www.overijssel.nl Postadres
Provinciale Staten van Overijssel
Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 30
Uw kenmerk
Bijlagen
Uw brief
Ons kenmerk
Datum
RWB/2005/3851
20 12 2005
Doorkiesnummer
Inlichtingen bij
425 16 40
hr. B. Beukema
425 13 06
mw. E.L. Jaspers
Onderwerp
Plan van aanpak programma ruimtelijke kwaliteit.
Bijlagen: - Plan van aanpak programma ruimtelijke kwaliteit (te raadplegen via het Stateninformatiesysteem – SIS kenmerk PS/2005/1337. Bijlagen zijn op te vragen via e-mail
[email protected] (ook indien deze niet beschikbaar zijn via het SIS.
In het afgelopen jaar hebben wij regelmatig met u van gedachten gewisseld over sturen op Ruimtelijke Kwaliteit in Overijssel. Dit vond plaats naar aanleiding van het door u in 2005 vastgestelde ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie, waarin als eerste actiepunt is opgenomen: verkenning en invulling van het begrip ruimtelijke kwaliteit. Na onze gezamenlijke, eerste verkenning van het begrip ruimtelijke kwaliteit, vastgelegd in het werkschrift ruimtelijke kwaliteit Overijssel, zetten we nu de volgende stap. In uw commissievergadering Ruimte en Groen van 14 september 2005 hebben wij toegezegd om het plan van aanpak voor het vervolg, het programma ruimtelijke kwaliteit, toe te sturen. Het plan van aanpak is te vinden op het SIS. De bij het werkschrift aangekondigde activiteiten (aanvullen en verdiepen van kennis, verbreding, concrete projecten en kwaliteitsatelier) zijn in dit plan van aanpak uitgewerkt. Wij hebben gekozen voor de praktische aanpak: “samen ervaring opdoen in de praktijk en daarvan samen leren”. Dit komt tot uitdrukking in een groot aantal concrete projecten en activiteiten. Het plan van aanpak programma ruimtelijke kwaliteit bestaat uit drie hoofdlijnen.
Bij correspondentie graag ons kenmerk vermelden.
RABO Zwolle 3973.41.121 Bezoekadres
Tijdens de renovatie van het provinciehuis is een deel van de organisatie gehuisvest op
Luttenbergstraat 2 Zwolle
kantoorlocatie Rechterland 1 te Zwolle. Zie voor meer informatie www.overijssel.nl.
Rechterland 1 Zwolle
2
Ten eerste het instellen van het Overijssels atelier voor Ruimtelijke Kwaliteit onder leiding van een externe adviseur. Wij hebben per 1 januari 2006, voor een periode van twee jaar, het Overijssels Atelier Ruimtelijke Kwaliteit ingesteld. Het Atelier is onafhankelijk en staat onder leiding van de Overijssels Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit, Jandirk Hoekstra. Het Atelier zal ons en anderen gevraagd en ongevraagd adviseren en zo een bijdrage leveren aan de bewuste omgang met en de realisatie van ruimtelijke kwaliteit. De volgende organisaties zijn nu betrokken bij het atelier: het Oversticht, Landschap Overijssel, Kunst en Cultuur Overijssel, Architectuurcentrum Twente en Dienst Landelijk Gebied. Deze groep betrokken organisaties zal de komende tijd groeien. Ten tweede gaan wij ervaring op doen in concrete projecten. In diverse lopende projecten vindt dit reeds plaats. Daarnaast zijn binnen de verschillende portefeuilles in ons college, per portefeuille, 1 of meerdere projecten benoemd op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. De projecten zijn het provinciaal aandeel in de activiteiten van overheden en particulieren om te komen tot ruimtelijke kwaliteit in de provincie. Daadwerkelijke realisatie van ruimtelijke kwaliteit, voorbeeldwerking, opdoen van praktijkervaring en leerervaringen voor (nieuw) beleid zijn voor ons de belangrijkste effecten van deze projecten. Ten derde het verbreden, aanvullen en verdiepen van de kennis over Ruimtelijke Kwaliteit. Bij het opstellen van het werkschrift is er bewust voor gekozen eerst een interne verkenning van het onderwerp te maken, waarbij twee gebieden als voorbeeld zijn genomen. In dit vervolg is het belangrijk om onze kennis en ervaring te delen met anderen, zoals gemeenten, waterschappen, private partijen en maatschappelijke organisaties. Daarnaast is het de bedoeling om het werkschrift voor de hele provincie uit te werken en moet de kennis op een aantal onderwerpen worden aangevuld en verdiept. In het plan van aanpak zijn daarvoor diverse projecten opgenomen. Grote waarde hechten wij aan brede communicatie over ruimtelijke kwaliteit. Met een groot aantal organisaties willen wij de kennis over en ervaring met ruimtelijke kwaliteit delen. Belangrijkste doelgroepen zijn: de gemeenten, waterschappen, belangenorganisaties, private partijen en (soms indirect) de burgers in Overijssel. De komende tijd willen wij ruimtelijke kwaliteit inhoud en richting geven onder het motto: onweerstaanbaar Overijssel. Communicatieboodschap en –momenten zullen meegroeien met het programma. In het plan van aanpak is onder andere een eerste overzicht opgenomen van de planning van activiteiten. Wij gaan ervan uit dat u kunt instemmen met dit plan van aanpak en zullen u geregeld op de hoogte houden van de voortgang en de ervaringen die we opdoen in de concrete projecten. Tevens willen wij u uitnodigen voor de presentatie van het Overijssels Atelier Ruimtelijke Kwaliteit en de kennismaking met de Overijssels Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit, Jandirk Hoekstra, op 23 januari 2006 vanaf 16.00 uur in het provinciehuis. Wilt u uw aanwezigheid bij deze bijeenkomst vooraf melden bij L. Kofrc van de eenheid RWB (
[email protected], telefoon: 038 425 16 03). Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
secretaris,
Plan van aanpak programma ruimtelijke kwaliteit 20 december 2005
1. inleiding Sturen op ruimtelijke kwaliteit is een forse verandering op vele fronten. Na de verkennende fase, waarin het werkschrift een prominente rol vervulde, komt het nu aan op praktisch doen en leren van de praktijk. Een leerproces dat moet leiden tot een andere omgang met ruimtelijke vraagstukken. Centraal staat de omslag die het college in gang heeft gezet: meer ruimte voor economische ontwikkelingen en eigen initiatieven van burgers en bedrijven, gekoppeld aan toename van ruimtelijke kwaliteit en verantwoordelijkheid voor die kwaliteit bij initiatiefnemers van ruimtelijke ingrepen. De centrale opgave is de gekoppelde ontwikkeling van sociaal-economische en ruimtelijke kwaliteit van de provincie Overijssel. Veranderingen zullen op vele fronten en bij alle betrokken partijen, in samenhang, vorm moeten krijgen. Bij provincie, gemeenten en waterschappen zullen veranderingen optreden in rollen, verantwoordelijkheden, werkwijze, kennis, vaardigheden en uiteindelijk in regelgeving en regelingen. Bij initiatiefnemers van ruimtelijke ingrepen, maatschappelijke organisaties en burgers staan vergroting van enthousiasme en de eigen verantwoordelijkheid voor ruimtelijke kwaliteit, verinnerlijken van kennis over kwaliteit en vergroten van handelingsmogelijkheden en realisatie centraal. De komende 2 jaar zal door de provincie allereerst ingezet worden op het opdoen van praktische ervaring met realisatie van ruimtelijke kwaliteit. We gaan het werkschrift aanvullen en verdiepen met kennis, kansen en voorbeelden. En we richten onze activiteiten op verbreding van doelgroepen en betrokkenheid, commitment voor kwaliteit, leren in en van de praktijk en gezamenlijk zoeken naar de beste mechanismen om kwaliteit te maken en te houden. Belangrijke steun daarbij verwacht de provincie van het op te richten Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit.
