Schoolontwikkelplan een uitwerking van het schoolplan

Schoolontwikkelplan 2015-2016 een uitwerking van het schoolplan 2015-2019 “Een concreet plan voor- door- met- tussen mensen…. Horizontal & verticale verbinding…. Een plan dat werkt!

Brinnummer 11RG Dorien Vader Heerhugowaard, september 2015

Voorwoord Voor u ligt het schoolontwikkelplan van ICBS De Boomladder. De 5 thema’s uit het Koersplan 2015-2019 van stichting Flore, het Schoolplan 2015-2019 en de evaluatie van het Schoolontwikkelplan 2014-2015, hebben wij gebruikt bij het opstellen van dit plan. Het schoolontwikkelplan is hiervan een meer specifieke en beknopte uitwerking en geeft richting. Het plan is opgesteld in meetbare doelen, welke ondersteunend zijn aan de kwaliteit van het onderwijs. De gestelde doelen zijn opgesteld voor alle lagen van onze organisatie: leerkracht- leerling- ouder. Een toegankelijkere vertaling van dit plan met bijbehorende doelen is uitgewerkt op een poster (zie voorblad). We werken in een open sfeer waarbinnen professionele communicatie is gerealiseerd. De school zet goed gekwalificeerde en gefaciliteerde leerkrachten in teneinde optimale leerprestaties te bereiken en deze te borgen. Alle teamleden leveren een bijdrage aan de schoolontwikkeling. In het persoonlijke ontwikkelingsplan zullen specifieke onderdelen worden benoemd, waardoor de relatie POP en SOP is gewaarborgd.

Ik hoop dat u met veel interesse zult lezen waar wij op ICBS De Boomladder aan werken! Team De Boomladder, Dorien Vader

Onderwerp: Samen en coöperatief leren Schooljaar: 2015-2016 Beginsituatie:  Een grote groep leerkrachten, IB en directie hebben vorig jaar en het jaar daarvoor een cursus o.l.v. OBD gevolgd, waarin aandacht was voor coöperatief leren.  Zij hebben kennis en vaardigheden vergaard om de leeropbrengsten te verhogen, de leertijd effectiever te benutten en samenwerkingsvaardigheden van leerlingen te vergroten.  Sinds vorig schooljaar worden in diverse klassen coöperatieve werkvormen gebruikt.  Er wordt gewerkt met het IGDI-model. Leerkracht modelt. Nog niet alle leerkrachten laten kinderen modellen.  Er is een slag gemaakt in de visie op samenwerken. In alle klassen zie je samenwerking en de meerwaarde wordt herkend en erkend.  Bij het tot stand komen van het schoolplan is helder geworden dat we op teamniveau niet optimaal samenwerken. Streefbeelden:  Van en met elkaar leren.  Toepassen van coöperatieve werkvormen.  Van onderwijzen naar begeleiden.  Van toeschouwer naar speler.  Flexibel/ anders organiseren en kijken naar ons onderwijs.  “We sluiten niemand buiten”. Ontwikkelingsactiviteiten  In week 35 tijdens de waarderingsgesprekken met alle collega’s is coöperatief werken een speerpunt. Specifiek is met een aantal collega’s gesproken over coöperatief werken, voor een aantal is dit een ontwikkelpunt (POP).  In week 37 tijdens de studiedag wordt uitgewisseld en vraag in kaart gebracht.  In week 41, 49, 1, 6, 14, 20, 24 komt het MT bijeen om met elkaar te kijken welke voortgang er is geboekt, successen te delen, ontwikkelpunten in kaart te brengen, vervolgstappen te bedenken en ervaringen over wat we zien/horen/voelen met elkaar te bespreken.  In week 46 staat dit onderwerp gepland in de leerlingenraad.  Iedere maand is er BLG georganiseerd waar medewerkers ruimte kunnen nemen om aan dit onderwerp te werken, in welke vorm dan ook.  Iedere maand is er FLG georganiseerd waar medewerkers ruimte kunnen nemen om aan dit onderwerp te werken, in welke vorm dan ook.  De bouwcoördinator biedt ruimte tijdens bijeenkomsten.  Directie biedt ruimte tijdens teambijeenkomsten.  Directie neemt coöperatief leren mee in flitsbezoeken.  In week 4 tussentijdse evaluatie van het SOP.  In week 22 wordt dit onderwerp geëvalueerd in de leerlingenraad.  In week 23 evaluatie van het SOP. Vervolgafspraken maken ter professionalisering & implementatie. Verantwoordelijk zijn:  Leerkrachten voor initiatief, uitproberen en communiceren rondom ‘samen en coöperatief leren’.  Mt en directie voor procesbewaking.  Directie voor ondersteuning, ruimte, sturing, waardering en desgewenst controle. Inzet middelen:  Leerkrachten doen klassenbezoeken. Iedere tak heeft +/- 20 dagen voor professionalisering/ collegiale consultatie.



