www.overijssel.nl
Provinciate Staten van Overijssel
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 60
Uw kenmerk
Uw brief
Ons kenmerk LNL/2006/3052
Bijlagen
Doorkiesnummer 499 85 32
Inlichtingen bij hr. G. Valkeman
Datum 1010 2006
Onderwerp
Onderzoek ontwikkelingsmogelijkheden.
Op dit moment is de Koekoekspolder het enige geconcentreerde glastuinbouwgebied in Overijssel. In het Streekplan Overijssel 2000+ is opgenomen dat de provincie een voorstudie zal uitvoeren naar de ontwikkeling van een eventuele tweede glastuinbouwgebied in de provincie, indien de noodzaak hiertoe is aangetoond. Ook hebben het bedrijfsleven in het gebied en de landbouworganisatie LTONoord aangedrongen op de uitvoering van dit onderzoek. In dit kader hebben wij dit voorjaar besloten om samen met de gemeente Kampen een onderzoek te laten uitvoeren naar de ontwikkelingsmogelijkheden en uitbreidingsmogelijkheden van de glastuinbouw in de Koekoekspolder. Het onderzoek is uitgevoerd door het adviesbureau Arcadis. De hoofdconclusies van het onderzoek is dat de te verwachten vraag naar uitbreidingsruimte voor de glastuinbouw niet kan worden opgevangen in de Koekoekspolder zelf. Naar verwachting zal alle voor de glastuinbouw beschikbare ruimte in de Koekoekspolder tussen 2011 en 2013 in gebruik zijn genomen. Het onderzoek en de conclusies zijn besproken met de het bedrijfsleven en de Ontwikkelingsmaatschappij Koekoekspolder die vertegenwoordigd zijn in de klankbordgroep. Deze partijen kunnen zich vinden in de hierboven genoemde conclusie. Het complete onderzoeksrapport kan worden geraadpleegd op Staten Informatie Systeem. Op basis van deze conclusie hebben wij besloten een vervolgonderzoek te laten uitvoeren naar mogelijke uitbreidingslocaties voor de glastuinbouw en de haalbaarheid van de ontwikkeling van deze locaties. Als uitgangspunt voor het vervolgonderzoek is in het Uitvoeringsprogramma van het Nationaal Landschap IJsseldelta opgenomen, dat alternatieve locaties integraal worden bekeken en beoordeeld en dat hierbij ook gekeken wordt naar een verdere groei op locaties direct over de provinciegrens.
Bij correspondence graag ons kenmerk vermelden.
RABO Zwolle 3973.41.121
Per 24 juni 2006 heeft de provincie nieuwe telefoonnummers en e-mail adressen. Het nieuwe algemene nummer is 038 499 88 99, het e-mail adres postbus-$iiQyc.nisgcj..nl.
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
In dit vervolgonderzoek zullen de volgende optics onderzocht worden: • uitbreiding aansluitend in de Mastenbroekerpolder; • uitbreiding elders in de regio Kampen waarbij ook locaties in de provincie Flevoland mee genomen worden; " elders in Overijssel. Wij streven ernaar het vervolgonderzoek in het tweede kwartaal van 2007 af te ronden. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter.
secretans.
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER
GEMEENTE KAMPEN/PROVINCIE OVERIJSSEL
21 September 2006 110302/NA6/060/001388/001
ONTWiKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
ONTWIKKELING GLA3TUINBOUW KOEKOEKSPOLDER
Inhoud Samenvatting 1
2
Inleiding
,
Aanleiding
11
1.2
Doel van het onderzoek
11
1.3
Aanpak op hoofdlijnen
12
Analyse van de groei
2.2
...„„ . .
„
_
Groei door externe ontwikkeling
13 13
2.1.1
Landelijke ontwikkeling
13
2.1.2
Regionale ontwikkeling
14
2.1.3
Locale ontwikkeling
15
Groei door interne ontwikkeling
17
2.3
Trends en vestigingsfactoren
18
2.4
Behoefteraming
20
2.4.1
Algemeen/Landelijk in periode 2007-2015
20
2.4.2
Externe en interne behoefteraming periode 2007 - 2010
21
2.4.3
Externe en interne behoefteraming periode 2010-2012
22
2.4.4
Behoefteraming met doorkijk 2015 tot 2020
23
2.4.5
Groeiscenario's
24
2.4.6
Behoefteraming en scenario's samengevat
25
Analyse van de beschikbare niimte
27
3.1
Huidig ruimtegebruik
27
3.2 3.3
Beschikbare ruimte Ruimtescenario
4
Ruimtevraag versus
5
Beoordeling scenario's
6
11
1.1
2.1
3
5
_
28 30
raimteaanbod
31
__
..„ ,..„„ . . . . . . . „
_ ,,....,,.
_
.„ 33
5.1
Economie
33
5.2
Inrichting
35
Eindconclusie en aanbevelingen
37
Bijlage 1
Trends en vestigingsfactoren
39
Bijlage 2
CBS-gegevens
43
Bijlage 3
Economische ontwikkeling
47
Bijlage 4
Energie in de Koekoekspolder
49
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDERJ
Bijlage 5
Literatuurlljst
51
\ 4
ONTWIKKELiNG GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER I
In opdracht van de gemeente Kampen en Provincie Overijssel is door ARCADIS in samenwerking met economisch adviesbureau STEC een onderzoek uitgevoerd naar de toekomstverwachting van de glastuinbouw in de Koekoekspolder bij IJsselmuiden. In het onderzoek staat een drietal vragen centraal, waarvan de laatste als de hoofdvraag kan worden beschouwd: 1. Hoe groot is de ruimtebehoefte van de glastuinbouw voor de Koekoekspolder? 2. Wat zijn de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling en uitbreiding van de glastuinbouw in de Koekoekspolder en wat zijn de consequenties voor de economie en het gebied zelf ? 3. Kan de te verwachten ontwikkeling in de tuinbouw in de polder worden opgevangen of is er een noodzaak om, naast de Koekoekspolder, een tweede glastuinbouwlocatie aan te wijzen? De termijn die voor dit onderzoek beschouwd wordt is tot 2012 met doorkijk naar 2015-2020.
Algemeen
Ontwikkeling van de glastuinbouw De landelijke en regionale kwantitatieve en kwalitatieve tendensen van de ontwikkeling van de glastuinbouw in de afgelopen jaren zijn in beeld gebracht. Tevens is de trend van de ontwikkeling vanaf 2004 tot heden in de Koekoekspolder geanalyseerd. De nadruk voor de locale ontwikkelingen ligt op de laatste 3 jaren. Daarmee wordt aangesloten op de gebruikelijke termijn waarop de economische analyse van bedrijven is gebaseerd (bijvoorbeeld bij bedrijfsovername).
Trends en ontwikkelingen, randvoorwaarden voor groei Op basis van de landelijke, regionale en locale ontwikkelingen verwachten wij een groei van de glastuinbouw in de Koekoekspolder. De mate waarin die groei plaatsvindt, is afhankelijk van een aantal parameters. Een daarvan is de beschikbaarheid van ruimte in de Koekoekspolder zelf ten opzichte van de beschikbare ruimte elders in Nederland. Bovendien wegen factoren zoals teelttechnische randvoorwaarden (bijvoorbeeld licht), infrastructuur, energievoorziening en niet in de laatste plaats de sociale omgeving mee in de keuze van ondernemers om zich te vestigen in de Koekoekspolder. Als belangrijkste vestigingsfactoren in de sector worden echter gezien: steun vanuit de locale overheid -bestuurlijke draagkracht die uitmondt in (planologische) onfwikkelruimte-, mogelijkheid tot schaalvergroting, locaal beschikbare ruimte en grondprijs. Dat betekent voor Kampen onder meer dat er voldoende vestigingsruimte -in de (verkavelings)vorm die aansluit bij de marktvraag- moet zijn die de vraag naar groei kan blijven opvangen, een actief acquisitiebeleid moet blijven worden gevoerd en de steun vanuit de locale overheid moet worden doorgezet.
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
/. Hoe groot is de mimtebehoefte van de glastuinbouw voor de Koekoekspolder?
Vanuit de analyse van de trends en ontwikkelingen op landelijk, regionaal en locaal niveau komen wij tot de volgende inschatting van de ruimtevraag van de glastuinbouw in Kampen vanaf 1 januari 2007.
! 2007-2010
15
!
_
4,5
19,5
|
| 2010-2012
10
I
3
4,5
17,5
|
35
| Vanaf 2012 (tot 2020)
6
2
6
14
!
112
58,5
206
I Totaal tot 2020 (afgerond)
Op deze behoefteraming zijn een tweetal scenario's van optimistische en afnemende groei gebaseerd. De verschillen in de scenario's zijn ingegeven door verschillen in de hiervoor genoemde trends, ontwikkelingen en randvoorwaarden. In het "optimistisch groeiscenario" neemt, ondanks het beschikbaar komen van gronden in andere Landbouw Ontwikkelingsgebieden (LOG's), de vraag naar ruimte voor glastuinbouw in de Koekoekspolder niet af. De ruimtebehoefte tot 2012 is 19,5 ha netto per jaar. Na 2012 (tot 2020) is deze vraag naar ruimtebehoefte 20 ha per jaar. Voornaamste randvoorwaarde bij dit scenario is beschikbaarheid van voldoende vestigingsruimte zodat groei kan blijven plaatsvinden.
| 2007-2010
I
15
.
4,5
I
19,5
j
I 2010-2012
I
12
3 p
4,5
I
19,5
|
6
!
20
j Vanaf 2012 (tot 2020)
I
12
58,5
39 !
160 258
Totaal tot 2020 (afgerond)
In het "afnemend groeiscenario" wordt rekening gehouden met een lagere behoefteraming doordat er onvoldoende vestigingsruimte is voor externe groei. Van 2007 tot 2010 is de vraag naar ruimte 19,5 ha per jaar. Van 2010 tot 2012 is de vraag 12,5 ha en daarna zal de vraag naar ruimte afnemen naar 8 ha per jaar.
I 2007-2010
15
I 2010-2012
12
| Vanaf 2012 (tot 2020) | Totaal tot 2020 (afgerond)
!
4,5
3
4,5
2
6
i
i
19,5
|
58,5
12,5
25
8
64 148
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER
In onderstaande grafiek zijn de ontwikkeling tot 01-01-2007 (107 ha), de behoefteraming en de scenario's in beeld gebracht in netto ha's glas tot 2020.
400 350
.
/
300 ocn
200
cr»
Q
1 ODtinristisch groeiscenario
*
150 100
Behoefteraming
s
~x -X
2. Af nemend """""""""" Ontw ikkeling t/m 01-01-2007
^/^vv^v
&
Het totale ruimtebeslag van de glastuinbouwcluster (in de Koekoekspolder) in de sleuteljaren 2012 en 2020 is hieronder aangegeven.
| Optimistisch groeiscenario (afg/ond) | Afnemend groeiscenario (afgerond)
2 (a) Wat zijn de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling en uitbreiding van de glastuinbouw in de Koekoekspolder?
In de Koekoekspolder is in totaal maximaal 250 ha bruto ruimte beschikbaar voor de glastuinbouw. Die capaciteit wordt naar verwachting bereikt tussen 2011 en 2013. Beschikbare ruimte Koekoekspolder Het huidige ruimtegebruik -met inbegrip van de toekomstige ruimteclaims- in de Koekoekspolder is als volgt:
"Kerngebied glastuinbouw" ]112,5ha 1137 ha
Volkstuinen Bedrijventerrein Vrijeruimte
jSJha
"Randzone"
i 100 ha
Totale bruto oppervlakte
113 ha
]48ha 1133,8 ha
i 550 ha
Bron: ARCADIS (2006)
AKCAOIS
i
7
ONTWiKKELiNG GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER I
Er is 112,5 ha bestaande glastuinbouw in de Koekoekspolder (voorjaar 2006). Het (toekomstige) verkavelingsplan van de Ontwikkelingsmaatschappij Koekoekspolder (OMK) geeft aan dat er nog 137 ha ruimte beschikbaar is voor nieuwe glastuinbouwkavels die aan de eisen van sector voldoen. De totale ruimte voor glastuinbouw komt daarmee op termijn op afgerond 250 ha (bruto). Dit areaal bevindt zich dan in het "kerngebied", de randzone is daarvoor ongeschikt. In het bestemmingplan is rekening gehouden met 220 tot 240 bruto ha glastuinbouw. Dit kan dus groeien naar 250 ha bruto. hi het "kerngebied glastuinbouw" liggen verspreide kavels zonder bebouwing of kassen, in totaal 48 ha bruto. Vanwege de geringe omvang en de grote spreiding van die kavels over het gebied kan deze ruimte niet worden meegeteld in de voor glastuinbouw beschikbare ruimte. Wellicht kan bij uitwerking van gebiedsplannen op kavelniveau gebruik worden gemaakt van deze ruimte voor ondersteunende functies en waterberging. Verdere optimalisatie van het ruimtegebruik door stapelen van kassen of drijvende kassen (in combinatie met waterberging) is financieel-economisch binnen de beschouwde plantermijn, geen optie voor de Koekoekspolder. Er is slechts een ruimtescenario dat reeel is: het verkavelingsplan van de OMK dat in overleg met de gemeente Kampen en Waterschap Groot-Salland tot stand is gekomen. Het plan geeft een optimale indenting aan voor de glastuinbouw binnen de fysieke beperkingen van de polder en rekening houdend met aanpassingen aan en voorzieningen voor onder andere groen, infrastructuur en waterberging. De mogelijkheden om de functies "groen" (i.e. de volkstuinen, ca. 6 ha) en "water" (ruim 3 ha midden in het gebied) -zoals die zijn opgenomen in het verkavelingsplan- in te wisselen voor "glastuinbouw" zijn verkend doch niet reeel gebleken. Hieruit mag dus geen extra ruimte voor glastuinbouw worden verwacht. Door verplaatsing, sanering en/of clustering van huidige functies in de Koekoekspolder kan in theorie extra ruimte worden vrijgespeeld voor glastuinbouw. Dat is alleen zinvol wanneer dat leidt tot nieuwe glastuinbouwkavels van voldoende omvang (trend: min. 10 tot 12 ha). Een deel van de te verplaatsen functies dient elders (in de polder) te worden herplaatst, ten koste van de huidige functies. De benodigde investeringen voor dergelijke functiewisselingen staan echter in geen enkele verhouding tot de verwachte opbrengsten. Verplaatsen, saneren en/of clusteren van bestaande functies ten gunste van nieuwe glastuinbouwkavels is dan ook geen reele optie. Als voorbeeld kan dienen het verplaatsen van een vijftal witiofbedrijven van de Verkavelingsweg waar zij (erg) ruim in hun jasje zitten. Aan de zuidkant van de Tuindersweg/ Woldweg is een verkaveling aanwezig waarin deze, minder oppervlakte vragende bedrijven op zich goed kunnert worden ingepast. Aan de Verkavelingsweg kan daardoor een kavel worden gerealiseerd van ca 13 ha. Zo kan de polder efficienter worden ingericht. De prijs voor een dergelijke operatic is echter hoog: alleen al de verplaatsing van £en enkel witlofbedrijf vraagt een investering van meer dan € 2 miljoen. In dit voorbeeld dus > € 10 miljoen, nog afgezien van het saneren van de beoogde ontvangende locatie. Daartegenover zou dan een opbrengst staan van een glastuinbouwkavel van ca. € 3,2 miljoen (13 ha x € 25/m2).
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Ruimtevraag versus ruimteaanbod binnen de Koekoekspolder Het ruimteaanbod is maximaal 250 ha bruto. Met de bruto-netto verhouding van 80% betekent dat een maximale capaciteit van 200 ha netto glas1. De capaciteit van de Koekoekspolder voor glastuinbouw is in het optimistische groeiscenario volledig benut in de loop van 2011. In het afhemende groeiscenario gebeurt dat in de loop van 2013. Ontwikkeling netto ha glas 400 -, 350 300 o 250
***** ****** ^--^l • ••«••• •* • "' *' " *' '
c 200 JS 15Q 100 50 0
.,«*****' <-••-•*'" ~~t~~Optimistisch i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
•••*••• Afnsmend
07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
jaren
2 (b) Wat zijn de consequenties voor de economic en het gebied zelf? De beide groeiscenario's zijn beoordeeld op hun consequenties voor de (locale) economic en aspecten van inrichting. hi de onderstaande tabel zijn de belangrijkste economische effecten van de groeiscenario's vermeld. Afnemende groei
Optimistische groei 2020
Tovhuidig
2020
Tovhuidig
Omvang netto
107 ha
365 ha
+ 258 ha
255 ha
+ 148 ha
Werkgel. primaire GTB • Totaalfte • Vastfte • Inleen fte
645
1.825-2.5602
+1.180-1.915
1.275-1790
+630-1.145
510
1.460-2.010
+950-1.500
1.020-1.405
+510-895
135
365-550
+230-415
255-385
+120
Afgeleide werkgelegenheid in fte
400
915-1.280
+515-880
640-895
+240-495
Totale werkgel. Kampen fte
17.000
20.000
+3.000
20.000
+3.000
aandee! GTB
6% _
14-19% 1.250
+1.250
720
+720
€48mln
€ 177 mln (8%)
+€ 129 mln
€124 mln (6%)
+€ 76 mln
€86m!n(6%)
+€64 mln
€60 mln (4%)
+€ 38 mln
Tijd.werkgel. realisatie fte 3
Productiewaarde
10-14%
(2,5%) Bruto toegevoegde waarde4
€22m!n (2,5%)
Bron: STEC Groep en ARCADIS (2006)
1
NB In het Streekplan is een netto oppervlakte van 220 ha gereserveerd. Die ruimte kan worden benut
als de bruto-netto verhouding richting 90% gaat. De praktijk in de Koekoekpolder is tot nu toe 80% ofschoon de trend bij nieuwe uitgifte in de richting van 90% gaat. Hier is het praktijkcijfer gehanteerd. 2
De aangegeven bandbreedtes spelen in op de verschillende types teelten.
