Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88
provincie.overijssel.nl
[email protected]
PROVINC1ALE STATEN VAN OVERIJSSEL
RABO Zwoile 39 73 41 121
Provinciale Staten van Overijssi
Inlichtingen bij
a.d. ont:
-
5 MRT
telefoon 038 499 87 62
2009
Routing
dhr. L. de Jong
[email protected]
Bijl.:
Tussenrapportage gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o.
Datum
03.03.2009 ICenmerk
2009/0032395 Pagina
1
Uw brief
Wij hebben beloofd u een tussenrapportage te sturen over de stand van zaken van de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. Met deze brief sturen we u de tussenrapportage toe. Deze is opgesteld in nauwe samenwerking tussen het gemeentebestuur van Enschede, het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf van het Rijk, Vliegwiel Twente Maatschappij en ons college. Wij stellen u voor deze rapportage te betrekken bij de presentatie van de stand van zaken door de directeur van Vliegwiel Twente Maatschappij, de heer Kuenzli, in de vergadering van de Commissie Ruimte, water en duurzaamheid op 18 maart a.s. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
secretaris,
Bijiagen
1 Datum verzending
05. MRT 200 9
provmcie
luchthaven
e.o.
S.o«
Bij de behandeSing van de gebiedsmodellen voor luchthaven Twente e.o. door Provinciale Staten van Overijssel, de gemeenteraad van Enschede en het Ministerieel Opdrachtgeversberaad, in oktober/november 2008, heeft de Vliegwiel Twente Maatschappij (VTM) opdracht gekregen twee vlekkenplannen A en B verder uit te werken. Sindsdien is er veel gebeurd. In deze tussenrapportage wordt verslag gedaan van de voortgang en wordt voorultgekeken naar de planning voor de komende periode. In ons voorstel van eind vorig jaar waarin het rapport Een Vliegwiel voor Twente aan PS en de raad is voorgelegd en besloten is tot uitwerking van vlekkenplannen A en B hebben wij aangekondigd het resultaat daarvan in 2009 voor te leggen. Besluitvorming over de defmitieve invulling is later dit jaar voorzien. Om u op de hoogte te houden van de voortgang en ontwikkelingen ook op rijksniveau informeren wij u actief door middel van deze voortgangsrapportage. Voor een onderdeel in de tussenrapportage vragen we bijzondere aandacht De planning geeft niet alleen een beeld van hetgeen betrokkenen de komende maanden kunnen verwachten, ze laat ook zien dat het tijdschema nauw luistert. Op het proces llgt tijdsdruk in verband met de verwachte verschijning van de Luchtvaartnota en de vervolgens daarover voorziene besluitvorming. Wij zetten alles op alles om tijdig met een standpunt in de regio te komen. VTM zai zich inspannen om binnen deze planning tot een kwaiitatief gedegen rapportage te komen, en zo tegen de zomer van 2009 de basis te leggen voor een richtinggevende beslisslng over gebiedsontwikkeling van het terrain van de luchthaven en omgeving.
1.
2.
Ontwikkelingen op rijksniveau 1.1
Luchtvaartnota en Alderstafef
1.2
De brief van 14 november
1.3
Regaling Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens
Voortgang uitwerking vlekkenplannen A en B 2.1
Relatle met Innovatiedriehoek en MIRT/Gebiedsagenda Twente
2.2
Structuurvlsies
2.3
Marktverkenning
2.4
Kosten baten-analyse
2.5
HER
2.6
Business case
3.
Communicatfe en informatie
4.
Planning
5.
Bestuursovereenkomst
6.
