Schoolontwikkelplan ‘t Karregat 2012-2016
Inleiding en verantwoording a. Inleiding: Het schoolplan is bedoeld om het beleid t.a.v. onderwijs, personeel, kwaliteit, huisvesting, marketing en financiën te beschrijven en vast te stellen. Het schoolplan heeft een relatie met de plannen op bovenschools niveau, m.n. het salto strategisch plan, en is daar in die zin een afgeleide van. Dit is het derde schoolplan van ‘t Karregat dat wordt opgesteld en het betreft de periode 2012 tot 2016. b. Doelen en functies van het schoolplan:
Ons schoolplan beschrijft, in samenhang met de jaarlijks te actualiseren schoolgids, de ontwikkelingen en speerpunten voor de komende periode (2012-2016). Het geeft directie, team en ouders houvast, maar is tevens een verantwoordingsinstrument naar het bevoegd gezag en de inspectie. Het schoolplan is een levend document dat jaarlijks geactualiseerd en bijgesteld wordt op basis van verdere ontwikkelingen en nieuwe inzichten welke beschreven worden in de vorm van jaarschijven. c. Verantwoording van het schoolontwikkelplan
Dit schoolplan is opgesteld door de directeur, de staf en onze IB-ers. Het plan is gebaseerd op het vorige schoolplan, maar is geactualiseerd en aangepast m.b.v. alle rapporten, plannen en beleidsvoornemens die in de afgelopen periode zijn ontwikkeld. (inspectierapportages, SWOT-analyse, KIK-kaarten, tevredenheidonderzoeken, etc.). In dit schoolplan wordt verwezen naar en / of is gebruik gemaakt van de volgende beleidsstukken: meerjarenformatieplan nascholingsparagraaf kwaliteitsverbeterplan beleidsplan plusklas beleidsplan A+ klas ICT projectplan visie ontwikkeling Culturele en Kunstzinnige Vorming
1
plan van aanpak arbozaken interactief taalonderwijs document onderbouw schoolveiligheidsplan 0.2 Werkwijze en procedure waarlangs het plan tot stand is gekomen Tussentijds zijn deelconcepten besproken met team en MR. Het definitieve plan is daarna voorgelegd aan de medezeggenschapsraad ter instemming (personeelsgeleding) en advisering (oudergeleding). Het bestuur heeft dit schoolplan vastgesteld. 0.3 Wijze waarop het plan elk jaar geëvalueerd wordt en er bijstellingen c.q. aanpassingen plaatsvinden Het schoolplan is geen blauwdruk maar een werkinstrument dat bijgesteld wordt als het nodig is. Dit betekent dat we, samen met het team en andere betrokkenen, elk jaar de jaarschijf evalueren en actualiseren. Ouders worden hierover geïnformeerd in onze schoolgids en nieuwsbrief.
2
Hoofdstuk 1 De ambitie van de school 1.1 Waar we voor staan: de huidige situatie Het team heeft duidelijke keuzes gemaakt in de ontwikkelrichtingen (VVE-Plusklas-A+klascoöperatief leren, sociaal emotionele ontwikkeling en HandelingsGerichtWerken) Wij hebben al ingespeeld op de ontwikkeling van passend onderwijs in 2013. Het team zal zich hiervoor gemotiveerd en actief willen inzetten. We brengen de verbeteringen goed in beeld (kaart) en plannen veranderingen stapsgewijs, zodat het team ook de stappen kan zetten. We moeten de onderwijsontwikkelingen voldoende tijd geven om de belasting voor het team te beperken. Door middel van kwaliteitskaarten werken we aan een gezamenlijke standaard van werken. onze visie (afgeleide van de salto visie) ’t Karregat conformeert zich aan ’t streven en visie van salto. We proberen een onderwijssituatie te scheppen, die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces bij de kinderen te bewerkstellingen, op alle aspecten van de ontwikkeling van het kind. Daarbij houden we rekening met de eigen geaardheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en opgroeien. Het is mogelijk dat een kind in een andere groep of in een aparte groep met leerwegondersteuning wordt geplaatst, omdat het kind daar beter past op sociaal emotionele gronden of op grond van een langzame of snelle ontwikkeling. We proberen dan het leerproces door te laten lopen en het kind leerstof op maat aan te bieden. Een belangrijk uitgangspunt is het kind-volgend-onderwijs, waarbij sturing van buitenaf niet categorisch wordt afgewezen. ’t Karregat probeert een sfeer te scheppen, waarin ieder kind zich geaccepteerd voelt met zijn/haar uiterlijk, taal en culturele achtergrond. Het is belangrijk dat kinderen zich thuis voelen op school. De missie van ’t Karregat is: Karregat de school met een plus voor alle kinderen in de wijk!!! onze uitgangspunten Ons onderwijs: zal zich geheel moeten richten op begeleiding van kinderen, dient zoveel mogelijk geïntegreerd te zijn in de samenleving, dient aandacht te besteden aan instrumentale vaardigheden en een bijdrage leveren tot een evenwichtige ontwikkeling van het kind, dient een persoonlijke benadering van het kind na te streven, biedt de mogelijkheid van samenwerking en samen leren, leert kinderen om te gaan met eigen emoties en die van anderen. Wat komt er op ons af de komende jaren? - Wij zijn dit schooljaar gestart met HGW (HandelingsGerichtWerken). De verwachting is dat we in 2015 het innovatieproject kunnen afsluiten.
3
- In 2013 komt er voor ’t Karregat renovatie/nieuwbouw. Hier zullen nog veel keuzes gemaakt moeten worden, zowel op onderwijskundig gebied als op materieel gebied. - In 2013 moet passend onderwijs ingevoerd zijn. Voor een groot aantal kinderen kunnen wij passend onderwijs bieden, maar niet voor iedereen. (bredezorgschool) - Voor 2015 moet er een duidelijk beeld zijn of Peuterspeelzalen en KinderDagVerblijven onder beheer en verantwoordelijkheid van de basisschool gaan vallen. Wat kunnen wij: het competentieprofiel van onze school Uit de analyse van het competentieprofiel van onze school blijkt dat we een bredezorgschool zijn, dat we dat willen blijven en dat we ons daarbij zeer prettig voelen. Aandacht behoeft het evalueren en registreren van Hp’s en ontwikkelingsprofielen. De expertise kan op de gebieden dyslexie, motoriek/schrijven, rekenen en logopedie uitgebreid worden. 1.2 Wat willen wij: onze ambitie Het aantal leerlingen is de laatste jaren rond 265. Op onze school is de verhouding van leerling-gewichten tot 10 jaar 0.0 – 0.30 – 1.20 ongeveer 60 – 17 - 22 %. Deze percentages komen ongeveer overeen met het taalniveau waarin de kinderen op onze school instromen. Relatief veel ouders werken in loondienst of oefenen een beroep uit waarbij lichamelijke arbeid wordt verricht. Hogere opgeleiden (HBO, universiteit) komen weinig voor. De landelijke trend dat beide ouders geheel dan wel gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is ook hier merkbaar. Uit het onderzoek naar schoolprofiel blijkt dat het team erg bekwaam is in het signaliseren, analyseren van problemen en daarvoor goede oplossingen gevonden worden. Aandachtspunt is het evalueren en registreren van handelingsplannen en oudergesprekken. Het team heeft de volgende expertise in huis: Taal/NT2, gedrag/autisme, schoolvideointeractie, hoogbegaafdheid en schoolmaatschappelijk werk. Uitbreiding van expertise is nodig op de vlakken dyslexie, rekenen en motoriek/schrijven. Ondanks de vele ondersteuning en expertiseverhoging blijft ontwikkeling op het aspect gedrag/autisme noodzakelijk. Verder is onze ambitie om af te stappen van persoonlijke handelingsplannen en over te gaan naar groepsplannen en ontwikkelingsprofielen. Wij willen dit in 2015 gerealiseerd hebben. 1.3 Met wie werken wij samen en hoe ontwikkelt die samenwerking zich naar de toekomst toe? - SPIL Het beleid van salto is er op gericht dat alle basisscholen op termijn SPIL-centra worden. De doelstelling van SPIL wordt als volgt omschreven. Een SPIL-centrum beoogt een versterking te zijn van de pedagogische infrastructuur van 0 tot 12 jarigen. In een SPILcentrum wordt wijkgericht gewerkt en worden optimale ontwikkelingskansen geboden aan kinderen en opvoedingsondersteuning op maat aan ouders. In een SPIL-centrum wordt voorkomen dat breukvlakken in de ontwikkeling van kinderen ontstaan, doordat men intensief samenwerkt met partners, die betrokken zijn bij de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 jaar. Voor een verdere uitwerking verwijzen we naar de notitie “De vier pijlers van SPIL”.
4
’t Karregat is sinds 1 januari 2006 een SPIL-centrum. Wij werken samen met Peuterplaza ’t Karregat, Kinderdagopvang Urkhovenseweg en Buitenschoolse Opvang Urkhovenseweg. De samenwerking is beschreven in het pedagogisch plan. - TSO ’t Karregat laat de TSO verzorgen door de Lunch – club een onderdeel van Korein. - BSO De BuitenSchoolse Opvang (BSO) is op ’t Karregat uitbesteed aan onze SPILpartner Korein Kinderplein Urkhovenseweg. -Smw en O&o Ook streeft de school ernaar de ouders te ondersteunen bij de opvoeding en begeleiding van hun kinderen. Dat gebeurt door samen te werken met andere instellingen en instanties namelijk SMW (SchoolMaatschappelijkWerk en O&O (Opvoeding&Ondersteuning). SMW wordt ingeschakeld bij zware opvoedings- en begeleidingsvraagstukken en O&O bij vragen van lichtere omvang. Toekomst In 2015 moet duidelijk zijn of het beheer en de verantwoordelijkheid in zijn geheel bij de basisschool komt te liggen. Op dit moment wordt dit onderzocht. Ouders als partners Tot nu toe stimuleren we de betrokkenheid van de ouders bij de ontwikkeling van hun kinderen en geven hulp en begeleiding aan ouders bij de opvoeding en integratie. Bij dat laatste hoort ook het meer nadrukkelijk betrekken van ouders bij activiteiten van de school. Binnen het SPIL-centrum zien we een aantal van deze ambities gebundeld. Ook streeft de school ernaar de ouders te ondersteunen bij de opvoeding en begeleiding van hun kinderen. Dat gebeurt door samen te werken met andere instellingen en instanties. 1.4 Beleidsvoornemens 2011-2015 - Invoeren HGW (HandelingsGerichtWerken) - expertise uitbreiding leerkrachten groep 1-2 op het gebied van VVE en ontwikkelingsgericht werken - Expertise uitbreiding voor Passend onderwijs - Aanpassingen op onderwijskundig- en materieelgebied i.v.m. nieuwbouw/renovatie - Onderzoek naar de mogelijkheid om Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf onder beheer en verantwoordelijkheid van de basisschool te laten vallen. 1.5 Consequenties van het voorgenomen beleid - Met de organisatie “Natuurlijk leren” invoeren HGW tot 2015 kosten € 15.000 - Met de organisatie “Fydes” uitbreiden expertise leerkrachten 1-2 kosten € 15.000 - Experts opleiden op het gebied van dyslexie, rekenen en motoriek/schrijven € 15.000 - Aanpassingen op onderwijskundig- en materieelgebied € 100.000 - Aanschaf Philips Schoolvision om de concentratie van de kinderen met 10% te verhogen € 50.000 - Aanschaf touchscreens voor de 14 groepslokalen € 100.000
5
Hoofdstuk 2 De onderwijskundige vormgeving van de school 2.1 De inrichting en de organisatie van ons onderwijs a. Onze organisatie Directeur Waarnemend-directeur
De directeur en de Wnd-directeur vormen samen de directie van de school. De directeur is eindverantwoordelijke voor alle zaken op school. De taakverdeling tussen beiden is beschreven in het document ‘ taakverdeling directie ‘. Indien nodig vindt actualisatie plaats. De directeur is volledig ambulant. Bouwcoördinator Onze school heeft 2 bouwcoördinatoren die elk de leiding hebben over een bouw en die maximaal 1/2 dag vrij geroosterd zijn van lesgevende taken. De taakverdeling is beschreven in het document ‘ taken bouwcoördinator ‘.Indien nodig vindt actualisatie plaats. IB-ers Onze school kent 2 IB-ers die elk gekoppeld zijn aan een bouw. Uitgangspunt bij de totale omvang van de interne begeleiding is de salto-norm ‘ 40 leerlingen 1 dagdeel IB ‘. De taakverdeling/omschrijving is beschreven in het document ‘ taken IB-ers ‘.Indien nodig vindt actualisatie plaats. ICT Onze school kent 1 ICT-er. 2 uur per week vrij geroosterd. Onderwijsassistentes Ter ondersteuning van de leerkrachten in de groep is er aan elke kleutergroep een klassenassistent toegevoegd. Ook in de plusklas geeft een onderwijsassistent ondersteuning aan de leerkracht Administratie: Voor de administratieve ondersteuning is ’n MOA-medewerker ( PT ) op school werkzaam. Haar belangrijkste taken zijn het voeren van de leerling- en financiële administratie. OOP: Het beheer van basisschool ‘t Karregat is in handen van 1 conciërge die op de loonlijst van school staat. Bevoegd gezag: salto. Odysseuslaan 2, 5631JM Eindhoven Bestuursmodel: salto werkt met een toezichthoudend bestuur op afstand en een College van Bestuur i. o. (CvB). De hoofdtaak van het CvB is het initiëren, faciliteren, monitoren en controleren. Medezeggenschap en De inspraak en medezeggenschap van leraren en ouders is ouderparticipatie: geregeld in het Reglement voor de medezeggenschapsraad. (MR) Deze raad bestaat uit 6 personen evenredig verdeeld over personeelsleden en ouderleden. De taken zijn beschreven in het MR-reglement. De MR vergadert maandelijks. Saltoheeft een GMR, waarin een afgevaardigde van onze MR zitting heeft. De MR heeft haar lid gemandateerd voor schooloverstijgende GMR-zaken. Het meedenken en meebeslissen door ouders is op onze school verder geregeld via de oudervereniging. (VR), De taken en bevoegdheden zijn beschreven in het VR-reglement. De VR vergadert 1 maal per 6 weken.
