STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VERGADERING VAN
27 NOVEMBER 2014
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014 __________ De vergadering wordt geopend te 14.35 uur. Mevrouw de Gouverneur en de heer Provinciegriffier zijn aanwezig. Tekenden de aanwezigheidslijst: Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer
BAETEN Els BAYRAKTAR Aysel BELLENS Peter BOCKX Greet BOLLEN Ivo BOONEN Nicole BRADT Sofie BUNGENEERS Luc BWATU NKAYA Annie CAALS Tom CALUWÉ Ludwig CLAESSEN Jan COLSON Mireille CORLUY Bert COTTENIE Christ'l CUYT Rony DE COCK Koen DE HAES Jan DE HERT Vera DILLEN Koen FEYAERTS Patrick GEUDENS Frank GEYSEN Kris GIELEN Pascale GODDEN Jürgen GOOSSENS Kris HELSEN Koen HENDRICKX Iefke HENS Werner HUIJBRECHTS Jan JACQUES Ilse JANSSEN Patrick JANSSENS Eric KERREMANS Koen LEMMENS Luk MARCIPONT Daniël MEEUS Michel MERCKX Kris MICHIELSEN Inge MINNEN Herman
3
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer
MOREAU Livia MUYSHONDT Tine NAERT Nicole PALINCKX Koen PEETERS Bruno PEETERS Marleen RÖTTGER Rik SCHOOFS Hans SELS Frank STEVENS Lili THIJS Danny UGURLU Sener VAN CLEEMPUT Loes VAN EETVELT Roel VAN GOOL Greet VAN HAUTEGHEM Marleen VAN HOFFELEN Karin VAN HOVE Bart VAN HOVE Katleen VAN LANGENDONCK Gerda VAN OLMEN Mien VANALME An VANDENDRIESSCHE Diederik VERHAERT Inga VERHAEVEN Eddy VERLINDEN Linda VOLLEBERGH Steven WECKHUYSEN Wendy WILLEKENS Tim ZANDER Jan
Verontschuldigd: mevrouw AVONTROODT Yolande.
4
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De raad is bijeen in openbare vergadering. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Ik zou toch even aan het begin van deze zitting van de gelegenheid gebruik willen maken om even stil te staan bij iemand die ons ontvallen is en vorige week zaterdag in de Antwerpse kathedraal ten grave is gedragen, Eric Antonis. Eric Antonis was cultuurschepen en was intendant van Antwerpen ’93. Maar daarvoor was Eric ook de man die De Warande op de kaart heeft gezet en die in de Kempen naam en faam heeft verworven met dit cultuurhuis. Eric Antonis was gedreven met cultuur bezig, en ook binnen de provincie was hij de laatste jaren nog actief. Hij was lid van de commissie die zich bezighield met het bekijken van de bovenlokale subsidies. We zijn in gedachten bij deze warme man. Ik denk dat we alleen fier kunnen zijn dat we hem gekend hebben en dat we ook mogen terugdenken aan een zeer luisterbereid iemand die altijd met cultuur bezig was. Ik zou dan ook met veel respect voor deze persoon, maar ook voor de nabestaanden, één minuut stilte willen vragen.
Er wordt één minuut stilte in acht genomen. De heer Lemmens, gedeputeerde.- Dank u wel.
Mondelinge vragen VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Tijdens de provincieraadszitting, zoals u waarschijnlijk allemaal kan herinneren, van 26 juni jongstleden werd er door de Antwerpse provincieraad een motie goedgekeurd over het openbaar vervoersaanbod in de provincie Antwerpen, en meer specifiek met betrekking tot de ontsluitingsproblematiek van het station Noorderkempen in Brecht. Op 9 september stelde ik een schriftelijke vraag waarin ik polste naar de reacties die de deputatie had gekregen op deze motie. Uit het antwoord dat ik op 25 september mocht ontvangen kon ik opmaken dat de motie ruim een maand later, op 28 juli om precies te zijn, werd opgestuurd naar de bevoegde instanties, en dat er tot dan toe nog geen reactie was binnen gekomen. Intussen zijn we bijna een half jaar na het goedkeuren van deze motie en blijf ik met een aantal vragen zitten. 1) Hoe komt het dat pas een ruime maand na goedkeuring van deze motie deze werd opgestuurd aan de betrokkenen? 2) Is er intussen al een reactie gekomen? Zo ja, welke? 3) Indien het antwoord op voorgaande vraag ontkennend zou zijn had ik graag vernomen of de bestendige deputatie het normaal vindt dat er geen reactie is gekomen.
5
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4) Bovendien had ik graag vernomen welke initiatieven er volgens de bestendige deputatie nog kunnen worden genomen teneinde reactie te kunnen krijgen op dit, naar mijn aanvoelen, sterke en unaniem goedgekeurde standpunt van de Antwerpse provincieraad.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Collega’s, wij hebben inderdaad een sterk signaal gegeven vanuit de provincieraad, partijgrens overschrijdend, net voor de zomervakantie. Er is helaas een misverstand geweest tussen mijzelf en de dienst die het antwoord moest verzenden. Ik ging er van uit dat men voor mij een digitale handtekening zou gebruiken. Daar was men van mening dat ik dat zelf persoonlijk moest ondertekenen en ik was eigenlijk net daarna met vakantie vertrokken. Maar dat wil niet zeggen dat we het geheim hebben gehouden, of wat dan ook. Integendeel, we hebben zelfs op de dag dat we de motie gestemd hebben ook gecommuniceerd met de pers. We hebben het op dat moment ook wereldkundig gemaakt wat ons standpunt was, wat onze terechte bekommernis en vragen zijn. Er zijn dan antwoorden binnengekomen vanuit de FOD Mobiliteit en Vervoer, ook vanuit de NMBS. Die zijn jullie per mail bezorgd, of intussen in de bakjes. Dat was me nu niet geheel duidelijk, maar de opdracht is in elk geval gegeven. Die zouden jullie intussen moeten gekregen hebben. Daarnaast zijn er nog andere initiatieven geweest. We hebben ons bijvoorbeeld in de stuurgroep Noorderkempen met 14 à 15 gemeenten - zoals u weet, die zich buigen over een mobiliteitsvisie en actieplannen voor die streek – gebogen over de motie en de respons die daarop is gekomen. Dan hebben we op 30 oktober nog een ontmoeting gehad met de deputatie en de NMBS/Infrabel, waar we een aantal dingen op de agenda hebben geplaatst, waaronder ook de terechte grieven rond de ontsluiting van Noorderkempen, de bediening van het station, en het aantal treinen dat daar rijdt. Ik zal u niet verhelen dat het antwoord dat wij hebben gekregen geenszins tegemoet komt aan de verwachtingen die gekoesterd worden in de regio. Maar de vragen worden wel aanhoudend gesteld met aandrang, en dat gaan we zo blijven doen zolang er geen beterschap in zicht is.
6
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
OPENBARE VERGADERING De leden van de provincieraad
GRIFFIE Departement Algemeen Beleid
datum 12 november 2014 kenmerk GF/PAURIHE contactpersoon Ria Herremans | T 03 240 54 09
[email protected]
onderwerp Provincieraad
Mevrouw, Mijnheer, Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op donderdag 27 november 2014 om 14.30 uur. U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in het Bernarduscentrum, Lombardenvest 23 te 2000 Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de agenda. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter,
Kris Geysen
Postadres: Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen T 03 240 50 11
[email protected]
Bezoekadressen (van juni 2013 tot eind 2016) Administratie: Provinciehuis aan de Singels (PaS) Desguinlei 100 | 2018 Antwerpen Deputatieleden en kabinetten: Parkhuis Koningin Elisabethlei 18 | 2018 Antwerpen
7
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014 Agenda OPENBARE VERGADERING 0. Provinciale overheid 0/1
Wijziging vertegenwoordiging Groen - fractie in commissies en verenigingen. Goedkeuring.
1. Cultuur 1/1
Samenwerkingsovereenkomst 2014-2016 tussen de provincie Antwerpen en de vzw Festival van Vlaanderen-Mechelen. Goedkeuring.
1/2
Samenwerkingsovereenkomst 2014-2019 tussen provincie Antwerpen en stad Mechelen. Goedkeuring.
1/3
Diverse samenwerkingsovereenkomsten. Goedkeuring.
1/4
Budget 2014. Wijziging subsidiekredieten. Goedkeuring.
1/5
Subsidies dienst Erfgoed. Prijs voor Geschiedenis. Aanwending van krediet. Goedkeuring.
1/6
Stadsarchief Mechelen. Indeling bij het regionale niveau als erkende collectiebeherende instelling. Kennisname.
2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales 2/1
Uitvoering RSPA: PRUP “Rondweg Baarle bis” – Baarle-Hertog – definitieve vaststelling. Goedkeuring.
2/2
Uitvoering RSPA: Afbakening kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg – ‘Opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg incl. planMER-screening en ruimtelijk veiligheidsrapport’. Kennisname.
2/3
Uitvoering RSPA: Kleinstedelijk gebied Boom en strategisch project Rupelstreek – ‘Opmaak van een kaderplan voor het kleinstedelijk gebied Boom en het ontginningsgebied Boom-Rumst’. Kennisname.
2/4
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging CIPAL. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
8
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
2/5
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging CIPAL. Algemene vergadering 12 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
2/6
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEAN. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
2/7
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEAN. Algemene vergadering 17 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
2/8
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEMO. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
2/9
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEMO. Algemene vergadering 12 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
2/10
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
2/11
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Algemene vergadering 16 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
2/12
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IKA. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
2/13
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IKA. Ontwerp van statutenwijzigingen. Goedkeuring.
2/14
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IKA. Algemene vergadering 16 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Aanduiding provinciale vertegenwoordiging. Goedkeuring.
2/15
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
2/16
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Ontwerp van statutenwijzigingen. Goedkeuring.
2/17
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Overname aandelen naar aanleiding van exit Electrabel. Vraag om bijkomende kapitaalsverhoging. Goedkeuring.
2/18
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Algemene vergadering 18 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
2/19
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
9
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
2/20
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Vervanging provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen 2014-2018. Goedkeuring.
2/21
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Algemene vergadering 15 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
2/22
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PONTES. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
2/23
Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PONTES. Algemene vergadering 17 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking 3/1
Budget 2014. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring.
3/2
Budget 2014. Exploitatiebudget - Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0590/64900000. Subsidiëring provinciaal beleid internationale samenwerking. Aanwending van krediet. Goedkeuring.
3/3
Provinciale initiatieven. Streekpact RESOC-Mechelen 2014-2020. Goedkeuring.
4. Financiën en logistiek 4/1
Meerjarenplan 2014-2019. Evenwicht na de vijfde reeks wijzigingen. Goedkeuring.
4/2
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Herschikking kredieten provinciebelastingen (dienst Fiscaliteit) Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Financiën. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget – Ontvangsten Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Correctie op het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar (dienst Boekhouding) Meerjarenplan 2014-2019. Schema M2: Staat van het financiële evenwicht. Vermindering van het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar.
10
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
4/3
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 - Betaling onroerende voorheffing APB Fotomuseum Provincie Antwerpen door departement Logistiek Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014.
4/4
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 - financiering van het onderhoud en het herstel van diverse provinciale gebouwen. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014.
4/5
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 – aankoop van tentoonstellingswanden voor dienst Erfgoed door departement Logistiek. Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Cultuur. Investeringsbudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Logistiek. Investeringsbudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE06 – Cultuur: 2014 - 2019 Rubriek II.A.3. Roerende Investeringen – Uitgaven Vermindering van verbinteniskrediet Vermindering van transactiekrediet van 2014. Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE02 – Logistiek: 2014 - 2019 Rubriek II.A.3. Roerende Investeringen – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2014.
4/6
Vijfde reeks wijzigingen van 2014. Verschuiving van kredieten kasteel d’Ursel voor de aankoop van een mat voor de nieuwe kantoorruimte. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014
11
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Cultuur. Investeringsbudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 - 2019 Rubriek II.A.3 Roerende goederen – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2014. 4/7
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Verhoging van de dotaties van de APB's van het departement Cultuur Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Ontvangsten Vermeerdering van transactiekrediet 2014.
4/8
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Wijziging exploitatiebudget ten behoeve van de betaling van de ICTbackofficekosten 2013 van het Diamantmuseum. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie. Exploitatiebudget - Ontvangsten Vermindering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014.
4/9
Vijfde reeks wijzigingen van 2014. Overname van aandelen n.a.v. de exit van Electrabel in de opdrachthoudende vereniging IVEKA. Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen. Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Investeringsbudget – Uitgaven. Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Budget 2014 Schema B3. Investeringsenveloppe. Investeringsenveloppe IE10 – Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid: 2014 – 2019. Rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven. Vermeerdering van verbinteniskrediet. Vermeerdering van transactiekrediet van 2014.
4/10
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 - bestelling van geschenkmanden voor hoeve- en streekproducten en aankoop broodjes door DLOG voor DWEP. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014.
12
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. 4/11
Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit - budget voor studies Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Investeringsbudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Budget 2014 – Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE08 – Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019 Rubriek II.A.2. Wegen en overige infrastructuur – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2014.
4/12
Herschikking kredieten voor de verdere uitbouw Talentencentrum in het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014.
4/13
Budget 2014. Vijfde reeks wijzigingen. Aanpassing van de dotaties van de autonome provinciebedrijven APB Provinciaal Vormingscentrum Malle (PVM), APB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (ZM), APB Fotomuseum Provincie Antwerpen (FM), APB ModeMuseum Provincie Antwerpen (MOMU) en APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA) en het extern verzelfstandigd agentschap privaat met vzw-structuur EVAP Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen (PCMA). Goedkeuring.
4/14
Budget 2014. Evenwicht na de vijfde reeks wijzigingen. Goedkeuring.
4/15
Provinciale overheidsopdrachten. Boom. provinciaal recreatiedomein De Schorre. De Blauwe Halte. Bouwen van een toeristisch belevingspunt met integratie van historische relicten. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring.
13
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4/16
Provinciale overheidsopdrachten. Malle. Provinciaal vormingscentrum. Renovatie gevels hoofdgebouw. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring.
4/17
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van het provinciedecreet. Raamovereenkomst bodemonderzoeken 2013-2018. Lastvoorwaarden en wijze van gunnen. Goedkeuring.
5. Onderwijs en jeugd 5/1
DOE-Flankerend Onderwijsbeleid. Verdeling van machtigingskrediet 731/640- subsidie flankerend onderwijsbeleid, budget 2014. Goedkeuring.
6. Energie, communicatie en ICT 6/1
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet. Aanstellen netwerkintegrator. Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.
7. Recreatie, sport en toerisme 7/1
Toerisme. Strategisch Beleidsplan Toerisme in Scheldeland 2014 -2019. Goedkeuring.
8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid
9. Welzijn 9/1
Budget 2014. Verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V) -Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring.
9/2
Budget 2014. Verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten: thematische projectoproep "centra voor dag verzorging (inclusief CADO)". Goedkeuring.
9/3
Budget 2014. Herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap. Goedkeuring.
14
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
9/4
Budget 2014. Verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten: thematische oproep "wijkgezondheidscentra". Goedkeuring.
9/5
Budget 2014. Herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot wonen (N/R)/ Overig woonbeleid. Goedkeuring.
9/6
Eenmalige verhoging dotatie PCMA 2014. Goedkeuring.
10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie 10/1
Budget 2014. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Welzijn, Economie & Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0550/64900000: Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). Aanvragen 2014. Goedkeuring.
10/2
Provinciale initiatieven. Overdracht middelen Dienst Landbouw- en plattelandsbeleid (DLP) naar APB PSES. Goedkeuring.
11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid 11/1
Budget 2014. Machtigingskrediet 0390/64900000. Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring.
11/2
Provinciale Initiatieven. Intercommunale Vereniging Hooge Maey. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname.
11/3
Provinciale Initiatieven. Intercommunale Vereniging Hooge Maey. Buitengewone algemene vergadering van 18 december 2014. Agenda. Goedkeuring.
11/4
Samenwerkingsovereenkomsten tussen de provincie Antwerpen en de regionale landschappen en bosgroepen. Goedkeuring.
11/5
Noord-Zuidbeleid. Wijziging van het reglement voor subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie. Goedkeuring.
12. Waterbeleid
13. Moties
15
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
14. Interpellaties 14/1
Interpellatie met betrekking tot het provinciale aandeel in de saga van de pontonbrug, ingediend door de heer Jan Huijbrechts (Vlaams Belang).
14/2
Interpellatie in verband met de werkingsmiddelen voor de Regionale Landschappen en Bosgroepen, na de afschaffing van het Provinciefonds, ingediend door de heer Koen Kerremans (Groen).
15. BESLOTEN VERGADERING
16
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
0. Provinciale overheid Nr. 0/1 van de agenda Wijziging vertegenwoordiging Groen - fractie in commissies en verenigingen. Goedkeuring. Voorstel De Groen – fractie wenst haar vertegenwoordiging in enkele verenigingen en commissies te wijzigen. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 35 en 39 van het provinciedecreet; Op vraag van de Groen fractie; BESLUIT: Artikel 1: Mevrouw Greet Bockx vervangt mevrouw Loes Van Cleemput als lid van de adviesraad educatie. Artikel 2: De heer Koen Kerremans vervangt bestuurder bij het APB Sport.
de heer Diederik Vandendriessche als
Artikel 3: Mevrouw Karin Van Hoffelen vervangt mevrouw Loes Van Cleemput als lid van de raad van bestuur en van de algemene vergadering van de EVAP De Nekker vzw. VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming. Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Men gaat over tot de geheime stemming. 65 leden nemen eraan deel. Er zijn 65 stemmen ja. Derhalve is het voorstel goedgekeurd.
17
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
1. Cultuur VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/1 tot en met 1/3 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 1/1 van de agenda Samenwerkingsovereenkomst 2014-2016 tussen de provincie Antwerpen en de vzw Festival van Vlaanderen-Mechelen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2014 is onder ramingsnummer 2014000700 een krediet van 130.000 EUR ingeschreven als subsidie voor het project “Festival van Vlaanderen in de Kempen”. Dit krediet is bedoeld voor de vzw Festival van Vlaanderen-Mechelen, die voor de provincie de concertreeks in de Kempen organiseert, onder de naam Musica Divina. Deze vzw organiseert deze concertreeks al verschillende jaren met een provinciale subsidie, die aanvankelijk was opgenomen in het ondertussen afgelopen convenant met de stad Mechelen. In een annex bij dit convenant waren de afspraken met de provincie over de organisatie van deze concertreeks opgenomen. Aangezien de vzw Festival van Vlaanderen sinds het aflopen van het convenant deze subsidie rechtstreeks van de provincie krijgt, is het aangewezen om deze afspraken op te nemen in een afzonderlijke overeenkomst 2014-2016, die hierbij ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Overwegende dat het aangewezen is om de afspraken met de vzw Festival van Vlaanderen-Mechelen aangaande de organisatie van de concertreeks in de Kempen te formaliseren in een samenwerkingsovereenkomst; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de samenwerkingsovereenkomst 2014-2016 tussen de provincie Antwerpen en de vzw Festival van Vlaanderen-Mechelen, die luidt als volgt: “ TUSSEN 1) De Provincie Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2018 Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, ondernemingsnummer 0207.725.597, hier vertegenwoordigd door de heer
18
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Luk Lemmens, gedeputeerde, en de heer Walter Rycquart, departementshoofd, handelend in uitvoering van de beslissing van de Provincieraad van Antwerpen van 27 november 2014, hierna genoemd de provincie, EN 2) De vzw Festival van Vlaanderen-Mechelen, met maatschappelijke zetel te 2800 Mechelen, Zoutwerf 5, ondernemingsnummer BE0411975529, hier vertegenwoordigd door de heer Frank Nobels, voorzitter van de raad van bestuur en mevrouw Veerle Declerck, directeur, hierna genoemd het Festival, WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Artikel 1. Doel van de overeenkomst De provincie en het Festival gaan deze overeenkomst aan in het kader van het provinciale actieplan ‘Partner bovenlokale cultuur’. De provincie ondersteunt en stimuleert met dit actieplan bovenlokale culturele samenwerking en initiatieven in de provincie Antwerpen. Bijkomend wordt deze overeenkomst aangegaan in het kader van het provinciale actieplan ‘Serre artistiek talent’. Met de serrefunctie muziek wil de provincie ondersteuning en trajectbegeleiding bieden aan muzikanten en ensembles met professionele ambities (cf. art. 3.1.f). Artikel 2. Verplichtingen van de provincie ten aanzien van het Festival De provincie verbindt zich ertoe om, binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, voor de duur van de overeenkomst jaarlijks 130.000 EUR toe te kennen aan het Festival voor het uitvoeren van de verplichtingen zoals beschreven in artikel 3. Artikel 3. Verplichtingen van het Festival ten aanzien van de provincie 3.1 Inhoudelijke verplichtingen Deze subsidie wordt aangewend voor de organisatie van de provinciale concertreeks Festival van Vlaanderen in de Kempen/Musica Divina onder volgende voorwaarden: a. De subsidie wordt integraal besteed aan de kosten verbonden aan de organisatie van concerten in de provincie, op volgende locaties (voor zover ze beschikbaar zijn): Hoogstraten: begijnhofkerk, Turnhout: begijnhofkerk, Postel: abdij, Herentals: Sint-Waldetrudiskerk, Tongerlo: abdijkerk, Averbode: abdijkerk, Geel: Sint-Amandskerk, Bornem: abdijkerk, Mechelen: begijnhofkerk, Lier: Jezuïetenkerk of begijnhofkerk, Sint-Katelijne-Waver: Ursulinenklooster. In overleg met de provincie kan afgeweken worden van bovenstaande locaties, om uit te wijken naar andere evenwaardige locaties. b. De ticketinkomsten van de concerten gaan naar de vzw Festival van Vlaanderen Mechelen, voor de administratieve organisatiekosten van de provinciale concertreeks. c. Het programma en de programmaformules (Musica Divina Abdijenweekend en Musica Divina Avondconcerten) worden samengesteld in onderling overleg met het departement cultuur. Na evaluatie kunnen eventueel nieuwe klemtonen gelegd worden. d. Per concert heeft de provincie recht op ten minste 20 eersterangsplaatsen. In onderling overleg wordt bepaald aan wie een gereserveerde plaats toegewezen moet worden. e. Het provinciebestuur is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van de vzw Festival van Vlaanderen Mechelen. f. Naar het voorbeeld van de actie van de provincie ‘Jong in Oud’, een concertreeks waarbij jonge professionele muzikanten een podium krijgen aangeboden in een erfgoedlocatie, gaat het Festival een inspanningsverbintenis aan om een actie te ontwikkelen om jong talent en erfgoed te promoten. Dit kan bijvoorbeeld door tijdens het Abdijenweekend in bijkomende erfgoedlocaties jong talent concerten te
19
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
laten geven en die locaties te verbinden via een fietsroute. Voor deze bijkomende activiteiten zoekt het Festival zelf de nodige financiering. 3.2 Rapportering Het Festival rekent deze projectsubsidie af aan de hand van een uitgebreid inhoudelijk en financieel verslag over het project, tegen uiterlijk 31 augustus van het volgende jaar. 3.3 Visibiliteit en return voor de provincie Het Festival vermeldt het partnership met de provincie in de communicatie over elk deelproject en doet dit in overleg met het departement Cultuur van de provincie. Artikel 4. Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst start op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2016. Artikel 5. Einde van de overeenkomst Indien het Festival zijn verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt binnen een termijn van vier weken nadat het daartoe in gebreke werd gesteld door een aangetekend schrijven, kan de provincie deze overeenkomst onmiddellijk opzeggen zonder hiervoor enige schadevergoeding verschuldigd te zijn. Het subsidiebedrag kan in dat geval geheel of gedeeltelijk worden geschrapt; reeds uitbetaalde subsidies kunnen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd. Artikel 6. Juridische context Alle vigerende toepasselijke wet- en regelgevingen gelden voor deze overeenkomst. Meer specifiek, maar niet-limitatief wordt verwezen naar de volgende wet- en regelgeving: het Provinciedecreet van 9 december 2005 (en alle latere wijzigingen); de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers. Opgemaakt te Antwerpen op 27 november 2014 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben. Namens het Festival van Vlaanderen-Mechelen, Veerle Declerck
Frank Nobels
Directeur
Voorzitter
Namens de provincie Antwerpen, Walter Rycquart
Luk Lemmens
Departementshoofd
Gedeputeerde
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
20
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 1/2 van de agenda Samenwerkingsovereenkomst 2014-2019 tussen provincie Antwerpen en stad Mechelen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2014 is onder ramingsnummer 2014000726 een krediet van 440.000 EUR ingeschreven als subsidie voor cultuurprojecten stad Mechelen. Dit krediet is de opvolger van de subsidie aan de stad Mechelen volgens het convenant 2010-2012. In 2013 werd een afzonderlijke overeenkomst afgesloten voor de subsidie aan de stad Mechelen (goedgekeurd door de provincieraad op 18 december 2013). Vanaf 2014 wil de provincie de stad Mechelen ondersteunen met een jaarlijkse subsidie van 440.000 EUR, exclusief voor de ontwikkeling van een regionale cultureel-erfgoedwerking en een regionaal erfgoeddepot. De afspraken en modaliteiten daaromtrent worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2014 tot en met 2019, die hierbij ter goedkeuring wordt voorgelegd. In de overeenkomst wordt onder andere bepaald dat de 440.000 EUR als volgt dient te worden besteed: 350.000 EUR voor het Erfgoedcentrum Lamot en 90.000 EUR voor de ontwikkeling van het regionaal erfgoeddepot dat Mechelen plant. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 16 oktober 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Overwegende dat het aangewezen is om de afspraken met de stad Mechelen te formaliseren in een samenwerkingsovereenkomst; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De samenwerkingsovereenkomst 2014-2019 tussen provincie Antwerpen en stad Mechelen luidt als volgt: Samenwerkingsovereenkomst tussen De Provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Luk Lemmens, gedeputeerde en de heer Walter Rycquart, departementshoofd cultuur, die handelen in uitvoering van het besluit van de provincieraad van Antwerpen van 23 oktober 2014, hierna genoemd ‘de Provincie Antwerpen’; en
21
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De stad Mechelen, Grote Markt 21, 2800 Mechelen, vertegenwoordigd door haar gemeenteraad, waarvoor optreden de Heer Bart Somers, Burgemeester en de Heer Erik Laga, stadssecretaris, hierna genoemd ‘de stad Mechelen’; Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en beleidskader: Art. 1: Onderwerp van de samenwerkingsovereenkomst: Deze overeenkomst geeft uitvoering aan de ondersteuning van de stad Mechelen voor de ontwikkeling van een regionale cultureel-erfgoedwerking en een regionaal erfgoeddepot, zoals toegelicht in bijlage 1. Binnen de perken van de kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie worden voorzien, verleent de provincie van 2014 tot en met 2019 aan de stad Mechelen hiervoor een jaarlijkse subsidie van 440.000 EUR. Art. 2. Begrippenkader: Erfgoedcentrum Lamot: is de centrale ankerplaats en staat symbool voor de erfgoedwerking in en rond Mechelen. Lamot staat als fysieke stek voor de geïntegreerde en integrale erfgoedwerking, in nauwe samenwerking met stedelijke en andere erfgoedinstellingen en –verenigingen. Regionaal erfgoeddepot: de stad Mechelen wil alle deelcollecties (nu beheerd door de dienst Archeologie, het stadsarchief Mechelen, de stedelijke musea Mechelen en de openbare bibliotheek) in een grote stedelijke erfgoedcollectie onderbrengen. De stad wil hiervoor een depot inrichten volgens de hedendaagse visie op behoud en beheer op de site van de voormalige Rateaufabrieken te Muizen. In functie van de regionale depotnoden wordt ook gekeken naar mogelijke partners en samenwerkingsmogelijkheden met de provincie. De regionale werking zal o.m. afhankelijk zijn van de inrichting van het erfgoeddepot en beschikbare restruimte na het onderbrengen van de stedelijke collecties, de beschikbare middelen, het type en de staat van de te huisvesten collecties en het nog te ontwikkelen exploitatiemodel. Art. 3. Algemene doelstellingen van de samenwerkingsovereenkomst: In uitvoering van het provinciaal erfgoedbeleid, dat complementair is ten opzichte van het cultureel erfgoedbeleid van de Vlaamse Gemeenschap en van de steden en gemeenten, verleent de provincie steun aan de stad Mechelen om de regionale culturele erfgoedwerking en uitstraling van de stad en regio te versterken. Bij de realisatie moet prioritair aandacht gaan naar het ontwikkelen en in stand houden van regionale en provinciale cultureel erfgoedinitiatieven en het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden met regionale en provinciale cultureel erfgoedactoren. Het Erfgoedcentrum is in de provincie een preferentiële partner voor de realisatie van het provinciale erfgoedbeleid op niveau van de Mechelse regio. Daarbij wordt de kennis die wordt opgebouwd, gedeeld en aangereikt zodat de provincie deze verder kan inzetten in de andere regio’s. Het Erfgoedcentrum wil met andere woorden fungeren als een dynamisch erfgoedlaboratorium en intelligente erfgoedhub in de provincie Antwerpen. Dit doel is gesteld vanuit de beleidsoptiek van het provinciebestuur, die de netwerkvorming, de samenwerking en de uitwisseling van expertise binnen de provinciegrenzen wil tot stand brengen. Tevens beantwoordt de doelstelling aan de functie die de stad Mechelen als centrumstad dient te vervullen: het betrekken van de regio bij de cultureel erfgoed initiatieven en projecten. Hoofdstuk 2. Ondersteuning: Art. 4. Ondersteuning van het Erfgoedcentrum Lamot: Met deze samenwerkingsovereenkomst wil de provincie de stad de mogelijkheid geven de regionale werking van stedelijke organisaties en projecten uit de erfgoedsector verder te ontwikkelen volgens specifieke doelstellingen.
22
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Het Erfgoedcentrum wordt via de stad Mechelen door de provincie Antwerpen in de beleidsperiode 2014-2019 jaarlijks gesubsidieerd voor een bedrag van 350.000 EUR. Deze subsidie dient door het Erfgoedcentrum Lamot aangewend te worden voor de erfgoedwerking in de regio Mechelen, door samenwerking met andere erfgoedactoren, met provinciale erfgoedinstellingen en de provinciale dienst Erfgoed. De complementariteit tussen de niveaus ligt in het ontwikkelen, stimuleren en ondersteunen van een performante erfgoedwerking in het cultureel erfgoed en het stimuleren van de synergie tussen de verschillende erfgoeddomeinen. Art. 5. Ondersteuning van het erfgoeddepot De provincie Antwerpen ondersteunt met 90.000 EUR jaarlijks de investeringen in de uitbouw van een erfgoeddepot voor Mechelen en de regio. Hoofdstuk 3: Modaliteiten Art. 6. Opvolging De in hoofdstuk 2 genoemde vormen van ondersteuning worden gestuurd en opgevolgd via regelmatig overleg tussen de dienst Erfgoed van de provincie en de afdeling erfgoedontwikkeling van de stad Mechelen. De dienst Erfgoed van de provincie stuurt hiervoor een uitnodiging. Art.7. Verslaggeving: De in hoofdstuk 2 genoemde vormen van financiële ondersteuning worden uitbetaald door middel van een jaarlijkse subsidie van 440.000 EUR aan de stad Mechelen. Hiervoor dient de stad Mechelen jaarlijks voor 1 juni een subsidiedossier in bij de provincie. Dit dossier dient volgende gegevens te bevatten: 1. een officieel gehandtekend en gedateerd financieel overzicht van de besteding van de subsidie van het afgelopen jaar; 2. een werkingsverslag over het Erfgoedcentrum Lamot en de vorderingen betreffende het erfgoeddepot in het afgelopen jaar; 3. als bijlagen ter informatie bij het algemeen financieel overzicht: de passende uittreksels uit de stedelijke boekhouding van het afgelopen jaar betreffende het Erfgoedcentrum Lamot en het erfgoeddepot. 4. een begroting voor het lopende jaar; 5. een actieplan voor het lopende jaar. Art 8. Duur van de samenwerkingsovereenkomst: Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor de periode 1 januari 2014 tot 31 december 2019. Art. 9. Onderhandelingen: Herziening is mogelijk op gemotiveerde vraag van één van beide partijen. Deze overeenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van de aangeleverde verslaggeving (cfr. art.7) en waar nodig aangepast in functie van verschuiving van beleidsprioriteiten op stedelijk, provinciaal of op Vlaams niveau. De provincie behoudt zich het recht voor bijkomende inlichtingen te vragen. Hierna kan op initiatief van de provincie politiek en ambtelijk overleg volgen om de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst te bespreken. Indien één van beide partijen in gebreke blijft bij de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst kan de andere partij de samenwerkingsovereenkomst verbreken. Hiervoor moet ten laatste op 1 juni van het lopende jaar een aangetekend schrijven worden verstuurd. Het subsidiebedrag kan in dat geval geheel of gedeeltelijk worden geschrapt, reeds voorgeschoten subsidies kunnen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
23
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Opgemaakt in twee exemplaren te Antwerpen op …………… Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen. Voor de provincie
Voor de stad
De gedeputeerde
De burgemeester
Luk Lemmens
Bart Somers
Het departementshoofd
De stadssecretaris
Walter Rycquart
Erik Laga
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/3 van de agenda Diverse samenwerkingsovereenkomsten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De provincie gaat in het kader van de actieplannen ‘Serre artistiek talent’ en ‘Bovenlokale culturele infrastructuur’ en de beleidsactie ‘Kleuters naar theater en museum’ samenwerkingsovereenkomsten aan met enkele professionele cultuurpartners. 1. Vzw Nekka De provincie en Nekka gaan een overeenkomst aan in het kader van het provinciale actieplan ‘Serre artistiek talent’. De provincie engageert zich met dit actieplan voor een ondersteuning en trajectbegeleiding van muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars, podiumkunstorganisaties en beeldende kunstenaars met professionele ambities. Deze serre bouwt de provincie op in samenwerking met professionele kunstenorganisaties. De provincie verbindt zich ertoe, om binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, voor de duur van de overeenkomst (2014-2016) jaarlijks 10.000 EUR toe te kennen aan Nekka voor het uitvoeren van een project waarbinnen pre-professionele muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars en podiumkunstenorganisaties door de organisatie worden begeleid en ondersteund in hun traject naar een professionele carrière. Subsidie 2014 In de zitting van 23 oktober 2014 keurde de provincieraad de inschrijving van een nominatieve subsidie van 10.000 EUR ten voordele van vzw Nekka goed. 2. Vzw Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen De provincie en Kunsthuis gaan een overeenkomst aan in het kader van het provinciale actieplan ‘Serre artistiek talent’. De provincie engageert zich met dit actieplan voor een ondersteuning en trajectbegeleiding van muzikanten,
24
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
ensembles, podiumkunstenaars, podiumkunstorganisaties en beeldende kunstenaars met professionele ambities. Deze serre bouwt de provincie op in samenwerking met professionele kunstenorganisaties. De provincie verbindt zich ertoe, om binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, voor de duur van de overeenkomst (2014-2016) jaarlijks 40.000 EUR toe te kennen aan Kunsthuis voor het uitvoeren van minimum 1 project waarbinnen pre-professionele muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars en podiumkunstenorganisaties door de organisatie worden begeleid en ondersteund in hun traject naar een professionele carrière. Subsidie 2014 In de zitting van 23 oktober 2014 keurde de provincieraad de inschrijving van een nominatieve projectsubsidie van 40.000 EUR ten voordele van vzw Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen goed. 3. Vzw De Singel De provincie en deSingel gaan een overeenkomst aan in het kader van het provinciale actieplan ‘Serre artistiek talent’. De provincie engageert zich met dit actieplan voor een ondersteuning en trajectbegeleiding van muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars, podiumkunstorganisaties en beeldende kunstenaars met professionele ambities. Deze serre bouwt de provincie op in samenwerking met professionele kunstenorganisaties. De provincie verbindt zich ertoe, om binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, voor de duur van de overeenkomst (2014-2016) jaarlijks 54.000 EUR toe te kennen aan deSingel voor het uitvoeren van een project waarbinnen pre-professionele muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars en podiumkunstenorganisaties door de organisatie worden begeleid en ondersteund in hun traject naar een professionele carrière. Subsidie 2014 In de zitting van 25 september 2014 keurde de provincieraad de aanwending goed van een bedrag van 54.000 EUR binnen het subsidiekrediet ‘Serre artistiek talent’, ten voor dele van deSingel. 4. Vzw De Filharmonie De provincie en deFilharmonie gaan een overeenkomst aan in het kader van het provinciale actieplan ‘Serre artistiek talent’. De provincie engageert zich met dit actieplan voor een ondersteuning en trajectbegeleiding van muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars, podiumkunstorganisaties en beeldende kunstenaars met professionele ambities. Deze serre bouwt de provincie op in samenwerking met professionele kunstenorganisaties. De provincie verbindt zich ertoe, om binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, voor de duur van de overeenkomst (2014-2016) jaarlijks 75.000 EUR toe te kennen aan deFilharmonie voor het uitvoeren van een project waarbinnen pre-professionele muzikanten, ensembles, podiumkunstenaars en podiumkunstenorganisaties door de
25
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
organisatie worden begeleid en ondersteund in hun traject naar een professionele carrière. Subsidie 2014 deFilharmonie diende een aanvraag in voor het project “Op maat” in het kader van het subsidiereglement ‘Bovenlokale culturele projecten’. De deputatie keurde al op 12 juni 2014 de toekenning en de betaling van deze projectsubsidie van 75.000 EUR aan vzw deFilharmonie goed. De subsidie voor het jaar 2014 die wordt voorzien in de overeenkomst is dus geen extra projectsubsidie bovenop de reeds toegekende 75.000 EUR. Het jaar 2014 wordt opgenomen in de overeenkomst omdat de reeds toegekende projectsubsidie inhoudelijk aansluit bij de geest van de samenwerkingsovereenkomst. 5. S.o.n. HETPALEIS HETPALEIS en de provincie sluiten deze samenwerkingsovereenkomst af ter afronding van de vroegere subsidiëring en in het kader van de provinciale beleidsactie ‘Kleuters naar theater en museum’. HETPALEIS engageert zich om voor de periode van deze overeenkomst mee te werken aan de provinciale beleidsactie ‘Kleuters naar theater en museum’. Met deze actie richt de provincie zich op kleuters van de derde kleuterklas in de provincie Antwerpen, met bijzondere aandacht voor scholen in landelijke gemeentes. De provincie verbindt zich ertoe, om binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, in 2015 en 2016 jaarlijks een projectsubsidie toe te kennen van 100.000 EUR aan HETPALEIS en in 2017 en 2018 jaarlijks een projectsubsidie toe te kennen van 50.000 EUR aan HETPALEIS. HETPALEIS verbindt zich ertoe om voor de duur van de overeenkomst een locatietheaterproject voor kinderen van de leeftijd 4+ op te nemen in haar schoolaanbod voor scholen uit de hele provincie: HETPALEIS richt zich voor dit project proactief op alle scholen die kleuteronderwijs aanbieden in de provincie, met bijzondere aandacht voor scholen in landelijke gemeentes. De provinciebrede spreiding van dit locatietheaterproject is vanzelfsprekend en gebeurt steeds in overleg met de provincie. HETPALEIS biedt dit locatietheaterproject aan een vaste prijs aan en maakt hierdoor abstractie van eventuele verschillen in vervoersonkosten afhankelijk van de locatie van de deelnemende school. 6. Vzw De Roma De provincie en De Roma gaan deze overeenkomst aan in het kader van het provinciale actieplan ‘Partner bovenlokale cultuur’. De provincie ondersteunt en stimuleert met dit actieplan bovenlokale culturele samenwerking en initiatieven in de provincie Antwerpen. Deze overeenkomst kadert meer specifiek in de actie ‘Bovenlokale culturele infrastructuur’, waarmee de provincie bovenlokale culturele infrastructuur wil faciliteren.
26
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De provincie verbindt zich ertoe, om binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op de begroting, voor de duur van de overeenkomst (2014-2018) jaarlijks een subsidie van 100.000 EUR toe te kennen aan De Roma. Subsidie 2014 De toekenning en de betaling van de subsidie van 2014 werd in het begin van dit jaar al goedgekeurd door de deputatie, in afwachting van een samenwerkingsovereenkomst. De Dienst Bibliotheken & Kunsten stelt voor om deze overeenkomsten goed te keuren. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014, De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: De samenwerkingsovereenkomst met vzw Nekka wordt goedgekeurd. Artikel 2: De samenwerkingsovereenkomst met vzw Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen wordt goedgekeurd. Artikel 3: De samenwerkingsovereenkomst met vzw De Singel wordt goedgekeurd. Artikel 4: De samenwerkingsovereenkomst met vzw De Filharmonie wordt goedgekeurd. Artikel 5: De samenwerkingsovereenkomst met s.o.n. HETPALEIS wordt goedgekeurd. Artikel 6: De samenwerkingsovereenkomst met vzw De Roma wordt goedgekeurd. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 1/1 tot en met 1/3 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 66 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 1/1, 1/2 en 1/3 worden goedgekeurd met 66 stemmen ja.
27
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/4 en 1/5 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 1/4 van de agenda Budget 2014. Wijziging subsidiekredieten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De deputatie wenst binnen het exploitatiebudget 2014 van het beleidsdomein Cultuur drie subsidiekredieten te wijzigen. Deze wijzigingen vereisen de goedkeuring van de provincieraad. In de volgende bespreking wordt bij elk subsidiekrediet verwezen naar artikels 1 tot en met 3 van het ontwerpbesluit dat voorligt. Het subsidiekrediet 3Humanitasprijs / Cultuurprijs (N)” zal dit jaar niet aangewend worden, De raming mag op nul gezet worden. Dit krediet was bedoeld voor de vernieuwing/actualisering van de verschillende provinciale cultuurprijzen. Het doorvoeren van deze actualisering neemt meer tijd in beslag dan aanvankelijk gepland, zodat het huidige krediet niet meer zal aangewend worden in 2014. (Artikel 1) Het subsidiekrediet “Subsidie aan intergemeentelijke samenwerking (R)”, raming mag op nul gezet worden. Het nieuwe reglement bevindt zich in een opstartfase waardoor het volledige krediet niet wordt aangewend in 2014. (Artikel 2) De overschotten op de laatste budgetkredieten geven de mogelijkheid om het krediet “Subsidie voor bovenlokale culturele projecten (R)” te verhogen. (Artikel 3) Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: In het budget 2014 wordt de “Subsidie aan intergemeentelijke samenwerking (R)”, raming 2014000657 PBC, verminderd met 60.000 EUR en gebracht op 83.880 EUR Artikel 2: In het budget 2014 wordt de “Humanitasprijs / Cultuurprijs (N)” ramingsnummer 201400 0654 onder DCSK, verminderd met 15.000 EUR en op nul gezet. Artikel 3: In het budget 2014 wordt de “Subsidie voor bovenlokale culturele projecten (R)” ramingsnummer 201400 0661 vermeerderd met 75.000 EUR en gebracht op 758.430 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
28
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 1/5 van de agenda Subsidies dienst Erfgoed. Prijs voor Geschiedenis. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 5 juni 2014 (deputatie) en 26 juni 2014 (provincieraad) werd de goedkeuring voorgelegd voor de aanwending van krediet van de Subsidiëring regionale erfgoedverenigingen voor hun koepelwerking (budget 2014, 0729/64900000, raming 2014000977), voor een bedrag van 37.500 EUR op een totaal van 40.000 EUR. De dienst Erfgoed stelt voor om de resterende 2.500 EUR aan te wenden voor het toekennen van de Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde 2014. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag aan de deputatie; Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Op het krediet 0729/64900000, raming 2014000977, van het budget 2014, wordt het nog beschikbare budget van 2.500 EUR aangewend voor het toekennen van de Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde 2014. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 1/4 en 1/5 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 1/4 en 1/5 worden goedgekeurd met 65 stemmen ja.
29
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 1/6 van de agenda Stadsarchief Mechelen. Indeling bij het regionale niveau als erkende collectiebeherende instelling. Kennisname. Verslag van de deputatie In zitting van 28 november 2013 keurde de provincieraad het nieuwe reglement goed voor indeling op regionaal niveau en de ondersteuning van de erkende regionaal ingedeelde collectiebeherende instellingen. Het Stadsarchief Mechelen diende op 31 maart 2014 voor de eerste keer een aanvraagdossier in voor indeling bij het regionale niveau voor de beleidsperiode 2014-2018. De aanvraag werd, na een visitatie op 3 september 2014, voorgelegd op 23 september 2014 aan de externe adviescommissie voor regionale erfgoedbeherende instellingen, die hierover een positief advies gaf (zie verslag met advies als bijlage). In zitting van 6 november 2014 besliste de deputatie om dit positief advies te volgen en het Stadsarchief Mechelen in te delen op regionaal niveau voor de beleidsperiode 2014-2018. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie; Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de indeling bij het regionale niveau als erkende collectiebeherende instelling van het Stadsarchief Mechelen, voor de beleidsperiode 2014-2018. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
30
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales Nr. 2/1 van de agenda Uitvoering RSPA: PRUP “Rondweg Baarle bis” – Baarle-Hertog – definitieve vaststelling. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Procesverloop: Voor de delen van de rondweg die op Nederlands grondgebied gelegen zijn, maakte de gemeente Baarle-Nassau een bestemmingsplan op. Het gemeentelijk bestemmingsplan voor de rondweg Baarle is door de gemeenteraad van Baarle-Nassau goedgekeurd op 16 april 2009. Op 24 september 2009 heeft de provincieraad het eerste PRUP “Rondweg Baarle” te Baarle-Hertog definitief vastgesteld. Op 9 december 2009 werd dat PRUP “Rondweg Baarle” en bijhorend onteigeningsplan door de minister goedgekeurd. De projectplanning voorzag de aanbesteding eind 2010, het detailontwerp door de aannemer in 2011 en de aanvang van de realisatie in 2012. Ook AWV had in haar meerjarenprogramma middelen ingeschreven voor 2011. Op 14 februari 2011 vernietigde de Raad van State het PRUP Rondweg Baarle met bijhorend onteigeningsplan. In het vernietigingsarrest werd er uitdrukkelijk gesteld dat er een planMER opgemaakt diende te worden bij het PRUP Rondweg Baarle. e opmaak van een grensoverschrijdende planMER langs Nederlandse zijde heft de verplichting van de opmaak van een planMER langs Vlaamse zijde niet op. Dezelfde planMER moest ook de Vlaamse MER procedure volgen. Daar deze procedure niet gevolgd werd, werd het PRUP met het bijhorende onteigeningsplan vernietigd. Op 22 september 2011 gunde de deputatie de opdracht voor de opmaak van het PRUP “Rondweg Baarle bis”. In het kader van dit PRUP moest er een planMER worden opgemaakt. Het planMER werd door de dienst MER goedgekeurd op 28 mei 2013. De plenaire vergadering werd georganiseerd op 5 juli 2013. Het plan werd door de provincieraad voorlopig vastgesteld op 24 oktober 2013. Het openbaar onderzoek over het plan werd gehouden van 5 mei 2014 tot en met 3 juli 2014. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving de PROCORO 7 ontvankelijke adviezen en 5 ontvankelijke bezwaren. Op 27 augustus 2014 heeft de PROCORO de ingediende bezwaren en adviezen gebundeld en verwerkt (zie bijlage) en advies uitgebracht. De PROCORO stelt voor om het plan op bepaalde punten aan te passen op basis van een aantal adviezen en bezwaren die werden uitgebracht tijdens het openbaar
31
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
onderzoek en op basis van haar eigen adviesbevoegdheid. Andere bezwaren en/of adviezen worden weerlegd. 1. Inhoud van het plan 2.1 Inleiding In de kom van Baarle-Hertog (B) en Baarle-Nassau (NL) zijn er leefbaarheids- en doorstromingsproblemen. De hoge verkeersbelasting wordt met name veroorzaakt door een tweetal Nederlandse provinciale wegen die de kom doorsnijden. In het centrum van Baarle komen beide provinciale wegen samen. Uit het RSPA blijkt dat als de leefbaarheid van een kern op een secundaire weg in de verdrukking komt en door een herinrichting van de weg zelf niet kan worden gegarandeerd, dan moet de aanleg van de omleiding mogelijk blijven. De omleiding neemt dan de taak en de functie van de secundaire weg doorheen de kern over. De leefbaarheid langs de bestaande wegen door het centrum staat onder druk door de hoge intensiteit in relatie tot de capaciteit en functie van de wegen waar het verkeer wordt op afgewikkeld. Daarom werd besloten om een omlegging van de N260 rond Baarle te verwezenlijken en zodoende de kern van Baarle te ontlasten.
Figuur 1: Aanduiding “Rondweg Baarle”
2.2 PRUP Op basis van de resultaten van de planMER koos de deputatie op 23 mei 2013 voor het basistracé. Door de unieke situatie in Baarle waarbij Baarle Hertog wordt gevormd door verschillende enclaves, bestaat het grafisch plan uit 8 verschillende deelplannen, die de aansluiting voorzien met de rondweg dat voorzien wordt in het Nederlandse bestemmingsplan. Het PRUP voorziet de herbestemming van landbouwgebied en KMO-zone naar lijninfrastructuur.
32
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Om voorliggend PRUP te realiseren wordt eveneens een onteigeningsplan gekoppeld aan het PRUP. AWV zal als onteigenende instantie optreden.
Figuur 3: grafisch plan ontwerpPRUP “Rondweg Baarle bis”
2. Decretale basis voor de definitieve vaststelling De volgende stap in de goedkeuringsprocedure is de definitieve vaststelling van het PRUP “Rondweg Baarle bis” en het bijhorend onteigeningsplan door de provincieraad op 27 november 2014. Art. 2.2.10 §6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009, stelt dat de provincieraad het ontwerp van PRUP definitief dient vast te stellen. Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan slechts wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens
33
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, de adviezen uitgebracht door de aangeduide administraties en overheden of het advies van de PROCORO. In voormeld artikel is nog opgenomen dat, wanneer de definitieve vaststelling niet is gebeurd binnen de hiervoor voorziene termijnen, het plan vervalt. De termijn voor de definitieve vaststelling komt op 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek of uiterlijk op 30 december 2014. 3. Verdere timing Na de definitieve vaststelling wordt het PRUP samen met het besluit van de provincieraad en het advies van de PROCORO ter goedkeuring opgestuurd aan de Vlaamse regering. De Vlaamse Regering dient een beslissing te nemen binnen de 60 dagen na ontvangst van het dossier. 4. Wijzigingen aan het plan op basis van het advies van de PROCORO en de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen en bezwaren Tijdens het openbaar onderzoek zijn er 7 bezwaren en 5 adviezen gegeven. Op 6 november 2014 heeft de deputatie kennis genomen van de resultaten van het openbaar onderzoek en het advies van de PROCORO. Ook werd goedkeuring gegeven om een aantal wijzigingen aan het plan aan te brengen alvorens het plan definitief te laten vaststellen door de provincieraad. In wat volgt wordt telkens weergegeven wat de standpunten van de verschillende actoren zijn en welk advies de PROCORO hierover uitbracht. Telkens wordt omkaderd weergegeven hoe met het advies van de PROCORO wordt omgegaan. Belangrijkste bezwaren en adviezen
Vraag om slechts 1 onteigenende instantie aan te duiden voor de percelen gelegen langs de Visweg. Momenteel worden zowel de gemeente Baarle Hertog als AWV als onteigenende instantie aangeduid voor de percelen gelegen langs de Visweg. De PROCORO ging akkoord met het bezwaar. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd. Na de procoro werd er schriftelijk de vraag gesteld aan zowel de gemeente Baarle Hertog als AWV om slechts 1 onteigenende instantie aan te duiden. Aangezien AWV als onteigenende instantie optreedt voor de ganse rondweg, wordt AWV als de te onteigenende instantie aangeduid voor zowel de rondweg als de Visweg. AWV heeft dit schriftelijk bevestigd.
34
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Visuele hinder van de rondweg voor de bewoners van de Oordeelstraat (deelplan 5) De procoro stelde dat de Oordeelstraat ongelijkgronds gekruist zal worden ten behoeve van het bestaande open landschapsbeeld. Langs de Oordeelstraat blijft de visuele openheid bewaard. De procoro stelt voor dat de wijze waarop de rondweg de invalswegen kruist, om deze in een toelichtende kolom op te nemen in de stedenbouwkundige voorschriften. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd. De inrichtingsschetsen die eveneens in hoofdstuk 7.4 van de memorie van toelichting staan, worden ook in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige voorschriften gezet.
Gronden aan de rondweg worden zo goed als onbereikbaar. Zoals vermeld in hoofdstuk 8.2.2.5 van de memorie van toelichting, zorgt de geplande realisatie van een ventweg dat de aanpalende percelen nog steeds bereikbaar zullen zijn. Dit is echter niet verordenend opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. De procoro stelde voor dat de aanleg van laterale wegen langsheen de rondweg verplicht is op de plaatsen waar dit noodzakelijk is in functie van bereikbaarheid van de aanpalende percelen. De procoro adviseerde eveneens dat deze laterale wegen onverhard dienen aangelegd te worden en dat deze per uitzondering verhard kunnen worden. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd. De deputatie stelt voor dat de uitzondering in functie van verharding toelichtend verduidelijkt dient te worden in de stedenbouwkundige voorschriften. De deputatie stelt voor dat de uitzondering kan toegestaan worden omwille van veiligheid of waterdoorlatendheid, en dat dit een niet limitatieve lijst betreft. Het advies van de procoro wordt hier verder aangevuld.
Bezwaren en adviezen van eerder technische aard De overige bezwaren en adviezen betreffen eerder technische of minder fundamentele opmerkingen. De PROCORO treedt een aantal van deze opmerkingen bij. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd. Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten in bijlage. 5. Zaken die niet hebben geleid tot wijzigingen aan het plan op basis van het advies van de PROCORO en de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen en bezwaren De overige bezwaren en adviezen geven geen aanleiding tot een aanpassing van het PRUP. De PROCORO weerlegt een aantal van deze opmerkingen.
35
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Belangrijkste bezwaren en adviezen
Met de aanleg van een rondweg wil men de noord zuid verbinding verbeteren. De rondweg betreft hierdoor een primaire weg. De provincie is niet bevoegd om een RUP op te maken. De verkeersleefsbaarheid verbeteren in het centrum is niet de echte reden voor de opmaak van het RUP. De PROCORO stelt dat de weg noch in Nederland, noch in Vlaanderen wordt aangeduid als een verbindingsweg (primaire weg). De N119 wordt in het RSPA aangeduid als secundaire weg. De provincie Antwerpen is bevoegd voor de opmaak van RUP’s voor secundaire wegen. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd
Doordat het bestemmingsplan langs Nederlandse zijde reeds vastligt, wordt de Vlaamse planMER voor voldongen feiten geplaatst. Er is geen vrije tracékeuze meer. De procoro stelt dat zowel uit het PRUP als uit de planMER afgeleid kan worden dat naast de eerder onderzochte varianten uit het Nederlandse MER ook alle tracévarianten geëvalueerd en besproken zijn die ingesproken werden in kader van de terinzagelegging van de kennisgevingsnota van de planMER. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Visuele hinder van de rondweg De procoro stelt dat een aantal woningen onvermijdelijk enige visuele invloed zullen ondervinden. Het PRUP voorziet echter de landschappelijke inkleding van de rondweg, waardoor de visuele hinder van de rondweg tot een minimum wordt beperkt. Deze landschappelijke inkleding werd verordenend opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
planMER werd opgemaakt op basis van verouderde Nederlandse MER De procoro stelt dat het model uit 2002 dat in het Nederlandse MER gebruikt werd, inderdaad verouderd is. Het werd daarom niet meer gebruikt voor de Vlaamse planMER. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Het zuidelijke alternatief heeft lagere impact op landbouw De procoro stelt dat de totale grensoverschrijdende impact op landbouw groter is bij de zuidelijke variant. De stelling van bezwaarindiener klopt dus niet.
36
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Bezwaren en adviezen van eerder technische aard De overige bezwaren en adviezen betreffen eerder technische of minder fundamentele opmerkingen. De PROCORO weerlegt een aantal van deze opmerkingen. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd. Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten. 6. Advies PROCORO op basis van eigen adviesbevoegdheid Op basis van haar eigen adviesbevoegdheid heeft de PROCORO ook een aantal technische opmerkingen gemaakt: Aanpassen paginanummer in de inhoudstafel. Er wordt momenteel telkens verwezen naar pg 13; In functie van de leesbaarheid worden verschillende tekstuele wijzigingen voorgesteld door de procoro in artikel 1.2; Opname van een toelichtende kolom waarin aangegeven wordt op welke wijze de aarden wal moet aangelegd worden (voldoende absorptievermogen) + opname schetsen van de aarden wal. Het advies van de PROCORO wordt gevolgd. Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten. Digitale bijlagen: - PRUP “Rondweg Baarle bis” en bijhorend onteigeningsplan; - PlanMER; - bezwaarschriften en adviezen n.a.v. openbaar onderzoek; - advies van de PROCORO van 27 augustus 2014. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009, inzonderheid artikelen 2.2.9 tot 2.2.12 en artikelen 2.4.7 e.v. voor wat het onteigeningsplan betreft; Gelet op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan
37
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende bepalingen betreft; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende bepalingen betreft; Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen; Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, §§1 en 2; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, inzonderheid de artikelen 2 en 4; Gelet op de bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets in bijlage 1 opgenomen kaarten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op de beslissing d.d. 28 mei 2013 waarbij het planMER werd goedgekeurd door de bevoegde administratie; Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 5 juli 2013 omtrent het voorontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” met bijhorend onteigeningsplan en de in het kader hiervan uitgebrachte mondelinge en schriftelijke adviezen; Gelet op het provincieraadsbesluit van 24 oktober 2013 houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” en het bijhorend onteigeningsplan; Gelet op het openbaar onderzoek omtrent het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis”, het planMER en het bijhorend onteigeningsplan dat werd georganiseerd van 5 mei 2014 tot en met 3 juli 2014; gelet op de publicatie in het Belgisch Staatsblad en 3 verschillende dagbladen; gelet op de 5 ontvankelijke adviezen en 7 ontvankelijke bezwaren die werden ingediend; Gelet op het ministerieel besluit van 17 juni 2014 houdende advies over het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” en het bijhorend onteigeningsplan;
38
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Gelet op de bezwaren en adviezen die werden uitgebracht naar aanleiding van het openbaar onderzoek over het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis”, het planMER en het bijhorend onteigeningsplan; Gelet op het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening van 27 augustus 2014 en in het bijzonder de ruimtelijke argumentatie die het advies aanvoert om de bezwaren en opmerkingen te verwerpen of om het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” en het bijhorend onteigeningsplan aan te passen; Overwegende dat de planopties van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; Overwegende dat de inhoud van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” in overeenstemming is met het richtinggevend en het bindend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen; Overwegende dat het PRUP verenigbaar is met het RSPA; dat in het RSPA werd opgenomen dat - indien in de toekomst blijkt dat de leefbaarheid van een kern op een secundaire weg in de verdrukking komt en door een herinrichting van de weg zelf niet kan worden gegarandeerd- de aanleg van een omleiding mogelijk wordt; dat de omleiding dan de taak en de functie van de secundaire weg doorheen de kern overneemt; Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de watertoets, dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid; dat er in de plan-MER een toetsing is gebeurd van het PRUP “Rondweg Baarle bis” ten aanzien van het watersysteem; dat het PRUP niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied; dat hierdoor in alle redelijkheid kan worden geoordeeld dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” verenigbaar is met het watersysteem en geen schadelijk effect op de waterhuishouding veroorzaakt; Overwegende dat overeenkomstig art. 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (B.S. 20.08.09), een aantal conclusies m.b.t. de planMER-procedure weergegeven worden; dat op 10 februari 2012 een kennisgevingsdossier werd overgemaakt aan de dienst MER, hetwelk op 13 maart 2012 volledig verklaard werd; dat dit dossier vervolgens ter inzage werd gelegd van het publiek; dat door de dienst MER op 6 juli 2012 een richtlijnennota werd opgemaakt op basis waarvan een planMER werd opgesteld dat door de dienst MER op 28 mei 2013 werd goedgekeurd; dat bijgevolg voldaan werd aan art. 4.2.8 e.v. van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd; Overwegende dat, ingevolge voormeld artikel en ingevolge art. 4.1.7 DABM, rekening werd gehouden met het MER-rapport; dat Het tracé dat is opgenomen in het grafisch plan overeen stemt met meest milieuvriendelijk alternatief overeenkomstig het plan-MER; dat de perimeter van het PRUP de nodige breedte
39
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
omvat om niet enkel de weg zelf te realiseren, maar ook de nodige maatregelen i.f.v. waterhuishouding, landschappelijke integratie en bereikbaarheid van aangrenzende landbouwpercelen; dat op de locaties waar een geluidswal noodzakelijk wordt geacht, de perimeter hierop afgestemd is en de locatie voor deze wal indicatief werd aangeduid; dat in het grafisch plan de nodige ruimte is opgenomen voor de verbreding van de Visweg als maatregel om doorstroming van landbouwvoertuigen te verbeteren; Overwegende dat ter realisatie van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” onteigening van een aantal gronden binnen het plangebied noodzakelijk is; dat analoog met de opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” een onteigeningsplan wordt opgemaakt waarbij het Agentschap voor Wegen en Verkeer optreedt als onteigenende instantie; Overwegende dat de mogelijkheid bestaat dat de noodzakelijke grondinnemingen niet in der minne zullen kunnen gebeuren en bijgevolg gerechtelijke onteigeningen zullen vergen; Overwegende dat voor het bekomen van machtiging tot onteigening met toepassing van de spoedprocedure, zowel het algemeen belang van de onteigening, de onteigeningsnoodzaak als het hoogdringend karakter ervan dient te worden aangetoond; Overwegende dat het algemeen belang van de onteigening wordt verantwoord door de noodzaak tot opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de rondweg rond Baarle Hertog; dat voorliggend PRUP wordt opgemaakt om de verkeersleefbaarheid te verbeteren in het centrum van Baarle; Overwegende dat de onteigeningsnoodzaak wordt verantwoord door het openbaar karakter van de toekomstige functies in het plangebied; dat de individuele eigenaars niet kunnen instaan voor de realisatie van deze rondweg; dat de aanleg van de rondweg een taak is van de overheid binnen de beleidsdoelstelling om de verkeersleefbaarheid van het centrum van Baarle te verbeteren; dat om deze redenen onteigening van de percelen binnen het plangebied noodzakelijk is; Overwegende dat de hoogdringendheid verantwoord wordt door dezelfde redenen (tot opmaak van het plan), met name de noodzaak om de rondweg op korte termijn te realiseren; dat de verkeersleefsbaarheid in het centrum zal verslechteren; dat enkel structurele maatregelen noodzakelijk zijn om de verkeersleefbaarheid in het centrum te verbeteren; Overwegende dat, naar aanleiding van de bezwaren en adviezen en het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, een onderstaande wijzigingen worden aangebracht aan het voorlopig vastgestelde provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” en het bijhorend onteigeningsplan; Overwegende dat de procoro adviseerde om slechts 1 onteigenende instantie op te nemen per perceel; dat de procoro geen standpunt innam welke instantie dit diende te zijn; dat het agentschap voor Wegen en Verkeer wordt aangeduid als de onteigenende instantie; dat het Agentschap voor Wegen en Verkeer ook als onteigenende instantie optreedt voor de ganse rondweg; dat de provincieraad zich
40
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
uitdrukkelijk aansluit bij het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening; Overwegende dat de procoro adviseerde dat de aanleg van laterale wegen langsheen de rondweg verplicht is op plaatsen waar dit noodzakelijk is; dat de procoro adviseerde dat deze laterale wegen onverhard dienen aangelegd te worden; dat de procoro adviseerde dat deze laterale wegen per uitzondering verhard kunnen worden; dat de provincieraad beslist om de uitzondering toelichtend te verduidelijken in de stedenbouwkundige voorschriften; dat deze uitzondering kan toegestaan worden in functie van veiligheid en waterdoorlatendheid; dat de provincieraad eveneens beslist dat dit geen limitatieve lijst betreft; Overwegende dat ook volgende wijzigingen werden aangebracht: “in de memorie van toelichting: Pg 16 en 23: toevoeging dat de situatie ook veiliger wordt voor fietsverkeer; Pg 19: toevoeging dat de rondweg de Ecologische Hoofdstructuur t.h.v. Schaluinen niet doorkruist; Pg 26: correctie wegnummer Molenstraat en Turnhoutsebaan; Pg 50: Verwijzing naar vastgesteld bestemmingsplan d.d. 16/04/2009; Pg 78: opname correcte rode contour in figuur 8.2.4; Pg 84: Vermelding diepte afwateringssloot minimum 1m Pg 85: tekstwijziging: ‘Rekening houdend met de nauwe passage doorheen het centrum blijkt dat, zowel voor de werkdagen als voor de zondagen, de intensiteiten op de drie invalswegen Chaamseweg/Bredaseweg (N639), Alphenseweg (N260-noord) en Molenstraat/Turnhoutsebaan (N260-zuid) zo hoog zal zijn, dat de verkeersfunctie dermate de boventoon voert dat een verblijfskarakter doorheen het centrum niet te realiseren is’; Pg 85: selectie van één onteigende instantie per perceel voor de Visweg; Aanpassing paginanummering in de inhoudstafel; In de Stedenbouwkundige voorschriften: Opname van een toelichtende kolom waarin verduidelijkt wordt op welke wijze (gelijkgronds/ondergronds) de kruisingen tussen de rondweg en invalswegen dienen te gebeuren + opname inrichtingsschetsen Opname dat ‘de aanleg van laterale wegen langsheen de rondweg verplicht is op plaatsen waar dit noodzakelijk is i.f.v. de bereikbaarheid van de aanpalende percelen’. opname dat deze laterale wegen onverhard aangelegd moeten worden maar dat deze per uitzondering verhard kunnen zijn. Toelichtende opname dat deze uitzondering mogelijk is in functie van veiligheid of waterdoorlatendheid, en dat dit een niet limitatieve lijst betreft. Aanpassing in art 1.2’ inrichting’: de term ‘en/of’ wijzigen in ‘,’; de term ‘beeldende kunst’ te wijzigen in ‘beeldend kunstwerk’ en ‘…’ toe te voegen in de zin ‘hetzij door flankerende groenvoorziening, waarden wallen, landschappelijk geïntegreerde geluidswering, beeldend kunstwerk, …’ Opname van en toelichtende kolom waarin wordt aangegeven op welke wijze de aarden wal moet aangelegd worden (voldoende absorptievermogen) + opname schetsen aarden wal. Op het Grafisch plan Wijziging situering deelplan 6-7-8
41
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Op het Onteigeningsplan Selectie van één onteigenende instantie per perceel voor de Visweg, met name het Vlaams Gewest, Agentschap voor Wegen en Verkeer” Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” te Baarle Hertog wordt definitief vastgesteld. Artikel 2 Het onteigeningsplan tegelijkertijd opgemaakt met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” te Baarle Hertog wordt definitief vastgesteld. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 65 stemmen ja. Nr. 2/2 van de agenda Uitvoering RSPA: Afbakening kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg – ‘Opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg incl. plan-MER-screening en ruimtelijk veiligheidsrapport’. Kennisname. Verslag van de deputatie Situering Op 16 december 2010 keurde de provincieraad van Antwerpen het bestek en de lastvoorwaarden goed voor de opmaak van PRUP’s (incl. plan-MER-screening en ruimtelijk veiligheidsrapport) voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg. Op 17 maart 2011 gunde de deputatie deze opdracht aan studiebureau IOK voor een bedrag van 134.711,53 EUR incl. btw. Aanvullende diensten Omwille van gewijzigde inzichten bij de gemeente en evoluties in de rechtspraak m.b.t. plan-MER’s is de noodzaak gebleken om bijkomende diensten te laten uitvoeren.
42
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De deputatie heeft deze aanvullende dienst gegund op 23 augustus 2012, voor een bedrag van 46.669,39 EUR incl. btw. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 30 oktober 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op de beslissing van de provincieraad van 27 juni 2013 betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de aanvullende dienst voor de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg incl. plan-MER-screening en ruimtelijk veiligheidsrapport. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 2/3 van de agenda Uitvoering RSPA: Kleinstedelijk gebied Boom en strategisch project Rupelstreek – ‘Opmaak van een kaderplan voor het kleinstedelijk gebied Boom en het ontginningsgebied Boom-Rumst’. Kennisname. Verslag van de deputatie Situering Op 27 januari 2011 keurde de provincieraad van Antwerpen het bestek en de lastvoorwaarden goed voor de opmaak van een kaderplan voor het kleinstedelijk gebied Boom en het ontginningsgebied Boom-Rumst.
43
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het kaderplan omvat de ruimtelijke visievorming voor 2 belangrijke ruimtelijke planningsprocessen in de Rupelstreek: - Het gebiedsgericht strategisch project Rupelstreek; - De afbakening van het kleinstedelijk gebied Boom. Op 5 mei 2011 gunde de deputatie deze opdracht aan studiebureau Omgeving voor een bedrag van 142.297,21 EUR incl. btw. Aanvullende diensten Gezien de complexiteit van het planningsproces is de noodzaak gebleken om bijkomende diensten te laten uitvoeren. De deputatie heeft deze aanvullende diensten gegund in 3 afzonderlijke deputatiebesluiten: - op 3 augustus 2012, voor een bedrag van 1.621,40 EUR incl. btw; - op 23 mei 2013, voor een bedrag van 10.539,10 EUR incl. btw; - op 17 juli 2014, voor een bedrag van 22.335,08 EUR incl. btw. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 30 oktober 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op de beslissing van de provincieraad van 27 juni 2013 betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de aanvullende diensten voor het kaderplan voor het kleinstedelijk gebied Boom en het ontginningsgebied Boom-Rumst. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
44
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 2/4 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging CIPAL. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag Hierna volgt een toelichting bij het beleid van Cipal. Een gedetailleerd overzicht van de beleidsdoelstellingen voor 2013-2018 staan in het document “Evaluatierapport 2007-2012/ondernemingsplan 2013-2018” dat ter gelegenheid van de algemene vergadering van 14 juni 2013 aan alle besturen-deelnemers werd overgemaakt. Op aanvraag kan altijd een bijkomend digitaal exemplaar worden overgemaakt. Tevens staan de belangrijkste doelstellingen eveneens vermeld in het Cipaljaarverslag dat werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 13 juni 2014. Een digitaal exemplaar van het jaarverslag is te downloaden van de Cipal-website (rubriek ‘pers, media en publicaties’) 1. Een vaste waarde in een continu veranderende wereld Cipal is een toonaangevend Vlaams overheidsbedrijf met de structuur van een dienstverlenende vereniging (zoals voorzien in het Vlaamse decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking). De deelnemers van Cipal beslisten op de buitengewone algemene vergadering van 19 december 2008 met eenparigheid van stemmen om de exploitatieperiode van de dienstverlenende vereniging Cipal te verlengen met een periode van 18 jaar, ingaand op 2 april 2009 tot 1 april 2027. 1.1. Missie en waarden De missie van Cipal bestaat erin om haar vennoten en klanten de best mogelijke procesondersteunende, innovatieve diensten en IT-oplossingen aan te bieden, zodat ze een efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening kunnen garanderen. De focus op IT werd met andere woorden verruimd tot dienstverlening met IT-oplossingen als ondersteuning. Om deze doelstellingen te realiseren, draagt Cipal vier waarden hoog in het vaandel:
Klant- en dienstgericht Betrouwbaar en duurzaam Innovatie en open Resultaatgericht
1.2. Werking en structuur Al vele jaren begeleidt het intergemeentelijk samenwerkingsverband Cipal dv (intercommunale in de volksmond) overheden bij de verbetering en de automatisering van hun ondersteunende en dienstverlenende processen. Vanaf het prille begin is de intercommunale een technologische innovator geweest binnen nagenoeg alle beleidsdomeinen die een lokaal of provinciaal bestuur aanbelangen. Cipal, met exploitatiezetel in Geel en een antenne in (OCMW) Mechelen, biedt een actieve inhoudelijke en op kennis en expertise gebaseerde dienstverlening aan haar vennoten aan en werkt daarnaast eigentijdse
45
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
ICT-oplossingen uit voor de publieke sector (steden en gemeenten, provincies, OCMW’s, bibliotheken, schouwburgen, rustoorden, musea, etc). De werking van Cipal is gebaseerd op kostendelende en intergemeentelijke samenwerkingsprincipes, d.w.z. dat de kosten van de diensten en oplossingen verdeeld worden over die besturen die op haar dienstverlening beroep doen. Aangezien Cipal dv geen winstdoelstellingen nastreeft, worden alle middelen geïnvesteerd in de eigen werking, enerzijds het uitbouwen van een kwalitatieve en inhoudelijke dienstverlening en anderzijds het vernieuwen en up-to-date houden van het diensten- en productenaanbod, daarbij rekening houdend met de evolutie op de markt en de vragen van haar vennoten/deelnemers. De kernvraag die ons de voorbije jaren bezighield is waar Cipal als organisatie echt voor wil staan, waar we uitmuntend in zijn, waarmee we geassocieerd willen worden. En dat is voor een dynamisch en open overheidsbedrijf, een vat vol energie en dynamiek, geroemd voor durf, innovatie en resultaatgerichtheid, een echt verlengstuk van de besturen met klantgerichte en uitmuntende expertisecentra en een duurzaam karakter. In 2011 werd de basis gelegd voor een grondige wijziging van de interne structuren. Er werd vertrokken vanuit het vormgeven van een duidelijke identiteit voor de intercommunale vereniging. Terugkeren naar het basisgedachtegoed van de intercommunale samenwerking kon enkel door de niet-kernactiviteiten en activiteiten voor niet-vennoten af te splitsen in afzonderlijke entiteiten. Door deze operatie, die in 2013 haar vaste vorm kreeg, blijven er 3 organisaties bestaan die samen de Cipal-groep vormen en nauw met elkaar samenwerken: De intercommunale structuur, Cipal dv (dienstverlenende vereniging) die exclusief voorbehouden is voor de Vlaamse lokale en provinciale besturen. De focus op IT werd gelijktijdig verruimd tot een doorgedreven vorm van dienstverlening en inhoudelijke expertise, met IT-oplossingen als ondersteuning. Deze focus laat de intercommunale toe om zich als een echt verlengstuk van haar vennoten te positioneren. Met het ‘inhouse’-principe biedt de wetgever bovendien extra mogelijkheden aan besturen om kosten te besparen en sneller beslissingen uit te voeren, zonder daarom tijdrovende en lange aanbestedingsprocedures te hoeven doorlopen. Cipal IT solutions nv dat als missie meekreeg om op commerciële basis IT-activiteiten te ontplooien naar niet-vennoten, daarbij gebruik makend van de specifieke intellectuele eigendom en expertise van Cipal dv. Ook het valoriseren van de kennis van de dienstverlenende vereniging bij buitenlandse overheden hoort tot de taken van de nv, evenals het investeren in hoogtechnologische spin-offs die een meerwaarde betekenen voor het totaalaanbod van Cipal. Cipal dv is meerderheidsaandeelhouder van Cipal nv.
