkele rechtszekerheid hebben en dat we het risico lopen een belangrijke minwaarde te moeten ondergaan. Een oplossing voor dit probleem kan zijn dat de gemeente Kalmthout die rechtsonzekerheid wegneemt en ons de garanties biedt dat vroeger verleende stedenbouwkundige attesten ook voor de nieuwe in te dienen aanvraag zullen gelden. Bovenstaande opmerkingen en bezwaren betekenen niet dat wij weigeren te verkopen; wel moeten ze eerst duidelijk uitgeklaard en beantwoord worden.”

156


Aangezien de dienst Infrastructuur en Vastgoed ondertussen toch een verkoopbelofte heeft bekomen van de betrokken eigenaars, is het bezwaar zonder voorwerp. Wel dient vermeld te worden dat er een materiële vergissing is geslopen in de innemingstabel op het onteigeningsplan betreffende de oppervlakte van inneming 4. Na opmeting door de provinciale landmeter bleek de in te nemen oppervlakte niet - zoals op het onteigeningsplan vermeld - 220 m² groot te zijn, maar wel 227 m². De provincie Antwerpen vraagt bijgevolg aan de Vlaamse Overheid machtiging tot onteigening. Krediet is beschikbaar op artikel 124/22000000 van het budget 2013. De deputatie stelt uw raad voor het voorgelegde onteigeningsplan en de opgegeven motivatie ter verantwoording van het openbaar nut van de onteigening, alsook van de hoogdringendheid, definitief goed te keuren en aan de bevoegde gemeenschapsminister machtiging tot onteigening te vragen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het in onteigeningsplan;

vergadering

van

24

mei

2012

voorlopig

goedgekeurde

Gelet op het bezwaarschrift van 7 november 2012 van de heer Staf De Laet; Gelet op de verkoopbelofte van 26 maart 2013 van de consorten De Laet waardoor het bezwaarschrift van 7 november 2012 zonder inhoud wordt; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: De onteigeningsplannen nrs. 1.1, 1.2 en 2 van 29 maart 2012 voor de aanleg van een fietspad van Kijkuitstraat tot Heidestatieplein in Kalmthout op de fiets-o-strade langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen), opgemaakt door de firma nv Mebumar België, worden definitief goedgekeurd. Artikel 2: Goedkeuring wordt gehecht aan de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut en de noodzaak van de onteigening: 



De hoofdfietsroutes in de richting van de stad Antwerpen zijn op vlak van mobiliteit momenteel prioritair en noodzakelijk om de mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen aan te pakken, conform het “Masterplan Mobiliteit Antwerpen”. Hierin staat het betrokken project opgenomen. De nieuwe fietsverbindingen in het kader van het masterplan mobiliteit zijn noodzakelijk om volgende doelstellingen te bereiken: o de bereikbaarheid van de stad garanderen.

157








o de verkeersveiligheid verhogen. o de leefbaarheid herstellen. De hoofdroutes langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen) en langs spoorlijn 25/27 (Antwerpen-Mechelen) zijn de routes met de hoogste potenties aan gebruikers. Deze routes zullen bij uitstek een alternatief kunnen bieden voor een vlotte mobiliteit van en naar de gemeenten rond Antwerpen. Van beide hogergenoemde hoofdroutes zijn reeds een aantal gedeelten gerealiseerd door de stad, de gemeenten of de provincie. Er blijven echter nog steeds een aantal belangrijke “missing links”, waaronder huidig deelproject Kalmthout, die een 100% effectieve benutting van de routes in de weg staan. Door het traject van de fiets-o-strade langs de spoorlijn te leggen is gekozen voor het “minst schadelijk” traject, waarbij de minste verwervingen van particulieren dienen te gebeuren. Het grootste deel van de innemingen zal immers verlopen via overeenkomst (bezettingscontract) met de NMBS.

Artikel 3: Goedkeuring wordt gehecht aan de hoogdringendheid van de onteigening: 



motivatie

ter

verantwoording

van

de

De mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen is zeer acuut. De hoofdfietsroutes langs spoorlijn 12 en spoorlijn 25/27 moeten dringend afgewerkt worden om de verwachte gevolgen van infrastructuurwerken rond Antwerpen voor te blijven en bij te dragen aan een verbeterd bereik van de stad en omliggende gemeentes. Een deel van het gehele project van de fietsroutes langs spoorlijn 12 en spoorlijn 25/27 is reeds gerealiseerd. Het is dus noodzakelijk om de “missing links”, waaronder huidig deelproject Kalmthout, op korte termijn te realiseren om een 100% effectieve benutting van de routes te garanderen.

Artikel 4: De dienst Infrastructuur en Vastgoed wordt machtiging verleend om aan de bevoegde gemeenschapsminister machtiging tot onteigening voor openbaar nut aan te vragen voor de onder artikel 1 vermelde innemingen met toepassing van de procedure bij hoogdringende omstandigheden zoals bepaald in de wet van 26 juli 1962. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

158


Nr. 4/17 van de agenda Vastgoed. Fiets-o-strade Antwerpen-Essen. Aanleg van Schriek (Ekeren) tot Klein Heiken (Kapellen). Grondaankoop. Inneming 16 (De Wilde-Voet). Nieuwe bijzondere aankoopvoorwaarden. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 26 april 2012 keurde uw raad het onteigeningsplan goed met betrekking tot de werken voor de aanleg van een fietspad van Schriek in Ekeren tot Klein Heiken in Kapellen op de fiets-o-strade langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen). Op 22 november 2012 keurde uw raad de verkoopbelofte goed met betrekking voor de verwerving van inneming 16 jegens de familie De Wilde-Voet. Daarbij werd ook goedkeuring gehecht aan enkele bijzondere aankoopvoorwaarden die de heer De Wilde aan de dienst Infrastructuur en Vastgoed bezorgde met brief van 16 oktober 2012. Met mail van 24 januari 2013 wenste de heer De Wilde een aantal wijzigingen aan te brengen aan deze aankoopvoorwaarden, waaronder de mogelijkheid te allen tijde zijn eigendom met de wagen in- en uit te kunnen rijden, wat in vergadering van 22 november 2012 niet was opgenomen bij de bijzondere aankoopvoorwaarden. Aangezien de vestiging van erfdienstbaarheden en de toekenning van bijkomende bijzondere aankoopvoorwaarden bevoegdheden zijn van uw raad, dienen deze opnieuw goedgekeurd te worden. Uw raad gelieve dan ook de vorige bijzondere aankoopvoorwaarden in te trekken: “De Provincie zorgt voor de opruiming van de oude garage (behoud van de betonnen vloer kan), zodat de plaatsing van de nieuwe garage probleemloos kan verlopen De fundering van de nieuwe garage zal door de verkopers gebeuren. De plaatsing van een nieuwe afsluiting zal zodanig gebeuren dat de huidige serre kan blijven staan (zonder huurprijs). Bij afbraak van de serre, zal de draadafsluiting verzet worden op de nieuwe perceelgrens. De Provincie voorziet hier ook de opruiming van de grond zodat de nieuwe afsluiting zonder moeilijkheden kan geplaatst worden. Tevens zal de Provincie Antwerpen erop toezien dat de afvoer van de verkopers op een goede en degelijke manier wordt opgelost zonder extra kosten voor de verkopers.” en te vervangen door volgende bijzondere aankoopvoorwaarden: “De Provincie Antwerpen zorgt voor de opruiming van de oude garage (in samenspraak met de verkopers en mits behoud van de betonnen vloer), zodat de plaatsing van een nieuwe garage probleemloos kan gebeuren. De fundering van de nieuwe garage zal door de verkopers gebeuren. De Provincie Antwerpen waarborgt te allen tijde de mogelijkheid tot in- en uitrijden van het eigendom Vloeiende 52 met onze wagens via de fiets-o-strade van en naar de straat Vloeiende. Plaatsing van een poort hiervoor nodig op de grens van fiets-o-strade en eigendom van de verkopers, gebeurt op kosten van de verkopers.

159


De plaatsing van een nieuwe afsluiting zal zodanig gebeuren dat de huidige serre kan blijven staan (zonder huurprijs). Bij latere afbraak van de serre zal de draadafsluiting verzet worden op de nieuwe perceelgrens. De Provincie Antwerpen voorziet hier ook de opruiming van de grond over de gehele lengte van de onteigening, zodat de nieuwe afsluiting zonder moeilijkheden kan geplaatst worden. Vooraleer de sterfgracht dicht te gooien voor aanleg van de fiets-o-strade zal de Provincie Antwerpen erop toezien dat de afvoer van afval-, vuil- en regenwater van de verkopers op een goede en degelijke manier wordt opgelost, zo nodig met verplaatsing van de oude afvoerleidingen die liepen van huis naar de sterfgracht, dit alles zonder extra kosten voor de verkopers.” Aan uw raad wordt voorgesteld bovenstaande passage goed te keuren voor opname in de aankoopakte. Het bodemattest is blanco. Krediet is beschikbaar op het budget 2013. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het onteigeningsplan voor de aanleg van een fietspad van Schriek in Ekeren tot Klein Heiken in Kapellen op de fiets-o-strade langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen) waaraan uw raad op 26 april 2012 voorlopige goedkeuring hechtte; Gelet op de verkoopbelofte die werd bekomen voor inneming 16, binnen de schattingsprijs verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest, en met een vergoeding voor verlies van opstanden, en die werd goedgekeurd door de provincieraad in vergadering van 22 november 2012; Gelet op de vraag van de familie De Wilde-Voet om de door de provincieraad van 22 oktober 2012 goedgekeurde bijkomende bijzondere aankoopvoorwaarden te vervangen door nieuwe bijzondere aankoopvoorwaarden; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Volgende bijkomende bijzondere voorwaarden worden ingetrokken: “De Provincie zorgt voor de opruiming van de oude garage (behoud van de betonnen vloer kan), zodat de plaatsing van de nieuwe garage probleemloos kan verlopen De fundering van de nieuwe garage zal door de verkopers gebeuren. De plaatsing van een nieuwe afsluiting zal zodanig gebeuren dat de huidige serre kan blijven staan (zonder huurprijs). Bij afbraak van de serre, zal de draadafsluiting verzet worden op de nieuwe perceelgrens. De Provincie voorziet hier ook de opruiming van de grond zodat de nieuwe afsluiting zonder moeilijkheden kan geplaatst worden.

160


Tevens zal de Provincie Antwerpen erop toezien dat de afvoer van de verkopers op een goede en degelijke manier wordt opgelost zonder extra kosten voor de verkopers.” en vervangen door volgende bijzondere aankoopvoorwaarden: “De Provincie Antwerpen zorgt voor de opruiming van de oude garage (in samenspraak met de verkopers en mits behoud van de betonnen vloer), zodat de plaatsing van een nieuwe garage probleemloos kan gebeuren. De fundering van de nieuwe garage zal door de verkopers gebeuren. De Provincie Antwerpen waarborgt te allen tijde de mogelijkheid tot in- en uitrijden van het eigendom Vloeiende 52 met onze wagens via de fiets-o-strade van en naar de straat Vloeiende. Plaatsing van een poort hiervoor nodig op de grens van fiets-o-strade en eigendom van de verkopers, gebeurt op kosten van de verkopers. De plaatsing van een nieuwe afsluiting zal zodanig gebeuren dat de huidige serre kan blijven staan (zonder huurprijs). Bij latere afbraak van de serre zal de draadafsluiting verzet worden op de nieuwe perceelgrens. De Provincie Antwerpen voorziet hier ook de opruiming van de grond over de gehele lengte van de onteigening, zodat de nieuwe afsluiting zonder moeilijkheden kan geplaatst worden. Vooraleer de sterfgracht dicht te gooien voor aanleg van de fiets-o-strade zal de Provincie Antwerpen erop toezien dat de afvoer van afval-, vuil- en regenwater van de verkopers op een goede en degelijke manier wordt opgelost, zo nodig met verplaatsing van de oude afvoerleidingen die liepen van huis naar de sterfgracht, dit alles zonder extra kosten voor de verkopers.” VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/18 van de agenda Vastgoed. Hove/Kontich. Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen. Grondafstand aan de gemeenten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Tussen de provincie en verschillende gemeenten gelegen langs de spoorlijn 25-27 (Antwerpen-Mechelen) werd in 2009 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor de aanleg van fietsinfrastructuur, de zogenaamde fiets-o-strade. De overeenkomst voorziet dat de provincie de aanleg van de eigenlijke infrastructuur voor haar rekening neemt, en de gemeenten de aanleg van de randinfrastructuur en het onderhoud van het geheel. De provincie staat ook in voor de aankoop of onteigening van gronden - indien nodig - om die dan na de oplevering kosteloos over te dragen aan de gemeenten. Voor het deeltracé Berchem-Lint heeft de provincie op gemeenten Hove en Kontich inderdaad gronden moeten overdracht van die gronden moet geformaliseerd worden raad en de respectievelijke gemeenteraden en de opmaak

161

het grondgebied van de verwerven. De kosteloze door beslissingen van uw van authentieke akten.


De gronden te Hove hebben een oppervlakte van 3.357 m², en zijn ten kadaster gekend sectie A, nummers 30 p4, 25 g3 en 29 v. Ze liggen tussen Hoverheide en de Edegemsestraat. De bodemattesten voor deze percelen zijn blanco. Te Kontich gaat het om een grondstrook tussen de Dennenlaan en het station Kontich-kazerne, met een oppervlakte van 6.631 m² en ten kadaster gekend 2de afdeling, sectie C, zonder nummer. Ook hier is het bodemattest blanco. Voorgesteld wordt aan uw raad om de grondafstand goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten gelegen langs de spoorlijn 25-27 (Antwerpen-Mechelen) voor de aanleg van fietsinfrastructuur, de zogenaamde fiets-o-strade; Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst voorziet dat de provincie de gronden die ze voor de aanleg van het fietspad verwerft, nadien kosteloos overdraagt aan de gemeenten; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Beslist wordt de volgende gronden deeluitmakend van de fiets-o-strade AntwerpenMechelen gratis af te staan: - aan de gemeente Hove: een strook grond te Hove sectie A, nummers 30 p4, 25 g3 en 29 v, groot 3.357 m² volgens kadaster. - aan de gemeente Kontich: een strook grond te Kontich, 2de afdeling, sectie C, zonder nummer, groot 6.631 m² volgens meting. Artikel 2: De kosten en erelonen van de overdracht vallen ten laste van de verwervende gemeenten. Artikel 3: De goederen worden gedesaffecteerd uit het provinciaal openbaar domein. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

162


BIJLAGE 1: HOVE

163


BIJLAGE 2: KONTICH

164


Nr. 4/19 van de agenda Vastgoed. Zoersel. Waterloop zonder naam (nr. 3.21.41). Aankoop gronden BVBA Campus RPF. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In de gemeenten Schilde en Zoersel vloeien drie waterlopen, de Waterstraatseloop, de Kleine Beek en de waterloop nr. 3.21.41 (zonder naam) op korte afstand van elkaar samen. Hierdoor doet zich een belangrijke wateroverlast voor in de wijk Driehoek, de omgeving van het Kapellenhof en de Oude baan. Een hydraulische studie die uitgevoerd werd in opdracht van de provincie, gaf aan dat de aanleg van een retentiezone in het landschappelijk waardevol landbouwgebied tussen deze drie waterlopen een zeer zinvolle ingreep is waardoor de wateroverlast zeer sterk afneemt. In zitting van de deputatie van 28 juli 2011 werd aan het studiebureau Grontmij de opmaak van het ontwerp van deze retentiezone gegund. Uit een aantal mogelijke scenario’s werd het meest ideale voorontwerp gekozen, dat de optimale combinatie bevat van een maximale waterberging met een maximale vrijwaring van de actieve akkerbouw in het projectgebied. Na een laatste controle met het hydraulisch model zal dit voorontwerp (dat reeds voorgelegd werd aan de Stuurgroep met gemeenten en landbouworganisatie en waarover goedkeuring bereikt werd) op korte termijn verder uitgewerkt worden tot een gedetailleerd ontwerp. In het voorliggende ontwerp worden de weilanden op de linkeroever van de waterloop 3e categorie A.3.21.41 (zonder naam) als eerste aangesproken voor waterberging. Pas in meer extreme situaties (bij terugkeerperiodes groter dan 10 jaar) zouden ook de akkerlanden op de rechteroever van deze waterloop aangesproken worden, zodat deze minimaal last ondervinden van de waterberging. De te koop aangeboden percelen van de BVBA Campus RPF bevinden zich in de zone op de linkeroever van waterloop A.3.21.41 die frequent voor waterberging gebruikt zou worden. Daarmee kadert de verwerving in het thans voorliggende voorontwerp voor de inrichting van de overstromingszone. Het betreft de percelen die kadastraal gekend zijn als Zoersel, 3 de afdeling/ Brecht 2de afdeling, sectie I, nummer 337 B en sectie I, nummer 340/B. De percelen hebben een totale oppervlakte volgens opmetingsplan van 18678 m² en zijn volgens gewestplan gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De bodemattesten zijn blanco en volgens de Vlarebo-inlichtingen zijn er geen risicoactiviteiten geweest. De BVBA Campus RPF biedt deze percelen te koop aan voor een totaalprijs van 127.383,96 Euro. Dit is binnen de marges van het schattingsverslag. De aankoop is een uitgelezen kans om de wateroverlast in de wijk Driehoek, de omgeving van het Kapellenhof en de Oude baan op te lossen.

165


Krediet is beschikbaar voor deze aankoop in het budget 2013. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de opportuniteit die zich voordoet om een oplossing te bieden aan de wateroverlast die zich voordoet in de wijk Driehoek, de omgeving van het Kapellenhof en de Oude Baan te Zoersel (Brecht) ter plaatse gekend als “Dikschot”, door de aankoop van de percelen kadastraal gekend als Zoersel 3 de afdeling/Brecht 2de afdeling, sectie I, nummer 337/B en sectie I, nummer 340/B, groot volgens opmeting 18678 m² Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name het oplossen van een probleem van wateroverlast te Zoersel (Brecht) in de wijk Driehoek, de omgeving van het Kapellenhof en de Grote Baan, door de realisatie van een retentiezone, wordt machtiging verleend tot de aankoop van de percelen, ten kadaster gekend als Zoersel 3de afdeling /Brecht 2de afdeling, sectie I, nummer 337/B en nummer 340/B, groot volgens opmeting 18678 m² en eigendom van de BVBA Campus RPF voor de aankoopprijs van 127.383,96 Euro. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 4/13 t/m 4/19 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. De agendapunten 4/13 tot en met 4/19 worden goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 1 onthouding.

166


Bijlage: Overzicht ligging percelen

167


Nr. 4/20 van de agenda Vastgoed. Antwerpen. APB Plantijn Hogeschool. Fusie met Artesis Hogeschool. Inbreng onroerende goederen. Vruchtgebruikovereenkomst. Goedkeuring. TWEEDE ERRATUM-Verslag van de deputatie. Inleiding In vergadering van 22 november 2012 keurde de provincieraad de fusieovereenkomst tussen Plantijn Hogeschool Provincie Antwerpen en Artesis Hogeschool Antwerpen goed. Deze twee hogescholen zullen per 1 oktober 2013 fuseren tot één hogeschool. De fusie-hogeschool zal de naam Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen (verder afgekort als AP) dragen. Naar aanleiding hiervan zijn er onderhandelingen gevoerd over de “inbreng” van de onroerende goederen die momenteel eigendom zijn van provincie Antwerpen en in gebruik bij APB Plantijn Hogeschool. Deze goederen zouden contractueel ter beschikking gesteld moeten worden aan de nieuwe fusie-entiteit, met de nodige zekerheden en garanties voor de nieuwe hogeschool, maar ook met respect en behoud van eigendom voor de provincie Antwerpen als eigenaar van de goederen. Momenteel heeft Plantijn Hogeschool de onroerende goederen in gebruik met gebruiksovereenkomst van 22 december 2004, waaraan achteraf, voor o.a. de uitbreiding naar de Lange Nieuwstraat, enkele addenda werden toegevoegd. Deze overeenkomst biedt echter geen uitgebreide garanties aan Plantijn Hogeschool. Ze werd aangegaan voor onbepaalde duur, zonder een opzegtermijn te bepalen. Volgens het gemeen recht geldt dan een opzegtermijn van 1 maand om de overeenkomst te beëindigen. Omdat Artesis Hogeschool eveneens onroerende goederen op een bestendige manier inbrengt, wil AP dat de provincie Antwerpen haar onroerende goederen ook op een bestendigere manier inbrengt dan momenteel het geval is met de gebruiksovereenkomst. Als uitgangspunt werd genomen dat de onroerende goederen van provincie Antwerpen niet verkocht zullen worden en dus eigendom zullen blijven van het provinciebestuur. Een overeenkomst die gedurende een lange termijn de nodige garanties biedt aan de nieuwe fusie-entiteit, en toch de nodige autonomie geeft is de vruchtgebruikovereenkomst. Met APB Plantijn Hogeschool werd een ontwerp van vruchtgebruikovereenkomst onderhandeld om de onroerende goederen van de provincie Antwerpen die momenteel door APB Plantijn Hogeschool worden gebruikt, in te brengen in Plantijn Hogeschool. Met de fusie zal het vruchtgebruik overgedragen worden aan de nieuwe fusie-entiteit. Vruchtgebruikovereenkomst Het ontwerp van vruchtgebruikovereenkomst bevat in het kort volgende bepalingen:  De eigenaar geeft in vruchtgebruik aan de vruchtgebruiker, die aanvaardt, de gebouwen met bijhorende gronden, gelegen aan de: o Campus Meistraat, Meistraat 5, 2000 Antwerpen

168


Campus Lange Nieuwstraat – gebouw 701, Lange Nieuwstraat 105107, 2000 Antwerpen o Campus Lange Nieuwstraat – gebouw 703, Sint-Jacobsmarkt 50-52, 2000 Antwerpen o Campus Kronenburg, Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen, waarvan de vruchtgebruiker 29,07 % gebruikt. De vruchtgebruiker heeft de verplichting de in vruchtgebruik gegeven lokalen te bestemmen tot een onderwijsinstelling voor hoger of universitair onderwijs of hoger beroepsonderwijs. Deze overeenkomst tot vruchtgebruik wordt gesloten voor een periode van 30 jaar. Als vergoeding voor dit vruchtgebruik stort de vruchtgebruiker de Agionsubsidies die ze ontvangt voor werken en investeringen aan de gebouwen van de eigenaar, integraal door naar de eigenaar vanaf heden tot en met 2029, uitgaande van de verdeling Plantijn-Artesis in 2013. Momenteel int de provincie Antwerpen deze subsidie, maar daar de provincie Antwerpen geen “inrichtende macht” meer is bij de fusie-entiteit kunnen deze middelen enkel via de nieuwe hogeschool verkregen worden. De vruchtgebruiker stelt gedurende de volledige looptijd van de overeenkomst de lokalen die nodig zijn voor de Specifieke Lerarenopleiding en de HBO5 opleidingen gratis ter beschikking aan het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs van de provincie Antwerpen. De vruchtgebruiker mag geen veranderingen aanbrengen aan het in vruchtgebruik gekregen goed zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de eigenaar. De eigenaar verbindt zich ertoe om de in vruchtgebruik gegeven gebouwen in optimale staat te houden voor didactisch – pedagogisch gebruik en conform actuele kwaliteitsnormen uit technologisch-, veiligheidsen energetisch oogpunt. Hiertoe voert de eigenaar ten gepaste tijde de nodige veranderingen door. De vruchtgebruiker verbindt zich er tevens toe de herstellingen aan het goed uit te voeren zoals weergegeven in het schema “Onderhoud ten laste van vruchtgebruiker” dat als bijlage aan de overeenkomst gehecht wordt. Alle overige herstellingen worden ten laste van de eigenaar genomen. Jaarlijks worden enkele structurele overlegmomenten georganiseerd tussen eigenaar en vruchtgebruiker om de veranderingen en herstellingen te bespreken. Het moment van deze overlegmomenten wordt in onderling overleg bepaald, zonder minder te mogen zijn dan 3 maal per jaar. Bij dit overleg zijn minstens 2 afgevaardigden van elke partij aanwezig. Alle belastingen en taksen van gemeentelijke, provinciale, gewestelijke, federale overheden of andere openbare besturen, met inbegrip van de onroerende voorheffing, vallen ten laste van de vruchtgebruiker. De kosten voor de nutsvoorzieningen, zowel voor de aansluiting van de overeenkomsten bij de nutsmaatschappijen, het verbruik en voor de huurlasten aan de nutsmaatschappijen worden volledig gedragen door de vruchtgebruiker. Teneinde een veelheid van verhaalmogelijkheden te vermijden, zullen alle verzekeringen met betrekking tot het gebouw door de eigenaar worden afgesloten. De partijen, medeondertekenaars van huidige overeenkomst tot vruchtgebruik, verzaken hierbij wederzijds aan elk verhaal dat zij tegenover elkaar zouden kunnen uitoefenen. o







 





 



169




Een vruchtgebruik is een “overdracht van gronden” in de zin van het bodemdecreet. Er zijn geen risico-inrichtingen aanwezig in de Lange Nieuwstraat en de Meistraat, maar wel in de Kronenburgstraat, dus hier moet een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd worden om de vruchtgebruikovereenkomst te kunnen afsluiten. De kans dat er een vervuiling is, is zeer klein vermits er midden 2010 nog een bodemonderzoek uitgevoerd is, waarvan de conclusie was dat er geen beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd moest worden. Indien er toch een vervuiling zou vastgesteld worden die aanleiding geeft tot bodemsanering zal het dossier terug aan uw raad voorgelegd worden.

Het volledige toegevoegd.

ontwerp

van

vruchtgebruikovereenkomst

wordt

als

bijlage

De deputatie stelt aan uw raad voor om bijgevoegd ontwerp goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 20 juni 2013. Het dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de goedkeuring door de provincieraad in vergadering van 22 november 2012 van de fusieovereenkomst tussen Plantijn Hogeschool Provincie Antwerpen en Artesis Hogeschool Antwerpen. Gelet op de noodzaak van een inbreng van de onroerende goederen van provincie Antwerpen in deze fusieschool. Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt goedkeuring gehecht aan voorgebrachte vruchtgebruikovereenkomst met Plantijn Hogeschool Provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 58 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 58 stemmen ja, bij 1 onthouding.

170


Bijlage: vruchtgebruikovereenkomst

1. Departement Logistiek 2. Dienst Infrastructuur en Vastgoed Vruchtgebruik TUSSEN: De Provincie Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Ludwig Caluwé, gedeputeerde en de heer Tom Stessens, adviseur, handelend in uitvoering van een beslissing van de provincieraad van ……………………, hierna genoemd de eigenaar, EN APB Plantijn Hogeschool, vertegenwoordigd door …………………………………….., hierna genoemd de vruchtgebruiker, IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Artikel 1: Voorwerp De eigenaar geeft in vruchtgebruik aan de vruchtgebruiker, die aanvaardt, de gebouwen met bijhorende gronden, gelegen aan de:  Campus Meistraat, Meistraat 5, 2000 Antwerpen  Campus Lange Nieuwstraat – gebouw 701, Lange Nieuwstraat 105-107, 2000 Antwerpen  Campus Lange Nieuwstraat – gebouw 703, Sint-Jacobsmarkt 50-52, 2000 Antwerpen  Campus Kronenburg, Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen, waarvan de vruchtgebruiker 29,07 % privatief gebruikt. Artikel 2: Bestemming De vruchtgebruiker heeft de verplichting de in vruchtgebruik gegeven lokalen te bestemmen tot een onderwijsinstelling voor hoger of universitair onderwijs of hoger beroepsonderwijs. Het is de vruchtgebruiker toegelaten om alle activiteiten te ontplooien die kunnen bijdragen tot de realisatie van deze bestemming op voorwaarde dat ze ermee verbonden zijn. De vruchtgebruiker stelt gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst de lokalen die nodig zijn voor de Specifieke Lerarenopleiding en de HBO5 opleidingen gratis ter beschikking aan het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs van de provincie Antwerpen. De bestemming van het goed mag niet gewijzigd worden zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar die deze wijziging steeds mag weigeren, zonder ze te moeten motiveren en zonder dat de vruchtgebruiker recht kan laten gelden op een schadevergoeding gestoeld op deze weigering. Artikel 3: Duur Deze overeenkomst tot vruchtgebruik wordt gesloten voor een periode van 30 jaar. De overeenkomst tot vruchtgebruik gaat in op datum van het verlijden van de authentieke akte.

