PROGRAMMABEGROTING GEMEENTE RIJSWIJK 2012-2015
Voorwoord Programmabegroting Rijswijk wordt nu midscheeps getroffen door externe gebeurtenissen, met name de huidige wereldwijde economische recessie en het daarop weer volgende budgettaire beleid van de Rijksoverheid. e
Twee voorbeelden: ten eerste, was de 1 halfjaarrapportage 2011 nog geschreven in zwarte cijfers, bij e de 2 halfjaarrapportage over het lopend jaar, zijn dit rode cijfers geworden en koersen we dus af op een negatief resultaat over 2011. Ten tweede hebben we onze zogenaamde ‘primitieve begroting’ na een maandenlange voorbereiding weer positief kunnen afsluiten. Positief in de cijfersfeer, positief ook in het doorzetten van de doelstellingen van het collegebeleid. Nu blijkt echter de zogenaamde septembercirculaire van het Rijk weer ernstige financiële tegenvallers voor Rijswijk te bevatten. Gelukkig kunnen we die nog opvangen binnen het door ons in deze collegeperiode ingestelde spaarpotje, de zogenaamde evenwichtsreserve begroting, maar de rek is er nu ook wel compleet uit. Ook de burger gaat in 2012 merken dat wij ook in Rijswijk moeten bezuinigen. De woonlasten stijgen weliswaar niet uitzonderlijk, zo is de OZB-stijging beperkt gehouden tot het niveau van de afspraken in het coalitieakkoord, maar enkele tarieven, met name de parkeertarieven, stijgen fors. Daarnaast zijn er aan de uitgavenzijde tal van posten geschrapt omdat er geen geld meer voor is. Ondertussen heeft de economische recessie grote en ernstige gevolgen voor met name onze bouwsector. Daardoor staan allerlei plannen in onze gemeente, denk daarbij aan de renovatie van de Plaspoelpolder, onder grote druk. Het bedrijfsleven heeft ook financieringsproblemen en dit gecombineerd met een neerwaartse bijstelling van de grondwaardes, leidt weer tot minder investeringsbereidheid. Wij merken dit bij tal van plannen. In dit onzekere klimaat leggen wij u opnieuw een meerjarenbegroting voor die sluitend is. Het vorig jaar ingezette ombuigingsprogramma ligt op dit moment op koers. Het zal ook in 2012 en daarna veel inspanning van uw raad, ons college en onze ambtenaren vragen om dit ook zo te houden. W.A. Mateman, wethouder Financiën.
1
2
INHOUD BELEIDSBEGROTING…………………………………………………………………………….
Blz. 5
PROGRAMMA'S…………………………………………………………………………………….
7
Algemeen Bestuur en Organisatie………………………………………………………………… Openbare Orde en Veiligheid………………………………………………………………………. Verkeer en Vervoer…………………………………………………………………………………. Economie en Werken………………………………………………………………………………. Onderwijs……………………………………………………………………………………………. Sport, Cultuur en Recreatie………………………………………………………………………… Zorg, Welzijn en Volksgezondheid……………………………………………………………….... Wonen en Leven……………………………………………………………………………………. Sociale Zaken………………………………………………………………………………………..
9 25 33 41 47 53 61 71 85
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien………………………………………………………
97
PARAGRAFEN……………………………………………………………………………………....
103
Weerstandsvermogen……………………………………………………………………………… Onderhoud kapitaalgoederen………………………………………………………………………. Bedrijfsvoering………………………………………………………………………………………. Verbonden partijen………………………………………………………………………………….. Grondbeleid…………………………………………………………………………………………. Lokale heffingen…………………………………………………………………………………….. Financiering…………………………………………………………………………………………. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)……………………………………………………. Rijswijk-Zuid………………………………………………………………………………………….
105 111 119 125 133 139 147 153 157
FINANCIËLE BEGROTING……………………………………………………………………….
163
Programmabegroting 2012…………………………………………………………………………
165
MEERJARENBEGROTING…………………………………………………………………………
169
Meerjarenbegroting 2012-2015…………………………………………………………………….. Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015………………………………………………… Overzicht verschillen meerjarenbegroting met voorgaande jaren………………………………. Toelichting op verschillen met voorgaande jaren………………………………………………….
171 189 205 209
BIJLAGEN…………………………………………………………………………………………….
215
Investeringsplan 2012-2015 inclusief toelichting…………………………………………………. EMU-saldo…………………………………………………………………………………………… Incidentele baten en lasten…………………………………………………………………………. Verloop reserves……………………………………………………………………………………. Verloop voorzieningen………………………………………………………………………………. Verloop vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen)…………………………………. Investerings- en financieringsstaat………………………………………………………………… Nieuw beleid………………………………………………………………………………………….
217 243 247 251 255 259 263 267
BESLUITEN………………………………………………………………………………………… Programmabegroting voor het jaar 2012…………………………………………………………. Meerjarenbegroting 2012-2015 met bijbehorend investeringsplan voor de jaren 2012-2015.... De uit de jaarschijf 2012 van het investeringsplan 2012-2015 geraamde investeringen………
271 273 275 277
Afkortingen……………………………………………………………………………………………
279
3
4
BELEIDSBEGROTING
5
6
PROGRAMMA’S
7
8
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie We zetten ons in voor een kwalitatief goede publieke dienstverlening aan onze inwoners, bedrijven, het maatschappelijk middenveld en onze partners. Hierbij vinden we het belangrijk dat er een optimale verbinding is met en tussen stad en samenleving. Daarom hebben wij een verantwoordelijk, toegankelijk en betrokken bestuur en een servicegerichte, transparante gemeentelijke organisatie. We gaan hierbij op een integere en respectvolle manier met elkaar om en we leggen uit waarom wij de dingen doen die wij doen. Door samen te werken met onze maatschappelijke partners dragen we bij aan verbinding met en tussen de stad en samenleving en door samenwerking in de regio, in het bijzonder met de gemeente Delft, staan we sterker en zijn we beter voorbereid op de toekomst. We willen zelf het goede voorbeeld geven door het verduurzamen van de gemeentelijke organisatie en het vergroten van de bewustwording voor een duurzame leefomgeving. Daarnaast gaan we de administratieve lastendruk verminderen en zorgen we voor een effectievere inzet van onze mensen en middelen. Dit willen we bereiken door de kosten terug te dringen en de kwaliteit van de dienstverlening te vergroten. We willen meer service met minder regels bieden.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 9
Wat willen we bereiken 1. Bestuur en organisatie. We zorgen voor continuïteit van bestuur door het voortbouwen en intensiveren van bestaand beleid en het verbeteren van de kwaliteit van het gemeentelijk functioneren. Wij willen samenwerken en ambities en verantwoordelijkheden delen met partners en gaan door met het verbinden van stad en samenleving. De gemeente kan het niet alleen en gaat ook niet over alles. We willen betrokken, bereikbaar, inzichtelijk, transparant - effectief en efficiënt zijn. 1.1. Minder regels meer service. Om in 2015 de Eerste Overheid te zijn, zijn er met het huidige en vorige kabinet doelstellingen geformuleerd die moeten leiden tot minder regels en meer service. Samengevat gaat het om de EGEM-i-projecten: · Snoeiplan Vereiste Vergunningen. · Vermindering van de Administratieve Lasten. · Terugdringen van de Indieningvereisten. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden en fasegewijs ingevoerd. De processen verlopen naar wens. Indiening en afhandeling van aanvragen (lichte vergunningen) zal steeds meer naar de voorkant (front-Office) worden verplaatst. De omgevingsvergunning kan ook digitaal worden aangevraagd via het Omgevingsloket Online. 1.2. Kwaliteitsmanagement. We hechten waarde aan het verbeteren van de kwaliteit van het gemeentelijke functioneren en het nemen van verantwoordelijkheid als eerste overheid voor burger, partner en politiek. Ook het verbeteren van relaties, verbindingen en samenwerking met (externe) partners vinden we van belang. Periodiek monitoren we daarom de prestaties van onze gemeente, hoe we deze kunnen optimaliseren en hoe tevreden burgers zijn over onze beleidsontwikkeling en dienstverlening. Dit ook in vergelijking met soortgelijke gemeenten. Hiermee geven we o.a. gehoor aan bevindingen en aanbevelingen uit eerdere landelijke kwaliteitsonderzoeken, zoals die van de commissies d'Hondt, Oosting en Jorritsma. Tevens nemen we deel aan "Waarstaatjegemeente" en komen we tegemoet aan de zeven beginselen uit de Code goed openbaar bestuur (juni 2009). 2. Relatie burger en gemeente 2.1. Publieke dienstverlening. 2.1.1. Antwoord © Vanaf 2015 zijn gemeenten hét portaal voor alle vragen aan de overheid. Om dat te realiseren, is het Landelijk Programma Antwoord © ontwikkeld. Dit betekent het fundamenteel anders organiseren van alle klantcontacten. Dit moet leiden tot een betere en efficiëntere publieke dienstverlening en daarmee tot vermindering van de administratieve lasten. · Antwoord © komt tegemoet aan verwachtingen van de burger en leidt tot verbetering van de dienstverlening voor burgers en bedrijven. Zij krijgen via allen kanalen (balies, post, telefonie, digitaal ) snel en hetzelfde juiste antwoord op hun vraag. · Antwoord © geeft grip op kosten en opbrengsten. Door steeds meer inzicht te hebben in het aantal klantcontacten, moet dit leiden tot een efficiëntere dienstverlening en verbetering van de kwaliteit. · Antwoord © verbindt lopende initiatieven en geeft een handreiking om de agenda voor de komende jaren te bepalen. · Hiervoor is een substantiële Rijksbijdrage nodig.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 10
2.1.2 Vorming KCC Rijswijk De inrichting van een KlantContactCenter (KCC) sluit aan bij de afspraak dat gemeenten vanaf 2015 de toegangspoort gaan vormen voor alle publieke dienstverlening. Alle gemeenten moeten daarom hun KCC ingericht hebben vanaf 1 januari 2012. Het KCC heeft per kanaal een herkenbare ingang. Herkenbaar door één 14+netnummer, één fysieke informatiebalie en één website en webloket. Welk kanaal de burger ook kiest, hij krijgt steeds hetzelfde kwalitatief betrouwbare antwoord en hij kan de overheid houden aan overheidsbrede kwaliteitsnormen. KCC-medewerkers beschikken over de informatie uit de gemeentelijke product- en dienstencatalogus, zoals die ook op onze internetsite is ontsloten, aangevuld met interne informatie (zoals memo's en doorkiesnummers) op productniveau. Met behulp van beslisbomen en vraag-antwoord-combinaties kunnen complexe vragen worden beantwoord. Wij hanteren de volgende uitgangspunten: · In 2012 wordt een KCC gerealiseerd. · Gestart wordt met het voor alle kanalen realiseren van fase 3: Frontoffice heeft Antwoord ©. · Het kanaal telefonie zal in 2012 worden geoptimaliseerd. Op korte termijn zal in fasen worden overgegaan tot het invoeren van het 14+ netnummer en het inrichten en operationeel maken van een KCC kanaal Telefonie. Voor zover onze ambtelijke organisatie daarop onvoldoende is ingericht zullen wij aanpassingen in de organisatiestructuur doorvoeren. · Het te vormen KCC voldoet uiterlijk in 2015 aan fase 5 van het Programma Antwoord ©. 2.1.3. EGEM-I. Uitvoeren van de projecten die onderdeel uitmaken van het EGEM-i-Realisatieplan en later geïnitieerde projecten die betrekking hebben op e-dienstverlening, ten behoeve van het programma Antwoord ©. 2.1.4. Kanaal Post. Het creëren, ontvangen en versturen van informatie maken deel uit van de werkprocessen van de gemeente. Deze Informatie wordt vastgelegd in systemen en archieven (papier of digitaal) om op een later moment een rol te spelen. Het volledig digitaliseren en anders inrichten van deze informatie draagt bij aan de kwaliteit van de informatievoorziening van de organisatie en de dienstverlening aan burgers. Professionaliseren van de postbehandeling is te realiseren door: · Digitaliseren van de poststromen. · Zaakgericht organiseren van de informatievoorziening. De gereedschappen hiervoor zijn in de organisatie nagenoeg aanwezig, worden echter nog niet volledig gebruikt. Om te komen tot een professionele postafhandeling dient de organisatie volledig digitaal te gaan werken, volgens nieuwe werkmodellen. Dit leidt tot een andere werkwijze voor de medewerkers. Voorbereiding hierop verdient daarom veel aandacht. 2.2. Communicatie. Het doel van communicatie is om de afstand tussen de gemeente en haar omgeving zo klein mogelijk te maken. Dit doen we door de drempels voor evenredige communicatie te verlagen en het communicatieproces tussen gemeente en burgers, bedrijven en organisaties, lokale, regionale en (inter)nationale partners te bevorderen en te optimaliseren. Om deze doelstelling te halen, zorgen we ervoor dat de afdeling Communicatie aan de voorkant van het beleidsproces betrokken is. Zo kunnen we strategische communicatieadvisering optimaal benutten. We gaan waar mogelijk interactieve trajecten gebruiken om Rijswijk nog meer te laten groeien naar een gemeente waar op basis van vertrouwen en geloofwaardigheid met inwoners en relaties van gedachten wordt gewisseld. Inwoners en belanghebbenden betrekken we op tijd en serieus bij veranderingen in beleid en initiatieven voor mogelijke veranderingen in hun leefomgeving. Bij alle
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 11
initiatieven maken we duidelijk wat inwoners en belanghebbenden van hun beïnvloeding mogen verwachten en welke verantwoordelijkheden zij eventueel zelf dragen. Hiermee vergroten we de betrokkenheid en het draagvlak. De wijkbezoeken van het college, informatiebijeenkomsten en het burgerinitiatief dragen hier ook aan bij. Rijswijk wil meer gebruik maken van de nieuwe media (Twitter, Hyves, Facebook etc.) om ook jonge inwoners uit te nodigen om hun stem te laten horen. Communicatie ziet er verder op toe dat Rijswijk als gemeente duidelijk herkenbaar en zichtbaar is. De vraaggerichte website levert hieraan een belangrijke bijdrage, evenals de gemeentepagina in Groot Rijswijk en het actief benaderen van de media. Het consequent gebruik van de huisstijl en de corporate communicatiestrategie en de Rijswijkse schrijfstijl zorgen voor eenduidige communicatie waarin de gemeentelijke kernwaarden centraal staan. Interne communicatie draagt tot slot bij aan een heldere identiteit en daarmee aan een uniforme uitstraling naar buiten toe. Dit gebeurt door het uitdragen van de interne doelstelling “kwaliteit op alle niveaus”. Dit ondersteunen we door het gebruik van het verbeterde intranet en nieuwe media (Wiki, Yammer). 2.3. Basisregistratie personen. De Basisregistratie Personen en de registers van de burgerlijke stand worden op zodanige wijze beheerd dat de kwaliteit en de beveiliging van de daarin opgenomen persoonsgegevens zo goed mogelijk zijn gewaarborgd. Rijswijk draagt zorg voor competente medewerkers en zorgt voor kwalitatieve goede en moderne dienstverlening, door: · Verdergaande afstemming tussen Basisregistratie Personen en burgerlijke stand. · Modernisering van die basisregistratie en de burgerlijke stand. · Tegengaan van identiteitsfraude. · Intensivering van de controle op de actualiteit en juistheid van aangeleverde of gemuteerde gegevens (kwaliteit) = o.a. terugmeldvoorziening. · Vermindering regeldruk en lastenvermindering voor de burger. · Taak- en personeelsoverheveling naar KCC. Op steeds meer fronten wordt duidelijk dat de wetgeving op het gebied van de burgerlijke stand absoluut niet meer aansluit op onze huidige wensen/eisen. Het plaatsonafhankelijk aangifte doen van het voornemen om te trouwen is regionaal inmiddels ingevoerd. Hiermee wordt tevens uitvoering gegeven aan het voornemen van de centrale overheid om lastendruk bij de burgers te verminderen omdat minder akten/uittreksels hoeven te worden overlegd. De verwachting is dat de wetgeving zal worden aangepast om meer gebruik te kunnen gaan maken van digitale (aangifte) mogelijkheden. De Basisregistratie Personen (GBA) bestaat sinds 1994. Standaarden, technologie en eisen zijn sindsdien veranderd. Om de komende jaren een goede samenwerking tussen de basisregistratie personen, het stelsel van basisregistraties en de gemeentelijke informatievoorziening en systemen te garanderen, is modernisering nodig. Die modernisering zal starten in 2012; belangrijkste kenmerk zal worden centrale registratie van persoonsgegevens. De modernisering van de basisregistratie personen maakt plaatsonafhankelijke dienstverlening mogelijk en zal het bijhouden en verstrekken van gegevens sneller, eenvoudiger en mogelijk ook goedkoper maken. 2.4. Verkiezingen en referenda. De gemeente is conform de Kieswet belast met de organisatie van ordentelijke verkiezingen voor het Europese Parlement, de Tweede Kamer, Provinciale Staten, de gemeenteraad of een plaatselijk referendum. Hierbij worden de volgende beleidsuitgangspunten gehanteerd: · Streven naar een opkomstpercentage rond het landelijk gemiddelde. · Verhogen van de betrouwbaarheid. · Bespoedigen van het verloop van het verkiezingsproces. De ontwikkeling van nieuwe stemmachines dan wel een gemechaniseerd systeem voor het tellen van stembiljetten, wordt nauwlettend in de gaten gehouden. De verwachting is dat in 2013 apparatuur beschikbaar zal komen.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 12
3. Samenwerking Partnerschap en Omgeving. Wij willen samenwerken in het belang van Rijswijk en gaan door met het verbinden van de stad en samenleving. Rijswijk volgt de recente ontwikkelingen zoals de Zuidvleugel en Metropoolregio i.o. nauwlettend. Het streven van de Metropoolregio i.o. is om in 2012 een Vervoersautoriteit te realiseren. 3.1. Bestuurlijke samenwerking. Ook in de regio gaat Rijswijk meer samenwerken om kansen te creëren en gemeenschappelijke doelen te behalen. Uiteraard behartigen wij onze lokale belangen. Hierbij verliezen wij ieders eigen verantwoordelijkheid niet uit het oog. We monitoren onze positionering ten opzichte van buurgemeenten en de regio, verkennen of (uitbreiding van) samenwerking mogelijk/wenselijk is en zo ja op welk terrein. We reageren snel op ontwikkelingen m.b.t. de bestuurlijke organisatie van Nederland. Samenwerking met Delft Delft en Rijswijk verkennen mogelijkheden tot samenwerking op diverse gebieden: kenniseconomie en bedrijvigheid, cultuur, wonen, welzijn en zorg. Voor de volgende drie onderwerpen worden bestuursopdrachten tot meer samenwerking uitgewerkt: · Bedrijfsvoering: de opdracht is een Shared Service Centre, een gezamenlijke werkorganisatie, vorm te geven op het gebied van de bedrijfsvoering. Dit heeft betrekking op de werkvelden: Communicatie, Documentmanagement, Facilitaire Ondersteuning, Financiële- en salarisadministratie, Huisvesting, ICT /BAG, Inkoop en aanbesteding, Juridische zaken, Onderzoek en statistiek, Personeel en Organisatie, Planning en Control en Verzekeringen. Volledige realisatie van het Shared Service Center wordt voorzien per 1-1-2014. · Sociale Zaken. · Belastingen: zowel tussen Delft en Rijswijk als mogelijk met de Regionale Belastinggroep (Delfland/Schieland). 3.2. Samenwerking in de stad. We gaan uit van een verantwoord beleid met een open, goed toegerust en benaderbaar bestuur. Ambities en verantwoordelijkheden willen we nog meer delen met burgers, bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties. Wij betrekken deze groepen bij de beleidsvorming en beleidsuitvoering en hanteren een interactieve manier van communiceren. Zie ook programma’s Zorg, Welzijn en Volksgezondheid en Wonen Leven. 3.3. Internationale samenwerking. Rijswijk is actief op het gebied van internationale samenwerking. In 2000 spraken 189 landen in de Millenniumdoelen Verklaring af de armoede in de wereld te halveren in 2015. Als millenniumgemeente ondersteunen we actief deze millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Dit doen we onder andere door het onderhouden van twee Stedenbanden: Condega (Nicaragua) en Beroun (Tsjechië), maar ook door het stellen van duurzaamheidsdoelstellingen. De Stedenband met Condega vormt een belangrijke schakel tussen de wereldwijde doelstellingen en concrete lokale activiteiten. We zijn in Condega actief met drie projecten ter verbetering van de levensomstandigheden en kansen van de inwoners: · Educatief jongerenproject: beroepsopleiding voor Engels en Informatica. · Sociaaleconomisch project: versterken positie vrouwelijke ondernemers AMSONAC (La Asociaciónde Mujeres Sol Naciente de Condega). · Project kinderen naar de basisschool. Met Beroun wordt eenmaal per twee jaar een bestuurlijke uitwisseling georganiseerd. 4. Integriteit. Wij willen bereiken dat integriteit, zowel bestuurlijk als ambtelijk, een onderwerp is dat: · Bij een ieder bewust onder de aandacht is gebracht en blijft. · Niet alleen bespreekbaar is, maar ook regulier besproken wordt.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 13
4.1. Integriteit bestuurders. Wij willen bereiken dat: · Geregeld, minstens een keer per jaar, het onderwerp integriteit geagendeerd wordt in de B en W-vergadering. · Afspraken gemaakt worden met de gemeenteraad over de wijze waarop verantwoording aan de raad wordt afgelegd over het gevoerde integriteitbeleid. · De rapportage, de ter inzage legging en de publicatie geschiedt volgens de daarvoor geldende regels. 4.2. Integriteit ambtenaren. Wij willen bereiken dat ambtenaren: · Bewust worden en blijven van integriteit. Dit binnen de ambtelijke organisatie, maar ook als vertegenwoordiger van de overheid in de maatschappij. · Integriteit bespreekbaar maken en dat het onderwerp regulier besproken wordt in werkoverleggen, functionerings- en beoordelingsgesprekken. · Bestaande regels en regelingen naleven.
Wat gaan we ervoor doen? Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
1. Bestuur en organisatie 1.1 Minder regels meer service Project Ter voorbereiding op de omgevingsWabo is er gewerkt aan de vergunning volgende kwesties: (Wabo) · De informatievoorziening aan de front-Office heeft nu een belangrijkere rol (meer service) vergunningen kunnen digitaal ingediend via een landelijk loket (minder kosten aanvrager). · Procedures worden geregistreerd en geregisseerd in een nieuw systeem: Squit XO. · Alle aanvragen worden zo veel mogelijk digitaal ingeboekt en afgehandeld. · zstatusinformatie wordt aan vergunningaanvragers via de website beschikbaar gesteld; (meer service). · Door nieuwe werkprocessen is er een centrale interne regierol ingevoerd. De interne samenwerking is beter vastgelegd burger profiteert. · veel verordeningen zijn aangepast. De Wabo is op 1 oktober 2010 in werking getreden. De projectmatige implementatie
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
·
Het doel is bereikt als de gemeente Rijswijk in 2015 in staat is om zo veel mogelijk (80%) aanvragen om een omgevingsvergunning fysiek en digitaal in ontvangst te nemen, in behandeling te nemen en binnen de wettelijke termijn in de front-Office af te handelen.
·
Door de kortere termijnen moet de gemiddelde doorlooptijd korter worden. De zogenaamde “reguliere procedure” van 8 weken kent een fatale termijn: indien de gemeente in deze periode geen besluit neemt, dan heeft de aanvrager automatisch een vergunning. Doelstelling is deze vergunningen van rechtswege te voorkomen.
Het verbeteren van kwaliteit van het gemeentelijk functioneren is een continu proces. Of we iets goed doen is afhankelijk van onze gemeentelijke ambities (gekoppeld aan maatschappelijke uitdagingen en wettelijke verplichtingen).
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 14
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
is intussen grotendeels afgerond. De komende periode richten de werkzaamheden zich vooral op stroomlijnen van de processen, professionaliseren van de informatievoorziening en ontwikkeling van integrale handhaving. 1.2 Kwaliteitsmanagement Waarstaatjege WSJG is leidend bij het meente streven naar (WSJG) kwaliteitsverbetering. Deze meting omsluit een zelfonderzoek (kengetallen gemeentelijke administratie), klanttevredenheidsonderzoek (KTO) en burgerpeiling onder inwoners. De resultaten komen op de website (waarstaatjegemeente.nl). Daar staan relevante vergelijkingen en monitors. Het is door iedereen te raadplegen. Bijkomend voordeel is dat het de uitvoeringslasten beperkt (door de vermindering aantal monitors/benchmarks vanuit het rijk), de kwaliteit en uitvoering van beleid bevordert en het eigen horizontaal toezicht versterkt. Het zelfonderzoek vult een gemeente jaarlijks in; de burgerpeiling en het KTO doet een gemeente één keer per twee jaar. De gemeente doet in het na- of in voorjaar mee aan een meting. Het KTO en de burgerpeiling kunnen zij geheel of gedeeltelijk uitbesteden aan een onderzoeksbureau of het zelf doen.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
We volgen het ingeslagen pad en: · Voorzien de vragenlijsten op waarstaatjegeme ente.nl één keer per twee jaar met kengetallen uit onze gemeentelijke administratie. · Doen één keer per twee jaar in het najaar het klanttevredenheidsonderzoek (KTO) en de burgerpeiling onder inwoners. · In 2012 doet de gemeente weer mee met de benchmark.
·
Project omgevingsvergunning (Wabo) (vervolg)
2. Relatie burger en gemeente 2.1 Publieke dienstverlening 2.1.1 Vanaf 2015 zijn gemeenten Programma hét portaal voor alle vragen Antwoord © aan de overheid. Om dat te realiseren, is het Landelijk Programma Antwoord © ontwikkeld. Het realiseren van de Antwoord ©-ambities betekent het fundamenteel
·
·
·
·
·
Er wordt gebruik gemaakt van de Kern Prestatie-indicatoren (KPI’s) d.w.z. te behalen normen voor een gemeentelijk KCC, dat zich ontwikkelt in lijn met
Op het moment dat het gemeentelijk KCC fase 5 van het programma Antwoord © heeft bereikt, “Overheid heeft Antwoord ©”. De gemeente is voor de burger de logische ingang voor al zijn vragen aan de overheid. Het
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 15
Jaarlijks zijn tussen september en december alle kengetallen t.b.v. het zelfonderzoek verzameld door de concernstaf. Jaarlijks is in januari een update van de door ons ingevoerde eigen kengetallen te raadplegen op waarstaatjegemeente.nl”. Tweejaarlijks zijn tussen september en december het KTO en de burgerpeiling uitgezet onder onze burgers en hebben we binnen deze periode van minimaal 400 personen de vragenlijst ingevuld teruggestuurd gekregen. Tweejaarlijks zijn in februari de data van het KTO en de burgerpeiling op de invoermodule van “waarstaatjegemeente.nl” door ons ingevoerd. Tweejaarlijks is er een interne terugkoppeling van de uitkomsten van het onderzoek (afhankelijk van Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten KING). Tweejaarlijks worden in het najaar burgers over de uitkomsten van het onderzoek geïnformeerd.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
2.1.1 Programma Antwoord © (vervolg)
anders organiseren van klantcontacten, wat moet leiden tot een betere publieke dienstverlening en tot vermindering van administratieve lasten.
KCC levert producten en diensten van een toenemend aantal aangesloten overheidsorganisaties van alle overheidslagen en ketenpartners. De servicenormen zijn net zo hoog als in fase 4. Het KCC voert de regie op de levering van de producten en diensten.
2.1.2 Vorming KCC Rijswijk
1. Discussie en besluitvorming over het vormen en in te richten KCC binnen organisatie is afgerond vóór 1 januari 2012. 2. Het KCC wordt in 2012 gerealiseerd en haar rol, functie en positie wordt als vanzelfsprekend ervaren door de gemeentelijke organisatie en door ketenpartners en andere overheden. 3. In 2012 heeft Rijswijk de beschikking over een operationele gevulde kennisbank waarin alle benodigde informatie is opgenomen. 4. D.m.v. een groeimodel zijn in 2015 alle werkprocessen beschreven volgens één methodiek. Voor de start van het KCC zullen uiterlijk 1 januari 2012 de aan het KCC gerelateerde werkprocessen zijn beschreven. 5. Het KCC werkt uiterlijk 1 januari 2015 conform fase 5 van het programma Antwoord ©: · Alle klantcontacten verlopen via het KCC (inclusief monitoring). · Elk kanaal geeft hetzelfde antwoord. · De informatie is
de Antwoord ©-fasen. De KPI’s zijn in lijn met de Benchmarking Publiekszaken. Daarnaast vond meting plaats vanuit BZK op het gebied van het realiseren van de 5 Beloften. Deze monitor is intussen stopgezet en Rijswijk is geëindigd op een landelijk gedeelde 2e plaats. Alle gemeenten worden gemonitord door het Ministerie van BZK aan de hand van de bepalingen van het Nationaal UitvoeringsProgramma (NUP en de 5 Beloften).