Begroting VTM
Bijlage: planning op hoofdlfjnen
I,
op
1.1
en
In het coalitieakkoord van het kabinet Balkenende is een strategische beleidsvisie aangekondigd over de toekomst van de luchtvaart in Nederland. Ook is een luchthavennota toegezegd waarin een rijksvisie op de ontwikkeling van de Nederlandse vliegvelden wordt geschetst. Beiden worden gecombineerd in een Luchtvaartnota. De voorbereiding hiervan kan niet los worden gezien van de discussie over de toekomst van Schiphol. Het kabinet heeft hier vorig jaar een eerste standpunt over ingenomen, de Raad van Verkeer en Waterstaat is met een advies gekomen over de toekomst van Schiphol. Een commissie onder leiding van de toenmalige minister Alders (Alderstafel) waarin Schiphol, bestuurders van omliggende gemeenten, het rijk en omwonenden deelnamen, heeft een advies uitgebracht over de toekomst van Schiphol op de middellange termijn. Voor de korte termijn zijn er inmiddels ook afspraken gemaakt tussen Schiphol en haar omgeving. In het standpunt over het rapport van de commissie Alders, dat het kabinet in oktober 2008 heeft ingenomen, ziet het kabinet naast Lelystad en Eindhoven ook kansen voor Twente om de (te grote) groei van Schiphol te accommoderen (ca 70.000 start en landingen). Alders is gevraagd ook daarover advies uit te brengen. Naar aanleiding van het advies en het standpunt van het kabinet heeft Enschede samen met Lelystad en Eindhoven gevraagd om nader overleg over de positie van de regionale luchthavens in de Luchtvaartnota. Dit verzoek is inmiddels gehonoreerd. Momenteel wordt de opdracht aan de regionale Alderstafels voorbereid. Wij zijn daarbij betrokken. De verwachting is dat de Luchtvaartnota thans in april zai verschijnen. Op dit moment wordt de formele consultatie afgerond. In de nota wordt richting gegeven aan de ontwikkeling van de luchtvaart met keuzes tot 2020 en een doorkijk naar 2040, Het betreft ook de concrete invulling van het luchthavensysteem met daarbinnen een mogelijke positie van Twente. Een positie waarop het kabinet met de brief van 14 november min of meer heeft voorgesorteerd.
1.2
De
14
In november 2008 zette het kabinet een punt achter de pogingen om door middel van een Europese aanbesteding tot een tsjdelijke exploitatie van luchthaven Twente te komen. De binnengekomen offertes bleken niet te passen binnen het beschikbare budget. Aanvullend budget wilde de minister van financien niet beschikbaar stellen; gesprekken met de biedende partijen hadden geen resultaat. Het kabinet deelde daarop in een brief d.d. 14 november mee geen verdere pogingen tot een interim-expioitatie meer te willen doen. Tegelijk stelde het kabinet zich in die brief op het standpunt dat Twente behouden dient te blijven door in te zetten op een permanente openstelling. Het kabinet ziet in Twente een luchthaven van nationale betekenis (zie hierna). Dit tegen de achtergrond van de grenzen die zijn gesteld aan de groei van Schiphol en de daarmee samenhangende noodzaak vluchten over te hevelen naar andere luchthavens (in eerste instantie Lelystad en Eindhoven). Doorslaggevend zijn de op luchthaven Twente aanwezige infrastructuur en de betekenis van Twente vanwege zijn strategische positie. De brief van het kabinet van 14 november zorgde voor verwarring en opwinding bfj vele bij de gebiedsontwikkeling betrokkenen, Enkele maatschappelijke organisaties wilden hun deelname aan het gebiedsproces beeindigen. Provinciale Staten en de gemeenteraad van Enschede bevestigden In bijna gelijkluldende moties het standpunt, vast te houden aan het ingezette proces van gebiedsontwikkeling en de uitwerking van twee afternatleve vSekkenplannen. De moties rlepen het kabinet dn de Tweede Kamer op daaraan mee te werken. Op 4 december sprak de Tweede Kamer commissie voor verkeer en waterstaat met minister Eurlingi. Daarbfj werd uitbundig geciteerd uit de moties. Minister Eurlings zegde toe de provinciale motie uit te voeren en mee te werken aan de uitwerking van twee alternatieven, een met - en een zonder luchthaven. Hij gaat er van uit dat medio juni 2009 in overleg met de regio een standpunt wordt bepaald. Intussen wil hsj al wel werken aan een marktbenaderlngsstrategie met het oog op de toekomstige exploitatie van een luchthaven. Hij heeft dit in een brief aan de Tweede kamer d.d. 23 december uiteengezet In een bestuurlijk overleg van provincie Overljssel en gemeente Enschede met minister Eurlings, op 16 december, zijn de toezeggingen omgezet in afspraken. Het Rijk blijft via het Gemeenschappelijk Ontwikkelbedrijf (GOB) deelnemen in VTM, zij het dat het ministerie van verkeer en waterstaat gaat optreden als opdrachtgevend ministerie (in plaats van financien). Het traject van marktbenadering wordt zo ingericht dat informatie over de marktinteresse ook bij het lopende gebiedsontwikkelingsproces kan en wordt betrokken. Ook kan deze informatie worden benut bij uitspraken over de Luchtvaartnota en de positie van Twente daarbinnen.
