CONCEPT NOTULEN OPENBARE RAADSVERGADERING 11 FEBRUARI 2010
AGENDA:
Blz.
1. Opening
5
2. Vaststelling van de agenda
6
3. Ingekomen stukken en mededelingen
7-11
_________________________________________________________________________________ FORUM In dit onderdeel van de raadsvergadering komen de rechten van de raadsleden aan bod. Het vragenhalfuur is standaard geagendeerd. Daarnaast kunt u denken aan: moties over onderwerpen die niet op de raadsagenda staan, mondelinge beantwoording door een portefeuillehouder van schriftelijke vragen aan het college of de bespreking van een initiatiefvoorstel van een raadslid. _________________________________________________________________________________ 4. Vragenhalfuur en andere rechten van raadsleden
12-15
_________________________________________________________________________________ BESLUITVORMING / STEMMING Bij dit onderdeel vindt besluitvorming plaats over de adviesnota’s die in de carrousel van 28 januari 2010 als hamerstuk zijn bestempeld of die de agendacommissie vanwege het technische karakter zonder voorbespreking in de carrousel, direct op de raadsagenda heeft geplaatst. Over deze nota’s vindt geen debat plaats. Raadsleden kunnen wel een stemverklaring geven. _________________________________________________________________________________
5. Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard 16-17 Het college stelt u voor: 1. In te stemmen met de voorgestelde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard, onder gelijktijdige intrekking van de thans geldende regeling (zoals deze het laatst in de raadsvergadering van 11 december 2008 is vastgesteld).
6. Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 2008 18-19 Het college stelt u voor: 1. De Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 vast te stellen. 7. Bestemmingsplan Bruchem, De Kosterijen III 20-22 Het college stelt u voor: 1. Ten behoeve van het kostenverhaal geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de hiertoe gesloten anterieure overeenkomst; 2. De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “Bruchem, de Kosterijen III” vast te stellen en integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan ‘Bruchem, De Kosterijen III’; 3. De zienswijzen gelet op beslispunt 2 wel ontvankelijk en niet gegrond te verklaren; 4. Met inachtneming van hetgeen is genoemd onder beslispunt 2 en 3 het bestemmingsplan Bruchem, de Kosterijen III vast te stellen overeenkomstig het als ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegde plan; 5. De welstandscriteria ´Welstandscriteria dorpsuitbreiding De Kosterijen III´ versie september 2009 als zijnde aanvulling 2009-3 op de welstandsnota gemeente Zaltbommel vast te stellen. 8. Nieuw Treasurystatuut 2010 Het college stelt u voor: 1. Vast te stellen het Treasurystatuut 2010 van de Gemeente Zaltbommel; 2. Te bepalen dat dit statuut in werking treedt met ingang van 1 maart 2010.
23-24
9. Nota Activabeleid 2010 Het college stelt u voor: 1. In te stemmen met de nota Activabeleid 2010.
25-26
_________________________________________________________________________________ DEBAT In de carrousel van 28 januari 2010 zijn een aantal adviesnota’s voorbesproken. Over een adviesnota vindt een debat plaats, wanneer in de voorbespreking in de carrousel is geconcludeerd dat: a. er politieke geschilpunten zijn; b. er nog ruimte in de standpunten zit. _________________________________________________________________________________ 10. Bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50”, gewijzigde vaststelling 27-32 Het college stelt u voor: 1. Ten behoeve van het kostenverhaal geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemen met de hiertoe gesloten anterieure overeenkomst; 2. De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen en de voorgestelde wijzigingen voor het bestemmingsplan als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen vast te stellen en de procesnota integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50”; 3. Het bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50” met inachtneming van beslispunt 2 gewijzigd vast te stellen.
2
11. Bestemmingsplan “Bruchem, Steenweg 4” 33-39 Het college stelt u voor: 1. Ten behoeve van het kostenverhaal voor het bestemmingsplan “Bruchem, Steenweg 4” geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de gesloten anterieure overeenkomst; 2. De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “ Bruchem, Steenweg 4” vast te stellen en integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan ‘Bruchem, Steenweg 4’; 3. De zienswijzen gelet op beslispunt 2 wel ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond te verklaren; 4. Met inachtneming van hetgeen is genoemd onder beslispunt 2 en 3 het bestemmingsplan Bruchem, Steenweg 4 gewijzigd vast te stellen. 12. Bestemmingsplan “Zaltbommel, Krangstraat 4” 40-45 Het college stelt u voor: 1. Ten behoeve van het kostenverhaal voor het bestemmingsplan “Zaltbommel, Krangstraat 4” geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de gesloten anterieure overeenkomst; 2. De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “ Zaltbommel, Krangstraat 4” vast te stellen en integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan ‘Zaltbommel, Krangstraat 4’; 3. De zienswijzen gelet op beslispunt 2 wel ontvankelijk en niet gegrond te verklaren; 4. Met inachtneming van hetgeen is genoemd onder beslispunt 2 het bestemmingsplan Zaltbommel, Krangstraat 4 gewijzigd vast te stellen; 5. De welstandscriteria ´Beeldkwaliteit Krangstraat 4´ als zijnde aanvulling 2009-4 op de welstandsnota gemeente Zaltbommel vast te stellen. 13. Vaststellen notulen vorige vergaderingen 46 De concept notulen van de openbare raadsvergadering van 15 december 2009 en de concept notulen van de openbare raadsvergadering van 14 januari 2010 heb ik u laten toesturen. 14. Bespreking overlast binnen de gemeente Zaltbommel 47-69 Bespreking brieven van de burgemeester en het college inzake problematiek overlast binnen de gemeente Zaltbommel. 15. Sluiting
70
3
Voorzitter: de heer A. van den Bosch, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: de heer A.C. van Balken Griffier: mevrouw drs. M.S.P. Muurling
Aanwezig zijn: de raadsleden: de dames A.T. van Hees, B. Rachak, M.H.J.J. Smit-Bosch, E.P.E. van Steenbrugge-Spiering en de heren A.C. van Balken, A. Duijzer, E. Edskes, W. de Gaaij, G.C. Grandia, R. Hackert, H. den Hartog, A. van Hemert, J.C. Komen, M.J.J. van Osch, J.Th.A. van Overvest, F.C. van der Schans, J. Waaijenberg, C. Westerlaken, N.J. van Wijk en G.B. van ’t Zelfde.
Tevens zijn aanwezig de wethouders: de heren A.C. Bragt, A.J. Krähe, W. Romp en C.A.H. Zondag. Afwezig: de heer H.J. Looijen.
4
Onderwerp
:
Agendapunt Datum raadsvergadering
Opening 1
:
Donderdag 11 februari 2010
De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur. Hierna wordt staand een moment van bezinning in acht genomen.
5
Onderwerp
:
Agendapunt Datum raadsvergadering
Vaststelling van de agenda 2
:
Donderdag 11 februari 2010
De voorzitter: Agendapunt 14 is toegevoegd; de brief van het college en burgemeester is aan u gezonden en t.b.v. agendapunt 6, 11 en 12 ligt een erratum op uw vergadertafel. Bij het desbetreffende agendapunt zal de wethouder een toelichting geven. Mevrouw Van Steenbrugge: Ik heb een vraag over agendapunt 7. Dit punt staat onder de hamerstukken, maar als je het stuk goed leest, staat er onder het kopje “uitkomst carrousel” bespreekpunt. De voorzitter: Dat is een foutje, daar had moeten staan: hamerstuk. Er zijn spreektijden, de griffier houdt dat weer keurig bij.
6
Onderwerp
: Lijsten van Ingekomen stukken voor de gemeenteraad Periode: 11 januari 2010 t/m 1 februari 2010
Datum raadsvergadering
: Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
: 3
Inlichtingen bij
: Raadsgriffier
Tel.nr.
: 0418 – 681 612
Email
:
[email protected]
Wij verzoeken de raadsleden / fracties via de griffie - met motivering - door te geven welke brieven zij eventueel ter bespreking in de agendacommissie willen agenderen. Dit kan tot uiterlijk 1 week vóór de betreffende raadsvergadering. De voorzitter van de raad zal hier in de raadsvergadering melding van doen. De ingekomen stukken die aan de raad zijn gericht, zijn op bijgevoegde lijsten (*) vermeld. De stukken liggen ter inzage in de leeskamer voor de raad in het gemeentekantoor aan de Hogeweg. (*) Categorieën: Lijst A: Lijst B: Lijst C: Lijst D:
Voor kennisgeving aannemen Ter afdoening college (a) – Ter afdoening raad (b) Advies aan college vragen Zienswijze
7
LIJSTEN VAN INGEKOMEN STUKKEN VOOR DE GEMEENTERAAD
Periode:
11 januari 2010 t/m 1 februari 2010
Lijst A:
Voor kennisgeving aannemen
Afzender
Onderwerp
Ingekomen
1. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2. Gemeente Neerijnen
Wijziging subsidieregeling vorming en scholing raadsleden (ter afdoening raadsgriffier) Uitnodiging diverse raadscommissies en raadsvergadering op 14-01-2010 Ledenbrief: Ledenraadpleging evaluatie bestuurlijke organisatie VNG Wijzigingen Car-artikelen per 1 januari 2010
22-12-2009
Ledenbrief: Deelname gemeenten aan project Burgernet Ledenbrief: Archieven, selectielijst en andere ontwikkelingen Brief bij kwaliteitsdocument Hulp bij het huishouden (ook B / ter afdoening college*) Archieven, selectielijst: uw reactie vóór 10 februari 2010 (ook B / ter afdoening college**) Circulaire Besluit wijziging rechtspositiebesluiten politieke ambtsdragers, etc. / informatie over beleid en rectificatie (ter afdoening raadsgriffier) Brief / Rapportage Participatie in uitvoering
3. Vereniging Nederlandse Gemeenten 4. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden 5. Vereniging Nederlandse Gemeenten 6. Vereniging Nederlandse Gemeenten 7. Vereniging Nederlandse Gemeenten 8. Vereniging Nederlandse Gemeenten 9. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 10. Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 11. Van Dam Bouwgrondstoffen
12. Gemeente Nederbetuwe 13. Sociale Verzekeringsbank
14. Inspectie Werk en Inkomen – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kopie raadsleden ja, per post week 2
22-12-2009
nee
22-12-2009 per e-mail 22-12-2009
nee
23-12-2009 per e-mail 23-12-2009 per e-mail 24-12-2009
nee
24-12-2009
nee
30-12-2009
ja, per post week 2
04-01-2010
nee
Steiger Robbemondt
31-12-2009 per e-mail
Samenwerkingsovereenkomst rekenkamercommissies (ter afdoening raadsgriffier) Brochure Uw gemeente en de SVB in 2010 / aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) – wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Rapport ‘In dienst van de burger’
07-01-2010 11-01-2010
ja, per e-mail raadsgriffier week 1 (raad 14-01-2010) ja, per post week 2 nee
11-01-2010
nee
8
nee
nee nee
15. Vereniging Nederlandse Gemeenten 16. College B&W 17. Vereniging Nederlandse Gemeenten 18. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden 19. Lander werk & participatie
20. Inspectie Werk en Inkomen – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21. Vereniging Nederlandse Gemeenten 22. Vereniging Nederlandse Gemeenten 23. Vereniging Nederlandse Gemeenten 24. Vereniging Nederlandse Gemeenten 25. Gemeente Neerijnen 26. Inspectie Werk en Inkomen – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 27. Humanitas Thuis Administratie Bommelerwaard 28. Vereniging Nederlandse Gemeenten 29. Regio Rivierenland 30. Vereniging Nederlandse Gemeenten 31. Vereniging Nederlandse Gemeenten 32. Vereniging Nederlandse Gemeenten 33. Vereniging Nederlandse Gemeenten
Ledenbrief: Gemeenteraadsverkiezingen
12-01-2010 per e-mail 13-01-2010
ja, per post week 2 nee
14-01-2010 per e-mail
nee
14-01-2010
nee
18-01-2010
nee
15-01-2010
ja, per week 3
18-01-2010
nee
18-01-2010 per e-mail 20-01-2010 per e-mail 21-01-2010 per e-mail 25-01-2010
nee
25-01-2010
nee
26-01-2010 per e-mail 26-01-2010 per e-mail 22-02-2010
nee nee
28-01-2010
nee
28-01-2010
nee
Ledenbrief: Dienstverlening
28-01-2010
nee
Onderzoeksrapport ‘Mondiaal op eigen schaal’; gemeentelijk internationaal beleid anno 2009
01-02-2010
nee / er zijn 3 exemplaren voor raadsleden beschikbaar in de leeskamer
Reactie op Aanbevelingen evaluatie bestuurlijke organisatie VNG Ledenbrief: Wijziging viertal modelverordeningen i.v.m. de raadsverkiezingen (ter afdoening raadsgriffier) Arbocatalogus Fysieke Belasting Concept-notulen AB-vergadering 9 december 2009 + notulen DB-vergadering 4 november 2009 Circulaire Ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoeding wethouders, raadsen commissieleden, etc. (ter afdoening raadsgriffier) FLO-overgangsrecht: nieuwe ronde aanleveren werkgevers- en werknemersgegevens 2010 Ledenbrief: Gemeenten en aardbeving Haïti Ledenbrief: Doelmatig waterbeheer Ledenbrief: Nazorg ex-gedetineerden Uitnodigingen diverse commissievergaderingen en raadsvergadering in februari 2010 Werkplan 2010 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Jaarverslag 2009 Ledenbrief: Herziening model telecommunicatieverordening Agenda + stukken vergadering AB 15 februari 2010 Ledenbrief: Onderwijshuisvesting Modelverordening Ledenbrief: Bibliotheekcharter 2010-2012
9
post
nee nee nee
nee
Periode:
11 januari 2010 t/m 1 februari 2010
Lijst B (a):
Ter afdoening college
Afzender
Onderwerp
Ingekomen
1. Vereniging Nederlandse Gemeenten
Brief bij kwaliteitsdocument Hulp bij het huishouden (ook A: voor kennisgeving aannemen raad*) Archieven, selectielijst: uw reactie vóór 10 februari 2010 (ook A: voor kennisgeving aannemen raad**) Brief bij kwaliteitsdocument Hulp bij het huishouden (ook A: voor kennisgeving aannemen raad*) Zienswijze op voornemen tot handhavend optreden ligplaats rand Esmeer Bezwaar bestemmingsplan ‘Nederhemert’, perceel Nederhemertsekade 3 Intrekking beroep Bakker / Klop Bestemmingsplan ‘Poederoijen, Oostvleugel II’
24-12-2009
Kopie raadsleden nee
24-12-2009
nee
24-12-2009
nee
23-12-2009
nee
07-01-2010
nee
11-01-2010
nee
Kopie raadsleden ja afdoening raad 14-01 cq 1102-2010
2. Vereniging Nederlandse Gemeenten 3. Vereniging Nederlandse Gemeenten 4. H.P.C.M. Sturm 5. Mw. O.A. Keijnemans – van de Werken 6. Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak
Periode: Lijst B (b) :
11 januari 2010 t/m 1 februari 2010
Ter afdoening RAAD / FRACTIES
Afzender
Onderwerp
Ingekomen
1. Dhr Huijing
Vaststelling bestemmingsplan Delwijnen, Delwijnsestraat naast nr. 50
14-01-2010
Periode:
11 januari 2010 t/m 1 februari 2010
Lijst C :
Advies aan college vragen
Er zijn geen ingekomen stukken.
10
Periode:
11 januari 2010 t/m 1 februari 2010
Lijst D:
Zienswijze / ter afdoening college
Afzender
Onderwerp
Ingekomen
1. Dhr / mw Kerkhoff
Ontwerp-bestemmingsplan ‘Gameren’
13-01-2010
Kopie raadsleden nee
2. Dhr / mw De Block
Ontwerp-bestemmingsplan ‘Zuilichem’
14-01-2010
nee
3. Fam. Beekhof
Voorontwerpbestemmingsplan ‘Zuilichem, Molenstraat 22’ Ontwerp-besluit bouwplan 29 woningen aan de Binnenvergt / kavels 14 en 15 Ontwerp-bestemmingsplan ‘Nederhemert’
14-01-2010
nee
15-01-2010
nee
18-01-2010
nee
18-01-2010
nee
7. Dhr Kuipers
Voorontwerpbestemmingsplan ‘Zuilichem, Molenstraat 22’ Ontwerp-bestemmingsplan ‘Nederhemert’
26-01-2010
nee
8. Dhr / mw De Kloe
Ontwerp-bestemmingsplan ‘Gameren’
26-01-2010
nee
4. SRK Rechtsbijstand 5. MinF – ontwerp en advies 6. Dhr / mw Beekhof
Griffie, 1 februari 2010
Er zijn geen opmerkingen gemaakt over de lijst van ingekomen stukken.
11
Onderwerp
:
Vragenhalfuur
Agendapunt
:
4
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
De voorzitter: Er zijn twee vragen binnen gekomen van de fractie van D66, één over het bestemmingsplan “Haven” en één over de uitvoering van bestemmingsplan “Glastuinbouw”. De heer Van der Schans: Op 20 januari jl. heeft de Raad van State het besluit van de gemeente van 23 april 2009 betreffende de partiële herziening van het bestemmingsplan Waalbandijk-Oost en centrum, het gaat specifiek om de ligplaats van de partyboot, nietig verklaard. Daarover heb ik een paar vragen. Allereerst de vraag: Waarom heeft het college de gemeenteraad daarover niet per omgaande op de hoogte gesteld en kregen we pas gisteren informatie van u? Wat vindt u eigenlijk van de uitspraak van de Raad van State en wat vindt u van de argumentatie? Is het juist dat wethouder Bragt deze portefeuille recentelijk heeft overgenomen van wethouder Romp en zo ja, waarom? Welke acties gaat het college ondernemen m.b.t. deze vernietiging? Ik denk dan zelf aan: wordt het huidige bestemmingsplan gehandhaafd en treedt u in overleg met partijen om te komen tot een andere voor partijen acceptabele oplossing en gaat u over tot een betere onderbouwing m.b.t. het eerder opgenomen besluit c.q. legt u ons een nieuw voorstel voor? Als dit laatste het geval is, wanneer kunnen we dat dan tegemoet zien? Wethouder Bragt: Antwoord op uw eerste vraag; het is geen vast gebruik dat bij elke uitspraak van de Raad van State de raad wordt geïnformeerd, daar zit een week of drie tussen en dat lijkt me ook verantwoord. Als het eerder had gemoeten, hadden we dat ook zeker gedaan. Wat vinden wij van de uitspraak? Lastig, als je naar de uitspraak kijkt, is het gestrand op een aantal verkeersaspecten en de rest heeft de Raad van State niet beoordeeld. U heeft het allemaal zelf kunnen lezen, je kunt er altijd wat vraagtekens bij zetten, je kunt een hele middag over zo’n uitspraak filosoferen, daar schiet je niets mee op. We moeten ons werk over doen, dat zullen we ook doen. Met name over het verkeersaspect en nog wat andere dingen, maar zeker het aspect waar de Raad van State iets over heeft gezegd, daar zullen wij extra aandacht aan moeten besteden. We zullen doen wat we moeten doen, we zullen u zo spoedig mogelijk een nieuw bestemmingsplan ter vaststelling aanbieden. Ik kan geen uitspraken doen over welke termijn, dat hangt ook van het verkeersonderzoek af. Wij zullen uiteraard het overleg opstarten met degene die bezwaar had tegen de rondvaartboot, dat wordt op dit moment gepland. Alle acties die noodzakelijk zijn, zijn in gang gezet. Het college ziet het als een technisch vervolg op een aantal eerdere beleidsuitspraken die onder verantwoordelijkheid van de heer Romp tot stand zijn gekomen. Het opnieuw vaststellen van een bestemmingsplan is wat ons betreft meer een technisch vervolg op die eerdere zaken en dat valt dan onder mijn verantwoordelijkheid, daar is alles mee gezegd. De heer Van der Schans: Of een termijn van drie weken snel genoeg is of niet, daar kunnen de meningen over verschillen; ik had het op prijs gesteld als u ons eerder had geïnformeerd. Ik ben blij dat u ook aangeeft dat het niet alleen de verkeersaspecten zijn die een rol spelen en dat u het gehele bestemmingsplan verder gaat beoordelen, volgens mij zitten er meer dingen aan die opnieuw beoordeeld moeten worden. 12
De vraag die bij mij blijft leven is: Waarom is het nu -na vernietiging van het bestemmingsplan- ineens wel voor de RO-wethouder en bij het vaststellen van het bestemmingsplan was het geen ROvraagstuk voor de RO-wethouder? Dat lijkt me erg vreemd. Ik zou daarover iets meer helderheid willen krijgen. Een tweede vraag die helemaal niet aan de orde is gekomen: Gaat u het huidige bestemmingsplan handhaven en zo ja, wat betekent dat dan? De heer Hackert: Als ik goed geluisterd heb, zei de wethouder dat er ook een aantal verkeersaspecten afgekeurd zijn en dat er verder niet door de Raad van State naar gekeken is. Is dat juist? Ja? Dan vraag ik mij af; als nu straks een aantal onderzoeken worden gedaan om die verkeersaspecten beter onder de loep te krijgen en daar oplossingen voor te vinden, kan het dan zijn dat de rest van het bestemmingsplan alsnog door de Raad van State wordt beoordeeld en dat het dan nog een keer in de prullenbak gaat? Dat lijkt me niet zo handig. Ik wil ook graag weten waarom de Raad van State het plan niet verder beoordeeld heeft en alleen maar op de verkeersaspecten. Ik vind het een vreemde gang van zaken. Wethouder Bragt: Het is altijd lastig bij de Raad van State; bij de ene uitspraak worden alle beroepsgronden langs gelopen, dan weet je tenminste waar je aan toe bent op alle beroepsgronden. In dit geval heeft men gezocht naar één beroepsgrond en gekeken naar het verkeersaspect, daar is het op afgekeurd. Over de andere beroepsgronden wordt niets gezegd. Dat is lastig. Daar zullen we zeker nogmaals kritisch naar kijken, want het wordt een nieuwe bestemmingsplanprocedure waarbij alles weer goed moet worden afgewogen. Uw conclusie is terecht wat dat betreft. Nog even over de wethouder: we hebben te maken met collegiaal bestuur en op een gegeven moment delen wij in het college wat taken toe en nogmaals, de voorgaande ronde was met name vanuit het toerismebeleid dat de heer Romp het proces heeft getrokken, dat had ook te maken met samenloop van de havenverordening en overleggen die plaats vonden, dat zit erachter en nu is dit nog een restant: het herzien, het repareren van een bestemmingsplan en daar hebben de collega’s mij voor aangewezen, daar zit verder niets achter. De heer Van der Schans: Er is nog één vraag die niet beantwoord wordt. Het gaat om de handhaving van het huidige bestemmingsplan, of u dat ter hand neemt en wat dat dan betekent? Wethouder Bragt: We zijn gehouden om het bestemmingsplan te handhaven en dat zullen wij doen. Handhaven is niet één, twee, drie zwart-wit, dat kent u. We zullen alle belangen moeten afwegen bij een handhavingszaak, dat schrijft de wet ons ook voor. De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Van der Schans over de herstructurering van de glastuinbouw. De heer Van der Schans: De afgelopen weken zijn wij als D66-fractie via verschillende mensen benaderd i.v.m. uitvoering van het herstructureringsplan glastuinbouw en enkele punten van kritiek die naar voren komen: het lijkt alsof er niets is veranderd t.o.v. de situatie voordat dit plan in de raad is vastgesteld. Aanvragen voor kassen worden gewoon beoordeeld op basis van het huidige bestemmingsplan en eigenlijk niet in de lijn van het herstructureringsplan. Op plaatsen waar kassen eigenlijk niet meer gewenst zijn, daarvoor worden nu gewoon vergunningen verleend, zonder dat er ogenschijnlijk serieus naar gekeken wordt hoe daar een andere invulling aan gegeven kan worden. Dat leidt bij ons tot een aantal vragen: Op welke wijze geeft u invulling en uitvoering aan het herstructureringsplan glastuinbouw en daarmee samenhangend, het masterplan Poederoijen? Is de in de samenwerkingsovereenkomst genoemde uitvoeringsorganisatie ondertussen opgericht en deze ook al ingevuld qua bemensing? Zo nee, waarom niet? Heeft die uitvoeringsorganisatie al een werkplan en wat gaat die club de komende maanden op zich nemen? Hoe gaat het college om met aanvragen voor nieuwe kassen op gronden waar die kassen eigenlijk niet gewenst zijn volgens het structureringsplan? 13
Op welke wijze treedt u in overleg met initiatiefnemers om te kijken hoe andere invulling in het plan nodig is? Zijn de initiatiefnemers bereid om af te zien van het bouwen van nieuwe kassen? Zo ja, onder welke voorwaarden? Indien de initiatiefnemers niet bereid zijn om af te zien van hun plannen, hoe wilt u dan het geschetste toekomstbeeld in het herstructureringsplan gaan realiseren? Waarom heeft u de gemeenteraad nog geen voorstel gedaan van een voorbereidingsbesluit om op die manier invulling te kunnen geven aan het herstructureringsplan? De heer Bragt: Ik ben blij met de betrokkenheid van de heer Van der Schans bij dit dossier. U heeft een punt als het gaat over de voortgang. Daar wil ik best wat over zeggen als u dat op prijs stelt. De uitvoeringsorganisatie is in oprichting, dat wordt een openbaar lichaam. Een openbaar lichaam houdt in dat je nogal wat besluiten moet nemen. De opzet van zo’n lichaam duurt een aantal maanden, dus daar hebben we tot de zomer werk mee. De bemensing van de uitvoeringsorganisatie: dat kan formeel pas als deze er is. Er is op dit moment al wel iemand aan de slag. De zgn. kwartiermaker, zoals wij die hebben genoemd, is druk doende met het opzetten van de organisatie. Wat nog niet gebeurt en dat is voor mij best een punt van aandacht, dat is dat de gesprekken met tuinders -en daar gaat het uiteindelijk om- dat daar nog niemand voor in huis is. Dat is best een lastig punt, vanuit de gezamenlijkheid, vanuit de uitvoeringsorganisatie in oprichting, dat daar nog niemand ingehuurd is of in dienst is die de gesprekken voert om zaken aan elkaar te verbinden. Hoe gaat het dan op dit moment? Dat vullen wij zelf in. Vanuit Zaltbommel zijn wij in overleg met tuinders die vragen hebben en dat zijn er nogal wat kan ik u zeggen. We hebben wekelijks gesprekken met tuinders die plannen hebben, die toch bepaalde vragen hebben. Dat wordt gewoon op Zaltbommels niveau ingevuld en dan komt het toch voor dat aanvragen worden ingediend -waar u ook op duidt- op plaatsen waarvan wij met elkaar, waarvan u hebt gevonden dat je daar eigenlijk geen kas meer zou moeten bouwen en formeel moeten wij zo’n aanvraag honoreren, vergunnen. Het is wel zo, dat wij altijd met dit soort situaties in overleg treden met de initiatiefnemer en tot nog toe hebben wij altijd de zaak zo kunnen aanhouden dat wij gaan kijken of we niet naar een alternatief toe kunnen. Daar is ook zeker begrip voor en ik zie dat ook positief in. Als u in De Toren leest dat er weer een vergunning is verleend voor een kas, wil dat niet zeggen dat deze kas ook gebouwd wordt, als ik het zo kort mag samenvatten. Waarom nog geen voorbereidingsbesluit? Het voorbereidingsbesluit werkt fors beperkend t.o.v. bedrijven en mensen die in het buitengebied zitten, dat is uitermate belemmerend voor vergunningverlening. Ik kan u zeggen dat we hierover aan het nadenken zijn in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied. Dat zijn zaken die op de rol staan. De heer Van der Schans: Zeker met het laatste antwoord ben ik blij, blij dat de wethouder aangeeft dat een voorbereidingsbesluit zeker iets is wat binnenkort tot de mogelijkheden zal gaan behoren, want dat zou eigenlijk wel nodig zijn om invulling te geven aan het plan. Nog één vraag die resteert: heel concreet: in Poederoijen aan de Maasdijk-Dorpsstraat, daar is een kas vergund. Daar wil degene die de vergunning heeft gekregen eigenlijk geen kas bouwen, maar een woning. U weet dat die persoon niet eindeloos gaat wachten. Nu lopen wij het risico dat hij dadelijk een kas gaat bouwen c.q. iemand anders op zijn vergunning een kas gaat bouwen. Lopen wij nu niet een enorm risico dat wij een mooie kans laten lopen en wat gaat u eraan doen om die kans niet te laten lopen? De heer Van Wijk: Ik heb altijd begrepen dat we dit vragenhalfuurtje bewaren voor vragen die zich aan ons opdringen vanwege de actualiteit, vragen die niet kunnen wachten om aan het college te stellen omdat die anders zaken voorbij gaan. Ik vind het heel belangrijke vragen die de heer Van der Schans stelt, heel beleidsmatig, ik waardeer de vragen ook wel, maar ik had ze veel liever op papier gezien en ook de uitwerking van het college op papier, dan hebben ze misschien ook meer zwaarte. Mijn vraag is eigenlijk: passen deze vragen in de sfeer van het vragenhalfuurtje?
