SCHOOLGIDS Openbare basisschool ‘ t Karregat
Inhoudsopgave A.
Algemeen deel
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Een woord vooraf De school Waar de school voor staat De organisatie van het onderwijs De zorg voor de kinderen De leerkrachten De ouders De ontwikkeling van het onderwijs in de school De resultaten van het onderwijs
3 4 6 8 13 18 19 22 23
B.Specifiek deel (wordt elk jaar vervangen) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Regeling school- en vakantietijden In- en uitschrijving uitwisseling peuters / kleuters Verlof Schoolteam Gymnastiek / schoolzwemmen Schoolmelk Ongevallen, aansprakelijkheid en verzekeringen Regels en afspraken Ouderbijdrage Vervoer De overblijf Jeugdgezondheidszorg Onderwijsbegeleiding Namen Trefwoordenlijst
24 25 27 28 28 29 29 29 30 30 31 34 36 37 39
C.Schoolkalender (wordt jaarlijks met deel B uitgegeven)
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
2
Een woord vooraf In deze schoolgids willen wij een duidelijk beeld geven van de uitgangspunten, de doelen en de organisatie van onze school. Voor ouders die een school moeten kiezen voor hun kind wil deze gids een handleiding zijn en antwoord geven op vragen als: Wat is ‘t Karregat voor een school? Welke keuzes maakt de school? Hoe is het onderwijs georganiseerd? Belangrijke vragen voor ouders. Zij vertrouwen hun kind tenslotte een groot deel van de dag toe aan een school. De eerste acht jaar dat een kind naar school gaat, wordt de basis gelegd voor het daarop volgende onderwijs. Scholen in ons land hebben een zekere vrijheid om zelf te bepalen wat belangrijk is om een kind te leren. Alle ouders van wie de kinderen drie jaar worden, krijgen een landelijke gids toegestuurd waarin de overheid duidelijk maakt welke eisen er aan een basisschool gesteld worden. Naast die gids kunt u deze gids leggen om te bepalen of ‘t Karregat een school is die bij uw ideeën past. Een bezoek aan onze school kan hieraan zeker bijdragen. Deze gids bestaat uit twee delen: A. Een algemeen gedeelte, waarin de zaken staan die voor langere tijd gelden. B. Een specifiek (jaar-)gedeelte, waarin de regelingen voor een bepaald schooljaar staan. Bij deze jaarlijkse aanvulling hoort ook de schoolkalender. De omslag en het algemeen gedeelte worden eenmalig uitgereikt; elk schooljaar kan het specifieke gedeelte vervangen worden. Als u op- en aanmerkingen voor verbetering of aanvulling van de schoolgids of de infokalender hebt, dan kunt u contact opnemen met de directie. De medezeggenschapsraad van de school heeft in haar vergadering van .. juni 2012 instemming verleend aan deze herziene schoolgids. Na vaststelling door het bestuur ontvangen de ouders van iedere leerling een exemplaar van de schoolgids. De ouders van nieuwe leerlingen ontvangen een exemplaar bij inschrijving van hun kind.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
3
1. Onze school Naam van de school: Saltoschool ‘t Karregat Adres: Urkhovenseweg 6 5641 KE Eindhoven Telefoon: 040 - 281 03 26 Fax: 040 - 281 80 54 E-mail adres:
[email protected] Ligging Onze school is gehuisvest in dienstencentrum ‘t Karregat, waarin ook de Lidl, vrijetijdsaccommodatie en zaalruimte zijn ondergebracht. Gebouwd in de zeventiger jaren volgens vergaande principes van openheid, eiste de schoolpraktijk in de daarop volgende jaren vele aanpassingen aan het gebouw. De laatste bouwkundige aanpassing is van 2006, toen zijn het Kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal in het complex getrokken. Zij vormen samen met onze basisschool SPILcentrum ’t Karregat. Toch heeft de huisvesting van de school haar unieke karakter behouden: een schoolgebouw, uniek van vorm met veel ruimte en mogelijkheden. Het voedingsgebied van de school omvat de wijken Geestenberg (50% van de leerlingen komt uit dit woongebied), Muschberg (22%), ‘t Hofke (22%) en Doornakkers (5%). Schoolgrootte en groepen Het aantal leerlingen is de laatste jaren rond de 290. Er wordt gewerkt met 14 groepen (waaronder 1 plusklas), 25 onderwijsgevenden (waarvan 11 fulltimers), vijf onderwijsassistentes en een conciërge. Ook hebben we een leerkracht voor meerbegaafde kinderen (A+ klas) Zij geeft op maandag en dinsdag les. Een van de onderwijsgevenden is vakleerkracht voor het vak muziek. Bestuur Saltobasisschool ‘t Karregat valt onder het bevoegd gezag van het Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs (salto), Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven. Binnen deze stichting zijn er scholen met een verschillende signatuur. basisschool ’t Karregat is een openbare school. Salto is verantwoordelijk voor het onderwijs op 22 basisscholen en 2 sbo scholen in Eindhoven. De dagelijkse verantwoordelijkheid is in handen van het College van Bestuur. Voorzitter College van Bestuur is mevrouw drs. A.L. Bus. De medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit drie ouders en drie leerkrachten en werkt volgens een medezeggenschapsreglement. Een ouder of een leerkracht kan verkozen worden in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van de 24 Saltoscholen.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
4
Het schoolgebouw De gearceerde gedeelten zijn de ingangen van de school.
15
Ons gebouw heeft 14 groepslokalen en een speelzaal voor de kleuters (lokaal 6). Daarnaast is er nog een lesruimte voor meerbegaafde kinderen, een ruimte voor administratie, een vergaderruimte en een directiekamer. De grote gymnastiekzaal die we gebruiken voor de groepen 3 t/m 8 bevindt zich in hetzelfde gebouw. Wij prijzen ons gelukkig met de ruimte die ons ter beschikking staat.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
5
2. Waar onze school voor staat 2.1 Missie, uitgangspunten, prioriteiten Missie ‘t Karregat is een school waar het leren een centrale plaats inneemt. In een veilige omgeving wordt zorg besteed aan kwaliteit en ontwikkeling afgestemd op elk individu. Kinderen hebben er recht op dat er eisen aan hen gesteld worden. Uitgangspunten Op ‘t Karregat werken we voortdurend aan de verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Kwaliteit en visie blijken uit: ervaring in het omgaan met kinderen van verschillende afkomst en levensovertuiging. het scheppen van een veilige omgeving, waarin kinderen elkaar leren waarderen en accepteren. het bieden van de mogelijkheid tot het volgen van levensbeschouwelijk onderwijs (onder lestijd). betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs. het gericht zijn op maatschappelijke thema’s, zoals milieu, bestrijding van racisme en tegengaan van vandalisme. differentiatie binnen (3 niveaus) en buiten de groep (plusklas en A+ klas) Omdat ‘t Karregat een openbare school is, staat de school open voor alle leerlingen die in staat en gerechtigd zijn het geboden onderwijs te volgen. Onze school heeft daarom de taak aandacht te schenken aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving. Respect voor iedere (legale) opvatting staat voorop, wanneer godsdienstige/levensbeschouwelijke onderwerpen ter sprake komen. Discriminatie op grond van geloof, geaardheid, afkomst of geslacht is daarom uit den boze. Prioriteiten De kenmerken van onze school moeten overeenstemmen met de eisen die gesteld worden in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). De vertaling van deze kenmerken voor de praktijk van ‘t Karregat komt neer op: Aandacht voor elk kind zodat het een doorgaande ontwikkelingslijn kan volgen. Op onze school zijn wij daarom structureel bezig werkwijzen en leermiddelen te ontwikkelen die gericht zijn op differentiatie en individualisering. Wij zijn er van overtuigd dat dit binnen de organisatie van een school met jaarklassen goed mogelijk is. Binnen dit concept houden we rekening met de verschillen die er tussen de leerlingen (en de leerkrachten!) bestaan. Voortdurende scholing van de onderwijsgevenden zal nodig zijn om beter te leren omgaan met verschillen en de eigen mogelijkheden.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
6
Aandacht voor kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen. Leerlingenzorg neemt op onze school een centrale plaats in. (zie H 4)
Gericht op een evenwichtige ontplooiing van het kind in zijn totaliteit. In onze werkplannen is gestreefd naar evenwicht tussen cognitieve, creatieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling. Vooral tijdens het werken rond een bepaald thema in de hele school komen alle genoemde aspecten aan de orde. Twee maal per schooljaar kiezen we een bepaald thema, waaraan alle groepen enige tijd werken. We noemen dit de tijd van het Schoolproject. Excursies, het samen inrichten van een tentoonstelling en het betrekken van ouders bij de uitvoering zijn vaak onderdeel van een project. Aandacht voor kinderen uit andere culturen. Bij het kiezen van methoden houden we hier rekening mee.
Het onderwijs is steeds in ontwikkeling en de stand van zaken is vastgelegd in een schoolplan. Voor de invoering van nieuwe leermiddelen worden trajecten uitgezet, waarin ook mogelijk ouders betrokken worden.
Een team dat intensief met elkaar samenwerkt. Een systeem van klassenconsultatie, bouwoverleg en coaching is opgezet om de onderlinge samenhang en afstemming te bevorderen.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
7
3. De organisatie van het onderwijs 3.1 Schoolorganisatie Voor elk schooljaar wordt een apart organisatieplan gemaakt. De indeling in groepen is afhankelijk van het aantal kinderen, de beschikbare financiën van het Ministerie van Onderwijs, de mogelijkheden binnen het totaal van de openbare scholen en de uitgangspunten van onze eigen school. Die zijn: de groepen 1 t/m 4 zo klein mogelijk houden in verband met zo vroeg mogelijke signalering voor extra hulp. het gebruik maken van de specifieke kwaliteiten van de leerkrachten. het vrijhouden van tijd voor leerlingenbegeleiding (Intern begeleider), informatica (ICT-er), staftaken en schoolontwikkeling. zoveel mogelijk werken met jaarklassen; dat wil zeggen dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten. Om een optimale verdeling van de leerlingen over de beschikbare groepen te bereiken kan het noodzakelijk zijn om combinatiegroepen te formeren. binnen de groepen 3 tot en met 8 wordt het model van Directe Instructie gehanteerd; hierdoor kunnen steeds verschillende kinderen extra instructie krijgen. de mogelijkheid van groepsoverstijgend werken. in alle groepen hanteren we coöperatief leren in de onderbouw werken we volgens het concept basisontwikkeling De indeling in groepen en de samenstelling van het team voor het huidige schooljaar vindt u in het specifieke jaar-gedeelte. De organisatie van onze school is in het volgende schema weergegeven:
s t a f
o v e r l e g
Directeur
Coördinator onderbouw
Coördinator bovenbouw
Waarnemend directeur
Intern Begeleiders I.C.T. er
Onderbouw groep 1-3
Bovenbouw groep 4-8
leerkrachten
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
Conciërge
8
Groepering Binnen de jaargroepen wordt gewerkt met instructiegroepen. Een instructietafel is binnen de groepen 3 t/m 8 de plaats waar kinderen verdere uitleg kunnen krijgen. De opstelling in de lokalen is verder flexibel en afhankelijk van de aard van het werk: instructie, groepswerk, toetsweek, creatieve activiteit. Groepsgrootte Aan het begin van het schooljaar tellen de kleutergroepen ongeveer 22 kinderen. In de loop van het schooljaar komen de kinderen die 4 jaar zijn geworden daarbij. Verdeeld over 4 kleutergroepen bereiken we meestal tegen de zomervakantie een aantal van ongeveer 30 leerlingen. De groepen 3 t/m 8 splitsen we - bij voldoende middelen - als de grootte en/of samenstelling daartoe aanleiding geeft. Dit kan de vorming van heterogene groepen tot gevolg hebben Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Een aantal malen per jaar houden we een Groepsgewijs Schoolonderzoek met behulp van het leerlingvolgsysteem van CITO. Daarbij onderzoeken we hoe de kinderen zich ontwikkeld hebben op didactisch gebied en vergelijken dit met landelijke normen. Voor kinderen die uitvallen (E score) wordt een handelingsplan opgesteld. Deze handelingsplannen worden in de groep door de eigen leerkracht uitgevoerd. De kleuters worden ook geobserveerd aan de hand van de methode “Kijk”.
3.2 De samenstelling van het team De staf van de school bestaat uit : directeur coördinator onderbouw coördinator bovenbouw waarnemend directeur Voor muziek is een vakleerkracht werkzaam, terwijl zes leerkrachten gespecialiseerd zijn op het gebied van taal, gedrag,VVE, informatica en leerlingenzorg. Naast de groepsleerkrachten - parttimers en fulltimers - zijn er vijf onderwijsassistenten en een conciërge op school werkzaam.
