STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VERGADERING VAN
11 DECEMBER 2014
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014 __________ De vergadering wordt geopend te 14.01 uur. Mevrouw de Gouverneur en de heer Provinciegriffier zijn aanwezig. Tekenden de aanwezigheidslijst: Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer
AVONTROODT Yolande BAETEN Els BAYRAKTAR Aysel BELLENS Peter BOCKX Greet BOLLEN Ivo BOONEN Nicole BRADT Sofie BUNGENEERS Luc BWATU NKAYA Annie CAALS Tom CALUWÉ Ludwig CLAESSEN Jan COLSON Mireille CORLUY Bert COTTENIE Christ'l CUYT Rony DE COCK Koen DE HAES Jan DE HERT Vera DILLEN Koen FEYAERTS Patrick GEUDENS Frank GEYSEN Kris GIELEN Pascale GODDEN Jürgen GOOSSENS Kris HELSEN Koen HENDRICKX Iefke HENS Werner JACQUES Ilse JANSSEN Patrick JANSSENS Eric KERREMANS Koen LEMMENS Luk MARCIPONT Daniël MEEUS Michel MERCKX Kris MICHIELSEN Inge MINNEN Herman
185
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer
MOREAU Livia MUYSHONDT Tine NAERT Nicole PALINCKX Koen PEETERS Bruno PEETERS Marleen RÖTTGER Rik SCHOOFS Hans SELS Frank STEVENS Lili THYS Danny UGURLU Sener VAN CLEEMPUT Loes VAN GOOL Greet VAN HAUTEGHEM Marleen VAN HOFFELEN Karin VAN HOVE Bart VAN HOVE Katleen VAN LANGENDONCK Gerda VAN OLMEN Mien VANALME An VANDENDRIESSCHE Diederik VERHAERT Inga VERHAEVEN Eddy VERLINDEN Linda VOLLEBERGH Steven WECKHUYSEN Wendy WILLEKENS Tim ZANDER Jan
Verontschuldigd: mevrouw GENIETS Benedicte en de heer HUIJBRECHTS Jan.
186
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
De raad is bijeen in openbare vergadering. OPENBARE VERGADERING Financiën: VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Voorzitter, Collega’s, De deputatie heeft een persvoorstelling gehouden en daar een slide getoond. Er staan een aantal zaken op die ze toen overlopen hebben in het kader van de besparingen. Ik, en mijn fractie, zijn van mening dat daar toch nog het een en ander over te zeggen valt. Meer bepaald over die 11 miljoen EUR waar dat u zegt dat we 5% moeten besparen. Ook per gedeputeerde is dat dan bespaard geweest. Er is iets gezegd over de afbouw van onze instellingen, over de structurele keuzes die gemaakt zijn en over het behoud van investeringen. Om te beginnen, die 11 miljoen EUR, dus min 5%, dat was inderdaad nodig. Volgens mijn berekening was het iets minder dan nodig, maar u hebt wat reserve genomen. Maar we zaten ook al met dat traject in het begin van de legislatuur waar dat men in gedachten had van 3-5-8% te besparen. In dat opzicht hebben we gewoon een iets sneller traject in de besparing …
De heer CALUWÉ, gedeputeerde, komt tussen en deelt mee dat de besparing nu 3-5-13% bedraagt.
Mevrouw MICHIELSEN.- Mijn vraag was: hoe is het nu juist gepland de komende jaren? Maar er is ook bespaard per gedeputeerde. In het communiqué stond er zelfs per departement. Je ziet hier wat langere en wat kortere lijstjes per gedeputeerde. Maar het is niet omdat je een korte kolom hebt dat het minder zwaar weegt. Dat weten we. Maar we hebben toch wel onze bedenkingen met die pragmatische beslissing om 5% te besparen per departement. Dat is hier trouwens ook al een aantal keer aan bod gekomen. Als ik nu bijvoorbeeld per gedeputeerde naar de departementen onder Rik Röttger kijk dan zie ik daar toch een paar departementen staan die dat mogelijks in problemen gaan komen als die 5% moeten besparen, tegenover andere gedeputeerden/departementen die misschien – en dat zal dan blijken bij de volgende budgetwijzigingen – overschot gaan hebben. Maar ik begrijp, ik wil daar in meegaan, dat daar een zekere pragmatiek was. Maar – nu heel concreet mijn vraag – hoe bereidt u zich voor op de interne staatshervorming, op het afslanken van de provincies? Want dan gaan we natuurlijk dat verhaal van 5% per gedeputeerde/per departement niet kunnen volhouden. Dus ik vermoed dat u zich daar al aan het voorbereiden bent. Daar zijn wij nieuwsgierig voor.
187
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Geen afbouw van onze instellingen: OK, maar we merken dat er bepaalde taken zelfs wat worden uitgebouwd. Wij persoonlijk, vanuit onze fractie, zien uiteraard een continuïteit van de lopende zaken op korte termijn. Maar hoe zit het met de overdracht van taken, van instellingen op middellange termijn? Hoe bereidt u zich daar op voor? Dan structurele keuzes door u uitgelegd als volgt: we hebben bespaard door bepaalde subsidiereglementen op te heffen. Ik zie staan: structurele keuzes, dan denk ik altijd het omgedraaide. Dat zijn keuzes in structuren. Is het dan niet interessant om ook weer nu al een oefening beginnen te maken, en na te denken hoe we die organisatie nog effectiever en efficiënter kunnen organiseren. Ook alle geledingen: niet alleen besparen op de werkvloer, de mensen die het dagdagelijks moeten doen, maar ook besparen in eventueel het middenmanagement, het beleid, het bestuursniveau. Dus, hoe gaan we daar op alle geledingen besparen? Ook daar: hoe bereidt de deputatie zich daarop voor? Wat betreft behoud van investeringen is er geen probleem als het gaat over behoud van investeringen van provinciaal belang. Maar wij zouden eigenlijk die toets bij elke investering willen zien. Wij zouden willen zien of een investering inderdaad van bovenlokaal belang is, grondgebonden is. Ook daar zijn investeringen op korte termijn om continuïteit te verzekeren geen probleem. Investeringen op middellange termijn toetst dat aan het provinciaal belang. Waarom zet ik daar nu bij: verdoken financiering? Dat was eigenlijk een tipje van de sluier oplichten, omdat ik ook mij zeer goed realiseer dat als wij nu gaan investeren in dingen waarbij dat we weten dat door die middellange termijn zaken worden overgedragen naar een andere overheid, of zelfs misschien naar de privé, we nu al een stuk van verdoken financiering aan het doen zijn. Maar de eigenlijke vraag is – ik speel de bal altijd terug naar de deputatie – hoe gaat de deputatie om met investeringen te doen in musea, cultuurhuizen, andere zaken die mettertijd gaan overgedragen worden naar een andere overheid. Dan komt het besluit. Het is uiteraard een transitieproject. Tussen dit en de komende jaren, en naar de volgende legislatuur toe, gaan we een belangrijk transitieproces meemaken. Ik herhaal de vraag van onze fractie om dat in een soort platform te doen, om daar alle partners, en toch zeker de partners in deze provincie, maximaal bij te betrekken.
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik dank mevrouw Michielsen voor haar tussenkomst. Maar ik denk dat het, wat het debat en de discussie is die samenvatten wat we hier al enkele dagen hebben. Het is geen probleem dat we daaromtrent een verschillende zienswijze hebben, maar gaan er van uit dat wij doorwerken op de manier zoals we het gepland hadden voor de periode dat we bevoegd blijven. Daaromtrent maken we geen verschil of dat nadien eventueel die instellingen, die bevoegdheden bij andere overheden terechtkomen of niet. Daarmee denk ik ook dat wij datgene doen wat juist de Vlaamse overheid vraagt. In de mededeling van mevrouw Homans staat dat zij vraagt dat de provincies ondertussen blijvend hun bevoegdheden en de instellingen behartigen als goede
188
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
huisvaders. Wanneer je als goede huisvader een investering gepland hebt ga je die niet onmiddellijk stopzetten maar doorvoeren zoals je dat voorzien hebt. Bovendien is dat ook rechtvaardig. Als we nu kijken naar stad of niet stad gaan er wellicht een groot aantal activiteiten die we vandaag in de stad doen over naar de stad. Maar op dat moment gaat ook de financiering die vanuit de stad komt mee over. Vandaag hebben wij een belangrijk aantal belastinginkomsten die opgebracht worden door de inwoners van de stad. Dan is het ook niet meer dan redelijk dat wij blijven investeren in de activiteiten die wij hebben in de stad. Dat is belastinggeld dat op die manier teruggaat. Idem dito persoonsgebonden materies. Wij hebben vandaag een stuk financiering die wellicht zal overgaan naar andere overheden samen met die persoonsgebonden materies, maar dat wij voor een evenredig deel nog altijd uitgaven blijven doen ten aanzien van die persoonsgebonden materies. Ik vind dat je niet geïsoleerd overheden moet bekijken. We zijn allemaal gemeenschap. We staan allemaal samen in voor datgene wat van belang is voor de gemeenschap. Wanneer dat op een gegeven moment de overheid die er voor bevoegd is om dat te organiseren en te herorganiseren beslist om dat te herorganiseren dan is dat hun verantwoordelijkheid en dan zullen we daar op inspelen. Ik zeg er wel bij dat als we ons daar goed willen op voorbereiden ik heel wat vragen heb bij het schema dat is uitgezet, bij het regeerakkoord dat gemaakt is. Ik denk niet altijd dat we daarmee de juiste bevoegdheden op de juiste plek gaan krijgen. Een aantal van de constructies die zijn opgezet om dat door te voeren gaan wellicht geconfronteerd worden met juridische problemen, waardoor dat men op dat ogenblik gaat moeten kijken of dat het niet op een andere manier moet worden uitgevoerd. Dat maakt dat u daar op voorbereiden moeilijk is. Wij kijken dus uit naar de schema’s, de voorstellen die vanuit de Vlaamse Overheid, die bevoegd is om dat proces te maken en te organiseren, aangereikt worden, en dan zullen wij op dat vlak ons werk doen.
VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Op dit moment is er dus een pragmatische besparing gekomen van 5% per gedeputeerde. Is het de bedoeling om op die manier ook de komende jaren per gedeputeerde besparingen door te voeren?
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Wij zullen zien waar dat we de komende jaren begrotingsgewijs naartoe gaan. Op dit moment hebben wij een begroting gemaakt vanuit de veronderstelling dat er geen wijziging meer komen aan de budgettaire noodzakelijkheden. Wanneer dat er inkomsten verdwijnen gaan overeenkomstig ook uitgaven mee. Het kan zijn dat we tegenslagen hebben. Het kan zijn dat er onverwachte uitgaven opduiken. Ik wil dat allemaal niet voorspellen, maar op dit ogenblik gaan we uit van dit schema. Datgene wat we in het meerjarenplan hebben ten aanzien van inkomsten en datgene wat we in het meerjarenplan hebben ten aanzien van uitgaven is in evenwicht. Natuurlijk, niemand kan de toekomst voorspellen. Hoe dat het concreet er zal uitzien zullen we op dat ogenblik zien, maar we vertrekken in alle geval ook vanuit de veronderstelling – ik ben er niet van overtuigd dat het effectief vandaag ook het geval zal
189
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
zijn – dat voor datgene wat aan inkomsten bij ons weggaat, weze het richting Vlaanderen, weze het richting stad, weze het richting andere gemeenten, er ook uitgaven meegaan zodanig dat we in evenwicht blijven.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Gedeputeerde, toen u dinsdag sprak over heel de zaak rond de Raad van State, hebt u ook wat verteld over het tijdspad dat u uzelf aanbrengt, en het tijdspad van de Vlaamse Regering. U hebt toen gezegd: 2017, overheveling van de persoonsgebonden bevoegdheden en van bevoegdheden naar de stad. Ik dacht dat het 2019 was, maar misschien hebt u meer info.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Dat zijn ook geen geheime documenten. Dat staat in de beleidsnota van mevrouw Homans die in het Vlaams Parlement is ingediend dat de streefdatum voor de overdracht zowel richting stad als persoonsgebonden aangelegenheden, andere gemeenten, of Vlaanderen, 1 januari 2017 is. Dat staat daar zwart op wit in. Of dat lukt? Het is in alle geval datgene wat is neergelegd in het Vlaams Parlement. Zoals u ook terecht hebt geciteerd is het ook zo dat men van plan was, ik weet niet of dat gaat lukken, om de opcentiemen in te houden en om te zetten in een dotatie, zelfs voorafgaandelijk vooraleer de overdracht van bevoegdheden, en daar een besparing op af te houden. Dat waren in alle geval nog de intenties. Daarvan heeft de Raad van State gezegd dat men daarvoor niet bevoegd is. Of de Vlaamse regering, wat dit betreft, terugkomt op zijn intenties weet ik niet. Ze hebben nu in alle geval in het antwoord van de Raad van State gezegd dat men de overdracht van de opcentiemen zal doen, niet voorafgaand aan de overdracht van bevoegdheden, maar in dezelfde operatie als de overdracht van bevoegdheden. De Raad van State heeft gezegd dat je het hoogstens van die optiek kunt verantwoorden. Zelfs dan nog zijn ze op dit moment nog niet overtuigd. Afgezonderd, alleen een overdracht van opcentiemen daarvan heeft de Raad van State gezegd dat Vlaanderen daarvoor niet bevoegd is.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Collega’s, dan denk ik toch dat er vele praktische problemen zullen opduiken, zoals de gedeputeerde ook al aangeeft, vooral de overheveling naar de stad. Er is lang gezegd in dit land: “no taxation without representation”. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook, en dat wordt bijzonder problematisch als hier mensen zitten die verkozen zijn namens de stad Antwerpen. Maar als wij geen enkele bevoegdheid meer hebben op de stad Antwerpen, als die mensen die in de stad Antwerpen verkozen zijn ook door de inwoners van Zwijndrecht verkozen zijn, enz. Ik denk dat de overdracht naar de stad pas kan geregeld worden in 2019, anders gaan er grote problemen opduiken.
VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord.
190
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Collega Caals, dat zijn weer allemaal veronderstellingen, en wij hebben die ook allemaal. We hebben het gisteren al een paar keer gezegd: laat ons nu toch eerst even het kader afwachten, de decreten afwachten, en dan kunnen wij definitief actie ondernemen. Dan kunnen wij u ook meer vertellen over wat en hoe het praktisch zal verlopen. Ondertussen zitten wij allemaal met een heleboel onzekerheden, zowel ik, de collega’s, als jullie allemaal. We kunnen daar hier nog heel lang over praten, maar we zullen verder zien.
Uiteenzetting van mevrouw energie, communicatie, ICT.
Inga
VERHAERT
over
onderwijs,
jeugd,
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Tijdens de toespraak van de gedeputeerde wordt een begeleidende PowerPoint getoond. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Ik ga u kort even bij de hand nemen wat betreft mijn bevoegdheden, en een blik werpen op wat we het komende jaar zullen gaan doen. We beginnen met onderwijs. Op onderwijs denk ik dat bouwen eigenlijk de dragende thematiek is. Wij gaan zowel bouwen met stenen als bouwen aan samenwerking en bouwen aan talent. Voor diegenen die in de onderwijscommissie zitten is dit niet helemaal nieuw. Ik heb een paar hoofdlijnen voor u opgesomd. De afwerking van Campus Noord aan onze AP Hogeschool. Wij staan er eigenlijk een beetje voor op schema. De aannemer heeft heel goed doorgewerkt, en het ziet er naar uit dat we al in februari van 2015 zullen klaar zijn met het gebouw. Dat is aan de zijkant, de Ellermanstraat. Dat is prima, want dan kunnen we ruim de tijd nemen om ook alle labo’s, enz. te installeren en de intrek te nemen zoals voorzien bij het begin van het academiejaar 2015-2016. De nieuwe vleugel van PITO in Stabroek staat ook in de stijgers. Die gaan we beginnen bouwen in 2015. Daar gaat 1,3 miljoen in. Dat is voor nieuwe nijverheidsklassen en praktijklokalen. De school doet het ook bijzonder goed. Met het oog op hogere capaciteit die gaat nodig zijn, is dat ook al een beetje vooruitblikken en voorzienig zijn voor de komende jaren. In de PTS Mechelen zijn we van plan 1,5 miljoen te investeren in 2015 voor renovatie van de monumentale delen. Diegenen die onderwijs volgen die weten dat wij gezegend zijn. Ik weet niet of dat altijd het juiste woord is, maar met scholen die vaak ook geklasseerd zijn is dat een zorg en een zegen. Je moet daar natuurlijk goed voor zorgen, maar het kost wel wat meer dan pakweg een nieuwbouw zetten. Wat hier niet in de slides staat, maar wat ook nog in de steigers staat is niet zozeer iets voor Sint-Godelieve in 2015, maar wel vanaf 2016. Dan gaan we met die nieuwbouw beginnen in het Rivierenhof. Herinner u, daar heb ik denk ik ook al eens plaatsjes voor getoond. Ook in de PTS in Boom staat er nogal wat te gebeuren, zei het dan renovatiewerken. 525.000 EUR voor renovatie monumentale delen, 500.00 EUR voor het dak, lichtkoepels en isolatie in het werkhuis. En nog een 200.000 EUR die we in de PIVA gaan investeren in de
191
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
aanpassingen van de slagerijlokalen. Want, als u het nog niet wist, er is nieuwe regelgeving en die lokalen mogen niet warmer zijn dan 12 graden. Daar moeten we dus wat technische aanpassingen voor doen, en dat gaan we aanpakken in 2015. Maar ik zou het ook bouwen aan samenwerking noemen. Dat is iets dat ons eigenlijk als gegoten zit, samenwerken met andere onderwijsnetten. We brengen dat nu ook in praktijk, niet alleen in onze scholengemeenschap die internetten is, maar ook door volwassenonderwijs van andere netten te helpen huisvesten. We gaan dat doen in Boom waar de PTS, zodra de wetenschappen en techniekopleiding van AP verhuist naar de Ellermanstraat, daar dan een stukje kan intrekken, maar ook een CVO van het gemeenschapsonderwijs. Hetzelfde gaan we doen in Mechelen. In de Maste in Kapellen zal ook plaats komen voor CVO-Ivoran van het gemeenschapsonderwijs. Ten slotte bouwen aan talent. Ik denk dat een aantal mensen hier in de zaal twee weken geleden een bezoek hebben gebracht aan het Vormingscentrum in Malle waar we ons talentencentrum aan het ontwikkelen zijn. Wat zeg ik: het staat er eigenlijk. We hebben nu een paar keer proef gedraaid in 2014. De scholen zijn op de hoogte. De inschrijvingen lopen heel vlotjes binnen. We denken dat het vanaf 2015, wanneer het de deuren officieel opent, een groot succes zal gaan worden. Wat willen we daar doen? We willen talent ontwikkelen bij heel jonge mensen, 5e, 6e leerjaar ongeveer, en stimuleren. Jonge mensen laten nadenken over: waar ben ik nu precies goed in. Onder andere techniek komt daar aan bod. Dat is een beetje een alternatief op meer traditionele bos- en zeeklassen. Jeugd. Dat is hier ons mantra: “samen spelen, samen delen”. We gaan, ondanks besparingen, één ding heel duidelijk maken: inclusie, inclusie, inclusie. Dat is wat geldt, ook op jeugd, en zal daar denk ik toch het verschil maken. We hebben een traditie opgebouwd intussen van fuifbeleid. Dat klinkt misschien een beetje gek, maar het is ons wel menens. We hebben daar intussen al heel wat publicaties rond ontwikkeld van: hoe doe je dat veilig fuiven organiseren zodat het prettig is én voor de fuifgangers zelf én voor de omgeving. Maar wij hebben ook bijvoorbeeld van die geluidsmeters in groep aangekocht zodat heel wat jeugdverenigingen in de provincie vandaag over die heel gespecialiseerde apparatuur beschikken, ook oordopjes, dat soort dingen. Maar ook een evergreen, maar heel belangrijk voor ons, zijn de fuifbussen. Die bollen rond in heel de provincie, van het hoge noorden tot de diepe Kempen, van oost naar west, en die zitten altijd goed vol. Dat blijven we overeind houden. Een nieuwigheid is de programmatie jeugdcultuur. Dat is dan meer met het oog op kleinere, landelijkere gemeenten waar men niet altijd de expertise, laat staan de middelen heeft om grootse programmatie op te zetten. Wij hebben expertise in huis met onze Jeugddienst. Die hebben een heel aanbod gebundeld van jong fris talent, dat ook eens een kans verdient om op onze lokale podia te verschijnen. We gaan dat aanbieden aan de meer landelijke gemeenten, zodat zij er ook hun profijt mee kunnen doen. Dat staat nog naast een aantal eigen wedstrijdformules waar we ook jongtalenten aan het opkweken zijn en graag podiumkansen willen bieden.
192
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
De inclusieve speelpleintjes tot slot, is iets wat we absoluut willen overeind houden. De dikte van de portemonnee van mama en papa mag geen reden zijn om wel of niet aan zo’n speelplein te kunnen participeren in de schoolvakantie. Dus dat blijft absoluut overeind. Wat gaan we niet meer doen op jeugd, dat is inzetten op grotere publiekscampagnes. We hebben er voor gekozen om alleen die dingen weg te halen die niet de allergrootste maatschappelijke meerwaarde hebben. We hebben bijvoorbeeld het volgende weggelaten: een grote publiekscampagne rond ruimte voor jeugd. Dat is een eerder technische materie. Wat we wel nog gaan blijven doen is onze expertise delen met jeugdconsulenten, met jeugdverenigingen, met lokale besturen, dat wanneer ze bijvoorbeeld planningsconcepten willen opzetten ze voldoende oog hebben voor jongeren en voor kinderen. Idem dito voor participatie. Een grote publiekscampagne gaan we helaas niet kunnen doen, maar we hebben wel onze provinciale Jeugdraad in tussentijd opgeleid. Ze hebben voldoende kennis en expertise intussen om dat ook verder uit te dragen. Natuurlijk is er nog onze eigen Jeugddienst die kennis heel graag deelt met lokale besturen. Energie. Als je sommigen moet geloven zitten we in 2015 zonder stroom. Ik denk dat we onder stroom gaan zitten in de provincie Antwerpen, want we hebben een groepsaankoop zonnepanelen intussen afgerond. Nu komt het erop aan om die grote bestelling te gaan plaatsen. Dat zijn maar liefst 52.000 zonnepanelen die we in de provincie Antwerpen zullen geplaatst zien worden. Daarmee doen we in één klap in één provincie beter dan in heel Vlaanderen in 2014. Die panelen zullen tegen de maand mei geïnstalleerd zijn en onze provincie zal weer een beetje groener zijn. Wat we in dat verband ook heel nauwlettend gaan opvolgen is alles wat er staat te gebeuren rond netvergoeding, zodat wij onze groepsaankopers en het brede publiek daar goed en bijtijds gaan over informeren. Wat is nieuw? Wij gaan een online energieplatform ontwikkelen om onze groepsaankopers ook van mekaar te laten leren. In de Verenigde Staten hebben ze daar al wat ervaring mee. Daar noemen ze dat “nudging”. Je geeft een kleine aanzet door bijvoorbeeld te zeggen: mijnheer Janssens, of Peeters, u woont in dit type van huis. In uw onmiddellijke omgeving zijn er vergelijkbare huizen en daar doet men het met minder energie. Hebt u al eens gedacht aan … ? en dan een resem voorbeelden. Dat willen we eens proberen om te zien wat voor nieuwe ideeën en besparingen we daar eventueel uit kunnen halen. Communicatie. De websites: en ik zeg uitdrukkelijk ‘websites’ met een ‘s’ op het einde, want wij hebben wel één website, maar die is eigenlijk opgebouwd uit maar liefst 20 websites. Het zijn heel veel diensten, submerken die allemaal in dezelfde vorm moeten gegoten worden. Dat is een titanenwerk geweest. Daar zouden we in 2015 mee klaar moeten zijn, met alles wat daar ook achter hangt. Hetzelfde is zoals we hadden afgesproken voor ons nieuwe logo. We hadden gezegd dat we dat niet in één klap gingen doen, maar gespreid over 2 jaar. Dat zal in 2015 rond zijn. Dan hebben wij ons rondje provincie op RTV/ATV. Daar lopen vandaag de onderhandelingen over om dat een beetje in een nieuw format te gieten. Dat staat er dus aan te komen in 2015.