2. Kader 2.1 terugblik In het onderhandelingsakkoord staan enkele opgaven centraal: • vergroten van de sociaal-economische positie van landelijk en stedelijk gebied • behoud en versterking van ruimtelijke kwaliteit • het daadwerkelijk mee-realiseren van ruimtelijk-fysieke oplossingen voor het verdiepen en versterken van de leefkwaliteit. Ontwikkelingsplanologie is daarbij de voorgestane werkwijze: integrale gebiedsontwikkeling waarin complementaire partijen in een gezamenlijk proces streven naar verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door uitvoering en financiering van een aantal samenhangende projecten. In de bestuurlijke agenda van het ambitiedocument ontwikkelingsplanologie, door GS begin 2005 vastgesteld, is daartoe als eerste actie opgenomen: verkenning en invulling van het begrip ruimtelijke kwaliteit. Wat is Ruimtelijke kwaliteit, wat is de rol van de provincie en hoe gaan wij in Overijssel hieraan invulling geven. In de gezamenlijke verkenning van PS en GS, het werkschrift ruimtelijke kwaliteit, is een eerste verkenning gemaakt van begrip, rollen en aanpak. Op 24 mei heeft GS ingestemd met het nader uitwerken van de vervolgstappen voor ruimtelijke kwaliteit. De toen vastgestelde hoofdonderdelen zijn: • aanvullen en verdiepen van kennis (werkschrift) • verbreding, m.n. met (externe) doelgroepen • concrete projecten
1
• kwaliteitsatelier In dit plan van aanpak is uitwerking gegeven aan dit besluit. Realisatie van ruimtelijke kwaliteit start niet met dit plan van aanpak, maar vindt al in diverse projecten plaats. Voorbeelden in dit verband zijn Nationale Landschappen IJsseldelta en Noordoost Twente, Vreugderijkerwaard, stimuleringsprogramma “Re-animatie industrieel en agrarisch erfgoed’, De Doorbraak in Noord-Twente, Kamperveen, rode lijn Hengelo, De Brekert (Rijssen-Holten) en Bentelo, evenals enkele nieuwe landgoederen. Vanzelfsprekend zullen leerervaringen uit deze projecten en communicatiemomenten over ruimtelijke kwaliteit worden benut.
2.2 Ontwikkelingen De activiteiten in dit plan van aanpak staan niet op zich zelf, maar zijn onderdeel van diverse ontwikkelingen in met name de ruimtelijke ordening. In de Nota Ruimte legt de rijksoverheid de regierol voor ruimtelijk en gebiedsgericht beleid bij de provincie, evenals de verantwoordelijkheid voor ‘ontwikkelen met kwaliteit ‘. De provincie is verantwoordelijk voor de basiskwaliteiten en uitwerking van specifieke kwaliteiten. Daarnaast zal de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) de komende jaren ingrijpend worden gewijzigd. Zelf heeft de provincie een aantal ontwikkelingen in gang gezet, zoals: • Van sturen op kwantiteit, naar sturen op kwaliteit • selectief toezicht • ontwikkelingsplanologie als aanvulling op toelatingsplanologie • verkenning van nieuwe provinciale rollen, zoals regisseur van of partner in gebiedsontwikkeling Deze ontwikkelingen hebben een directe relatie met de opgaven voor ruimtelijke kwaliteit en zullen dus in samenhang verder worden ontwikkeld.
3. De ruimtelijke kwaliteitsopgave, programmadoelen en resultaten 3.1 De opgave Het programma ruimtelijke kwaliteit heeft twee opgaven voor de komende jaren: • Gezamenlijk ervaring opdoen met een nieuwe manier van denken en doen binnen en buiten de provincie, met bijbehorende veranderingen in benodigde kennis, vaardigheden en werkwijze. • Op basis hiervan vorm en inhoud geven aan kwaliteitssturing, veelal aan de voorkant van processen en de regierol van de provincie. Ruimtelijke kwaliteit is geen exclusieve opgave voor de provincie of een specifieke eenheid binnen de provincie. Veranderingen in de ruimtelijke kwaliteit ontstaan door het uitvoeren van projecten en activiteiten, waarbij initiatiefnemer(s) en betrokken partijen gezamenlijk zoeken naar de gewenste ruimtelijke kwaliteit en deze (vroegtijdig) integreren in planvorming, uitvoering, financiering en beheer. Binnen de provincie zijn vrijwel alle eenheden daarom betrokken bij de zoektocht naar en de realisatie van ruimtelijke kwaliteit. Buiten het provinciehuis zijn het met name gemeenten, waterschappen, maatschappelijke en private partijen, burgers en ondernemers die een grote verantwoordelijkheid hebben voor de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. De provincie en de buitenwacht dienen dus nadrukkelijk betrokken te worden bij de implementatie en verantwoordelijkheid gaan dragen voor de kwaliteit. Uitdragen, bewustwording creëren, enthousiasmeren, kennisontwikkeling en –overdracht, draagvlak verwerven, praktijkervaring opdoen, faciliteren, discussiëren en eventueel het maken van afspraken tussen overheden zijn daarbij, in deze fase, belangrijke instrumenten voor de provincie. Omzetten in nieuw beleid volgt daarop.