46
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Cipal Institute vzw dat tot doel heeft om op lokaal bestuursniveau kennis en ervaringsuitwisseling mogelijk te maken met betrekking tot actuele beleids- en managementuitdagingen. Cipal Institute vzw brengt experten en trendsetters bij elkaar in denktanks en visiegroepen rond actuele beleidsthema’s in de publieke sector, zodat dit kan leiden tot nieuwe inzichten en de opbouw van deskundigheid. Naast deze drie Cipal-entiteiten hebben we de spin-offs die onder impuls van Cipal IT solutions nv opgestart zijn: Green Valley Belgium nv (e-besluitvorming en zaaksystemen), Woonpartners nv (sociale huisvesting) en Brocade Library Services nv (bibliotheeksystemen). 2. Kernboodschappen Gelijktijdig met het herdefiniëren van haar activiteiten en het onderbrengen van de diverse activiteiten in aparte entiteiten, werden ook de kerntaken onder de loep genomen. Deze werden herleid tot drie duidelijke boodschappen: samenwerken, beleidsondersteuning en IT-expertise. 1.3. Samenwerking Samenwerken zit in de genen van Cipal dv. De werking is gebaseerd op intergemeentelijke samenwerkingsprincipes. Want samen analyseren, beslissingen nemen, investeren, aankopen doen en ervaringen delen, maakt besturen slagkrachtiger. Binnen de context van een steeds krappere budgettaire ruimte bij onze overheden en de daaruit voortvloeiende noodzaak tot het optimaliseren van de interne werking, werkt Cipal nog meer dan vroeger aan het uitbouwen van kostendelende projecten die zij aan haar vennoten kan aanbieden. Intergemeentelijk samenwerken staat immers bij veel besturen bovenaan de agenda. Samenwerken is tevens een antwoord op een steeds meer toenemende complexiteit en het kostenplaatje dat hiermee gepaard gaat. We kunnen deze kernboodschap in de volgende punten samenvatten: Samenwerken als antwoord op een toenemende complexiteit Samenwerken om te besparen Samenwerken om duurzame meerwaarde te creëren. 1.4. Beleidsondersteuning Het meest vernieuwende is dat Cipal de laatste jaren continu investeerde in de uitbouw van expertises die het puur technische overstijgen. De kennis werd gebundeld in de volgende applicatiegerichte expertisecentra: beleid & financiën belastingen personeel & organisatie burgerzaken grondgebiedzaken zorg & welzijn bibliotheken & musea mid-office infrastructuur & veiligheidsoplossingen
47
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Cipal investeert voortdurend in de uitbouw van haar expertisecentra. Naast de hogergenoemde ‘klassieke’ domeinen wordt door Cipal daarom ook sterk geïnvesteerd in de uitbouw van de cel ‘Beleidsondersteuning’ door het aantrekken van specialisten ter zake. Openbare besturen kunnen er, naast het vertrouwde ICT-advies en -ondersteuning, nu ook terecht voor inhoudelijk, vaktechnisch en juridisch advies. Onze vennoten kunnen beroep doen op experten in: organisatiemanagement strategisch management project- & programmamanagement financieel management informatie- en privacybeleid veranderingsmanagement Hierdoor helpt Cipal de besturen om hun interne werking naar een hoger niveau te tillen. Er is vanuit de besturen ook een toenemende vraag merkbaar om, vanuit Cipal, experten uit de diverse domeinen te detacheren naar de besturen toe, om op die manier hun eigen diensten – hetzij permanent, hetzij tijdelijk - te versterken. Dit gebeurt zowel op IT-vlak als op het inhoudelijk-functionele vlak (personeel & organisatie, burgerzaken, grondgebiedzaken, …) De groeiende expertise binnen Cipal heeft ook tot gevolg dat vernieuwende technologieën sneller geïntroduceerd kunnen worden. We denken hier vb. aan de digitale handtekening IntelliStamp, softwareoplossingen voor procesoptimalisatie, vernieuwende mid- en frontoffice-oplossingen en mobiele toepassingen. Om al deze ambities te realiseren, trok de intercommunale de voorbije jaren tientallen consultants, veranderingsmanagers, projectmanagers en domeinexperten aan. Doordat de Cipal-experten opereren op het raakvlak van overheidsprocessen enerzijds en ICT-technologie anderzijds, beschikt de intercommunale over een uniek competentiepallet ten dienste van haar vennoten. 1.5. IT-expertise In 2011 legde Cipal de basis voor een fundamentele wijziging van haar interne structuur. Niet-kernactiviteiten en activiteiten voor niet-vennoten werden afgesplitst van de intercommunale en ondergebracht binnen een nv-structuur, samen met de bijhorende technische IT-competenties. Deze nv wendt deze competenties onder meer aan om softwareproducten te ontwikkelen die specifiek zijn afgestemd op de noden van de overheid. Naast het bouwen van sofwaretoepassingen, neemt ook infrastructuurbeheer een belangrijke plaats in binnen de activiteiten van Cipal IT solutions nv. De IT-technische omgevingsvereisten worden namelijk alsmaar complexer en besturen zijn vaak niet meer in staat om al deze competenties eigenhandig te beheren. Met experten op het vlak van cloud computing, databeveiliging, datanetwerken, virtuele omgevingen, beheer van serverparken of opslag- en
48
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
datacentertechnologie, ontlast Cipal haar vennoten van complexe taken die in feite geen kerntaken zijn voor een bestuur. 3. Cipal-beleidsorganen 1.6. Deelnemers/vennoten Steden en gemeenten, provincies, OCMW’s en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen deelnemer (vennoot) worden van Cipal dv en zo mee participeren in haar beleid. Alle aandelen van Cipal dv zijn in handen van haar aangesloten lokale en provinciale besturen en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Op dit
ogenblik telt Cipal dv 226 vennoten, verdeeld over: 124 gemeenten 90 OCMW’s 2 provinciebesturen 10 intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
Een overzicht van alle deelnemers/vennoten van Cipal dv kan u vinden op www.cipal.be (menu: over ons - onze bestuursorganen – algemene vergadering). 1.7. Bestuurs- en overlegorganen Elke deelnemer van Cipal is vertegenwoordigd in de algemene vergadering en elke deelnemer heeft recht op een vertegenwoordiger in het statutair voorziene adviescomité. De algemene vergadering kiest de raad van bestuur, die op haar beurt het directiecomité samenstelt. De deelnemers van Cipal hebben dus een maximale inspraak in het beleid van Cipal. Het provinciebestuur Antwerpen is in de dienstverlenende vereniging vertegenwoordigd via de volgende kapitaalsplaatsing: 1.085 aandelen, een waarde vertegenwoordigend van 135.625,- EUR. De voorzitter van de Algemene Vergadering, de Raad van Bestuur en het Directiecomité is, volgens de bepalingen van het decreet, steeds een afgevaardigde van de aangesloten gemeenten. Voor de beleidsperiode 2013-2018 is dit Dhr. Schroons Walter, schepen stad Mechelen. Raad van bestuur 25 leden 20 vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten 2 vertegenwoordigers van de aangesloten OCMW’s 3 vertegenwoordigers van de aangesloten provincies + 3 leden met raadgevende stem van de aangesloten gemeenten Directiecomité 7 leden 4 leden van de aangesloten gemeenten 3 leden van de aangesloten provincies De namen van de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité zijn terug te vinden op www.cipal.be (menu: over ons - onze bestuursorganen)
49
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De gebruikers van de verschillende Cipal-oplossingen kunnen daarnaast ook nog zetelen in uiteenlopende overlegorganen zoals gebruikersvergaderingen en werkgroepen en dragen op die manier mee bij tot een continue verbetering en verrijking van het diensten- en IT-aanbod van Cipal. Cipal is met andere woorden een organisatie van en voor de openbare besturen, een IT-partner ten dienste van de verschillende bestuursniveaus, die bijdraagt tot een interbestuurlijke samenwerking op het vlak van e-Government, beleidsondersteuning en IT. De stevige verankering met haar gebruikersbasis – en de combinatie van inhoudelijke domeinexpertise én IT - maakt Cipal uniek in Vlaanderen. 4. Spin-offs en partnerships Om het dienstenaanbod op een hoog peil te houden, investeert de Cipalgroep, onder impuls van Cipal IT solutions nv, ook in hoogtechnologische spin-offs. Met Brocade Library Services is Cipal de enige speler op de markt met een eigen Vlaamse bibliotheektoepassing, gebaseerd op hedendaagse technologie. Om aan de groeiende interesse vanuit het buitenland het hoofd te bieden, werden de export- en technische activiteiten die betrekking hebben op de bibliotheekautomatisering in augustus 2013 ondergebracht in een spin-off, Brocade Library Services nv. Een belangrijke investering van de Limburgse Investeringsmaatschappij LRM zorgde hierbij voor de nodige zuurstof om groei te genereren. Verder groeien betekent voor de Vlaamse openbare bibliotheken immers dat er ongetwijfeld schaalvoordelen zullen ontstaan omdat investeringen over een groter aantal partijen verdeeld kunnen worden. Cipal behoudt wel de controle over deze spin-off. Op het domein van de mid- en frontoffice, besloot Cipal begin 2013 met Green Valley in zee te gaan. Green Valley Belgium werd in 2008 opgericht door de gelijknamige toonaangevende Nederlandse speler. Het bedrijf ontwikkelt oplossingen die zorgen voor een naadloze integratie tussen online overheidsloketten (de zogenaamde frontoffice), dossier- of zaakgeleidingssystemen (die deel uitmaken van de midoffice) en de traditionele backofficetoepassingen van de overheid. Met deze oplossingen kan een bestuur invulling geven aan haar ambities op het vlak van procesbeheersing en besluitvormingsondersteuning in de zeer brede zin van het woord. Dankzij een geïntegreerde aanpak en vernieuwing van haar dienstverlening, won stad Genk begin 2014 de award ‘Overheidsorganisatie van het jaar 2014’. De ondersteunende technologie was hier de oplossing van Green Valley. Vanaf 1 januari 2015 bieden Cipal en Desk Solutions de sociale huisvestingsmarkt samen ICT-oplossingen en -diensten aan. Daartoe bundelen ze hun krachten in de nieuwe spin-off Woonpartners nv. Vandaag maken 75 Vlaamse huisvestingsmaatschappijen en een aantal OCMW’s gebruik van de softwaretoepassingen van Desk Solutions en Cipal. Ook in de toekomst willen beide organisaties een toonaangevende rol blijven spelen in deze sector. Daarom combineerden ze hun technologische oplossingen én troeven in ‘Woonpartners’. Deze nv zal de technologische knowhow, marktkennis en jarenlange ervaring van beide spelers bundelen voor een optimale dienstverlening aan de sociale huisvestingssector.
50
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De schaalvergroting maakt het bovendien mogelijk om nog meer middelen in te zetten voor nieuwe ontwikkelingen en de continuïteit ook op lange termijn te garanderen. Zo zullen alle stakeholders binnen de sociale huisvestingssector én het woonbeleid van de OCMW’s hier voordeel bij hebben. Ook de introductie van vooruitstrevende technologieën in de backofficetoepassingen, zoals de digitale stempel IntelliStamp, waarbij officiële documenten op een sluitende juridische manier digitaal ondertekend en afgeleverd kunnen worden, past volledig binnen de strategie van samenwerking met gespecialiseerde partners. Hierdoor kan o.a. in Mechelen, een burger 24u/7d officiële documenten online aanvragen en afgeleverd krijgen, zonder dat er menselijke tussenkomst nodig is. Intussen wordt deze technologie ook geïntroduceerd bij andere lokale besturen. 5. Personeel (stand 30 oktober 2014) De totale Cipal-groep telt 283 medewerkers, waarvan er 133 zijn ondergebracht bij Cipal dv. Het overgrote gedeelte van deze medewerkers zijn experten en adviseurs die opereren vanuit de verschillende expertisecentra: beleid & financiën, burgerzaken, grondgebiedzaken, personeel & organisatie, zorg & welzijn, … Binnen Cipal IT solutions nv zijn 150 medewerkers tewerkgesteld, voornamelijk IT-professionals: netwerkingenieurs, specialisten in het beheer van datacenters, databeveiligingsexperten, experten in cloud computing, software-ontwikkelaars, enz … Cipal Institute vzw heeft geen eigen personeelsleden. 6. Financieel In tegenstelling tot vele andere intercommunales vraagt Cipal geen jaarlijkse werkingsbijdragen aan haar vennoten. Cipal verwerft haar eigen inkomsten en genereert haar eigen kasmiddelen waarmee investeringstrajecten gefinancierd worden. Boekjaar 2013 De cijfers van het boekjaar 2013 werden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 13 juni 2014, waarna ze gepubliceerd werden in het jaarverslag 2013. Dit jaarverslag kan u terugvinden op de Cipal-website (menu: over ons – Cipal jaarverslag). De financiële resultaten van 2013 tonen aan dat de groei zich doorzet. Sinds de start van de vernieuwingsoperatie groeide de omzet met meer dan 20%. Vandaag staat de groep financieel sterker dan ooit. Het eigen vermogen bedroeg eind 2013 meer dan 23 miljoen euro, een stijging met 29% ten opzichte van het niveau van 2009. De kaspositie bedraagt meer dan 25 miljoen EUR, een verdubbeling ten opzichte van 2009. Tevens werden intussen de financiële schulden op lange termijn volledig afgebouwd. Terwijl de investeringsteller in 2010 nog minder dan één miljoen EUR bedroeg, zijn in 2013 voor ongeveer vier miljoen EUR investeringen doorgevoerd, voornamelijk binnen het domein financiën en belastingen,
51
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
e-besluitvorming en zaakgeleiding. groeimotor voor de toekomst.
Deze
investeringen
vormen
de
1.8. Bedrijfsopbrengsten 2013 De geconsolideerde bedrijfsopbrengsten in 2013 bedroegen 39.405 k EUR, wat een stijging betekende in vergelijking met het voorgaande jaar ten bedrage van 6.706 k EUR. De omzet in 2013 bedroeg 35.654 k EUR. Ook dit betekende een stijging van 5.127 k EUR in vergelijking met de omzetcijfers van 2012. De kosten van aankopen van handelsgoederen en de aan de omzet gerelateerde diensten bedroegen 8.191 k EUR en waren daarmee 1.837 k EUR hoger dan in 2012. 1.9. Bedrijfskosten 2013 De kosten voor diensten en diverse goederen namen toe met 941 k EUR tot 7.998 k EUR. De toename van kosten van aankopen van handelsgoederen en van kosten voor diensten en diverse goederen was te verklaren door de toename van de omzetcijfers (5.127 k EUR) in vergelijking met 2012. De kosten van bezoldigingen en sociale lasten bedroegen 22.758 k EUR. De meerkost ten bedrage van 2.809 k EUR was enerzijds een gevolg van indexeringen en hogere wettelijk verplichte pensioenbijdragen en anderzijds de door Cipal uitbetaalde opzegvergoedingen (1,5 miljoen EUR in Cipal DV). 1.10. Bedrijfsresultaat 2013 Samengevat kwamen we hierdoor tot een bedrijfsresultaat van 1.040 k EUR. Op zich betekende dit een verbetering ten opzichte van 2012 met 475 k EUR. Het bedrijfsresultaat werd tijdelijk negatief beïnvloed: door 1.700.000 EUR ontslagkosten in 2013. In functie van de vernieuwing en uitbreiding van het Cipal-dienstenportfolio moesten bepaalde profielen vervangen worden. door aanwerving in de voorbije jaren van meer dan 80 nieuwe profielen die voornamelijk kennisgericht zijn. Het negatieve resultaat van de voorbije jaren was met andere woorden het gevolg van een actieve investeringspolitiek. Bovendien werden voor meer dan 500.000 EUR bijkomende voorzieningen voor risico’s en kosten aangelegd. Naast IT-diensten lag de focus meer dan ooit op inhoudelijke beleidsondersteuning. De positieve trend, die in 2010 was ingezet, zal de komende jaren uitmonden in een positief bedrijfsresultaat. De verwachting is dat deze verbetering zich de volgende jaren nog verder zal doorzetten ten gevolge van het versneld doorvoeren van vernieuwingstrajecten. Na belastingen bedroeg het geconsolideerde nettoverlies van het boekjaar 2013 1.566 k EUR.
52
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
1.11. Overzicht financiële kerncijfers Cipal-groep geconsolideerd (Cipal dv en Cipal IT solutions nv) OMZET omzet 2012 30,5 miljoen EUR omzet 2013 35,6 miljoen EUR budget 20141 34,5 miljoen EUR BEDRIJFSRESULTAAT resultaat 2012 resultaat 2013 budget 2014
-1,5 miljoen EUR -1,0 miljoen EUR -0,4 miljoen EUR
Cipal dv (enkelvoudig) RESULTAAT 2013 Omzet 2013 Bedrijfskosten 2013 Bedrijfsresultaat 2013 INVESTERINGEN 2011 2012 2013 2014 (prognose)
27,2 miljoen EUR 34,0 miljoen EUR -1,5 miljoen EUR 0,86 1,69 3,85 3,26
miljoen miljoen miljoen miljoen
EUR EUR EUR EUR
1.12. Getrouwheidskorting Cipal heeft als missie om op een kostendelende manier diensten aan haar vennoten aan te bieden. De beslissing tot bestemming van het resultaat van Cipal – en dus eventueel tot uitkering van een dividend – wordt genomen bij de goedkeuring van de jaarrekening door de bestuursorganen. De uitkering van een dividend is echter momenteel niet aan de orde. In het huidige slechte economische klimaat, dat ook gekenmerkt wordt door grote besparingen bij onze vennoten, zou de uitkering van een dividend de toekomst van Cipal kunnen ondermijnen omdat de liquiditeiten van onze organisatie er significant zouden worden door aangetast. Deze liquiditeiten zijn net nodig om de financieel-economische crisis het hoofd te bieden en te kunnen investeren zodat er groei gerealiseerd kan worden. Om haar trouwste vennoten toch te belonen voor hun vertrouwen in - en de hechte samenwerking met - Cipal, bestaat er wel een systeem van oplopende getrouwheidskorting naarmate een bestuur meer met de intercommunale samenwerkt. Begroting 2015 Met het oog op de goedkeuring van de begroting 2015 door de Buitengewone Algemene Vergadering van 12 december 2014, werden de 1
We verwachten dat de omzet in 2014 zal stijgen tot meer dan 37 miljoen Euro. Deze toename is te wijten aan een omzetstijging die zich realiseert binnen Cipal IT solutions nv en in de dochterondernemingen en spin-offs waarin Cipal de voorbije periode investeerde.
53
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
nodige documenten, waaronder het document ‘Cipal begroting 2015’, aan de vennoten overgemaakt met een schrijven van 21 oktober 2014 (kenmerk MN 2014/BAV1212). 7. Besluit Door de unieke combinatie van al de bovenstaande elementen is Cipal met haar aanbod dé toonaangevende speler in Vlaanderen. In het Evaluatierapport 2007-2012/Ondernemingsplan 2013-2018 werd duidelijk het kader geschetst voor de werking van de dienstverlenende vereniging Cipal voor de komende beleidsperiode. Er werd vertrokken van een aantal uitgangspunten en doelstellingen die de werking gedurende de volgende jaren vorm zullen geven.
Focus op klantgerichte dienstverlening Focus op duurzame en sterkere intergemeentelijke samenwerking Focus op kostendelende principes Focus op innovatie en vernieuwing als motor van groei en toegevoegde waarde Focus op beleidsgerichte expertisecentra gericht op het strategisch ambtelijk niveau Focus op versterking van het menselijk kapitaal als hoeksteen van het beleid Focus op efficiëntie- en kwaliteitsverbeteringen in bestaande operationele processen Focus op groei, ondersteund door gezonde financiën Focus op samen groeien, samen oogsten en samen proeven en dit voor heel Vlaanderen
Bij het uitzetten van deze krijtlijnen had Cipal steeds de noden en behoeften van de lokale besturen en haar vennoten/deelnemers voor ogen. De interesse van onze openbare besturen, en de financiële vooruitzichten, tonen aan dat Cipal duidelijk in beweging is in de goede richting. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 2/5 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging CIPAL. Algemene vergadering 12 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging CIPAL deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op vrijdag 12 december 2014 om 10.30 uur in het Seminariecomplex De Vesten, Kanaalweg 6/1, 2430 Laakdal, met volgende agenda: 1. Toetreding en aanvaarding van nieuwe deelnemers.
54
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
2. Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2015 (met inbegrip van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie). 3. Vervanging bestuurder. 4. Wijziging van de zetel van de vereniging. 5. Benoeming en vervanging van leden van het adviescomité. 6. Rondvraag. 7. Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering. In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Peter Bellens, gedeputeerde, met als plaatsvervanger de heer Frank Sels, raadslid, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de dienstverlenende vereniging CIPAL tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 12 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging CIPAL; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 12 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Wij zouden ons als PVDA-fractie opnieuw willen onthouden bij al de punten van de intercommunales waarover moet gestemd worden, net zoals we dat vorig jaar hebben gedaan. Vorig jaar hebben wij gesteld dat we onvoldoende transparantie hadden in verband met de werking van de intercommunales, en dat we geen zicht hebben op de vergoedingen van onze afgevaardigden in de raden van bestuur. Daarin is weinig verandering gekomen. Op de commissies is er te weinig tijdsruimte om zo’n intercommunale eens ernstig door te lichten.
55
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
We hebben nu heel concrete vragen gesteld in verband met de vergoedingen voor een lid van de directiecomités en de raden van bestuur, en we hopen daar op de volgende commissiezittingen een antwoord op te krijgen. Ik wil hier toch een paar voorbeelden naar voor brengen in verband met onzekerheden, om aan te tonen waarom dat wij ons eigenlijk onthouden. Ik zal het bij het punt van IVEKA nader toelichten, bij het punt 2/17 en 2/18. Daar hebben wij toch vragen in verband met de overname van aandelen van Electrabel, en meer bepaald over de prijs en de modaliteit. Dan is er nog een andere vraag in verband met PIDPA. Is er al een zicht of zij een bijdrage zullen leveren om tot een sluitende begroting te komen? En op welke gronden is de grootheid van het bedrag dat de provincie redelijkerwijze van PIDPA mag vorderen eigenlijk vastgesteld? Dat zijn een aantal onzekerheden. Op basis daarvan gaan wij ons bij die punten onthouden.
VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Onze fractie zal zich ook onthouden bij de punten van de intercommunales, maar om een andere reden. Wij verwijzen naar het Vlaams regeerakkoord waar in vermeld staat dat de provincies zich best zouden terugtrekken uit die intercommunales. En wij stellen ons de vraag hoe dat het beste en zo snel mogelijk kan geïmplementeerd worden. Nu weet ik wel dat zolang wij daar deel van uitmaken wij daar best naartoe gaan, en daar de agenda opvolgen. Maar wij zouden toch willen vragen om daar het decreet ook te volgen en om dan begin 2015 toch kort rapportering te brengen over die verschillende intercommunales, en dan misschien ook ineens hoe we daar dan in de toekomst mee omgaan en hoe we daar dan de uitstap voorbereiden.
VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Ik sluit mij aan bij voorgaande spreker. Wij onthouden ons altijd op deze punten om twee redenen. 1) Wij zitten daar zelf niet in. Dus we hebben daar geen controle op. We vinden dat ook een ondemocratische samenstelling die intercommunales. 2) Is uiteraard het gegeven van het decreet dat wij daar als provincie moeten uittreden. Wij zouden ook graag gezien hebben dat daar nu snel werk van gemaakt wordt.
VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord.
56
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mevrouw Naert, wat de vergoedingen betreft hebben wij al een aantal keren trachten duidelijk te maken dat die wettelijk bepaald zijn, en dat je een maximum aantal vergaderingen mag deelnemen. Dat is u al een paar keren verteld. Dat is een maximum aan zitpenning zoals die hier ook in de provincieraad aan de mensen wordt gegeven. Dat is decretaal bepaald. Zo simpel is dat. U moet daar niet meer achter zoeken. De wetgeving is daar heel duidelijk. Mijnheer Helsen wij moeten terugtreden uit intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Dat klopt, maar wij wachten natuurlijk nog op de juiste regelgeving. Voor de rest moeten wij natuurlijk verder onze taak opnemen binnen die intercommunales, zover zijn we nog niet, totdat echt de Vlaamse regering duidelijk zal zijn hoe het verder moet gaan. Dan pas kunnen wij daar beslissingen in nemen. Ik denk dat dit duidelijk is. Maar over PIDPA zal collega Peter Bellens antwoorden.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Sta me toe dat ik het verhaal van PIDPA hier één keer zeg, en dat we daar dan niet altijd gaan op terugkomen bij de volgende gelegenheden. Ik zal het u brengen zoals het is, en, voorzitter, dan moet u misschien maar in uw wijsheid oordelen of dat daar kan op ingepikt worden. Er is een raad van bestuur van PIPDA op 15 december. Het zal die raad van bestuur zijn die een antwoord geeft op de vraag die de provincie gesteld heeft in een schrijven van half november aan PIDPA om een voorstel aan ons over te maken van hoe dat zij denken dat zij op onze vraag kunnen ingaan. Tot op de raad van bestuur van 15 december denk ik dat wij PIDPA de kans moeten geven om dat voor te leggen aan de raad van bestuur, zodanig dat zij daar een standpunt kunnen over innemen en dat dan aan de provincieraad kunnen overmaken. Als ik goed geïnformeerd ben past dat nog in de periode van de begrotingsbesprekingen.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Olmen heeft het woord. Mevrouw VAN OLMEN.- Ik zou toch nog kort iets willen toevoegen bij de vragen rond het gebrek aan transparantie van de intercommunales, en het gebrek aan toezicht op het beleid en de werking. We hebben als voorzitter van de commissie toch wel het engagement genomen om de intercommunales zelf uit te nodigen wanneer de agenda van de commissie het toelaat, want we willen inderdaad wanneer er voldoende ruimte is voor debat daar tijd voor vrijmaken. Afgelopen maandag hebben wij op die manier toch al de directeur van IOK en van IKA bij ons in de commissie uitgenodigd, waar zij in eerste instantie toelichting brachten bij hun werking en waar dat er dan ruimschoots de tijd werd geboden aan de vragen van de commissieleden. Ik denk dat wij daar toch al uitdrukkelijk op tegemoetkomen en dat dit toch geen argument mag zijn om hier vandaag die agenda’s niet goed te keuren.
57
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Ik dank mijnheer Bellens voor de aandacht die hij nu al schenkt aan het dossier van PIDPA. Dat was inderdaad één van de bezorgdheden die ik hier wou poneren. Ik noteer dat er een raad van bestuur is op 15 december. Het budget van 2015 wordt gefinaliseerd op 16 december door deze raad. Ik kijk er naar uit dat u dan, voor dat we dat budget goedkeuren, enig uitsluitsel kan geven over dat engagement.
VOORZITTER.- De heer Schoofs heeft het woord. De heer SCHOOFS.- Ik juich het toe dat er intercommunales worden uitgenodigd. Dat is ook niet nieuw. Dat is in het verleden ook regelmatig gebeurd, zelfs in de periode dat de raden van bestuur apart vergaderden van een aantal andere organen. Nu is dat allemaal geïntegreerd in onze zittingen. Maar voor de APB’s kan dat misschien ook gebeuren, dat er externe experten kunnen komen. Alleszins, voor de intercommunale waarvan u spreekt, klopt dat. Er zijn er een aantal waar dat het nog niet gebeurd is. Gebeurt dat in de commissie die thematisch aanleunt bij die intercommunale? Ik verklaar mij nader. Voor milieu hadden wij het verslag van de Hooge Maey besproken. Is het daar mogelijk om daar in de toekomst ook in die commissie over te spreken, of is dat in de commissie intercommunales? Hoe gebeurt dat?
VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Die toelichtingen gebeuren in de commissie die onder mijn bevoegdheid valt, omdat intercommunales bij mij zit. Op die commissie komen de toelichtingen van de intercommunales. Ik ben altijd bereid, als het vast bureau daar eens over nadenkt, om een andere manier van werken toe te passen. Maar het is het meest interessante, en aangewezen ook denk ik, dat die worden toegelicht in de daarvoor bestemde commissie.
VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Gedeputeerde, met alle respect, maar het is de commissie ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales. Dus ik neem aan dat het daar allemaal besproken wordt. Aan het tempo van mevrouw Van Olmen te horen zijn dat er twee per jaar. Dus gaan we de komende jaren nog wel wat inhaalbewegingen moeten uitvoeren om die allemaal aan bod te laten komen daar.
58
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik weet dat dit gebeurd is, die twee intercommunales zoals mevrouw Van Olmen zegt. Maar eigenlijk is de tijdsruimte in een normale commissie onvoldoende om een ernstig debat te hebben over een gans beleid. Misschien kan er gezocht worden naar extra zaken daarover. Dat is maar een voorstel.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 47 leden hebben ja gestemd; 17 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 47 stemmen ja, bij 17 onthoudingen. Nr. 2/6 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEAN. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag IGEAN dienstverlening A. Algemeen Werkingsgebied en vennoten Het werkingsgebied van IGEAN dienstverlening is het arrondissement Antwerpen. Op 01.01.2014 vertegenwoordigde IGEAN dienstverlening 1.020.336 inwoners. Vandaag zijn de vennoten van IGEAN dienstverlening: Aandeelhouders A - de gemeenten: Alle gemeenten van het arrondissement Antwerpen Aandeelhouder B - het provinciebestuur Aandeelhouders C - anderen: de OCMW’s van Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Brecht, Edegem, Essen, Hemiksem, Hove, Kalmthout, Kapellen, Kontich, Lint, Malle, Mortsel, Niel, Ranst, Rumst, Schelle, Schilde, Schoten, Stabroek, Wijnegem, Wommelgem, Wuustwezel, Zandhoven, Zoersel en Zwijndrecht. IMSIR, PONTES, AGB Boom Plus, AGB Kontich en AGB Fluctus Schelle. B. Werking 1. Grondbeleid De dienst grondbeleid werkt alleen in opdracht van de aangesloten besturen. In 2013 heeft de dienst onderhandelingsprocedures gevoerd en gronden en gebouwen aangekocht voor de realisatie van verkavelingen, ambachtelijke zones en woonprojecten in 14 gemeenten. IGEAN dienstverlening is ook tussengekomen bij 53 akten van verkoop of wederverkoop van bouwpercelen in verkavelingen.
59
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Door de afbouw van de Aankoopcomités zullen openbare besturen niet langer terecht kunnen bij de federale overheid voor de opmaak van schattingen en akten. IGEAN dienstverlening beschikt over de kennis en ervaring om aan de aangesloten besturen een totaalpakket aan te bieden met o.a. de opmaak van het rooilijn- of innemingsplan, de opmaak van het schattingsverslag, het voeren van onderhandelingen met eigenaars en de opmaak en verlijden van de akten. Waar IGEAN tot in de tweede helft van de jaren negentig jaarlijks sociale verkavelingen realiseerde, leidden een aantal tendensen tot de sterke terugval van deze activiteit. De klemtoon in het grondbeleid is dan ook verschoven van de klassieke sociale verkavelingen naar meer diverse projecten, waar in nauwe samenwerking met de ontwerpafdeling de doelstellingen van de betrokken gemeentebesturen worden gerealiseerd. IGEAN dienstverlening speelt in op de wijzigende omstandigheden en voert in opdracht van de betrokken besturen een aantal nieuwe opdrachten uit, zoals: a. PPS-projecten, waarbij IGEAN dienstverlening instaat voor de coördinatie, projectopvolging, subsidieaanvraag en aanleg van infrastructuur b. optreden als bouwheer en opdrachtgevend bestuur voor de renovatie en oprichting van gebouwen en de aanleg van infrastructuur c. het verwerven en saneren van onroerende goederen in het kader van de bestrijding van leegstaande bedrijfsruimten, met subsidiëring d. de verwerving van terreinen en gebouwen voor de realisatie van containerparken 2. Ontwerpafdeling De ontwerpafdeling bestaat uit twee diensten, nl. de dienst stedenbouw en ruimtelijke ordening enerzijds en de dienst ontwerp anderzijds. Beiden voeren opdrachten voor de eigen projecten van IGEAN en treden op als studiebureau voor opdrachten van de aangesloten besturen. Een beëdigd landmeter en een verkeersdeskundige maken eveneens deel uit van deze afdeling. De dienst stedenbouw en ruimtelijke ordening ondersteunde in de vorige legislatuur de dienst grondbeleid bij de uitwerking van verkavelingsplannen en de aanvraag van stedenbouwkundige vergunningen en stedenbouwkundige attesten. De dienst heeft zijn werking aangepast aan de invoering van verschillende decreten zoals de MER-plicht, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het Mobiliteitsdecreet en het Decreet Grond- en Pandenbeleid. In 2013 was de dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit o.a. actief op volgende terreinen: a. het opmaken van RUP’s voor 16 gemeenten b. het opmaken van een milieuscreening bij ruimtelijke uitvoeringsplannen c. het verlenen van allerhande stedenbouwkundige adviezen d. het opvolgen van de studie rond de uitbreiding van het openbaar vervoer in de Noorderkempen e. het actualiseren van structuurplannen, mobiliteitsplannen en woonbehoeftestudies f. het verlenen van adviezen rond verkeersveiligheid en mobiliteit g. het begeleiden van de gemeenten bij de opmaak van studies op een hoger beleidsniveau zoals over de Oosterweelverbinding of R11 bis. h. de opmaak van verantwoordingsnota’s voor de aanleg van fietspaden
60
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
In 2013 heeft de dienst ontwerp onder meer gewerkt aan de volgende projecten: 1. Opmaak van rooilijn- en onteigeningsplannen voor de aanleg van weginfrastructuur 2. Opmaak van weg- en rioleringsdossiers en het samenstellen van uitvoeringsplannen 3. Het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken 4. Grondverzet bij wegenis- en andere werken via een raamovereenkomst 5. Opmaken van afbraakdossiers in functie van nieuwe bouw- en woonprojecten 3. Lokaal woonbeleid IGEAN dienstverlening ondersteunt 28 gemeenten in de regio bij de uitbouw van hun lokale woonbeleid. Drie interlokale verenigingen voor lokaal woonbeleid zijn erkend en worden met Vlaamse projectsubsidies gecofinancierd. IGEAN dienstverlening staat in voor de projectcoördinatie en begeleidt de gemeentelijke huisvestingsambtenaren bij de uitvoering van hun taken. Er wordt onder meer gewerkt aan lokale woonloketten en aan de uitbouw van de gemeentelijke visies op wonen. In alle gemeenten wordt een woonoverleg georganiseerd, waar de sociale woonprojecten worden besproken. Er wordt ook aandacht besteed aan de talrijke uitdagingen waar de gemeenten mee geconfronteerd worden door het decreet grond- en pandenbeleid en de nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. IVLW Midden is aan het derde werkjaar is begonnen. Dit is het laatste jaar waarin de provincie Antwerpen de werking co-financiert. Voor IVLW Noord lopen de projectsubsidies ten einde op 30 april 2015. Het project wordt hierna niet verlengd. In de zuidelijke regio werd een verlenging van de subsidies voor opnieuw 3 jaar aangevraagd en toegekend. Op vraag van de deelnemende besturen, wordt IVLW Zuid in 2014 gesplitst in twee verenigingen: IVLW Rivierenland en IVLW Zuidrand. 4. IGEAN energielening Het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, FRGE, verstrekt via een lokale entiteit goedkope leningen, bestemd voor structurele energiebesparende maatregelen aan particulieren en sociaal zwakkeren. IGEAN dienstverlening is de tussenpersoon tussen de kredietaanvragers en het FRGE dat de gelden ter beschikking stelt. Het ‘IGEAN energielening’ project is eind 2012 met 21 gemeenten opgestart. Sinds eind 2013 nemen 27 gemeenten en OCMW’s er aan deel, die samen bijna 200.000 huishoudens vertegenwoordigen. In het eerste werkingsjaar werden 192 leningen verstrekt, waarvan 22 renteloos aan een specifieke doelgroep van sociaal zwakkeren.
61
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
5. Diverse projecten a. Intergemeentelijke toets Ook in juni 2014 organiseerde IGEAN dienstverlening samen met de inspecteurs en het begeleidingsteam van de OVSG een intergemeentelijke toets voor het basisonderwijs. Deze keer was het onderwerp Wereldoriëntatie ‘Tijd’. In totaal namen 103 basisscholen deel. b. Juridische adviezen De aangesloten besturen deden ook in 2013 voor allerlei juridische adviezen een beroep op de juridische dienst van IGEAN dienstverlening. c. Studiedienst De studiedienst volgt voor beide verenigingen allerlei nieuwe opdrachten en evoluties op en onderzoekt vragen tot intergemeentelijke samenwerking die door de aangesloten besturen worden geformuleerd. e. Samenwerking met koepelorganisaties De Vlaamse streekontwikkelingsintercommunales en de VVSG hebben Vlinter opgericht, dat de belangen van deze intercommunales kan behartigen en verwoorden. f. Zwembad Pulderbos IGEAN staat in de voor exploitatie van het zwembad van het revalidatiecentrum in Pulderbos. Hierdoor kan de behoefte aan zwemgelegenheid op een financieel haalbare en duurzame wijze worden ingelost. Einde 2012 liet Malle weten de huurovereenkomst niet meer te zullen verlengen na 2013. Met de gemeenten Zandhoven en Zoersel werd afgesproken de samenwerking verder te zetten tot eind 2019. De toekomst van het zwembad wordt onderzocht binnen de geplande bouwwerken van het revalidatiecentrum. C. Begroting 2015 Bij de voorstelling van de begroting gaat IGEAN dienstverlening uit van de raming van de kosten voor 2015: 2013 effectief
Omschrijving
2014 raming
2015 budget
GOEDEREN EN DIENSTEN Verbruiksgoederen
34 028,73
42 000,00
40 000,00
Postzegels
23 624,92
29 000,00
32 000,00
8 152,28
9 000,00
9 000,00
huur voertuigen
65 315,26
68 000,00
68 000,00
Verwarming
25 738,23
22 000,00
26 000,00
huur en onderhoud gebouwen
70 976,49
70 000,00
73 000,00
3 732,80
2 000,00
3 000,00
14 253,86
17 000,00
14 000,00
Erelonen
3 462,00
3 250,00
3 250,00
Verzekering
6 182,66
6 500,00
6 500,00
Telefoon
onderhoud rollend materieel verbruik rollend materieel
62
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
doc. en biblio. + seminarie en lidgelden
26 582,22
25 000,00
23 000,00
fotokopieermach.+fax+computer
49 829,61
60 000,00
53 000,00
uitzendkrachten + stagiair
87 260,89
20 000,00
75 000,00
Bestuurskosten
35 831,23
47 000,00
47 000,00
- 240,51
2 500,00
2 500,00
-298 077,00
-307 019,00
-316 229,00
156 653,67
116 231,00
159 021,00
diverse kosten Opbrengsten verhuurde gebouwen Totaal
Een gedeelte van de algemene kosten wordt verrekend in de huur van het gebouw die IGEAN milieu & veiligheid betaalt aan IGEAN dienstverlening en die geïndexeerd voor 2015 vastgesteld werd op 316 229 EUR. IGEAN zal blijven trachten zo veel mogelijk documentatie en abonnementen in de toekomst in een digitale vorm aan te kopen. IGEAN verwacht hierdoor een daling van de kosten voor de rubriek documentatie, bibliotheek, seminaries en lidgelden. Alle aankopen die IGEAN doet en de kosten die worden gemaakt voor het grondbeleid, de ontwerpafdeling, het zwembad, enz… en die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan een gemeente of een project worden op dat project ingeschreven en doorgerekend of geactiveerd. De goederen en diensten die een algemeen karakter hebben, worden in verhouding van de personeelskosten verdeeld. Voor IGEAN dienstverlening worden alle kosten als werkingskosten verdeeld over de projecten. Deze kosten worden volgens de afgesloten overeenkomsten en de geleverde prestaties gefactureerd aan de gemeenten. De kosten die op deze wijze worden toegerekend aan de projecten van grondbeleid worden op deze projecten samen met de andere kosten geactiveerd tot op het ogenblik van de realisatie en verkoop. De investeringen worden volgens de richtlijnen van de Vlaamse Gemeenschap en de boekhoudregels afgeschreven. De geplande investeringen zijn het vervangen van de vloerbekleding, de bouw van een wateropvangbekken dat nodig is bij grotere regenbuien, schilderwerken en verfraaiingswerken en de installatie van nieuwe computerservers. De burelen van IGEAN zijn 21 jaar oud in 2015 en een opsmuk en aanpassingen zijn noodzakelijk. De voorziene afschrijvingen zijn de volgende: Omschrijving
2013 effectief
2014 raming
2015 budget
AFSCHRIJVINGEN IGEAN gebouwen en toebehoren
98 694,09
107 020,31
116 049,44
De personeelskosten voor 2015 worden geraamd op basis van de reële personeelskosten in 2014, verhoogd met de voorziene personeelsuitbreiding en een gemiddelde baremaverhoging. Er is een verhogingscoëfficiënt van 2% toegepast, ter compensatie van de verwachte indexoverschrijding in april 2015.
63
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
2013 effectief
Omschrijving
2014 raming
2015 budget
PERSONEEL wedden personeel
1 153 533,25
1 271 830,43
1 195 911,64
provisie verlofgeld
9 255,30
48 566,43
26 449,18
-7 226,08
-14 724,88
--14 724,88
357 207,99
442 434,20
418 567,59
24 903,25
25 000,00
26 000,00
7 044,05
7 500,00
7 500,00
32 788,04
32 043,01
29 520,03
soc secr + aanwervingskosten
6 474,21
20 000,00
10 000,00
diverse personeelskosten
8 568,70
9 000,00
9 500,00
33 686,32
36 857,98
35 223,41
1 626 235,03
1 878 507,17
1 743 946,97
tussenkomst Gesco's Patronale bijdragen Verzekering Verplaatsingsvergoeding Maaltijdcheques
Groepsverzekering Totaal
Bij de personeelskosten is rekening gehouden met de werkelijke kosten van al het voorziene personeel. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 2/7 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEAN. Algemene vergadering 17 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging IGEAN deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op woensdag 17 december 2014 om 19.00 uur in de burelen van de vereniging, Doornaardstraat 60, 2160 Wommelgem, met volgende agenda: 1. Goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2015. 2. Goedkeuren van de begroting 2015. 3. Benoemen van bestuurders. In zitting van 28 november 2013 duidde raadslid, met als plaatsvervanger mevrouw provinciale vertegenwoordiger op de dienstverlenende vereniging IGEAN tijdens
64
uw raad mevrouw Tine Muyshondt, Inga Verhaert, gedeputeerde, aan als algemene vergaderingen van de de periode 1 januari 2014 – oktober
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
2018. Mevrouw Tine Muyshondt, raadslid, werd later als effectief provinciaal vertegenwoordiger vervangen door de heer Koen De Cock, raadslid. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 17 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IGEAN; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IGEAN van 17 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 16 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 16 onthoudingen. Nr. 2/8 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEMO. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag Bestuursorganen van IGEMO De huidige statuten van IGEMO voorzien in 3 formele bestuursorganen: de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité.
65
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
In de loop van 2014 zal de Algemene Vergadering 2x hebben plaatsgehad, meer bepaald op 20 juni en 12 december 2014. In de Raad van Bestuur is elke vennoot of deelnemer vertegenwoordigd. De Raad van Bestuur werd ingevolge de vernieuwing van de provincieraad, de Raad van Bestuur van IVAREM en de gemeenteraden, opnieuw samengesteld door de Algemene Vergadering in zitting van 29 maart 2013. In 2014 vergaderde de Raad van Bestuur 11x. De Raad van Bestuur heeft een Directiecomité aangeduid dat 5 leden telt. In 2014 noteren we in totaal 15 vergaderingen van het Directiecomité. 1. Het personeelsbeleid van IGEMO IGEMO heeft in hoofdzaak deskundig personeel, dat zich continu verder moet ontwikkelen om aan de hoge kwaliteitseisen van de lokale besturen te voldoen. Hiertoe is het noodzakelijk te streven naar een projectorganisatie die toelaat dat de medewerkers op een efficiënte, creatieve en flexibele wijze werken. IGEMO telt op dit ogenblik 34,8 VTE (37 personeelsleden). Voor 2015 wordt de effectieve personeelsbehoefte ingeschat op 34 personeelsleden of 31,4 VTE. Ten opzichte van de personeelsbezetting d.d. 31 december 2013 is dit een daling met 8 personeelsleden of 8,8 VTE. Deze daling is te wijten aan een personeelsinkrimping, anticiperend op een daling van de omzet. IGEMO heeft m.a.w. de tering naar de nering gezet omwille van 1) de beëindiging van de overeenkomsten tussen IGEMO en de gemeenten betreffende ondersteuning bij realisatie van de Samenwerkingsovereenkomst Milieu en 2) de stopzetting door IVAREM van de samenwerking met IGEMO op het vlak van afvalpreventie. 2. De dienstverlening door IGEMO We onderscheiden 5 grote blokken in de dienstverlening van IGEMO: De basisdienstverlening; De dienstverlening inzake milieu, energie & duurzame ontwikkeling; De dienstverlening inzake gebiedsontwikkeling; De dienstverlening op het vlak van lokaal woonbeleid; De dienstverlening inzake welzijn op het werk. De basisdienstverlening omvat een ruim geheel van eerstelijnsdiensten waarvan iedere gemeentelijke vennoot kan gebruikmaken in het raam van zijn deelname aan de vereniging. Deze basisdienstverlening heeft betrekking op de volgende beleidsdomeinen: milieu, natuur, ruimtelijke ordening, stedenbouw en mobiliteit. Een overzicht van basisdienstverlening:
de
belangrijkste
realisaties
in
het
kader
van
de
1. In het kader van de basisdienstverlening organiseert IGEMO diverse fora, o.m. met gemeentelijke beleidsverantwoordelijken.
66
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Binnen IGEMO zijn er 2 statutaire adviesorganen: het ADVIESCOMITÉ MILIEU en het ADVIESCOMITÉ RUIMTELIJKE ORDENING. In beide adviesorganen ontmoeten de bevoegde schepenen van de deelnemende gemeenten elkaar om overleg te plegen over lokale en bovenlokale dossiers, informatie uit te wisselen, gezamenlijke acties en/of projecten voor te bereiden … 2. De CONFERENTIE VAN BURGEMEESTERS biedt een forum aan alle burgemeesters van het arrondissement Mechelen om omtrent alle mogelijke lokale en bovenlokale beleidsdossiers overleg te plegen. IGEMO treedt op als organisator van de Conferentie. Tot op heden is de Conferentie van Burgemeesters reeds 42x samengekomen. 3. De CONFERENTIE VAN OCMW-VOORZITTERS is een overlegforum voor de voorzitters en secretarissen van alle OCMW-besturen van het arrondissement Mechelen. IGEMO organiseert de Conferentie. Tot op heden heeft de Conferentie van OCMW-voorzitters 8x vergaderd. 4. IGEMO volgt beleidsontwikkelingen en de regelgeving met de betrekking tot de OMGEVINGSVERGUNNING en HANDHAVING nauwgezet op. Via adviescomités, overlegplatformen, atria, denktanks en studiedagen bereidt IGEMO samen met de lokale besturen zowel de implementatie van de omgevingsvergunning als het lokaal handhavingsbeleid (milieu en stedenbouw) voor. IGEMO heeft een aanbod ontwikkeld om de lokale besturen te ondersteunen bij 1) de implementatie en realisatie van de omgevingsvergunning en 2) de uitvoering van toezicht en handhaving (intergemeentelijke handhavingscel). 5. IGEMO investeert in het overleg met en tussen de lokale Besturen. In 2014 werden ad hoc overlegfora georganiseerd met lokale beleidsverantwoordelijken en/of ambtenaren inzake de beleidsdomeinen RUIMTELIJKE ORDENING (adviescomité), MILIEU (adviescomité), MOBILITEIT, LOKALE ECONOMIE en ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. Krachtlijnen voor 2015:
Met het oog op het realiseren van een dienstverlening op maat en in functie van de specifieke noden en behoeften van de gemeenten, is de dialoog tussen IGEMO en de gemeentebesturen cruciaal. De bestendiging van zowel de beleidsmatige overleg- en adviesorganen als de administratieve overlegfora is essentieel voor de dienstverlening van IGEMO.
Zowel IGEMO als de gemeentebesturen moeten zich als belangrijke maatschappelijke actor in het streekbeleid positioneren. IGEMO wenst zowel de gemeenten als de streekstructuren op deskundige wijze te ondersteunen bij de ontwikkeling van het lokaal en regionaal beleid.
IGEMO wenst zich verder te profileren als een verlengd lokaal bestuur, dat via netwerking en vertegenwoordiging in diverse fora de lokale en regionale belangen verdedigt. Zowel via VLINTER als middels de participatie in verschillende overlegfora wil IGEMO de vinger aan de pols houden inzake nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen en initiatieven die belangrijk zijn voor de gemeenten.
67
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
IGEMO beschikt over een zeer ruime expertise omtrent een veelheid aan beleidsdomeinen (milieu, natuur, duurzame ontwikkeling, ruimtelijke ordening, mobiliteit, …). Via netwerking met overheden en organisaties is IGEMO vaak op de hoogte van nieuwe wetgevende en beleidsmatige ontwikkelingen, die relevant zijn voor gemeenten. IGEMO wenst die kennis, expertise en informatie te delen met de gemeenten door middel van overlegfora, nieuwsbrieven, mailings, …
De dienstverlening inzake milieu, energie & duurzame ontwikkeling omvat een resem leefmilieuprojecten die in opdracht van de gemeentelijke vennoten worden uitgevoerd. IGEMO beschikt over een ruime expertise inzake leefmilieu en klimaat. Deze deskundigheid situeert zich op zowel het technisch/wetenschappelijk als het administratief/juridisch vlak. Op contractuele basis verzilvert IGEMO deze expertise in projecten en opdrachten die zowel ten aanzien van de gemeenten als andere doelgroepen (doch steeds in opdracht van de gemeenten) worden gerealiseerd. Sensibilisatie en communicatie vormen een belangrijke pijler in het dienstenaanbod van IGEMO. IGEMO beschikt over een zeer uitgebreid dienstenaanbod, waarin de gemeenten hun gading vinden voor initiatieven, acties, projecten, campagnes, … op het vlak van milieu, klimaat, energie, mobiliteit, natuur, landschapsontwikkeling, … De voorbije jaren werd dit dienstenaanbod uitgebreid met een ruime dienstverlening inzake MOBILITEIT (o.a. milieuvriendelijke voertuigen, verbreden en verdiepen van mobiliteitsplannen, opmaak van bedrijfsvervoersplannen, parkeeronderzoeken, …), ENERGIE (o.a. thermografische dak- en gevelopnames, sociale dakisolatie, energiescans, klimaatscholen, opmaak van lokale klimaatactieplannen, gezamenlijke aankopen gas, elektriciteit, muurisolatie, …), NOORD-ZUID (o.a. fairtrade, theaterstuk, scholencampagne, …) en andere (stookolietanks, rookmelders, …), … IGEMO volgt ook de beleidsontwikkelingen nauwgezet op. Inspelend op een effectieve behoefte van diverse gemeenten heeft IGEMO ook een aanbod inzake OMGEVINGSVERGUNNING en HANDHAVING opgemaakt. Krachtlijnen voor 2015:
Lokale besturen opteren steeds meer voor het objectief, de ambitie van een klimaatneutrale organisatie. Het energiezuinig (ver)bouwen, het voeren van een rationeel energiebeheer, het treffen van energiebesparende maatregelen, het aanwenden van hernieuwbare energie, het milieuvriendelijk beheer van openbaar domein en open ruimte, … zijn noodzakelijke opties in functie van deze ambitie. IGEMO beschikt over een ruime dienstverlening en expertise op het vlak van energie. De deskundigheid en de ervaring is bij IGEMO aanwezig om een coördinerende en uitvoerende rol te vervullen in het bewerkstelligen van een klimaatneutrale organisatie.
68
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
IGEMO werd in 2013 door de Europese commissie erkend als territoriaal coördinator voor de Covenant of Mayors. IGEMO wil de lokale besturen stimuleren tot ondertekening van de Covenant of Mayors en ondersteunen bij de realisatie van een reductie van de broeikasgassen met minstens 20% tegen 2020. IGEMO beoogt de ondertekening van de Covenant door alle gemeenten in het werkingsgebied.
In het kader van het Europees subsidieprogramma 2014-2020 heeft IGEMO de ambitie om de subsidiemogelijkheden ten behoeve van lokale en regionale projecten maximaal te benutten. Een regionale schaal biedt meer kans op succes. Intergemeentelijke samenwerking wordt trouwens steeds meer als een dwingende voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidies vooropgesteld. Bovendien beschikt IGEMO over de ervaring en de deskundigheid om subsidiabele projecten te definiëren, subsidiedossiers op te maken, projectpartners te engageren, … IGEMO zal subsidiedossiers indienen voor diverse programma’s (EFRO, ESF, Intereg, Horizon, Life, Erasmus, PDPO, …)
Met de introductie van de omgevingsvergunning wordt het gehele vergunningenbeleid hertekend. Lokale besturen moeten zowel de organisatiestructuur, de procesflow als de omkadering (digitalisering, egovernement, …) afstemmen op dit nieuwe instrument. Zowel inzake expertise als capaciteit zullen de gemeentebesturen de lat hoger moeten leggen. IGEMO heeft een dienstenaanbod op maat om gemeenten hierin maximaal te ondersteunen.
De introductie van de omgevingsvergunning zorgt voor een ommekeer in het handhavingsbeleid. Lokale besturen zullen ook inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw toezicht en handhaving moeten organiseren. Inzake milieuvergunningen breiden de verantwoordelijkheden en taken van de gemeentebesturen uit door de herclassificatie van klasse 1- naar klasse 2-inrichtingen, door de introductie van de permanente milieuvergunning, door toewijzing van de verantwoordelijkheid tot uitvoering van reactieve controles voor klasse 1-inrichtingen aan lokale toezichthouders. De deskundigheideisen ten aanzien van de handhavingsambtena(a)r(en) zullen hoger liggen. Om deze toezicht- en handhavingsrol op een behoorlijke wijze te kunnen vervullen, zal extra capaciteit nodig zijn. De oprichting van een intergemeentelijke toezicht- en handhavingscel laat toe op een haalbare wijze deskundigheid te creëren (meerdere personen met elk hun expertisedomein) en biedt een antwoord op het capaciteitsprobleem.
Het responsabiliseren en sensibiliseren van doelgroepen is een werk van lange adem, doch het loont! Het milieubewustzijn is de voorbije jaren onmiskenbaar aangescherpt. Het einddoel is echter geenszins bereikt. De investeringsbereidheid bij lokale besturen is momenteel zeer beperkt, mede ingevolge de economische crisis en het wegvallen van subsidiehefbomen. Desalniettemin is het belangrijk dat lokale besturen op basis van een ambitieus beleid, geflankeerd door een waaier aan instrumenten (premies, samen aankopen, audits, advies, …) ten aanzien van diverse doelgroepen hun actieve regierol opnemen op het vlak van duurzame ontwikkeling en milieuvriendelijk gedrag en handelen. IGEMO wil hierin verder het voortouw nemen!
69
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
IGEMO verruimt voortdurend haar expertise omtrent de verschillende domeinen van het lokaal milieubeleid. Op dit ogenblik kan IGEMO een kwaliteitsvolle dienstverlening bieden op het vlak van alle voor lokale besturen relevante milieuthema’s (hinderlijke inrichtingen, afval, energie, water, oppervlaktewater, natuur, bos, landschappen, interne milieuzorg, …). Bestendiging en uitbreiding van die expertise zijn continue aandachtspunten.
IGEMO balanceert op een broos evenwicht tussen de vraag naar maatwerk en de realisatie van schaalvoordelen door een gezamenlijke aanpak. Het aanbieden van kwaliteitsvolle diensten aan gunstige prijsvoorwaarden is in grote mate afhankelijk van de mogelijkheid om gezamenlijk initiatieven te ontwikkelen en projecten / opdrachten uit te voeren. Bij het leveren van maatwerk ligt de meerwaarde van IGEMO veeleer op het vlak van deskundigheid en kwaliteit. Een goede en duidelijke communicatie omtrent het gezamenlijk en specifiek aanbod van IGEMO is een continu aandachtspunt.
De dienstverlening inzake gebiedsontwikkeling legt zich toe op: o Projectontwikkeling. Als ontwikkelaar van bedrijventerreinen en woonprojecten wil IGEMO zijn steen bijdragen tot betaalbare ruimte om te ondernemen en betaalbaar wonen in een aangename omgeving. IGEMO levert een grote maatschappelijke meerwaarde door duurzaamheidsprincipes maximaal te integreren in haar ontwikkelingsprojecten. o
Ruimtelijke ordening en stedenbouw. IGEMO heeft een duidelijke visie op de ontwikkeling van de streek. IGEMO maakt streefbeeldstudies, masterplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, haalbaarheidsstudies, e.d.
o
Proces- en projectmanagement. Lokale besturen kunnen voor de realisatie van publieke bouw- en/of infrastructuurwerken een beroep doen op IGEMO, zowel in het kader van proces- als projectmanagement.
o
Lokale economie. IGEMO legt zich toe op het stimuleren van goed ondernemerschap. Zowel in haar rol van beheerder van bedrijventerreinen als in haar taakstelling op het vlak van parkmanagement, ondersteunt IGEMO de regionale en lokale economische ontwikkelingen en het ondernemersbeleid.
o
Open ruimtebeleid. In haar streven naar een regio waar het goed is om te leven, stelt IGEMO als beleidsvoorbereider, planner en uitvoerder haar kennis en expertise met betrekking tot open ruimte (natuur, landschap, erfgoed …) ter beschikking van de lokale besturen.
Krachtlijnen voor 2015:
IGEMO wenst haar rol als publieke projectontwikkelaar verder uit te bouwen. De meerwaarde die IGEMO dienaangaande biedt aan de gemeenten, schuilt in de ‘duurzame ontwikkeling’. Dat betekent dat zowel op terrein- als perceelsniveau duurzame maatregelen op het vlak van water, energie, mobiliteit, … geïntegreerd worden in het project. Bovendien verzekert IGEMO als publieke ontwikkelaar een ruime inspraak van het gemeentebestuur en andere betrokkenen bij de ontwikkeling van dergelijke projecten.
70
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
IGEMO doet prospectie en voert met diverse gemeenten besprekingen omtrent nieuwe potentiële ontwikkelingsprojecten en/of coördinatieopdrachten. IGEMO heeft de ambitie om ook in 2015 nieuwe projecten te concretiseren in overeenkomsten met de betrokken gemeenten.
De vraag naar bedrijventerreinen is in onze regio ontegensprekelijk erg groot. Als publieke ontwikkelaar biedt IGEMO enorme meerwaarden. De herontwikkeling van verouderde, onbenutte terreinen en de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen vormen een belangrijke uitdaging voor IGEMO.
Met steun van het Vlaamse Gewest is IGEMO in 2013 gestart met een pilootproject op om een regionale ruimtebalans op te maken van onbenutte, te herbestemmen bedrijfspercelen. Deze oppervlakte staaft de planning en realisatie van een nieuw bedrijventerrein in de regio. Middels een (intergemeentelijk) ruimtelijk planningsproces wordt 1) de herbestemming gerealiseerd en 2) een nieuw intergemeentelijk bedrijventerrein mogelijk gemaakt. De ruimtelijke planningsfase wordt in 2015 gefinaliseerd.
IGEMO ontwikkelt verder haar expertise omtrent procesen projectmanagement om gemeenten te ondersteunen bij de realisatie van complexe ruimtelijke ontwikkelingen. IGEMO biedt zich ook aan als projectmanager voor publieke bouwprojecten.
Duurzaam ondernemen is voor meer en meer bedrijven een begrip. IGEMO wil bedrijven hierbij ondersteunen middels het model van ‘parkmanagement’, waarbij gezamenlijk initiatieven worden genomen die betrekking hebben op zowel de economische, sociale als ecologische dimensies van bedrijfsvoering op het niveau van zowel het individueel bedrijf als het bedrijventerrein. Kiezen voor bedrijventerreinmanagement betekent investeren in zowel de kwaliteit van het bedrijventerrein als de dialoog tussen lokaal bestuur en ondernemer.
Er is een substantiële vraag vanwege gemeenten naar een kwaliteitsvolle dienstverlening inzake de opmaak van ruimtelijke, stedenbouwkundige en technische plannen. De ruimtelijke planningsdienst van IGEMO heeft de voorbije jaren reeds een uitgebreide en mooie portfolio opgebouwd. IGEMO kan zich inzake ruimtelijke planning aanbieden en profileren als een betrouwbare, deskundige partner voor de gemeenten.
IGEMO beschikt over de expertise om gemeenten te ondersteunen op het vlak van openruimte- en dorpskernvernieuwingsprojecten. Zowel op planningsniveau (landschapsplanning, beeldkwaliteitsstudie, masterplanning, …) als op het vlak van realisaties (landschapsinrichting, erfgoedrenovatie, toeristische en recreatieve infrastructuren, …) heeft IGEMO de ambitie om haar rol verder te verdiepen.
Behoud en kwaliteitsverbetering van openruimte en landschappen zijn in deze regio met vele ruimteclaims de uitdagingen voor de toekomst! IGEMO heeft de ambitie en de expertise om hierin het voortouw te nemen op basis van een 3-sporenbeleid: 1) het ontwikkelen van een landschapsvisie op streekniveau, 2) de opbouw van een landschapsnetwerk en 3) de realisatie van concrete, terreingerichte acties en projecten.
Binnen het raamwerk van het decreet inzake onroerend erfgoed, zal IGEMO in 2015 een intergemeentelijke erfgoeddienst oprichten, met focus op
71
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
1) onroerend erfgoed, 2) roerend (of cultureel) erfgoed, 3) archeologie en 4) erfgoeddepot. Met financiële steun vanwege de provincie Antwerpen heeft IGEMO een businessplan opgemaakt voor de oprichting van een dergelijke erfgoedcel met brede focus. De Vlaamse overheid subsidieert intergemeentelijke erfgoedinitiatieven.
De voorbije 2 jaar heeft IGEMO een dienstenaanbod aan lokale besturen inzake Geografische Informatiesystemen (GIS) voorbereid. Hiertoe heeft IGEMO een GIS-deskundige met ruime, relevante beroepservaring aangeworven. Een intergemeentelijk GIS-platform werd reeds opgericht. De procesbegeleiding bij de opmaak van GIS-beleidsplannen en een projectmatige GIS-ondersteuning zullen alleszins deel uitmaken van het aanbod. Ook de interne GIS-werking wordt op punt gesteld.
De dienstverlening inzake lokaal woonbeleid legt zich toe op de ondersteuning van de lokale besturen en woonactoren op het vlak van woon- en huisvestingsbeleid. De lokale besturen zijn de regisseurs van dit beleid. IGEMO ondersteunt en treedt op als uitvoerder van dit lokaal woon- en huisvestingsbeleid. De dienstverlening van IGEMO strekt zich uit van visievorming en planning tot adviesverlening, controle en informatieverstrekking. Krachtlijnen voor 2015:
IGEMO heeft in 2014 met inzet van o.a. ESF-subsidies (Europees Sociaal Fonds) een blauwdruk uitgewerkt voor een nieuw, innovatief concept voor betaalbaar, coöperatief wonen. Met de steun van o.a. VVSG en VLINTER zal IGEMO in 2015 zich toeleggen op het realiseren van een maatschappelijk en beleidsmatig draagvlak voor de ‘hybride woonmarkt’. Mits federale en Vlaamse ondersteuning kan deze blauwdruk uitgerold worden in de effectieve realisatie van dit nieuwe, innovatieve concept voor betaalbaar wonen.
IGEMO wil haar ambities en kwaliteitsniveau in het kader van het project ‘Wonen langs Dijle & Nete’ absoluut handhaven. Op deze wijze hoopt IGEMO ook de andere gemeenten in het werkingsgebied te overtuigen te participeren in een intergemeentelijk project rond woonbeleid, in samenwerking met IGEMO.
De dienst ‘Preventie en Bescherming’ verstrekt aan 25 aangesloten besturen (gemeentebesturen, OCMW-besturen, politiezones, autonome gemeentebedrijven en intercommunales) dienstverlening inzake het welzijn op het werk en de veiligheidscoördinatie. 3. Algemeen bedrijfsniveau De Algemene Vergadering van IGEMO heeft in zitting van 13 december 2013 het strategisch beleidsplan 2014 – 2019 goedgekeurd. In dit strategisch beleidsplan worden de missie, de doelstellingen, de ambities en de waarden van IGEMO scherp gesteld. Deze werden vervolgens doorvertaald naar een algemene ondernemingsstrategie (met portfolio) en een concurrentiestrategie.
72
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De doelstellingen, ambities en initiatieven/acties van IGEMO worden geformuleerd binnen het raamwerk van een 4-ledige context waarbinnen IGEMO functioneert: 1) IGEMO als verlengd lokaal bestuur 2) IGEMO als dienstverlenende vereniging 3) IGEMO als partner voor gemeentegrensoverschrijdende samenwerking 4) IGEMO als actor inzake streekontwikkeling Krachtlijnen voor 2015:
Het strategisch beleidsplan 2014 – 2019 bevat een resem uitdagingen en ambities. Deze werden doorvertaald naar concrete actieplannen en initiatieven.
IGEMO wil haar dienstverlening op het vlak van ‘shared services’ verruimen. Zowel op juridisch, fiscaal, personeel vlak beschikt IGEMO over expertises en vaardigheden die dienstig zijn voor de lokale besturen. IGEMO zal in 2015 inzake ‘shared services’ een concreet dienstenaanbod formuleren.
In uitvoering van het strategisch beleidsplan 2014 - 2019 zal IGEMO in 2015 voor diverse nieuwe beleidsdomeinen haar rol en mogelijkheden definiëren, telkens in het licht van de 4-ledige context waarbinnen IGEMO functioneert. De volgende beleidsdomeinen zullen in 1ste instantie onder de loep genomen worden: sociale dienstverlening, woonzorg, onderwijs, noord - zuid, cultuur en toerisme.
4. Conclusie IGEMO is een divers bedrijf dat omtrent meerdere, doch samenhangende beleidsdomeinen een duurzame ontwikkeling van de streek nastreeft. IGEMO poogt daarbij in alle omstandigheden voor de deelnemende gemeenten een maatschappelijke meerwaarde te realiseren. IGEMO heeft voor zichzelf de missie geformuleerd dat ze als hulpinstrument van de lokale besturen hen wil helpen excellente overheden te zijn. IGEMO heeft zich de voorbije jaren geprofileerd als een dynamisch bedrijf dat in functie van de reële noden en behoeften van de deelnemende gemeenten een ruim dienstenaanbod heeft ontwikkeld. Gedragen door de bestuursvaardigheid, het vertrouwen en de inzet van de bestuursleden en het enthousiasme, de competenties en de deskundigheid van de medewerkers tracht IGEMO haar ambities waar te maken: als geprefereerde vertrouwenspartner van de gemeentelijke deelnemers een betekenisvolle rol vervullen in de ontwikkeling van de lokale besturen en de regio. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
73
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 2/9 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IGEMO. Algemene vergadering 12 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging IGEMO deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op vrijdag 12 december 2014 om 17.30 uur in RE:flex, Schaliënhoevedreef 20, 2800 Mechelen, met volgende agenda: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Aanduiding stemopnemers. Bespreking van de ondernemingsstrategie voor 2015. Bespreking van de begroting voor 2015. Benoeming stemgerechtigde bestuurders. Aanstelling van een bedrijfsrevisor als commissaris. Vaststelling van de statutaire bijdrage in de algemene werkingskosten en basisdienstverlening 2015. 7. Volmacht aan de raad van bestuur tot uitvoering van de genomen beslissingen. 8. Goedkeuring van de notulen van de algemene vergadering van 12 december 2014. In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Rony Cuyt, raadslid, met als plaatsvervanger mevrouw Sofie Bradt, raadslid, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de dienstverlenende vereniging IGEMO tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 12 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IGEMO; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IGEMO van 12 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
74
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 16 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 16 onthoudingen. De heer KERREMANS deelt mee dat zijn ja-stem bedoeld was als een onthouding. Nr. 2/10 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Toelichting
IOK RAPPORT WERKING JANUARI 2014 – OKTOBER 2014
75
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
WERKING PERIODE JANUARI 2014 – OKTOBER 2014 1.
Industrieel beleid IOK heeft terreinen beschikbaar in Arendonk (Hoge Mauw), Balen (Driehoek en Holven), Beerse (Beerse-Zuid), Laakdal (Nikelaan), Oud-Turnhout (Bentel), Retie (De Bempdekens), Rijkevorsel (Het Looi) en Turnhout (Veedijk). In Heist-op-denBerg wordt gestart met de 1ste reeks toewijzingen. Tijdens de periode mei 2014 tot oktober 2014 verkocht IOK op vermelde terreinen in totaal 11,2 ha aan 31 bedrijven. De dienst industrie was tevens betrokken bij verschillende verwervingsdossiers, al dan niet gerechtelijk: Hoge Mauw in Arendonk, Stenehei in Dessel, Liessel, Ossenbruul en Hezeschrans in Geel, De Kluis in Hoogstraten, Portaal Lammerdries in Olen. Samen met de technische dienst werd verder gewerkt aan de infrastructurering van Heistsen Hoek te Heist-op-den-Berg, Gierlebaan te Kasterlee-Tielen, Gompel te Mol, Bempdekens te Retie en Nijverheidsstraat te Weelde. Daarnaast werden enkele planprocessen gecontinueerd of afgerond die op termijn zullen resulteren in bijkomende bedrijventerreinen: Langveld-Oost in Heist-op-denBerg, Ambachtstraat in Meerhout en de afbakeningsprocessen kleinstedelijke gebieden Geel en Mol. In navolging van het goedgekeurde project ‘activeringsteams onbenutte bedrijfsterreinen’ (in partnerschap met POM Antwerpen, IGEAN en IGEMO) werd verder gewerkt aan een herinrichtingsstudie in Heist-op-den-Berg, Olen Hoogbuul en de zones Klein-Gent en Wolfstee te Herentals-Herenthout-Grobbendonk. Een herinrichtingsstudie voor de Transportzone in Hoogstraten werd eveneens opgestart. Naast de ingediende projectfiches werden op vraag van het agentschap ondernemen bijkomende percelen opgenomen en gestart met het onderzoek naar het eigendomsstatuut en terreinonderzoek. Parallel vinden de inhoudelijke rapporteringen plaats. In het kader van het goedgekeurde MOBIKA-project (omvat Hoge Mauw in Arendonk en bedrijventerreinen in Bladel/Reusel) werden de werken begin juni 2013 gestart voor de aanleg van de hoofdontsluiting en opgeleverd in februari 2014. In het kader van bedrijventerreinmanagement werd een tweede infomoment gehouden op 21 februari 2014 dat dieper inzoomde op de realisaties (communicatie, ontsluiting, GPS, enz.) en meer informatie gaf rond de mogelijkheden van glasvezel. Verdere realisaties waren het vernieuwen van de bestaande bewegwijzering, begeleiding in de opmaak van herinrichtingsstudie van de bermen, het organiseren van een traject rond collectieve afvalinzameling en het uitvoeren van maatregelen op vlak van verkeersveiligheid (zone 50, voorrangweg, enz.) Een grensoverschrijdend slotevent vond plaats op 9 oktober 2014. Het opgestarte haalbaarheidsonderzoek (ruimtelijk-planologisch, markteconomisch en bouwfysisch) inzake de herbestemming van het militair domein Depot in Ravels werd gecontinueerd. In navolging van het planologische luik, werd het bouwtechnische luik afgerond op basis van o.a. adviezen van de brandweer en bepaling van toegelaten activiteiten. Deze 2 luiken vormden de basis van de opstart medio 2014 van het marktonderzoek en –verkenning, het laatste luik. In 2012 werd met de oprichting van de vzw OMC verder gestalte gegeven aan de uitbouw van een Open Manufacturing Campus (OMC) op de huidige Philips-site in Turnhout. Als voorbereiding op de renovatiewerken werd een onderzoek naar de energiehuishouding uitgevoerd en werd alvast een masterplan voor de toekomstige
76
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
ontwikkeling opgemaakt. De aanbestedingsprocedure voor renovatiewerken werd afgerond en er werd gestart met de uitvoering hiervan. In oktober 2013 vond de 1ste klankbordgroepvergadering plaats in functie van het project ‘Campina: op weg naar een innovatieregio’ in het kader van Ondernemingsvriendelijke Gemeente om het plan van aanpak te bespreken en goed te keuren. In dit verband werd de verdere ontwikkeling van de campusvorming van Thomas More Kempen in Geel als testcase gebruikt om beter zicht te krijgen op de diverse noodzakelijke randvoorwaarden. Voor de bedrijvenzone Zinkstraat in Balen-Wezel werd een voortraject bij het agentschap ondernemen in de vorm van een haalbaarheidsstudie goedgekeurd en vond een eerste overleg plaats op 29 april 2014. Tevens werd een aanvraag tot het bekomen van een brownfieldconvenant ingediend. Op 17 september 2014 vond een overleg plaats met alle stakeholders (gemeenten, buurtcomité, AO, IOK, De Scheepvaart, enz.) waarbij een eerste ontwerpdocument werd toegelicht met diverse visies in opgenomen. Duurzaamheidsprincipe troef binnen industrieel beleid De lopende inspanningen op het vlak van bedrijventerreinmanagement (transportzone in Hoogstraten-Meer, vzw Parkmanagement Turnhout in Turnhout, parkmanagement voor Voka Kempen West (voorheen KIH), Reme in Olen/Westerlo, FRAC in Turnhout en Bentel in Oud-Turnhout) werden gecontinueerd. In 2014 werd gestart met bedrijventerreinmanagement op de bedrijvenzones Beerse-Zuid in Beerse en Veedijk in Turnhout. Het goedgekeurde project bedrijventerreinmanagement op 25 Kempense bedrijventerreinen werd verder gecontinueerd en op vraag van de gemeente en/of bedrijven kunnen bijkomende bedrijvenzones na overleg opgenomen worden. Zo werd ook op de bedrijvenzone Berkenbossen in Mol gestart met bedrijventerreinmanagement en werden de knelpunten teruggekoppeld in april 2014 aan de gemeente. In Turnhout werden voorbereidende gesprekken gevoerd om BTM op de Turnhoutse bedrijventerreinen te laten herleven. In het kader van de POM-subsidie ‘duurzame acties op bedrijventerreinen’ werden diverse dossiers ingediend. In het kader van de POM-subsidie ‘duurzame acties op bedrijventerreinen’ werden dossiers afgerond voor o.a. de bedrijvenzones Hoge Mauw in Arendonk, Wolfstee/Klein Gent in Herentals, Bentel in Oud-Turnhout en FRAC in Turnhout. In deze periode bleef IOK ook verder streven naar een goede (multimodale) ontsluiting van bedrijvenzones, met o.a. de optionele spoorontsluiting op Veedijk in Turnhout, de upgrading van de industriële spoorlijn 207, de oostelijke ontsluiting via de weg van het regionaal bedrijventerrein Langvoort in Laakdal/Meerhout tot aan het oprittencomplex in Ham, het voorzien van een fietsverbinding tussen Nikelaan en oprittencomplex in Ham, het doortrekken en herinrichten van de ring in Retie, de uitvoering van de goedgekeurde mobiliteitsstudie in de Noorderkempen en de uitvoering van het goedgekeurde Masterplan voor de bewegwijzering in het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA). Op vlak van duurzame energie op bedrijventerreinen werd voor diverse locaties (Beerse, Mol en Meerhout) overlegd over de mogelijkheden voor het plaatsen van windturbines. 2.
Sociaal grondbeleid Binnen het sociaal woonbeleid vormen de sociale verkavelingen de kernactiviteit. De projecten evolueren steeds meer naar gemengde projecten. Dit gebeurt in samenwerking met enerzijds privé-eigenaars en anderzijds sociale huisvestingsmaatschappijen. De intensieve samenwerking met die maatschappijen
77
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
wordt, ondanks de gedeeltelijke vernietiging van het decreet grond- en pandenbeleid, onverminderd verdergezet. Het voorbije half jaar werden 11 kavels verkocht. In de komende maanden worden nog 17 kavels te koop aangeboden. In 2 verkavelingen met in totaal 27 IOK-kavels zijn momenteel de infrastructuurwerken of het voorafgaande archeologisch onderzoek in uitvoering, zodat deze in 2015 te koop kunnen worden aangeboden. Tevens werden 2 verkavelingsvergunning bekomen voor gezamenlijk 54 IOK-kavels en werden 2 verkavelingsaanvragen ingediend voor gezamenlijk 122 IOK-kavels. Daarnaast worden voorbereidingen getroffen voor het indienen in de komende maanden van 3 verkavelingsaanvragen voor in totaal circa 65 IOK-kavels. In 2 van deze projecten wordt tevens een zone voorzien voor de oprichting van sociale koopof huurwoningen door een sociale huisvestingsmaatschappij. In totaal beschikt IOK over circa 34 ha grondreserve, waarvan circa 21 ha is gelegen in woonuitbreidingsgebied. Ongeveer 13 ha is gesitueerd in gebieden met ontwikkelingspotentieel op korte termijn. De beschikbare algemene middelen en de reserves voor het grondfonds geven voldoende financiële draagkracht om tot strategische grondaankopen over te gaan. Op die manier kan een actief aanbodbeleid gevoerd worden. Hoewel door de huidige aankoopprijzen van gronden de kans op de vorming van toekomstige reserves eerder beperkt is, kon de voorbije 6 maanden toch circa 1,35 ha aan strategische gronden worden verworven, verspreid over 5 gemeenten. IOK zal ook in de toekomst blijven ijveren om een voldoende aanbod aan betaalbare huisvestingsmogelijkheden te kunnen aanbieden. 3.
Dienstverlening aan de gemeenten IOK biedt een divers gamma aan diensten aan. De opdrachtgever is hierbij in principe steeds de gemeentelijke overheid. De dienstverlening wordt aangeboden vanuit een multidisciplinair team. Via gestructureerd overleg worden de verschillende disciplines op elkaar afgestemd en geïntegreerd. Technische dienstverlening De externe dienstverlening omvatte tijdens de eerste jaarhelft een 12-tal nieuwe dossiers: – 1 project ontwerp infrastructuur; – 2 dossiers projectondersteuning; – 1 schatting – 8 opmetingsplannen. De interne dienstverlening omvat de logistieke ondersteuning van de overige IOKdiensten. Het ontwerpen, de coördinatie van de veiligheid en gezondheid, het aanbesteden en het opvolgen van de uitvoering der werken zowel voor bedrijvenzones, sociale verkavelingen, afvalverwerkingsinstallaties en leveringen voor IOK vormen het omvangrijkste takenpakket van de technische dienst. Bijstand aan gemeenten in functie van grondverwerving Het voorbije half jaar werd er, in nauw overleg met de betrokken schepencolleges, bemiddeld bij de grondverwerving voor 20 specifieke gemeentelijke projecten. Daarnaast voert IOK ook de onderhandelingen in 12 dossiers voor de aanleg van fietspaden langs gewestwegen die kaderen in module 13-dossiers in uitvoering van de mobiliteitsconvenanten die de betrokken gemeenten afsloten met de Vlaamse overheid.
