Raadsvergadering : 12 december 2011 Voorstelnr.
: R 6870
Onderwerp
: wijziging sociale zekerheidsverordeningen
Agendanr. 14
Stadskanaal, 25 november 2011
Beslispunten 1. De wijzigingen van de "Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal" vaststellen. 2. De wijzigingen van de "Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal" vaststellen. 3. De wijzigingen van de "Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal" vaststellen. 4. De wijzigingen in de besluiten 1 tot en met 3 treden in werking op 1 januari 2012, mitsdien de wijziging van de Wet werk en bijstand op die dag in werking treedt, dan wel op de dag nadat de wetswijziging van kracht is.
Aan de raad 1. Inleiding Op 1 januari 2012 treedt de wijzigingswet "Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (hierna: WIJ) gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden" (hierna: Wwb 2012) in werking. Doordat de WIJ per 1 januari 2012 wordt ingetrokken, vervallen de daarop gebaseerde verordeningen eveneens per 1 januari 2012. Jongeren vallen door de wetswijziging voortaan onder de aangepaste Wwb (overgangssituaties daargelaten). De wetswijziging betreft aanscherping van de Wwb en kent een viertal uitgangspunten. Uitgangspunten aanscherping Wwb 2012: 1. De eigen verantwoordelijkheid van de burger komt meer centraal te staan. 2. Het activerende karakter en de vangnetfunctie van de Wwb worden versterkt. 3. Wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen van mensen met een uitkering op grond van de Wwb. 4. De gemeentelijke doelgroep voor minimabeleid wordt ingeperkt. Voorgaande uitgangspunten resulteren in de volgende voornaamste wijzigingen op hoofdlijnen: 1. Wachtperiode van vier weken voor jongeren tot 27 jaar na melding bij het UWV, alvorens zij aanspraak kunnen maken op bijstand. 2. Introductie huishoudinkomentoets: bij de verstrekking van bijstand wordt niet alleen meer gekeken naar de middelen van aanvrager en partner, maar wordt gekeken naar alle gezinsleden. Hierdoor neemt de doelgroep van rechthebbenden af. 3. Aanscherping verplichtingen: introductie Tegenprestatie (onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden). 1
De plicht om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden bestaat al, net als de plicht om een voorziening gericht op arbeidsinschakeling te aanvaarden. Daar wordt aan toegevoegd de plicht om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. De tegenprestatie kent geen verplichte samenloop met een re-integratietraject. 4. Het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand wordt genormeerd op maximaal 110% van het sociaal minimum. 5. Het verplichte werkleeraanbod door ons college, zoals gold onder het regime van de WIJ, aan jongeren tot 27 jaar, wordt vervangen door recht op ondersteuning bij de vormgeving van de eigen verantwoordelijkheid op weg naar economische zelfstandigheid. Dwingend wettelijk opgelegd nieuw beleid De Wwb 2012 kent dwingend wettelijk opgelegd nieuw beleid. Dat nieuwe beleid is het gevolg van: 1. herdefiniëring van de leefvormen die als afzonderlijke bijstandssubjecten in aanmerking komen voor bijstand en de daaraan gerelateerde invoering van de huishoudinkomentoets1; 2. normering van de inkomensgrens op 110% van het sociaal minimum (i.e. voor bijstandsgerechtigden de bijstandsnorm plus/minus verhogingen en verlagingen) voor het recht op categoriale bijzondere bijstand, de zogenaamde minimaregelingen. Uitwerking De gemeentelijke uitwerking van de nieuwe wetgeving zal in een apart raadsvoorstel aan u worden voorgelegd. Het betreft de wijze van sanctioneren (= afstemmen) van gedragingen van belanghebbenden die een schending vormen van de navolgende bij wet geregelde verplichtingen: 1. de verplichting voor het verrichten van een tegenprestatie naar vermogen; 2. de verplichting voor jongeren om niet eerder dan vier weken na melding bij het UWV een aanvraag van algemene bijstand in te dienen; 3. de verplichting voor jongeren om gedurende de wachtperiode van vier weken te zoeken naar mogelijkheden voor werk (kan nu al afgestemd worden) of scholing (een verplichting die pas 1 juli 2012 in werking treedt). Voorstel wijziging sociale zekerheidsverordeningen Wwb De aan u ter wijziging voorgelegde verordeningen dienen in overeenstemming te zijn met de gewijzigde Wet werk en bijstand. Het betreft de volgende verordeningen: 1. de "Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal; 2. de "Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal"; 3. de "Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal". 1.1. Beoogd effect Het beoogde effect is dat de verordeningen, aan u voorgelegd ter wijziging, aansluiten op de gewijzigde Wet werk en bijstand. 2. Argumenten De aan u voorgelegde verordeningen dienen aangepast te worden aan de nieuwe wetgeving. 3. Aanpak/uitvoering/voortgang Nadat u heeft ingestemd met de wijzigingen, zal uw besluit worden bekendgemaakt in de "Kanaalstreek". De betrokken verordeningen zullen worden geconsolideerd op onze regelingenbank. 3.1. Communicatie Uw besluit zal worden bekendgemaakt in de "Kanaalstreek". 1
Zie voor nadere toelichting tevens de toelichting op onderdeel C van het wijzigingsvoorstel van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal.