3
De(afgeronde) omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven. Tussen
haakjes (een inschatting van) het aandeel in de totale productiewaarde in Kampen. 4
Het (afgeronde) totale inkomen dat in het productieproces wordt verdiend. Tussen haakjes (een
inschatting van) het aandeel in de totale bruto toegevoegde waarde in Kampen.
I 9
ONTWIKKELIfsG GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Door de groei van de glastuinbouwcluster in Kampen is ook sprake van meer 'zachte effecten' zoals versterking van de werkgelegenheidsstructuur in Kampen en versterking van het imago. Bij een toenemende groei neemt de aantrekkingskracht voor bedrijven in de primaire en afgeleide segmenten toe. Om dienstverlening en lokale detailhandel en bouw voldoende bestaanrecht te geven wordt de kritische massa van de Koekoekspolder ingeschat op minirnaal 200 hectare netto glastuinbouwgebied (afgeleid van: Ecorys5). Wanneer de verdere ontwikkeling/inbreiding van de Koekoekspolder is voltooid (20112013) is deze omvang juist bereikt. De economische effecten liggen dan op circa 80% van die van het afnemende groeiscenario. De belangrijkste kengetallen (en de toename ten opzichte van huidig): directe werkgelegenheid 1000-1400 fte (+355-755) fte, afgeleide werkgelegenheid 500-700 fte (+100300), productiewaarde € 96 mln (+51 mln) en bruto toegevoegde waard € 46 mln (+25 mln). Naarmate het glastuinbouwcluster groeit zal (verdere) ruimte ontstaan voor toeleveringsbedrijven, transport en distributie. In het optimistische scenario zal het Kamper glastuinbouwcluster naar verwachting verschuiven van een lokaal/regionaal cluster (200 tot 300 ha) naar een meer regionaal/landsdelig cluster (300 tot 500 ha netto glas, bron: Ecorys6). Voor wat betreft de indenting van de Koekoekspolder zijn er geen verschillen tussen de scenario's. Voor beide gelden dezelfde randvoorwaarden en uitgangspunten die impliciet voortkomen uit de feitelijke situatie, het voorontwerp bestemmingsplan en het verkavelingsplan. Tussen de scenario's is er slechts een tijdsverschil: in het optimistische scenario loopt de Koekoekspolder eerder vol dan in het afnemende scenario.
3. Kan de te verwachten ontwikkeling in de tuinbouwin de polder worden opgevangen of is er een noodzaak om, naast de Koekoekspolder, een tweede glastuinbouwlocatie aan te wijzen?
In beide scenario's kan de te verwachten vraag naar ruimte voor glastuinbouw tot 2020 niet worden opgevangen in de Koekoekspolder. Dat betekent dat besloten moet worden: 1. of men ruimte wil bieden voor uitbreiding van de glastuinbouw; 2. en zo ja, waar. Vanwege het verwachte vollopen van de Koekoekspolder (in de periode 2011 - 2013) en de benodigde ontwikkelingstijd voor een eventuele tweede locatie dient de besluitvorming zo spoedig mogelijk plaats te vinden.
5
'Glastuinbouw Terneuzen1: effecten voor regionale en lokale arbeidsmarkt, Ecorys in opdracht van
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Zeeland (2005). Zie ook bijlage 3. 6
'Glastuinbouw Terneuzen1: effecten voor regionale en lokale arbeidsmarkt, Ecorys in opdracht van
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Zeeland (2005). Zie ook bijlage 3.
AKCAOTS \ !0
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
AANLEIDING
hi het Streekplan 2000+ van de provincie Overijssel is de Koekoekspolder, een polder met een oppervlakte van ca 550 ha, aangewezen als ontwikkelingsgebied voor de glastuinbouw. Voor de glastuinbouw is een netto oppervlakte van 220 ha gereserveerd. Het overige deel van de polder is gereserveerd voor onder meer 'wonen', 'water' en 'groen'. hi de opdrachtformulering voor dit onderzoek is de ambitie verwoord het glastuinbouwgebied de Koekoekspolder te laten ontwikkelen tot "een locatie met meerwaarde voor de regionale economic, d.w.z. een qua werkgelegenheid en fysieke omvang zodanige concentratie van glastuinbouw activiteiten dat spin off in sectorgerelateerde werkgelegenheid zoals verwerking en toelevering mogelijk wordt". Daarnaast wordt een bovenregionale ambitie nagestreefd: " het glastuinbouwgebied Koekoekspolder als vitaal onderdeel van de Greenport Nederland". Vooral in de afgelopen jaren zijn in dit kader nieuwe investeringen gedaan door ondernemers en overheden. De resultaten zijn succesvol en zichtbaar aanwezig. Nu is de vraag hoe lang de Koekoekspolder nog ruimte biedt aan de groei van de glastuinbouw.
12
Doel van het onderzoek is inzicht te verschaffen in de ruimtebehoefte van en de ontwikkelingsmogelijkheden voor de glastuinbouw in de Koekoekspolder in de gemeente Kampen. hi het onderzoek staat een drietal vragen centraal, waarvan de laatste als de hoofdvraag kan worden beschouwd. 1. Hoe groot is de ruimtebehoefte van de glastuinbouw voor de Koekoekspolder? 2. Wat zijn de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling en uitbreiding van de glastuinbouw in de Koekoekspolder en wat zijn de consequenties voor de economic en het gebied zelf? 3. Kan de te verwachten ontwikkeling in de tuinbouw in de polder worden opgevangen of is er een noodzaak om, naast de Koekoekspolder, een tweede glastuinbouwlocatie aan te wijzen? De termijn die voor dit onderzoek beschouwd wordt is tot 2012 met doorkijk naar 20152020. Een vraag die gekoppeld is aan de hiervoor genoemde vragen is of het huidige, begrensde areaal voor glastuinbouw voldoende groot is om de Koekoekspolder als zelfstandig
! 1.1
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
glastuinbouwgebied duurzaam te laten voortbestaan. Maatgevend daarbij is of de economische omvang daarvan naar de toekomst toe voldoende robuust is. hi het onderzoek wordt geen aandacht besteed aan de vraag waar een eventuele uitbreiding van de glastuinbouw buiten de Koekoekspolder dan wel de ontwikkeling van een tweede locatie moet plaatsvinden. Het onderzoek moet voorts antwoord geven op de volgende subvragen. 1. Welke bijdrage levert de glastuinbouw aan de locale en regionale economic (werkgelegenheid en toegevoegde waarde)?; 2. Hoe groot is de uitbreidingsbehoefte van de zittende tuinders in de Koekoekspolder? 3. Hoe groot is de ruimtebehoefte van tuinders elders in Overijssel voor de Koekoekspolder? 4. Hoe groot is de ruimtebehoefte van tuinders elders in Nederland voor de Koekoekspolder? 5. Kan de uitbreidings- en ruimtebehoefte van de glastuinbouw (zie vragen 2,3,4) binnen het huidige glastuinbouwgebied Koekoekspolder (dus binnen de hiervoor gereserveerde netto 220 ha) worden opgevangen? 6. Op basis van de resultaten van de vorige vragen: op welke termijn is de, de voor de glastuinbouw gereserveerde 220 ha geheel in gebruik? M.a.w. vanaf wanneer is er meer ruimte nodig? 7. Kan de eventueel benodigde uitbreidings- en ruimtebehoefte van de glastuinbouw worden opgevangen binnen de Koekoekspolder door meer dan de nu gereserveerde 220 ha voor de ontwikkeling van glastuinbouw aan te wijzen? 8. Zo ja, hoeveel extra ruimte kan ervoor de glastuinbouw aangewezen worden? 9. Op basis van de beantwoording van de voorgaande vragen: is er in de Koekoekspolder voldoende ruimte om de erboven ambitie ("een glastuinbouwgebied met een meerwaarde voor de regionale economic") te kunnen realiseren?
De landelijke en regionale kwantitatieve en kwalitatieve tendensen van de ontwikkeling van de glastuinbouw in de afgelopen jaren zijn ge'inventariseerd door middel van literatuuronderzoek. Tevens is de trend van de ontwikkeling vanaf 2004 tot heden in de Koekoekspolder geanalyseerd. Daarbij hebben de interviews met een aantal locale ondernemers een belangrijke rol gespeeld. De nadruk voor de locale ontwikkelingen ligt op de laatste 3 jaren. Daarmee wordt aangesloten op de gebruikelijke termijn waarop de economische analyse van bedrijven is gebaseerd (bijvoorbeeld bij bedrijfsovername). Nadat de verwachting van de groei van de glastuinbouw in Kampen in beeld is gebracht zijn op basis van een aantal randvoorwaarden voor de groei twee scenario's beschreven. Vervolgens zijn de fysieke ruimtelijke mogelijkheden van de Koekoekspolder voor de ontwikkeling van glastuinbouw in beeld gebracht en geconfronteerd met de groeiscenario's. Daaruit volgen de conclusies met betrekking tot de hoofdvraag ("Kan de te verwachten ontwikkeling in de tuinbouw in de polder worden opgevangen of is er een noodzaak om, naast de Koekoekspolder, een tweede glastuinbouwlocatie te aan te wijzen?") en aanbevelingen voor vervolgstappen.
\ 1.2
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Analyse van de Dit hoofdstuk gaat in op de vraag hoe groot de interesse is van tuinders in Nederland en elders in Overijssel voor ruimte in de Koekoekspolder. Hiervoor wordt de landelijke, regionale en locale ontwikkeling van de glastuinbouw bekeken. De landelijke en regionale trend is die van schaalvergroting als gevolg van een kleine groei van het areaal, maar een afname van het aantal bedrijven. Welke trends liggen ten grondslag aan de ontwikkeling en ruimtebehoefte van de glastuinbouw? Naast externe groei wordt ontwikkeling en ruimtebehoefte van zittende ondernemers onder de loep genomen.
2
*
1
G
R
O
E
I DOOR EXTERNE ONTWIKKELING
Volgens CBS statistieken is in de periode 1995 tot 2005 het aantal glastuinbouwbedrijven met 34% afgenomen, waarvan bijna 20% van 2000 tot 2005 (zie bijlage). Deze daling komt overeen met 3,4% gemiddeld per jaar over de hele periode en 4,5% daling in de laatste vijf jaar. Van de verdwijnende bedrijven zijn bijna de helft glasgroentebedrijven en eenderde snijbloembedrijven. Het aantal potplantbedrijven is in de genoemde periode minder sterk af genomen maar ook hier heeft de daling zich voornamelijk in de afgelopen vijf jaar voorgedaan. Het totale areaal glastuinbouw is in de periode 1995 tot 2005 met 3% toegenomen, oftewel 0,3% per jaar. Daarentegen is het areaal snijbloemen en glasgroenten afgenomen. Over de periode 2000 tot 2005 is het areaal glasgroente met 2% toegenomen. De 10 LOGs zijn van 2000 tot 2005 met 269 ha gegroeid. Van de 27 bedrijven die zich op 1 januari 2005 in de LOG's hadden gevestigd, zijn er 20 afkomstig uit het Westland en Aalsmeer en 23 afkomstig uit de regio. In de LOGs is ca. 1900 ha beschikbaar voor realisatie van glastuinbouw tot 2017. Dit is voldoende voor de netto landelijke vraag7. Er heeft zich een behoorlijke schaalvergroting voorgedaan in de glastuinbouwsector. In de periode van 1995 tot 2005 is het gemiddelde areaal glas per bedrijf gegroeid van 0,8 ha naar 1,2 ha (gemiddeld 5,5% per jaar). De gemiddelde bedrijfsgrootte is met 78% het sterkst gegroeid op glasgroentebedrijven (zie tabel 3-1).
7
Bron: Greenports in voorbereiding
m-Aim \ 1.3
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Tabel 2-1 Ontwikkeling van glastuinbouw
-34%
-33% -77%
?? 3%
35%
yoofflafiie|k
Bron: CBS (1995 - 2005)
Ll.,2
REGIONALE ONTWIKKELING
Om een idee te krijgen van de regionale ontwikkelingen van de glastuinbouw is gekeken naar gegevens van LOG's in de nabijheid van de Koekoekspolder: LOG Emmen in Drenthe, LOG Berlikum (gemeente Menaldumadeel in Friesland) en LOG Bergerden (in Gelderland). m
Emmen is ongeveer 280 ha netto glas uit te geven. De bestemmingsplannen hiervoor zijn afgerond. Van het totale areaal is al ruim 90% aangekocht en in bezit van de gemeente. Hiervan is op dit moment 60 ha gereed voor uitgifte. In Berlikum is in 2000 gestart met de aankoop van gronden; in 2003 was het totale areaal van 110 ha (90 ha netto) geheel uitgegeven aan 11 bedrijven. Het gemiddelde bedrijfsoppervlak komt daarmee op 10 ha. Op dit moment wordt er gezocht naar een tweede locatie van ongeveer 450 ha voor uitbreiding. De gemiddelde groei over de afgelopen vijf jaren is ruim 6%. hi LOG Bergerden is ruimte voor 210 ha glastuinbouw. Vanaf 2002 zijn gronden geschikt voor uitgifte; in 2004 zijn tuinbouwbedrijven verrezen op 96 ha, verpreid over 8 bedrijven (12 ha gemiddeld per bedrijf). Op dit moment zijn er direct kavels beschikbaar voor uitgifte. De gemiddelde groei komt overeen met gemiddeld 2% per jaar. De glastuinbouw in de gemeente Kampen is van oorsprong een groenteteeltgebied (80%) en daarnaast is er een relatief klein areaal sierteelt (20%). Volgens CBS statistieken is in de periode van 2001 tot 2005 het aantal agrarische glastuinbouwbedrijven in de gemeente Kampen met 10% af genomen (zie bijlage). Dit is 2,5% per jaar en lager dan het landelijk gemiddelde. De daling is voor 60% afkomstig door afname van glasgroentebedrijven. Uit de gegevens is op te merken dat zich de laatste drie jaar een interne verschuiving van schaalvergroting voordoet van groenteteelt naar snijbloemen. Over dezelfde periode is het areaal glastuinbouw in de gemeente Kampen met ruim 16 ha gegroeid De groei over deze periode komt overeen met 35%, oftewel bijna 10% per jaar; dit is veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Ruim een derde van de groei in de gemeente Kampen is een toename van groenteteelt; het areaal snijbloemen/sierteelt is verdubbeld.
ONTWIKKBLING GLASTUINBOUW KOSKOEKSPOLQERi
Ter vergelijking: * in de gemeente Emmen is het areaal tuinbouw onder glas af genomen met 3%, waarbij de grootste daling plaats had in de sierteelt; B in de gemeente Menaldumadeel (LOG Berlikum) is het areaal glastuinbouw met bijna 40% toegenomen. Dit is voornamelijk een groei van groenteteelt. De gemiddelde bedrijfsgrootte van de gemeente Kampen ligt iets hoger dan het landelijke gemiddelde. De gemiddelde bedrijfsgrootte van groentebedrijven ligt echter 12% lager dan het landelijke gemiddelde, terwijl de gemiddelde bedrijfsgrootte van een sierteeltbedrijf 49% lager ligt dan het landelijke getal. Er heeft zich in de gemeente Kampen een aanzienlijke schaalvergroting voorgedaan van bijna 50%. Het gemiddelde areaal per bedrijf is toegenomen van 0,94 ha naar 1,40 ha. De schaalvergroting in de snijbloementeelt is relatief het sterkst (80%).