6
b. Interne structuur Eindverantwoordelijke binnen de schoolorganisatie is de directeur, die daarnaast zorg draagt voor de verdeling van taken. Bij afwezigheid worden de werkzaamheden van de directeur waargenomen door de WND-directeur. Samen vormen zij de directie van de school. Wekelijks is er directieoverleg. De taakverdeling tussen directeur en WND-directeur staat beschreven in het document ‘ Taakverdeling directie ‘ . Maandelijks is er managementoverleg waarbij directeur, Wnd-directeur en de bouwcoördinatoren aansluiten. Als de agenda er om vraagt zullen ook de IB-ers of de ICT-er gevraagd worden aan te sluiten bij dit overleg. De bouwcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het bouwoverleg en zijn hiervan voorzitter. De verslagen van deze overleggen vormen, naast de schoolontwikkeling, de kern van het managementoverleg Onze IB-ers coördineren onze leerlingenzorg. Eén ervan is tevens voorzitter van het zorgoverleg. Bovendien zijn zij verantwoordelijk voor het coördineren van rugzakaanvragen en rugzakbegeleiding. Daarnaast zijn zij aanspreekpunt voor de leerkrachten en ouders op het gebied van leerlingenzorg. De ICT-er zorgt voor de invoering van het computeronderwijs en ondersteunt de leerkrachten bij het gebruik van de programma's voor de leerlingen. Hij heeft de taak nieuw software- materiaal te bekijken en te beoordelen, aan te schaffen en de installatie ervan te regelen. Ook is de ICT-er belast met de invoering van Eduscope. Iedere leerkracht heeft taken en verantwoordelijkheden behorende bij de eigen groep. Daarnaast heeft hij/ zij bouw- en schooltaken. Deze worden jaarlijks geactualiseerd en vastgelegd in het hoofdstuk ‘ taakverdeling ‘ van het document ‘ taakbeleid ‘. De beheerder verricht velerlei werkzaamheden die ten goede komen aan de gehele schoolorganisatie. De taken bestaan voornamelijk uit het assisteren van de schoolleiding, het verrichten van portierdiensten, huishoudelijke werkzaamheden, klein onderhoud en aanvullende schoonmaakwerkzaamheden. Taakomschrijvingen ( directeur, bouwcoördinator, IB-er, ICT-er, leerkracht, onderwijsassistent, conciërge ) zijn op school aanwezig. c. Communicatielijnen We hechten aan korte, snelle communicatielijnen. Personeel wordt indien nodig per mail op de hoogte gehouden van voor hen relevante informatie. Zaken die mondelinge toelichting behoeven worden tijdens een bouwvergadering of studiedag geagendeerd. Zowel vanuit de bouw als vanuit het directie- en/of managementoverleg kunnen voorstellen worden aangedragen. Ook kan elk personeelslid individueel zaken naar voren brengen. d. Besluitvorming. Besluiten worden genomen op basis van consensus dat wil zeggen dat indien niemand principiële bezwaren heeft, het voorstel is aangenomen. De tijd voor het nemen van een besluit is daarbij van essentieel belang. Het regelmatig doorspreken van belangen die aan het te nemen besluit vastzitten en de consequenties die het heeft voor de school als organisatie kan vaak de vorming van een besluit op bredere basis laten rusten. Tot stemming wordt alleen in zeer uitzonderlijke gevallen ( ter beoordeling aan de directeur ) overgegaan.
7
Voorgenomen besluiten van het team die advies, dan wel instemming van de MR behoeven, worden overeenkomstig het MR reglement aan deze raad voorgelegd. Ieder teamlid is verantwoordelijk voor zijn/haar taken zoals beschreven in de taakomschrijving en ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van besluiten die genomen zijn. Van eenieder wordt verwacht dat er kritisch gekeken wordt naar een goed verloop van ….. Als collega mag en kan men elkaar hierop aanspreken. Indien een besluit in de praktijk een andere uitwerking heeft dan verwacht, kan de directeur besluiten het opnieuw te agenderen met adviezen en voorstellen tot aanpassing. Waar nodig komen genomen besluiten voor evaluatie terug in de vergadering volgens een van tevoren afgesproken tijdpad. e. De toelating van nieuwe leerlingen In de meeste gevallen komen nieuwe kinderen op school als ze 4 jaar oud zijn. Ouders hebben vooraf de mogelijkheid aan te sluiten bij onze informatiebijeenkomst op de open dag. Tijdens deze bijeenkomst worden de ouders op de hoogte gesteld wat voor school wij zijn, visie, werkwijze, schooltijden, regels, oudercontacten, ouderhulp, e.d. De ouders krijgen daarna de gelegenheid om de school te bekijken. Ook kan een afspraak gemaakt worden met de onderbouwcoördinator tijdens welke deze informatie ook wordt verstrekt. Hierna kan de leerling ingeschreven worden. Voordat een kind 4 jaar wordt, mag het vier dagdelen meedraaien om te wennen in de aanstaande groep. Na +/- 6 weken gaat de leerkracht op huisbezoek om e.e.a. omtrent het reilen en zielen van de school uit te leggen en vragen te beantwoorden. Als nieuwe kinderen voor hogere groepen worden aangemeld (bijvoorbeeld door een verhuizing) wordt er contact opgenomen met de vorige school waar alle relevante gegevens worden opgevraagd. Dit alles wordt beoordeeld door de intern begeleider die zelf eventueel nog toetsen afneemt en die daarna een advies tot plaatsing dan wel afwijzing aan ons zorgteam voorlegt. Het zorgteam beslist daarna of het kind wordt toegelaten. Terugplaatsingen vanaf scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs zijn alleen op advies van de S.B.O. school. Na bestudering van de informatie beslist het zorgteam over toelating. f. De groepsindeling Onze school werkt met jaargroepen, afhankelijk van aantallen leerlingen en interne schoolorganisatie. Combinatiegroepen vormen de uitzondering, maar door ongunstige leerlingenaantallen en /of financiële middelen mogelijk!!!! De groepen 1 t/m 8 zijn verdeeld over een onderbouw (groep 1,2 en 3) en een bovenbouw (groep 4 t/m 8). We streven er naar om niet meer dan twee leerkrachten per groep te laten werken. 2.2 Onze uitgangspunten: handelingsgericht werken en handelingsgerichte procesdiagnostiek Bij de vorming van de ontwikkeling van het handelingsgericht werken zijn de volgende uitgangspunten leidend: * De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal * Het is de leerkracht die het doet * Doelgericht werken
8
* Constructief samenwerken. * Interactionisme; systeemdenken * Het positieve benutten * Systematisch en transparant werken De leerlingbesprekingen en het werken met groepsplannen verlopen conform het HGW ( zie zorgplan) Voor de komende jaren ligt de focus binnen het HGW op de realisaite van groepsplannen vanuit een beredeneerd onderwijsaanbod. De leerlijnen per vakgebied vormen het uitgangspunt voor de groepsplannen. De ouders en het kind zijn een belangrijke partner in het proces. Bij het vormgeven van dit proces is leidend de vraag die gesteld wordt: wat kan/weet deze leerling al en hoe kan de school hierbij aansluiten om dit optimaal benutten. “ Wat heeft dit kind nodig i. p.v. wat heeft dit kind? 2.3 Onze didactische aanpak De komende jaren is het didactisch handelen van de leerkracht speerpunt van onze school met als doel het verhogen van de leerprestaties. Het model Directe Instructie wordt daarbij als middel gehanteerd. Bij het vormgeven hiervan laten we ons leiden door de onderwijsresearch van Marzano die vrij precies in kaart heeft gebracht welke didactische strategieën echt goed werken: * Identificeren van overeenkomsten en verschillen * Samenvatten en notities maken * Inspanningen bevestigen en erkenning geven * Huiswerk en oefening * Non-verbale representatie * Coöperatief leren * Doelen stellen en feedback geven * Vragen formuleren en hypotheses testen * Voorkennis activeren met vragen, * Aanwijzingen en kapstokken Op termijn zullen bovengenoemde didactische strategieën tot de standaard gereedschapskist van elk van onze leerkrachten moeten behoren. Op onze school is het Model Directe Instructie, vooral in de ochtenduren, een belangrijke manier van werken met als belangrijkste kenmerken een heldere opbouw van de leerstof, een heldere structuur in de les en directe feedback naar de leerlingen. We zetten het Model Directe Instructie vooral in om te differentiëren in de instructietijd van de leerlingen en om de leerkracht de mogelijkheid te geven extra instructie aan een kleinere groep te geven. Daarnaast geven we kinderen, binnen kaders, verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Op de dag/weekplanning voor kinderen staan dan ook werkvormen als zelfstandig verwerken, de taak, samenwerkingsopdrachten vermeld. In de ochtenduren kunnen kinderen instructie en verwerking krijgen in een andere groep, omdat hun niveau hoger of lager ligt dan hun stamgroep.