14
De heer Van der Schans: Ik ben het gedeeltelijk wel eens met de heer Van Wijk, ware het niet dat ik heel recent op het spoor ben gezet van deze vragen en dat mij ter ore is gekomen dat de betreffende persoon, die daar een vergunning heeft en daar eigenlijk een woning wil bouwen, nog maar enkele weken de tijd heeft om daar invulling aan te geven en dan gaat hij zijn vergunning met de grond verkopen aan een derde en dan zal die daar een kas gaan bouwen. Voor mij had het zeker urgentie om dit vanavond aan de orde te stellen. De heer Bragt: Ik ken de situatie, die wordt door de heer Van der Schans concreet genoemd. Met betrokkene heeft altijd goed overleg plaats gevonden. Zijn plannen zijn ook helder. Het masterplan Poederoijen voorziet ook in een alternatieve invulling. Het masterplan Poederoijen is ook door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, dat is niet onbelangrijk. Daarmee heeft betrokkene ook zekerheid dat het provinciaal beleid ook op die plek een woonhuis toe laat in plaats van de kas waar u het over heeft. Laat ik er dit over zeggen, dat ik er alles zal doen om het alternatief op die manier ingevuld te krijgen en daar deze week of in ieder geval volgende week nog gesprekken over te voeren met betrokkene. Ik zal er alles aan doen om het op die manier ingevuld te krijgen conform zoals het in het masterplan is opgenomen. Ik heb wat dat betreft net zoveel bezwaren tegen de kas op die plek als u. De heer Van der Schans: Bedankt voor deze toezegging. De voorzitter: Nog even een antwoord aan de heer Van Wijk. Het is niet gepast als voorzitter van de raad om vragen die u als raad stelt, zowel mondeling als schriftelijk, inhoudelijk te beoordelen, ik ga daar niet over. Zo hebben we het ook niet afgesproken met elkaar, daar bemoei ik me niet mee. Het is aan u als raad om op vragen van collega’s wel of niet in te gaan. Het is niet gepast dat ik dat als voorzitter doe.
15
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
: Aanpassing
Gemeenschappelijke
Regeling
Sociale
Dienst
Bommelerwaard (SDB) Datum collegebesluit
: Dinsdag 15 december 2009
Datum raadsvergadering
: Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
: 5
Portefeuillehouder
: Wethouder Krähe
Nummer postregistratie
: 10 INK 00438
Naam programma
: 2.4.1. Werk en Inkomen
Inlichtingen bij
: John van Opstal
Tel.nr.
: 0418 – 681 723
Email
:
[email protected]
Voorstel 1. In te stemmen met de voorgestelde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard, onder gelijktijdige intrekking van de thans geldende regeling (zoals deze het laatst in de raadsvergadering van 11 december 2008 is vastgesteld). Inleiding De Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard is het laatst gewijzigd in uw vergadering van 11 december 2008 (net als door raad van de gemeente Maasdriel) en van kracht geworden per 1 januari 2009. In de gemeenschappelijke regeling is opgenomen welke taken door de gemeenten zijn overgedragen aan de Sociale Dienst Bommelerwaard (SDB). Door de invoering van de Wet investeren in jongeren (Wij) is het nodig de uitvoering van deze wet onder artikel 4 (Taken) toe te voegen. Thans wordt tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt, nu de regeling toch opnieuw dient te worden vastgesteld, een aantal artikelen welke betrekking hadden op de overgangssituatie te verwijderen. Het gaat hierbij om de aanstelling van de eerste directeur (er was toen immers nog geen Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (DB) benoemd), de aanwijzing van de leden van het AB en het moment van aanbieding van de eerste begroting. Deze zaken zijn inmiddels achterhaald en kunnen dus vervallen. Doel / meetbaar effect Formeel vastleggen waar de uitvoering van de Wij is neergelegd (de aanpassing in artikel 4 (Taken)) alsook een aantal niet meer van toepassing zijnde artikelen te verwijderen. Daarmee is de gemeenschappelijke regeling weer juridisch correct (en actueel).
16
Argumenten Door de vaststelling van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling is duidelijk wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wij. Kanttekeningen Geen. Financiën Niet van toepassing. Uitvoering Planning Niet van toepassing. Communicatie Behoudens de gebruikelijke algemene communicatie ten aanzien van deze wijziging is er geen specifieke communicatie aan de orde. Evaluatie / controle N.v.t. Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit Ter inzage in de leeskamer • N.v.t.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 28 januari 2010 Erratum; artikel 4 lid 2 van GR SDB moet Wet kinderopvang zijn ipv Wet basisvoorziening Kinderopvang. Datum raadsbesluit dient gecorrigeerd te worden naar 2010. Wethouder Krahe zegt toe de managementvoortgangsrapportages ter inzage te laten leggen voor de raad. Mevr Rachak verzoekt de agendacommissie dtv de grifier om agendering van bespreking van de Wet WIJ tbv de carrousel. De deelnemers aan de carrousel bestempelen de adviesnota als hamerstuk voor de raad van 11 februari 2010.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
17
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
: Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008
Datum collegebesluit
: Dinsdag 24 november 2009
Datum raadsvergadering
: Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
: 6
Portefeuillehouder
: Burgemeester Van den Bosch
Nummer postregistratie
: 10 INK 00439
Naam programma
:
Inlichtingen bij
: Stefan Wakelkamp
Tel.nr.
: 0418 – 681 729
Email
:
[email protected]
Voorstel De Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 vast te stellen. Inleiding In de openbare raadsvergadering van 12 december 2008 is de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (APV) vastgesteld. Voor de tekst van de APV wordt gebruik gemaakt van de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG heeft na de datum van vaststelling van de huidige APV twee supplementen op de modeltekst uitgebracht. Daarnaast is gebleken dat de APV een aantal tekstuele aanpassingen behoeft. Voorgesteld wordt om met de voorgestelde wijzigingen van de APV in te stemmen. Doel / meetbaar effect Actualisering/updaten van de Algemene Plaatselijke Verordening Argumenten actueel houden regeling Zoals in de inleiding reeds is weergegeven worden met dit voorstel de supplementen op de modelverordening van de VNG verwerkt. Supplement 1 heeft betrekking op een kleine aanpassing van de APV in verband met de intrekking van de Regeling Agressieve dieren. Supplement 2 heeft betrekking op de gevolgen van de implementatie van de Dienstenrichtlijn en de inwerkingtreding van de Dienstenwet (zie hierna). implementatie gevolgen Dienstenrichtlijn en Dienstenwet Op 1 januari 2010 worden de Dienstenrichtlijn en de Dienstenwet van kracht. Eén van de gevolgen daarvan is de zogenaamde Lex silencio positivo. Kort samengevat betekent de Lex silencio positivo dat een vergunning die nodig is voor het uitoefenen van een ‘dienst’ van rechtswege geacht wordt te zijn verleend als niet binnen de wettelijke termijn op de aanvraag is beslist. 18
Deze systematiek is vergelijkbaar met de huidige Woningwet waarin is bepaald dat wanneer niet tijdig op een aanvraag om bouwvergunning wordt beslist, onder bepaalde omstandigheden een van rechtswege verleende bouwvergunningen ontstaat. Voor vergunningsstelsels die onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn vallen, moet voor 1 januari 2010 in de betreffende verordening worden aangegeven dat de lex silencio positivo van toepassing is. Voor die vergunningsstelsels waar een lex silencio positivo vanwege dwingende redenen van algemeen belang niet wenselijk is, biedt de Dienstenwet een overgangstermijn tot 1 januari 2012 om expliciet aan te dat op dit vergunningsstelsel geen lex silencio positivo van toepassing zal zijn. Nadere achtergrondinformatie over de lex silencio positivo treft u in de bijlagen aan. In het raadsbesluit en de toelichting daarop is te lezen in welke gevallen de lex silencio positivo wél en wanneer niet wenselijk wordt geacht. Kanttekeningen N.v.t. Financiën N.v.t. Uitvoering Planning N.v.t. Communicatie Zowel het raadsbesluit tot wijziging van de APV en de integrale tekst van de APV ná deze wijziging wordt op de wettelijk voorgeschreven wijze gepubliceerd Evaluatie / controle N.v.t. Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit Ter inzage in de leeskamer • ledenbrieven VNG (Lbr. 09/081 en Lbr. 09/123) • achtergrondinformatie over de lex silencio positivo • tekst huidige APV BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch Uitkomst carrousel 28 januari 2010 Erratum onder 1 G “buiten” wijzigen in “bijten”. De deelnemers aan de carrousel bestempelen de adviesnota als hamerstuk voor de raad van 11 februari 2010.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 19
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
:
Bestemmingsplan "Bruchem, De Kosterijen III"
Datum collegebesluit
:
Dinsdag 5 januari 2010
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
7
Portefeuillehouder
:
Wethouder Bragt
Nummer postregistratie
:
10 INK 00440
Naam programma
:
Inlichtingen bij
:
Pieter-Floor Bassa
Tel.nr.
:
0418 – 681 686
Email
:
[email protected]
Voorstel 1. Ten behoeve van het kostenverhaal geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de gesloten anterieure overeenkomst; 2. De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “ Bruchem, de Kosterijen III” vast te stellen en integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan ‘Bruchem, De Kosterijen III’; 3. Met inachtneming van hetgeen is genoemd onder beslispunt 2 het bestemmingsplan Bruchem, de Kosterijen III vast te stellen overeenkomstig het als ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegde plan; 4. De welstandscriteria ´Welstandscriteria dorpsuitbreiding De Kosterijen III´ versie september 2009 als zijnde aanvulling 2009-3 op de welstandsnota gemeente Zaltbommel vast te stellen. Inleiding De woningbouwlocatie Bruchem De Kosterijen III ligt aan de zuidwestzijde van Bruchem en sluit aan op de eerder gerealiseerde fases I en II van de dorpsuitbreidingen De Kosterijen. De locatie wordt ontwikkeld door Woningstichting De Vijf Gemeenten en Van Wanrooij Projectontwikkeling. Er is zowel sprake van koop- als van huurwoningen. De koopwoningen worden in diverse prijscategorieën gebouwd. Binnen de 29 woonpercelen zijn 4 percelen aangewezen als kavels voor zelfbouw. Doel / meetbaar effect Komen 29 nieuwbouwwoningen in Bruchem. Argumenten 1.1 Anterieure overeenkomst biedt voldoende waarborgen om kosten als gevolg van grondexploitatie, planschade en nadeelcompensatie te verhalen. Op basis van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening kan een exploitatieplan worden vastgesteld. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk als verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is. 20
Hiervan is in dit geval sprake. Verhaal van kosten voor grondexploitatie, planschade en nadeelcompensatie wordt gewaarborgd door middel van het sluiten van een anterieure overeenkomst. 2.1. Vanaf 9 oktober 2009 hebben gedurende zes weken (tot en met 19 november 2009) onder meer ter inzage gelegen: - het ontwerpbestemmingsplan “Bruchem, de Kosterijen III”; - het ontwerpraadsbesluit Het ontwerpbestemmingsplan is zoveel mogelijk volgens de standaard van de gemeente Zaltbommel opgesteld. Uit geen van de (deel)onderzoeken is gebleken dat de ontwikkeling van het plan niet haalbaar is. 2.2. Voor zover relevant, mogelijk en noodzakelijk is bij het uitwerken van het voorontwerpbestemmingsplan in een ontwerp-bestemmingsplan rekening gehouden met de opmerkingen van omwonenden / belanghebbenden en de opmerkingen voortkomend uit het vooroverleg met instanties. Een aantal belanghebbenden is echter van mening dat dit niet in afdoende mate is gedaan nu gedurende de periode van terinzagelegging toch een aantal zienswijzen is ingediend op het ontwerp-bestemmingsplan. 2.3 In de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Bruchem, de Kosterijen III” wordt uitgebreid gereageerd op de ingediende zienswijzen waarin het proces, een inhoudelijke samenvatting van de zienswijzen en onze reactie is opgenomen. Kortheidshalve wordt naar de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Bruchem, de Kosterijen III” verwezen. 3.1 Daarmee wordt voldaan aan het wettelijk vereiste. In de wet is bepaald dat vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad plaats moet vinden binnen 12 weken na het einde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan (termijn van orde). Middels vaststelling van het bestemmingsplan is het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van het plangebied vastgelegd. 3.2. 40% van het woningbouwprogramma heeft betrekking op sociale woningbouw. In absolute zin betekent dit dat 12 van de 29 woningen voor sociale woningbouw is aangemerkt. 4.1. Vanaf 9 oktober 2009 hebben de ‘Welstandscriteria dorpsuitbreiding De Kosterijen III´ versie september 2009 gedurende zes weken voor de inspraak ter inzage gelegen (tot en met 19 november 2009). Tijdens de termijn van de terinzagelegging zijn geen inspraakreacties ingediend, die betrekking hebben op de welstandscriteria. Vanuit dit oogpunt is ook geen eindverslag van de inspraak voor u opgesteld. Financiën Met de ontwikkelaars is een anterieure overeenkomst gesloten. Zie argument 1. Uitvoering Planning Nadat u het bestemmingsplan heeft vastgesteld ligt het vastgestelde plan met bijbehorende stukken gedurende 6 weken ter inzage. Tijdens deze termijn kan beroep ingesteld worden bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Communicatie Degenen die een zienswijzen hebben ingediend krijgen het raadsbesluit en de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Bruchem, de Kosterijen III” toegezonden. 21
Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit • “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan“ Ter inzage in de leeskamer (ook raadpleegbaar via www.zaltbommel.nl onder ‘Leven en wonen’) • het ontwerpbestemmingsplan “Bruchem, de Kosterijen III’; • ingediende zienswijzen inzake ontwerpbestemmingsplan; • het bijlagenboek met de onderzoeken; • ´Welstandscriteria dorpsuitbreiding De Kosterijen III´ versie september 2009; • de (anterieure) exploitatie-overeenkomst.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 28 januari 2010 1ste ronde (bestuurlijke vragen/meespraak) - wethouder Bragt zegt dat ook voor de door de heer Den Otter aangegeven alternatieve locaties voor woningbouw in Bruchem plannen in ontwikkeling zijn. Door diverse omstandigheden lopen deze plannen vertraging op. Het voorliggende bestemmingsplan De Kosterijen III is stedebouwkundig een logische afronding van het dorp. Daarnaast leveren de andere locaties onvoldoende ruimte op om te voorzien in de woningbehoefte. - wethouder Bragt zegt toe dat toe bij de uitvoering van het plan aandacht te hebben voor de verkeersveiligheid op de kruising Peperstraat/Achterstraat. 2de ronde (oordeelsvorming) De deelnemers aan de carrousel bepalen dat de adviesnota als bespreekpunt zal worden behandeld in de raad van 11 februari 2010. Bespreekpunt is waarom deze locatie als eerste in ontwikkeling wordt gebracht.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
22
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
:
Nieuw Treasurystatuut 2010
Datum collegebesluit
:
Dinsdag 15 december 2009
Datum raadsvergadering
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
8
Portefeuillehouder
:
Wethouder Bragt
Nummer postregistratie
:
10 INK 00441
Naam programma
:
Financiering en Treasury
Inlichtingen bij
:
Paul van Haag
Tel.nr.
:
0418 – 681 762
Email
:
[email protected]
Kennis nemen van: Het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders om het Treasurystatuut 2009 aan te passen en te actualiseren in verband met gewijzigde wetgeving en regelgeving alsmede aan de dagelijkse gang van zaken in de praktijk. Inleiding Ontwikkelingen van de Wet Fido geven aanleiding artikel 6 van het Treasurystatuut 2009 te herzien waardoor een nieuw statuut onder de naam “Treasurystatuut 2010” door de raad moet worden vastgesteld. Samenvatting In Staatscourant 65 van 3 april 2009 heeft publicatie plaatsgevonden van een aantal maatregelen op het gebied van uitzettingen van decentrale overheden (Ruddo). Aangezien het hier een uitvoeringsregeling betreft van de Wet Fido dient het Treasurystatuut van de gemeente te worden aangepast (aangescherp) aan de veranderde regelgeving. De accountant heeft hierover in de managementletter van december aandacht voor gevraagd in het kader van de rechtmatigheidscontrole . Conclusie bij de controlebevindingen is dat art. 6 van het huidig treasurystatuut gewijzigd moet worden om te kunnen vaststellen of door de organisatie rechtmatig wordt gehandeld in dit kader. De redactie van dit artikel 6 in de verordening 2010 voorziet inhoudelijk in ieder geval in de wijzigingen zoals deze zijn bekendgemaakt. Wij hebben de betreffende regelgeving verder aangescherpt door de bepaling op te nemen dat uitzetting van overtollige middelen uitsluitend kan geschieden bij in Nederland gevestigde financiële ondernemingen. Consequenties Het vaststellen van een nieuw “Treasurystatuut 2010” ter vervanging van het “Treasurystatuut 2009” .
23
Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit • Treasurystatuut 2010 Ter inzage in de leeskamer • Treasurystatuut 2009 • Staatscourant 65 van 3 april 2009
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 28 januari 2010 De deelnemers aan de carrousel bestempelen de adviesnota als hamerstuk voor de raad van 11 februari 2010.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
24
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
:
Instemmen met de nota Activabeleid 2010
Datum collegebesluit
:
Dinsdag 1 december 2009
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
9
Portefeuillehouder
:
Wethouder Bragt
Nummer postregistratie
:
10 INK 00442
Naam programma
:
Inlichtingen bij
:
Wouter van de Werken
Tel.nr.
:
0418 – 681 761
Email
:
[email protected]
Voorstel 1. In te stemmen met de nota Activabeleid 2010. Inleiding Vorig jaar heeft de gemeenteraad de nota activabeleid 2009 vastgesteld. Op basis van actuele ontwikkelingen actualiseren we de nota activabeleid. Middels deze nota stellen wij beleidsregels vast ten aanzien van waardering van activa, investeringen, afschrijvingen, rente en kapitaallasten. Doel / meetbaar effect Het inzicht geven in de activabeleid van de gemeente en regels hierover actualiseren. Argumenten 1. In te stemmen met de Nota Activabeleid 2010 In de nota activabeleid worden uitgangspunten voor de waardering van activa, investeringen, afschrijvingen, rente en kapitaallasten weergegeven. Vorig jaar is deze nota vastgesteld en nu vindt er op basis van actuele ontwikkelingen een herijking plaats. De belangrijkste wijzigingen zijn: • • • •
Het minimum bedrag voor het activeren van investeringen te verhogen naar € 15.000; De kosten voor onderzoek en ontwikkeling niet meer activeren; Afschrijving op de investeringen van de veren toevoegen en de kapitaallasten afstemmen op het modellenboek van het verenfonds. Het starten van afschrijvingen voor de begroting starten in het jaar nadat de investering is gepland en voor de rekening vanaf het jaar waarin op 1 januari van het jaar minimaal 50% geïnvesteerd is.
Kanttekeningen N.v.t.
25
Financiën Geen. Uitvoering Planning N.v.t. Communicatie N.v.t. Evaluatie / controle N.v.t. Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit • Nota Activabeleid 2010 Ter inzage in de leeskamer • N.v.t.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 28 januari 2010 De deelnemers aan de carrousel bestempelen de adviesnota als hamerstuk voor de raad van 11 februari 2010.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
26
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
: “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50” gewijzigde vaststelling bestemmingsplan
Datum collegebesluit
: Dinsdag 1 december 2009
Datum raadsvergadering
: Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
: 10
Portefeuillehouder
: Wethouder Bragt
Nummer postregistratie
: 09 INK 05009
Naam programma
:
Inlichtingen bij
: Yvonne Kerkhof
Tel.nr.
