STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VERGADERING VAN

25 JUNI 2015

VERGADERING VAN 25 JUNI 2015

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________

VERGADERING VAN 25 JUNI 2015 __________ De vergadering wordt geopend te 14.34 uur. Mevrouw de Gouverneur en de heer Provinciegriffier zijn aanwezig. Tekenden de aanwezigheidslijst: Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer

AVONTROODT Yolande BAETEN Els BAYRAKTAR Aysel BELLENS Peter BOCKX Greet BOONEN Nicole BRADT Sofie BUNGENEERS Luc BWATU NKAYA Annie CAALS Tom CALUWÉ Ludwig CLAESSEN Jan COLSON Mireille CORLUY Bert COTTENIE Christ'l CUYT Rony DE COCK Koen DE HAES Jan DE HERT Vera DILLEN Koen FEYAERTS Patrick GEUDENS Frank GEYSEN Kris GIELEN Pascale GODDEN Jürgen GOOSSENS Kris HELSEN Koen HENDRICKX Iefke HENS Werner HUIJBRECHTS Jan JACQUES Ilse JANSSEN Patrick JANSSENS Eric KERREMANS Koen LEMMENS Luk MARCIPONT Daniël MEEUS Michel MERCKX Kris MICHIELSEN Inge MINNEN Herman

3

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer

MOREAU Livia MUYSHONDT Tine NAERT Nicole PALINCKX Koen PEETERS Bruno PEETERS Marleen RÖTTGER Rik SCHOOFS Hans SELS Frank STEVENS Lili THIJS Danny VAN CLEEMPUT Loes VAN EETVELT Roel VAN GOOL Greet VAN HAUTEGHEM Marleen VAN HOFFELEN Karin VAN HOVE Bart VAN HOVE Katleen VAN LANGENDONCK Gerda VAN OLMEN Mien VANDENDRIESSCHE Diederik VERHAERT Inga VERHAEVEN Eddy VERLINDEN Linda VOLLEBERGH Steven WECKHUYSEN Wendy WILLEKENS Tim ZANDER Jan

Verontschuldigd: de heer BOLLEN Ivo, de heer UGURLU Sener en mevrouw VANALME An.

4


De raad is bijeen in openbare vergadering. VOORZITTER.- Ik zou aan de raad willen vragen om te starten met een minuut stilte naar aanleiding van het overlijden van onze ere-gedeputeerde, Corry Masson.

De raad houdt een minuut stilte VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Het is een beetje ongewoon dat we eerst een minuut stilte houden. Ik wil namens de deputatie en namens de ganse provincieraad toch even stilstaan bij de figuur van ere-gedeputeerde Corry Masson. Maandag bereikte ons het bericht van het overlijden van Corry vorige week zaterdag aan zijn geliefde kust, waar hij is overleden aan een hartstilstand. Dat heeft ons toch allemaal getroffen, omdat Corry iemand was die ik persoonlijk ook al heel lange tijd ken. Corry Masson, voor wie het politieke reilen en zeilen kende binnen de stad Antwerpen, was zeker geen onbekende, ook later hier in de provincieraad. Corry was lange tijd gemeenteraadslid. En ik kan u vertellen, hij was daar aanwezig, zoals hij altijd aanwezig was wanneer hij ergens in een bestuur was. Hij is daarna gedeputeerde geworden met een aantal bevoegdheden die hem op het lijf waren geschreven, onder ander onderwijs, maar hij had natuurlijk ook sport. Sport was Corry zijn grote passie. Corry hebben we ook nog vele momenten ontmoet in het Sportpaleis bij de Giants, op den Beerschot, en natuurlijk bij zijn geliefde club Tubantia, waar hij lange tijd voorzitter is geweest. Corry was een man die het hart op de tong had, en die ook altijd voor zijn mening uitkwam. Het was niet altijd een gemakkelijke, het was dan ook een diepblauwe liberaal. In alle geval, ik denk al wie dat Corry gekend heeft zal ook moeten getuigen dat het een ongelooflijk levensgenieter was. Een man die altijd wel enorm graag plezier maakte, en zo heb ik hem altijd leren kennen van in het begin. Na de gemeenteraad, het mocht dan 11u of 11.30u ’s nachts zijn, ging Corry toch nog eens naar Den Bengel om er ne goeie te pakken, en ook om zijn mening te zeggen tegen iedereen die was tussengekomen in de gemeenteraad. Ik denk dat hij dat hier later in de provincieraad ook heeft gedaan. Ik denk dat het fijn was dat we hier een minuut stil hebben gestaan bij Corry. Het was iemand die dat iets heeft nagelaten. We kunnen niet anders dan zaterdag bij de begrafenis ons diepste medeleven betuigen aan zijn echtgenote en aan zijn twee kinderen.

5


De heer HELSEN.- Dank u wel, gedeputeerde. Mevrouw de gouverneur, Mevrouw en heren van de deputatie, Voorzitter, Collega’s, Ik sluit mij uiteraard aan bij de woorden van gedeputeerde Luk Lemmens, die Corry Masson heel goed heeft gekend. Ik verontschuldig mij op voorhand als ik een beetje in herhaling val hier en daar, omdat we natuurlijk niet deze zaken op elkaar hebben afgestemd. Wij waren zeer verbolgen van zondag het nieuws te hebben vernomen van het plots overlijden van Corry. Ik denk dat ik geen open deur intrap wanneer ik zeg dat onze partij één van de diepblauwe liberalen verliest, maar ook één van zijn trouwste militanten. Als ere-gedeputeerde heeft Corry altijd onze partij verdedigd. Hij heeft deel uitgemaakt van de deputatie hier in de periode 2000-2006, en is zoals gezegd heel onverwacht zaterdag overleden. In de deputatie heeft Corry hier gezeten onder het voorzitterschap van Camille Paulus, tezamen met Ludo Helsen en Marc Wellens - Marc Wellens die hij ook heel goed kende vanuit de Antwerpse gemeenteraad – maar ook samen met Frank Geudens en Jos Geuens en met collega Martine De Graef. Tot het einde van de vorige legislatuur nog, ik zeg dat maar even omdat u dat misschien niet zou weten, heeft Corry in onze fractie nog gezeteld als raadslid, in opvolging van Marleen Van Ouytsel, die ons ook al ontvallen is. Zoals Luk Lemmens reeds vermeldde heeft Corry lang gezeteld in de Antwerpse gemeenteraad, namelijk van 1988 tot 2000. Daar kende men hem om zijn snedige tussenkomsten en om zijn redenaarstalent. Hij had inderdaad een uitgesproken visie. Ook het feit dat hij als advocaat lang verbonden is geweest aan de Antwerpse balie zal daar zeker niet vreemd aan zijn. Corry was een liberaal ‘pur sang’. Hij was al lang actief in de toenmalige PVV, maar ook later in de vld en binnen open vld. Hij is zoals gezegd gedeputeerde geworden na de verkiezingen van oktober 2000, bevoegd voor onderwijs, personeel en sport. Op het vlak van onderwijs heeft hij er onder meer voor gezorgd dat de voormalige stadsbibliotheek werd aangekocht en dat de Plantijn Hogeschool daar terecht kon. Momenteel is dat gebouw in de Lange Nieuwstraat de hoofdzetel van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen. Hij heeft ook nog samen met Lily Stevens gezeteld in het bestuurscollege van de scholengemeenschap Produffor. Hij heeft heel veel ambten bekleed binnen de Antwerpse onderwijswereld, en is daar zeer actief geweest. Ook op het vlak van personeel heeft hij veel zaken in beweging gebracht binnen onze provincie. Hij heeft veel zaken kunnen hervormen in goede samenwerking met Peter Sommen. Zoals reeds gesteld was de bevoegdheid sport het stokpaardje van Corry Masson. Sta mij toe om als opvolger van hem als gedeputeerde van sport destijds hier heel eventjes bij stil te staan. U weet het, of u weet het niet, maar Corry is altijd heel sportief geweest. Hij heeft tot zijn vijftigste nog zelf wekelijks voetbal gespeeld. Hij is jarenlang voorzitter geweest van de voetbalclub Tubantia, die een veld hadden en hun wedstrijden speelden in ons provinciaal domein Rivierenhof in Deurne. Hij is onder meer voorzitter van het

6


Cassatiecomité van de Koninklijke Belgische Korfbalbond sinds 1994. Hij is daar ook erelid van sinds 2013. Hij is actief geweest in tal van andere sportverenigingen. Was, zoals Luk Lemmens ook reeds zei, een fervent basketballiefhebber en een heel groot supporter van de Antwerp Giants. Ik heb nog iets teruggevonden van het 30-jarig bestaan van de vzw Mens en Beweging. Dat was op 25 februari 2008, waar Corry mee in de hulde is betrokken. Het is die vzw die later wordt overgenomen in het autonoom provinciebedrijf Sport, maar die meer dan 30 jaar lang het provinciale sportbeleid tot uitvoering heeft gebracht. In zijn voorzitterschap, die periode 2001-2006, zijn er toch heel wat zaken gerealiseerd. Onder meer werd daar het schepentreffen ingevoerd, een bijeenkomst van alle schepenen van sport van onze provincie samen met BLOSO. De werkgroep Sport en Natuur, SPONARO, die nog altijd actief is, werd toen opgericht. De sportregio’s werden toen omgevormd tot 7 ILV’s, en die nu ook de 69 gemeenten in onze provincie omvatten. Er werden topsportevenementen ondersteund met een nieuw reglement. De Sportshow werd toen omgevormd naar de Sportfiguur van de provincie Antwerpen. De beweegbeurs werd toen boven de doopvont gehouden, en ook de fittesten voor het personeel werden ingevoerd. Op het einde van die legislatuur werd er vorm gegeven aan een heel ambitieus strategisch plan Sport voor de beleidsperiode 2007-2013. Dat is een plan waar ik in 2007 mee aan de slag kon. Corry heeft samen met Tom Van Loock, toenmalig directeur van de Sportdienst en huidig afgevaardigd bestuurder van het APB Sport, heel veel ideeën gelanceerd en vele zaken gerealiseerd. Collega’s, u moet weten dat ook het Huis van de Sport met het sportcafé De Finale er nooit zou geweest zijn zonder de steun van Corry. Persoonlijk ben ik Corry heel dankbaar voor alle goede raad die hij heeft gegeven bij het begin van en tijdens de duur van mijn mandaat als provinciaal gedeputeerde. Voornamelijk op het vlak van sport heeft hij mij in contact gebracht met heel veel mensen uit de Antwerpse sportwereld. We zijn ook vaak samen naar sportactiviteiten geweest om het beleid aan de praktijk te toetsen. In 2005 werd het Jeugdsportfonds Camille Paulus, een idee van Corry Masson, gesticht. Dat was op 24 maart. Initieel was dat om de voetballende jeugd te motiveren en te helpen, en later werd het Jeugdsportfonds uitgebreid naar alle sporttakken en ook naar de gehandicaptensport toe. Mede dankzij Corry werd jaarlijks meer dan 300.000 EUR aan middelen vanuit de privé ingezameld om jeugd en gehandicaptensportprojecten te ondersteunen. Corry heeft daarnaast ook gezorgd dat het Wielercentrum Wilrijk werd gebouwd, samen met de stad. Hij heeft ook mee geijverd voor de Lotto Arenahal, die gebouwd werd naast het Antwerpse Sportpaleis. Ik zou natuurlijk zo nog lang kunnen doorgaan. Het feit dat hij van 1988 tot 2006 mandataris was heeft met zich meegebracht dat hij ook heel veel mandaten heeft bekleed. Hij was onder meer bestuurder bij IVEG en IVKA. Hij was lid van de toezichtcommissie Sportpaleis Antwerpen, lid van de Hoge Raad van de Universiteit Antwerpen. Hij was bestuurder geweest bij VLABUS, voorzitter van OVO vzw, en van het OVV, de pensioenkas van de provincie. En er zijn allicht nog vele andere mandaten die ik hier zou kunnen aan toevoegen.

7


Collega’s, ik hield eraan namens onze fractie deze zaken toch even te vermelden, omdat Corry heel veel gerealiseerd heeft en heel veel betekend heeft, niet in het minst voor de sportwereld in onze Antwerpse regio. Wij bieden onze blijken van innige deelneming aan aan de echtgenote van Corry, aan Rita, maar ook aan zijn dochter Ann en zijn zoon Kris, die allebei actief zijn in de advocatenpraktijk, en uiteraard ook aan de ganse familie. Ik weet uit ervaring dat het niet eenvoudig is wanneer iemand zo plotseling komt te overlijden, maar we hopen echter dat de terugblik aan heel vele mooie herinneringen, herinneringen aan mooie momenten en die talrijke realisaties van Corry in deze een steun mogen betekenen. Dank u voor uw aandacht. Mondelinge vragen VOORZITTER.- de heer Claessen heeft het woord. De heer CLAESSEN.- Voorzitter, Collega’s, Het zomerseizoen is in het Rivierenhof in mineur gestart door een dodelijk ongeval. Een 76-jarige man is donderdag 4 juni jongstleden verdronken in een diepe gracht die langs het openluchttheater in het Rivierenhof loopt. De man stierf na een poging om zijn echtgenote te redden die met rolstoel in het water was gesukkeld. Wellicht hebben beide bejaarden de grachtrand verkeerd ingeschat, door dat deze omringd is door brandnetels en groen. Niemand is verantwoordelijk voor de omstandigheden van dit tragisch ongeval. Laat dat duidelijk zijn. Maar in een waterrijk groendomein moeten we toch voorzorgen nemen om dit in de toekomst te vermijden. Daarom had ik graag antwoord op volgende vragen. Jaren terug hingen er reddingsboeien rond de vijvers, maar zijn wegens aanhoudend vandalisme weggenomen. Is in een waterrijk park, zoals het Rivierenhof, geen nood aan reddingsboeien? Kan de waterrand van de verschillende waterpartijen duidelijker worden weergegeven door het groen in te korten? Welke maatregelen neemt de deputatie om rond de waterkant grote en kleine ongevallen te vermijden? VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Claessen, ik zal proberen om op uw vragen een duidelijk antwoord te geven. Het hangen van reddingsboeien langs openbaar water is geen wettelijke verplichting. In het Rivierenhof is dat inderdaad jarenlang gebeurd. Maar de boeien werden zoals u zegt, zeer regelmatig gestolen of zomaar in water gesmeten. Bij navraag bij een wachter met 30 jaar

8


dienst blijkt deze zich niet te kunnen herinneren dat de reddingsboeien ooit voor een reddingsoperatie gebruikt zijn. Langs de wandelpaden in de natuurlijke delen wordt naast het pad in een zone van een kleine meter de vegetatie kort gehouden. Dat was ook bij dit ongeval het geval. Daarnaast mag de vegetatie hoger opschieten. Het is natuurlijk zo dat parkbezoekers normaal gezien op de paden dienen te blijven, en door het maaien van de randzone vallen er geen planten op het pad en blijft dit goed toegankelijk. De bezoeker ziet ook duidelijk waar de natuurlijke vegetatie begint. Het is niet haalbaar, en omwille van ecologische redenen ook niet wenselijk, om verder te maaien, en ook niet om de randen van de grachten en de vijvers overal kort te maaien. Het is wel zo dat rond de spiegelvijver aan het kasteel een speciale afsluiting aangebracht is. In de buurt van de speeltuin van parking West en op enkele andere plekken werd de oever van de Schijn schuin afgegraven, zodat er geen steile oever meer is, en iemand die in de Schijn zou vallen er ook gemakkelijker kan uit geraken. VOORZITTER.- De heer Claessen heeft het woord. De heer CLAESSEN.- Voorzitter, Collega’s, Enkele weken terug verscheen in Gazet van Antwerpen onder de rubriek “Uw mening” een lezersbrief over het Rivierenhof. De briefschrijver beklaagde er zich van dat er amper openbare vuilbakken te bespeuren vielen in het provinciaal groendomein. Dit is echter maar gedeeltelijk zo. Hij heeft wel gelijk dat de spreiding van de openbare vuilbakken over het hele park te wensen overlaat. Bezoekers die in het park consumeren en hun klein afval willen deponeren kunnen aan het witte kasteel in één oogopslag wel 8 vuilbakken zien staan, terwijl er op gewone wandel- en fietswegen soms over lange afstanden geen vuilbakjes te bespeuren vallen. Dit wekt de indruk aan de Rivierenhofbezoekers dat de afvalbakken zonder spreidingsplan zijn geplaatst. Het overgrote deel van de vuilbakjes zijn verouderd en niet echt uitnodigend om er afval in te laten. Bovendien zijn er maar liefst vijf verschillende kleuren en vuilbaktypes. Het leek op sommige plaatsen in het park wel een museum van afgedankte afvalbakjes die ooit in Antwerpen hebben gestaan. Ik had dan ook graag antwoord op volgende vragen. Worden de bestaande afvalbakjes op korte termijn vervangen door nieuwe en geüniformeerde exemplaren? Is het spreidingsplan ondertussen al herbekeken? Overweegt de deputatie om op termijn vuilbakjes te plaatsen die aangepast zijn aan selectief sorteren? VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Claessen, het is inderdaad zo dat sinds enkele jaren banken en ook vuilnisbakken vervangen worden een vast type bank en een vast type vuilnisbak die makkelijk te ledigen is en mooi in het park past. Gezien de hoge kostprijs echter van die vuilnisbakken, het gaat hier over 800 EUR per stuk, en terzijde ook de

9


banken die kosten 1.300 EUR per stuk, zijn de budgetten van de provinciale Groendomeinen, regio Antwerpen, te beperkt om op korte termijn alle vuilnisbakken, en het zijn er heel wat, te vernieuwen. Dit gebeurt dus geleidelijk. De meeste vuilnisbakken staan weliswaar op de drukste dreven waar het meeste volk doorkomt. In de meer natuurlijke zones zijn uiteraard minder vuilbakken, omdat die ook minder bezocht worden. Aan de hand van vragen van parkbezoekers wordt de spreiding soms bijgesteld. Op parkings of in de minder drukke delen van het park en langs de randen gebeurt er meer sluikstort, ook in de vuilnisbakken jammer genoeg. Buurtbewoners nemen hun dagelijks vuilnis dan mee en duwen dit in de vuilnisbakken. Op dit moment is de spreiding van banken en vuilnisbakken erg evenwichtig. Het selectief sorteren is herhaaldelijk uitgeprobeerd, maar werkt blijkbaar niet in het Rivierenhof. Doordat bezoekers het afval niet in de correcte vuilnisbak gooien zijn de fracties niet zuiver en moet alles bij het restafval gedaan worden. Tijdens evenementen plaatsen we om educatieve redenen wel afvaleilandjes, maar ook tijdens het laatste evenement zoals het Rozenfeest bleek dat de fracties niet correct gesorteerd werden. Bij het opsplitsen in drie of vier fracties: PMD, groenafval, papier en restafval, moeten er drie of vier keer zoveel vuilnisbakken in afzonderlijke ophaalrondes geledigd worden, wat dus ook weer meer werk met zich meebrengt. Afval begint bij warm weer snel te stinken, dus we moeten dat zo snel mogelijk verwijderen. Omdat de fracties niet zuiver zijn moeten ze daarna toch allemaal als restafval verwerkt worden. Om het ophalen van het afval haalbaar te houden plaatsen we daarom nu geen aparte bakjes per fractie. Het heeft jammer genoeg weinig zin in het Rivierenhof. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Mevrouw de gouverneur, Mijnheer de voorzitter, Collega’s, Vorige week vernamen we via de pers dat er druktemeters zouden uitgetest worden tijdens het dansfestival Tomorrowland op De Schorre eind juli. Ik citeer uit het Laatste Nieuws Boom: “Tegen het einde van dit jaar laat de stad Antwerpen in de binnenstad en op drukke winkel- en verkeersassen sensoren plaatsen. De toestelletjes kunnen het signaal van de Gsm-toestellen opvangen van iedereen die zo een sensor passeert te voet of in de auto bijvoorbeeld. Via die signalen weet het stadsbestuur op welke plekken in de stad het te druk begint te worden.” De voorzitter van de Liga voor Mensenrechten waarschuwde echter voor een gevaar van schending van de privacy. Ik citeer hem: “Groot gevaar zit er in het feit dat het allicht theoretisch technisch mogelijk is en dat het op termijn zelfs kinderspel wordt, dat men met die sensoren die men nu gaat installeren, ook persoonlijke gegevens van mensen zou kunnen verzamelen. Dit wil zeggen dat men zou kunnen achterhalen of ik op die plek op dat moment bijvoorbeeld op Facebook zit, en wat ik daar op uitspook. Die zaken moeten we natuurlijk vermijden.” Tot daar Jos Vander Velpen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten. Burgemeester De Wever heeft hierop geantwoord dat de privacy van de GSM-gebruikers is gegarandeerd, want alle gegevens worden geanonimiseerd.

10


Dit systeem zal uitgetest worden voor de eerste keer op Tomorrowland in Boom van 24 tot en met 26 juli. Ik heb ondertussen via de pers ook vernomen dat het ook al uitgetest is geweest tijdens het bezoek van de reuzen aan Antwerpen. Onze vragen dan aan de deputatie, omdat de scheidingslijn heel smal is. Is de deputatie op de hoogte van deze testen, en wat is haar standpunt ter zake? Omdat we nu toch al weten dat het daar zeer druk zal zijn op De Schorre en in de omgeving op die dagen. Deze sensoren staan op provinciaal domein. Hoe kan de deputatie ons garanderen dat de gegevens bekomen via GSM-signalen wel degelijk geanonimiseerd worden? Dat is absoluut nodig. Ik heb nog contact gehad met een veiligheidsspecialist en die zegt dat vanaf de grens overschreden is zit je in de illegaliteit. In geval van geen 100% garantie is het dan niet eerder aangewezen deze testen te verbieden? Meer bepaald gelet op de opmerking van de voorzitter van de Liga voor de Mensenrechten, en dan ook de laatste uitspraken van het Grondwettelijk Hof. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mevrouw Naert, wij hebben navraag gedaan over uw bewering dat er druktemeters zouden uitgetest worden tijdens het dansfestival Tomorrowland op De Schorre tussen 24 en 26 juli van dit jaar, bij de organisatoren. Het gaat dan concreet om het opvangen van het signaal van Gsm-toestellen en de daaraan gekoppelde problematiek van de privacy. De organisatoren hebben duidelijk te kennen gegeven dat dit systeem niet door hen zal uitgetest worden zoals u zegt. Zij hebben geen weet van enige vraag daaromtrent, en zeker ook niet de intentie om GSM-data van de bezoekers te gaan gebruiken. Wat ze wel doen is een andere technologie toepassen via hun “bracelets”. De armbandjes zijn voorzien van technologie om toegang te krijgen via RFID, zoals men trouwens ook in bibliotheken gebruikt, om onderdeel te worden van de show met stuurbare leds, en ook crowdmanagement toepassingen, de geo-positionering van mensen, van massa’s. Dat is volstrekt anoniem en die voldoen aan de privacywetgeving, ook onze veiligheidsbeambte heeft dat bevestigd. Hier wordt zeer streng op toegezien, en er is daar absoluut geen wettelijk probleem. VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Dank u wel, voorzitter. Collega’s, Jaarlijks wordt door mevrouw de gouverneur een besluit uitgevaardigd dat iedereen de verplichting oplegt om schadelijke distels in onze provincie te bestrijden. Niet iedereen is het eens met distelbestrijding. Vanuit de verschillende natuurgroeperingen wordt openlijk opgeroepen om de heksenjacht op distels te stoppen. De provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen vaardigde geen besluit meer uit. Sommige gemeentebesturen, ook in onze provincie, zijn dan ook gestopt met het bestrijden van distels. Hierdoor zijn sommige soorten, die wel hardnekkige ongewenste planten zijn,

11


weelderig aan het tieren. Het lijkt op willekeur. Sommige gemeenten en particulieren doen wel het nodige, anderen helemaal niet meer. De huidige regelgeving lijkt hopeloos verouderd. Gemeenten en provincies die distelsancties opleggen op grond van de federale wetgeving hebben geen rechtsgrond omwille van een bevoegdheidsoverschrijding. De federale wetgeving is dan ook in strijd met de Vlaamse natuurwetgeving en het bermbesluit, die samen specifieke regels opleggen voor het verwijderen van vegetatie en het gebruik van pesticide. Graag vernamen we van mevrouw de gouverneur welke maatregelen er genomen werden in onze provincie. VOORZITTER.- Mevrouw de gouverneur heeft het woord. GOUVERNEUR.- Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Leden van de deputatie, Provincieraadsleden, Mijnheer Vollebergh, bedankt. Ik zou graag heks spelen voor de distels die ik moet laten bestrijden op grond nog van federale regering. Het is geen nieuw dossier. Het is een vrij oud dossier dat al geregeld aan bod is gekomen. U weet allicht, of u weet niet, dat ik in november 2013 een brief kreeg van het Federaal Voedselagentschap dat de opmerking maakte dat met name de gemeente Bonheiden zich niet neerlegt, of weigert om gevolg te geven aan de oproep om bepaalde soorten distels, niet allemaal, dat zijn enkel deze vier soorten distels, te bestrijden. Wat was het punt. Zij moeten dat ook doen op het domein van Natuurpunt Vlaanderen op hun grondgebied. Natuurpunt Vlaanderen doet dat niet. En dan is inderdaad de vraag gesteld: is er überhaupt nog wel een rechtsgrond voor de gouverneur om zo’n reglement uit te vaardigen? Heeft dat überhaupt nog zin dat het reglement wordt uitgevaardigd, en dergelijke meer? Na die vraag van het Federaal Voedselagentschap is dan een juridisch advies opgemaakt in opdracht van de provincie om ook de rechtsgrond verder te analyseren. Ik zou u een les in staatsrecht kunnen geven, maar ik zal ze heel kort samenvatten. Het klopt inderdaad dat de bevoegdheid inzake leefmilieu is overgeheveld en een Vlaamse, of minstens een regiobevoegdheid is, een bevoegdheid van de gewesten. De regel in België is zo dat de federale regelgeving, ook met die federale regelgeving die van toepassing is op de materies die overgeheveld zijn door een bevoegdheidsverdelende bepaling van kracht blijven zolang en voor zover en in de mate die niet gewijzigd is, of opgeheven is door het nieuwe bevoegde niveau, met name door het Gewest. Vlaanderen heeft nooit die regelgeving gewijzigd, opgeheven, of wat dan ook. Dat betekent dat die federale regelgeving van 1987 van toepassing blijft zolang en voor zover het nieuw bevoegde niveau, met name Vlaanderen, dat niet wijzigt. Dat is ook bevestigd in dat juridisch advies. Met name dat die regelgeving van kracht blijft tot op het ogenblik dat Vlaanderen het nuttig en nodig acht om van de eigen bevoegdheid gebruik te maken om zijn nieuwe regelgeving uit te werken ter zake, of om die regelgeving op te heffen. Ik zou kunnen zeggen: de regelgeving bestaat, dus ik vaardig het besluit uit. Ik heb natuurlijk ook nagevraagd of die regelgeving nog zin heeft, want ik denk dat het weinig zin heeft om een regelgeving, die op zich zonder verdere meerwaarde is, nog verder te handhaven en op te leggen.

12


Het Voedselagentschap dringt daar heel sterk op aan. Trouwens ook de Vlaamse overheid is het eens met die interpretatie. Ze is het eens met het feit dat die federale regelgeving nog geldt, voor zover en in de mate dat ze niet door Vlaanderen is opgeheven, en dat er toch nog goede redenen zijn om effectief de strijd tegen die distels, het zijn vier soorten, aan te gaan. Wat zegt het Voedselagentschap? Het klopt dat er in de praktijk geen overwoekerde velden zijn met distels, net door dat het bestrijdingsprogramma meestal en door de band genomen zeer goed wordt opgevolgd, ook door de Fitofarmaceutische producten die door de landbouwers worden gebruikt. Want het is met name de landbouw die er ook op aandringt dat die distels bestreden worden in het belang van ook de kwaliteit van hun velden. Velden gelegen naast distelpercelen hebben aan de randen wel degelijk infiltraties door distels, waardoor die landbouwers proactief en curatief harder moeten optreden. Zoals gezegd, niet alle distels zijn schadelijk, het gaat om vier echt schadelijke distels. Daartegen moet wel degelijk worden opgetreden, en daar moeten de lokale besturen, maar ook alle particuliere eigenaars van gronden waarop die distels woekeren, het nodige voor doen. Het Voedselagentschap geeft ook aan dat als we vandaag vrij zijn van heel wat schadelijk organismen in planten, zoals coloradokevers, dat net is toe te schrijven aan degelijke bestrijding en opvolging. Dus zegt het Voedselagentschap dat elke bestrijding en elk bestrijdingsmechanisme staat of valt met degelijke opvolging. Vandaar dat wij die wetgeving blijven handhaven en nog altijd het reglement uitvaardigen. Het Voedselagentschap laat terecht ook weten, ook aan Bonheiden trouwens, dat wanneer er iemand in gebreke blijft het Voedselagentschap zelf de strijd tegen de distels op zich en de rekening kan doorsturen naar diegene die in gebreke blijft. Kortom, de regelgeving is nog altijd van kracht. Er is een rechtsgrond om op te treden. Er zijn goede redenen om op te treden, ook in het belang van de landbouw. Wij blijven het dan ook doen. Voor het geval er niet wordt opgetreden op een plek waar het echt noodzakelijk is zal het Voedselagentschap zelf dat doen, maar dan ook de factuur daarvoor doorsturen. VOORZITTER.- De heer Vandendriessche heeft het woord. De heer VANDENDRIESSCHE.- Voorzitter, Collega’s, In de marge van de commissie Intercommunales vorige week donderdag 18 juni konden we al vernemen dat het agendapunten 8 (statutenwijziging), en 9 (kapitaalverhoging van de waterintercommunale PIDPA) on hold waren gezet. We hebben daarover wat meer ons licht opgestoken. Blijkt dat er toch wel serieuze argumenten daarvoor op tafel liggen ondertussen. Om te beginnen is er sowieso al het feit dat nu de financiële constructie even on hold staat. De 2 miljoen EUR per jaar voor de provincie, bruto, 20.000 A-aandelen voor de gemeenten die aan de nominale waarde van 2,5 EUR staan ook on hold. Bij de argumenten die op tafel liggen is sprake van een gerechtelijke procedure onder andere, onder meer in relatie tot Waterlink. Er zou ook sprake zijn dat dit wat nu op tafel ligt, deze statutenwijzigingen, zou kruisen met decretale bepalingen rond de uittreding van de provincies op Vlaams niveau. De toezichthoudende overheid zou ook bezwaren hebben. Dat is wat ik daarvan vernomen heb.

13


Vandaar toch wel de pertinente vraag: kan daar in de raad wat meer toelichting over gegeven worden? Wat is de stand van zaken in dit dossier? Hoe gaan we daar nu mee verder? Wordt er nu opnieuw gepraat met Waterlink? En ik vermoed dan toch als nadrukkelijke mondelinge vraag, dat we hier dan als eerste in deze raad van op de hoogte worden gebracht als provincieraadslid. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Vandendriessche, u hebt de vragen al beantwoord. Ik heb op de commissie gemeld dat de agendapunten 8 (kapitaalsverhoging) en 9 (statutenwijziging) verdaagd zijn op de algemene vergadering van PIDPA. ’t Is te zeggen: die zijn niet verdaagd, die zijn in verderzetting geplaatst. Dat is de technische term. Dat wil zeggen dat deze punten aan de agenda van de eerstvolgende algemene vergadering in december zullen ter stemming worden voorgelegd. Waarom is dit gebeurd? Ondertussen hadden 64 gemeenten goedkeuring gegeven voor wat betreft de bijkomende A-aandelen. Die wilden daar op intekenen. Die wilden akkoord gaan met deze statutenwijziging, uiteraard ook de provincie. Alleen hebben wij niet de nodige tijd gehad om onze besprekingen met Waterlink af te ronden. Dat is wat de voorzitter van PIDPA op die algemene vergadering heeft meegedeeld. Hij heeft gezegd: wij zetten dat in verderzetting. Waarom doen we dat? Om volgende redenen: dat de gesprekken die ingevolge opdracht van de bestuursorganen door zowel de voorzitter worden gevoerd met Waterlink, en met de stad Antwerpen, en met deelname van de gedeputeerden, konden evenwel onvoldoende worden afgerond. Als u dus vraagt: hoe zit het met de besprekingen? Die worden gewoon verdergezet. Dat heeft er ook mee te maken dat Waterlink heeft gezegd: als dit zo doorgaat starten wij een gerechtelijke procedure op. Vandaar dat wij die gesprekken die we al maanden aan het voeren zijn, nog niet kunnen afronden, nu gewoon verderzetten. Ook werd ondertussen vernomen van de Vlaamse overheid dat nog dit jaar nieuwe decretale bepalingen worden voorzien die een regeling zouden inhouden wat betreft de modaliteiten voor de uittreding van de provincies uit de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, waardoor er een decretale impact zou zijn op de situatie en op de ter zake nu voorliggende voorstellen. Uiteraard hebben wij ook contact genomen met de toezichthoudende overheid. Die drie zaken die u hebt gemeld zijn ook zo door de voorzitter naar voor gebracht, en dat is ook de reden waarom dit verhaal in verderzetting is geplaatst naar de volgende algemene vergadering. Wij zullen u zeker en vast op de volgende commissies van het verdere gevolg op de hoogte brengen.

14


OPENBARE VERGADERING De leden van de provincieraad

GRIFFIE Departement Algemeen Beleid

datum 9 juni 2015 kenmerk GF/PAURIHE contactpersoon Ria Herremans | T 03 240 54 09 [email protected]

onderwerp Provincieraad

Mevrouw, Mijnheer, Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op donderdag 25 juni 2015 om 14.30 uur. U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in het Bernarduscentrum, Lombardenvest 23 te 2000 Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de agenda. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter,

Kris Geysen

Postadres: Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen T 03 240 50 11 [email protected]

Bezoekadressen (van juni 2013 tot eind 2016) Administratie: Provinciehuis aan de Singel (PaS) Desguinlei 100 | 2018 Antwerpen Deputatieleden en kabinetten: Parkhuis Koningin Elisabethlei 18 | 2018 Antwerpen

15


PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 25 JUNI 2015 Agenda OPENBARE VERGADERING 0. Provinciale overheid 0/1

Jaarlijkse rapportage met betrekking tot interne controle. Algemeen kader van het interne controlesysteem. Goedkeuring.

1. Cultuur 1/1

Budget 2015: Subsidies departement Cultuur. Aanpassingen subsidiekredieten. Goedkeuring.

1/2

APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

1/3

APB Fotomuseum. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

1/4

APB ModeMuseum. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

1/5

APB Museum voor Edelsmeedkunst, Juwelen en Diamant. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

1/6

APB de Warande. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

1/7

Overdracht archeologische collecties aan het provinciaal archeologisch depot. Goedkeuring.

1/8

Architectuurarchief provincie Antwerpen (APA). Overdracht van architectuurarchieven 2014. Goedkeuring.

1e bijkomende agenda 1/9 Budget 2015. Subsidiëring regionale erfgoedverenigingen voor hun koepelwerking. Aanwending van krediet. Goedkeuring. 1/10

Erediensten. Antwerpen. Kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring.

1/11

Erediensten. Antwerpen. Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring.

1/12

Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa. Rekening 2014 . Advies. Goedkeuring.

16


1/13

Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur). Rekening 2014. Advies. Goedkeuring.

1/14

Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring.

2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales 2/1

Ruimtelijke ordening. Opheffing verordening op den provincialen technischen dienst (1928) en provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen (1955). Goedkeuring.

3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking 3/1

Budget 2015. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring.

3/2

APB Kamp C. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

3/3

APB Hooibeekhoeve. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

3/4

EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

3/5

APB met derden, Havencentrum Lillo. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

4. Financiën en logistiek 4/1

Beginbalans Beleids- en Beheerscyclus (BBC) en jaarrekening 2014 Goedkeuring.

4/2

Meerjarenplan 2014 – 2019 (dienstjaar 2015). Evenwicht na de derde reeks wijzigingen. Goedkeuring.

4/3

Derde reeks wijzigingen van 2015 en het meerjarenplan 2014 - 2019 (dienstjaar 2015). Departement DFIN – Technische aanpassingen. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Financiën. Exploitatiebudget – Uitgaven. Vermeerdering van transactiekrediet 2015. Meerjarenplan 2014 – 2019 (dienstjaar 2015). Schema M2: Staat van het financiële evenwicht. Wijziging gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar.

17


4/4

Derde reeks wijzigingen van het jaar 2015. Departement DMCOVerschuiving exploitatiekrediet DMCO naar exploitatiekrediet PVI. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie. ExploitatiebudgetUitgaven. Vermindering van transactiekrediet 2015. Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven. Vermeerdering van transactiekrediet 2015.

4/5

Derde reeks wijzigingen van 2015 – voorziening budgetten voor elektriciteitskosten voor groendomein De Averegten. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015.

4/6

Derde reeks wijzigingen van 2015 – budgetwijziging voor de verhuisoperatie van APB Inovant en het Provinciaal Veiligheidsinstituut naar het Coveliersgebouw Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Logistiek. Investeringsbudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015 Budget 2015 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE02 Logistiek: 2014 - 2019 Rubriek II.A.1.Terreinen en gebouwen – Uitgaven Vermindering van verbinteniskrediet Vermindering van transactiekrediet van 2015.

4/7

Derde reeks wijzigingen van 2015. Verschuiving exploitatiemiddelen van Cultuur naar Provinciaal Veiligheidsinstituut voor kosten groepsbezoek en aankoop stil alarm. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015. Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015.

18


4/8

Derde reeks wijzigingen van 2015. Verhoging van de dotaties APB Arenbergschouwburg. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven. Verschuiving van transactiekrediet 2015.

4/9

Derde reeks wijzigingen van 2015. Provinciale Groendomeinen regio Kempen. Aanwending verhoogde ontvangsten voor de aankoop van een bandenkraan. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Ontvangsten Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Vrije Tijd. Investeringsbudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd: 2015-2019 Rubriek II.a.3 Roerende goederen - Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet.

4/10

Derde reeks wijzigingen van 2015 Technische aanpassing door foutief gebruik van een boekhoudkundige rekening voor uitgaven rond jaarkortingen van De Lijn. Budget 2015. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Investeringsbudget – Uitgaven Verschuiving van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE08 - Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019 Rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven Vermindering van verbinteniskrediet Vermindering van transactiekrediet van 2015 t.e.m. 2019 Rubriek I.E. Andere financiële vaste activa – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2015 t.e.m. 2019.

4/11

Derde reeks wijzigingen van 2015 Hogere ontvangsten en werkingskosten voor actie Fortengordels van dienst Gebiedsgericht Beleid (DGB)

19


Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget – Ontvangsten Vermeerdering van het transactiekrediet 2015 Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van het transactiekrediet 2015. 4/12

Budget 2015. Derde reeks wijzigingen. Aanpassing van de dotaties van de autonome provinciebedrijven APB Inovant (INOV) en APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA). Goedkeuring.

4/13

Budget 2015. Evenwicht na de derde reeks wijzigingen. Goedkeuring.

4/14

Agendapunt afgevoerd van de agenda: Overheidsopdracht: toepassing van art. 43 §2 11° van provinciedecreet. Plaatsing van de raamovereenkomst tot het aanstellen van een gerechtsdeurwaarder voor het invorderen van fiscale en niet fiscale vorderingen. Goedkeuring.

4/15

Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen/Deurne. Provinciaal instituut Sint-Godelieve, Campus Rivierenhof. Renovatie en uitbreiding. Ontwerp. Goedkeuring.

4/16

Provinciale overheidsopdrachten. Mechelen. Provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker. Renovatie van de sporthal. Ontwerpopdracht. Wijzigingen aan de opdracht nr. 2. Goedkeuring.

4/17

Vastgoed. Putte - Itterbeek (A.6.16) - Onteigening door gemeente Putte voor aanleg gescheiden riolering. Verkoop. Goedkeuring.

4/18

Vastgoed. Sint-Katelijne-Waver - Dorpsbeek (A.6.13.1) - Overdracht gemeentelijk retentiebekken aan provincie. Goedkeuring.

4/19

Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aanleg retentiebekken (deel 2). Tweede reeks grondaankopen. Goedkeuring.

4/20

Vastgoed. Geel en Mol - Fietsostrade Herentals-Balen - deelprojecten Geel en Mol 10-11-12. Aankopen. Goedkeuring.

1e bijkomende agenda 4/21 Provinciale overheidsopdrachten. Geel. Hooibeekhoeve. Uitbreiding van een melkveestal. Leveren van melktechnieken en diverse technische installaties. Gewijzigde gunningswijze. Goedkeuring. (dossiernummer: BenV-OPDR-2014-0111)

20


5. Onderwijs en jeugd 5/1

Autonoom Provinciebedrijf Inovant. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

5/2

Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

5/3

Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

6. Energie, communicatie en ICT 6/1

Raamovereenkomst voor de aankoop van software licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s. Deelname aan de opdracht geplaatst door Cipal. Goedkeuring.

7. Recreatie, sport en toerisme 7/1

Vrije Tijd en -Landschapsbeleving. Provinciale overheidsopdrachten. Onderhoud toeristisch-recreatieve routes. Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.

7/2

Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

7/3

Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

7/4

Autonoom Provinciebedrijf Sport. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

7/5

Extern Verzelfstandigd Agentschap Arboretum Kalmthout vzw. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

7/6

Extern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Sport- en Recreatiecentrum De Nekker vzw. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid 8/1

Provinciepersoneel. Aanpassing organisatiestructuur. Goedkeuring.

8/2

APB Campus Vesta. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

21


9. Welzijn 9/1

Aanwending krediet sociale projecten 2015 voor verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring.

9/2

Budget 2015. Herverdeling van het krediet onder 2015/64900000/21/0911: subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap. Goedkeuring.

9/3

Aangepast vervoer. Proefproject Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer Welzijnszorg Kempen – Wijziging afrekeningsmodaliteiten nominatim projectsubsidies 2014. Goedkeuring.

9/4

APB DocAtlas. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

9/5

EVAP PCMA. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

9/6

EVAP GKC. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie 10/1

APB PSES. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

10/2

Budget 2015. Budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N) (201514057). Project Landschapsdokters. Subsidie 2015. Goedkeuring.

10/3

Provinciale initiatieven. Reglement ter subsidiëring van projecten in de sociale economie. Opheffing. Reglement impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie. Goedkeuring.

10/4

Budget 2015. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Welzijn, Economie & Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0550/64900000: Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). Aanvragen 2015. Goedkeuring.

10/5

Budget 2015. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0550/64900000. Subsidiëring van projecten in de sociale economie. Aanwending van krediet. Goedkeuring.

11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid 11/1

Budget 2015. Machtigingskrediet 0390/64900000. Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring.

11/2

APB PIH. Jaarrapport 2014. Goedkeuring.

22


11/3

Rapport tijdigheid beroepdossiers en jaarrapport 2014 Dienst Milieuvergunningen. Kennisgeving.

12. Waterbeleid

13. Moties

14. Interpellaties 14/1

Interpellatie in verband met de aanwending van de 2 miljoen EUR provinciale subsidies voor de brug POT in De Schorre, ingediend door de heer Kris Merckx (PVDA+).

14/2

Interpellatie in verband met de samenwerking tussen de onderwijsnetten, ingediend door mevrouw Greet Van Gool (sp.a).

15. BESLOTEN VERGADERING 15/1

Ruimtelijke ordening. Uitvoering Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Provinciale stedenbouwkundige ambtenaren: aanstelling. Goedkeuring.

23


VOORZITTER.- Er werd een interpellatie ingediend door mijnheer Merckx in verband met de aanwending van de 2 miljoen EUR provinciale subsidies voor de brug in De Schorre. Wij vragen of deze interpellatie ontvankelijk is of niet. De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter, ik zou in dit verband het volgende willen zeggen. Wij vinden dat die interpellatie niet correct is ingediend, omdat er geen duidelijke omschrijving van het onderwerp was, en er ook geen concrete vragen tijdig werden ingediend. Aan de andere kant hebben wij deze morgen in de media de inhoud van de interpellatie kunnen lezen. Die bestaat uit een aantal verzinsels en zelfs leugenachtige verklaringen van de heer Merckx. Ik zou dan ook aan deze raad willen vragen om mij de kans te geven via deze interpellatie daarop publiek te reageren, hier in deze raad. VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Voorzitter, er is natuurlijk een reglement. Volgens de taalkundige formulering van de interpellatie voldoet die misschien niet aan dat reglement. Ik had misschien gehoopt dat mijnheer Merckx, als de interpellatie hier niet ontvankelijk zou verklaard worden, die zou brengen in september tijdens de eerstvolgende provincieraad. Dat zou het voordeel geven aan ons allen om ondertussen het boek van Cervantes te herlezen. Er is een nieuwe druk: “Don Quichot en de brug”. Maar het zou ook de kans geven aan iedereen om aan Sancho Panza en De Hidalgo de verkwikkende slaap te geven om met hun voeten terug op de grond te komen. Dat is nodig, want we merken nu door de persmededelingen die gebeuren dat we uitstel niet kunnen tolereren. Dus we moeten vandaag voor de ontvankelijkheid stemmen om eindelijk de waarheid ook een stoel te geven. Daarom zullen wij voor stemmen. VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, en ik richt mij tot u als voorzitter, u regelt de werkzaamheden samen met het Vast Bureau. Gisteren heb ik een totaal ander verhaal gehoord in het Vast Bureau uit hoofde van de N-VA. Plotseling moet dat nu wel. Men wringt zich in een totaal andere bocht. Het reglement is reglement! U gaat nu een precedent creëren waarvan u het begin kent, maar niet het einde. Hier mag iedereen volgens mij, dat is in het bureau heel duidelijk gesteld, interpelleren. Iedereen mag hier zijn ding doen, maar er zijn een aantal strikte voorwaarden en normen waaraan men zich dient te houden bij het indienen van een interpellatie. Nu overtreedt men die en men laat dat oogluikend toe. Gisterenavond was er absoluut geen enkele discussie. Dat punt was onontvankelijk. Nu is het plotseling wel ontvankelijk. Dit is een manier van werken die ik absoluut niet apprecieer.

24


VOORZITTER.- De raad zal oordelen of het ontvankelijk is of niet. Daarom leggen we het hier voor, en we zullen de stemming afwachten. De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Collega’s, Mevrouw de gouverneur, Er is gisteren in het Vast Bureau ook gesproken, aangezien er een aantal agendapunten op de raad staan die toch een raakvlak hebben met het onderwerp van de interpellatie, dat het daarbij zou kunnen behandeld worden. Ik stel voor om dat op die manier te doen, dan blijft ons reglement wel overeind. Als de deputatie zich daar niet kan in vinden zou ze ook gewoon een verklaring kunnen afleggen over die uitlatingen van mijnheer Merckx in de pers. Maar regels zijn er om gerespecteerd te worden, en het is zoals onze collega zegt, iedereen kan dan om het even wat nog indienen en dan toch nog geaccepteerd worden. VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord. De heer VAN HOVE.- Voorzitter, ik had in hetzelfde stramien iets willen zeggen. Het reglement van inwendige orde is hier gestemd in het begin van deze legislatuur. Het kan toch niet zijn dat wij dat nu, omdat het toevallig goed uitkomt, gaan overtreden. Een reglement is een reglement. Ik verwacht dat na 3 jaar provincieraadslid te zijn de indiener van deze interpellatie ondertussen wel weet hoe dat het werkt en dat het moet gebeuren. Als u dit toelaat is het hek van de dam, en dan kunnen wij indienen zoveel als wij willen. Of dan gaan wij ons bijvoorbeeld ook niet meer houden aan de beperking van de spreektijd. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Als ik het goed begrijp heeft de wijsheid en de democratische reflex het bij de meerderheid gehaald. VOORZITTER.- Dat zullen we seffens zien. De heer MERCKX.- Zo interpreteer ik dat toch. Dit zou echt toch wel een smet geweest zijn op democratische functionering van een provincieraad. Bovendien ga ik mij niet verliezen in heel het debat of die nu reglementair is ingediend of niet. Kort, ze is op vrijdag ingediend. De hoofdvragen waren geformuleerd. Toen de voorzitter mij zei dat ik normaal meer moest specifiëren welke vragen ik stel heb ik gezegd dat ik dat zeker maandag en dinsdag ging doen, want ik wil hier met de harde feiten afkomen. Ik moet inzage krijgen nog van een aantal facturen die men mij in eerste instantie niet had getoond. Ik had al contact opgenomen met de dienst en gevraagd mij dat maandag of dinsdag te bezorgen. Daarbij ook geschreven dat ik dan onmiddellijk veel meer concrete vragen zou stellen aan de gedeputeerde. U hebt daar niet op gereageerd. Het is gepubliceerd en geagendeerd geweest. Dus ik was in de overtuiging dat het aanvaard werd.