1.3
en
Lochthavans
De Eerste Kamer heeft op 16 december 2008 de wet Regeling Burgerluchthavens en Militaire luchthavens (RBML) aangenomen. Speciflek voor de luchthaven Twente is daarin aangegeven dat, indien Twente een burgerluchthaven wordt, dit een luchthaven is van nationale betekenis. Dit betekent dat het Rijk bevoegd gezag wordt. Of Twente deze status definitief krijgt moet het kabinet bepalen in de Luchtvaartnota die, zoals het er nu naar uit ziet, In april aan de Tweede Kamer zai worden aangeboden. Naast Twente blijven ook de bevoegdheden van Schiphol, Groningen, Lelystad, Maastricht en Rotterdam in handen van het Rijk. Het Rijk blijft voor deze luchthavens verantwoordelijk voor vaststelling van het luchthavenbeslust en afgifte van de noodzakelijke vergunningen. 2«
Voortgang
A en B
Aan de opdracht tot uitwerking van de vlekkenplannen A (care&cure, wellness, ontspanning) en B (compacte luchthaven In het groen) is in de afgelopen maanden langs diverse lijnen door VTM gewerict Zoals afgesproken wordt het alternatief van Stichting Alternatieven Vliegveld Twente (SAVT), "De Twentse Basis," betrokken bij de uitwerking van vlekkenplan A als een mogelijke invulling en uitkomst. Hier onder zetten we de voortgang op de verschillende Ifjnen uiteen.
2.1
en
Innovatledrlehoek Met de Agenda van Twente werken Provincie en Regio aan een Twente dat in 2020 bekend staat als een internationaal toonaangevende kennisregio. Hierbij zijn de gebiedsontwfkkelingen van de luchthaven, het kennispark bij de Universiteit en Hart van Zuid/WTC/Centraal Station Twente van strategisch belang. De onderling complementaire programmatische ontwikkeling van deze projecten vormt de basis voor de nieuwe duurzame economische structuurversterking van Twente. Deze koppeling wordt treffend omschreven als de innovatiedriehoek. Het moet de ambitie van Twente massa geven en de realisering versnellen. Het concept van de innovatiedriehoek met daarbinnen de posltie van de gebiedsontwikkeling luchthaven wordt momenteel in het licht van de gebiedsagenda Twente/MIRT (zie hierna) verder uitgewerkt ten behoeve van afspraken met het rijk. Vanuit de verantwoordelijke organisaties vindt hierover steeds afstemming plaats met de VTM en gemeente en provincie. MIRT/Gebiedsaoenda Twente De Gebiedsagenda Twente is een gezamenlijk document van Rijk, provincie Overijssel en Regio Twente. De Gebiedsagenda verwoordt de centrale opgaven waar we als Rijk en regio voor staan op het raakvlak van met name (maar niet uitsluitend) ruimte en mobiliteit Daarin worden ook opgenomen de verstedelijkingsafspraken voor de regio op het gebied van wonen, werken, natuur en water voor de periode 2010 -2020, De gebiedsagenda biedt de basis voor samenhangende maatreg&lenpakketten, die zich ook laat vertalen naar de inzet van middelen. Oplevering van de Gebiedsagenda Twente is voorzien dit voorjaar. De gebiedsagenda Twente maakt deel uit van de Gebiedsagenda landsdeel Oost (Overijssel, Gelderlarid, Twente, Stedendriehoek, Arnhem-nijmegen). De Gebiedsagenda landsdeel Oost wordt ingebracht in het bestuurlijk overleg met het Rijk over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De structuurvisies en de uitwerking van beide vlekkenplannen voor de gebiedsontwikkeling luchthaven raken uiteraard aan deze regionale gebiedsagenda, o,a. waar het gaat om (spoor)infrastructuur/ontsluiting. Om toekomstgericht de gebiedsontwikkeling te kunnen faclliteren is het noodzakelijk dat de gewenste ruimtelijke kwaliteit en ondersteunende infrastructuur voldoende scherp in de gebiedsagenda worden opgenomen. Afstemming en samenwerking tussen beide trajecten is evident.