Planning ligt in 2015 in overeenstemming met fase 5 van het programma Antwoord © .
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 16
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
2.1.2 Vorming KCC Rijswijk (vervolg)
vraaggericht samengesteld. 6. De klantcontacten voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen (minimum branchenormen VNG, juni 2010). · Elektronische Nederlandse Identiteitskaart. · Burgerservicenummer (afname) (samengevoegd met project 5). · Gemeentelijke Basisadministratie voor persoonsgegevens (afname). · Basisregistraties Adressen en Gebouwen (afname). · Nieuwe Handelsregister. · Bedrijven- en instellingennummer. · Antwoord voor Bedrijven · Basiskaart Grootschalige Topografie (BG). · Snoeiplan vereiste vergunningen (samengevoegd met project 15). · Vermindering administratieve lasten. · Digitaal WMO zorgloket. · Digitale uitwisseling in ruimtelijke processen (DURP). · Basisregistratie WOZ. · Bouw/bodem/sonderinge n archief toegankelijk maken via de website. · Werkzaamheden gestart vanuit het kanaal edienstverlening. · Vernieuwing website: · verbeterde zoekingangen (zowel vraag als productgericht), “Webrichtlijnenproof”, aanbieden van o.a. taxatie/woz gegevens in persoonlijke internetpagina van burgers. · Per jaar veertig nieuwe webproducten en diensten die via de website kunnen worden
2.1.3 Uitvoeren van het EGEM-i realisatie-plan (inclusief NUP en 5 Beloften)
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Het zijn diverse projecten. Meting vindt plaats bij de individuele projecten. Actieve betrokkenheid burgers en bedrijven.
Wanneer we bij de oplevering van de projecten voldoen aan de individuele projectopdracht.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 17
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
2.1.3 Uitvoeren van het EGEM-i realisatie-plan (inclusief NUP en 5 Beloften) (vervolg)
afgenomen, voor burgers en bedrijven. · Continue verbetering van midoffice en digitale werkprocessen t.b.v. dienstverlening en interne efficiency. · Verdere vulling van kennisbank op intranet. Digitaal publiceren van bestemmingsplannen. · Invoering van eherkenning voor bedrijven. · Aansluiten op DigiMachtigen · Aansluiten op de overheidsservicebus (OSB). · Digitalisering documentstromen. Digitalisering is geen doel op zich; het is een middel om werkprocessen te ondersteunen. Het gaat hierbij om dienstverleningsprocessen aan burgers en bedrijven maar ook om ondersteuning van de interne organisatie. In Rijswijk wordt de inkomende poststroom digitaal verwerkt. Het proces van de uitgaande post verloopt voor een deel digitaal. Er is een start gemaakt met de toepassing van de digitale handtekening. Omdat het overheidsbeleid er op gericht is om steeds meer digitale dienstverlening te bieden is het noodzakelijk dat alle documentstromen (zowel interne als uitgaande post) in het werkproces digitaal raadpleegbaar zijn (inclusief de documenten uit de backoffice-systemen d.m.v. een koppeling).
2.1.4 Doorontwikkelen kanaal “POST”
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Door het invoeren van kwaliteitsmanagement gericht op controle op volledigheid van de informatievoorziening, monitoring (en signalering) van het proces van afhandeling van vragen van burgers die via het kanaal post verlopen. Via dit systeem kunnen klantvraag en doorlooptijden volledig in beeld gebracht worden.
Digitalisering van de poststromen en een zaakgewijze inrichting van de informatie in DMS en archief draagt bij tot professionalisering van de postafhandeling en tot een betere kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers. We hebben dit doel bereikt wanneer: · Alle benodigde voorzieningen (systemen, procedures) aanwezig zijn en door de organisatie worden gebruikt. · Alle relevante klantcontacten/verzoeken van burgers die via het kanaal post verlopen, volledig digitaal inzichtelijk en raadpleegbaar zijn (inclusief de status van afhandeling) voor de informatievoorziening aan de interne organisatie en het KCC.
“Zaakgericht” inrichten informatievoorziening. Burgers en bedrijven verwachten een goede service en efficiënte dienstverlening, waar en wanneer het hen uitkomt. Het systematisch ordenen van
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 18
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
informatie uit de werkprocessen is essentieel. Zaakgewijs inrichten en organiseren van de informatie ondersteunt dit. Door zaakgericht te werken zijn alle zaakdossiers van een bepaalde klant of een bepaald adres op te vragen en zijn de voortgang en status ervan te volgen. Door het zaakgewijs inrichten van het Documentmanagement systeem (DMS) wil Rijswijk een belangrijk kwaliteitsaspect realiseren, namelijk: de betrouwbaarheid en transparantie van de informatievoorziening. Voor de organisatie betekent een zaakgewijze inrichting van de informatievoorzieningen: een klantdossier bevat alle zaken van één klant. 2.2. Communicatie Ontwikkelen en bewaken corporate communicatiestrategie, gebaseerd op het collegewerkprogramma en positioneren van het collegebeleid. Adviseren van bestuur en ambtelijke organisatie op communicatieve aspecten/ consequenties. Communicatie eerder en proactief inzetten in beleidsprocessen en projecten (communicatie in het hart van het beleid). Updaten persbeleid
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
2.1.4 Doorontwikkelen kanaal “POST” (vervolg)
Structureel inzetten digitale communicatiemiddelen (intranet, internet, social media). Verbeteren schriftelijke communicatie (o.a. toezicht op brieven, raadsvoorstellen en notities) met de Rijswijkse schrijfwijzer en de inzet van taalcoaches als vervolg op eerdere schrijftraining voor ambtenaren.
Vaststellen corporate communicatiestrategie .
Communicatieve toetsing op alle bestuursvoorstellen.
Continu proces.
Communicatieadvies integraal onderdeel van beleidsadvies.
Continu proces.
Vernieuwd persbeleid 2.0. Controleren of bij communicatie-inzet ook digitale middelen worden ingezet. Controleren voorstellen en brieven.
Continu proces.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 19
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
2.3 Basisregistratie Personen De basisregistratie personen (GBA) bestaat sinds 1994. Standaarden, technologie en eisen zijn sindsdien veranderd. Om de komende jaren een goede samenwerking tussen de basisregistratie personen, het stelsel van basisregistraties, gemeentelijke informatievoorziening en systemen te garanderen, is modernisering nodig. · Verdergaande afstemming tussen Basisregistratie Personen en burgerlijke stand; · modernisering van de basisregistratie en de burgerlijke stand; · tegengaan van identiteitsfraude; · intensivering van de controle op de actualiteit en juistheid van aangeleverde of gemuteerde gegevens (kwaliteit) = o.a. terugmeldvoorziening; · vermindering regeldruk en lastenvermindering voor burger; · taak- en personeelsoverheveling naar KCC.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Elke gemeente gaat met Burgerzakensysteem Kern (BZSK) werken. Vastlegging van de gegevens en het wettelijk gebruik van de gegevens vindt dan ook op uniforme wijze plaats. De toepassing van één BZS-K maakt het voor alle gemeenten mogelijk om wijzigingen eenmalig door te voeren. Gemeenten zijn en blijven verantwoordelijk voor de kwaliteit en actualiteit van de persoonsgegevens. Het rijk is verantwoordelijk voor levering van die gegevens aan de daartoe bevoegde externe partijen, de afnemers. De geleverde diensten en producten hebben een wettelijke grondslag. De gemeente is beperkt autonoom bij het bepalen van het kwaliteits- en serviceniveau van de dienstverlening. Op termijn zal de verminderde regeldruk terug te vinden zijn in een vermindering van het aantal uittreksels uit zowel de basisadministratie als de burgerlijke stand.
Door een gedeelte (de kern) van het Burgerzaken-systeem eenmalig te ontwikkelen, worden kosten bespaard. De systemen spelen gemakkelijker in op toekomstige wijzingen en het onderhoud is daarmee goedkoper. Om id-fraude tegen te gaan en misbruik door valse, vervalste of anderszins ongeldige documenten te voorkomen is de gemeente Rijswijk sinds kort aangesloten op het VIIS (een landelijk systeem om te checken of een document vermist of gestolen is).
Op steeds meer fronten wordt duidelijk dat de wetgeving op het gebied van de burgerlijke stand niet meer aansluit op onze huidige wensen/eisen. In de regio Haaglanden is bijvoorbeeld het plaatsonafhankelijk in ondertrouw gaan ingevoerd. Hiermee wordt ook uitvoering gegeven aan het voornemen van de centrale overheid om vermindering van lastendruk bij de burgers, omdat minder akten/uittreksels hoeven worden overlegd. 2.4 Organisatie van ordentelijke verkiezingen en referenda N.v.t. · Opkomstbevorderende maatregelen treffen zoals goede voorlichting en
N.v.t.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 20
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
·
·
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Dit is niet meetbaar.
N.v.t.
Voor wat de samenwerking met Delft betreft, wordt dit gemonitord aan de hand van de voortgang van de bestuursopdrachten. Dit is niet meetbaar.
Als een succesvolle samenwerking tot stand is gekomen.
Dit is niet meetbaar.
N.v.t.
Dit is niet meetbaar.
N.v.t.
Zie programma’s Zorg, Welzijn en volksgezondheid en Wonen en Leven.
Zie programma’s Zorg, Welzijn en volksgezondheid en Wonen en Leven.
optimale fysieke bereikbaarheid van alle stembureaulocaties Zowel kwantitatief als kwalitatief de bezetting van de stembureaus versterken; Het zo nodig inzetten van mobiele teams bij grote knelpunten of calamiteiten.
De verwachting is dat in 2013 goedgekeurde apparatuur beschikbaar komt voor het gedigitaliseerd uitbrengen van stemmen, dan wel voor het digitaal tellen van de uitgebrachte stemmen. 3. Samenwerking, partnerschap en omgeving 3.1 Bestuurlijke samenwerking Betere positionering van Rijswijk in de regio (Haaglanden). Onderzoeken wat Rijswijk zelf doet en samen kan doen met anderen (bv. in gemeenschappelijke regelingen), ook op het terrein van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Nauwlettend volgen wat de landelijke ontwikkelingen m.b.t. de bestuurlijke organisatie van Nederland zijn om daarop snel te kunnen reageren. Bestuderen en analyseren van bovenlokale vraagstukken en ontwikkelingen (landelijk, regionaal en lokaal). Bijvoorbeeld de discussie over het opheffen van de WGR+ en de totstandkoming van de Metropoolregio. Verzorgen (interne afstemming) van bestuurlijk en ambtelijke afvaardiging in o.a. stadsgewest Haaglanden en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 3.2 Samenwerking in de stad Zie programma’s Zorg, Welzijn en volksgezondheid en Wonen en Leven.
N.v.t.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 21
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
3.3 Internationale samenwerking Voorbereiden en begeleiden van de afspraken die binnen het programma “Caminando Juntos II” (2010-2015) met het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicaragua (LBSNN) zijn gemaakt. De dagelijkse gang van zaken, het uitwerken van de drie projecten evenals fondsenwervende activiteiten vallen onder de verantwoordelijkheid van De Stichting Stedenband. Daarnaast ondersteunt de gemeente de Stichting Stedenband financieel met een vast subsidiebedrag per jaar en stelt de gemeente kennis en expertise beschikbaar. Bundelen van krachten op het gebied van internationale samenwerking door het onderhouden van contact en afstemming met regionale en landelijke organisaties. Publieksactiviteiten: om de inwoners van Rijswijk meer te betrekken bij internationale samenwerking en om draagvlak te creëren worden diverse publieksactiviteiten georganiseerd. In 2012 zal in veel gevallen worden aangesloten bij grote publieksevenementen zoals het Strandwalfestival en Sinterklaas.
De gemeente Rijswijk heeft de ambitie om als gemeente, samen met haar inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners een zichtbare bijdrage te leveren aan het bereiken van de Millenniumdoelen. Om deze ambitie waar te maken is het Millenniumplatform in 2010 opgericht. Het platform
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Over de verplichtingen opgenomen in het programma “Caminando Juntos II” wordt elk jaar verantwoording afgelegd aan het Landelijk Beraad Stedenband Nederland – Nicaragua (LBSNN).
Het streven om de Millenniumdoelen te halen gaat door tot het jaar 2015. Evenals het programma “Caminando Juntos II” dat hierop van toepassing is.
Er is intussen structureel overleg in de regio tussen portefeuillehouders en ambtenaren op het gebied van internationale samenwerking. De activiteiten van de Stichting Stedenband Rijswijk – Condega worden vastgelegd in een jaarrapportage. Vanuit de bevolking wordt op deze activiteiten en de berichten daarover toenemend positief gereageerd. Deelname van vooral organisaties op het gebied internationale samenwerking neemt duidelijk toe. Diverse Rijswijkse organisaties (o.a. vluchtelingenorganisa tie, BBR) hebben zitting in het Millenniumplatform. Binnen het platform worden zaken besproken als duurzaamheid vooral op het gebied van het
Als er door de regionale partners concrete afspraken zijn gemaakt over internationale samenwerking.
Het is bereikt als er bij de diverse publieksactiviteiten voldoende aandacht en draagvlak bij de inwoners van Rijswijk wordt gegenereerd voor de Stedenband en internationale samenwerking.
Het is bereikt als het Millenniumplatform internationale samenwerking en aanverwante onderwerpen als duurzaamheid en Fairtrade binnen de gemeente Rijswijk hoog op de agenda krijgt en houdt.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 22
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
overlegt 4 keer per jaar.
inkopen van producten en goederen.
4. Integriteit 4.1 Integriteit van bestuurders Ambtelijk voorbereiden dat het onderwerp in ieder geval eens per jaar geagendeerd wordt. Actualisatie van de benodigde informatie. In 2012 stelt de integriteitcoördinator een voorstel op over de wijze van rapportage aan de raad.
4.2 Integriteit ambtenaren De integriteitcoördinator ziet toe op de naleving van regels en regelgeving en neemt zo nodig actie.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Dit wordt gemonitord door de integriteitcoördinator. Schriftelijke rapportage hierover vindt plaats in de jaarrekening. Dit wordt gemonitord door de integriteitcoördinator. Schriftelijke rapportage hierover vindt plaats de jaarrekening.
Minstens eens per jaar op de agenda van B en W. Steeds actueel zijn van lijstjes op internet en bij de publieksbalie.
Dit wordt gemonitord door de integriteitcoördinator. Schriftelijke rapportage hierover vindt plaats in de verantwoordingspara graaf jaarrekening.
Actueel zijn van lijstjes nevenfuncties en financiële belangen als de regels en regelgeving ingebed zijn in de organisatie en hieraan consequent uitvoering wordt gegeven.
Als in 2012 het voorstel er ligt.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 23
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 0010 0011 0020 0021 0022 0030 0031 0032 0060 5801 Totaal
Bestuursorganen Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning Publieksvoorlichting, promotie en Public Relations Organisatieverliezen Burgerzaken Verkiezingen / referenda Publieke dienstverlening Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Mediabeleid
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
Mutatie reserve flankerend beleid in het kader van OB3
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig): Lasten Baten Saldo
Begroting 2012 Lasten Baten 1.389 19 446 0 2.495 0 109 0 901 1.922 79 1.088 678
0 793
39 9.147
0 918
9.147
918
305
297
9.452
1.215
105 0
(bedragen x € 1.000) Realisatie 2010 9.401 1.054
2011 9.323 787
2012 9.147 918
2013 8.982 993
2014 9.127 1.088
2015 8.947 1.088
8.347
8.536
8.229
7.989
8.039
7.859
Wat mag het kosten programma Algemeen Bestuur en Organisatie 24
Programma Openbare Orde en Veiligheid We investeren in veiligheid en voeren een duidelijk handhavingsbeleid. We zijn met z’n allen verantwoordelijk voor veiligheid en veiligheidsbeleving. Een veilige stad is een basisvoorwaarde voor een stad waar het goed wonen en werken is. We handhaven de afgesproken regels, zo blijft de buitenruimte heel en schoon, pakken we illegale activiteiten aan en verbeteren we het toezicht op bouwprojecten. Dit heeft een positief effect op de woonkwaliteit. We houden vast aan het veiligheidsniveau en versterken dit waar mogelijk. Kern van de aanpak is op een respectvolle wijze samenwerken met bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties, politie, brandweer en gemeentelijke organisatie. We zetten preventieprojecten op om overlast door groepen jongeren, diefstal uit auto’s en overlast tijdens de jaarwisseling te voorkomen. We brengen partijen die betrokken zijn bij huislijk geweld bij elkaar, zodat een goede en effectieve samenwerking ontstaat. Het keurmerk Veilig Rond en In School dat wij ontwikkelden, is landelijk erkend. De Rijswijkse scholen voor voortgezet onderwijs beschikken inmiddels over dit keurmerk en werken samen met gemeente en veiligheidspartners verder aan de versterking van de veiligheid op en rond scholen.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 25
Wat willen we bereiken? 1. Bestrijding en voorkoming van criminaliteit, overlast, brand en rampen. 2. Bevordering van Veiligheid. 3. Een afgestemde en integrale werkwijze voor het bereiken van een veilige leefomgeving. 1. Veiligheid Het vergroten van de veiligheid en de beleving daarvan. 1.1 Het bereikte veiligheidsniveau waarborgen en waar mogelijk nog verder versterken. Het vergroten van de veiligheid en de beleving daarvan zijn essentieel voor het functioneren van stad en samenleving. Het optreden tegen onveiligheid en overlast betekent naast het inzetten op criminaliteitsbestrijding, het voorkomen en bestrijden van brand en rampen, er vooral voor zorgen dat niemand zich in de leefomgeving bedreigd hoeft te voelen. Dit betekent het nadenken over en inzetten van mogelijkheden om onveiligheid te voorkomen; proactie en preventie. De nadruk van de aanpak ligt dan ook op preventie. Dit kan onder andere worden bewerkstelligd door het oppakken van signalen en tijdig op deze signalen te reageren. Voor het waarborgen van de veiligheid van de stad is intensieve samenwerking nodig tussen de gemeente, politie, brandweer, veiligheidsregio, maatschappelijke instellingen, woningcorporaties, bedrijven en bewoners. Door een integrale aanpak, met samenwerking als uitgangspunt, wordt de veiligheid in de gemeente bevorderd. In een jaarplan veiligheid worden de activiteiten/projecten ondernomen ten aanzien van de verschillende veiligheidsthema’s binnen de gemeente. 1.2. Nieuwe rampen- en crisisorganisatie 1 oktober 2010 is de Wet op de veiligheidsregio’s in werking getreden. Onlangs is een eerste versie van het regionaal crisisplan, dat de oude gemeentelijke rampenplannen vervangt, opgeleverd. Hierbij komt de invulling van een nieuwe rampen- en crisisorganisatie. Dit is ook terug te zien in het grootste deel van de hieraan gekoppelde projecten. 1.3. Veiligheidsregio Haaglanden Voor de brandweerzorg en rampenbestrijding wordt jaarlijks begroting opgesteld en een verantwoording afgelegd door de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) in het jaarverslag. De begroting moet worden voorgelegd aan de afzonderlijke gemeenteraden van de deelnemende raden, zodat zij van “hun gevoelen kunnen doen blijken”. Het jaarverslag moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leden van het Algemeen Bestuur van de VRH en aan de afzonderlijke gemeenteraden van deelnemende gemeenten. 2. Handhaving Controle en toezicht op: · Algemene Plaatselijke Verordening. · Milieu en Asbest. · Bouw- en woningtoezicht. · Openbare ruimte. De Inspecteurs Bijzondere Wetten en Inspecteurs Openbaar Gebied (BOA’s), voeren controles uit in de openbare ruimte en bij zowel particulieren als bedrijven in Rijswijk. Doel daarvan is het zoveel mogelijk doen naleven van de regelgeving. Aantallen en resultaten worden jaarlijks opgenomen in de jaarplannen en jaarverslagen. 2.1 Uitvoeren van integrale controles op bouw- en bestemmingsplannen, horeca, milieu en brandveiligheid (samen met brandweer) Door het houden van integrale controles worden ondernemers in plaats van telkens weer een andere inspecteur op bezoek te krijgen tijdens één bezoek gecontroleerd op alle voorschriften waaraan zij, vanuit verschillende beleidsgebieden, moeten voldoen. Ook de eventuele aanschrijvingen die uit deze inspecties volgen worden in verzamelde vorm behandeld.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 26
2.2 Integraal controleren van omgevingsvergunningen uit de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) Wanneer een WABO vergunning is verleend, worden de bijbehorende controles ingepland. Ook deze vinden zoveel mogelijk op integrale wijze plaats. Dit betekent dat alle relevante aspecten aan bod komen. 2.3 Toezicht op evenementen De gemeente maakt gebruik van een evenementenkalender. Voorafgaand aan een evenement worden het terrein en de organisatie, met name vanuit het oogpunt van veiligheid, gecontroleerd. Tijdens evenementen die (deels) vanuit de gemeente worden georganiseerd wordt toegezien op een ordelijk verloop van bijvoorbeeld verkeersstromen. 2.4 Wijkgericht Werken De inspecteurs openbaar gebied hebben allen een eigen wijk waarin zij toezicht houden op het reilen en zeilen in de openbare ruimte. In het handhavingsprogramma is vastgesteld dat zij tenminste 10 % van hun werktijd besteden aan het wijkgericht werken. Daarbij leggen zij contacten met de wijkbewoners en wijkorganisaties, zorgen zij ervoor dat zij zichtbaar zijn in de wijk en dat bewoners, indien gewenst, direct contact kunnen leggen.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 27
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling
Wat doen we ervoor?
Hoe gaan we het meten? Wanneer hebben we de doelstellingen bereikt?
1. Veiligheid Doorlopend proces 1.1 Het bereikte veiligheidsniveau waarborgen en waar mogelijk nog verder versterken. Keurmerk Veilig De activiteiten uit eerder afgeronde · Stabiliseren en waar mogelijk Ondernemen: projecten zijn opgenomen in de vermindering van het aantal delicten. structurele werkprogramma’s van de · Oud Rijswijk · Verhogen van het veiligheidsgevoel verschillende afdelingen van de · winkelcentrum In de waar dit nog mogelijk is. gemeente. De voortgangsbewaking Bogaard · Vergroten van de aangiftebereidheid (monitoring) vindt plaats door een van ondernemers. · bedrijventerreinen halfjaarlijkse tussenrapportage (2x) Veiligheid en een jaarlijkse rapportage Veiligheid waarbij de gang van zaken rond de activiteiten wordt beschreven. Halt! Nazorg exgedetineerden Voorkomen jongerenoverlast Huiselijk geweld/huisverbod Keurmerk Veilig Rond en In School (VRIS) Bureau Discriminatiezaken Burgernet
· · · · ·
Deelname aan Bureau Halt. Jaarlijkse evaluatie, naar schatting 10 trajecten per jaar. Aanpakken van jeugdgroep(en) volgens methode ‘Groepen Pellen’. Monitoren en indien nodig bijsturen op proces. Uitvoering prestatie-eisen.
·
Deelname aan Bureau Discriminatiezaken · Het monitoren van de voortgang van Burgernet in Rijswijk en zo nodig inzetten van wervingscampagnes om de gestelde doelstelling te halen en op peil te houden. RIEC · Deelnemen aan diverse werkgroepen en invoeren werkwijze RIEC binnen bestaande vergunningverlening- en handhavingprocessen. · Het vormen van lokale teams t.b.v. kennisoverdracht en integrale casusaanpak. · Oprollen 12 hennepkwekerijen. Hennep · Werking convenant evalueren. Jaarwisseling · Jaarlijkse evaluatie · Voorbereiden 2012/2013 (plan van aanpak) · Uitvoeren actiepunten plan van aanpak. 1.2 Nieuwe rampen- en crisisorganisatie Capaciteit en · Ieder actiecentrum wordt door minimaal voorzieningen 3 personen bezet. gemeentelijke · Alle voorzieningen voor de actiecentra actiecentra zijn op orde. rampenbestrijding Invulling van de nieuwe · Alle gemeentelijke functies in de crisisorganisatie hoofdstructuur van de rampenorganisatie zijn ingevuld.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 28
Verder wordt gebruik gemaakt van de politiemonitor/wijkveiligheidsscan die jaarlijks wordt opgesteld, de Sturingsrapportages en de Tabellenboeken (cijfers)van de Politie. De informatie uit deze monitor laat trends zien en kan aanleiding geven tot bijsturing. Waar mogelijk zullen meetbare indicatoren worden opgenomen. Dit kan gaan over de (aantallen) afgeronde activiteiten of andere cijfermatige gegevens.
Doelstelling
Wat doen we ervoor?
Bewustwording · gemeentelijke personeel rampenbestrijding · · · · Bereikbaarheid en beschikbaarheid
· · ·
Planvorming
· · ·
Gemeenschappelijke Meldkamer en Regionaal Crisis Centrum Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Communicatie extern
· · · ·
Hoe gaan we het meten? Wanneer hebben we de doelstellingen bereikt?
Rampenbijeenkomsten ongeveer 6 per jaar. Opleiding- en Oefenplan. Basisopleiding rampenbestrijding voor iedere gemeentelijke functionaris in de rampenbestrijding. Ieder jaar wordt er minstens één rampenoefening gehouden. Interne communicatie over de rampenbestrijding. Gezamenlijk piket van de ambtenaren rampenbestrijding Delft en Rijswijk loopt door. Rampentelefoonkaart wordt continu geactualiseerd en verspreid onder betrokkenen. Medewerkers van Bouw en Woningtoezicht komen in een piketregeling. Opstellen regionaal Crisisplan. Opstellen en vaststellen 3 rampenbestrijdingsplannen (TNO, LPG en DSM). Draaiboek wateroverlast Delft-Rijswijk opstellen regionaal risicoprofiel. Opstellen regionaal beleidsplan. Eén nieuwe meldkamer realiseren voor politie, brandweer en ambulancediensten. Eén nieuw Regionaal Crisis Centrum. Eén regionale ambulance voorziening realiseren.
· · · · ·
Pilot zelfredzaamheid. Informatievoorziening naar de raad. Risicocommunicatie. Spoortunnelveiligheid. Rijswijk-Zuid.
Milieu en asbest
· · · · · · · · ·
Bouw- en woningtoezicht
· ·
Controle op: APV vergunningen. Terrassen. Exploitatievergunningen. Drank- en horecawet. Paracommerciële activiteiten. Wet op de Kanspeelautomaten. Kapvergunningen. Periodieke controles conform handhavingprogramma uitvoeren. Controle op: Bestemmingsplannen. Overbewoning/woonoverlast. Asbest. Gebruiksvergunningen. Omgevingsvergunningen.
Projecten 2 Handhaving Algemene Plaatselijke Verordening
· · ·
Programma Openbare Orde en Veiligheid 29
Controleren en toezicht houden gebeurt conform het Handhavingprogramma. Alle controles en bijzonderheden worden geregistreerd in deze Handhavingmonitor. Monitoring en bijstelling vinden plaats op basis van deze gegevens en op basis van de halfjaarlijkse en jaarlijkse rapportages.
Wanneer de regels worden nageleefd.
Doelstelling
Wat doen we ervoor?
Hoe gaan we het meten? Wanneer hebben we de doelstellingen bereikt?
·
Project balkons (door achterstallig onderhoud van balkons met een stalen draagconstructie, zijn er in Nederland een aantal incidenten geweest van ingestorte balkons. Ook in Rijswijk zijn veel van deze balkons aanwezig die dringend aan vernieuwing of renovatie toe zijn. Voor dit probleem is door de VROM-inspectie landelijk aandacht gevraagd en snelle actie in verband met de veiligheid van bewoners.) Inspectie Openbaar Controle op: Gebied · Hondenbeleid. · Winkelwagentjes. · Fiets, boot- en autowrakken. · Visserijwet. · Uitstallingen. · Parkeerbeleid. 2.1 Uitvoeren van integrale controles op bouw- en bestemmingsplannen, horeca, milieu en brandveiligheid (samen met brandweer) Handhaving Het houden van integrale controles waarbij Wanneer de regels worden tijdens één bezoek en ondernemer nageleefd. gecontroleerd wordt op alle voorschriften waaraan, vanuit verschillende beleidsgebieden, moeten worden voldaan. 2.2 Integraal controleren van omgevingsvergunningen uit de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) Handhaving Het houden van integrale controle op de Wanneer de regels worden voorschriften uit de WABO-vergunning op nageleefd. alle relevante aspecten. 2.3 Toezicht op evenementen (Strandwalfestival) Handhaving Voorafgaand worden het terrein en de organisatie, met name vanuit het oogpunt van veiligheid, gecontroleerd. Tijdens de evenementen wordt toegezien op een ordelijk verloop. 2.4 Wijkgericht Werken Contacten met De inspecteurs openbaar gebied hebben wijkbewoners en een eigen wijk waarin zij toezicht houden op wijkorganisaties het reilen en zeilen in de openbare ruimte. Zij leggen contact met de wijkbewoners en wijkorganisaties, zorgen ervoor dat zij zichtbaar zijn in de wijk en dat bewoners direct contact kunnen leggen.