9
De begeleiding van leerlingen neemt een prominente plaats in waarbij de volgende zaken van belang zijn: op maat, HGW, afstemming, groepsplannen, passend onderwijs. Kleutergroepen Groepen 3 t/m 8 De leerkracht observeert gericht en De leerkracht kent het DI-model en kan gepland volgens de principes van KIJK. dat in de les toepassen ( zie scholingstraject) De leerkracht stelt op basis van de De leerkracht stelt doelen op voor de uitkomsten van KIJK doelen op voor de komende periode komende periode De leerkracht stelt een groepsplan op: ( zie scholingstraject KIJK ) - conclusies analyse LOVS De leerkracht stelt een groepsplan op: - conclusies analyse methodegebonden - toepassen KIJKlijnen toetsen + observaties - conclusies analyse LOVS - grote / kleine kring ( DI-model ) - tussendoelen taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling Groepen 1 en 2: Basisontwikkeling. Bij het werken in de kleutergroepen laten we ons leiden door de uitgangspunten van basisontwikkeling. Betekenisvolle en ontwikkelingsbevorderende activiteiten vormen de kern van ons onderwijs in de onderbouw: spel- en constructieve activiteiten, gesprekken, lees/schrijf- en reken/wiskunde en onderzoeksactiviteiten. Het aandeel van de leerkracht zorgt ervoor dat kinderen door middel van deze activiteiten verder komen in hun ontwikkeling. De pedagogische interacties en de ontwikkelingsgerichte didactiek zijn belangrijke uitgangspunten. De leerkracht past onderwijsactiviteiten toe waarin kinderen kunnen experimenteren, zelfvertrouwen opbouwen en communicatief vaardig worden. Onze activiteiten zijn altijd verbonden aan inhouden of thema’s die voor kinderen interessant en betekenisvol zijn. Groepen 3 en 4: de basisvaardigheden De methodes voor de instrumentele vaardigheden zijn een belangrijke leidraad voor het werk in de klas. De aan de methodes verbonden didactische werkvormen, leerlingenactiviteiten en toetsen worden door ons gevolgd. In de groepen 3 en 4 wordt het projectwerk, zoals bekend uit de kleutergroepen, nog gedeeltelijk doorgetrokken. Werken in hoeken is daarbij een belangrijke werkvorm. Groepen 5 t/m 8 Ook in deze groepen zijn de methodes voor de instrumentele vaardigheden een belangrijke leidraad voor het werk in de klas. De aan de methodes verbonden didactische werkvormen, leerlingenactiviteiten en toetsen worden door ons gevolgd. Algemeen Het leerstofaanbod op ‘t Karregat is voortdurend in ontwikkeling. We bieden een leerstofaanbod dat eigentijds en aantrekkelijk is, met een brede maatschappelijke achtergrond. Ons leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen, vertoont een doorgaande lijn en komt tegemoet aan verschillen tussen leerlingen. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik van moderne informatie- en communicatiemiddelen. Ict heeft een ondersteunende functie
10
Onze methodes geven voor een groot deel onze leerlijnen aan. Leerkrachten gaan flexibel met de methodes om maar verliezen de leerlijnen niet uit het oog. Tijdens bouwvergaderingen, praktijkbesprekingen en teamscholing worden de leerlijnen steeds opnieuw besproken. Individuele onderwijsbehoeften van leerlingen kunnen het noodzakelijk maken bepaalde onderdelen op een andere manier aan te bieden, uit te breiden of juist te verkorten. Aanpassingen in het gebruik van een methode worden verantwoord en vastgelegd tijdens een teamvergadering, indien noodzakelijk onder begeleiding van een deskundige. Methoden die niet aan de kerndoelen voldoen, worden zo snel mogelijk vervangen. 2.4 Onze pedagogische aanpak en ons pedagogisch klimaat In onze visie is het pedagogisch klimaat een belangrijk accent, het fundament van ‘t Karregat We streven daarbij een brede ontwikkeling van de kinderen na waarbij we ervan uitgaan dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving. Het goed vormgeven van het pedagogisch klimaat is voor ons een must. De eerste weken van elk schooljaar staan in het teken van ‘ hoe gaan we op de speelplaats met elkaar om: we zetten daarvoor in alle groepen lessen in uit het boek speelplaats. Zich snel thuis en welkom voelen op onze school en het creëren van saamhorigheid zijn daarbij belangrijke peilers binnen ons onderwijs. Daarnaast vinden we het belangrijk dat kinderen trots kunnen zijn op gemaakt werk: op onze school is dan ook ruimschoots plaats voor vieringen, presentaties en tentoonstellingen. Uiteraard zijn we ons ervan bewust dat er ook situaties zijn die om een specifieke pedagogische aanpak vragen: * Grensoverschrijdend gedrag van kinderen. In ons protocol ‘ Belonen en straffen ‘ hebben we beschreven hoe we daar naar kinderen en ouders mee omgaan. * Onze school tolereert geen discriminatie of racisme. Binnen onze visie past dat we elkaar met respect willen benaderen waarbij we normen en waarden hanteren vanuit een positieve mensvisie. De leerkracht heeft een actieve rol in het signaleren en bestrijden van ongewenst gedrag van een leerling. Wanneer een leerling gepest of gediscrimineerd wordt gaat de leerkracht dit onderzoeken. We gebruiken hiervoor de handleiding van het (spil) pestprotocol. Indien er sprake is van pestgedrag worden ook de ouders nadrukkelijk betrokken bij het traject dat gevolgd gaat worden. * Wij vinden het van groot belang dat onze school een veilige omgeving biedt voor kinderen. In de schoolregels staat beschreven hoe we met elkaar omgaan en wat de afspraken zijn. We benadrukken naar de leerlingen dat zij altijd met hun verhaal bij de leerkracht terecht kunnen. Zij worden serieus genomen en er wordt samen met de leerkracht gezocht naar mogelijke oplossingen. Er zijn twee vertrouwenspersonen voor de leerlingen die zij kunnen spreken voor alle zaken die voor het kind van belang zijn. Er is een schoolveiligheidsplan en een protocol kindermishandeling. * Voor de leerkrachten is er een saltogedragscode, waarin beschreven is hoe het gedrag van een leerkracht ten opzichte van een kind moet zijn. * Op onze school hebben we een ontruimingsplan dat elk jaar geactualiseerd wordt. In alle groepen hangt een ontruimingsschema. Samen met de andere Spilpartners plannen we jaarlijks gezamenlijke ontruimingsoefeningen in. De coördinatie hiervan is in handen van de BHV-ers van de Spilpartners. Er vindt ieder schooljaar een veiligheids- en brandinspectie van het gebouw en de schoolomgeving plaats.
11
2.5 Ons klassenmanagement De klassenorganisatie en het klassenmanagement zijn zodanig dat de voorwaarden voor differentiatie zijn vervuld. Er is sprake van zelfstandigheid van leerlingen, en een ordelijk en op leren gericht klimaat: De materialen liggen klaar De materialen zijn overzichtelijk geordend en goed toegankelijk (looproutes in klas) Leerlingen kunnen en mogen materialen zelfstandig pakken De lesovergangen verlopen soepel, snel en doelmatig Er gaat weinig tijd verloren aan organisatorische maatregelen Er gaat voor leerlingen weinig tijd verloren aan wachten op hulp of uitleg Er zijn afspraken gemaakt over gedrag Er is een afspraak over wanneer de leerkracht wel en niet gestoord mag worden ( dobbelsteen ) Het is voor de leerlingen duidelijk wanneer de leerkracht hulp kan geven aan de leerlingen De opstelling van de kinderen in het lokaal draagt bij aan zelfstandig en samenwerkend leren, leerlingen helpen elkaar De regels en afspraken in de klas zijn zichtbaar, en functioneren naar behoren Leerlingen weten wat ze moeten doen als ze klaar zijn of een probleem hebben. Ook over ’t gebruik van onze methodes zijn afspraken gemaakt: in de klassenmap zit een planningsdeel en een overzicht van minimaal aan te bieden leerstof. Leerkrachten maken bij ’t registeren van de vorderingen gebruik van de overzichten behorend bij onze methodes. De directeur stuurt het onderwijsproces aan, in samenspel met de waarnemend-directeur, bouwcoördinatoren en IB-er’s. 2.6 De onderwijskundige doelen (beschrijf hier de resultaatgerichtheid van de school, schoolanalyses, groepsanalyses en ontwikkelperspectieven) Vanuit de kerndoelen voor het primair onderwijs leggen we de leerlijnen voor ieder vakgebied per leerjaar vast. Bij het realiseren van leeropbrengsten gebruiken we beschikbare data als vertrekpunt. ( observaties, toetsgegevens, kijklijnen, Cito, Zien etc.). De uitkomsten van de analyse en de leerlijn voor de komende periode bepalen het aanbod voor de groep. De leerkrachten analyseren met elkaar deze data op leerjaar/groepsniveau en bepalen samen het aanbod voor de komende periode voor de betreffende groep. De leerstof wordt aangeboden op drie niveaus. Leerlingen met een aparte leerlijn vormen een uitzondering op deze indeling. Voor hen en voor leerlingen met een LGF- financiering schrijven we handelingsplan met een individueel ontwikkelperspectief . Dit proces herhaalt zich twee keer per jaar in jan/febr en juni gekoppeld aan de Cito toetsronde. De te realiseren percentages zijn op schoolniveau voor deze planperiode vastgesteld. Naast deze groepsanalyses wordt er een keer per jaar door het zorgteam een trendanalyse gemaakt van de tussenresultaten in januari en de cito-
12
eindtoets. De conclusies en de acties/ontwikkelpunten worden in het team en de MR besproken. 2.7 De vakken a. De instrumenteel- cursorische vakken. Hieronder verstaan wij taal, spelling, woordenschatontwikkeling, lezen, begrijpend lezen, rekenen en Engels. De onderdelen spelling en woordenschatontwikkeling zijn opgenomen in de taalmethode. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen en bevatten de mogelijkheid om de snellere en betere leerling extra stof te bieden. In de kleutergroepen wordt veel aandacht besteed aan beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, woordenschatontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De leerlingen van de groepen 7 en 8 krijgen les in de Engelse taal. De bedoeling is dat ze zich, zowel mondeling als schriftelijk leren uitdrukken in deze taal. De volgende methodes worden op onze school gebruikt: Leerstofaanbod Nederlandse taal Technisch lezen
Begrijpend Rekenen/wiskunde
Engels Schrijven
Groep(en) 3 4 t/m 8 1/2 3 4 t/m 8 4 t/m 8 1/2 3 t/m 6 7 t/m 8 7 t/m 8 2 3 4 t/m 8
Methode/activiteit Veilig leren lezen (nieuw) Taal Actief (versie 3)
Lestijd per week 6.45 uur 6.00 uur
Veilig leren lezen (nieuw) Goed Gelezen Goed Gelezen
4.00 uur 1.00 uur 3.00 uur
Rekenzeker Talrijk Hello world Schrijfdans schrijven leer je zo schrijven leer je zo
5.30 uur 5.30 uur 1.00 uur 1.00 uur 1.00 uur 0.30 uur
b. De wereldoriënterende vakken Hieronder verstaan wij aardrijkskunde, geschiedenis (waaronder staatsinrichting en maatschappelijke verhoudingen) natuur en verkeer. In alle groepen geven we onderwijs in wereldoriënterende vakken: het verkennen van de wereld om ons heen. In de groep 1 - 2 gebeurt dit in thema's en projecten waarbij ruimte is voor eigen inbreng en initiatief van de kinderen. In groep 3 maken we gebruik van de methode “Veilig de wereld in” en groep 4 van de methode “Wijzer”. Vanaf groep 5 werken we met methodes waarbij kinderen uitgedaagd worden om initiatief te nemen, samen te werken en creatief te zijn. Zo bouwen ze zelfvertrouwen op in het vinden van antwoorden op eigen vragen. Op deze manier willen we de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aanbieden. Aanvullend worden programma’s van school-tv gebruikt. In groep 7 of 8 kunnen de kinderen een verkeersdiploma halen.