171


Artikel 4: Vergoeding Als vergoeding voor dit vruchtgebruik stort de vruchtgebruiker de Agion-subsidies die ze ontvangt voor werken en investeringen aan de gebouwen van de eigenaar, integraal door naar de eigenaar vanaf heden tot en met 2029, uitgaande van de verdeling Plantijn-Artesis in 2013. De vergoeding wordt betaald, uiterlijk 60 dagen na ontvangst van deze subsidies, op rekeningnummer 776-5955211-90 van het “Departement Logistiek”. Artikel 5: Borg De vruchtgebruiker wordt ontslagen van zijn verplichting zich borg te laten stellen conform artikel 601 B.W. Artikel 6: Plaatsbeschrijving Vruchtgebruiker en eigenaar maken zowel bij het begin als bij het einde van deze overeenkomst en in onderling overleg een omstandige plaatsbeschrijving op. Deze plaatsbeschrijving zal integraal deel uitmaken van de overeenkomst tot vruchtgebruik. Indien één van de partijen zou eisen dat de plaatsbeschrijving door een deskundige opgemaakt moet worden dan dragen beide partijen de kosten hiervoor, ieder voor de helft. Artikel 7: Veranderingen aan het in vruchtgebruik gekregen goed De vruchtgebruiker mag geen veranderingen aanbrengen aan het in vruchtgebruik gekregen goed zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de eigenaar. Als de vruchtgebruiker het goed toch wijzigt, zonder deze toelating te hebben bekomen, mag de eigenaar, bij het einde van het gebruik, hetzij het goed aanvaarden in zijn nieuwe staat zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn aan de vruchtgebruiker, hetzij van deze laatste eisen dat hij het goed opnieuw in zijn oorspronkelijke staat herstelt op zijn eigen kosten. Zijn de veranderingen uitgevoerd met toelating van de eigenaar, dan komen deze bij het einde van de vruchtgebruik van rechtswege toe aan de eigenaar. Hij moet hiervoor geen vergoeding betalen. De eigenaar verbindt zich ertoe om de in vruchtgebruik gegeven gebouwen in optimale staat te houden voor didactisch – pedagogisch gebruik en conform actuele kwaliteitsnormen uit technologisch-, veiligheidsen energetisch oogpunt. Hiertoe voert de eigenaar ten gepaste tijde de nodige veranderingen door. Artikel 8: Onderhoud en herstellingen Bij het begin van de overeenkomst tot vruchtgebruik wordt het goed ter beschikking gesteld in de huidige gekende staat. De vruchtgebruiker verbindt zich ertoe het in vruchtgebruik gekregen goed als een goed huisvader te onderhouden voor de verplichtingen weergegeven in dit artikel. De vruchtgebruiker verbindt zich er tevens toe de herstellingen aan het goed uit te voeren zoals weergegeven in het schema “Onderhoud ten laste van vruchtgebruiker” dat als bijlage aan deze overeenkomst gehecht wordt. Alle overige herstellingen worden ten laste van de eigenaar genomen. Wanneer de vruchtgebruiker in gebreke blijft de nodige herstellingen of onderhoud te doen, zal de eigenaar, na het verzenden van een aangetekende zending die binnen 14 dagen zonder gevolg bleef, gerechtigd zijn deze herstelling of dit onderhoud op kosten van de vruchtgebruiker te laten doen. De eigenaar behoudt het recht om door hem noodzakelijk geachte werken aan het goed uit te voeren. De vruchtgebruiker is gehouden deze werken te dulden zonder dat hij daardoor het recht heeft op vermindering van de vergoeding, zelfs indien de werken langer dan 40 dagen duren.

172


Artikel 9: Communicatie en structureel overleg De eigenaar geeft op eenvoudig verzoek van de vruchtgebruiker en minimum 1 maal per jaar uiterlijk op 1 maart van dat jaar een financieel overzicht van de beschikbare budgetten bepaald in deze overeenkomst. Jaarlijks worden enkele structurele overlegmomenten georganiseerd tussen eigenaar en vruchtgebruiker om de veranderingen en herstellingen als bepaald in artikel 7 en artikel 8 te bespreken. Het moment van deze overlegmomenten wordt in onderling overleg bepaald, zonder minder te mogen zijn dan 3 maal per jaar. Bij dit overleg zijn minstens 2 afgevaardigden van elke partij aanwezig. Artikel 10: Overdracht van vruchtgebruik Het is de vruchtgebruiker niet toegestaan de rechten die hij uit deze overeenkomst put over te dragen aan derden behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar. Artikel 11: Belastingen en taksen Alle belastingen en taksen van gemeentelijke, provinciale, gewestelijke, federale overheden of andere openbare besturen, met inbegrip van de onroerende voorheffing, vallen ten laste van de vruchtgebruiker. Artikel 12: Kosten en lasten De kosten voor de nutsvoorzieningen, zowel voor de aansluiting van de overeenkomsten bij de nutsmaatschappijen, het verbruik en voor de huurlasten aan de nutsmaatschappijen, worden volledig gedragen door de vruchtgebruiker. Artikel 13: Aansprakelijkheid De vruchtgebruiker aanvaardt de burgerlijke aansprakelijkheid voor alle schade, toegebracht aan het in vruchtgebruik gekregen goed door hemzelf, zijn personeel, zijn aangestelden en door alle personen aan wie hij toegang heeft verleend tot de in vruchtgebruik gekregen lokalen of gebouwen. Hij is ook aansprakelijk voor alle schade, veroorzaakt door de door hem aangebrachte installaties. Artikel 14: Bodem De eigenaar merkt op dat deze overeenkomst moet worden aanzien als een “overdracht van gronden” zoals bedoeld in het Bodemdecreet. De eigenaar verklaart met betrekking tot het in vruchtgebruik gegeven goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de overnemer of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsplicht, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. Artikel 15: Verzekeringen Teneinde een veelheid van verhaalmogelijkheden te vermijden, wordt de brandverzekering met betrekking tot de gebouwen door de eigenaar afgesloten. De partijen, medeondertekenaars van huidige overeenkomst tot vruchtgebruik, verzaken hierbij wederzijds aan elk verhaal dat zij tegenover elkaar zouden kunnen uitoefenen, evenals aan elk verhaal tegenover, de bewoner, de beheerder, evenals alle personen in hun dienst en dat uit hoofde van schade welke zij zouden kunnen lijden ten gevolge van gebeurtenissen zoals brand, waterschade, ontploffing en welke andere oorzaken dan ook, en zij verbinden zich ertoe dezelfde verzaking te doen aanvaarden door iedere ondervruchtgebruiker, overnemer, bewoner evenals door hun respectievelijke verzekeraars. Zulke verzaking geldt niet tegenover de dader van een zware en opzettelijke fout. De vruchtgebruiker neemt de eventuele meerkost voor de bedongen afstand van verhaal ten laste op voorwaarde dat de eigenaar minstens 6 maanden voor de start van de verzekeringsperiode de vruchtgebruiker van de meerkost heeft verwittigd.

173


De vruchtgebruiker zal op zijn beurt een brandverzekering afsluiten, met afstand van verhaal ten voordele van de eigenaar, voor de inboedel die zich bevindt in de gebouwen die hij in vruchtgebruik heeft, voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid tegenover derden en voor de toegestane verfraaiingswerken Hij kan dit doen bij de brandverzekeraar van de eigenaar of via een afzonderlijke verzekering bij een erkende verzekeringsmaatschappij. De vruchtgebruiker doet daarbij ook afstand van verhaal tegenover de eigenaar. Indien hijzelf de verzekering afsluit, zal hij binnen de maand een kopie ervan bezorgen aan de eigenaar De vruchtgebruiker staat in voor de verzekeringspremie die hiervoor is verschuldigd. De contractuele vrijstellingen in de verzekeringspolis zullen ten laste genomen worden door de partij die overeenkomstig de principes van het gemeen recht als aansprakelijke zal aangemerkt worden. De vruchtgebruiker is verplicht in de gebouwen alle maatregelen te treffen om brand te voorkomen en in geval van brand deze met de eerste hulpmiddelen te bestrijden. Artikel 16: Verwijlintresten Alle sommen in het kader van deze overeenkomst verschuldigd door de vruchtgebruiker brengen vanaf hun datum van eisbaarheid en zonder dat dit een uitdrukkelijke ingebrekestelling vereist van rechtswege een verwijlinterest op, aan de wettelijke interestvoet, zonder dat dit afbreuk doet aan de overige rechten van de eigenaar. Fracties van een maand worden niet meegerekend. Artikel 17: Onteigening In geval van onteigening om reden van openbaar nut verzaakt de vruchtgebruiker aan ieder verhaal tegen de eigenaar, en zal hij zijn rechten slechts doen gelden tegenover de onteigenende overheid. Artikel 18: Woonstkeuze Voor de uitvoering van deze overeenkomst kiest de eigenaar woonplaats in de provinciale administratieve zetel, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen. Bijlage: onderhoud ten laste van de vruchtgebruiker 1 Bevriezing: Het treffen van voorzieningen ter voorkoming van (reparatie van) bevroren kranen. 2 Tochtwering: Het aanbrengen en onderhouden van tochtwerende voorzieningen. 3 Tuinen, erven, opritten en erfafscheidingen: Het onderhoud aan tuinen, erven, opritten en erfafscheidingen, zodanig dat deze onroerende aanhorigheden een verzorgde indruk maken, waaronder in elk geval: het egaliseren van de tuin en het opbrengen van teelaarde; het regelmatig maaien van het gras; het regelmatig verwijderen van onkruid in de tuin en tussen tegels van opritten, toegangspaden en terrassen; het regelmatig snoeien van heggen, hagen en opschietende bomen; het vervangen van beplanting die is doodgegaan; het vervangen van kapotte planken of segmenten van houten afscheidingen, het rechtzetten en recht houden van houten erfafscheidingen; 4 Vuilstortkoker. Vuilniscontainerruimte: Het schoonhouden en zonodig ontstoppen van de vuilstortkoker en het schoonhouden van de vuilniscontainerruimte, voor zover deze voorziening en ruimte vlot bereikbaar zijn. 5 Poetsen: Het schoonhouden van het goed. 6 Ruiten, kozijnen, deurposten, geverfde houtwerk en andere geverfde onderdelen: Het wassen en schoonhouden van de binnen- en buitenzijde van de ruiten, kozijnen, deurposten, het geverfde houtwerk en andere geverfde onderdelen, voor zover deze vlot bereikbaar zijn. 7 Ongedierte: Het bestrijden van ongedierte (vlooien, mieren, wespen, luizen e.d.), voor zover de aanwezigheid van dit ongedierte geen gevolg is van de bouwkundige situatie van het goed. 8 Zwerfvuil: Het regelmatig verwijderen van zwerfvuil.

174


9 Graffiti: Het verwijderen van graffiti, voor zover deze graffiti voor de huurder bereikbaar is. 10 Verhuizen: Het organiseren en uitvoeren van verhuisactiviteiten 11 Loszittende onderdelen: Het vastzetten en vastschroeven van loszittende onderdelen van de woonruimte, waaronder in elk geval loszittende trapleuningen, deurknoppen, drempels, elektrische schakelaars, wandcontactdozen en deurbellen 12 Bestanddelen en onderdelen van vlot bereikbare plaatsen: Het vervangen en vernieuwen van bestanddelen en onderdelen van vlot bereikbare plaatsen, die gemakkelijk zijn te vervangen, tenzij wanneer de schade door uitzonderlijke omstandigheden of door overmacht groter is dan onder normaal gebruik te verwachten is, waaronder in elk geval: sleutels van binnen- en buitensloten; deurknoppen, sloten, hangen sluitwerk van de deuren en ramen, vloer- en plafondroosters, signalisatie; kraanleertjes en andere eenvoudig te vervangen onderdelen van kranen, garnituur voor douche- en toiletruimte, garnituur voor de w.c.; elektrische schakelaars, wandcontactdozen, deurbellen, kabel-, telefoon- en computeraansluitingen en vergelijkbare onderdelen van datanetwerken. 13 Scharnieren, sloten, kranen, enz.: Het gangbaar houden, regelmatig controleren van de beweegbaarheid en zonodig oliën en smeren of ontkalken van beweegbare onderdelen, waaronder in elk geval: scharnieren van deuren, luiken en ramen, sloten en deurpompen; kranen 14 Verlichting: Het vervangen van lampen in en aan de buitenzijde van het goed. 15 Technische installaties: Het onderhouden en vervangen van onderdelen van technische installaties, gelegen in het goed, voor zover deze werkzaamheden onderhoudstechnisch eenvoudig zijn en geen specialistische kennis vereisen en tenzij wanneer de schade door uitzonderlijke omstandigheden of door overmacht groter is dan onder normaal gebruik te verwachten is, waaronder in elk geval: het ontluchten en bijvullen van het water van de verwarmingsinstallatie, het opnieuw opstarten van de verwarmingsinstallatie na uitval, het vervangen van filters van de (mechanische) ventilatie en het schoonhouden van roosters. 16 Onderdelen gelegen buiten het goed: Het vervangen en vernieuwen van bestanddelen en onderdelen van het goed die gemakkelijk zijn te vervangen, tenzij wanneer de schade door uitzonderlijke omstandigheden of door overmacht groter is dan onder normaal gebruik te verwachten is, waaronder in elk geval: onderdelen van de brievenbus, de carport, en de vlaggenstokhouder, de buitenlamp 17 Riool: Het schoonhouden en zonodig ontstoppen van het binnenriool tot aan het aansluitpunt op het gemeenteriool dan wel op het hoofdriool, voor zover deze riolering vlot bereikbaar is. 18 Goten en regenafvoeren: Het regelmatig schoonhouden van goten en regenafvoeren, voor zover deze vlot bereikbaar zijn. 19 Schilderen (behangen) binnenmuren en binnenhoutwerk: Het witten van binnenmuren en plafonds en het schilderen van binnenhoutwerk en zonodig het behangen van de binnenmuren. 20 Voorbereidende werkzaamheden schilderwerken/behangen: voorbereidende werkzaamheden voor de onder punt 19 omschreven werkzaamheden, waaronder in elk geval het plamuren, schuren en opvullen van gaatjes, butsen en geringe (krimp)scheuren. 21 Glasbreuk en ingebouwde spiegels: Het vervangen van beschadigde ruiten en ingebouwde spiegels, tenzij wanneer de schade door uitzonderlijke omstandigheden of door overmacht groter is dan onder normaal gebruik te verwachten is. 22 Onderhoud opritten, schilderen/beitsen erfafscheidingen: Het onderhoud aan tuinen, erven, opritten en erfafscheidingen, zodanig dat deze onroerende aanhorigheden een verzorgde indruk maken, waaronder in elk geval: het vervangen van gebroken tegels; indien de erfafscheidingen zijn geverfd of gebeitst: erfafscheidingen regelmatig verven of beitsen. 23 Vegen schoorstenen, afvoer- en ventilatiekanalen: Het zonodig vegen van schoorstenen, afvoer- en ventilatiekanalen, voor zover deze vlot bereikbaar zijn. 24 Ledigen zink-, septische, vetputten: Het legen van zink- en beerputten en septictanks.

175


5. Onderwijs en jeugd VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 5/1 en 5/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 5/1 van de agenda Intern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 20 oktober 2010 heeft de provincieraad het oprichtingsbesluit van het IVA Provinciaal Onderwijs Antwerpen goedgekeurd. Conform de beheersovereenkomst dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 14.477.007,99 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 12.231,58 EUR  boekhoudkundig resultaat: - 882.017,98 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: - 882.017,98 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling: Het Intern Verzelfstandigd Agentschap heeft naast het boekhoudkundig resultaat een gewone reserve van 2.352.395,70 EUR. Voorgesteld wordt het jaarresultaat af te boeken van de gewone reserves van het agentschap. Daarnaast realiseerde het Intern Verzelfstandigd Agentschap in 2012 voor 2.325.194,61 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. De verklaring van de bedrijfsrevisor, dd. 15 april 2013, met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. De jaarrekening en het jaarverslag liggen ter inzage op de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden bij afzonderlijk verslag voorgelegd. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet; Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de jaarrekening en van het jaarverslag 2012 van het IVA Provinciaal Onderwijs Antwerpen; Gelet op de verklaring zonder voorbehoud van de bedrijfsrevisor; Op voorstel van de deputatie,

176


BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en aan het jaarverslag 2012 van het Intern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: afboeking van het overgedragen resultaat, - 882.017,98 EUR, van de gewone reserves van het IVA Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Deze reserve wordt gebracht op 1.470.377,72 EUR. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 5/2 van de agenda Provinciaal Vormingscentrum Malle. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 15 december 2005 keurde de provincieraad het beheersprotocol van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum te Malle goed. Conform dit beheersprotocol dient de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de provincieraad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 1.287.745,57 EUR en volgende kerncijfers:  cash flow: 148.130,21 EUR  boekhoudkundig resultaat: 38.939,11 EUR  overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: 38.939,11 EUR  voorgestelde resultaatsverdeling: Voorgesteld wordt het resultaat van 38.939,11 EUR toe te voegen aan de gewone reserves van het provinciebedrijf. Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 109.668,32 EUR aan investeringen conform de detail-opsomming opgenomen in de jaarrekening. Tijdens de besparingsmaatregelen budget 2013 werd het investeringsbudget van het provinciebedrijf verminderd van 100.000 EUR naar 38.754 EUR, waardoor de geplande aankoop van een wastunnel (geraamd op 60.000 EUR) niet gerealiseerd kan worden. Het provinciebedrijf wenst nu het resultaat 2012 en de beschikbare reserves van 20.976.82 EUR in 2013 aan te wenden voor de aankoop van een wastunnel, aangezien uitval van de huidige tunnel door mankementen (gezien de leeftijd ervan) te verwachten valt en om hoge herstelkosten te vermijden. De jaarrekening en het jaarverslag 2012 kunnen teruggevonden worden op Intranet onder: http://intranet.provant.be/group/guest/bestuur-en-organisatie/

177


organisatiestructuur/dep.-onderwijs-veiligheid-en-jeugd/provinciaalvormingscentrum-malle-provinciebedrijf. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag werd goedgekeurd in deputatiezitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de provinciewet; Gelet op het deputatiebesluit van 25 april 2013, houdende kennisneming van de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum te Malle; Gelet op het verslag van de bedrijfsrevisor en zijn verklaring betreffende de jaarrekening 2012 van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum te Malle; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening 2012 en het jaarverslag 2012 van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum te Malle. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: toevoeging van het resultaat van 38.939,11 EUR aan de gewone reserves van GPB Provinciaal Vormingscentrum Malle. De gewone reserves kunnen in 2013 aangewend worden voor een verhoging van de investeringsuitgaven op MAR 230 investeringen Installaties, machines, uitrusting. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 5/1 en 5/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. De agendapunten 1 onthouding.

5/1

en

5/2

worden

goedgekeurd

178

met

57

stemmen

ja,

bij


9. Welzijn VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 9/1 en 9/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 9/1 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 801/640. Toegestane subsidies. Subsidie voor sociale projecten - aanwending krediet: verschillende projecten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Situering Op het provinciaal budget 2013 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale projecten, op rekeningcombinatie 2013/2013/801/64011616/9015000000000/xxxx/ACT040/64011616/ 90000000/10000000/XXXXX. Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis van het reglement op de subsidiëring van sociale projecten, door de raad goedgekeurd in vergadering van 23 januari 2003. De deputatie kan projectsubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan projecten in de welzijns- of gezondheidssector. Projectsubsidies boven de 10.000 EUR zijn het voorwerp van voorstellen aan de provincieraad. Voorgesteld wordt 183.000 EUR ter beschikking te stellen, met de bedoeling aan een aantal sociale projecten een provinciale subsidie te verlenen van meer dan 10.000 EUR. Voorstel Aan uw raad wordt voorgesteld voor volgende projecten krediet ter beschikking te stellen, met de bedoeling een provinciale subsidie te verlenen van meer dan 10.000 EUR: Tejo vzw (Jeugdtherapeuten zonder grenzen vzw), Bredestraat 2, 2000 Antwerpen – project Tejo-dienstverlening Een onderzoek uitgevoerd in 2008 – in het kader van de Plantijn Hogeschool Antwerpen – legde de noden i.v.m. eerstelijnshulp bloot. Het resultaat werd vertaald in het project Tejo en voorgesteld aan de Vlaamse Minister van Welzijn in het kader van de prijs Jeugdzorg. Het project werd bekroond in april 2009. Na veelvuldige gesprekken in de tweede helft van 2009 met de verantwoordelijken van de Provincie en de Stad Antwerpen hebben beide instanties subsidies ter beschikking gesteld om het project Tejo te helpen starten. Van bij de start hadden meer dan 30 therapeuten zich gemeld om als vrijwilliger bij te dragen. Dit aantal is verder gegroeid tot 50 à 55, aangevuld met 10 à 15 onthaal – en administratieve vrijwilligers. De therapeuten hebben een diploma pedagogie, psychologie of humane wetenschappen, aangevuld met een therapeutische opleiding en praktijkervaring.

179


Het huis werd geopend op 13 maart 2010 en eind kwartaal 2012 hadden reeds 1.300 jongeren gebruik gemaakt van het aanbod. In 2012 werd dit project bekroond met de Prijs Jeugdzorg voor de vermaatschappelijking van de zorg. Op 13 maart 2013 werd de derde verjaardag gevierd. Bij die gelegenheid werd het boek Toveren met Jongeren in Woelige Tijden voorgesteld en was er een panelgesprek met verschillende professoren. Dit project is nu ook laureaat van het Venture Philantropy Fonds van de KBC. Dit zal de ontwikkeling van een social franchising concept ondersteunen om zo het gedachtengoed van Tejo makkelijker in andere locaties te kunnen implementeren. Hiermee is de eerste projectfase afgesloten en kan er gestart worden met de volgende fase. Het project betreft de Tejo-dienstverlening ter beschikking te stellen van alle jongeren in de provincie Antwerpen, ongeacht van woonplaats, door in samenwerking met de dienst Welzijn en Gezondheid in overleg te gaan met lokale besturen en lokale partners. De doelgroep voor dit project zijn alle jongeren tussen 10 en 20 jaar met psychische problemen, die door financiële of andere redenen geen toegang hebben tot de bestaande dienstverlening. De totale kosten worden geraamd op 50.000 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 50.000 EUR ter beschikking te stellen. OCMW Herenthout, Bouwelsesteenweg 14, 2270 Herenthout – project Aangepast vervoer In de 21ste eeuw ligt de uitdaging niet meer in oud worden, maar de kunst bestaat erin om ‘gezond en actief’ ouder te worden. Het is belangrijk dat het OCMW hun Herenthoutse ouderen tijdig informeert over de mogelijkheden die ze hebben om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in hun eigen vertrouwde omgeving. Een snelle vergrijzing van de bevolking leidt immers tot diverse noden bij ouderen. Fysieke beperkingen of psychische problemen die optreden, kunnen de mobiliteit beperken. Ouderen kunnen zelfs het contact verliezen met hun onmiddellijke omgeving en daardoor vereenzamen. Diverse organisaties en diensten proberen dit op te vangen. Veel nuttig werk wordt hierbij gepresteerd door de bestaande diensten, zoals daar zijn de thuisverpleging, diensten voor gezinszorg, poetsdiensten, oppasdiensten, MMC, … . Nochtans blijkt, dat bepaalde groepen, nog steeds heel moeilijk bereikt kunnen worden. Het is niet altijd duidelijk voor ouderen dat er zorg voor handen is en waar deze zorg te krijgen is. Om vraag en aanbod van de zorg beter op elkaar af te stemmen, is het project Preventief Huisbezoek ontwikkeld. Naast het preventief huisbezoek wil het OCMW nu al concreet antwoord bieden op het vervoersprobleem dat zich stelt bij de kwetsbare groepen in onze gemeente. De gemeente Herenthout is een landelijke gemeente waarbij voor vele bewoners en zeker voor ouderen de afstand tot het centrum soms te ver afgelegen is van hun woonst. Heel wat ouderen wonen aan de rand van de gemeente. Eenzaamheid vormt een probleem voor ouderen met een beperkt sociaal netwerk en/of voor ouderen met beperkte financiële mogelijkheden. Het OCMW Wil preventief optreden tegen dit groeiende probleem. Het welvoelen en het welzijn van de ouderen voorkomt een heel aantal andere problemen zoals depressie, zorgbehoevendheid, … . Het OCMW merkt meer en meer dat mensen niet steeds in de mogelijkheid zijn om te voorzien in hun basisbehoeften zoals gezonde voeding. Het is de bedoeling om de ouderen zolang mogelijk op een menswaardige en gelukkige manier in hun

180


vertrouwde omgeving te laten wonen. Voormelde doelgroepen hebben één groot struikelblok om deel te nemen aan het sociale leven binnen de gemeente, namelijk mobiliteit. Door de aanschaf van een minibus met rolstoellift kan het OCMW zorgen voor betaalbaar vervoer aan ouderen en personen in armoede. Daarnaast zal deze uit- en thuismobiel worden ingeschakeld in de al goed werkende Minder Mobielen Centrale (MMC) van Herenthout zodat het OCMW ook via deze weg rolstoelgebruikers kunnen vervoeren. Deze doelgroep is deels gekend via de thuisdiensten van het OCMW. Voor het opsporen van de nog ‘onbekende’ mensen uit die doelgroep zal het OCMW samenwerken met andere actoren zoals thuisverpleegkundigen, huisartsen, mutualiteiten, ziekenzorg, … . Vanaf december 2012 wordt in Herenthout gestart met een voedselverdeelpunt. Dit is een initiatief van de Sint Vincentius-vereniging met ondersteuning van het OCMW. De uit- en thuismobiel biedt hier mogelijkheden om mensen in armoede bij elkaar te brengen. Op 17 december 2012 heeft het OCMW in samenwerking met Familiehulp een aanvraag gedaan aan het Agentschap Zorg en Gezondheid voor een voorlopige erkenning voor de opstart van een CADO (collectieve autonome dagopvang). De aangepaste minibus geeft het OCMW her de kans om mensen die gebruik maken van de CADO op te halen en terug thuis te brengen. Het is een troef dat het lokaal dienstencentrum gelegen is in het centrum van de gemeente nabij het sociale en economische leven van Herenthout. Door het drastisch verhogen van de mobiliteit, bereikt deze doelgroep tegelijk nog andere dienstverlening. Het OCMW zal vrijwillige chauffeurs inschakelen die uiteraard een degelijke opleiding genieten van omgaan met deze doelgroepen. De totale kosten worden geraamd op 54.463,33 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen. De Roma vzw, Turnhoutsebaan 327, 2140 Borgerhout – project Sociale kortingssystemen en Vrijwilligerswerking In Borgerhout staat Cinema Roma, een oude majestueuze zaal die mee de filmgeschiedenis van de stad Antwerpen heeft bepaald. Maar de grote bioscoop was meer dan een gewone cinema. Het was een ontmoetingsplaats met ontspanning voor de ganse buurt. Een variétézaal met spektakelshows, galabals, toneelvoorstellingen en prijsuitreikingen. Iedereen kwam er over de vloer. Ook vandaag staat De Roma centraal in het Borgerhoutse buurtleven. Na 20 jaar leegstand is de zaal heropgebouwd door vele vrijwillige handen. En het paleis om de hoek is – net zoals vroeger - terug een echte volksschouwburg waar iedereen tegen een sociale prijs kan genieten van cultuur en vermaak. Het project is tweeledig: Sociale kortingssystemen De Roma blijft zich extra inzetten om cultuur naar de buurt te brengen en de mensen uit de buurt naar De Roma te lokken. Hiervoor hebben zij verschillende werkvormen ontwikkeld om de doelgroepen die De Roma bereikt te onderscheiden: 1. Een eerste manier waarop de vzw te werk gaat, is de methodiek van het ‘bevoorrecht partnerschap’. Dit houdt in dat de vzw een breed gamma van

