NOTULEN RAADSVERGADERING 14 DECEMBER 2005
Blz 1. Opening
4
2. Vaststelling van de agenda
5
3. Vragenhalfuur
6
4. Vaststelling conceptraadsnotulen van 10 en 17 november 2005 en kennisneming van actuele lijst met toezeggingen
10
________________________________________________________________________________ HAMERSTUKKEN (20.35 – 20.40 uur) Dit zijn adviesnota’s die desbetreffende raadscommissies als hamerstuk hebben bestempeld. Over deze nota’s vindt geen debat plaats. Raadsleden kunnen wel een stemverklaring geven. ________________________________________________________________________________ 5. ‘Verordening extra kosten chronisch zieken en gehandicapten 2005’
11
6. ’Financiële Verordening’
14
7. ’Conceptverordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2005’
17
8. Liquidatie Bogromij NV
19
9. Exploitatieopzet ‘De Heuven 3’ te Gameren
22
10. Actualisering spelregels woonruimteverdeling
24
_________________________________________________________________________________ BESPREEKSTUKKEN Dit zijn adviesnota’s die desbetreffende raadscommissies als bespreekstuk hebben bestempeld. Over deze adviesnota’s vindt een debat plaats. _________________________________________________________________________________ 11. ‘Voortgangsnotitie Jeugd- en Jongerenbeleid’
29
12. Belastingverordeningen
40
13. Kaderstellende nota grondbeleid
48
__________________________________________________________________________ PAUZE _________________________________________________________________________________ 14. Kleine Stedenbeleid
67
15. Administratieve onteigeningsprocedure bestemmingsplan ‘De Wildeman’
73
16. Krediet voor het uitvoeren van het ‘Inrichtingsplan Duurzaam Veilig 30 Binnenstad’
79
17. Integrale herziening bestemmingsplan ’Buitengebied’
85
18. Harmonisatie Dorpshuizen
90
19. Sluiting
96
2
Voorzitter: de heer A. van den Bosch, burgemeester Griffier: de heer G.B. Gnodde
Aanwezig zijn de raadsleden: de dames M.J. Hoogheid-van Houte, G.M. Krijgh-Both, A.L. van der Linden en de heren A.C. van Balken, G. van Ballegooijen, A.C. Bragt, A.R. van Doorn, A. Duijzer, W. de Gaaij, H.A. Kolbach, A.J. Krähe, H.J. Looijen, C.M.L. Maussen, B.P. Roemers, W. Romp, H. Satter, G.H. van Wijk en G.B. van ’t Zelfde. Tevens zijn aanwezig de wethouders: de heren A.A. van Engelen, R. Hackert, B. Nijdam en J.Th.H.M. Penninx. Afwezig zijn de raadsleden: de heren J.C. Komen, G.L. Loef en M.J.J. van Osch.
3
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 1
Portefeuillehouder
:
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
:
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Opening
De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet iedereen van harte welkom. Hierna wordt staand een moment van bezinning in acht genomen. De voorzitter: Er zijn drie afmeldingen binnengekomen, van de heren Loef, Van Osch en Komen, waarvan akte. Verder heb ik een verzoek van de fractievoorzitters gekregen om begin januari een extra raad bijeen te roepen om daar in het openbaar te spreken over het rapport Organisatieonderzoek en dat betreft het politiek-bestuurlijke gedeelte. Over de precieze datum wil ik nog even overleg hebben met het college. U begrijpt dat alle wethouders daarbij aanwezig willen zijn en dat moet goed op elkaar worden afgestemd, zodat ook echt iedereen kan. Nu weet u in ieder geval dat er begin januari opkomst van u wordt verwacht. Ik geef het woord aan de wethouder van middelen, die nog een mededeling heeft te doen van actuele aard. Wethouder Van Engelen: Ik heb twee mededelingen. Het verheugt mij u te kunnen mededelen dat de Provincie van oordeel is dat wij niet onder preventief toezicht vallen in het kader van de begroting. Dus dat is prettig. Verder is mij gevraagd bij punt 5 van de agenda naar de percentages en of het bedrag in- of exclusief ambtelijke kosten was. Het percentage is 110% en het bedrag is inclusief ambtelijke kosten. Eerlijk gezegd zijn de eerste betalingen al de deur uit. De heer Romp: Hoeveel mensen hebben al gereageerd? Wethouder Van Engelen: Ik weet geen aantal maar ik heb gehoord een behoorlijk aantal. De voorzitter: Daar nemen wij kennis van. Terug naar agenda
4
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 2
Portefeuillehouder
:
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
:
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling van de agenda
De voorzitter: Ik neem aan dat u akkoord kunt gaan met de vaststelling van de agenda? Mevrouw Krijgh: Het gaat om punt 18. Dat correspondeert niet helemaal met de inhoud van het stuk. In de laatste regel moet het een-na-laatste woord, 2, veranderen in 3. De voorzitter: Dat gaat om een op- en afbouwtermijn van 3 jaar. Ik dank u voor uw scherpheid. Dat zullen we veranderen.
Hierna wordt de agenda vastgesteld. Terug naar agenda
5
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 3
Portefeuillehouder
:
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
:
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vragenhalfuur
Mevrouw Van der Linden: We hebben het er in de commissie al over gehad maar ik wil hier graag in de raad even op terugkomen. Via de pers hebben we vernomen dat er een aantal gemeenten in Gelderland zijn die een collectieve ziektekostenverzekering gaan aanbieden aan mensen die rond het minimum-inkomen moeten leven. Dat gebeurt onder andere in Arnhem. Ik heb daar met de gemeente Arnhem over gebeld en dat lijkt een heel goed plan. We hebben daarover in de commissie gesproken en ik heb toen aan de wethouder gevraagd of we ook in de gemeente Zaltbommel voornemens zijn om een dergelijke collectieve verzekering af te sluiten. Voor de mensen is het goedkoper en daarnaast zijn zij ook beter verzekerd. Ik denk dus dat er genoeg redenen zijn om dat inderdaad te doen. De wethouder heeft toegezegd dat hij daar spoed mee zou maken om dat uit te zoeken. De datum waarop mensen de zaken moeten gaan regelen komt nu wel heel snel dichtbij, dus ik wil graag van de wethouder weten wat de stand van zaken is rond dit punt. Wethouder Van Engelen: Uiteraard ben ik aan de slag gegaan, maar het is makkelijker gezegd dan gedaan, want er zitten wat principiële keuzes in. Moeten we betuttelen, of moeten we ze beschermen? Moeten we alleen de basisverzekering doen, of moeten we ook de aanvullende verzekering doen? Ik denk dat we moeten kiezen voor een stukje extra gemeentelijk maatwerk, dat dat uw intentie is. We zijn aan het onderhandelen, eind van deze week al verwacht ik een finale overeenkomst te kunnen hebben met een zorgverzekeraar en dan wil ik dat graag aan u voorleggen. Ik snap ook dat het niet past binnen de vergadercyclus van uw commissie en raad, maar ik denk dat ik met de griffier daar wel een elegante oplossing voor kan vinden. Op uw verzoek ben ik doorgegaan met onderhandelen, want ik meende toch dat uw voorstel raadsbreed werd gedragen. Eind deze week krijg ik een definitief aanbod. Mevrouw Van der Linden: Wat betekent dat voor de mensen die daar eventueel gebruik van willen maken, want ik begrijp dat alle zorgverzekeraars uiterlijk 15 december een aanbieding moeten doen. Mensen gaan iets in de bus krijgen en zijn misschien nu ook afwachtend, wat gaat de gemeente Zaltbommel doen. Het is allemaal heel krap in de tijd, dus kunt u iets over die tijdslijn zeggen?
6
Wethouder Van Engelen: De mensen die wij kennen, zullen wij uiteraard benaderen, maar er zijn ook minima die wij niet kennen. Dat betekent dat wij de publiciteit in moeten. Daarnaast is het zo dat als mensen nu reeds iets hebben aangegaan zij nog tot 1 maart kunnen switchen. Dus die tijdsklem is er gelukkig is af, maar het is prettiger als je het in één keer goed kunt regelen. Ik voel mij gesteund om door te gaan en ik hoop dat dit raadsbreed wordt gedragen. De heer Looijen: Ik ben blij te horen dat de PvdA de motie ondersteunt die de VVD vorige jaar januari indiende. De heer Krähe zit nu te schudden. De heer Roemers: Dat is niet juist. De heer Looijen: Dat is wel juist. Wij dienden toen een motie in voor een ziektekostenverzekering. Inmiddels gaat de nieuwe zorgwet van kracht en ik zie zo’n beetje hetzelfde licht. Ik ben blij dat u met deze vraag en met dit initiatief komt, maar ik wil toch even in herinnering brengen dat wij die discussie vorige jaar januari hebben aangezwengeld. Mevrouw Van der Linden: Ja, maar de situatie is wel een beetje veranderd. Maar het voorstel in Arnhem, en dat heb ik ook in de commissie gezegd, was door de VVD gedaan. Dat hebben wij van harte ondersteund. Hier ligt het evenwel anders. De heer Bragt: De ChristenUnie kan het voorstel van harte ondersteunen. Ik kan mij overigens wel voorstellen dat de VVD dit al eerder heeft voorgesteld, want het is ook een stukje eigenbelang van de gemeente. Mevrouw Hoogheid: Ik denk dat het wel zaak is om na te denken over wat voor financiële consequenties dit heeft, want er zijn natuurlijk allerlei varianten denkbaar. De gemeente kan besluiten om een deel van de aanvullende premie te gaan betalen. Ik kan mij voorstellen dat wij daar een mening over moeten hebben. De VVD heeft het standpunt dat de korting vanwege de collectiviteit uiteraard wordt doorberekend aan de klant, maar dat de premie voor de rest voor kosten is van de klant. Ik kan de heer Bragt dan ook uit de droom helpen. Het is niet zo dat de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering ervoor zorgt dat de uitkomsten voor bijzondere bijstand veel lager worden, want dat is niet zo. Ik weet uit ervaring dat dat niet zo is en ik wil u dat meegeven dat u niet op gouden bergen moet hopen. De heer Bragt: Als er situaties zijn dat er mensen straks onverzekerd zijn, dan moet de gemeente uiteindelijk toch bijspringen. Dat is, vind ik, het sterke argument om dit als gemeente op deze manier te organiseren. Dat was het eigenbelang, wat ik even naar voren bracht. De heer Van Doorn: Wij steunen het voorstel. Wethouder Van Engelen: Er zijn inderdaad wat keuzemodellen. Het varieert van betutteling tot bescherming, van wanbetalen of wij betalen de korting terug die wij door dit collectieve contract kunnen bedingen. Die keuzemodellen wil ik graag met de cliëntenraad bespreken, omdat daar draagvlak gevonden moet worden. Mevrouw Hoogheid, er zou mogelijk via de bijzondere bijstand voordeel te behalen zijn, maar dat was beslist niet de insteek. De voorzitter: Goed. Dit waren de binnengekomen vragen. Ik hoor geruchten dat er ook nog niet binnengekomen vragen zijn. Ik zie de heer Roemers zijn vinger opsteken. De heer Roemers: Het zal wel liggen aan gebrek aan ervaring. Ik had een informatienota verwacht over de situatie rond de Julianastraat, het fietstunneltje en het parkeerterrein bij de voetbalvelden. Ik vind dat de uitvoering van de werkzaamheden daar dermate lang duurt, dat er meer overlast is dan nodig. Ik heb de indruk dat de gemeente niet voldoende de verantwoordelijkheid beseft die ontstaan is door het uitstel – wat onvermijdelijk was – van een aantal werkzaamheden. De Julianastraat heeft veel 7
te lang opengelegen, dat heeft heel veel overlast gegeven voor het fietsverkeer naar de Van Heemstraweg-locatie van het Cambium. Nu is het tunneltje weggehaald maar de voorziening daar voor de fietsers is ook abominabel slecht. De problemen bij het parkeerterrein van de voetbalvelden zijn nu voor een belangrijk deel opgelost, maar dat heeft een maand langer geduurd dan wenselijk. Mijn vraag is of daar op korte termijn iets aan gedaan kan worden, want het duurt allemaal veel te lang. Wethouder Nijdam: Het heeft inderdaad lang geduurd. Er was gerekend op 150 werkbare dagen en die zijn nog niet op, maar we hebben het werk drie maanden moeten stilleggen omdat we over onze 100.000 m3 grondwater heen waren. Je mag 100.000 m3 grondwater onttrekken aan de bodem maar kom je daar boven, dan moet 28 cent per m3 betaald worden aan de belastingdienst. Op een gegeven moment hebben wij dan ook moeten constateren dat dat heel veel geld zou gaan kosten en hebben wij het werk voor drie maanden stilgelegd. Daarna konden we weer opnieuw die 100.000 m3 gebruiken. Wanneer we dat werk hadden laten doorgaan, hadden we een vergunning moeten vragen en voordat we die gehad zouden hebben waren we minimaal 3 maanden verder geweest en vaak duurt dat 9 maanden. Wij hebben dan ook een heel belangrijke tijd van het jaar, namelijk de maanden juli, augustus en september, hierdoor verloren. Ik ben deze zomer een aantal keren op het werk aan de Thorbeckestraat geweest en de mensen die ik daarover gesproken heb waren zeer tevreden. De Julianastraat is een probleem op zich. Dat heeft wat langer geduurd dan de bedoeling was. Het heeft 3 weken stilgelegen, ten eerste omdat we daar bezig zijn met een proef, de zogenaamde ‘aquaflow’. Daarbij heb je de laatste halve meter onder de stenen te maken met andere grondslag, zodat het water daar wat langer blijft staan omdat daar ook doek onder zit. Dat was in eerste instantie niet direct te krijgen en toen het er was bleek dat de aannemer op dat moment te maken had met zieke straatwerkers, waardoor het wat langer geduurd heeft. Ik ben er vanmiddag nog geweest en men heeft mij beloofd dat het deze week maar absoluut volgende week klaar is. Het fietstunneltje van de heer Roemers is dichtgegooid. Dat wordt nu gebruikt voor de voertuigen. Daar komt nog voor de Kerst een laag asfalt over, zodat de fietsers en auto’s daar op een behoorlijke manier langs kunnen. Wij zijn nog bezig met een behoorlijk werk bij de Julianastraat omdat dat kabels en leidingen liggen. Die zijn van dien aard dat dat ook niet zo snel klaar is. Daar heb je de Nuon en de waterleiding, kortom zo’n beetje alle nutsbedrijven voor nodig om dat op tijd klaar te krijgen en die staan ook niet op ons te wachten. Ik kan u wel vertellen dat voor de Kerst iedereen daar netjes langs kan. (Over)morgen is er een feest op het Cambium en wij hebben ervoor gezorgd in overleg met het Cambium dat daar wat voorzieningen worden getroffen zodat iedereen op een goede manier op dat feest kan komen. De fietsers, dat ben ik eens met mijnheer Roemers, zijn een probleem geweest en nog steeds, want dat fietspad is nog niet klaar. Dat gebeurt wel nog voor de Kerst. Over de parkeerterreinen van Nivo-Sparta heb ik nog niet zo lang geleden een mailtje gehad van de voorzitter, de heer Remie, waarin hij mij meldde dat hij een overleg had gehad met de heer Daggelder en dat hij buitengewoon tevreden was over de afspraken die zijn gemaakt, als we die zouden nakomen. Vanmiddag heb ik nog overleg gehad met de heer Daggelder en hij zegt de afspraken te zullen nakomen, in ieder geval in het voorjaar wanneer we weer mogen asfalteren. Dat asfalteren hangt af van de buitentemperatuur, maar in april kunt u erop rekenen dat de parkeerterreinen bij NivoSparta allemaal geasfalteerd zijn en dat er belijning op staat evenals verlichting. De verlichting brandt nu ook weer, nadat het een poosje niet gebrand heeft. De Hogeweg hebben we nog niet aan de praat kunnen krijgen maar daar zijn we ook hard mee bezig. Wat werkbare dagen betreft liggen wij beslist op schema. De voorzitter: Bent u hier tevreden mee, mijnheer Roemers? De heer Roemers: Waar ik tevreden mee moet zijn zijn de inspanningen die nu geleverd zijn maar niet de inspanningen die in de afgelopen periode geleverd zijn. De overlast is groter dan nodig geweest, dat is duidelijk. Daar zijn verklaringen voor, dat snap ik allemaal wel, maar het loopt inmiddels 9 maanden uit. Het zou in principe afgelopen zomer klaar zijn en u praat er nu al over dat het in april klaar is. Dat is de toezegging die er komt. Er moet in elk geval toch, wat de voorzitter ook mag zeggen over Nivo-Sparta, overigens zijn de terreinen ook voor de vv Zaltbommel, een betere routing komen 8
op het huidige terrein. Als er een ambulance was gekomen had hij er een aantal keren niet langs gekund. Afgelopen zaterdag was het nodig, toen kon hij er toevallig wel langs. Het is een kwestie van hier en daar ‘niet parkeren’ aangeven en een routing maken zodat duidelijk is waar wel en niet geparkeerd kan worden. Dat moet u niet tot april uitstellen. De heer Kolbach: Ik heb een vraag over de creatieve manier van het omgaan met de grondwaterbelasting. Zit daar een risico in voor onze gemeente? Want dan maken we ons blij met niets. Wethouder Nijdam: Om met de heer Kolbach te beginnen, die risico’s zijn er bij dit werk niet. Wat betreft het eerder of later gereedkomen van het parkeerterrein van Nivo-Sparta, dat hangt natuurlijk ook af van het weer. Als morgen het weer omslaat en wij hebben een winter tot half maart, dan gebeurt er gewoon niets. We hebben alweer wat sneeuwoverlast gehad, dat heeft ook een week gelegen. Die week waren we ook al kwijt. Maar de werkbare dagen die we erin gezet hebben, 150, zijn nog niet voorbij. Dat asfalteren is in een dag gebeurd en als dat eerder kan dan april dan brengen we dat naar voren. We moeten het werk echter behoorlijk doen. We kunnen het er ook ingooien en vervolgens over 4 jaar zeggen, wat is dat voor werk geweest, het laat allemaal los. Ik heb een goede vriend die altijd in de asfalt heeft gezeten, die zegt, de onderlaag kun je wel doen met slecht weer maar de bovenlaag niet, anders moet je dat na 3, 4 of 5 jaar overdoen. En dat willen wij voorkomen. De heer Krähe: Ik heb een korte vraag en als u daar een lang antwoord op gaat geven is een informatienota meer op zijn plaats. Ik had verwacht dat u aan het begin van de vergadering wel wat zou vertellen over de stand van zaken met betrekking tot oud en nieuw. Wij hebben met elkaar daarvoor een beleid vastgesteld. Nu hoor ik uit de verschillende kernen heel ongeruste geluiden over wel of niet opengaan van buurthuis Brakel en andere zaken. Ik verwacht van de burgemeester dat hij daar een informatienota over maakt, maar ook op korte termijn daarover communiceert naar de inwoners van onze gemeente. De voorzitter: Ik zal u volgende week een informatienota sturen met de stand van zaken van dat moment. Ik kan u wel zeggen dat we heel druk bezig zijn maar dat Huis Brakel inderdaad niet open is met oudejaarsavond. Dat is een eigen keuze die zij gemaakt hebben. De heer Krähe: Daar staat dan ook in hoe u omgaat met eventuele overlast op plaatsen? Want op het moment dat zaken niet opengaan betekent dat dat mensen ergens anders naar toe gaan en dat er misschien overlast veroorzaakt wordt. De voorzitter: Daar zal ik ook iets over vertellen, al ga ik niet alles op straat leggen, als u mij dat niet kwalijk neemt. U krijgt een informatienota, dat is toegezegd. Terug naar agenda
9
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 4
Portefeuillehouder
:
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
:
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling conceptraadsnotulen van 10 en 17 november 2005 en kennisneming van actuele lijst met toezeggingen
De voorzitter: Kunt u de conceptraadsnotulen van 10 november 2005 goedkeuren? Akkoord. De notulen worden, met dank aan de notuliste, ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens de conceptraadsnotulen van 17 november 2005. Kunt u die goedkeuren? Akkoord. De notulen worden, met dank aan de notuliste, ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Ik neem aan dat u bij beide raadsnotulen kennis neemt van de actuele lijst van toezeggingen. Terug naar agenda
10
Raadsvergadering
: 14 december 2005
Agendapunt
:5
Nummer
: 05.5432/SOZA
Portefeuillehouder
: Wethouder Van Engelen
Nummer programmabegroting
: Programma 3 (Werk en inkomen)
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Regeling ‘Extra kosten chronisch zieken en gehandicapten 2005’.
Beslispunten: “Verordening extra kosten chronisch zieken of gehandicapten 2005’ vaststellen”. Samenvatting In beginsel is het voeren van inkomenspolitiek slechts aan de centrale overheid voorbehouden. Op grond van een in de Tweede Kamer ingediend amendement is aan gemeenten op grond van een in de Invoeringswet Wet werk en bijstand toegevoegde (tijdelijke) bepaling ruimte geboden voor het voeren van categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van een persoon van 18 jaar en ouder, doch jonger dan 65 jaar, behorende tot de doelgroep chronisch zieken of gehandicapten. In samenhang met de in de Wet werk en bijstand (WWB) reeds geboden mogelijkheid om aan een persoon van 65 jaar of ouder categoriaal bijstand te verlenen kan nu aan de (gehele) doelgroep chronisch zieken of gehandicapten categoriaal bijzondere bijstand worden verleend. Dit heeft uiteindelijk de weg geopend voor de onderhavige bijzondere regeling. Daartoe zijn door de centrale overheid (ook) voor dit jaar (incidenteel) extra middelen (€ 22.500) beschikbaar gesteld. Ten behoeve van de uitvoering van deze regeling is een praktische benadering gekozen waarbij toch binnen de kaders van de WWB wordt gebleven. Met deze praktische benadering wordt tevens bereikt dat de met de uitvoering van deze regeling gemoeide kosten niet onnodig hoog worden. Omdat niet duidelijk is of dergelijke middelen structureel ter beschikking (blijven) komen, is ook nu weer gekozen voor een (eenmalige) regeling voor het jaar 2005. Beoogd effect Het verschaffen van extra inkomen aan de inwoners van de gemeente Zaltbommel, welke aan de regeling voldoen, ten behoeve van het bestrijden van de extra kosten wegens chronische ziekte of handicap. Aanleiding Vanuit de centrale overheid is, nu vooralsnog incidenteel, ruimte geboden categoriaal bijstandsbeleid te voeren voor onderhavige doelgroep. Daartoe is aan de gemeente Zaltbommel € 22.500 beschikbaar gesteld. 11
Beleidskader Onderhavige regeling valt binnen de kaders van de (bijzondere bijstand) WWB. Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan Niets doen. Strikt formeel gesteld is de gemeente niet verplicht tot het voeren van voorgesteld beleid. Gelet op de daartoe incidenteel extra verstrekte middelen kan nu wel gesteld worden dat dit politiek niet te verantwoorden zal zijn. Voortgang Het is de bedoeling de aanvragen zoveel mogelijk voor de kerst af te werken. Daartoe zullen alle mensen welke over het jaar 2004 voor deze regeling in aanmerking zijn gebracht voor 15 november 2005 persoonlijk worden aangeschreven, waarbij dan ook een aanvraagformulier zal zijn bijgevoegd. In de week na het formele raadsbesluit (17-11-2005) zal ook een algemene publicatie in ‘De Toren’ worden geplaatst. In de werkplanning zal qua capaciteit rekening worden gehouden met deze regeling. Aanvragen welke mogelijk al voor 17-11-2005 binnenkomen naar aanleiding van het voornoemd persoonlijk aanschrijven zullen al worden voorbereid zodat direct na het formele raadsbesluit al de eerste beschikkingen kunnen worden verzonden. NOTE: De uiterste datum van indiening van aanvragen is ten opzichte van het eerdere voorstel verruimd. In plaats van voor 1 januari 2006 dient deze nu voor 1 februari 2006 te zijn ingediend. Communicatie Los van de aanpak zoals hierboven beschreven zal na het formele raadsbesluit een actieve voorlichtingscampagne ter zake worden gevoerd. Daarnaast zullen ook de huisartsen, Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland alsmede organisaties welke zich richten op ouderen en gehandicapten worden geïnformeerd. Wellicht dat deze organisaties ook potentiële belanghebbenden kunnen wijzen op het bestaan van deze regeling. Middelen Zoals eerder in dit document is aangegeven is ter zake een bedrag van € 22.500 beschikbaar.
Burgemeester en wethouders vanZaltbommel De secretaris de burgemeester P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Inwonerszaken d.d. 22 november 2005: 1. De commissie stempelt de adviesnota als hamerstuk voor de raad. De commissie stemt in met het starten van de uitvoering; natuurlijk onder voorbehoud van goedkeuring door de raad. De wethouder zegt toe dat hij uit zal zoeken of: • het mogelijk is om de grens op te trekken naar 125% (i.p.v. 110%); • het door het rijk beschikbare budget inclusief de ambtelijke uren voor uitvoering is. Hij zegt verder toe dat hij de raad zal voorstellen om de termijn te verlengen, wanneer de respons tegenvalt. Hij merkt tot slot op dat de raad het eventueel resterende budget kan oormerken voor volgend jaar.
12
2. Wethouder Van Engelen zegt op verzoek van mevrouw Van der Linden toe dat hij met spoed een nota zal opstellen over het sluiten van een collectieve zorgverzekering voor minima. Hij benadrukt dat hierover nog geen collegestandpunt is ingenomen. Hij zal kijken of regionale samenwerking mogelijk is.
De heer Romp: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Wij zijn het hier van harte mee eens, het is een zeer goede zaak dat het gebeurt. Ik ben blij dat er ruimschoots gebruik van gemaakt wordt. Ik wil er daarom nog wel extra reclame voor maken dat zoveel mogelijk mensen die binnen de regeling vallen er ook gebruik van gaan maken. Het is toch mooi meegenomen € 100,-- voor de Kerst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
13
De adviesnota voor de raad
Datum
:
Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
:
6
Portefeuillehouder
:
Wethouder Van Engelen
Nummer postregistratie
:
05.5435/PenO
Nummer programmabegroting
:
10
Inlichtingen bij
:
Wouter van de Werken
Tel.nr.
:
0418 – 681 638
Email
:
[email protected]
Onderwerp Financiële verordening
Voorstel 1. Vast te stellen financiële verordening 2006. 2. In te trekken financiële verordening zoals vastgesteld op 29 januari 2004 Inleiding De financiële verordening is recentelijk beoordeeld op de gewijzigde regelgeving zoals deze is vastgelegd in het besluit begroting en verantwoording. Bij de beoordeling lag het accent op de rechtmatigheid en de consequenties daarvan voor het financieel beheer, respectievelijk de verantwoording en controle daarop. De conclusie is dat de verordening gewijzigd dient te worden. Doel/meetbaar effect Vaststellen van de gewijzigde financiële verordening voor 1 januari 2006 zodat de jaarstukken 2005 getoetst kunnen worden aan de gewijzigde financiële verordening. Argumenten 1.1 Na beoordeling van de huidige verordening blijkt dat deze niet volledig voldoet aan het besluit begroting en verantwoording. In de huidige financiële verordening zijn enkele onderdelen niet of niet juist opgenomen. Het betreft op hoofdlijnen de volgende items: beleid interne controle, waardering en afschrijving vaste activa, financieringsfunctie en opnemen van informatie over beleid in paragrafen en subsidiebeleid. 1.2 De gewijzigde financiële verordening zorgt er voor dat periodiek diverse beleidsdocumenten worden vastgesteld. De gewijzigde verordening vormt ook een raamwerk voor uitgangspunten van diverse financiële documenten. De bedoeling is dat elke vier jaar de volgende uitwerkingsdocumenten conform ter vaststelling dan wel ter actualisatie worden aangeboden. Het betreft de volgende documenten: 14
• • • • • • • • •
Nota ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeente regelingen; Nota afschrijvingsbeleid; Nota reserves en voorzieningen; Treasurystatuut; Nota lokale heffingen; Nota weerstandsvermogen en risicomanagement; Nota onderhoud kapitaalgoederen; Nota verbonden partijen; Nota grondbeleid;
Naast de hierboven genoemde documenten stelt het college ook enkele documenten vast. Dit zijn: • Nota bedrijfsvoering • Nota verstrekking gemeentelijke subsidies • Intern protocol van aanbesteding van werken en diensten • Intern protocol voor toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. Kanttekeningen Bij het niet vaststellen van de gewijzigde financiële verordening blijft de huidige verordening instant welke op onderdelen niet voldoet aan het besluit begroting en verantwoording. Financiën Geen Uitvoering Planning Na vaststelling van de financiële verordening 2006 wordt jaarlijks voor 1 februari in een planning vastgesteld welke nota’s opgesteld dan wel geactualiseerd worden. Communicatie Niet van toepassing Evaluatie / controle Wanneer de financiële verordening 2006 wordt aangeboden kan de raad controleren of de kaderstellende nota’s keuzes voldoende tot uitdrukking zijn gekomen. Bijlagen Bijgevoegd Concept-Financiële verordening 2006 Reeds toegestuurd bij commissieronde / ter inzage N.v.t.
Opmerkingen ven de griffier naar aanleiding van behandeling in de commissie Algemene Zaken en Middelen d.d. 21 november 2005: De commissie bestempelt het raadsvoorstel als hamerstuk voor de raad onder de voorwaarde dat het college: - in artikel 10 lid 3 het derde bolletje tekstueel corrigeert; - in artikel 10 lid 5 het begrip ‘verbeteren haven’ verduidelijkt. 15
Het college heeft dit in de verordening aangepast. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
16
Adviesnota voor de raad
Datum
:
woensdag 14 december 2005
Agendapunt
:
7
Portefeuillehouder
:
n.v.t.
Nummer postregistratie
:
05.5434/Griffie
Nummer programmabegroting
:
10
Inlichtingen bij
:
Gerald Gnodde
Tel.nr.
:
0418 – 681 612
Email
:
[email protected]
Onderwerp Conceptverordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2005 Voorstel 1. De Conceptverordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2005 vast te stellen. Inleiding Op 5 september heeft u op hoofdlijnen bepaald hoe de rekenkamerfunctie in Zaltbommel eruit moet komen te zien. U heeft onder meer gekozen voor een volledig extern bezette rekenkamercommissie. De raadswerkgroep rekenkamerfunctie, waarin alle fracties zijn vertegenwoordigd, is daarna aan de slag gegaan met het opstellen van een Conceptverordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2005. De verordening is vrij technisch van aard. De belangrijkste onderdelen hebben wij in de toelichting opgesomd en toegelicht. Doel/meetbaar effect (De werking van) het nieuwe ‘instrument’ rekenkamerfunctie juridisch vastleggen. Argumenten 1.1 De conceptverordening is gebaseerd op de voorbeeldverordening van de VNG. 1.2 De raadswerkgroep rekenkamerfunctie is unaniem positief over deze conceptverordening. 1.3 De conceptverordening bevat een duidelijke beschrijving van de doelstelling, samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van de rekenkamercommissie en haar ondersteuning (ambtelijk secretaris en onderzoeker). 1.4 U bent volgens artikel 81o van de Gemeentewet bevoegd om de conceptverordening vast te stellen.
17
Kanttekeningen Geen.
Financiën De raad heeft in de Kadernota 2005 structureel € 38.000 beschikbaar gesteld voor de rekenkamercommissie. Dat budget is taakstellend. Uitvoering Planning Het presidium zal direct na de vaststelling van de conceptverordening starten met de werving, zodat u in februari 2006 de leden en voorzitter kunt benoemen. Communicatie N.v.t. Evaluatie / controle De raadsgriffier zal ervoor zorgen dat er ruim voor het einde van de eerste zittingstermijn van de rekenkamercommissie - dus na ongeveer drie jaar - een evaluatie van deze verordening plaatsvindt. Bijlagen Bijgevoegd N.v.t. Reeds toegestuurd bij commissieronde / ter inzage) • Conceptverordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2005 • Toelichting op de verordening
De raadsgriffier G.B. Gnodde
De burgemeester, A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Algemene Zaken en Middelen d.d. 21 november 2005: De commissie bestempelt de adviesnota met de volgende aanvulling en correctie als hamerstuk voor de raad: ‘aan artikel 1 lid g moet de burgemeester van Zaltbommel worden toegevoegd. In artikel 7 lid 2, artikel 12 lid 3 en artikel lid 5 wordt verwezen naar artikel 13. Dat moet artikel 14 zijn’. De raadsgriffier heeft de bovenstaande aanvulling en correcties in de conceptverordening verwerkt.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
18
RAADSVERGADERING
Datum
: woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 8
Portefeuillehouder
: Hackert
Nummer postregistratie
:
05.5438/RO
Nummer programmabegroting
:
Paragraaf financiering, beleggingen
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Liquidatie Bogromij NV Adviespunten / beslispunten In te stemmen met de liquidatie van de Bogromij NV per 31 december 2005. Samenvatting/Toelichting In de jaren 1966/1967 is de Bogromij NV opgericht met de volgende doelstelling: 1. De vennootschap stelt zich ten doel het bevorderen van een optimaal bodemgebruik en in het bijzonder tot het ontwikkeling brengen van vestigingsmogelijkheden voor tuinders; 2. Zij tracht dit doel te bereiken door aan- en verkopen en zonodig ruiling van gronden; het uitgeven van grond in pacht en/of erfpacht; het beheer van gronden voor derden; kortom alle handelingen en werkzaamheden, welke in overeenstemming zijn of in de ruimste zin verband houden met dat doel. Met de voornoemde doelstellingen zijn in het verleden goede resultaten behaald, waardoor glastuinbouwgebieden zijn ontwikkeld. Daar er in de gemeente Neerijnen geen glastuinbouwgebieden meer ontwikkeld kunnen worden heeft de vertegenwoordiger van Neerijnen in de Algemene Ledenvergadering van 2002 aangegeven te willen overwegen uit de Bogromij te willen treden. Inmiddels is ook het Regionaal Plan Bommelerwaard door de gemeente Zaltbommel en Maasdriel vastgesteld. De provincie Gelderland heeft de toekomstige gebieden voor glastuinbouw opgenomen in het streekplan. Door de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel wordt thans gewerkt aan de uitwerking van de intentieovereenkomst tussen de gemeenten en standsorganisaties voor het oprichten van een uitvoeringsorganisatie. De planning is dat de oprichting van deze uitvoeringsorganisatie in de februariraad zal worden aangeboden. De gemeente Neerijnen zal hier niet meer in participeren. Doel van deze uitvoeringsorganisatie is te komen tot een neutrale organisatie welke zowel de belangen van de glastuinbouw als de belangen voor een goede landschappelijke inpassing behartigt. Door schaalvergroting in de glastuinbouw is de behoefte aan grotere kavels gestegen. Door de vaststelling van het Regionaal Plan Bommelerwaard en de vastlegging in het streekplan zijn door particuliere ondernemers zodanige grondposities ingenomen dat de Bogromij NV geen actieve grondpolitiek meer kan voeren.