193
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Voor diegenen die het al niet meer wisten: ons oude logo zag er zo uit, en het nieuwe ziet er daarnaast zo uit. IT. Iemand heeft mij laatst gezegd: IT dat is gortdroog. De mensen op IT denken daar anders over. Ik zeg: als je daar zo over denkt dan moet je mij een beetje helpen en dan ga ik eens proberen om dat op een meer visuele manier te proberen voorstellen. En ze hebben hun best gedaan. Ze hebben gezegd: we gaan in 2015 inzetten op locatie- en toestelonafhankelijk werken. Dure woorden om te zeggen: we moeten eigenlijk overal bereikbaar zijn en overal kunnen werken, in de fitness tot op de dansvloer, op kantoor uiteraard, en misschien in andere kleinere kamers. Maar dat betekent wel dat onze dienst IT zich daar op moet organiseren. Want dan heb je niet alleen maar die vaste Pc’s, maar je hebt ook laptoppen, tablets, smartphones. En dat moet allemaal geregeld worden, natuurlijk ook op een veilige manier. Een goed voorbeeld dat jullie allemaal kennen, dat je vandaag al gebruikt, is die mobiele toepassing van de agenda waar je de stukken van de raadscommissies en de provincieraad ziet. We gaan ook informatie met mekaar delen. In plaats van dat iedereen dat nu op eigen locatie gaat opslaan, gaan we dat in een soort netwerk gieten. Zo’n netwerk dat is handig. Dat kan iedereen met mekaar uitwisselen, maar je moet dat ook voldoende veilig doen. Vandaar een soort IT-politie die daarover gaat waken. We moeten ook van de nood een deugd maken, dus we moeten gaan consolideren. Dat betekent eigenlijk dat de IT-kosten moeten geoptimaliseerd worden. Dure woorden om het volgende te zeggen. Vandaag heb je heel veel verschillende toepassingen. Je hebt hier een stuk, je hebt daar een stuk. Misschien is dat niet nodig. Misschien kunnen we dingen beter samenbrengen, en dan met een cloudoplossing gaan werken. Dat gaat ons een beetje kosten besparen. Ten slotte hebben we gezegd dat we niet meer alle toeters en bellen gaan aanbieden. Iedereen die een probleem heeft, heeft vandaag de dag de neiging van te zeggen: ik wil dat dit en dat extraatje er aan toegevoegd moet worden. Dat gaan we helaas niet meer kunnen doen. We gaan meer met gestandaardiseerde oplossingen moeten werken. Maar geen nood, je kunt daar wel fantastische dingen mee maken. Het gaat alleen een beetje een andere mindset vergen, en dan kunnen we daar prima mee aan de slag. Dus ik laat het aan u om te oordelen of de mensen van IT dat nu ook visueel bevattelijk hebben kunnen uitleggen. Ik denk dat het niet meer zo gortdroog was. Dan heb ik nog één slide waar collega Bellens straks ook iets wil over zeggen. Dit zijn dingen die van nature uit al tot de verbeelding spreken: ons Kempens Landschap. Het provinciale vehikel, samen met heel veel gemeentebesturen intussen, waar we ons specialiseren in de aankoop, herbestemming, restauratie, maar vooral ook publiek ontsluiten van patrimonium, natuur, erfgoed, mooie landschappen. Als u allemaal ziet wat er op de agenda staat voor 2015, dat is niet min: Hof ter Linden in Edegem, we zijn in Brecht aan de slag. In de kolonies in Wortel en in Merksplas gaan we de grote parking aanleggen. We werken in tussentijd ook gestaag verder aan ons dossier om dat op termijn tot UNESCOwerelderfgoed te laten verklaren. Dat gaat nog niet klaar zijn in 2015, maar wel in 2016. Dan gaan we dat in Parijs, bij UNESCO, afgeven met een grote rode strik daarrond, en dan
194
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
zou dat hopelijk in 2018 in orde moeten zijn. In Heist-op-den-Berg, Hof ter Laken, gaan we ook proberen om dat voor publiek te ontsluiten. Als we dat allemaal hebben gedaan, en we hebben verhinderd dat er versnippering is, we hebben gezorgd dat het voor het publiek open staat, dan moet je er ook een beleving aan koppelen, en dat doen we onder andere met boompieten te hangen. Boompieten dat ziet er uit als een cocon, maar je kunt er in logeren. We hebben dat voorbije zomer in Wuustwezel aan de bomen gehangen, en dat was op een mum van tijd helemaal uitverkocht. De spoorfietsen tussen Kapellen en Brasschaat loopt ook heel goed. Iets nieuws nu: we gaan op de Nete een vlottentocht organiseren, niet eenmalig, maar recurrent. We denken dat dit een heel aardige aanvulling kan zijn van het beschermen en in publieke handen houden van dat waardevolle patrimonium natuur. Het Arboretum ten slotte, daar hebben wij het voorbije jaar heel zware infrastructuurwerken gehad. We hebben een hele parking aangelegd. Het was een beetje behelpen, maar die parking ligt er nu. We zullen die inhuldigen in het voorjaar als de bommen al een beetje zijn geschoten daar. Dan gaan we gaandeweg ook de directeurswoning aanpakken. Die staat vooraan aan de straat. We gaan ook een dag van het park houden, die net zoals de Plantendagen in het teken zal staan van het 30-jarig bestaan van het Arboretum bij de provincie. Nu, collega’s, ben ik helemaal rond en ga ik graag op uw vragen antwoorden. Dank u wel.
Applaus
Onderwijs: VOORZITTER.- Mevrouw Peeters heeft het woord. Mevrouw PEETERS.- Mevrouw de gouverneur, Voorzitter, Collega’s, Besparingen, de broeksriem aanhalen: een noodzakelijk kwaad in een toekomstvisie die ik onderschrijven kan, maar na twee jaar in deze provincieraad wil ik toch van enige “finetuning” getuigen. Met nog steeds één been in het secundair onderwijs, slaat mijn hart nog steeds even vurig voor het technisch en beroepsonderwijs waar alle leerkrachten, zowel de technische als de algemene als de praktijkleerkrachten, de basis leggen voor talrijke technische opleidingen en praktische beroepen, zo ook in de provinciale scholen van onze provincie. U en ik, wij allen, kunnen ons geen bestaan voorstellen zonder de slagers en de bakkers, de reisorganisatoren en de hotelreceptionisten die ooit een opleiding genoten aan het PIVA. Wie zal de airco repareren, uw tuin heraanleggen en onderhouden, het onderstel voor uw
195
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
tuintafel lassen of de tuinverlichting installeren, als dat niet de jongens en meisjes van PTS Boom en Mechelen of het PITO Stabroek zijn. Om nog maar te zwijgen van de vele bachelors in de elektromechanica, ICT, elektronica, gewoonweg te veel om op te noemen, die daar hun basisopleiding kregen. Met de haven vlakbij biedt een richting als “chemie” veel meer dan een doorsnee-opleiding. En u moet maar één minuutje, één luttel minuutje, de jaarlijkse modeshow van het Sint-Godelieve bijwonen om te beseffen wat een talenten daar opgeleid worden. Kunst verzacht de zeden, u kunt zich toch geen bestaan zonder voorstellen? Wel, de provincie zet nu precies in op die leerlingen die later als professionelen uw en mijn leven op rolletjes laten lopen! Toen deze zomer de discussie rond persoonsgebonden materies weer oplaaide, hield ik mijn hart vast. Wat ging er gebeuren? Kon het nog? De provincie als inrichtende macht? Het verlossende “ja” kwam, … samen met de boodschap: ook in het provinciaal onderwijs zal er bespaard moeten worden. Ik ben blij te kunnen zeggen “bespaard” en niet “gesnoeid”. De provinciale scholen kunnen hun ruim aanbod aan soms zeer specifieke technische en beroepsopleidingen handhaven. “Ten koste van?” Hier komen we tot de essentie van deze tussenkomst. Ik zou kunnen zeggen: “Hier komt de kat op de koord” maar dat heeft een te pejoratieve bijklank, immers op de commissie Onderwijs en Jeugd werd toegelicht hoe de “remedial teachers” konden behouden blijven. “Remedial teacher” wil letterlijk zeggen: “een leraar die verbetert”, een leraar die hulp verleent aan leerlingen met leerproblemen of gedragsstoornissen. Het provinciaal onderwijs zal dus kunnen blijven inspelen op de bijzondere noden van haar leerlingen; leerlingen met dyslexie en andere leermoeilijkheden kunnen blijven rekenen op de remedial teachers. Een goede zaak. Immers, en dan spreek ik uit ervaring, veel meer dan in welke algemeen secundaire opleiding ook hebben leerlingen uit het technisch en het beroepsonderwijs nood aan ondersteuning en begeleiding. Maar ook ik hoor de echo “Ten koste van?” Als de remedial teachers door de besparingen enkel ingezet kunnen worden met uren uit het lesurenpakket – zo menen wij tijdens de toelichting in de commissie toch begrepen te hebben - dan rijst de vraag: “Wat valt er dan wel weg?” Elk uur kan uiteraard slechts éénmaal ingezet worden. Gedeputeerde Verhaert, mag ik u vragen waartoe die uren die nu door de remedial teachers worden ingenomen, vroeger dienden? Welke gevolgen heeft die verschuiving voor de leerlingen, de leerkrachten, de werking van de school? Omdat ik absoluut geen doemdenker ben en ook niet wens te zijn eindig ik graag op een optimistische noot: twee weken terug kon ik zelf kennismaken met de Techno trailer. Hier citeer ik de website van de Techno trailer graag: “Zit jij in het vijfde of zesde leerjaar lager onderwijs, maar weet je nog niet goed wat je later wilt worden? Of zegt een beroep als automechanicien, schrijnwerker of graficus je wel iets, maar weet je niet precies wat dat inhoudt? Of ben je gewoon benieuwd hoe het voelt om ‘techniek’ in de vingers te krijgen? Dan kan een bezoekje van de Techno Trailer aan jouw school misschien wel heel wat duidelijker maken!”
196
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Het verheugt me enorm dat de provincie – u en ik, ik ben ervan overtuigd wij allemaal blijft inzetten op de promotie van STEM: science, technology, engineering and mathematics. Wetenschap, techniek, engineering (technische toepassingen) en wiskunde. Met andere woorden die deelgebieden in het leven, wij blijven inzetten op die opleidingen die ervoor zorgen dat uw en mijn bestaan op rolletjes blijft verlopen. Ik dank u.
VOORZITTER.- Mevrouw Stevens heeft het woord. Mevrouw STEVENS.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Mevrouw en heren gedeputeerden, Collega’s, Ja, inderdaad, goed nieuws. We hebben het daarnet ook nog horen vermelden: we mogen de Provinciale onderwijsinstellingen behouden. Vanaf nu stellen we dat ze grondgebonden zijn, dan is daarover al geen discussie meer! We hebben ze trouwens ooit ook mogen bouwen en uitbouwen om de hiaten in het technisch- en beroepsonderwijslandschap op te vullen. Het is daarnet ook al vernoemd: het gaat om de opleiding tot bakker, beenhouwer, lasser, tuinbouwer en nog andere. Dankzij de grote investeringen die door het provinciebestuur door de jaren heen zijn gedaan zijn deze scholen in onze provincie uitgegroeid tot scholen die “volwaardige stielmannen en -vrouwen” afleveren. We zien ook nu in de meerjarenbegroting dat er nog 7.5 miljoen wordt geïnvesteerd in ONS provinciaal onderwijs. Mevrouw de gedeputeerde heeft daarjuist opgelijst waar die centen naartoe gaan. En we weten ook allemaal dat het niet de bedoeling is van de deputatie om de onderwijsinstellingen “hapklaar” te maken voor overname. We weten ook mevrouw dat jij de scholen kost wat kost in eigen handen wil houden. En dat doe je trouwens heel goed! Wat wel spijtig is, is dat de provincieraadsleden door het APB gebeuren soms toch wel te weinig voeling hebben met onze provinciale onderwijsinstellingen. We zijn je wel erg dankbaar dat je op onze vraag bent ingegaan om toch regelmatig een vergadering te houden die in één van de instellingen doorgaat en waar we de nodige info krijgen. Dat is ook echt nodig! Wij als provincieraadsleden moeten immers de ambassadeurs zijn voor onze scholen. De samenwerking met het GO en de gemeentelijke technische en beroepsscholen is een meerwaarde voor de drie partijen. De scholengroep mag echter niet blijven groeien en moet aan de verschillende instellingen nog de mogelijkheid bieden om andere samenwerkingen uit te bouwen of te behouden. Een voorbeeld: de opdracht die de scholen uit de scholengemeenschap zouden krijgen om in verband met ICT-uren uitsluitend nog samen te werken met scholen uit deze scholengemeenschap gaat te ver. Dit is zeker zo voor de gemeentescholen. Ze hebben voor die paar uren meestal een samenwerking tussen
197
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
de gemeentescholen onderling en dat loopt goed. Wij moeten erover waken dat goedlopende samenwerkingen die al bestaan ook mogelijk blijven. Tot slot wil ik nog mijn bezorgdheid uitdrukken in verband met de “nieuwe” Hogeschool AP. Het is een nieuw-samengestelde hogeschool met een erg gedifferentieerd aanbod en een potentieel aan groeimogelijkheden. Toch maak ik me zorgen. Het lijkt soms wel wat zoals een nieuw-samengesteld koppel waarbij de ene partij overwegend aandacht heeft voor gebouwen en centen en de andere partij aandacht voor de “mensen” die erin moeten leven. En ik besef ook wel dat centen erg belangrijk zijn, zeker nu er overal besparingen op het programma staan. Maar mensen zijn, ondanks alle besparingen, nog veel belangrijker! En misschien moeten we in de vergaderingen van het AP toch wat meer proberen te “voelen” hoe het met onze “onderwijsmensen” gaat. Want zij zijn het die met kleinere budgetten een evenwaardige vorming moeten geven aan onze studenten. Ik dank jullie voor jullie aandacht.
Applaus
VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Mevrouw de gouverneur, Mijnheer de voorzitter, Beste collega’s, Onze fractieleider heeft al een vurig pleidooi gehouden voor onze provincies en heeft er al op gewezen dat we ons niet zullen neerleggen bij de voortdurende aanslagen erop. Provincies hebben inderdaad meer dan hun plaats. Dat geldt zeker als het aankomt op onderwijs. Ons provinciaal onderwijs is immers zeer kwaliteitsvol en speelt in op de noden die niet, of niet altijd, door lokale besturen ingevuld kunnen worden, noch door Vlaanderen. Het is dan ook een goede zaak dat u, mevrouw Verhaert, samen met uw collega’s de zaak van het provinciaal onderwijs is gaan bepleiten bij de bevoegde Vlaamse ministers, en dat onze provincie daarvoor bevoegd blijft. Zaak zal wel zijn om op te volgen dat onze provincie er ook de nodige financiering voor krijgt, maar we rekenen erop dat u ook die financiering met verve zal verdedigen. Het onderwijs staat voor grote uitdagingen. Het moet mensen vormen voor het leven, en vooral ook voor het beroepsleven. Dat is nu net waar ons provinciaal onderwijs sterk op inzet en waarin we zeer succesvol zijn. Denk maar Piva, dat regelmatig in de prijzen valt! Minister Crevits heeft onlangs aangekondigd dat ze naar één systeem wil waarin leren en werken gecombineerd worden. Die combinatie is mogelijk via stages, leercontracten en deeltijds leren. Verder wil de minister domeinscholen – dat zijn scholen die werken dus rond één bepaald thema – of campusscholen –scholen met verschillende onderwijsniveaus op één plaats – een aanmoediging geven. Beide punten zijn zaken waarop ook onze provinciale
198
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
scholen kunnen inspelen, en ik vernam dan ook graag wat uw visie is en of u hiervoor in overleg zal gaan met de minister. Een andere uitdaging voor ons onderwijs is de capaciteit ervan. Er is meer en meer nood aan scholen in de ganse provincie, maar zeker ook in de stad Antwerpen. Daar wordt over vier jaar een toename van 4.000 leerlingen verwacht in het secundair onderwijs. Antwerps schepen Claude Marinower wil daarvoor een “Taskforce Capaciteit Secundair Onderwijs” oprichten en alle Antwerpse onderwijsnetten samenbrengen met het Lokaal Overlegplatform (LOP) en de Vlaamse onderwijsadministratie. De leden van de taskforce moeten nagaan hoe de ruimte in de bestaande scholen zo optimaal mogelijk gebruikt kan worden, waar er tekorten zijn en waar er eventueel nieuwe scholen gebouwd moeten worden. Dit is geen gemakkelijke opgave, want men moet rekening houden met verschillende studierichtingen en de grootstedelijke context, met een grote diversiteit en verschillende sociale achtergronden. Ook hier lijkt het ons erg belangrijk dat de provincie mee aan tafel schuift, en daarom de vraag: ziet u hiervoor een rol weggelegd voor het provinciaal onderwijs? Werd u reeds gecontacteerd door de schepen? Zult u zelf initiatief nemen? Tot slot, een laatste uitdaging: de invulling van het M-decreet. U weet allen, collega’s, dat beleid voor mensen met een handicap me nauw aan het hart ligt. België heeft het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap in 2009 geratificeerd, en het eerste rapport over de toepassing ervan werd in september onderzocht door het VN-Comité. Daar zijn veel vragen gekomen over ons onderwijs, en vooral over het gebrek aan inclusief onderwijs. Het M-decreet dat in de vorige legislatuur goedgekeurd werd in het Vlaams parlement, gaat in die richting, al is het volgens sommigen nog niet ver genoeg. De uitvoering ervan zal heel wat vergen, niet in het minst aan personeel en middelen. Het uitgangspunt is wel dat de middelen die nu naar het bijzonder onderwijs gaan, mee overgeheveld zouden worden naar het inclusief onderwijs, maar de ongerustheid is groot, zoals gisteren nog bleek in het Vlaams parlement. Het decreet gaat in september 2015 van kracht en zal ook gevolgen hebben voor ons provinciaal onderwijs. Ik vernam dan ook graag hoe u hierop zal inspelen.
VOORZITTER.- Mevrouw Moreau heeft het woord. Mevrouw MOREAU.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Mevrouw de gedeputeerde, Ik las in een kranteninterview dat u er gerust in is dat het definitief beslist is dat de provincie bevoegd blijft voor onderwijs, ook nadat de stad Antwerpen provincievrij zal worden gemaakt. Inderdaad werd in het regeerakkoord vermeld dat het onderwijs noch als persoonsgebonden, noch als niet-persoonsgebonden bevoegdheid wordt beschouwd en dus voorlopig niet gevat is door de hervorming van de provinciebevoegdheden. In die zin is het juist dat onderwijs voorlopig tot de bevoegdheid van de provincie blijft behoren.
199
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Maar volgens de informatie waarover ik beschik is er nog absoluut geen duidelijkheid over de gevolgen van het provincievrij maken van de stad Antwerpen. Dit werd ten andere ook bevestigd door de eerste gedeputeerde bij de aanvang van de begrotingsbesprekingen. Onder meer de toekomst van het Rivierenhof is hierbij al een aantal keer ter sprake gekomen. Maar ook de toekomst van de provinciale gebouwen op het grondgebied van de stad is nog niet zeker. In uw meerjarenbudget voorziet u een aanzienlijk bedrag van 12 miljoen EUR voor de ‘renovatie’ van een vleugel van Sint-Godelieve, gelegen in het Rivierenhof. Ik wil aannemen dat we als een goed huisvader onze goederen moeten beheren, ook als ze nadien aan een andere overheid zouden worden overgedragen. Onderwijs is belangrijk, daarvoor hebt u al mijn steun, maar kan in deze tijden van besparing en onzekerheid over het provinciaal budget een dergelijk prestigeproject, een architecturaal hoogstandje, nog verantwoord worden? Moeten wij uit respect voor al die mensen die lijden onder deze besparingen, een dergelijk gebouw niet op een meer sobere wijze uitvoeren? En kunnen we dat uitgespaarde geld dan niet beter gebruiken om een aantal andere noden te lenigen? Ik dank u.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Dank u wel, collega’s, voor de heel constructieve vragen. Ik weet bij jullie allen dat er een gedeelde bezorgdheid en betrokkenheid bij onderwijs is. Grote dank daarvoor. Ik ga proberen de vragen punt voor punt te overlopen. Eerst komt mevrouw Peeters en de remedial teachers. U hebt gelijk. Dat is een bijzonder waardevol iets, en dat iets waar we ook al enige traditie in hebben bij de provincie Antwerpen. Net zoals we dat hebben met bijvoorbeeld vertrouwensleraren, de pedagogische begeleiders die we ook extra inzetten. Wat gaat er nu gebeuren? We gaan die remedial teachers inderdaad naar de scholen toeschuiven. Dat betekent dat de school vanuit het lesurenpakket dat zullen moeten gaan opnemen op ons verzoek. Daardoor zullen ze minder lesuren gaan hebben. Uw vraag is: wat valt er dan weg? Op dit ogenblik valt dat eigenlijk nogal mee. Waarom? Omdat wij onze scholengemeenschap hebben vergroot. Onze scholengemeenschap is vergroot waardoor er 120 extra punten aan de omkadering zijn toegevoegd. Die 120 extra punten kunnen de loonkost van 2 halftime remedial teachers alvast dragen. Dus er zal iets van gevoeld worden, maar dat zal niet voor noemenswaardige problemen zorgen in de school. Ook onze scholen zijn er van overtuigd dat dit een opdracht is die wij hebben als provinciaal onderwijs om extra zorg te bieden voor het publiek dat wij ook aantreffen in onze scholen, technisch en beroeps met nogal wat kansengroepen. Daar gaan wij ons sterk voor maken dat wij dat absoluut blijven doen, zij het dan op die andere manier gefinancierd. Mevrouw Stevens, wij lopen al langer samen te kijken en te werken aan onderwijs. Ik ga eerst even ingaan op uw vraag rond IT in de scholengemeenschap. Daar zijn wij eigenlijk gevat door een regelgeving die per 1 september plots gewijzigd is, waar we een beetje mee
200
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
verrast werden. De Vlaamse Overheid had ons tot op dan gezegd: je legt de dingen samen en dan kan je in verschillende samenwerkingsverbanden binnen één scholengemeenschap verschillende systemen gebruiken. Daar zijn wij ook van uit gegaan. Dus hebben wij vier samenwerkingsverbanden doorgegeven aan Brussel. Toen is die wijziging er gekomen en hebben ze ons mondeling, vanuit AgODi, gezegd: dat gaat niet meer. Je moet dat in één samenwerkingsverband gieten. Daar deel ik uw bekommernis. Ik vind dat eigenlijk ook niet de beste oplossing. Want er zijn intussen een paar scholen die al heel erg gewoon zijn met bepaalde systemen te werken. We hebben daar al een paar heel kritische vragen over gesteld aan de verschillende onderwijskoepels, en die hebben ons bijgetreden in die zin dat zij zeggen: de regelgeving is minstens voor interpretatie vatbaar. Wat gaan we er nu concreet aan doen? Wij hebben ons voorstel staande gehouden. Wij hebben nog wel enige hoop dat het alsnog zal aanvaard worden. Dus dat we gaan kunnen blijven werken op de manier zoals we dat nu doen. Als dat niet het geval is dan moeten wij een hoop punten samenleggen, zodat er zeker geen middelen verloren gaan, en dat we dan op die manier toch nog tot een systeem zouden kunnen komen dat dan voor iedereen kan dienen. Maar ik geef ook graag mee dat dit niet mijn voorkeur wegdraagt. Ik zou ook liefst hebben dat we de vier systemen, zoals nu door iedereen gekend, kunnen blijven overeind houden. Uw tussenkomst over de AP: ik ben mij daar zeer van bewust dat wij eigenlijk de voorbije maanden heel veel tijd hebben gestoken in het opzetten van structuren. Dat moet helaas ook wel. Bij zo’n fusie komt heel veel kijken. Je moet departementen gaan organiseren. Je moet directies gaan organiseren. Komt daar nog bij dat we met heel wat verhuisbewegingen en nieuwbouwprojecten zitten die veel tijd opslorpen. Maar ik maak mij wel sterk dat we tegen de zomer van 2015 wat dat betreft in rustigere wateren zouden terechtkomen en dat we ons dan terug meer gaan kunnen concentreren op opleiding, waar doen we aan, waar moeten we een tandje bijsteken, zijn de structuren zoals we ze nu hebben voorgesteld ook goed gevallen op de werkvloer, of moeten we daar ook nog iets aan bijschaven? Ik zeg er meteen wel bij dat ik ook ongerust ben over de besparingen die op ons afkomen vanuit Vlaanderen, want uitgerekend onze hogeschool is natuurlijk kwetsbaar in de zin dat we in een grootstedelijk context werken. We hebben nogal wat kansengroepen in onze school. De besparingen die zich vooralsnog hebben laten aankondigen die gaan ons dubbel en dik treffen. Daar maak ik mij wel zorgen over. Maar ik deel uw mening dat zodra we de structurendiscussie –ik hoop midden 2015- achter ons laten dat we ons terug meer met school maken kunnen gaan bezighouden. Mevrouw Van Gool, u hebt het over de financiering voor het secundair onderwijs. Uiteraard ben ik erg blij dat we ons provinciaal onderwijs overeind hebben gehouden. Dat is nu de tweede keer dat we dat gedaan hebben. Natuurlijk de financiering in de toekomst voor onze werking daar dreigen ook nog wel wat kapers op de kust te komen als we nu effectief gaan sleutelen aan het SES, sociaal economische kenmerken van de leerlingen die een bepaald gewicht toekennen aan verschillende leerlingen. Ik heb het al eens laten uitrekenen, en voor ons zou dat een ernstige streep door de rekening betekenen. Wat dat betekent ongeveer, ik zeg het nu van buiten, in orde van grootte 700.000 EUR op jaarbasis minder, uitgerekend omdat we in die context opereren met die kansengroepen. Dus dat moeten we heel nauwlettend in de gaten houden. Het vraagstuk over stages, werken en leren, daar kan ik u melden dat wij al geruime tijd een centrum hebben voor leren en werken. Dat is onlangs ook nog gegroeid, want wij
201
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
hebben er één overgenomen van het gemeenschapsonderwijs. De inschrijvingen lopen daar heel vlot, maar wat me vooral plezier doet is dat we vlotjes slagen in de verplichting vanuit Brussel om te gaan naar een voltijds engagement en te realiseren: je hebt een aantal dagen op school, je hebt een aantal dagen op de werkvloer. Dat is in een aantal andere centra voor leren en werken niet altijd het geval, of ze hebben het daar veel moeilijker mee. Wij slagen daar blijkbaar wel in. Dan de vraag over de capaciteit secundair onderwijs. Ik ga ervan uit dat wij zullen uitgenodigd worden als provinciaal net. Vandaag de dag is dat al zo. We zitten aan de tafel voor de lagere scholen, ook al hebben wij zelf geen lager onderwijs. Ik ga ervan uit dat het opnieuw zal gebeuren voor het secundair. We hebben niet zitten wachten op zo’n groep. Wij zijn zelf al gestart, en dat heb ik net proberen uit te leggen, juist met het idee van dat de vergroening er staat aan te komen. Wij moeten ons voorbereiden, met ons bescheiden kleine net weliswaar, en daarom ook bouwen. Dat is meteen ook al een beetje een antwoord, mevrouw Moreau, op uw vraag. Ik denk dat wij dat verplicht zijn. Ik wil niet graag een onderscheid maken tussen de mensen die in de stad wonen en vandaag provinciale belasting betalen, en de mensen die in Boom of Stabroek wonen en provinciale belasting betalen. Ik denk dat wij een verplichting hebben om mee te zorgen voor voldoende capaciteit. Die capaciteit gaat een probleem worden de komende jaren. Nog tot eind 2015, medio 2016 heb je de denataliteit. Dan stopt dat. Dan gaat die curve stelselmatig omhoog. Dus wij leveren een bijdrage op ons niveau. Ik kom nog even terug naar mevrouw Van Gool en de vraag over het M-decreet. Wat gaan wij doen om ons daar op voor te bereiden? Wij zijn eigenlijk in zekere zin voorbereid. Wij hebben, zoals ik net zei, een jarenlange traditie van inzetten op én remedial teachers, én vertrouwensleraren, én pedagogische begeleiding. Wij zetten ook sterk in op navorming van onze leraren. Zal er meer van ons gevraagd worden? Ja, dat is altijd bespreekbaar, maar dan hoop ik ook dat daar wat financiering aan gekoppeld is. En zoals eerder gezegd, als de SES-financiering zou komen weg te vallen dan is dat voor ons een behoorlijke streep door de rekening. Dus daar zal veel aan vasthangen.