181


lokale verenigingen, organisaties of verbanden vier maal per jaar op de hoogte brengt van hun programma, vooraleer dit bij het brede publiek bekend wordt gemaakt. Dit gamma bestaat uit vier categorieën, namelijk kinderen, jeugd, mix (buurtverenigingen, allochtone verenigingen, dagcentra en sociale centra) en senioren. Voor al de voorstellingen hebben zij recht op een speciaal tarief, dat 3 EUR onder de basisprijs ligt. 2. Een tweede werkwijze sluit hierbij nauw aan. Zo bekijkt de vzw steeds hun programma en gaan ze na welke doelgroepen voor deze activiteit in aanmerking komen. Dit komt er meestal op neer dat de vzw hier extra tijd moet investeren om bepaalde groepen te motiveren en te mobiliseren. 3. Een derde werkwijze is de samenwerking met andere organisaties voor het inrichten van het Cultuurcafé Borgerhout. Het Cultuurcafé Borgerhout is een samenwerking tussen de armoedevereniging Recht-Op, cultuurontmoetingscentrum ’t Werkhuys en De Roma. De ene maand krijgt dit Cultuurcafé een literaire invulling in het café van ’t Werkhuys; de andere maand vindt er een muzikale avond plaats in foyer De Roma. Beide activiteiten zijn gratis voor iedereen. Zo probeert de vzw samen te werken met deze partners, vooral om een laagdrempelig aanbod te creëren voor elke Borgerhoutenaar. Door extra promotie te maken met flyers en affiches bij bakkers, … poogt de vzw het lokale cultuurleven aan te wakkeren. 4. Een laatste vorm van toeleiding en publieksverbreding die De Roma onderhield, is het gebruik van de €2-pas, die omgedoopt is in Omnio VT-pas, onderdeel van de A-kaart van de Stad Antwerpen. De Omnio VT-pas is ontstaan vanuit OCMW Antwerpen en geldt sinds januari 2009. Het grote voordeel van het systeem is dat inwoners die individueel beslissen om De Roma te bezoeken – los van een groepsregeling via OCMW of armoedeorganisatie – dit zeer eenvoudig aan dit voordelig tarief kunnen doen. Vrijwilligerswerking – vrijwilligersfeest 2013 Vrijwilligers vormen de ruggengraat van de werking van de vzw. Zij maken het werk haalbaar, zij maken De Roma tot een ‘monument van mensen’. De ploeg vrijwilligers vormt een bonte mengeling van mensen: letterlijk alle sociale categorieën en leeftijden zijn vertegenwoordigd in het vrijwilligersbestand. Deze mix op zich is een onvoorstelbare rijkdom aangezien mensen die elkaar anders niet zo snel tegenkomen, samen werken aan het welslagen van hetzelfde doel. Dit grens doorbrekende aspect werkt voor ieder verrijkend. Eénmaal per jaar wordt er een groot feest georganiseerd om hun vrijwilligers te bedanken. Aangezien de vzw zo sterk op zijn vrijwilligers kan rekenen, organiseert De Roma een keer per jaar een groot feest waarop zij met hun partner worden uitgenodigd om in een prachtig aangeklede De Roma te dineren en aansluitend samen te feesten. Elk jaar zorgt de vzw ook voor verrassingsoptredens. De kosten van zo’n avond lopen op, al staan deze niet in verhouding tot de geleverde prestaties. Het is de ideale kans om te enthousiasmeren en te motiveren. En het is net de aangename manier van samenwerken tussen de vrijwilligers die de sfeer en uitstraling van De Roma bepaalt. De kosten voor deze 2 onderdelen worden geraamd op 61.188 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen.

182


CBE Open School Mechelen vzw, Leopoldstraat 52, 2800 Mechelen – project Het arresthuis CBE Open School is een van de 13 erkende en gesubsidieerde centra voor basiseducatie in Vlaanderen. De erkenning wordt geregeld door het decreet volwassenonderwijs van 16 juni 2007. Basiseducatie is een onderdeel van het volwassenonderwijs en valt onder bevoegdheid van de Vlaamse minister van onderwijs en vorming. De onderwijsoverheid heeft een nieuw decreet volwassenonderwijs ingevoerd op 1 september 2004. Voor de basiseducatie veranderde er heel wat: statuut van het personeel, de financieringswijze, schaalvergroting. CBE Open School ontstond door de fusie van de centra basiseducatie van Willebroek en van Mechelen. Het nieuwe centrum is operationeel sinds 1 september 2008. Met het project wil de vereniging tegemoet komen aan een nood die al geruime tijd aanwezig is in de gevangenis. Een arresthuis, zoals in Mechelen het geval is, heeft het typische kenmerk geen veroordeelden te huisvesten. Er is dan ook een groot verloop van gedetineerden: ze worden vrijgesproken, worden veroordeeld en overgebracht naar een gevangenis om hun straf uit te zitten. Het is dan ook erg moeilijk om een langdurig leertraject te organiseren. In dit arresthuis is er plaats voor 120 beklaagden en zo’n 70-tal mensen zijn anderstaligen met geen of slechts een beperkte kennis van het Nederlands. In de gevangenis is Nederlands de voertaal en dus noodzakelijk om mee te kunnen in het systeem. Momenteel wordt er geen regulier taalaanbod georganiseerd in het arresthuis. De groep is te heterogeen en verblijft te kort in de gevangenis om een traject te organiseren. Dit veroorzaakt een groot probleem. De anderstalige gedetineerde begrijpt niet of nauwelijks de instructies die gegeven worden en misloopt vaak zijn rechten omwille van de taalbarrière. De anderstalige gedetineerde hangt voortdurend af van de goodwill van andere medegedetineerden om de zaken geregeld te krijgen. Dit veroorzaakt afhankelijkheid en levert een ongelijke machtspositie op. Langs de andere kant lokt de taalbarrière frustraties uit bij de penitentiair beambten die het vaak aan didactische competenties en tijd ontbreekt om hiermee om te gaan. Door de doelgroep dit soort taalaanbod te geven in de gevangenis creëert de vereniging:  Een onafhankelijkheid bij hen om de zaken zelf te beheren,  Zicht op reguliere leermogelijkheden in de provincie bij vrijlating,  Zicht op leermogelijkheden als men een transfer ondergaat naar een andere gevangenis waar wel regulier aanbod georganiseerd wordt (bv. Hoogstraten, Merksplas, Antwerpen, …) De totale kosten worden geraamd op 41.900 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen. Lokaal Welzijn vzw – Dienst opvoedingsondersteuning, Provinciebaan 40, 2230 Herselt – project Ruilwinkel De OCMW-besturen van de gemeenten Westerlo, Herselt en Hulshout en het dienstenbedrijf PIDT hebben twee vzw’s opgericht, namelijk vzw Lokaal Welzijn en vzw Lokaal Werk. Onder vzw Lokaal Welzijn zit de dienst opvoedingsondersteuning die sinds januari 2011 opgericht is. Onder vzw Lokaal Werk zit sinds september 2011 trajectbegeleiding en sinds 2012 het soepatelier InDeSoep. In de Raad van Bestuur van de Pidt Stichting zetelen onder andere de voorzitters van de OCMW’s

183


van Westerlo, Herselt en Hulshout, alsook de directrice van PIDT. De financiële middelen zijn echter beperkt voor de werkingskosten van de vzw Lokaal Welzijn. Anno 2010 leefde in Vlaanderen 11% van de kinderen tussen 0 en 17 jaar in een huishouden dat moet rondkomen met een inkomen onder de nationale armoederisicodrempel. Kinderen van 0 tot 2 jaar lopen het hoogste armoederisico. In Vlaanderen groeit 12% van die jonge kinderen op in een arm gezin. Armoede bij kinderen is een complex fenomeen en het is moeilijk om de problematiek goed te beschrijven. Volgens Bradshaw, Hoelscher en Richardson kunnen vijf verschillende dimensies onderscheiden worden die cruciaal zijn voor jonge kinderen: materieel welzijn, huisvesting en omgeving, opvoeding en onderwijs, gezondheid en subjectief welbevinden. Als leven in armoede reeds op prille leeftijd zo bepalend is voor een kind, dan is er duidelijk nood aan een vroege ondersteuning van de betrokken kinderen en hun ouders. De dienst opvoedingsondersteuning is helemaal gewonnen voor het idee van de gemeente Boom: de ruilwinkel met iets extra’s. Het bewijs dat een gecombineerd aanbod van ruilwinkel, ontmoetingsruimte en opvoedingsondersteuning in de praktijk werkt. De ruilwinkel richt zich naar de doelgroep van 0 tot 3 jaar en wil de armoedespiraal bij jonge gezinnen doorbreken. De ruilwinkel is een unieke en originele actie tegen kinderarmoede. De winkel richt zich tot alle jonge ouders, zodat het een open-huis kan zijn voor alle inwoners met jonge kinderen van de ruime regio ronde de gemeenten Westerlo, Herselt en Hulshout en stigmatisering vermeden wordt. Door het organiseren van een materieel aanbod, steunt de vereniging de gezinnen immaterieel door middel van het koffie- en speelhoekje wat ontmoeting implementeert. Ontmoetingsplaatsen krijgen een belangrijke plaats in het nieuwe decreet van de preventieve gezinszorg. De ruilwinkel geeft de ouders dus de gelegenheid om sociale netwerken uit te breiden. Ook wordt er laagdrempelige informatie rond opvoeding voorzien door de verantwoordelijke van de dienst opvoedingsondersteuning. Enerzijds door een infohoekje met informatie van andere organisaties en brochures met thema’s die de leeftijdsgroep typeren. Anderzijds door de persoonlijke aanwezigheid en de nabijheid van de gespreksruimte van de dienst opvoedingsondersteuning. De ruilwinkel kadert in een groter geheel. Door de samenwerking met de verschillende partners en de fysieke aanwezigheid van de dienst opvoedingsondersteuning met een ruilwinkel én een ontmoetingsruimte in één gebouw kan dit concept uitgroeien tot een Huis van het Kind. De totale kosten worden geraamd op 48.675 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. Tutti Fratelli vzw, Lange Gasthuisstraat 26, 2000 Antwerpen – project Spiegels van de Ziel Tutti Fratelli is een sociaal-artistieke werkplaats in Antwerpen onder leiding van Reinhilde Decleir en wil een antwoord bieden op de maatschappij. Steeds meer mensen vallen uit de boot en leven, zeker in een stedelijke context, meer en meer geïsoleerd. In een maatschappij waar verschillen in kleur, afkomst of stand steeds diepere kloven slaan, gaat Tutti Fratelli terug naar de essentie van menselijke schoonheid. Tutti Fratelli gelooft in het creëren van ontmoetingen in openheid en vertrouwen. In het geven van een ‘taal’ via artistieke processen. Theater als bindmiddel. Tutti Fratelli, opgericht in 2007, staat ieder jaar met een nieuwe grote zaalproductie in De Roma en de Bourlaschouwburg in Antwerpen, twee prachtige zalen van formaat. Daarnaast worden er tournees georganiseerd in de rest van Vlaanderen. De publiekssamenstelling is op zijn minst bijzonder. Mensen uit de

184


krochten van onze samenleving, theaterabonnee, sociaal werker en kunstenaar vullen de zalen tot aan de nok. Het repertoiretheater wordt door Tutti Fratelli niet uit de weg gegaan. Sinds enkele jaren beschikt Tutti Fratelli over een gezellig intiem boekenkastkamertje, een kleine grote bibliotheek: Spiegels van de Ziel. Literatuur en poëzie zijn even onmisbaar als melk voor een kind. Het is belangrijk om te lezen. Literatuur bedient zich van het geheugen en doet iets aan de onwetendheid. Zij is het enige wapen tegen banaliteit des levens, het helpt de mens bij het verwerven van een levensbeeld. En zo helpt het om zich steviger staande te houden in de wereld. Om te beginnen heeft Tutti Fratelli het boekenkamertje gevuld met laagdrempelige diepgaande literatuur, films en enkele zwaardere klassiekers. Om de maand worden er leesdagen ingericht en worden er mensen van buitenaf uitgenodigd. Er wordt speciale aandacht gegeven aan het luidop en inhoudelijk lezen. Het festival ‘Spiegels van de Ziel’ is een uitbreiding van het bibliotheekgebeuren. Er wordt langer, diepgaander aan de teksten gewerkt en ook aan de mededeling ervan. De zwakkere onder ons krijgen speciale aandacht en worden uitgedaagd om met moeilijk materiaal te werken. En dit alles wordt geconfronteerd met publiek. Ook dans en beweging krijgt individuele aandacht in het festival en de zangtrainingen blijven sowieso doorlopen. Het festival wordt telkens op of rond 17 oktober (Internationale dag van verzet tegen extreme armoede en uitsluiting) georganiseerd. In 2012 organiseerde Tutti Fratelli een eerste editie gedurende 5 weken. Het festival was te uitgebreid, voor Tutti Fratelli zelf en voor het publiek. In 2013 wordt het festival beperkt tot 2 maal 4 dagen, en dit in 2 lange weekends. De totale kosten worden geraamd op 40.093 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen. Sociaal Verhuurkantoor ISOM vzw, Nederrij 133a, 2000 Herentals – project Financiële ondersteuning woningen Met de ondertekening van een samenwerkingsprotocol inzake de oprichting en de werking van SVK ISOM in april 2011 engageerden de OCMW’s van Herentals, Herenthout, Lille, Olen en Vorselaar zich opdat er een SVK-werking zou worden opgestart in de regio waar ISOM (Intergemeentelijk Samenwerkingsverband OCMW’s Middenkempen) actief is. Op 15 juni 2011 ging SVK ISOM van start en op 1 juli 2011 werd de eerste woning door SVK gehuurd en onderverhuurd. Voor de SVK-werking werd op 26 maart 2012 een nieuwe vzw opgericht, namelijk SVK ISOM vzw. Tot de overgang naar een vzw-statuut maakte SVK ISOM integraal deel uit van OCMW Herentals. Op 28 februari 2013 heeft de OCMW-Raad van Kasterlee beslist om eveneens toe te treden tot SVK ISOM vzw. Het project betreft de vraag naar financiële ondersteuning voor de opstart en groei tot 50 woningen van SVK ISOM in de Middenkempen. Zodat het SVK op 1 januari 2014 voldoet aan de voorwaarden van het Vlaams Subsidiebesluit. Bij de opstart van SVK ISOM (in mei 2011) werd een meerjarenbegroting opgemaakt, gebaseerd op volgende financieringsbronnen:  Een opstartsubsidie van de Provincie Antwerpen voor de jaren 2011, 2012 en 2013 in het kader van ‘het provinciaal reglement ter subsidiëring van sociaal verhuurkantoren’;

185




Een bijdrage van de participerende lokale besturen: een éénmalige bijdrage in 2012 tot oprichting van een solvabiliteitsfonds, jaarlijkse bijdrage vanaf 2013;  Een gewestelijke subsidiëring: Besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2004 houdende de bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren. De gewestelijke subsidiëring van sociaal verhuurkantoren heeft de intentie om de werkingsen personeelskosten van de erkende SVK’s te dragen, vanaf 30 woningen. Op basis van bovenstaande gegevens werd een realistische meerjarenbegroting opgemaakt voor SVK ISOM. Vanaf 1 januari 2013 wijzigde de Vlaamse Regering echter het SVK-subsidiebesluit. Het nieuwe subsidiebesluit legt de nadruk op een minimale schaalgrootte van de SVK’s. De voorwaarden tot subsidiëring en de effectieve Vlaamse subsidie zijn aangepast aan de wens tot schaalvergroting: 1. Opstartend SVK (tot 50 subsidieerbare woningen):  forfaitair bedrag van 15.000 EUR per jaar  binnen 4 jaar doorgroeien naar 50 woningen 2. SVK met minstens 50 maar minder dan 100 woningen  basissubsidie van 114.000 EUR per jaar  aanvullende subsidie van 1.600 EUR per woning  binnen 3 jaar doorgroeien naar 100 woningen 3. SVK met minstens 100 en maximaal 200 woningen  basissubsidie van 207.000 EUR per jaar  aanvullende subsidie van 1.600 EUR per woning  binnen 4 jaar minstens over 150 woningen beschikken Voor het opstartend SVK ISOM zorgt het nieuwe Vlaamse subsidiebesluit voor een onverwacht financieel tekort. Meer bepaald zal SVK ISOM onvoldoende middelen hebben in 2013: de grens van 50 woningen als voorwaarde voor een basissubsidie is dan nog niet bereikt. Momenteel wordt dit tekort gedragen door middelen van het solvabiliteitsfonds. Dit is echter een oneigenlijk gebruik van dit fonds. Het solvabiliteitsfonds is een lening van de participerende OCMW’s aan het SVK om onverwachte problemen in de werking van een SVK op te vangen, niet om de reguliere werking te financieren. Bijgevolg vraagt de vereniging aan de provincie Antwerpen een éénmalige subsidie om een deel van de werkingsen personeelskost van 2013 te dragen, waardoor de groei naar 50 woningen in 2013 gegarandeerd wordt. De totale kosten worden geraamd op 99.705,93 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 38.000 EUR ter beschikking te stellen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013.

186


De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het Provinciedecreet van 30 november 2005, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget 2013, ingeschreven op het machtigingskrediet 801/640 – rekeningcombinatie 2013/ 2013/801/64011616/9015000000000/xxxx/ACT040/64011616/90000000/1000000 0/XXXXX - subsidie voor sociale projecten, voor een bedrag van 183.000 EUR, aan verschillende belanghebbenden. VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Wij zullen ons hier onthouden omwille van het feit, en we hebben dat ook al op de commissie besproken, dat wij vinden dat er budget wordt vrijgemaakt voor een paar projecten waaronder één die dan vooral gaat naar een studie, waar 50.000 EUR wordt voor uitgetrokken, 100% door de provincie betaald. Wij denken dat die centen beter kunnen gebruikt worden voor de aanpak van problemen aan de basis, of daar ergens gebruiken in zaken die daaruit voort komen, maar niet gewoon zuiver voor een zoveelste studie die moet aantonen wat wij eigenlijk al lang weten. Nr. 9/2 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 831/640. Toegestane subsidies. Subsidie voor armoede projecten - aanwending krediet: verschillende projecten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Situering Op het provinciaal budget 2013 is krediet voorzien voor de subsidiëring van armoede projecten, op rekeningcombinatie 2013/2013/831/64012296/ 9015000000000/xxxx/ACT040/64012296/90000000/10000000/XXXXX Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen aan armoedeprojecten op basis van het reglement op de subsidiëring van sociale projecten, door de raad goedgekeurd in vergadering van 23 januari 2003. De deputatie kan projectsubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan projecten in de welzijns- of gezondheidssector. Projectsubsidies boven de 10.000 EUR zijn het voorwerp van voorstellen aan de provincieraad. Voorgesteld wordt 80.000 EUR ter beschikking te stellen, met de bedoeling aan een aantal armoede projecten een provinciale subsidie te verlenen van meer dan 10.000 EUR.

187


Voorstel Aan uw raad wordt voorgesteld voor volgende projecten krediet ter beschikking te stellen, met de bedoeling een provinciale subsidie te verlenen van meer dan 10.000 EUR: Antwerps Platform Generatiearmen vzw, Antwerpen – project Allochtone armoede

Sint-Jansplein

53,

2060

Op initiatief van de stad bevestigen in 1997 een aantal Antwerpse armoedeverenigingen hun samenwerking in een Antwerps Platform Generatiearmen (APGA). De opdracht van APGA bestaat enerzijds uit activiteiten die eigen zijn aan een platform: samenwerking tussen verenigingen mogelijk maken, coördineren van activiteiten van de verenigingen, uitwisselen van ervaringen en expertise tussen de verenigingen bevorderen, de dialoog tussen de verenigingen en de (boven)lokale overheid mogelijk maken en ondersteunen, vertegenwoordigingsactiviteiten en denkprocessen in het kader van allochtone armoede organiseren. Het Platform ondersteunt en coördineert acties en projecten die een bijdrage leveren aan armoedebestrijding. APGA stimuleert en ondersteunt de dialoog tussen beleidsverantwoordelijken, vertegenwoordigers van dienstverlenende organisaties en de armen en hun verenigingen. De vereniging heeft in 2011 een project opgestart waar ze met mensen van Marokkaanse origine die in armoede leven ervaringskennis opbouwen. Ze doen dit door armoede als thema te introduceren. Naar voorbeeld van processen die lopen in de verenigingen waar armen het woord nemen, wil de vereniging vanuit hun ervaringen met betrokkenen stappen zetten naar participatie en dialoog in functie van armoedebestrijding. In 2011 ontving de vereniging reeds het 1e luik van financiering voor dit project van 40.000 EUR. Momenteel zit het project in de laatste fase. De ervaringen worden geanalyseerd en teruggekoppeld voor verfijning naar de betrokken groepen. De vereniging werkt aan een eindproduct: delen van de kennis via tekst, een studiedag en een sensibiliserend theaterproject. Het presentatiemoment wordt gepland in mei/juni 2014. De totale kosten worden geraamd op 53.207 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter beschikking te stellen. Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie vzw, Brusselsepoortstraat 8, 2800 Mechelen – project Veldonderzoek trajecten allochtonen Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie is in de huidige vorm opgericht bij het tot stand komen van het Vlaams decreet Maatschappelijk Opbouwwerk (26/06/1991), maar kende al sinds lang voor die datum voorlopers in de vorm van kleinere initiatieven voor buurtwerk en opbouwwerk. Bij de start van het decreet zijn deze werkingen ‘gepoold’ tot Regionale Instituten Samenlevingsopbouw (RISO’s). Vanaf de oprichting tot op heden kende de organisatie een gestage uitbreiding. De focus bleef al die jaren gericht op bestrijding van achterstelling van en met maatschappelijk kwetsbare groepen. In overeenstemming met het recentste meerjarenplan (2009-2015) organiseert Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie

188


projecten rond Grondrechten van mensen in armoede, projecten rond wonen, energie en rond leefbaarheid. Het project betreft een specifiek praktijkgericht veldonderzoek. Dit onderzoek moet de vereniging inzicht verschaffen in de trajecten die allochtonen armen afleggen in de provincie, hoe belangrijk deze trajecten zijn in hun overlevingsstrategieën, en welke de pull en push factoren zijn die de overlevingsstrategieën beïnvloeden. Concreet wil de vereniging onderzoeken wat de invloed is van de arbeidsmarkt (gaande van tijdelijke arbeid tot reguliere tewerkstelling), van de huisvestingsmarkt (van buiten wonen, over kamer wonen, secundaire, sociale en private markt) en van sociale netwerken. Ook wat de invloed is van lokaal beleid rond tewerkstelling, huisvesting, hulpverlening, verblijfsrecht en/of gezinshereniging op die overlevingsstrategieën, de trajecten, en de gevolgen voor het armoederisico voor de doelgroep. Dit onderzoek sluit aan op een eerdere erkenning die liep in 2012. Het eerste deel van het onderzoek verliep in drie stappen: 1. Een theoretische verkenning van bestaand onderzoek, 2. Een verkenning van het terrein, 3. Een verkenning van interessante onderzoeksmethodes. Het tussentijds rapport tekent de krijtlijnen uit voor het verdergezet onderzoek waarover deze aanvraag handelt. De vereniging wil via kwalitatief onderzoek zicht krijgen op wat mensen drijft van de ene plaats naar de andere te gaan. Het onderzoek zal zich concentreren op vier gemeenten (Geel, Kontich, Boom en Kalmthout) en de link met de stad Antwerpen. Naast inzicht in mobiliteit en in de pull en push factoren kan dit onderzoek een instrument zijn om stil te staan bij de manier waarop de vereniging aan samenlevingsopbouw doet. De totale kosten worden geraamd op 30.000 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.000 EUR ter beschikking te stellen. Recht-Op vzw, Hendriklei 19, 2660 Hoboken – project Ondersteuning en brugfunctie halftijdse kracht De jongerenwerking van Recht-Op vzw startte op 1 juli 2007 met middelen van het Experimenteel Jeugdwerk. Tot maart 2013 is de vereniging erkend als proeftuin Jeugd – thema kansengroepen stimuleren tot en begeleiden bij het ontwikkelen van jeugdverenigingen. De vereniging bouwt de werking veder uit met projectsubsidies, giften en een voorlopig bescheiden maar structureel engagement van de Stad Antwerpen. Recht-Op vzw werkt sinds 1996 met mensen in armoede en heeft dus een inhoudelijke expertise opgebouwd van waaruit de jongerenwerking is kunnen vertrekken. De jongerenwerking ging van start in 2007 met een vijftal kinderen van ouders die naar de volwassenwerking kwamen. Ze wilden ook een vrijetijdsbesteding, een eigen plek waar ze erkend en gehoord worden. Op enkele maanden tijd groeide de groep met vrienden en familieleden uit tot een 20-tal jongeren die wekelijks naar de werking kwamen. Sinds die dag zijn er zo’n 80 jongeren die werking gepasseerd. Nu is er een actieve groep van 40 jongeren tussen 12 en 25 jaar die bereikt wordt.