78
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
IOK plangroep IOK plangroep is opdrachthouder van een 70-tal uiteenlopende gemeentelijke en provinciale planningsopdrachten zoals gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, gemeentelijke structuurplannen (incl. herzieningen), stedenbouwkundige inrichtingsstudies, mobiliteitsstudies, voorstudies, … De opmaak van RUP’s gaat ook steeds gepaard met de opmaak van een screening op planMER, dan wel de begeleiding van de opmaak van een planMER door de aangestelde onderaannemer. Daarnaast biedt IOK plangroep planologische ondersteuning aan gemeenten, zoals bij de beoordeling van verkavelings- en stedenbouwkundige aanvragen vanuit het principe van duurzaam en hedendaags bouwen/verkavelen. Aan gemeenten die acuut kampen met een sterk verhoogde werkdruk wegens onvoorziene omstandigheden biedt IOK plangroep ook eerstelijnsondersteuning aan bij het behandelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning. Intern biedt IOK plangroep, via een integrale projectwerking waarbij een geïntegreerde aanpak vanuit verschillende diensten voorop staat, planologische ondersteuning aan het IOK woonbeleid en het industrieel beleid. Een speciaal aandachtspunt in dit verband zijn de inspanningen die worden geleverd op het gebied van duurzaam bouwen, verkavelingen en duurzame inrichting van bedrijventerreinen. Vanuit de expertise binnen de plangroep kent IOK een sterk uitgebouwde CAD-GISwerking ter ondersteuning van de interne en externe dienstverlening. Er werd een verkennend onderzoek gestart in de start van een gemeentegrensoverschrijdend project inzake onderzoek religieus patrimonium. Dergelijke streekprojecten hebben als doel bijzondere kenmerken van de streek te versterken en/of een gezamenlijke problematiek aan te pakken. IOK plangroep heeft tevens een intergemeentelijke kwaliteitskamer opgericht. IOK Duurzaamheidsteam De focus van de dienstverlening is geheroriënteerd van de Samenwerkingsovereenkomst, die eind 2013 afliep, naar het Burgemeestersconvenant. Onder de vlag van het Burgemeestersconvenant zal IOK, samen met de gemeentebesturen, de hoofdpartners provincie Antwerpen, Eandis, Infrax en VITO en andere partners rond energie en klimaat werken in de Kempen. Met de projectnaam Kempen2020 willen we in de Kempen de uitstoot van CO 2 met 20% reduceren tegen 2020. Alle 29 gemeentebesturen hebben ondertussen het Burgemeestersconvenant officieel ondertekend op een feestelijk startevent dat plaatsvond op 21 maart 2014. Binnen Kempen2020 worden allerlei acties opgezet om de CO 2-uitstoot in de regio te verkleinen. In de eerste helft van 2014 werd per gemeente een CO2-nulmeting en een klimaatactieplan opgemaakt. Deze klimaatactieplannen zullen in het najaar door de gemeenteraden worden goedgekeurd. Het streekproject Kempen2020 bouwde in de 1 ste helft van 2014 verder op succesvolle lopende acties enerzijds en op de voorbereiding van het uitwerken van nieuwe projecten anderzijds, vertrekkende van de gemeentelijke klimaatactieplannen. Hieronder een niet-limitatief overzicht: – Organiseren van de Energie Infotoer; – Gezamenlijke aankoop van zuinige stookketels; – Duurzame wijkrenovaties;
79
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
– Proefproject energiemeesters waarbij vrijwilligers worden gezocht om gezinnen in energiearmoede bij te staan om hun woning te renoveren en hun gedrag met betrekking tot hun energieverbruik aan te passen; – Uitvoeren van het intergemeentelijke project Klimaatscholen jaargangen 2014-2016 en 2015-2017; – Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE): werking van de lokale entiteit energieK binnen het IOK-werkingsgebied, zodat de inwoners gebruik kunnen maken van het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost voor de realisatie van energiebesparende maatregelen aan huis; – Aanbieden van lessen voor lagere scholen rond energie, klimaat en rationeel watergebruik (in samenwerking met Pidpa en Hidrodoe); – Uitbouwen van een participatief proces; – Verduurzamen bedrijventerreinen via bedrijventerreinmanagement; – Lokale woonbeurzen rond duurzaam bouwen en wonen organiseren in samenwerking met Kempens Woonplatform; – Faciliterende coördinatorrol IOK: IOK zal ter beschikking staan van de gemeenten om hen te begeleiden in realisatie van acties uitgevoerd door derden (in voortdurend overleg met die andere spelers). In haar coördinatorrol zal IOK gemeenten begeleiden bij de realisatie van (ambitieuze) hernieuwbare energieprojecten (windenergie, zonne-energie, biomassa, geothermie, koudewarmte opslag, warmtekrachtkoppeling, benutten afvalwarmte) of hiervoor een kader uitwerken. De coördinatorrol van IOK bestaat erin eigen expertise in te brengen, maar ook andere specifieke deskundigheid aan te trekken en als procesbegeleider de taak van de gemeente te verlichten. Ook bij de realisatie van andere duurzame projecten op het terrein kan IOK deze coördinatorrol op zich nemen zoals bijvoorbeeld bij de realisatie van duurzame verkavelingen en duurzame mobiliteitsprojecten; Het duurzaamheidsteam tracht aanspraak te maken op de beschikbare financieringsbronnen (o.a. Horizon2020/EFRO/Interreg, Provinciaal Plattelandsontwikkelingsplan, Leaderprojecten, …) om de financiële slagkracht te vergroten om dergelijke acties op te zetten. Naast de focus energie en klimaat wordt een tweede (kleinere) focus gelegd op biodiversiteit. Voor het in stand houden en versterken van de biodiversiteit in de Kempen worden naast de actie behaag onze Kempen (forfaitair) volgende acties voorbereid: – Opstarten van een intergemeentelijke actie rond biodiversiteit en het ondersteunen van de bijenpopulatie in de Kempen; – Ondersteuning van gemeenten bij pesticidenvrij en onderhoudsarm beheer van het openbaar domein. Hierbij worden samenwerkingsverbanden (SPK, Boskat,…) verder onderzocht. Hoger opgesomde acties zijn niet limitatief. Op vraag van één of meerdere gemeenten kunnen steeds nieuwe initiatieven worden opgestart. Voorbeelden zijn: – Ondersteuning in verband met pesticidenreductie: Vanaf 1 januari 2015 geldt voor alle openbare diensten een verbod op het gebruik van pesticiden. Enkel onder specifieke voorwaarden na het doorlopen van een procedure kunnen nog uitzonderingen worden toegestaan. IOK voorziet ondersteuning bij deze overgang en kan helpen bij de sensibilisatie van de inwoners, zodat de vraag naar pesticiden stap voor stap afgebouwd kan worden; – Opmaak en ondersteuning van actieplannen m.b.t. de uitbouw van interne milieuzorg binnen de gemeentediensten: Duurzaam aankoopbeleid - milieuverantwoord productgebruik (o.a. schoonmaakmiddelen, cateringproducten, kantoormaterialen, verven en vernissen);
80
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Duurzaam en energiezuinig (ver)bouwen (o.a. energie- en wateraudits, energieboekhouding, ecologische bouwmaterialen);
De 6de jaargang van het intergemeentelijke project Klimaatscholen (schooljaar 2013-2014) werd een overgangsjaar. In een breder partnerschap met de MOS-begeleiders, Djapo, Thomas More en de Energiesnoeiers wil IOK het project bijsturen in functie van een versterkt participatief luik en de realisatie van structurele energiebesparingen op de scholen. Parallel loopt het succesvolle aanbod milieulessen voor basisscholen. Tijdens het schooljaar 2013-2014 werden via 20 deelnemende gemeenten 305 milieulessen rond de thema’s energie & klimaat en water gegeven, verspreid over 78 basisscholen. Vanuit het duurzaamheidsteam wordt ook gewerkt aan de voorbereiding van een Kempens fietsbeleid in de context van het woon-werkverkeer. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de dienst mobiliteit van de provincie Antwerpen. Bedoeling is in 2015 met een concreet aanbod te komen voor de Kempense werkgevers en werknemers. Het duurzaamheidsteam wordt ook deeltijds ingezet als intercommunale duurzaamheidsambtenaar in 3 gemeenten: 50 % in de gemeente Hulshout, 50 % in de gemeente Rijkevorsel en tot 40 % VTE in de gemeente Mol. Naast de rechtstreekse dienstverlening aan de gemeenten werd door het duurzaamheidsteam in 2014 ook de basis gelegd voor haar eigen interne milieuzorg uitbreiden. Bijzondere aandacht zal gaan naar de uitbouw van een intern energieen klimaatbeleid met belangrijke aandacht voor duurzaam woon-werkverkeer. 4.
Dienstverlening onder de vorm van kostendelend verlengstuk De juridische dienstverlening, de intercommunale milieudienst, de dienst GiD PBW en de dienst intercommunaal centrum voor geweldbeheersing functioneren als een kostendelend verlengstuk voor de deelnemende gemeenten. Dit betekent dat de gemeenten kostendelend samenwerken door een gezamenlijk beheer van dienstverlening en expertiseverwerving en dus ook door een gezamenlijke aanwerving van gespecialiseerd personeel. Intercommunale milieudienst (IMD) Milieuadviesverlening Alle 29 gemeenten uit het werkingsgebied van IOK zijn aangesloten bij IMD. Een interdisciplinair team geeft advies en ondersteuning bij milieudossiers of bij de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. Inzake milieuadviesverlening werden er de afgelopen periode 124 nieuwe dossiers geopend; het merendeel had betrekking op vergunningsaanvragen. Eveneens werden er 31 dossiers behandeld in de context van het milieucoördinatorschap. Basispakket duurzaam beleid Een basispakket voor ondersteuning van alle deelnemers bij de uitbouw van een duurzaam milieubeleid: Het blijvend kunnen aanbieden van een gediversifieerd dienstenpakket op maat van de gemeenten blijft hierbij de hoofdopdracht. Dit dienstenpakket wordt hoofdzakelijk afgestemd op het lokale energie- en klimaatbeleid binnen het streekproject Kempen2020 onder de Europese noemer van de ‘Covenant of Mayors’ dat alle deelnemende gemeenten ondertekenden. Hiervoor
81
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
wordt vanuit het kostendelend verlengstuk 1,5 VTE ingezet voor het verzekeren van volgende dienstverlening aan de gemeenten: – Opmaak en verspreiding van de intercommunale duurzaamheidskrant gericht naar de bevolking van de 29 IMD-gemeenten; – Vertegenwoordiging van de Kempense gemeenten op gewestelijk niveau (Vlinter-overleg, overleg met VVSG); – Organisatie van de intergemeentelijke actie ‘Behaag onze Kempen’ in samenwerking met de gemeentebesturen en natuurverenigingen; – Communicatie- en informatieverstrekking aan de gemeenten (o.a. loketfunctie, aanbod van artikelen, overlegrondes met schepenen van leefmilieu en milieuambtenaren). Juridische dienstverlening De interne dienstverlening is in hoofdzaak gericht op de beleidsondersteuning, hetzij rechtstreeks ten aanzien van de directie en de bestuursorganen, hetzij onrechtstreeks via andere diensten. Tijdens de eerste 9 maanden werden er 152 interne juridische dossiers aangemaakt. Daarnaast werden er ook dossiers geopend in het kader van het milieucoördinatorschap. Aan de gemeenten wordt een juridische dienstverlening aangeboden inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en ruimtelijke planning. Daarnaast wordt ook juridisch advies verleend betreffende het administratief en grondwettelijk recht in het algemeen evenals in andere rechtstakken. Er werden het voorbije 9 maanden ook 612 externe dossiers opgemaakt. Bovendien is ook de vraagbaakfunctie van deze dienst erg belangrijk. Op vraag van de gemeenten is er van start gegaan met een multidisciplinaire adviesstructuur in de sector ruimtelijke ordening. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met IOK Plangroep. Binnen deze structuur worden, naast het verlenen van juridisch advies, ook planologische en architectonische probleemstellingen behandeld. Eveneens werd vanuit deze dienst het proefproject van de gezamenlijke aankopen (maaltijdcheques) gefaciliteerd. Interlokale vereniging milieuhandhaving In opdracht van de conferentie van Kempense burgemeesters en de bestuursorganen werd in de schoot van de juridische dienst in 2011 grondig gewerkt aan de oprichting van een interlokale vereniging milieuhandhaving, waarbij de invulling van de decretale verplichtingen van het milieuhandhavingsdecreet in hoofde van de gemeente als opdracht vooropstond. In 2012 werd overgegaan tot de formele oprichting van een Interlokale Vereniging Milieuhandhaving Kempen. 18 gemeenten, 7 politiezones en IOK zijn vertegenwoordigd in de interlokale vereniging. Op vraag van het overlegorgaan werden binnen IOK 2 milieutoezichthouders ingezet. Er werd gekozen voor een multidisciplinair team, waarbij een bio-ingenieur en een juriste worden ingezet en waarbij de nodige administratieve ondersteuning wordt voorzien. In de eerste helft van 2014 werden een 30-tal vaststellingen gemaakt. Eveneens werden de evoluties opgevolgd met betrekking tot het handhavingsbeleid in de sector van de ruimtelijke ordening. Mogelijks kunnen er, in de context van de omgevingsvergunning, een aantal synergiën ontwikkeld worden.
82
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Intergemeentelijke dienstverlening leegstand Het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid legt elke gemeente op om een register van leegstaande gebouwen en woningen bij te houden. 14 Kempense gemeenten doen hiervoor beroep op IOK. IOK doet de nodige administratieve en materiële vaststellingen voor de panden die opgenomen zijn in de gemeentelijke vermoedenslijsten. Verder staat IOK ook in voor de behandeling van ingediende beroepen en aanvragen tot schrapping uit het register. De eerste 6 maanden werden 337 vaststellingen gedaan, 206 administratieve aktes verzonden. Verder werden er 84 beroepen en 26 schrappingsverzoeken behandeld. Gemeenschappelijke interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (GiD PBW) Voor de 71 aangesloten lokale besturen fungeert GiD PBW als de interne preventiedienst voor ruim 10.000 voltijdsequivalenten (of ruim 15.000 personeelsleden). In samenwerking met de externe preventiedienst adviseert GiD PBW werkgever en werknemer over alle welzijnsaspecten verbonden aan arbeid. IOK treedt op als gastheer en organisator en is daarenboven zelf participerend bestuur. Wegens ontslagen vanwege medewerkers loopt er momenteel een vacature voor een preventieadviseur en wordt geput uit een bestaande werfreserve. Er zijn contacten met toekomstige hulpverleningszones binnen het werkingsgebied voor eventuele (her-)aansluiting als afzonderlijk bestuur. De cel ‘veiligheid speelterreinen’ is werkzaam in 20 gemeenten, die in totaliteit ca. 3.500 speeltuigen beheren, verspreid over ca. 650 speelterreinen. De jaarlijkse grondige controles worden systematisch uitgevoerd. Er wordt geparticipeerd in het ontwerp van nieuwe speelterreinen. Tevens wordt er deelgenomen aan werkgroepen. Intercommunaal Centrum voor Geweldbeheersing (ICG) IOK vervult een actieve rol in het beheer van het ICG. Op die manier wenst IOK de politiediensten maximaal te ondersteunen. Het centrum fungeert als trainingscentrum voor de lokale en federale politie, de douane en het Agentschap Natuur en Bos. 5.
Studiewerk en begeleiding De studiedienst verleende RESOC Kempen een belangrijke bijdrage aan de redactie van het nieuwe streekpact 2013-2018, meer specifiek voor de speerpunten: ‘Ruimte om te ondernemen in een vlot bereikbare regio’ en ‘Groene en duurzame Kempen’. Het nieuwe streekpact werd inmiddels bekrachtigd door alle gemeenteraden van de Kempense gemeenten. Voor de genoemde pijlers voert IOK de projecten uit of speelt ze de rol van ‘aanjager’. De studiedienst stond ook in voor de opvolging van de opmaak van de nieuwe beleidsplannen 2013-2018 van IOK en IOK Afvalbeheer. De opmaak van jaaractieplannen en het formuleren van KPI’s om de voortgang te monitoren gebeurde eveneens door de studiedienst. De voorbije 6 maanden zette Kempens Woonplatform voornamelijk in op de verdere concretisering en uitvoering van acties, zoals opgenomen het nieuwe actieplan wonen. Verder werd er ingezet op het informeren van burgers (aanleveren van artikels, nieuwe infosessie voor verhuurders, ondersteuning aanspreekpunten wonen …). De woongerelateerde beleidsontwikkelingen werden
83
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
opgevolgd en vertaald naar de betrokken gemeenten. Kempens Woonplatform fungeerde voor de gemeenten tevens als vraagbaak voor woongerelateerde items, waarbij – indien relevant – steeds een terugkoppeling voorzien werd met de juridische dienst. Bijkomend stond Kempens Woonplatform de gemeenten bij in de voortgangstoets in het kader van het bindend sociaal objectief. Tot slot werden de voorbije maanden bilaterale gesprekken gevoerd met de gemeenten in het kader van de verlenging van de projectwerking, hetgeen de volgende maanden verder geconcretiseerd zal worden in een nieuw subsidiedossier. In de eerste helft van 2014 werd ook al de verlenging van het project voor de volgende 3 jaar voorbereid met de benodigde cofinanciering door de gemeentes zelf. IOK bood eveneens ondersteuning aan lokale besturen inzake lokale tewerkstelling en de regierol sociale economie. Sommige clusters van gemeentes haalden ondertussen hun subsidie van de Vlaamse overheid hiervoor binnen. IOK gaf het studiebureau Technum de opdracht een studie op te maken om de gevolgen van een eventuele heractivering van de IJzeren Rijn in beeld te brengen en om hiervoor milderende maatregelen aan te reiken. Tijdens de afgelopen periode werden de algemene ontwikkelingen omtrent de eventuele heractivering opgevolgd. Eveneens werd stilgestaan bij de gevolgen voor de Kempen van het nieuwe vervoersplan van de NMBS. In functie van een goede beleidsvoorbereiding wordt een actuele databank van socio-economische gegevens van de regio en de gemeenten bijgehouden. Vanuit de studiedienst worden tal van informatieve initiatieven genomen om de Kempense gemeentebesturen zoveel mogelijk informatie te bieden. Om dit te optimaliseren werd verder gewerkt aan de uitbouw van het communicatiebeleid. Het recreatiedomein De Lilse Bergen blijft eveneens een aandachtspunt binnen de werking van IOK. Vanuit deze dienst wordt eveneens de opmaak van de Europese steunprogramma’s voorbereid. 6.
Sociaal-cultureel beleid Het sociaal-cultureel beleid richt zich voornamelijk tot onderwijs en welzijn. Binnen de onderwijssector situeren de activiteiten zich rond allerlei vormingsactiviteiten van PVK (Pedagogisch Vormingsinstituut voor de Kempen). Daarnaast treedt IOK ook op als organisator en moderator van het intercommunaal examen. Dit werd in juni afgenomen bij de leerlingen van 60 deelnemende lagere scholen. Welzijnszorg Kempen is initiatiefnemer van diverse projecten in de sector van de OCMW’s. De organisatie neemt zelf initiatieven, maar participeert daarnaast in een aantal vzw’s. De ondersteuning van IOK situeert zich hierbij op het vlak van personeel en logistiek. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
84
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 2/11 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Algemene vergadering 16 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging IOK deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op dinsdag 16 december 2014 om 18.30 uur in “Het Wijnhuis”, Stationsstraat 56, 2440 Geel, met volgende agenda: 1. Ondernemingsplan 2015. 2. Begroting 2015. 3. Varia. In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Ivo Bollen, raadslid, met als plaatsvervanger mevrouw Nicole Boonen, raadslid, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de dienstverlenende vereniging IOK tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 16 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IOK; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IOK van 16 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
85
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 47 leden hebben ja gestemd; 17 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 47 stemmen ja, bij 17 onthoudingen. Nr. 2/12 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IKA. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag Verkoop ECS Zoals in het jaarverslag van IKA aangekondigd zijn in 2013 onderhandelingen opgestart over een exit van Electrabel – GDF Suez uit de Vlaamse gemengde DNB’s en een exit van de Vlaamse financieringsverenigingen uit Electrabel Customer Solutions (ECS). Deze onderhandelingen hebben nu tot een ondeelbaar principeakkoord geleid. IKA ontvangt volgens het akkoord 17.485.959,01 EUR cash van Electrabel voor zijn belang in ECS. Netto, betekent dit voor de gemeenten een bedrag van 17.013.410,05 EUR. Er moet worden benadrukt dat de voorliggende beslissing louter de bekrachtiging betreft van de verkoop van de participatie in ECS en geenszins al de bestemming van de bijbehorende opbrengsten. Deze maakt voorwerp uit van een aparte raadsbeslissing. De formele bestemming van de gelden behoort tot de besluitvorming van de algemene vergadering van juni 2015 die zijn goedkeuring dient te geven aan de jaarrekening 2014, de bijbehorende rapportering en het voorstel van resultaatbestemming. Het is de intentie van de raad van bestuur om de maximale keuzevrijheid aan de gemeenten te geven. De raad van bestuur besliste daarom deze middelen toe te voegen aan de beschikbare reserves van IKA met oog op de financiering van mogelijke kapitaalverhogingen in het bijzonder deze van IVEKA en/of schuldafbouw van de IVEKA-schulden die nog bij IKA uitstaan. Merk hierbij op dat er geen concrete plannen voor kapitaalverhogingen op niveau van Fluxys (Publigas) of Elia (Publi-T) bekend zijn, maar zij in de toekomst nagenoeg zeker zullen plaatsvinden. Om te vermijden dat hiervoor onvoldoende middelen beschikbaar zijn, wordt afstand gevraagd van een deel van de inkomsten uit het deel van de kapitaalverhoging IVEKA dat met ECS-gelden gefinancierd wordt.
86
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De gemeenten wordt gevraagd: Het besluit van de raad van bestuur om over te gaan tot de verkoop van ECS te bekrachtigen. Indien zij dit wensen met een apart raadsbesluit het bedrag kenbaar te maken dat namens de gemeenten geherinvesteerd dient te worden in IVEKA (mits gedeeltelijke afstand dividend en borgstelling op eenvoudig verzoek). Deelname in W4F (WIND FOR FLANDERS) voortzetting van EGPF De rechtsvoorganger van E.G.P.F., W.W.V. (Wind Waterkracht Vlaanderen), werd in 1999 opgericht om te voldoen aan de groene stroom productieverplichtingen. Via de nieuwe dochtervennootschap E.G.P.F. W(ind) W(erkt) E(cht) werden de financieringsverenigingen en de gemeenten nauwer betrokken bij de projecten op hun grondgebied. Aangezien de Vlaamse gemengde intercommunales genoodzaakt waren hun commerciële leverings- en productieactiviteiten met ingang van 1 juli 2003 stop te zetten, moesten zij zich uit de hernieuwbare productieactiviteit terugtrekken. In dit kader werd op 30 december 2002 W.W.V. als vennootschap grondig hervormd. Niet alleen werd de naam van W.W.V. in E.G.P.F. (Electrabel Green Projects Flanders) gewijzigd, er werd ook voor een fundamentele koerswijziging op het niveau van de aandeelhoudersstructuur en de doelstelling – het accent werd voornamelijk gelegd op windenergie. Overeengekomen werd dat Electrabel 70 % van de aandelen binnen EGPF aanhoudt en de Vlaamse financieringsverenigingen van de gemengde sector 30 %. Samen met de dochter E.G.P.F. W.H.H., beschikt E.G.P.F. sinds 2008 over 40,66 MW productievermogen, verdeeld over 21 windturbines, en dat ondanks een moeizaam verlopend vergunningsbeleid. In 2005 en 2007 werden kapitaalverhogingen doorgevoerd en verkreeg EGPF achtergestelde leningen. Met het oog op een grotere betrokkenheid van de financieringsverenigingen en de gemeenten op wiens grondgebied de projecten gerealiseerd zullen worden, werd op 23 december 2011 de CVBA EGPF WWE opgericht. Op die manier houdt E.G.P.F. 50 % van het kapitaal aan (de financieringsverenigingen houden 30 % van het kapitaal aan waardoor zij onrechtstreeks 15 % onderschrijven in EGPF WWE). De overige 50 % wordt enerzijds voor 35 % door Electrabel onderschreven en anderzijds bij voorkeur voor 15 % door de financieringsvereniging op wiens grondgebied het project zich realiseert. Bijgevolg behoudt de openbare sector haar belang van 30 %. Naargelang de selectie en de voortgang van de nieuwe projecten wordt bij weigering van het prerogatief, de andere financieringsverenigingen betrokken in verhouding tot hun participatie in E.G.P.F. De oprichting van EGPF WWE ging gepaard met een gewijzigde vergunningscontext waardoor EGPF WWE er in slaagde om in 2012/2013 drie windprojecten te realiseren met een globaal productievermogen van 20,50 MW. In 2010 heeft EGPF voor de eerste maal een dividend uitgekeerd van 8 EUR per aandeel.
87
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Over de boekjaren 2011 tot en met 2013 is telkens een dividend uitgekeerd van 5 EUR per aandeel. Eind 2013 gaf Electrabel te kennen dat toekomstige projecten niet meer in de schoot van EGPF (WWE) zouden kunnen gerealiseerd worden. Electrabel wenst niet langer een meerderheidsbelang in nieuwe projecten. Dit werd opgelegd door de moederholding GDF Suez die haar schuldgraad op geconsolideerd niveau wil verlagen. Het is immers zo dat projecten van hernieuwbare energie grotendeels met schulden worden gefinancierd. Alternatieven zijn bestudeerd om de samenwerking met de financieringsvereniging te kunnen verderzetten. Dit heeft geleid tot de nieuwe structuur Wind4Flanders (W4F) die aan de financieringsverenigingen toelaat om 50 % van het kapitaal te onderschrijven. Het overige aandeel van 50 % wordt door Electrabel (GDF Suez) onderschreven. In dit kader is het belangrijk te melden dat een project pas zal aangeboden worden aan Wind4Flanders bij het bereiken van een minimum rendementsdoelstelling van 8 %, dit wil zeggen na aftrek van alle kosten. Strategie voor het boekjaar 2015 De strategische nota voor het boekjaar 2015 wordt voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering in uitvoering van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Deze nota omvat per activiteit de verwachte evolutie voor het komende boekjaar. Begroting over het boekjaar 2015 en meerjarenbegroting De begroting voor 2015 wordt voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering in uitvoering van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. De begroting is opgemaakt uitgaande van het genormaliseerd boekhoudplan. De opgenomen rubrieken worden beperkt tot de resultatenrekening, m.a.w. tot de begrote kosten en opbrengsten van het werkingsjaar. De opgegeven cijfergegevens hebben betrekking op de werkelijke cijfers van de werkingsjaren tot 2013 en de begrote cijfers voor de werkingsjaren 2014 en 2015. Voor 2014 werden de cijfers waar mogelijk reeds aangepast aan de definitieve cijfers. Voor de meerjarenbegrotingen kan ervan uitgegaan worden dat de uitkeerbare sommen recurrent zijn. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.
88
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 2/13 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IKA. Ontwerp van statutenwijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging IKA stelt de provincie in kennis van een aantal voorstellen van statutenwijziging, die aan de algemene vergadering van 16 december 2014 zullen worden voorgelegd. De wijzigingen hebben betrekking op: Artikel 7: Maatschappelijk kapitaal Toevoeging: “§6 aan de maatschappelijke aandelen van het variabel kapitaal voor de financiering van de investering in de projecten in samenwerking met STORM wordt het kencijfer 9 toegekend.” Artikel 15: Notulen Vervanging “Een afschrift van de notulen wordt overgemaakt aan de bestuurders en aan de Regeringscommissaris binnen 30 dagen volgend op de vergadering”. door “Een overzichtslijst van de besluitvorming wordt binnen de 20 dagen volgend op de vergadering overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en digitaal publiek ter beschikking gesteld.” Artikel 17: Vertegenwoordiging in akten Vervanging “Alle akten die de vereniging tegenover derden binden, worden ondertekend door de voorzitter en een bestuurder daartoe behoorlijk gemachtigd.” door “Buiten de gevallen van bijzondere bevoegdheidsdelegatie verleend door de raad van bestuur, worden alle akten die de vereniging tegenover derden binden, ondertekend door de voorzitter en een bestuurder daartoe behoorlijk gemachtigd.” Artikel 23: Directiecomité Vervanging “De voorzitter en de ondervoorzitters van de raad van bestuur zijn ambtshalve voorzitter en ondervoorzitters van het directiecomité. De secretaris van de raad van bestuur is eveneens secretaris van het directiecomité. door “De voorzitter en de ondervoorzitters van de raad van bestuur zijn ambtshalve lid van het directiecomité. De secretaris van de raad van bestuur is eveneens secretaris van het directiecomité.” Toevoeging “Het directiecomité kiest onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter, te kiezen onder de voorzitter en eerste ondervoorzitter van de raad van bestuur. Overeenkomstig artikel 55 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking kan door de raad van bestuur een adviescomité ‘Strategische participaties’ opgericht worden, dat bestaat uit de
89
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
bestuurders en experten die op voordracht van IKA zetelen in de organen van de strategische participaties. Daarnaast kan een adviescomité ‘Financiering buitengewone dienst’ door de raad van bestuur worden opgericht, dat bestaat uit de financieel beheerders van elke betrokken deelnemer. De voorzitter en de ondervoorzitters van de raad van bestuur zijn ambtshalve voorzitter en ondervoorzitters van de adviescomités. De secretaris van de raad van bestuur is eveneens secretaris van de adviescomités. Artikel 24: Beraadslagingen in het directiecomité Vervanging “De afschriften van de notulen worden binnen de veertien dagen volgend op de bedoelde bijeenkomst aan de leden van het directiecomité en aan de Regeringscommissaris overgemaakt”. door “Een overzichtslijst van de besluitvorming wordt binnen de 20 dagen volgend op de vergadering overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en digitaal publiek ter beschikking gesteld.” Artikel 28: Samenstelling algemene vergadering Schrapping “De benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger(s) wordt voor elke algemene vergadering door de deelnemer vastgelegd.” Artikel 35: Notulen van de algemene vergadering De afschriften van de notulen van de algemene vergadering worden digitaal ter beschikking gesteld i.p.v. overgemaakt aan alle deelnemers. De voorgestelde wijzigingen, die u terugvindt in Sindala, hebben geen invloed op de rechten en plichten van de provincie. Uw raad wordt dan ook voorgesteld hiermee in te stemmen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 16 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IKA waarop een aantal statutenwijzigingen worden voorgesteld; Gelet op artikel 39 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met het voorgelegde ontwerp van statutenwijzigingen van de dienstverlenende vereniging IKA dat zal worden voorgelegd aan de algemene vergadering van 16 december 2014. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
90
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 48 leden hebben ja gestemd; 17 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 17 onthoudingen. Nr. 2/14 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IKA. Algemene vergadering 16 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Aanduiding provinciale vertegenwoordiging. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging IKA deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op dinsdag 16 december 2014 om 18.30 uur in “Den Eyck”, Houtum 39, 2460 Kasterlee, met volgende agenda: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Statutenwijziging (zie apart verslag aan uw raad). Verkoop ECS. Deelname in W4F (WIND FOR FLANDERS) voortzetting van EGPF. Strategie voor het boekjaar 2015. Begroting over het boekjaar 2015 en meerjarenbegroting. Statutaire benoemingen en mededelingen.
Krachtens de omzendbrief BB 2013/5 van de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking, kunnen de provinciale vertegenwoordigers op de algemene vergadering voor de volledige duur van de legislatuur worden aangeduid (na goedkeuring van de statutenwijziging). Hun mandaat moet nog wel telkens bekrachtigd worden door uw raad. De dienstverlenende vereniging IKA zal haar statuten pas wijzigen in de algemene vergadering van 16 december 2014, zodat pas vanaf 2015 kandidaten kunnen voorgedragen worden voor de duur van de legislatuur. Artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking heft de onverenigbaarheid op tussen provincieraadslid/gemeenteraadslid wat betreft de aanduiding van een kandidaat-bestuurder en vertegenwoordiger op de algemene vergadering. Provincieraadsleden die ook gemeenteraadslid zijn, kunnen dus opnieuw worden afgevaardigd op de algemene vergadering. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Uw raad wordt gevraagd een afgevaardigde en een plaatsvervanger voor deze vergadering aan te duiden en zijn/haar mandaat te bepalen.
91
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Volledigheidshalve wordt vermeld dat bestuurders geen volmachtdrager kunnen zijn op de algemene vergadering. De provincie is in de raad van bestuur van IKA vertegenwoordigd door mevrouwen Els Baeten, Mireille Colson, Marleen Peeters, Wendy Weckhuysen en de heren Kris Goossens, Herman Minnen, Koen De Cock en Sener Ugurlu, raadsleden. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 16 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IKA; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Bij geheime stemming; BESLUIT: Enig artikel: De heer Kris Geysen, raadslid, met als plaatsvervanger de heer Michel Meeus, raadslid, wordt aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen op de algemene vergadering van IKA van 16 december 2014. Hem wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming. Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Men gaat over tot de geheime stemming. 65 leden nemen eraan deel. Er zijn 48 stemmen ja, bij 8 stemmen nee en 9 onthoudingen. Derhalve is het voorstel goedgekeurd. Nr. 2/15 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag Vooruitblikkend op 2015 stellen we vast dat het komend jaar heel wat kansen biedt om in belangrijke dossiers voor de energiedistributie in Vlaanderen knopen door te hakken en duidelijkheid te verkrijgen. Het is de ambitie van Iveka en de andere Vlaamse gemengde distributienetbeheerders voor elektriciteit en gas (de DNB’s) en hun werkmaatschappij Eandis om een vooraanstaande rol te blijven spelen in het energielandschap. Zij zijn ervan overtuigd dat ze over uitstekende troeven beschikken om ook in 2015 een prima dienstverlening aan de netgebruikers te kunnen koppelen aan efficiëntie en kostenbeheersing in de exploitatie van de distributienetten.
92
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De strategie en beleidslijnen voor 2015 die we in deze nota schetsen voor Iveka en de andere Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, bouwen voort op een aantal elementen: (i) het Ondernemingsplan 2013-2018 dat desgevallend op een aantal punten kan worden bijgestuurd in functie van nieuwe evoluties, (ii) de voortzetting van de eerder vastgelegde klemtonen in het beleid van de DNB’s, zoals de strijd tegen de energie-armoede en de actieve ondersteuning van initiatieven die energie-efficiëntie in Vlaanderen moeten concretiseren, (iii) de uitgangspunten die de nieuwe Vlaamse Regering in juli 2014 heeft uitgetekend in haar regeerverklaring, (iv) de nakende, verplichte uitstap van de private partner uit het kapitaal van de netbeheerders en, ten slotte, (v) de opdracht om in Vlaanderen te komen tot een nieuw regelgevend kader voor de energiedistributie, voornamelijk inzake de tariefbepaling voor de DNB’s. Naar een structurele wijziging in de Eandis Economische Groep 1 In de Strategienota voor het jaar 2014 werd reeds aangegeven dat de sector van het energiedistributienetbeheer in Vlaanderen in volle ontwikkeling is. Hierop inspelend heeft Eandis reeds begin 2013 namens de Vlaamse gemengde DNB’s, en dus ook Iveka, een gedetailleerde visietekst bekendgemaakt waarin de uitgangspunten van haar toekomstgerichte visie worden toegelicht. Deze ontwikkelingen zijn intussen niet stilgevallen, integendeel. Een efficiënte en slagkrachtige besluitvorming binnen de Eandis Economische Groep is één van de speerpunten in deze visie. Hiermee werd eerder reeds een aanvang genomen door de creatie van de Regionale Bestuurscomités (afgekort tot RBC) en de afslanking van de Raad van Bestuur binnen Iveka en de andere DNB’s 2. De verdere integratie van de bestaande Vlaamse gemengde DNB’s door middel van een mogelijke fusie van DNB’s binnen de Eandis-koepel, heeft hierbij steeds tot de mogelijkheden behoord. Ook de Vlaamse Regering die midden 2014 is aangetreden, is deze idee blijkbaar genegen. De reeds opgestarte interne voorbereidingen – op bestuurlijk, juridisch, operationeel en financieel gebied – voor een dergelijke DNB-fusie zullen in de loop van 2015 worden geïntensifieerd. Deze voorbereidingen spitsen zich toe op een start van een mogelijke gefuseerde DNB. Het is belangrijk te onderlijnen dat een dergelijke fusiebeweging op geen enkele manier afbreuk mag doen aan de nauwe betrokkenheid en inspraak van de lokale besturen in het beleid dat in de distributienetbeheerder gevoerd wordt, zeker voor de lokaal gerichte beleidsdomeinen die hen rechtstreeks aanbelangen. Een fusie van de twee werkmaatschappijen die momenteel in Vlaanderen actief zijn, met name Eandis en Infrax, is momenteel niet aan de orde. Naar een distributienetbeheerder zonder Electrabel-participatie en het opvangen van de gevolgen ervan Het is reeds vele jaren duidelijk dat de participatie van Electrabel NV (dochteronderneming van de Franse nutsgroep GDF Suez) in het kapitaal van Iveka en de andere gemengde Vlaamse DNB’s een eindig karakter heeft. Het
1
Onder ‘Eandis Economische Groep’ wordt verstaan de samenvoeging van Eandis (geconsolideerd met haar dochterondernemingen) en de 7 Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, waaronder Iveka, alsof zij één enkele entiteit vormen. 2 Met uitzondering van Sibelgas.
93
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Vlaams Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking uit 2001 bevat inderdaad een bepaling waardoor private partners zoals Electrabel verplicht uit intergemeentelijke samenwerkingsverbanden moeten verdwijnen tegen uiterlijk 31 december 2018 of vroeger indien het betrokken samenwerkingsverband op een eerdere datum op zijn statutaire einddatum komt. Door de specifieke situatie van de diverse DNB’s is deze einddatum niet overal gelijklopend. Voor Iveka geldt 31 december 2016 als de einddatum voor de Electrabel-participatie, met uitzondering van het gedeelte ex-IGAO. Omwille van de zeer specifieke toestand van een aantal gemeenten die op 1 januari 2009 van de voormalige DNB IGAO naar Iveka zijn overgestapt voor de gasdistributie, lag de einddatum voor deze aandeelhouders evenwel op 31 december 2014. De betrokken gemeentebesturen zullen in het najaar van 2014 een beslissing treffen over de toekomst van de gasdistributie op hun grondgebied. De verlenging van de activiteit gas ex-IGAO tot de normale vervaldag wordt als specifiek agendapunt behandeld op de Buitengewone Algemene Vergadering van Iveka in december. De kapitaalparticipatie van Electrabel in Iveka bedraagt 14,29 % op een totaal kapitaal van 297.268.213,91 EUR (situatie per 30 juni 2014). Electrabel en de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders (DNB's) bereikten eind augustus 2014 een principeakkoord over het vertrek van Electrabel als aandeelhouder tegen uiterlijk eind 2014. Parallel wordt het vertrek van de publieke sector uit Electrabel Customer Solutions (ECS) georganiseerd; beide transacties gebeuren via een verkoop van de betreffende aandelen. Om adequaat te kunnen anticiperen op de decretale verplichting tot stopzetting van de kapitaalparticipatie van private partner Electrabel waren reeds in 2013 onderhandelingen opgestart om te komen tot een vervroegde en algemene ‘exit’ van Electrabel uit de Vlaamse gemengde DNB’s en de parallelle uitstap van de publieke sector uit Electrabel Customer Solutions. De keuze om de exit te organiseren in één beweging, in plaats van gefaseerd tussen 2014 en 2018 per statutaire of decretale einddatum, vereenvoudigt deze operatie en zorgt voor extra transparantie in de Vlaamse energiemarkt. De bestuursorganen van Iveka zullen in de loop van 2015 nog een deel van de afwikkeling van deze transactie in goede banen moeten leiden. We merken op dat de nieuwe Vlaamse regering in haar regeerakkoord de deur op een kier zet om opnieuw privékapitaal in de DNB’s toe te laten, weliswaar onder de voorwaarde dat dit kapitaal dan afkomstig is van een privépartner die niet actief is in de energieproductie. Dit wordt meteen gekoppeld aan het voornemen van de Vlaamse regering om de statutaire duurtijd van alle Vlaamse DNB’s te verlengen tot 2019. Beide maatregelen vergen een aanpassing van de huidige bepalingen van het Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking. Naar een nieuwe erkenning als distributienetbeheerder gas In het najaar van 2014 zal Iveka van de energieregulator VREG een nieuwe erkenning krijgen als distributienetbeheerder voor elektriciteit. Deze erkenning zal worden afgeleverd na het doorlopen van de voorgeschreven procedure en zal gelden voor een periode van 12 jaar (2014-2026). De erkenning van Iveka als distributienetbeheerder voor de gasactiviteit verstrijkt
94
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
op 14 oktober 2015. De instanties van Iveka zullen opnieuw tijdig de nodige procedurele stappen ondernemen om ook voor de gasactiviteit een nieuwe erkenning als netbeheerder voor een volgende twaalfjarige periode (2015-2027) te verkrijgen. De hele erkenningsprocedure bij de VREG is gelijkaardig aan deze voor elektriciteit. Voor de gemeenten die van ex-IGAO werden overgenomen, geldt de erkenning als gasnetbeheerder evenwel tot 1 januari 2021 en moet voorlopig geen nieuwe erkenning worden aangevraagd. Naar een Vlaams regelgevend kader voor de distributienettarieven Sinds 1 juli 2014 is Vlaanderen ook bevoegd geworden voor de distributienettarieven voor gas en elektriciteit. Dit is een gevolg van de afspraken die werden vastgelegd in de zgn. Zesde Staatshervorming. Voor Iveka betekent dit dat haar belangrijkste inkomstenbron voortaan zal gereguleerd worden op regionaal niveau, in eerste instantie door de energieregulator VREG. De VREG is daartoe aangesteld door de Vlaamse Regering. Vooraleer het Vlaams regelgevend kader volledig operationeel kan zijn, moet nog belangrijk wetgevend werk verricht worden op het niveau van het Vlaams Parlement (met name de bepaling van tariefrichtlijnen) en van de Vlaamse energieregulator (de uitwerking van een tariefmethodologie en een tariefstructuur). Tot wanneer deze elementen van het Vlaams regelgevend tarifair kader niet zijn ingevuld, blijft de vroegere federale regeling van kracht. In dit kader valt nog af te wachten of de DNB-tarieven zoals die golden in 2012 en die ‘bevroren’ werden voor de jaren 2013 en 2014, ook in 2015 (en desgevallend langer) bevroren zullen blijven. Inmiddels is de VREG gestart met officiële consultaties bij alle belanghebbenden om hun desiderata in kaart te brengen en te peilen naar hun reacties op de ideeën die de VREG zelf naar voren schuift over de toekomstige Vlaamse distributienettarieven. Iveka en Eandis zullen uiterst waakzaam deze evoluties volgen en ten volle hun belangen in deze verdedigen. Daarom zullen de Vlaamse gemengde DNB’s als betrokken partij via hun werkmaatschappij Eandis bij alle bevoegde instanties blijven aandringen op correcte distributienettarieven, die enerzijds een professionele, kostenefficiënte en veilige uitbating van de distributienetten en de correcte uitvoering van de door de overheid opgelegde taken (zoals de sociale en andere openbare dienstverplichtingen) mogelijk maken, en anderzijds een marktconforme vergoeding aan de kapitaalverschaffers van de DNB’s verzekeren, zodat het interessant blijft voor openbare besturen en andere partners om op lange termijn te investeren in de verdere uitbouw en instandhouding van de Vlaamse distributienetten. Iveka neemt er akte van dat het Vlaams regeerakkoord in het vooruitzicht stelt dat de “distributienettarieven elektriciteit en aardgas worden hervormd tot een zuiver netgerelateerd tarief per doelgroep dat de capaciteit die een klant reserveert reflecteert. Het tarief is kostenreflectief voor afname en injectie, houdt rekening met de kosten voor aanleg en gebruik van het net en objectiveerbare verschillen worden geïntegreerd zoals de densiteit van het net (stedelijk of ruraal).”3
3
Vlaams regeerakkoord (juli 2014), blz. 88
95
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Naar nieuwe duurzame oplossingen voor de klimaatproblematiek Als verantwoordelijken voor energiedistributie willen Iveka en Eandis mee hun schouders zetten onder vernieuwende oplossingen die kunnen bijdragen tot het behalen van de Europese en Vlaamse klimaatdoelstellingen. Dit kan diverse vormen aannemen. Mobiliteit is een prangend maatschappelijk vraagstuk. Eandis wil minder vervuilende alternatieven - zoals elektrische voertuigen, aardgasvoertuigen en zelfs waterstofvoertuigen – als valabele vervoersmodi propageren. Zelf trekt Eandis aan de kar door allerlei types elektrische en gasvoertuigen aan te bieden aan gemeentebesturen. Op die manier kan de vicieuze cirkel van weinig vertrouwdheid met deze vormen van mobiliteit met als gevolg het uitblijven van een algemene doorbraak wellicht worden doorbroken. Warmtenetten zijn inmiddels de embryonale fase ontgroeid, ook in Vlaanderen. Indien enkele specifieke voorwaarden vervuld zijn (met als hoofdvoorwaarde de aanwezigheid van een permanente warmtebron en voldoende afnamemogelijkheden binnen een beperkte afstand van deze warmtebron), kan een plaatselijk warmtenet een economisch verantwoorde en milieuvriendelijke manier zijn om woningen te verwarmen. Voor de exploitanten van gasdistributienetten is de techniek van een warmtenet zeer goed vergelijkbaar met hun bestaande activiteiten. Eandis zal namens de DNB’s alle mogelijke projecten voor de aanleg en uitbating van warmtenetten welwillend onderzoeken en desgevallend concrete stappen zetten in de uitvoering van dergelijke projecten. We zullen aandringen op de totstandkoming van een passend wettelijk en decretaal kader voor warmtenetten in Vlaanderen. De Vlaamse regering kondigde in haar regeerakkoord aan dat een kader voor openbare warmtenetwerken zal worden uitgewerkt in samenwerking met de betrokken actoren. Naar de verdere uitbouw van een ‘slim’ distributienetbeheer Het beheer van distributienetten voor elektriciteit en aardgas is een vakgebied dat op enkele jaren tijd een volledige omwenteling doormaakt. Dit heeft te maken met verschillende maatschappelijke factoren: de schijnbaar onstuitbare opmars van decentrale productie en allerlei hernieuwbare energievormen, de verdere mogelijkheden van de digitalisering, het streven naar een maximale energieefficiëntie, de zorg om milieu en klimaat. Voor de netbeheerders zelf bestaat de grote uitdaging erin om deze maatschappelijke trends te verzoenen met de blijvende noodzaak om een veilige, betrouwbare en betaalbare dienstverlening aan te aanbieden. Eén van de middelen daartoe is de geleidelijke ombouw van het huidig distributienet naar een ‘slim’ aangestuurd tweerichtingsnet, dat toelaat om op elk ogenblik afname en injectie op het net op elkaar af te stemmen. Wat betreft het net van Iveka werden de voorbije jaren de eerste stappen daartoe reeds gezet. Op centraal niveau werd het Distribution Management System (DMS) operationeel en er waren de proefnemingen met de plaatsing en operationele werking van slimme verbruiksmeters. In 2015 zal het distributienet van Iveka verder fijnmazig worden uitgerust om te evolueren naar een volwaardig ‘smart grid’. Een belangrijk aspect in deze brede evolutie is de beleidsmatige kant. Eandis zal ijveren voor een gepaste besluitvorming van de bevoegde overheidsinstanties, vnl. in verband met het uitrolscenario voor de slimme meter. Op basis van de
96
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
ervaringen die Eandis tot nu toe heeft opgebouwd dankzij de concepttesten in Leest/Hombeek en het grootschalige pilootproject met ongeveer 35.000 geplaatste slimme meters, pleiten we voor een gesegmenteerde aanpak die voorrang geeft aan de plaatsing van een slimme meter bij welomlijnde doelgroepen bij wie de baten opwegen tegen de kosten, met name eindverbruikers met decentrale productie (vnl. zonnepanelen), openbare besturen, grote verbruikers. Het moge duidelijk zijn dat een grootschalige uitrol van slimme metering in het distributiegebied van de Vlaamse gemengde DNB’s een zware investeringsinspanning zal vergen, maar ook vanuit logistiek standpunt (aankoopprocedure, mankracht, plaatsingscapaciteit e.d.m.) grote uitdagingen inhoudt. Daarom is een weloverwogen aanpak – met een uitdrukkelijk engagement van alle betrokken partijen – een absolute noodzaak. Naar een niet aflatende strijd tegen energie-armoede Ondanks alle inspanningen uit het verleden, blijft de sociale problematiek actueel. Eén van de meest markante vormen hiervan is de zgn. energie-armoede, waardoor bepaalde bevolkingsgroepen moeite hebben om de financiële kost van hun energieverbruik te dragen en een menswaardig bestaan op te bouwen. Als sociale leverancier die de ‘gedropte’ klanten van de commerciële markt moet opvangen, is Iveka uiteraard erg begaan met deze situatie. Ook in 2015 zullen de netbeheerders zich blijven inspannen om hun sociale rol in de praktijk te brengen. Daarbij willen we – zoals in het verleden - constructieve samenwerkingsvormen opzetten met andere belanghebbenden; we denken in de eerste plaats aan de lokale OCMW’s, maar ook aan armoedeverenigingen. Naar een “FITte” werkmaatschappij Eandis Eandis heeft in 2013 een actieplan “FIT” ontvouwd met als bedoeling om de productiviteit van de werkmaatschappij te verhogen en het kostenbewustzijn van hoog tot laag in de onderneming aan te scherpen. Dit kadert in de prioritaire zorg van de netbeheerders om de energiekost voor de eindgebruikers maximaal te beperken. Het actieplan stelt duidelijke, cijfermatige objectieven voor de periode tot eind 2015. Zo moeten de netinvesteringen met circa 15% kunnen dalen in vergelijking met het reële investeringsbudget 2013, voor netexploitatie wordt een daling met circa 10% vooropgesteld. Dit komt neer op een budget dat gelijk is aan de jaarlijkse autofinancieringsbedragen + 10%. De operationele excellentie die Eandis nastreeft, moet dankzij FIT vorm krijgen in een brede waaier aan kostenefficiëntie verbeterende maatregelen. En het kostenbewustzijn bij de Eandismedewerkers wordt via een veranderingstraject uitgediept. De eerste resultaten van FIT voor de periode tot halverwege 2014, zijn veelbelovend en laten toe te stellen dat de verschillende eindobjectieven meer dan waarschijnlijk zullen worden bereikt tegen het jaar 2016. Ook tijdens 2015 zal FIT de niet-aflatende aandacht van het Eandis-management krijgen. SYNDUCTIS: naar een actief minder hinder-beleid voor nutsvoorzieningen De DNB-werkmaatschappij Eandis is zich terdege bewust van de zorg van de lokale openbare besturen over een correct gebruik van het openbaar domein. Dit gaat van het niet langer dan nodig openbreken van straten en pleinen voor de aanleg of het onderhoud van ondergrondse kabels en leidingen, over de vakkundige herstelling van het trottoir tot een correcte en ruime signalisatie en communicatie met allerlei belanghebbenden (openbaar bestuur, omwonenden, andere nutsbedrijven) zowel
97
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
voor als tijdens de werken. SYNDUCTIS, eind 2012 mede op initiatief van Eandis ontstaan, brengt de energiedistributie samen met een aantal nutsbedrijven uit de water- en telecomsectoren op een niet-vrijblijvende basis. Die samenwerking onder één enkele koepel moet borg staan voor de meest kostenefficiënte benadering en de maximale onderlinge afstemming van werken die gepland worden bij de deelnemende nutsmaatschappijen, maar het boort ook schaalvoordelen aan op het vlak van de aankoop van materialen, de inschakeling van aannemers en andere. Na een eerste fase waarin SYNDUCTIS de voorrang gaf aan proefprojecten op het terrein om de synergie met andere nutsbedrijven op punt te stellen, wordt in 2015 de klemtoon gelegd op een meer procesmatige aanpak van synergiewerken in het openbaar domein van steden en gemeenten. Ook het aantal werken dat via SYNDUCTIS zal verlopen, zal in stijgende lijn moeten gaan. SYNDUCTIS heeft zich voorgenomen de openbare besturen van Iveka ruimschoots te informeren over haar werking. De lokale besturen zullen hun ervaringen en suggesties kunnen delen met SYNDUCTIS. Naar nog slagkrachtigere filialen De Stroomlijn Nu De Stroomlijn als een volledig zelfstandig klantencommunicatiecentrum functioneert, ligt de klemtoon eerder op de instandhouding en mogelijkerwijs de verbetering van de klantentevredenheid en de operationele resultaten. De dienstverlening vanuit De Stroomlijn aan Eandis werd trouwens uitgebreid met de overname van de interne ICT-hulplijn. Een uitbreiding naar nieuwe opdrachtgevers is mogelijk, maar daarbij zal de Raad van Bestuur zich vooral laten leiden door de expertise die De Stroomlijn in de loop der jaren heeft opgebouwd ten bate van netgebonden nutsbedrijven. Indexis In de volle wetenschap dat de huidige werkzaamheden van Indexis op termijn grotendeels zullen opgaan in de werking van het federale Atrias (en deels bij de werkmaatschappijen Eandis en ORES zullen terechtkomen), wil Indexis desondanks een kwalitatief hoogstaande dienstverlening blijven afleveren. Daarvoor zijn een performante IT-infrastructuur en gemotiveerde en gekwalificeerde medewerkers een absolute voorwaarde. De bedrijfsleiding van Indexis zal in 2015 dan ook volop inzetten op deze beide beleidsaccenten. Atrias De roeping van Atrias, een gezamenlijke dochteronderneming van alle Belgische distributienet-bedrijven, is duidelijk: het moet uitgroeien tot een performant kruispunt voor het dataverkeer tussen de diverse marktpartijen op de Belgische energiemarkt. In de loop van 2015 moet duidelijk worden wanneer de operationele opstart van Atrias kan plaatshebben. Alleszins speelt de effectieve startdatum van de regionale tariefstructuren daarin ook een rol. Intussen zal Atrias tijdens 2015 onverdroten verder werken aan het op punt stellen van haar processen, procedures en IT-infrastructuur en –architectuur.
98
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Naar een dynamische en flexibele financieringspolitiek Het financieel beleid van Iveka is geïntegreerd in de werking van de gehele Eandis Economische Groep. Dus ook hier geldt het motto “samen sterker”. De financieringspolitiek uit het recente verleden zal in 2015 worden doorgetrokken. Dit betekent concreet dat gestreefd wordt naar een diversificatie qua tegenpartij, looptijden en financiële instrumenten (in hoofdorde bankleningen, obligaties en private plaatsingen) om de risico’s maximaal te spreiden. De netinfrastructuur elektriciteit/aardgas die een typisch lange termijn karakter heeft, wordt bij voorkeur ook met middelen op langere looptijden gefinancierd, en het behoud van naambekendheid op de internationale institutionele kapitaalmarkten die mede steunt op een gunstige rating (thans A1 met stabiele vooruitzichten bij het ratingagentschap Moody’s) moet ondersteuning bieden om, wanneer nodig, te allen tijde aan de aantrekkelijkste voorwaarden financiering te kunnen aantrekken. Voor de financiering op korte termijn wordt ervoor geopteerd om een aantal instrumenten (cash en cash equivalente middelen, thesauriebewijzen, wentelkrediet e.a.) ter beschikking te hebben om op elk moment de passende plaatsing of onttrekking te kunnen realiseren. In de loop van 2015 zal opnieuw voor de daaropvolgende periode (2016-2017) een gedetailleerd financieel en financieringsplan worden opgesteld en besproken met de diverse bevoegde instanties binnen de Eandis Economische Groep. INVESTERINGSUITGAVEN 1. Budget 2015 Activiteit Distributie van Elektriciteit + Gemengde in kEUR
IVEKA
Intern Budget
Totaal Elektriciteit en Gemengde Investeringsuitgaven Netto Elektriciteit Investeringsuitgaven Bruto Elektriciteit Investeringsuitgaven 1 HS/MS Transformatiestations 1.1 Gebouwen en uitrusting 1.2 Meetgroepen 2 MS MDLeidingen, Leidingen Plaatsen meetgroepen en Signalisatie < 36 kV 2.1 MS leidingen 2.2 Seinkabel 3 MS/LS Cabines 3.1 Terreinen 3.2 Cabineuitrusting 4 LS Net 5 LS Net
99
46812,5 33.662,5 46.547,4 946,2 946,2 14.479,9 917,0 13.779,9 699,9 7.963,1 122,5 7.840,6 11.720,2 25,1
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Feestverlichting 6 OV Net 7 LS Aansluitingen 8 Meetgroepen 8.1 MS 8.2 LS 8.3 Budgetmeters 9 Overige 9.1 CAB Tussenkomsten
2.874,9 6.824,3 1.538,6 600,0 295,3 643,3 175,1 175,1 -12.884,9
Gemengde Investeringsuitgaven (deel elektriciteit) 1 Terreinen, Gebouwen en Meubilair 2 Glasvezel 3 Gereedschap 4 Diverse toestellen 5 Telebediening 6 Dispatching 7 Vervoer 8 Informatica 9 Smart programma’s
13.150,0 1.840,1 429,4 227,3 16,0 99,9 2,4 1.712,3 923,9 7.896,6
INVESTERINGSUITGAVEN 2. Budget 2015 Activiteit Distributie van Gas + Gemengde in kEUR
IVEKA
Intern Budget
Totaal Gas en Gemengde Investeringsuitgaven Netto Gas Investeringsuitgaven Bruto Gas Investeringsuitgaven 1 MD Ontvangststations en Meetstations 2 MD Leidingen 3 Cabines 3.1 Terreinen 3.2 Cabine-uitrusting 4 LD Leidingen 5 LD Aansluitingen 6 Meetgroepen 6.1 MD 6.2 LD 6.3 Telelezing 6.4 Budgetmeters 7 Labo-uitrusting + meettoestellen Tussenkomsten
25.021,3 23.464,9 27.120,1 307,4 3.381,8 917,0 10,8 906,2 13.194,6 8.057,2 1.211,1 68,2 687,6 4,2 451,0 51,0 -3.655,2
Gemengde Investeringsuitgaven (deel gas) 1 Smart programma’s
1.556,4 1.556,4
100
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 2/16 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Ontwerp van statutenwijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Met aangetekend schrijven van 16 september 2014 stelt de opdrachthoudende vereniging IVEKA de provincie in kennis van een aantal voorstellen van statutenwijziging, die aan de algemene vergadering van 18 december 2014 zullen worden voorgelegd. De wijzigingen hebben betrekking op: 1. Exit Electrabel De overdracht van de aandelen door de deelnemende maatschappij Electrabel nv aan de openbare deelnemers van de opdrachthoudende vereniging IVEKA heeft de facto een uittreding van de deelnemende maatschappij uit de distributienetbeheerder als gevolg vóór het einde van 2014. Deze overdracht van aandelen heeft volgende statutenwijzigingen tot gevolg: a) Het schrappen van alle statutaire bepalingen omtrent de participatie van de deelnemende maatschappij (inwerkingtreding: 30 december 2014). b) Het schrappen van de kapitaalaandelen F en E” omdat door de raad van bestuur in zitting van 9 september 2014 werd beslist om deze om te zetten in aandelen A, aangezien zij louter gecreëerd werden i.v.m. de participatie van Electrabel nv (inwerkingtreding: 2 januari 2015). c) De actualisering van het register van aandelen en winstbewijzen (inwerkingtreding: 2 januari 2015). Voormelde statutenwijzigingen zijn onder opschortende voorwaarde van het aanvaarden door de openbare deelnemers van de overdracht van de aandelen aangeboden door de deelnemende maatschappij en de effectieve realisatie van de overname van deze aandelen en de daarmee verbonden optimalisatie van het aandelenbezit. Deze overdracht van aandelen wordt in een apart verslag aan uw raad van vandaag voorgelegd. 2. Verlenging ex-IGAO Schrapping van de bepalingen inzake de activiteit ex-IGAO: Vervaldag 31 december 2014. Beslissing inzake de verlenging. Mogelijkheid om beslissingssectoren in te voeren.
101
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Deze statutenwijzigingen zijn onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring door de algemene vergadering op 18 december 2014 van de voorgestelde verlenging van de activiteit ex-IGAO en van de effectieve realisatie van de overname van de aandelen voor wat betreft het aspect beslissingssector (inwerkingtreding: 1 januari 2015). Op 31 december 2008 werden de activiteiten van de voormalige gasnetbeheerder IGAO opgesplitst en per 1 januari 2009 overgedragen aan IMEA, IVEKA en INTERGEM. Voor de opsplitsing werd uitgegaan van de bestaande toestand voor het distributienetbeheer elektriciteit om te bepalen welke gemeente bij welke netbeheerder werd ondergebracht. Bij deze operatie waren in totaal 29 steden en gemeenten betrokken. Voor IVEKA gaat het om 21 gemeenten, nl. Borsbeek, Brecht, Edegem, Essen, Hove, Kalmthout, Kontich, Lint, Malle, Merksplas, Ranst, Rijkevorsel, Schelle, Schilde, Schoten, Vorselaar, Wijnegem, Wommelgem, Wuustwezel, Zandhoven en Zoersel. Eén van de voorwaarden die de Vlaamse toezichthoudende overheid had gesteld bij deze herschikkingsoperatie was dat de betrokken lokale besturen ook na de overdracht naar de nieuwe distributienetbeheerder (DNB) op de oorspronkelijke einddatum van IGAO, zijnde 31 december 2014, hun statutaire vrijheid moesten kunnen hernemen. De datum van 31 december 2014 geldt meteen ook als uiterste datum voor de uittreding van Electrabel voor de ex-IGAO activiteit. Voor IVEKA is de normale vervaldag statutair vastgelegd op 31 december 2016. Deze einddatum geldt voor alle gemeenten die deelnemen voor de activiteit elektriciteit en voor de 22 gemeenten die reeds voor de activiteit gas in de periode vóór de IGAO-heroriëntering bij IVEKA aangesloten waren. 3. Doel Het doel van de vereniging wordt uitgebreid met de activiteit warmtenetten (inwerkingtreding: 1 januari 2014). De vraag naar de uitbreiding van de statuten met de activiteiten rond warmtenetten kadert in de projecten waaraan de distributienetbeheerders Gaselwest, IMEA, IMEWO, Intergem, IVEKA, IVERLEK en Sibelgas, optredend via hun werkmaatschappij Eandis, deelnemen of waarin zij kunnen betrokken worden. Een warmtenet is een ondergronds leidingsysteem dat warm water transporteert en locaties met een warmtebron (geothermie) of restwarmte (industrieel proces of afvalverbranding) koppelt aan locaties met een warmtevraag (verwarming, warm tapwater, industrieel proces). In het huidige kader (niet-gereguleerde activiteit), dat nog volop in evolutie is, bestaat de rol van voormelde distributienetbeheerders erin om enerzijds als netbeheerder in te staan voor de aanleg van het warmtenet en de warmte te transporteren van bron naar verbruiker tegen een netvergoeding. Deze activiteit omvat het coördineren van een warmtestudie (van haalbaarheid tot en met technische specificaties), het ontwerp, de aanleg en het preventief en correctief onderhoud van een warmtenet, het aansluiten van een warmtebron en warmteklanten op het warmtenet, alsook het monitoren en sturen van het warmtenet (metering en databeheer) en het toewijzen van de energievolumes
102
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
op het net. Anderzijds zal Eandis in naam en voor rekening van de distributienetbeheerders ook als marktfacilitator voor warmte fungeren, waarbij het enkel de bedoeling is de activiteiten als warmteleverancier en/of –producent tijdelijk op zich te nemen (via een warmtenet in eigen beheer), indien geen enkele marktpartij hiertoe bereid wordt bevonden of wanneer deze door omstandigheden zijn rol tijdelijk niet kan uitoefenen. De distributienetbeheerders met werkmaatschappij Eandis wensen met het opnemen van deze rol ‘partner’ te zijn van de gemeenten om hen te helpen de klimaatdoelstellingen te behalen via Strategische Energie-ActiePlannen. Warmtenetten worden gezien als een manier om de klimaatdoelstellingen te bereiken. De energie-efficiëntie-richtlijn legt een duidelijke focus op warmtenetten en het gebruik van restwarmte voor het behalen van de efficiëntiedoelstellingen. Warmtenetten hebben immers een groot potentieel voor het realiseren van een hogere energie-efficiëntie en kunnen restwarmte of hernieuwbare bronnen optimaal benutten. Om dezelfde hoeveelheid aan warmte te produceren, zijn bij centrale productie van warmte minder primaire brandstoffen nodig en komt minder CO2 vrij in vergelijking met gespreide, decentrale productie van warmte, voor zover de warmteverliezen deze winsten niet teniet doen. 4. Varia a)
Met inwerkingtreding op 1 januari 2014 Schrapping notie ‘natuurlijke persoon’ bij definitie ‘dominerende aandeelhouder’ wegens strijdig met decreet houdende intergemeentelijke samenwerking. Afschaffing van de financieringsplicht in hoofde van de openbare deelnemers, schrapping van verwijzing naar IKA. Toevoeging notie ‘minstens 80 % gemeenten’ bij samenstelling raad van bestuur. Vertegenwoordiging op de algemene vergadering kan volgens artikel 44 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking enkel vanuit de gemeente- en provincieraad. Schrapping van de tweede zin m.b.t. afschrijvingen wegens voorbijgestreefd (artikel 29). Vervanging van bijlage 2 m.b.t. de winstverdeling tussen de openbare deelnemers op basis van resultaatselementen uit de captieve periode (periode vóór de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt) door herneming van het statutair principe aangevuld met een overzicht van de deelnemers met percentages winstaandeel.
b)
Met inwerkingtreding op 30 december 2014 Een hernummering van alle bepalingen vanaf artikel 17. ******
De voorgestelde wijzigingen, die u terugvindt in Sindala, hebben geen invloed op de rechten en plichten van de provincie. Uw raad wordt dan ook voorgesteld hiermee in te stemmen.
103
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 18 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de opdrachthoudende vereniging IVEKA waarop een aantal statutenwijzigingen worden voorgesteld; Gelet op het decreet van 18 januari 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de voorgestelde statutenwijzigingen van de opdrachthoudende vereniging IVEKA onder de opschortende voorwaarde, wat het gedeelte m.b.t. de exit Electrabel betreft, van het aanvaarden door de openbare deelnemers van de overdracht van de aandelen aangeboden door de deelnemende maatschappij en de effectieve realisatie van de overname van deze aandelen en de daarmee verbonden optimalisatie van het aandelenbezit, alsook onder de opschortende voorwaarde, wat het gedeelte m.b.t. de voorgestelde verlenging van de activiteit gas ex-IGAO betreft, van de goedkeuring door de algemene vergadering van deze voorgestelde verlenging. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 47 leden hebben ja gestemd; 17 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 47 stemmen ja, bij 17 onthoudingen. Nr. 2/17 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Overname aandelen naar aanleiding van exit Electrabel. Vraag om bijkomende kapitaalsverhoging. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Overname aandelen Electrabel nv De raad van bestuur van IVEKA heeft in zitting van 9 september 2014 beslist om in te gaan op een voorstel, uitgewerkt in een principeovereenkomst die op 27 augustus 2014 tussen de openbare sector en Electrabel nv werd afgesloten, met
104
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
betrekking tot de overdracht van de participatie van Electrabel nv in het kapitaal van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders. De overnameprijs voor de aandelen A2 van Electrabel nv binnen IVEKA bedraagt: 81.417.541,13 EUR voor de aandelen Ae2 (activiteit elektriciteit) 48.720.677,22 EUR voor de aandelen Ag2 (activiteit aardgas) De overnameprijs wordt per activiteit onder de individuele openbare deelnemers van IVEKA verdeeld op basis van het aantal aandelen A, F en E” die elke openbare deelnemer op 31 december 2013 bezat. Voor de provincie betekent dit de overname van 289.538 aandelen Ae2 t.b.v. 10.969.839,49 EUR voor de activiteit elektriciteit, die gefinancierd wordt door een kapitaalvermindering in IVEKA ten belope van de overnameprijs door terugstorting op de kapitaalaandelen A, die voorafgegaan wordt door de incorporatie van de bestaande onbeschikbare reserves op 31 december 2013, dit onder de opschortende voorwaarde van de effectieve overname van de aandelen A2 van Electrabel nv, die gerealiseerd dient te zijn op 29 december 2014. Deze incorporatie van onbeschikbare reserves wordt voorgesteld als een kapitaalverhoging zonder uitgifte van nieuwe aandelen en is onder de opschortende voorwaarde van de realisatie van de overname van de aandelen A2 van Electrabel nv door de betrokken openbare deelnemers. Het aandeel van elke openbare deelnemer binnen de incorporatie wordt bepaald op basis van het aantal aandelen A in haar bezit na overname van de aandelen van Electrabel nv. De openbare deelnemers geven Eandis cvba opdracht om de uit de kapitaalvermindering binnen IVEKA aan hen toekomende bedragen ter betaling van de overnameprijs voor de aandelen Ae2 (elektriciteit) en Ag2 (aardgas) van Electrabel nv over te maken aan Electrabel nv. De terugstorting op kapitaal wordt via Eandis cvba aangewend voor betaling van de overnameprijs van de overgenomen aandelen en houdt dus geen cashbeweging in richting de openbare deelnemers. Kapitaalsverhoging Rekening houdend met de gekende regulatoire doelverhouding (eigen vermogen versus geïnvesteerde kapitalen (GIK) of de zogenaamde S-factor) en de impact ervan op de vergoeding van het eigen vermogen, wordt voorzien in bijkomende maatregelen ter optimalisatie van het aandelenbezit. In een eerste stap wordt voorzien in een kapitaalverhoging met uitgifte van aandelen A door de omzetting van de aandelen F en E”. In een tweede stap wordt, in functie van het niveau van de S-factor, nl. naargelang deze na de eerste stap kleiner of groter is dan de huidig gekende regulatoire doelverhouding (= 33 % van de GIK), een uitbreiding van het bedrag van de kapitaalsverhoging met omzetting van de bestaande aandelen E naar aandelen A en/of cash voorzien.
105
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Momenteel is bij IVEKA de S-factor in de activiteit elektriciteit lager dan 33 % en in de activiteit aardgas hoger dan 33 %. De raad van bestuur van IVEKA heeft voor de activiteit elektriciteit beslist tot kapitaalverhogingen door omzetting van de aandelen F en E” (eerste stap) en door omzetting van de aandelen E en aangevuld met een gedeelte cash (tweede stap). De omvang van de kapitaalverhoging per deelnemer wordt bepaald door toepassing van de hoogste verhouding van de door een deelnemer onderschreven en volgestorte aandelen E per 31 december 2013 t.o.v. het aantal aandelen A dat hij bezat op 31 december 2013, toe te passen op de waarde van de aandelen A van elke deelnemer: 1. Voor de bezitters van aandelen E werd door de raad van bestuur van IVEKA beslist om de aandelen E om te zetten in aandelen A, zodat enkel het eventueel saldo als bijkomende aandelen A in cash kan worden onderschreven. 2. De openbare deelnemers die geen aandelen E bezitten, zullen enkel kunnen beslissen om bijkomende aandelen A in cash te onderschrijven. Indien de provincie zou beslissen om geen bijkomende aandelen A in geld te onderschrijven, dan worden haar rechten tot onderschrijving preferentieel voorbehouden voor eventuele latere kapitaalsverhogingen waardoor de rechten van de aandeelhouders van aandelen A en E op gelijkwaardige wijze worden gerespecteerd. De optimalisatie van het aandelenbezit in functie van de huidige regulatoire doelverhouding geschiedt onder de opschortende voorwaarde van de realisatie van de exit van Electrabel nv (overname aandelen Ae2 en Ag2), die gerealiseerd dient te zijn per 29 december 2014, en van de voorafgaande goedkeuring van de statutenwijziging (schrapping van de financieringsplicht in artikel 8 lid E) die geagendeerd wordt op de algemene vergadering in buitengewone zitting van 18 december 2014. Van zodra de toekomstige Vlaamse tariefmethodologie (VREG), inzonderheid wat betreft de regulatoire doelverhouding en de impact ervan op de vergoeding, definitief gekend is en vastligt, zal de kapitaaltoestand per distributienetbeheerder herbekeken worden in functie van mogelijke verdere optimalisatie. Concreet voor IVEKA werd tot een bijkomende kapitaalsverhoging beslist ten bedrage van: EERSTE STAP Activiteit elektriciteit 78.523.930,21 EUR met uitgifte van 3.896.248 aandelen A met omzetting van de bestaande aandelen F en E” voor het integrale bedrag. Activiteit aardgas 62.963.347,54 EUR met uitgifte van 2.331.191 aandelen A met omzetting van de bestaande aandelen F en E” voor het integrale bedrag.
106
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
TWEEDE STAP Activiteit elektriciteit 35.677.592,89 EUR met uitgifte van 1.770.303 aandelen A: met omzetting van de bestaande aandelen E ten bedrage van 8.876.508,83 EUR of 440.440 aandelen A. en een cashgedeelte ten bedrage van 26.801.084,06 EUR of 1.329.863 aandelen A. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het feit dat de Provincie Antwerpen voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit deelneemt aan de opdrachthoudende vereniging IVEKA, Intercommunale Vereniging voor de Energiedistributie in de Kempen en het Antwerpse; Gelet op het door de raad van bestuur in zitting van 9 september 2014 uitgewerkte dossier met documentatiestukken dat op 23 september 2014 aan de provincie overgemaakt werd; Gelet op het feit dat tussen de openbare sector en Electrabel nv een principeovereenkomst bereikt werd aangaande de verkoop van de participatie van Electrabel nv in het kapitaal van de Vlaamse distributienetbeheerders Gaselwest, IMEA, Imewo, Intergem, IVEKA, Iverlek en Sibelgas enerzijds en de verkoop van de participatie van de financieringsverenigingen Figga, Finea, Fingem, Finilek, Finiwo, IKA, van IBE en van IBG in Electrabel Customers Solutions (ECS) anderzijds, en dat deze overeenkomst een ondeelbaar geheel vormt; Gelet op het statutair principe dat de aandelen van de distributienetbeheerders slechts overgedragen kunnen worden aan de deelnemers en mits akkoord van de raad van bestuur; Gelet op het feit dat deze (verkoop)transactie met betrekking tot het distributienetbeheer verschillende stappen omvat, waarvan enerzijds een gedeelte reeds beslist werd door de raad van bestuur van de distributienetbeheerders (in casu IVEKA) en anderzijds een ander gedeelte te beslissen is door de openbare deelnemers zelf; Gelet op het feit dat de raad van bestuur van IVEKA in zitting van 9 september 2014 akte genomen heeft van de overnameprijs van de Electrabel-aandelen per activiteit en dat zij het aandeel van elke individuele openbare deelnemer (op basis van zijn aandelen A, F en E” in bezit op 31 december 2013) in de overnameprijs bepaald heeft, alsook haar goedkeuring heeft gehecht aan het aan de openbare deelnemers te formuleren aanbod tot overname van de aandelen Electrabel nv (aandelen A2) in IVEKA; Gelet op het feit dat de raad van bestuur van IVEKA beslist heeft om deze aandelenovername te financieren door een kapitaalsvermindering door terugstorting op de kapitaalaandelen A, voorafgegaan door de incorporatie van de bestaande onbeschikbare reserves op 31 december 2013;
107
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Gelet op het feit dat de raad van bestuur zijn goedkeuring heeft verleend aan het aanbod tot overname, aan de incorporatie van onbeschikbare reserves en aan de kapitaalsvermindering onder de opschortende voorwaarde van de effectieve overname van de aandelen A2 van Electrabel nv; Gelet op het feit dat voormelde terugstorting op aandelen via Eandis aangewend wordt voor de betaling van de overnameprijs van de overgenomen aandelen en aldus geen cashbeweging inhoudt voor de openbare deelnemers; Gelet op het feit dat de betaling aan Electrabel nv in verband met deze transactie voorzien wordt op 29 december 2014 met ingenottreding voor de openbare deelnemers met betrekking tot de overgenomen aandelen vanaf 30 december 2014; Gelet op het feit dat de openbare deelnemers aan Eandis cvba opdracht dienen te geven om de uit de kapitaalsvermindering binnen IVEKA aan hen toekomende bedragen ter betaling van de overnameprijs van de aandelen A2 van de deelnemende maatschappij Electrabel nv over te maken aan Electrabel nv en Eandis deze betalingstransactie kosteloos zal verrichten in het kader van haar exploitatieopdracht binnen IVEKA, waaronder het beheer van de financiële middelen; Gelet op het feit dat in het kader van voornoemde aandelentransactie en de exit van Electrabel nv tevens statutenwijzigingen dienen te worden doorgevoerd die zullen behandeld worden op de algemene vergadering van IVEKA die op 18 december 2014 in buitengewone zitting plaatsheeft in het ‘s Graevenhof, Turnhoutsebaan 439, 2970 Schilde, en waarvoor aan de provincie per aangetekend schrijven van 16 september 2014 een afzonderlijk dossier overgemaakt werd; Gelet op het samenwerking;
decreet
van
6
juli
2001
houdende
de
intergemeentelijke
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de aanvaarding van het door de raad van bestuur van IVEKA per brief dd. 23 september 2014 voorgestelde aanbod tot overname van de aandelen A2 van de deelnemende maatschappij Electrabel nv in de opdrachthoudende vereniging IVEKA, die toekomen aan de provincie, dit ten bedrage van 10.969.839,49 (289.538 aandelen Ae2),
EUR
voor
de
activiteit
elektriciteit
gefinancierd door een kapitaalsvermindering ten belope van de overnameprijs door terugstorting op de kapitaalaandelen A, die voorafgegaan wordt door de incorporatie van de bestaande onbeschikbare reserves op 31 december 2013, dit onder de opschortende voorwaarde van de effectieve overname van de aandelen A2 van Electrabel nv, die gerealiseerd dient te zijn op 29 december 2014;
108
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Artikel 2: Opdracht wordt gegeven aan de werkmaatschappij Eandis cvba om op 29 december 2014 het in artikel 1 vermelde bedrag over te maken aan Electrabel nv. Artikel 3: Beslist wordt geen goedkeuring te hechten aan de door de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging IVEKA bijkomend voorgestelde kapitaalsverhoging. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Bij de punten 2/17 en 2/18 gaan wij als PVDA tegenstemmen, in plaats van ons te houden voor de volgende reden. Het gaat effectief over die overname van IVEKA van die aandelen van Electrabel, niet de overname op zich, maar wel het bedrag. Er is een bedrag van 10.969.839, 49 EUR voor betaald. Dat is een zeer groot bedrag. Het is weliswaar duidelijk in de commissie uitgelegd dat het geld niet van de provincie komt en dat het uit de reserves geput is van IVEKA zelf, en dat men hoopt dat men die reserves door winst terug gaat kunnen aanvullen. Maar wat is ons probleem ermee? Dat is dat op mijn vraag in de commissie daarop geantwoord is dat de prijs marktconform is. Maar wij hebben toch problemen om zo’n bedrag aan Electrabel over te maken zonder zomaar daar inzicht op te hebben. Wij hebben ook vragen dat als er winst gemaakt wordt dit niet ten koste zal zijn van de hoge prijzen voor toerekening aan gezinnen. Heel veel vragen dat toch op zijn minst een debat vergt volgens onze mening. Ons standpunt is ook of het niet zinnig is dat Electrabel toch ook eens een steentje bijdraagt in deze moeilijke tijden. Daar tegenover zomaar zeggen ‘een markconforme prijs’, daar hebben wij het moeilijk mee. Is het geen tijd dat Electrabel GDF Suez, na de jaren van miljarden cadeaus en dito winst, die zij eigenlijk gekregen hebben, haar aandelen zonder vergoeding zou afstaan aan zuivere publieke intercommunales? Vandaar onze tegenstem. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 47 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 17 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 47 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 17 onthoudingen.