19
Door herindelingen bezitten de gemeenten Zaltbommel, Maasdriel en Neerijnen respectievelijk 104, 98 en 23 aandelen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2004 € 939.984,-. Daarnaast heeft de Bogromij NV in de gemeente Zaltbommel nog 5.53.30 hectare in eigendom. In de laatste algemene ledenvergadering van de Bogromij NV op 29 juni 2005 hebben de drie gemeenten naar aanleiding van het voorgaande aangegeven de Bogromij NV op te willen heffen onder voorbehoud van instemming van de raad. De raad is in deze bevoegd orgaan om een besluit te nemen over het instellen of opheffen van een privaatrechtelijke onderneming. Daarnaast is afgesproken dat de gronden zullen worden getaxeerd en dat de gemeente Zaltbommel het recht van eerste koop krijgt om deze gronden te verwerven. Beoogd effect Het liquideren en daarmee opheffen van de Bogromij NV Aanleiding De veranderende marktsituatie, de gerealiseerde glastuinbouwgebieden en de wens in een eerder stadium van de gemeente Neerijnen om uit de Bogromij NV te stappen. Beleidskader Een relatie met het Regionaal Plan Bommelerwaard. Aanvullende informatie De in de gemeente Zaltbommel gelegen gronden worden in opdracht van de Bogromij NV getaxeerd. De gemeente Zaltbommel heeft het recht van eerste koop om deze gronden te verwerven. Nadat de taxatie aan ons bekend wordt gemaakt zal aan de hand van deze taxatie een interne afweging worden gemaakt of de gemeente Zaltbommel tot aankoop zal overgaan en zal een separaat voorstel aan u worden voorgelegd. Voortgang Het ligt in de bedoeling dat het besluit tot liquidatie van de Bogromij door de gemeenteraden van Zaltbommel, Maasdriel en Neerijnen respectievelijk 14 december 2005, 15 december 2005 en 8 december 2005 wordt genomen. Vervolgens zal in week 51 een algemene ledenvergadering van de Bogromij NV worden georganiseerd, waarbij de besluitvorming van de raden aan de orde komt. Vervolgens zal de Bogromij NV per 31 december 2005 de boeken sluiten. Communicatie Niet van toepassing Middelen Na de liquidatie zal in samenwerking met de accountant van de Bogromij NV de liquidatie uitgewerkt worden. Na aftrek van de kosten zal per aandeel een bedrag worden uitgekeerd. Deze uitkering zal in 2006 plaatsvinden. Via een separate adviesnota wordt alsdan over de besteding van de gelden nader geadviseerd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: De PvdA geeft aan dat het van groot belang is om te weten wie het startkapitaal bijeen hebben gebracht: de inwoners of de ondernemers. Wanneer de inwoners het kapitaal bijeen hebben gebracht 20
dan is het voor de PvdA onbespreekbaar om de gelden in te gaan zetten voor glastuinbouw. De heer Van Wijk gaat in op het kopje ‘middelen’. Hier zou eigenlijk moeten staan ‘uitsluitend’ in plaats van ‘in eerste instantie’. Wethouder Hackert zegt toe dat hij de besteding van de gelden uit de adviesnota zal halen. In de adviesnota zal hij alleen de liquidatie opnemen. Hij komt op een later moment met een ‘werkelijk’ liquidatievoorstel; inclusief de besteding van de gelden. De commissie bestempelt de adviesnota onder de voorwaarde van bovenstaande aanpassing door de wethouder als hamerstuk voor de raad. Naar aanleiding van de vraag van de PvdA-fractie deelt het college het volgende mee: De gemeente Zaltbommel heeft 104 aandelen met een nominale waarde van € 453,78 hetgeen neerkomt op € 47.193,12; daarvan is de helft ad. € 23.596,56 door de v.m. gemeenten Brakel, Kerkwijk en Zaltbommel uit de algemene dienst gestort naar de Bogromij N.V.
De heer Krähe: Ik wil een korte stemverklaring afleggen. De wethouder heeft inmiddels uitgezocht hoe het geld destijds in deze organisatie gestoken is. Bij de opheffing was eerst het voorstel van de wethouder om dat allemaal naar de glastuinbouw te doen. Daarvan hebben wij gezegd dat als de gemeenschap daar geld in heeft gestopt, dat niet zo moet zijn. Nu blijkt dat de verhouding inderdaad 50/50 is. Wij wachten met spanning af waar het geld nu precies aan wordt besteed, maar wat ons betreft moet het dus niet allemaal naar de glastuinbouw.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
21
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 9
Portefeuillehouder
: wethouder Hackert
Nummer postregistratie
: 05.5439/RO
Nummer programmabegroting
:
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen exploitatieopzet De Heuven III te Gameren Adviespunten / beslispunten De exploitatieopzet De Heuven III te Gameren vaststellen Samenvatting Door het vaststellen van de exploitatieopzet De Heuven III ontstaat er een financieel kader waarbinnen werkzaamheden en aankopen kunnen worden uitgevoerd om woningbouw in de kern Gameren mogelijk te maken. Inmiddels is overeenstemming bereikt over de aankoop van de woning Ridderstraat 45 voor de ontsluitingsweg. De exploitatieopzet ligt vertrouwelijk ter inzage. Beoogd effect Een financieel kader scheppen ten behoeve van woningbouw in de kern Gameren voortvloeiend uit de visie wonen en werken e.e.a. ter uitvoering van uw opdracht om binnen de periode 2004-2009 een 900-tal woningen te realiseren. Aanleiding In het kader van de Visie Wonen en Werken heeft u ons de opdracht gegeven om in de periode van 2004-2009 een 900-tal woningen te bouwen verdeeld over de stad Zaltbommel en de overige kernen. Voor de dorpskern Gameren heeft de gemeente Zaltbommel op één enkel perceel na de gronden in eigendom om in totaal ca. 70 woningen te kunnen realiseren. Voor de toegangsweg naar deze nieuwe wijk is overeenstemming bereikt tot aankoop van de woning Ridderstraat 45. De onderhandelingen met de andere eigenaar lopen op dit moment nog. Beleidskader Uitwerking van de visie wonen en werken en het woningbouwprogramma. Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan Niet van toepassing Argumenten Niet van toepassing 22
Aanvullende informatie Met eigenaar van Ridderstraat 45 is overeenstemming bereikt voor de aankoop van de woning om zodoende te nieuwe toegangsweg naar de nieuwe wijk te kunnen realiseren cq. beter in te kunnen passen. Voortgang Niet van toepassing. Communicatie Niet van toepassing Middelen De exploitatie is op dit moment sluitend. Kanttekening die we willen maken is dat bij de berekening van de exploitatieopzet uitgegaan is van de vastgestelde grondprijzen van 15 december 2003. In deze raadsvergadering is gekozen om geen marktconforme prijzen te hanteren in de overige kernen. Bij een dergelijk project voor de realisering van ca. 70 woningen laat de gemeente Zaltbommel door deze keuze een beter exploitatieresultaat liggen. In de kaderstellende notitie voor de nota grondbeleid komen we terug op de vastgestelde grondprijzen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: De commissie bestempelt de adviesnota als hamerstuk voor de raad.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
23
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 10
Portefeuillehouder
: R. Hackert
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
:
05.05436
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Woonruimteverdeling 'nieuwe stijl' Adviespunten / beslispunten 1. In te stemmen met “Overeenkomst woonruimteverdeling Bommelwaard’ d.d. 1 juni 2005 en bijbehorende “Woonruimteverdeling Bommelwaard, spelregels, organisatie, informatie en beheer” d.d. 1 juni 2005. 2. Kennis te nemen van het “Communicatieplan Woonruimteverdeling nieuwe stijl Bommelerwaard” d.d. juli 2005. Samenvatting In uw raadsvergadering van 5 september 2005 is ondertekening van de “Overeenkomst woonruimteverdeling Bommelerwaard’ d.d. 1 juni 2005 met bijbehorende “Woonruimteverdeling Bommelerwaard, spelregels, organisatie, informatie en beheer” d.d. 1 juni 2005 met de voorwaarde dat er een mogelijkheid, om ‘eigen bevolking’ bij toewijzing voorrang te geven, zou worden toegevoegd niet behandeld, omdat er geen overeenstemming was met onze buurgemeente om ‘eigen bevolking bij toewijzing in bepaalde gevallen voorrang te geven’. Het beleid van de gemeente Maasdriel is om geen enkele vorm van kernenbinding in woonruimteverdelingsregels op te nemen. U heeft in uw vergadering van 5 september 2005 in meerderheid aangegeven de lijn om ‘eigen bevolking bij toewijzing in bepaalde gevallen voorrang te geven’ te ondersteunen en de portefeuillehouder verzocht om zich in te zetten dit voor elkaar te krijgen. Op 28 september is bovenstaande besproken in RVC Bommelerwaard en is als volgt overeenstemming bereikt: • Niets opnemen in de spelregel woonruimteverdeling ten aanzien van een mogelijkheid, om ‘eigen bevolking’ bij toewijzing voorrang te geven. Spelregels gelden immers voor de gehele Bommelerwaard. • Middels de hardheidsclausule voor de gemeente Zaltbommel de mogelijkheid, om ‘eigen bevolking’ bij toewijzing voorrang te geven regelen. Dit moet nog uitgewerkt worden zodanig dat 24
wordt voldaan aan nader op te stellen uitgangspunten en transparantie is gewaarborgd.
Op deze wijze kunnen zowel de gemeente Maasdriel als de gemeente Zaltbommel hun beleid uitvoeren. De raad van de gemeente Maasdriel heeft op 27 oktober 2005 ingestemd met ondertekening van de “Overeenkomst woonruimteverdeling Bommelerwaard” d.d. 1 juni 2005 en bijbehorende “Woonruimteverdeling Bommelwaard, spelregels, organisatie, informatie en beheer” d.d. 1 juni 2005.
1. Huidige situatie woonruimteverdeling voor huurwoningen Vanaf 1 maart 1997 worden in de Bommelerwaard de huurwoningen volgens het zogenaamde aanbodmodel verdeeld. Hiertoe zijn prestatieafspraken gemaakt met de drie in de Bommelwaard werkzame woningcorporaties. Op 1 januari 2000 zijn deze prestatieafspraken aangepast (zie bijlage Prestatie-afspraken woonruimteverdeling Bommelerwaard, aanpassing 1 januari 2000). Tot nu worden de huurwoningen in de Bommelwaard conform deze aangepaste prestatieafspraken verdeeld. 2. Evaluatie woonruimteverdelingsysteem Jaarlijks is betreffend woonruimteverdelingsysteem geëvalueerd. Eind 2003 heeft Laagland Advies voor rekening van de drie woningcorporaties opdracht gekregen voor een grootschalige evaluatie. Ook de klant is bij het onderzoek betrokken geweest. De conclusies zijn vervat in het eindrapport “Evaluatie van het woonruimteverdelingsysteem in de Bommelwaard”. Het eindrapport geeft aan dat in het algemeen gesteld kan worden, dat het gebezigde woonruimteverdelingsysteem tot nu toe naar behoren functioneert maar dat op onderdelen een aanpassing is gewenst om daarmee beter in te kunnen spelen op: de wensen van de klant de ontwikkelingen in de omgeving de toekomstige ontwikkelingen ICT-ontwikkelingen 3. Vernieuwing huidig woonruimteverdelingsysteem Als vervolg op de hierboven genoemde evaluatie heeft Orka Advies in juni 2004, ook voor rekening van de drie woningcorporaties, opdracht gekregen voor het ontwikkelen van een woonruimteverdelingsysteem nieuwe stijl voor de Bommelwaard. De opdracht en bijbehorende werkzaamheden zijn als volgt gefaseerd: 1e fase • verkenning opgave • startnotitie: uitgangspunten, ontwikkelingsrichting, hoofdlijnen van een model De startnotitie is op 16 november 2004 besproken met de portefeuillehouders van de gemeente Maasdriel, de gemeente Zaltbommel en de directeurbestuurders van de drie woningcorporaties. Tevens zijn de Commissies RZ van beide gemeenten middels een informatieavond geïnformeerd op 31 maart 2005. 2e fase • uitwerking ontwikkelingsrichting • spelregels 25
• organisatie (automatisering) • communicatie Deze fase is grotendeels afgerond. De communicatie is gepland
vanaf november 2005.
3e fase • implementatie Implementatie is gepland vanaf februari 2006 4. Ontwikkelingen elders In het Rivierenland wordt op het moment gewerkt aan een woonruimteverdelingsysteem voor de hele regio. De subregio Bommelerwaard heeft aangegeven vooralsnog hierin niet te participeren. Eerst moet het woningtekort in de Bommelwaard worden opgelost. Er vindt wel afstemming plaats. Dit om een samenwerking op termijn mogelijk te maken en nu waar eventueel een gezamenlijk voordeel is te behalen: bijvoorbeeld op het gebied van automatisering. Besluitvorming gemeenten Ten behoeve van “Woonruimteverdeling nieuwe stijl in de Bommelerwaard” dient een nieuwe overeenkomst tussen de twee gemeenten en de drie in de Bommelwaard werkzame corporaties te worden gesloten. Het is uiteindelijk aan de raad van zowel de gemeente Maasdriel als de gemeente Zaltbommel om al of niet positief te besluiten om een nieuwe woonruimteverdelingsovereenkomst te sluiten. Beoogd effect Een betere en op de toekomst gerichte woonruimteverdeling in de Bommelerwaard. Beoogd effect Overdracht van standplaatsen en huurwoonwagens aan zittende huurder en/of aan beide in de gemeente Zaltbommel werkzame woningcorporaties omdat eigendom, beheer en exploitatie van woonruimte ( ook woonwagencentra ) geen gemeentelijke kerntaak meer zijn. Aanleiding Evaluatie van het huidige woonruimteverdelingsysteem eind 2003 door Laagland Advies en de ontwikkelingen op het gebied van woonruimteverdeling. Beleidskader Op 1 januari 2000 aangepaste prestatieafspraken (zie bijlage Prestatie-afspraken woonruimteverdeling Bommelerwaard, aanpassing 1 januari 2000). Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan --Argumenten 1.1. Het huidige aanbodmodel wordt door nagenoeg iedereen als voldoende, effectief en efficiënt ervaren. Wel blijkt uit de onderzoeken dat een aantal noodzakelijke aanpassingen op enkele deelaspecten van het model wenselijk zijn om beter in te kunnen spelen op: de wensen van de klant de ontwikkelingen in de omgeving de toekomstige ontwikkelingen ICT-ontwikkelingen 1.2. De voorgestelde werkwijze biedt de mogelijkheid om goede marktgegevens en verantwoordingsgegevens te genereren. 26
1.3 De nieuwe werkwijze kent evenals de oude werkwijze geen kernenbinding. In tegenstelling tot de oude werkwijze kunnen woonklanten middels de optiemodule voor een bepaalde kern of een bepaald complex opteren. Middels de hardheidsclausule is het mogelijk om in een aantal kleinere kernen in de gemeente Zaltbommel onder bepaalde condities aan ‘eigen bevolking’ een bepaalde voorrang te verlenen. Aanvullende informatie 1. Door de corporaties zijn de betreffende rapporten aangeboden aan de gemeenten met het verzoek daarmee in te stemmen. De gemeenten zijn ambtelijk vertegenwoordigd geweest bij de opstelling van de rapporten. Om het nieuwe systeem te kunnen invoeren is gedegen voorbereiding noodzakelijk. De computersystemen moeten worden aangepast en ook moet er over gecommuniceerd worden met belanghebbenden en anderen. Deze voorbereiding gaat in besluitvormingsperiode van de gemeenten door. Dit om implementatie vanaf februari 2006 mogelijk te maken. 2. De raad van de gemeente Maasdriel heeft op 27 oktober 2005 ingestemd met ondertekening van de “Overeenkomst woonruimteverdeling Bommelerwaard” d.d. 1 juni 2005 en bijbehorende “Woonruimteverdeling Bommelwaard, spelregels, organisatie, informatie en beheer” d.d. 1 juni 2005. Voortgang Geplande besluitvorming 28 september in RVC Bommelerwaard 13 oktober in Commissie RZ ( Maasdriel 16 augustus) 27 oktober in Raad ( Maasdriel 15 september ) Vanaf november 2005 communicatie Ondertekening overeenkomst december 2005 Vanaf februari 2006 implementatie Communicatie Zie communicatieplan d.d. juli 2005 Middelen Gemaakte kosten zijn voor rekening van de 3 woningcorporaties
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: De heer Bragt merkt op dat op pagina 2 een verkeerd beoogd effect is geformuleerd. Hij vindt kernenbinding in bepaalde gevallen - zoals mantelzorg - wenselijk. De PvdA ziet de noodzaak van de beleidsaanpassingen niet. Wethouder Hackert nodigt de commissie uit om met criteria voor kernenbinding te komen. De commissie bestempelt het voorstel als hamerstuk voor de raad.
27
De heer Roemers: Ik wil een stemverklaring afleggen namens de Partij van de Arbeid, die vandaag maar met zijn drieën is. Wij zijn tegen de nieuwe regeling. Wij vinden de oude regeling helderder. Er zijn zo weinig huizen te verdelen dat je daar niet een ingewikkelde regeling voor moet ontwerpen, terwijl het toch al zo moeilijk is om die ingewikkelde regeling uit te leggen en er zo weinig te verdelen is. De voorzitter: Wie is er naast de drie aanwezige leden van de Partij van de Arbeidfractie tegen dit voorstel? De heer Romp is ook tegen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van het feit dat de fracties van de Partij van de Arbeid en GroenLinks tegen het voorstel zijn. Terug naar agenda
28
RAADSVERGADERING
Datum
: donderdag 14 december 2005
Agendapunt
: 11
Portefeuillehouder
: J. Penninx
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
: 1
05.5430/Welon
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Voortgangsnotitie jeugd- en jongerenbeleid Adviespunten / beslispunten 1. Instemmen met de voortgangsnotitie jeugd- en jongerenbeleid en de daaruit voortvloeiende beslispunten: a. Het structureel maken van het jongerenopbouw- en interventiewerk in de gemeente Zaltbommel. Daarbij worden duidelijke afspraken gemaakt ten aanzien van prestaties. b. Samen met het jongerenwerk in een interactief proces bepalen en mogelijk realiseren van voorzieningen in de (buiten)kernen van de Gemeente Zaltbommel. c. Het uitvoeren van jeugd- en jongerenactiviteiten door de Stichting Sociaal Cultureel Werk Orion. Daarbij worden met Orion afspraken gemaakt over haar activiteiten in zowel de kern Zaltbommel als de andere dorpskernen. Voor 2007 zal de begroting een produktbegroting dienen te zijn waarbij vragen naar activiteiten vanuit de doelgroep jeugd en jongeren zijn verwerkt in het activiteitenaanbod. d. Kennisnemen van het Plan ‘Kerngerichte aanpak van (hang-)jeugd’. e. Inzetten van de beschikbare middelen zoals voorgesteld in de voortgangsnotitie. Samenvatting In juni 2001 heeft de gemeenteraad de nota “Aanzet tot integraal Jeugdbeleid Zaltbommel” vastgesteld. Daarin werd een eerste aanzet gegeven om te komen tot integraal jeugd- en jongerenbeleid in onze gemeente. Voor de verdere ontwikkeling van het jeugd- en jongerenbeleid in onze gemeente is het van belang dat thans een besluit wordt genomen over de richting waarin het jeugd- en jongerenbeleid zich de komende jaren moet ontwikkelen. In juli hebben de commissies Inwonerszaken en Algemene Middelen een eerdere versie van de voortgangsnotitie besproken. Naar aanleiding hiervan zijn een aantal zaken nader uitgewerkt. Beoogd effect Verdere invulling geven aan het integrale jeugd- en jongerenbeleid van de gemeente Zaltbommel, waarbij rekening wordt gehouden met de vijf gemeentelijke functies (informatie en advies, signalering, toeleiding, pedagogische hulp en coördinatie) op het terrein van het jeugd- en jongerenbeleid.
29
Aanleiding De voorliggende notitie met beslispunten vloeien voort uit de opdracht die is verstrekt aan het jongerenopbouwwerk om vorm te geven aan jongerenparticipatie in de gemeente en de vraag naar activiteiten en voorzieningen voor jongeren in kaart te brengen. Beleidskader Notitie jongerenparticipatie 2003 en de Wet op de Jeugdzorg 2004 Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan N.v.t. Argumenten N.v.t. Aanvullende informatie Zie notitie Voortgang Momenteel wordt met Orion overleg gevoerd over de positionering van Orion ten opzichte van het jeugd- en jongerenwerk. Na besluitvorming zullen nadere afspraken met Orion worden gemaakt voor wat betreft het jongerenwerk en met name het straathoekwerk. Communicatie Na besluitvorming zal de notitie jeugd- en jongerenbeleid besproken worden met de jongerenraad. Middelen De financiële consequenties die voortvloeien uit de beslispunten kunnen in zijn geheel gedekt worden uit de beschikbare middelen voor jeugd- en jongerenbeleid, inclusief het bij de begroting 2005 beschikbaar gestelde budget ad € 50.000,- ten behoeve van hangjongeren.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Inwoners Zaken d.d. 22 november 2005: De heer Gubbels van Stichting De Innerlijke Lijn spreekt in. De raad heeft bij de nieuwsbrief van week 47 een afschrift van de brief ontvangen. Hij nodigt commissie uit om op bezoek te komen. De commissie bestempelt de adviesnota na een uitvoerige discussie als bespreekstuk voor de raad. Hieronder zijn de hoofdpunten van de discussie samengevat: • Wie moet de regie voeren: uitvoerders zoals Orion (CDA) of de gemeente (VVD)? • Is het mogelijk om in augustus 2006 te starten? • Is serieus naar de wensen van de jeugd en jongeren geluisterd (top down versus bottom up)? • Is het mogelijk om de notitie concreter te maken (doelen, resultaten, enz.)? • Wat gaat de straathoekwerker precies doen en is het mogelijk om regionaal samen te werken? • De Jongerenraad is in grote lijnen positief over de voorgestelde maatregelen, maar vond de tekst vrij taai. Wethouder Penninx doet de volgende toezeggingen: • hij zoekt uit of (sub)regionale samenwerking tussen de jongerenwerkers mogelijk is; • hij bekijkt of de in te stellen werkgroepen ook een preventieve (signalerende) functie kunnen krijgen. 30
Mevrouw Van der Linden: Goed dat er een notitie is. Zoals al in de commissie is gezegd, is hij nogal algemeen en is er nog een concrete uitwerking nodig. De Jongerenraad heeft ernaar gekeken en kon er zich in vinden, maar was het er ook wel mee eens dat het nog wat concreter moest. Een van de dingen waar we in de commissie over gesproken hebben is het geld wat we gaan uitgeven aan de straathoekwerker. Daar staat € 100.000,= voor begroot. Dat is een fors bedrag. Ik heb inmiddels begrepen hoe dat bedrag tot stand is gekomen en dat is prima, maar wel is belangrijk dat we goed de vinger aan de pols houden. Immers, als we zo’n bedrag gaan uitgeven, moeten we ook zeker weten dat dát wat wij willen bereiken daarmee ook bereikt wordt. We zouden graag van de wethouder willen weten hoe we de vinger aan de pols gaan houden concreet voor dat bedrag. Naar de mening van de PvdA-fractie is dit weliswaar een stuk wat kansen biedt, er moet nog een uitwerking komen, maar wij willen wel in ieder geval als commissie goed vinger aan de pols kunnen houden. Wij willen dus regelmatig geïnformeerd worden over de voortgang van deze notitie en de besteding van de gelden. De heer Van Balken: Wij zijn erg content over deze notitie. Het wordt hoog tijd dat we uitvoering gaan geven aan het beleid om jongeren serieus te gaan nemen in onze gemeente en om daar daadwerkelijk iets aan te gaan doen. We hebben daar nu in ieder geval geld voor op de plank liggen. Wat onze fractie bijzonder verheugt is dat we dat niet alleen in Zaltbommel doen maar dat we de kernen ingaan. Het is de opdracht aan Orion om dat waar te gaan maken. Wij hebben in de commissievergadering al gezegd, ga daar niet opnieuw het wiel lopen uitvinden maar kijk in de regio Rivierenland wat er aan good practise zaken ligt en ga ook gezamenlijk met jongeren werkend dit oppakken. Dan zou ook Orion een rol kunnen spelen in de andere delen van Rivierenland. Ik wil dit nog eens sterk benadrukken en de wethouder heeft het ook al gezegd, het lijkt mij goed om dat regionaal zo te doen, maar dan moet het ook daadwerkelijk zo gaan gebeuren. Dat wordt wel eens vaker een keer zo gezegd, maar onze fractie hecht er toch wel zeer veel belang aan dat het niet iemand in zijn eentje wordt die dit gaat doen, maar dat jongerenbeleid een herkenbaar iets wordt voor onze regio en dat we bij wijze van spreken een exemplaris zijn voor de rest van de Provincie, dat het hier goed gaat. En het gaat in een aantal delen van Rivierenland goed. Wij vinden dat zoals de gemeente Geldermalsen het oppakt een heel goede zaak en daar zouden we al de voordeelregel kunnen uitvoeren. We hebben er ook voor gepleit om het in augustus 2006 te laten beginnen aan het begin van het seizoen en niet te wachten tot januari. Ik weet dat er nu al wat activiteiten zijn, maar lettend op het jaarprogramma van Orion denk ik dat augustus 2006 ervoor moeten zorgen dat er in de kernen activiteiten plaatsvinden. Verder willen wij ervoor pleiten, maar dat is een open deur en ook al door de VVD-fractie in de commissie gemeld, om het van onder af te laten komen, dat we niet gaan bedenken wat wij voor de jongeren gaan doen, maar dat we gaan vragen aan de jongeren wat zij graag in hun kern willen en dat we vervolgens gaan bekijken wat voor mogelijkheden daartoe zijn. Straks komen wij hier nog op terug bij agendapunt 14 als het gaat om jongerenactiviteiten in De Vergt. Dat moeten win/win situaties zijn. Daar wordt ook nogal wat geld voor uitgegeven om dat daar goed te doen. Laat dat dan versterkend naar elkaar toe zijn, zodat wat je in De Vergt doet te vertalen is naar de kernen. Al die zaken zijn belangrijk om deze notitie handen en voeten te geven, zodat het niet alleen een papieren notitie is maar dat we daadwerkelijk nu iets gaan doen en op een positieve manier de jeugd gaan benaderen. Er wordt ook iets over hangplekken voor jongeren gezegd. Ik zeg daar vooral niet te veel over, omdat we te vaak op een negatieve manier zeggen dat we ervoor moeten zorgen dat we die jongeren gaan aanpakken. Onze fractie wil het omdraaien: laten we op een positieve manier de jongeren benaderen en dan hebben wij er vertrouwen in dat ook de hangplekproblematiek zich van lieverlee gaat verminderen. Oplossen zal het wel nooit.
31
De heer Romp: GroenLinks is zeer verheugd dat er eindelijk wat geld op de plank komt voor jeugd- en jongerenbeleid. We zijn absoluut niet tevreden over de voortgang van de afgelopen jaren. In 2001 hadden we een aanzet tot integraal beleid, het is nu 4 jaar verder en nu hebben we een voortgangsnotitie en in die voortgangsnotitie is er ook alleen maar een aanzet tot beleid. De notitie is vrij algemeen, geen concrete visie over hoe we het gaan doen, geen concrete doelen, geen concrete resultaten. Er staan wel veel behartigenswaardige dingen in, want laten we van het positieve uitgaan. Er moet hier echter wel een helder plan van aanpak komen. De gemeente moet de regie voeren, de jongerenraad moet daarin adviseren, die moet ervoor zorgen dat wat er gebeurt goed afgestemd wordt met de jongeren. Orion moet een spilfunctie krijgen om het ook naar de kleine kernen te brengen. Dat moet het niet in zijn eentje gaan doen, maar het moet kijken of met plaatselijke groepen zaken opgezet kunnen worden. Er gebeurt al redelijk wat binnen de kleine kernen, laat het elkaar dan ook versterken. Die straathoekwerker is heel belangrijk, vooral om de persoonlijke ontmoeting, de dialoog met de jongeren aan te gaan, sociale activering, signalering. Ik steun evenwel de gedachte van de heer Van Balken, dat zo’n persoon in een netwerk moet zitten van werkers. Dus ga aan de slag, maak een concreet plan van aanpak met doelen en welke resultaten je wilt bereiken en voer er regie op. De heer Van ’t Zelfde: In juli 2001 heeft de raad de nota Aanzet tot integraal jeugdbeleid Zaltbommel vastgesteld. Dat was een eerste aanzet tot integraal jeugd- en jongerenbeleid. Nu, 4 jaar later, moet er een besluit genomen worden over de richting van het jeugd- en jongerenbeleid. Met zo’n tempo kunnen we nog een poosje bezig blijven en verder gaan met papier vol schrijven. Ik denk dat het tijd is om daadwerkelijk tot uitvoering te komen. Ik heb begrepen dat Orion het aanspreekpunt van de gemeente en dat Orion zich ook gaat richten naar de kernen. Ongetwijfeld zal er rekening gehouden worden met het feit dat toch de identiteit in de kernen wat anders is dan in de kern Zaltbommel. Trouwens, elke kern heeft een bepaalde identiteit. Wat betreft ondersteuning van de jongerenwerkers wordt aangegeven om een straathoekwerker(s) in te zetten en ook Orion zal die dan moeten leveren. Het voorstel is dan om voor het straathoekwerk € 100.000,= in te zetten. De ChristenUnie stelt voor om bij het straathoekwerk zeker een evaluatiemoment in te bouwen. Dus geen straathoekwerk, hoe tegenstrijdig het ook lijkt, vanachter een bureau of vergadertafel maar prestatieafspraken maken en tussentijds evalueren. En niet doorgaan en doorgaan tot het geld op is en men misschien tot de conclusie moet komen, dat men het had moeten bijsturen. Tijdens de algemene beschouwingen in juni jongstleden heb ik naar voren gebracht dat de Provincie de kleine Gelderse gemeenten door middel van het project aanpakken ondersteuning biedt aan ‘problemen rond jeugd en veiligheid, afglijdende jeugd en probleemjeugd’ aan te pakken. De titel spreekt al aan, met andere woorden, wat heeft het college met deze suggestie gedaan die een maand geleden naar voren is gebracht en waaraan de Provincie veel publiciteit heeft gegeven. De ChristenUnie ziet de gemeente zeker nu in de Wet op de Jeugdzorg de gemeente een belangrijke rol toebedeelt op lokaal niveau als regisseur om te komen tot een projectgroep Jongeren. Dat is een zaak die vanuit de gemeente handen en voeten moet krijgen. Als ik het geheel van het stuk overzie, dan moet ik concluderen dat het erg theoretisch is, maar dit geeft toch een duidelijk feit aan om op deze wijze te trachten het geheel tot uitvoering te brengen. Ik hoop dat men hier zo spoedig mogelijk en daadkrachtig mee gaat beginnen. Mevrouw Hoogheid: Ook de VVD is blij met het bedrag wat voortvloeit uit deze notitie, wat beschikbaar wordt gesteld voor het jeugd- en jongerenbeleid. De inhoud van de notitie is in die zin lezenswaardig dat het een breed beeld schetst van wat het jeugd- en jongerenbeleid precies inhoudt en waar de verschillende aandachtsvelden liggen, zowel vanuit het Rijk, de verplichtingen, maar ook wat doen we verder onder andere met de specifieke problemen hier in de gemeente Zaltbommel, met name in de kernen.