Ontwikkeling van werkgelegenheid
In de primaire productie zal de werkgelegenheid de komende jaren afnemen. Tot 2020 kan deze afname zo'n 15 tot 20% bedragen en zal vooral merkbaar zijn in de inleenarbeid. De binding tussen bedrijf en werknemers neemt toe waardoor het aandeel werknemers in vast dienstverband groter wordt. Ook zal relatief meer werk verricht worden door, via gespecialiseerde loonbedrijven ingehuurde, teams. In tegenstelling tot de afname van de werkgelegenheid bij de primaire productiebedrijven, neemt de werkgelegenheid bij de aan de glastuinbouw gerelateerde bedrijvigheid (handel, logistiek, toegevoegde waarde activiteiten, et cetera) toe. Per saldo blijft de werkgelegenheid naar verwachting dan ook op een vergelijkbaar niveau. De toegevoegde waarde van het glastuinbouwcomplex zal substantieel toenemen door het stijgende aandeel van hoogwaardige werkgelegenheid in de cluster.
2.1,3..
LOCALE ONTWIKKELING
De ontwikkeling van de glastuinbouw in de Koekoekspolder in de afgelopen jaren is weergegeven in onderstaande tabel (zie tabel).
i11
Tabel 2-2 Ontwikkeling van glastuinbouw in de Koekoekspolder.
Iliillllllllili|ijittii|;|||iiiiiiiiii^^ 1992
I
I
23 ha
! i j \
I j I ; \
28 ha 41 ha 73 ha 90 ha 106 -108 ha
1996
! 2000 ! 2005 2006 ! 2007
218 279 311° 3311
in
i1 |!i ipliliiSii iiPiiiiiii^ 11 iniii i
_
\ 5 ha uitbreiding \ 13 ha uitbreiding I 32 ha (10 ha uitbreiding in 2004) i 17 ha uitbreiding \ 16- 18 ha uitbreiding
Bronnen: zie voetnoot, overig OM KKP (2006) Grafiek 2-1 Ontwikkeling van Koekoekspolder
8
Bron: Novio Consult (peildatum 1/1/2005).
9
Bron: Novio Consult (peildatum 1/1/2005).
10
Bron: verstrekte vergunningen glastuinbouw gemeente Kampen van 2005.
11
Bron: verstrekte vergunningen glastuinbouw gemeente Kampen van 2006.
i
\ ! I \ I
5,4 7,9
8,8(15,9) 18,8 15,9
ONTWiKK£LiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDERJ
Groei (1992 - 2007) van het areaal glastuinbouw in de Koekoekspolder 120
*1W 100 -
/* '
80 -
^*rz «
60 40 20 -
' *^~~-~~*^~~""~^
^^^
"
':
Q
1990
1992
1994
1996
1998 2000 Jaar
2002
2004
2006
2008
Bron: OM KKP (2006)
Volgens cijfers van de OM is het areaal van de Koekoekspolder in de periode van 2000 tot 2005 gegroeid met 32 ha (8,8%). Hiervan heeft 10 ha (ca. 16%) uitbreiding in 2004 plaats gevonden. Het beschikbaar komen van kavels heeft mede tot deze snelle groei geleid. Uit het rapport van Novio Consult blijkt dat de groei van netto glas in de Koekoekspolder in de periode van 2000 tot 200514 ha12 bedraagt (overeenkomend met ruim 1 % per jaar). Het aantal bedrijven is van 2000 tot 2005 gegroeid van 21 naar 27; dit komt gemiddeld overeen met iets meer dan 1 bedrijf per jaar. Volgens de gegevens van VROM (2004) en Novio Consult (2005) zijn er van de 20 bedrijven die zijn verkast van het Westland en Aalsmeer naar een LOG onder andere negen bedrijven (45%) naar Berlikum en acht (40%) naar de Koekoekspolder gekomen. Daarnaast is er landelijk aan 23 hervestigers uit de regio ruimte geboden in de LOG's; hiervan is aan 19 bedrijven (83%) uit de regio van de Koekoekspolder hervestigingsruimte in de Koekoekspolder geboden (16 uit de Koekoekspolder en 3 uit de regio rond de polder). In 2005 was de gemiddelde bedrijfsgrootte in de Koekoekspolder 2,7 ha; Dit is een veel hoger gemiddelde dan het landelijke areaal van 1,2 ha. In 2006 is de gemiddelde bedrijfsgrootte 2,9 ha en in 2007 zal deze 3,2 ha zijn. De bovengemiddelde bedrijfsgrootte in de Koekoekspolder geeft aan dat bedrijfsstructuur gezond is. Op dit moment is er circa 107 ha netto glas gebouwd. Omdat in de tweede helft van het jaar geen nieuw glas wordt gebouwd vanwege het teeltseizoen kan dit worden beschouwd als de stand per 1 januari 2007. De onderverdeling naar teelten is als volgt (zie tabel 2-3).
12
Bron: Novio Consult (2005).
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KO£KOEKSPOLOERi
Tabel 2-3 Onderverdeling van areaal naar type teelt in Koekoekspolder.
11 ha Sierteelt -totaai
Tolaal
13 ha
107 ha
Bron: OM KKP (2006)
Bij een gemiddeld bebouwingspercentage van 80%13 komt het netto oppervlak van 107 ha overeen met ongeveer 134 ha bruto. Dit is hoogstwaarschijnlijk/naar verwachting ook het areaal glas aan het eind van dit jaar. In verband met de plantperiode van groenten moeten tuinders voor eind mei aan het bouwen zijn. Voor rozentelers ligt het teeltseizoen anders. Echter, de voornaamste teelt in de Koekoekspolder is groente. De OMK verwacht dat er in de Koekoekspolder nog netto 100 a 105 ha uitgeefbaar areaal beschikbaar is voor glastuinbouw.
Elke streek kent zijn eigen dynamiek. De sterke groei van het glastuinbouwareaal in de Koekoekspolder gedurende de afgelopen jaren is naast de groei door externe ontwikkeling ook een groei door interne ontwikkeling. Van het huidige areaal glastuinbouw op 107 ha is op dit moment 15 ha in aanbouw. Hiervan is tussen de 3,5 en 4 ha op eigen grond in aanbouw. Uit een telefonische enquete uitgevoerd door Agridirect (2005) waar 22 glastuinders (67%) aan deelnamen, heeft een ondernemer aangegeven het bedrijf te willen beeindigen. Het gaat om een komkommerteler. Dit bedrijf wordt niet doorverkocht. Daarnaast is er een ondernemer die heeft aangegeven zijn bedrijf langzaam te willen afbouwen. Doorgaans zijn de bedrijven van opvolging voorzien of worden de stoppende bedrijven doorverkocht. Gemiddeld genomen zijn de bedrijven gezond; er is ontwikkelingsruimte.
13
In de Koekoekspolder is de bebouwingsgraad 80%. Er zijn nu al tendensen die richting de 90% gaan.
Het is uiteraard ook duur om grond braak te laten liggen. In veel gevallen wordt een kavel daarom direct maximaal volgebouwd. Wanneer dit niet zo is, is dit veelal een tuinder (bv. uit het westen) die is afgekocht/uitgekocht met bijvoorbeeld een schikking met een gemeente waarbij het oude kavel met een groter nieuwe kavel word verruild tegen minder of geen rente. M.a.w. die het zich kan veroorloven een deel van de kavel braak te laten liggen.
1.7
ONTWiKKELiNG GLASTUINBOUW KO£KOEKSPOLDERi
Uit een enquete die is gehouden door de ontwikkelingsmaatschappij blijkt dat de zittende ondernemers in de Koekoekspolder een gemiddelde leeftijd hebben van 40 jaar. Dit is erg jong. De glastuinders in de Koekoekspolder staan vol in de onderneming. De dynamische groei van het gebied heeft een zuigende werking.
Op basis van onder meer studies van het LEI, de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) en Novio Consult kunnen een aantal essentiele trends voor de landelijke ontwikkeling van de glastuinbouw en voor Kampen in het bijzonder worden benoemd. Deze trends zijn van belang voor de analyse van de effecten van de groei van het glasareaal in de polder. De belangrijkste niet-persoonlijke factoren zijn: * Mogelijkheid tot schaalvergroting, beschikbare ruimte en grondprijs 88 Rijkssteun en bestuurlijke draagkracht 8 Gemeentelijk beleid en ontwikkelruimte 58 Ketenverkorting, strategische allianties en markt 88 Sociale en fysieke infrastructuur 88 Efficient en duurzaam ruimtegebruik Uit gesprekken met ondernemers uit de Koekoekspolder blijkt dat er interesse is voor deze locatie door: « Beschikbaarheid van ruimte * Hoeveelheid licht " Geografische ligging, transportmogelijkheden en veiling 88 Sociale factoren (kerkelijke achtergrond, omgeving, glastuinbouwgebied van oudsher) 8 Bestuurlijke draagkracht voor ontwikkeling van de polder * Beschikbaarheid van voldoende arbeidspotentieel » Landschappelijke indenting van de polder (ruimte, waterberging, energie, ruimtelijke inpassing)
Schaalvergroting, ontwikkelruimte en grondprijs
De grondprijs in het westen van Nederland kan twee tot drie keer zo hoog zijn in vergelijking met de grondprijs in bijvoorbeeld de Koekoekspolder, Emmen en Berlikum. Grondprijs kan een belangrijke rol spelen bij schaalvergroting maar is echter niet per definitie de doorslaggevende factor omdat grond waarde behoud, of zelfs meer waard wordt. De ontwikkelingsmaatschappij (OM) van de Koekoekspolder is sinds eind 2003, begin 2004 actief. Allereerst was de OM wat terughoudend met de uitgifte van gronden omdat zij weinig tot geen vermarktbare kavels met gewenste lengte/breedte verhouding kon aanbieden. De OM voert de laatste twee jaar een actiever acquisitiebeleid en daarnaast richt zij zich op beter vermarktbare kavels. De huidige behoefte is een vraag naar grote kavels. In sommige LOGs zijn bedrijven op 30 ha gevestigd. In de Koekoekspolder kan niet tegemoet worden gekomen aan een dergelijke vraag; de maximale schaalgrootte is 10 a 12 ha.
AKCAMS
| 18
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLOERl
Rijkssteun en bestuurlijke draagkracht
De provincie Overijssel staat geen uitbreiding van glas toe in nieuwe bestemmingsplannen buiten concentratiegebieden. Er vindt geen actieve sanering plaats. Wellicht verandert dit na 2010 wanneer er daarvoor rijksmiddelen en/of middelen vanuit de EU beschikbaar komen. Wanneer er onvoldoende ontwikkelingsruimte op een glastuinbouwlocatie is geboden, dan zal dit een negatieve impact op de dynamiek van die locatie hebben.
Gemeentelijk beleid en ontwikkelruimte
De Koekoekspolder heeft al 30 jaar bestemming glastuinbouwgebied en dit zal in het bestemmingsplan opnieuw worden vastgelegd. Voor een tuinder is het van belang dat de gemeente cooperatief omgaat met het verlenen van bouwvergunningen voor de kassen. Hoe snel kan de uitgifte van vergunningen worden gerealiseerd? Een tuinder wil er voor zorgen dat zijn nieuwe bedrijf zo snel en efficient mogelijk op de nieuwe locatie wordt opgezet zodat hij zo snel mogelijk kan produceren. Ook zal hij bij overweging van een nieuwe vestigingslocatie willen weten of het gemeentelijke bestuur er op is gericht verdere ontwikkeling van het glastuinbouwgebied te stimuleren.
Ketenverkorting, strategische allianties en markt
Het agro-logistieke centrum in de Koekoekspolder bevindt zich op een strategisch goed punt op de as met de A12 en gunstig gelegen voor transport naar Duitsland en Scandinavie. In de Koekoekspolder worden producten steeds vaker, zonder tussenkomst van een veiling, direct door een transportbedrijf geleverd aan bijv. een supermarkt. Er is sprake dat het proefstation Naaldwijk en Aalsmeer zal worden gecombineerd in Bleiswijk, wat gunstig is voor siertelers die zich in oost of noord Nederland wensen te vestigen. Daarnaast is de ligging van de Koekoekspolder voor verkassende tuinders uit het westen relatief gunstig omdat deze op aanvaardbare reisaf stand ligt vanuit het westen ligt.
Fysieke en sociale infrastructuur
In traditionele glastuinbouwgebieden is de fysieke en sociale infrastructuur afgestemd op glastuinbouw. De infrastructuur in de Koekoekspolder is niet optimaal. De wegen zijn smal en hobbelig en daardoor onvoldoende uitgerust voor toenemende verkeersbewegingen. Bewoners van de polder zijn van oudsher/traditie opgegroeid met de ontwikkeling van de tuinbouw; er is begrip voor het milieu dat de glastuinbouw met zich meebrengt (bijv. lichtassimilatie). Ook scholing is vaak meer toegespitst op de nabije omgeving en dat levert geschoold arbeidspersoneel. Anders dan bij sierteelt is voor groenteteelt de hoeveelheid licht overwegend de beperkende factor op de productie in de winter. Van de Koekoekspolder wordt gezegd dat de hoeveelheid licht goed is (vergelijkbaar met Bleiswijk); voor Berlikum geldt dit in mindere mate; Emmen is meer landinwaarts gelegen en daardoor ongunstiger voor wat betreft lichtstraling. Niet onbelangrijk bij de keuze voor de Koekoekspolder als vestigingslocatie is de kerkelijke achtergrond van de gemeente Kampen die tuinders vanuit het westen trekt. Ook de landschappelijke inpassing van glastuinbouw in de omgeving in de Koekoekspolder is een factor die nieuwvestigers aanspreekt.
19
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER I
Efficienter en duurzaam ruimtegebruik
In de Koekoekspolder geldt geen dusdanige ruimtedruk dat het stapelen van functies economisch rendabel maakt. De beschikbare ruimte kan duurzamer worden ingericht door drijvende kassen. In de Koekoekspolder zullen de kosten hiervoor niet opwegen tegen de baten; bij de huidige grondprijs van 25 euro per vierkante meter moet 75 euro per vierkante meter worden opgeteld. Dit is economisch niet rendabel. In de Koekoekspolder zijn twee bedrijven opgezet in een energiecluster: een rozenteler (productie van warmte) op 6 ha netto areaal en een paprikateler (warmteconsumerend) op 7,5 ha netto areaal. Het energiecluster levert voor beide telers een voordeel op dat kan oplopen tot 4 euro per vierkante meter. In de polder liggen goede mogelijkheden en er zijn eerste initiatieven genomen voor vergisting. In bijlage 1 zijn landelijke trends en vestigingsfactoren uitgelicht.
Wat betekent de landelijke, regionale en locale vraag naar ruimte nu voor de Koekoekspolder? Aan de hand van de externe en interne vraag naar ontwikkelingsruimte voor glastuinbouw wordt een behoefteraming geschetst. Op basis daarvan worden twee scenario's beschreven.
2,4,1 De ontwikkeling van groei wordt in toenemende mate bepaald door de marktvraag en in (veel) mindere mate door beleid/overheden. Hoewel het aanbod redelijk kan worden voorzien is de vraag na 2015 onduidelijk: « RLG: 12,500 tot 14,000 ha in 2020; • LEI/WUR: 11,000 ha in 2010 en 11,500 ha 2015. De landelijke ruimtebehoefte tot 2015 is 250 ha per jaar (100 ha groei en 150 ha vervanging).14 De groei neemt af maar het areaal vervanging neemt toe. Voor gespecialiseerde tuinbouwbedrijven wordt een gemiddeld netto glasoppervlak van 1 ha in 2005 tot 2,5 ha netto glas per bedrijf in 2015 verwacht15. Het totale areaal glastuinbouw zal voorzichtig doorgroeien. Het is de voorspelling dat de hiervoor beschreven ontwikkeling van schaalvergroting zich zal doorzetten. Op basis van de " groei"lijn van de afgelopen vijf jaar zal het aantal bedrijven fors afnemen van 9000 in 200516 tot 6681 bedrijven in 201017 naar een afname in de range van tussen 519018 en 420019 bedrijven in 2015. Verwacht wordt dat het aantal bedrijven in de toekomst sneller zal verminderen dan de huidige tendens.
14
Bron: Cie Herstr GTB 2000.
15
Bron: LEI/WUR 2006.
16
Bron: LEI/WUR 2006.
17
Bron: op basis van huidige tendens (4,5%) volgend uit CBS gegevens
18
Bron: op basis van huidige tendens (4,5%) volgend uit CBS gegevens
19
Bron: LEI/WUR 2006.
A3t€AMS
! 21)
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER
Vanaf 2000 zal in 10 jaar ca 1500 ha glas plaatsmaken voor functiewijziging en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast zal het concentreren van verspreid glas, herstructurering van oude gebieden en voortgaande groei van de sector een extra ruimtebehoefte veroorzaken van ruim 1000 ha. De totale ruimtebehoefte in 2010 is dan ca 2500 ha. De 10 projectiocaties uit het afsprakenkader bieden ruimte voor ruim 2.500 ha netto glas. Daarnaast is nog beperkt ruimte beschikbaar in een aantal andere gebieden. Vraag en aanbod lijken in balans, maar of de ruimte beschikbaar is op het moment dat de behoefte er aan het grootst is, is moeilijk te voorspellen20. Door kennisontwikkeling zal een verschuiving van teelten plaatsvinden. Door deze groei en, met name ook een duidelijke groei in economische zin, zal het glastuinbouwcomplex een groter aandeel van het agro-complex gaan innemen. De toegevoegde waarde van het glastuinbouwcomplex zal substantieel toenemen. De directe werkgelegenheid in glastuinbouw zal in periode tot 2015 met ca. 6% afnemen, terwijl in distributie en handel een toename van de werkgelegenheid wordt verwacht. Ruim 70% van de werkgelegenheid komt voor rekening van de primaire glastuinbouw. Volgens het rapport van Novio consult blijft werkgelegenheid bijna op hetzelfde niveau.