2»2 De programme's voor de beide vlekkenplannen krljgen een ruimtelijke uitwerking in twee structuurvisies. In beide wordt het groen-blauwe casco (water en natuur), passend bij de beoogde functies in het alternatief, sngepast in een aansprekende landschapsstructuur. Herstel van de
bekenstructuur is daarbij een van de voornaamste opgaven. Duurzaamheid is in beide alternatieven uitgangspunt; aan de uitwerking van eisen van duurzaamheid wordt bijzondere aandacht besteed. Per alternatief varieren de bebouwing en de locaties daarvan in het gebied. In beide alternatieven wordt gestudeerd op een verbetering van de noordelijke ontsluiting van het gebied van de luchthaven, al dan niet in samenhang met een nieuw NS station. En in aansluiting daarop worden ook alternatieven geschetst voor de functioned inrichting van de zone langs de Al. Daarbij wordt afstemming gezocht met de gebiedsgerichte verkenning A 1-zone, waarin de ontwikkeling van logistieke knooppunten en de aansluiting van de grote steden tot de opgaven behoren. Om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen hebben de gemeenten Enschede en Dinkelland medio 2008 in een strook tussen spoorlijn en autosnelweg een voorkeursrecht gevestigd voor eventuele grondtransacties. Inmiddels hebben diverse grondeigenaren in het gebied zich bij de gemeenten gemeld. Voor de verschlllende kampen, kleine bebouwingsconcentraties aan de randen van het betrokken gebied, worden aan de hand van cultuurhistorische waarden verdichtingen met woningbouwprogramma's ontworpen. De studie naar de structuurvisies vindt onder meer plaats in werkateliers waar de betrokken maatschappelijke organisaties en overheden voor worden uitgenodigd. Het laatste werkatelier, eind januari, vond plaats onder leiding van Atelier Overijssel.1 Qmqevlncisvisie In de belde structuurvisies wordt rekening gehouden met de Omgevingsvisie die de provincie Overijssel in voorbereiding heeft. Belangrljke aandachtspunten daarbij zijn de visie op natuurontwikkeling (EHS) en ruimtelijke kwaliteit en de afstemming van programma's voor woningbouw en bedrijversterreinontwikkeling in Twente. 2,3
Marktverkenningen
Om een zo goed mogelijk zicht te krijgen op de economische realiseerbaarheid van de alternatieven worden marktverkenningen uitgevoerd. Die verkenningen, op basis van de programma's in beide vlekkenplannen, bestaan uit diverse onderdelen. Aan KPMG is opdracht gegeven onderzoek te doen naar de care&cure, wellness en leisure-markt in Twente. KMPG werkt vlekkenplan A uit muv van de ruimtelijke inrichting die in het kader van structuurvisie wordt opgepakt. KPMG onderzoekt welk programma in Twente realiseerbaar is, afgaande op regionale en (inter)nationale marktontwikkelingen in de sector. Daarbij wordt gekeken naar synerglevoordelen met bestaande zorg- en onderwijsinstelltngen en ook naar de aansluiting op al bestaande initiatieven. Del Canho & Engelfriet voeren een vergelijkbaar onderzoek uit naar het voor Twente meest kansrijke multifunctionele luchthavenconcept met aansluitende platformgebonden functies. De resultaten van de onderzoeken worden in expertmeetings getoetst bij deskundigen op het betreffende terrein, Het onderzoek van KPMG wordt begeleid door een begeleidingsgroep waarin een aantal bij het gebiedsproces betrokken maatschappelijke organisaties is vertegenwoordigd, waaronder de SAVT. VTM voert op dit moment gesprekken met diverse marktpartijen die zich geTnteresseerd hebben getoond om te participeren in de realisering van een of