Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.Onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!STUUR DIT RAADSVOORSTEL WANNEER HET GEREED IS, DIRECT DOOR NAAR TEKSTVERWERKING!!!!!! DUS NIET WACHTEN TOT NA DE B. EN W.-VERGADERING!!!!!
Raadsvergadering
: 16 december 2013
Voorstelnr.
: R 6992
Onderwerp
: Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen
Agendanr. 14
Stadskanaal, 29 november 2013
Beslispunten - Het rapport Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan (RWLP) Oost-Groningen voor kennisgeving aannemen. - Het Regionaal Prestatiekader voor kennisgeving aannemen.
Aan de raad 1.
Inleiding In november 2011 is het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsbasisplan Oost-Groningen "Van krimp naar kwaliteit" opgeleverd. Het plan ontstond vanuit de urgentie om een aantal (aanstaande) leefbaarheidsproblemen aan te pakken en vanuit de behoefte en noodzaak om dat boven het lokale niveau uit te tillen. Het basisplan bestond uit een inventarisatie van ontwikkelingen en aandachtspunten op acht verschillende thema’s of clusters en een actieplan. Het actieplan beschrijft de afspraken die de zeven gemeenten hebben gemaakt om de opgaven uit het basisplan in de komende jaren te kunnen oppakken. De acht clusters waarin is gewerkt, waren: primair onderwijs, onderwijs & arbeidsmarkt, particuliere woningvoorraad, wonen: prestatieafspraken, cultuur & sport, actief burgerschap, zorg en economie. In juni 2013 heeft de stuurgroep het rapport RWLP Oost-Groningen vastgesteld. In de stuurgroep zijn de zeven gemeenten en de provincie vertegenwoordigd. Het rapport geeft een overzicht van de oorspronkelijke doelstellingen en de behaalde resultaten en bevat het uitvoeringsprogramma 2013-2015. Wij bieden u het rapport ter kennisgeving aan. Een van de acht thema’s betreft het maken van regionale prestatieafspraken met woningcorporaties over de kwantiteit en de kwaliteit van de woningvoorraad. Dit heeft geleid tot het "Regionaal Prestatiekader" dat wij u ook ter kennisgeving aanbieden. Toelichting rapport RWLP Oost-Groningen De stuurgroep constateert dat niet alle (sub)doelen zijn bereikt, maar kijkt met voldoening terug op een vruchtbare samenwerking met een aantal mooie resultaten. Een dergelijke brede en regionale samenwerking begint met het vinden van elkaar op thema’s, gedeelde belangen én het stellen van doelen. Die doelen mochten best ambitieus zijn. In het vinden van elkaar, het stellen van doelen en het gezamenlijk (deels) behalen van die doelen, is de regio Oost-Groningen goed geslaagd. De samenwerking is geslaagd tussen zowel gemeenten en provincie als met maatschappelijke organisaties. In het rapport concludeert de stuurgroep dat het onmogelijk is gebleken om een regionaal plan te maken dat zich over zoveel zaken tegelijk uitspreekt, met zoveel betrokken gemeenten en maatschappelijke organisaties. In een nieuw uitvoeringsprogramma wordt de focus om die reden gelegd op drie thema’s. 1
Zij worden hierna toegelicht. De overige vijf thema’s vallen niet meer onder de directe verantwoordelijkheid van de stuurgroep. Zij zijn ondergebracht bij reguliere overlegplatforms, zoals economie bij het portefeuillehoudersoverleg economische zaken en het primair onderwijs bij het portefeuillehoudersoverleg primair onderwijs. Particuliere woningvoorraad De aanpak van verpaupering en daardoor waardedaling van de particuliere voorraad is door alle gemeenten erkend als één van de meest urgente en tegelijkertijd lastigste thema’s. De regionale doelstelling is het bereiken van een substantiële verbetering en verdunning van deze voorraad. De komende periode wordt gewerkt aan: 1. het opstellen van een leidraad voor de aanpak van verpaupering/waardedaling; 2. de inventarisatie van good practices; 3. de inventarisatie van gemeentelijk en provinciaal instrumentarium om particulieren/speculanten "aan te pakken". Regionaal Prestatiekader Wonen Het Regionaal Prestatiekader is afgerond. De doelstelling is nu om lokaal uitvoering te geven aan de kwalitatieve en kwantitatieve afspraken uit dit kader en de monitoring in te richten en uit te voeren. De komende periode is de agenda: 1. de lokale uitwerking van het Regionaal Prestatiekader (actualiseren lokale woonplannen) monitoren; 2. een regionale monitoring woningmarkt inrichten en