2,4,2
EMH^^ Doordat de provincie Overijssel volgens nieuwe bestemmingsplannen geen uitbreiding van glas toestaat buiten de concentratiegebieden tot 2010 wordt in de behoefteraming geen rekening gehouden met actieve uitplaatsing van tuinders. Dit verandert mogelijk na 2010. In West Nederland zal, op basis van MER stadium, de komende jaren de nodige ruimte beschikbaar komen waardoor verplaatsing van west naar overige gebieden (o.a. de Koekoekspolder) niet extreem zal toenemen. Naar verwachting zal de huidige trend/tendens van vraag naar ruimte voor de Koekoekspolder vanuit het Westen of vanuit elders in Nederland zich voortzetten. Dit houdt in dat er jaarlijks 1 a 2 ondernemers naar de Koekoekspolder zullen komen. De jaarlijkse groei van de glastuinbouwcluster ligt naar verwachting op ongeveer 15 ha. Voorwaarde is dat er voldoende grond beschikbaar is voor uitgifte en de ontwikkelingsmaatschappij een actief acquisitiebeleid blijft voeren. Uit een onderzoek uitgevoerd door de ontwikkelingsmaatschappij blijkt een uitbreidingsbehoefte van ongeveer 45 ha van zittende ondernemers voor de komende tien jaar. Dit komt overeen met gemiddeld 4,5 ha per jaar. Het huidige ondernemersklimaat in de Koekoekspolder is gunstig. De relatief jonge ondernemers hebben veelal jonge gezinnen met kinderen. Het ligt in de lijn der verwachting dat de jonge ondernemers van nu straks een grotere interne uitbreidingsbehoefte met zich mee kan brengen dan de huidige interne groei. Ondanks het feit dat duurzaam ruimte- en energiegebruik in de glastuinbouw een belangrijk gegeven is en een financieel voordeel kan opleveren, is het niet waarschijnlijk dat in de toekomst energieclusters zullen worden opgezet door de reeds gevestigde ondernemers. Voor optimale energiebenutting moet de bedrijfsopzet van meet af aan worden ingericht voor een dergelijk cluster. 20
Bron: Commissie Herstructurering Glastuinbouw.
AKCAIHS | 21
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Uitbreiding van een dergelijke bedrijfsopzet is niet eenvoudig en kostbaar; de twee teelten dienen evenredig uit te breiden en energievoorziening moet voor het geheel opnieuw worden opgezet.
Randvoorwaarden * Er moet voldoende vestigingsruimte aanwezig zijn die de vraag naar groei kan blijven opvangen. * De ontwikkelingsmaatschappij moet een actief acquisitiebeleid blijven voeren. 18
De positieve opstelling van de gemeente ten behoeve van de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied blijft een belangrijk gegeven om de huidige dynamiek in de ontwikkeling en vraag naar ruimtebehoefte gaande te houden.
8 55
De bestemming. De indenting van het gebied dient geschikt te zijn als glastuinbouwlocatie. Dit houdt onder andere in dat kavels met gunstige lengte/breedte verhouding kunnen worden aangeboden, zodat een maximaal areaal glas kan worden gebouwd.
85
Gebied dient aantrekkelijke leefomgeving te blijven bij de inrichting als glastuinbouwgebied.
,4,3..............................................................EXllRNEjau^ Op langere termijn wordt geduchte concurrentie van Zuidplaspolder evenals van andere overige LOG's en Provinciaal Project Locatie (PPL) verwacht. Voor Noordoost Nederland zijn voornamelijk LOG Emmen en LOG Berlikum II en PPL Delfzijl concurrerend. De verwachte vraag naar ruimte voor de Koekoekspolder zal mede hierdoor teruglopen naar 1 ondernemer per jaar op 10 ha. Voorwaarde voor deze ontwikkeling blijft dat er voldoende ruimte beschikbaar is voor uitgifte in de Koekoekspolder. Mogelijk worden na 2010 EU of rijksmiddelen beschikbaar gesteld waardoor actieve sanering van glastuinbouw buiten concentratiegebieden zal plaatsvinden. Als gevolg van dit gewijzigde beleid zullen een aantal bedrijven besluiten het bedrijf te beeindigen maar ook zullen er tuinders zijn die verkassen naar een van de concentratiegebieden waar wel uitbreiding mogelijk is. Door actieve uitplaatsing van bedrijven uit de regio is aangenomen dat de jaarlijkse ruimteclaim voor dit verspreide glas 3 ha per jaar zal zijn. Hiervoor is aangenomen dat er 50 ha glas buiten het concentratiegebied staat dat met 30% in 5 jaar tijd zal worden af gebouwd (tot 2015). Naar verwachting zal de ruimtebehoefte van zittende tuinders onveranderd 4,5 ha per jaar zijn21.
21
Bron: ontwikkelingsmaatschappij Koekoekspolder (mondelinge toelichting).
ONTWiKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER i
Randvoorwaarden 68
Er moet voldoende vestigingsruimte aanwezig zijn die de vraag naar groei kan blijven opvangen. 88 De ontwikkelingsmaatschappij moet een actief acquisitiebeleid blijven voeren. * De positieve opstelling van de gemeente ten behoeve van de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied blijft een belangrijk gegeven om de huidige dynamiek in de ontwikkeling en vraag naar ruimtebehoefte gaande te houden. * De bestemming. 18 De inrichting van het gebied dient geschikt te zijn als glastuinbouwlocatie. Dit houdt onder andere in dat kavels met gunstige lengte/breedte verhouding kunnen worden aangeboden, zodat een maximaal areaal glas kan worden gebouwd. H Gebied dient aantrekkelijke leefomgeving te blijven bij de inrichting als glastuinbouwgebied.
...BEHOEFTERAMING MET DOORKIJK 2015 TOT 2020
Naar verwachting loopt de nieuwvestiging vanuit West Nederland verder af door concurrentie van Berlikum II. Aanname is dat maximaal 1 ondernemer per 2 jaar naar de Koekoekspolder zal komen. Naar verwachting zal het areaal met 6 ha per jaar groeien. Vanuit de regio blijft de ruimteclaim voor verplaatsing van verspreid glas bestaan maar deze zal na 2015 teruglopen naar 2 ha per jaar. Daarentegen is de verwachting dat de groei door interne ontwikkeling zal toenemen tot 6 ha per jaar. De grootte en ontwikkeling van het glastuinbouwcluster is van dusdanige omvang dat dit een licht zuigende werking op de omgeving zal hebben. Samengevat:
2007-2010
15
I
-
!
4,5
I
19,5
2010-2012
10
|
3
|
4,5
!
17,5
Vanaf 2012 (tot 2020)
6
I
2
!
6
i
14
Totaal tot 2020 (afgerond)
j
I
58,5
j
112
|
206
|
Randvoorwaarden 8
|
35
Er moet voldoende vestigingsruimte aanwezig zijn die de vraag naar groei kan blijven opvangen. 85 De ontwikkelingsmaatschappij moet een actief acquisitiebeleid blijven voeren. 88 Er dient tegemoet te worden gedaan aan de vraag naar kavels met gunstige lengte/breedte verhouding, zodat een maximaal areaal glas kan worden gebouwd. * De positieve opstelling van de gemeente ten behoeve van de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied blijft een belangrijk gegeven om de huidige dynamiek in de ontwikkeling en vraag naar ruimtebehoefte gaande te houden.
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
88
Er dient tijdig te worden uitgekeken naar een (tweede) bestemming om de vraag naar ruimte te kunnen opvangen. 18 De inrichting van het gebied dient te worden afgestemd op de toenemende vraag naar ruimte. Dit houdt onder meer in dat de infrastructuur dient te worden ingericht voor toenemende verkeersbewegingen. * Gebied dient aantrekkelijke leefomgeving te blijven bij de inrichting als glastuinbouwgebied. 88 Beschikbaarheid van voldoende geschoold arbeidspersoneel. Zowel laaggeschoolden, als middelbaar als hoger geschoolden zijn gevraagd.
2,4,5
GEQEISCENARICJS Afhankelijk van de mate waarin aan de randvoorwaarden wordt voldaan is een grotere of kleinere groei van de glastuinbouw dan de behoefteraming mogelijk. Dit leidt tot de volgende twee scenario's: Optimistische groei:
Ondanks concurrentie door beschikbaar komen van gronden in de Zuidplaspolder en Berlikum II blijft de externe behoefte tot 2020 gehandhaafd op het hierboven beschreven niveau van 2007 - 2010 (par. 2.4.2), mede door voldoende vestigingsruimte en gunstige vestigingsfactoren als verbeterde energievoorziening en infrastructuur. Samengevat is de ruimtebehoefte van het optimistische groeiscenario als volgt.
iiiiliiiipilpiiliiiiiiiii 2007- 2010
15
2010- 2012
12
,
3
12
|
2
Vanaf 2012 (tot 2020)
|
Totaal tot 2020 (afgerond)
|
j
f I
4,5
19,5
4,5
19,5
6
20
58,5
39
I I
160
I
258
|
Afnemende groei:
Door onvoldoende vestigingsruimte is er een afname van externe vestiging in de periode van 2010 tot 2012 met 5 ha. Na 2012 is er enkel nog ruimte voor interne groei en verplaatsing van verspreid glas vanuit de provincie. Dit geeft het volgende beeld.
2007-2010 2010-2012: Vanaf 2012 (tot 2020) Totaal tot 2020 (afgerond)
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOSKOEKSPOLDER!
2,4,6 De totale ruimtebehoefte van de glastuinbouw in de sleuteljaren 2012 en 2020 is hieronder aangegeven.
Optimistisch groeiscenario (afgrond) Afnemend groeiscenario (afgerond)
In onderstaande grafiek zijn de ontwikkeling tot 2007, de behoefteraming en de scenario's in beeld gebracht in netto ha's glas. 400 ->
350
/
onn /
ocn
^X^-"""
900
/^
1^0
. V. .-.-. -.-. .V ^i Optimistisch groeiscenario ---> 2. Afnemend groeiscenario ——» Ontw ikkeling t/m
100
en ou
— Behoefteraming
^S
/
^
0
#,^/^sVVVVV
01-01-2007
ONTWIKKaiNG GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER
ARCAIH.S
ON7WIKKELING GLASTUINBOUW KO£KOEK8POLDER!
Analyse van de ruimte In het voorgaande hoofdstuk is een analyse gemaakt van de groei en behoefteraming van de glastuinbouw voor de Koekoekspolder. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de vraag of de uitbreidings- en ruimtebehoefte van glastuinders in de Koekoekspolder kan worden opgevangen. De deelvragen die hierna worden beantwoord zijn: * kan de eventueel benodigde uitbreidings- en ruimtebehoefte van de glastuinbouw worden opgevangen binnen de Koekoekspolder door meer dan de nu gereserveerde 220 ha voor de ontwikkeling van glastuinbouw aan te wijzen? En zo ja, hoeveel extra ruimte kan ervoor de glastuinbouw aangewezen worden? 88 kan het ruimtegebruik in de Koekoekspolder geoptimaliseerd worden?
De Koekoekspolder is ongeveer 550 ha groot (bruto/bruto22). In het voorontwerp bestemmingsplan zijn de volgende ruimteclaims opgenomen (zie tabel). Tabel 3-1 Beschikbare ruimte voor gebruik in de Koekoekspolder volgens gedragen voorontwerp bestemmingsplan. Tuinbouwondememers Groene ruimte Infrastructuur (wegen, bermen) Waterbenging en retentie Particulieren Bedrijventerreinen Woningbouw Uitbreiding glastuinbouw
I 220 ha ! 75 ha ISOha 48 ha 140-45 ha ! 14 ha j 3 ha MOO ha Totaal | 550 ha
! 1 | j j
Bron: OM KKP (2006)
Ruimtegebruik glastuinbouw
Op dit moment is er volgens de ontwikkelingsmaatschappij - van de 220 ha netto die bestemd is voor tuinbouwondernemers - tussen de 106 en 108 ha netto glas gebouwd.
22
Bruto/bruto is het totale oppervlak van de polder.
AKCA81S
j
27
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KO£KOEKSPOLOERl
Gegeven de beschikbare ruimte voor glastuinbouw en het nu bebouwde areaal is er voor uitbreiding van glastuinbouw volgens de OMK nog tussen de 100 en 105 ha (bruto) beschikbaar. Dit is het uitgeefbare areaal (bij bebouwingspercentage van 80% ca. 80 ha netto). De ontwikkelingsmaatschappij streeft ernaar om in de komende drie jaar het totale areaal van 100 a 105 ha op de markt te zetten. De maximale kavelgrootte in de Koekoekspolder is 10 tot 12 ha bruto. De trend van de huidig gevraagde kavelgrootte ligt tussen de 6 en 10 ha bruto. Op dit moment is er vraag naar een sierteler voor de completering van een energiecluster.
BESCHIKBARE RUIMTE Voor de analyse van de beschikbare ruimte is het verkavelingsplan23 van de OMK gebruikt, dat op dit moment in ontwikkeling is. Het verkavelingsplan is in overleg met de gemeente Kampen en Waterschap Groot-Salland tot stand gekomen. Het plan geeft een optimale inrichting aan voor de glastuinbouw binnen de fysieke beperkingen van de polder en rekening houdend met aanpassingen aan en voorzieningen voor onder andere infrastructuur en waterberging. Het huidige ruimtegebruik -met inbegrip van de toekomstige ruimteclaims- in de Koekoekspolder is als volgt. Tabel3-2:hu^iTOruimtegebruik. "Kerngebied glastuinbouw" Bestaande glastuinbouw Nieuwe kavels glastuinbouw Volkstuinen Bedrijventerrein Vrije ruimte Oven'ge functies
j 112,5 ha I 137 ha 5,7 ha I 13 ha 48 ha ! 133,8 ha
"Randzone"
I 100 ha
Totale bruto oppervlakte
I 550 ha
Bron: ARCADIS (2006)
Er is 112,5 ha bestaande glastuinbouw in de Koekoekspolder. Het (toekomstige) verkavelingsplan van de OMK geeft aan dat er nog 137 ha ruimte beschikbaar is voor nieuwe glastuinbouwkavels die aan de eisen van sector voldoen. De totale ruimte voor glastuinbouw komt op daarmee op termijn op afgerond 250 ha (bruto). In het bestemmingplan is rekening gehouden met 220 tot 240 bruto ha glastuinbouw. Dit kan dus groeien naar 250 ha bruto. De (potentiele) ruimte voor glastuinbouw bevindt zich in wat het "kerngebied" van de Koekoekspolder genoemd kan worden. De "randzone" is qua structuur en omvang niet geschikt voor verdere nieuwvestiging van glastuinbouw. Bovendien heeft een deel ervan een bijzondere landschappelijke waarde.
23
Tekeningnr 11-05-0624 van 12-12-2005, gewijzigd 06-04-2006
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KO£KOEKSPOLDER
Het" kerngebied" in de Koekoekspolder ligt binnen het rode kader. Figuur 3.1 verkavelingsplan en aanduiding kerngebied
Vrije ruimte" Uit het verkavelingsplan blijkt dat er nog 48 ha bruto uit "vrije ruimte" kan worden gegenereerd als potentieel beschikbaar vrije ruimte in het "kerngebied". De grootte van de diverse kavels die als potentieel beschikbaar kunnen worden aangemerkt ligt tussen de 1 en 4 ha bruto (zie onder). Bovendien ligt deze ruimte verspreid over het gebied.
Bruto vrije ruimte
6i
10
15
20
25
Vanwege de geringe grootte van de kavels en de verspreide ligging is deze ruimte als niet relevant te beschouwen voor uitbreiding van glastuinbouw en wordt daarom niet meegenomen in de voor uitbreiding van glastuinbouw beschikbare ruimte. Wei kan worden overwogen om deze ruimte vanuit de huidige functie (veelal landbouw/tuinbouw) om te vormen naar functies die de uitbreiding van glas (kunnen) ondersteunen dan wel randvoorwaardelijk zijn voor de uitbreiding. Daarbij kan worden gedacht aan warmte- en elektriciteitsopwekking via biomassavergisting, (collectieve) gietwatervoorziening en waterberging (randvoorwaardelijk).
