Raadsvergadering : 9 juli 2012 Voorstelnr.
: R 6890
Onderwerp
: Kwijtscheldingsbesluit Stadskanaal 2013
Agendanr. 14
Stadskanaal, 22 juni 2012
Beslispunten A. het Kwijtscheldingsbesluit Stadskanaal 2013 vaststellen, zodat: 1. naast niet-ondernemers tevens kleine ondernemers die ook leven op bijstandsniveau voor privé opgelegde gemeentelijke belastingen op gelijke wijze als niet-ondernemers, in aanmerking komen voor kwijtschelding van die belastingen, alsmede, 2. AOW’ers dezelfde mate van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen houden, alsmede, 3. bij een verzoek om kwijtschelding rekening wordt gehouden met de eigen bijdrage van kinderopvang; B. de financiële consequenties verwerken in de programmabegroting 2013.
Aan de raad 1. Inleiding Uw raad kan bepalen dat naast niet-ondernemers, ook kleine ondernemers, die leven op bijstandsniveau, in aanmerking kunnen komen voor privé opgelegde gemeentelijke belastingen. Bij kleine ondernemers gaat het in dit geval om natuurlijke personen, die een bedrijf zonder rechtspersoonlijkheid (zoals een eenmanszaak) of een zelfstandig beroep (zoals kunstenaar of notaris) uitoefenen. Daarnaast kan bepaald worden dat bij kwijtscheldingsverzoeken van AOW’ers bij de bepaling van de kosten van het bestaan uitgegaan moet worden van de netto AOW-norm opdat zij dezelfde mate van kwijtschelding houden. Tevens kan uw raad bepalen dat bij kwijtscheldingsverzoeken rekening gehouden wordt met de eigen bijdrage van de kinderopvang. A.1 Als gevolg van een wijziging van de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990" kan uw raad kleine ondernemers op dezelfde wijze als niet-ondernemers in aanmerking laten komen voor kwijtschelding van privé opgelegde gemeentelijke belastingen. A.2 Sinds 2009 wordt de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting in vijftien jaar afgeschaft, waardoor het inkomen van huishoudens met alleenverdieners daalt. Met de inwerkingtreding van de wet "Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet" met ingang van 1 januari 2012, wordt de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon, waaraan de bijstandsnorm is gekoppeld, geleidelijk afgebouwd. 1
Met deze maatregel wordt voorkomen dat de netto bijstand voor een stel dat niet werkt vanaf 2018 hoger zal zijn dan de netto-inkomsten van een werkende kostwinner die minimumloon heeft en werken voor het minimumloon niet meer loont. De AOW is echter een volksverzekering voor gepensioneerden en geen bijstandsvoorziening en is daarom uitgezonderd van de maatregel van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting. Dit heeft als keerzijde dat AOW’ers in mindere mate in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen omdat de draagkracht, naast het vermogen, wordt gemeten aan de hand van de (lagere) bijstandsnorm. Verruiming van de "Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen" biedt uw raad de mogelijkheid om AOW’ers dezelfde mate van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen te laten houden door bij de bepaling van de kosten van het bestaan uit te gaan van de AOW-norm in plaats van de bijstandsnorm. A.3 Bij kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kan nu als gevolg van een wijziging van de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990" rekening gehouden worden met de eigen bijdrage voor kinderopvang. Huishoudens, en met name alleenstaande ouders, die vanuit een bijstandssituatie aan het werk gaan, komen in veel gevallen niet meer in aanmerking voor bijzondere bijstand en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Dat komt doordat het netto-inkomen dan te hoog wordt. Maar tegelijkertijd kan het zijn dat het besteedbaar inkomen afneemt vanwege de kosten van kinderopvang en er sprake is van de zogenaamde armoedeval. In dit voorstel wordt met deze armoedeval eveneens rekening gehouden voor zover het de mogelijkheid betreft om kwijtschelding te verkrijgen. 1.1. Beoogd effect A.1 Kleine ondernemers die op bijstandsniveau leven, kunnen op dezelfde wijze als nietondernemers in aanmerking komen voor kwijtschelding van privé opgelegde gemeentelijke belastingen. A.2 AOW’ers houden dezelfde mate van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. A.3 De armoedeval van huishoudens die vanuit een bijstandssituatie aan het werk gaan, wordt verminderd waardoor een belemmering om te participeren op de arbeidsmarkt wordt weggenomen. 2. Argumenten Er zijn naar onze mening belangrijke argumenten aan te voeren waarom wij burgers in de gelegenheid willen stellen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van bepaalde gemeentelijke belastingen. Die argumenten hebben betrekking op sociale motieven, het voorkomen van armoedeval en het kostenmotief. Sociale motieven vormen het uitgangspunt van het kwijtscheldingsbeleid. In het bestuursakkoord is als uitgangspunt opgenomen dat minima zoveel mogelijk ontzien moeten worden. Ook het voorkomen van armoedeval, wat een belemmering kan zijn om te gaan werken, valt daar onder.