: 0418 – 681 731
Email
:
[email protected]
Voorstel 1. Ten behoeve van het kostenverhaal geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de hiertoe gesloten anterieure overeenkomst; 2. De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen en de voorgestelde wijzigingen voor het bestemmingsplan als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen vast te stellen en de procesnota integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50”; 3. Het bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50” met inachtneming van beslispunt 2 gewijzigd vast te stellen. Inleiding In oktober 2009 hebben wij besloten om de bestemmingsplanprocedure voor het project Delwijnsestraat naast 50 te Delwijnen op te starten. Daartoe is een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage gelegd. Hierover hebben wij u geïnformeerd middels een informatienota dd. 30 september 2009. Het ontwerpbestemmingsplan heeft in de leeskamer ter inzage gelegen van donderdag 01 oktober t/m donderdag 14 oktober 2009. Gedurende de periode van terinzagelegging is een aantal zienswijzen ingediend op de inhoud van het ontwerpbestemmingsplan. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is een nota opgesteld waarin het proces, de ontvankelijkheid van de zienswijzen, een inhoudelijke samenvatting van de zienswijzen en onze reactie is opgenomen. U dient nu te besluiten of u in kunt stemmen met deze nota (beslispunt 2) en of u het bestemmingsplan gewijzigd vast wenst te stellen zoals hierin voorgesteld (beslispunt 3). Sinds 1 juli 2008 is het alleen mogelijk om over te gaan tot vaststelling van een bestemmingsplan indien ook het kostenverhaal verzekerd is. U dient hiertoe een besluit te nemen gelijktijdig met het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan (zie beslispunt 1).
27
Doel / meetbaar effect Te komen tot een spoedige ontwikkeling van het plangebied Delwijnsestraat naast 50 te Delwijnen binnen de gestelde kaders en uitgangspunten. Argumenten 1.1 In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is bepaald dat gelijktijdig met het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan vast moet staan dat het kostenverhaal verzekerd is. Daartoe dient een exploitatieplan te worden vastgesteld. In bepaalde gevallen, onder meer wanneer een zogenaamde anterieure overeenkomst is gesloten, kan echter afgezien worden van het vaststellen van een dergelijk plan. In de op 1 juli 2008 inwerking getreden Wro is bepaald, dat de gemeenteraad voor bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen waarvoor bepaalde kosten moeten worden verhaald op derden, naast een bestemmingsplan, gelijktijdig een exploitatieplan vaststelt. Die ontwikkelingen en kosten zijn nader omschreven en bepaald in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dit betreft bijvoorbeeld kosten gemaakt voor de aanleg van nutsvoorzieningen ten behoeve van de op het perceel te realiseren woning. Het exploitatieplan is een instrument waarmee het gemeentebestuur de kosten kan verhalen op derden (bijvoorbeeld (project)ontwikkelaars) en is bedoeld als een stok achter de deur voor het geval de kosten niet op een andere wijze kunnen worden verhaald. Kostenverhaal kan op andere wijze worden verzekerd middels het sluiten van zogenaamde anterieure overeenkomsten met derden. Een dergelijke overeenkomst dient gesloten te worden in de fase voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan. De initiatiefnemer van het bouwplan legt daarin op vrijwillige basis vast welke kosten voor zijn rekening komen. 2.1 Ingediende zienswijze is aanleiding het plan gewijzigd vast te stellen. Het betreft een gebied met een hoge archeologische trefkans. Om archeologische vondsten in voldoende mate te beschermen wordt voorgesteld als dubbelbestemming de bestemming ‘Archeologisch waardevol gebied’ toe te voegen, overeenkomstig artikel 10 van bestemmingsplan ‘Delwijnen’. 1.2 Zoals onder argument 1.1 weergegeven dient u gelijktijdig bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan expliciet te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen alsook in te stemmen met de gesloten anterieure overeenkomst. De zakelijke inhoud van deze overeenkomsten wordt, overeenkomstig de Wro en Bro, bekend gemaakt. 2.1 In de “Nota behandeling zienswijzen (procesnota) bestemmingsplan ‘Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50’ wordt uitgebreid ingegaan op de ontvankelijkheid, de inhoud, de beoordeling c.q. de gemeentelijke reactie op de ingediende zienswijzen (zie bijlage). Door omwonenden cq. belanghebbenden zijn zienswijzen ingediend. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar de genoemde nota waarin het proces, een inhoudelijke samenvatting van de zienswijzen en onze reactie is opgenomen. 3.1 Met het gewijzigd vaststelling van het bestemmingsplan wordt de juridisch planologische regeling voor het plan Delwijnsestraat naast 50 mogelijk gemaakt. Zie hiervoor verder de tekst onder het kopje planning voor wat betreft de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en het moment waarop de mogelijkheid bestaat om bouwvergunning(en) te kunnen verlenen voor de bouw van twee woningen en (mogelijke) bijgebouwen. Kanttekeningen -
28
Financiën De exploitatie van de Delwijnsestraat naast 50 komt geheel voor rekening van de initiatiefnemer. In de reeds gesloten intentieovereenkomsten zijn standaardafspraken vastgelegd over de kosten van onderzoeken, de kosten verbonden aan het ambtelijk apparaat, een bijdrage aan het fonds bovenwijkse voorzieningen en het verhaal van eventuele planschade.
Uitvoering Planning 22 oktober 2009 23 oktober 2009
04 november 2009 10 november 2009 26 november 2009 10 december 2009 14 januari 2010 21 januari 2010
Publicatie in Staatscourant en De Toren alsmede publicatie op website Terinzagelegging stukken gedurende 6 weken conform afd. 3.4 Awb. Overigens dient vaststelling van het bestemmingsplan dient plaats te vinden binnen 8 weken na de terinzagelegging indien geen zienswijzen zijn ingediend en 12 weken indien wel zienswijzen zijn ingediend. Aanlevering stukken vergadering college 10 november 2009 B&W akkoord met advies voorstel aan raad tot (gewijzigde) vaststelling bp Start verwerking mogelijk ingediende zienswijzen Carrousel Vaststelling bestemmingsplan door raad. Bekendmaking vaststelling bestemmingsplan in De Toren en Staatscourant. Binnen zes weken na de bekendmaking kan door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend c.q. beroep is ingesteld volgt inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Medio maart 2010 kan aldus duidelijkheid bestaan over de inwerkingtreding van het plan. Daarna kunnen bouwvergunningen worden verleend.
Communicatie Degenen die een zienswijze hebben ingediend ontvangen een uitnodiging voor de carrousel alsmede een kopie van de procesnota (voor zover die betrekking heeft op de zienswijze). Voor zover noodzakelijk worden deze personen na besluitvorming nader geïnformeerd bijvoorbeeld over de wijze waarop zij in beroep kunnen gaan tegen uw besluit. De zakelijke inhoud van de overeenkomsten als bedoeld in beslispunt 1 wordt bekend gemaakt na besluitvorming. Evaluatie / controle Indien noodzakelijk wordt u tussentijds op de hoogte gebracht middels een informatie- of een adviesnota. (OUD) Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit Ter inzage in de leeskamer na 26 november 2009 (terinzagetermijn voor belanghebbende is voorbij) • Bestemmingsplan Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50; • Informatienota raad 30 september 2009. (NIEUW) Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit; • Nota behandeling zienswijzen (procesnota) bestemmingsplan (zonder bijlagen)(alleen gestuurd aan raads-, college-, burgerleden en voorzitters carrousel (zie voor de webversie de website www.zaltbommel.nl Gemeenteraad Carrousel vergaderingen, etc.).
29
Ter inzage in de leeskamer • Bijlagen behorende bij Nota behandeling zienswijzen (procesnota) bestemmingsplan; • Bestemmingsplan Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 10 december 2009 ste 1 ronde (bestuurlijke vragen / meespraak) Wethouder Bragt antwoordt dat dit initiatief voortkomt uit het beleid om particuliere incidentele woningbouw toe te staan. Er zijn geen criteria gesteld aan de doelgroep waarvoor dergelijke woningen worden gebouwd. Hij onderkent dat het uitzicht kan worden belemmerd en geeft aan dat het een resultaat is van een stedenbouwkundige afweging. Benadrukt wordt dat, indien de raad situatiespecifieke criteria wil meegeven, de raad moet overwegen om de beleidsregel te wijzigen (VVD). Wethouder Bragt geeft aan dat het college de beleidsregel heeft opgeschort in afwachting van een evaluatie. D66 verzoekt de griffie om voor de raadsvergadering van 14 januari 2010 inzage te krijgen in de notulen van de commissie- en raadsvergadering waar de beleidsregels particuliere incidentele woningbouw zijn besproken en vastgesteld, teneinde de context te herleiden waarbinnen de regeling is vastgesteld. de
2 ronde (oordeelsvorming) De deelnemers aan de carrousel bestempelen de adviesnota als bespreekstuk voor de raad van 14 januari 2010, met als bespreekpunten de context waarin dit beleid is vastgesteld en de consequenties van de woningbouwplannen voor omwonenden.
De heer Van ’t Zelfde: De fractie van de ChristenUnie, met alle andere fracties van de raad dienen op dit voorstel een amendement in, ik lees het aan u voor.
Citaat: Onderwerp: Bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50” De raad van de gemeente Zaltbommel in vergadering bijeen op 11 februari 2010. Ondergetekenden stellen voor beslispunten 2 en 3 van het conceptbesluit te vervangen en aan te vullen door de drie volgende beslispunten: 2. “Het bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50” gewijzigd vast te stellen waarin één vrijstaande woning wordt toegestaan overeenkomstig de gewijzigde verbeelding (zie bijlage 1).
30
3. “De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen en de voorgestelde wijzigingen van het bestemmingsplan als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen (procesnota) bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50” op basis van beslispunt 2 gewijzigd vast te stellen en de procesnota integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan “Delwijnen, Delwijnsestraat naast 50”; 4. “Het bestemmingsplan met inachtneming van nieuwe beslispunten 2 en 3 gewijzigd vast te stellen”. Toelichting: Vanuit stedenbouwkundig oogpunt passen twee woningen -gelet op de bebouwingsdichtheid- niet in deze omgeving en vindt wijziging in het bestemmingsplan plaats door voor “twee woningen” één woning op te nemen, overeenkomstig de bijgevoegde gewijzigde verbeelding (zie bijlage 1 en 2). Ondertekend door de fractie van ChristenUnie, D66, PvdA, GroenLinks, SGP, VVD, CDA en ZVV Einde citaat.
De heer Van Hemert: Een aantal collega’s en ook ikzelf zijn uitermate betrokken geweest om het voorliggende amendement samen met de direct betrokkenen rond te krijgen en ik wil ik ieder geval mijn blijdschap uitspreken dat we het op deze manier zo goed hebben kunnen doen. De heer Van Balken: Woorden van gelijke strekking. Wat ik nog wel even belangrijk vind bij zo’n bestemmingsplan midden in het dorp, dat het uiteindelijk in goede harmonie wordt opgelost. Het zag er aanvankelijk uit dat dit niet zou lukken en men rollebollend over de straat zou gaan. U heeft zojuist van de heer Van ’t Zelfde gehoord dat wij uiteindelijk gaan besluiten om daar niet twee woningen neer te gaan zetten, maar één waardoor er minder impact is op de omgeving. Ik denk dat het een prima convenant is, waar iedereen mee kan leven en dit ook recht doet aan iedereen in Delwijnen. De heer De Gaaij: Wij zijn ook blij dat het uiteindelijk zo opgelost wordt. Aan de andere kant denk ik dat wij ons als raad moeten afvragen of de gang van zaken zoals het nu gelopen is, begrijpelijk met alle emoties van dien, de weg is die in de toekomst bij dergelijke zaken moet worden bewandeld? Mevrouw Smit: Ik sluit me aan bij de woorden van de heer De Gaaij. De heer Van der Schans: In zekere zin sluit ook ik me aan bij de woorden van de heer De Gaaij en daarom heb ik ook gevraagd om de informatienota, die gaat over de evaluatie van dit beleid, op de eerstvolgende carrousel te plaatsen, zodat we daar nog eens een keer goed naar kunnen kijken. Ook om te kijken of dit beleid precies de uitwerking heeft die we met elkaar beogen. Wethouder Bragt: Ik ben blij dat het op deze manier afgerond kan worden. Ik kan me ook best wat voorstellen bij de woorden van de heer De Gaaij, mevrouw Smit en de heer Van der Schans als zij vragen of dit nu de manier van werken is. Het is gelopen zoals het gelopen is en dan ben je ook blij als het tot een einde komt, dat mag wat mij betreft vanavond overheersen. De evaluatie komt eraan, ik weet alleen niet of dat in de eerstvolgende carrousel zal zijn. U mag het natuurlijk agenderen, maar we zijn sowieso zelf bezig met de evaluatie en komen daarmee naar u toe omdat we van u willen horen hoe het toekomstige beleid er uit zou moeten zien. Zoals u weet, hebben we de aanvragen allemaal opgeschort, we hebben een publicatie geplaatst dat we er even mee stoppen. Als college hebben we gezegd dat we er toch mee verder willen gaan, maar wel met een aantal andere voorwaarden en die willen we graag met u samen vaststellen. U wordt wat dat betreft op uw wenken bediend.
31
De voorzitter: Ik breng het amendement in stemming; iedereen is unaniem akkoord, het amendement is vastgesteld. Ik breng het voorstel zelf in stemming, ik neem aan dat u allen het voorstel ondersteunt? Unaniem akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
32
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
:
Bestemmingsplan "Bruchem, Steenweg 4"
Datum collegebesluit
:
Dinsdag 19 januari 2010
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
11
Portefeuillehouder
:
Wethouder Bragt
Nummer postregistratie
:
10 INK 00443
Naam programma
:
Inlichtingen bij
:
Pieter-Floor Bassa
Tel.nr.
:
0418 – 681 686
Email
:
[email protected]
Voorstel 1.1 Ten behoeve van het kostenverhaal voor het bestemmingsplan “Bruchem, Steenweg 4” geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de gesloten anterieure overeenkomst; 1.2 De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “ Bruchem, Steenweg 4” vast te stellen en integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan ‘Bruchem, Steenweg 4’; 1.3 De zienswijzen gelet op beslispunt 2 wel ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond te verklaren; 1.4 Met inachtneming van hetgeen is genoemd onder beslispunt 2 en 3 het bestemmingsplan Bruchem, Steenweg 4 gewijzigd vast te stellen. Inleiding De woningbouwlocatie Molenstraat / Dorpsstraat te Bruchem wordt op dit moment belemmerd door de geurcontour van het bedrijf van de gebroeders Den Otter (paardenfokkerij) op het perceel Molenstraat 5 te Bruchem. Verder is het wenselijk c.q. noodzakelijk om de woningbouwlocatie juist (deels) via dit perceel te ontsluiten. De afgelopen tijd is daarom gewerkt aan het verplaatsen van het bedrijf van de gebroeders Den Otter naar een andere locatie en het tegelijkertijd oplossen van een aantal andere ruimtelijke knelpunten in / nabij de kern Bruchem. Om dit te bewerkstelligen zijn de volgende bedrijfsverplaatsingen voorwaardelijk: • het verplaatsen van het bedrijf van de gebroeders Den Otter van de Molenstraat 5 te Bruchem naar de Steenweg 4 te Bruchem; • het verplaatsen van het bedrijf van de familie A. van der Schans van de Steenweg 4 te Bruchem naar de Krangstraat 4 te Zaltbommel. U wordt door middel van de onderhavige adviesnota voorgesteld om het planologisch regime voor het perceel Steenweg 4 te Bruchem te herzien, zodat de bedrijfsverplaatsing van het bedrijf van de gebroeders Den Otter mogelijk wordt. Voor de historie van de bedrijfsverplaatsing wordt verwezen naar de informatienota van juli 2009.
33
Doel / meetbaar effect Het oplossen van meerdere ruimtelijke knelpunten in / nabij de kern Bruchem. Argumenten 1.1 Anterieure overeenkomst biedt voldoende waarborgen om kosten als gevolg van grondexploitatie, planschade en nadeelcompensatie te verhalen. Op basis van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening kan een exploitatieplan worden vastgesteld. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk als verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is. Hiervan is in dit geval sprake. Verhaal van kosten voor grondexploitatie, planschade en nadeelcompensatie wordt gewaarborgd door middel van het sluiten van een anterieure overeenkomst. 2.1 Met de beoogde ontwikkeling van de Steenweg 4 zijn verschillende ruimtelijke belangen gemoeid: • door de verplaatsing van de paardenfokkerij vanaf de Molenstraat 5 te Bruchem naar de Steenweg 4 te Bruchem wordt de woningbouwlocatie Molenstraat / Dorpsstraat niet meer door een geurcontour belemmerd. Deze woningbouwlocatie kan vanuit dat oogpunt ontwikkeld worden. • een ruimtelijk knelpunt in de kern Bruchem wordt opgelost voor wat betreft het perceel Molenstraat 5. Dit perceel is de huidige bedrijfslocatie van de gebroeders Den Otter. Deze locatie ligt – hoewel aan de rand – binnen de kern Bruchem en brengt verkeersbewegingen van grootschalige landbouwvoertuigen met zich mee. Deze verkeersbewegingen zijn onwenselijk op de relatief smalle wegen direct rondom het dorp Bruchem. Op de nieuwe locatie is daarentegen sprake van een goede ontsluiting vlakbij de Steenweg. Op dit moment vindt het laden en lossen van het bedrijf wegens ruimtegebrek op de Molenstraat zelf plaats. Dit leidt tot gevaarlijke verkeerssituaties. Bovendien is op dit moment de landbouwmechanisatie aan de Molenstraat op basis van het geldende bestemmingsplan ook niet toegestaan; • de verpauperde bebouwing op de locatie Steenweg 4 wordt gesaneerd. Op deze locatie wordt bebouwing gerealiseerd ten behoeve van het (aan het buitengebied ge- en verbonden) bedrijf van de gebroeders Den Otter. Hierdoor wordt dit bedrijf niet langer in haar toekomstmogelijkheden beperkt; • het kinderdagverblijf van de familie A. van der Schans wordt in staat wordt gesteld om te verplaatsen naar een locatie, waar – in tegenstelling tot de huidige locatie – sprake is van toekomstperspectief; • de vervallen bebouwing op het perceel Krangstraat 4 te Zaltbommel wordt gesloopt. Op deze locatie komt een nieuwe passende functie in de vorm van een kinderdagverblijf. Het betreffende kinderdagverblijf wordt passend geacht op de locatie, omdat dat verblijf – anders dan een regulier kinderdagverblijf – inzet op het in contact brengen van jonge kinderen met het buitenleven. Het kinderdagverblijf wordt in een landelijke setting gerealiseerd; 2.2 Om de vestiging van het bedrijf van de gebroeders Den Otter op het perceel Steenweg 4 te Bruchem mogelijk te maken is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk: de beoogde bebouwing is nu al toegestaan, het beoogde gebruik niet. De agrarische activiteiten van het bedrijf van de gebroeders Den Otter passen binnen het geldende bestemmingsplan “Buitengebied 1991”. Hoewel de activiteiten voor wat betreft de landbouwmechanisatie functioneel aan het buitengebied gebonden zijn, passen deze niet-agrarische activiteiten niet in het geldende bestemmingsplan. Om deze reden is een bestemmingsplanherziening in dit geval noodzakelijk. 2.3 Door het bouwvlak te verschuiven en door het toepassen van een bebouwingspercentage wordt ruimtelijke winst gerealiseerd. In het ontwerpbestemmingsplan, dat ter inzage heeft gelegen, zijn de contouren van het bouwperceel één op één overgenomen uit het geldende bestemmingsplan “Buitengebied 1991”. 34
Verder waren ook de bebouwingsmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Dit betekent dat het bouwperceel voor 100% bebouwd mocht worden. Ambtshalve zijn thans ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan de volgende aanpassingen doorgevoerd: - het bouwvlak, waarbinnen de bedrijfsbebouwing mag worden gerealiseerd, is verder van de Steenweg afgeschoven. De bebouwing komt hiermee 10 meter verder van de Steenweg af te liggen (28 in plaats van 18 meter); - er is een bebouwingspercentage van 45% opgenomen. Ten opzichte van de bouwmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan is hierdoor sprake van een noemenswaardige ruimtelijke winst. Enerzijds komt deze bebouwing verder van de Steenweg te liggen, anderzijds wordt minder bebouwing toegestaan dan waarvoor het geldende bestemmingsplan nu al de ruimte biedt. De twee genoemde wijzigingen zijn verwerkt in de Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan“ en zullen na de behandeling in de carrousel feitelijk in het bestemmingsplan worden verwerkt. Voor de nieuwe situering van het bouwvlak wordt verwezen naar de bijlage, die ter inzage ligt. 2.4 Ter voorbereiding van het opstellen van het bestemmingsplan zijn diverse onderzoeken uitgevoerd (o.a. inzake de kwaliteit van de bodem en mogelijke bodemverontreiniging, de archeologische verwachtingswaarde, mogelijke geurhinder, externe veiligheid etc). De uitkomsten hiervan zijn voor zover mogelijk verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Geconcludeerd kan worden dat er geen belemmeringen zijn om de voorgestelde ontwikkeling doorgang te kunnen laten vinden. 2.5 Naast de conclusies van de diverse onderzoeken is in het bestemmingsplan nader gemotiveerd waarom wij van mening zijn dat de voorgestelde ontwikkeling in overeenstemming is met het beleid van rijk, provincie, gemeente en het waterschap. 2.6 Vanaf vrijdag 31 juli 2009 hebben gedurende zes weken (tot en met 10 september 2009) onder meer ter inzage gelegen: - het ontwerpbestemmingsplan “Bruchem, Steenweg 4”; - het ontwerpraadsbesluit Het ontwerpbestemmingsplan is zoveel mogelijk volgens de standaard van de gemeente Zaltbommel opgesteld. Uit geen van de (deel)onderzoeken is gebleken dat de ontwikkeling van het plan niet haalbaar is. 2.6 In het kader van het ontwerpbestemmingsplan zijn twee zienswijzen ingediend. 2.7 In de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Bruchem, Steenweg 4” wordt uitgebreid gereageerd op de ingediende zienswijzen waarin het proces, een inhoudelijke samenvatting van de zienswijzen en onze reactie is opgenomen. Kortheidshalve wordt naar de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Bruchem, Steenweg 4” verwezen. 3.1 De zienswijze van Van Westreenen Adviseurs voor het buitengebied (namens maatschap Bronk)is gedeeltelijk gegrond. In de zienswijze werd gesteld dat sprake is van het oprichting van geurgevoelige objecten binnen de geurcontour van de Steenweg 3 en dat dit in strijd met de Wet geurhinder en veehouderij. Naar aanleiding hiervan heeft uw raad besloten de maximale geurnorm voor het perceel Steenweg 4 te Bruchem te verhogen van 8 odeur units naar 20 odeur units.
35
4.1 Daarmee wordt voldaan aan het wettelijk vereiste. In de wet is bepaald dat vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad plaats moet vinden binnen 12 weken na het einde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan (termijn van orde). Middels vaststelling van het bestemmingsplan is het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van het plangebied vastgelegd. 4.2 Zienswijzen geven aanleiding tot wijzigingen. Tevens is sprake van ambtshalve aanpassingen. Voor de wijzigingen en de aanpassingen wordt verwezen naar “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Bruchem, Steenweg 4” Kanttekeningen 1. Met de provincie heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden. De verplaatsing van het bedrijf van de gebroeders Den Otter naar de Steenweg 4 te Bruchem en het bedrijf van de familie A. van der Schans naar de Krangstraat 4 te Zaltbommel is bestuurlijk voorgelegd aan de provincie. De provincie heeft hier mee ingestemd. 2. De overdracht van de diverse gronden vindt binnenkort plaats / heeft plaatsgevonden. Het betreft de volgende overdrachten: • de gronden Krangstraat 4 Zaltbommel: van woonstichting De Kernen (voorheen woningstichting De Vijf Gemeenten) naar de familie A. van der Schans; • de gronden Steenweg 4 te Bruchem: van de familie A. van der Schans naar de gebroeders Den Otter • de gronden Molenstraat 5 te Bruchem: van het bedrijf van de gebroeders Den Otter naar de woonstichting. Financiën • Dit voorstel brengt geen nieuwe financiële consequenties met zich mee. In het kader van de BURAP van maart 2009 is budget beschikbaar gesteld om de ruimtelijke knelpunten in Bruchem te kunnen oplossen. Dit voorstel past binnen dit budget; • Voor de bestemmingsplannen “Bruchem, Steenweg 4” en “Zaltbommel, Krangstraat 4” wordt met woonstichting De Kernen één exploitatie-overeenkomst gesloten. Uitvoering Planning Nadat u het bestemmingsplan heeft vastgesteld en publicatie van dit plan heeft plaatsgevonden, liggen de stukken voor zes weken ter inzage. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden beroep aantekenen. Communicatie Degenen die een zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan hebben ingediend worden schriftelijk van uw besluit op de hoogte gesteld; Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit; • “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “ Bruchem, Steenweg 4”, iInclusief de hierbij behorende bijlagen: - over geur: de memo ‘nadere informatie naar aanleiding van raadcarrousel 10 december 2009 (16 december 2009)’; - quicksan verkeer Steenweg 4 van 12 januari 2010.