beide vfekkenplannen. Partijen hebben hun belangstdlling soms laten blijken via intentieverklaringen, zoals bij het door SAVT ontwikkeSde "De Twentse Basis." Soms ook melden ze zich met kant en klare ideeen waarvoor ze een geschikte locatie loeken. Ook VTM is actief in het benaderen van partijen die geschikt lijken. Momenteel zijn gesprekken gaande met enkele tientallen partijen op het gebied van care&cure, luchtvaartgerelateerde bedrijvigheid, attractieparken, wonen, landbouw. Ook projectontwlkkelaars en woningcorporaties tonen zich geTnteresseerd. Het is de bedoeling dat deze gesprekken, de vrijblijvendheid voorbij, leiden tot principe-afspraken over daadwerkelijke partscipatie in de programma's van de alternatieven.
1
Atelier Overijssel is een onafhankelijke werkplaats voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in Overijssel; verschillende partijen die betrokken zijn bij ruimtelijke kwaliteit werken er In samen, bijvoorbeeld Oversticht, KCO en Landschap Overijssel.
2A Voor de afweging van de beide vlekkenplannen wordt, zoals ook in de vorige fase, een kosten baten analyse (KBA) opgesteld. In de KBA worden alle effecten van de alternatieven in kaart gebracht en voor de vergelijkbaarheid zoveel mogelijk uitgedrukt in monetaire termen. In de KBA gaat het dus niet alleen om de financieel-economische effecten, maar ook om maatschappelijke effecten als bereikbaarheld, omgeving/milieu, etc. De KBA moet straks voldoende irizicht verschaffen om een goede keuze tussen de twee structuurvisies voor viekkenplan A en B te kunnen maken. De KBA wordt opgesteld door Ecorys, een gespecialiseerd bureau op dit gebied. Op advies van Ecorys hebben wij opdracht gegeven tot het opstellen van een KBA op basis van kengetallen (KKBA), passend bij de fase van het gebiedsproces en de afweging die moet worden gemaakt2 De KBA zai worden opgesteld conform de richtlijnen van de OEI-leldraad.3 2.5
Op advies van de Commissie voor de mifieueffectrapportage worden bij iedere stap in het planproces de effecten beschreven. Bij de selectie van de modellen is een effectonderzoek uit gebracht. De commissie MER heeft daarover vervolgens geadviseerd. Dit advies is betrokken bij de keuze om twee vlekkenplannen verder uit te werken. ARCADIS is opdrachtnemer voor het schrijven van het plan-MER. Het plan-Mer beschrijft de milieu-effecten van de volgende stap In het proces, het besluit over een structuurvisie. Het gaat om een veelomvattend onderzoek omdat er twee volwaardige structuurvisies beoordeeld worden. Ook daarmee krsjgt duurzaamheid in het planproces verder gestalte. De milieubeoordeling verloopt in een aantal stappen. Er is een optlmalisatieronde ingebouwd om de visies op onderdelen waar ze erg slecht scoren te verbeteren. Daarna kan de finale beoordeling van de besde visies worden afgerond. Bij het opstellen van het MER worden naast het stedebouwkundig bureau dat de structuurvisies opstelt ook specialisten van gemeenten en provincie betrokken, Ook het waterschap Is betrokken; daarmee zai in het bijzonder afstemming plaats vinden in het kader van de Watertoets. De Nederlandse wetgevlng Is voortdurend aan verandering onderhevig. Zo Is er op verschillende punten in relatie tot de MER veranderende wetgeving op komst. In het plan-MER voor de gebiedsontwikkeling wordt op 5 punten hierop geanticipeerd en worden niet verplichte onderdelen toch meegenomen. Berekeningen stikstofdepositie in natuurgebieden; Veiligheidseffectrapportage (VER); Gevoeligheidsanalyse geluid; Gevoeligheidsanalyse geluid, luchtkwaliteit en externe veiSigheid; Berekening 10-8 PR contouren; Berekening luchtkwaliteit Pu 2.5. 2*6