3.3 De onderwijsactiviteiten 3.3.1 Onderwijs in de onderbouw Het onderwijs in de groepen 1-2 bevat onder meer: kringactiviteiten, spel en beweging, werken in hoeken, hierin komen onder andere de onderdelen taal en rekenen/wiskunde aan de orde Bij de voorbereiding van het onderwijs wordt in groep 1 en 2 onder meer gebruik gemaakt van bronnen en ideeënboeken.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
9
De ontwikkeling van kinderen wordt nauwgezet bijgehouden. Als er haperingen dreigen, onderneemt de leerkracht actie. De leerkracht is zeer gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ze past onderwijsactiviteiten toe waarin kinderen kunnen experimenteren, zelfvertrouwen opbouwen en communicatief vaardig worden. We gaan ervan uit dat een leerling die overgaat naar groep 3 niet opeens "kleuter-af" is. De organisatie en manier van werken van groep 1–2 wordt in de middagactiviteiten gecontinueerd Het onderwijs en de activiteiten in de groepen stemmen we zoveel mogelijk op elkaar af. De afstemming van het opvoedkundig klimaat blijkt onder meer uit de kring-activiteiten, de aanpak van de gezamenlijke projecten en de afstemming d.m.v. de cursus sociaal emotionele ontwikkeling. (SOEMO-kaarten) 3.3.2 Basisvaardigheden Vanaf groep 3 gebruiken we moderne methodes voor lezen, spelling, schrijven en rekenen. Deze vakken noemen wij de basisvaardigheden of instrumentele vakken. Ze zijn immers de "instrumenten" die je als basis nodig hebt voor je verdere schoolloopbaan. Vooral het leren lezen krijgt van ons in de onderbouw veel nadruk. Het dagelijks werk van de kinderen wordt gecontroleerd en besproken in een volgende les. De methoden die we gebruiken bij rekenen en taal hebben hun eigen toetsen, die wij afnemen om te controleren of de kinderen de leerstof hebben begrepen. Ook de aan de methoden verbonden didactische werkvormen en leerlingenactiviteiten worden gevolgd. 3.3.3 Zelfstandig werken In alle groepen leren de kinderen zelfstandig te werken. Deze vaardigheid omvat niet alleen een opvoedkundig doel. Deze vaardigheid is ook een middel om rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Het eigen maken van het zelfstandig werken begint in de kleutergroepen met behulp van "een knuffelbeest" en een planbord. Het zelfstandig verwerken is een dagelijks terugkerend onderdeel bij het model Directe Instructie. In de overige groepen worden indien nodig "stoplichten of knuffelbeesten" gebruikt om de kinderen te herinneren aan het zelfstandig werken. Tevens wordt gebruik gemaakt van dag- en weektaken. 3.3.5 Wereldoriënterende vakken In alle groepen geven we onderwijs in wereldoriënterende vakken. Dit zijn vakken die helpen bij het verkennen van de wereld om ons heen. Ze ondersteunen de oriëntatie op onze wereld. In de onderbouw gebeurt dit in thema's en projecten. Een thema is een bepaald onderwerp. Als dit wordt uitgewerkt met onderdelen en activiteiten van meerdere vakgebieden spreken we van een project. We bieden daarbij ook ruimte aan de eigen inbreng van de kinderen. Voor het uitwerken van de thema's en projecten maken we gebruik van de principes van 'Basisontwikkeling'. Deze methode gaat er onder meer van uit dat het onderwijs goed moet zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen, recht doet aan de verschillen tussen kinderen en ruimte biedt aan de eigen inbreng van kinderen. In de hogere groepen beginnen we met de zaakvakken. Dit is een verzamelnaam voor: aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. De zaakvakken geven we met behulp van methoden. De invoering van methoden voor zaakvakken vindt plaats vanaf groep 5.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
10
3.3.6 Sociale redzaamheid en bevordering gezond gedrag Sociale redzaamheid en gezond gedrag spelen een belangrijke rol in heel het onderwijs. In alle vakgebieden komt dit aan de orde. Er is een bewuste keuze voor bepaalde leerstof gemaakt. (SOEMO-kaarten) 3.3.7 Expressie activiteiten De expressieactiviteiten vinden plaats in de roostertijden voor muziek, handenarbeid en tekenen. Sommige activiteiten worden met behulp van ouders in kleinere groepen gegeven. Dit noemen we ateliers Daarnaast zijn er expressieactiviteiten die onderdeel zijn van de thema's en projecten. Deze activiteiten vinden op andere momenten plaats. Tijdens de thema's en projecten is er ook een andere vorm van expressie, dan worden er nl. optredens op het podium gehouden voor kinderen en ouders. 3.3.8 Lichamelijke opvoeding In de lagere groepen komt deze ontwikkeling terug in allerlei activiteiten. U kunt daarbij denken aan spel en beweging (binnen en buiten), vormen van functie-ontwikkeling en het werken met materiaal. In de hogere groepen is de lichamelijke ontwikkeling vooral terug te vinden in de gymlessen (1 les spelbeleving en 1 les bewegingsonderwijs per week). Hiervoor gaan de kinderen van groep 3 t/m 8 naar de gymzaal in het dienstencentrum 't Karregat. De kinderen dragen bij deze lessen gymkleding. 3.3.9 Onderwijs in de eerste taal en Nederlands als tweede taal Vierjarige kleuters komen in groep 1-2. Sommige kinderen krijgen na een gewenningsperiode extra woordenschatonderwijs van de onderwijsassistent of van hun eigen leerkracht. In zo'n groepje zitten ook autochtone kinderen die extra taal ondersteuning nodig hebben. De ouders van alle kinderen krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan het thuisproject.VVE thuis Met dit project wordt de woordenschat thuis extra geoefend. Ook worden de ouders betrokken bij het leerproces d.m.v werkbladen, verhalen en opdrachten die ze samen met de kinderen kunnen doen. 3.3.10 Levensbeschouwelijke vorming Het gaat om lessen in katholiek godsdienstonderwijs, humanistische vorming, oecumenische vorming, protestants-christelijke vorming, lessen in de koran en dergelijke. Indien ouders dat wensen kan deze vorming onder schooltijd worden georganiseerd. Ouders kunnen op het inschrijfformulier hun interesse aangeven. In een jaargroep moeten 12 kinderen interesse hebben. Op dit moment worden er alleen lessen humanistische vorming gegeven.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
11
3.4 Methodes vak- en vormingsgebieden
Taalactiviteiten: Lezen
:
Begrijpend lezen Studerend lezen Taal Engels Schrijven
: : : : :
Veilig leren lezen Goed gelezen Goed gelezen Goed gelezen Taal Actief (nieuwe versie) Real Enlisch Schrijftaal
Rekenactiviteiten: Rekenen : Rekenzeker Wereldoriënterende activiteiten: Aardrijkskunde : Land in Zicht Geschiedenis : Speurtocht Natuurkennis : Wijzer door de natuur Verkeersonderwijs : Wijzer door het verkeer Gezondheidsopvoeding en sociale redzaamheid : Mappen Bevordering sociale redzaamheid en gezond gedrag (uitgave Educatieve Partners) SOEMO-kaarten Geestelijke stromingen : Gangmakers (uitgave Stichting Leerplan Ontwikkeling) Expressie: Tekenen Handvaardigheid Textiele werkvormen Muziek
: : : :
Tekenvaardig Handvaardig Textielvaardig Ding Dong / Hoy een lied / Praxis/ Moet je doen
Lichamelijke opvoeding: Basislessen Bewegingsonderwijs
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
12
4. De zorg voor de kinderen 4.1 De opvang en plaatsing van nieuwe leerlingen Voordat u uw kind bij ons op school aanmeldt, kunt u zich oriënteren op het onderwijs op onze school door het lezen van de inhoud van de informatiemap. Deze bevat:
de schoolgids, de schoolkalender, informatie over de leerplicht, informatie over de dagelijkse gang van zaken in groep 1-2, Een gesprek met Maria Stortelder (coördinator onderbouw) en een rondleiding door de school dient u zelf aan te vragen. De kinderen die vier jaar worden, krijgen +/- één maand vóór hun vierde verjaardag een welkomstbrief met een uitnodiging om vier dagdelen te komen kennismaken met de groep en de groepsleerkracht. Dit geldt niet voor leerlingen die na de zomervakantie starten. De ouders van deze leerlingen dienen zelf een afspraak te maken met de leerkracht om enkele dagdelen te komen kennismaken. Ook zijn ze welkom op de wisselochtend in de laatste schoolweek. De kinderen worden geplaatst in een van de kleutergroepen volgens de volgende criteria: alle kleutergroepen ongeveer even groot, een redelijke verdeling van jongens en meisjes, geen broertjes /zusjes in dezelfde kleutergroep. Het team beslist in welke groep een kind geplaatst wordt. Die beslissing kan alleen veranderd worden op pedagogische en /of medische gronden. De directie neemt in deze de beslissing. Voor kinderen die van andere scholen komen, is het onderwijskundig rapport voor ons een eerste aanwijzing om de aansluiting zo soepel mogelijk te laten verlopen. De leerkracht bekijkt samen met de intern begeleider hoe ver uw kind is gekomen.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen (leerlingvolgsysteem) Om een helder beeld te krijgen van de ontwikkeling van de kinderen hanteren we op school het Leerlingvolgsysteem. Het systeem bestaat uit een samenhangend geheel van toetsen, een registratiesysteem en aanwijzingen of materiaal voor gerichte hulp aan zwakke leerlingen. Het stelt de leerkrachten in staat om systematisch en van alle leerlingen in de school de leervorderingen over langere periodes en over meerdere leerjaren te peilen en daar consequenties aan te verbinden. Gaan leerlingen nog vooruit en zo ja in welke mate, of is er misschien sprake van stilstand of zelfs achteruitgang en wat kan daaraan gedaan worden? We maken daarbij onderscheid in problemen op individueel niveau (enkele leerlingen blijven achter), op groepsniveau (de groep ontwikkelt zich ongunstig) of op schoolniveau (de leerprestaties op onze school vergeleken met landelijke normen). In grote lijnen kent de werkwijze van het Leerlingvolgsysteem vier stappen:ObserverenSignaleren – Analyseren - Handelen. De activiteiten met betrekking tot signalering voeren de leerkrachten zelf in hun klas uit. In de analyse-fase wordt er steeds een Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
13
leerlingbespreking gehouden, waar in onderling overleg wordt gekeken welke leerlingen gerichte hulp nodig hebben. In principe wordt deze hulp steeds in de eigen groep door de eigen leerkrachten gegeven.