VOORZITTER.- Mevrouw Moreau heeft het woord. Mevrouw MOREAU.- Ik denk dat mijn vraag anders gesteld is. Ik betwist natuurlijk niet dat wij moeten zorgen voor de capaciteit, en ik betwist ook niet dat die vleugel vernieuwd moet worden. U hebt hier een tijdje geleden de foto’s laten zien. Het project van 12 miljoen dat er nu is, is een prestigeproject met een speciale glazen wand en architecturaal heel erg mooi. Ik stel mij gewoon de vraag -zoals ten andere ook door de provincie is gedaan voor AP, want daar is het provinciaal gebouw ook heel sober- of wij niet met minder geld hetzelfde kunnen doen, of dat wij op dit moment eigenlijk geen soberder gebouw nodig hebben, of wij dat niet verschuldigd zijn aan de mensen? Dat is eigenlijk mijn vraag.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
202
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Nog eens terugkomend op Sint-Godelieve, dat is zoals u weet ook een traject geweest met de Vlaamse Bouwmeester. Wij hebben daar de markt ook ruim bevraagd. Daarom spreek ik niet graag van een prestigeproject. Dit is een bijzonder creatief project. Waarom? Omdat wij erg beperkt waren in de ruimte die we mochten innemen op dat specifieke grondgebied. U weet dat daar een uitvoeringsplan op lag, wat eigenlijk heel sterk beperkte wat je er überhaupt mocht doen. Wij hebben wel nood aan meer plek. Die plek die konden wij niet bovengronds innemen. Dat was gewoon te weinig. Dan hadden wij ons de moeite net zo goed kunnen besparen. Dus is er een team heel creatief aan de slag gegaan en gezegd: als we een vleugel half onder de grond bouwen, dan telt dat volume niet mee en kan je meer wegzetten in de bestaande regelgeving. Het feit dat het dan met veel glas is, is ook een tegemoetkoming aan dat je ook moeilijk kan gaan lesgeven in een donkere kelder. Je moet daar een optimum aan licht binnentrekken. Wij weten nu al dat we meer plaats gaan nodig hebben voor onze school in Sint-Godelieve, want die inschrijvingen daar lopen erg goed. Als ik het goed voorheb is het minstens 120 leerlingen meer, maar ik ga het voor u nog opzoeken en u bezorgen hoeveel meer extra leerlingen we kunnen plaatsen. U weet ook dat de ruimte effectief een probleem is in dit dossier. Wij hebben er ook voor gekozen om alleen lesruimte te installeren en bijvoorbeeld geen turnhal. Dat is met veel discussie gepaard gegaan, want de leraren lichamelijke opvoeding willen natuurlijk graag hun eigen turnhal. Maar we hebben gezegd: het spijt ons heel erg, maar met de beperkingen die erop liggen geven we er nu de voorrang aan om enkel leslokalen te maken, quit dat het dan in glas is omdat je voldoende licht en lucht moet hebben. En dan gaan we een langdurig contract aan met de stad Antwerpen, in dit geval district Deurne, waar we in lengte van jaren een sporthal hebben gehuurd. Wat de kostprijs betreft dat is zeer vergelijkbaar met andere gebouwen die we ook hebben gezet, de nieuwe vleugel op PIVA bijvoorbeeld. Wij zetten goede, kwalitatieve gebouwen die ook in lengte van jaren meegaan, die ook heel veel aandacht besteden aan het energetische, en dat verdient zichzelf terug.
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 5/1 en 5/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 5/1 van de agenda Autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Identificatienummer 40100010. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 26 september 2013 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen goedgekeurd. Dit provinciebedrijf werd met ingang van 1 januari 2014 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf als missie “Binnen de grenzen van de provinciale mogelijkheden en de maximumcapaciteit hebben alle leerlingen en cursisten die dat willen de kans om kwalitatief sterk provinciaal onderwijs te volgen, met de nadruk op technisch en beroepsonderwijs en gericht op levenslang en levensbreed leren”.
203
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Deze documenten zitten in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 138,69 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 7.539.111 EUR. In het meerjarenplan is 7.977.849 EUR voor 2016, 8.079.769 EUR voor 2017, 8.248.509 EUR voor 2018, en 8.500.178 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014 Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door Raad van Bestuur goedgekeurd op 27 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 26 september 2013 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 7.539.111 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2015-2019 provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Artikel 3: Goedgekeurd worden het budget Provinciaal Onderwijs Antwerpen.
2015
van
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
204
het
van
autonoom
het
autonoom
provinciebedrijf
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
De heer MERCKX.- Voorzitter, onze fractie zal tegen het punt 5/1 stemmen en zich onthouden voor 5/2. Waarom tegen 5/1, en ook dezelfde stemming bij gelijkaardige andere punten op de agenda, waar het budget 2015 en het meerjarenplan wordt vastgelegd? Uiteraard niet omdat wij tegen de middelen zijn die daar nodig zijn om al die goede zaken te doen die daar gerealiseerd worden, maar wel omdat de middelen verminderd worden en drastisch verminderd. Wij hebben mevrouw Peeters daarnet met haar mooie stem horen zeggen: er wordt bespaard. Daar ben ik mee akkoord, maar er wordt niet gesnoeid. Als we alleen nog maar kijken naar de werkgelegenheid die onze provincie betaalt voor die scholen, die daalde sinds 2013 van 149 naar 138 VTE. Dat is meer dan 11 VTE die verdwijnen. U kunt toch niet beweren dat dit geen invloed heeft op de kwaliteit van de onderwijsomgeving. Vraag het aan de schoonmaaksters die daar niet vervangen worden. Vraag het aan de lesgevers die dat ook met hun eigen ogen zien. Dat is wel degelijk hard en hardvochtig neoliberaal snoeien.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, na de tussenkomst van mijnheer Merckx een algemene verduidelijking van ons stemgedrag op een aantal extreem verzelfstandigde activiteiten of een aantal interne verzelfstandigingen die wij stemmen. Wij hebben dat zo bekeken: als met het budget dat aan hen toegereikt wordt vanuit de provinciale middelen, maken zij dan een goed beleid op? Dus wij hebben een andere redenering gevolgd dan mijnheer Merckx. Wij stemmen over de dotaties, enz., als het gaat over het budget en het meerjarenbudget, en dan bekijken we of met het budget dat zij krijgen dan een goede begroting wordt gevoerd en er een goed beleidsplan wordt gemaakt. Nr. 5/2 van de agenda Autonoom provinciebedrijf Inovant. Identificatienummer 40100600. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 25 september 2008 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf “Inovant” goedgekeurd. Dit provinciebedrijf werd met ingang van 1 januari 2009 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf volgende missie: “Het autonoom provinciebedrijf Inovant heeft tot doel: - het uitwerken en aanbieden van kwaliteitsvolle en betaalbare opleidingen, lezingen, vorming, training, lezingen en seminaries; - het begeleiden van de ontwikkeling en de verbetering van de competenties; - het verrichten van onderzoek naar opleidingsbehoeften en dit zowel op korte als lange termijn;
205
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
-
-
het aantrekken en ter beschikking stellen van docenten en het voorbereiden van en ter beschikking stellen van al het nodige didactische materiaal; het plannen, uitvoeren, controleren en evalueren van de voormelde opleidingen; alle andere voorbereidende en begeleidende activiteiten inherent aan voormelde doelstelling.
Dit alles is gericht op de activiteiten van zowel het leidinggevend personeel als de medewerkers van de lokale besturen in de provincie Antwerpen. In eerste instantie betreft het de steden en gemeenten, OCMW en de medewerkers van de provincie Antwerpen. In tweede instantie richt het autonoom provinciebedrijf zich ook naar andere doelgroepen in de publieke sector zoals politiezones, intercommunales, huisvestingsmaatschappijen, e.d. Het APB Inovant speelt hiermee in op vormingsbehoeften van de lokale besturen die ze door hun beperkte schaal zelf niet kunnen organiseren. Het betreft de uitvoering van een bovenlokale doelstelling van provinciaal belang. Het autonoom provinciebedrijf kan gekwalificeerd personeel inhuren of beroep doen op gespecialiseerde bureaus en/of bedrijven voor het verstrekken van de bovenvermelde activiteiten. Het autonoom provinciebedrijf kan leningen aangaan en giften of toelagen ontvangen binnen de grenzen, gesteld in deze statuten en de beheersovereenkomst. Het autonoom provinciebedrijf kan door de Vlaamse regering gemachtigd worden om in eigen naam en voor eigen rekening over te gaan tot onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van zijn doelstellingen. Het autonoom provinciebedrijf kan vrij, binnen de grenzen van zijn doel, overgaan tot de verwerving, de aanwending en de vervreemding van alle roerende en onroerende goederen, op dewelke zij alle zakelijke en persoonlijke rechten mag vestigen. Het autonoom provinciebedrijf kan andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn opdrachten en gebeurt in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving en de beheersovereenkomst.” Artikel 7 van het beheersprotocol bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: Het meerjarenplan van het APB met doelstellingen en actieplannen Het budget van het APB met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het APB vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Beide documenten zitten in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 7,3 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 482.781 EUR.
206
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
In het meerjarenplan wordt dit 507.956 EUR voor 2016, 532.592 EUR voor 2017, 540.761 EUR voor 2018, en 557.414 EUR voor 2019 als dotatie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door Raad van Bestuur goedgekeurd op 27 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 225 tot 237 van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 25 september 2008 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Inovant; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Inovant; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Inovant voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 482.781 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het provinciebedrijf Inovant.
meerjarenplan
2015-2019
van
het
autonoom
Artikel 3: Goedgekeurd worden het budget 2015 van het autonoom provinciebedrijf Inovant. VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Voorzitter, u mag op punt 5/2 een onthouding voor het Vlaams Belang noteren a.u.b. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 5/1 en 5/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 5/1 en 5/2 worden goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 6 onthoudingen. Mevrouw MUYSHONDT deelt mee dat haar onthouding bedoeld was als een ja-stem.
207
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 5/3 van de agenda Provinciaal Onderwijs Vlaanderen vzw. Jaarverslag en -rekening 2013. Kennisname. Verslag van de deputatie Overeenkomstig de omzendbrief van 21 april 1993 van de Minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden dienen paraprovinciale vzw’s die voor meer dan 100.000 BEF betoelaagd worden hun begroting en rekening ter goedkeuring voor te leggen aan de provincieraad. In zitting van 23 september 1993 nam uw raad kennis van deze omzendbrief. In het betrokken verslag aan uw raad werd door de deputatie voorgesteld dat, om tegemoet te komen aan de geest van de omzendbrief, zij zich engageert om jaarlijks het werkingsverslag en het financieel verslag van de overige vzw’s waarin provinciale vertegenwoordigers aan het beleid deelnemen en die van een provinciale toelage van minimum 100.000 BEF genieten, eveneens aan uw raad ter kennisgeving voor te leggen. De vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen verkeert in dit geval. Aan deze vzw wordt jaarlijks een subsidie toegekend. In het budget 2015 is hiervoor 25.200 EUR ingeschreven, en de provincie is vertegenwoordigd in de bestuursorganen. Betreffende de subsidiëring van vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen, koepelorganisatie voor het Vlaams provinciaal onderwijs, werd in het verleden tussen de provincies volgende regeling afgesproken: “De provinciale subsidie bestaat uit een vast bedrag van 2.500 EUR, te vermeerderen met 1,25 ‰ van de door de Vlaamse Gemeenschap aan de provincie effectief toegekende wedden- en werkingssubsidies.” Deze berekeningswijze blijft ongewijzigd. Vanaf 2008 wordt het resultaat van de berekening wel telkens verminderd met het bedrag dat wordt voorzien als aandeel van de vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen in de aflossingslast voor het kantoorgebouw van de Vereniging van Vlaamse Provincies. Aan uw raad wordt bijgevolg het jaarverslag en de rekening voor 2013 van deze vzw ter kennisneming voorgelegd. De rekening en het jaarverslag zijn digitaal beschikbaar. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de omzendbrief van 21 april 1993 van de Minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden waarbij wordt opgelegd dat de begroting en rekening van de para-provinciale vzw’s die voor meer dan 100.000 BEF of 2.478,94 EUR betoelaagd worden, ter goedkeuring moeten voorgelegd worden aan de provincieraad; Gelet op het deputatiebesluit waarvan in provincieraadszitting van 23 september 1993 kennis werd genomen en waarbij de deputatie, om tegemoet te komen aan de geest van de omzendbrief, zich engageerde om jaarlijks het werkingsverslag en het
208
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
financieel verslag van de overige vzw’s waarin provinciale vertegenwoordigers aan het beleid deelnemen en die van een provinciale toelage van minimum 100.000 BEF of 2.478,94 EUR genieten, aan uw raad ter kennisgeving voor te leggen; Overwegende dat aan deze vzw jaarlijks een provinciale subsidie wordt toegekend die in 2014 25.930,28 EUR bedraagt en dat de provincie vertegenwoordigd is in de bestuursorganen; Gelet op het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het jaarverslag 2013 en van de jaarrekening 2013 van de vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Jeugd: VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Dank u, voorzitter. Ik wou nog heel kort even tussenkomen over het domein jeugd. Er werd gezegd dat wij sterk inzetten op een inclusief jeugdbeleid. Wil dat ook zeggen dat het aandacht heeft voor kinderen in armoede en kinderen met een handicap? We weten allemaal dat Vlaanderen heel wat besparingen doet, ook op het vlak van subsidies en ondersteuning van verenigingen en met name ook jeugdverenigingen, waardoor we horen dat de jeugdverenigingen lidgeld gaan verhogen, en dat er activiteiten geschrapt worden. Dat is een evolutie waardoor juist die zwakkere kinderen riskeren van in de kou te komen staan. Het is een evolutie die we heel goed zullen moeten opvolgen en misschien ook een tandje bijsteken als de nood er is in de mate van wat mogelijk is. Ik zou er willen voor pleiten om ons zeker voor die doelgroepen in te zetten.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Dank u wel, voor de bekommernis. Ik denk dat we dat naar best vermogen proberen te doen. Wij hebben vorige legislatuur afgesproken dat wij die jeugdverenigingen die dreigden tussen wal en schip te vallen nog zouden overeind houden. Dat blijven we ook doen. We gaan dat ook goed moeten in de gaten houden bij een eventuele overdracht of dan een andere overheid dat ook blijft doen natuurlijk. Dat zijn er niet gigantisch veel, maar dat zijn vaak wel de kwetsbaarste.
209
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 5/4 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle. Identificatienummer 40100500. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 26 september 2013 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle goedgekeurd. Dit provinciebedrijf werd met ingang van 1 januari 2014 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf PVM volgende missie: “Voor vormingsactiviteiten, voornamelijk in de non-profitsector en het onderwijs, wil het APB voldoende, betaalbare en kwalitatieve infrastructuur en materiaal ter beschikking stellen. De dienstverlening van het Provinciaal Vormingscentrum Malle bestaat daarom uit volgende kernactiviteiten: het klantvriendelijk uitbaten van een verblijfscentrum en het inrichten van een uitleendienst waar organisaties terecht kunnen voor materiaal ter ondersteuning van hun activiteiten. Door het organiseren van een eigen educatief aanbod draagt het APB tevens bij tot 2 prioritaire beleidsdoelstellingen: Het PVM ontwikkelt mee een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod door in eigen beheer audiovisuele cursussen te programmeren. Het PVM draagt bij tot het plan om in onze provincie een belangrijke bijdrage te leveren aan de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en aan de aanwending van alle beschikbare talenten. PVM doet dit door een talentencentrum uit te bouwen en door kunsteducatieve projecten te ontwikkelen met als doel de ontdekking van de eigen talenten en creativiteit van kinderen en jongeren te stimuleren.” Artikel 7 van het beheersprotocol bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: Het meerjarenplan van het APB met doelstellingen en actieplannen Het budget van het APB met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het APB vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Beide documenten zitten in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 45,5 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 2.554.408 EUR.
210
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
In het meerjarenplan wordt dit 2.617.505 EUR voor 2016, 2.685.647 EUR voor 2017, 2.755.484 EUR voor 2018, en 2.827.060 EUR voor 2019 als dotatie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door Raad van Bestuur goedgekeurd op 27 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 225 tot 237 van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 26 september 2013 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 2.554.408 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2015-2019 provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle. Artikel 3: Goedgekeurd worden het budget Provinciaal Vormingscentrum Malle.
2015
van
het
autonoom
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd. Goedgekeurd met 63 stemmen ja, bij 2 stemmen nee.
211
van
het
autonoom
provinciebedrijf
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Energie: VOORZITTER.- De heer Vandendriessche heeft het woord. De heer VANDENDRIESSCHE.- Voorzitter, Geachte collega’s, Mevrouw de gouverneur, Sinds 2010 is onze provincie de grote gangmaker van een prachtig initiatief onder leiding van gedeputeerde Verhaert, de groepsaankopen groene stroom. Dat initiatief heeft de grote verdienste dat het in de provincie Antwerpen in grote mate heeft bijgedragen aan het openbreken van een gebetonneerde en gemonopoliseerde markt, die de energiemarkt tot dan toe was. Het initiatief heeft niet alleen economische verdiensten, maar uiteraard ook ecologische verdiensten, door bewust de kaart te trekken van de groene energie. Vijf jaar groepsaankopen, we hebben dus al wel enige ervaring opgebouwd, maar toch zien we een aantal evoluties opduiken die wel eens te maken zouden kunnen hebben met een aantal problemen die niet tot onvoldoende werden ingeschat bij de start van het project. Vandaar dat ik hier over ‘kinderziektes’ spreek. Een eerste probleem bestaat erin dat consumenten eindeloos aangespoord lijken te worden tot een herziening van hun energiecontracten en tot de overschakeling naar een andere leverancier. Nochtans blijkt uit studies van de energieregulatoren Vreg en Creg dat die redenering niet evident is en in sommige individuele gevallen ook niet opgaat. Dat heeft dan te maken met schommelend energieverbruik, de complexiteit van de voorschotfacturen, bepaalde verkooptechnieken eventueel ook van de winnende bedrijven. Daarom zou ik ervoor willen pleiten om de bescherming van de consument zeer duidelijk mee te nemen in de communicatie naar de consumenten en dat aspect ook te bewaken. Vele burgers gaan blindelings in op het voorstel dat wordt aangeboden. De winnende energieleverancier zal het natuurlijk worst wezen: het enige waar hij aan denkt, is om zoveel mogelijk nieuwe klanten binnen te halen. Misschien moet de provincie grotere inspanningen leveren om consumenten bewust te maken van het feit dat ze altijd kritisch moeten blijven voor een nieuw aanbod of moet een dergelijke buffer mee ingebouwd worden in de procedure om als energiebedrijf aan de veilingen deel te nemen. Energieleveranciers moeten zich aan bepaalde regels houden over hoe ze hun prijs exact afficheren, maar de organisatoren van groepsaankopen hebben die verplichting tot nu toe niet. Ten tweede is er het nijpende probleem van het feit dat de veilingen niet altijd gewonnen worden door de meest duurzame spelers op de markt. Elk participerend bedrijf probeert zijn adelbrieven zo goed mogelijk voor te stellen, maar er bestaat toch een duidelijk verschil tussen bedrijven die groene energie als hun core business hebben en bedrijven die dergelijke energie er maar al te graag als een groen sausje bij nemen. Greenwashing heet dat in marketingterminologie: groene labels gebruiken om zichzelf schoner, lees ecologischer, voor te stellen dan men in werkelijkheid is. Men zou het kunnen vergelijken met de gewone boer en de bioboer. De gewone boer die boert misschien met een groen sausje. Kan dan eventueel projectsubsidies krijgen. De bioboer die gaat volledig voor het groene verhaal. De groene leverancier is ook puur als core business met groene energie
212
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
bezig. De leveranciers van grijze stroom nemen er soms ook wel groene stroom bij. Maar, wees gerust mijnheer Lemmens, ik zal niet over dierenwelzijn beginnen vandaag. Dat zal nu niet aan bod komen. Ik zou er zeker voor pleiten om de voorwaarden voor een deelname aan de veiling te verstrengen tot bedrijven die voldoen aan bepaalde categorieën, zoals bijvoorbeeld het percentage van de totale omzet die groene stroom inneemt in de jaarrekeningen. De provincie heeft eigenlijk de plicht om als overheidsinstantie het voorbeeld te geven en onder de noemer “groene stroom” de keuze te laten vallen op Belgische leveranciers van alternatieve energie. Het verschil met een ecologische leverancier is soms minder dan 1 EUR op jaarbasis. Op het einde van het jaar kan het wel eens anders uitvallen, afhankelijk van het energieverbruik. Het is alleszins een gemiste kans van de provincie om de burgers een duurzame keuze te laten maken. Ten slotte is er nog de problematiek van de organisatoren van de veilingen en de vraag hoe transparant de veilingen georganiseerd worden. Volgens dezelfde studie van de Vreg en de Creg is het behoorlijk onduidelijk op welke manier zij vergoed worden. Het is evident dat het uitgangspunt in deze financieel krappe tijden erin moet bestaan dat de provincie de meest efficiënte organisatiestructuur op poten zet voor de totstandkoming van de jaarlijkse veiling. Als de controle daarop onvoldoende sterk is, zou een gegeven dat nu een uithangbord is van de provincie, wel eens kunnen verzanden in imagoschade, een ander beleidsdomein van u, mevrouw Verhaert, de communicatie. Dat zou heel jammer zijn. Daarom pleiten wij ook voor een grondige controle op die organisatoren, telkens dezelfde drie bedrijven trouwens, die daar gevraagd worden. Dank u wel.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Dank u wel, collega, voor de vraag. U zegt dat de klanten eindeloos aangespoord worden om van leverancier te veranderen. Ik kan met de hand op hart zeggen dat ik in elke communicatie die ik voer dienaangaande zeg: voor ons maakt het niet uit, doe met ons mee, doe de V-test, ga op eigen houtje, het maakt niet uit, maar je moet één ding doen en dat is één keer per jaar je energiefactuur kritisch tegen het licht houden. Dat is ook onze gedachtegang bij onze groepsaankoop, die wij intussen inderdaad al vijf jaar organiseren. Wij willen dat mensen een weloverwogen keuze maken. Daarom dat wij ook heel duidelijk maken hoe de prijzenopbouw is, en wat je precies krijgt als je met ons in zee gaat. Je moet een goede vergelijking kunnen maken. Daar hebt u absoluut gelijk in. Dat zeggen wij ook, al vijf jaar lang. Als mensen dan een aanbieding krijgen waaruit blijkt dat ze niet beter af zijn, dan moeten ze vooral blijven waar ze zitten. Dat zeggen we ook. Wij willen mensen niet dwingen om ergens toe over te stappen. We hebben ook geen enkele vat op wanneer stappen mensen over en wanneer niet. Er zijn mensen die voor 5 EUR korting al overstappen, en niet rap genoeg kunnen overstappen. Er zijn mensen die bij aantoonbaar 500 EUR korting toch blijven bij de oude leverancier. Ons punt is vooral: maak een weloverwogen keuze. Dat geven we stelselmatig mee.
213
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
U zegt dan heel terecht dat energieleveranciers zich aan de regels moeten houden over hoe ze prijzen afficheren. U zegt dat organisatoren van groepsaankopen dat niet moeten. Ik heb een slide meegebracht van een berekening. Dit is wat wij doorsturen. Om u maar de helderheid en de transparantie maar aan te geven, waarin wij heel duidelijk zeggen: bij ons betaal je zoveel voor enkel tarief, voor dubbel tarief, je hebt een bijdrage voor WKK’s bv., … We hebben zelfs er bijgezet wat de gas allemaal aan voorwaarden achter zich heeft, zodat je dat in detail kan nalezen. Pas dan beslis je. Zeg je dat je niet meegaat, even goede vrienden. Ik heb daar geen enkel waardeoordeel over. Maar als u zegt dat de energieleveranciers zich aan de regels houden, stel ik helaas vast dat ze dat niet altijd doen. Ik ga een ander plaatje tonen. Wij hebben, kort voordat we de net voorbije groepsaankoop gingen afsluiten, van heel wat mensen gehoord dat ze werden aangeschreven door een energieleverancier. Ik ga even in het midden laten wie het was. Een leverancier die dit doorstuurde naar nogal wat mensen, hij zei: jullie zijn vandaag de dag nog bij de groepsaankoop van vorig jaar. Wij bieden u nu een schitterend nieuw voorstel aan. Dus kom nu gauw naar ons. Met andere woorden: stap vooral niet in op de groepsaankoop van 2014 van de provincie Antwerpen. Dit is wat ze doorsturen. Als je daar nu met een lekenoog naar kijkt dan zou je geneigd zijn om over te stappen, want het ziet er wel heel voordelig uit. Het linkse is groepsaankoop tarief van vorig jaar bij ons, het rechtste is voor elektriciteit en daaronder voor gas het nieuwe aanbod van die energieleverancier. Alleen, dat is wel niet helemaal juist, want in de rechterkolom spreken ze van 6% BTW en ze doen net alsof dat bij ons niet in voege is. Bij ons is dat natuurlijk net zo goed in voege vanaf het moment dat het is ingevoerd. Wat in de rechterkolom ook wordt gezegd is: wij hebben dat geakseerd op kwartaal 3 van 2014. Dat was een kwartaal waarop de gasprijs onwaarschijnlijk laag stond. Maar ze zeggen er wel niet bij dat het natuurlijk voor onze groepsaankopers ook geldt. Een derde punt wat vals is, is dat ze er niet bijzeggen dat onze groepsaankopers ook een korting van 100 EUR hebben gehad. Dus deze vergelijking gaat niet op. Wat hebben we dan gedaan? We hebben zodra dat we dat wisten dat op onze FAQ-site gezet. We hebben een mailing gedaan. We hebben mensen geïnformeerd en gezegd: je doet wat je wilt, het is een vrij land, maar weet dit is ons aanbod geweest, dat bleef zo, en dit zijn de manko’s die wij zien in het aanbod van een nieuw. Ik denk, mijnheer Vandendriessche, dat wij wel tegemoetkomen aan uw terechte bekommernis van consumentenbescherming en informatie. Men verwacht dat van ons en wij doen dat dan ook. U hebt het dan ook over ‘greenwashing’. Dat is een oud zeer. Veel mensen komen daar op terug. Maar het is wel zo dat wij voor 100% groene stroom aankopen. Ik kan niet garanderen dat die hier is opgewekt. Dat kan ook in Denemarken of in Noorwegen geweest zijn, of weet ik veel waar. Maar als je de ambitie zou zetten op: we gaan alleen maar bedrijven vragen die hier in eigen land of eigen streek produceren, dan ben je die ambitie wel erg klein aan het zetten. Want dan ben je eigenlijk de bekeerden al aan het proberen overtuigen. Onze ambitie is iets ruimer. Wij willen dat er in globo meer productie komt van groene energie. Weet je wat? Dat lijkt ook aardig te gaan lukken, want Greenpeace die hebben regelmatig van die rapporten over wat energieleveranciers nu precies aan productie doen. De belofte in maart 2012 om het aandeel hernieuwbare energie tegen 2020 te verhogen tot 20% lijkt concreet te worden in een groot aantal projecten van VLAO
214
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
offshore windenergie. Op 30 maart 2012 kondigde RWE, grote baas van Essent, aan dat het zijn plannen voor een kerncentrale in het Verenigd Koninkrijk schrapte. Greenpeace hoopt dat die trend zich zal doorzetten bij de volgende edities van het klassement. Het is nu nog afwachten, want hun volgende klassement staat er dadelijk aan te komen heb ik begrepen. Wij zien dat door de toegenomen vraag naar 100% groene stroom de productie ook stilletjes aan aan het volgen is. En dat is onze ambitie, om meer productie te laten gebeuren. Ten slotte hebt u het over de transparantie van de veilingen en van de organisatoren. Ik treed u helemaal bij, maar bij ons is dat zo transparant als wat want wij doen een Europese aanbesteding. Dat is consulteerbaar. U weet wie de winnaar is. Wij zeggen ook al 5 jaar lang precies wat ze daaraan verdienen. Die 20 EUR per EAN-code is publiek, dat is transparant door iedereen consulteerbaar. Wat meer is, het Vlaams Energieagentschap heeft dat ook in de smiezen en heeft naar aanleiding van het rapport van de VREG ook uitgerekend aan de provincie Antwerpen gevraagd om dat nu eens te komen uitleggen voor eenieder die straks groenaankopen wil gaan organiseren, want wij zetten de standaard en die is prima.