2
3.2 De doelen, resultaten en effecten Als streefbeeld voor eind 2007 zijn de programmadoelen, resultaten en effecten: • Expliciet maken van de provinciale rollen / verantwoordelijkheden bij realisatie en versterking van ruimtelijke kwaliteit (kaderstellend, richtinggevend, stimulerend). • Expliciet maken van de mechanismen die leiden tot versterking van ruimtelijke kwaliteit, gericht op een gedeelde en gedragen Overijsselse manier van werken om ruimtelijke kwaliteit te behouden, versterken en/of realiseren. • Verbreden van betrokkenheid bij, kennis over, commitment voor en ervaring met (sturen op) ruimtelijke kwaliteit bij provincie, gemeenten, waterschappen, publieke en private organisatie en burgers binnen Overijssel. Resultaten zijn diverse, gerealiseerde projecten waarin de ruimtelijke kwaliteit zichtbaar is versterkt, met een zichtbare rol voor de provincie en een toename van kennis over en positieve houding ten opzichte van ruimtelijke kwaliteit bij maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers. • Per 1 januari 2006 instellen en (minimaal 2 jaar) instandhouden van een goed functionerend Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit, dat aantoonbaar heeft bijgedragen aan het verhogen van de (bewustwording over) ruimtelijke kwaliteit. • Expliciet maken van de provinciale kernkwaliteiten per regio / gebied. Resultaat is een compleet, gedeeld en bedragen overzicht van de ruimtelijke kwaliteit in Overijssel. • Aanvullen en verdiepen van de kennis over ruimtelijke kwaliteit, kennis over de mogelijkheden en kansen om de ruimtelijke kwaliteit te versterken en verbetering van de kennisinfrastructuur en -benutting in Overijssel bij betrokken partijen. • In gang zetten van een structurele positie / mechanismen voor versterking van ruimtelijke kwaliteit in beleid, instrumenten en handelen van met name overheden (nieuw beleid). Resultaten zijn voorstellen voor een gestructureerde inbedding van (sturen op) ruimtelijke kwaliteit en bijbehorende mechanismen in beleid, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, instrumenten en uitvoering van provincie, gemeenten en waterschappen. De langere termijn (beleids)doelen voor ruimtelijke kwaliteit (2007 e.v.) zullen lopende het programma nader vorm krijgen.
4. Hoofdlijnen aanpak De aanpak in het programma ruimtelijke kwaliteit de komende twee jaar laat zich samenvatten in: “Samen ervaring opdoen in de praktijk en daarvan samen leren” De ruimtelijke inrichting in Nederland staat continu onder druk en is volop in ontwikkeling/beweging. Ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit biedt, tegen die achtergrond, goede kansen de centrale opgave uit het onderhandelingsakkoord te realiseren. Na de afronding van het werkschrift Ruimtelijke kwaliteit Overijssel is de uitwerking en realisatie van (sturen op) ruimtelijke kwaliteit in de volgende fase gekomen. Het werkschrift heeft geleid tot begrip en enthousiasme, een beeld van mogelijke rollen van betrokken partijen en concrete voorbeelden van ruimtelijke kwaliteit. Het betreft een eerste verkenning, waarop nu voortgebouwd wordt. De komende 2 jaar staan voor Ruimtelijke Kwaliteit in het teken van ervaring opdoen met andere partijen, daadwerkelijk ontwikkelen van kwaliteit, communicatie en genereren van kennis en waar nodig ontwikkelen (nieuw)beleid. Zo kan, naar aanleiding van de ervaringen, geregeld worden wat geregeld moet worden en ruimte gegeven waar dat kan. Uiteindelijk zullen de resultaten landen in het Provinciaal Ontwikkelingsplan (POP). In het plan van aanpak worden, op basis van de besluitvorming van 24 mei 2005, 3 hoofdlijnen onderscheiden voor de komende 2 jaar:
3
1. Instellen Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit onder leiding van Overijssels adviseur voor ruimtelijke kwaliteit 2. Ervaring op doen met projecten (experimenten); per gedeputeerde 1-2 projecten 3. Kennis delen en verbreden Deze worden hierna uitgewerkt. Gedeputeerde Staten zullen 2 keer per jaar in de vorm van een strategische discussie bijgepraat worden over voortgang op de verschillende onderdelen uit het programma.
5. Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit 5.1 inleiding Een goede organisatie van de kennis die we nodig hebben om te ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit, maar vooral enthousiaste verhalen en voorbeelden zijn essentieel. Het Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit gaat de komende jaren die bijdrage leveren. In het Atelier komen kennis, ervaring en creativiteit samen. En, vanuit het Atelier worden provincie, gemeenten, waterschappen, organisaties en publiek gevoed met stimulerende voorbeelden, kennis op maat en aansprekende perspectieven. Het Atelier zal, met kennis van zaken, moeten inspireren, enthousiasmeren, aanjagen en impulsen geven aan de bewuste omgang met en realisatie van ruimtelijke kwaliteit. De activiteiten van het Atelier gaan zo bijdragen aan een prominentere rol voor ruimtelijke kwaliteit in het handelen van velen in de provincie. We willen hieraan de komende 2 jaar een extra impuls geven. Vandaar dat we het Atelier voor een periode van 2 jaar installeren. Na die periode zal het denken en doen t.a.v. ruimtelijke kwaliteit een vanzelfsprekende rol in ontwikkelingsprocessen moeten spelen. De missie van het Atelier is: ‘samen inspireren tot meer ruimtelijke kwaliteit in Overijssel door denken en doen’. Het Atelier is onafhankelijk en kan gevraagd en ongevraagd adviseren over ruimtelijke kwaliteit.