189


De jongerenwerking van Recht-Op vzw hanteert een integrale manier van werken. Het luik ‘ontspannende groepswerking’ biedt jongeren een plek waar ze zich goed kunnen voelen en waar ze zich kunnen ontplooien. Via de ‘projectwerking’ gaan aan de slag met de vele gemeenschappelijke verhalen en ervaringen. En in het ‘individuele ondersteuning’ maakt de vereniging ruimte voor individuele vragen en problemen. Deze 3 luiken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je kan geen projectwerk doen zonder ontspannende activiteiten, want alleen vanuit een vertrouwensrelatie en veel informeel contact begin je te praten over je situatie. Je hebt geen zin in ontspanning als de deurwaarder morgen voor de deur staat. De vereniging combineert dus deze 3 luiken en merken dat dit werkt. Het individuele luik wordt echter onderschat. Jeugdwerkers worden verwacht sneller door te verwijzen bij vragen en problemen. Maar de realiteit wijst uit dat dit allesbehalve zo werkt. Doorverwijzen is aanhoudend motiveren, warm maken, informatie verschaffen, meegaan, nog eens meegaan, opvolgen, bemiddelen en soms ook coördineren. Niet iets dat je even snel tussendoor doet. Er is een goed uitgebouwd dienst – en hulpverleningsnetwerk, er zijn goede diensten die met de problematieken van de jongeren aan de slag gaan en hen verder op weg helpen, als de jongeren er maar geraakt. Daarnaast ziet de vereniging helaas ook dat veel diensten nog steeds niet toegankelijk zijn voor de problematiek van jongeren in armoede. De dienst kan de complexiteit van de problematiek niet aan en heeft niet de tijd en ruimte voor een warme begeleiding, dit werkt tevens te eenzijdig of op te korte termijn. Recht-Op vzw ziet het dan ook als hun taak om met deze diensten in dialoog te gaan en om hen tips te geven over het duurzaam bereiken van jongeren in armoede. Jongeren kunnen bij Recht-Op met hun vragen en problemen terecht op dinsdag tussen 16u en 19u (op afspraak). De jongerenwerkers kunnen eventueel ook op huisbezoek gaan. De vereniging treedt op als brugfiguur naar alle betrokken diensten en instanties. Zij doen zelf zo weinig mogelijk aan hulpverlening, maar brengen de jongeren in contact met dienst –en hulpverlening, onderwijssector, werksector, …. . Zij vragen voor deze ondersteuning en brugfunctie een subsidie aan voor een halftijdse kracht. De totale kosten worden geraamd op 25.000 EUR. Voorgesteld wordt om vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter beschikking te stellen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het Provinciedecreet van 30 november 2005, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget 2013, ingeschreven op het machtigingskrediet 831/640 – rekeningcombinatie 2013/2013/831/64012296/9015000000000/xxxx/ACT040/64012296/90000000/10 000000/XXXXX - subsidie voor armoede projecten, voor een bedrag van 80.000 EUR, aan verschillende belanghebbenden.

190


VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 9/1 en 9/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 56 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 55 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. De agendapunten 1 onthouding.

9/1

en

9/2

worden

goedgekeurd

191

met

55

stemmen

ja,

bij


10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie Nr. 10/1 van de agenda Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Europa Direct. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 23 september 2004 heeft uw raad het oprichtingsprotocol van GPB Europa Direct goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 321.448,07 EUR en de volgende kerncijfers:    

cash flow: 2.399,52 EUR boekhoudkundig resultaat: 4.567,54 EUR overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: - 4.567,54 EUR voorgestelde resultaatsverwerking: Het gewoon provinciebedrijf heeft naast het boekhoudkundig resultaat een werkingsreserve van 212.439,92 EUR. Voorgesteld wordt het jaarresultaat van deze reserve af te boeken.

Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 6.669,73 EUR aan investeringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. Gelet op het feit dat GPB Europa Direct sinds 1 januari 2013 opgeheven is, is de jaarrekening 2012 ook de eindrekening van de GPB. Via een apart verslag aan uw raad wordt de definitieve eindbalans in zitting van heden ter goedkeuring voorgelegd. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor dd. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. Een exemplaar van de jaarrekening en het jaarverslag 2012 ligt eveneens ter inzage op de Griffie of kan op intranet onder http://intranet.provant.be/group/guest/bestuur-en-organisatie/ organisatiestructuur/dep.-welzijn-economie-en-plattelandsbeleid/europa-directprovinciebedrijf geconsulteerd worden. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag werd goedgekeurd door deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van het provinciedecreet;

192


Gelet op het besluit van de deputatie van 25 april 2013 houdende kennisneming van de jaarrekening 2012 van GPB Europa Direct; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewoon provinciebedrijf Europa Direct. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: afboeken van het overgedragen resultaat, - 4.567,54 EUR, van de gewone reserves van GPB Europa Direct. Deze reserve wordt gebracht op 207.872,38 EUR. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 57 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 57 stemmen ja. Nr. 10/2 van de agenda Gewone Provinciebedrijven – opheffing GPB Europa Direct en overdracht eindbalans. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In zitting van heden leggen de beleidsdepartementen de jaarrekeningen 2012 van de gewone provinciebedrijven en de resultaatsverwerking ter goedkeuring voor aan uw raad. Aangezien het gewone provinciebedrijf (GPB) Europa Direct met ingang van 1 januari 2013 werd opgeheven, is de jaarrekening 2012 van het genoemde GPB tevens de eindrekening van dit provinciebedrijf. Conform artikel 11 van de beheersovereenkomst met het gewone provinciebedrijf wordt bij opheffing ervan het actief en passief overgenomen op de balans van de provincie.

193


Uw raad dient een formele beslissing te nemen over de bestemming van de eindrekening van het genoemde gewone provinciebedrijf. In vergelijking met de stukken van GPB Europa Direct die heden aan uw raad worden voorgelegd, werden nog een aantal bijkomende sluitingsboekingen voorzien in een zgn. boekhoudkundige 13de periode. Dit resulteert in volgende cijfers: Materieel Vaste Activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Overlopende rekeningen TOTAAL

9.945,63 0,00 18.266,273.531,31 0,00 301.742,94

Kapitaal Reserves Kapitaalsubsidies Schulden Overlopende rekeningen TOTAAL

87.674,49 214.068,45 0,00 0,00 0,00 301.742,94

In bijlage vindt u een gedetailleerde balans op ARPA-niveau. Een overzicht van de inventarisstukken uit de vaste activa ligt ter inzage op de griffie. Na de opheffing van het GPB zijn de taken inhoudelijk opgenomen binnen de Dienst Europa van het Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWEP). Voorgesteld wordt om de eindbalans echter gedeeltelijk over te dragen aan het Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid; en gedeeltelijk aan het gewone provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (PSES). Het materieel vast actief wordt overgedragen aan DWEP. Rekening houdend met de boekwaarde wordt enkel het materieel vast actief met een restwaarde meer dan 1.000,- EUR + de toebehoren geactiveerd in de provinciale boekhouding. In casu geeft dit een overname ten bedrage van 8.759,48 EUR aan te activeren goederen. Met het oog op een verdere aanwending van de aanwezig geldmiddelen bij het GPB Europa Direct voor Europese en internationale projecten, wordt voorgesteld de liquide middelen en de openstaande vorderingen over te dragen aan het GPB Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen. Deze worden in balans en resultatenrekening opgenomen als uitzonderlijke opbrengst boekjaar 2013. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. --De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 114bis, 114ter en 114quater van de provinciewet; Gelet op het oprichtings- en beheersprotocol van de gewone provinciebedrijven;

194


Gelet op het opheffen van het GPB Europa Direct; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de overdracht van de voorgebrachte eindbalans van het gewone provinciebedrijf Europa Direct aan Stafdienst Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid wat betreft het materieel vast actief en aan het gewoon provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat voor Europese Structuurfondsen wat betreft vorderingen en liquide middelen. Artikel 2: Van het materieel vast actief worden enkel de inventarisgoederen met een restwaarde groter dan 1.000,- EUR geactiveerd in de provinciale boekhouding. Dit betekent een overname ten bedrage van 8.759,48 EUR aan te activeren goederen. Artikel 3: De openstaande vorderingen ten bedrage van 18.266,- EUR en liquide middelen ten bedrage van 273.531,31 EUR worden door het gewoon provinciebedrijf ingeboekt als uitzonderlijk opbrengst voor het boekjaar 2013. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft nee gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 1 stem nee en 1 onthouding.

195


BIJLAGE Eindbalans GPB Europa Direct ACTIVA

PASSIVA

VAST ACTIVA Materiële Vaste Activa

EIGEN VERMOGEN Kapitaal

23000000 Installaties, machines, uitrusting: aansch. waarde 23009000 Installaties, machines, uitrusting: afschrijvingen 23100000 ICT-hardware: aanschaffingswaarde 23109000 ICT-hardware: afschrijvingen 24000000 Meubilair: aanschaffingswaarde 24009000 Meubilair: afschrijvingen

30.817,50

10100000 Kapitaal

19.625,28 -19.161,47 53.519,82 -53.230,89

Reserves & Resultaat 13000000 Gewoon reservefonds 13000001 Reserves Afschrijvingen 15300000 Kapitaalsdotatie 15900001 In resultaat genomen kapitaalsdotaties

VLOTTEND ACTIVA Vorderingen op ten hoogste één jaar 40100000 Vorderingen betreffende de werking 41200000 Te ontvangen subsidies

87.674,49

-21.624,61 204.124,41 9.944,04 22.301.87 -22.301,87

VREEMD VERMOGEN 130,18.136,-

Liquide Middelen 55010500 Zichtrekening Belfius 55010505 Spaarrekening Belfius 57000000 Kas

Totaal

23.622,03 249.900,35 8,93

301.742,94

196

Totaal

301.742,94


Nr. 10/3 van de agenda Provinciale initiatieven. Gewoon provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen (PSES). Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 26 april 2001 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van GPB Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 6.077.650,94 EUR en de volgende kerncijfers:    

cash flow: boekhoudkundig resultaat: overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: voorgestelde resultaatsverdeling:

-341.720,35 EUR -344.334,97 EUR -344.334,97 EUR

Het gewoon provinciebedrijf heeft naast het boekhoudkundig resultaat een werkingsreserve van 650.520,08 EUR. Voorgesteld wordt het jaarresultaat van deze reserve af te boeken. Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 8.614,81 EUR aan investeringen en voor 5.025,52 EUR aan desinvesteringen conform detail opgenomen in de jaarrekening. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor dd. 15 april 2013 ligt ter inzage op de Griffie. Een exemplaar van de jaarrekening en het jaarverslag 2012 ligt eveneens ter inzage op de Griffie en kan geconsulteerd worden op Intranet. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag werd goedgekeurd door deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van het provinciedecreet; Gelet op het besluit van de deputatie van 25 april 2013 houdende kennisneming van de jaarrekening 2012 van GPB Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen;

197


Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012 van het gewoon provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: over te dragen resultaat naar volgend boekjaar, -344.334,97 EUR, van GPB Provinciaal Secretariaat voor Europese Structuurfondsen. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 2 onthoudingen. Nr. 10/4 van de agenda Provinciale initiatieven. Provinciale cofinancieringsaanvragen. Goedkeuring. ERRATUM - Verslag van de deputatie. Situering: Provinciale cofinanciering heeft een hefboomwerking. Het stelt interne en externe entiteiten in staat om Europese projectfinanciering te benutten, en om zo een multiplicatoreffect te realiseren. Door de provinciale inzet op de Europese structuurfondsen op het vlak van begeleiding, communicatie, beheer van programma’s en cofinanciering, werd in de huidige Europese programmaperiode 2007-2013 al voor bijna 85 miljoen EUR aan Europese financiering gegenereerd. De provinciale cofinanciering wordt meestal gespreid over meerdere budgetjaren, omdat de financiering hiermee gekoppeld wordt aan de looptijd van de projecten. Het merendeel van de voorliggende aanvragen betreft lopende engagementen. In eerdere zittingen van uw raad werden voor 13 projecten reeds cofinancieringen goedgekeurd vanuit budget 2012 waarvoor ook budget gepland werd in 2013.

198


Hierbij werd telkens het geplande bedrag voor budget 2013 reeds meegedeeld. Uw raad wordt nu gevraagd de geplande bedragen voor 2013 toe te kennen. De Provincie Antwerpen is actief in het beheer van de Europese programma’s, waaronder 2 Interreg IV A programma’s (Vlaanderen – Nederland & Maritiem programma 2 Zeeën). Voor de uitvoering van de Technische Bijstand van beide Interreg-programma’s (=werking programmasecretariaten) is een jaarlijkse provinciale bijdrage van respectievelijk 39.530 EUR en 22.400 EUR voorzien. Na aftrek van de bijdragen voor de uitvoering van de Interreg IV A programma’s, bedraagt het budget 2013 binnen het GPB PSES om Europese projecten te cofinancieren 925.938 EUR. Projecten worden slechts aan uw raad voorgelegd wanneer ze werden goedgekeurd door het beheersorgaan van een Europees programma én wanneer de cofinanciering is ingeschreven in het lopende budgetjaar.

programma Interreg VL-NL Interreg VL-NL Interreg 2 Zeeën Interreg 2 Zeeën Interreg 2 Zeeën EFRO-D2 EFRO-D2 EFRO-D2 Interreg VL-NL EFRO-D2 EFRO-D2 Interreg 2 Zeeën Interreg NWE

gevraagd bedrag project & promotor 2013 € 60.877 OPTIGLAS - Proefcentrum Hoogstraten vzw Sociale Innovatie - Religieus Erfgoed (ook € 38.681 gekend als SIRE) - Kempens Landschap v.z.w. Maximising our Green Heritage (ook gekend als € 16.000 Maxigreen) - Dienst Gebiedsgericht Beleid Heritage Recycled (ook gekend als HERE of € 50.000 Wintertuin Ursulinen) - Kempens Landschap v.z.w. Agro Food & Fisheries Complex (ook gekend als € 64.939 Fish & Chips) - Rurant vzw Hof Ter Laken: voorbeeld van een ‘Flemish € 22.000 National Trust’ (ook gekend als Hof ter Laken) Kempens Landschap v.z.w. Sunbuilt, geïntegreerde keten voor de € 50.000 productie, oogst en verwerking van algen (ook gekend als Sunbuilt) - VITO NV Technopolis - Technopolis € 31.000 Grenzeloze logistiek (Optimalisatie Logistieke € 60.000 Processen) (ook gekend als Grenzeloze Logistiek) – POM Antwerpen De vallei van de Twee Neten – CV Zonnige € 60.608 Kempen Energetische renovatie van 2 wijken – CV € 43.567 Zonnige Kempen Muren en tuinen - Kempens Landschap v.z.w. € 22.000 Safeguarding Heritage And Rural Economies € 31.805 (ook gekend als SHARE) – Kempens Landschap v.z.w. € 551.477

199

datum initieel PRbesluit 27/05/2010 16/12/2010 13/06/2011 23/06/2011 23/06/2011 23/06/2011 24/11/2011 22/03/2012 22/03/2012 22/03/2012 22/03/2012 22/03/2012 22/03/2012


Daarnaast wordt uw raad gevraagd een beslissing te nemen over de provinciale cofinanciering van de onderstaande nieuwe projecten vanuit budget 2013. Interreg 2 Zeeën EFRO-D2 Interreg VL-NL Interreg VL-NL EFRO-D2 EFRO-D2

Heritage Recycled (ook gekend als HERE) Kempens Landschap v.z.w. CIPAL - IRIS Sociale innovatie - Religieus uitbreiding - Kempens Landschap GEO-heat APP - VITO Kennisnetwerk Detailhandel Modemuseum Kennisnetwerk Detailhandel Grensoverschrijdende studie

erfgoed

€

78.735

€

50.000

€ €

126.000 15.000

€

80.000

€ €

10.000 359.735

-

-

uitbreiding

-

uitbreiding

Toelichting bij de aangevraagde dossiers: Stichting Kempens Landschap – Heritage Recycled (HERE - Ursulinen) uitbreiding Het hoofddoel van dit project is het onderzoeken en ontwikkelen van methoden om historische gebouwen die hun oorspronkelijke functie verloren hebben, een nieuwe bestemming te geven. Hierdoor blijft het erfgoed in meerdere landen bewaard en worden historische gebouwen weer omgevormd tot plekken waar burgers en bezoekers van kunnen profiteren, waardoor de levenskwaliteit in het hele 2 Zeeëngebied verbetert. De herontwikkelingen die binnen dit project worden uitgestippeld, moeten er op gericht zijn om het erfgoed onder te brengen in een beheersvorm die op zijn minst zelfbedruipend is. Om deze doelstelling te realiseren , zal een nieuwe invulling gegeven moeten worden aan economisch vaak minder rendabele ruimten. De projectdeelname van Kempens Landschap aan HERE wordt geconcretiseerd in het Ursulineninstituut in O.L.V.-Waver (wintertuin). Kempens Landschap ziet in de herbestemming van de cryptezaal, die nu gebruikt wordt als depotruimte, naar congreszaal/multifunctionele voorstellingsruimte een belangrijke opstap naar het rendabel en tegelijk publiek toegankelijk maken van de site van het ursulineninstituut. De kostprijs van de reconversie wordt geraamd op 175.000 EUR. Er wordt een provinciale cofinanciering gevraagd van 78.735 EUR. CIPAL – IRIS Het IRIS-project zorgt voor het vervolledigen, actualiseren, verrijken en ontsluiten van de bedrijfsgegevens uit de VKBO-databank naar zeventig lokale besturen in de provincie Antwerpen en de meer dan 140.000 bedrijven. Hierdoor biedt het IRIS-project een belangrijke meerwaarde voor bedrijven die lokaal actief zijn en zich wensen te profileren naar hun lokale klanten. Voorts wil het IRIS-platform de zeventig lokale besturen de mogelijkheid bieden hun bedrijfsgerelateerde producten en diensten te ontsluiten voor de bedrijven en

200


ondernemers op hun grondgebied om op die manier direct en interactief in te kunnen spelen op de specifieke vragen en noden van deze ondernemers. Het IRIS-project is een samenwerkingsverband tussen de provincie Antwerpen, het Agentschap Ondernemen, CORVE, de VVSG, UNIZO, KMO-IT, VOKA en CIPAL. Het IRIS-project krijgt de financiële steun van de Vlaamse Minister voor Economie en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Voor de blijvende opvolging en optimalisatie van het project en om de continuïteit van het project te verzekeren heeft de provincie Antwerpen een budget voorzien van 50.000 EUR. Stichting Kempens Landschap – Sociale Innovatie - Religieus erfgoed uitbreiding Ter verbetering en duurzame instandhouding van het klein religieus erfgoed (voor de provincie Antwerpen in het Merodegebied: o.a. de bosgebieden Beeltjens en Kwarekken in Westerlo en Afspanning Den Eik in Laakdal, ) participeert Kempens Landschap in dit project waarbij de focus ligt op het beter in beeld brengen van het Merodegebied en de toeristische ontsluiting daarvan, als op de kennisuitwisseling tussen Nederland en Vlaanderen op vlak van beheer en renovatietechnieken van klein (religieus) erfgoed. In het praktische proces van herwaardering zal Kempens Landschap beroep doen op partners uit de sociale economie. Kempens Landschap ziet in de restauratie van deze molendossiers zowel de kans om nadrukkelijk bij te dragen aan het project de Merode, als de mogelijkheid om uitwerking te geven aan de voorbeeldrol die molens kunnen vervullen binnen de werking van Kempens Landschap rond de thematiek van “instandhouding van bakens van het landschap”. Een bijkomende provinciale bijdrage gelinkt aan het Interreg-IVa-dossier ‘Sociale innovatie en religieus Erfgoed’ is echter noodzakelijk om ook tav de andere ZEN-monumenten (lees: de molens) de focus te leggen op een duurzame instandhouding en de beperkte economische vermarkting. Kempens Landschap verzoekt om een bijkomende provinciale ondersteuning van 126.000 EUR. Mede hierdoor zou een business-model (gesteund op locale betrokkenheid) ontwikkeld kunnen worden voor ZEN-monumenten in zijn algemeenheid, waarvan de regio nadien de vruchten kan plukken. VITO - “GEOHEAT-APP - (Economische haalbaarheid van intermediaire en diepe geothermie voor het verduurzamen van de warmtevraag bij bouwen renovatieprojecten)”. De hoofddoelstelling van het project is: • het in kaart brengen van het economisch realiseerbare potentieel van geothermie als duurzame energiebron voor rechtstreekse verwarming en als warmtebron voor hoog-vermogen warmtepompen in de grensregio Vlaanderen – Nederland (Prov. Antwerpen, Belgisch en Nederlands Limburg en Noord-Brabant). • het creëren van verder draagvlak en het pad effenen door grensoverschrijdende kennisuitwisseling voor de verdere, daadwerkelijke toepassing van geothermie. VITO werkt hierbij samen met de Nederlandse partijen TNO en Grontmij. Kamp C volgt het project van nabij op voor onze provincie. VITO vraagt een cofinanciering van 15.000 EUR.

201


Modemuseum – Onderzoek naar impact Antwerpse mode (in kader van EFRO D2 project Kennis Netwerk Detailhandel) Antwerpen heeft de afgelopen 3 decennia een stevige internationale reputatie op het gebied van mode opgebouwd. De Antwerpse zes, de modeafdeling van de Antwerpse Academie, het shopping circuit dat de afgelopen jaren tot bloei kwam in de stad, hebben allemaal bijgedragen tot de sterke mode-identiteit van de stad. Tot op heden werd de impact van deze reputatie nog nooit op een wetenschappelijk onderbouwde manier gemeten. Wat is de economische impact en de economische meerwaarde van mode voor Antwerpen? Wat zijn de risico’s indien mode uit Antwerpen verdwijnt? In het kader van het EFRO D2 project Kennis Netwerk Detailhandel (waarin de dienst Economie de trekker is) wordt dit onderzoek beoogd zodat aanbevelingen geformuleerd kunnen worden aan diverse overheden (Provincie Antwerpen, Stad Antwerpen, Vlaanderen), met het oog op een gerichter en efficiënter modebeleid in Antwerpen. Het mode museum gaat dit onderzoek uitvoeren in nauwe samenwerking met de Dienst Economie en internationale samenwerking. Hiervoor vraagt zij een cofinanciering van 80.000 EUR. Dienst Economie – Uitbreiding van interprovinciale studie detailhandel ifv de grensoverschrijdende analyse tussen de provincie Antwerpen en NoordBrabant (in kader van EFRO D2 project Kennis Netwerk Detailhandel) Om een aantal nieuwe bewegingen en ontwikkelingen te stimuleren op vlak van detailhandel is een globale én een grensoverschrijdende aanpak noodzakelijk: a)

b)

De globale aanpak binnen de provincie Antwerpen samen met de 4 anderen provincies is eind 2012 opgestart, met een interprovinciale studie detailhandel binnen het project ‘Kennisnetwerk detailhandel Vlaanderen’ dat door de 5 provincies wordt gedragen samen met Agentschap Ondernemen.( EFRO D2 dossier). Grensoverschrijdend wijst op twee bewegingen; met name over de eigen provinciegrenzen heen een beleid ontwikkelen dat op elkaar is afgestemd. Dit zal onderwerp uitmaken van het project Kennisnetwerk detailhandel. Maar ook grensoverschrijdend met de buurlanden is van belang. Voor de provincie Antwerpen gaapt er tot op vandaag nog een lacune omdat die afstemming met Nederland en in het bijzonder met Noord-Brabant niet is gebeurd. De andere collega-provincies Limburg, Oost-& West-Vlaanderen hebben dit wel gedaan met Nederlands Limburg, Zeeland en Noord-Frankrijk anderzijds. Aanvankelijk werd de realisatie beoogd via een Interreg-dossier. Deze weg bleek niet mogelijk, daarom wordt nu gekozen voor een uitbreiding op het D2-EFRO-dossier.

Dit voorstel van aanpak als addendum op de brede interprovinciale studie zorgt voor een gedeeltelijke invulling van de lacune. Dit betekent dat de analyse van de koopstromen vanuit de provincie Antwerpen naar Nederland wordt uitgevoerd. De tegenbeweging , met name de koopstromen vanuit Nederland naar de provincie Antwerpen komt NIET aan bod. Omwille van het huidige gebrek aan medewerking vanuit Noord-Brabant wordt wel in de toekomst gezocht naar een alternatieve aanpak van dit tekort aan informatie. De projectrealisatie loopt over 4 maanden in 2013.

202


Er wordt een cofinanciering gevraagd van 10.000 EUR. Samenvatting: De totale gevraagde toekenning budget 2013 bedraagt 973.142 (= 551.477 EUR voor eerder gesubsidieerde projecten, 359.735 EUR voor nieuwe projectdossiers en 61.930 EUR in de bijdrage voor Technische Bijstand-projecten). Hiermee wordt gevraagd het volledig beschikbare budget voor 2013 toe te kennen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het voorstel van deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Toegekend wordt de bijdrage 2013 van Provincie Antwerpen in het project Technische bijstand voor Interreg IV A Grensregio Vlaanderen – Nederland van 39.530 EUR vanuit het krediet 64010313 ‘Subsidiëring Europese Cofinanciering’ van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen. Artikel 2: Toegekend wordt de bijdrage 2013 van Provincie Antwerpen in het project Technische bijstand voor Interreg IV A Grensoverschrijdend Maritiem Programma ‘2 Zeeën’ van 22.400 EUR vanuit het krediet 64010313 ‘Subsidiëring Europese Cofinanciering’ van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen. Artikel 3: Toegekend worden de onderstaande bedragen, zoals voorgebracht, als provinciale cofinanciering van de Europese projecten vanuit het krediet 64010313 ‘Subsidiëring Europese Cofinanciering’ van het Gewoon Provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (GPB PSES) op voorwaarde dat de projecten worden uitgevoerd.

programma

project & promotor

Interreg VL-NL Interreg VL-NL

OPTIGLAS - Proefcentrum Hoogstraten vzw Sociale Innovatie - Religieus Erfgoed (ook gekend als SIRE) - Kempens Landschap v.z.w. Maximising our Green Heritage (ook gekend als Maxigreen) - Dienst Gebiedsgericht Beleid Heritage Recycled (ook gekend als HERE of Wintertuin Ursulinen) - Kempens Landschap v.z.w. Agro Food & Fisheries Complex (ook gekend als Fish & Chips) - Rurant vzw Hof Ter Laken: voorbeeld van een ‘Flemish National Trust’ (ook gekend als Hof ter Laken) - Kempens Landschap v.z.w. Sunbuilt, geïntegreerde keten voor de productie, oogst en verwerking van algen (ook gekend als Sunbuilt) VITO NV Technopolis - Technopolis

Interreg 2 Zeeën Interreg 2 Zeeën Interreg 2 Zeeën EFRO-D2 EFRO-D2 EFRO-D2

203

gevraagd bedrag 2013 € 60.877 € 38.681 € 16.000 € 50.000 € 64.939 € 22.000 € 50.000 € 31.000


Interreg VL-NL EFRO-D2 EFRO-D2 Interreg 2 Zeeën Interreg NWE Interreg 2 Zeeën EFRO-D2 Interreg VL-NL Interreg VL-NL EFRO-D2 EFRO-D2

Grenzeloze logistiek (Optimalisatie Logistieke Processen) (ook gekend als Grenzeloze Logistiek) – POM Antwerpen De vallei van de Twee Neten – CV Zonnige Kempen Energetische renovatie van 2 wijken – CV Zonnige Kempen Muren en tuinen - Kempens Landschap v.z.w. Safeguarding Heritage And Rural Economies (ook gekend als SHARE) – Kempens Landschap v.z.w. Heritage Recycled (ook gekend als HERE) – bijkomend cryptezaal - Kempens Landschap v.z.w. Iris - Cipal Sociale innovatie - Religieus erfgoed - uitbreiding Kempens Landschap GEO-heat APP - VITO Kennisnetwerk Detailhandel - uitbreiding DEIS Kennisnetwerk Detailhandel - uitbreiding Modemuseum

€ 60.000 € 60.608 € 43.567 € 22.000 € 31.805 € 78.735 € 50.000 €126.000 € 15.000 € 10.000 € 80.000 € 911.212

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 1 onthouding.

VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 10/5 tot en met 10/8 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 10/5 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Toegestane subsidies. Project Landschapsdokters van vzw Natuurwerk en vzw Kempens Landschap. Artikel 851/64011916/90050000. Subsidies voor projecten in de sociale economie. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Landschapsdokters Rapportage werkjaar 2012 In de zitting van 22 maart 2012 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed als jaarlijkse ontwerpbegroting van het project voor de tewerkstelling van 8 arbeiders en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in het goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie:

204


Loonkost arbeider Loonkost begeleider Werkingskosten TOTAAL Financiering Vlaamse subsidie arbeider Vlaamse subsidie begeleider Betoelaging vanuit SINE Cofinanciering gemeenten Financiering Kempens Landschap Cofinanciering provincie Totaal

Bedrag/jaar

Aantal

Totaal/jaar

€ 34.854 € 50.755

8 1

€ 278.832 € 50.755 € 66.000 395.587

€ 8.833,08 € 13.249,32 € 10.200

8 1 4,5 Cfr goedgekeurde bedrag Cfr. goedgekeurd bedrag

€ 70.665 € 13.249 € 45.900 € 80.000 € 10.000 € 175.773 € 395.587

Hieruit blijkt dat de totale geraamde uitgaven per jaar 395.587 EUR bedragen en omvatten lonen en werkingsmiddelen. De inkomsten bedragen 395.587 EUR en zijn afkomstig van Vlaanderen, Werk en Sociale Economie (83.914 EUR); Sine (45.900 EUR); deelnemende gemeenten (80.000 EUR) en Kempens Landschap vzw (10.000 EUR). De jaarlijkse provinciale bijdrage vanuit het budget sociale economie wordt geraamd op 175.773 EUR per jaar. Het project startte volwaardig op 1 mei 2012. Met betrekking tot het jaar 2012 houdt dit dus in dat er een budget voor 8 maanden in de begroting werd voorzien, wat overeenstemt met een provinciale cofinanciering van 117.182 EUR. Op 24 mei keurde de provincieraad het project en het meer jaren engagement goed. Voor de provincie Antwerpen betekent dit dat de jaarlijkse cofinanciering voor de budgetjaren 2012 t/m 2015 principieel als volgt wordt: Budgetjaar 2012 2013 2014 2015

Te voorziene provinciale cofinanciering 117.182 EUR 175.773 EUR 175.773 EUR 175.773 EUR

In de zitting van 28 juni 2012 kende de deputatie een bedrag van 117.182 toe aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout voor het project ‘Landschapsdokters’, als subsidie 2012. Tegelijkertijd stemde de deputatie in met de betaling van 117.182 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot van de subsidie 2012. Natuurwerk vzw diende recentelijk, als uitvoerder van het project Landschapsdokters, hun financieel en inhoudelijk rapport van de werking van het project ‘Landschapsdokters’ voor de periode 2012 in, dit ter verantwoording van het door hen ontvangen subsidiebedrag ter hoogte van 117.182 EUR. Rekening houdend met de evaluatie en rapportage van 2012, ligt bij de Griffie een financieel overzicht omtrent de effectieve kosten van 2012 van het project Landschapsdokters ter inzage.

205


Het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie geeft positief advies voor het rapport van Natuurwerk vzw. Vraag naar verhoging van het subsidiebedrag vanaf 2013 Op 3 april 2013 ontving het Provinciaal Steunpunt vanuit Natuurwerk vzw en Kempisch Landschap vzw een vraag tot uitbreiding van het project Landschapsdokters. Deze vraag is gebaseerd op volgende elementen:  vanuit volgende vijf gemeenten kwam de vraag (inclusief financieel engagement) om mee aan te sluiten bij de “Landschapsdokters”:  Balen: Keiheuvel  Essen: Kloosterdomein Paters Redemptoristen  Laakdal: Klompenbelevingspad  Mol: Volmolen  Retie: Goriënberg De tevredenheid van de reeds deelnemende gemeenten, de wens tot toetreding van 5 nieuwe gemeenten, en het daarmee gepaarde grotere werkingsgebied, hebben de verankering van de Landschapsdokters in de provincie aanzienlijk versterkt. Dit toont terdege aan dat het pilootproject gedurende het eerste werkingsjaar heel wat groeimarge heeft opgebouwd, en dat een verdere uitbreiding naar meerdere gemeenten voor de hand ligt. Gezien de verhoging van 8 naar 13 gemeenten en de daarmee gepaarde toename in totale omvang van het te onderhouden gebied, is er nood aan extra mankracht. De nieuw toetredende gemeenten voorzien elk een bijdrage die overeenkomt met het ingeschatte werkvolume. De bijdragen van de 8 huidige gemeenten zullen worden aangepast conform de bestede werkuren in 2012. Het totale engagement vanuit de (8 bestaande + 5 nieuwe) gemeenten ten aanzien van het project Landschapsdokters bedraagt voor 2013 dan ook 121.000 EUR. Gemeente

Bijdrage in 2012 (in EUR)

Bijdrage vanaf 2013 (in EUR)

Borsbeek

10.000

10.000

Duffel

10.000

10.000

Edegem

10.000

14.000

Grobbendonk

10.000

10.000

Heist-op-den-Berg

10.000

10.000

Hulshout

10.000

10.000

Sint-Katelijne-Waver

10.000

17.500

Wuustwezel

10.000

14.000

Totaal 8 gemeenten

80.000

95.500 (toename van 15.500 EUR)

Balen

7.500

Essen

7.500

Laakdal

2.500

Mol

4.000

Retie

4.000

Totaal 13 gemeenten

121.000

206


Op basis van de huidige vragen tot deelname van de 5 kandidaat-gemeenten, raamt Natuurwerk, in overleg met Kempens Landschap, een uitbreiding van 8 naar 11 arbeiders voldoende om de behoeften van de bestaande en de nieuwe gemeenten voor de periode 2013 tot en met 2015 in te vullen. Natuurwerk geeft aan dat de projectbegroting voor het uitgebreide project, in vergelijking met het oorspronkelijke, er als volgt uitziet voor de periode 2013 tot en met 2015: Kosten

Bedrag per jaar (in EUR)

Aantal

Begroting 2012 (in EUR)

Loonkost arbeider

34.854

8

278.832

Loonkost begeleider

50.755

1

50.755

Werkingskosten Totaal

Financiering Vlaamse subsidie Betoelaging vanuit SINE

Aantal 11 1

Begroting 2013 (in EUR) 383.394 50.755

66.000

77.000

395.587

511.149

Jaarlijkse bijdrage in 2012 (in EUR) 83.914 45.900

Jaarlijkse bijdrage vanaf 2013 (in EUR) 110.413 67.320

80.000 10.000 175.773 395.587

121.000 10.000 202.416 511.149

Cofinanciering gemeente Financiering Kempens Landschap Cofinanciering provincie TOTAAL

Hieruit blijkt dat het grootste gedeelte van de verhoogde begroting kan worden gefinancierd via de meestijgende Vlaamse WSE subsidies (110.413 EUR) en via de hogere gemeentelijke bijdragen (121.000 EUR). De provincie Antwerpen voorziet momenteel een jaarlijkse bijdrage van 175.773 EUR voor de tewerkstelling van de Landschapsdokters in 8 gemeenten, voor de tewerkstelling van 8 VTE arbeiders + 1 VTE omkaderingspersoneelslid (DB 22 maart 2012) voor 2013 tot en met 2015. Natuurwerk vraagt om de provinciale bijdrage voor het project Landschapsdokters vanaf 2013 te verhogen van 175.773 EUR tot 202.416 EUR, dit om de begroting voor het uitgebreide project tot een werking in 13 gemeenten sluitend te maken. Gezien de goede projectresultaten, en het bredere lokale draagvlak door de uitbreiding van het aantal gemeenten, legt het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie een positief advies voor aan uw raad aangaande de uitbreiding van het project van 8 naar 13 gemeenten, en het daarmee gepaarde grotere werkingsgebied, en de uitbreiding hiervoor van 8 naar 11 arbeiders, en dit voor de periode 2013 tot en met 2015. In dit kader adviseert het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie om voor 2013 een subsidiebedrag van 197.976 EUR toe te wijzen aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie voor het project “Landschapsdokters”, in samenwerking met de vzw Kempens Landschap.

207


Het Provinciaal Steunpunt baseert zich hiervoor op volgende berekening: Provinciale bijdrage voor de 8 huidige arbeiders 175.773 EUR Provinciale bijdrage voor de 3 extra arbeiders, vanaf 1 maart 2013 22.203 EUR (= 26.643 X 10/12 = door Natuurwerk gevraagde verhoging van de provinciale bijdrage X 10 van de 12 maanden voor 2013) --------------------------------------------------------------------------------------------Totaal 197.976 EUR * Natuurwerk vraagt een provinciale bijdrage voor het project Landschapsdokters vanaf 2013 van 202.416 EUR in plaats van 175.773 EUR, dit is een verhoging van 26.643 EUR. In het kader van de provinciale besparingen stelt het Provinciaal Steunpunt voor om de uitbreiding van het project effectief te laten starten vanaf 1 maart 2013 te nemen, zodat voor 2013 de verhoging van 26.643 EUR slechts voor 10 in plaats van 12 maanden in rekening dient worden gebracht. Voor de budgetjaren 2014 en 2015 komt de cofinanciering vanuit de provincie dan principieel en jaarlijks neer op het hogervermelde bedrag van 202.416 EUR Budgetjaar 2013 2014 2015

te voorziene provinciale cofinanciering 197.976 EUR 202.416 EUR 202.416 EUR

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met een subsidie van 197.976 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot 2013 aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie sociale economie 2013 voor het project “Landschapsdokters” in samenwerking met de vzw Kempens Landschap vanuit het globale krediet van 979.700 EUR (subsidies voor projecten in de sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Wij hebben het er tijdens de commissie al even over gehad. Het gaat hier over een aantal projecten die gefinancierd worden via klaverbladfinanciering. Zowel Vlaanderen als de federale overheid, als de gemeenten, als Kempens Landschap, als ook nog de provincie voor toch een heel hoog bedrag financieren hier mee, waarbij het gevaar bestaat dat de verantwoordelijkheid naar mekaar wordt doorgeschoven. Volgens mij gaat dat in tegen de geest en de filosofie van de interne staatshervorming. De verrommeling blijft hier ruimschoots aanwezig. Wij zullen ons dan ook onthouden.

208


VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Wij wensen ons ook te onthouden op dit punt en wel om de volgende reden. Wij zijn bezorgd en dit punt kan als voorbeeld dienen om onze bezorgdheid een beeld te geven. Wij zijn namelijk bezorgd om het toenemend aantal dreigende wolken boven initiatieven in de sociale economie. Even kaderen: de landschapsdokters onderhouden onze domeinen. Dat is een groot succes. T.t.z. meerdere gemeenten geraken daarin geïnteresseerd en willen participeren. Men heeft een nieuwe berekening moeten maken naar de budgetteringen toe voor de komende jaren. Er zijn inderdaad verschillende ondersteunende partners: Vlaamse overheid, federaal, Kempens Landschap, de gemeenten, en de grote steunverlener is de provincie. Dat is goed. Wij komen uit op een berekening van bijdrage van de provincie voor de komende jaren van 202.000 EUR. Voor volgend jaar realiseren wij daar een besparing en komen op 197.000 EUR. Dat kan lijken op die 3% besparing, maar men start pas in de maand maart. Men werkt met 10/12e dan. Maar we zitten volgend jaar met die bijkomende opdrachten om 5% en 8% te gaan besparen. Wat zien we nu? Het bedrag van 202.000 EUR, wat nu berekend is, wordt behouden voor het daaropvolgende jaar en wordt ook behouden voor het daaropvolgende jaar zonder enige vorm van indexering daarin te voorzien, en dergelijke. Eigenlijk is de conclusie vrij eenvoudig. De werkgelegenheid in dit initiatief zal onder druk komen te staan vermits de andere partners niet wensen meer financiële middelen toe te schuiven. Dat is echt een afroming naar de toekomst toe. Het is een beetje angstaanjagend, want we kunnen niet doen alsof we de begroting van de stad Antwerpen niet gehoord of gezien hebben, maar het blijkt toch allemaal te kaderen in die verschrikkelijke filosofie die zegt dat armoede een keuze is. En bij uitbreiding zou kansarmoede dan ook een keuze zijn. Quod non, zou ik zeggen, armoede is absoluut geen keuze. Ik kan begrijpen dat onze collega’s van de grootste fractie van de coalitie – en ik besef hoe frustrerend dat kan zijn – veel te weinig bewegingsruimte krijgen, gezien de strikte richtlijnen van het partijbestuur. Maar ik doe toch een oproep naar de andere coalitiepartners, naar de mensen van de CD&V en de sp.a, om hier meer dan een oogje in het zeil te houden en hier goed op toe te zien dat de keuzes die naar de toekomst gemaakt zullen worden, nog moeten gemaakt worden, dat daar echt zorgvuldig omgesprongen wordt met de keuzes die men maakt in het steun verlenen aan dergelijke initiatieven. We kunnen niet doen alsof armoede niet bestaat. We kunnen niet doen alsof kansarmoede niet bestaat. Als wij dit niet meer steunen, dan is de vraag: wie gaat dat wel doen en waar gaan deze mensen terecht kunnen? Dan weet je wel waar je aan begint, maar je weet niet waar je eindigt op de duur. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Voorzitter, ik deel de bezorgdheid uiteraard van de collega. Het bedrag, en dat heb ik ook in de commissie gezegd, van 202.000 EUR hebben wij geplafonneerd. Het enige wat ik wil aanvullen is het feit dat we wel met de indexering zullen rekening houden. In de zin van: als de lonen van de mensen stijgen, dan spreekt het

209


voor zich dat we dat ook wel gaan toepassen. Voor het overige kan ik alleen zeggen dat in het budget dat we hebben voor sociale economie er nog wel wat verschuivingen mogelijk zijn, en dat we uiteraard voor die doelgroep waarvoor dat u pleit we daar rekening mee houden en dat we dat ook zo in de budgettering voorzien hebben. Dit is natuurlijk niet het enige project wat we hebben rond het tewerkstellen van mensen die terug naar het reguliere arbeidscircuit moeten gedraineerd worden. Er zijn ook nog andere initiatieven. Het budget dat we daarvoor hebben is behoorlijk goed gevrijwaard, los van een aantal besparingen die we daar ook moeten doorvoeren, maar die niet wezenlijk een probleem zullen zijn voor onze objectieven die we wensen te halen. Ik begrijp uw bezorgdheid. De deputatie deelt die bezorgdheid, en wij zullen uiteraard zeer omzichtig omspringen met de zwakkeren en de kansarmen die in dit project toch tewerkgesteld worden. Het is uiteindelijk de bedoeling van die terug naar het reguliere arbeidscircuit te krijgen. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik wil even kort zeggen dat wij het standpunt van Groen! delen, en deze keer is het wel principieel. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik wil u danken voor uw antwoord. Ik heb goed gehoord dat het aantal arbeidsplaatsen in dit project niet bedreigd worden. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Met uitgangspunten zoals we ze hier hebben. Als iedereen zijn engagement nakomt, en we moeten daar een indexering op loon toepassen, dan zullen we daar budget voor vrijmaken voor dit bestaande project. Wat we niet kunnen doen en we ook niet gaan doen is in de plaats springen van partners die afhaken, want dat is ieder zijn verantwoordelijkheid natuurlijk. Nr. 10/6 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Subsidies van projecten in de sociale economie. Aanwending van krediet. Digid@k. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. In de zitting van 28 maart 2013 hechtte uw raad goedkeuring aan de stopzetting van de Digid@k-financiering aan SPK vzw te Turnhout, met als einddatum 31 december 2013. Concreet betekent dit dat in 2013:  enkel die lokale besturen financiële ondersteuning krijgen, die reeds in de afgelopen jaren in het Digid@k-verhaal zijn ingestapt;

210




geen nieuwe lokale besturen meer worden gefinancierd vanuit de provincie Antwerpen in het kader van Digid@k.

Financieel betekent dit dat in 2013 een subsidiebedrag van 95.000 EUR dient te worden gereserveerd voor de reeds erkende lokale besturen, als financiering vanuit het departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid in het kader van Digid@k. Het betreft volgende lokale besturen: Basisondersteuning Ravels

Formule 1

€ 5.000

Hoogstraten

Formule 1

€ 5.000

Zoersel

Formule 1

€ 5.000

Kalmthout

Formule 1

€ 5.000

Antwerpen

Formule 1

€ 5.000

Beerse

Formule 1

€ 5.000

Turnhout

Formule 1

€ 5.000

Geel

Formule 2

€ 5.000

Balen

Formule 2

€ 5.000

Schilde

Formule 2

€ 5.000

Rijkevorsel

Formule 3

€ 5.000

Mechelen

€ 5.000

Laakdal

Formule 3 Formule 3

Bornem

Formule 3

€ 5.000

Herentals Heist-op-denBerg

Formule 3

€ 5.000

Mol

Formule 3

€ 5.000

Wijnegem

Formule 3

€ 5.000

Vorselaar

Formule 1

€ 5.000

Totalen

€ 95.000

€ 5.000

Formule 3 € 5.000

€ 95.000

Vorselaar SPK ontving in het verleden geen financiering vanuit het budget sociale economie voor Digid@k in de gemeente Vorselaar, daar Vorselaar oorspronkelijk in het Digid@k-verhaal stapte via het subsidiereglement van het Provinciaal Bibliotheekcentrum. Ook toen bood SPK vzw wel al ondersteuning bij de opstart van hun Digid@k-locatie. Echter, de subsidie vanuit het Provinciaal Bibliotheekcentrum is eindig, wat betekent dat Vorselaar in 2013 geen financiering meer zal ontvangen via deze weg. Het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie stelt dan ook voor om Vorselaar in 2013 een eenmalige subsidie te verlenen ten bedrage van 5.000 EUR aan SPK, daar de Digid@k-locatie in Vorselaar volledig voldoet aan de voorwaarden die SPK stelt ten aanzien van Digid@k en Vorselaar perfect kan ondergebracht onder formule 1 van onderstaand financieringsmechanisme. Uitbetalingsprocedure SPK Daar uw raad in de zitting van 28 maart 2013 haar goedkeuring hechtte aan de stopzetting van de Digid@k-financiering aan SPK vzw, met als einddatum

211


31 december 2013, wordt voorgesteld om de subsidie aan SPK in het kader van Digid@k voor budgetjaar 2013 uit te betalen in twee schijven: 



Het terugvorderbaar voorschot bedraagt 50% van het toegekende subsidiebedrag en wordt onmiddellijk betaalbaar gesteld na volledige realisatie van prestatiejaar 2012 en na indiening van een rapport en een ondertekende staat van inkomsten en uitgaven van prestatiejaar 2012 en na goedkeuring hiervan door de deputatie. Het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie streeft ernaar om de goedkeuring hiervan voor te leggen aan de deputatie in de loop van september 2013. Maximum 50% van het goedgekeurde bedrag wordt uitbetaald na volledige realisatie van prestatiejaar 2013 en na indiening door SPK van een rapport en een ondertekende staat van inkomsten en uitgaven van prestatiejaar 2013 en goedkeuring hiervan door de deputatie als restsaldo van de subsidie 2013. Het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie streeft ernaar om de goedkeuring hiervan voor te leggen aan de deputatie in het eerste kwartaal van 2014.

Indien uit het rapport van SPK en een ondertekende staat van inkomsten en uitgaven van prestatiejaar 2013 zou blijken dat het Digid@k-project gerealiseerd werd voor een bedrag lager dan het toegekende bedrag, dan wordt dit verschil in mindering gebracht van het restsaldo van de subsidie 2013. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een bedrag van 95.000 EUR aan Strategische Projectenorganisatie Kempen (SPK) vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, voor Digid@k, als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globaal krediet van 979.700 EUR (Subsidiëring van projecten in de sociale economie) van budget 2013 ingeschreven onder artikel 851/64011916/90050000. Artikel 2: Ingestemd wordt met de voorgestelde uitbetalingsprocedure aan SPK in het kader van Digid@k, waarbij de uitbetaling van de toegekende financiering aan SPK in het kader van Digi@k voor 2013 in twee schijven gebeurt: 50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

212


Nr. 10/7 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Toegestane subsidies Projecten. Artikel 851/64011916/90050000. Subsidies voor projecten in de sociale economie. Aanvragen 2013. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. 1.

Project ‘Duurzame tewerkstelling kansengroepen binnen het NEC’ van OCMW Herentals – ISOM

Voorgeschiedenis en beleidscontext Op 20 september 2011 is het dossier van het OCMW-Herentals voor ISOM, Intergemeentelijk samenwerkingsverband OCMW’s Middenkempen, getiteld ‘Duurzame tewerkstelling kansengroepen binnen het NEC, Normaal Economisch circuit’ bij de dienst toegekomen. Op 17 november 2011 heeft uw deputatie onder titel ‘Sociale Economie. Projecten 2012. Principebesluit subsidiering projecten’ ondermeer haar goedkeuring gehecht aan deze aanvraag. Inhoudelijk luik Het project ‘Duurzame tewerkstelling kansengroepen binnen het NEC’ van OCMW Herentals – ISOM is een pilootproject waarbij werkzoekenden uit kansengroepen (in het bijzonder OCMW-cliënten) actief worden toegeleid naar een duurzame plaats binnen het NEC (= Normaal economisch circuit), en startte effectief in mei 2012. De algemene doelstelling is ‘het aantal duurzame tewerkstellingsplaatsen binnen het NEC voor mensen uit kansengroepen in de regio Middenkempen verhogen’. Concrete (bereikte) doelstellingen voor 2012:   

in 2012 zijn minstens 15 OCMW-cliënten aan de slag gegaan in het NEC (al dan niet via een tewerkstellingsmaatregel), bij minstens 12 verschillende werkgevers opmaak evaluatie-instrument dat niet enkel het aantal tewerkstellingen binnen het NEC maar ook de duurzaamheid van deze tewerkstellingen meet (minstens 5 jaar) begin 2012 wordt een structurele samenwerking opgestart tussen de dienst tewerkstelling ISOM, de VDAB, de regionale afdelingen van werkgeversorganisaties VOKA en UNIZO (Jobkanaal), het regionaal Incubatiecentrum RICK en Vooruitzenden (uitzendsector)

 Resultaten Vertrekkende vanuit de doelstellingen die vooropgesteld zijn voor het werkingsjaar 2012 vindt u in onderstaand een overzicht van de bereikte resultaten.

213


Aantal NEC

Aantal duurzaam aantal duurzaam op 31/12/2012 31/12/2013

Vorselaar

2

1

Olen

6

4

Herenthout

1

0

Lille

6

0

Herentals

19

6

TOTAAL

34

11

34 cliënten werden in 2012 tewerkgesteld bij 32 verschillende werkgevers in het NEC. Wat betreft de sectoren, waarnaar de cliënten doorstromen, is er een grote verscheidenheid: bouwsector, horeca, rusthuizen, dienstenchequebedrijven, … Om doorstroom en duurzaamheid van een tewerkstelling te kunnen meten, heeft de projectuitvoerder bij aanvang van het project de begrippen doorstroom en duurzaamheid gedefinieerd en werd er een meetinstrument ontwikkeld om te kunnen opvolgen of cliënten doorstromen naar een plaats in het NEC en hoe duurzaam die doorstroom is. Concreet beschouwt men iemand als duurzaam tewerkgesteld als deze persoon een half jaar na de start van een tewerkstelling in het NEC nog steeds een arbeidscontract heeft. Voor 2012 zijn er van de 34 mensen die doorgestroomd zijn naar het NEC, 11 mensen reeds duurzaam tewerkgesteld.  Voorbereiding projectjaar 2013 Concrete vooropgestelde doelstellingen voor 2013:  in 2013 zijn minstens 25 OCMW-cliënten aan de slag gegaan in het NEC (al dan niet via een tewerkstellingsmaatregel), bij minstens 18 verschillende werkgevers  op 1 december 2013 zijn minstens 10 van bovenstaande mensen nog steeds werkzaam in het NEC  december 2013 wordt een draaiboek gelanceerd dat andere regio’s in Provincie Antwerpen handvaten aanbiedt, om de doorstroom van mensen uit kansengroepen naar het NEC te bevorderen, en deze manier van werken structureel in te bouwen in de trajectbegeleiding vanuit het lokale OCMW. Vanuit RESOC Kempen werd het engagement genomen om hier een belangrijke rol te spelen.  Verder inzetten op netwerking en samenwerking met de partnerorganisaties en bedrijfswereld.  Streven naar continuering van het project na 2013 Doorstroom van OCMW-cliënten naar een duurzame plaats in het NEC is een belangrijke opdracht voor een dienst tewerkstelling van het OCMW. Het ganse team tewerkstelling (7 trajectbegeleiders) werd dan ook van bij aanvang van het project op 01/01/2012 betrokken. Bij beëindiging van het project op 31/12/2013 moeten de nieuwe methodieken en aangepaste werkwijzen dan ook volledig geïmplementeerd zijn in de structurele werking van de dienst, zodat continuïteit van het project ‘Duurzame tewerkstelling kansengroepen binnen het NEC’ nagestreefd wordt.

214


2.

Project ‘Talentenwerf – business development provinciale werking’ van FVB-Constructiv, Bestaanszekerheid

in

functie van Fonds voor

Voorgeschiedenis en beleidscontext Op 22 september 2011 is het dossier van het Fonds voor Bestaanszekerheid, FVB Constructiv, getiteld ‘Talentenwerf – businessdevelopment in functie van provinciale werking’ bij de dienst toegekomen. Op 17 november 2011 heeft uw deputatie onder titel ‘Sociale Economie. Projecten 2012. Principebesluit subsidiering projecten’ ondermeer haar goedkeuring gehecht aan deze aanvragen. Inhoudelijk luik Het project Talentenwerf is een samenwerking tussen FVB-Constructiv (sectorfonds bouw) regio Antwerpen, VDAB, stad Antwerpen en het onderwijs. Talentenwerf fungeert als een centraal punt waar bouwbedrijven en hun arbeiders, werkzoekenden en leerlingen (via hun scholen) terecht kunnen. Het samenwerkingsverband was oorspronkelijk actief in de regio Antwerpen actief was. Met het project ‘Talentenwerf – business development in functie van provinciale werking’ wil men enerzijds het werkingsgebied van één van de activiteiten van Talentenwerf, namelijk het ‘werfplekleren’, naar de arrondissementen Mechelen en Turnhout uitbreiden, anderzijds meer van dat soort specifieke innovatieve opleidingen voor werkzoekenden in het kader van werfplekleren organiseren buiten de regio Antwerpen. Enkel opleidingen die bij VDAB niet bestaan en waarvoor knelpunten worden vastgesteld, komen in aanmerking voor een project ‘werfplekleren’. Een opleiding bestaat over het algemeen uit meerdere delen waar specifieke leerdoelstellingen voor gedefinieerd worden: een vooropleiding in een opleidingscentrum van VDAB, de opleiding op de werf (en soms nabij de werf), de stage. De duur van een opleiding varieert nogal, maar ligt gemiddeld tussen 2 tot 4 maanden. De laatste stap in een project slaat de brug van opleiding naar werk: het zoeken van een stageplaats, van een mogelijke werkgever, bekijken van eventuele tewerkstellings- of opleidingsmaatregelen (vb. IBO) waaronder de cursist kan instromen, … Het opnemen van cursisten in een project ‘werfplekleren’ verplicht de betrokken werkgever immers niet deze personen na afronding van het traject aan te werven. Vaak gebeurt dat wel, maar evengoed is het mogelijk dat de cursist elders aan de slag gaat of nog een vervolgtraject nodig heeft eer hij ergens aan de slag kan. Een betere afstemming tussen de vraag naar en het aanbod aan arbeidskrachten in de lokale arbeidsmarkt staat dus steeds centraal. Bedoeling is bovendien om bedrijven actief te betrekken in de competentie-ontwikkeling van werkzoekenden met bouwambities. Bij het begin van het project werden volgende doelstellingen vooropgesteld:  Het opzetten van 4 innovatieve opleidingen in het kader van werfplekleren in 2012 en het opzetten van 6 projecten in 2013.  Aanwerving van een extra projectmedewerker/business developper, die optimaal de samenwerking met de sociale economiebedrijven in de Provincie Antwerpen moet onderzoeken en uitwerken op zoek naar vernieuwende insteken voor de bouwsector en de belendende activiteiten daarrond.