13
Wij werken met de volgende methodes: Leerstofaanbod wereldoriëntatie Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, ·natuur ) Verkeer
Groep(en) 3 4 5 t/m 8
Methode/activiteit Veilig de wereld in Wijzer Hier en daar, speurtocht, wijzer door de natuur
Lestijd per week 1.00 uur 1.00 uur 2. 15 uur
4 t/m 8 7 t/m 8
Wijzer door het verkeer 1.00 uur Dijkstra oefening voor het verkeersexamen
c. De muzisch- expressieve vakken Kunst- en cultuureducatie is een belangrijke kwaliteit van onze school. Wij zien de ontwikkeling van cultuureducatie niet als een los aandachtsgebied maar als een onderdeel van onze kwaliteitszorg: het bevordert de afstemming met andere ontwikkelingen binnen de school. Cultuureducatie is voor ons van belang omdat het bijdraagt aan een beter, rijker leerklimaat. Onze leerlingen dienen ermee kennis te maken omdat we ons geen ontwikkeling van jonge mensen kunnen voorstellen zonder kennismaking met cultuuruitingen, zowel actuele als historische. Onze kunst- en cultuureducatie: Biedt ruimte voor eigen initiatief Reikt inspiratie uit vele culturen aan Doet een beroep op meerdere intelligenties Draagt bij aan een rijker, beter leerklimaat Geeft betekenis aan leren: het “authentiek leren”: leren lukt alleen als ’t betekenisvol is. Draagt bij aan het verwerven van sociale competenties, de basis van ons onderwijs: Deze competenties stellen onze leerlingen in staat om met verschijnselen en situaties om te gaan die ingewikkeld, meerduidig, metaforisch en emotioneel geladen zijn. Dergelijke competenties kan een leerling bij uitstek verwerven via cultuureducatie, omdat het van oudsher kerncompetenties zijn op het gebied van kunst en cultuur. Leerstofaanbod Expressie
Groep(en) 5 t/m 8
Methode/activiteit Moet je doen: muziek Moet je doen: drama Moet je doen: tekenen en handvaardigheid in de vorm van ateliers
Gem. lestijd per week ½ uur per week 1.30 uur per week
d. Ons bewegingsonderwijs In de kleutergroepen komt deze ontwikkeling terug in allerlei activiteiten waarbij we vooral denken aan spel en beweging (binnen en buiten), vormen van functieontwikkeling en het werken met spelmateriaal. Voor de groepen 3 t/m 8 hebben we een stagiaire sportdocent (POLO Tilburg). Deze groepen maken voor hun gymlessen gebruik van de inpandige sportzaal. Leerlingen uit de groepen 4
14
gaan ( nu nog ) 1x per week naar de zwemles: deze regeling staat bij de Gemeente Eindhoven op de tocht en dreigt te verdwijnen. Daarnaast zorgen we voor voldoende ruimte en adequaat spelmateriaal voor het spelen op de speelplaats. Leerstofaanbod Groep(en) bewegingsonderwijs 1-2 3 t/m 8
Methode/activiteit Bewegen in het speellokaal Basislessen bewegingsonderwijs
Lestijd per week 1.30 uur 1.30 uur
e. Ons techniekonderwijs Techniek heeft op onze school een plaats tijdens de Themadagen. In de kleutergroepen is techniekmateriaal aanwezig, leskisten worden vanaf groep 3 ingezet tijdens onze themadagen. Op school is geen techniekcoördinator aanwezig die ook de externe contacten onderhoudt. Leerstofaanbod Groep(en) Methode/activiteit Lestijd per week techniek 5 t/m 8 Leskisten ( Stichting Jeugd en Beroep ) Keuzematerialen f. Sociale competenties. Er is door ons een bewuste keuze gemaakt voor het werken met een methode omdat we geloven in de kracht van doorlopende leerlijnen, herhaling en verdieping. Natuurlijk komen de sociale competenties ook aan de orde bij andere vakken en activiteiten. Zo wordt er bv. binnen ons lesprogramma expliciet ruimte gemaakt voor samenwerkingsopdrachten. Leerstofaanbod Groep(en) Methode/activiteit Lestijd per week Sociale 1 t/m 8 Win win, coöperatief leren 0.30 uur competenties en SOEMO-kaarten g. Burgerschapsonderwijs We gaan er van uit dat kinderen opgroeien in een pluriforme samenleving. Daarom is het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie een belangrijk ontwikkelingsaspect geworden. We laten onze kinderen kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenootjes. In onze taal- en wereldoriëntatie methodes komt dit nadrukkelijk aan de orde. h. Zelfstandig werken In alle groepen leren de kinderen zelfstandig te werken, naast opvoedkundig doel voor ons ook middel om tegemoet te komen aan de verschillen tussen leerlingen. Het zelfstandig werken is in alle groepen een dagelijks zichtbaar: in de kleutergroepen tijdens de werklessen en in de hogere groepen als onderdeel bij het model Directe Instructie. Het eigen maken van het zelfstandig werken begint in de kleutergroepen met behulp van een planbord. Vanaf groep 3 leren we kinderen werken met dag- en weektaken en worden dobbelstenen
15
gebruikt met de functies ‘ je mag me storen als je hulp nodig hebt ‘, ‘ je mag me niet storen ‘ en ‘ ik heb een vraag aan de leerkracht ‘. Naast ’t gebruik van deze methodes is er in ons onderwijs plaats voor de leergebiedoverstijgende kerndoelen die • • •
Gericht zijn op het ontwikkelen of bevorderen van algemene vaardigheden Betrekking hebben op het gehele onderwijsaanbod Gegroepeerd zijn rondom zes thema’s: werkhouding, werken volgens plan, gebruik van uiteenlopende strategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag en social media
Werkhouding De leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen en zijn gemotiveerd deze te onderzoeken Gerichte vragen kunnen stellen Relevante informatie kunnen zoeken en gebruiken Plezier hebben in het leren van nieuwe dingen Doorzetten wanneer iets niet direct lukt
Werken volgens plan De leerlingen kunnen een plan opstellen en ernaar handelen Een doel kunnen formuleren Zich op een onderwerp kunnen oriënteren Het begrijpen van oorzaken en gevolgen van eenvoudige problemen Conclusies kunnen trekken Grotere activiteiten stap voor stap kunnen uitwerken Achteraf kunnen beoordelen of de planning goed was Resultaten van werk kunnen presenteren (toelichting, spreekbeurt, werkstuk, presentatie)
Zelfbeeld De leerlingen leren met hun eigen mogelijkheden en grenzen om te gaan
Sociaal gedrag De leerlingen leveren een positieve bijdrage in een groep
Zelfvertrouwen hebben Gedragsimpulsen kunnen beheersen Voor zichzelf en anderen kunnen en durven opkomen
Respectvol met anderen omgaan Handelen naar algemeen geaccepteerde normen en waarden Verschillen in levensbeschouwing en cultuur respecteren In de groep voor een
Gebruik van strategieën De leerlingen kunnen bij leeractiviteiten uiteenlopende strategieën en vaardigheden gebruiken Gerichte vragen kunnen stellen aan personen Feiten van meningen kunnen onderscheiden Relevante informatie kunnen zoeken en verwerken uit bronnen Kunnen samenwerken en overleggen om gezamenlijk tot oplossingen te komen Achteraf kunnen beoordelen of hun strategie de juiste was
Social media De leerlingen maken verantwoord en doelbewust gebruik van communicatiemogelijkheden waaronder nieuwe media Teksten kunnen maken en bewerken met behulp van een tekstverwerkingsprogramma op de computer De mogelijkheden maar ook de risico’s kennen van
16
eigen standpunt durven social media Digitale leermiddelen uitkomen kunnen gebruiken met Rekening houden met behulp van een computer gevoelen en wensen van anderen In de groep afwijkende standpunten durven ondersteunen Verantwoordelijkheid nemen voor te verrichten taken Er is 2x per jaar een analyse van leeropbrengsten. Dit kan leiden tot (tijdelijke) aanpassing van de leertijd. 2.8 Beleidsvoornemens 2011-2015 Vervanging methodes: Rekenen 6 t/m 8 2012, 2013 Lichamelijke oefening 3 t/m 8 2012 Handvaardigheid 2012 Tekenen 2012 Sociaalgedrag en verkeer 2012 Kennis van de Natuur 2012 Muziek 2012 Veilig leren lezen 2014 Taalactief 2015, 2016, 2017, 2018 Aardrijkskunde 2016 2.9 Consequenties van het voorgenomen beleid Vervanging methodes en scholing personeel: Rekenen 6 t/m 8 2012, € 1500 Lichamelijke oefening 3 t/m 8 2012 € 750 Handvaardigheid 2012 € 750 Tekenen 2012 € 750 Sociaalgedrag en verkeer 2012 € 3500 Kennis van de Natuur 2012 € 3500 Muziek 2012 € 750 Veilig leren lezen 2014 € 15000
2013, € 1500
2014, € 1500
17
Hoofdstuk 3 De begeleidingstructuur van de school De zorgstructuur op ‘t Karregat is uitvoerig beschreven in het zorgplan. 3.1 het leerlingvolgsysteem Wij volgen de leerlingen systematisch in hun ontwikkeling. Hierbij maken we gebruik van het LOVS van Cito, KIJK ( groep 1 en 2), Eduscope, de methodegebonden toetsen en de observaties van leerkrachten. De toetsmomenten van Cito liggen (landelijk) vast waarmee een vergelijking mogelijk is met wat de kinderen zouden moeten kennen en kunnen. Zowel op het niveau van de leerling, als van de groep en van de school kunnen hierdoor verantwoorde conclusies worden getrokken. De leerkrachten voeren de toetsuitslagen zelfstandig in, verwerken de resultaten en maken een groepsanalyse. Hiermee is sprake van uniforme registratie. Er wordt tweemaal per jaar een groepsanalyse gemaakt. De IB-ers maken twee keer per jaar een overzicht van de groepsprofielen ter bespreking in zorgteam. Van de medio-afname wordt ook een schoolanalyse gemaakt. Hierbij wordt ook de analyse van de eindtoets Cito in meegenomen. Deze analyse wordt in het team besproken. Op groepsniveau hanteren we de norm: 25 % A leerlingen, 25 % B leerlingen, 25 % C leerlingen, 15 % D leerlingen en 10 % E leerlingen. a. groeps- en leerling bespreking Op ‘t Karregat kennen we 6 vormen van leerlingenbespreking: - Leerlingenbespreking c.q. groepsbesprekingen met de IB-ers. ( 4 keer per jaar) - CLB: consultatieve leerlingen bespreking met de orthopedagoog van salto (HGW) - Bespreking individuele leerling in het zorgteam ( 1x per 3 weken) - Leerlingbespreking door de IB-er in het team cq bouw - Indien een leerkracht een leerling in een bouwvergadering wil bespreken, kan hij/zij dit vooraf kenbaar maken bij de bouwcoördinator d.m.v. een bespreekformulier (incidentmethode) - Bespreking van een leerling/gezin in het Spilzorgteam. b. welke rol speelt handelingsgericht werken daarbij? Vanuit de ontwikkeling om meer opbrengstgericht te werken, wordt bij de groepsbespreking steeds meer gekeken naar wat een groep nodig heeft van de leerkracht om de doelen te realiseren. In deze bespreking worden afspraken gemaakt over de groepsplannen, individuele handelingsplannen, plannen van aanpak (soc.-emotioneel) en aangepaste leerlijnen. De vraag wordt steeds meer wat deze groep/ dit kind nodig heeft om zich in deze groep verder te ontwikkelen. De Ib-er bewaakt de voortgang van deze trajecten. Dit is op schoolniveau een ontwikkeltraject. c. groepsplannen en/of individuele plannen Vanuit de ontwikkeling naar het handelingsgericht werken wordt er zoveel mogelijk gewerkt met groepsplannen voor een bepaald vakgebied. Deze leerlingen zitten in verlengde instructiegroep en krijgen voor dat vakgebied langere instructie door het begeleid inoefenen met de leerkracht. De aanpassing van de leerstof vindt plaats op hoeveelheid en inhoud. Afhankelijk van het vak krijgen zij daarnaast extra huiswerk en extra opdrachten in de
18
