Raadsvergadering : 22 april 2013 Voorstelnr.
: R 6948
Onderwerp
: scheiding bestuur en toezicht Stichting Scholengroep OPRON
Agendanr. 15
Stadskanaal, 5 april 2013
Beslispunten 1. Instemmen met de gewijzigde statuten van de Stichting Scholengroep OPRON (OPRON). 2. De huidige bestuursleden van de stichting benoemen tot lid van de Raad van Toezicht. 3. Het (Basis)Profiel van de Raad van Toezicht goedkeuren.
Aan de raad 1.
Inleiding Op 1 augustus 2010 is de wetswijziging "Goed onderwijs, goed bestuur" van kracht geworden in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Hierdoor zijn schoolbesturen verplicht een scheiding aan te brengen in bestuur en toezicht. De functies van besturen en toezicht mogen niet langer in één persoon verenigd zijn. OPRON wil deze scheiding aanbrengen door het instellen van een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Eind 2011 heeft OPRON de verantwoordelijk portefeuillehouders mondeling geïnformeerd. Vervolgens is ook uw raad door OPRON bijgepraat over de wetswijziging en de gevolgen daarvan. Zowel de raden als de colleges van de deelnemende gemeenten hebben hierop positief gereageerd. In mei van 2012 diende OPRON het officiële verzoek in om de statuten te mogen wijzigen. Naar aanleiding van het formele verzoek van OPRON hebben er zowel ambtelijk als bestuurlijk diverse overleggen plaatsgevonden, die uiteindelijk hebben geresulteerd in de nu voorliggende voorstellen om de statuten te wijzigen, de huidige bestuursleden te benoemen tot de eerste Raad van Toezicht, het profiel van de Raad van Toezicht goed te keuren en kennis te nemen van de concept reglementen van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. 1.1. Beoogd effect − Realisatie van de verplichte scheiding bestuur en toezicht van OPRON. − Uitvoering van de gemeentelijke taken conform de WPO.
2.
Argumenten 2.1. De voorgestelde wijzigingen in de statuten zijn passend en geschikt De consequentie van de wettelijk voorgeschreven scheiding van bestuur en toezicht is dat de statuten, zoals die op 5 december 2007, met instemming van de gemeenteraden van Menterwolde, Stadskanaal en Veendam, bij notariële akte zijn vastgelegd en moeten worden aangepast, aangezien hierin de organisatie van de stichting geregeld is. Volgens artikel 48, lid 7 van de WPO is statutenwijziging pas mogelijk na instemming van uw raad. Naast de formele goedkeuring van de begroting en jaarrekening vervallen er geen bevoegdheden van de gemeenteraden.
1
Daarentegen worden de gemeenten juist nauwer betrokken bij de Scholengroep OPRON. Een overzicht van de oude en nieuwe taakverdeling tussen schoolbestuur en betrokken gemeenten is weergegeven in de bijgevoegde VNG-notitie. De essentiële verschillen tussen de oude en de nieuwe statuten zijn hieronder aangegeven en toegelicht. Onderwerp a. Naamgeving en begripsbepaling
b.
Organisatie
c.
Begroting en jaarrekening
d.
Bestuurlijke fusie en opsplitsing
Oud Stichting Openbaar Primair Onderwijs Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. Van de drie deelnemende gemeenten werden alle overgedragen scholen benoemd. Er was sprake van een bestuur en een algemene directie. Het bestuur was belast met het besturen van de stichting, de dagelijkse gang van zaken was een verantwoordelijkheid van de algemene directie. De gemeenteraden hielden toezicht op het bestuur en benoemden de leden van het bestuur op basis van een profielschets. De gemeenteraad keurt de begroting jaarlijks goed en stemt in met de jaarrekening (wettelijk bepaald is dat goedkeuring vooraf plaatsvindt en instemmen achteraf). Hierover was niet expliciet iets opgenomen. Een fusie had tot gevolg dat de statuten moesten worden aangepast en deze behoefden de goedkeuring van de gemeenteraden.
Nieuw OPRON, stichting voor openbaar primair onderwijs. De betrokken scholen zijn niet meer opgenomen, alleen de drie deelnemende gemeenten. Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting. De Raad van Toezicht ziet toe op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting. De gemeenteraden benoemen de leden van de Raad van Toezicht op basis van een profielschets. De Raad van Toezicht keurt de begroting jaarlijks goed en stemt in met de rekening. Aan de gemeenten wordt de mogelijkheid geboden om een zienswijze in te dienen. Een besluit tot juridische fusie en juridische splitsing van de stichting is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht én de gemeenten.