215




Via deze 10 vernieuwende opleidingen kunnen een 100-tal werkzoekenden bereikt worden.

 Resultaten In 2012 heeft men via het project ‘Talentenwerf – businessdevelopment in functie van provinciale werking’ 4 innovatieve opleidingen in het kader van werfplekleren buiten het arrondissement Antwerpen georganiseerd, namelijk:  Dakonderhoud schuine daken in samenwerking met Building Service Plus Geel  Glasplaatser in samenwerking met verschillende firma’s  Plaatser van ramen en deuren in samenwerking met verschillende firma’s regio Puurs  Afwerker industriebouw Via deze 4 opleidingen is er een tewerkstelling gerealiseerd van 14 personen. Echter is het belangrijk om deze aantallen in het volledige project werfplekleren in heel de provincie Antwerpen te bekijken. Dit leverde volgend resultaat op:  122 cursisten namen deel aan de opleidingen  104 cursisten rondden het traject succesvol af  83 cursisten vonden uiteindelijk werk  Projectjaar 2013 In 2013 streeft men er naar om 16 projecten werfplekleren te organiseren. Hiervan zijn reeds 4 projecten goedgekeurd en eventueel afgerond in 2013:  Project schuine daken  Project grondwerken 1 (afgerond)  Project grondwerken 2  Industrieel schilderen Men streeft ernaar om na de projectperiode 2012-2013 120 werkzoekende opgeleid te hebben via de werfplekleren en dat 80% van hen na de opleiding in een tewerkstelling zitten. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een bedrag van 27.850 EUR aan OCMW Herentals, Nederrij 133a, 2220 Herentals, voor het project ‘Duurzame tewerkstelling kansengroepen binnen het NEC’, als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.900 EUR (subsidies voor projecten in de sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. Artikel 2: Ingestemd wordt met een bedrag van 48.500 EUR aan FVB-Constructiv, Fonds voor Bestaanszekerheid, Koningsstraat 132, 1000 Brussel, voor het project ‘Talentenwerf – business development in functie van provinciale werking’, als subsidie 2013 (50%

216


als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.900 EUR (subsidies voor projecten in de sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 10/8 van de agenda Budget 2013. Machtigingskrediet 851/640. Toegestane subsidies. Artikel 851/64011916/90050000. Reglement subsidies voor projecten clusterinitiatieven sociale economie. Aanvragen 2013. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. 1.

Project ‘Kempense buurtresto’s’

Op haar bijeenkomst van 27 september 2012 heeft de provincieraad de aanvraag 2012 van het project Kempense buurtresto’s in het kader van het subsidiereglement clustering in de sociale economie goedgekeurd voor een bedrag van 60.000 EUR. De aanvrager, vzw De Biehal, heeft per 13 mei 2013 haar inhoudelijke en financiële verslag ter verantwoording van het 100% voorschot op de toelage ingediend. Zij hebben ook hun aanvraag geactualiseerd en de nodige bewijsstukken en bijkomende documentatie over promotie en activiteiten toegevoegd. Uit het inhoudelijke verslag 2012 blijkt dat het project een goed verloop kent. Het aantal bezoekers overtreft de verwachtingen: respectievelijk 3.399 bezoekers telde men in 2012, waarvan 95 bezoekers uit de kwetsbare doelgroep. Er was gemikt op 2.880 bezoekers over de drie deelnemende gemeenten, dit is samen 519 extra bezoekers in de drie deelnemende gemeenten (Dessel doet voorlopig nog niet mee). Er wordt via voorverkoop gewerkt met eetbonnen aan 7,5 EUR. Het verslag geeft ook aan hoe de communicatie in de verschillende gemeenten is gelopen. Een verbeterpunt dat aangehaald wordt is de beoogde deelname van kansengroepen verhogen en om meer met verenigingen samen te werken. Aanpassing van het tijdstip en locatie kan hierin verandering brengen. Het project zorgde voor 18 personen in verschillende statuten werk. Samen realiseerden ze 11,55 voltijdse equivalente prestaties. Het verslag geeft ook duidelijk aan hoe de nieuwe medewerkers toegeleid zijn, begeleid worden en welke kansen voor doorstroom er gerealiseerd worden via trajectbegeleiding. Financieel zit het project op het schema zoals bij de aanvraag ingediend. Voor 2012 werden 197.941 EUR kosten gemaakt en 135.412 EUR opbrengsten gerealiseerd, waardoor de toelage van 60.000 EUR van het provinciebestuur verantwoord wordt.

217


De dienst geeft positief advies voor het inhoudelijke en financiële verslag 2012. De dienst geeft ook positief advies voor de gevraagde toelage van 2013 ten bedrage van 38.800 EUR, mits de voorwaarde dat er tot einde 2013 3,21 VTE LDE en 5 VTE AZ + omkadering worden verantwoord. Indien deze niet worden gehaald, zal dit verrekend worden pro rata 12.000 EUR/VTE LDE en 1.400 euro/VTE AZ. Uit de rapportage 2012 blijkt een zekere afstand t.a.v. de samenwerking met de lokale besturen te zijn gegroeid. Voor de continuering van het project adviseren wij de promotor deze banden aan te halen. 2.

Project ‘Wonen en mobiliteit’.

Op haar bijeenkomst van 27 september 2012 heeft de provincieraad de aanvraag 2012 van het project Wonen en mobiliteit kansarmen in het kader van het subsidiereglement clustering in de sociale economie goedgekeurd voor een bedrag van 30.000 EUR. De aanvrager, de Intercommunale voor Medico-Sociale Instellingen van de Rupelstreek, IMSIR, heeft op 13 mei 2013 haar inhoudelijke en financiële verslag ter verantwoording van het 100% voorschot op de toelage ingediend. Zij hebben ook hun aanvraag voor 2013 bevestigd en de nodige bewijsstukken en bijkomende documentatie over promotie en activiteiten van 2012 toegevoegd. Uit het inhoudelijke verslag 2012 blijkt dat het project een goed verloop kent. Afdeling 1 -wonen IMSIR voert al lang klusjesopdrachten uit voor de aangesloten OCMW’s. Dit zowel werken voor woningpatrimonium voor kansarmen van de OCMW’s als particuliere woningen van kansarmen en zorgbehoevenden. Na overleg met de sociale diensten en verantwoordelijken van de aangesloten OCMW’s werden volgende prioritaire behoeften opgemaakt: - onderhoud en opfrissing vervuilde of verlaten woning - kleine herstellingen, opfrissingswerken - ontruimen van woningen - verhuis (huisraad, klein meubilair, zonder liftinstallatie) - onderhoud en kleine herstellingen De personeelsinzet voor dit deelproject is: bijkomende aanwerving 5 doelgroepwerknemers, het ter beschikking stellen van 1 omkaderingspersoneelslid en de tewerkstelling 1 art 60§7. Volgende opdrachten werden uitgevoerd in 2012: Klusopdrachten/Gemeente Boom

Particulier Patrimonium 27

OCMW Patrimonium 26

Verhuis 2

Hemiksem Niel Rumst andere

7 29 10 22

2 62 / 4

/ 3 / /

Afdeling 2 - Mobiliteit Rolkar Rivierenland is sinds 2009 operationeel in de zorgregio Boom-Klein-Brabant. Het project werd met ingang van 1 januari 2012 uitgebreid tot de zorgregio’s van respectievelijk Lier/Heist-op-den-Berg en Mechelen.

218


Ook de Minder Mobielencentrale tracht de mobiliteit van minder-mobiele personen te beantwoorden. De dienstverlening richt zich voornamelijk op particulier vervoer waarvoor met openbaar vervoer of ander privé vervoer geen oplossing wordt geboden. Na samenspraak met de partners binnen Rolkar Rivierenland werd de doelstelling van het project dan ook omschreven als: - faciliteren van aangepast vervoer in functie van het verhogen van mobiliteit van kansarmen, zorgbehoevenden en personen met een beperking - ondersteuning Minder Mobielen Centrale en Rolkar Rivierenland - initiatieven naar verhoging mobiliteit kansarmen Voor de concretisering werd regelmatig overleg gehouden met de steunpunten OCMW Mechelen en Zewopa Lier. Het initiatief werd aan de participerende lokale besturen teruggekoppeld. De personeelsinzet voor dit deelproject is: bijkomende aanwerving 1 VTE (=2 doelgroepmedewerkers) Volgende ritten werden gereden in 2012: Ritten per steunpunt 2012

Aantal Ritten

Zorgregio Boom

2847

Zorgregio Lier Zorgregio Mechelen

1342 1927

Financieel zit het project op het schema zoals bij de aanvraag ingediend. Er is financieel verslag gemaakt dat loopt over het 2de semester van 2012. Er werden 114.637,46 EUR kosten gemaakt en 58.672,83 EUR inkomsten gerealiseerd, waardoor de toelage van 30.000 EUR van het provinciebestuur wordt verantwoord. De dienst geeft positief advies voor het inhoudelijke en financiële verslag 2012. De dienst geeft ook positief advies voor de gevraagde toelage van 2013 ten bedrage van 63.050 EUR, mits de voorwaarde dat er tot einde 2013 5 VTE gesco + omkadering worden verantwoord. Indien deze niet worden gehaald, zal dit verrekend worden pro rata 12.000 EUR/VTE gesco. Uit de rapportage 2012 blijkt een zekere afstand t.a.v. de samenwerking met de lokale besturen te zijn gegroeid. Voor de continuering van het project adviseren wij de promotor deze banden aan te halen. 3.

Project ‘Sociale kruidenier’

Op haar bijeenkomst van 27 september 2012 heeft de provincieraad de aanvraag 2012 van het project Sociale Kruidenier’ in het kader van het subsidiereglement clustering in de sociale economie goedgekeurd voor een bedrag van 28.500 EUR. De aanvrager, vzw Kringwinkel Zuiderkempen, heeft op 21 mei 2013 haar inhoudelijke en financiële verslag ter verantwoording van het 100% voorschot op de toelage ingediend. Het clusterproject stelde zich enerzijds tot doel de huidige voedselbedeling van De Regenboog en Den Draai in Putte en Heist-op-den-Berg te structureren en verder uit te werken, de werking concrete realisatie van een sociale kruidenier op de kringwinkelsite Noordstraat in Heist-op-den-Berg op te starten.

219


Anderzijds wil deze cluster de kiem zijn van een regiodekkend initiatief in de Zuiderkempen, waarbij samen met lokale vrijwilligersorganisatie, de betrokken OCMW’s en De Kringwinkel Zuiderkempen uitvalsbasissen worden opgezet voor voedselbedeling en sociale kruidenier. Het project gaat door in de regio Putte en Heist-op-den-Berg met mogelijke uitbreiding naar het gehele werkingsgebied van de Kringwinkel Zuiderkempen. Uit het inhoudelijke verslag 2012 blijkt dat het project een goed verloop kent. De samenwerking tussen de OCMW’s van Putte en Heist-op-den-Berg en de vzw’s Den Draai en Regenboog is verder gesystematiseerd, de aanwerving van een projectcoördinator is begin 2012 gerealiseerd. Er is financieel verslag gemaakt over de periode 2012. Er werden 45.751,67 EUR kosten gemaakt en 49.907,50 EUR inkomsten gerealiseerd, waardoor de toelage van 28.500 EUR van het provinciebestuur niet volledig wordt verantwoord. Het saldo van 4.156 EUR zal in mindering worden gebracht van de subsidieaanvraag 2013. De dienst geeft positief advies voor het inhoudelijke en financiële verslag 2012. De dienst geeft ook positief advies voor de gevraagde toelage van 2013 ten bedrage van 23.614 EUR, mits de voorwaarde dat er tot einde 2013 de projectleider kan worden verantwoord. Indien dit niet wordt gehaald, zal dit verrekend worden pro rata de loonkost. 4.

Project ‘De Steenoven’.

Op haar bijeenkomst van 27 september 2012 heeft de provincieraad de aanvraag 2012 van het project De Steenoven in het kader van het subsidiereglement clustering in de sociale economie goedgekeurd voor een bedrag van 15.000 EUR. De aanvrager, Vereniging Titel VIII, Hoofdstuk I OCMW-decreet, Vereniging De Steenoven, heeft op 15 mei 2013 haar inhoudelijke en financiële verslag ter verantwoording van het 100% voorschot op de toelage ingediend. Zij hebben ook hun aanvraag geactualiseerd en de nodige bewijsstukken en bijkomende documentatie over promotie en activiteiten toegevoegd. Uit het inhoudelijke verslag 2012 blijkt dat het project goed opgevolgd wordt. De samenwerking tussen de OCMW’s van Puurs, Willebroek en St. Amands en de vzw KVNS werpt haar vruchten letterlijk af in de heropbouw en in het hergebruik van de gebouwen en in de aanleg van wijn- en fruitgaarden op de site De Steenoven. Er zijn nu permanent een vijftal mensen art. 60 onder leiding van een begeleider op de site actief. De vooruitgang op de site is opmerkelijk. Sinds juli 2012 is er een tweede ploeg van 5 medewerkers op de site gestart. Er wordt ook stilaan aanvang gemaakt met de exploitatie van de site. Het rapport beschrijft de activiteiten in de aanleg van de wijngaard, de bessengaard en de groenzone en kruidentuin. Er werd ook goede vooruitgang geboekt in de opruiming en herinrichting en verbouwing van de verschillende gebouwen: loods, looghuis, schuur, koestal, technische ruimte, pakhuis. Verschillende foto’s van de opgeknapte site geven samen met krantenartikels een beeld van de activiteiten en resultaten. Het verslag geeft ook aan hoe de activiteiten kaderen in de werking van de verschillende OCMW’s en in de gemeentelijke beleidsplannen. Het verslag geeft ook duidelijk aan hoe de nieuwe medewerkers begeleid worden en welke taken zij uitvoeren.

220


Financieel zit het project op het schema zoals bij de aanvraag ingediend. Er is financieel verslag gemaakt van 1 juli 2012 tot 31 december 2012. Er werden 17.583,77 EUR kosten gemaakt (personeelskost en werkingskost), waar tegenover een inkomst van 2.583,77 EUR stond. Hierdoor wordt de toelage van 15.000 EUR van het provinciebestuur verantwoord. Naar toekomstperspectieven worden in het verslag verschillende denkpistes aangegeven naar het verdere beheer van de site. Deze promotor zal voor de verdere exploitatie moeten uitkijken naar nieuwe Vlaamse oproepen in de sociale economie om het project verder te laten groeien. De dienst geeft positief advies voor het inhoudelijke en financiële verslag 2012. De dienst geeft ook positief advies voor de gevraagde toelage van 2013 van 19.400 EUR. 5.

Project ‘Intergemeentelijke tewerkstellingscoördinator’

Op haar bijeenkomst van 22 maart 2012 heeft de provincieraad de aanvraag 2012 van het project ‘Intergemeentelijke tewerkstellingscoördinator’ in het kader van het subsidiereglement clustering in de sociale economie goedgekeurd voor een bedrag van 16.666 EUR. De aanvrager, Stad Geel, heeft op 30 april 2013 haar inhoudelijke en financiële verslag ter verantwoording van het 100% voorschot op de toelage ingediend. Deze aanvraag stelde zich enerzijds tot doel de aanstelling van een intergemeentelijke tewerkstellingscoördinator voor Geel, Meerhout, Laakdal. De kernopdracht van deze coördinator is o.a. de ondersteuning bieden aan de besturen uit het zorggebied op het vlak van werkgelegenheidsbeleid, analyseren van arbeidsmarktgegevens binnen deze zone, opvolging van bestaande arbeidsvraag en –aanbod, met specifieke aandacht voor kansengroepen en knelpuntberoepen, uitbouw van een netwerk en communicatie verzorgen met externe partners. Het project gaat door in de regio Geel, Meerhout, Laakdal. Naast de bijdrage OCMW’s wordt een bijdrage van het provinciebestuur voor dit project gevraagd, waarbij in 2012 16.666 EUR steun wordt gevraagd en in 2013 24.250 EUR. Uit het inhoudelijke verslag 2012 blijkt dat het project goed opgevolgd wordt en een goed verloop kent. De tewerkstellingscoördinator is aangesteld. De promotor vraagt een deel van de loonkosten hiervoor te aanvaarden als verantwoording van de toelage. Vermits de promotor aangeeft dat begin 2012 de effectieve aanwerving heeft plaatsgevonden van een nieuwe medewerker, geeft de dienst positief advies. Er is financieel verslag gemaakt voor 2012. Er werden 13.856 EUR kosten gemaakt en 33.331 EUR inkomsten gerealiseerd, waardoor de toelage van 16.666 EUR van het provinciebestuur niet volledig wordt verantwoord. Het saldo van 16.665 EUR zal in mindering worden gebracht van de subsidieaanvraag 2013. De dienst geeft positief advies voor het inhoudelijke en financiële verslag 2012. De dienst geeft ook positief advies voor de gevraagde toelage van 2013 van 8.334 EUR.

221


Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een bedrag van 38.800 EUR aan vzw Sociaal Tewerkstellingscentrum De Biehal, Balendijk 76, 3920 Lommel, voor het project ‘Kempense Buurtresto’s’, als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.700 EUR (subsidies voor clusteringinitiatieven sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. Artikel 2: Ingestemd wordt met een bedrag van 63.050 EUR aan IMSIR, Col. Silvertopstraat 15, 2850 Boom, voor het project ‘Wonen en mobiliteit kansarmen’ , als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.700 EUR (subsidies voor clusteringinitiatieven sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. Artikel 3: Ingestemd wordt met een bedrag van 24.344 EUR aan vzw Kringwinkels Zuiderkempen, Noordstraat 25bus1, 2220 Heist-op-den-Berg, voor het project ‘Voedselbedeling en sociale kruidenier Putte en Heist-op-den-Berg’ , als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.700 EUR (subsidies voor clusteringinitiatieven sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. Artikel 4: Ingestemd wordt met een bedrag van 19.400 EUR aan Vereniging Titel VIII, Hoofdstuk I OCMW-decreet, Vereniging De Steenoven, Kuitegemstraat 120, 2890 Sint-Amands, voor het project ‘De Steenoven’ , als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.700 EUR (subsidies voor clusteringinitiatieven sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000. Artikel 5: Ingestemd wordt met een bedrag van 8.334 EUR aan Stad Geel, Werft 20, 2440 Geel, voor het project ‘Intergemeentelijke tewerkstellingscoördinator’ , als subsidie 2013 (50% als terugvorderbaar voorschot en maximum 50% als restsaldo), vanuit het globale krediet van 979.700 EUR (subsidies voor clusteringinitiatieven sociale economie) van het budget 2013, ingeschreven onder artikel 851/64011916/9005000000000.

222


VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Het is altijd leuk dat er mensen zijn die in onze hoofden kunnen kijken, maar wij zijn ook heel bezorgd om zorgvuldig te kunnen omspringen met de keuzes die we moeten maken. Ik ga op dit punt zeker niet zeggen dat wij ons gaan onthouden. Integendeel, wij gaan dat goedkeuren. Maar wij zitten wel met een bezorgdheid, en die is een beetje vormelijk. Wij zouden graag een oproep doen, en dat zal ook in de commissie voorgesteld worden door onze mensen, om op bepaalde momenten de verslaggeving over al die projecten in een soort eenvormigheid te gieten. Waarom vraag ik dat? Er zijn nu allerlei begrippen die gehanteerd worden in die verslaggeving, dat heet opbrengsten, kosten, bezoekers met kwetsbare doelgroepen. Dat lijken eenvoudige begrippen, maar als we twee projecten naast elkaar leggen worden die mijns inziens al een beetje verschillend ingevuld. Een opbrengst is dat een marge, of is dat een omzet, is dat een verkoop? Dat zijn allemaal een beetje rekbare begrippen. Als ik nu echt van kwade wil zou zijn, dan zou ik bijvoorbeeld in het project van de buurtresto’s een berekening kunnen maken. Ik bespaar u de details, maar ik zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: er wordt hier een subsidie van 3.418 EUR per deelnemer van de bewuste kansarme doelgroepen gesubsidieerd. Maar die rekening willen wij zo niet maken, integendeel. En dat is de oproep die ik wil doen. Kan de gedeputeerde, samen met zijn commissie, eens niet heel goed en heel diep nadenken om al die verslaggeving in een bepaald sjabloon te gieten zodanig dat daar goed tegenover staat over wat het gaat, en wat de maatschappelijk return is van al die vragen. Wij zijn zeker niet tegen het kansen geven aan mensen die die kansen nodig hebben. Wij zijn zeker niet tegen doorstromen. Wij zijn zeker niet tegen ophef en opstap en vorming en alle mogelijke middelen om mensen kansen te geven om uiteindelijk op de reguliere arbeidsmarkt terecht te komen. Maar wij vragen wel dat er op een goede manier kan gerapporteerd worden, zodanig dat er ook een correct inzicht is in wat er werkelijk gebeurt.

VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Uiteraard ga ik daarmee akkoord. Wij hebben trouwens datzelfde principe al toegepast in de commissie Welzijn, waar we ook in de wijze van rapportering en cours de route verandering gebracht hebben zodanig dat we daar ook wat meer overzicht in kunnen brengen, en ook wat duidelijkheid geven in het kluwen wat daar is. Op dit punt is er, wat mij betreft, geen enkel probleem. We zullen daar nog wat moeten in leren en in verder gaan, maar ik engageer mij om dat in de toekomst ook in de commissie Sociale Economie op dezelfde wijze te doen. U moet maar aan uw fractieleden die in de commissie Welzijn zitten vragen of zij daarmee akkoord zijn gegaan of niet. Ik engageer mij om dat te doen binnen korte tijd.

De heer DE HAES.- Wij noteren uw engagement.

223


VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 10/5 tot en met 10/8 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 3 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 10/5 tot en met 10/8 worden goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 3 onthoudingen.

224


11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid Nr. 11/1 van de agenda GPB Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Opmerkingen van het Rekenhof bij de jaarrekening 2012. Ter kennisname. Jaarrekening en jaarverslag 2012. Goedkeuring. Bestemming van het resultaat. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Uw college wordt verzocht het navolgend verslag aan de provincieraad goed te keuren. Op 26 september 2002 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van GPB Provinciaal Instituut voor Hygiëne goedgekeurd. Conform het beheersprotocol dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De jaarrekening 2012 sluit af met een balanstotaal van 5.281.696,92 EUR en volgende kerncijfers:    

cash flow: 817.800,71 EUR boekhoudkundig resultaat: 323.621,95 EUR overgedragen resultaat voor resultaatsverwerking: 323.621,95 EUR voorgestelde resultaatsverdeling: Het provinciebedrijf heeft nog voor 55.841,50 EUR niet geleverde investeringen voor 2012. Om deze te financieren in 2013 kan gebruik gemaakt worden van het boekhoudkundig resultaat. Voorgesteld wordt om van het boekhoudkundig resultaat 55.841,50 EUR aan te wenden in 2013 en het saldo van 267.780,45 EUR toe te voegen aan de gewone reserves van het provinciebedrijf.

Daarnaast realiseerde het provinciebedrijf in 2012 voor 831.456,59 EUR aan investeringen, conform detail opgenomen in de jaarrekening. De volledige jaarrekening en het jaarverslag van PIH van 2012 kan u op intranet vinden, en dit op volgende locatie: “Bestuur & organisatie” > “Dep. Leefmilieu” > “Provinciaal Instituut voor Hygiëne (Provinciebedrijf). De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor, 15 april 2013, ligt ter inzage bij de Griffie. De opmerkingen van het Rekenhof worden afzonderlijk aan uw raad voorgelegd. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 266 en 267 van het Provinciedecreet; Gelet op de artikelen 66§2, 114bis, 114ter en 114quater van de Provinciewet;

225


Gelet op het besluit van de deputatie, in zitting van 25 april 2013, houdende kennisneming van de rekening en van het jaarverslag 2012 van GPB Provinciaal Instituut voor Hygiëne; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de jaarrekening en aan het jaarverslag 2012 van het gewoon provinciebedrijf Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Artikel 2: Beslist wordt het resultaat als volgt te bestemmen: gedeeltelijke aanwending van het resultaat, 55.841,50 EUR, ter financiering van niet geleverde investeringsgoederen 2012 en toevoeging van het saldo van het resultaat, 267.780,45 EUR, aan de gewone reserves van GPB Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het uitgevoerde investeringsplan 2012. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 54 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 54 stemmen ja, bij 5 onthoudingen. Nr. 11/2 van de agenda Rapport tijdigheid beroepsdossiers milieuvergunningen klasse 2. Kennisgeving. Verslag van de deputatie. Artikel 6bis van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning vereist dat jaarlijks een verslag wordt voorgelegd aan het Vlaams Parlement over de naleving van de in het decreet voorziene beslissingstermijnen. Inzonderheid wordt voor de toepassing van artikel 6bis aangenomen dat de decreetgever 'de verslaggeving inzake de naleving van termijnen' heeft willen in de plaats stellen van 'de stilzwijgende vergunningsuitspraken' die waren voorzien in het opgeheven artikel 25.