5.2 Atelierorganisatie en financiering Het Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit staat in 2006 en 2007 onder leiding van J. Hoekstra, de Overijssels Adviseur ruimtelijke kwaliteit. In het Atelier participeren in ieder geval: • Het Oversticht • Landschap Overijssel • Kunst en Cultuur Overijssel • Architectuurcentrum Twente • Dienst Landelijk gebied De groep betrokken organisaties zal verder uitgroeien tot een netwerkorganisatie, waarin, veelal op basis van projecten van het atelier, o.a. Proeftuin Twente / kunstvereniging Diepenheim, Overijsselse opleidingsinstituten, de Kamers van Koophandel en soms ook gemeenten en waterschappen participeren. Het atelier is multidisciplinair in een aantal opzichten: • verschillende inhoudelijke disciplines moeten samenwerken; • er moet zowel sprake zijn van een hoog abstractieniveau (visievorming/inspireren) als van een concreet niveau, m.n. waar het innovatieve / vernieuwende ontwikkelingen betreft (adviseren/initiëren); • het moet zowel aanbodgericht als vraaggericht opereren, kortom goed kunnen inspelen op wensen en ideeën en tevens eigen ideeën poneren. Binnen het atelier dient in ieder geval expertise aanwezig te zijn over: • Ruimtelijke ontwikkeling; • Landschap; • cultuurhistorie; • Stedenbouw en architectuur;
4
• Financiën (financiële uitvoerbaarheid, PPS, grondexploitatie/verevening); • Communicatie. Deze expertise komt bij voorkeur uit de participerende organisaties, maar kan ook ingehuurd worden. Naast de gevraagde en ongevraagde adviezen, is het Atelier zelf verantwoordelijk voor o.a. het opstellen van een werkprogramma, het vormgeven van de organisatie van het atelier (o.a. juridische status, programmaraad), de communicatie, de huisvesting, het uitwerken van gezamenlijke werkzaamheden met Gelderland en het uitbreiden van de groep betrokken organisaties met o.a. proeftuin Twente / kunstvereniging Diepenheim.
Marktpartijen
Rijk, gemeenten en andere provincies
stedenbouw en architectuur
Provincie Overijssel
landschap
Specialisme:
landbouw
Overijssels Adviseur
- Ruimtelijke ontwikkeling - Stedebouw/architectuur - Landschap(architect)/cultuurhistorie - Communicatie - Financien (PPS, grondexploitatie)
corporaties
project ontwikkeling
……………. waterschappen
burgers
financiering De bedragen in onderstaande tabel zijn per jaar en gelden voor 2006. Grotendeels gaan ze ook op voor 2007. Nadere afspraken voor 2007 kunnen gemaakt worden op basis van de ervaringen in 2006. Met de 15.000 euro per organisatie wordt het de organisaties mogelijk gemaakt te participeren. Binnen het Atelier worden de gelden voor de projecten deels ingezet bij de participerende organisaties, afhankelijk van hun bijdrage aan atelieractiviteiten en -producten. Besteding: Bron: Budget ruimtelijke kwaliteit en ontwikkelingsplanologie Middelen Esselinkproject 2006 Prestatieafspraken
Adviseur en Ondersteuning Ca. 150.000 euro
Participatie 5 organisaties
Projecten in atelierprogramma Max. 100.000 euro Ca. 100.000 euro
Het Oversticht, Landschap Overijssel, KCO,
5
ZC (cultuurconvenant) Interne budgetten: b.v. Reconstructie, etc Externe budgetten: b.v. nota cultuur en ruimte, etc.
DLG: 15.000 euro elk Architectuurcentrum Twente: max.15.000 euro p.m. p.m.
5.3 Positie, opdracht en werkwijze Het Atelier is onafhankelijk en kan gevraagd en ongevraagd adviseren. De provincie staat op afstand. De provincie heeft geen directe sturing op werkzaamheden en producten van het Atelier. We zal er sprake zijn van een relatie provincie – atelier. Deze komt tot uitdrukking in: • de programmafinanciering: op hoofdlijnen, gericht op realisatie van de, door de provincie gewenste effecten van het atelier, • inbreng van provinciale thema’s en vragen, • regulier overleg tussen adviseur en verantwoordelijke GS-leden (Rietkerk, Kristen, Jansen) over programma, resultaten, voortgang en effecten. De opdracht aan het Atelier is het bereiken van twee effecten: - de doelgroepen zijn zich meer bewust van ruimtelijke kwaliteit (als begrip); - doelgroepen zijn in staat om ruimtelijke kwaliteit vorm en inhoud te geven in de dagelijkse werkprocessen (planontwikkeling en uitvoering). Primaire doelgroepen zijn provincie, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven, (belangen/maatschappelijke ) organisaties en (vaak secundair) burgers in Overijssel. Het Atelier concentreert haar werkzaamheden op: • Ontwikkelingen met relevantie voor de hele provincie of delen van de provincie. Veelal het schaalniveau waarop de provincie acteert. • Opgaven met een grote impact op de ruimtelijke kwaliteit. • Activiteiten die niet behoren tot de reguliere werkzaamheden of competenties van de deelnemende organisaties. Samenwerking in het Atelier levert meerwaarde en ‘iets extra’s’ op. Het Atelier heeft een groot aantal instrumenten tot haar beschikking om de gewenste effecten te realiseren, zoals ontwerpstudies, discussiebijeenkomsten en adviezen. Reguliere activiteiten van de, nog aan te stellen landschapsconsulent worden niet binnen het Atelier uitgevoerd. Vernieuwende aspecten van zijn takenpakket zullen wel onderdeel uitmaken van de werkzaamheden van het Atelier.
5.4 Planning en organisatie De CdK, G. Jansen, is ambassadeur van het Atelier. Beleidsmatig zijn gedeputeerden T. Rietkerk (eindverantwoordelijke), J. Kristen en P. Jansen betrokken. Eerste ambtelijk aanspreekpunt is B. Beukema. In het eerste kwartaal 2006 zullen afspraken gemaakt worden met het Atelier over de thema’s waarop provinciale adviesaanvragen betrekking zullen hebben en zal de financiering van het atelierprogramma plaats vinden. Ieder kwartaal zal overleg plaats vinden tussen de Adviseur en betrokken verantwoordelijke GS-leden.