Aan het einde van ieder schooljaar evalueren we de kwaliteit van het onderwijs op schoolniveau en maken we zo nodig afspraken over structurele aanpassingen in het te geven onderwijs. Ons leerlingvolgsysteem heeft op dit moment betrekking op het leerstofgebied lezen, waaronder begrepen technisch- en begrijpend lezen, spelling en rekenen. Gebruikt worden de toetsen die ontwikkeld zijn door het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO). Voor de kleutergroepen worden de CITO -toetsen Rekenen voor kleuters en Taal voor kleuters afgenomen. Naast de CITO-toetsen gebruiken we de observatiemethode “Kijk” in de kleutergroepen. 4.2.1 De leerlingbespreking De leerlingbespreking vormt de basis van de zorgverbreding binnen de school. De leerkrachten overleggen in het bouwoverleg; groep1 t/m 3 is de onderbouw en groep 4 t/m 8 is de bovenbouw. In dit overleg wil men, onder leiding van de bouwcoördinator, samenwerking in de bouw bevorderen, collega’s motiveren, organisatievormen in de groepen in kaart brengen en afstemmen, informatie uitwisselen, toetsgegevens uit het Groepsgewijs School Onderzoek (GSO) bespreken en ook de resultaten van de methodegebonden toetsen en Entreetoetsen (CITO) voor de groepen 5,6,7 en 8. Het bouwoverleg vindt tweewekelijks plaats. De coördinatie van de leerlingenzorg op onze school behoort tot de speciale taak van de intern begeleiders, die op onze school de zorg hebben voor: het bewaken van de toetskalender (twee maal per jaar is er een groepsgewijs schoolonderzoek (GSO), bespreking van de resultaten met groepsleerkrachten, gesprekken met ouders over speciale hulp (ouders worden hiervan in kennis gesteld, zodra besloten is om hun kind extra zorg te geven), zorgdragen voor leerlingdossiers-speciale-zorg, voorbereiden leerlingbespreking, ondersteuning bij het opstellen van handelingsplannen en toezien op uitvoering en evaluatie, overleg met zorginstanties (schoolbegeleider, ambulante begeleider, schoolarts….), bijhouden orthotheek (waar allerlei hulpmiddelen en materialen zijn geordend om kinderen over een bepaalde drempel heen te helpen). 4.2.2 Overleg Leerlingenzorg Leerlingen die op leergebied of sociaal emotionele ontwikkeling extra zorg nodig hebben worden regelmatig besproken met de leden van het zorgteam. Tijdens dit overleg met de leerkracht, intern begeleider, orthopedagoog en directeur worden de vorderingen van deze leerlingen besproken. Samen wordt gekeken of de extra begeleiding door de leerkracht voldoende resultaat heeft opgeleverd. De ouders en eventueel het kind zijn op de hoogte gebracht van deze bespreking. Indien de vorderingen achterblijven, kan er een capaciteitenonderzoek worden afgenomen. De ouders kunnen /moeten hiervoor toestemming geven. Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
14
Afhankelijk van de uitslag van het capaciteitenonderzoek kan het kind geplaatst worden in onze Plusklas of aangemeld worden bij Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Door aanmelding van het kind bij PCL bestaat de mogelijkheid om de leerling aan te melden voor speciaal basisonderwijs. In bepaalde gevallen is het kind beter af met onderwijs dat nog meer afgestemd is op de mogelijkheden van het kind ( speciaal onderwijs). Deze laatste vorm van onderwijs wordt door de ouders aangevraagd; de school ondersteunt hierbij. 4.2.3 De procedure van aanmelding bij de PCL Regelmatig bespreekt de leerkracht en/of de IB-er met u de ontwikkeling van het kind. De ouder wordt door de leerkracht van alle stappen op de hoogte gesteld. Daarbij wordt u voor elke te ondernemen stap om toestemming gevraagd. Alle uitkomsten van onderzoeken en adviezen die daaruit voortvloeien worden besproken met u als ouder. De aanvraag van de beschikking van de PCL wordt in samenspraak met de ouder gedaan. De formulieren die daarvoor worden gebruikt, maken onderdeel uit van een zogenoemd ‘onderwijskundig rapport’. Als de ouder(s) akkoord gaat met dit rapport en eventuele bijlage, ondertekent de ouder het toestemmingsformulier. De ouder ontvangt dan een kopie van het geheel. Na maximaal acht weken ontvangt de ouder het besluit van de PCL. Als de ouder het hiermee niet eens is, kan de ouder beroep aantekenen bij de Regionale VerwijzingsCommissie (RVC). Deze RVC controleert onder meer of de PCL op de juiste wijze met de gegevens is omgegaan. 4.2.4 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht Van ieder kind wordt een digitaal leerling dossier (eduscoop) bijgehouden. Hierin worden gegevens verzameld over het gezin, de afgenomen onderzoeken en bijzonderheden uit gesprekken met de ouders of externe betrokkenen. De resultaten van de methode toetsen worden bijgehouden in de groepsmap. De gegevens uit het leerlingvolgsysteem worden bewaakt door de intern begeleiders. 4.2.5 De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders De ouders willen we graag regelmatig op de hoogte houden van de volgende zaken: Hoe gaat het op school? Hoe zit het onderwijs in elkaar? Hoe gaan we met de kinderen om? Om dit te bereiken zorgen we voor: informatie op papier: maandelijk verschijnt Schoolnieuws gesprekken op afspraak met de ouders spreekuur in de maand oktober de schriftelijke rapporten van ieder kind met daarbij 15 minuten gesprekken: in januari en juni voorlichtings- of introductie-avonden (er wordt over de gang van zaken in de klas en het onderwijs gesproken), algemene ouderavonden. Er zijn contacten die gericht zijn op de school. Het gaat dan om: een klassen ouder, deze ouder zorgt voor een makkelijke communicatie tussen leerkracht en ouders Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
15
assistentie verlenen op allerlei gebied (werkavonden, deelname in een ad hoc-groep voor feesten, schoolkrant en evenementen zoals Sinterklaas, Kerst en Carnaval), helpen in een groep bij bijvoorbeeld knutselochtend, maken van een werkstuk
4.2.6 Advisering van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs Voor de advisering van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs is de PO/VO (Basis Onderwijs en Voortgezet Onderwijs) procedure ontwikkeld. Om tot een verantwoord advies te komen, ten aanzien van de keuze van voortgezet onderwijs, wordt deze procedure al gestart in groep 5. De volgende onderzoeken vinden plaats: In groep 5:
- entreetoets (toetsen CITO)
In groep 6:
- entreetoets (toetsen CITO)
In groep 7:
- entreetoets (toetsen CITO)
In groep 8:
- een capaciteitenonderzoek (NIO bij alle VMBO leerlingen) - een onderzoek naar werkhouding, motivatie en welbevinden ( PMTK) ? - eindadvisering
Behalve voor de eindadvisering worden de gegevens van bovengenoemde onderzoeken ook gebruikt om aan kinderen een gerichte begeleiding te geven, met name aan kinderen die uitvallen op een van de instrumentale vakgebieden. Dyslexie. De school draagt zorg voor een adequate aanpak bij problemen in de ontwikkeling van het lezen. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs kunnen de gegevens samengevat en overgedragen worden na toestemming van de ouders. Indien voor de begeleiding op het voortgezet onderwijs een dyslexieverklaring wenselijk is, draagt het voortgezet onderwijs zorg voor de procedure en de eventueel daarmee verbonden kosten in overleg met de ouders. 4.2.7 Extra begeleiding voor zorgleerlingen 4.2.7.1 Plusklas Met ingang van schooljaar 2004–2005 is er op onze school een plusklas van start gegaan. Een plusklas is een klas waarin leerlingen (maximaal 15 ) van onze school zitten. Deze leerlingen hebben veel extra begeleiding en uitleg van de leerstof nodig. Deze benadering vraagt veel tijd. Deze kinderen hebben meer tijd nodig om de lesstof te leren. Dit kan in de plusklas. De kinderen krijgen daar zoveel mogelijk de stof in hun eigen tempo en op eigen niveau aangeboden. Niet ieder kind komt in aanmerking voor de plusklas. Alle kinderen van de school worden regelmatig besproken in het zorgteam. Uit dit overleg blijkt dat er soms kinderen zijn, die veel problemen hebben met de aangeboden lesstof. Nadat het kind intensief begeleid is, kan het zijn dat er nauwelijks vooruitgang geboekt is in de leerprestaties. Er volgt dan een gesprek met een orthopedagoog. Hieruit kan het advies volgen dat een kind een Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
16
capaciteitenonderzoek nodig heeft, waarna het kind mogelijk beter geplaatst kan worden in de plusklas. Dit alles gebeurt in goed overleg met de ouders van / en het kind. 2013-2014 start de plusklas met 8 kinderen uit 3 verschillende leerjaren. De kinderen volgen ‘s ochtends hun eigen leerprogramma in hun eigen tempo in plusklas. ’s Middags gaan de kinderen naar de groep van hun eigen leerjaar. Hierdoor kunnen de kinderen gymnastiek, zwemmen, knutselen en alle overige activiteiten meedoen met hun leeftijdsgenootjes. 4.2.7.2 Gelijk lopen roosters in de groepen In de groepen 4 t/m 8 worden op dezelfde tijd dezelfde vakken gegeven. Dit heeft als voordeel dat kinderen begeleid kunnen worden op hun eigen niveau. Wanneer een kind met een vak moeite heeft of beter presteert kan het kind naar een hogere of lagere leerstofgroep verwezen worden. De kinderen krijgen dan de stof op eigen niveau aangeboden. Voor de overige vakken blijven ze in de groep van hun eigen leerjaar. 4.2.7.3 A+klas voor meerbegaafde leerlingen Met ingang van schooljaar 2009–2010 zijn we van start gegaan met een A+klas. Een A+klas een klas waarin leerlingen zitten die meer uitdaging nodig hebben. De kinderen krijgen andere stof aangeboden. Te denken valt aan Filosofie, Spaans, Schaken, ontdekkingstocht door Egypte en Australië, Kunstschilders, enz. Niet alle kinderen komen in aanmerking voor de A+klas. Halverwege groep drie geven de leerkrachten aan welke kinderen mogelijk in aanmerking komen voor de A+ klas. Daarna wordt aan de hand van Het Digitaal Handelingsprotocol Begaafdheid gescreend of het kind inderdaad in aanmerking komt. Indien het resultaat positief is, worden gesprekken gevoerd met het zorgteam en de ouders. Daarna kan het kind in de A+klas geplaatst worden. Voor verschillende onderdelen kunnen ook vakdocenten uitgenodigd worden. Zo hebben afgelopen jaar vakdocenten de vakken schaken en filosofie gegeven in de A+klas. De kinderen van groep 7 en 8 krijgen ongeveer 13/4 uur, de kinderen van groep 5 en 6 ongeveer 11/2 uur en de kinderen van groep 3 en 4 ongeveer 1 uur op maandag en dinsdag. Deze kinderen worden in staat geacht de lesstof van hun jaargroep te kunnen volgen zonder dat alle oefenstof wordt gemaakt Dit alles gebeurt in goed overleg met de ouders van / en het kind. 4.2.7.4 Externe begeleiding voor zorgleerlingen Als u, in een uitzonderlijk geval, overweegt om individuele hulp voor uw kind te regelen buiten de school om, maar wel onder schooltijd, dient u vooraf verlof aan te vragen bij de directeur. Die zal op inhoudelijke gronden vaststellen of er vrijstelling verleend kan worden voor het niet bijwonen van bepaalde onderwijsactiviteiten en de duur van de vrijstelling.
De redenen zijn: - De school is tijdens schooluren verantwoordelijk voor de leerling; - De leerling dient in 8 schooljaren tenminste 7520 uur onderwijs te ontvangen (WPO art 8 lid 7) - De geboden ondersteuning/begeleiding dient in het geboden onderwijspakket te zitten; Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
17
-
Indien de extra leerhulp binnen redelijke grenzen valt en de school het aandurft de verantwoordelijkheid te nemen, mogen de scholen dit toestaan. Met dien verstande dat dit stukje onderwijs buiten hun verantwoordelijkheid valt (er is geen zicht op) en derhalve gevraagd wordt aan de hulpverlener om regelmatig aan de school te rapporteren.
4.3 Organisatie van andere activiteiten voor kinderen Naast onze eigen schoolsportdagen nemen we nog deel aan buitenschoolse sportactiviteiten te weten: wandelvierdaagse handbaltoernooi. Wanneer de groepen met een bepaald thema bezig zijn (bijvoorbeeld bij de 2 schoolprojecten die we elk jaar opzetten) kunnen excursies georganiseerd worden. Voor de groepen 1 t/m 6 wordt een schoolreis georganiseerd, terwijl groep 7 en 8 op kamp gaat. Groep 7 wordt daarnaast voorbereid op de landelijke verkeersproef. 4.4 Informatie voor gescheiden ouders U heeft recht op bepaalde informatie over uw kind. Bijvoorbeeld informatie over hoe het gaat op school, het rapport of de informatie van de ouderavonden. De school moet u die informatie geven. Ook als u gescheiden bent en ook als u geen ouderlijk gezag meer heeft over uw kind. Als beide ouders na echtscheiding met het gezag blijven belast, dan zullen zij door de school gelijkelijk worden behandeld. U mag dan beiden dezelfde informatie verwachten. Als er één ouder belast is met het ouderlijk gezag, dan heeft deze ouder de verplichting om de andere ouder op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen. Als u geen wettelijk gezag over uw kind heeft en informatie over uw kind wilt, dan moet u zelf bij de schooldirecteur naar de informatie vragen. De directeur mag weigeren om u de informatie te geven. Dit mag hij echter alleen als hij dit in het belang vindt van uw kind. Ook hoeft de leerkracht of directeur u niet meer informatie te geven dan aan de met het gezag belaste ouder is gedaan. Als u vindt dat u recht heeft op informatie over uw kind, maar de leraar weigert dit, dan kunt u hierover praten met de directeur van de school. Als dit niet helpt kunt u, in het uiterste geval, een klacht indienen.
4.5 Pestprotocol Scholen worden bij wet verplicht om op effectieve wijze pesten tegen te gaan. Gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor vinden, kunnen in het uitsterste geval terecht bij de Kinderombudsman, http://www.dekinderombudsman.nl/22/kinderen/ Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
18
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
19
5. De leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholing Alle kinderen hebben dezelfde schooltijden. Er is dus geen verschil (meer) in begin- en eindtijden voor kleine en grotere kinderen. Bij ziekte wordt geprobeerd de vervanging intern op te lossen. Daarnaast kunnen wij een beroep doen op vaste invalkrachten. Als team zijn wij bezig met gezamenlijke scholing op het gebied van HandelingsGericht Werken, coöperatief leren, eduscoop, voorkoming ordeverstorend gedrag en basisvorming bij kleuters.
5.2 De inzet van personeel voor de onderbouw Om de kwaliteit van het onderwijs aan het jonge kind te verbeteren, zijn we wettelijk verplicht een deel van het personeel zo in te zetten dat de nadruk ligt op de onderbouw. Wij streven naar een gemiddelde van 25 leerlingen per groep. In onze school is de verhouding onderbouw- en bovenbouwleerkrachten ten gunste van het jonge kind. De inzet van onderwijsassistenten Iedere groep 1-2 heeft gedurende vier ochtenden per week de beschikking over een onderwijsassistent. In de plusklas hebben we ook de beschikking over een onderwijsassistente. Deze geeft ondersteuning in de groep. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de groepsleerkracht.
