notulen raadsvergadering
Presentielijst Vergadering:
Aanwezig:
Gemeenteraad Heerlen Vergaderdatum:
27 juni/ 3 juli 2012 Tijdstip vergadering:
18.00 uur Registratienummer:
2012/29482
Leden: De heren: K. Adema, S. Bayraktar, M.E.E. de Beer, J.P. Bertholet, P.H.A. Brauer, C.M.J.P. Claessens, J.M.M. Clemens, A. Damen, T. Deckers, P.C.J. Diederen, D.R.J. Ducornez, J.A.M.A. Erkens, M.M.H. Feijen, W.G. Gouders, L.C.H. Hazen, R.P. Hummel, P.C.C. Kastrop, W.G.M. van Kempen, R.J.A. Kockelkorn, A. Koning Bastiaan, J.C. Kortekaas, R.H.F. Leers, A.J.V.C. Lodewijks, A. Luchies, G.H.M. Meesters, R.P.E. Meyer, C.D. Petermann, M.P.G.M. Peters , H. Portiek, M.S. Rahnama’i, W.F.G. Sijstermans, C. Tiekstra en G.J.L. Vankan De dames: Y.M. Claessens-Schepers, J.A. Heine-van Dartel, P.F.M. Larik-Langohr en O. Mous.
Agendapunt:
3
Wethouders: N.A. Aarts, B.H.J. Braeken, F. Gillissen, M.F.A. de Wit-Romans, P.M.A. van Zutphen Voorzitter: Burgemeester P.F.G. Depla Griffier: J.H.M. Martens Verslaglegging: O. Toirkens-Geurts (Het Notulistenteam) Afwezig: Leden: P.H.A. Brauer (27 juni), P.C.C. Kastrop (27 juni), R.J.A. Kockelkorn (3 juli), A. Luchies (3 juli), M.P.G.M. Peters (3 juli) en W.F.G. Sijstermans (27 juni) Wethouders: B.H.J. Braeken (27 juni) en F. Gillissen (3 juli)
Pagina 125/142 De voorzitter Het antwoord is helder. Meneer Hummel. De heer Hummel, Leefbaar Heerlen (interruptie) Zo even is een amendement uitgereikt. Komt er ook nog een amendement tot wijziging van het reglement van orde? De voorzitter Meneer Hummel, daar kunt u om vragen. U weet dat het het recht van de raadsleden is om een amendement in te dienen. Dit amendement is ingediend. Als u daartegen wil stemmen, dan moet u daartegen stemmen. Meneer Claessens. De heer Claessens, CDA Voorzitter, ik heb ook nog een korte opmerking over het amendement. Ik zou daar graag aan toegevoegd willen zien: ‘onder de voorwaarde dat de financiële verordening hierop wordt aangepast’. Dat is volgens mij één regeltje dat erin opgenomen moet worden. Dan is het helemaal afgedekt. De voorzitter Wij zetten dat erbij. Het lijkt mij een goede suggestie om dat erbij te zetten. Als meneer Tiekstra het daarmee eens is, dan hebben wij dat punt in die zin op de juiste manier afgewikkeld. Dit gaat over het voorstel dat hoort bij de kaderbrief. De kaderbrief is agendapunt 18. Dat betekent dat oorspronkelijk voorlag de kaderbrief begroting 2013 vast te stellen. Dat wordt nu dus de kaderbrief begroting 2013 voor kennisgeving aan te nemen, onder voorbehoud van aanpassing van de financiële verordening. Oké, is er behoefte aan stemming over dit amendement? Nee? Met algemene stemmen aangenomen. Dat betekent dat daarmee ook agendapunt 18 zo besloten is. Dat amendement komt in de plaats van het besluit dat oorspronkelijk voorlag. Dus daartoe is met algemene stemmen besloten. Is er behoefte aan stemming over agendapunt 19? Het kennisnemen van de voorjaarsnota en op basis daarvan wijzigen van de begroting? Er is geen behoefte aan stemming. Dan is dat ook met algemene stemmen aangenomen. Dan gaan wij nu door naar agendapunt 20. Het vaststellen van de notitie ‘uitgangspunten drie decentralisaties’. 20. Het vaststellen van de notitie ‘uitgangspunten drie decentralisaties’ (2012/19345) Eerste termijn De voorzitter Meneer Sijstermans. De heer Sijstermans, Ouderenpartij Heerlen Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik ben in de junicirculaire aan het kijken. Daar lees ik wat over decentralisatiegelden. Ik weet niet in hoeverre dit in verbinding staat tot de decentralisatie van de taken. Wij moeten 1,5 miljoen euro inleveren, wat wij gaan verliezen. Er is eigenlijk maar één taak gedecentraliseerd. Dat is de jeugdzorg. Wij hebben hier drie decentralisatietaken die wij krijgen, maar twee zijn controversieel. Is dit alleen maar voor de jeugdzorg? Misschien zit ik er wel helemaal naast en heeft het niets met elkaar te maken. Als er tekorten komen op de decentralisatie van de taken, in hoeverre heeft dat invloed op de ombuigingen, op de bezuinigingen? Ik kan mij voorstellen dat er binnen een bepaald programma bezuinigd moet worden en