2
4. Juridische consequenties De wijzigingen in de verordeningen moeten op grond van artikel 142 van de Gemeentewet bekendgemaakt worden, voordat zij in werking treden. De gewijzigde verordeningen zullen na bekendmaking gedurende twaalf weken ter inzage liggen in de hal van het Publieksbureau. De wijzigingen betreffen allen algemeen verbindende voorschriften, hiertegen zijn geen rechtsmiddelen in te zetten. Wel is tegen de individuele beschikkingen op grond van de verordeningen bezwaar en beroep in te stellen. 5. Kosten, baten en dekking Met dit voorstel zijn geen kosten gemoeid. 6. Standpunt commissie en ondernemingsraad Het Cliëntenplatform Stadskanaal is ingelicht.
Burgemeester en wethouders
de heer G.J. van der Zanden secretaris
mevrouw B.A.H. Galama burgemeester
RMe/ 3
Nr. 14 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2011, nr. R 6870; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat intrekking van de Wet investeren in jongeren en wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 het noodzakelijk maakt om de verordeningen die hun grondslag vinden, in laatstgenoemde wet aan te passen; besluit: 1. De wijzigingen van de "Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal" als volgt vast te stellen: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 1. De begripsomschrijvingen in de Wet werk en bijstand en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. 2. Hetgeen vermeld in artikel 1, wordt ondergebracht in een nieuw lid, waarbij de onderdelen h, k, t, u, v en w komen te vervallen onder vernummering van de onderdelen a, b, c, d, e, f, g, i, j, l, m, n, o, p, q, r, s, x, y en z tot a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s en t, luidende: 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Wwb: Werk werk en bijstand; b. Ioaw: de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; c. Ioaz: de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; d. WSW: de Wet Sociale Werkvoorziening; e. Wet REA: Wet Re-integratie Arbeidsgehandicapten; f. Anw: Algemene nabestaandenwet; g. Bbz: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen; h. bijstandsgerechtigde: persoon die algemene bijstand ontvangt, zoals bedoeld in de wet; i. uitkeringsgerechtigde: personen met een uitkering ingevolge de wet, de Ioaw of de Ioaz; j. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal; k. algemeen geaccepteerde arbeid: iedere vorm van betaalde arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de WSW of arbeid in strijd met de wet of goede zeden; l. ondersteuning: het geheel van activiteiten, al dan niet onderdeel uitmakend van een volledig re-integratietraject en opgenomen in een door de aanvrager en de gemeente ondertekend trajectplan, dat bijdraagt aan de inschakeling in de arbeid; m. de doelgroep: de personen aan wie op grond van artikel 7 van de Wwb, eerste lid onder sub a. door de gemeente ondersteuning kan worden geboden en zoals omschreven in artikel 2 van deze verordening; 1
n. voorliggende voorziening: de voorziening zoals genoemd in artikel 5, onder f van de Wwb; o. arbeidsinschakeling: arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 6, onder sub b van de wet; p. aanvrager: de personen in de leeftijd van 18 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, genoemd in artikel 10, leden 1 en 2 van de Wwb onderscheidenlijk artikel 5, lid 1 van de Ioaw, artikel 5, lid 1 van de Ioaz en artikel 2 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004; q. duurzame uitstroom: gedurende een dusdanige periode verzekeringsplichtige reguliere arbeid verrichten, waardoor wordt voldaan aan het gestelde in de artikelen 17, 17a, 17b en 17c van de Werkloosheidswet. Met reguliere arbeid wordt gelijkgesteld het verrichten van arbeid als zelfstandige in een rechtmatig gevestigd, levensvatbaar beroep of bedrijf, mits gedurende een periode van drie jaar geen beroep wordt gedaan op een uitkering voor levensonderhoud ingevolge het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004. Met duurzame uitstroom wordt tevens gelijkgesteld het gedurende een dusdanige periode door