25


Dat is zowel voor mijn fractie als voor andere fracties vroeger wel al gebeurd, dat je in een aantal lijnen aangeeft over welke onderwerpen welke vragen wil stellen. Dan krijg ik, in geval van bijvoorbeeld een interpellatie voor gedeputeerde Bellens, van zijn lieve medewerker mijnheer Peeters: “mijnheer Merckx, wil u toch maandag of dinsdag nog meer specifiëren.” Dan doe ik dat. Dat heb ik ook al gekregen van de even lieve medewerker Migom van Luk Lemmens en Bruno Peeters. Daar is nooit een probleem rond geweest. Alles was nu terug te brengen tot het feit dat ik zeker van mijn stuk zou zijn. En dat heb ik ook aan de voorzitter geschreven dat indien ik niet zeker van mijn stuk zou zijn, dat ik dan de interpellatie nog tijdig kon intrekken. Ik hoop dat inderdaad de rede en de democratische reflex hier getriomfeerd heeft. Ik begrijp dat open vld toch deze interpellatie niet ontvankelijk zouden verklaren. Dat verwondert mij ten zeerste van een partij die er toch altijd mee uitpakt dat zij de vrijheid, de openheid, en het democratisch debat in haar vaandel voert.

Er wordt onverstaanbaar geroepen vanuit de zaal. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Ik denk dat mijnheer Helsen, en ook mijnheer Huijbrechts een duidelijke tussenkomst hebben gehouden. Ik denk dat we u als voorzitter, en als Bureau misschien in een moeilijke positie gaan brengen om het reglement niet na te volgen. Mijnheer Merckx, laat één ding duidelijk zijn. Het reglement is er voor iedereen hier in dit halfrond, ook voor u. Dus, denk ik, als dit reglement zegt dat uw interpellatie te laat was dan zullen we vragen om nu die interpellatie weg te stemmen. Maar ik denk dat u alle kansen hebt, mijnheer Merckx, als u wat handig bent om bij het punt van De Schorre, en ook mevrouw Van Gool bij het punt van Sint-Godelieve, tussen te komen. Dan zijn alle democratische rechtsregels hier overeind gebleven, en dan denk ik dat de voorzitter volgende keer met het reglement in de hand terug orde kan brengen in deze raadszaal. Dank u wel.

Applaus VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, ik wil dat voorstel zeker steunen. Ik heb gisteren al een middenweg proberen zoeken in het Bureau, maar ik was na 1 seconde mijn neus kwijt. Nu wordt er op de collega’s van de open vld gejaagd, maar ik denk net dat zowel mijn voorstel gisteren als dat van open vld vandaag, mijnheer Merckx, u juist in staat stelt om het debat wel te voeren, tegenover het alternatief dat u het debat niet had kunnen voeren. Dus ik ben er grote voorstander van dat u spreektijd krijgt op punt 7/2, en dat het debat kan gaan, en dan kunnen wij naar ieders argumenten luisteren.

26


De heer MERCKX.- Ik excuseer mij. Ik heb mijn hoorapparaat thuis laten liggen. Ik vind dat met een handicap niet gelachen wordt. Ik had verstaan dat u ging pleiten voor de onontvankelijkheid, maar blijkbaar hebt u … VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Collega’s, Nu wordt er toch wel een potje van gemaakt. Voor alle duidelijkheid: open vld heeft mee het inwendige reglement gestemd. Wij wensen ook volgens dat reglement te werken. Wij laten niet zeggen door collega’s dat wij oncollegiaal zijn, om dan een interpellatie daarmee niet te behandelen. Voor alle duidelijkheid, mijnheer Merckx, ik wil het u persoonlijk komen zeggen, maar wij zijn niet akkoord met het feit dat u die interpellatie op een correcte wijze heeft ingediend, en wij pleiten voor de onontvankelijkheid. VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Ik denk dat iedereen al een poging heeft gedaan om het democratisch debat te voeren. Ik heb dat daarstraks ook gedaan. Maar als het kan, als alle vragen, en alle antwoorden kunnen gegeven worden in het kader van De Schorre, dan sluiten wij ons aan bij het voorstel van Koen Helsen en zullen wij ook de onontvankelijkheid stemmen en straks de antwoorden laten geven. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Dan wil ik mij oprecht excuseren. Ik had helemaal niet verstaan dat hier bijna unaniem wordt voorgesteld dat ik die interpellatie bij punt 7/2 kan houden, ook door de fractie van de open vld. Ik trek al mijn commentaar ter zake dan ook in. VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, het is dan wel geen interpellatie. Het is dan gewoon een tussenkomst bij dat punt. Dan leg ik de ontvankelijkheid van de interpellatie voor ter stemming. Wie zegt dat de interpellatie ontvankelijk is stemt ja, de anderen zeggen nee. De stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 67 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben nee gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. De interpellatie van de heer Merckx, geagendeerd onder nummer 14/1, wordt onontvankelijk verklaard met 65 stemmen nee, bij 2 onthoudingen.

27


VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Zoals de gedeputeerde zegt, het reglement geldt voor iedereen. Ik zal mijn interpellatie, geagendeerd onder nummer 14/2, intrekken. Ik ben heel blij met het voorstel dat het onderwerp straks aan bod zal komen bij de behandeling van het punt over Sint-Godelieve. 0. Provinciale overheid Nr. 0/1 van de agenda Jaarlijkse rapportage met betrekking tot interne controle. Algemeen kader van het interne controlesysteem. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Krachtens artikel 95 van het provinciedecreet zijn de provincies belast met de interne controle van hun activiteiten. Hierover wordt, bij toepassing van artikel 97 van het provinciedecreet, jaarlijks gerapporteerd aan de deputatie en aan uw raad. Deze jaarlijkse rapportering aan de provincieraad situeert zich in het meerjarenplan onder volgende prioritaire beleidsdoelstelling (PBDS) en actieplan (AP): 



PBDS We willen vanuit een klantenperspectief met een transparante besluitvorming tot een gedragen beleid komen door een goede samenwerking tussen politici en medewerkers op basis van een onderlinge dialoog. We streven zowel in de beleidsvoorbereiding als uitvoering naar resultaatgerichtheid, duurzaamheid, gelijke kansen, kostenbewustzijn, efficiënte interne processen en responsabilisering van onze medewerkers. AP We verbeteren de werking van de provincie door het uitwerken van interne controlemaatregelen, door het uitwerken en aanbieden van tools om uniform en organisatiebreed zicht te krijgen op de efficiëntie en effectiviteit van de organisatie, door het geven van aanbevelingen die voortvloeien uit audits en door het verstrekken van ad hoc advies over processen en systemen. Dit moet ons toelaten om zicht te krijgen op het professionele en sociale niveau dat we halen en ervoor zorgen dat we op onderbouwde wijze de organisatie in de gewenste richting kunnen sturen.

Interne controle is een geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen over: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

het bereiken van doelstellingen; het naleven wetgeving en procedures; de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie; het efficiënt en economisch gebruik van middelen; de bescherming van activa; het voorkomen van fraude.

Artikel 96 van het provinciedecreet bepaalt dat de provinciegriffier bevoegd is om het interne controlesysteem vast te stellen, na overleg met het managementteam.

28


Het algemeen kader van het interne controlesysteem is onderworpen aan de goedkeuring van uw raad. Het interne controlesysteem bepaalt op welke wijze de interne controle wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen en –procedures. Het wijst de personeelsleden aan die ervoor verantwoordelijk zijn en bepaalt de rapporteringverplichtingen van de personeelsleden die bij het systeem van interne controle betrokken zijn. Het interne controlesysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en moet verenigbaar zijn met de continuïteit van de werking van de provinciale diensten. Onverminderd de opdrachten inzake interne controle die krachtens dit decreet of door de provincieraad aan andere organen of personeelsleden zijn opgedragen, staat de provinciegriffier in voor de organisatie en de werking van het interne controlesysteem. De provinciegriffier brengt het personeel op de hoogte van het interne controlesysteem, alsook van de wijzigingen ervan. In uitvoering van artikel 96 van het provinciedecreet heeft de provinciegriffier en na overleg op 26 mei 2015 met het managementteam, bij afzonderlijk besluit van 27 mei 2015, het interne controlesysteem vastgesteld. Voor de rapportering over het jaar 2014 werd de ‘Leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen’ van Audit Vlaanderen als nieuw algemeen kader van het interne controlesysteem gebruikt. Als bijlagen werden bijgevoegd: - de rapportage met betrekking tot de werking van het interne controlesysteem in 2014; - het besluit van de griffier d.d. 27 mei 2015 met betrekking tot het interne controlesysteem; - leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen van Audit Vlaanderen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 95 van het provinciedecreet dat de provincies belast met de interne controle van hun activiteiten; Gelet op artikel 96 van het provinciedecreet dat het interne controlesysteem wordt vastgesteld door de provinciegriffier, na overleg met het managementteam en dat het algemeen kader van het interne controlesysteem aan de goedkeuring van de provincieraad is onderworpen; Gelet op het besluit van 27 mei 2015, waarbij de provinciegriffier het interne controlesysteem formeel vastlegt; Overwegende dat het managementteam en de deputatie kennis hebben genomen van het rapport over interne controle en het algemeen kader van het interne controlesysteem;

29


Overwegende dat het jaarrapport 2004 beschrijft op welke wijze het interne controlesysteem werd geïmplementeerd met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen en –procedures; Overwegende dat voor het algemeen kader van het interne controlesysteem werd uitgegaan van de ‘Leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen’ van Audit Vlaanderen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt het algemeen kader van het interne controlesysteem, gebaseerd op de ‘Leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen’ van Audit Vlaanderen. Artikel 2: Kennis wordt genomen van het besluit van 27 mei 2015 van de provinciegriffier houdende het vaststellen van het interne controlesysteem en van het jaarrapport 2014 met betrekking tot de werking van het interne controlesysteem. VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord. Mevrouw MICHIELSEN.- Beste collega’s, aangaande dit punt zou de open vld willen tegenstemmen. Niet zozeer dat wij niet akkoord zijn met het reglement, of met de voorstellen die naar de toekomst gedaan worden, maar wel omdat er, ondanks dit reglement of de zaken die er al bestonden van interne controle, een aantal dossiers door deze raad gepasseerd zijn die achteraf of tijdens de raad zelf niet naar vorm of niet naar de wettelijkheid in orde waren. Als u zich de vraag stelt over welke dossiers het gaat: het gaat hier meer in het bijzonder over het dossier over het Etnografisch museum, de aankoop daarvan; de verkopen van het dossier Qvit, het dossier Pulhof, en het Sterckshof waar met de schattingen een aantal onduidelijkheden waren die hadden moeten opgelost zijn vooraleer de raad er over kon beslissen. Ook naar transparantie toe ook een aandachtspunt voor die interne controle. Dat zou in de toekomst, dat is door onze fractie al aangekaart, beter kunnen. VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik zou er toch willen op wijzen dat ten aanzien van de dossiers die geciteerd werden de oppositie daar telkenmale klacht heeft neergelegd bij het Toezicht. Maar het Toezicht heeft de deputatie telkenmale in het gelijk gesteld. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Er is inderdaad klacht ingediend, niet alleen door onze fractie, gedeputeerde. Er is een nieuwe beslissing op de raad geweest. Als u wil kan ik u de datum

30


nog even opsommen. Na 3 maanden discussie is er een nieuwe beslissing genomen door de deputatie, hier voorgelegd op de raad, en 2 dagen later heeft de minister dan de klacht zonder voorwerp verklaard. Zo kan ik het ook hoor. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 58 leden hebben ja gestemd; 7 leden hebben nee gestemd. Goedgekeurd met 58 stemmen ja, bij 7 stemmen nee.

31


1. Cultuur VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/1 tot en met 1/9 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 1/1 van de agenda Budget 2015: Subsidies departement Cultuur. Aanpassingen subsidiekredieten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De deputatie wenst binnen het exploitatiebudget 2015 van het beleidsdomein Cultuur drie subsidiekredieten te wijzigen. Deze wijzigingen vereisen de goedkeuring van de provincieraad. In de volgende bespreking wordt bij elk subsidiekrediet verwezen naar artikels 1 tot en met 8 van het ontwerpbesluit dat voorligt. Het subsidiekrediet “Subsidie aan de stichting Emile Verhaeren (N)” zal dit jaar niet aangewend worden, de raming mag op nul gezet worden. In het kader van de hervorming van de subsidies is reeds in 2013 de ambitie geformuleerd om de ad nominatim subsidies zo veel als mogelijk af te bouwen en de aanvragers de weg te wijzen naar het reglement intergemeentelijke samenwerking of het reglement bovenlokale culturele projecten. Dankzij intensieve trajectbegeleiding hebben we deze doelstelling ook voor de Stichting Emile Verhaeren kunnen realiseren. (Artikel 1) Het subsidiekrediet “Subsidie aan regionaal erkende collectiebeheerders (R)/Musea”, mag verminderd worden met 100.000,00 EUR. De voorziene aanvraag regionale indeling door Karrenmuseum te Essen is minstens uitgesteld naar 2016. (Artikel 2) De voorgaande verminderingen worden integraal ingezet op de werkingskosten van dienst Erfgoed. (Artikels 3-5) en worden besteed aan: - Uitbetaling van een factuur van Keep Thinking voor realisatie van het centraal erfgoedcollectiebeheerssysteem (begroot in 2014, maar factuur is pas in maart 2015 ingediend en was niet begroot in 2015) - Verschuiving naar DMCO voor aanvullende loonkost van de personeelsleden die in het kader van het erfgoeddepotbeleid met de subsidie voor bijkomende tewerkstelling (ex-DAC-middelen) vanuit het agentschap Kunsten & Erfgoed zijn aangesteld - Project viering 50 jaar restauratie OLV-kathedraal Antwerpen Het subsidiekrediet “Intergemeentelijke samenwerking (R)” mag verminderd worden met 77.079,30 EUR. (Artikel 6) In het budget 2015 zijn bij de Dienst Bibliotheken en Kunsten, als gevolg van doorgevoerde besparingen, geen kredieten meer voorzien voor IBL (interbibliothecair leenverkeer) en voor de innovatiesubsidie bibliotheken. In beide gevallen zijn er echter nog engagementen die financiële implicaties hebben. Wat IBL betreft moet, ingevolge de nog lopende overeenkomst met de UA, nog een factuur van de UA voor licentiekosten voor Impala over 2014 betaald worden (13.257,56 EUR, te voorzien bij de werkingsmiddelen DBK). (Artikel 7) Wat de opgeheven innovatiesubsidie bibliotheken betreft, besliste de provincieraad op 29 januari 2015 als uitdoofmaatregel de rechten te behouden van enkele gemeentebesturen die nog een openstaand dossier hebben op het reglement

32


bibliotheekinnovatie door middel van zelfuitleen. In de praktijk betekent dit dat er voor 2015 een totaal subsidiebedrag van 63.821,74 EUR moet uitbetaald worden, middelen toe te voegen aan het subsidieartikel “Subsidie voor bibliotheekinnovatie door middel van zelfuitleen (R)”. (Artikel 8) Het totaal benodigd krediet van 77.079,30 EUR kan gevonden worden in het subsidiekrediet voor “intergemeentelijke samenwerking (R)” waarop, rekening houdend met de ingediende dossiers, voldoende budgettaire ruimte is. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: In het budget 2015 wordt het subsidiekrediet “Subsidie aan de stichting Emile Verhaeren (N)”, ramingsnummer 201514 0875 onder DE, verminderd met 50.000 EUR en op nul gezet. Artikel 2: In het budget 2015 wordt het subsidiekrediet “Subsidie aan regionaal erkende collectiebeheerders (R)/Musea”, ramingsnummer 201514 0867 onder DE, verminderd met 100.000,00 EUR en op 425.000,00 EUR gebracht. Artikel 3: In het budget 2015 wordt het werkingskrediet, ramingsnummers 201514 0671 onder DE, vermeerderd met 56.201,02 EUR. Artikel 4: In het budget 2015 wordt het werkingskrediet, ramingsnummer 201514 0688 onder DE, vermeerderd met 42.625,50 EUR. Artikel 5: In het budget 2015 wordt het werkingskrediet, ramingsnummer 201514 0662 onder DE, vermeerderd met 51.173,48 EUR. Artikel 6: In het budget 2015 wordt het subsidiekrediet “Intergemeentelijke samenwerking (R)”, ramingsnummer 201514 0657 onder DBK, verminderd met 77.079,30 EUR en gebracht op 364.300,70 EUR. Artikel 7: In het budget 2015 wordt het werkingskrediet, ramingsnummer 201514 0123 onder DBK, vermeerderd met 13.257,56 EUR. Artikel 8: In het budget 2015 wordt 63.821,74 EUR ingeschreven als “Subsidie voor bibliotheekinnovatie door middel van zelfuitleen (R)”, ramingsnummer 201500 0575 onder DBK. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

33


Nr. 1/2 van de agenda APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 1.511.412,92 EUR en te verwerken resultaat van 51.169,53 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 1.420.846,77 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: 51.169,53 EUR naar de reserves. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen dd. 28/05/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 provinciebedrijf Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen.

34

van

het

autonoom


De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 51.169,53 EUR verrekenen in het gecumuleerd resultaat van het vorig boekjaar van het APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/3 van de agenda APB Fotomuseum. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Fotomuseum goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Fotomuseum heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Fotomuseum. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 6.987.061,08 EUR en een te verwerken resultaat van -6.713,21 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 310.576,99 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken negatief resultaat in mindering te brengen van het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. Het APB Fotomuseum heeft naast het boekhoudkundig resultaat een gewone reserve van 323.415,75 EUR. Voorgesteld wordt het jaarresultaat af te boeken van de gewone reserves van het APB Fotomuseum. Daarnaast realiseerde het APB FM in 2014 voor 53.167,92 EUR aan investeringen. In uitvoering van het investeringsplan heeft het autonoom provinciebedrijf in 2014 ook voor 20.549,05 EUR aan kunstpatrimonium aangekocht. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015.

35


De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Fotomuseum dd. 28/05/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Fotomuseum. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Fotomuseum wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het negatief resultaat van -6.713,21 EUR wordt in mindering gebracht van het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/4 van de agenda APB ModeMuseum. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB ModeMuseum goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB ModeMuseum heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB ModeMuseum. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 5.595.578,83 EUR en te verwerken resultaat van 195.313,76 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 868.923,07 EUR.

36


De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: 195.313,76 EUR naar de reserves. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB ModeMuseum dd. 28/05/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf ModeMuseum. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf ModeMuseum wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het resultaat van 195.313,76 EUR wordt toegevoegd aan het resultaat vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/5 van de agenda APB Museum voor Edelsmeedkunst, Juwelen en Diamant. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Zilvermuseum goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Museum voor Edelsmeedkunst, Juwelen en Diamant heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015.

37


In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Zilvermuseum. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 10.664.992,86 EUR en te verwerken resultaat van -141.488,60 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 499.745,64 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken negatief resultaat in mindering te brengen van het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. Het APB Zilvermuseum heeft naast het boekhoudkundig resultaat een gewone reserve van 1.467.062,72 EUR. Daarnaast realiseerde het autonoom provinciebedrijf in 2014 voor 16.122,85 EUR aan investeringen. In uitvoering van het investeringsplan heeft het autonoom provinciebedrijf in 2014 ook voor 33.415,00 EUR aan kunstpatrimonium aangekocht. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Museum voor Edelsmeedkunst, Juwelen en Diamant dd. 28/05/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Zilvermuseum. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Zilvermuseum wordt goedgekeurd.

38


Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: afboeken van het overgedragen resultaat, -141.488,60 EUR, van de gewone reserves van APB Zilvermuseum. Deze reserve wordt gebracht op 1.325.574,12 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/6 van de agenda APB de Warande. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26/03/2008 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van APB Cultuurhuis de Warande goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Cultuurhuis de Warande heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 30/03/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Cultuurhuis de Warande. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 2.272.816,60 EUR en een te verwerken resultaat van 124.006,92EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 961.681,53 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: toevoegen aan het resultaat van de vorige boekjaren. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Cultuurhuis de Warande dd. 30/03/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening;

39


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Cultuurhuis de Warande. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Cultuurhuis de Warande wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 124.006,92 EUR wordt toegevoegd aan het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/7 van de agenda Overdracht archeologische collecties aan het provinciaal archeologisch depot. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de provincieraadzitting van 17 december 2009 keurde de raad het principe van overdracht van archeologische vondsten en collecties, afkomstig uit archeologisch onderzoek door derden binnen de provincie Antwerpen, aan het Provinciaal Archeologisch Depot goed. Tevens werd ingestemd de aangeboden collecties en archieven één maal per jaar aan de raad voor te leggen voor definitieve aanvaarding. In 2014 werden volgende collecties aangeboden en in het archeologisch depot opgenomen: Site Poederlee ‘den Regendonck’ Boechout Mussenhoevelaan Poederlee Schrieken Malle Nijverheidsstraat Laakdal Oostmolenveld Zoersel Dorp Lier Pannenhuisstraat Hallaar Hollestraat Reet Beukendreef Minderhout Hoge Weg Geel Baantveld

Periode Post-middeleeuwen Metaaltijden en middeleeuwen Middeleeuwen Metaaltijden, middeleeuwen en post-middeleeuwen Metaaltijden, middeleeuwen en post-middeleeuwen Metaaltijden en middeleeuwen Metaaltijden en post-middeleeuwen Metaaltijden en post-middeleeuwen Post-middeleeuwen Metaaltijden Middeleeuwen

Overgedragen door Heemkundige Kring ‘Norbert de Vrijter’ Matexi NV Novus NV IGEAN dienstverlening IOK Gemeente Zoersel Novus NV Danneels Projects NV Goed Wonen Rupelstreek cvba IOK IMMPACT Ontwikkeling NV

De dienst Erfgoed stelt voor de opgelijste schenkingen en overdrachten die in 2014 werden aangeboden te aanvaarden.

40


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provincieraadsbesluit van 17 december 2009; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De in 2014 aangeboden archeologische collecties worden aanvaard en in het provinciaal archeologisch depot ondergebracht. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/8 van de agenda Architectuurarchief provincie Antwerpen (APA). Overdracht van architectuurarchieven 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie ARCHITECTUURARCHIEF PROVINCIE ARCHIEVEN EN OBJECTEN - 2014

ANTWERPEN.

SCHENKINGEN

APA bouwde in 2014 zijn collectie verder uit met enkele belangrijke aanwinsten. Volgende archieven werden opgenomen in de APA-collectie: . archief Christian Kieckens . archief Marc Dubois: dossier Stichting Architectuurmuseum en affiches . archief Cis Van de Velde . archief Renaat Soetewey . archief Ring Partners Architecten . archief Vercammen (schenking Dinet) . archief Léon Stynen-Paul De Meyer . archieven Baeckelmans en Stordiau . meubelensemble woning Eduard Van Steenbergen (Schmook) Nadat Christian Kieckens (°1951) in 2012 al een deel van zijn bibliotheek aan APA had geschonken, droeg hij in 2014 ook zijn atelierarchief en enkele meubelontwerpen over aan APA. Kieckens is op vele domeinen actief. Zijn portfolio laat een grote diversiteit aan projecten zien, van architectuur, design, grafiek, interieurontwerp tot grote stedenbouwkundige voorstellen. Daarnaast zijn er de binnenlandse en buitenlandse onderwijsopdrachten, zijn studies over Italiaanse en Duitse barok, zijn rol in de Stichting Architectuurmuseum (cf. supra) en de talrijke publicaties en lezingen. Door deze grote verscheidenheid neemt hij in Vlaanderen een unieke positie in. Voor zijn volledige werk kreeg hij in 1999 de Vlaamse Cultuurprijs voor Architectuur. Begin 2016 wordt er over zijn oeuvre in deSingel een tentoonstelling georganiseerd, met als titel ‘Het huis. De mentor. Het archief’. Marc Dubois (°1950) behoorde samen met Paul Robbrecht, Hilde Daem en Christian Kieckens tot de zogenaamde Groep 74, een veelbelovende groep

41


architecten die in het midden van de jaren 1970 in Gent afstudeerde. Dubois profileerde zich tijdens de voorbije decennia vooral als architectuurcriticus, historicus en -docent. Samen met Kieckens was hij ook een van de oprichters en bezielers van de invloedrijke Stichting Architectuurmuseum (S/AM, 1983-1992). De Stichting propageerde onder meer via tentoonstellingen en publicaties de moderne binnenlandse en buitenlandse architectuur, was jarenlang het platform voor de vernieuwende Vlaamse architecten en gaf de Vlaamse architectuur ook in het buitenland bekendheid. Dankzij de schenking van Dubois’ S/AM-archief zal ook dit facet van de Vlaamse architectuurgeschiedenis gedocumenteerd worden in de APA-collectie. Het archief van architect Cis Van de Velde (1926-2013) bevat vooral tekeningen en foto’s en illustreert onder meer de ontwikkeling van de Antwerpse stadsrand. Zijn oeuvre situeert zich vooral in de woningbouw in de jaren 1950-1970. Architect Renaat Soetewey (1913-1977) speelde vanaf de jaren 1930 tot in de jaren 1960 een belangrijke rol bij de realisatie van en het onderwijs in de stedenbouw en de ruimtelijke ordening in België. Zijn archief bleef slechts gedeeltelijk bewaard. De schenking bevat enkele stedenbouwkundige studies en een interessante verzameling boeken en tijdschriften. Het archief van het architectenbureau Ring Partners Architecten – Fons Weekx (voorheen: Architectenassociatie Antwerpen, °1953) is daarentegen erg volledig en omvangrijk. De zorgvuldig samengestelde projectdossiers, de fotocollectie en de verschillende maquettes documenteren meer dan vijftig jaar architectuurpraktijk. Woningen, scholen, kantoren, kerken en restauraties nemen een belangrijke plaats in het oeuvre van het bureau. Philippe Dinet bezorgde ons de academietekeningen van vader en zoon Vercammen uit de jaren 1900-1950. De tekeningen geven een mooi beeld van de evolutie van de onderwijsopleiding aan de Antwerpse academie, van ambachtelijke technieken en antieke orden naar moderne bouwprogramma’s en nieuwe materialen. APA ontving eveneens een onverwacht rijke uitbreiding van de archieven van architecten Léon Stynen (1899-1990) en Paul De Meyer (1922-2012). In 1987 had De Meyer zelf al een groot deel van zijn archief aan APA overgedragen, begin vorig jaar schonk de weduwe het restant. Het bevat een grote hoeveelheid architectuurfoto’s van de jaren 1920-1970 en een interessante reeks bouwdossiers, onder meer van deSingel, het casino van Oostende, de kerk van Harelbeke, de Brusselse wereldtentoonstelling van 1958 en het niet gerealiseerde Museum voor Moderne Kunst in Antwerpen. Bijzonder zijn ook de archieven van de architecten Baeckelmans en Stordiau die door de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in bruikleen werden gegeven. Deze bruikleen is een bijzonder waardevolle aanvulling voor het 19de-eeuwse archievenbestand van APA. De architecten Louis (1935-1871) en François Baeckelmans (1827-1896) waren typische vertegenwoordigers van het 19de-eeuwse eclecticisme. Ze waren thuis in verschillende bouwprogramma’s, van woningen, scholen, kastelen, kerken, kloosters tot openbare gebouwen. Beeldbepalend zijn onder meer de Sint-Amanduskerk, de Sint-Janskerk, de Sint-Antoniuskerk, het Stuivenbergziekenhuis en het Gerechtshof in Antwerpen. Architect Ernest Stordiau (1855-1937) koos in zijn ontwerpen voor neorenaissance, neo-Franse stijlen en art nouveau. Ook hij was actief op diverse terreinen. Bekende ontwerpen zijn enkele woningen in de Cogels-Osylei, het kasteel Pulhof en de synagoge Shomre Hadass. De bruikleen bevat verder nog een aantal

42


tekeningen van andere architecten, waaronder Joseph Dumont (gevangenis Begijnenstraat) en Pieter Dens (feestzaal van de Harmonie). APA ontving in juni 2014 ook de eerste stukken van een meubelensemble. De meubels zijn afkomstig van de woning Schmook (Volhardingstraat in Antwerpen) en werden in de jaren 1930 ontworpen door architect Eduard Van Steenbergen (1889-1952). Ze zijn opgeslagen in de depots van Katoennatie. De resterende stukken zullen in de loop van de volgende jaren worden overgedragen. Samen met de meubelontwerpen van de (interieur)architecten Bataille-Ibens en Kieckens vormen ze de aanzet voor onze verzameling klein meubilair. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De in 2014 aangeboden architectuurarchieven en -objecten worden aanvaard en opgenomen in de collectie van het Architectuurarchief van de provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 1/9 van de agenda Budget 2015. Subsidiëring regionale erfgoedverenigingen voor hun koepelwerking. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2015 werd een bedrag van 40.000 EUR ingeschreven onder budgetcode 0729/64900000, raming 2015000560 als ‘subsidiëring regionale erfgoedverenigingen voor hun koepelwerking’. De verdeling van dit krediet moet worden voorgelegd aan de provincieraad. Het krediet is voorbehouden aan erfgoedverenigingen met zetel in de provincie Antwerpen die voor één welbepaald soort erfgoed (forten, schuttersgilden, heemkunde, varend erfgoed, molens ..) een koepelwerking hebben ten gunste van aangesloten leden in de provincie Antwerpen. De koepelvereniging heeft de keuze om te opteren voor een basissubsidie van 2.500 EUR voor de eigen werking als koepel. Als de vereniging bijkomend initiatieven ontplooit die gelijklopen met de beleidsprioriteiten van het provinciale erfgoedbeleid dan kan de werking gehonoreerd worden met een verhoging tot 10.000 EUR. De volgende drie verenigingen doen enkel beroep op een basissubsidie voor hun werking als koepel:

43


De vereniging Ruimschoots vzw is een koepel voor verenigingen in de nautische sector en heeft o.a. tot doel de publicatie te verzorgen van het gelijknamige driemaandelijkse tijdschrift, waarin informatie wordt opgenomen in verband met/of relevant voor de sector van het maritieme erfgoed. Zij bericht ook over nautische geschiedenis en tewerkstelling. Ruimschoots vzw voert promotie voor het maritieme erfgoed. Vanaf 2002 wordt de vereniging gesubsidieerd voor een bedrag van 2.480 EUR en vanaf 2006 voor een bedrag van 2.500 EUR. De optie is dat ook dit jaar de vzw Ruimschoots wordt ondersteund met een subsidie van 2.500 EUR. Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum vzw Deze vereniging ijvert sinds 1964 voor het behoud, ontsluiting en herbestemming van historische versterkingen zoals forten, omwallingen, bunkerherstellingen en andere buiten militair gebruik gestelde verdedigingswerken. Dit omwille van hun geschiedkundige en vestingbouwkundige betekenis of als natuurmonument. Vanaf 2013 ontvangen zij een subsidie van 2.500 EUR. Voorgesteld wordt om ook dit jaar het Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum vzw te subsidiëren met hetzelfde bedrag. Reuzen in Vlaanderen - Afdeling provincie Antwerpen De vzw Reuzen in Vlaanderen met zetel in Halle in de provincie Vlaams-Brabant, werd opgericht in 2010. Sindsdien werden er in Vlaanderen provinciale afdelingen opgestart, waaronder de Antwerpse afdeling die begin dit jaar werd opgericht als feitelijke vereniging. Het doel van de vereniging is het Reuzenerfgoed te bevorderen en te promoten. De provinciale afdeling organiseert een jaarlijkse Provinciale ontmoetingsdag van reuzen in de provincie en neemt deel aan de jaarlijkse federatiedag van Reuzen in Vlaanderen vzw. Vorig jaar ontvingen zij voor de eerste keer een subsidie van 2.500 EUR. Voorgesteld wordt om ook dit jaar een bedrag van 2.500 EUR te voorzien. De volgende verenigingen doen beroep op een basissubsidie en een bijkomend bedrag voor hun specifieke werking inzake erfgoedzorg: De vzw Hoge Gildenraad der Kempen is een koepelvereniging die als doel heeft het bestuderen en in stand houden van het erfgoed van de eeuwenoude schuttersgilden in de Kempen. Sinds 2008 kreeg de vzw jaarlijks een basissubsidie van 5.000 EUR en vanaf 2013 jaar werd het subsidiebedrag structureel verhoogd naar 10.000 EUR, omdat de verenging de volgende jaren zich volop inzet op inventarisatie en registratie van het bedreigde gildebezit van de aangesloten schuttersgilden op vraag van én in nauwe samenwerking met consulenten van de dienst Erfgoed. Dit project zal resulteren in een tentoonstelling over het gildenerfgoed tegen het einde van de legislatuur. Voorgesteld wordt om ook dit jaar een bedrag van 10.000 EUR te voorzien. Heemkunde Gouw Antwerpen vzw Deze koepelvereniging werd in het verleden gesubsidieerd via een ad nominatim subsidie van 10.000 EUR. Vanaf 2014 werd de subsidie voor Heemkunde Gouw Antwerpen vzw opnieuw ondergebracht in het verdeelkrediet voor koepelverenigingen. Heemkunde Gouw Antwerpen vzw heeft tot doel de aangesloten heemkringen en heemmusea te motiveren heemkunde eigentijds te benaderen door plaatselijke initiatieven op te wekken waarbij de Gouw logistieke steun kan verlenen.

44


Voorgesteld wordt om ook dit jaar een bedrag van 10.000 EUR te voorzien. Levende Molens vzw – werkgroep Kempen-Antwerpen Na de afschaffing van de provinciale draaipremie in de provincieraad van 28 november 2013 heeft de dienst Erfgoed een andere vorm van ondersteuning voor het molenerfgoed onderzocht. Over deze problematiek is overleg gepleegd met de adviseur Industrieel Erfgoed van het Agentschap Onroerend Erfgoed, met FARO (Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw) en met ETWIE (Expertisecentrum voor technisch, Wetenschappelijk en Industrieel Erfgoed). Vrij snel werd de consensus bereikt dat een oplossing ligt in enerzijds het promoten van de actieve inzet van team Monumentenwacht en anderzijds de werking van een koepelvereniging die zich inzet voor molenerfgoed te ondersteunen. Na bevraging van verschillende mogelijke kandidaat-koepelverenigingen bleek dat de vzw Levende Molens en meer specifiek hun werkgroep Kempen-Antwerpen het meeste beantwoordde aan de definitie koepelvereniging met een actieve werking voor aangesloten leden-molens in de provincie Antwerpen. Zij ontvingen vorig jaar voor de eerste keer een subsidie van 10.000 EUR en de subsidie werd gebruikt om een goede basiswerking op te starten. Naast haar basiswerking is de vzw Levende Molens – werkgroep Kempen-Antwerpen gestart met de ontwikkeling van een educatieve koffer voor scholen, de registratie op een structurele manier van het roerend molenerfgoed zoals alaam, de ontwikkeling naast de reeds bestaande molenaarsopleidingen van cursusmodules rond specifieke aan molenzorg gerelateerde ambachten (zoals houtdraaien, touwslagen, …) of opleidingen die met veiligheid te maken hebben. Levende Molens vzw zal in overleg met de provincie inzetten op een duidelijker profiel van de provinciale Molenzondagen, traditioneel de laatste zondagen van augustus en september. Voorgesteld wordt om ook dit jaar de vzw Levende Molens - werkgroep Kempen Antwerpen te ondersteunen via het krediet subsidiëring van regionale erfgoedverenigingen voor hun koepelwerking met een bedrag van 10.000 EUR. De dienst Erfgoed oordeelt dat de zes verenigingen een duidelijke koepelwerking hebben voor erfgoedzorg in de provincie Antwerpen. Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde 2015 Voorgesteld wordt om het resterende bedrag van het verdeelkrediet van 2.500 EUR aan te wenden, net zoals in 2014, voor de jaarlijkse Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde 2015. De wedstrijd is lopende en de Prijs zal na beoordeling en beraadslaging van de ingestuurde werken en na goedkeuring van de deputatie op 30 augustus 2015 tijdens de Cultuurmarkt in Antwerpen worden uitgereikt. 0729/64900000, raming 2015000560 Subsidiëring van regionale erfgoedverenigingen voor hun koepelwerking Aanwending van krediet. Op het krediet van 40.000 EUR worden volgende subsidies voorzien: 2.500 EUR voor de vzw Ruimschoots voor haar gelijknamige tijdschrift; 2.500 EUR voor de vzw Simon Stevin Vestingbouwkundig Centrum; 2.500 EUR voor Reuzen in Vlaanderen - Afdeling Provincie Antwerpen; 10.000 EUR voor de vzw Hoge Gildenraad der Kempen; 10.000 EUR voor de vzw Heemkunde Gouw Antwerpen; 10.000 EUR voor de vzw Levende Molens – werkgroep Kempen-Antwerpen; 2.500 EUR voor de Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde 2015.

45

-


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie; Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Op het krediet 0729/64900000, raming 2015000560 van het budget 2015, 40.000 EUR, worden volgende subsidies voorzien: 2.500 EUR voor de vzw Ruimschoots voor haar gelijknamige tijdschrift; 2.500 EUR voor de vzw Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum; 2.500 EUR voor Reuzen in Vlaanderen - Afdeling Provincie Antwerpen; 10.000 EUR voor de vzw Hoge Gildenraad der Kempen; 10.000 EUR voor de vzw Heemkunde Gouw Antwerpen; 10.000 EUR voor de vzw Levende Molens vzw – werkgroep Kempen-Antwerpen; 2.500 EUR voor de Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde 2015. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 1/1 tot en met 1/9 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 1/1, 1/2, 1/3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/7, 1/8 en 1/9 worden goedgekeurd met 64 stemmen ja. Nr. 1/10 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie 1. In vergadering van 27 april 2015 heeft de kathedrale kerkraad van Onze-LieveVrouw te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2014 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 12 mei 2015 ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen. 2. De rekening 2014 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf goedgekeurde budget 2014 en van de goedgekeurde budgetwijziging 2014. a. Het oorspronkelijk budget 2014 voorzag een geraamd overschot van 168.136,13 EUR op het exploitatiebudget en een geraamd overschot van

46


145.192,11 EUR op het investeringsbudget en derhalve geen toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie noch voor de investeringen. In vergadering van 7 november 2013 heeft uw raad akte genomen van voormeld budget 2014, dat sluit zonder tekort (met een geraamd totaal overschot van 313.328,24 EUR), zodat er geen provinciesubsidie diende uitbetaald te worden. b. In de budgetwijziging 2014 sluit het exploitatiebudget 2014 af met een geraamd overschot van 10.100,00 EUR en het investeringsbudget 2014 sluit af met een geraamd overschot van 210.400,00 EUR. In vergadering van 13 november 2014 heeft uw raad akte genomen van voormelde budgetwijziging 2014, die sluit zonder tekort (met een geraamd totaal overschot van 220.400,00 EUR) zodat er geen provinciesubsidie diende uitbetaald te worden. 3. De rekening 2014 sluit af met een totaal exploitatieontvangsten van 2.048.129,32 EUR en met een totaal exploitatie-uitgaven van 1.621.346,06 EUR of met een overschot van 426.783,26 EUR. Na overboeking van 400.000,00 EUR naar de investeringsontvangsten sluit de rekening 2014 met een exploitatieoverschot van 26.783,26 EUR (eigen financieel boekjaar), waarbij nog het exploitatieoverschot van 137.814,85 EUR (rekening 2013 – exploitatie) dient gevoegd te worden, zodat het totale exploitatieoverschot 164.598,11 EUR bedraagt. De rekening 2014 sluit af met een totaal investeringsontvangsten van 247.973,06 EUR en met een totaal investeringsuitgaven van 94.069,17 EUR of met een investeringsoverschot van 153.903,89 EUR. Na overboeking van de 400.000,00 EUR (van de exploitatieontvangsten naar de investeringsontvangsten) sluit de rekening 2014 met een investeringsoverschot van 553.903,89 EUR (eigen financieel boekjaar), waarbij nog het investeringsoverschot van 503.137,72 EUR (rekening 2013 – investeringen) dient gevoegd te worden, zodat het totale investeringsoverschot 1.057.041,61 EUR bedraagt. 4. In de toelichting bij de jaarrekening over 2014 deelt de kathedrale kerkraad mede dat: - bij de exploitatie: de inkomsten/opbrengsten in de lijn liggen van het budget en dat de uitgaven/kosten goed onder controle werden gehouden. - bij de investeringen: de belangrijkste investeringen in 2014 betroffen een aantal vernieuwingen op vlak van IT: nieuwe computers voor de medewerkers, een nieuwe beamerinstallatie en een nieuwe kassa. - er in 2014 geen interne kredietaanpassingen werden doorgevoerd. Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2014 van de kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. Eén exemplaar van de rekening 2014, van het budget 2014 en van de budgetwijziging 2014 liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 28 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de rekening over het dienstjaar 2014 van de kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op 12 mei 2015;

47


Gelet op de artikelen 55 en 78 van het decreet van 7 mei 2014 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; Gelet op het verslag van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2014 van de kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen, met als totaal overschot 1.221.639,72 EUR, namelijk 164.598,11 EUR als exploitatieoverschot en 1.057.041,61 EUR als investeringsoverschot. Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2014 van de kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundigtechnische opmerkingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd; 3 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 61 stemmen ja, bij 3 onthoudingen. Nr. 1/11 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie 1. In vergadering van 31 maart 2015 heeft de Grieks-orthodoxe kerkfabriekraad van Maria Boodschap te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2014 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 21 april 2015 ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen. 2. De rekening 2014 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf goedgekeurde budget 2014. Het budget 2014 voorzag enkel exploitatie-uitgaven en geen investeringsuitgaven. De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 18.040,00 EUR. De totale exploitatieontvangsten werden geraamd op 4.850,00 EUR (geldinzameling, stortingen, giften) – 2.836,27 EUR (gecorrigeerd overschot 2012). De provinciesubsidie werd geraamd op 15.526,27 EUR. 3. In vergadering van 26 juni 2014 heeft uw raad akte genomen van het budget 2014.

48


4. De provinciesubsidie ten bedrage van 15.526,27 EUR (exploitatie) werd uitbetaald begin september 2014. 5. De rekening 2014 bevat als uitgaventotaal op de exploitatie 16.599,91 EUR en als ontvangstentotaal 20.275,63 EUR, met een batig saldo van 3.675,72 EUR. Dit batig saldo zal als ontvangst ingeboekt worden in het exploitatiebudget 2015. Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2014 van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. Eén exemplaar van de rekening 2014 en van het budget 2014 liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 28 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de rekening over het dienstjaar 2014 van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op 21 april 2015; Gelet op de artikels 55 en 229 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; Gelet op het verslag van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2014 van de Grieksorthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen met voor de exploitatie: als som van de ontvangsten: 20.275,63 EUR als som van de uitgaven: 16.599,91 EUR _______________ met een batig saldo van: 3.675,72 EUR. Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2014 van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 62 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 60 stemmen ja, bij 2 onthoudingen.

49


Nr. 1/12 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie 1. In vergadering van 28 maart 2015 heeft het comité van de islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2014 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 7 april 2015 ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen. 2. De rekening 2014 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf goedgekeurde budget 2014. Het budget 2014 voorzag geen investeringsontvangsten noch investeringsuitgaven. De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 23.400,00 EUR. De totale exploitatie-ontvangsten werden geraamd op 23.400,00 EUR, waarvan: - geldinzameling, stortingen, giften: 5.500,00 EUR; - provinciesubsidie: 17.900,00 EUR. 3. In vergadering van 26 juni 2014 heeft uw raad akte genomen van voormeld budget 2014. 4. De provinciesubsidie ten bedrage van 17.900,00 EUR werd uitbetaald begin september 2014. 5. De rekening 2014 bevat als uitgaventotaal op de exploitatie 38.264,96 EUR en als ontvangstentotaal 43.207,52 EUR, met een batig saldo van 4.942,56 EUR. Dit batig saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het exploitatiebudget 2015. Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. Eén exemplaar van de rekening 2014 en van het budget 2014 liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 28 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa te Antwerpen, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op 7 april 2015; Gelet op de artikels 55 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

50


Gelet op het verslag van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa te Antwerpen met voor de exploitatie: als som van de ontvangsten: 43.207,52 EUR als som van de uitgaven: 38.264,96 EUR ________________ met een batig saldo van: 4.942,56 EUR. Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Attaqwa te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 63 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben nee gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en 2 onthoudingen. Nr. 1/13 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur). Rekening 2014. Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie 1. In vergadering van 26 april 2015 heeft het comité van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2014 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 12 mei 2015 ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen. 2. De rekening 2014 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf goedgekeurde budget 2014. a. Het budget 2014 voorzag geen investeringsuitgaven, noch investeringsontvangsten. De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 30.300,00 EUR. De totale exploitatieontvangsten werden geraamd op 30.300,00 EUR, waarvan: - geldinzameling gelovigen: 10.000,00 EUR; - provincietoelage: 20.300,00 EUR. b. In vergadering van 25 september 2014 heeft uw raad akte genomen van het budget 2014.

51


c. De provinciesubsidie ten bedrage van 20.300,00 EUR werd uitbetaald op begin december 2014. 3. De rekening 2014 bevat als uitgaventotaal 31.459,82 EUR en als ontvangstentotaal 31.647,80 EUR met bijgevolg een batig saldo van 187,98 EUR. Dit batig saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het exploitatiebudget 2015. Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. Eén exemplaar van de rekening 2014 en één exemplaar van het budget 2014 liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 28 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op 12 mei 2015; Gelet op de artikels 55 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; Gelet op het verslag van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen met: als som van de ontvangsten: 31.647,80 EUR als som van de uitgaven: 31.459,82 EUR __________________ met een batig saldo van: 187,98 EUR. Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben nee gestemd; 3 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en 3 onthoudingen.

52


Nr. 1/14 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif. Rekening 2014. Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie 1. In vergadering van 24 april 2015 heeft het comité van de islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2014 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 29 april 2015 ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen. 2. De rekening 2014 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf goedgekeurde budget 2014. a. Het budget 2014 voorzag geen investeringsuitgaven, noch investeringsontvangsten. De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 27.929,00 EUR. De totale exploitatieontvangsten werden geraamd op 10.000,00 EUR (geldinzameling, stortingen, giften) – 1.389,82 EUR (gecorrigeerd overschot 2012). De provinciesubsidie werd geraamd op 19.318,82 EUR. b. In vergadering van 26 juni 2014 heeft uw raad akte genomen van het budget 2014. c. De provinciesubsidie ten bedrage van 19.318,82 EUR werd uitbetaald begin september 2014. 3. De rekening 2014 bevat als uitgaventotaal 24.504,14 EUR en als ontvangstentotaal 24.536,77 EUR met bijgevolg een batig saldo van 32,63 EUR. Dit batig saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het exploitatiebudget 2015. Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. Eén exemplaar van de rekening 2014 en één exemplaar van het budget 2014 liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 28 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de rekening over het dienstjaar 2014 geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen, provinciebestuur van Antwerpen op 29 april 2015;

van de islamitische ingekomen op het

Gelet op de artikels 55 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; Gelet op het verslag van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen met:

53


als som van de ontvangsten: 24.536,77 EUR als som van de uitgaven: 24.504,14 EUR ___________________ met een batig saldo van: 32,63 EUR. Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 56 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben nee gestemd; 3 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en 3 onthoudingen.

54


2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales Nr. 2/1 van de agenda Ruimtelijke ordening. Opheffing verordening op den provincialen technischen dienst (1928) en provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen (1955). Goedkeuring. Verslag van de deputatie Motivering opheffing “verordening op den provincialen technischen dienst” 1.1.