Desgewenst expertise binnen halen en/of materialen aanschaffen.

Evaluatie januari en juni 2016: September: In week 37 is al besloten om dit onderwerp een vaste plek op de bouwbijeenkomsten te geven. Tak 7-8 heeft zich als doel gesteld dat alle kinderen aan het einde van het jaar 5 vormen kennen die voor hen goed werken rondom coöperatief leren. Januari: Juni:

Onderwerp: Toekomstgericht en onderzoekend Schooljaar: 2015-2016 Beginsituatie:  Een groot deel van de leerkrachten, IB en directie van De Boomladder hebben deelgenomen aan het VU traject.  Het team is gedurende het jaar meegenomen in dit traject middels informatie in de personeelsinfo, de Floreflits en de eindpresentaties.  Een aantal collega’s heeft de eindpresentaties bijgewoond.  Collega’s zijn geïnteresseerd geraakt om zelf onderzoek te leren doen.  Voor de zomervakantie is Snappet voor groep 4 t/m 8 aangeschaft.  Er is een ICT’er aangesteld. Hij zorgt o.a. voor de technische ondersteuning en infrastructuur.  Er is al een aantal jaar een ICT werkgroep. Streefbeelden:  Basisvaardigheden op het gebied van onderzoek ontwikkelen, inzetten en borgen.  Flexibel/anders organiseren en kijken naar ons onderwijs.  Onderzoeken hoe ICT bureaucratie kan verminderen.  Er wordt op De Boomladder onderzoek gedaan.  Er wordt ingespeeld op behoeften van kinderen.  Er wordt in groep 4 t/m 8 met Snappet gewerkt.  Op het gebied van taal/lezen wordt onderzocht wat werkt en wat nodig is.  Parnassys wordt door alle leerkrachten optimaal ingezet.  De infrastructuur is op orde en er is in iedere klas een digibord. Ontwikkelingsactiviteiten:  In week 34 volgen alle collega’s scholing rondom Snappet.  Alle leerkrachten krijgen een ‘buddy’ die hen begeleid rondom Snappet.  Er worden 2 collega’s opgeleid tot leesspecialist. Deelnemers delen inzichten met collega’s en passen dit (desgewenst) aan op Boomladderbeleid.  Er volgen 5 collega’s uit de onderbouw een scholing rondom ‘Leesrijpheid’. Deelnemers delen inzichten met collega’s en passen dit (desgewenst) aan op Boomladderbeleid.  In week 45 volgen 3 collega’s een training rondom TOS. Deelnemers delen inzichten met betrokken collega’s en passen dit (desgewenst) aan op Boomladderbeleid.  In week 35 tijdens de waarderingsgesprekken met alle collega’s is een toekomstgerichte houding een speerpunt. Specifiek is met een aantal collega’s gesproken over het gebruik van Parnassys, voor een aantal is dit een ontwikkelpunt (POP).  In week 37 tijdens de studiedag worden afspraken gemaakt over het gebruik en de invoering van Snappet.  In week 41 staat dit onderwerp gepland in de leerlingenraad.  In week 41, 49, 1, 6, 14, 20, 24 komt het MT bijeen om met elkaar te kijken welke voortgang er is geboekt, successen te delen, ontwikkelpunten in kaart te brengen, vervolgstappen te bedenken en ervaringen over wat we zien/horen/voelen met elkaar te bespreken.  In week 46 wordt een studiedag gevolgd rondom uitstroom 1F. Deelnemer deelt inzichten met betrokken collega’s en past dit (desgewenst) aan op Boomladderbeleid.  Iedere maand is er BLG georganiseerd waar medewerkers ruimte kunnen nemen om aan dit onderwerp te werken, in welke vorm dan ook.  Iedere maand is er FLG georganiseerd waar medewerkers ruimte kunnen nemen om aan dit onderwerp te werken, in welke vorm dan ook.  De bouwcoördinator biedt ruimte tijdens bijeenkomsten.  Directie biedt ruimte tijdens teambijeenkomsten.