36
Ter inzage in de leeskamer • De twee ingediende zienswijzen: van de stichting Behoud Dorpsgezicht Bruchem en Van Westreenen Adviseurs voor het buitengebied (namens maatschap Bronk Steenweg 3 Bruchem); • Het ontwerpbestemmingsplan, zoals in ontwerp ter inzage heeft gelegen van vrijdag 31 juli 2009 tot en met 10 september 2009; • Het gewijzigde vast te stellen ontwerpbestemmingsplan “Bruchem, Steenweg 4”; • Kopie van de verbeelding, waarop het verschoven bouwvlak, is weergegeven; • Anterieure exploitatieovereenkomst.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 28 januari 2010 1ste ronde (bestuurlijke vragen/meespraak) - wethouder Bragt zegt dat juridisch gezien de procedure juist is doorlopen maar dat in het bestuurlijk politieke proces er zaken niet helemaal goed zijn gegaan. Uitgangspunt is altijd geweest dat de ontwikkelingen op de Steenweg 4 geen belemmeringen opleveren voor het bedrijf van de heer Bronk de 2 ronde (oordeelsvorming) De deelnemers aan de carrousel bepalen dat de adviesnota als bespreekpunt zal worden behandeld in de raad van 11 februari 2010. - mogelijke juridische risico’s bij instemming met dit plan
De voorzitter: Er is een erratum bij dit agendapunt. Het is misschien goed om de portefeuillehouder vooraf te laten vertellen wat nu precies de bedoeling is van de wijziging die u op tafel heeft gevonden, dat lijkt me wel zo correct. Wethouder Bragt: Tijdens de carrousel waren er twee punten die nog wat nadere aandacht vroegen, dat is een technische vraag van een aantal, over de discussie of Krangstraat 4 te Zaltbommel wel of niet buiten de bebouwde kom ligt, daar heeft u afgelopen week een toelichting over gekregen. Ik hoop dat dit genoegzaam beantwoord is? Het tweede deel was een vraag van een groot aantal van de carrouselleden: het is nogal een technisch, juridisch verhaal, die beide bestemmingsplannen; college, laat er nog eens goed door iemand naar kijken. Dat is afgelopen week gebeurd; er heeft een expert op het gebied van bestemmingsplannen nog eens goed doorheen gevlooid. Daar zijn wat dingetjes uitgekomen, waarvan we het toch verstandig achten om deze alsnog in het besluit op te nemen. Het is niet zo dat de hele zaak op z’n kop gaat, het zijn wat technische, juridische aanpassingen die u in het erratum aantreft, in het nieuwe besluit wat op uw tafel ligt. De strekking van het bestemmingsplan, de regeling met bebouwingsvoorschriften en alles wat daar mee samenhangt, wordt dus niet gewijzigd. Maakt u zich daar niet ongerust over. De heer Van Balken: Is dit ook gecommuniceerd met de betrokkenen? Wethouder Bragt: Dat durf ik niet te zeggen, het is allemaal last-minute werk, dus ik ga er vanuit van niet. De betrokkenen zijn wel op de hoogte van het feit dat het zou gaan gebeuren, maar er verandert voor de betrokkenen ook helemaal niets. De gebruiksvoorschriften blijven hetzelfde, de bebouwingsbepalingen blijven allemaal hetzelfde, dus daar zitten geen veranderingen in. Dat is ook bepalend of je wel/niet met betrokkenen in overleg gaat. 37
De heer De Gaaij: Is het hiermee ook Raad van State-proof geworden? Wethouder Bragt: We hebben er alles aan gedaan om het Raad van State-proof te laten zijn. We hebben deze term ook gebruikt richting de deskundige die we ingehuurd hebben. Je durft er alleen geen garantie op te geven. Hij staat er wel voor in, maar je weet het nooit. Je ziet bij de Raad van State ook een aantal procedures, ik heb er met collega’s ook over gesproken en die noemen het een soort tombola als je bij de Raad van State terecht komt. Het is best een zorgwekkend iets, het is een algemeen beeld wat er ligt. Zo’n vraag is heel lastig te beantwoorden. De heer Van Hemert: Dit bestemmingsplan is op een of andere manier verbonden met het volgende bestemmingsplan Krangstraat 4. Laat ik de vraag wat scherper proberen te stellen: Wat gebeurt er nu als wij bijvoorbeeld dit bestemmingsplan hier niet zouden accorderen en bijvoorbeeld wel de Krangstraat 4, want het lijkt wel alsof we allebei de plannen moeten laten doorgaan of er kan er geen één doorgaan. Klopt dat? De argumenten die daaronder liggen; wij moeten hier een ruimtelijke beoordeling maken en de argumenten waarop ik doel hebben meer betrekking op financieeleconomische argumenten. Daar wil ik graag een antwoord op van de wethouder. Ik heb begrepen van de Stichting Behoud Dorpsgezicht Bruchem -en dat heb ik ook zelf kunnen nalezen- dat de schuren die daar gebouwd worden voor de paardenstallen een hoogte gaan krijgen van 10 m’ en mijn vraag is of dat nu wel strikt noodzakelijk is. In open gebied lijkt me dat geen wenselijke ontwikkeling. Wethouder Bragt: De vraag over de relatie tussen de bestemmingplannen is zeker terecht. Het is ook als één pakket aangeboden bij ons. Het is natuurlijk afhankelijk hoe een initiatiefnemer daarin zit en dat is in dit geval Woningstichting De Kernen. Als u vanavond besluit om Krangstraat 4 wel positief te benaderen en Steenweg 4 niet, dat zou natuurlijk kunnen, dan is het aan de initiatiefnemer hoe die daarop reageert. Ik weet het niet, ik heb wel allerlei vermoedens en gedachten, maar dat moet ik eerst aan die partij voorleggen. Dat is een antwoord op uw vraag en u moet daar op dit moment zelf maar een inschatting aan geven. Het tweede punt wat u naar voren brengt, is de brief van de Stichting Behoud Dorpsgezicht Bruchem; schuren van 10 m’, we hebben het dan over nokhoogte. Als je een beetje een schuur in het buitengebied hebt, die gaat al gauw richting de 10 m’ als je praat over nokhoogte. We hebben het hier niet over een goothoogte, dat is iets heel anders. Belangrijker is, de brief die u gehad hebt is in die zin niet helemaal volledig als ik het zacht mag uitdrukken, dat is dat de beide percelen -en dan pak ik ze maar even samen- op dit moment al een forse bebouwingsmogelijkheid bieden, dat geldt zowel voor het perceel aan de Steenweg als Krangstraat. Het zijn nog oude bestemmingsplannen met hele royale bebouwingsmogelijkheden, wat o.a. inhoudt dat beide bouwpercelen tot 100% volgebouwd mogen worden tot aan (wat betreft de Steenweg) de insteek van de sloot aan de langste Steenweg. Het staat er niet, maar het kan nu gewoon gebouwd worden. Als daar iemand neerstrijkt en die wil een agrarisch bedrijf beginnen, dan hebben wij het nakijken. Als diegene een bouwaanvraag indient, hebben wij het maar gewoon te vergunnen, dat moet u zich goed realiseren. Als u het oude met het nieuwe plan vergelijkt, dan moet u ook kijken wat is de maximale mogelijkheid in het oude plan om het met het voorliggende plan te vergelijken. De heer Van Balken: Geldt dat ook voor de nokhoogte wethouder? Wethouder Bragt: Ja, er wordt in de bebouwingsvoorschriften op dat punt niets aangepast. Alleen het maximale bebouwingspercentage wordt vastgelegd op 45% aan de Steenweg en de bebouwingsgrens wordt 10 m’ van de Steenweg afgelegd, dus dat is de ruimtelijke winst als we het zo kunnen benoemen en ik denk dat het ook zo benoemd mag worden. Het gaat in feite alleen om het veranderend gebruik op het perceel aan de Steenweg, dat daar niet alleen agrarische bouw plaats vindt, maar daarnaast ook een landbouwmechanisatiebedrijf. U hebt dat ook kunnen lezen: het is altijd gekoppeld aan het agrarisch gebruik, dat blijft de hoofdbestemming en daarnaast mag ook landbouwmechanisatie worden beoefend. Zo is het bestemmingsplan ook opgezet.
38
Daarmee heb ik ook eigenlijk beide agendapunten behandeld richting GroenLinks, dat hadden we niet echt afgesproken, maar ik denk dat u dat mij niet kwalijk neemt. De voorzitter: Wil er nog iemand een stemverklaring afleggen? De heer Van der Schans: De fractie van D66 stemt tegen dit voorstel omdat wij vinden dat een activiteit landbouwmechanisatie geen plek hoort te krijgen in het buitengebied, dat hoort op een bedrijventerrein. Een hobby als paardenhouderij mag nooit een motivatie zijn om het wel toe te staan. De heer Van Hemert: Ik zal het bestemmingsplan wel ondersteunen met dezelfde kanttekening als de heer Van der Schans bij het landbouwmechanisatiebedrijf, maar tegelijkertijd vind ik het uitstekend dat het bouwvolume wat er nu is, door dit bestemmingsplan beperkt wordt. Ik heb echter wel mijn bedenkingen. De heer Van Balken: De CDA-fractie zal voor dit plan stemmen. Er wordt hiermee een doorbraak gerealiseerd om in Bruchem mogelijkheden te realiseren en dat doet ons zeer deugd. De heer De Gaaij: In de carrousel heb ik al gezegd dat we qua geur en ruimtelijke ordening de randjes van het mogelijke hebben opgezocht. Wat voor mij de doorslag geeft dat voor een bedrijf wat al jaren bezig is (het is het derde plan) nu eindelijk een stap in de goede richting wordt gezet. De voorzitter: Wie is er tegen dit bestemmingsplan? Dat is de fractie van D66. Het bestemmingsplan is vastgesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen en het feit dat de fractie van D66 tegen het voorstel is.
39
Adviesnota voor de raad
Onderwerp
:
Bestemmingsplan "Zaltbommel, Krangstraat 4"
Datum collegebesluit
:
Dinsdag 19 januari 2010
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
12
Portefeuillehouder
:
Wethouder Bragt
Nummer postregistratie
:
10 INK 00444
Naam programma
:
Inlichtingen bij
:
Pieter-Floor Bassa
Tel.nr.
:
0418 – 681 686
Email
:
[email protected]
Voorstel 1.5 Ten behoeve van het kostenverhaal voor het bestemmingsplan “Zaltbommel, Krangstraat 4” geen exploitatieplan vast te stellen en in te stemmen met de gesloten anterieure overeenkomst; 1.6 De voorgestelde beantwoording van de zienswijzen als opgenomen in de bijlage “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan “ Zaltbommel, Krangstraat 4” vast te stellen en integraal onderdeel te laten uitmaken van het bestemmingsplan ‘Zaltbommel, Krangstraat 4’; 1.7 De zienswijzen gelet op beslispunt 2 wel ontvankelijk en niet gegrond te verklaren; 1.8 Met inachtneming van hetgeen is genoemd onder beslispunt 2 en 3 het bestemmingsplan Zaltbommel, Krangstraat 4 gewijzigd vast te stellen; 1.9 De welstandscriteria ´Beeldkwaliteit Krangstraat 4´ als zijnde aanvulling 2009-4 op de welstandsnota gemeente Zaltbommel vast te stellen. Inleiding De woningbouwlocatie Molenstraat / Dorpsstraat te Bruchem wordt op dit moment belemmerd door de geurcontour van het bedrijf van de gebroeders Den Otter (paardenfokkerij) op het perceel Molenstraat 5 te Bruchem. Verder is het wenselijk c.q. noodzakelijk om de woningbouwlocatie juist (deels) via dit perceel te ontsluiten. De afgelopen tijd is daarom gewerkt aan het verplaatsen van het bedrijf van de gebroeders Den Otter naar een andere locatie en het tegelijkertijd oplossen van een aantal andere ruimtelijke knelpunten in / nabij de kern Bruchem. Om dit te bewerkstelligen zijn de volgende bedrijfsverplaatsingen voorwaardelijk: • het verplaatsen van het bedrijf van de gebroeders Den Otter van de Molenstraat 5 te Bruchem naar de Steenweg 4 te Bruchem; • het verplaatsen van het bedrijf van de familie A. van der Schans van de Steenweg 4 te Bruchem naar de Krangstraat 4 te Zaltbommel. U wordt door middel van de onderhavige adviesnota voorgesteld om het planologisch regime voor het perceel Krangstraat 4 te Zaltbommel te herzien, zodat de bedrijfsverplaatsing van het bedrijf van de gebroeders Den Otter mogelijk wordt. Voor de historie van de bedrijfsverplaatsing wordt verwezen naar de informatienota van juli 2009. 40
Doel / meetbaar effect Het oplossen van meerdere ruimtelijke knelpunten in / nabij de kern Bruchem. Argumenten 1.1 Anterieure overeenkomst biedt voldoende waarborgen om kosten als gevolg van grondexploitatie, planschade en nadeelcompensatie te verhalen. Op basis van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening kan een exploitatieplan worden vastgesteld. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk als verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is. Hiervan is in dit geval sprake. Verhaal van kosten voor grondexploitatie, planschade en nadeelcompensatie wordt gewaarborgd door middel van het sluiten van een anterieure overeenkomst. 2.1 Met de beoogde ontwikkeling van de Krangstraat 4 zijn verschillende ruimtelijke belangen gemoeid: • het kinderdagverblijf van de familie A. van der Schans wordt in staat wordt gesteld om te verplaatsen naar een locatie, waar – in tegenstelling tot de huidige locatie – sprake is van toekomstperspectief; • de vervallen bebouwing op het perceel Krangstraat 4 te Zaltbommel wordt gesloopt. Op deze locatie komt een nieuwe passende functie in de vorm van een kinderdagverblijf. Het betreffende kinderdagverblijf wordt passend geacht op de locatie, omdat dat verblijf – anders dan een regulier kinderdagverblijf – inzet op het in contact brengen van jonge kinderen met het buitenleven. Het kinderdagverblijf wordt in een landelijke setting gerealiseerd; • de verpauperde bebouwing op de locatie Steenweg 4 wordt gesaneerd. Op deze locatie wordt bebouwing gerealiseerd ten behoeve van het (aan het buitengebied ge- en verbonden) bedrijf van de gebroeders Den Otter. Hierdoor wordt dit bedrijf niet langer in haar toekomstmogelijkheden beperkt; • door de verplaatsing van de paardenfokkerij vanaf de Molenstraat 5 te Bruchem naar de Steenweg 4 te Bruchem wordt de woningbouwlocatie Molenstraat / Dorpsstraat niet meer door een geurcontour belemmerd. Deze woningbouwlocatie kan vanuit dat oogpunt ontwikkeld worden. • een ruimtelijk knelpunt in de kern Bruchem wordt opgelost voor wat betreft het perceel Molenstraat 5. Dit perceel is de huidige bedrijfslocatie van de gebroeders Den Otter. Deze locatie ligt – hoewel aan de rand – binnen de kern Bruchem en brengt verkeersbewegingen van grootschalige landbouwvoertuigen met zich mee. Deze verkeersbewegingen zijn onwenselijk op de relatief smalle wegen direct rondom het dorp Bruchem. Op de nieuwe locatie is daarentegen sprake van een goede ontsluiting vlakbij de Steenweg. Op dit moment vindt het laden en lossen van het bedrijf wegens ruimtegebrek op de Molenstraat zelf plaats. Dit leidt tot gevaarlijke verkeerssituaties. Bovendien is op dit moment de landbouwmechanisatie aan de Molenstraat op basis van het geldende bestemmingsplan ook niet toegestaan; 2.2 Om de vestiging van het kinderdagverbljif van de familie A. van der Schans op het perceel Krangstraat 4 te Zaltbommel mogelijk te maken is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk: de beoogde bebouwing is nu al toegestaan, het beoogde gebruik niet. De beoogde bebouwing op het perceel Krangstraat 4 te Zaltbommel heeft betrekking op een kinderdagverblijf in een kinderboerderij-achtige setting. In de eindsituatie is sprake van twee woningen met bijgebouwen en een kinderdagverblijf van circa 400 m2. Al met al aanzienlijk minder bebouwing dan op basis van het huidige bestemmingsplan is toegestaan. In het huidige bestemmingsplan is sprake van een agrarisch bouwperceel van ongeveer 8.000 m2 dat in zijn geheel bebouwd mag worden. De herziening van het bestemmingsplan is noodzakelijk, omdat het geldende bestemmingsplan het beoogde gebruik niet toestaat.
41
2.3. Aanpassingen naar aanleiding van toets welstandscommissie. Door middel van constructief overleg met de provincie en het Gelders Genootschap (welstandscommissie) is geconcludeerd dat het wenselijk is om de westelijke woning in de vorm van een T-boerderij te realiseren. Onlangs is het bouwplan voor deze woning in de welstandscommissie behandeld. Hieruit is gebleken dat: - om een evenwichtige verhouding tussen voor- en achterhuis te krijgen het aantal kuubs verhoogd (van 1.000 naar 1.300 m3) en het bouwvlak verdiept dient te worden (van 15 naar 20 meter). Hiermee kan in ruimtelijke zin tot een kwalitatief beter plan te komen; - de afstanden tussen de twee woningen en de achtergelegen gebouwen op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan onbedoeld groter zijn dan met de provincie is afgesproken. Op een constructieve wijze heeft over de betreffende afstanden overleg met de provincie plaatsgevonden. Het is niet wenselijk om de gemaakte afspraken niet na te komen. De afstanden worden conform de afspraak aangepast op de verbeelding. De twee genoemde wijzigingen zijn verwerkt in de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan“ en zullen na behandeling in de carrousel feitelijk in het bestemmingsplan worden verwerkt. Voor de afstanden van de bebouwing, zoals ze in de verbeelding van het bestemmingsplan verwerkt worden, wordt verwezen naar de bijlage bij de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan“. 2.4 Ter voorbereiding van het opstellen van het bestemmingsplan zijn diverse onderzoeken uitgevoerd (o.a. inzake de kwaliteit van de bodem en mogelijke bodemverontreiniging, de archeologische verwachtingswaarde, mogelijke geurhinder, externe veiligheid etc). De uitkomsten hiervan zijn voor zover mogelijk verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Geconcludeerd kan worden dat er geen belemmeringen zijn om de voorgestelde ontwikkeling doorgang te kunnen laten vinden. 2.5 Naast de conclusies van de diverse onderzoeken is in het bestemmingsplan nader gemotiveerd waarom wij van mening zijn dat de voorgestelde ontwikkeling in overeenstemming is met het beleid van rijk, provincie, gemeente en het waterschap. 2.6. Vanaf 25 september 2009 hebben gedurende zes weken (tot en met 5 november 2009) onder meer ter inzage gelegen: - het ontwerpbestemmingsplan “Zaltbommel, Krangstraat 4”; - het ontwerpraadsbesluit Het ontwerpbestemmingsplan is zoveel mogelijk volgens de standaard van de gemeente Zaltbommel opgesteld. 2.7 In het kader van het ontwerpbestemmingsplan zijn vier zienswijzen ingediend. 2.8 In de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Zaltbommel, Krangstraat 4” wordt uitgebreid gereageerd op de ingediende zienswijzen waarin het proces, een inhoudelijke samenvatting van de zienswijzen en onze reactie is opgenomen. Kortheidshalve wordt naar de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Zaltbommel, Krangstraat 4” verwezen. 3.1 De zienswijzen zijn niet gegrond. Kortheidshalve wordt naar de “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan ‘Zaltbommel, Krangstraat 4” verwezen.
42
4.2 Daarmee wordt voldaan aan het wettelijk vereiste. In de wet is bepaald dat vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad plaats moet vinden binnen 12 weken na het einde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan (termijn van orde). Middels vaststelling van het bestemmingsplan is het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van het plangebied vastgelegd. 4.2 De zienswijzen geven geen aanleiding tot wijzigingen. Wel is sprake van ambtshalve aanpassingen. Voor de wijzigingen en de aanpassingen wordt verwezen naar “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zaltbommel, Krangstraat 4” 5.1 Er zijn geen inspraakreacties ingediend. Van 4 december 2009 tot en met 10 december hebben de welstandscriteria ‘ Beeldkwaliteit Krangstraat 4’ ter inzage gelegen. Dit is gepubliceerd in de Toren. Tijdens de termijn van de terinzagelegging zijn geen inspraakreacties ingediend, die betrekking hebben op de welstandscriteria. Vanuit dit oogpunt is ook geen eindverslag van de inspraak voor u opgesteld. 5.2 Degenen,die een zienswijze hebben ingediend in het kader van het ontwerpbestemmingsplan zijn schriftelijk van de terinzagelegging op de hoogte gesteld. Kanttekeningen 1. Met de provincie heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden. De verplaatsing van het bedrijf van de gebroeders Den Otter naar de Steenweg 4 te Bruchem en het bedrijf van de familie A. van der Schans naar de Krangstraat 4 te Zaltbommel is bestuurlijk voorgelegd aan de provincie. De provincie heeft hier mee ingestemd. 2. De overdracht van de diverse gronden vindt binnenkort plaats / heeft plaatsgevonden. Het betreft de volgende overdrachten: • de gronden Krangstraat 4 Zaltbommel: van woonstichting De Kernen (voorheen woningstichting De Vijf Gemeenten) naar de familie A. van der Schans; • de gronden Steenweg 4 te Bruchem: van de familie A. van der Schans naar de gebroeders Den Otter • de gronden Molenstraat 5 te Bruchem: van het bedrijf van de gebroeders Den Otter naar de woonstichting. 3. Voor de invulling van het perceel wordt met een erfinrichtingsplan gewerkt. De familie A. van der Schans heeft in overleg met het Gelders Genootschap, de stichting Landschapsbeheer Gelderland en de gemeente Zaltbommel een erfinrichtingsplan gemaakt. Er wordt privaatrechtelijk met de familie A. van der Schans vastgelegd dat zij moet zorgdragen voor de uitvoering en instandhouding van de betreffende erfinrichting. Financiën • Dit voorstel brengt geen nieuwe financiële consequenties met zich mee. In het kader van de BURAP van maart 2009 is budget beschikbaar gesteld om de ruimtelijke knelpunten in Bruchem te kunnen oplossen. Dit voorstel past binnen dit budget; • Voor de bestemmingsplannen “Bruchem, Steenweg 4” en “Zaltbommel, Krangstraat 4” wordt met woonstichting De Kernen één exploitatie-overeenkomst gesloten.
43
Uitvoering Planning Nadat u het bestemmingsplan heeft vastgesteld en publicatie van dit plan heeft plaatsgevonden, liggen de stukken voor zes weken ter inzage. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden beroep aantekenen. Communicatie Degenen die een zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan hebben ingediend worden schriftelijk van uw besluit op de hoogte gesteld; Bijlagen Bijgevoegd • Concept raadsbesluit; • “Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan“, inclusief bijlage “plattegrond 5 juni 2009”. Ter inzage in de leeskamer • De vier ingediende zienswijzen: van de stichting Behoud Dorpsgezicht Bruchem en Van Westreenen Adviseurs voor het buitengebied (namens maatschap Bronk, Steenweg 3 Bruchem); • Het ontwerpbestemmingsplan dat van 25 september 2009 tot en met 5 november 2009 ter inzage heeft gelegen: • Het gewijzigde vast te stellen bestemmingsplan “Zaltbommel, Krangstraat 4”; • De welstandscriteria “Beeldkwaliteit Krangstraat 4”; • Erfinrichtingsplan (beplantingsplan); • Anterieure exploitatieovereenkomst.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch
Uitkomst carrousel 28 januari 2010 ste 1 ronde (bestuurlijke vragen/meespraak) wethouder Bragt is van mening dat, gelet op de specifieke situatie, er geen precedentwerking de uitgaat van het toestaan van de bouw van een 2 (burger)woning. - wethouder Bragt geeft aan dat bij de geurnormering uitgegaan is van het ‘worst case’ benadering. - Wethouder Bragt zegt toe voor de raadsvergadering duidelijkheid te verschaffen over de vraag op de Krangstraat 4 binnen of buiten de bebouwde kom ligt voor wat betreft 2de ronde (oordeelsvorming) De deelnemers aan de carrousel bepalen dat de adviesnota als bespreekpunt zal worden behandeld in de raad van 11 februari 2010. - bespreekpunt is de ligging van Krangstraat 4 binnen of buiten de bebouwde kom voor wat betreft de geurnormering.