Externe en interne invloeden en kaders Landelijke ontwikkelingen en nieuwe wetgeving, maar ook rampen en crises die zich kunnen voordoen in Rijswijk of de regio Haaglanden.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 30
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 1100 1200 1201 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 356 40 5.490 18 155 0 6.001 58
Openbare orde en veiligheid Brandweer Rampenbestrijding
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
6.001
58
0
116
6.001
174
Mutatie reserve nieuwbouw brandweerkazerne
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 6.314 168
2011 6.230 104
2012 6.001 58
2013 5.540 58
2014 5.528 58
2015 5.625 58
Saldo
6.146
6.126
5.943
5.482
5.470
5.567
Wat mag het kosten programma Openbare Orde en Veiligheid 31
32
Programma Verkeer en Vervoer Rijswijk is uitstekend bereikbaar. Dat willen we graag zo houden. Omdat het aantal auto’s groeit en we ons vaker verplaatsen, wordt het drukker op de wegen. Toch willen we het autoverkeer niet sterk beperken. We vinden namelijk dat iedere inwoner zelf mag kiezen hoe hij of zij zich verplaatst. Daarom nemen we maatregelen om goed bereikbaar te blijven en maken we regels om de verkeersdruk in goede banen te leiden. Daarbij zorgen we voor een goede balans tussen bereikbaarheid en de zorg voor leefbaarheid en duurzaamheid. En bij alle beslissingen staat de verkeersveiligheid voorop. De in 2011 vastgestelde structuurvisie mobiliteit is uitgewerkt in drie thema’s bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid met heldere doelen en maatregelen voor de komende jaren. Die bereiken we niet alleen. Hiervoor werken wij samen met onze inwoners, ondernemers en andere relaties. En die inspanningen sluiten aan op de regionale benadering. Voor het behoud van de bereikbaarheid stimuleren we onder andere het langzaam verkeer door het asfalteren van elf kilometer hoofdfietsroutes voor 2014. We optimaliseren het openbaar vervoer door mee te werken aan reisinformatiepanelen. Ook werken we aan nieuwe routebeschrijvingen van toplocaties en gemeentelijke accommodaties en het verbeteren van bewegwijzering. Voor de verkeersveiligheid richten we ons onder andere op voorlichting en educatie en het veilig inrichten van woonwijken met 30 km zones. De leefbaarheid verhogen we door het realiseren van een aantal oplaadpunten voor duurzaam elektrisch vervoer, het invoeren van een milieuzone en het beheersen van de parkeerdruk. De herinrichting van de Haagweg is een voorbeeld hoe we zorgen voor een verkeersveilige, leefbare en goed bereikbare woonomgeving.
Programma Verkeer en Vervoer 33
Wat willen we bereiken? “Het behouden en verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en de leefbaarheid”. Thema 1 Behouden en verbeteren van de bereikbaarheid 1.1. Stimuleren van langzaam verkeer. 1.2. Optimaliseren van openbaar vervoer. 1.3. Richten op ketenmobiliteit. 1.4. Toepassen van verkeersmanagement: verkeer bundelen, ordenen en inpassen. 1.5. Aanpakken van de betrouwbaarheid van de bereikbaarheid van toplocaties. Thema 2 Behouden en verbeteren van de verkeersveiligheid 2.1. Focussen op gedrags-beïnvloeding: Voorlichting, educatie en communicatie. 2.2. Onderhouden, beheren en Duurzaam Veilig inrichten van de openbare ruimte. Thema 3 Behouden en verbeteren van de leefbaarheid 3.1. Verduurzamen van mobiliteit: Schoner, stiller, zuiniger. 3.2. Beheersen van de parkeerdruk.
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Thema 1 Behouden en verbeteren van de bereikbaarheid 1.1. Stimuleren van langzaam verkeer Fietsparkeervoorzieningen, zowel bewaakt als onbewaakt, verbeteren (kwaliteit en kwantiteit) en beheerplan opstellen om kwaliteitsniveau te behouden. Fietstrommels plaatsen en beheerorganisatie opzetten.
Volgens landelijke richtlijnen zijn er voldoende fietsparkeervoorzieningen in de openbare ruimte.
Start 2011 halfjaarlijks.
4 fietstrommels in oudere buurten.
2011-2012.
Vervangen van elementenfietspaden in rood asfalt. Fietsroutes: · Fietsbrug over de Vliet (ook voetgangers) en aanvullende routes. · Verbreding fietspad Beatrixlaan in RijswijkZuid binnen project 2x2 Beatrixlaan. · Vervangen Steenplaetsbrug. Fietsroute over ’t Haantje (in combinatie met verkeersveiligheid). Fietsstructuur Rijswijk-Zuid.
Hoofdfietsroutes asfalteren, streefgetal 11 km doorgaand fietspad voor 2014.
2012-2014.
·
Openstellen.
·
2012.
·
Opleveren gelijktijdig met autoproject.
·
2014.
·
Opleveren.
·
2012.
Verbetering doorstroming kruispunten bij vervanging verkeersregelinstallaties.
Opleveren.
2011-2012.
Integraal in planvorming. opnemen
2011-2020.
Meetbaar kortere wachttijden fiets- en /of voetganger.
Vervanging schema binnen Investeringsfonds openbare ruimte.
Programma Verkeer en Vervoer 34
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
1.1. Stimuleren van langzaam verkeer (vervolg)
Barrièrewerking van de hoofdwegen beperken.
·
Belangrijke looproutes obstakelvrij en aantrekkelijk inrichten bij reconstructies en maatregelen in het kader van beheer openbare ruimte 1.2. Optimaliseren van openbaar vervoer Medewerking verlenen aan toepassen van reisinformatie op haltes. (mede) Zorgdragen voor openbaar vervoerverbindingen van en naar gebiedsontwikkeling Rijswijk-Zuid. Planvorming met Stadsgewest Haaglanden Uitvoering toegankelijke haltes Netwerk RandstadRail. Inzet van nieuwe brede trams door Stadsgewest Haaglanden vanaf 2012. Medewerking verlenen aan een onderzoek naar de aanpassing van de traminfrastructuur om dit mogelijk te maken. Met Stadsgewest Haaglanden werken aan planvorming voor de Haagweg als openbaarvervoer–corridor, met behoud en versterking lijn 1 en 15 (in samenhang met de ophoging van de Hoornbrug). 1.3. Richten op ketenmobiliteit Planvorming met als doel de realisatie van nieuwe en/of vervangende P+R voorzieningen nabij station Rijswijk.
aanleg nieuwe voetgangersoversteekplaa tsen of. · ongelijkvloerse kruisingen. · mits de middelen dit toelaten. Meetbaar tevreden burgerpanel.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? 2015.
2015.
Dynamische reisinformatie borden/panelen zijn aangebracht door Stadsgewest Haaglanden Opname in dienstregeling bij oplevering eerste woningen
2013-2014.
Oplevering 66 toegankelijke OVhaltes.
2012.
College van B en W sluit een bestuurlijke overeenkomst met Stadsgewest Haaglanden
2012-2020.
College van B en W sluit een bestuurlijke overeenkomst met Stadsgewest Haaglanden
2012.
Go/no go-besluit over P+Rvoorziening bij station, eventueel in relatie met omgeving.
2012.
Programma Verkeer en Vervoer 35
2014/15.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? 1.4. Toepassen van verkeersmanagement: verkeer bundelen, ordenen en inpassen Meewerken aan realisatie van dynamisch verkeersmanagementprojecten door Stadsgewest Haaglanden, Rijkswaterstaat en de Provincie.
Functionerend systeem van verwijsborden en rijtijdinformatie op de belangrijkste invalsroutes van regio Haaglanden.
2012.
Inbreng in de MIRTverkenning Haaglanden om de lange termijn bereikbaarheidsproblemen gezamenlijk op te lossen, o.a. toekomstbestendig maken Beatrixlaan-Noord. Uitwerkingsplan verkeersregelinstallaties.
Na besluitvorming (2011) werken aan uitvoeringsplannen.
2012.
2012
1.5. Aanpakken van de betrouwbaarheid van de bereikbaarheid van toplocaties Gemeentelijke diensten, accommodaties en publieke voorzieningen moeten eenvoudig te vinden zijn. Routebeschrijvingen en goede reisinformatie, toegankelijk en herkenbaar maken via de website van de gemeente.
Nieuwe routebeschrijvingen op de website.
2012
Onderzoek naar nut en noodzaak van fysieke bewegwijzering voor langzaam verkeer in de gemeente. Uitbreiden knooppuntenroute voor fietsers met initiatief van Stadsgewest Haaglanden en Provincie. Verbreding BeatrixlaanZuid in Rijswijk en deel Provinciale weg in Delft (BOR fonds). Masterplan/Structuurvisie Beatrixlaan Noord.
Oplevering onderzoek.
2012.
Opleveren borden.
2012.
College van B en W brengt het project van planfase naar uitvoeringsfase.
2012-2016.
Raadsbesluit over resultaten van haalbaarheid.
2012.
Project Rotterdamsebaan van gemeenten Den Haag en LeidschendamVoorburg, bedoelt voor de goede bereikbaarheid Binckhorst en Centrale Zone Den Haag. Weginfrastructuur in gebiedsontwikkeling Rijswijk-Zuid.
Overeenstemming over het wegontwerp door de colleges van B en W van de drie gemeenten.
2012.
Integraal in planvorming opnemen.
2012-2020.
Programma Verkeer en Vervoer 36
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Thema 2: Behouden en verbeteren van de verkeersveiligheid 2.1. Focussen op gedragsbeïnvloeding: Voorlichting, educatie en communicatie Communicatie rondom Jaarlijkse cyclus. · Foldermateriaal. diverse verkeerseducatie-, · Internetsite gemeente op voorlichtings- en orde. bewustwordingscampagnes, · 3- jaarlijkse evaluatie/ gericht op doelgroepen: effectmeting. BROEM-dagen, BOB, rij met · Opstellen communije hart, wij gaan weer naar catiekalender. school, haal- en brenggedrag lagere scholen, milieuvriendelijke vervoerswijzen. Informeren over Website gemeente. 4 keer per jaar. verkeersregels en borden via krantenrubriek + website. Fietsexamen ondersteunen. Examen per basisschool. 2012-2015. Inzetten van Eerste displays gerealiseerd in snelheidsdisplays op 2011; verdere uitrol in jaren variabele locaties in de daarna. gemeente. Actief betrekken van Regulier overleg met inwoners en partners bij het belanghebbenden. verkeer en vervoerbeleid. 2.2. Onderhouden en Duurzaam Veilig inrichten van de openbare ruimte
2012 ev.
Jaarlijks.
Uitvoering 30km zones Stationskwartier.
Plan van aanpak. Daarna start aanleg.
2012.
Opstellen beheerplannen openbare ruimte (kunstwerken, beschoeiingen, baggeren). Opstellen meerjarenplan herinrichting wegen (vanuit functionele eisen, niet vanuit technische/ beheerseisen) en deze koppelen aan beheerplannen. Opstellen handboek openbare ruimte: waarin referentiebeelden en kwaliteitseisen staan voor het inrichten van de openbare ruimte en toepassen materialen.
Beheerplannen afgerond.
2012.
Uitvoering van de jaarplannen.
2012.
College van B en W stelt vast.
2012.
Programma Verkeer en Vervoer 37
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Thema 3: Behouden en verbeteren van de leefbaarheid 3.1. Verduurzamen van mobiliteit Knelpunten bovenwettelijke milieuoverlast veroorzaakt door verkeer aanpakken.
Onder meer instellen milieuzone.
2012.
Bij kansen (werk met werk) grote maar niet bovenwettelijke knelpunten milieuoverlast door verkeer aanpakken. Gemeente biedt het goede voorbeeld door verduurzaming van het gemeentelijke wagenpark. Stimuleren gebruik fiets door werknemers in/van de gemeente.
Bijvoorbeeld leefbaarheid Haagweg verbeteren door herinrichting.
2012-2014.
Voertuigen voldoen aan energielabel A (Euro VI), of zijn van alternatieve brandstofmotor voorzien. Campagne van Stadsgewest Haaglanden “Op de fiets werkt beter” coördineren vanuit gemeente. Opleveren rapportage aan college van B en W.
2014 ev.
Richtlijnen en kwaliteitseisen opstellen en bestuurlijk vaststellen door college.
2012.
Besluitvorming door B en W.
2012.
Extra inkomsten zijn al ingecalculeerd in de Meerjarenbegroting 2012-2015.
2012.
Nut, noodzaak en “speelruimte” onderzoeken van het stellen van milieueisen bij aanbestedingen van infrastructuur- en beheersmaatregelen (emissie-eisen en duurzame inkoop). Ook: mogelijkheden stil asfalt onderzoek (i.s.m. SB). In het openbaar gebied ruimte beschikbaar stellen (tegen betaling) voor initiatieven van marktpartijen zoals Autodelen, de OV-fiets en oplaadpunten van elektrisch vervoer en aard- of biogas. Richtlijnen en beleidsuitgangspunten voor inrichting, vormgeving en kwaliteit eerst opgestellen. 3.2. Beheersen van de parkeerdruk Actualisatie beleidsregels: · Gehandicaptenparkeren. · Artsenparkeren. “Rijswijk gezond”: maatregelenpakket tot verhogen inkomsten uit parkeren en verlagen kosten: · Verhogen parkeertarieven. · Verhogen tarieven parkeervergunningen voor bewoners.
Programma Verkeer en Vervoer 38
Jaarlijks.
2012.
Externe invloeden en kaders Regionale ontwikkelingen met invloed op/in Rijswijk Autoverkeer: · “realisatie A13/A16” (met mogelijke effecten op de A13 en afslag Rijswijk-Zuid /Vrijenban). · Inpassing aansluiting Rotterdamsebaan op knooppunt Ypenburg. · Mobiliteitsmanagement bij bedrijven (convenanten), gestart bij enkele grote bedrijven in de gemeente Den Haag. · Besluitvorming over MIRT-verkenning Haaglanden in 2011: Rijk, Provincie en Stadsgewest schrijven een visie op de bereikbaarheid van de regio op de lange termijn (2040) en welke oplossingen (infrastructuur) haalbaar zijn.
Interne kaders · Fietsnota (2008). · ISV-programma (2010). · Collegeprogramma 2010-2014. · Plan van Aanpak Luchtkwaliteit (2006 en actualisaties). · Nota kapitaalgoederen (in ontwikkeling). · Waterplan 2008-2015. · Groenbeleidsplan (2010). · Economische visie (2010). · Detailhandelsnota (in ontwikkeling). · Structuurvisie mobiliteit (in ontwikkeling). · Gemeentelijke structuurvisie (in ontwikkeling).
Openbaar vervoer: · Capaciteitsuitbreiding spoor Rotterdam-Den Haag (onderzoek) en spoortunnel Delft. · Stedenbaan: beleid rond het verdichten van de bebouwing rond stations en frequentieverhoging. · Netwerk Randstadrail van Stadsgewest Haaglanden. · Uitwerking regionaal structuurplan. Fiets: · Stadsgewest Haaglanden: regionaal lijnennet en knelpunten fietsroutes en stimuleren asfalt op fietspaden. · Stadsgewest Haaglanden: uitbreiding stallingscapaciteit in herkomst- en bestemmingsgebieden. Randvoorwaarden en uitgangspunten Rijksbeleid: · MIRT-verkenning bereikbaarheid Haaglanden. · Luchtkwaliteits- en geluidseisen op grond van de Wet milieubeheer. Provinciaal beleid: · Streekplan Zuid-Holland-West (1996-2005 met doorkijk voor de periode tot 2015). · Structuurvisie Provincie Zuid-Holland (in ontwikkeling). Regio Haaglanden: · Regionale nota Mobiliteit (2005) en Actualisatie (2008). · Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (2009). · Regionaal Structuurplan (2008). · Nota Naar een betere luchtkwaliteit in Haaglanden (2005, met aanvullingen). · Beleidsvisie Netwerk Randstadrail (2009).
Programma Verkeer en Vervoer 39
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 2100 2110 2120 2140 2400 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 6.854 253 1.231 45 35 0 539 1.021 1.376 19 10.035 1.337
Wegen, straten en pleinen Verkeer Openbaar vervoer Parkeren Waterwegen
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
Mutatie reserve groot onderhoud wegen
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
10.035
1.337
320
0
10.355
1.337
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 10.775 2.916
2011 9.889 1.844
2012 10.035 1.337
2013 10.150 1.362
2014 9.830 1.393
2015 9.841 1.393
Saldo
7.859
8.045
8.698
8.788
8.437
8.448
Wast mag het kosten programma Verkeer en vervoer 40
Programma Economie en Werken Met bijna 37.000 arbeidsplaatsen op een inwonertal van bijna 47.000 zijn we als gemeente een belangrijke bron van bedrijvigheid en werkgelegenheid in het groene hart van Haaglanden. We zijn prima bereikbaar, zowel met de auto, het openbaar vervoer als de fiets en de vliegvelden Schiphol en Rotterdam - The Hague Airport liggen dichtbij. Daarnaast beschikken we over tal van voorzieningen. Ons gemeentebestuur en onze medewerkers zijn goed benaderbaar. Dat alles maakt Rijswijk tot een gewilde nationale en internationale vestigingsplaats. Onze uitstekende economische positie in de regio willen wij graag in stand houden en waar mogelijk versterken. Gebleken is dat de beleidsuitgangspunten duurzaamheid, groen, wonen, zorg, sociale zaken, onderwijs en mobiliteit nauw verweven zijn met economie. Aandacht voor deze onderdelen is essentieel om een kwalitatief goed vestigingsklimaat te creëren. Daarom hebben we een Economische Visie vastgesteld waarmee we een eenduidig gemeentelijk economisch beleid voeren. We geven in de uitvoering van deze visie vooral prioriteit aan de pijlers ‘Plaspoelpolder’, ‘Internationaal vestigingsklimaat’ en aan een aantal randvoorwaarden. We willen de Plaspoelpolder laten herstructureren en verder ontwikkelen tot een blijvend aantrekkelijk businesspark met een duidelijke positie in de regio. Voor de herstructurering zoeken we samenwerking met partners in het gebied en in de regio om tot breed gedragen oplossingen te komen. Ook zoeken we aansluiting bij de kennisas Delft – Leiden en The Hague International Region. De goede bereikbaarheid, o.a. door de geplande verlenging van de A4 , de centrale ligging en de veiligheid van de Plaspoelpolder zijn essentieel om te behouden en inzetten op duurzaamheid kan een belangrijke troef zijn voor het verbeteren van het imago. Daarnaast gaan we het (internationale) vestigingsklimaat behouden en versterken. Bij de verschillende internationale bedrijven en organisaties zijn duizenden expats werkzaam; we vinden het belangrijk hen goed te faciliteren. We zorgen daarom voor goede onderwijs- en winkelvoorzieningen en we onderhouden goede contacten met de verschillende (internationale) organisaties in de regio. Voor verbetering van de kwaliteit van de winkelvoorzieningen werken we samen met de centrummanagers en winkeliersverenigingen. Door het faciliteren van startende ondernemers en het beter profileren en professionaliseren van het bedrijfscontactpunt verbeteren we het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven, waarmee we een bijdrage leveren aan de groei van de werkgelegenheid.
Programma Economie en Werken 41
Wat willen we bereiken? Economie en Werken “De sterke economische positie van Rijswijk behouden en versterken” 1. Vernieuwde en aantrekkelijke Plaspoelpolder De Plaspoelpolder dient zich door middel van herprofilering de komende jaren te ontwikkelen tot een vernieuwd en aantrekkelijk kantoren- en bedrijventerrein, met ruimte voor ondernemerschap in brede zin. Om deze ambitie te behalen is het van belang om de Plaspoelpolder beter te profileren door in te zetten op een aantal kansrijke economische activiteiten. Het inzetten op deze activiteiten is noodzakelijk om de komende jaren de grote regionale concurrentie voor te blijven en de teruglopende (kantoren)markt terug te dringen. 2. Aantrekkelijk vestigingsklimaat en gezonde economie In het algemeen is het is belangrijk om een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en een gezonde economie voor de stad zelf te creëren. Belangrijke elementen hierbij zijn korte lijnen tussen vraag en antwoord, goede voorzieningen voor ondernemers en investeerders en ruimte voor ondernemerschap. 3. Behoud en versterking Internationaal vestigingsklimaat Het internationale vestigingsklimaat moet worden behouden en versterkt. Rijswijk moet op de kaart staan bij (dochters van) buitenlandse bedrijven die op zoek zijn naar een vestiging in Nederland. Reeds gevestigde bedrijven en haar werknemers moeten beter worden gefaciliteerd. 4. Volwaardig, levendig en onderscheidend centrum In de Bogaard Winkelcentrum In de Bogaard dient zich verder te ontwikkelen tot een volwaardig, levendig en onderscheidend centrum met een hoger winkelsegment. Er dient gestreefd te worden naar verdere verdichting en een multifunctionele invulling. Vernieuwing van het gebied is ook van belang om weerstand te kunnen bieden aan de forse concurrentie in de regio. 5. Aantrekkelijker centrum Oud-Rijswijk Winkelcentrum Oud-Rijswijk moet zich blijvend inspannen om een aantrekkelijk winkelcentrum, met een historische uitstraling en een toeristisch-recreatieve functie te blijven.
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? 1. Vernieuwde en aantrekkelijke Plaspoelpolder Financiële bijdrage aan de Toename initiatieven Urbanisator, account vanuit de markt t.o.v. management uitvoeren, huidig, meer herijking blauwe zones, goed voorzieningen in de onderhoud openbare Plaspoelpolder dan voorzieningen. 0-meting voor huidig, afname leegstand leegstand kantoren en kantoren en bedrijven bedrijven, nieuwe (ceteris paribus). inschrijvingen bedrijven, jaarlijkse bedrijfsverhuisbewegingen uit Rijswijk. Sterk maken voor regionale beleidsherijking (RSP, kantorenstrategie, hoe om te gaan met leegstand).
Programma Economie en Werken 42
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Als er in 2016 een zichtbare kentering is ontstaan op de Plaspoelpolder. Een kentering qua beeldvorming markt, qua aantal nieuwe initiatieven, en qua bedrijfsverhuisbeweging uit Rijswijk. 10% afname leegstand bedrijven, 10 % afname leegstand kantoren (ceteris paribus).
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? 2. Aantrekkelijk vestigingsklimaat en gezonde economie Behoud en stimuleren Nagaan of er een plan startersklimaat. van aanpak voor starters is en kijken welke initiatieven behouden zijn gebleven en nieuw zijn ontwikkeld. Professionalisering en Controle of het BCP profilering van het geprofessionaliseerd is Bedrijfscontactpunt / en of er accountmanagement. promotieactiviteiten zijn uitgevoerd. Samenwerking zoeken met Controle of de Sociale Zaken, het KCC en samenwerking is gezocht. het Werkcentrum. 3. Behoud en versterking Internationaal vestigingsklimaat Verder ontwikkelen Nagaan welke initiatieven expatbeleid. er genomen zijn / acties zijn uitgevoerd in 2012. Behoud en beter benutten van lidmaatschap/samenwerking diverse verenigingen en organisaties.
Nagaan met welke verenigingen/organisaties er nieuwe contacten zijn gelegd of de contacten zijn aangehaald of gecontinueerd. 4. Volwaardig, levendig en onderscheidend centrum In de Bogaard Continuering Nagaan of er nog steeds centrummanagement. centrummanagement is. Actiepunten economische visie / werkatelier(s) uitvoeren.
Nagaan welke actiepunten er zijn uitgevoerd.
5. Aantrekkelijker centrum Oud-Rijswijk Actiepunten economische visie / werkatelier(s) uitvoeren.
Nagaan welke actiepunten er zijn uitgevoerd.
Continuering centrummanagement.
Nagaan of er nog steeds centrummanagement is.
Programma Economie en Werken 43
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Als in 2012 de aandacht / initiatieven voor starters minimaal hetzelfde is gebleven als in 2011, aangevuld met nieuwe initiatieven. Als het BCP in 2012 professioneler is vormgegeven en promotieactiviteiten zijn uitgevoerd. Als in 2012 (verdere) samenwerking is gezocht en is vormgegeven. Als in 2012 nieuwe initiatieven zijn genomen / acties zijn uitgevoerd t.o.v. 2011. Als in 2012 (meer/effectiever) contact is geweest met de diverse verenigingen/organisaties.
Als er nog steeds centrummanagement is in 2012 en de verantwoording hiervan goed is. Als in 2012 actiepunten zijn uitgevoerd n.a.v. de economische visie/werkatelier(s).
Als in 2012 actiepunten zijn uitgevoerd n.a.v. de economische visie/werkatelier(s). Als er nog steeds centrummanagement is in 2012 en de verantwoording hiervan goed is.
Externe invloeden en kaders Rijksbeleid · Nota Ruimte. · Winkeltijdenwet. · Experimentenwet BI-Zones.
Interne kaders Intern beleid EZ: · Economische Visie. · Expatbeleid (2009). · Startersbeleid (2007).
Provinciaal/Regionaal beleid · Streekplan Zuid-Holland West. · Mobiliteitsplan Zuid-Holland. · Regionaal Structuurplan 2020. · Ontwerp Structuurvisie Zuid-Holland (in voorbereiding). · Uitvoeringsprogramma ‘Regionale routekaart’ (2009). · Monitor Kantorenmarkt Haaglanden (2009). · Regionaal Structuurplan Haaglanden (2008). · Regionale bedrijvenstrategie Haaglanden (2008). · Structuurvisie Detailhandel Zuid-Holland (2007) · Structuurvisie Detailhandel Haaglanden (2006). · Agenda Vrije Tijd (2006). · Regionale kantorenstrategie Haaglanden (2004). · Leisurebeleid Haaglanden (2002). · intentieverklaring “Toerisme zonder grenzen” (2008).
Intern beleid (relevant) · Structuurvisie mobiliteit. · Duurzaamheidplan (in concept gereed). · Groenbeleidsplan (2010). · Motie duurzaamheid (2009). · Masterplan Rijswijk-Zuid (2009). · Nota Grondbeleid (2008). · Wro-instrumentarium (2008). · Woonvisie 2007+ (2007). · Hoogbouwvisie (2007). · Uitvoeringsprogramma ‘Duurzaamheid op de kaart’ (2007). · Stedebouwkundige Structuurvisie Plaspoelpolder (2006). · Plan van aanpak duurzaam bouwen (2006). · Horecanota (2004).
Programma Economie en Werken 44
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 3100 3300 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 1.058 172 0 1.807 1.058 1.978
Economische aangelegenheden Nutsbedrijven
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
1.058
1.978
0
0
1.058
1.978
Mutatie reserves
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 870 1.727
2011 877 1.422
2012 1.058 1.978
2013 1.054 2.229
2014 1.064 2.233
2015 905 2.233
Saldo
-857
-545
-920
-1.175
-1.169
-1.328
Wat mag het kosten programma Economie en Werken 45
46
Programma Onderwijs Voor de kinderen en jongeren die in Rijswijk wonen, bieden we optimale ontwikkelingskansen. Ons uitgangspunt is dat het kind hierbij centraal staat. We bieden kansen voor kinderen die in een relatief veilige situatie opgroeien, maar ook voor kwetsbaardere kinderen en hun ouders of verzorgers. Ontwikkelingsachterstanden van kinderen willen we voorkomen en waar nodig bestrijden. Hierbij willen we hun sociale vaardigheden versterken en culturele en maatschappelijke participatie bevorderen. Onderwijs is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van scholen en schoolbesturen. Wij werken met hen samen bij het vormgeven van jeugd- en onderwijsbeleid. Hierbij voeren wij ook een aantal wettelijke taken uit: zoals de wet op het onderwijsachterstandenbeleid en de wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie. Op grond van deze wetten zijn wij verantwoordelijk voor het aanbieden van voorschoolse educatie. Daarnaast handhaven wij de leerplichtwet en voorkomen en bestrijden we het voortijdig schoolverlaten. Ook voorzien we in voldoende en veilige onderwijshuisvesting.