VOORZITTER.- De heer Vandendriessche heeft het woord. De heer VANDENDRIESSCHE.- Dank u wel, mevrouw Verhaert, voor uw uitvoerig antwoord. Ik had nog een vraag en bedenking bij wat u zegt “de bekeerden overtuigen”. We hebben de grote zes in de Antwerpse mode, en de afgelopen vijf jaar hebben we bij die winnaars misschien ook de grote zes van de energiemarkt. Het zijn de zes grote namen die altijd terugkomen. De oude monopolist is daar bijvoorbeeld ook bij. Die wil graag altijd bij uw groepsaankoop als winnaar er bij zijn natuurlijk. Maar voor de kleine spelers is het ook weer een beetje het verhaal van de bioboeren. Hoe kunt u garanderen dat die kleine spelers ook de kans krijgen om die veiling te winnen, en dan bijvoorbeeld groter te worden?
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Wij zien daar evolutie in. Wij hebben veel meer participanten aan de veiling dan uiteindelijk de winnaar. Wij merken dat de interesse er wel degelijk is. Ik kan niet op voorhand voorspellen wie zo’n veiling gaat winnen, maar er zijn wel voorbeelden van hoe kleinere spelers in tussentijd ook al stukken van zo’n veiling hebben gewonnen. Ik zeg het nu van buiten, maar toen Lampiris voor de eerste keer bij ons won was dat eigenlijk niet zo’n hele grote. Het is mede dankzij het binnenhalen van een bestelling van bij de provincie Antwerpen aanzienlijk gegroeid. Hetzelfde zou je kunnen zeggen van een Eneco bijvoorbeeld, en het feit dat de grote meedoet, en eens een keertje heeft gewonnen, zie ik eerlijk gezegd als een overwinning. Want helemaal in begin wil je niet weten wat voor kwade brieven we van die mensen hebben gekregen, zoals: je mag dat niet organiseren, het zal niet gebeuren, het mag niet gebeuren, we gaan er alles aan doen om het niet te laten lukken. In tussentijd bieden ze mee. Dan zeg ik: welkom op de vrije markt.
215
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Gans deze discussie is heel interessant. Mevrouw Verhaert zal zich herinneren dat wij ook wel eens op een ander vlak die discussie hebben georganiseerd. Maar dat staaft mij meer en meer in de overtuiging dat de enige garantie voor goedkope energie is dat de energieproducenten in overheidshanden zijn, dat ze genationaliseerd moeten worden. Het is een ander standpunt, maar ik wil het hier ook wel in de discussie brengen. In Frankrijk is het nog steeds voor een deel het geval, en we kunnen daar zeggen dat de energieprijzen 1/3 minder zijn dan in België. Dat is één van de redenen.
VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Ik heb nog een kleine opmerking. Bij mensen die in zo’n groepsaankoop gestapt zijn is een opmerking die vaak terugkomt, dat wanneer een leverancier die de groepsaankoop wint en enkel een variabel tarief heeft op zijn gasprijs dit het na 2 maanden al heel sterk kan verschillen op uw contract.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Wij hebben een vast iets afgesproken. Wij gaan voor jaarcontracten met vaste prijs voor elektriciteit en een variabel tarief op gas. Dat is een veel voorkomend product. Wij hebben destijds gezegd dat wij het liever vast wilden, maar daar is toen na een grote marktstudie gebleken dat als we dat doen de prijzen zo hoog gaan zijn dat we dat niet interessant gaan kunnen aanbieden. Dat is de reden waarom we voor het variabele hebben gekozen.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Ik wil een lans breken voor een speciale doelgroep. Dat zijn de mensen die ingaan op een groepsaankoop groene stroom, het jaar daarna terug meedoen, maar een tariefvoorstel krijgen dat slechter is dan hetgeen ze hadden of de moeite niet waard is om te veranderen. Die mensen riskeren veel. Want natuurlijk de prijzen van de groepsaankoop van het jaar daarvoor gelden maar voor één jaar. Ik denk dat daar nog wat subtiliteit kan gebracht worden in de communicatie dat als u meedoet, en het staat maar vast voor één jaar, dat u dan het risico loopt om na dat jaar, als u niet terug mee doet, eigenlijk veel grotere kosten te betalen.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Wij hebben dat bestudeerd hoeveel hoger de kosten zijn. We zeggen dat ook. We gaan ongeveer 100 infosessies in elke campagne doen. We zeggen dat na dat ene jaar kan je ofwel blijven waar je zit, maar dan zal de prijs stijgen, of je gaat zelf op zoek, of je doet een V-test, of je doet opnieuw mee met de groepsaankoop. Maar de stijging van de prijs, dat hebben we ook onderzocht, is niet te
216
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
vergelijken met prijzen waar mensen oorspronkelijk vandaan komen. Dus het is juist, het stijgt. Ik probeer daar ook altijd op te hameren. Doe me één plezier: kijk elk jaar kritisch naar de factuur. Beschouw dat als naar de tandarts gaan. Je doet dat niet voor je plezier, maar voor je eigen goed. Je moet dat één keer per jaar doen.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik heb daar toch een bedenking bij. Het toont toch de zware, grote beperkingen van wat er op dat vlak nu gebeurt met die groepsaankopen. U zegt: kijk elk jaar uw rekening na. Je mag dat dan ook doen voor je telecomprovider, enz. Is dat nu ons leven op een moderne wijze vergemakkelijken? We moeten elk jaar een dag boekhouder gaan spelen om te zien of de vorige winnaar van de groepsaankoop ons volgend jaar niet beliegt.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, met permissie, maar hier heb ik nu echt van u geen lessen te leren. Met 100 infosessies per jaar voor één groepsaankoop alleen, met een papieren spoor voor bejaarde mensen die het heel moeilijk hebben om hun factuur te lezen, met opleiding van gemeentelijke ambtenaren, met een team op de provincie die mensen met raad en daad bijstaan, dat is niet de mensen aan hun lot overlaten. U bent aan het verkeerde adres. Die kritiek die neem ik niet.
VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Ik denk dat er maar één probleem is, er zit een kleine verborgen verleider in, namelijk de foto van onze gedeputeerde.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik heb niet gezegd dat u de mensen aan hun lot overlaat, maar door de manier waarop het nu gestructureerd is zadelen wij hen op met heel veel overbodig werk. Normaal zou men door een essentieel goed als energie aan een betaalbare vaste prijs ter beschikking te stellen van de hele bevolking het leven van de mensen veel kunnen vergemakkelijken, en niet voortdurend opzadelen met het gevoel: heb ik wel genoeg gecontroleerd of ik bij de goedkoopste zit, én voor mijn GSM, én voor mijn gas, én voor elektriciteit.
VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Mevrouw Verhaert, een kleine praktische vraag. Diegenen die meedoen aan de bieding, kan ik dat ergens terugvinden? Ik heb al eens gezocht, maar niet teruggevonden op de site. Ik bedoel dus de leveranciers.
217
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- De winnaar, evident, dat zijn er soms meerdere, wordt gepubliceerd. Soms wint iemand de beide loten. Soms winnen er twee partijen. Wij hebben sinds vorige jaar ook een modulering in het systeem waardoor je echt meerdere winnaars kan hebben die in functie van uw profiel, heb je een groot verbruik of een kleiner verbruik, worden aanbevolen maar waarbij je nog altijd de keuze hebt om eventueel toch voor een andere te kiezen. Dat komt allemaal op individuele berekening.
De heer HELSEN.- Er zijn mensen die mij vragen of je kunt zien welke leveranciers er allemaal geboden hebben en met welke prijs. Is er overzicht van al die leveranciers?
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik moet het eens nakijken of we het echt op onze website hebben gepubliceerd, maar die info is wel beschikbaar. Ik zal het natrekken.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Ik moet het deze keer grondig oneens zijn met Kris Merckx. Ik denk dat de groepsaankoop en het elk jaar kijken naar je paperassen geen overbodige luxe is, want als je dat niet doet komt het geld pas terug in de zakken van de Electrabels van deze wereld. Dus ik denk dat het heel nuttig is om daar elk jaar naar te kijken en om aan mensen iets of wat inspanning te vragen om te vermijden wat er anders gebeurt.
Communicatie: VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Geachte deputatie, Geachte collega’s, Graag had ik even stilgestaan bij de immense bedragen die deze provincie reserveert voor het voeren van communicatie. Het zou immers meer dan logisch zijn dat in tijden dat er flink gesnoeid wordt in de provincie en dat het economisch niet al te goed gaat dat die provincie op dat bedrag een beetje recht evenredig zou afslanken. Niets is echter minder waar. De 8% die bespaard zou worden komt immers grotendeels tot stand door het niet vervangen van personeelsleden die op pensioen gaan, en dus amper door een einde te maken aan de grootheidswaanzin van deze provincie die volgens ons meer belang lijkt te hechten aan haar eigen imago, meer dan wat er werkelijk voor haar inwoners gedaan kan worden. Ik lijst graag een paar bedragen voor u op. Voor Provant online wordt zomaar even 465.000 EUR, oftewel 18,5 miljoen Belgische Frank voorzien. Ik hoef u niet te vertellen wat je voor zulk een bedrag op het terrein allemaal kan realiseren. Zo mogelijk wordt het nog hallucinanter wanneer we zien dat het versterken van het merk Provincie Antwerpen meer dan 1 miljoen EUR zou gaan kosten. U zou zich eigenlijk moeten schamen. Terwijl iedereen de tering naar de nering moet zetten omdat deze provincie wordt afgeslankt,
218
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
kiest deze deputatie er ongegeneerd voor om miljoenen te pompen in zelfverheerlijking. Of hoe zouden jullie anders die 480.000 EUR voor de Rondjes Provincie, en aanverwanten op televisie, durven noemen. En het kan nog gekker. Terwijl zowat heel de wereld omwille van financiële als ecologische redenen tracht van de papierberg te verkleinen door publicaties om te zetten naar digitale versies, kiest dit bestuur er voor om de oplage van haar magazine nog wat aan te dikken, met daarbij de uitleg dat personeelsleden een mail moeten sturen om te melden dat zij de papieren versie niet langer zouden wensen te ontvangen. Dit lijkt ons echt de wereld op zijn kop. Alles bij elkaar kunnen we dan samenvatten dat de ijdelheid van deze provincie een ongekend hoogtepunt heeft bereikt. Onze partij zal zulke verspilling van belastinggelden dan ook niet goedkeuren, niet in het verleden, vandaag niet, nooit.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Dank u wel, voorzitter. Beste collega’s, ik was ook eens van plan om een tussenkomst te doen over het globale communicatiebeleid. Ik ben blij dat mijnheer Willekens dat al heeft gedaan, dan kan ik mij toespitsen op een concreet punt. Na de commissie is er namelijk een steentje in mijn schoen gekropen. Het is er niet meer uit gegaan, het is alleen maar groter geworden. Het is het steentje van het “Rondje Provincie”. Het is net al kort aangehaald. Vroeger tot heden kostte dat ons 500.000 EUR per jaar. Nu kost het, dacht ik, 450.000 EUR. Mijnheer Willekens zei 480.000 EUR. In plaats van een kaasschaaf, die we niet zo mogen noemen, had hier misschien een bus Nederlanders naar België gehaald kunnen worden, naar onze provincie, want het lijkt mij toch een serieuze brok Gouda die nog verorberd kan worden. Het deed echt wel pijn aan mijn oren om zo’n bedrag te horen dat besteed wordt aan een programma op de regionale televisie. Ik vraag mij af hoe dat dit te verantwoorden valt in een tijd van zware keuzes en moedige beslissingen. Ik vind het onbegrijpelijk dat een half miljoen EUR wordt uitgegeven voor een middel van overheidscommunicatie dat stemt uit een vorige eeuw. Ik vind het onbegrijpelijk dat een half miljoen EUR belastinggeld van burgers wordt gebruikt voor een programma met een zeer beperkt bereik, vooral binnen een bepaalde generatie, en het zal natuurlijk ook wel toevallig zijn dat die generatie in haar stemgedrag redelijk afhankelijk is van televisie. Ik vind het onbegrijpelijk dat een half miljoen belastinggeld wordt gebruikt voor een programma met een beperkte nieuwswaarde aangezien elementen die een zekere nieuwswaarde hebben natuurlijk ook worden opgepikt in andere programma’s, bijvoorbeeld ‘Het nieuws’. Dat dient er namelijk voor. Ik vind het onbegrijpelijk, en dan kijk ik vooral naar jullie collega’s van de N-VA, dat er een half miljoen belastinggeld gebruikt wordt om het merk ‘provincie Antwerpen’ te versterken. Dat staat letterlijk zo opgenomen. De bedoeling van dat Rondje provincie Antwerpen dient om het merk ‘provincie Antwerpen’, een merk dat jullie net zoals de provincies graag zouden willen afgeschaft zien, toch nog te versterken.
219
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Ik heb daar 3 vragen bij. Waarin, mevrouw de gedeputeerde, ziet u nu de communicatieve meerwaarde die nu op een andere manier ingevuld kan worden? En met een andere manier bedoel ik natuurlijk goedkoper. Hoe onderbouwt u het prioritaire van deze uitgave, zeker gezien de andere uitgaven waarin er enorm gesnoeid is en waar dat we het in de voorbije provincieraden al uitvoerig over hebben gehad? Acht u de verkapte kaasschaaf van 5% per gedeputeerde getuigen van een integrale politieke visie, of kunnen we daar eigenlijk eerder meer spreken van een verstandshuwelijk binnen de deputatie? Dank u wel.
VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord. De heer GEUDENS.- Collega’s, hier wordt gewoonweg gegoocheld met bedragen rond communicatie. Ik denk dat elke vergelijking zoek is. Je zou eens moeten bekijken hoeveel Vlaanderen, hoeveel België uitgeeft aan de communicatie om de naambekendheid enigszins te ondersteunen. Er is totaal geen vergelijk. Ik geloof dat de website van Vlaanderen 25 miljoen EUR heeft gekost. Over welke bedragen spreken we dan hier? Ik denk dat het ook onze verdomde plicht is om een klein beetje bekendheid te hebben. U hebt zelf gemerkt, er zijn ook tussenkomsten over gedaan, dat wanneer je een heel degelijk bestuur wil zijn in de luwte dat je daarop wordt afgerekend. Het minste dat toch wel kan gebeuren is dat we dan een beetje communiceren, een beetje noem ik dat, waarmee we bezig zijn zodanig dat toch wat meer mensen weten dat bijvoorbeeld het Rivierenhof een provinciaal park is. Wat ATV betreft zegt u dat het een communicatiemiddel is van de vorige eeuw. Dat is hoogstens 14 à 15 jaar geleden waarover u spreekt, de vorige eeuw. Wellicht was u dan toch al geboren in die vorige eeuw. Ik vind het niet zo onredelijk. Er wordt toch altijd heel veel TV gekeken. Voor mij persoonlijk vind ik het al los van het resultaat, en het resultaat zal er zeker en vast wel zijn, en meer van het democratiserend effect en het feit dat wij en de stad de lokale zender een beetje ondersteunen geen affront. Daarmee alleen al zou ik het bedrag verrechtvaardigd vinden. Maar ik denk, en ik weet, dat er ook onderzoek naar gedaan is en dat het resultaat van die filmpjes op ATV er echt wel mag wezen.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Collega Geudens, de vergelijking die u maakt loopt, denk ik, mank. De enige vergelijking die we hierover kunnen maken is misschien met de berichten van de regering, die zoveel jaren, nog voor mijn geboorte, werden uitgezonden op de nationale televisie. Dat is waarmee we dit kunnen vergelijken, berichten van de regering, hier berichten van de deputatie.
220
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Ik vind het ook wel heel opvallend dat u onomwonden aangeeft dat dit eigenlijk gewoon een subsidie is voor de regionale televisiezenders. We hebben er namelijk nog buiten ATV. Er is ook RTV. We mogen die niet vergeten, denk ik. Ik vind het opvallend dat wij nog een half miljoen EUR subsidie kunnen geven aan regionale televisiezenders, terwijl er hier heel moeilijke beslissingen moeten gemaakt worden. Ik kijk nu even naar collega Bellens, bijvoorbeeld hoe dat er in Modem niet meer geïnvesteerd kon worden. Dat is vooruitstrevende technologie waarmee we mensen echt helpen. Daar kan niet meer in geïnvesteerd worden terwijl dat we nog wel een half miljoen veil hebben om een regionale televisie in stand te houden voor programma’s waar maar een heel beperkt deel van de bevolking naar kijkt.
VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Collega Geudens, ik deel de verontwaardiging van de vorige spreker. Ik ben nu toch ook wel verrast welk socialistisch standpunt dit nu weer is, het sponsoren met overheidsgeld van privé-initiatieven. Waarschijnlijk enkel als de socialistische belangen daar in meespelen.
VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord. De heer GEUDENS.- Dat is een heel beperkte visie. U weet ook dat de markt helemaal open is voor de lokale Tv’s. Daar is een keuze voor gemaakt. Eigenlijk is hun geoorloofde zendbereik veel te beperkt om de ambitie die hen toegemeten wordt louter en alleen op eigen kracht waar te maken. Maar ik wil u duidelijk zeggen, en mevrouw Verhaert zal dit dossier verdedigen louter omwille van het belang voor de provincie, dat voor mij persoonlijk dit zelfs voor een stuk een subsidie mag zijn. Maar dat is persoonlijk. Daarom ben ik ook liberaal.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik vrees een beetje dat we het nooit eens zullen worden over dit thema. Maar al bij al spenderen wij als provincie, als organisatie, een eerder bescheiden bedrag als je vergelijkt met andere organisaties van dezelfde omvang. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de stad Antwerpen, daar geven ze maar liefst 1 miljoen, en iets meer, uit aan ATV alleen. Wij, en ik heb het dan niet over een subsidie, plaatsen een bestelling voor een overheidscommunicatie waar wij nota bene ook een opdracht toe hebben die wij plaatsen bij ATV en RTV voor 450.000 EUR op jaarbasis. Als u vindt dat het programma niet aan uw wensen en aan uw behoeften voldoet dan heb ik misschien wel goed nieuws voor u, want we zijn aan het onderhandelen om het in een nieuw format te gieten. Ik ben het niet eens met u als u zegt dat het de mensen niet bereikt, want wij horen andere zaken, namelijk dat de herkenbaarheid erg groot is. Er is in de commissie ook gevraagd naar kijkcijfers. Die cijfers zijn ook opgevraagd.
221
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Ik denk dat wij daar gewoon een opdracht hebben. Een andere organisatie die een beetje te vergelijken is, is OVAM bijvoorbeeld. Die spenderen maar liefst 1 miljoen, zonder media gerekend, aan campagnes allerhande. De stad Antwerpen spendeert ongeveer een 400.000 EUR aan een reclamebureau alleen. Dus we doen daar niet zo gek, maar we hebben wel de verdomde plicht om de inwoners van deze provincie te informeren over wat we als overheid doen, en TV is daar een middel toe. Wij hebben ook andere middelen, dat weet u ook, zoals website. We zijn meer en meer actief op sociale media. Wij hebben ook een printversie Rondje provincie, die vooralsnog in de Gazet van Antwerpen verschijnt, waar we onze uiterste best doen om zoveel mogelijk mensen op een zo laagdrempelig mogelijke manier te bereiken. Ik blijf erbij: dat is een zinvolle investering.
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik ga de deputatie voor een deel bijtreden deze keer. Wanneer dat men 500.000 EUR zou schrappen zou u dan eens kunnen berekenen hoeveel tewerkstelling er bij ATV verdwijnt. Dat moet ook meetellen. U spreekt van Modem. Dat is omdat de Vlaamse regering het ook niet heeft overgenomen. Ik vind dat je daar ook rekening moet mee houden in gans de discussie. Er is 50.000 EUR bespaard. Wij hebben nog gediscussieerd onder mekaar of dat wel aan tewerkstellingsverlies zou kunnen lijden bij ATV. Dat is miniem. De inwoners van deze provincie mogen wel weten wat wij doen.
VOORZITTER.- De heer Schoofs heeft het woord. De heer SCHOOFS.- Mijn excuses, maar ik vind toch echt dat dit debat een beetje aan het afglijden is naar een zaak die niet meer tot de essentie behoort. Ik wil nog even terug aanhalen wat daarnet is gezegd: nauwelijks van de vorige eeuw. Mensen, in medialandschap gaat het nu eenmaal zo snel dat 15 jaar geleden lang geleden is. Je moet daar de vinger aan de pols houden. Wanneer mijn collega hier daarover tussenkomt dan is dat omdat hij mee is met de evolutie. Wij stellen vast dat hier de provincie niet mee is met de evolutie, beste vrienden. Vraag de kijkcijfers op. Ik had ze al eerder opgevraagd. Ze gaan zienderogen achteruit. Hoe komt dat? Omdat we allemaal onze camera op zak hebben, en dat we allemaal filmpjes kunnen maken en op het internet zetten, en dat regionale televisie spijtig genoeg wat dat betreft achterhaald is. Het bewijs is. Elke gemeente, elk stadsbestuur, trekt zich terug uit de regionale zenders. Alleen de provincie volhardt in een periode dat er ontslagen vallen in de provincie, mevrouw Naert, en dat we gaan subsidiëren in de privé om de jobs te behouden. Dank u wel.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Mevrouw de gedeputeerde, ik denk dat u een beetje hebt gesproken naast mijn vragen die ik heb gesteld. Ik heb ook heel duidelijk gevraagd waarin u
222
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
de communicatieve meerwaarde ziet van dat programma. Als ik zie dat u toch een aantal interessante profielen heeft aangetrokken voor de communicatiedienst, heel interessante mensen met heel interessante visies, begrijp ik niet waarom nog altijd 500.000 EUR moet uitgegeven worden aan zo’n programma waarvan u nu zelf ook toegeeft dat u de kijkcijfers niet kent. Dus u kent het bereik er niet van. U kent de return er niet van. Terwijl er toch wel echt andere mogelijkheden zijn. U zegt dat wij onze communicatie moeten verzorgen. Natuurlijk moeten wij onze communicatie verzorgen, maar daar bestaan toch persberichten voor, enz. Als er enige nieuwswaarde is, als er enige relevante waarde is, dan wordt dat overgenomen door de andere programma’s. U hebt ook niet geantwoord hoe dat u nu eigenlijk de prioritaire noodzaak van deze uitgaven kan onderbouwen ten opzichte van andere veel moeilijkere uitgaven waarin geschrapt is. Ik blijf daar ook nog een beetje op mijn honger zitten.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, ik ben liberaal noch socialist, dus ik onthoud vooral uit deze discussie dat we diensten inkopen bij RTV, ATV, Gazet van Antwerpen, en ze vooralsnog geen subsidies geven. Ik denk dat die discussie van de subsidies volledig naast de kwestie is. Ik wil ook nog even opmerken dat het voor ons belangrijk is van heel duidelijk te maken aan de bevolking dat als men dingen doet, en ik denk dat dit beter gebeurt op ATV en RTV dan bij Rondje Provincie in de Gazet van Antwerpen, en de dingen die wij publiceren eigenlijk promotie is en geen redactiewerk. Dat noemen ze publireportages. Als je dat doet als commerciële onderneming dan moet je dat duidelijk aangeven: dit is een publireportage. Ik denk dat het ook bijzonder belangrijk is om er naar te kijken. En dat is wat mij af en toe stoort aan Rondje Provincie, dat is dat het precies redactioneel werk is, maar eigenlijk is het gewoon promotie voor de provincie. Een tweede aandachtspunt is, en ook dat gebeurt beter op ATV en RTV dan in Rondje Provincie, dat de provincie natuurlijk meer is dan de bestendige deputatie. Ik denk dat het goed is om daar ook eens naar te kijken. In het Vast bureau is daar ooit al over gepraat, maar eigenlijk zijn we er actief nog niet echt veel mee bezig geweest, om te bekijken wanneer komt de provincie in beeld en wanneer komt de deputatie in beeld. Ik denk dat het ook veel evenwichtiger is op ATV en RTV dan in Rondje Provincie.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik denk dat dit een nutteloze, totaal secundaire discussie is, namelijk van hoe gaan we een stukje van de ene dienst redden ten koste van een andere dienst. Terwijl de hoofdoorzaak van het probleem waarmee we hier geconfronteerd zijn, van afbouw op vele gebieden, ligt bij de beslissing van de Vlaamse regering van het provinciefonds volledig af te schaffen. U weet ook dat de partijen hier een schijngevecht tegen mekaar voeren daar unaniem over akkoord waren.
223
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Wij zijn onderhandelingen aan het voeren op dit ogenblik met ATV en RTV. Een aantal van de bekommernissen, mijnheer Caals, die u aanhaalt worden daarin ook opgenomen. Elk programma kan niet tot in de eeuwigheid hetzelfde blijven. Dat spreekt nogal voor zich. In dat verband, mijnheer Schoofs, ben ik ook mee. De wereld staat niet stil. Maar dat wil niet zeggen dat je een medium als televisie links moet laten liggen, omdat bij monde van enkelen zou gezegd zijn dat het nu eenmaal passé is. Ik ben het daarmee niet eens. Ik denk dat de meerwaarde er in ligt dat we een mix hebben van media, dat we én TV hebben, én print hebben, én op websites enz. aanwezig zijn. De kruisbestuiving tussen die drie gaan wij ook in toenemende mate zien, filmpjes van regionale TV die op de website verschijnen die doorgelinkt worden naar onze website en vice versa, of die via sociale media worden gedeeld. Het is een conglomeraat van al dat wat de meerwaarde biedt. Maar losweg wegsnijden van televisie daar geloof ik niet in.