De voorzitter: Wil de wethouder op dit agendapunt ook nog een toevoeging geven? Ik denk het niet, want dat heeft u al bij het voorgaande agendapunt gedaan.
44
De heer Van Hemert: Ik heb nog wel een vraag, want ik heb een kleine scheiding aangebracht in mijn vragen wethouder Bragt. De vraag die ik nog steeds heb bij dit plan is: de tweede woning die daar gebouwd gaat worden. Ik heb heel vroeger bij Ruimtelijke Ordening geleerd dat het vrij tricky is om zgn. burgerwoningen toe te staan in buitengebied. Nu weet ik dat dit een lastige grens is, maar mijn vraag is wel: stel dat er straks ergens anders in het buitengebied weer een bouwplan wordt ingediend en dit plan gaat door, betekent dat dan dat er een precedentwerking komt en er overal maar een tweede woning kan worden gebouwd? Vraag twee is of deze woning echt noodzakelijk is, waarom zou niet volstaan kunnen worden met één bedrijfswoning? De heer De Gaaij: Vraag aan de wethouder en de heer Van Hemert: is het u bekend dat op vrijkomende agrarische bestemmingen meerdere burgerwoningen teruggebouwd kunnen worden? De heer Van Hemert: Ik moet me laten bijscholen heer De Gaaij. Wethouder Bragt: In het algemeen is het zo dat onder strikte voorwaarden ook in het buitengebied -en daar duidt de heer De Gaaij ook op- een omschakeling kan plaats vinden van agrarische bestemmingen naar burgerwoningen. Dit heeft ook alles te maken met de ontwikkelingen in de landbouw, schaalvergroting en dat je soms met alle agrarische bouwpercelen iets moet. Dat is altijd een lastige afweging, want je gaat in het buitengebied iets doen wat van oudsher altijd wat problemen met zich mee kan brengen; een burgerwoning in een buitengebied, daar kunnen omliggende agrariërs last van hebben. Je moet het altijd zorgvuldig afwegen, maar het kan wel degelijk. In dit geval stond er al een woning en daar wordt een kinderdagverblijf aan toegevoegd, dat is sowieso al een gevoelige bestemming in het buitengebied. Die tweede woning voegt daar geen extra gevoeligheid aan toe, dat is ook belangrijk om dat mee te nemen. Als je het hebt over omliggende bedrijven, agrarische bedrijven, die hebben geen extra last van die tweede woning. Het noodzakelijkheidscriterium is hier ook niet van toepassing. De vraag is ook niet gesteld of die tweede woning noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, dat is ook niet aan de orde. Dat is wel een vraag die je stelt bij een veehouderijbedrijf, de tweede bedrijfswoning, dan wordt die vraag wel gesteld. In dit geval is dit niet aan de orde en wordt het toegestaan om het geheel op een nette manier af te ronden. Je krijgt een bepaald ensemble, zoals ze dat in het vakgebied noemen en het had ook te maken met de financiële haalbaarheid van het plan. De voorzitter: Wij gaan over tot besluitvorming. Ik constateer dat er 19 leden in de zaal zitten, de heer Van der Schans heeft zijn plaats verlaten. Wil iemand een stemverklaring? Wie is er tegen dit voorstel? 19 stemmen, aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
45
Onderwerp
:
Vaststellen notulen vorige vergaderingen
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
13
De voorzitter: De conceptnotulen van de openbare raadsvergadering van 15 december 2009 en de conceptnotulen van de openbare raadsvergadering van 14 januari 2010 heb ik u toe laten sturen. Kunt u met beide notulen instemmen? Dan zijn ze vastgesteld, met dank aan de notulisten.
46
Onderwerp
:
Bespreking overlast binnen de gemeente Zaltbommel
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
14
47
48
49
50
51
Korte schorsing van 20.00-21.05. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Na deze korte schorsing geef ik de burgemeester het woord. Burgemeester Van den Bosch: Leden van de raad, 2010 is voor bewoners, ondernemers en bezoekers van de binnenstad, de Marokkaanse gemeenschap, de politie en het gemeentebestuur roerig begonnen. De ontruiming van de Philipsschool op dinsdagavond 19 januari jl. leidde die avond en een aantal avonden daarna tot ongeregeldheden in de binnenstad. Bij deze ongeregeldheden was een groep Marokkaanse jongeren betrokken. Achteraf bezien was de ontruiming op 19 januari wellicht de druppel die de emmer, tot de rand toe gevuld met de gespannen sfeer rondom overlastgevende Marokkaanse jongeren, deed overlopen. De problemen met deze groep en de overlast die zij veroorzaken zijn immers niet van gisteren of vandaag, maar weet ook dat deze problematiek niet uniek is voor alleen Zaltbommel. Het speelt in meerdere steden, zoals Gouda, Nijmegen, Culemborg etc. Ook zal het niet meteen vandaag of morgen zijn opgelost, maar wel kunnen wij u verzekeren dat wij samen met diverse partners keihard werken om verdere stappen te zetten. De afgelopen jaren hebben wij samen met partners als de politie, Al Amal, Woonlinie, Provincie Gelderland en instellingen op het gebied van welzijn en zorg verschillende maatregelen genomen om de problemen met jongeren tegen te gaan. Dat bestaande samenwerkingsverbanden in tijden van nood automatisch worden versterkt en partijen alles uit de kast halen om hun gezamenlijke doel te bereiken, is de laatste weken gebleken. Niet alleen tijdens de spannende uren op straat, maar vooral ook daarna, hebben alle partners onder regie van de gemeente intensief overleg met elkaar gevoerd en de aanvullende noodzakelijke maatregelen met elkaar besproken. Het college is er trots op dat het feit dat elke partij bereid is gebleken over de grenzen van hun eigen kunnen heen te kijken en het gemeenschappelijk belang voorop te stellen, maar praatjes vullen geen gaatjes. Dat was ook duidelijk de strekking van de actie die de dagen na de ongeregeldheden vanuit burgers en vanuit uw raad kwam. Er moet paal en perk gesteld worden aan de problemen, vanzelfsprekend deelt het college deze mening, maar zorgvuldigheid in besluitvorming heeft daarbij vanaf het allereerste begin voor het college centraal gestaan. Aan spierballentaal heeft de burger niets, dat wat het college zegt, moet zij ook kunnen nakomen. Met het oog op dit zorgvuldigheidsbeginsel heeft het college bewust gekozen niet in het vroegtijdig stadium te communiceren over alle maatregelen. Gisteren hebben wij u in een brief laten weten welke maatregelen wij nu en in de nabije toekomst gaan nemen om de problematiek aan te pakken om de rust in de omgeving van De Omhoeken terug te krijgen. Zo worden onder meer de activiteiten die in de Philipsschool plaats vonden elders ondergebracht. Met het spreiden van activiteiten verwachten wij dat er sprake is van een meer beheersbare situatie. De spreiding is ook een wens van de gebruikers van de Philipsschool. Op het moment van dit spreken is het pand leeg, zijn de ramen dicht getimmerd en met een hekwerk omheind. Het pand heeft nu geen functie meer en daarom heeft het college afgelopen dinsdag besloten om het pand te laten slopen. Binnenkort wordt met de sloop begonnen. Gezien alle ongeregeldheden in de binnenstad van Zaltbommel is er tijdelijk extra politiecapaciteit in het kader van de openbare orde. Zij zal duidelijk zichtbaar zijn op straat en zal de komende dagen een streng handhavingsbeleid voeren. Geen waarschuwing, maar meteen verbaliseren. Er geldt een nultolerantie grens voor een ieder, van dronken carnavalsvierders tot overlast gevende jongeren. Zo zal de politie, indien nodig, gebruik maken van bevoegdheden van de APV, zoals het actief inzetten van een samenscholingsverbod. Mocht de situatie echt de komende dagen escaleren, dan hebben we een noodverordening achter de hand. Het slopen van het pand en het elders onderbrengen van de activiteiten van de Philipsschool brengt zeer waarschijnlijk de rust in de omgeving van De Omhoeken terug, maar dat daarmee de problematiek van de Marokkaanse jongeren niet is opgelost, spreekt voor zich. Het college en de eerdergenoemde partijen blijven investeren in de aanpak daarvan. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bereid gebleken de gemeente daarmee de helpende hand te bieden, zowel inhoudelijk als financieel. Wij zijn het Ministerie hiervoor zeer erkentelijk en meer informatie hierover zult u binnenkort ontvangen. Tot slot en wellicht ten 52
overvloede: een ieder, waaronder ook de Marokkaanse gemeenschap zelf, is het gedrag van een groep jongeren zat. Laten wij allen de schouders er vanuit het gemeenschappelijke doel onder blijven zetten en elkaar in de aanpak van de problematiek niet uit het oog verliezen, want alleen samen staan we sterk. Daarbij geldt nog steeds een zware taak -ook voor u in een volgende raadsperiode- om dit onderwerp met de hoogste prioriteit te behandelen, een grote verantwoordelijkheid voor het nieuwe college en de nieuwe raad. Daarbij geldt dat we het met elkaar moeten doen, de overheid kan niet alles. Ouders en kinderen hebben een grote verantwoordelijkheid en daarbij geldt dat we niet iedereen over één kam moeten scheren, met polarisatie en opportunisme komen we nooit tot een oplossing. Daarbij geldt ook dat we het nu allemaal met elkaar eens zijn, rechts of links, gelovig of ongelovig, rijk of arm, dat we het gedrag van een groepje Marokkaanse straatjongeren met zeer intimiderend gedrag gewoon meer dan zat zijn en daarbij geldt, nogmaals, dat we het samen moeten doen, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. De heer Komen: Ik wil graag onderstrepen wat de burgemeester zojuist heeft gezegd en met name het tweede gedeelte, dat wij niet moeten polariseren en stigmatiseren. Ik heb een kort gedicht gevonden en naar aanleiding van dit gedicht wil ik nog iets zeggen. Ze hebben hun moskee gebouwd om onze gulden van God. Ze zijn gekomen als soldaten maar zonder geweer Hun wapen is honger. Ze zijn hier als veroveraars van recht op leven. Voorzitter, over dit gedicht kunnen we heel lang nadenken, maar wat ik ermee bedoel te zeggen is dat de Marokkaanse gemeenschap een eerlijke gemeenschap is. De mensen zijn verdrietig, bedroefd en boos, evenals wij. Het is hen niet gelukt om deze jongens in bedwang te houden, het is ons ook niet gelukt. Ik pleit ervoor dat we vanavond het debat zo constructief mogelijk met elkaar voeren, niet te polariseren, niet te stigmatiseren maar met elkaar objectief de fouten te vinden, een oplossingsrichting te zoeken die leidt tot de veiligheid die wij samen zo nodig hebben. Ik dank u wel. De heer Edskes: Ik heb een vraag. Toen op die dinsdagavond deze calamiteit zich voor deed, bleek na 14 dagen pas wat daar precies was gebeurd, toen wij een berichtje kregen van het college. Wat mij zeer verbaasd en gestoord heeft, is dat de raad niet op de hoogte is gebracht van de problematiek die bij de Philipsschool aan de hand was. We kregen 14 dagen later pas een paar persberichtjes en die persberichtjes hadden wij in de pers al kunnen lezen. Ik vind het heel vervelend dat wij als raad niet eerder op de hoogte gebracht zijn. Wat is daar de reden van? Waarom zijn wij als raad niet geïnformeerd wat de problematiek was? Als de mensen mij op straat vroegen wat er aan de hand was, dan wist ik als volksvertegenwoordiger niets en moest ik zeggen: ik weet net zoveel als u. Ik zou graag een antwoord van het college willen hoe dit in elkaar steekt. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Heer Edskes, kunt u misschien meteen uw betoog houden? De heer Edskes: De fractie van de ChristenUnie is blij, en dat gaat over de brief die wij gisteren hebben gehad, dat er een aantal concrete stappen worden gemaakt om bepaalde vormen van criminaliteit drastisch terug te dringen. Wij vinden dat de gemeente meer de regie in handen moet 53
nemen. De ChristenUnie vindt dat de gemeente de regie moet voeren over deze zaak. We willen graag weten op welke wijze u hier invulling aan gaat geven. Verder zijn wij benieuwd hoe het college de overlegcultuur gaat doorbreken, daar bedoel ik mee: er wordt overlegd aan de tafel en er komt niets uit. Er moet meer focus op de daadwerkelijke activiteiten komen. Voorzitter, hoe ziet u de rol van de straatcoaches en de gezinsmanagers? Zijn zij een verlengstuk van de politie of hebben zij een eigen verantwoordelijkheid? Voorzitter, preventie is een sleutelwoord bij het landelijke veiligheidsbeleid. Wij zullen daar in Zaltbommel veel energie in moeten steken. Het speerpunt is volgens de ChristenUnie de leeftijdsgroep van 8- tot 16-jarigen. De instroom van nieuwe criminelen moet zoveel mogelijk gestopt worden. Meer criminaliteit en geweld dient gestopt te worden en dient prioriteit te krijgen. Is het bekend wat de achtergronden zijn van dit criminele gedrag van deze jongeren? Zijn er veroorzakende omstandigheden? Is het nodig dat wij daar kennis van krijgen om ons beleid daarop af te stemmen? Naar onze mening is een heldere taakstelling van alle partijen noodzakelijk, maar de overlegcultuur mag niet toenemen. Inzet moet praktisch blijven. De gemeente moet nadrukkelijk de regie voeren. Als er gezinsmanagers of straatcoaches worden aangesteld in Zaltbommel, dan moeten aan hun inzet meetbare doelstellingen worden gekoppeld, zodat wij als raad jaarlijks preventiviteit kunnen vaststellen. Veiligheidsgevoel heeft vaak te maken met communicatie, hier is nog een verbeteringsslag te maken. Het college zal hier in de komende periode meer beleidsmatige invulling aan moeten geven. Zorg voor een goede terugkoppeling van alle organisaties naar de gemeente en burgers. Er is een afnemende bereidheid bij burgers om melding te maken van criminele, beledigende of intimiderende activiteiten, “het helpt toch niet of er wordt niets mee gedaan” hoor ik veelvuldig. Burgers hebben geen vertrouwen in politie en justitie. Vertrouwen in de politie is cruciaal voorzitter. Om het gevoel van veiligheid te bevorderen, doen wij de volgende suggestie: richt een veiligheidshuis op. Een veiligheidshuis is een samenwerkingsverband dat zich richt op het terugbrengen van overlast en criminaliteit. Creëer een klankbordgroep voor de burgers, roep deze klankbordgroep op vaste tijden bij elkaar. Doelstelling van de ze klankbordgroep is: een interactieve groep waar zowel vanuit de burger als locale overheid informatie gehaald en gebracht kan worden. Zo’n klankbordgroep geeft de burger en de locale overheid de mogelijkheid om zo goed mogelijk bezig te zijn met veiligheidsbeleid. De ChristenUnie is voor een harde aanpak voor deze +/- 30 jongeren die bij de politie bekend zijn. Gebruik alle wettelijke middelen die er zijn. Voor de ChristenUnie is de maat vol. Wat moet er volgens ons gebeuren? In de eerste plaats meer middelen bij het Rijk zoeken. Bij een bezoek aan Den Haag heb ik gesproken met een woordvoerder van de ChristenUnie, de heer Ed Anker. Hij zei dat er geld is voor deze problemen, als er maar een goed plan is. Bezuinigen op de politie is geen goed besluit, daar heb ik als ChristenUnie-raadslid geen begrip voor met alle problemen die wij hebben in dit land en in onze stad. Nu volgt een opsomming wat de ChristenUnie belangrijk vindt: aanpak harde kern crimineel gedrag, ook de 8- tot 16-jarigen. Al deze organisaties die ik nu ga noemen kunnen ketenpartner zijn in het veiligheidshuis, meer opvoedende ondersteuning in gezinnen, ouderparticipatie, werken aan taalachterstand, ook vooral binnen de scholen. Deze is wettelijk verplicht, maar er is geen goede controle op deze verplichting, blijkt uit onderzoeken. We kunnen de scholen inschakelen, leerplichtambtenaren, Woonlinie, welzijnsorganisaties, centrum voor jeugd en gezin, gezinsmanagers, straatcoaches, jeugdzorg, kinderbescherming en openbaar ministerie. Laat al deze organisaties op een goede manier samen werken en niet alleen voor hun eigen toko gaan. Er wordt in deze organisatie veel gemeenschapsgeld gestoken, uit rapporten blijkt dat ze allemaal langs elkaar heen werken, hier moet de gemeente de regie gaan voeren. Laat in één gezin geen vijf hulpverleners werken die langs elkaar heen werken. Laat één persoon zich laten vertegenwoordigen in een probleemgezin, bijvoorbeeld een gezinsmanager. Tot zover onze bijdrage. De heer Van Wijk: Ik wil meteen beginnen de burgmeester te bedanken voor zijn toespraak, er zitten elementen in die ons bijzonder aanspreken. Hij was ons wel voor, want één van mijn vragen was: Kunnen we morgen beginnen met slopen? U begint overmorgen met slopen. Ik wil ook even richting de heer Komen kijken, zijn openingswoorden raakten mij; dat is de juiste houding om dit debat in de gaan, gericht op oplossingen en niet gericht op haat en polarisatie. We zien het op dit moment op heel veel plaatsen in Nederland: ernstige jeugdoverlast in Slotervaart Amsterdam, Kanaaleiland Utrecht, 54
Hoek van Holland, Nijmegen, Eden, Culemborg, Zaltbommel. Het is langzamerhand een hele rij. Ik kreeg vandaag een mailtje binnen van de pers met de vraag hoe dit nu allemaal komt en of we er een antwoord op hebben. Nee natuurlijk niet. Ik denk dat in de toekomst heel veel sociologen gaan promoveren op de vraag “Hoe komt het nu allemaal”? Maar daar gaan wij ons vanavond niet mee bezig houden, hoe belangrijk ook, we gaan ons vanavond ook niet bezig houden met de jongens die wel van goede wille zijn en die jongens zijn er. Vanavond houden we ons bezig met de frustraties en de angsten van de mensen in de stad, van die mevrouw in de Fazantstraat die vraagt waarom dat blikje zonodig in haar tuin gegooid moet worden en dan de vreselijkste scheldwoorden naar haar hoofd krijgt en die oude mevrouw die ik sprak die alleen naar de bank durft als haar buurman haar brengt in de auto, want zij durft niet over straat te lopen. Die mevrouw op het Thorbeckeplein die een paal door haar ruit gegooid krijgt. Over die mensen hebben wij het vanavond, over het uitschelden, bedreigen, bespugen en over de voortuinen die leeg getrokken worden om mensen te bedreigen. Over de drie vaders die ik aantrof in het gebouw van Al Amal nadat de ruiten daar waren ingegooid, die bezig waren met een schroevendraaier om glasscherven weg te wroeten; het hele pand vol met glasscherven, het was een heel verdrietig gezicht. Al deze mensen zijn slachtoffer, die moeten wij beschermen. Het ligt bij ons, bij de politiek en bij de rechtspraak. We moeten ons vanavond niet alleen buigen over de vrij smalle agenda van de Philipsschool, maar we moeten proberen straks als raad ook dingen te zeggen waarmee het college verder kan. We zitten vlak voor de verkiezingen, maar dit probleem moet aangepakt blijven worden. We zijn het met z’n allen eens, dus het kan gemakkelijk doorgaan. Zaltbommel is een kleine stad, maar we hebben wel grote stadsproblemen. We lopen inderdaad voorop vergeleken met andere kleine steden en we hebben inderdaad een veelheid aan programma’s, zoals de heer Edskes al heeft opgesomd. Een grote hoeveelheid programma’s in de begeleidende sfeer. We hebben een burgemeester die al een jaar met de vuist op tafel slaat en die met de politie spreekt, maar we hebben geen grip op de situatie. Het moment is nu aangebroken dat we de volgende stap moeten maken. De PvdA kijkt dan naar de grote steden, zoals Rotterdam, Amsterdam, Schiedam; dat zijn de steden waarvan ik weet welke programma’s ze volgen. De PvdA wil toe naar een persoonsgerichte aanpak, dat is niet zomaar een kreet die wij bedenken, dat is een ingevoerde kreet. Als je even googled op “persoonsgerichte aanpak” dan komen er 35.000 hits. Er wordt in Nederland heel veel over nagedacht en geschreven en ik denk dat wij als kleine stad de sprong moeten maken naar de grote sterke aanpak, de persoonsgerichte aanpak. Daarbij heeft de burgmeester meer bevoegdheden dan hij tot nu toe heeft uitgeoefend. Hij kan ingrijpen in het persoonlijke gedrag en leven van overlastgevende jongeren. Wij willen dat de jongeren worden aangepakt op individueel niveau, één op één en daarmee hoeft de overheid niet te wachten met ingrijpen omdat er geen aangifte gedaan is of omdat het wettelijke kader ontbreekt. Met de persoonsgerichte aanpak, de PGA, kan de burgemeester ingrijpen wanneer er naar zijn oordeel voldoende aanleiding toe is. Als de burgemeester het welletjes vindt, kan hij actie ondernemen. Hij kan de jongere een gedragsaanwijzing geven of als het harder moet, een bevel geven. Voorzitter, wij willen die harde kern uit elkaar rukken. Wij verbieden personen met elkaar om te gaan in de openbare ruimte: “Jij mag niet samen met hem gezien worden”. Wij bevelen een dagelijkse meldplicht op het politiebureau, we verbieden de aanwezigheid van bepaalde personen binnen de binnenstad: “Jij mag niet in de Gamersestraat komen”, “Jij mag niet in de Boschstraat komen”. Wij bevelen een driejarige MBO-opleiding op straffe van gevangenis als je stopt. Dat kan allemaal, er is een nieuwe regelgeving, een nieuwe wetgeving en die moet je gebruiken. Ons voorbeeld hierin is het project in Rotterdam, ‘FF Kappe’ heet dat project waarin dit soort zaken plaats vinden. De burgemeester heeft al aangegeven dat hij in die richting denkt, maar het project met persoonsgerichte aanpak veronderstelt een verregaande coördinatie van al die organisaties, als je luistert naar de lijst van de heer Edskes zijn er heel veel en in mijn dagelijkse praktijk heb ik met probleemjongeren te maken en het is een hele toer om al die neuzen (van al die organisaties) dezelfde kant op te krijgen en nog kan het gebeuren, dat je die neus inderdaad dezelfde kant op krijgt en dan komt justitie en die dendert er dwars doorheen met een geheel eigen aanpak. Dat moet in de toekomst anders, je moet op elkaar afstemmen, je moet gezamenlijk gaan werken aan die persoonsgerichte aanpak waarbij je één individu precies voorschrijft wat hij wel of niet kan doen, 55
