Rienties, H (Henry) Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Bijlagen:
Dirk Jan Matthijsse [
[email protected]] woensdag 21 oktober 2015 12:40 Boukes, AEW (Arnold); Statengriffie Eggink, EC (Esther); Haaf, MT Van (Monique);
[email protected];
[email protected];
[email protected] Windpark De Veenwieken: beantwoording inspraak Stichting Boldor 2015 10 07 beantwoording inspraak Boldor.pdf
Geachte statengriffie, geachte heer Boukes, Op 28 oktober wordt het voorstel inzake Windpark De Veenwieken behandeld in de vergadering van de Statencommissie Ruimte en Groen. Wij verzoeken u deze e-mail en de notitie in de bijlage ten behoeve van deze vergadering te verspreiden onder de leden van de Statencommissie. In de vergadering van de Statencommissie van 23 september jl. is Windpark De Veenwieken ook aan de orde geweest. Eén van de insprekers in deze vergadering was de Stichting Boldor. De Stichting is van mening dat er een aantal fouten/omissies in het MER van het windpark zitten. Raedthuys Windenergie B.V. en De Wieken B.V., initiatiefnemers van het Windpark De Veenwieken, hebben in samenwerking met de gemeente Hardenberg en de provincie Overijssel de door Stichting aangegeven opmerkingen bekeken en beantwoord. Deze beantwoording staat in bijgevoegde notitie. Het lijkt ons belangrijk dat de statenleden tijdig kennis kunnen nemen van deze notitie. Als u nadere informatie wenst, kunt u mij bereiken van 06-51981845. Met vriendelijke groeten, Dirkjan Matthijsse
PROVINCIALE STATE i VAN OVERIJSSEL Reg.nr. ^ | Z o l 5 - | ^ £ Q Dat. ontv,
ing. Dirkjan Matthijsse Projectmanager
Raedthuys Groep B.V. Hengelosestraat 569, 7521 AG Enschede Postbus 3141, 7500 DC Enschede
T+31 53 434 1200 E
[email protected] I www.pure-energie.nl / www.raedthuys.nl
Disclaimer
2 2 OKT 2015
J
De inhoud van deze e-mail en de eventueel daarbij behorende bijlagen zijn persoonlijk gericht aan en derhalve uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Zij kunnen gegevens met betrekking tot een derde bevatten. De ontvanger die niet de geadresseerde is, noch bevoegd is dit bericht namens geadresseerde te ontvangen, wordt verzocht de afzender onmiddellijk op de hoogte te stellen van de ontvangst Elk gebruik van de inhoud van dit bericht en/of van de daarbij behorende bijlagen door een ander dan de geadresseerde is onrechtmatig jegens afzender respectievelijk de hiervoor bedoelde derde. De Raedthuys Groep aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enigerlei schade voortvloeiend uit het gebruik en/of acceptatie van de inhoud van het bericht. Voorts kunnen aan deze e-mail geen rechten worden ontleend jegens een vennootschap deel uitmakend van de Raedthuys Groep, tenzij in deze e-mail uitdrukkelijk anders is bepaald. Op overeenkomsten die worden aangegaan zijn de Algemene Inkoopvoorwaarden van de Raedthuys Groep van toepassing, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Enschede. Deze mail is gecontroleerd op virussen door Trend Micro ScanMail anti-virus software. Please consider the environment before printing this e-mai!
NOTITIE Datum
7 oktober 2015
Aan
Gemeenteraad van Hardenberg en Provinciale Staten van Overijssel
Van
Pondera Consult, namens Raedthuys Windenergie B.V. en De Wieken B.V.