AKCA2HS
ON7WIKKSLING GLASTUiNBOUW KO£KOEKSPOLDERl
Optimaal ruimtegebruik Door verplaatsing, sanering en/of clustering van huidige functies in de Koekoekspolder kan in theorie extra ruimte worden vrijgespeeld voor glastuinbouw. Dat is alleen zinvol in die delen van de polder waar de verkaveling ruim genoeg is om nieuwe glastuinbouwkavels mogelijk te maken. De benodigde investeringen daarvoor staan echter in geen enkele verhouding tot de verwachte opbrengsten. Verplaatsen, saneren en/of clusteren van bestaande functies ten gunste van nieuwe glastuinbouwkavels is dan ook geen reele optie. Als voorbeeld kan dienen het verplaatsen van een vijftal witlofbedrijven van de Verkavelingsweg waar zij (erg) ruim in hun jasje zitten. Aan de zuidkant van de Tuindersweg/Woldweg is een verkaveling aanwezig waarin deze, minder oppervlakte vragende bedrijven op zich goed kunnen worden ingepast. Aan de Verkavelingsweg kan daardoor een kavel worden gerealiseerd van ca 13 ha. Zo kan de polder efficienter worden ingericht. De prijs voor een dergelijke operatic is echter hoog: alleen al de verplaatsing van ££n enkel witiofbedrijf vraagt een investering van meer dan € 2 miljoen. In dit voorbeeld dus > € 10 miljoen, nog afgezien van het saneren van de beoogde ontvangende locatie. Daartegenover zou dan een opbrengst staan van een glastuinbouwkavel van ca. € 3,2 miljoen (13 ha x € 25/m2). Een tweede voorbeeld is het saneren het volkstuincomplex waardoor een kavel van bijna 6 ha voor glastuinbouw kan worden gerealiseerd. Ook in dit geval wegen de kosten voor een nieuwe locatie voor de volkstuinen (aankoop en inrichting) niet op tegen de baten. Bovendien blijkt in de praktijk veel maatschappelijke weerstand te bestaan bij de verplaatsing van volkstuinen.
In de glastuinbouw kan door het stapelen van functies (lichtbehoevende teelten bovenin, teelten die in het donker kunnen worden verbouwd, zoals potplanten, onderin) de ruimte dubbel worden benut. Vooral voor potplantbedrijven, waarvoor de gemiddelde grondprijs op ongeveer 300 euro per vierkante meter ligt en de ruimtedruk dus groot is, wordt deze optie toegepast. In de Koekoekspolder geldt deze ruimtedruk niet en zijn ook de teelten er niet naar. Drijvende kassen is een andere methode om de beschikbare ruimte duurzamer te gebruiken. hi de Koekoekspolder zullen de kosten hiervoor niet opwegen tegen de baten; bij de huidige grondprijs van € 25 per vierkante meter moet € 75 per vierkante meter worden opgeteld. Dit is economisch gezien niet rendabel. Over het algemeen geldt dat in Nederland de grondprijzen niet dusdanig hoog zijn dat optics als drijvende kas en stapelen financieel interessant zijn, anders dan bijv. in China.
3,3.
RmMTESCENARIO Op grond van het voorgaande moet worden uitgegaan van maximaal 250 ha bruto ruimte voor glastuinbouw in de Koekoekspolder. Gelet op de beschikbare ruimte, de bestaande inrichting van de Koekoekspolder, de eisen van verkaveling vanuit de moderne glastuinbouw en de overige ruimteclaims is er slechts een ruimtescenario dat reeel is: het verkavelingsplan van de OMK. Het plan is in overleg met de gemeente Kampen en Waterschap Gropt-Salland tot stand gekomen en geeft een optimale inrichting aan voor de glastuinbouw binnen de fysieke beperkingen van de polder en rekening houdend met aanpassingen aan en voorzieningen voor onder andere infrastructuur en waterberging.
I 30
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOSKOEKSPOLDER!
L anbod
versus
De deelvraag die in dit hoofdstuk wordt beantwoord is: * op welke termijn is de voor de glastuinbouw gereserveerde 220 ha geheel in gebruik? Met andere woorden vanaf wanneer is er meer ruimte nodig? De ontwikkeling van de oppervlakte netto ha glas, op basis van de verwachte vraag uit de sector, is hieronder voor beide groeiscenario's aangegeven. De lijnen geven de totale netto oppervlakte aan die vanaf 2007 aan de bestaande oppervlakte glas (in de Koekoekspolder) wordt toegevoegd.
Ontwikkeling netto ha glas 400 -, 350 300 o 250
c 200 _c 150 100 50 0 -
+****" ^**"' ,^'^......^,.,-.*--*-"A"""' v...-.^'-'*"
..-••*" i
i
i
i
i
i
i
i i
i
i
i
i
i
«.*„, Optimistisch •••*••• AfriBmend
07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
jaren
Het ruimteaanbod voor glastuinbouw in de Koekoekspolder bedraagt in totaal maximaal 250 ha bruto. De hoeveelheid netto ha die dat vertegenwoordigd is afhankelijk van de gehanteerde bruto-netto verhouding. De praktijk in de Koekoekpolder is tot nu toe 80% ofschoon de trend bij nieuwe uitgifte in de richting van 90% gaat24. In het onderzoek hanteren wij het praktijkcijfer van 80%. Dat betekent dat de Koekoekspolder een maximale netto capaciteit voor glastuinbouw heeft van 200 ha. De maximum capaciteit van de Koekoekspolder wordt in het Optimistisch groeiscenario bereikt in de loop van 2011. In het afnemende groeiscenario gebeurt dat in de loop van 2013.
24
Als dit bewaarheid wordt dan valt de netto capaciteit iets hoger uit. Uitgaande van bruto 112,5 ha
gerealiseerd en bruto 137 ha nog uit te geven is de maximale capaciteit (112,5x80%+137x90%) is afgerond 213 ha netto.
31
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KO£KOEKSPOLDER!
De totale ruimtebehoefte van de glastuinbouwcluster per 1 januari 2020 is naar verwachting als volgt.
Optimistisch groeiscenario (afgrond) Afnemend groeiscenano (afgerond)
Dit betekent dat er -buiten de Koekoekspolder- capaciteit te worden gevonden van bruto 206 ha (Optimistisch groeiscenario) tot 68 ha (afnemend groeiscenario). Belangrijke randvoorwaarde voor de hiervoor geschetste ontwikkeling is dat er voldoende vestigingsruimte aanwezig is die de vraag naar groei kan blijven opvangen. Verder moet er rekening mee worden gehouden dat met het vollopen van de beschikbare ruimte de flexibiliteit naar de toekomst afheemt en dit de vestiging remt.
AKCA8IS
j
32
ONTWIKKfLING GLASTUINBOUW KO£KOEK8POLDER!
S Beoordeling scenario's Aan de hand van de groeiscenario's worden in dit hoofdstuk uitspraken gedaan over de volgende deelvragen. 88
Welke bijdrage levert de glastuinbouw aan de locale en regionale economic (werkgelegenheid en toegevoegde waarde)?;
*
wat zijn de consequenties voor het uitbreiden van het areaal glastuinbouw -naast de economische- voor onder meer landschap en waterhuishouding?
5*1
ECONQMIE In bijlage 3 is de economische verkenning van STEC Groep opgenomen. De belangrijkste economische effecten van de huidige situatie en die van de beide groeiscenario's zijn in onderstaan de tabel samengevat. Tabel 5-1: Overzicht belangriikste effecten groeiscenario's glastuinbouwcluster Optimistische groei
Afnemende groei
2020
Tovhuidig
2020
Tovhuidig
Omvang netto
107 ha
365 ha
+ 258 ha
255 ha
+ 148 ha
Werkgel. primaire GTB • Totaal fte • Vast fte • Inleen fte
645
1.825-2.56025
+1.180-1.915
1.275-1790
+630-1.145
510
1.460-2.010
+950-1.500
1.020-1.405
+510-895
135
365-550
+230-415
255-385
+120
Afgeleide werkgelegenheid in fte
400
915-1.280
+515-880
640-895
+240-495
Totale werkgel. Kampen fte
17.000
20.000
+3.000
20.000
+3.000
aandeel GTB
14-19%
Tijd. werkgel. realisatie fte
6% _
1.250
+1.250
720
+720
Productiewaarde26
€48 mln
€ 177 mln (8%)
+€ 129 mln
€ 124 mln (6%)
+€ 76 mln
Bruto toegevoegde waarde27
€22 mln
€86 mln (6%)
+€ 64 mln
€60 mln (4%)
+€38 mln
10-14%
(2,5%) (2,5%) Bron: STEC Groep en ARCADIS (2006)
25
De aangegeven bandbreedtes spelen in op de verschillende types teelten.
26
De(afgeronde) omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven. Tussen
haakjes (een inschatting van) het aandeel in de totale productiewaarde in Kampen. 27
Het (af geronde) totale inkomen dat in het productieproces wordt verdiend. Tussen haakjes (een
inschatting van) het aandeel in de totale bruto toegevoegde waarde in Kampen.
\ 33
ONTWIKKEiJNG GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Overige effecten Door de groei van het cluster in Kampen is ook sprake van meer 'zachte effecten' zoals versterking van de werkgelegenheidsstructuur en het imago van Kampen. Deze effecten zijn in het optimistische scenario uiteraard het grootst.
Kritische massa en type cluster Ecorys28 onderscheidt verschillende niveaus van glastuinbouwclusters aan de hand van een kritische omvang. In onderstaande tabel zijn het huidige niveau en dat van de scenario's weergegeven. Tabel 5-2. Ontwikkeling: GTB-cluster Kampen naar niveau, per scenario
9
Lokaal/ regionaal Tot ca. 200/300 ha
Landsdeel 300 -500 ha
* * *
(lnter)nationaal > 500 ha
primaire teelt (KKP mn groenten » dienstveriening (advies tuinbouw, accountancy ed) * lokale detailhande! en bouw ffi als 'lokaal/regionaaF maar meer bedrijven/massa * transport, distributie * toeleveranciers, afnemers 8 als 'landsdeeF maar meer bedrijven/massa 88 kennis- en opleidingsinstituten * innovatie en onderzoek 88 brancheorganisaties
Bron: STEC Groep, 2006
Om naast de primaire teelt ook dienstveriening en lokale detailhandel en bouw voldoende bestaanrecht te geven wordt de kritische massa van de Koekoekspolder ingeschat op minirnaal 200 hectare netto glastuinbouwgebied. Wanneer de verdere ontwikkeling/inbreiding van de Koekoekspolder is voltooid (20112013) is deze omvang juist bereikt. De economische effecten liggen dan op circa 80% van die van het afnemende groeiscenario. De belangrijkste kengetallen (en de toename ten opzichte van huidig): directe werkgelegenheid 1000-1400 fte (+355-755) fte, afgeleide werkgelegenheid 500-700 fte (+100300), productiewaarde € 96 mln (+51 mln) en bruto toegevoegde waard € 46 mln (+25 mln).
Effecten van een extra gebied naast de Koekoekspolder Voor de economische effecten maakt het geen noemenswaardig groot verschil of het 2e gebied nu op 1 km of 10 km van het huidige Koekoekspolder ligt. Voor vestiging van glastuinbouwbedrijven - en daarmee komst van werkgelegenheid - is immers vooral de beschikbaarheid van ruimte van belang. Twee grote gebieden leveren in principe dezelfde spin-off als een zeer groot glastuinbouwgebied.
Nadelige effecten van een tweede glastuinbouwgebied op 10 km afstand liggen meer op het fysieke aspect: extra investeringen in infrastructuur, extra verkeersbewegingen en minder
28
'Glastuinbouw Terneuzen1: effecten voor regionale en lokale arbeidsmarkt, Ecorys in opdracht van
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Zeeland (2005).
34
ONTWIKKELING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLDER!
mogelijkheden voor samenwerking en clustering (energie, warmte, voorzieningen). Voor individuele ondernemers kan dit wel negatieve financiele consequenties hebben.
5,2,.. Voor wat betreft de inrichting van de Koekoekspolder zijn er geen verschillen tussen de scenario's. Voor beide gelden dezelfde randvoorwaarden en uitgangspunten die impliciet voortkomen uit de feitelijke situatie, het voorontwerp bestemmingsplan en het verkavelingsplan. Tussen de scenario's is er slechts een tijdsverschil: in het optimistische scenario loopt de Koekoekspolder eerder vol dan in het afnemende scenario. Welke consequenties er zijn voor onder andere waterhuishouding en landschap bij een andere locatie is afhankelijk van de te kiezen plaats en omstandigheden. Er is slechts £en ruimtelijk scenario reeel: het verkavelingsplan van de OMK (zie figuur 3.1) dat gestoeld is op het voorontwerp bestemmingsplan29. Figuur 5-1: functiekaart voorontwerp bestemmingsplan.
Waterberging en retentie Voor de Koekoekspolder geldt een inrichtingseis dat voor de groei van glastuinbouw naar 220 ha netto minimaal 48 ha (zonder stapelen van functies) voor waterberging en retentie nodig is. Het afwentelen van waterberging naar de omliggende omgeving om daarmee ruimte te creeren voor extra glastuinbouw is niet reeel vanwege de lage ligging. In het verkavelingsplan is met de benodigde waterberging in de polder opgenomen. 29
Bestemmingsplan Koekoekspolder (voorontwerp), 1 juni 2004, Grontmij Zwolle
35
ONTWIKK£LING GLASTUINBOUW KOEKOEKSPOLQER!
Landschap Verdere groei van het areaal glastuinbouw binnen de Koekoekspolder heeft geen landschappelijke consequenties op een hoger schaalniveau en past daarmee in de ruimtelijke ontwikkelingsvisie (zie onder) die voor de Polder Mastenbroek is opgesteld30. Met de uitbreiding van glas binnen de polder neemt het areaal (open) groene ruimte af. Dat geldt voor beide scenario's .
Infrastructuur De weginfrastructuur in de Koekoekspolder is geent op de oude ontginningsstructuur en voldoet op tal van punten niet aan de eisen die er vanuit het gebruik van het glastuinbouwgebied aan worden gesteld. De gemeente Kampen werkt actief aan het verbeteren daarvan in overleg met de OMK. In het verkavelingsplan zijn de plannen voor de verbetering van de wegen geintegreerd en maken in die zin onderdeel uit van het (enige) ruimtescenario. Verbetering van de infrastructuur heeft volgens de zittende ondernemers een positief effect op de ontwikkeling van de glastuinbouw. Het optimistische groeiscenario is mede gestoeld op een voorspoedige verbetering van de infrastructuur in de Koekoekspolder. Verder is een goede ontsluiting een basisvoorwaarde voor de ontwikkeling van een eventuele tweede glastuinbouwlocatie in de glastuinbouwcluster Kampen.
Energie In de glastuinbouwsector zijn onder druk van de afspraken en regelgeving rondom energie efficiency grote technologische veranderingen gaande. Het terugdringen van de energiekosten is bovendien een dwingende basisvoorwaarde voor het voortbestaan van bedrijven naar de toekomst. Er is wat dat betreft geen verschil tussen de groeiscenario's. NB Beschikbaarheid van voldoende ruimte (fysiek en planologisch) en de (sociale) omgevingsfactoren werken op dit moment sterker door bij de vestiging van nieuwe glastuinbouwbedrijven dan de hiervoor geschetste optimalisering van infra- en energiestructuur. De energievoorziening lijkt echter een steeds essentielere rol te gaan spelen in de glastuinbouw (zie bijlage 4).
30
' Weidsheid voor de toekomst', ruimtelijke ontwikkelingsvisie belvedere-project Polder Mastenbroek,
november 2002, Dolte/OKRA Utrecht
ARCAIH.S
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOlDERi
v
v «/ Eindconclusie en aanbevellngen hi dit laatste hoofdstuk vindt u het antwoord op de laatste deelvraag. * Is er in de Koekoekspolder voldoende ruimte om de ambitie ("een glastuinbouwgebied met een meerwaarde voor de regionale economic") te kunnen realiseren? Eindconclusie
In beide groeiscenario's kan de te verwachten vraag naar ruimte voor glastuinbouwontwikkeling tot 2020 niet worden opgevangen in de Koekoekspolder. Met de maximale capaciteit van 250 ha bruto glas (afhankelijk van de bebouwingsdichtheid tussen de 200 en ca 220 ha netto glas) is de Koekoekspolder aan te merken als een lokaal (ondergrens regionaal) cluster dat -vanwege de fysieke beperking in de ontwikkelruimtejuist de benodigde kritische massa behaalt om als zodanig te blijven functioneren. Een meerwaarde voor de regionale economic wordt bereikt wanneer er aanvullende groeiruimte voor de sector wordt gerealiseerd zodat de verwachte omvang van de glastuinbouw in Kampen tot 2020 (tussen 255 en 365 ha netto) kan worden bereikt. Aanbevelingen
In beide scenario's kan de te verwachten vraag naar ruimte voor glastuinbouw tot 2020 niet worden opgevangen in de Koekoekspolder. Dat betekent dat besloten moet worden: 1. of men ruimte wil bieden voor uitbreiding van de glastuinbouw; 2. en zo ja, waar. Vanwege het verwachte vollopen van de Koekoekspolder (in de periode 2011 - 2013) en de benodigde ontwikkelingstijd voor een eventuele tweede locatie dient de besluitvorming zo spoedig mogelijk plaats te vinden. Voorts geven wij het volgende in overweging. 1. Het kerngebied van de Koekoekspolder optimaal benutten voor glastuinbouw: er is nog 137 ha bruto beschikbaar in de vorm van (optimale) kavels. 2. De infrastructuur van de Koekoekspolder sterk verbeteren. 3. De potentieel vrije ruimte (48 ha bruto) benutten voor ondersteunende functies op 1 tot 4 ha (bijv. gietwater en vergisting) en -waar het niet anders kan- waterberging. 4. Andere functies (waterberging, volkstuinen, vergisting) -mits dit economisch verantwoord is- zoveel mogelijk (uit)plaatsen in het "randgebied". Dat betekent een verdere sanering van niet-glastuinbouw. 5. Actief invulling gaan geven aan energie-infrastructuur waardoor het toekomstperspectief van de glastuinbouw toeneemt. Daarbij moet aandacht zijn voor het perspectief vanuit het Nationaal Landschap IJsseldelta om biomassa te leveren (korte aanvullende economische drager voor nationaal landschap).