Inhoud verordening, context en wijzigingen

Op 12 april 1928 werd de “verordening op de provincialen technischen dienst (waterloopen, wegenis – en gezondheidswerken)” door de provincieraad vastgesteld, en op 3 september 1928 goedgekeurd door de Minister van Landbouw; Deze verordening kwam tot stand in toepassing van artikel 30, 38 en 39 van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841; Artikel 30 van de wet op de buurtwegen voorziet (nog steeds) dat wegcommissarissen bij provinciale verordening kunnen aangesteld worden en hun eed afleggen voor de vrederechter van hun woonplaats; Overeenkomstig artikel 37 van de wet op de buurtwegen zullen provinciale verordeningen voorzien in de maatregelen die noodzakelijk zijn ten einde de afpaling van buurtwegen en de vergelijking van plannen (atlas van buurtwegen) te verzekeren. Een dergelijke verordening zal, volgens artikel 38 van de wet, in elk kanton de aanstelling van werkopzichters kunnen voorschrijven en zal er de benoemingswijze, schorsing of ontslag van werkopzichters en wegcommissarissen worden geregeld; Volgens artikel 39 dienen de deputatie van de provincieraad overgaan tot herziening van de bestaande verordeningen, welke verordeningen “voorlopig zijn” en door de provincieraad ten laatste de tweede gewone zitting “na de afkondiging van deze wet” moeten worden herzien. Een dergelijke verordening is volgens artikel 39, laatste lid slechts uitvoerbaar na door de Koning te zijn goedgekeurd. Met toepassing van artikel 6, §1, X, 1/, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen heeft nu de gewestregering die bevoegdheid; Ingevolge de algemene delegatie van de Vlaamse Regering aan haar leden is een individuele minister bevoegd. De oorspronkelijke verordening bevatte volgende opdeling: KAPITTEL I. DE DIENST EN ZIJN AGENTEN §1 De dienst in ’t algemeen en zijn agenten (artikel 1) §2 benoemingen – ontslagingen – eervolle ontslagingen – voorwaarden en vereischten – Regeling (artikel 2 – 4) §3 Tuchtmaatregelen (artikel 5) §4 Ontzeggingen (artikel 6) §5 Bezoldiging (artikel 7) §6 Bevoegdheidsomschrijving (artikel 8 – 15)

55


§7

Beroepsdiscretie (artikel 15)

KAPITTEL II. DE BUURTWEGEN §1 Benaming – Indeeling – Wegeniswet (artikel 17) §2 Onderhoud der buurtwegen en middelen om er in te voorzien (artikel 20 – 23) §3 Uitvoering der werken (artikel 24 – 29) §4 Beplantingen (artikel 30-31) §5 Bouwen en uitgraven langsheen buurtwegen (artikel 32 -33) §6 Algemeene verordeningen (artikel 34-35) §7 Toezicht en politie (artikel 36-37) KAPITTEL III. DE WATERLOOPEN §1 Benaming (artikel 38) §2 Ruimings – onderhouds –en herstellingswerken (artikel 39 – 48) §3 Bouwen of planten langsheen of op een waterloop (artikel 49-56) §4 Gebeurlijk beroep tegen de beslissing der Bestendige Deputatie (artikel 57) §5 Vuile waters – Tappingen (artikel 58-59) §6 Algemeene verordeningen (artikel 60-62) §7 Toezicht en politie – Overtredingen en verantwoordelijkheid (artikel 63-66) §8 Buitengewone ruimings -, verbeterings – en rechtmakingswerken – Onkosten – Belastingsrecht (artikel 67 – 69) KAPITTEL IV. BIJZONDERE SCHIKKINGEN (artikel 70-72). De verordening op den provincialen dienst van 1928 werd voor wat de bepalingen inzake waterlopen betreft, vervangen door het provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 28 oktober 1954 en goedgekeurd op 27 mei 1955, welk reglement tevens de artikelen 8, 9, 11 en 13 van de verordening ophief voor zover deze artikelen betrekking hebben op waterlopen. 1.2.

Motivering opheffing

De “verordening op de provincialen technischen dienst (waterloopen, wegenis – en gezondheidswerken)” van 1928 is niet in overeenstemming met het hedendaags taalgebruik en de huidige juridische en maatschappelijke context. De bepalingen ervan zijn verouderd en op meerdere vlakken achterhaald. De wetgeving op de buurtwegen, nog steeds gedirigeerd door de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, werd aan de hand van het decreet van 4 april 2014 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond – en pandendecreet, ingrijpend gewijzigd wat hoofdstuk III, de “opening, afschaffing, wijziging en verlegging van buurtwegen” betreft. De wijziging aan de buurtwegen beoogt daarmee vereenvoudiging en duidelijkheid (Parl.St. Vl.Parl. 2013-14, stuk 2371, nr. 3, p. 19). Telkens zal voor de opening, wijziging en verlegging van een buurtweg een rooilijnplan moeten worden opgesteld, dat wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Die uniformiteit maakt een einde aan de vaak juridische onzekerheid die er bestond omtrent de verplichting van het vooraf opstellen en goedkeuren van een rooilijnplan als gevolg van de voorheen bestaande

56


terminologie. De Koning (d.i. Vlaamse Regering en bij delegatie Vlaamse minister ruimtelijke ordening) moet het rooilijnplan dus niet meer goedkeuren; De goedkeuringsbevoegdheid van deputatie wordt behouden, maar een beslissingstermijn van 90 dagen na ontvangst van de beraadslaging van de gemeenteraad wordt opgelegd. Het zwaargewicht van de buurtwegenprocedure komt daarbij bij de gemeenteraad te liggen, ondanks de deputatie nog steeds beslissingsrecht heeft. De organisatie van het openbaar onderzoek wordt door de Vlaamse Regering geregeld in het Besluit van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen. Tevens worden in het Besluit van 20 juni 2014 de minimale vereisten inzake dossiersamenstelling1geregeld. Ondanks voormelde wijziging die een vereenvoudiging van de wetgeving beoogde, regent het bij de dienst stedenbouwkundige beroepen van het departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit die buurtwegendossiers behandelt, bezwaren van zowel gemeenten, professionelen als particulieren die de regeling omtrent buurtwegen nodeloos gecompliceerd vinden en niet meer vinden passen in de tijdsgeest van toenemende autonomie en beslissingsbevoegdheid van gemeenten. Dat ongenoegen wordt deels verklaard door het gegeven dat de regeling in de decennia voorafgaand aan het wijzigingsdecreet niet dezelfde verscherpte aandacht kreeg in rechtspraak, rechtsleer en in de praktijk, alsook het gegeven dat de provincie behoudens voor buurtwegen geen beslissingsbevoegdheid meer voor (gemeente)wegen heeft. Uit vaststaande rechtspraak van de Raad van State volgt tevens dat over de verlegging, wijziging en/of afschaffing van een buurtweg moet zijn beslist alvorens over een verkavelingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning kan worden beslist. Indien een vergunningsaanvraag vb. het afschaffen van een buurtweg tot gevolg heeft en de procedure van de wet op de buurtwegen niet werd gevolgd, moet een vergunningsaanvraag worden geweigerd omdat die aanvraag strijdig is met ‘direct werkende normen’ in de zin van artikel 4.3.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (o.a. RvVB, nr. A/2012/0537, 19 december 2012, gemeente Kapelle-opden-Bos). De “verordening op den provincialen technischen dienst” werd minstens de laatste decennia – hoewel theoretisch in voege – nauwelijks tot niet toegepast door gemeenten en particulieren, zodat de toepasselijkheid van de verordening voor gemeenten en particulieren – voornamelijk bij opmaak van een rooilijnplan of motivering van een bepaald voorstel tot afschaffing, verlegging of wijziging van een buurtweg, voor verwarring zorgt en gemeenten en particulieren vaak een gevoel van bijkomende belasting bezorgt. Een stedenbouwkundige – of

1

Niet met zoveel woorden.

57


verkavelingsvergunning zal immers theoretisch genomen in overeenstemming met een provinciale verordening moeten zijn.2 “Den provincialen technischen dienst” bestaat al lang niet meer onder die benaming. De “dienst der wegenis”, “der niet bevaar – noch bevlotbare waterloopen” en “der gezondheidswerken” al evenmin, en er werd tot dusver niemand gevonden die zich het bestaan en de werking van een “korps van provinciale agenten” met onder meer “pikeurs”, “dactylografen”, “kasseiërs” en “brugwachters” kan herinneren. De gedetailleerde regeling inzake benoeming, ontslag, tucht e.a. is bijgevolg volstrekt overbodig. Wegcommissarissen en werkopzichters de baan opsturen in uitvoering van een provinciale verordening is overeenkomstig artikel 30 en 38 van de wet op de buurtwegen een theoretische mogelijkheid, maar geen verplichting. Echter werd van die mogelijkheid – hoewel de theorie er was – in een ruim recent verleden geen gebruik gemaakt, zodat geen reden bestaat die bepalingen te vervangen in plaats van op te heffen. Qua handhaving dient vastgesteld dat de provincie – indien zij de genoemde wegcommissarissen niet aanduidt – niet zelf kan toezien op de naleving van een eventuele provinciale verordening. Ook in het kader van ruimtelijke ordening heeft de provincie niet de bevoegdheid te handhaven. Het lijkt daarom in de juridische en maatschappelijke tijdsgeest passend om wat buurtwegen betreft niet strenger regelgevend op te treden dan de minimale vereisten die de buurtwegenwet daaromtrent voorziet; Het begrip “buurtwegen” wordt in de verordening van 1928 (artikel 17) veel ruimer opgevat dan vandaag in de rechtsleer en rechtspraak wordt aangenomen. De verordening omschrijft als “buurtweg” buurtsteenwegen van groot verkeer, buurtsteenwegen van klein verkeer, verbeterde landbouwwegen en aardwegen. Een echte definitie van een “buurtweg” bestaat niet, maar in de rechtsleer bestaat eensgezindheid dat een “buurtweg” te onderscheiden is van de autosnelwegen, de gewestwegen, de (vroegere) provinciewegen en de ‘gewone’ gemeentewegen 3, hoewel buurtwegen omgekeerd wel onder de categorie ‘gemeentewegen’ ressorteren (R.v.St. nr. 197.642, 6 november 2009, Wolfs; R.v.St. nr. 211.456, 23 februari 2011, Bakelants) Een buurtweg betreft een weg die ofwel 1) in de periode 1843-1845 werd erkend en zijn opgenomen in gemeentelijke plannen, de zgn. ‘Atlassen der buurtwegen’ (artikel 1 ev. Wet op de buurtwegen van 10 april 1841),2) de wegen die zijn erkend als buurtweg na 1845 en die niet werden opgenomen in de bestaande Atlassen der buurtwegen maar zich bevinden in afzonderlijke plannen, en 3) de wegen die zijn aangelegd met toepassing van de procedure opgenomen in artikel 27 – 28 Wet op de buurtwegen.4 Ook “voetwegen” die zijn aangeduid in de Atlas der buurtwegen zijn buurtwegen.

2

F. VAN DIEVOET, “De buurtweg en de ruimtelijke ordening in Vlaanderen”, CDPK 2011, nr. 2, 212. F. VAN DIEVOET, l.c., CDPK 2011, nr. 2, 203 ev. 4 F. VAN DIEVOET, l.c., CDPK 2011, nr. 2, 203 ev; J. DE STAERCKE, Wegenrecht, Brugge, Die Keure, 2007, 296 ev. 3

58


Een ‘erkenning’ als buurtweg dan wel aanleg van een buurtweg conform de procedure vastgelegd in artikel 27 ev. Wet op de buurtwegen is bijgevolg essentieel. Niet alle landelijke wegen zijn bijgevolg buurtwegen. Op dergelijke rurale wegen is bijvoorbeeld mogelijk dat de gemeente ze heeft verworven door verkrijgende verjaring, of dat er een erfdienstbaarheid van openbare overgang op is gevestigd.5Ook 30-jarig gebruik van een lokale weg maakt van die weg nog een buurtweg. Het toepassingsgebied van de verordening is bijgevolg ruimer dan de bevoegdheid die de provincie vandaag op vlak van wegen heeft. Rekening houdend met de hedendaagse visie op de taakverdeling tussen de provincie, de gemeentebesturen en de aangelanden, kan aangenomen worden dat zowel de onderhoudsplicht van de buurtwegen als het toezicht op de onrechtmatige innemingen, belemmeringen en nalatigheid van onderhoud zoveel mogelijk wordt overgelaten aan de gemeenten en de burgers. Aangezien buurtwegen gemeentewegen betreffen, dient de gemeente overeenkomstig artikel 13 van de Wet op de buurtwegen in te staan voor het onderhoud van buurtwegen. Buurtwegen betreffen in vele gevallen bovendien gemeentewegen 6, die de gemeenteraad als wegbeheerder verplicht is te onderhouden en vrij te houden van hindernissen. Volgens artikel 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 19887 hebben de gemeenten tot taak te voorzien in een goede politie, met name te voorzien in de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. In dat kader worden gemeenten toevertrouwd met alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen en de reiniging en opruiming van hindernissen. In de rechtsleer wordt aangenomen dat artikel 22 van de wet op de buurtwegen dat voorziet dat de provincie een “dwangtoezicht” kan uitoefenen op de gemeente indien die zich tracht te onttrekken aan haar verplichtingen tot onderhoud en verbetering van een buurtweg, gelet het subsidiariteitsbeginsel, beperkend moet worden uitgelegd.8 Dat subsidiariteitsbeginsel impliceert dat beslissingen genomen worden op het meest geschikte niveau en een overheid op een hoger niveau slechts optreedt voor zover de doelstellingen van het optreden niet voldoende door het lager niveau kunnen worden verwezenlijkt. Artikel 22 behoeft overigens geen nadere uitwerking in een provinciale verordening. De bepalingen inzake de verdeling van onderhoudskosten voor buurtwegen (artikel 14 van de wet op de buurtwegen voorziet bv. dat een provinciale verordening moet vaststellen hoe de steden in de uitgaven moeten bijdragen) zijn 5

F. VAN DIEVOET, l.c., CDPK 2011, nr. 2, 205 ev. RvS, nr. 211.456, 23 februari 2011, Bakelants e.a. 7 Dat artikel werd niet opgeheven door het gemeentedecreet van 15 juli 2005. 8 A. MAST, J. DUJARDIN, J. VANDE LANOTTE en M. VAN DAMME, Overzicht van het Belgisch Administratief Recht, Mechelen, Kluwer, 2006, 106. 6

59


archaïsch opgevat, derwijze dat een afstemming op die bepalingen aan de hand van een provinciale verordening niet mogelijk of zinvol is.9 Onder meer wordt gesproken van “3 frank directe belastingen”, een “prestatie van twee dagen werken ten laste van elk paard, last -, trek- of rijdier” (…) (artikel 14), de prijs van het dagloon dat moet worden begroot overeenkomstig een wet van 1791 e.a. Ook de jaarlijkse begroting van de waarde van de dagprestatie der gruiskarren, karren of andere bespannen rijtuigen, paarden, en last – en trekdieren waarmee de deputatie volgens de buurtwegenwet belast is, behoeft actualisatie. Het is dan ook voorzienbaar dat deze bepalingen in de nabije toekomst zullen worden opgeheven en/of vervangen, zodat het niet zinvol is dat de provincieraad in afwezigheid van een geactualiseerde regelgeving daaromtrent, een aanvullende regeling uitvaardigt. Over de “uitvoering van werken” voorziet de wet op de buurtwegen niet dat een provinciale verordening daaromtrent bepalingen moet bevatten. De aanleg/verbreding/wijziging van tracé van een nieuwe wegenis zal in vele gevallen onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunningsplicht, zodat een concreet ontwerp van wegenis nog aan een afzonderlijk oordeel op vlak van verenigbaarheid met doelstellingen inzake water, goede ruimtelijke ordening, alsook eventuele stedenbouwkundige voorschriften kan worden onderwerpen. De “uitvoering van werken” behoeft derhalve geen concrete uitwerking in een provinciale verordening omtrent buurtwegen. Het behoud van een dergelijke regeling specifiek voor “buurtwegen” kan verwarring scheppen t.o.v. (andere) gemeentewegen waaromtrent de gemeenteraad in een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening stedenbouwkundige voorschriften kan opnemen 10 Omtrent beplantingen, in de verordening geregeld in artikel 30 – 31, bevat het Veldwetboek (artikelen 29 tot 35) reeds bepalingen omtrent de afsluiting van eigendommen en de afstand van beplantingen. Buurtwegen met een private zate zijn eveneens openbare wegen, waarover gebruikers een recht van overgang hebben. Het verbod binnen de rooilijn van een buurtweg te bouwen wordt in het kader van stedenbouwkundige vergunningen eveneens geregeld door artikel 4.3.8 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dat bepaalt dat geen stedenbouwkundige vergunning kan worden verleend voor het bouwen of herbouwen van een constructie op een stuk grond dat door een rooilijn is getroffen, of voor verbouwings – en uitbreidingswerken aan een door een rooilijn getroffen constructie.

9

O.a. J. DE STAERCKE, Wegenrecht, Algemene rechtsbibliotheek nr. 13, Die Keure, 2006, 307. Artikel 2.3.1, eerste lid, 3° Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet dat in een verordening onder meer de instandhouding, gezondheid, de veiligheid, de bruikbaarheid en de schoonheid van de wegen, de toegangen en de omgeving ervan, evenals het ruimtelijk waarborgen van adequate mobiliteit kan worden geregeld. 10

60


Ook voor constructies vrijgesteld van vergunning geldt dat een buurtweg een openbare weg betreft, waarop geen constructies kunnen worden opgericht die het gebruik door het publiek belemmeren. Er is bijgevolg, gelet op het subsidiariteitsbeginsel en gewijzigde maatschappelijke en juridische context zoals hierboven geschetst, geen reden om de “verordening op den Technischen Dienst” in huidige vorm te behouden, noch is aangewezen de bepalingen van de verordening te herzien, dat minstens zo lang de wetgeving op de buurtwegen – die op meerdere vlakken nog actualisatie behoeft – niet zelf geactualiseerd wordt. De niet - opname van bijkomende verplichtende bepalingen staat er niet aan in de weg dat de provincie de gemeenten, professionelen en aangelanden op algemene en specifieke wijze kan informeren over onder meer de stand van zaken van de wetgeving en rechtspraak, alsook de vereisten inzake dossiersamenstelling van een dossier omtrent de erkenning alsook opening, wijziging, verlegging en/of afschaffing van een buurtweg. 2. Motivering opheffing waterlopen

provinciaal

reglement

op

de

onbevaarbare

De dienst Integraal Waterbeleid verwijst naar het provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen, zoals vastgesteld in zitting van de provincieraad van 28 oktober 1954. De bepalingen van het provinciale reglement van 1954 op de onbevaarbare waterlopen zijn verouderd en op meerdere vlakken achterhaald. Zo verwijst het reglement nog naar de wetten van 7 mei 1877, 15 maart 1950 en 16 februari 1954, terwijl deze wetten intussen werden opgeheven en vervangen door de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967. De bepalingen van het reglement zijn bovendien niet meer in overeenstemming met de huidige reglementering. Het reglement verwijst bijvoorbeeld naar de intussen niet meer bestaande ‘Provinciale Technische Dienst’ en de toenmalige bevoegdheid van het Ministerie van Landbouw. Verder zijn de taken en verantwoordelijkheden van de provincie en de gemeenten op heden grondig gewijzigd, en dit voornamelijk na doorbraak 63 in het kader van de interne staatshervorming. Ook de bepalingen inzake ruimingswerken zijn achterhaald en op meerdere vlakken in strijd met het decreet integraal waterbeleid en de recent voorgestelde code van goede natuurpraktijk voor het beheer van waterlopen. Tot slot dient te worden opgemerkt dat de provinciale reglementen destijds verkeerdelijk door de minister van Binnenlandse Zaken werd goedgekeurd in plaats van bij koninklijk besluit door de regering (thans besluit Vlaamse regering). Op grond van artikel 23, §2 van de wet van 28 december 1967 behoeven de provinciale reglementen echter voor hun tenuitvoerlegging de goedkeuring van de Vlaamse Regering. Bijgevolg kan de afdwingbaarheid van de provinciale reglementen in vraag worden gesteld. Met oog op meer transparantie en duidelijkheid, stelt de dienst Integraal waterbeleid bijgevolg voor om het provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen van 28 oktober 1954 af te schaffen.

61


De dienst Integraal Waterbeleid verwijst verder naar het ‘provinciaal reglement betreffende de waterlopen waarop de wetten op de onbevaarbare waterlopen niet van toepassing zijn’, zoals vastgesteld in zitting van de provincieraad van 27 oktober 1955, en adviseert om dit reglement voorlopig te behouden. Op grond van artikel 23 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen is de afschaffing van het regelement van 1955 momenteel niet mogelijk. Dit artikel bepaalt immers dat de provinciale raden ertoe verplicht zijn in een reglement bepaalde regels vast te stellen betreffende de waterlopen die niet onder de gelding vallen van de wet. In het kader van de aanpassing van de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen zal bekeken worden hoe en op welk niveau een eventuele opheffing van de provinciale reglementen inzake de niet-geklasseerde waterlopen ondervangen kan worden. Onder coördinatie van de afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaams Milieumaatschappij buigt een werkgroep met de belangrijkste waterloopbeheerders zich over een grondig hertekening van de wet van 1967. Bij de eerste besprekingen is al gebleken dat er weinig redenen zijn om het systeem van provinciale reglementen te behouden. Binnen de schoot van de VVP hebben de gedeputeerden voor waterbeleid van de verschillende provincies al aangegeven achter een afbouw te staan van de provinciale reglementen. De provincieraad van Antwerpen, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: De provincieraad beslist de “verordening op de provincialen technischen dienst (waterloopen, wegenis – en gezondheidswerken)” door de provincieraad vastgesteld op 12 april 1928 en op 3 september 1928 goedgekeurd door de Minister van Landbouw, op te heffen; Artikel 2: De provincieraad beslist het reglement op de onbevaarbare waterlopen, zoals door de provincieraad vastgesteld op 28 oktober 1954 en vervolgens op 27 mei 1955 door de Minister van Binnenlandse Zaken goedgekeurd, op te heffen; VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, Het is goed dat de provincie moderniseert en zich aan de geest van de tijd aanpast. Maar ik moet er toch even op wijzen dat ik een paar jaar geleden nog, in de toenmalige krochten onder het provinciehuis in het archief, een reglement gevonden heb van november 1891, wat volgens mij ook nog niet is opgesplitst, of ten minste verworpen door deze raad. Het is een reglement waarin onder andere bepaald wordt dat wanneer men zich met de wagen op de openbare weg, en meer specifiek de provinciewegen, begeeft men bij dag moet voorafgegaan worden door een vaandeldrager, en bij mist een trompet dient te gebruiken om de voorbijgangers te attenderen op het dreigende gevaar van het automobielgebruik.

62


VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Wij gaan dat onmiddellijk opsnorren natuurlijk. En ik neem aan dat u voor vaandels ook kan zorgen. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Collega’s, zoals u allemaal weet is het domein provinciewegen overgedragen naar een andere instelling. Als we dan de discussie van de gouverneur volgen, zullen we hier in deze raad er niets kunnen aan doen, maar zullen we op collega’s moeten rekenen om dat af te schaffen. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 65 stemmen ja.

63


3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 3/1 tot en met 3/5 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 3/1 van de agenda Budget 2015. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In bijgaand verslag wordt gevraagd in te stemmen met aanwending van het verdeelkrediet met als omschrijving ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’. Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid 

Project stimuleren duurzame acties op bedrijventerreinen (deelbudget 100.000 EUR)

De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen stelt zich als doel om de kwaliteit en duurzaamheid van bedrijventerreinen te stimuleren en te verhogen. Daarom lanceerde POM Antwerpen in 2008 een project waarbij financiële ondersteuning wordt geboden aan samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, die concrete initiatieven nemen in het kader van ‘duurzame bedrijventerreinen’. Verenigingen of groeperingen van ten minste vijf bedrijven, die gevestigd zijn op een bedrijventerrein in de provincie Antwerpen, konden in het kader van dit project een voorstel indienen. Dit project toont aan dat bedrijven en lokale overheden ook duidelijk de meerwaarde van onderlinge samenwerking inzien. Het project ‘duurzame acties’ werkt in vele gevallen als een katalysator. De financiële steun die POM Antwerpen nu biedt, vormt voor bedrijven zeker een aanzet om de geplande samenwerking daadwerkelijk op te starten en/of verder uit te bouwen. Gelet op het succes van de duurzame acties op bedrijventerreinen heeft POM Antwerpen eind mei 2014 een nieuwe projectoproep gelanceerd aan de verenigingen van bedrijventerreinen en de 70 gemeentebesturen van de provincie Antwerpen. In totaal werden 13 subsidieaanvragen ontvangen binnen deze projectoproep. Alle ingediende projectaanvragen werden beoordeeld door POM Antwerpen en DEIS op basis van criteria vermeld in het subsidiereglement. Het Directiecomité van POM Antwerpen selecteerde uit de 13 subsidieaanvragen 12 projectaanvragen die zij financieel wil ondersteunen. De totale kost van deze projectoproep bedraagt 198.500 EUR. Voor de financiële ondersteuning van de projectoproep werd reeds een bedrag van 100.000 EUR uitgetrokken op het budget 2014 ten behoeve van POM Antwerpen. Gelet op het totaalbedrag van de projectoproep wordt voorgesteld om het resterende bedrag van 100.000 EUR (98.500 EUR als totaalbedrag van de geselecteerde subsidieaanvragen en 1.500 EUR als projectkost van POM Antwerpen) te voorzien op het budget 2015.

64


POM Antwerpen keert medio 2015 aan de geselecteerden een voorschot uit van maximum 50%. De uitkering van de saldi aan de geselecteerden zal worden gefinancierd vanuit dit toegekende bedrag op het budget 2015.  Studie energieclustering en centrale CO2-benutting in glastuinbouwclusters in de provincie Antwerpen (deelbudget 100.000 EUR) In de beleidsbrief ‘Economie en Internationale Samenwerking 2014-2018’ krijgt het energievraagstuk een prominente plaats. Energiekosten bepalen namelijk steeds meer de economische slagkracht van bedrijven en van onze regio. In de beleidsbrief wordt de provinciale ambitie geformuleerd om “rond energievoorziening en –gebruik de randvoorwaarden voor de bedrijven te verbeteren, waarbij het verduurzamen van de energieproductie wordt gekoppeld aan de het verminderen van de energiekost”. Om deze ambitie vorm te geven wordt in de komende jaren een triple-helix-samenwerking gezocht met kennisinstellingen, steden en gemeenten, de intercommunales en het bedrijfsleven. Vanuit de dienst Economie en Internationale Samenwerking (DEIS) wordt momenteel een EFRO-project rond warmtenetten en geothermie voorbereid (‘GeoHeat NeT’). Dit gebeurt in samenwerking met o.a. volgende partners: VITO, IOK en VOKA-Kamer van Koophandel Mechelen. Voor de glastuinbouw is Thomas More een onontbeerlijke partner voor de uitwerking van energieclustering in de glastuinbouw. Samen met de hogeschool Thomas More Kempen vzw, meer specifiek het kenniscentrum energie, wil de provincie Antwerpen nog in 2015 hiermee van start gaan. Het kenniscentrum energie wil de studie energieclustering en centrale CO2-benutting in glastuinbouwclusters starten met Merksplas (Koekhoven) als pilootcase. Het opgeleverde studiemateriaal zal nadien gevaloriseerd worden voor andere clustergebieden in de provincie Antwerpen (Rijkevorsel, Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver). Tevens zal de studie de basis zijn voor verdere verfijning om nadien over te gaan tot een realisatie van warmte- en CO2-netten tussen verschillende glastuinbouwbedrijven in de glastuinbouwclusters in de provincie Antwerpen. Bovendien kan deze studie een basis vormen voor de ruimere studie naar energietransitie in de gehele provincie. Zo zal in deze studie ook de geothermiepotentie in de glastuinbouwcluster Merksplas en Hoogstraten onderzocht worden en in de regio Sint-Katelijne-Waver de synergie met naburige bedrijvencomplexen. Vanaf 2016 zal de provincie een structurele triple-helix samenwerking opstarten met Thomas More vzw, de steden en gemeenten en de sector. Dit past in de bredere ambitie van zowel de provincie Antwerpen als Thomas More vzw om de Europese en Vlaamse slimme specialisatiestrategie in onze regio uit te bouwen. Om dit te realiseren wil de provincie Antwerpen en Thomas More vzw hun samenwerking tussen de verschillende beleidsdomeinen verankeren in een langlopend raamakkoord. De ambtelijke voorbereiding is reeds opgestart voor het afsluiten van zo’n raamakkoord. Aan de provincieraad zal worden gevraagd om vanaf het budgetjaar 2016 jaarlijks een nominatieve subsidie van 100.000 EUR in te schrijven in het kader van dit raamakkoord ten behoeve van Thomas More. Deze nominatieve subsidie zal in 2016 ook de focus leggen op energieclustering en centrale CO2-benutting in de glastuinbouw uitgevoerd door het kenniscentrum energie.

65


Voorgesteld wordt om voor de ‘studie energieclustering en centrale CO2-benutting in glastuinbouwclusters in de provincie Antwerpen’ een bedrag van 100.000 EUR te voorzien van het budget 2015 ten behoeve van de vzw Thomas More Kempen vanuit het verdeelkrediet economie.  Project Zwaargewicht (deelbudget 59.000 EUR) Het project ‘Zwaargewicht’ is een project voor en door cursisten van de leertijd. Leertijd is een term die een bekende lading dekt: het vervangt het aloude leercontract. De formule van de leertijd is een vorm van duaal leren. Het geeft jongeren vanaf 15 jaar de kans om op de werkvloer een beroep onder de knie te krijgen en laat zelfstandige ondernemers toe om enthousiaste medewerkers op te leiden. Vier dagen per week draait de leerjongere volop mee in het bedrijf. De vijfde dag volgt hij of zij een aanvullende opleiding, praktijkgerichte cursus in een campus van Syntra. Onder het impuls van Syntra-Vlaanderen is de leertijd de laatste jaren grondig gemoderniseerd en is inmiddels uitgegroeid naar een kwaliteitsvol opleidingstraject. De leertijd als opleidingsvorm is een sterk instrument om ongekwalificeerde uitstroom te voorkomen. Na een opleidingsduur van twee tot vier jaar vindt 90% van de leerjongeren vast werk binnen het jaar na afstuderen. Twee jaar na afstuderen heeft 10% van die jongeren een eigen zaak opgestart en na vijf jaar is het percentage zelfstandigen al gestegen tot 25%. Syntra AB (Antwerpen & Vlaams-Brabant) vraagt een provinciale ondersteuning voor het voorliggende project ‘Zwaargewicht’. Ondanks de vele files zal vermoedelijk, via het ver doorgedreven ‘just in time’ productiesysteem, het transitvrachtverkeer op onze Belgische wegen nog toenemen gezien de ligging van ons land als draaischijf in Europa. Bijgevolg zal het ter plaatse herstellen van zware voertuigen, de zogenaamde ‘zwaargewichten’, noodzakelijk worden. Hierdoor groeit de nood aan gekwalificeerde mecaniciens voor zware voertuigen. Het beroep van “mecanicien zware voertuigen” is nu reeds een knelpuntberoep en zal dit naar alle waarschijnlijkheid nog een hele tijd blijven. Syntra AB (Antwerpen & VlaamsBrabant) heeft in deze niche al heel wat ervaring en wil hier dan ook verder op inspelen. De ligging van Syntra AB in de vervoer economische context is bovendien ideaal. Syntra AB heeft het project ‘Zwaargewicht’ zo uitgewerkt dat de theorie (waarmee de meeste leerjongeren het zo lastig hebben) meteen kan worden omgezet in de praktijk. De verschillende beroepen die deelnemen aan de uitvoering van dit project moeten met elkaar leren overleggen, samenwerken en verantwoordelijkheid opnemen. Dit zijn generieke competenties die onontbeerlijk zijn voor een gezonde ondernemersmentaliteit. In het project ‘Zwaargewicht’ is het de bedoeling dat de renovatie en het inrichten van een bestaand atelier in Syntra Campus Turnhout zal gebeuren door de verschillende leerjongeren uit de sectoren ‘bouw’-‘hout’ en ‘voertuigen en metaal’. Na aankoop van een tweedehandstrekker zal deze in het atelier gedemonteerd worden om achteraf op verplaatsbare didactische panelen gemonteerd te worden door leerlingen uit de voertuigen-en metaalsector over de verschillende campussen heen. Het volledige project staat aldus in het teken van het ontwikkelen van ondernemerschap en het aanboren van vaardigheden en attitudes bij de cursisten. Wanneer dit project tot een goed einde wordt gebracht en de leerjongeren het resultaat zelf kunnen aanschouwen, zal het zelfbeeld van deze –vaak zwakkerejongeren ongetwijfeld worden opgekrikt. Tevens is het de bedoeling dat de

66


ontmantelde bestuurderscabine gebruikt zal worden als praktijkmateriaal voor de carrosserieherstellers, wat het zelfbeeld nog meer zal opkrikken. De totale kosten voor het project ‘Zwaargewicht’ voor de verschillende Syntra campussen van de provincie Antwerpen (verbouwingswerken en inrichting atelier; aankoop tweedehandstruck, realisatie van didactische panelen; coördinatie en PR-kosten) worden geraamd op 86.130 EUR. Deze projectkosten zullen worden verdeeld over 2 budgetjaren (2015 en 2016). Voorgesteld wordt om voor het project ‘Zwaargewicht’ naast inschrijving van 59.000 EUR op het budget 2015, ook een bedrag van 27.130 EUR uit te trekken op het budget 2016 ten behoeve van de vzw Syntra-AB.  Project Fashion Talks 2015 (deelbudget 25.000 EUR) Antwerpen wordt beschouwd als één van Europa ‘s modesteden dankzij de excellente reputatie van het modedepartement van de Koninklijke Academie, het MoMu Antwerpen en de aanwezigheid van vele internationale ontwerpers en jonge talenten. Dit straalt uit naar de brede regio Antwerpen, de provincie Antwerpen en Vlaanderen. Flanders Fashion Institute wil dit unieke karakter benadrukken door de modewereld bij elkaar te brengen via een inspirerend event: ‘Fashion Talks’. Fashion Talks is een tweejaarlijkse conferentie over mode en business, georganiseerd in Antwerpen. De eerste editie van Fashion Talks in 2013 was een groot succes door grote internationale namen zoals o.a. Walter Van Beirendonck, Tim Blanks (editor bij Style.com) en Concetta Lanciaux (internationaal gerenommeerd fashion adviseur). Fashion Talks bracht bij de eerste editie 700 ontwerpers, beleidsmakers, communicatie- en marketingexperten, journalisten, retailers en vertegenwoordigers van de mode- en kledingindustrie samen. De tweede editie van Fashion Talks zal plaatsvinden op donderdag 3 december 2015 in de Waagnatie in Antwerpen. Het thema is vastgesteld op ‘Imagine!’. Fashion Talks sluit volledig aan op het economisch speerpuntenbeleid van de provincie Antwerpen, met name de creatieve industrie, zoals beschreven in de beleidsbrief “economie, innovatie en internationale samenwerking”. Bij deze editie van Fashion Talks werkt de dienst Economie en Internationale Samenwerking nauw samen met het MoMu Antwerpen en POM Antwerpen. Voorgesteld wordt om voor het project ‘Fashion Talks 2015’ een bedrag van 25.000 EUR te voorzien van het budget 2015 ten behoeve van de vzw Flanders Fashion Institute. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;

67


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met een subsidie van 100.000,00 EUR aan POM Antwerpen (project stimuleren duurzame acties op bedrijventerreinen), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2015 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2015140345). Artikel 2: Ingestemd wordt met een subsidie van 100.000,00 EUR aan vzw Thomas More Kempen (studie energieclustering en centrale CO2-benutting in glastuinbouwclusters in de provincie Antwerpen), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2015 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2015140816). Artikel 3: Ingestemd wordt met een subsidie van 59.000,00 EUR aan vzw Syntra AB (project Zwaargewicht), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2015 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2015140831). Artikel 4: Ingestemd wordt met een subsidie van 25.000,00 EUR aan vzw Flanders Fashion Institute (project Fashion Talks 2015), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2015 ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2015140816). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 3/2 van de agenda APB Kamp C. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26/09/2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Kamp C goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Kamp C heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Kamp C. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 764.039,51 EUR en een te verwerken negatief resultaat van -81.834,47 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 90.080,06 EUR.

68


De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken negatief resultaat van -81.834,47 EUR wordt in mindering gebracht van het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB Kamp C De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Kamp C dd. 28/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het APB Kamp C. De jaarrekening 2014 van het APB Kamp C wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van -81.834,47 EUR wordt in mindering gebracht van het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB Kamp C. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 3/3 van de agenda APB Hooibeekhoeve. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26/09/2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Hooibeekhoeve goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad.

69


De raad van bestuur van het APB Hooibeekhoeve heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Hooibeekhoeve. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 2.454.519,56 EUR en te verwerken resultaat van 91.848,61 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 135.524,08 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken resultaat van 91.848,61 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van APB Hooibeekhoeve. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Hooibeekhoeve dd. 28/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het APB Hooibeekhoeve. De jaarrekening 2014 van het APB Hooibeekhoeve wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 91.848,61 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB Hooibeekhoeve. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

70


Nr. 3/4 van de agenda EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 27/10/2011 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De algemene vergadering van het EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw stelde het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst vast in vergadering van 18/06/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 7.525.085 EUR en te verwerken resultaat van -246.947 EUR. De algemene vergadering zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken resultaat van -246.947 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van EVAP PV. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag wordt goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015 onder voorbehoud van een goedkeuring door de algemene vergadering dd. 18/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 240 van het provinciedecreet; Gelet op de afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en het extern verzelfstandigd agentschap Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de algemene vergadering van het EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw dd. 18/06/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw.

71


De jaarrekening goedgekeurd.

2014

van

EVAP

Proefbedrijf

Pluimveehouderij

vzw

wordt

Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de algemene vergadering om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van -246.947 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het EVAP PV. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 3/5 van de agenda APB met derden, Havencentrum Lillo. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 28/11/2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Havencentrum goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Havencentrum heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering van 21/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor APB Havencentrum. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 705.958,33 EUR en een te verwerken resultaat van -11.648,41 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 3.299,64 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het negatief resultaat van 11.648.41 EUR wordt in mindering gebracht van de werkingsreserves. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

72


Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Havencentrum dd. 21/05/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het APB Havencentrum. De jaarrekening 2014 van APB Havencentrum wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het negatief resultaat van -11.648.41 EUR wordt in mindering gebracht van het gecumuleerd resultaat van de vorige boekjaren. VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord. Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Wij gaan met onze fractie al deze punten goedkeuren, maar we willen wel verduidelijken dat we 3/3 en 3/4 gewoon goedkeuren omdat het een correcte weergave is van het jaarverslag. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 3/1 tot en met 3/5 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 65 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 3/1, 3/2, 3/3, 3/4 en 3/5 worden goedgekeurd met 65 stemmen ja.

73


4. Financiën en logistiek Nr. 4/1 van de agenda Beginbalans Beleids- en Beheerscyclus (BBC) en jaarrekening 2014 - Goedkeuring. Verslag van de deputatie Overeenkomstig artikel 169 van het Provinciedecreet, spreekt de provincieraad zich in de loop van het eerste semester van het financiële boekjaar dat volgt op het financiële boekjaar waarop de rekening betrekking heeft, uit over de vaststelling van de jaarrekening. Thans wordt de jaarrekening 2014 aan de provincieraad ter goedkeuring voorgelegd. Het betreft de eerste jaarrekening sinds de provincie Antwerpen verplicht een boekhouding voert volgens de Beleids- en Beheerscyclus (BBC). Vanwege de invoering van de BBC per 1 januari 2014, diende ook een nieuwe beginbalans opgemaakt te worden. Deze beginbalans wordt eveneens ter goedkeuring voorgelegd. Het totaal van de beginbalans 2014 bedraagt 1.117.500.195,34 EUR. Het balanstotaal op 31/12/2013 was 806.859.325,03 EUR. Deze stijging is vooral een gevolg van de, in het kader van de opmaak van de beginbalans, individuele waardering van het onroerend patrimonium volgens nieuwe objectieve waarderingsmethoden. Dit was noodzakelijk om een getrouw beeld te geven van dit onroerend patrimonium. Hoofdzakelijk door het in de beginbalans in overeenstemming brengen van de RSZ-schulden op 31/12/2013 met de reële situatie, werd het budgettair resultaat van 2013 gecorrigeerd van 184.418.121,83 EUR naar 183.871.845,43 EUR. Het budgettair resultaat van boekjaar 2014 bedraagt -50.784.594 EUR. Het gecumuleerd budgettair resultaat 2014 (= inclusief resultaten vorige boekjaren) bedraagt +133.087.252 EUR. De jaarrekening 2014 eindigt met een positieve autofinancieringsmarge van 12.182.177 EUR. De algemene boekhouding 2014 eindigt met een balanstotaal van 1.134.308.146,70 EUR en een tekort van 2.559.333,55 EUR. Dit tekort is vooral te wijten aan het aanleggen van verplichte voorzieningen voor pensioenen volgens de nieuwe (BBC-)methodiek. Bijlagen raadpleegbaar in Sindala: - Jaarrekening 2014, inclusief de beginbalans - Verslag van het Rekenhof bij de beginbalans en jaarrekening 2014 (wordt toegevoegd zodra het Rekenhof zijn controle heeft beëindigd en zijn verslag heeft bezorgd)

74


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 169 van het Provinciedecreet; Gelet op het goedkeuringsbesluit van de deputatie over de beginbalans en de jaarrekening 2014 in zitting van 4 juni 2015; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd worden de beginbalans van de Beleids- en Beheerscyclus (BBC) en de jaarrekening 2014 van de provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- We gaan ons als fractie onthouden bij deze stemming. De cijfers zijn correct. In die zin kan je dat goedkeuren. Anderzijds weerspiegelt dat ook wel al de besparingen waar we altijd tegen geweest zijn. Die twee tegenover elkaar afgewogen gaan wij ons onthouden. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd; 4 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 61 stemmen ja, bij 4 onthoudingen. Nr. 4/2 van de agenda Meerjarenplan 2014 – 2019 (dienstjaar 2015). Evenwicht na de derde reeks wijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Naar aanleiding van de derde reeks wijzigingen aan het meerjarenplan 2014 - 2019 (dienstjaar 2015) werd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015 beslist tot het wijzigen van enkele kredieten op het meerjarenplan voor de periode 2015 - 2019. Het evenwicht van het meerjarenplan blijft bewaard.

75


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende het evenwicht van het budget; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de aanpassing van het evenwicht van het meerjarenplan 2014 - 2019 naar aanleiding van de aanpassing van het evenwicht van het budget 2015 door de derde reeks wijzigingen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 45 leden hebben ja gestemd; 13 leden hebben nee gestemd; 7 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 45 stemmen ja, bij 13 stemmen nee en 7 onthoudingen.

76


77


78


79


80


81


82


83


84


85


Nr. 4/3 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015 en het meerjarenplan 2014 - 2019 (dienstjaar 2015). Departement DFIN – Technische aanpassingen. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Financiën. Exploitatiebudget – Uitgaven. Vermeerdering van transactiekrediet 2015. Meerjarenplan 2014 – 2019 (dienstjaar 2015). Schema M2: Staat van het financiële evenwicht. Wijziging gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar. Verslag van de deputatie In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatie Beleidsdomein Financiën – Uitgaven. In 2014 werd een bedrag van 17.000.000 EUR onttrokken aan de OVV Pensioenen Provincie Antwerpen als bijdrage in de pensioenlasten van het provinciebestuur. Bij afsluiten van het boekjaar blijkt echter dat er 2.964.000 EUR teveel onttrokken werd, te wijten aan een te hoog ingeschatte responsabiliseringsbijdrage voor 2014. Aangezien het belangrijk is dat de onttrekkingen aan de OVV pensioenen Provincie Antwerpen in overeenstemming zijn met het statutaire doel van de OVV dient dit bedrag van 2.964.000 EUR als rechtzetting teruggestort te worden in 2015. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Financiën (schema B2) worden vermeerderd met 2.964.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor terugstorting OVV onder de budgetsleutel 0111/61300000 (ramingsnummer 2015000578). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 20 van 37. BDS We zetten het financieel beheer verder in functie van de wettelijke en decretale bepalingen AP Het beheersen en continueren van de financiële processen A het ter beschikking stellen van betrouwbare financiële informatie 2. Budgettair resultaat 2013 – correcties beginbalans Door correcties op de beginbalans 01/01/2014 wordt het gecumuleerd budgettair resultaat van de rekening 2013 gecorrigeerd met -546.276 EUR en wordt het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar op 31/12/2014 gebracht op 183.871.845 EUR. 3. Budgettair resultaat 2014 Het budgettair resultaat van de rekening 2014 wordt op 25 juni 2015 aan de provincieraad voorgelegd door de Dienst Boekhouding. Dit budgettair resultaat van de rekening 2014 verhoogt het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar op 01/01/2015 met 10.407.257 EUR en wordt gebracht op 133.087.252 EUR.

86


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende het evenwicht van het budget; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het Beleidsdomein Financiën bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 2.964.000 EUR. Artikel 2: Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar op 31/12/2014 wordt verminderd met 546.276 EUR. Artikel 3: Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar op 01/01/2015 wordt vermeerderd met 10.407.257 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/4 van de agenda Derde reeks wijzigingen van het jaar 2015. Departement DMCO- Verschuiving exploitatiekrediet DMCO naar exploitatiekrediet PVI. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie. Exploitatiebudget-Uitgaven. Vermindering van transactiekrediet 2015. Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven. Vermeerdering van transactiekrediet 2015. Verslag van de deputatie DMCO heeft bepaalde cursussen voor provinciaal personeel laten organiseren door het PVI. Vermits de regel is dat tussen het bestuur en een buitendienst geen onderlinge facturatie gebeurd, moeten de kredieten per begrotingswijziging verschoven worden.

87


Het betreft  Een opleiding op maat d.d. 21/10/2014, BA5, zonder km-kost: 864 EUR, - Een opleiding op maat d.d. 5/3/2015, BA5, zonder km-kost: 882 EUR, - Een deelname Navorming 30/3 – 31/3 van drie personeelsleden: 370 EUR, - De aankoop GDPBW aanvulling pakket 2014 boek Welzijn op het Werk: 56 EUR. Uw raad gelieve in te stemmen met een verschuiving van 2.172 EUR van de werkingskredieten van DPO naar de werkingskredieten van PVI. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatie Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie (schema B2) worden verminderd met 2.172,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor vorming onder de budgetsleutel 0112/61300000 (ramingsnummer 2015140163). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 21 van 37. Niet-prioritaire beleidsdoelstelling (BDS): De ondersteunende departementen zorgen voor aangepaste systemen en randvoorwaarden om de afgesproken dienstverlening te garanderen en te verbeteren. Actieplan (AP): We voeren een progressief HR-beleid met talentmanagement als rode draad doorheen de processen, met specifieke aandacht voor personeelsontwikkeling, personeelsbewegingen (instroom, doorstroom en uitstroom) en een waarderende beoordelingscyclus. Dit progressief HR-beleid wordt op een ondersteunende manier in diverse diensten en entiteiten geïmplementeerd op basis van een klantenmodel met de HR - accountmanagers als verbindend element tussen de entiteiten en de HR-diensten van het departement. Actie (A): Organiseren leeractiviteiten en verder optimaliseren personeelsontwikkeling en functioneren & evalueren.

beleid rond

2. Exploitatie Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie (schema B2) worden vermeerderd met 2.172,00 EUR. Het gaat om 56 EUR voor diverse diensten en leveringen onder de budgetsleutel 0490/61300000 ( ramingsnummer 2015140062) In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 26 van 37. Niet-prioritaire beleidsdoelstelling (BDS): We verhogen/bevorderen de veiligheid (en het veiligheidsbewustzijn) op het gebied van civiele veiligheid, politionele veiligheid, veiligheid in de privésfeer en welzijn op het werk .