Betreft
Beantwoording punten Stichting Boldor uit oriënterende ronde gemeenteraad Hardenberg en Statencommissie Overijssel
Projectnummer
714068
Inleiding Tijdens de oriënterende ronde van de gemeenteraad van Hardenberg op 22 september jl. en in de Statencommissie van 23 september jl. is het MER voor Windpark De Veenwieken behandeld. Eén van de insprekers in de vergaderingen betrof de Stichting Boldor. De Stichting is van mening dat er een aantal fouten/omissies in het MER zitten. De fase van het voorontwerp, waarin de planvorming voor het windpark zich bevindt, is bedoeld om reacties over het plan te verzamelen en eventuele omissies te kunnen herstellen voorafgaand aan de ontwerpfase. Op verzoek van Raedthuys Windenergie B.V. en De Wieken B.V., initiatiefnemers van het Windpark De Veenwieken, ontvangt u bij deze een beantwoording op deze inspraakreactie van de Stichting Boldor. Het voorontwerpplan voor het windpark dient nog ter inzage worden gelegd voor inspraak. Punt 1 Opmerking Stichting Boldor: “In het raadsvoorstel wordt geschreven dat in alle onderzoeken is gerekend met turbines die in haar klasse het meeste geluid maakt. Dat wordt onjuist geacht. Bij berekeningen over de energieopbrengst is gekozen voor turbines die het meeste produceren, behalve bij alternatief 4 die daardoor ongunstiger uit lijkt te komen. Bij alternatief 4 wordt productie doorgerekend met de 2MW Gamesa turbines terwijl de minder slagschaduw producerende 2,3 MW Enercon turbine beschikbaar is en meer opgesteld vermogen levert (34,5 in plaats van 30 MW opgesteld vermogen.” Reactie In het MER is op blz. 63/64 en in tabel 4.5 per milieuthema gemotiveerd wat de uitgangspunten zijn voor onderzoek. Niet in alle onderzoeken is gerekend met hetzelfde windturbinetype. Als systematiek in het MER is gekozen voor het onderzoeken van een ‘worst case’ situatie per milieuaspect om daarmee de maximale effecten op de omgeving in beeld te brengen. Voor de onderlinge vergelijking van alternatieven is de keuze voor een worst case turbine per milieuaspect gebruikelijk en een doeltreffende aanpak. Voor het aspect slagschaduw zijn maximale dimensies bepalend voor de maximale effecten, voor geluid de windturbine met het hoogste bronvermogen. Voor energieopbrengst is gekozen voor de windturbine met de grootste (maximale) inpasbare rotordiameter in het betreffende alternatief, die derhalve de hoogste energieproductie in MWh kent.
7 oktober 2015 Pagina 1 van 5
Kader 1 Toelichting verschil tussen megawatt (MW) en megawattuur (MWh) Er is verschil tussen het aantal megawatt (MW) opgesteld vermogen van een windpark en de energieopbrengst in megawattuur (MWh). Het hoogst opgestelde vermogen in MW hoeft niet per definitie voor de hoogste opbrengst in MWh per jaar te zorgen, de opbrengst is vooral afhankelijk van het gebruik van een geschikte turbine (rotordiameter en ashoogte) voor het windklimaat op een specifieke locatie. Een turbine met een hoog vermogen die door de windcondities zijn nominale vermogen bijna niet haalt heeft waarschijnlijk een lagere productie per jaar dan een turbine die regelmatig op nominaal vermogen draait.
Punt 2 Opmerking Stichting Boldor: ”In de samenvatting staat dat alternatief 5 goed is voor een elektriciteitsverbruik van ruim 6.500 woningen. Dit is een fout. De ruim 6.500 komt uit het tabel van de energieproductie. Daar blijkt een verschil van 6.535 MWh en niet huishoudens.” Reactie De inspreker heeft terecht een fout geconstateerd in de samenvatting, deze wordt hersteld (ook in hoofdtekst MER op blz. 180). Het getal van (afgerond) 6.500 betrof geen huishoudens maar MWh per jaar. Dit doet overigens niets af aan de vergelijking van de alternatieven onderling en de conclusies. In onderstaande tabel staan de gegevens, die zijn opgenomen in tabel 13.1 van het MER:
Alternatief
Energieopbrengst in MWh/jaar (P50) zonder maatregelen
Vergelijkbaar met het jaarlijks elektriciteitsverbruik van dit aantal huishoudens
Alternatief 1
78.119
22.320
Alternatief 5
71.584
20.453
Verschil alternatief 1 en 5
6.653
1.867