ICT: VOORZITTER.- De heer Corluy heeft het woord. De heer CORLUY.- Mevrouw de gouverneur, Beste deputatie, Geachte collega's, Het ICT-beleid is op elk beleidsniveau altijd een beetje een stiefkindje. De gedeputeerde heeft het daarstraks al aangegeven. Iedereen kijkt er wat twijfelachtig naar. Het is zo moeilijk te begrijpen, heeft wel heel wat belofte in zich maar hoe bepaal je dat, hoe spreek je er mee. Het heeft zijn eigen jargon, schrikt altijd wat af maar kan ook verwonderen en verbazen met de resultaten die het kan bereiken. Informatie- en communicatietechnologie is nochtans een zeer sociaal beleidsdomein: het is op zijn best als het anderen kan ondersteunen, verbinden en bij elkaar brengen. Het kan de andere beleidsdomeinen toelaten beter, sneller en efficiënter te werken door data te koppelen, doorzoekbaar te maken, te ordenen en analyseren. Maar het is ook een koppig en eigenzinnig kind. Als het niet op de juiste manier wordt toegepast lijdt het tot verspilling, tot projecten die van de rails gaan, nooit geïmplementeerd worden, tot vertraging, fouten en chaos. Ook in deze provincie is het ICT beleid belangrijk. Ook hier draagt het in zich de belofte om de dienstverlening efficiënter, sneller en beter te maken en het gevaar om alles te vertragen, te verduren en in chaos te verglijden. Hoe gaat deze provincie om met haar informatie en communicatie technologie? Hoe wordt ze toegepast? We merken enkele verschuivingen op, ook in de richting van 2015. Wat ICT personeel betreft is er een markante versterking van het strategisch personeel. Waar besparingen nopen om een aantal vacatures niet in te vullen blijven de strategische functies daarvan bespaard. Daarnaast wordt er meer gebruik gemaakt van innovatieve aanbestedingen, waarbij partijen in pools worden geplaatst zodat ze bij elke concrete
224
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
vraag in concurrentie kunnen gesteld worden. We zien in de cijfers van 2015 dat dit al vruchten afwerpt. Los van deze financiële winst is deze manier van werken ook een goed principe. Ons moeilijk stiefkindje heeft immers een duidelijke richting nodig. Alleen door zelf het strategische roer in handen te houden, een goede architectuur op te bouwen die ten dienste staat van de eigen instelling, kan je projecten op de rails houden. Alleen dan kan je de markt ook ten volle haar rol laten spelen en de beste resultaten voor de laagste prijs verkrijgen. Dit bestuur heeft dat goed begrepen en is consequent deze richting ingeslagen. Als N-VA willen wij er mee over waken en er actief mee aan werken om dit beleid verder te zetten. Een tweede verschuiving die we zien in 2015 is de aanzet naar een centralisatie van de datacenters en het inzetten op clouddiensten en meer in het algemeen op het "as a service" binnentrekken van datacenterdiensten. Ook dit is in mijn ogen een goede zaak, hoewel afhankelijk van het opstellen van een goede architectuur. Het is vandaag niet meer nodig om als bestuur zelf ruimte, mensen en veel te veel middelen te voorzien om mordicus een eigen datacenter uit te baten, uitgezonderd misschien enkele absoluut missie kritische toepassingen. Vandaag kan dit met een gerust hart uitbesteed worden aan private partners die, mits goede afspraken over dienstverleningsniveaus dit goedkoper en efficiënter kunnen doen. Als N-VA hopen wij dus dat deze aanzet zich doorzet over de komende jaren. Ik denk dat de verhuis naar het nieuwe provinciegebouw ons daartoe trouwens een uitstekende gelegenheid geeft. Een derde verschuiving die we zien in het ICT-beleid is eveneens een voortvloeiing vanuit de correcte beslissing de strategie sterk in eigen handen te houden en in te zetten op een goede architectuur: een standaardisering van de applicaties binnen de provincie. Dit is niet onbelangrijk en kan, naast een grote besparing, ook veel problemen vermijden. Eén van de onhebbelijkheden van eigenzinnig kindje dat het ICT-beleid nog steeds is, bestaat eruit dat het data in verschillende formaten kan opslaan, op verschillende manieren kan uitwisselen. Meestal zijn deze formaten en uitwisselingsmethoden slechts compatibel met elkaar door complexe omzettingen te maken die vaak ook een bron van fouten zijn. Het reduceren van het aantal toepassingen binnen de provincie, die vaak voor dezelfde taken worden gebruikt, kan een deel van het antwoord zijn op die problematiek. Een ander deel van dat antwoord is de strategische keuze om waar mogelijk gebruik te maken van zuivere open standaarden. Dit is geen evidente keuze die initieel kosten met zich zou meebrengen. Het zal in sommige gevallen betekenen dat personeel moet leren werken met nieuwe applicaties, in andere gevallen moeten ze anders leren omgaan met bestaande applicaties. Wanneer de provincie echter nu toch de oefening gaat maken om een aantal bestaande applicaties te schrappen dient zich misschien de kans aan om deze keuze te maken. Een keuze die op lange termijn de afhankelijkheid van specifieke leveranciers, het zogenaamde vendor lock probleem, afbouwt en dus de opties vergroot. Dat vertaalt zich al snel in lagere kosten. Collega's, Als N-VA fractie steunen we graag het ICT-beleid van gedeputeerde Verhaert. Ze zit duidelijk op het goede pad en maakt de juiste keuzes. Wel vragen we graag aandacht voor enkele accenten.
225
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Zal de gedeputeerde de strategische keuze onderzoeken om waar mogelijk open standaarden te gebruiken? Zal de gedeputeerde op gezette tijden de strategische architectuurbeslissingen toelichten op de commissie zodat de raadsleden mee dit belangrijke instrument kunnen opvolgen? Zal de gedeputeerde verder inzetten op het aantrekken van informatie- en communicatietechnologie as a service, eerder dan het groots uitbouwen van een eigen informaticabedrijf? Dank u.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik dank u wel voor de opbouwende commentaar voor wat ICT betreft. Als u het hebt over de open standaarden, daar gaan wij op inzetten. Dat gaat ook een strategisch punt worden, denk ik, vooral als we het hebben over toepassingen die over verschillende beleidsdomeinen heen gaan die mekaar moeten gaan vinden. Ik denk bijvoorbeeld aan de omgevingsvergunningen. Daar is het erg belangrijk dat we daar echt een strategische zaak van maken, verschillende niveaus die betrokken zijn, zodat de uitwisseling en de samenwerking kan worden versterkt en niet bemoeilijkt. Of wij jullie gaan informeren in de raadscommissies lijkt mij nogal evident. Natuurlijk niet voor elke pen die wij gaan verleggen, maar zeker voor de strategische beslissingen die we willen nemen delen we dat heel graag met de commissie, want samen weten we altijd meer dan alleen. De vraag over communicatietechnologie as a service een beetje tegengesteld aan het uitbouwen van een IT-dienst als een groots opgezette dienst op zich, denk ik dat het eigenlijk noch het één noch het ander een doel op zich is. Ik denk dat we er moeten voor zorgen dat we de juiste dienstverlening kunnen bieden die nodig is voor de behoeften in onze organisatie en met de middelen die wij hebben. Dat is het uitgangspunt. Soms zal dat meer richting het ene gaan, en soms meer richting het andere. Bijvoorbeeld hebben we, en dat is intussen al een tijdje geleden, beslist om mensen aan te werven zelf eerder dan externe consultancy te kopen, omdat we op die manier niet alleen goedkoper af waren maar ook omdat we in onszelf aan het investeren waren. We maken de eigen organisatie slimmer op die manier. Maar het is een constante afweging, en het is zeker geen doel op zich.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Mijnheer Corluy heeft hier nog eens duidelijk gemaakt dat zijn partij een van de grote promotoren is van de privatisering op alle gebieden. Dat is efficiënter, zegt hij. U kent ongetwijfeld het verhaal van de Britse en Nederlandse Spoorwegen niet. Vraag eens het advies van de treingebruikers, zowel over prijzen, stiptheid, veiligheid, in die twee landen. Zelfs in eigen huis heeft men voor verschillende departementen de schoonmaak, die geprivatiseerd was, terug in eigen handen moeten nemen omdat het niet
226
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
efficiënter, en niet beter was, en niet goedkoper. Om een klein voorbeeldje te geven: wij hebben allemaal een bericht gekregen dat de krant die de provincie voor ons betaalt, de administratie was uitgegeven aan een privéfirma, failliet is gegaan. Idem dito voor diegenen die Openbaar Kunstbezit toesturen. Daarom zou ik graag weten van mevrouw Verhaert, als mijnheer Corluy zegt: u zit wat betreft informatica op het goede pad, in welke mate zij met dit privatiseringspad meegaat. Want dat was mij in uw uiteenzetting niet echt opgevallen en duidelijk.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, ik zal het nog eens herhalen. Wij hebben vorig jaar beslist om 15 mensen aan te werven, zelf. Waarom? Omdat ik niet per definitie iets heb tegen externe consultancy. Soms is dat heel toepasselijk en kan je dat goed inzetten, als het om een omlijnde opdracht gaat. Hier hebben we beslist om zelf 15 vacatures te lanceren, om zelf die mensen in dienst te nemen. Dat werd op dat moment voor ons goedkoper en we investeren zo in de eigen intelligentie van de organisatie. Maar het één sluit het ander niet uit. Er zijn ook momenten waarop je beter iets afgelijnd kan kopen op de markt, omdat je anders een te grote investering moet doen vanuit de overheid. Dus het is altijd een afwegen van wat is nu het beste, meest gepaste antwoord op de nood van de organisatie tegenover de middelen die wij hebben.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Mijnheer Merckx, toch een paar cijfers over de liberalisering van het spoorwegvervoer die verschenen zijn in De Standaard van een paar weken geleden, waarbij dat het marktaanbod hoog is in het Verenigd Koninkrijk en niet begonnen in België. De stiptheid van het Verenigd Koninkrijk en de reizigerstevredenheid daarover is 73%. In België is dat 54%. De veiligheid, slachtoffers en gewonden per miljard kilometers passagiers is in het Verenigd Koninkrijk 0,04 en in België 0,33. Tevredenheid in het Verenigd Koninkrijk 78% en in België 74%.
VOORZITTER.- Mijnheer Van Eetvelt, wij gaan deze discussie over de privatisering stopzetten. Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Om de vrede in het huishouden te proberen bewaren kan ik u zeggen dat wij maar bevoegd zijn voor één spoorlijntje. Dat is het militair spoorlijntje tussen Kapellen en Brasschaat, en dat rijdt tot ieders tevredenheid: zelf trappen.
VOORZITTER.- De heer Janssens heeft het woord. De heer JANSSENS.- Ik wil inderdaad die discussie over het spoor hier niet voeren. Ik zou dat graag doen tijdens de koffiepauze, maar ik denk ook, mijnheer Merckx, dat de
227
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
informatie die u hebt minstens 15 jaar verouderd is en totaal achterhaald. Als u niet alleen De Standaard leest, maar ook naar de radio luistert, daar was een heel boeiend debat over de kwaliteit en prijsverhouding van de spoorwegen, en daar kwam de Britse spoorwegen als een van de beste uit. Laat ons dat seffens nog even verderzetten, maar ik denk niet dat dit het onderwerp is van het thema van de provincie.
VOORZITTER.- De heer Corluy heeft het woord. De heer CORLUY.- Mijnheer Merckx, om even terug te komen tot ICT. U moet heel mijn verhaal horen natuurlijk. De gedeputeerde heeft al aangegeven dat er 15 mensen zijn aangenomen. Het gaat over het type mensen. Het gaat over de versterking van de strategische informatie en de strategische architectuuropbouw die wij als provincie zelf in handen gaan houden. Dat is gewoon verstandig als elke instelling, dat moet je overal doen. Als je dat doet, dan kan je efficiënt gaan privatiseren, alleen dan. Privatisering kan net zoals elke onderneming mislukken. Dat is evident. Dat kan slecht uitgevoerd worden. Maar als je vanuit een sterke strategie vertrekt, en als je eerst als instelling je strategie verstrekt en uitbouwt en grondig op papier zet, dan kan dat wel goed gaan. Het is inderdaad de combinatie van die twee die perfect kan werken, zoals de gedeputeerde ook heeft aangegeven.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Laat ons de tussenkomst die er geweest is van onze collega nu niet vernauwen tot het privatiseren. Ik denk dat een heel belangrijke zaak naar boven gekomen is, namelijk de open source aanbieden. Ik hoop dat het ook de nodige zorg krijgt.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik wil mijnheer Eric Janssens alleen zeggen dat mijn versie over de gevolgen van de privatisering gebaseerd is op een heel gedocumenteerd programma van Ter Zake van nog geen goed half jaar geleden.
De vergadering wordt onderbroken om 16.07 uur en hernomen om 16.22 uur.
228
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Uiteenzetting van de heer Bruno recreatiedomeinen, sport, toerisme, organisatieontwikkeling.
PEETERS over groenveiligheid, personeel
en en
Voorzitter.- De heer Peeters heeft het woord.
Tijdens de toespraak van de gedeputeerde wordt een begeleidende PowerPoint getoond. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Geachte collega’s, Zoals eerder al bleek uit de toelichtingen van collega Caluwé maakt de personeelskost ongeveer gemiddeld 1/3e uit van onze totale uitgaven. Dat wil zeggen dat 11 miljoen besparen zonder gevolgen voor het aantal personeelsleden een onbegonnen opdracht is. Nochtans zijn we er in geslaagd om in totaal het bespaarde bedrag voor personeel te beperken tot 2,5 miljoen EUR. Dat is dus veel minder dan 1/3 e. Ik wil toch even benadrukken dat wij in die zin zoveel mogelijk hebben getracht het personeel te ontzien. Het gaat in totaal om een 50 VTE op een totaal van meer dan 1.500 personeelsleden. Dus dan zitten we ongeveer aan een besparing van 3% op het aantal personeelsleden. We hebben geen besparingsbedrag voorop gesteld bij de besparingsoefening, maar we zijn per departement gaan kijken welke vacatures we nog konden invullen, en welke vervangingen noodzakelijk waren. Bovendien zijn mogelijkheden gecreëerd voor interne mobiliteit omdat we sinds september geen aanwervingen meer gedaan hebben waardoor ruimte ontstaat om opnieuw vacatures te creëren die intern dan kunnen ingevuld worden. Een 20-tal personeelsleden van wie de functie door de besparingen geschrapt is worden door de personeelsdienst begeleid naar een andere functie binnen de organisatie. Zoals beloofd zal ik daar in de commissie in januari verslag van uitbrengen. Het ziet er naar uit dat wij het grootste deel van deze mensen een nieuwe geschikte functie kunnen geven. Volgende maand wordt de aanwervingsstop dan gedeeltelijk opgeheven en kan opnieuw extern aangeworven worden, want er blijven nog wel vacatures die moeten ingevuld worden. Los van het globale personeelsbeleid, is van het departement DMCO natuurlijk een inspanning gevraagd. In overleg met de vakbonden is er voor gekozen om enkele secundaire arbeidsvoorwaarden te schrappen. Het gaat onder meer om de organisatie van Provant Plezant, de twaalfjarigenpremie, een kleine vermindering van het vormingsaanbod en een reeks kleinere maatregelen ter waarde van zo’n 240.000 EUR. DMCO zal ook een vacature schrappen en twee mensen ter beschikking stellen voor de interne mobiliteit. Dat brengt ons 260.000 EUR op. Veiligheid. Campus Vesta toonde zich pas nog aan de wereld tijdens een grootschalige internationale rampenoefening. In 2015 ontwikkelen we Campus Vesta verder als expertisecentrum voor veiligheid en blijven we vol gaan voor de investering in de nieuwe oefenplaat voor gespecialiseerde brandbestrijding, een investering van ongeveer 3 miljoen EUR. Hierdoor realiseren we een belangrijke capaciteitsverhoging en dus extra inkomsten. Verder is er ook één pensionering die niet zal worden vervangen. Door de plannen voor de verhuis van het PVI naar Coveliers levert een besparing op van zo’n 200.000 EUR door vermindering van de onderhouds- en exploitatiekosten. Tot slot is er voor gekozen om de provinciale verkeersbeurs stop te zetten.
229
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Vrije Tijd. Binnen dat departement wordt zowel bespaard op personeel, op eigen activiteiten als op werkingskosten, in totaal voor 1,6 miljoen EUR. In de commissie werd dit per domein uitvoerig toegelicht, en dit zal uiteindelijk een beperkte vermindering van het onderhoud en een beperkte afbouw van de educatieve werking van enkele domeinen betekenen. Desondanks ben ik ervan overtuigd dat de essentie van onze provinciale domeinen gevrijwaard blijft, namelijk toegankelijke natuur met een aanbod voor jong en oud in alle hoeken van de provincie. Het is geen eenvoudige oefening geweest gezien het te besparen bedrag, maar we hebben gekozen voor de essentie van de domeinen en hiervoor zijn enkele zaken noodzakelijkerwijs moeten wijken. Voor de Averegten betekent een nieuw dienstgebouw niet alleen een lang verwachte oplossing voor het personeel dat al enige tijd in niet ideale omstandigheden moet werken, ze zijn namelijk nog altijd gehuisvest in containers, bovendien zal een betere ontvangstruimte de aantrekkingskracht van het domein kunnen verhogen. Ook voor het domein De Merode wordt een oplossing gezocht om bezoekers op te vangen en om het personeel een plaats te geven. Ik zal daarover communiceren op de volgende commissie van Vrije Tijd in januari, want er is eigenlijk een oplossing in de maak. Voor het Zilvermeer kan het eigen personeel zoveel mogelijk worden ontzien door een vermindering van de seizoenmedewerkers en jobstudenten. Een deel van deze middelen zullen niet langer worden voorzien door DMCO en zullen in de mate van het mogelijke worden opgevangen door de inkomsten van het Zilvermeer zelf. Zowel De Nekker, het Zilvermeer als De Schorre zullen het aantal eigen evenementen beperken of rationaliseren en zoveel mogelijk inzetten op de verhuur van hun accommodatie voor derden. Wat De Nekker betreft wil ik er nog even de nadruk op leggen dat wij voor dat wij aan die bijkomende besparingen zijn begonnen een 540.000 EUR hebben moeten toevoegen aan de dotatie voor de exploitatie van het zwembad. Tot slot worden de meeste resterende subsidiebedragen van het departement vrije tijd en het APB Sport geschrapt. Het gaat onder meer om de bijdrage aan de vzw Natuurwerk en Kempen Campings. Dit stelt ons in staat om middelen te voorzien om samen met het departement Welzijn het project van de routedokters in stand te houden. Binnen het APB Sport zal alles in het teken van G-sport komen te staan. We zitten deze week trouwens ook in de week van de G-sportfan. Onze investeringen voor bovenlokale sportinfrastructuur worden noodzakelijkerwijs beperkt tot de uitbouw van het Peerdsbos tot een G-sportcentrum, en de afgesproken subsidiëring van de gymhallen. Tot slot, toerisme provincie Antwerpen zal via een doorgedreven transitietraject dichter bij het provinciebestuur gebracht worden. Dat is onlangs toegelicht op de raad van bestuur. Het zal verder ook focussen op de bestemmingspromotie van de toeristische regio’s Kempen en Scheldeland, met de nadruk uiteraard op Klein Brabant en de Rupelstreek. Ook onze bijdrage aan ‘Logeren in Vlaanderen Vakantieland’ blijft overeind, ondanks het wegvallen van de Vlaamse subsidie. Dat is een akkoord dat we onlangs bevestigd hebben met de vier andere collega’s van toerisme van de vier andere provincies. Dank u wel.
Applaus
230
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Groen- en recreatiedomeinen: VOORZITTER.- De heer Cuyt heeft het woord. De heer CUYT.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Wat we zelf doen, doen we beter. Door de jaren heen dat ik deel uitmaak van deze raad heb ik de provincie niet alleen leren kennen, maar vooral haar werk leren appreciëren. Het PIH, het veiligheidsinstituut, het centrum voor metabole aandoeningen, het sportpaleis, de sublieme parken en domeinen, het fiets- en wandelknooppuntennetwerk, onze wereldvermaarde musea, haar sportbeleid, enz. Collega’s, teveel om op te noemen. Stuk voor stuk voorbeelden van een sterk provinciaal beleid. Vele lokale mandatarissen van onze gouw zullen u bevestigen dat samenwerken met de provincie niet alleen aangenaam is maar vooral een welgekomen steun betekent. Inderdaad voor velen van hen zij wij een betrouwbare partner. Toegegeven, naar de publieke opinie toe hebben we in het verleden dit werk niet altijd even goed gecommuniceerd. Sta me toe om vanuit Klein–Brabant, door sommige smalend ook wel eens de parking van Antwerpen Strand, Antwerpen Noord, Zuid, West, Oost en Midden-Brabant genoemd enkele voorbeelden te geven van het gedegen beleid van ons provinciaal bestuur. O ja, toch nog even vermelden dat deze kleine maar mooie regio in het verleden ook de woonplaats was van voormalig Antwerps burgemeester Marnix van Sint Aldegonde. Met andere woorden, hij verplaatste zich regelmatig van de parking naar ’t Schoon Verdiep. Collega’s, Klein-Brabant telde tot voor kort ongeveer één derde van het totaal aantal provinciale kilometerwegen. Zoals u weet werden ze in de vorige legislatuur overgedragen aan Vlaanderen of de gemeenten. Collega Tine Muyshondt pleitte dinsdag hier nog om oog te hebben opdat de overgedragen taken wel op een gelijkwaardige manier worden uitgevoerd. Wel collega’s, ik nodig u allen uit om vandaag de dag eens te gaan kijken naar het onderhoud van de N17. Deze toch wel belangrijke verkeersas tussen Mechelen en Dendermonde, die vandaag beheerd wordt door Vlaanderen, ligt er belabberd bij. Wat een verschil met vroeger!!! Een tweede voorbeeld van gedegen provinciaal beleid is zeker het kasteel d’Ursel te Hingene-Bornem. Dit kasteel werd vlak voor de gemeentefusies van 1976 aangekocht door de toenmalige gemeente Hingene. De fusiegemeente Bornem droeg het over aan de Vlaamse overheid die het helaas helemaal liet verkommeren. Ons bestuur kocht het in verval geraakte kasteel eind 1994 aan. Van 1995 tot 2012 heeft ons provinciebestuur, weliswaar met de steun van diezelfde Vlaamse overheid, het kasteel helemaal in ere hersteld. Zij deed dit zelfs zo goed dat diezelfde Vlaamse overheid deze renovatie bekroonde met de Monumentenprijs 2014. Zowat alle media berichtten hierover wat zich meteen vertaalde in een succesvolle Open Monumentendag op 14 september. Duizenden bezoekers kwamen die
231
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
dag afgezakt naar Hingene-Bornem, bezoekers die meestal voor het eerst naar het kasteel kwamen kijken. Van gedegen beleid gesproken. Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Zo kom ik tot het onderdeel toerisme van mijn tussenkomst. De toeristische sector vertegenwoordigt momenteel zo’n 6% van onze totale tewerkstelling in de provincie Antwerpen. Deze ruim 40.000 jobs omvatten werknemers, zelfstandigen en studentenjobs. Het dagtoerisme en verblijfstoerisme in de Antwerpse Kempen, de steden Antwerpen en Mechelen en het Scheldeland zijn samen goed voor meer dan 780 miljoen EUR. Kortom, toerisme is belangrijk voor onze steden, regio’s en gemeenten. Onze provincie heeft binnen het grote museum dat West-Europa is heel wat troeven. Denk maar even aan de kunststeden Antwerpen en Mechelen, of de provinciale parken en domeinen, ons wandel- en fietsknooppuntennetwerk, en nog zoveel meer. Nu de totale afdekking van het fietsknooppuntennetwerk een feit is moeten wij verder investeren in onderhoud, bijsturen en aan kwaliteitsverbetering doen van het totale netwerk, en deze netwerken verder uitbouwen met de nodige voorzieningen zoals parking, fietsverhuur, sanitair, horeca en bewegwijzering. Collega’s, toeristische marketing in Brussel en Wallonië komt ook als nieuwe taak naar ons, want tot nog toe was het eigenlijk de taak van Toerisme Vlaanderen. We hebben in de loop der jaren echter moeten vaststellen dat ze daar bijzonder weinig, om niet te zeggen niets, aan hebben gedaan. Tot heden moest de provincie zich er ook uitdrukkelijk ver vanaf houden, maar nu verandert dat. Nu moeten de provincies er dus marketing gaan doen. Geen nood, wij zijn daar prima voor geplaatst. Met mijn ervaring in dit huis weet ik nu ook al dat we dat beter gaan doen. Zoals reeds gezegd betreft het een nieuwe opdracht voor de provincie die dus ook impact moeten hebben op de verevening. Ik veronderstel dan ook dat u bij voorkeur, samen met de andere gedeputeerden voor toerisme, er mee zal over waken dat de nodige middelen vanuit de Vlaamse overheid volgen om TPA slagvaardig aan de meet te laten komen. In de begroting heeft de deputatie wel een vordering op Vlaanderen ingeschreven waar dat bedrag voor het TPA mee in zit. Ik vrees echter dat lobbywerk en protest zal nodig zijn om te krijgen wat ieder is toegezegd en waar we dus recht op hebben. We zullen Vlaanderen nauwlettend in de gaten moeten houden, niet alleen wat de centen betreft, maar ook inzake de taken die ze in Vlaanderen gingen opnemen. Onlangs nog stonden de kustgemeenten in rep en roer over het wegvallen van eerder toegezegde Vlaamse middelen voor kustpromotie in West-Vlaanderen. Collega’s, ook de reorganisatie van de Toeristische Federatie komt eraan. Persoonlijk denk ik dat we verder aan productontwikkeling zullen moeten doen. Enkel en alleen coachen en coördineren is niet genoeg. Als we in het verleden niet geïnvesteerd hadden in de ontwikkeling van producten zoals fiets- en wandelknooppunten dan zou er vandaag de dag niet veel toerisme ontluiken in de Antwerpse Kempen of het Scheldeland. Soms zijn investeringen van overheidswege ook nodig als basis. Ik had dan ook graag vernomen waar onze ambitie nu juist ligt in de toeristische sector.
232
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Collega’s, ik wil besluiten met een laatste vraag en suggestie. Dit jaar herdachten wij de start van de Groote Oorlog. Eigenlijk vond ik dat een beetje raar: het begin van de ellende vieren. Ik had eerder verwacht dat men in 2018 alles op alles zou zetten. Heeft de deputatie al een idee voor de grand finale van de 14-18 herdenking? Het lijkt mij goed om daarover nu reeds zeker eens goed na te denken. We gaan toch niet alles aan de Westhoek laten zeker? Dank u wel.