AKCAOTS
j
37
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER
38
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Trends en vestigingsfactoren In aanvulling op paragraaf 3.3 zijn in deze bijlage landelijke trends en vestigingsfactoren uitgelicht. De belangrijkste motieven van glastelers om het bedrijf te verplaatsen houden verband met bedrijfsontwikkeling: efficiencyverbetering en kostenverlaging. Voor elke tuinder is de keuze voor een andere vestigingslocatie een afweging van een mix van persoonlijke factoren in combinatie met locale (bedrijfs)omstandigheden en bedrijfsontwikkeling.
Schaalvergroting, ontwikkelruimte en grondprijs
In de afgelopen jaren is de sier- en groenteteelt geinnoveerd. Door toenemende automatisering, efficientere ruimtebenutting en nieuwe teelttechnieken is onder andere de productie per ha gestegen. Door o.a. de hoge grondprijs in een regio verkassen glastuinders naar gebieden met een lagere grondprijs, zodat ze rendabeler kunnen telen en concurrerend kunnen blijven. De vertaalslag naar een rendabeler bedrijfsopzet wordt gemaakt in combinatie met schaalvergroting. Bij hervestiging zal de ondernemer het productiesysteem zo efficient mogelijk inrichten zodat een zo laag mogelijke kostprijs per product gerealiseerd kan worden. Het streven naar een lagere kostprijs gaat veelal gepaard met schaalvergroting. De hogere investeringen voor bijvoorbeeld automatisering moeten worden opgevangen met een hogere productie. Een belangrijke factor bij de keuze voor een andere vestigingslocatie is de directe beschikbaarheid van grond. In de afgelopen jaren is in West Nederland beschikbare ruimte voor nieuwvestiging c.q. uitbreiding beperkt. In de provincie Zuid Holland wordt de saldonul benadering gehanteerd. Ondernemers die hun bedrijf willen laten groeien, zullen dus op zoek moeten naar een andere locatie waar wel uitbreiding mogelijk is. Zo heeft o.a. in de Koekoekspolder en Berlikum, waar wel ruimte beschikbaar is, groei plaatsgevonden.
Rijkssteun en bestuurlijke draagkracht
Het ruimtelijke beleid van een glastuinbouwlocatie is een belangrijke factor die door een ondernemer in overweging zal worden genomen bij hervestiging. De rijksmiddelen voor de meeste LOGs worden afgebouwd of zorgvuldig beeindigd; de ontwikkeling van glastuinbouw is een verantwoordelijkheid van de provincie en de sector en is in veel mindere mate een nationaal belang. Het accent van het nationaal beleid ligt op het terugdringen van verpreid glas en concentratie in bestaande sterke clusters. De bestuurlijke draagkracht van gemeente en provincie is een belangrijke factor voor het overwegen van een glastuinbouwlocatie voor hervestiging. Het ruimtelijke beleid van een glastuinbouwlocatie is een belangrijke factor die door een ondernemer in overweging zal worden genomen bij hervestiging. Wanneer er onvoldoende ontwikkelingsruimte op een glastuinbouwlocatie is geboden, dan zal dit een negatieve impact op de dynamiek van die locatie hebben.
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDERl
Gemeentelijk beleid en ontwikkelruimte
Bij de keuze voor een andere vestigingslocatie nemen ondernemers de houding en standpunten van gemeente met betrekking tot ruimtelijke planning van glastuinbouw in overweging. Zij zullen zich richten op die locaties die de MER procedure al hebben doorlopen en waarvan de ontwikkelingsplannen in het bestemmingsplan zijn opgenomen. De ontwikkeling van een locatie vergt hoge investeringen voor o.a. infrastructuur en het bestuur moet bereid zijn tot het dragen van risico's hiervoor. Is er ruimte voor ondernemende bedrijven om zich te blijven ontwikkelen? Is er bereidheid tot samenwerking met andere partijen? Dit is vaak van cruciaal belang om een locatie goed tot ontwikkeling te brengen. Ook is het belangrijk dat er overeenstemming over de omvang van de locatie is.
Ketenverkorting, strategische allianties en markt
Naast innovaties in producten vinden innovaties in ondernemersschap plaats. Er is dynamiek in de ontwikkeling van bedrijfsgrootte: bedrijven vormen steeds meer strategische allianties op het gebied van handel, teelttechnieken, energie, verwerking en verpakking. Door toenemende samenwerking in de keten in vernieuwingsprocessen vindt ketenverkorting plaats. Primaire bedrijven, toeleveranciers, afzetorganisaties en retail stemmen handelingen af en zoeken elkaars fysieke nabijheid (zeker in de sierteelt). Voor snijbloemen en met name potplanttelers is de nabijheid van veiling en handel een belangrijk motief om in de buurt van het westen van Nederland te blijven. Voor groentetelers geldt dit niet. De agrologistiek van groentetelers bevindt zich nabij de productie van gewassen. In Nederland is al veel rechtstreeks transport van primaire productiebedrijven naar de detailhandel (supermarkt). hi de toekomst zal rechtstreekse afname van producten ook naar andere landen in Europa plaatsvinden.
Fysieke en sociale infrastructuur
Wat naast het planologische proces minstens zo belangrijk is als de fysieke maatregelen die genomen moeten worden, is de ontwikkeling van omliggende processen, die gericht zijn op goede sociale infrastructuur, structuur gericht op kennismanagement, scholing, opleiding, verkrijging van goede ontsluiting van arbeidsmarkt, ruimte bieden voor innovatieve processen, etc. Innovaties en technologische vernieuwingen zijn nodig om in de markt te blijven. De toenemende automatisering in de sector heeft als indirect gevolg dat er meer vraag naar hoogwaardiger werkgelegenheid zal komen. In de primaire productie zal de werkgelegenheid de komende jaren afnemen. Tot 2020 kan deze afname zo'n 15 tot 20% bedragen. De binding tussen bedrijf en werknemers wordt sterker. Dit heeft tot gevolg dat het aantal werknemers in vast dienstverband toeneemt ten gunste van de inleenarbeid. Tegelijkertijd zal echter ook meer werk verricht worden door, via gespecialiseerde loonbedrijven ingehuurde, teams. In tegenstelling tot de afname van de werkgelegenheid bij de primaire productiebedrijven, neemt de werkgelegenheid bij de aan de glastuinbouw gerelateerde bedrijvigheid (handel, logistiek, toegevoegde waarde activiteiten, etc.) toe. Per saldo blijft de werkgelegenheid naar verwachting dan ook op een vergelijkbaar niveau. De toegevoegde waarde van het glastuinbouwcomplex zal substantieel toenemen door het stijgende aandeel van hoogwaardige werkgelegenheid in het cluster.
AftCAftiS
ONTWIKKcLING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER i
Markt
Enige tijd geleden zijn er een heel aantal telers geweest die naar het buitenland zijn vertrokken. Niet alleen groentetelers (tomaten-) verkasten naar landen als Spanje en Portugal maar ook siertelers zochten hun heil ergens anders. Zo zijn grote sierteeltbedrijven naar verdere oorden, zoals Kenya, gegaan. Deels zijn deze emigranten terug gekeerd naar Nederland maar vooral bedrijven met snijbloemen zijn in het buitenland gebleven. De emigranten en immigranten houden elkaar in balans. Het literatuuronderzoek heeft niet uitgewezen waar dergelijke bedrijven zich zullen vestigen na terugkomst. Er zijn geen aantoonbare bewijzen gevonden dat deze ondernemers zich juist in het Westiand of juist elders zullen settelen. De internationale marktpositie is doorslaggevend voor de verdere ontwikkeling van de sector/het cluster. Voor met name de sierteelt is deze positie sterk, maar ook de groenteteelt heeft een sterke positie.
AKCA&IS
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER i
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER
CBS-gegevens Het Centraal Bureau voor de Statistiek voert jaarlijks landbouwtellingen uit. Voor dit onderzoek zijn de gegevens van "tuinbouw onder glas" geihventariseerd. Hiertoe wordt " teelt in kassen bedekt met glas alsook de teelt in kassen bedekt met plastic of in plastic betreedbare tunnels" gerekend. Ook zijn gegevens van Agridirect integraal overgenomen over toekomstplannen van ondernemers ten aanzien van bedrijfsopvolging. Agridirect houdt een jaarlijkse enquete onder de Nederlandse glastuinbouwers (respons ca. 70%). Op een zelf de manier als de landelijke analyse is de regionale situatie van de glastuinbouw in kaart gebracht. Voor de gemeente Kampen zijn de meitellingen van 1980 tot 2000 niet volledig bijgehouden; vanaf 2001 is dit wel het geval. Om deze reden is onder andere de teelt, het areaal en het aantal glastuinbouwbedrijven in de gemeente Kampen vanaf 2001 tot 2005 bekeken.
CBS data
Er is een afname van glasareaal in de bundelingsgebieden in de provincies Noord Nederland, Drenthe en Zuid Holland. De reden die daarvoor door provincies, gemeenten en belangenorganisaties wordt aangevoerd is dat de ruimtelijke druk op de functie glastuinbouw in de provincies Noord- en Zuid-Holland zeer groot is. De glastuinbouw wordt vaak uitgekocht om plaats te maken voor "rode" functies als woningbouw, bedrijventerreinen of wegen. Daarnaast vindt er herstructurering in de oude gebieden plaats.
Landelijke ontwikkeling
Tabel B 2-1 Ontwikkeling van het aantal glastuinbouwbedrijven in Nederland 1995 2000 2005 Totaal aantal glastuinbouwbedrijven w.v. glasgroentebedrijven w.v. snijbloemenbedrijven w.v. pot- en perkplantenbedrijven
13,044 4,686 4,889 1,560
11,070 3,433 4,112 1,492
8,600 2,547 3,026 1,212
Bron: CBS 1995-2005.
Tabel B 2-2 Ontwikkeling van het glastuinbouwareaal in Nederland 1995 2000 2005 Totaal areaal glas (ha) Glasgroenten Snijbloemen Pot- en perkplanten Overig glas Bron: CBS 1995-2005.
10,154 4,583 3,668 1,110 973
10,491 4,371 3,727 1,261 1,132
10,494 4,450 3,250 1,377 1,417
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER;
Tabel B 2-3 Ontwikkeling van gemiddelde bedrijfsgrootte (ha glas/bedrijf)
1995
2000
2005
Glastuinbouw totaal
0,78
0,95
1,22
Glasgroentebedrijven
0,98
1,27
1,75
Snijbloemenbedrijven
0,75
0,91
1,28
Pot- en perkplantbedrijven
0,71
0,85
1,14
Bron: CBS 1995-2005.
Regionale ontwikkeling
De CBS gegevens van de gemeente Kampen zijn vanaf 2001 bijgehouden. Om deze reden wordt het jaar 2001 als basis genomen voor vergelijking van gegevens. Tabel B 2-4 Aantal agrarische bedrijven met tuinbouw onder glas in gemeente Kampen.
2001
2002
2003
2004
2005
Totaal aantal agrarische glastuinbouwbedrijven
50
49
45
46
45
0,01 tot 0,25 ha
22
20
18
16
16
0,25 tot 0,5 ha
9
9
5
7
6
0,5 tot 1 ha
3
2
5
5
5
1 tot 2,5 ha
8
8
6
7
6
2,5 tot 5 ha
7
9
9
9
10
5 ha en »
1
1
2
2
2
Aantal groentebedrijven
39
39
35
36
36
Aantal siergewasbedrijven
12
12
10
10
10
Aantal potplantbedrijven
-
2004
2005
Bron: CBS 2001-2005
Tabel B 2-5 Oppervlakte tuinbouw onder glas in gemeente Kampen.
2001
2002
2003
Oppervlakte tuinbouw onder glas
46,78
51,41
57,07
62,1
62,95
Groente
40,95
45,59
47,63
54,47
55,48
- Tomaten
3,18
2,21
2,21
2,26
2,20
- Komkommers
23,68
24,49
27,32
30,77
31,98
- Paprika
9,60
13,54
11,50
15,54
15,50
Snijbloemen- en siergewas
4,29
4,92
5,51
6,6
6,5
- Rozen
3,0 -
3,0 -
5,13
5,1
0,07
5,0 -
1,1 -
0,4
0,23
0,08 -
Fruit Pot- en perkplanten Boomkwekerij en vaste planten Bron: CBS 2001-2005
-
-
-
ONTWiKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Tabel B 2-6 Ontwikkeling van gemiddelde bedrijfsgrootte (ha glas/bedrijf) in gemeente Kampen. 2001 2002 2003 2004 2005
0,94 1,05 0,36 _
1,27 1,36 0,55 _
1,35 1,51 0,66 _
1,40 1,54 0,65 _
Tabel B 2-7 Oppervlakte tuinbouw onder glas in gemeente Emmen. 2001 2002 2003
2004
2005
Glastuinbouw totaal Glasgroentebedrijven Snijbloemenbedrijven Pot- e n perkplantbedrijven
1,05 1,17 0,41 _
Bron: CBS 1995-2005.
Oppervlakte tuinbouw onder glas Groente - Tomaten - Komkommers - Paprika
250,85 92,54 2,39 61,70 22,93
243,65 89,57 2,39 60,03 21,68
231,38 84,54 2,39 50,99 24,05
242,75 92,77 12,64 49,83 23,94
242,77 93,25 7,04 54,00 21,91
Snijbloemen- en siergewas - Rozen Fruit Pot- en perkplanten Boomkwekerij en vaste planten
122,14 73,74 0,036 27,55 2,54
116,87 70,92 _
106,72 55,69 -
31,46 1,60
30,43 1,72
110,79 64,38 0,01 27,82 1,74
94,23 49,89 0,13 26,77 2,21
Bron: CBS 2001-2005 Tabel B 2-8 Oppervlakte tuinbouw onder glas in gemeente Menaldumadeel (BerHkum). 2001 2002 2003 2004 2005 Oppervlakte tuinbouw onder glas Groente - Tomaten - Komkommers - Paprika
19,35 14,72 2,56 1,30 9,38
30,85 26,20 12,62 1,30 12,28
41,41 22,03 12,62 1,30 20,48
43,18 37,08 12,57 1,30 22,96
57,38 52,19 27,59 1,17 23,18
snijbloemen- en siergewas - Rozen Fruit Pot- e n perkplanten Boomkwekerij e n vaste planten
3,66 _ _ _ _
3,66 _ _
3,65 _ _ _ _
3,66 _ _
3,70 _ _
Bron: CBS 2001-2005
_ _
_ _
_ _
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER i
ONTWIKKaiNG GLASTUiNBOUW KOsKOEKSPOLDbS!
Economische ontwikkeling
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER I
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER!
Energie in de Koekoekspolder In de Koekoekspolder is onlangs een energiecluster gerealiseerd, waarbij de warmte van een groenteteler door een rozenkweker wordt benut. Men probeert dit principe hier meermaals toe te passen. Andere mogelijkheden om efficienter met energie om te gaan zijn de energieproducerende kas (op bedrijfsniveau), het verbeteren van energieconversie (in centrale installaties makkelijker te realiseren dan in vele kleine) en het gebruik van restwarmte en van duurzame energiebronnen. Als voorbeeld van dat laatste is het voornemen van enkele lokale ondernemers om in de Koekoekspolder een biovergistingsinstallatie te realiseren. Daarin zal organisch tuinbouwafval worden omgezet in energie. Op het vlak van energie is er geen onderscheid tussen de beide groeiscenario's. Een eventueel te plaatsen vergistingsinstallatie kan in het ruimtescenario worden ingepast in de ruimte voor ondersteunende functies. Een mogelijke optie is het realiseren van een energiecluster in samenwerking met landbouwbedrijven in de Polder Mastenbroek. Daarbij denken wij aan de opwekking van elektriciteit en warmte door biovergisting van afvalproducten van glastuinbouw- en melkveehouderijbedrijven.