6. De provinciale projecten 6.1 inleiding Ruimtelijke kwaliteit is door GS aangemerkt als één van de opgaven voor de komende jaren. Ervaring opdoen met ruimtelijke kwaliteit en daarvan leren, gericht op het opdoen van kennis en eventueel
6
nieuw beleid staat centraal in de aanpak. Daarom is ervoor gekozen op een breed palet van provinciale thema’s met concrete projecten aan de gang te gaan om die ervaring op te doen. De opgedane kennis en ervaringen kunnen worden ingebracht in ander projecten of worden vertaald in nieuw beleid zoals dat binnen het Provinciaal OmgevingsPlan moet worden vormgegeven. De projecten zijn het provinciaal aandeel in de activiteiten van overheden en particulieren om te komen tot ruimtelijke kwaliteit in de provincie. Daadwerkelijke realisatie van ruimtelijke kwaliteit, voorbeeldwerking, opdoen van praktijkervaring en leerervaringen voor (nieuw) beleid zijn de belangrijkste effecten van deze projecten. De projecten zijn gekoppeld aan portefeuilles van alle gedeputeerden. Alle projecten dragen (mede) de vlag Ruimtelijke Kwaliteit en hebben (deels) het karakter van experimenten / pilots.
6.2 De projecten Onderstaande projecten komen of zijn in ontwikkeling, mede onder de vlag van ruimtelijke kwaliteit. Uit projecten, benoemd onder het hoofdstuk verbreden en verdiepen (zie hierna) kunnen in de loop van de tijd enkele nieuwe projecten voortkomen. Verantwoordelijk GS-lid CdK G. Jansen T. Rietkerk
P. Jansen
J. Kristen G. Ranter
J. Klaassen C. Abbenhues
Provinciaal project
Trekker
1. Ambassadeursschap Atelier Ruimtelijke kwaliteit 2. Woonlandschappen 3. Zandwinplas Eeser Meer en omgeving (steenwijkerland) 4. Ruimtelijke kwaliteit in Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) 5. Water in Zwolle: Westerveldtse Aa 6. Bouwen met identiteit NOT 7. Burgerparticipatie Salland: de regio geeft zelf vorm aan ruimtelijke kwaliteit (‘Sallandse ruimte’) 8. Zorg en ruimtelijke kwaliteit 9. Rondweg Weerselo 10. Hanzelijn 11. Bedrijventerrein Oldenzaal: Jufferbeek-zuid
B. Beukema (RWB) B. Veldboom (RWB) S. Bennema (WB) M. Klompe (LNL) H. Tienstra / R. Klem (WB) G. van Etten (ZC) R. te Wierik (ZCG)
M. Beaufort (ZC) H. Uiterwijk (WK) A. Kinds (RWBV) E. Steen (EMT)
6.3 Organisatie en financiering De projecten van de gedeputeerden vallen onder de verantwoordelijkheid van de betreffende eenheid. Vanuit ruimtelijke kwaliteit zal de voortgang en ontwikkeling gevolgd worden en waar nodig de kennisinbreng worden georganiseerd. Daarnaast zullen t.z.t. het delen van en lering trekken uit de ervaringen worden georganiseerd. Per project zal begin 2006 een plan van aanpak worden opgesteld. De leden van de ambtelijke brigade ruimtelijke kwaliteit verzorgen de ruimtelijke kwaliteitsaspecten in de projecten van hun eenheid. Projectfinanciering vindt plaats met de reguliere middelen. Vanuit het budget Ruimtelijke kwaliteit en Ontwikkelingsplanologie kan incidenteel worden bijgedragen t.b.v. aanvullende kennis m.b.t. ruimtelijke kwaliteit, niet voor realisatie van ruimtelijke kwaliteit zelf. Daarnaast zal het Overijssels Atelier ruimtelijke kwaliteit gevraagd worden t.b.v. een aantal projecten advies uit te brengen.
6.4 Planning In het plan van aanpak per project zal een nadere planning worden opgenomen. Per kwartaal zal, in de ambtelijke brigade, de voortgang worden gerapporteerd en besproken. Op hoofdlijnen wordt GS hierover geïnformeerd.
7
In 2006 staat ervaring opdoen centraal, vanaf eind 2006 aangevuld met lering trekken uit de praktijk, samen delen van ervaringen en eventuele aanvullingen van het werkschrift en/of voorstellen voor nieuw beleid. Eind 2006 zal de eerste tussenbalans worden opgemaakt.