32
We zijn iets minder enthousiast over de manier waarop de notitie tot stand is gekomen. Wat ons betreft had de Jeugdraad veel meer mogen inspreken en betrokken moeten worden bij de totstandkoming van deze notitie. Dat geldt niet alleen voor de Jeugdraad maar ook voor andere partijen die zich bezighouden met jeugd- en jongerenbeleid in de Bommelerwaard en dat zijn er meer dan Orion alleen. Wat ons betreft is het zeker een goede zaak, zoals de heer Romp dat schetst, dat hieruit voortvloeiend een soort actieplan gemaakt moet worden waarin veel concretere doelstellingen beschreven staan, waar ook de instellingen die ze uitvoeren of afgerekend kunnen worden. In de discussie daarover zouden wat ons betreft zeker partijen mee kunnen praten over de inhoud van die prestaties. Verder is de VVD van mening dat de gemeente absoluut de regie moet voeren. Hoewel we niet twijfelen aan de capaciteiten van Orion, zijn de taken die zij toebedeeld krijgen dusdanig afwijkend van wat zij nu doen dat het ons een hele kluif lijkt voor deze club om het straathoekwerk ook te gaan uitvoeren. Wij zouden liever zien dat de gemeente een regierol speelt en dat er wellicht andere uitvoerders, in samenwerking met Orion, de schouders zetten onder de problemen die er zijn en dat Orion dan wellicht in de toekomst toegroeit naar een organisatie die zich ook echt met jeugd- en jongerenwerk bezighoudt. Tot nu toe hebben ze dat immers niet gedaan en hebben zij zich alleen gericht op de jeugd tot 12 jaar. De problematiek is dusdanig complex dat we daar twijfels bij hebben of Orion nu de goede partij is om dit aan te pakken. De heer Romp: Weet u een andere partij? Mevrouw Hoogheid: Mozaiek uit Tiel bijvoorbeeld. In Geldermalsen zouden we kunnen kijken en in Culemborg. Mozaiek is denk ik een goede partner in deze. Misschien is het een suggestie aan de wethouder om daar eens naar te kijken in overleg met Orion. Ik wil niets ten nadele van Orion zeggen, maar het zijn wel heftige taken die zij toebedeeld krijgen in deze notitie. De heer Van Doorn: Het is al in diverse bewoordingen gezegd: we hebben heel lang geworsteld om tot deze tussenstand te komen. Het is goed dat deze er nu uiteindelijk toch is en dat we het hele brede kader een keer schetsen waarin alle activiteiten plaatsvinden. Een heel stuk werk wat we onder preventief jongerenbeleid scharen, waar wij wettelijk heel veel moeten doen en waar ook heel veel goed werk voor verricht wordt. Dat mag best gezegd worden. Dat krijgt in feite nauwelijks aandacht, maar een positieve opmerking daarover is vind ik wel op zijn plaats voor allen die daarmee bezig zijn. Het tweede stuk gaat over wat we meer het algemene jongerenwerk noemen. Daar gaat de discussie voor een groot deel over de verschuiving van de activiteiten die we willen enerzijds van Orion van 12naar 12+, en van overwegend binnen de kern Zaltbommel naar onze hele gemeente. Dat - wat mevrouw Hoogheid al noemde – zal een hele kluif worden voor Orion worden in meerdere opzichten, want ze zijn niet bekend met het werkveld als zodanig maar ook niet met de locaties. Dat is een dubbel probleem waar ze voor staan. Het derde is, wat ons betreft, dat er geen concurrentie moet gaan optreden met de organisaties die al heel goed werk verrichten. Dat is iets waarmee nadrukkelijk rekening gehouden moet worden. Het laatste aspect gaat erover als dingen al uit de hand gelopen zijn. Daar hebben we een aantal maatregelen voor op de rit gezet. We hebben vastgesteld dat we per kern een werkgroep willen hebben, waarin vanuit de gemeenschap zelf geparticipeerd wordt. Onze fractie heeft ook in de commissievergadering gevraagd, als het al komt tot een ontsporing dan ben je al te laat, zou die werkgroep ook niet een preventieve signalerende functie moeten hebben, zodat je wat eerder dat soort dingen kunt oppikken. Dat is nu nadrukkelijk nog niet opgenomen. De wethouder heeft toegezegd dat nader te bekijken. We zouden graag horen of dat bekijken al tot een conclusie geleid heeft. Mevrouw Hoogheid: Ik heb nog een kleine opmerking. In de bijlage bij het stuk wordt een inventarisatie gemaakt op een aantal terreinen, van wat er op dit moment is aan 33
jongerenvoorzieningen in de gemeente Zaltbommel. Er staan een aantal kopjes en er wordt onder andere sport en onderwijs genoemd, maar ik mis het kopje ‘cultuur’. Ik denk dat de harmonie-orkesten en dergelijke een belangrijke rol spelen, ook in de culturele vorming van jongeren in Zaltbommel. Ik zou graag het kopje ‘cultuur’ toegevoegd willen zien aan de inventarisatie. Wethouder Penninx: Ik probeer op hoofdlijnen iedereen een antwoord te geven voor zover er vragen zijn gesteld of opmerkingen zijn gemaakt. Ik constateer in de eerste plaats dat u in ieder geval van mening bent dat de notitie zoals die er ligt op hoofdlijnen voldoende aangeeft wat er in deze gemeente speelt en wat we ermee zouden kunnen. Het is ook vooral bedoeld om in beeld te brengen wat we allemaal doen, we kunnen dat nog wel aanvullen met veel meer maar dan kan ik het hele subsidiebeleid voor jongeren hier gaan noemen. Wat we hebben willen aangeven is dat de gemeente inderdaad regie moet voeren op een heel breed terrein van jeugd- en jongerenwerk. Als je regisseur bent zou je zo onzichtbaar mogelijk moeten zijn tijdens het spel en moet je er inderdaad in slagen dat partijen in de gemeenschap hun werk zo doen dat je daar positieve resultaten van hebt. Dus wat wij in beeld hebben willen brengen is dat de gemeente weet wordt er gespeeld, kan bijsturen, maar dat de uitvoering liefst daadwerkelijk gebeurt onder verantwoordelijkheid van de gemeente door deskundigen. In onze gemeente is ons voorstel om gebruik te maken van de instelling Orion, die doen nu het jeugdwerk en daaraan te koppelen. We hebben al partijen benaderd om Orion te steunen daarin, zodanig dat we in januari willen beginnen met het straathoekwerk, waarbij mensen die elders al hebben laten zien dat ze dat kunnen de jongeren benaderen en zo snel mogelijk in beeld brengen in goede gesprekken wat er aan de orde is en hoe men daar dan mee wil omgaan. Wat ons betreft willen we kwartaalrapportages maken met de instellingen over wat er loopt en hoe het loopt. Als u zegt, wij willen de vinger aan de pols houden, zoals mevrouw Van der Linden zegt, we willen zien wat er gebeurt en mogelijk ook bijsturen, dan lijkt mij dat op zich een prima zaak bij dit onderwerp. In de commissie heb ik ook gezegd, laten we nu eens niet meer verder schrijven aan dit papier, maar laten we buiten beginnen. De hoofdlijn is dat Orion met name wat het jeugdwerk betreft zeer nadrukkelijk kijkt wat er op dit moment in de kernen gebeurt en faciliterend is, inventariserend en het goede laat bestaan. Dat men absoluut niet moet gaan concurreren, maar wel namens ons in beeld moet hebben wat er speelt aan jeugd- of jongerenbeleid. Wij hebben de regie, zij worden geacht dat werk vooral te doen. De insteek is ook in Rivierenland om bestuurlijk, ambtelijk en wat mij betreft ook qua uitvoeringsorganisaties beter te gaan bekijken hoe we van elkaar dingen kunnen leren. Die gesprekken lopen, maar op dit moment willen wij Orion de opdracht geven om een extern bureau daarvoor in te schakelen die die jongerenwerkers levert. Dan kunnen we met u in de slag hoe we willen bijsturen en als dat leidt tot meer samenwerking en opschaling met de regio lijkt mij dat een goede zaak om medio volgend jaar te doen. De gedachte dat we medio 2006 pas starten zou kunnen gelden voor meer het programma van Orion. Wat ons betreft beginnen we in januari daadwerkelijk met gestructureerde uitvoering van het jongerenwerk. Ik wil nog reageren op de rol van de Jongerenraad. Ik kan u zeggen dat de startnotitie, de vervolgnotitie en deze notitie meerdere keren is besproken met de jongeren en dat ook zij het idee hadden dat het niet zo opschiet. Ik wil u er wel op wijzen dat we in de tussentijd veel tijdelijke werkers hebben gehad, er is wel veel gebeurd maar niet in een strakke regie. In de richting van mijnheer Van Doorn zou ik willen zeggen, dit is het integrale jeugd- en jongerenbeleid. Daar geldt voor alle vormen van beleid preventief, pro-actief en hoe je het maar noemt. Wij hebben gemeend, omdat we een aantal bekende knelpunten hebben, om naast het integrale beleid, de gewone organisatie waarbij de medewerkers werken met instellingen, met de politie, expliciet nog voor een aantal kernen een structuur te laten zien die sterker gericht op overlast en de problemen die er bestaan. Dus het is aanvullend een uitwerking van hoe dat ook zichtbaar te maken, dat het extra aandacht vergt. Dat laat onverlet dat we ons werk goed moeten doen.
34
Dan in de richting van de heer Van ’t Zelfde over het project aanpakken. Er konden zich een aantal gemeenten melden. Zaltbommel heeft zich, vanzelfsprekend zou ik zeggen, meteen weer aangemeld en omdat wij ook een Kleine Steden Beleidgemeente zijn, is het voor 99% zeker dat wij aan dit project gaan deelnemen. Medewerkers van ons zijn al in gesprek geweest daarover, dus ik ga ervan uit dat wij dat project beetpakken en gebruikmaken van de ondersteuning die dat inhoudt. In algemene zin zou de gedachte zijn, laten we nu beginnen, u tussentijds informeren. Ik denk dat het dan zeker lukt om dan concreter na inventarisatie in gesprekken met de jongeren en de instellingen concreter doelen maar vooral ook prestaties te formuleren. Wat mij betreft, als ik zie hoeveel jaar het geld al op de plank lag wat we niet uitgegeven hebben, kunnen we nu beginnen en ik heb het gevoel dat u dat allemaal wilt. Met de insteek, zoals de heer Van Balken zegt, benader de jongeren positief, zie de groep mee te krijgen en dan is misschien de problematiek van degenen die terzijde blijven een stuk kleiner en herkenbaarder. Dat lijkt mij een heel goede insteek die ik graag zou willen ondersteunen. De heer Romp: Ik heb nog twee zaken. De jongerenwerkers worden ingehuurd bij een extern bureau. Waarom wordt er niet voor gekozen om ze bij Orion in dienst te laten nemen of via een andere constructie: Mozaïek neemt ze in dienst en detacheert ze bij Orion. Ten tweede, het geld ligt al een aantal jaren op de plank. Dat zal dan ook heel veel rente hebben opgeleverd. Kan daarvan niet een feest voor de jongeren georganiseerd worden? Mevrouw Hoogheid: Ik zou er toch op willen aandringen dat als de gemeente de regierol zo serieus wil nemen, ze de regie niet uit handen geeft door Orion de opdracht te geven met de jongerenwerkers iets te gaan doen. Dan zou ik eerder willen voorstellen dat de gemeente zelf Mozaïek inhuurt om dat straathoekwerk te organiseren en dat je dan gaat kijken hoe je dat op termijn misschien naar Orion toe kunt schuiven. Op deze manier geef je wat ons betreft juist de regie uit handen. Ik wil nogmaals even onder de aandacht brengen dat cultuur wel degelijk bij de inventarisatie hoort van wat er is op het gebied van jongerenbeleid. De heer Van Balken: Ik ondersteun graag wat de VVD zegt. Zeker in een situatie waarin wij nu verkeren is het toch een hele kluif, er is ontzettend veel geld mee gemoeid en we moeten niet alles op één paard zetten. Daar zijn organisaties voor, Mozaïek wordt genoemd, dat zou ook mijn voorkeur hebben, maar het gaat uiteraard om het bedrag wat ermee gemoeid is, maar die is ook in regio Rivierenland actief. Daar zouden wij dan ook de voordelen van kunnen hebben. Maar zeker in eerste instantie de regie bij onszelf houden en geen mensen, mijnheer Romp, in dienst nemen van Stichting Orion. Ik denk dat we het andersom moeten doen. De regie houden en dan mensen inhuren en als het allemaal goed loopt kun je altijd zeggen: prima, u doet goed werk en misschien kunnen ze hier dan wel blijven. De heer Romp: Ik bedoelde het meer als een vraag, ik ben meer voor Mozaïek. De heer Van Balken: Voor de rest ben ik heel blij met de manier waarop de wethouder de zaak behandelt en ook antwoord geeft op onze vragen. Ik denk dat we allemaal op één lijn zitten om het goed aan te pakken. Ik ben het dan ook helemaal met hem eens: aan de slag ermee. Ik heb ook niet meer zo’n behoefte om van alles te gaan inventariseren, die tijd is geweest, hup, ontslag. Mevrouw Van der Linden: Ik sluit mij nu helemaal aan bij mijnheer Van Balken, maar ik wil nog even terugkomen op die kwartaalrapportages. Dat is een goed middel om de vinger aan de pols te houden. Zo te horen hebben wij daar allemaal behoefte aan. We willen ook allemaal wat meer concrete doelstellingen. Daarom nog even mijn aanvullende vraag aan de wethouder: als we dan dat eerste kwartaal gehad hebben, waarin het allemaal nog niet zo heel concreet is, we gaan 1 januari beginnen, krijgen we dan in zo’n eerste kwartaalrapportage dan ook duidelijk de doelstellingen voor de komende periode te horen? 35
Wat betreft de regie kan ik mij er wel in vinden dat dat bij de gemeente moet liggen. Verder denk ik dat het goed is dat er een externe partij met Orion meewerkt en ook dat het goed is dat er juist aan kennisopbouw bij Orion gewerkt wordt, zodat je ook niet steeds afhankelijk blijft van zo’n partij. Orion heeft kennis in deze gemeente opgedaan en als zij door externe expertise in te huren zichzelf kunnen versterken, dan is dat iets wat wij vanuit de PvdA in ieder geval toejuichen. Dat vind ik een sterk deel van het plan. De heer Van ’t Zelfde: Dank dat er een positief geluid komt ten aanzien van het project ‘aanpakken’. Er wordt al eerder naar voren gebracht dat Orion als aanspreekpunt geldt voor de gemeente. Ik hoor de wethouder zeggen dat er ook partijen aan gekoppeld worden. Mag ik daar ook onder verstaan dat het kerkelijk jeugdwerk, dat in verschillende kernen ook open jeugdwerk in aanbod heeft, ook een van de partijen is? Ik denk bijvoorbeeld ook aan sportverenigingen en zaken die daar verder mee te maken hebben. Als ik die lijn nog even verder doortrek en als we toch faciliterend bezig zijn met onze jeugd en voor onze jeugd, dan zullen ook de tarieven voor sportzalen in dat kader nader bekeken kunnen worden, zodat dat wat meer toegankelijk is ook voor hen uit het oogpunt van de financiële situatie. De heer Van Doorn: Ik heb een tweetal korte opmerkingen. Wat betreft de suggestie van de VVD om het eerst in eigen hand te houden en dan te kijken hoe het gaat en waar het dan uiteindelijk neergelegd kan worden, die insteek ondersteunen wij. We hebben al aangegeven dat veel zaken in de uitwerking nog niet concreet zijn, dus het is moeilijk om een oordeel te hebben over wat je daar precies gaat doen. Daar spreken we ons dan op dit moment niet over uit, daar zullen we te zijner tijd dan wel een inhoudelijk oordeel over vellen. De voorzitter: Voordat ik de wethouder het woord geef, is het goed om even naar de wethouder toe te zeggen dat er misschien nog een punt open ligt waar we op in moeten gaan en dat is Mozaïek. Ik merk dat de meerderheid van de raad zegt, huur dat bij Mozaïek bijvoorbeeld in en breng het dan naar Orion zodat zij ervan kunnen leren etcetera, maar ga dat niet zelf doen. Het is een meerderheid die dat zegt, dus is het goed dat de wethouder daarop ingaat. Mevrouw Krijgh: Mag ik u even interrumperen? U zegt Mozaïek als voorbeeld en dat is inderdaad heel veel genoemd, maar het blijkt dat Orion al contacten heeft met Articum in Ede. Ik denk dat we dat eerst moeten uitzoeken voordat we met de volgende aankomen. Mevrouw Hoogheid: Dat is in wezen niet meer relevant, want de gemeente bepaalt nu in dit voorstel van de VVD wie dat straathoekwerk gaat doen. Uiteraard is het de bedoeling om Orion niet dwars te zitten maar om juist Orion ook die expertise te geven. Samenwerking is uitdrukkelijk de bedoeling, maar ik denk dat de gemeente in haar regisseursrol de keuze moet maken wie dan die partij wordt. Of dat nou Mozaïek of een ander wordt. Mevrouw Krijgh: Orion heeft al contact met die ander. Daarom vind ik dat je net zomaar iets aan kunt wijzen, maar dat er eerst overleg moet plaatsvinden. De voorzitter: Mijn enige vraag aan de wethouder is om daar even heel goed op in te gaan, omdat dat in eerste termijn nog niet duidelijk is geworden. Ook wil ik hem vragen nog in te gaan op die concrete doelstellingen, want daarover zijn ook nog een paar vragen gesteld. Wethouder Penninx: De afgelopen maanden hebben wij niet stil gezeten. Wij hebben vooral met Orion allerlei overleggen gevoerd. Het voorstel is heel duidelijk, omdat bij Orion op dit moment niemand is die dit werk kan doen, dat wij vragen aan Orion vooral het werk te doen, wij zijn regisseur, u voert de wat-vraag, het college voert uit. Dat geldt hier ook: wij bepalen wat we willen en Orion voert dat uit. Omdat ze daar nu niemand voor hebben, zijn gesprekken gevoerd hoe we dat voor het komend jaar 36
kunnen invullen. We willen in de eerste plaats vanuit die jongeren veel concreter horen wat er moet gebeuren. We willen geen formele verplichtingen aangaan in personele zin, vandaar het voorstel, en dat is in voorbereiding en zal ik graag in het college brengen als u hiermee akkoord gaat, om een partij in te huren die voor ons dat werk doet en nadrukkelijk, dat heb ik ook toegezegd, in de regio te bekijken hoe we dat verder kunnen inbedden. Ik denk dat we dat ook moeten doen met de organisatie Orion. Ik denk dat u ons de ruimte en de middelen moet geven en wij gaan dat dan uitvoeren in de lijn zoals u dat wilt hebben. Nadrukkelijk is aangegeven dat die mensen in januari al aan de slag kunnen, als u vandaag de middelen ter beschikking stelt, om met die jongeren en met die deskundige concreet te maken via rapportages wat eruit komt, en om u te informeren, zodat we nadere prioriteiten kunnen stellen. Na het eerste kwartaal - ik denk dat mensen eerst onze gemeente in moeten om met jongeren contact te leggen – kunnen we rapporteren hoe ver we zijn. Ik denk dat het al gauw medio volgend jaar wordt om al echt te sturen op inhoud. Maar goed, ik zou u willen voorstellen om dat op een nader te moment te organiseren. U zegt, niet zelf in dienst nemen? Nee, dat is niet de bedoeling en waar we het dan uiteindelijk wel willen neerleggen kunnen we ook na een jaar bezien. In ieder geval zal Orion en de gemeente een stuk deskundigheid opbouwen om de regievoerende en de uitvoerende taak goed te doen. De heer Maussen: Begrijp ik hieruit dat een aantal processen dus al in gang gezet zijn? Want als mevrouw Krijgh een naam noemt van een instelling, dan neem ik aan dat er al overleg is geweest. Wethouder Penninx: Jazeker is er overleg geweest, maar wij stellen vast dat, als u vandaag ons de middelen geeft, het college een besluit neemt. Er is nog niet in het college geweest hoe wij dat gaan uitvoeren en door medewerkers van ons en Orion zijn inderdaad stappen gezet om goed rond te kijken in de regio hoe we dat het beste kunnen doen. U zou ons dan opdracht moeten geven om het te doen. We hebben goed gehoord dat u wilt werken op regionaal niveau, dat we geen definitieve besluiten nemen waar en hoe we het neerleggen, maar dat we ook met partijen in de regio concrete afspraken moeten gaan maken. Ik vraag u nu nadrukkelijk om te zeggen, dit zijn de middelen, gaat u alstublieft aan de slag. En we hebben het inderdaad heel goed voorbereid, zodat we ook in januari aan de slag kunnen. Mevrouw Hoogheid: Ik hoor u nu zeggen dat u het bij Orion houdt. De boodschap juist van degenen die hier net hebben gesproken is, ga zelf dat contract aan met die partij die dat straathoekwerk gaat doen en koppel dat niet aan Orion, want anders gaan activiteiten en prestiges over twee schijven. Dan moet die externe organisatie rapporteren aan Orion, Orion moet dat weer doen aan de gemeente. De boodschap van de mensen hier is juist, houd de regie dichtbij en maak zelf die prestatieafspraken met die straathoekwerkers. Dat is de kern van de boodschap. Dus niet bij Orion. Daarmee bedoel ik niets ten nadele van Orion, maar omdat het een terrein is waar we in het verleden al heel wat negatieve ervaringen mee hebben gehad, is nu de ervaring, ga er als gemeente bovenop zitten. Orion heeft nooit straathoekwerk gedaan. Zij hebben zich gericht op allerlei culturele activiteiten voor jongeren. En het is alleen maar in ons eigen belang dat we daar bovenop zitten en dat we daar als gemeente niet de regie uit handen geven. Wethouder Penninx: In de afgelopen periode zijn op een bepaald moment onze medewerkers zelf straathoekwerkers gaan aansturen. Wij hebben daar nadrukkelijk over nagedacht hoe we dat het best kunnen organiseren en ik denk dat het aan ons, het college is om te zeggen hoe we dat doen. Ons voorstel is dat wij Orion aansturen. Via Orion krijgen wij rapportages. De opdracht gaat uitdrukkelijk in goed overleg. Onze keuze is dat onze medewerkers niet direct straathoekwerkers gaan aansturen, maar dat je dat doet gekoppeld aan het jeugd- en jongerenwerk. Mevrouw Hoogheid: Maar je doet dat toch via een prestatieafspraak met Mozaïek bijvoorbeeld. Het is niet de bedoeling dat de gemeente straathoekwerkers gaat aansturen. 37
Wethouder Penninx: Uw punt is nu wel duidelijk. Ik adviseer u dus om die keuze niet te maken. We hebben dat nu ook zo voorbereid dat we als gemeente met onze gemeentecollega’s overleggen, met onze beleidsmedewerkers en met de uitvoerders overleggen. Ons voorstel is om het formeel via Orion te doen en vanzelfsprekend zullen daar intensieve contacten zijn om dat goed te laten verlopen. Maar je hebt uitvoeringsorganisaties en ons voorstel is om dat helder te houden, zodat je weet wie waarvoor verantwoordelijk is. Wij voeren regie en wij voeren niet uit. Houdt u dat dan ook zelf helder. Dan over het kerkelijk jeugdwerk, mijnheer Van ’t Zelfde. Het is inderdaad nadrukkelijk de bedoeling om goed te inventariseren wat er op dit moment al plaatsvindt bijvoorbeeld door kerkelijk jeugdwerk, dat Orion en ook wij daarover dan vervolgens geïnformeerd worden en die initiatieven te ondersteunen. Dat geldt ook voor sportverenigingen. Ik wil voorstellen verder niet in te gaan op de brede school of over ons sportbeleid dan wel ons zaalbeleid, want dat is op een ander moment aan de orde. Ons doel is om jeugd en jongeren te activeren op allerlei manieren binnen de kaders die u heeft gesteld. De voorzitter: Dan gaan wij nu over tot besluitvorming. U krijgt van de wethouder en van het college nog kwartaalrapportages en wij zullen als college nog kijken naar de voorstellen die er uiteindelijk nog komen, over hoe we dat precies gaan doen. De wethouder is daar duidelijk in geweest hoe hij dat wil. Mevrouw Van der Linden: Komt dat dan in de lijst van toezeggingen van maart of 1 april? De voorzitter: Ja, 1 april, de griffier is er heel goed in om dat bij te houden, daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. De heer Maussen: Ik heb nog één vraag aan de wethouder. In de commissie heeft de Stichting Innerlijke Lijn ingesproken. Wordt die stichting meegenomen in het vervolgtraject? Wethouder Penninx: Er is afgesproken op basis van de informatie die wij hebben, dat we het aanbod wat zij hebben gedaan nadrukkelijk willen bespreken met partners in het veld - dat kan Orion zijn, het zou ook het Cambium kunnen zijn – wat de mogelijkheden zijn met hun aanbod en als dat interessant is, dat we daar dan ruimte voor reserveren. De voorzitter: Die toezegging heeft u ook binnen, mijnheer Maussen, nog even op de valreep. Dan gaan we nu over tot besluitvorming. Ik vraag uw instemming met de Voortgangsnotitie Jeugd- en jongerenbeleid en de daaruit voortvloeiende beslispunten zoals verwoord in het voorliggende voorstel. Wie kan hier niet mee instemmen, wie wil een stemverklaring geven? Mevrouw Hoogheid: De VVD wil graag een stemverklaring afleggen. Wij zijn geen voorstander van de aanpak die door de wethouder gekozen is en zouden graag zien dat de regierol veel nadrukkelijker bij de gemeente blijft liggen in deze zin, op de manier waarop wij dat eerder hebben aangegeven. De heer Van Doorn: Wij maken bij punt C hetzelfde voorbehoud als de VVD gemaakt heeft, in lijn met de uitspraak die wij eerder in deze vergadering al gedaan hebben. De voorzitter: Daarmee sluit u zich dus aan bij de VVD. Een van de andere leden? Nee, dan gaan we het nu in stemming brengen met de gemaakte opmerkingen en de stemverklaringen. Wie is tegen dit voorstel? Dat is de heer Satter namens de SGP-fractie. Dan is het voorstel aangenomen. De heer Van Doorn: Om hierover geen misverstanden te laten bestaan: r zei ‘namens de SGP-fractie’, maar dat is niet juist. De heer Satter is op persoonlijke titel tegen het voorstel.
38
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van alle gemaakte opmerkingen en stemverklaringen, als ook met het feit dat de heer Satter tegen het voorstel is. Terug naar agenda
39
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
:
Belastingverordeningen 2006
Datum
:
Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
:
12
Portefeuillehouder
:
Wethouder Van Engelen
Nummer postregistratie
:
05.05533/PZ
Nummer programmabegroting
:
Inlichtingen bij
:
Silvia Koster
Tel.nr.
:
0418 – 681 924
Email
:
[email protected]
Voorstel 1. De concept belastingverordeningen 2006 vast te stellen. Inleiding Bij het opstellen van de programmabegroting 2006 is als uitgangspunt genoemd dat de tarieven voor de diverse belastingen met 1,5% verhoogd dienen te worden. Dit percentage betreft het landelijk vastgestelde inflatiepercentage. Daarnaast is als een belangrijk uitgangspunt gehanteerd dat in toenemende mate daarbij ook gestreefd wordt naar kostendekkende tarieven. Voor het overige zijn alle beleidsmatige uitgangspunten zoals die in verschillende programma’s zijn vastgelegd verwerkt in de verschillende verordeningen. In het onderstaande wordt kort ingegaan op een aantal onderdelen van de verordeningen. Dit betreft achtereenvolgend de onroerende zaakbelasting, parkeerbelasting en de leges. Onroerende zaakbelasting Doordat nog steeds niet definitief is besloten dat de gebruikersbelasting met ingang van 1 januari 2006 wordt afgeschaft, is in de verordening een overgangsmaatregel ingebouwd, zodanig dat deze te allen tijde bruikbaar is voor de aanslagoplegging voor het belastingjaar 2006. Daarnaast is in de aangegeven tarieven een door u gewenste extra opbrengst verwerkt. Bij het geheel is tevens rekening gehouden met de aanpassing van 1 ½ % inflatie. Parkeerbelasting Deze is eveneens aangepast met 1 ½% inflatie. Daarnaast is rekening gehouden met de uitgifte van een tweede gebruikersvergunning en zijn enkele tarieven verhoogd zodat ze hierdoor meer kostendekkend zijn. Leges Net als bij alle andere verordeningen zijn de meeste tarieven aangepast met de meergenoemde 1 ½%. Tevens worden bouwleges vanaf 2006 geheven over de bouwkosten exclusief B.T.W. hetgeen een landelijk gegeven is. 40
Daarnaast is een aantal nieuwe tarieven opgevoerd die door wijziging en aanpassing van een aantal werkzaamheden noodzakelijk zijn. Daarbij is er bij de berekening zoveel mogelijk van uitgegaan dat deze kostendekkend zijn. De overige verordeningen zijn allemaal aangepast met het inflatiepercentage van 1 ½ %.
Doel / meetbaar effect De belastingverordeningen zijn aangepast aan de actuele situatie en houden hierdoor gelijke tred met de landelijke en plaatselijk gewenste ontwikkelingen. Argumenten 1.1
In de gemeente Zaltbommel worden eenmaal per jaar alle belastingverordeningen beoordeeld en opnieuw vastgesteld. Hierbij worden naast tariefsverhogingen conform de begrotingsvoorstellen ten behoeve van het betreffende jaar, tevens de benodigde redactionele en technische wijzigingen betrokken (zie onder kopje ‘inleiding’).
1.2
Uitgangspunt bij het opstellen van de verordeningen vormen de modelverordeningen die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten(VNG) zijn opgesteld.
1.3
Om misverstanden te voorkomen worden voor alle belastingsoorten ieder jaar nieuwe belastingverordeningen vastgesteld, onder intrekking van de reeds bestaande belastingverordeningen.
1.4
Dit voorstel betreft de verordeningen 2006 en kan worden gezien als een bevestiging van de in de programmabegroting 2006 opgenomen voorstellen en eventueel door u aangebrachte wijzigingen. Het betreft de navolgende belastingen: - Hondenbelasting; - Leges; - Rioolrechten en rioolaansluitrecht; - Parkeerbelastingen; - Marktgelden; - Toeristenbelasting; - Onroerendzaakbelasting; - Lijkbezorgingsrechten. Kanttekeningen Geen. Financiën Alle bedragen zijn aangepast aan de gewenste ontwikkelingen en waarmee in de ramingen van de begroting 2006 is rekening gehouden. Uitvoering Planning Vaststelling van de verordeningen waarna deze moeten worden gepubliceerd in “De Toren”en gelijktijdig ter inzage dienen te worden gelegd voor belanghebbenden op het gemeentekantoor. Alle afdelingen welke werken met een of meerdere verordeningen dienen hiervan een exemplaar te ontvangen.
41
Communicatie Alle betrokken afdelingen ontvangen hierover bericht. Evaluatie / controle In de eerste helft van 2006 een traject opstarten waarbij alle verordeningen en standpunten in een vroegtijdig stadium worden doorgesproken, zodat belangrijke wijzigingen voor de begrotingsbehandeling 2007 tijdig worden aangedragen. Bijlagen Bijgevoegd • Alle concept belastingverordeningen 2006. • Informatienota, waarin het college ingaat op de vragen en wensen die de raadscommissie AZM op 21 november heeft gesteld c.q. geuit. Reeds toegestuurd bij commissieronde / ter inzage N.v.t. Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Algemene Zaken en Middelen d.d. 21 november 2005: De commissie bestempelt de adviesnota als bespreekstuk voor de raad. De wethouder zegt toe dat hij voor de raadsvergadering van 14 december schriftelijk in zal gaan op de volgende vragen en wensen van de commissieleden: • gaan we geen opbrengst missen doordat de BTW geen onderdeel meer uitmaakt van de bouwleges (CDA)? • is het mogelijk om in een tabel inzichtelijk te maken wat de verschillende tarieven voor 2005 waren en voor 2006 worden (VVD)? ; • hoe gaan de verschillende OZB-tarieven er voor 2006 uitzien? Hoe is het raadsbesluit van 10 november precies vertaald? Krijgt Zaltbommel geen problemen met de drempelbedragen? En zo ja: hoe zijn deze opgelost (VVD en PvdA)?; • is het niet mogelijk om op hele bedragen af te ronden i.p.v. op 5 cent (VVD)?; • in verschillende verordeningen is aangegeven dat de gemeente onder de € 4,55 niet tot heffing overgaat. Is het mogelijk om daar € 5 van te maken (VVD)? • waarom zijn mensen die een woning bouwen van bijvoorbeeld € 290.000 qua bouwleges goedkoper uit dan mensen die een woning bouwen van € 250.000 (artikel 5.2.3. van de Verordening op de heffing en de invoering van leges 2006) (VVD)? • waarom zitten er afwijkingen in de betalingstermijnen van de OZB en hondenbelasting (VVD)? Het college heeft deze vragen in de bijgevoegde Informatienota beantwoord. In de Informatienota heeft het college onder het kopje ‘samenvatting’ kort aangegeven op welke punten hij de belastingverordeningen heeft aangepast.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
De voorzitter: Ik heb vooraf twee opmerkingen hierover. U heeft op uw tafel nog een aanvulling gekregen van de toeristenbelasting 2006, die zat oorspronkelijk niet bij de stukken, en er staat een 42
klein foutje in de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2006. Het gaat daarbij om artikel 14.1.2. Ik zal het even opnoemen zodat het in de notulen wordt opgenomen. Daar staat het gewone tarief van 29,95 en dat moet zijn 30,05, dus 10 eurocent hoger. Dat schijnt een landelijk tarief te zijn en dat is een foutje wat ik hierbij wil goedmaken. Dan gaan nu aan de orde komen alle belastingverordeningen. De heer De Gaaij: Dank aan het college voor een aantal vragen die wij in de commissie omtrent de legesverordening en de tarieven die daaruit voortvloeiden hebben gesteld. Toen ik de antwoorden las dacht ik dat onze gemeente plotseling heel sterk was gegroeid, want in het stuk staat: 1 cent OZBverhoging gaf een opbrengst van € 239.000,=. Je denkt dan, waar praten we toch zo lang over, over die ton en over een moeilijke financiële positie, maar over de duim gerekend was ik er al snel achter dat de komma een aantal plaatsen verkeerd stond. Wij zijn blij dat de afronding, of het niet betalen van € 4,50, naar € 5,= is gegaan wat aan de huidige euro-praktijk is aangepast. Ook de ongelijkheid in de bouwleges, waar we een opmerking over hebben gemaakt, met name de stap van € 250.000 naar ongeveer 3 ton is gelukkig op een duidelijke en efficiënte wijze aangepast. De betalingstermijnen zijn nu gelukkig ook, zover als wij hebben kunnen bekijken, op ons verzoek gelijk getrokken. De toeristenbelasting ligt vanavond voor ons op tafel. Ik ga er vanuit dat die verhoogd is binnen de normen, zoals in zijn algemeenheid is afgesproken. Een belangrijk punt voor ons was de OZB-verhoging en de afspraken die we daarover hadden gemaakt. Het bevreemdde ons sterk dat voor de niet-woningen waar we naar onze mening, en dat blijkt ook waar te zijn, aan het maximum zaten zodat de OZB-verhoging alleen op woningen en dan nog indien de wetswijziging doorgaat op het eigenaarsdeel verhaald kon worden, dat meer was dan de 1 ½ % inflatie die we hadden ingeschat. Mij is intussen duidelijk geworden dat we hier het beleid hebben van de niet-woningen aanslaan op het maximum. We hebben daar kennelijk een brief uit Den Haag over gehad, dat dat dit jaar niet de 1 ½ % inflatie maar 2% moet zijn. Wij vinden dat uiteraard jammer, maar we zullen dat accepteren. We hebben daar overigens wel een opmerking bij. Ik heb begrepen dat dat nog niet voor volgend jaar geldt, maar dat in de toekomst ook voor de woninggedeelten in de niet-woning aanslagen – en die hebben we nogal wat, met name denk ik in het buitengebied maar het kan ook in de kern Zaltbommel zijn – diegenen nu het hoge tarief betalen ook voor een woning en dat zij nog geen vrijstelling krijgen voor de gebruikersaanslag voor hun woning. Naar in heb begrepen zal dat in de toekomst wel het geval moeten/mogen zijn en ik zou u dan ook willen verzoeken om in de voorjaarsnota eens in beeld te brengen wat dat voor verschuivingen in onze belastingopbrengsten zou kunnen gaan geven. Dan zou het immers best eens zo kunnen zijn dat we op dat moment de ruimte die we nu nog hebben om tot het maximum te komen voor de woningen volledig zo niet overvolledig zouden gaan benutten. Het lijkt mij wel juist dat we dat tijdig voor de begroting van het jaar daarop weten. Na deze opmerking gemaakt te hebben wil ik mij akkoord verklaren met de voorliggende voorstellen. De heer Van Balken: Wij kunnen akkoord gaan met de meeste verhogingen. We hebben nog wel moeite met de hoge tarieven als het gaat om de lijkbezorgingsrechten. De wethouder heeft ooit beloofd dat bekeken zou worden wat de gevolgen zijn van die tarieven van het afgelopen jaar, wat doet zich hier voor, gaan mensen bepaalde keuzes maken die wij niet gedacht hadden. Ik denk dat die evaluatie belangrijk is om te kunnen bekijken of we, zoals de heer De Gaaij ook zei, bij de voorjaarsnota helder kunnen krijgen of we dit zo moeten blijven doen. Het kan zijn dat er zich zaken voordoen waardoor wij toch de tarieven zouden moeten bijstellen. Heel concreet willen wij aan de wethouder vragen, kunnen wij rond 1 maart een overzicht krijgen van hoe het nu loopt met die grafrechten en geeft dat aanleiding om de tarieven voor het volgende jaar bij te stellen.