Pagina 126/142 dat wij een tekort krijgen door de decentralisatie van die taken. In hoeverre worden dan die ombuigingen nog doorgezet? Want dan komt het geheel op losse schroeven te staan. Als dit niet zo is, gaat dit dan ten laste van de algemene reserve? Dat waren mijn vragen. Dank u. De voorzitter Dank u wel, meneer Sijstermans. Zijn er andere raadsleden die een vraag willen stellen? Meneer Damen. De heer Damen, Stadspartij Heerlen Voorzitter, heel kort. Wij hebben uitgebreid kennis kunnen nemen van de wijze waarop het college hier toch voortvarend mee aan de slag wil, ondanks dat er een kabinetsbesluit ligt wat de zaken alleen maar tegenhoudt. Wat ik wel belangrijk zou vinden is dat er een rapportage uitgebracht wordt, dat kan ook via de commissie, op welke wijze de participanten die betrokken worden bij deze drie decentralisaties om te komen tot één goed product, het liefst zou dit op Parkstadniveau moeten gebeuren, maar in ieder geval voor ons, als lokale overheid binnen Heerlen, dat wij kennisnemen van op welke wijze er inhoud gegeven wordt aan, zodat de overlappingen die in de kaders al aangeduid worden helder zijn en dat de consequenties die daaraan verbonden zijn ook voor ons helder zijn. Zodat wij niet zoals in het verleden bij één plan één gezin 36 mensen over de vloer krijgen. Ik zou dat graag willen meenemen in deze richting. De voorzitter Dank je wel. Meneer Feijen. De heer Feijen, D66 Dank u wel, voorzitter. Er zijn nog wat onzekerheden en onduidelijkheden, maar deze notitie geeft toch wel een lijn aan. Zo vaak komt het niet voor dat je eigen partijprogramma bijna letterlijk in zo een beleidsnotitie komt. Dus daar wil ik even wat aandacht aan besteden. (gelach) Ik sta in ieder geval achter die uitgangspunten. Het burgers in hun eigen kracht versterken, burgers de regie geven, dat spreekt ons zeer aan. Wij staan volledig achter de slogan: ‘van zorgen voor naar zorgen dat’. Wij zullen u daar altijd in steunen. Maar wat ook aansprekend is, is dat er hier op dit terrein de samenwerking wordt gezocht met andere gemeenten, maar ook binnen de gemeente. Daar gaat mijn laatste opmerking over. Ik maak mij wel iets zorgen over de tegenargumenten die in die notitie staan. Dat gaat over gebrek aan slagkracht door trage interne processen, interne verkokering en ook over bureaubelangen versus concernbelangen. Aan het begin van deze vergadering vorige week hebben wij over het rapport dienstverlening gesproken. Het kan toch niet zo zijn dat de ambtelijke organisatie tegenargumenten gaat geven die voortkomen uit de eigen ambtelijke organisatie? Daar zou ik nog wel graag een toelichting op willen hebben. Dank u. De voorzitter Dank u wel, meneer Feijen. Het is de vraag aan wie hij die vraag stelt. Wij stellen hem gewoon aan meneer Van Zutphen, die namens het college antwoorden geeft. Ik geef de heer Van Zutphen de gelegenheid om te reageren. Meneer Van Zutphen met een rood boekje. Een digitaal boekje tegenwoordig, maar het blijft een rood boekje Wethouder Van Zutphen Ja, van meneer Steve Jobs (gelach), dus wat dat betreft vrees ik dat de hardware niet rood is. De voorzitter (lachend) Hij schijnt ook uit China te komen, die hardware. Maar laten wij die discussie maar niet voeren. Wethouder Van Zutphen