   

Directie neemt coöperatief leren mee in flitsbezoeken. In week 4 tussentijdse evaluatie van het SOP. In week 22 wordt dit onderwerp geëvalueerd in de leerlingenraad. In week 23 evaluatie van het SOP. Vervolgafspraken maken ter professionalisering & implementatie.

Verantwoordelijk zijn:  Leerkrachten voor initiatief, uitproberen en communiceren rondom ‘toekomstgericht & onderzoekend.  Mt en directie voor procesbewaking.  Directie voor ondersteuning, ruimte, sturing, waardering en desgewenst controle. Inzet middelen:  Leerkrachten doen klassenbezoeken. Iedere tak heeft +/- 20 dagen voor professionalisering/ collegiale consultatie.  Desgewenst expertise binnen halen en/of materialen aanschaffen. Evaluatie januari en juni 2016: Januari: Juni:

Onderwerp: Oog voor talent en creativiteit Schooljaar: 2015-2016 Beginsituatie:  Er is al een aantal jaar een werkgroep op het gebied van hoog- en meerbegaafdheid, een aantal teamleden heeft een cursus bij Novilo gevolgd en heeft veel affiniteit met talentontwikkeling.  Het afgelopen schooljaar zijn alle teamleden geschoold op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid.  Er is een aanpak ontwikkeld voor leerlingen die dit aankunnen: zij werken met dagschema’s en volgen minder instructie.  Er is een plusbeleid.  Kwaliteiten van medewerkers worden steeds meer (h)erkend en ingezet.  Er is afgelopen jaar minder aandacht besteed aan en ruimte geweest voor creativiteit.  In tevredenheidsonderzoeken (personeel-ouder-kind) is creativiteit een ontwikkelpunt.  Collega’s zijn enthousiast om aan de slag te gaan. Streefbeelden:  De aanpak voor leerlingen die dit kunnen wordt verder uitgebouwd.  Er wordt ingezet op talentontwikkeling.  Inzicht in eigen talenten.  Talent en expertise worden (her)kend en gebruikt.  Creatief leren krijgt meer vorm.  Er is aandacht voor creativiteit.  Wat op school niet lukt, wordt in het naschools aanbod opgenomen. Ontwikkelingsactiviteiten:  In week 37 tijdens de studiedag worden alle speerpunten uit het sop aangestipt.  In week 41, 49, 1, 6, 14, 20, 24 komt het MT bijeen om met elkaar te kijken welke voortgang er is geboekt, successen te delen, ontwikkelpunten in kaart te brengen, vervolgstappen te bedenken en ervaringen over wat we zien/horen/voelen met elkaar te bespreken.  In week 47 volgen 4 collega’s een studiedag in het rijksmuseum rondom ‘kunst/creativiteit’. Deelnemers delen inzichten en opgedane inspiratie met collega’s en passen dit toe.  Er volgen 2 collega’s (SEN-leerkrachten) een specialisatie ‘Plusklas’. Deelnemers delen inzichten met collega’s en passen dit (desgewenst) aan op Boomladderbeleid.  Iedere maand is er BLG georganiseerd waar medewerkers ruimte kunnen nemen om aan dit onderwerp te werken, in welke vorm dan ook.  Iedere maand is er FLG georganiseerd waar medewerkers ruimte kunnen nemen om aan dit onderwerp te werken, in welke vorm dan ook.  De bouwcoördinator biedt ruimte tijdens bijeenkomsten.  Directie biedt ruimte tijdens teambijeenkomsten.  Directie neemt coöperatief leren mee in flitsbezoeken.  In week 2 staat dit onderwerp gepland in de leerlingenraad.  In week 4 tussentijdse evaluatie van het SOP.  In week 11 tijdens de studiedag krijgt creativiteit een boost.  In week 19, 20, 21 hebben we een school breed project rondom ‘kunst’.  In week 22 wordt dit onderwerp geëvalueerd in de leerlingenraad.  In week 23 evaluatie van het SOP. Vervolgafspraken maken ter professionalisering & implementatie. Verantwoordelijk zijn:  (SEN-)Leerkrachten voor initiatief, uitproberen en communiceren rondom ‘oog voor talent & creativiteit’.