De busloesscases vormen de financsele vertaling van de structuurvisies. Ze zijn bedoeld om vast te stellen of, en onder welke condities, er een financieel slultende grondexploitatie mogelijk is, De businesscase wordt gevoed vanuit de twee alternatieven A en B voor de ruimtelijke en programmatische fnvulling van het gebied. De grondexploitatie bevat de kosten en opbrengsten van bljvoorbeeld het bouw- en woonrijp maken van terreinen. In de bedrijfsexploitatie zijn de kosten en opbrengsten opgenomen die samenhangen met het in exploitatie (kunnen) nemen van 2
Kosten baten-analyses worden onderscheiden in drie typen: een quick scan KBA in een eerste fase van een project, met vele alternatieven (zoals in de eerste fase, in de vorm van een economische effecten analyse), een kengetallen KBA voor de afweging van enkele alternatieven, en een maatschappelijke KBA voor de beslissing over een concreet project. 3 De OEI-leidraad is door het Centraal Planbureau en NEI (de rechtsvoorganger van Ecorys) eind jaren negentig in opdracht van de ministeries van EZ en V&W ontwikkeld voor infrastructuurprojecten; OEI staat dan ook voor Overzicht Effecten Infrastructuur, maar is sindsdien ook de standaard geworden voor vele nieti nf rastructu u rprojecten.
terreinen (bijv. aanleg parkeerplaatsen, bouw bedrijfsruimten). Op basis van de verdere uitwerking van de vlekkenplannen zai voor de businesscase een risicoanalyse worden uitgevoerd om spreidingsrisico's en risico's in de vorm van bijzondere gebeurtenissen in beeld te brengen. Deze informatie kan bij de afweging van de beide structuurvisies worden betrokken.
3»
en
De keuze voor een transparent gebiedsproces brengt met zich mee dat VTM veel aandacht en energie besteedt aan permanente communicatie en informatievoorziening. Via website en digitale nieuwsbrief wordt de stand van het gebiedsproces met de belangrijkste mijlpalen actueel gepresenteerd. Er zijn nauwe contacten met ambtenaren en bestuurders van de bij het gebiedsproces betrokken overheden die zo op de hoogte blljven van de voortgang. Maandelijks praten we in het zogenaamde Wehold-overleg met het bestuur van het waterschap Regge en Dinkel en de verantwoordelijke wethouders van Hengelo, Oldenzaal, Losser en Dlnkelland. Recent zijn de colleges van B&W en GS en enkele raden/raadscommissies bijgepraat; binnenkort volgen de andere raden en de betrokken statencomissie. Ook met het Maatschappelijk Platform en de daaruit voortgekomen participatiewerkgroep wordt geregeld overlegd. VTM doet zijn best de maatschappelijke organisaties op de hoogte te houden van ontwikkelingen, en nauw bij het proces te betrekken. De inbreng van mensen die deskundig en betrokken zijn, en het gebied dlkwijls goed kennen, is uitermate waardevol voor de planontwikkeljng. Recent nog heeft de provincie zich in het bijzonder, en naar zich laat aanzien met succes, ingespannen om SAVT voluit bij het gebiedsproces betrokken te houden. Een belangrijke fase uit oogpunt van communicatie is over enkele maanden de presentatie van de structuurvisies en hetlfaarop gebaseerde voorstel. VTM is nu al beggnnen met de voorbereiding van een draalboek. In grote trekken kent dat dezelfde bestanddelen als de presentatle van de modellen in het rapport Een Vliegwiel voor Twente, in de zomer van 2008: perspresentatie, informatiebijeenkomsten, ter visie legging, debatbijeenkomsten.