Pagina 127/142 Daarbij is China ook niet zo rood! Goed, voorzitter, ik weet niet precies op welke passages in de junicirculaire meneer Sijstermans doelt. Feit is in ieder geval dat wij op het ogenblik wel al voorbereidingsgeld krijgen van het Rijk voor de invoeringsgelden decentralisatie AWBZ. Die voorbereidingsgelden zijn aan de gemeente toegekend voordat het wetsontwerp controversieel verklaard werd, maar dat is een relatief klein bedrag. Dat gaat voor Heerlen over één keer 100.000 euro en één keer 200.000 euro. Dat geld mogen wij vooralsnog houden. Alom is ook de verwachting dat de decentralisatie AWBZ weliswaar controversieel verklaard is, maar toch op de een of andere manier zal doorgaan. De randvoorwaarden kunnen natuurlijk wel verschillen. Maar voor de rest zit er in de junicirculaire nog geen geld van de drie decentralisaties. U zegt: decentralisatie jeugdzorg gaat wel door. Dat is niet helemaal waar. Het enige dat doorgaat is de voorbereiding van de wetswijziging. De andere twee wetswijzigingen zijn controversieel verklaard. De wetswijziging decentralisatie jeugdzorg wordt verder door de Tweede Kamer behandeld, maar is nog niet vastgesteld. Dus in theorie kunnen de Tweede Kamer en de Eerste Kamer nog zeggen dat het hele feest niet doorgaat. Als het wel doorgaat, dan zou het wel doorgaan per 1 januari 2015. Heeft dit hele verhaal invloed op de bezuinigingen? Vooralsnog niet. Het uitgangspunt is dat wij bij alle drie de decentralisaties blijven binnen de financiële kaders, het geld dat wij van het Rijk beschikbaar blijven. Gesteld dat wij op een van die terreinen zouden zeggen dat wij toch eigen geld willen bijleggen, of dat het hier zo goed gaat dat wij het geld dat wij ervoor krijgen kunnen gebruiken voor lantaarnpalen, ik noem maar een theoretisch voorbeeld, dan zou dat een apart raadsbesluit zijn. Zolang daar geen raadsbesluit over genomen is blijven wij binnen de kaders. De bedoeling is in ieder geval, dat is voor een deel ook de reden waarom wij nu de nota over de drie samenhangende decentralisaties aan u voorleggen. Door het feit dat wij dit niet als drie aparte hokjes beschouwen, maar als één beleidsterrein, dat vaak één gezin te maken heeft met alle drie de decentralisaties. Dat in één gezin zowel sociale werkvoorziening aan de orde kan zijn, begeleiding AWBZ en ook jeugdproblematiek. In de commissie is daar een voorbeeld van geschetst in de presentatie die wij daar gehad hebben, dat wij ook hopen dat wij daardoor op de eerste plaats meer kwaliteit kunnen leveren in het betreffende gezin, want al die hulpverleners die elkaar in de weg lopen is op de eerste plaats ontzettend lastig voor de mensen die ermee te maken hebben, maar het kost ook nog nodeloos veel geld. Dus wij hopen daar ook geld mee terug te verdienen. Voorzitter, ik ben hartstikke blij dat meneer Feijen het partijprogramma van D66 hierin meent terug te lezen. Ik meen te weten dat ook andere partijen menen hun partijprogramma hierin terug te kunnen lezen. Zolang wij dat met zijn allen vinden, zijn wij volgens mij toch met zijn allen blij. De voorzitter De heer Feijen. De heer Feijen, D66 (interruptie) Blijkbaar kennen die andere partijen dan hun programma niet zo goed. (gelach) Die hebben er niet aan gerefereerd. De voorzitter Meneer Van Zutphen. Wethouder Van Zutphen Of zij gaan er vanuit dat goede wijn geen krans behoeft natuurlijk. Hoe worden de participanten betrokken? Wij zijn daar heel erg actief mee bezig. Een aantal partijen, niet politieke partijen, maar bijvoorbeeld zorginstellingen, spelen daar een heel positieve, trekkende rol in. Er zijn ook instellingen die een beetje zitten af te wachten en als een kloek op hun eigen middelen en territorium zitten. Die zullen wij er toch van moeten overtuigen dat het de bedoeling is dat wij die territoria niet gaan afschaffen, maar wel op zijn minst grensoverschrijdend maken. Het is toch een beetje een diffuus beeld. Ik zie dat ik de vraag van de Stadspartij aan D66 toeschrijf. Daarmee heb ik ook de vragen van de Stadspartij beantwoord.