6.5 Projecttoelichtingen Woonlandschappen De centrale vraag is: hoe kan er gebouwd worden in het landelijk gebied op een zodanige wijze dat er landschappelijk en ruimtelijk kwaliteitswinst wordt behaald? In en met de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe worden hiervoor concrete plannen uitgewerkt, gericht op realisatie van nieuwe woonlandschappen met ruimtelijke kwaliteit. Trekker: B. Veldboom (RWB) Zandwinplas Eesermeer (Steenwijkerland) Realisatie zandwinplas Eeser Meer (Steenwijkerland), gecombineerd met aanleg kantorenpark, bedrijventerrein, woningbouw (villa's, appartementen), golfbaan, hotel en waterpaviljoen (conform bestemmingsplan en vergunningen). De opgave is tweeledig: evalueren proces m.b.t. ruimtelijke kwaliteit tot nu toe, en hoe ruimtelijke kwaliteit te bereiken bij de verdere invulling? Trekker: S. Bennema (WBVH) Ruimtelijke kwaliteit en Landbouwontwikkelingsgebieden: voorbeeldproject LOG’s In de aangewezen Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) staan forse ontwikkelingen op stapel. Immers deze gebieden zijn aangewezen als gebieden waar ontwikkeling van de landbouw voorop staat en waar met name ook nieuwvestiging van intensieve veehouderij bedrijven mogelijk is. De opgave/uitdaging is om de uitbreiding en nieuwvestiging van bedrijven op zo’n wijze vorm te geven dat hierdoor een nieuwe eigentijdse identiteit en ruimtelijke kwaliteit ontstaat. In het voorbeeldproject zal op verschillende niveaus naar de Ruimtelijke Kwaliteit van LOG’s worden gekeken: 1. Op het niveau van de LOG’s als totaal; voor enkele LOG’s zal bekeken worden hoe het gebied er uit ziet, of bestaande landschapsstructuren voldoende aanknopingspunten bieden om nieuwe bedrijven te kunnen inplaatsen of dat nieuwe landschapsstructuren moeten worden ontworpen om voldoende ruimte en kwaliteit te kunnen realiseren. 2. Op het niveau van de erven zal onderzocht worden welke mogelijkheden de vormgeving van de stallen biedt om een nieuwe ruimtelijke Kwaliteit te genereren 3. Voor enkele concrete verplaatsers zal als voorbeeld vanuit Ruimtelijke Kwaliteit een ontwerp voor erf en gebouwen worden gemaakt. Trekker: M. Klompe Water in Zwolle: Westerveldte Aa De Westerveldsche Aa (WA) stroomde langs Zwolle en is in de loop der tijd opgeslokt door de uitbreidingen van Zwolle. De watergang is verduikerd verworden tot een bermsloot (Rechterland) of een kavelsloot of afgesneden, kortom weggezonken in een uitbreidende stad. Waterschap en gemeente hebben een wateropgave uit te voeren. Meer berging maken. Daarbij is het idee gegroeid om de WA weer nieuw leven in te blazen en het water weer een natuurlijker karakter te geven. De berging gaat weer onderdeel uitmaken van de het watersysteem dat de WA vormt. Het bijzondere van de plannen met de WA is dat ze voor een groot deel in stedelijk gebied liggen of komen te liggen. De opgave is het nuttige (ruimte voor water) met het aangename en mooie (ruimtelijke kwaliteit) te verenigen. Trekker: H. Tienstra / R. Klem (WB) Bouwen met identiteit in Noordoost Twente In de uitwerking van het Nationale Landschap is de provincie voor de opgave gesteld de uitwerking en programmering van het beleid op te pakken. Een van de belangrijkste opgaven is de cultuurhistorische kernkwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken. Wonen is één van de belangrijkste identiteitsbepalende factoren in het landschap. Voor het nationale landschap geldt het "ja, mits" regiem. Dit betekent dat er ruimte is voor woningbouw voor de eigen bevolking en voor lokale en
8
regionale bedrijvigheid (agrarisch, recreatief-toeristisch en overige bedrijvigheid), onder de voorwaarde dat de kernkwaliteiten van het Landschap behouden of versterkt worden. Hoe, waar en in welke vorm nieuwe woningen worden ontwikkeld zal mede bepalen of de (cultuurhistorische) identiteit van het Nationaal Landschap wordt versterkt of verzwakt. De opgave die in dit project wordt gesteld is het 'belvedèriseren' van het woningbouwprogramma. Trekker: G. van Etten Burgerparticipatie Salland In het project de Sallandse Ruimte wordt gezocht naar de mogelijkheden om ruimtelijke kwaliteit te bereiken gebruikmakend van de sociale dynamiek in een gebied. Het project richt zich op het grensvlak van ruimtelijke kwaliteit en burgerparticipatie. De Sallandse Ruimte gaat uit van de gedachte dat de ruimtelijke ontwikkeling in een gebied niet statisch tot stand komt aan de hand van een vooraf vastgelegd plan, maar dat het vooral gevormd wordt door een groot aantal gebeurtenissen en private besluiten die in de tijd plaatsvinden. Overheidsinstanties hebben maar beperkte directe invloed op deze gebeurtenissen, maar kunnen wel sturen door te faciliteren in de processen die plaatsvinden. De Sallandse Ruimte moet een handreiking voor het BGO opleveren om hier gebiedsgericht aan te werken. Trekker: R. te Wierik (ZCG) Zorg en ruimtelijke kwaliteit De Wesselerbrink in Enschede Zuid is één van de 56 aandachtswijken van het ministerie van VROM. Het is een typische jaren '70 wijk, met een functionele stedenbouw en uitstraling, ingericht volgens het principe van functiescheiding. Er liggen veel fysieke maar ook sociale opgaven. De wijk heeft veel lage inkomens. Het is bovendien de meest multiculturele wijk van Enschede. De bewoners zijn sterk georganiseerd. Door slimme combinaties tussen fysiek, sociaal en economisch wordt de wijk, en daarmee de sociale cohesie, behouden, maar een impuls gegeven aan de leefkwaliteit, waardoor een bruisend en levendig stadsdeel ontstaat. Vooral "kruispunt 6: zorgzame noabers woonzorgservicegebied Wesselerbrink" krijgt de komende tijd de aandacht. Trekker: M. Beaufort (ZC) Rondweg Weerselo Met de aanleg van de nieuwe rondweg om Weerselo wordt de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in Weerselo straks aanmerkelijk verbeterd. De provincie voert dit project dan ook uit in nauw overleg met de gemeente Dinkelland. Op 18 januari 2005 stelden Gedeputeerde Staten het plan voor aanleg van de rondweg Oost vast. Uitwerking vindt nu plaats. De opgave is, met de rondweg, ruimtelijke kwaliteit aan de oostkant van Weerselo te realiseren. Trekker: H. Uiterwijk (WK) Hanzelijn
Op dit moment is er nog geen concrete invulling voor dit project. Begin 2006 zal het project nader ingevuld worden. Belangrijk uitgangspunt is de inpassing van de Hanzelijn op het oude land. Trekker: A. Kinds (RWB) Bedrijventerrein Oldenzaal: Jufferbeek-zuid Dit nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein moet het visitekaartje van Oldenzaal worden. Het is de toegangspoort van Oldenzaal en dus heel zichtbaar voor iedereen. De opgave bij dit project is hoe dit terrein te ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit. Wat kunnen we leren van dit concrete project? En welke rol kan/wil de provincie spelen als het gaat om dit soort opgaven? Trekker: E. Steen (EMT)
7. Verbreden en verdiepen van Ruimtelijke kwaliteit
9
Het Werkschrift Ruimtelijke Kwaliteit was een eerste stap op het terrein van sturen op ruimtelijke kwaliteit. In dit deel van het plan van aanpak wordt aangegeven hoe wij de komende tijd verder gaan met het werkschrift. Twee belangrijke items hierbij zijn het verbreden en verdiepen van de onderwerpen naar andere thema’s en gebieden. Co-financiering van projecten in dit hoofdstuk vindt plaats uit het budget Ruimtelijke kwaliteit en Ontwikkelingsplanologie. Uitvoering vindt plaats in de lijn en/of binnen het GGW.