op die manier kun je mensen uit elkaar spelen. Vragen aan de burgemeester: Wat ziet hij als toepassingsmogelijkheden voor zichzelf in Zaltbommel, op basis van de nieuwe regels, op basis van de nieuwe wetten, zoals die ook worden toegepast in de persoonsgerichte aanpak? Naar aanleiding van de brief van de burgemeester; hij noemt daar een groot aantal partijen die betrokken zijn in de maatregelen die genomen worden. Zijn al die partijen al van die maatregelen op de hoogte en hoe zijn hun reacties? Zijn deze maatregelen definitieve maatregelen of zijn dit te onderzoeken mogelijkheden? De heer De Gaaij: Ook wij kunnen ons aansluiten bij de woorden van de ChristenUnie waarin de heer Edskes toch wat opmerkingen maakt omtrent de late informatie. Gelukkig is het daarna goed gekomen, maar het was communicatief niet al te sterk dat wij als raad zo laat werden geïnformeerd. Met een groot aantal zaken die zowel de PvdA als ChristenUnie hebben genoemd, kan ik me verenigen en daarom noem ik nog een paar dingen die mij de laatste weken zijn opgevallen en die waarschijnlijk voor verbetering vatbaar zijn. Ik denk aan de klacht van de politie die we natuurlijk al jaren horen: “We pakken ze wel op, maar ze zijn soms al eerder thuis als wij”, dat werkt ook demotiverend voor de politie, zeker als wij hier voor een harde aanpak gaan pleiten. Afgelopen zaterdagavond hadden wij als partij een bijeenkomst waar gelukkig ook veel Marokkanen waren, waar Fred Teeven als Kamerlid voor justitie aanwezig was. Daar bleek, en dat bleek ook uit de pers van de bijeenkomst van de PvdA waar hun Kamerlid erover gesproken had, de wet is voldoende, die hoeven we niet aan te passen, maar dan lees ik de officier van justitie wil dus wel, die hebben we ook hier in de carrousel gehad en het voorbeeld is Culemborg, daar zijn behoorlijke straffen geëist, maar de rechter doet eigenlijk een hele softe uitspraak. Mijn vraag aan de burgemeester luidt: ik denk dat wij dat hier vanavond niet kunnen regelen, maar we kunnen er wel op aandringen dat er vanuit Den Haag moet worden aangedrongen dat als we in zoveel plaatsen in Nederland met deze problematiek zitten, dat er ook een lik-op-stuk beleid volgt, snel gestraft wordt, niet in vakanties een werkstraf wordt uitgezeten of afgewerkt, maar direct en zo snel mogelijk, zodat ook de werkgever en omgeving ermee bekend wordt en dat er ook werkelijk de vragen van de officier van justitie gevolgd worden en niet met hele softe uitspraken. Een ander punt is, wat me met name zaterdagavond is opgevallen, wat door meerdere Marokkanen is gezegd: pak ze aan, dat zeggen we allemaal, maar doe het ook en dat stond ook in een artikel in het Brabants Dagblad van een Marokkaanse jongen, die zei: betrek ons er zelf bij. Dan zal de burgemeester straks zeggen: “We hebben regelmatig overleg”. Dat klopt, maar zij hebben toch regelmatig het gevoel dat er niet alles mee gedaan wordt, dat er misschien wel geluisterd wordt, maar dat het niet uitgevoerd wordt. Zij noemen concreet het voorbeeld: een jongerenwerker van Marokkaanse afkomst uit Rotterdam halen lijkt mooi, maar is het dat nu wel? Deze meneer kent de mensen hier niet, moet zich inwerken, dat duurt allemaal veel te lang en zou je niet meer gebruik maken van de mensen die ze met naam en toenaam gewoon vanuit de Marokkaanse gemeenschap kennen? Dit was de opmerking die ik, naast de reeds geplaatste opmerkingen, nog wilde maken. De heer Komen: Mag ik beginnen met de brief die we ontvangen hebben gedateerd 10 februari 2010 waarin de burgemeester namens het college de maatregelen aankondigt. Ik heb daar wat gemengde gevoelens over voorzitter. Op de eerste plaats omdat u inderdaad correct met allerlei partners zoals de Woonlinie, Al Amal en de politie heeft gesproken in de afgelopen jaren en bent gekomen tot het maken van beleid en u noemt een aantal concrete zaken en dat zijn er nogal wat: de opening van het Centrum voor Jeugd en Gezin, de komst van het veilige wijkteam, de oprichting van het Veiligheidshuis, de opening van het huis van De Vergt in de wijk De Vergt en ga zo maar door. Wat daar de gevolgen van zijn en de goede uitwerking moeten wij nog maar afwachten. Het is in ieder geval allemaal beleid geweest wat naar de toekomst is gericht. Ik heb sterk de indruk dat u de afgelopen vier jaar de brand, die eigenlijk al woedde, niet heeft kunnen blussen. U heeft erg naar het beleid gekeken, erg naar de toekomst gekeken en dat valt u te prijzen, maar de afgelopen vier jaar is er denk ik in de communicatieve aspecten heel veel achter gebleven en is het huidige gebeurd. Dat wordt versterkt omdat u verderop in de brief meldt dat u direct op 19 januari bent gestart met een intensief overleg met alle partijen en u op basis hiervan afspraken heeft gemaakt over de te nemen 56
maatregelen. Dan noemt u de maatregelen op de korte termijn: intensief overleg met alle betrokken partijen. Wat is er dan in de afgelopen vier jaar gebeurd? Vier jaar geleden wisten wij al wat er aan de hand was, vier jaar geleden wisten we al om hoeveel jongeren het ging. U gaat verder in uw brief: “In gesprek gaan met de ouders van de overlastgevende jongeren”. Is dat dan de afgelopen vier jaar en de jaren daarvoor niet gebeurd? “De buurtouders worden beter gefaciliteerd”. Voorzitter, waarom nu pas? “Het zo snel mogelijk invoeren van cameratoezicht”. Voorzitter, dat vraagt het CDA en ook andere partijen al vier jaar lang. De eerste paar jaren van het huidige coalitiebeleid was daar geld genoeg voor, het ligt nu moeilijker: hoe gaan we het doen? We vragen er al zo lang om. Kortom, u heeft het heel erg gericht op de lange termijn, u bent de eerste jaren vergeten. Het CDA vindt dan ook dat u op de korte termijn de goede maatregelen wel neemt, alleen neemt u ze te laat. Wij stellen inderdaad voor om een nultolerantiebeleid te installeren en wat u vanavond noemt burgemeester is uitstekend. Ik vind dat u verder moet gaan dan het veilig maken van De Omhoeken en De Vergt. Het gaat ook om de binnenstad, het gaat ook om het Marktplein waar week in, week uit op zaterdagavond de politie moet verschijnen om de knokpartijen uit elkaar te vegen. Het gaat niet meer alleen om de Marokkaanse jongeren. We lezen het ook in de brief -die ik zeer waardeer- van de voorzitter van de Stichting Multicultureel Zaltbommel, die oproept en pleit voor het integraal jeugdbeleid. Daarin staat terecht: “Ook de Nederlandse jeugd zoekt regelmatig de grenzen van het toelaatbare”. Dan noem ik nogmaals de knokpartijen en het vele drinken in de cafés. Ook daar zal de politie vaker moeten controleren op het aantal aanwezigen dat daar binnen is, het mogen schenken van alcohol aan minderjarigen. Er zijn convenanten gesloten tussen politie, gemeente en de binnenstad, die zou ik nog maar eens tegen het licht houden en kijken in hoeverre we ons daaraan houden. We moeten de rust en veiligheid terug brengen, dat gaat niet alleen met collectief, maar ook met preventief, we pleiten voor een dubbel sporenbeleid. Daar waar het fout gaat, keihard optreden, dat vinden we allemaal, maar daar waar het goed gaat moeten we ook kunnen belonen. Ik prijs dan ook het initiatief om inderdaad in samenwerking met de jongeren uit de Marokkaanse samenleving te zoeken naar een ander punt waar men zich kan vermaken. Op de lange termijn noemt u een aantal goede zaken, maar ik pleit ervoor om daar ook de zaken te benoemen. Wat we belangrijk vinden is dat de sociale woningbouw gebruik gaat maken van een spreidingsbeleid. Dat zie ik op dit moment nergens staan. Wat we heel belangrijk vinden -en dat wordt ook onderstreept door de Stichting Multicultureel Zaltbommel- is scholing, stageplaatsen. Daar praten we al vier jaar over. Aan het begin van de coalitieperiode is dat een belangrijk onderwerp geweest. Ik vraag me af wat er mee gebeurd is. Volgens mij wordt er niet structureel gesproken met het bedrijfsleven. De ondernemers van Zaltbommel vragen om structureel overleg met de gemeente, dat onderstrepen wij ook, maar dat zou u verder, breder moeten trekken. We hebben fantastische grote bedrijven in de gemeente Zaltbommel staan, Schouten & Nelissen, Campina, Plieger, dat moet verder gaan dan eenmaal een kopje koffie drinken wat de burgemeester daar doet. Als u daarmee structureel overleg voert, dan leidt dat tot stageplaatsen, daar ben ik van overtuigd. U moet aandacht geven aan de inburgering en integratie, er zijn tal van projecten die u nu hopelijk in gang gaat zetten. Maatjesproject, gezinscoaches, etc. Schooluitval wordt genoemd, er moeten goede lijnen komen met het Cambium, misschien met een directe lijn naar de politie. Als er schooluitval is van jongelui die op een zwarte lijst staan, dan kunnen ze op dat moment gevolgd worden door diezelfde politie. Kortom, maak gebruik van de expertise die we hebben, maak gebruik van instituten en communiceer nu eindelijk eens een keer op tijd, want daar heeft het in de afgelopen vier jaar naar mijn idee zwaar aan ontbroken. U was de coalitie van de nieuwe politiek, van het praten met de burgers, van het communiceren, maar daar heeft het keer op keer aan ontbroken. Zowel bij de partyboot, De Virieupark, Marokkaanse problematiek: u moet beter communiceren, eerder praten en u kunt eerder ingrijpen. De heer Van Wijk: Vanavond is met uitstek niet de avond om politiek te gaan hakketakken. Daar is het onderwerp veel te belangrijk voor. Daarvoor liggen de emoties veel te diep in de samenleving. Ik wil niet politiek gaan hakketakken, maar wil wel reageren op sommige dingen die de heer Komen gezegd heeft. Met uw goedvinden voorzitter wil ik drie zinnen voorlezen. “De PvdA Zaltbommel ziet dat er 57
binnen de gemeente op verschillende plaatsen jongeren tussen de 10 en 18 jaar het risico lopen af te glijden en op het verkeerde pad te geraken. Het zijn deze jongeren die de nieuwe aanwas zijn voor de harde kernen die de straat onveilig maken. De PvdA wil juist voor de jongeren in de schoolgaande leeftijd een sluitende, efficiënte en effectieve aanpak. Een aanpak waarbij scholen, hulpverlening en politie samenwerken om dit te stoppen”. Dit zijn woorden die ik in 2007 heb uitgesproken. Reactie van het CDA: “Het is een triest verhaal van de PvdA als ik het zo hoor, ik hoop het wat leuker te maken”. Laten we inderdaad vanavond samenwerken aan die toekomst, maar laten we niet iedere gelegenheid aangrijpen om onszelf te profileren. De heer Duijzer: Naar aanleiding van de brieven van de burgemeester en het college wil ik het volgende opmerken. De SGP heeft vertrouwen in de aanpak van het college, zowel op korte als op lange termijn worden daarin zaken genoemd, die we zo snel mogelijk willen doorvoeren, zoals cameratoezicht, maar we dienen wel hard op te treden tegen onruststokers. De burgemeester noemt het ook in zijn brief: “We tolereren niet meer, de politie grijpt hard in. Het kan niet zo zijn dat degene die vernielingen aanbrengt en medeburgers lastig valt, zonder straf weg komt. Winkeldieven in de kraag grijpen, maar ook hen die hen dat willen verhinderen.” Hoe komt dit nu allemaal zo? Naar onze overtuiging hebben we te handelen naar de Bijbel, naar Gods woord. Als alles wat daarin staat, zoals onze naaste lief hebben en het kwade te haten, meer in praktijk gebracht zou worden dan is de SGP ervan overtuigd dat Nederland daarbij wel zal varen. Mevrouw Smit: Er is al veel gezegd. Ik heb een aantal punten samengepakt. We zijn blij met de maatregelen die genomen zijn, dat er met partijen naar alternatieven gezocht is. Wat betreft de sloop van de Philipsschool, daarvan vraag ik me af of dat perse nodig is geweest. Het is terecht dat u zegt dat de plaats heel ongunstig is, want je kunt er aan alle kanten uit en dat nodigt uit om inderdaad dingen te doen die niet helemaal het daglicht kunnen verdragen, maar om deze school te slopen, daarover zou ik graag meer uitleg willen hebben waarom u tot dit besluit bent gekomen. Er is ook gesproken om meerdere partijen erbij te betrekken en dan wil ik met name ook het verzoek doen om de Marokkaanse jeugd -zonder degene die problemen hebben- er ook bij te betrekken. De jeugd heeft hierover ook een bepaalde opvatting. We moeten voorkomen dat er niet over de jeugd gesproken wordt, maar met de jeugd, dus denk vooral aan deze groep, zou ik willen oproepen. Daarnaast is het heel fijn dat het Ministerie haar knowhow inbrengt en ook de financiën, maar het is ook al gezegd, de mensen in Zaltbommel zelf hebben ook veel knowhow, dus maak daar gebruik van. Voorkom wel dat het niet alleen een praatgroep wordt, maar dat het ook werkelijk resultaat oplevert, want alleen praten heeft niet zoveel zin, ik denk inderdaad dat er al best ontzettend veel gepraat is. Als je kijkt naar de mogelijkheden, dan vraag ik me af of er voldoende verbanden gelegd worden. Er is een veiligheidsplan gekomen, er is een evaluatie over geweest, bijvoorbeeld bij ‘veiligheid onze zorg’ daar wordt gesproken over overlastgevende jeugd, dat daar een aanpak voor is. In hoeverre liggen er verbanden tussen die aanpak van deze jeugd met de problemen waar je op dit moment tegen aan loopt? Is er een verband tussen bijvoorbeeld schoolverzuim en de jeugd die op dit moment de overlast veroorzaakt? Ik zou graag van de portefeuillehouder vernemen of er verbanden aanwezig zijn. Het maatjesproject loopt, zijn hier resultaten van bekend of zou er meer aandacht aan besteed moeten worden? Het Veiligheidshuis is naar mijn idee in december gestart, zijn hier ook al mensen naar verwezen? Dat zijn zaken die wij eigenlijk heel graag zouden willen weten. De heer Van der Schans: Zaltbommel staat op de kaart. Ook wij hebben onze groep criminele Marokkaanse jongeren, helaas. Op 18 januari en enkele dagen erna was er inderdaad sprake van een escalatie in Zaltbommel. Eerst de Philipsschool die gesloten werd en daarna de bedreiging van de burgemeester. Heel Nederland sprak over Zaltbommel en onze problematiek en wij niet. De fractievoorzitters werden mondjesmaat geïnformeerd, de rest van de raad helemaal niet en we mochten er niet over spreken. Zelfs onder druk van CDA-fractievoorzitter Van Balken mocht er geen spoeddebat komen, het opmerkelijke was echter dat deze persoon de volgende dag wel uitvoerig op radio en tv was te beluisteren. Waarom niet hier eerder in een open debat praten over onze 58
problemen? We zullen eerst de problemen met deze jongeren concreet moeten benoemen, voordat we ze kunnen gaan aanpakken. Helaas moet ik constateren dat het college deze probleemgroep nog steeds niet durft te benoemen. Als in terugkijk over de aanpak dat weet ik zeker dat de eerste reacties van meerdere lijsttrekkers op 22 januari in het Brabants Dagblad zeer voorzichtig waren, bijna laconiek zou ik haast zeggen. “Dit is een incident, hoe vervelend dan ook” of: “Het is reageren op incidenten, we hollen er achteraan” en: “Er zijn teveel gebroken gezinnen, er is veel geïnvesteerd om de problemen op te lossen, maar het helpt allemaal niet”. Eigenlijk heel tam, maar toen kwamen onze verlossers: de Tweede Kamerleden kwamen, van de VVD, PvdA. Ik citeer Fred Teeven: “Neem hun scootertjes honderd keer in beslag, vraag ze tweehonderd keer om hun legitimatie, maak het ze vervelend”. Is de VVD in Zaltbommel het hiermee eens heer De Gaaij? En de heer Dijksterbloem, ook zo daadkrachtig “Je kunt de jongeren al aanpakken, voordat ze door de rechter zijn veroordeeld. Als er veel klachten over bepaalde jongeren binnenkomen, kun je ze individueel of in groepen gewoon aanpakken”. Alsof het nieuws was. De heer Van Wijk: Het is inderdaad een verwijzing naar een nieuwe aanpak, de persoonsgerichte aanpak en inderdaad heeft de PvdA in de kamer daarin een rol gespeeld bij de aanname van die nieuwe wetten en regels De heer Van der Schans: Wanneer zijn die wetten aangenomen, die mogelijkheden hebben wij al enige tijd, al geruime tijd. De heer Van Wijk: Ik wil ook even reageren op de verwijten die u maakt richting de VVD en richting de heer Teeven, want de krachttermen die u hem in de mond legt: pak de scootertjes af, die hebben wij hier in de raad ook van u mogen meemaken. Ik herinner me van u de uitspraak “Zet ze tegen de muur” en dat is een uitspraak die mij zeer geraakt heeft. De heer Van der Schans: Ik haal de woorden van de heer Teeven aan en niet meer dan dat. De heer De Gaaij: Overigens heb ik u op die bijeenkomst gemist heer Van der Schans. De heer Van der Schans: Helaas kan ik niet alle bijeenkomsten van de VVD af gaan en zeker niet op zaterdagavond. Wat het mooie is van deze uitspraken van de heer Dijksterbloem en de heer Teeven, dat een aantal raadsleden weer een stuk verder durven te gaan. Ineens worden de woorden wat krachtiger; zelfs mevrouw Rachak komt van haar roze wolk af met uitspraken deze week.
De heer Van Wijk: Ik heb zojuist een stuk voorgelezen uit 2007, met name mevrouw Rachak heeft vanaf het begin, vanaf 2006, aangedrongen op een harde aanpak, isoleer de harde kern, voorkom dat jongens afglijden, die tekst heb ik net voorgelezen. In 2007 kwam het alleen van de kant van de PvdA en D66 heb ik toen niet gehoord. Toen wij voorstelden bij het meerjareninvesteringsplan om ons plan om ex-gedetineerden aan te pakken, belandde dat op de 17e plek. We zijn er toen niet in geslaagd om dat plan in deze raad naar boven te krijgen. Gelukkig heeft het college het overgenomen, heeft de burgemeester het plan overgenomen en heeft toen de ex-gedetineerden wel opgevangen. Als het aan de raad had gelegen, had het nog steeds ergens onderaan gebungeld. De heer Van der Schans: “We weten wie het zijn, waarom maken we het hen niet lastiger, die huidige kern moeten we uit elkaar rukken met alle mogelijke middelen”, deze woorden van mevrouw Rachak klonken bijna als een echo van de inbreng van D66 de afgelopen jaren. Mevrouw Rachak: Ik heb een beetje genoeg van de aanval van de heer Van der Schans van D66, want het is mevrouw Rachak die de afgelopen vier jaar continue aandacht heeft gevraagd voor deze
59
problematiek en de problematiek in De Vergt, dus gaat u nu niet zitten voordoen alsof de PvdA en met name mevrouw Rachak nooit om een aanpak heeft gevraagd. De heer Komen: Mevrouw Rachak, uw partij heeft vier jaar lang in de coalitie gezeten. Uw partij als grootste, is één van de meest verantwoordelijke voor het hele vraagstuk. U doet alsof de raad verantwoordelijk is voor het gebeurde. Mevrouw Smit: Waar zijn we nu mee bezig? Volgens mij zijn we bezig met het bespreken van de problematiek en niet wie het ’t eerste heeft aangedragen of niet. Het gaat over de inhoud van dit programma, laten we doorgaan alstublieft. Mevrouw Rachak: Meneer Komen, deze partij is vier jaar lang bezig om allerlei projecten op te zetten, het mentorproject ondersteunen, de gezinscoaches, Al Amal ondersteunen daar waar nodig is, juist om dit soort problemen aan te pakken. Dat wij niet altijd op de voorgrond treden, wil niet zeggen dat wij er niets aan doen. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Heer van der Schans, u bent constant bezig anderen uit te dagen, maar ik heb tot nu toe uw eigen betoog nog niet gehoord, dus ik zou u willen vragen om het standpunt van D66 kenbaar te maken ten aanzien van deze problematiek. De heer Van der Schans: Ik had nog één vraag: Wat is er eigenlijk terecht gekomen van de voorgestelde aanpak om de problemen in De Vergt, waarover wij in het kader van het kleine stedenbeleid vier maanden geleden gesproken en besloten hebben? Als het gaat over een vooruitkijkende aanpak, dan zal er veel meer samenwerking moeten zijn tussen gemeente, openbaar ministerie, politie, burgemeester, onderwijs, maatschappelijke organisaties, etc. Dat is toch even iets anders dan praten, praten en nog eens praten. Ook de voorgestelde afschuifaanpak van het college in het stuk van twee dagen geleden past daar ook niet bij. Als het gaat over onderwijs, dan gaat het ook over voorlichting m.b.t. loverboys, dan gaat het ook over een specifiek programma voor criminele jongeren. Een rol van de gemeente voorzitter, verzuim strak aanpakken door leerplichtambtenaren daar een goede rol in te geven en jongeren die een uitkering krijgen, daarop korten of een tegenprestatie vragen wanneer ze in het criminele circuit zitten. De burgemeester kan en moet -en ik ben blij met de opmerkingen die hij wat dat betreft heeft gemaakt- alle mogelijke instrumenten inzetten. Toezicht met vaste en mobiele camera’s, straat- en samenscholingsverboden denk ik dan aan en de politie moet daadwerkelijk doorpakken, criminele jongeren geregeld aanhouden, hun oren wassen, leeg schudden, scooters in beslag nemen en vernederen, zoals kamerlid Spekman vorig jaar adviseerde. De politie en gemeente weten wie het zijn, dus waarom is het nu zo moeilijk om deze groep aan te pakken? Onze gemeenschap vraagt om duidelijke grenzen voor alle jongeren en in het bijzonder de Marokkaanse jongeren. Ik zeg bewust ‘in het bijzonder de Marokkaanse jongeren’, niet om hen te discrimineren, maar gewoon omdat het hier al vaak en al lang om Marokkaanse jongeren gaat. Wij stellen onze grenzen: tot hier en niet verder. Een duidelijk en zo breed mogelijk gedragen uitspraak van deze gemeenteraad is nodig, geen gepruttel in achterkamertjes waar onze inwoners niets van weten en merken, geen halfbakken en vage maatregelen, maar concrete, scherpe en meetbare acties. Wij, het gemeentebestuur, zijn nu aan zet. De heer Duijzer: Ik ben blij dat de visie van de heer Van der Schans van D66 betreffende de politie in de afgelopen jaren aardig veranderd is. Een paar jaar geleden vond hij dat de politie al snel te ver ging, maar nu niet ver genoeg. De heer Van der Schans: Wanneer het gaat om criminele jongeren, heb ik altijd dezelfde opvatting gehad.