5.3 De begeleiding en inzet van stagiaires Bij ons op school komen stagiaires van de Fontys Hogeschool-Eindhoven het vak leren. Zij geven enkele lessen en lessenseries en voeren stageopdrachten uit. De groepsleerkracht begeleidt deze studenten. Duidelijke opdrachten en goede afspraken met de begeleider van de hogeschool moeten ervoor zorgen dat de kinderen extra aandacht krijgen door een juiste inzet van de stagiaire. Met een student van het laatste jaar sluiten we een LIO-contract (LIO=leraar in opleiding) contract. Deze student neemt voor langere tijd het groepswerk over en de leerkracht coacht op afstand. De stagiaires van het ROC volgen een opleiding tot onderwijsassistent.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
20
6. De ouders 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Het openbaar onderwijs is altijd al een voorstander geweest van inspraak van de ouders. Ouders hebben inspraak in zaken als inhoud en organisatie van het onderwijs en de benoeming van leerkrachten. Sinds de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) zijn er drie niveaus van ouderparticipatie: 1. Medezeggenschap op bestuursniveau via de medezeggenschapsraad en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. 2. Overleg tussen ouders en leerkrachten in de vorm van een oudervereniging. 3. Ouderhulp in school. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een raad voor alle openbare basisscholen in Eindhoven. De GMR spreekt zich uit over zaken die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen. 6.1.1 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school In hoofdstuk 4.2.5 is beschreven hoe we de ouders op de hoogte willen houden van het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen (Schoolnieuws, oudergesprekken, ouderavonden). 6.1.2 Inspraak Aan onze school is een medezeggenschapsraad verbonden, bestaande uit ouders en leerkrachten. De ouders worden gekozen uit de ouders die zich voor deze functie kandidaat stellen. De zittingsperiode is twee jaar. De medezeggenschapsraad (MR.) geeft advies over of stemt in met op punten als: het schoolplan, vakantierooster, het overblijven, aanschaf nieuwe methodes en financiën. De directeur geeft in de MR-vergaderingen, desgevraagd, toelichting op (bestuurs-) besluiten en ontwikkelingen in het onderwijs. Maria Stortelder coördineert de samenwerking op spilniveau en gaat in overleg met de diverse oudergeledingen en personeelsleden. Samen worden allerlei activiteiten georganiseerd. 6.1.3 Ouderactiviteiten Op veel manieren kunnen ouders helpen op school, in en buiten de klas: Als klassenouder, deze ouder zorgt voor een makkelijke communicatie tussen leerkracht en ouders bij activiteiten als Sinterklaas, Kerst en Carnaval; bij het werken in de bibliotheek; hulp bij leesgroepen, handvaardigheid en computerlessen; ondersteuning bij schoolkampen; vervoer van kinderen naar en van excursies; begeleiden van leerlingen bij sporttoernooien en hulp bij het trainen daarvoor. Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
21
Tijdens de ouderavonden aan het begin van het schooljaar krijgen ouders alle informatie over ouderhulp. Aan het begin van het jaar ontvangt u informatie van de ouderraad. Daarin leest u hoe u zich kunt aanmelden voor de ondersteunende werkzaamheden. U valt daarbij onder dezelfde wettelijke aansprakelijkheidsregeling van het bestuur die ook geldt voor de leerkrachten. De eindverantwoordelijkheid voor de goede gang van zaken van ouderparticipatie berust bij de school. 6.1.4 Overblijfmogelijkheden Met ingang van schooljaar 2012/2013 heeft onze school een continurooster. Dit betekent dat de leerlingen tijdens de lunchpauze op school eten. Het is de bedoeling dat de ouders zorgen voor brood en drinken. Tijdens het eten begeleidt de groepsleerkracht de kinderen waarna de kinderen, ook onder begeleiding , buiten gaan spelen. 6.1.5 Ouderbijdrage Voor een aantal activiteiten op school mogen wij geen geld gebruiken uit de rijksmiddelen (belasting). Uit deze middelen wordt het overgrote deel van de bekostiging voor de school betaald. Daarom vragen wij voor de bijzondere activiteiten als schoolfeesten (Sinterklaas, Kerst, Carnaval), sportactiviteiten, extra excursies e.d. een bijdrage van de ouders. (vrijwillige ouderbijdrage). Zo wordt een zogenaamd ouderfonds gevormd. De verantwoordelijkheid voor beheer en verantwoording van dit fonds berust bij de penningmeester van de Oudervereniging. Op een openbare school mag deze ouderbijdrage formeel niet verplicht zijn. Deze ouderbijdrage blijft een zaak van vrijwilligheid en solidariteit. De definitieve vaststelling en een voorstel van de activiteiten gebeurt in overleg tijdens de openbare jaarvergadering van de oudervereniging, kort na aanvang van het schooljaar, in augustus of september. De penningmeester van de oudervereniging verzoekt de ouders schriftelijk de bijdrage te betalen. Dit kan zowel middels een envelopje wat wordt afgegeven bij de leerkracht, als via een bancaire overschrijving. 6.1.6 Omgaan met sponsorgelden Door sponsoring kunnen scholen financiële speelruimte creëren die zowel ten goede komt aan het onderwijs als aan nevenactiviteiten. Met dat sponsorgeld kunnen extraatjes worden gedaan. Van sponsoring is sprake als we giften of extra bijdragen ontvangen. Enkele voorbeelden: enkele ouders geven extra geld; we krijgen een bijdrage van een maatschappelijke actie (b.v. Jantje Beton of Stichting Kinderpostzegels); een bedrijf geeft extra geld. Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring willen omgaan moet de sponsoring aan een van de volgende voorwaarden voldoen: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
22
Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. -
-
we spreken af dat we – als dank voor de sponsorgelden – nooit een tegenprestatie hoeven leveren die de vrijheid van het onderwijs, de kinderen of de ouders kan beperken; we nemen alleen deel aan acties van instellingen die passen bij de doelen en uitgangspunten van onze school.
Bovengenoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring, dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen en een aantal andere organisaties hebben ondertekend. Ouders die een klacht hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en/of niet akkoord gaan met de wederprestatie die aan de sponsoring verbonden is, kunnen bij hun contactpersoon terecht (zie elders in deze gids onder het klachtenreglement). 6.1.7 Klachtenprocedure U kunt met vragen, kritische opmerkingen en klachten over uw kind en/of de klassensituatie altijd terecht bij de groepsleerkracht van uw kind. Als dat niet tot een bevredigende oplossing komt kunt u terecht bij de directie, de schoolcontactpersonen en de vertrouwenspersonen. Wij gaan er van uit dat een eventueel probleem het beste zo dicht mogelijk bij de betrokken partijen kan worden opgelost; dit is dan een melding. Mocht het bespreken van deze melding geen oplossing bieden en/of is het wenselijk dat er door een onafhankelijke commissie onderzoek wordt verricht, dan kunt u een formele klacht indienen via de klachtenprocedure. Iedere school is verplicht een klachtenregeling te hebben. Hierin staat de procedure vermeld die gevolgd wordt als er een (ernstige) klacht is over bijvoorbeeld machtsmisbruik op school, seksuele intimidatie, ernstige vormen van pesten, discriminatie, racisme, lichamelijk geweld, algemene klachten over het klimaat in de school, de hygiëne en/of onderwijskundige zaken. De school neemt deze zaken serieus en heeft daarom twee schoolcontactpersonen binnen de school. Leerlingen, ouders en personeelsleden kunnen bij hen terecht voor een melding en/of een klacht. De schoolcontactpersonen zorgen voor de eerste opvang van de klager op school en eventuele begeleiding naar de directeur en in laatste instantie de externe vertrouwenspersoon. Ook geven ze voorlichting over de klachtenregeling. Op onze school zijn dit Irene Klaassens en Ankie Giesen Schoolcontactpersonen van basisschool ‘t Karregat zijn te bereiken op 040 –2810326. De scholen van salto hanteren allemaal hetzelfde klachtenreglement. Dit reglement is in te zien op uw school. De eigen leerkracht, evt. samen met de schoolcontactpersoon, informeert de kinderen over de taak/functie van de schoolcontactpersoon. Uiteraard gebeurt dit op een niveau dat de kinderen van de verschillende leeftijdscategorieën dit kunnen begrijpen. Ook zijn er externe onafhankelijke vertrouwenspersonen die “boven de partijen staan” (dus los van de school en bestuur). Deze zijn er voor klachten (niet arbeid gerelateerd, Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
23
deze worden bij voorkeur door de directeur en eventueel via de afdeling P&O opgelost) van ouders en personeel, maar ook voor degenen waarvoor de weg naar een schoolcontactpersoon geen optie is. De externe vertrouwenspersonen zijn ervaren mensen op dit terrein. Zij zijn zowel telefonisch als via e-mail te bereiken. Aanvragen lopen via het coördinatiepunt van de heer A. Lubbers. Externe vertrouwenspersonen klachtenregeling salto: De heer A.B.J. Lubbers, centraal contactpersoon Praktijkadres: Snoekstraat 6 5615 SZ Eindhoven Tel. 040-2573767 e.mail:
[email protected] De heer A. Van der Meijden De Kuil 36 5527 AA Hapert Tel. 0497-387534 / 06-54308753 e.mail:
[email protected] Wanneer u van mening bent dat uw klacht op de school niet naar tevredenheid is opgelost, kunt u uw klacht schriftelijk voorleggen aan het bevoegd gezag. U kunt zich via
[email protected] melden, of schriftelijk aan Voorzitter College van Bestuur, Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven, waarna uw klacht in behandeling wordt genomen Wanneer al deze stappen niet tot een bevredigende oplossing leiden, kunt u contact opnemen met de Landelijke Klachten Commissie (LKC), waarbij ons bestuur en onze school zijn aangesloten. De saltoklachtenregeling is op school aanwezig en op aanvraag in te zien. Landelijke klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail:
[email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl Hieronder staan de stappen die achtereenvolgens doorlopen kunnen worden bij klachten. De school heeft in het kader van de preventie, gedragsregels voor het team opgesteld. Bij problemen met leerkrachten wordt er van uitgegaan dat een melding in eerste instantie met de betrokken perso(o)n(en) wordt besproken. Stuit dit op problemen, dan kan men zich tot de directie wenden. Vindt men ook daar geen gehoor, dan kan de voorzitter College van Bestuur worden ingelicht. Deze kan er dan voor kiezen om de klacht zelf af te handelen of door te verwijzen, al dan niet in overleg met de extern vertrouwenspersoon of een extern deskundige. Stappenschema bij melding van klachten: Klachten over machtsmisbruik/seksuele intimidatie en 'overige' klachten’ (klimaat, hygiene, gedrag leerkracht, pesten ed.) 1. Betrokken lid /leden van de school Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
24
2. Directeur of interne schoolcontactpersoon 3. Externe vertrouwenspersoon 4. Voorzitter College van Bestuur 5. Landelijke Klachtencommissie L.K.C.
Elke volgende stap wordt pas gezet als de klacht in de voorafgaande stap niet tot tevredenheid van de klaagster(s) / klager(s) is afgehandeld. Wanneer u meent dat uw klacht via de klachtenprocedure niet naar tevredenheid is opgelost kunt u als laatste stap contact opnemen met de Landelijke Klachten Commissie, de LKC, waarbij ons bestuur is aangesloten. De Landelijke Klachtencommissie (LKC) adviseert het bestuur (bevoegd gezag) over de te nemen maatregelen. De eindverantwoordelijkheid ligt dus bij het bevoegd gezag.
Taken Interne Schoolcontactpersoon:
Eerste opvang bij klachten en informatie geven over de te volgen procedure Doorverwijzen naar directie, voorzitter College van Bestuur of de externe vertrouwenspersoon Zelf signaleren van mogelijke intimidaties Voorlichting geven over preventie en seksuele intimidatie in de school aan personeel, leerlingen en ouders Mede vormgeven aan preventiebeleid Team op de hoogte houden van algemene ontwikkelingen op dit terrein en jaarlijkse terugkoppeling in het schoolteam van hoofdthema’s Veel scholen stellen twee interne schoolcontactpersonen aan, veelal een vrouw en een man
Taken Externe Vertrouwenspersoon:
Consultatiefunctie voor interne schoolcontactpersonen, personeel en ouders Waar mogelijk/wenselijk bemiddelen Ondersteunen van de klaagster(s)/ klager(s) Evt. doorverwijzen naar het bestuur (voorzitter College van Bestuur) of de Landelijke Klachten Commissie, justitie en/ of hulpverlening Mede vormgeven aan preventiebeleid op scholen Bekendheid geven aan de werkzaamheden bij de doelgroepen
Het bevoegd gezag/voorzitter College van Bestuur zoekt een of meerdere extern(e) vertrouwensperso(o)n(en). Zij zijn deskundig op het gebied van onderwijs, machtsmisbruik/ seksueel geweld en de gevolgen daarvan. Gedacht kan worden aan een jeugdarts, schoolbegeleider, een schoolmaatschappelijk werk(st)er, politie, een jeugdverpleegkundige, etc.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
25
7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school In het schoolplan van onze school is voor 4 jaar aangegeven in welke richting de school zich wil ontwikkelen. De accenten die daarbij zijn aangebracht liggen op de volgende terreinen: Wij hanteren het model van de Directe Instructie. Elk jaar is een werkgroep bezig met voorstellen om een bepaalde methode of ander onderwijsmateriaal te vernieuwen. Voor vernieuwing/vervanging is /wordt voldoende geld gereserveerd. Voor de kleutergroepen wordt een traject gevolgd om de uitgangspunten van de Basisontwikkeling in onze school gestalte te geven. Om de eenheid in de school te bevorderen worden rond een bepaald thema twee maal per jaar schoolprojecten georganiseerd: alle leerstof en activiteiten worden dan rond zo’n thema geordend. Wij scholen ons in coöperatief leren, meervoudige intelligentie en de observatiemethode “Kijk voor de kleuters”. We zijn in schooljaar 2010/2011 met HandelingsGericht Werken (HGW) gestart.