7.1 Uitwerken voor andere gebieden in Overijssel Bij de afronding van het werkschrift is aangegeven dat het werkschrift ook uitgewerkt zou worden voor de andere gebieden in onze provincie. In 2006 wordt dit opgepakt voor Zuidwest Twente, Noordwest Overijssel en Noordoost Overijssel. Daarnaast is aangegeven dat binnen alle gebieden integrale projecten worden opgepakt of verder uitgewerkt waarin ruimtelijke kwaliteit een prominente plaats kan innemen.
Gebied
Planning
Trekker
Zuidwest Twente Noordwest Overijssel Noordoost Overijssel
Afronding eind 2006 PM PM
H. Slijkhuis PM PM
Naast het maken van een werkschrift in een aantal gebieden, worden er binnen elk gebied projecten opgenomen waarin een duidelijke rol is weggelegd voor ruimtelijke kwaliteit.
Gebied
Projecten
Noordwest Overijssel Noordoost Overijssel Netwerkstad Zwolle-Kampen Salland
PM PM PM
Stedelijk netwerk Stedendriehoek Noordoost Twente
Zuidwest Twente
Netwerkstad Twente
Sallandse Ruimte (zie projectenlijst hs 6) Nieuwe bestemmingsplannen Landschapontwikkelingsplannen Woonlandschappen (zie projectenlijst hs 6) Sallandse Zandloper Toegewijd Landschap dorpsplannen Inrichting Keijzers- en Stobbenwaarden Inrichtingsvisie landbouwontwikkelingsgebieden Deventer (zie projectenlijst hs 6) o Streekeigen huis en erf o Bouwen met identiteit (zie projectenlijst hs 6) o Ruimtelijk kwaliteitskader voor Planuitwerking De Ruimte (Tubbergen-west/LOG-Geesteren) Wordt nog nader ingevuld er komt een vijftal projecten bij. Er kan in ieder geval gedacht worden aan: o Mogelijke kwaliteitsvisie voor Twickel o Stadsrandzone Enschede-Noord URBAL –project Enschede PM o o o o o o o o o
7.2 Verdiepen Daarnaast is bij de afronding van het werkschrift geconcludeerd dat het werkschrift op een aantal onderdelen moet worden aangevuld. In 2006 en 2007 wordt een aantal thema’s verder uitgewerkt.
Onderwerp
Planning
Trekker
10
Architectuur en vormgeving Uitbreiding van bedrijvigheid in het buitengebied met ruimtelijke kwaliteit Water Infrastructuur
Transformatie van vrijkomende agrarische bedrijfbebouwing
Afronding 1ste kwartaal ‘06 Opdracht wordt begin 2006 uitgewerkt.
ZC (G. van Etten) EMT (E. Steen)
PM Wordt voorlopig opgepakt met project rondweg Weerselo op basis hiervan zal bekeken worden welke nadere behoefte tot uitwerking er bestaat. Afronding 4e kwartaal 2006
PM RWB (R. van Witzenburg)
RWB (A. Velsink).
Bovenstaande projectenlijst kan t.z.t. worden uitgebreid met onderwerpen die voorkomen uit de ervaringen opgedaan in de provinciale projecten.
8.
Communiceren over Ruimtelijke Kwaliteit
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de communicatie over Ruimtelijke Kwaliteit in Overijssel. In eerste instantie wordt ingegaan op de boodschap van de provincie over Ruimtelijke Kwaliteit, waarom zijn wij hier mee bezig en waarom vinden wij het belangrijk. Vervolgens wordt in de daaropvolgende paragrafen de communicatie per onderdeel van het plan van aanpak behandeld.
8.1 Ambitie ruimtelijke kwaliteit De zoektocht en ambitie voor sturen op en vergroten van ruimtelijke kwaliteit wordt ingegeven door een aantal ontwikkelingen in onze leefomgeving. In dit kader zijn er twee die een belangrijke invloed hebben op de kwaliteit van onze leefomgeving: • Dynamiek en verscheidenheid van ontwikkelingen die in de provincie plaatsvinden • Verscheidenheid van de provincie in haar verschijningsvorm Dit maakt dat we ruimtelijke kwaliteit inhoud en richting willen geven vanuit het motto:
“Onweerstaanbaar Overijssel” Dit geeft natuurlijk nog niet voldoende input voor een concrete communicatieboodschap en doelstelling. Met deze (voorlopige) werktitel willen we de communicatie al werkende weg steeds verder gaan invullen. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: perspectief voor ruimtelijke kwaliteit, wat is en wanneer is er ruimtelijke kwaliteit, hoe komen we tot ruimtelijke kwaliteit e.d. In de eerste helft van 2006 willen wij een compleet communicatieplan opstellen.
8.2 Delen van kennis over ruimtelijke kwaliteit Voor het delen van kennis kunnen verschillende interne en externe doelgroepen worden onderscheiden. Per onderdeel en voor het geheel moet bekeken worden welke doelgroepen aan de orde zijn en zal vervolgens de boodschap worden bepaald. Er zal begin 2006 een communicatieplan worden opgesteld, waarin alle onderdelen nader zullen worden uitgewerkt. Het communicatieplan blijft echter een groeidocument dat werkende weg steeds verder ingevuld wordt.
8.2.1
Extern
Extern gaan we voorlopig uit van de volgende doelgroepen Doelgroep Boodschap Gemeenten, VNG-Overijssel Zal tzt worden ingevuld afhankelijk van moment. Waterschappen Zal tzt worden ingevuld afhankelijk van moment. Belangenorganisaties (waaronder bijvoorbeeld Zal tzt worden ingevuld afhankelijk van moment.
11
leden van de ePCFL) Private partijen Burgers
Zal tzt worden ingevuld afhankelijk van moment. Zal tzt worden ingevuld afhankelijk van moment.