VOORZITTER.- De heer Claessen heeft het woord. De heer CLAESSEN.- Voorzitter, Collega’s, De recent aangelegde kinderspeeltuin, achter parking Deurne Huiskens in het provinciaal groendomein Rivierenhof, kampt al sinds de opening met uitzonderlijk veel wateroverlast. Blijkbaar had de ontwerper van deze speeltuin heimwee, heimwee naar de roeibootjes en de kano’s die in de jaren 80 nog ronddobberden op de vijvers van het groendomein. Want met de speeltuin in één van de watergevoeligste gedeelten van het provinciaal domein neer te planten vraagt natuurlijk om problemen of was het om meer waterrecreatie, zoals de geplande waterspeeltuin in het Zilvermeer in Mol. Mijn partij is dan ook verbolgen dat met de aanleg van de speeltuin met zandbak geen rekening gehouden is met de locatie en met de bestaande ondergrond. Bij de minste regenbui wordt de speeltuin tot een moeras herschapen. Op de bijgaande foto’s ziet u trouwens de toestand van een tweetal weken terug. Ongetwijfeld is de schade door de aanhoudende waterellende aan de nieuwe houten speeltuigen aanzienlijk. Op termijn zal dit dan ook nefast zijn voor de houten speeltuigen, die verondersteld waterbestendig te zijn maar zeker niet watervast! Voorzitter, Collega’s, Sinds de opening van enkele maanden terug op 6 mei 2014 was de buurt al kritisch over de speeltuin omdat deze gelegen was op amper 150 meter van één van de drukste punten van Europa, namelijk “de Ring van Antwerpen” en op enkele tientallen meters van de vrij drukke Turnhoutsebaan. Niet alleen kampt de kinderspeeltuin dus met waterellende ook met lawaaioverlast en luchtvervuiling. Het Vlaams Belang is ervan overtuigd dat het provinciebestuur op korte termijn maatregelen neemt zodat Antwerpse kinderen vrij van fijn stof en natte voeten kunnen genieten van onze speeltuinen. Ondertussen heb ik begrepen, mijnheer Peeters, dat een aannemer reeds met de werken is gestart, waarvoor onze dank. Ik had toch nog graag antwoord op een viertal vragen. Welke verbeteringswerken of aanpassingswerken plant de provincie en wat is de kostprijs van de werken?
233
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Worden de speeltuigen vervangen moest blijken dat ze aanzienlijke waterschade leden? Worden er stalen genomen van het zandbakzand – dan heb ik het over alle provinciale openluchtzandbakken - en hoeveel keer per jaar wordt het zandbakzand vervangen? Welk budget voorziet de provincie voor het onderhoud en nazicht van de speeltuinen?
Sport: VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Geachte collega’s, Mijn tussenkomst gaat erover dat G-sport in hoofdzaak en voldoende gefinancierd wordt door de overheid, en niet zoals nu het geval is steeds meer en meer moet afhangen van sponsoring, charity, liefdadigheid naar het bekende Engels neoconservatieve model. Het promoveren van G-sport, zoals nu centraal op de site van onze provincie gedaan wordt, is een zeer mooi project, een behartigingswaardige opdracht, meer mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking aan het sporten krijgen en ook integreren in de gewoon sportclubs. Ook die spotjes op ATV brengt veel bewustmaking teweeg. Dat is heel goed gemaakt. Ook het betrekken van grote voetbalclubs en supporters, daar staan wij allemaal achter. Daarom dat wij ook met veel plezier G-sportambassadeur geworden zijn. Wij dachten dat onze taak vooral ging bestaan van de gehandicapten die wij kennen, de verenigingen, individuele personen, mee in die beweging te betrekken en daar een bijdrage aan te leveren. Maar één zaak zit ons dwars. Op de twee infovergaderingen die wij gekregen hebben is veel te sterk de klemtoon komen liggen op het werven van fondsen. Daarbij werd er vooral gesproken - naast zaken waar ik achter kan staan zoals de mensen voor 2 EUR een SMS-je te laten sturen, dat helpt bij de betrokkenheid van de mensen bij het hele project – over fundraising diners van 250 EUR het bestek, waarbij als het voorgesteld werd de ene burgemeester-ambassadeur die dan toch aanwezig is al onmiddellijk vraagt of de bedrijven dat mogen aftrekken van hun belastingen. Dus dat wordt dan weer eens betaald door de overheid. Wat mij het meeste stoorde dat is dat men zich bij de sponsoring vooral richt naar de grote bedrijven. Normaal zouden die door gewoon belastingen te betalen daar serieus voor moeten bijdragen. Men heeft een objectief vooropgesteld van 250.000 EUR op te halen, en zoals u ziet zit men op dit ogenblik aan 130.000 EUR. U ziet daar giganten bijstaan zoals Total, BSAF, Soudal, Interbuild. Alles samen hebben die nu gezorgd voor 130.000 EUR. Nu moet u eens kijken in de top 1000 van de Belgische bedrijven die de grootste fiscale vrijstellingen ontvangen in België en die jaarlijks door de Studiedienst van de PVDA gepubliceerd wordt. U ziet daar onder andere één van die fameuze sponsors, tussen grote aanhalingstekens, van ons G-sportfonds staan: Total Finance Global Services. Total die 15.000 EUR geven en die, indien ze een normaal belastingtarief van 39,9% zouden betalen, 50 miljoen EUR aan de Belgische staatskas zouden moeten betalen. Dat is het tarief, dat is gisteren nog eens op TV gezegd, dat vele KMO’s moeten betalen, tussen de 25 en de 34%. U ziet, dankzij al de fiscale vrijstellingen, dat Total, die zo lief is van ons
234
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
G-sportfonds met 15.000 EUR te voorzien, 0,0% belastingen betaalt. Dat zijn zaken die volgens ons niet kunnen. En zoals we gehoord hebben tijdens de verkiezingscampagne zelfs ook niet konden voor de voorzitter van de grootste partij van Vlaanderen voor het ogenblik. Die heeft letterlijk onze slogan toen overgenomen “het wordt tijd dat de multinational meer belastingen betaalt dan de poetsvrouw”. Een poetsvrouw van Exxon en Total betaalt 1.400 EUR belastingen per jaar op haar loon. Total en Exxon, zoals u gezien hebt, betalen 0 EUR. Voor ons ligt de oplossing daarin dat die bedrijven worden aangesproken, dat de grote vermogens aangesproken worden. Wij appreciëren de gedrevenheid van het personeel die heel die G-sportcampagne in elkaar steekt, maar wij zijn wel tegen een beleid dat ons stuurt in de richting van het vervangen van een overheidsbijdrage door sponsoring en crowdfunding en waar naar ons gevoel ook teveel energie wordt in gestoken ten koste van de kerntaken van die mensen, namelijk het stimuleren, begeleiden, organiseren van G-sport. Wij waarschuwen ervoor omdat het een beleid is dat wij ook bijvoorbeeld bij de stad Antwerpen zien, waar we ook zien dat sociale, culturele, onderwijsactiviteiten, die normaal door de overheid zelf voor het grootste deel moeten gefinancierd worden, afgebouwd worden tot aan de bos- en zeeklassen. Men zegt dan: je krijgt een voucher en zorg voor de rest maar voor alles wat je meer nodig hebt van begeleiding, wat er vroeger aangeboden werd, dat je dat ophaalt met crowdfunding en met sponsoring. We weten dat de voorzitter van de grootste partij een bewonderaar is van Margaret Thatcher, en van haar opvolger Cameron, en de Londense burgemeester Johnson, maar met dat beleid zijn wij totaal niet akkoord. Wij kunnen wel begrip hebben dat sponsoring en crowdfunding een flankerende rol kan spelen om de betrokkenheid van de mensen te verhogen, maar ik ben hier weer met mijn cactusplan. Ik heb ook op APB Sport gezegd: in plaats van zich in te spannen voor die diners, te gaan bedelen bij die grote multinationals, laat ons met al het personeel, ook met de departementshoofden, misschien met de gedeputeerden, eens meedoen aan de vakbondsstakingen die worden aangekondigd en die inderdaad steeds luider eisen wat hier in staat. Zorg dat er een eerlijke bedrijfsbelasting komt. Dat zou op zijn minst 3 miljard kunnen opbrengen. Daarmee zou men al veel meer kunnen doen voor de G-sport dan met die bedeltochten die we op dit ogenblik ondernemen. Ik dank u.
VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, ik dacht dat het een verkeerde tussenkomst was. Het ging niet over sport, het ging over groen- en recreatiedomeinen.
Groen- en recreatiedomeinen: VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik vraag een beetje begrip voor mijn leeftijd. Ik ben hier op 3 maanden na de tweede oudste van de raad. Zoals voor de meesten van u zijn het al tamelijk slopende dagen geweest.
235
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het departement Vrije Tijd is zeker het departement dat echt wel een mokerslag gekregen heeft, onaanvaardbaar. Dat hebben we ook gevoeld aan de hele stemming, al verschillende malen op dat departement. Het volstaat naar de oplijsting, die zij zelf gemaakt hebben, te kijken. Zij moeten meer dan 1,5 miljoen besparen. Er wordt heel veel bespaard op werkgelegenheid. Er verdwijnen maar liefst volgend jaar 20,3 VTE. Er is hier gisteren gesproken van een kaalslag. Ik ben er als PVDA-er die zich soms in het verleden bezondigd heeft aan het gebruik van overdreven termen, maar voor dit departement begint het er echt meer dan serieus op te gelijken. Gedeputeerde Peeters heeft vooral de aandacht getrokken op al datgene wat nog wel behouden wordt, en wat ook wij appreciëren, maar het zou er nog moeten aan mankeren dat je met het grootste deel van het provinciale budget, meer dan 30 miljoen EUR, niet een aantal prachtige, markante, goede dingen mee zou kunnen realiseren. Maar waar het om gaat is dat andere, goede, verdienstelijke dingen worden afgeschaft, of dat zoals hier bijvoorbeeld staat bij het verslag over hoe dat de provinciale groendomeinen regio Antwerpen gaan besparen: alle acties gaan wel door maar worden in de praktijk op een lager pitje gezet. Men schrijft uitdrukkelijk: de kwaliteit van het groenonderhoud zal verminderen. Het aantal leerlingen dat een educatief programma volgt, nu 30.000 per jaar, zal ook verminderen. Het vuurfeest wordt geschrapt. Dan het verslag van de provinciale groendomeinen regio Kempen: ook daar een daling van het aantal leerlingen natuureducatie, van de onthaalfunctie, het natuurbeheer zal dalen. Nu zal vooral het arbeidsintensieve natuurbeheer dalen. Er worden 2 VTE bij Natuurwerk geschrapt voor dat domein. In de provinciale groendomeinen regio Mechelen kregen we die zin te horen die ik hier bij het begin van de algemene bespreking gebruikt heb: we verlagen de frequentie van het gras afmaaien, we gaan het onkruid minder frequent afbranden. Ook wat de plantencollecties betreft is er het volgende: we bouwen de stek- en zaaiactiviteiten in de serre af, we verminderen perken in hun tweejarigen, enz. Wat het provinciaal recreatiedomein De Schorre betreft dat normaal heel veel, en veel meer inkomsten zou moeten kunnen putten en halen uit dat mega-commercieel evenement van Tomorrowland, en anderen, zelfs daar zien we dat elk eigen evenement vanaf nu 2 EUR gaat kosten. Het zogenaamde gratisverhaal, want niets is gratis, we hebben er wel allemaal veel belastingen voor betaald, zeker als poetsvrouw met 33%, is gedaan. Het gevolg gaat zijn dat iedereen die De Schorre bezoekt, zowel van autochtone als van allochtone origine, ervaart dat vele mensen samen naar die activiteiten die gratis waren gaan, en dat is nu weer precies uitgerekend voor die mensen een drempel. De huurprijzen op één jaar tijd gemiddeld met plus 15%. Bij het Zilvermeer schrappen van Trezart, besparen op onderhoud, prijs blokhutten plus 10%. De VTE’s, dat kan een beetje misleidend zijn, komen nu ineens in de boeken voor alsof ze gestegen zijn naar 79, daar waar ze in 2013 nog vermeldden 64 VTE’s. Dat komt gewoon omdat men nu ook de seizoenmedewerkers meerekent als VTE’s. Maar ook daar is er, zoals door de bestuurder bevestigd is, serieus bespaard en zal ook daar het gras minder vaak gemaaid worden. Dank u.
236
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Cuyt, dank u wel voor de uiteenzetting over de provincie in het verleden en het verdere verleden. Ik ben hier maar twee jaar, maar ik heb ook wel gemerkt dat wat onze diensten doen, of proberen te doen, bijna altijd goed gedaan wordt, op dat speeltuintje in het Rivierenhof na, maar daar zal ik het seffens over hebben. Ik denk ook dat nog altijd onze provincie en onze diensten in staat zijn om de dingen die zij doen op een zeer kwaliteitsvolle manier te doen, en dat wij zeer competent personeel hebben. Daar mogen wij echt mee naar buiten komen. Wat toerisme betreft weet u dat wij in het TPA toch wel de voorbije jaren een hele moeilijke oefening hebben moeten maken die ook te maken had met besparingen, maar ook met de toestand die daar op dat ogenblik was. Wij hebben in het begin van deze legislatuur een aantal ambities geformuleerd die we inderdaad wat moeten terugschroeven. Maar het blijft zo dat wij proberen om ook aan productontwikkeling nog te doen en niet alleen aan bestemmingspromotie. Een voorbeeld is nu dat wij ook in de Rupel het Ela gaan herprofileren, we gaan dat ook streekbeleving noemen, en we gaan daar ook aan productontwikkeling doen om een extra steuntje te geven aan de toeristische ontwikkeling van Klein Brabant en de Rupelstreek vooral. Daar is het echt nodig dat we een tandje bijsteken, gezien het economisch belang van het toerisme. Wat de Eerste Wereldoorlog betreft denk ik dat we daar nog geen definitieve beslissing over genomen hebben. Dat zullen wij in de deputatie moeten opnemen. Wij hebben nog wel wat tijd uiteraard, maar we zullen zien wat 2018 brengt. In de huidige omstandigheden is dat een beetje de verre toekomst in de zeer labiele situatie waarin de provincie, wat de financiën betreft, zich bevindt. Mijnheer Claessen, ik betreur met u dat daar het een en ander is misgelopen. Dat konden we zien op uw dia’s. Wij hebben in de natte zomer van dit jaar vastgesteld dat daar een infiltratieprobleem was van het water bij enkele speeltuigen die daar in de lente geplaatst zijn. Wat de extra kostprijs betreft om dit in orde te brengen, en het is op dit ogenblik in orde gebracht, die bedraagt 9.230 EUR exclusief BTW. Het studiebureau dat verantwoordelijk was voor de opmaak van het plan heeft destijds geen intensief onderzoek gedaan naar de ondergrond omdat dat gebied, en dat zal u misschien verbazen, toentertijd nooit te kampen heeft gehad met wateroverlast. Het is wel dat er toen een soort wilde begroeiing was en dat het misschien daardoor was dat men het niet gemerkt heeft, of dat het geen nat gebied was. Omwille van een prijsconflict met de aannemer zijn de werken pas na de zomervakantie aanbesteed. En omwille van de noodzakelijke werken aan de beschadigde lantaarnpaal, er is daar een lantaarnpaal omver gereden, is er door de dienst Infrastructuur toen voor gekozen om te wachten tot beide dossiers samen behandeld konden worden. Daarom heeft het een beetje geduurd. Het was ook een verzekeringskwestie rond die paal. Ondertussen zijn de drainagewerken achter de rug. Ik heb zelf ook enkele foto’s meegebracht om dit te illustreren. De speeltuigen zijn overigens gemaakt uit robiniahout, dat is een Europese hardhoutsoort, en hebben tot nu toe geen schade ondervonden door het water. Het dient dus ook opgemerkt te worden dat slechts een beperkt aantal van die speeltuigen echt in de plassen stonden, omdat daar ook kleine heuveltjes gemaakt staan en op die heuveltjes was er geen probleem van water. U hebt de
237
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
foto’s gezien. Het ziet er nog niet echt mooi uit, maar u begrijpt dat wij in het voorjaar daar nog opnieuw gras moeten gaan zaaien. Wat betreft het zand in de zandbak, en in de zandbakken van de provincie, dat wordt regelmatig vrijgemaakt van afval en bladeren. Wanneer nodig wordt ook het zand aangevuld en ongeveer jaarlijks wordt het zand vervangen. Er zijn geen aparte budgetten hiervoor, die maken deel uit van de algemene onderhoudsbudgetten van de groendomeinen. Ik wens ook mijn appreciatie uit te drukken voor uw bezorgdheid omtrent de luchtkwaliteit in dat gebied, maar ik vrees, en dat is hier al verschillende keren aan bod gekomen, dat de luchtvervuiling een probleem is van heel de Antwerpse agglomeratie. Dat is onlangs ook nog maar eens gebleken bij testen die men gedaan heeft met aardbeiplantjes. Het is daar dus inderdaad een probleem, maar de vraag is of dit ons er van moet weerhouden om te investeren in speelinfrastructuur in ons park. Ik denk dat de kinderen en de mensen die in de buurt wonen, Borgerhout en Deurne, ook recht hebben op een goede speeltuin. Wij kunnen alleen maar hopen dat de bevoegde beleidsniveaus werk maken van een verbetering van de luchtkwaliteit voor deze stad en andere steden. Een kleine bijdrage die wij hebben kunnen doen is dat er in die speeltuinen en aan die parking 70 nieuwe bomen zijn bijgeplant. Mijnheer Merckx, wat betreft uw tussenkomst over de G-sport weet ik niet of ik moet huilen of lachen. Ik heb het daar een beetje moeilijk mee. Ik zou in de eerste plaats willen beklemtonen, en ik heb dat in mijn toespraken ook altijd gedaan, dat voor mij in de eerste plaats, en eigenlijk ook wel voor de diensten, de promotie van de G-sport naar het brede publiek toe, naar de clubs, naar de ouders van de kinderen of volwassenen met een handicap, naar de atleten zelf, naar alle mensen die betrokken zijn, het belangrijkste is van het G-sportfonds. Wij willen geld spenderen aan de promotie, ook via allerlei media, voor de G-sport. Ik denk dat wij daar in de provincie Antwerpen ook in slagen. Wij zijn ook de provincie met het meeste aantal G-atleten en de meeste aantal clubs. Dat is nog altijd in stijgende lijn. Hoe meer mensen wij kunnen overtuigen van het feit dat sporten voor gehandicapten misschien nog belangrijker is dan voor mensen zonder beperking, omdat het door hun gezondheidstoestand juist nodig is dat zij meer bewegen, vinden wij als provincie belangrijk. Het feit dat wij daar privépartners bij betrekken daar begrijp ik niet goed wat daarvan het probleem is. U doet zo precies alsof de bijdrage die die bedrijven leveren klein is en dit misschien het enige is wat zij als maatschappelijk engagement leveren, maar ik kan u verzekeren dat heel wat van die bedrijven nog vele anderen goede zaken sponsoren en geld aan geven en dat dit maar één, soms van de vele projecten is die grote bedrijven in dit land ondersteunen. Ik vind het een beetje jammer dat u dit weer, en ik noem dat dan misbruikt om uw boodschap, uw ideologie, hier te verkondigen voor de zoveelste maal. Ik betreur dat. Wat de besparingen betreft in de domeinen hebt u gelijk. Ik ben daar heel open over geweest. We hebben dat in detail toegelicht in de commissies. We hebben dat ook op papier meegegeven. Ik denk dat we geprobeerd hebben dat grote besparingsbedrag zoveel mogelijk te spreiden over de domeinen. We hebben hier en daar wel uitzonderingen moeten maken. Zoals in de Nekker hebben wij veel geld moeten bijpompen voor de exploitatie van het zwembad. Dat is ook geen eenvoudige inspanning voor dit bestuur in de huidige financiële toestand. Maar wij proberen de domeinen in stand te houden. Daar is nog geen enkele boom of struik verdwenen. Die domeinen liggen er nog altijd en de brede bevolking kan er nog altijd van genieten. Als er activiteiten worden georganiseerd waar nu een zeer
238
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
kleine bijdrage wordt gevraagd, dan is dat ook om het onderhoud en de toegankelijkheid van die domeinen te blijven ondersteunen. Als wij daar steun kunnen krijgen van privéinvesteerders zoals de mensen van ID&T die ook Tomorrowland organiseren doet u zo precies alsof dat zij bijna niets bijdragen aan De Schorre. Zij investeren daar voor miljoenen euro’s waardoor dit domein een prachtig domein wordt dat nog dagdagelijks door mensen gratis kan bezocht worden. Het is alleen als daar speciale activiteiten worden georganiseerd dat daar nu een kleine bijdrage wordt gevraagd. Ik denk dat dit toch niet echt het einde van de wereld is. Ik weet echt niet wat ik daar nog verder moet op zeggen. Wij zitten in een besparingsmodus. Wij moeten de tering naar de nering zetten, en wij hebben een aantal keuzes gemaakt. Ik dank ook al de directies van de domeinen die daar zeer constructief hebben aan meegewerkt. U moet niet doen alsof dat daar dagdagelijks de klaagzang gezongen wordt. Ik heb heel andere geluiden gehoord. Dank u wel. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- U zegt, mijnheer Peeters, dat wij in een besparingsmodus zitten. Dat is waar. Niemand kan daar duidelijker over meespreken dan bijvoorbeeld het APB Sport. Op 3 jaar tijd moeten zij het met 1 miljoen EUR dotatie minder stellen. Indien men ervoor gevochten had dat die 1 miljoen EUR kon behouden blijven dan was er geen nood om 130.000 EUR bij bedrijven te halen, dat dan nog voor het grootste gedeelte betaald wordt door zuivere intercommunales. Die zijn blijkbaar nog het gulste. Dan had u meer dan dat bedrag terecht in die G-sport kunnen investeren. Het is dat dat in aanklaag, die besparingsmodus. U zegt: die bedrijven gaan een maatschappelijk engagement aan. Ik zeg u dat voor een bedrijf als Total, dat normaal 50 miljoen EUR belastingen per jaar moet betalen, dat er geen betaalt, 15.000 EUR aan dat fonds geven een afkoopsom is voor fiscaal incivisme voor wat ik niet, maar professor Maus gisteren op televisie noemde “fiscale piraterij”. Het is daar dat wij niet mee akkoord zijn en wat u blijkbaar wel verdedigt. Indien de grote vermogens op een eerlijke manier, wat nu ook al centraal staat in het nationale en het federale debat, zouden aangesproken worden, indien de bedrijven eerlijke belastingen zouden betalen voor al diegenen die miljarden winsten maken, dan was er 20 miljard beschikbaar voor publieke initiatieven die nu echt genadeloos worden afgebroken. Wat wij meemaken is geen verandering voor vooruitgang, dat is onder andere op het domein waar ik het daarnet over gehad, verandering naar achteruitgang. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik ga daar niet veel meer op zeggen. Ik denk dat wij van mening verschillen. Ik heb hier ook nooit die bedrijven op een of andere manier verdedigd of aangevallen. Ik vind het alleen fijn dat wij die bedrijven zo ver krijgen om een bijdrage te leveren aan het G-sportfonds. Daarbij wil ik het laten.
Applaus
239
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 7/1 en 7/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 7/1 van de agenda Autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Identificatienummer 1807. Beleidsactieplan. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 26 september 2013 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre goedgekeurd. Dit provinciebedrijf wordt met ingang van 1 januari 2014 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf als missie “Het ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod.” Artikel 7 van de beheersovereenkomst bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: Het meerjarenplan van het APB met doelstellingen en actieplannen Het budget van het APB met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het APB vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Het in de BBC-sjablonen opgenomen gecumuleerd resultaat vorige boekjaren wordt berekend aan de hand van een door de Vlaamse Gemeenschap voorgeschreven formule. Deze formule kijkt niet naar de boekhoudkundige resultaten van de vorige jaren, maar is een liquiditeitsratio. Het vermeld bedrag geeft de verhouding tussen de vorderingen + liquide middelen versus schulden weer. Dit document zit in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 25,40 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 1.785.289 EUR. In het meerjarenplan is 1.832.907 EUR voor 2016, 1.881.688 EUR voor 2017, 1.931.595 EUR voor 2018 en 1.982.723 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door de Raad van Bestuur goedgekeurd op 27 november 2014.
240
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 225 tot 237 van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 26 september 2013 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 1.785.289 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2015-2019 provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre.
van
het
autonoom
Artikel 3: Goedgekeurd wordt het budget 2015 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 7/2 van de agenda Autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Identificatienummer 1806. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 26 september 2013 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer goedgekeurd. Dit provinciebedrijf wordt met ingang van 1 januari 2014 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf als missie “Het ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod.” Artikel 7 van de beheersovereenkomst bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: Het meerjarenplan van het APB met doelstellingen en actieplannen Het budget van het APB met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het APB vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet.
241
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Het in de BBC-sjablonen opgenomen gecumuleerd resultaat vorige boekjaren wordt berekend aan de hand van een door de Vlaamse Gemeenschap voorgeschreven formule. Deze formule kijkt niet naar de boekhoudkundige resultaten van de vorige jaren, maar is een liquiditeitsratio. Het vermeld bedrag geeft de verhouding tussen de vorderingen + liquide middelen versus schulden weer. Dit document zit in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 79 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 3.749.877 EUR. In het meerjarenplan is 3.844.631 EUR voor 2016, 3.941.750 EUR voor 2017, 4.041.294 EUR voor 2018 en 4.143.320 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door de Raad van Bestuur goedgekeurd op 27 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 225 tot 237 van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 26 september 2013 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 3.749.877 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2015-2019 provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer.
van
het
autonoom
Artikel 3: Goedgekeurd wordt het budget 2015 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer.
242
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 7/1 en 7/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 58 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 7/1 en 7/2 worden goedgekeurd met 58 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 5 onthoudingen.