109
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 2/18 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging IVEKA. Algemene vergadering 18 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De opdrachthoudende vereniging IVEKA deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op donderdag 18 december 2014 om 18.00 uur in het ’s Graevenhof, Turnhoutsebaan 439-445, 2970 Schilde, met volgende agenda: 1. Akteneming van de overname van de aandelen van de deelnemende maatschappij (Electrabel nv) door de openbare deelnemers – Stand van zaken. Zie apart verslag aan uw raad van heden. 2. Verlenging van de activiteit gas ex-IGAO tot de normale vervaldag van IVEKA (31 december 2016). 3. Statutenwijzigingen a) Kennisneming bijzondere verslagen van de raad van bestuur en van de commissaris – in het kader van artikel 413 wetboek van vennootschappen – ter verantwoording van de wijziging aan het doel. b) Goedkeuring van de statutenwijzigingen. c) Actualisering van het register van aandelen en winstbewijzen. Zie apart verslag aan uw raad van heden. 4. Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaamse decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2015, alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2015. 5. Uitkering interimdividend 2014. Bekrachtiging. 6. Volmachtverlening inzake bestellingen van IVEKA aan EANDIS. Bekrachtiging. 7. Statutaire benoemingen. 8. Statutaire mededelingen. In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Bruno Peeters, gedeputeerde, met als plaatsvervanger de heer Peter Bellens, gedeputeerde, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende vereniging IVEKA tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014.
110
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 18 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de opdrachthoudende vereniging IVEKA; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging IVEKA van 18 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 47 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 16 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 47 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 16 onthoudingen. Nr. 2/19 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag Begrotingsmethodiek. PIDPA legt een bedrijfsbegroting voor. Deze begroting is realiteitsbenaderend en baseert zich niet op theoretische streefdoelen. De bewaking van de kosten en het realiseren van de efficiëntieverbetering staan steeds als prioritaire doelstellingen voorop. Aandachtspunten bij de begrotingsopmaak zijn o.m. de weersomstandigheden die een belangrijke maar ook een onvoorspelbare impact hebben op de resultaten. Daarnaast beïnvloeden de laatste jaren bepaalde lasten en verplichtingen, al dan niet aangekondigd, de werkingskosten van de waterbedrijven. Ook de evolutie van de pensioenbijdrage voor vastbenoemde personeelsleden vraagt onze aandacht.
111
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Tot slot stelt PIDPA de uitkering van de jaarlijkse vergoeding aan haar vennoten voor geleverde prestaties, o.m. inzake communicatie, klanteninformatie en onderhoud van brandkranen, prioritair. 2
Uitdagingen 2015
De uitdagingen voor 2015 zijn vergelijkbaar met 2014. Een aantal factoren zetten de resultaten onder druk: -
-
blijvende dalend waterverbruik (zie grafiek in ppt) stijgende loonlasten (o.a. t.g.v. de stijgende pensioenlasten). Belangrijk hierbij is de responsabiliseringsbijdrage. PIDPA heeft een voorziening voor toekomstige responsabiliseringsbijdragen aangelegd. Het saldo is bepaald als het geraamde bedrag aan responsabiliseringsbijdragen voor de volgende drie kalenderjaren. Eind augustus 2014 stuurde de RSZPPO een simulatie van de responsabiliseringsbijdragen voor de komende jaren. Deze raming ligt merkelijk hoger dan de oorspronkelijke (intern gemaakte) berekening, dit n.a.v. de verwerking van gegevens van het rapport van de pensioencommissie dd. juni 2014. De effectief te betalen jaarlijkse responsabiliseringsbijdrage wordt pas definitief in de maand september van het lopend jaar. afnemende financiële opbrengsten de opgelegde regelgeving, o.a. mogelijke impact van het Vlaams en Federaal regeerakkoord belangrijke investeringen in de drinkwaterinfrastructuur (o.a. vernieuwen van onze productie-installaties, vernieuwen van ons leidingnet) en rioleringsinfrastructuur.
Voor 2015 voorziet PIDPA tal van realisaties, zoals: -
het nieuw pompstation in het WPC Hoogstraten in productie nemen van de proceswaterinstallatie bij Kaneka de implementatie van het platform 'mobiel werken', waardoor de medewerkers van PIDPA ten velde via deze mobiele toepassing steeds met PIDPA "verbonden" zijn. de start van de outsourcing van het verzenden van papieren documenten (o.a. facturen) de verdere uitrol van de elektronische facturatie
Ondanks de vele uitdagingen stijgen de drinkwatertarieven in 2015 niet. PIDPA heeft ook in 2015 de laagste tarieven in Vlaanderen! 3
Uitgangspunten bij de begroting
De meest relevante parameters met een belangrijke impact op het resultaat zijn: 3.1
De verwachte evolutie van de waterverkoop
Er wordt uitgegaan van een dalende tendens inzake waterverbruik. De verwachting is dat het verbruik in 2014 ruim 1,85 miljoen m³ lager zal liggen dan in 2013, een daling van 3,2%.
112
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
In de geëvalueerde begroting 2014 raamt PIDPA het totale verbruik op bijna 57miljoen m³, dat als volgt is verdeeld: - Huishoudelijk verbruik - Industrieel verbruik - Andere waterbedrijven
= = =
ca. 41,1 miljoen m³ ca. 14,7 miljoen m³ ca. 1,17 miljoen m³
Voor de begroting 2015 gaat PIDPA uit van een daling van het verbruik met 0,53% t.o.v. het vooropgestelde verbruik van 2014. 3.2
De verwachte evolutie in de aankoop van water bij andere bedrijven
In 2013 kocht PIDPA 3 miljoen m³ bij andere waterbedrijven, voor 2014 en 2015 voorziet men hetzelfde volume. PIDPA levert water aan Water-link (1 miljoen m³) en de Watergroep (170.000 m³). 3.3
De verwachte loonevolutie
Voor de ca. 700 personeelsleden is in de begroting 2015 geen indexaanpassing ingerekend conform de recente berichtgeving hierover. Inzake patronale bijdragen wordt voor de vastbenoemde personeelsleden rekening gehouden met een stijging van de pensioenbijdragen (RSZPPO-bijdragen) vanaf begin 2015 van 4%. De responsabiliseringsbijdrage wordt geraamd op 2,4 miljoen EUR over 2014 en 1,9 miljoen EUR over 2015. 3.4
De verwachte evolutie van het aantal nieuwe aftakkingen
In 2015 voorziet PIDPA een aangroei in het aantal aftakkingen met circa 4.000 eenheden, waarvan 1.120 eenheden uitgevoerd worden door aannemers. 3.5
De verwachte evolutie van de inflatie
Voor 2014 is rekening gehouden met een verhoging van 1%, voor 2015 met een verhoging van 1,5 %. 3.6
Specifieke uitgangspunten in het kader van de Saneringsactiviteit
Voor de bovengemeentelijke sanering (zuivering van afvalwater) geldt in 2014 een opgelegd uniform tarief van 0,9600 EUR/m³. Het vooropgesteld tarief voor 2015 bedraagt 0,9696 EUR/m³. De gemeentelijke saneringsplicht (transport van afvalwater) gebeurt voor PIDPA via HidroRio, HidroGem, HidroSan en HidrIba. Een gemeente kan ook opteren om de sanering zelf uit te voeren of uit te besteden aan derden. Bij het opstellen van de begrotingen 2014 – 2015 is uitgegaan van de situatie per 30 juni 2014. In navolging van 240 van de 308 gemeenten en steden in Vlaanderen wordt met ingang van 2015 het HidroRio-tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding gelijkgesteld aan het maximum tarief. Tot nog toe werd het HidroRiotarief jaarlijks aangepast via de formule 95% van het maximum tarief van het vorige jaar. Het maximum bedrag is bepaald op 1,4 keer de bovengemeentelijke saneringsvergoeding. Het maximum tarief voor 2015 wordt geraamd op 1,3574 EUR/m³. Met deze tariefaanpassing realiseert HidroRio een extra opbrengst op jaarbasis van 1,1 miljoen EUR voor de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel.
113
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4
Belangrijke elementen met effecten op het vooropgestelde resultaat 2014 en de begroting 2015
4.1
Tariefverhoging voor drinkwater per 1 juni 2014
Het drinkwatertarief voor huishoudelijke klanten werd aangepast per 1 juni 2014, dit ten gevolge van de sociale en operationele openbare dienstverplichtingen. Deze tariefverhoging, die de nieuw opgelegde verplichtingen in het kader van het AWVR compenseert, omvat: een verhoging van de vaste vergoeding met 3,6853 EUR tot 61,5743 EUR - een stijging van de m³-prijs met 0,0122 EUR tot 1,2775 EUR. Door de invoering op 1 juni hebben deze aanpassingen slechts effect voor zeven maanden in 2014. 4.2
Vergoeding gemeenten voor prestaties
In het financieel beleidsplan 2013 – 2018 is een stelselmatige verhoging voorzien. De verhoging, met ingang van 2014, bedraagt 0,5 miljoen EUR tot 9,34 miljoen EUR. 5
Begrotingsresultaat
Voor 2014 wordt een overschot vooropgesteld van 7,6 miljoen EUR en voor 2015 een overschot van 6 miljoen EUR, onderverdeeld in de activiteiten water, HidroRio en HidroGem. In de hiernavolgende commentaar worden de voornaamste verklarende elementen toegelicht. 5.1
Bedrijfsopbrengsten 2015
Het gunstige resultaat uit de omzet uit water vindt haar oorzaak in de tariefverhoging voor huishoudelijke gebruikers vanaf 1 juni 2014. Door het doorrekenen van een groot verplaatsingswerk stijgen de 'andere bedrijfsopbrengsten' met meer dan 1,5 miljoen EUR. 5.2
Bedrijfskosten 2015
De vergoedingen betaald aan de gemeenten-vennoten worden, met ingang van 2014, verhoogd van 8,8 miljoen EUR tot ca. 9,3 miljoen EUR. Voor 2015 is een zelfde bedrag ingeraamd. Bj de personeelskosten wordt onder meer rekening gehouden met responsabiliseringsbijdrage, die wordt geraamd op 1,9 miljoen EUR voor 2015.
de
De nieuwe investeringen bedragen in 2014 ca. 29 miljoen EUR, waarvan 12 miljoen in het kader van rioleringen. Dit is exclusief de overname van het rioleringsnet bij toetreding en exclusief de projecten in aanbouw. Voor 2015 worden de investeringen geraamd op 46 miljoen EUR waarvan 20 miljoen EUR in het kader van rioleringen. 5.3
Financiële opbrengsten en kosten
De kasoverschotten worden risico-arm belegd. Voor 2015 wordt uitgegaan van blijvend lage rentevoeten.
114
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
6
Besluit
De vooropstellingen voor 2015 resulteren in een sluitende begroting met een batig saldo. De begroting gaat uit van een beperkte positieve resultaatbijdrage van de activiteit 'water'. Zowel HidroRio als HidroGem tonen een positieve resultaatbijdrage. Bij de opmaak van de begroting 2015 zijn de effecten van het Vlaams en Federaal regeerakkoord nog niet volledig gekend, mogelijks zullen deze de voorliggende begroting nog in belangrijk mate beïnvloeden. Bestendiging van de kwaliteitsvolle dienstverlening gepaard met een doorgedreven kostenbewaking en - optimalisering van de processen zullen ook in 2015 tot de prioriteiten behoren van de watermaatschappij PIDPA. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 2/20 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Vervanging provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen 2014-2018. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 6 februari 2013 besliste uw raad de heer Luk Lemmens, gedeputeerde, met als plaatsvervanger de heer Ludwig Caluwé, gedeputeerde, aan te duiden als provinciale vertegenwoordigers op de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging PIDPA van 11 maart 2013 (eerste algemene vergadering van de nieuwe legislatuur). In zitting van 28 november 2013 werden deze vertegenwoordigers door uw raad aangeduid voor de algemene vergaderingen van PIDPA tijdens de periode 2014-2018. In zitting van 25 september 2014 duidde uw raad de heer Luk Lemmens, gedeputeerde, aan als vervanger van de heer Jan Hofkens, voormalig raadslid, in de raad van bestuur van PIDPA. Hierdoor kan hij geen provinciaal vertegenwoordiger op de algemene vergadering meer zijn. Voorgesteld wordt hem hierop te vervangen door de heer Bruno Peeters, gedeputeerde. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 13 november 2014.
115
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De heer Bruno Peeters, gedeputeerde, zal de heer Luk Lemmens, gedeputeerde, vervangen als provinciaal vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van PIDPA tijdens de periode 2014-2018. De heer Ludwig Caluwé, gedeputeerde, blijft plaatsvervanger. VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming. Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Men gaat over tot de geheime stemming. 66 leden nemen eraan deel. Er zijn 48 stemmen ja, bij 9 stemmen nee en 9 onthoudingen. Derhalve is het voorstel goedgekeurd. Nr. 2/21 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PIDPA. Algemene vergadering 15 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De opdrachthoudende vereniging PIDPA deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op maandag 15 december 2014 om 11.00 uur op het administratief hoofdkantoor, Desguinlei 46, 2018 Antwerpen, met volgende agenda: 1. Nazicht van de volmachten/raadsbesluiten voor de afgevaardigden. 2. Begroting 2015 met kennisgeving van de te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategieën in 2015. 3. Benoeming(en). 4. Goedkeuring van het verslag staande de vergadering. In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Luk Lemmens, gedeputeerde, met als plaatsvervanger de heer Ludwig Caluwé, gedeputeerde, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende vereniging PIDPA tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018.
116
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 15 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de opdrachthoudende vereniging PIDPA; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging PIDPA van 15 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 48 leden hebben ja gestemd; 18 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 18 onthoudingen.
117
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 2/22 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PONTES. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Verslag
NOTA Toelichting werking Pontes Inleiding Het intergemeentelijk samenwerkingsverband PONTES is een opdrachthoudende vereniging van 59 gemeenten uit de provincies Antwerpen en Limburg, samen met het provinciebestuur van Antwerpen. Ze beheert 2 crematoria: Antwerpen en Turnhout. Het crematorium van Antwerpen is in werking sinds februari 1983, dat van Turnhout sinds september 1992. Doel van de vereniging De intergemeentelijke vereniging heeft tot doel het oprichten, het besturen en het exploiteren van één of meer crematoria en één of meerdere intercommunale begraafplaatsen. Zij mag alle verrichtingen doen, die rechtstreeks met dat doel verband houden. De werking van de intercommunale vereniging is niet beperkt tot de bevolking van haar leden-gemeenten. Dienstverlening De basisdienstverlening in de crematoria van Antwerpen en Turnhout is steeds ongewijzigd gebleven, met name het uitvoeren van crematies, het verzorgen van uitvaartplechtigheden in de aula’s en het aanbieden van uitvaartmaaltijden in de verschillende koffiekamers. PONTES stelt gratis personeel (o.a. ceremonieleider) ter beschikking van de families voor de verzorging van de plechtigheden in de aula’s van beide crematoria. Ook bijstand van een moreel consulent of gebedsvoorganger is kosteloos. Nabij de hoofdingang van het crematorium Antwerpen bevinden zich de herdenkingszuilen. De nabestaanden kunnen hier met een naamplaatje hun overledene, van wie de as verstrooid werd, gedenken. Opvang van familie, vrienden en kennissen van de overledene, samen met respect voor die overledene staan steeds centraal in deze dienstverlening.
118
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Sinds oktober 2012 werd de dienstverlening uitgebreid: bezoekers van het crematorium van Antwerpen kunnen er sindsdien terecht in een nieuwe cafetaria. Ondertussen kunnen families ook recepties, warme maaltijden en/of buffetten reserveren voor de uitvaartmaaltijden. Overzicht infrastructuur: Crematies: crematorium van Antwerpen: 6 crematieovens; crematorium van Turnhout: 3 crematieovens. Plechtigheden: 2 aula’s in Antwerpen (chrysant en aster); 1 aula in Turnhout. Uitvaartmaaltijden: crematorium van Antwerpen: 7 koffiekamers; crematorium van Turnhout: 3 koffiekamers. Sedert 1 april 2013 is er een nieuwe tariefstructuur van toepassing. Sedertdien geldt er een apart tarief voor crematies maar moet er afzonderlijke betaald worden voor het gebruik van de aula’s voor de organisatie van een afscheidsplechtigheid. Voordien was het gebruik van de aula steeds inbegrepen in de prijs van de crematie. Daarenboven worden toeslagen voorzien voor inwoners die niet woonachtig zijn in een bij PONTES aangesloten gemeente. Als bijlage vindt u een overzicht van de diverse tarieven van toepassing in de crematoria van Antwerpen en Turnhout. Statistische gegevens Als bijlage kan u een overzicht van de statistische gegevens vinden. Financiële resultaten 2013 Het boekjaar 2013 sluit met een resultaat van 353.425,25 EUR. Hiervan moet 17.671,26 EUR als wettelijke reserve aan het eigen vermogen worden toegevoegd. Samen met de overgedragen winst van het boekjaar 2012 (623.546,86 EUR) bedraagt de over te dragen winst naar het boekjaar 2013 bijgevolg 1.544.837,45 EUR. Voor 2014 werd een begroting in evenwicht voorzien. Projecten uitgevoerd in 2013 Voor het crematorium van Antwerpen waren in 2013 geen belangrijke investeringen gepland. De tuin naast de aula Chrysant werd na de werken van 2012 volledig opnieuw aangelegd zodat de gebruikers van deze aula terug een groen uitzicht hebben. In Turnhout daarentegen werd gestart met de verbouwing en optimalisatie van de technische ruimte. Twee crematieovens werden vernieuwd en de filterruimte werd hierop helemaal aangepast, zodat deze ook aan de hedendaagse en meest strenge normen beantwoordt.
119
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
In september 2013 startten de werken voor de uitbreiding van de parking. Er bestond reeds geruime tijd een tekort aan parkeerplaatsen vooral op drukke dagen en bij druk bijgewoonde afscheidsplechtigheden. Met ondersteuning van de stad werden tegen het einde van 2013 120 bijkomende parkeerplaatsen gecreëerd. In oktober 2013 zijn zeven nieuwe leden toegetreden tot de intergemeentelijke vereniging PONTES. Naast de stad Lommel, waar een nieuw te bouwen crematorium wordt gepland, zijn ook zes andere gemeenten (Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Leopoldsburg, Neerpelt, Overpelt en Peer) toegetreden die samen het project voor de bouw van het nieuwe crematorium in Lommel zullen ondersteunen. Doordat de vereniging ook actief ging worden in de provincie Limburg kon de naam IVCA niet behouden blijven. Daarom werd tijdens een bijzondere algemene vergadering in oktober 2013 ook een nieuwe naam voor de vereniging goedgekeurd. Op het vlak van dienstverlening werd het nieuwe reservatiesysteem voor de uitvaartondernemers mét online-functie in gebruik genomen, zodat PONTES 24/7 bereikbaar is voor haar klanten. Geplande projecten in 2014 Op het vlak van investeringen zullen twee projecten belangrijk zijn in 2014. In de eerste plaats zal het bouwprogramma voor het crematorium van Lommel opgemaakt worden en zal er via een architectuurwedstrijd gezocht worden naar een goed architectonisch concept voor de nieuwe vestiging. Tegen medio 2015 willen we het dossier aanbestedingsklaar hebben. Daarnaast staan een aantal verbouwingswerken op stapel voor het crematorium van Turnhout. Er zal een nieuw laad- en loszone worden gebouwd voor de uitvaartondernemers, samen met een nieuwe administratieve ruimte en een koele ruimte die 24/7 toegankelijk zal zijn voor de uitvaartondernemers. De technische ruimte wordt uitgerust met een aangepast ventilatie- en recuperatiesysteem en er komt een nieuwe serene invoerruimte. De keuken zal eveneens grondig gemoderniseerd worden om te voldoen aan de strikte eisen op het vlak van voedselveiligheid (HACCP). Los van deze concrete projecten heeft PONTES een aantal mogelijke projecten in onderzoek. Zo werd de financiële en logistieke haalbaarheid voor de exploitatie van het kasteel Schoonselhof bestudeerd, dat in eigendom is van de stad Antwerpen en dat door de stad grondig zal worden gerenoveerd. Echter, door de hoge financiële verwachtingen en de beperkingen die voortvloeien uit het feit dat het kasteel beschermd is als cultureel historisch erfgoed, lijkt het niet evident dat PONTES het kasteel op een financieel gezonde wijze zal kunnen exploiteren. Van verschillende gemeentebesturen krijgen we de vraag of PONTES hen ook kan ondersteunen bij het inrichten, beheren en onderhouden van de begraafplaatsen. Er zal onderzocht worden of het mogelijk is en financieel haalbaar om deze dienstverlening in de toekomst te gaan ontwikkelen voor onze deelgemeenten. Voor 2014 wordt eveneens een begroting in evenwicht voorzien.
120
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Milieu De in de milieuvergunningen opgelegde metingen bevestigen dat de crematoria van Antwerpen en Turnhout voldoen aan de normen van Vlarem II. De emissiemetingen, die in 2014 werden uitgevoerd door een onafhankelijke instelling, tonen aan dat PONTES in zijn beide crematoria ver onder de strenge milieunormen blijft. Wetgeving PONTES zal zich blijven inzetten voor een correcte toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. OVERZICHT DIENSTVERLENING Tarieven 2015 Raadpleeg ook www.pontes.be
CODE
CREMATIES Crematie volwassene: - woonachtig in deelgemeente PONTES - niet woonachtig in deelgemeente PONTES - sociaal tarief Crematie kinderen (-12 jaar): - woonachtig in deelgemeente PONTES - niet woonachtig in deelgemeente PONTES Crematie foetus (<26 weken): - woonachtig in deelgemeente PONTES - niet woonachtig in deelgemeente PONTES
excl. BTW
incl. BTW
500,- EUR 550,- EUR 330,19EUR
530,- EUR 583,- EUR 350,- EUR
250,- EUR 300,- EUR
265,- EUR 318,- EUR
125,- EUR 175,- EUR
132,50 EUR 185,50 EUR
175,- EUR 225,- EUR
185,50 EUR 238,50 EUR
50,- EUR 150,- EUR
53,- EUR 159,-EUR
30,- EUR 60,- EUR 120,- EUR
36,30 EUR 72,60 EUR 145,20EUR
30,- EUR 5,- EUR
36,30 EUR 6,05 EUR
AFSCHEIDSPLECHTIGHEDEN (gebruik aula 1 uur) Plechtigheid: - woonachtig in deelgemeente PONTES - niet woonachtig in deelgemeente PONTES TOESLAGEN: Gebruik aula op zaterdag Gebruik aula langer dan 1 uur (per begonnen half uur) Gebruik koffiekamers op zaterdag: - tot 10 personen - van 11 tot 30 personen - vanaf 31 personen DIVERSEN Opname plechtigheid Ashouder (per stuk)
121
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De deelgemeenten van PONTES zijn: Aartselaar, Antwerpen, Arendonk, Baarle-Hertog, Balen, Beerse, Boechout, Bonheiden, Boom, Borsbeek, Brasschaat, Dessel, Edegem, Geel, Grobbendonk, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Heist-op-den-Berg, Hemiksem, Herentals, Hoogstraten, Hove, Hulshout, Kalmthout, Kapellen, Kasterlee, Kontich, Laakdal, Leopoldsburg, Lier, Lille, Lommel, Mechelen, Meerhout, Merksplas, Mol, Mortsel, Neerpelt, Niel, Olen, Oud-Turnhout, Overpelt, Peer, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Rumst, Schoten, Stabroek, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar, Westerlo, Wijnegem, Willebroek, Wommelgem, Zandhoven, Zoersel, Zwijndrecht. De tarieven vermeld in deze lijst zijn geldig vanaf 1 januari 2015 en vervangen alle voorgaande lijsten, tarieven en formules.
OVERZICHT CATERINGFORMULES Tarieven 2015 In ons aanbod voorzien wij de klassieke koffietafels in verscheidene vormen. Daarnaast bieden we ook koude buffetten en receptieformules aan. Het crematorium van Antwerpen biedt voortaan ook formules met warme maaltijden aan. In de kolom ‘code’ vindt u de referentie die u kan gebruiken bij de reservatie en die u ook kan invoeren in het online reservatiesysteem. Klassieke koffietafels code KC Koffie met cake koffie, thee en cake KZ Koffie met zoetigheden koffie en thee cake, koekjes en chocolade BB Broodjes met beleg koffie en thee assortiment broodjes met 6 soorten beleg koffiekoeken LBB Luxe broodbuffet Koffie en thee assortiment broodjes met 8 soorten beleg assortiment brood (wit, grof, rozijnenbrood) vers fruit Koude buffetten stokbrood inbegrepen drankenformules niet inbegrepen code BV Buffet van vleessoorten BP Buffet van gerookte vissoorten BK Buffet van kazen GBVV Gemengd buffet (vlees/vis) GBA Gemengd buffet (vlees/vis/kaas) SA Supplement aardappelsalade
122
6,50 EUR 8,50 EUR 15,00 EUR
18,00 EUR
15,00 18,00 15,00 25,00 30,00 2,00/p.
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
SF
Supplement frieten* *: voorlopig alleen in het crematorium van Antwerpen
2,00/p. EUR
Receptieformules code RK Receptie met koude hapjes (tapas) 18,00 EUR manchego, serranoham, mozzarella, ansjovis, olijven en chorizo cava, witte en rode wijn, fruitsap, water RB Receptie met broodjes mini-sandwiches en mini-koffiekoeken 18,00 EUR koffie en thee, fruitsap, water RKW Receptie met warme hapjes 18,00 EUR assortiment van warme hapjes (5 stuks) cava, witte en rode wijn, fruitsap, water Warme gerechten (voorlopig alleen in crematorium Antwerpen) code Voorgerechten VG1 Gebakken scampi met slaatje VG2 Bereide steak tartaar VG3 Bladerdeeggebakje met zeevruchten VG4 Carpaccio van ossenhaas en parmezaanschilfers VG5 Vitello tonato met appelkappertjes S1 S2 S3
Soepen Tomatensoep Consommé met fijne groenten Oostendse vissoep
HG1 HG2 HG3 HG4 HG5
Hoofdgerechten (met aangepaste aardappelbereidingen) Varkensrug met peperroomsaus en warme groenten Kabeljauw met prei en champignons en witte wijnsaus Hoevekip met seizoensgroenten Lamsnootjes met groentenboeket en mosterdsaus Kalfstournedos met portosaus en warme groentjes
NG1 NG2 NG3 TB
Nagerechten* Panna cotta met coulis van rode vruchten Chocolade mousse van Callebaut Koude sabayon Taartenbuffet *: koffie en thee inbegrepen
Drankenformules code AP Aperitiefplateau (cava, porto, sherry, kir, fruitsap) CG Cava per glas WW Wijn en water (tijdens de maaltijd) KT Koffie en thee (na de maaltijd) DFF1 Drankenforfait 1 (bier, frisdrank, water, koffie en thee) DFF2 Drankenforfait 2 (aperitief, wijn, frisdrank, water, koffie en thee) Supplementen code SB Soep van de dag met brood ST Stuk taart FT Fruittaartje SF Frieten (voorlopig alleen in crematorium Antwerpen) KR Stopgeld (kurkrecht) SG Serviesgeld
123
9,00 9,00 9,00 11,00 11,00
EUR EUR EUR EUR EUR
3,50 EUR 3,50 EUR 4,50 EUR 12,00 12,00 12,00 13,50 15,50
EUR EUR EUR EUR EUR
3,50 3,50 4,00 15,00
EUR EUR EUR EUR
3,00 4,50 5,50 3,00 8,00 11,00
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
3,50 3,50 3,50 2,00 7,50/fles 1,50
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Hat assortiment aan maaltijden en de prijzen vermeld in deze lijst zijn geldig vanaf 1 januari 2015 en vervangen alle voorgaande lijsten, tarieven en formules. OVERZICHT CREMATIES ANTWERPEN
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
124
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
OVERZICHT CREMATIES TURNHOUT
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
125
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
OVERZICHT CREMATIES PONTES 2009 2010
2011 2012 2013
gemiddelde 2014 Prognose
Januari
906
860
882
769
929
869
977
1.127
Februari
845
743
737
885
828
808
833
1.044
Maart
767
826
843
967
920
865
817
1.186
April
768
742
680
697
938
765
850
985
Mei
651
731
690
811
854
747
752
961
Juni
694
701
696
690
754
707
800
914
Juli
741
788
672
683
784
734
760
949
Augustus
643
650
681
764
748
697
731
902
September
675
650
668
603
690
657
743
842
Oktober
733
731
670
807
797
748
961
November
699
685
749
794
753
736
949
December
816
868
839
745
789
811
1.044
8.938 8.975 8.807 9.215 9.784
126
9.144 7.263
11.864
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 2/23 van de agenda Provinciale initiatieven. Opdrachthoudende vereniging PONTES. Algemene vergadering 17 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De opdrachthoudende vereniging PONTES deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op woensdag 17 december 2014 om 18.30 uur in De Jachthoorn, Doornstraat 11, 2550 Kontich, met volgende agenda: 1. 2. 3. 4. 5.
Algemene vergadering 18 juni 2014. Goedkeuring verslag. Uitbreiding samenstelling raad van bestuur. Goedkeuring. Beleidsnota 2015. Goedkeuring. Budget 2015. Goedkeuring. Oprichting “Verenigd Netwerk van Openbare Crematoria vzw”. Goedkeuring.
In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Luk Lemmens, gedeputeerde, met als plaatsvervanger de heer Rik Röttger, gedeputeerde, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende vereniging PONTES tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 17 december 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de opdrachthoudende vereniging PONTES; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging PONTES van 17 december 2014.
127
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 48 leden hebben ja gestemd; 18 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 18 onthoudingen.
128
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 3/1 en 3/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 3/1 van de agenda Budget 2014. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In bijgaand verslag wordt gevraagd in te stemmen met de aanwending van het verdeelkrediet met als omschrijving ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid Project Digitale Tool Onderwijs - Ondernemen (deelbudget 30.000 EUR) Voka Kamer van Koophandel Kempen wil actief bruggen bouwen tussen onderwijs en ondernemen en werkt daarom een digitale tool uit waarin vraag en aanbod van bedrijven en scholen in kaart wordt gebracht. Zo vroeg mogelijk in het leerproces en voor alle type scholen (BSO, TSO, ASO, …) en inclusief leerkrachten wil de digitale tool faciliteren en scholen met bedrijven in contact brengen via bedrijfsbezoeken, stageplaatsen, werkplekleren, materialen, diensten en infrastructuur. Voka wil zo samen met het onderwijs en de ondernemers aan een dynamische leeromgeving bouwen voor onze toekomstige technische en ondernemende talenten. De Digitale Tool Onderwijs-Ondernemen wordt beheerd en gecoördineerd door interne personeelsleden van Voka – Kamer van Koophandel Kempen (zowel relationeel, operationeel als IT-matig). Voka heeft 5 Lokale Ondernemersnetwerken (LON’s) die de lokale antennes vormen en het economisch weefsel van de regio versterken door belangenverdediging, netwerking en samenwerking met andere ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen. In elke van deze LON’s is bovendien een ‘promotor onderwijs’ (ondernemer) die contact houdt met en/of bruggen bouwt tussen scholen en bedrijven. Op iets langere termijn streeft Voka naar een betere aansluiting onderwijsondernemen, minder schoolverlaters zonder diploma (als antwoord op de jeugdwerkloosheid), meer technische talenten voor de arbeidsmarkt, opleidingen die nauwer aansluiten bij de praktijk van de arbeidsmarkt, zinvolle ervaringen in reële werkomgevingen via stages, werkplekleren, bedrijfsbezoeken, uitwisseling van informatie en ervaringen tussen scholen en bedrijven, etc…. Kortom, er wordt gestreefd naar een constructieve en duurzame samenwerking tussen bedrijven en scholen. Voorgesteld wordt om voor het project ‘Digitale Tool Onderwijs - Ondernemen’ een bedrag van 30.000 EUR te voorzien ten behoeve van vzw Voka – Kamer van Koophandel Kempen.
129
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Project Antwerp.SRL (deelbudget 30.000 EUR) Antwerp.SRL is een netwerkorganisatie waarin de kruisbestuiving tussen kenniswerkers (Universiteit Antwerpen), beleidsmakers en ondernemers (Voka) centraal staat. De bedoeling is actief bij te dragen tot de ontwikkeling van een competitief en innovatief ecosysteem in de Antwerpse regio, middels enerzijds het ruim bekend maken van samenwerkingsopportuniteiten tussen bedrijven en de universiteit, en anderzijds het identificeren en stimuleren van economische groeipolen waarnaar valorisatiegericht wetenschappelijk onderzoek kan georiënteerd worden. Onderzoekers die willen valoriseren moeten in Antwerp SRL een breed netwerk van bedrijven uit de regio’s Antwerpen, Mechelen en Kempen vinden. Bedrijven moeten in Antwerp.SRL een platform vinden dat hen toelaat hun verwachtingen en noden met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe diensten of producten kenbaar te maken aan academische onderzoekers die het potentieel hebben hen de oplossingen te bieden. Hiermee sluit het model dat Antwerp.SRL voor ogen heeft meteen perfect aan bij de triple-helix strategie voor regionale economische ontwikkeling (kennisinstellingen-overheid-bedrijfsleven) die ook door de Vlaamse overheid als leidraad wordt genomen. Aangezien de provincie Antwerpen het overheidsniveau is dat het nauwst aansluit bij de geografische omschrijving van onze doelgroep, is de provincie de meest aangewezen en logische partner om een triple-helix model vorm te geven. Met de POM Antwerpen wordt reeds intensief samengewerkt voor de uitbouw van het Wetenschapspark Universiteit Antwerpen in Niel en in het kader van de incubator UBIS, twee projecten die passen binnen de doelstellingen van Antwerp.SRL. Antwerp.SRL is aan het werk sinds 2012 en vindt zijn oorsprong in een reeds langer bestaande, meer generieke samenwerking tussen Voka – Kamer van koophandel Antwerpen-Waasland en de Universiteit Antwerpen. Eind 2014 werd een nieuwe coördinator aangesteld en daarmee werd ook een nieuw lanceringstraject gedefinieerd, waarbij ingezet wordt op een doorgedreven online communicatiestrategie, alsook een bredere, inhoudelijke basis voor evenementen (met de focus gericht op bijv. logistiek en chemie). Voorgesteld wordt om voor het project ‘Antwerp.SRL’ een bedrag van 30.000 EUR te voorzien ten behoeve van de vzw Antwerp Smart Region Link.
Cleantech-antenne duurzaam bouwen: innovatievouchers voor duurzaam bouwen (deelbudget 75.000 EUR)
Op 1 oktober 2012 ondertekenden de Vlaamse provincies met de Vlaamse overheid het Samenwerkingsovereenkomst tussen I-Cleantech Vlaanderen (ICTV) en provincie Antwerpen met het oog op het oprichten van een Provinciale antenne van ICTV. Voor de provincie Antwerpen werd Kamp C aangeduid als provinciale cleantech-antenne voor duurzaam bouwen. Kamp C bouwt de provinciale cleantechantenne duurzaam bouwen systematisch verder uit. Om duurzame en innovatieve projecten in de bouwsector te detecteren en breed kenbaar te maken (dissemineren) zal KAMP C interactieve informatiesessies inrichten in de vorm van ‘cleantech-cafés’. In deze cleantech-cafés krijgen per sessie een drietal bedrijven uit de bouwsector en uit de aanverwante sectoren (cross-sectorale samenwerking) de gelegenheid om hun duurzaam en innovatief product, idee of concept voor te
130
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
stellen aan potentiële kennisinstellingen.
partners,
overheden,
diverse
geïnteresseerden
en
Rond de cleantech-cafés wordt ook in samenwerking met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een open call gelanceerd rond ‘Duurzame en vernieuwende concepten en materialen in de bouwsector’. Met deze oproep willen VITO, Provincie Antwerpen en Kamp C een dynamiek tot stand brengen met betrokkenheid van zowel kennisactoren als het economisch weefsel rond het speerpuntdomein ‘duurzame bouw’. Concreet zullen een consortia van bedrijven, getrokken door één of meerdere KMO’s, een beroep kunnen doen op de kennis aanwezig binnen zowel VITO als bij een andere kennisinstelling en hiervoor een innovatievoucher krijgen (tot maximum 20.000 EUR). Zo zullen een drie- à viertal projecten kunnen worden gehonoreerd. In dit gehele project zal worden samengewerkt met de sectorfederaties en de werkgeversorganisaties. Voorgesteld wordt om voor het project ’Cleantech-antenne duurzaam bouwen: innovatievouchers voor duurzaam bouwen’ een bedrag van 75.000 EUR te voorzien ten behoeve van APB Kamp C, het provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen en Wonen. PDPO-project ‘Buurtwinkelen’ en EFRO-project Detailhandel’ (deelbudget 42.500 EUR)
(bis)
‘Kennisnetwerk
Detailhandel is en blijft één van de belangrijkste economische sectoren in de provincie Antwerpen. De provincie Antwerpen neemt dan ook een reeks initiatieven rond detailhandel die vooral gericht zijn op het ondersteunen van de steden en gemeenten in hun lokaal detailhandelbeleid als in een bovenlokale, regionale, detailhandelsvisie. De detailhandelscoaches zijn hier een succesvol voorbeeld van. Om deze inspanningen ook in de plattelandsregio’s in de provincie Antwerpen nog intenser te kunnen uitrollen, hebben de dienst Economie en Internationale Samenwerking en POM Antwerpen het PDPO-project ‘Buurtwinkelen’ uitgewerkt. Het project ‘Buurtwinkelen’ zet in op het ontwikkelen van nieuwe concepten van basisaanbod in de kernen van gemeenten waar vandaag het aanbod schraal of afwezig is en op alternatieve aanpak van ambulante handel, streekgeproduceerde producten (waaronder hoeve- en streekproducten) en nieuwe distributiekanalen. Met dit project willen we ondernemers en producenten aanzetten om in vernieuwde concepten te stappen van handelsaanbod Tevens is het een proeftraject om verschillende vormen van dienstverlening beter op elkaar aan te sluiten en op die manier de maatschappelijke en economische kost haalbaar te maken. Met name de vergrijzing en de mobiliteitsarmoede in de plattelandsgebieden in de provincie Antwerpen krijgen in dit projectvoorstel veel aandacht. Concreet wil dit project via cases met een aantal gemeenten uit de Kempen het nieuwe concept van 'buurtwinkelen' testen. Het gaat om de voorbeeldcluster Herselt – Hulshout -Laakdal en de voorbeeldcluster Herentals – Grobbendonk Herenthout. In deze (deel)gemeenten is een combinatie aanwezig van vergrijzing en een schraal basisaanbod en mobiliteitsarmoede. Het project ‘Buurtwinkelen’ omvat ook het opstellen van een draaiboek (Commercieel Strategisch Plan) voor de opzet van concepten rond ambulante handel in rurale gebieden. Bij het project ‘Buurtwinkelen’ wordt samengewerkt met RESOC Kempen, UNIZO Kempen, Welzijnszorg Kempen, de Gemeenten Hulshout, Laakdal, Herselt, Herenthout, Grobbendonk, Herentals (Morkhoven en
131
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Noorderwijk), sociale economie-initiatieven, streekproducenten, de dienst Welzijn en Gezondheid, de dienst Mobiliteit en de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid. De dienst Economie en Internationale Samenwerking en POM Antwerpen trekken dit project. POM Antwerpen zal als copromotor vooral de expertise van de detailhandelscoaches inzetten. Daarnaast bereidt de dienst Economie en Internationale Samenwerking een tweede EFRO-project voor als vervolg op het project ‘Kennisnetwerk Detailhandel (2012-2014)’. Aan de arbeidsintensieve voorbereiding van het nieuwe EFRO-project (bis) zal POM Antwerpen meewerken. Voor ondersteuning van beide projecten rond detailhandel wordt een subsidie aan POM Antwerpen gegeven. Voorgesteld wordt om voor het PDPO-project ‘Buurtwinkelen’ en het EFRO–project (bis) ‘Kennisnetwerk Detailhandel’ een bedrag van 42.500 EUR te voorzien ten behoeve van POM Antwerpen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan vzw Voka – Kamer van Koophandel Kempen (project ‘Digitale Tool Onderwijs - Ondernemen’) vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2014000831). Artikel 2: Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan vzw Antwerp Smart Region Link (project ‘Antwerp.SRL’) vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2014000816). Artikel 3: Ingestemd wordt met een subsidie van 75.000,00 EUR aan APB Kamp C, het provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen en Wonen (project ’Cleantech-antenne duurzaam bouwen: innovatievouchers voor duurzaam bouwen’) vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2014000816). Artikel 4: Ingestemd wordt met een subsidie van 42.500,00 EUR aan POM Antwerpen (PDPO-project ‘Buurtwinkelen’ en EFRO-project (bis) ‘Kennisnetwerk Detailhandel’) vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2014000840). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
132
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 3/2 van de agenda Budget 2014. Exploitatiebudget - Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0590/64900000. Subsidiëring provinciaal beleid internationale samenwerking. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In bijgaand verslag wordt gevraagd in te stemmen met de aanwending van het verdeelkrediet met als omschrijving ‘subsidiëring provinciaal beleid internationale samenwerking’. Subsidiëring provinciaal beleid internationale samenwerking Project Grensoverschrijdende promotie en wereldtentoonstelling Milaan 2015 (deelbudget 85.000 EUR) De economische speerpuntsectoren grensoverschrijdend promoten is één van de pijlers uit de beleidsbrief economie, innovatie een internationale samenwerking. We gebruiken hiervoor zowel onze bestuurlijke relaties als de expertise van POM Antwerpen. Recent werden vooral de tuin- en landbouwsector en agrocomplex geconfronteerd met een beperkte toegang tot afzetmarkten waardoor nieuwe afzetmarkten dienden te worden opgezocht. Deze en andere economische speerpuntsectoren hebben verdere promotionele ondersteuning nodig. Voor POM Antwerpen blijft investeringspromotie dan ook een belangrijke taakstelling. De wereldtentoonstelling in Milaan, van 1 mei 2015 tot 1 oktober 2015, biedt een uitgesproken kans om de provincie Antwerpen en haar speerpuntsectoren in de kijker te zetten. Wereldtentoonstellingen hebben in de eerste plaats tot doel het bevorderen van de internationale handelsbetrekkingen (o.a. B2B). Op de wereldtentoonstelling 2015 staat het thema “voedsel voor de planeet, energie voor het leven” centraal. Rond dit thema heeft de provincie Antwerpen veel te bieden, zowel met onze eigen provinciale instellingen als met de bedrijven en kennisinstellingen. POM Antwerpen zal, in samenwerking met de dienst Economie en Internationale Samenwerking en met de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid, een provinciaal programma voor de wereldtentoonstelling ondersteunen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met Flanders Investment and Trade, de VOKA-Kamers van Koophandel provincie Antwerpen, de proefbedrijven, de kennisinstellingen, de betrokken provinciale onderwijsinstellingen, Toerisme Provincie Antwerpen, etc. Naast de wereldtentoonstelling in Milaan zal POM Antwerpen de middelen en expertise ook inzetten voor grensoverschrijdende sectorpromotie. Voorgesteld wordt om voor het project ‘Grensoverschrijdende promotie en wereldtentoonstelling Milaan 2015’ een bedrag van 85.000 EUR te voorzien ten behoeve van POM Antwerpen. Project Strategische profileringstools arrondissement Mechelen (deelbudget 35.000 EUR) Het arrondissement Mechelen wil met gebundelde krachten enerzijds aanwezige bedrijven blijven overtuigen van de aantrekkingskracht, welvarendheid en het investeringspotentieel van de regio en anderzijds de regio verder ontwikkelen door
133
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
het aantrekken van nieuwe (internationale) investeringen. Het uiteindelijke doel is het economische klimaat in de regio op pijl houden en duurzaam versterken. Verschillende tools zullen hiervoor worden ontwikkeld in een plan van aanpak: de gezamenlijke ontwikkeling van een centrale en krachtige boodschap, die wederkerend in verschillende communicatiemiddelen wordt hernomen en zo versterkend werken; ontwikkeling van enkele nieuwe profileringstools die specifiek dit doel nastreven en door de verschillende partners en anderen kunnen gebruikt worden; het verhaal wordt gekanteld onder de noemer ‘GREAT 2 GROW’, met realistische toekomstbeelden en perspectieven. De vertrekbasis is de ligging en daarbij wordt op verschillende domeinen gebouwd: - Mobiliteit, bereikbaarheid en strategische locatie - Human capital, en de beschikbaarheid van een actieve bevolking - Quality of life in de regio - Duurzaamheid: niet alleen ecologisch maar ook inzake nieuwe businessmodellen. Per regio worden de toekomstprojecten, de landmarks, de kennis-hubs en de eigenheid als centrumstad of gemeente op de kaart gezet. De opzet is dat alle stakeholders zich kunnen identificeren met de ‘regiobranding’ (als gemeenschappelijke noemer). Van daaruit dient er op een innovatieve en creatieve manier een toolbox te worden gecreëerd zodat iedere stakeholder uit de regio Mechelen zichzelf herkenbaar kan profileren binnen het grote verhaal. Voor deze strategische en praktische uitwerking zal Voka - Kamer van Koophandel Mechelen beroep doen op de expertise van Trendhuis en vzw ViaVia Tourism Academy. Voka - Kamer van Koophandel Mechelen zal verder voor dit project samenwerken met RESOC Mechelen, de stad Mechelen, POM Antwerpen en Provincie Antwerpen. Voorgesteld wordt om voor het project ‘Strategische profileringstools arrondissement Mechelen’ een bedrag van 35.000 EUR te voorzien ten behoeve van vzw Voka – Kamer van Koophandel Mechelen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een subsidie van 85.000,00 EUR aan POM Antwerpen (project ‘Grensoverschrijdende promotie en wereldtentoonstelling Milaan 2015’) vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring provinciaal beleid internationale samenwerking’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000 (ramingsnummer 2014000815).
134
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Artikel 2: Ingestemd wordt met een subsidie van 35.000,00 EUR aan VOKA – Kamer van Koophandel Mechelen (project ‘Strategische profileringstools arrondissement Mechelen’) vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring provinciaal beleid internationale samenwerking’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000 (ramingsnummer 2014000815). VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Ik heb gezien dat daar een buitenlandse missie opgezet wordt richting Milaan. Ik had graag geweten wie ons daar gaat afvaardigen, waarom, en wat we daar juist gaan doen. VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Vermits dat de wereldexpo in Milaan rond voeding draait hebben we gevraagd aan de POM om samen te bekijken met de andere organismen, zoals de veilingen en dergelijke die zich met voeding bezighoudt in onze provincie, welke rol we daar kunnen vervullen om ons bedrijventerrein rond de agrofood aan te prijzen. Op dit moment is dat een subsidie die gegeven wordt aan de POM om dat uit te werken. De expo vindt halverwege volgend jaar plaats. We zullen tegen dan zien hoe dat geconcretiseerd wordt. De heer VOLLEBERGH.- Dank u wel. Ik had wel graag vernomen, maar u gaat dat misschien nu nog weten, wie daar naartoe zal gaan en wat dat daar buiten die 85.000 EUR de kost is die dat enerzijds gaat naar het project zelf, en anderzijds naar alles wat daar rond hangt. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Dat moet allemaal uitgewerkt worden. U kunt ook op de raad van bestuur van de POM alle mogelijke vragen daaromtrent stellen. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 3/1 en 3/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 2 onthoudingen.
3/1
en
3/2
worden
goedgekeurd
135
met
64
stemmen
ja,
bij
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 3/3 van de agenda Provinciale initiatieven. Streekpact RESOC-Mechelen 2014-2020. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Bij het decreet van 7 mei 2004 riep de decreetgever drie organen in het leven: de erkende regionale samenwerkingsverbanden (ERSV) de regionale sociaaleconomische overlegcomités (RESOC) de sociaaleconomische raden van de regio (SERR) Het decreet van 7 mei 2004 bepaalt tevens dat elke RESOC een streekpact inzake sociaaleconomische streekontwikkeling van de regio opmaakt. Een streekpact wordt voorgelegd aan de betrokken gemeenteraden én aan de provincieraad. De missie en visie die RESOC Mechelen in het streekpact centraal stelt, zijn: Missie
: RESOC wil de stuwende kracht zijn in het uitbouwen van een duurzame economie in het arrondissement Mechelen waarbij alle aanwezige talenten maximaal worden ontdekt, ontwikkeld en ingezet.
Visie
: Door het stimuleren en organiseren van co-creatie en samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, georganiseerde middenveld en overheden streeft RESOC een duurzame versterking van de speerpuntsectoren in de regio na, met oog voor talent. Deze sectoren vormen de motor voor de verduurzaming van de regionale economie in zijn geheel.
Het Streekpact RESOC Mechelen 2013-2020 vertaalt de missie en visie in drie strategische doelstellingen, met name: SD 1: optimaliseren van interbestuurlijke en intersectorale samenwerking die een meerwaarde biedt voor zowel de regio an sich als de individuele partners SD 2: verhogen van de slagwaardigheid van de regionale economie en in het bijzonder van de focussectoren (land- en tuinbouw, chemie en transport) SD 3: verhogen van de instroom en inzet van talent door een goede afstemming onderwijs – arbeidsmarkt te realiseren. Het Streekpact RESOC Mechelen 2013-2020 concretiseert deze strategische doelstellingen in tien projecten, met name: 1. investeren in samenwerking: Samenaankoop als een mogelijke tool Door samenwerking kortingen bedingen voor de aankoop van diverse goederen en diensten. Daarbij staat duurzaamheid centraal: leveranciers en producenten moeten aan bepaalde criteria voldoen. Door het delen van infrastructuur en/of materialen kunnen die efficiënter worden ingezet. 2. Imago en draagvlak: gedragen communicatie We willen het imago van onze speerpuntsectoren verbeteren en daardoor bijkomend draagvlak creëren voor de economische activiteiten in onze regio. Daarvoor willen we bestaande initiatieven en ideeën op een gecoördineerde manier ook in onze regio lanceren. Mogelijke initiatieven: ontwikkelen van
136
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
een internationale profileringstool/ambassadeurschappen/ bedrijfsbezoeken/ plattelandstoerisme, … 3. Instroom van talent: stroomlijnen en versterken Door bestaande initiatieven binnen en buiten de regio die werken rond beroepenoriëntatie, stimuleren van interesse voor techniek, promotie van de sector, etc. beter te benutten, te ondersteunen en/of regionaal te vertalen, zal de instroom van talent in de sectoren toenemen. Verder wordt een structureel overlegforum (vraag & aanbod) voor opleidingsverstrekkers en bedrijven opgericht om de continue afstemming van het opleidingsaanbod en de vakinhoud aan de economische realiteit te bestendigen. 4. Local for local: Lokale productie als sterk merk Een ‘local for local’ initiatief wil, naar analogie en geïnspireerd door de aanpak van het fairtrade label, maatschappelijk draagvlak creëren voor de promotie en verkoop van lokaal geproduceerde landbouwproducten. 5. Landbouwteams: samen sterk De opstart, begeleiding en ondersteuning van ‘landbouwteams’ waarbij de deelnemers hetzij (sub)regionaal of qua inhoudelijke aanpak mekaar kunnen versterken. de teams kunnen werken rond diverse thema’s: toerisme, local for local, promotie van streekproducten, openbedrijvendagen, … 6. Lean & Green: gezonde ondernemingsstructuren Lean & Green stimuleert organisaties om zich actief in te spannen om hun logistieke proces duurzamer te maken. Dit leidt niet alleen tot winst voor het milieu, maar levert tevens kostenbesparingen voor de organisatie op. Organisaties worden begeleid bij de opmaak van een Plan van Aanpak om in vijf jaar tijd de CO2-uitstoot met 20% te reduceren. Organisaties met een goedgekeurd Plan van Aanpak worden beloond met de Lean & Green Award. 7. Gateway Access Point: logisch bundelen Lucht- of zeehaven worden ontsloten door een of meerdere instappunten in het nabijgelegen achterland: gateway acces points. Het kan hierbij zowel gaan om een fysieke bundeling van vrachten als een bundeling van administratieve formaliteiten op één plaats. Luchtvracht Poort Brucargo op de site van BelOrta is een mooi voorbeeld van het tweede. Diverse formaliteiten kunnen worden afgehandeld op de plaats waar de goederen worden gebundeld. Dit levert tijdwinst op, vermijdt extra kilometers en garandeert een optimale behandeling. Luchtvracht Poort Brucargo biedt ook mogelijkheden voor andere sectoren in de regio, in het bijzonder de farmaceutische nijverheid. 8. Regioleren: jong geleerd In regioleren werken leerlingen met docenten, ondernemers, overheden en maatschappelijke organisaties aan een betere toekomst voor de regio. Prangende vragen in de regio zijn leidend. Samen zoeken naar oplossingen. Doordat de leerlingen binnen het project contact hebben met de echte maatschappij, leren zij allerlei vaardigheden toe te passen en deze verder te ontwikkelen. Ze leren kritisch en vindingrijk te reflecteren, keuzes te maken, compromissen te sluiten, problemen op te lossen, projecten op te zetten, samen te werken, mondeling en schriftelijk te communiceren, beroep te doen op een geschikte technologie…
137
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
9. Lerend Netwerk: oplossingen in zicht Een Lerend Netwerk bestaat uit een groep organisaties/bedrijven die elkaar op geregelde tijdstippen ontmoeten om praktijkgerichte informatie, kennis en ervaring uit te wisselen. Zo ontwikkelen ze nieuwe inzichten, oplossingen of werkwijzen en synergiën. 10. Centraal loket: voor een Europees subsidieticket De opzet van dit project bestaat er enerzijds in een structuur te creëren waarin verschillende organisaties projectideeën met elkaar aftoetsen en kennis en knowhow rond Europese subsidieprogramma’s met elkaar delen. Regionale ‘voelsprieten’ worden ingezet om continu zicht te hebben op opportuniteiten, strategische keuzes en denkpistes van organisaties, potentiële partners etc. Anderzijds willen we innovatieve ideeën een forum geven om o.m. partners en financierders te werven. RESOC Mechelen formuleert in het streekpact bij elk van deze projecten succesfactoren, een stappenplan en een termijn. Bij elk project hebben verschillende partners zich geëngageerd om initiator, trekker of partner te zijn. De volledige tekst van het Streekpact Mechelen vindt u in Sindala. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaaleconomische raden van de regio en de regionale sociaaleconomische overlegcomités en het uitvoeringsbesluit van 22 oktober 2004 inzake de sociaaleconomische streekontwikkeling in Vlaanderen; Overwegende dat de Provincie Antwerpen lid is van de vzw ERSV Provincie Antwerpen en operationeel deel uitmaakt van de werking van RESOC Mechelen; Overwegende dat na goedkeuring door het RESOC het Streekpact volgens het decreet van 7 mei 2004 bekrachtigd moet worden door de provincieraad en de gemeenteraden van het werkingsgebied van het betreffende RESOC, dit in het kader van het vergroten van het draagvlak voor en de betrokkenheid bij het Streekpact; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan het Streekpact RESOC Mechelen 2014-2020. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik had daar een kleine vraag bij, misschien enige verduidelijking.
138
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Na het wegvallen van het milieuconvenant zijn er sommige intercommunales geconfronteerd geweest met een vermindering van het werk dat ze konden doen. Ze zijn dan op zoek gegaan naar andere opdrachten. We merken in de regio Mechelen toch wel dat er met een zekere intercommunale zij werken naar zich toe trekken die eigenlijk al gebeuren onder de noemer RESOC-Mechelen. Wij zien in de regio daar een zekere concurrentie ontstaan. Ik had daar misschien toch enige verduidelijking over willen horen. VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik moet zeggen dat ik niet goed weet waar op concreet die concurrentie dan slaat. U overvalt er mij wat mee. De heer KERREMANS.- Dat gaat over de zoektocht naar nieuwe opdrachten voor de intercommunale IGEMO met name. We merken dat zij verschillende initiatieven op papier zetten die eigenlijk bijna een kopie zijn van wat RESOC-Mechelen poogt te doen. Het zou kunnen zijn dat daar een zekere controle of een zekere begeleiding in gebeurt, of een samenwerking ontstaat. Dat weet ik niet. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- De gemeenten van het arrondissement Mechelen zijn natuurlijk vertegenwoordigd in het bestuur van de RESOC en zijn net zo goed vertegenwoordigd in de streekintercommunale. Ik hoop dat dit inderdaad goed met mekaar is doorgesproken. Het is ook zo dat naar de toekomst toe de financiering vanuit Vlaanderen van de RESOC’s op nul is gezet. Wij doen wel door met de financiering ervan, maar dat zal kleinschaliger moeten gebeuren tenzij dat er uit de streek zelf een bijkomende input gebeurt. Mogelijkerwijze zijn juist de streekintercommunales op hun plaats om samen met de provincie te bekijken of men aan het sociaaleconomisch streekoverleg op die manier terug op een zekere schaal er voor kan zorgen dat dit op een goede manier kan blijven verder bestaan. Ik hoop dat RESOC-Mechelen en IGEMO mekaar vinden. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 67 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 66 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 66 stemmen ja, bij 1 onthouding.
139
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4. Financiën en logistiek Nr. 4/1 van de agenda Meerjarenplan 2014-2019. Evenwicht na de vijfde reeks wijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Naar aanleiding van de vijfde reeks wijzigingen aan het meerjarenplan 2014-2019 werd door de deputatie in zitting van 13 november 2014 beslist tot het wijzigen van enkele kredieten op het meerjarenplan voor de periode 2014-2019. Het evenwicht van het meerjarenplan blijft bewaard. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 13 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende het evenwicht van het budget; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de aanpassing van het evenwicht van het meerjarenplan 2014-2019 naar aanleiding van de aanpassing van het evenwicht van het budget 2014 door de vijfde reeks wijzigingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 67 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 12 leden hebben nee gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 12 stemmen nee en 6 onthoudingen.
140
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
141
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
142
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
143
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
144
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
145
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
146
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
147
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/2 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Herschikking kredieten provinciebelastingen (dienst Fiscaliteit) Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Financiën. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget – Ontvangsten Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Correctie op het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar (dienst Boekhouding) Meerjarenplan 2014-2019. Schema M2: Staat van het financiële evenwicht. Vermindering van het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar. Verslag van de deputatie De uitgavekredieten 2014 van de dienst Fiscaliteit (DF) waarop de terugbetaling van provinciebelasting wordt aangerekend, blijken ontoereikend en dienen vermeerderd te worden met 500.000 EUR. Dit kan binnen het departement Financiën (DFIN) worden tegengewogen door gerealiseerde meerontvangsten met betrekking tot de provinciebelasting gezinnen. Het betreft een nuloperatie. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. In het budget 2014 werd een gecumuleerd budgettair resultaat van 157.454.876 EUR door de provincieraad goedgekeurd. In de budgetwijziging van 23 januari 2014 werd 27.008.024,00 EUR toegevoegd. Dat was een voorlopige raming. Ondertussen is het definitief boekhoudkundig resultaat 2013 bekend en dienen we een correctie van -44.778,00 EUR te doen om zo tot het definitief gecumuleerd budgettair resultaat te komen, zijnde 184.418.122,00 EUR. 1. Exploitatie Beleidsdomein Financiën – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Financiën (schema B2) worden vermeerderd met 500.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor de terugbetaling van provinciebelasting onder de budgetsleutel 0111 / 61300000 (2014000017). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 7 van 38 BDS Het verder zetten van het financieel beheer in functie van de wettelijke en decretale bepalingen AP Het beheersen en continueren van de financiële processen A het tijdig en efficiënt innen van de provinciebelasting(en) 2. Exploitatie Beleidsdomein Algemene Financiering – Ontvangsten. De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Algemene Financiering (schema B2) worden vermeerderd met 500.000,00 EUR. Het gaat om gerealiseerde meerontvangsten bij de provinciebelasting gezinnen onder de budgetsleutel 0020 / 73890100 (2014000034).
148
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 7 van 38 BDS Het verder zetten van het financieel beheer in functie van de wettelijke en decretale bepalingen AP Het beheersen en continueren van de financiële processen A het tijdig en efficiënt innen van de provinciebelasting(en) Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Financiën bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 500.000,00 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Algemene Financiering bij het Exploitatiebudget – Ontvangsten is er volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 500.000,00 EUR Artikel 3: Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar wordt verminderd met 44.778,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.
149
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/3 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 - Betaling onroerende voorheffing APB Fotomuseum Provincie Antwerpen door departement Logistiek Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Verslag van de deputatie In 2004 werd een overeenkomst gesloten tussen de Provincie Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap. Aanleiding was een extra Vlaamse subsidie voor de bouw van de vierde verdieping in het FotoMuseum. Eén van de voorwaarden bij deze subsidie was de opstart van een samenwerkingsprotocol tussen het FotoMuseum en het M HKA. Deze samenwerking verliep niet optimaal ten gevolge van verschillende inhoudelijke visies. De deputatie besliste daarom de overeenkomst niet te verlengen en in 2013 onderhandelingen op te starten met het M HKA om de modaliteiten van de verdere samenwerking naar de toekomst toe te optimaliseren. Deze onderhandelingen hebben geleid tot een nieuwe overeenkomst tussen het APB Fotomuseum en het M HKA, goedgekeurd door deputatie op 30 april 2014. De overeenkomst is geldig van 1 januari 2014 tot 31 december 2016. In de overeenkomst worden o.m. afspraken gemaakt over het gebruik van (gemeenschappelijke) ruimtes en een financiële tegemoetkoming vanuit het M HKA (3.000 € per maand) als tussenkomt in een aantal kosten. Het Departement logistiek ontving een aanslagbiljet onroerende voorheffing 2014 voor het Fotomuseum van 18.915,00 EUR. Dit was totaal onverwacht aangezien het museum tot nu toe steeds was vrijgesteld van onroerende voorheffing. Er zal een bezwaarschrift ingediend worden tegen deze belasting, aangezien de overeenkomst met het M HKA gaat over het gebruik van lokalen en het vergoeden van kosten, hetgeen niet als huur kan gekwalificeerd worden. Het totale bedrag zal evenwel betaald worden. Mocht het bezwaar immers niet aanvaard worden bestaat een risico op boetes en verwijlintresten. Als het bezwaar wel aanvaard wordt, zal het niet- verschuldigde bedrag terug gestort worden, samen met een intrestvergoeding. Met het departement Cultuur is overeengekomen dat zij hiervoor het nodige budget voorzien. Het Departement Logistiek heeft de betaling van onroerende voorheffing voor het Fotomuseum, gelegen te Waalsekaai 47 2000 Antwerpen, uitgevoerd. Dit bedrag wordt nu via een budgetwijziging teruggevorderd. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd.
150
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
1. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 18.915,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor kunst –en cultuurbeleid onder de budgetsleutel 0739 / 61300000 (2014000752). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod. AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Kwaliteit beheer. We faciliteren en ondersteunen een kwalitatief beheer van de provinciale culturele instellingen. 2. Exploitatie Beleidsdomein Logistiek – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B2) worden vermeerderd met 18.915,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor onroerende voorheffing onder de budgetsleutel 0050 / 64000000 (2014001201). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 10 van 38 BDS Afgesproken dienstverlening garanderen en verbeteren AP Infrastructuur- en vastgoedbeleid A We monitoren de beschikbare ruimte en behoefte van de organisatie met het oog op het optimaal afstemmen van beide Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2014 met 18.915,00 EUR
151
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Artikel 2: Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 18.915,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/4 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 - financiering van het onderhoud en het herstel van diverse provinciale gebouwen. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Verslag van de deputatie Onderhoud provinciale gebouwen Als gevolg van de nieuwe principe van de boekhouding is het niet meer mogelijk verschuivingen over de beleidsdomeinen heen uit te voeren zonder goedkeuring van de provincieraad. Daarom voert DLOG een aantal budgetverschuivingen uit die moeten toelaten het onderhoud verder te verzorgen op plaatsen waar de budgetten schaars geworden zijn. In beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie, is dit voornamelijk het geval voor Campus Vesta en Het Provinciaal Onderwijs Antwerpen. DIN wenst verschuivingen in plus te voorzien zodat de betaling van facturen gevrijwaard kan worden. Daarom wordt een krediet in meer voorzien voor de artikels van Campus Vesta ter waarde van 25.000 EUR en POA ter waarde van 75.000 EUR. In beleidsdomein Cultuur wordt een krediet in meer voorzien voor de artikels van het Zilvermuseum, voor de Arenbergschouwburg, en voor de Warande, telkens een verhoging van 10.000 EUR voorzien. In beleidsdomein Vrije Tijd wordt een verschuiving in meer voorzien voor het artikel van het Zilvermeer ter waarde van 10.000 EUR. De reden hiertoe is om nog uit te voeren opdrachten naar aanleiding van verzekeringsdossiers uit te voeren. In dit domein is de huidige balans positief en kan normaliter door interne verschuivingen binnen de actieve velden uitvoering van het onderhoud gevrijwaard worden. In beleidsdomein Welzijn, Economie en Platteland wordt een verschuiving in meer voorzien voor het artikel van het Proefbedrijf Pluimveehouderij ter waarde van
152
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
10.000 EUR. De reden hiertoe is dat het recent in gebruik nemen van de nieuwe kippenstal aanleiding geeft tot een aantal opdrachten die destijds niet opgenomen waren binnen het project. Door middel van deze verschuiving wenst DIN een eerste aanzet te geven om de meest dringende hiervan uit te voeren in functie van de winter die in aantocht is. SAMENVATTING In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatiebudget Beleidsdomein Algemene Financiering – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Algemene Financiering (schema B2) worden verminderd met 150.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het onderhoud van verhuurde eigendommen onder de budgetsleutel 0050/61030000 (ramingsnummer 2014001061). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 5 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Logistiek A Overhead Dienst Infrastructuur en Vastgoed 2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (schema B2) worden vermeerderd met 10.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het onderhoud en herstel van gebouwen onder de budgetsleutel 0530/61030000 (ramingsnummer 2014001083). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 6 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Dit actieplan omvat de budgetten van de stafdienst van het departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. A Overhead Proefbedrijf Pluimveehouderij 3. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) worden vermeerderd met 10.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het onderhoud en herstel van gebouwen onder de budgetsleutel 0711/61030000 (ramingsnummers 2014001090). In de doelstellingennota 2014 komt dit op de pagina 6 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Vrije Tijd A Overhead Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer 4. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie (schema B2) worden vermeerderd met 100.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het onderhoud en herstel van gebouwen onder de budgetsleutels 0490/61030000 (ramingsnummer 2014001080) en 0861/61030000 (ramingsnummer 2014001082).
153
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 5 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Ontwikkeling en Educatie A Overhead Campus Vesta A Overhead Provinciaal Onderwijs Antwerpen 5. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 30.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het onderhoud en herstel van gebouwen onder de budgetsleutels 0702/61030000 (ramingsnummers 2014001093 en 2014001085) en 0700/61030000 (ramingsnummer 2014001092). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 6 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Departement Cultuur A Overhead De Warande A Overhead Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen A Overhead Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Algemene Financiering bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging: Vermindering van transactiekrediet met 150.000,00 EUR. Artikel 2: Onder het beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 10.000,00 EUR.
bij
het
Artikel 3: Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 10.000,00 EUR.
154
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Artikel 4: Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 100.000,00 EUR. Artikel 5: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 30.000,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/5 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 – aankoop van tentoonstellingswanden voor dienst Erfgoed door departement Logistiek. Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Cultuur. Investeringsbudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Logistiek. Investeringsbudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE06 – Cultuur: 2014 - 2019 Rubriek II.A.3. Roerende Investeringen – Uitgaven Vermindering van verbinteniskrediet Vermindering van transactiekrediet van 2014. Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE02 – Logistiek: 2014 - 2019 Rubriek II.A.3. Roerende Investeringen – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2014. Verslag van de deputatie Het Departement Logistiek ontvangt 9.450,10 EUR voor de aankoop van tentoonstellingswanden bij KB bvba voor de Dienst Erfgoed (DCUL). Het Departement Cultuur heeft dit bedrag vrijgemaakt op budgetcode: Installaties, machines en uitrusting - gemeenschapsgoederen: aanschaffingswaarde/Overige algemene dienstenramingsnummer 2014002180. Hierbij was de dienst raming: de Facilitaire Dienst en de dienst Actie: Dient Erfgoed. De factuur werd echter betaald onder het reguliere investeringsbudget voor de aankoop van installaties, machines en uitrusting van FACI (ramingsnummer 2014002181). Daarom wordt via een budgetwijziging het bedrag van 9.450,10 EUR verschoven van 2014002180 naar 2014002181. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd.
155
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
1. Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 – 2019 - Uitgaven. Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B4) wordt een totaal van 9.450,10 EUR minder ingeschreven als verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE06 – Cultuur: 2014 - 2019. Het gaat om roerende investeringen op de budgetsleutel(s) 0729 / 23000000 (2014002180). Dit verbinteniskrediet wordt ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren. Enkel het transactiekrediet voor 2014 wijzigt. In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 6 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Cultuur A Overhead Dienst Erfgoed 2. Investeringsenveloppe IE02 - Logistiek: 2014 – 2019 - Uitgaven. Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B4) wordt een totaal van 9.450,10 EUR extra ingeschreven als verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE02 – Logistiek: 2014 - 2019. Het gaat om roerende investeringen op de budgetsleutel(s) 0119 / 23000000 (2014002181). Dit verbinteniskrediet wordt ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren. Enkel het transactiekrediet voor 2014 wijzigt. In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 5 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Logistiek A Overhead Facilitaire Dienst Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE06 – Cultuur: 2014 - 2019, Rubriek II.A.3. Roerende Investeringen – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermindering van transactiekrediet 2014 met 9.450,10 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 9.450,10 EUR
156
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Artikel 2: Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE02 – Logistiek: 2014 - 2019, Rubriek II.A.3. Roerende Investeringen – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 9.450,10 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd 9.450,10 EUR VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/6 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014. Verschuiving van kredieten kasteel d’Ursel voor de aankoop van een mat voor de nieuwe kantoorruimte. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Cultuur. Investeringsbudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 - 2019 Rubriek II.A.3 Roerende goederen – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2014. Verslag van de deputatie 1. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 1.700 EUR. Het gaat om uitgaven voor de aankoop van een mat in een van kantoor, onder de budgetsleutel 0709/6130000 (ramingsnummer 2014000791) voor een bedrag van 1.700 EUR. In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38. PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod. AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Kasteel d’Ursel. Het kasteel d’Ursel en haar domein als waardevol erfgoed op een veelzijdige en dynamische manier laten beleven door inwoners en bezoekers van de provincie Antwerpen. 2. Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 – 2019 – Uitgaven Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B4) wordt een totaal van 1.700 EUR extra ingeschreven als verbinteniskrediet onder de
157
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
investeringsenveloppe IE06 – Cultuur: 2014 – 2019 Het gaat om een uitgave voor de aankoop van een mat onder de budgetsleutel 0709/23000000 (ramingsnummer 2014002233) voor een bedrag van 1.700 EUR. Dit verbinteniskrediet wordt ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren. Enkel het transactiekrediet van 2014 wijzigt. In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 6 van 38. BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid. AP Overhead Departement Cultuur. Overhead Departement Cultuur. A Overhead Kasteel d’Ursel. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende dat voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermindering van transactiekrediet 2014 met 1.700 EUR. Artikel 2: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 - 2019, Rubriek II.A.3. Roerende goederen – Uitgaven is er volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 1.700 EUR. Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 1.700 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.
158
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 4/7 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Verhoging van de dotaties van de APB's van het departement Cultuur Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Ontvangsten Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Verslag van de deputatie VERHOGING DOTATIES APB’s De provincieraad heeft in zittingen van 25 september 2014 en 23 oktober 2014 volgende aanpassingen van dotaties goedgekeurd: Verschuiving van het werkingskrediet van 50.000 EUR onder de actie ‘Kleur in Cultuur’ naar de dotatie aan APB Arenbergschouwburg. Verschuiving van de subsidie van 25.000 EUR onder de actie ‘Mestizo arts festival’ naar de dotatie aan APB Arenbergschouwburg. Verschuiving van de subsidie van 75.000 EUR ‘Subsidie aan de Stad Antwerpen voor samenwerking diamantbeleving’ naar de dotatie aan APB Zilvermuseum. Verhoging van de dotatie aan APB Fotomuseum met 150.000 EUR voor ’50 jaar Fotomuseum’ tegengewogen met restbedragen van werkingsbudget DCUL. Verhoging van de dotatie aan APB ModeMuseum met 50.000 EUR voor de retrospectieve tentoonstelling ‘Dries Van Noten’ tegengewogen met restbedragen van werkingsbudget DCUL Omwille van rapporteringsverplichtingen aan Vlaanderen worden deze aanpassingen opnieuw aan de provincieraad voorgelegd als budgetwijzigingen op basis waarvan de provincieraad een aanpassing van het evenwicht (M2) van de betreffende APB’s kan goedkeuren. RESERVE DIGITALE ONTSLUITING APB’S Onder de actie ‘Digitaal erfgoeddepot’ was een krediet voorzien van 124.630 EUR. Ten gevolge van het Vlaams regeerakkoord werd het project bijgestuurd. Door deze vertraging werd het voorziene krediet in 2014 niet volledig benut. Het ModeMuseum, het Fotomuseum en de Arenbergschouwburg gingen in 2014 online met hun nieuwe website binnen het programma Provant Online. Voor de verdere optimalisering van de websites zal een belangrijk deel van de financiering gedragen moeten worden door de APB’s zelf. Hetzelfde geldt voor APB Zilvermuseum dat in 2015 online gaat met een nieuwe website. Om maximaal te kunnen inzetten op de digitale collecties en digitale ontsluiting stellen we volgende verhogingen voor: - Verhoging van de dotatie aan APB Fotomuseum met 50.000 EUR als reserve voor digitale ontsluiting. - Verhoging van de dotatie aan APB ModeMuseum met 50.000 EUR als reserve voor digitale ontsluiting. - Verhoging van de dotatie aan APB Zilvermuseum met 50.000 EUR als reserve voor digitale ontsluiting. - Verhoging van de dotatie aan APB Arenbergschouwburg met 25.000 EUR als reserve voor digitale ontsluiting.
159
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Deze verhogingen voor een totaal van 175.000 EUR worden tegengewogen met een aantal restbedragen van werkings- en subsidiekredieten van en verhoogbare ontvangstkredieten voor een totaal van: - Het nieuw subsidiereglement intergemeentelijke samenwerking bevindt zich in een opstartfase. Tijdens 2014 werden een aantal kwalitatieve subsidieaanvragen ingediend en gehonoreerd. Gelet op de opstartfase waarin het reglement zich nog bevindt werd evenwel niet het volledige krediet benut en zal er een overschot zijn van 75.000 EUR. - Een aantal specifieke bibliotheekopleidingen zullen niet meer aanbesteed worden door Inovant maar door Dienst bibliotheken en kunsten, omwille van de specifieke expertise die hiervoor vereist is. De implementatie van deze opleidingen is voorzien voor 2015. Hierdoor wordt op budget 2014 een overschot gerealiseerd van 50.000 EUR - Voor de Dienst bibliotheken en kunsten zullen een aantal ontvangsten iets hoger uitvallen dan ingeschat, voor een totaal van 5.000 EUR. Ook Dienst Erfgoed realiseert meer inkomsten dan aanvankelijk ingeschat voor een totaal van 45.000 EUR. Het betreft verkopen en dienstprestaties, subsidie Vlaamse overheid voor depotbeleid en de lidgelden van Monumentenwacht. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven. 1) De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 55.000 EUR. Het gaat om uitgaven, het restbedrag op de budgetten 2014 PBC/DCUL voor de raamovereenkomst met Innovant onder de budgetsleutel 0703/6130000 (ramingsnummer 2014000549). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 17 van 38 BDS We willen de lokale besturen binnen onze provincie een professioneel leernetwerk bieden waar iedereen die voor een lokaal bestuur werkt terecht kan voor opleiding, HRM-ondersteuning en ervaringsuitwisseling. Wij willen op die manier bijdragen tot competente en gemotiveerde medewerkers omdat wij geloven dat zij de sleutel zijn tot de lokale bestuurskracht. AP We willen lokale besturen blijven ondersteunen op vlak van leren en HRM door hen kwaliteitsvolle en betaalbare kennis en expertise aan te bieden onder verschillende vormen (opleiding, advies, coaching,...) afgestemd op hun noden op vlak van competentieontwikkeling en organisatieontwikkeling. A Opleidingen bibliothecarissen. Raamovereenkomst met Innovant. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 15.000 EUR. Het gaat om uitgaven, een restbedrag op de werkingsbudgetten 2014 PBC/DCUL onder de budgetsleutel 0703/6130000 (ramingsnummer 2014000123). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
160
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
AP Cultuur zonder drempels. We vergroten de toegankelijkheid van cultuur voor alle inwoners en bezoekers van de provincie Antwerpen. A Meer PBS. De verdere uitbouw van het provinciaal bibliotheeksysteem (PBS) zowel wat betreft het aantal deelnemende bibliotheken als naar inhoud en vorm. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 30.000 EUR. Het gaat om uitgaven, een restbedrag op de werkingsbudgetten 2014 SCUL onder de budgetsleutel 0739/6130000 (ramingsnummer 2014000752). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Kwaliteit beheer. We faciliteren en ondersteunen een kwalitatief beheer van de provinciale culturele instellingen. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 100.000 EUR. Het gaat om uitgaven, een verhoging van de dotatie aan APB ModeMuseum onder de budgetsleutel 0700/6490000 (ramingsnummer 2014000373). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 22 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Uitbetaling dotatie ModeMuseum. 2) De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 50.000 EUR. Het gaat om uitgaven, subsidie aan intergemeentelijke samenwerking DCSK onder de budgetsleutel 0729/6490000 (ramingsnummer 2014000657). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Partner bovenlokale cultuur. We ondersteunen en stimuleren bovenlokale culturele samenwerking en initiatieven in de provincie Antwerpen.