4.
•
Planning
De actuele planning op hoofdlijnen voor deze fase van het gebiedsproces is als bijlage bijgevoegd. Er moet in de komende maanden nog veel werk verzet worden, veel informatie moet bij elkaar worden gebracht. Het is de bedoellng dat in juni de structuurvisies met de resultaten van de marktverkenningen, vergezeld van KBA, MER en Business case, worden gepubliceerd met daarbij het standpunt van GS, B&W Enschede en GOB. Streven is om zo spoedig mogelijk de andere colleges van B&W en gemeenteraden en Provinciale Staten door presentaties te Informeren, PS en de raad van Enschede in ieder geval nog voor de zomervakantie. Eerder in deze notitie hebben we gewezen op de samenloop van het gebiedsproces met de presentatie van - en besluitvorming over de Luchtvaartnota. We zouden het hoogst onwenselijk vinden als de Luchtvaartnota door de Tweede Kamer zou worden vastgesteld voordat in de regio een standpunt is bepaald over de structuurvisies. Dat dwingt ons tot tempo, zowel in de voorbereiding als in de besluitvormingsprocedure. Vandaar dat VTM er in de planning vanuit gaat dat GS, B&W van Enschede en GOB als onderdeel van de vgorbereiding van een keuze uit de structuurvisies formeel kunnen besluiten tot ter visie legging van de rapporten, inclusief het MER. In dat geval kan de ter visie legging vanaf begin jufl plaats vinden. In verband met de zomerperiode stett VTM voor daarvoor een ruime termijn te hanteren van 10 weken. De planning laat zien dat het in dat geval voor Provinciale Staten, de gemeenteraad van Enschede en het MOB mogelijk is om ornstreeks november te beslissen over de vaststelling van een van beide structuurvisies.
5* Het overfeg tussen GOB, provincie en gemeente over de bestuursovereenkomst tot oprichting van VTM kars pas worden afgerond als er zicht is op de potentiele opbrengsten uit de business-case. We houden vast aan de intentie om bij de keuze voor een van de alternatieven te komen tot een door alle drie betrokken partijen onderschreven bestuursovereenkomst.
§«
¥TP
Voor de huidige VTM-projectorganisatie is een meerjarenbegroting opgesteld voor de periode 2007 tot en met 2010. De verwachting is dat in deze periode de plannen in uitvoering kunnen worden genomen. Het totaal aan kosten voor de projectorganisatie in de periode tot en met 2010 wordt als kostenpost in de businesscase meegenomen. De jaarbegrotingen worden elk jaar in het bestuurlijk overleg van de VTM vastgesteld. De kosten na 2010 voor voorbereiding, toezicht en uitvoering worden integraal geraamd als opslag op de voorgenomen werken en investeringen in de gebiedsontwikkeling. Het meerjarig begrotingskader voor de VTM in de (voorbereidings)periode tot en met 2010 is als voSgt:
meerjarenkader begroting 2009 (besluit Bestuurlijk Overleg 29-102008)
1.325.028
Dekklng vindt conform afspraak plaats uit het voorbereidings- en plankostenbudget zoals in de businesscase is opgenomen.
Jul'
ProductontwikkeSing Structuutvisie Marktverkenning Luchthavenbesluit Business case Infommtie/comm.
Overfeg GOB en VenW Luchthavenbesluit Overleg Eurlings Luchtvaartnota Besluitvorming Rijk brief 2deKmr visie Besluitvorming Rijk BuCa&luchthavenbesluit
Statencommissie presentatie concepten Gedeputeerde Staten ontwerp besluit rwinciaSe Staten nformatie ontwerp besi. Besluitvorming PS ^/aatsteliing visie
college B&W presentafie concepten College B&W ontwerp besluit 3emeenteraad nformatie ontwerp besi Besluitvorming Raad aststelling visie
I Augustus 1 September
I
OKtober
I November I Decemoer