43
De heer Roemers: Als ik mij goed herinner was het zo dat er een mogelijkheid was om voor een ander systeem te kiezen. De wethouder zal het zich ook wel herinneren. Als veel mensen een soort ontwijkgedrag zouden gaan vertonen bij de keuze voor grafrechten, dat dan juist de tarieven verhoogd zouden moeten worden om lonend te zijn. Dus wat nu gesuggereerd wordt door de heer Van Balken zal alleen kunnen leiden tot verhoging en niet tot verlaging. De heer Duijzer: De SGP is met de trendmatige verhogingen akkoord. Met de OZB-verhoging zijn wij niet akkoord. Hier zit een extra lastenverhoging in, een extra opbrengst voor de gemeente. De landelijke overheid geeft een lastenverlichting en de gemeente pakt hier een stuk van terug. Dat kan nooit de bedoeling geweest zijn en daarom kan de SGP met deze OZB-verhoging niet instemmen. Wat betreft de lijkbezorgingsrechten, daar hopen wij inderdaad het komend jaar inhoudelijk op terug te komen. Als het aan de orde komt dan scharen wij ons achter het CDA. Er zitten bepaalde dingen in waarvan wij vinden dat dat niet kan. Bijvoorbeeld buiten de normale uren 75% meer rekenen, terwijl er maar een gedeelte van de werkzaamheden soms buiten de normale uren valt. Als je dan toch hele tarief met 75% gaat verhogen, moeten we daar eens in het komende jaar eens over praten. De SGP gaat in ieder geval niet akkoord met de OZB-verhoging. De heer Maussen: Dan schiet u dus een gat in de begroting. Welke dekking geeft u daarvoor aan? De heer Duijzer: Die hebben wij gegeven in de begroting in de raad. De voorzitter: Misschien is het goed de opmerking te maken dat in de commissie AZM is afgesproken om volgend jaar met een inhoudelijke evaluatie van alle verordeningen te komen. Dan weet u dat. De heer Bragt: Wat betreft de OZB wil ik kort verwijzen naar ons standpunt zoals ingenomen tijdens de algemene beschouwingen voor de begroting 2006. Het standpunt is bekend dat wij maximaal de inflatietrend acceptabel vinden en dat wij alles wat daarboven zit niet acceptabel vinden, omdat wij eerst in eigen huis de zaken op orde moeten stellen. De tering naar de nering moeten zetten. Wij sluiten ons volledig aan bij de opmerkingen die gemaakt zijn over de begraafrechten over het CDA en de SGP. Onze insteek dat met name onderhoud en allerlei andere zaken op begraafplaatsen een algemeen doel dient en dat we daar heel voorzichtig mee moeten zijn om zulk soort kosten om te gaan slaan naar de begraafrechten van mensen die in een bepaald jaar overlijden. Je krijgt dan toch, en dat wordt ook al door het CDA gezegd, wellicht een sturing in keuzes die men eigenlijk niet wil maken. In delen van het land zie je dergelijke trends zich al inzetten en dat moeten wij absoluut niet hebben. Wij zijn daar dan ook heel kritisch op. De heer Krähe: We hoeven hier niet de hele algemene beschouwingen over te doen. Daar hebben we al aangegeven dat de regering mooi Sinterklaas speelt en wij als gemeente de Zwarte Piet krijgen. Dat is denk ik ook de reden dat we de OZB wat moeten verhogen om toch onze voorzieningen in de gemeente in stand te houden. De verordeningen die nu voorliggen zijn wat dat betreft behoorlijk ingewikkeld geworden. We moeten rekening houden met het feit of de Eerste Kamer wel of niet wil instemmen met die OZB-afschaffing. Daardoor zijn deze verordeningen ongeveer twee keer zo dik geworden als noodzakelijk, want we moeten rekening houden met de ene mogelijkheid maar ook met de andere. Daardoor hebben onze ambtenaren daar extra veel tijd in moeten stoppen en daarvoor toch even een compliment, want het was behoorlijk ingewikkeld heb ik begrepen. Marcel van Osch is vanavond helaas ziek. Hij heeft een aantal schriftelijke vragen gesteld en die zijn naar tevredenheid beantwoord. Daarvoor ook dank. Wij kunnen instemmen met alle verordeningen. De voorzitter: Ik zal uw compliment doorspelen naar de medewerkers.
44
De heer Maussen: We hebben op tafel die verordening gevonden over de toeristenbelasting. Ik zou graag willen voorstellen om in lijn met onze eerdere opmerkingen bij de commissie AZM bij artikel 11 die € 9,10 te vervangen door € 10,=. Dat is wat consistenter. Wethouder Van Engelen: Ik had erop voorbereid een enorme uitleg te moeten geven over de OZB. Mijnheer Krähe heeft dat goed door, dat is verschrikkelijk veel werk geweest omdat we drie scenario’s hebben moeten maken, waarvan het slechtste scenario een verhoging van 16% zou inhouden. Ik complimenteer ook mijnheer De Gaaij over de typfout die hij vond, want dat betekent dat hij de zaak uitstekend heeft bestudeerd. Toen ik erop gewezen werd moest ik echt zoeken waar het foutje stond. Wij hebben uiteraard de officiële tekst nu aangepast. Met betrekking tot ‘woninggedeelte bedrijven’ heb ik één toezegging in mijn antwoord klaar staan en dat is die verschuiving in opbrengst, dat u die tijdig moet weten. Dat vind ik zo terecht dat ik bij deze de griffier kan zeggen: zet hier maar een T van Toezegging, want u moet weten waar u blijft. Voor heel veel eigenaren met woninggedeelten in het bedrijf kan het hoogst interessant om te kijken of 2006 een aanvraag moet worden ingediend, want in 2007 hoeft het college er pas naar te kijken. Die hint wil ik alvast meegeven. Het maakt het er allemaal niet makkelijker op. De OZB. De ChristenUnie zegt over de OZB, niet doen en eerst maar eens in eigen huis. We hebben bijna de 1 miljoen bezuiniging in eigen huis gehaald en we zitten tot op het bot. Dus ik vind het niet realistisch om nu nog te proberen de rest ook in eigen huis te vinden. Dat zit er niet meer in. Mogelijk dat u nog een suggestie heeft, maar het college is met dat onderwerp wel klaar. Iets terughalen via de OZB, u moet niet vergeten dat een jaar ervoor wij ook al een paar miljoen overheidsgelden zijn kwijt geraakt. We hebben er met zijn allen bij de begrotingsbehandeling voor gekozen, we maken het niet te bont maar we willen wel alle voorzieningen in stand houden. Dat is een bewuste keuze van u geweest. Het is per huishouden maar een paar euro waarmee u uw doel kunt bereiken. Laat dat dan geen punt van kritiek zijn. Ik heb hier een toezegging gedaan en ik zal de complimenten en dank die zijn uitgesproken graag doorgeven aan de betrokken ambtenaren die hier zoveel werk aan hebben besteed. De heer Maussen: Ik zou nog graag een antwoord willen krijgen op mijn voorstel om die € 9,10 wijzigen in € 10,=. Wethouder Van Engelen: Daar kan ik op dit moment geen antwoord op geven. Ik moet dat even opzoeken. De heer Maussen: Als u dat terugrekent naar guldens, heeft daar 20 gulden gestaan. We hebben juist in de commissie AZM gezegd dat we dat guldentijdperk achter ons moeten laten en alle bedragen moeten aanpassen aan de euro. Wethouder Van Engelen: Ja, afronden op stuivers hebben we afgesproken. Ik weet nog dat GroenLinks mij daarin steunde, want als je het nog hoger gaat maken krijg je als het om belastingen gaat een hogere opbrengst dat het percentage dat bedoeld is. Dan zou je met een paar jaar optisch gezien 3% verhoogd hebben en we hebben nu 5% gedaan. Daar voelde ik toen als wethouder niet voor. Ik wil wel bekijken hoe dit bedrag is ontstaan en naar de wenselijkheid van € 10,=. Ik kan dat op dit moment niet overzien. Ik zeg het niet toe. De heer Maussen: Ons voorstel was van die € 4,50, € 5,= te maken en dat heeft u ook gevolgd. Dus ik kan mij niet voorstellen dat dit een probleem is. Wethouder Van Engelen: Ik wil daar naar kijken. De voorzitter: Ik constateer dat dit voorstel nu voorligt.
45
De heer Maussen: Het is jammer dat we nu pas deze verordening zien. De voorzitter: Dat begrijp ik ook wel. De wethouder zegt ook toe dat hij er volgend jaar naar kijkt, maar we moeten wel de verordening aannemen zoals die is. Als er een technisch foutje in zit, dus een komma verkeerd, dan kun je daarmee leven, maar we moeten daar wel zuiver in zijn. Dat wil ik wel proberen te voorkomen. De heer Krähe: Dan is het dus een amendement van de VVD en dan moeten we daarover stemmen. Dat is toch niet zo’n probleem. Het gaat om een aanslaggrens van € 9,10, want dat heeft u nog niet gezegd. Waar gaat het dus om, welke bedragen gaan we innen en welke bedragen gaan we niet innen. Dan is € 10,= een heel mooi bedrag om te zeggen daaronder zijn de kosten voor het innen hoger dan dat het bedrag oplevert, dus laten we er maar € 10.= van maken. En dan is het een wijzigingsvoorstel van de VVD denk ik. De heer Maussen: Die verordening was ook de reden waarom wij met het innen van die betalingstermijnen gezegd hebben dat bij OZB en hondenbelasting het exact hetzelfde moet zijn. Als je je financiële afdeling goed wilt aansturen, moet er uniformiteit zijn. Het kan niet zo zijn dat de OZB binnen twee maanden betaald moet worden en de hondenbelasting binnen drie maanden. Dat geldt voor dit soort bedragen exact hetzelfde. De heer Romp: Komt u nu met een wijzigingsvoorstel? De voorzitter: Ik beschouw het als een wijzigingsvoorstel. Kan de wethouder hier nog even op ingaan? Wethouder Van Engelen: Ik zie geen enkele reden om mij daartegen te verzetten. De voorzitter: Dan zullen we zo bij de stemming merken hoe de meerderheid daarover denkt. Laten we dat zo afspreken. Uiteindelijk is dat de meest koninklijke weg. Wilt u nog een tweede termijn? Ik wil u nog even aangeven dat dit een technische uitwerking is van de begroting die u heeft goedgekeurd. Om het debat niet nog eens over te doen wil ik u voorstellen nu tot stemming over te gaan. Kunt u daarmee instemmen? Akkoord. Dan gaan we nu over tot stemming. Ik breng alle verordeningen apart in stemming, dus u kunt uw afwegingen maken. 1) Verordening op de heffing en invordering van leges 2006, met de gemaakte opmerking van € 30,05: - Met algemene stemmen aangenomen. 2) Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2006: - Met algemene stemmen aangenomen. 3) Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen 2006: - Aangenomen, met inachtneming van het feit dat de fracties van de SGP en ChristenUnie tegen het voorstel zijn. 4) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2006: - Met algemene stemmen aangenomen. 5) Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Zaltbommel 2006: - Met algemene stemmen aangenomen. 6) Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2006, met alle gemaakte opmerkingen en toezeggingen van de wethouder: - Met algemene stemmen aangenomen. 7) Verordening op de heffing en invordering van rioolaansluitrechten 2006: - Met algemene stemmen aangenomen. 8) Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2006: - Met algemene stemmen aangenomen. 46
9) Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2006, waarbij opgemerkt dat bij artikel 11, de aanslaggrens, belastingbedragen van minder dan € 10,= niet worden opgelegd. - Met algemene stemmen aangenomen. Terug naar agenda
47
De adviesnota voor de raad
Datum
:
woensdag 14 december 2005
Agendapunt
:
13
Portefeuillehouder
:
Rob Hackert
Nummer postregistratie
:
05.5457/RO
Nummer programmabegroting
:
Inlichtingen bij
:
Ludolf van Lith
Tel.nr.
:
0418 – 681 722
Email
:
[email protected]
Onderwerp Kaderstelling nota grondbeleid Voorstel 1. Een keuze te maken uit de varianten A: Actief grondbeleid B: Passief Grondbeleid C: Afhankelijk van de situatie en risicoanalyse ons de ruimte te geven een keus te maken tussen actief of passief grondbeleid of een mix daarvan. 2. Indien u onder voorstel 1 de variant A of C kiest ons de ruimte te geven tot een bedrag van € 500.000,- strategische aankopen te doen met in totaal een maximaal plafond van € 5.000.000,- in de post “niet in exploitatie genomen gronden”, zonder de raad in formele zin vooraf te informeren. Vanzelfsprekend wordt wel gehandeld binnen de vastgestelde kaders met betrekking tot de actieve informatieplicht. 3. Een standpunt innemen om marktconforme gronduitgifteprijzen te hanteren. 4. Een keuze uit de navolgende varianten voor het vaststellen van de grondprijzen te maken: A. Huidige beleid van vastgestelde grondprijzen aan de hand van taxaties te handhaven, zowel voor particuliere als voor projectmatige bouw. Onderscheid wordt gemaakt tussen de kern Zaltbommel en de overige kernen. B. Tussen grondprijzen voor particulieren en projectontwikkelaars een knip te leggen. De grondprijzen voor particulieren worden vastgesteld. Het onderscheid tussen de kern Zaltbommel en de overige kernen blijft bestaan. De grondprijzen voor projectontwikkelaars worden bepaald op basis van de residuele grondwaardeberekening per exploitatiegebied. C. Voor projectontwikkelaars een residuele grondwaarde berekening te hanteren. De grondprijzen voor particulieren per exploitatiegebied gelijktijdig met de vaststelling of herziening van de exploitatieopzet vast te stellen (er ontstaan dan verschillende grondprijzen 48
per kern en daarmee komt het onderscheid tussen Zaltbommel en de overige kernen te vervallen). D. Kostprijs + benadering Dit houdt in dat de verkoopprijs gebaseerd wordt op kostprijs. Hierbij worden de te maken kosten voor verwerving en bouw- en woonrijp maken verhoogd met een risico-opslag en eventueel een winstopslag. De kosten vertonen de laatste tijd een sterke stijging als gevolg van de ontwikkeling van de prijzen van plankosten, bouw- en woonrijp maken, maar vooral door stijging van de verwervingskosten. Met name de laatste post zal per exploitatie verschillend zijn, waardoor je per exploitatiegebied een verschillende kostprijs krijgt en dus ook een verschillende grondprijs. 5. Aan te geven of u de verschillen van de grondprijzen tussen de categorieën van de te bouwen woningen wenst te verkleinen of te vergroten (handhaven) en in welke mate. 6. Een standpunt innemen om het systeem van voorkeur/bescherming van de voormalige gemeenten Kerkwijk, Brakel en Zaltbommel bij woning/kaveltoedeling al dan niet te laten vervallen. 7. Voor het fonds bovenwijks de volgende bedragen per m² (BVO) in rekening te brengen: a. Voor particuliere initiatieven bij inbreidingsgebieden € 15,b. Voor uitbreiding van woningbouwgebieden € 15,c. Voor projectmatige sociale herstructureringsopgaven binnen de kernen voor de toename van de woningen € 0 tot € 15,- (afhankelijk van financieel resultaat van het project) d. Voor bedrijven € 6,e. Voor kantoren € 8,8. Het anti-speculatiebeding uit de algemene verkoopvoorwaarden te laten vervallen en aan te geven of u op een andere wijze ordenend wil optreden. 9. Het vastgesteld restgroenbeleid ( + evaluatie uit 2004) te handhaven en integraal onderdeel te doen zijn van de nota grondbeleid Inleiding In het raadsprogramma van 2005 is opgenomen dat een nota grondbeleid aan u zal worden aangeboden. In het kader van het duale systeem is de werkwijze voor het opstellen van beleidsnota’s met politieke prioriteit veranderd. Alvorens een nota wordt opgesteld wordt u eerst in de gelegenheid gesteld om vooraf aan het opstellen van de nota kaderstellende keuzes te maken. Daarnaast worden onderwerpen aangedragen welke in de nota grondbeleid nader uitgewerkt worden. Daarnaast heeft u de mogelijkheid aanvullende onderwerpen aan te dragen. Dit voorstel behelst een kernachtige samenvatting. Voor een toelichting van voor- en nadelen van de keuzes of onderwerpen wordt verwezen naar de bijlage. Doel/meetbaar effect Het doel van dit raadsvoorstel is om op hoofdlijnen kaders aan te geven welke uiteindelijk worden verwerkt in de nota grondbeleid. Argumenten 1.1 Een keuze tussen actief en passief grondbeleid. U dient te kiezen tussen passief of actief grondbeleid of ons de ruimte te geven die keus te laten maken. In de bijgaande notitie wordt verder ingegaan op de verschillen. In een notendop komt het neer dat bij passief beleid de risico’s neergelegd worden bij de marktpartij en er geen volledig 49
kostenverhaal kan plaatsvinden. Bij actief grondbeleid heeft de gemeente zelf de risico’s, maar kan door de grondprijzen wel tot volledig kostenverhaal overgaan en mogelijk een positief resultaat maken. Bovendien hebben we de volledige regierol in handen. 1.2. Wij bevelen u optie C aan, omdat deze het meest aansluit op de dagelijkse praktijk Optie C, een mix tussen passief en actief grondbeleid sluit het meest aan op de dagelijkse praktijk. De gemeente kiest enerzijds voor een passief grondbeleid indien de gronden in eigendom zijn van marktpartijen (woningstichtingen). Anderzijds kiest de gemeente een actief grondbeleid indien tegen aanvaardbare risico’s door middel van het selectief aankopen van grond een ontwikkeling gerealiseerd kan worden binnen een afzienbare periode. Om risico’s te spreiden kunnen wij voorts bepalen of het noodzakelijk is om een samenwerking aan te gaan met een marktpartij. 2.1 Een aankoop van € 500.000,- vinden wij het omslagpunt van niet ingrijpend/wel ingrijpend voor de gemeente. Artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet bepaalt dat voordat ons college een besluit neemt tot een privaatrechtelijke rechtshandeling u eerst informeert indien dit ingrijpende gevolgen heeft voor de gemeente. 2.2 Het plafond van € 5.000.000,- geeft ons enerzijds bewegingruimte voor strategische aankopen en anderzijds aan u een financiële bovengrens in het kader van het budgetrecht en de controlemogelijkheid daarop. In de dagelijkse praktijk heeft de gemeente een post “niet in exploitatie genomen gronden”. De boekwaarde van deze post bedraagt volgens de laatste jaarrekening ca. € 2, 4 miljoen. Het plafond van € 5.000.000,- biedt voldoende ruimte om strategische aankopen te doen. 2.3 Om een actief grondbeleid te kunnen voeren moet op de onroerend goed markt adequaat en doeltreffend gehandeld kunnen worden om bepaalde strategische grondposities te kunnen innemen. De cyclus van de raadsvergaderingen maakt het niet altijd mogelijk om adequaat en doeltreffend op marktontwikkelingen in te springen. 3.1 In het raadsprogramma is bepaald dat marktconforme prijzen worden gehanteerd. Op 15 december 2003 zijn de grondprijzen vastgesteld. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de kleine kernen en de kern Zaltbommel. Destijds zijn taxaties uitgevoerd welke als grondslag hebben gediend voor de vaststelling van de grondprijzen. Voor de kern Zaltbommel wordt het uitgangspunt van marktconforme prijzen nagenoeg gerealiseerd. Voor de kleine kernen zijn de grondprijzen destijds onder de taxatieprijzen vastgesteld. Hierdoor zijn deze grondprijzen niet marktconform vastgesteld, hetgeen wel uitgangspunt is van het raadsprogramma. Hierdoor laat de gemeente geld liggen, welke anders eventueel ingezet zou kunnen worden om incidentele voorzieningen te financieren. 3.2 Bij de vaststelling van het ontwikkelingsbeeld Zaltbommel 2020 in u vergadering van 28 april 2005 heeft u ingestemd met een verhoging van de grondprijs naar meer marktconforme prijzen. 3.3 Enkele exploitaties zijn bij het niet-hanteren van markt-conforme prijzen niet kostendekkend. Door nieuwe ontwikkelingen en voorschriften (bijvoorbeeld waterbeheer/berging) komt de exploitatie van enkele bestemmingsplannen onder druk te staan. Zonder markt-conforme grondprijzen toe te passen kan de exploitatie niet kostendekkend worden uitgevoerd. 4.1 Onderdeel A: Het huidige beleid blijft gehandhaafd. Enerzijds is het voordeel dat eenduidige prijzen worden gehanteerd. Nadeel is dat bij projectmatige bouw “de winst” niet wordt afgeroomd en bij de koper cq. ondernemer komt te liggen.
50
Onderdeel B: Legt een knip tussen grondprijzen voor particulieren en projectontwikkelaars. Voordeel hiervan is dat voor de particulieren eenduidige grondprijzen worden gehanteerd en de winst wordt afgeroomd bij projectmatige bouw. Nadeel is dat ook marktconforme prijzen voor de huizen worden gevraagd wat niet altijd aansluit op het woningbouwprogramma. Onderdeel C: De grondprijs wordt per exploitatie vastgesteld. Voordeel hiervan is dat de gronden in ieder geval kostendekkend wordt uitgegeven. Nadeel kan zijn dat er in de kernen verschillende grondprijzen worden gehanteerd, wat door de burger als een rechtsongelijkheid kan worden ervaren. Overigens is dit al van toepassing door verschillende grondprijzen te hanteren in de overige kernen en de kern Zaltbommel. 5.1 Enerzijds levert een verkleining tussen de grondprijzen tussen de categorieën van de te bouwen woningen meer winst op en sluit het meer aan bij marktconforme prijzen. Anderzijds heeft het handhaven van het huidige beleid of vergroting tussen de verschillen van grondprijzen voor de te bouwen woningen oog voor het volkshuisvestingsbelang met de juiste woning voor de juiste doelgroep. 6.1 De huidige woning/kaveltoedeling doorkruist een vrije vestiging van inwoners van de gemeente Zaltbommel binnen de eigen gemeente. In 2000 is het beleid van woningtoedeling vastgesteld. Een onderdeel van het beleid is dat de inwoners van de voormalige gemeente waar zij wonen een voorkeurspositie hebben bij de woningtoedeling., de zogenaamde kernenbinding. In de praktijk komt het er op neer dat inwoners die wonen buiten de voormalige gemeente bij een bouwplan niet of nauwelijks in aanmerking komen, hetgeen een doorkruising is van de vrije vestiging binnen onze gemeente. 6.2 Het “schottensysteem” (uitzonderingen) binnen de woning/kaveltoedeling draagt niet bij aan de eenheid qua benadering van de inwoners binnen de gemeente. Door de inwoners van de voormalige gemeenten een voorkeurspositie te geven ontstaan er als het ware schotten binnen onze gemeente, waarbij een uitzonderingpositie (voorkeurspositie) bestaat. Door de hantering van de schotten wordt geen eenheid in de gemeente gecreëerd qua benadering voor alle inwoners van de gemeente Zaltbommel.. Eén en ander moet wel worden bezien binnen het kader van de grondprijsdifferentiatie. 7.1. In het ontwikkelingsbeeld 2020 Zaltbommel is reeds voorgesteld om het fonds bovenwijks op verschillende onderdelen te verhogen 7.2 Een hantering van € 0,- tot € 15,- per m² afhankelijk van het resultaat bij (sociale) herstructureringsopgave levert meer financiële armslag voor een dergelijk project op In het ontwikkelingsbeeld Zaltbommel 2020 is in de berekening rekening gehouden met € 15,- voor woningbouwprojecten. Bij herstructureringsopgave komt een grote investering kijken. Voor de uiteindelijke realisering van het project dient aan de hand van het resultaat te worden bepaald of een bijdrage van € 0 tot € 15,- in rekening wordt gebracht. 8.1 Het anti-speculatiebeding is in strijd met de huisvestingswet en is juridisch niet langer houdbaar. De gemeente Zaltbommel heeft in 2000 algemene verkoopvoorwaarden vastgesteld. In deze verkoopvoorwaarden is een anti-speculatiebeding opgenomen dat de bouwkavels die de gemeente uitgeeft niet binnen 5 jaar doorverkocht mogen worden. Uit jurisprudentie blijkt dat een dergelijke bepaling in strijd is met de Huisvestingswet en derhalve niet langer juridisch houdbaar.. 9.1 Het vastgestelde restgroenbeleid is nog steeds actueel en wordt integraal opgenomen in de Nota grondbeleid.
51
In 2000 is het restgroenbeleid vastgesteld. Vervolgens is dit beleid in 2004 geëvalueerd en zijn naar aanleiding van deze evaluatie aanpassingen doorgevoerd. Het restgroenbeleid voldoet op dit moment en behoeft als zodanig geen aanpassing. Het verkopen en verhuren volgens het restgroenbeleid maakt wel een wezenlijk deel uit van de nota grondbeleid. Om deze reden wordt voorgesteld om dit beleid integraal over te nemen in de nota grondbeleid. Kanttekeningen Financiën De financiële gevolgen zullen mede afhangen van uw keuzes, met name de systematiek van het vaststellen van grondprijzen heeft gevolgen voor de diverse exploitatieopzetten. Nadat het nieuwe beleid definitief is vastgesteld zullen de exploitaties worden herzien en wordt in de paragraaf grondbeleid van de begroting en jaarrekening 2006 de resultaten gepresenteerd. Uitvoering Planning In uw vergadering van 14 december 2005 maakt u kaderstellende keuzes en worden onderwerpen aangehaald welke in de nota worden verwoord. De uitkomsten van deze keuzes worden tezamen met de onderwerpen beleid winst- en verliesneming en de voorschriften voortvloeiend uit het besluit begroting en verantwoording in de Nota grondbeleid uitgewerkt. De planning is dat de nota in maart/april aan u zal worden aangeboden. Daarnaast wordt in een aparte notitie Fonds Bovenwijks Voorzieningen de bijdragen van het fonds en de werkwijze nader onderbouwd (planning april/mei). Communicatie Niet van toepassing Evaluatie / controle Wanneer de nota grondbeleid wordt aangeboden kunt u controleren of de kaderstellende keuzes voldoende tot uitdrukking zijn gekomen. Bijlagen Bijgevoegd Bijlage 2 naar aanleiding van Commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005 Reeds toegestuurd bij de commissieronde / ter inzage 1. Aanvullende notitie bij kaderstelling nota grondbeleid 2. Financiële stand van de exploitaties Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: 1. De commissie bestempelt de adviesnota als bespreekstuk voor de raad. Over de volgende punten is uitvoerig gediscussieerd: • wat verstaat het college precies onder strategisch?; • is het niet mogelijk dat het college grondaankopen onder voorbehoud van goedkeuring door de raad doet? De heer Roemers merkt op dat onderdeel 6 van de adviesnota niet correspondeert met het raadsbesluit van 17 november 2005. Omdat de raad het raadsvoorstel over de woonruimteverdeling op 14 december behandeld, heeft het college desbetreffende argument uit de adviesnota verwijderd. Daarmee is de strijdigheid opgeheven.
52
2. Wethouder Hackert zegt toe dat de raad binnenkort een planschaderegeling krijgt aangeboden. Tevens zegt hij toe dat het college zich altijd achteraf zal verantwoorden over strategische grondaankopen. Hij zegt verder toe dat de raad voor zijn vergadering van 14 december: • in aanvulling op punt 3 en 4 een kostprijsplus-variant aangeboden krijgt; • aanvullende informatie krijgt over wat ‘marktconform’ en de ‘residuele grondwaardeberekening’ precies inhouden.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
De voorzitter: Er liggen 9 beslispunten ter besluitvorming en ik verzoek u in ieder geval in eerste termijn duidelijk aan te geven wat uw standpunt op die 9 beslispunten is, zodat de wethouder dat kan meenemen in zijn eerste termijn en wij achter deze tafel het ook goed kunnen bijhouden. De heer Looijen: De VVD vindt dat de gemeente er moet zijn voor haar burgers, haar klanten en wat ons betreft hoort daar een actief grondbeleid onontkoombaar bij. Helaas moeten we constateren dat we in het verleden toch te vaak zijn voorbijgestreefd door anderen als het gaat om grondverwerving. Wij vinden dat de gemeente de mogelijkheden moet hebben om toch binnen aanvaardbare risico’s actie te kunnen ondernemen om grond te verwerven en zo mogelijkheden voor haar eigen burgers moet kunnen bieden. Binnen die mogelijkheden hoort wat ons betreft ook een financieel kader. Wij geven dan ook het college de gevraagde ruimte voor die mogelijkheden. Gemeentelijk grondbeleid moet ook overeenkomstig met de markt zijn. Wat ons betreft kan het niet zo zijn dat de grondprijs kunstmatig laag gehouden wordt en we vervolgens een antispeculatiebeding moeten hooghouden. Wat ons betreft zouden marktconforme prijzen moeten worden gehanteerd, hoe moeilijk dat ook te definiëren is overigens, zodat in ieder geval ook het antispeculatiebeding wat dat betreft kan worden losgelaten. Voor ons is het ook niet nodig om op een andere manier ordenend op te treden. Ik zei net al, marktconformiteit is wat dat betreft lastig te bepalen, omdat het een heel breed begrip is. Voor ons geldt dat marktconformiteit wordt bepaald door de omgeving en de voorzieningen in die omgeving. Dat impliceert voor ons dan ook direct dat het ene plan soms wel eens een andere grondprijs moet hebben dan het andere plan. Juist omdat die voorzieningen dus per plan kunnen verschillen en de omgeving per plan kan verschillen. Voor ons zou de grondprijs voor particulieren dan ook per exploitatiegebied moeten worden vastgesteld. Ik wil daarbij wel de opmerking maken dat ik hoop dat dat niet betekent dat we bij elk exploitatiestuk straks als raad zijnde een discussie moeten gaan voeren of de grond € 200 of € 205 moet gaan kosten en ik hoop dat de wethouder daar ook zijn visie over laat horen. Marktconformiteit stelt ons wel voor een dilemma ….. De voorzitter: Even voor de duidelijkheid, kunt u aangeven of het met dit beslispunt eens bent? De heer Looijen: Zo meteen in mijn slotrésumé kom ik terug op uw vraag. Marktconformiteit stelt ons wel voor een dilemma, want dan zouden ook de verschillen tussen de verschillende woningbouwcategorieën verkleind moeten worden. Wij beseffen ons terdege dat in het kader van volkshuisvestingsbelang dat je die verschillen zoals die er nu zijn zou moeten handhaven. Grondprijzen voor alle kernen marktconform te laten zijn betekent voor ons meteen dat voorkeur of bescherming van de voormalige gemeenten bij kaveltoedeling zou moeten komen te vervallen. We zijn inmiddels al 6 jaar één gemeente en het kan niet zo zijn dat we de oude gemeenten gaan 53
beschermen. Dat geldt voor de oude gemeente Zaltbommel en ook voor de oude gemeenten Kerkwijk en Brakel. Die marktconformiteit wordt bepaald door de omgeving en aanwezige of geplande voorzieningen, maar dat betekent voor ons meteen dat we toch wel een beetje principiële moeite hebben met het fonds Bovenwijkse voorzieningen. We snappen ook wel dat het de enige mogelijkheid is om geld te genereren voor voorzieningen met name in uitbreidingen zoals we die hebben binnen de gemeente. We zullen ons als VVD dan ook neerleggen bij het gegeven dat we een fonds Bovenwijkse voorzieningen hebben. Wat dat betreft volgen wij de lijn van het college, weliswaar met pijn in ons hart maar hopelijk is er een mogelijkheid om de afdracht voor dat fonds Bovenwijkse voorzieningen alleen te laten beperken voor grond die gebruikt wordt voor daadwerkelijk bouw, ofwel grond die valt binnen het bouwvlak en niet over het gehele perceel. Ik hoor graag van de wethouder of dat überhaupt mogelijk is. Voorzitter, u vroeg mij net, wilt u per punt aangeven wat het is. Daar kom ik nu op. 1. Een mix tussen actief en passief grondbeleid afhankelijk van de situatie en de risicoanalyse. 2. € 500.000,-- als ruimte voor het college onder voorbehoud goedkeuring raad tot een maximum plafond van € 5.000.000,--. 3. Hanteren marktconforme gronduitgifteprijzen. 4. Grondprijzen per exploitatiegebied marktconform vaststellen. 5. Handhaven verschillen grondprijzen tussen categorieën te bouwen woningen. 6. Laten vervallen van voorkeur/bescherming voormalige gemeenten bij woning/kaveltoedeling. 7. Bijdrage bovenwijkse voorziening conform voorstel college. 8. Laten vervallen anti-speculatiebeding. 9. Handhaven restgroenbeleid en integreren in nota grondbeleid. De heer Bragt: Ik zal meteen al met de punten beginnen vanaf 1 t/m 9 zoals ze in het voorstel neergelegd zijn. Ik vind het een goede manier van werken op deze manier, waarbij het college eerst met een algemeen verhaal komt om een bepaalde richting op te kunnen, anders zou er veel werk voor niets verzet gaan worden. Procedureel kan de ChristenUnie wel instemmen met deze manier van werken, hoe je uiteindelijk tot een stuk beleid komt. 1. Wij sluiten ons aan bij de VVD, dat je hier toch, gelet op de situatie op de grondmarkt, nooit hier een zwart-wit keuze in kunt maken en dat je afhankelijk van de situatie daar maar tussenin moet gaan zitten. Wat dat betreft kiezen wij dus voor 1C. Ik bespeur wat onrust bij de CDA-fractie maar dat zal niet zijn naar aanleiding van mijn bijdrage. 2. Ook de ChristenUnie stelt voor om het college die vrijheid te gunnen onder voorbehoud goedkeuring raad. Ik denk dat je daarmee een heel comfortabele positie hebt als gemeente om je toch nog eens achter de oren te krabben of een aankoop wel of niet verstandig is. 3. Een standpunt innemen om marktconforme gronduitgifteprijzen is het voorstel. Dat is de lijn die BenW al inzet. Wij willen daar toch een nuancering op aanbrengen van het begrip ‘marktconform’. Als je kijkt naar een kern Zaltbommel kun je daar redelijk mee uit de voeten. Als je kijkt naar de kleinere kernen waar maar beperkt gebouwd wordt en dan ook nog met een beperkt bouwprogramma wat soorten woningen betreft, dan kan het wel eens heel verkeerd uitpakken. Dus met het verhaal marktconform, ik kom daar straks nog op terug bij het verschil tussen Zaltbommel en de andere kernen, wil ik toch heel voorzichig zijn, omdat je in een kleinere kern vaak geen keuze hebt als starter op de woningmarkt met name. Als je dan met marktconforme gronduitgifte geconfronteerd wordt, dan sluit je een heel grote categorie starters op de woningmarkt in de kleinere kernen uit en dat willen wij niet. Daar willen wij dan ook een nuancering op aanbrengen. Ik kom er straks op terug. 4. We hebben best wat zitten dubben over deze varianten, hoe moet je dat doen. De residuele grondwaardeberekening is nog toegelicht door de wethouder, waarvoor onze dank. Dat is een heel verhelderend stuk wat aan de raadsleden is toegezonden. Het sprak ons in eerste instantie wel aan, maar je gaat dan toch een stuk risicodragend project in en ik vraag mij af of dat verstandig is. Uiteindelijk zijn we toch tot de conclusie gekomen om zowel voor de particuliere 54
5.