2
A.1 Met dit voorstel wordt het verschil tussen kwijtscheldingsmogelijkheden voor nietondernemers en kleine ondernemers met betrekking tot privé opgelegde gemeentelijke belastingen weggenomen. A.2 Met dit voorstel behouden AOW’ers dezelfde mate van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. A.3 Het kabinet ziet armoedeval, minder besteedbaar inkomen, ook al werk je (meer), als een ongewenste situatie. Het zorgt immers voor een belemmering om te participeren op de arbeidsmarkt. Het kabinet roept daarom gemeenten op om een bijdrage te leveren aan het verminderen van de armoedeval. 3. Aanpak/uitvoering/voortgang 3.1. Communicatie Het besluit wordt bekendgemaakt in de Kanaalstreek en geconsolideerd op onze Regelingenbank. 4. Juridische consequenties Tegen uw Kwijtscheldingsbesluit als zodanig kunnen geen rechtsmiddelen worden ingezet. Wel kunnen tegen de individuele beschikkingen van de invorderingsambtenaar tot weigering van de kwijtschelding beroep worden ingesteld bij ons college. Ook kleine ondernemers kunnen dan gebruikmaken van de beroepsmogelijkheden. 5. Kosten, baten en dekking A.1 Het budgettaire financiële effect wordt geraamd op maximaal € 5.000,00 structureel per jaar. De financiële consequenties zullen worden verwerkt in de programmabegroting 2013. A.2 Doordat AOW’ers dezelfde mate van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen blijven houden, betreft dit budget neutraal beleid. A.3 Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt vanaf 2012 structureel € 10 miljoen beschikbaar om de armoedeval te beperken door rekening te houden met kosten kinderopvang bij het verlenen van bijzondere bijstand en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Het geld wordt ongeoormerkt gestort in het gemeentefonds. Het bedrag dat de gemeente Stadskanaal ontvangt bedraagt circa € 25.000,00. Via de septembercirculaire 2011 is dit bedrag als voordeel verwerkt in de begroting. Omdat wij niet precies weten in welke mate mensen uit de doelgroep kosten maken voor kinderopvang, kunnen wij niet precies bepalen wat deze verruiming betekent voor het kwijtscheldingsbeleid. De netto afname van de opbrengst van de betreffende heffingen zal naar waarschijnlijkheid marginaal zijn en wordt verwerkt in de programmabegroting 2013. 6. Standpunt commissie en adviesraad Het CliëntenPlatform Stadskanaal (CPS) geeft een positief advies. Het CPS geeft aan voorstander te zijn van het toepassen van de ruimere vermogensnorm van de Wet werk en bijstand (WWB) bij kwijtscheldingsverzoeken in plaats van de norm van afdeling 2 Hoofdstuk II van de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990". 3
Het ministerie heeft vanwege de verwachting dat het toepassen van de WWB vermogensnorm de armoedeval zal verergeren (onderschreven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten), besloten gemeenten niet de mogelijkheid te bieden om de ruimere vermogensnorm van de WWB toe te passen bij kwijtscheldingsverzoeken. In de bijlage treft u de zienswijze van het CPS aan.
Burgemeester en wethouders
de heer G.J. van der Zanden secretaris
mevrouw B.A.H. Galama burgemeester
RMe/ 4
Nr. 14 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 juni 2012, nr. R 6890; gelet op artikel 255, vierde lid van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en artikel 28, eerste lid, onderdeel b, en het derde lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; gezien de door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en de Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën vastgestelde Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelasting, waarbij de gemeenteraad afwijkende regels kan stellen met betrekking tot de wijze waarop het inkomen in aanmerking wordt genomen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtscheldingen wordt verleend; besluit: het navolgende "Kwijtscheldingsbesluit Stadskanaal 2013" vast te stellen. Artikel 1 Inkomensvrijstelling 1. Op grond van de krachtens artikel 26 van de Invorderingswet 1990 bij ministeriële regeling gestelde regels, wordt bij de invordering, in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, het percentage van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 van de bijstandsnorm. 2. Op grond van de krachtens artikel 26 van de Invorderingswet 1990 bij ministeriële regeling gestelde regels, wordt bij de invordering, in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, het percentage van de kosten van het bestaan voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd, als bedoeld in artikel 7, onderdeel a van de Algemene ouderdomswet, hebben bereikt, vastgesteld op 100 van de toepasselijke netto AOW-norm verhoogd met de toepasselijke tegemoetkoming koopkracht oudere belastingplichtige (MKOB). 3. Onderdelen 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op het vaststellen van de kosten van het bestaan bij kwijtscheldingsverzoeken van natuurlijke personen die geen verband houden met de uitoefening van een bedrijf of zelfstandig beroep door overeenkomstige toepassing van afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringregeling Invorderingswet 1990 in plaats van de afdelingen 3 en 4 van voornoemd hoofdstuk. Artikel 2 Kinderopvang Bij een verzoek om kwijtschelding wordt rekening gehouden met de netto-kosten voor kinderopvang. Artikel 3 Intrekking anterieur besluit Het raadsbesluit van 15 december 1997, nr. R 5307, wordt ingetrokken. Artikel 4 Inwerkingtreding, overgangsrecht, citeertitel 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013. 2. Het besluit als bedoeld in artikel 3 blijft van toepassing op belastbare feiten en omstandigheden die zich voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit hebben voorgedaan. 3. Dit besluit wordt aangehaald als "Kwijtscheldingsbesluit Stadskanaal 2013". 1
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 2012.