161
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
A Intergemeentelijke culturele samenwerking. Ondersteunen intergemeentelijke culturele samenwerking. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 75.000 EUR. Het gaat om uitgaven , subsidie aan de stad Antwerpen voor samenwerking diamantbeleving (DE) onder de budgetsleutel 0729/6490000 (ramingsnummer 2014001077). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Partner bovenlokale cultuur. We ondersteunen en stimuleren bovenlokale culturele samenwerking en initiatieven in de provincie Antwerpen. A Diamantbeleving. De provincie en de stad Antwerpen tekenen samen een belevingsverhaal rond diamant uit. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 125.000 EUR. Het gaat om uitgaven , een verhoging van de dotatie aan APB Zilvermuseum onder de budgetsleutel 0700/6490000 (ramingsnummer 2014000433). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
kwaliteitsvol
en
AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Uitbetaling dotatie Zilvermuseum. 3) De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 50.000 EUR. Het gaat om uitgaven , actie ‘Kleur in Cultuur’ op de werkingsbudgetten 2014 DCSK/DCUL onder de budgetsleutel 0739/6130000 (ramingsnummer 2014001158). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Meer kleur in cultuur. We vergroten de etnisch-culturele diversiteit in de culturele sector in de provincie Antwerpen. A Kleur in cultuur DCUL. Diversiteitsplan en trajectbegeleiding voor de diensten en instellingen van het departement Cultuur. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 25.000 EUR. Het gaat om uitgaven , subsidiekrediet DCSK onder
162
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
actie ‘Mestizo arts festival’ onder de budgetsleutel 0739/6490000 (ramingsnummer 2014000655). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Meer kleur in cultuur. We vergroten de etnisch-culturele diversiteit in de culturele sector in de provincie Antwerpen. A MAF. Mestizo Arts Festival uitbouwen tot een provinciaal diversiteitsplatform voor de podiumkunsten in de provincie Antwerpen. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 25.000 EUR. Het gaat om uitgaven, subsidie aan intergemeentelijke samenwerking DCSK onder de budgetsleutel 0739/6490000 (ramingsnummer 2014000657). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod. AP Partner bovenlokale cultuur. We ondersteunen en stimuleren bovenlokale culturele samenwerking en initiatieven in de provincie Antwerpen. A Intergemeentelijke culturele samenwerking. Ondersteunen intergemeentelijke culturele samenwerking. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 100.000 EUR. Het gaat om uitgaven, een verhoging van de dotatie aan APB Arenbergschouwburg onder de budgetsleutel 0702/6490000 (ramingsnummer 2014000430). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 22 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Uitbetaling dotatie Arenbergschouwburg. 4) De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 200.000 EUR. Het gaat om uitgaven , een verhoging van de dotatie aan APB Fotomuseum onder de budgetsleutel 0700/6490000 (ramingsnummer 2014000422). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 22 van 38
163
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Uitbetaling dotatie Fotomuseum. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 136.219,55 EUR. Het gaat om uitgaven, een restbedrag op de werkingsbudgetten 2014 DCUL onder de budgetsleutel 0739/6130000 (ramingsnummer 2014000864). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Partner bovenlokale cultuur. We ondersteunen en stimuleren bovenlokale culturele samenwerking en initiatieven in de provincie Antwerpen. A Cultuurprijs. Provinciale cultuurprijs. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Ontvangsten. - De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 18.780,45 EUR. Het gaat om ontvangsten van diverse operationele opbrengsten onder de budgetsleutel 0703/74500000 (ramingsnummer 2014000295). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Cultuur zonder drempels. We vergroten de toegankelijkheid van cultuur voor alle inwoners en bezoekers van de provincie Antwerpen. A Meer PBS. De verdere uitbouw van het provinciaal bibliotheeksysteem (PBS) zowel wat betreft het aantal deelnemende bibliotheken als naar inhoud en vorm. - De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 9.000 EUR. Het gaat om ontvangsten van verkopen en dienstprestaties onder de budgetsleutel 0729/70000000 (ramingsnummer 2014000564). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Kwaliteit lokaal erfgoed. We zetten in op kwaliteitsverhoging van het behoud en beheer van het lokaal erfgoed in de provincie Antwerpen.
164
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
A Lokale erfgoedhouders. Ondersteuning en trajectbegeleiding van de lokale erfgoedhouders in de provincie Antwerpen. - De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 20.000 EUR. Het gaat om ontvangsten van de Vlaamse overheid voor depotbeleid onder de budgetsleutel 0729/74050000 (ramingsnummer 2014002010). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
kwaliteitsvol
en
AP Kwaliteit lokaal erfgoed. We zetten in op kwaliteitsverhoging van het behoud en beheer van het lokaal erfgoed in de provincie Antwerpen. A Erfgoeddepots. erfgoeddepotbeleid.
Uitbouwen
en
implementeren
van
een
regionaal
- De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 16.000 EUR. Het gaat om ontvangsten van prestaties Monumentenwacht (11.000) onder de budgetsleutel 0720/70000000 (ramingsnummer 2014001743) en lidgelden (5.000) onder de budgetsleutel 0720/74500000 (ramingsnummer 2014002127). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 23 van 38 PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.
van
een
laagdrempelig,
kwaliteitsvol
en
AP Kwaliteit lokaal erfgoed. We zetten in op kwaliteitsverhoging van het behoud en beheer van het lokaal erfgoed in de provincie Antwerpen. A Monumentenwacht. Ondersteuning door Monumentenwacht Antwerpen van de lokale onroerend erfgoedhouders in de provincie Antwerpen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 06 november 2014 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie,
165
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2014 met 461.219,55 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 525.000 EUR Artikel 3: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Ontvangsten zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 63.780,45 EUR VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/8 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Wijziging exploitatiebudget ten behoeve van de betaling van de ICT-backofficekosten 2013 van het Diamantmuseum. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie. Exploitatiebudget - Ontvangsten Vermindering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014. Verslag van de deputatie In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatie Beleidsdomein Ontvangsten.
Informatie-
en
Communicatietechnologie
–
De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie (schema B2) worden verminderd met 33.119 EUR. Het gaat om oninbare ontvangsten voor de backofficekosten van 2013 voor het Diamantmuseum onder de budgetsleutel 0190/74500000 (2014001354). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 5 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Informatie- en Communicatie Technologie. A Overhead Stafdienst ICT.
166
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
2. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 33.119 EUR. Het gaat om de betaling van de backoffice ICT-kosten van het Diamantmuseum onder de budgetsleutel 0739/61300000 (2014001355). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 6 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Cultuur A Overhead Stafdienst Cultuur. Overhead Stafdienst Cultuur. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie Exploitatiebudget - Ontvangsten zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2014 met 33.119 EUR.
bij
het
Artikel 2: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget - Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2014 met 33.119 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.
167
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/9 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014. Overname van aandelen n.a.v. de exit van Electrabel in de opdrachthoudende vereniging IVEKA. Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen. Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Investeringsbudget – Uitgaven. Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Budget 2014 - Schema B3. Investeringsenveloppe. Investeringsenveloppe IE10 – Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid: 2014 – 2019. Rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven. Vermeerdering van verbinteniskrediet. Vermeerdering van transactiekrediet van 2014. Verslag van de deputatie De raad van bestuur van IVEKA heeft in zitting van 9 september 2014 beslist om in te gaan op een voorstel, uitgewerkt in een principeovereenkomst die op 27 augustus 2014 tussen de openbare sector en Electrabel nv werd afgesloten, met betrekking tot de overdracht van de participatie van Electrabel nv in het kapitaal van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders. De overnameprijs voor de aandelen A2 van Electrabel nv binnen IVEKA bedraagt: 81.417.541,13 EUR voor de aandelen Ae2 (activiteit elektriciteit) 48.720.677,22 EUR voor de aandelen Ag2 (activiteit aardgas) De overnameprijs wordt per activiteit onder de individuele openbare deelnemers van IVEKA verdeeld op basis van het aantal aandelen A, F en E” die elke openbare deelnemer op 31 december 2013 bezat. Voor de provincie betekent dit de overname van 289.538 aandelen Ae2 t.b.v. 10.969.839,49 EUR voor de activiteit elektriciteit, die gefinancierd wordt door een kapitaalvermindering in IVEKA ten belope van de overnameprijs door terugstorting op de kapitaalaandelen A, die voorafgegaan wordt door de incorporatie van de bestaande onbeschikbare reserves op 31 december 2013, dit onder de opschortende voorwaarde van de effectieve overname van de aandelen A2 van Electrabel nv, die gerealiseerd dient te zijn op 29 december 2014. Deze incorporatie van onbeschikbare reserves wordt voorgesteld als een kapitaalverhoging zonder uitgifte van nieuwe aandelen en is onder de opschortende voorwaarde van de realisatie van de overname van de aandelen A2 van Electrabel nv door de betrokken openbare deelnemers. Het aandeel van elke openbare deelnemer binnen de incorporatie wordt bepaald op basis van het aantal aandelen A in haar bezit na overname van de aandelen van Electrabel nv. Naar aanleiding van deze overname dient er in 2014 een budgetverhoging te gebeuren en in 2015 wordt een ontvangst geboekt voor hetzelfde bedrag, zodat dit een nuloperatie is. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd.
168
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Investeringsenveloppe IE10 – Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid: 2014 - 2019 - Uitgaven. Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (schema B4) wordt een totaal van 10.969.839,49 EUR extra ingeschreven als verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE10 – Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid: 2014 - 2019. Het gaat om roerende investeringen op de budgetsleutel 0590 / 28110000 (ramingsnummer 2014002236). Dit verbinteniskrediet wordt ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren. Enkel het transactiekrediet van 2014 wijzigt. Bij de budgetopmaak 2015 wordt hetzelfde bedrag als tegenweging opgenomen onder de ontvangsten investeringen. In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 6 van 38. BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Dit actieplan omvat de budgetten van de Stafdienst van het departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid A Overhead dienst Economie en Internationale Samenwerking Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Onder het beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE10 – Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid: 2014 - 2019, Rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 10.969.839,49 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 10.969.839,49 EUR. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Punt 4/9, met dezelfde argumentatie die wij gegeven hebben bij het punt 2/17, willen wij dit niet als voorlopig aangenomen zien. Voorlopig aangenomen.
169
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/10 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 - bestelling van geschenkmanden voor hoeve- en streekproducten en aankoop broodjes door DLOG voor DWEP. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014. Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Verslag van de deputatie Het Departement Logistiek ontvangt 3.500,00 EUR van het Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DLP) voor de bestelling van geschenkmanden. Deze geschenkmanden maken deel uit van het project rond de geschenkmanden met hoeve- en streekproducten. Daarnaast ontvangt het Departement Logistiek 3.800,00 EUR van het Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWG) voor de aankoop van broodjes in het kader van extra studiedagen. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatie Uitgaven.
Beleidsdomein
Welzijn,
Economie
en
Plattelandsbeleid
–
De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (schema B2) worden verminderd met 3.500,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor aankoop van hoeve –en streekproducten onder de budgetsleutel 0530 / 61300000 (2014000435). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 28 van 38. PBDS Ontwikkelen en stimuleren van sociaaleconomische speerpunten AP Aanmoedigen van innovatie en ondernemerschap via eigen instellingen en in samenwerking met derden A Agrocomplex. HSP. Hoeve- en streekproductenbeleid 2. Exploitatie Uitgaven.
Beleidsdomein
Welzijn,
Economie
en
Plattelandsbeleid
–
De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (schema B2) worden verminderd met 3.800,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor aankoop van broodjes onder de budgetsleutel 0909 / 61300000 (2014002081). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 35 van 38. PBDS Levenskwaliteit en gezondheid inwoners Provincie Antwerpen bevorderen AP Impulsbeleid voor voldoende, kwaliteitsvol en toegankelijk welzijns-, woon- en zorgaanbod A Algemene werkingskosten impulsbeleid
170
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
3. Exploitatie Beleidsdomein Logistiek – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B2) worden vermeerderd met 7300,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor receptie –en representatiekosten onder de budgetsleutel 0119 / 61300000 (2014001210). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 11 van 38 BDS Afgesproken dienstverlening garanderen en verbeteren AP Toegankelijke dienstverlening A We organiseren een aangepaste dienstverlening die wordt afgestemd op de behoeften van de klant via een catalogus aanpak enerzijds en een aanpak op maat anderzijds. Deze dienstverlening is op vraag van de klant. Doel is een maximale ondersteuning van de klant bij het bereiken van zijn beleidsdoelstellingen. De producten- en dienstencatalogus wordt in die context permanent geactualiseerd. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2014 met 7.300,00 EUR
bij
het
Artikel 2: Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 7.300,00 EUR VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.
171
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/11 van de agenda Vijfde reeks wijzigingen van 2014 Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit – budget voor studies Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Investeringsbudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014 Budget 2014 – Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE08 – Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019 Rubriek II.A.2. Wegen en overige infrastructuur – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2014. Verslag van de deputatie In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. 1. Investeringsenveloppe IE08 - Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014-2019 – Uitgaven. Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (schema B4) wordt een totaal van met 3.070.000,00 EUR extra ingeschreven als verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE08 - Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014-2019 – Uitgaven. Het gaat om uitgaven voor investeringen rond wegen en overige infrastructuur onder de budgetsleutel 0290 / 22810000 (ramingsnummer 2014001251). In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 4 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit A Overhead Dienst Mobiliteit 2. Exploitatie Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van het Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (schema B2) worden verminderd met 3.070.000,00 EUR in totaal van de diensten Ruimtelijke Planning en Mobiliteit (570.000,00 EUR van DRP, 2.480.000,00 EUR van DMOB en 20.000,00 van DGB). Het gaat om de volgende uitgaven: 2.1. Dienst Ruimtelijke Planning: 2.1.1. Kosten van nog niet gegunde plannen en studies (PRUP’s Afbakening Boom, PRUP Berlaar Heikant en Voorstudie Economisch knooppunt Malle) onder de budgetsleutel 0600 / 61300000 (ramingsnummer 2014000082): vermindering van 360.000,00 EUR.
172
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 26 van 38 PBDS Toepassen van een zuinig ruimtegebruik om tot een duurzame ruimte te komen AP Meewerken aan een beter ruimtelijk beleid in de provincie A We maken ruimtelijke studies, plan-MER's en PRUP's op basis van het jaarprogramma ruimtelijke planning (in eerste instantie in functie van water, bedrijventerreinen en afbakening van kleinstedelijke gebieden). 2.1.2. Kosten van nog niet gegunde plannen en studies onder de budgetsleutel 0600 / 61300000 (ramingsnummer 2014000080): vermindering van 60.000,00 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 24 van 38 PBDS De instantie zijn voor streekontwikkeling door het voeren van een geïntegreerd gebiedsgericht beleid, door interne en externe samenwerking vanuit een gedragen visie. AP We stimuleren de streekontwikkeling met het geïntegreerd gebiedsprogramma Albertkanaal Antwerpen-Schoten-Wijnegem. A We maken een gebiedsprogramma op voor het Albertkanaal Antwerpen-SchotenWijnegem tegen midden 2015. 2.1.3. Kosten van nog niet gegunde plannen en studies onder de budgetsleutel 0600 / 61300000 (ramingsnummer 2014000081): vermindering van 150.000,00 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 26 van 38 PBDS Toepassen van zuinig ruimtegebruik en vrijwaren van de open ruimte als leidraad binnen het provinciaal beleid om tot een duurzame ruimte te komen. AP We werken mee aan een beter ruimtelijk beleid in de provincie Antwerpen. A We leggen een nota ruimte (de opvolger van het RSPA) ter goedkeuring voor aan de deputatie tegen eind 2015. 2.2. Dienst Mobiliteit 2.2.1. Kosten van overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0290 / 61300000 (ramingsnummer 2014000089): vermindering van 50.000,00 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 26 van 38 PBDS Toepassen van zuinig ruimtegebruik en vrijwaren van de open ruimte als leidraad binnen het provinciaal beleid om tot een duurzame ruimte te komen. AP We werken mee aan een betere mobiliteit in de provincie Antwerpen. A We coördineren en monitoren de uitvoering van de mobiliteitsstudie voor de Noorderkempen (regio tussen de E19 en E34) tegen 2019. 2.2.2. Kosten van overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0290 / 61300000 (ramingsnummer 2014000090): vermindering met 30.000,00 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 26 van 38
173
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PBDS Toepassen van zuinig ruimtegebruik en vrijwaren van de open ruimte als leidraad binnen het provinciaal beleid om tot een duurzame ruimte te komen. AP We werken mee aan een betere mobiliteit in de provincie Antwerpen. A We werken aan een mobiliteitsstudie voor het gebied Midden-Kempen (regio tussen de E313 en E34) tegen 2018. 2.2.3. Subsidie volgens reglement verkeersveilige initiatieven schoolomgevingen (R) onder de budgetsleutel 0290 / 64900000 (ramingsnummer 2014000092): vermindering met 100.000,00 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 25 van 38 BDS Overig beleid van DMOB AP We werken mee aan een betere verkeersveiligheid in de provincie Antwerpen. A We ondersteunen gemeenten, districten en basisscholen bij het verkeersveiliger maken van de (school)omgeving. 2.2.4. Subsidie aan gemeenten voor de aanleg en de verbetering van utilitaire fietspaden (Fietsfonds) (R) onder de budgetsleutel 0290 / 64900000 (ramingsnummer: 2014000173): vermindering met 2.300.000,00 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 26 van 38 PBDS Toepassen van een zuinig ruimtegebruik om tot een duurzame ruimte te komen AP Stimuleren van een provinciaal fietsbeleid door actieve promotie en ondersteuning A We realiseren het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk voor 73% in 2014. 2.3. Dienst Gebiedsgericht Beleid 2.3.1. Kosten van nog niet uitgevoerde overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0610 / 61300000 (ramingsnummer 2014000084): vermindering van 20.000,00 EUR. In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 24 van 38 PBDS De instantie zijn voor streekontwikkeling door het voeren van een geïntegreerd gebiedsgericht beleid, door interne en externe samenwerking vanuit een gedragen visie. AP Wij stimuleren de streekontwikkeling met het geïntegreerd gebiedsprogramma Rupelstreek. A Wij coördineren en monitoren de uitvoering van het gebiedsprogramma Rupelstreek tot 2019. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen;
174
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermindering van transactiekrediet 2014 met 3.070.000,00 EUR.
bij
het
Artikel 2: Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE08 – Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014-2019, Rubriek II.A.2. Wegen en overige infrastructuur – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 3.070.000 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 3.070.000 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/12 van de agenda Herschikking kredieten voor de verdere uitbouw Talentencentrum in het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle. Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2014 Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2014. Verslag van de deputatie Het flankerend onderwijsbeleid van de provincie Antwerpen is gebaseerd op vijf verschillende pijlers, met name arbeidsmarkt, voeding, schoolkosten, stages en communicatie/marketing. Bij het begin van schooljaar 2012-2013 werden de initiatieven TechnoTrailer, Traject en Techno-Kit, samengebracht onder de noemer ‘Talentencentrum’, om een coherente communicatie naar de basisscholen te kunnen realiseren. Hiervoor werd een samenwerking met het APB Vormingscentrum opgezet. Enerzijds stelt het Vormingscentrum ruimte ter beschikking voor het uitbouwen van het Talentencentrum en het organiseren van nascholing voor leerkrachten, anderzijds dient het als uitvalsbasis voor zowel de provinciale medewerkers die binnen de pijler ‘arbeidsmarkt’ werken als voor de consulent educatie.
175
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Om het Talentencentrum verder te kunnen uitbouwen, zal een budget van 30.000 EUR ingezet worden. Concreet zal dit bedrag besteed worden aan: - opzetten van vormingsmomenten rond talentontwikkeling; - promotie voor de Talentklassen; - uitbouw van een lespakket van de KR8/O/NAUTEN voor het buitengewoon basisonderwijs en de 1e graad van het secundair onderwijs; - verdere inrichting van de ‘Talentenlokalen’. Binnen het budget van subsidies flankerend onderwijsbeleid is er ruimte om deze kosten te financieren. Echter deze onkosten kunnen gemakkelijkheidshalve het beste door het Vormingscentrum gedragen worden. Uw raad besliste daarom ook in zitting van 27 november 2014 om een bijkomende dotatie van 30.000 EUR te voorzien voor het APB Vormingscentrum Malle. Deze budgetwijziging is nodig om dit ook technisch mogelijk te maken. Aangezien dit budget pas ontvangen zal worden op het einde van boekjaar 2014, is het niet realistisch om de bijkomende dotatie van 30.000 EUR nog in 2014 te besteden. Daarom zal het budget integraal overgeschreven worden naar de reserve van het Vormingscentrum ‘130000006 – Reserve Talentencentrum 2015’. Op die manier kan het Vormingscentrum in de loop van 2015 dit bedrag gebruiken om, rekening houdend met de wetgeving op overheidsopdrachten, aankopen te kunnen doen in functie van het verder uitbouwen van het Talentencentrum. Het departement Ontwikkeling en Educatie stelt daarom voor om een budget van 30.000 EUR te verschuiven van Toegestane werkingssubsidies RN - 2014000393 – 2014/64900000/16/0869. Toegestane subsidies naar Uitbetaling dotatie RN 2014000315 – 2014/64900000/16/0869. Het gaat om een nuloperatie voor het provinciaal budget 2014. In dit verslag wordt de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. Exploitatie Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie worden verminderd met 30.000 EUR. Het gaat om uitgaven voor subsidies rond onderwijsflankerend beleid onder de budgetsleutel 0869/64900000 (2014000393). In de doelstellingennota komt dit op pagina 13 van de 38 BDS Ontwikkelen van een flankerend onderwijsbeleid ter bevordering van gelijke onderwijskansen, een betere studiekeuze en een goede aansluiting van het onderwijs bij de arbeidsmarkt voor de scholen van alle netten in de provincie Antwerpen. AP Er wordt geïnvesteerd in de uitbouw van een regierol inzake flankerend onderwijsbeleid, daarbij wordt zowel ingezet op de interne regie als de externe regie. A We bouwen een subsidiebeleid uit waarmee we een effectieve ondersteuning beogen van de inhoudelijke speerpunten uit het provinciaal flankerend onderwijsbeleid. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie worden vermeerderd met 30.000 EUR. Het gaat om uitgaven voor de uitbouw van het
176
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Talentencentrum in het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle (verhoging dotatie) onder de budgetsleutel 0869/64900000 (2014000315). In de doelstellingennota komt dit op pagina 16 van de 38 BDS Voor vormingsactiviteiten, voornamelijk in de non-profitsector en het onderwijs, willen we voldoende, betaalbare en kwalitatieve infrastructuur en materiaal ter beschikking stellen AP Aanbieden van infrastructuur en accommodatie voor vormingsactiviteiten in het Provinciaal Vormingscentrum Malle A Uitbetaling dotatie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie, bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermindering van transactiekrediet 2014 met 30.000 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie, bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 30.000 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.
177
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/13 van de agenda Budget 2014. Vijfde reeks wijzigingen. Aanpassing van de dotaties van de autonome provinciebedrijven APB Provinciaal Vormingscentrum Malle (PVM), APB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (ZM), APB Fotomuseum Provincie Antwerpen (FM), APB ModeMuseum Provincie Antwerpen (MOMU) en APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA) en het extern verzelfstandigd agentschap privaat met vzw-structuur EVAP Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen (PCMA). Goedkeuring. Verslag van de deputatie Naar aanleiding van de vijfde reeks wijzigingen aan het budget 2014 werd door de deputatie in zitting van 6 november 2014 beslist tot het overhevelen van bepaalde kredieten van het provinciale budget naar het budget van de autonome provinciebedrijven (APB’s) en de extern verzelfstandigde agentschappen privaat met vzw-structuur (EVAP’s) of omgekeerd. In het provinciale budget worden de verminderingen respectievelijk vermeerderingen van de kredieten tegengewogen door het verhogen respectievelijk verlagen van de dotatie aan enkele provinciebedrijven in het initiële budget van 2014. Het evenwicht van het budget blijft evenwel bewaard. De wijzigingen in de budgetten van de respectievelijk autonome provinciebedrijven en extern verzelfstandigde agentschappen privaat met vzw-structuur dienen voorgelegd te worden aan de provincieraad. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 194 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie,
178
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van kredietvermeerderingen en/of –verminderingen bij de vijfde reeks wijzigingen aan het budget 2014 voor de autonome provinciebedrijven APB Provinciaal Vormingscentrum Malle (PVM), APB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (ZM), APB Fotomuseum Provincie Antwerpen (FM), APB ModeMuseum Provincie Antwerpen (MOMU) en APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA) en het extern verzelfstandigd agentschap privaat met vzw-structuur EVAP Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen (PCMA). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 67 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 4 leden hebben nee gestemd; 14 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 4 stemmen nee en 14 onthoudingen.
179
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
180
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
181
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
182
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
183
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
184
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
185
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/14 van de agenda Budget 2014. Evenwicht na de vijfde reeks wijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Naar aanleiding van de vijfde reeks wijzigingen aan het budget 2014 werd door de deputatie in zitting van 13 november 2014 beslist tot het wijzigen van enkele kredieten op het budget voor het jaar 2014. Het evenwicht van het budget blijft bewaard. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 13 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van vermeerderingen en verminderingen van kredieten door de vijfde reeks wijzigingen aan het budget 2014. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 67 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 12 leden hebben nee gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 12 stemmen nee en 6 onthoudingen.
186
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
187
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
188
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
189
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
190
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
191
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
192
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
193
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
194
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
195
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
196
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
197
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
198
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
199
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/15 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. De Blauwe Halte. Bouwen van een toeristisch belevingspunt met integratie van historische relicten. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor de ontwerpopdracht voor het bouwen van een toeristisch belevingspunt met integratie van historische relicten bij het project De Blauwe Halte in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze opdracht voor diensten voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, inventaris, kostenraming en plannen. De opdracht omvat de studieopdracht en het ontwerp van een toeristisch belevingspunt met faciliteiten voor de multimodale toerist, waarbij bestaande historische relicten dienen geïntegreerd te worden in het nieuwe project. Het project omvat in hoofdzaak: - het realiseren van een nieuwbouwproject volgens het programma van eisen. - het integreren van de bestaande historische relicten van de ringoven en schouw. Als wijze van gunnen van deze opdracht voor diensten wordt de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking voorgesteld. De inschrijvers wordt gevraagd een visie op het project in te dienen. Het programma van eisen omvat een concrete opgave van de te realiseren functies met hun oppervlakte, inrichting en onderlinge relaties, evenals een inkadering in het grotere geheel van het Streekverhaal Rupel. Het concrete programma dient te bestaan uit twee overkoepelende functies: - een toeristisch belevingspunt: een toeristisch onthaal en horecazaak waarin een museale invulling verweven zit. De restanten van de ringoven en schouw dienen hierin geïntegreerd te worden; - faciliteiten voor de multimodale toerist: fietsenverhuurpunt, fietsenherstelplaats en verkoopplaats van kleine benodigdheden voor fietsers, wandelaars en skaters. In het bijzonder bestek wordt aangegeven dat het budget voor de realisatie van het project 1.000.000,00 EUR incl. btw en excl. erelonen bedraagt. In de meerjarenbegroting is het nodige krediet voorzien. De kostenraming van deze diensten bedraagt 123.966,94 EUR + 26.033,06 EUR (21 % btw) = 150.000,00 EUR. De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de opdracht voor diensten de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen.
200
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Het ontwerp is elektronisch beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor de ontwerpopdracht voor het bouwen van een toeristisch belevingspunt met integratie van historische relicten bij het project De Blauwe Halte in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor de ontwerpopdracht voor het bouwen van een toeristisch belevingspunt met integratie van historische relicten bij het project De Blauwe Halte in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt als wijze van gunnen van deze opdracht voor diensten de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast. VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Dank u wel, voorzitter, dat ik even iets mag zeggen. We kunnen natuurlijk niet tegen iets zijn dat blauw is, maar wij vrezen dat dit een dossier is dat weer in bont en blauw zou kunnen eindigen. In de meerjarenbegroting stond er dus dat het 1.650.000 EUR kost. Dankzij een verfijning, zoals men het verwoordt in de commissie, zou dat dus nu 1 miljoen EUR kosten. Op zich is daar niets mis mee, behalve dat wij nog geen duidelijk beeld hebben van wat die ontwerpopdracht juist inhoudt en hoe dat die vorm gaat krijgen. Maar op mijn vraag waarom dat het dan in de meerjarenbegroting ook op 1.650.000 EUR wordt behouden zei men dat men toch nog enige reserve wou incalculeren voor het geval dat die ontwerpopdracht vergroot of verruimt. Bij mijn weten is zo’n ontwerpopdracht met de architect of met de ontwerper een contractstuk waar je niet zomaar van dat 1 miljoen EUR, 1.650.000 EUR kunt maken zonder dat die architect aan dat contract, aan zijn financieel engagement ook iets zou wijzigen. Vandaar om al die reden, toch wel enigszins de onduidelijkheid over het ontwerp en over de ontwerpopdracht, en anderzijds onduidelijkheid over die 1 miljoen EUR of die 1.650.000 EUR, zouden wij graag het dossier verdaagd zien naar de volgende raad. VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord. Mevrouw VAN HOFFELEN.- Ik had de vraag ook al gesteld in de commissie om dat te bespreken, maar er was gewoon te weinig tijd. Het was dus niet mogelijk om dat op een grondige manier te bespreken. Daarom is het ook nogal moeilijk om vandaag dat punt goed
201
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
te keuren. Er is gisteren in het Vast bureau meer informatie gevraagd. Dat ging per mail toekomen. Dat is dan vanmiddag om 12.30 uur toegekomen. Dat is een beetje laat om dat nog grondig door te nemen. Dus wij gaan ons onthouden op dat punt, en wij zouden toch graag hebben dat in het vervolg die informatie een beetje vroeger komt als het om één of andere reden niet op die commissie tijdig kan besproken worden. Wij zullen ons eventueel aansluiten bij de collega’s van de open vld om het punt te laten verdagen, want er is teveel onduidelijkheid, ook over het project zelf. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Wij steunen de vraag voor de verdaging van dit punt en meer uitleg. Tenslotte gaat het over een verschil van 50.000 EUR. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik zou eerst antwoord willen geven op het feit dat er wordt gezegd dat er geen tijd is geweest in de commissie. Dat argument klopt niet. U kunt van mij ook niet verwachten dat ik bijvoorbeeld de meerjarenbegroting van buiten ken, die is trouwens al zeer vele malen gewijzigd. Ik geef wel toe dat wij op één vraag, waarom het nu 1 miljoen is en geen 1,6 miljoen, niet onmiddellijk konden antwoorden. Ik heb daaruit geleerd dat ik misschien voor dergelijke dossiers toch ook iemand van de dienst DIN naar mijn commissie moet halen. Maar ik begrijp niet goed wat het probleem is. Als men op de dienst een inschatting maakt, en een verfijning van die schatting, en men denkt met minder geld dat project te kunnen realiseren, begrijp ik niet goed wat dan het probleem is. Het is niet de gewoonte om die meerjarenbegroting, telkens men een raming doet, onmiddellijk aan te passen. We zullen trouwens ook nog de raming moeten afwachten. Wat de studiekosten betreft is het geen wet van Meden en Perzen dat het per se 10% moet zijn. Het is een vrij complex dossier, en men schat dus in dat die studie inderdaad meer dan 10% zou kunnen bedragen van het bedrag dat we gaan besteden. Ik denk dat als u de bijlage leest, die is 50 bladzijden dik, dat zeer gedetailleerd wordt omschreven waarover het gaat en wat de bedoeling is. Het is een toeristisch project dat perfect past in het toeristisch strategisch plan van de regio Scheldeland. Het is ook in lijn met wat in de beleidsnota staat van minister Weyts, en de thema’s die daarin staan rond toeristische ontwikkeling. Namelijk één van die vier thema’s is te water, recreatie, en alles wat daarmee te maken heeft stimuleren. Dat dossier heeft inderdaad ook met dat water te maken. Ook de aanlegkade wordt binnenkort aangepast. Het is ook een perfect middel om meer mensen nog naar daar te krijgen, meer info te geven over de streek, en over de mogelijkheden die de streek biedt, over De Schorre en zijn activiteiten. Ik denk dat in een streek dat economisch een reconversie kan gebruiken dat dit dossier daar perfect in past. Het verbaast me dus wel een beetje dat daar ook inhoudelijk vragen over gesteld worden. We hebben inderdaad heel wat investeringen geschrapt, maar we denken dat dit, binnen de budgetten die wij hebben in de provincie, een zeer verantwoorde investering is.
202
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord. Mevrouw VAN HOFFELEN.- Mijnheer Peeters, ik stel eerst en vooral geen inhoudelijke vragen. Ik stel mij alleen maar de vraag waarom ik de informatie die ik vanmiddag om half één heb gehad niet vroeger heb gehad. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Die informatie die u gekregen hebt zit allemaal bij het stuk zoals het is ingediend, het ganse bestek, 50 bladzijden lang, plus een serie bijlagen. Mevrouw VAN HOFFELEN.- Het dossier is niet op deze manier kunnen besproken worden op de commissie. Het spijt mij, er was geen tijd. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Wij hebben in de commissie waar dat het bestek en dergelijke moet besproken worden daar aandacht aan besteed. Mevrouw Michielsen heeft de vragen gesteld. Ik denk dat men hier compleet spijkers op laag water zoekt. Ik begrijp dat er enige verwarring is, maar ook het ereloon is geen percentage van wat finaal de werken gaan kosten. Het ereloon is een vaste prijs. De ontwerper kan wel bedingen. De mogelijk kandidaat-ontwerpers kunnen zelf een voorstel van percentage doen met betrekking tot datgene wat ze wensen uit te voeren. Maar hun prijs is een element in de vraag of dat het al dan niet aan hen gegund wordt. VOORZITTER.- De heer Cuyt heeft het woord. De heer CUYT.- Voorzitter, ik begrijp ook niet wat het probleem van de tijd is. Ik weet dat de directeur van De Schorre niet expliciet perfect kon antwoorden op alle vragen die zijn gesteld. Dat klopt, maar we konden dat terugvinden in de stukken die er waren. Tijdsgebrek is geen argument, want ik ga het nog eens herhalen. Ik had een afspraak voor mijn werk om 6 uur in Brussel, en ik ben tot 6 uur gebleven op de commissie. Want er is ruim de tijd genomen om alles te beantwoorden. Het stukje waar u naar verwees kon inderdaad niet meer worden beantwoord, maar er is beloofd om dat over te maken en dat is gebeurd. VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord. Mevrouw VAN HOFFELEN.- U hebt zelf gezegd dat u tot 6 uur bent gebleven. Ik heb u nergens verweten dat u vroeger bent doorgegaan of dat u ergens naartoe moest gaan. U hebt zelf voorgesteld dat het volgende week ging besproken worden op de commissie, dat het dan ten gronde uitgediscussieerd kon worden. Zo is het toch gezegd, niet? De heer CUYT.- Ik heb mij geëngageerd dat er naar de toekomst toe, als er vorderingen waren in het dossier, dat we dat expliciet zouden blijven behandelen. Ik heb ook gezegd dat punten die besproken waren op deze commissie, en als er nog vragen over waren of dat
203
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
de slides waren toegezonden naar de commissieleden, dat die perfect nu maandag ook zouden kunnen behandeld worden voor de begrotingsbesprekingen aan te vatten. Dat is het engagement dat ik als voorzitter heb genomen. Mevrouw VAN HOFFELEN.- Dat is juist, en ik heb daar ook op geantwoord dat het moeilijk is om een punt vandaag te stemmen dat nog volgende week moet besproken worden. VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Ik zit nog altijd met de vraag of een verschil van 1 miljoen EUR zoals in de ontwerpopdracht is gestipuleerd, en de mogelijkheid zoals dat op de commissie werd toegelicht dat het eventueel zou uitgebreid worden naar een 1.650.000 EUR, geen probleem zou vormen. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Als er 1,6 miljoen EUR voorzien is, en uit de studie blijkt dat het met een 1 miljoen zou toekomen, dan kunnen wij maximum gaan tot 1,6 miljoen. Maar als wij denken dat wij het met minder kunnen doen, wat is dan het probleem? Dat snap ik eigenlijk niet goed. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, collega’s, Ofwel vraagt men aan een ontwerper een ontwerp voor een ramingsbedrag van 1 miljoen EUR, ofwel vraag men een ontwerp voor een ramingsbedrag van 1,6 miljoen EUR. Maar ik denk dat je dat op voorhand wel moet vastleggen of moet verfijnen. Ik heb ook de mail gezien van mijnheer De Bel. Dat is een heel grove raming. Ik zeg niet dat die verkeerd is, maar die is wel heel ruw. Als het dan toch gaat over een complex gegeven, dan stel ik toch voor dat die raming een beetje wordt uitgebreid, de diensten zijn daar volledig bij machte om dat te doen, en dat je het dan in de markt zet voor een ontwerper. VOORZITTER.- De heer Röttger heeft het woord. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Collega’s, ik denk dat u ook hier moet uitgaan van een vork. Zoals gezegd zijn er een aantal parameters niet gekend op die site. Er zitten een aantal gebruikers. Er zijn delen die semi openbaar zijn. Er zijn delen die privé zijn. Het is een half bedrijventerrein, half toeristische site, gelegen aan de Rupel. Er zitten een aantal erfgoedelementen in waarvan men vandaag niet weet of dat die hergebruikt gaan kunnen worden. Wij zouden dat natuurlijk graag willen, maar dan zult u zien dat daar uiteraard ook kosten bijkomen. Hoe moet dan die onthaalinfrastructuur georganiseerd worden? Het is duidelijk welke volumes dat er zijn, en daar kan je ramingen van maken hoe die daar moeten ontstaan. Maar hoe die dan concreet op die site ingepland worden, en het overleg dat daar
204
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
nodig is, daarvan denk ik dat het een deel van de complexiteit is, en eerlijkheidshalve ook een deel van de kostprijs zal bepalen. Dus het zal aan de creativiteit van de ontwerper en het overleg en de bereidheid van alle partners afhangen waar we finaal gaan eindigen. VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Dank u, voor de uitleg, maar het is geen juridische uitleg. De juridische uitleg luidt, en dat vindt u in het bestek dat u dan voorlegt aan de ontwerper, dat daar staat onder prijsherziening: op de opdracht is geen prijsherziening van toepassing. Ofwel pas je dan die opdracht aan en zeg je dat er een mogelijkheid is tot prijsherziening als de opdracht blijkt uitgebreid te worden, ofwel ga je met dit door en dan zit je met een opdracht van 1 miljoen EUR en is er in de meerjarenbegroting weer ruimte van 650.000 EUR dat mag geschrapt worden en eventueel aan iets anders mag worden besteed, maar dat ik dan wel wil aangepast zien bij de begroting die we volgende maand gaan goedkeuren. VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Er komt hier nu een nieuw feit dat ik niet wist, en dat ik ook in de commissie gevraagd heb. Dat nieuw te bouwen ontmoetingscentrum, of hoe je het ook mag noemen, gebeurt op provinciale gronden. Dat is mij zo meegedeeld. Ik hoor nu van gedeputeerde Röttger: er zijn erfgoedelementen, dit is deels privé. Gaat datgene wat we gaan bouwen over gronden die we nog moeten aankopen, want dat heb ik expliciet gevraagd, die gronden zijn van ons. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Die zijn van ons en er lopen erfpachten op. De heer VOLLEBERGH.- Ja, maar dan hebben ze dat wel niet gezegd op de commissie. Men moet wel alle informatie meegeven. Ik heb er expliciet naar gevraagd. VOORZITTER.- Ik stel dan voor om eerst te stemmen over de verdaging van dit punt. Wie ja stemt is voor de verdaging van dit punt. Wie neen stemt is tegen de verdaging. Dan leg ik de verdaging van dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 68 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 19 leden hebben ja gestemd; 49 leden hebben nee gestemd. Het voorstel tot verdaging wordt verworpen met 49 stemmen tegen, bij 19 stemmen voor.
205
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Wij zullen tegenstemmen, niet zozeer tegen het project, maar wel tegen het bestek. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, eigenlijk is alleen de naam goed aan dit project. De rest moeten wij nog afwachten. VOORZITTER.- Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 68 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 13 leden hebben nee gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 13 stemmen nee en 6 onthoudingen. VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/16 en 4/17 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 4/16 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Malle. Provinciaal vormingscentrum. Renovatie gevels hoofdgebouw. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de meerjarenplanning werd een krediet voorzien voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de gevels van het hoofdgebouw van het provinciaal vormingscentrum te Malle. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze opdracht voor diensten voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, inventaris en kostenraming. De gebouwen van het provinciaal vormingscentrum ondergingen in de voorbije jaren al diverse werken om het gebouw duurzaam te renoveren om het aan de hedendaagse prestatie- en comforteisen te laten voldoen. De belangrijkste recente renovaties om dit te bewerkstelligen waren: 2009 – vernieuwen dakbedekking en thermische isolatie; 2010 - renovaties divers buitenschrijnwerk; 2011 – renovatie dak polyvalente zaal; 2012 – renovatie daken hoofdgebouw.
206
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Volgend op de renovatie van de daken, waarbij de dakbedekking werd vernieuwd en thermische isolatie werd aangebracht, is het aangewezen om nu de gevels van het hoofdgebouw grondig en duurzaam te renoveren, zodat de volledige gebouwschil voldoet aan de hedendaagse prestatieniveaus met betrekking tot thermische isolatie, luchtdichtheid, etc. Het gebouw dateert van begin jaren 1970 en is opgetrokken uit een betonnen structuur, de gevels bestaan uit betonnen panelen en het buitenschrijnwerk is uit hout en of staal. Het hoofdgebouw vertoont de volgende problemen: de betonstructuur en de draagstructuur van het buitenschrijnwerk lopen door van binnen naar buiten, waardoor er een aanzienlijk aantal koudebruggen zijn waarlangs warmteverlies optreedt; het buitenschrijnwerk is verouderd en sluit op bepaalde plaatsen niet goed, waardoor eveneens warmteverlies plaatsheeft en tocht wordt gecreëerd; het buitenschrijnwerk is op bepaalde plaatsen niet meer waterdicht, waardoor regelmatig regenwater binnen lekt, zoals bijvoorbeeld in de gaanderijen; een groot aantal lokalen worden geventileerd door middel van raamroosters in het bestaande schrijnwerk, die niet meer voldoen om een ventilatieniveau conform de huidige normering te garanderen. De ontwerper zal een doorgedreven voorstudie opmaken tijdens de fase voorontwerp, waarin de verschillende mogelijkheden met betrekking tot de gevelrenovatie worden afgetoetst, dit zowel met betrekking tot technische voorstellen, mogelijke thermische isolatie- en energieprestatieniveaus, als met betrekking tot kostprijs-technische afweging ten opzichte van de beschikbare budgetten opgenomen in de meerjarenplanning. De werken kunnen onder andere omvatten (niet-limitatief): buitenschrijnwerk (ramen, bovenlichten, deuren en schuifdeuren) vervangen beglaasde gaanderijen vervangen; gevelbekledingen aanbrengen en of aanpassen; thermische isolatiewerken; dakwerken en dakaansluitingen in functie van nieuw buitenschrijnwerk; regenwaterafvoeren en aanhorigheden; betonherstellingen waar nodig; natuurlijke ventilatie lokalen; gevelreiniging en of fixatiecoatings; etc. In het verleden werden de daken reeds grondig gerenoveerd (thermische isolatie, dakranden en dakdichtingen), waarbij rekening werd gehouden met een eventuele isolatielaag op de bestaande gevels. De ontwerper zal rekening dienen te houden met de reeds uitgevoerde renovatiewerken. De ontwerper zal tevens, rekening houdende met de voorstellen voor de renovatie van de gevels, voorstellen doen om de ventilatie van lokalen kwalitatief te verbeteren en te garanderen, dit zowel met betrekking tot technische voorstellen, prestatieniveaus, als met betrekking tot kostprijs-technische afweging ten opzichte van de beschikbare budgetten. De werken kunnen onder andere omvatten (niet-limitatief): analyse bestaande installaties;
207
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
vervangen bestaande installaties; natuurlijke ventilatie met raamroosters; raamroosters gekoppeld met mechanische ventilatie; etc.
De werken zullen gefaseerd worden uitgevoerd zodat het provinciaal vormingscentrum kan blijven functioneren, rekening houdende met de beschikbare budgetten opgenomen in de meerjarenplanning en met eventuele andere werken die gepland worden in het provinciaal vormingscentrum. Het totale budget voor de realisatie van het project bedraagt 2.625.000,00 EUR, incl. btw, en is onderverdeeld in de volgende fasen in overeenstemming met de jaarbudgetten: uitgaven 2016: 525.000,00 EUR incl. btw; uitgaven 2018: 1.100.000,00 EUR incl. btw; uitgaven 2020: 1.100.000,00 EUR incl. btw. De kostenraming van deze opdracht voor diensten bedraagt 174.000,00 EUR + 36.540,00 EUR (21% btw) = 210.540,00 EUR. De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de opdracht voor diensten de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen. Het ontwerp is elektronisch beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van een krediet voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de gevels van het hoofdgebouw van het provinciaal vormingscentrum te Malle; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de gevels van het hoofdgebouw van het provinciaal vormingscentrum te Malle, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt als wijze van gunnen van deze opdracht voor diensten de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
208
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 4/17 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van het provinciedecreet. Raamovereenkomst bodemonderzoeken 2013-2018. Lastvoorwaarden en wijze van gunnen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Verscheidene diensten van de provincie Antwerpen dienen op regelmatige basis bodemonderzoeken te laten uitvoeren: dienst Infrastructuur en Vastgoedbeheer, dienst Waterbeleid, dienst Mobiliteit, dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid. Een deel van deze onderzoeken gebeurt in het kader van grotere projecten en wordt binnen deze projecten uitgevoerd volgens de bepalingen van de overkoepelende overheidsopdracht. Een ander deel van deze bodemonderzoeken kadert niet in een groter project en wordt sinds 2011 uitgevoerd binnen een raamovereenkomst. De tweede categorie zijn vooral oriënterende bodemonderzoeken die uitgevoerd moeten worden door bodemsaneringsdeskundigen die daartoe erkend zijn in type I. Het Provinciaal Instituut voor Hygiëne is erkend als bodemsaneringsdeskundige type I en voert regelmatig en tot algehele tevredenheid bodemanalyses uit voor verscheidene provinciale diensten. Zoals uit overleg met het PIH blijkt, mag het PIH echter geen bodemonderzoeken uitvoeren voor de diensten van de provincie Antwerpen wanneer de provincie belanghebbende partij is bij het afleveren van een attest. Voor het uitvoeren van analyses op de stalen van bodemonderzoeken vormt voorgaande tegenwerping geen probleem. Het PIH mag en kan dus wel de analyses uitvoeren op de stalen die in het kader van de oriënterende bodemonderzoeken worden genomen. Volgend op bovenstaande bestaat nog steeds de noodzaak om een raamovereenkomst af te sluiten met een erkend bodemsaneringsdeskundige type I voor het uitvoeren van oriënterende bodemonderzoeken voor de diensten van de provincie Antwerpen. In samenspraak met de belanghebbende diensten werd er besloten om één overkoepelende overheidsopdracht te plaatsen om deze dienstverlening gedurende een periode van vier jaar op afroep te laten uitvoeren door éénzelfde bodemsaneringsdeskundige. Het uitvoeren van de bodemanalyses wordt zoals in het bestek beschreven verplicht uit de scope van de overheidsopdracht gehaald en wordt steeds uitgevoerd door het PIH. De dienst Overheidsopdrachten en Juridische Ondersteuning plaatst de overheidsopdracht met medewerking van de dienst Infrastructuur en Vastgoed, afdeling Portefeuillebeheer. Het technisch beheer van de uitvoering van de overheidsopdracht en het beheer van de kredieten zal gebeuren door de afdeling Portefeuillebeheer. De waarde van de opdracht wordt op basis van het gemiddeld jaarlijks budget voor oriënterend bodemonderzoek in het verleden geraamd op 100.000 EUR exclusief btw per jaar. Dit resulteert in een basisraming van 400.000 EUR exclusief btw voor de ganse looptijd van de opdracht. Om eventueel gebruik van deze opdracht voor projecten van ander diensten mogelijk te maken wordt een totale raming van 500.000 EUR exclusief btw vooropgesteld voor deze opdracht.
209
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Om de ingediende offertes te kunnen beoordelen aan de hand van meerdere gunningscriteria, stelt DOJO voor om de overheidsopdracht te gunnen via de open offerteaanvraag. De opdracht zal gegund worden aan de economisch meest voordelige inschrijver op basis van volgende gunningscriteria: - prijs 60% - team 25% - case study 15% Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014 Het bestek is digitaal beschikbaar. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet Overwegende dat het noodzakelijk is een overeenkomst af te sluiten met een erkend bodemsaneringsdeskundige categorie I voor het uitvoeren van oriënterende bodemonderzoeken voor de diensten van de provincie Antwerpen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Het bestek voor de raamovereenkomst bodemonderzoeken 2014-2018 wordt goedgekeurd. Als wijze van gunnen van deze opdracht wordt de open offerteaanvraag vastgesteld. VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord. Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Ik vond in de documenten een interessante passage terug die toch wel vragen deed oproepen. Het provinciaal instituut voor Hygiëne is erkend als bodemsaneringsdeskundige type 1 en voert regelmatig, en tot algehele tevredenheid bodemanalyses uit voor verscheidene provinciale diensten. Zoals uit overleg met PIH blijkt mag het PIH echter geen bodemonderzoeken uitvoeren voor de diensten van de provincie Antwerpen wanneer de provincie belanghebbende partij is bij het afleveren van een attest. Ik kan dat begrijpen, maar ik ben alleen wel een beetje verward wat nu juist het beleid is van de provincie inzake zulke dossiers, omdat we hier vorige week hebben gediscussieerd over een intern schattingsverslag. Daar zijn dan blijkbaar geen problemen mee als een ambtenaar daar is. Dus ik zou graag wat verduidelijking willen over welk beleid de provincie hanteert wanneer ze haar eigen ambtenaren werk laat doen waarin ze zelf betrokken partij is, als het over zo’n zaken gaat. VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
210
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik denk dat wij hier enkel de decreetgeving uitvoeren, en dat er een verschil moet zijn wat dit betreft tussen rechter en partij. Dat is zo geregeld. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 4/16 en 4/17 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 68 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 67 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 67 stemmen ja, bij 1 onthouding. De heer RÖTTGER deelt mee dat zijn onthouding als een ja-stem is bedoeld.
211
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
5. Onderwijs en jeugd Nr. 5/1 van de agenda DOE-Flankerend Onderwijsbeleid. Verdeling van machtigingskrediet 731/640- subsidie flankerend onderwijsbeleid, budget 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2014 was onder machtigingskrediet 731/640 – toegestane subsidieseen budget beschikbaar van 193.205,00 EUR voor het voeren van een provinciaal flankerend onderwijsbeleid. Via een budgetwijziging werd reeds een bedrag van 730,28 EUR overgeheveld om de subsidie aan Provinciaal onderwijs Vlaanderen te kunnen betalen. Via een herschikking van kredieten werd een budget van 40.000 EUR overgeheveld naar exploitatiekosten om de lonen van de gedetacheerden te kunnen betalen. In de zitting van 22 mei 2014 en 25 september werd door de provincieraad reeds ingestemd met de verdeling van respectievelijk 85.000 EUR en 21.655 EUR van het budget en bleef er een saldo ter beschikking van 85.819,72 EUR. De deputatie stelt voor om dit krediet als volgt te verdelen: -
6.000 EUR aan de Scholengemeenschap Progemfor voor het project Mentorant 9.000 EUR aan RTC Antwerpen vzw voor de administratieve ondersteuning van diverse projecten
Via budgetwijziging worden volgende middelen herschikt: -
30.000 EUR wordt overgedragen naar het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle in functie van de verdere uitbouw van het Talentencentrum.
Indien uw raad hiermee instemt, bedraagt het saldo op het machtigingskrediet 731/640 voor het voeren van een provinciaal flankerend onderwijsbeleid nog 819,72 EUR. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het budget 2014 van de provincie Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet, Gelet op het voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt om het budget 2014, van het machtigingskrediet 731/640, toegestane subsidies – subsidies met betrekking tot flankerend onderwijsbeleid, als volgt aan te wenden:
212
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
-
6.000 EUR aan Scholengemeenschap Progemfor voor het project Mentorant 9.000 EUR aan RTC Antwerpen vzw voor de administratieve ondersteuning van diverse projecten 30.000 EUR aan het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle in functie van de uitbouw van het Talentencentrum.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 68 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 68 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 68 stemmen ja.
213
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
6. Energie, communicatie en ICT Nr. 6/1 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet. Aanstellen netwerkintegrator. Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering: In de zitting van 1 juli 2010 heeft de deputatie een opdracht voor netwerkintegrator van de dienst ICT (systemen en applicaties) toegewezen aan nv NextiraOne te Zaventem. Deze opdracht is in 2013 verlengd met een periode van 2 jaar. Omdat het servicemodel dat in deze opdracht gebruikt wordt onder de huidige omstandigheden niet meer optimaal werkt, wenst het departement ICT niet in te gaan op de 2de verlenging van dit contract en wil deze opdracht terug op de markt zetten. De analyse van de huidige situatie en de oplijsting van de toekomstige noden hebben enige tijd in beslag genomen, zodat op dit ogenblik de timing voor het tijdig kunnen gunnen (ten laatste in mei 2015) van de overheidsopdracht zeer strak geworden is. Daarom heeft het departement op 23 oktober 2014 aan de deputatie gevraagd om de opdracht reeds te mogen publiceren. In samenwerking met de firma With werd er intensief gewerkt aan een nieuw bestek voor een contract met een nieuwe netwerkintegrator. Dit contract omvat het beheer, onderhoud en ondersteuning van de netwerk omgeving, netwerksecurity omgeving en telefonie omgeving van de provincie Antwerpen. Tevens moet het contract de mogelijkheid omvatten tot vernieuwing en migratie van de netwerk en van de netwerksecurity omgeving in het kader van het nieuwe Provinciehuis en vervanging van materialen en oplossingen volgens levensduurte in de verschillende locaties in de provincie. Omdat continuïteit van de dienstverlening op vlak van netwerk en netwerksecurity uiterst belangrijk is en de overname van de bestaande apparatuur door een nieuwe integrator niet eenvoudig te verwezenlijken is, wordt er gekozen voor een voldoende lange looptijd van de opdracht met een initiële vaste looptijd van 4 jaar om de laureaat de kans te geven om zijn opstartinspanningen af te schrijven en 2 opeenvolgende periodes van telkens 1 jaar om de provincie toch de nodige flexibiliteit te waarborgen. De maximale looptijd van de opdracht bedraagt dus 6 jaar, van 2015 tot 2020. Raming van de omvang van het contract: De opdracht bestaat uit 3 delen: Deel A - Recurrente dienstverlening (basis): 1. Correctief en preventief onderhoud (incl. maintenance van de fabrikant) leveren op bestaande en nieuwe infrastructuur componenten van netwerk en netwerk security omgeving, en voor bestaande telefonie tot na de volledige migratie.
214
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
2. Leveren van support diensten bij incidenten en problemen op de omgeving, zowel ter plaatse op de verschillende locaties van de Provincie Antwerpen, als vanop afstand. 3. Regulier leveren van technisch advies en design voor de verbetering en vernieuwing van de netwerk en netwerksecurity omgeving op basis van technische marktevoluties en gangbare praktijken in de markt. 4. Uitvoeren van reguliere standaard wijzigingen op de omgeving, op aanvraag van DICT. 5. Uitvoeren van monitoring op de te beheren omgeving. 6. Uitvoeren van opdrachten in regie met betrekking tot de scope van de omgeving. 7. Reguliere rapportering en overleg met als doel de kwaliteit van de diensten op te volgen en de samenwerking aan te sturen. 8. Opzetten van publieke wifi (ie.hotspots) naast de administratieve netwerken in de verschillende provinciale locaties. Deel B - Project dienstverlening (op afzonderlijke bestelling) Leveren van design en advies, installatie en configuratie activiteiten bij vernieuwing (lifecycle management) of uitbreiding van de netwerk en netwerk security omgeving van de Provincie Antwerpen. Deel C - Aankoop en levering van netwerk en netwerksecurity infrastructuur en diensten (op afzonderlijke bestelling) Het raamcontract voorziet de mogelijkheid om via de leverancier nieuwe netwerk en netwerk security oplossingen aan te schaffen en installeren door de opdrachtnemer, in het bijzonder voor de inrichting van het nieuwe Provinciehuis. Binnen het budget van DICT en het meerjarenplan is hiervoor 1.200.000 EUR excl. BTW voorzien voor de recurrente kosten. Dit komt neer voor de ganse periode op een budget van 7.200.000 EUR. Voor de inrichting van het nieuwe provinciehuis en de aankoop en levering van netwerk en netwerksecurity infrastructuur is voor de ganse periode een budget voorzien van 1.300.000 EUR. Deze raming wordt gebruikt voor budgetplanning en voor de procedure overheidsopdracht en houdt geenszins een verplichting in. Binnen het kader van de opdracht kan dus nog geoptimaliseerd worden. Overheidsopdracht Het departement ICT stelt voor de opdracht te gunnen via een onderhandelingsprocedure met bekendmaking in toepassing van artikel 26 §2 3° van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten. De technische basisvereisten kunnen weliswaar opgenomen worden in het bestek, maar de concrete uitwerking van de dienstverlening, de gebruikte technologieën en de SLA’s kunnen enkel in overleg met de inschrijvers op ondubbelzinnige en vergelijkbare wijze uitgewerkt worden. De opdracht wordt getypeerd als een overheidsopdracht van diensten. De serviceverlening is niet alleen financieel, maar ook inhoudelijk het belangrijkste aspect. Technologie en hardware zijn onontbeerlijke maar ondergeschikte elementen.
215
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
selectiefase In een eerste fase van de procedure kunnen geïnteresseerde bedrijven een aanvraag tot deelneming indienen. De voorwaarden voor selectie van de kandidaten zijn opgenomen in de selectieleidraad. Omdat het aantal bedrijven dat deze opdracht aankan klein is, wordt geen beperking in het aantal te selecteren kandidaten opgenomen in de selectieleidraad. De selectieleidraad stelt strenge criteria voor wat betreft de technische draagkracht van de kandidaten. Zo worden drie algemene referenties gevraagd van vergelijkbare opdrachten, twee projectreferenties van studie, design en implementatie van een volledige LAN infrastructuur voor een 500-tal medewerkers in een centrale site, twee projectreferenties voor wat betreft netwerk security en moet de kandidaat aantonen dat hij over voldoende lokale, Nederlandstalige medewerkers beschikt om de gevraagde dienstverlening uit te voeren. De kandidaten moeten aantonen dat ze minstens 70% van de opdracht in eigen beheer (zonder onderaanneming dus) kunnen uitvoeren. Ze moeten ook aantonen bekwaam te zijn om de bestaande situatie te kunnen ondersteunen. Aan de kandidaten worden ook eisen gesteld op het vlak van SLA’s, ondersteuning van diverse oplossingen, kwaliteitskeurmerken en personeelsbezetting. gunningsfase Om ervoor te zorgen dat de geselecteerde kandidaten degelijke offertes kunnen indienen worden met deze bedrijven in toelichtingssessie en informatieve werkvergaderingen georganiseerd. De gestelde vragen en de antwoorden van het departement worden achteraf aan alle betrokken partijen meegedeeld. De ingediende offertes worden geëvalueerd en krijgen een score. Op basis van herhaalde onderhandelingsrondes wordt de inhoud van de offertes optimaal afgestemd op onze behoeften en wordt de lijst van potentiële opdrachtnemers meer en meer beperkt. De twee beste inschrijvers krijgen tot slot de kans een ‘best and final offer’ in te dienen, waarna een finale evaluatie plaats vindt. Met de laureaat wordt nog voor de gunning een contractvoorstel uitgewerkt zodat alle modaliteiten van de opdracht netjes samengevat worden. De evaluatie van de offertes zal gebeuren op basis van de gunningscriteria prijs (50%) en technische kwaliteit (50%). Onder technische kwaliteit zijn nog een aantal subcriteria gedefinieerd: Dienstverlening (20%), Technische oplossingen (20%), Service Management en Governance (5%) en Transitiemanagement (5%). Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 13 november 2014. De opdrachtdocumenten zijn digitaal beschikbaar. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet; Overwegende dat voor de periode 2015-2020 het departement ICT nood heeft aan netwerkintegrator voor het provinciale ICT netwerk en netwerksecurity.
216
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Overwegende dat voor de continuïteit van de dienstverlening uiterst belangrijk is dat gekozen wordt voor een vaste periode van 48 maanden die verlengbaar is tot 72 maanden. Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad beslist een overheidsopdracht van diensten in de markt te plaatsen voor een netwerkintegrator voor het provinciale ICT-netwerk over een periode van 72 maanden en met een geraamde kostprijs van 8.500.000 EUR exclusief btw. De provincieraad stelt als wijze van gunnen onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast.
van
deze
opdracht
De provincieraad keurt de opdrachtdocumenten voor deze opdracht goed. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 68 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 68 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 68 stemmen ja.
217
de
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
7. Recreatie, sport en toerisme Nr. 7/1 van de agenda Toerisme. Strategisch Beleidsplan Toerisme in Scheldeland 2014 -2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Het Strategisch Beleidsplan Toerisme in Scheldeland 2014 – 2019 beschrijft de plannen voor het toerisme in Scheldeland voor 2014-2019. Het rapport geeft inzicht in de strategische en operationele doelstellingen, evenals in de geplande acties op het vlak van marketing, productontwikkeling, onthaal en organisatie. Het plan gaat voort waar het vorige strategische plan stopte. Het is het tweede plan voor de jonge toeristische regio Scheldeland. Het vorige plan dient als opstap naar dit plan, dat de ambities verlegt voor de komende jaren. IDEA Consult en Travelmedia schreven dit plan in opdracht van Toerisme OostVlaanderen en Toerisme Provincie Antwerpen. De dagelijkse opvolging en sturing van het plan lagen in handen van Toerisme Scheldeland. Samen met een afvaardiging van Toerisme Vlaanderen en van de steden en gemeenten van Scheldeland maakten zij de stuurgroep uit. De stuurgroep bepaalde aan het begin van het traject de krijtlijnen en beleidsdoelstellingen waarbinnen dit strategisch plan ontwikkeld werd. De uitwerking gebeurde in samenwerking met de steden, gemeenten en andere partners in ‘toerismeparlementen’. Toerisme Scheldeland heeft, net als de steden en gemeenten binnen Scheldeland, beperkte middelen en mankracht. Om het plan haalbaar en realistisch te maken, werd hiermee rekening gehouden bij de opmaak ervan. Niettemin is het voor de slaagkansen van dit plan van groot belang dat de werking en structuur van Toerisme Scheldeland wordt aangepast. Met als grote doel een betere netwerking met de steden, gemeenten en andere partners om een extra omslag te kunnen maken op het vlak van marketing en productontwikkeling. Dit plan focust op Toerisme Scheldeland bij de uitwerking van de doelstellingen en acties voor de komende jaren. Maar het toerisme in Scheldeland wordt niet enkel bepaald door Toerisme Scheldeland. Ook private spelers, steden, gemeenten en de provinciale toeristische organisaties spelen een grote rol en hebben een complementaire werking. Samenwerking is het sleutelwoord van dit plan. Het kan immers alleen maar gerealiseerd worden door een intensieve samenwerking met alle toeristische spelers in Scheldeland. Toerisme Scheldeland wil bestaande samenwerkingsverbanden uitbouwen en nieuwe opzetten, maar vooral alle partners steunen en stimuleren om samen aan de creatieve kar te trekken voor toerisme 2.0 in Scheldeland. Conclusies uit de analyse van het product Scheldeland Op basis van de SWOT-analyses trekken we een aantal conclusies en maken we keuzes. Deze leiden- samen met de positionering - tot de uitgangspunten die het kader vormen voor de ontwikkeling van de strategische visie voor toerisme in Scheldeland.
218
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Deze conclusies en uitgangspunten zijn sterk gericht op focus. Dit is belangrijk gezien de beperkte middelen en mankracht van Toerisme Scheldeland en van het toerisme in Scheldeland in het algemeen. 1. Focus op toerisme Om het toerisme in Scheldeland verder te ontwikkelen, is het van het grootste belang om voor het aantrekken van bezoekers de aandacht los te maken van de eigen regio en de blik naar buiten te richten om bezoekers van buiten de regio aan te trekken. Dit zowel op vlak van marketing (prioritaire focus op aantrekken van bezoekers van buiten de eigen regio) als de ontwikkeling van het toeristisch kernproduct (aanbod dat voldoende aantrekkelijk is voor bezoekers van buitenaf als reason to visit). 2. Focus op vrijetijdstoerisme Binnen toerisme dient vrijetijdstoerisme onderscheiden te worden van zakentoerisme. In de ontwikkeling van deze strategische visie ligt de focus in de eerste plaats op vrijetijdstoerisme en niet op individueel zakentoerisme en MICE. 3. Focus in de organisatie Toerisme Scheldeland is een kleine organisatie. Momenteel is de administratieve druk binnen de werking groot. Proactieve netwerking met persoonlijk contact is eerder uitzonderlijk. Toerisme is echter een beleidsdomein dat sterk afhankelijk is van anderen. Toerisme Scheldeland dient zich dan ook op te stellen als netwerkorganisatie die het toeristisch beleid vorm geeft in samenspraak met tal van partners: zowel met toeristische actoren binnen en buiten Scheldeland, als met diensten en organisaties uit flankerende beleidsdomeinen zoals cultuur en erfgoed, natuur, economie en ruimtelijke ordening. Enkel indien Toerisme Scheldeland deze verschuiving realiseert, kan het huidige plan volledig worden uitgevoerd. De netwerking en marketing dienen hierbij opgehangen te worden aan concrete overkoepelende projecten. Projectwerking dient verschillende doelen: Betrokkenheid van de steden en gemeenten verhogen. De private sector aan boord trekken. In tijden van besparingen en kleinere budgetten is samenwerking en het creëren van schaalgrootte alleen maar belangrijker. Concrete projecten maken duidelijker wat de gemeenten en steden hebben aan hun lidmaatschap van Scheldeland. Toerisme Scheldeland brengt (mogelijke) partners dus bijeen rond concrete projecten. De voorstellen voor deze projecten komen van Toerisme Scheldeland zelf of van de partners. De aanpak van onderuit (bottom-up) is essentieel. Toerisme Scheldeland zal het proces aansturen en coördineren. Toerisme Scheldeland ontwikkelt en stimuleert de ontwikkeling van producten met het oog op de bevordering van verblijfstoerisme. Wanneer Toerisme Scheldeland samenwerkt met partners rond projecten, dan vertrekken deze projecten vanuit de kern van het aanbod: de beleving in al zijn geledingen en aspecten van de rivieren en het water. Een of meerdere hefboomlocaties langs de rivieren zijn steeds betrokken bij deze projecten: Aalst, Berlare, Boom, Bornem, Dendermonde of Wetteren. Ook Ninove en Hamme hebben het potentieel hiertoe.
219
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Binnen de samenwerkingsverbanden is het ook aanbevelenswaardig om soepel om te springen met de grenzen van Scheldeland. Samenwerkingen met Temse, Kruibeke en de ‘bloemengemeenten’ in het Waasland zijn evident, net als met de steden en gemeenten langs de Durme, met deze in de Vlaamse Ardennen of met de aangrenzende kunststeden. 4. Een beperkte focus op onthaal Onthaal is secundair voor Toerisme Scheldeland. De steden en gemeenten nemen hier vandaag al een belangrijke taak voor hun rekening. Bedoeling is dat ze deze rol verder opnemen in de toekomst. De rol van Toerisme Scheldeland met betrekking tot onthaal wordt beperkt tot een aantal coördinerende en ondersteunende taken. 5. Een gefocuste marketing Toerisme Scheldeland zal zijn marktbewerking focussen op het verhogen van de bekendheid van de regio bij potentiële toeristen. De bekendheid verhogen, impliceert een focus op wervende communicatie. Op vlak van verblijfstoerisme heeft de regio nog een groot potentieel. De focus op verblijfstoerisme impliceert dat Toerisme Scheldeland niet op recreatie werkt, dat de focus ligt op de ontwikkeling van producten die zowel voor dag- als verblijfstoerisme interessant zijn en dat de focus ligt op verblijfstoeristische marketing. Het verschil in focus tussen toerisme en recreatie is essentieel. Toerisme en recreatie hebben totaal verschillende doelgroepen (bezoekers versus bewoners uit eigen regio en hinterland), fundamenteel andere doelstellingen (toeristisch versus maatschappelijk) en ook een deels verschillend productaanbod (toeristisch relevante selectie versus volledig aanbod). In de productontwikkeling zal Toerisme Scheldeland de lat dus hoger leggen om zodoende verblijfstoeristen aan te trekken. Dit betekent niet dat dagtoerisme niet aan bod komt. Scheldeland moet bovenlokale uitstraling en kwaliteit bieden om verblijftoeristen aan te trekken. Een aanbod dat in staat is verblijfstoeristen aan te trekken, kan echter automatisch ook het dagtoerisme bevorderen. De marketingfocus van Toerisme Scheldeland op verblijfstoerisme impliceert ook dat Toerisme Scheldeland zijn marketing richt op individueel toerisme. De logies in Scheldeland zijn immers veelal niet geschikt voor noch georiënteerd op groepen (tenzij het doelgroepenlogies zijn waarop niet gewerkt wordt). Binnen dagtoerisme is de doelgroep van de groepen wel van groot belang. De steden en gemeenten werken daarom ook op groepen, zowel in de promotie als de productontwikkeling. 6. Doorontwikkeling van het kernproduct om de aantrekkingskracht te verhogen De verdere ontwikkeling van het toeristisch kernproduct is een cruciale voorwaarde wil Scheldeland zijn toeristische positie verder ontwikkelen. Het is de ‘reason to visit’ waarom een bezoeker naar Scheldeland moet komen en niet naar ergens anders. Toeristische marketing kan de aantrekkingskracht van de bestemming versterken, maar los van de krachtdadigheid van de marketing moet het
220
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
kernaanbod zelf voldoende sterk en relevant zijn om een geloofwaardige propositie te bieden aan de potentiële bezoeker. Het kernproduct van Scheldeland heeft als structurerende elementen de Schelde, haar zijrivieren en het water, samen met alle natuur, cultuur, erfgoed, dorpjes en steden en routestructuren, maar ook de kracht en de mystiek van het water. De beleving langs en op het water moet verder versterkt worden, meer bepaald door een versterking en verdichting van restaurants, cafés, logies, attracties en andere toeristische producten die het water laden met en verbinden via beleving. Het versterken van dat kernproduct vertaalt zich op verschillende manieren: Een versterking van het primaire toeristisch product dat de beleving langs, op en over het water verhoogt. Daarmee bedoelen we aantrekkelijke individuele attractiepunten die op zichzelf de moeite van het bezoek waard zijn, zoals erfgoedclusters, natuurclusters, evenementen, boottochten, toprestaurants, heel bijzondere logies, … Een versterking van het secundaire toeristisch product met focus op het product langs de waterlopen en verbinden van het overige secundair product met die waterlopen. Dit betreft de kenmerken en de diversiteit van het logiesaanbod, restaurants en cafés, wellness en in de steden shopping met het oog op specifieke product-marktcombinaties. Scheldeland heeft bovendien sterke streekproducten - ook met internationale faam zoals Duvel en Callebaut - die toeristisch beter kunnen uitgespeeld worden. Met het oog op de verblijfstoeristische ambities is zeker de doorontwikkeling van het logiesaanbod van groot belang. Bij voorkeur wordt daarbij gestreefd naar een ontwikkeling van productclusters waar meerdere toeristisch relevante elementen samen komen, bv. verschillende attracties, logies, restaurants en cafés, winkeltjes, … Daarbij is het van belang om in te zetten op sterke productlijnen die inspelen op specifieke segmenten met bepaalde motivaties zoals ‘samen genieten’ (share) of ‘zichzelf verwennen’ (care). Tot slot zijn ook aantrekkelijke verbindingen tussen de individuele attractiepunten en productclusters van belang, zodat de beleving zich onderweg verder zet en het geheel meer wordt dan de som van de delen. De doorontwikkeling van het kernproduct zal steeds gebeuren in samenwerking met partners. Een samenwerking tussen Toerisme Scheldeland, de steden en gemeenten, de provinciale toerismediensten, de attracties en de private partners zijn hierbij cruciaal. Toerisme Scheldeland kan deze doorontwikkeling vaak enkel realiseren in samenwerking met cruciale partners zoals de provinciale toeristische diensten, Waterwegen en Zeekanaal (Sigma), Agentschap voor Natuur en Bos, Toerisme Vlaanderen en eventueel anderen zoals Vlaamse Landmaatschappij (Donkmeer), Natuurpunt, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Regionaal Landschap Rivierenland en Scheldelandschapspark. Strategische doelstellingen: de keuze van de belangrijkste sterktes, zwaktes en kansen/bedreigingen Op 6 juni 2013 bespraken een veertigtal stakeholders van toerisme in Scheldeland de analyse van het toerisme in hun regio. Deze groep koos de belangrijkste sterktes, zwaktes en kansen/bedreigingen voor de komende planningsperiode.