de aanvrager verrichten van een dienstverband in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening, indien perspectief op het verkrijgen van reguliere arbeid in aangepaste omstandigheden niet aanwezig is en als zodanig door de indicatiecommissie is vastgesteld; r. grondslag: de bedragen genoemd in artikel 5, lid 3 van de Ioaw dan wel artikel 5, lid 5 van de Ioaz; s. trajectplan: een individueel plan, gericht op het vergroten van de mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces of deelname aan sociale activiteiten; t. scholing: een door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen erkende (beroeps)opleiding. B In artikel 16, eerste lid, wordt "Reïntegratieverordening" vervangen door: Re-integratieverordening. 2. De wijzigingen van de "Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal" als volgt vast te stellen: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. De onderdelen b t/m k en n komen te vervallen. b. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal. c. Onder vernummering van de onderdelen l en m tot c en d, wordt in onderdeel d "l" vervangen door: c. 2. De leden 3, 4, 5 en 6 komen te vervallen. B Na hoofdstuk 3 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat als volgt luidt: Hoofdstuk 3a Regelingen in verband met de wijzigingen in de Wwb en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. C Na artikel 9 wordt in hoofdstuk 3a een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 9a Wijziging betekenis begrippen Waar in deze verordening wordt gesproken van "gehuwde(n)" of "gehuwdennorm", hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als "gezin", bedoeld in artikel 4, respectievelijk "gezinsnorm", bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet.
2
D Na artikel 9a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 9b Wijziging verwijzingen 1. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel a van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 20, eerste lid, onderdeel b van de wet. 2. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel b van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 20, tweede lid, onderdeel b van de wet. 3. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel c van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 21, eerste lid van de wet. 3. De wijzigingen van de "Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal" als volgt vast te stellen: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 1. De begripsomschrijvingen in de Wet werk en bijstand en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. 2. Hetgeen vermeld in het huidige artikel 1, wordt ondergebracht in een nieuw lid, waarbij de onderdelen e en h komen te vervallen en het onderdeel f, luidende: "kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken;", komt te luiden: f. kind: ten laste komend kind; onder vernummering van de onderdelen f en g tot e en f, die als volgt komt te luiden: 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders; b. de wet: Wet werk en bijstand (Wwb); c. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; d. WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000; e. kind: ten laste komend kind; f. peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat. B Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 1a Wijziging betekenis begrippen Waar in deze verordening wordt gesproken van "gehuwde(n)" of "gehuwdennorm", hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als "gezin", bedoeld in artikel 4, respectievelijk "gezinsnorm", bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet. C Artikel 3, tweede lid, komt te luiden: 2. Voor aanvragen geldt dat een draagkrachtloos inkomen wordt bepaald op 110% van de geldende bijstandsnorm. 4. De wijzigingen in de besluiten 1 tot en met 3, treden in werking op 1 januari 2012, mitsdien de wijziging van de Wet werk en bijstand op die dag in werking treedt, dan wel op de dag nadat de wetswijziging van kracht is. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 december 2011. De raad
de heer K. Willems raadsgriffier