Programma Onderwijs 47
Wat willen we bereiken? “Iedere in de gemeente Rijswijk wonende of schoolgaande jeugdige behaalt een startkwalificatie. Gedurende de schoolcarrière moeten daarnaast de randvoorwaarden aanwezig zijn om het individueel talent optimaal te ontwikkelen.” 1. Het voorkomen en bestrijden van schooluitval Alle leerlingen behalen een startkwalificatie en zijn daarmee voorbereid op de arbeidsmarkt. 2. Het stimuleren van leerlingen om het individueel talent optimaal te ontwikkelen Alle basisschoolleerlingen stellen we in staat om zichzelf binnen hun capaciteiten optimaal te ontwikkelen. Peuters met een verhoogd risico op taal- of ontwikkelingsachterstand leiden we naar een voorschoolse instelling toe en ontvangen daar op jonge leeftijd spelenderwijs taalonderwijs. Deze ontwikkelingslijn continueren we op de basisschool. Leerlingen van het basisonderwijs bieden we, vraaggericht, instrumenten aan om hun taalvaardigheid te vergroten. 3. Voorzien in voldoende, veilige en onderwijskundig geschikte huisvesting voor alle scholen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs op de meest efficiënte wijze Voor alle leerlingen is veilige, kwalitatief goede en onderwijskundig geschikte huisvesting beschikbaar. Door samenwerking tussen de verschillende partners in de brede school, zoals onderwijs, kinderopvang, welzijn enz. kunnen de gebouwen multifunctioneel, flexibel en efficiënt worden gebruikt. 4.
Het realiseren van een samenhangende aanpak van brede activiteiten tijdens en na schooltijd, in en rond de (brede) scholen Leerlingen ontwikkelen zich breed in en rond de school onder meer op het gebied van sport en spel, creativiteit, techniek en media, kunst en cultuur en kunnen deelnemen aan dagarrangementen.
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? 1. Het voorkomen en bestrijden van schooluitval Handhaven van de Effecten bijhouden in Leerplichtwet, het de terugdringen van het leerlingenadministratie. voortijdig schoolverlaten en het verminderen van jeugdwerkloosheid. Volledige registratie van Rapportage in het leerplichtige en nietjaarlijkse leerplichtige leerlingen tot leerplichtverslag. 23 jaar. Inzetten van HaltRapportage van Halt, spijbelafdoening. opnemen in het jaarlijkse leerplichtverslag. Uitvoeren van het project Tussentijdse De Overstap. terugkoppeling en eindrapportage. Deelname en steun aan Jaarlijkse rapportage het van het SOB Rijswijk. Samenwerkingsverband Onderwijs Bedrijven (SOB) Rijswijk. Inzet van Rapportage van schoolmaatschappelijk schoolbesturen en werk (SMW) in basis- en zorgregisseurs. voortgezet onderwijs.
Programma Onderwijs 48
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Aantal vsv’ers daalt van 56 in schooljaar 2010/2011 verder tot maximaal 40 in 2013/2014.
Alle verzuimmeldingen van scholen zijn binnen 5 werkdagen opgepakt. Minimaal 15 leerlingen voeren per schooljaar een Halt-spijbelafdoening uit. Vraaggericht worden alle leerlingen begeleid bij de overgang VMBOMBO. Als aan het eind van de planperiode de in het meerjarenplan genoemde doelstellingen zijn bereikt. In 2012/2013 is op elke basisschool of middelbare school inzet van SMW als onderdeel van de CJGzorgstructuur.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het Wanneer hebben we de meten? doelstelling bereikt? 2. Het stimuleren van leerlingen om het individueel talent optimaal te ontwikkelen Uitvoeren van het plan Jaarlijks VVE-verslag. Doelgroepkinderen van 2-4 jaar van aanpak VVE 2010krijgen een plek aangeboden in een 2014. voor-schoolse voorziening met erkend VVE-programma. Het uitvoeren en Vanuit taalplannen per In schooljaar 2011/2012 is gestart doorontwikkelen van school inzichtelijk met gemeentelijk taalbeleid gemeentebreed taalbeleid maken op welke wijze ontwikkeld waarmee leerlingen in relatie tot de plannen de leerlingen vraaggericht bereikt worden. per school. vraaggericht bereikt worden. Bevorderen van Jaarlijks verslag en In 2012 geeft de jeugd- en doorgaande lijn en voortgangbespreking onderwijsmonitor inzicht in de relatie samenwerking tussen met de onderwijs-, tussen ingezet beleid en de primair onderwijs en zorg-en welzijnsopbrengsten. peuterspeelzalen/partners. kinderopvang. Zorg dragen voor een goede spreiding van peuterspeelzalen en kinderopvang van voldoende kwaliteit. 3. Voorzien in voldoende, veilige en onderwijskundig geschikte huisvesting voor alle scholen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs op de meest efficiënte wijze Schoolbesturen vanuit Kwaliteit van Als alle aanvragen van de verordening onderwijsschoolgebouwen schoolbesturen gehonoreerd worden huisvesting faciliteren om geregistreerd in een in het huisvestingsprogramma te voorzien in voldoende, scoringssysteem NEN onderwijs. veilige en onderwijskundig 2767. geschikte huisvesting voor Leerlingenprognose primair en voortgezet toont of een school onderwijs. over voldoende ruimte beschikt. In overleg met de Beoordelen voortgang Jaarlijkse vaststelling van schoolbesturen via het in de werkgroep huisvestingsprogramma. Alle huisvestingsprogramma huisvesting onderwijs vervangingsvragen zijn getoetst aan afspraken maken over en het bestuurlijk de visie op (netwerk) brede school. noodzakelijke overleg onderwijs. aanpassingen. Herinrichting van de Voortgangsbespreking In 2012 e.v. realiseren de huisvesting van het in afzonderlijk verplaatsing. voortgezet onderwijs van bestuurlijk overleg. het Stanislascollege Vanuit het in 2011 Voortgang in de Eind 2012 zijn afspraken gemaakt vastgestelde werkgroep over gebruik van de leegstaande accommodatiebeleid onderwijshuisvesting. onderwijslokalen, is gestart met het afspraken maken over opstellen van de nieuwe MOP’s en alternatief gebruik van is besloten of de verordening wordt leegstaande aangepast. onderwijslokalen, opstellen van nieuwe meerjarenonderhoudsplannen voor het basisonderwijs en bezien of verordening onderwijshuisvesting aangepast kan en moet worden.
Programma Onderwijs 49
Doelstelling
Wat doen we daarvoor? Nader uitwerken van de plannen van aanpak brede school Muziekbuurt en brede school Stationsbuurt.
Hoe gaan we het meten? Voortgangsbespreking in de projectgroep (per locatie) en de regiegroep brede scholen.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Respectievelijk eind 2013 en eind 2014 is de beoogde inhoudelijke samenwerking vertaald in een toekomstbestendige (onderwijs)voorziening.
3. Voorzien in voldoende, veilige en onderwijskun dig geschikte huisvesting voor alle scholen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs op de meest efficiënte wijze (vervolg)
Opstellen van een plan van aanpak voor de brede school op de locatie van de huidige scholendriehoek.
Voortgang wordt gemonitord in de projectgroep en de regiegroep brede scholen.
Projectorganisatie is in 2012 ingericht en plan van aanpak is gereed.
Start met ontwikkeling van de eerste van twee beoogde brede scholen in Rijswijk-Zuid.
Voortgang wordt Bij oplevering van de eerste gemonitord in de woningen is ook de eerste brede projectgroep en de schoollocatie gerealiseerd. regiegroep brede scholen. 4. Het realiseren van een samenhangende aanpak van brede activiteiten tijdens en na schooltijd, in en rond de (brede) scholen Gemeentebrede aanpak Monitoring met De vangnetregeling zwemmen gericht op jaarlijkse P&Cbereikt alle doelgroepkinderen en beweegactiviteiten onder subsidiecyclus. vakonderwijs LO is in samenhang en na schooltijd door met inzet combinatiefunctionarissen onder andere de inzet van sport doorontwikkeld. schoolzwemmen en vakonderwijs lichamelijke opvoeding. Inzet van kunst- en Voortgangsbespreking Elke basisschoolleerling volgt twee cultuureducatie in het in werkgroep activiteiten uit primair onderwijs. cultuureducatie. Kunstmenu/Erfgoedspoor. Het continueren van de Inzet volgen in Alle kinderen van 3-12 jaar krijgen inzet van besprekingen drie keer per schoolweek een combinatiefunctionarissen combinatiefunctionaris cultuur- of beweegaanbod. volgens de Rijksimpuls sen en in overleg met Brede Scholen, Sport en onderwijs- en Cultuur. welzijnspartners. De eerste jeugd- en onderwijsmonitor uitbrengen. Inhoudelijke samenwerking in de brede scholen realiseren.
Voortgangsbespreking met de onderwijs-, zorg- en welzijnspartners. Voortgangsbespreking in de regiegroep brede scholen.
Programma Onderwijs 50
De jeugd- en onderwijsmonitor geeft inzicht in de relatie tussen ingezet beleid en leer- en ontwikkelopbrengsten. In 2015 is inhoudelijke samenwerking ontwikkeld in ieder geval de drie brede scholen i.o. horend bij de bestuursopdracht.
Externe invloeden en kaders · Leerplichtwet 1969. · Wet op het primair onderwijs (WPO). · Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). · Wet op de expertisecentra (WEC). · Wet op het onderwijsachterstandenbeleid OAB). · Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (OKE).
Interne kaders · Kadernota jeugd- en onderwijsbeleid 20082012. · Plan van aanpak VVE 2010-2014. · Bestuursopdracht brede scholen. · Kadernota integraal accommodatiebeleid 2012-2020. · Verordening huisvesting onderwijs. · Verordening kinderopvang.
Programma Onderwijs 51
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 4010 4030 6500 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 2.258 12 1.701 164 598 0 4.557 176
Huisvesting scholen Lokaal onderwijsbeleid Kinderopvang
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
Mutatie reserve buitenkant schoolgebouwen
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
4.557
176
407
0
4.964
176
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 5.473 874
2011 5.337 660
2012 4.557 176
2013 4.525 176
2014 4.475 176
2015 4.591 176
Saldo
4.599
4.677
4.381
4.349
4.299
4.415
Wat mag het kosten programma Onderwijs 52
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Iedereen moet de mogelijkheid hebben om mee te doen aan kunst, cultuur, sport en recreatie. Dit willen wij stimuleren. Het behoud van een goed voorzieningenniveau is hiervoor noodzakelijk. Wij werken hierbij samen met maatschappelijke partners. Wij zijn van mening dat deelname aan kunst-, cultuur-, sport- en recreatie de sociale cohesie onder de bevolking versterkt ofwel dat het mensen met elkaar verbindt. Wat misschien nog wel belangrijker is, is dat sport en cultuur goed zijn voor de ontwikkeling en educatie. Door bijvoorbeeld naar een museum of bibliotheek te gaan wordt de blik op de samenleving verbreed. Wij vinden het belangrijk dat mensen andere waarden en normen leren kennen en deze gaan respecteren. Door te sporten leren kinderen samen te spelen en anderen meer te respecteren. Sport is hierbij een middel om een doel te bereiken. Het doel kan zijn: de gezondheid verbeteren, het voorkomen en tegengaan van overgewicht of de samenwerking te verbeteren. Het voorzieningenniveau in Rijswijk beslaat onder andere kunstuitingen, collecties, het Huis van de Stad, monumentenzorg en archeologie, binnen- en buitensport accommodaties en evenementen zoals het Strandwalfestival en Herfstpop.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 53
Wat willen we bereiken? “Het stimuleren van deelname van de Rijswijkse bevolking aan kunst & cultuur, sport en recreatie door het in standhouden van een breed aanbod” 1. Cultuur Het stimuleren van deelname van de Rijswijkse bevolking aan kunst & cultuur door het aanbieden van een breed aanbod. 1.1 Kunstuitingen De Rijswijkse bevolking in aanraking brengen met de verschillende vormen van professionele kunstuitingen. Hierbij gaat het voornamelijk om podiumkunsten en tentoonstellingen van beeldende kunst 1.2 Amateurkunstbeoefening Het stimuleren van amateurkunstbeoefening, cultuurbeleving en kunst- en cultuureducatie. 1.3 Beeldende kunst Het visueel aantrekkelijk maken en houden van de gemeente door het toepassen van beeldende kunst. 1.4 Kunstklimaat Het faciliteren van kunstenaars om zich onder gunstige omstandigheden te laten ontplooien en zo een inspirerend klimaat te scheppen voor het produceren van kunst. 1.5 Media Een breed programma-aanbod aanbieden via de media, waarin Rijswijkse gebeurtenissen, evenementen en politieke activiteiten zijn opgenomen en waarin stromingen binnen de Rijswijkse samenleving zich vertegenwoordigd voelen. 1.6 Collecties Het opbouwen, ontsluiten en beschikbaar stellen van voor iedereen bestemde collecties van geschriften, audiovisuele materialen, digitale informatiebestanden en kunstwerken die actueel, pluriform, representatief en lokaal van waarde zijn. 1.7 Huis van de Stad Het realiseren van Huis van de Stad, waardoor de kennis over en de bekendheid met het culturele erfgoed van de gemeente wordt bevorderd. 1.8. Archeologie en monumentenzorg Het waarborgen van de archeologie en monumentenzorg in de ruimtelijke ordening zodat het Rijswijks cultuurhistorisch erfgoed behouden blijft voor de komende generaties. 1.9. Strandwalfestival Het (laten) organiseren van een meerdaags beeldbepalend Rijswijks Evenement 2. Sport De gemeente Rijswijk bevordert voor alle leeftijdscategorieën sportbeoefening, die op adequate wijze gefaciliteerd, gestimuleerd en geregisseerd wordt. Hierbij zetten we sport als doel, maar tevens als middel nadrukkelijk in. 2.1 Sociale cohesie Sport als middel om een bijdrage te leveren aan het vergroten van de leefbaarheid en sociale binding in de wijk. 2.2 Gezonde leefstijl Het stimuleren van een gezonde leefstijl door jeugd door (meer) te bewegen en gezond te eten, waarbij sport niet alleen als doel maar ook als middel wordt ingezet. 2.3 (sport)accommodaties De gemeente draagt zorg voor een adequaat aanbod van (sport)accommodaties, die laagdrempelig toegankelijk zijn en voldoen aan de (sport)technische normen.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 54
2.4 Lokale sport Het promoten (en organiseren) van verschillende activiteiten, waaronder de uitreiking van de Sportprijs, het Sportcafé en de Schoolsportdagen. 3. Speelvoorzieningen Het (her)inrichten en onderhouden van speel- en ontmoetingsplekken voor jeugd.
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
1.1 Kunstuitingen Subsidieafspraken maken met aanbieders van professionele kunstuitingen. Nieuw convenant met de schouwburg en een uitwerking van de prestatie / output van het Huis van Stad.
1.2 Amateurkunstbeoefening Het subsidiëren van amateurorganisaties op het gebied van kunst- en cultuur (koren, etc.) en professionele kunst- en cultuureducatie. Starten met een naschools cultuureducatief project in het kader van de Regionale Agenda Samenleving (RAS). In 2012 sluit de gemeente een nieuw convenant af met Trias.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Zowel met het museum, als de Schouwburg afspraken maken over de te leveren prestaties. In 2012 rapporteert het college de raad over het nieuwe convenant met de schouwburg.
Museum Rijswijk, 12 tentoonstellingen en 2 cursussen.
Met Trias worden in het nieuwe convenant afspraken gemaakt over de te leveren prestaties.
980 jeugdige deelnemers hebben cursussen gevolgd. Creëren van één project dat bijdraagt aan een groter bereik van kunsten cultuureducatie taken. Het project Cultuurcarroussel is uitgevoerd.
Voor het RAS-project een meerjaren plan opnemen, waarin prestatie-eenheden staan. In 2012 rapporteert het college aan de raad over de inhoud van het convenant.
1.3 Beeldende kunst Het realiseren van nieuwe en het behouden van bestaande kunstwerken in de Rijswijkse openbare ruimte. Het uitvoeren van het meerjaren onderhoudsplan voor de bestaande kunstwerken.
Rijswijkse Schouwburg, 150 voorstellingen, 12 zaalverhuur aan amateurs en scholen en diverse projecten op het gebied van cultuureducatie.
Ondertekening nieuwe convenant.
De commissie KunstRuimte stelt een advies op waarbij de bestaande werken gecategoriseerd worden in een A, B en C categorie. In 2011 de Meerjaren Onderhoudsplanning voor kunst in de openbare ruimte actualiseren. Uitvoering in 2012.
Afronden categorisering.
Arti-shock moet 3 ateliers en een tentoonstellingsruimte in stand houden. De kunstenaars uit de Voorde hebben alternatieve huisvesting gekregen.
In stand houden 3 ateliers Arti-Shock en 1214 tentoonstellingen houden. Er is alternatieve huisvesting aan kunstenaars van de Voorde gerealiseerd.
Het regulier onderhoud aan de kunstwerken is uitgevoerd.
1.4 Kunstklimaat Het subsidiëren van de atelierhuur van Arti-Shock en het herhuisvesten van de kunstenaars uit de Voorde.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 55
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Het subsidiëren van RTV Rijswijk op basis van het meerjaren subsidieconvenant.
Het commissariaat van de Media is het bevoegd orgaan om de vereisten van de Mediawet te toetsen.
De lokale omroep voldoet aan de eisen die in de Mediawet staan.
Beëindigen van de huurovereenkomst.
Wanneer Rijswijk beschikt over een centraal en goed geoutilleerde vestiging.
In 2012 fuseert de bibliotheek met Leidschendam-Voorburg. Met deze nieuwe organisatie maken we nieuwe afspraken op basis van de vastgelegde uitgangspunten.
Bij het realiseren van een nieuwe overeenkomst waarbij efficiency leidt tot een verbetering van het product en de dienst verlening.
Door middel van voortgangsrapportages is de gemeente op de hoogte van de vorderingen van de realisatie van het Huis van de Stad
Uiterlijk 1 januari 2013 is het Huis van de Stad gevestigd in de aanbouw bij het museum.
Binnen archeologie zijn enkele producten meetbaar zoals het aantal nieuwsbrieven, de aantallen informatieborden bij archeologische vindplaatsen, etc. Veel activiteiten zijn niet meetbaar. Het aantal is afhankelijk van de activiteiten, zowel van gemeente als derden.
Het is een continuering van lopende zaken en nieuwe aanvragen waarbij bij aanvang van de werkzaamheden opleveringsdata worden bepaald.
Binnen het taakveld monumentenzorg zijn enkele producten meetbaar: o.a. het aantal nieuwsbrieven, de aantallen aan te brengen monumenteninformatiebord en, etc. Veel activiteiten zijn niet op voorhand meetbaar. Het is niet vast te stellen hoeveel vergunningen in een jaar worden aangevraagd en hoeveel daarvan afgewezen worden.
Het is een continuering van lopende zaken en nieuwe aanvragen waarbij bij aanvang van de werkzaamheden opleveringsdata worden bepaald.
1.5 Media
1.6 Collecties Het centraliseren van de bibliotheekvoorziening in Rijswijk. Nevenvestiging De Ottoburg sluit 1 januari 2013 haar deuren. Het sluiten van een subsidieovereenkomst met de nieuwe Stichting Bibliotheek Rijswijk LeidschendamVoorburg gebaseerd op de uitgangspunten uit de samenwerkingsovereenkomst en de in 2009 vastgestelde beleidsvisie. 1.7 Huis van de Stad in 2011 is gestart met de uitbouw van het museum t.b.v. de realisatie van het Huis van de Stad. Uiterlijk 1 januari 2013 moet het Huis van de Stad gehuisvest zijn bij het museum. 1.8 Archeologie en monumentenzorg Het voeren van een actief beleid door het inpassen van cultuurhistorisch erfgoed in de planontwikkelingen en het verrichten van onderzoek. Het ontsluiten en bekend maken van de onderzoeksresultaten door o.a.: opstellen publicaties; houden van lezingen; maken van tentoonstellingen en zichtbaar maken van archeologisch erfgoed waar dat haalbaar en gewenst is. Het voeren van een actief beleid op het inpassen van cultuurhistorisch erfgoed in de planontwikkelingen en verrichten van onderzoek. Het documenteren als ook onderzoeken van cultuurhistorisch erfgoed als behoud niet mogelijk is. Het ontsluiten en bekend maken van de onderzoeksresultaten door o.a..: opstellen publicaties; houden van lezingen; maken van tentoonstellingen.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 56
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
1.9 Strandwalfestival Het (laten) organiseren van een meerdaags beeldbepalend Rijswijks evenement. 2.1 Sociale cohesie Het opzetten en onderhouden van samenwerkingsverbanden tussen buurt, onderwijs en sport waarbij sport het middel is bij de uitvoering van het project “Wij(k) in beweging".
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Door middel van de (reguliere) subsidieafrekening.
Uitvoering van het Strandwalfestival.
Door gebruik te maken van de gegevens uit de politiemonitor en gezondheidsscan.
Het verhogen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen binnen de doelgroep van 11% met 50%. Het terugdringen van het aantal overlastgroepen in de wijken.
2.2 Gezonde leefstijl Het geven van voedingsvoorlichting en extra sportlessen voorkinderen van de basisschool. 2.3 (Sport) accommodaties Onderzoek: scenario-uitwerking binnensport-accommodaties (conform de kadernota Integraal Accommodatiebeleid 2012-2020). Marimbahal, Van Zweedenzaal, De Schilp en de gymzalen maken hiervan onderdeel uit. Onderzoek (Quick scan) naar exploitatievorm Sport- en welzijnscentrum De Schilp in het kader van de scheiding van vastgoedexploitatie en functieexploitatie 2.4 Lokale sport Het promoten (en organiseren) van verschillende sportactiviteiten, waaronder de uitreiking van de Sportprijs, het organiseren van Sportcafé en de Schoolsportdagen.
3. Speelvoorzieningen Het in stand houden van veilige speelvoorzieningen, al dan niet in de openbare ruimte,
Gebruik van gezondheidsmonitor.
Het aantal deelnemers met overgewicht is verlaagd met 20%.
Resultaten haalbaarheidsonderzoek
Onderzoek leidt tot besluitvorming over de binnensportaccommodaties.
Resultaten haalbaarheidsonderzoek
Onderzoek leidt tot besluitvorming over de toekomstige exploitatie van sport- en welzijnscentrum de Schilp
Het jaarlijks vastleggen van de activiteiten in onder anderen het schoolsportprogramma.
Wanneer alle scholen voor het primair onderwijs hebben deelgenomen aan de sportdagen inclusief het buitengewoon onderwijs. Totaal aantal sportcontactmomenten is ongeveer 10.000.
Aan de hand van de indicatoren in de nieuwe nota speel- en ontmoetingsplekkenbeleid
Wanneer de openbare speelplekken en speeltuinen voldoen aan de landelijke gestelde veiligheidseisen.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 57
Externe invloeden en kaders · Mediawet. · Wet op het specifiek Cultuurbeleid. · Wet Maatschappelijke Ondersteuning. · Archeologische Monumentenwet 2007.
Interne kaders · Nota Kunst en Cultuur Rijswijk, 2005. · Algemene Subsidieverordening Rijswijk, 2005. · Raadsbesluit Monumenten en Archeologiebeleid, 2005. · Nota Leren, Lezen en Verbinden, Beleidsvisie Bibliotheekwerk Rijswijk, 2009.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 58
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 5100 5300 5400 5410 5800 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 1.497 0 5.534 1.934 2.360 38 1.375 40 729 0 11.495 2.012
Openbaar bibliotheekwerk Sport Kunst en cultuur Cultureel erfgoed Speeltuinwerk
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
Mutatie reserves
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
11.495
2.012
0
0
11.495
2.012
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 11.903 2.044
2011 11.206 1.935
2012 11.495 2.012
2013 11.234 1.982
2014 11.105 1.982
2015 11.148 1.982
Saldo
9.859
9.271
9.483
9.252
9.123
9.166
Wat mag het kosten programma Sport, Cultuur en Recreatie 59
60
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wij streven ernaar om de zelfredzaamheid en deelname van alle burgers aan het maatschappelijk leven te stimuleren, jong en oud, met- en zonder beperkingen. De ambitie is dat niemand aan de zijlijn blijft staan, iedereen doet mee. Ons beleid is geënt op een aantal kernwaarden zoals: brede samenwerking, respect hebben voor elkaar en eigen verantwoordelijkheid nemen, maar ook zorg voor de ander. Het uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen als zij dat willen. Dit komt bijvoorbeeld terug in mantelzorg en vrijwilligerswerk. Hier wordt een groot beroep gedaan op de zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van inwoners. Volksgezondheid is één van de taken die de gemeente uitvoert. Hiervoor maken we gebruik van een assortiment aan collectieve- en individuele voorzieningen. Samenwerking met maatschappelijke partners is van groot belang zoals zorg- of welzijnsorganisaties. Het goede voorzieningenniveau op het gebied van de Wmo blijft behouden. Zo is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) het centrale loket voor de integrale jeugdgezondheidszorg. Bij het Zorgloket kunnen inwoners terecht kunnen voor advies, hulp en ondersteuning. Wij willen de zelfredzaamheid verhogen door bijvoorbeeld het bieden van rolstoelen, hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen. De veranderingen in de Nederlandse wet- en regelgeving zullen behoorlijke impact hebben. De invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWnV), de overheveling van AWBZ-taken op het gebied van begeleiding, hulpmiddelen en groepsactiviteiten en de overheveling van de Jeugdzorg, vergen in 2012 een intensieve voorbereiding. Met het Programma Participatie 2.0 zorgen we voor een daadkrachtige, efficiënte en verbindende aanpak van deze veranderingen
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 61
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een overkoepelende wet waarin de welzijnswet en de Wet Voorzieningen gehandicapten zijn opgenomen. De uitvoering van de wettelijke verplichtingen van de Wmo en de Wet publieke gezondheidszorg (Wpg) ligt besloten in dit programma. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een participatiewet met als hoofddoelstelling om de deelname aan het maatschappelijke verkeer te bevorderen van alle burgers, jong en oud, met en zonder beperking. De uitvoering van het programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid wordt gekenmerkt door samenhang, samenwerking, afstemming en gemeenschappelijkheid. Dit staat nader beschreven in de paragraaf Wmo. Bevorderen van participatie en sociale cohesie staat dan ook hoog op het programma; alle inwoners doen mee en zijn betrokken bij de samenleving van Rijswijk. Welzijnsactiviteiten leveren een belangrijke bijdrage aan het behoud van zelfstandigheid en welbevinden van mensen. Binnen het centrale, integrale thema van de Wmo; “Meedoen en betrokken blijven” is het noodzakelijk een relatie te leggen tussen de taken die in dit programma genoemd worden en andere gemeentelijke taken op het gebied van Zorg, Welzijn, Wonen, Werken in Inkomen. De gemeente stemt deze taakvelden op elkaar af
Wat willen we bereiken? “Het ondersteunen en stimuleren van alle inwoners om hen te laten participeren aan de samenleving en hun zelfredzaamheid te bevorderen.” 1. Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid (Wmo: prestatieveld 1) Alle Rijswijkers moeten kunnen deelnemen aan het sociale, economische en culturele verkeer. 1.1 Welzijn, sociaal cultureel werk en leefbaarheid Het bevorderen van de participatie van inwoners, de sociale cohesie en de leefbaarheid van buurten en wijken. · Het bevorderen, vernieuwen en optimaliseren van bewonersparticipatie en -organisaties. · Het bevorderen van de leefbaarheid in de buurten en wijken. · Het in stand houden en verbeteren van de sociale cohesie in alle wijken en buurten. · Het bevorderen van de emancipatie van bepaalde groepen. E.a. emancipatie en participatie hebben als doel om vrouwen (van een niet-westerse afkomst) bewuster te maken van het belang van deelname aan de samenleving. Het stimuleren van vrijwilligerswerk. Om vrijwilligers te werven en te behouden wil de gemeente Rijswijk een cultuur waarbinnen vrijwilligers zich optimaal ondersteund en gewaardeerd voelen. (prestatieveld 4 Wmo). 1.2 Jeugdbeleid Het optimaliseren van de ontwikkeling en maatschappelijke participatie van jeugd om te kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en zelfstandig functionerende volwassenen. De gemeentelijke inzet is gericht op het voorkomen, opheffen of verminderen van hierbij optredende belemmeringen, waarbij aangesloten wordt op de specifieke ontwikkelingsfase, beleving en behoeften van de jeugd. Bovengenoemde kerndoelen worden in thema’s uitgewerkt: 1. Een goede start: · Taal- en ontwikkelingsachterstanden bij peuters zijn gesignaleerd, voorkomen en bestreden. · Ouders en jeugd zijn ondersteund in (de vragen over) opvoeding en ontwikkeling. · Problemen bij ouders en jeugd zijn gesignaleerd, voorkomen en bestreden. 2. Een brede ontwikkeling op en naast school: · De ontwikkeling en interesse van de jeugd is breder dan de eigen leefwereld. · Jongeren zijn actief als vrijwilliger bij sport/kunst/cultuurverenigingen en nonprofitorganisaties. 3. Een optimale schoolcarrière: taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar zijn gesignaleerd, voorkomen en bestreden.(zie verder programma onderwijs).