88


Actieplan (AP): We bieden voldoende en kwaliteitsvolle informatieve en sensibiliserende initiatieven aan m.b.t. welzijn op het werk en veiligheid in de privésfeer, en dit zowel voor professionelen als voor het brede publiek. Actie (A): We ontwikkelen en verkopen publicaties over welzijn op het werk en veiligheid in de privésfeer. Het gaat verder ook om:  

1.746 EUR voor diverse diensten en leveringen onder de budgetsleutel 0490/61300000 (ramingsnummer 2015140100) . 370 EUR voor diverse diensten en leveringen onder de budgetsleutel 0490/61300000 (ramingsnummer 2015140067)

In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 27 van 37 . Niet-prioritaire beleidsdoelstelling (BDS): We verhogen/bevorderen de veiligheid (en het veiligheidsbewustzijn) op het gebied van civiele veiligheid, politionele veiligheid, veiligheid in de privésfeer en welzijn op het werk. Actieplan (AP): We bieden voldoende en kwaliteitsvolle opleidingen en vormingen aan m.b.t. welzijn op het werk en veiligheid in de privésfeer, en dit zowel voor professionelen als voor het brede publiek. Actie (A): we bieden opleidingen aan op vraag en op maat van bedrijven over welzijn op het werk en we gevenvoordrachten over veiligheid in de privésfeer Actie (A): We organiseren bijscholingen over welzijn op het werk voor preventieadviseurs, conform het KB van 29 januari 2013. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten, Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2015 met 2.172,00 EUR.

89


Artikel 2: Onder het Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 2.172,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/5 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015 – voorziening budgetten voor elektriciteitskosten voor groendomein De Averegten. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015. Verslag van de deputatie In de raming voor de elektriciteitskosten Provinciale Groendomeinen regio Kempen werd geen rekening gehouden met de elektriciteitskosten voor domein De Averegten. Daarom verschuiven we 4.500,00 EUR van ramingsnummer 2015141242 naar ramingsnummer 2015141014. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) worden vermeerderd met 4.500,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor elektriciteitskosten onder de budgetsleutel 0680/61100000 (ramingsnummer 2015141014). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 36 van 37 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Vrije Tijd A Overhead Provinciale Groendomeinen regio Kempen 2. Exploitatie Beleidsdomein Logistiek – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B2) worden verminderd met 4.500,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor elektriciteitskosten onder de budgetsleutel(s) 0119/61100000 (ramingsnummer 2015141242). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 34 van 37 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Logistiek A Overhead Facilitaire Dienst

90


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 4.500,00 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: Vermindering van transactiekrediet 2015 met 4.500,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.

91


Nr. 4/6 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015 – budgetwijziging voor de verhuisoperatie van APB Inovant en het Provinciaal Veiligheidsinstituut naar het Coveliersgebouw Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Logistiek. Investeringsbudget – Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015 Budget 2015 - Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE02 Logistiek: 2014 - 2019 Rubriek II.A.1.Terreinen en gebouwen – Uitgaven Vermindering van verbinteniskrediet Vermindering van transactiekrediet van 2015. Verslag van de deputatie Verhuis APB Inovant en PVI naar het Coveliersgebouw Door de verkoop van het huidige gebouw van het PVI in de Jezusstraat enerzijds en de opzeg van het lopende huurcontract van de APB Inovant aan de Keyserlei anderzijds, verhuizen beide entiteiten naar het Coveliersgebouw. Om deze verhuisoperatie uit te voeren verschuiven we 50.000,00 EUR van ramingsnummer 2015000504 (DIN) naar ramingsnummers 2015140069 (PVI) en 2015140771 (Inovant). De verdeling is als volgt: Verhuiscoördinatie PVI Verhuis PVI Omzettingskost PVI Totaalkost PVI: Verhuis Inovant Omzettingskost Inovant Totaalkost Inovant:

10.000,00 EUR 20.000,00 EUR 10.000,00 EUR 40.000,00 EUR 5.000,00 EUR 5.000,00 EUR 10.000,00 EUR

In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. 1. Exploitatie Beleidsdomein Onderwijs en Educatie – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Onderwijs en Educatie (schema B2) worden vermeerderd met 40.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor een verhuisopdracht van het PVI onder de budgetsleutel(s) 0490 /61300000 (ramingsnummer 2015140069). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 35 van 37 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Ontwikkeling en Educatie A Overhead Provinciaal Veiligheidsinstituut

92


2. Exploitatie Beleidsdomein Onderwijs en Educatie – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Onderwijs en Educatie (schema B2) worden vermeerderd met 10.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor een dotatie i.v.m. een verhuisopdracht van APB Inovant onder de budgetsleutel(s) 0869/64900000 (ramingsnummer: 2015140771). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 28 van 37 BDS We willen de lokale besturen binnen onze provincie een professioneel leernetwerk bieden waar iedereen die voor een lokaal bestuur werkt terecht kan voor opleiding, HRM-ondersteuning en ervaringsuitwisseling. Wij willen op die manier bijdragen tot competente en gemotiveerde medewerkers omdat wij geloven dat zij de sleutel zijn tot de lokale bestuurskracht. AP We willen lokale besturen blijven ondersteunen op vlak van leren en HRM door hen kwaliteitsvolle en betaalbare kennis en expertise aan te bieden onder verschillende vormen (opleiding, advies, coaching,...) afgestemd op hun noden op vlak van competentieontwikkeling en organisatieontwikkeling. A Uitbetaling dotatie 3. Investeringsenveloppe IE02 Logistiek: 2014 - 2019 - Uitgaven. Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B3) wordt een totaal van 50.000,00 EUR minder ingeschreven als verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE02 Logistiek: 2014 - 2019. Het gaat om werken aan gebouwen op de budgetsleutel(s) 0119/22110000 (ramingsnummer 2015000504). Dit verbinteniskrediet wordt ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 34 van 37 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Logistiek A Overhead Dienst Infrastructuur en Vastgoed Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten;

93


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 50.000,00 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE02 Logistiek: 2014 – 2019, Rubriek II.A.1.Terreinen en gebouwen – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2015 met 50.000,00 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 50.000,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/7 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015. Verschuiving exploitatiemiddelen van Cultuur naar Provinciaal Veiligheidsinstituut voor kosten groepsbezoek en aankoop stil alarm. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015. Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015. Verslag van de deputatie Op 17/11/2014 boekte de dienst erfgoed de didactische ruimte met lunch, koffie en een groepsbezoek in het Provinciaal Veiligheidsinstituut ten bedrage van 557,28 EUR. Provinciaal Veiligheidsinstituut heeft in samenspraak met dienst Erfgoed voor de erfgoedbewakers ter plaatse een persoonsalarm aangekocht ten bedrage van 240,79 EUR. Sinds 1/1/2014 kan het PVI geen facturen meer opmaken aan binnendiensten en andere buitendiensten. Sindsdien worden deze kosten via een budgetwijziging tussen twee beleidsdomeinen geregulariseerd. In dit verslag worden volgende financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd.

94


1.

Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 798,07 EUR. Het gaat om uitgaven voor kosten van lokale erfgoedhouders van dienst Erfgoed onder budgetsleutel 0729/61300000 (ramingsnummer 2015140688). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 12 van 37. PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod. AP Kwaliteit lokaal erfgoed. We zetten in op kwaliteitsverhoging van het behoud en beheer van het lokaal erfgoed in de provincie Antwerpen. A Lokale erfgoedhouders. Ondersteuning en trajectbegeleiding van de lokale erfgoedhouders in de provincie Antwerpen. 2.

Exploitatie Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven

Voor de exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie (schema B2) worden vermeerderd met 798,07 EUR. Het gaat om de gemaakte kosten ten behoeve van dienst Erfgoed door het Provinciaal Veiligheidsinstituut op de budgetsleutel 0490/61300000 (ramingsnummer 2015140068). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 27 van 37. BDS We verhogen/bevorderen de veiligheid (en het veiligheidsbewustzijn) op het gebied van civiele veiligheid, politionele veiligheid, veiligheid in de privésfeer en welzijn op het werk. AP We bieden voldoende en kwaliteitsvolle opleidingen en vormingen aan m.b.t. welzijn op het werk en veiligheid in de privésfeer, en dit zowel voor professionelen als voor het brede publiek. A We organiseren groepsbezoeken in een kwaliteitsvolle en goed onderhouden didactische ruimte over welzijn op het werk en veiligheid in de privésfeer. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende dat voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten;

95


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermindering van transactiekrediet 2015 met 798,07 EUR. Artikel 2: Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 798,07 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/8 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015. Verhoging van de dotaties APB Arenbergschouwburg. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven. Verschuiving van transactiekrediet 2015. Verslag van de deputatie In het budget 2015 is onder de actie Kleur in cultuur DCUL een werkingskrediet van 50.000 EUR ingeschreven. Onder de actie Mestizo Arts Festival (MAF) is een subsidie van 25.000 EUR ingeschreven als “subsidiëring van initiatieven inzake culturele diversiteit”. Het APB Arenbergschouwburg voert beide acties uit in het kader van het Mestizo Arts Festival 2015 en de trajectbegeleiding diversiteit voor provinciale culturele instellingen. Beide kredieten dienen daarom te worden verschoven naar de dotatie Arenbergschouwburg, voor een totaal van 75.000 EUR. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 50.000 EUR. Het gaat om uitgaven, actie ‘Kleur in Cultuur’ op de werkingsbudgetten 2015 Dienst Bibliotheken en Kunsten (DBK) onder de budgetsleutel 0739/61300000 (ramingsnummer 2015141158). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 12 van 37. PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.

van

een

laagdrempelig,

kwaliteitsvol

en

AP Meer kleur in cultuur. We vergroten de etnisch-culturele diversiteit in de culturele sector in de provincie Antwerpen.

96


A Kleur in cultuur DCUL. Diversiteitsplan en trajectbegeleiding voor de diensten en instellingen van het departement Cultuur. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden verminderd met 25.000 EUR. Het gaat om uitgaven, subsidiekrediet Dienst Bibliotheken en Kunsten (DBK) onder actie ‘Mestizo arts festival’ onder de budgetsleutel 0739/64900000 (ramingsnummer 2015140655). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 12 van 37. PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.

van

een

laagdrempelig,

kwaliteitsvol

en

AP Meer kleur in cultuur. We vergroten de etnisch-culturele diversiteit in de culturele sector in de provincie Antwerpen. A MAF. Mestizo Arts Festival uitbouwen tot een provinciaal diversiteitsplatform voor de podiumkunsten in de provincie Antwerpen. - De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden vermeerderd met 75.000 EUR. Het gaat om uitgaven, een verhoging van de dotatie aan APB Arenbergschouwburg onder de budgetsleutel 0702/64900000 (ramingsnummer 2015140430). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 11 van 37. PBDS Ontwikkelen en promoten bovenlokaal vrijetijdsaanbod.

van

een

laagdrempelig,

kwaliteitsvol

en

AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen. A Uitbetaling dotatie Arenbergschouwburg. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten;

97


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2015 met 75.000 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 75.000 EUR VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen. Nr. 4/9 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015. Provinciale Groendomeinen regio Kempen. Aanwending verhoogde ontvangsten voor de aankoop van een bandenkraan. Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Ontvangsten Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermindering van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Vrije Tijd. Investeringsbudget - Uitgaven Vermeerdering van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd: 2015-2019 Rubriek II.a.3 Roerende goederen - Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet. Verslag van de deputatie Door diverse verhoogde ontvangsten van de Provinciale Groendomeinen regio Kempen (houtverkoop, prestaties, terugbetalingen,...) werden de inkomsten 2015 opgetrokken met 46.329,77 EUR. Voor de optimalisering van de werking van deze regio is het aangewezen een bandenkraan aan te kopen. Deze meerontvangsten en de aanwending van bijkomende middelen (27.000 EUR) door een vermindering van de uitgaven (exploitatie), maken het mogelijk deze belangrijke investeringen naar de toekomst toe uit te voeren. In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd.

98


1. Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven. De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) worden verminderd met 27.000 EUR. Het gaat om uitgaven voor overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0680/61300000) (ramingsnummer 2015140072). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 9 van 37 Prioritaire beleidsdoelstelling: Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod Actieplan: Het provinciale vrijetijdsaanbod omvat een belangrijk aandeel educatie en beleving, waarvan natuureducatie en natuur- en erfgoedbeleving uitgesproken voorbeelden zijn. We willen daarmee binnen het kader van levenslang leren, duurzame attitudes en competenties ontwikkelen bij elke burger. Actie: NATUURBELEVING. We inspireren de burger om de natuur te beleven door de nodige belevingsinfrastructuur en belevingsmomenten te voorzien in de Kempense groendomeinen. We realiseren kwaliteitsvolle eerstelijnsnatuureducatie voor 13.000 leerlingen. 2. Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Ontvangsten. De exploitatie ontvangsten van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) worden vermeerderd met 46.329,77 EUR. Het gaat om ontvangsten van houtverkopen, dienstprestaties, terugbetalingen,… onder de budgetsleutel(s) 0680/70000000 (ramingsnummer 2015000478 voor een bedrag van 25.229,77 EUR) en 0680/74500000 (ramingsnummer 2015141814 voor een bedrag van 21.100,00 EUR). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 9 van 37 Prioritaire beleidsdoelstelling: Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en bovenlokaal vrijetijdsaanbod Actieplan: Het provinciale vrijetijdsaanbod omvat een belangrijk aandeel educatie en beleving, waarvan natuureducatie en natuur- en erfgoedbeleving uitgesproken voorbeelden zijn. We willen daarmee binnen het kader van levenslang leren, duurzame attitudes en competenties ontwikkelen bij elke burger. Actie: NATUURBELEVING. We inspireren de burger om de natuur te beleven door de nodige belevingsinfrastructuur en belevingsmomenten te voorzien in de Kempense groendomeinen. We realiseren kwaliteitsvolle eerstelijnsnatuureducatie voor 13.000 leerlingen. 3. Investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd – Uitgaven: 2014 – 2019. Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B3) wordt een totaal van 73.329,77 EUR extra ingeschreven als verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IEO7 - Vrije Tijd: 2014 – 2019.. Het gaat om roerende investeringen (aankoop bandenkraan) op de budgetsleutel 0680/24100000 (ramingsnummer 2015140270). Enkel het transactiekrediet voor 2015 wijzigt. In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 36 van 37 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid Actieplan: Overhead Departement Vrije tijd Actie: Overhead Provinciale Groendomeinen regio Kempen

99


Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2015 met 27.000,00 EUR Artikel 2: Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Exploitatiebudget – Ontvangsten zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 46.329,77 EUR Artikel 3: Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE07 – Vrije Tijd: 2014 – 2019, Rubriek II.A.3 Roerende goederen – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 73.329,77 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 73.329,77 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.

100


Nr. 4/10 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015 Technische aanpassing door foutief gebruik van een boekhoudkundige rekening voor uitgaven rond jaarkortingen van De Lijn. Budget 2015. Schema B4. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Investeringsbudget – Uitgaven Verschuiving van transactiekrediet 2015 Budget 2015. Schema B3. Investeringsenveloppe Investeringsenveloppe IE08 - Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019 Rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven Vermindering van verbinteniskrediet Vermindering van transactiekrediet van 2015 t.e.m. 2019 Rubriek I.E. Andere financiële vaste activa – Uitgaven Vermeerdering van verbinteniskrediet Vermeerdering van transactiekrediet van 2015 t.e.m. 2019. Verslag van de deputatie In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. In de investeringsenveloppe IE08 - Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit wordt de deelneming (kapitaal) van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn verschoven omwille van een foutief gebruik van algemene rekening, dit is een louter technische aanpassing. Hier werd alles van boekhoudrekening 28410000 “Andere aandelen” naar boekhoudrekening 28110000 “Belangen in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten” verschoven. In feite wordt nu deze aanpassing die we in de eerste budgetwijziging gedaan hadden terug tenietgedaan, dit op vraag van het Rekenhof dat –naar aanleiding van controle beginbalans- concludeerde dat dit financieel vast actief toch een “ander aandeel” is en niet onder “soortgelijke entiteiten” valt. Investeringsenveloppe IE08 - Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 2019 – Uitgaven. Voor de investeringsuitgaven van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (schema B3) wordt er een totaal bedrag van 144.027,32 EUR verschoven tussen de verbinteniskredieten van de rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven naar de rubriek I.E. Andere financiële vaste activa – Uitgaven onder de investeringsenveloppe IE08 – Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019. Het gaat om uitgaven voor de deelneming (kapitaal) van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn, waarbij er een totaal bedrag van 144.027,32 EUR verschoven wordt van de budgetsleutel 0290 / 28110000 (ramingsnummer 2015000518) naar de budgetsleutel 0290 / 28410000 (ramingsnummer 2015141259).

101


Beide verbinteniskredieten worden ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren. De transactiekredieten van 2015 t.e.m. 2019 wijzigen in beide gevallen. In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 34 van 37 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit A Overhead Stafdienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit bij het Investeringsbudget-Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE08 – Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019, Rubriek I.B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermindering van transactiekrediet 2015 met 29.947,32 EUR vermindering van transactiekrediet 2016 met 29.230,00 EUR vermindering van transactiekrediet 2017 met 30.400,00 EUR vermindering van transactiekrediet 2018 met 29.300,00 EUR vermindering van transactiekrediet 2019 met 25.150,00 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 144.027,32 EUR. Artikel 2: Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit bij het Investeringsbudget-Uitgaven en onder de Investeringsenveloppe IE08 – Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit: 2014 – 2019, Rubriek I.E. Andere financiële vaste activa – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen: vermeerdering van transactiekrediet 2015 met 29.947,32 EUR vermeerdering van transactiekrediet 2016 met 29.230,00 EUR vermeerdering van transactiekrediet 2017 met 30.400,00 EUR vermeerdering van transactiekrediet 2018 met 29.300,00 EUR vermeerdering van transactiekrediet 2019 met 25.150,00 EUR Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 144.027,32 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.

102


Nr. 4/11 van de agenda Derde reeks wijzigingen van 2015 Hogere ontvangsten en werkingskosten voor actie Fortengordels van dienst Gebiedsgericht Beleid (DGB) Budget 2015. Schema B2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget – Ontvangsten Vermeerdering van het transactiekrediet 2015 Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget – Uitgaven Vermeerdering van het transactiekrediet 2015. Verslag van de deputatie In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2015 aan uw raad voorgelegd. De ontvangsten van de actie Fortengordels voor specifieke werkingssubsidies van de Vlaamse overheid en de Europese Unie is oorspronkelijk begroot op 114.765,00 EUR. Momenteel heeft de dienst Gebiedsgericht Beleid (DGB) reeds 182.604,00 EUR ontvangen. De uitgaven van de actie Fortengordels voor werkingskosten is oorspronkelijk begroot op 67.485,00 EUR. Momenteel heeft DGB hiervan reeds 9.602,00 EUR besteld. Omdat DGB extra werkingskosten nodig heeft voor nieuwe activiteiten wil DGB de ontvangsten en uitgaven verhogen met 50.000,00 EUR. 1. Exploitatie Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. – Uitgaven De exploitatie uitgaven van het Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (schema B2) worden vermeerderd met 50.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0610/61300000 (ramingsnummer: 2015140083). In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 13 van 37 PBDS De instantie zijn voor streekontwikkeling door het voeren van een geïntegreerd gebiedsgericht beleid, door interne en externe samenwerking vanuit een gedragen visie. AP We stimuleren de streekontwikkeling met het geïntegreerd gebiedsprogramma Fortengordels rond Antwerpen. A Fortengordels: we coördineren en monitoren de uitvoering van het gebiedsprogramma Fortengordels rond Antwerpen tot 2019. 2. Exploitatie Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. – Ontvangsten De exploitatie ontvangsten van het Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (schema B2) worden vermeerderd met 50.000,00 EUR. Het gaat om ontvangsten van specifieke werkingssubsidies onder de budgetsleutel 0610/74050000 (ramingsnummer: 2015140083).

103


In de doelstellingennota 2015 komt dit op pagina 13 van 37 PBDS De instantie zijn voor streekontwikkeling door het voeren van een geïntegreerd gebiedsgericht beleid, door interne en externe samenwerking vanuit een gedragen visie. AP We stimuleren de streekontwikkeling met het geïntegreerd gebiedsprogramma Fortengordels rond Antwerpen. A Fortengordels: we coördineren en monitoren de uitvoering van het gebiedsprogramma Fortengordels rond Antwerpen tot 2019. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Exploitatiebudget – Ontvangsten is er de volgende wijziging: vermeerdering van het transactiekrediet 2015 met 50.000,00 EUR. Artikel 2: Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging: vermeerdering van het transactiekrediet 2015 met 50.000,00 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Voorlopig aangenomen.

104

bij

het

bij

het


Nr. 4/12 van de agenda Budget 2015. Derde reeks wijzigingen. Aanpassing van de dotaties van de autonome provinciebedrijven APB Inovant (INOV) en APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA). Goedkeuring. Verslag van de deputatie Naar aanleiding van de derde reeks wijzigingen aan het budget 2015 werd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015 beslist tot het overhevelen van bepaalde kredieten van het provinciale budget naar het budget van de autonome provinciebedrijven (APB’s) en de extern verzelfstandigde agentschappen privaat met vzw-structuur (EVAP’s) of omgekeerd. In het provinciale budget worden de verminderingen respectievelijk vermeerderingen van de kredieten tegengewogen door het verhogen respectievelijk verlagen van de dotatie aan enkele provinciebedrijven in het initiële budget van 2015. Het evenwicht van het budget blijft evenwel bewaard. De wijzigingen in de budgetten van de respectievelijk autonome provinciebedrijven en extern verzelfstandigde agentschappen privaat met vzw-structuur dienen voorgelegd te worden aan de provincieraad. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 194 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van kredietvermeerderingen en/of –verminderingen bij de derde reeks wijzigingen aan het budget 2015 voor de autonome provinciebedrijven APB Inovant (INOV) en APB Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA).

105


106


VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 53 leden hebben ja gestemd; 13 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 13 onthoudingen.

107


Nr. 4/13 van de agenda Budget 2015. Evenwicht na de derde reeks wijzigingen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Naar aanleiding van de derde reeks wijzigingen aan het budget 2015 werd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015 beslist tot het wijzigen van enkele kredieten op het budget voor het jaar 2015. Het evenwicht van het budget blijft bewaard. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande budgetwijzigingen; Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van vermeerderingen en verminderingen van kredieten door de derde reeks wijzigingen aan het budget 2015. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 44 leden hebben ja gestemd; 13 leden hebben nee gestemd; 8 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 65 stemmen ja, bij 13 stemmen nee en 8 onthoudingen.

108


109


110


111


112


113


114


115


116


117


Nr. 4/14 van de agenda Agendapunt afgevoerd van de agenda: Overheidsopdracht: toepassing van art. 43 §2 11° van provinciedecreet. Plaatsing van de raamovereenkomst tot het aanstellen van een gerechtsdeurwaarder voor het invorderen van fiscale en niet fiscale vorderingen. Goedkeuring. Nr. 4/15 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen/Deurne. Provinciaal instituut Sint-Godelieve, Campus Rivierenhof. Renovatie en uitbreiding. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de meerjarenplanning werd een krediet voorzien van 14.000.000,00 EUR voor de renovatie en uitbreiding van het provinciaal instituut Sint-Godelieve, campus Rivierenhof te Deurne, Antwerpen. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze opdracht voor werken voorgelegd, opgemaakt door bvba architectuuratelier ambiorix te Brussel, en omvattende bijzonder bestek, gedetailleerde en samenvattende opmeting, kostenraming en plannen. Het ontwerp voorziet in de gedeeltelijke sloop van de gebouwen, de grondige renovatie van de historische gebouwvleugel met erfgoedwaarde van Pol Berger en de bouw van een nieuwe vleugel met atelierklassen en een inkomgebouw als verbinding tussen de historische vleugel en de nieuwe vleugel. De provincie Antwerpen verzekert, vanuit haar beleidsvisie en ambities, door middel van haar scholennetwerk een hoogkwalitatief, eigentijds onderwijs voor haar leerlingen en hecht groot belang aan een goed uitgeruste moderne scholeninfrastructuur en een breed studieaanbod op verschillende locaties. Het provinciaal instituut Sint-Godelieve biedt een brede waaier aan opleidingen aan. Leerlingen kunnen er terecht voor algemeen secundair onderwijs (ASO), technisch secundair onderwijs (TSO) en beroepsonderwijs (BSO). De school omvat 3 campussen, waaronder de campus Rivierenhof te Deurne, Antwerpen. De campus omvat de succesvolle studierichtingen mode en kunst in het secundair onderwijs, is gelegen aan de Turnhoutsebaan 250 te Deurne, Antwerpen, en maakt deel uit van het provinciaal groendomein Rivierenhof. De school kende de laatste jaren een exponentiële groei van het aantal leerlingen door het aanbod van de succesvolle richtingen mode en kunst en staat momenteel in voor de huisvesting van ongeveer 430 leerlingen. Deze belangrijke groei, gekoppeld aan de noodzaak om de grotendeels verouderde schoolinfrastructuur te renoveren, geeft aanleiding tot een grondige renovatie en uitbreiding van de school.

118


De bestaande schoolinfrastructuur kampt daarnaast met verschillende ernstige tekortkomingen zoals tijdelijke klaslokalen, te kleine ateliers, slechte toegankelijkheid, beperkte bezetting in functie van brandveiligheid, verouderde inrichtingen, etc. Voorliggend project beoogt een architectonisch kwalitatief hoogstaand schoolgebouw met respect voor de erfgoedwaarde van het oorspronkelijk gebouw van architect Pol Berger en voor de landschappelijke kwaliteiten van het provinciaal groendomein Rivierenhof. De nieuwbouwdelen zijn architecturaal afgestemd met zowel het historisch gebouw als harmonieus geïntegreerd in het park. Het project is tevens een voorbeeld van toegankelijkheid, laagdrempeligheid, openheid en originaliteit en stemt hierdoor overeen met de beleidsvisie en de ambities van het provinciaal onderwijs. De nieuwbouwdelen zijn uitgewerkt volgens de energievriendelijke bijna-energie-neutraal-standaard. Het project zal het programma van eisen, zoals uitgewerkt door de school, huisvesten, verspreid over het historisch gebouw, het inkomgebouw en de nieuwbouwvleugel: - klassen voor algemene vakken voor de A en B stroom; - ateliers voor mode- en kunstvakken voor de A en B stroom; - bijzondere klassen wetenschappen, chemie, IT, etc. voor de A en B stroom; - kantoren en bijhorigheden voor de directie, leerkrachten en leerlingenbegeleiding; - aanhorende lokalen zoals refter, sanitair, berging, etc.; - omgevingsaanleg. Het bestek voorziet in alle noodzakelijke werken voor de realisatie van de renovatie en uitbreiding van de school en omvat onder meer: - sloopwerken met inbegrip van asbestverwijdering; - grondwerken en funderingen; - ruwbouwwerken; - daken en gevelsluitingen; - binnenafwerkingen; - restauratiewerken; - technische installaties elektriciteit, verwarming en koeling, liften, etc.; - omgevingswerken en groenaanleg; - tijdelijke schoolinfrastructuur. Het dossier zal voor subsidiëring worden ingediend bij het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (Agion) van de Vlaamse Gemeenschap. De kostenraming van deze werken bedraagt 2.140.430,22 EUR (21 % btw) = 12.332.955,08 EUR.

10.192.524,86

EUR

+

De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de opdracht voor werken de open aanbesteding vast te stellen. Het ontwerp is digitaal beschikbaar.

119


De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van een krediet van 14.000.000,00 EUR voor de renovatie en uitbreiding van het provinciaal instituut Sint-Godelieve, campus Rivierenhof te Deurne, Antwerpen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor de renovatie en uitbreiding van het provinciaal instituut Sint-Godelieve, campus Rivierenhof te Deurne, Antwerpen, opgemaakt door bvba architectuuratelier ambiorix te Brussel, en stelt als wijze van gunnen van deze werken de open aanbesteding vast. VOORZITTER.- Mevrouw Moreau heeft het woord. Mevrouw MOREAU.- Wij willen graag een gesplitste stemming voor 4/15 en 4/16. Wat 4/15 betreft zullen wij tegenstemmen. Niet tegen de renovatie op zich, maar omdat wij nog vragen hebben bij het feit dat het zoveel geld moet kosten. Voor 4/16 willen wij ons onthouden. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik wil toch even iets verduidelijken, want u hebt dat al een paar keer gezegd dat het zoveel geld kost. Ik ben eens gaan kijken wat PIVA heeft gekost, de nieuwe vleugel die we daar hebben gezet voor het volwassenenonderwijs, gedeeld gebruik met dagschool. Dat kwam op een kostprijs van 1.690 EUR/m², wat in de sector zeker niet als overdreven wordt beschouwd. De normen van Agion bedragen voor een E70-gebouw 1.326 EUR/m², en voor een passief gebouw 1.558 EUR/m². Wat we hier gaan bouwen in het Rivierenhof gaat beter zijn dan een E70-gebouw maar niet volledig passief, en wordt nu geraamd op 1.403 EUR/m². Daar zit bij in: afbraak en tijdelijke huisvesting, containerklassen dus. We zitten onder de normen van Agion. Dus ik denk dat we daar een behoorlijke verdienste hebben om dat én prijs-kwaliteit, maar ook met het oog op capaciteitsuitbreiding neer te zetten. VOORZITTER.- Mevrouw Moreau heeft het woord. Mevrouw MOREAU.- We zitten natuurlijk ondertussen in tijden van besparingen, waarbij er heel veel bespaard wordt in deze provincie. Dat is de reden waarom wij die vraag stellen.

120


VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Het is een expliciete keuze van deze meerderheid om niet aan het onderwijs te raken, en daar een bijdrage te leveren aan de capaciteitsuitbreiding die hard nodig gaat zijn, straks ook in het secundair. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 52 leden hebben ja gestemd; 7 leden hebben nee gestemd; 5 leden hebben heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 52 stemmen ja, bij 7 stemmen nee en 5 onthoudingen. Nr. 4/16 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Mechelen. Provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker. Renovatie van de sporthal. Ontwerpopdracht. Wijzigingen aan de opdracht nr. 2. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In vergadering van 30 april 2014 keurde uw raad het ontwerp goed voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de sporthal in het provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker te Mechelen, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, met de open offerteaanvraag als wijze van gunnen. In zitting van 28 augustus 2014 besliste de deputatie deze ontwerpopdracht te gunnen aan de thv bvbvba License to Build Architects – Engineers – nv Tractebel Engineering te Brussel voor de prijs van 244 081,20 EUR, incl. btw. Dit bedrag werd berekend op basis van een vermoedelijke omvang van de werken van 2 000 000,00 EUR (incl. btw) of ongeveer 1 650 000,00 EUR (excl. btw). In zitting van 4 juni 2015 besliste de deputatie goedkeuring te hechten aan wijzigingen aan de opdracht nr. 1, omvattende bijkomende diensten bij de voorstudie voor wijziging van het “programma van eisen” bij de ontwerpopdracht, voor een totaal bedrag van 9 060,00 EUR + 1 902,60 EUR (21% btw) = 10 962,60 EUR. Uit de voorstudie kwamen volgende noodzakelijke werken naar voor; waarvan de kosten door de ontwerper geraamd worden op:

121


Fase A: renovatie sporthal Fase B: renovatie en uitbreiding kleedruimten Fase C: renovatie en uitbreiding administratieve ruimten Fase D: nieuwe aanbouw – sport Fase E: herinrichting bestaande squash en polyvalente ruimte

excl. btw 1 308 725,00 EUR 827 063,00 EUR 662 282,00 EUR

incl. btw 1 583 557,25 EUR 1 000 746,23 EUR 801 361,22 EUR

2 186 891,00 EUR 659 843,00 EUR

2 646 138,11 EUR 798 410,03 EUR

Er werd onder andere geconcludeerd dat er aanzienlijk grotere ingrepen nodig zijn voor een goede renovatie van de sporthal dan eerst aangenomen, zoals het vernieuwen van de dakstructuur van de sporthal, het herbouwen van kleedkamers en burelen en eveneens het uitbreiden ervan met het oog op de – reeds in het bestek opgenomen - verdere uitbreiding van de sportfaciliteiten. Daarnaast biedt een gelijktijdige realisatie van de kleedkamers met de renovatie van de sporthal het voordeel dat de exploitatie maar eenmaal moet stopgezet worden en de burelen liggen boven de kleedkamers, zodat de realisatie van de burelen samen met deze van de kleedkamers moet gebeuren. Daarom wordt nu voorgesteld de afbakening van de ontwerpopdracht door een bouwbudget van 1.650.000,00 EUR te verhogen tot een bouwbudget van 2.800.000,00 EUR (excl. btw). Hierdoor is een totaal budget van 3.750.770,10 EUR, incl. btw en erelonen vereist (cf. bijlage 2). In de meerjarenplanning wordt door het verschuiven van prioriteiten, nl. de renovatie van de sporthal uitgebreider voorzien en de renovatie van de tribune verschuiven in het masterplan, een budget voorzien van 3.850.000,00 EUR. Deze budgetwijziging zal voor goedkeuring aan uw raad voorgelegd worden in vergadering van september 2015. Uw raad wordt verzocht de substantiële wijziging van de omvang van de renovatieopdracht voor de sporthal en zijn kleedkamers en burelen, opgenomen in wijzigingen aan de opdracht nr. 2 bij de ontwerpopdracht hiervoor, goed te keuren. Bijlage 1: Bijkomende diensten, schrijven van bvbvba Licence to Build Architects Engineers Bijlage 2: Berekening van ereloon De stukken zijn digitaal beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 27 juni 2013, betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet;

122


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de wijzigingen aan de opdracht nr. 2, omvattende bijkomende diensten bij de basisopdracht en bijzondere prestaties door uitbreiding van de projectomvang in de ontwerpopdracht voor de renovatie van de sporthal in het provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker te Mechelen, opgedragen aan thv bvbvba License to Build Architects - Engineers - nv Tractebel Engineering te Brussel, goed. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, Mevrouw de gouverneur, Collega’s, Ik heb de bespreking in de raadscommissie natuurlijk niet bijgewoond. Maar als ik in het stuk zie dat we gaan van een ontwerpbudget van 1.650.000 EUR dat we gaan verhogen tot een bouwbudget van 2.800.000 EUR, excl. BTW, is dat dus meer dan een miljoen dat er zomaar even bijkomt. Als ik dan goed gelezen heb in de rapporten van het Rekenhof dan denk ik dat we hier niet goed bezig zijn. Er zullen waarschijnlijk wel technische redenen zijn dat het interessanter is om al die zaken samen te bundelen, maar dan denk ik dat de ontwerpopdracht juist moet gekaderd worden en dat die beschrijving volledig moet zijn vooraleer zoiets in de markt wordt geplaatst ten aanzien van ontwerpers. Vandaar onze onthouding. VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Voorzitter, Ik sluit mij graag aan bij voorgaande spreker, zoals ook reeds meegedeeld toen het punt hier enkele maanden geleden voorlag, waar we nu bijna uitkomen op 4 miljoen EUR voor die renovatie van die sporthal. We zijn nog niet goed en wel bekomen van het financieel debacle van het zwembad en haar permanent verlieslatende uitbating, en dan doen we nu opnieuw daar investeringen. Daar hebben wij toch onze bedenkingen bij. Wij zouden toch graag hebben dat eerst wordt gewerkt aan een werking die niet continu in verlies draait, alvorens dat we opnieuw investeringen doen op dit domein. Dus eerst wegwerken van de problemen, zoeken naar een efficiënte uitbating van het domein alvorens opnieuw miljoenen te investeren in De Nekker. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik wil toch even kort reageren. Ik ben al een paar keer de sporthal gaan bekijken, en we hebben dat besproken met de directie. Er zijn al jaren heel serieuze problemen met die sporthal, onder andere met het dak en dergelijke. Er zijn dus een aantal werken die absoluut noodzakelijk zijn om de activiteiten te laten doorgaan in die sporthal. Ofwel moeten wij investeren, ofwel moeten

123


wij er aan denken om binnen afzienbare tijd heel de werking van de sporthal te stoppen wat ook uiteraard invloed zal hebben op de inkomsten van De Nekker. Het is een beetje een moeilijke zaak, maar die sporthal is vrij oud en moet absoluut gerenoveerd worden willen we alle activiteiten daar in stand houden. Wij overschrijden hier ook niet hetgeen voorzien is in de meerjarenbegroting. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 49 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben nee gestemd; 7 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 49 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en 7 onthoudingen. Gedeputeerde PEETERS en mevrouw STEVENS delen mee dat zij niet tijdig hebben gedrukt. Zij wilden allebei ja stemmen. VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/17 tot en met 4/20 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 4/17 van de agenda Vastgoed. Putte - Itterbeek (A.6.16) – Onteigening door gemeente Putte voor aanleg gescheiden riolering. Verkoop. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het kader van de aanleg van een retentiebekken voor waterloop “Itterbeek” in Putte en Lier/Koningshooikt verwierf de provincie op 7 november 2003 een perceel grond, ten kadaster gekend Putte, 1 ste afdeling, sectie B, nummer 1D, met een oppervlakte van 10a31ca. Recentelijk werd de dienst Infrastructuur en Vastgoed in kennis gesteld van het onteigeningsplan dat werd opgemaakt voor de gemeente Putte en Aquafin, waarin voormeld perceel getroffen wordt voor onteigening van een strook van 45,92m² aan de straatzijde. De strook wordt onteigend in het kader van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel door Aquafin enerzijds, en de aanleg van een vrijliggend fietspad door de gemeente Putte anderzijds. De gemeente Putte bezorgde een uittreksel van het onteigeningsplan, een motivatienota, het schattingsverslag, de onteigeningsstaat, het bodemattest en een vooraf ingevulde verkoopbelofte aan de dienst Infrastructuur en Vastgoed. Op basis hiervan werd advies ingewonnen bij de dienst Integraal Waterbeleid met betrekking tot eventuele repercussies die de verkoop zou kunnen hebben wat betreft het beheer van het retentiebekken. De dienst Integraal Waterbeleid heeft geen bezwaar

124


tegen de verkoop, op voorwaarde dat de gemeente de oprit naar het overstromingsgebied in oorspronkelijke staat zal herstellen, en het onderhoud van de door haar aangekochte strook op zich zal nemen. Van de gemeente Putte werd een aangepaste verkoopbelofte gevraagd en verkregen die deze voorwaarden expliciet vermeldt. Het betrokken perceel ligt in agrarisch gebied. Het schattingsverslag dat door de Ontvanger van Registratie Mechelen 4 werd opgesteld, bepaalt de waarde hiervan om 6,00EUR/m², wat de waarde van de te onteigenen strook brengt op 275,52 EUR. Na verhoging met wederbeleggingsvergoeding en toekenning van een vergoeding van 149,10 EUR voor een gedeelte van de haag komt het totale bod dat de gemeente Putte voor betrokken strook doet op 492,12 EUR. Kosten, ereloon en rechten verbonden aan de akte worden gedragen door de gemeente Putte. De deputatie stelt voor in te stemmen met de verkoop van voormelde strook aan de gemeente Putte tegen de prijs van 492,12 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. De gemeente Putte heeft te kennen gegeven dat de koopsom na het verlijden van de akte zal betaald worden, wat een normale gang van zaken is voor een openbaar bestuur. Gezien het geringe bedrag, en het feit dat de koper een openbaar bestuur is dat als solvabel mag worden beschouwd, wordt voorgesteld ontslag van ambtshalve inschrijving te verlenen, ondanks de achterafbetaling. Het bodemattest is blanco. De bijlagen zijn digitaal beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen Overwegende dat de transactie gebeurt voor openbaar nut voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en een fietspad; Gelet op de schatting; Gelet op het bodemattest; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt machtiging verleend tot de verkoop van een deel van een perceel aan de gemeente Putte voor de aanleg van een gescheiden riolering en een vrijliggend fietspad, ten kadaster gekend als Putte, 1ste afdeling, sectie B, nummer 1D, groot volgens meting 45,92m², tegen de prijs van 492,12 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.

125


Artikel 2: Gezien het geringe bedrag voor de transactie, en het feit dat de koper een openbaar bestuur is dat als solvabel mag worden beschouwd, wordt akkoord gegaan om ontslag van ambtshalve inschrijving te verlenen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/18 van de agenda Vastgoed. Sint-Katelijne-Waver - Dorpsbeek (A.6.13.1) – Overdracht gemeentelijk retentiebekken aan provincie. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 9 mei 2014 heeft de Vlaamse Regering een definitieve beslissing genomen rond de eerste fase van de interne staatshervorming doorbraak 63. Het betreft de aanpassingen tussen de bestaande 1ste, 2de en 3de categorie waterlopen. Voor de provincie betekent dit sinds 1 juli 2014 een verdubbeling van het aantal waterlopen in haar beheer, nl. 2.400 km. Ook bij de gemeente Sint-Katelijne-Waver werden er naar aanleiding van deze oefening een aantal waterlopen heringedeeld van 3de categorie naar 2de categorie. Een van deze waterlopen is de Dorpsbeek. Langs de Dorpsbeek ligt een retentiebekken dat eigendom is van de gemeente SintKatelijne-Waver. Dit retentiebekken is gelegen op het perceel Beekmeutervelden, kadastraal gekend als Sint-Katelijne-Waver, afdeling 3, sectie E, nr. 38e. De totale kadastrale oppervlakte van dit perceel is 9.835 m². Aangezien de provincie beheerder is geworden van de Dorpsbeek, is het logisch dat de provincie nu ook eigenaar wordt van het perceel waarop het retentiebekken is gelegen. Daarom besliste de gemeenteraad van Sint-Katelijne-Waver op 15 december 2014 om de grond, het beheer en het onderhoud van dit bekken over te dragen aan de provincie Antwerpen. De overdracht van het retentiebekken en de grond aan de provincie gebeurt kosteloos. De notariskosten worden gedragen door de provincie. Het bodemattest is blanco. De bijlagen zijn digitaal beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering van 9 mei 2014;

126


Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van Sint-Katelijne-Waver van 15 december 2014 houdende de overdracht van het retentiebekken langs de Dorpsbeek aan de provincie Antwerpen; Gelet op het bodemattest; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name voor het beheer van de Dorpsbeek in Sint-Katelijne-Waver, keurt de provincieraad de kosteloze overdracht van het retentiebekken, gelegen op het perceel Beekmeutervelden, kadastraal gekend als Sint-Katelijne-Waver, afdeling 3, sectie E, nr. 38e met een oppervlakte van 9.835 m² aan de Provincie, goed. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/19 van de agenda Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aanleg retentiebekken (deel 2). Tweede reeks grondaankopen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In vergadering van 17 december 2014 gaf de provincieraad goedkeuring aan “het onteigeningsplan 2 – Scheppelijke Nete” met bijhorende motivatie ter verantwoording van het openbaar nut, noodzaak en hoogdringendheid, voor de onteigening van 16 innemingen langs de Scheppelijke Nete in Mol, in het kader van de aanleg van een retentiebekken. De onderhandelingen voor de minnelijke aankoop van betrokken innemingen zijn volop aan de gang. Vandaag worden 4 verkoopbeloften voorgelegd, zijnde de innemingen 10, 12, 13 en 14. De innemingen zijn gelegen in agrarisch gebied. De schattingsprijs varieert tussen de 2,50 en 3,60 EUR/m² naargelang de aard, ligging, configuratie en oppervlakte van de percelen. Boven de grondwaarde bekomen de verkopers nog de bij de onteigening gebruikelijke wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest, en eventueel ook een vergoeding voor opstanden (zoals afsluitingen, beplantingen, ….). Het totaalbedrag voor de aankoop van deze 4 innemingen bedraagt 10.005,80 EUR. Voor al deze innemingen wordt volgende bijzondere voorwaarde opgenomen in de akten: “De provincie garandeert de toegankelijkheid van deze percelen door het verlenen van een recht van uitweg over haar gronden (het zogenaamde trage pad).”

127


De bodemattesten zijn blanco. Krediet is voorzien in het budget van 2015. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 juni 2015. De bijlagen zijn digitaal beschikbaar. De provincieraad van Antwerpen Overwegende dat voor de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete enkele grondverwervingen nodig zijn; Gelet op het PRUP “Overstromingsgebied Scheppelijke Nete”; Gelet op het “Onteigeningsplan 2 - Scheppelijke Nete”, goedgekeurd door de provincieraad dd. 17 december 2014; Gelet op de verkoopbeloften; Gelet op de schatting; Gelet op de bodemattesten; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Onder verklaring dat de verwerving gebeurt voor openbaar nut, met name voor de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete wordt machtiging gegeven tot aankoop van de hierna volgende innemingen van het onteigeningsplan Scheppelijke Nete (deel 2), zoals goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 17 december 2014: Inneming 10, ten kadaster gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer 797/deel, groot 183 m² en eigendom van de familie Dergent-Meeuwes, voor de prijs van 5.573,49 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. Inneming 12, ten kadaster gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer 799/deel, groot 230 m² en eigendom van de heer Emiel Willekens, voor de prijs van 1.219,47 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. Inneming 13, ten kadaster gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer 800/deel, groot 265 m² en eigendom van de heer Jozef Drooghmans (VE1/3), mevrouw Maria Drooghmans (VE 1/3) en mevrouw Rita Drooghmans (VE 1/3) voor de prijs van 2.534,75 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. Inneming 14, ten kadaster gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer 801/deel, groot 188 m² en eigendom van Geerts Peter (BE 3/16), Geerts Tinneke (BE 3/16), Willekens Denise (VE 1/4 en VG 3/4), Geerts Wim (BE 3/16) en Geerts Jan (BE 3/16), voor de prijs van 678,09 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.

128


Artikel 2: Voor de verwerving van deze innemingen wordt volgende bijzondere voorwaarde opgenomen in de akten: De provincie garandeert de toegankelijkheid van deze percelen door het verlenen van een recht van uitweg over haar gronden (het zogenaamde trage pad). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/20 van de agenda Vastgoed. Geel en Mol - Fietsostrade Herentals-Balen – deelprojecten Geel en Mol 10-11-12. Aankopen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In vergadering van 25 september 2014 gaf de provincieraad van Antwerpen haar goedkeuring aan de onteigeningsplannen met bijhorende motivatie ter verantwoording van het openbaar nut voor de verwerving van tal van innemingen in Geel en Mol, gelegen langs spoorlijn 15 (Herentals-Balen) in het kader van de aanleg van de fietsostrade langsheen deze spoorlijn. In zitting van 4 september 2014 keurde uw college de onteigeningsstaat goed waarop de vergoeding van de grondwaarde, verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintresten en indien van toepassing verhoogd met een vergoeding voor opstanden, berekend werd. Uw college machtigde hierbij ook de dienst Infrastructuur en Vastgoed om te onderhandelen met de betrokken eigenaars over de minnelijke verwerving van hun eigendom op basis van deze onteigeningsstaat. In zittingen van 26 februari 2015 en 23 april 2015 werd reeds voor een aantal innemingen de verwerving door uw college goedgekeurd. Als volgende reeks liggen nu 5 innemingen voor waarvoor inmiddels een akkoord en bijhorende eenzijdige verkoopbelofte werden bekomen van de betrokken eigenaars. Het betreft met name:  Inneming 10.6 van de Norbertijnenabdij Postel vzw ten kadaster gekend Geel, 1ste afdeling, sectie H, nummer 46A: Het in te nemen gedeelte van dit perceel bedraagt 118m², waarvoor de grondprijs geschat werd aan 3,50 EUR/m². Verhoogd met vergoeding voor wederbelegging en wachtintresten bedraagt de totale prijs voor deze inneming 517,03 EUR. Aanvankelijk was voor deze inneming ook 236,60 EUR voorzien voor de eigenaar ter vergoeding van de opstanden, in casu een draadafsluiting. Deze vergoeding wordt op verzoek van de eigenaar toegekend aan de pachter. Met Dhr. Bart Teunkens, pachter in kwestie, werd een pachtverbrekingsvergoeding overeengekomen van 1,00 EUR/m², verhoogd met 0,05 EUR/m² voor navetten. Vermeerderd met de hierboven vermelde som voor de draadafsluiting komt de totale vergoeding voor dhr. Teunkens op 360,50 EUR.