226


Het betreft bijgevolg de naleving van de beslissingstermijnen in de dossiers die betrekking hebben op: - de uitspraken over beroepen tegen beslissingen in eerste aanleg over milieuvergunningsaanvragen (B); - de definitieve beslissingen na een in beroep verleende proefvergunning (P). Jaarlijks vraagt de Vlaamse Overheid – Departement Leefmilieu, Natuur en Energie -Afdeling Milieuvergunningen (AMV) het rapport m.b.t. de uitspraken in beroep over inrichtingen van klasse 2 op bij de provincies. Met het oog op een uniforme rapportering dient het modelsjabloon opgemaakt door Vlaanderen te worden gebruikt. De verslaggeving dit jaar heeft betrekking op de dossiers beroepen (B) of na proefvergunning (P) met startdatum in 2011 en uitspraak in 2011-2012. Aan uw raad wordt het rapport van de provincie Antwerpen m.b.t. de tijdigheid van de beroepsdossiers klasse 2 voorgelegd ter kennisgeving. Dit rapport werd als bijlage gevoegd bij dit besluit. Het rapport heeft betrekking op dossiers van de dienst Milieuvergunningen van de provincie Antwerpen met kenmerk MLBR2. De procedure voorziet dat de deputatie binnen de 4 maanden vanaf datum van ontvangst van het beroep een beslissing neemt. Gemotiveerd kan de termijn verlengd worden met 1 maand. De termijnverlenging wordt enkel toegepast met het oog op het oplossen van knelpunten om alsnog te komen tot een vergunning. Bijvoorbeeld bij een terecht bezwaar/beroepsargument of een ongunstig aspect in de advisering waaraan kan tegemoet worden gekomen. Het rapport heeft betrekking op in totaal 34 beroepsdossiers. Drie beroepen zijn onontvankelijk en 2 beroepen werden ingetrokken, waardoor de deputatie in 29 beroepsdossiers een beslissing diende te nemen.  De deputatie heeft 27 dossiers van de 29 dossiers (93%) tijdig beslist. Twee aan elkaar gekoppelde dossiers werden strikt juridisch een week te laat beslist, maar voor deze dossiers werd de optie termijnverlenging niet benut.  20 dossiers (74%) werd beslist binnen de 4 maanden, dus ZONDER verlenging van de termijn.  De deputatie nam voor 8 dossiers een beslissing in de laatste nuttige zitting en 2 dossiers werden een week te laat beslist (zie eerste gedachtestreepje). De proceduretermijn werd voor 19 dossiers (65%) dus NIET volledig uitgeput, aangezien de beslissing werd genomen meer dan 6 dagen voor de uiterste beslissingsdatum, waarbij in sommige dossiers een beslissing werd genomen 15 dagen tot zelfs 22 dagen voor de uiterste beslissingsdatum. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet, Gelet op het verslag van deputatie,

227


BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het rapport m.b.t. de tijdigheid van de dossiers beroepen (B) of na proefvergunning (P) met startdatum in 2011 en uitspraak in 2011-2012. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 11/3 van de agenda Noord-Zuidbeleid. Budget 2013. Aanwending van artikel 160/64010126 subsidiëring van ontwikkelingssamenwerking. Subsidie voor noodhulp aan Syrië. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Op 18 januari 2013 keurde de raad de aanwending van het artikel 160/64010126 ‘subsidiëring van ontwikkelingssamenwerking’ voor 2013 goed. Hierop werd 25.000 EUR voorzien voor noodhulp in geval van rampen. In het kader van de besparingen keurde de raad een vermindering van het noodhulpbedrag naar 13.336 EUR goed op 23 mei 2013. Intussen kreeg de dienst Noord-Zuidbeleid een noodhulpvraag voor Syrië van het Belgisch Consortium voor Noodhulpsituaties vzw. Aangezien er binnen het subsidiekrediet 160/640 nog een bedrag van 12.101 EUR onbestemd is, besliste de deputatie in zitting van 23 mei 2013 om een bedrag van 20.000 EUR vrij te maken voor Syrië 12-12. Wij vragen de raad om dit bedrag goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 van het provinciedecreet, Gelet op het verslag van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De raad stemt in met een subsidie van 20.000 EUR noodhulp aan Syrië via het Belgisch Consortium voor Noodhulpsituaties vzw, als onderdeel van het artikel 160/64010126 ‘Subsidiëring van ontwikkelingssamenwerking’ van het budget 2013. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

228


Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 52 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben nee gestemd. Goedgekeurd met 52 stemmen ja, bij 6 stemmen nee.

VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Mijnheer de voorzitter, wil u onze twee stemmen corrigeren voor de punten 10/5 tot en met 10/8. Globaal stemmen wij ja, maar alleen op 10/5 onthouden wij ons.

229


12. Waterbeleid VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 12/1 tot en met 12/5 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 12/1 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Ontwerp vispassages Kleine Hoofdgracht en Grote Nete in Balen in het kader van het LIFE project Most-Keiheuvel Hernieuwing opdracht - gunning. Goedkeuring. (dossiernummer: DWPR-2012-0001-ON01-OVHO01) Verslag van de deputatie. Uw college wordt verzocht het volgend verslag aan de provincieraad te willen goedkeuren. Op 14 juli 2011 keurde de deputatie het partnerschap goed met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) voor het indienen van een subsidie aanvraag voor het LIFE-project Most-Keiheuvel in Balen. Op 17 juli 2011 werd door ANB een definitief projectvoorstel ingediend voor een subsidie aanvraag bij de Europese Commissie in het kader van het LIFE+ programma. LIFE+ is een subsidieprogramma van de Europese Unie met de bedoeling bepaalde habitats en soorten in bepaalde gebieden nieuwe kansen te geven. Naast ANB en de Provincie Antwerpen zijn ook de vzw Kempens Landschap en de Bosgroep Zuiderkempen partners in dit project. Op 22 juni 2012 werd het project definitief goedgekeurd door de Europese Commissie (projectreferentie LIFE11 NAT/BE/001061). Het project loopt van 1 juni 2012 tot 31 mei 2017. Het totale budget werd geraamd op 4.095.945,00 EUR waarvan de Europese Commissie voor maximaal 2.047.972,00 EUR (50%) bijdraagt. De totale kost voor de provincie (gespreid over de volledige projectduur) wordt geraamd op 939.428,00 EUR, waarvan de Europese Commissie voor maximaal 469.714,00 EUR (50%) bijdraagt. Het aandeel van de provincie bestaat uit:  Het opmaken van een grondwatermodel. Dit model zal worden opgemaakt voor de ruime regio van Balen en blijft beschikbaar ook nadat het LIFE-project is afgerond. Het model zal enerzijds gebruikt worden om ecologische herstelmaatregelen te onderbouwen (input voor projectpartner ANB) en anderzijds kan hiermee ook eventuele verdroging en/of vernatting van landbouwgronden en woongebieden worden bestudeerd. In de gemeente Balen zijn al enkele jaren klachten over het stijgen van het grondwaterpeil en het grondwatermodel kan hierover meer duidelijkheid brengen.  Updaten van het bestaande oppervlaktewatermodel zodat onder meer alle maatregelen kunnen doorgerekend worden m.b.t. overstromingsrisico’s in niet gewenste gebieden in de regio.  Herstel van de vrije vismigratie. Binnen dit LIFE-project zullen alle vismigratieknelpunten in het projectgebied opgelost worden die nog aanwezig zijn op de Kleine Hoofdgracht en de Grote Nete (die onder provinciale

230






bevoegdheid vallen). Voor de provinciale dienst Integraal Waterbeleid is het behalen van een goede staat van instandhouding voor de Europees beschermde vissoort de beekprik een belangrijke doelstelling binnen dit project. Bijkomend zal de provincie binnen dit project de taak op zich nemen betreffende de opstart van het creëren van een draagvlak voor de waardering van onze speciale vissoorten in de provincie. De bedoeling is alvast om in de regio Balen voor 1 of 2 vissoorten een verhaal te maken waarmee een draagvlak kan gecreëerd worden bij het bredere publiek. Bedoeling is om niet alleen het ecologisch belang, maar ook een cultuurhistorisch verhaal terug tot bij de mensen te brengen. Hierbij zal gezocht worden naar het meest geschikte communicatiemiddel per doelgroep. Deze acties passen volledig in het beleid dat door de provincie de laatste jaren werd gevoerd, waarbij d.m.v. modellen een technisch-wetenschappelijke onderbouwing wordt gegeven aan ingrepen op het terrein inzake integraal waterbeheer (saneren van vismigratieknelpunten, realiseren van ruimte voor water, …). Het project omvat dan ook een uitgebreid communicatietraject en laat ons toe te tonen dat de provincie op een constructieve manier de lokale problematiek wil aanpakken.

De deputatie keurde op 21 februari 2013 reeds de samenwerkingsovereenkomst goed met het Agentschap voor Natuur en Bos, conform de richtlijnen vanuit de Europese Commissie. Hierin worden de rol en verplichtingen vastgelegd van de coördinator-begunstigde (ANB) en van de medebegunstigden (Provincie Antwerpen, vzw Kempens Landschap en de Bosgroep Zuiderkempen). In het kader van de actie “herstel vrije vismigratie” is in het goedgekeurde project ook 50% subsidie voorzien voor de opmaak van het ontwerp. De ontwerpkosten werden in het voorstel geraamd op 125.000 EUR. De uitvoeringskosten worden geraamd op 350.000 EUR, waarvan ook weer 50% gesubsidieerd wordt. De projectzones liggen bovendien volledig binnen SBZ-gebied en er moeten geen gronden aangekocht worden voor de realisatie van deze vispassages. Aangezien binnen dit LIFE project ook personeelskosten van onze medewerkers gesubsidieerd worden, zullen de vergunningsaanvragen en het modelleringswerk door eigen medewerkers gebeuren. De opmaak van het technische ontwerp moet wel uitbesteed worden. Volgens artikel 17 §2 2°b van de wet van 24 december 1993 en de voorziening hiervan gebruik te maken in het oorspronkelijk bestek, is het mogelijk om de lopende opdrachten te hernieuwen tot een periode van maximum 3 jaar na het geven van de oorspronkelijke opdracht. De dienst Integraal Waterbeleid ging op zoek naar gelijkaardige lopende opdrachten die in aanmerking komen om te hernieuwen. De nv Antea Belgium uit Berchem (Antwerpen) kreeg een ontwerpopdracht voor vispassages op de Wamp toegewezen in zitting van 29 november 2012 voor een bedrag van 184.872,27 EUR, btw inbegrepen. Aangezien deze opdracht naar behoren wordt uitgevoerd, werden de onderhandelingen met deze firma opgestart op basis van het bestek voor “opmaak ontwerp voor de vispassages op de Wamp in Kasterlee” met het nummer DWPR2012-0012-ON01-OVHO01. Dit bestek en de wijze van gunning werd in vergadering van 28 juni 2012 door de provincieraad goedgekeurd. In vergadering van 28 juni 2012 keurde de raad eveneens de mogelijkheid tot hernieuwing en het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen van deze hernieuwing goed.

231


Nv Antea was bereid om de opdracht te hernieuwen en diende op 21 mei 2013 een aangepaste offerte in. De posten die de dienst Integraal Waterbeleid zelf op zich zal nemen, werden op nul gezet. Bijkomend werden een aantal eenheidsprijzen gewijzigd. Als verantwoording hiervoor geeft Antea aan dat deze opdracht tot in 2016 zal lopen terwijl de oorspronkelijke opdracht van 2013-2015 loopt. Deze gewijzigde uurtarieven zorgen ervoor dat voor een aantal posten de eenheidsprijzen een beetje verhoogd werden. Het dossier ligt ter inzage op de griffie. nv Antea Belgium gaat akkoord met de prijs voor de hernieuwing van de opdracht voor een bedrag van 134.939,20 EUR, btw inbegrepen. De dienst Integraal Waterbeleid stelt dan ook aan uw college voor om de opmaak van het ontwerp vispassages op de Kleine Hoofdgracht en Grote Nete in Balen te gunnen aan nv Antea Belgium uit Antwerpen. Krediet werd voorzien op artikel 482/22601000 van het budget 2013, inkooporder 2013000280. Er werd 10% extra vastgelegd voor de betaling van eventuele overschrijdingen van hoeveelheden Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat de aanleg van de vispassages noodzakelijk is om de een goede staat van instandhouding te behalen voor de Europees beschermde vissoort de beekprik; Overwegende dat Europa in het kader van het LIFE-project Most-Keiheuvel voor deze ontwerpopdracht 50% subsidie voorziet; Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet; Gelet op het krediet ingeschreven op artikel 482/22601000 van het budget 2013; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Beslist wordt om volgens artikel 17 §2 2°b van de wet van 24 december 1993 en de voorziening hiervan gebruik te maken in het oorspronkelijk bijzonder bestek nr. DWPR-2012-0012-ON01-OVHO01, de hernieuwing voor de opmaak van het ontwerp van de vispassages voor de Kleine Hoofdgracht en de Grote Nete in Balen te gunnen aan nv Antea Belgium uit Berchem (Antwerpen) voor een bedrag van 134.939,20 EUR, btw inbegrepen.

232


Rekeningcombinatie: 2013/2013/482/22601000/8010000000000/XXXX/ACT375/22601000/80000000/10 000000/XXXXX Inkooporder 2013000280: 134.939,20 EUR + 13.493,92 EUR (10%) = 148.433,12 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 12/2 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie – Perceel 12 - district Schijn deel 3. Hernieuwing opdracht - gunning. Goedkeuring. (dossiernummer: DWBO-2013-0009-P01-OVHO01) Verslag van de deputatie. Uw college wordt verzocht het volgend verslag aan de provincieraad te willen goedkeuren. In het kader van de verdere ontwikkeling van een provinciale digitale hydrografische atlas, werd in 2006 gestart met een groots project om de karakteristieken van onze waterlopen opnieuw te inventariseren en digitaal beschikbaar te maken. Het gros van de heden gebruikte gegevens dateren immers nog van de jaren 50. De nieuwe databestanden zullen, gekoppeld aan de gecorrigeerde digitale VHA (Vlaamse Hydrografische Atlas), de basis vormen voor een eigen digitale provinciale hydrografische atlas (ook Water Informatie Systeem of WIS genoemd). Gezien de grootte van de opdracht werd de provincie opgedeeld in meerdere percelen (een 20-tal) en werd 2015 vooropgesteld als einddatum, waarop van alle waterlopen van 2e categorie de nieuwe opmetingsgegevens digitaal beschikbaar moeten zijn. In vergadering van 27 mei 2010 keurde de provincieraad het bestek en de wijze van gunning goed voor Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie Perceel 5 - Kleine Nete (deel 3) (DWBO-2012-0014-OVHO01). In zitting van 26 augustus 2010 werd deze opdracht gegund aan GlobeZenit nv uit Zandhoven, voor een bedrag van 283 242,85 EUR, btw inbegrepen. Deze opdracht werd door deze opdrachthouder naar behoren uitgevoerd. Volgens artikel 17 §2 2°b van de wet van 24 december 1993 en de voorziening hiervan gebruik te maken in het oorspronkelijk bestek, is het mogelijk om de lopende opdrachten te hernieuwen tot een periode van maximum 3 jaar na het geven van de oorspronkelijke opdracht. In vergadering van 27 mei 2010 keurde uw raad deze mogelijkheid tot hernieuwing en het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen van deze hernieuwing goed.

233


Het dossier ligt ter inzage op de griffie. GlobeZenit nv gaat akkoord met de prijs voor de hernieuwing van de opdracht voor een bedrag van 166 361,81 EUR, btw inbegrepen. De dienst Waterbeleid stelt dan ook aan uw raad voor om Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 12 - district Schijn deel 3 te gunnen aan GlobeZenit nv uit Zandhoven. Krediet werd voorzien op artikel 482/21000000 van het budget 2013, inkooporder 2013000277. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 12 district Schijn deel 3 noodzakelijk is om de verdere ontwikkeling van een provinciale digitale hydrografische atlas mogelijk te maken; Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet; Gelet op het krediet ingeschreven op artikel 482/21000000 van het budget 2013; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Beslist wordt om volgens artikel 17 §2 2°b van de wet van 24 december 1993 en de voorziening hiervan gebruik te maken in het oorspronkelijk bijzonder bestek nr. DWBO-2012-0014-OVHO01, de hernieuwing voor Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 12 - district Schijn deel 3 te gunnen aan GlobeZenit nv uit Zandhoven voor een bedrag van 166 361,81 EUR, btw inbegrepen. Rekeningcombinatie: 2013/2013/482/21000000/8010000000000/XXXX/ACT205/21000000/80000000/10 000000/XXXXX. Inkooporder 2013000277. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

234


Nr. 12/3 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie – Perceel 13 - district Rupel en Nete deel 3. Hernieuwing opdracht - gunning.Goedkeuring. (dossiernummer: DWBO-2013-0009-P02-OVHO01) Verslag van de deputatie. Uw college wordt verzocht het volgend verslag aan de provincieraad te willen goedkeuren. In het kader van de verdere ontwikkeling van een provinciale digitale hydrografische atlas, werd in 2006 gestart met een groots project om de karakteristieken van onze waterlopen opnieuw te inventariseren en digitaal beschikbaar te maken. Het gros van de heden gebruikte gegevens dateren immers nog van de jaren 50. De nieuwe databestanden zullen, gekoppeld aan de gecorrigeerde digitale VHA (Vlaamse Hydrografische Atlas), de basis vormen voor een eigen digitale provinciale hydrografische atlas (ook Water Informatie Systeem of WIS genoemd). Gezien de grootte van de opdracht werd de provincie opgedeeld in meerdere percelen (een 20-tal) en werd 2015 vooropgesteld als einddatum, waarop van alle waterlopen van 2e categorie de nieuwe opmetingsgegevens digitaal beschikbaar moeten zijn. In vergadering van 27 mei 2010 keurde de provincieraad het bestek en de wijze van gunning goed voor Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie Perceel 5 - Kleine Nete (deel 3) (DWBO-2012-0014-OVHO01). In zitting van 26 augustus 2010 werd deze opdracht gegund aan GlobeZenit nv uit Zandhoven, voor een bedrag van 283 242,85 EUR, btw inbegrepen. Deze opdracht werd door deze opdrachthouder naar behoren uitgevoerd. Volgens artikel 17 §2 2°b van de wet van 24 december 1993 en de voorziening hiervan gebruik te maken in het oorspronkelijk bestek, is het mogelijk om de lopende opdrachten te hernieuwen tot een periode van maximum 3 jaar na het geven van de oorspronkelijke opdracht. In vergadering van 27 mei 2010 keurde uw raad deze mogelijkheid tot hernieuwing en het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen van deze hernieuwing goed. Het dossier ligt ter inzage op de griffie. GlobeZenit nv gaat akkoord met de prijs voor de hernieuwing van de opdracht voor een bedrag van 133 269,40 EUR, btw inbegrepen. De dienst Waterbeleid stelt dan ook aan uw raad voor om Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 13 - district Rupel en Nete deel 3 te gunnen aan GlobeZenit nv uit Zandhoven.

235


Krediet werd voorzien op artikel 482/21000000 van het budget 2013, inkooporder 2013000278. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 13 district Rupel en Nete deel 3 noodzakelijk is om de verdere ontwikkeling van een provinciale digitale hydrografische atlas mogelijk te maken; Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet; Gelet op het krediet ingeschreven op artikel 482/21000000 van het budget 2013; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Beslist wordt om volgens artikel 17 §2 2°b van de wet van 24 december 1993 en de voorziening hiervan gebruik te maken in het oorspronkelijk bijzonder bestek nr. DWBO-2012-0014-OVHO01, de hernieuwing voor Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie - Perceel 13 - district Rupel en Nete deel 3 te gunnen aan GlobeZenit nv uit Zandhoven voor een bedrag van 133 269,40 EUR, btw inbegrepen. Rekeningcombinatie: 2013/2013/482/21000000/8010000000000/XXXX/ACT205/21000000/80000000/10 000000/XXXXX. Inkooporder 2013000278: 133 269,40 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 12/4 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Verlegging van de Zeeploop in Mol-Meerhout. Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Uw college wordt verzocht het navolgend verslag aan de provincieraad te willen goedkeuren. Aan uw raad wordt een ontwerp voorgelegd, opgemaakt door de dienst Integraal Waterbeleid, voor de verlegging van de Zeeploop in Mol-Meerhout. Het ontwerp omvat het bestek, samen met een gedetailleerde kostenraming met bijhorende plannen.

236


De Zeeploop is een zijloop van de Grote Nete. Ze stroomt doorheen Balen, Mol, Meerhout en Geel. Ter hoogte van het waardevolle natuurgebied de Duivelskuil in Mol, gelegen in Europees habitatrichtlijngebied en in eigendom van vzw Kempens Landschap, heeft de Zeeploop een verdrogende en eutrofiërende werking.

Verder stroomafwaarts kruist de Zeeploop de grote paraboolduin. Dit is geen natuurlijke situatie, uit historische kaarten blijkt namelijk dat de Zeeploop dwars doorheen de landduin gegraven werd om zo via een verbinding met een toen bestaande waterloop af te wateren naar de Grote Nete. Hierdoor ligt de Zeeploop soms tot 6 m diep ingesneden. Bijkomend is dit gedeelte van het tracé gesitueerd in bosgebied. Hierdoor vormt het beheer van dit tracé een knelpunt omwille van het kleine verval en de moeilijke bereikbaarheid van de Zeeploop. Jaarlijks onderhoud wordt zo goed als onmogelijk en dit heeft negatieve gevolgen voor het stroomopwaarts gelegen landbouwgebied op grondgebied Mol. Een oplossing hiervoor werd aangereikt in het landinrichtingsplan Geel– Bel fase 2 dat de Vlaamse Landmaatschappij opmaakte in het kader van de landinrichting Grote Netegebied. De oplossing bestaat uit een verlegging van de Zeeploop op grondgebied van Mol en Meerhout welke eveneens een prioritair vismigratieknelpunt zal oplossen dat nog aanwezig is op het te verleggen tracé. De Zeeploop is namelijk ook een belangrijke waterloop voor te beschermen vissoorten. Bijkomend zijn nog 2 ingrepen in functie van de waterhuishouding opgenomen in het landinrichtingsplan ten laste van de provincie. Enerzijds is dit het openleggen van de Zeeploop op een perceel van het Agentschap voor Wegen en Verkeer, parallel met de Borgerhoutse dijk in Mol. Daarnaast omvat het landinrichtingsplan ook nog het vervangen van 2 kokers die de waterafvoer belemmeren.

237


Op 7 december 2006 stemde de deputatie reeds in met de haar toegewezen taken in dit landinrichtingsplan op voorwaarde dat een subsidie van 70% van de werkelijke kostprijs wordt uitbetaald. De Vlaamse minister, Hilde Crevits, bevoegd voor landinrichting, keurde bij ministerieel besluit van 27 mei 2008 het landinrichtingsplan Geel-Bel fase 2 goed. Volgens dit besluit wordt in artikel 7 de provincie Antwerpen belast met de uitvoering van bovenvermelde taken. Voor de uitvoering van de werken werd een subsidie toegekend van maximum 73.476,19 EUR, welke 70% bedraagt van de raming die destijds werd opgemaakt voor het landinrichtingsplan. Vermits de definitieve subsidie aanvraag uiterlijk op 1 oktober 2013 moet ingediend worden om nog beroep te kunnen doen op de subsidiëring van de landinrichting, heeft de dienst Integraal Waterbeleid dit dossier afgewerkt tot een definitief ontwerp. Het ontwerp bestaat uit het bestek met de ontwerpplannen en de raming. Het bestek werd opgesplitst in 3 delen: deel 1 – openleggen van de Zeeploop ter hoogte van de Borgerhoutse dijk in Mol deel 2 – het vervangen van 2 kokers ter hoogte van landbouwwegen in Mol deel 3 – de verlegging van de Zeeploop in Mol-Meerhout Hieronder volgt een meer gedetailleerde toelichting per deel. Deel 1 – het openleggen van de Zeeploop ter hoogte van de Borgerhoutse dijk in Mol De ingebuisde Zeeploop wordt over een afstand van ongeveer 60 m terug in een open bedding gebracht op een perceel in eigendom van het Agentschap voor Wegen en Verkeer. Het Agentschap verleende reeds haar principiële goedkeuring. De dienst Integraal Waterbeleid zal nog een samenwerkingsovereenkomst opstellen

238


en ter goedkeuring voorleggen aan deputatie om dit verder te concretiseren. De raming van de werken voor deel 1 bedraagt 54.672,56 EUR. Deel 2 - het vervangen van 2 kokers ter hoogte van landbouwwegen in Mol Deze kokers zijn in slechte toestand en liggen eigenlijk wat te hoog. Aangezien deze ter hoogte van gemeentelijke wegen gelegen zijn, gaf het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Mol reeds op 13 januari 2010 haar akkoord voor een cofinanciering van 7.600 EUR. De provincie zal deze werken prefinancieren en het subsidiebedrag bij de VLM recupereren. Nadien kan dan bij de gemeente Mol de cofinanciering opgevraagd worden. De dienst Integraal Waterbeleid zal hiervoor nog een samenwerkingsovereenkomst opmaken en voorleggen aan de deputatie en de gemeente Mol. De raming van de werken voor deel 2 bedraagt 55.599,86 EUR. Deel 3 – de verlegging van de Zeeploop in Mol-Meerhout Om de verlegging te kunnen realiseren, moet van 2 eigenaars een strook grond aangekocht worden. Vooraleer de provincie het project effectief opstartte, heeft de VLM zelf onderhandeld met deze eigenaars waarvan grond aangekocht moest worden. Nadat op 15 maart 2009 met mevrouw Melis een verkoopbelofte werd afgesloten en op 23 april 2009 met het OCMW van Meerhout, kon het bestek voor het aanstellen van een ontwerper goedgekeurd worden door de provincieraad van 23 april 2009. Deze opdracht werd op 16 juli 2009 toegewezen aan Technum – Tractebel Engineering nv. Tijdens de ontwerpfase werd het oorspronkelijk tracé (zie figuur) voor de verlegging op vraag van lokale landbouwers bijgestuurd t.o.v. het tracé dat VLM had voorzien. Uiteindelijk werd voor het meest noordelijke traject geopteerd voor een tracé op eigendommen van Kempens Landschap. (zone 3 op de situeringskaart).

239


Verder stroomafwaarts komt het tracé op percelen van het OCMW van Meerhout welke niet in landbouwgebruik zijn (zone 2). Stroomafwaarts de oost-westelijke Volmolenweg, zal het nieuwe tracé een blok landbouwgrond doorsnijden (zone 1). De dienst Infrastructuur en Vastgoed is nog in onderhandeling om de nodige gronden aan te kopen. Op vraag van de landbouwraad van Mol werd ook nog bekeken of de verlegging niet langs de noordelijke zijde van de Duivelskuil kon gelegd worden. Deze vraag is gebaseerd op enkele zeer natte percelen ten noorden van de duivelskuil. De landbouwers die deze percelen in gebruik hebben, zien de verlegging van de Zeeploop langs de noordelijke zijde als oplossing om hun percelen te verbeteren. Het studiebureau heeft in overleg met de VLM deze optie nogmaals bekeken, maar langs de noordelijke zijde zou het omgelegde tracé nog dieper ingesneden komen te liggen in de landduin dan in de huidige situatie al het geval is. Naar beheer toe zal dit zeker geen verbetering opleveren. Bovendien is dit tracé langer en ook gelegen in bosgebied. Realisatie zal dus ook duurder zijn. Hieruit kon besloten worden dat het voorgestelde tracé zoals opgenomen in de plannen de enige optie is. De raming van de werken voor deel 3 bedraagt 401.060,55 EUR. De kosten voor (btw inbegrepen).

alle

delen

samen

worden

geraamd

op

511.332,97

EUR

Hiervoor is krediet voorzien op artikel 482/22601000 van het budget 2013. In de meerjarenbegroting is er voor 2014, 2015 en 2016 telkens een gelijkaardig budget voorzien om de huidige aan te besteden opdracht eventueel te kunnen hernieuwen in toepassing van art. 17, §2, 2° b van de wet op de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 24 december 1993. Bij deze hernieuwingen kan er gewerkt worden met de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen. Aan uw raad wordt voorgesteld om het ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen de algemene offerteaanvraag vast te stellen. Het ontwerp ligt ter inzage op de griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 juni 2013. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat het openleggen van de Zeeploop, het vervangen van 2 duikers en de verlegging van de Zeeploop in Mol-Meerhout noodzakelijk zijn om de waterhuishouding te verbeteren in het landbouwgebied in de omgeving van Volmolen in Mol. Overwegende dat de verlegging van de Zeeploop noodzakelijk is om de instandhoudingsdoelstellingen te behalen voor het waardevolle natuurgebied de Duivelskuil in Mol, gelegen in Europees habitatrichtlijngebied en in eigendom van vzw Kempens Landschap. Gelet op de beslissing van de deputatie op 7 december 2006 om de toegewezen taken in het landinrichtingsplan Geel-Bel fase 2 uit te voeren op voorwaarde dat een subsidie van 70% van de werkelijke kostprijs wordt uitbetaald.