 

Mt en directie voor procesbewaking. Directie voor ondersteuning, ruimte, sturing, waardering en desgewenst controle.

Inzet middelen:  Leerkrachten doen klassenbezoeken. Iedere tak heeft +/- 20 dagen voor professionalisering/ collegiale consultatie.  Desgewenst expertise binnen halen en/of materialen aanschaffen. Evaluatie januari en juni 2016: Januari: Juni:

Onderwerp: Doorgaande lijn van 0-12 jaar Schooljaar: 2015-2016 Beginsituatie:  De school doet voor het 2e jaar mee met het project Van Brede School naar Kindcentrum in Heerhugowaard.  De samenwerking met partner Villa Kakelbont verliep afgelopen jaar door diverse omstandigheden moeizaam. Er is een nieuwe trekker vanuit Villa aangesteld. Streefbeelden:  Er zijn diverse teamontmoetingen geweest.  Kwaliteiten van medewerkers worden (h)erkend.  Er is een stap gemaakt in de doorgaande ontwikkelingslijn en leerklimaat (zie verdere uitwerking plan + evaluatie ‘van brede school naar kindcentrum’.  Er is een uitgebreider naschools aanbod en er worden dag arrangementen aangeboden.  Er is helder wie welke verantwoordelijkheden draagt inhoudelijk en praktisch. Ontwikkelingsactiviteiten:  Iedere 2 weken is er overleg tussen Boomladder en Villa Kakelbont, desgewenst vaker.  De directie en coördinatoren sluiten gedurende het jaar aan bij de Kwaliteitskringen Kindcentrum.  In week 37 tijdens de studiedag worden de doelen voor komend jaar belicht.  In week 40 en week 1 staan er 2 avonden gepland voor beide teams.  In week 41, 49, 1, 6, 14, 20, 24 komt het MT bijeen om met elkaar te kijken welke voortgang er is geboekt, successen te delen, ontwikkelpunten in kaart te brengen, vervolgstappen te bedenken en ervaringen over wat we zien/horen/voelen met elkaar te bespreken.  Er wordt onderzocht of er een LG wordt gestart.  Directie neemt Villa Kakebont mee in flitsbezoeken.  In week 4 tussentijdse evaluatie van het SOP.  In week 6 staat dit onderwerp gepland in de leerlingenraad.  In week 22 wordt dit onderwerp geëvalueerd in de leerlingenraad.  In week 23 evaluatie van het SOP. Vervolgafspraken maken ter professionalisering & implementatie. Verantwoordelijk zijn:  Directeur Boomladder heeft algehele leiding.  Directeur Villa en coördinator zijn sparringsmaatjes.  Mt en directie voor procesbewaking. Inzet middelen:  Desgewenst expertise binnen halen en/of materialen aanschaffen.  Hapje/sapje etc. Evaluatie januari en juni 2016: Oktober: Ontwikkelingen zijn gestagneerd. We wachten op helderheid van Stichting Flore alvorens we verder kunnen. Januari: Juni:

Onderwerp: Vertrouwen en verbinding Schooljaar: 2015-2016 Beginsituatie:  Afgelopen jaren is veel ingezet op cognitieve vakken, het pedagogische aspect is wat ondergesneeuwd.  Tijdens directie tweedaagse in juni is uitgesproken dat we binnen Flore gaan werken vanuit het principe ‘we sluiten niemand buiten.  Alle leerkrachten hebben aan het einde van het jaar een persoonlijk waarderingstekstje gekregen en het boekje van Marcel van Herpen ‘Ik de leraar’.  We schuiven van een relatief ambtelijke organisatie naar een professionele zelfsturende organisatie.  Een nieuwsgierige open houding is een ontwikkelpunt. Streefbeelden:  Er is verbinding. We zien een open/nieuwsgierige houding.  Het pedagogisch perspectief is weer onderdeel van gesprek en ons werk.  Het gezamenlijke principe ‘we sluiten niemand buiten’ is verkend. We hebben helder wat dit voor ons betekent en wat we hiervoor te ontwikkelen hebben.  Er is een open cultuur: Er worden vragen gesteld en er wordt feedback gegeven/ontvangen.  Er is ruimte voor initiatief, experiment en reflectie.  Het middel Kanjertraining wordt toegespitst op Boomladderbeleid en wordt van groep 1 t/m 8 gebruikt.. Ontwikkelingsactiviteiten:  In week 35 tijdens de waarderingsgesprekken is met een aantal collega’s gesproken over hun handelen, voor een aantal is dit een ontwikkelpunt (POP).  In week 37 tijdens de studiedag worden alle speerpunten uit het sop aangestipt.  In week 41, 49, 1, 6, 14, 20, 24 komt het MT bijeen om met elkaar te kijken welke voortgang er is geboekt, successen te delen, ontwikkelpunten in kaart te brengen, vervolgstappen te bedenken en ervaringen over wat we zien/horen/voelen met elkaar te bespreken.  Iedere maand is er BLG georganiseerd.  Iedere maand is er FLG georganiseerd.  Directie spreekt collega’s aan en stuurt hierop.  In week 4 tussentijdse evaluatie van het SOP.  In week 11 tijdens de studiedag krijgt vertrouwen en verbinding een boost.  In week 12 wordt het team bijgeschoold in het toepassen van de Kanjertraining.  In week 14 staat dit onderwerp gepland in de leerlingenraad.  In week 22 wordt dit onderwerp geëvalueerd in de leerlingenraad.  In week 23 evaluatie van het SOP. Vervolgafspraken maken ter professionalisering & implementatie. Verantwoordelijk zijn:  Gehele team  Mt en directie voor procesbewaking.  Directie voor ondersteuning, voorbeeldgedrag, ruimte, sturing, waardering en desgewenst controle. Inzet middelen:  Desgewenst expertise binnen halen en/of materialen aanschaffen.  Hapje/sapje/teambuidling. Budget gereserveerd, net wat nodig is. Evaluatie januari en juni 2016:

Oktober: Werken aan vertrouwen en verbinding is ook nodig in de nieuwe MT-structuur. Op 23 oktober gaan we tijdens een etentje met elkaar brainstormen over wat nodig is Januari: Juni:

Onderwerp: Eigenaarschap en betrokkenheid Schooljaar: 2015-2016 Beginsituatie:  Afgelopen jaren is veel ingezet op cognitieve vakken, hierdoor is het gevoel van eigenaarschap en betrokkenheid verdwenen.  Het systeem, de methodes, de cognitieve prestaties waren leidend, mensen voelden weinig invloed en hierdoor is vervreemding ontstaan. Streefbeelden:  Er is actieve betrokkenheid.  Iedereen is eigenaar of zoekt naar eigenaarschap (spelers, geen toeschouwers).  Inzicht in eigen ontwikkelpunten.  Ons onderwijs wordt flexibel/anders bekeken en desgewenst anders georganiseerd.  Er zijn instructies op maat.  De administratieve ‘last’, wordt effectief en nuttig. Ontwikkelingsactiviteiten:  In week 35 tijdens de waarderingsgesprekken is met een aantal collega’s gesproken over hun handelen, voor een aantal is dit een ontwikkelpunt (POP).  In week 37 tijdens de studiedag worden alle speerpunten uit het sop aangestipt.  In week 41, 49, 1, 6, 14, 20, 24 komt het MT bijeen om met elkaar te kijken welke voortgang er is geboekt, successen te delen, ontwikkelpunten in kaart te brengen, vervolgstappen te bedenken en ervaringen over wat we zien/horen/voelen met elkaar te bespreken.  Iedere maand is er BLG georganiseerd.  Iedere maand is er FLG georganiseerd.  De bouwcoördinator biedt ruimte tijdens bijeenkomsten.  Directie biedt ruimte tijdens teambijeenkomsten.  Directie neemt coöperatief leren mee in flitsbezoeken.  In week 4 tussentijdse evaluatie van het SOP.  In week 10 staat dit onderwerp gepland in de leerlingenraad.  In week 11 tijdens de studiedag krijgt eigenaarschap en verbinding een boost.  In week 22 wordt dit onderwerp geëvalueerd in de leerlingenraad.  In week 23 evaluatie van het SOP. Vervolgafspraken maken ter professionalisering & implementatie. Verantwoordelijk zijn:  Gehele team  Mt en directie voor procesbewaking.  Directie voor ondersteuning, voorbeeldgedrag, ruimte, sturing, waardering en desgewenst controle. Inzet middelen:  Desgewenst expertise binnen halen en/of materialen aanschaffen.  Hapje/sapje/teambuidling. Budget gereserveerd, net wat nodig is. Evaluatie januari en juni 2016: Januari: Juni:

Dit ziet er als volgt uit:

Nascholingsplan De Boomladder 15-16 Bijlage 1. Financiële onderbouwing nascholingsplan Een overzicht van activiteiten, deelnemers en bekostiging. Onderwerp scholingsactiviteit Samen & coöperatief leren

Deelnemers Team

Bekostigd uit Schoolknip

Team

Kosten € 0,-  inzet eigen expertise € 0,-  inzet eigen expertise + scholing Snappet € 500,-

Toekomstgericht & onderzoekend

Team

Oog voor talent & creativiteit Doorgaande lijn 0-12 jaar

Team Villa + Boomladder Team

n.v.t.  inzet eigen expertise € 500,-

Schoolknip

Eigenaarschap & betrokkenheid Kanjertraining

Team

€ 500,-

Schoolknip

Team

€ 1700,-

Schoolknip

Gymopleiding

Monique S, Carolien

€ 975,- p.p. € 1950,-

Schoolknip

BHV herhaling Transactionele Analyse Cursus leesrijpheid Ewald Verveat Rijksmuseum LECO Middenmanagement L.B.R.T (TOS)

Nel- Mark- Ilse- HildaMarc Cisca, Carla, Marion, Tineke, Linda G Inge, Astrid, Marjon, Inge, Sandra Linda G Cisca, Linda G, Madeleine Marjon

€ 484,€ 2000,€ 195 p.p. € 975,€ 211,20,€ 749,- p.p.  € 1498,€ 899,€ 50,-

Schoolknip Schoolknip Schoolknip

€ 375,-

Schoolknip

Dorien Cindy, Astrid Team Diversen

€ 500,€ 695,- p.p.  € 1390,€ 300,€ 500,€ 14332,20

Schoolknip Schoolknip Schoolknip Schoolknip

Vertrouwen & verbinding

Rekenproblemen/ Dyscalculie Nascholing directie Specialisatie plusklas Lunch 3 studiedagen Vervoer Totaal Schoolknip 2015-2016 Schoolknip Nog beschikbaar September 2016 Totaal

Inkomsten

Schoolknip

Schoolknip

Schoolknip

Schoolknip Schoolknip Schoolknip Schoolknip

Uitgaven €

15.000,00,€ 667,80

€14332,20 0

€15.000,00

€