60
De heer Edskes: Wat mij heel sterk kwetst dat we gehakketak hebben over wat er in het verleden gebeurd is en dat neem ik de raad zeer kwalijk, daar hebben we met z’n allen schuld aan en niet alleen de burgemeester of niet alleen het CDA of wij als oppositie of coalitie; we hebben er met z’n allen schuld aan dat we dat niet goed hebben aangepakt. Nu zitten we voor de problematiek en spelen we elkaar de bal toe, dat vind ik niet goed. Ik vind dat we naar de toekomst moeten kijken, hoe we deze problemen kunnen oplossen. Laten we zorgen dat onze burgers zich weer veilig voelen en dat onze burgers weer op straat kunnen lopen. De heer Komen: Ik ben het eens met wat de heer Edskes zegt, maar wil één ding toevoegen: als we naar de toekomst willen kijken en we willen oplossingen gaan vinden met elkaar, dat we op enig moment stil moeten staan bij datgene wat er gebeurd is en even in het verleden kijken hoe het daar is opgestart en daar hebben een aantal partijen een verantwoordelijkheid in genomen. Dat is het enige wat ik heb willen zeggen en verder ondersteun ik volledig wat u zegt. De heer Den Hartog: Heer Komen, u heeft toch jarenlang in de coalitie gezeten in Zaltbommel? De heer Komen: Ik praat over het begin van deze coalitie. In 2006 in het politiebureau, dat heeft mevrouw Rachak nog keurig gerefereerd in de krant, ik zat er ook bij, ik heb toen namens het CDA gepleit om juist datgene wat de politie toen naar voren heeft gedragen, om dat als speerpunt te nemen in het integrale jeugdbeleid. Dat is toen niet gebeurd. De heer Den Hartog: Wij kunnen hier de hele avond discussiëren, maar als wij niet terug gaan naar de grondoorzaak waarom dit ons allen overkomt, dat is het verlaten van alle normen en waarden, het zo tolerant opstellen in deze samenleving dat ook de rechter zich zo soft opstelt in al zijn uitspraken, dat er geen ene rechtspraak meer gedijdt bij de jeugd. Zo lang wij hier doorgaan in dit land met de jeugd vergiftigen met allerlei mogelijkheden om geweld, films, dvd’s, allerlei zaken te kunnen en te mogen bezien, hoe wilt u dan de jeugd nog in de hand houden als zij niet meer terugschrikken voor geweld? Als ik toevalligerwijs een film zie waar geweld in voor komt, dan zit ik te rillen op mijn stoel. Ik weet dat de jeugd daar absoluut niet meer voor terug schrikt en daar ligt de grondoorzaak. Wij verlaten Gods wet, degene die daarvoor niet meer willen buigen en de vrije hand nemen, zelf kunnen zeggen in de tolerantie, van ik bepaal wat ik zeg, de rappers die alles mogen spuien, de meest goddeloze dingen, de meest dwaze dingen. Daar worden wij mee vergiftigd. Zolang we niet terug gaan naar de geboden en wetgeving van God, dan helpt al ons werken niet, want dan zullen wij de Heere tegen hebben, dan gaat onze maatschappij ten onder. De heer Van Hemert: De problemen zijn inderdaad groot, maar beperken zich niet tot Zaltbommel en er gebeuren gelukkig ook uitstekende dingen op het gebied van integratie en participatie. Er is een rapport verschenen van het Sociaal en Cultureel Planbureau en een boek ‘Hoezo mislukt?’ en dat geeft gelukkig ook wat andere inzichten betreffende het integratieproces waar we het hier over hebben. GroenLinks kan zich uitstekend vinden in twee krantenartikelen die in het Brabant Dagblad zijn verschenen. Eén interview van de heer Goverde met de heer El Miri en een stuk van de heer Melkert, penningmeester van Stichting Multicultureel Zaltbommel waar eigenlijk gezegd wordt: “Doe nu en-en, laat ze niet in de steek. Treedt hard op en laat ze aan de andere kant niet in de steek.” Volgens GroenLinks heeft alles te maken met het feit dat naast het effectief inzetten van politie, het ook noodzakelijk is om ons welzijnswerk verder te professionaliseren en te integreren en daarom wil ik graag aansluiten bij de aanbevelingen die door de Stichting Multicultureel Zaltbommel zijn gemaakt. Ik noem ze alle zeven op omdat wij ze volledig kunnen onderschrijven: ruimere mogelijkheden voor scholing en werk, ruimere mogelijkheden voor het beoefenen van sport, meer activiteiten en faciliteiten voor deze doelgroep op het gebied van muziek en cultuur, het opzetten van een actief begeleidingssysteem, korte lijnen tussen ouders, scholen en andere begeleiders en intensievere begeleiding van ouders en tenslotte een uitgebreidere voorlichting voor jongere kinderen. Als ik nu even inzoom op de reactie van het college en de brief die we een paar dagen geleden op onze 61
deurmat vonden, brengt me dat tot de volgende twee vragen: Er wordt nog altijd uitgegaan van een soort gescheiden welzijnswerk voor Marokkaanse jongeren. Dat kan ik tot op heden snappen, maar ik zou het erg prettig vinden als de stap gemaakt wordt naar integraal jongerenwerk en dat er, zonder te kijken naar welke afkomst, een goed jongeren- en jeugdbeleid kan komen en dat we op korte termijn helemaal niet meer hoeven spreken van aparte groepen van Marokkaanse jongeren, maar dat zowel Nederlandse als Marokkaanse jongeren samen van het welzijnswerk gebruik kunnen maken. Mijn tweede vraag gaat over de herverkaveling van ruimtes naar aanleiding van de maatregelen van de Philipsschool. Ik ben door een aantal participanten gebeld de afgelopen dagen en met name zijn er zorgen om de plaats waar Al Amal haar activiteiten zou moeten gaan doen, dat is in het vrouwencentrum. Ik zou graag willen vragen of de Maasstraat wel handig is, want dat is meer een woninggebied dan waar Al Amal nu zit. Wordt het een inloopfunctie, gaan er activiteiten plaats vinden, hoe zit het met de aspecten dat mensen overlast zouden kunnen voelen en in het vrouwencentrum is ook een plek ingeruimd voor de peuterspeelzaal. Is er überhaupt wel ruimte om daar activiteiten te laten doen? Mensen zijn vrij laat geïnformeerd hierover, ik zou graag willen dat het college nog een keer nadenkt over de herverkaveling van de ruimte. De heer Van der Schans: Twee vragen aan GroenLinks. Ik vind het een heel sympathieke bijdrage, maar wat lost het nu op met die groep van 30-40 kinderen/jongeren. Ik hoor u alleen praten over jongeren die aan de goede kant van de streep zitten, als ik het zo mag uitdrukken. Juist het realiseren van de Al Amal activiteiten in het vrouwencentrum, zou dat niet kunnen bijdragen aan de emancipatie binnen deze bevolkingsgroep? De heer Van Hemert: De tweede vraag vind ik een zodanig sociologisch gehalte hebben, dat ik daar wat moeilijk antwoord op kan geven. De eerste vraag zal ik beantwoorden: ik heb verwezen naar een artikel van de heer Melkert in het Brabants Dagblad en daar staat boven -en daar hebben wij ook onze handtekening onder gezet en als u goed gelezen heeft, dan hebt u mij daar ook wat uitspraken over zien doen- “Stop het gepraat, leg raddraaiers straffen op”. Ik geloof dat dat voldoende zegt, dat wij dus ook stevige maatregelen propageren voor hen die over de streep gaan, maar ik wil ze wel graag blijven vasthouden, want ik ben ook een volksvertegenwoordiger van de Marokkaanse gemeenschap. Burgemeester Van den Bosch: Voorzitter, met uw permissie ga ik wat algemene dingen zeggen over de communicatie en het ordebeleid en de wethouders zullen in het kort reageren op een aantal zaken wat hun portefeuilles betreft, zoals jeugd en kleine stedenbeleid. Wat de heer Edskes zojuist in een opwelling zei, dat kan ik me voorstellen.
Ik wil het wel positief zeggen, wat ik de afgelopen jaren heb gemerkt -en dat is anders dan toen ik hier binnen kwam zes jaar geleden, ik heb nog wat oude interviews naar boven gehaald, toen ik in 2005 een interview gaf en zei dat het knuffelen afgelopen moest zijn, maar toen werd ik ter verantwoording geroepen in deze raad dat ik aan het generaliseren was- dat de oplossingen verschillend kunnen zijn, de ideeën, initiatieven kunnen verschillend zijn, maar ik merk in deze raad, van links tot rechts, dat op zich niemand het meer oneens met elkaar is dat er een probleem is in Zaltbommel. Dan vind ik dat er in de afgelopen vier jaar wel iets is gegroeid, ik kan mezelf nog een college herinneren dat wanneer het woord Marokkaan werd genoemd, er een wethouder heel zenuwachtig werd. Er is wel iets veranderd in deze gemeente, ik vind dat we dat best met elkaar mogen zeggen. Ik wil ook eerlijk tegen u zijn; wij lossen dit probleem gisteren niet op, morgen niet en ook overmorgen niet, dan zou ik overmorgen burgemeester van Amsterdam mogen worden om het daar ook even op te lossen en u zou allen gevraagd worden om daar in de gemeenteraad te komen zitten. We hebben hier natuurlijk met een ontzettend hardnekkig probleem van een klein groepje te maken. Het unieke in Zaltbommel vind ik, dat hoor ik ook van collega’s van andere gemeentes, dat de samenleving in Zaltbommel, we kunnen verschillen over hoe hard we moeten zijn of hoe ver we moeten gaan, maar ik heb gezien dat eigenlijk iedereen, Marokkaan, Surinamer of Nederlander, rijk of arm, iedereen is het zat en is met 62
elkaar eens, dat is niet in alle gemeenten in Nederland. We zijn het met elkaar eens wat we moeten doen, dat is iets wat we positief moeten bekijken. Ik wil een paar dingen zeggen over de communicatie. Laat ik tegen de heer Edskes zeggen: u heeft gelijk; het kan altijd beter. Hoe eerder communiceren, hoe beter. U moet alleen van mij aannemen dat met name de eerste dagen zeer hectisch waren, ook met de nationale pers er overheen. U weet niet wat wij hebben meegemaakt, u weet niet hoe wij de boel hebben moeten regisseren met z’n allen, hoe we alles moesten afstemmen. Dat kleine apparaat, deze kleine gemeente en ik spreek ook mijn collega uit Culemborg na die elke keer zegt: “Er komt als kleine gemeentes wel wat op ons af.” Ik heb ontzettend veel respect voor de mensen om mij heen, ook het ambtelijke apparaat, de mensen die hiermee bezig zijn. Je wil niet weten wat ons is overkomen. Dat is niet erg, daar zijn we niet voor weggelopen, we hebben ons werk gedaan en dan gaan er misschien wat dingen mis. Ik zeg u wel, ik heb na alle hectiek vrijdagavond eindelijk tijd gevonden en alle fractievoorzitters gebeld. Ik heb ze allemaal persoonlijk gevraagd of ze mij als burgemeester de tijd willen geven, vertrouwen willen hebben dat ik mijn werk goed doe. Ze hebben alle acht gezegd dat het prima was en dat ze het begrepen. Er zijn een paar suggesties gedaan of ik ze via de mail op de hoogte wilde houden. Er is daarna wat mis gegaan in het versturen van de mails, dat heb ik daarna in het presidium rechtgetrokken. We moesten eerst de crisis overwinnen en daarna, na alle hectiek, als burgemeester de verantwoording afleggen aan de raad over wat je wel of niet hebt gedaan. We hebben niet stil gezeten, maar nogmaals, u heeft gelijk dat we er eerder mee hadden kunnen zijn. Er zijn ook heel veel dingen gezegd over rechterlijke macht, zwaardere straffen. Ik wil best nog eens minister van Binnenlandse Zaken of Justitie worden, dan kan ik dat soort dingen gaan aanpakken, maar ik kan er als burgemeester verder weinig aan doen. Ik neem kennis van uw opmerkingen daarover en heb daarover zelf ook een mening. Ik was het eens met het hoofdartikel van het Brabants Dagblad, zaterdagochtend na het eerste gedoe, dat vond ik een heel mooi hoofdartikel, dat wil ik ook even aan u kwijt. Wat ik ook kwijt wil, natuurlijk mag u het college aanspreken over wat het college al dan niet heeft gedaan, maar ik constateer als burgemeester en dat zeg ik even op persoonlijke titel en dat concludeert het ministerie ook, want we staan wat dat betreft op de kaart nu, dat deze gemeente in de afgelopen jaren heel veel heeft gedaan. Doen we het allemaal goed? Dat weet ik ook niet. Zijn alle lijntjes wel verbonden? Dat weet ik ook niet. Ik kan u wel vertellen, er is de afgelopen jaren ongelooflijk veel door deze kleine gemeente ingezet, dat was ook het eerste wat door zowel de minister als door de hoge ambtenaren is gezegd: “Nou, nou, Zaltbommel, jullie doen wel heel veel.” De vraag is alleen: doen we de goede dingen? Daar moeten we goed naar gaan kijken, daar moeten we bij geholpen worden en dat was ook de vraag aan het ministerie, “Ga ons nu niet helpen met nieuwe rapporten, ga ons niet helpen met weer nieuwe ideeën, maar ga ons als kleine gemeente helpen met de vraag of we het wel goed doen, of we de juiste lijntjes hebben gepakt, daar willen wij graag met u over praten.” Dat is de vraag die we ook bij het praktijkteam hebben gelegd, daar gaat volgende week al met ons over gepraat worden. Laten we daar vooral naar kijken, want we doen echt heel veel. Er is hier gezegd door de PvdA, VVD en nog anderen, “Burgemeester u kunt heel veel.” Ja, ik kan ook heel veel, waarschijnlijk over een tijdje nog veel meer als de nieuwe voetbalwet in de Eerste Kamer wordt aangenomen, dat ligt nog even aan het CDA, die nog wat kritisch zijn. Misschien kan de heer Komen in deze nog wat zendingswerk verrichten? Deze voetbalwet geeft de burgemeester heel veel tools, gereedschap om echt persoonlijk individuen uit de groep te halen en te zeggen: “Jij krijgt daar een straatverbod of jij krijgt dit.” Wij zijn in overleg met de gemeente Utrecht, die hebben een idee om alle minderjarigen die daar zijn, ook een groot gedeelte van Marokkaanse afkomst, om die een soort contract aan te gaan bieden en doen ze daar niet aan, dan krijgen ze bijvoorbeeld een tijdje een verbiedsgebod. Ik heb daar hoge verwachtingen van, maar ik zeg één ding, en dat hoor ik al die Kamerleden niet roepen als ze zeggen dat de burgemeester veel meer kan, ik heb capaciteit nodig om te handhaven. De burgemeester kan niet persoonlijk mensen van de straat halen. Ik heb capaciteit nodig. U heeft als gemeente capaciteit nodig en dat is echt een probleem, waar ik me grote zorgen over maak. Ook de laatste weken op het Ministerie heb ik dat elke keer weer geroepen. Er zijn wat bewegingen nu in het budget van het hele systeem, men ziet nu in dat de grote steden veel te veel 63
hebben gekregen de laatste jaren en heel veel andere regio’s niet. U ziet de vier burgemeesters van de grote steden nu al steigeren. We zullen zien waar de komende tijd de macht ligt in dit land. Ik hoop dat men inziet dat het budget voor het hele systeem niet eerlijk is geweest, dat er heel veel regio’s, waaronder onze regio, te weinig hebben gekregen. Dat blijkt nu ook uit het onafhankelijk onderzoek. Ik vind sowieso dat wij in dit land meer moeten over hebben voor politiecapaciteit en dat is een politieke keuze die partijen in den Haag moeten maken, maar als het aan mij ligt, zal er meer geld gaan naar veiligheid en politie. We zijn begonnen met het Veiligheidshuis, de bedoeling is dat de ketenaanpak daar gaat werken. We gaan het komende jaar kijken of dat gaat werken. Wat redelijk uniek is in deze kleine gemeente, is het veilige huis in De Vergt, met het veilige wijkteam. Samen met Woonlinie hebben wij daar een prachtig project waar we de komende jaren volgens mij heel veel aan kunnen gaan krijgen. Ik heb afgelopen week een vergadering gehad met extra politiesurveillanten die hier worden neergezet, zodat er extra blauw op straat is. We zullen niet alleen Marokkaanse jongeren aanspreken, maar ook Nederlandse moeders die hun kinderen naar school brengen en hun auto schots en scheef op de straat parkeren. Er moet veel meer gebeuren aan normen en waarden en hoe je met elkaar om zou moeten gaan. Daar zou dat heel goed voor bedoeld zijn en over de loverboys, daarvoor zijn we actief met de scholen bezig, met het Cambium en De Brug, om daar programma’s op te zetten, ik maak me daar ook grote zorgen om en ik heb het daar vandaag over gehad met medewerkers om het misschien al in de groep acht van de basisschool te gaan doen. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Meerdere fracties hebben gesproken over het verzuimbeleid, misschien dat u daarover nog iets wilt zeggen? Burgemeester Van den Bosch: Daar gaat wethouder Krähe op in, dat is zijn portefeuille. Ik wil u toezeggen, dat ik als burgemeester, ook in de volgende collegeperiode wat dat betreft nog meer de regie, maar daar moeten de wethouders ook mee instemmen, op de hele ketenaanpak wil nemen; over welke individuen hebben we het nu, over welke personen. Als het aan mij ligt, wil ik dat op me nemen, maar dat zal ik met het college moeten gaan bespreken. Misschien een mooi punt voor de burgemeester om in te brengen bij de start van het nieuwe college. De heer Van Wijk: Ik wil even reageren op de opmerking van de burgemeester, dat hij bereid is de regie naar zich toe te trekken. Dat is een principieel punt. De PvdA vindt dat de hele keten die u noemt, dat die moeten gaan samenwerken onder leiding van een ketenregisseur. Het is hard nodig, anders krijg je al die organisaties, die allemaal wat anders willen. Er moet één krachtige centrale ketenregisseur komen. Wij vinden dat dit een politiek iemand moet zijn die daar uiteindelijk dan verantwoordelijk voor is. Wij vinden dat een wethouder daar verantwoordelijk voor moet zijn, omdat we tegen een wethouder kunnen zeggen: “Jij doet het niet goed, ga jij maar weg.” Wij vinden dat in het volgende college een wethouder Integratie moet komen, dat is een kwestie van kiezen. Een burgemeester heeft geen democratisch mandaad, hij is verantwoordelijk voor orde en handhaving. Het hele brede pakket wat daarbij komt kijken; onderwijs, maatschappelijke zorg, alles wat niet politie is, moet allemaal mee gaan werken in deze keten. Het is een principiële keuze, wij vinden dat de leiding moet liggen bij iemand die politiek mandaad heeft. Mevrouw Smit: Ik ben het absoluut niet eens met de PvdA. In zoverre, de zorg voor jeugd wordt allemaal centraal geregeld in Nederland, ook via de Provincie. Je hebt meldpunten, daar zit een ketenorganisatie op, dat is vaak jeugdzorg of maatschappelijk werk. Ik denk dat je als gemeente moet zorgen -in het kader van Centrum voor Jeugd en Gezin- dat je partijen bij elkaar om de tafel brengt, maar de ketenregisseur moet je niet als gemeente willen nemen. De heer Edskes: Wij hebben als ChristenUnie duidelijk gezegd dat de regie bij het college moet liggen, daar gaat het ons om. Wie dat precies doet, vind ik niet belangrijk. Ik heb ik Den Haag 64
gesproken over centen en ik zou de raadsleden willen oproepen om ook eens naar hun fracties te gaan, vooral de fracties die een coalitie vormen in Den Haag, om druk te zetten op hun woordvoerders opdat er centen voor de politie komen. Burgemeester Van den Bosch: Laat ik even niet op de politie ingaan, ik hoop ook dat u dat blijft doen en wat mij betreft moet het kabinet van veiligheid en onderwijs afblijven, dat hebben ook meer collega’s van mij geroepen. Wij zullen geld krijgen van het ministerie, dat kan ik u zeggen. Er is een pot bij het ministerie en die heet “radicalisering en polarisatie”. Uit deze grote pot geld kunnen wij als Zaltbommel in deze problematiek geld krijgen om maatregelen in te voeren, of het nu gaat om het inrichten van een buurthuis of straatcoaches of wat ik ook kan noemen, daar komt geld voor. Dat heeft de minister mij toegezegd, dat heeft de hoogste ambtenaar ons toegezegd, dus daar komt geld voor, maar dat heeft niets met politiecapaciteit te maken. De heer Edskes: Laat ik daar nog even op inhaken. Ik weet dat uit die pot naar Gouda in drie jaar tijd drie miljoen is gegaan en als we in verhouding kijken dat daar 50 jongeren zijn die de criminele basis vormen en we hebben er hier al 30, dan moeten wij ook maar voor die 3 miljoen gaan. Wethouder Krähe: Ik ben het er absoluut niet mee eens, maar volgens Alexander Pechtold was dit niet meer dan een rimpel in de emancipatiestrijd. Nou, ik denk dat deze problematiek toch veel groter is dan alleen maar een rimpeltje. Daar wilde ik even mee beginnen. In dit soort discussies wordt alles door elkaar en bij elkaar op één grote hoop gegooid. Binnen de kortste keren is iedereen crimineel en alle jongeren deugen niet en ik wil toch even kort een onderscheid maken en daarna ga ik op drie punten in: leerplicht, Orion en CJG. Als raad heeft u al heel veel besluiten genomen en heel veel goede dingen uitgezet. We hebben een half jaar geleden afgesproken dat we met het Centrum voor Jeugd en Gezin zouden beginnen, daar zijn we mee begonnen en we zouden na een jaar evalueren en daar zitten we nu bijna. We hebben de LEA met elkaar vastgesteld, evaluaties met onderwijs, vroegschoolse educatie, vroegtijds jongeren signaleren dat ze Nederlands leren, dat hebben we met elkaar allemaal afgesproken en daar zijn we al druk mee bezig. Er wordt altijd van alles bij elkaar gegooid, ik wil met drie dingen beginnen. Ikzelf ga over preventiebeleid als wethouder, daarnaast heb je criminaliteit, daar gaat de politie en de reclassering over en volgens mij heeft iedereen daarvan gezegd: aanpakken, straffen en streng ermee aan de slag. Een ander punt is overlast en daar gaat de burgemeester over, we hebben een aantal dingen al opgeschreven met elkaar, daar gaat het KSB beleid over, daar hebben we BOA’s voor, gebiedsverboden en ook binnenkort de straatcoaches. Dit allemaal om de overlast op straat aan te pakken. Laten we met elkaar onderscheid proberen te maken en waar ik over ga is over preventiebeleid. Daarvan hebben we met elkaar afgesproken: één gezin, één kind, één aanpak. Dat wordt door verschillende raadsleden ook gezegd, we moeten dat ene kind, dat ene gezin oppakken en ervoor zorgen dat er een oplossing op maat komt, als er problemen zijn. Dat even vooraf. Dan wil ik even naar de leerplicht. Er wordt van alles geroepen over de leerplicht en leerplicht is de traditionele taak van de gemeente om inderdaad problemen vroegtijdig te signaleren en ook daarmee aan de slag te gaan. We zijn bezig in de regio om te kijken of we leerplicht kunnen uitbreiden, want het blijkt dat we daar heel veel tijd aan besteden en ook moeten besteden. Als voorbeeld; we hebben ongeveer 250 casussen van verzuim in onze gemeente. Van die casussen worden met 40% van de ouders, gezinnen gesprekken gevoerd op het moment dat er sprake is van verzuim. In bijna 100 gevallen is er sprake van structureel schoolverzuim. Zij krijgen ook nog eens een keer een brief van de gemeente met daarin een dreiging van eventueel een proces-verbaal op het moment dat het vaker voorkomt. Die 250 gevallen van schoolverzuim leiden uiteindelijk tot 25 keer per jaar een proces verbaal en/of een rechtszaak. Dus ongeveer 10% van die gevallen betekent echte problemen, waarmee je met een rechtszaak onder toezicht stelling gaat werken, enz. enz. De heer De Gaaij: Het is natuurlijk interessant die cijfers te horen, maar geeft u eens het verband aan tussen die jongeren waar in het algemeen van gezegd wordt: “Ik ken ze”. Zitten die ook in die groep? 65
Wethouder Krähe: Ik kom daar zo aan toe heer De Gaaij. De leerplichtambtenaar is onze medewerker en die heeft ook een plaats verkregen in het Centrum voor Jeugd en Gezin, want dat was de vraag: Integrale aanpak, hoe doen we dat met elkaar? Daar kom ik zo meteen even op, want dat heeft vooral te maken met het Centrum voor Jeugd en Gezin. We hebben daar vooral gezegd, dat het er om gaat dat mensen daar samenwerken en om een integrale aanpak per kind. We zijn begonnen in oktober, dat is nog maar een paar maanden geleden, maar de eerste resultaten beginnen we daar langzaamaan te zien, van 12- multidisciplinaire teams die op basisscholen bezig zijn in drie regio’s (Aalst e.o., Brakel e.o. en Zaltbommel e.o.) en dan blijken de hulpverleners heel tevreden te zijn over de samenwerking zoals dat nu gaat, dat gaat dan om maatschappelijk werk, die de coördinatie wat ons betreft heeft gekregen, samen met de scholen, de IB-ers en samen met zorgverleners om een zo goed mogelijke aanpak van die kinderen te krijgen. Eén keer in de zes weken worden er ongeveer tien gevallen besproken tijdens een overleg en de evaluatie hierover zal binnenkort gaan plaatsvinden. De groep 12+, dat is onder meer het Cambium en De Brug, daar zijn inmiddels 45 zaken besproken, waarvan 90% van Marokkaanse afkomst is. De zware gevallen, daarvoor hebben we inmiddels een Zorgadviesteam gemaakt, zoals u weet. In dat Zorgadviesteam van het Cambium kwamen vorig jaar ongeveer 60 leerlingen naar boven borrelen, Gomarus: 6, Prinsentuin College in Andel: 20 en het Willem van Oranje College: 20. In totaal zitten we dus met 100 jongeren in onze hele gemeente en dan hebben we het niet alleen maar over Marokkaanse jongeren, maar over allerlei verschillende jongeren die extra zorg behoeven en waar we iets mee doen in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Mevrouw Smit: U verzamelt cijfers, maar een Zorgadviesteam heeft ook te maken met leerlingen met een beperking e.d. en die hoeven niet direct in het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht te komen toch? De heer Krähe: Wat ons betreft vindt het allemaal plaats rondom die overlegorganen en welke oplossingen en welke zorg wordt gekozen voor de verschillende kinderen, want we zeggen één gezin, één kind, één aanpak en het zal inderdaad voor dat soort kinderen een andere zaak zijn dan voor overlastgevende kinderen. Achter dat verhaal zit namelijk een uitgebreid verhaal over hoe we kinderen en gezinnen kunnen gaan helpen. In sommige gevallen heeft dat bijvoorbeeld te maken met opvoedondersteuning en in sommige gezinnen moet je met kinderen op zoek naar stageplaatsen of werk. De heer Van der Schans: Ik vind het geweldig dat we deze hele uitleg krijgen van alles wat er allemaal gedaan wordt. Alleen, volgens mij hebben we een probleem met een vrij kleine groep criminele Marokkaanse jongeren en de vraag hoe we dit probleem gaan aanpakken. Ik ben het helemaal met iedereen eens dat alle andere jongeren, die nog niet crimineel zijn maar wel zorg behoeven, dat we daarvoor allerlei goede dingen doen, maar we moeten bij de essentie van het probleem blijven en de aanpak die nodig is. De heer Edskes: Hoe denkt u als college over een gezinsmanager? Eén persoon op één gezin neerzetten. Ik heb nog nooit een dossier zo goed bestudeerd als dit en in bepaalde regio’s in het land, zoals Amsterdam en Gouda, blijkt dit heel goed te werken om sturing te krijgen op de jongere, want er blijken vaak binnen de gezinnen heel veel problemen te zijn en ik zou het college willen adviseren: denk eens over een gezinsmanager. Daar is ook geld voor te halen bij het Rijk. De heer Krähe: We hebben inderdaad zo’n veertig trajecten achter de voordeur, dat zijn die gezinscoaches die u noemt en die hebben we van licht tot zwaar. We hebben Humanitas Home-Start, die zorgt voor wat licht opvoedkundige ondersteuning en voor zwaardere ondersteuning hebben we Patch en we hebben twee jongens die ook achter de voordeur met mensen werken, soms ook excriminelen. Er is geen gemakkelijke scheiding te maken tussen preventie en overlast en criminaliteit, want je hebt soms met dezelfde jongeren te maken, alleen op het moment dat een jongere in het 66
criminele circuit komt, stoppen we met de zorg. We hebben te maken met gezinscoaches achter de voordeur; zij komen alleen binnen als de gezinnen ook willen meewerken, dat is het punt. We zijn in totaal met veertig trajecten achter de voordeur bezig. Ik heb het zojuist ook al geschetst; in de ZATteams hebben we al te maken met 106 probleemgevallen per jaar. Dat betekent dat we veel te weinig plaats hebben, maar we proberen met de mogelijkheden die we hebben, zoveel mogelijk gezinnen te bereiken. Daarvoor is het ook heel belangrijk dat we Stichting Orion hebben. Orion is ook bezig met allerlei projecten, zoals huiswerkbegeleiding; per jaar krijgen 95 kinderen huiswerkbegeleiding. Dat betekent dat er minder schooluitval komt. Met het Cambium hebben we afgesproken dat ze daar beginnen met een reboundvoorziening, dat betekent dat kinderen waar iets mee aan de hand is, eventjes uit de klas worden gehaald en de mogelijkheid krijgen met allerlei zorg omgeven om zo snel mogelijk hun leven weer op orde te krijgen en zo snel mogelijk weer naar school te kunnen gaan, zonder dat ze direct uitvallen. Dat zijn allemaal projecten die we net opgestart zijn en de eerste resultaten zullen we binnen een half jaar moeten gaan zien. Andere projecten die ook bij Orion lopen zijn het Mentorproject, de honken, de bus is er, maar wat ook bijzonder is; er worden 300 oudergesprekken gevoerd met Orion, met ouders met jongeren waar misschien wat mee aan de hand is, maar die proberen ook voor ons dingen te signaleren waarmee we vervolgens wat kunnen doen. Praten met de jeugd is gevraagd, dat doen we zeker. We hebben afgesproken dat er voor het honk van jongeren 18+ een bestuur komt en daar gaan we mee praten. In de krant hebben we het verhaal van de heer El Miri kunnen lezen. Op zich kan ik best achter het verhaal van de heer El Miri staan, het verbaasde me alleen even dat hij zei dat hij er met mij over had gesproken, want tijdens het gesprek heb ik hem daarover niet gehoord. Het enige wat hij namelijk vroeg was dat hij graag beheerder wilde worden bij Al Amal en dat was dus niet onze taak, met deze vraag moest hij bij Al Amal zijn. Er spelen ook nog wat geruchten, trouwens niet echt geruchten, hij heeft ook gevraagd om een waterpijpmarkt te beginnen en dat wilden wij gewoon niet als gemeente en ook de ouders willen dat niet en daarom hebben wij gezegd dat we niets zien in deze oplossingen. Het algemene verhaal van hem klopt wel, daar zijn we het ook mee eens, maar die specifieke problemen, daar zitten we niet op te wachten en daarom hebben we gezegd dat we met de jongeren gaan praten, we willen het vanuit de jongeren horen, zij hebben verantwoordelijkheid en niet de beheerder en dat moeten ze ook heel duidelijk weten. Op het moment dat wij met hen aan de slag gaan voor een eigen ruimte of voor eigen activiteiten, dan zullen zij moeten weten dat zij die verantwoordelijkheid moeten dragen. Volgens mij heb ik alle vragen beantwoord. Mevrouw Smit: Volgens mij niet de vraag: relatie tussen verzuim en deze groep jongeren. Wethouder Krähe: De verzuimgevallen worden door de leerplichtambtenaar, die zitting heeft in de zorgadviesteams, opnieuw ingebracht. Op het moment dat het wordt medegedeeld, wordt er ook gekeken of er nog andere problemen zijn. Mevrouw Smit: U begrijpt mij verkeerd. Ik heb gevraagd of er een relatie is tussen de jeugd die de problematiek veroorzaakt heeft en hun verzuim op school. Wethouder Krähe: Soms wel en soms niet. Er is vaak wel een verband. Mevrouw Smit: Ik zou graag het verband willen weten en ik denk dat het vrij gemakkelijk te traceren is. Ik wil aan u vragen of wij als raad geïnformeerd kunnen worden over welk verband er is. Je hebt jongeren die problemen hebben veroorzaakt, dat is een kleine groep. Ik ga er vanuit dat er waarschijnlijk bij die jongeren ook veel schoolverzuim heeft plaats gevonden en dat wil ik graag van u weten. Wethouder Krähe: We zullen kijken of we daar een percentage aan kunnen hangen.