werkbrief. Daarnaast zijn er individuele handelingsplannen voor kinderen met een aangepaste leerlijn. Er zijn ook leerlingen die een plan van aanpak hebben. Dit heeft te maken met een sociaal-emotionele problematiek. Aan het eind van een planperiode wordt het plan geëvalueerd en gekeken over de doelen bereikt zijn. Dit kan leiden tot een nieuw plan of beëindiging van het plan. Het resultaat wordt met de ouders en de Ib-er besproken. 3.2 doorlopende leer-en ontwikkelingslijnen Het leerstofaanbod wordt vormgegeven vanuit de kerndoelen van het primair onderwijs. De ontwikkeling volgen we m.b.v. “Kijk”Hiervoor zijn tussendoelen voor taal en rekenen in de ontwikkeling vastgesteld. Vanaf groep 3 wordt het aanbod vormgegeven vanuit de methodes. Alle methodes voldoen aan de kerndoelen. We maken voor verschillende vakgebieden gebruik van computerprogramma’s. ( bijlage 2 geeft een overzicht van de gebruikte methodes ) Naast het gebruik van methodes is er een aanbod voor leerstofoverstijgende kerndoelen die: -gericht zijn op het ontwikkelen en bevorderen van algemene vaardigheden - betrekking hebben op het gehele onderwijsaanbod a. de aansluiting bij de onderwijsbehoeften van leerlingen Om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen worden de groepen vanaf groep 3 in 3 instructieniveaus verdeeld. Het aanbod van de leerstof wordt zo goed mogelijk aangepast aan de behoefte van de leerling. Een leerling met een aangepaste leerlijn heeft een eigen aanbod met aparte instructiemomenten. Daarnaast is er in de plantijd ( 2 keer per week) voor de leerlingen een aanbod in de werkbrief, waar rekening wordt gehouden met de verschillende niveaugroepen. In groep 1 en 2 wordt het aanbod gerealiseerd vanuit de tussendoelen die in een bepaald thema aan bod moeten komen. Er wordt gewerkt met de kernactiviteiten van basisontwikkeling; spel, kringactiviteiten, lees- schrijfact., reken- en wiskundige act. En constructieve activiteiten. Ook zijn er ontwikkelingen van “Kijk” die speciale aandacht krijgen. b. leerlingen met een aangepaste leerlijn Een individuele leerlijn geeft de doelen en de inhouden aan van wat geleerd moet worden en het onderwijs aanbod dat daar voor nodig is. We spreken van een individuele leerlijn als een kind een onderwijsaanbod krijgt dat past bij de eigen mogelijkheden en dat dus afwijkt van het lesprogramma van het betreffende leerjaar en de omschreven einddoelen van het basisonderwijs. Veelal ligt een (vastgestelde) cognitieve zwakte hieraan ten grondslag, maar het kan juist ook gelden voor begaafde leerlingen. Het ontwikkelperspectief van de leerling wordt in kaart gebracht Er zijn 2 mogelijkheden om de leerstof van een bepaald vakgebied voor een leerling aan te passen: Tijdelijke leerlijn: Een leerling krijgt een korte periode (maximaal een half jaar) de gelegenheid om bepaalde hiaten in de lesstof opnieuw te verwerken met extra begeleiding van de leerkracht. Om dit goed te kunnen bepalen wordt de betreffende leerling met behulp van Cito-toetsen terug getoetst. Na een gedegen analyse van het probleem wordt de aanpak vastgesteld. Dit wordt beschreven in een handelingsplan en de ouders worden hiervan op de
19
hoogte gesteld. Na deze periode sluit de leerling weer aan bij de lesstof van de betreffende periode van dat leerjaar. Definitieve leerlijn: Een leerling krijgt voor een bepaald vakgebied een aanpassing in de leerstof, die zeer waarschijnlijk zijn hele schoolloopbaan zo zal blijven. Deze leerling zal de einddoelen van het basisonderwijs voor dat vak niet halen. Een individuele leerlijn geeft de doelen en de inhouden aan van wat geleerd moet worden en het onderwijs dat daarvoor nodig is. c. meerpresteerders Als leerlingen een hoge vaardigheidsscore op de Cito toetsen hebben en ook de methode gebonden toetsen altijd goed tot zeer goed maken, worden zij doorgetoetst op Cito om te kijken of er sprake is van een grote voorsprong. Eventueel wordt voor deze leerlingen ook de vragenlijst uit si-bel (door de leerkracht) en uit si-di (door de ouders) ingevuld om een nog beter beeld te krijgen. Kinderen die voor alle vakken een ‘A’ scoren, worden in het zorgteam besproken. Ook het sociaal emotionele aspect wordt in de beslissing meegenomen. Na goedkeuring krijgt de leerling op dinsdag en donderdag buiten de reguliere groep les van een speciale leerkracht. Voor verschillende onderdelen kunnen ook vakdocenten uitgenodigd worden. Zo hebben afgelopen jaar externe vakdocenten de vakken schaken en filosofie gegeven in de A+klas. De kinderen van groep 7 en 8 krijgen ongeveer 1½ uur, de kinderen van groep 5 en 6 ongeveer 1 uur en de kinderen van groep 3 en 4 ongeveer 1 uur op donderdag en op vrijdag. Het is wel de bedoeling dat het kind de basisstof in de groep gedurende de week afmaakt. 3.3 begeleiding van zorgleerlingen De zorgstructuur is ingedeeld in 5 zorgniveaus. De leerlingen worden voor de verschillende vakgebieden in een niveau geplaatst op grond van de resultaten. De instructie en verwerking wordt aangepast aan het zorgniveau. Wij hanteren een stappenplan voor interne en externe zorgverbreding. Als een kind extra zorg nodig heeft wordt dit eerst besproken met de IB-er. Dit is een klein zorgteamoverleg tussen de leerkracht en de IB-er. In overleg wordt bepaald of de leerling achtereenvolgens besproken wordt in het zorgteam en/of CLB -overleg (consultatieve leerling begeleiding). Alle leerlingen die D of E scoren bij de methode onafhankelijke toetsen (CITO) worden besproken. De leerling wordt ingebracht door de betrokken leerkracht. In het begin van het schooljaar bezoekt de intern begeleider alle groepen om af te stemmen of de overdracht van de zorgleerlingen volgende afgesproken procedure is verlopen. Als blijkt dat de leerling na de geboden hulp nauwelijks vorderingen heeft gemaakt, is er overleg in het grote zorgteam. Dit bestaat uit: de twee IB-ers, de directeur en incidenteel de adviseur leerlingenzorg. De meeste leerlingen worden met de adviseur besproken tijdens de CLB. Hieruit kan een zorgtraject op maat afgestemd worden. Deze hulp kan bestaan uit het inhuren van expertise van buitenaf, vanuit het SBO/SO, extra intensieve begeleiding buiten de groep en begeleiding van de leerkracht. Als blijkt dat de leerling na de geboden hulp nauwelijks vorderingen heeft gemaakt, kan er mogelijk een onderzoek volgen door een externe deskundige. Dit alles in overleg met de ouders/verzorgers van het kind. Na een onderzoek wordt de onderwijsbehoefte van een leerling verder in kaart gebracht. Hierbij wordt gekeken naar wat het kind in die groep met die leerkracht nodig heeft om zich
20
verder te ontwikkelen. Dit gebeurt in het gesprek met de ouders, de onderzoeker, de leerkracht en de Ib-er. De leerlingen die extra zorg nodig hebben met betrekking tot de gezinssituatie kunnen tevens worden besproken door het zorgteam met de schoolarts, de schoolverpleegkundige, de jeugdzorg en SMW. Dit gebeurt in het Spilzorgteam. a. indicatie SBO/SO en aanvraag LGF Wanneer de zorg voor een leerling zo groot is dat het voor de school niet meer mogelijk is om het juiste onderwijsaanbod te realiseren, kan het advies gegeven worden voor een andere vorm van onderwijs: het SBO of SO. Soms is dit het advies dat uit het onderzoek naar voren komt. Als het advies van de school overeenkomt met de mening van de ouders wordt voor het SBO een beschikking aangevraagd bij de PLC. De procedure hiervoor is: -de school vult het onderwijskundig rapport in en stuurt dit inclusief bijlagen naar het secretariaat van de PCL - er volgt een uitspraak van de PCL - in geval van een SBO verwijzing bespreekt de school de voortgang van het traject, waarin het advies van de school centraal staat. De ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de aanmelding bij het SBO. De aanmelding voor een SO school vindt plaats wanneer een leerling een REC indicatie heeft. De ouders kunnen hun kind aanmelden. De school verzorgt het onderwijskundig rapport. De procedure staat beschreven in het zorgplan. b. onderwijsaanbod LGF leerlingen Wanneer een leerling al op onze school zit en hij krijgt gedurende zijn schoolloopbaan een indicatie LGF wordt met de ouders, de IB-er en de ambulante begeleider een begeleidingsplan opgesteld. De leerkracht maakt samen met de ambulante begeleider het handelingsplan. Dit wordt regelmatig besproken en geëvalueerd. Soms gebeurt dit in klein overleg met de school en soms tijdens een groot overleg met alle betrokken begeleiders en de ouders. De taken en verantwoordelijkheden van de rugzakbegeleider staan in het zorgplan. De leerling wordt een aantal uren per week buiten de groep individueel begeleid. 3.4 de rol van de IB-er en het zorgteam De Interne Begeleiders (IB-ers) organiseren en coördineren de zorgverbreding. De beschikbare tijd is 1 dagdeel per 40 leerlingen. Zij zijn verantwoordelijk voor de planning van alle zaken met betrekking tot het leerlingvolgsysteem. Zij dragen zorg voor het tijdig inleveren en bespreken van de groepsanalyses met de leerkrachten. Zij hebben supervisie over het maken, uitvoeren en evalueren van de (groeps) handelingsplannen. De interne leerlingbegeleiding is een belangrijk onderdeel van hun taak. Tot hun taak behoort het ondersteunen en begeleiden van leerkrachten met het bieden van de juiste zorg aan leerlingen. Indien nodig ondersteunen zij leerkrachten bij oudergesprekken, de aanvraag van onderzoeken en incidenteel in het individueel begeleiden van leerlingen. Ze beheren de orthotheek. Zij onderhouden de externe contacten met diverse instanties. Vanuit het ontwikkeltraject HGW volgden zij een tweejarige scholing om leerkrachten te kunnen begeleiden vanuit deze werkwijze. Een uitvoerige taakomschrijving staat in het zorgplan.
21
3.5 Beleidsvoornemens 2012-2016 - HGW: vanuit de onderwijsbehoefte van een kind komen tot een beredeneerd aanbod voor een bepaald vakgebied vanuit de leerlijnen en tussendoelen. Vanuit een groepsoverzicht komen tot een groepsplan met daarin het aanbod voor een bepaalde periode om het gestelde doel te bereiken. - Ontwikkelingsperspectief: 1. verder ontwikkelen van format om leerling goed te volgen in zijn ontwikkeling 2. leerkrachten weten wat de leerlijnen per leerjaar van de verschillende vakgebieden - Opbrengstgericht werken: 1. welke opbrengsten (resultaten) willen we realiseren? 2. hoe realiseren we opbrengsten die we mogen verwachten vanuit de doelgroep? 3. Wat heeft de individuele leerkracht nodig om dit te realiseren? 3.6 consequenties van het beleid - leerkrachtvaardigheden verder ontwikkelen m.b.t. realiseren opbrengsten - samen leren: klassenconsultaties en maatjeswerk vervanging groep + externe ondersteuning € 20.000 (2 jaar)· - indien noodzakelijk aanschaf programma’s voor volgen ontwikkeling leerlingen € 2.000
22
Hoofdstuk 4
De zorg voor de kwaliteit van de school
4.1 De doelen van onze kwaliteitszorg Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en elke school is wettelijk verplicht kwaliteitsbeleid te voeren en in een schoolplan vast te leggen. Dit betekent de kwaliteit van het onderwijs systematisch te sturen, te bewaken en maatregelen te nemen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren. Werken aan kwaliteitsbeleid als onderdeel van de nieuw te formuleren schoolplannen is niet een eenmalige gebeurtenis, maar heeft een planmatig en cyclisch karakter. Dit cyclische karakter komt tot uiting in onderstaande stappen die onderdeel zijn van systematisch kwaliteitsbeleid, de P.D.C.A.. cyclus (Plan/ Do / Check/ Act): inzicht in de eigen uitgangssituatie (diagnose) doelen en speerpunten bepalen plannen opstellen plan plannen uitvoeren (gericht werken aan verbetering) do evalueren check borgen act verantwoording afleggen diagnose nieuwe doelen/ speerpunten bepalen, enz. 4.2 De inrichting van onze kwaliteitszorg a. Integrale kwaliteitszorg (I.K.Z.) Wij zijn op weg naar een structurele cyclische aanpak van kwaliteitsbeleid, waarbij de eerder benoemde PDCA- kwaliteitscyclus de rode draad is. Als een van de instrumenten om de zaken goed in beeld te brengen werken we met het systeem van K.I.K. (kwaliteit in kaart). Dit is een referentiemodel dat een gezamenlijk denk- en begrippenkader creëert met betrekking tot kwaliteitsmanagement en dat is gebaseerd op de kwaliteitsstandaarden die ook door de inspectie worden gehanteerd. b. Schoolplan en speerpunten van beleid Bovenstaande werkwijze heeft een positieve invalshoek wat betreft het formuleren van speerpunten van beleid. Er worden verwachtingen geformuleerd; geen absolute, maar tijdelijke en concrete verwachtingen. Bijvoorbeeld: “Speerpunten voor de komende twee jaar zijn de leerlingenzorg, klassenorganisatie en pedagogisch klimaat. Op die drie speerpunten willen wij de volgende doelen halen: ………..“ (SMARTIE benoemen). Dergelijke richtinggevende uitspraken zorgen ervoor dat zowel op schoolniveau als op het niveau van directie (persoonlijk meesterschap directeur), leerkracht en leerlingen mensen goed weten wat er van hen verwacht wordt. Evaluatie vindt plaats door na te gaan of de doelen wel gehaald zijn. Door het formuleren van speerpunten worden de grote hoeveelheid van prikkels die op het onderwijs afkomen terugbrengen tot een aantal kaders. Voorwaarde is wel dat de speerpunten in samenhang worden gekozen: er moeten onderlinge verbanden zijn te leggen (bijvoorbeeld tussen pedagogisch klimaat en communicatie met ouders; of tussen taalbeleid en leerling-zorg).