221
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De gekozen sterktes en zwaktes werden door de stakeholders gecombineerd met de gekozen kansen/bedreigingen in een confrontatiematrix. Deze combinaties leidden tot vier strategische doelstellingen voor (Toerisme) Scheldeland voor de periode 2014-2019. Een vijfde doelstelling in verband met MICE werd toegevoegd: 1. Hoe kunnen we het ‘wij’-gevoel versterken om in te spelen op het groeiende belang van netwerking? 2. Hoe kunnen we de communicatie van Scheldeland versterken om in te spelen op het groeiende belang van online media en communicatie? 3. Hoe kunnen we het product water versterken om in te spelen op het groeiende belang van authenticiteit en belevenissen? 4. Hoe kunnen we gebruik maken van het erfgoed met focus op industrieel en nautisch erfgoed om in te spelen op de authenticiteit van Scheldeland? 5. Hoe kunnen we de professionaliteit en kwaliteit van het MICE-product en de MICE-services versterken door in te spelen op de mogelijkheden van vorming, productontwikkeling en samenwerking? Verder uitgeschreven zijn dit de strategische doelstellingen voor (Toerisme) Scheldeland. 1. Toerisme Scheldeland ontwikkelt zich enerzijds tot een organisatie die proactief opportuniteiten voor marketing en productontwikkeling verkent, ontwikkelt en regisseert, en anderzijds het wij- gevoel binnen Scheldeland versterkt door netwerking via vooral persoonlijke contacten met andere toeristische actoren en beleidsdomeinen aan de hand van concrete projecten. 2. Versterken van de communicatie met focus op online media om het verblijfstoerisme te stimuleren via een proactieve marktbewerking op basis van de authentieke profilering, met focus op koppels en vriendengroepjes uit Vlaanderen (i.e. de grote steden) en Nederland (i.e. Zeeland, Noord-Brabant en Limburg). 3. Scheldeland wil het toeristisch ondersteunende product en kernproduct versterken door te focussen op twee karakteristieke, met elkaar kruisende profiellijnen: authentieke waterbeleving en authentiek erfgoed met focus op industrieel en nautisch erfgoed. 4. Het MICE-aanbod en de vermarkting van dit aanbod versterken door de professionele en kwalitatieve werking te bevorderen. De Provinciale Toeristische Organisaties nemen dit op in samenwerking met de steden Mechelen en Gent. Werven voor Scheldeland Elke strategische doelstelling is verder uitgewerkt en gedetailleerd in een aantal grote werven: Werf 1: Omvorming tot marketing- en productontwikkelingsorganisatie Toerisme Scheldeland maakt in de toekomst veel meer tijd vrij voor proactieve marketing en productontwikkeling in samenwerking met de partners. Samenvattend maakt de organisatie een grote omschakeling van administratie naar projectwerking, van ‘binnenwerk’ naar ‘buitenwerk’, van reactief naar meer proactief. Momenteel is er geen budgettaire marge. Toerisme Scheldeland zal dit strategisch plan dienen uit te voeren met de huidige beschikbare middelen en in de komende jaren gedwongen worden keuzes te maken. Dit strategisch plan biedt
222
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
hiertoe het kader. Daarnaast is het belangrijk de impact en effecten te meten van de uitgevoerde acties. Belangrijk is dat de extra marketing focust op de bestaande eigen kanalen en vooral op niet-betalende aanwezigheid in kanalen van derden. Ten slotte zal Toerisme Scheldeland bekijken voor welke projecten in uitvoering van dit strategisch plan eventueel subsidies beschikbaar zijn. Werf 2: Wij-gevoel door projectwerking De belangrijkste stimulans voor een sterker wij-gevoel is de doelstelling en focus van Toerisme Scheldeland op netwerking via projectwerking. Deze projecten overspannen steeds meerdere steden en gemeenten maar zeker niet noodzakelijk het hele Scheldeland. Bij voorkeur zijn steeds één of meerdere hefboomlocaties betrokken. De projecten omvatten zowel productontwikkeling - voornamelijk maar niet uitsluitend ondersteunende productontwikkeling - als marketing. Werf 3: Communicatie Toerisme Scheldeland zal in overleg met Toerisme Oost-Vlaanderen en Toerisme Provincie Antwerpen jaarlijks een communicatieplan uitwerken voor de regio. Onderstaande keuzes en focussen zullen daarbij een leidraad zijn. Een efficiënt beheer van data en beelden als basis voor goede communicatie De nieuwe website www.scheldeland.be Het belang van kanalen van derden Ondersteuning van imagoversterkende evenementen Een beperkte tradewerking Afbouwen van de beurswerking Communicatie ter plekke Werf 4: Een aparte structuur voor kernproductontwikkeling Samenwerking is een sleutelwoord in dit plan. Belangrijkste domeinen voor onderlinge samenwerking zijn naast toerisme en recreatie: landschap en natuur, cultuur en erfgoed, economie en landbouw en waterbeheer. Sleutelspelers - maar zeker niet de enige spelers - zijn de steden en gemeenten, Waterwegen en Zeekanaal (met het Sigmaplan), Agentschap voor Natuur en Bos, VLM, RWO, Schelde-Landschapspark, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Regionaal Landschap Rivierenland, Toerisme Waasland, de provinciale (toeristische) diensten en Toerisme Vlaanderen. Om te komen tot een afstemming van de beleidsvoering van de verschillende beleidsdomeinen en beleidsniveaus is de realisatie van een onafhankelijk overlegplatform aan te bevelen. Het toeristisch product van Scheldeland als geheel dient zich verder te ontwikkelen en de identiteit dient te versterken opdat de toeristische aantrekkingskracht van Scheldeland zou verhogen. Een mooi voorbeeld van geïntegreerde kernproductontwikkeling is het project ‘Schelde Sterk Merk’, waarbij het Regionaal Landschap Schelde-Durme en Agentschap voor Natuur en Bos de trekkers zijn. Werf 5: Authentieke waterbeleving versterken Toerisme Scheldeland versterkt de profiellijn 'authentieke waterbeleving' door te versterken wat er is, door nieuwe elementen te ontwikkelen en losse elementen beter met elkaar te verbinden (fysiek en mentaal), en door daarbij in te spelen op de andere profiellijnen. Toerisme Scheldeland werkt hieraan op vier niveaus: Door het opzetten van een samenwerkingsverband voor kernproductontwikkeling en dit mee te ondersteunen, stimuleren en voeden.
223
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Door de projectwerking met focus op ondersteunende projectontwikkeling Door bijstand en advies bij de indiening van subsidiedossiers voor ondersteuning van mogelijke (private) initiatieven op en rond het water Door actieve steun en/of opvolging voor een aantal concrete projecten van partners waarbij Toerisme Scheldeland de visie van deze plannen mee wenst te sturen.
Werf 6: Authentiek erfgoed met focus op nautisch en industrieel erfgoed versterken Toerisme Scheldeland versterkt de profiellijn 'authentiek erfgoed met focus op nautisch en industrieel erfgoed' door te versterken wat er is, door nieuwe elementen te ontwikkelen, door te ontsluiten en losse elementen beter met elkaar te verbinden (fysiek en mentaal), en door daarbij in te spelen op de andere profiellijnen. Ook hier werkt Toerisme Scheldeland op dezelfde vier niveaus als voor werf 5. Werf 7: Ontwikkelen en versterken van het logiesaanbod Toerisme Scheldeland zal het logiesaanbod actief helpen ontwikkelen en versterken. Dit is noodzakelijk om het verblijfstoerisme in Scheldeland te kunnen bevorderen. Daarnaast betrekt Toerisme Scheldeland de logies in de projectwerking. Werf 8: Bevorderen van de professionele en kwalitatieve werking van MICE Deze werf is geen werf voor Toerisme Scheldeland maar een taak voor Toerisme Oost-Vlaanderen en Toerisme Provincie Antwerpen. Zij kunnen deze opdracht regiooverschrijdend aanpakken. Toerisme Oost-Vlaanderen en Toerisme Provincie Antwerpen gebruiken hiervoor hun akkoorden met respectievelijk Gent en Oost-Vlaanderen Convention Bureau en Meet in Mechelen. Werf 9: Onderzoek naar potentie toegankelijkheid en vakantieparticipatie Doel van de werf is inzicht te verwerven in het potentieel voor Scheldeland om de regio op vlak van toegankelijkheid intensiever te ontwikkelen, te positioneren, te profileren. Indien voldoende blijkt dat dit een onderscheidende troef voor Scheldeland kan worden, kan versterkt worden ingezet om dit aanbod te stimuleren en/of te ontwikkelen. Op vlak van vakantieparticipatie voorziet Toerisme Scheldeland twee gerichte acties in samenwerking met het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen: het sensibiliseren van logies en attracties en vorming voor de aanbieders. Het volledige plan is bijgevoegd in Sindala. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT Enig artikel: Goedgekeurd 2014-2019.
wordt
het
Strategisch
Beleidsplan
224
Toerisme
in
Scheldeland
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Dank u wel, voorzitter. Beste gedeputeerde, na het lezen van dit plan zou iemand kunnen vermoeden dat de Schelde vanaf ze de provinciegrens van Oost-Vlaanderen naar Antwerpen voorbijkomt maar een kabbelend beekje is. Het plan is echt wel geschreven op maat van Oost-Vlaanderen en er is echt wel een groot gebrek aan ambitie voor de Antwerpse gemeenten en in het bijzonder voor Klein-Brabant. Wij zullen dan ook tegenstemmen. Ik had ook nog graag een antwoord gekregen op mijn vraag. Kan u een inschatting maken wat de return is voor de Antwerpse gemeenten binnen Scheldeland? VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Onze fractie gaat zich onthouden op dit punt. Ik weet dat het besproken geweest is in de commissie Recreatie en Vrije Tijd van de voorbije maandag. Wij hadden gevraagd dat de commissies op die dag, een stakingsdag, zouden uitgesteld worden om zo ons respect te tonen voor het recht op staken, en wat ons betreft zeker onze solidariteit met de stakers. Wij zijn er dan ook niet naar toegekomen. Wij hebben dus ook een zitpenning en loon gederfd, maar wij hebben wel de moeite genomen om de volumineuze bijlage over het project Toerisme en Scheldeland door te nemen. Er is een algemene opmerking. Dat is dat dergelijke grote projecten in verband met recreatie en vrije tijd eigenlijk in de beginfase ook al eens zouden mogen voorgelegd worden aan de commissie. Wij hebben dat ook al vorige maand opgemerkt met dat project dat hier dan een paar dagen op voorhand aan ons voorgeschoteld was als project ‘klimtoren’, dat een heel avontuur- en verblijfspark bleek te zijn. Dit is ook een groot project. Als men ons dat in de beginfase al eens voorlegt, bij het geven van de opdracht, dan kunnen de mensen die de studie doen rekening houden met onze suggesties, met onze mogelijke reserves, enz., en moeten wij die niet een paar dagen voor het gestemd wordt naar voor brengen of vaststellen. Wat zijn onze bedenkingen. Onze indruk is dat er geen gezond evenwicht is tussen een zorg voor commercialisering van het aanbod enerzijds, en anderzijds de zorg voor dagrecreatie en dagtoerisme, wat vooral in het belang is van de mensen die ter plaatse wonen en die minder bemiddeld zijn. Wat vooropstaat, bijna exclusief, is: hoe kunnen wij meer handel doen door de klemtoon exclusief te leggen bijna op verblijfstoerisme. Ten tweede wordt er ook uitdrukkelijk uitgegaan van het standpunt dat we leven in tijden van besparingen en dat er geen budgettaire marges zijn. Je kunt er in lezen dat wij in feite, om ons werk goed te doen, zeven VTE nodig hebben, maar we gaan het doen met 3 VTE. Wij hebben nu al dikwijls gezegd dat er voor goede zaken die de economie vooruit brengen er wel geld kan gehaald worden bij de superrijken. Ook die idee wordt hier compleet losgelaten, net als op het federale en op het Vlaamse niveau. Daarom gaan wij ons bij dit volumineuze project onthouden. VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.
225
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De heer WILLEKENS.- Ik wou enkel maar mijn persoonlijke verontschuldigingen aanbieden aan alle stakers die eventueel geschaad zijn in hun staking door het feit dat wij op een vergadering aanwezig waren. Als zij er schade van hebben ondervonden op enige manier, en dat wij hun gestoord hebben in hun drukke bezigheden die dag, wil ik mij daar persoonlijk voor verontschuldigen. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik wil het misschien eerst hebben over de opmerking van mijnheer Merckx dat vooral de nadruk ligt op verblijfstoerisme. Het is zo, mijnheer Merckx, dat toerisme inderdaad in de eerste plaats zich richt naar verblijfstoerisme omdat dit ook de grootste economische return met zich meebrengt. Als u de zaak een beetje volgt in de TPA dan is juist één van mijn bedoelingen om tijdens deze legislatuur de band tussen verblijfstoerisme en recreatietoerisme nauwer te maken. Wij gaan ook de TPA in die zin omvormen, omdat ook het dagtoerisme in onze ogen zijn belang heeft en wij ons niet uitsluitend mogen richten naar verblijfstoerisme. Dat is één van de transities, of de veranderingen, die wij geleidelijk aan proberen door te voeren in de TPA en ook in de vzw’s die zich met toerisme bezighouden. Ik denk niet dat uit dit strategisch plan blijkt dat wij ons uitsluitend zouden bezighouden met verblijfstoerisme. Wat de return betreft, mijnheer Van Eetvelt, dat is moeilijk te zeggen wat die concreet zal betekenen. Het is wel zo dat wij de kleinste partner zijn in Scheldeland, dat wij voor 1/3e ongeveer participeren in middelen en mensen, maar dat wij wel een eigen personeelslid hebben dat die zaak voor ons daar volgt en mee het beleid bepaalt. Ook voor Klein-Brabant en de Rupelstreek wordt de nodige aandacht besteed. Ik denk niet dat uit dit plan blijkt dat dit niet zo zou zijn. Wij gaan dat uiteraard opvolgen via de vzw Scheldeland en via de TPA. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Misschien nog een kleine aanvulling. We hebben ook mogen vaststellen dat er quasi geen interactie was met de echte spelers binnen dat toerismeveld en dat de ondernemers en de organisaties die actief zijn eigenlijk heel beperkt zijn geconsulteerd bij het opmaken, of bij het verder uitwerken van dat plan. Wij hopen dan ook dat het in de toekomst bij de complete uitrol ervan toch meer effect zal hebben. VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Wat dat laatste betreft, dat verwondert mij wat, want ik ben toevallig goed thuis in die middens. Ik weet dat bij het opmaken van zo’n plan heel breed overlegd wordt. Dat sluit ook aan bij de vraag die daarnet al uitgesproken werd door Kris Merckx. Dat plan is niet uit lucht gevallen. Dat heeft een hele lange voorbereiding. Dat is voorbereid in die raad van bestuur. Dat is niet uitbesteed aan een organisatie die dat plan maakt. Dat is
226
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
gemaakt binnen die raad van bestuur. Dat is heel breed overlegd. Dat is een proces waar je door gaat. Ik denk dat het totaal uit de lucht gegrepen is als u zegt dat het teveel met Oost-Vlaanderen en te weinig met Klein-Brabant te maken heeft. Het is ook uit de lucht gegrepen als zou dat puur met logies te maken hebben. Al wat je ontwikkelt voor logies is ook bruikbaar voor dagrecreatie. Dat moet je weten. Dat is een heel belangrijke nuance. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Voor de duidelijkheid, ik zeg niet dat er niet is overlegd met verschillende organisaties, maar volgens mij veel te weinig met de echte lokale spelers, en dan in het bijzonder in Klein-Brabant. VOORZITTER.- De heer Cuyt heeft het woord. De heer CUYT.- Mijnheer de voorzitter, het is juist het probleem dat in Scheldeland KleinBrabant wel return is. Maar ten noorden van dat bekken van de Rupel speelt onze speler niet mee in TPA, en alleen in het zuiden in onze regio Klein-Brabant, waar u en ik van afkomstig zijn, zijn wij juist diegenen die het meest profiteren van deze samenwerking. Dit maar even ter informatie. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 69 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben nee gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 61 stemmen ja, bij 6 stemmen nee en 2 onthoudingen.
227
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
9. Welzijn VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 9/1 tot en met 9/3 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 9/1 van de agenda Budget 2014. Verdeelkrediet – rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 – Subsidies voor sociale projecten (R/V) – aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering Op het provinciaal budget 2014 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale projecten, op rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511. Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis van het reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 24 oktober 2013. De deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector. Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van voorstellen aan de provincieraad. Voorgesteld wordt 406.645 EUR ter beschikking te stellen om een aantal innovatieve projecten een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of meer. Voorstel Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten voorgesteld met de bedoeling een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen, aan: Wijkgezondheidscentrum De Zilveren Knoop vzw, Brouwerijstraat 3, 2500 Lier – project SAMEN voor MEER geestelijke en sociale GEZONDHEID! Korte historiek Het Wijkgezondheidscentrum (WGC) opende in september 2012, na een intensieve voorbereidingsperiode, zijn deuren voor patiënten. Het WGC is het resultaat van de themawerking van Ons Gedacht, de vereniging waar armen het woord nemen, in verband met de toegankelijkheid van de (geestelijke) gezondheidszorg. Het WGC wil toegankelijke en kwaliteitsvolle eerstelijnsgezondheidszorg bieden voor iedereen. Dankzij het forfaitair systeem (RIZIV) krijgen ingeschreven patiënten gratis medische zorgen. Het centrum werkt multidisciplinair (huisarts, verpleegkunde en maatschappelijk werk). WGC bekijkt gezondheid integraal: nl fysiek, psychisch en sociaal. Naast curatieve zorgen investeert het centrum in preventie en gezondheidspromotie.
228
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Projectgegevens en kostenraming Het project ‘SAMEN voor MEER geestelijke en sociale GEZONDHEID’ bestaat uit vier sporen: psychische gezondheid: individuele begeleiding, sociale gezondheid, psychische gezondheid: groepswerking en signaalfunctie. Wat betreft de psychische gezondheid wil men een eerstelijnspsycholoog inzetten in het WGC-team die zeer nauw samenwerkt met het multidisciplinaire team van de wijkgezondheidscentra. Daarnaast wil men groepswerkingen opstarten. In eerste instantie zal dit ACT groepswerking zijn, wat een wetenschappelijk gefundeerde therapievorm uit de derde generatie gedragstherapie is. Vervolgens wil men sociale ondersteuning aanbieden bij het realiseren van een aantal basisbehoeften zoals inkomen, tewerkstelling, huisvesting, etc. Het is eveneens de bedoeling in te zetten op toeleiding naar ontmoetingsplekken waar mensen een sociaal netwerk kunnen ontwikkelen. Hierbij wil men inzetten op het actief en gericht informeren en stimuleren van patiënten om stappen in deze richting te zetten. Ook het organiseren van vorming en materiaal aanleveren voor gezondheidswerkers behoort tot het opzet. Tenslotte wordt er ingezet op het vervullen van een signaalfunctie, zowel lokaal als bovenlokaal. De totale kosten worden geraamd op 14.231,16 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project betreft een spin-off van een project met eerstelijnspsycholoog. Het project speelt perfect in op de behoeften van mensen in armoede op fysiek, psychisch en sociaal vlak. Het betreft bovendien een mooie en duurzame synergie tussen het Wijkgezondheidscentrum De Zilveren Knoop en CGG De Pont. Vanaf 2016 voorziet het Wijkgezondheidscentrum in eigen financiering waardoor de continuering van het project eveneens voorzien is. Het project voldoet aan de voorwaarden zoals voorzien in het reglement: Impulsbeleid, cofinanciering, samenwerking en continuering. Emmaüs vzw - Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen, E.Tinellaan 1d, 2800 Mechelen – project Nieuwe Autoriteit/ Geweldloos Verzet Korte historiek Jeugdzorg Emmaüs groeide uit drie aparte vzw’s met een lange traditie. Die traditie gaat terug tot in het begin van de 20ste eeuw. In 1996 sluit de vzw Huize Bethanië uit Antwerpen aan bij de vzw Jongenstehuizen Ivo Cornelis uit Mechelen. Twee jaar later wordt de vzw Grote Robijn opgericht. Samen vormen de drie vzw’s een feitelijke vereniging: Groep Ivo Cornelis. In april 2001 sluiten de drie vzw’s aan bij Emmaüs vzw. De vier vzw’s hebben eenzelfde algemene vergadering en raad van bestuur. In januari 2011 veranderen de regels. De drie vzw’s van Jeugdzorg Emmaüs integreren helemaal in Emmaüs vzw. Jeugdzorg Emmaüs werkt in twee zelfstandige regio’s: Antwerpen en Mechelen. Jeugdzorg Emmaüs heeft als doel het bieden van kwalitatieve hulpverlening aan kinderen, jongeren en hun gezinnen.
229
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Projectgegevens en kostenraming Haim Omer van het New Autority Center in Tel Aviv heeft met 'nieuwe autoriteit' een denkkader uitgewerkt voor een opvoedingsstijl die toepasbaar is in de thuissituatie, op school en binnen mobiele en residentiële jeugdzorg. Het biedt opvoeders een kader om opnieuw regie te nemen. Deze wijze van denken en handelen blijkt effectief te zijn bij de voorkoming van agressie en de vermindering van escalatie van geweld in opvoedingssituaties. In het programma 'nieuwe autoriteit' worden medewerkers getraind om escalaties in de dagelijkse omgang met jongeren te voorkomen en een houvast te bieden om bij agressieve situaties te reageren. Het voorbije jaar zijn er 8 gecertificeerde trainers opgeleid. Om het draagvlak binnen de provincie nog te vergroten wenst men provinciale ondersteuning met betrekking tot volgende aspecten: 1. basisopleiding van 3 dagen voor 8 organisaties. 2. studiedag op 17 juni 2015 voor een ruimer publiek. De totale kosten worden geraamd op 43.300 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 26.700 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Gezien het thema en de doeltreffendheid van de methodiek kent Geweldloos Verzet een grote belangstelling en interesse vanuit de (jeugd)hulpverlening. Emmaüs nam een trekkersrol op in het uitdragen van deze methodiek voor de eigen medewerkers en stelde deze methodiek in 2013 reeds open voor andere organisaties, dankzij ondersteuning van en samenwerking met de provincie. Een nog betere inburgering van deze methodiek als basishouding in de hulpverlening is een grote meerwaarde. Bovendien werd deze aanvraag besproken op de provinciale stuurgroep bijzondere jeugdbijstand en kreeg dit van de ganse groep directies een positieve advisering. Hiermee voldoet het project inhoudelijk aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement. Wat betreft de gevraagde subsidiëring wordt er beslist om de cateringkosten niet te ondersteunen. OCMW Beerse, Boudewijnstraat 10, 2340 Beerse – project Streven naar toegankelijke en mobiliteitsvriendelijke gemeenten Korte historiek Seniorenraad Beerse werd opgericht in 2011 op initiatief van de cultuurdienst. In september van dat jaar werd een eerste algemene vergadering gehouden en uit de aanwezigen werd een bestuur verkozen en verschillende werkgroepen gestart rond thema's zoals mobiliteit, toegankelijkheid, kans armoede, levenslang leren, vrije tijd en zorg. Sindsdien is de seniorenraad aan de slag als gemeentelijke adviesraad met zetel in het lokaal dienstencentrum. De seniorenraad is een gemeentelijke adviesraad die alle senioren (55+) van Beerse en Vlimmeren vertegenwoordigt. De raad heeft als doel advies te geven op vragen van de gemeente en het OCMW. Daarnaast brengt het eveneens ook zelf ideeën aan. Met deze adviezen werkt de seniorenraad mee aan het ouderenbeleid en maakt ze de behoeftes van senioren bekend.
230
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Projectgegevens en kostenraming De bedoeling van het project is dat de Kempense seniorenraden in hun eigen gemeente samen met de lokale partners knelpunten opsporen en methodieken uitwerken om bestuur, handelaars en inwoners aan te sporen om mee te werken aan toegankelijke en mobiliteitsvriendelijke openbare plaatsen en voorzieningen. Aan de hand van regelmatige knelpuntwandelingen met het bestuur wil men bewustwording creëren rond knelpunten in het openbaar domein. Deze knelpuntenwandelingen worden bovendien steeds opgesteld samen met mindermobiele weggebruikers. Daarnaast wil men het project ook open trekken naar de bewustwording van handelaars en de toegankelijkheid van hun handelszaken, zowel binnen als buiten. Hierbij wordt er samen met UNIZO onderzocht welke methodiek hierbij het meest aangewezen is. Tot slot wil men werken rond bewustmaking van de inwoners. Vaak is men niet of te weinig bewust van de obstakels die men creëert. De totale kosten worden geraamd op 20.800 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.800 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Zowel binnen thema ouderenparticipatie als toegankelijkheid betekent dit project een meerwaarde; het zou de 1ste maal zijn dat er vanuit de ouderenraden zélf een lokaal succesverhaal kan uitgroeien tot een bovenlokaal project. Sensibilisatie op het vlak van toegankelijk openbaar domein naar lokale besturen (alsook handelaars en bewoners) blijft broodnodig. Het product van dit project is een uitgeschreven handleiding dat het proces van A tot Z beschrijft, waar andere adviesraden mee aan de slag kunnen. Deze output zal ook opgenomen worden in een op te stellen convenant. Het project heeft eveneens een bovenlokaal belang (verspreiden methodiek binnen Kempen/ provincie). De kosten die gefinancierd worden, zijn trouwens de kosten die gevraagd worden voor het uitdragen van het project. Hiermee voldoet het project aan de voorwaarden van het reglement: innovatief concept en bovenlokaal uitdraagbaar. Thuishulp vzw, Sint-Jansstraat geïntegreerde dagopvang
32-38,
1000
Brussel
–
project
Korte historiek Thuishulp vzw is een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg met een 60-jarige geschiedenis. De dienst is provinciaal gestructureerd maar werkt zeer gedecentraliseerd bij deze mensen die hulp en bijstand nodig hebben in hun woonsituatie. De doelgroep betreft personen met hulp/ zorgaanvraag in de thuissituatie met als ultiem doel mensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten wonen op een comfortabele en kwaliteitsvolle manier. Naast gezinszorg biedt thuishulp vzw ook aanvullende thuiszorg aan waar huishoudelijke hulp, nachtzorg en klusjesdienst bij hoort.
231
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Projectgegevens en kostenraming Dagopvang is een bekend begrip bij mensen met een beperking enerzijds en anderzijds bij ouderen. Een samenleving is divers waar mensen met een beperking, hoogbejaarden, kleine kinderen, jongeren, werkenden…. naast elkaar wonen. Als er mensen zijn die om één of andere reden hulp en zorgbehoevend worden is het niet altijd noodzakelijk dat zij in een aparte gespecialiseerde voorziening dienen te worden opgevangen. Een dagopvang voor mensen in een zorgsituatie is van cruciaal belang maar ook voor hun mantelzorgers. De partner mantelverzorger is vaak ook hoogbejaard waardoor de zorg voor een zorgbehoevende partner niet op alle momenten even evident is. Indien kinderen zorgen voor zorgbehoevende ouder(s) kan de zorg soms zwaar doorwegen. Naast de zorg voor hun ouders worden zij ook geconfronteerd met de zorg voor hun eigen huishouden met soms nog eigen kinderen en/ of kleinkinderen. Gecombineerd met het beleid dat mensen langer dienen te werken. Dan blijft er nog maar weinig tijd over. Om de combinatie van dit alles mogelijk te maken is een dagopvang geen luxe. De totale kosten worden geraamd op 85.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Dit project werd ingediend in het kader van de thematische oproep dag verzorging. Omdat het project duidelijk meer beoogt dan het gevraagde binnen de thematische oproep, wordt het buiten de thematische oproep behandeld. In het project zal de CADO zich niet louter richten op ouderen maar ook expliciet richten naar personen met een beperking. Voor deze uitbreiding bovenop het vooropgestelde binnen de thematische oproep wordt beslist dit project de gevraagde subsidie toe te kennen. Het is dan ook een innoverend project dat als voorbeeldproject kan dienen voor andere CADO’s om in de toekomst hun deuren open te zetten voor een nieuwe doelgroep. Het project beantwoordt dus niet alleen aan de basisvoorwaarden van de thematische oproep maar bovendien ook aan de voorwaarden die gelden binnen het reglement voor het verkrijgen van een impulssubsidie. Landelijke Thuiszorg vzw, Remylaan 4B, 3018 Wijgmaal Geïntegreerd zorgcircuit voor jonge personen met dementie.
–
project
Korte historiek Landelijke Thuiszorg vzw maakt deel uit van Ons. De vereniging is een erkende dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. De vzw is sinds 1959 werkzaam in Vlaanderen gespreid over de provincies Vlaams Brabant, Antwerpen, Limburg en Oost-Vlaanderen. De hoofdzetel bevindt zich in Wijgmaal. Er werden regiokantoren opgericht om zo efficiënt mogelijk thuiszorg te kunnen aanbieden. De vereniging heeft een ruim aanbod aan diensten: gezin-en bejaardenzorg, kraamzorg, poetsdienst, karweidienst, woningaanpassing, zorgboerderijen, gastopvang en oppasdienst met vrijwilligers. De vzw stelt meer dan 1300 medewerkers te werk.
232
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Projectgegevens en kostenraming Het project ‘zorgcircuit voor jonge personen met dementie’ beoogt een bundeling van mensen en middelen waardoor jonge mensen met dementie hulpverlening en zorgverstrekking als samenhangend geheel ervaren. Om dit te kunnen realiseren is er één spilfiguur: de zogenaamde ‘casemanager’ (trajectbegeleider). Deze screent de hulpvraag met het oog op een snelle, onmiddellijke verwijzing naar een gepaste zorg. Er wordt niet enkel gefocust op de cliënt maar ook op draagkracht en draaglast van de mantelzorger. De trajectbegeleider zorgt ervoor dat de communicatie tussen al de betrokken partijen vlot verloopt. Zij ondersteunt de mantelzorger(s) door hen enerzijds te informeren maar anderzijds ook door de toegang tot het (reguliere) zorgcircuit te faciliteren. Het project wil zeker ook inspelen op een belangrijk hiaat in het zorglandschap voor jonge mensen met dementie: een zinvolle dagbesteding en ondersteuning exclusief voor deze doelgroep, begeleid door zorgkundigen en een coördinator. Circa 25 jonge mensen met dementie zullen tegelijk deelnemen aan het project. Op jaarbasis wenst het project 30 cliënten te bereiken, onafhankelijk van de groep mantelzorgers die bereikt wordt. De totale kosten worden geraamd op 172.595,01 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 43.600 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project “Geïntegreerd zorgcircuit voor jonge personen met dementie” beantwoordt aan alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor impulssubsidie. Het is een zeer goed uitgewerkt, onderbouwt voorbeeldproject met een duidelijke bovenlokale focus, een uitgebreid partnerschap en cofinanciering. Thomas More Mechelen-Antwerpen vzw - Code, Zandpoortvest 13, 2800 Mechelen – project TAALBRUG: Meertalige diagnostiek = meer kansen. Korte historiek Code vzw werd in 2006 opgestart als een initiatief van de opleidingen toegepaste psychologie, logopedie en audiologie van Lessius (Thomas More MechelenAntwerpen) onder de naam Multidisciplinair Diagnostisch Centrum voor Leerstoornissen (MDCL). De doelstelling hierbij was tegemoetkomen aan een cruciale lacune in het werkveld: een beperkt aanbod aan wetenschappelijk onderbouwde diagnostiek en begeleiding voor jongvolwassenen met dyslexie en dyscalculie. Het centrum kende een gestage groei, een verbreding en verdieping van aanbod en expertise. In 2009 kwam er uitbreiding met een pijler gedrags- en ontwikkelingsstoornissen en een pijler taal- en leerstoornissen in een meertalige context. Op 5 maart 2010 werd het Multidisciplinair Diagnostisch Centrum voor Leerstoornissen MDCL omgedoopt tot Code. In 2012 herpositioneerde Code haar thema's vanuit een ontwikkelingsgedachte en werkt men op het raakvlak van universeel onderwijs, meertaligheid en ontwikkelingsstoornissen. Projectgegevens en kostenraming Het project Taalbrug ontwikkelt de vernieuwende opleiding “Multidisciplinaire meertalige diagnostiek” waarin de samenwerking tussen logopedisten en tolken
233
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
centraal staat. De doelstelling van Taalbrug is meertalige kinderen meer kansen geven dankzij verantwoorde taaldiagnostiek. Situering: In de provincie Antwerpen spreekt 1 op 5 leerlingen in het gewoon kleuteronderwijs thuis een andere taal dan het Nederlands. De beperkte taalvaardigheid van deze anderstalige kinderen in het Nederlands wordt vaak als (enige) motivatie gebruikt voor doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs. Dergelijke onterechte doorverwijzingen resulteren in een oververtegenwoordiging van anderstalige leerlingen in het buitengewoon onderwijs en brengen een onnodige menselijke en maatschappelijke kost met zich mee. Om foutieve doorverwijzingen te vermijden is het cruciaal om in de taaldiagnostiek zowel het Nederlands als de thuistaal van het meertalig kind te onderzoeken. Pas bij problemen in alle talen van het kind is er sprake van een taalstoornis. Tekorten alleen in het Nederlands duiden op een taalachterstand, wat geen reden is voor doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs. Het doel van het project Taalbrug is de ontwikkeling van een multidisciplinaire opleiding over meertaligheid en meertalige taaldiagnostiek voor logopedisten en (sociaal) tolken. De totale kosten worden geraamd op 91.669,87 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het concept is innovatief: diagnose van taalproblemen bij anderstaligen. Deze diagnose is cruciaal om te kunnen remediëren en onterechte doorverwijzing van anderstalige leerlingen naar buitengewoon onderwijs tegen te gaan. De organisatie heeft de voorbije 2 jaar met financiering van het Federaal Impulsfonds een eerste opleiding van taalanalisten (sociaal tolken) georganiseerd. Hieruit kwamen heel veel knelpunten naar boven. Op basis hiervan willen ze nu een gedegen opleiding voor taalanalisten en logopedisten ontwikkelen. Het project heeft ook een structureel en duurzaam effect: de subsidie dient voor ontwikkeling van opleidingen, die achteraf via de reguliere middelen van de organisatie aangeboden worden. Tot slot is er ook cofinanciering voorzien. Hiermee voldoet het project aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement: innovatief, cofinanciering en er wordt een duurzaam effect beoogd. Logo Antwerpen vzw, Lange Leemstraat 372, 2018 Antwerpen – project Laat je tanden zien! Korte historiek Het LOkaal GezondheidsOverleg “(Logo)Antwerpen” is sinds 1999 een lokaalregionale netwerkorganisatie. Een “bruggenbouwer” die, in opdracht van de Vlaamse overheid, instaat voor het realiseren van de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen en fungeert als eerste lijn van het medisch-milieukundig netwerk. Het “Logo Antwerpen” vertrekt hierbij vanuit de Vlaamse opdrachten en actiefocussen maar heeft oog voor de lokale realiteit. Dit wil zeggen dat bij de
234
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
uitvoering van haar taken ruimte gelaten wordt voor een vraag gestuurde en creatieve invulling. Projectgegevens en kostenraming Het project ‘Laat je tanden zien’ wil voor mensen in kans armoede een preventieen begeleidingstraject voor tand zorg opstarten en opvolgen om zo een verbeterde mond zorg te bekomen bij deze specifieke doelgroep. Op basis van ervaring tijdens eerdere en kleinschalige projecten kiezen zij ervoor om in te zetten op zelfredzaamheid en gedragsverandering op korte en lange termijn bij de doelgroep zelf. Tevens werken zij aan het sensibiliseren van partnerorganisaties die werken met de doelgroep. Daarnaast proberen zij de kijk van tandartsen op deze kwetsbare groep te verbreden. Het project duurt twee jaar. De vereniging zet in zowel op preventie als toegankelijkheid van de zorg omdat deze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Inzetten op preventie is weinig nuttig wanneer de toegankelijkheid tot de zorg niet gegarandeerd is. Anderzijds heeft het verbeteren van de toegankelijkheid geen zin wanneer de doelgroep geen correcte informatie en/of attitude heeft tegenover mond zorg. De totale kosten worden geraamd op 102.395 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 29.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project betreft de 2e fase van een engagement dat vorig jaar werd aangegaan voor drie jaar, mits gunstige evaluatie. De evaluatie van het eerste projectjaar is effectief gunstig. Het bedrag dat wordt toegekend is het afgesproken bedrag (24.000 EUR) plus 5.000 EUR die van fase 1 nog niet kon worden afgerekend. Cachet vzw – Steenkoolkaai, 1000 Brussel – project Cachet vzw Antwerpen Korte historiek Cachet vzw is een dynamisch netwerk van vrijwilligers verspreid over heel Vlaanderen en Brussel. Cachet staat voor een maatschappij die zorg draagt voor elk kind en elke jongere; een jeugdhulp die vertrekt van engagement voor en vertrouwen in kinderen en jongeren. De organisatie vertrekt vanuit een rechtenbenadering. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Kinderrechtenverdrag en het Decreet Rechtspositie Minderjarigen vormen een belangrijke inspiratiebron. De (hoofd)doelgroepen zijn: jongeren/ (jong)volwassenen met een ervaring in de jeugdhulp, begeleiders (en studenten) in de jeugdhulp, beleidsmedewerkers en de media. Projectgegevens en kostenraming Cachet begon in 2011 te werken vanuit Brussel. In 2014 hebben ze gedurende één jaar de kans gekregen (via middelen van de Koning Boudewijnstichting) om na te gaan of hun werking ook in de provincie Antwerpen een draagvlak heeft. Zo werd gestart met een werking in en rond Antwerpen-stad alsook een specifiek project rond 'de stap naar zelfstandig wonen' in Mechelen. Vier werklijnen werden hiervoor gehanteerd: ontmoeting, vorming, beeldvorming en advies. Vastgesteld werd dat er wel degelijk een draagvlak is voor de werking. Vandaar dat de organisatie de komende jaren de werking wil uitbreiden naar de volledige provincie Antwerpen.
235
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het project duurt 1 jaar. Binnen deze periode wil de organisatie bepalen op welke locaties ze ontmoetingsmomenten zal organiseren en werken aan lokale kernteams van vrijwilligers. Verder zal ze inzetten op de bekendmaking van haar werking, vorming en adviesverlening. Tussentijds zullen er verschillende evaluatiemomenten georganiseerd worden. In december 2015 zal er toonmoment georganiseerd worden waarbij alle partners en jongeren zullen uitgenodigd worden om het werk van het afgelopen jaar te bezichtigen. De totale kosten worden geraamd op 61.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen –dienst Welzijn en Gezondheid 46.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie De initiatiefnemers van Cachet willen op een positieve manier aan de slag met hun ervaringen in de jeugdhulp en hebben daarom in 2011 Cachet vzw opgericht. De werking met jongeren wordt vanuit de sector als zeer zinvol ervaren. Men tracht ook de vaak zeer eenzijdige beeldvorming bij de publieke opinie over jongeren met een verleden in jeugdhulp bij te sturen. Cachet tracht hier verandering in te brengen aan de hand van hun 4 pijlers: ontmoeting, vorming, beeldvorming en advies. Daarnaast wordt cliëntparticipatie vanuit het beleid (terecht) als zeer belangrijk naar voor geschoven, hoewel er vooralsnog niet steeds een vertaling komt naar financiële middelen hiervoor. Het betreft hier een overgangsfinanciering; Vlaanderen zal vanaf 2016 de financiering overnemen. De Touter vzw – Auwerstraat 48, 2600 Berchem – project Popant Korte historiek In elk arrondissement van de provincie Antwerpen bestaat reeds jarenlang een overleg tussen de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand en de verwijzers, resp. het Arrondissementeel Overleg Antwerpen, het Regionaal Overleg Mechelen (ROM) en het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO). De provinciale stuurgroep bijzondere jeugdzorg is ontstaan als een overkoepelend overleg van deze drie platforms. Sinds geruime tijd was er op de drie fora interesse gerezen in het fenomeen ouderparticipatie en hoe dit werd vormgegeven in ROPPOV (Regionaal OverlegPlatform Participatie Oost-Vlaanderen). ROPPOV werd uitgenodigd op de arrondissementele fora en de provinciale stuurgroep om de werking toe te lichten. Vervolgens werd bekeken of er behoefte en interesse was om een analoog initiatief uit te bouwen in onze provincie. Deze behoefte en interesse was er wel degelijk: op een eerste bijeenkomst over het thema was er een grote opkomst van kleinere en grote voorzieningen en dit uit de drie arrondissementen. Men is overtuigd van de meerwaarde van een voorzieningen overkoepelend initiatief waar ouders aan het woord komen en hun mening laten horen. Sinds 1 december 2012 is Popant van start gegaan. Projectgegevens en kostenraming POPANT (Project Ouderparticipatie Provincie Antwerpen) wil initiatieven ontwikkelen, stimuleren en steunen, die gericht zijn op het vergroten van participatie van ouders in de hulpverlening. Dit doel is dus tweeledig. Enerzijds worden nieuwe initiatieven ontwikkeld zoals het oprichten van oudergroepen en
236
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
hulpverlenersgroepen. Daarnaast wil POPANT bestaande initiatieven, zoals bijvoorbeeld bestaande ouderwerkingen, stimuleren en steunen. Of het nu om nieuwe of bestaande initiatieven gaat, er wordt altijd vertrokken vanuit het ouderperspectief en in samenwerking met de hulpverlening. Ervaringen van ouders blijven de basis van de genomen initiatieven. Op die manier wil men komen tot een dialoog tussen ouders en voorzieningen in het kader van een participatieve en solidariserende hulpverlening. Naast het bevragen van ouders over hun ervaringen met de hulpverlening en het komen tot een dialoog tussen ouders en voorzieningen wil men al deze conclusies bundelen en omzetten in adviezen. Het project duurt 1 jaar. De thema’s die men nog verder wil uitdiepen zijn: Integrale Jeugdhulpverlening, tevredenheidsmetingen en Vlaams cliëntforum. De totale kosten worden geraamd op 36.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 36.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het betreft een overgangsfinanciering; Vlaanderen zal vanaf 2016 de financiering overnemen. Popant heeft een ganse dynamiek in gang gezet bij een groep ouders in de jeugdhulp en bij de hulpverlening. Zij bespreken een aantal thema’s gezamenlijk en koppelen hierover terug naar de organisaties en ook naar het beleid. De oudergroep en de medewerker van Popant worden ook sterk bevraagd vanuit organisaties en vanuit bijvoorbeeld het IROJ om hun advies in te brengen over allerlei thema’s. Om de opgedane ervaring en dynamiek niet verloren te laten gaan, is het zinvol om dit project dat is ontstaan vanuit het provinciale impulsbeleid een laatste keer te subsidiëren. OCMW Herentals – Lierseweg budgetwinkel/sociale kruidenier
132a,
2200
Herentals
–
project
De
Korte historiek Op 8 juli 1976 werd een nieuwe wet van kracht die de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn in de plaats stelde van de Commissies van Openbare Onderstand. Door de oprichting van de OCMW’s op 1 april 1977 kwam er een einde aan het openbaar onderstandswezen in ons land. De hulp die men nu van een OCMW kan krijgen is een recht op maatschappelijke dienstverlening voor iedere burger en niet alleen voor noodlijdenden of behoeftigen. Het OCMW van Herentals is een openbaar bestuur dat maatschappelijke dienstverlening biedt aan alle inwoners van Herentals en in het bijzonder aan de zwakkeren binnen de samenleving. De maatschappelijke dienstverlening is breed: algemene sociale dienstverlening, budgetteringen, LOI en vluchtelingen, tewerkstelling en andere activeringsmaatregelen, juridische dienstverlening, buurtwerk, groepswerk, ... ISOM staat voor intergemeentelijke samenwerking OCMW’S Middenkempen, zijnde: Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Kasterlee, Lille, Olen en Vorselaar. De zeven lokale OCMW besturen hebben sinds 1988 een traditie in het intergemeentelijk samenwerken op een aantal terreinen. De OCMW’s van de Middenkempen kiezen er
237
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
bewust voor om de krachten te bundelen (personeel, financiën, tijd, ervaring, knowhow en werkruimte) om de sociale dienstverlening te optimaliseren. Projectgegevens en kostenraming De sociale kruidenier is een ontmoetingsplaats voor mensen in armoede met een tweeledig doel. Enerzijds is de sociale kruidenier een winkel waar mensen in armoede kwaliteitsvolle producten (voeding en verzorgingsproducten) kunnen kiezen en kopen aan een prijs onder de marktprijs. De sociale kruidenier wil als winkelpunt een kwalitatief alternatief bieden voor noodhulp. Meer dan bij noodhulp kan een sociale kruidenier ook bewust kiezen voor gezonde voeding. Naast de sociale kruidenier zal de budgetwinkel ook inzetten op doelgroepgerichte gratis voedselhulp. De dienstverlening van de budgetwinkel wordt aangeboden aan de inwoners van de Middenkempen (ISOM-werkingsgebied). De ISOM-beleidsgroep besliste op 26 februari 2014 om intergemeentelijk samen te werken aan een sociale kruidenier. Bestaande contacten met plaatselijke winkeliers in Kasterlee en Herenthout worden verder geïntegreerd in de sociale kruidenier. Verder zal er geëxperimenteerd worden met het principe van een food outlet store: voedseloverschotten versmarkten om de rentabiliteit van het initiatief te verhogen. Het project omvat een gefaseerde duur tijd van ongeveer 2 jaar. Fase 1 startte in mei 2014. Het betreft hier de opmaak van een subsidiedossier en de uitwerking van het concept budgetwinkel. Fase 2 start begin 2015 en heeft een looptijd tot en met einde 2017. Deze duurtijd wordt als innovatie-experiment omschreven. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de budgetwinkel als totaalconcept vanaf 2018 volledig financieel zelfbedruipend kan zijn met inzet van sociale tewerkstelling. De totale kosten worden geraamd op 106.140 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het betreft een realistisch project over noodhulp. Het innovatief karakter is gewaarborgd door het doel van een budgetwinkel (food outlet store) in een tweede fase. Het idee van een food outlet store is bovendien een nieuw concept in de provincie. Samenwerking met diverse partners (Kringwinkel Zuiderkempen en Isocom) is voorzien. Ook klaverbladfinanciering is gegarandeerd. Er is een duidelijk tweede doel aanwezig in de vorm van sociale tewerkstelling (twee personen art. 60 zijn toegezegd voor het project). Het project voldoet hiermee aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement. Er zal een jaarlijkse evaluatie plaatsvinden na elke fase waarbij er rekening zal gehouden worden met de beschikbare budgettaire middelen. CGG Andante – Herculusstraat 17, 2600 Berchem – Project Ontwikkeling en implementatie van suïcidepreventie en –postventie in de jeugdbewegingen en andere jongerenwerking in de provincie Antwerpen Korte historiek CGG Andante is ontstaan in 1999 uit meerdere CGG’s ten gevolge van de verplichte fusie op basis van het decreet van mei 1999 betreffende de Geestelijke Gezondheidszorg. Het centrum is sindsdien erkend door de Vlaamse Gemeenschap als Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en neemt provinciaal de coördinatie op zich van de suïcidepreventie als onderdeel van het Vlaams Actieplan
238
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Suïcidepreventie (VLASP). Binnen deze deelwerking ligt de focus op deskundigheidsbevordering bij intermediairen bij het omgaan met suïcidale personen, het bevorderen van netwerken en het ondersteunen van organisaties bij de opmaak van een suïcidepreventiebeleid. Projectgegevens en kostenraming Het project omhelst de aanwerving van een bijkomende preventiemedewerker binnen het suïcidepreventieteam die in een projectperiode van drie jaar suïcidepreventie en –postventie in de jeugdbewegingen en andere jongerenwerkingen in de provincie Antwerpen implementeert. Er worden train-detrainervormingen op maat van de doelgroep uitgewerkt. De organisaties worden ook gecoacht in de opmaak en uitwerking van een suïcidebeleid. Het uiteindelijk doel is dat alle jeugdwerkers aandacht hebben voor suïcidesignalen, dat ze sterk genoeg zijn om een gesprek aan te gaan over suïcidegedachten en de weg kennen naar de hulpverlening. Als er zich een suïcide voordoet, beschikt elke organisatie over een procedure om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. De totale kosten worden geraamd op 73.045 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 73.045 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project beantwoordt aan een reële nood: suïcidepreventie en –postventie op een kwalitatief onderbouwde manier introduceren binnen het jeugdwerk in onze provincie. Het project biedt ook een antwoord op één van de beleidsprioriteiten van de gedeputeerde voor Welzijn (suïcidepreventie bij jongeren). Het project is duidelijk afgebakend in de tijd (uitwerking en implementatie in drie jaar) waarna de resultaten in de structurele werking kunnen ingebed worden. Het project zal in de gehele provincie worden geïmplementeerd. Familiehulp – Greestraat 11c, 2200 Herentals – project NOAH Berlaarkleinschalige dagopvang voor personen met jongdementie Korte historiek Familiehulp vzw is al meer dan 60 jaar actief in de thuiszorg in Vlaanderen en Brussel. Familiehulp is ontstaan in 1949 als dienst gezinszorg. Omdat steeds meer ouderen hulp nodig hadden, werd in 1958 een dienst voor bejaardenhulp opgericht. In 1978 werd Familiehulp uitgebreid met een poetsdienst. Familiehulp vzw telt ondertussen meer dan 12.000 medewerkers. Familiehulp verleent thuiszorg op het vlak van persoonsverzorging, huishouding en psychosociale bijstand in situaties waar een zorgnood is. Ondersteuning in het thuismilieu, het familiaal en het sociaal netwerk zijn hierbij van primordiaal belang. De kernopdrachten van Familiehulp worden in de eerste plaats gerealiseerd via de gezinszorg (gezins- en bejaardenhulp) en de aanvullende thuiszorg. Projectgegevens en kostenraming Op 27 juni 2013 verleende het Agentschap Zorg en Gezondheid aan Familiehulp een voorafgaande vergunning voor het realiseren van een dagverzorgingscentrum in de gemeente Berlaar. Familiehulp is bereid deze vergunning, mits goedkeuring van de Vlaamse overheid, om te zetten in een dagverzorgingscentrum dat zich richt naar min 65 jarigen met een chronische aandoening. Het regelgevend kader daartoe werd op 16 mei 2014 door de Vlaamse Regering definitief goedgekeurd. Op basis hiervan is het mogelijk om nog eind 2014 een CADO op te starten in Berlaar
239
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
dat zich in haar concrete werking richt op personen met jongdementie woonachtig in de provincie Antwerpen. Conform de nieuwe regelgeving kunnen ook andere personen met een langdurige chronische aandoening (onder meer syndroom van Korsakov, personen met de ziekte van Parkingson, personen met Multiple sclerose) niet uitgesloten worden. Een dagverzorgingscentrum van Familiehulp draagt de naam NOAH. NOAH staat voor “Nabijheid, Opvang, Aandacht en Huiselijkheid” en is de naam die Familiehulp vzw geeft aan haar dagverzorgingscentra conform artikel 51. Dagverzorgingscentra conform art. 51 zijn centra voor ‘collectieve autonome dagopvang van ouderen’ en betreffen Vlaams gesubsidieerde dagverzorgingscentra, waarbij de combinatie wordt gemaakt van dagverzorging en gezinszorg. Het gaat hierbij om ‘kleinschalige initiatieven’ waar erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg instaan voor de uitbating. In plaats van één verzorgende bij één gebruiker in te schakelen, kan in het dagverzorgingscentrum één verzorgende voor vier of meer gebruikers zorg dragen, waardoor het aantal uren gezinszorg in een individuele relatie beperkt wordt. Het project heeft een duurtijd van 2 jaar (2014-2015). Gedurende deze periode wil men inzetten op de promotie en opening van het centrum, het bijsturen van het project en de verdere afstemming met relevante actoren. De totale kosten worden geraamd op 173.054 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Mede door de goedkeuring van dit project zal het aanbod van kleinschalige dagopvang voor personen met jongdementie in de provincie Antwerpen uitgebreid kunnen worden. Tot op heden is er in de provincie Antwerpen nog geen centrum voor dagverzorging voor mensen met jongdementie actief. Dit project voldoet dan ook aan de impulsrol die we als provincie moeten/kunnen spelen. Landelijke Kinderopvang – Leopoldstraat 24, 2300 Turnhout – Project Warme schakels voor het kind Korte historiek Landelijke Kinderopvang is de grootste organisator van kinderopvang in Vlaanderen. In de provincie Antwerpen heeft zij 609 onthaalouders, 14 initiatieven buitenschoolse kinderopvang (altijd in samenwerking met de gemeente) en organiseert zij verschillende initiatieven buurtgerichte kinderopvang (Okido's). In totaal vangt zij in de provincie Antwerpen ongeveer 16 000 kindjes op. Haar kinderopvang is inclusief, dit wil zeggen dat ook kinderen die het om één of andere reden wat moeilijker hebben, welkom zijn. Projectgegevens en kostenraming Het project wil een interdisciplinair netwerk voor kinderen uit problematische gezinnen opstarten, waar de signaalfunctie vanuit de kinderopvang komt. Het wil zorgen dat er een volwaardig web rond het kind komt en wil ook casusgericht werken.
240
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Het project heeft een duurtijd van 1 jaar waarin volgende acties zullen ondernomen worden: - vorming voor het personeel uit de kinderopvang: 'hoe omgaan met kwetsbare gezinnen in de kinderopvang'. - Zorgoverleg met andere actoren opstarten en op die manier netwerken opbouwen - opzetten van een interdisciplinair netwerk rond werken met kinderen uit kwetsbare gezinnen in de kinderopvang. - Promoten van de sociale functie van kinderopvang: kinderopvang is er niet alleen voor werkenden ouders. - ontwikkelen van een publicaties met 'do's en don't's in de kinderopvang. Beschrijving van casussen die meerwaarde van interdisciplinair werken aantonen De totale kosten worden geraamd op 28.500 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 16.500 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Warme schakels voor het kind is een interessant experiment om te trachten de schotten tussen kinderopvang en hulpverlening weg te werken in functie van de begeleiding van kwetsbare gezinnen. De interdisciplinaire aanpak met een casusgerichte benadering van een kwetsbaar gezin, koppelt de netwerkopdracht en de impulsopdracht die de provincie tot de dag van vandaag heeft. Het project voldoet dan ook aan alle voorwaarden tot het bekomen van de provinciale innovatieve impulssubsidie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005. Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de 2014, ingeschreven 2014/64900000/21/0909 projecten (R/V), voor belanghebbenden goed.
voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget op het verdeelkrediet rekeningcombinatie Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale een bedrag van 406.645 EUR, aan verschillende
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
241
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 9/2 van de agenda Budget 2014. Verdeelkrediet – rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 – Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten: thematische projectoproep "centra voor dag verzorging (inclusief CADO)". Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering Op het provinciaal budget 2014 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale projecten, op rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511. Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis van het reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 24 oktober 2013. De deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector. Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van voorstellen aan de provincieraad. Op 3 maart 2014 nam de deputatie kennis van de thematische projectoproep: ‘centra voor dag verzorging (inclusief CADO)’, inclusief de voorwaarden (algemene en financiële) verbonden aan de thematische oproep, die kadert binnen het reglement “Impulssubsidie voor innovatieve projecten in de welzijns- en de gezondheidssector”. Met de impulssubsidie wil de provincie de initiatiefnemers die dagverzorgingscentra organiseren, bereiken die nog geen erkenning voor de uitbating van een DVC in hun bezit hebben en dit voor 31 december 2015 willen realiseren. Afhankelijk van het aantal dagverzorgingscentra die al actief zijn in een zorgregio kan een voorziening een opstartsubsidie van respectievelijk 17.500 EUR (huidige realisatiegraad zorgregio 0%), 15.000 EUR (huidige realisatiegraad zorgregio tussen 1 en 49%) of 10.000 EUR (huidige realisatiegraad zorgregio tussen 50 en 99%) verkrijgen. De subsidiëring van de thematische projectoproep “centra voor dag verzorging (inclusief CADO)” was initieel voorzien onder het subsidiekrediet, subsidies met betrekking tot ouderen onder de actie “A Ouderen: Vernieuwing van het subsidiekader voor het beleid ouderen door evaluatie, bijsturing en heroriëntering in 2014”. Via een aanpassing van de raming werd er 128.433 EUR verschoven naar subsidies voor sociale projecten om deze subsidies via het “reglement voor innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector” toe te wijzen. Voorgesteld wordt 160.000 EUR ter beschikking te stellen om een aantal innovatieve projecten die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in de thematische projectoproep ‘centra voor dag verzorging (inclusief CADO)’ een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of meer.
242
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Voorstel Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten: thematische projectoproep “centra voor dag verzorging (inclusief CADO)” voorgesteld met de bedoeling een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen. De projecten voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in de thematische oproep. OCMW Sint-Katelijne-Waver - Dagopvangcentrum Wilsonstraat 28a, 2860 Sint-Katelijne-Waver – Dagopvangcentrum Huis Offendonk
Huis Offendonk, project OCMW-
Korte historiek Het OCMW van Sint-Katelijne-Waver richt zijn beleid op twee speerpunten: armoedebestrijding en ouderenzorg. Op het vlak van ouderenzorg stelt het OCMW zich tot doel om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Daartoe organiseert zij een ruim netwerk van ondersteunende diensten. Het OCMW start op 1 januari 2015 met dagopvangcentrum 'Huis Offendonk' voor ouderen en zorgbehoevenden. In het centrum kunnen vier tot acht mensen terecht voor opvang gedurende de dag of slechts enkele uren Projectgegevens en kostenraming Een collectieve autonome dagopvang is een kleinschalige dagopvang in een huis in de buurt. CADO biedt opvang aan zorgbehoevende personen of personen met een handicap die thuis wonen en die: • behoefte hebben aan sociaal contact en ondersteuning. • nood hebben aan begeleiding bij dagelijkse activiteiten Gebruikers van een CADO doen volgens hun mogelijkheden en interesses dagelijkse dingen met andere gasten (4 à 8 personen) zoals: samen koken, de krant lezen, kaarten, handwerken, knutselen, koffiekletsen, ... Verzorgenden staan in voor de begeleiding en helpen bij een ontspannend bad, haarverzorging of een hand- en voetmassage. Het OCMW start op 1 januari 2015 met dagopvangcentrum 'Huis Offendonk' voor ouderen en zorgbehoevenden. In het centrum kunnen vier tot acht mensen terecht voor opvang gedurende de dag of slechts enkele uren. De totale kosten worden geraamd op 14.390 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te stellen. Emmaüs vzw - Dagverzorgingscentrum De Peerle, Edgard Tinnellaan 1c, 2800 Mechelen – project DVC De Peerle Korte historiek Dagverzorgingscentra De Peerle kadert binnen de thuiszorg. Dag verzorgingscentrum De Peerle heeft als opdracht de gebruiker dag verzorging, alsmede geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke gezin - en huishoudelijke verzorging te bieden.
243
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
DVC De Peerle richt zicht tot zorgbehoevende ouderen die nog thuis wonen. Deze ouderen kunnen tijdens weekdagen overdag gedurende een zestal uren opgevangen worden. DVC De Peerle voorziet in een eigen vervoersdienst met aangepaste auto’s en chauffeurs, dit via het systeem van dienstencheques. Dit vervoer wordt grotendeels terugbetaald via de mutualiteiten indien de gebruiker zorgbehoevend is. Projectgegevens en kostenraming Dag verzorgingscentrum De Peerle heeft als opdracht de gebruiker dag verzorging, alsmede geheel of gedeeltelijk, en de gebruikelijke gezins- en huishoudelijke verzorging aan te bieden. Het centrum treedt op als partner in de thuiszorg binnen de zorgregio Duffel en aangrenzende gemeenten. Beoogde doelstelling is om zo lang mogelijk ouderen thuis te laten wonen door thuiszorgondersteuning van dag verzorging in combinatie met kortverblijf, de diensten, gemeente en het OCMW. In het dag verzorgingscentrum De Peerle zijn zowel forfaitgerechtigde als nietforfaitgerechtigde bezoekers welkom die geen intense medische controle nodig hebben, maar die wel behoefte hebben aan re-activatie, verzorging of toezicht. Het doel van DVC De Peerle is ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen door thuiszorgondersteuning van dag verzorging in combinatie met kortverblijf, de diensten van thuiszorg, gemeente en OCMW. De totale kosten worden geraamd op 165.375 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te stellen. Sint-Lucia vzw, Herentalsstraat Dagverzorgingscentrum "Gasthuis"
64,
2300
Turnhout
–
project
Korte historiek Sint-Lucia vzw werd, door de gasthuiszusters van Turnhout, in 1955 opgericht. De zusters doopten het rusthuis “Sint-Lucia” omdat er een beeld van de Heilige Lucia in een nis stond in de voorgevel van de brouwerij. In 1956 werd gestart met het optrekken van het hoofdgebouw met drie verdiepingen. In 1959 verhuisden de residenten naar de nieuwbouw die plaats biedt aan 80 bewoners. De vraag naar bejaardenzorg bleef echter toenemen en Sint-Lucia bleef, ondanks uitbreidingen, te klein. Er werd toen besloten om uit te breiden tot 104 bewoners, de huidige capaciteit. In 1998 kregen zij de erkenning als rust- en verzorgingstehuis (RVT). In 2013 werd er gestart met een nieuwbouw op de Hei-zijde (Clarissendreef). Eind 2014 zullen alle bewoners verhuizen naar de nieuwe site. De vzw “Sint-Lucia”, ontstaan uit een initiatief van de Gasthuiszusters van Turnhout, wil verblijf, ondersteuning en verzorging bieden aan zorgbehoevende ouderen. De vzw wil dit doen vanuit een christelijke inspiratie met openheid en respect voor mensen van eender welke levensbeschouwing.
244
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Projectgegevens en kostenraming Sint Lucia vzw wenst een dagverzorgingscentrum voor zorgbehoevende ouderen (zgn. “niet-conform art. 51”) op te richten. In een DVC niet-conform artikel 51 kan men een halve dag of een volledige dag verblijven en betaalt men hiervoor een dagprijs. (In een DVC conform artikel 51 betaalt men een prijs per uur). Het centrum zal worden erkend door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en zal deel uitmaken van woonzorgcentrum Sint-Lucia. Een DVC biedt opvang en verzorging overdag aan ouderen. Het centrum neemt dus tijdelijk de opvang en zorg over van de mensen die normaal thuis voor de zorgbehoevende zorgen (mantelzorgers of thuisverplegers). Het doel van Sint Lucia vzw met het dagverzorgingscentra is thuiszorg voor oudere mensen (eventueel met dementie) langer mogelijk te maken door het aanbieden van tijdelijke opvang en zorg. Zinvolle dagbesteding aanbieden aan oudere mensen (eventueel met dementie). De totale kosten worden geraamd op 135.600 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. Familiehulp vzw, Koningstraat 294, 1210 Brussel – project NOAH Essen, Loenhout, Aartselaar, Herenthout, Puurs, Vorselaar Korte historiek Familiehulp vzw is al meer dan 60 jaar actief in de thuiszorg in Vlaanderen en Brussel. De vereniging is ontstaan in 1949 als dienst gezinszorg. Omdat steeds meer ouderen hulp nodig hadden, werd in 1958 een dienst voor bejaardenhulp opgericht. In 1978 werd Familiehulp uitgebreid met een poetsdienst. De vzw telt ondertussen meer dan 12.000 medewerkers. Familiehulp vzw verleent thuiszorg op het vlak van persoonsverzorging, huishouding en psychosociale bijstand in situaties waar een zorg nood is. Ondersteuning in het thuismilieu, het familiaal en het sociaal netwerk zijn hierbij van primordiaal belang. De kernopdrachten van Familiehulp worden in de eerste plaats gerealiseerd via de gezinszorg (gezins- en bejaardenhulp) en de aanvullende thuiszorg. Familiehulp vzw is een autonome dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Projectgegevens en kostenraming In de gemeentes Essen, Loenhout, Aartselaar Herenthout, Puurs en Vorselaar is er nog ruimte binnen de programmatie van de dagverzorgingscentra. De gemeenten willen met de oprichting van NOAH inspelen op dit hiaat in het zorgaanbod. NOAH staat voor “Nabijheid, Opvang, Aandacht en Huiselijkheid” en is de naam die Familiehulp vzw geeft aan haar dagverzorgingscentra conform artikel 51. Dagverzorgingscentra conform art. 51 zijn centra voor ‘collectieve autonome dagopvang van ouderen’ en betreffen Vlaams gesubsidieerde dagverzorgingscentra, waarbij de combinatie wordt gemaakt van dag verzorging en gezinszorg. Het gaat hierbij om ‘kleinschalige initiatieven’ waar erkende diensten voor gezinszorg en
245
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
aanvullende thuiszorg instaan voor de uitbating. In plaats van één verzorgende bij één gebruiker in te schakelen kan in het dag verzorgingscentrum één verzorgende voor vier of meer gebruikers zorg dragen. Hierdoor wordt het aantal uren gezinszorg in een individuele relatie beperkt. 1.
Project NOAH Essen
De totale kosten van dit project worden geraamd op 122.181 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. 1.
Project NOAH Loenhout (Wuustwezel)
De totale kosten dit project worden geraamd op 27.736 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. 2.
Project NOAH Aartselaar
De totale kosten van dit project worden geraamd op 125.508 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. 3.
Project NOAH Herenthout
De totale kosten van dit project worden geraamd op 27.604 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 17.500 EUR ter beschikking te stellen. 4.
Project NOAH Puurs
De totale kosten van dit project worden geraamd op 119.764 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. 5.
Project NOAH Vorselaar
De totale kosten van dit project worden geraamd op 27.603 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 17.500 EUR ter beschikking te stellen. Welzijnszorg Kempen (Vereniging Ocmw's (decreet 19/12/2008)) - IVA Thuiszorg Kempen, A. Van Dijckstraat 20, 2300 Turnhout – project CADO Lille, CADO Ravels Korte historiek Thuiszorg Kempen is een samenwerkingsverband van openbare diensten voor gezinszorg binnen het arrondissement Turnhout. De dienst biedt hulp aan gezinnen, bejaarden en zorgbehoevenden. Thuiszorg Kempen richt zich in de eerste plaats tot de meest kwetsbaren.
246
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Eind 2013 zijn er 155 voltijds equivalenten tewerkgesteld als verzorgenden, waarvan 69 VTE bij Welzijnszorg Kempen en 86 VTE als gedetacheerden via de OCMW's. De IVA (intern verzelfstandigd agentschap) Thuiszorg Kempen is gestart in 2014 na een reorganisatietraject dat werd opgestart in 2011. Thuiszorg Kempen biedt hulp aan gezinnen, bejaarden en zorgbehoevenden. Afhankelijk van de hulpvraag en hulpbehoevendheid (fysisch, psychisch, en/of sociaal) kan de hulp tijdelijk of voor een lange periode worden aangeboden. De dienst stelt als doel de cliënt zo optimaal en zo comfortabel mogelijk te ondersteunen. Projectgegevens en kostenraming CADO staat voor 'Collectieve Autonome Dagopvang van ouderen'. Het gaat om een kleinschalig project waar erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg (in casu Thuiszorg Kempen) instaan voor de uitbating. In plaats van 1 op 1 relatie (de traditionele diensten voor gezinszorg) kan in het dagverzorgingscentra één verzorgende voor vier of meerdere gebruikers zorg dragen waardoor het aantal uren gezinszorg kan worden beperkt. De gebruikers van een CADO zijn personen die geen intensief medisch toezicht en/of behandeling nodig hebben. Zij hebben nood aan verzorging, oppas en begeleiding op maat. Gebruikers van een CADO brengen een gezellige dag door samen met de andere gasten in een huiselijk sfeer. Dagdagelijkse huiselijke bezigheden zoals soep maken, lunchen, naar de bakker gaan, ... worden samen en onder begeleiding van een verzorgende gedaan. 1.
Project CADO Lille
De totale kosten worden geraamd op 77.553 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. 2.
Project CADO Ravels
De totale kosten worden geraamd op 77.553 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter beschikking te stellen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005. Op voorstel van de deputatie,
247
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget 2014, ingeschreven op het verdeelkrediet rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V), Verschillende innovatieve projecten: thematische projectoproep “centra voor dag verzorging (inclusief CADO)”. voor een bedrag van 160.000 EUR, aan verschillende belanghebbenden goed. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 9/3 van de agenda Budget 2014. Herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De provincieraad heeft in zitting van 27 maart 2014 de verdeling van het krediet, subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R) ingeschreven in het uitgavenbudget onder 2014/64900000/21/0911 goedgekeurd. In zitting van 25 september 2014 keurde de provincieraad een herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R) goed. De deputatie wenst nu een laatste herverdeling van het krediet, subsidies met betrekking tot gehandicapten, aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen: Uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2014000591 en 2014000581 subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R): 706.374,22 EUR Dit krediet wordt aangewend als volgt: Onderstaand subsidiekrediet wordt provincieraad van 27 november 2014.
nieuw
ingeschreven
in
de
Ramingsnummer 581: A Personen met beperking: Vernieuwing van het subsidiekader voor personen met een beperking door evaluatie en bijsturing in 2014. - Nominatim projectsubsidies Gouverneur Kinsbergencentrum vzw m.b.t. transitie ROG 99.600 EUR De overgang van organisatiefinanciering naar persoonsvolgende financiering, het streven naar meer inclusie van personen met een handicap, het inzetten van de verschillende concentrische cirkels alsook het appel om tot meer intersectoraal opgebouwde zorgtrajecten voor personen met een handicap (zie: Perspectiefplan 2020) zet het Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg (ROG) voor belangrijke uitdagingen. Onder de noemer ‘Transitie van de werkingsprocessen van het Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg in de overgang naar de Persoonsvolgende Financiering met het oog op een inclusieve zorg- en dienstverlening voor personen
248
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
met een handicap in de provincie Antwerpen’ wil het ROG daar op een projectmatige manier werk van maken met volgende doelstellingen: Het uitwerken van een provinciaal aanmeldingspunt voor personen met een handicap met een complexe zorgvraag en regionale aanmeldingspunten voor personen met een basiszorgvraag door middel van provinciaal gespreide proefprojecten. Een terreinverkenning van cliëntoverleg waarbij er gezocht wordt naar een aangepaste methodiek van intersectorale zorgbemiddeling die dient te resulteren in het opbouwen van een steungroep rond de persoon met een handicap. Het onderzoeken van instanties die geplaatst zijn om betaalbaar en onafhankelijk advies te bieden aan personen met een handicap met het oog op continuïteit van zorg en ondersteuning. Op basis van de zorgbemiddeling en trajectondersteuning wordt er aan intersectorale zorgafstemming en –planning gewerkt om de idee van basiszorg (een passend zorgaanbod in de nabije omgeving van de cliënt en zijn netwerk) te realiseren. Onderstaande subsidiekredieten werden reeds provincieraad van 27 maart en 25 september 2014.
verdeeld
in
de
Ramingsnummer 581: A Personen met beperking: Vernieuwing van het subsidiekader voor personen met een beperking door evaluatie en bijsturing in 2014. - Subsidies verenigingen voor personen met een handicap volgens reglement:
74.000 EUR
- Nominatim Landelijke woningaanpassingen):
50.000 EUR
Thuiszorg
(adviseren
en
begeleiden
- Nominatim Gouverneur Kingsbergencentrum (NAH en Onada):
75.000 EUR
Ramingsnummer 591: A Toegankelijkheid: Uitwerken van een coherent, transparant, provinciaal beleid voor aangepast vervoer. Oprichting van een Mobiliteitscentrale voor Aangepast vervoer (MAV). Nominatim subsidies aangepast vervoer: -
Welzijnszorg Kempen: Imsir vzw: Antwerpse Rolkar vzw: Handicar Zoersel vzw:
163.169 EUR 65.886 41.201 49.794 6.288
- Handicar Wuustwezel: - Handicar Kalmthout: - Handicar Essen:
EUR EUR EUR EUR
2.138 EUR 1.539 EUR 896 EUR
- Investeringssubsidie Handicar Zoersel: - Nominatim subsidies Welzijnszorg Kempen MAV
249
25.000 EUR 215.032,22 EUR
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet ingeschreven in het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2014000591 en 2014000581: subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap goed te keuren. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de interne herverdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2014000591 en 2014000581; Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005; Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht evenwicht van de begroting; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT Enig artikel: De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R), goed: Uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2014000591 en 2014000581 subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R):
706.374,22 EUR
Dit krediet wordt aangewend als volgt: Ramingsnummer 581: A Personen met beperking: Vernieuwing van het subsidiekader voor personen met een beperking door evaluatie en bijsturing in 2014. - Nominatim projectsubsidies Gouverneur Kinsbergencentrum vzw m.b.t. transitie ROG 99.600 EUR - Subsidies verenigingen voor personen met een handicap volgens reglement:
74.000 EUR
- Nominatim Landelijke woningaanpassingen):
50.000 EUR
Thuiszorg
(adviseren
en
begeleiden
- Nominatim Gouverneur Kingsbergencentrum (NAH en Onada):
75.000 EUR
Ramingsnummer 591: A Toegankelijkheid: Uitwerken van een coherent, transparant, provinciaal beleid voor aangepast vervoer. Oprichting van een Mobiliteitscentrale voor Aangepast vervoer (MAV). - Nominatim subsidies aangepast vervoer:
250
163.169 EUR
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
-
Welzijnszorg Kempen: Imsir vzw: Antwerpse Rolkar vzw: Handicar Zoersel vzw:
65.886 41.201 49.794 6.288
- Handicar Wuustwezel: - Handicar Kalmthout: - Handicar Essen:
EUR EUR EUR EUR
2.138 EUR 1.539 EUR 896 EUR
- Investeringssubsidie Handicar Zoersel: - Nominatim subsidies Welzijnszorg Kempen MAV
25.000 EUR 215.032,22 EUR
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 9/4 van de agenda Budget 2014. Verdeelkrediet – rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 – Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten: thematische oproep "wijkgezondheidscentra". Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op het provinciaal budget 2014 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale projecten, op rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511. Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis van het reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 24 oktober 2013. De deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector. Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van voorstellen aan de provincieraad. In haar welzijnsbeleid wil de provincie Antwerpen actief bijdragen tot de toegankelijkheid van de zorg. In deze context wil de dienst Welzijn en Gezondheid, via impulssubsidies, middelen vrijmaken voor opstartende wijkgezondheidscentra op het grondgebied van de provincie Antwerpen. Hiertoe werd een thematische oproep gelanceerd gericht naar samenwerkingsverbanden in de provincie Antwerpen die een wijkgezondheidscentrum willen opstarten. De thematische oproep vindt u als bijlage. De subsidiëring van de thematische projectoproep “wijkgezondheidscentra” was initieel voorzien onder het subsidiekrediet, subsidies met betrekking tot gezondheid onder de actie “A Ouderen: afstemming van de werking van de palliatieve netwerken in de provincie Antwerpen met het brede welzijnsveld door middel van netwerking en het ondersteuning van provinciale initiatieven in 2014.” Via een
251
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
aanpassing van de raming werd er 150.583,73 EUR verschoven naar subsidies voor sociale projecten om deze subsidies via het “reglement voor innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector” toe te wijzen. Voorgesteld wordt 114.900 EUR ter beschikking te stellen om een aantal innovatieve projecten in het kader van de thematische projectoproep “wijkgezondheidscentra” een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of meer. Voorstel Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten in het kader van de thematische projectoproep “wijkgezondheidscentra” voorgesteld met de bedoeling een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen. De projecten voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in de projectoproep namelijk: 1. Multidisciplinaire samenwerking onder één dak 2. Gemeenschapsgerichte werking 3. Territoriale werking 4. Structurele samenwerkingsverbanden 5. Ziektepreventie en gezondheidsbevordering 6. Integrale zorgverlening 7. Toegankelijkheid 8. Continuïteit 9. Kwaliteit 10. Organisatievorm 11. Onafhankelijkheid en pluralisme ’t ANtWOORD vzw, Otterstraat 116, 2300 Turnhout – project Voorbereiding en opstart Wijkgezondheidscentrum Regio Turnhout Korte historiek T'ANtWOORD is een pluralistische vereniging voor iedereen die sociaal uitgesloten is. Dit kan omwille van verschillende redenen zoals een te beperkt inkomen, ziekte of vereenzaming. De laatste studies tonen aan dat op dit moment in België 13 op de 100 inwoners arm is. Voor de Stad Turnhout gaat dit over 5200 mensen. T'ANtWOORD bereikt momenteel zeer regelmatig 160 mensen op verschillende activiteiten; indirect echter een hele boel meer. Ook diverse diensten, die ook mensen in armoede en sociale uitsluiting( zoals de Voedselbedeling, 't Spoor, het Peuterspeelpunt, het Rode Kruis, ..) bereiken, gebruiken de lokalen van ’t ANtWOORD. De doelgroep van het Wijkgezondheidscentrum Regio Turnhout betreft alle inwoners uit de stadregio Turnhout met bijzondere aandacht voor de toegankelijkheid voor kansengroepen. Projectgegevens en kostenraming Het project omvat de voorbereiding van de oprichting van een wijkgezondheidscentrum in het centrum van Turnhout. Het centrum zal in de loop van 2016 de deuren openen voor patiënten uit de stadsregio Turnhout. Momenteel wordt hiervoor een ruim draagvlak gecreëerd en worden enkele sporen verkend. De concrete voorbereiding gebeurt in 2015 door de projectcoördinator,
252
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
gesuperviseerd en gecoacht door de raad van bestuur van de nieuwe vzw (oprichtingsvergadering: 25/11/2014). Enkele belangrijk bijkomende randvoorwaarden voor de start: - De aanwerving van artsen met het geschikte profiel; - Het vinden van gepaste huisvesting voor het centrum. De totale kosten worden geraamd op 50.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 45.000 EUR ter beschikking te stellen. Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie vzw, Brusselsepoortstraat 8, 2800 Mechelen – project Opstart Wijkgezondheidscentrum (WGC) te Willebroek Korte historiek Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie vzw is, in de huidige vorm, op 26 juni 1991. opgericht bij het tot stand komen van het Vlaams decreet Maatschappelijk Opbouwwerk. De vereniging kende al lang voor bovenvermelde datum voorlopers in de vorm van kleinere initiatieven voor buurtwerk en opbouwwerk. Bij de start van het decreet zijn deze werkingen gepoold tot Regionale Instituten Samenlevingsopbouw (RISO’s). Vanaf de oprichting tot op heden kende de organisatie een gestage uitbreiding. De focus bleef al die jaren gericht op bestrijding van achterstelling van en met maatschappelijk kwetsbare groepen. De missie bestaat uit het realiseren van het recht op een menswaardig leven voor iedereen. Projectgegevens en kostenraming Vanuit de Rupel gemeenten kreeg Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie vzw reeds meermaals het signaal dat een wijkgezondheidscentrum een welgekomen aanvulling zou zijn op het bestaande aanbod. De lancering van een subsidieoproep door de provincie zette de vereniging ertoe aan om actief werk te maken van de opstart van een WGC in Willebroek. Uit de eerste omgevingsanalyse blijkt zeer duidelijk dat deze regio slecht scoort op indicatoren die wijzen op armoede en sociale uitsluiting. Een WGC biedt door zijn brede en integrale aanpak een antwoord op de oorzaken van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen die in wetenschappelijk onderzoek keer op keer vastgesteld worden. Om bovenvermelde doelstellingen te bereiken zullen de volgende activiteiten worden opgezet: 1. Bij de opstartfase: Verfijnen van de omgevingsanalyse op basis van gesprekken met sleutelfiguren. - voorbereidend werk (o.a. huisarts zoeken, locatie, middelen, vrijwilligers en andere zorgverstrekkers rekruteren, vzw opstarten, ...) 2. Vanaf de opening van het wijkgezondheidscentrum: Het WGC biedt toegankelijke gezondheidszorg aan en heeft oog voor de psychische, fysieke en sociale factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. Patiënten kunnen in het WGC terecht voor volgende activiteiten:
253
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
- Dagelijks huisartsenconsultaties (indien nodig gebeuren er ook huisbezoeken) - Verpleegkundige zorgen De totale kosten worden geraamd op 75.304 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 45.000 EUR ter beschikking te stellen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005. Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget 2014, ingeschreven op het verdeelkrediet rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V), Verschillende innovatieve projecten: thematische projectoproep “wijkgezondheidscentra”. voor een bedrag van 90.000,00 EUR, aan verschillende belanghebbenden goed. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Er ligt een erratum-verslag op uw banken. Wij waren niet meer bij machte om dat te laten veranderen, maar naar aanleiding van de bespreking in de commissie is gebleken, en wij hebben dat ook intern met de dienst Welzijn en Gezondheid bekeken, dat er onvoldoende zekerheid was over de doelstelling van het project van Brasschaat. Wij trekken dat terug. In het erratum-verslag dat op uw banken ligt vindt u dat wij voorstellen van twee projecten goed te keuren. VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Voorzitter, collega’s, Wij zullen ons onthouden op punt 9/4. Niet omdat wij per definitie tegen wijkgezondheidscentra gekant zouden zijn, maar wel vanwege het feit dat zulke initiatieven onzes inziens niet door de provincie moeten gesubsidieerd worden. Het Vlaams belang is van mening dat de naar voren geschoven argumentatie hiervoor, zoals multidisciplinariteit, gezondheidspreventie, en forfaitaire geneeskunde, allemaal zaken zijn die op dit ogenblik ook door bestaande huisartsen en/of praktijken ter harte worden genomen en verder uitgewerkt en gerealiseerd kunnen worden. De provincie zou naar onze mening zich dan ook beter, en vooral beperken tot het sensibiliseren van huisartsen om derdebetalerssystemen, enz., toe te passen, eerder dan op lange termijn er mede voor te zorgen mogelijks dat wijkgezondheidscentra uitgroeien tot een door de overheid gesubsidieerde concurrent van andere hardwerkende huisartsen die immers ook in elke wijk actief zijn. Vanwege die reden zullen wij ons onthouden.