129


 Innemingen 11.14 en 11.15 van de consoorten Verbist – Van Hoof ten kadaster gekend Geel, 1ste afdeling, sectie H, nummer 957B en Geel, 1 ste afdeling, sectie H, nummer 958B: Het gezamenlijk in te nemen gedeelte van deze percelen bedraagt 88 m², waarvan 55 m² voor inneming 11.14 en 33 m² voor inneming 11.15, waarvoor de grondprijs telkens geschat werd aan 3,50 EUR/m². Verhoogd met vergoeding voor opstanden, wederbelegging en wachtintresten bedraagt de totale prijs voor deze innemingen 1.563,01 EUR. Consoorten Verbist – Van Hoof stellen als opschortende voorwaarde voor dit verkoopaanbod en bijgevolg ook voor het compromis dat ontstaat zodra de provincieraad haar goedkeuring aan dit verkoopaanbod heeft gegeven dat, tegelijkertijd met de verkoop van de genoemde grondstroken, de restanten van de percelen worden aangekocht door de provincie of door een derde tegen een bedrag van 3,50 EUR/m², zijnde 280m² + 447m² maakt 727m² aan 3,50m² geeft een totaal van 2.544,50 EUR. Zodra er een compromis ontstaat betreffende hogergenoemde restanten wordt de opschortende voorwaarde als vervuld beschouwd. Een van de aanpalende eigenaars, dhr. Jozef Sneyders, heeft al aangegeven interesse te hebben voor de aankoop van de restanten. De onderhandelingen hiervoor zijn lopende. Dhr. Christian Verbist heeft als enige dit akkoord ondertekend bij sterkmaking voor alle andere mede-eigenaars.  Inneming 12.24 van de echtgenoten Van Hees – Janssens ten kadaster gekend Mol, 3de afdeling, sectie E, nummer 2015C: Het in te nemen deel van dit perceel bedraagt 169m², waarvoor de grondprijs geschat werd aan 3,50 EUR/m². Verhoogd met vergoeding voor opstanden, wederbelegging en wachtintresten bedraagt de totale prijs voor deze inneming 2.717,25 EUR.  Inneming 12.25 van de consoorten 3de afdeling, sectie E, nummer 2014B:

Vermeir

ten

kadaster

gekend

Mol,

Het in te nemen deel van dit perceel bedraagt 187m², waarvoor de grondprijs geschat werd aan 3,50 EUR/m². Verhoogd met vergoeding voor opstanden, wederbelegging en wachtintresten bedraagt de totale prijs voor deze inneming 819,35 EUR. De bodemattesten zijn blanco. De bijlagen zijn digitaal beschikbaar. Krediet is voorzien in het budget van 2015.

130


De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen Overwegende dat voor het realiseren van het project fietsostrade Herenals-Balen, deelprojecten Geel en Mol, er enkele grondverwervingen nodig zijn; Gelet op het onteigeningsplan; Gelet op de verkoopbeloftes; Gelet op de schatting; Gelet op de bodemattesten; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name voor de aanleg van een fietspad, wordt machtiging verleend tot aankoop voor de aanleg van de fietsostrade Herentals-Balen, deelprojecten 10, 11 en 12, van:  Inneming 10.6 van de Norbertijnenabdij Postel vzw, zijnde 118m², deel uitmakend van het perceel ten kadaster gekend Geel, 1ste afdeling, sectie H, nummer 46A, tegen de prijs van 517,03 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.  Innemingen 11.14 en 11.15 van de consoorten Verbist – Van Hoof, zijnde 55m², deel uitmakend van het perceel ten kadaster gekend Geel, 1 ste afdeling, sectie H, nummer 957B en 33m² van het perceel Geel, 1 ste afdeling, sectie H, nummer 958B, tegen de prijs van 1.563,01 EUR, alle vergoedingen inbegrepen, onder opschortende voorwaarde voor dit verkoopaanbod en bijgevolg ook voor het compromis dat ontstaat zodra de provincieraad haar goedkeuring aan dit verkoopaanbod heeft gegeven dat, tegelijkertijd met de verkoop van de genoemde grondstroken, de restanten van de percelen worden aangekocht door de provincie of door een derde tegen een bedrag van 3,50 EUR/m², zijnde 280m² + 447m² maakt 727m² aan 3,50m² geeft een totaal van 2.544,50 EUR. Zodra er een compromis ontstaat betreffende hogergenoemde restanten wordt de opschortende voorwaarde als vervuld beschouwd.  Inneming 12.24 van de echtgenoten Van Hees – Janssens, zijnde 169m², deel uitmakend van het perceel ten kadaster gekend Mol, 3 de afdeling, sectie E, nummer 2015C, tegen de prijs van2.717,25 EUR, alle vergoedingen in begrepen.  Inneming 12.25 van de consoorten Vermeir, zijnde 187m², deel uitmakend van het perceel ten kadaster gekend Mol, 3 de afdeling, sectie E, nummer 2014B, tegen de prijs van 819,35 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. Artikel 2: Gezien voor de verwezenlijking van de fietsostrade het volle genot van het goed noodzakelijk is, wordt akkoord gegaan met de verbreking van de pacht die rust op de in te nemen gronden tegen volgende pachtverbrekingsvergoedingen:  360,50 EUR voor dhr. Bart Teunkens, voor de verbreking van de pacht en de vergoeding van de draadafsluiting op het te verwerven deel van de percelen ten kadaster gekend Geel, 1ste afdeling, sectie H, nummer 46A.

131


VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Dank u wel, voorzitter. Ik had een paar vragen bij het woord fietsostrade, en ik heb daar geen interpellatie voor ingediend omdat het punt op de agenda stond. Als u mij toelaat, ik heb een paar kleine vragen voor gedeputeerde Lemmens. De fietsostrades: de provincie doet dat schitterend. Profileert zich met de fietsostrades. Daar heb ik niets op tegen. Als er zo’n dossier onze kant uitkomt, en wij bijna vereenzelvigd worden met de fietsostrades is het toch belangrijk dat de fietsostrades een goede beurt maken. Twee ideeën om mee te nemen naar het groot overleg in de uitgebreide commissie die gepland zal worden. Jammer genoeg zien we door het populairder worden van de fietsostrades dat er ook daar een soort van gedrag ontstaat onder fietsers. Ik vind het doodjammer dat ik dat hier moet zeggen, maar ik vind wel dat ik het hier moet komen zeggen. Maar er is iets in onze bevolking waarbij wij onszelf graag profileren. Er komt wat een spanning tussen de mensen die met een e-bike rijden en de mensen die dat niet doen op de fietsostrades. Het is van de vloer zelf dat ik dat weet en hoor. Ik weet wel dat wij de wegcode niet kunnen schrijven, maar ik geef het toch graag mee om daar onze diensten eens aan het denken te zetten hoe we daar kunnen op inspelen zodanig dat daar een zacht gebruik ontstaat voor iedereen. Bermbeheer langs de fietsostrades: dat is iets wat ons ook moet interesseren. Er is wetgeving rond bermbeheer. We hebben dat daarstraks kunnen horen. We kennen dat ook allemaal. Alleen wordt dat niet overal op dezelfde manier toegepast, en het tijdstip waarop verschilt ook nogal eens. Dus een pleidooi om dat ook mee te nemen in het geheel van het idee van de fietsostrades, om te bekijken hoe wij richtlijnen kunnen meegeven aan de gemeenten die een fietsostrade op hun grondgebied hebben. Last but least, we keuren hier een punt goed waarbij we de grondverwerving financieren. U weet dat in veel gevallen de aanleg van fietspaden, of fietsostrades, hinder ondervindt van de hoge kosten van de onteigeningen. U weet dat het onze bezorgdheid is, en dan bedoel ik daarmee mijn collega Patrick Feyaerts en ikzelf. Maar hier zitten ook nog andere provincieraadsleden die dit zullen steunen, denk ik. De kost van de onteigeningen staat de uitvoering van vele van die projecten in de weg. Bij deze heb ik uw aandacht daar nog eens voor gevraagd. Ik dank u. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Dank u wel, mijnheer Kerremans. Ik ken uw enthousiasme over de fietsostrades. Natuurlijk in elk verhaal dat je realiseert moet u de vraag stellen: hoe lang blijft zoiets positiefs. De fietsostrades worden als iets heel positief ervaren, maar je hebt er ook een aantal wat meer negatieve aspecten zoals dat nu wordt naar voor gebracht. Ik wil dat allemaal wel bekijken. Daar zijn inderdaad de elektrische fietsen, de wielertoeristen die vrij snel rijden. Wat kan je daaraan doen? Ik heb die vragen ook gekregen bij het inrijden van de fietsostrade Antwerpen-Mechelen.

132


Dat was een van de eerste vragen van het journaal hoe we daar mee omgaan. Dan kan je toch maar één ding zeggen: dat is hoffelijkheid. Wat maakten we mee bij de eerste autostrades in ons land? Er zijn ook mensen die nu ineens 140, 150, 160 km/uur rijden terwijl het niet mag, of zich onhoffelijk gedragen. Dat gaan wij ook meemaken op die fietsostrades. Hoe moeten we dat nu in hemelsnaam gaan beperken. We gaan geen aparte rijstroken kunnen gaan voorzien. Ik kan alleen maar pleiten voor hoffelijkheid bij de fietsers. Zij krijgen 3 meter fietsostrade breedte waarop dat zij kunnen fietsen. Wij denken dat 25 km/uur daar de snelheid is die je daar aankan, maar meer ook niet. Het zal ook zijn voor de gemeente die de handhaving moeten organiseren. Wij kunnen alleen maar zien dat wij ongelooflijke faciliteiten voor onze fietsers maken. Meer kan ik er niet over zeggen. Ik pleit gewoon voor hoffelijkheid tussen de fietsers op de fietsostrade. De gemeenten zullen daar op zeker moment hun verantwoordelijkheid moeten in nemen om daar aan handhaving te doen. U verwijst naar het bermbeheer. U weet dat vanaf dat die fietsostrade is opgeleverd wij dat overdragen naar de gemeenten. Wij zullen er nog eens met de gemeenten over spreken, maar ik denk dat het ook in het belang is van die gemeenten om die bermen zo goed als mogelijk te beheren. Dat is nu de vraag die wij nog eens zullen stellen aan de gemeenten. Wij komen regelmatig met die gemeenten bijeen waar er fietsostrades zijn. Wij zullen dat punt ook nog eens aan de agenda brengen. Het verhaal van de onteigeningen, daar bent u al verschillende keren over tussengekomen. Ik kan u daarover maar één ding zeggen. U weet dat wij momenteel met de studie bezig zijn over gans onze provincie waar wij nog fietsostrades willen of kunnen aanleggen, en welke fietsostrade prioritair zal worden aangelegd. In dat verhaal willen wij ook dat totaal aspect van die onteigeningen wel meenemen. Natuurlijk, het moet ergens betaald worden. U weet dat onze financiële toestand is. Wij zetten 4,5 miljoen EUR per jaar in op die fietsostrades, plus dan nog de overschot die we elk jaar van de subsidies aan de gemeenten overhebben die brengen we er bij in. Dat is het verhaal dat wij hebben, en daar zullen wij het mee moeten doen. De fietsostrades, daar komen wij, en ik hoop dat het ten laatste in de maand oktober is, hier mee terug in een speciale commissie om heel duidelijk te zeggen welke fietsostrades we nu nog eerst gaan aanleggen, hoe dat we dat bekijken, en hoe dat we die financiering verder zullen bekijken. In alle geval dat wordt verdergezet tegen oktober. VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord. De heer KERREMANS.- Dank u wel, voor uw uitgebreid antwoord. Ik heb daar drie reacties op. Mijn tussenkomst mag niet gezien worden als kritiek, eerder als ondersteuning. Het is ook niet de bedoeling om, wanneer mensen zich niet hoffelijk gedragen om daar bestraffend te gaan optreden, en gemeenten te gaan verplichten van daar controles te gaan doen. Ik hoop dat het niet zo ver komt. Maar u hebt het zelf gezegd: we moeten hoffelijkheid hanteren. Ik heb sterk de indruk, samen met meerderen onder ons denk ik, dat ieder van ons soms vergeten is dat we nog hoffelijk kunnen zijn. Het zou misschien leuk zijn om pro memorie hier en daar een bord te zetten naast de fietsostrades die ons eraan herinneren dat we ook hoffelijk kunnen zijn in het verkeer.

133


Van dat bermbeheer, dat is juist. De gemeenten gewoon er op wijzen. Maar ze doen het wel. Het is niet dat ze het niet doen. Alleen onze rol als coördinator vind ik daar zeer belangrijk in, misschien zelfs als richtinggevende overheid om te zeggen dat tegen die datum dat en dat moet gebeurd zijn. Want we spreken ook over veiligheid dan. Ik volg dat ook. De prioriteiten worden eerst bepaald, en op die stukken wil men de onteigeningskosten op zich nemen. Ik begrijp dat wel, maar er zijn ook een aantal gemeenten die zelf initiatief willen nemen en die zitten dan toch met een probleem dat niet opgelost geraakt. Daarvoor uw aandacht graag. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik wil nog even kort meedelen, mijnheer Kerremans, dat bij het infietsen van de fietsostrade Antwerpen-Mechelen de bermen prima in orde waren. VOORZITTER.- De heer Röttger heeft het woord. De heer RÖTTGER, gedeputeerde.- Ik wou dat maar enkel onderstrepen. Collega Kerremans, ik denk, zoals u terecht opmerkt, dat er wel degelijk aan beheer wordt gedaan. Misschien is het wel een idee om samen één beheerplan te maken en om dat samen op de markt te brengen. Dat zou een grote kavel kunnen zijn. Ik denk maar, collega Caluwé, misschien is daar ook nog een weg weggelegd voor een landbouwer die nog een wel toestel heeft, als we ten minste weten wanneer en wat we beheren dan is er voor iedereen een win-win. Misschien is dat onze rol, collega’s. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 4/17 tot en met 4/20 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 4/17, 4/18, 4/19 en 4/20 worden goedgekeurd met 64 stemmen ja.

134


Nr. 4/21 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Geel. Hooibeekhoeve. Uitbreiding van een melkveestal. Leveren van Melktechnieken en diverse technische installaties. Gewijzigde gunningswijze. Goedkeuring. (dossiernummer: BenV-OPDR-2014-0111) Verslag van de deputatie In vergadering van 29 januari 2015 keurde uw raad onder meer het ontwerp goed voor de opdracht voor het leveren van melktechnieken en bijkomende diverse technische installaties - uit te voeren in 2 fasen, bij de uitbreiding en renovatie van de melkveestal bij de Hooibeekhoeve te Geel, opgemaakt door bv-cvba SBB AgroBouwadvies Architecten te Leuven, met de open offerteaanvraag als wijze van gunnen. De kosten van deze opdracht voor leveringen werden geraamd op 203.471,40 EUR + 42.728,99 EUR (21% btw) = 246.200,39 EUR voor fase 1 en 245.891,40 EUR + 51.637,19 EUR (21% btw) = 297.528,59 EUR voor fase 2. De opening van de offertes vond plaats op 25 maart 2015 met slechts één deelnemer, de nv DeLaval te Drongen, Gent. Omdat de offerte afwijkt van het bijzonder bestek wat betreft de opgelegde leveringstermijnen, en aldus als materieel onregelmatig beschouwd diende te worden besliste de deputatie in zitting van 11 juni 2015 geen gevolg te geven aan de gehouden open offerteaanvraag. Aan uw raad wordt voorgesteld de opdracht te plaatsen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in toepassing van artikel 26, §1, e) van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, op basis van de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht en met raadpleging van uitsluitend alle inschrijvers die aan de eisen inzake kwalitatieve selectie beantwoorden en bij de eerste procedure een formeel regelmatige offerte hebben ingediend, met name de nv DeLaval te Drongen, Gent. De deputatie keurde dit verslag in zitting van 11 juni 2015 goed. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht, in toepassing van artikel 26, §1, e) van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, goedkeuring aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als wijze van gunnen voor het leveren van melktechnieken en

135


bijkomende diverse technische installaties bij de uitbreiding en renovatie van de melkveestal bij de Hooibeekhoeve te Geel, opgemaakt door bv-cvba SBB AgroBouwadvies Architecten te Leuven, op basis van de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht en met raadpleging van uitsluitend de nv DeLaval te Drongen, Gent. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 66 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 66 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 66 stemmen ja.

136


5. Onderwijs en jeugd VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 5/1 tot en met 5/3 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 5/1 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Inovant. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 25 september 2008 heeft de provincieraad de oprichting en de statuten van APB Inovant goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De Raad van Bestuur van het APB Inovant heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgelegd in vergadering van 28 mei 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Inovant. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 908.143,07 EUR en te verwerken resultaat van 90.857,90 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 99.995,88 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: over te dragen naar beschikbare reserves. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Inovant dd. 28/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening;

137


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Inovant. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Inovant wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 90.857,90 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB Inovant. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 5/2 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad de oprichting en de statuten van het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van APB Provinciaal Vormingscentrum Malle heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgelegd in vergadering van 28 mei 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 1.516.074,46 EUR en te verwerken resultaat van -74.755,37 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 23.734,02 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: Het APB beschikt over een positief gecumuleerd resultaat vorige jaren; voorgesteld wordt het te verwerken resultaat in mindering te brengen van dit gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015.

138


De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Provinciaal Vormingscentrum Malle dd. 28/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Vormingscentrum Malle wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken negatief resultaat van -74.755,37 EUR wordt in mindering gebracht met het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 5/3 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen heeft het jaarrapport zoals voorzien in de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering van heden. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen.

139


De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 14.166.120,66 EUR en te verwerken resultaat van -1.253.045,50 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 7.342.983,20 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken resultaat wordt in mindering gebracht van het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 - Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen dd. 25 juni 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken negatief resultaat van -1.253.045,50 EUR wordt in mindering gebracht met het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren. VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Mevrouw de gedeputeerde, de eerste zin in het jaarrapport is: het APB provinciaal onderwijs Antwerpen is een bescheiden, maar zeer gewaardeerde onderwijsaanbieder. Inderdaad, het heeft ook specifieke kenmerken omdat er vooral gekeken wordt naar opleiden voor knelpuntberoepen. Ook zeer belangrijk is de afstemming op de arbeidsmarkt en kijken naar efficiënte doorstromingsmogelijkheden voor jongeren. Ik wou daar graag de inhoud van mijn interpellatie, waar we daarstraks over gesproken hebben, even aan koppelen omdat er nu toch ook heel wat stemmen opgaan om meer anders

140


samen te werken tussen de verschillende onderwijsnetten. Ik moet er u ook niet van overtuigen dat wij het ten volle eens zijn met het belang van het provinciaal onderwijsnet omwille van die specifieke kenmerken en het inspelen op een aantal noden die op lokaal niveau of op Vlaams gebied niet kunnen ingevuld worden. Vandaar dat we toch graag wat meer informatie hadden over hoe het nu zit met die samenwerking met de andere onderwijsnetten. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Collega Van Gool, ik kan u de stand van zaken meegeven zoals die er vandaag bijligt. Naar aanleiding van het comité der wijzen, zoals dat gemeenzaam genoemd wordt, die een rapport hebben neergelegd vorige week in het Vlaams parlement over de samenwerking tussen drie publieke netten, is er ook een standpuntbepaling geweest vanuit de drie publieke netten. Laat mij beginnen met het volgende te zeggen: er is vandaag de dag al een bijzonder goede samenwerking tussen de drie publieke netten. En dat is maar goed ook. Wij hebben met de drie - gemeenschapsonderwijs, OVSG, en Provinciaal Onderwijs Vlaanderen – in de voorbije weken en maanden heel intens samengewerkt en een aantal punten van vooruitgang geboekt, zoals daar zijn de leerplannen. Die zouden we verder op mekaar willen afstemmen. We denken dat dit logisch is om dat te doen. In de eerste plaats voor de mensen die er mee aan de slag moeten en die ze moeten uittekenen, maar ook voor naderhand. Als je bijvoorbeeld wil gaan bijscholen, navorming wil gaan volgen, dan heb je daar vandaag 11 en 30 mogelijkheden toe. Dit zou de mogelijkheid geven om een beetje preciezer te gaan kiezen wat je exact wil gaan doen. Van de opleidingen zelf hebben we gezegd: het is toch eigenlijk maar de logica der dingen dat we met drie publieke onderwijsverstrekkers dat goed met mekaar afspreken. Het heeft geen enkele zin om mekaar, bij wijze van spreken, de duvel aan te doen en te beconcurreren op een kleine lap grond als het gaat over opleidingen waar je niet zo gek veel studenten voor hebt. Het is wat anders als je nauwelijks kan voldoen aan de vraag die vandaag op de arbeidsmarkt leeft. Het doet mij ook bijzonder veel plezier om te kunnen stellen dat we met provinciaal onderwijs, en niet alleen deze provincie, in heel Vlaanderen trouwens, daar eigenlijk al jaar en dag het goede voorbeeld in geven. Omdat wij overal in Vlaanderen met provinciaal onderwijs georganiseerd zijn in netoverschrijdende scholengemeenschappen die net naar de geest zijn georganiseerd van wat zo’n netoverschrijdende scholengemeenschap hoort te zijn. Namelijk die afspraken maken: ik zal deze opleiding voor mijn rekening nemen, en jij doet die. Dan kan je de middelen zo doelmatig mogelijk inzetten. Dat is iets wat we nu over heel Vlaanderen zouden willen gaan uithollen. Een derde punt waarvan we hebben gezegd: hier kunnen we zeker ook vooruitgang boeken, dat is de rechtspositieregeling. Vandaag is het zo dat als je bijvoorbeeld in een gemeentelijke school staat, daar meteen na het afstuderen bent begonnen, en je zou wat graag wat dichter bij huis gaan werken, maar dat is toevallig een gemeenschapsonderwijs school, dan is dat niet evident. Daar zijn nogal wat drempels. Om niet te spreken van de anciënniteit die je bijvoorbeeld moet laten liggen. Daar denken we van dat een gesprek aangewezen is met de drie publieke onderwijsverstrekkers. Wat ons betreft mag dat ook nog ruimer gaan. Dat moet evident ook doen met de vakorganisaties. Wij denken dat we

141


daar eerst en vooral de knelpunten en de drempels moeten in kaart brengen om ze dan vervolgens weg te werken. Daar is grote bereidheid toe. Waar we nog wat werk in hebben, dat zijn de punten rond neutraliteit pedagogisch project, en de structuur waarin een en ander dan een vorm zou moeten kunnen krijgen. Want we willen niet dat we eindigen met een soort grijze tussenstructuur waar niemand zich nog echt bij betrokken voelt. Het is voor de drie verstrekkers van publiek onderwijs van het grootste belang dat we die betrokkenheid blijven garanderen. Omdat we denken dat dit net de eigenheid van de drie types van onderwijs maakt wat het is, maar ook omdat we vinden dat daar waar er extra middelen kunnen gaan naar onderwijs je die zeker niet moet laten liggen. Dat is ook het standpunt dat we hebben weergegeven in het Vlaams parlement vorige week. De minister heeft dat ook welwillend aanhoord en heeft gezegd: willen we dan samen ook een timing afspreken. Dat is ook gebeurd. Op ons voorstel gaan we nu verder werken aan de drie punten die ik eerst opsomde, en gaan we dat verder concretiseren. De twee andere punten, daar hebben we nog de tijd voor tot eind december. Ik maak mij sterk dat we daar ook een treffelijke overeenkomst in zullen kunnen bereiken. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 5/1 tot en met 5/3 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 5/1, 5/2 en 5/3 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 6 onthoudingen.

142


6. Energie, communicatie en ICT Nr. 6/1 van de agenda Raamovereenkomst voor de aankoop van software licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s. Deelname aan de opdracht geplaatst door Cipal. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 18 februari 2010 heeft de deputatie ingestemd met de regularisatie van Microsoft licenties die bij de Provincie in gebruik zijn door het afsluiten van een Enterprise Agreement over drie plus drie jaar met Microsoft Ireland Operations, en ingestemd met de voorliggende overeenkomst. Deze overeenkomst loopt in oktober 2015 ten einde en moet bijgevolg vervangen worden. De provincie Antwerpen maakt verder gebruik van tal van softwaretoepassingen. Voor de meeste daarvan zijn de licenties ad hoc aangekocht bij de opstart van het betreffende project. Na afloop van de projectfase worden deze licenties uiteraard verder gebruikt en moeten de onderhoudskosten of de gebruiksrechten telkens verlengd worden. Dit is administratief vaak omslachtig omdat telkens een overheidsopdracht in de markt gezet moet worden. Het Departement ICT wenst het beheer van de softwarelicenties op een meer gestructureerde basis te beheren. Daarom was DICT begonnen met het opstellen van een bestek voor een raamovereenkomst die de aankoop en het onderhoud van een groot deel van de licenties, onder beheer van DICT, zou bundelen. Ondertussen was ook de DV Cipal te Geel met eenzelfde dossier gestart. Cipal treedt hierbij op als opdrachtencentrale, zoals voorzien in artikel 5 van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten. Concreet betekent dit dat Cipal een raamovereenkomst in de markt plaatst, waarna de deelnemers aan de raamovereenkomst (Vlaamse provincies, gemeenten en hun aanverwante entiteiten, agentschappen van de Vlaamse overheid) op zelfstandige basis bestellingen kunnen plaatsen. Het bestek voor de opdracht is intussen door Cipal gepubliceerd. Gunning wordt in de loop van de zomer verwacht. De opdracht wordt door Cipal gegund via een open offerteaanvraag met volgende gunningscriteria: Gunningcriterium 1. Prijs 2. Dienstverlening, technische bijstand

Gewicht 60% 30%

3. Productaanbod

10%

Uit deze criteria blijkt dat Cipal ook de nodige aandacht besteed aan de technische en commerciële begeleiding en de optimalisatie van de licentiemodellen.

143


De geraamde omvang van de opdracht bedraagt 4.000.000 EUR (incl. btw) per jaar en is samengesteld als volgt: - Microsoft: 800.000 EUR (incl. omschakeling naar office 365 voor de ganse provincie) - Andere licenties: 200.000 EUR (Altiris, VMware, Trend micro,…) De raamovereenkomst voorziet geen exclusiviteit zodat, indien gewenst, in bepaalde omstandigheden alsnog een specifieke opdracht kan opgestart worden. Het Departement ICT stelt aan de provincieraad voor om het bestek, de wijze van gunnen en de deelname aan de raamovereenkomst geplaatst door Cipal goed te keuren. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 28 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet; Overwegende dat voor de periode 2015-2019 het Departement ICT nood heeft aan een gestructureerde oplossing voor de aankoop en het beheer van softwarelicenties; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt het bestek, de wijze van gunnen en de deelname goed aan de raamovereenkomst voor de aankoop van software licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s die door de DV Cipal te Geel als opdrachtencentrale geplaatst zal worden, met een kostenraming van 4.000.000 EUR incl. btw. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 65 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 64 stemmen ja, bij 1 onthouding. Mevrouw BRADT deelt mee dat haar onthouding als een ja-stem was bedoeld. VOORZITTER.- Wij houden nu 10 minuutjes pauze.

De vergadering wordt onderbroken om 16.00 uur en hervat om 16.16 uur.

144


7. Recreatie, sport en toerisme VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 7/1 tot en met 5/6 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 7/1 van de agenda Vrije Tijd en -Landschapsbeleving. Provinciale overheidsopdrachten. Onderhoud toeristisch-recreatieve routes. Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Voor het onderhoud van het toeristisch-recreatieve knooppuntennetwerk (project Routedokters) werd sinds enkele jaren een beroep gedaan op organisaties werkzaam in de sociale economie. De opdracht werd hen toevertrouwd via een “opdrachtverklaring” en grotendeels gefinancierd uit de subsidieportefeuille van het beleidsdomein Sociale Economie. Vanaf 2016 wordt deze opdracht gegund via een overheidsopdracht. Omwille van het geraamde bedrag dient het bestek en de wijze van gunnen goedgekeurd door de provincieraad. Het bestek en de selectieleidraad werden opgemaakt met interne en externe deskundige ondersteuning en zijn elektronisch bijgevoegd De overheidsopdracht is een opdracht voor diensten. De onderhoudswerkzaamheden worden gegroepeerd als volgt: 1) Structureel onderhoud 2) Traject omleiden of afsluiten 3) Opvolgen van meldingen 4) Verwijderen van bestaande toeristische route-infrastructuur 5) Opvolgen van tellers 6) Installatie/weghalen waterpomp bivakzones 7) Stockage van de toeristische route-infrastructuur en materiaal. Bijzondere aandacht is besteed aan het beogen van een sociale meerwaarde. De opdrachtgever waardeert de bijkomende inspanningen en desgevallend verbintenissen die de inschrijvers aangaan om de doorstroom van personen uit de kansengroepen/doelgroepwerknemers te faciliteren/realiseren naar een niet gesubsidieerde duurzame tewerkstelling in het kader van de uitvoering van deze opdracht. Er dienen minstens 7 personen in gesubsidieerde tewerkstelling voor de uitvoering van de opdracht te worden ingezet, die behoren tot de volgende doelgroepen: - personen met een arbeidshandicap. - personen uit het deeltijds onderwijs - personen met geen hoger diploma dan het middelbaar onderwijs - personen die een stage lopen in het kader van werkplekleren. Uw raad wordt gevraagd het bestek en de selectieleidraad goed te keuren en als wijze van gunnen de onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen. De kostprijs van de opdracht op jaarbasis wordt geraamd op 200.000 EUR (excl. btw).

145


De opdracht zal worden gegund voor een periode van drie jaar met mogelijkheid tot verlenging van maximaal 2 keer 1 jaar. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43, paragraaf 2,11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: De provincieraad keurt het bestek en de selectieleidraad voor het onderhoud van Toeristisch-Recreatieve routes goed. Artikel 2: De provincieraad keurt de onderhandelingsprocedure met bekendmaking goed als wijze van gunnen voor het onderhoud van Toeristisch-Recreatieve routes. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, Wat betreft punt 7/1, we hebben het hier al eens gezegd, betreuren wij het als fractie ten zeerste dat niet het instrument van de sociale clausule wordt gebruikt. Wij hadden graag nog eens de uitleg gehad waarom die niet wordt gebruikt. Onze vraag is eigenlijk waarom de sociale clausule niet gehanteerd wordt. Het is toch een instrument dat in Vlaanderen veel gebruikt wordt, en door dit bestuur ook gepropageerd wordt, gelukkig, naar de lokale besturen. Wij zijn zelf niet te beroerd om reclame te maken voor de sociale clausule bij de gemeentebesturen, om dat meer kenbaar te maken. Nu zie ik dat wij er zelf van afstappen. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik probeer even uit mijn geheugen te putten, maar het heeft te maken met het opnemen van een clausule bij het toewijzen van overheidsopdrachten. Op dit ogenblik hebben we gezegd: we moeten even voorzichtig zijn, want we zijn aan het afstemmen met de stad Antwerpen want die hebben het gelijkaardig probleem. Ook de stad zit in die denkpiste van sociale opdrachten mogelijk te maken, ook bij overheidsopdrachten. Wij hebben samen de koppen bij mekaar gestoken om te zoeken naar een manier waarop dat wij overheidsopdrachten zo kunnen formuleren dat we de bedrijven die willen toetreden zo maximaal kunnen bereiken, maar toch tegelijkertijd een formulering vinden die die wet op de overheidsopdrachten kan doorstaan. In afwachting hebben we eigenlijk eventjes gezegd: laat ons daar voorzichtig mee zijn. Maar ik vermoed dat we in het najaar de resultaten kennen van het juridisch onderzoek waarop dat we dat in al onze overheidsopdrachten mee zouden kunnen opnemen. Ik weet dat dit het voorwerp

146


was van de discussie die we daarover gehad hebben, en dat men eigenlijk klaar is met het bevallen van een antwoord daarover. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- De sociale clausule bestaat al jaren, en wordt door dit bestuur gepropageerd. Ik denk eigenlijk dat het antwoord van de gedeputeerde wellicht had moeten zijn, gedeputeerde, als u hier vroeger op de bank had gezeten, dat u ook de doorstroming wil bevorderen naar de reguliere economie. Ik denk dat dit er achter zit. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Dat is eigenlijk altijd de doelstelling geweest van deze meerderheid. De doorstroming bevorderen, en de afstemming zoeken tussen enerzijds sociale economiebedrijven en anderzijds het normale economisch arbeidscircuit. Dat is inherent verbonden aan het beleid dat we willen voeren. Ik neem aan dat collega Peeters dat eventjes bekijkt, maar ik vermoed dat wij daar wel rekening mee gaan houden. We hebben alleszins de intentie om dat te doen. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik ga antwoorden wat ik weet, mijnheer Caals. Dat dossier zit ook al heel lang in de pijplijn. Men heeft onderzocht bij de dienst Sociale Economie, zo heb ik begrepen, op welke manier dat we dat best op de markt zouden zetten in overeenstemming met de veranderende wetgeving rond sociale economie en de overheidsopdrachten. Het resultaat is wat hier op papier staat. Wij gaan proberen om die doorstroming naar het reguliere arbeidscircuit mogelijk te maken. Maar dat kan alleen door organisaties die daar enige know how en kennis van hebben. Wat het verschil is met wat u zegt, sociale clausule, daar moet ik spijtig genoeg het antwoord schuldig blijven want dan weet ik niet wat u bedoelt. Dat is mij niet bekend. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Misschien nog eens bij de dienst Sociale Economie informeren, want zij dragen het dus al jaren uit aan de lokale besturen. Ik denk dat het probleem hier is dat de deputatie het niet wil voorbehouden aan sociale economiebedrijven, maar dat ook andere bedrijven die werken met kansengroepen kans moeten hebben om in te schrijven. Anders zie ik totaal geen wettelijke belemmering, niet in een nieuw decreet rond sociale economie, niet rond overheidsopdrachten, om dit niet te gebruiken. Mijn zorg is dat sociale economiebedrijven zelf ook nog genoeg opdrachten hebben. Alleen als mensen daar iets kunnen leren en uitoefenen kunnen ze ook doorstromen naar de reguliere economie. Dus ik denk dat het debat tussen een opdracht vanuit een overheid toewijzen aan sociale economie, of openlaten en het kiezen om het open te laten in functie van de doorstroming, een vals debat is. Want mensen moeten ook kunnen leren in sociale economie voor ze kunnen doorstromen, en daar zijn opdrachten voor nodig. De provincie is een goede subsidieverstrekker naar sociale economie, maar moet er ook voor zorgen dat er genoeg publieke opdrachten ook gevrijwaard zijn voor kansengroepen in sociale economie om daarna te kunnen doorstromen. Door dit niet voor te behouden voor sociale economie,

147


maar om het open te stellen, denk ik dat wij zo weer een kans verliezen. Ik denk dat wij als provincie nog heel weinig in de markt zetten waar sociale economie een rol in kan spelen. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Het is de bedoeling ook om een zo breed mogelijk samenwerkingsverband te creëren tussen bedrijven uit de reguliere economie en uit de sociale economie. Dus we proberen de opdrachten die door de sociale economiebedrijven uitgevoerd worden te laten inpassen in een groter kader waarbij dat bedrijven uit de economische sector beroep doen in een bepaald traject op bedrijven uit de sociale economiesector, precies om die overflow tussen sociale economie tewerkstelling en economische tewerkstelling te kunnen gebruiken om een soort van stage te doen om te zien of die mensen ook meekunnen in dat economisch circuit. Ik denk wel dat wij beantwoorden aan de doelstellingen zoals u die nu omschrijft. Wij hebben alleen, en dat weet ik, nogal wat moeite gehad met het zoeken van een juiste juridische formulering daarrond. Maar de doelstelling zoals u die net schetst is ook de onze. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik geef toe dat wij dit punt, dat belangrijk is, onvoldoende hebben kunnen uitdiepen. Wij gaan ons toch onthouden omdat wij bevreesd zijn voor heel die tendens van openbare overheidsopdrachten op de markt te zetten. Wij denken dan aan toch een fundamenteel recht als werkzekerheid, en wat de gevolgen gaan zijn, bijvoorbeeld in dit geval voor de mensen van Natuurwerk, dat zij zomaar op de markt gezet worden. Vandaar onze onthouding. Nr. 7/2 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van APB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (APB PRDS) goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28 mei 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB PRDS. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen.

148


De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 1.059.784,45 EUR en te verwerken resultaat van 218.807,82 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 563.347,42 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: toe te voegen aan het resultaat vorige boekjaren. Het resultaat vorige boekjaren bedroeg 266.533,10 EUR. De roerende investeringen van het APB PRDS bedroegen 92.157,04 EUR. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheercyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre dd. 28 mei 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. De jaarrekening 2014 van Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein De Schorre wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de Raad van Bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het resultaat van 218.807,82 EUR wordt toegevoegd aan het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Collega’s, ik wil u nog eens allemaal danken voor de elegante oplossing, en mij nog eens expliciet excuseren dat ik door mijn gehoordeficit echt niet verstaan had dat het onder dit punt aan de orde mocht komen.

149


Waarover gaat het? Wij hebben een eindcontrole gedaan van de finale afrekening van de kosten die gemaakt zijn voor de bouw van de kunstbrug van Arne Quinze ten behoeve van ID&T op De Schorre. Dat heeft bij ons heel ernstige vragen opgeroepen over de manier waarop dat die megasubsidie, 2 miljoen EUR is in deze tijden van besparingen zeker niet niks, daar kan heel veel mee gedaan worden, is gebruikt en ook over de manier vooral waarop ze is aangewend geworden, gebruikt en misbruikt in onze ogen. Waarom komen wij terug als PVDA op dit dossier? Samen met andere fracties hebben wij ons in december 2013 verzet tegen die megasubsidie aan ID&T en Arne Quinze. Als wij ons tegen een dossier verzetten is dat niet met de bedoeling om daar eens één keer parlementair theater over op te voeren en daarna nooit meer op terug te komen. We willen resultaat bekomen, en verandering van beleid. Vandaar dat we ook de afhandeling van het dossier controleren, iets wat het provinciebestuur niet nodig vindt en waarover ons toch ook wel een antwoord schuldig is, vind ik. Wij deden dat dus wel, en besluiten na inzage van de bekomen documenten over het dossier – voor de keer dat ik met de politieke conclusies begin hoop ik dat u dat ondanks de meningsverschillen kan aanvaarden – dat onze 2 miljoen subsidie aan ID&T voor de bouw van een kunstbrug is misbruikt om vooral Paradox Art bvba, de firma van kunstenaar Arne Quinze, door wijlen Jan Hoet bestempeld als een commerçant, toe te laten zich zelf te bedienen met 700.000 EUR extra bovenop het al gigantische bedrag van 450.000 EUR dat in de officiële posten van de offerte voorzien was voor zijn artistieke en architecturale prestaties. Het dossier illustreert in onze ogen hoe de kracht van verandering neerkomt op het extra pamperen van superrijken, en zonder mededogen snoeit bij mensen en socio-culturele instellingen die het wel nodig hebben. Domiciliefraude bij werklozen, waar het om enkele honderden euro’s gaat, en ik keur dat niet goed hoor, wordt intensief opgespoord met controle van hun elektriciteits- en gasmeters, maar fraudes en manipulaties van honderdduizenden euro’s door superrijken, dan nog met behulp van een provinciale subsidie, daarop is geen controle. Daar moet een simpel PVDA-raadslid op uitkomen. Daarom hebben wij ons in dit dossier vastgebeten om te tonen hoe fundamenteel onrechtvaardig het huidig beleid is en dat het moet en kan omgekeerd worden. Dat heeft niets te maken dat wij de mensen van Tomorrowland hun vermaak niet gunnen, als ze ten minste de tikketten nog kunnen betalen. Dan behoren ze bij de gelukkigen. Welke feiten hebben wij ontdekt? Ik heb ze op dia gezet. Iedereen van u herinnert zich misschien nog wel de officiële offerte waarop de kostprijs, vermeld in ons raadsbesluit dat de subsidie toekende, gebaseerd was. Dat was een offerte die uitkwam op 4,5 miljoen EUR. In het raadsbesluit stond er 4,6 miljoen EUR, maar dat maakt nu niet veel uit. U ziet dat wij nu uitkomen, dat had men mij in eerste instantie niet bezorgd, voor het totaal van de facturen voor de kosten die gemaakt zijn bij de bouw van die brug. Er was ergens vermeld dat het eerst was uitgekomen op 6,6 miljoen. Bij het detail bleek dat het om 6,35 miljoen gaat. Laat ons dat nog even terug vergelijken met het oorspronkelijke. Dan ziet u daar wat er was voorzien voor de kunstenaar, architect, en voor zijn bijdrage. Dat kwam neer op die twee eerste posten 1.1 en 1.2, voor al de concepten voor fee: de maquette, de voorstudie, het ontwerpen van het kunstwerk zelf. Met veel goede wil, alhoewel communicatie normaal niet mee mag gerekend worden, kan u hier nog die 3D-constructie er ook bijrekenen, en dan komt u op het maximum dat voorzien was in de

150


offerte, expliciet voor hem, op 455.000 EUR. Een andere belangrijke post die nog ter sprake zal komen is deze die werd geformuleerd als: sculptuur toegewezen aan Atelier Melens. Het gaat over staalwerk en glas. Daar was geschat voor een bedrag van 610.000 EUR. Als we nu gaan waar dat die 2 miljoen meerkosten terecht zijn gekomen, komen we op de eerste plaats uit bij Paradox Art bvba. U ziet dat die niet uitkomen op 455.000 EUR, maar wel op 1,1 miljoen EUR. Dat is 700.000 EUR meer dan de offerte liet vermoeden. Van waar komt die stijging van dat bedrag? Dat komt gewoon omdat door Paradox Art die post die voor Atelier Melens voorzien was, ook voor de aankoop van gekleurd glas bij Gobin, voor de realisatie in staal van dat kunstwerk, integraal ingepikt geweest is door Arne Quinze. Hij heeft die gefactureerd in 4 facturen, telkens voor 25%, 4 keer 150.000 EUR, zonder enige uitleg. Stuurt u als advocaat of garagist maar eens een factuur van 2.000 of 5.000 EUR naar iemand waar je één lijn zet: 25% van de factuur. Er wordt zelfs niet verwezen naar een bestaand contract, wat dat alle andere facturen van andere firma’s die ik heb opgevraagd wel doen. Van transparantie totaal afwezig, en dat subsidiëren wij. Die 600.000 EUR is integraal ingepikt door Arne Quinze. Natuurlijk schoot er dan voor Atelier Melens alleen nog over datgene wat voor de eigenlijke constructie van de brug voorzien was. Dat was ongeveer 1,9 miljoen EUR. Dat bedrag heeft men, dat was zeker allemaal contractueel op voorhand vastgelegd, want de facturen worden ook al ingediend lang voor wij onze beslissing genomen hadden. Al van in oktober heeft men daar 330.000 EUR moeten aan toevoegen. Wat ook, in vergelijking met de offerte, een belangrijk deel van de meerkost verklaart. Dat zal allemaal wel het gevolg geweest zijn van contracten, want op die facturen staat er ook: overeenkomst het contract. Tenslotte is er nog een half miljoen extra bijgekomen bij een post van een firma die er waarschijnlijk ook geen enkele persoonlijke verantwoordelijkheid voor draagt, maar die het slachtoffer geworden is van de bluf en de zelfoverschatting van de organisatoren. Zoals u weet hadden die gezegd: wij gaan die brug ook financieren met 800.000 EUR crowdfunding. En oh, ironie, hier was zelfs ons meegedeeld dat alles wat boven de 800.000 EUR wordt binnengehaald gaat de helft van naar de provincie gaan. Wat is de werkelijkheid? Er is voor 39.000 EUR aan crowdfunding binnengehaald met de procedé van de lasercuts die tussen de 10 en 50 EUR kostte. Al die mensen die dat gevraagd hebben staan daar op. Ik heb natuurlijk die hun naam niet genoteerd. Ik heb gewoon grof geschat, en dat klopt dan ook. Er zijn geen 100.000 quotes, waarop de offerte berekend was, gekomen. Er zijn er amper 2.000 gekomen, en dus geen 800.000 EUR, maar 40.000 EUR. Die firma, en dat weet ik uit vertrouwelijke bron, had zich wel ingesteld op het realiseren van 100.000 quotes en zelfs meer. Nieuwe machines aangekocht, daarvoor mensen op voorhand deeltijds tewerkgesteld. Men heeft die moeten geven wat ook contractueel bedongen was, en die komen niet uit op de 135.000 EUR die aan ons gepresenteerd is, maar die komen wel uit op wat contractueel overeengekomen was, op 670.000 EUR, dus meer dan een half miljoen EUR meer. Het besluit is dat de 2 miljoen EUR van de subsidie van de provincie precies overeenkomen met het bedrag dat nodig was om de graaizucht van Arne Quinze en de blunders en zelfoverschatting van ID&T te compenseren, en is daarvoor geen misbruikt. Wij moeten de procedures die gevolgd zijn toch echt in een zeer zelfkritische geest, voor wat de meerderheid betreft dan, onderzoeken. De procedure voor subsidie van dit project is van bij het begin ook al door diensten in vraag gesteld. Ik verwijs u naar het dossier met

151


de deputatiebesluiten. Dat was niet de geschikte procedure en niet conform de wettelijke geplogenheden. Men had, zo men die brug voor De Schorre wilde, moeten kiezen voor een overheidsopdracht in eigen beheer met een fatsoenlijke huurprijs vanwege TML voor De Schorre. In plaats van een cadeauprijs had men daar eigen middelen voor kunnen creëren. Ter info: in 2013 steeg de omzet van ID&T, en er zijn nog veel nevenfirma’s, tot 37 miljoen EUR, en de nettowinst met 47% op één jaar tijd. Wat moet dat dan geweest zijn in 2014 met een nog duurder dubbelfestival, met verhoudingsgewijs veel minder vaste kosten, die installaties kunnen blijven staan, en ongetwijfeld nog veel hogere winsten? Men had ook nog kunnen kiezen voor de samenwerking met een privébouwheer voor de formule op zijn minst van de publiek private samenwerking. Wij zijn daar geen grote voorstanders van, maar in elk geval laat dat een striktere controle van meerwerken toe. Er is ook meer competitie mogelijk tussen kandidaat bouwheren voor de brug, uitvoerders van bepaalde onderdelen. Wie zegt dat dit of dat atelier nu echt het beste en goedkoopste was om dat kunstwerk in staal te realiseren. Zo kan men ook meer bewaken dat de finale kost die van de offerte respecteert. Alvast voor wat het kunstwerk, concept en sculptuur betreft had de meest correcte en aangewezen procedure die geweest van het kunstbudget. Die is gebruikelijk voor de financiering en subsidiëring van grote kunstwerken, geïntegreerd in grote infrastructuurwerken zoals bruggen. Als de kunstwereld nu verneemt dat Arne Quinze voor zijn kunstbijdrage, buiten de al gigantische 270.000 EUR concept fee, ook nog eens 600.000 EUR ontvangt voor de realisatie van de sculptuur zelf in staal, vooral gerealiseerd door anderen, zal protest van die wereld daartegen terecht nog stijgen. Op basis van deze feiten zullen wij klacht neerleggen bij de toezichthoudende overheid over dit dossier. Als die negatief reageert en ons niet volgt eventueel de Raad van State, vroeger was dat het Hoog Comité voor Toezicht, aanspreken, vatten over de door ons bestuur gevolgde procedure. Wij hopen daarbij steun te krijgen van andere fracties. Wij vragen dat ook het provinciebestuur juridisch zou optreden. Zij is immers opgelicht en bedrogen. Haar vertrouwen is misbruikt. In de commissieverslagen, waar de heer Beers het project een paar dagen na de presentatie aan de pers is komen toelichten, verklaart hij officieel dat het verschil tussen de echte kostprijs, 4,6 miljoen toen, en die die in de brochure bekend gemaakt was, 8,7 miljoen EUR, te wijten was aan het feit dat Arne Quinze uit sympathie aan kostprijs wilde werken voor TML. Thans blijkt dat zodra de subsidie toegekend was Arne Quinze, in samenwerking met ID&T, voor zichzelf 700.000 EUR extra heeft binnengehaald. Het provinciebestuur kan en moet zich mijns inziens burgerlijke partij stellen en de subsidies terugvorderen, samen met een boete en een schadevergoeding voor bedrog en misbruik van vertrouwen. Die meer dan 2 miljoen EUR kunnen dan besteed worden aan het repareren van de schade die zij aanrichten in de socio-culturele sector en de werkgelegenheid bij de provincie. Dan kan de afbouw van het Gouverneur Kinsbergencentrum, de afschaffing van het gratis festival Mano Mundo, en de liquidatie van meer dan 100 jobs, onder andere bij APB Sport ongedaan worden. Ter illustratie: met 2 miljoen EUR had men de werking van Modem, waarvan de sluiting hier unaniem betreurd is, nog 7 jaar kunnen financieren. Maakt het provinciebestuur zich op om juridisch en financieel verhaal te halen op hen die hen met de offerte misleid hebben? Ik dank u.