uitvoeren. Primair Onderwijs Een verkenningsonderzoek naar samenwerking in het primair onderwijs is uitgevoerd. De doelstelling is nu om concrete invulling te geven aan (juridische) samenwerkingsvormen. De komende periode is de agenda: 1. het verkenningsonderzoek afronden; 2. verdere samenwerking tot een (juridische) overeenkomst uitwerken; 3. het verkenningsonderzoek en verdere samenwerking bij POPO (Portefeuillehouders Overleg Primair Onderwijs) én schoolbesturen borgen. Toelichting Regionaal Prestatiekader De centrale opgaven van het prestatiekader richten zich op: - verbetering en vernieuwing van de bestaande woningvoorraad; - het waar nodig aanvullen van deze voorraad met segmenten waar vraag naar ontstaat en die niet in de bestaande voorraad beschikbaar zijn; - het bevorderen van doorstroming en keuze; - het behoud van evenwicht tussen vraag en aanbod bij een stabiliserende en op termijn krimpende vraag. Deze opgaven zijn vertaald in een achttal afspraken over kwaliteit en kwantiteit van de woningvoorraad. Hieronder wordt samengevat weergegeven waarop de afspraken betrekking hebben. Afspraak 1: Opvang van gevolgen van het scheiden van wonen en zorg. Het scheiden van wonen en zorg (oftewel het extramuraal huisvesten van mensen met Zorg Zwaarte Pakketten (zzp) 1 t/m 4) heeft gevolgen voor de woningmarkt. Gemeenten, zorgpartijen en corporaties spreken af dat zij elkaar regelmatig informeren over de gevolgen van het scheiden van wonen en zorg. Gemeenten brengen mede op basis van de informatie in beeld in welke delen van de woningvoorraad zorglevering bemoeilijkt wordt door gebrek aan ruimte of toegankelijkheid. Hierop wordt gezamenlijk (gemeenten, corporaties en zorgorganisaties) anticiperend beleid ontwikkeld.
2
Afspraak 2: Passendheid van de sociale huurwoningvoorraad. De passendheid van de woningvoorraad beoordelen op twee aspecten: is de beschikbaarheid van de sociale huurvoorraad voldoende en zijn er specifieke segmenten waarop het aanbod lager is dan de toekomstige vraag. Afspraak 3: Duurzaamheid en woonlasten. Afgesproken wordt om een lokaal beleid te voeren met als ambitie om balans te houden tussen huur, energie en gemeentelijke woonlasten. Gemeenten voeren hun inspanningen aantoonbaar op om inwoners te informeren over en te begeleiden in het nemen van verduurzamingsmaatregelen. Afspraak 4: Verkoop sociale huurwoningen. Gemeenten en corporaties zien verkoop van huurwoningen als een strategisch instrument, onderkennen de bedrijfseconomische noodzaak en maken afspraken in de gemeentelijke woonvisies welke woningen verkocht worden. Afspraak 5: Participatie en leefbaarheid. Bij de ontwikkeling van dorps- of wijkvisies worden de bewoners en de maatschappelijke vertegenwoordigers van de dorpen en wijken nauw betrokken. Ook wordt gestimuleerd dat bewoners zelf een visie op hun wijk of dorp opstellen. Deze afspraak sluit aan bij de wijkvisietrajecten die wij in onze gemeente kennen: kijk-op-dewijk/wijkvisie/programma/projectenagenda/wijkevaluatie. Afspraak 6: Krimp op termijn Naar verwachting manifesteert de krimp zich in hoofdzaak in het oudere deel van de particuliere voorraad en in zekere mate in segmenten van de sociale huur in de kleinere kernen. In het particuliere deel neemt de krimp de vorm aan van langdurige leegstand en gaat vaak gepaard met verwaarlozing en verloedering. Waardedaling, incourantheid, onverkoopbaarheid en verloedering zijn primair het probleem van de particuliere eigenaar en deze zal ook zelf in eerste instantie met oplossingen moeten komen al dan niet afgedwongen. Gemeenten ontwikkelen, in regionaal verband, een beleid waarmee particuliere onttrekkingen worden gefaciliteerd/gestimuleerd. Bij de ontwikkeling en uitvoering van dit beleid hebben de gemeenten verschillende partnerorganisaties nodig. Corporaties stellen zich hierin ondersteunend op. Ervaringen van de pilot van de Stichting Waardebehoud Onroerend Goed (WOG), waarin de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde, de corporaties Lefier en Acantus en de Rabobank Zuid- en Oost Groningen deelnemen worden hierbij betrokken. Afspraak 7: Verdunningsopgave. De woningmarkt volgt de vraagontwikkeling per gemeente, zowel kwantitatief als kwalitatief. Nieuwbouw betreft daarmee bij de huidige waarnemingen en prognoses vervangende nieuwbouw of