Nr. 7/3 van de agenda Budget 2015. Toegestane subsidies. 2014/64900000/18/0711. Subsidie aan EVAp Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker. Financieel- en werkingsverslag van 2013. Kennisname. Verslag van de deputatie Op 19 mei 2014 keurde de Algemene Vergadering van het Evap Provinciaal Sporten Recreatiecentrum De Nekker vzw, de jaarrekening 2013 goed. Deze wordt hierbij ook ter kennisname aan uw raad voorgelegd. Het werkingsjaar 2013 sluit af met een verlies over het boekjaar t.b.v. 276.602,79 EUR. In de balans resulteert dit in een negatief vermogen t.b.v. 934.779,56 EUR. De omzet bedraagt 1.798.174,53 EUR en is, omwille van de ingebruikname van het zwembad gestegen t.o.v. 2012. De exploitatiekost van het nieuwe zwembad dat in 2013 de deuren opende, geeft een meerkost van 580.551,84 EUR. Eenmalige kosten en investeringen, extra bewaking door de werfsituatie en een geraamd exploitatieverlies voor de cafetaria door de late afwerking ervan, maken het tekort nog groter. Verder veroorzaakte de regularisering van de ADV-dagen om zich in orde te stellen met het Paritair Comité, ook een meerkost. De bijzondere financiële inspanning van de provincie, einde 2013, kon uiteindelijk het verlies nog beperken tot de 276.602,79 EUR. Het zwembad Nekkerpool kreeg in 2013 188.991 zwemmers over de vloer. Ter informatie kan nog meegedeeld worden dat de totale loonkost 2.154.109,22 EUR bedroeg in 2013. De provinciale werkingstoelage bedroeg 2.756.420 EUR in 2013.
243
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Op de Algemene Vergadering/Raad van Bestuur van 19 mei 2014 werden al een aantal structurele maatregelen besproken (en later ook genomen) om het werkingsdeficit te beperken in de toekomst. De rekening 2013 werd als bijlage toegevoegd in Sindala. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 13 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het financieel en werkingsverslag van het Evap Provinciaal Sport- en Recreatiecentrum De Nekker vzw over 2013. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
Nr. 7/4 van de agenda Extern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker vzw. Identificatienummer 1810. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 22 november 2012 de oprichting van het extern verzelfstandigd agentschap “De Nekker” goedgekeurd. Dit agentschap werd met ingang van 1 januari 2013 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het extern verzelfstandigd agentschap als missie: -
-
versterken van het betaalbaar en kwaliteitsvol aanbod aan recreatieve, verblijfs- en sportieve accommodatie binnen de recreatiedomeinen van de provincie Antwerpen met de bedoeling de belevings- en amusementswaarde van zowel de dag- als de verblijfrecreanten op te drijven; versterken van de provinciale entiteit van de eigen recreatie- en groendomeinen rekening houdende per locatie met het regionale profiel en de lokale fysieke potenties en mogelijke samenwerkingsverbanden.
Artikel 7 van de samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt
Het meerjarenplan van het EVAp met doelstellingen en actieplannen
244
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Het budget van het EVAp met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het EVAp De Nekker vzw vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet.
Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 73,25 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het extern verzelfstandigd agentschap uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 2.555.264 EUR. In het meerjarenplan is 2.607.570 EUR voor 2016, 2.660.922 EUR voor 2017, 2.715.340 EUR voor 2018 en 2.770.846 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het extern verzelfstandigd agentschap werden door de Raad van Bestuur goedgekeurd op 1 december 2014. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 20 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 238 tot 240bis van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 22 november 2012 houdende goedkeuring van de statuten van het extern verzelfstandigd agentschap “De Nekker”; Gelet op de samenwerkingsovereenkomst agentschap “De Nekker”;
met
het
extern
verzelfstandigd
Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het extern verzelfstandigd agentschap “De Nekker” voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 2.555.264 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2015-2019 van het extern verzelfstandigd agentschap “De Nekker”. Artikel 3: Goedgekeurd wordt het budget 2015 van het extern verzelfstandigd agentschap “De Nekker”.
245
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 60 stemmen ja, bij 5 onthoudingen.
Nr. 7/5 van de agenda Budget 2015. Toegestane subsidies. 2014/64900000/18/0680. Subsidie aan EVAp Arboretum Kalmthout vzw. Financieel- en werkingsverslag van 2013. Kennisname. Verslag van de deputatie Op 24 maart 2014 keurde de Algemene Vergadering van Evap Arboretum Kalmthout vzw de jaarrekening en het jaarverslag 2013 goed. De jaarrekening 2013 en het jaarverslag worden aan uw raad ter kennisgeving voorgelegd. Uit de bijgevoegde jaarrekening 2013 blijkt dat er een verlies was van 26.821,66 EUR. Het eigen vermogen van het Evap Arboretum Kalmthout vzw, bedraagt 358.363,47 EUR. De personeelskosten bedroegen 648.649,54 EUR in 2013. In 2013 betaalde de provincie Antwerpen een subsidie uit ten bedrage van 285.000 EUR. De werking van het Arboretum concentreert zich zowel op de Arboretumtuin zelf als op wetenschap en educatie. Naast de wandelingen en workshops worden tal van evenementen en initiatieven genomen. Traditioneel gekend zijn de Hamamelisfeesten, de Helleborusdagen en de Tuindagen. Vernieuwend zijn het Sneeuwklokjesweekend, het Tomatenfestival en de vlinderwerking. Een frequente elektronische nieuwsbrief en de website www.AboretumKalmthout.be bundelen en promoten alle initiatieven en acties. De jaarrekening werd als bijlage toegevoegd in Sindala. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 13 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie,
246
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het financieel en werkingsverslag van het Evap Arboretum Kalmthout vzw over 2013. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
Nr. 7/6 van de agenda Extern Verzelfstandigd Agentschap Arboretum Kalmthout vzw. Identificatienummer 1809. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 22 november 2012 de oprichting van het extern verzelfstandigd agentschap “Arboretum Kalmthout vzw” goedgekeurd. Dit agentschap werd met ingang van 1 januari 2013 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het extern verzelfstandigd agentschap als missie: -
-
versterken van de provinciale identiteit van de eigen recreatie- en groendomeinen rekening houdende per locatie met het regionale profiel en de lokale fysieke potenties en mogelijke samenwerkingsverbanden; verhogen van een gevarieerd en complementair aanbod aan provinciale groendomeinen ten behoeve van meer mogelijkheden tot natuurrecreatie, rekening houdend met doelgroepen, regionale indeling en de mate van recreatiedruk; verbeteren van de kwaliteit van het beheer van het levend erfgoed enerzijds ter bescherming en verdere uitbreiding van dit erfgoed en anderzijds om de uitstraling van de provinciale groendomeinen verder te versterken.
Artikel 7 van de samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: Het meerjarenplan van het EVAp met doelstellingen en actieplannen Het budget van het EVAp met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het EVAp Arboretum Kalmthout vzw vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet. Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 8,75 VTE nodig.
247
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het extern verzelfstandigd agentschap uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 320.257 EUR. In het meerjarenplan is 326.663 EUR voor 2016, 358.196 EUR voor 2017, 364.860 EUR voor 2018 en 371.657 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het extern verzelfstandigd agentschap worden door de Algemene Vergadering goedgekeurd op 1 december 2014. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 20 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 238 tot 240bis van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 22 november 2012 houdende goedkeuring van de statuten van het extern verzelfstandigd agentschap “Arboretum Kalmthout vzw”; Gelet op de samenwerkingsovereenkomst agentschap “Arboretum Kalmthout vzw”;
met
het
extern
verzelfstandigd
Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het extern verzelfstandigd agentschap “Arboretum Kalmthout vzw.” voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 320.257 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2015-2019 van het extern verzelfstandigd agentschap “Arboretum Kalmthout vzw”. Artikel 3: Goedgekeurd wordt het budget 2015 van het extern verzelfstandigd agentschap “Arboretum Kalmthout vzw”. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 60 stemmen ja, bij 6 onthoudingen. Mevrouw VERLINDEN zegt dat zij ja wilde stemmen.
248
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Nr. 7/7 van de agenda Budget 2015. Toegestane subsidies. 2015/64900000/18/0680. Subsidie aan vzw Kempens Landschap. Financieel- en werkingsverslag van 2013. Kennisname. Verslag van de deputatie Door de Algemene Vergadering van de vzw Kempens Landschap werd op 14 maart 2014 het financieel verslag over 2013 goedgekeurd. Het boekjaar sluit af met een positief resultaat van 336.350,12 EUR. Na aftrek van de financiële kosten (hoofdzakelijk interesten op leningen aangegaan om patrimonium te verwerven) eindigt het boekjaar met een positief resultaat van 105.500,00 EUR. De balans sluit af met een totaal van 35.545.778,71 19.480.703,24 EUR netto boekwaarde van de vaste activa.
EUR
waarvan
De toelage van de provincie in 2013 bedroeg 2.205.485 EUR, aangevuld met een bijzondere dotatie voor het project Merksplas Kolonies (11.390.995 EUR) wat op een afzonderlijke rekening wordt geboekt. De gemeentelijke bijdragen bedroegen 520.899,55 EUR. 717.768,28 EUR werd ontvangen aan diverse Europese subsidies. In 2013 werd actief verder gewerkt aan volgende projecten: - Landschapsproject “de kolonies” - Landschapsproject “De Merode” - Roosendael te Sint-Katelijne-Waver - Spoorwegfort van Duffel - Dorpskernvernieuwing Gestel - Kloosterdomein Franciscanessen te Wuustwezel Het totale patrimonium van vzw Kempens Landschap bedraagt 832 Ha 91 a 23 ca. De jaarrekening 2013 werd als bijlage toegevoegd in Sindala. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 20 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het financieel en werkingsverslag over 2013 van de vzw Kempens Landschap. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
249
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 7/8 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Sport. Identificatienummer 1808. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 23 april 2009 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Sport goedgekeurd. Dit provinciebedrijf werd met ingang van 1 januari 2010 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf als missie: “Elke inwoner van de provincie aan te zetten tot levenslang gezond te bewegen of te sporten. Kwaliteit, vernieuwen en samenwerken staan voorop”. Artikel 7 van de beheersovereenkomst bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: het meerjarenplan van het APB met doelstellingen en actieplannen, het budget van het APB met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen. Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Het in de BBC-sjablonen opgenomen gecumuleerd resultaat vorige boekjaren wordt berekend aan de hand van een door de Vlaamse Gemeenschap voorgeschreven formule. Deze formule kijkt niet naar de boekhoudkundige resultaten van de vorige jaren, maar is een liquiditeitsratio. Het Vermeld bedrag geeft de verhouding tussen de vorderingen + liquide middelen versus schulden weer. Dit document zit in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 36,8 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 2.607.634 EUR. In het meerjarenplan is 2.815.806 EUR voor 2016, 2.875.140 EUR voor 2017, 2.935.661 EUR voor 2018 en 2.997.392 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door de Raad van Bestuur goedgekeurd op 8 december 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 225 tot 237 van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 23 april 2009 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Sport; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Sport;
250
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Sport voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 2.607.634 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt provinciebedrijf Sport.
het
meerjarenplan
2015-2019
van
het
autonoom
Artikel 3: Goedgekeurd wordt het budget 2015 van het autonoom provinciebedrijf Sport. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 53 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 11 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 11 onthoudingen. Toerisme: Nr. 7/9 van de agenda Budget 2015. Toegestane subsidies. 2015/64900000/18/0529. Subsidie aan vzw Toerisme Provincie Antwerpen. Financieel- en werkingsverslag van 2013. Kennisname. Verslag van de deputatie Op 14 mei 2014 keurde de Algemene Vergadering van de vzw Toerisme Provincie Antwerpen het financieel verslag over 2013 goed. Vzw Toerisme Provincie Antwerpen is de Provinciale Toeristische Organisatie (PTO) van de Provincie Antwerpen. In het budget 2015 is een subsidie ten gunste van de vzw Toerisme Provincie Antwerpen ingeschreven van 2.851.437 EUR. De jaarrekening en het jaarverslag worden jaarlijks ter kennisgeving voorgelegd aan uw raad naar aanleiding van de budgetopmaak. Bespreking resultatenrekening 2013 De vzw legt een resultatenrekening voor met een bedrag van 4.007.729,76 EUR aan inkomsten en 4.506.466,46 EUR aan kosten en een negatief resultaat over het werkingsjaar 2013 van 498.736,70 EUR.
251
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Inkomsten 2013 INTERNE ZAKEN Beheer gebouwen Diverse subsidies Cofinanciering clusterwerking Lidgelden Overige / Diverse resultaten
10.012,61 3.178.537,10 82.686,31 5.096,00 8.744,72
EUR EUR EUR EUR EUR
BELEID EN ONTWIKKELING Kenniscentrum Routebureau Projecten cofinanciering
12.000,00 EUR 64.419,11 EUR 171,934,86 EUR
MARKETING EN COMMUNICATIE Cofinanciering marketingacties Verkoop Overige opbrengsten
184.283,72 EUR 128.207,88 EUR 23.861,28 EUR
Totaal bedrijfsopbrengsten Totaal financiële opbrengsten
3.869.783,59 EUR 8.817,56 EUR
TOTAAL OPBRENGSTEN
4.007.729,76 EUR
Uitgaven 2013 INTERNE ZAKEN Personeel Wagens ICT Gebouwen Uitrusting meubilair en installaties Kantoor Werking vereniging
2.594.817,60 16.562,47 48.119,27 94.972,27 5.265,39 18.739,14 34,593,19
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
BELEID EN ONTWIKKELING Kenniscentrum Aanbodsontwikkeling Routebureau Projecten
95,824,84 87.055,74 170.852,80 101.955,53
EUR EUR EUR EUR
MARKETING EN COMMUNICATIE Beurzen Publicaties Webmarketing Promotionele acties Pers en mediawerking Toeristische partnerships Communicatie en PR Distributie en onthaal MICE (Meeting Kempen) Algemeen
32.019,06 89.331,74 10.851,59 17.007,95 83.142,83 520.183,55 7.292,97 19.143,34 49.989,95 98.393,36
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
REGIOWERKING Subsidies
80.060,02 EUR
252
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Regiobijeenkomsten Overige
19.914,39 EUR 4.246,25 EUR
Totaal afschrijvingskosten Voorraadwijziging handelsgoederen Totaal overige bedrijfskosten
57.956,96 EUR 18.289,93 128.241,03 EUR
Totaal bedrijfskosten Totaal financiële kosten
4.504.823,16 EUR 1.643,30 EUR
TOTAAL KOSTEN
4.506.466,46 EUR
Het financieel verslag 2013 werd als bijlage digitaal toegevoegd in Sindala. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 13 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het financieel en werkingsverslag 2013 van de vzw Toerisme Provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Veiligheid: Nr. 8/1 van de agenda Autonoom provinciebedrijf Campus Vesta. Identificatienummer 40200100. Budget 2015 en meerjarenplan 2015-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 19 februari 2009 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta goedgekeurd. Dit provinciebedrijf werd met ingang van 1 januari 2010 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf als missie “Wij dragen samen bij tot een optimale werking van de hulpverlening en het verhogen van de veiligheid in de samenleving”. Artikel 7 van het beheersprotocol bepaalt dat de deputatie jaarlijks aan de provincieraad volgende documenten m.b.t. het budget ter goedkeuring voorlegt: Het meerjarenplan van het APB met doelstellingen en actieplannen
253
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het budget van het APB met de acties ter uitwerking van de doelstellingen en actieplannen Het organogram van het APB vindt u terug bij de budgettoelichting op het intranet
Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Beide documenten zitten in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2015 zijn, zoals blijkt uit de budgettaire personeelsbehoefte, 73,4 VTE nodig waarvan 1,5 VTE gedetacheerden van de provincie Antwerpen, 4 gedetacheerden van de politie en 6 ter beschikking gestelden (gratis) van de politie. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2015 1.092.507 EUR. In het meerjarenplan is 1.115.837 EUR voor 2016, 1.139.633 EUR voor 2017, 1.163.905 EUR voor 2018, en 1.188.661 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 13 november 2014. Het ontwerp van het budget 2015 en van het meerjarenplan 2015-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door Raad van Bestuur goedgekeurd op 28 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 225 tot 237 van het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 19 februari 2009 houdende goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta; Gelet op de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta voor het uitvoeren van zijn budget 2015 een dotatie van 1.092.507 EUR zal ontvangen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan provinciebedrijf Campus Vesta.
2015-2019
van
het
autonoom
Artikel 3: Goedgekeurd wordt het budget 2015 van het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
254
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 5 onthoudingen. Personeel en organisatieontwikkeling: VOORZITTER.- Mevrouw Vanalme heeft het woord. Mevrouw VANALME.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw en heren van de deputatie, Collega’s, Door terecht vast te houden aan het principe van ‘geen naakte ontslagen’, ondanks de steeds zwaardere budgettaire inspanningen, heeft dit provinciebestuur niet meteen de gemakkelijkste oplossing gekozen. In verhouding tot de oefening van 13,5% is er op het personeel zeker geen 13,5% bespaard. Toch is het onvermijdelijk dat, zeker in de arbeidsintensievere APB’s, niet evenveel mensen aan de slag kunnen blijven als dat de voorbije jaren het geval was. Waar eerder al een efficiëntieoefening is doorgevoerd, maken de keuzes van dit bestuur en de vermindering van bepaalde taken het schrappen van bepaalde functies noodzakelijk. De manier waarop dit wordt aangepakt door dit bestuur verdient appreciatie, omdat dankzij de doorgedreven interne mobiliteit heel wat werknemers een nieuw perspectief geboden wordt, dat verder gaat dan tewerkstelling om de tewerkstelling. Dankzij de interne mobiliteit houden wij ons menselijk kapitaal en de ervaring van deze mensen aan boord, bieden wij hen een nieuwe, relevante functie en besparen we op vacatures. Beste raadsleden, mijn fractie en ikzelf zijn er van overtuigd dat dit een goed verhaal is. Het schrappen van functies voor 50 VTE is een logisch gevolg van de verminderde budgetten en de verminderde taakstelling. Ik ben er gerust in dat de begeleiding vanuit het departement Mens, Communicatie en Organisatie op een goede manier zal verlopen en dat in overleg met elk betrokken personeelslid een oplossing op maat zal worden gezocht. Dat de onzekerheid over de toekomst van dit bestuur zijn sporen heeft nagelaten bij het personeel, is onvermijdelijk. Er zijn de voorbije weken en maanden ongetwijfeld heel wat vragen geweest en ook deze besparingsoefening heeft waarschijnlijk voor bijkomende vraagtekens gezorgd. U gaat er prat op dat alles in overleg met de vakbonden gebeurd is en uit de cijfers blijkt dat de stakingsbereidheid bij het personeel beperkt was (9%). Dat kan er op wijzen dat het personeel de gemaakte keuzes begrijpt. Daarom is mijn vraag voor u gedeputeerde, hoe het overleg met de vakbonden is verlopen bij het nemen van deze maatregelen en hoe is er de voorbije maanden, weken en dagen gecommuniceerd met het personeel over de te nemen maatregelen?
255
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Claessen heeft het woord. De heer CLAESSEN.- Voorzitter, Collega’s, Ik denk dat de charmante mevrouw Vanalme goed heeft verwoord wat de bezorgdheid is van de raadsleden over het personeel, maar toch nog even kort wat kritischer noot. Wanneer ergens in onze provincie een bedrijf of firma sluit of moet afslanken en er noodgedwongen personeel moet afvloeien staan alle meerderheidspartijen hier aan de sprekersstoel om hun ongenoegen te uiten van deze personeelsbesparingen. Het klinkt dan ook zuur dat een provinciebestuur, toch met een zekere voorbeeldfunctie, nu zelf een 60-tal werknemers moet overplaatsen of laten afvloeien. Als Vlaams Belang maken wij ons dan ook zorgen over de toenemende onzekerheid bij het provinciepersoneel. De grens van besparingen is echt wel bereikt wil de provincie niet met gedemotiveerd personeel zitten, of anders dreigt er binnenkort een leegloop van waardevolle en bekwame werknemers. De mensen die in het verleden gekozen hebben voor de provincie als werkgever hebben vooral gekozen voor werkzekerheid. Niet alleen de onzekerheid, maar vooral de besparingen zowel provinciaal, Vlaams, als federaal, heeft een enorme impact op de werknemers. Inderdaad, mijnheer De Haes, de hakbijl is niet door de provincie bovengehaald. Dat heeft de federale en Vlaamse regering al gedaan. Het provinciebestuur gaat het voor hun werknemers nog wat aanscherpen. Misschien moet de deputatie maar eens communiceren waar ze zelf op menen te besparen, hoewel ik er van bewust ben dat gedeputeerde Peeters geen cadeau heeft gekregen, en er nu eenmaal geen eenvoudige manier bestaat om het personeelsbestand te minderen, maar het personeel is uiteindelijk wel de dupe. Het Vlaams Belang zal dan ook met aandacht het personeelsbeleid blijven opvolgen. Ik dank u.
VOORZITTER.- Mevrouw Moreau heeft het woord. Mevrouw MOREAU.- Mijnheer de voorzitter, Mijnheer de gedeputeerde, Mijn tussenkomst is heel erg kort, maar daarom niet minder belangrijk. U hebt in uw commissie toegelicht dat de provincie in totaal 50 VTE moet besparen, eigenlijk ongeveer 70 VTE, maar 18 VTE staan op een lijst van interne mobiliteit. U stelde dat de provincie haar uiterste best zal doen om naakte ontslagen te vermijden en om te trachten om voor deze mensen een nieuwe tewerkstelling te zoeken. En u stelde ons hierbij gerust dat zelfs indien dat niet zou lukken, u alleszins de loonlasten van 875.000 EUR zal voorzien in 2015. U besloot dat aldus een dubbele zekerheid werd ingebouwd, en ook dat iedereen die kan worden herplaatst aldus een dubbele besparing uitmaakt. Onze fractie is natuurlijk blij met het gegeven dat de deputatie er alles aan wil doen om ontslagen te vermijden. Maar wij zijn ook bezorgd. 50 VTE is aanzienlijk, en binnen minder dan 3 weken zijn we 2015.
256
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
Daarom hebben we de volgende twee vragen. 1) Is er al een concreet uitgewerkt plan van aanpak? 2) Hebben wij, zonder te twijfelen over de competentie, voldoende expertise in huis om dit zelf op te lossen, of zou het toch niet aangewezen zijn om hulp in te roepen van externe specialisten zoals bijvoorbeeld de firma Mobius, mensen die echt ervaring hebben om die problemen op te lossen? Ik dank u.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord. Mevrouw VAN HOFFELEN.- Geachte voorzitter, Leden van de deputatie, Beste collega's, Sinds ik voor Groen in de raadscommissie Personeel zit, heb ik kunnen vaststellen dat het personeelsbeleid van de provincie er één is waar ik als federaal ambtenaar enkel maar met afgunst en bewondering naar kan kijken. Personeelsleden worden betrokken bij het beleid, hebben een degelijk statuut en ook de contractuele personeelsleden zijn heel wat beter af dan hun collega's uit andere openbare diensten. Uit de toelichtingen tijdens de raadscommissie Personeel blijkt dat er, ondanks de zware besparingsronde, ernstige inspanningen worden geleverd om het provinciepersoneel zo veel mogelijk aan boord te houden. In 2015 ziet het er naar uit dat dit ook grotendeels zal lukken, vooral door interne verschuivingen en het uitstellen van wervingen. Er blijken zelfs meer interne vacatures te zijn dan gereaffecteerden, en er is ons beloofd dat naakte ontslagen kunnen worden vermeden. Toch blijft het afwachten wat de evaluatie van deze procedures zal zijn in de loop van 2015. Ik ben vooral bezorgd voor 2017 wanneer de persoonsgebonden materies aan Vlaanderen worden overgedragen. Ik lees in de perstekst, en ik citeer: "Naar aanleiding van de Interne Staatshervorming en het Vlaamse regeerakkoord, zal de provincie ook in onderling overleg met de Vlaamse Regering de nodige inspanningen doen voor het correct overhevelen van taken naar andere bestuursniveaus of organisaties. Uitgangspunt blijft dat dit niet ten koste mag gaan van de dienstverlening aan de burger". Dit is een nobel doel maar het blijft m.i. eerder bij een intentieverklaring waarbij wel over de over te dragen taken wordt gesproken, maar niet over welk personeel, onder welk statuut dit en vooral met hoeveel personeel dit zal gebeuren. Enkele jaren geleden werden er in het kader van de vorige staatshervorming een aantal fiscale taken en bevoegdheden overgeheveld van het federale naar het Vlaamse niveau, met het bijhorende personeel. De operationalisering hiervan werd met een jaar uitgesteld en zelfs daarna duurde het nog meer dan een half jaar voor de bevoegdheden wettelijk geregeld waren. Vlaanderen was hier duidelijk niet klaar voor.
257
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Met deze ervaring in het achterhoofd, stel ik mij dan ook de volgende vragen. Gaat Vlaanderen alle "getroffen" ambtenaren overnemen en wat met hun statuut of arbeidsovereenkomst? Wat met de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden? Bij de Vlaamse overheid is die beperkt tot schoonmaak- en cateringpersoneel. Welke inspanningen zal het provinciebestuur leveren om personeelsleden met hun expertise aan boord te kunnen houden? Wat zal het provinciebestuur doen om te vermijden dat deze ambtenaren omwille van de jobonzekerheid, zelf ontslag nemen? Wachten tot de problemen zich stellen om actie te ondernemen is geen optie. Stilstaan is achteruitgaan, en mij verbaast en verontrust het fatalisme en berusting die bij deze deputatie heerst. Wij delen dus de ongerustheid en bezorgdheid van het personeel en vragen dat het provinciebestuur deze bezorgdheden ernstig neemt en vooral duidelijkheid en garanties eist van de Vlaamse Regering. Bovenal moeten we niet wachten tot de meubelen - die nu min of meer gered zijn - in 2017 openbaar verkocht blijken te zijn. Dank u.