ONTWIKKELiNG GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER
ARCAM8 i
ONTWIKKELING GLASTUiNBOUW KOEKOEKSPOLDER;
Broens, D.E., Geijn, W.E. van de, Glastuinbouw Noordelijke provincies, (juni 2005). Broens, D.F., Samenhangend glas, de succesvolle glastuinbouw in Drenthe, Friesland en Groningen, (mei/juni 2005). Commissie Herstructurering Glastuinbouw De bouw in cijfers 2000-2004, Bouwend Nederland (2005) Economische betekenis van Vos Logistics voor Oss, Stec Groep in opdracht van Gemeente Oss (2004) Economische betekenis vliegveld Niederrhein. Stec Groep in opdracht van Gemeente Nijmegen (2004) Gemeente Horst aan de Maas, Commissie ruimtelijke inrichting van Glastuinbouw en Milieu, Spin-Off Californie. De sociaal-economische aspecten van een nieuw glastuinbouwgebied, KnowHouse (2004) Grontmij, Gebiedsvisie Koekoekspolder, een integrale toekomstvisie op de ontwikkelingsrichting van het tuinbouwgebied Koekoekspolder, (juli 2000). Grontmij, Projectplan Koekoekspolder, Voorstel realisatie duurzaam glastuinbouwgebied, (oktober 2000). Kansen voor kassen, onderzoek onder supervisie van LEI-DLO in opdracht van LTO Glastuinbouw/Landschap en provincies Zuid-Holland en Noord-Holland, (december 1997). Kiezen voor landbouw. Een visie op de toekomst van de Nederlandse agrarische sector, Ministerie van LNV (2005) LEI en Wageningen UR, Uitbreiding glastuinbouw Bergerden noodzakelijk?, Een kwalitatieve en kwantitatieve analyse (februari 2006). LEI, Verkassende Westlanders, Motieven en vestigingsfactoren van verplaatsende Westlandse telers (november 2005). Novio Consult, Ruimtelijk beleid glastuinbouw, (mei 2005). Overige studies van Stec Groep, zo brachten we voor de gemeente Westland de ruimtebehoefte in beeld van de regionale agiogelieerde bedrijvigheid (2006); Plankgas voor glas, advies van de Raad voor het Landelijk Gebied (www.rlg.nl).
AKCA81S
1. DE GLASTUINBOUWSECTOR IN KAMPEN 1.1 Omvang en samenstelling van de sector Kern met primaire activiteiten, schil met aanverwante bedrijven eromheen Het glastuinbouwcluster in Kampen bestaat uit een kern met primaire activiteiten en een schil met aan de glastuinbouw gelieerde bedrijven daaromheen (figuur 1). De primaire activiteiten in het cluster bestaan uit onder meer de teelt van groente, fruit en siergewassen als snijbloemen, potplanten. In de Figuur 1: Samenstelling van het glastuinbouwcluster Koekoekspolder ligt het accent vooral op de teelt van glasgroente. De aan 1 de primaire glastuinbouw verbonden bedrijven zijn bedrijven als groente- en fruitverwerkende Industrie, toeleveranciers en distributiebedrijven. Bedrijven die in Kampen nauw aan de primaire activiteiten in de Koekoekspolder verbonden zijn, zijn bijvoorbeeld Wezenberg BV (transport), Brinkman BV (bestrijdingsmiddelen, meststoffen) en Van Asselt BV (loonwerk, mechanisatie). Ook de regionale detailhandel, bouwbedrijven en diverse uitzendbureaus hebben een relatie met de primaire activiteiten in het cluster. Al met al bestaat het Kampense glastuinbouwcluster uit een breed scala aan bedrijven. Op basis van de kengetallen uit tabel 3 (paragraaf 2.2) schatten we in dat deze bedrijven direct en indirect werk bieden aan naar schatting zo'n 1.000 arbeidsplaatsen. Dat is zo'n 6% van de totale werkgelegenheid in Kampen (circa 17.000 arbeidsplaatsen). Koekoekspolder is een lokaal/regionaal cluster Binnen de glastuinbouw is sprake van clusters op drie niveau's (zie figuur 1). De glastuinbouw in Kampen kan worden getypeerd als een lokaal / regionaal cluster. Dit betekent dat het cluster compleet is qua primaire activiteiten hoewel hier natuurlijk wel accenten in kunnen liggen, Koekoekspolder is immers voornamelijk glasgroenteteelt - maar dat de aanverwante activiteiten niet allemaal in de directe omgeving zijn gevestigd.
\
Bron: Ecorys (2005)
Zo bevinden functies als kassenbouw, kennisinstellingen en grote delen van de transport en distributie zich in overige delen van Nederland, met het zwaartepunt in het Westland. Voorbeelden van andere (te ontwikkelen) lokale / regionale clusters zijn Hoogezand-Sappemeer en Terneuzen. Landsdelig is bijvoorbeeld het glastuinbouwcluster in NoordLimburg en Berlicum (Friesland). Het (inter)nationale cluster is feitelijk de totale glastuinbouw in Nederland, met als zwaartepunt het Westland. Westland zelf is dan dus ook als een landsdelig cluster te typeren. We zien dat aanverwante bedrijven steeds meer opschuiven richting een glastuinbouwgebied, naarmate de kritische massa van het gebied toeneemt. Doordat de primaire tuinbouw in omvang toeneemt kunnen immers steeds meer aanverwante bedrijven zich renderend vestigen. Uiteindelijk kan een gebied zich van een lokaal/regionaal cluster ontwikkelen naar een gebied met meer een functie op landsdeelniveau. Feit is dat er altijd bepaalde bedrijven gevestigd zullen blijven waar zij nu zitten. Dit geldt vooral voor kassenbouwers, kennisinstituten en grote onderhoudsbedrijven (zwaartepunt Westland). Economische betekenis van Kamper cluster in huidige omvang De economische betekenis van het huidige glastuinbouwcluster in Kampen is bondig weergegeven in onderstaande tabel: Tabel 1: Economische betekenis glastuinbouw Koekoekspolder
1 2
Omvang glastuinbouwgebied
Circa 107 ha
Op basis van gesprekken met o.a. tuinders, Ontwikkelingsmaatschappij KKP. Inschattingen op basis van kengetallen uit tabel 3.
Werkgelegenheid bij primaire GTB • Totaal • Vast • Inleen1 Afgeleide werkgelegenheid
• 645 arbeidsplaatsen • 510 arbeidsplaatsen • 135 arbeidsplaatsen Circa 400 arbeidsplaatsen
Productiewaarde
48,15 miljoen euro
Werkgelegenheid bij aan het primaire proces gerelateerde bedrijven (toeleverings-, handels- en transportbedrijven, maar ook de lokale / regionale detailhandel). Aandeel KKP in de totale Kamper productiewaarde wordt geraamd op circa 2,7%. Dit is naar schatting echter bijna
Arbeidskrachten die via uitzendbureaus of loonbedrijven worden ingehuurd De omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven.
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspoider, bijlage 3 Stec Groep
1
Bruto toegevoegde waarde4
22,47 miljoen euro
75% van de totale productiewaarde van de landbouw in Kampen3. Aandeel KKP in totale bruto TW van Kampen bedraagt circa 2,7%. Dit is naar schatting echter zo'n 85% van de bruto toegevoegde waarde van de landbouw in Kampen5.
Bron: Stec Groep, 2006
1.2 Trends van invloed op de glastuinbouwsector in Kampen Op basis van onder meer studies van het LEI en de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) kunnen we een aantal essentiele trends voor de glastuinbouw in Kampen benoemen. Deze trends zijn van belang voor de analyse van de effecten van de groei van het glasareaal in de Koekoekspolder (zie hoofdstuk 2). We noemen de volgende trends: • De Internationale marktpositie is doorslaggevend voor de verdere ontwikkeling van de sector / het cluster: voor met name de sierteelt is deze positie sterk, maar ook de groenteteelt heeft een sterke positie. • Binnen de glastuinbouw groeit vooral de sierteelt; maar ook voor groenten neemt afzet toe; • De ketenverkorting leidt tot verdere schaalvergroting in de sector (ook duidelijk zichtbaar in de afgelopen jaren) en toenemende samenwerking tussen telers. • Het glastuinbouwcomplex groeit in economische zin duidelijk en neemt een steeds groter aandeel in totale agrocomplex in. • De werkgelegenheid neemt de komende jaren af in de primaire productie. Tot 2020 kan deze afname zo'n 15 tot 20% bedragen. Daarbij is ook sprake van een verschuiving naar hoogwaardigere werkgelegenheid. Er worden hogere eisen aan het opleidingsniveau van de werknemer gesteld. • De binding tussen bedrijf en werknemers wordt sterker. Dit heeft tot gevolg dat het aantal werknemers in vast dienstverband toeneemt ten gunste van de inleenarbeid. Tegelijkertijd zal echter ook meer werk verricht worden door, via gespecialiseerde loonbedrijven ingehuurde, teams. • In tegenstelling tot de afname van de werkgelegenheid bij de primaire productiebedrijven, neemt de werkgelegenheid bij de aan de glastuinbouw gerelateerde bedrijvigheid (handel, logistiek, toegevoegde waarde activiteiten, etc.) toe. Per saldo blijft de werkgelegenheid op een vergelijkbaar niveau. • De toegevoegde waarde van het glastuinbouwcomplex zal substantieel toenemen door het stijgende aandeel van hoogwaardige werkgelegenheid in het cluster. 3 4 5
Bron: CBS Statline, bewerkingen Stec Groep (2006). Het totale inkomen dat in het productieproces wordt verdiend. Bron: CBS Statline, bewerkingen Stec Groep (2006).
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
1.3 Groeiscenario's glastuinbouw in de Koekoekspolder Aangewezen als LOG De ontwikkeling van de glastuinbouw in de Koekoekspolder gaat voorspoedig. De vraag is in hoeverre de gebied nog ruimte biedt aan verdere groei van de glastuinbouwsector. Vanuit de Rijksoverheid is de Koekoekspolder aangewezen als een van de tien gebieden waar tuinders uit het Westen van Nederland zich kunnen vestigen (LOG). In dat kader moet het gebied uitgroeien tot een glastuinbouwgebied van zo'n 220 hectare netto groot (= gereserveerde ruimte in de Gebiedsvisie Koekoekspolder). Dit betekent dat, gezien de huidige omvang van de glastuinbouw in de Koekoekspolder, de komende jaren nog zo'n 120 hectare netto nieuwe glastuinbouw in het gebied kan worden gerealiseerd. Uitbreidingsbehoefte en groeiperspectief: twee scenario's Op basis van de recente groeiontwikkelingen, trends en ontwikkelingen in de glastuinbouw en verwachte ontwikkelingen op de locatie Koekoekspolder zijn twee realistische groeiscenario's voor de Koekoekspolder opgesteld door Arcadis. De scenario's zijn in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 2: groeiverwachting glastuinbouwcluster (incl. Koekoekspolder) Optimistisch scenario Afnemend scenario
258 148
Bron: Arcadis (2006)
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
365 255
2. ANALYSE ECONOMISCHE EFFECTEN GROEI GLASAREAAL KKP 2.1 Uitgangspunten voor het bepalen van de economische effecten We onderscheiden structurele en tijdelijke economische effecten Voor het bepalen van de impact van uitbreiding van de glastuinbouw in de Koekoekspolder is onderstaand schema als leidraad gebruikt. Waar mogelijk en zinvol zijn de effecten kwantitatief in beeld gebracht. Een groot deel van de effecten is echter kwalitatief beschreven. Figuur 2: schematische weergave economische effecten
Direct
Tijdelijke effecten (realisatiefase)
Structurele effecten (gebruiksfase)
I. Bouw kassen en aanverwante bedrijfsbebouwing
III. Kassen op de locatie met bijbehorende werkgelegenheid en productie: directe werkgelegenheid "•-VI-
Indirect
II. Indirect effect door bestedingen (toeleveranciers, consumptie, e.d.)
IV. Indirect effect: bestedingen door de bedrijven (o.a. beheer en onderhoud) en nieuwe inwoners (woningbouw)
V. Nieuwe economische activiteiten uitgelokt door het project
Figuur 2 toont dat (economische) effecten kunnen worden verdeeld naar tijdelijke en structurele effecten . Deze kunnen op hun beurt worden ingedeeld in directe en indirecte effecten. Tijdelijke effecten zijn effecten die het gevolg zijn van de bouw (realisatie) van een project; in dit geval de nieuwe kassen en aanverwante bebouwing (I). De bouwactiviteiten hebben op hun beurt een stimulerend effect aan toeleverende bedrijven in de regio (II). De structurele effecten hebben de grootste impact op de (regionale) economie. Het zijn de effecten die optreden nadat de nieuwe glastuinbouw is gerealiseerd: de werkgelegenheid op de betreffende locatie Koekoekspolder (III).
De effecten kunnen zowel positief als negatief zijn. Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
4
Omdat de glastuinbouwbedrijven gebruik maken van producten en diensten in de regio (bouw, transport- en distributie, toeleveranciers, et cetera) genereren zij ook indirecte (werkgelegenheids)effecten (IV). Tot slot kan dit project additionele economische activiteiten uitlokken (V). Een sterk en duurzaam glastuinbouwcluster in de Koekoekspolder versterkt het imago van het gebied als aantrekkelijk glastuinbouwgebied en daarmee het regionale vestigingsklimaat: dit kan (extra) bedrijven van buiten de regio (onder meer uit het Westland) over de streep trekken om zich hier te vestigen. De kans hierop neemt toe, naarmate de kritische massa van de Koekoekspolder toeneemt. We bepalen voor twee scenario's de effecten op basis van realisatie van het volledige areaal Zoals uit voorgaande duidelijk wordt, treden economische effecten gespreid over de tijd op. Zo zijn er tijdelijke effecten bij de realisatie / bouw van een project en structurele effecten, samenhangend met het gebruik van bijvoorbeeld de kassen, die pas op een (veel) later moment optreden. Het moment waarop beide soort effecten optreden is afhankelijk van het moment waarop een bepaald project gerealiseerd wordt (figuur 3). In deze effectenstudie beperken we ons dan ook tot het in beeld brengen van de totaaleffecten op het moment van totale realisatie van het areaal glastuinbouw in 2020. Figuur 3: schematisch overzicht realisatie bouwvolumes in tijd
2006 Bron: Stec Groep en Arcadis (2006)
2020
2.2 Kengetallen, gegevens en aannames Voor deze impactanalyse is gebruik gemaakt van kengetallen en aannames in relatie tot werkgelegenheid, productiewaarde en bruto toegevoegde waarde. De kengetallen zijn afkomstig uit verschillende bronnen. Denk hierbij aan het CBS en vergelijkbare effectenstudies. In onderstaande tabellen zijn de kengetallen weergegeven.
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
Tabel 3: gehanteerde kengetallen, aannames
Bouwkosten kassen
Inschatten investeringsomvang van geplande bouwvolume.
Gemiddeld € 75 per m2/.
Netto omzet per werknemer in bouw
Bepalen van directe werkgelegenheidseffect van investeringsomvang. Inschatting van het potentiate directe werkgelegenheidseffect van (de groei van) KKP.
€ 151 .000 per werknemer (2003)*.
Werkgelegenheidsquotient
•
•
Vast dienstverband: 5 - 7 arbeidskrachten per ha (bandbreedte speelt in op verschillende typen teelt) lnleenarbeid:1 tot 1,5 arbeidskrachten per ha
Productiewaarde cluster
Indicatie waarde van de productie in het cluster
€ 45 per m2. Hierbij rekening gehouden met verschillende teelttypen.
Bruto toegevoegde waarde
Indicatie van het inkomen dat in het productieproces wordt gevormd Bepalen van indirecte werkgelegenheid bij o.a. detailhandel, bouw, toeleveranciers, transport.
€ 21 per m2. Hierbij rekening gehouden met verschillende teelttypen. Totale (nationale) multiplier: 1 ,5 (1 indirecte baan op 2 directe banen). Regionale multiplier: 1 ,312
cluster Afgeleide werkgelegenheid
Stijgt door onder meer stijgende loonkosten en regelgeving. Verdere stijging wordt verwacht. Aanname 2% per jaar. Stijgt licht. Circa 5% de laatste jaren. Toekomst: 2% stijging per jaar. Schaalvergroting (met name in glasgroente) in combi met afname werkgelegenheid in primaire sector. Op basis van o.a. studie LNV9 en studies RLG afname ingeschat op 10% tot 20% tot 2020. Inleen blijft per saldo ongeveer gelijk. Naar verwachting toenemend, vooral door productiegroei en prijsstijgingen in glasgroenteteelt. Aanname groei 1% per jaar. Toenemend. Op basis van studie LNV ingeschat op zo'n 1 ,5% per jaar. In de aan de primaire productie gerelateerde bedrijvigheid neemt de werkgelegenheid naar verwachting toe.