7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving Wij hebben of zoeken contact met veel in onze omgeving opererende instellingen, zoals: bibliotheek, peuterspeelzaal, KinderDagVerblijf, buitenschoolse opvang, samenwerkingsverband voor de leerlingenzorg,
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
26
8. De resultaten van het onderwijs Een school moet kunnen aangeven wat de prestaties zijn, welke kwaliteit er geboden wordt. De moeilijkheid is echter, dat niet duidelijk is hoe dat in het basisonderwijs moet. Er zijn geen examenresultaten, zoals in het voortgezet onderwijs. De vraag is: wat is een goede school en kun je dat meten? De “resultaten van het onderwijs” moeten vermeld worden in de schoolgids. Maar wat dan onder resultaten verstaan moet worden, is niet zo duidelijk. Zijn we een goede school, omdat er relatief veel kinderen naar een havo /vwo-school doorstromen? Is hiermee aangetoond, dat we de kinderen op het niveau brengen waar ze horen? Hebben we ze voldoende uitgedaagd? En de extra inzet voor de kinderen die uitvallen, is dat te meten? Of gaan de resultaten van de CITO-toetsen (voor alle groepen, niet alleen voor het laatste jaar…) bepalen of we een goede school zijn? Voorlopig is er nog geen duidelijkheid en zijn er ook geen richtlijnen van het ministerie van onderwijs of de schoolinspectie voor het vermelden van resultaten in de schoolgids. Daarom hebben we een poging gedaan met dit overzicht: Schooljaar 2000/2001 2001/2002 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
50 % VMBO 35% Mavo/Havo 15% Havo/VWO 37 % VMBO 38% Mavo/Havo 25% Havo/VWO 32 % VMBO 43% Mavo/Havo 30% Havo/VWO 28 % VMBO 41% Mavo/Havo 30% Havo/VWO. 18 % VMBO 44% VMBO/Havo 38% Havo/VWO. 15 % VMBO 45% VMBO/Havo 40% Havo/VWO 18 % VMBO 46% VMBO/Havo 34% Havo/VWO 33 % VMBO 33% VMBO/Havo 33% Havo/VWO 16% VMBO 44% VMBO/Havo 40% Havo/VWO 43% VMBO 25% VMBO/Havo 32% Havo/VWO 35% VMBO 15% VMBO/Havo 50% Havo/VWO 50% VMBO 36% VMBO/Havo 40% Havo/VWO
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
27
Specifiek deel van de schoolgids
1. Regeling school- en vakantietijden Schooltijden Onze school heeft een continurooster. Dit betekent dat de kinderen eten en drinken meenemen naar school om tijdens de middagpauze te nuttigen. Voor alle kinderen gelden dezelfde begin- en eindtijden: Aanvang school: Eindtijd school:
08.30 uur 14.30 uur (behalve op woensdag 12.30 uur)
De kinderen hebben vanaf groep 3 van 10.10 – 10.15 uur een ochtendpauze. Hier hebben de kinderen de gelegenheid om wat te eten (stukje fruit of een boterham) en te drinken. De groepen 1 en 2 plannen een pauze naar eigen inzicht Ziektemelding Is uw kind ziek en dus niet in staat tot schoolbezoek, deelt u dit dan schriftelijk, mondeling of telefonisch mee aan de klassenleerkracht van uw kind of aan de directie. Telefoonnummer school: 281 03 26 e-mail:
[email protected] Vakantierooster 2013/2014 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie / Koningsdag Hemelvaart Pinkstervakantie Zomervakantie
14-10-2013 23-12-2013 03-03-2014 21-04-2014 28-04-2014 29-05-2014 09-06-2014 14-07-2014
t/m t/m t/m
25-10-2013 03-01-2014 07-03-2014
t/m t/m t/m t/m
09-05-2014 30-05-2014 11-06-2014 22-08-2014
Studiedagen/ vrije (vrij)dagen De data van de studiedagen / vrije dagen dit jaar zijn: - Vrijdag 13 september 2013 - Maandag 16 september 2013 - Vrijdag 6 december 2013 - Vrijdag 24 januari 2014 - Maandag 17 februari 2014 - Maandag 24 februari 2014
2. In - en uitschrijving Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
28
Graag verwelkomen wij uw kind op onze school. Wij verwachten, dat we samen met u, uw kind acht jaar lang zo goed mogelijk begeleiden bij zijn of haar groei naar volwassenheid. Elk kind is uniek. Elk kind heeft eigen mogelijkheden meegekregen. De school respecteert de mogelijkheden van het kind en wil het onderwijsaanbod daar zo goed mogelijk op laten aansluiten. We gaan uit van een ononderbroken ontwikkeling gedurende acht jaren basisonderwijs. Indien u informatie wenst over de school kunt u een ( telefonische) afspraak maken met de onderbouwcoördinator Maria Stortelder. Zij geeft u alle relevante informatie, waaronder de schoolgids. Zij laat u de school zien en tevens kunt u uw vragen aan haar stellen. Wanneer u uw kind aanmeldt, dan dient u een verklaring te tekenen dat uw kind bij geen andere school staat ingeschreven. Ook dient een kopie van het sofi-nummer van uw kind bijgevoegd worden. Voordat uw kind vier jaar wordt, kan hij of zij al enkele ochtenden of middagen zijn/haar aanstaande groep bezoeken. Ongeveer vier weken voor de definitieve plaatsing ontvangt u hierover thuis een kaartje. Als een vierjarige eenmaal op school is, zal de groepsleerkracht na +/- 6 weken met de ouders een afspraak maken. In een gesprek zal de leerkracht u vertellen over het reilen en zeilen op school. Ook kunt u tijdens dat gesprek gesprekspunten inbrengen. Komt uw kind van een andere school dan moet u een uitschrijfbericht overleggen. Bij het verlaten van onze school ontvangt u een uitschrijfbericht, dat u weer nodig heeft bij aanmelding voor een andere school. Leerlinggebonden financiering Met ingang van 1 augustus 2003 kunnen leerlingen met een leerlinggebonden financiering worden aangemeld op het reguliere basisonderwijs, dus ook op onze school. Die leerlinggebonden financiering houdt in dat het leerlingen met een handicap mogelijk wordt gemaakt naar een gewone basisschool te gaan. Wij willen als basisschool voor zoveel mogelijk leerlingen een verantwoord onderwijsaanbod geven, vanuit die gedachte staan wij positief ten aanzien van het aannemen van leerlingen die met een leerlinggebonden financiering worden aangemeld. Als de ouders een kind met leerlinggebonden financiering aanmelden, zal de school samen met de ouders de hulpvraag van het kind bespreken en afwegen of met de extra middelen die beschikbaar komen, de school aan die hulpvraag tegemoet kan komen. Centraal hierbij staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Andere punten van afweging bij de toelating zijn onder meer de draagkracht van de groep waarin het kind wordt geplaatst, de ervaring van de leerkracht die de leerling moet begeleiden, de huisvestingssituatie en de inschatting die de school maakt om de leerling gedurende de rest van zijn basisschoolloopbaan verantwoord te kunnen begeleiden. Het besluit een leerling toe te laten is een besluit van het team van de school. Als een kind wordt toegelaten gebeurt dit op basis van een handelingsplan dat wordt opgesteld in samenspraak met de ouders van het kind, de ambulante begeleider van het Speciaal Onderwijs en het zorgteam van onze school.
Na plaatsing van het kind met leerlinggebonden financiering: Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
29
Als na een gewenningsperiode van 6 weken en een periode van twee keer drie maanden blijkt dat de begeleiding binnen saltoschool ’t Karregat niet het verwachte effect heeft, bevelen we ouders aan het kind alsnog aan te melden bij de school voor speciaal onderwijs die wel tegemoet kan komen aan de hulpvraag van de leerling. Dit advies is gebaseerd op: de didactische gegevens van het kind een onderwijskundig verslag het pedagogische leerlingvolgsysteem de verslaggeving van het zorgteam van de school verslagen individuele begeleiding gegevens leerlingenbesprekingen. Is het verwachte effect gedurende de vastgestelde periode bereikt, dan wordt de voortgang jaarlijks geëvalueerd. Telkens wordt gekeken of we nog aan de hulpvraag van de leerling kunnen voldoen. Externe hulp Saltoschool ’t Karregat heeft leerlingenzorg hoog in het vaandel. De school dient in nagenoeg alle gevallen in staat te zijn zorg op maat te bieden. Deze hulp vindt zoveel mogelijk binnen het groepsgebeuren plaats. In specifieke gevallen komt het voor dat ouders externe hulp in willen schakelen. Dit gebeurt dan bij voorkeur buiten schooltijd. Wanneer deze hulp binnen schooltijd gepland wordt, dient de school hiermee in te stemmen. De school is immers verantwoordelijk voor de activiteiten die onder schooltijd plaats vinden. In bijzondere gevallen verleent de schoolleiding haar medewerking. Wanneer ouders van plan zijn om externe hulp in te schakelen, kunnen ze het beste een gesprek aanvragen met de intern begeleider van de school, Irene Klaassens. In dit gesprek wordt de procedure nader toegelicht. Ook kan inhoudelijk ingegaan worden op de redenen van de aanvraag. Zieke leerlingen Als uw kind ziek is dient u dit zo spoedig mogelijk te melden bij de leerkracht. Als blijkt dat uw kind door een ernstige ziekte voor een langere tijd niet naar school kan komen dan is het van belang dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan samen met u bekijken hoe wij het onderwijs aan uw kind toch kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen van de onderwijsbegeleidingsdienst of van het academisch ziekenhuis. Datzelfde geldt ook als uw kind geruime tijd in het ziekenhuis moet verblijven of regelmatig voor behandelingen naar het ziekenhuis moet. Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs, wij vinden het minstens zo belangrijk dat een leerling van onze school, ook als hij/zij ziek is, een goed contact heeft met de klasgenoten en de leerkracht. Zeker een leerling die voor een langere tijd door ziekte niet op school kan komen moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort namelijk: onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen dat een leerling die ziek is achterop raakt of moet doubleren. Als u meer wil weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. U kunt ook informatie hierover vinden op de website van Ziezon; het landelijk netwerk van ziek-zijn & onderwijs: www.ziezon.nl.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
30
Zitten blijven Bij het nemen van een beslissing hanteert de school de volgende criteria. 1. Het oordeel van de groepsleerkracht met betrekking tot de ontwikkeling van het kind gebaseerd op observaties en vastgelegd in de klassenmap. 2. De mening van de ouders/ verzorger en het kind. 3. Het oordeel van de interne begeleider van de school gebaseerd op eigen observaties, leerlingbespreking en de groepsbesprekingen. Eventueel kan de interne begeleider nader onderzoek doen of laten doen. 4. Het oordeel van het zorgteam wordt in de eindbeslissing ook meegewogen. In het zorgteam hebben zitting: de groepsleerkracht, de interne begeleider, de externe leerlingenbegeleider en de directeur. 5. Onvoldoende score op de CITO – toetsen. De toetsen worden in de regel afgenomen door de groepsleerkracht. Welke toetsen er worden afgenomen staat vermeld in de toetskalender, die ter inzage ligt op school. De beslissing over de plaatsing van een leerling in een groep wordt genomen door de directeur.