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Om alle misverstanden en onnodig kwaad bloed te vermijden, zal ik starten met de mededeling dat wij de bevoegde gedeputeerde waarderen voor zijn bezorgdheid om het personeel. Maar het is onze taak, gelet op deze besparingsronde waar wij een totaal andere visie over hebben, om in 2de orde ook hem en zijn collega’s gedeputeerden daarover aan te spreken en kritiseren. Wij zullen in die zaak in de eerste plaats ook onze pijlen richten naar zijn collega’s in Vlaanderen, Bourgeois en Homans, die toch die besparingsronde ineen hebben gestoken. En dan hebben we het meer bepaald over de opeenvolgende besparingsmaatregelen in het 3-5-8% scenario en daar bovenop ook de afschaffing van het provinciefonds. Het gevolg van dit laatste is dat er nu supplementair opnieuw ongeveer 2.5 miljoen EUR moet bespaard worden op personeel. Dat is een nieuwe zware ingreep op het personeelsbestand. De situatie is ernstiger dan men laat uitschijnen. Mijn tussenkomst heeft de bedoeling dit duidelijk te maken. 15% besparingen op personeelskosten heeft gevolgen. Eerst willen we zeggen dat we ondanks onze vele vragen in de commissies geen duidelijke tabellen hebben gekregen waaruit we per dienst konden uitmaken wat het personeelsbestand was op 1 januari 2013 en hoe deze er zal uitzien op 31 december 2015. Het blijkt bijzonder moeilijk te zijn om juiste cijfers te krijgen over de verschillende diensten heen. De besparing op het personeelskader gebeurt ook door niet invulling van vacatures (geplande personeelsuitbreiding). Dit alles brengt met zich mee dat het moeilijk is budgetcijfers te vergelijken. En we vermoeden dat het ook wel een stuk aan BBC liggen. Daarom baseren we ons op de cijfers ons gegeven door de Heer Caluwé: in de voorbije twee jaar werden 45 VTE’s geschrapt en nu opnieuw 50 VTE’s of tesamen 95 VTE’s. In de praktijk betekent toch zeker minstens 105 à 110 personeelsleden. Met zo veel meer
258
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
hadden we hier kunnen werken aan de provincie om een goede openbare dienstverlening te verzekeren. En voor alle duidelijkheid, JA wij vinden dat de overheid voor tewerkstelling moet zorgen, zeker in tijden van crisis, wanneer de private sector duidelijk faalt. De belastingbetaler betaalt dat, zegt men. Ja, maar dat argument gaat werkelijk niet op. Want de belastingbetaler betaalt ook een werkloze en bij een reguliere tewerkstelling is er nog een return naar fiscus en sociale zekerheid toe. En ja, de openbare dienstverlening van de provinciale diensten lijdt nu al onder de besparingsmaatregelen. Ik geef maar een paar voorbeelden uit de commissies. Op onze vraag naar eventuele verhoging van werkdruk bleek uit de antwoorden dat vele leidinggevenden zien dat hun medewerkers op hun tandvlees zitten. De niet- vervangen personeelsleden zaten toch immers ook niet met hun vingers te draaien. - Op de commissie Waterbeleid horen wij: “Laat ons hopen dat we een koude lente hebben opdat we dan minder slibruimingen moeten doen. Anders zullen we prioriteiten moeten stellen. Ik wil zeker geen werknemers verliezen door teveel stress. Landbouwgebieden zijn niet prioritair bij overstroming.” Je zult die landbouwer maar zijn die met de miserie zit, zei collega Schoofs op de commissie. - Parken en recreatie heeft mijn collega Kris al gezegd: “Ja, dan zullen we het gras maar eens minder maaien.“ - Bij Energie , Communicatie en ICT worden drie VTE’s geschrapt. Dat is toch niet min. De leidinggevende ambtenaar is er zich terdege van bewust dat dit serieuze werkdruk legt op zijn personeel. - De directeur van APB Havencentrum vraagt dringend om meer personeel. - In de commissie Sport zei de ambtenaar dat het nu al echt niet meer te doen is. - En ik wil eindigen met de plastische uitspraak van gedeputeerde Caluwé i.v.m. de Hooibeekhoeve en Pluimveebedrijf over de besparingen op de dotaties aldaar. We kunnen het zo stellen: “De koeien zijn gemolken, de kiekens gepluimd en dan zien we wel verder”. Collega’s, als we deze evolutie nu niet keren, waar zal dit eindigen? We menen “in zeer vele naakte ontslagen”. De onzekerheid bij het personeel neemt zienderogen toe. Dit is nogmaals gebleken op het debat rond de toekomst van de provincies, georganiseerd vorige maandag door de Vlaamse Vereniging voor journalisten hier in Antwerpen. De deputatie probeert “naakte ontslagen“ te vermijden, maar hoe zwaarder de besparingen worden, hoe minder dat men daarin zal slagen. En dit alle goede bedoelingen ten spijt. Want het Vlaamse Gewest neemt de taken niet over. Dit hebben we al gemerkt bij het Gouverneur Kinsbergencentrum met 10 ontslagen en merken we ook deels bij APB Sport. Dat zijn de voorbodes van hetgeen komt op veel grotere schaal. En het heeft dezelfde gevolgen bij externen. Door de besparingen wordt er bijvoorbeeld 240.000,00 EUR bespaard op subsidies aan Natuurwerk in de sociale economie. Dit heeft zware gevolgen. Het verbreken van de klaverbladfinanciering heeft echt zware gevolgen. Door de besparingsmaatregelen komen de routedokters en werknemers van Natuurwerk met mekaar in concurrentie. We zullen ze niet allemaal terug aan het werk krijgen. Ondertussen zijn de routedokters in hun opzeg gezet. Wie geen nieuw werk vindt, gaat dus naar de werkloosheid. Ik kan dit niet anders bestempelen als “naakte ontslagen”.
259
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Maar het kan nog verdere gevolgen hebben. Als Natuurwerk het zonder deze subsidies moet doen zal ze haar prijzen moeten aanpassen. En de gemeenten hebben nu al geen geld. Ook daar zullen projecten sneuvelen. De kans zit er in dat ze op vrij korte termijn de boeken zullen moeten sluiten. En dat zou betekenen dat daar nog eens 100 mensen zonder werk vallen. Dat is de consequentie van al onze besparingen naar de maatschappij toe, naar externen, waar we ook verantwoordelijkheid voor hebben. Dit is het sneeuwbaleffect van schrappen van subsidies in de sociale economie. Daar moeten wij absoluut rekening mee houden. Want reken er niet op “Vlaanderen zal niet overnemen.” Mijn collega van Groen heeft het daarstraks duidelijk aangetoond. Het Vlaams Gewest schrapt zelf zo’n 1.750 jobs de komende jaren. Bij het starten van het nieuwe parlementair jaar protesteerden de vakbonden met een hakbijl. Voorzitter, ik zal afronden. Ik wil hier echt niet met de vinger naar de deputatie wijzen, wel naar de hakbijloperaties van Vlaanderen onder leiding van Geert Bourgeois en Liesbeth Homans. Waar wij wel kritiek hebben op de deputatie is “hoe reageert men daartegenover”. Voert men de opgelegde besparingen loyaal door, ook al probeert men ze zo pijnloos mogelijk te maken voor het betrokken personeel. Dinsdag, tijdens de uiteenzetting van de eerste gedeputeerde, is duidelijk gebleken dat men daar effectief een andere mening over heeft dan wij. Wij zijn voor een houding van verzet tegen de door Vlaanderen opgelegde besparingsmaatregelen. Dit is hetgeen we meer en meer horen bij het personeel. Zij willen niet dat hun overheid aan stervenbegeleiding doet en hen een mooie begrafenis bezorgt, maar naar Vlaanderen trekt om daar hard op tafel te kloppen om meer geld te eisen om hier aan een degelijk beleid te doen. Op Kris en mezelf kunnen jullie rekenen om mee te gaan. Tenzij jullie het met deze besparingspolitiek eens zijn – zou ik zeggen: collega’s, het is tijd om nu het tij te keren. Ik dank u.
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik zal proberen te antwoorden in volgorde van de sprekers, maar bepaalde delen van die antwoorden zullen ook voor de anderen bestemd zijn omdat er soms gelijklopende vragen gesteld zijn. Mevrouw Van Olmen, ik dank u voor uw ondersteunende boodschap. Wat betreft het overleg met de vakorganisaties en de communicatie naar het personeel is het zo dat wij onze plannen altijd toegelicht hebben - wij hebben minstens een keer per maand overleg met de vakbonden – en uitgelegd op welke manier dat wij dat probleem van het wegvallen van jobs gingen oplossen. Voor alle duidelijkheid wil ik in dit verband nog eens herhalen voor alle interpellanten dat het gaat over 50 VTE’s die wegvallen tegenover het oorspronkelijke budget. Maar als je vergelijkt met de vorige jaren, of met het beginbudget voordat we aan die 11 miljoen moesten beginnen, ga je telkens andere getallen zien omdat en cours de route soms personeel wordt bij aangeworven of vacatures worden bij
260
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
gecreëerd. Mevrouw Verhaert heeft daarstraks het voorbeeld gegeven van die ICT’ers die, in plaats van dat we dat met werkingsmiddelen betalen, we nu vaste mensen in dienst nemen. Dat gaat over een 10 à 15 mensen. Daardoor stijgt weer het aantal VTE’s. Als je gaat vergelijken tussen het aantal mensen dat wij uiteindelijk na besparingen gaan overhouden, met de mensen die wij hadden in begin 2013, gaat het eigenlijk maar om een vermindering van enkele tientallen werknemers. Het verschil in het personeelsbestand van dit bestuur, tenminste de mensen die wij zelf in dienst hebben, is zeer beperkt. Die 11 miljoen gaat over 15 VTE’s die geschrapt zijn. Dat wil zeggen: daar zitten vacatures tussen waar nog geen personeelsleden op zaten. Daar zijn niet vervangingen bij van mensen die de provincie verlaten door pensioen of om een andere reden. Dan bleven er een twintigtal over die wij moeten herplaatsen. Het gaat dus niet over 70, maar over 50 VTE’s die wij niet invullen of die wij moeten herplaatsen na die besparing van 11 miljoen. Er is eerst een toelichting geweest voor die 20 mensen door de departementshoofden, en nadien zijn de consulenten van de DMCO met die mensen gaan praten om uit te leggen wat onze plannen zijn en om met hen een gesprek aan te gaan hoe dat zij dat zelf zien zitten, welke verlangens dat zij hebben of zij problemen hebben met de woonplaats als zij op een andere dienst moeten gaan werken dan hun oorspronkelijke. Daar is heel veel tijd ingestoken. Die gesprekken zijn, naar men mij zegt, zeer goed verlopen. Wij hopen echt al een groot deel van die 20 mensen te kunnen herplaatsen. Op dit ogenblik ziet het er naar uit dat wij ongeveer 3/4 van die mensen nu al kunnen herplaatsen. Er zijn ook mensen waar dat wij mee wachten omdat die bijvoorbeeld langdurig ziek zijn, of dat het pas gaat over een herplaatsing tegen het einde van het jaar. Die mensen blijven dan gewoon op hun job waar ze nu zitten. Wij proberen echt geval per geval te bekijken hoe we het snelst die mensen terug aan een geschikte job kunnen helpen. Dat gebeurt naar mijn oordeel op een zeer professionele manier. De vraag of wij daar de nodige competentie voor in huis hebben is ook gesteld. Ik kan vandaag zeggen dat wij tot nu toe geen beroep hebben moeten doen op externe expertise. Alles is normaal op een ordentelijke en competente manier gebeurd. Dat wordt bevestigd door de betrokkenen, ook dus door de personeelsleden die in het geval zijn dat zij moeten overgeplaatst worden. Ik denk dat onze diensten echt hun best doen om dat op een zeer goede manier te communiceren. Er wordt ook teruggekoppeld naar de vakorganisaties. Elk overleg wordt daarover gesproken en worden ook eventuele individuele problemen opgelost. Mijnheer Claessen, ik durf toch op dit ogenblik nog steeds zeggen dat het motivatieprobleem bij ons personeel geen acuut probleem is. Ik heb niet de indruk dat een groot aantal personeelsleden op dit ogenblik totaal gedemotiveerd is. Het is uiteraard zo dat er veel vragen zijn. Wij hebben ook op onze website een persoon gezet: Freek van Looveren, “Vraag het aan Freek”. Elke vraag die een personeelslid heeft over zijn huidige situatie, over de besparingen, over de transitie in de toekomst wordt individueel door Freek beantwoord. We doen er echt alles aan om alle vragen, alle bezorgdheden van het personeel op te vangen. Ik denk dat we daar tot op dit ogenblik redelijk goed in slagen. Ik ontken natuurlijk niet dat iedereen in de provincie, het personeel, de deputatie, bezorgd is over wat er boven ons hoofd hangt. Wij zijn ook nog niet op de hoogte van alle details of van het plan dat de Vlaamse overheid heeft. Ik zal daar seffens verder op ingaan. Maar ik wil toch echt zeggen dat wij bezorgd zijn om het personeel. Wij willen een goede, voorbeeldige werkgever blijven. Ik denk dat je dat ook merkt aan de arbeidsvoorwaarden
261
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
die bij ons gelden. Het is zo dat wij die besparingen hebben doorgevoerd door een aantal taken te verminderen of te schrappen. Het is dus niet de bedoeling dat wij eisen van ons personeel dat hetzelfde wordt gedaan met veel minder mensen. Daar zijn wij echt niet van vertrokken. Als u zegt, mijnheer Claessen, dat het personeel de dupe is, durf ik hier vandaag zeggen dat dit tot nu toe absoluut niet het geval is. Als u vraagt naar een uitgewerkt plan, mevrouw Moreau, dat heb ik eigenlijk al toegelicht. Het plan dat wij nu hebben is dat wij inderdaad door interne mobiliteit de belangrijkste problemen kunnen oplossen en dat wij tot nu toe, en dat zal voor 2015 zeker blijven, geen naakte ontslagen hebben moeten doen. Als mevrouw Naert verwijst naar naakte ontslagen, bijvoorbeeld bij de routedokters, was dat dit jaar, niet in 2015. Dat ging over een project waar de financiering voor een groot stuk was weggevallen. Wij hebben nog een aantal projecten. Wij hebben ook tijdelijke werknemers met contracten van bepaalde duur in de meeste gevallen die gefinancierd worden door externe middelen. Als die middelen wegvallen, als dat project stopt, dan moeten die mensen opgezegd worden. Daar kunnen wij niet buiten. Dat heeft ook te maken met de onduidelijkheid die er was rond sociale economie, maar dat komt nog aan bod. Ik denk dat er ook volgende week nog vragen waren rond de routedokters, maar in 2015 kunnen wij naakte ontslagen vermijden. Mevrouw Van Hoffelen, ik ben samen met u ook bezorgd. U hebt gelijk, wij hebben reden om bezorgd te zijn omdat die overgang in het verleden ook niet altijd in ideale omstandigheden is gebeurd. Op bepaalde momenten heeft men inderdaad te weinig rekening gehouden met het statuut van het personeel. Ik zou in dat verband toch wel even willen verwijzen naar een nota die eind november is binnengevallen van minister Homans. Het gaat over een handleiding bij de inventarisatiefase. Dat is bestemd voor de VVP, en dat zijn afspraken die met de VVP worden gemaakt rond een heel aantal dingen. Onder andere is daar voorgesteld dat er een projectteam wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van het kabinet van mevrouw Homans, vertegenwoordigers van de VVP, vertegenwoordigers van de VVSG, en uit vertegenwoordigers van de administratie Binnenlands Bestuur. Dat projectteam gaat zich onder andere bezighouden met de personeelsproblematiek, de modaliteiten voor het overdragen van het personeel, het vastleggen van een concordantietabel, enz. In dat document wordt daar verder op ingegaan. Ik ga dat even citeren: “Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de overdracht van het personeel. Het is expliciet niet de bedoeling dat provinciale personeelsleden hun baan verliezen ten gevolge van de overdracht van provinciale bevoegdheden. Hier in het bijzonder zal in overleg met de afdeling Regelgeving van het departement Bestuurszaken worden gebruik gemaakt van de opgebouwde ervaring in het kader van de federale staatshervormingen. In weze zijn binnen deze operatie de twee bewegingen mogelijk, vanuit de provincie naar de Vlaamse overheid, of vanuit de provincie naar een lokaal bestuur. In beide gevallen is een grondige analyse van de vijf provinciale rechtspositieregelingen nodig, want u weet het personeel van de vijf provincies heeft niet per se hetzelfde statuut, dezelfde verloning, enz., en van de verschillen onderling tussen de provinciale rechtspositieregelingen en het Vlaams personeelsstatuut en tussen de gemeentelijke en provinciale rechtspositieregeling. Op basis daarvan kunnen de benodigde inschalingsprincipes worden vastgelegd en zo de impact op individuele personeelsdossiers
262
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
worden ingeschat. De opmaak van deze eerste analyse zal worden afgerond tegen eind 2014.” Dat is dus binnenkort. “In deze analyse zal ook de aandacht worden besteed aan eventuele afwijkende tewerkstellingsregimes in bijvoorbeeld zorginstellingen, de problematiek van detachering, de mogelijke keuzevrijheid van het provinciale personeel, de impact van overdracht op pensioenlasten, en geresponsabiliseerde bijdrage, enz.” Dit is inderdaad een zeer belangrijke zaak. Ik heb geen glazen bol, maar het zal altijd zo zijn dat niet elk individueel personeelslid dat eventueel de transitie maakt naar een andere overheid exact dezelfde arbeidsvoorwaarden zal krijgen. Ik vermoed, en men doet dat altijd in zulke bewegingen, dat men naar een compromis zoekt in overleg met de vakbonden, daar wordt in dat document trouwens ook naar verwezen, waar iedereen of toch de grote hoop zich kan in vinden. Wij gaan via de VVP, en in overleg met de Vlaamse regering er alles aan doen, ook de collega’s van de andere provincies bevestigen dat, om zoveel mogelijk uit de brand te halen, om zoveel mogelijk die overgang zo vlot en zo fair en billijk mogelijk te maken. Het is dus niet zo dat wij daar niets gaan voor doen of dat wij alleen maar gaan afwachten. Wij gaan die zaak op de voet volgen. Er zijn ook in die werkgroep drie mensen van de VVP die door veel verschillende provinciale administraties en deputaties zullen ondersteund worden. Meer kan ik daar op dit ogenblik niet over zeggen. Ik kan alleen zeggen dat ik persoonlijk daar heel bezorgd over ben en ik zal dat zo goed mogelijk op de voet opvolgen. Mevrouw Naert, het gaat over besparingen die wij moeten doen. Wij kunnen dat spijtig genoeg niet doen zonder dat het gevolgen heeft voor het aantal personeelsleden. Maar ik blijf erbij: ik denk dat het toch een hele prestatie is dat wij in tegenstelling tot sommige bedrijven, waar men wel eventueel de hakbijl gebruikt en van vandaag op morgen x-aantal mensen op straat zet, dat proberen te vermijden met de middelen en de mogelijkheden die wij op dit ogenblik hebben. Ik hoop echt dat wij daar ook in de toekomst de volgende jaren blijven in slagen om dat te realiseren. Ik en de deputatie gaan daar ons uiterste best voor doen. Ik heb geen wondermiddelen ter beschikking om nu garanties te geven dat wij daar altijd zullen blijven in slagen, maar wij gaan daar in alle geval alle moeite voor doen.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord. Mevrouw VAN HOFFELEN.- Mijnheer Peeters, bedankt voor uw antwoord. Het stelt mij al een beetje gerust dat het projectteam is opgericht, want dat was eigenlijk een volgende vraag van mij om een soort van werkgroep op te richten. Ik vind het een beetje jammer dat dit in de commissie niet is toegelicht of niet gezegd, want dat had de helft van mijn tussenkomst kunnen verminderen.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ja, maar die informatie is zeer recent. Ik heb die pas eind vorige week gekregen.
Mevrouw VAN HOFFELEN.- Ik lees dat de analyse moet rond zijn op 31 december. Ik vind dat wel een beetje kortbij.
263
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Dat klopt, maar ik heb dit echt niet langer hoor.
Mevrouw VAN HOFFELEN.- Ik geloof u, maar ik zou toch willen vragen dat er eventueel verslag kan worden uitgebracht in de commissies over het verloop van die verdere activiteiten van dat projectteam.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- OK.
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Bedankt, mijnheer Peeters. Nogmaals, wij weten dat u inspanningen doet, maar als je geen geld hebt dan kook je niet. Dat gaat niet. Als je wil dat heel die operatie naar 2016 en 2017 op een convenabele manier verloopt voor het personeel dan moet je nu naar Vlaanderen geld gaan vragen, en niet zeggen dat wij het als loyale soldaat uitvoeren en het proberen regelen met het personeel. Die houding, mijnheer Peeters, is niet houdbaar. Dat is hetgene wat we proberen te zeggen. Wij praten ook met het personeel. U weet dat ik uit vakbondskringen kom. Het personeel apprecieert momenteel wel de houding van de deputatie, dat moet ik toegeven. Maar het personeel zegt ook nu al: “dat ze eens op tafel gaan kloppen ginder in Brussel, want dat blijft hier niet duren.” Ze zijn ongerust. Dat is de boodschap die wij hier willen meegeven. Als je een goed personeelsbeleid wil voeren, moet je daar geld voor hebben. Men zegt altijd dat er geen alternatief is. Ik ga er niet op ingaan, maar er is wel een alternatief. Ik heb gisteren al gezegd, dat gaat over al die groten die geen belastingen betalen. Uw Electrabel waar we 10 miljoen aan gegeven hebben met Iveka heeft in 2007 0,04% belastingen betaald. Dat zij eens belastingen betalen dan hebt u uw 2,5 miljoen om uw personeel in dienst te houden. Daarover gaat het. Dat zijn verschillende keuzes en visies die wij hebben. We gaan daar blijven op hameren. Het is een communicatietechniek: herhalen, herhalen. Wel, wij herhalen dat: er is een alternatief en we gaan het blijven naar voor schuiven.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord. Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Ik heb gewoon een klein vraagje dat nu in mij opkomt. Nu we met zo’n grote oefening zitten qua besparen, qua verschuiven van personeel, qua schrappen van VTE’s, vroeg ik mij gewoon het volgende af. U zei zelf al dat wij niet hetzelfde gaan vragen met minder personeel, maar het is toch een grote oefening. Hoe wordt dit ten aanzien van het personeel opgevolgd of dat de takenpakketten niet te zwaar zijn, of dat daar een evaluatieoefening op korte termijn wordt gedaan, of hier nog in geschoven moet worden, of hier extra ruimte moet vrijgemaakt worden voor toch meer personeel aan te nemen als blijkt dat het niet allemaal loopt zoals jullie het nu gepland hebben.
264
VERGADERING VAN 11 DECEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik zal dat met mijn departementshoofd Personeel opvolgen samen met de griffier die daar ook bij betrokken is. Ik stel voor dat ook de collega gedeputeerden wanneer zij signalen ontvangen vanuit bepaalde diensten dat er problemen zijn dat dit ook opgenomen wordt en dat wij daar op een fatsoenlijke manier mee omgaan. Het zou inderdaad kunnen dat hier en daar de werkdruk zou kunnen stijgen, maar ik heb daar op dit ogenblik niet echt duidelijke signalen over.
VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Voorzitter, ik merk dat iedereen toch een beetje deelt in de appreciatie voor de bezorgdheid van onze gedeputeerde. Ik heb ook gemerkt dat er Freek rondloopt. Ik vind dat goed nieuws, want dan moeten wij niet langer mijnheer Merckx als de zelfverklaarde ombudsman voor het personeel tegenkomen. Wat ik wel fundamenteel wil zeggen is dat wij als overheid tewerkstelling voorzien want de privé doet dat niet. Wil dat niet doen, hebt u zelfs letterlijk gezegd. Ik zou dat omdraaien. Op dit moment zitten we in het probleem dat de privé dat niet kan doen, omdat het allemaal te duur is en omdat het niet mogelijk is. Dat is de kern van het probleem. Onze bezorgdheid is zeker dezelfde als de uwe als het gaat over meer tewerkstelling, meer jobs, maar ons uitgangspunt, en daar verschillen we fundamenteel van mening, is dat we stilletjes wat moeten verschuiven. De balans terug een beetje verleggen van vragen om te krijgen naar maken om te geven. Dat is belangrijk.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Mijnheer De Haes, Nicole Naert heeft wel degelijk het verschil gemaakt tussen de appreciatie voor de persoonlijke inspanningen en anderzijds het beleid dat de gedeputeerde, opgelegd door zijn partij, doorvoert. Men kan er niet naast kijken dat er hier inderdaad meer dan 100 jobs verloren gaan. Zeker als je rekent vanaf het begin van deze legislatuur, eind 2012. Dat komt overeen met de sluiting van een middelgrote onderneming. Daar kan men niet anders dan zwaar tegen zijn, dat bekritiseren. Men kan wel zeggen zoals u en de leiders van uw partij doen: Vlaanderen gaat voor jobs, jobs en nog eens jobs. Hier alvast voor meer dan 100 jongeren geen toekomst op een job, want die jobs zijn verdwenen. Als men volgend jaar een tevredenheidsenquête gaat doen vermoed ik dat u wel al de weerslag zal ondervinden van een reëel ongenoegen. Wij zijn daar niet blij om, integendeel. U noemt mij een zelfverklaarde ombudsman van het personeel, wel dat vinden wij een teken van vertrouwen en appreciatie als personeelsleden, zelfs van het GKC en anderen, zich tot ons wenden om hier hun zaak te verdedigen. Wie aanwezig was op het debat van de beroepsjournalisten maandag die heeft daar, en niet alleen van de mensen van Welzijn ook van andere departementen, al gerechtvaardigd ongenoegen op een manier willen naar voor brengen zoals we tot nu toe niet gehoord hebben. Daarom dat ook die mensen redenen
265
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
hebben om nu maandag, en de volgende keren, echt mee op straat te komen opdat diegenen die kunnen betalen zouden betalen voor een sociaal en goed beleid, ook in de provincie. Maar wat heel belangrijk is, en daar wil ik de nadruk op leggen, is onzekerheid. Er is niets zo erg voor de arbeidsvreugde van diegenen die nog job hebben als onzekerheid. Die onzekerheid is nu meer dan ooit gerechtvaardigd. Ik heb hier bij de bespreking van de plotse beslissing tot afslanking van de provincies verwezen dat er maar 21 regels over stonden in het Vlaams regeerakkoord van 164 bladzijden. In de beleidsnota van mevrouw Homans, die dat moest verduidelijken, is het nog niet 1 bladzijde. Wat staat daar in? Het tijdspad staat daar in. Het moet rond zijn op 1 januari 2017. We zien dat de toegankelijkheid van de vorige staatshervorming januari moest klaar zijn. Het is nog niet in orde. Wat staat daar in? Als we het vragen op de commissies bevestigen de gedeputeerden het. We zitten in de eerste fase. Men vraagt ons om op te lijsten wat we doen. Daar heb ik ook al veel personeelsleden horen over reclameren. Voor de zoveelste keer vraagt men ons op te lijsten wat we doen. Heeft men dan die beslissing genomen zonder dat men wist wat we doen. Men kan dat lezen op de websites, men moet daar verslagen over maken elk jaar. Dit is echt de aankondiging van een heel drastische besparingsoperatie waar vele jobs bij gaan verdwijnen. Dan mag mijnheer De Wever zeggen: ik wil dat mijn kinderen het beter zullen hebben dan ik. Kansen op werk hebben de kinderen van vandaag al zeker niet meer dan die van zijn generatie, misschien de zijnen wel. Ze moeten inderdaad nu al rondlopen in provinciale domeinen die minder goed onderhouden zullen zijn, die minder zaken gaan aanbieden.
VOORZITTER.- Dat zal de toekomst allemaal uitwijzen. Ik denk dat we aan het einde van deze discussie zijn. Ik dank u voor uw aandacht. Wij schorsen de zitting tot dinsdag 16 december om 2 uur.
De vergadering wordt onderbroken om 17.53 uur.
266