wordt gecompenseerd door onttrekkingen op andere locaties met als streven een passend aantal woningen bij een krimpende vraag (verdunning). Daarbij geldt als planninghorizon de periode tot 2018 waarbij jaarlijks vraag en aanbod worden gemonitord. Lokaal geeft dit ruimte en noodzaak tot het maken van een woonplan waarin ook aandacht wordt geschonken aan de vraagzijde van de lokale woningmarkt. Afspraak 8: Regionale afstemming. De regio streeft in zijn geheel naar een gelijkblijvend woningaantal in 2018 en anticipeert in deze periode op een dalende woningvoorraad na 2018, als vraag en aanbod zich conform de prognose ontwikkelen. De regio ontwikkelt hiertoe een monitor en een overlegstructuur waarin gemeenten, corporaties en provincie minimaal eenmaal per jaar de huishoudensontwikkeling, de bevolkingsprognoses en de ontwikkeling van vraag en aanbod met elkaar bespreken en de gemaakte afspraken in dit prestatiekader zo nodig bijstellen. 3
Dit betekent dat op 1 januari 2018 ten opzichte van de peildatum 1 januari 2013, zowel de werkelijke woningvoorraad als de bestemmingsplancapaciteit gelijk zijn gebleven of zijn afgenomen. Dit prestatiekader vervangt daarmee de afspraken die de gemeenten en de provincie in 2009 over de omvang van de woningvoorraad en bestemmingsplancapaciteit hebben gemaakt. 1.1 Beoogd effect Regionale aanpak van de gevolgen van de krimp (afnemende bevolkingsaantallen en veranderende bevolkingssamenstelling) voor de leefbaarheid van Oost-Groningen. 2.
Argumenten 2.1. Rapport RWLP Op basis van de resultaten in 2012 en 2013 is het uitvoeringsprogramma 2013-2015 opgesteld met de focus op drie thema’s. 2.2. Regionaal Prestatiekader Vanwege demografische ontwikkelingen (krimp) en wijziging van de bevolkingssamenstelling (vergrijzing en ontgroening) is het maken van regionale woonafspraken door gemeenten en woningcorporaties gezamenlijk geagendeerd. 2.3. In de partiële herziening van de Provinciale Omgevingsverordening is artikel 4.7 (woningbouw) aangepast. 2.4. Landelijke akkoorden op het vlak van de woningmarkt maken dat de financiële positie van de woningcorporaties stevig onder druk komt te staan. Vanuit dat perspectief is een regionale herijking noodzakelijk van de afspraken die gemeenten en corporaties hebben gemaakt of nog gaan maken over kwaliteit en kwantiteit van de woningvoorraad.
3.
Draagvlak Eindrapportage uitvoeringsplan RWLP Oost-Groningen De stuurgroep heeft het rapport RWLP vastgesteld. Hierin zijn de zeven Oost-Groninger gemeenten en de provincie Groningen vertegenwoordigd. Regionaal Prestatiekader Het Regionaal Prestatiekader is opgesteld door de zeven Oost-Groninger gemeenten, de provincie en de corporaties Lefier, Acantus, Groninger Huis en Woonzorg Nederland. Zij zullen het kader ook ondertekenen. De andere corporaties die ook in dit werkgebied actief zijn, zijn op de hoogte gebracht van de gemaakte afspraken. Zorgpartijen die vastgoed in onze regio in eigendom hebben of huren, zijn in eerste instantie via een klankbordgroep betrokken bij de resultaten van het prestatiekader. De stuurgroep is met deze zorgpartijen in gesprek over medeondertekening van het kader.
4.
Aanpak/uitvoering/voortgang Met het nieuwe uitvoeringsprogramma van het RWLP Oost-Groningen is inmiddels een start gemaakt. Het Regionaal Prestatiekader zal begin 2014 ondertekend worden.
5.
Juridische consequenties Door het prestatiekader wordt aan twee van de drie eisen van artikel 4.7 van de herziene Provinciale Omgevingsverordening voldaan. Wel moet iedere gemeente voor 1 januari 2015 een lokaal woonplan vastgesteld hebben. Daarin dienen onder meer de afspraken in het Regionaal Prestatiekader naar de lokale situatie vertaald te worden.
4
6.
Kosten, baten en dekking De kosten van het RWLP Oost-Groningen die voor onze rekening komen, zijn gedekt uit de reserve wijkontwikkeling.
Burgemeester en wethouders
de heer G.J. van der Zanden secretaris
mevrouw B.A.H. Galama burgemeester
LSch/ 5
Nr. 14 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2013, nr. R 6992; besluit: -
het rapport Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen voor kennisgeving aan te nemen; het Regionaal Prestatiekader voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2013.
De raad
de heer K. Willems raadsgriffier
LSch/
mevrouw B.A.H. Galama voorzitter