6.
7. 8.
9.
woningbouw als voor de projectontwikkelaars een vaste grondprijs te hanteren als gemeente. Dat is helder. Je kunt richting projectontwikkelaars gerust zeggen, dit is de grondprijs, je zorgt maar dat een woning van maximaal x daarop gebouwd wordt. Die randvoorwaarde kun je best stellen. Wat ons betreft kan er verantwoord gekozen worden voor 4A. Als gemeente heb je dan ook een stuk helderheid over de exploitatie van een plan vooraf. Dat telt voor ons zwaar mee. Niet per project of per kern of wat dan ook, maar een vaste grondprijs zoals we die tot nu toe gehanteerd hebben. Dan krijg je ook niet heel grote verschillen per kern als er in een bepaald project grote kosten zich voordoen. Dat kun je dan wat nivelleren over de hele gemeente. Verschillen in grondprijzen tussen de categorieën van te bouwen woningen. Ik denk dat we daar toch wel een goede verhouding in hebben op dit moment. Wat ons betreft kan dat gehandhaafd blijven. Standpunt innemen om het systeem van voorkeur/bescherming van de voormalige gemeenten Kerkwijk, Zaltbommel en Brakel al dan niet te laten vervallen: wij vinden de situatie op de woningmarkt momenteel binnen de gemeente zodanig dat wij die schotten die ertussen staan toch willen handhaven, in ieder geval vooralsnog. Dat hangt ook samen met de bouwvolumes momenteel in de dorpen. Als er nu wat meer gebouwd kan worden dan zou het prima zijn, maar de situatie is nog niet zo. Daarom is het standpunt van de ChristenUnie om toch eerst nog maar eens die voorkeursbehandeling te handhaven tot er meer gebouwd gaat worden. Dan is de druk er wat vanaf. Fonds bovenwijkse voorzieningen: daar hebben wij geen enkel probleem mee. Dus akkoord. Het anti-speculatiebeding: wij hebben geconstateerd, ook vanuit de ambtelijke organisatie, dat er toch wel mogelijkheden zijn om een beperkt anti-speculatiebeding op te nemen. Wij stellen voor om dat ook te doen. Als iedereen hiermee instemt, zou dan toch een lagere prijs gaan gelden voor de wat kleinere kernen en dan vind ik het ook gerechtvaardigd om bij zulk soort prijsstellingen een anti-speculatiebeding op te nemen om misbruik te voorkomen. Ik vind dat dat aan elkaar gekoppeld is. Vastgesteld restgroenbeleid: dit is wat ons betreft akkoord om te handhaven.
De heer Satter: 1. Hier kunnen wij ook 1C overnemen, dus een mix tussen actief en passief grondbeleid. 2. Wij kunnen instemmen met het geven van vrijheid aan het college om strategische aankopen te doen. 3. Marktconform is een rekbaar begrip en hier een gevoerd beleid. We moeten hier voorzichtig mee omgaan en zoals ook de ChristenUnie verwoord heeft, in de kernen hier wel goed naar kijken. Voor ons geldt dus marktconform met een vraagteken. 4. Wij zijn er meer voor om per project te ontwikkelen en af te werken, zodat er toch verschillende grondprijzen zullen blijven in Zaltbommel en in de kernen, want ieder project is duurder of goedkoper. Waar het duurder is is dat dan zo, maar we moeten het niet zo doen dat overal de grondprijzen gelijk worden. Wij kiezen hier dus per project. 5. Hier willen wij handhaven. 6. Hier willen wij eveneens handhaven. De schotten moeten erin blijven, zodat er wel een voorkeur komt uit de kernen voor de starters die daar wonen. 7. Over dit punt zijn wij positief. 8. Als het mogelijk is zou ik toch beperkt gebruik willen maken van het anti-speculatiebeding, al is dat denk ik moeilijk. 9. Dit punt heeft onze instemming. Wethouder Hackert: Ik zou graag van u willen weten wat u bedoelt met ‘marktconform met een vraagteken’. Daar kan ik niet mee uit de voeten. Ik zou u willen vragen toch even te kijken naar het lijstje wat het college u nog heeft doen toekomen, waarin u wel degelijk ziet wat op dit moment de marktprijs is van de gemeente Zaltbommel in de overige kernen voor 2-onder-1 kap en vrijstaand respectievelijk € 139 en € 162. Als u dat vergelijkt met de prijzen van de markt in de ons omringende 55
gemeenten ziet u dat zelfs bij Lingewaal aanzienlijk meer wordt gerekend. Dus marktconform met een vraagteken daar kan ik niets mee. Ik zou graag van u willen weten of u naar die markt toe wilt, of dat u op het huidige lage niveau wilt blijven zitten. De heer Satter: Als we per project gaan werken, dan zou ik hier niet voor kiezen om de projecten te bekijken en wat de kostprijzen van die projecten zijn en om volgens die handleiding zo te werken. Maar we zijn al verschillende keren geconfronteerd met marktconform en dan worden de omringende gemeenten erbij gehaald om dan een marktconforme prijs vast te stellen. Dat is volgens mij de verkeerde insteek. We moeten bedrijfsmatig per project kijken wat dat kost en zo krijgen we dan verschillende prijzen. De voordelen die daarin zitten voor de gemeente hebben het minste risico, maar ook degene voor wie de grond het goedkoopst is en die daar willen wonen – de starters bijvoorbeeld zoals net al verwoord is - hebben dan meer keus en kunnen daar beter aan de gang. Dat is de bedoeling. Maar als je projectmatig werkt dan moeten we voorzichtig zijn om die grondprijzen toch niet gelijk te trekken. En dat bedoel ik met marktconform, want dan gaan we kijken hoe het bij de naburige gemeenten is en ik geloof niet dat dat een goed vergelijk is. We moeten het vind ik projectmatig bekijken. De heer Kolbach: Ook onze fractie heeft zich diep gebogen over deze problematiek en met name naar de toekomstige lijn voor het grondbeleid voor de gemeente. We hebben geconstateerd dat de aankoop van grond geen zaak meer is voor de gemeente alleen, zoals dat misschien 10-20 jaar geleden in zijn algemeenheid vaak gebeurde. Ook andere partijen bewegen zich op die grondmarkt. Dat wordt in dit stuk ook erkend. 1. Ook onze fractie heeft de voorkeur voor C, de mogelijkheid om in te spelen op de situatie en aankopen te doen. 2. Dat er geld bij hoort is logisch. Hier wordt een mandaat gevraagd – zo lees ik het – door het college. De heer Bragt van de ChristenUnie bracht naar voren, prima onder voorbehoud goedkeuring raad. Ik zou daar graag wat toelichting op krijgen. Moet dit ook achteraf in de raad vastgesteld worden of is het een soort blanco cheque die gegeven wordt voor die 5 ton voor de aankoop? 3. Hierover zijn al meerdere opmerkingen gemaakt. We eigenen ons wel een term toe, maar een markt kan stijgen en dalen en we constateren hier dat die markt altijd alleen maar kan stijgen. We moeten, als we ons over die marktconformiteit uitlaten, ons niet te hoog wanen. Het is immers juist zo dat in periodes wanneer er veel te weinig bouwmogelijkheden worden geboden de vraag groot is, maar als morgen alles aangeboden zou worden dan zou het wel eens heel anders kunnen zijn. Het is niet zo simpel dat de veilingklok iedere dag aangeeft dat het duur of goedkoop kan zijn. Dat moeten wij ook niet willen nastreven met het grondbeleid. Winnen is mooi maar verliezen is ook niet alles. Duidelijk moet zijn dat we geen goedkoopte eiland moeten worden als het gaat om bouwgrond. Dus enig vergelijk met de omgeving is op zich vrij logisch. 4. Onze fractie neigt bij dit punt toch het meest naar variant D. De kostprijs + benadering is in de commissie RZ genoemd. We zijn als gemeente niet alleen bepalend op de grondmarkt en voor de bouwgrond. Als een projectontwikkelaar of een woningstichting grond heeft gekocht voor een bedrag – dat kan hoog en dat kan laag zijn – moeten wij dan als gemeente de grondprijs gaan bepalen? Als men bijvoorbeeld aantoonbaar hoger zit dan als je als gemeente wilde vaststellen, dan weet ik niet of dit vol te houden is. Dus bij ieder project zal toch in elk geval een verschillende historische prijs zijn. Waar zijn wij als gemeente bij gebaat? Ik denk dat die + bij een aantal voorzieningen hoort en dan denk ik met name nadrukkelijk aan het fonds bovenwijkse voorzieningen waar wij als gemeente wat extra mee hadden kunnen doen. Wij pleiten er niet voor om op bouwgrondprijzen nog eens extra te gaan verdienen. Dat kan ook niet de taak zijn van de gemeente. Wij moeten ervoor zorgen dat de kosten die gemaakt worden eruit komen, maar daar mag het best bij blijven. Wij kiezen voor variant D omdat wij naar de toekomst toe geconfronteerd worden in een aantal plannen met planschade. Dat zal verhaald moeten worden op de grondprijs en dat mag ook middels de nieuwe wetgeving. Vanuit die benadering zou er ook al een 56
verschillende grondprijs gaan ontstaan. Vandaar de gedachte dat dit wellicht de meest gevarieerde, de meest praktische lijn is om het grondbeleid op te zetten. Zeker als het gaat om de verschillen per gebied, want het maakt nogal wat uit. Net is al een opmerking gemaakt over de omgevingsfactor. Het maakt nogal wat uit of je grasland koopt of een oud gemeentehuis voor bouwgrond wil gaan gebruiken. Er zitten zoveel varianten in, dat de solidariteit van bouwers toch wel een beetje ophoudt als iedereen aan zulke ontwikkelingen zou moeten meebetalen. Dan is per project het meest reële. 5. Bij de verschillen tussen de categorieën van te bouwen woningen is wat onze fractie betreft handhaven van het huidige niveau genoeg. 6. Die schotten tussen de dorpen: ook onze fractie heeft er in het verleden voor gepleit om dat te handhaven, maar wij zijn nu al wat langer één gemeente en de historie moeten we een klein beetje achter ons laten, dus zorg ervoor dat er voldoende aanbod komt van bouwgrond. Dan is dat probleem heel makkelijk te tackelen. Dat was de zorg. Niet zozeer dat er geen Bommelse mensen in Bruchem zouden mogen wonen, maar het was meer het punt van de schaarste. 7. Het punt bovenwijkse voorzieningen: een goed instrument om iedereen ook een bijdrage aan de bovenwijkse voorzieningen te laten doen. Of het nou inbreilocaties zijn, klein of groot. De vraag is of hier een lijn in uitgezet zou kunnen worden, voor hoeveel m2 dit zou kunnen gelden. Immers, als iemand die een halve hectare heeft daar een woning wil bouwen als inbreilocatie, lijkt het mij niet logisch dat hij voor die halve hectare die bovenwijkse voorzieningen zou moeten betalen, maar een soort bouwblok. Ik dacht dat we dat systeem ook kenden bij bedrijventerrein, als ik mij goed herinner, waar een woning komt. De heer Roemers: Maar daar is in het algemeen wel een ander percentage gebruikelijk. De heer Kolbach: Wij geven wat lijnen aan en de uitwerking zal hopelijk nog volgen en vervolgens kan men dan besluiten wat het moet worden. 8. Het anti-speculatiebeding: ook hier geldt, voldoende bouwen. In de toelichting wordt aangegeven dat het niet meer mag, de ChristenUnie ziet nog mogelijkheden dat het wel zou kunnen. De heer Bragt: Dat staat in het aanvullende stuk wat we ontvangen hebben. De heer Kolbach: Ja, maar ik vind dat je mensen die vertrekken niet twee keer die kans op een toewijzing moet geven, dan leren ze het snel af. 9. Restgroenbeleid: hier is onze fractie mee akkoord. De voorzitter: Even voor de duidelijkheid: met de laatste twee punten bent u het dus eens? Akkoord. De heer Romp: 1. C. 2. Ik vind dit een lastig punt. Ik heb nog in herinnering dat ooit heel snel een huis aan de Steenweg gekocht moest worden. Dat was een strategische aankoop want daar zou dat en dat en dat neergezet moeten worden, maar uiteindelijk is er niets mee gebeurd. Dus ik zou graag eerst willen weten wat strategisch is. Ik heb er op zich wel vertrouwen in dat men dat goed, maar ik vind dat we wel heel helder moeten hebben wat de kaders zijn. We moeten voorkomen dat we straks heel duur dingen moeten kopen, maar graag helderheid over wat strategisch is. 3. Ik stem in met marktconforme gronduitgifteprijzen. We moeten er wel voor proberen te zorgen via de exploitatie dat we betaalbare huizen hebben en huur en koop voor de mensen. 4. Ik kies voor A. Ik denk dat we helder moeten zijn: zoveel kost het en niet allerlei ingewikkelde varianten hanteren. Die hebben misschien soms inhoudelijk wat voordelen, maar ik vind dat we die grondprijzen gewoon moeten vaststellen en daarnaar moeten handelen. 5. Handhaven. 6. Handhaven. 57
7. Akkoord. 8. Akkoord. We moeten natuurlijk misbruik tegengaan. Dat is lastig, maar we moeten het wel proberen. 9. Akkoord. De heer Roemers: 1. Hier wordt gevraagd een keuze te maken uit de varianten actief grondbeleid, passief grondbeleid en een mix daarvan afhankelijk van de situatie. Het is duidelijk dat iedereen daarvoor kiest en daarmee nog geen keuze gemaakt heeft. Immers, het gaat er nu juist om in welke situatie je actief optreedt en in welke situatie je passief blijft. Dat wordt toegelicht in de tweede keus, dus iedereen heeft voor C gekozen. Dat wisten we van tevoren. De voorzitter: U sluit zich aan, begrijp ik. De heer Roemers: Nee, dit heeft niet met aansluiten te maken, dit heeft te maken met het feit dat natuurlijk in dit soort situaties altijd voor C gekozen wordt. 2. Voor mijn fractie is dit een zwaar punt. Enerzijds begrijpen wij best dat het college de mogelijkheid wil hebben om snel te kunnen kopen als er kapers op de kust zijn, want daar komt het toch op neer. Anderzijds hebben wij dezelfde problematiek als de heer Romp net schetste, dat het college denkt: hebben is hebben en krijgen is de kunst en kunst gaan wij verheffen tot een heel mooie kunst. Wij zijn toch bang dat het college in zijn hebberigheid meer dingen aankoopt dan wel strategisch zijn. Dat is een normale gang van zaken, vooral omdat heel moeilijk is te definiëren wat strategisch is. Je kunt afspreken: strategisch zijn de gronden binnen de contouren, maar daar hebben alle projectontwikkelaars ook naar gekeken. Dat is een strategie, als je zegt we beperken ons tot die gronden, die vinden wij strategisch en die mag je kopen, dan is er geen sprake van kapers op de kust. De kapers op de kust zitten juist buiten die contouren met het beeld van, op termijn zal dát wel eens interessant zijn. Dan hoort u dat er misschien iets te koop is, dat soort geruchten gaan altijd in bepaalde kringen en daar zou je als gemeente tussen willen komen. Dat kan ik mij voorstellen. Tegelijkertijd kan ik mij niet voorstellen dat het op een dag steekt. Het voorstel van de ChristenUnie ‘onder voorbehoud van goedkeuring raad’ wordt volgens mij juist niet in 2 gevraagd. In 2 wordt om een mandaat gevraagd. Ik zou zeggen, probeer de commissie RZ in zo’n situatie te betrekken en dat kan echt zonder een bijzonder vergadering bijeen te roepen. Het lijkt mij dat van iedere partij dan iemand bereid moet zijn om gehoord te worden. Je koopt niet op een dag, of op een uur. Het voorstel van de Partij van de Arbeid zou dan ook zijn om bij die strategische aankopen wel degelijk enige invloed van de raad te laten merken, al was het maar om de rem. De hebberigheid van het college is voor de gemeente en niet voor zichzelf, dat snap ik ook wel, maar iedereen wil meer macht. Anders klinkt het net of zij er een mooie Kerst van gaan vieren en dat is niet het geval. De heer Romp: U wordt niet de nieuwe wethouder van de Partij van de Arbeid? De heer Roemers: Dat weet ik niet. Als u het wilt weten moet u nog maar eens rondkijken in onze partij. 3. Hier moeten we een standpunt innemen over marktconforme grondprijzen. Nu is het probleem dat dat niet een normale markt is. Het marktconforme betekent alleen maar dat je kijkt naar wat er bij andere gemeenten gevraagd wordt, als je tenminste zelf grondprijzen wilt vaststellen. Dat wordt dan ‘de markt’ genoemd. Dat is natuurlijk een markt die heel sterk door de overheid beïnvloed is op allerlei manieren, maar niet alleen door de overheid. Iedereen zal wel roepen, het moet daar in de buurt zijn en als je dan gaat kijken bij 4 … 4. … dan zijn daar varianten die min of meer marktconform zouden kunnen worden. Ik zou toch denken, het is niet zo erg als je die projectontwikkelaars eens een poot uitrukt.
58
De heer Romp: Die prijs moeten andere mensen dan wel weer betalen waarschijnlijk. De heer Roemers: Ja, dat is ook zo. Als je kijkt naar projectontwikkelaars, die verdienen eraan. In die projecten is in het verleden vaak zo geweest dat als je zelf de grond hebt, je met projectontwikkelaars afspreekt, je mag dit soort woningen bouwen maar dan moet je ook sociale woningbouw bouwen en dan zet je er prijzen bij enzovoort. Dat soort onderhandelingen vinden plaats. Dat is op zichzelf een acceptabele gedachtegang, ik heb zelfs mevrouw Dekker gisteren daarover horen zeggen dat zij vindt dat woningbouwstichtingen wel dure particuliere huizen mogen bouwen en zelfs mogen verhuren als ze daarmee maar ook de andere woningen voor de sociale woningbouw goedkoper maken en daar het geld voor inzetten. Dat is een gedragslijn die al heel lang door heel veel gemeenten gevolgd is. Wij kunnen wel voorstellen dat we voor C kiezen, maar we hebben ook wel iets met A. Niet met B. De heer Looijen: Is het A of C bij 4? De heer Roemers: We moeten nu nog geen keuze maken, want dan hadden we nu de discussie al afgerond. Bij grondbeleid is het juist zo dat opvolgers van mij daar een keuze in mogen maken. Overigens bij A, het onderscheid tussen de kern Zaltbommel en de overige kernen, op zichzelf kan ik mij voorstellen dat er enig onderscheid is, maar ik vind wel dat de verschillen die nu gehanteerd worden te groot zijn, zelfs veel te groot zijn. Die zijn niet door de markt ontstaan, die zijn door politieke overwegingen ontstaan bij de vorige vaststelling. Het is toch niet zo dat de markt in Zaltbommel ruim 1½ keer zo duur is als buiten Zaltbommel? Dat zie je niet in de huizenprijzen terug en dus ook niet in de grondprijzen. 5. De verschillen kunnen gehandhaafd blijven. 6. De Partij van de Arbeid heeft geen problemen om nog steeds de voorkeur/bescherming van de oude gemeenten Kerkwijk, Brakel en Zaltbommel te handhaven, omdat inderdaad wel heel weinig woningen met name in de huursector ter beschikking komen in de overige kernen. Zo lang dat het geval is kunnen wij leven met dat verschil in voorkeurbehandeling. 7. Wij zijn een hardnekkige en hartgrondige voorstander van de bovenwijkse voorzieningen. Daar worden heel veel dingen uit betaald waar elke exploitatie van profiteert en deze zullen ook in de toekomst heel vaak nodig zijn. Er zijn heel veel bovenwijkse voorzieningen in de sociaal-culturele sfeer, in de sportsfeer die je daaruit zou moeten betalen. Je moet niet denken dat sportverenigingen of sociaal-culturele verenigingen dat alleen kunnen ophoesten. 8. De ervaringen met het anti-speculatiebeding zijn niet gunstig en wij hebben het idee dat het juridisch moeilijk te handhaven is. Als dat kan, dan is het best, maar wij hebben er niet heel veel vertrouwen in. Ik kan mij wel voorstellen, de heer Kolbach zei net ook al iets dergelijks, als je dan een kavel hebt kunnen kopen of een woning hebt toegewezen gekregen, dan kom je de eerste 5 jaar niet aan de beurt of zoiets. Op die manier vindt er ook wel enig speculatiebeding plaats. 9. Restgroenbeleid kan gehandhaafd blijven. Ik heb nog van mijn zieke collega enige opmerkingen in de richting van hoe er omgegaan wordt met financiën in bepaalde situaties. Dat is natuurlijk mede afhankelijk van de keuze die gemaakt wordt, maar we kunnen op exploitaties tussentijdse winstnemingen krijgen. Dat is een aantal keren gebeurd. Dat hangt af van het groenbeleid dat je voert. Dat zou dan ook uitgelegd moeten worden in die nota Grondbeleid. Je zou je ook kunnen afvragen, hoe dekken we de risico’s af in de grondexploitatie. Moet dat in het algemeen of hoort dat thuis in het grondbeleid. Ook kun je verliesgevende exploitaties hebben en ook daar zou je meteen voorzieningen voor moeten treffen. De voorzitter: Ik zal even samenvatten waar u allen de kaders voor stelt, zodat daar geen misverstanden over bestaan en het college dat verder kan uitwerken. 1. Hier heeft u met zijn alleen gezegd C, daar lijkt mij weinig discussie over. 2. Het CDA en GroenLinks hebben daar nog wat vraagtekens neergezet, als ik dat zo mag samenvatten, en nog niet helemaal duidelijk gezegd wat zij precies willen. 59
De VVD, SGP en ChristenUnie zijn het ermee eens, waarbij de SGP en ChristenUnie hebben gezegd ‘onder voorbehoud van goedkeuring raad’. De heer Looijen: Dat heeft de VVD ook heel nadrukkelijk gezegd. De voorzitter: Waarvan akte. De Partij van de Arbeid heeft gezegd ‘oneens’, want wat is strategisch. De heer Roemers: Dat is iets te kort door de bocht. De voorzitter: Maar u was het in ieder geval oneens. De heer Roemers: Als het onder goedkeuring van de raad is is het helemaal geen probleem, maar in een eerder stadium moet ook de commissie erbij betrokken worden. De heer Kolbach: Dat geldt ook voor het CDA. Wij hebben ook de vraag gesteld, in hoeverre wordt de raad hierin gekend. De voorzitter: Akkoord. De wethouder gaat zo op de inhoud in. Bijna iedereen heeft gezegd, we zijn het ermee eens, maar wel onder voorbehoud van goedkeuring raad. 3. Hier heb ik nog twee vraagtekens staan van de PvdA en het CDA. VVD en Groenlinks zijn eens. SGP en ChristenUnie hebben gezegd, dat is een nuancering, want voor de kleine kernen zou je het oneens kunnen zijn en voor Zaltbommel zou je het eens kunnen zijn. 4. Hier heeft een meerderheid van VVD, CDA en SGP voor D gekozen en een grote minderheid voor A, waarbij de Partij van de Arbeid nog zegt dat C ook kan. De heer Looijen: Volgens mij stelden wij C voor. De voorzitter: Goed, dan gaat u naar C. Dan ligt het helemaal ingewikkeld, want dan zijn er 2 partijen die D zeggen, 2 misschien 3 partijen die A zeggen en 1 misschien 2 partijen die C zeggen. Daar kan de wethouder nog even op ingaan om u te overtuigen. 5. Hier heeft iedereen gezegd handhaven. 6. Dit is interessant. De meerderheid van Partij van de Arbeid, SGP, ChristenUnie en GroenLinks hebben gezegd, laat het maar niet vervallen, alleen het CDA en de VVD zeggen, er moet gewoon gebouwd worden maar op zich kunnen we het wel laten vervallen. 7. Hier is iedereen mee eens. 8. Een ruime meerderheid van VVD, PvdA, CDA en GroenLinks is het hiermee eens, alleen SGP en ChristenUnie zijn het oneens. 9. Hiermee is iedereen het eens. Op deze manier is het met name voor de wethouder duidelijk waar hij nog uitgebreider op in moet gaan. De heer Kolbach: Mag ik nog voor één aspect aandacht vragen? Dat is met name wanneer derden grond kopen om erop te bouwen. Projectontwikkelaars, woningstichtingen, noem maar op. Mijn vraag is vooral, moeten wij ze dan in het zadel helpen of een extra plus op die grondprijs aanbrengen? Die kostprijs kan zo verschillend zijn omdat verschillende partijen aangekocht hebben. Wij hebben als gemeente alleen maar belang bij de plus die wij nodig hebben om zo’n plan goed te ontwikkelen en de woningbouwvoortgang te stimuleren. Er is hier in deze raad wel eens gezegd dat woningstichtingen bulken van het geld. Er zijn ook hele projecten overgedragen een aantal jaren geleden voor de boekwaarde, die echt een behoorlijk stuk lager ligt dan de aankopen van nu. Is het dan terecht dat de gemeente in zulk soort projecten hoge grondprijzen gaat vaststellen? De voorzitter: Dat is nog een aanvullende vraag voor de wethouder. 60
Wethouder Hackert: Ik ben namens het college heel erg blij dat wij daar waar de mogelijkheden zich voordoen en de risico’s beperkt zijn tot actieve grondaankoop over kunnen. De enige vraag is hoe we dat dan precies doen. Naar mijn idee zijn er twee mogelijkheden. De eerste mogelijk is, als wij kansen zien snel de commissie RZ of de raad informeren en toestemming vragen, of dat wij zeggen, wij kopen aan behoudens goedkeuring raad. Want ik begrijp toch wel dat u nog niet zo ver wilt gaan dat u het hebberige college die grondaankopen wilt laten doen. Die twee mogelijkheden zijn er wat mij betreft, dus als u daar nog eens over na wilt denken, welke u ons geeft …. De heer Romp: Dat hebberige kwam alleen van de Partij van de Arbeid af. Wethouder Hackert: Ik maakte een grapje, mijnheer Romp, het was niet serieus bedoeld. Misschien dat u over die twee mogelijkheden nog een uitspraak wilt doen wat het meest praktisch is. Wij willen graag zo adequaat mogelijk aankopen. Ik begrijp ook dat u daarvoor plafonds wilt geven van € 500.000 per keer tot een maximum van 5 miljoen. Vervolgens de marktconforme grondprijzen. Dat blijft nog een beetje onhelder in uw discussie. Ik zou de marktconforme grondprijzen willen koppelen aan punt 4, dat is de constructie die wij kiezen voor het vaststellen van die grondprijzen. Ik constateer dat een behoorlijk aantal partijen kiest voor de kostprijs + benadering. Dat lijkt heel aardig. Ik wil u alleen op twee zeer grote risico’s wijzen die dat met zich meebrengt. Bij kostprijzen van woningbouwprojecten zult u altijd zien dat de kostprijs sterk varieert per project. Dat heeft te maken met de schaalgrootte van het project, als u een groot project bouwt kunt u heel simpel met lage kostprijzen gaan rekenen. Als u een heel klein project hebt, en we hebben nogal wat inbreidingslocaties in onze gemeente, tweederde van de woningbouwcapaciteit moet uit inbreidingslocaties komen, heeft dat een veel hogere kostprijs. Planschaderisico’s zijn veel groter, er moet vaak bodem gesaneerd worden, er moeten vaak extreem hoge kosten gemaakt worden voor een beperkt aantal woningen respectievelijk een beperkt aantal m2 te ontwikkelen woningbouw. Door deze verschillen in de woningbouwprojecten loopt u het risico dat u een factor 2 tot 3 verschil krijgt in de te vast te stellen grondprijs, omdat die kostprijzen zo enorm verschillen. Ik maak u erop attent dat dat grote risico’s kan opleveren met name ook bij starters én vanwege het feit dat we veel kleinschalige woningbouwprojecten in onze gemeente hebben. Dan lijkt het mij als portefeuillehouder, maar het college heeft daar nog geen uitspraak over gedaan omdat dit een discussienota is, toch van het grootste belang dat wij die kostprijs wel in de gaten houden. Temeer daar als u zegt kostprijs +, u projectontwikkelaars een vrij mandaat geeft om tegen hoge prijzen aan te kopen. Het maakt hen dan niets meer uit, want die hoge prijs wordt toch verrekend in de verkoopprijzen. Deze twee argumenten zou ik in overweging willen geven om absoluut niet voor dit systeem te kiezen. Ik hoor het straks wel. Ik zou er veel sterker voor willen pleiten om te gaan naar het vaststellen van vaste grondprijzen. Daarbij moet u dan even kijken of u dat gedifferentieerd voor de kleine kernen en Zaltbommel wilt of niet, of dat u dat verschil geleidelijk aan wat verkleint. Kijkt u vooral dan toch ook naar de markt in uw omgeving want we moeten geen goedkoopte-eiland worden want dan lopen we met het antispeculatiebeding ook de nodige gevaren, als we dat niet meer kunnen opleggen dat er dan toch instroom van buitenaf komt omdat die prijzen hier zo laag zijn. Ook dat is een argument wat ik u nog even wil geven. Verder constateer ik dat over de overige punten vrij grote unanimiteit bestaat, behalve dan bij dat standpunt innemen om wel of niet voorkeur te geven aan mensen uit de kernen om ook in de kernen te kunnen wonen. Ik hoor daarbij een aantal partijen ook wel zeggen dat je dat eigenlijk zou moeten afschaffen, maar gezien het feit dat er de afgelopen jaren weinig in de kernen is gebouwd zou je het voorlopig nog even moeten handhaven. Ik hoop dat u daar toch ook een soort consensus over kunt bereiken met elkaar. Een fonds bovenwijks, daar is een grote mate van overeenstemming over dat we dat zouden moeten ontwikkelen.
61
Bij het anti-speculatiebeding is in mijn visie, zoals ik het vanavond gehoord heb, de tendens om het huidige af te schaffen en te bekijken of je nog een beperkt anti-speculatiebeding kunt hanteren of dat je het echt helemaal moet afschaffen. In tweede termijn hoor ik graag uw voorkeur hierover. Het restgroenbeleid handhaven heeft ook een grote mate van overeenstemming in uw raad. Ik denk dat ik hiermee toch nog even wat handvatten heb gegeven om de discussie ook over met name de prijs van de grond voor de komende jaren en de wijze waarop die wordt vastgesteld verder op te pakken, want we moeten wel proberen er vanavond uit te komen. De voorzitter: Dank u wel. Ik verzoek u nog even op de punten in te gaan waar nog wat onduidelijkheid over is en dat zijn de punten 2, 3, 4 en 6. Dan is het toch wel goed om nu vooral echt duidelijk te zijn en uw kaders te stellen, want u heeft nu de mogelijkheid om het college te beïnvloed op een nette manier. Daarna gaat het college uitwerken wat u wilt. Dus hoe duidelijker u bent, hoe meer het college ook doet wat u wilt. De heer Bragt: Wat we net van de wethouder gehoord hebben ligt aardig in de lijn van wat onze fractie van de ChristenUnie over een aantal zaken heeft opgemerkt. Verstandige woorden dus van de wethouder. Als ik kijk naar punt 2, voel ik toch dat er een duidelijke meerderheid is voor het systeem van aankoop onder voorbehoud goedkeuring raad. Als je dat systeem invoert kunnen die grensbedragen er wat mij betreft uit, want het komt toch altijd bij de raad. Dat geeft nog wat meer ruimte om te opereren. Bij punt 3 blijven wij op ons standpunt dat je voorzichtig moet zijn met marktconform in de kern, omdat daar de gegadigden geen keuze hebben in wat voor soort woning. Als je dan alleen maar heel dure kunt kopen vinden wij dat niet reëel, dus daar moet je genuanceerd mee omspringen. Dat moet ook wel in te passen zijn zonder dat het heel veel geld kost. Bij punt 4 hebben wij gekozen voor A en dat blijft A. We voelen ons alleen maar gesterkt door de woorden van de wethouder om die keuze echt te maken. Als je voor een kostprijsvariant kiest, de wethouder heeft het al gezegd, geef je in feite een soort blanco cheque aan de inkopers van grond, want ja het komt er toch wel uit. Dat is ook hét argument om het zo te doen maar ook een stuk duidelijkheid. Je legt duidelijk neer van, dit is het en stem daar je programma maar op af, en daar heb je dan ook grip op als gemeente. Wij pleiten dus voor 4A. Bij de andere zaken hebben wij ons standpunt al verwoord, dus dat ga ik niet meer herhalen. De heer Looijen: Ik heb in eerste termijn al redelijk duidelijk aangegeven waar de VVD voor staat, ondanks dat de voorzitter dat ene puntje verwisselde. Het was dus 4C waar wij voor gingen. Ik heb nog één vraagje aan de wethouder wat net niet werd beantwoord. Die vraag heeft ook de heer Kolbach volgens mij gesteld en dat gaat over de bijdrage fonds bovenwijkse voorzieningen. Of we dat konden beperken tot alleen hetgeen wat binnen het bouwvlak valt of voor een compleet perceel van bijvoorbeeld een halve hectare. Wethouder Hackert: Het college heeft zich daarover gebogen en het is de intentie om het bouwperceel zelf, dus de bouwkavel, te belasten en niet het totale perceel. De heer Romp: Grote overeenstemming met wat de heer Hackert zei. Misschien dat het enige verschil nog bij punt 2 zit, maar als we dat via de raad laten lopen en een eventuele commissie ervoor, dan moeten we er maar mee instemmen. Bij punt 4 kiezen we voor A, eenduidige prijzen, want dat lijkt het beste te hanteren. Bij punt 3, marktconform, moeten we proberen om andere manieren die bouwvolumes voor betaalbare huizen en huurhuizen, voor starters en ouderen zien te beïnvloeden. Of dat via de grondprijs moet, daar heb ik zo mijn twijfels over. Dus wij gaan akkoord met marktconform, maar daarbij nadrukkelijk de vinger aan de pols houden over het soort huizen.