Toelichting op de tabel Ad a. Naamgeving en begripsbepaling De al informeel gebruikte naam Scholengroep OPRON is hiermee geformaliseerd. De namen van de overgedragen scholen verdwijnen uit de statuten. Door opheffing/samenvoeging van scholen is de lijst met scholen aan verandering onderhevig. Hierdoor kunnen de scholen zelf beter niet worden opgenomen in de statuten. Ad b. Organisatie Door de wetswijziging verandert de organisatie van het schoolbestuur. De scholengroep realiseert de verplichte scheiding van bestuur en toezicht door een College van Bestuur en een Raad van Toezicht in te stellen. Op basis van de nu voorliggende statuten worden de leden van het College van Bestuur benoemd door de Raad van Toezicht (artikel 6, lid 2). De leden van Raad van Toezicht worden benoemd door de leden van de gemeenteraden (artikel 11).
2
– College van Bestuur Vanuit de CAO voor PO-bestuurders (onderhandelaarsversie) wordt uitgegaan van een mogelijkheid van twee bestuurders bij een leerlingaantal tussen de 2.000 en 4.000. Daarboven gaat deze CAO automatisch uit van twee bestuurders. De complexiteit van een schoolorganisatie bepaalt in de geschetste bandbreedte het aantal bestuurders. OPRON is een complexe organisatie met grote en kleine scholen. De 3.000 leerlingen zitten op een van de 20 reguliere scholen, één school voor sbo en één school voor (v)so. Daarbij geldt dat OPRON te maken heeft met drie gemeenten en twee samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Dit rechtvaardigt de keuze voor twee bestuurders. De huidige leden van de algemene directie worden in dit verband benoemd tot het College van Bestuur. – Raad van Toezicht (RvT) De voordracht van nieuwe leden gebeurt door de RvT. De RvT moet daarbij rekening houden met de in de WPO opgenomen bepalingen over de rol en de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De gemeenten kunnen dus zelf géén voordrachten doen. Wel is bepaald dat er in de RvT een overheersende invloed van de overheid (artikel 48, lid 12h) verzekerd moet zijn. In de statuten is daartoe de volgende regeling opgenomen: * De voordrachten gebeuren op basis van een vooraf vastgesteld basisprofiel (artikel 17a, lid 2). Dit basisprofiel wordt opgesteld en vastgesteld door de stichting na een positief advies van de GMR én na goedkeuring van de gemeenten. De gemeente kan dus vooraf mede het kader bepalen waaraan de toezichthouders moeten voldoen. * De gemeenteraden benoemen de leden van de RvT. In praktische zin betekent het dat de gemeente het basisprofiel en de overige kennis omtrent de persoon die in strijd kan zijn met een mogelijke benoeming, als instrumenten van overheersende invloed heeft. Door het op deze wijze aanbrengen van de vereiste scheiding tussen bestuur en toezicht wordt aangesloten bij de huidige werkwijze en taakverdeling, zoals die in grote lijnen ook nu al tussen bestuur en algemene directie wordt gehanteerd. Ad c. Begroting en jaarrekening Volgens de WPO, artikel 17c, lid 1 is de interne toezichthouder (RvT) belast met het goedkeuren van de begroting en het jaarverslag. Hiermee vervallen twee bevoegdheden van de gemeenteraden. Deze twee bevoegdheden waren beperkt, aangezien goedkeuring door de gemeenteraden alléén kon worden onthouden wegens strijd met het recht of in het algemeen belang, waaronder begrepen het financiële belang van de gemeente. De gemeenteraden behouden de bevoegdheid om in geval van ernstige taakverwaarlozing of handelen in strijd met de wet in te grijpen en zo nodig de stichting te ontbinden. Bovendien kunnen gemeenten in de nieuwe situatie een zienswijze op de begroting en de jaarrekening toezenden aan het College van Bestuur. Dit is ingegeven door een aantal overwegingen: – de gemeente moet betrokken blijven bij de ontwikkeling van OPRON. Daartoe wil OPRON de gemeente actief informeren over de meerjarenbegroting en het strategisch beleid. Daarnaast wil OPRON de gemeente jaarlijks informeren over de begroting en de jaarrekening. Met deze documenten kan de gemeente zich een goed beeld vormen van OPRON; – de gemeenten hebben het recht om op de begroting en jaarrekening een "zienswijze" te geven. OPRON moet vervolgens aandacht schenken aan de zienswijze. Dat kan, als de stichting dat wil, in de lopende begroting, maar dat kan ook in volgende begrotingen. Op de wijze waarop OPRON met de zienswijzen aan de slag gaat, moet gemeld worden aan de gemeenten. 3