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 62
4. Zorg en begeleiding: problemen bij ouders en jeugd zijn vroegtijdig en in samenhang met elkaar gesignaleerd, voorkomen en bestreden. 5. Een eigen plek in de samenleving: de jeugd heeft ruimte om zich maatschappelijk te ontwikkelen en (actief) te participeren. 1.3 Welzijnsaccommodaties Het voorzien in de huisvesting van maatschappelijke organisaties op het gebied van welzijn, sport, kunst en cultuur en zorg door het verhuren van ruimten. Uitgangspunten hierbij zijn: bundelen van functies en activiteiten, bereikbaar en laagdrempelig, bestaande schakering handhaven, maar omvang van het aanbod waar mogelijk terugbrengen. 1.4 Opvang zwerfdieren Het zorg dragen voor de opvang en het welzijn van zwerfdieren. Het opvangen van zwerfdieren. Dit wordt regionaal georganiseerd met de gemeenten Rijswijk, Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Westland. Het ophalen van zwerfdieren door de Dierenhospitaal & Ambulancedienst Den Haag e.o. in opdracht van de gemeente Rijswijk. 2.Het beschermen en bevorderen van de volksgezondheid en het stimuleren van een gezonde levensstijl (Wpg) 2.1 Het stimuleren van een gezonde levensstijl Met een samenhangend preventieaanbod willen we bereiken dat gezondheidsklachten waar mogelijk worden voorkomen. Hierbij zijn vijf speerpunten benoemd: 1. Bevorderen van het niet roken. 2. Terugdringen van schadelijk alcoholgebruik. 3. Voorkomen van overgewicht. 4. Voorkomen van depressies. 5. Vroegtijdig signaleren van diabetes. 3. Het realiseren van een sluitend stelsel van zorg en opvang voor jeugd en gezin (Wmo: prestatieveld 2) Om problemen of ontwikkelingsachterstanden bij kinderen en jeugd te voorkomen, te onderkennen en aan te pakken, dient de gemeente een samenhangend systeem van opvoed- en opgroeiondersteuning te realiseren. De gemeente dient hierbij te zorgen voor het preventief lokaal jeugdbeleid en heeft de regierol van een sluitende, lokale keten. 4. Het versterken van de zelfredzaamheid van de Rijswijkse burgers (Wmo: prestatieveld 3) De zelfredzaamheid van burgers met een beperking wordt gestimuleerd met als doel hen binnen hun mogelijkheden optimaal te laten deelnemen aan de maatschappij. Het geven van informatie en advies is nodig om burgers de weg te wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Cliëntenondersteuning gaat verder, de cliënt wordt ondersteund bij het maken van de keuze of bij het oplossen van problemen vanuit de gedachte dat hij/zij zelf, of iemand in het sociaal netwerk, de regie voert. 5. Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer (Wmo: prestatieveld 4 en 5) Het ondersteunen van inwoners bij hun wens om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in een vertrouwde omgeving waarin het mogelijk is om medemensen te ontmoeten. 6. Het voorkomen van dak-/thuisloosheid en ondersteuning van mensen met chronische psychische dan wel psychosociale problemen (Wmo: prestatieveld 6, 7, 8 en 9) Er woont in Rijswijk een aantal kwetsbare medeburgers die minder goed zelfredzaam is. Zonder adequate steun van mantelzorg, eerste en/of tweede lijns gezondheidszorg kan deze groep niet actief participeren aan de samenleving. Door preventie en ondersteuning wordt voorkomen dat deze groep onnodig afglijdt tot dak-/thuisloosheid.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 63
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we ervoor?
Hoe gaan we dat meten?
1. Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid (Wmo: prestatieveld 1) 1.1 Welzijn, sociaal cultureel werk en leefbaarheid Voortzetten van subsidiering op het Het effect van de gebied van sociaal cultureel uitgevoerde activiteiten (vrijwilligers) werk, wordt gemeten aan de vluchtelingenwerk, hand van de gemaakte bewonersparticipatie, jongerenwerk, afspraken, deelname van speeltuinwerk en emancipatie. de doelgroep aan de activiteiten, kwartaalrapportages en de bereikbaarheid. Implementatie Beleidsnota Opgesteld in 2011. "Emancipatie en Participatie 2011" Uitvoering gestart eind (activiteiten betreffende emancipatie 2011. en participatie opzetten en projecten opstarten).
Beleidsnota "Samen leven in Rijswijk". Productafspraken 2012 met Welzijn Rijswijk . Productafspraken 2012 met Vluchtelingenwerk Rijswijk. Het subsidiëren van de speeltuinverenigingen.
Het stimuleren van burgers om aan vrijwilligerswerk te doen door het uitvoeren van de beleidsnota “Vrijwilligersbeleid”. Het gaat om het verbeteren van de toeleidings- en begeleidingstrajecten naar vrijwilligerswerk, de ondersteuningsmogelijkheden en om de relatie vrijwilligerswerk en sociale activering/re-integratie trajecten. Ook wordt een verbinding gelegd met de uitvoer van maatschappelijke stages in het voortgezet onderwijs. Wijkmanagement door een verdere uitwerking van de bestuursopdracht Wijkmanagement 2010 en een verdere uitwerking van het implementatievoorstel wijkmanagement.
Niet- westerse vrouwen bewuster maken van het belang van participatie in de samenleving door activiteiten te organiseren die deze bewustwording stimuleert. Nota klaar in 2012.
Beoordelen van de resultaten op basis van de gemaakte afspraken.
Jaarlijks afrekenen op behaalde resultaten.
Beoordelen van de resultaten op basis van de gemaakte afspraken. Aan de hand van de gemaakte afspraken, het aantal kinderen dat speeltuinen bezoekt per jaar en de leefbaarheid in wijken. De toename van het aantal vrijwilligers dat ingeschreven staat bij het vrijwilligerssteunpunt vaststellen.
Jaarlijks afrekenen op behaalde resultaten. Deze doelstelling is al bereikt. Het is het continueren van het beleid en streven dat de speeltoestellen veilig zijn en blijven. Het aantal vrijwilligers dat een actieve bijdrage levert komt eind 2016 overeen met het landelijk gemiddelde van 28 %.
In 2015 een onderzoek verrichten naar het aantal, dat activiteiten verrichten in Rijswijk.
Het aantal allochtone vrijwilligers is met 4% in 2016 toegenomen.
Wijkmanagement: Monitoren op buurt- en wijkniveau.
Een tweede wijkplancyclus in een andere wijk is gestart.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 64
Wanneer hebben we het bereikt?
In de Muziekbuurt is het wijkprogramma in
Doelstelling
Wat doen we ervoor?
1.1 Welzijn, sociaal cultureel werk en leefbaarheid (vervolg)
Proef Muziekbuurt voortzetten om te oefenen met samenwerken en de opgedane ervaringen te gebruiken in de andere wijken van Rijswijk.
Hoe gaan we dat meten? Benchmarken: Meten van de mate van samenwerking en de successen die hierin worden behaald; Burgerpanel-enquête.
1.2 Jeugdbeleid Peuters met een verhoogd risico op taal- en ontwikkelingsachterstanden worden naar een voorschoolse instelling geleid en ontvangen daar op jonge leeftijd taalonderwijs, dat wordt gecontinueerd op de basisschool. Elke wijk/brede schoolverband heeft in ieder geval één gesubsidieerde peuterspeelzaal met een aanbod van voorschoolse educatie.
Het aantal plaatsen dagopvang is toereikend voor de behoefte van inwoners van en werkenden in Rijswijk.
Er is een verbinding tussen alle opvoedingsprogramma’ s en VVE in het programma Onderwijs.
Rapportage in VVEmonitor en GGDinspecties.
Als blijkt dat het aanbod in de wijk overeenkomt met de vraag.
Door middel van de gemaakte afspraken zijn resultaten meetbaar Monitoring van de samenwerking in de interactieve netwerkbijeenkomsten.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 65
Als de peuterspeelzalen voldoen aan de inspectie met risicoinventarisatie. Als het aantal plaatsen dagopvang en bso aan de vraag voldoet. Als de inspecties uitgevoerd door de GGD aantonen dat de opvang aan de eisen van de wet voldoet.
Het aantal plaatsen in de buitenschoolse opvang is toereikend om aan de inspanningsverplichting van scholen te voldoen.
Stimuleren van samenwerking tussen alle professionele non-profit organisaties en verenigingen die zich richten op Rijswijkse kinderen in de leeftijd van 0 – 6 jaar en hun ouders zodanig dat de sleutelfiguren van die organisaties elkaar kennen en kunnen vinden. Het effect moet zijn dat deze organisaties de activiteiten op elkaar afstemmen en kinderen zo nodig doorverwijzen.
Monitor- en buurtinformatie wordt gebruikt in projecten, samenwerking en communicatie.
Inzicht in de relatie tussen ingezette beleidinstrumenten en de opbrengsten met een jeugd- en onderwijsmonitor en de methodiek WILL.
Monitoring door middel van het Landelijk Register Kinderopvang.
De kwaliteit van kinderopvang is zodanig dat geen handhavingtrajecten hoeven te worden ingezet. Het subsidiëren van jeugd- en jongerenactiviteiten.
Wanneer hebben we het bereikt? uitvoer
Jeugd heeft ruimte om zich maatschappelijk te ontwikkelen en (actief) te participeren Vanaf 2011 is er twee keer per jaar een interactieve netwerkbijeenkomst waarbij alle organisaties die zich richten op Rijswijkse kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar aanwezig zijn.
Doelstelling
Wat doen we ervoor?
1.2 Jeugdbeleid (vervolg)
Het subsidiëren van zorginstrumenten, zoals gezinscoach, (school)maatschappelijk werk en intensieve thuisbegeleiding.
Hoe gaan we dat meten? Rapportage in subsidieverantwoording en in CJG-monitor.
Het bieden van voldoende en Kwantitatieve en kwalitatief goede speel- en kwalitatieve inventarisatie ontmoetingsplekken, zowel binnen speel- en als buiten, rekening houdend met ontmoetingsplekken. de leefbaarheid. Het stimuleren van verschillende Het aantal bezoekers van vormen van jongerenparticipatie en de jongerenwebsite. -informatie, zoals het JongInproject, Wegwijs op het De toename van het aantal gemeentehuis en jongerenwebsite jongeren dat deelneemt in jonginrijswijk.nl. de jongerenraad. 1.3 Welzijnsaccommodaties Actiepunten uit de Kadernota Integraal Aantal kinderen dat gebruikt Accommodatiebeleid 2012-2020: maakt van de peuterspeelzaal in relatie tot Verbeteren van de bezetting van de het aantal dagdelen dat peuterspeelzalen. wordt aangeboden. Onderzoek naar de herverdeling capaciteit bestaande welzijnsaccommodaties.
Het uitvoeringsplan wordt opgeleverd in 2012.
Uitplaatsen van gebruikers accommodatie Spinetstraat in het kader van de brede schoolontwikkeling in de Muziekbuurt.
Het uitvoeringsplan wordt opgeleverd in 2012.
Wanneer hebben we het bereikt? Problemen bij ouders en jeugd zijn vroegtijdig en in samenhang met elkaar gesignaleerd, voorkomen en bestreden. Jeugd hebben ruimte om zich maatschappelijk te ontwikkelen en actief te participeren De ontwikkeling en interesse van jeugd is breder dan de eigen leefwereld.
De bezettingsgraad ligt na afronding tussen 80 en 90%. De capaciteit van de welzijnsaccommodaties is herverdeeld. De drie organisaties zijn ergens anders ondergebracht. Aan de uitgangspunten en doelstellingen van de Kadernota Integraal Accommodatiebeleid is voldaan.
2. Het beschermen en bevorderen van de volksgezondheid Bieden van een samenhangend Jaarlijkse Beoordeling GGDpreventieaanbod om zoveel mogelijk voortgangsrapportage over monitor. gezondheidsklachten te voorkomen. uitvoeringsprogramma. In De projecten vinden plaats op de vijf 2012 een rapportage over de speerpunten uit het lokaal gehele periode 2008-2012 en volksgezondheidsbeleid. een actualisering van de nota lokaal volksgezondheid. 3. Het realiseren van een sluitend stelsel van zorg en opvang voor jeugd en gezin (Wmo: prestatieveld 2) Het doorontwikkelen van het Centrum De opdrachtverlening aan Begonnen is met de voor Jeugd en Gezin in Rijswijk. JGZ Zuid-Holland West vindt invoering van het Digitaal plaats d.m.v. een jaarlijkse Dossier uitvoeringsovereenkomst. Jeugdgezondheidszorg. (half)Jaarlijkse rapportages vanuit het CJG. Het betreft hier onder meer cijfers over bereik, doorverwijzingen en kwaliteit van dienstverlening. Jaarlijkse CJG-enquête.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 66
Doelstelling
Wat doen we ervoor?
3. Het Doorontwikkelen van een realiseren van samenhangend en geïntegreerd een sluitend aanbod van opvoed/opgroei stelsel van gerelateerde voorzieningen. zorg en Het bevorderen van een sluitende opvang voor zorgketen rondom jeugd en jeugd en gezin aansluiting met zorgketen voor (Wmo: volwassenen. prestatieveld Het uitvoeren van een methodische 2) (vervolg) aanpak om de overlast (van jongeren) in de openbare ruimte te verminderen, zoals “Groepen pellen". Versterken samenwerking zorgnetwerken 0-23 jr. (jeugdzorg) en signaleringsoverleg Rijswijk (volwassenenzorg). Ondersteunen en stimuleren van lokale invulling regionale aanpak kindermishandeling (incl. meldcode).
Hoe gaan we dat meten? SGBO.
Wanneer hebben we het bereikt? SGBO monitort voortgang.
In overleg met de aanbieders.
2012.
Registratie overlast. Resultaten genoemd in Evaluatie met de werkgroep het plan van aanpak en andere betrokkenen. "Groepen pellen" zijn bereikt. In overleg met de aanbieders.
In overleg met de aanbieders, centrumgemeente Den Haag en overige regiogemeenten. 4. Het versterken van de zelfredzaamheid van de Rijswijkse burgers (Wmo: prestatieveld 3) Voortzetten beleid individuele Gegevens van het aantal Jaarlijks. voorzieningen, uitgevoerd door het verstrekkingen zullen jaarlijks Zorgloket. aan de raad verzonden worden. Implementeren van de werkwijze van Eind 2012 zal een evaluatie Eind 2012 is de kanteling de kanteling “keukentafelgesprekken”, gehouden worden. binnen het zorgloket hierdoor zal meer nadruk gelegd doorgevoerd. worden op collectieve voorzieningen en minder op individuele voorzieningen. Een nieuwe Wmo-verordening (waarin Begin 2012 wordt de de kanteling is verwerkt) wordt begin nieuwe verordening Wmo 2012 vastgesteld. vastgesteld waarin de kanteling is verwerkt. 5. Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychiatrisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. (Wmo: prestatieveld 4 en 5) In stand houden van het huidige Jaarlijks een SGBO Indien de onderzoeken niveau van collectieve voorzieningen; benchmark en naar de denk hierbij aan de Regiotaxi, klanttevredenheidsklanttevredenheid een dagopvang. onderzoek. goede uitslag geven. In stand houden van het huidige Subsidiebeschikkingen voor Eind 2011 is gestart met niveau van individuele voorzieningen; subsidies en afrekeningen de ontwikkeling van de denk hierbij aan het verstrekken van zijn gebaseerd op product- woonservicezones. een rolstoel, scootmobiel, en prestatieafspraken, de vervoersvoorziening, hulp bij het resultaten worden inzichtelijk huishouden, woonvoorziening, gemaakt door (half)jaarlijkse maaltijdvoorziening, sociale rapportages zowel alarmering, etc. inhoudelijk als financieel.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 67
Doelstelling
Wat doen we ervoor?
Hoe gaan we dat meten? Door evaluaties van de ontwikkeling van de woonservicezones.
Wanneer hebben we het bereikt? 5. Het De gemeente wil vier De gemeente is een bevorderen woonservicezones instellen zoals procesbegeleider van de van deelname vermeldt in de nota “Meedoen woonservicezones en kan aan het Makkelijker maken: die alleen samen met maatschapp- woonservicezones”. andere partijen elijk verkeer ontwikkelen. en het Uitvoering van Leerlingenvervoer door Regelmatig overleg met de De kinderen zijn op tijd bij zelfstandig het aanbieden van een vergoeding uitvoerder van de school/thuis of de functioneren voor vervoerskosten of het bieden van coördinatietaken. vergoedingen aan de van mensen goed aangepast vervoer aan kinderen Jaarlijks gesprekken met de ouders zijn tijdig met een met belemmeringen vervoerders verstrekt. beperking of Ontwikkelen aanpak gevolgen AWBZ Evaluatie vindt jaarlijks Indien binnen de een chronisch pakketmaatregelen waaronder een plaats. gemeente voldoende psychiatrisch dagrecreatie plus (voor licht opvang gerealiseerd is probleem en dementerenden-niet geïndiceerden). voor licht (niet – van mensen geïndiceerde met een dementerenden). psychosociaal Implementeren van beleidsnota Jaarverslag Rondom In 2014 zijn 500 zwaar tot probleem. mantelzorg en respijtzorg wat onder Mantelzorg. overbelaste (Wmo: meer betekent dat de campagne voor mantelzorgers bekend en prestatieveld 4 (h)erkenning van mantelzorgers in ontvangen en 5) (vervolg) 2012 wordt voortgezet. en relevante ondersteuning. organisaties worden gesubsidieerd. 6. Het voorkomen van dak- en/of thuisloosheid en ondersteuning van mensen met chronische psychische dan wel psychosociale problemen. (Wmo: prestatieveld 6, 7, 8 en 9) Uitvoeren van het actieplan Het aantal huisuitzettingen Samenwerking met de “Betrokken Blijven” waarin aandacht is op jaarbasis wordt gemeten. centrumgemeente Den voor de Openbare Geestelijke Haag in het kader van de Gezondheidszorg en Per 2011 rapportage in de Maatschappelijke maatschappelijke opvang en tweejaarlijks regionale ondersteuning/OGGZ is tegengaan van huiselijk geweld. OGGZ-monitor. geïntensiveerd. De ketensamenwerking binnen de OGGZ en tussen de volwassenenzorg en jeugdzorg is versterkt. Het aantal huisuitzettingen van kwetsbare groepen is verminderd.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 68
Externe invloeden en kaders · Wetgeving op een aantal gebieden zoals de Wmo, Wet publieke gezondheidszorg. · Overdracht van taken door het Rijk aan de gemeente. · Jurisprudentie. · Inspraak door inwoners. · Adviesraden.
Interne kaders · Structuurverandering Leefbaarheidsoverleg (gekoppeld aan het advies Wijkgericht werken). · Algemene Subsidieverordening Rijswijk met criteriumnota. · Ontwikkeling en uitvoering in het kader van de nota’s. · Kadernota jeugd- en onderwijsbeleid 2008-2012. · Samen leven in Rijswijk. · Mantelzorg & Respijtzorg. · Vrijwilligerswerk. · Centrum Jeugd en Gezin. · Lokaal gezondheidsbeleid. · Informatie, advies en cliëntondersteuning. · Meedoen gemakkelijker maken: woonservicezones. · Betrokken blijven. · Wmo-verordening. · Beleidskader Wmo. · Kadernota Integraal Accommodatiebeleid 20122020.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 69
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product
Begroting 2012 Lasten Baten 59 0 598 0 506 0
1400 6101 6201
Opvang zwerfdieren Minimabeleid Maatschappelijke dienst- en hulpverlening
6202 6203 6220 6300 6301 6310
Ouderenbeleid Gehandicaptenbeleid Wet Maatschappelijke Ondersteuning Sociaal cultureel werk Jeugdbeleid Welzijnsaccommodaties/ multifunctionele gebouwen Volksgezondheid Lijkbezorging
7100 7240 Totaal
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
51 31 9.649 2.086 1.070 1.465
0 0 1.177 0 421 923
1.752 17 17.284
520 121 3.162
17.284
3.162
0
0
17.284
3.162
Mutatie reserves
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 17.320 3.054
2011 17.739 3.173
2012 17.284 3.162
2013 17.260 3.162
2014 17.317 3.162
2015 17.397 3.162
Saldo
14.266
14.566
14.122
14.098
14.155
14.235
Wat mag het kosten programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 70
Programma Wonen en leven Rijswijk is een groene, schone en goed onderhouden stad waar het prima wonen is. Naast de historische dorpskern hebben we zowel grootsteedse hoogbouw als grondgebonden woningen. Naar dit laatste type woningen is meer vraag dan aanbod. Wij willen dat Rijswijk voor iedereen een aantrekkelijke en groene, maar ook een duurzame stad is om in te wonen en te leven. Onze huidige, maar ook nieuwe inwoners van Rijswijk, bedienen wij zo goed mogelijk als het om hun woonwensen gaat. Daarom zijn voldoende keuzemogelijkheden belangrijk. Behalve de woningen spelen ook ligging, uitstraling en karakter een rol. Variatie in de karakters van de wijken hebben wij hoog in het vaandel. Sterke woonmilieus moeten blijven en eenzijdige woonmilieus verbeteren door het toevoegen van woningtypen die in dat woonmilieu schaars zijn. Ook moeten we nieuwe woonmilieus creëren. Maar wonen is meer dan een dak boven je hoofd. De openbare ruimte en het groen in de stad vragen om een goed beheer. Voor de Landgoederenzone, als een van de parels van Rijswijk, hebben wij bijzondere aandacht. Ook de milieukwaliteit van de leefomgeving moet op peil zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan veiligheid, bodem, lucht en geluid. Verder moet duurzaamheid vanzelfsprekend zijn voor een breed scala van activiteiten. Niet alleen als we bouwen, maar bijvoorbeeld ook bij afvalbeheer en binnen onze eigen gemeentelijke organisatie. Met nieuwbouw en herontwikkeling brengen we meer keuzemogelijkheden in onze woningvoorraad aan. Daarom ontwikkelen we nieuwe woonmilieus, zoals Eikelenburg en Rijswijk-Zuid, en verbeteren we bestaande woonmilieus, zoals Te Werve en de Muziekbuurt. Met collectief particulier opdrachtgeverschap komen we nog meer tegemoet aan de woonwensen van bewoners. Bij al deze ontwikkelingen letten we goed op het gebruik van duurzame materialen en energie, hebben we oog voor energiebesparing en het creëren van duurzame leefgemeenschappen. Naast een meer duurzame afvalverwerking werken we ook aan een verbeterplan voor zwerfafval en het ondergronds brengen van afvalcontainers. In het milieubeleidsplan staan de acties die nodig zijn om lucht, geluid en externe veiligheid op orde te hebben. De kwaliteit van onze stad is echter niet alleen onze verantwoordelijkheid. Wij willen samenwerken en verantwoordelijkheid delen met bewoners, woningcorporaties en ontwikkelaars.
Programma Wonen en Leven 71
Wat willen we bereiken? Wonen en Leven “Verbeteren van de mogelijkheden voor Rijswijkers om plezierig te kunnen wonen in een huis naar keuze in een aantrekkelijke duurzame groene leefomgeving.” 1. Het vergroten van de keuzemogelijkheden m.b.t. de woningvoorraad Het gaat om het zorgen voor voldoende goede woningen voor alle doelgroepen op de Rijswijkse woningmarkt. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn enerzijds nieuwbouw en renovatie en anderzijds de woonruimteverdeling. Van belang hierbij is het fysiek investeren in sterke woonmilieus en het sociaal investeren in wijken en wonen en zorg (bron: Woonvisie 2007+). Het gaat hierbij ook om het op orde zijn van alle benodigde procedures. 1.1 Woningproductie Het op peil houden van de woningproductie en daarbij stimuleren dat de diversiteit van woonmilieus wordt versterkt met kwaliteit als uitgangspunt. De voortdurende bouwcrisis vraagt om extra inspanningen om de bouwproductie op gang te houden. Corporaties en marktpartijen moeten optimaal gestimuleerd en gefaciliteerd worden om een realistische woningbouwopgave te realiseren, passend bij de regionale taakstelling. Renovatie kan deels een alternatief zijn voor sloopnieuwbouw. Het programma binnen projecten kan in overleg worden aangepast. Daarnaast zal Rijswijk structureel ruimte gaan bieden aan particulier opdrachtgeverschap, om te beginnen in Rijswijk-Zuid. De verwachting is dat hiermee tegemoetgekomen wordt aan de wensen van ondernemende, betrokken bewoners met een divers woonmilieu en hoge woonkwaliteit als resultaat. 1.2 Actualisatie bestemmingsplannen Medio 2013 moeten wettelijk gezien alle bestemmingsplannen actueel zijn. Anders mogen er geen leges worden geheven voor bouwplannen binnen het betreffende geldende bestemmingsplan Het behalen van deze taakstelling is door de praktijk van uitlopende procedures, bouwplannen en besluitvormingsprocessen niet volledig haalbaar gebleken. De investering die nodig is om deze actualisatie toch binnen de termijn af te ronden weegt niet op tegen de verwachtte inkomsten uit de leges. Daarom zal een aantal gebieden pas na 2013 worden geactualiseerd en zullen alternatieven zoals de beheersverordening en actueel verklaring van huidige bestemmingsplannen worden bekeken. De volgorde en prioriteit daarbij zal worden bepaald op basis van de mate van dynamiek binnen de betreffende gebieden. 1.2a Gemeentelijke structuurvisie De Wet ruimtelijke ordening (Wro) stelt een structuurvisie voor (delen van) het gemeentelijk grondgebied verplicht. Aangezien er op het ogenblik geen budget voor is staat dit onderdeel niet bij de uitwerking, maar hij wordt hier wel als herinnering vermeld. 1.3 Doelgroepenbeleid Het zorg dragen dat alle in de Woonvisie onderscheiden doelgroepen toegang hebben tot de Rijswijkse woningmarkt, waarbij extra aandacht bestaat voor kwetsbare doelgroepen zoals: kleine huishoudens; gezinnen en mensen met een laag inkomen en huishoudens met een zorg- en welzijnsbehoefte. 1.4 Woonruimteverdeling De zorg voor een eerlijke en transparante toewijzing van sociale huurwoningen aan woningzoekenden dat is gebaseerd op een regionaal aanbodmodel van woonruimteverdeling. Voor specifieke knelpunten kan de overeengekomen beleidsvrije ruimte worden ingezet. De verantwoording moet eveneens op een transparante manier plaatsvinden. 1.5 Wijkaanpak De zorg voor optimale leefbaarheid in de verschillende wijken van Rijswijk. Gemeente en corporaties trekken hierin gezamenlijk op.