62
De heer Roemers: Als bij het tweede onderdeel, de strategische aankopen, gezegd wordt ‘onder voorbehoud goedkeuring raad’, dan is dat al meer dan ‘na raadpleging van de commissie Ruimtelijke Zaken’. Dus dan gaan wij graag akkoord met het idee ‘onder voorbehoud goedkeuring raad’. Ik zou de dán functionerende wethouder, want we weten niet wie dat is, toch adviseren om de commissie RZ zo snel mogelijk te informeren over dat soort zaken, want dat is alleen maar handig uit politieke overwegingen. Bij punt 4, de volgende varianten voor het vaststellen van de grondprijzen, zie ik een zekere frictie met 3. Als je bij 3 ja hebt gezegd heb je bij 4 geen keuze volgens mij. Wij hebben een zekere voorkeur voor C, maar kunnen ook goed leven met A, omdat de argumenten die de wethouder aanvoert – en je moet je in een discussie ook af en toe willen laten overtuigen – ook wel sterk zijn en de burgers weten meteen waar ze aan toe zijn. Dat heeft ook wel voordelen. Waarbij wij wel vastgesteld wilden hebben dat wij het onderscheid dat gemaakt wordt tussen de kern Zaltbommel en de overige kernen veel te groot vinden. Er is echt niet meer dan 50% verschil tussen die prijzen, ook niet als je marktconform redeneert. De voorzitter: Kunt u nog even op 3 ingaan, of u het daarmee eens bent? De heer Roemers: Het probleem van 3 en 4 is, als je bij 3 zegt ‘marktconforme prijzen’, dan weet je niet wat de markt is en vervolgens gaan we bij 4 dan kiezen volgens marktconform. Variant 4A is het meest marktconform volgens mij, omdat dat namelijk inhoudt wat andere gemeenten ook vragen want iedereen gebruikt tot nu toe dit systeem. De voorzitter: Samenvattend, u kiest voor marktconform en dan komt u op A uit. De heer Roemers: C heeft onze lichte voorkeur, maar met A kunnen we heel goed leven. De heer Kolbach: Wij worstelen toch nog met het probleem dat de gemeente geen eigenaar is van een behoorlijk deel van de grond. In misschien wel 80% zijn derden eigenaar van de grond. Ik kan zo voorbeelden noemen – ik zal ze in bedragen noemen – waarbij de ene grond ten opzichte van een ander project het tienvoudige scheelt in de aankoopprijs. Dat tienvoudige is veel te duur, dat is nog te duur om er gouden woningen op te zetten. Daar zit een spanningsveld. Als een projectontwikkelaar aantoonbaar kan maken dat hij heeft aangekocht voor een x-bedrag, kunt u het dan als gemeente hard maken om te zeggen dat de grondprijs niet hoger mag dan een vast bedrag. Als we dat kunnen, dan is de variant D niet nodig. De wethouder haalde aan dat kleine plannetjes duurder uit zouden vallen. Wat betreft de consequenties daarvan hebben wij de wijsheid niet in pacht. Hier wordt gevraagd om wat denklijnen, want zijn wij nu in staat om nu al te weten wat er uiteindelijk uit moet komen, wat de beste variant zou zijn? Ik zou er dan ook voor willen pleiten, houd nog wat varianten in beeld wanneer de uiteindelijke keus gemaakt gaat worden, om te kijken welke vorm we kiezen. De voorzitter: U geeft dus nu de richting aan, dat krijgt natuurlijk nog een uitwerking en daar gaan we vervolgens met elkaar over praten. De heer Kolbach: Als D geen haalbare variant blijkt te zijn, dan ligt A wat ons betreft het meest voor de hand. Nogmaals, ik hoop dat ik duidelijk ben geweest in het aangeven van dat spanningsveld, die enorme verschillen in prijzen. Waar de grond wat goedkoper is, mag ook de consequentie zijn van wat meer planschade en dat het plannetje wat duurder is. Ook hier geldt een stukje marktconform. Als kleine plannetjes op een moment te duur worden, moeten daar dan bijdragen uit andere plannen bij komen? Dat is de afweging die gemaakt moet worden wanneer de notitie zijn eindversie gaat krijgen. De heer Satter: Bij 2 blijven wij bij ons standpunt zoals verwoord is, dus na terugkoppeling na de raad. Of het bedrag dat er staat weg moet of niet, ik zou niet weten waarom het weg moet, dat is de keus.
63
Dan krijgen we marktconform. Marktconform in de kernen daar zit veel verschil in. Ik geloof dat we die verschillen niet helemaal moeten wegpoetsen, maar die komen meer openbaar als je het project uitgeeft. Dus wij kiezen daarbij nog steeds voor D. Als er meer duidelijkheid zou zijn dat dat niet haalbaar zou zijn, dan gaan wij ook voor A. Wethouder Hackert: Ik zou willen voorstellen dat we dan de bedragen er maar uithalen, als we voor het systeem kiezen dat het college kan aankopen mits goedkeuring raad. Als we dan tussentijds snel nog even de commissie RZ polsen als college, denk ik dat we daar een goed instrument hebben, maar dan kunnen de bedragen vervallen. De bedragen waren namelijk opgeschreven vanuit de situatie dat we niet met goedkeuring raad werken en tussentijdse informatie. Dan spreken wij af dat wij afhankelijk van de situatie actief of passief zijn in grondbeleid en als we actief kopen, dan kopen wij mits goedkeuring raad. De heer De Gaaij: Ik heb wat moeite met dat vrijlaten van het bedrag. Het is een zeer gebruikelijk gebeuren om hier een maximum in te voeren. U moet zich ook voorstellen als u een project van een miljoen zou aankopen, wat dat, als de raad dat zou afkeuren, voor de eventuele verkoper voor consequenties kon hebben. Daarom, en dat is geen kwestie van vertrouwen of wat dat ook, moeten wij toch die 5 ton handhaven naar mijn idee. Wethouder Hackert: Wij doen wel vaker aankopen en dan staat er in het contract “mits goedkeuring gemeenteraad” en soms nog wel eens “mits goedkeuring Provincie”. Dan hoef je geen bedragen meer te hanteren, want iedere aankoop wordt van tevoren aan u voorgelegd of wij sluiten een voorlopig koopcontract met een stringente voorwaarde erin “mits goedkeuring gemeenteraad”. De heer De Gaaij: Daar gaat het ook niet om, het gaat erom, als u een project van 2 miljoen zou hebben onder dezelfde voorwaarde, dat het risico voor de verkopende partij en als de gemeente het niet door laat gaan de eventuele schademogelijkheid in mijn idee veel te groot is. Daarom die beperking tot 5 ton. Wethouder Hackert: Deze redenering ontgaat mij, want dit risico heb je ook met een bedrag van 5 ton, alleen is dan in geld gezien dat risico van die verkoper kleiner. Maar dat is in alle gevallen zo en of dat nou 5 ton is of 1 of 2 miljoen, die logica ontgaat mij. Richting de heer Satter wil ik zeggen dat wij misschien, als bijvoorbeeld een projectontwikkelaar grond aankoopt, via het Kadaster na een aantal maanden, want die administratie loopt enorm achter, nog wel kunnen achterhalen wat de blote aankoopkosten zijn. Maar dan zal er ook nog bouwrijp gemaakt moeten worden. En je krijgt natuurlijk geen enkele projectontwikkelaar zo ver dat hij de kosten van bouwrijp maken openlegt vanuit zijn financiële administratie. Hij kan dus vertellen dat de kostprijs € 250 per m2 is geworden, die bestaat uit aankoopprijs van de grond plus kosten bouwrijp maken plus planschade plus bodemsanering enzovoort. Daar krijg je nooit de vinger achter. Dan zijn onze inwoners, de mensen die straks grond gaan kopen om een huis te bouwen of een koophuis kopen, volledig overgeleverd aan de willekeur van een projectontwikkelaar. Ik zou dat absoluut willen afraden. Ik merk ook dat er wat verschuiving is in de richting van A en ik hoop dat u ons dan de mogelijkheid geeft om mogelijkheid A, dus het hanteren van vaste prijzen waarbij genuanceerd naar de markt wordt gekeken, als uitgangspunt zou willen meegeven om de nota grondbeleid te maken. Dan is er nog die kwestie van punt 6, gaan we nu wel of niet ontschotten. Daar heb ik nu nog steeds geen helderheid over en daar wil ik graag een duidelijke uitspraak over wat we daarmee gaan doen. Dat is wel een belangrijk punt. We hebben de afgelopen jaren weinig gebouwd in de kernen en de vraag is of je nu al direct moet gaan ontschotten of dat je het geleidelijk aan gaat doen. Ik denk dat we het daar nog wel even met elkaar over moeten hebben. Verder zijn mij de punten duidelijk.
64
De heer Kolbach: Ontschotten is vaak gekoppeld aan het bouwprogramma. Dus wanneer er niet gebouwd wordt blijven die schotten staan. De heer Bragt: Nee, dan moet er eerst gebouwd zijn en dan kun je ontschotten. Dat is het punt. Ik roep een ieder op om er op die wijze over na te denken. De heer Roemers: Ik kan alleen de argumentatie niet delen dat er vooral weinig gebouwd is in de overige kernen. Ook in de kern Zaltbommel is niet veel gebouwd, er is überhaupt heel weinig gebouwd in Zaltbommel. De voorzitter: Laat ik het even samenvatten. 1. Hier heeft u besloten om voor C te gaan en het college kan dit verder gaan uitwerken. 2. Hier heeft u met zijn allen gezegd wel eens te zijn, maar er moet wel in opgenomen worden “onder voorbehoud van goedkeuring raad”. Ik ga nu niet op details in, maar daar heeft de wethouder goed naar geluisterd. 3. Met marktconforme grondprijzen kunt u op zich wel leven. Er zijn wat nuanceringen gemaakt over de kernen en Zaltbommel zelf, maar ook daar heeft de wethouder wel de ruimte om dat verder uit te werken. 4. Hier blijft verschil van mening bestaan en is het misschien verstandig dat de wethouder een paar scenario’s uitwerkt. Als ik nog even mag samenwerken zeiden de VVD en de Partij van de Arbeid in principe C, waarbij de PvdA zich heeft laten overtuigen dat A ook mag. A was ook aanvaardbaar voor GroenLinks en de ChristenUnie. D is voor de SGP en het CDA, maar het CDA heeft zich laten overtuigen dat A ook wel kan. Dus ik zou de wethouder willen meegeven om toch A en C met name uit te werken. Dat zijn ook qua meerderheid de twee varianten die eruit komen. Dan kan er later verder over gediscussieerd worden. 5. Dat is duidelijk: handhaven. 6. Hiervan zegt de meerderheid: nog niet laten vervallen, met alle opmerkingen die erbij gemaakt zijn. 7. Hier is iedereen het mee eens. 8. Hier is de ruime meerderheid het mee eens. 9. Hier is ook iedereen het mee eens. Ik denk dat ik het zo goed heb samengevat. Dan kan het college nu aan het werk om het uit te werken. De heer Bragt: Wat betreft punt 8 zegt u, hier is de ruime meerderheid het mee eens, maar waarmee eens? Er wordt niets voorgesteld. De voorzitter: De meerderheid is het ermee eens om het anti-speculatiebeding te laten vervallen. De heer Van Doorn: Niet om het volledig te laten vervallen. De voorzitter: De wethouder heeft het goed samengevat en zegt dat hij toch nog gaat kijken of er nog een kleine ruimte is om toch nog wat in te brengen. Ik heb hier wel opgeschreven dat de meesten hebben gezegd, behalve uw fractie van de SGP die zegt dat het moet blijven bestaan, dat het in principe kan vervallen. De heer Bragt: Nee, nee, ons standpunt is, zoals het nu is kunnen we niet handhaven, juridisch is dat niet mogelijk. Er is wel een alternatief voorgesteld, dat staat in de stukken, en dat vinden wij de moeite waard om dat verder te onderzoeken om dat in te voeren. Dat is ons standpunt. De voorzitter: Ik zie nu ineens iedereen knikken dat iedereen dat vindt en dat gaan wij verder uitwerken. De grote lijnen wilt u laten vervallen. Goed. 65
Aldus is besloten. Deze korte samenvatting, want daar gaat het om, met al uw opmerkingen staat in de notulen en die gaat de wethouder allemaal lezen. U krijgt het stuk ooit weer voor u.
De voorzitter schorst de vergadering om 22.35 uur voor vijf minuten. De voorzitter heropent de vergadering om 22.47 uur. Terug naar agenda
66
De adviesnota voor de raad
Datum
:
woensdag 26 oktober 2005
Agendapunt
:
14
Portefeuillehouder
:
Jos Penninx
Nummer postregistratie
:
nvt
Nummer programmabegroting
:
Nvt
Inlichtingen bij
:
Annelies de Maar
Tel.nr.
:
0418 – 681 757
Email
:
[email protected]
Onderwerp Programma Kleine Stedenbeleid en inzet middelen Voorstel 1. 1 instemmen met de inzet van de middelen voor kleine stedenbeleid Inleiding Door de provincie Gelderland zijn 5 gemeenten (Doesburg, Wageningen, Winterswijk, Culemborg en Zaltbommel) uitgenodigd om, in navolging van het GSO, een concept-kleine stedenbeleid (KSB) te formuleren waarin met name aandacht wordt geschonken aan de aanpak van gebrekkige integratie, hardnekkige werkloosheid , vroegtijdig schoolverlaten, onveiligheid en jongerenproblematiek. Hiertoe heeft de provincie een totaalbudget van 4 miljoen euro voor de gemeenten gezamenlijk beschikbaar gesteld. In april 2005 is een raamprogramma bij de provincie ingediend. Gedeputeerde Staten hebben op basis van de raamprogramma op 19 april 2005 besloten dat de raamprogramma’s voldoende kwaliteit hadden om verder uit te werken. Tevens is toen besloten dat de provinciale bijdrage aan een gemeentelijk programma maximaal € 1,3 miljoen bedraagt. In de periode juli/augustus is het raamprogramma verder uitgewerkt, waarbij gebruik is gemaakt van een door de Provincie aangereikt format. Het ingediende programma bestond uit 4 deelprogramma’s: - Jongeren - Integratie en participatie - Wijkgerichte aanpak De Vergt - Een veilige en aantrekkelijke binnenstad. Het uitgewerkte programma overschreed in financieel opzicht het maximaal beschikbare budget.. In overleg met de provincie heeft een nadere prioriteitsstelling plaatsgevonden. Van de zijde van de provincie is aangegeven dat het deelprogramma “Een veilige en aantrekkelijke binnenstad” wat hen betreft geen prioriteit had. Dit deelprogramma is dan ook komen te vervallen. Het accent diende wat de provincie betreft te liggen bij de wijkgerichte aanpak De Vergt. De deelprogramma’s “Jongeren” en “Integratie en participatie” dienden nadrukkelijk aan te sluiten bij het deelprogramma De Vergt. Op basis van het ambtelijk en bestuurlijk overleg met de Provincie zijn enkele programmaonderdelen komen te vervallen en zijn van enkele andere onderdelen de bijdrage van de provincie verlaagd. 67
Op 4 oktober hebben Gedeputeerde Staten een besluit genomen over het verdelingsvoorstel van het budget dat aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. Daarbij stellen GS voor de gemeente Zaltbommel een bedrag toe te kennen van € 800.000,=, uit te keren in twee termijnen van elk € 400.000,=. Op basis van dit besluit het thans voorliggende programma, inclusief financieringsvoorstel
Doel/meetbaar effect Met behulp van de middelen voor Kleine Stedenbeleid van de provincie in de komende 2 jaar een positieve impuls geven aan: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in De Vergt 2. Het verbeteren van de positie van kansarme jongeren in de kern Zaltbommel. 3. Het verminderen van de overlast door jongeren in Zaltbommel en m.n. in De Vergt. 4. Het bevorderen van de integratie en participatie van allochtone inwoners in Zaltbommel, in het bijzonder van ouders. In het programma staan de beoogde effecten per onderdeel SMART geformuleerd. Argumenten 1.1 1.2 De provinciale middelen voor het kleine stedenbeleid bieden Zaltbommel de mogelijkheid om naast de fysieke verbeteringen in De Vergt die de komende jaren met behulp van het ISV-budget plaatsvinden ook te werken aan een verbetering van de sociale structuur en de leefbaarheid in deze wijk. 1.3 Door middel van het voorliggende programma wordt gewerkt aan het vergroten van het zelfoplossend vermogen van de bewoners. Door te werken aan een sluitende keten van preventie en repressie verwachten we de overlastproblematiek van jongeren blijvend te kunnen verminderen Kanttekeningen Financiën Naast et provinciale budget is voor een aantal onderdelen van de programma’s ook een gemeentelijke bijdrageDe dekking hiervan isgevonden binnen de bestaande budgetten. Uitvoering Planning: Het voorliggende programma zal worden vastgelegd in een stadscontract met de ProvincieHierin zal tevens de relatie gelegd worden met het ISV-programma voor De Vergt. Vervolgens zullen de verschillende programmaonderdelen in uitvoering worden genomen, waarbij ook de verschillende externe partners zullen worden betrokken. Bij de uitvoering zal sprake zijn van een integrale aanpak. Communicatie: De pers zal worden geïnformeerd over de besluitvorming. De bij programmaonderdelen betrokken externe partijen zullen worden geïnformeerd. Tevens zullen de bewoners van de Vergt worden betrokken bij de wijkgerichte aanpak. Evaluatie/ controle: De gemeenteraad wordt tenminste jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de activiteiten. Indien noodzakelijk/gewenst zullen ook tussentijds rapportages plaatsvinden, zodat eventueel kan worden bijgesteld. Aan het eind van de programmaperiode vindt verantwoording plaats over het bereikte resultaat. Bijlage Programma Kleine Stedenbeleid Zaltbommel “Bruggen bouwen in de samenleving”, de bouwstenen.
68
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
De voorzitter: Ook hier verzoek ik u vooral te kijken naar waar u nog duidelijkheid over wilt hebben. Niet het debat overdoen wat u uitgebreid in de commissie heeft gedaan, maar kort en bondig op hoofdlijnen, ook gezien de tijd, nog even de nadere aanvulling die u zo nodig wenst van het college. Mevrouw Hoogheid: De VVD is echt blij met die regeling van de Provincie. Het is een behoorlijke hoeveelheid geld die ter beschikking is gesteld aan de ontwikkeling van het sociale klimaat in met name De Vergt. Het is bijzonder dat er zoveel geld gaat naar een stad die toch vaak buiten de boot valt, waardoor dit programma is opgezet, een stad met grootsteedse problematiek maar die in feite in verhouding toch een klein stadje is. Over de inhoud van het programma zijn we best tevreden. Het is een uitgebreid programma met allerlei facetten. Wij hebben wel zorgen over de verplichtingen die hangen aan deze subsidie. Er wordt ongetwijfeld van alles gevraagd aan rapportages en aan output, de realisatie van een aantal zaken en dat vereist denk ik een behoorlijke manager op dit programma. Iemand die in de gaten houdt in hoeverre programma’s elkaar gaan overlappen met bestaand beleid, want er zitten een aantal dingen in zoals bijvoorbeeld VVE, wat is bestaand beleid, in hoeverre is het kleine stedenplan een aanvulling daarop, lopen dingen niet door elkaar heen, hoe kan het elkaar versterken. Er wordt behoorlijk veel gevraagd van de afdeling die hierover gaat en het is bekend dat daar de werkdruk behoorlijk hoog is, dus wij hebben wel grote zorgen over de uitvoerbaarheid van het programma. Het programma is in korte tijd op papier gezet en ook best expliciet in haar doelstellingen, dus dat ik heel positief. Nu is de vraag hoe we daar met de uitvoering omgaan. Het zijn toch taken die bovenop de bestaande afspraken met instellingen komen en hoe regisseer je dat en hoe organiseer je dat allemaal. Dat is een groot punt van zorg. Waar we ook een beetje zorgen over hebben is wat er gaat gebeuren na deze projectperiode. Er wordt in korte tijd heel veel geld geïnvesteerd in een aantal zaken. Hoe wordt ervoor gezorgd dat na die twee jaar niet een groot gat ontstaat. Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat alle nieuwe dingen die worden uitgeprobeerd, alle nieuwe dingen die ontwikkeld worden, niet alleen ten goede aan De Vergt komen maar ook aan andere gebieden in Zaltbommel en wellicht ook in de kernen. Dat is een punt van aandacht waar wij graag wat meer over zouden willen weten. We willen graag dat het geld goed benut worden en dat het ook op de lange termijn een investering is die waardevol is voor de hele stad en de kernen. Wij zijn wel heel erg bezorgd of de capaciteit aanwezig is om dit uit te voeren. Een oplossing zou mogelijk zijn dat de kosten voor een programmamanager, of hoe je dat ook wilt noemen, opgenomen moeten worden in het hele projectplan. Dat zit er nu niet in. Er zijn wel allerlei fte’s beschreven waar geld aan wordt uitgegeven, maar dat zijn dan met name inhoudelijke activiteiten, de begeleiding van allerlei initiatieven en het opzetten van deelactiviteiten. Maar het grote overzicht over het programma en het zorgen voor integraliteit en dergelijke ontbreekt. Daar zou ik heel graag van de wethouder willen horen hoe hij daarover denkt en hoe hij denkt dat te gaan oplossen. De heer Van Doorn: We mogen blij zijn dat de Provincie ons zoveel tonnen ter beschikking gesteld heeft om een aantal problemen die met name over De Vergt gaan te kunnen aanpakken. Het is een bijdrage voor een beperkte tijd en dat betekent dat je geconcentreerd heel veel kunt doen, maar dat is tegelijkertijd ook het probleem. Omdat je juist zo ontzettend veel moet doen wat je in een korte tijd moet zien af te ronden en waarvan je ook nog wilt dat het in feite structureel is. Als het niet beklijft is het leuk, maar is het in feite weggegooid geld. De VVD verwees daar ook al naar. 69
Op dat punt zouden wij ook wat meer zicht willen hebben hoe de wethouder dat denkt te gaan realiseren. Een ander punt is: je hebt heel veel activiteiten in deelprojecten met tientallen verschillende doelen en vele tientallen verschillende deelstukjes. Als je dat niet heel sterk coördineert en op een projectmatige manier aanpakt, vrees ik dat we maar heel weinig van de resultaten krijgen die we beogen. Dus een heel stringente bewaking van het hele proces is noodzakelijk en dat kan ik niet terugvinden in de beschrijving. Ik zie wel een programma en daar is gewoon bij elkaar gezet wat we gaan doen, maar niet hoe we het voor elkaar krijgen en dat is ons grootste punt van zorg op dit moment: gaat het zo wel lukken op die manier. De heer Van Balken: De cruciale vraag is of het wel gaat lukken. Laat ik beginnen te zeggen dat we ontzettend blij moeten zijn dat we dit voor elkaar hebben gekregen. Ik heb de wethouder daarvoor al gecomplimenteerd in de commissie. Het is een unieke gelegenheid om zoveel geld voor onze stad te krijgen en dat een uitstraling te geven naar de kernen. We moeten het geld met beide handen aanpakken, maar menigeen heeft ook de krant gelezen, Zaltbommel, vertil je niet aan allerlei plannen. Kunnen we het met elkaar aan. Ik denk dat wij net zoals anderen zullen zeggen, zorg ervoor dat je een goede regie hebt, dat je daar een procesmanagement op zet, haal dat uit de subsidie, zodat je in ieder geval waarborgt dat dit plan een succes kan worden en dat je niet achteraf zegt, hadden we het dan zo maar gedaan. Het is cruciaal dat waar we mee geconfronteerd worden dat je van tevoren goed in beeld moet hebben of het uitvoerbaar is, dat je daar iemand op zet die de regie gaat voeren en geen volgende stappen gaat doen als je niet weet of ze tot succes leiden. We zijn ongelooflijk blij dat we dit gaan doen. Ik denk dat het alleen maar een succes kan worden, want er is niets en we krijgen alles, maar we er verschrikkelijk goed regie op moeten houden. We moeten ervoor zorgen dat het college niet overspannen wordt, dat is nog niet zo heel erg, maar niet de ambtelijke organisatie. Mevrouw Van der Linden: De PvdA deelt uiteraard de blijdschap over al het geld wat ons toegekomen is, maar wij delen ook de zorg die hier al ge-uit is. Het is geen structureel geld, het is maar geld voor twee jaar, dus we zullen heel goed moeten kijken wat we ermee doen en wat we na die twee jaar doen. We hebben in de commissie al aangegeven, om het een succes te laten zijn en niet al te veel nieuwe dingen op onze hals te halen denken wij dat het belangrijk is om juist aan te sluiten bij initiatieven die er al zijn. Dus niet al te veel nieuwe dingen opnemen en bestaande dingen die al werken misschien wat extra impuls geven, zodat dat in een korte tijd nog succesvoller kan zijn. Op het Cambium loopt bijvoorbeeld een aardig project om schooluitval terug te dringen. Dat zijn goede initiatieven, geef die een extra impuls, dan kun je ook snel succes halen. Wij delen als PvdA het voorstel van de VVD, ik heb het tenminste maar als een voorstel beschouwd, om hier een programmamanager op te zetten. De heer Van Doorn van de SGP gaf het al aan, het zijn zoveel verschillende doelen, er moet in korte tijd heel veel gebeuren, als je dat niet goed regisseert dan denk ik dat het succes beperkt is. Dus blijdschap, maar ook wat zorg over de uitvoering en misschien dat met een goede programmamanager we toch heel ver kunnen komen. De heer Romp: Dit is zeer positief, zoveel geld. Ik denk dat het belangrijk is om een stukje sociale samenhang in De Vergt te realiseren, sociale activering. Ik denk dat het ook een belangrijke impuls kan zijn voor het integratiebeleid. Sociale aspecten zijn heel belangrijk en daarom is het ook heel belangrijk dat de burgers goed betrokken worden bij alle actieplannen die gemaakt worden. Met name veel aandacht om ook de allochtonen en de jongeren bij de plannenmakerij te betrekken. Een aantal andere dingen zijn al gezegd. Wij delen de zorg ten aanzien van het feit dat het maar voor twee jaar is en dat er wel even flink wat geld weggezet moet worden. Op zich gaan wij als raad niet over de uitvoering, maar ik denk dat het raadzaam is om wat geld te reserveren voor een programmamanager die een aantal zaken aanstuurt. 70
Een puntje uit het programma zelf. Ik ben zelf zeer tevreden dat het Vrouwencentrum, wat een jaar geleden hier toch door de coalitie ten grave is gedragen, na een half jaar gereanimeerd is en nu in deze plannen toch weer volop meedraait en een belangrijke bijdrage aan het integratiebeleid gaat leveren. De heer Van ’t Zelfde: Het is verheugend dat de kleinere steden zoals Zaltbommel met grootsteedse problemen kunnen gaan profiteren van de kennis en ervaring van de methodiek van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid. Het is een succes dat we deze middelen hebben kunnen krijgen, juist ook om de problemen op het terrein van de gebrekkige integratie, allochtonen, werkloosheid, vroegtijdige schoolverlating etcetera aan te pakken. Kortom, met als speerpunt, verbeter de leefbaarheid van de wijk De Vergt. Ik denk dat het goed is dat er een duidelijk plan van aanpak gemaakt wordt met duidelijke lijnen en structuren en misschien ook raakvlakken met de programma’s die er zijn en de betreffende deelprogramma’s proberen daarop aan te sluiten. Dat houdt in dat we dit geld voor enkele jaren hebben, maar we kunnen toch een goede aanzet maken en geven om te werken aan de verbetering van het leefklimaat binnen deze wijk. Wethouder Penninx: We mogen inderdaad blij zijn dat wij als kleine gemeente dit bedrag krijgen van de Provincie, dat is een heel goede zaak. Ik wil erop wijzen dat vanuit Zaltbommel ooit het initiatief is genomen om naar die kleine steden te kijken. Dat is later door de Statenfracties heel goed opgepakt. Het doel is nadrukkelijk dat na die twee jaar door de Provincie en door ons echt wordt gekeken naar wat er nu bereikt is. Vooral de prestaties worden getoetst, niet zo zeer de weg daar naar toe. Als we dan kijken hoe we het plan hebben opgebouwd, zie je inderdaad in ons programma terug dat we proberen de dingen die we al doen te verbeteren, te versterken; zoals een aantal van u ook hebben gezegd, die dingen waar we al druk mee bezig zijn maar waar je soms extra menskracht of extra middelen voor nodig hebt, zodat een instelling als een peuterspeelzaal of een scholengemeenschap zegt, wij willen dat wel invoeren maar dat kost ons echt enige tijd veel meer energie om dat te doen. Daarbij zeggen wij steeds nadrukkelijk, waar we middelen insteken zullen we meteen in de gaten houden dat het tijdelijk geld is. Dus geen structurele uitgaven met tijdelijk geld, want dan loopt het altijd vast. Vanuit die insteek kun je zeggen dat ons programma en de programma-onderdelen toekomstgericht zijn en de zorg die u heeft uitgesproken over de uitvoerbaarheid hebben wij ter harte genomen. Er ligt nadrukkelijk nu een voorstel dat binnenkort naar het college gaat om te werken met echt een projectstructuur, sturing, projectgroepen met werkgroepen daaronder, waar ook veel externen in zitten. Nadrukkelijk geeft u aan, zet daar een goede projectmanager op, zodat iedereen weet wanneer hij wat wel en niet kan doen. Wij onderschrijven dat graag. Hoe we dat doen en hoe we de middelen daarvoor inzetten, daarvoor heeft u suggesties gedaan en ik neem aan dat we daar als college wel wat mee kunnen. Ik wil wel benadrukken dat in deze situatie, los van allerlei andere projecten, er allerlei medewerkers van ons bij betrokken zijn die niet alleen in de kern Zaltbommel werken of niet alleen in De Vergt maar voor de hele gemeente werken. Denkt u aan jeugdbeleid, onderwijsbeleid, minderhedenbeleid. Dus de deskundigheid die wij hier leren in de kern Zaltbommel met dit project is dan ook inzetbaar in de overige kernen. Daarom is ook een stuk continuïteit van kennis en ervaring in het spel. De lijn zoals u die aangeeft, zorgt u vooral dat u met uw mensen op het juiste mensen de goede dingen doet en dat het dan tot resultaat leidt, is een aansporing voor ons om het ook zo te doen. Ik wil er wel op wijzen dat heel veel instellingen denken, ha, 8 ton, dan vallen er wel heel wat gelden voor ons af. Als u kijkt hoe het verdeeld is, dan blijkt het toch vaak niet om heel veel geld per element te gaan, terwijl veel mensen denken, dit is de kans, er is een grote zak met geld, daar moeten we snel uit putten. In die zin zullen wij er alles aan doen dat we controle hebben op het precieze moment waarop gelden worden uitgegeven. Vandaar ook centrale sturing, centrale projectmanagement. Hoe we dat gaan doen: de signalen zijn helder en wij denken dat we dat kunnen gaan maken.