Zoals in de samenvatting (en conclusies) aangegeven heeft alternatief 1 een hogere energieopbrengst dan alternatief 5: het betreft een verschil in energieopbrengst van 6.553 MWh/jaar (ruim 6.500 MWh/jaar), dit is equivalent van het elektriciteitsverbruik van 1.867 (ruim 1.850) huishoudens (meer). Ter indicatie: dit is bijna de helft van alle huishoudens in de kern Ommen. Volgens gegevens van het CBS (2013) heeft Ommen 3.800 huishoudens. Punt 3 Opmerking Stichting Boldor: “Eerder genoemde productiecijfers worden ook gebruikt om de omvang van de verwachte energieproductie van het hele plan te duiden. Dit gaat echter om productiecijfers zonder mitigerende maatregelen. Productiecijfers na mitigatie staan niet in het MER.” Reactie Het is correct dat de productiecijfers in het hoofdstuk energieopbrengst cijfers zijn zonder mitigatie. De opbrengstberekeningen zijn niet bedoeld om de absolute energieproductie van het gehele plan te duiden, maar om volgens de systematiek van het MER de vijf alternatieven onderling te vergelijken. Het al dan niet meenemen van mitigatie voor geluid en slagschaduw zal niet tot andere conclusies in de afweging leiden omdat de onderlinge verhoudingen tussen de alternatieven niet anders worden; voor alle alternatieven geldt een vergelijkbare ordegrootte
7 oktober 2015 Pagina 2 van 5
aan opbrengstverlies ten gevolge van mitigatie. De vergelijkbaarheid van de verschillende alternatieven is dus in de zelfde orde van grootte met of zonder mitigatie. Kader 2 Toelichting op wettelijke geluidnorm Lden De hoeveelheid geluid die een turbine produceert is (bij dezelfde windsnelheden) gelijk in de dag, de avond en de nachtperiode. De normen voor de hoeveelheid geluid gelden op de gevel van nabij gelegen woningen. De dosismaat Lden drukt het geluidniveau uit. Lden staat voor Level day, evening, night, en is het tijdgewogen jaargemiddelde geluidniveau in de dag, de avond en de nacht. In Nederland bedraagt de norm Lden 47 dB Lnight 41 dB. Deze waarde is tot stand gekomen op basis van een dosis-effectrelatie en een afweging tussen het te verwachten percentage gehinderden en de noodzaak om meer duurzame energie op te wekken. Volgens de regels mag het jaargemiddelde geluidniveau (grenswaarde) Lden niet meer zijn dan 47 dB. ’s Avonds geldt er een correctie van +5 dB en ‘s nachts van +10 dB, deze zijn in de L den meegewogen. Er is gekozen voor deze weging om recht te doen aan de omstandigheden. ’s Avonds en ’s nachts zijn mensen vaker in rust en is het omgevingsgeluid minder. Daarom wegen de avond en de nachtperiode zwaarder mee dan de dagperiode. Bovendien is er een afzonderlijke norm opgenomen voor de nachtperiode om slaapverstoring te voorkomen: Lnight =41 dB. Dit is het jaargemiddelde geluidniveau in de nachtperiode. Het voordeel van het gebruik van een jaargemiddelde waarde is de middeling over de meteorologische omstandigheden. Het geluid van een windturbine is afhankelijk van de windsnelheid. Deze afhankelijkheid van meteorologische omstandigheden is een belangrijke factor bij prognoseonderzoeken, bij metingen en bij de handhaving van geluidnormen. De jaarmiddelingsmethode houdt rekening met deze wisselende omstandigheden. Het is een misverstand dat deze middeling ervoor zorgt dat de turbine ’s nachts meer geluid mag maken als dit op een ander tijdstip gecompenseerd wordt. De Lnight 41 dB is namelijk altijd maatgevend. Maximale geluidbelasting op een moment (= momentaan) Elke windturbine heeft een eigen bronvermogen, waardoor de windturbine ook nooit meer geluid kan maken dan het maximale bronvermogen van die windturbine. Het maximale bronvermogen van een windturbine (momentaan) ligt in de range van 3 tot 5 dB hoger dan de gemiddelde waarde, afhankelijk van de specifieke windturbine. Het verschil tussen de gemiddelde (ongewogen) geluidbelasting op een woning en de maximale geluidbelasting op een woning werkt evenredig door en ligt dus ook maximaal 3 tot 5 dB hoger. Omdat de Nederlandse wettelijke geluidnorm uitgaat van een gewogen jaargemiddelde geluidniveau (Lden), waarin een straffactor voor de avond en nacht is meegenomen, zal in praktijk de maximaal optredende geluidbelasting vrijwel altijd onder de 47 dB liggen.
Punt 4 Opmerking Stichting Boldor: “Geluidsproductie boven de wettelijke norm kan worden ingedamd door mitigerende maatregelen. Bijvoorbeeld door het windpark 20% tot 24% van de tijd stilleggen of kiezen voor een minder lawaaiiger windturbine. Een minder lawaaiige windturbine is opgenomen in het MER opgenomen, maar de cijfers daarvan staan in de bijlage van de bijlage. Deze invulling met een minder lawaaiige windturbine wordt in het MER beschreven als ‘best case’. De bijlage laat zien waar de gunstige resultaten vandaan komen: de bronsterkte bedraagt 103,3 dB(A). Elders in het MER wordt voor dezelfde windturbine een bronsterkte van 106,2 dB(A) gemeld. Als berekeningen van 103 dB(A) leiden tot een grensgeval zal berekening met 106 dB(A) onherroepelijk een overschrijding te zien geven.”