3. Verlof 1. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen Wanneer een kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Melding twee dagen van te voren bij de directeur van de school. Ouders/verzorgers doen een verzoek tot verlof bij de directie, de directie bepaalt of er toestemming wordt gegeven, dan pas is er sprake van verlof. 2. Vrijstelling wegens “andere gewichtige omstandigheden Vrijstelling van geregeld schoolbezoek, wegens “andere gewichtige omstandigheden” op grond van artikel 11 onder g Leerplichtwet 1969 (LPW) kent de mogelijkheid extra verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden. Dit onderdeel is nader uitgewerkt in artikel 14 LPW. De hier bedoelde "andere gewichtige omstandigheden" verwijzen naar uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden waarvoor de leerling extra verlof nodig heeft, zodat hiermee een kennelijk onredelijke situatie voorkomen kan worden. Onder "andere gewichtige omstandigheden" vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Daarbij is sprake van een medische of sociale indicatie. Bij een medische of sociale indicatie is een verklaring van een (jeugd)arts van de GGD of een sociale instantie noodzakelijk. Onder “andere gewichtige omstandigheden” vallen zeker niet de volgende situaties: activiteiten van verenigingen, zoals scouting of voetbalkamp (zie ook bijzondere talenten); vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties (ook in geval van speciale aanbiedingen in het laagseizoen); eerder vertrekken of later arriveren vanwege verkeers(drukte); familiebezoek in het buitenland; het argument ‘’mijn kind is nog jong’’; het argument ‘’vlak voor de vakantie wordt er toch (bijna) geen les meer gegeven’’; meedoen aan tv-opnamen; verlof voor een kind omdat andere kinderen van het gezin al of nog vrij zijn; deelname aan sportieve of culturele evenementen.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
31
Hieronder wordt aangeven welke omstandigheden in aanmerking komen voor extra verlof bij tien dagen of minder: huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: maximaal 1 dag (buiten de woonplaats maximaal 2 dagen); 12½- of 25-jarig huwelijksjubileum van ouders: maximaal één dag; 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal 1dag; 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal 1 dag ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: -periode in overleg met directeur; overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad: maximaal 4 dagen; overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad: maximaal 2 dagen; overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal 1 dag. verhuizing: maximaal één dag; naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof. 3. Toptalenten sport en cultuur Sport en cultuur nemen een belangrijke plaats in binnen onze maatschappij. Op hoog niveau presteren als toptalent op het gebied van sport of cultuur valt soms moeilijk te combineren met school. Omdat wij geloven dat het belangrijk is dat kinderen zich ook op andere terreinen ontwikkelen, en wij talentontwikkeling willen bevorderen, wil onze school toptalenten de ruimte bieden hun activiteiten op hoog niveau te combineren met school. Hiervoor kan het nodig zijn dat een leerling een deel van de lestijd wordt vrijgesteld. Daar staat tegenover dat de school in overleg met ouders en/of leerling een inhaalprogramma opstelt dat de leerling moet verwezenlijken. Wij willen als school een actief toptalentenbeleid voeren en gebruiken hiervoor de beleidsruimte die de wet ons biedt. Wij stellen echter ook voorwaarden bij dit beleid: Aanvragen kunnen alleen worden gedaan voor uitzonderlijke talenten; kinderen die op het hoogste (inter)nationale niveau presteren en, ingeval van topsport, een status hebben gekregen via hun sportbond of NOC*NSF of als toptalent benoemd zijn en bekend zijn bij het Olympisch Netwerk. Voor cultuurtalenten geldt dat een jongere op het hoogste niveau (concoursen bij muziek, filmopnames of toneelvoorstellingen bij acteren) moet presteren en dat het moet gaan om een niet commercieel optreden (denk aan commercials) Ouder(s)/verzorger(s) doen (voor zover mogelijk) aan het begin van het schooljaar een schriftelijke aanvraag voor vrijstelling bij de school. In de aanvraag worden de momenten en/of data van afwezigheid vermeld. In de aanvraag wordt de noodzaak van deelname aan trainingen en wedstrijden/concoursen aangetoond. Het dient te gaan om nationale of internationale kampioenschappen/concoursen of trainingen daarvoor. Bij de aanvraag worden, ingeval van topsport, kopieën van bewijsstukken van de toegekende status of aangemeld zijn bij het Olympisch Netwerk gevoegd. Bij cultuurtalenten, bijvoorbeeld bij deelname aan een professionele productie, zal in voorkomende gevallen contact worden opgenomen met de Arbeidsinspectie om tot een gezamenlijk standpunt te komen. In alle gevallen geldt dat de school een plan van aanpak opstelt waarin wordt beschreven hoe de leerling de lesstof van de gemiste lessen gaat inhalen zonder Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
32
achterstanden op te lopen. Uitgangspunt dient te zijn dat de leerling noch op cognitief, noch op sociaal-emotioneel terrein achter gaat lopen. De school behoudt zich het recht voor om een vrijstelling in te trekken wanneer de schoolprestaties achteruitgaan of wanneer blijkt dat de leerling op sociaal-emotioneel gebied problemen krijgt. Aanvragen voor vrijstelling i.v.m. topsport en cultuur worden dus bij de school ingediend en niet bij de medewerker leerplicht/RMC. Dit is echter alleen mogelijk indien scholen hiervoor vooraf beleid hebben ontwikkeld en die ook hebben gepubliceerd en gronden voor vrijstelling hebben vastgesteld. Bovendien moeten aanvragen (voor zover mogelijk) voor aanvang van het schooljaar schriftelijk bij de school worden ingediend. De school heeft ook een belangrijke taak bij het toezien op het feit dat de schoolloopbaan van de betreffende leerling geen gevaar loopt. Wanneer de leerling zich niet houdt aan het plan van aanpak doet school melding van ongeoorloofd verzuim en neemt de leerplichtconsulent de verzuimmelding in behandeling. Verlof dient te worden aangevraagd door de ouder(s) of verzorger(s). - De duur van het verlof bepaalt bij wie de aanvraag moet worden indienen: hiervoor telt het aantal schooldagen. - Indien het aantal schooldagen 10 of minder is, dienen ouder(s)/verzorger(s) het verzoek aan het hoofd van de school of onderwijsinstelling te richten. Indien het verlof de tien dagen overschrijdt, wordt het verzoek gericht aan bureau Leerplicht van de gemeente Eindhoven. Een aanvraagformulier hiervoor is op school verkrijgbaar. - Alleen de directeur van de school of onderwijsinstelling is bevoegd verlof te verlenen, de overige leerkrachten/docenten van de school niet. Het is raadzaam dat ouder(s)/verzorger(s)het aanvraagformulier geruime tijd (twee maanden) van tevoren indienen. Dit in verband met een eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroep. - In bepaalde gevallen is een bewijsstuk vereist. De directeur van de school of onderwijsinstelling geeft naar ouder(s/verzorger(s) aan of dit wel of niet noodzakelijk is. - Indien de directeur van de school of onderwijsinstelling het verzoek afwijst stelt de Algemene Wet Bestuursrecht ouder(s)/verzorger(s) in de gelegenheid tegen deze beslissing een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bij de directeur van de school of onderwijsinstelling worden ingediend. - In dit bezwaarschrift dient naast naam ouder(s) of verzorger(s), adres, datum en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht tevens de gronden van het bezwaar te worden aangegeven. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. - In spoedeisende gevallen kunnen ouder(s/verzorger(s) een voorlopige voorziening vragen bij de President van de Rechtbank. Dit is een kort geding procedure. - De directeur van de school of onderwijsinstelling beoordeelt (binnen 6 weken) of de argumenten die in het bezwaarschrift worden genoemd, reden zijn om zijn standpunt te wijzigen. - Indien hij alsnog positief beslist, is de procedure ten einde en zal het verlof worden verleend. - Indien hij echter bij het eerdere besluit blijft, kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich bij deze beslissing neerleggen en de afwijzing accepteren, waarna het verzoek is afgewezen en de procedure eveneens ten einde is. - Indien ouder(s)/verzorger(s) zich echter niet bij de afwijzing neerleggen, kunnen zij binnen 6 weken in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (artikel 8:1, eerste lid AWB). Naast een gemotiveerd beroepschrift moet de bestreden beschikking worden toegezonden. Ook nu kunnen ouder(s/verzorger(s) in Schoolgids basisschool ’t Karregat 33 2013/2014
spoedeisende gevallen nog een voorlopige voorziening vragen (artikel 8:81, eerste lid AWB). - De rechtbank zal vervolgens de zaak afhandelen. 4. Vakantieverlof (als bedoeld in artikel 13a van de Leerplichtwet 1969:vakantieverlof voor maximaal 10 schooldagen) Als ouders vanwege hun werk alleen buiten de schoolvakanties op vakantie kunnen, is het mogelijk om voor hun kind vakantieverlof aan te vragen. Dat moet schriftelijk gebeuren, bij voorkeur via een speciaal formulier, dat de school de aanvrager op zijn verzoek moet verstrekken. Voorwaarden: - aard beroep van een van de ouders (horeca en aanverwante bedrijven); - onoverkomelijke bedrijfseconomische belangen (bewijslast bij ouders /verzorgers); - eenmaal per schooljaar maximaal 10 schooldagen; - niet gedurende eerste twee lesweken van schooljaar. Toestemming voor vakantieverlof kan alleen worden gegeven door de directeur (hoofd) van de school. Vakantieverlof is bedoeld voor de jaarlijkse gezinsvakantie, voor maximaal tien aaneengesloten schooldagen, en niet voor een vakantie tussendoor of voor snipperdagen. Deze toestemming wordt dan ook hooguit één keer per schooljaar verleend. Gaan ouders buiten de schoolvakanties, zonder toestemming van de directeur van de school of de consulent leerplichtzaken, op vakantie, dan is er sprake van luxe verzuim. - Vakantieverlof dient te worden aangevraagd door de ouder(s) of verzorger(s). - Het vakantieverlof geldt voor maximaal 10 schooldagen en mag niet worden opgenomen gedurende de eerste twee lesweken van het schooljaar. - De directeur van de school of onderwijsinstelling is bevoegd hiervoor toestemming te geven voor maximaal 10 schooldagen. Vakantieverlof voor meer dan 10 schooldagen is niet mogelijk, ook niet via de leerplichtambtenaar. - Alleen de directeur van de school of onderwijsinstelling is bevoegd verlof te verlenen, de overige leerkrachten/docenten van de school niet. Het is raadzaam het aanvraagformulier geruime tijd (twee maanden) van tevoren in te dienen. Dit in verband met een eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroep. - Het is verstandig bij de aanvraag een verklaring te overleggen waaruit de noodzaak van het vakantieverlof blijkt. - Indien de directeur van de school of onderwijsinstelling het verzoek afwijst stelt de Algemene Wet Bestuursrecht ouder(s)/verzorger(s) in de gelegenheid tegen deze beslissing een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bij de directeur van de school of onderwijsinstelling worden ingediend. - In dit bezwaarschrift dient naast naam ouder(s) of verzorger(s), adres, datum en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht tevens de gronden van het bezwaar te worden aangegeven. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. - In spoedeisende gevallen kunnen ouder(s/verzorger(s) een voorlopige voorziening vragen bij de President van de Rechtbank. Dit is een kort geding procedure. - De directeur van de school of onderwijsinstelling beoordeelt (binnen 6 weken) of de argumenten die in het bezwaarschrift worden genoemd, reden zijn om zijn standpunt te wijzigen. Schoolgids basisschool ’t Karregat 34 2013/2014
- Indien hij alsnog positief beslist, is de procedure ten einde en zal het verlof worden verleend. - Indien hij echter bij het eerdere besluit blijft, kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich bij deze beslissing neerleggen en de afwijzing accepteren, waarna het verzoek is afgewezen en de procedure eveneens ten einde is. - Indien ouder(s)/verzorger(s) zich echter niet bij de afwijzing neerleggen, kunnen zij binnen 6 weken in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (artikel 8:1, eerste lid AWB). Naast een gemotiveerd beroepschrift moet de bestreden beschikking worden toegezonden. Ook nu kunnen ouder(s/verzorger(s) in spoedeisende gevallen nog een voorlopige voorziening vragen (artikel 8:81, eerste lid AWB). - De rechtbank zal vervolgens de zaak afhandelen. Adressen: Bureau Leerplicht, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven Arrondissementsrechtbank, Sector bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA 'sHertogenbosch Vrijstelling van onderwijs Behalve voor bovengenoemde vakantie- en verlofdagen is er nog een mogelijkheid om vrijstelling van onderwijs te krijgen. Het gaat dan om gronden die te maken hebben met uw godsdienst of levensbeschouwing. Wanneer u vindt dat uw kind op basis daarvan niet mee kan doen aan bepaalde activiteiten, dient u dit met de directeur te overleggen. Samen met hem maakt u dan afspraken over eventuele vervangende onderwijsactiviteiten. Schorsing en verwijdering Als zich in of om de school ernstig grensoverschrijdend gedrag voordoet, maken wij het betreffende gedrag direct bespreekbaar. De betrokkene(n) kunnen (kan) te maken krijgen met disciplinaire maatregelen, met als uiterste vorm schorsing of verwijdering. Daar waar schorsing (het ontzeggen van de toegang tot de school) tijdelijk zal zijn en vooral als ordemaatregel gebruikt kan worden, is verwijdering een definitieve maatregel, die als laatste maatregel ingezet kan worden. De scholen van salto hanteren een Schorsings- en verwijderingsprocedure en volgen deze zorgvuldig als er sprake is van (orde)maatregelen. Deze procedure is in te zien op uw school. Algemene informatie over schorsen en verwijderen kunt u vinden op de site van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl.