71
Volgende week wordt ons gevraagd, wat is de kreet waarmee Zaltbommel in de Provincie naar voren wil komen, en wij dachten, brug, dé brug, bruggen tussen bevolkingsgroepen, kernen, dat dát een heel mooi thema is ‘bruggen bouwen’. Laten we dat dan maar gaan doen. De heer Van Doorn: De woorden van de wethouder zijn helder voor wat betreft de aansturing. In het raadsvoorstel wordt gemeld dat aan het eind van de programmaperiode verantwoording plaatsvindt over de bereikte resultaten. Met een project van deze omvang en intensiteit lijkt mij dat we iets meer nodig zullen hebben dan alleen dat, dat het heel goed is om tussentijds te kijken of het gaat zoals wij beoogd hebben. Ik zou graag van de wethouder een toezegging op dat punt willen hebben. Mevrouw Hoogheid: Ik heb nog een kleine toevoeging. Naast alle bestaande activiteiten denk ik dat we dit geld ook gedeeltelijk moeten gebruiken juist om innovatieve methodes toe te passen en juist ook nieuwe dingen te bekijken. Daar is nu de ruimte voor, ruimte die je normaal gesproken niet hebt. Afgezien van dat je moet aansluiten bij wat er al is. Daar ben ik het mee eens, maar ik denk ook dat je een deel moet gebruiken voor met name de initiatieven die staan benoemd om bewonersinitiatieven te stimuleren en misschien te genereren. Daar is denk ik veel winst te behalen. Dat wilde ik nog even meegeven aan de wethouder. Wethouder Penninx: Ik kan u wel zeggen dat het de bedoeling is dat wij een contract tekenen en in dat contract met de Provincie staat heel nadrukkelijk op welke momenten wij moeten monitoren en welke elementen wij moeten aanleveren om verslag te doen. Dus ik kan u zonder meer toezeggen dat het vanzelfsprekend niet de bedoeling is om na twee jaar pas te melden aan u of aan de Provincie hoe het gegaan is. Dat moéten we ook tussentijds. We zullen u nader informeren hoe die rapportage aan u gaat plaatsvinden. Dan over de mogelijkheden van nieuwe vormen en nieuwe kansen. Ik denk dat we nu de middelen hebben om, zeker als we in die wijk dingen samen willen doen, te onderzoeken welke creatieve manieren er zijn om mensen tot elkaar te brengen. Dus als er suggesties zijn, ook van buiten onze eigen kring, dan horen wij die graag. De voorzitter: Dan gaan wij nu over tot besluitvorming. Wie kan niet instemmen met het programma Kleine Steden Beleden Zaltbommel onder de mooie titel “Bruggen bouwen in de samenleving”? Dan is het unaniem aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van alle gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
72
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 15
Portefeuillehouder
: Wethouder Hackert
Nummer postregistratie
: 05.5437/RO
Nummer programmabegroting
: Paragraaf grondbeleid
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Administratieve Onteigeningsprocedure Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman Adviespunten / beslispunten 1. Over te gaan tot het voeren van de administratieve onteigeningsprocedure conform titel IV van de Onteigeningswet ten name van de gemeente Zaltbommel en ten behoeve van de realisatie van het Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman en dus te besluiten tot onteigening ten name van de gemeente Zaltbommel van de op de grondtekening en de lijst van te onteigenen onroerende zaken en beperkte rechten aangegeven eigendommen. 2a. De zienswijze van de heer drs. H.E. Winkelman namens mevrouw A. van de Schans – van Eeten te Well en de heer G.J.I.M. Seelen namens mevrouw A., van der Schans – van Eeten te Well, mevrouw A.L. van der Schans te Well en mevrouw S.F.C. van der Schans te Klundert ongegrond verklaren; 2b. De zienswijze van de heer C.A.M. Ackermans namens Heins – Van Zijl te Zaltbommel ongegrond verklaren; 2c. De zienswijze van de heren N.G.C. van Duivenvoorde en G.N.C. van Duivenvoorde en mevrouw J.H. Duivenvoorde – van Went te Almkerk en Zaltbommel ongegrond verklaren; 2d. De zienswijze van mr. H.C. van Olden namens van Wijnen ontwikkelingsgronden Zuid b.v. te Baarn gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaren; 2e. De zienswijze van de heer A. Meuzelaar te Krommendijk (België) ongegrond te verklaren. 3. Niet over te gaan tot eventuele gerechtelijke onteigening -als bedoeld in artikel 18 Onteigeningswet- alvorens het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden; 4. Wanneer het Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gedeeltelijk of geheel wordt vernietigd, voor die delen waarvan het bestemmingsplan is vernietigd, dit besluit tot onteigening als vervallen te verklaren. Samenvatting Het onderhavige besluit voorziet in de mogelijkheid om via onteigening de resterende perceelsgedeelten in het bedrijventerrein in eigendom te verkrijgen. Uit oogpunt van zorgvuldigheid en rechtsbescherming dient uw besluit nog te worden goedgekeurd door de Kroon. 73
De Kroon hanteert voor de goedkeuring de criteria: ruimtelijk belang, publiek belang, noodzaak en urgentie. Deze toetsingscriteria zijn onderstaand verder uitgewerkt. De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan het raadsbesluit hun zienswijze kenbaar te maken. Van deze zienswijzen treft u een beschrijving en beantwoording aan in de bijlagen. Het raadsbesluit wordt ter inzage gelegd, waarbij belanghebbenden de mogelijkheid hebben om bedenkingen in dienen bij De Kroon. De Kroon beslist binnen 9 maanden. Beoogd effect Het in eigendom verkrijgen van de resterende percelen grond voor zover deze nog niet zijn aangekocht, om zodoende over te kunnen gaan tot realisatie van het bedrijventerrein De Wildeman, conform de in het bestemmingsplan en de beeldkwaliteitsnotitie waterstructuurplan voorgestane wijze van planuitvoering. Aanleiding Op 13 januari 2005 heeft u het Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman vastgesteld. Dit bestemmingsplan is inmiddels goedgekeurd door het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Met het Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman wordt de realisatie van 70 ha nieuw bedrijventerrein beoogd. Thans heeft de gemeente de beschikking over circa 2/3 van gronden gelegen in het bestemmingsplan. De overige 1/3 is eigendom van particulieren. Om de realisatie van het bestemmingsplan conform de gemeentelijke voorgestane vorm van planuitvoering veilig te stellen is het wenselijk dat de gemeente de beschikking krijgt over alle gronden gelegen binnen de eerste fase. Met dit raadsvoorstel wordt beoogd om door middel van het voeren van een administratieve onteigeningsprocedure de resterende percelen in eigendom te verkrijgen. Beleidskader Onteigeningswet en Bestemmingsplan De Wildeman. Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan Het niet voeren van een onteigeningsprocedure betekend dat geen zekerheid bestaat dat het bestemmingsplan De Wildeman wordt gerealiseerd. Dit kan leiden tot ‘groene’, niet gerealiseerde vlekken in het bedrijventerrein en tot een tekort aan bouwkavels voor bedrijven binnen de gemeente. Argumenten Zie aanvullende informatie Aanvullende informatie 1. De systematiek van onteigening: Onteigening kan plaatsvinden in het algemeen belang, tegen voorafgaande verzekerde schadeloosstelling en met inachtneming van de bepalingen in de onteigeningswet (hierna: ow). Bij een onteigening zijn twee fasen te onderscheiden: 1. De administratieve procedure, waarin de precieze aanwijzing van de te onteigenen percelen plaatsvindt en die leidt tot het Koninklijk Besluit tot onteigening. 2. De gerechtelijke procedure, waarbij door de rechter de onteigening wordt uitgesproken en de gemeente een titel verkrijgt voor het overschrijven van het onteigende in de openbare registers van het kadaster. Tevens wordt in de gerechtelijke onteigening de schadeloosstelling vastgesteld.
74
Onderhavig voorstel gaat in op de administratieve onteigeningsprocedure. 2. Procedurele aspecten Het gemeentelijke besluit tot onteigening in de administratieve procedure wordt genomen door de gemeenteraad (artikel 79 ow). De voorbereidingsprocedure om te komen tot een raadsbesluit is opgenomen in artikel 80 ow en start met een besluit van het college. Voordat de gemeenteraad een besluit neemt, ligt het ontwerpraadsvoorstel en ontwerpbesluit met de bijbehorende onteigeningsstukken gedurende zes weken ter inzage. Een kopie van het ontwerpraadsvoorstel en besluit wordt aan belanghebbenden gezonden. Binnen deze zes weken hebben belanghebbenden de mogelijkheid hun zienswijze naar voren te brengen. De gemeenteraad zal degene die tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht in de gelegenheid stellen om gehoord te worden, alvorens al dan niet het besluit tot onteigening te nemen. 3. Toetsingscriteria Het raadsbesluit tot onteigening moet worden goedgekeurd door de Kroon. De Kroon hanteert bij de goedkeuring van dit besluit een aantal toetsingscriteria waarop hieronder zal worden ingegaan. Deze toetsingscriteria betreffen: 1. Het volkshuisvestingsbelang of ruimtelijk ontwikkelingsbelang, 2. Publiek belang, 3. Noodzaak en 4. Urgentie. Hieronder zullen wij op alle toetsingscriteria nader ingaan. 3.1 Volkshuisvestingsbelang of ruimtelijk ontwikkelingsbelang Het ruimtelijk belang wordt in grote lijnen al uiteengezet in het bestemmingsplan. Hierin is aangegeven dat de locatie Bedrijventerrein De Wildeman geschikt is voor het realiseren van een bedrijventerrein, aansluitend aan de bestaande bedrijvigheid aan de oostzijde van de stad. Zaltbommel heeft immers een duidelijke visie op de scheiding van wonen (ten westen van de A2) en werken (ten oosten van de A2). Het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman is ingericht als een globaal bestemmingsplan, dat geen nadere uitwerking behoeft. Het plan voorziet in de eindbestemmingen “Bedrijfsdoeleinden 1”, “Bedrijfsdoeleinden 2”, “Woondoeleinden”, “Verkeersdoeleinden”, “Spoorwegdoeleinden”, “Groenvoorzieningen” en “Water”. Het Stedenbouwkundig plan (hoofdstuk 2 van het bestemmingsplan) is in hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan vertaald in een juridische planopzet met een beschrijving in hoofdlijnen en bindende voorschriften. De laatste stap in de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied vormt de Beeldkwaliteitsnotitie. Dit vormt het sluitstuk van de door de gemeente voorgestane vorm van planuitvoering. De bij de beeldkwaliteitsnotitie behorende proefverkaveling komt voort uit het stedenbouwkundig plan is vooralsnog indicatief om daarmee enige flexibiliteit in het plan behouden. De verkavelingsprent is echter gebaseerd op het in het bestemmingsplan opgenomen stedenbouwkundig plan, waardoor de bedoelde flexibiliteit marginaal zal zijn. Een uitvergrote versie van de indicatieve verkaveling, met daarop geprojecteerd de bestaande kadastrale grenzen, is bij de stukken ter inzage gelegd. 3.2 Publiek belang Onteigening kan alleen plaatsvinden in het algemeen belang. De gemeenschap moet gebaat zijn bij de voorzieningen waarvoor de onteigening plaatsvindt en waarvoor de individuele belangen en eigendommen dienen te wijken. Het middel van onteigening kan normaliter niet worden aangewend voor het realiseren van een plan voor één eigenaar (particulier en bedrijf), aangezien dan enkel dat 75
particuliere belang wordt gediend en niet de gemeenschap. Het algemene publieke belang van deze onteigening is reeds vastgelegd in het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman en het daaraan ten grondslag liggende Streekplan Gelderland 1996. Een en ander is in het bestemmingsplan uitvoerig gedocumenteerd zodat hier in dit voorstel niet meer nader op hoeft te worden ingegaan. 3.3 Noodzaak Uitgangspunt is, dat de onteigening noodzakelijk moet zijn. Dit betekent dat: a. duidelijk moet zijn dat de eigendom niet langs minnelijke weg kan worden verkregen èn b. dat het werk waarvoor wordt onteigend niet op de door de gemeente gewenste wijze zonder de betreffende percelen kan worden gerealiseerd. Ad. a. Minnelijke verwerving Sinds begin 2002 wordt door of namens de gemeente met de eigenaren en rechthebbenden onderhandeld over aankoop en schadeloosstelling met betrekking de voor de realisatie van het bestemmingsplan noodzakelijke percelen of gedeelten daarvan, al dan niet met opstallen. In de vaste jurisprudentie van de Kroon ten aanzien van de onderhandelingsplicht van de gemeente, komt de volgende standaardoverweging naar voren: “Gelet op het karakter van de onteigening als ultimum remedium, zijn Wij van oordeel dat ten opzichte van de burger eerst van dit middel mag worden gebruik gemaakt, indien langs minnelijke weg redelijkerwijs niet of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming is te komen. Aan deze eis is naar Ons oordeel in het algemeen genoegzaam voldaan, indien voor de eerste tervisielegging van het onteigeningsplan een aanvang met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving is gemaakt en ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening voldoende aannemelijk is gemaakt dat die onderhandelingen vooralsnog niet tot het gewenste resultaat zullen leiden. Voorts zijn Wij van oordeel, dat het wel wenselijk doch niet strikt noodzakelijk is, dat ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening reeds een formeel bod is uitgebracht. Voldoende is dat sprake is geweest van een redelijke doch vruchteloos gebleken poging om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven.” Uit de onderhandelingen blijkt dat deze vooralsnog niet in alle gevallen tot het gewenste resultaat hebben geleidt, ondanks de daartoe verrichte inspanningen. Er is voldoende onderhandeld om met zekerheid te kunnen vaststellen dat een minnelijke verwerving niet op korte termijn zal slagen. Desondanks blijft het uitgangspunt dat wij blijven trachten de gronden in der minne te verwerven. Ad. b. Realisatie en voorgestane vorm van planuitvoering Het bestemmingsplan en de beeldkwaliteitsnotitie geven gezamenlijk een duidelijk beeld van de door de gemeente voorgestane vorm van planuitvoering. Zonder de op de grondtekening aangegeven percelen en perceelsgedeelten is het bestemmingsplan niet op de door de gemeente voorgestane wijze te realiseren. Er ontbreken onderdelen van de wegen- en groenstructuren, alsmede gedeelten van bouwkavels. 3.4 Urgentie In het kader van de urgentie moet worden aangetoond dat binnen een tijdsbestek van vijf jaar na het Kroonbesluit een aanvang zal worden gemaakt met het realiseren van de bestemmingen waarvoor wordt onteigend. Onder realiseren van de bestemming wordt overigens niet beschouwd het bouwrijp maken van de gronden, maar het bouwen, opleveren en betrekken van bedrijfslocaties. Als ‘aanvang van de werkzaamheden’ wordt aangenomen het moment waarop het bouwrijp maken van het terrein van start gaat.
76
Het onderzoek naar behoefte aan bedrijventerrein in de regio Zaltbommel (paragraaf 4.1 van het achtergrondendocument) laat zien dat een ruime behoefte bestaat aan bedrijven die zich in Zaltbommel willen vestigen. Dit blijkt ook uit de diverse gegadigden die zich reeds bij de gemeente hebben gemeld. Tenslotte is de gemeente Zaltbommel voornemens enkele hinderlijke bedrijven binnen de kernen te verplaatsen naar het bedrijventerrein De Wildeman. De opzet van het bestemmingsplan in een hovenstructuur brengt met zich mee dat verdeelt over het bestemmingsplan kavels zullen worden uitgegeven. Ieder ‘hof’ heeft namelijk een eigen karakter. Vanaf het noorden bezien is de eerste hof ,nabij de Van Heemstraweg, bedoelt voor detailhandel. Op de tweede hof zullen de kleinere bedrijven worden geplaatst. De derde hof is meer bedoeld voor bedrijven in de transportsector en de overige grotere bedrijven, terwijl de vierde wordt ingericht voor bedrijven in de zwaarste milieucategorieën. Zie ook hoofdstuk 2 van de toelichting op het bestemmingsplan. Hiermee staat vast dat in 2010 de structuur van het gehele bestemmingsplan zal zijn gerealiseerd, waarmee de urgentie voldoende is aangetoond. De uitgifte van bouwkavels zal in een periode van ± 10 jaar plaatsvinden. Omdat de verkaveling pas definitief kan worden ingevuld naar aanleiding van daadwerkelijke uitgifte – de verkavelingstekening is dan ook indicatief – zal naar verwachting in ieder hof uitgifte plaatsvinden, mede vanwege de typering van de onderscheiden hoven. De exacte ligging en omvang van de bouwkavels is afhankelijk van de wensen van de te vestigen bedrijven. Het is dan ook zondermeer noodzaak om over alle te bebouwen gronden te kunnen beschikken. Een en ander geeft voldoende aan dat naast een duidelijke noodzaak ook sprake is van een grote urgentie voor verwerving van de benodigde gronden door middel van onteigening om daarmee een tijdige een voortgaande realisatie van het bestemmingsplan te waarborgen. 4. Samenloop bestemmingsplan en onteigeningsprocedure: Ondanks dat het bestemmingsplan nog geen rechtskracht heeft, is het gelet op de noodzaak om tijdig over de gronden benodigd voor de realisatie van het bestemmingsplan te kunnen beschikken, reeds nu mogelijk een administratieve onteigeningsprocedure te starten. In verband daarmee is het noodzakelijk dat in het onteigeningsbesluit het voorbehoud wordt gemaakt door middel van een ontbindende en een opschortende voorwaarde dat niet tot onteigening zal worden overgegaan alvorens het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden en dat voor die delen waar goedkeuring aan wordt onthouden het besluit tot onteigening komt te vervallen. 5. Openbare voorbereidingsprocedure Algemene wet bestuursrecht: Ter uitvoering van artikel 80 van de Onteigeningswet is toepassing gegeven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In verband daarmee heeft het ontwerpraadsbesluit met bijbehorende stukken zes weken ter inzage gelegen. Een kopie van het ontwerpraadsvoorstel en besluit is aan belanghebbenden verzonden. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om mondeling danwel schriftelijk hun zienswijze bekend te maken. De indieners van zienswijzen zijn in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord door de commissie Ruimtelijke Zaken. In bijgevoegde reactienota zienswijzen is nader op de zienswijzen ingegaan. Deze reactienota maakt onlosmakelijk onderdeel uit van dit raadsvoorstel. Uit het voorgaande volgt dat de fase waarin de ontwikkeling van de eerste fase van het Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman zich thans bevindt, een voldoende basis is om door middel van een administratieve onteigeningsprocedure de uitvoering van deze eerste fase van het bestemmingsplan te bespoedigen. Wij adviseren u, gelet op het vorenstaande, conform het bijgaande ontwerpraadsbesluit met de bijbehorende stukken te besluiten.
77
Voortgang Het raadsbesluit zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. In die periode kunnen belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend hun bedenkingen kenbaar maken bij de Kroon. De Kroon zal binnen 9 maanden van afloop van de ter inzagelegging beslissen. Communicatie Het onderhavige besluit voorziet in een verplichte publicatie en terinzagelegging van de stukken. Publicatie vindt plaats in het Brabants Dagblad en De Toren op 22 december 2005. De stukken zullen vanaf 27 december 2005 gedurende zes weken ter inzage liggen. Ook zal een kopie van het besluit aan de indieners van de zienswijzen worden gezonden. Middelen De met de onteigening samenhangende kosten (zowel de kosten van de verwervingen alsmede de schadeloosstelling en apparaatskosten) zullen ten laste worden gebracht van het voor de realisatie van het Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Wildeman beschikbaar gestelde budget.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: De heer Ackermans spreekt in. Zijn bijdrage komt ter inzage te liggen bij de raadsstukken voor 14 december 2005. De commissie bestempelt de adviesnota als bespreekstuk voor de raad.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
78
Adviesnota voor de raad
Datum
:
Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
:
16
Portefeuillehouder
:
J. Penninx
Nummer postregistratie
:
05.5583/RO
Nummer programmabegroting
:
Inlichtingen bij
:
Janneke Schoonen
Tel.nr.
:
0418 – 681 715
Email
:
[email protected]
Onderwerp Krediet voor uitvoeringsplan Duurzaam Veilig 30 Binnenstad Zaltbommel Voorstel 1. Een krediet van € 107.500,- beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van het aangepaste inrichtingsplan DV30 Binnenstad Zaltbommel, hetgeen gedekt wordt uit een provinciale subsidie van € 50.000 en een bijdrage van € 57.500,- uit de reserve Regeling Duurzaam Veilig. Inleiding Wij hebben naar aanleiding van de opmerkingen in de commissie Ruimtelijke Zaken van 23 november 2005 het inrichtingsplan Duurzaam Veilig 30 Binnenstad Zaltbommel aangepast. In de beleidsvoornemens bij de begroting 2005 zijn middelen voor dit plan opgenomen. Doel/meetbaar effect Het Duurzaam Veilig inrichten van de Binnenstad van Zaltbommel conform de uitgangspunten van het in 1999 door uw raad vastgestelde een invoeringsplan Duurzaam Veilig 30 en met oog voor het monumentale karakter van de Binnenstad. Argumenten 1.1. Het doel van het duurzaam veilig inrichten van de openbare wegen is het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid. De principes van Duurzaam Veilig bestaan uit drie speerpunten: 1 Voorkom onbedoeld gebruik (functionaliteit) 2 Voorkom ontmoetingen met hoge snelheids-, richtings-, en massaverschillen (Homogeniteit) 3 Voorkom onzeker gedrag van verkeersdeelnemers (Voorspelbaarheid) In de bijlage principes duurzaam veilig wordt hier dieper op ingegaan. Aan deze eisen voldoet de inrichting van de Binnenstad op dit moment nog niet.
79
1.2
Uit een onderzoek van een stagiaire, d.d. november 2004, blijkt dat in de Binnenstad 6 objectieve knelpunten m.b.t. de verkeersveiligheid zijn gesignaleerd en 9 subjectieve knelpunten. Het kaartje met deze gegevens is bijgevoegd. 1.3
Het aangepaste plan is een optimale balans tussen de principes van Duurzaam Veilig en de monumentale waarde van de Binnenstad.
1.4
Er is nog geen krediet door u beschikbaar gesteld. Wel is de gevraagde ruimte aanwezig binnen de reserve voor het project Uitvoeren Duurzaam Veilig 30 € 68.174,-.
1.5
In het voortraject is met de betrokken partijen in de Binnenstad via een klankbordgroep afgestemd. Op 12 juli 2005 heeft het college van B en W het concept inrichtingsplan vastgesteld en deze zomer ter inspraak aangeboden aan de inwoners van Zaltbommel. In totaal zijn 11 inspraakreacties binnengekomen. Naar aanleiding van alle gemaakte opmerkingen is het conceptplan aangepast. Kanttekeningen Bij de door de commissie gewenste en door ons overgenomen aanpassingen aan het inrichtingsplan zijn twee kantekeningen te plaatsen: 1.1
Het laten vervallen van de maatregel Gamerschestraat/ Karstraat staat op gespannen voet met het derde speerpunt van Duurzaam Veilig: voorkom onzeker gedrag van verkeerdeelnemers (Voorspelbaarheid). De bestaande verhoging op het kruispunt geeft het idee dat verkeer vanaf de Markt voorrang zou moeten verlenen aan verkeer dat uit de Karstraat komt. Dit leidt tot een gevoel van subjectieve onveiligheid door onduidelijkheid. 1.2
Een aantal punaises zijn in het plan vervangen door plateaus. Over het algemeen geven plateaus vaker trillingsoverlast aan omwonenden dan punaises. Door terughoudend te zijn met de hoogte van de plateaus kunnen we de trillingen minimaliseren tot bijna nul, maar dat gaat ook ten koste van de verkeersremmende werking. Het voordeel van plateaus ten opzichte van punaises is wel dat al het verkeer geremd wordt, ook de brommers die langs een punaise kunnen rijden. Financiën Voor het uitvoeren van het inrichtingsplan is € 107.500,- noodzakelijk. De dekking bestaat voor € 50.000 uit een subsidie van de provincie (maximaal 50% van de te maken kosten) en voor het overige deel een onttrekking uit de reserve Regeling Duurzaam Veilig 30 (€ 68.174,-). Uitvoering Gelet op het monumentale karakter van de Binnenstad zullen de verkeerremmende maatregelen gemaakt worden met het materiaal dat nu al op straat ligt en een witte markering om het hoogteverschil in het wegdek aan te geven. Bij de drempels en plateaus wordt de hoogte gemarkeerd op vergelijkbare wijze als de al bestaande drempelmarkering in de Boschstraat. Hierdoor ontstaat uniformiteit onder alle maatregelen in de binnenstad. Ook zijn de maatregelen dan duidelijk genoeg bij donker en slecht weer, maar niet te opvallend om het monumentale karakter van de Binnenstad te behouden. De punaises worden aangegeven met rondom een rand van witte verkeersstenen van 3 stenen breed. Bij toekenning van het krediet zal het werk in week 51 gegund kunnen worden aan de laagste bieder. De uitvoering zal dan in het voorjaar plaatsvinden. 80
Bijlagen Bijgevoegd: 1. Conceptraadsbesluit 2 Samenvatting inrichtingsplan Duurzaam Veilig 30 Binnenstad Zaltbommel 3 Principes duurzaam veilig 4 Overzicht objectieve en subjectieve knelpunten Reeds toegestuurd bij de commissieronde / ter inzage: 1 Begrotingswijziging 2. Inrichtingsplan Duurzaam Veilig 30 Binnenstand Zaltbommel
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: De heer Roemers vindt veel - zo’n 50% - van de voorgestelde maatregelen ongewenst. Hij ziet liever enkele plateaus dan vele punaises. De heer Bragt gaat verder en stelt dat wat hem betreft 90% overbodig is. Hij vindt de voorgestelde maatregelen niet passen bij het historische karakter van de binnenstad. De heer Satter onderschrijft de mening van voorgaande sprekers. De heer Kolbach ageert eveneens tegen het plan. Hij wijst verder op de te hoge drempels in de gemeente. De heer Looijen merkt op dat de raad nooit heeft bepaald dat het college op alle kruisingen in de 30 km/uur-zones maatregelen moet nemen. Wethouder Penninx geeft aan dat het plan past binnen de door de raad geformuleerde kaders. Het plan is bovendien op basis van een gedegen analyse, zorgvuldige afweging en overleg met externen opgesteld. Na enige discussie zegt wethouder Penninx toe dat hij met een nieuw plan zal komen. De raad krijgt het aangepaste plan nog voor de raadsvergadering van 14 december 2005. Het college heeft het inrichtingsplan aangepast. De wijzigingen zijn in deze adviesnota verwoord.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
De heer Roemers: Het is natuurlijk zo als we besluiten om een 30 km-gebied in te voeren, dat we het dan ook als 30 km-gebied moeten inrichten. De eerste inrichting waarvan maar de vraag was of de raad zich daarmee zou mogen bemoeien en of dat niet uitvoering was, gaf toch in de commissie nogal wat frictie. Ik heb gezien aan het bijgestelde voorstel dat de wethouder goed geluisterd heeft. Mijn fractie vindt dit plan een heel wat beter plan dan het eerdere plan, ook uit oogpunt van veiligheid. Dat wil ik nog met nadruk zeggen, omdat er gedaan werd alsof alleen de zorg om de monumentale binnenstad in conflict was met de veiligheid van het verkeer. Dat is per se niet het geval. Punaises zijn in het algemeen niet de meest veilige oplossing en er zijn dus een aantal punaises vervallen, een aantal punaises gehandhaafd en een aantal punaises vervangen door plateaus. Wij kunnen daarmee leven en als fietser zal ik sommige straten in de binnenstad nu wat meer mijden dan ik in het verleden deed. De heer Looijen: De heer Roemers zegt terecht dat het plan is aangepast naar aanleiding van de behandeling in de commissie, maar als ik eerlijk ben dan is het niet wat ons betreft aangepast zoals 81
de commissie dat had gezegd. De heer Roemers had aangegeven dat men een aantal punaises moest vervangen door plateaus, met name voor de veiligheid van fietsers. Voor ons was het meer zo: je wijst een 30 km-gebied aan, en dat is ook een beleid waar wij als VVD zijnde achter stonden en nog steeds achter staan en ook achter zullen blijven staan, maar dat betekent niet dat je op elk willekeurig kruispunt, op elke willekeurige plek ook nu meteen iets moet gaan doen, maar dat je met name de plekken moet aanpakken daar waar je van een weggebruiker niet kan en mag verwachten dat hij weet dat hij daar bijvoorbeeld voorrang van rechts moet verlenen, gewoon omdat de situatie op dat moment onduidelijk is. Een mooi voorbeeld is de aansluiting van de Oliestraat op de Nonnenstraat. Ook zo’n plek is de aansluiting van de Gamerschestraat op de Karstraat. Die is er nu juist uitgehaald, terwijl ik van mening ben – maar dan zit ik meteen in die frictie die mijnheer Roemers als noemde, moet je als raads- en commissielid je daarmee gaan bemoeien - dat dat een raar punt is: voorrang van rechts, maar je ziet het er niet aan af. Als ik dan zie hoe de aanpassingen nu zijn doorgevoerd, zijn het inderdaad aanpassingen naar aanleiding van de commissie, maar of dit de aanpassingen zijn vraag ik mij hardop af. Ik vraag mij ook hardop af of ik mij moet gaan bemoeien met waar wel een drempel moet komen en waar niet. Dat is het dilemma waar ik mee worstel. Ik kan mij in ieder geval niet vinden in de aanpassingen zoals het college nu heeft voorgesteld. De heer Bragt: Ik ben wat verrast door het agendapunt, want het zat achter een ander verhaal geniet wat niet met portefeuille was. Ik was ook niet gewaarschuwd door mijn buurman, van let op, het zit erachter. Ik heb het niet kunnen voorbereiden, daar komt het op neer. Ik vind het wel een gevoelig punt om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen, wat ik op dit moment niet kan. Dat is mijn opmerking, in die zin wil ik toch een voorbehoud maken, want ik vind het een belangrijk punt om daar toch goed een besluit over te kunnen nemen. Ik kan hier momenteel geen bijdrage aan leveren. De heer Romp: Ik vind het lastig te beoordelen. Ik vind al die drempels in de binnenstad van Zaltbommel eigenlijk ondingen, maar je moet wel wat om het regime te handhaven. Het plan wat nu voorligt is een duidelijke verbetering met wat er lag. Ik vind het nog vrij veel, maar we moeten er nu maar mee instemmen. De heer Satter: Wij kunnen er ook mee instemmen. Het is in de commissie behandeld, er zijn veranderingen gepleegd, misschien had het nog iets verder doorgevoerd kunnen worden, maar wij kunnen erachter staan. De heer Van Balken: Wij zijn blij dat het allemaal wat minder is. Voor zover ik kan beoordelen is de veiligheid toch gegarandeerd. Ik zou van de wethouder nog wel even willen weten, hij heeft het uiteraard besproken met de verschillende instanties, hoe die op die wijzigingen gereageerd hebben. Als het gaat om de zorg om de historische binnenstad, zoals de heer Roemers vorige keer noemde, hebben wij wat problemen met die aansluiting op de Havendijk-Gamerschedijk, dat het ver genoeg en toch veilig van de Gamersche Poort af staat, dat het in ieder geval de historische aanblik van de stad niet schaadt. Wethouder Penninx: In de commissie zijn de opmerkingen gemaakt dat men het aantal maatregelen te groot vond. In het vorige voorstel is vooral ingestoken op om zichtbaar te maken de punten waar gebruikers (vooral automobilisten) aan het straatbeeld kunnen zien dat er iets te verwachten valt. Dat gaf het aantal maatregelen. Dat was bij de uitvoering wat beperkter, ook gezien het budget. Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen in de commissie is met name nu gekeken waar de objectieve en de subjectieve knelpunten lagen. Laten we die dan, ook vanuit inspraak, extra accent geven. Dus het aantal maatregelen is teruggebracht en de vorm is in een aantal gevallen iets geïntensiveerd. Dat is de keuze geweest om inderdaad uit te gaan van veiligheid. Er is nog contact geweest enerzijds met de Fietsersbond, 3VO en de politie die in het algemeen graag maximale maatregelen zien. Er is ook contact geweest met mensen die meer vanuit het beschermde 82
stadsgezicht denken. Op basis daarvan hebben we dit voorstel neergelegd. De klankbordgroep is niet meer bij elkaar geweest. We hadden wel afgesproken dat men nog kon reageren als men daar behoefte aan had. Op basis van het feit dat niet gerapporteerd is ga ik ervan uit dat we bij dit compromis, want dat is het steeds bij Duurzaam veilig, toch het gevoel hebben dat dit een gedragen voorstel is wat past in ons beleid. Ik ben dan ook blij met de grote hoeveelheid positieve reacties. De heer Looijen: De heer Penninx heeft het over de grote hoeveelheid positieve reacties, maar ik had een negatieve reactie. U gaf aan dat het op basis van objectiviteit ook mede is aangepast. Dan blijft bij mij de vraag staan, waarom het punt Gamerschestraat-Karstraat eruit is gehaald. Daar zijn toch een aantal ongevallen gebeurd in de afgelopen 3 jaar (meestal door het niet verlenen van voorrang), dat kun je mooi op internet opzoeken. Waarom is bijvoorbeeld dat punt er juist uitgehaald? De heer Bragt: De spreektijd van anderen heeft mij de gelegenheid gegeven om de stukken toch even te bekijken. Als ik het vergelijk met het voorstel zoals het in de commissie lag, staan er wat ons betreft toch nog een behoorlijk aantal maatregelen op die wij onnodig vinden en die toch het historische karakter van de binnenstad aantasten, met name de maatregelen in de Kerkstraat. Ik vind dat een prachtig stuk Zaltbommel en als je daar dit soort dingen gaat doen is dat toch een aantasting van het historische karakter van met name die straat. En moet dat dan, wat is de winst daarvan? Wij kunnen hier dan ook niet mee instemmen. Ook de 30 km-poort wil ik nog als voorbeeld noemen. Als je Zaltbommel straks inkomt vanaf de Havendijk, de Gamerschestraat in, staat daar zo’n 30 kmpoort. Als je dan die panden aanschouwt die daarnaast staan, vind ik het jammer om op die plek zo’n poort neer te zetten, ook al dekt het woord poort niet helemaal de lading. Je moet daar toch terughoudend mee zijn. Wethouder Penninx: Ik begin bij de poort. Het is zo dat bij Duurzaam veilig wordt gevraagd nadrukkelijk aan te geven dat men een gebied binnenkomt. We kiezen er hiervoor het op die plaats te doen waar bijvoorbeeld ook het wegdek verandert. We moeten ook aangeven dat het parkeerzones zijn en wij denken dat dit past ook met de bebording van de parkeerzones. We moeten het in ieder geval duidelijk zichtbaar maken en wij denken dat deze plek aan de rand van de binnenstat dat toch nog redelijk doet. Dan over een van de afwegingen die we hebben gehad bij de kruising Gamerschestraat-Karstraat. Die is aangelegd bij de herinrichting van de binnenstad waarbij al werd ingespeeld op de visie Duurzaam veilig. De bedoeling was om enerzijds aan te geven dat voor doorgaand verkeerd de routing naar rechts en vroeger ook de busroute voor de handliggend was. De vraag, is het zo onduidelijk dat je moet aanpassen, is met name door 3VO en de Fietsersbond van gezegd dat dat niet zo is. Als je dan op die plaats, zoals in de Kommerstraat aansluiting Nonnenstraat en de Oenselsestraat, je middelen wilt inzetten, is ervoor gekozen om te zeggen dat er geen redenen zijn om te verklaren dat dat objectief echt een enorme winst is en dan laten we die vervallen. Dat is de afweging geweest. Met name is ook aangegeven dat er visueel nu wel degelijk een remmende werking uitgaat voor het doorgaande verkeer. Dat zijn de argumenten geweest om ook binnen het budget te blijven. Laten we dan die andere punten maar beter aanpakken. Ik heb nog een opmerking. Eén van de aanleidingen om in ieder geval het krediet te laten staan is dat wij, willen we de subsidie binnenhalen, wel opdracht moeten geven. Ik blijf ook van mening dat we echt willen proberen met allerlei adviseurs binnen de kaders een praktische oplossing te vinden en dan blijft het kiezen. Hier hadden we in ieder geval draagvlak voor, ook met onze adviseurs die er zegmaar ook landelijk mee bezig zijn om dit soort type maatregelen te beoordelen. De voorzitter: We gaan over tot besluitvorming. Kunt u instemmen met het voorstel of wilt u eerst een stemverklaring afleggen?