Programma Wonen en Leven 72
2. Het bevorderen van de kwaliteit van het openbaar groen en ruimte Groen levert een belangrijke bijdrage aan een aantrekkelijk en gezond leefklimaat in de stad en maakt de stad tot een prettige leef-, woon- en werkomgeving voor haar bewoners en werknemers. Rijswijk hecht veel waarde aan een groene stad met een goed functionerende groenstructuur en een goede balans tussen rood en groen. De balans tussen “rood” en “groen” is goed, wanneer binnen een straal van 500meter van bebouwing voldoende groen van een gegarandeerde basiskwaliteit aanwezig is. Bij een goed functionerende groenstructuur zijn: de boomstructuur, natuurstructuur en recreatiestructuur van de stad op orde. Hiervoor streeft Rijswijk naar instandhouding en ontwikkeling van: enerzijds de twee grote parkgebieden met hun eigen groene identiteit (de landgoederenzone in het noorden en de stadsparkzone in het zuiden) anderzijds en de groene aders van de stad (bomenlanen, oude buitenplaatsen, wijkparken, buurtgroen, begraafplaatsen, (natuur)verbindingszones, binnentuinen, losse groenelementen en monumentale bomen), die de landgoederenzone en de stadsparkzone met elkaar en met de stad verbinden. 2.1 Ontwikkeling en behoud boomstructuur Om de boomstructuur van de stad op peil te houden worden gekapte (straat-/laan)bomen vervangen door nieuwe bomen en worden ontbrekende bomen bij (her)inrichtingsproject alsnog aangeplant. Hierbij worden de beleidsspeerpunten uit het groenbeleidsplan 2010-2020 gehanteerd. 2.2 Ontwikkeling en behoud natuurstructuur Om de natuurstructuur te ontwikkelen worden bij (her)inrichting van de stad en parkgebieden kansen benut om de natuurwaarden te vergroten door zonering, het slechten van barrières en realisatie van natuurverbindingen. Ook wordt het natuurbewustzijn van inwoners en bedrijfsleven vergroot. 2.3 Ontwikkeling en behoud recreatiestructuur Om te zorgen dat recreatiestructuur meer belevingswaarde krijgt, worden kansen benut om bij (her)inrichting/ontwikkeling van de stad en de grote parkgebieden de belevingswaarde van het groen te vergroten. Hierbij worden de beleidsspeerpunten uit het groenbeleidsplan 2010-2020 gehanteerd. 2.4 Landgoederenzone De Landgoederenzone is een van de twee grote groene longen in Rijswijk en een belangrijke drager van de groenstructuur. Inspiratiebron bij de opgaven in de Landgoederenzone is de in 2002 door de gemeenteraad vastgestelde ‘Toekomstvisie Landgoederenzone Rijswijk’.De uitgangspunten zijn vastgelegd in het bestemmingsplan Landgoederenzone dat na de zomer van 2011 onherroepelijk is geworden. · · · · ·
· · ·
De locatie Omnigroen groen herinrichten zodat de locatie voor wat betreft kwaliteit, gebruik en inrichting past in de visie op de Landgoederenzone en het Groenbeleidsplan. Een effectief plan maken voor onderhoud en beheer van de Landgoederenzone dat recht doet aan de bereikte kwaliteitsverbetering zodat de investeringen die de gemeente gedaan heeft in het kader van groenkwaliteit behouden blijven. Landgoed De Voorde verkopen volgens nader te bepalen stappen zodat het Rijksmonument transformeert tot een horecavoorzieningen (eventueel in combinatie met kunst) die voor wat betreft gebruik en uitstraling past in de Landgoederenzone. Het bestuur van het Streekdierentehuis adviseren over de voorgenomen nieuwbouw vanuit geldende wet- en regelgeving en lokaal beleid. De Van Vredenburchweg tussen Schaapweg en Prinses Beatrixlaan inrichten als hoofdroute voor langzaam verkeer op een zodanige manier dat doorgaand autoverkeer geweerd wordt (met uitzondering van nood- en hulpdiensten) en het bestemmingsverkeer van het conferentieoord, het museum (NCBB) en de oefenlocatie van de brandweer via de Haagse Guntersteinweg de Landgoederenzone bereikt. Een fietsverbinding aanleggen die Den Haag Zuidwest verbindt met de Van Vredenburchweg, die voldoet aan geldende eisen en zoveel mogelijk gebruik maakt van bestaande paden. Particuliere initiatieven positief tegemoet treden en (laten) voorzien van een ambtelijk advies dat het initiatief op zijn waarde of kans voor de Landgoederenzone beoordeelt zodat het college of de gemeenteraad een afgewogen besluit kan nemen. Alert blijven op kansen (en zonodig risico’s) die zich in de Landgoederenzone voordoen en nu niet (helemaal) kunnen worden voorzien.
Programma Wonen en Leven 73
2.5 Reclamebeleid Tot stand brengen van een geïntegreerd reclamebeleid. Opstellen van een reclamenota. Spelregels voor reclame zijn nu deels te vinden in de welstandsnota en de beeldkwaliteitplannen Oud Rijswijk en Leeuwendaal; de APV bevat geen regels met betrekking tot reclame meer. Reclameaanduidingen zijn voor de belanghebbenden uiteraard wenselijk, echter ze hebben een impact op de beleving van onze openbare ruimte. Het is belangrijk de kwaliteit van die ruimte te borgen, vandaar de noodzaak van een reclamebeleid wat ook de technische mogelijkheden van deze tijd omvat. 2.6 Welstandnota In de Welstandsnota staan de kaders waaraan de Welstands- en Monumentencommissie bouwplannen dient te toetsen. · De huidige nota is van 2003 en voldoet niet meer. Soms is de nota te restrictief, dan te generiek. · Het is wenselijk dat de beeldkwaliteitplannen voor Oud Rijswijk en Leeuwendaal hierin geïntegreerd worden. · Op 1 oktober 2010 is de Wabo ingevoerd en die heeft ook gevolgen voor de toetsingskaders. De nota moet digitaal publiekelijk beschikbaar zijn, met heldere kaders per perceel. 3. Ontwikkelen en verbeteren van de milieukwaliteit van de leefomgeving voor de terreinen lucht, geluid, externe veiligheid, bodem, afvalverwerking en duurzaamheid. Ontwikkelen van een duurzame leefomgeving voor een schoner, zuiniger, groener, mooier en sterker Rijswijk. 3.1 Duurzaamheid Een duurzame gemeente betekent: · Verbetering van kwaliteit leefomgeving (people). · Minimaliseren milieubelasting en energiegebruik (planet). · Maximaliseren van ecologische waarden (planet). · Betaalbaarheid (profit). In 2011 heeft de gemeente Rijswijk een duurzaamheidbeleidsplan opgesteld voor de periode 20112020. De ambitie die de gemeente in het plan heeft gesteld is: Rijswijk stoot in 2020 25% minder CO2 uit t.o.v. 2011. Daarnaast is Rijswijk een groene, schone en milieuvriendelijke gemeente. Duurzaamheid grijpt in verschillende thema`s: wonen, bouwen, mobiliteit, gedrag en ondernemen. Om structuur aan te brengen zijn in het plan verschillende thema’s benoemd: a) verduurzamen bestaande woningvoorraad. b) Duurzaam bouwen. c) Duurzame gebiedsontwikkeling/herstructurering. d) Duurzame mobiliteit. e) Duurzame energie. f) Duurzaam ondernemen. g) Voorbeeldfunctie gemeente Rijswijk. h) Gedragsverandering. Voor elk van deze thema`s zijn ambities gesteld en is uitgewerkt wat de gemeente zal doen om de ambities te halen. 3.2 Duurzaamheid bij woningvoorraad Het streven naar verbetering van de duurzaamheid van de Rijswijkse woningvoorraad. Naast energiebesparing gaat het ook om het stimuleren van het gebruik van duurzame materialen in de nieuwbouw en bij renovatie. 3.3 Kwalitatieve producten en diensten voor de inwoners van Rijswijk Hieronder vallen zaken als het inzamelen en verwerken van afval dat door Rijswijkse inwoners wordt aangeboden, het regulier beheer en onderhoud van bestaande verzamelcontainers, het aanleggen van ondergrondse containers zodat inwoners dagelijks afval kunnen aanbieden en het harmoniseren van producten, diensten en tarieven binnen de AVALEX regio.
Programma Wonen en Leven 74
3.4 Duurzame en efficiënte inzameling en verwerking van afval De inzameling en verwerking van afval wordt in Avalex verband georganiseerd. De gemeente wil in samenwerking met Avalex verbetermaatregelen inzetten voor het verder scheiden van afval (o.a. GFT, kunststof en papier). Het doel hiervan is de hoeveelheid restafval dat verbrand wordt zoveel mogelijk te verminderen. Daarnaast wil de gemeente in Avalex verband een innovatieonderzoek starten naar nieuwe duurzame methoden voor inzameling en verwerking van afval. Tevens streeft de gemeente ernaar dat Avalex haar Co2 emissies verminderd en de zogenaamde Lean en Green Award haalt. 3.5 Een schone buitenruimte Het gaat hierbij om het continueren van het verbeterplan zwerfafval. 3.6 Milieubeleid Doel van het milieubeleid is het ontwikkelen en verbeteren van de milieukwaliteit van de leefomgeving. Het milieubeleid van de gemeente Rijswijk heeft als uitgangspunten vermindering van de milieubelasting en verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Dit wordt nagestreefd door de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten op kansrijke onderwerpen. De beleidsmatige voorwaarden scheppen voor een optimaal milieubeheer waarin normen die wettelijk gelden maatgevend zijn en waar mogelijk en haalbaar een hoger ambitieniveau geldt. Het vaststellen van een nieuw milieubeleidsplan voor de periode 2012-2020.
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
1.1 Woningproductie Uivoering geven aan de woningbouwtaakstelling, in nauw overleg met corporaties en ontwikkelaars. Ruimte bieden aan tussentijdse planontwikkeling en nieuwe initiatieven. Voorbereiden woningbouw Rijswijk Zuid. Zie paragraaf "Rijswijk-Zuid'. Per nieuwbouwplan wordt het percentage nieuwbouw in het sociale segment bepaald (maatwerk).
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Jaarlijkse actualisatie woningbouwprogramm ering, elk kwartaal monitoring woningbouwprojecten.
Per 31-12-2014 zijn de opgegeven aantallen aan nieuwbouw en renovatie gerealiseerd dan wel in overleg bijgesteld.
Zie paragraaf RijswijkZuid.
Start bouw eerste woningcontingenten in laatste kwartaal 2013. Afgesproken percentage sociaal in nieuwbouw per plan gehaald inclusief vernieuwbouw per 31-122014.
Elk half jaar wordt de voortgang m.b.t. prestatieafspraken gemonitord en met de corporaties besproken.
Prestatieafspraken in 2011 vastgesteld en ondertekent.
Idem.
In 2011 vaststelling en ondertekening van de prestatieafspraken.
Woonmilieudifferentiatie. Meer evenwicht in de tuinstad- wijken; de nieuwbouwlocaties Eikelenburg en RijswijkZuid betekenen een waardevolle aanvulling op de bestaande woonmilieus.
(Wijzigingen in) de nieuwbouw-en renovatieplannen van corporaties en marktpartijen worden doorlopend getoetst aan de uitgangspunten uit de gebiedsuitwerkingen van de Woonvisie+.
Per 31-12-2014 zijn de opgegeven aantallen aan nieuwbouw en renovatie gerealiseerd dan wel in overleg bijgesteld.
Programma Wonen en Leven 75
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? Zie paragraaf RijswijkZuid en paragraaf 1.9
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Deel van eerste woningcontingent in Rijswijk Zuid bestaat uit particulier opdrachtgeverschap.
1.1 Woningproductie (vervolg)
Particulier opdrachtgeverschap. In Rijswijk-Zuid en waar mogelijk ook elders in de stad wordt ingezet op particulier opdrachtgeverschap.
Periodieke voortgangsrapportage in Forum.
Doelstelling gaat uit van de actualisatie van alle bestemmingsplannen voor 1 juli 2013.
Vanaf 1 januari 2011 zijn de corporaties gebonden aan de zgn. Europanorm waarbij 90% van de vrijkomende woningen onder de huurprijsgrens verhuurd moet worden aan huishoudens met een max. fiscaal inkomen van € 33.641,- (peildatum 2011). Starters. Het in stand houden van een deel van de goedkope voorraad en het reserveren door labeling van een deel hiervan voor starters.
Elk half jaar wordt de voortgang (als onderdeel van de prestatieafspraken) gemonitord en met de corporaties besproken.
Toewijzingspercentage van minimaal 90 procent wordt elk jaar gerealiseerd.
Elk half jaar wordt de voortgang (als onderdeel van de prestatieafspraken) gemonitord en met de corporaties besproken.
Minimaal 15 procent van de sociale huurwoningen wordt toegewezen aan starters.
Ouderen. Het streven is 88 woningen voor 2015 levensloopbestendig te maken. In de nieuwbouw worden tot 2015 ruim 500 goed toegankelijke woningen toegevoegd. In de Muziekbuurt en het Stationskwartier worden een aantal zorgwoningen toegevoegd. Gezinnen. De woningbouwlocaties Eikelenburg en Rijswijk Zuid zullen gaan voorzien in de nieuwbouw van grondgebonden woningen. Daarnaast aandacht voor het bevorderen van de betaalbaarheid van grondgebonden woningen voor startende, stedelijk georiënteerde gezinnen.
Elk half jaar wordt de voortgang (als onderdeel van de prestatieafspraken) gemonitord en met de corporaties besproken.
Voor 2015 zijn de aantallen nieuwbouw en renovatie gerealiseerd.
Jaarlijks wordt in het voorjaar de woningbouwprogramm ering geactualiseerd, elk kwartaal wordt de stand van zaken van de woningbouwprojecten gemonitord.
In de planperiode zullen de aantallen nieuwbouw gerealiseerd zijn.
1.2 Actualisatie bestemmingsplan Het actualiseren van bestemmingsplannen plus het opstellen van beheersverordening(en) plus haalbaarheid onderzoeken van actueel verklaring van bepaalde bestemmingsplannen. 1.3 Doelgroepenbeleid
Programma Wonen en Leven 76
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
1.3 Doelgroepen beleid (vervolg)
Woonwagenbewoners. Beheer en eigendom van de beide Rijswijkse woonwagencentra wordt in de komende periode overgedragen aan de Rijswijkse corporaties. Het centrum Molenhof wordt ingrijpend gerenoveerd en uitgebreid. Statushouders. In samenwerking met de woningcorporaties worden statushouders een woning toegewezen.
1.4 Woonruimteverdeling Zie ook 1.6.
Huisvestingsvergunning. Mandatering huisvestingvergunning voor sociale huurwoningen aan woningcorporaties. 1.5 Wijkaanpak De gemeente werkt met de woningcorporaties sam en aan de Proef Muziekbuurt. Zie verder het Programma Zorg en Welzijn 1A. Woonoverlast. Ontwikkelen beleid, centraal registreren (meldingen) bij meldpunt BOR. Middelen uitbreiden voor handhaving. Wonen en zorg. Met de woningcorporaties wordt afgesproken dat in de nieuwbouw in principe levensloopbestendig gebouwd wordt. Het ambitieniveau rollatortoegankelijk. Zie verder bij 1.6 ouderen.
Hoe gaan we het meten? Proces van overdracht van beheer en eigendom wordt doorlopend bewaakt.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Het beheer van centrum De Strijp is uiterlijk najaar 2010 afgerond, de overdracht zal in 2012 worden afgerond. De revitalisering van centrum Molenhof is voorzien in 2012.
Halfjaarlijks wordt na afloop van de taakstellingperiode aan het Stadsgewest Haaglanden en de Minister van Immigratie en Asiel verslag gedaan over de uitvoering van de taakstelling en de eventuele knelpunten.
Realiseren van de halfjaarlijkse taakstelling (gemiddeld 14).
Elk half jaar wordt de voortgang m.b.t. prestatieafspraken gemonitord en met de corporaties besproken.
Toewijzingspercentage van minimaal 90 procent wordt elk jaar gerealiseerd.
Mandatering huisvestingsvergunning voor sociale huurwoningen aan woningcorporaties in 2de helft 2011.
Mandatering huisvestingsvergunning aan woningcorporaties voor 2012 geregeld.
Participatie in de wijkoverleggen met regelmatige evaluatie.
Wijkgericht werken leidt tot snellere en betere afstemming van acties en middelen van de betrokken partijen.
Ontwikkelen beleid 2011/2012.
Voor 2013 functioneert centrale registratie en wordt er gehandhaafd.
Elk half jaar wordt de voortgang m.b.t. prestatieafspraken gemonitord en met de corporaties besproken.
Voor 2015 zijn genoemde aantallen woningen in de renovatie en nieuwbouw gerealiseerd.
Programma Wonen en Leven 77
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? 2.1 Ontwikkeling en behoud boom-structuur Uitvoering van de “beleids- Zichtbare resultaten peerpunten bomen” uit het buiten. groenbeleidsplan 20102020. met beheersmaatregelen zie paragraaf en beheersplannen de Onderhoud boomstructuur van de stad Kapitaalgoederen. verbeteren. 2.2 Ontwikkeling en behoud natuur-structuur Uitvoering van de “beleids- Zichtbare resultaten peerpunten natuur” uit het buiten. groenbeleidsplan 20102020. met beheersmaatregelen zie paragraaf en beheersplannen Onderhoud natuurwaarden van de Kapitaalgoederen. stad vergroten. 2.3 Ontwikkeling en behoud recreatie-structuur Uitvoering van de “beleids- Zichtbare resultaten peerpunten recreatie” uit buiten. het groenbeleidsplan 2010-2020. met beheersmaatregelen en beheersplannen recreatieve waarden van de stad vergroten. 2.4 Landgoederenzone
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? 2012-2020.
zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen.
2012-2020.
zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen.
2012-2020.
zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen.
zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen.
Ontwerpen maken voor vrijgekomen locaties en de locaties die nog geen kwaliteitsslag hebben ondergaan. Binnen wettelijke en beleidsmatige kaders eigendommen van de gemeente Rijswijk (laten) ontwikkelen.
Ontwerpen passen in de visie op de Landgoederenzone en het Groenbeleidsplan.
2012 e.v.
Verkoop van gemeentelijke eigendommen.
2012 e.v.
Acties uitvoeren die leiden tot ‘auto te gast’ in de Landgoederenzone, overeenkomstig de visie op de Landgoederenzone.
Meer (recreatief) fietsverkeer, via kwalitatief goede verbindingen, en minder autoverkeer door de Landgoederenzone. Initiatieven positief tegemoet treden en afgewogen besluiten laten nemen door het college en / of de gemeenteraad.
2012 e.v.
n.v.t.
Als de reclamenota door de raad is
Mogelijkheden voor de versterking van de Landgoederenzone die wij nu nog niet kennen, gebruiken. 2.5 Reclame-beleid Er wordt gewerkt aan het
Programma Wonen en Leven 78
PM.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
opstellen van een reclamenota. 2.6 Welstandnota Er wordt gewerkt aan een vernieuwde nota. 3.1 Duurzaamheid a. GedragsPublieksactie`s; inzetten verandering middelen en communicatieplan communicatie duurzaamheid; ontwikkelen plan van aanpak structureel lesprogramma milieu en natuureducatie basisscholen.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? aangenomen.
n.v.t.
Als de vernieuwde nota door de raad is aangenomen en in werking is.
Georganiseerde publieksacties; berichten, website, nieuwsbrief; opgestelde plan van aanpak.
Jaarlijks; continu proces; plan voor aanpak nme basisscholen voor 2014.
b. Voorbeeldfunctie gemeente
Plan van aanpak CO2neutrale organisatie plus vergroening; 100% duurzaam inkoop beleid voortzetten; toepassen duurzaam bouwen bij gemeentelijke gebouwen.
Opgestelde pva; stand van zaken duurzaam inkoop elk jaar monitoren; stand van zaken duurzaam bouwen gemeentelijke gebouwen monitoren.
Plan van aanpak in 2012; continu proces/jaarlijks monitoren duurzaam inkoop; continu proces/jaarlijks monitoren gemeentelijke gebouwen.
c. Duurzaam bouwen
Voortzetten duurzaam bouwen beleid; opzetten dubo-advies team; opstellen voorlichtingsmateriaal duurzaam bouwen; onderzoek financiële prikkels dubo. Alle ruimtelijke plannen hebben duurzaamheidparagraaf; toepassen instrument Duurzaamheidprestatie op Locatie (DPL) voor Rijswijk- Zuid; Plaspoelpolder, Prinses Beatrixlaan, de Haagweg in verschillende projectfasen; duurzaamheid in wijkplancyclus. Opzetten onderzoek ontwikkeling warmtenet Rijswijk West; voorlichtingsbijeenkomsten organiseren duurzame energie; energieloket; onderzoek mogelijkheden stimuleringsregeling; randvoorwaarden scheppen.
Bouwplannen getoetst aan dubo-instrument; dubo-advies team; voorlichtingsmateriaal; onderzoek.
Plannen toetsen continu proces; dubo-advies team in 2012 operationeel; voorlichtingsmateriaal in 2012 beschikbaar; onderzoek in 2012.
In ruimtelijke plannen worden duurzaamheidaspecten meegenomen; in verschillende projectfasen is DPL toegepast; duurzaamheid als thema in wijkplan cyclus (indien behoefte).
Continu proces.
Inventarisatieonderzoek, haalbaarheidsonderzoek; bijeenkomsten; geactualiseerde energieloket; onderzoek stimuleringsregelingen; voorwaarden geschept.
Onderzoeken in 2012; bijeenkomsten start in 2012; energieloket continu proces; onderzoek stimuleringsregelingen start in 2012; randvoorwaarden scheppen continu proces.
d. Duurzame gebiedsontwikkeling/ herstructurering
e. Duurzame energie
Programma Wonen en Leven 79
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
3.1 Duurzaamheid (vervolg)
Maatregelen uitvoeren genoemd in structuurvisie mobiliteit en duurzaamheidplan zoals verbeterde fietsnetwerk, aantrekkelijke wandelroutes, mobiliteitsmanagement stimuleren, elektrische oplaadpunten, etc.; publieksactie.
f. Duurzame mobiliteit
g. Duurzaam ondernemen
Opstellen MVO-richtlijn bedrijventerrein Plaspoelpolder; businesscase winkelcentrum ‘In de Bogaard’ opzetten; voorlichtingsmateriaal/infor matie materiaal.
3.2 Duurzaamheid bij woningvoorraad Afspraken op dit gebied met corporaties liggen vast in de prestatie afspraken. Gebruik van warmte: Ontwikkelen van lokale warmtenetten stimuleren. Aanpak slapende VvE’s i.v.m. achterstallig onderhoud. Een zgn. VvEbalie kan een effectief middel zijn om voorlichting en ondersteuning te bieden aan deze VvE’s. Onderzoek naar duurzaamheidlening.
Hoe gaan we het meten? Uitgevoerde maatregelen; publieksactie.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Continu proces; publieksactie jaarlijks.
Opgestelde MVOrichtlijn; businesscase; informatiemateriaal.
In 2012 MVO-richtlijn gereed; businesscase in 2013; informatiemateriaal vanaf 2012 beschikbaar.
Elk half jaar wordt de voortgang m.b.t. prestatieafspraken gemonitord en met de corporaties besproken. Elk half jaar wordt de voortgang m.b.t. prestatieafspraken gemonitord en met de corporaties besproken. Vorderingen in onderzoek naar en oprichting van VvEbalie monitoren. Vordering in duurzaamheidlening.
Afspraken worden gerealiseerd, jaarlijks dan wel voor 2015.
Afspraken worden gerealiseerd, jaarlijks dan wel voor 2015.
VvE-balie in werking voor 2012.
3.3 Kwalitatieve producten en diensten voor de inwoners van Rijswijk Inzamelen en verwerken Aantal activiteiten die Binnen de collegeperiode zijn de van afval dat door zijn afgerond. activiteiten afgerond, met Rijswijkse inwoners wordt uitzondering van het inzamelen, aangeboden. verwerken en het regulier beheer. Bij deze activiteiten is geen eindpunt, want het is een structurele activiteit van de gemeente. Regulier beheer en Aantal Idem. onderhoud van bestaande klachten/meldingen bij verzamelcontainers. het meldpunt openbare ruimte. Aanleggen van Containers zijn Idem. ondergrondse containers aangelegd. zodat inwoners dagelijks afval kunnen aanbieden.
Programma Wonen en Leven 80
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? Harmonisering afgerond.
3.3 Harmoniseren producten, Kwalitatieve diensten en tarieven producten binnen de AVALEX regio. en diensten voor de inwoners van Rijswijk (vervolg) 3.4 Duurzame en efficiënte inzameling en verwerking van afval Het uitvoeren van een Aantal activiteiten die innovatieonderzoek binnen zijn geïmplementeerd Avalex-verband naar en/of afgerond. duurzame methoden voor inzameling en verwerking van afval. Het verder scheiden van Aantal activiteiten die herbruikbare afvalstoffen zijn geïmplementeerd uit restafval door het en/of afgerond. ontwikkelen van nieuwe inzamelsystemen (o.a. door in Avalex verband een pilot te starten). Het onderzoeken van de Aantal activiteiten die mogelijkheden om CO2 zijn geïmplementeerd uitstoot door de activiteiten en/of afgerond. van AVALEX te reduceren. 3.5 Een schone buitenruimte Continueren verbeterplan De schoonheidsgraad zwerfafval. Dit plan omvat op straat wordt verschillende activiteiten: periodiek gemeten. · Optimaliseren van het inzamelsysteem. · Effectief handhaven bij het onjuist aanbieden van afval. · Vergroten bewustwording onder bewoners door voorlichting en educatie. · Stimuleren betrokkenheid van bewoners door het organiseren van evenementen. · Verwijderen van zwerfafval in de openbare ruimte. 3.6 Milieubeleid Milieubeleidsplan. Bewaken van proces. Lucht Daar waar wettelijke normen voor luchtverontreiniging (dreigen te) worden overschreden worden in
Lucht · De in het NSL opgenomen maatregelen zijn bekend. Deze moeten in 2015
Programma Wonen en Leven 81
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Idem.
2015.
Start 2011/2012.
Vanaf 2012.
Er is geen eindpunt. De werkzaamheden zijn structureel van aard.
Eind 2010 moet het beleidsplan zijn vastgesteld. Lucht In 2015 moet overal in de gemeente de concentratie NOx en fijnstof onder de norm van 40 microgram per m3 zitten
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
3.6 Milieubeleid (vervolg)
het kader van het NSL in samenwerking met de Rijksoverheid en de betrokken partijen maatregelen getroffen om de concentraties verontreinigende stoffen onder de norm te brengen. Daarnaast moet worden voorkomen dat het effect van maatregelen teniet wordt gedaan door ongewenste ontwikkelingen. Maatregelen die zijn opgenomen in het NSL dienen altijd te worden gerealiseerd. De belangrijkste brongerichte maatregel is de milieuzone. Geluid In 2020 moet het aantal woningen waarop de geluidsbelasting door verkeer meer dan 65 dB is, gehalveerd zijn. Dit wordt bereikt door bij wegrenovatie geluiddempend asfalt toe te passen en waar mogelijk het verkeersaanbod te verminderen. Geluid Een aantal woningen aan de Haagweg voldoet nog niet aan de wettelijke eis en moet in verband hiermee geïsoleerd of anderszins aangepakt worden. Via het ministerie van VROM is ruim 300.000 euro beschikbaar. Moet afgewerkt in 2013.
Hoe gaan we het meten? zijn gerealiseerd. In het NSL staan de volgende maatregelen: · stimuleren rijden op aardgas, realisatie vulpunten en aanschaf voertuigen. · groen langs wegen, herinrichting Prinses Beatrixlaan. · huisvuilinzameling op aardgas (regionaal). · meten luchtkwaliteit milieuzone. Geluid Telling van het aantal woningen dat nog op de A lijst staat is op elk moment mogelijk. In 2014 moet de A lijst zijn afgewerkt en afgemeld.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt?
Geluid Telling van het aantal woningen waar de geluidsbelasting door wegverkeer hoger is dan 65 dB.
Geluid In 2020 moet het streefaantal bereikt zijn.
Programma Wonen en Leven 82
Geluid De A lijst moet in 2013 zijn afgewerkt. Het Plan van aanpak verkeerslawaai loopt tot 2015.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor?
3.6 Milieubeleid (vervolg)
Externe veiligheid In 2014 wordt een onderzoek gehouden naar het aantal woningen waar het groepsrisico hoger is dan de oriënterende waarde. Op basis hiervan wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om dit aantal te verinderen.
Hoe gaan we het meten? Externe veiligheid Telling van het aantal woningen waar het groepsrisico de oriënterende waarde overschrijdt.
Programma Wonen en Leven 83
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt? Externe veiligheid Het peiljaar voor de doelstellingen van het externe veiligheidsbeleid is 2020.