67
De heer Edskes: Ik heb in mijn betoog ook een vraag gesteld; is het bekend wat de achtergronden zijn van het criminele gedrag van deze jongeren, wat zijn de veroorzakende omstandigheden, is het nodig dat wij daar kennis van krijgen om daar ons beleid op af te stemmen? Wethouder Krähe: Ik zou het graag willen weten. Wat de heer Van Wijk zojuist zei: daar zullen heel wat mensen op gaan afstuderen. De problematiek is elke keer weer anders. Als voorbeeld: ik noem geen namen, maar er is een groot gezin met 7 kinderen waarvan de moeder allerlei dingen doet die niet door de beugel kunnen, vader is zwaar alcoholverslaafd en de kinderen lopen over de straat. Zo’n kind zal uiteindelijk in de overlastsfeer of misschien wel in de criminaliteit komen. Het is ook weleens een jongere die alleen maar in contact komt met verkeerde vrienden, waarvan de vader en moeder beide een goede baan hebben en ook altijd voor ze thuis geweest zijn. Je kunt niet zeggen: als dát gebeurt in je leven, dán zul je wel crimineel worden. De heer Edskes: Het gaat om het gedrag, we moeten ons beleid voeren n.a.v. wat er aan de hand is, wat de omstandigheden zijn, ik begrijp best dat geen enkele situatie hetzelfde is. Wethouder Krähe: Dat geldt voor Zaltbommel, dat geldt voor Brakel en dat geldt ook voor Gameren. Wat we daar hebben gedaan is door middel van de jeugdhonken zelf verantwoordelijkheid geven aan de jongeren, maar dat wil niet zeggen dat er nooit meer wat gebeurt. De heer Van Wijk: Ik wil één woord lichten uit het betoog van de wethouder, dat is het woordje “vrijwillig”. Ik neem als voorbeeld het project rond de ex-gedetineerden, dat zijn jonge jongens die terug komen uit de gevangenis en die worden dan gevraagd: “Mogen wij jullie begeleiden om weer een plaats terug te vinden in onze samenleving?”. Vijf jongens lieten zich begeleiden, om weer terug te komen op een goede plek in de maatschappij en na een tijdje was er van die vijf nog maar één over. Het zwakke in de hele situatie nu, op dit moment, is de goede intentie van het college, de inzet van de medewerkers, maar de vrijwilligheid waarmee het moet gebeuren. Dat is wat de PvdA bedoelt met persoonsgerichte aanpak, dat is een verzamelterm, maar met die aanpak verdwijnt die vrijwilligheid. Ik wil u graag de zin voorlezen waarmee het contract begint wat de burgemeester kan sluiten met de jongere, die zin luidt als volgt: “Deze afspraken zijn gebaseerd op jouw overlastgevende gedrag. Met ondertekening van dit contract beloof je deze gedragsaanwijzing op te volgen en de afspraken na te leven. Overtreding van de afspraken leidt tot het opleggen van de gedragsaanwijzing in de vorm van een bevel door de burgemeester en/of tot strafrechtelijke vervolging.” Dus je kunt op basis van een overzicht van wat de jongere gedaan heeft tot nu toe, de conclusie trekken: met jou gaat het niet goed, ik maak met jou een contract, volg je dit contract niet op, dan krijg je straf. Dat is een mogelijkheid die aan de vrijwilligheid voorbij gaat. De heer Den Hartog: Ik wil aan de heer Edskes vragen of het een oprechte vraag van hem is waar deze zaken nu de grondslag vinden bij wat hier gebeurt. Is dat een oprechte vraag, want ik meen toch dat de ChristenUnie ook uitgaat van de normen en waarden die terug te vinden zijn in Gods woord? De heer Edskes: Natuurlijk, dat is ook mijn principe, maar we hebben het hier over de zakelijke dingen en hoe we die moeten aanpakken. De ChristenUnie heeft daar ook een overtuiging in en daar sta ik volledig achter. Ik denk ook dat hetgeen u verwoord heeft, een duidelijke oorzaak is in deze wereld. De heer Van der Schans: Het heeft geen enkele zin om dit proberen te doen, want vanuit elke persoonlijke achtergrond, geloofsovertuiging of niet, bij elke groep zitten mensen die zich aan de regels houden en mensen die zich niet aan de regels houden. Wethouder Zondag: Er is al heel veel gezegd. Onderwerp van dit agendapunt waren volgens mij twee brieven, één van de burgmeester en één van het college naar aanleiding van escalaties in de 68
binnenstad van Zaltbommel, dus ik wil het eigenlijk niet uitgebreid hebben over de afgelopen jaren en wat KSB dan wel of niet bereikt zou hebben; de programma’s zijn door u vastgesteld, u bent daar zeer regelmatig over bijgepraat en u weet precies wat daarin gebeurt, het is met name gericht op preventie. Ik wil het wel hebben over de feitelijke maatregelen die in de brief van het college staan en met name twee vragen die daarover gesteld zijn. De heer Van Hemert heeft gevraagd hoe het zit met de verplaatsing van een aantal activiteiten. Hij noemt heel concreet de sociëteitfunctie van Al Amal. Wij zijn zeer erkentelijk naar alle instellingen toe, die in het gebouw van de voormalige Philipsschool zaten, dat ze zo goed hebben meegewerkt om op deze onmogelijk korte termijn te komen tot tijdelijke, andere huisvestingssituaties. Let u vooral op het woord ‘tijdelijk’. Ook bij de sociëteitfunctie van Al Amal praten we over een tijdelijke huisvestigingssituatie, wij laten hen daar op termijn niet altijd zitten, gemengd met het vrouwencentrum, al dan niet naast elkaar. De problemen die genoemd zijn, zijn ons bekend. Wij zijn in overleg en wij komen daar uit. Mevrouw Smit heeft gevraagd of we het gebouw wel móeten slopen, daar hebben wij inderdaad over nagedacht. Als verantwoordelijk wethouder voor het beheer van onze onroerende goederen kan ik u vertellen dat de locatie als een zgn. besmette locatie bekend is, daar is van alles gebeurd en dat heeft ook te maken met dat gebouw en de situatie die daar ontstaat ruimtelijk door het gebouw. Als het gebouw leeg staat, is er een zeer grote kans dat vandalisme zich gaat richten op dat gebouw, dus daarom heeft het college besloten om op korte termijn dat gebouw te slopen. Onze overtuiging is absoluut dat het gebouw gesloopt moet worden, als we het laten staan, blijft de locatie aantrekkelijk om daar vandalisme of andere zaken te gaan plegen, dus we moeten dat nu gewoon goed oplossen. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Ik stel voor dat we nog één korte ronde doen, dan kunt u nog kwijt wat u wil en dat we vervolgens tot een afsluiting komen. De heer Van Wijk: Ik had een aantal vragen gesteld die in het verlengde lagen van wat de heer Van Hemert gevraagd heeft. U noemde concreet de Maasstraat. Even een suggestie richting het college; wij vinden inderdaad ook dat de heren van Al Amal in de Maasstraat niet op de beste plek zitten. Kunt u overwegen om daarvoor De Aak te bestemmen? Dat lijkt ons ruimtelijk veel beter, meer parkeerplaatsen, minder drukke bebouwde omgeving. Wij zijn als PvdA heel benieuwd of dit college en het college wat hierna komt, erin slaagt inderdaad te komen tot een op het individu gericht programma. Er moet een krachtige regie komen over al die partners die met hun neus dezelfde kant op moeten en het is pas geslaagd als tegen één jongere gezegd kan worden: “Jij mag dit niet meer, jij mag dat niet meer op straffe van …” , dan is wat ons betreft het beleid geslaagd. De heer Komen: Ik had graag van de burgemeester iets meer willen horen over het breder trekken van het zorgen voor de veiligheid. Ik ben ervan overtuigd dat, mede door de sloop van de Philipsschool, dit bij De Omhoeken en De Vergt tot rust kan leiden en de veiligheid die we daar nodig hebben, maar ik ben ontzettend bang dat het zich mogelijk zou kunnen verplaatsen naar andere plekken van de stad. We hebben al hangplekken in De Vergt, maar ik heb met name de Markt genoemd en het cafébezoek, de knokpartijen en opstootjes die daar de laatste weekenden toch plaats vinden. Ik zou toch graag willen weten van de burgemeester of hij het beleid, wat hij de komende dagen en weken en met name ook tijdens carnaval wil inzetten, op één of andere manier kan voortzetten of garanderen. In heb begrepen dat er convenanten afgesloten zijn, in hoeverre kunnen die worden nageleefd en nauwgezet gecontroleerd? De mensen in de binnenstad zijn bang, de ouders van de kinderen zijn bang. Daarnaast ben ik blij met de maatregelen die met name in de beleidssfeer liggen naar de toekomst toe, maar wat het CDA betreft zal het altijd een en-en zijn; we moeten in de zorg blijven werken, daar moeten we in blijven investeren. Als we het onkruid niet wieden, komt het kwaad later toch weer terug. Maar ook en-en in het kader van korte termijn en lange termijn. Ik heb mijn kritiek geuit op het feit dat er door het huidige college inderdaad goed gewerkt is aan langetermijn oplossingen. Er zijn de nodige zaken geopend en die gaan van start, ik hoop dat het resultaten gaat bieden op die termijn, maar op de korte termijn is er wel degelijk het een en ander vergeten en daardoor heeft die escalatie mede plaats gevonden. Ik heb nog even een opmerking richting de heer 69
Van Wijk die kritiek had over mijn betoog, dat ik me zou hebben geprofileerd. Wel, ik leg dat naast me neer. Ik heb het vanavond zo goed mogelijk proberen te doen en als hij dat als profileren beschouwt, dan zie ik dat maar in deze laatste raadsvergadering als het grootste compliment wat hij mij had kunnen geven. Tenslotte nog een opmerking naar de heer Van der Schans toe; de heer Van Balken heeft inderdaad namens de fractie ‘nee’ tegen het spoeddebat gezegd. Hij kan er zelf niet op reageren, maar ik zou kunnen zeggen dat ik het met hem eens ben vanuit de fractie. Het gaf dermate veel turbulentie in die dagen en dermate veel nationale aandacht dat wij het inderdaad beter vonden om niet meer olie op het vuur te gooien en even te wachten, even een adempauze te nemen en vanavond rustig met elkaar van gedachten wisselen. De heer Van der Schans: Deze redenering kan ik volgen, alleen waarom moest dan juist de heer Van Balken in de dagen daarna zowel via radio en televisie uitgebreid aan het woord en in beeld komen en zodoende de aandacht opnieuw vestigen op onze gemeente en deze problematiek? De heer Van Balken: Dat is misschien een ongelukkige samenloop van omstandigheden, dat wil ik best toegeven. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Het lijkt me juist dat ik nu zelf even antwoord geef. Het ging over het spoeddebat en ze vroegen aan mij waarom het spoeddebat wel of niet doorging. Ik heb gewoon antwoord gegeven op die vragen en ik ben niet inhoudelijk ingegaan op de overlast van de Marokkanen op dat moment. Ik wil u vragen een afrondend betoog te geven, het liefst zo kort mogelijk. De heer Edskes: Wij hopen dat we met elkaar een oplossing kunnen vinden. We moeten niet vergeten dat we dit als partijen onder elkaar niet alleen kunnen, maar met de hele raad moeten doen. Dat het op de radio is geweest, ik moet eerlijk zeggen meneer de voorzitter, dat ik me daarover ook heb geërgerd. De heer Van Hemert: Wij blijven geloven in een gelijk optrekken van preventief en repressief beleid en vinden ook dat de collegevoorstellen daar een uitgebalanceerde mix van geven, dus daar zijn we zeer tevreden over. Waardering voor het gedicht van de heer Komen, waarmee hij zojuist begon. Het heeft mij ook persoonlijk geraakt. We hebben de afgelopen vier jaar nog wel eens wat gesteggeld over wat zaken. Fel soms, maar ik waardeer het zeer dat u de laatste raadsvergadering dit gedicht als een soort leidmotief hebt willen gebruiken, daar ben ik u erkentelijk voor. De heer Van der Schans: Ik ben blij met de reflectie van de heer Komen, maar ook met de reflectie van de burgemeester: we doen veel, maar doen we wel de juiste dingen en dat we daar de komende periode hulp bij krijgen, assistentie en advies van het Ministerie. Het antwoord van onze kant zal zijn, dat het op dit moment nog niet voldoende is en we nog niet de juiste dingen doen. Ik kom terug bij de heer Van Wijk die mij aansprak over het punt dat er heel veel gebeurt en dat wij hem alleen laten staan in de aanpak van ex-gedetineerden. Ook vertelt hij over dat project dat er vijf jongens in dat project hebben gelopen en dat er één van over blijft en dat is nu precies waar het om gaat. Heel veel dingen doen, maar te weinig resultaat. Afrondend wil ik zeggen dat ik blij ben met de toezegging van de burgemeester om m.b.t. de loverboys de voorlichting op school te gaan intensiveren of überhaupt te gaan geven. Ik zou ook willen zeggen burgemeester, u heeft primair de verantwoordelijkheid voor de openbare orde en daarom ook voor de aanpak van de groep criminele Marokkaanse jongeren. Als u die groep weet aan te pakken en daar succes boekt en u heeft nog tijd over, dan mag u wat mij betreft al die andere zaken erbij gaan doen, maar ik zal u eerst aanspreken op die klus. Mevrouw Smit: Ik denk dat we er op dit moment voor moeten zorgen dat we zichtbaar zijn met de activiteiten die we aanpakken, zoals de wijkcoördinator, wijkagenten, politie; dat ze er inderdaad 70
regelmatig zijn, dat werkt preventief en ik denk dat dit een goede invalshoek is. Dat we de communicatie, het verloop van hoe het allemaal gaat, ook heel duidelijk naar buiten brengen, zodat ook de inwoners geïnformeerd worden, ik denk dat dat een stuk ondersteuning geeft. Dat we in elk geval proberen, ook al is het moeilijk en hebben we weinig personeel, toe te spelen op de handhaving en inderdaad de mogelijkheid van de APV breed inzetten, dat we dat ook benutten. Daarnaast denk ik dat het goed is, we hebben nu een huis van De Vergt, maar misschien dat er ook een mogelijkheid moet zijn dat er een soort meldpunt kan komen, wanneer dingen gesignaleerd worden, dat het gewoon even gemeld wordt en dat is kort bij elkaar, dan zijn de dingen snel geregeld. Waar ik me wel wat zorgen over maak is, het einde van de KSB-gelden. Daar wordt een hele hoop in gestoken, straks stopt dat en we krijgen wel een stukje van het Ministerie, maar het betekent dat wij straks als raad in ieder geval ook kunstjes moeten maken in waar gelden naar toe gaan, o.a. ook over veiligheid. Dat is iets waarvoor wij de aandacht willen vragen. Wat betreft de Philipsschool; het besluit is genomen. Ik kan me voorstellen dat niet iedere inwoner in de kern Zaltbommel hier erg gelukkig mee is, dus ik wil het college vragen om de procedure voor de sloop zorgvuldig te doorlopen. De heer De Gaaij: Heel veel maatregelen zijn vanavond de revue gepasseerd. Een aantal is slechts enige maanden geleden genomen. Ik hoop dat al die maatregelen ook worden uitgevoerd, dat ze hun effecten zullen hebben voor onze inwoners en met name ook voor de Marokkaanse gemeenschap, want het overgrote deel daarvan doet het goed en is het ook spuugzat. De heer Duijzer: Wij willen het college oproepen deze aanpak voort te zetten met als leidraad daarbij: geen tolerantie, maar handhaving van wet- en regelgeving, zodat de burger zich weer veilig gaat voelen. Plaatsvervangend voorzitter Van Balken: Er is veel gezegd, de burgemeester gaat de raadsvergadering afsluiten, ik denk dat het een hele goede zaak is om als raad samen op te trekken, we weten dat we de handen ineen kunnen slaan. We hebben nu zo’n beetje alles gezegd wat met de verkiezingen te maken heeft, maar laten we nu zeggen: we hebben een probleem en laten we dat met alle partijen samen aanpakken en elkaar niet tegenzitten en in elk geval samenwerken om het voor iedereen zo goed mogelijk te doen.
71
Onderwerp
:
Sluiting
Datum raadsvergadering
:
Donderdag 11 februari 2010
Agendapunt
:
15
De voorzitter: Dit was de laatste raadsvergadering waarin lokale omroep Dijkland de raadsvergaderingen zal opnemen. Ik wil hen, ook namens u, danken voor alle inzet van de vele jaren. In de komende raadsperiode zullen de raadsvergaderingen live via internet worden uitgezonden. De burger zal dan op verschillende manieren kennis kunnen nemen van debat en besluitvorming van de gemeenteraad van Zaltbommel. Ik denk dat een applaus voor deze mannen en vrouwen op hun plaats is. Het is ook de laatste raadsvergadering waarin schriftelijke notulen worden gemaakt. Dat betekent dat we afscheid nemen van Karin van Breda en Petra van Zanten, de vaste notulisten van de raad. Hartelijk dank ook voor uw inzet van de afgelopen jaren en ook voor u een applaus. Ook het mooie Huis Brakel wil ik bedanken en alle mensen die hun best hebben gedaan. We hebben hier ongeveer anderhalf jaar gezeten op deze prachtige plek. De volgende raad zal tevens uw laatste raad zijn in deze periode. Of het voor u persoonlijk de laatste is, daar ga ik niet over, maar het is wel uw laatste raad in deze zittingsperiode. De volgende vergadering vindt plaats in het Stadhuis op de Markt te Zaltbommel en ik verzoek u allemaal om op 9 maart om 17.30 uur op de Markt te zijn, want dan wordt er een foto genomen van deze raad. Daarna om 18.00 uur zal dan de laatste raadsvergadering van deze periode beginnen. Ik dank u voor alles en wens u nog heel veel succes de komende drie weken, maak er een mooie campagne van. De voorzitter sluit de vergadering om 22.50 uur.
72