mevrouw B.A.H. Galama voorzitter
RMe/ 3
WIJZIGINGEN SOCIALE ZEKERHEIDSVERORDENINGEN ALGEMENE TOELICHTING Achtergrond Op 1 januari 2012 treedt de wijzigingswet "Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (WIJ) gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden" (hierna: Wwb 2012) in werking. Doordat de WIJ per 1 januari 2012 wordt ingetrokken, vervallen de daarop gebaseerde verordeningen eveneens per 1 januari 2012. Jongeren vallen door de wetswijziging voortaan onder de aangepaste Wwb (overgangssituaties daargelaten). De wetswijziging betreft aanscherping van de Wwb en kent een viertal uitgangspunten. Uitgangspunten aanscherping Wwb 2012: 1. De eigen verantwoordelijkheid van de burger komt meer centraal te staan. 2. Het activerende karakter en de vangnetfunctie van de Wwb worden versterkt. 3. Wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen van mensen met een uitkering op grond van de Wwb. 4. De gemeentelijke doelgroep voor minimabeleid wordt ingeperkt. Voorgaande uitgangspunten resulteren in de volgende voornaamste wijzigingen op hoofdlijnen: 1. Wachtperiode van vier weken voor jongeren tot 27 jaar na melding bij het UWV, alvorens zij aanspraak kunnen maken op bijstand. 2. Introductie huishoudinkomentoets: bij de verstrekking van bijstand wordt niet alleen meer gekeken naar de middelen van aanvrager en partner, maar wordt gekeken naar alle gezinsleden. Hierdoor neemt de doelgroep van rechthebbenden af. 3. Aanscherping verplichtingen: introductie Tegenprestatie (onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden). De plicht om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden bestaat al, net als de plicht om een voorziening gericht op arbeidsinschakeling te aanvaarden. Daar wordt aan toegevoegd de plicht om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. De tegenprestatie kent geen verplichte samenloop met een re-integratietraject. 4. Het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand wordt genormeerd op maximaal 110% van het sociaal minimum. 5. Het verplichte werkleeraanbod door het college, zoals gold onder het regime van de WIJ, aan jongeren tot 27, wordt vervangen door recht op ondersteuning bij de vormgeving van de eigen verantwoordelijkheid op weg naar economische zelfstandigheid. Dwingend wettelijk opgelegd nieuw beleid De Wwb 2012 kent dwingend wettelijk opgelegd nieuw beleid. Dat nieuwe beleid is het gevolg van: 1. herdefiniëring van de leefvormen die als afzonderlijke bijstandssubjecten in aanmerking komen voor bijstand en de daaraan gerelateerde invoering van de huishoudinkomentoets; 2. normering van de inkomensgrens op 110% van het sociaal minimum (i.e. voor bijstandsgerechtigden de bijstandsnorm plus/minus verhogingen en verlagingen) voor het recht op categoriale bijzondere bijstand, de zogenaamde minimaregelingen.
1
TOELICHTING PER VERORDENING EN PER ONDERDEEL 1. Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal A1. Door invoeging van lid 1, wordt in de verordening verwezen naar de Wet werk en bijstand. Hierdoor wordt mogelijke verwarring dan wel inconsistentie met de wet voorkomen en wordt daardoor tevens aangesloten bij gewijzigde begripsomschrijving van de begrippen "gezin", "alleenstaande" en "alleenstaande ouder" na inwerkingtreding van de Wwb 2012. A2. De verwijderde begrippen omschreven in de volgende onderdelen, zijn bepaald in de Wet werk en bijstand: h. voorzieningen: voorzieningen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de Wwb en beschreven in deze verordening (artikel 8); k. niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon bedoeld in artikel 6, onder a van de Wwb; t. alleenstaande: de persoon genoemd in artikel 4, onder a van de Wwb; u. alleenstaande ouder: de persoon genoemd in artikel 4, onder b van de Wwb; v. gezin: de personen genoemd in artikel 4, onder c van de Wwb; w. bijstandsnorm: de norm zoals gedefinieerd in artikel 5, onder c van de Wwb. B.
Artikel 16, eerste lid wordt aangepast aan de huidige spelling, zodat de verordening aangehaald wordt als: "Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal".
2. Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal A1. Onderdeel a In het tweede lid komen de onderdelen b t/m k en n te vervallen doordat in lid 1 verwezen wordt naar de Wet werk en bijstand. Hierdoor wordt mogelijke verwarring dan wel inconsistentie met de wet voorkomen en wordt daardoor tevens aangesloten bij gewijzigde begripsomschrijving van de begrippen "gezin", "alleenstaande" en "alleenstaande ouder" na inwerkingtreding van de Wwb 2012. Onderdeel b Dit onderdeel is voor de duidelijkheid opgenomen. Onderdeel c Dit onderdeel betreft vernummering. A2. De volgende verwijderde begrippen, zoals genoemd in de leden 2 t/m 6, zijn bepaald in de Wet werk en bijstand: 2. In deze verordening wordt verstaan onder: b. alleenstaande: de ongehuwde van 21 jaar tot 65 jaar, die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het een bloedverwant betreft in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van een zorgbehoefte; c. alleenstaande ouder: de ongehuwde van 21 jaar tot 65 jaar, die de volledige zorg heeft voor één of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant als onder b.; d. gehuwd: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c van de wet; e. kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind; f. ten laste komend kind: het kind, jonger dan 18 jaar, voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken; g. gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c van de wet; h. toeslag: de verhoging van de norm voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, bedoeld in artikel 25 van de wet; 2
3.
4. 5.
6.
i. verlaging: de verlaging van de norm of de toeslag, bedoeld in de artikelen 26 en 27 van de wet; j. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken; k. woning: een woning, woonwagen en een woonschip; n. netto-minimumloon: het met inachtneming van artikel 37 van de wet berekende bedrag per maand. Als gehuwd of als echtgenoot wordt mede aangemerkt de ongehuwde, die met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad, indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van een zorgbehoefte. Als ongehuwd wordt mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij is gehuwd. Van een gezamenlijke huishouding is sprake, indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht, indien de belanghebbenden hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en: a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de verlening van bijstand als gehuwden zijn aangemerkt; b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de één door de ander; c. zij zich wederzijds hebben verplicht tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; d. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het voorgaande lid.
B.
Een nieuw hoofdstuk inzake Wwb 2012 wordt ingevoegd.
C.
Een nieuw artikel 9a Wijziging betekenis begrippen, wordt ingevoegd vanwege het nieuwe begrip "gezin" dat verband houdt met de invoering van de huishoudinkomentoets. De gezinsnorm vervangt de gehuwdennorm in de Wwb 2012. Hierdoor wordt niet langer uitgegaan van het inkomen van gehuwde partners, maar van het inkomen van het gezin, bestaande uit twee of meer meerderjarige personen met de eventueel tot hun last komende kinderen. Met andere woorden, de kring van rechthebbenden wordt verkleind en de grondslag voor het recht op bijstand wordt verruimd tot alle gezinsleden die hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning.
D.
Een nieuw artikel 9b Wijziging verwijzing, wordt ingevoegd in verband met vernummering van de Wwb.
3. Wijziging Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal A1. Door invoeging van lid 1, wordt in de verordening verwezen naar de Wet werk en bijstand. Hierdoor wordt mogelijke verwarring dan wel inconsistentie met de wet voorkomen en wordt daardoor tevens aangesloten bij gewijzigde begripsomschrijving van de begrippen "gezin", "alleenstaande" en "alleenstaande ouder" na inwerkingtreding van de Wwb 2012. A2. De verwijderde begrippen omschreven in de volgende onderdelen, zijn bepaald in de Wet werk en bijstand: In deze verordening wordt verstaan onder: e. bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de wet; h. vermogen: vermogen overeenkomstig artikel 34 van de wet. 3
B.
Een nieuw artikel 1a Wijziging betekenis begrippen, wordt ingevoegd vanwege het nieuwe begrip "gezin" wat het begrip "gehuwden" vervangt. De begripswijziging in de Wwb houdt verband met de invoering van de huishoudinkomentoets.
C.
Artikel 3, tweede lid, wordt gewijzigd in verband met de door de wetgever geïntroduceerde maximale inkomensgrens voor het recht op categoriale bijzondere bijstand, zoals de langdurigheidstoeslag, van 110% van het sociaal minimum. Daarboven bestaat geen recht meer op categoriale bijzondere bijstand.
4