Gemiddelde bouwkosten liggen tot 2020 op zo'n € 85 per m2. Gemiddelde netto omzet tot 2020: € 175.000 per werknemer • •
Vast dienstverband: 4 tot 5,5 personen per ha Inleenarbeid blijft op 1 tot 1 ,5 persoon per ha.
Gemiddeld over ontwikkelingsperiode € 48,5 per m2. Gemiddeid over ontwikkelingsperiode € 23,5 per m2. De (regionale) multiplier voor de regio Kampen stijgt naar 1 ,5. Gerekend met vaste multiplier, echter de multiplier ontwikkelt geleidelijk naar de helft van de directe werkgelegenheid.
Bron: Stec Groep, 2006
7
Bron: eerdere studies naar effecten glastuinbouw, o.a. Spin-off Californie (KnowHouse, 2004) en Glastuinbouw Terneuzen (Ecorys, 2005) Bron: De bouw in cijfers 2000-2004, Bouwend Nederland, 2005. 9 Bron: Kiezen voor landbouw. Een visie op de toekomst van de Nederlandse agrarische sector, Ministerie van LNV (2005) 10 De omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven. 11 Het totale inkomen dat in het glastuinbouwproductieproces wordt verdiend. 12 Bronnen: gebaseerd op eerdere studies naar effecten glastuinbouw, o.a. Spin-off Calinfornie (KnowHouse, 2004) en Glastuinbouw Terneuzen (Ecorys, 2005) en studie 'Regionale input-output analyse' (LEI, 2001). 8
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
2.3 Vaststellen van de effecten Op basis van de hiervoor genoemde aannames presenteren we in deze paragraaf per scenario (in tabelvorm) de effecten van de vergroting van het glastuinbouwgebied in de Koekoekspolder. Daarbij geven we een overzicht van de betekenis van het cluster op dit moment en de betekenis van het cluster in 2020. We zijn bij het bepalen van de betekenis van het cluster in 2020 uitgegaan van de kengetallen uit de laatste kolom van tabel 2. Voor de huidige situatie hebben we de aannames uit de derde kolom gebruikt. Optimistische scenario De effecten van het optimistische scenario zijn hieronder weergegeven. Een toelichting per aspect staat in de laatste kolom. Tabel 4: Effecten optimistische groei scenario I Circa 107 ha Werkgelegenheid bij primaire GTB • Totaal • Vast • Inleen
645 510 135
365 ha
1.825-2.560 1.460-2.010 365 - 550
Afgeleide werkgelegenheid
400
915-1.280
Totale werkgelegenheid Kampen
17.000, aandeel GTB is circa 6%.
20.000, aandeel GTB 14 tot 19%
Productiewaarde
48,15 miljoen
177 miljoen
13
De omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Qroep
Glastuinbouwgebied groeit met 258 ha. De werkgelegenheid in het primaire productieproces neemt toe van zo'n 650 personen tot zo'n 1.800 tot ruim 2.550 personen in 2020. Gedurende de realisatie is sprake van tijdelijke werkgelegenheid bij de bouw- en toeleverende bedrijven. In totaal naar schatting 1.250 arbeidsplaatsen. Werkgelegenheid bij aan het primaire proces gerelateerde bedrijven (toeleverings-, handels- en transportbedrijven, maar ook de lokale / regionale detailhandel) neemt toe van circa 400 naar gemiddeld een kleine 1.100 personen. Inschatting op basis van prognoses in 'trendkaarten economische ontwikkeling stedelijk netwerk Kampen-Zwolle'. Aandeel glastuinbouw stijgt van circa 6% naar een 14 tot 19% (directe + indirecte werkgelegenheid). Aandeel KKP in totale productiewaarde Kampen neemt toe van ruim 2,5% in 2006 tot zo'n 8% in 2020. Het overgrote deel van de totale productiewaarde van de landbouw Kampen zal dan voor rekening komen van de glastuinbouw (nu al aandeel van zo'n 70%).
Bruto toegevoegde waarde1
22,47 miljoen
86 miljoen
Aandeel KKP in totale bruto TW van Kampen neemt toe van ruim 2,5% in 2006 tot circa 6% in 2020. Het overgrote deel van de totale bruto toegevoegde waarde van de landbouw komt dan voor rekening van de glastuinbouw (nu al aandeel van zo'n 80%). ^___
Bron: Stec Groep en Arcadis (2006) Afnemende scenario De effecten van een meer gestage ontwikkeling van de Koekoekspolder zijn hieronder weergegeven. Een toelichting per aspect staat in de laatste kolom. Tabel 5: Effecten afnemende groei scenario Omvang glastuinbouwgebied Werkgelegenheid bij primaire GTB • Totaal • Vast • Inleen
Circa 107 ha
255 ha
• • •
1.275-1.790 1.020-1.405 255 - 385
Afgeleide werkgelegenheid
400
640 - 895
Totale werkgelegenheid Kampen
17.000, aandeel GTB is circa 6%.
20.000, aandeel GTB 10 tot 14%
Productiewaarde10
48,15 miljoen
124 miljoen
Bruto toegevoegde waarde1b
22,47 miljoen
60 miljoen
645 510 135
Het totale inkomen dat in het productieproces wordt verdiend. ' De omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven ' Het totale inkomen dat in het productieproces wordt verdiend. Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
Glastuinbouwgebied groeit met 148 ha. De werkgelegenheid in het primaire productieproces neemt toe van zo'n 600 personen tot 1.275 tot bijna 1.800 personen in 2020. Gedurende de realisatie is sprake van tijdelijke werkgelegenheid bij de bouw- en toeleverende bedrijven. In totaal naar schatting 720 arbeidsplaatsen. Werkgelegenheid bij aan het primaire proces gerelateerde bedrijven (toeleverings-, handels- en transportbedrijven, maar ook de lokale / regionale detailhandel) neemt toe van circa 400 naar 640 tot bijna 900 personen. Inschatting op basis van prognoses in 'trendkaarten economische ontwikkeling stedelijk netwerk Kampen-Zwolle'. Aandeel glastuinbouw stijgt van circa 6% naar 10 tot 14% (directe + indirecte werkgelegenheid). Aandeel KKP in totale productiewaarde Kampen neemt toe van ruim 2,5% in 2006 tot een kleine 6% in 2020. Het overgrote deel van de totale productiewaarde van de landbouw Kampen zal dan voor rekening komen van de glastuinbouw. Aandeel KKP in totale bruto TW van Kampen neemt toe van ruim 2,5% in 2006 tot zo'n 4% in 2020. Het overgrote deel van de
totale bruto toegevoegde waarde van de landbouw komt dan voor rekening van de glastuinbouw.
Bron: Stec Groep en Arcadis (2006) Indirecte effecten in beide scenario's ontwikkelen zich geleidelijk, naarmate omvang gebied toeneemt Bij bovenstaande overzichten is het van belang op te merken dat bij het indirecte werkgelegenheidseffect in de glastuinbouw duidelijk sprake is van een lokaal/regionaal effect en een effect elders in den lande. Transportbedrijven, onderhoudsbedrijven, et cetera zullen steeds meer opschuiven richting Kampen als de kritische massa van het gebied Koekoekspolder verder toeneemt. Dit is een geleidelijke ontwikkeling. Indirecte werkgelegenheid is deels volgende werkgelegenheid waarbij eerst een bepaalde drempelwaarde moet worden overschreden om aan glastuinbouw gekoppelde bedrijvigheid te beginnen. De kritische massa voor KKP wordt ingeschat op minimaal 200 hectare. Door het bereiken van deze massa zullen steeds meer bedrijven en diensten in het cluster vanuit elders in Nederland besluiten om naar het complex in KKP te komen. Feit is echter dat dit niet geldt voor alle bedrijven. Vooral kassenbouwers, kennisinstituten en grote onderhoudsbedrijven blijven veelal waar zij nu al gevestigd zijn.
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
Overige effecten Door de groei van het cluster in Kampen is ook sprake van meer 'zachte effecten'. Denk aan: • versterking van de werkgelegenheidsstructuur in Kampen door toevoeging arbeidsplaatsen in de glastuinbouw; • versterking van het imago van Kampen / Koekoekspolder als vestigingsplaats voor glastuinbouw en daaraan gelieerde activiteiten. Dit vergroot de acquisitiekracht voor nieuwe activiteiten; • versterking en behoud van de agrarische sector in Noordoost-Nederland; • versterking van het woonklimaat en de woningvoorraad in Kampen, omdat (nieuwe) koopwoningen afgezet kunnen worden. Deze effecten ontstaan puur door vestiging van nieuwe glastuinbouwactiviteiten op de nieuwe locatie. De eventuele herontwikkeling van locaties die achtergelaten worden in Kampen - door verplaatsende glastuinbouw(gelieerde) bedrijvigheid - kan ook tot aanvullende positieve economische effecten leiden. Deze locaties kunnen bijvoorbeeld worden herontwikkeld tot woningbouwlocaties. Effecten zijn onder meer: • groei van de woningvoorraad leidt tot extra inwoners en bestedingen; • woningen en andere voorzieningen versterken de levendigheid en het imago van het stadscentrum, dit trekt mogelijk extra winkelpubliek; • vertrek bedrijfsfuncties leidt tot minder (verkeers)overlast in het stadscentrum; • nieuwbouw van woningen en ander vastgoed op herontwikkelingslocaties levert (lokale) werkgelegenheid op. Uiteraard zijn bovengenoemde effecten in het optimistische scenario het grootst.
2.4 Conclusie Samenvattend overzicht effecten in de twee scenario's Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van bovenstaande berekeningen van de effecten van de ontwikkeling van extra glastuinbouw in Koekoekspolder.
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
10
Tabel 6: Samenvattend overzicht belangrijkste effecten ontwikkeling GTB in Koekoekspolder
Omvang glastuinbouwgebied Werkgelegenheid bij primaire GTB • Totaal • Vast • Inleen Afgeleide werkgelegenheid Totale werkgelegenheid Kampen Tijdelijke werkgelegenheid tijdens realisatie nieuw areaal Aandeel GTB (direct + indirect) in Kamper werkgelegenheid Productiewaarde ' ' Bruto toegevoegde waarde1 tt
Circa 107 ha
Optimistische groei 365 ha
lifts! Afnemende groei 255 ha
• 645 • 510 • 135 400 17.000 Nvt 6% 48 miljoen (2,5%) 22 miljoen (2,5%)
1.825-2.560 1.460-2.010 365 - 550 915-1.280 20.000 1.250 14 tot 19% 177 miljoen (8%) 86 miljoen (6%)
1.275-1.790 1.020-1.405 255 - 385 640 - 895 20.000 720 10 tot 14% 124 miljoen (6%) 60 miljoen (4%)
Bron: Stec Groep en Arcadis (2006) Terugkoppeling naar de onderzoeksvraag Welke bijdrage levert de (uitbreiding van de) glastuinbouw in de Koekoekspolder nu aan de lokale en regionale economie? Onderstaand kader geeft hiervan nogmaals een kort en bondig overzicht: In het optimistische groeiscenario wordt werkgelegenheid gecreeerd voor circa 1.800 tot 2.500 personen bij de primaire glastuinbouwbedrijven in de Koekoekspolder. Dat is een groei van zo'n 1.200 tot een kleine 2.000 arbeidsplaatsen. Ook bij een meer gematigde ontwikkeling worden nog zo'n 675 tot bijna 1.200 banen gecreeerd. Deze primaire glastuinbouwbedrijven leveren op hun beurt werkgelegenheid op voor zo'n 640 tot bijna 1.300 personen (in het meest gunstige scenario) bij aanverwante bedrijvigheid, zoals toeleveringsbedrijven, transport, distributie, maar ook de lokale/regionale detailhandel. Het aandeel van de werkgelegenheid in de glastuinbouw in Kampen neemt toe van 6% naar maximaal 17
De omzet aan tuinbouwproducten geteeld bij de primaire glastuinbouwbedrijven. Tussen haakjes (een inschatting van) het aandeel in de totale productiewaarde in Kampen. 18 Het totale inkomen dat in het productieproces wordt verdiend. Tussen haakjes (een inschatting van) het aandeel in de totale bruto toegevoegde waarde in Kampen.
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
11
tussen 14 en 19% van de totale Kamper werkgelegenheid in 2020. Tijdens de realisatie van de nieuwe kassen wordt tijdelijk werk gecreeerd voor een kleine 1.000 personen bij onder meer bouwbedrijven. Het aandeel van de glastuinbouw in de Kamper productiewaarde stijgt van ruim 2,5 naar 6 tot maximaal 8% in het optimistische scenario. Het aandeel van de glastuinbouw in de Kamper bruto toegevoegde waarde stijgt van ruim 2,5% naar 4 tot maximaal 6% in het optimistische scenario. Naast deze 'harde effecten' draagt de uitbreiding van de glastuinbouw in de Koekoekspolder bij aan onder meer de versterking van het woonklimaat en de woningvoorraad in Kampen. Dit leidt tot extra inwoners en bestedingen. Verder wordt het imago van Kampen / Koekoekspolder als vestigingsplaats voor glastuinbouw en daaraan gelieerde activiteiten versterkt. Dit vergroot de acquisitiekracht voor nieuwe (aan de glastuinbouw verwante) activiteiten. Kritische massa en type cluster Op termijn zal het Kamper glastuinbouwcluster naar verwachting verschuiven van een lokaal/regionaal cluster naar een meer regionaal/landsdelig cluster. Het verschil tussen deze clusters zit met name in de hoeveelheid (en samenstelling van de) aanverwante bedrijvigheid die in de regio gevestigd zal zijn. Enerzijds neemt door de toenemende omvang van het cluster de bestaande aanverwante bedrijvigheid in omvang en aantal toe, anderzijds is dit een direct gevolg van de tendens van outsourcing die zich in de glastuinbouw voordoet (zie ook paragraaf 1.2). Verder neemt de aantrekkingskracht toe op bedrijven die elders zijn gevestigd. Gezien het toenemende aandeel van hoogwaardige werkgelegenheid in het cluster zal het op termijn bijvoorbeeld voor kennisinstellingen en gespecialiseerde adviesbureaus bijvoorbeeld interessant worden om zich in de omgeving van het Kamper cluster te vestigen. Verder zal de aanverwante bedrijvigheid in alle situaties vooral bestaan uit toeleveringsbedrijven, transport en distributie. Al deze effecten zijn sterker naarmate het cluster in Kampen meer verschuift naar het landsdelig niveau. Dit is met name het geval in het scenario van optimistische groei.
Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
12
Tabel 7. Ontwikkeling GTB-cluster Kampen naar niveau, per scenario
Lokaal / regionaal Tot ca. 200/300 ha
Landsdeel 300 - 500 ha
• • •
(lnter)nationaal > 500 ha
Primaire teelt (KKP met name groente) Dienstveriening (adviesdiensten tuinbouw, accountancy, et cetera) Lokale detailhandel en bouw Idem als 'lokaal/regionaal', maar dan meer bedrijven / massa Transport, distributie Toeleveranciers, afnemers Idem als 'landsdeel', maar dan meer bedrijven / massa Kennis- en opleidingen Innovatie en onderzoek Brancheorganisaties
Bron: Stec Groep, 2006
2.5 Effecten van een extra gebied naast de KKP De werkgelegenheidseffecten van een tweede gebied van zo'n 240 hectare omvang naast de KKP, komen overeen met de berekeningen zoals hierboven gepresenteerd. Het effect van een gebied van 240 hectare is vergelijkbaar met het effect van het gebied dat wordt gerealiseerd in het afnemende groeiscenario (255 hectare). Het totale gebied is, in geval van een tweede gebied naast de KKP van 240 hectare, vervolgens vergelijkbaar met de economische betekenis van een KKP van zo'n 365 hectare in het optimistische scenario (oppervlakten ontlopen elkaar niet veel). We verwijzen dan ook naar de berekeningen voor deze scenario's zoals die hierboven zijn gepresenteerd. Voor de economische effecten maakt het geen noemenswaardig groot verschil of het 2e gebied nu op 1 km of 10 km van het huidige KKP ligt. Voor vestiging van GTB-bedrijven - en daarmee komst van werkgelegenheid - is immers vooral de beschikbaarheid van ruimte van belang. Twee grote GTB-gebieden leveren in principe dezelfde spin-off als een zeer groot GTB-gebied. Nadelige effecten van een tweede KKP op 10 km afstand liggen meer op het fysieke aspect: extra investeringen in infrastructuur, extra verkeersbewegingen en minder mogelijkheden voor samenwerking en clustering (energie, warmte, voorzieningen). Voor individuele ondernemers kan dit wel negatieve financiele consequenties hebben. Economische verkenning glastuinbouw Koekoekspolder, bijlage 3 Stec Groep
13