De raad
de heer K. Willems raadsgriffier
mevrouw B.A.H. Galama voorzitter
RMe/ 2
Toelichting Kwijtscheldingsbesluit Stadskanaal 2013 Algemeen Sinds het raadbesluit van 15 december 1997, nr. R 5307, wordt gebruikgemaakt van de verruimde mogelijkheid om, in afwijking van de Uitvoeringsregels Invorderingswet 1990, bij de bepaling van de kosten van bestaan niet uit te gaan van 90% maar van 100% van de toepasselijke bijstandsnorm. Als gevolg van een wijziging van de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990" kunnen kleine ondernemers op dezelfde wijze als niet-ondernemers in aanmerking komen voor kwijtschelding van privé-belastingschuld. Daarnaast kan voor de kwijtscheldingstoets de eigen bijdrage voor kinderopvang in mindering gebracht worden op het besteedbaar inkomen zodat de armoedeval bij werkaanvaarding wordt verminderd. Op grond van de gewijzigde ministeriële regeling "Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen" kan bij kwijtscheldingsverzoeken van personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, de kosten van bestaan bepaald worden op 100% van de netto AOW-norm, verhoogd met de toepasselijke tegemoetkoming koopkracht oudere belastingplichtige (MKOB) in plaats van op 100% van de bijstandsnorm. Met dit besluit worden de kosten van bestaan voor niet-ondernemers (wederom) bepaald op 100% van de bijstandsnorm. De verruiming van het kwijtscheldingsbeleid betreft: − kleine ondernemers die ook leven op bijstandsniveau komen op gelijke wijze als nietondernemers in aanmerking voor kwijtschelding van privé opgelegde gemeentelijke belastingen op basis van het inkomen (de betalingscapaciteit) en vermogen; − bij kwijtscheldingsverzoeken van personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, wordt uitgegaan van de AOW-norm, verhoogd met de toepasselijke tegemoetkoming koopkracht oudere belastingplichtige (MKOB) in plaats van de bijstandsnorm; − bij kwijtscheldingsverzoeken wordt rekening gehouden met de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang. Kleine ondernemers zijn natuurlijke personen die een bedrijf zonder rechtspersoonlijkheid zoals een eenmanszaak maar geen nv of bv, of een zelfstandig beroep, zoals kunstenaar of notaris, uitoefenen. Privé-belastingschuld houdt geen verband met de uitoefening van een bedrijf of zelfstandig beroep. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 De regeling "Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen" is een ministeriële uitwerking van artikel 255 van de Gemeentewet en maakt het voor gemeenten mogelijk af te wijken van de in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 vastgelegde percentage van de kosten van bestaan die is bepaald op 90 van de toepasselijke bijstandsnorm tot maximaal 100 van de toepasselijke bijstandsnorm. Dit artikel bepaalt de toepassing van de maximale verruimingsmogelijkheid en stelt het percentage van de kosten van bestaan op 100 van de toepasselijke bijstandsnorm en voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt op 100 van de netto AOW-norm, verhoogd met de toepasselijke tegemoetkoming koopkracht oudere belastingplichtige (MKOB). Doordat in het derde lid, afdeling 2 (bepalingen voor niet-ondernemers) van Hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing is verklaard op kleine ondernemers, en in het eerste en tweede lid in afwijking van voornoemde afdeling 2 het percentage van de kosten van bestaan is vastgesteld op respectievelijk 100 van de toepasselijke bijstandsnorm en 100 van de netto AOW-norm verhoogd met de toepasselijke MKOB tegemoetkoming, komen zowel niet-ondernemers als kleine ondernemers op gelijke wijze in aanmerking voor kwijtschelding van voor privé opgelegde gemeentelijke belastingen. 1
Artikel 2 Dit artikel bepaald dat bij het kwijtscheldingsbeleid rekening gehouden wordt met de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang, zodat de armoedeval bij werkaanvaarding verminderd wordt. Artikel 3 Het Kwijtscheldingsbesluit Stadskanaal 2013 vervangt het raadsbesluit van 15 december 1997, nr. R 5307 door artikel 1, eerste lid. Artikel 4 Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
2