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 5600 7210 7220 7230 7260 7290 7300 7310 8100 8200 8210 8220 8300 8310 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 5.174 398
Openbaar groen en openluchtrecreatie Afvalverwijdering en –verwerking Riolering en waterzuivering Milieubeheer Baten rioolheffing (gecombineerd) Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Hemelwater Grondwater Ruimtelijke ordening Woningexploitatie Wijkontwikkeling Volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie Grondexploitatie Rijswijk Zuid
1.159 284 291 1.321 259 547 2.371 240 35.074 54.237
6.264 0 0 1.840 0 0 0 68 293 0 789 127 35.074 44.853
Resultaat voor mutaties in de reserves
54.237
44.853
9800 Mutatie reserve wijkontwikkeling 9800 Mutatie reserve riolering 9800 Mutatie reserve Landgoederenzone 9800 Mutatie reserve vastgoed 9800 Mutatie reserve afvalstoffenheffing Resultaat na mutaties in de reserves
0 711 0 0 0 54.948
255 440 105 100 139 45.892
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
6.310 448 759
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 45.114 35.858
2011 49.227 41.499
2012 54.237 44.853
2013 19.451 11.658
2014 19.643 12.016
2015 19.671 12.633
Saldo
9.256
7.728
9.384
7.793
7.627
7.038
Wat mag het kosten programma Wonen en Leven 84
Programma Sociale Zaken Iedereen is zelf verantwoordelijk om invulling te geven aan zijn leven. Maar soms zijn er te grote belemmeringen om alles op eigen kracht te doen. Kwetsbare groepen in Rijswijk kunnen rekenen op steun om hun situatie te verbeteren of de nadelige gevolgen voor zichzelf en anderen zo gering mogelijk te houden. Armoede staat meedoen vaak in de weg. Wanneer mensen te weinig inkomen hebben om een zelfstandig leven te kunnen leiden, stellen wij hen in staat om te kunnen blijven meedoen aan de samenleving. We behouden daarom de goede voorzieningen op het gebied van werk en inkomen. We werken hierbij samen met maatschappelijke partners. Werk geeft niet alleen inkomen maar ook doel en structuur aan iemands leven en bevordert zelfrespect en zelfstandigheid. Werk is de beste garantie tegen armoede en een belangrijke voorwaarde voor integratie. Daarom stimuleren wij dat werkzoekende Rijswijkers weer aan de slag gaan. Het motto is: “Iedereen doet mee!” Het principe is dat iedereen een eigen verantwoordelijkheid heeft om aan het werk te gaan, maar daar waar dat niet lukt, kunnen wij ondersteuning bieden in de vorm van begeleiding bij het zoeken naar een baan, een sollicitatietraining of een scholing. Het Rijswijks Werkcentrum is de plek waar iedereen terecht kan voor advies en ondersteuning bij het vinden van werk of opleiding. Wij helpen hen hierbij mede door het bieden van kinderopvang, educatie en inburgering. Het Rijswijks Werkcentrum werkt samen met de DSW Rijswijk e.o. en ook met andere partners op het gebied van werk en inkomen. Wie niet in staat is om te werken, steunen wij met het doel om financieel zo snel mogelijk zelfstandig te worden. Wij ondersteunen mensen met een laag inkomen met een collectieve ziektekostenverzekering, bijzondere bijstand, langdurigheidtoeslag, categoriale bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, de Ooievaarspas, voorzieningen voor kinderen in minima gezinnen en kwijtschelding van belastingen. Het hebben van schulden staat meedoen aan de samenleving vaak in de weg. Daarom bieden we schuldhulpverlening door schuldbemiddeling, schuldsanering, budgetbegeleiding, budgetcursussen en budgetbuddies. De veranderingen in de Nederlandse wet- en regelgeving zullen behoorlijke impact hebben. De invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWnV), de overheveling van AWBZ-taken op het gebied van begeleiding, hulpmiddelen en groepsactiviteiten en de overheveling van de Jeugdzorg, vergen in 2012 een intensieve voorbereiding. Met het Programma Participatie 2.0 zorgen we voor een daadkrachtige, efficiënte en verbindende aanpak van deze veranderingen.
Programma Sociale Zaken 85
Onderwerp van het programma Inkomen en arbeidsmarkt Een betaalde baan zorgt voor inkomen en is van groot belang voor het welzijn. Voor mensen die een uitkering hebben en nog kunnen werken, is een betaalde baan de meest effectieve manier om uit de armoede te komen. De gemeente biedt burgers kansen om zo snel mogelijk zelfredzaam te worden en in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Alleen mensen die een bijstandsuitkering echt nodig hebben, ontvangen een uitkering. Het is de ambitie van de gemeente Rijswijk om iedereen mee te laten doen. Door mee te doen op de arbeidsmarkt kunnen mensen in hun eigen inkomen voorzien. Het hebben van betaalde arbeid geeft mensen een gevoel van eigenwaarde en zorgt voor betrokkenheid bij de samenleving. Het vinden van betaalde arbeid is niet voor iedereen haalbaar. Lukt het niet om zelf in een inkomen te voorzien dan zal ondersteuning geboden worden. Educatie, participatie en integratie Op het gebied van educatie wordt ingezet op het stimuleren van jongeren om langer op school te blijven en daar een startkwalificatie te behalen, om zodoende hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren en een studierichting te kiezen met een perspectief op een baan. Door het aanbieden van volwasseneneducatie krijgen de burgers de kans zich verder te ontwikkelen. Deze persoonlijke ontwikkeling is gericht op een maatschappelijk bijdrage en zelfredzaamheid. Educatie draagt bij aan de kennis en de vaardigheden die mensen nodig hebben om te kunnen leren, ontwikkelen en meedoen in allerlei maatschappelijke verbanden Ter bevordering van de integratie wordt ondersteuning geboden bij het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving. Voor die groep mensen waarvoor de afstand tot de arbeidsmarkt nog te groot is zal gestimuleerd worden om te gaan participeren zodat ze zinvol actief kunnen zijn en hun steentje kunnen bijdragen aan de samenleving. Het verkrijgen van een positie op de arbeidsmarkt zal altijd het einddoel blijven. Minimabeleid, kinderopvang en schuldhulpverlening Het minimabeleid heeft als doel om mensen die moeten rondkomen van een inkomen op of rond het sociaal minimumloon volwaardig deel te kunnen laten nemen aan de samenleving. Omdat kinderopvang een belangrijke voorwaarde is voor re-integratie en participatie verstrekt de gemeente een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang conform de doelgroepbepaling in de Wet kinderopvang. Voor de ouders met een sociaal medische indicatie wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming betaald. Het doel van schuldhulpverlening is om problematische schuldsituaties te voorkomen of op te lossen. Maatwerk speelt binnen de schuldhulpverlening een belangrijke rol. Lijkbezorging Indien er niemand in de lijkbezorging kan voorzien en daartoe geen enkel initiatief ondernomen wordt draagt de gemeente daarvoor zorg.
Programma Sociale Zaken 86
Aandachtspunten en ontwikkelingen ·
·
·
·
·
Met ingang van 1 januari 2012 zal een aantal ingrijpende wijzigingen van de WWB worden ingevoerd. De aanscherping van de WWB gaat er vanuit dat de eigen verantwoordelijkheid leidend is. De nadruk ligt op de mogelijkheden van de cliënt op uitstroom naar werk. Het uitgangspunt is dat iedereen meedoet in de vorm van (betaald) werk of scholing en in de vorm van maatschappelijk nuttige activiteiten (tegenprestatie). De wet beoogt het activerend karakter en de vangnetfunctie van de WWB te versterken door invoering van gezinsbijstand, het introduceren van een wachttijd voor jongeren, vervanging van het werk-leer-aanbod door een aanbod van ondersteuning bij het zelf zoeken naar werk of scholing. Het minimabeleid wordt genormeerd op 110%. Naast deze ingrijpende aanpassingen zijn er ook de nodige bezuinigingen die van invloed zijn. De invoering van de gezinsbijstand en de lagere normering voor het minimabeleid zullen tot gevolg hebben dat uitkeringsgerechtigden minder te besteden hebben, terwijl het uitgavenpatroon daar wellicht niet (direct) op zal worden aangepast. In dat verband wordt rekening gehouden met een hoger beroep op bijvoorbeeld schuldhulpverlening en bijzondere bijstand. De bezuinigingen op de budgetten voor re-integratie hebben invloed op de mogelijkheden om mensen te ondersteunen en begeleiden naar de arbeidsmarkt. Dit heeft vooral ook betekenis nu, ook landelijk gezien, deze arbeidsmarkt nog maar mondjesmaat aantrekkend is. De eurocrisis en de economische situatie die zich vanaf medio 2011 manifesteren, bevorderen dit proces niet. Daarbij speelt ook dat de activerende rol vanuit het UWV is geminimaliseerd. Vanaf 1 april 2012 wordt het UWV-Werkplein Vliethorst opgeheven en wordt de dienstverlening door het UWV vanuit de Centrumgemeente Den Haag verzorgd. De werkwijze op het Rijswijks Werkcentrum is al gebaseerd op een digitale dienstverlening door het UWV, zodat hierin geen aanpassing hoeft plaats te vinden. De werkgeversdienstverlening die werd verzorgd door het UWV is echter door de bezuinigingen bij het UWV al wel teruggetrokken van het RWC. Gelet op alle ontwikkelingen houden wij er dan ook rekening mee dat het volume van het uitkeringenbestand het komende jaar gelijk blijft of zelfs iets zal stijgen. Nu het budget voor re-integratie ongeveer is gehalveerd en wij dus genoodzaakt zijn om met veel minder geld de re-integratie vorm te geven, willen wij ons het komende jaar vooral richten op de uitkeringsgerechtigden die perspectief hebben op uitstroom naar werk. Dit betekent dat diegenen die vanwege in de persoon gelegen omstandigheden geen of voorlopig geen uitzicht hebben op werk, hun participatie aan de samenleving moeten vinden in andere vormen van activiteiten, zoals vrijwilligerswerk of welzijnsactiviteiten. Uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid zullen cliënten hier zelf actie op moeten ondernemen. Vanwege de samenhang die bestaat met het Welzijnswerk en de WMO willen wij ons inzetten op de organisatorische mogelijkheden van een integrale aanpak. De uitdaging is om in 2012 de opgaven in het sociale domein (specifiek: werk, jeugd en Wmo) in samenhang tot ontwikkeling te laten komen. Er liggen voor de gemeente grote kansen. Tegelijkertijd betreft het een forse opgave die veel vraagt van velen. De invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) die beoogd wordt voor 2013, zal in 2012 al een intensieve voorbereiding vergen. Er loopt een aantal onderzoeken naar de toekomst van de DSW Rijswijk, ook in het kader van wettelijke verplichtingen.
Het college heeft de samenhang tussen de bovengenoemde ontwikkelingen onderkend en deze in een bredere context geplaatst. Besloten is dat een projectmatige aanpak noodzakelijk is voor een daadkrachtige, efficiënte en verbindende aanpak. Hiervoor is het Programma Participatie 2.0 vastgesteld.
Programma Sociale Zaken 87
Wat willen we bereiken? Sociale Zaken “Het bieden van hulp aan mensen, die daartoe niet zelf in staat zijn, om ze naar een zelfstandige bestaansvoorziening te begeleiden en hun participatie aan de samenleving te vergroten. 1. Beperken van de instroom in- en bevorderen van de uitstroom uit de uitkeringen levensonderhoud, evenals het stimuleren van participatie in de vorm van werk of maatschappelijke activiteiten. Zowel vanuit financieel als maatschappelijk oogpunt is het gewenst dat het aantal uitkeringsgerechtigden zo laag mogelijk is. Daarom wordt ferm ingezet op beperking van de instroom in de uitkering, zodat het aantal uitkeringen in 2012 niet hoger is dan 1095. Werk biedt niet alleen inkomsten ter voorziening in het bestaan, maar zorgt ook voor maatschappelijke participatie en draagt bij aan een gevoel van eigenwaarde. De nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid. Waar nodig wordt ondersteuning en begeleiding geboden. Vanwege budgettaire krapte zal de aandacht vooral gericht zijn op de uitstroom van kansrijke uitkeringsgerechtigden. 2. Het bevorderen van participatie ter voorkoming van achterstandssituaties en sociaal isolement. Afhankelijkheid van een uitkering belemmert de uitkeringsgerechtigde in zijn zelfstandige voorziening in het bestaan en het beperkt hem in zijn mogelijkheden om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Hierdoor kunnen problematische achterstandssituaties en isolement worden voorkomen of worden opgelost. Waar het iemand niet lukt om dit zelf op te lossen bieden wij hulp.
Wat doen we daarvoor? Doelstelling
Wat doen we daarvoor
Hoe gaan we het meten
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt 1. Beperken van de instroom en bevorderen van de uitstroom uit de uitkeringen levensonderhoud, evenals het stimuleren van participatie in de vorm van werk of maatschappelijke activiteiten Instroombeperking realiseren door strakke poortwachterfunctie toe te passen. Geven van goede voorlichting. Uiten doorstroom van werkzoekenden vanuit de WWB, UWV en DSW vergroten door vanuit het Rijswijks Werkcentrum, werkgeversbenadering en (project)samenwerking tussen kernpartners (Gemeente Rijswijk, UWV en DSW Rijswijk e.o.) en eerste ringpartners (uitzendbureaus, ROC, BBR en SOB) te optimaliseren De focus ligt op eigen verantwoordelijkheid van cliënt. Indien noodzakelijk wordt een cliënt begeleid en bemiddeld naar werk, in principe met inzet van de instrumenten van Werken aan Werk, Werkacademie, Vacaturebank en uitzendbureaus. Waar nodig inkoop van specialistische instrumenten.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Programma Sociale Zaken 88
Naar verwachting zal het jaar 2011 afsluiten met 1090 uitkeringen. De doelstelling zal zijn bereikt als de verwachte groei van het bestand beperkt zal blijven tot 1095 uitkeringen (0,45% groei). Door streng te zijn aan de poort is de doelstelling om van de verwachte 610 beschikkingen voor levensonderhoud er 120 (19,67%) af te wijzen en buiten behandeling te stellen.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor
Hoe gaan we het meten
1. Beperken van de instroom en bevorderen van de uitstroom uit de uitkeringen levensonderho ud, evenals het stimuleren van participatie in de vorm van werk of maatschappelij ke activiteiten (Vervolg)
Bij het inkopen van diensten en werken van de gemeente Rijswijk de inzet van werkzoekenden, stagiairs en Wsw-ers vergroten door het toepassen van contract compliance. Uitstroom bevorderen door doelgerichte inzet van loonkostensubsidies voor Opstapbanen en door inzet op werken met behoud van uitkering (Proefplaatsing, Oriëntatieplaats) als opstap naar werk. Samenwerking met DSW Rijswijk e.o. verder intensiveren en exploitatie verbeteren door continuering van trajectinkoop voor de populatie van de WWB alsmede door het ontwikkelen van nieuwe trajecten voor de doelgroep.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Aangezien de focus zal liggen op de groep mensen waarbij andere trajecten niet succesvol zijn geweest, is de doelstelling bereikt als het, voor die groep te ontwikkelen, traject succesvol is geïmplementeerd.
Jongeren tot 27 jaar motiveren, stimuleren en enthousiasmeren om zo lang mogelijk door te leren (reguliere scholing gaat boven werk) waarbij het behalen van een startkwalificatie tenminste beoogd wordt. Indien deze jongeren wel uit ’s Rijks kas onderwijs kunnen volgen maar dit niet willen, dan is er geen recht op algemene bijstand. Bij onvoldoende medewerking aan het traject toepassen van sanctiemaatregelen. innovatieve projecten t.b.v. uitstroom uit de WWB onderzoeken en ontwikkelen, met het oog op nadere uitstroom en het nieuwe reintegratiebeleid. Het invulling geven aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid in het inburgeringsstelsel ten aanzien van inburgering en waar mogelijk in combinatie met re-integratie.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Naar verwachting zal 22% van alle jongeren een scholingsbehoefte hebben. De doelstelling is bereikt als iedereen die nog kan deelneemt aan regulier onderwijs.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Het doel is bereikt als iedereen die verwijtbaar onvoldoende meewerkt aan het traject een sanctie krijgt De doelstelling is bereikt als er innovatieve projecten ten behoeve van de uitstroom zijn ingekocht of ontwikkeld.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt Als 5% van de aanneemsom is uitgegeven ten behoeve van werkzoekenden.
De doelstelling is bereikt bij de volgende realisatie: 50 Proefplaatsingen. 30 Oriëntatieplaatsen. 30 Opstapbanen.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Programma Sociale Zaken 89
De verwachting is dat er nog 40 personen zullen starten met een traject en er 162 deelnemers aan het examen zijn. Het realiseren van de inburgeringsverplichting zal worden afgedwongen door het opleggen van boetes.
Doelstelling
Wat doen we daarvoor
Hoe gaan we het meten
1. Beperken van de instroom en bevorderen van de uitstroom uit de uitkeringen levensonderho ud, evenals het stimuleren van participatie in de vorm van werk of maatschappelij ke activiteiten (Vervolg)
Het aanbieden van educatieve activiteiten ter bevordering van participatie aan de samenleving. Het bewaken van de resultaten van de contractpartijen, die uitvoering geven aan activiteiten in het kader van gesloten contracten op het gebied van participatie en arbeid, inburgering en educatie (contractbeheer). Als gevolg van de aanpassingen aan de WWB zullen alle relevante gemeentelijke verordeningen aangepast moeten worden. Vanwege de invoering van de gezinsbijstand moet het hele cliëntenbestand herbeoordeeld worden. Vanaf 1 januari 2012 tot 1 juli 2012 zal een periode van overgangsrecht gelden. Diverse besluiten die genomen zijn op grond van de WWB voor 1 januari 2012 of de WIJ zullen aangepast moeten worden. In RPA verband onderzoeken van de mogelijkheden tot sectorale afspraken voor plaatsing van cliënten van sociale zaken en UWV-werkbedrijf. Cliënten met een Wsw indicatie begeleiden naar een aangepaste werkplek in het kader van de Wsw waarin zij maximaal kunnen presteren en waartoe zij ondersteuning en begeleiding op die werkplek krijgen aangeboden. De DSW Rijswijk e.o. stimuleren zich verder te ontwikkelen tot mensontwikkelbedrijf, zodat SW-medewerkers naar hun mogelijkheden uitstromen naar een beschermde werkplek op de reguliere arbeidsmarkt en zodat de vrijgevallen infrastructuur binnen de DSW nog meer dan voorheen wordt benut voor de arbeidsontwikkeling
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt Bij voldoende deelname aan de aangeboden activiteiten is de doelstelling gehaald.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Bij optimale invulling van het contactbeheer is de doelstelling gerealiseerd.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
In 2012 zijn alle relevante gemeentelijke verordeningen aangepast.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Het hele cliëntenbestand is herbeoordeeld .
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Alle besluiten zijn waar nodig aangepast.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Het doel is bereikt als alle mogelijkheden tot sectorale afspraken zijn onderzocht.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Realiseren van de door het ministerie SZW opgelegde taakstelling van 126,49 SE’s
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Dit is een lopend proces dat door periodieke overleggen wordt gevolgd.
Programma Sociale Zaken 90
Doelstelling
Wat doen we daarvoor
Hoe gaan we het meten
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt
1. Beperken van de instroom en bevorderen van de uitstroom uit de uitkeringen levensonderho ud, evenals het stimuleren van participatie in de vorm van werk of maatschappelij ke activiteiten (Vervolg)
van andere personen met een afstand tot de arbeidsmarkt door het aanbieden van trajecten in combinatie met gerichte begeleiding en scholing. Monitoren van de prestaties, Resultaten worden Indien een basisset met voortgang en ontwikkelingen periodiek gemonitord en kernindicatoren in de vorm van zowel de DSW Rijswijk geanalyseerd. van een regionale e.o. als de overige SWbenchmark is gerealiseerd bedrijven die werk bieden zal de doelstelling zijn aan Rijswijkse werknemers. bereikt. De uitstroom en doorstroom Resultaten worden Beperken van het aantal van werkzoekenden vanuit periodiek gemonitord en uitkeringen tot de WWB, UWV en DSW geanalyseerd. 1095 per ultimo 2012. populatie vergroten door vanuit het Rijswijks Werkcentrum te komen tot optimalisering van werkgeversbenadering en (project)samenwerking tussen kernpartners (Gemeente Rijswijk, UWV Vliethorst en DSW Rijswijk e.o.) en eerste ringpartners (uitzendbureaus, ROC, BBR en SOB). Vanuit de Wet educatie en Resultaten worden Bij voldoende deelname aan beroepsonderwijs (WEB) in periodiek gemonitord en de aangeboden educatieve regionaal verband (Rijswijk, geanalyseerd. activiteiten is de doelstelling Leidschendam-Voorburg en gehaald. Zoetermeer) aanbieden van educatieve activiteiten voor de werknemers van de DSW Rijswijk e.o.. 2. Het bevorderen van participatie ter voorkoming van achterstandsituaties en sociaal isolement Aanpassing gemeentelijk categoriaal minimabeleid, n.a.v. normering 110% voor alle doelgroepen.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Opstellen verordening participatie schoolgaande kinderen.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Programma Sociale Zaken 91
In 2012 is het gemeentelijk categoriaal minimabeleid aangepast. De verwachting is dat er nog 415 beschikkingen voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen afgegeven zullen worden tegenover 800 afgehandelde aanvragen voor overige bijzondere bijstand en 700 beschikkingen voor langdurigheidstoeslag. In verband met deze aanpassing zal het aantal uitgegeven Ooievaarspassen dalen tot 1680 uitgegeven passen. In 2012 is de verordening voor participatie van schoolgaande kinderen
Doelstelling 2. Het bevorderen van participatie ter voorkoming van achterstandsitu aties en sociaal isolement (vervolg)
Wat doen we daarvoor
Hoe gaan we het meten
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt opgesteld.
Verstrekking van de gemeentelijke subsidie voor de kinderopvang aan personen die daar voor in aanmerking komen.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Voor de kinderopvang zijn voldoende plaatsingsmogelijkheden naar de keuze van ouders voor handen. Waar nodig wordt ondersteunend advies gegeven. Uitwerken van de bepalingen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening naar gemeentelijk beleid. Er moet o.a. een beleidsplan worden vastgesteld door de raad waarin richting wordt gegeven aan integrale schuldhulpverlening voor inwoners van de gemeente. In het kader van de nieuwe wet schuldhulpverlening moeten ook activiteiten op het gebied van preventie en nazorg ontwikkeld worden. In RPA verband wordt kennis en expertise op het gebied van schuldhulpverlening uitgewisseld. Daarnaast wordt geprobeerd producten te delen en wanneer dit nuttig is samen te ontwikkelen. Het regelen van schuldsaneringstrajecten (minnelijke trajecten en WSNP).
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Alle personen die daarvoor in aanmerking komen hebben subsidie gekregen. Naar verwachting zullen er 140 beschikkingen worden afgegeven. Alle ouders met een informatiebehoefte zijn van advies voorzien.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
In 2012 is een beleidsplan opgesteld en is invulling gegeven aan de bepalingen uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
In 2012 zijn activiteiten op het gebied van preventie en nazorg ontwikkeld.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Deelname aan de regionale werkgroep schuldhulpverlening wordt voortgezet.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
De doelstelling is bereikt als iedere persoon die een beroep op schuldhulpverlening doet op het juiste spoor is gezet. Naar verwachting zullen dat 580 personen zijn. Er zal naar gestreefd worden om de wachttijd niet langer dan 4 weken te laten zijn.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Bij voldoende deelname aan de aangeboden cursussen.
Het regelen van schuldbemiddeling. Doorverwijzing naar de Gemeentelijke Krediet Bank. Het organiseren van budgetcursussen.
Programma Sociale Zaken 92
Doelstelling
2. Het bevorderen van participatie ter voorkoming van achterstandsitu aties en sociaal isolement (vervolg)
Wat doen we daarvoor
Hoe gaan we het meten
Het werven, opleiden en matchen van vrijwilligers die als budgetbuddy mensen die met een (dreigende) schuldenproblematiek begeleiden op financieel en administratief gebied. Deelname in het SPOR (Sociaal Psychiatrisch Overleg Rijswijk). Het ondersteunen van de Adviesraad Sociale Zaken zodat deze optimaal contact kan houden met de achterban (doelgroepen) en het college kan adviseren m.b.t. het beleid en de uitvoering. In geval sprake is van een minvermogende die is overleden wordt in opdracht van de gemeente een begrafenisondernemer/uitvaa rtverzorger ingeschakeld met de opdracht om iemand te begraven of te cremeren. De begrafenis of crematie wordt verzorgd op basis van de minst kostbare doch acceptabele wijze. Wanneer een beroep wordt gedaan op de Wet op de lijkbezorging, wordt altijd een notaris ingeschakeld. De notaris wordt belast met de afhandeling van de nalatenschap inclusief onderzoek naar nabestaanden, (eventueel) oplevering van de woning en eventuele verplichtingen van de overledenen (opzeggen van huur- gas water etc.).
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Wanneer hebben we de doelstelling bereikt Er worden ten minste 12 vrijwilligers opgeleid c.q. ingezet.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd. Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Dit periodieke overleg wordt voortgezet.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Er wordt uitgegaan van het verzorgen van 8 uitvaarten in 2012.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Als bij iedere uitvaart een notaris is ingeschakeld.
Programma Sociale Zaken 93
De ondersteuning aan de adviesraad wordt voortgezet.
Externe invloeden en kaders Rijksbeleid:
Interne kaders Raadsbesluiten:
Bijstandsbesluit Zelfstandigen 2004 (Bbz). Regeling vrijwillige inburgering. Rijks-actieplan jeugdwerkloosheidsbestrijding. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw). Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz). Wet Investeren In Jongeren (WIJ). Wet inburgering. Wet kinderopvang. Wet op de lijkbezorging. Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Wet werk en bijstand (WWB). Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Wet participatiebudget. Wet BUIG.
Participatieverordening 2010. Afstemmingsverordening. Fraudeverordening 2010. Verordening Werk-leer-aanbod WIJ. Verordening Cliëntenparticipatie. Verordening Inburgering 2010. Verordening Kinderopvang. Verordening Kinderopvang sociaal-medische indicatie. Verordening Langdurigheidtoeslag. Verordening Persoonsgebonden budget wsw. Verordening Toeslagen en Verlagingen (nieuw). Maatregelverordening WIJ. Toeslagenverordening WIJ. Maatregelenverordening IOAW/IOAZ. Doelgroepenbeleid educatie. Visie DSW Rijswijk.e.o.. Gemeenschappelijke Regeling DSW Rijswijk e.o..
RPA Haaglanden (regionaal platform arbeidsmarktbeleid) Arbeidsmarktbeleid. Gebruik maken van elkaars instrumenten. Verhuisregeling. Schuldhulpverlening.
Collegebesluiten: Beleidsnotitie Minimabeleid. Beleidsregels Participatie. Beleidsregels Werk-leer-aanbod. Beleidsregels Inburgering. Beleidsregels Langdurigheidtoeslag. Beleidsregels Toeslagen. Beleidsregels Schuldhulpverlening. Beleidsregels terugvordering. Controleplan Hoogwaardig Handhaven.
Samenwerkingsverbanden: Samenwerking Onderwijs-Bedrijfsleven (SOB). Samenwerking BBR.