Eerste planning voor 2006 actie Presentatie atelier en adviseur
middel Nieuwjaarsbijeenkomst en workshop
RO-symposium
Symposium en workshops over veranderingen binnen de RO en nieuwe ontwikekllingen Folder, met daarin de laatste ontwikkelingen binnen provinciaal beleid RO en wonen afgelopen jaar en vooruitblik. PM
Ontwikkelingen RO en Wonen
Projecten
Aanvullen werkschrift Gebiedsgericht werken Waterschappen Bedrijfsleven
planning 23 januari 2006
opmerking Eerste publieke presentatie adviseur J. Hoekstra
31 mei 2006
Wordt georganiseerd samen met ministerie VROM en VNGOverijssel
Gemeenten, waterschappen, belangenorganisatie, private partijen
Januari 2006
Wordt uitgedeeld tijdens nieuwjaarsbijeenkomst 23 januari 2006
PM
2006/2007
Per project zal bekeken worden welke communicatie nodig is, daarnaast zal er overkoepelende communicatie worden ontwikkeld
PM Gebiedsteams, aanjaagteams Discussiebijeenkomsten Lunch/diner
Expertdiner
Externe deskundigen
Federatie welstand
Viering 75 jarig jubileum
Internet site
Vormgeven van aparte site (als onderdeel van www.overijssel.nl) over Ruimtelijke Kwaliteit Tijdschrift, special ROM, met wat doen de provincies op gebied van Ruimtelijke Kwaliteit
ROM-special (IPO)
doelgroep Gemeenten, waterschappen, betrokken organisatie etc Gemeenten, waterschappen, private partijen, belangenorganisaties
1ste helft 2006 1ste helft 2006 2de helft 2006
Alle aangesloten 17 mei 2006 landelijke welstandsorganisaties
Opvolging van bijeenkomst over werkschrift. Commissaris is voorzitter van deze Federatie, Oversticht bereid deze dag voor
1ste helft 2006
Landelijk
Voorjaar 2006
In overleg met IPO
…
12
8.2.2 Intern Doelgroep o o o
Boodschap
Direct betrokkenen bij ruimtelijke kwaliteit (oa gebiedsteams, projectgroep) Overige medewerkers provincie Leiding – directie, hoofden en teamleiders
Kennis:
Houding:
Gedrag:
de interne doelgroepen informeren over de inhoud van ruimtelijke kwaliteit, de acties die hierop lopen en de resultaten hiervan. de interne doelgroepen staan positief tegenover ruimtelijke kwaliteit en zien hier de toegevoegde waarde van in. de interne doelgroepen werken actief mee aan ruimtelijke kwaliteit.
Subdoelstellingen daarbij zijn: • Direct betrokkenen faciliteren in hun communicatierol • Draagvlak en motivatie bevorderen • Betrekken van medewerkers bij ruimtelijke kwaliteit Planning 2006
Voor de communicatie is de projectplanning leidend. Vooralsnog kunnen de volgende communicatiemomenten aangewezen worden. Op basis van verdere invulling van de planning, wordt de communicatie ingevuld. actie Informatie vergaren voor intranet
middel Intranetsite
Instellen kwaliteitsatelier Aanstellen provinciaal adviseur kwaliteitsatelier Voortgang
Intranet, lijncommunicatie Intranet, lijncommunicatie
Lijncommunicatie
doelgroep Alle medewerkers provincie Alle interne doelgroepen Alle interne doelgroepen
planning Begin 2006
Alle interne doelgroepen
Lijncommunicatie continue
opmerking
Nieuwjaarsbijeenkomst 23 januari 2006 Nieuwjaarsbijeenkomst 23 januari 2006
Medewerkerbijeenkomst
Kwaliteitsatelier, betrokkenen provincie Praktijkvoorbeelden
Transistor
Leren van elkaar, leren werken met Uitgangspunten, ervaringen, inhoud
Workshops / masterclasses
8.3
Transistor
Presentaties
Alle medewerkers provincie Alle medewerkers provincie Direct betrokkenen Alle interne doelgroepen
Bijeenkomsten maart/juni/sep 2006 Medio maart 2006
Medio sep 2006
Medio 2006 (nader in te vullen) Gedurende 2006 (nader in te vullen)
Doelgroep bepalen obv inhoud
Atelier ruimtelijke kwaliteit
13
Het Atelier verzorgt haar eigen communicatie. De instelling van het Atelier en de benoeming van de Adviseur wordt bekend gemaakt tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van gedeputeerde T. Rietkerk op 23 januari 2006. Wanneer het atelier draait zal de adviseur eens per 3 maanden bijpraten met de betrokken gedeputeerden.
8.4
Projecten
Communicatie over de projecten zelf vindt primair plaats in de lijn en vanuit de projecten. Communicatie over de successen t.a.v. ruimtelijke kwaliteit, leerervaringen en het uitdragen van goede voorbeelden en succesvolle aanpak zal vanuit het programma worden georganiseerd.
8.5
Verbreden en verdiepen
Rond de verschillende activiteiten die in het kader van het verbreden en verdiepen plaatsvinden zal een communicatieplan worden opgesteld.
9. Programmaorganisatie Opdrachtgever: Gedeputeerde Staten Gedelegeerd opdrachtgever en eindverantwoordelijke namens GS: T. Rietkerk Uitvoerend gedelegeerd opdrachtgever: E. de Kruijk (Hoofdeenheid RWB) Opdrachtnemer en programmaleider: Bart Beukema Programmateam / ambtelijke brigade (sturing en uitvoering programma): B. Beukema, E. Jaspers, M. Klompe, E. Steen, H. Geurts, R. Klem, A. Velsink, R. van Witzenburg en G. van Etten. Gedeputeerde Staten zullen 2 keer per jaar in de vorm van een strategische discussie / GS-nota worden bijgepraat over voortgang op de verschillende onderdelen uit het programma. Projecten binnen het programma worden uitgevoerd in de lijn door de eenheid binnen wiens werkveld het project valt. In het programmateam / ambtelijke brigade vindt afstemming plaats, wordt de voortgang en kwaliteit (t.a.v. ruimtelijke kwaliteit) bewaakt, ervaringen gedeeld, conclusies op basis van ervaringen getrokken en de communicatie geregisseerd.
14