7 oktober 2015 Pagina 3 van 5
Reactie Het verschillen in waarden is het gevolg van de omrekening van een opgegeven bronwaarde van de fabrikant naar een etmaalwaarde voor de berekening van de Lden contouren. Er is hier geen sprake van een fout, maar van verschillende uitgangspunten. Doordat dit niet op beide plekken is uitgelegd kan dit tot verwarring leiden. De volgende toelichting is van toepassing. De beide waarden kunnen niet direct met elkaar vergeleken worden. De waarde van 103,3 dB(A) is afkomstig uit het testrapport van de windturbinefabrikant op basis van geluidmetingen aan de turbine. Deze waarde wordt in bijlage 20 als uitgangspunt gegeven voor de geluidberekeningen in het rapport. De bronsterkte van 103,3 dB(A) is ter indicatie gegeven bij een windsnelheid van 8 m/s boven een vlak landbouwgebied en op een rotoras van 99 meter. Het meetrapport geeft de bronsterkte ook bij andere windsnelheden. De gerapporteerde bronsterkten van de Enercon E-101 turbine zijn vervolgens voor de akoestische berekeningen omgerekend naar bronsterkten in relatie tot de windsnelheid op een ashoogte van 135 meter, voor de specifieke locatie. Dit is de waarde van 106,2 dB(A) voor de Enercon E-101 turbine in tabel 5.2. Deze waarde is een Lden waarde, en dus een etmaalgemiddelde. De reden dat de Lden bronsterkte hoger is dan de gemeten waarde is dat bij het omrekenen naar een Lden waarde er twee straffactoren voor de avond (+ 5 dB) en nacht (+10 dB) worden meegenomen omdat de Nederlandse wettelijke norm er van uit gaat dat er in de avond en nacht een strengere geluidnorm geldt. De bronsterkte waar in geluidberekeningen van uit dient te worden gegaan is dus als gevolg hiervan hoger dan de door de fabrikant gemeten waarde. Ook voor een lagere ashoogte is een jaargemiddelde etmaalwaarde bepaald (waardoor ook deze hoger is dan 103,3 dB(A)). In bijlage 20 van het akoestisch rapport, waarin de berekening voor de ‘best case’ windturbine is opgenomen, staat dit ook deels toegelicht. Het bronvermogen in tabel 5.2 wordt niet toegelicht, een toelichting van de inhoud/herkomst voor de duidelijkheid was beter geweest en had wellicht verwarring voorkomen. Er is overigens voor gekozen om de toelichting en berekeningen voor de beste case in de bijlage van het akoestisch rapport op te nemen, om de praktische reden dat deze berekeningen op een laat moment in het proces van het opstellen van het MER uitgevoerd en toegevoegd zijn. In de hoofdtekst (paragraaf 14.5.3) is evenwel de conclusie opgenomen met een verwijzing naar bijlage 4 van het MER (Akoestisch- en slagschaduwonderzoek). Punt 5 Opmerking Stichting Boldor: “De zogenaamde stille turbine wordt in de samenvatting benoemd als E101 E2. Die benaming staat volgens producent Enercon voor een windturbine met een vermogen van 3,5 MW in plaats van 3 MW. Dat zou voor het hele windpark uitkomen op 35 MW, een welkome aanvulling gezien de doelstellingen van gemeente en provincie. Maar meldt die dan ook.” Reactie De toevoeging ‘ E2’ in de samenvatting is een typefout en wordt gecorrigeerd. Hier had de aanduiding OMII moeten staan welke betrekking heeft op de geluid stillere modus van de Enercon E-101. E2 staat voor een Enercon E-101 windturbine met een generator vermogen van 3,5 MW. Dit type is voor Windpark De Veenwieken echter niet in beeld aangezien dit type met name voor locaties met een hoger windaanbod is bestemd.
7 oktober 2015 Pagina 4 van 5
Vervolg Met deze notitie wordt alvast antwoord gegeven op deze voorlopige inspraakreactie van de Stichting. Formele inspraak dient als eerder aangegeven nog plaats te vinden. Na afloop van de inspraaktermijn worden alle ontvangen inspraakreacties in samenhang beantwoord.
7 oktober 2015 Pagina 5 van 5