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Sinds 1 januari 2011 zijn organisaties en zelfstandige medewerkers in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, justitie en politie verplicht om op basis van de wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling, daaronder ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking (ook wel vrouwenbesnijdenis genoemd) en eergerelateerd geweld. Ook onze school zal melding maken van eerder genoemde delicten, zodra deze zich voordoen.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
35
4. Schoolteam Groepen 1/2: Kikkers Hetty Smeets, Teja Stiphout Zeepaardjes Sandra van der Krieken Dolfijnen Nadia Kansel Goudvissen Henny van der Palen en Ankie Giesen Groep 3a Pinguïns Yvonne Verhoeven en Maria Stortelder Groep 3b IJsberen Marjo Eliëns Groep 4: Panters Ellen Adriaanse Groep 4: Zebra’s Gwen van den Bos Groep 5: Chimpansees Eric Wiersma Groep 5/6: Kolibries Anne van der Leij Groep 6: Toekans Corinne van de Ven Groep 7 Poema’s Simone van Stokkem Groep 8: Gekko’s Susan van Giersbergen Plusklas: Panda’s Wim Schouten A+klas: Giraffen Katja van der Heijden
Schoolleiding Directeur: Coördinatie onderbouw: Coördinatie bovenbouw: Waarnemend directeur:
Mark van der Bruggen Maria Stortelder Eric Wiersma Irene Klaassens
Overig personeel Coördinatie leerlingenzorg:
Ankie Giesen , onderbouw groep 1 t/m 3 Irene Klaassens, bovenbouw groep 4 t/m 8 Coördinatie taal: Maria Stortelder Coördinatie computergebruik: Eric Wiersma Vervanger ADV en BAPO Anne van Leek en Linda Seel Vakonderwijs Muziek: Carolien Chamboné Onderwijsassistent: Janneke van Rooij, Coen van den Elsen, Joyce van Eck, Maartje v. Bussel, Nancy van Mook Conciërge: Christ van Kruysdijk Schoonmaak: GOM
5. Gymnastiek / schoolzwemmen Gymnastiek: De groepen 3 t/m 8 volgen gymlessen, gegeven door de eigen leerkracht. Wilt u ervoor zorgen, dat uw kind voor de gymles gymspullen bij zich heeft. Alle kinderen doen mee met de les tenzij u d.m.v. een briefje laat weten, dat dit door ziekte of blessure niet mogelijk is. Het gymrooster 2013-2014 is als volgt: Maandag: Dinsdag: 10.15 -11.15 uur groep 4a 10.15 -11.15 uur groep 3a+b 11.15 -12.00 uur groep 5/6 11.15 -12.00 uur groep 4b 12.30 -13.30 uur groep 5 12.30 -13.30 uur groep 7 Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
36
13.30 -14.30 uur groep 6
13.30 -14.30 uur groep 8
Woensdag: 10.15 -11.15 uur groep 3a 11.15 -12.00 uur groep 3b Donderdag: 10.15 -11.15 uur 11.15 -12.00 uur 12.30 -13.30 uur 13.30 -14.30 uur
Vrijdag: groep 8 groep 5 groep 4a groep 4b
11.15 -12.00 uur groep 6 12.30 -13.30 uur groep 5/6 13.30 -14.30 uur groep 7
6. Schoolmelk Het is mogelijk om een abonnement te nemen op schoolmelk. U kunt kiezen uit halfvolle of volle melk, chocolademelk of drinkyoghurt. De prijzen zijn 0,34 Euro per pakje voor melk en 0,37 Euro voor de drinkyoghurt. Een aanmeldingsformulier ligt voor u klaar op school. U kunt niet op school betalen! U betaalt aan Melkunie d.m.v. een acceptgiro. U kunt op school wel informatie krijgen bij de conciërge.
7. Ongevallen, aansprakelijkheid en verzekeringen Een ongeluk zit in een klein hoekje. Er kan soms wel eens een ongelukje gebeuren in de klas of op de speelplaats. Lichte ongevallen worden verzorgd door de congiërge, ziet het er ernstig uit dan gaan we naar de EHBO van het Maxima Medisch Centrum Eindhoven. (Lees ook het volgende hoofdstukje). Aansprakelijkheid en verzekeringen De school heeft een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Op grond van deze verzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. Deze ongevallenverzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt. Materiële schade aan brillen, kleding e.d. is alleen verzekerd indien deze het gevolg is van een ongeval en voor zover niet elders verzekerd. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school (c.q. het schoolbestuur) zelf als zij die voor de school actief zijn, dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot een misverstand:
De school (c.q. het schoolbestuur) is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. De school is alleen aansprakelijk wanneer er sprake is van een verwijtbare handeling en dit leidt tot schade (een causaal verband tussen oorzaak en gevolg). De school (of zij die voor de school optreden) moet dus tekort zijn geschoten in haar rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is wanneer aan Schoolgids basisschool ’t Karregat 37 2013/2014
een bril schade ontstaat door deelname aan de gymnastiekles; deze schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering van de school en wordt derhalve niet vergoed. De school (c.q. het schoolbestuur) is niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (jonger dan 14 jaar lees de ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere schoolactiviteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
38
8. Regels en afspraken Schoolniveau Op schoolniveau zijn er afspraken gemaakt. Te weten: - Als de bel gaat om 08.25 uur ga je rustig lopend naar de eigen klas. - Je let erop dat je zachtjes praat, geen kinderen duwt of slaat. Je hangt je jas en je tas op. Daarna ga je direct naar de klas. - Als de bel om 10.00 uur en 12.00 uur gaat, pak je je jas en ga je meteen naar buiten. - Buiten ga je op het schoolplein spelen met andere kinderen of alleen. - Spelen betekent dat je gezellig met elkaar praat, tikkertje of verstoppertje speelt, voetbalt, touwtje springen, een spelletje doet of iets anders leuks. - Als er iets gebeurt dat je vervelend vindt, zeg je STOP tegen het andere kind. - STOPT het andere kind NIET, dan loop je naar de leerkracht die in de buurt staat en vertelt wat er gebeurd is. - Samen met de leerkracht en het andere kind ga je praten om de ruzie op te lossen. - Is het kind erg vervelend geweest dan stuurt de leerkracht het kind naar binnen, naar meneer Mark, juf Maria of juf Irene. - Het kind dat erg vervelend is geweest, krijgt een brief mee naar huis. - Deze brieven worden, ondertekend door de ouder(s) bij meneer Mark of juf Irene weer ingeleverd. De kleutergroepen Leert u uw kind(eren) zo veel mogelijk zichzelf aan- en uitkleden. Dit in verband met de dagelijkse bewegingslessen. Tijdens de schooltijd mogen de kleuters niet fietsen of rolschaatsen. Het is ook niet de bedoeling dat kleuters een fiets of rolschaatsen mee naar school nemen. Behalve op een spelletjesmiddag (laatste vrijdag van de maand) mag er geen speelgoed mee naar school gebracht worden. ‘s Morgens krijgt elke kleuter de gelegenheid om zijn/haar meegebracht hapje (fruit, boterham of bekertje drinken) te nuttigen. Geef uw kind niet teveel mee en geen snoep. De groepen 3 t/m 8 Ook voor deze groepen zijn er huisregels. Hiermee maken ze de eerste dag al kennis. Het zijn heel algemene regels, rommeltjes in de prullenbak, rustig praten i.p.v. schreeuwen, rustig lopen in de gang. Ook in elke klas zijn er nog regels. Deze zijn enigszins afhankelijk van de grootte van de klas en de leerkracht. Ze zijn ons inziens alleszins redelijk. Mocht u problemen ervaren, dan verzoeken wij u om contact op te nemen met de betreffende leerkracht of de directie.
9. Ouderbijdrage Zie algemeen gedeelte.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
39
10. Autovervoer van kinderen Inleiding Het lijkt zo vanzelfsprekend: je kinderen mee laten rijden in de auto van andere ouders tijdens schoolreisjes, enz.. Wel moeten beide partijen zich ervan bewust zijn dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Een goed afsprakenlijstje ligt voor de hand. De begeleider / leerkracht ziet toe op de naleving van de voorwaarden. Voorwaarden Alle kinderen onder de 12 jaar en kleiner dan 150 cm zitten op de achterbank van de auto en gebruiken de voor hen bestemde en aanwezige autogordels (driepunts- of heupgordel) Er worden niet meer kinderen vervoerd dan dat er autogordels zijn. De collectieve ongevallenverzekering is van kracht. Er zijn met de kinderen afspraken gemaakt over het in- en uitstappen en over hun gedrag in de auto. In- en uitstappen gebeurt op een veilige plaats: aan de stoeprand of de kant van de weg. De volwassene stapt zelf ook altijd uit! Autogordels Autogordels verminderen de kans op lichamelijk letsel in de auto. Ze kunnen levensgevaarlijke verwondingen voorkomen. Zonder gordels worden kinderen vrijwel zeker bij een ongeval door of zelfs uit de auto geslingerd. Verzekering Bij een afsprakenlijstje hoort ook een (inzittenden)verzekering. Dit is een ongevallenverzekering voor personen die in een auto meerijden. Niemand kan als particulier het risico dragen bij ongevallen. Ook al heeft de chauffeur geen schuld, dan nog kan deze worden aangesproken door de inzittenden dan wel door de ziektekostenverzekeraar. Onze huidige collectieve ongevallenverzekering geldt ook in dit soort situaties. Discussiepunt kan zijn of de dekking in dit soort situaties toereikend is. Afspraken maken Er moeten ook afspraken gemaakt worden met de kinderen, zoals Instappen als het wordt gezegd Val elkaar en de chauffeur niet lastig Doe de gordel om en houd die om tijdens het rijden Blijf van de ramen en deuren af Uitstappen als dat gezegd wordt Geen eigen kind in de auto, anders vervalt de inzittende verzekering.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
40
11. De overblijf Op onze school hebben de kinderen een half uur pauze van: Groep 1 t/m 2 spelen van 11.30 tot 12.00 uur buiten, ze lunchen van 12.00 tot 12.15 Groep 3 t/m 8 spelen van 12.00 tot 12.30 uur buiten, ze lunchen van 11.45 tot 12.00 De leerkrachten en onderwijsassistenten verzorgen de overblijf en de pauze. De kinderen moeten op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag een boterham en drinken meebrengen. Onder begeleiding van de eigen leerkracht eten en drinken de kinderen hun lunch op. Vooraf of daarna gaan ze onderleiding van leerkrachten en onderwijsassistenten buiten spelen.
Informatie diverse instanties Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
41
De nu volgende informatie is ons verstrekt door de diverse instanties waar we als basisschool mee samenwerken of waarmee we kontakten hebben. Het leek ons zinvol om dit alles in deze schoolgids af te drukken. Het bespaart u veel losse papieren door het jaar heen. Achtereenvolgend treft u informatie aan van de G.G.D (12), en de onderwijsbegeleiding. (13)
12. Jeugdgezondheidszorg voor leerlingen van het basisonderwijs De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) heeft tot doel de lichamelijke en psycho-sociale gezondheid van de jeugd te beschermen en te bevorderen en gezondheidsproblemen te voorkomen. Deze begeleiding houdt het volgende in: adviseren aan ouders/opvoeders en jeugdigen over: - de gezondheid van jeugdigen. - vragen die hun ouders/opvoeders over de gezondheid hebben. gezondheidsvoorlichting, vroeg opsporen van ziekten of afwijkingen, samenwerking met andere personen en instellingen, die zorg verlenen aan jeugdigen, systematisch verzamelen van gegevens, die van belang zijn voor de gezondheidszorg van de groep jeugdigen, onderzoek van jeugdigen op verzoek van jeugdige/ouders/leerkrachten. Daarom wordt ieder jaar een leeftijdsgroep jeugdigen uitgenodigd met ouders of andere verzorgenden voor een gezondheidsonderzoek. Bij dit onderzoek bestaat de gelegenheid om vragen over groei en ontwikkeling te stellen of om problemen over de gezondheid met de schoolverpleegkundige en/of schoolarts te bespreken. Deze uitnodiging wordt thuisgestuurd. Het onderzoek vindt meestal plaats in het gebouw van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. De scholen zijn ervan op de hoogte dat de onderzoeken binnen schooltijd kunnen. In de loop van het schooljaar komt de schoolarts en/of schoolverpleegkundige op school, zodat er overleg kan zijn met de leerkrachten. Als het over jeugdigen gaat, gebeurt dit uiteraard met toestemming van de ouders. Onderzoek op school De oudste kleutergroep wordt door de schoolverpleegkundige en/of dokterassistente onderzocht op school op gezichtsscherpte en gehoor. Dit wordt van tevoren via een brief aangekondigd. Gezondheidsonderzoek De Eindhovense basisschoolleerlingen worden bij de schoolarts uitgenodigd in het jaar dat zij zes worden. De 10- à 11-jarigen krijgen een onderzoek door de schoolverpleegkundige. Vóór het onderzoek wordt op school geïnformeerd of de leerkrachten vragen over kinderen hebben, die voor een gezondheidsonderzoek komen. Naar aanleiding van het onderzoek wordt, uiteraard na toestemming van de ouders, die informatie aan de leerkracht gegeven, die voor het kind op school van belang kan zijn. De JGZ beoogt om samen met scholen plannen te maken om gezondheidsproblemen aan te pakken. Het is erg belangrijk deze problemen tijdig te onderkennen, hierop adequaat te reageren en/of preventieve activiteiten te ontwikkelen. Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
42
Logopedie De logopedisten van de JGZ komen op school voor preventieve logopedie. Ze onderzoeken kinderen op spraak en taal, geven adviezen en verwijzen door voor spraakles als dat nodig is. Vaccinatie De kinderen in hun negende levensjaar herinenten tegen Difterie, Tetanus en Poliomyelitis ( DTP ) en de Bof, Mazelen en Rode Hond ( BMR ). Dit gebeurt niet tijdens een gezondheidsonderzoek, maar via een aparte uitnodiging. Hygiëne en veiligheid Scholen worden ook bezocht door een verpleegkundige in het kader van de hygiëne en veiligheid. Dit bezoek heeft een begeleidend karakter. De verpleegkundige gebruikt hiervoor een vragenlijst, zodat op een systematische wijze de medisch, hygiënische en veiligheidsaspecten van het schoolgebouw en de directe omgeving in kaart gebracht worden. De inventarisatie vormt de basis waarop de GGD adviezen en voorlichting kan geven. De JGZ levert op deze wijze een bijdrage aan het behouden of verbeteren van een gezond en veilig schoolmilieu. Een aantal ouders wordt door de schoolverpleegkundige geïnstrueerd om de kinderen regelmatig te controleren op hoofdluis. Ouders krijgen direct bericht wanneer er bij hun kind hoofdluis is vastgesteld, met aanwijzingen voor behandeling. Afspraken Bij het verzetten van de afspraken voor onderzoek krijgt men één van de administratieve medewerkers aan de lijn. Bij aanmelding gelieve behalve de naam en geboortedatum van de jeugdige ook het huisadres en het adres van de school op te geven; dan zijn de gegevens gemakkelijker op te zoeken door de administratie. De administratie is te bereiken op nummer 088-0031100 Bellen tussen 8.00-12.00 uur. Preventieve tandzorg De mondhygiënistes hebben tot taak de mondhygiëne van de jeugdigen te bevorderen en zorg te dragen voor preventieve activiteiten. Zij geven voorlichting over het gebruik van de lespakketten, die door de GGD aan leerkrachten beschikbaar worden gesteld. Zij zijn telefonisch bereikbaar op 088-0031100 Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding De afdeling gezondheidsvoorlichting en -opvoeding ondersteunt schoolteams en ouders/opvoeders bij de invulling van gezondheidsopvoeding. Deze ondersteuning bestaat uit het mede opzetten van het schoolwerkplan en van mede opzetten van voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders/opvoeders. Alle activiteiten vinden plaats in nauw overleg en nauwe samenwerking met afdeling J.G.Z. De afdeling G.V.O. is te bereiken onder telefoonnummer 088-0031100.