23
Het is ook een dynamisch model: speerpunten verdwijnen niet nadat de doelen behaald zijn, maar blijven in de school doorwerken door bijvoorbeeld werkgroepen of specialisten een taak te geven. Ondertussen ontstaat er ruimte voor nieuwe speerpunten. Nadeel van dit model kan zijn dat het kiezen voor speerpunten ervoor zorgt dat andere zaken blijven liggen. Dit voorkom je door de doelen niet te ver weg te stellen, zodat je bijtijds nieuwe speerpunten in gang kunt zetten. De ontwikkeling van een hernieuwd schoolplan zal stimulerend werken op het kunnen formuleren van speerpunten van de school voor een bepaalde periode. In het schoolplan wordt dit verduidelijkt door de 4- jarige beleidsdoelstellingen jaarlijks te actualiseren, zodat een voortschrijdend meerjarig beleidsproces gestalte krijgt. Hierdoor zal het makkelijker worden om criteria te formuleren voor beoordeling van de kwaliteit van de school, van de directie en van de leerkrachten. Dat vraagt van de directie de vaardigheid om duidelijke speerpunten op te stellen. Hierbij is een relatie met de prioriteiten in het bedrijfsplan van salto. c. Resultaten van leerlingen Wij willen leerlingen alle mogelijkheden bieden om goede resultaten te behalen. Daarom is het ook belangrijk om in het kader van kwaliteitszorg op de resultaten van leerlingen te reflecteren. Wij vinden dat vorderingen in de ontwikkeling en resultaten van leerlingen een van de ijkpunten van de kwaliteit zijn; zij dienen echter wel in een context geplaatst te worden. Wij monitoren de cognitieve ontwikkeling van leerlingen. Jaarlijks worden de gegevens van de school die op basis van het CITO-leerlingvolgsysteem verkregen worden in kaart gebracht m.b.v. een duidelijke analyse van de eigen gegevens, in relatie tot vergelijkbare scholen. Mede met deze gegevens kan de school de resultaten van de leerlingen gebruiken om te signaleren wat sterke- en werkpunten zijn van de school. Wij vinden het belangrijk dat deze gegevens ook op schoolniveau met het schoolteam en de medezeggenschapsraad besproken worden. d. Tevredenheidsonderzoeken De wijze waarop de resultaten tot stand komen hangt mede af van de mate waarin leerkrachten, leerlingen en ouders zich prettig voelen op de school. Wij maken vanaf 2007 gebruik van periodieke tevredenheidonderzoeken onder ouders, leerlingen en personeel. Op basis hiervan wordt structureel informatie verkregen op zowel groeps- als schoolniveau over de mate van tevredenheid van betrokkenen. De resultaten zullen zowel op schoolniveau (met team en MR) als op groepsniveau besproken worden. Het streven is om in de schoolgids jaarlijks een terugkoppeling te doen van de uitkomsten. e. Procedure KIK op ‘t Karregat. Er worden door de intern begeleiders en de directeur na bespreking met het team een concept gemaakt van de bestaande KIK-kaart. Een KIK-kaart wordt door het team voorbereid in een bouwvergadering. De resultaten worden verwerkt en in een teamvergadering besproken en vastgesteld. Daarna gaan twee interne auditoren in de groepen observeren en houden gesprekken met teamleden. Actiepunten komen terug tijdens een KIK-vergadering.
24
Kleine verbeterpunten worden in een teamvergadering besproken en vastgesteld. Grotere beleidsonderwerpen komen uitgebreid aan de orde en worden in de beleidsplanning opgenomen. Overzicht kwaliteitsinstrumenten Instrument Frequentie K.I.K. Per schooljaar 2 onderdelen Oudertevredenheidsonderzoek 1 x per 4 jaar (scholen met succes) Leerlingtevredenheidsonderzoek 1 x per 4 jaar (scholen met succes) Teamtevredenheidsonderzoek 1 x per 4 jaar (scholen met succes) SWOT 1 x per 4 jaar Trendanalyse cito2 x per schooljaar toetsgegevens PKO inspectie 1 x per 4 jaar ………………….
Toelichting In 4 jaar komen alle KIKonderdelen aan de orde
Uitvoering door Ib-er en directeur
f. Omgaan met klachten/ klachtenregeling Wij zien een goede klachtenregeling en klachtenafhandeling als onderdeel van kwaliteitsbeleid. Salto heeft een integrale klachtenregeling en is aangesloten bij de LKC (landelijke klachtencommissie). Daarnaast maakt salto gebruik van 2 extern vertrouwenspersonen, die gespecialiseerd zijn op het terrein van klachtenafhandeling en die desgevraagd de scholen, ouders, leerlingen en het bestuur kunnen ondersteunen. Op schoolniveau zijn er interne schoolcontactpersonen die voor een eerste opvang bij klachten kunnen zorgen en eventueel kunnen doorverwijzen naar externen. De benodigde deskundigheidsbevordering voor deze schoolcontactpersonen wordt ieder jaar door salto georganiseerd. Op het DO (directieoverleg) wordt regelmatig aandacht besteed aan klachtafhandeling via casuïstiek. Naast deze lijn heeft salto sinds mei 2003 een gedragscode voor personeel m.b.t. de fysieke omgang van personeel met leerlingen ontwikkeld. De regeling t.a.v. de informele en formele aanpak van klachten wordt ieder jaar in de schoolgids gepubliceerd zodat deze voor ouders en leerlingen duidelijk is. 4.3 Verbetering t.a.v. de kwaliteitszorg in het kader van Passend Onderwijs. Centraal in het werken aan kwaliteitsverbetering staat beoordeling of diagnose van de huidige kwaliteit door de resultaten te meten: een (nul)meting van de huidige stand van zaken. Daartoe zijn er door de inspectie en diverse onderzoekbureaus in de afgelopen periode op alle scholen verslagen gemaakt over de kwaliteit in brede zin (b.v. P.K.O.
25
onderzoek). Dit zijn externe evaluaties die, door de school als vertrekpunt voor verbetering worden gebruikt. Het doel van ons is om minder afhankelijk te zijn van evaluatie door derden. D.m.v. systematische zelfevaluatie en interne audit zijn we zelf in de gelegenheid om de kwaliteit van het onderwijs te analyseren, meten en dus te kunnen verbeteren als basis voor sturing in de (nabije) toekomst. Dit zorgt voor interne sturing en een reviewproces/ planning & control en is tevens zelfevaluatie zoals bedoeld in de S.W.O.T. Op basis van deze metingen worden doelen en speerpunten voor de school geformuleerd. Ze zijn richtinggevend voor de verbeteracties t.a.v. de kwaliteit van de scholen, van directeuren en van het personeel. De komende jaren zal dit vooral zijn in het kader van Passend Onderwijs en HandelingGerichtWerken. 4.4 Op welke manier leggen wij verantwoording af? Horizontale verantwoordelijkheid naar ouders, MR/externen Naast het afleggen van verticale verantwoording in de lijnorganisatie, dient de schooldirectie ook horizontale verantwoording af te leggen vanwege het feit dat een school een brede maatschappelijke opdracht heeft. Dat betekent verantwoording afleggen over de resultaten naar de direct belanghebbenden, de ouders van de school, de m.r., de personeelsleden, leerlingen, externen, etc. Het afleggen van horizontale verantwoording op schoolniveau vindt plaats middels de volgende instrumenten: schoolgids schoolplan nieuwsbrieven en website school ouderavonden en oudergesprekken mr vergaderingen rapportages en jaarverslag ouder-, leerling- en teamtevredenheidsonderzoeken die aanleiding geven tot beleidswijzigingen, etc. - Verticale verantwoordelijkheid naar bestuur, inspectie, ministerie In de vorige planperiode van dit schoolplan werd een aanzet gegeven tot het organiseren en verbeteren van afleggen van verantwoording over het doen en laten binnen de organisatie in de vorm van kwartaal- managementrapportages van de AD aan het bestuur en van de schooldirecteuren aan de AD. Zoals hierboven geschetst wordt een breed mandaat gegeven m.b.t. de aansturing van de organisatie aan de algemeen directeur. Voor de schooldirecteuren geldt daarvoor het schoolplan als leidend document. Het bestuur vergadert plm. 10 keer per jaar en wordt m.b.t. de uitvoering van het bedrijfsplan onder meer geïnformeerd door een schriftelijke managementrapportage per kwartaal van de A.D. aan het bestuur. Daartoe heeft de AD op zijn beurt weer relevante managementinformatie nodig van de schooldirecteuren. Daartoe werd een jaarstructuur ontwikkeld op welke momenten de AD op de relevante aandachtspunten/ resultaatgebieden informatie verkrijgt via managementrapportages van de schooldirecteuren. Daarnaast legt de AD namens het bestuur verantwoording af aan de inspectie op organisatieniveau, waardoor het aantal contactmomenten en schoolbezoeken vanuit de inspectie met de schooldirecties zal afnemen.
26
4.5 Beleidsvoornemens 2012-2016 2012-2016: jaarlijks 2 kaarten herhalen van alle KIK-kaarten 2012-2014: in het kader van Passend Onderwijs: * verdere ontwikkeling Handelings Gericht Werken m.b.t. leerkrachtvaardigheden * verdere ontwikkeling schoolprofiel naar een brede zorgschool * ontwikkeling IB-ers m.b.t. handelingsgerichte proces diagnostiek 2012: leerlingtevredenheid peiling 2013: oudertevredenheid peiling 2014: personeeltevredenheid peiling 4.6 Consequenties van het voorgenomen beleid 2011-2013: Inkopen expertise en scholing voor HGW vanuit Natuurlijk leren € 10.000 2012-2014: Tevredenheidpeilingen € 7.000 - Aanstellen interne auditoren
27
Hoofdstuk 5 Overige beleidsterreinen De ICT - ontwikkeling binnen onze school 5.1 Hoe ziet de school de inzet van ICT ICT heeft twee doelen: *ter didactische ondersteuning van de onderwijsleersituatie: de leerlingen maken gebruik van ondersteunende educatieve software bij de verschillende vakgebieden. Daarnaast werken zij met Word, PowerPoint, Outlook, Excel en internet. De vooraf geselecteerde websites zijn om informatie te zoeken en te gebruiken voor hun opdrachten. *het ontwikkelen van de computervaardigheden: vanaf groep 1 maken de leerlingen kennis met de computer. Vanaf groep 3 werken de leerlingen zelfstandig met de verschillende programma’s. Vanaf groep 5 is er wekelijks computerles om de technische vaardigheden verder te ontwikkelen. Alle leerlingen hebben een eigen wachtwoord en inlogcode. Vanaf groep 5 wordt gebruik gemaakt van de methode “4kids” om de leerlingen vaardig te maken in het gebruik van Office. Bij projecten wordt gebruik gemaakt van digitale camera’s om de inhoud visueel te ondersteunen. In groep 3 tot en met 8 hebben we digitale schoolborden. Dit zijn digitale Heutink borden. De leerkrachten gebruiken de computer voor het aansturen van het digibord. De school beschikt over 30 laptops (24 Skoolmates en 6 standaard laptops), die ook in de klassen worden ingezet wanneer ICT op het programma staat. De leerlingen van de A+ klas werken hier ook veelvuldig mee. Vanaf groep 5 werken de leerlingen 1 uur in de week met deze laptops om vaardigheden op het gebied van ICT en Microsoft office eigen te maken. Daarnaast zijn de groepen 3 tot en met 8, naast de computer voor het bord, voorzien van 4 computers die gebruikt worden door de leerlingen bij ondersteunende programma’s. De groepen 1 en 2 hebben alleen een computer voor de leerkracht, waar ook de leerlingen bij het werken gebruik van mogen maken. Er is een draadloos netwerk aangelegd in de bovenbouw. Dit maakt het flexibel werken met de laptops mogelijk . 5.2 De ICT-ontwikkelingen op het gebied van het registreren van de ontwikkelingen van de leerlingen We volgen de ontwikkeling van de leerling door middel van verschillende digitale systemen: * LOVS Cito: een cognitief leerlingvolgsysteem voor groep 1 t/m 8 * Kijk: een leerlingvolgsysteem voor de totale ontwikkeling van de leerling in groep 1 en 2 * Eduscope: Dit is het leerling administratiesysteem van de school. Het is een digitale kaartenbak waarin van alle leerlingen de NAW gegevens staan, absentiegegevens, de gegevens van de ouders,bijzonderheden, leerlingkenmerken, de toetsresultaten, de handelingsplannen, plannen van aanpak en de oudergesprekken. 5.3 De ICT-ontwikkelingen op het gebied van onze bedrijfsvoering. Om de informatie en communicatie tussen de verschillende geledingen zo effectief mogelijk te laten verlopen , maken we veelvuldig gebruik van Outlook. Er is mailcontact tussen leerkrachten onderling, tussen leerkrachten en externen en leerkrachten en ouders.. Mailcontact met ouders vindt op verschillende manieren plaats. De Karreflits, ons
28
schoolnieuws, wordt via de mail verzonden waar interesse is. Er is incidenteel mailcontact over wederzijdse hulpvragen en korte mededelingen. Er is een centraal docentenplein. Hier is een tweedeling gemaakt. Er staat alle relevante informatie per leerjaar op zoals voorbereiding thema’s , gescande documenten voor het digibord, afspraken per bouw, werkbrieven etc. Daarnaast staan er op het gebied van onderwijsinhoud, organisatie en personeel de beleidsdocumenten op. Er is een website om ons te presenteren aan potentiële nieuwe ouders. De ouders kunnen informatie vinden op de site. Zo staan de schoolgids, de kalender , de MR en de nieuwsbrieven hierop. Daarnaast worden alle actuele zaken hierop vermeld en staan er foto’s op van recente activiteiten. Onder het kopje archief zijn ook foto’s en nieuwsbrieven terug te vinden van de afgelopen jaren. We willen deze website niet alleen voor volwassenen aantrekkelijker maken, maar ook voor onze leerlingen. Dit willen we bereiken door nuttige en educatieve links aan te bieden en ruimte voor de leerlingen beschikbaar te stellen onder het kopje “Kidsweb”. Hier kunnen zij het geleerde toepassen in de praktijk. Dit laatste maakt de site ook aantrekkelijker voor ouders. Zij kunnen hier dan namelijk nalezen welke bijzonderheden er in de groep zijn gebeurd. De website wordt onderhouden door de ICT-er. 5.4 De ICT-er in onze school De taken en verantwoordelijkheden van de ICT-er zijn vanuit salto vastgesteld. Hij maakt het beleid op het gebied van ICT en onderwijs voor de school toepasbaar en uitvoerbaar. Zijn taak is het initiëren en i.o.m. de schooldirectie uitwerken en uitvoeren van het schoolspecifieke ICT-beleid. Hij draagt zorg voor het goed en doelmatig functioneren van het netwerk en bijbehorende software ( de kwaliteit hiervan is ook afhankelijk van de technische ondersteuning die geboden wordt). Hij onderhoudt de educatieve en administratieve software en het houdt toezicht op het gebruik hiervan. Hij is mede verantwoordelijk voor de inhoud van de homepage van de school. Onderwijsinhoudelijk draagt hij zorg voor een duidelijke integratie van ICT in het dagelijkse onderwijs . Hij verleent ondersteuning aan alle gebruikers van ICT op school. Hij heeft structureel overleg met de directeur en evalueert jaarlijks het beleid. Hij neemt deel aan het overleg met overige ICT-coördinatoren salto. Hij is bevoegd binnen vastgestelde kaders van het schoolbeleidsplan en binnen de genoemde taakstelling beslissingen te nemen en uitgaven te doen binnen het vooraf vastgestelde budget. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van het schoolgebondenbeleid op het gebied van ICT en voor een goede communicatie naar alle geledingen. ( team, directie, mede ICT coördinatoren en BICT). De ICT-coördinator is om de week 1 dag ambulant. Hij houdt zijn deskundigheid op niveau met betrekking tot de ICT ontwikkelingen door het lezen van vakliteratuur, het deelnemen aan het bovenschoolse ICT overleg, het bezoeken van ICT beurzen en indien gewenst het volgen van scholing.