254
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Dillen heeft het woord. De heer DILLEN.- Voorzitter, Gouverneur, Gedeputeerden, Collega’s raadsleden, Reeds 26 jaar ben ik huisarts in Mol-Rauw, een landelijk dorpje in het oosten van onze provincie. Ik beoefen daar een vrij beroep waarvan de bewegingsvrijheid steeds verder wordt ingeperkt door de overheid. Het subsidiëren van wijkgezondheidscentra door alle beleidsniveaus en op alle locaties is de volgende stap in deze regulering. De provinciale subsidie voor deze projecten kan ik onmogelijk goedkeuren. De oproep van de provincie was niet gericht aan de artsen, wel aan organisaties die vermeld zijn op de provinciale sociale kaart. Het was zelfs zo dat een arts die een foutief verstuurde mail ontving vanuit een CAW, gevraagd werd om hier niet over te communiceren met zijn collega-artsen. Vele collega’s zijn het er over eens dat praktijken bottom-up georganiseerd moeten worden door de artsen, en niet top-down zoals bij deze wijkgezondheidscentra. De afwezigheid van een financiële drempel, de forfaitaire geneeskunde, de multidisciplinariteit en de gezondheidspromotie zijn typerende kenmerken van deze praktijken. De motivatie voor deze provinciale subsidies is gebaseerd op een studie van het kenniscentrum uit 2008. Toen was er inderdaad een hoge financiële drempel voor de meest kwetsbare groepen in onze maatschappij. Ondertussen hebben zowel de Vlaamse als de federale regering belangrijke inspanningen geleverd om mensen met een beperkt inkomen toch toegang te geven tot de eerstelijns gezondheidszorg. De meest kwetsbare groepen betalen door tussenkomsten van het RIZIV nog slechts 1 EUR door het omnio-statuut. De mensen die in begeleiding zijn bij het OCMW betalen niets. Het GMD, of globaal medisch dossier, verlaagt het remgeld met 30%. Artsen zijn echter niet verplicht deze goodwill aan te bieden aan hun patiënten. De provincie zou deze subsidies dan ook beter besteden aan artsen die deze vrijblijvende derdebetalersregeling toepassen en op deze manier financieel laagdrempelig werken. De multidisciplinariteit is ook in de normale praktijk aanwezig: we werken samen met gratis verpleegsters, binnen de week kunnen de patiënten terecht bij een eerstelijnspsycholoog. Bovendien is er in een wijkgezondheidscentrum geen vrije keuze van paramedici. Gezondheidspreventie wordt binnen de wijkgezondheidscentra op kleine schaal georganiseerd. In de normale praktijk kan men beroep doen op kwaliteitsvolle Vlaamse preventie naar borstkanker, darmkanker, rookstop, enz. Het GMD+ is een gratis preventieve check-up. Ik kan akkoord gaan met wijkgezondheidscentra in de moeilijkste buurten van groot- en centrumsteden, maar de eerstelijnsgezondheidszorg in de hier voorgestelde locaties kan ingericht worden door huisartsen in normale praktijken. Artsen van een wijkgezondheidscentrum hebben gemiddeld 700 patiënten met een GMD, anderen 1100. De verovering van het landelijk en voorstedelijk gebied door de wijkgezondheidscentra zal het
255
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
artsentekort dat er nu reeds is alleen maar doen toenemen. De prijs van de huisartsgeneeskunde wordt daardoor onbetaalbaar. Beste collega’s, eigenlijk ben ik dom. Ik zou, samen met mijn 7 andere collega’s van ons netwerk, beter ook een wijkgezondheidscentrum starten met federale subsidies voor de werking, Vlaamse subsidies voor het gebouw en provinciale subsidies voor de opstart. Ik doe dit echter bewust niet, omdat ik – en vele collega’s met mij – blijf ijveren voor een betaalbare en performante eerstelijns gezondheidszorg. Neen, dit is onvervalste concurrentievervalsing. Versterken van de eerste lijn is noodzakelijk om de gezondheidszorg betaalbaar te houden, maar niet op de voorgestelde manier. Met deze steun doe je aan oneerlijke financiële concurrentie. Financiële steun voor de artsen die de derdebetalersregeling vrijwillig toepassen om laagdrempelig te werken verdient onze voorkeur. Het is niet alledaags dat iemand van een meerderheidsfractie de vraag van de meerderheid niet steunt, maar dit voorstel kost te veel geld voor te weinig oplossingen. Ik zal me dan ook onthouden. Ik dank u.
Applaus VOORZITTER.- Mevrouw De Hert heeft het woord. Mevrouw DE HERT.- Mevrouw de gouverneur, Voorzitter, Gedeputeerden, Collega’s raadsleden, Ik ga mij niet onthouden. Ik erken het belang van wijkgezondheidscentra in gebieden waar kansarmoede en armoede aanwezig zijn, maar ik had toch graag bijkomend gereageerd op het betoog van Koen. Wij worden als provincieraadsleden geacht om kritisch en bedachtzaam om te gaan met budgetten en een oogje in het zeil te houden bij de verdeling en toekenning ervan. Ik kan mij niet ontdoen van de bedenking dat er toch naar het einde van het werkjaar veel geschoven wordt met budgetten in de commissie Welzijn, en dat projecten die nu ingediend worden naar mijn aanvoelen meer budget toegediend krijgen dan andere eerder op het jaar. We hebben als commissieleden de indruk dat er heel snel gelden worden toegekend aan projectaanvragers, en dit niet altijd aan de hand van gefundeerde dossiers, waarvan het dossier van de wijkgezondheidscentra er een is. Waren wij niet toevallig op de hoogte gebracht door mensen uit ons netwerk, dan hebben we een precedent gecreëerd dat misschien niet kan hard gemaakt worden in de toekomst. We moeten steeds voor ogen houden dat de middelen toegekend worden aan projecten waar ze voor bedoeld zijn en dat ze niet, omdat een organisatie een creatieve aanvraag heeft, op foute plaatsen terecht komen. Het is niet de bedoeling om het werk van de ambtenaren en de dienst Welzijn te bekritiseren, maar het is wel een vraag om meer informatie te krijgen rond projecten in de
256
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
commissie. We vragen om vroeger of sneller op de hoogte gebracht te worden van het uitschrijven van de projecten zodat we dit mee kunnen opvolgen. Dit geldt voor het verschuiven van gelden van ene domein naar het andere. Ik ga ervan uit dat bij de opmaak van de budgetten gekeken wordt naar wat echt nodig is in een bepaald domein, en ik kan het mij moeilijk voorstellen dan in een departement zoals Welzijn de budgetten dan ook niet kunnen opgebruikt worden. Hebben wij ook daar een taak om dit mee op te volgen? Ik hoop dat we in de commissie deze discussie uitgebreid kunnen voeren. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Geachte collega’s, ik had gedacht mij te kunnen beperken tot een tussenkomst waarbij ik namens Geneeskunde voor het Volk, dat ik in 1970 gesticht heb, onze uitdrukkelijke steun aan dit zeer beperkte initiatief van de provincie zou uitdrukken. Maar na de tussenkomst van collega Dillen die mij ten zeerste verwonderd heeft, denk ik dat ik als diegene die aan de wieg gestaan heeft van de tweede groepspraktijk ooit in België, en aan de wieg gestaan heeft van een heel netwerk van groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk die forfaitaire gezondheidszorg aanbieden, wat betekent dat de patiënt zonder 1 EUR op zak te hebben altijd beroep kan doen op eerstelijnsgezondheidszorg, het volgende kan zeggen. Het is een heel mooie zaak die onze maatschappij heel veel kosten bespaart. Het komt regelmatig voor dat patiënten die het financieel moeilijk hebben, nalaten in het weekend een dokter te roepen, bijvoorbeeld voor een kind met een zware luchtwegeninfectie. Want het remgeld voor een huisbezoek in het weekend is 19 EUR en 28 EUR voor een nachtbezoek. Terwijl je ook nog het volledige bedrag in huis moet hebben om voor te schieten aan de arts: 53 EUR voor een weekendbezoek en 83 EUR voor een nachtbezoek. Sommige patiënten wachten dan tot ze op maandag bij hun gratis of goedkopere huisarts terecht kunnen. Maar dan heeft het kind ondertussen soms en longontsteking ontwikkeld, enz. Men heeft mij, toen ik op pensioen ging vijf jaar geleden, in het Laatste Nieuws beschreven als de uitvinder van de gratis gezondheidszorg in België. Dat is overdreven. Want die gezondheidszorg die wij aanbieden en waarvoor de mensen inderdaad, en gelukkig maar, geen euro op tafel moeten leggen, die is niet gratis. Want iedereen die werkt en een gemiddeld brutoloon heeft van 2.500 EUR per maand, dat niet zoveel is, die betaalt alleen voor de gezondheidszorgen op zijn loon hij zelf en via zijn werkgever 2.200 EUR netto per jaar, alleen al voor de terugbetaling huisartsen, specialisten, enzovoorts. Dus dat is niet gratis. Dat is iets waar de mensen al voor betaald hebben. Dat is een fantastisch mooie zaak, maar ik ga er u niet langer over onderhouden. Ik ben heel erg verwonderd over uw tussenkomst, mijnheer Dillen. Ik weet dat u op verschillende vlakken een sociale praktijk hebt, maar dat de ideologie van uw partij die Engels conservatief is, u nu doet kiezen voor een gezondheidszorg die alleen nog de kansarmen hier of daar wat meer kansen gaat bieden, en niet het recht op een gratis en goede gezondheidszorg van iedereen die er via de sociale zekerheid voor betaalt om dat te verzekeren en dat te verwezenlijken. Ik nodig u echt eens uit om te komen kijken bij ons, in onze groepspraktijk of in andere, die gelukkig meer en meer succes krijgen, om te zien hoe goed dat dit werkt. Het uitgangspunt is niet: gaat het voor ons artsen beter worden?
257
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het eerst uitgangspunt moet zijn: gaat het voor onze patiënten en voor de volksgezondheid beter worden? Ik dank u.
Applaus VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Ik wil ook even kort reageren op wat collega Koen Dillen zei. Het gaat hier echt wel niet, collega’s, om een of-of verhaal. Het is juist wel net de taak van de overheid, en dan van alle overheden, of het nu de lokale, provinciale, Vlaamse of federale zijn, om noden te ontdekken in de samenleving en er voor te zorgen, als het gaat over gezondheidszorgen, dat iedereen goede en betaalbare gezondheidszorgen kan krijgen. Want gezondheidszorg is een fundamenteel recht en een grondwettelijk recht en moet voor iedereen toegankelijk zijn. Het is niet aan de provincie om individuele artsen te subsidiëren, maar het is wel aan de provincie om noden die er zijn, om noden die niet gedekt worden, gaten die er zijn, om die te dichten. Daarvoor net dienen projecten zoals deze. Ik zou toch ook willen vragen om ook onze administraties te steunen. In de commissie krijgen wij toelichting over de verschillende projecten die er zijn. Er werd zeer open over gepraat. Het gebeurt regelmatig dat er vragen worden gesteld, en er wordt altijd heel open en constructief op geantwoord. Ik denk dat dit een goede zaak is, en dat het ook correct is dat het op die manier gebeurt. Zij kennen de dossiers. Ik zou in de fractie alleszins dit project en de andere met volle overtuiging steunen. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, collega’s, Ik heb eerst de specialisten laten praten, maar u weet dat wij in onze fractie ook een specialiste ter zake hebben, mevrouw Avontroodt die hier vandaag niet kon zijn. Zij heeft ook als huisarts en controlearts heel wat jaren ervaring en expertise, en zij zit, denk ik, volledig op de lijn van collega Dillen met betrekking tot die wijkgezondheidscentra. Zij heeft steeds gezegd, en ik herhaal dat ook, dat dit geen taak is voor de provincie. Daar zijn in de werking, zoals collega Dillen heeft aangetoond, heel wat sociale correcties ondertussen ingevoerd. Er is de maximumfactuur. Er is het omnio statuut. Er is het statuut van de derdefactuur. De sociale correcties zijn maximaal aanwezig. Dus die wijkgezondheidscentra missen hun doel. Het is ook zo dat het model van die wijkgezondheidscentra, onderzoek heeft aangetoond, niet leidt tot betere gezondheidszorg. Ik denk dat wij in tijden van besparing deze subsidies niet moeten toekennen aan een systeem dat niet leidt tot betere gezondheidszorgen, en wat daarenboven duidelijk geen taak is voor onze provincie. Onze fractie gaat dus deze subsidiëring om nieuwe structuren op poten te zetten niet ondersteunen.
258
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, wij hebben geen arts of huisarts in onze fractie. Ik denk dat het een interessant debat is met voor- en tegenstanders. De tegenstanders hun argumentatie volg ik niet helemaal, want het zou concurrentieverstorend zijn, maar dan niet in de grootsteden. Dat is iets waar ik met collega Dillen wel eens wil over praten. Waar het volgens mij fundamenteel over gaat is al lang niet meer over de wijkgezondheidscentra. Wij hebben hier gezien dat twee leden van de meerderheid tussenkomen. Een lid van de meerderheid is ronduit tegen het voorstel, en zal zich daarom onthouden. Een lid van de meerderheid, mevrouw De Hert, doet eigenlijk nog iets anders. Daar wil ik van mevrouw De Hert nog een antwoord op. U zegt: subsidies binnen Welzijn worden niet objectief toegepast, want in het begin van het jaar krijg je minder dan op het einde van het jaar, en de beslissingen worden niet of nauwelijks gefundeerd. Ofwel is dat correct, en dan moet u eigenlijk het achterste van uw tong laten zien, en hier zeggen over welke dossiers het dan gaat. Ofwel is dat niet correct en dan moet u, denk ik, uw woorden terugtrekken. Ik denk dat u anders een probleem heeft met de voltallige deputatie, en dan gaan we over tot een vertrouwensstemming. VOORZITTER.- De heer Bollen heeft het woord. De heer BOLLEN.- 1. Ik wil eerst en vooral zeggen dat het duidelijk is dat de twee bestaan. Er bestaat prestatiebetaling, en er bestaat forfait. Een gewone geneesheer kan geen forfait rekenen. Dat wil ik toch even aan de mijnheer Merckx zeggen. 2. Ik heb, mijnheer Dillen, het memorandum gezien in ons arrondissement Turnhout van vier verenigingen waar armen het woord nemen naar aanleiding van de provinciale en de gemeenteraadsverkiezingen. Alle vier vragen ze voor wijkgezondheidscentra. Dat wil ik toch even meegeven. U zegt dat het niet noodzakelijk is in landelijke gebieden. 3. Wij hebben in de commissie over de beleidsnota heel uitvoerig, en zoals gezegd door collega Van Gool, en intensief gedebatteerd. Eén van de punten in die beleidsnota is toegankelijke gezondheidszorg. Daar staat onder punt 4: “We breiden het aantal wijkgezondheidscentra in de provincie in nauw overleg met lokale partners uit.” Dat staat in de beleidsnota. Dat keurt u mee goed, en vandaag komt u hier iets anders zeggen. Dat versta ik niet. Ofwel hebt u met de beleidsnota iets niet gelezen, ofwel had u een voorbehoud. Maar ik heb geen enkel voorbehoud gehoord over de wijkgezondheidscentra. En sorry dat ik hier hoor zeggen: de dossiers op Welzijn worden niet goed voorbereid. Hier worden wel dingen gezegd die ik toch wel even wil nuanceren. Maar dat is voor een document, de beleidsnota die je goedkeurt in een commissie, en waar je mee werkt. Daar moeten ook de diensten mee werken, want je geeft de diensten instrumenten. En het kan misschien een vergissing zijn. Misschien hadden we de huisartsen ook op de hoogte moeten stellen van de oproep. Maar ik wil toch zeggen: die beleidsnota, die is goedgekeurd. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
259
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De heer MERCKX.- Ik vind het wel heel onthullend hoe men hier iets gezien heeft. De N-VA bekent hier echt kleur op sociaal vlak. Ik vind het pijnlijk in het geval van collega Dillen die ik, zoals de overgrote meerderheid van de huisartsen, respecteer omwille van hun werk. In mijn boek ‘Dokter van het volk’ waar u ook alle argumenten en alle ervaringen met het prachtige initiatief van de forfaitaire geneeskunde kan lezen, leest u ook hoe de huisartsen in het begin ons bij de Orde van Geneesheren aanklaagden omdat we gratis werkten. Maar 30 jaar later waren ze blij dat ze bij ons konden vergaderen, en dat ze mee van ons konden leren en zie hoe je op een alternatieve manier gezondheidszorg kon maken. De loco-vergaderingen van de huisartsen gingen bij ons op onze praktijk door. U bekent donkerblauwe kleur terwijl u dat eigenlijk niet bent. Uw collega naast u is délégué van de LBC. Hoe kan zij zich dan inschrijven in zo’n conservatieve donkerblauwe visie die door de meerderheid van de huisartsen niet meer gehuldigd wordt. Mag ik er u attent op maken dat domos medica, die de meeste huisartsen vertegenwoordigt, zich uitspreekt voor een eerstelijnsgezondheidszorg zonder enige financiële drempel. Het is een goede zaak dat onze provincie eraan meewerkt, temeer in een streek zoals Turnhout waar, zo verneem ik net, een groot deel van de huisartsen niet eens geconventioneerd is. Zij dienen zich niet eens aan de officiële remgelden te houden. Ik versta niet dat u zich tegen dit initiatief verzet. Tenslotte is er nog de opmerking van collega Helsen dat de wijkgezondheidscentra geen betere gezondheidszorg zouden leveren. Dan vraag ik u: hoe komt het dat bij ons wij al 15 jaar lang met tien artsen, gemiddeld 7,5 fulltime eenheden, een wachtlijst moeten hanteren van honderden patiënten die staan te dringen om zich in te schrijven, maar die wij, omdat we gemiddeld 20 minuten per patiënt willen blijven besteden, spijtig genoeg niet kunnen aanvaarden. En wij zijn dan blij dat in onze streek ook veel huisartsen, omdat zij zien dat de kwaliteit van hun werk ermee vooruit gaat en die niet van ons gedacht zijn, ook op dat systeem willen overschakelen. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik wou maar even vragen of dat er nog iemand geïnteresseerd is in het antwoord van collega Bellens. Anders kan natuurlijk de discussie verder gaan. VOORZITTER.- Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Heel kort, aan de collega van de CD&V. Ik denk dat er nog altijd een groot verschil is tussen een vergissing of het bewust niet aanspreken van huisartsen in wijken. Want u komt daarnet te vertellen dat het waarschijnlijk een klein nalatigheidje of een vergissinkje is geweest, terwijl de mensen achteraf gevraagd worden om daar zeker geen ruchtbaarheid aan te geven. Als u zegt dat het in nauwe samenwerking is, wat we hier als provincie doen, met de lokale partners stel ik toch een beetje vast dat het financiële plaatje door ons bijna helemaal gedragen wordt. Misschien kan uw collega van Rumst meer duidelijkheid verschaffen, omdat er toch ook staat dat de lokale besturen daar blijkbaar vragende partij naar zijn, en
260
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
hoe dat het dan juist zit, en wat de inbreng van een gemeente als bijvoorbeeld Rumst zou zijn in dit verhaal. De heer BOLLEN.- Mijnheer Willekens, ik denk dat u mij niet goed begrepen hebt. Mijnheer Dillen heeft gezegd dat het niet noodzakelijk is dat wijkgezondheidscentra in kleine, lokalere besturen komen. Ik heb gewoon gezegd dat naar aanleiding van de gemeenteraads- en provinciale verkiezingen er in ons arrondissement vier verenigingen van armen het woord nemen. Dat is Herentals, Mol, Geel en Turnhout. Alle vier zijn in een memorandum vragende partij voor het oprichten van wijkgezondheidscentra. Dat heb ik gezegd. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Er zijn hier toch wel een aantal dingen gezegd waar ik absoluut wil op reageren, namelijk ten eerste het wijkgezondheidscentrum en ten tweede het werken van de commissie. Het één kan ik begrijpen dat er opmerkingen over komen, het andere niet. Laten we beginnen met het makkelijkste, de werking van de commissie. Als je kijkt welke inspanningen er geleverd worden door de dienst in het klaarmaken van de dossiers en in het ter beschikking stellen van de dossiers, het meedelen van de motivatie waarom dossiers afgewezen worden, als je kijkt naar het aantal dossiers dat afgewezen wordt omdat ze niet beantwoorden aan uitgangspunten wat innovativiteit betreft, wat netwerkvorming betreft, wat eigenlijk de mogelijkheid geeft aan organisaties en sectoren om gedurende 3 jaar een beleid op poten te zetten met steun van de provincie, dan denk ik dat we een verkeerd signaal zouden geven aan de dienst. We steken daar heel veel tijd in, en de commissie is perfect op de hoogte van het aantal dossiers dat goedgekeurd wordt, de reden waarom dat die goedgekeurd worden, maar ook van het aantal dossiers dat niet goedgekeurd wordt, dat afgewezen wordt, plus een motivatie. Als ik kijk naar de weg die we daarrond afgelegd hebben, en de transparantie die we geboden hebben, kan ik niet meer vragen aan de dienst om nog transparanter te zijn. Op alles krijgen jullie een antwoord. Op alles proberen we zo goed mogelijk uw commentaar te noteren en mee op te nemen. Ik vind het bijzonder jammer dat u dit zegt, want dat is niet juist. De dienst werkt zeer goed, en in de commissie wordt er uitstekend antwoord gegeven op alle vragen die u stelt. U wordt betrokken, er wordt rekening gehouden, er wordt ook zelfs bijgestuurd indien dat nodig is. Ik denk dat dit de sterkte ook is van de commissie Welzijn, omdat daar allemaal experten zitten die vanuit hun invalshoek proberen een welzijnsbeleid voor de provincie te ontwikkelen. Ten tweede: het gaat over een welzijnsbeleid in de provincie. Wij maken budgetten waar dat we begrotingscijfers achter zetten. Ik kijk even graag naar de andere diensten en departementen hoeveel begrotingswijzingen en verschuivingen dat er gebeuren. Dat is nu eenmaal inherent aan de werking van een provincie, omdat je niet op voorhand kan weten welk onderdeel, of welk hoofdstuk dat je op dat moment meer of minder aan bod kunt laten komen. Het gaat over welzijnsbeleid. Het gaat over een globaal budget wat je hebt voor welzijn, en daar kan in geschoven worden. Dat is juist. Ik bestrijd ook formeel de idee dat u zegt dat als je in het begin indient je dan minder zou krijgen dan op het einde. Dat is
261
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
niet juist. Want alle organisaties die projecten indienen moeten daar een begroting bijsteken, en wij geven ook zeer duidelijk aan welke kost uit de begroting we willen subsidiëren en welke niet. Dat is perfect na te kijken. Misschien moeten we daar in de commissie een uitgebreider gesprek over hebben, maar ik zie niet in hoe ik die wijze van werken nog beter kan optimaliseren. Ik wil geen ideologische discussie over de wijkgezondheidscentra los laten komen. Wijkgezondheidscentra zijn, voor alle duidelijkheid, pluralistisch. Dat is iets anders dan die initiatieven die de Geneeskunde voor het Volk neemt. Dat is duidelijk vanuit een bepaalde invalshoek. Een wijkgezondheidscentrum is dat niet. Dat is lokaal gedragen en is pluralistisch samengesteld. Diegenen die initiatieven nemen verzamelen zich en kijken hoe dat men op de beste wijze de gezondheidszorgen kan leveren. Ik wil heel graag een standpunt voorlezen - het is niet zo lang, het gaat over een vijftal lijnen – dat door het Netwerk tegen Armoede op 15 mei is ingenomen. Wat zegt men: “In Vlaanderen en Brussel zijn momenteel 23 wijkgezondheidscentra actief. Ze beantwoorden aan een reële nood aan betaalbare gezondheidszorg. Artsen en ander medisch personeel werkt er volgens een forfaitair systeem.” Ik wil niet discussie voeren over een forfaitair systeem of een prestatiegeneeskunde. Dat is hier niet aan de orde. Dat moet gevoerd worden in het federale parlement of in het Vlaamse. Daarvoor zijn wij vandaag niet bevoegd. Dus laat ons die discussie niet voeren. Wat zeg het Netwerk verder: “Het Netwerk zorgt ervoor dat mensen gezondheidszorg niet langer uitstellen om financiële redenen. De centra werken integraal en multidisciplinair en zijn sterk ingebed in de buurt waarin ze actief zijn. Dat garandeert een laagdrempelige, kwaliteitsvolle, eerstelijnsgezondheidszorg.” Dat is geen standpunt van 2008. Dat is een standpunt van 15 mei 2014, wat door het Netwerk tegen Armoede wordt ingenomen. Als ik dan kijk naar de projectoproep, en daar heeft u misschien een punt, en dat geef ik ook heel graag toe, was de tijd die we hadden om de oproep te doen misschien wat te beperkt. Het ging over iets minder dan een maand. Dat we dat iets meer hadden moeten geven daar ben ik van overtuigd. Ik ben het niet eens met het feit dat het niet voldoende verspreid is. Het is verspreid volgens de sociale kaart. Dat wil zeggen dat er honderden verenigingen de mogelijkheid hebben gehad om in kennis gesteld te worden van die oproep. En het veld wist dat wel dat de oproep niet naar artsen zelf gericht is. Dat is zeker een punt wat ik wil meenemen en waar dat we misschien kunnen discussiëren op een later moment. Maar het is in ieder geval zeer ruim verspreid. Misschien had de tijd wel iets langer kunnen zijn. De taak van de provincie is van wijkgezondheidscentra, die lokaal gegroeid zijn, die vanuit de basis komen, een opstart te geven omdat ze na twee jaar zelfbedruipend moeten zijn. De federale overheid geeft ook middelen daarvoor om dat systeem waar te maken. Ik spreek mij niet uit over of het forfaitair systeem en de prestatiegeneeskunde nu goed of slecht is. Ik denk dat het een én, én, én verhaal is. Dan wil ik nog eindigen met het volgende. Wat is er nu meer liberaler dan dit, als u verscheidene wegen aanbiedt aan uw bevolking, ook aan uw kwetsbare bevolking, om gebruik te maken van de eerstelijnsgeneeskunde? Als dat 3, 4, 5 lijnen zijn is dat des te beter. Dat patiënt of de cliënt zal wel die lijn kiezen die hem het beste ligt en die voor hem het beste antwoord geeft, en waar dat hij het meest vertrouwen kan in hebben. Is dat een arts, des
262
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
te beter. Is het een gezondheidscentrum, ook goed. Is het een groepspraktijk, OK. Ik weet dat er heel wat groepspraktijken werken volgens het derdebetalerssysteem, maar wat wij als provincie willen doen is alleen de opstart geven en zeggen: gedurende twee jaren proberen we u daarbij te helpen, en het verdere verloop is dan aan u. Het gaat hier over 23 gezondheidscentra in Vlaanderen, waarvan er 3 in de provincie Antwerpen. Ik denk dat wij als overheid nog een taak moeten hebben.
Applaus VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, ik heb een vraag gesteld aan mevrouw De Hert. Ik heb die nog geen teken zien doen om te antwoorden. VOORZITTER.- Mevrouw De Hert heeft het woord. Mevrouw DE HERT.- Ik weet eigenlijk niet op wie ik nu eerst moet antwoorden, maar ik zal beginnen met op mijnheer Bellens te antwoorden. Ik heb heel duidelijk gezegd dat ik geen kritiek heb op de werking van het departement Welzijn. Ik heb alleen gezegd dat ik enkele bedenkingen had. Ik heb duidelijk gezegd dat ik mij niet van de indruk kon ontdoen dat er naar het einde toe meer werd gegeven. U hebt nu duidelijk bevestigd dat dit niet zo is. Ik geloof u daar ook in. Maar het gaat er om dat in dit verhaal van de wijkgezondheidscentra, waar ik volledig achter sta, u moet mij niet verkeerd begrijpen, dat wij toch door dat we toevallig die informatie hebben gekregen er een diepe discussie rond hebben kunnen voeren. U hebt inderdaad toegegeven dat er een aantal aspecten, in het project van Brasschaat dan vooral, niet juist waren en dat er ook nog een heleboel informatie ontbrak. Het is alleen mijn vraag, en ik weet dat het misschien moeilijk realiseerbaar is, of we in de commissie voor bepaalde dossiers niet die informatie vroeger kunnen krijgen. Want ik stel mij de vraag dat als wij dit in de commissie pas vorige week hadden besproken of we dan ook de discussie zo diepgaand hadden kunnen voeren, en of dat we dan ook antwoorden hadden gekregen op al onze vragen, die we nu wel hebben. Het project is uit de lijst gehaald omdat door onze discussie we de mensen er van hebben kunnen overtuigen, of hebben kunnen doen inzien, dat het toch niet een eerlijke aanvraag was als project voor de wijkgezondheidscentra, in een centrum waar mensen zitten met een beperking die al een verhoogde tegemoetkoming hebben in gezondheidszorg. Ik had schrik om een precedent te creëren dat we niet kunnen hardmaken gedurende de volgende maanden en jaren van deze legislatuur. Ik vind dat de commissie zeer goed werkt. De commissie is heel transparant. Ik denk dat ik wel met twee woorden heb gesproken, maar ik vond toch wel dat dit enige verduidelijking mocht hebben en mocht uitgediept worden. Het is misschien een idee om eens over na te denken om toch in de commissie te zien of de gelden echt wel gaan naar instellingen die daar echt recht op hebben. VOORZITTER.- De heer Dillen heeft het woord.
263
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De heer DILLEN.- Voorzitter, collega’s, Ik zou eerst graag even reageren op mijnheer Merckx. Ik denk dat hij en zijn praktijk heel goed werk leveren in Antwerpen en Hoboken. Ik ontken dat zeker niet, en ik denk dat daar plaats is voor wijkgezondheidscentra. Voor de armeren is zeker, de laatste tijd ook voor de weekenden, heel wat gebeurd om te democratiseren. Met de wachtpost die we hebben in Geel hebben wij beslist om daar alleen het remgeld te vragen bij consultatie of huisbezoek. Dat wil dus zeggen dat iemand met een OMNIO-statuut bij ons nog 2 EUR betaalt voor in het weekend naar een arts te gaan. Ik denk dat dit heel democratisch is. Het verschil tussen 2 en 0 EUR is er natuurlijk wel. Ik wil ook graag reageren op mevrouw Van Gool en mijnheer Bollen en de gedeputeerde in verband met de betaalbaarheid. Voor mij hoeft er geen geld te komen naar de artsen die de derdebetalersregeling willen toepassen, maar ik denk dat het belangrijk is om artsen te sensibiliseren om dat te doen. Op dit moment doen we dat volledig vrijwillig. Onze secretaressen regelen dat. Wij moeten dat zelf betalen. Er is geen vergoeding van het RIZIV of wat dan ook. Dus ik denk dat het belangrijk is om artsen die dat nu nog niet doen te sensibiliseren om dat wel te doen. En dat kan misschien een taak zijn van de provinciale overheid. Dan zou ik nog graag iets zeggen tegen mijnheer Bollen over de beleidsnota. Ik denk dat we die beleidsnota besproken hebben in de commissie van oktober, en dat de oproep reeds weggegaan was zonder dat we dat wisten in september. VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Ik zou willen kort zijn wat ons betreft, maar u moet mij excuseren want ik heb een bril moeten lenen van mijn rechtste buur, dus als ik het iets te blauw bekijk kan ik er niet aan doen. Ik noteer twee dingen. Ten eerste de opmerking van mijnheer Merckx: wij gaan wel degelijk als fractie, als neoliberale fractie dat wijkgezondheidscentrum goedkeuren. Maar wij vonden het niet onbelangrijk dat de opmerkingen van Koen, onze linkse rakker in de ploeg volgens u, toch werden gehoord. Ik noteer ook het antwoord van gedeputeerde Bellens over de bezorgdheden die Vera heeft uitgesproken. Ik denk dat daar zeker wat punten in zitten. Hij nodigt uit voor een diep gesprek. Wij gaan goedkeuren. Er zal gesproken worden. Ik denk dat de bezorgdheden die vandaag zijn uitgesproken zijn aangekomen. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, collega’s, Ik vind het een heel interessant debat. Ik vind het alleen een beetje jammer dat collega Avontroodt er vandaag niet kan bij zijn, want anders hadden we nog een extra dimensie gehad aan dit debat. Daar ben ik zeker van. Geen nood, ik zal vragen of ze daar met de begrotingsbesprekingen eventjes op tussenkomt. Dat is geen enkel probleem. Collega’s, alle gekheid op een stokje. Ik stel mij dan toch wel de vraag of het bestuursakkoord voldoende bekeken is en voldoende is uitgediept. Ik vind het toch wel een
264
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
beetje gek dat binnen één fractie er met twee stemmen wordt gesproken. Ik maak daar geen drama van, maar ik stel het maar vast. Ik wil de werking van de commissie ook zeker niet in twijfel trekken, collega Bellens, want ik hoor daar heel positieve geluiden over. Maar ik stel toch maar vast dat er misschien toch wel op dit punt dan wat onvoldoende overleg is geweest, en ik treed de collega’s bij die ook gezegd hebben dat het dossier van Brasschaat er nu wordt uitgehaald. Daar had misschien toch wel wat betere communicatie kunnen rond gevoerd worden. Los daarvan denk ik dat er buiten het inhoudelijke nog een ander aspect is. Dat is dat dit geen taak is voor de provincies. Die wijkgezondheidscentra, daar moeten we toch niet over twijfelen, gaat over persoonsgebonden bevoegdheid. Daar vinden wij ook wel, los van het feit dat u voor of tegen bent, dat het gek is om daar nu nog nieuwe initiatieven te gaan ondersteunen in een taakstelling die wij binnen een jaar moeten verlaten. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Een kleine aanvulling bij wat gedeputeerde Bellens gezegd heeft. Ik heb helemaal niet de indruk willen wekken dat alle wijkgezondheidscentra op onze posities zouden staan. Wij werken volgens het principe van de wijkgezondheidscentra, namelijk dat wij niet per prestatie betaald worden, maar forfaitair een vast bedrag per patiënt. Voor een actieve is dat 7 EUR per maand, ongeacht of het alle weken naar de dokter moet komen of maar één keer per jaar of nooit. Er zijn op dit ogenblik 200 wijkgezondheidscentra in heel België, waarvan ik denk veel meer dan u geciteerd hebt al in Antwerpen. Dat kent een grote, snelle uitbreiding. Wij alleen hebben er al twee in Antwerpen. Ik ken er nog een ander op het Kiel, en er zijn er veel meer. Aan collega Dillen en collega Helsen wil ik zeggen dat de troef van wijkgezondheidscentra en de forfaitaire gezondheidszorg niet alleen de toegankelijkheid is. Dat er geen financiële drempel is, is belangrijk. Zeker in deze crisistijd horen wij ook van werkende mensen, zelfs die met twee werken: was het maar bij de tandarts, de orthodontist, de specialist, zoals bij jullie dat we kunnen binnengaan zonder ons eerst de vraag te moeten stellen of we het wel gaan kunnen betalen. Dat is voor heel veel mensen belangrijk, die al veel sociale zekerheidsbijdrage afdragen. Wat ook een troef is, is natuurlijk in groep samenwerken, mekaar beoordelen, andere disciplines er bij betrekken. Eigenlijk zou het systeem nog moeten uitgebreid worden, zodat bijvoorbeeld ook psychologen vergoed worden en in dat systeem worden opgenomen wat nu het geval niet is. Als impulsbeleid, mijnheer Helsen, valt dat wel nog onder onze mogelijkheden en onder onze opdrachten. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Ik ga niet mee in de discussie wie nu de beste liberaal is, want er zijn er al drie die vandaag verkondigen van de beste liberaal te zijn. Ik ga niet mee in het opbod. Wat dat betreft: veel succes. Het antwoord van mevrouw De Hert verbaast mij toch wel. Uw tussenkomst was een goed voorbereide tussenkomst, denk ik. Ik denk dat ze op papier stond, en die is wel doordacht
265
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
gebracht. Ofwel bent u vandaag kampioen van de flexibiliteit, ofwel is mijnheer Bellens bijzonder goed in het uitleggen van zaken die dat er daarvoor niet konden verhelderd worden.
Applaus De toekomst zal het uitwijzen. Wij zijn in ieder geval altijd zo naïef geweest om te geloven dat de projectsubsidies Welzijn wel goed gefundeerd werden, dat dit wel op een objectieve manier gebeurde. Ik heb nu begrepen dat u zich hebt aangesloten bij die naïviteit. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik wil toch maar kort even opmerken dat wat we hier bespreken allemaal niet zo nieuw is. Ook in de vorige legislatuur hebben wij al ondersteuning geboden aan wijkgezondheidscentra. Dus, collega Helsen, het is geen nieuw idee. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Dat zou best kunnen dat wij dat in het verleden ondersteund hebben. Maar de tijden zijn wel veranderd.
Gelach Wij spreken ook niet meer van de jaren 1970 waar collega Merckx over spreekt. We zijn nu 2014, en ik spreek nu over het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. Dat is niet zo oud. Dat is een paar maanden oud. Daar staat in wat er in staat op het vlak van Welzijn. Daar gaat het mij over, dat we daar geen structuren – en in dit geval gaat het wel over 2 nieuwe structuren – moeten ondersteunen met gelden over een gegeven waar we binnen 1 à 1,5 jaar niets meer aan te zeggen hebben. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Voor alle duidelijkheid, de timing die voorzien is voor de overdracht van de persoonsgebonden bevoegdheden is vandaag: januari 2017. Vandaag is dat zo. Als u van mij verwacht dat ik niets meer ga doen tot in 2017, dan vergist u zich. Wij gaan hard werken, blijven werken, en datgene doen wat we kunnen doen, omdat we fier zijn op het werk dat we doen. In 2017 zijn er andere tijden, en niet vroeger.
Applaus
266
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De heer HELSEN.- Collega, dat klopt, en u moet ook uw taak volbrengen tot het moment van de overdracht. Maar dat belet ons niet om een appreciatie te geven over een nieuw gegeven dat u hier poneert over twee wijkgezondheidscentra waar wij het niet mee eens. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan zou ik eerst de punten 9/1, 9/2 en 9/3 ter stemming willen voorleggen, en daarna punt 9/4 apart, waarover de discussie was en een andere stemming zou kunnen opleveren. Dan leg ik de punten 9/1 tot en met 9/3 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd; 4 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 9/1 tot en met 9/3 worden goedgekeurd met 61 stemmen ja, bij 4 onthoudingen. VOORZITTER.- Dan leg ik nu punt 9/4 voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 52 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben nee gestemd; 7 leden hebben zich onthouden. Agendapunt 9/4 wordt goedgekeurd met 52 stemmen ja, bij 6 stemmen nee en 7 onthoudingen. Nr. 9/5 van de agenda Budget 2014. Herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot wonen (N/R)/ Overig woonbeleid. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De provincieraad heeft in zitting van 27 maart 2014 de verdeling van het krediet, subsidies met betrekking tot wonen (N/R) ingeschreven in het uitgavenbudget onder 2014/64900000/21/0629 goedgekeurd. Niet alle middelen kregen hierbij meteen een bestemming. Om de restmiddelen een zinvolle bestemming te geven, werd in het najaar een projectoproep gelanceerd t.a.v. sociale woonorganisaties, welzijnsorganisaties en lokale besturen om vernieuwende initiatieven of methodieken te ontwikkelen die als doel hebben:
267
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
-
de leef- en woonkwaliteit in de sociale huurmarkt te verbeteren door middel van bewonersparticipatie; uithuiszettingen binnen de sociale huurmarkt te vermijden door middel van bewonersbegeleiding.
Bij de beoordeling van de ingediende projecten werd het advies ingewonnen van het Provinciaal Overleg Wonen op 21 oktober 2014. Criteria waaraan weerhouden projecten dienen te voldoen, zijn o.a.: - Projecten moeten een samenwerking zijn tussen verschillende woonactoren en/of een woon- en een welzijnsactor; - De organisatie dient duidelijk te omschrijven op welke manier de resultaten van het project op een duurzame manier in de reguliere werking worden ingebouwd; - Er dient cofinanciering te zijn vanuit de initiatiefnemer (met het oog op de voortzetting van de werking na het stopzetten van de provinciale projectsubsidie). Om alle weerhouden subsidievoorstellen te kunnen financieren, wordt er bijkomend budget verschoven: - 55.998 EUR restmiddelen subsidie woonwagenbeleid (ramingsnummer 2014000602) - 92.400 EUR restmiddelen subsidie rationeler woninggebruik (ramingsnummer 2014000600) - 58.242 EUR restmiddelen subsidie sociale projecten (ramingsnummer 2014000511) naar het algemeen subsidiekrediet m.b.t. wonen (ramingsnummer 2014000597). De deputatie wenst nu volgende herverdeling van het krediet, subsidies met betrekking tot wonen, aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen: Uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0629 2014000597, 2014000599, 2014000600 en 2014000602: subsidies met betrekking tot wonen (N/R):
Ramingsnummers 776.242 EUR
Dit krediet wordt aangewend als volgt: Onderstaande subsidies worden ter provincieraad van 27 november 2014.
goedkeuring
voorgelegd
in
de
Ramingsnummer 2014000597: A Wonen: Continueren en heroriënteren van subsidiebeleid m.b.t. wonen in 2014. Nominatim projectsubsidies woonbegeleiding
in
het
kader
van
bewonersparticipatie en 331.640 EUR
Aan volgende sociale woonorganisaties, welzijnsorganisaties en lokale besturen wordt een nominatim project subsidie toegekend. Deze provinciale middelen worden aangewend om vernieuwende initiatieven en/of methodieken te ontwikkelen op vlak van bewonersparticipatie op de sociale huurmarkt en woonbegeleiding van maatschappelijk kwetsbare bewoners. cvba Gezellige Woningen, Hingenesteenweg 13, 2880 Bornem
268
3.000 EUR
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
“Huuradviesraad”: Het betreft een kleine huisvestingsmaatschappij die de bewonersparticipatie en de leefbaarheid wil verhogen door de oprichting van een huuradviesraad. Bedoeling is dat er sleutelfiguren worden gevormd die als klankbord fungeren voor hun wijk en dat er wordt samengewerkt met het CAW. Doel van de huuradviesraad is om mee te zorgen voor een leefbare omgeving en huisvesting van alle sociale huurders in Bornem. De Heibloem, Gladiolenstraat 10, 2550 Olen
3.000 EUR
“Aan tafel met de Heibloem”: De Heibloem wil in overleg gaan met haar bewoners over verschillende thema's. Er zal gestart worden met rondetafelgesprekken en ontbijtsessies. Daaruit zullen dan sleutelfiguren worden aangesteld waarmee op regelmatig tijdstip in overleg kan gegaan worden. Geelse Huisvesting, Kameinstraat 3, 2440 Geel
30.000 EUR
“Een huurdersplatform voor verbondenheid”: Met dit project dat Geelse Huisvesting opzet in samenwerking met Samenlevingsopbouw provincie Antwerpen, wil de sociale huisvestingsmaatschappij inzetten op 3 sporen: 1/ Meer verbondenheid tussen de huurders in problematische wijken, de mensen met elkaar in verbinding brengen 2/ Werken rond verbondenheid met de Geelse Huisvesting vanuit de woonwijken 3/Bewonersparticipatie via een jaarlijks huurdersforum. Sociaal Verhuurkantoor De Woonkans vzw, Kerkstraat 27, 2500 Lier
13.290 EUR
“Participatieve woonbegeleiding voor onderhoud in de huurwoning”: Via het project wil men de huurders begeleiden en materiaal ter beschikking stellen om huurders vaardigheden aan te leren of om hen te motiveren om hun woning, tuin en gemeenschappelijke delen goed te onderhouden. Activeren, sensibiliseren en versterken staan centraal. Dit is een manier om de betrokkenheid en mogelijkheden van de huurders te vergroten om het onderhoud waarvoor zij verantwoordelijk zijn, daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. Sociaal Verhuurkantoor ISOM vzw, Nederrij 133a, 2200 Herentals:
14.890 EUR
“Samen klussen”: Niet of onvoldoende onderhouden van huis en tuin is een veel voorkomende reden voor gedwongen uithuiszetting. Door samen aan de slag te gaan tijdens een klusdag (in samenwerking met het tewerkstellingsproject Travoo), wil men bij problemen een doorstart maken, zonder de verantwoordelijkheid weg te nemen bij de huurder. Er wordt ook een nazorgtraject opgestart om terugval te voorkomen. OCMW Zoersel, Handelslei 167, 2980 Zoersel:
50.000 EUR
“Woonbegeleiding voor mensen in Zoersel met een psychiatrische zorgnood of psychsociale kwetsbaarheid”: Het OCMW zal samen met andere partners een intensieve, professionele en specifieke begeleiding voor zittende huurders met een psychiatrische problematiek opzetten om de leefbaarheid in de woning en de woonomgeving te verhogen. Ook kandidaat-huurders met een psychosociale kwetsbaarheid worden begeleid met het oog op een versnelde doorstroming naar de sociale huurmarkt. De begeleiding focust op de woonattitude en op hun rechten en plichten als huurder ten aanzien van de verhuurder. De huisvestingsmaatschappij engageert zich tot versnelde toewijzing bij aanvragen te
269
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
overwegen op basis van een sociaal verslag. Samen met de huurovereenkomst wordt er dan ook een woonbegeleidingsovereenkomst afgesloten. SVKA, Langstraat 102, 2140 Borgerhout:
42.500 EUR
“Op stap op de woonladder”: Via dit project wil SVKA in samenwerking met CAW Antwerpen uithuiszetting van cliënten voorkomen door een integrale begeleiding van huurders met zware problematieken van bij de wachtlijst tot wanneer ze zelfstandig kunnen wonen. Het project richt zich specifiek tot kandidaat-huurders die uit een lange periode van dakloosheid komen en een specifieke begeleiding nodig hebben om het ‘terug gaan wonen’ aan te kunnen. CAW Boom Lier Mechelen, Maurits Sabbestraat 119, 2800 Mechelen:
30.000 EUR
“Woonstage Mechelen, samen STERK in wonen”: Via de woonstage krijgen mensen voor wie wonen niet evident is, een tijdelijke maar stabiele woonst in woningen van Woonpunt Mechelen die leegstaan in het kader van renovatiewerken. De begeleiding van deze huurders gebeurt individueel en in groep. Het zijn de bewoners zelf die het groepsgebeuren vormgeven onder begeleiding van een wooncoach. Vooral de begeleiding in groep is vernieuwend. Bewonersparticipatie, inclusie en zelfredzaamheid staan centraal in de woonstage. DE ARK, Campus Blèren 559, 2300 Turnhout:
50.900 EUR
“Turnhout Schor voort Cohousing”: Turnhout is één van de pilootprojecten van de Vlaamse Bouwmeester en geselecteerd voor trajectbegeleiding door BBL en Samenhuizen in het kader van gezamenlijk ECO wonen. DE ARK gaat een cohousing project uitwerken voor 15 wooneenheden sociale huur en 15 wooneenheden sociale koop inclusief opname van 2 huurunits. De Ark wil inzetten op de sociale meerwaarde van andere woonvormen voor bewoners en buurt. Dergelijk project opzetten vraagt een intensief traject voor bewonersparticipatie en bewonersbegeleiding dat de huisvestingsmaatschappij samen met Samenlevingsopbouw Provincie Antwerpen en Samenhuizen vzw zal opzetten. OCMW Brasschaat, Van Hemerijcklei 90, 2930 Brasschaat:
27.500 EUR
“Woonbegeleiding noodhuisvesting”: Door middel van dit project wil men een intensieve woonbegeleiding geven tijdens de periode van noodopvang, opdat de kansen op stabiliteit van mensen die doorstromen naar een reguliere woonst, maximaal succesvol zouden zijn. De begeleiding wordt daarna ook verder gezet om de eerste aanpassing te ondersteunen en waar mogelijk om zelfredzaamheid en zelfstandig wonen mogelijk te maken. De Ideale Woning, Diksmuidelaan 276, 2600 Antwerpen:
36.560 EUR
“Bewonersparticipatie in Nieuw Hemiksem”: De sociale woonwijk 'Nieuw Hemiksem' werd in jaren '30 ontworpen en gefaseerd gebouwd wat geleid heeft tot een onsamenhangende woonwijk. Een radicale transformatie van de wijk is de enige oplossing. Deze transformatie is geselecteerd als een pilootproject van de Vlaamse Bouwmeester. Het is belangrijk om in dit transformatieproces vanaf de eerste stappen naar concretisering van dit breed concept, de stem van de huidige bewoners mee te nemen. Daarom zetten de Ideale Woning en de gemeente Hemiksem samen met Samenlevingsopbouw in op bewonersbetrokkenheid (door
270
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
middel van individuele contacten, bewonersbijeenkomsten en het oprichten van een buurthuis). Sociale Werkplaats IMSIR vzw, Colonel Silvertopstraat 15, 2850 Boom: 30.000 EUR “Buurthuis Boomkewies”: De sociale werkplaats IMSIR start een buurthuis op vraag van de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen Rupelstreek. Er zal ingezet worden op ouderen die in een sociaal isolement leven en anderzijds op de lokale bewoners die een namiddagactiviteit zoeken. Onderstaande subsidiekredieten provincieraad van 27 maart 2014.
werden
reeds
goedgekeurd
in
de
Ramingsnummer 2014000597: A Wonen: Continueren en heroriënteren van subsidiebeleid m.b.t. wonen in 2014. - Woningaanpassingstoelage voor woningen van ouderen: - Subsidies “intergemeentelijk samenwerkingsproject lokaal woonbeleid regio Midden
325.000 EUR 20.000 EUR
Ramingsnummer 2014000599: A Wonen: Herhuisvesting van bewoners in 5 clusters van weekendverblijven in Herselt tegen 2016.
permanente
- CAW De Kempen (project weekendverblijven Herselt):
55.600 EUR
Ramingsnummer 2014000600: A Wonen: Het huidige concept wonen kritisch analyseren om zo een rationeler woninggebruik te kunnen stimuleren in 2014 0 EUR Ramingsnummer: 2014000602: A Wonen: geïntegreerd woonwagenbeleid tegen 2018.
Het
verder vormgeven
- Subsidies aan lokaal woonwagenbeleid volgens reglement:
van
een
44.002 EUR
Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet ingeschreven in het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0629: subsidies met betrekking tot wonen/ Overig woonbeleid goed te keuren. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de interne herverdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0629 Ramingsnummers 2014000597, 2014000599, 2014000600 en 2014000602; Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005; Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht evenwicht van de begroting;
271
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Op voorstel van de deputatie, BESLUIT Enig artikel: De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet subsidies met betrekking tot wonen (N/R)/ Overig woonbeleid goed: Uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0629 2014000597, 2014000599, 2014000600 en 2014000602:
Ramingsnummers
subsidies met betrekking tot wonen (N/R):
776.242 EUR
Dit krediet wordt aangewend als volgt: Ramingsnummer 2014000597: A Wonen: Continueren en heroriënteren van subsidiebeleid m.b.t. wonen in 2014. - Nominatim projectsubsidies woonbegeleiding:
in
het
kader
van
bewonersparticipatie
en
331.640 EUR cvba Gezellige Woningen, Hingenesteenweg 13, 2880 Bornem De Heibloem, Gladiolenstraat 10, 2550 Olen Geelse Huisvesting, Kameinstraat 3, 2440 Geel Sociaal Verhuurkantoor De Woonkans, Kerkstraat 27, 2500 Lier: Sociaal Verhuurkantoor ISOM, Nederrij 133a, 2200 Herentals: OCMW Zoersel, Handelslei 167, 2980 Zoersel: SVKA, Langstraat 102, 2140 Borgerhout: CAW Boom Lier Mechelen, Maurits Sabbestraat 119, 2800 Mechelen: DE ARK, Campus Blairon 559, 2300 Turnhout: OCMW Brasschaat, Van Hemerijcklei 90, 2930 Brasschaat: De Ideale Woning, Diksmuidelaan 276, 2600 Antwerpen: Sociale Werkplaats IMSIR vzw, Colonel Silvertopstraat 15, 2850 Boom: - Woningaanpassingstoelage voor woningen van ouderen: - Subsidies aan het project “intergemeentelijk samenwerkingsproject lokaal woonbeleid regio Midden” van de interlokale vereniging lokaal woonbeleid regio Midden:
3.000 3.000 30.000 13.290 14.890 50.000 42.500 30.000 50.900 27.500 36.560 30.000
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
325.000 EUR
20.000 EUR
Ramingsnummer 2014000599: A Wonen: Herhuisvesting van bewoners in 5 clusters van weekendverblijven in Herselt tegen 2016.
permanente
- CAW De Kempen (project weekendverblijven Herselt):
55.600 EUR
Ramingsnummer 2014000600: A Wonen: Het huidige concept wonen kritisch analyseren om zo een rationeler woninggebruik te kunnen stimuleren in 2014:0 EUR Ramingsnummer: 2014000602: A Wonen: Het verder vormgeven van een geïntegreerd woonwagenbeleid tegen 2018. - Subsidies aan lokaal woonwagenbeleid volgens reglement:
272
44.002 EUR
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 60 stemmen ja, bij 5 onthoudingen. Nr. 9/6 van de agenda Eenmalige verhoging dotatie PCMA 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Erratum: Verslag werd foutief geagendeerd onder rubriek 9, het had onder rubriek 4, financiën en logistiek moeten geagendeerd worden. Technische aanvulling gebeurde na de goedkeuring van deputatie. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw raad voorgelegd. In 2015 wordt voorzien in het overdragen van de activiteiten van het Provinciaal Centrum voor de opsporing van Metabole Aandoeningen naar het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). Er wordt vanaf 2015 geen dotatie meer ingeschreven. Om de continuïteit van de dienstverlening en een ordelijke overdracht mogelijk te maken stelt deputatie uw raad voor om de dotatie van EVAP PCMA vzw van 2014 met 401.790 EUR te verhogen. Hiervoor zal het nodige budget verschoven worden van de subsidie sociale projecten (ramingsnummer 2014000511) naar de dotatie van EVAP PCMA vzw (ramingsnummer 2014000351). Aan deputatie zal in 2015 periodiek gerapporteerd worden over de noodzakelijke aanwending van de kredieten zolang de onderhandelingen met UZA lopen. De restkredieten van de EVAP PCMA vzw vloeien bij de opheffing terug naar het provinciebestuur. De wijzigingen in het budget van het extern verzelfstandigde agentschap privaat met vzw-structuur dient voorgelegd te worden aan de provincieraad. Exploitatie Uitgaven.
Beleidsdomein
Welzijn,
Economie
en
Plattelandsbeleid
–
De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (schema B2) blijven gelijk. Het gaat om een verschuiving van subsidie naar dotatie.
273
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
1) De dotatie aan Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen onder de budgetsleutel 0989/64900000 (ramingsnummer 2014000351) verhoogt met 401.790 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 37 van 38 BDS De Provincie wil de levenskwaliteit en gezondheid van inwoners van de provincie Antwerpen bevorderen, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Wij zijn hiervoor – binnen het Vlaams wetgevend kader – de vanzelfsprekende partner van welzijnsorganisaties en lokale besturen voor bovenlokale noden en uitdagingen. AP We ondersteunen de preventie met het oog op de gezondheid van onze meest kwetsbare burgers. A Uitbetaling dotatie Provinciaal Centrum voor de opsporing van Metabole aandoeningen 2) De subsidie voor sociale projecten onder de budgetsleutel 0909/64900000 (ramingsnummer 2014000511) verlaagt met 401.790 EUR In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 36 van 38 BDS De provincie wil de levenskwaliteit en gezondheid van inwoners van de provincie Antwerpen bevorderen, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Wij zijn hiervoor – binnen het Vlaams wetgevend kader – de vanzelfsprekende partner van welzijnsorganisaties en lokale besturen voor bovenlokale noden en uitdagingen. AP De provincie voert, binnen het Vlaams wetgevend kader, een impulsbeleid met als doel om een voldoende, kwaliteitsvol en toegankelijk welzijns-, woon- en zorgaanbod te realiseren binnen de provincie Antwerpen. Het stimuleren van innovatie, (intersectorale) samenwerking, expertiseontwikkeling, vrijwillige inzet en cliëntparticipatie staan hierbij centraal. A Algemeen Welzijnsbeleid: Vernieuwing van het subsidiekader 'sociale projecten' door evaluatie en bijsturing in 2014. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten;
274
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Binnen het beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid bij het Exploitatiebudget – Uitgaven verlaagt de subsidie voor sociale projecten en verhoogt de dotatie 2014 van EVAP Provinciaal Centrum voor de opsporing van Metabole Aandoeningen met 401.790 EUR. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Wij gaan deze verhoging goedkeuren. Zij laat aan het Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen toe het nog één jaar met zekerheid te redden, namelijk in het jaar 2015. Maar wij maken zeer sterk voorbehoud bij die term “eenmalige verhoging”. Dat is tekenend voor het beleid dat hier gevoerd wordt in naam van de interne Vlaamse staatshervorming om zekerheid te scheppen over heel veel verdienstelijke sociale initiatieven. Ik heb ook op de raad van bestuur van het PCMA gezegd dat wij ons als provincie garant hadden moeten stellen voor de verderzetting van die activiteit tot als er zekerheid is dat alle middelen, alle dienstverlening, alle personeel, onder dezelfde voorwaarde terug wordt aangenomen. Net die zekerheid is er nu niet. We kennen allemaal dat liedje van wijlen Wim De Craene: “van hier af moet je gaan, met vallen en opstaan”. Wij geven de mensen van het PCMA niet de garantie dat zij niet gaan vallen. De kans dat het opnieuw een Modemdrama wordt is groot. Dat ze niet overgenomen wordt is misschien kleiner in dit geval, maar ik weet in elk geval al nu dat ze met problemen kampen, en dat de hoofdlaborant, een spilfiguur, niet onmiddellijk kan vervangen worden door al de beperkingen die er zijn inzake aanwervingen en personeel. Wij hadden voor deze mensen, die zo’n verdienstelijk werk geven, garant moeten staan tot en met er een oplossing was. Het kan best zijn dat die er eind 2015 nog niet is, of maar gedeeltelijk. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 60 stemmen ja, bij 6 onthoudingen. VOORZITTER.- Ik zou nu graag een korte pauze inlassen.
De vergadering wordt onderbroken om 16.27 uur en hernomen om 16.40 uur.
275
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie Nr. 10/1 van de agenda Budget 2014. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Welzijn, Economie & Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0550/64900000: Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). Aanvragen 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Werkmmaat vzw Werkmmaat staat reeds van het prille begin (2005) in voor het beheer en het onderhoud van het Ruihuis. In het kader van Lokale Diensteneconomie stelt Werkmmaat in dit project 9 personen te werk: 1 VTE instructeur, 5 SINE medewerkers en 3 artikel 60’ers. De stad Antwerpen besliste om de werking van het Ruihuis volledig uit te besteden. Werkmmaat vzw heeft zich kandidaat gesteld om deze uitdaging aan te gaan. De vzw heeft hiervoor een samenwerking opgezet met een privéonderneming gespecialiseerd in event-organisatie om het commerciële luik mee uit te bouwen. Door deze samenwerking kan de huidige tewerkstelling worden gegarandeerd, en zelfs uitgebreid met 1 VTE doelgroepmedewerker. Werkmmaat vzw vraagt een tussenkomst in de geraamde kosten voor de aanpassingswerken. Focus van het project Werkmmaat wenst het toeristisch aanbod/mogelijkheden in het Ruihuis uit te breiden. Concreet betekent dit de installatie van een geleidingssysteem die een individuele bezoeker in staat stelt om een boottocht op een veilige manier te beleven in de Ruien. Werkmmaat investeert zelf reeds een deel in de nodige aanpassingswerken. Aan de provincie wordt een subsidie aangevraagd om een deel van deze kost te dragen. De provincie Antwerpen wenst dit project te ondersteunen omwille van de waardevolle samenwerking tussen een sociaal economie bedrijf en een privéonderneming waarin beide bedrijven gebruik maken van elkaars competenties en op die manier bijdragen tot een duurzame tewerkstelling. Daarnaast is toerisme, meer specifiek de uitbating van cultureel erfgoed, een sector die deze steun extra kan gebruiken. Uw raad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan de toewijzing van een bedrag van 10.000 EUR aan Werkmmaat vzw als subsidie 2014. Routedokters In 2010 werd het project Routedokters uitgewerkt en uitgevoerd door de provincie Antwerpen. Dit gebeurde binnen het decreet Lokale Diensten Economie (LDE), een werkvorm van de sociale economie in Vlaanderen. Het project was en is een voorbeeldproject voor Vlaanderen. In 2013 keurde de Vlaamse Regering het nieuwe decreet Lokale Diensten Economie goed. Dit nieuwe decreet gaat in werking vanaf 1 januari 2015. Het pilootproject Routedokters was voorzien om te eindigen in december 2013 om dan op de nieuwe regelgeving te kunnen inspelen, maar het Vlaamse traject m.b.t. het nieuwe decreet en uitvoeringsbesluiten nam meer tijd in beslag dan voorzien. Daarom werd het project Routedokters in 2014 tijdelijk verlengd. Op 27 maart keurde de provincieraad een subsidie van 200.000 EUR goed om enerzijds het saldo 2013 en
276
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
anderzijds de financieren.
tijdelijke
verlenging
van
het
project
Routedokters
2014
te
De uitvoeringsbesluiten zijn vandaag nog niet bekend. Echter, om de continuïteit en de finaliteit van het project, met name het onderhoud van fiets- en wandelknooppunten-netwerken, te garanderen zal het project voortaan worden toegevoegd bij het takenpakket van de vzw Toerisme Provincie Antwerpen. De vzw Toerisme Provincie Antwerpen neemt de coördinatie van zowel de huidige lopende projecten als de toekomstige werkzaamheden over. Voor de toekomstige werkzaamheden zal de markt worden bevraagd. Bij de overheidsopdracht wordt een sociale clausule verwerkt die inschrijvingen van zowel NEC-bedrijven als sociale economie bedrijven toelaten. De middelen vanuit het verdeelkrediet sociale economie worden dan ook overgedragen aan de vzw Toerisme Provincie Antwerpen. Dit gebeurt via een subsidie uit het verdeelkrediet sociale economie aan de vzw Toerisme Provincie Antwerpen van 215.750 EUR. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met de toewijzing van 10.000 EUR aan vzw Werkmmaat, Lange Leemstraat 372, 2018 Antwerpen, als subsidie 2014 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2014000301). Artikel 2: Ingestemd wordt een bedrag van 215.750 EUR te voorzien aan de vzw Toerisme Provincie Antwerpen voor het project Routedokters, als subsidie 2014, vanuit het globale krediet van ‘subsidies voor projecten in de sociale economie” van het budget 2014, ingeschreven onder budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (ramingsnummer 2014000301). VOORZITTER.- De heer Marcipont heeft het woord. De heer MARCIPONT.- Het project Routedokters zal worden overgedragen aan Toerisme Antwerpen. Het is mij echter nog onduidelijk wat er gaat gebeuren met het personeel dat momenteel tewerkgesteld is via De Schorre. Wat gaat er met die mensen gebeuren? Gaan die mensen ontslagen worden? Om hoeveel mensen gaat dat precies? De TPA zal de toekomstige werkzaamheden opnieuw overnemen en zal de markt gaan bevragen om deze taken uit te besteden. Ik vraag mij dan ook af wat hiervan dan uiteindelijk de meerwaarde zou zijn op het vlak van sociale economie. Of is dit een puur budgettaire keuze geworden?
277
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Dank u wel, voorzitter. Gedeputeerde, ik wou eigenlijk tussenkomen op artikel 1. Ik zal nog even kort proberen de feiten op een rij te zetten. De stad Antwerpen heeft de werking van het Ruihuis uitbesteed. Het is een samenwerking tussen een privéonderneming en Werkmmaat vzw, een organisatie in de sociale economie. Het leek voor de stad de uitverkoren speler. Wat gaan jullie doen? Wij gaan tegenstemmen. Is een subsidie geven voor een geleidingssysteem voor boten - dus geen rechtstreekse investering in mensen die het moeilijk kunnen hebben, dus mensen in de sociale economie - geen infrastructurele subsidie? Ik vraag mij dan af of het de bedoeling wordt of wij in de toekomst organisaties van sociale economie, al dan niet in een samenwerkingsverband, al hun infrastructurele aanpassingen gaan financieren met geld dat eigenlijk de sociale economie en de mensen in de sociale economie zelf ten goede zou moeten komen.
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik heb een kleine opmerking in verband met de Routedokters. Een deel van de middelen moet van Toerisme Vlaanderen komen. U herinnert zich vorig jaar misschien dat ik een zelfde soort tussenkomst gedaan heb dat die toezegging er niet was. Voor het tweede jaar opeenvolgend blijkt dat zo te zijn, tenzij er vandaag een boodschap is dat die middelen toch zouden toegezegd zijn vanuit Toerisme Vlaanderen.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Het is maar een gedeeltelijk antwoord, want collega Peeters kan over De Schorre meer vertellen. Ik herinner mij deze discussie alsof het vorige week was. Ik wil niet in herhaling vallen. De bedoeling is van het project Routedokters overeind te houden. Wat wij doen vanuit sociale economie is een subsidie geven om het project overeind te houden. Die 200.000 EUR gaat over een stuk dat we nog moeten bijpassen van dit jaar. Het gaat over de subsidie voor 2015 helemaal en een stuk van 2016. Dat geven wij aan het TPA. De eindbestemming daarvan is dat het gebruikt wordt in het kader van sociale economie door de tewerkstelling van mensen die in LDE-projecten en dergelijke dingen zitten. Dat moet verder opgenomen worden door de TPA, maar het spreekt wel voor zich dat die subsidie gebonden is aan de doelstelling van sociale economie. Hoe dat het dan concreet opgelost gaat worden daar kan misschien mijn collega over spreken, ofwel moeten wij daar op de commissie nog eens over spreken als u dat wat gedetailleerd wil, maar dan moeten wij daar met de dienst ook eens over spreken. Het project van de stad en de elektronische geleiding. Het is natuurlijk wel kort door de bocht, mijnheer Van Eetvelt. Wij investeren daar in de tewerkstelling van 5 LDE’ers waardoor de stad de aanbesteding heeft uitgeschreven aan Zanzibar. Het is mogelijk dat we door dat commercieel te benaderen we meer bezoekers krijgen en dat we een grotere
278
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
tewerkstelling van LDE kunnen organiseren. Dit is een voorbeeld van hoe het zou moeten zijn: een commercieel bedrijf dat samenwerkt met een doelstelling rond sociale economie, en ook aanleiding dan kan geven om die tewerkstelling te bevorderen. In die zin denk ik dat we meer en meer in de toekomst die convergentie tussen de commerciële sector en de sociale economie sector moeten opzoeken om dat daar ook de doorstroming is gegenereerd. Want wat is de doelstelling van sociale economie? Dat die doorstromen naar het normaal economisch arbeidscircuit. Dat kan aan de hand van dergelijke projecten. Waar dat we wel over moeten waken is dat de sociale doelstellingen naar personeel toe meer opgenomen zijn, maar dat wordt ook in een aanbesteding zo mee opgenomen. Dus ik geloof sterk dat we in de toekomst, en ook in afwachting van andere projecten in het kader van het naadwerkdecreet, waar dat we nog altijd niet de uitvoeringsbesluiten over hebben, als provincie eerder die richting uitgaan.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Beste gedeputeerde, ik zal nu eens kort door de bocht gaan, want ik ben er van overtuigd dat ik dat daarnet niet heb gedaan. Ik denk dat dit project weer een zoveelste investering is van de provincie die doorgeschoven wordt vanuit de stad. Ik zal nog eens kort door de bocht gaan. We hebben nog ergens een kasteel staan op overschot. We zullen dat helemaal verbouwen. We zullen daar een commerciële partner in zoeken, maar toch zelf al investeringen doen, en we zullen daar ook mensen in de sociale economie op inschakelen. Ik zal ook inhoudelijk antwoorden. Ik ben volledig voor het principe dat wij samenwerkingsverbanden opzetten met de privé. Ik sta volledig achter de doelstelling van die privé-participatie en de inclusie hiervan, mensen in de sociale economie in de gewone reële economie. Maar dan kan het toch niet de bedoeling zijn dat we elke keer de infrastructuurprojecten van die samenwerkingsverbanden gaan subsidiëren.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Dat is ook niet. En tot nader orde, mijnheer Van Eetvelt, behoort de stad Antwerpen nog altijd tot de provincie Antwerpen. Of dat het nu een project is in de stad, of niet dat zal mij worst wezen. Het gaat er over dat het over een uniek project gaat waar dat we vandaag in staat zijn om op een goede wijze commerciële bedrijven en LDE samen te laten werken. In deze casus geloven wij wel in.
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik heb eigenlijk nog geen antwoord gehad op mijn vragen. Ik neem aan dat Bruno Peeters mij eerst nog zal antwoorden.
279
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Wat betreft het project Routedokters is het een optie van de deputatie om dat project verder te zetten. U weet dat het projecten waren die wat men noemt een klaverbladfinanciering hadden met subsidies van sociale economie, met kortingen op de federale sociale bijdragen, met subsidies van Toerisme Vlaanderen en met een deel van uit de provincie, maar dat de meeste van die subsidiekanalen sterk gereduceerd zijn of volledig weggevallen zijn. Wij hebben ook een oplossing moeten zoeken om dat te blijven financieren. Het project Routedokters, met de ploeg van De Schorre, was één ploeg dat wij om die financiële redenen hebben stopgezet. Die mensen hebben al een tijdje geleden hun opzeg gekregen. Wat gaan wij nu wel doen? Dat is een aanbesteding –een Europese aanbesteding die goed moet voorbereid worden – doen waarin wij een aantal voorwaarden zullen stellen rond de tewerkstelling. Het is dus echt de bedoeling dat het gaat om sociale tewerkstelling, zoals collega Bellens ook gezegd heeft, met de bedoeling om mensen te laten doorstromen naar het reguliere arbeidscircuit. Voor die kleine ploeg van De Schorre zijn wij niet in staat om dat zelf te doen. Wij hebben daar niet de knowhow voor om dat goed te begeleiden. Wij dachten dat het beter was om dat over te laten aan een organisatie die daar meer kennis van had. Wij gaan dat aanbesteden en wij verwachten bijvoorbeeld dat organisaties zoals Natuurwerk, maar er zijn er nog andere, mee zullen inschrijven in die aanbesteding omdat wij er van overtuigd zijn dat zulke organisatie ook in andere projecten dergelijke zaken kan begeleiden van sociale economie. De budgetten in het totaal zullen, als we vergelijken met de klaverbladfinanciering, lager zijn. Maar wij denken dat door dat aan één organisatie toe te kennen dit efficiënter kan gebeuren. Zoals ook al in de TPA al verschillende keren is gezegd zal de intensiteit van het nazicht van de routes wat verminderd worden, maar wij hopen dat wij het project op zich op die manier toch nog in stand kunnen houden. Die aanbesteding zal gebeuren in het eerste trimester van 2015. We hebben dus wel nu een financiering voorzien om dat te overbruggen. VOORZITTER.- De heer Marcipont heeft het woord. De heer MARCIPONT.- Ik vind dat dan toch dat je eerst een aantal mensen gaat ontslagen, mensen die uiteindelijk wel de nodige knowhow hebben en die weten hoe ze het moeten doen. Het is in het verleden goed gebeurd. We gaan nu naar een mindere dienstverlening. Ik vind dat een heel jammere zaak.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik kan er misschien nog wel aan toevoegen dat in de voorwaarden zal staan dat de inschrijvers hun uiterste best moeten doen om de mensen die wij in dienst hadden over te nemen. Wij zijn niet in staat om te oordelen of die mensen in die projecten mee kunnen draaien.
280
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik dacht nog geen antwoord gekregen te hebben over de middelen die van Toerisme Vlaanderen moeten komen.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Wij hebben nog geen formele toezegging dat het voor 2015 zo zal zijn. Voor 2014 hebben wij die wel gehad.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik eerst artikel 1 van dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben nee gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Artikel 1 van het ontwerpbesluit wordt goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en 1 onthouding.
VOORZITTER.- Dan leg ik nu artikel 2 van dit punt voor ter stemming. De stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 15 leden hebben zich onthouden. Artikel 2 van het ontwerpbesluit wordt goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 15 onthoudingen. Nr. 10/2 van de agenda Provinciale initiatieven. Overdracht middelen Dienst Landbouw- en plattelandsbeleid (DLP) naar APB PSES. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2014 is onder “Subsidiëring van projecten voor plattelandsontwikkeling”, actienummer 2014000603, ramingsnummer 2014000633, budgetcode 2014/64900000/ 21/0530 een krediet voorzien van 753.443 EUR.
281
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
2014 is voor het Europees Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) een overgangsjaar. Aan het einde van de vorige periode die afliep op 31 december 2013, werd op Europees niveau beslist om het nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) waarin de provinciale plattelandsontwikkeling PDPO kadert, met één jaar uit te stellen en dus te doen ingaan vanaf 1 januari 2015 in plaats van 1 januari 2014. Hierdoor was er in 2014 geen PDPO-projectwerking. Wel heeft de dienst Landbouwen Plattelandsbeleid (DLP) volledig ingezet op afstemming met de stakeholders en organisatiebrede consultatie ter voorbereiding van de nieuwe PDPO-periode 2015 2020 met de bijhorende opmaak van het Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan (PPOP) en uitbouw van de Leadergebieden met hun Lokale Ontwikkelingsstrategieën. Omwille van bovenstaande redenen is het subsidiebudget voor plattelandsontwikkeling in 2014 in het kader van PDPO gedeeltelijk onbesteed gebleven. Om deze middelen toch maximaal te kunnen benutten voor hun beleidsdoelstelling (plattelandsontwikkeling) wil de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid het saldo van 453.443 EUR van het budget “Subsidiëring van projecten voor plattelandsontwikkeling” tijdelijk overdragen aan het APB Provinciaal Secretariaat voor Europese Structuurfondsen (APB PSES). Het APB PSES neemt voor het departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid, als beheerder van provinciale middelen, een ondersteunende rol op bij de uitvoering van het provinciaal beleid. We vragen uw Raad de principiële goedkeuring voor de oprichting van een Plattelandsfonds binnen APB PSES. Middelen binnen dit Plattelandsfonds zullen geboekt worden op een afzonderlijke balansrekening, zodat ze in de volgende jaren op eenvoudige wijze kunnen aangewend worden en intussen geen invloed hebben op het werkingsresultaat van het APB zelf. De eerder vermelde restmiddelen van de “Subsidiëring van projecten voor plattelandsontwikkeling” willen we vervolgens overdragen naar het APB PSES en toevoegen aan het Plattelandsfonds, zodat dit in de volgende jaren kan aangewend worden voor de verdere uitvoering van het provinciale plattelandsbeleid. De besteding van deze middelen kan gebeuren onder de vorm van cofinanciering bij Europese of Vlaamse projecten of subsidies of als bijkomende financiering van de werking en dit steeds onder de verantwoordelijkheid van het provinciebestuur. Voor de aanwending van de middelen gelden volgende afspraken: -
cofinanciering bij Europese of Vlaamse projecten of subsidie De beleidsdienst stelt een volledig subsidiedossier samen dat beantwoordt aan de reglementering voor provinciale subsidies en de wet op de reservevorming en vraagt het Directiecomité van APB PSES goedkeuring voor de uitbetaling. Op basis van deze goedkeuring kan APB PSES vervolgens overgaan tot rechtstreekse betaling aan de begunstigde.
282
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
-
bijkomende financiering van de werking De beleidsdienst richt een schriftelijk verzoek aan APB PSES om de middelen terug te laten vloeien naar de beleidsdienst. De terugbetaling aan de beleidsdienst gebeurt na goedkeuring door de budgethouder en het Directiecomité (naargelang de hoogte van het bedrag, cfr de beslissingsbevoegdheden volgens het delegatiebesluit dat werd goedgekeurd binnen APB PSES).