152


VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Het antwoord is “neen”.

Applaus De heer MERCKX.- Is dat uw antwoord op de interpellatie? VOORZITTER.- Dit is geen interpellatie. De heer MERCKX.- Dan zijn er wel die hun geld gemakkelijk verdienen. Dan wou ik nog één zaak vragen bij het nagaan. Ik vind dat heel betreurenswaardig. Dat betekent dat u geen repliek hebt. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, de repliek die ik zou kunnen geven heb ik al vier keer gegeven. Het zijn juist dezelfde opmerkingen als de vorige keren, alleen dat u nu uitvalt tegen Arne Quinze. Wat de mensen van Tomorrowland aan Arne Quinze betalen, dat is eigenlijk hun probleem. Wij hebben een brug gesubsidieerd waarvan voor 3,8 miljoen EUR gekwiteerde facturen zijn neergelegd. De voorwaarde was om 2 miljoen te kunnen bewijzen. Ze hebben 4 miljoen bewezen die rechtstreeks te maken heeft met de constructie van een functionele fietsbrug. Als die brug nu 5, 6 of 7 miljoen gekost heeft, dan hebben we nog een veel betere zaak gedaan.

Applaus De heer MERCKX.- Dus u hebt er geen probleem mee dat men nu in de commissie komt zeggen: Arne Quinze, die sympathieke jongen, gaat eens iets terugdoen voor de maatschappij, die gaat dat aan kostprijs doen aan de cijfers die op de offerte stonden. En dat dan blijkt dat van zodra wij deze subsidie hebben toegestemd dat, zonder dat u ervan op de hoogte bent, het bedrag voor zijn firma met 700.000 EUR, zonder enige verantwoording verhoogd heeft. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Dat zijn verzinsels, mijnheer Merckx, die u zelf uitvindt. De heer MERCKX.- Als u daar geen probleem mee hebt, moet u dat maar gaan uitleggen aan al die mensen die u zwaar getroffen hebt met het GKC te ontwrichten, met Modem te sluiten, en met hier meer dan 100 jobs te liquideren, met Mano Mundo … VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, dat heeft er niets meer mee te maken.

153


De heer MERCKX.- Ik hoor dat u ten gronde, en daar zal dan wel een pijnlijke reden voor zijn, niet over die nieuwe elementen en gegevens wil antwoorden. Dan heb ik nog één kleine vraag. Ik heb bij de inzage van het dossier ook bemerkt dat de eigen diensten vragen stellen over de draagcapaciteit van die brug, en waarschuwen voor ongelukken als daar vooral door een grote massa op bewogen wordt. Zij waarschuwen ook voor planken die er boven uitsteken, die nu al loshangen. Ik heb er foto’s van. Ik ga u daar niet mee vervelen. Maar ik wil er toch op aandringen dat u in elk geval extra maatregelen neemt voor de veiligheid in het licht van die opmerkingen. VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, ik had van u een heel ander betoog verwacht. Vanmorgen in de pers worden wij ervan beschuldigd dat wij de Europese wetgeving ontdoken hebben. Wij waren voorbereid om daarop te repliceren. Waarschijnlijk weet u nu ondertussen dat dit niet het geval is. Wel, ik had minstens van u verwacht dat u zich daarvoor bij ons zou verontschuldigd hebben.

Applaus De heer MERCKX.- Ik heb het daarnet privé al aan mijnheer Peeters uitgelegd. Dat staat trouwens niet als citaat van mij daarin. Dat is weggeplukt uit een artikel waarnaar ik gerefereerd had van meer dan een jaar geleden toen we die discussie over de criteria voor verplichting tot Europese openbare aanbesteding hier gehouden hadden. In dat artikel stond ook de uitleg over hoe men in projecten als deze normaliter werkt met het kunstenbudget, en stond ook welke mensen uit de wereld van de beeldende kunst geprotesteerd hadden tegen deze onverantwoorde megasubsidie. Ik had gezegd: de rest moet u zich niet meer aantrekken, u moet alleen dat lezen. Hij heeft daar bepaalde zaken uit overgenomen van toen. Ik wil dat debat over die criteria hier niet hernemen. Dat moet ook nog verder uitgediept worden. Er zijn deskundige mensen uit de sector die mij destijds ook gezegd hebben om alvast op dat punt, dat men boven de 5 miljoen EUR zat, geen argwaan te wekken en heeft men het geforceerd naar een bedrag daar onder. Ik moet mij daar bij die mensen verder over informeren. Daar rijzen wel vragen bij. Men stelt vast: 5 miljoen EUR. Neem nu dat die 10 miljoen EUR besteed hadden. Dat mocht dan wel allemaal … De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, maar is dat niet fantastisch als je als overheid voor 2 miljoen een subsidie geeft, er dan morgen een brug staat van 10 miljoen. Had ik gezegd: dat zijn onze zaken toch niet. Ik denk dat we als overheid een goede beslissing hebben genomen en dat er een meerwaarde is voor het domein De Schorre waar dat heel veel mensen van kunnen genieten. De heer MERCKX.- Er zijn er die er van geprofiteerd hebben, zoals ik heb aangetoond.

154


VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Ik snap het ook niet meer. Ik hoop dat u uw apparaat goed opzet, want toen ik vorige keer tussenkwam hebt u mij gepakt op dingen die ik niet gezegd had. Maar in deze heeft de brug meer gekost dan oorspronkelijk. Wie heeft dat betaald? Dat zijn die rijke mensen waar u het altijd over hebt. Het geld is gehaald waar het zit: bij de rijken. Hoe kunt u daar nu tegen zijn?

Applaus VOORZITTER.- Wij gaan de discussie nu sluiten. Nr. 7/3 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer (APB PRZ) goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28 mei 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB PRZ. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 4.233.258,53 EUR en te verwerken resultaat van -103.525,25 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 439.615,87 EUR. De roerende investeringen van het APB PRZ bedroegen 868.436,47 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: verrekening met het resultaat van het vorig boekjaar. De reserves vorige jaren bedragen 780.480,92 EUR. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet;

155


Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheercyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer dd. 28 mei 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. De jaarrekening 2014 van het APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het negatief resultaat van -103.525,25 EUR wordt in mindering gebracht van het gecumuleerde resultaat van vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 7/4 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Sport. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 23 april 2009 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het Autonoom Provinciebedrijf Sport goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van APB Sport heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 27 april 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Sport. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 3.638.759,85 EUR en te verwerken resultaat van 58.477,11 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 126.257,91 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: toevoegen aan de algemene werkingsreserves. De algemene werkingsreserves per 31 december 2014 bedroegen 739.957,19 EUR.

156


De roerende investeringen van het APB bedroegen 5.403,57 EUR. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheercyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur APB Sport dd. 27 april 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Sport. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Sport wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het resultaat van 58.477,11 EUR wordt toegevoegd aan het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 7/5 van de agenda Extern Verzelfstandigd Agentschap Arboretum Kalmthout vzw. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 22 november 2012 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het EVAP Arboretum Kalmthout vzw goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De algemene vergadering van het EVAP Arboretum Kalmthout vzw heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in vergadering 22 mei 2015.

157


In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor EVAP Arboretum Kalmthout vzw. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 602.363 EUR en te verwerken resultaat van het boekjaar van 41.245 EUR. De algemene vergadering zal dit resultaat als volgt bestemmen: toe te voegen aan het resultaat vorige boekjaren. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 240 van het provinciedecreet; Gelet op de afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en het extern verzelfstandigd agentschap Arboretum Kalmthout vzw; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de algemene vergadering van het EVAP Arboretum Kalmthout vzw dd. 22 mei 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het EVAP Arboretum Kalmthout vzw. De jaarrekening 2014 van het EVAP Arboretum Kalmthout vzw wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de algemene vergadering om het resultaat als volgt te bestemmen: het resultaat van 41.245 EUR wordt toegevoegd aan het resultaat vorige boekjaren. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

158


Nr. 7/6 van de agenda Extern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Sport- en Recreatiecentrum De Nekker vzw. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 22 november 2012 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van EVAP Provinciaal Sport- en Recreatiecentrum De Nekker vzw (EVAP PSRN) goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De algemene vergadering van het EVAP PSRN heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in vergadering van 22 juni 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor EVAP PSRN. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 863.979,79 EUR en te verwerken resultaat van -638.366,98 EUR. De algemene vergadering zal dit resultaat als volgt bestemmen: het negatief resultaat wordt in mindering gebracht van het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 240 van het provinciedecreet; Gelet op de afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en het extern verzelfstandig agentschap Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker vzw; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de algemene vergadering van het EVAP Provinciaal Sport- en Recretiedomein De Nekker vzw dd. 22 juni 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening;

159


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het extern verzelfstandigd agentschap Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker vzw. De jaarrekening 2014 van het extern verzelfstandigd agentschap Provinciaal Sporten Recreatiedomein De Nekker vzw wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de algemene vergadering om het resultaat als volgt te bestemmen: het negatief resultaat van -638.366,98 EUR wordt in mindering gebracht met het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, voor alle duidelijkheid: onze onthouding op punt 7/1. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Wij stemmen op het punt 7/2 tegen, omdat er een foutief cijfer in het jaarrapport staat over de werkelijke kostprijs van die brug. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Wij onthouden ons bij punt 7/1, stemmen tegen bij punt 7/2, de rest is OK. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 7/1 tot en met 7/6 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 7/1 tot en met 7/6 worden goedgekeurd met 64 stemmen ja.

160


8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid Nr. 8/1 van de agenda Provinciepersoneel. Aanpassing organisatiestructuur. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Aan uw raad wordt heden een wijziging van de organisatiestructuur binnen het Departement Mens, Communicatie en Organisatie (DMCO) voorgelegd. Momenteel omvat DMCO 7 diensten:  Stafdienst (SMCO)  Dienst Personeelsbewegingen (DPB)  Dienst Personeelsontwikkeling (DPO)  Infopunt Personeel (IPER)  Dienst Arbeidstijd en Pensioenbeheer (DAP)  Dienst Projectwerking en Organisatieontwikkeling (DPRO)  Communicatiedienst (CD) Ook de Gemeenschappelijke Preventiedienst (GPD) en de personeelsvereniging PROVA zijn functioneel binnen DMCO ondergebracht. Deze indeling dient aangepast te worden om volgende redenen: Situatieschets organisatie en gevolgen voor DMCO: De organisatie blijft voortdurend bewegen. Zo werd per 1 januari 2014 een grote transitiebeweging doorgevoerd, die entiteiten verder van, dan wel dichter bij het bestuur bracht. Deze beweging zorgde voor DMCO voor een sterk groeiende complexiteit, voornamelijk op het vlak van budgettering en verloning, maar maakte ook de uitrol van de HR-processen in deze entiteiten en de toepassing ervan in de ‘grote’ organisatie veel moeilijker. Als eerste antwoord werd hierop per 1 januari 2014 het budgetteam opgericht. De zomer van 2014 bracht de organisatie daarenboven de volgende bijkomende elementen:  Het Vlaams regeerakkoord dat voor gevolg heeft dat de provinciale organisatie tal van diensten zal (moeten) overdragen naar Vlaanderen, dan wel de stad Antwerpen en dat de financieringsmodus van de provinciebesturen wil wijzigen;  Een bijkomende ingreep in het provinciefonds op korte termijn, die ervoor heeft gezorgd dat er een nieuwe besparingsoefening nodig was. Deze besparingsoefening had meer dan vroegere oefeningen een impact op het personeelsbestand, hetgeen werd opgelost door middel van herplaatsingen in de nog resterende openstaande vacatures (de zogenaamde ‘limbooefening’). De combinatie van deze laatste feiten en de aanslepende onzekerheden errond zal naar de mening van DMCO - vooral gevolgen hebben op de bewegingen van mensen en entiteiten vanuit, maar ook binnenin de organisatie. DMCO zal zich moeten wapenen om de transitie die nu voorligt succesvol te kunnen begeleiden.

161


De toekomstige noden van het departement kunnen dus gegroepeerd worden rond een aantal soft HR-items zoals begeleiding bij outsourcing, herplaatsing, herscholing en rond de steeds stijgende nood aan accurate financiële informatie, wat core HR is. DMCO heeft met de voorliggende reorganisatie de ambitie om hieraan tegemoet te komen. Concrete ingrepen in de structuur van het departement MCO: Het uitgangspunt bij de organisatorische ingrepen is schaalvergroting rond de twee basisopdrachten (soft en core HR) van de het departement. Op deze manier kan beter worden gefocust, kan meer knowhow worden opgebouwd, kan beter intern worden gecommuniceerd en kan binnen deze (grotere) diensten flexibeler worden ingespeeld op toekomstige noden. Bovendien daalt het aantal lijnen naar het departementshoofd, hetgeen de aansturing op grote lijnen en de besluitvormings- en overlegprocessen in het departement eenvoudiger moeten maken. o

Oprichting ‘dienst Talent en Loopbaan’: DMCO heeft nu afzonderlijke diensten Personeelsbewegingen en Personeelsontwikkeling. De HR accountmanagers zijn de brug tussen de klanten (in eerste instantie leidinggevenden) en DMCO waarbij de focus sterk ligt op bewegingen, minder op opleidingen en nauwelijks op financiële vragen. Voorstel is om de soft HR-diensten, met name de HR-accountmanagers, DPB (dienst personeelsbewegingen), DPO (dienst personeelsontwikkeling) en de sociale dienst, samen te voegen tot één dienst.

o

Oprichting dienst ‘Infopunt personeel en Budget’: Het budgetteam wordt gelinkt aan het Infopunt personeel, dat in feite de personeelsbeheersentiteit is waar ook de verloning wordt afgehandeld. Zo kunnen we de focus nog sterker leggen op budgetopmaak en opvolging. Ook het team arbeidstijd (het beheer van de prikklok), die harde informatie aanlevert aan Infopunt personeel rond gepresteerde arbeidstijd, wordt toegevoegd aan Infopunt personeel.

Nieuwe organisatiestructuur van DMCO –Overzicht: DMCO wordt in dit nieuwe plaatje een departement met een kerngroep van vijf diensten:     



De nieuwe dienst Talent een Loopbaan (DTL): de voormalige diensten Personeelsbewegingen en Personeelsontwikkeling, maar ook de HR accountmanagers en de sociale dienst. De nieuwe dienst Infopunt personeel en Budget (IPB): zijnde de aansluiting van het budgetteam en het team arbeidstijd bij Infopunt personeel. De dienst Projectwerking en Organisatieontwikkeling (N-2) = ongewijzigd De Communicatiedienst (N-2) = ongewijzigd De dienst JAF (N-2), met de juridische, administratieve en financiële ondersteuning voor het departement, aangevuld met het team pensioenen, en op termijn de griffie. Deze dienst fungeert zowel operationeel als inhoudelijk als stafdienst. De gemeenschappelijke Preventiedienst (GPD) en de personeelsvereniging PROVA blijven buitenbeentjes in de structuur van het departement, en blijven omwille van juridische en praktische overwegingen apart opereren.

162


Uw raad wordt uitgenodigd om in te stemmen met de voorgestelde wijzigingen aan het organogram. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de artikelen 73, 100 tot en met 112 van het provinciedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeente- en provinciepersoneel; Gelet op de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel goedgekeurd door de provincieraad; Overwegende dat de provincieraad het organogram van de provinciale diensten vaststelt; Overwegende dat het organogram de organisatiestructuur weergeeft van de provinciale diensten en de gezagsverhoudingen aangeeft; Overwegende dat dit voorstel werd besproken op het managementteam; Overwegende dat de voormelde voorstellen van aanpassingen werd overlegd met de representatieve vakbonden (gemotiveerd advies dd. 16 juni 2015); Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Binnen de organisatiestructuur van de provinciale departementen en diensten wordt met ingang van 1 juli 2015 volgende aanpassingen aangebracht: Schrappen op N-2 Binnen het Departement Mens, Communicatie en Organisatie  Dienst Personeelsbewegingen (DPB)  Dienst Personeelsontwikkeling (DPO)  Infopunt Personeel (IPER)  Dienst Arbeidstijd en Pensioenbeheer (DAP)  Stafdienst DMCO (SMCO) Toevoegen op N-2 Binnen het Departement Mens, Communicatie en Organisatie  Juridische, Administratieve en Financiële dienst (JAF)  Infopunt Personeel en Budget (IPB)  Dienst Talent en Loopbaan (DTL) VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

163


Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 63 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 63 stemmen ja, bij 1 onthouding. Nr. 8/2 van de agenda APB Campus Vesta. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 19 februari 2009 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van APB Campus Vesta goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB Campus Vesta heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgelegd in vergadering van 7 mei 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB Campus Vesta. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 10.991.137,40 EUR en te verwerken resultaat van 2.970.005,46 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 3.149.545,12 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: opname in de beschikbare reserves, zodat de nodige reserves worden opgebouwd voor de bouw van een waterzuiveringsinstallatie en de bijhorende randinfrastructuur enerzijds, en anderzijds voor het realiseren van in het masterplan goedgekeurde investeringen. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

164


Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB Campus Vesta dd. 7/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta. De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Campus Vesta wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de Raad van Bestuur om het resultaat van 2.970.005,46 EUR als volgt te bestemmen: opname in de beschikbare reserves, zodat het nodige budget wordt opgebouwd voor de bouw van een waterzuiveringsinstallatie en de bijhorende randinfrastructuur enerzijds, en anderzijds voor het realiseren van in het masterplan goedgekeurde investeringen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 64 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 64 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 64 stemmen ja.

165


9. Welzijn VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 9/1 tot en met 9/6 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 9/1 van de agenda Aanwending krediet sociale projecten 2015 voor verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten voorgesteld met de bedoeling een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen, aan: SUBSIDIES VOOR SOCIALE PROJECTEN Universiteit Antwerpen – Centrum Huisartsgeneeskunde, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen – project Verpleegkundige in de Huisartsenpraktijk – Provincie Antwerpen (VIHPA) – een doorbraakproject Korte historiek De toegankelijkheid van huisartsenzorg staat onder druk. In een aantal steden en dorpen is een relatief tekort aan huisartsen en dit probleem wordt groter. Het aantal huisartsen is per 1000 inwoners in internationaal perspectief laag maar de huisartsen worden in het geheel niet ondersteund. Zo zijn er amper praktijkassistenten en nog minder verpleegkundigen werkzaam in de huisartsenpraktijken. De organisatie stelt vast dat een toenemend deel van de bevolking geen toegang heeft tot een huisarts. Dit is vooral een probleem voor kwetsbare groepen, zoals ouderen en kansarmen. Verpleegkundigen zijn een flexibele groep gezondheidswerkers en kunnen vanwege hun deskundigheid een hele reeks medische handelingen stellen. Zij kunnen een belangrijke rol spelen in de verhoging van de capaciteit van de eerste lijn en de toegankelijkheid ervan naar de toekomst toe. Doordat zij de huisartsen ontlasten, maken zij het mee mogelijk dat de huisartsenzorg goed en toegankelijk blijft. Er is nog helemaal geen opleiding voor verpleegkundigen in de eerstelijnszorg, laat staan voor verpleegkundigen in huisartspraktijk (VIHP). Overeenkomstig het Vlaams onderwijs decreet is het trouwens een zeer lange procedure om nieuwe opleidingen te starten. Daarom werd een projectgroep opgericht die bestaat uit medewerkers van het Centrum voor Huisartsgeneeskunde en de vakgroep Verpleegkunde en Vroedkunde van de Universiteit Antwerpen in samenwerking met de bachelor opleidingen Verpleegkunde van de hogescholen uit de provincie Antwerpen. Het samenwerkingsverband van twee universitaire centra en de drie hogescholen uit de provincie Antwerpen hebben als gemeenschappelijk doel een postacademische vorming uit te werken om de primaire doelgroep een kwalitatief hoogstaande post academische vorming aan te bieden die inspeelt op de behoeften van de eerstelijnsgezondheidszorg. Hierin wordt contact gehouden met het veld: huisartsen, grotere praktijken (GVHV), zorginstellingen zoals WGK (Provincie Antwerpen) en Zorgbedrijf Antwerpen en Stad Antwerpen.

166


Projectgegevens en kostenraming Dit project organiseert een postgraduaat voor verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk (VIHP) van 30 studiepunten aan de UA. De opleiding is een urgent antwoord op de noodzakelijke praktijkvergroting en stijgende complexiteit van zorg in de huisartsenpraktijk die een multidisciplinaire aanpak noodzaakt. Het postgraduaat richt zich tot de bachelor verpleegkundigen die relatief snel om te scholen zijn. Op dit moment worden verpleegkundigen vooral in ziekenhuizen opgeleid en niet in multidisciplinaire praktijken. Er bestaat bij verpleegkundigen momenteel amper knowhow en ze beschikken over weinig vaardigheden voor de eerstelijnsgezondheidszorg wat helemaal anders is in landen met een sterke eerstelijnszorg. De unieke samenwerking tussen twee academische centra met uitermate goede kennis van het werkveld en de drie hogescholen van onze provincie maakt dit doorbraakproject mogelijk. De VIHP heeft een faciliterende en ondersteunende rol met de focus op een efficiënte praktijkorganisatie. Het richt zich tot de behandeling, verzorging en begeleiding van patiënten met een brede en/ of multi-morbiditeit van zowel biologische, psychologische, sociale als existentiële aard. Verpleegkundigen worden autonoom, maar onder supervisie van een huisarts, in de huisartsenpraktijk ingezet met verpleegkundige klinische en organisatorische taken (cfr. planning, organisatie huisartsenpraktijk, samenwerking met andere zorgprofessionals) in opdracht en samenwerking met huisartsen. Ook doelgroepen die moeilijk door de eerste lijn bereikt worden zoals kansarme groepen zoals bestaansminima, ouderen en allochtone groepen, behoren tot de scope. Bedoeling is bij te dragen tot verlichting van de taken van huisartsen en dus tot een betere toegankelijkheid ervan in de toekomst. Voor een aantal modules zal het postgraduaat open staan voor andere bachelor opleidingen (of gelijkwaardig, hun competenties worden persoonlijk ingeschat) die nu reeds in huisartsenpraktijken en wachtposten werkzaam zijn en dus praktijkervaring kunnen voorleggen. Hiermee komt de organisatie tegemoet aan een urgente vraag van bestaande medewerkers (assistentes) in sommige praktijken en wachtposten. Een begeleidingscommissie komt tweemaal per jaar samen en bestaat uit stakeholders van de drie hogescholen, de twee universitaire centra, de stad Antwerpen, de provincie Antwerpen en vertegenwoordigers van de huisartsopleidingspraktijken. De opleiding is na twee jaar selfsupporting. De organisatie bekijkt de mogelijkheden van Interreg financiering (curriculum uitwisseling). De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 68.800 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 38.700 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het betreft hier een innovatief impulsproject dat een belangrijke opstart kan betekenen naar de integratie van breed geschoolde verpleegkundigen in groepspraktijken van huisartsen. Cofinanciering én continuering is bovendien voorzien. De opstartsubsidie wordt gebruikt voor de financiering van de projectopstarter. Nadien worden de studentenbijdragen hiervoor gebruikt en bij 20 studenten is het project zelf bedruipend. Er zijn al contacten gelegd met "afnemende" organisaties die de studiekost kunnen financieren. Inhoudelijk past dit

167


project zowel in de beleidsvisie om in te zetten op de toegankelijkheid van de reguliere gezondheidszorg als in het beleidsopzet rond "Zorgtalent". Het project zal inhoudelijk van nabij opgevolgd worden door een adviseur van DWG, waardoor er ook een inbreng zal kunnen zijn in de samenstelling van het curriculum. CAW Antwerpen vzw – ADAM, Lange Lozanastraat 200, 2018 Antwerpen – project Buitengerechtelijke bemiddeling binnen de schoolcontext Korte historiek Sinds 2000 bestaat ADAM en vanaf 2006 werd ADAM erkend binnen de Bijzondere Jeugdzorg als HCA-dienst. Een HCA-dienst staat in voor de Herstelgerichte en Constructieve Afhandeling van als misdrijf omschreven feiten. Hiertoe wordt gewerkt in opdracht van én in samenwerking met het jeugdparket en de jeugdrechtbank. Sinds 1 januari 2014 opereert ADAM onder de vleugels van het ‘nieuwe’ CAW Antwerpen. De medewerkers van ADAM begeleiden minderjarigen die verdacht worden van een als misdrijf omschreven feit en hun ouders als burgerlijk verantwoordelijken. Dossiers worden aangemeld door de jeugdrechtbank of het jeugdparket van Antwerpen. Er worden 4 herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen aangeboden: vorming, dienstverlening, herstelbemiddeling en herstelgericht groepsoverleg. Binnen de laatste 2 afhandelingsvormen wordt het slachtoffer actief betrokken. ADAM kiest voor een constructieve benadering waarbij ze verantwoordelijkheid geeft aan de jongere en hierbij beroep doet op de betrokkenheid van de omgeving en steeds oog heeft voor het slachtoffer. Zo wordt mee gezocht naar een antwoord ten aanzien van jeugddelinquentie in Antwerpen en dit in samenspraak met politie, parket, jeugdrechtbank, de sociale dienst van de jeugdrechtbank en de advocatuur. ADAM signaleert tendensen en evoluties betreffende de jeugddelinquentie bij de verschillende bevoegde overheden.

problematiek

van

Projectgegevens en kostenraming Binnen het onderwijs vinden dagelijks verschillende conflicten plaats, zowel tussen leerlingen onderling, als tussen leerlingen en leerkrachten, directies of andere medewerkers van de school. Deze conflicten kunnen een grote impact hebben op de betrokken partijen, evenals op andere betrokkenen (medeleerlingen, klasgroep, leerkrachten, …) alsook op de algemene atmosfeer op school. De school heeft trouwens slechts beperkte tijd en middelen om met deze conflicten om te gaan. Soms raken leerlingen in een negatieve spiraal terecht en voelen zich steeds meer verworpen door de school. Leerkrachten of medeleerlingen die slachtoffer worden, voelen zich niet altijd erkend en krijgen soms het gevoel dat ze weinig stem hebben in de afhandeling van het conflict. Als in ernstige gevallen politie en parket worden ingeschakeld, hebben die niet altijd de geschikte middelen om kort op de bal te spelen, wat in een aantal gevallen tot een seponering van dossiers leidt. Wanneer het wel tot een gerechtelijke reactie komt, is er meestal heel wat tijd overgegaan zonder dat de partijen nader tot elkaar komen. Daarenboven wordt vaak op de ‘daders’ gericht, en wordt in de afhandeling van conflicten weinig plek gegeven aan het ‘slachtoffer’. Hierdoor blijft vaak de lont in het kruitvat steken en is de kiem voor volgende conflicten gelegd.

168


Bemiddeling op school kan hier een antwoord bieden door het inschakelen van getrainde, neutrale bemiddelaars die als taak hebben om het conflict bespreekbaar te stellen. Binnen de bemiddeling worden betrokkenen gestimuleerd om informatie, vragen en verwachtingen uit te wisselen over de feiten en de (emotionele en financiële) gevolgen ervan. Er wordt gezocht naar een wijze van herstel waarin alle partijen zich kunnen vinden. Een bemiddeling kan enkel opgestart worden als alle betrokken partijen hier vrijwillig mee instemmen, gemotiveerd zijn en bereid zijn om te proberen tot een overeenstemming te komen met de andere partij (principe van vrijwilligheid). De bemiddelaar neemt een neutrale positie in, waarbij hij beide partijen als gelijken benadert zonder veroordelend op te treden. Zijn taak bestaat erin om het communicatieproces tussen de betrokken partijen op gang te brengen én te begeleiden. De bemiddelaar vervult een ondersteunende rol; partijen beslissen zelf over de inhoud van de bemiddeling en de manier waarop deze vorm krijgt (principe van neutraliteit). De organisatie kan, mits een goede voorbereiding en met toestemming van beide partijen, een gezamenlijk direct gesprek organiseren (met de betrokken partijen in aanwezigheid van de bemiddelaar) of ze kunnen boodschappen tussen de betrokken partijen indirect overbrengen, als partijen hiervoor kiezen. De bemiddeling is vertrouwelijk. Er wordt enkel informatie uitgewisseld met instemming van de partijen (principe van vertrouwelijkheid). Scholen kunnen een dossier aanmelden voor bemiddeling met behulp van een aanmeldingsformulier. De bemiddelingsdienst maakt een afspraak voor een eerste verkennend gesprek met beide partijen afzonderlijk. Dit gesprek gaat door op de school zelf en vindt kort na de aanmelding plaats. Afhankelijk van de wens van de partijen, krijgt het verdere bemiddelingsproces vorm. De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 37.082,16 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het betreft hier een interessant proefproject in een scholencontext. Mits een positieve evaluatie is uitrol in andere scholen mogelijk. Het ‘op tijd’ starten met bemiddeling zorgt ervoor dat conflicten in een schoolcontext niet escaleren. De toegekende subsidie wordt beperkt tot 25.000 EUR en voor maximum 1 jaar, waarmee duidelijk een signaal gegeven wordt aan de organisatie om op zoek te gaan naar partners voor cofinanciering (bv. Stad Antwerpen, betrokken scholen, …) met het oog op het verder continueren na 1 jaar. Welzijnszorg Kempen, Albert van Dijckstraat 20, 2300 Turnhout – project Opstart Tejo-werking in de Kempen Korte historiek Welzijnszorg Kempen is een pluralistisch samenwerkingsverband van OCMW ’s uit het arrondissement Turnhout. Welzijnszorg Kempen brengt de 27 OCMW ’s samen en ondersteunt hen met als uiteindelijk doel het waarborgen van het fundamentele recht op een menswaardig bestaan voor iedereen in de regio. Welzijnszorg Kempen ondersteunt niet enkel de 27 OCMW ’s maar ook de uitbouw van voorzieningen in het zorgen welzijnslandschap is een belangrijke pijler in de werking. Daarnaast biedt

169


Welzijnszorg Kempen ondersteunde diensten met betrekking tot personeel en financiën aan. Welzijnszorg Kempen is een krachtige speler in het regionale zorgwelzijnslandschap en neemt in nauw overleg met andere actoren een sturende op. Om een goede werking te waarborgen is een intense samenwerking met deelgenoten en partners uit het brede spectrum van welzijnsgezondheidsinstellingen en organisaties essentieel.

en rol de en

Projectgegevens en kostenraming De eerste TEJO-werking is opgestart in het centrum van Antwerpen door de organisatie 'Jeugdtherapeuten zonder grenzen' in 2010 als reactie op het grote tekort aan begeleiding van jongeren met psychische problemen. Ondertussen zijn er bijkomende TEJO's gestart in Ronse, Gent en Mechelen. Verschillende actoren in de Kempen bundelen de krachten om vanaf september 2015 een TEJO-werking op te starten in Turnhout. Dit vanuit het gegeven dat ook in deze regio het bestaande hulpverleningsaanbod ontoereikend is. TEJO biedt eerstelijns therapeutische ambulante begeleiding aan voor jongeren met psychische problemen. TEJO wil kinderen en jongeren met psychische problemen helpen om effectief te participeren aan hun eigen groei en zelfrealisatie binnen het gezin, de school en de ruimere gemeenschap. Het doel is om de complexe vragen van deze jongeren tijdig te kunnen opvangen zodat de situatie niet escaleert. De werking van TEJO wordt bijna uitsluitend gedragen door vrijwillige krachten (vooral therapeuten en onthaalmedewerkers). TEJO is laagdrempelig. Jongeren kunnen er anoniem en gratis terecht. Er wordt gestreefd naar een huiselijke sfeer. Het is de bedoeling dat jongeren er direct terecht kunnen (en niet eerst op een wachtlijst belanden). Jongeren kunnen zonder afspraak langskomen voor een eerste gesprek. Het therapeutisch kader is kortdurend. In een tiental gesprekken wil TEJO de problematiek met de jongere verkennen en oplossingsgericht werken. Als tijdens de gesprekken blijkt dat verdere hulpverlening nodig is, wordt de jongere geholpen de stap te zetten naar andere of tweedelijns hulpverlening. De hulpverlening wordt zoveel als mogelijk aansluitend op de schooluren aangeboden en zal gefaseerd worden uitgebreid. TEJO Kempen voorziet intervisie en supervisie voor de vrijwilligers. Daarenboven krijgen de therapeuten de mogelijkheid om regelmatig vormingen en lezingen te volgen om beter afgestemd te zijn op de leefwereld van jongeren. TEJO Kempen zal deel uitmaken van het TEJO-forum, het netwerk van de verschillende TEJO-kernen. Dit forum is gericht op het uitwisselen van ervaringen die bijdragen tot de verbetering van de TEJO-werking van elke kern en het formuleren van aanbevelingen naar de samenleving en de overheid. De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 80.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie In navolging van de financiële ondersteuning van de reeds opgestarte TEJO’s in Antwerpen en Mechelen betreft het een toekenning van een éénmalige opstartfinanciering.

170


SUBSIDIES VOOR SOCIALE WIJKGEZONDHEIDSCENTRA

PROJECTEN:

THEMATISCHE

OPROEP

In haar welzijnsbeleid wil de provincie Antwerpen actief bijdragen tot de toegankelijkheid van de zorg. In deze context wil de dienst Welzijn en Gezondheid, via impulssubsidies, middelen vrijmaken voor opstartende wijkgezondheidscentra op het grondgebied van de provincie Antwerpen. Hiertoe werd een thematische oproep gelanceerd, gericht naar samenwerkingsverbanden in de provincie Antwerpen die een wijkgezondheidscentrum willen opstarten. De projecten voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in de projectoproep namelijk: 1. Multidisciplinaire samenwerking onder één dak 2. Gemeenschapsgerichte werking 3. Territoriale werking 4. Structurele samenwerkingsverbanden 5. Ziektepreventie en gezondheidsbevordering 6. Integrale zorgverlening 7. Toegankelijkheid 8. Continuïteit 9. Kwaliteit 10. Organisatievorm 11. Onafhankelijkheid en pluralisme Volgende projecten voldoen aan de voorwaarden zoals hierboven gesteld: CAW Boom-Mechelen-Lier, Maurits Sabbestraat 119, 2800 Mechelen – project WijkGezondheidsCentrum Heist-op-den-Berg Korte historiek CAW Boom-Mechelen-Lier helpt alle mensen in de regio met al hun vragen en problemen die te maken hebben met welzijn. Je kan bij het CAW terecht met elke vraag. Een moeilijke relatie, persoonlijke problemen, financiële, administratieve, juridische of materiële problemen. Problemen in je gezin, familie of buurt, … . Het CAW biedt ook hulp aan slachtoffers van geweld en misbruik, slachtoffers en betrokkenen van verkeersongevallen en misdrijven en aan gedetineerden en hun naastbestaanden. Het CAW geeft bijzondere aandacht aan de meest kwetsbaren. Het CAW wil meer doen. Het CAW biedt aan diegenen die het moeilijk hebben de nodige steun om zelf terug verder te kunnen, het CAW biedt rust aan diegenen die dat kwijt zijn, het CAW versterkt de mogelijkheden van mensen en staat mensen bij in het benutten van hun basisrechten. Het CAW gaat elke vorm van uitsluiting tegen en vecht voor een menswaardig leven voor iedereen. Daarnaast komt het CAW op voor gelijke kansen en streeft naar een harmonieuze samenleving. CAW heeft volgende deelwerkingen: Onthaal met vraagverheldering en BeGRIP (Begeleiding Gezins-, relationele- en individuele problemen), Jongerenonthaal – JAC, Justitieel Welzijnswerk, Slachtofferhulp, Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen, Bezoekruimte, CrisisInterventieCentrum, Thuislozenzorg, Vluchthuis, Budget in Zich, Begeleid Zelfstandig Wonen en Preventief Woonbeleid. Projectgegevens en kostenraming Op de Welzijnsraad van Heist-op-den-Berg kreeg het CAW regelmatig het signaal dat een WGC een welkome aanvulling zou kunnen zijn op het bestaande aanbod.

171


De vorige lancering van een subsidieoproep door de provincie zette een aantal mensen ertoe aan om actief werk te maken van de opstart van een WGC in Heist-op-den-Berg. Uit de eerste omgevingsanalyse blijkt duidelijk dat er indicatoren zijn die wijzen op armoede en sociale uitsluiting. Een WGC biedt door zijn brede en integrale aanpak een antwoord op de oorzaken van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen in deze gezinnen. Na overleg met de voorzitter van de lokale huisartsenkring, blijkt er in Heist-op-den-Berg ruimte te zijn voor een bijkomend initiatief binnen de eerstelijns gezondheidszorg, zeker gezien meerdere artsen in de gemeente aan de rand van hun pensioen staan. Het project omvat volgende activiteiten: Bij de opstartfase: Verfijnen van de omgevingsanalyse op basis van statistieken en gesprekken met sleutelfiguren om te komen tot een beslissing over de derde discipline. Voorbereidend werk door de coördinator: een huisarts rekruteren, een vzw opstarten, een locatie zoeken, … Vanaf de start van het WGC: Het WGC biedt toegankelijke gezondheidszorg aan en heeft oog voor de psychische, fysische en sociale factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. Patiënten kunnen in het WGC terecht voor dagelijkse huisartsenconsultaties, verpleegkundige zorgen, … . Verder is er aandacht voor preventie en zullen er projecten rond gezondheidspromotie opgezet worden, op basis van behoeften van de patiëntenpopulatie. Het WGC gaat samenwerkingsverbanden aan met de zorgverstrekkers uit de buurt en met welzijnsorganisaties die werkzaam zijn in Heist-op-den-Berg. Tenslotte wil het WGC vorm geven aan een signaalfunctie om het lokaal gezondheidsbeleid toegankelijker te maken. De totale kosten voor het 1e projectjaar worden geraamd op 76.560 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 45.000 EUR ter beschikking te stellen. CAW De Kempen, Hofkwartier WijkGezondheidsCentrum Herentals

23,

2200

Herentals

–

project

Korte historiek Het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen is een vzw die het welzijn van mensen wil bevorderen. De organisatie richt zich tot kwetsbare bevolkingsgroepen, die onvoldoende antwoorden vinden op hun welzijnsnoden. De vzw besteedt specifieke aandacht aan thuislozen of daklozen, kansarmen, slachtoffers en daders van misdrijven, jongeren, meervoudig gekwetsten, mensen met psychologische problemen, mensen met schuldenlasten, mensen die dreigen hun woonst te verliezen... CAW De Kempen heeft een algemene opdracht naar de algemene bevolking van het arrondissement Turnhout. CAW De Kempen biedt een breed aanbod aan hulp- en dienstverlening, geleverd door een veelheid van afdelingen in het arrondissement Turnhout (d.w.z. Turnhout, Geel, Herentals, Mol en Westerlo), zodat de cliënt in zijn nabijheid de hulp kan vinden die hij of zij nodig heeft.

172


Behalve onthaal en begeleiding, ontwikkelt het CAW De Kempen ook preventieve vormingsprogramma's om te voorkomen dat mensen in probleemsituaties terechtkomen. Naast het inzetten van professionele hulpverlening levert het CAW bovendien inspanningen om de burger te engageren in de strijd tegen maatschappelijk onwelzijn van personen. Projectgegevens en kostenraming Het WGC biedt toegankelijke gezondheidszorg en heeft oog voor de psychische, fysieke en sociale factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. Het biedt door zijn brede en integrale aanpak een antwoord op de gevolgen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen in de regio. Uit de omgevingsanalyse voor Herentals blijkt duidelijk dat er indicatoren zijn die wijzen op armoede en sociale uitsluiting. Daarom wordt het plan voor een wijkgezondheidscentrum in Herentals reeds jaren aangehaald op het welzijnsoverleg van Herentals, georganiseerd door de stad en OCMW naar aanleiding van de opmaak van een Lokaal Sociaal Beleidsplan. Zowel De Fakkel (de organisatie waar armen het woord nemen), De Dorpel (een vrijwilligersorganisatie die zich richt op de armsten in Herentals en omgeving) als CAW De Kempen zijn overtuigd van de noodzaak van een dergelijk aanbod. Daarom werd het concept van een WGC in Herentals uitdrukkelijk opgenomen in het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Gezien de nood aan nieuwe huisvesting voor De Dorpel en De Fakkel ontstond het idee om in de nieuwbouw ruimte te voorzien voor een opstartend WGC. De vorige lancering van een subsidieoproep door de provincie Antwerpen kwam te vroeg om al een project in te dienen aangezien CAW De Kempen nog volop in de plannen zaten voor de nieuwbouw. Intussen weet de organisatie dat het nieuwe gebouw eind 2015 klaar zal zijn en worden de plannen voor het WGC realistisch. Het project omvat volgende activiteiten: Bij de opstartfase: - Administratieve voorbereidingen, aanvraag project, overleg met betrokken (officiële) instanties - Aanstellen van coördinator - Verfijnen van de omgevingsanalyse op basis van statistieke en onderzoek naar noden - Gesprekken met sleutelfiguren - Voorbereidend werk door de coördinator: opstart vzw, artsen en andere zorgverstrekkers raadplegen evt. rekruteren, overbruggingsmiddelen zoeken, vrijwilligersmanagement, … Vanaf -

de start van het WGC: Het organiseren van dagelijks huisartsenconsultaties (ook huisbezoeken) Aanbieden van paramedische zorgen, afhankelijk van de omgevingsnoden Preventieve projecten rond gezondheidspromotie op basis van behoeften van de patiëntenpopulatie - Samenwerkingsverbanden met zorgverstrekkers en welzijnsorganisaties - Signaalfunctie ten aanzien van het lokaal gezondheidsbeleid in de zorgregio Herentals

173


De totale kosten voor het 1e projectjaar worden geraamd op 50.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 45.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie voor beide aanvragen Aangezien het de bedoeling is om elke aanvraag op dezelfde wijze te behandelen wordt er 45.000 EUR voorzien voor elk project. Hiermee wordt telkens een halftijdse werkkracht gesubsidieerd voor het 1 e projectjaar. Het bedrag van 45.000 EUR omvat eveneens werkingskosten. Het betreft hier een inschatting van; het werkelijke bedrag zal afhangen van de anciënniteit van de uiteindelijk aangeworven werkkracht. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 11 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005. Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet voor een bedrag van 173.700 EUR goed op budget 2015, ingeschreven op het verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2015/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2015140511 Subsidies voor sociale projecten(R/V)/Overige verrichtingen inzake sociaal beleid Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten. VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Gelieve de onthouding van onze fractie te noteren. Nr. 9/2 van de agenda Budget 2015. Herverdeling van het krediet onder 2015/64900000/21/0911: subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De provincieraad heeft in zitting van 26 februari 2015 de verdeling van het krediet, subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R), ingeschreven in het uitgavenbudget onder 2015/64900000/21/0911 goedgekeurd. Niet alle middelen onder ramingsnummer 2015140591: A Aangepast vervoer: Uitbouw van een gebiedsgerichte werking aangepast vervoer in de provincie Antwerpen, kregen hierbij meteen een bestemming. De vier organisaties in de provincie Antwerpen die erkend zijn als vervoerder binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, kunnen binnen de termijn van het provinciaal impulsbeleid, jaarlijks een infrastructuur

174


project subsidie aanvragen mits een duidelijke motivering. De aankoop van de aangepaste voertuigen gebeurt steeds in een cofinanciering van 50% met een maximaal bedrag van 25.000€ per erkende vervoerder. In 2015 vragen drie vervoerders een infrastructuur project subsidie t.b.v. 25.000 euro aan. De deputatie heeft daarom beslist volgende herverdeling van het krediet, ten bedrage van 555.600 EUR, onder 2015/64900000/21/0911 aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen: Ramingsnummer 2015000010: A Algemeen Welzijnsbeleid: De provincie stimuleert innovatie en (intersectorale) samenwerking binnen de welzijns- en gezondheidssector door middel van een financieel impulsbeleid. Nominatim Gouverneur Kinsbergencentrum vzw (NAH en Onada):

80.000 EUR

Aan Gouverneur Kinsbergencentrum, Doornstraat 331, 2610 Wilrijk, wordt een nominatieve subsidie t.b.v. 80.000 EUR toegekend voor de werking van het samenwerkingsverband NAH en Onada. Het project rond NAH wil de zorg voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel en hun omgeving ondersteunen in de provincie Antwerpen door het coördineren van samenwerking en overleg tussen verschillende organisaties om de kwaliteit van het leven van personen met een NAH te verbeteren. Onada wil een bijdrage leveren tot de ondersteuning van mensen die vandaag omwille van een verstandelijke handicap en bijkomende psychische of psychiatrische problemen tussen diverse sectoren in vallen. Concreet biedt Onada een ondersteuning in vastgelopen situaties door middel van advies, intervisie en begeleiding.

Gouverneur Kinsbergencentrum vzw: Project ROG:

99.600 EUR

Het ROG project dat loopt over een periode van 3 jaar wil de transitie van de sector personen met een beperking die evolueert van aanbods- naar vraagsturing, organisatie- naar persoonsvolgende financiering op provinciaal en regionaal niveau begeleiden. De finale doelstelling van het project is tot een meer inclusieve zorgen dienstverlening op maat te komen voor alle personen met een handicap in de provincie Antwerpen.2015 is het 2é projectjaar.

Nog te bestemmen krediet:

0 EUR

Ramingsnummer 2015140591: A Aangepast vervoer: Uitbouw gebiedsgerichte werking aangepast vervoer in de provincie Antwerpen.

van

een

- Aan de vier organisaties in de provincie Antwerpen die erkend zijn als vervoerder binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, wordt een subsidie toegekend ter vervollediging van de klaverbladfinanciering die nodig is om tot een sluitende financiering van het aanbod te komen. De financiering per vervoerder varieert afhankelijk van de grootte van het werkingsgebied en van de grootte van de cofinanciering van de lokale besturen van deze regio's. De provinciale impulssubsidie is degressief en loopt maximaal drie jaar. - Kempen en Mechelen zijn sinds 2014 ingestapt in ons provinciaal impulsbeleid; Antwerpen en Zoersel sluiten nu, vanaf 2015, aan. - Wuustwezel, Kalmthout en Essen, ontvangen reeds enkele jaren een nominatim subsidies binnen een vorig provinciaal reglement. De subsidie van Kalmthout en Essen valt weg, aangezien de handicar-werkingen beslist hebben om (nog) niet in te stappen in het provinciaal impulsbeleid. Wuustwezel stapt wel mee in het grotere geheel en ontvangt een laatste keer een nominatim van 2.138 EUR. Deze nominatim-subsidie valt vanaf 2016 volledig weg.

Nominatim VVG Kempen / De Kempen:

175

43.925 EUR


Nominatim VVG Mechelen / Imsir vzw:

20.601 EUR

Nominatim VVG Antwerpen / ARK vzw:

33.942 EUR

Nominatim VVG Zoersel:

31.279 EUR

Nominatim VVG Wuustwezel:

2.138 EUR

Nominatim MAV Welzijnszorg Kempen

87.000 EUR

De provincie Antwerpen is samen met Welzijnszorg Kempen vzw verantwoordelijk voor de uitbouw van een mobiliteitscentrale voor de gehele provincie. De provincie neemt daarbij de coördinatierol op zich, terwijl Welzijnszorg Kempen verantwoordelijk is voor de operationele uitvoering. Voor het projectjaar 2015 is er een toezegging van Vlaanderen voor een subsidie van 122.000 euro voor de werking van januari tot en met juni 2015. De provincie ontvangt het volledige subsidiebedrag na verantwoording van de kosten. 87.000 euro hiervan is bestemd voor de operationele uitvoering door Welzijnszorg Kempen.