5.5 Beleidsvoornemens 2012-2016 De komende jaren willen we verder investeren in de ICT- ontwikkeling in de groepen 1 tot en met 8 door de aanschaf van touchscreens. Deze kunnen de digitale Heutink borden
29
vervangen. Hiermee worden de mogelijkheden om interactief bezig te zijn met de leerlingen nog verder vergroot. Het gebruik van Eduscope en Kijk willen we verder optimaliseren. We inventariseren de vaardigheden van de leerkrachten omtrent deze programma’s en het digibord. Naar aanleiding van deze inventarisatie worden scholingsmomenten georganiseerd. Wanneer uit de inventarisatie blijkt dat er scholing nodig is, willen we dit realiseren met behulp van ervaren collega’s. Nieuwe expertise kunnen we mogelijk inkopen. Het gebruik van de educatieve software willen we beter in kaart brengen, zodat we zicht krijgen op mogelijke vervanging of uitbreiding van ons aanbod. Naar behoefte en in overleg wordt er nieuwe software gezocht en aangeschaft. We willen minimaal gebruik van deze programma’s vastleggen. 5.6 Consequenties voor het voorgenomen beleid 2012-2013: aanschaf 4 touchscreens € 20.000 Begeleiding leerkrachten groep 1-2 door de ICT-ers bij het gebruik van de touchscreens. 2012-2013: aanschaf 16 laptops € 8.000 vervanging en uitbreiding software € 5.000 2013-2014: aanschaf 12 laptops € 6.000 vervanging en uitbreiding sotfware € 5.000 2014-2015: vervanging computers € 15.000
De inzet en de ontwikkeling van het personeel 5.7 De speerpunten voor personeel en organisatie: We proberen bij ons op school een personeelsbestand te krijgen met een evenwichtige leeftijdsopbouw en een balans tussen ervaren en onervaren leerkrachten. De ontwikkeling van de organisatie en het personeel zal gericht zijn op HGW (HandelingsGerichtWerken) en Opbrengst Gericht Werken. 5.8 De consequenties van deze speerpunten voor personeel en organisatie: Dit alles vereist een goede klassenmanagement (model Directe Instructie), HGW (groepsplannen) en opbrengst gericht denk- en werkniveau. 5.9 Inzetbaarheid van medewerkers De samenstelling van het team kan de komende jaren onder druk komen te staan i.v.m de bezuinigingen en de verplichtingen op saltoniveau. Er ontstaat een situatie waarin een school personeel krijgt toegewezen i. .p.v een vrije keuze voor een teamlid dat past in de visie en de ontwikkeling van de school. Het primaire proces staat voorop. Bij de jaarlijkse samenstelling van de formatie is het uitgangspunt zoveel mogelijk mensen in de groep. De beschikbare tijd voor de overige functies en taken zijn gelimiteerd. (zie hfdst 2.1) 5.9 Optimalisering van de ontwikkeling van de medewerkers in relatie tot de te bereiken opbrengsten/resultaten: Deze plan periode zal het scholingsplan op teamniveau en individueelniveau grotendeels ingezet worden in het kader van HGW. De onderdelen klassenmanagement en
30
opbrengstgericht werken worden hiervan een onderdeel. Voor dit traject roepen we externe hulp in, maar onderdelen (bijv. model Directe Instructie) zullen de Ib/ers oppakken. 5.11 Professionaliseringsplan wordt gerealiseerd? Het professionaliseringsplan bestaat op schoolniveau de komende jaren grotendeels uit het vergroten van de leerkrachtvaardigheden op het gebied van directe instructie, het realiseren van een groepsplan en het verhogen van de opbrengsten. Individuele scholing zal grotendeels gerelateerd zijn aan de functiemix. 5.12 Beleidsvoornemens 2011-2015 Traject HandelingsGericht werken 5.13 Consequenties van het voorgenomen beleid Inhuren externen voor het traject HGW € 15000 De rol en betrokkenheid van de ouders binnen de school 5.14 Welke uitgangspunten hanteert de school in relatie tot partnership met ouders? Binnen onze school benadrukken we het partnerschap met ouders, maar ook ieders deelverantwoordelijkheid in taken. De school kan het niet zonder de ouders en omgekeerd. Onder partnerschap verstaan we een proces waarin school en ouders erop uit zijn elkaar wederzijds te ondersteunen en waarin ze proberen hun bijdrage aan de opvoeding van het kind op elkaar af te stemmen, met als doel het leren, de motivatie en de ontwikkeling van het kind optimaal te bevorderen. Hiervoor is echte dialoog tussen school en ouders (jeugdzorg e.a.) nodig, waarbij ieders eigen en specifieke verantwoordelijkheid uitgangspunt is en wordt gerespecteerd. Opvoeding is op de eerste plaats een zaak van de ouders. Ouders beschikken over kennis van de gehele context van een leerling en hebben over het algemeen een betere kijk op het welbevinden en de emotionele ontwikkeling van hun kind en hebben zicht op hoe het kind de school ervaart. Deze informatie is een belangrijke aanvulling op het beeld dat onze school van het kind heeft. De school heeft een betere kijk op de cognitieve ontwikkeling en het (sociaal) gedrag van leerlingen in de schoolcontext. Opvoeding thuis en het leren op school worden met regelmatig contact goed op elkaar afgestemd. Binnen salto is het uitgangspunt dat leraren en ouders in samenwerking zo gunstig mogelijke voorwaarden voor de ontwikkeling van kinderen scheppen (wederkerigheid) 5.15 Besluitvorming met ouders Schoolniveau: MR Individueel niveau: De ouder is een serieuze partner in de opvoeding. We gaan met de ouder in gesprek om de ontwikkeling van de leerling in goede banen te leiden. Het kan voorkomen dat we in een bepaalde fase in het proces niet tot dezelfde zienswijze komen. We hanteren dan de volgende procedure bij doublure, versnellen: ouders nemen het definitieve besluit. De zorgen van de school en de afspraken worden vastgelegd in een document. Dit wordt door beide partijen ondertekend. De directeur behoudt het recht bij grote twijfel en ernstige zorgen een afwijkend besluit te nemen.