APB PSES rapporteert jaarlijks over de aanwending van deze kredieten, en dit samen met de neerlegging en kennisgeving van de jaarrekening. Uw raad wordt voorgesteld het nog beschikbare/niet bestemde saldo van 453.443 EUR van het budget “Subsidiëring van projecten voor plattelandsontwikkeling” 2014 over te dragen naar het Plattelandsfonds binnen het Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen (PSES). Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de oprichting van een Plattelandsfonds binnen het APB Provinciaal Secretariaat voor Europese Structuurfondsen. De restmiddelen 2014 uit het budget “Subsidiëring van projecten voor plattelandsontwikkeling” van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid ter waarde van 453.443 EUR worden overgedragen naar dit Plattelandsfonds binnen APB PSES. De middelen worden bij APB PSES geboekt op een afzonderlijke daartoe bestemde balansrekening, zodat dit geen invloed heeft op het werkingsresultaat van APB PSES zelf. De provincie is verantwoordelijk voor de uiteindelijke aanwending van dit fonds. Artikel 2: Het APB PSES rapporteert jaarlijks aan de raad over de besteding van de middelen van het Plattelandsfonds en doet dit samen met de rapportering van de jaarrekening. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 65 stemmen ja.
283
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid Nr. 11/1 van de agenda Budget 2014. Machtigingskrediet 0390/64900000. Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2014 werd onder budgetsleutel 0390/64900000 (raming 2014000443) - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’ een krediet van 340.400 EUR uitgetrokken. Dit krediet werd in de zitting van deputatie van 8 mei 2014 via een IKA verhoogd tot 395.400 EUR en in zitting van deputatie van 26 juni 2014 verlaagd met 7.632 EUR. En in de zitting van deputatie van 4 september 2014 via een IKA verhoogd met 237.131 EUR en op 27 oktober met een ARA verhoogd met 13.034 EUR. De verdeling van dit krediet dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan de provincieraad. Na goedkeuring door uw raad zullen de afzonderlijke projecten aan deputatie worden voorgelegd wat betreft de toekenning en betaling van de subsidie. Met dit verslag wordt een 6de reeks projecten voor een bedrag van 18.628 EUR voor het werkjaar 2014 ter goedkeuring voorgelegd. Project ‘Vriend van Veggie: Veggie op de BBQ in de provincie Antwerpen.‘ 18.628 EUR aan EVA vzw Het projectvoorstel van EVA vzw biedt promotiemogelijkheden voor de campagne ‘Vriend van’. EVA vzw zet de actie ‘Vriend van lekker veggie’ op een laagdrempelige manier in de kijker door proevertjes en recepten uit te delen op 10 evenementen. Daarnaast leveren ze 52 makkelijke en kindvriendelijke recepten met foto’s aan, zodat we burgers concrete informatie kunnen geven om de actie op een eenvoudige manier uit te voeren. De actie loopt van mei tot half augustus 2015. Dit project wordt in 2014 100%, op last van afrekening, uitbetaald. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2014, ingeschreven als machtigingskrediet - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’.
284
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Budgetsleutel 0390/64900000 leefmilieuprojecten’.
(Raming
2014000443)
–
‘Subsidies
voor
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 65 stemmen ja. Nr. 11/2 van de agenda Provinciale Initiatieven. Intercommunale Vereniging Hooge Maey. Toelichting bij het beleid van de vereniging. Kennisname. Toelichting De Intercommunale Vereniging Hooge Maey werd in december 1998 opgericht met als doel de duurzame verwerking van afvalstoffen en de sanering van de terreinen. De Intercommunale Vereniging Hooge Maey heeft sinds haar ontstaan een hele weg afgelegd. Oorspronkelijk werd vooral de nadruk gelegd op de exploitatie van een stortplaats en de sanering van de terreinen. De terreinen zijn inmiddels gesaneerd en de stortplaats wordt verder geëxploiteerd. Getrouw hieraan zal de stortplaats Hooge Maey haar rol verder blijven vervullen als sluitstuk voor de afvalverwerking van Vlaanderen. De stortplaats garandeert een belangrijke dienstverlening aan onze maatschappij voor het verwerken van restafval waarvoor op geen enkele wijze een andere bestemming kan gevonden worden. De intercommunale vereniging blijft trouw aan haar opdrachten, ook al zal er in de toekomst steeds minder brandbaar afval gestort worden. In het kader van de sanering van de site Hooge Maey, die in 2012 werd afgerond, en waarvoor een eindverklaring van OVAM bekomen werd, is enkel een strikte monitoring en nazorg nodig, maar ook de verwerking van water afkomstig uit drainageleidingen van het terrein in de waterzuivering. Daarnaast heeft de intercommunale in de loop der jaren een aantal activiteiten ontwikkeld, die weliswaar vaak in samenhang waren met de sanering en exploitatie. In het kader van de exploitatie ontwikkelt de intercommunale bijvoorbeeld activiteiten zoals waterzuivering en energieopwekking. Verder zal de intercommunale, in het kader van duurzaamheid, innovatieve projecten ondersteunen en trachten technologie ter beschikking te stellen aan landen die niet over deze kennis beschikken.
285
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Exploitatie van de stortplaats Aanvoer De afgelopen jaren wordt er in Vlaanderen steeds minder afval gestort. Deze afname kan voornamelijk toegeschreven worden aan een verminderde industriële activiteit, het optimale benuttigen van de aanwezige verbrandingscapaciteit in Vlaanderen en mechanische scheidingstechnieken die sinds 2008 brandbaar afval verwerken. Volgens het Vlaams beleid rond het afbouwen van het storten van brandbare afvalstoffen zal 2015 het laatste jaar zijn waarin nog een afwijking op het stortverbod van brandbaar afval kan bekomen worden. Brandbaar afval zal dan niet meer kunnen gestort worden. Dit soort afval vertegenwoordigt vandaag nog altijd de helft van de aanvoer naar de Hooge Maey. Stilaan bereikt de stortplaats Hooge Maey het punt waarop de leefbaarheid moet beoordeeld worden. Feit is dat wanneer enkel nog onbrandbaar afval zal gestort worden, de Intercommunale Vereniging Hooge Maey, aan het huidige aanvoerritme van dit afval, nog voor 60 jaar stortcapaciteit op de huidig ingerichte stortplaats heeft. Indien bijkomend wordt ingericht bedraagt de capaciteit zelfs meer dan 120 jaar. Totale aanvoergegevens: Jaar 2014 (raming) 2013 2012 2011
Tonnage 57.338 51.331 66.385 78.916
Jaar 2010 2009 2008 2007
Tonnage 64.315 120.971 188.996 266.261
Jaar 2006 2005
Tonnage 349.270 347.448
Brandbaar afval moet bij wet verwerkt worden in afvalverbrandingsinstallaties. Een afwijking hierop kan bij ministerieel besluit verleend worden. Voor 2014 werd door OVAM in Vlaanderen een totaal contigent van 107.500 ton aan stortafwijkingen verleend. Hiervan werd 55.000 ton aan de stortplaats Hooge Maey toegekend. Verondersteld wordt dat voor 2015 stortafwijkingen zullen worden toegekend die in lijn liggen met het voorgaande jaar. Vandaar dat de prognose van de aanvoer in 2015 kan gebaseerd worden op basis van de actuele aanvoer in 2014, zijnde een schatting van 57.000 ton. In het verleden overtrof de toegekende afwijking in ruime mate de werkelijk aangevoerde hoeveelheid brandbaar afval. In haar aanvraag tot het bekomen van deze stortafwijking 2015 heeft de Intercommunale verzocht om in geval van sluiting van de verbrandingsovens van Isvag te Wilrijk, Indaver te Beveren, Ivago te Gent, IVM te Eeklo en Regionale Milieuzorg te Houthalen en mits voorafgaandelijk goedkeuring van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij van het Vlaamse Gewest ook de afvalstoffen die normaal in deze verbrandingsovens verwerkt worden, op de stortplaats Hooge Maey te storten. De vergunning voor de exploitatie reikt tot 28 september 2026. Ondanks de verlaagde aanvoer vertegenwoordigen de ontvangen stortgelden in 2015 nog steeds 59% van de totale omzet. Voornamelijk door het verlies van de groene stroom certificaten is het aandeel van de elektriciteitsproductie gedaald van 30% in 2014 naar 14% in 2015.
286
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Tijdelijke opslag Eén van de diversificatieprojecten op de Hooge Maey behelst de tijdelijke opslag van brandbare afvalstoffen op een stortplaats. Deze tijdelijke opslag van brandbaar afval is voornamelijk bedoeld als buffercapaciteit voor de verbrandingsinstallaties. Dit kan de toekomstige opvangfunctie van de stortplaatsen op een andere manier invullen. De Hooge Maey vroeg en verkreeg hiervoor een definitieve vergunning. De inkomsten uit de tussenopslag worden voor 2015 geraamd op 287.496 EUR. Elektriciteitsproductie Op dit ogenblik zijn er 4 gasmotoren met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 4,05 MW elektrisch. De biogasproductie moet zo lang mogelijk in stand worden gehouden. De nodige aandacht moet besteed worden aan het gecontroleerd injecteren van water in het stortmassief om zo een volledige inertisatie van het stortmassief te bekomen. Een proefproject voor het zuiveren van het stortgas door middel van bodemassen afkomstig van afvalverbrandingsinstallaties werd aangevat en zal in de loop van 2015 verder worden geoptimaliseerd. De vergoedingen voor elektriciteitsproductie vertegenwoordigen een belangrijk deel van de omzet. De VREG stelt, door een wijziging in het energiedecreet, dat het recht van de Hooge Maey om nog GSC te ontvangen, stopt in augustus 2014. De beslissing van de VREG wordt bestreden bij de Raad van State. Er zijn ook 550 m² fotovoltaïsche cellen op de helling van de stortplaats geïnstalleerd, goed om in het elektriciteitsverbruik van een 20-tal gezinnen te voorzien. Waterzuivering Sinds 2002 beschikt de Intercommunale Vereniging Hooge Maey over een eigen waterzuiveringsinstallatie. Zij heeft een vergunning voor het zuiveren van eigen afvalwater, evenals voor afvalwater dat vanuit externe locaties aangevoerd wordt. De vergunningstermijn loopt tot 28 september 2026. Extern afvalwater wordt aangevoerd met tankwagens. De waterzuiveringsmarkt is een moeilijke markt. Er werd vastgesteld dat het in dergelijke marktomstandigheden noodzakelijk is om te beschikken over voldoende opslagcapaciteit. De installatie werd daarom in 2013 uitgebreid met bijkomende opslagtanks (3 x 500 m³). Momenteel is een bijkomende anaerobe zuivering in aanbouw. Dit project zal geactiveerd worden vanaf het ogenblik van oplevering of vanaf het moment dat er zwaar vervuild water contractueel dient verwerkt te worden. Dit zal toelaten om moeilijk te zuiveren water gedoseerd aan de waterzuivering toe te voegen. In de begroting 2015 wordt voorzien dat extern geproduceerd afvalwater, gezuiverd in de installatie van de Hooge Maey, een omzet zal genereren van 270.000 EUR. Andere inkomsten De opbrengsten van door de Hooge Maey voor andere activiteiten ter beschikking gestelde terreinen bedragen volgens begroting 272.964 EUR. De overeenkomst met ARC geeft een totale vergoeding op jaarbasis van 137.909 EUR.
287
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Uit onderzoek is gebleken dat de Hooge Maey een geschikte locatie is om windturbines te bouwen. Een overeenkomst met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen werd afgesloten. Zij zal de Intercommunale Vereniging Hooge Maey een vergoeding toekennen voor het ter beschikking stellen van de terreinen. Vleemo nv zorgt voor de plaatsing en exploitatie van twee windmolens. De bouw van de windmolens is gestart. Volgens de planning zullen de windturbines vanaf december 2014 operationeel zijn. De opstalvergoeding voor beide windturbines bedraagt 135.055 EUR per jaar gedurende de eerste tien jaar. Eveneens belangrijk is de overeenkomst die de intercommunale vereniging Hooge Maey afsloot met Indaver NV. De stortplaatsen van de Hooge Maey en Indaver grenzen aan elkaar. Tussen beide taluds ligt een niet-benutte ruimte van ongeveer 497.000 m³. Iets meer dan de helft van deze ruimte ligt op het terrein van de Hooge Maey. In de overeenkomst werden de voorwaarden vastgelegd voor het opvullen van deze ruimte met afval. Voor deze opvulling ontving de Intercommunale Vereniging Hooge Maey een vooruitbetaalde vergoeding van 551.094 EUR. Deze vergoeding wordt in resultaat genomen a rato van 2 EUR/m³. Daarbovenop wordt een vergoeding van 6 EUR/m³ bekomen a rato van het gestort volume in m³. Voor 2014 wordt het gestort volume gebudgetteerd op 113.333 m³. Hiervan komt 72.440 m³ op het terrein van de Hooge Maey terecht, zijnde 63%, waardoor een opbrengst van 579.520 EUR vooropgesteld kan worden. Voor 2015 wordt het gestort volume op het terrein van de Hooge Maey geschat op 55.413 ton, hetgeen een opbrengst vertegenwoordigd van 443.304 EUR. Verdere ontwikkelingen Algenreactor Hooge Maey mikt in het bijzonder op het sluiten van materiaalkringlopen volgens de “CRADLE-TO-CRADLE” filosofie (C2C), en op de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor slimme energieopwekking. Samen met Proviron onderzoekt de Intercommunale Vereniging Hooge Maey de haalbaarheid van algenkweek voor de productie van biobrandstoffen en andere waardevolle eindproducten. In het buitenland Een groot gedeelte van de wereldbevolking kent enkel het dumpen van afval als verwerkingstechniek. De Hooge Maey heeft in de loop der jaren echter heel wat kennis opgedaan op vlak van stortplaatstechnologie. De mogelijkheid bestaat nu om deze kennis ten dienste te stellen van landen die niet altijd over deze knowhow beschikken. De Hooge Maey heeft in China in de stad Chaohu een project geïdentificeerd, namelijk de ontgassing van een stortplaats. Hooge Maey ondersteunt een privé-investeerder, Taste Invest, om samen met de lokale overheid het project uit te werken. Restwarmte De gasmotoren produceren heel wat restwarmte. Aangezien, door de vermindering van de stortgasproductie, deze hoeveelheid restwarmte in de toekomst gevoelig zal afnemen, wordt er naarstig gezocht naar een project om de valorisatie van deze warmte te realiseren. Maatschappelijk draagvlak Duurzaam ondernemen is het streven naar harmonie tussen ecologische, sociale en economische aspecten. Er moet dus oog zijn voor een voldoende maatschappelijk
288
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
draagvlak. Communicatie speelt daarin een belangrijke rol. Een nieuwe bedrijfsfilm waarin de verwezenlijkingen van de Hooge Maey worden voorgesteld is afgewerkt. Goed verzorgde jaarverslagen, folders, persberichten, artikelen in de vakpers en in dag- en weekbladen, een website… deze communicatiemiddelen zorgen mee voor het uitdragen van een boodschap van duurzaamheid. In haar streven naar duurzaamheid schept de Hooge Maey ook de randvoorwaarden voor een veilige en gezonde werk- en woonomgeving voor alle betrokkenen. Door haar kennis te delen wil ze ook elders in de wereld de milieu-impact van stortplaatsen helpen te verminderen. Financiële resultaten Volgens de begroting 2015 bedragen de bedrijfsopbrengsten 6.969.216 EUR. Het balanstotaal bedraagt 39.638.842 EUR. Het resultaat na belasting bedraagt 1.187.246 EUR. De dividendenpolitiek bestaat erin het bedrag van het dividend te handhaven op een niveau van 9% van het gestort kapitaal. Er wordt steeds een gedeelte van het variabele deel van het kapitaal dat de gebruiksrechten vertegenwoordigt, teruggestort aan de aandeelhouders. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen. Nr. 11/3 van de agenda Provinciale Initiatieven. Intercommunale Vereniging Hooge Maey. Buitengewone algemene vergadering van 18 december 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De Intercommunale Vereniging Hooge Maey deelt mee dat haar buitengewone algemene vergadering zal plaatsvinden op 18 december 2014 om 18.00 uur te 2030 Antwerpen, in de vergaderzaal Hooge Maey, Moerstraat 99. De agenda voor de buitengewone algemene vergadering ziet er al volgt uit: AGENDA 1 (in aanwezigheid van de notaris) 1.1. Verslagen 1.2. Doelwijziging – Statutenwijziging 1.3. Wijziging van definities – Statutenwijziging 1.4. Wijziging inzake de winstverdeling – Statutenwijziging AGENDA 2 2.1.
Activiteiten en strategie voor het boekjaar 2015 en begroting 2015
Overeenkomstig artikel 44 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking dient uw raad voor elke buitengewone algemene
289
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
vergadering van een intercommunale een provinciaal afgevaardigde aan te duiden en zijn/haar mandaat vast te stellen. In zitting van 22 mei 2014 keurde uw raad de aanduiding goed van mevrouw An Vanalme met als plaatsvervanger de heer Sener Ugurlu als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de Intercommunale Vereniging Hooge Maey van 19 juni 2014 tot einde legislatuur 2018. Volledigheidshalve wordt gemeld dat bestuurders en commissarissen geen volmachthouder kunnen zijn op de buitengewone algemene vergadering. De provincie is in de Raad van Bestuur vertegenwoordigd door gedeputeerde Rik Röttger. De agenda en bijhorende stukken van deze vergadering zijn digitaal raadpleegbaar via abm.provant.be. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Gelet op het samenwerking;
decreet
van
6
juli
2011
houdende
de
intergemeentelijke
Gelet op het feit dat uw raad in vergadering van 22 mei 2014 de aanduiding van mevrouw An Vanalme met als plaatsvervanger de heer Sener Ugurlu als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de Intercommunale Vereniging Hooge Maey van 19 juni 2014 tot einde legislatuur 2018 goedkeurde; Overwegende dat er op 18 december 2014 een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden vanwege de Intercommunale Vereniging Hooge Maey; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de Intercommunale Vereniging Hooge Maey van 18 december 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 53 leden hebben ja gestemd; 12 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 12 onthoudingen.
290
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 11/4 van de agenda Samenwerkingsovereenkomsten tussen de provincie Antwerpen en de regionale landschappen en bosgroepen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het kader van doorbraak 64 van het ‘Witboek interne staatshervorming’, dd. 8 april 2011, werden de bevoegdheden inzake erkenning, subsidiëring en opvolging van de regionale landschappen en bosgroepen overgedragen van de Vlaamse Overheid naar de provincies. Op 9 mei 2014 werd deze overdracht decretaal verankerd. Tevens keurde de provincieraad op 23 mei 2013 het bestuursakkoord goed tussen het Vlaams Gewest en provincie Antwerpen, waarmee in wezen via hoofdstuk IV, beleidsveld onroerend erfgoed, de opvolging en subsidiëring van de werking van de regionale landschappen inzake landschapszorg overgenomen werd door de provincie. Als gevolg daarvan krijgt de samenwerking tussen de provincie Antwerpen en de Antwerpse regionale landschappen en bosgroepen een nieuwe vorm. In de voorliggende samenwerkingsovereenkomsten wordt de toekomstige samenwerking tussen de provincie Antwerpen en elk van die organisaties gedefinieerd. De onderlinge afspraken, en meer specifiek de rol en de taken van de regionale landschappen en bosgroepen binnen het provinciaal beleid, worden daarmee geformaliseerd. De respectievelijke samenwerkingsovereenkomsten met volgende partners (zoals voorgebracht) worden aan uw raad ter goedkeuring voorgelegd: Regionaal Landschap de Voorkempen Regionaal Landschap Rivierenland Regionaal Landschap Schelde-Durme Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete Bosgroep Noorderkempen Bosgroep Zuiderkempen Bosgroep Antwerpen Noord Bosgroep Antwerpen Zuid Bosgroep Kempense Heuvelrug Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Overwegende dat de overdracht van de regionale landschappen en de bosgroepen naar de provincies decretaal werd verankerd op 9 mei 2014; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd worden de voorgebrachte samenwerkingsovereenkomsten tussen de provincie Antwerpen en de Antwerpse regionale landschappen en bosgroepen.
291
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Ik vroeg mij af, bij het zien van dit voorliggend punt, of ik mijn interpellatie die gepland stond in oktober niet voor het groot verlof had moeten doen. Want als ik dat zo lees denk ik dat de regionale landschappen en de bosgroepen beter af waren geweest met een snellere ondertekening van overeenkomsten voor afschaffing van het provinciefonds. Nu liggen ze hier, dat is een goede zaak. Maar ze bevinden zich mogelijk op een redelijk hellend vlak. De rust bij de betrokken mensen zal wel terugkeren bij het lezen van deze overeenkomst en bij het ondertekenen er van, ware het niet dat er een aantal passages instaan die het een en ander toch op de helling zetten. Ik neem er een uit, en ik had daar toch graag een reactie op gehoord of er eventueel een plan B bestaat of iets dergelijks. Ik lees even voor: “De provincie kan de voorwaarden van deze overeenkomst te allen tijde herzien indien op basis van nieuwe politieke ontwikkelingen het Vlaams kader van deze overeenkomst wijzigt. In dat geval wordt de nieuwe samenwerkingsovereenkomst opgemaakt in overleg met regionaal landschap.” Dat zijn natuurlijk passages die meegenomen worden, maar die erg veel consequenties kunnen hebben. Ik zou eigenlijk graag horen of er een vraag gesteld is aan Vlaanderen of er een intentieverklaring kan afgedwongen worden of iets dergelijks. Er wordt ook gesproken in een bepaalde passage “onder sterk voorbehoud”. Dat versterkt dat nog eens een keer. Op die twee opmerkingen had ik het antwoord van de gedeputeerde al eens willen horen. Dank u. VOORZITTER.- De heer Röttger heeft het woord. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Mijnheer Kerremans, die nogal schrikwekkende passage, als u ze mij zo voorleest, daar zou ik dan ook bijna angstig van worden. Ik denk dat die de bedoeling heeft – en dat is iets dat we trouwens volgende week woensdag zullen doen, we zijn in heel nauw overleg, wij namens alle provincies, de VVP, maar ook de koepel van de bosgroepen en het Vlaams overleg van de regionale landschappen – om na te gaan wat nu in de decreten staat. Dat is het feit dat wij verantwoordelijk worden voor de ondersteuning, maar ook de erkenning en de evaluatie. Wat u daar ook leest is dat het altijd kan dat er iets wijzigt aan een overeenkomst. Dat is in een huurcontract zo. Er is altijd een mogelijkheid om dat te beëindigen. Maar het kan ook zijn dat de verwachtingen die Vlaanderen heeft ten opzichte van die twee werkingsinstrumenten dat die zou wijzigen. Maar die zal ook wijzigen op hun vraag, want ze zitten nog altijd met een aantal vragen en verduidelijkingen. Het zou ook kunnen zijn dat we die overeenkomst gaan opbreken net om tegemoet te komen aan hun vragen. Ik denk dat u het niet alleen moet zien als een soort van eenzijdige beslissing, een hakbijl van de provincie, van we stoppen ermee, het hoeft niet meer, het kan niet meer. Het kan ook betekenen dat er gewoon een nieuwe situatie komt die meer duidelijkheid biedt. U had nog een tweede vraag, maar die moet u mij even herinneren.
292
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
De heer KERREMANS.- Nee, dat volstaat. Dat ging eigenlijk over hetzelfde hellende vlak. Ik heb nog wel een ander vraagje. Als het mij goed voorstaat dan kan men nog steeds aankloppen bij het ANB voor losse projecten. Dat zit ook in de samenwerking veronderstel ik. Die mogelijkheid bestaat nog tot 2016. Dan wordt die pot, die de 30% is, die het Vlaams niveau bij zich gehouden heeft bij de overdracht van de middelen, opengesteld voor andere spelers op het veld. Ik had van u willen vernemen of daar nu al rekening mee gehouden is, of welke consequenties dat mogelijk kan hebben voor regionale landschappen en bosgroepen. VOORZITTER.- De heer Röttger heeft het woord. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Mijnheer Kerremans, dat heeft te maken met de meest dringende nood die men moet lenigen. Dat zijn de instandhoudingsdoelstellingen. Dat heeft te maken met het Europees soorten beleid. Het is daar dat de grootste brandjes moeten geblust worden in ons land. Dat is heel moeilijk ook. Er wordt eigenlijk aan alle mensen gevraagd om daar alles op in te zetten. In het verleden deden de regionale landschappen ook andere dingen, recreatieve zaken, zaken die niet zozeer met soortenbescherming te maken hebben. Het ANB heeft de dwingende opdracht nu om daar aan te werken, en zij hebben geoordeeld dat zij 30% van die middelen daarvoor wensen voor te behouden. Wij hebben dan een overgangsmaatregel bekomen om daar drie jaar volledig in te leren, want het is ook een leerschool. Dat is ook het in kaart brengen van waar zijn er in mijn werkingsgebied kansen om aan die soorten te werken. Ik moet u zeggen dat Vlaanderen dat huiswerk niet gemaakt had. Onze eerste opdracht was gaan rondkijken waar er dan zo’n kansen zijn. We krijgen daar dan gelukkig gewoon subsidie voor om onze mensen te betalen om dat werk te doen om met eigenaars te gaan spreken. Dus daar kunnen we bestaande werking, bestaande middelen op inzetten, maar we krijgen daar maar drie jaar voor. Op het einde van die drie jaar zal onze specifieke pot ophouden te bestaan, maar zullen heel wat andere specifieke potjes ophouden te bestaan en zal er inderdaad een soort level brain field worden gemaakt. Dat zal een grotere pot kunnen zijn. Dus dat hoeft daarom niet te betekenen dat goed werkende regionale en bosgroepen minder gaan verdienen. Ik verklaar mij nader. Als je u in die drie jaar bekwaamd heb in het werken aan die instandhoudingsdoelstellingen dan ga je in die nieuwe periode met die grotere pot misschien wel een heel goede speler zijn om daar middelen uit te halen. Ik denk dat dit de grote opdracht is voor ons als provincies om met die twee groepen samen te werken, om die kansen te zoeken, om zo’n goed mogelijke projecten te schrijven, expertise op te bouwen, en de mooiste prijzen voor de neus van anderen weg te kapen. Dat zal u als Antwerpenaar, zoals ik dat ben, niet erg vinden dat wij dat gaan proberen in Antwerpen te doen. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Dank u voor het antwoord. Dat is duidelijk. Mijn zorg gaat een klein beetje naar de mogelijke concurrentie die zou kunnen ontstaan tussen de spelers op het veld, en die uiteindelijk allemaal onder onze coördinatie zullen vallen. Hoe ziet u die coördinatie? Ik denk maar aan Natuurpunt en andere grote organisaties die heel veel competente mensen ook in dienst hebben. Die concurrentie zou er kunnen voor zorgen dat men mekaars vissen vangt.
293
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- U maakt mij onmiddellijk attent op de nadelen van een vrije markt en van concurrentie te organiseren. Het is natuurlijk zo dat de regionale landschappen op zich ook een verzamelbekken zijn van een aantal mensen. De mensen van Natuurpunt, een aantal mensen bijvoorbeeld ook van Landelijk Vlaanderen, die allemaal kunnen beroep doen op diezelfde pot, die zitten ook vertegenwoordigd in de schoot van onze regionale landschappen. Eigenlijk doen we dat in goed overleg en proberen we mekaar geen vliegen af te vangen. Dat zal ertoe leiden dat we moeten taakafspraken maken en dat we het ene jaar de ene laten voorgaan en het andere jaar de andere. In alle geval gaan we daar proberen mekaar niet de duivel aan te doen. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 62 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 62 stemmen ja, bij 2 onthoudingen. Nr. 11/5 van de agenda Noord-Zuidbeleid. Wijziging van het reglement voor subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 januari 2006 keurde de provincieraad een reglement goed voor de subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie. Dit werd een eerste maal gewijzigd op 24 november 2011. Momenteel vragen we de raad opnieuw om enkele wijzigingen aan dit reglement goed te keuren omdat: 1. Het schoolproject Kleur Bekennen een reorganisatie kent en de verwijzingen ernaar in het reglement van 24 november 2011 niet langer correct zijn. 2. Om het beschikbare budget optimaal te verdelen over de verschillende aanvragen willen we een maximum bedrag invoeren. 3. We willen een betere visibiliteit van de provincie Antwerpen garanderen tijdens de gesubsidieerde projecten. Het reglement van 24 november 2011 wordt als bijlage bijgevoegd. De vernieuwde, goed te keuren tekst voor het reglement wordt eveneens als bijlage bijgevoegd. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 november 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 van het provinciedecreet,
294
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Overwegende dat een aantal wijzigingen wenselijk zijn aan het reglement voor de subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Het reglement voor de subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie zoals vastgesteld door de provincieraad van 24 november 2011, wordt opgeheven en vervangen door het bijgaande reglement voor de subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie. “Reglement voor de subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie Artikel 1. - Doelgroep De deputatie verleent subsidies aan lokale projecten in de provincie Antwerpen die als doel hebben om de bevolking van een gemeente bewust te maken over en te betrekken bij de Noord-Zuid-thema’s. Voor dit reglement worden de districten van de stad Antwerpen gelijkgesteld met gemeenten. Artikel 2. - Definities a) Subsidietrekker: de begunstigde van de subsidie. b) Project: Een afgebakend geheel van activiteiten met een duidelijke doelstelling, beperkt in de tijd en gescheiden van andere activiteiten, dat niet binnen de reguliere werking valt. c) Tekort in de projectbegroting: In dit reglement wordt het tekort in de projectbegroting berekend door de geraamde inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de geraamde uitgaven van het project en dit na aftrek van de geraamde uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie. d) Tekort in de projectafrekening: In dit reglement wordt het tekort in de projectafrekening berekend door de werkelijke inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de werkelijke uitgaven van het project en dit na aftrek van de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie. Artikel 3. - Voorwaarden voor de organisatie De organisator van het project moet een samenwerkingsverband zijn tussen meerdere partners binnen de gemeente. Dit samenwerkingsverband heeft mede tot doel een werking te stimuleren die na het einde van het project blijft bestaan. De partners kunnen zijn: het gemeentebestuur, de gemeentelijke adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking, plaatselijke Noord-Zuidorganisaties, sociaal-culturele verenigingen, scholen, buurtcomités, enz. Artikel 4. - Voorwaarden voor het project a) Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet voldaan worden aan volgende formele criteria: i. Het project dient plaats te vinden in de provincie Antwerpen of in samenwerking met de provincie Antwerpen. ii. Er dient een tekort in de projectbegroting geraamd te zijn. iii. De subsidietrekker dient, vanaf de toekenning van de subsidie, het provinciebestuur te vermelden als ondersteunende overheid op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors. Om de zichtbaarheid van het provinciebestuur op promotiemateriaal/communicatiedragers en tijdens het project te garanderen is voorafgaand overleg met de dienst Noord-Zuidbeleid noodzakelijk. De subsidietrekker neemt tijdig contact op met de dienst Noord-Zuidbeleid om de afspraken te maken over deze promotie en communicatie.
295
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
iv.
v. vi.
vii.
De subsidietrekker dient door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag. Bij een betalend evenement moet de organisator enkele toegangskaarten aan de provincie Antwerpen bezorgen zodat deze controle kan worden uitgevoerd. Het lokaal project kan van korte duur zijn of een werking van verschillende maanden omvatten, maar moet steeds duidelijk afgebakend zijn in de tijd. Het mag niet beperkt blijven tot één enkele activiteit of voorstelling. De provincie wil de gemeenten aanmoedigen om ‘mondiale gemeenten’ te worden. Daar hoort betrokkenheid van de lokale overheid bij mondiale activiteiten bij. In gemeenten waar het bestuur (nog) niet betrokken is bij activiteiten van ontwikkelingseducatie, kan een project, georganiseerd door een samenwerkingsverband zonder gemeentebestuur of erkende adviesraad, door de provincie alleen betoelaagd worden. In gemeenten waar het bestuur wel betrokken is, heeft de provinciale subsidie niet de bedoeling in de plaats van de gemeentelijke ondersteuning te treden, maar door complementaire ondersteuning omvangrijkere samenwerkingsverbanden en projecten mogelijk te maken. Daarom is in gevallen waar het gemeentebestuur of de erkende adviesraad deel uitmaakt van het organiserende samenwerkingsverband een bijdrage vanwege het gemeentebestuur aan de subsidieerbare onderdelen van het project noodzakelijk, hetzij via een subsidie, hetzij via logistieke ondersteuning of andere tenlastename van kosten. Dit moet in de projectomschrijving en -begroting zichtbaar zijn. Scholen worden aangemoedigd om een lokaal project op te zetten. Een project kan zich wel niet beperken tot een intern project binnen 1 school, maar moet duidelijk kaderen in een samenwerkingsverband met andere lokale partners, waarbij gestreefd wordt om zoveel mogelijk scholen van dezelfde gemeente deel te laten uitmaken van het samenwerkingsverband. Het gemeentebestuur kan hiervoor een coördinerende rol opnemen.
b) Er zal bij de beoordeling van het dossier rekening gehouden worden met volgende inhoudelijke criteria: i. Het lokaal project moet een informatief-educatieve inhoud hebben over de ontwikkelingsthematiek in het Zuiden en de Noord-Zuidverhoudingen. Andere thema's in verband met mondiale activiteiten zoals bijvoorbeeld interculturaliteit, milieu en duurzame ontwikkeling, mensenrechten, vrede en migratie mogen eveneens aan bod komen. ii. Andere inhoudelijke criteria zijn: Omvang, samenhang en educatieve waarde van de activiteiten van het project. Positieve en correcte beeldvorming over het Zuiden. Bereik van het project in aantal mensen. Drempelverlagend karakter en inspanning om niet-traditionele doelgroepen te bereiken. Mate van betrokkenheid van de lokale overheid. Breedte van het samenwerkingsverband. In geval van periodiek terugkerende projecten: kwalitatieve groei in vergelijking met vorige edities van het project. Deze groei kan bij de interne organisatie zijn door verbeteringsprocessen of extern, door bijvoorbeeld een groei qua samenwerkingsverband, doelgroep bereik. Voorbeeldfunctie en/of duurzaamheid van het project. Het project vindt navolging of stimuleert een bredere werking die na de subsidiëring blijft bestaan. c)
Volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor subsidiëring: i. Projecten met als hoofddoel fondsenwerving voor het Zuiden komen niet voor subsidiëring in aanmerking. Binnen projecten die wel in aanmerking komen zijn de onderdelen die op dergelijke fondsenwerving gericht zijn niet subsidieerbaar
296
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Artikel 5. - Aanvraag Aanvragen voor deze subsidie kunnen enkel gebeuren door indiening van het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is elektronisch te verkrijgen via de website www.provincieantwerpen.be (zoekfunctie: aanvraagformulier lokale projecten van ontwikkelingseducatie) en dient ondertekend opgestuurd te worden naar Provinciebestuur Antwerpen - Dienst Noord-Zuidbeleid – Koningin Elisabethlei 22 – 2018 Antwerpen. Een elektronische versie kan naar
[email protected] gestuurd worden. De aanvraag moet bij voorkeur 6 weken en uiterlijk 4 weken voor de aanvang van het project ingediend worden. Het aanvraagdossier bestaat uit: a) Het ingevulde aanvraagformulier ondertekend volgens de bepalingen gesteld in artikel 10. b) De aanvraag dient een duidelijke omschrijving van het indienende samenwerkingsverband, een projectbeschrijving en een begroting te omvatten. i. Naast een duidelijke omschrijving van het indienende samenwerkingsverband worden de administratieve gegevens, het rekeningnummer met IBAN-code en het ondernemingsnummer van de subsidietrekker vermeld. De subsidietrekker kan het organiserende samenwerkingsverband zelf zijn of één van de partners die namens het samenwerkingsverband optreedt. ii. De projectbeschrijving omvat ten minste: een korte omschrijving van de doelstelling en de te bereiken resultaten; een beschrijving van de geplande activiteiten; een duidelijke afbakening van het doelpubliek; een beschrijving van het bekendmakingsplan; een duidelijk tijdsschema voor voorbereiding, uitvoering en evaluatie. iii. De projectbegroting omvat ten minste: een zo goed mogelijke schatting van alle voorziene inkomsten en uitgaven van het project. (Ook inkomsten uit eigen activiteiten, enkel kosten en baten van eten en drank komen niet in aanmerking); een duidelijke omschrijving van het bedrag en de voorziene aanwending van de aangevraagde subsidie; een opsomming van de eventueel lopende of voorziene subsidieaanvragen voor (onderdelen van) hetzelfde project bij andere overheden, inclusief het gemeentebestuur en het provinciebestuur. c) De provincie kan steeds bijkomende informatie opvragen over de subsidietrekker, zijn werking en zijn financiën. d) Indien na de indiening nieuwe of bijkomende elementen beschikbaar worden, zoals belangrijke wijzigingen aan de geplande activiteiten of aan de begroting, uitsluitsel over subsidieaanvragen bij andere overheden …, dan dient de aanvrager deze onmiddellijk mee te delen aan de provinciale administratie. Artikel 6. - Berekening van de subsidie De Dienst Noord-Zuidbeleid van het provinciebestuur onderzoekt of de subsidieaanvraag aan de voorwaarden van art. 1, 3, 4a en 5 voldoet en dus ontvankelijk is. De dienst brengt de aanvrager hiervan op de hoogte met een ontvangstmelding, eventueel met een verzoek tot vervollediging van de aanvraag en desgevallend met een gemotiveerde administratieve afwijzing van de aanvraag indien deze onontvankelijk is. Een ontvankelijke aanvraag wordt door de deputatie inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de criteria opgesomd in art. 4b. a) De deputatie bepaalt het bedrag van de subsidie binnen de perken van het goedgekeurde budget van de provincie Antwerpen rekening houdend met de criteria vooropgesteld in artikel 4. b) De subsidie bedraagt maximum 3.500 EUR. c) De betaling van de subsidie gebeurt in één keer na ontvangst van een inhoudelijk verslag en een gedetailleerde inkomsten- en uitgavenstaat van het project.
297
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
d) De subsidie kan ook als terugvorderbaar voorschot van 100% worden betaald indien de subsidietrekker dit met een omstandige motivering vraagt in het aanvraagdossier. De deputatie beslist om hier al dan niet op in te gaan aan de hand van elementen van het aanvraagdossier zoals capaciteit van de aanvrager tot voorfinanciering, gewicht van de provinciale subsidie in de financiering van het project, e.a. Artikel 7. - Evaluatiedossier a) Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald na inzending en beoordeling van een evaluatiedossier betreffende het project. Dit dossier moet worden bezorgd op het adres vermeld in artikel 5, uiterlijk drie maand na afloop van het project b) Het evaluatiedossier bestaat uit: i. Een gedetailleerde staat van alle inkomsten en uitgaven (bewijsstukken dient u niet mee te sturen maar enkel ter beschikking te houden voor controle), ondertekend volgens de bepalingen van artikel 10. ii. Een activiteitenverslag en /of evaluatie van het project. Artikel 8. - Betaling en afrekening van de subsidie a) De uitbetaalde subsidie zal nooit meer zijn dan het toegekende bedrag. b) De uitbetaalde subsidie kan bovendien nooit hoger zijn dan het tekort in de projectafrekening. c) Voor de aanvrager is cumulatie van steun mogelijk ongeacht of de steun komt uit lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen. Indien de aanvrager dergelijke gecumuleerde steun aanvraagt op basis van dit reglement en als het gaat om dezelfde in aanmerking komende kosten, kan de totale steunintensiteit niet meer dan 100% van de kosten zijn. d) Bij niet-naleving van de voorwaarden genoemd in artikel 4 of bij onjuiste, onvolledige of laattijdige dossiers, kan de provincie Antwerpen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van uitbetaalde subsidiebedragen. Artikel 9. – Betwisting Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend éénmalig voor heroverweging voorgelegd aan de deputatie mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier. Artikel 10. - Wettelijk kader De aanvraag wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen in: a) De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. b) Het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers. Dit reglement vervangt het reglement voor de subsidiëring van lokale projecten van ontwikkelingseducatie vastgesteld door de provincieraad op 24 november 2011. Dit reglement is van kracht vanaf 1 januari 2015.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 63 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 63 stemmen ja.
298
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
14. Interpellaties Nr. 14/1 van de agenda Interpellatie met betrekking tot het provinciale aandeel in de saga van de pontonbrug, ingediend door de heer Jan Huijbrechts (Vlaams Belang). Interpellatie ‘Een unieke belevenis voor vele tienduizenden stadsbewoners en bezoekers. De bouw van de pontonbrug over de Schelde ter hoogte van het Steen is een technisch huzarenstukje.‘ Men kwam superlatieven te kort bij de voorstelling van het ’14-’18 herinneringsproject rond de pontonbrug over de Schelde. Gecoördineerd door het Vredescentrum van de stad en de provincie Antwerpen VZW was het een uniek samenwerkingsverband tussen de stad, het havenbedrijf, de provincie en defensie. Vanaf 15 februari 2014 kon men zijn oversteekticket reserveren. En het werd – mede door de gecreëerde hoge verwachtingen – een groot succes want in een mum van tijd waren de 100.000 tickets de deur uit. De teleurstelling, toen bleek dat lang niet alles verliep zoals gepland, was dan ook bijzonder groot. Op zaterdag 2 oktober werd de brug pas na geruime vertraging opengesteld. Kort voor de middag, terwijl de chaos begon te groeien, werden 3000 wachtenden – allemaal in het bezit van een geldig ticket – naar huis gestuurd. Diezelfde namiddag werden de tijdslots van 17.30 u. en 18.00 u. en op zondag 3 oktober de tijdslots van 11.00 u., 11.30 u., 20.00 u. en 20.30 u. geschrapt waardoor nog eens 12.000 tickethouders in de kou bleven staan. In totaal dus 15.000 mensen op een totaal van een kleine 100.000 die hun lang verhoopte en dure oversteek in het water zagen vallen…. Gelet op het grote aandeel dat het Antwerpse provinciebestuur via het Vredescentrum én als belangrijke partner in dit verhaal heeft gehad, zal het u niet verwonderen dat dit bij mij een aantal vragen heeft opgeroepen: Hoe groot was het aandeel van de provincie in dit project? Is er intussen een afdoende regeling tot terugbetaling of compensatie van de tickets uitgewerkt? Zo ja, hoeveel tickets werden al terugbetaald en is er inmiddels ook een regeling voor diegenen die hun tickets niet online maar via de stadswinkel hebben verworven? Heeft er al een evaluatievergadering plaatsgevonden? Zo ja, met welke conclusies? Hoe kijkt het provinciebestuur zelf terug op dit niet onverdeelde succes? Wat was de kostprijs voor het onderzoeksrapport ‘De Pontonbrug aan het Steen’ dat in opdracht van het Vredescentrum in december 2012 werd opgesteld door het historisch onderzoeksbureau Geheugen Collectief? Jan Huijbrechts, Provincieraadslid
299
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, collega’s, Je had er maandenlang naar uitgekeken en eindelijk daar stond je dan in de schaduw van het Steen en Lange Wapper traag maar zeker aan te schuiven voor wat overal voorgesteld werd als hét hoogtepunt van de herdenking Antwerpen ’14-’18, en dan kreeg je de koude douche. Wegens onvoorziene omstandigheden mocht je niet voet zetten op de pontonbrug over de Schelde. Voor ik tot de kern van de zaak kom, collega’s, wil ik toch even de mythe – want dat is het – doorprikken als zou deze brug honderdduizenden burgers de kans hebben geboden veilig Antwerpen te ontvluchten. De bouw van de brug begon op 2 augustus 1914. Ze werd in moordtempo afgewerkt. Op amper 7 dagen was de brug klaar. Antwerpen was al op 7 augustus formeel in staat van beleg gesteld en het gebruik van de brug werd streng gereglementeerd. Burgers mochten enkel, indien ze in het bezit waren van een speciale toelating en in functie van de bevoorrading, gebruik maken van de brug. Eens in het bezit van een doorgangsbewijs moesten ze zich laten fouilleren door de wachtposten op het Vlaams Hoofd en het Steenplein, die ook alle vrachten en bagage dienden te controleren. Toen luitenant generaal Victor Deguise op 20 september de incompetente generaal Dufour als militaire gouverneur van de vesting Antwerpen verving werd de bewaking van de brug nog verstrengd. Vanaf 28 september, de dag na de inname van Mechelen, werd geen enkele burger nog op de brug toegelaten. De handgeschreven orders en telegrammen van Deguise kunnen trouwens nog altijd worden nagetrokken in het zogenaamde Fonds Moskou dat in het Legermuseum in Brussel wordt bewaard. Hij vermeldde dit trouwens ook in zijn uitgebreide memoires ‘La défense de la position fortifiée d’Anvers’ dat in 1921 bij Weissenbruch in Brussel verscheen. Tijdens de Duitse belegering van de stad in de eerste week van oktober werd de vlotbrug tot een vluchtweg, maar niet van de bevolking. Het veldleger, het vorstenpaar, de IIe legerdivisie, Britse mariniers van de Royal Naval Division en soldaten van de vestingregimenten en de vestingartillerie trokken via vier pontonbruggen over de Schelde en twee over de Rupel om op Linkeroever te hergroeperen en in de richting van West-Vlaanderen uit te wijken. Zelfs de regering mocht niet over de bruggen aan het Steen maar moest per boot naar Oostende vluchten. De aankondiging van bombardementen, het vertrekkende leger en de daadwerkelijke beschieting van de Scheldestad brachten ook de vlucht van burgers in een stroomversnelling. Behalve vermoeide militairen trok ook een paniekerige massa burgers, met hun haastig samengeraapte bezittingen onder de arm, de Schelde over. Hordes verdrongen zich op het Steenplein, de Van Dijckkaai en aanpalende straten voor een plaats in de talloze schepen die van de ene naar de andere oever voeren. Er bestaan heel wat foto’s van de dicht opeengepakte massa vluchtelingen voor het Steen met één constante: nergens, maar dan ook nergens ziet men burgers op de pontonbrug, enkel militairen gepakt en gezakt richting Linkeroever trekken.
300
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Twee pelotons rijkswachters met de bajonet op het geweer verhinderden samen met de linietroepen dat burgers voet zetten op de pontonbrug. Dit werd trouwens bevestigd op de naoorlogse hoorzitting waar hun commandant, luitenant Van Gool, getuigenis diende af te leggen en die kan opgevraagd worden in het Legermuseum. Een handschrift in de erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience ‘Mon journal pendant la guerre’ en de ooggetuigenverslagen van auteur Gustaaf de Lattin en brandweerofficier Cupérus die in de Suikerrui woonde, bevestigen dit. Vanaf het ogenblik dat het leger begon met de evacuatie tot de ochtend van 9 oktober, toen de brug vernield werd door Belgische genietroepen, hebben er dus geen burgers over deze brug kunnen vluchten. Ik begrijp dus niet waar het fabeltje van de honderdduizenden vluchtelingen die van deze brug gebruik konden maken vandaan komt. Of heeft men zich misschien laten inspireren door het onderzoeksrapport ‘De Pontonbrug aan het Steen’ dat in opdracht van het Vredescentrum in december 2012 werd opgesteld? Dit rapport steunde volgens mij vooral op apocriefe bronnen en roept bij mij vooral vraagtekens op? Maar nu terug naar het eerste weekend van oktober 2014, collega’s. De historische waarheid heeft haar rechten. ‘Een unieke belevenis voor vele tienduizenden stadsbewoners en bezoekers. De bouw van de pontonbrug over de Schelde ter hoogte van het Steen is een technisch huzarenstukje.’ Men kwam superlatieven te kort bij de voorstelling van het ’14-’18 herinneringsproject rond de pontonbrug over de Schelde. Gecoördineerd door het Vredescentrum van de stad en de provincie Antwerpen VZW was het een uniek samenwerkingsverband tussen de stad, het havenbedrijf, de provincie en defensie. Vanaf 15 februari 2014 kon men zijn oversteekticket reserveren. En het werd – mede door de gecreëerde hoge verwachtingen – een groot succes want in een mum van tijd waren de 100.000 tickets de deur uit. De teleurstelling, toen bleek dat lang niet alles verliep zoals gepland, was dan ook bijzonder groot. Op zaterdag 2 oktober werd de brug pas na geruime vertraging opengesteld. Kort voor de middag, terwijl de chaos begon te groeien, werden 3.000 wachtenden – allemaal in het bezit van een geldig ticket – naar huis gestuurd. Diezelfde namiddag werden de tijdslots van 17.30 u en 18.00 u en op zondag 3 oktober de tijdslots van 11.00 u, 11.30 u, 20.00 u. en 20.30 u geschrapt waardoor nog eens 12.000 tickethouders in de kou bleven staan. In totaal dus 15.000 mensen op een totaal van een kleine 100.000 die hun lang verhoopte en dure oversteek in het water zagen vallen. Dit alles als gevolg van inschattingsfouten en ‘onvoorziene’ logistieke problemen, waarbij – als klap op de vuurpijl – de burgemeester van Antwerpen het nodig vond om de zwarte piet door te spelen naar het Vredescentrum en zelfs met een beschuldigende vinger naar de wandelaars zelf te wijzen, die ‘teveel selfies zouden maken’. Antwerpen maakte echt geen al te beste beurt in het eerste weekend van oktober. Gelukkig heeft dit debacle wel stof geleverd voor een geweldige persiflage op Vier, maar daar hebben diegenen die hun tripje over de Schelde in het water zagen vallen natuurlijk geen boodschap aan. Of misschien mogen ze binnen 100 jaar gratis terugkomen? Gelet op het grote aandeel dat het Antwerpse provinciebestuur via het Vredescentrum én als belangrijkste partners in dit verhaal heeft gehad, zal het u niet verwonderen dat dit bij mij een aantal vragen heeft opgeroepen. Hoe groot was het aandeel van de provincie in dit project?
301
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Is er intussen een afdoende regeling tot terugbetaling of compensatie van de tickets uitgewerkt? Zo ja, hoeveel tickets werden al terugbetaald en is er inmiddels ook een regeling voor diegenen die hun tickets niet online, maar via de stadswinkel hebben verworven? Heeft er al een evaluatievergadering plaatsgevonden? Zo ja, met welke conclusies? Hoe kijkt het provinciebestuur zelf terug op dit niet onverdeelde succes? Wat was de kostprijs voor het onderzoeksrapport ‘De Pontonbrug aan het Steen’ dat in opdracht van het Vredescentrum in december 2012 werd opgesteld door het historisch onderzoeksbureau Geheugen Collectief? VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord. De heer GEUDENS.- Collega’s, Ik weet eigenlijk niet goed waar de vorige spreker echt naartoe wil in zijn betoog. Ik kan wel zeggen - behalve de zeer concrete vragen waar u natuurlijk recht hebt op een degelijk antwoord – dat de aandacht die Vlaanderen, deze provincie, ook de stad besteedt aan ’14-’18 ik persoonlijk een bijzonder goede zaak vind. Er zijn enorm veel mooie projecten. Zelf ben ik nu heel wat wijzer geworden door het volgen van een aantal van die manifestaties, en heb ik ook hele andere inzichten gekregen over het hoe en waarom van oorlogen. Meer concreet met betrekking tot ’14-’18 is toch één van mijn conclusies dat de waarheid veel genuanceerder is dan datgene wat je denkt aan een bepaalde zijde van de strijdende partijen. Wat een beetje ontgoochelend is vind ik, is dat die manifestaties soms ook erg onthullend zijn over wat er allemaal gebeurd is als je dat allemaal nagaat. U zegt nu dat er enkel militairen het ponton zijn overgestoken. Ik ben geneigd u te geloven, maar wat is dan het punt dat u wil maken. Dat weet ik niet precies. De feiten zijn blijkbaar heel genuanceerd. Wat bijzonder jammer is om vast te stellen is dat men na 100 jaar blijkbaar nog niet heel veel geleerd heeft van al de ellende die men 100 jaar geleden heeft moeten doorstaan. “L’histoire se répète” is een gezegde dat in deze meer dan ooit van toepassing is. Wat het concreet initiatief van het Vredescentrum betreft denk ik dat er enorm goed werk gepresteerd is door deze organisatie, waar gelukkig de provincie ook haar schouders onder zet, en dat men met een uniek en enig project te maken heeft. Fouten kunnen niet hersteld worden. Heeft het zin om de echte schuldige hiervan trachten te duiden? Ik weet het niet. Het leger heeft een paar keer over dat ponton gemarcheerd en heeft op basis daarvan een timing gemaakt, een timing die door de mensen van het Vredescentrum nog heel sterk is afgezwakt. Waar ik het ook niet mee eens ben is dat de burgemeester van deze stad met de beschuldigende vinger naar het Vredescentrum zou gewezen hebben. Hij heeft mee onderstreept dat dit een eenmalig gebeuren is, dat het bijzonder jammer is voor diegenen die de oversteek niet konden meemaken, maar dat het nu eenmaal zo is. De meeste mensen hebben dat ook zo aanvaard. Sommigen zijn dan ook via de kleine tunnel naar de overkant getrokken waar het op Linkeroever bovendien feest was. Ik denk dat het toch wat spijkers op laag water zoeken is wanneer u daar nu echt een stevig punt wil van maken. Ik vraag mij nog altijd af wat de onderliggende bedoeling is van uw tussenkomst.
302
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Voorzitter, collega’s, De PVDA denkt dat die pontonbrug een prima idee was van het Vredescentrum, zeker met het oog van wekken van belangstelling van de jeugd voor de geschiedenis van Wereldoorlog I, vooral voor de lessen die daaruit moeten getrokken worden. Dat wordt de dag van vandaag totaal onvoldoende gedaan. Ook om aandacht te wekken voor het probleem van de vluchtelingen dat zich vandaag nog heel acuut in onze wereld stelt, en dat de interpellant een jaar geleden niet betrokken wenste te zien bij de herdenking van Wereldoorlog I. Een hoogtepunt was zeker de oversteek van die pontonbrug door 3.300 leerlingen, die een halve dag minstens in het Vredescentrum een vredeseducatie gevolgd hadden. Ik ben akkoord met Frank Geudens dat we het Vredescentrum echt moeten feliciteren. Ze zijn denk ik maar met 3 VTE. Ze hebben ook het grootste deel van de praktische organisatie op zich genomen. Bovendien is hun team in volle voorbereiding beroofd geweest van de voorzitster van het centrum die echt de bezielende kracht was achter het hele project, Marleen Van Ouytsel, die door iedereen geprezen wordt. In verband met de gedeeltelijke chaos wil ik het volgende zeggen. Op bepaalde ogenblikken kan men volgens ons alleen de vraag stellen over de overheidsdiensten, en dan vooral de stad Antwerpen, wel voldoende mankracht en middelen aangeleverd hebben om zo’n megaevenement in goede banen te leiden. Wat de inhoud betreft die aan de viering werd gegeven heb ik al gezegd dat ik eerder ontgoocheld ben, ook over de toespraken op het stadhuis. Al dient gezegd dat de toespraak van onze gouverneur, en vooral van Herman Van Rompuy, stukken beter en juister waren dan die die je had kunnen verwachten van een burgemeester-historicus. De lessen uit Wereldoorlog I die bij zo’n viering voorop hadden moeten staan die kon en kan men vooral putten uit deze lezenswaardige turf van de Belgische historicus Jacques Pauwels “De Groote Klassenoorlog 1948-1918”. Ik kan die aan iedereen aanbevelen, ook aan de Frank. Er wordt fel in betreurd dat de socialistische leiders van toen, ook de Belgische, op Jean Jaurès en Lenin na, hun belofte van niet mee te doen aan die oorlog, de horus crisissen niet te stemmen, toen overboord hebben gegooid. Een zaak vonden wij wel positief. Dat is dat tegenover al die generaals en notabelen de dichter des vaderlands, Charles Ducal, dan toch de visie die hierin staat - en die de visie is van die miljoenen kleine boeren en arbeiders, die als kanonnenvlees gebruikt zijn voor een oorlog die moest dienen voor de herverdeling van kolonies en wingewesten - dat standpunt, met zijn prachtig gedicht, dat ik u allemaal aanraad om te lezen op de site dichterdesvaderlands.be “soldaat 1914”, dan toch op het stadhuis op die viering heeft kunnen naar voor brengen. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Collega’s, mijnheer de voorzitter, Frank, het verbaast mij dat u niet goed wist waar mijnheer Huijbrechts naar toe wou. Hij wou naar Linkeroever natuurlijk. Dat is heel duidelijk.
303
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Alle gekheid op een stokje, het is door een aantal sprekers gezegd, dit was het hoogtepunt. Ik denk ook dat dit het hoogtepunt is geworden. Inderdaad, mijnheer Merckx, die oversteek van die leerlingen die allemaal die educatie hebben gekregen bij het Vredescentrum was een zeer mooi moment. Ik denk ook dat we die dag allemaal heel veel hebben teruggedacht aan Marleen Van Ouytsel die in feite de grote dame is die dit allemaal bedacht heeft. Dit heeft enorm veel positiefs teweeggebracht, dit weekend. Ik hoop dat het een prachtig weekend was. Maar die mensen die niet over zijn geraakt dat is heel spijtig. Dat betreur ik en de mensen van Vredescentrum enorm. Maar ik heb enorme appreciatie gehad voor de waarnemend directrice van het Vredescentrum, Lotte Dodion, die nog een heel jonge dame is, in het midden van de zogezegde crisis. De media heeft dat enorm opgeklopt. Ik heb ’s zaterdags van 12 u ’s middags tot 6 u, terwijl dat er al heel veel problemen waren opgelost, niet anders gehoord dan chaos, chaos, chaos. Het was altijd dezelfde persoon die aan het woord kwam en dan nog riep dat het de schuld was van de provincie. Terwijl wij in feite in dit specifiek moment niet echt onze medewerking hadden verleend. Wij ondersteunen natuurlijk in het Vredescentrum, maar de pontonbrug was een deel van het stadsverhaal. Wij hebben dat goed gevolgd in de voorbereidingen in de raad van bestuur van het Vredescentrum, en inderdaad in de theorie, mijnheer Huijbrechts, bleek dit allemaal schitterend te kloppen en had defensie dit allemaal heel goed uitgerekend. Natuurlijk de mensen zijn die zaterdag trager gaan stappen. U kent allemaal het verhaal van de selfies, of de ‘Schelfies’ zoals men ze daar noemde. Misschien wordt het nog wel het woord van het jaar. Dat is enorm pijnlijk geweest voor die mensen die niet over zijn gegaan. Maar het is zoals mijnheer Geudens zegt, er zijn een aantal mensen die langs de voetgangerstunnel naar de overkant zijn gegaan. Het Vredescentrum heeft onmiddellijk in samenspraak met de stad een aantal maatregelen genomen, en hebben ook contact opgenomen met mezelf. Ik heb op mijn beurt Walter Rycquart gecontacteerd om al onze musea gratis open te stellen voor de mensen die een ticket hadden van de pontonbrug. Ook hier heeft de provincie samen met de stedelijke musea zijn deuren opengezet. Dat is natuurlijk voor sommige mensen een doekje voor het bloeden geweest. Dat weet ik wel. Maar uiteindelijk denk ik dat we daar toch een goed verhaal hebben trachten te brengen en de wonden wat te verzachten. Wat is nu het aandeel van de provincie in dit project? Het maakt deel uit van het ruimere evenement. Ik denk dat we heel veel mensen hebben doen nadenken over wat hier 100 jaar geleden gebeurd is. Dat is op zich al een enorme verdienste geweest van het werk van het Vredescentrum. Hier in deze zaal zijn tientallen voordrachten gehouden rond de problematiek van Wereldoorlog I. Er zijn een aantal facetten belicht geworden die sommige mensen niet kenden, waar men niet van wist dat dit gebeurd is in die periode. Ik denk dat dit op zich een ongelooflijk mooi verhaal is geworden. Het provinciebestuur was dus met enkele instellingen partner in het verhaal: het Fotomuseum, de tentoonstelling ‘Shooting Range’ die een enorm succes heeft gekend, de Koningin Fabiolazaal met ‘De Modernen’, en we hebben zoals gezegd ook het ModeMuseum gratis opengesteld, enz. Wat de financiële inbreng betreft van de provincie zijn er de subsidies 2013 en 2014 die 135.800 EUR bedroegen in 2013 en 133.000 EUR in 2014. In feite is de totale bijdrage van de provincie voor het project verspreid over die twee jaren 268.800 EUR. Het gaat hier
304
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
om een financiële inbreng in het totale project van zo’n 15% aan inkomstenzijde voor de ganse herdenking ‘Antwerpen ’14-‘18’, dat naast de reconstructie van de pontonbrug ook vele andere projectonderdelen bevatten. Ik verwijs naar die voordrachten, naar al die zaken met de scholen die er gebeurd zijn, en dergelijke meer. Naast de subsidies van de provincie heeft het Vredescentrum voor die projecten subsidies van de stad Antwerpen gekregen en van het impulsfonds van Toerisme Vlaanderen. Uiteraard hebben zij ook nog gezorgd voor eigen inkomsten via een heleboel bedrijven, via sponsoring, maar ook via de ticketverkoop. Er zijn dus geen bijkomende middelen vanuit de provincie specifiek naar dit project gegaan. Het Vredescentrum heeft zijn werking met de normale subsidies van de provincie kunnen verder zetten. Is er een afdoende regeling tot terugbetaling geweest? De burgemeester heeft zeker en vast niet, mijnheer Huijbrechts, het Vredescentrum afgevallen. Integendeel, hij is mee in het crisiscentrum gaan zitten en heeft daar onmiddellijk actie ondernomen en heeft ook direct gezegd dat als er terugbetalingen moesten gebeuren ze er mee hun verantwoordelijkheid in namen. Dat is ondertussen ook gebeurd. De mogelijkheid tot terugbetaling is meteen na het wegvallen van de slots gecommuniceerd. Terugbetalingsaanvragen zijn gestart op maandag 6 oktober en konden via volgende manieren worden geregeld: alle bezoekers voor geannuleerde slots die hun tickets online hadden aangekocht hebben op maandag 6 oktober een emailbericht met de procedure ontvangen. Om de terugbetaling te bevestigen werd gevraagd naam, emailadres, bestelnummer op te geven via een mailtje aan het Vredescentrum. Deze gegevens werden dagelijks aangeleverd aan ticketbedrijf Paylogic. De aanvraag tot terugbetaling kon gebeuren tot en met woensdag 15 oktober. Er zijn een 2.100-tal aanvragen verwerkt voor een totaal van 8.000 tickets. Er waren groepen bij, er waren gezinnen bij. Die terugbetalingen zijn intussen halfweg, dat zijn de gegevens van het Vredescentrum. Detailcijfers worden einde deze week verwacht. Alle bezoekers die hun tickets in de stadswinkel hebben aangekocht konden van maandag 6 oktober tot en met woensdag 15 oktober in de speciaal daarvoor geopende stadswinkel terecht voor terugbetaling. Ook tijdens het weekend was dit geopend. Op vertoon van hun tickets werd meteen cash terugbetaald. Op deze manier zijn al 1.060 tickets voor de geannuleerde slots terugbetaald. In totaal zullen er een 3.100 tickets terug moeten betaald worden. Dan vraagt u ook nog of er een evaluatievergadering heeft plaatsgevonden. Inderdaad, op niveau van de stad heeft reeds een evaluatievergadering plaatsgevonden met de actief betrokken diensten. Zoals reeds gezegd was het provinciebestuur hier niet direct echt betrokken partij bij het pontonverhaal zelf. Begin november is op de raad van bestuur, en daar was ik zelf aanwezig, waar het evenement geagendeerd stond beslist de evaluatie te verdagen naar de raad van bestuur van 18 december omdat de vzw toen nog over onvoldoende cijfers en andere gegevens beschikte om het totaal project te kunnen kaderen. Ik kan natuurlijk niet vooruitlopen op de conclusies van die vergadering. U vraagt ook naar de kostprijs voor het onderzoeksproject ‘de pontonbrug aan het Steen’. De totale kostprijs voor dit onderzoek betrof 7.351,10 EUR en resulteerde in een basisdocument om de historische context van de brug te kaderen en van daaruit het herdenkingsproject verder uit te bouwen. Naast het onderzoek werd tevens een wetenschappelijk comité ingesteld om de historische accuraatheid van het project te garanderen, alsook publieke vragen met betrekking tot de thema’s op te vangen.
305
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Ik wil besluiten, mijnheer Huijbrechts, collega’s, dat al bij al, ondanks het spijtige voorval dat zich heeft voorgedaan, de return voor Antwerpen enorm hoog is geweest op economisch, op toeristisch vlak. De stad liep vol. Natuurlijk als ik met u een pint ga drinken, mijnheer Huijbrechts, zal de discussie altijd zijn: is ze nog halfvol of halfleeg. Bij mij zal ze nog altijd halfvol zijn, bij u altijd halfleeg. Ik dank u.
Applaus VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Mijnheer Lemmens, het feit dat ik vermeld dat de burgemeester de zwarte piet naar het Vredescentrum doorspeelt, dat haal ik niet zomaar ergens uit mijn eigen fantasie. Lees de pers van die dagen en u zal daar letterlijk verwijzingen vinden waar hij zegt: dit is niet een zaak van de stad, het is een zaak van het Vredescentrum. Het staat er zwart op wit in. Dat zijn niet mijn woorden, ik heb dat zeker niet gezegd. Het staat er letterlijk in. Ik stel alleen maar vast dat dit in de pers circuleert. Als dat niet zo is moet hij dat maar rechtzetten. Mijnheer Geudens, wat mijn ware beweegredenen zijn is het volgende. Als historisch liefhebber moet ik vaststellen dat er onder andere een historische begeleidingscommissie wordt samengesteld in de schoot van het Vredescentrum. Ik moet vaststellen dat er een 7.000 EUR kostend rapport wordt opgesteld waarin een aantal conclusies worden geformuleerd die gewoon fout zijn. Dan is het mijn taak om daarop te wijzen dat er inderdaad geen enkele vluchteling ooit over die brug is getrokken. Die 3.000 kinderen leren nu allemaal in hun lessen waarschijnlijk dat er honderdduizenden vluchtelingen naar Linkeroever zijn gegaan over die brug. Wel dat is niet zo. En dan vind ik het nogal logisch dat ik zeg: dat verhaal klopt niet. Ik vind het een beetje spijtig dat daar een wetenschappelijke onderzoeksgroep daar gewoon voorbij aan gaat, want uiteindelijk de historische waarheid heeft haar rechten, en dat er 7.000 EUR is verspild voor een rapport waarvan de conclusies op zijn zachtst gezegd apocrief zijn. Dat is wat mij beweegt om hierover tussen te komen. Ik heb geen probleem met het verhaal van de poton. Zelfs dat er 15% van de gebruikers uiteindelijk door omstandigheden, die inderdaad waarschijnlijk niet voorzien waren, daar niet over zijn geraakt is niet mijn probleem. Ik vond het een schitterend project. En ik vind het nu nog een veel beter project, want het heeft mijnheer Merckx verzoend met het idee dat hij af en toe toch nog een brug kan verdedigen binnen deze provincie. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik heb natuurlijk alleen maar uw vraag gekregen, mijnheer Huijbrechts, zoals ik ze gekregen heb. Het historische overzicht was daar niet bij, anders had ik dat natuurlijk volledig kunnen natrekken. Maar ik zal het nog doen.
306
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
Nr. 14/2 van de agenda Interpellatie in verband met de werkingsmiddelen voor de Regionale Landschappen en Bosgroepen, na de afschaffing van het Provinciefonds, ingediend door de heer Koen Kerremans (Groen). Interpellatie De bestuursakkoorden tussen de Vlaamse regering en de provinciebesturen legde in april 2013 de bevoegdheid over Regionale Landschappen en Bosgroepen bij de provincies. Ook over de middelen werden afspraken gemaakt. Zowel vanuit Onroerend erfgoed als Natuur en ook Toerisme werden middelen toegewezen. Het gaat over enkele miljoenen. Technisch werd dit geregeld via het provinciefonds. Een contract dus, vastgelegd in de bestuursakkoorden en geldend voor een periode van 6 jaar. Concreet werd eerst een bedrag vastgelegd. Verrassend werd als referentiejaar niet 2013, maar wel 2011 genomen. Voor de meeste betrokkenen al een vermindering van de middelen. De over te hevelen middelen werden nogmaals verminderd met 30%. De zogenaamde 70/30%-regel om samenwerking tussen de twee overheden te garanderen. Ondertussen heeft de Vlaamse regering het provinciefonds afgeschaft en blijft er op dit ogenblik slecht de 30% over die bij minister Schauvliege is gebleven. Minister Homans heeft er haar hand niet voor omgedraaid. Hoogstens even met de hand wapperend stelt ze dat de middelen worden ingetrokken, dat iedereen zijn steentje maar moet bijdragen en dat er geen sprake kan zijn van het ontvluchten van de verantwoordelijkheid door de provincie. De materie blijft grondgebonden en dus blijft de bevoegdheid bij de provincie. De provincie dient dus haar verantwoordelijkheid te nemen en moet dus maar zelf de nodige middelen vinden. Dat het over contractbreuk gaat schijnt haar niet te deren. Ze spreekt over “een kleine besparingsoefening”. Toch is er consensus over de partijgrenzen heen. Zowat iedereen is het er roerend over eens dat RL en BG erg belangrijke instrumenten zijn in het natuurbeleid in Vlaanderen. Denken we maar aan de recent afgesproken instandhoudingsdoelstellingen, en is het dan toch geen gedeelde verantwoordelijkheid? In ieder geval is er consensus over de noodzaak van het voortbestaan van RL en BG. Hoe en waar zal de deputatie de nodige middelen vinden om de werking van RL en BG te continueren? Hoe zullen de bedragen zich verhouden tot de beloofde maar weggevallen middelen? Komt er een nieuwe overeenkomst met eventueel nieuwe voorwaarden, doelstellingen? Welke? Tenslotte willen we vernemen welke houding de deputatie aanneemt ten opzichte van de Vlaamse overheid die de gemaakte afspraken in deze niet nakomt en of er in dat kader een officiële reactie is geweest. Koen Kerremans, provincieraadslid
307
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Dank u wel, voorzitter. Het is een interpellatie over de regionale landschappen en bosgroepen die ik na enige twijfel toch op de agenda heb gezet en laten staan, omdat er al van alles rond te doen geweest is. Maar het is, voor mij althans, een soort van symbooldossier van hoe het niet moet. Een symbooldossier waarin mensen die afspraken maken die afspraken niet nakomen. Het ene politiek niveau zet het andere voor schut en collega’s binnen dezelfde partij daar al of niet tijdig over inlicht. Ik begrijp dat allemaal niet goed, maar het is voor mij toch wat dit dossier uitstraalt. Het is voor mij duidelijk dat de bevoegde minister niet houdt van de natuur. Zij krijgt daarover gelukkig uit eigen rangen ook wat tegenwind. Maar ik moet vaststellen dat zelfs de uitmuntende Jan Peumans haar niet op betere gedachten kan brengen. Dat is jammer. Ik wil kort samenvatten, want u hebt allemaal de kans gehad om die tekst tweemaal te kunnen lezen. Het gaat er om dat regionale landschappen die bezighouden met het organiseren van de samenwerking op het veld in verband met landschapsinrichting, herinrichting, erfgoed, en dergelijke, een zeer goede zaak is dat dit bestaat. De bosgroepen proberen bosoppervlakte te verzamelen, meer bepaald door eigenaars te verzamelen. Je kan er voor of tegen zijn, tegen privé-eigenaars van bossen, maar dankzij die mensen en de bosgroepen wordt er toch zo maar eventjes 43% in onze provincie bosoppervlakte verzameld en geclusterd. Wat dan ook het mooie resultaat geeft dat elke onderhouden hectare bos op die manier veel minder duur is in onderhoud dan wanneer dat niet zo georganiseerd gebeurt. Alle partijen zijn het erover eens dat dit zinvol is. Wat is nu belangrijk? Enkele dingen voor ik de antwoorden van de gedeputeerde zal horen. De financiering ervan zat in het provinciefonds. Ik wil daar een paar lichtpunten uithalen. Het referentiejaar 2011, in plaats van 2013, wat voor de meeste betrokkenen een vermindering van de middelen al was op zich. Dan heeft men beslist om niet 100% over te dragen naar het provinciefonds, maar wel 70%. De andere 30% zit dus nog op Vlaams niveau in het kader van het faciliteren van allerhande vormen van samenwerking. We kijken wat daarmee gebeurt op termijn. Binnen onze provincie zijn er nu nieuwe overeenkomsten. Ook daar zit een lichte besparing in. Dan moeten we ook nog vaststellen dat binnen de ploegen die door de provincie ter beschikking gesteld worden er ook een tendens is om mensen die op pensioen gaan niet te gaan vervangen. Wat toch ook neerkomt op een vermindering van middelen. De financiering van de regionale landschappen zat als dusdanig in mekaar op de volgende manier. Het was eigenlijk ook een klaverblad of een meervoudige financiering. A en B waren betrokken, onroerend erfgoed, de provincie, en ook de gemeenten. Dat was een goede zaak. De bosgroepen daarentegen werden op een heel andere manier gefinancierd, voornamelijk vanuit Vlaamse middelen. Logistiek werd het wel een beetje door de provincie ondersteund, als ik dat zo mag samenvatten. Maar er was daar een zeer andere vorm van financiering en wordt die nu ook helemaal naar de provincie doorgeschoven. Dus daar zit toch ook een verhoudingsverandering in. Wat zijn de consequenties daar eventueel van? Want in het provinciefonds was het zo dat de middelen geparkeerd werden, maar dat er geen
308
VERGADERING VAN 27 NOVEMBER 2014
1 op 1 beschrijving was van die middelen horen daarbij, enz. Die toewijzing vraagt dus ook wel enige aandacht. Tenslotte wil ik toch wel eens horen binnen de provincie hier, en eigenlijk zouden we allemaal verbolgen moeten zijn over die manier van doen van de Vlaamse overheid. De vraag gaat misschien ook niet naar onze N-VA-collega’s, maar naar de deputatie in het algemeen. Hoe verbolgen zijn we daarover? Hoe kwaad zijn we daarover? En welk signaal is er gestuurd naar Vlaanderen en welke consequenties kan dat hebben voor de toekomst? Ik dank u. VOORZITTER.- De heer Röttger heeft het woord. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Collega’s, tenzij er andere raadsleden zijn die ook graag een repliek zouden geven aan mijnheer Kerremans, zal ik het zelf voor rekening nemen. Dan moet ik u zeggen dat wij ondertussen al aan 3 grendels zitten die toch gerustheid moeten brengen. In de eerste plaats is er neerlegging van het budget. Daarin zitten een aantal principes waarin duidelijk blijkt dat het provinciefonds dient voor de financiering van alle provinciale taken. De redenering zou zijn dat die middelen van die regionale landschappen en bosgroepen in dat provinciefonds zaten en nu weg zijn, dat zij op een nulfinanciering zouden uitkomen. Dat is niet het principe van het budget. Dat is duidelijk gebleken. Ten tweede is er dan die vordering, want daar vraagt u ook naar. Wat is de reactie geweest van deze deputatie? Deze deputatie gaat er toch nog altijd vanuit, niet alleen voor dit geval, maar ook voor toerisme en de monumentenwacht, dat er beloftes gedaan zijn – ik was zelf aanwezig in de onderhandelingen van de interne staatshervorming – dat men die verevening in plus via het provinciefonds zou kunnen laten lopen. Eigenlijk gaat het over een soort dotatie, een trekkingsrecht dat bestaat en dat via de straat van het provinciefonds naar hier zou geleid worden. Nu blijkt die straat gebarricadeerd te zijn. De vraag is of dat dit geld nu niet ergens aan een opstopping staat te wachten om toch in deze koffers terecht te komen. Dus, collega’s, zijn we hier allemaal samen tot de conclusie gekomen dat er nog steeds een vordering bestaat op Vlaanderen, en dat het nog steeds het officieel standpunt is. Wat niet wegneemt dat we onze verantwoordelijkheid dan nemen en dat de regionale landschappen en bosgroepen er van kunnen uitgaan dat ze hun werking kunnen verder zetten voor het bedrag van die vordering. Beter gezegd: we zien al onze kinderen even graag, we hebben er dus ook 5% op moeten korten, want we hebben eigenlijk niet de keuze gemaakt om een sector te treffen of een andere daarvoor te straffen. Dus er is een percentage van 4,5% à 5% toegepast als kaasschaaf op de financiering van Vlaanderen. Maar in alle geval er kan gerustheid zijn. Het staat in het budget. Er zijn samenwerkingsovereenkomsten. Er is een interpellatie van collega Kerremans. Men kan op beide oren slapen. Er is voor 2015 wel degelijk 95% van die budgettering voorzien. Ik hoop dat we de ministers, de regering nog altijd kunnen bewegen dat die beloften die gedaan zijn om de taken die we goed doen en moesten doen, dat we de middelen die we daarvoor zouden krijgen volgens de principes van die interne staatshervorming toch nog op een of andere manier zullen overkomen.
309
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Hebt u wat dat betreft al een signaal van het Vlaamse niveau ontvangen? Of moeten we er van uitgaan dat die middelen niet zullen ter beschikking gesteld worden? De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- De laatste bespreking die wij vanuit de vakgedeputeerden gehad hebben was met minister Schauvliege op 3 oktober. De minister zei toen: dat is uiteindelijk ooit overgebracht naar het provinciefonds. Als u die kwestie wenst ter sprake te brengen dan moet de VVP dit doen, en ik denk dat dit ook zal gebeuren, op het moment dat we onderhandelen over de dotaties van de provincies dat dit te maken heeft met het regeerakkoord met de regeling van de onroerende voorheffing. Op dat moment moet er een debat plaatsvinden over wat de enveloppes zijn van de dotaties. Dat is het strategische moment om over die vordering te beginnen. Zo heb ik dat begrepen. VOORZITTER.- Dan zijn we nu aan het einde van deze zitting gekomen. De vergadering wordt gesloten om 17.37 uur.
310