Pagina 128/142 De voorzitter Even nog de tegenargumenten. Wethouder Van Zutphen Ja, het verhaal van de tegenargumenten. Die nemen wij natuurlijk altijd voorzichtigheidshalve op. Het is gewoon een risico. Zolang wij daar maar scherp op blijven sturen, denk ik dat wij ze de baas kunnen. Als het over de grote instellingen gaat, dan gaan wij dat op sommige onderdelen met alle 18 Zuid-Limburgse gemeenten samendoen. Bijvoorbeeld hele grote instellingen op het gebied van beschermde jeugdzorg. Daar moeten wij vooral niet, als gemeente Heerlen, apart mee in zee gaan, maar dat doen wij met alle 18 ZuidLimburgse gemeenten samen.
De voorzitter Meneer Damen. De heer Damen, Stadspartij Heerlen (interruptie) Voorzitter, een heel klein vraagje. Het voorbeeld Chantal staat mij nog voor ogen. Wat ik belangrijk vind, is de wijze waarop men nu de insteek maakt om te kijken hoe ik nu Chantal, om het voorbeeld te blijven noemen, op een juiste manier kan helpen om de problematiek die zij heeft te verkleinen, te verzachten, te verminderen enzovoorts. Welk plan heb ik daar nu voor nodig? Welke participanten spelen daar nu een rol? Krijgen wij dat nu een keer terug? De voorzitter Meneer Van Zutphen. Wethouder Van Zutphen Dat is de uitwerking waar wij nu mee aan de slag gaan. Daar zullen wij vast en zeker in de commissie mee terugkomen. De voorzitter Oké, dank u wel voor uw antwoorden, meneer Van Zutphen. Ik kijk even rond. Er is geen behoefte aan een tweede termijn. Dan kan ik vaststellen dat wij ook dit voorstel met algemene stemmen aanvaarden. 21. Het besluiten tot ondersteuning gezamenlijke kandidatuur Maastricht en Euregio Culturele Hoofdstad in 2018, alsmede het daarvoor reserveren van een bedrag ad 1.050.000 euro. (2012/17690) Eerste termijn De voorzitter Dan gaan wij over naar het laatste voorstel van deze marathonzitting. Dat is agendapunt 21, namelijk het besluiten tot ondersteuning gezamenlijke kandidatuur Maastricht en Euregio Culturele Hoofdstad in 2018, alsmede het daarvoor reserveren van een bedrag van 1.050.000 euro. Meneer Lodewijks. De heer Lodewijks, VVD Dank u wel, voorzitter. Wij hebben in de commissie al aangegeven dat wij achter dit voorstel staan. Alleen hebben wij daar wel nog één vraag bij. Dat is dat er wordt gesproken over een multiplier van een onderzoeksbureau van policy research van 1:6. 1 euro levert 6 euro op. Wij gaan dit verhaal, zoals wij dat net hebben gehoord, financieren uit het cofinancieringfonds. Ik weet niet of wij in de criteria van het cofinancieringfonds ook iets over een multiplier hebben staan, maar ik dacht dat daar staat iets van 1:3.