240


Gelet op het ministerieel besluit van 27 mei 2008 waarin de provincie Antwerpen belast wordt met de uitvoering van het uitgraven van het nieuwe tracé voor de Zeeploop inclusief de noodzakelijke grondverwerving, het vismigratieknelpunt passeerbaar maken, het openleggen van de Zeeploop langs de N110 in Mol en het vervangen van de 2 duikers waarvoor een subsidie van 73.476,19 EUR werd toegewezen. Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet; Gelet op het krediet ingeschreven op artikel 482/22601000 van het budget 2013; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt Mol-Meerhout.

het

ontwerp

voor de

verlegging

van

de Zeeploop

in

Beslist wordt als wijze van gunnen de algemene offerteaanvraag voor deze opdracht vast te stellen. De kosten voor btw inbegrepen.

deze

opdracht

worden

geraamd

op

511.332,97

EUR,

In de meerjarenbegroting is er voor 2014, 2015 en 2016 telkens een gelijkaardig budget voorzien om de huidige aan te besteden opdracht eventueel te kunnen hernieuwen in toepassing van art. 17, §2, 2° b van de wet op de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 24 december 1993. Bij deze hernieuwingen kan er gewerkt worden met de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 12/5 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet. Slibruimingen waterlopen 2e categorie - dienstjaar 2013 Bestek en wijze van gunnen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie. Uw college wordt verzocht het navolgend verslag aan de provincieraad te willen goedkeuren. Aan uw raad wordt een ontwerp voorgelegd, opgemaakt door de dienst Integraal Waterbeleid, voor Slibruimingen waterlopen 2e categorie - dienstjaar 2013. Het ontwerp omvat het bestek, samen met een gedetailleerde kostenraming met bijhorende plannen.

241


De slibruimingen zijn voorzien op verschillende locaties in de provincie:  Kijkverdrietloop te Ravels  Aa en deel overstromingsgebied te Ravels  Zwarte Beek te Mechelen  Itterbeek zandvang ter hoogte van het overstromingsgebied Jutse Plassen  Schollebeek zandvang en ter hoogte van monding Nete  Wullebeek te Niel/Schelle  Begijnebeek te Bonheiden Deze slibruimingen zijn enerzijds noodzakelijk om wateroverlast in de betreffende gemeenten te voorkomen en anderzijds om de werking van een aantal zandvangen en overstromingsgebieden te garanderen. De kosten worden geraamd op 340 191,50 EUR, btw inbegrepen. Krediet is voorzien op artikel 482/22601000 van de begroting 2013. In het meerjarenbudget is er voor 2014, 2015 en 2016 een gelijkaardig budget voorzien om de huidige aan te besteden opdracht eventueel te kunnen hernieuwen in toepassing van art. 17, §2, 2° b van de wet op de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 24 december 1993. Bij deze hernieuwingen kan er gewerkt worden met de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen. Het huidige ontwerp werd opgesteld met het oog op het uitschrijven van een algemene offerteaanvraag. De deputatie stelt uw raad voor om het ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen voor deze opdracht de algemene offerteaanvraag vast te stellen. Het ontwerp ligt ter inzage op de griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 30 mei 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het feit dat deze opdracht noodzakelijk is om wateroverlast te beperken of te voorkomen; Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet; Gelet op het krediet ingeschreven op artikel 482/22601000 van de begroting 2013; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt het ontwerp voor Slibruimingen waterlopen 2e categorie dienstjaar 2013. Beslist wordt als wijze van offerteaanvraag vast te stellen.

gunnen

242

voor

deze

opdracht

de

algemene


De kosten worden geraamd op 340 191,50 EUR, btw inbegrepen. In het meerjarenbudget is er voor 2014, 2015 en 2016 een gelijkaardig budget voorzien om de huidige aan te besteden opdracht eventueel te kunnen hernieuwen in toepassing van art. 17, §2, 2° b van de wet op de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 24 december 1993. Bij deze hernieuwingen kan er gewerkt worden met de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 12/1 tot en met 12/5 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 12/1 tot en met 12/5 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja.

243


14. Interpellaties Nr. 14/1 van de agenda Interpellatie met betrekking tot de ontsluitingsproblematiek van het NMBS - station Noorderkempen, ingediend door de heer Jan Huijbrechts (Vlaams Belang). Interpellatie. Een half jaar geleden, op 18 december om precies te zijn, diende ik in deze raad een motie in m.b.t. de drastische vermindering van het aanbod op de spoorlijn Brecht-Noorderkempen / Antwerpen. De bestendige deputatie antwoordde toen bij monde van bestendig afgevaardigde Lemmens dat het provinciebestuur onder het motto ‘deze deputatie werkt voor u’ al meteen een brief had gestuurd naar minister Magnette. De heer Lemmens meende dat deze brief een ‘sterk signaal’ bevatte en stelde daarom voor om het antwoord van de minister af te wachten, alvorens de motie te behandelen. Omdat er ogenschijnlijk geen vaart in dit dossier bleek te komen stelde ik over dit deze materie op 24 januari een schriftelijke vraag en op 28 februari een mondelinge vraag. De heer Lemmens wist toen het volgende mede te delen, en ik citeer uit het beknopt verslag van deze zitting: ‘Er is nog geen antwoord van de minister, maar er zijn al wel enkele politieke contacten geweest. De deputatie neemt eerstdaags contact op met de heer Descheemaeker van de NMBS. Vanaf 18 februari is het treinaanbod verbeterd. De deputatie zal tegen het einde van de maand een nieuwe stand van zaken geven…’ Intussen zijn we eind juni – vier maanden later dus – en ben ik nog steeds wachtende op de beloofde ‘nieuwe stand van zaken’…. Intussen verscheen wél Lemmens’ collega Inga Verhaert op 11 juni jongstleden in mijn kwaliteitskrant om onder de vette kop ‘pendelaars in de kou’ te pleiten voor een vlot treinverkeer van en naar het station Noorderkempen… Het zal u niet verwonderen dat de manier waarop de deputatie zich met dit dossier onledig houdt, mij stilaan begint te irriteren. Daarom volgende vragen:  Is er intussen al gesproken met Descheemaeker ? Zo ja, wanneer, wie waren de deelnemers aan dit gesprek en wat was het resultaat ? Indien er tot nu toen, geen gesprek had plaatsgevonden had ik graag vernomen waarom dit niet gebeurd is ?  Waarom heeft de deputatie niet zoals beloofd een ‘nieuwe stand van zaken’ gegeven ?  Nu mevrouw Verhaert aangekondigd heeft ‘uit te kijken naar vlot treinverkeer’ had ik graag vernomen welke stappen de deputatie gaat nemen om deze doelstelling – op korte termijn - te verwezenlijken. Jan Huijbrechts, raadslid

244


VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, Collega’s, Een half jaar geleden, zoals u waarschijnlijk nog herinnert, op 18 december om precies te zijn diende ik in deze raad een motie in met betrekking tot de drastische vermindering van het aanbod op de spoorlijn Brecht-Noorderkempen-Antwerpen Centraal. De bestendige deputatie antwoordde toen bij monde van gedeputeerde Lemmens dat het provinciebestuur onder het motto “deze deputatie werkt voor u” al meteen een brief had gestuurd naar minister Magnette. De heer Lemmens meende dat deze brief een sterk signaal bevatte en stelde daarom voor om het antwoord van de minister af te wachten alvorens de motie te behandelen. Omdat er ogenschijnlijk geen vaart in dit dossier bleek te komen stelde ik over deze materie op 24 januari een schriftelijke vraag en op 28 februari een mondelinge. De heer Lemmens wist toen het volgende mede te delen, en ik citeer even uit het beknopt verslag van deze zitting: “Er is nog geen antwoord van de minister, maar er zijn al wel enkele politieke contacten geweest. De deputatie neemt eerstdaags contact op met de heer Descheemaecker van de NMBS. Vanaf 18 februari is het treinaanbod verbeterd. De deputatie zal tegen het einde van de maand een nieuwe stand van zaken geven.” Intussen zijn we eind juni, vier maanden later dus, en ben ik nog steeds wachtende op de beloofde nieuwe stand van zaken. Intussen verscheen wel van collega Inga Verhaert op 11 juni jongstleden in mijn kwaliteitskrant onder de vette kop “pendelaars in de kou” een pleidooi voor een vlot treinverkeer van en naar het station Noorderkempen. In de ogen van gedeputeerde Lemmens mag het treinaanbod vanaf 18 februari dan al verbeterd zijn, zijn collega Verhaert is blijkbaar een andere mening toegedaan, en met haar honderden reizigers die dag na dag met eigen ogen kunnen vaststellen hoe problematisch de ontsluiting van het splinternieuwe NMBS-station Noorderkempen wel niet is. Even recapituleren: in december vorig jaar toen ik aan de alarmbel trok, werd door het opstarten van de Fyra Brussel-Amsterdam de frequentie op de recente verbinding Antwerpen Centraal-Noorderkempen drastisch ingeperkt. Dit was niet, zoals de NMBS liet uitschijnen, omwille van het verminderd aantal gebruikers. De Thalys en de Fyra gingen namelijk over hetzelfde spoor rijden waardoor de spoorwegbeheerder Infrabel op geregelde tijdstippen controles, de zogenaamde werkvensters, moest uitvoeren. Tijdens die controles was ander treinverkeer uitgesloten en moesten een aantal gewone pendeltreinen worden geschrapt uit het aanbod. De gewone treingebruiker werd op deze manier het slachtoffer. Door de trein op het middaguur en ’s avonds, goed voor acht ritten, af te schaffen kwamen vooral studenten en pendelaars die in ploegen werkten in de kou te staan. Velen moesten noodgedwongen opnieuw de overvolle E19 richting Antwerpen op, urenlang gaan staan aanschuiven in de zoveelste file terwijl de trein hen in 15 minuten vanuit Brecht in het hartje van Antwerpen had kunnen brengen. Toen de totaal geflopte Fyra-verbinding in februari on hold werd gezet, hoopten de reizigers vanuit de Noorderkempen op een alternatief. Vier maanden later is deze hoop danig geslonken. De stilaan moegetergde gebruikers hebben intussen de Facebookgroep ‘niet sollen met Brecht, de trein is ons recht’ opgericht. De vraag is echter wel of de top van de NMBS oren heeft naar deze eis. Journalist Herman Welter, toch wel één van de belangrijkste kenners van het openbaar vervoer in ons land, verwoordde het een paar dagen geleden nog zo, en ik

245


citeer opnieuw: “Tussen Antwerpen-Luchtbal en de grens ligt parallel met de E19 een peperdure hogesnelheidslijn voor een deel door Nederland gefinancierd. Op een werkdag rijden er 22 treinen per richting, 9 Thalystreinen en slechts 13 binnenlandse treinen, die het voor automobilisten uitstekend gelegen station Noorderkempen bedienen. Een ondermaatse service. Een halfuur dienst Antwerpen-Noorderkempen, gecombineerd met wervende borden langs de E19 zou veel reizigers trekken. Een uur dienst Antwerpen-Breda zou ook logisch zijn, grensoverschrijdende verbinding is openbare dienstverlening. Maar de NMBS vindt de door Infrabel gevraagde gebruikersvergoeding exuberant hoog.” Welter slaat hier de nagel op de kop. Voor de Brecht pendel, de gewone trein die tussen Antwerpen en de Noorderkempen rijdt, bestaan de kosten voor 80% uit zogenaamde infraheffingen. Infrabel rekent namelijk een toeslag aan voor treinen die de gewenste snelheid op deze hogesnelheidslijn niet halen. Aangezien de huidige Desiro-treinen naar Brecht maar 160 km/uur halen rekent Infrabel voor het rijden op dit traject een prijs per kilometer die 2,2 maal zo hoog is als die wordt aangerekend voor de Thalys. Het hiervoor gehanteerde argument dat trage treinen hun snellere collega’s in de weg zouden zitten, gelet op de ondermaatse omzet van de Thalys op deze lijn, is volgens mij gewoon larie en apekool. Collega’s, de reizigers zijn het immobilisme in dit dossier inmiddels grondig beu. Hun eisen zijn tweevoudig en duidelijk. Herroep de beslissing om de reguliere treinverbindingen ’s middags en ’s avonds af te schaffen. Mocht de NMBS toch volharden in de boosheid, zorg er dan tenminste voor dat de bij het opstarten van het station Noorderkempen afgeschafte snelbus van de Lijn, nl. nr. 605 Hoogstraten-Antwerpen, tijdens die uren opnieuw operationeel wordt. Ten tweede, zorg dat de afspraken over een bijkomende verbinding Antwerpen-Breda, met tussenstop in Brecht, die trouwens ook in de grootschalige mobiliteitsstudie Noorderkempen van de provincie werd opgenomen, zo snel als maar enigszins mogelijk gevaloriseerd worden. Wat deze laatste eis betreft citeer ik graag nog even uit het semivertrouwelijke, of eigenlijk vertrouwelijke, document ‘hogesnelheidslijn BrusselAmsterdam, gezamenlijke conclusies van het ministerieel overleg België-Nederland’, dat verslag doet van de vergadering die op 6 maart 2005 van 19u tot 22u in een vergaderlokaal in Antwerpen Centraal werd gehouden, en waaraan onder meer Johan Van de Lanotte, vice-premier en minister van Overheidsbedrijven, en mevrouw Peijs, de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, hebben deelgenomen. Onder agendapunt 1, het bedieningsschema voor Den Haag en Breda staat het volgende te lezen: “De ministers komen overeen de beide vervoerders HSA BV en de NMBS te verzoeken samen de exploitatie van een treindienst tussen de stations Den Haag Centraal naar Brussel Zuid ter hand te nemen en daarbij te halteren op de tussengelegen stations Rotterdam Centraal, Breda Centraal, Brecht, Antwerpen Centraal, Mechelen en Brussel Centraal. Hierbij dient de frequentie te worden bereikt van 8 treinen per richting per dag, waarbij een ingroeiperiode van twee jaar vanaf aanvangsdatum, voorzien is 1 april 2007, in acht mag worden genomen.” Deze overeenkomst, collega’s, werd bekrachtigd door de top van zowel de Nederlandse spoorwegen als de NMBS, maar is tot op de dag van vandaag dode letter gebleven. Nochtans werden deze afspraken nog recent, eind 2012, opnieuw bevestigd door de NS en de NMBS.

246


Mevrouw Verhaert, wanneer u pleit voor een vlot treinverkeer van en naar het station Noorderkempen kan u zich misschien eens wenden tot uw collega en partijgenoot, vice-premier Johan Van de Lanotte. Vanuit zijn thuisstad Oostende rijdt er elke dag een Thalys naar Parijs en terug. Die trein vervoert, hou u goed vast, gemiddeld 3 passagiers per dag in een trein waar plaats is voor 400. Toen een tijdje geleden in de top van de NMBS werd voorgesteld om deze waanzinnige trein te schrappen en de miljoenen euro’s die dat zou vrijmaken te investeren in een betere verbinding met Nederland ging iedereen met een gram verstand onder zijn hersenpan meteen akkoord. Tot één dag later deze beslissing door dezelfde Johan Van de Lanotte werd tegengehouden. Blijkbaar wegen 3 reizigers van en naar Oostende veel zwaarder dan honderden pendelaars tussen Brecht en Antwerpen. Collega’s, het zal u niet verwonderen dat de manier waarop de deputatie zich met dit dossier onledig houdt mij stilaan begint te irriteren, en daarom volgende vragen. 1. Is er intussen al gesproken met Descheemaecker? Zo ja, wanneer? Wie waren de deelnemers aan dit gesprek en wat was het resultaat? Indien er tot nu toe geen gesprek heeft plaatsgevonden, had ik graag vernomen waarom dit niet is gebeurd. Tussen haakjes, mocht dit nog niet gebeurd zijn, laat dan dit verhaal jullie troosten. In september 2012 stuurden een aantal bezorgde gebruikers van het station Noorderkempen een petitie met meer dan 500 handtekeningen naar verschillende betrokken overheidsdiensten. Op 4 maart 2013, een half jaar later, kreeg de verantwoordelijke voor deze petitie antwoord van de federale dienst Overheidsbedrijven met de melding dat de petitie zou doorgestuurd worden naar de NMBS. De trein der traagheid in actie. 2. Waarom heeft de deputatie niet zoals beloofd een nieuwe stand van zaken gegeven? 3. Nu mevrouw Verhaert aangekondigd heeft uit te kijken naar vlot treinverkeer had ik graag vernomen welke stappen de deputatie gaat nemen om deze doelstelling op korte termijn te verwezenlijken? VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Huijbrechts, ik zou ook graag hebben dat sommige dingen vlotter en sneller gaan. Het siert u natuurlijk dat u dit dossier ter harte neemt, maar u bent niet alleen. We hebben in de deputatie daar echt al de nodige aandacht aan gegeven. Ik heb in de commissie Mobiliteit de nodige toelichting gegeven. Mijnheer Zander was aanwezig, maar hij heeft u dat misschien niet kunnen zeggen. Ik heb op de vorige commissie in mei van mevrouw Naert ook een document gekregen. Dat ging over de spoorlijn 52 van Puurs naar Antwerpen, waar zij de nodige aandacht rond vroeg. Wij hebben rond het algemene vervoersaanbod binnen de provincie ook al de nodige aandacht gevraagd bij de Lijn. Op de algemene vergadering zijn daar vragen gesteld door het departementshoofd Mobiliteit. Wij zijn van mening dat die problematiek een zeer behartenswaardige problematiek is zodat we er de nodige aandacht moeten aan geven. U vraagt of er al gesproken is met mijnheer De Scheemaecker. Nee, dat hebben wij niet gedaan, maar wij hebben gesproken met mijnheer Sabin S’Heeren. Dat is de verantwoordelijke mobiliteit binnen de NMBS. Die man heeft ons ontvangen op 6 juni, en wij hebben samen met mijnheer Chris Brouwers, diensthoofd Mobiliteit, en Wim Luyckx, departementshoofd Ruimtelijke Ordening, een gesprek gehad met hem. Wat is daar gezegd

247


geworden? Wij hebben natuurlijk de aandacht gevraagd voor die ganse problematiek. Wij hebben er ook op gewezen dat wij regelmatig deze zaak bespreken binnen de provincieraad en dat wij er heel veel vragen rond krijgen. Mijnheer S’Heeren heeft een overzicht gegeven van de problematiek waar zij zich zelf ook van bewust zijn. Ik kan u dat verslag van dat gesprek ook bezorgen. Ik heb dat op de commissie toegelicht. Wij hebben daar een aantal concrete vragen gesteld. Wij hebben de problematiek gesteld rond het aanbod van de mobiliteit in de Noorderkempen. Het antwoord van mijnheer S’Heeren is dat op korte termijn dit opnieuw zal verbeteren door de internationale trein te laten stoppen, wat ook een voordeel zou zijn voor wat betreft de richting Nederland. Ik heb hier juist vandaag een persbericht gekregen van de NMBS waar zij meedelen dat er extra treinen komen om de zomerpiek op te vangen. Ik citeer u kort: “De NMBS en de Nederlandse Spoorwegen werken sinds het wegvallen van het Fyra hogesnelheidsaanbod tussen Brussel en Amsterdam aan een verhoging van de frequentie van de IC Brussel-Den Haag. In afwachting worden tijdens de zomermaanden rechtstreekse treinen ingelegd tussen Roosendaal en Antwerpen om de piekperiode tijdens de zomer op te vangen.” Ik zal u de mededeling doorsturen. “De NMBS en de NS namen op 17 januari de hogesnelheidstrein uit dienst. Maar onmiddellijk na de stillegging van het Fyra-verkeer werd naarstig gewerkt aan het opzetten van een stevig aanbod tussen België en Nederland.” Ik citeer nog altijd die persmededeling. “Sinds februari rijdt er een trein van Brussel naar Den Haag, en dat 8 keer op en af per dag. Dat komt neer op een verbinding om de 2 uur. Nu willen zij de frequentie van die trein verder verhogen via tussenstappen, 10 na de zomervakantie en 12 tegen het einde van het jaar. Er wordt tevens onderzocht om deze trein door te laten rijden naar Amsterdam.” Zij eindigen met te zeggen: “In afwachting van deze versteviging van het aanbod zullen tijdens de zomerperiode doorheen de frequentie van Den Haag 6 extra rechtstreekse treinen heen en terug worden ingelast tussen Antwerpen en Roosendaal.” Er is inderdaad in dit dossier toch wel een progressie te merken. Turnhout-Herentals werd daar ook besproken. Daar heeft men gezegd dat daar bijkomend aanbod niet onmiddellijk in zicht is. Op middellange termijn zijn dubbeldektreinen mogelijk, maar dat zal pas kunnen na de elektrificatie van de lijn Herentals-Balen. Dan de lijn 52-57, dat was uw bekommernis mevrouw Naert. Het reizigersverkeer heeft daar veel vertraging door het goederenverkeer. Een optimalisatie is nodig gezien de problematiek van de ophaalbruggen. Maar er is wel een studie, en daaruit blijkt dat de lijn Antwerpen-Puurs-Dendermonde een van de drie enige rendabele lijnen zou kunnen zijn in Vlaanderen. Dat wil zeggen een kostentechnische graad van ongeveer 40%. Er is vraag geweest van ons om dit punt ook te agenderen. Wij hebben dit mee opgenomen in een schriftelijke vraag naar minister Crevits. De afspraken die daar gemaakt zijn, zijn dat wij in een schrijven aan mevrouw Crevits gevraagd hebben om wat die lijn betreft dit ook mee op te nemen in de Vlaamse spoorstrategie. Dat hebben we ondertussen gedaan. Maar met mijnheer S’Heeren hebben we nog volgende afspraken gemaakt. Mijnheer S’Heeren is bereid om een toelichting te komen geven voor de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. We zouden dat plannen in de maand september, om het volledige aanbod van de NMBS in onze provincie toe te lichten, wat de mogelijkheden zijn, enz. Dan kunnen jullie alle vragen daar stellen. Ik heb ondertussen de deputatie en de raadscommissie geïnformeerd rond de toelichting van het beleid, zoals het mij door mijnheer S’Heeren is naar voor gebracht en

248


wij hebben de vraag gesteld naar de deputatie om rond lijn 52, Antwerpen-PuursDendermonde, prioriteit te vragen in het Vlaamse beleid. Ik denk, collega, dat ik hier toch ben tegemoetgekomen aan uw vragen. Ik hoop dat althans. Wij werken er inderdaad aan. Ik beloof u dat wij in de maand september een afspraak kunnen maken met mijnheer S’Heeren zodanig dat hij op de commissie de nodige toelichting kan komen geven. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Naar aanleiding van het punt van mijnheer Huijbrechts was ik even gaan grasduinen in het nieuwe provinciale mobiliteitscharter dat onlangs ondertekend werd. Ik had gehoopt om hier iets te kunnen vinden waardoor onze provinciale stem in heel dat geheel zwaarder zou kunnen wegen, dank zij zo’n charter, want die nood en dat probleem voelen wij allemaal goed aan. Er is een grote nood. Er is een mobiliteitsvraagstuk, en dat is per definitie bijna provinciaal aan te pakken. Ik heb hier niets in gevonden. En mijn vraag zal zijn: vindt u dat gemiste kans om zoiets er toch in te krijgen, een soort van coördinerende functie tussen de verschillende mobiliteitsvormen en de noden aantonen, en een beetje dwingend zijn. Er staat woon- werkverkeer. Ik dacht dat dit daarin kon passen. Het provinciaal mobiliteitsmanagement richt zich voornamelijk op de maatregelen die een bijdrage leveren tot de duurzame bereikbaarheid van economische activiteitenzones en bedrijven. Daar past dat in, dacht ik. Maar de taken van de provincie zijn dan zo erg gelimiteerd. Wij mogen informeren, wij mogen adviseren, wij mogen sensibiliseren, maar onze stem weegt misschien niet zwaar genoeg door. Vindt u dat dan niet jammer dat het hier niet gespecifieerd staat? De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Dat mobiliteitscharter is tussen de provincies en minister Crevits enkele weken geleden ondertekend. Daar profileren wij ons als provincies waar wij enorme aandacht hebben rond het aanleggen van fiets-o-strades, en waar wij de nodige aandacht hebben voor de zwakke weggebruiker. Ik had ook veel liever, misschien wij allemaal, gehad dat wij een dwingende rol zouden kunnen spelen in het ganse mobiliteitsdossier hier in onze provincie, of over alle provincies heen, maar ik denk dat er een duidelijke taakstelling is naar de provincie en wij vullen die in. Wij proberen hier vanuit de deputatie coördinerend op te treden om inderdaad mensen bij elkaar te brengen, maar wij kunnen dat niet dwingend. Daar zijn andere overheden die daar moeten optreden. Maar zoals ik daarjuist aan collega Huijbrechts heb gezegd zullen wij alles in het werk stellen om, als er problemen zijn van mobiliteit in onze provincie, die als dusdanig aan te kaarten bij de overheden die daarvoor bevoegd zijn. VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Ter attentie van collega Kerremans, in het mobiliteitscharter staat er inderdaad niks. Maar in de mobiliteitsstudie die de provincie zelf gefinancierd heeft en die vorig jaar door alle gemeentebesturen in de Noorderkempen unaniem is goedgekeurd staat een belangrijke passage met betrekking tot het station Noorderkempen

249


en tot de gewenste verbindingen en ontsluiting van hetzelfde station. Dus daar hebben we wel degelijk een document in handen, denk ik, gedragen, niet alleen door deze raad, maar ook gedragen door alle betrokken gemeentebesturen. Ik denk dat dit een zeer belangrijk breekijzer is dat we kunnen meenemen in de onderhandelingen. Ik ben blij dat er eindelijk een einde komt aan de knagende onzekerheid die al maanden in dit lichaam vegeteert. Ik vind het toch wel een goede zaak dat die vergadering heeft plaatsgevonden. Dat er toelichting komt in de commissie, des te beter. Dat u dat verslag aan mij gaat bezorgen is ook goed, maar ik heb de indruk dat er niet is gesproken over de Noorderkempen. Het is een goed punt voor de reizigers in Roosendaal dat er piekuurtreinen tijdens de zomerperiode komen. Het is een goede zaak dat er over Turnhout en Herentals ook wordt nagedacht, maar blijkbaar is er niks gezegd over die 8 afgeschafte treinen die er intussen sinds december niet meer rijden en is er ook niks gezegd over die afspraken die er sinds 2005 tussen de Nederlandse Spoorwegen en de NMBS om 8 extra treinen te laten stoppen op de verbinding die er nog moet komen, die er eigenlijk al van 2007 moet zijn tussen Breda en Antwerpen in Brecht. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik denk, mijnheer Huijbrechts, dat er over die zaken allemaal is gesproken. Er is over de ganse problematiek in de Noorderkempen gesproken. Maar ik denk dat mijn collega Verhaert dat ook niet zal loslaten en binnen de studie Mobiliteit Noorderkempen ook opnieuw deze zaak zal aankaarten, zeker en vast. In alle geval, in september kunnen wij deze zaak in de commissie verder afhandelen en bespreken. Dank u. VOORZITTER.- Dan zijn we nu aan het einde van de zitting gekomen. Ik heb nog een praktische mededeling. Voor diegenen die het nog niet hebben gedaan, zou u de postbakjes nog moeten leegmaken, want die gaan mee verhuizen naar onze nieuwe locatie. Rond die nieuwe locatie zal er in de vakantiemaanden een praktische informatie doorgestuurd worden, wat betreft parkeren en allerhande praktische tips. Omdat het de laatste vergadering is in dit gebouw en de laatste vergadering voor de zomervakantie wil ik u nog uitnodigen op een receptie u hier aangeboden in de koffiekamer. Ik wens iedereen een prettige vakantie. De vergadering wordt gesloten te 17.18 uur.

250

STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Recommend Documents