Nominatim Handicar Zoersel vzw: Nominatim Imsir vzw: Nominatim Antwerpse Rolkar (ARK) vzw:

25.000 EUR 25.000 EUR 25.000 EUR

De vier organisaties in de provincie Antwerpen die erkend zijn als vervoerder binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, kunnen binnen de termijn van het provinciaal impulsbeleid, jaarlijks een infrastructuur project subsidie aanvragen mits een duidelijke motivering. De aankoop van de aangepaste voertuigen gebeurt steeds in een cofinanciering van 50% met een maximaal bedrag van 25.000€ per erkende vervoerder. In 2015 vragen de volgende vervoerders een infrastructuur project subsidie aan: - Antwerpse Rolkar vzw: door de uitbouw van een regionaal steunpunt in het kanton Kontich met Pegode, wordt er een extra bus ingezet voor regio Kontich. Het is belangrijk dat de 9 lokale besturen die bijdragen in een klaverbladfinanciering voor de realisatie van dit steunpunt, maximaal tevreden zijn met een grote stijging van ritten voor hun inwoners. - Handicar Zoersel vzw: sinds de erkenning als erkende vervoerder in 2014, heeft handicar Zoersel- onder impuls van de provincie- een samenwerking met 6 van de 10 lokale besturen afgesloten in zijn vervoersgebied. Handicar Zoersel bedient nu ook de gemeenten Kalmthout, Essen en Wuustwezel, aanvullend op het eigen aanbod van de gemeenten. Handicar Zoersel groeit exponentieel en heeft grote nood aan een extra bus. - Imsir vzw: werkt met drie steunpunten Boom, Lier en Mechelen. Deze steunpunten hebben elk 1 of meerdere aangepaste wagens. Door de bouw van een nieuw ondergrondse parking in Mechelen, moet de Master-liftwagen van steunpunt Mechelen vervangen worden door een kleinere wagen. De Master kan namelijk niet in de ondergrondse parking en kan nergens anders gestald worden. De Master zal als vervangend voertuig ingezet worden bij steunpunt Lier (de wagen in Lier is aan vervanging toe); er zal minstens 1 aangepaste kangoo gezet worden in Mechelen.

Nog te bestemmen krediet

82.115 EUR

Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet 2015/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2015140591 en 2015000010: subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap goed te keuren. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015.

176


De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de interne herverdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder 2015/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2015140591 en 2015000010; Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005; Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht evenwicht van de begroting; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet, ten bedrage van 555.600 EUR, ingeschreven in het uitgavebudget BBC onder 2015/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2015140591 en 2015000010: subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap goed. Dit krediet wordt aangewend als volgt: Ramingsnummer 2015000010: A Algemeen Welzijnsbeleid: De provincie stimuleert innovatie en (intersectorale) samenwerking binnen de welzijns- en gezondheidssector door middel van een financieel impulsbeleid. Nominatim Gouverneur Kinsbergencentrum vzw (NAH en Onada):

80.000 EUR

Gouverneur Kinsbergencentrum vzw: Project ROG:

99.600 EUR

Nog te bestemmen krediet:

0 EUR

Ramingsnummer 2015140591: A Aangepast vervoer: Uitbouw gebiedsgerichte werking aangepast vervoer in de provincie Antwerpen.

van

een

Nominatim VVG Kempen / De Kempen:

43.925 EUR

Nominatim VVG Mechelen / Imsir vzw:

20.601 EUR

Nominatim VVG Antwerpen / ARK vzw:

33.942 EUR

Nominatim VVG Zoersel:

31.279 EUR

Nominatim VVG Wuustwezel:

2.138 EUR

Nominatim MAV Welzijnszorg Kempen

87.000 EUR

Nominatim infrastructuurproject Handicar Zoersel vzw: Nominatim infrastructuurproject Imsir vzw: Nominatim infrastructuurproject Antwerpse Rolkar (ARK) vzw: Nog te bestemmen krediet

25.000 EUR 25.000 EUR 25.000 EUR 82.115 EUR

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

177


Nr. 9/3 van de agenda Aangepast vervoer. Proefproject Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer Welzijnszorg Kempen – Wijziging afrekeningsmodaliteiten nominatim projectsubsidies 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 23 december 2011 heeft de ministerraad van de Vlaamse Regering het besluit goedgekeurd houdende de toekenning van een subsidie aan het provinciebestuur voor het proefproject rond mobiliteitscentrales aangepast vervoer. De coördinatie van het project werd (tot eind 2014) opgenomen door Welzijnszorg Kempen. De subsidie van de Vlaamse Overheid is zodoende tot december 2014 voor Welzijnszorg Kempen bestemd. De provincie Antwerpen fungeert hierin als tussenpersoon. Welzijnszorg Kempen heeft, via prefinanciering, voor het proefproject rond mobiliteitscentrales in 2012 en 2013 in totaal 290.000 EUR aan subsidies ontvangen van de Provincie Antwerpen. De provincie Antwerpen heeft vervolgens in juli 2014 het financiële verantwoordingsdossier voor de periode september 2012 – oktober 2013 ingediend bij de Vlaamse Overheid en dusdanig deze kosten gerecupereerd. In deputatiezitting van 11 december 2014 heeft Welzijnszorg Kempen vervolgens een nieuwe nominatim subsidie voor het projectjaar 2014 ontvangen. Tegelijk werd de provinciale subsidie aan Welzijnszorg Kempen voor het jaar 2013 afgerekend. Deze afrekening werd gebaseerd op het verantwoordingsdossier ingediend bij de Vlaamse Overheid voor de periode tot en met oktober 2013. De kosten van november en december 2013 van Welzijnszorg Kempen, werden zodoende niet meegenomen in de afrekening van de provinciale subsidie 2013 t.a.v. Welzijnszorg Kempen. Uw raad wordt gevraagd goedkeuring te geven aan het meenemen van de kosten van november 2013 en december 2013 in de afrekening van de nominatieve subsidie 2014 aan Welzijnszorg Kempen. Dit bedrag (25.949,86 EUR) wordt door de provincie volledig gerecupereerd bij de Vlaamse Overheid. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de interne verdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder 2015/64900000/21/0949 Ramingsnummer 2015140591; Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005; Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht evenwicht van de begroting;

178


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt het meenemen van de kosten van november en december 2013 in de afrekening van de nominatieve subsidie 2014 aan Welzijnszorg Kempen voor het project mobiliteitscentrale aangepast vervoer, goed. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 9/4 van de agenda APB DocAtlas. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 28/11/2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB Provinciaal Documentatiecentrum Atlas.(APB PDA) goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB PDA heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het APB PDA. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 238.019,68 EUR en een te verwerken resultaat van 37.203,08 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 37.649,58 EUR. Het resultaat is positief door onder meer het uitstellen van de geplande verhuizing van docAtlas Turnhout naar het jaar 2015. De raad van bestuur zal het te verwerken resultaat van 37.203,08 EUR verrekenen in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB PDA. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

179


Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB PDA dd. 28/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het APB PDA. De jaarrekening 2014 van het APB PDA wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 37.203,08 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB Provinciaal Documentatiecentrum Atlas. VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Een onthouding van onze fractie voor punt 9/4. Nr. 9/5 van de agenda EVAP PCMA. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 24/11/2011 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het EVAP PCMA vzw goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De algemene vergadering van het EVAP PCMA vzw heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in vergadering van 16/04/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport van het EVAP PCMA vzw. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 1.069.666 EUR en een te verwerken resultaat van 73.143 EUR. De algemene vergadering zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken resultaat van 73.143 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het EVAP PCMA vzw. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport.

180


Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 240 van het provinciedecreet; Gelet op de afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en het extern verzelfstandigd agentschap PCMA vzw; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de algemene vergadering van het EVAP PCMA vzw dd. 16/04/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring met voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het EVAP PCMA vzw. De jaarrekening 2014 van het EVAP PCMA vzw wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de algemene vergadering om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 73.143 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het EVAP PCMA vzw. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 9/6 van de agenda EVAP GKC. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 25/10/2012 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het EVAP GKC vzw goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De algemene vergadering van het EVAP GKC vzw heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in vergadering 21/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor EVAP GKC. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 2.120.339 EUR en een te verwerken resultaat van -165.808 EUR.

181


De algemene vergadering zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken resultaat van -165.808 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van EVAP GKC vzw. De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 240 van het provinciedecreet; Gelet op de afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en het extern verzelfstandigd agentschap Gouverneur Kinsbergen vzw; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de algemene vergadering van het EVAP GKC vzw dd. 21/05/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het EVAP GKC vzw. De jaarrekening 2014 van het EVAP GKC vzw wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de algemene vergadering om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken negatief resultaat van 165.808 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het EVAP GKC vzw. VOORZITTER.- Mevrouw De Hert heeft het woord. Mevrouw DE HERT.- Ik had mij graag onthouden op punt 9/1, en ik had daar graag even wat toelichting bij gegeven. Er bestaan natuurlijk geen foute of slechte welzijnsprojecten. Daar is iedereen wel van overtuigd. Waarom dan toch een weerstand tegen het project over de verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk? Voor mij mist dit project uitdieping en motivatie, en het gaat een stukje voorbij aan zijn doel als impulssubsidie. Eindconclusie bij het lezen van de teksten: waar geven wij eigenlijk geld voor? We betalen een werknemer voor het uittekenen van een opleiding. De vraag naar ondersteuning van verpleegkundigen in huisartsenpraktijken komt terecht voort vanuit tekorten aan zorgverstrekkers, namelijk huisartsen en verpleegkundigen. De verandering van het zorglandschap en de vraag, of eerder de noodzaak, tot een verbreding van de eerstelijnszorg die beter kan, is een terechte vraag. Het is een bestaand probleem, maar is er misschien een verkeerde oplossing. In het Vlaams

182


onderwijsdecreet is het een zeer lange procedure om nieuwe opleidingen te starten. Zo staat het letterlijk in het subsidiedossier. Vragen die daarbij rijzen zijn: vindt het Vlaams onderwijslandschap dit project sowieso een noodzaak? Is er wel nood aan een extra postgraduaat opleiding om verpleegkundigen op te leiden om in een huisartsenpraktijk te kunnen gaan werken? Is dit nodig, is dat dan geen taak van het onderwijs om dit in te richten? Een opleiding nota bene die de student 2.000 EUR gaat kosten voor 30 studiepunten. Dus lijkt het mij zeker nodig om te gaan kijken of een dergelijke opleiding wel zinvol is vooraleer ze opgestart wordt. Dit houdt meer in dan uitdenken waar de leemtes zitten en studenten stage laten doen in praktijken. Is het wel een taak van ons klein provincietje om een dergelijke opleiding te gaan opstarten, helemaal op onszelf? Wat doen andere provincies? Kan dat eigenlijk wel, een opleiding starten die niet is goedgekeurd door onderwijs? In de commissie klonk het vanuit een paar hoeken dat, als zoveel universiteiten en hogescholen en professoren en docenten met dit voorstel kwamen gestaafd door een zodanige literatuurlijst, dit toch wel OK zou zijn. En wie zijn wij dan om er een bezwaar tegen te hebben? Maar daar gaat het net om. Ik wil niet wantrouwig zijn, want ik weet vanuit ondervinding dat het leveren van een indrukwekkende referentielijst niet altijd betekent dat alles ook wel degelijk gelezen is. Dit buiten beschouwing gelaten, zou het inderdaad maar vreemd zijn dat vanuit dergelijke hoek er geen evidence-baced kader aan vasthangt. We kregen geen antwoord op de vraag: toon ons dan aan waar die leemtes zitten. Wat kunnen de huidige verpleegkundigen en sociaal verpleegkundigen niet als ze afstuderen? Welke competenties missen ze? Maar het antwoord op deze vraag bleef uit. Er staat letterlijk in de aanvraag en in de presentatietekst dat verpleegkundigen een hele reeks medische handelingen kunnen stellen. Dat mag en kan niet, en verpleegkundigen weten dat maar al te goed. Als paramedicus werk je steeds in opdracht van een arts en heb je een uitvoerende functie. Daar horen geen medische handelingen bij. In de visietekst wordt dan gesproken over het herbekijken en herschrijven van het KB 78 waar alle verpleegkundige handelingen in beschreven staan. A-, B- en C-handelingen, netjes uitgeschreven hoe, waar, wanneer, wat kan gedaan worden, al dan niet onder toezicht van of op voorschrift van een arts. Hoe zit het met RIZIV-nomenclatuur? De verpleegkundigen moeten of hun taken en prestaties kunnen registreren, of betaald worden door een huisarts. Zijn deze dan bereid om 50.000 EUR per jaar te gaan betalen aan de verpleegkundige die hen ondersteunt? Uiteraard komen er andere noden. Tijden veranderen, en het tekort aan huisartsen en verpleegkundigen maakt dat we op zoek gaan naar oplossingen. Deze vraag kan wel een aanzet zijn om een nood aan te kaarten die kadert in een breder verhaal. Het hertekenen van de eerstelijnszorg dient voorzichtig te gebeuren, en het zomaar opstarten van een opleiding lijkt mij in dit kader dan nog net iets te vroeg. Er is eerst nog ander werk aan de winkel. Laat ons daar dan mee aan werken. Een grote uitdaging en kans om aan thesisstudenten een onderwerp te geven dat kan uitgediept worden. Er is nood aan een veranderend zorglandschap, aan meer eerstelijnsondersteuning. Dat is gewoon een feit. Deze zorg is bij ons nog ondermaats, en dat merken we vooral in grote steden. Wat ik graag zou zien is dat er aan de hand van de visietekst van “Together we change” een duidelijk en uitgediept verhaal rond eerstelijnszorg komt. Dat er onderzoek gebeurt naar de tekortkomingen binnen de dagdagelijkse artsenpraktijk. Wat de tekortkomingen zijn binnen de huidige opleiding tot

183


verpleegkundige. Wat het financieel kader is om dit te laten bestaan. Wat de reeds bestaande samenwerkingen zijn, en hoe de communicatie ertussen loopt. Want we hebben al thuisverpleegkundigen, maar is er communicatie naar en van de huisartsen? We hebben al verpleegkundigen die levenslang moeten bijgeschoold worden omdat er nu eenmaal binnen deze beroepen veel verandert en constante bijscholing nodig is. Maar moet dit in dure postgraduaat opleidingen? We hebben al gezondheidscentra waar wel verpleegkundigen werken. Deze kunnen dienen als referentie voor het verdere onderzoek. Wat ervaren zij als noodzaak? Wat is de ontbrekende kennis? We hebben nood aan een hertekening van de eerstelijnszorg, maar dan wel toegespitst op de situatie in ons Vlaamse land, en niet zoals het in Spanje, Nederland, en andere Europese landen loopt. Daar verloopt de zorgverlening op alle vlakken helemaal anders. We kunnen wel eens over de grens gaan kijken om te zien hoe het daar loopt, en of de goede dingen verenigbaar zijn. Voor de rest moeten we ons eigen verhaal schrijven. Deze vraag kadert in een breder perspectief van hertekenen van het zorglandschap en kan niet los gezien worden van de ziekenhuishervorming met dalende ligdagen, de toenemende kansarmoede en de mantelzorg. Ik blijf mij toch verzetten tegen het betalen van een kwartiermaker die de opleiding moet uitrollen. Waar hij moet uitkomen is volgens mij nog veel te vaag omschreven. Ik zou liever zien dat er veldonderzoek gebeurt, een onderzoek naar competenties en noodzaken die er zijn in het kader van eerstelijnszorg en hoe daar wettelijk, juridisch, en maatschappelijk kan aan tegemoet worden gekomen. Dat er discussiegroepen worden opgestart met verschillende actoren, ook vanuit tweede en derdelijnszorg, patiënten en andere beroepsgroepen, om tot een volledig project te komen. Mijn ervaring met dit beroepsveld leert dat een extra opleiding zeker voor extra kennis moet kunnen zorgen die niet gegeven wordt in een basisopleiding. Daar ben ik in dit geval nog steeds niet van overtuigd. We hebben nog projecten goedgekeurd in de commissie die samenwerkingen binnen projecten met hogescholen ondersteunen. Dus ik zie hierin alvast geen bezwaar. Maar een opleiding mee helpen financieren? Ik vind het jammer dat dit debat niet ten grond kon gevoerd worden in de commissie. Het besluit is genomen. Er kan niet op teruggekomen worden, of meer info gevraagd worden. En dat vind ik jammer. VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Dank u, voorzitter. In tegenstelling tot collega De Hert zijn wij wel degelijk en ten volle overtuigd van de waarde van dit project. Ik wil ook even ingaan op het laatste punt, collega. We hebben bijna een uur in de commissie gedebatteerd over dit onderwerp. We hebben nadien ook nog een aantal bijkomende stukken gekregen van de dienst. Dus ik denk niet dat men kan zeggen dat er geen debat ten gronde gevoerd is kunnen worden. Voor het overige heb ik nog drie korte puntjes. Het gaat hier over subsidies voor innovatieve projecten. Het lijkt mij dan ook logisch dat er nog niet alle antwoorden gekend zijn, maar het niet de bedoeling is van een project. Het is een project om iets te onderzoeken. Het lijkt mij dan ook logisch dat op een aantal zaken men geen antwoord heeft. Maar het is wel om te beantwoorden aan een bepaalde nood die er bestaat. Vanzelfsprekend, zoals ook gezegd is in de commissie, zal een evaluatie gebeuren van het project.

184


Ten tweede, en ten gronde, het was gisteren nog maar eens op de radio de problemen die er zijn bij de huisartsen. U spreekt over een tekort van zorgverstrekkers. Maar het is niet alleen een tekort, het is ook de taken die opgelegd worden aan die huisartsen. Gisterenavond ging het er met minister De Block ook nog over de administratieve taken die worden opgelegd. Dat zijn zaken waar we met die verpleegkundigen in kunnen tussenkomen. Tot slot, onderwijs: het is daarnet nog maar eens bewezen met het jaarrapport. Onderwijs is een belangrijke taak van de provincie. Het is net die aansluiting tussen onderwijs en de tewerkstelling waar wij zo sterk in zijn. Dus wij steunen ten volle dit project. VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord. Mevrouw AVONTROODT.- Dank u wel, voorzitter. Ik was niet in de commissie, maar wij gaan dat wel ondersteunen. Ik waardeer zeker de motivatie en de tussenkomst van collega De Hert, maar dit is anderzijds een hefboom om verpleegkundigen die gemotiveerd zijn en een engagement hebben naar de eerste lijn te ondersteunen. In deze zin gaan wij dat zeker wel ondersteunen, omdat ik ook overtuigd ben dat minister De Block alles op alles zet om de eerste lijn te ondersteunen en dat dit hopelijk als een impuls kan gelden. Waar u zegt dat het op onze regio, op Vlaanderen, moet afgestemd worden, pleit ik in deze precies voor zorg op maat die dat mogelijk maakt waar deze impulssubsidie voor dient. Het is tenslotte een project. Vanuit Antwerpen zijn nog veel goede projecten ooit vertrokken. Ik verwijs hier naar het vertrouwenscentrum voor kindermishandeling. Dat is ook van hieruit vertrokken. Ik denk dat hier een mooie impuls kan liggen voor de ondersteuning van de eerste lijn. VOORZITTER.- Mevrouw De Hert heeft het woord. Mevrouw DE HERT.- Ik wou nog even duidelijk stellen dat ik de onthouding heb gevraagd, en niet ging tegenstemmen, want het project op zich is zeer zinvol en absoluut nodig. Ik denk alleen dat we een beetje een kans laten liggen om dit te doen via een postgraduaat opleiding, en niet eerst te gaan onderzoeken in het werkveld wat de tekorten en noden net zijn en of dat de gegradueerde opleiding voor verpleegkundigen hieraan al niet kan voldoen. Het is een dure opleiding. De inhoud is nog niet gekend. En wij hebben ook geen antwoord gekregen op eenvoudige concrete vragen. Die hadden wij graag uitgediept en verwerkt gezien vooraleer een opleiding wordt opgestart. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik wil gedeputeerde Bellens en zijn dienst bij deze feliciteren met de keuze om dit project te steunen. Het is op een heel goede manier gedocumenteerd geworden, zowel op de commissie zelf als achteraf. Ik vraag mij af, Vera, of jij echt die projectvoorstellen gelezen hebt. Dat is heel gedetailleerd. Dan denk ik dat je toch eerder onder de indruk had moeten komen van de heel goede argumenten over het waarom van zo’n

185


specifieke opleiding voor verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk in Antwerpen, maar ook in het algemeen. Er bestaat echt een grote nood aan in het licht van de vergrijzing, waar veel chronische zorg nodig is, ook gezondheidsopvoeding, ook allerhande taken die perfect door een verpleger en een verpleegster kunnen uitgevoerd worden. Wij hebben ter zake ervaring. Wij hebben bijna 4 fulltime verpleegsters bij ons in onze grote groepspraktijk. De mensen zijn daar heel tevreden over. Dat is een verlichting voor het werk van de dokters die zich op meer specifieke en andere dingen kunnen toeleggen. Aan het programma dat men nu voorziet, en waarvoor men nog niet opgeleid wordt specifiek, zijn zeker nog dingen toe te voegen. Het heeft de steun van alle huisartsopleidingscentra van de universiteiten van Vlaanderen en België. Ik vind dat we daar absoluut voor moeten zijn. Ik zou ook verwachten dat jij vanuit je sociale en syndicale achtergrond daar toch begrip voor hebt. Ik heb in de commissie dingen gehoord dat die wijkgezondheidscentra alleen maar dienen voor de arme mensen. Ik denk dat dit een foute opvatting is. Dat was niet van u, maar wel vanuit dezelfde partij. Dat moet dienen voor het geheel van de bevolking: een gemakkelijk toegang, zonder drempels te geven tot een goede eerstelijnsgezondheidszorg waar het geheel van de gezondheidszorg, en ook van de gezondheidsuitgaven baat bij zal hebben. VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Ik had ook even de vraag, omdat het niet heel duidelijk is, of de onthouding een stelling was namens de N-VA-fractie, of persoonlijk? Mevrouw DE HERT.- Ik denk dat de mensen die zich willen onthouden zich wel kenbaar zullen maken. Maar ik heb heel duidelijk gezegd dat ik niet tegen het principe of het project ben. Ik heb alleen gezegd dat ik er niet van overtuigd ben dat een postgraduate opleiding de beste keuze is om aan dit project te werken. Voor de rest heb ik niet gezegd dat het absoluut niet nodig is. Ik werk 30 jaar in de Seefhoek. Ik denk dat ik heel goed weet wat nodig is en wat niet nodig is. VOORZITTER.- Mevrouw Jacques heeft het woord. Mevrouw JACQUES.- Ik was eerst niet van plan van tussen te komen, omdat volgens mij Vera al alles gezegd heeft. Maar ik ben zelf sociaal verpleegkundige van opleiding, en ik heb al verschillende artsen gevraagd, en ik heb het ook geprobeerd op de commissie onder andere aan dokter Merckx, van mij nu eens één zaak te noemen die jullie momenteel merken die verpleegkundigen niet kunnen en wel nodig zijn in een huisartsenpraktijk. Ik heb van niemand tot hiertoe al een antwoord gekregen, niet op de commissie, niet in uw projectuitleg. Dat is hetgeen ik mis. Ik zit in de sector. Ik heb de opleiding sociaal verpleegkunde gehad. Wat wil zeggen: ik kan én het ziekenhuiswerk aan, maar ik kan ook het werk van een maatschappelijk assistent doen. Ik kan ook doorverwijzingen doen naar psychiatrie. Ik heb in de psychiatrie gewerkt.

186


Ik ben 100% akkoord dat verpleegkundigen een huisartsenpraktijk kunnen versterken. Daar sta ik volledig achter, maar ik zie niet de meerwaarde van een postgraduaat want niemand kan mij nog maar één voorbeeld aanhalen van wat dan noodzakelijk is, of van wat dat nu een verpleegkundige niet kan en wel handig zou zijn. Daarom ook mijn onthouding. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Voorzitter, ik wil nog eens kort in herinnering brengen wat de doelstelling is van dit project. In het welzijnsbeleid dat we willen voeren is een item: het toegankelijk maken van de eerstelijnszorg, als je dat in brede zin bekijkt. We hebben daarvoor een aantal initiatieven genomen die er zouden kunnen toe bijdragen dat die toegankelijkheid vergroot. We hebben een project rond logo en de tandenverzorging gehad, we hebben de wijkgezondheidscentra, enz. Dit is eigenlijk ingaan op een vraag die vanuit het huisartsenveld gesteld wordt. Diegene die dan voor ons als representatieve woordvoerder fungeert van de huisartsen is Roy Remmen, die denk ik ook huisartsengeneeskunde doceert aan de universiteit, zegt: “Wij krijgen van de huisartsen uit de uitdrukkelijke vraag om ons te ondersteunen, vooral in het doorverwijzen als huisarts naar andere sectoren in het brede zorgen hulpverleningsveld. Om dat mee op te volgen zouden we eigenlijk best ook iemand in onze praktijk hebben die dat, omdat wij daar niet de tijd voor hebben gezien het feit dat er veel patiënten zijn en wij met weinig huisartsen zijn, voor ons zou kunnen doen.” Dan hebben wij nog eens gevraagd aan Roy Remmen wat het nu eigenlijk is wat hij wil bereiken. Hij zegt: “Dit is een project niet om vanaf nu dat postgraduaat te gaan organiseren, maar een project dat moet onderzoeken of dat het in de toekomst zou kunnen georganiseerd worden door de universiteit. Waarvoor dat er 240 stage-uren in een huisartsenpraktijk voorzien worden om die verpleegkundigen mee om te scholen naar datgene wat ze moeten doen.” Het is vooral ook een initiatief dat er toe zou leiden om een verpleegkundige die nu niet aan het werk is, om die terug naar de arbeidsmarkt te krijgen, en om de knowhow die zij ooit geleerd hebben terug te actualiseren. Vandaag wordt er vastgesteld, en dat is een vaststelling die niet van mij komt maar door Roy Remmen gemaakt wordt, dat de opleiding, zeker wat sociaal verpleegkundigen betreft, eigenlijk te algemeen is en niet voldoet aan de vraag van de huisartsen. Vandaar dat hij een project wil organiseren om vast te stellen, te experimenteren, wat onze rol is als provincie, of dat zo een postgraduaat inrichten succesvol kan zijn. Op dit ogenblik zijn er heel wat kandidaten die zich daar willen voor inschrijven. Wij zullen effectief evalueren en zien of dat het ertoe aanleiding geeft dat de conclusie kan getrokken worden of er een postgraduaat moet komen. Maar ik denk dat dit één van de middelen is die wij hebben als provinciale overheid om die toegankelijke eerstelijnsgezondheidszorg te kunnen stimuleren, naast een aantal andere projecten die we daarrond kunnen doen. VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord.

187


Mevrouw AVONTROODT.- Ik kan absoluut de redenering van de gedeputeerde volgen. Als het maar niet expliciet moet leiden tot een bijzondere beroepskwalificatie, want dan zijn we weer vertrokken. Dat is een open deur intrappen. Dat is de doos van Pandora die je opent. Maar als er een kwaliteitscriterium is, waar ik echt wel achter sta, voor motivatie en engagement van die verpleegkundige dan is dat gewoon prima. De heer BELLENS, gedeputeerde, zegt dat dit ook niet kan. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Ik wil nog even antwoorden op mevrouw Ilse Jacques. Zij zegt om haar eens zaken op te noemen die zij in haar opleiding vandaag nog niet zou gekregen hebben. Als je die 12 punten overleest die ze zelf opnoemen, evidence-based, dan heb je al vanaf de eerste lijn zaken. - De aanbevelingen en richtlijnen van domus medica voor de huisartsgeneeskunde. - De standaarden van het Nederlands huisartsengenootschap. - Het werken met e-health. - Vaccinaties, niet alleen toedienen, maar invoeren in vaccinnet, enz. Ik kan er nog aan toevoegen: bijvoorbeeld de mensen adviseren voor de dosering van hun bloedverdunningsmiddelen. Dat kan perfect door een bekwame, opgeleide verpleegster gebeuren. Daar wordt nu veel tijd aan de telefoon aan besteed. Dat is des te meer nodig, omdat helaas het aanbod huisartsen spijtig genoeg verminderd en er te weinig zijn, en dat bij een toenemende vergrijzing. VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord. De heer DE HAES.- Voorzitter, een antwoord op mijnheer Willekens. Wij gaan als fractie dit punt goedkeuren, maar wij geven de kans aan onze deskundige uit de commissie om hun punt te maken en hun voorbehoud te formuleren. Dus ik stel voor dat de voorzitter noteert wie zich onthoudt. VOORZITTER.- Ik had de onthoudingen van mevrouw De Hert en mevrouw Jacques al genoteerd. De heer Dillen heeft het woord. De heer DILLEN.- Voorzitter, ik zou graag nog iets zeggen over mijn stemming in verband met de wijkgezondheidscentra. Vorig jaar heb ik mij onthouden bij de vraag naar provinciale subsidies voor de wijkgezondheidscentra in Turnhout en Willebroek. Ook dit jaar ga ik dit punt niet goedkeuren. Er worden provinciale subsidies gevraagd voor opstarten van praktijken in Herentals en Heist-op-den-Berg. Ik zou graag even mijn stemgedrag kort motiveren. Het hoofddoel van de wijkgezondheidscentra is het laagdrempelig maken van de gezondheidszorg. De wijkgezondheidscentra in de armste regio’s van Antwerpen en

188


Mechelen functioneren schitterend en zijn zeker complementair aan de andere huisartsenpraktijken. Maar in de andere steden zie ik weinig voordeel voor deze vorm van geneeskunde-organisatie. Vanaf oktober is er een verplichting van de derdebetalersregeling van toepassing. Dat wil zeggen dat de armsten en de meest hulpbehoevenden van onze maatschappij, zij die genieten van een verhoogde terugbetaling, slechts 1 EUR betalen bij de huisarts, en betalen niets voor verpleegkundige zorgen. De bestaande huisartsenpraktijken zijn steeds beter georganiseerd en zetten ook in op laagdrempeligheid. In de kleinere gemeenten en steden wonen de hulpbehoevende inwoners verspreid over de verschillende gehuchten en hebben zij enorme problemen om de wijkgezondheidscentra te bereiken. Lijnbussen en belbussen worden afgeschaft, en hierdoor is de bereikbaarheid nog verder gedaald. Van vlotte toegang als onderdeel voor laagdrempeligheid kunnen we buiten de grote steden nog moeilijk spreken. Wijkgezondheidscentra staan ook voor kwaliteitsvolle geneeskunde, waar ik niet aan twijfel. Ik ben ervan overtuigd dat de kwaliteit van hun artsen er zeker is. Maar als men 500 patiënten heeft, zoals in Lier, voor 2 artsen en geen 10 patiënten per dag ziet dan is daar mogelijk wel een vraag bij te stellen. Nog een laatste motivatie: 2 weken geleden woonde ik een artsenvergadering bij over forfaitaire geneeskunde. Er was iemand aanwezig van de Nationale Vereniging voor Wijkgezondheidscentra die ook vragen had bij de Antwerpse provinciale subsidies. Om deze redenen zal ik mij ook onthouden bij de stemming over het onderdeel wijkgezondheidscentra bij punt 9/1. VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord. De heer CAALS.- Voorzitter, het is wel een beetje cynisch natuurlijk om het afschaffen van de basismobiliteit als argument te gebruiken tegen de wijkgezondheidscentra. Dat wil ik toch even meegeven met de collega dat het nogal een kromme redenering is in mijn ogen. Verder vraag ik mij af, gedeputeerde Lemmens, dat er nog zoiets bestaat als een meerderheidsoverleg? Doen jullie dat nog? Anders zou ik adviseren om een speciale versie van meerderheidsoverleg te maken rond gezondheidszorg. Wij steunen punt 9/1 ten volle, in tegenstelling tot een aantal collega’s van de meerderheid. VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord. Mevrouw AVONTROODT.- Ik ga het heel kort houden, en misschien terug wat evenwicht brengen. Maar in deze onderschrijf ik wel de mening van collega Dillen. Ik ga mij ook onthouden, maar gedeputeerde Bellens weet dat. VOORZITTER.- Mevrouw Muyshondt heeft het woord. Mevrouw MUYSHONDT.- Voor diegenen die zouden twijfelen: wij stemmen ja.

189


VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik wil alleen mijnheer Caals geruststellen dat wij nog een zeer goed meerderheidsoverleg hebben. De heer WILLEKENS.- U kan misschien een aparte naamstemming doen voor punt 9/1. VOORZITTER.- U weet dat er twee onthoudingen zijn. De heer WILLEKENS.- Ik denk dat het er meer zijn. Bij ons was het namens de fractie. VOORZITTER.- Er is gezegd wie zich onthoudt. VOORZITTER.- Dan leg ik de punten 9/1 tot en met 9/6 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 50 leden hebben ja gestemd; 11 leden hebben zich onthouden. De agendapunten 9/1 tot en met 9/6 worden goedgekeurd met 50 stemmen ja, bij 11 onthoudingen.

190


10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 10/1 tot en met 10/5 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 10/1 van de agenda APB PSES. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26/09/2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van het APB PSES goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB PSES heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheersovereenkomst vastgesteld in vergadering 28/05/2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor het APB PSES. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 13.938.665,77 EUR en te verwerken resultaat van 2.549.369,02 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 2.553.038,86 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: het te verwerken resultaat van 2.549.369,02 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB PSES De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 11/06/2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB PSES dd. 28/5/2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening;

191


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport 2014 van het APB PSES. De jaarrekening 2014 van het APB PSES wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: het te verwerken resultaat van 2.549.369,02 EUR wordt verrekend in het gecumuleerd resultaat van het vorige boekjaar van het APB PSES. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 10/2 van de agenda Budget 2015. Budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N) (201514057). Project Landschapsdokters. Subsidie 2015. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Voorgeschiedenis en beleidscontext Binnen de Vlaamse oproep voor tewerkstellingsprojecten rond "lokale diensteneconomie” (LDE) werd door vzw Kempens Landschap, met bijstand vanuit het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie, een aanvraagdossier ingediend voor het project ‘LDE-Kempisch Landschap’, waarbij een arbeidersploeg vanuit de sociale economie wordt aangesteld specifiek voor het beheer van de betreffende landgoederen en parkdomeinen. Dit project draagt binnen het Kempens Landschap de titel “Landschapsdokters”. Op 17 november 2011 keurde uw college onder de titel ‘Sociale Economie. Projecten 2012. Principebesluit subsidiëring projecten.’ het principe goed om provinciale steun te voorzien ten aanzien van vzw Natuurwerk, de aanvrager van het dossier ‘LDE-Kempisch Landschap’. In dit deputatiebesluit werd eveneens beslist de aanvraag van het project Landschapsdokters, op initiatief van de vzw Kempens Landschap, principieel te ondersteunen. In de zitting van 22 maart 2012 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed als jaarlijkse ontwerpbegroting van het project Lansdschapsdokters voor de tewerkstelling van 8 arbeiders en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in het goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie: Loonkost arbeider Loonkost begeleider Werkingskosten TOTAAL

Vlaamse subsidie arbeider

Bedrag/jaar 34.854 EUR 50.755 EUR

8.833,08 EUR

192

Aantal 8 1

8

Totaal/jaar 278.832 EUR 50.755 EUR 66.000 EUR 395.587 EUR Financiering 70.665 EUR


Vlaamse subsidie begeleider Betoelaging vanuit SINE Cofinanciering gemeenten Financiering Kempens Landschap Cofinanciering provincie Totaal

13.249,32 EUR 10.200 EUR

1 4,5 Cfr goedgekeurde bedrag Cfr. goedgekeurd bedrag

13.249 EUR 45.900 EUR 80.000 EUR 10.000EUR 175.773 EUR 395.587 EUR

Op 24 mei 2012 keurde de provincieraad het project en het meer jaren engagement goed. Voor de provincie Antwerpen betekent dit dat de jaarlijkse cofinanciering voor de budgetjaren 2012 t/m 2015 principieel als volgt wordt: Budgetjaar 2012 2013 2014 2015

Te voorziene provinciale cofinanciering 117.182 EUR 175.773 EUR 175.773 EUR 175.773 EUR

In de loop van 2013 werd op basis van de tevredenheid van de reeds deelnemende gemeenten, de wens tot toetreding van 5 nieuwe gemeenten (van 8 naar 13 gemeenten), en het daarmee gepaarde grotere werkingsgebied, bleek dat er nood was aan extra mankracht: van 8 naar 11 arbeiders. In zitting van 6 juni 2013 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed als jaarlijkse ontwerpbegroting van het project voor de tewerkstelling van 11 arbeiders en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in het goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie en welke uitbreiding van tewerkstelling het gevolg is van 5 extra deelnemende gemeenten aan het project: Loonkost arbeider Loonkost begeleider Werkingskosten TOTAAL

Vlaamse subsidie arbeider Vlaamse subsidie begeleider Betoelaging vanuit SINE Cofinanciering gemeenten Financiering Kempens Landschap Cofinanciering provincie Totaal

Bedrag/jaar 34.854 EUR 50.755 EUR

8.833,08 EUR 13.249,32 EUR 10.200 EUR

Aantal 11 1

11 1 6,5 Cfr goedgekeurd bedrag Cfr. goedgekeurd bedrag

Totaal/jaar 383.394 EUR 50.755 EUR 77.000 EUR 511.149 EUR Financiering 97.163 EUR 13.249 EUR 67.320 EUR 121.000 EUR 10.000 EUR 200.000 EUR 511.149 EUR

In zitting van 25 juli 2013 kende de deputatie een bedrag van 197.976 EUR toe aan Natuurwerk vzw voor het project ‘Landschapsdokters’, als subsidie 2013. Voor de budgetjaren 2014 en 2015 komt de cofinanciering vanuit de provincie dan principieel en jaarlijks neer op het hogervermelde bedrag van 200.000 EUR. Budgetjaar 2013 2014 2015

te voorziene provinciale cofinanciering 197.976 EUR 200.000 EUR 200.000 EUR

193


Rapportage werkjaar 2014 In zitting van 28 mei 2014 kende de deputatie een bedrag van 200.000 EUR toe aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout voor het project ‘Landschapsdokters’, als subsidie 2014. Tegelijkertijd stemde de deputatie in met de betaling van 200.000 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot van de subsidie 2014. Natuurwerk vzw diende recentelijk, als uitvoerder van het project Landschapsdokters, hun financieel en inhoudelijk rapport van de werking van het project ‘Landschapsdokters’ voor de periode 2014 in, dit ter verantwoording van het door hen ontvangen subsidiebedrag ter hoogte van 200.00 EUR. De Dienst Economie en Internationale Samenwerking – team sociale economie geeft positief advies voor het rapport 2014 van Natuurwerk vzw. Subsidie 2015 Voorgesteld wordt om voor 2015 een subsidiebedrag van 200.000 EUR toe te wijzen aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie voor het project “Landschapsdokters”, in samenwerking met de vzw Kempens Landschap. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met een bedrag van 200.000 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot 2015 aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie sociale economie 2015 voor het project “Landschapsdokters” in samenwerking met de vzw Kempens Landschap, vanuit het globale krediet van 870.000 EUR van het budget 2015, ingeschreven onder budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

194


Nr. 10/3 van de agenda Provinciale initiatieven. Reglement ter subsidiëring van projecten in de sociale economie. Opheffing. Reglement impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Algemeen beleidskader Uit het Bestuursakkoord 2013-2018: “De Provincie Antwerpen blijft inzetten op de sociale economie. Het is als het ware de hefboom voor kansengroepen op de arbeidsmarkt.” Vanuit de dienst economie en internationale samenwerking, meer bepaald het team sociale economie, willen we dan ook  werken aan een open arbeidsmarkt waar iedereen kansen krijgt;  ruimte creëren om sociaal ondernemerschap te stimuleren en een inclusieve economie te realiseren;  investeren in de [mensen] sociale economie via samenwerking. Om deze doelstelling te bereiken biedt het team sociale economie een ruim aanbod aan dienstverlening aan organisaties en lokale besturen in de provincie Antwerpen, die tewerkstelling van kansengroepen willen creëren. Het provinciale subsidiereglement in het kader van sociale economie is hierbij een belangrijk middel. 2. Huidig subsidiereglement Het bestaande “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” is van kracht sinds 1 juni 2007. Met dit reglement kunnen projecten betoelaagd worden, die betrekking hebben op de sector van de sociale economie of die een doelstelling uit deze sector ondersteunen. Het team sociale economie adviseert de ingediende aanvragen op basis van dit reglement. Vanuit het team sociale economie wordt de nood ervaren om een nieuwe invulling te geven aan dit reglement. 3. Nieuwe invulling van het subsidiereglement In overleg met gedeputeerde Peter Bellens, heeft het team sociale economie een nieuw provinciaal reglement “impulssubsidie – innovatie projecten in de sociale economie” uitgewerkt. Dit nieuwe reglement wordt, samen met haar aanvraagformulier, voorgelegd ter goedkeuring aan uw raad. Dit subsidiereglement zou in voegen treden vanaf 1 juli 2015 en het huidige “Reglement ter subsidiëring van projecten in de sociale economie” vervangen. Het beschikbare budget blijft behouden. Via het ‘nieuw’ reglement ‘Impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie’ verleent de provincie Antwerpen subsidies aan sociale economie organisaties en -bedrijven, evenals aan clusters van lokale besturen en bovenlokale

195


samenwerkingsverbanden, die gezamenlijk initiatieven uitwerken. Het provinciebestuur verleent geen subsidies aan individuele personen. We verstaan onder een ‘cluster van lokale besturen’ een groep van minstens drie lokale besturen, die zich er toe verbinden samen te werken aan een gemeenschappelijk beleid. Volgende elementen in het reglement ‘Impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie’ kunnen als ‘vernieuwend’ beschouwd worden: De subsidietrekker dient, vanaf de toekenning van de subsidie, het provinciebestuur te vermelden als ondersteunende overheid op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors. Bovendien moeten de goedgekeurde projecten voldoende visibiliteit voor de provincie garanderen. Dit kan zich uiten in gebruik van het provinciaal logo, provinciale deelname aan persconferentie, start en/of slotevenementen (nietlimitatieve lijst). (artikel 4 §2)  Het provinciebestuur sluit een samenwerkingsovereenkomst (convenant) af met de desbetreffende subsidietrekker met wederzijdse engagementen en prestaties. Door de tijdsperiode van de subsidie te verlengen naar meerdere jaren, met jaarlijks gunstige evaluatie, willen wij organisaties aanmoedigen projecten grondiger uit te werken, hen ook de tijd te geven om innovaties uit te denken en uit te testen, en hen tegelijkertijd ook te responsabiliseren om projecten duurzaam te maken. (artikel 4 §4)  De indiening van het volledige aanvraagdossier kan doorheen het hele jaar gebeuren. Daarenboven lanceert het provinciebestuur thematische oproepen. (artikel 5 §5)  De tijdsperiode van een subsidiedossier wordt gelimiteerd tot maximum drie opeenvolgende (jaar)aanvragen. Bovendien zal de provinciale tussenkomst in dat geval een degressieve betoelaging zijn. (artikel 5 §6)  Bij de beoordeling van het dossier wordt ondermeer rekening gehouden worden met:  het vernieuwend karakter van het project. Het vernieuwende ligt in volgende elementen: - of een leemte opvullen - of een nieuwe methodiek introduceren - of nieuwe samenwerkingsverbanden initiëren, en kan tot uiting komen op niveau van inhoud, werkmethode, resultaat of doelgroep.  duurzaamheid van het project: mate waarin de organisatie in de continuering van het project voorziet, zowel op financieel vlak als op vlak van inhoud (aandacht voor de inbedding en/of de continuïteit van het initiatief). (artikel 7 §2) 

Het ‘nieuw’ reglement houdt onder meer rekening met de recente Vlaamse hervormingen op vlak van sociale economie (maatwerkdecreet en lokale diensteneconomie). Bovendien wil de provincie een verbindende en versterkende factor zijn voor de verschillende projecten in de verschillende regio’s. De provincie neemt hier een centrale rol in om – met respect voor elke regionale eigenheid – good practices uit te rollen over het ganse grondgebied en zo nieuwe stimulansen te geven aan de sociale economie. In de komende jaren zullen we hiervoor een traject uitwerken.

196


Uw raad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan:  de opheffing van het huidige “Reglement ter subsidiëring van projecten in de sociale economie”,  het bijgaand ‘nieuwe’ “Reglement impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie”, beide met ingang van 1 juli 2015. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de opheffing van het huidige “Reglement ter subsidiëring van projecten in de sociale economie” met ingang van 1 juli 2015.

Artikel 2: Goedkeuring wordt gehecht aan het bijgaand ‘nieuwe’ “Reglement impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie”, met ingang van 1 juli 2015. Reglement impulssubsidie innovatieve projecten in de sociale economie Artikel 1. Doelgroep Via het reglement ‘Impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie’ verleent de provincie Antwerpen subsidies aan sociale economie organisaties en -bedrijven, evenals aan clusters van lokale besturen en bovenlokale samenwerkingsverbanden, die gezamenlijk initiatieven uitwerken. Het provinciebestuur verleent geen subsidies aan natuurlijke personen. We verstaan onder een ‘cluster van lokale besturen’ een groep van minstens drie lokale besturen, die zich er toe verbinden samen te werken aan een gemeenschappelijk beleid. Artikel 2. Definities a) Subsidietrekker: de begunstigde van de subsidie. b) Project: Een afgebakend geheel van activiteiten met een duidelijke doelstelling, beperkt in de tijd en gescheiden van andere activiteiten, dat buiten de reguliere werking van de organisator valt. c) Tekort in de projectbegroting: In dit reglement wordt het tekort in de projectbegroting berekend door de geraamde inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de geraamde uitgaven van het project en dit na aftrek van de geraamde uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie. d) Tekort in de projectafrekening: In dit reglement wordt het tekort in de projectafrekening berekend door de werkelijke inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de werkelijke uitgaven van het project en dit na aftrek van de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie.

197


e) Bovenlokaal: Een project is bovenlokaal als het de aangelegenheden van lokaal gemeentelijk belang overstijgt, voor zover het streekgericht blijft en gericht is op realisaties binnen de grenzen van het grondgebied van de provincie. Artikel 3. Voorwaarden voor de organisatie De subsidietrekker moet zijn hoofd- of deelwerking uitoefenen binnen het grondgebied van de provincie Antwerpen. Artikel 4. Voorwaarden voor het project §1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet voldaan worden aan volgende voorwaarden: -

-

Het project vindt plaats in de provincie Antwerpen. Het project moet overwegend betrekking hebben op het thema sociale economie. Het project dient impact te hebben op de sociale economie in de provincie Antwerpen. Het moet gaan om een project dat qua opzet, inhoud of omvang niet behoort tot de reguliere activiteit van de organisatie en dat de normale werking van de organisatie overstijgt. Het vernieuwende ligt in volgende elementen: o of een leemte opvullen o of een nieuwe methodiek introduceren o of nieuwe samenwerkingsverbanden initiëren, en kan tot uiting komen op niveau van inhoud, werkmethode, resultaat of doelgroep. Het project moet een provinciaal of bovenlokaal bereik en/of belang hebben. Er is een tekort in de projectbegroting geraamd.