Het voordeel van deze werkwijze ten opzichte van de oude werkwijze: a. de gemeente wordt breder geïnformeerd en kan zich een beter beeld vormen; b. de gemeente heeft de mogelijkheid om op de financiële stukken te reageren en aandachtspunten mee te geven. Zij ontvangt op een zienswijze een formele reactie. Door deze werkwijze vervallen de instrumenten voor de gemeenten om in te grijpen niet; c. de gemeente moet nog steeds ingrijpen als er op 1 februari van het lopende begrotingsjaar geen vastgestelde begroting is; d. de gemeente is nog steeds bevoegd om het bestuur terug te nemen bij taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet door het bestuur. Ad d. Bestuurlijke fusie en splitsing Nieuw is dat in de voorgestelde statuten de gemeenteraden vooraf invloed hebben op bestuurlijke fusie en/of splitsing. Voordat het College van Bestuur van de stichting hiertoe besluit, is in de nieuwe situatie de goedkeuring van de gemeenteraden nodig. In de oude situatie was de invloed indirect. Daar leidde een fusie onvermijdelijk tot een statutenwijziging, die dan aan de gemeenteraden ter goedkeuring moesten worden voorgelegd. 2.2. Continuïteit door de leden van de eerste Raad van Toezicht te halen uit zittend bestuur OPRON zit middenin tal van ontwikkelingen: − de realisatie van een duurzaam nulresultaat voor de exploitatie; − de besprekingen met betrekking tot de voorgenomen fusie met OPOS (gemeente Slochteren); − kwaliteitsbeheer en opbrengst gericht werken; − passend onderwijs. Voor de continuïteit is het dan ook wenselijk om de overgang in bemensing van het voormalige bestuur naar de RvT geleidelijk te laten verlopen. De voorgestelde oplossing hiervoor is dat het zittende bestuur gevraagd wordt om de eerste RvT te vormen, waarbij voor deze eerste raad gedeeltelijk een verkorte zittingsperiode van twee jaar geldt. In de statuten is dit in artikel 18, lid 1 en 2 opgenomen. Wij stellen u voor de huidige bestuursleden: − de heer G. Mulder (voorzitter) − mevrouw H. Schuringa (secretaris) − de heer J. Blaauw (penningmeester) − de heer W.H. Stokroos − de heer J.H.L. de Vreede − de heer H. de Weerd te benoemen als lid van de RvT. Er is één lid van het huidige bestuur dat heeft aangegeven geen lid te willen worden van de RvT. 2.3. Het voorgestelde profiel van de RvT is een goede basis voor werving en selectie In het basisprofiel zijn de noodzakelijke competenties van de RvT en de afzonderlijke leden van de RvT helder beschreven. Het is daarmee een geschikt instrument voor de werving en selectie van de leden van de RvT. 3.
Draagvlak Het nu voorliggende voorstel is het resultaat van intensief overleg tussen de deelnemende gemeenten en OPRON. Het doet recht aan zowel de wettelijke taak van het schoolbestuur, maar ook aan de positie van de gemeenten en de mate waarin zij invloed kunnen uitoefenen en informatie verkrijgen rondom het openbaar basisonderwijs.
4
4.
Aanpak/uitvoering/voortgang De wijze waarop de drie gemeenten gezamenlijk aan de nieuwe rol invulling geven is nog onderwerp van uitwerking. Op dit moment wordt er gewerkt via een voorportaal-constructie, waarbij één van de deelnemende gemeenten aanspreekpunt is voor OPRON en de besluitvorming voor de gemeenteraden voorbereidt. Na besluitvorming in uw raad zal er zowel ambtelijk als bestuurlijk gekeken worden naar een nieuw werkproces dat zich richt op de werkwijze tussen de drie gemeenten richting OPRON en de gemeenten onderling. Ook kunnen gemeenten intern keuzes maken op welke wijze zij invulling willen geven aan het leveren van de zienswijzen. Van belang hierbij is ook dat de aanleverdata en maximale doorlooptijden zijn gewijzigd gezien de in de wet genoemde termijnen. 4.1. Communicatie OPRON en de gemeenten Veendam en Menterwolde worden beide geïnformeerd over uw besluit.
5.
Juridische consequenties In de Grondwet (artikel 23) en de WPO (artikelen 46 en 48) worden de bevoegdheden van de gemeenteraden, die de instandhouding van hun openbare scholen aan een stichting hebben overgedragen, benoemd.
6.
Kosten, baten en dekking Voor de gemeenten zijn er geen financiële consequenties verbonden aan de scheiding van bestuur en toezicht binnen OPRON.
Burgemeester en wethouders
de heer G.J. van der Zanden secretaris
mevrouw B.A.H. Galama burgemeester
TvdW/ 5
Nr. 15 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2013, nr. R 6948; besluit: 1. in te stemmen met de gewijzigde statuten van de Stichting Scholengroep OPRON; 2. de huidige bestuursleden van de stichting te benoemen tot lid van de Raad van Toezicht; 3. het (Basis)Profiel van de Raad van Toezicht goed te keuren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 april 2013.
De raad de raadsgriffier,
TvdW/
de voorzitter,