31
5.16 Communicatie met ouders en onderwerpen: - Onderwerpen op schoolniveau worden in de MR besproken. - Aan het begin van het jaar geven alle groepen een informatieavond. Hier krijgen de ouders informatie van algemene aard en informatie over de betreffende groep. - Er zijn bij ons op school 2 rapportbesprekingen (Jan/Febr en Juni) en een spreekuur in oktober. Beide ouders worden hiervoor uitgenodigd. - Onderwerpen van individuele aard wordt persoonlijk met de ouders besproken. In eerste instantie met de groepsleerkacht, maar mocht het nodig zijn treden in eerste instantie de Ib/ers op als intermediair. Mocht dit geen bevrediging hebben voor een van de partijen wordt de hulp ingeroepen van de directeur. 5.17 Beleidsvoornemens 2012-2016 Voortzetting van het huidige beleid. 5.18 Consequenties van het voorgenomen beleid Kritisch blijven volgen van het huidige beleid. De huisvestingsontwikkelingen binnen de school 5.19 Huisvesting (schoolgebouw en -terrein) beter afgestemd op onderwijskundige ontwikkelingen (passend onderwijs, spil, ICT-toepassingen) Over 3 jaar moet er een nieuwbouwschool staan met, 20 klassen, 2 speelzalen, een gymzaal en een aula. De school komt in een multifunctioneel gebouw met als partners de Peuterspeelzaal, Kinderdagverblijf en commercieel gedeelte. Met de ordening van de lokalen gaan we uit van het huiskamerprincipe. Er worden 4 groepslokalen geformeerd rond een leer/werkplein. Elke groep krijgt een leer/werkzolder in het lokaal. De opzet hiervan is dat op 3 niveaus zelfstandig werk gerealiseerd kan worden. Van veel toezicht tot weinig toezicht. Overal in de school komen digiborden, maar de voorkeur gaat uit naar touchscreens. Elk lokaal krijgt een werkplek met 4 computers. Iedere groep krijgt een eigen wc, garderobekast en per 2 a 3 groepen een eigen berging. Hierdoor komen zo weinig mogelijk kasten in het groepslokaal. Elk lokaal wordt voorzien van minimaal het aantal leerlingentafels en stoelen als leerlingen in de groep zitten (zelfde hoogte), instructietafel, en leerkrachtbureau. 5.20 Huisvesting (schoolgebouw en -terrein) beter afgestemd op optimale gebruiksmogelijkheden, flexibiliteit en multifunctionaliteit: Alle lokalen zijn zowel te gebruiken door groepen in de onderbouw als uit de bovenbouw. Er worden ook 4 lokalen gerealiseerd die zowel te gebruiken zijn voor de Peuterspeelzaal als voor de kleuterbouw of als BSO/ruimte. 5.21 Huisvesting (schoolgebouw en -terrein) een betere, herkenbare uitstraling: Het dienstencentrum ´t Karregat zal een parel in de wijk worden. Met de innovaties die in de basisschool gerealiseerd worden, zal de basisschool ´t Karregat een positieve uitstraling hebben naar de wijk en ver daar buiten. We denken dit op de volgende manieren te realiseren: - Het aanzicht van het gebouw. - Heldere bewegwijzering. - Huiskamersfeer d.m.v. groepering groepen - Schoolvision verlichting. - Speel- leerzolders
32
- zeer ruime transparante opbouw schoolgebouw - flexibele inzet computers en touchscreens 5.22 Beleidsvoornemens 2012-2016 mei 2013 verhuizen bovenbouw naar noodunits sept 2013 aanvang kleuterbouw en verhuizing intern kleuterbouw en groepen 3 dec 2013 lokalen groepen 1/2/3 klaar en aanvang verbouwing lokalen bovenbouw juli 2014 verbouwing gereed 5.23 Consequenties van het voorgenomen beleid Schoolvision € 50000 Inrichting speelzaal € 15000 Flatscreeens € 100000 Inrichting handvaardigheidslokaal € 30000 Verrijdbaar podium € 10000 Aankleding school: Kunstobjecten € 20000 Geluidsinstallatie en verlichting € 20000 Inrichting teamkamer € 15000 Inrichting buitenruimte teamkamer € 20000 Digitale informatieborden € 15000 Beamerwand achter podium € 5000 Beamer € 2500 Het financiële beleid van onze school 5.24 Het meerjarig financieel beleid t.a.v. alle voorgenomen beleidsontwikkelingen: a. Meerjarenbegroting De school beschikt over een meerjarenbegroting, waarin de volgende vijf onderdelen een plaats hebben: 1 het meerjarenformatieplan 2 de meerjareninvesteringen en de daarop gebaseerde afschrijvingen 3 de omvang van uitbesteed werk 4 de exploitatiekosten van de school. 5 Dekking. Op basis van de leerlingenprognoses wordt de rijksvergoeding lumpsum berekend. Dit wordt door het stafbureau beschikbaar gesteld. Daarnaast worden de andere geprognosticeerde baten opgenomen. b. Begroting Op basis van de door salto in september beschikbaar gestelde begrotingsbrief wordt de jaarbegroting aan salto aangeboden. Deze begroting wordt gebaseerd op activiteiten die zijn afgeleid uit het schoolplan. 5.25 Welke risico’s onderkent de school: Een risico voor onze school vormen de impulsgelden groot € 120.000,-. Wanneer deze subsidie stopt betekent dit dat de onderwijsprojecten VVE en Plusklas
33
(passen onderwijs) komen te vervallen. In de personeelsformatie betekent dit dat 5 onderwijsassistenten en 1 leerkracht gaan verdwijnen. 5.26 Tekenbevoegdheden op school: Op onze school zijn de directeur (M. van der Bruggen), waarnemend directeur ( I. KlaassensLambriex) en onderbouwcoördinator (M. Stortelder- van de Berg) tekenbevoegd. 5.27 De financiële situatie van de school: Op dit moment heeft de school een reserve van €920.000,-. De laatste jaren is er bewust voor gekozen om dit op te bouwen om te korten na de nieuwbouw te kunnen opvangen. De verwachting is dat in schooljaar 2013 – 2014 een structureel te kort gaan krijgen van +/- € 40.000,-. Dat betekent dat we in 10 jaar de reserves gaan afbouwen naar € 450.000,-. Dit niveau is volgens het rekenmodel van VOS/ABB ruim voldoende om een financieel gezonde school te zijn. 5.28 Hoe houdt de school de financiële situatie onder controle? a. Exploitatie Elke maand wordt door salto een exploitatieoverzicht beschikbaar gesteld. Dit exploitatieoverzicht wordt gebruikt om de lasten en baten te bewaken. Ten minste eenmaal per jaar wordt het grootboek gecontroleerd op onjuiste boekingen. b. Verantwoording Per kwartaal wordt een MARAP aan de AD aangeleverd volgens een door salto beschikbaar gesteld format. Na afloop van het kalenderjaar wordt op basis van een door salto aangereikt format een bijdrage geleverd aan het jaarverslag en de jaarrekening van salto. Daarnaast wordt aan het eind van de planperiode door de school jaarlijks een eigen jaarverslag (met daarin opgenomen het onderwijs- en personeelsjaarverslag) uitgebracht. In het kader van Governance zal aan het eind van de planperiode de school systematisch aan de Algemeen Directeur kunnen rapporteren over de inspectie-indicatoren. 5.29 De ontwikkelingen op gebied van financiën en planning & control: Op dit moment is salto bezig met formalisering van de begrotingsafspraken. Op bestuursniveau is per 1 januari 2011 besloten om schoolreserves niet meer per school inzichtelijk te maken, maar als bestuursreserves te behandelen. Dit betekent dat de school structureel vanaf schooljaar 2013 – 2014 structureel € 40.000 te kort komt. Hierdoor komt de expertise VVE en plusklas (passend onderwijs) in gevaar. 5.30 Beleidsvoornemens 2012-2016 Invoeren HGW (HandelingsGerichtWerken) - expertise uitbreiding leerkrachten groep 1-2 op het gebied van VVE en ontwikkelingsgericht werken - Expertise uitbreiding voor Passend onderwijs - Aanpassingen op onderwijskundig- en materieelgebied i.v.m. nieuwbouw/renovatie
34
- Onderzoek naar de mogelijkheid om Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf onder beheer en verantwoordelijkheid van de basisschool te laten vallen. - HGW: vanuit de onderwijsbehoefte van een kind komen tot een beredeneerd aanbod voor een bepaald vakgebied vanuit de leerlijnen en tussendoelen. Vanuit een groepsoverzicht komen tot een groepsplan met daarin het aanbod voor een bepaalde periode om het gestelde doel te bereiken. - Ontwikkelingsperspectief: 1. verder ontwikkelen van format om leerling goed te volgen in zijn ontwikkeling 2. leerkrachten weten wat de leerlijnen per leerjaar van de verschillende vakgebieden - Opbrengstgericht werken: 1. welke opbrengsten (resultaten) willen we realiseren? 2. hoe realiseren we opbrengsten die we mogen verwachten vanuit de doelgroep? 3. Wat heeft de individuele leerkracht nodig om dit te realiseren? - Herhalen van alle KIK-kaarten in de komende 4 jaar. - Verder verbeteren invulling Passend Onderwijs dmv HandelingsGerichtWerken Consequenties van het voorgenomen beleid - Met de organisatie “Natuurlijk leren” invoeren HGW tot 2015 kosten € 15.000 - Met de organisatie “Fydes” uitbreiden expertise leerkrachten 1-2 kosten € 15.000 - Experts opleiden op het gebied van dyslexie, rekenen en motoriek/schrijven € 15.000 - Aanpassingen op onderwijskundig- en materieelgebied € 100.000 - Aanschaf Philips Schoolvision om de concentratie van de kinderen met 10% te verhogen € 100.000 - Aanschaf touchscreens voor de 14 groepslokalen € 100.000 - leerkrachtvaardigheden verder ontwikkelen m.b.t. realiseren opbrengsten - samen leren: klassenconsultaties en maatjeswerk vervanging groep + externe ondersteuning € 20.000 (2 jaar) - indien noodzakelijk aanschaf programma’s voor volgen ontwikkeling leerlingen € 2.000 - Inkopen expertise en scholing voor HGW € 5000,- Aanstellen interne auditoren
35
Hoofdstuk 6 Onze beleidsvoornemens, totaaloverzicht en planning Geef hier schematisch weer welke beleidsvoornemens er zijn per jaar gerealiseerd worden (schema: zie bijlage)
36
Bijlagen Bijlage 1 Missie en Visie salto De missie van salto geeft bovenstaande kernachtig weer: “saltoscholen in Eindhoven zijn spil in de wijk met goed en eigentijds onderwijs op maat voor elk kind”. De algemene omschrijving van de visie op goed en eigentijds onderwijs binnen salto is: 1. saltoscholen bieden kinderen doelbewuste ondersteuning bij het verwerven van voldoende basisvaardigheden om het dagelijks leven aan te kunnen in een steeds complexer wordende en meer geavanceerde samenleving. Expliciet dragen de scholen eraan bij dat kinderen zich competent en autonoom gaan voelen en daarnaar handelen en dat zij sociaal vaardig en weerbaar worden, waardoor zij zinvolle relaties aangaan met leeftijdsgenoten en volwassenen. 2. saltoscholen dragen bij aan de ontwikkeling van het vermogen van kinderen om te leren, te blijven leren en gemotiveerd te zijn dat te blijven doen. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het vermogen van kinderen om eigen leerstrategieën voor het gehele leven te ontwikkelen (de onderzoekende competentie). 3. saltoscholen besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van het leren samenwerken en samen leren. 4. Tegelijkertijd is er aandacht voor de kritische competentie, om bijvoorbeeld vraagstukken rondom waarden en ethische vraagstukken te kunnen begrijpen en duiden. Ondernemerschap van het management wordt op prijs gesteld. Hierin komt de eigen zeggenschap en verantwoordelijkheid van de integraal schoolleider tot uiting. Wij voelen ons maatschappelijk verplicht verantwoording af te leggen over ons onderwijsaanbod en de resultaten ervan. Stap voor stap willen wij met behulp van de principes van de lerende organisatie dit proces verbeteren. Het gedrag dat we hierbij vertonen, is in een aantal kernwaarden benoemd en komt tot uitdrukking in de wijze waarop we elkaar binnen en buiten de organisatie (kunnen) aanspreken. Binnen het brede scala van onderwijsconcepten van saltoscholen worden deze kerntaken feitelijk en concreet zichtbaar gemaakt in het onderwijs van alledag.
37
Bijlage 2 1. Ambitie van salto Door het verbeteren van de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs realiseert salto haar ambitie Passend Onderwijs voor al haar leerlingen door: maatwerk te realiseren; de doel- en opbrengstgerichtheid van het onderwijs te vergroten; de organisatie van het onderwijs aan te passen. Streven vanuit de ambitie Het streven is een transparant continuüm van kwalitatief goede zorg en goed onderwijs. Hierbij gaat het om de volgende aspecten: 1. Voor alle leerlingen toegang tot kwalitatief Passend Onderwijs. Binnen dat onderwijs wordt gewerkt vanuit het ontwikkelingsperspectief van leerlingen door middel van een handelingsgerichte aanpak. Hierbij gaat het om afstemming van de onderwijsbehoeften van leerlingen en het onderwijsaanbod. Met andere woorden: wat heeft een leerling nodig om bepaalde doelen te bereiken? Het antwoord daarop komt voort uit handelingsgerichte diagnostiek. Hierbij zijn de positieve aspecten en mogelijkheden van de leerling en zijn (leer)omgeving richtinggevend voor oplossingen. 2. Er is tevens sprake van een sluitende indicatiestelling voor meer specifieke leerlingenzorg. Het begrip indicatiestelling kan verwijzen naar een ‘bestaande toestand’ ofwel een [DSM-IV]diagnose m.b.t. de geconstateerde problematiek, maar ook naar de bepaling van de ‘mate en aard van behoeften’ die een leerling heeft. Resultaten vanuit de ambitie 1. Het kind staat centraal, waarbij er niet van belemmeringen wordt uitgegaan maar van kansen. 2. Het onderwijs houdt rekening met verschillen tussen leerlingen en past het aanbod aan op de onderwijsbehoeften van het kind. 3. Passend Onderwijs wordt in de klas gerealiseerd. Het personeel moet voldoende toegerust zijn. 4. Indicatiestelling moet handelingsgericht zijn. 5. Passend Onderwijs betekent niet dat alle leerlingen in de gewone school voor basisonderwijs worden opgevangen. Er zijn criteria en werkwijzen, salto-breed vastgesteld. 6. Een deel van de leerlingen heeft ook zorg (van] buiten de eigen (reguliere) school nodig. Het proces van doorverwijzing op salto-niveau is adequaat beschreven. 7. Salto is een samenwerkende, op netwerken en co-creatie ingerichte organisatie, zowel intern als extern. 8. Salto heeft een werkwijze en cultuur die resultaat- en outcome1 gericht is.
1
Outcome zijn de maatschappelijke effecten die worden nagestreefd
38
Achterlijnen om de ambitie te bereiken: 1. Handelingsgericht werken 2. Werken vanuit- en met zorgprofielen 3. Sluitende indicatiestelling ontwikkelen 4. Samenwerkingsafspraken maken 5. Zorgprofiel 6. Doorlopende leer-, ontwikkelings- en zorglijnen ontwikkelen 7. Betrokkenheid en deskundigheid ontwikkelen 8. Rol en betrokkenheid ouders waarborgen 9. Rol OSC in relatie tot competentieprofiel
39