83
De heer Looijen: Ik wil namens de VVD-fractie een stemverklaring afleggen dat wij niet tegen het principe van Duurzaam veilig zijn, dat wij ook vinden dat de binnenstad verkeersveilig ingericht moet zijn, maar dat wij met dit voorstel problemen hebben puur vanwege de locatie van de betreffende maatregelen. Het gaat ons ook niet om het bedrag. Gezien de meerderheid en uit het belang van verkeersveiligheid zullen wij echter uiteindelijk wel instemmen met het voorstel, maar wel met de gemaakte opmerkingen. De heer Bragt: Dat vind ik een heel opmerkelijk standpunt. Je bent voor of tegen een voorstel. Wij zijn tegen het voorstel. Om dezelfde redenen als de heer Looijen aangaf, maar hij laat de euro toch de andere kant opvallen. De heer Romp: Ik stem met aarzeling voor. Ik ben niet voor een drempel in de Kerkstraat. Ik wil toch de wethouder vragen om daar nog eens goed naar te kijken. De heer Van Balken: Onze fractie kan ermee leven mits de poort bij de Gamerschestraat zoveel mogelijk buiten de Gamersche Poort gezet wordt, dus richting Hotel Tivoli, zodat het niet storend is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van het feit dat de ChristenUnie tegen is en met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
84
RAADSVERGADERING
Datum
: woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 17
Portefeuillehouder
: R. Hackert
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
: 6
05.5440/RO
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Integrale herziening bestemmingsplan Buitengebied Adviespunten / beslispunten 1. Het beschikbaar stellen van een werkkrediet uit de reserve bestemmingsplannen ad € 220.000,00 teneinde de benodigde werkzaamheden te kunnen uitvoeren en ondermeer t.z.t. een adviseur in te kunnen schakelen in relatie tot de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2. De hieruit voortvloeiende begrotingswijziging vaststellen 3. Instemmen met uw extra betrokkenheid voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure op de volgende onderdelen (zie ook het bijgevoegde productenschema): A Het college bereidt het programma van eisen voor. Bij de voorbereiding van deze opdracht betrekt het college een externe klankbordgroep. De raadsleden kunnen als toehoorder bij de bijeenkomsten met de klankbordgroep aanwezig zijn. De raad stelt het programma van eisen vast. B Het college bereidt daarna een kaderstellende beleidsnotitie met keuzemogelijkheden voor de raad voor. De raad organiseert voorafgaand aan het debat en de besluitvorming over deze notitie een speciale avond met inwoners en instellingen om te weten wat er leeft (daarna start de normale bestemmingsplanprocedure). Samenvatting Reeds enige tijd is ook door u de wens geuit om te komen tot een nieuw integraal bestemmingsplan Buitengebied voor de gehele gemeente Zaltbommel. Hiertoe hebben wij inmiddels een startnotitie opgesteld. Thans vragen wij u een werkkrediet beschikbaar te stellen. Aangezien u nadrukkelijk heeft aangegeven bij dit proces te willen worden betrokken, doen wij na overleg met de raadsgriffier hiertoe eveneens een voorstel. Beoogd effect Het uiteindelijk vaststellen van een ontwikkelingsplan en een nieuw bestemmingsplan voor het gehele (binnendijkse) buitengebied van de gemeente Zaltbommel Aanleiding De wens van uw raad om te komen tot een nieuwe bestemmingsplan Buitengebied
85
Beleidskader a. Het streekplan Gelderland 2005 b. De door uw raad vastgestelde regionale structuurvisie Rivierenland c. Programmabegroting 2005 Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan Niet overgaan tot een actualisatie/harmonisatie van de vigerende plannen; in het kader van de nieuwe WRO heeft dit de nodige gevolgen (voor plannen ouder dan 10 jaar). Dan kunnen geen leges worden geheven bij bouwvergunningen. De herziening van de WRO ligt op dit moment reeds geruime tijd ter behandeling bij de Tweede Kamer. Voorlopig wordt er vanuit gegaan, dat de inwerkingtreding geschiedt in de loop van 2007. Volgens het ontwerp van de wet is het dan ook gewenst om op dat moment te beschikken over een vastgesteld nieuw plan resp een verlengingsbesluit voor de oude plannen door de gemeenteraad. Argumenten 1.1 Voor wat betreft de hoogte van het krediet verwijzen wij u kortheidshalve naar de globale begroting behorend bij de ter inzage liggende startnotitie 2.1 Door de bijeenkomsten van de klankbordgroep bij te wonen kunt u in een later stadium beter beoordelen of het programma van eisen voldoet 2.2 Op basis van de kaderstellende beleidsnotitie kunt u - nog voordat de normale bestemmingsplanprocedure opstart – op de politiek relevante onderdelen de piketpaaltjes slaan. 2.3 Dit voorstel is gebaseerd op de notitie over de rol van de raad bij bestemmingsplannen die u in september heeft goedgekeurd. 2.4 De procedure is afgestemd met de raadsgriffier en de voorzitter van de commissie Ruimtelijke Zaken Aanvullende informatie -Voortgang Het ligt in het streven om in 2008 -of zoveel eerder als mogelijk is- te beschikken over een ontwikkelingsplan en een goedgekeurd integraal nieuw bestemmingsplan Buitengebied Communicatie Naast de rol van uw raad in dit proces (zie adviespunten / beslispunten) wordt gewerkt met een externe klankbordgroep bij de totstandkoming van met name fase 2 en 3 van het voorgestelde proces. In dit kader wordt ook verwezen naar bijlage I (productenschema) en III (organisatieschema) van de startnotitie. Middelen Het werkkrediet kan gedekt worden vanuit de reserve bestemmingsplannen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
86
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Ruimtelijke Zaken d.d. 23 november 2005: Wethouder Hackert zegt toe dat de raad voor zijn vergadering van 14 december een lijst krijgt met de samenstelling van de klankbordgroep voor bestemmingsplan Buitengebied. De heer Roemers vraagt aandacht voor de financieel minder draagkrachtige deelnemers aan de klankbordgroep, zoals natuuren milieuorganisaties. Hij vindt dat de gemeente een taak heeft om ervoor te zorgen dat ook deze partijen volwaardig mee kunnen draaien. De commissie bestempelt de adviesnota als bespreekstuk voor de raad. De lijst samenstelling klankbordgroep bestemmingsplan Buitengebied is bijgevoegd.
De heer Bragt: Er wordt wel gezegd, de wens van de raad is om te komen tot een bestemmingsplan Buitengebied en dat is zo. Het voorstel op zich is goed ook wat betreft de rol van de raad en de commissie in het proces van hoe kom je tot zo’n bestemmingsplan. Er is ook duidelijkheid verschaft in welke andere organisaties er nog meer bij betrokken worden. Wat mij betreft is dat prima. Diegenen die in het rijtje staan lijken mij goed, die hebben ook inhoudelijk iets in te brengen en dat is belangrijk. Je kunt wel iedereen laten meepraten en meedenken maar het moet wel opschieten. Een ander punt betreft een stukje actualiteit. We hebben het hier over een stevig project, waar veel ambtelijke en bestuurlijke tijd mee gemoeid zal zijn. We hebben vandaag allemaal een rapport in de bus gehad, en u weet welk, en dan stuit ik toch op een probleem. Vanuit dat rapport blijkt immers duidelijk dat op de afdeling RZ, in ieder geval binnen die sector, capaciteitsproblemen zijn en als wij nu zeggen ga dit maar weer doen … De voorzitter: Mag ik u even onderbreken? U weet wel dat het rapport nog vertrouwelijk is? Ik wil daar heel zuiver in blijven. De heer Bragt: Dat is volkomen terecht, maar het is overigens een punt wat wij al eerder hebben opgemerkt en ook zonder rapport had ik dit wel durven te zeggen. Wij hebben daar grote moeite mee om nu te zeggen, ga dit maar in procedure brengen, omdat wij dus geen zicht erop hebben of het ambtelijk allemaal kan. In die valkuil zijn we al meer gevallen als gemeente Zaltbommel. Dat is ons grote bezwaar op dit moment tegen dit voorstel. De heer Krähe: Ik zou daar graag een antwoord willen hebben van het college op de vraag of we het wel aankunnen. Wij hebben als PvdA toch wel grote problemen met de samenstelling van de klankbordgroep zoals die nu is gesteld. Op het moment staan er 9 organisaties genoemd en met een beetje kwaaie gedachten zou je in ieder geval bij 8 personen een agrarische ondernemer kunnen invullen. Daar hebben wij wat problemen mee. We hebben daarom een paar vragen aan het college. De eerste vraag is of in ieder geval hier afgesproken kan worden, en dan kijk ik ook even naar de andere raadsfracties, dat er geen raadsleden in deze klankbordgroep gaan zitten. In het verleden bij het Regionaal Plan is het zelfs wel eens geweest dat er een klankbordgroepvergadering was met alleen maar raadsleden. Dat kan niet de bedoeling zijn van deze klankbordgroep. Verder vinden wij dat de andere organisaties en ook bewoners van het buitengebied, die toch ook belangen hebben in het gebied en dat hoeven geen agrariërs te zijn, toch wel erg onderbelicht zijn. Ook het natuurverhaal wordt behoorlijk onderbelicht. Wij denken dat er wat organisaties bij zouden kunnen. Ik mis bijvoorbeeld de alternatieve invulling van agrarische gebouwen, bijvoorbeeld zorgboerderijen. Daar kan ik niets van terugvinden. Dat zou een ondernemer kunnen zijn van een van de andere bedrijfstakken, maar dat zou dus ook kunnen van niet. Ook mis ik in dit verhaal 3VO. We hebben verschillende discussies gehad over de gevolgen van bepaalde ontwikkelingen in het buitengebied voor verkeersveiligheid. Laten we het nu goed doen en ervoor zorgen dat we dat gelijk meenemen door te zorgen dat we ook mensen van 3VO in deze klankbordgroep hebben. 87
Als ik kijk naar de Provincie Gelderland kan het van alles zijn wat daar komt te zitten, maar wat veel belangrijker is is dat wij twee heel goede organisaties hebben in Gelderland die een bepaalde visie op dat gebied kunnen hebben die anders is dan de andere deelnemers. Dat zou bijvoorbeeld de Gelderse Milieu Federatie kunnen zijn en we hebben Landschapsbeheer Gelderland. Het hele landschapsbeheer zit wel in Capbreton, dat is ook een organisatie van onder meer agrariërs, mijnheer Van Wijk zit daar meen ik in en nog wat agrariërs. De heer Kolbach: Is er wat mis met agrariërs? De heer Krähe: Nee, nou ja, wat ons betreft misschien wel, als je kijkt naar het Regionaal Plan wat eruit gekomen is, maar dat is een ander verhaal. Het gaat ons erom dat het een evenwichtige afspiegeling wordt van de bevolking en van de gemeente. Dat zijn niet alleen agrariërs die in het buitengebied wonen, maar meerdere personen. Wij moeten er ook voor zorgen dat we voldoende kennis in die klankbordgroep hebben, zodat het een evenwichtig plan wordt. Dat is waarvoor wij willen gaan en daarom wil ik aan het college vragen om dat aan te passen in deze klankbordgroep. Misschien kan het ook door alleen maar de namen te noemen van de mensen die erin zitten. De heer Satter: Wij kunnen ermee instemmen. Alleen als het gaat om de harde toezegging die er staat over de voortgang, wil onze fractie zeggen dat wij hopen dat dat haalbaar is en daar willen wij van u de garantie van hebben. Wij kunnen ons vinden in de samenstelling van de klankbordgroep. Uitbreiding, als het toch om agrarische gebouwen gaat, met iemand die uit de agrarische sector komt. Daar kunnen wij instemmen met de Partij van de Arbeid. De heer Looijen: Ik wil even reageren op wat de heer Krähe namens de PvdA zegt. De samenstelling van de klankbordgroep zoals die nu wordt voorgesteld is juist een afspiegeling van de samenstelling van het buitengebied van de gemeente Zaltbommel. Ik kan mij best voorstellen dat u daar een 3VO bij wilt hebben of de Gelderse Milieu Federatie, maar de partijen die hier zijn genoemd worden gevormd door mensen die of uit dat gebied afkomstig zijn of daar een bepaalde betrokkenheid bij hebben. Ik vind het echt te kort door de bocht dat u nu zegt, het zijn alleen maar agrariërs. Als de samenstelling van dat buitengebied vooral agrariërs is, dan denk ik dat u vooral daar eens gaat kijken of dat de mensen zijn waarmee u gaat praten. Dan gaat u er juist niet allerlei partijen van buiten het gebied bij betrekken. U suggereert nu dat de samenstelling van deze klankbordgroep absoluut onevenwichtig is en ik bestrijd dat ten zeerste, omdat dit juist een goede afspiegeling is van de samenstelling van het buitengebied zoals we dat binnen onze gemeente hebben. De heer Romp: De heer Krähe had een aantal goede suggesties voor uitbreiding. Ik denk dat het zinvol is om de Gelderse Milieu Federatie en 3VO toe te voegen. Ik denk dat de heer Looijen ook gelijk heeft, als daar veel agrariërs in het gebied wonen dan zitten er ook veel agrariërs in dat buitengebied. We moeten ook heel goed bedenken dat steeds meer stedelingen toch wel naar dat mooie gebied willen gaan en daarvan willen genieten in recreatie- en in toeristische gebieden. Een ander belangrijk punt wat hij aangaf was dat we niet meer de ellende van het Regionaal Plan moeten hebben met al die pettenverwisselingen. Wat dat betreft moeten wij er goed op toezien dat, als dat kan, in ieder geval niet raadsleden zich vertegenwoordigen in die klankbordgroep. Als het exraadsleden zijn lijkt mij dat uitstekend, want dat betekent alleen maar extra kennis. De heer Van Balken: Ik kan ondersteunen wat anderen zeggen dat je hier geen raadsleden in moet zetten als die namens een club vertegenwoordigd zijn, maar ik meen dat wel al ergens gezegd hebben dat er zoveel mogelijk geprobeerd moet worden in de nieuwe raad die belangenverstrengeling tot een einde te roepen. Uit het oogpunt van verkeersveiligheid denk ik dat het op zich wel goed is om die organisatie erin op te nemen. Als het gaat om de Gelderse Milieu Federatie dan vrees ik dat ze dat niet doen, omdat dat 88
een te ver van hun bed show is en zij zullen zeggen, dat kunnen we niet behappen om daar in de hele provincie mensen naar toe af te vaardigen. Ik denk dat in dat geval de Natuurwacht prima de belangen kan behartigen, want zij houden altijd contact met de Gelderse Milieu Federatie over dit soort zaken. De belangrijkste dingen zijn gezegd met de mededeling er geen raadsleden in te zetten. Wethouder Hackert: De capaciteit RO, mijnheer Bragt. Wij hebben bij de afdeling RO deze activiteiten ingepland. IJs en weder dienende, als er geen ziektegevallen optreden, kunnen wij dit aan, te meer daar ook met name de inventarisatiewerkzaamheden voornamelijk kunnen worden uitbesteed en daar zit met name het meeste werk in. Dus als wij geen uitvalproblemen krijgen op de afdeling kunnen wij het aan, maar omdat we andere dingen niet ook aankonden hebben wij u als raad gevraagd om voor 2 jaar een extra medewerker te voteren. Dat hoeft dus geen probleem te zijn. Verder is er instemming over dit voorstel, behalve dan dat er nog wat discussie is over de samenstelling van de klankbordgroep. Als ik u zo proef, zou ik willen voorstellen om 3VO nog aan de klankbordgroep toe te voegen en het daarbij te laten. Als er zeer specifieke gevallen zijn die milieu betreffen, is de Natuurwacht goed in staat om kort te sluiten met de Gelderse Milieu Federatie zoals de heer Van Balken ook al heeft gezegd. Concreet doe ik derhalve aan u het voorstel om 3VO toe te voegen aan de klankbordgroep. De heer Krähe: Ik ben al heel blij met de toezegging dat in ieder geval 3VO wordt toegevoegd aan de klankbordgroep. Daarmee heb je toch een stukje specifieke kennis in het verhaal toegevoegd. Ergens staat wel in het stuk dat bij fase 2 de samenstelling van de klankbordgroep nog breder zal worden. Ik zou toch in overweging willen geven om bij specifieke problemen er toch wat extra organisaties bij aan tafel roept. Ik kan mij ook voorstellen dat er specifieke milieuproblemen spelen in dit gebied, we hebben het al over luchtverontreiniging gehad enzovoorts. Ook bij de rivieren zou je specifieke problemen of zaken kunnen hebben met het landschap. Wat dat betreft ben ik blij met deze toezegging en ik zou willen vragen om in de tweede fase toch te bekijken of de groep nog wat breder zou kunnen worden. Wethouder Hackert: Het voorstel luidt ook dat in bijzondere gevallen er specifieke deskundigheid zal worden ‘ingehuurd’ om specifieke problemen op te lossen. Dat zit sowieso in het voorstel ingebakken. Je moet ook met een vaste klankbordgroep werken en daarin zitten dan de organisaties die wij hebben aangegeven inclusief 3VO als toevoeging. De voorzitter: Goed. Met de toezegging van de wethouder dat 3VO aan de klankbordgroep wordt toegevoegd en dat wij als raad hebben afgesproken om geen dubbele petten op te zetten en derhalve geen raadsleden op te nemen in de klankbordgroep, niet alleen om zoveel mogelijk maar om helemaal belangenverstrengeling te voorkomen, breng ik dit voorstel in stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van alle gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
89
RAADSVERGADERING Datum
: woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 18
Portefeuillehouder
: Wethouder Penninx
Nummer postregistratie
: 05.5433/Welon
Nummer programmabegroting
: 4
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Harmonisatie dorpshuizen - eindvoorstel Adviespunten / beslispunten 1. Instemmen met de nota harmonisatie multifunctionele accommodaties in de gemeente Zaltbommel en instemmen de daarin genoemde uitgangspunten en uitwerking; 2. Instemmen met het verstrekken van de in de nota genoemde budgetsubsidies en de daarbij behorende overgangsregeling met een op- en afbouwtermijn van drie jaar. Samenvatting Sinds de herindeling beoogt de gemeente Zaltbommel haar beleid ten aanzien van de multifunctionele accommodaties te harmoniseren. Daartoe zijn enkele ontwikkelnota’s en een onderzoeksrapport opgesteld en vastgesteld door Burgemeester en Wethouders en door gemeenteraad. In februari en maart van 2005 heeft een bijstelling van beleid plaatsgevonden op basis van de aanpaknotitie welke ter inzage is gelegd. Na overleg met de dorpshuisbesturen heeft dit geleid tot dit eindvoorstel harmonisatie multifunctionele accommodaties in de gemeente Zaltbommel. Het eindvoorstel wordt voorgelegd ter besluitvorming aan uw gemeenteraad. Beoogd effect Harmoniseren van het beleid ten aanzien van de multifunctionele accommodaties (dorpshuizen) in de gemeente Zaltbommel. Aanleiding Verschillen in beleid, onderhoud en subsidiering van de diverse multifunctionele accommodaties in de gemeente Zaltbommel na de herindeling. Beleidskader - De nota “Bouwstenen voor nieuw beleid!” van november 2001, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 november 2001 - Rapport Hospitality Consultants 2002 (vastgesteld door college van Burgemeester en Wethouders in 2002) - Notitie ‘In de kern verenigd’ (vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders in 2003)
90
-
Aanpaknotitie subsidiering multifunctionele accommodatie in de gemeente Zaltbommel (vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders in februari 2005 en besproken in de commissie Inwonerszaken van maart 2005).
Alternatieven en de mogelijke effecten daarvan 1. Niet instemmen met de in de nota genoemde uitgangspunten en uitwerking. Effect is het wijzigen van uitgangspunten en doorlopen van een aantal nieuwe overlegrondes met besturen van dorpshuizen. 2a. Niet instemmen met de in de nota genoemde budgetsubsidies. Effect is bijstellen normbedragen van de subsidies. 2b. Niet instemmen met de voorgestelde overgangregeling waarin in drie jaar een op- en afbouw van de subsidie plaatsvindt. Het voorstel tot een op- en afbouwtermijn van 1, 2 of 3 jaar is besproken met de besturen. - In één of twee jaar is niet wenselijk voor degenen wiens subsidie wordt afgebouwd. Effect is ook dat de gemeente met een verhoging van de subsidielast te maken krijgt. - Drie jaar heeft de voorkeur van een meerderheid van de besturen. Argumenten Op grond van onderstaande uitgangspunten is in overleg met de besturen van de dorpshuizen een eindresultaat bereikt waarop de harmonisatie per 1-1-2006 van start kan gaan. 1.1. Behoud van de maatschappelijke functie van de multifunctionele accommodaties met daarna(ast) het benutten van de mogelijkheden tot andersoortige, (waaronder commerciële) activiteiten. 1.2. Handhaving van de accommodaties in gemeentelijk eigendom (m.u.v. Kerkwijk) en bekostiging van de eigenaarlasten; 1.3. Harmonisatie van de beheers- en onderhoudsstructuur waarin de verantwoordelijkheden ten aanzien van het beheer, het onderhoud van gebouw en inventaris tussen gemeente (eigenaar), beherende instelling (bestuur) en commerciële horeca-exploitant (pachter of beheerder) helder zijn vastgelegd; 1.4. De exploitatie en het dagelijks beheer van de dorpshuizen privatiseren in combinatie met budgetsubsidiëring op vaste kosten; 1.5. Een uniform huurtarief voor gelijkwaardige ruimten voor niet-commerciële activiteiten; 1.6. Bij het vaststellen van een pachtsom of beheerloon uitgaan van de werkelijke marktwaarde, en deze van invloed laten zijn op de hoogte van de budgetsubsidie. Dit in plaats van het hanteren van een theoretisch berekende pachtsom of beheerloon; 1.7. Harmonisatie van de financiële administratie; 1.8. Invoering van de harmonisatie geschiedt budgettair neutraal; 1.9. Instellen van een overgangsregeling. De gemeente dient een redelijke termijn te gunnen voor de op- en afbouwtermijn van de subsidies. Vanwege het feit dat de gemeente als uitgangspunt ‘budgettair neutraal’ hanteert, is het niet mogelijk de subsidie in één jaar op te bouwen. De meerderheid van de besturen stellen voor een 3-jarige termijn te hanteren, waarbij in 2008 de eindsituatie wordt bereikt. Eén van de dorpshuisbesturen heeft laten weten hier niet mee eens te zijn en verzoekt om een opbouw in één jaar. Aanvullende informatie - Er is met enkele besturen gesproken over het nog dit jaar uitvoeren of in gang zetten van enkele onderhoudswerkzaamheden uit de meerjarenonderhoudsplanning. Dat is voor hen een voorwaarde om in te kunnen stemmen met het voorstel. - De besturen van alle dorpshuizen hebben allen ingestemd met de voorstelde systematiek, ook al zijn de enkele besturen van mening dat de subsidie voor hen te laag uitpakt in vergelijking met de andere dorpshuizen. - Enkele besturen hebben laten weten nog een voorbehoud te willen maken omdat zij als besturen instemming van de algemene ledenvergadering nodig hebben. Indien de ALV niet akkoord gaat, 91
kan desondanks de gemeenteraad instemmen met het voorstel tot harmonisatie. Het bestuur van het dorpshuis kan dan besluiten wel/niet in te stemmen met de uitwerking van de huur- en subsidieovereenkomst. Bij het niet instemmen van het bestuur ontstaat een nieuwe onderhandelingssituatie over de beheer- en exploitatie in de toekomst. Voortgang - opstellen en afsluiten huurovereenkomsten en subsidieovereenkomsten - verstrekken subsidies 2006 op basis van het voorstel (incl. op- en afbouwregeling) - evaluaties in 2006 en 2009 en jaarlijks overleg. Communicatie De besturen ontvangen een kopie van het raadsbesluit na 14 december 2005. Op 15 november 2005 is er nog een plenair overleg met de besturen. Mogelijk maken enkele besturen gebruik van de inspraakmogelijkheid bij de commissie IZ. Middelen Eén van de uitgangspunten van de gemeente is geweest de harmonisatie budgettair te laten plaatsvinden. Er hoeven geen middelen te worden bij- of afgeraamd op de totale post in de begroting. Het voorstel houdt wel in dat er een herverdeling tussen de dorpshuizen plaatsvindt. Daarvoor moeten nog begrotingswijzigingen plaatsvinden. Onderstaande tabel toont de totale budgettaire uitwerking en de uitwerking per dorpshuis: Accommodatie 2004 2005-huidige subsidie* 2006 2007 2008-eindsituatie Dorpshuis Kerkwijk 6631 6166 6537 6907 7278 Dorpshuis ’t Gement 0 204 1329 2453 3578 Dorpshuis Gambora 8264 7686 5985 4283 2582 Dorpshuis de Gaarde 5840 5431 3729 2026 324 Dorpshuis Podarwic 14388 13381 14011 14640 15270 Dorpshuis den Ham 13850 12881 14092 15302 16513** Totaal 48.973 45.748 45.683 45.611 45.545 * in 2005 heeft ten opzichte van 2004 een bezuiniging van 7% plaatsgevonden ** vanwege een mogelijk aanwezig energielek dak, ontvangt het bestuur jaarlijks een compensatie van 2.663, welke vervalt indien het energielek is verholpen.
Er vindt in 2005 een uitgave plaats uit het meerjarenonderhoudsbudget om enkele achterstallige onderhoudssituaties op te lossen van enkele dorpshuizen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester, P.A. Huijsman A. van den Bosch
Opmerking van de griffier naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in de commissie Inwonerszaken d.d. 22 november 2005: De commissie kan zich vinden in het ter vergadering gedane voorstel van de portefeuillehouder om naar aanleiding van een laatste overleg met de dorpshuisbesturen de overgangstermijn te verruimen naar 3 jaren, zodat in 2008 de eindsituatie bereikt wordt. De commissie bestempelt het voorstel als bespreekstuk voor de raad. Het college heeft het raadsvoorstel (zie middelen) en bijbehorende nota hierop aangepast. 92
Mevrouw Van der Linden: Dat kan heel kort: wij zijn blij dat het tot een goed einde is gekomen. Mevrouw Krijgh: Wij zijn ontzettend blij dat de harmonisatie van de dorpshuizen afgerond gaat worden, want dat geeft beslist een goed gevoel. Er zijn nog een paar vragen aan de wethouder waar ik graag nog antwoord op wil hebben. Er staat namelijk een mooie zin: “… Uit het meerjarenonderhoudsbudget enkele achterstallige onderhoudsituaties van enkele dorpshuizen …”. Zou dat geconcretiseerd kunnen worden? Verder mis ik zeker een belangrijke afspraak die gemaakt is over de toegroei van de huurtarieven van niet-commercieel gebruik en dat in 3 jaar. Dat zie ik graag toegevoegd. De heer Van ’t Zelfde: Het eindvoorstel ligt voor ons. Wij kunnen lezen dat de besturen van alle dorpshuizen hebben ingestemd met de voorgestelde systematiek. Het is wel zo, ondanks het feit dat ze ingestemd hebben, dat naar voren is gekomen dat dorpshuizen die minder goed draaiden nu een hogere subsidie krijgen en dorpshuizen die goed draaiden moeten het met een lagere subsidie doen. Ik zou bijna zeggen, dat de laatste een klein beetje gestraft worden. Maar ze hebben ermee ingestemd. Een zaak waarvoor ik nog aandacht wil vragen is de volgende. Zou het niet goed zijn om, met het oog op de stijgende energieprijzen, het evaluatiemoment eerder te bepalen dan in 2009? Zou het niet bijvoorbeeld in het jaar 2007 kunnen zijn? De heer Romp: Dorpshuizen zijn heel erg belangrijk voor de kleine kernen. Daar moeten wij dus veel energie en aandacht aan blijven besteden. Wij zijn blij dat de harmonisatie goed is afgerond. Het proces is niet fraai geweest, het heeft veel geld gekost, maar er ligt nu toch een akkoord. Ik heb nog één vraag en die gaat over de aansprakelijkheid van de bestuurder. Ik heb er in de commissie ook al naar gevraagd. Wordt op een gegeven moment geregeld dat de bestuurder van het dorpshuis niet voor alle schade aansprakelijk is als het onverhoopt misgaat met de exploitatie? Daar zit nog een los eindje, hoe gaat dat geregeld worden? De heer Maussen: Ook de VVD-fractie is blij dat het ei gelegd is. Het heeft een behoorlijke tijd geduurd. De dorpshuizen zijn akkoord. Ik heb nog één vraag aan de wethouder. Op bladzijde 3 worden bedragen genoemd en wat ons verbaast is dat enkele dorpshuizen aangeven dat zij de bedragen die u hier noemt aan verleende subsidie niet ontvangen hebben. De heer Van Doorn: Onze fractie kan ook instemmen met het voorstel. Het is wel grappig om te zien dat we het hebben over de harmonisatie van de dorpshuizen in plaats van de tarieven. Wethouder Penninx: Wij zijn vanzelfsprekend ook heel erg blij dat we commitment hebben met alle besturen van de dorpshuizen. Terugblikkend moeten we inderdaad constateren dat het veel sneller had gemoeten. Wat betreft de kosten is dat aan het begin van het proces geweest, het is allemaal met eigen menskracht uitgevoerd, en met name door wisseling van personen heeft het langer geduurd. Maar we zijn er nu. Dan zijn er hier en daar nog een paar vragen gesteld. Wat betreft de dorpshuizen en het achterstallig onderhoud kan ik zeggen dat dat in beeld is gebracht. Ik moet het uit mijn hoofd doen want ik heb mijn aantekeningen niet bij de hand, maar ik weet zeker dat daar Gameren bij zit en ik dacht ook Zuilichem. Wat betreft de systematiek, het toegroeien naar de huurtarieven, is er bestuurlijk afgesproken dat we vergelijkbare tarieven gaan hanteren voor vergelijkbare zaken. Dat geldt dus voor sociaal-culturele activiteiten, want voor commerciële activiteiten, consumpties en dergelijke hoeft dat niet. Daar zijn deze stappen voor afgesproken. 93
In reactie op de ChristenUnie, het heeft enige tijd gekost om tot een systematiek te komen. Het voorstel is om de systematiek te evalueren. Als u zegt, er komt een enorme stijging van energieprijzen aan, dan denk ik dat alle partijen, maar dat geldt voor alle verenigingen en instellingen, die krijgen van ons subsidie en ze worden geacht vervolgens zelf de zaken begrotingtechnisch te regelen. In dit geval zal vooral ook de pachter ervoor moeten zorgen dat inkomsten en uitgaven binnen dit kader voor hun verantwoordelijkheid in orde zijn. Ik zie dat dan ook niet als een reden om eerder te evalueren. Dat we de vinger aan de pols houden en ook wel signalen krijgen als gemeente als er zich calamiteiten voordoen bij allerlei organisaties, daarvan schat ik wel in dat dat komt. Wat betreft de aansprakelijkheid van bestuursleden dacht ik dat het zo geregeld is dat men daar in Nederland wel degelijk verzekering voor kan afspreken en dat wij ook hier de gebruikelijke afspraken willen hebben rond aansprakelijkheid van bestuurders. In een bespreking is daarover tot tevredenheid gesproken. Dan de vraag van de VVD. Ook in de commissie is gesproken over de vraag, wat voor getallen hanteer je. Men kan zich hier in ieder geval in vinden. Dit eindvoorstel is iedereen bekend. Dan denk ik, goed, dat is nu de deal, daar heeft iedereen bij gezeten. Ik dacht dat mijnheer De Gaaij ons in de commissie op dat spoor heeft gezet, zijn dit nu de getallen, waren dat begrotingscijfers, rekeningcijfers of werkelijke cijfers. We hebben geconstateerd dat wij gewerkt hebben met de cijfers die wij hanteren. Achteraf was er inderdaad sprake van verrekening. Ik zou hier toch willen voorstellen, en dat was dacht ik ook na te toelichting wel helder, dat we nu zeggen, hier is bestuurlijk draagvlak voor geweest, dit cijfers die we nu hebben vastgelegd voor de systematiek. Of de werkelijkheid dan is geweest conform de begroting …. laten we niet in die discussie treden. Bij harmonisatie is ook sprake van reserves en voorzieningen en we constateren dat vaak instellingen toeredeneren of toewerken naar de systematiek. Die was in de drie gemeenten verschillend. Laten we er kennis van geven dat je er best nog wel eens over kunt discussiëren, maar laten we nu zeggen, we hebben er samen een handtekening onder gezet, laten we dit afsluiten. Mochten we afrekenen over de afgelopen jaren, dat is nog wel een escape die ik zou willen noemen, bijvoorbeeld over de situatie in heden en er zou nog onjuistheid zitten, dan kunnen we altijd als college nog besluiten bij de vaststelling van de subsidies om eventueel maatwerk daar te doen. Maar naar de toekomst kijkend, blijf hiervan af, want we hadden een deal. De heer De Gaaij: Wij zijn blij dat het tot een oplossing is gekomen. Daarover bestaat geen misverstand. Mijn kritiek was dat hier net gesuggereerd wordt of dat voor 2005 dit de bedragen zijn. Dit zijn begrotingsbedragen en de bedragen die voor 2006 en volgens staan vermeld dat zijn ook werkelijke bedragen, die we gaan uitbetalen. Uit dat lijstje is dat onduidelijk. De heer Maussen: Dat betekent concreet dat je nu zeker weet dat je meer geld gaat uitgeven dan datgene wat we tot nu toe hebben uitgegeven. Ik neem aan dat dat kortgesloten is met de afdeling Financiën en niet dat dat straks opeens bij de managementrapportage naar buiten komt. Er zijn dus dorpshuizen die uiteindelijk bij de afrekening minder subsidie krijgen dan de bedragen die hier staan. Dus die dorpshuizen gaan er uiteindelijk op vooruit. Die zeggen, als ik 0 euro subsidie krijg en in theorie zou het € 5.431,-- zijn en ik krijg nu € 54,31, gegarandeerd dat ik er dan op vooruit ga. Sluit dat even kort met de afdeling Financiën, zodat we daar straks geen verrassingen over krijgen. Wethouder Penninx: Het college werkt met begrotingen en wij hebben nu gewerkt binnen de budgetten die structureel in de begroting zitten. Als u zegt dat bij de daadwerkelijke afrekening de cijfers anders zijn, en ik kan u wel melden dat we als we terugkijken vaak geld overhouden op het product subsidieverlening, dan is dat werkelijk zo. Bij de daadwerkelijke vaststelling van de subsidie kunnen we daar best naar kijken. Dit past in ieder geval binnen de begroting. We hebben geen begrotingsoverschrijding. Als u zegt, weet u dan dat u misschien minder meevallers kunt inboeken de komende jaren bij de jaarrekening, ja, dat is dan misschien zo. Maar we hebben gewerkt met de begroting en dat is ons kader. We hebben misschien minder meevallers te melden, maar in ieder geval geen tegenvallers, zoals het er nu naar uit ziet.
94
Mevrouw Krijgh: Er is door de wethouder gezegd, er zijn afspraken gemaakt over de huurtarieven. Ik wil graag concreet vermeld hebben dat er een toegroei is over 3 jaar, dat het dus in 3 jaar verrekend wordt en niet dat er afspraken zijn. Dat vind ik iets te abstract. Wethouder Penninx: Ja, de afspraak is dat het in 3 jaar verrekend wordt. De voorzitter: Die toezegging heeft u binnen. Dan gaan we nu over tot besluitvorming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
95
RAADSVERGADERING
Datum
: Woensdag 14 december 2005
Agendapunt
: 19
Portefeuillehouder
:
Nummer postregistratie
:
Nummer programmabegroting
:
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Sluiting
De voorzitter: Ik wens u allen heel goede Kerstdagen toe, veel vrede op aarde en een goede jaarwisseling.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.50 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 9 februari 2006
De griffier
De voorzitter
G.B. Gnodde
A. van den Bosch
Terug naar agenda
96