13. Diensten Onderwijsbegeleiding
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
43
Dienst Onderwijsbegeleiding De verschillende diensten van onderwijsbegeleiding zijn instellingen, die scholen helpen het onderwijs voor elke leerling zo goed mogelijk te laten verlopen. De verschillende diensten van onderwijsbegeleiding helpen scholen op twee manieren: Het komt voor, dat er problemen met een leerling zijn zoals hardnekkige leerproblemen, bijvoorbeeld niet verder komen met rekenen, problemen op het gebied van concentratie en interesse en problemen in het contact met medeleerlingen. Dikwijls zal de leerkracht, al dan niet samen met een medewerker van een schoolbegeleiding, daar een oplossing voor vinden. Lukt dat niet, dan kunnen de school en/of de ouders bij verschillende instanties vragen een individueel onderzoek bij de leerling te doen. De uitkomst van het onderzoek wordt met school en ouders doorgesproken. Uit die gesprekken komt een advies tot stand, bijvoorbeeld extra hulp voor rekenen, concentratie-oefeningen, begeleiding bij de omgang met medeleerlingen, enz. De medewerkers van diensten van schoolbegeleiding, die hiervoor met u en met uw kind in contact komen, zijn een psycholoog of pedagoog en een psychologisch assistente. Een school kan ook advies van de verschillende diensten van onderwijsbegeleiding krijgen over algemene zaken, die dus niet op een leerling maar op een groep of op alle leerlingen betrekking hebben, vragen als: wat is een goede lesmethode, hoe maken we een documentatiecentrum bruikbaar voor leerlingen, hoe kunnen we ouders, zo goed mogelijk bij de school betrekken. De medewerkers, die deze algemene hulp geven zijn de schoolbegeleiders. De schoolbegeleider kan natuurlijk ook een begeleidende taak hebben bij het uitvoeren van het advies voor een individuele leerling.
14. Inkomensondersteuning Dienst inkomensondersteuningsloket Het opvoeden van kinderen brengt extra kosten met zich mee. De gemeente Eindhoven biedt mensen die moeten rondkomen van een minimuminkomen de onderstaande vergoedingen (gegevens gemeente 2010): - Bijzondere bijstand voor de ouderbijdrage van de peuterspeelzaal; - een vergoeding van € 120,00 voor vergoeding van schoolkosten; - een eenmalige vergoeding van € 600,00 voor aanschaf computer - een bijdrage aan de kosten voor kinderopvang - een vergoeding van € 110,00 per gezinslid voor creatieve activiteiten Stichting Leergeld Bij de stichting Leergeld helpen ze mensen die van een minimum inkomen moeten rondkomen. Zij vergoeden onkosten voor een schoolreisje, schoolkamp en ouderbijdrage. Tel.:040-2131141 Voor informatie kunt u bij Irene Klaassens terecht. Zij is de contactpersoon met de stichting Leergeld.
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
44
15. BREED SPILZORGTEAM Uw kind gaat naar een SPILcentrum. Het doel van het SPILcentrum is de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 jaar zo goed mogelijk te laten verlopen en indien gewenst ondersteuning te bieden aan u als ouder(s)/verzorger(s) bij de opvoeding van uw kind. Het belang van uw kind staat voorop in alles wat wij doen. Dat betekent dat er overleg is tussen de verschillende partners in het belang van de ontwikkeling van uw kind. In het SPILcentrum werken het peuterspeelzaalwerk, de jeugd- en gezinswerker, de kinderopvang, het basisonderwijs, de jeugdgezondheidszorg en de huisarts nauw met elkaar samen. Is het wenselijk dat de ontwikkeling van uw kind besproken wordt in het breed SPILzorgteam dan wordt u hiervan op de hoogte gesteld en de uitkomst wordt met u besproken. Wij wensen u en uw kind een plezierige en leerzame tijd toe op het SPILcentrum.
15. Jeugd en Gezinswerker 12-
Mijn naam is Ineke de Jong. Ik ben in dienst van Welzijn Eindhoven als jeugd en gezinswerker) 0 tot en met 12 jaar. Ik ben gekoppeld aan het SPIL-centrum `t Karregat. Uw school/SPIL maakt gebruik van de diensten van een Jeugd en Gezinswerker. De jeugd en gezinswerker (JGW-er) helpt bij het verbeteren van de leef- en opvoedingssituatie van kinderen en jeugd, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Aanmelding bij het Jeugd en Gezinswerk gaat vaak via het zorgteam van school, maar kan ook door ouders en/ of jeugdige direct bij de JGW-er zelf. De JGW-er is regelmatig op school aanwezig. De JGW-er gaat in gesprek met de ouders en/ of kind(eren) om samen te bespreken hoe het gaat en wat zij graag zouden willen veranderen of leren. De JGW-er biedt daarin vervolgens hulp en ondersteuning waar nodig. De jeugd en gezinswerker biedt opvoedingsondersteuning voor ouders/ opvoeders, hierbij kan met Triple P gewerkt worden. De JGW-er biedt ook begeleiding aan het kind. De gesprekken kunnen thuis, op school of op kantoor plaatsvinden. Ook kan zij (opvoed)themabijeenkomsten voor ouders/ opvoeders verzorgen. De JGW-er werkt samen met andere hulpverleners en organisaties die eventueel al betrokken zijn bij het kind/ gezin. De hulp van het Jeugd en Gezinswerk komt vanuit Welzijn Eindhoven en is gratis. Ineke de Jong
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
45
16. Namen Schoolleiding en coördinatie Directeur:
Waarnemend directeur:
Mark van der Bruggen Laagstraat 5K 5121 ZB Rijen Tel. 0161-225487
[email protected] Irene Klaassens-Lambriex Hettenheuvellaan 19 5628 DP Eindhoven Tel. 2427756
Onderbouwcoördinator: Maria Stortelder Bovenbouwcoördinator: Eric Wiersma Interne coördinator leerlingenzorg: Ankie Giesen Irene Klaassens-Lambriex De namen van de overige personeelsleden en de verdeling over de groepen vindt u op blz. 28.
Schoolbestuur Saltokantoor Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven Tel. 040-2606710
[email protected] Medezeggenschapsraad Voorzitter: Anne-Meta Hutten Heerkensveld 52 5641 PE Eindhoven Tel. 2817118
Secretaris: Eric Wiersma Ovenstraat 1 5632 EM Eindhoven Tel. 8425204
Lid:
Kim van Erven Donk 28 5641 PX Eindhoven Tel. 06-54985508
Lid:
Linda Seel Meers 4 5662 TW Geldrop Tel. 8428634
Lid:
Ralf van Erven Donk 28 5641 PX Eindhoven Tel. 06-54985508
Lid:
Irene Klaassens-Lambriex Hettenheuvellaan 19 5628 DP Eindhoven Tel. 2427756
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
46
Klachtencommissie School-contactpersoon:
Irene Klaassens-Lambriex Hettenheuvellaan 19 5628 DP Eindhoven Tel. 2427756 Namen van externe vertrouwenspersonen - Dhr. A. Lubbers
Ankie Giesen Refeling 4 5672 Nuenen Tel. 040-7876641
Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachten melding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 (lokaal tarief) Adviseur Leerlingenzorg (schoolbegeleider) Frans v. d. Schans Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven Tel. 040-2606710 Schoolarts M.J. Theunissen GGD/JGZ Stadhuisplein 2 5611 EM Eindhoven Tel. 088-003131
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
47
16. Trefwoordenlijst A Aanmelding van uw kind Aanpassing van het leerprogramma Aansluiting Basisonderwijs – Voortgezet onderwijs Aanvragen extra verlof Adressen Advisering school voor Voortgezet onderwijs Algemene gegevens A+klas
pag. 13, 25 pag. 13 pag. 16 pag. 27 pag. 35, 36 pag. 16 pag. 4, 5 pag. 17
B Basisontwikkeling Basisvaardigheden BOVO – procedure Buitenschoolse activiteiten
pag. 9 pag. 10 pag. 16 pag. 16
C D Deskundigheidsbevordering Directie Diensten schoolbegeleiding
pag. 6 pag. 3, 19, 21 pag. 36
E Expressie
pag. 11
G GGD Groeperingswijze Groepsgrootte Grootte van de school Gymlessen
pag. 33, 34 pag. 9 pag. 9 pag. 4 pag. 28
H Handelingsplannen
pag. 14
I Informatie aan ouders Inkomensondersteuning Inspraak van ouders
pag. 15 pag. 37 pag. 18
K Klachtenregeling
pag. 21
L Leerlingenzorg Leerlingvolgsysteem Lichamelijke opvoeding LIO = Leraar In Opleiding
pag. 13, 14, 15 pag. 13 pag. 11 pag. 17 Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
48
M Medezeggenschapsraad N Nederlands als tweede taal
pag. 4 pag. 11
O Onderwijs in de onderbouw Onderwijs in groep 3 Onderwijs-assistenten Onderwijssysteem Ouderbijdrage Ouderparticipatie Overblijfmogelijkheid
pag. 9 pag. 9, 10 pag. 17 pag. 6, 7 pag. 20 pag. 19, 20 pag. 20,31
P PAB = Preventieve Ambulante Begeleiding PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg Pedagogisch klimaat Personeel Plusklas Projecten
pag. 14 pag. 14 pag. 6, 7 pag. 28 pag. 17 pag. 7
R Rapportage
pag. 15
S Schoolgebouw Schoolkamp Schoolmelk Schoolontwikkeling Schoolreis Schooltijden Schorsen en verwijderen Studiedagen
pag. 5 pag. 18 pag. 29 pag. 22 pag. 17 pag. 24 pag. 27 pag. 24
T Thema's en projecten Toelatingbeleid
pag. 7 pag. 25
U Uitgangspunten van de school
pag. 6
V Vakanties Verlofregeling Vervanging van leerkrachten Vervoer
pag. 24 pag. 27 pag. 17 pag. 30
W Wereldoriënterende vakken
pag. 10
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
49
Z Zaakvakken Zelfstandig werken Ziekmelding van leerlingen Zorgbespreking Zorgleerlingen Zorgteam Zwemmen
pag. 10 pag. 10 pag. 24 pag. 14 pag. 14, 15 pag. 14 pag. 29
Schoolgids basisschool ’t Karregat 2013/2014
50