§2. De subsidietrekker dient, vanaf de toekenning van de subsidie, het provinciebestuur te vermelden als ondersteunende overheid op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors. Bovendien moeten de goedgekeurde projecten voldoende visibiliteit voor de provincie garanderen. Dit kan zich uiten in gebruik van het provinciaal logo, provinciale deelname aan persconferentie, start en/of slotevenementen (niet-limitatieve lijst). Afstemming hieromtrent moet gebeuren met de communicatieverantwoordelijke van de dienst Economie en Internationale Samenwerking (DEIS) van de provincie Antwerpen. §3. De subsidietrekker dient door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse o na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag, o de aanwending van de verleende subsidie te controleren, en hun toegang te verlenen tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten. Artikel 5. Aanvraag §1. Aanvragen voor deze subsidie kunnen enkel gebeuren door indiening van het aanvraagdossier. Aanvraagdossiers voor deze subsidie zijn ontvankelijk indien deze volledig zijn. §2. Een aanvraagdossier bestaat uit: Het volledig ingevuld aanvraagformulier van het reglement ‘Impulssubsidies – innovatieve projecten in de sociale economie’, met zijn verplichte bijlagen, ondertekend volgens de bepalingen gesteld in artikel 10. Het aanvraagformulier dient de inhoud, de opzet, de aard en de inkomsten en uitgavenraming van het project, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, weer te geven. De verplichte bijlagen van het aanvraagformulier zijn: o Statuten en statutenwijzigingen o Voor nieuwe organisaties: financieel en ondernemingsplan o Voor bestaande organisaties: meest recente balans, resultatenrekening en jaarverslag

198


o

Bij samenwerkingsverbanden: intentieverklaringen van betrokken partijen, met diens engagementen in het project

§3. Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de provinciale website of via mail: [email protected]. §4. Het aanvraagformulier moet zowel per post opgestuurd worden naar het Provinciebestuur Antwerpen, Dienst Economie en Internationale Samenwerking, Team sociale economie, Koningin Elisabethlei 22100, 2018 Antwerpen, als digitaal (in Word-versie) via [email protected] De bijlagen van het aanvraagformulier dienen enkel digitaal worden aangeleverd. §5. Een indiening van het volledige aanvraagdossier kan doorheen het hele jaar gebeuren. Daarenboven lanceert het provinciebestuur thematische oproepen. §6. Indien de tijdsperiode van een subsidiedossier langer dan één jaar is, dienen de subsidies jaarlijks worden aangevraagd. De tijdsperiode van een subsidiedossier wordt gelimiteerd tot maximum drie opeenvolgende (jaar)aanvragen. Bovendien zal de provinciale tussenkomst in dat geval een degressieve betoelaging zijn. §7. Bij het indienen van een subsidieaanvraag dienen vorige subsidieaanvragen steeds volledig afgerond te zijn. Dit wil zeggen dat het evaluatiedossier en een staat van alle werkelijke inkomsten en uitgaven moeten ingediend zijn, conform artikel 8 van dit reglement. §8. Een initiatiefnemer kan slechts éénmaal per jaar voor onderhavige subsidie in aanmerking komen. Initiatieven die in een samenwerkingsverband worden ingericht, worden hierbij niet meegerekend. §9. De provincie kan steeds bijkomende informatie opvragen over de subsidietrekker, zijn werking en zijn financiën en/of in het kader van subsidieaanvragen. De subsidieaanvragers zijn ertoe gehouden alle door de provincie gevraagde inlichtingen en documenten over te maken. Artikel 6. Gezamenlijke projecten Gezamenlijke projecten worden gesubsidieerd in hoofde van de aanvrager die door de initiatiefnemers als organisator wordt opgegeven. Artikel 7. Beoordeling aanvraagdossiers en toekenning subsidiebedrag §1. De ingediende aanvraagdossiers worden ter advies voorgelegd projectcommissie.

aan

een

§2. Bij de beoordeling van het dossier wordt rekening gehouden worden met de voorwaarden zoals gesteld in artikel 4 en met volgende inhoudelijke criteria: Inhoudelijke aansluiting van het project bij het provinciaal beleid Duurzaamheid van het project: mate waarin de organisatie in de continuering van het project voorziet, zowel op financieel vlak als op vlak van inhoud (aandacht voor de inbedding en/of de continuïteit van het initiatief) Voor thematische projectoproepen: beoordelingscriteria zoals vermeld in de specifieke oproep. §3. De ingediende aanvraagdossiers zullen samen met een gemotiveerd advies van de projectcommissie ter beslissing worden voorgelegd aan de deputatie, indien het gevraagde subsidiebedrag minder is dan 10.000 EUR, of aan de provincieraad, indien het gevraagde subsidiebedrag gelijk is aan of hoger is dan 10.000 EUR.

199


§4. Op basis van het ingediende dossier en het gemotiveerd advies van de projectcommissie, zal de deputatie of de provincieraad beslissen over - het al dan niet verlenen van een toelage, - de hoogte van het definitieve subsidiebedrag. en dit binnen de perken van de kredieten, die op de goedgekeurde begroting van de provincie Antwerpen voorzien worden. §5. De provinciale tussenkomst beperkt zich tot maximum 75% van de totale projectkosten. §6. Personeelskosten van lokale besturen worden niet gesubsidieerd. §7. Het provinciebestuur sluit een subsidieconvenant af met de desbetreffende subsidietrekker met wederzijdse engagementen en prestaties. Door de tijdsperiode van de subsidie te verlengen naar meerdere jaren, met jaarlijks gunstige evaluatie, willen wij organisaties aanmoedigen projecten grondiger uit te werken, hen ook de tijd te geven om innovaties uit te denken en uit te testen, en hen tegelijkertijd projecten te verduurzamen. Artikel 8. Evaluatiedossier §1.Ten laatste 3 maanden na afronding van het project, zoals bij aanvraag weergegeven, dient een volledig evaluatiedossier ingediend te worden en zal de projectafrekening gebeuren op basis van het voorgelegd evaluatiedossier. §2. Het evaluatiedossier geeft weer de inhoud, het verloop en de resultaten van het project (inhoudelijk luik); een gedetailleerde staat van alle werkelijke inkomsten en uitgaven van het project, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd (financieel luik); in hoeverre de engagementen en prestaties, vastgelegd in een subsidieconvenant tussen het provinciebestuur en de desbetreffende subsidietrekker, werden bereikt. Bewijsstukken voor de uitgaven moeten niet meegestuurd worden met het evaluatiedossier maar moeten wel steeds ter beschikking gesteld worden indien wordt gevraagd door het provinciebestuur. Het evaluatiedossier moeten steeds gedateerd en ondertekend worden volgens de bepalingen van artikel 10. §3. Het evaluatiedossier moet - zowel per post opgestuurd worden naar het Provinciebestuur Antwerpen, Dienst Economie en Internationale Samenwerking, Team sociale economie, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, - als digitaal (in Word-versie) via [email protected] §4. In uitzonderlijke gevallen kan de deputatie een afwijking toestaan met betrekking tot de uiterlijke indieningsdatum van de financiële en inhoudelijke verantwoording van de subsidieaanvraag. Deze afwijking dient tijdig en schriftelijk aangevraagd te worden door de organisatie met een motiverende toelichting. Artikel 9. Uitbetaling en afrekening van de subsidie §1. De uitbetaling van de toegekende subsidie gebeurt in één schijf als 100% terugvorderbaar voorschot en wordt onmiddellijk betaalbaar gesteld na de beslissing aangaande het toegekende subsidiebedrag door de deputatie of provincieraad. §2. Indien het project gerealiseerd werd voor een bedrag lager dan de toegekende subsidie, dan wordt het teveel uitgekeerde bedrag teruggevorderd pro rata de effectief gerealiseerde kost. §3. Het project mag geen andere provinciale subsidie voor de activiteiten, waarvoor de tussenkomst wordt aangevraagd, ontvangen.

200


Cumulatie van steun is wel mogelijk als het gaat over niet-provinciale subsidies, ongeacht of deze komen uit lokale, regionale, nationale of Europese bronnen (niet-gelimiteerde lijst). Bij de afrekening wordt door de indiener duidelijk aangetoond voor welk deel de provinciale subsidie werd aangewend. Onder geen enkel beding wordt dubbel financiering aanvaard. §4. Bij niet-naleving van de voorwaarden genoemd in artikel 4, 5, 8 en 9 of bij onjuiste, onvolledige of laattijdige dossiers, kan de provincie Antwerpen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitbetaalde subsidiebedragen. Artikel 10. Algemene bepalingen De documenten moeten steeds ondertekend worden door de daartoe bevoegde persoon: een bewijs is vereist waaruit blijkt dat de ondertekenaar gemachtigd is de organisatie in rechte te vertegenwoordigen. Meestal zijn dit de statuten van de organisatie (niet voor publieke rechtspersonen), indien de ondertekenaar hierin wordt aangeduid. Mocht deze hier niet in worden vernoemd, is er een aparte machtiging vereist. Artikel 11. Wettelijk kader De aanvraag wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen in: De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. Het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers. Artikel 12. Overgangs- en/of slotbepalingen Het reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie, wordt met ingang van 1 juli 2015 opgeheven.

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 10/4 van de agenda Budget 2015. Exploitatiebudget. Beleidsdomein Welzijn, Economie & Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0550/64900000: Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). Aanvragen 2015. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Projectoproep april 2015 Begin april 2015 lanceerde de dienst Economie en Internationale Samenwerking de projectoproep ‘Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen’ om impulsen te bieden aan de sector van de sociale economie. Sociale economieorganisaties en –bedrijven, evenals lokale besturen en bovenlokale samenwerkingsverbanden kunnen via deze oproep ondersteund worden. De focus lag op vijf thema’s:  tewerkstelling van jongeren en schoolverlaters  doorstroming van doelgroepmedewerkers  bouwen van bruggen tussen de sociale economie en het economisch circuit, of binnen de sociale economie  aan de slag helpen van langdurig werklozen (meer dan 2 jaar)  promoten van technische beroepen

201

normaal


De oproep kaderde binnen het huidige ‘Reglement ter subsidiëring van projecten in de sociale economie’. Naar aanleiding van deze projectoproep ontving de Dienst Economie en Internationale Samenwerking (DEIS), meer bepaald het team sociale economie, 13 aanvraagdossiers. Hiervan werden 3 projecten niet weerhouden. Vier projecten werden inhoudelijk goed bevonden maar werden doorverwezen naar een volgende projectoproep. Volgende dossiers worden wel ter goedkeuring aan de provincieraad voorgelegd.  MEMO VZW – project ‘Youth4Coop: Jongeren warm maken voor coöperatief ondernemen’ – 22.034  TA@3D Vlaanderen VZW – project ‘Zalmtraject De Masten’ – 20.000 EUR  Posthof VZW – project ‘Werkhof’ – 24.500 EUR  Stad Geel – project ‘W3 – Werk, Welzijn en Wij’ – 23.137,07 EUR  OCMW Hoogstraten – project ‘@werk’ – 15.000 EUR  SPK – project ‘Reshoring, case study in provincie Antwerpen’ – 20.000 EUR In totaal bedragen de subsidies 124.671,07 EUR. Het provinciaal “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” schrijft voor dat de ingediende aanvraagdossiers ter beslissing moeten worden voorgelegd aan de provincieraad, indien het gevraagde subsidiebedrag gelijk is aan of hoger is dan 10.000 EUR. Alle projectaanvragen voldoen hieraan. Aanvraagdossier: MEMO VZW – project ‘Youth4Coop: Jongeren warm maken voor coöperatief ondernemen’ – 22.034 EUR Dit project wil een structureel programma uitwerken dat jongeren warm maakt voor coöperatief ondernemen. De nadruk wordt gelegd op een combinatie van theorie en praktijkgericht leren, waarbij digitale leeromgevingen, coaching, bedrijvenbezoeken en het uitwerken van coöperatieve ondernemingsplannen centraal staan. Het programma stimuleert ondernemingszin, ondernemerschapscompetenties en zet sterk in op het begeleiden van jongeren in het realiseren van hun ondernemingsdromen. 

Het coöperatieve ondernemen is een manier van ondernemen die bij jonge ondernemers nog te weinig is gekend. Het biedt de mogelijkheid om jongeren te laten zien hoe op een andere manier te ondernemen, een manier die bij een deel van de jeugd kan aanslaan. De insteek om dit provincie breed te promoten via de jeugdhuizen, de gelijke eigen inbreng van de betrokken partners, en het aantonen van de complementariteit ten aanzien van andere initiatieven die ondernemen promoot bij jongeren zijn voor de dienst DEIS belangrijke positieve elementen. Aanvraagdossier: TA@3D Vlaanderen VZW – project ‘Zalmtraject De Masten’ – 20.000 EUR Het project focust zich op een zeer belangrijke opportuniteit in een verregaand netoverschrijdend zalmtraject. Slechts een heel beperkte groep leerlingen verlaat het CLW met een diploma secundair onderwijs op zak. Het is een belangrijk maatschappelijk doel deze kwetsbare jongeren op te vangen en hun opleiding te laten verder zetten in het volwassenenonderwijs. TA@3D ziet dan ook een interessant proefproject in de afstemming van de leerlijnen die uit de leerplannen van het CLW worden gedistilleerd met deze van vervolgopleidingen binnen het volwassenenonderwijs in dezelfde vakgebieden. 

202


Op termijn wil men voor een aantal opleidingen een voorstel uitwerken op welke manier deelcertificaten, uitgereikt in het CLW, als EVK/ EVC kunnen worden opgenomen in het volwassenenonderwijs. Leerlingen die dreigen ongekwalificeerd uit te stromen, worden op die manier opgevist en krijgen een tweede kans in het volwassenenonderwijs. De focus van het project sluit volledig aan bij de beleidsdoelstellingen en thema’s vanuit sociale economie. Het project werkt netoverschrijdend. Het project biedt jongeren om, vanuit het secundair onderwijs, zonder succes, door te stromen naar het volwassenenonderwijs. Daar kunnen ze de draad terug opnemen en moeten niet opnieuw vanaf nul starten met een opleiding. Het verhoogt enerzijds de kansen en zeker de succesbeleving van jongeren door het aanbieden van een veilig onderwijsleertraject. Als de beoogde doelstellingen worden behaald, is dit een voorbeeld dat verder kan worden verspreid als een innovatief onderwijsproject.  Aanvraagdossier: Posthof – project ‘Werkhof’ – 24.500 EUR Het project zet in op een samenwerking tussen 2 lokale diensten economie (LDE)projecten waarbij kennisuitwisseling centraal staat. Gezamenlijk nemen beide organisaties, Posthof en Natuurwerk, een engagement op om doorheen de provincie nieuwe moestuinen op te zetten en samen te werken rond doorstroom van doelgroepmedewerkers. De samenwerking tussen de beide partners – Natuurwerk en Posthof - is duidelijk omschreven en vastgelegd in een schriftelijk engagement. , de doelstellingen zijn ook helder geformuleerd. Dit project heeft een bovenlokale werking. De beoogde resultaten zullen over de ganse provincie zichtbaar zijn. Aanvraagdossier: stad Geel – project ‘W3 – Werk, Welzijn en Wij’ – 23.137,07 EUR Het project ‘W3 – Werk, Welzijn en Wij’ is in 2014 opgestart als een pilootproject ‘sociaal uitzendkantoor’. In eerste instantie werd het opgericht met als doel alleenstaande ouders aan een job te helpen. Er werd voor deze doelgroep gekozen omdat voor hen het risico op een werkloosheidsval, gegeven de randvoorwaarden voor werk (kinderopvang, mobiliteit), het grootst is. Gedurende 8 maanden konden via dit project – een samenwerking tussen een uitzendkantoor, het Sociaal Huis van Geel en de lokale werkwinkel – 60 alleenstaande ouders hun weg naar het W3-project vinden, waarvan 35 personen terug aan het werk zijn, 2 personen ingeschreven werden voor een opleiding en tenslotte 12 personen doorgestuurd werden naar de juiste instantie. Met de steun van de Provincie Antwerpen, wil de stad Geel de doelgroep van het W3-project uitbreiden naar doorstroommedewerkers uit de sociale economie en werkzoekende jongeren. Ook zij ervaren tal van hindernissen naar het vinden van werk (mobiliteit, gebrek aan ervaring om te solliciteren,…). De bedoeling is een doorstart te realiseren naast de stad Geel in de gemeenten Laakdal en Meerhout. Hiermee wordt de impact van het project bovenlokaal. 

 Aanvraagdossier: OCMW Hoogstraten – project ‘@werk’ – 15.000 EUR Met het project ‘@werk’ wil OCMW Hoogstraten actief inzetten op zowel de sociale activering als specifieke arbeidsactivering van leefloongerechtigden, langdurig werkzoekenden en andere kansengroepen die moeilijkheden hebben om een plaats te vinden op de arbeidsmarkt. Vooreerst door hen digitale vaardigheden bij te brengen, alsook arbeidsspecifieke vaardigheden in praktijk te toetsen in een proeftuinomgeving.

203


Via de proeftuin wil men - de deelnemers binnen een veilige omgeving sollicitatie-ervaring laten opdoen en op die manier de kans op effectieve tewerkstelling te vergroten. - bedrijven en organisaties aanmoedigen om de doelgroep sociaal tewerk te stellen. - De drempel voor beide partijen verkleinen via het concept van ‘proeftuin’. Het project resulteert ook in een draaiboek waar andere OCMW’s mee aan de slag kunnen. Het project heeft een bovenlokaal bereik. De interlokale vereniging Noorderkempen Werkt is actief betrokken bij het project, en betrekt op die manier meerdere gemeenten (Rijkevorsel, Merksplas en Hoogstraten, Baarle-Hertog, Ravels, Arendonk). Aanvraagdossier: SPK – project ‘Reshoring, case study in provincie Antwerpen’ – 20.000 EUR Met dit project wil SPK productiebedrijven uit de provincie Antwerpen bevragen naar hun argumentarium waarom ze ooit de beslissing namen om activiteiten te realloceren naar het buitenland, en onder welke condities zij reshoring, of het terughalen van bedrijfsactiviteiten uit het buitenland, overwegen. Op die manier wil SPK de mogelijkheden van reshoring in de provincie Antwerpen onderzoeken. Maar het project gaat nog verder: SPK wil bovendien een aanbod formuleren zowel vanuit de technologie als vanuit de sociale economie voor de reguliere bedrijven. Als eindresultaat, zal SPK een eindrapport opleveren met de conclusie van het onderzoek, waaruit moet blijken of reshoring al dan niet interessant kan zijn voor de provincie Antwerpen. 

De sociale economie bedrijven worden actief en rechtstreeks benaderd. Zo wordt onderzocht in welke mate zij invulling kunnen geven aan de potentiële jobs bij de reguliere bedrijven, en onder welke voorwaarden en modaliteiten. De sociale economie bedrijven voor wie een match met de verwachtingen van de reguliere bedrijven mogelijk is, zullen dan verder actief betrokken blijven in het verdere proces. Dit project kadert tevens in de versterking van de duurzame bruggen tussen de sociale economie en het normaal economisch circuit. Het project richt zich hierdoor duidelijk op één van de inhoudelijke prioritaire thema’s van de projectoproep ‘Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen’, met name “bouwen van bruggen tussen de sociale economie en het normaal economisch circuit”. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Ingestemd wordt met de toewijzing van 22.034 EUR aan: MEMO VZW, Posthoflei 3 bus 3, 2600 Berchem – voor het project ‘Youth4Coop: Jongeren warm maken voor

204


coöperatief ondernemen’ – , als subsidie 2015 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2015140298). Artikel 2: Ingestemd wordt met de toewijzing van 20.000 EUR aan: TA@3D Vlaanderen VZW, Kapelsestraat 222, 2950 Kapellen – voor het project ‘Zalmtraject De Masten’ – 20.000 EUR, als subsidie 2015 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2015140298). Artikel 3: Ingestemd wordt met de toewijzing van 24.500 EUR aan: Posthof vzw, Patriottenstraat 62, 2600 Berchem – voor het project ‘Werkhof’ –, als subsidie 2015 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2015140298). Artikel 4: Ingestemd wordt met de toewijzing van 23.137,07 EUR aan stad Geel, Werft 20, 2440 Geel, voor het project ‘W3 – Werk, Welzijn en Wij’, als subsidie 2015 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2015140298). Artikel 5: Ingestemd wordt met de toewijzing van 15.000 EUR aan OCMW Hoogstraten, Jaak Aertslaan 7, 2320 Hoogstraten, voor het project ‘@werk’, als subsidie 2015 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2015140298). Artikel 6: Ingestemd wordt met de toewijzing van 20.000 EUR aan SPK vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, voor het project ‘Reshoring, case study in provincie Antwerpen’, als subsidie 2015 in het kader van het “Reglement betreffende de subsidiëring van projecten in de sociale economie” (budgetcode 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie R/N – ramingsnummer 2015140298). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.

205


Nr. 10/5 van de agenda Budget 2015. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0550/64900000. Subsidiëring van projecten in de sociale economie. Aanwending van krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Voorgeschiedenis en beleidscontext Op 26 maart 2015 keurde de deputatie het samenwerkingsakkoord tussen VDAB, stad Antwerpen en provincie Antwerpen goed voor de opstart van Zorgtalent. Op 15 april 2015 werd Zorgtalent officieel voorgesteld aan een breed publiek. Het idee om met Zorgtalent van start te gaan kent al een ruime voorgeschiedenis. Er werd reeds eind 2013 een verkenningsnota opgesteld waarin werd afgetoetst welke noden er binnen de zorgsector speelden. Daarna werden er in 2014 via focusgroepen gerichte gesprekken gevoerd met de voornaamste actoren uit het werkveld om mogelijke acties te formuleren. Het provinciaal overlegplatform zorgberoepen neemt hier een bijzondere plaats in. De betekenis van deze samenwerkingsovereenkomst is groot omdat alle drie betrokken partijen hierdoor duidelijk aangeven dat ze veel belang hechten aan dit partnerschap ter ondersteuning van de zorgsector. Een sector die voor belangrijke maatschappelijke uitdagingen staat en waarbij, samen in overleg met de zorgsector en de onderwijs-en opleidingsinstellingen, naar gezamenlijke antwoorden zal worden gezocht. Door bijvoorbeeld de toenemende vergrijzing zullen er voldoende geschoolde zorgen verpleegkundigen moeten beschikbaar zijn om deze zorgen toe te dienen. Hiervoor is één van de acties – het organiseren van een zorgbeurs – reeds succesvol toegepast in het verleden door de provincie Antwerpen, die dit jaar aan haar vierde editie toe is. Vermits dat het gaat om een belangrijke sociaal en economische speerpuntsector wordt de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen actief betrokken bij de uitbouw van Zorgtalent. Met een subsidie van 50.000 euro zal POM Antwerpen concrete invulling geven aan de activiteiten van Zorgtalent en dit in samenwerking met de dienst Economie en Internationale Samenwerking, de dienst Welzijn en Gezondheid, de VDAB en stad Antwerpen. Voorgesteld wordt om voor het project Zorgtalent een bedrag van 50.000 EUR te voorzien op het budget 2015 aan de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;

206


Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met een bedrag van 50.000 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot 2015 aan POM, Lange Lozanastraat 223, 2018 Antwerpen, als subsidie sociale economie 2015 voor het project Zorgtalent vanuit het globale krediet van 870.000 EUR van het budget 2015, ingeschreven onder budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 10/1 tot en met 10/5 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 10/1 tot en met 10/5 worden goedgekeurd met 61 stemmen ja.

207


11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 11/1 en 11/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 11/1 van de agenda Budget 2015. Machtigingskrediet 0390/64900000. Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In het budget 2015 werd onder budgetsleutel 0390/64900000 (raming 2015140443) - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’ een krediet van 606.814 EUR uitgetrokken. De verdeling van dit krediet dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan de provincieraad. Na goedkeuring door uw raad zullen de afzonderlijke projecten aan deputatie worden voorgelegd wat betreft de toekenning en betaling van de subsidie. Met dit verslag wordt een 2de reeks projecten voor een bedrag van 170.000 EUR voor het werkjaar 2015 ter goedkeuring voorgelegd, waarvan een voorschot van 50% in 2015 zal uitbetaald worden en een saldo (resterende 50%) in 2016. 1. Project ‘Aanplant van kloempen’ 7.000 EUR aan vzw Bosgroep Noorderkempen Via dit project werkt bosgroep Noorderkempen vzw mee aan de functionele, groene infrastructuur binnen de provincie Antwerpen. Door het aanplanten van ‘kloempen’, of groepsgewijze verjongingen, wordt meer variatie in soorten, structuur en leeftijd gecreëerd in het bos. Hierdoor wordt de diversiteit en ecologische waarde van het bos verhoogd en neemt de weerbaarheid van het bos toe ten aanzien van exoten of stormen. Bovendien wordt, door het beheer van de ‘kloempen’ via de Duitse QD-methode, gemikt op de productie van topkwaliteit hout, waardoor ook de waarde van het bos voor de eigenaars, en daarmee het draagvlak voor een goed beheer, verhoogd wordt. De bosgroep voorziet de aanplant van 114 kloempen van telkens 40 bomen, verspreid over 12 eigendommen in Oud-Turnhout, Merksplas, Malle en Beersel. 2. Project ‘Aanleg van bosranden in de regio Antwerpen Zuid’ 7.000 EUR aan vzw Bosgroep Antwerpen Zuid Dit project draagt bij aan het provinciaal beleid rond landschapsbeelden biodiversiteit. Het beoogt de aanleg van bosranden, waardoor de overgang tussen de bossen en andere landgebruiken geleidelijk wordt. Dit draagt bij tot de weerbaarheid en ecologische kwaliteit van onze bossen. Om de aanplant van bosranden te promoten wordt tweemaal in het jaar (februari en november) een bosrandactie opgezet; in samenwerking met vzw Bosgroep Antwerpen Noord. Daarbij wordt in overleg met een boomkweker geschikt plantsoen aangeboden aan boseigenaars. De bosgroep levert plantadvies en kan, op vraag van een eigenaar, ook zelf bosranden aanplanten of wildbescherming aanbrengen. Daarnaast wordt door de twee bosgroepen samen een folder ontwikkeld om informatie over de aanleg en het beheer van bosranden ruimer te verspreiden en zo bij te dragen tot een groter draagvlak en beter beheerde bosranden in de provincie.

208


3. Project ‘Werken aan weerbaar bos in de Zuiderkempen’ 7.000 EUR aan vzw Bosgroep Zuiderkempen Het project draagt bij tot de realisatie van functionele, groene infrastructuur in de provincie Antwerpen en de realisatie van de landschapsbeelden biodiversiteit. Vzw Bosgroep Zuiderkempen heeft als eerste in onze provincie de aanplant van ‘kloempen’ geïntroduceerd om de diversiteit en weerbaarheid van de bossen in de Kempen te verhogen. Deze aanplantingen gebeurden in het plantseizoen 2014. Om het succes daarvan te garanderen dienen de aanplanten opgevolgd te wordt om te voorkomen dat de jonge boompjes weggeconcurreerd worden door ruigten en/of moet wildbescherming aangebracht worden. Daarnaast streeft de bosgroep ernaar om de weerbaarheid en de natuurwaarde van de bossen in de Zuiderkempen te verhogen via gerichte exotenbestrijding in Balen, Westerlo en Mol en via het aanplanten van een 170-tal kloempen, verspreid over het eigen werkingsgebied. 4. Project ’Aanleg van bosranden en groepsgewijze verjongingen in de regio Antwerpen Noord’ 7.000 EUR aan vzw Bosgroep Antwerpen Noord Dit project draagt bij aan het provinciaal beleid rond landschapsbeelden biodiversiteit. Het beoogt enerzijds de aanleg van bosranden, waardoor de overgang tussen de bossen en andere landgebruiken geleidelijk wordt, en anderzijds het aanplanten van de eerste ‘Kloempen’, of groepsgewijze verjongingen in de regio. Dit draagt bij tot de weerbaarheid en ecologische kwaliteit van onze bossen. Om de aanplant van bosranden te promoten wordt 2 maal in het jaar (februari en november) een bosrandactie opgezet; in samenwerking met vzw Bosgroep Antwerpen Zuid. Daarbij wordt in overleg met een boomkweker geschikt plantsoen aangeboden aan boseigenaars. De bosgroep levert plantadvies en kan, op vraag van een eigenaar, ook zelf bosranden aanplanten of wildbescherming aanbrengen. Tevens wordt een infofolder ontwikkeld om het nut van ‘Kloempen’ toe te lichten, alsook om op een laagdrempelige manier toe te lichten hoe groepsgewijze aanplanten worden uitgevoerd en beheerd 5. Project ‘Werken aan draagvlak voor groene infrastructuur van open(bare) ruimten in de Voorkempen’ 43.000 EUR aan vzw Regionaal Landschap De Voorkempen Met dit project werkt het Regionaal Landschap De Voorkempen aan de realisatie van de functionele groene infrastructuur binnen de provincie Antwerpen. Het project bestaat uit 2 luiken. In een eerste luik worden openbare besturen via de uitvoering van vijf inspirerende voorbeeldcases aangezet om hun open(bare) ruimten, zoals begraafplaatsen, parken en speelruimten, ecologischer in te richten en te beheren: Ecologische begraafplaats Schoten, Bij- en vlinderpark Beuk en Noot te Zoersel, De boer op in de stad, van een volkse tuin tot stadslandbouw in Deurne, Speelgroen te Ranst, Drevenbeheer parklandschap Tevens moeten deze acties andere gemeenten van de Voorkempen aanzetten en inspireren tot soortgelijke acties. In het tweede luik worden boeren, burgers en buitenlui via tal van acties rond de inrichting van erven en het herstel van kleine landschapselementen aangezet om hun steentje bij te dragen bij de ecologische inrichting van de open ruimte. 6. Project ‘Groen op school (MOS)’ 2.500 EUR aan vzw Regionaal Landschap De Voorkempen Vergroening op school past binnen het provinciaal beleid rond landschapsbeelden biodiversiteit. Elk vergroeningsproject vormt een nieuwe stapsteen in de groene infrastructuur van onze provincie. Tevens dragen deze vergroende

209


schoolomgevingen bij tot meer toegankelijk groen, met de schoolgaande jeugd als specifieke doelgroep. Regionaal Landschap De Voorkempen wenst via dit project een drietal scholen, gelegen in Zandhoven, ‘s Gravenwezel en Brasschaat, intensief te begeleiden bij de vergroening van de huidige schoolinfrastructuur. 7. Project ‘Beleefbaar Buitengebied’ 15.800 EUR aan vzw Regionaal Landschap Rivierenland Het Regionaal Landschap Rivierenland zet met dit project in op de inrichting en promotie van beleefbare landschapselementen zoals speelbossen, natuureducatieve wandelpaden, trage wegen, enz. Met de realisatie van meer toegankelijk groen geeft het project uitvoering aan het provinciaal biodiversiteitsbeleid (zo zullen de provinciale landschapsbeelden biodiversiteit mee bekend gemaakt worden). Tevens zullen in de periode mei - oktober 2015 diverse media ingezet worden om dit beleefbaar groen in de aandacht te brengen en zo het draagvlak voor de open ruimte en aanwezige biodiversiteit te versterken. 8. Project ‘Biodivers Buitengebied’ 15.900 EUR aan vzw Regionaal Landschap Rivierenland Dit project geeft uitvoering aan de provinciale landschapsbeelden biodiversiteit. Het heeft tot doel om dieren en planten meer kansen te geven door te werken aan een groen netwerk in de streek, via realisatie op terrein ter behoud, herstel en uitbreiding van het netwerk van kleine landschapselementen (poelen, houtkanten, hoogstamfruitbomen, …) en het behoud van autochtone bomen en struiken. Daarnaast wordt verder gewerkt aan soortgerichte acties t.b.v. zwaluwen, solitaire bijen en vlinders). Voor Rivierenland zullen de landschapsbeelden biodiversiteit in juni 2015 klaar zijn. Die vormen de basis voor de uitvoering van diverse projecten op het terrein. 9. Project ‘Vergroening op school’ 2.500 EUR aan vzw Regionaal Landschap Rivierenland Regionaal Landschap Rivierenland wenst een aantal scholen te begeleiden bij de vergroening van de huidige schoolinfrastructuur. Dit past binnen het provinciaal beleid rond landschapsbeelden biodiversiteit. Via dit project wordt een voorbeeld gesteld omtrent de aanpak van zowel de opwaardering van de ecologische functie van de schoolinfrastructuur als het aanscherpen van het contact van de schoolgaande jeugd met groene elementen. Bij de uitvoering werkt het RLRL nauw samenwerken met het MOS (Milieuzorg op School), die de initiële contacten verzorgen en instaan voor een eerste verkennend gesprek met leerkrachten en directie van de deelnemende scholen. De scholen dit geselecteerd werden voor dit project zijn gelegen in Nijlen, St-Katelijne-Water, Bonheiden en Schelle. 10. Project ‘Milieuzorg op school’ 4.500 EUR aan vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete Vergroening op school past binnen het provinciaal beleid rond landschapsbeelden biodiversiteit. Elk vergroeningsproject vormt een nieuwe stapsteen in de groene infrastructuur van onze provincie. Tevens draagt deze vergroende schoolomgeving bij tot meer draagvlak voor natuur, met de schoolgaande jeugd als specifieke doelgroep. Volgende scholen worden in het project betrokken: De Vlindertuin (Lille), de Mozawiek (Mol), De Mast (Herentals).

210


11. Project ‘Bouwen aan Kempense landschapsbeelden’ 38.500 EUR aan vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete Met dit projectvoorstel wil Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, via concrete terreinrealisaties binnen haar werkingsgebied werken aan een functionele groene infrastructuur, evenals aan landschapszorg en het bijdragen tot kwalitatieve, beleefbare landschappen. De klassieke landschapswerking van het regionaal landschap wordt verbreedt van zuivere projecten rond landschapsherstel naar de invulling van de landschapsbeelden biodiversiteit die voor de regio in een finale fase van uitwerking zitten. Er worden enkele concrete projecten uitvoeren die bijdragen aan het ontwikkelen van een kwaliteitsvolle groene infrastructuur met een focus op de meer stedelijke omgevingen (groen in dorp en stad) of op het vergroenen van (landbouw-)bedrijven. Binnen deze projecten wordt ook steeds bekeken of de (agro-) biodiversiteit mee kan liften met deze projecten van landschapszorg of groene infrastructuur. O.a. volgende projecten staan in de planning: boerderij de Steenovens (Geel), Kruiskapel (Dessel), kapel van Rhoode (Retie), heideherstel (Mol-Postel), ecologisch herstel visvijvers (Mol, Meerhout, Kasterlee). 12. Project ‘Landschapsherstel van de Oude Vlietdijk (Puurs)’ 6.800 EUR aan vzw Regionaal Landschap Schelde-Durme Dit project, waarbij het regionaal landschap samenwerkt met natuurpunt Klein-Brabant en de vereniging voor heemkunde in Klein-Brabant, draagt bij tot de realisatie van de provinciale landschapsbeelden biodiversiteit. De Oude Vlietdijk is een unieke locatie die om diverse redenen, op een zeer laagdrempelige wijze een blik kan geven op het verleden van Puurs. Het is bijgevolg een 'beleefbaar landschap' bij uitstek. Het regionaal landschap wil via dit project het uniek landschappelijk karakter en de biodiversiteit van de winterdijk verhogen en een aantal historische elementen veilig stellen. Daarnaast wil het de omwonenden kennis bijbrengen omtrent het ecologisch, cultuurhistorisch en recreatief beland van de zomer- en winterdijk. 13. Project ‘Klein-Brabant – Vergroening op school’ 2.500 EUR aan vzw Regionaal Landschap Schelde-Durme Vergroening op school past binnen het provinciaal beleid rond landschapsbeelden biodiversiteit. Elk vergroeningsproject vormt een nieuwe stapsteen in de groene infrastructuur van onze provincie. Tevens draagt deze vergroende schoolomgeving bij tot meer draagvlak voor natuur, met de schoolgaande jeugd als specifieke doelgroep. In dit project worden volgende scholen betrokken: Basisschool ’t Hinkelpad (Bornem) en Basisschool Zonnebloem (Sint-Amands). 14. Project ‘App ter ondersteuning van duurzame levensstijl’ 10.000 EUR aan For Good bvba For Good vraagt projectsteun aan de provincie Antwerpen voor de verdere ontwikkeling en verspreiding van hun app ‘For Good’. Deze biedt een geautomatiseerde service die, via een persoonlijk (online) profiel, de klant met concrete en gepersonaliseerde tips (gebaseerd op de enorme hoeveelheid wetenschappelijke data die beschikbaar zijn) informeert en coacht naar een duurzamere levensstijl. Dit sluit aan bij de inspanningen van de provincie om gemeenten, burgers en eigen personeel te sensibiliseren en te ondersteunen bij hun verduurzaming, met onder andere initiatieven als de ‘Vriend van’-campagne, ‘Klimaatneutrale organisatie 2020’ en de groepsaankopen voor groene stroom en zonnepanelen. Vanaf zomer 2015 biedt For Good de app aan aan ondernemingen (B2B private) en publieke instellingen (B2B public) om met hun menselijk kapitaal

211


(werknemers of inwoners) duurzaamheids- of MVO-doelstellingen te behalen, om uiteindelijk in 2016 de app in de markt (B2C) te lanceren.’ Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet, Op voorstel van deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2015, ingeschreven als machtigingskrediet - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’. Budgetsleutel 0390/64900000 leefmilieuprojecten’.

(Raming

2015140443)

–

‘Subsidies

voor

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 11/2 van de agenda APB PIH. Jaarrapport 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 26 september 2013 heeft de provincieraad het oprichtingsprotocol van APB PIH goedgekeurd. Conform het provinciedecreet dienen de jaarrekening en het jaarverslag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan uw raad. De raad van bestuur van het APB PIH heeft het jaarrapport zoals voorzien in artikel 9 van de beheers/samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in vergadering 28 mei 2015. In de digitale bijlage bevindt zich het jaarrapport voor APB PIH. Het jaarrapport geeft een structureel inzicht in de beleidsrealisaties, activiteiten, personeel- en kwaliteitsgegevens voor het jaar 2014. Ook de financiële cijfers met de jaarrekening zijn opgenomen. De jaarrekening 2014 sluit af met een balanstotaal van 4.177.542,97 EUR en te verwerken resultaat van -282.223,85 EUR. Het resultaat op kasbasis bedroeg 945.460,25 EUR. De raad van bestuur zal dit resultaat als volgt bestemmen: Het provinciebedrijf heeft, rekening houdend met een aanwending eigen middelen van 370.000 EUR, volgens budget 2014 een boekhoudkundig saldo van 87.776,15 EUR. Daarnaast zijn er voor 76.761,19 EUR niet geleverde investeringen voor 2014. Om deze te financieren in 2015 kan gebruik gemaakt worden van dit saldo. Voorgesteld wordt om van het te verwerken saldo 76.761,19 EUR aan te wenden in 2015 en 11.014,96 EUR toe te voegen aan het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren van het provinciebedrijf.

212


De verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot deze jaarrekening is afgelegd zonder voorbehoud. Het volledige verslag van de bedrijfsrevisor is toegevoegd aan het jaarrapport. Dit verslag is goedgekeurd in deputatiezitting van 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 236bis van het provinciedecreet; Gelet op Titel 6 – Hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de raad van bestuur van het APB PIH van 28 mei 2015; Gelet op het verslag van de revisor en zijn verklaring zonder voorbehoud betreffende de jaarrekening; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het jaarrapport provinciebedrijf Provinciaal Instituut voor Hygiëne.

2014

van

het

autonoom

De jaarrekening 2014 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Instituut voor Hygiëne wordt goedgekeurd. Artikel 2: Kennis wordt genomen van de beslissing van de raad van bestuur om het resultaat als volgt te bestemmen: Het provinciebedrijf heeft nog voor 76.761,19 EUR niet geleverde investeringen voor 2014. Om deze te financieren in 2015 kan gebruik gemaakt worden van het boekhoudkundig resultaat. Beslist wordt om van het boekhoudkundig resultaat van 76.761,19 EUR aan te wenden in 2015 en het saldo van 11.014,96 EUR toe te voegen aan het gecumuleerd resultaat vorige boekjaren van het provinciebedrijf. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 11/1 en 11/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 11/1 en 11/2 worden goedgekeurd met 61 stemmen ja.

213


Nr. 11/3 van de agenda Rapport tijdigheid beroepdossiers en jaarrapport 2014 Dienst Milieuvergunningen. Kennisgeving. Verslag van de deputatie Artikel 6bis van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning vereist dat jaarlijks een verslag wordt voorgelegd aan het Vlaams Parlement over de naleving van de in het decreet voorziene beslissingstermijnen. Inzonderheid wordt voor de toepassing van artikel 6bis aangenomen dat de decreetgever 'de verslaggeving inzake de naleving van termijnen' heeft willen in de plaats stellen van 'de stilzwijgende vergunningsuitspraken' die waren voorzien in het opgeheven artikel 25. Het betreft bijgevolg de naleving van de beslissingstermijnen in de dossiers die betrekking hebben op: - de uitspraken over beroepen tegen beslissingen in eerste aanleg over milieuvergunningsaanvragen (B); - de definitieve beslissingen na een in beroep verleende proefvergunning (P). Jaarlijks vraagt de Vlaamse Overheid – Departement Leefmilieu, Natuur en Energie -Afdeling Milieuvergunningen (AMV) het rapport m.b.t. de uitspraken in beroep over inrichtingen van klasse 2 op bij de provincies. Met het oog op een uniforme rapportering dient het modelsjabloon opgemaakt door Vlaanderen te worden gebruikt. De verslaggeving dit jaar heeft betrekking op de dossiers beroepen (B) of na proefvergunning (P) met startdatum in 2013 en uitspraak in 2013-2014. Aan uw raad wordt het rapport van de provincie Antwerpen m.b.t. de tijdigheid van de beroepsdossiers klasse 2 voorgelegd ter kennisgeving. Dit rapport werd als bijlage gevoegd bij dit besluit. Het rapport heeft betrekking op dossiers van de dienst Milieuvergunningen van de provincie Antwerpen met kenmerk MLBR2. De procedure voorziet dat de deputatie binnen de 4 maanden vanaf datum van ontvangst van het beroep een beslissing neemt. Gemotiveerd kan de termijn verlengd worden met 1 maand. De termijnverlenging wordt enkel toegepast met het oog op het oplossen van knelpunten om alsnog te komen tot een vergunning. Bijvoorbeeld bij een terecht bezwaar/beroepsargument of een ongunstig aspect in de advisering waaraan kan tegemoet worden gekomen. Het rapport heeft betrekking op in totaal 29 beroepsdossiers. Vier beroepen zijn onontvankelijk, waardoor de deputatie in 25 beroepsdossiers een beslissing diende te nemen. - De deputatie heeft 24 dossiers van de 25 dossiers (96%) tijdig beslist. Eén dossier werd strikt juridisch 5 dagen te laat beslist, maar voor dit dossier werd de optie termijnverlenging niet benut. - 20 dossiers (80%) werd beslist binnen de 4 maanden, dus ZONDER verlenging van de termijn. - De proceduretermijn werd niet voor alle dossiers volledig uitgeput. In meer dan de helft van de gevallen werd de beslissing genomen 7 dagen of meer vóór de uiterste beslissingsdatum.

214


Beroepen bij de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw tegen beslissingen genomen door de deputatie: Ook de tijdigheid van de uitspraken in beroep van de minister tegen beslissingen genomen door de deputatie wordt gerapporteerd aan het Vlaams parlement. Deze cijfers zijn ook opgenomen in het rapport “openbaarmaking verslag naleving beslissingstermijnen”. Het jaarlijks rapport wordt gepubliceerd op de site van de Vlaamse Overheid – Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) -Afdeling Milieuvergunningen (AMV). Overeenkomstig artikel 52,3° van Vlarem I dient de minister een beslissing te nemen binnen een termijn van 5 maanden, verlengbaar met 1 maand. De opstart van de beroepsprocedure wordt steeds gemeld aan de provincie. In 2014 zijn er 26 dossiers waarvan de opstart van de procedure in beroep tegen beslissingen van de deputatie werd gemeld. De looptijd van de procedure in beroep, te rekenen vanaf de datum van melding van het beroep aan de provincie in 2014, bedraagt voor 4 beroepsdossiers tussen de 5 en 6 maanden en voor 2 beroepsdossiers langer dan 6 maanden. Er zijn 2 dossiers die nog wachten op een uitspraak in beroep, terwijl de maximale behandelingstermijn van 6 maanden reeds een tijd verstreken is. Zolang er geen beslissing is genomen door de minister geldt de beslissing van de deputatie, tenzij er een schorsend beroep is ingediend. Dit is enkel het geval indien de gemeente of een bevoegde adviesinstantie beroep heeft aangetekend. Het aantal schorsende beroepen is zeer beperkt. Jaarrapport 2014 van de dienst Milieuvergunningen Vanuit een deskundig en gemotiveerd team wil de dienst Milieuvergunningen ertoe bijdragen dat alle Antwerpse bedrijven over een gepaste milieuvergunning beschikken, rekening houdend met het milieu en de samenleving. De dienst behandelt vergunningsaanvragen op een efficiënte en kwaliteitsvolle manier, gericht op een zo klein mogelijke milieu-impact en met betrokkenheid van de belanghebbenden. In dit rapport 2014 vind je meer informatie over de behandelde dossiers in 2014. Het pakket aan dossiers in eerste aanleg is aanzienlijk groter dan het aantal dossiers te behandelen in beroep. Enkel rapporteren over dossiers in beroep geeft een zeer onvolledig beeld van het werk van de dienst Milieuvergunningen en de beslissingen van de deputatie over milieuvergunningen. Vandaar werd ter kennisgeving dit verslag aangevuld met het jaarrapport 2014 van de dienst Milieuvergunningen. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 juni 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet,

215


Gelet op het verslag van deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van het rapport m.b.t. de tijdigheid van de dossiers beroepen (B) of na proefvergunning (P) met startdatum in 2013 en uitspraak in 2013-2014. Kennis wordt genomen van informatie over de procedures in beroep bij de minister van Omgeving, Natuur en Landbouw tegen beslissingen genomen door de deputatie over milieuvergunningen (melding opstart beroep in 2014). Kennis wordt genomen van het jaarrapport 2014 van de dienst Milieuvergunningen. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Kennis wordt genomen.

216


14. Interpellaties Nr. 14/1 van de agenda Interpellatie in verband met de aanwending van de 2 miljoen EUR provinciale subsidies voor de brug POT in De Schorre, ingediend door de heer Kris Merckx (PVDA+). Interpellatie De stavingsstukken van de totale kostprijs van de brug POT in De Schorre roepen ernstige vragen op over de verwerving en de aanwending van de 2 miljoen provinciale subsidies. Het gaat om - de overschrijding van de totale kostprijs van de brug met 2 miljoen (6,6 i.p.v. 4,6 zoals vastgelegd, op basis van de offerte, in het raadsbesluit) - enkele zeer grote verhogingen en/of verschuivingen van de uitbetaalde sommen in vergelijking met de offerte. Kris Merckx, Fractievoorzitter PVDA+ De interpellatie werd onontvankelijk verklaard (zie hoger). Nr. 14/2 van de agenda Interpellatie in verband met de samenwerking tussen de onderwijsnetten, ingediend door mevrouw Greet Van Gool (sp.a). Interpellatie Op 18 juni jl. werd in het Vlaams parlement een rapport toegelicht over de mogelijke totstandkoming van één publiek onderwijsnet. In dat rapport wordt gepleit voor een nieuwe rechtsvorm: het “openbaar schoolbestuur”. De drie vormen van openbaar onderwijs (het stedelijke, provinciale en gemeenschapsonderwijs) wijzen dit voorstel echter van de hand maar gaan wel akkoord om tot meer samenwerking te komen. Graag vernam ik wat de visie van de gedeputeerde is op het rapport en op welke manier zij de samenwerking met de andere vormen van openbaar onderwijs ziet. Vriendelijke groeten Greet Van Gool, Provincieraadslid sp.a De interpellatie werd ingetrokken (zie hoger).

217


VOORZITTER.- Dan zijn we rond met de openbare vergadering. Mag ik vragen aan het publiek om de zaal te verlaten, zodat wij verder kunnen met de besloten vergadering.

De raad gaat om 17.18 uur in besloten vergadering.

218


15. BESLOTEN VERGADERING Nr. 15/1 van de agenda Ruimtelijke ordening. Uitvoering Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Provinciale stedenbouwkundige ambtenaren: aanstelling. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Men gaat over tot de geheime stemming. 56 leden nemen eraan deel. Er zijn 53 stemmen ja, 1 stem nee en 2 onthoudingen, zodat het voorstel is goedgekeurd. De vergadering wordt gesloten om 17.19 uur.

219

STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Recommend Documents