Programma Sociale Zaken 94
Wat mag het kosten? Productverwijzing: (bedragen x € 1.000) Functie Product 6100 6102 6103 6110 6200 6204 6230 7241 Totaal
Begroting 2012 Lasten Baten 17.551 14.907 1.844 162 268 5 3.592 3.096 630 0 141 0 6.123 4.489
Inkomen Participatie en minima Kinderopvang Arbeidsmarkt overig Schuldhulpverlening Participatie en integratie overig Participatie, educatie, integratie en arbeidsmarkt Lijkbezorging
Resultaat voor mutaties in de reserves 9800
18 30.168
0 22.659
30.168
22.659
0
0
30.168
22.659
Mutatie reserves
Resultaat na mutaties in de reserves
Wat mag het kosten? Exploitatie (meerjarig):
(bedragen x € 1.000) Realisatie
Lasten Baten
2010 31.302 24.605
2011 33.728 24.809
2012 30.168 22.659
2013 28.690 21.383
2014 28.276 21.171
2015 28.275 21.171
Saldo
6.697
8.919
7.509
7.307
7.105
7.104
Wat mag het kosten programma Sociale Zaken 95
96
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
97
98
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen a) Lokale belastingen waarvan de besteding niet gebonden is: - Ozb eigenaren woningen - Ozb eigenaren niet-woningen - Ozb gebruikers niet-woningen - Ozb - Wet WOZ - Hondenbelasting - Precariobelasting - Retributies - Toeristenbelasting b) Algemene uitkeringen: - Uitkering uit het gemeentefonds c) Dividend: - Dividenden d) Overige algemene dekkingsmiddelen: - Bespaarde rente - Gemeente eigendommen - Plaspoelpolder - Uitkeringen van derden - Saldi van de kostenplaatsen - Overig Subtotaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Onvoorziene uitgaven Stelpost kapitaallasten Subtotaal onvoorziene uitgaven Totaal
0 0 0 459 418 0 8 6 4
4.901 3.451 2.933 0 0 136 113 20 172
-155
48.952
129
382
0 648 0 152 -399 824
1.805 1.313 116 152 -154 825
2.094
65.117
-63.023
100 100
0 400 400
-300
2.194
65.517
-63.323
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 99
Saldo
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN Als gevolg van het Besluit Begroting en Verantwoording worden de algemene dekkingsmiddelen niet als baten in de diverse programma’s opgenomen, maar separaat in de rekening van baten en lasten geraamd. In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen beknopt toegelicht. Lokale belastingen De stijging van de onroerendezaakbelastingen bedraagt 3,75%. Deze stijging bestaat uit een inflatiecorrectie van 2,0% en een reële stijging van 1,75%. In de meerjarenbegroting is een jaarlijks reële stijging van 1,75% opgenomen. In de paragraaf lokale heffingen wordt nader ingegaan op beleidsuitgangspunten, ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, de lastendruk en een vergelijking met andere gemeenten in de regio Haaglanden. De algemene uitkering uit het gemeentefonds In de begroting zijn de financiële gevolgen van de Meicirculaire en de algemene ontwikkelingen (bijstellingen accressen, inflatie etc.) van de Septembercirculaire verwerkt. In een later stadium worden de gevolgen van deze laatste circulaire in detail uitgewerkt. Vooralsnog moet rekening worden gehouden met de volgende mutaties ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting: 2012 332
2013 1.102
2014 2.016
2015 1.902
x € 1.000 totaal 5.352
Algemene beeld Op het oog is het beeld voor de komende jaren gunstig, maar er zijn veel onzekerheden (zie het onderwerp risico’s in deze toelichting) Ten tijde van het opstellen van de begroting 2011 was er nog geen regeerakkoord en konden de cijfers alleen gebaseerd worden op de uitkomsten van de Commissie Kalden. Deze commissie stelde voor om € 1,7 miljard te bezuinigen op de gemeenten en niet meer de zogenaamde 1 normeringsystematiek toe te passen. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen hebben verschillende partijen zich grotendeels hierop gebaseerd. Het regeerakkoord Rutte-Verhagen heeft tot ieders verrassing wel de normeringsystematiek voortgezet onder gelijktijdige uitnamen van verschillende specifieke kortingen. Hierdoor pakt de algemene uitkering gunstiger uit dan eerder is voorspeld. Waardering in prijzen 2012 De algemene uitkering volgens de Meicirculaire 2011 is gewaardeerd in vaste prijzen 2012, gelijk aan de waardering van de (meerjaren)begroting 2012. De inflatie is in de uitgavenbudgetten in incidentele gevallen doorgevoerd (in de kadernota opgenomen), terwijl het CPB rekening houdt met 2,0% prijsstijging in 2012. Zo is voor elk jaar vanaf 2012 in het gemeentefonds rekening gehouden met 2,0% inflatie structureel per jaar. Deze inflatiebedragen (circa € 1,0 miljoen structureel per jaar) vallen elk jaar vrij ten gunste van de toekomstige begrotingen. Overige algemene ontwikkelingen Naast de hogere algemene uitkering als gevolg van de ontvangen compensatie voor de gestegen prijzen zijn o.m. de effecten ondergebracht van de ontwikkeling van de uitkeringsbasis, accressen, het effect van de hervatting van de normeringsystematiek en de aanpassing van de rekentarieven van de OZB. Zowel het accres als het inflatiepercentage heeft grote invloed op de hoogte van de algemene uitkering. De ervaring leert, dat meerjarig geen betrouwbare voorspelling hiervan is te geven. We kunnen alleen gebruik maken van de meest actuele informatie, ontleend aan de laatste circulaire en bijvoorbeeld het CPB. Maar onder de huidige omstandigheden in Europa kunnen deze sterk fluctueren. Bijvoorbeeld een betrouwbare schatting van de inflatie voor de toekomst is niet te geven. 1
De volumeontwikkeling van het gemeentefonds is nu gekoppeld aan de ontwikkeling van de netto- gecorrigeerde rijksuitgaven (normeringsystematiek); geeft het rijk meer uit, dan groeit het gemeentefonds; geeft het rijk minder uit, dan daalt de omvang van het gemeentefonds. Deze normeringsystematiek kan ertoe leiden dat bij aanstaande rijksbezuinigingen de daling van het gemeentefonds cumuleert met deze inhoudelijke neerwaartse bijstelling. Met ingang van 2012 is deze methodiek weer ingevoerd. Over de jaren 2009 t/m 2011 was de normeringsystematiek buiten werking gesteld.
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 100
De ECB probeert de inflatie < 2% te houden, maar kan de rente niet verhogen om de economieën van de zwakke Eurolanden niet verder schade toe te brengen. Daartegenover is lagere inflatie denkbaar in een periode van verdere onderbesteding. Een ander risico waarmee rekening moet worden gehouden zijn de eventuele extra bezuinigingen op de rijksuitgaven, die via het gemeentefonds worden afgewenteld op de gemeenten. Overige beïnvloedbare factoren Er bestaat een grote kans dat in de komende jaren het huidige meerjarenbeeld naast de reeds genoemde risico’s om allerlei redenen naar beneden zal worden bijgesteld. De belangrijkste worden hierna genoemd: · · · ·
·
financiële gevolgen overheveling van rijkstaken naar gemeenten; lagere rijksuitgaven dan nu in de rijksbegroting is opgenomen (negatief effect voor gemeenten); andere verdeling van het gemeentefonds ingaande 2013 over de gemeenten; verlaging uitkeringspercentage voor alle gemeenten als gevolg van extra bijdragen aan bepaalde gemeenten en toename van bepaalde maatstaven (bijvoorbeeld groei aantal inwoners, aantal woningen, aantallen gezinnen met laag inkomen en aantal bijstandsgerechtigden); de woningprognose van de te realiseren woningen in de komende jaren wordt niet gehaald.
Dividenden De dividendontvangsten over een bepaald jaar worden conform het BBV in het volgende boekjaar geraamd en verantwoord. Dus de dividendontvangsten over 2011 worden in het begrotingsjaar 2012 geraamd. De BNG verwacht over 2011 een beter resultaat dan 2010. Dit komt doordat de overheden, na het IJsland-debâcle, steeds meer deze bank weten te vinden. Echter de bankenwereld heeft te maken met de nieuwe regelgeving vastgelegd in het Basel III Akkoord. Op basis hiervan moeten banken meer eigen vermogen aanhouden om de eventuele verliezen (in de toekomst) uit belegde gelden te kunnen betalen. De BNG heeft geen risicovolle beleggingen, maar moet zich wel aan het akkoord houden. Derhalve zal de BNG naar verwachting over de nettowinst procentueel minder dividend betalen. Om deze reden worden de dividendopbrengsten op hetzelfde niveau gehouden. Overige algemene dekkingsmiddelen De overige algemene dekkingsmiddelen bestaan uit onder andere de gemeentelijke eigendommen, bespaarde rente, uitkeringen van derden en Plaspoelpolder. Bespaarde rente De bespaarde rente is de berekende rente over de reserves en voorzieningen. Vanaf 2011 wordt het rentepercentage van 4% gehanteerd. Saldi van de kostenplaatsen Het saldo kostenplaatsen bestaat uit: Nog te verdelen uren (lasten) Het saldo op de kostenplaatsen is ondermeer ontstaan doordat er nog geraamde bedragen zijn opgenomen na het doorbelasten van uren (tarief) via de kostenverdeelstaat. Dit is een zuiver technische oplossing. Saldo van de financieringsfunctie (lasten) De doelstelling van het financieringsbeleid omvat het zo gunstig mogelijk contracteren van geldmiddelen op lange termijn (kapitaalmarkt) en korte termijn (geldmarkt). Kortheidshalve wordt het totaal van de rentekosten minus de doorberekende rentekosten aan de programma’s verantwoord op dit onderdeel. Onvoorziene uitgaven Het karakter van deze post is dat met het daarvoor uitgetrokken bedrag andere posten van de begroting, die door onvoorziene omstandigheden van onvoldoende omvang zijn, door middel van een
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 101
begrotingswijziging kunnen worden verhoogd. De feitelijke uitgaaf wordt dus niet op de post voor onvoorziene uitgaven verantwoord, maar op het programma/product waarop de uitgaaf betrekking heeft. De post voor onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks opgenomen en wordt gedekt door de algemene middelen. De restantraming aan het einde van het jaar vloeit, via het rekeningssaldo, weer terug naar de algemene middelen. In het verleden is het bedrag van onvoorziene uitgaven verlaagd. Dit is gedaan, omdat in werkelijkheid weinig gebruik wordt gemaakt van de post onvoorzien. In 2012 is nu beschikbaar € 100.000,-. De post voor onvoorziene uitgaven kan alleen worden gebruikt voor incidentele zaken in het lopende begrotingsjaar. Een beroep op de post voor onvoorziene uitgaven kan alleen worden gedaan indien: · · · · ·
er geen andere dekkingsalternatieven mogelijk zijn; de uitgaaf niet te voorzien was en er sprake is van een nieuw feit dat tijdens de begrotingssamenstelling niet te voorzien was; de uitgaaf onvermijdbaar is; de uitgaaf onuitstelbaar is; de uitgaaf een eenmalig karakter heeft of de uitgaaf een structureel karakter heeft waarvoor in het begrotingsjaar geen dekking voorhanden is, terwijl in de jaren daarna deze dekking wel kan worden gevonden.
Stelpost kapitaallasten Naast het investeringsplan 2012-2015 bestaan nog oude investeringsramingen, die elk jaar opnieuw kritisch moeten worden beoordeeld op basis van realiteit. Het resultaat van deze actie schatten wij in op € 400.000,- per jaar.
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 102
PARAGRAFEN
103
104
Paragraaf Weerstandsvermogen Wij gaan verantwoord met risico's om. Het gaat hierbij, naast financiële risico’s, om risico’s als juridische aansprakelijkheid, bedrijfsprocessen, imago, politiek en veiligheid. Doordat we inzicht in de risico’s hebben, zijn we in staat om op verantwoorde wijze besluiten te nemen en kunnen we investeringen op lange termijn blijven doen zonder dat onze vermogenspositie wordt bedreigd. Daarom hechten we sterk aan het belang van risicomanagement. Hiermee maken we inzichtelijk welke risico’s er zijn en hoe we deze beheersbaar kunnen maken. We proberen alle risico’s van onze gemeente goed in kaart te brengen en we stellen een profiel op waarmee we de risico's kunnen beoordelen. Daarnaast is het zogenaamde weerstandsvermogen berekend. Dit geeft aan of er voldoende financiële middelen zijn om op een verantwoorde manier met de risico’s om te (blijven) gaan.
Paragraaf Weerstandsvermogen 105
Risicoprofiel Om de risico’s van onze gemeente in kaart te brengen is in samenwerking met de afdelingen een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van een softwareprogramma waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Uit de inventarisatie zijn vanuit de afdelingen in totaal 142 risico's in beeld gebracht met een totaal geraamd risico van ca. € 62.930.000,-. Omdat een dergelijk aantal niet beheersbaar is, heeft ons college besloten dat risico’s tot een maximaal bedrag van € 100.000,- niet meer in de berekening van het weerstandsvermogen meegenomen worden. Indien een dergelijk risico zich daadwerkelijk voordoet, dienen de lasten hiervan binnen de exploitatiebudgetten opgevangen te worden. Omdat wij de grens tussen de laagste geldklassen in het risicomanagementsysteem hebben vastgeld op € 60.000,- zijn in onderstaande berekeningen de risico’s vanaf dit bedrag meegenomen. De inventarisatie hiervan brengt nog 69 risico’s in beeld met een totaal geraamd risico van ca. € 58.762.500,-. In het onderstaande overzicht worden echter alleen de bekende tien risico's gepresenteerd die de hoogste bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. In het onderstaande overzicht worden echter alleen de bekende tien risico's gepresenteerd die de hoogste bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Risico top 10 1. De riooltransportleiding in de Haagweg en het Jaagpad is in zeer slechte staat van onderhoud De riooltransportleiding in de Haagweg en het Jaagpad wordt vanuit het verleden door het Hoogheemraadschap van Delfland als calamiteitenleiding gebruikt. Zoals aangegeven in de voorjaarsnota 2009 is de leiding in zeer slechte staat van onderhoud en heeft het Hoogheemraadschap het contract over het gebruik van de leiding met de gemeente inmiddels opgezegd. Er wordt onderzoek verricht naar de noodzakelijke maatregelen en totale investering /kosten. De totale kosten worden verdeeld tussen het Hoogheemraadschap en de gemeente. Over de verdeelsleutel wordt nog onderhandeld. De standpunten tussen beide partijen lopen zeer uiteen. Reeds vanaf de jaren ‘90 heeft het Hoogheemraadschap aangegeven onderzoek te doen naar het te wijzigen regionale afvalwatertransportsysteem. Het onderhoud aan de leiding zou met de uitkomsten van het onderzoek aangepast worden. 2. Achterstallig groot onderhoud buitenkant onderwijsgebouwen PO en VO Er is sprake van achterstallig groot onderhoud aan de buitenkant van een aantal onderwijsgebouwen. Dit kan leiden tot onveilige situaties met eventuele claims als gevolg en/of acties van schoolbesturen waardoor de gemeente politieke en/of strategische stedenbouwkundige risico’s loopt. IMC (nu Stanislascollege) Het college van burgemeester en wethouders heeft met de Stichting Lucas Onderwijs een principeakkoord bereikt over een nieuw convenant. Dit ter vervanging van het vigerende convenant herhuisvesting IMC, waarin de drie huidige onderwijslocaties naar de locatie Lange Kleiweg (de voormalige TH-locatie) verhuizen. De overlegsituatie die kort na ondertekening is gestart en enkele jaren heeft geduurd, heeft geleid tot het principeakkoord. Dit principeakkoord is uitgewerkt in een nieuw concept convenant dat in 2011 aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Mocht de gemeenteraad niet tot vaststelling van het nieuwe convenant overgaan, dan zal de gemeente onverkort vasthouden aan de uitvoering van het vigerende convenant. Het risico bestaat dat het proces leidt tot een juridische procedure. 3. Vordering op Modulus Projectontwikkeling B.V. In de jaarrekening is een vordering opgenomen op Modulus Projectontwikkeling B.V Deze vordering heeft betrekking op de herrekening van de koopprijs van een kavel aan de Lange Kleiweg die in 2002 aan Modulus Projectontwikkeling B.V. (verder te noemen Modulus) is verkocht. In de koopovereenkomst is bepaald dat Modulus bij overschrijding van 9.600 m2 BVO kantoorruimte een aanvullende koopprijs is verschuldigd aan de gemeente Rijswijk. De aan Modulus op 10 september 2008 verleende -gewijzigde- bouwvergunning voorziet in de realisering van 24.605 m2 gebruiksoppervlak kantoor. Op basis van deze informatie is op 4 april 2011 een factuur aan Modulus verzonden voor de aanvullende koopprijs.
Paragraaf Weerstandsvermogen 106
Bij brief van 21 april 2011 heeft de door Modulus ingeschakelde advocaat ons laten weten dat Modulus niet wil voldoen aan ons betalingsverzoek. Vanzelfsprekend hebben wij inmiddels eveneens een advocaat ingeschakeld om ons in deze kwestie te adviseren en ter zijde te staan. Wij handhaven ons standpunt dat Modulus de aanvullende koopprijs verschuldigd is. 4. Achterstallig onderhoud asfaltwegen De gemeente Rijswijk heeft circa 235 ha verhardingen, waarvan circa een derde bestaat uit asfalt. Het gewenste onderhouds- en zorgplichtniveau van het wegbeheer is gebaseerd op landelijk erkende normen en kengetallen. Uit de jaarlijkse technische wegeninspecties blijkt dat de gemeente Rijswijk kampt met achterstanden in het onderhoud. 5. Wet werk en bijstand (WWB) Bezuinigingen op de budgetten leiden tot tekorten op het Inkomensdeel. Afgelopen jaar is daar € 1,6 miljoen op gekort. De komende jaren zal dit niet minder worden. 6. Precariobelasting op buizen De gemeente Rijswijk heeft over de belastingjaren 2002 tot en met 2004 precariobelasting geheven van telecomaanbieders voor het hebben van lege mantelbuizen in de grond. Momenteel lopen er nog een aantal bezwaar- en beroepsprocedures, omdat de telecomaanbieders van mening zijn dat zij zijn vrijgesteld van deze belasting. Inmiddels heeft de belastingkamer van de rechtbank uitgesproken dat er ook precariobelasting verschuldigd kan zijn voor het hebben van lege buizen, maar is de belastingaanslag om formele redenen verlaagd. Beide partijen zijn tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof. Waarschijnlijk zal de behandeling van het hoger beroep in 2011 plaatsvinden, waarna er meer duidelijkheid zal zijn over de rechtmatigheid van de opgelegde aanslagen. Op dit moment staat er nog een bedrag van € 1,2 miljoen aan precariobelasting open. 7. Achterstallig en/of gebrekkig onderhoud Kapitaalgoederen (overig) Met de doorlichting van het investeringsplan medio 2007 is het investeringsbudget voor de inrichting, het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, kunstwerken en speeltoestellen, openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en overig straatmeubilairalle deelplannen in de periode 2007-2010 gehalveerd. Voor een aantal onderdelen betekent dit dat door het achterblijven van investeringen de voorgenomen verbeteringen c.q. het consolideren van achterstanden niet of slechts beperkt gerealiseerd zijn. 8. De ontwikkelingen rond de DSW met als belangrijkste probleem de bezuinigingen De financiële middelen van de DSW worden beperkt door bezuinigingen in 2011, landelijk tot € 120 miljoen. De door het kabinet Balkenende 4 doorgevoerde bezuinigingen op de sociale werkvoorziening, per 1 januari 2011, betekenen dat er bij ongewijzigd beleid voor de DSW een tekort op de begroting 2011 verwacht wordt van bijna 2 miljoen euro. Dit tekort ontstaat omdat de subsidie voor de Wsw door het Rijk met ingang van 1 januari 2011 fors verlaagd is. Voor de DSW betekent dit een korting van in totaal € 983.000,-. Daarbovenop komt nog dat het Rijk ook de in 2011 in de CAO SW vastgestelde stijgende loonkosten niet compenseert, in totaal € 615.000,-. Dit laatste was in vorige jaren wel gebruikelijk. 9. Een langere vergunningprocedure zorgt voor vertraging in de bouwgrondexploitatie De vergunningsprocedure met betrekking tot het oude stadhuis duurt naar verwachting tot het eerste kwartaal 2012. Deze bijgestelde planning leidt tot hogere renteverliezen en beheerskosten. In de risicoparagraaf is het risico opgenomen voor verliezen na 2012. 10. Niet kunnen afdekken van risico's, die kunnen ontstaan door richtlijnen, voorwaarden, eisen van andere overheden en overige derden-partijen De gebiedsontwikkeling van Rijswijk-Zuid bevindt zich nu nog in de fase waarbij er nog onzekerheid bestaat over de effecten van nog lopende processen en de daarover nog te nemen (bestuurlijke) besluiten door het rijk, provincie en andere overheden. Ook belanghebbende derden-partijen spelen bij deze exogene ontwikkelingen een rol. Hierdoor kunnen financiële tegenvallers ontstaan in de vorm van hogere kosten, dan wel lagere opbrengsten uit de gronduitgiften.
Paragraaf Weerstandsvermogen 107
Risico-omvang (> €60.000) Totaal grote risico's: € 24.850.000,Overige risico's: € 33.912.500,Totaal alle risico's: € 58.762.500,Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 58.762.500,-) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Onderstaande figuur en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie. Percentage 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75% 80% 85% 90% 95%
Bedrag € 6 012 835 € 6 834 712 € 7 447 638 € 8 001 253 € 8 491 830 € 8 942 190 € 9 365 339 € 9 818 368 € 10 322 395 € 10 850 063 € 11 383 764 € 11 935 117 € 12 563 450 € 13 187 856 € 13 945 739 € 14 793 642 € 15 675 700 € 16 758 771 € 18 145 460
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 16.758.770,- (benodigde weerstandscapaciteit). Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Rijswijk bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Weerstand
Startcapaciteit
Algemene reserve Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
€ 19.556.427,€ 100.000,€ 19.656.427,-
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Paragraaf Weerstandsvermogen 108
Risico's:
Weerstandscapaciteit :
Bedrijfsproces (effectief/efficiënt) Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / aansprakelijkheid Letsel / veiligheid Materieel Milieu Personeel / arbo Product
Algemene reserve Onvoorzien
i
i
Weerstandvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 19 656 427,€ 16 758 771,-
= 1.17
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
De ratio valt in C. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment, volgens de huidige analyse van de mogelijke risico’s, vertaald in het benodigde weerstandsvermogen, de waardering van voldoende van toepassing is.
Paragraaf Weerstandsvermogen 109
110
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Een leefbare stad is belangrijk. We werken aan een goed onderhouden stad met voldoende groen en voorzieningen in de openbare ruimte zoals speelvoorzieningen, straatmeubilair en openbare verlichting. Samen met de bewoners zorgen we er voor dat de stad schoon, heel en veilig blijft. Met de nieuw opgestelde beheersplannen behouden we het kwaliteitsniveau. We nemen onze verantwoordelijkheid voor het groen en het beheer van de openbare ruimte. Zo wordt er meer geïnvesteerd in duurzame openbare verlichting, in het onderhoud van bomen en wegen.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 111
Financiële ontwikkeling en effecten De beleidskaders voor het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen zijn vastgelegd in de nota kapitaalgoederen 2006. In de nota staat welke budgetten nodig zijn voor het onderhoud. De nota kapitaalgoederen is vanwege diverse kortingen op de onderhoudsbudgetten niet meer actueel. De 1 totale korting op het exploitatiebudget over de periode 2007 t/m 2011 is 10,4% . In de periode 20072010 zijn de vervangingsinvesteringen gehalveerd. De kortingen hebben een effect op de onderhoudsachterstanden. Die zijn met name groter geworden op het gebied van openbare verlichting, wegen, bomen, civieltechnische kunstwerken en speeltoestellen. Vanaf 2012 is er structureel meer budget beschikbaar voor het onderhoud van de kapitaalgoederen. Hiertoe is een investeringsfonds beheer openbare ruimte (IBOR fonds) opgericht. Dit fonds is bedoeld om de onderhoudsachterstanden te verminderen. Er zal extra geïnvesteerd worden in het vernieuwen van de openbare verlichting, het onderhoud van bomen en het groot onderhoud van wegen.
Planontwikkeling beheer openbare ruimte In 2011 is een aantal specifieke onderdelen van de nota kapitaalgoederen geactualiseerd. Er zijn beheerplannen opgesteld voor openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, wegen en bomen. Ook is een nieuw gemeentelijk rioleringsplan opgesteld, dat begin 2012 wordt vastgesteld. In 2012 actualiseren we de overige onderdelen van de nota kapitaalgoederen: · · · ·
Beheerplan speeltoestellen in de wijk. Beheerplan beschoeiing en natuurlijke vriendelijke oevers. Beheerplan kunstwerken. Tussenevaluatie baggerplan en bijstelling uitvoeringsplan.
In de toekomst zullen we niet meer werken met één nota kapitaalgoederen, maar met afzonderlijke beheerplannen.
1. Openbaar groen Beleidskader Het totale oppervlak openbaar groen jn Rijswijk bedraagt circa 320 ha (ongeveer 600 voetbalvelden). Het totaal aantal straat- en laanbomen bedraagt ruim 29.500 stuks. De beheerwerkzaamheden 2012 bestaan uit: · · · · · · ·
Verwijderen van zieke en dode bomen. Aanplanten van nieuwe bomen. Snoeien van alle risicobomen. Inspecteren van bomen conform de wettelijke zorgplicht. Maaien en herstellen van gras. Snoeien en vervangen van beplanting. Onkruidbestrijding in plantvakken.
Het budget voor groen is in de afgelopen jaren met meer dan 10% gekort. Daarnaast is het budget voor grootschalige renovaties geschrapt. Dit betekent dat het gras en de beplanting op minimaal niveau wordt onderhouden. Voor bomen voldoet de gemeente niet aan de zorgplicht. In 2009 zijn alle bomen geïnspecteerd. Daaruit blijkt dat 1 op de 4 bomen aangemerkt mag worden als risicoboom. Dat wil zeggen, er is grof dood hout aanwezig dat verwijderd moet worden. Voor 2012 zijn extra financiële middelen beschikbaar gesteld om alle risicobomen aan te pakken. Daarna wordt er structureel meer geïnvesteerd om nieuwe achterstanden te voorkomen.
1
In 2007 is een structurele korting van 4% doorgevoerd. Vervolgens is in 2008 een structurele korting van 2% doorgevoerd. In 2010 zijn de onderhoudsbudgetten niet geïndexeerd (1,9%) en in 2011 is er een structurele korting 2,5% ingevoerd.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 112
Voor de aanplant van bomen is sinds 2010 structureel € 100.000,- toegekend. Hierdoor is er voldoende financiële ruimte om bomen te vervangen die vanwege ziekte of ouderdom verwijderd zijn. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2012 210.000 100.000 1.368.970
2013 50.000 100.000 1.368.970
2014 50.000 100.000 1.368.970
2015 50.000 100.000 1.368.970
2. Water Binnen het thema onderscheiden we verschillende werkzaamheden. Hiervan zijn het baggeren van de watergangen en het onderhoud aan beschoeiingen financieel het meest omvangrijk. 2A. Beleidsthema baggeren Beleidskader De gemeente heeft een baggerplicht voor de watergangen die haar eigendom zijn. Het baggergebied is opgedeeld in schouwvakken. Elk jaar wordt een schouwvak gebaggerd. In het gemeenlijk baggerplan 2005-2013 is het beleid en het uitvoeringskader uitgewerkt. In het plan zijn drie doelstellingen opgenomen: 1. Het wegwerken van de opgebouwde achterstand. 2. Het zo spoedig mogelijk overdragen van 10 ha. te baggeren areaal aan Delfland. 3. De 40 ha. die de gemeente daarna nog moet onderhouden, eens in de acht jaar inspecteren en baggeren. Het in punt 2 genoemde areaal is inmiddels overgedragen aan Delfland. De achterstanden zijn grotendeels weggewerkt, op de haven na. Daarnaast is in 2011 een nieuwe achterstand ontstaan. Het betreft hier een deel van Schaapwei / Plaspoelpolder. Dit kwam doordat in 2010 € 700.000,- uit de baggerreserve is onttrokken ten behoeve van de jaarrekeningresultaat. Hierdoor ontstond in 2011 onvoldoende financiële ruimte om aan de baggerverplichting te voldoen. Met Delfland wordt gesproken over de juridische consequenties en welke ruimte Rijswijk krijgt om de werkzaamheden later uit te voeren. In 2012 evalueren we het baggerplan. Dit moet leiden tot een bijgesteld uitvoeringskader inclusief de benodigde budgetten om aan de baggerverplichting te voldoen. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2012 n.v.t. n.v.t. 763.650
2013 n.v.t. n.v.t. 586.150
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 113
2014 n.v.t. n.v.t. 586.150
2015 n.v.t. n.v.t. 586.150
2B. Beleidsthema beschoeiingen Beleidskader Rijswijk heeft circa 150 km harde beschoeiing langs het water. Volgens een schatting uit 2005 verkeert circa een kwart van de harde beschoeiingen in een slechte staat. Er zijn geen urgente veiligheidsrisico’s. Vanwege budgettaire beperkingen kan enkel een deel van de beschoeiingen vervangen worden. De prioriteit ligt bij locaties in de wijken en die direct in het zicht liggen. In 2012 worden alle beschoeiingen geïnspecteerd en wordt een beheerplan met een onderhoudsprogramma opgesteld. In het beheerplan wordt tevens aangeven op welke plaatsen harde beschoeiingen vervangen kunnen worden door natuurvriendelijke oevers. Het voornemen is om meer natuurvriendelijke oevers aan te leggen. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2012 0 268.000 6.820
2013 0 268.000 6.820
2014 0 268.000 6.820
2015 0 268.000 6.820
3. Wegen Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van wegen is opgenomen in het beheerplan wegen 2011-2015. Rijswijk beheert circa 2,3 miljoen vierkante meter verharding. Circa eenderde bestaat uit asfalt en tweederde bestaat uit bestrating. Bij de bestrating is de afgelopen jaren een kwaliteitsverbetering gerealiseerd: 97% van de elementverhardingen scoort een voldoende. De asfaltwegen verkeren daarentegen in een slechte staat. 18% van de asfaltwegen scoort onvoldoende of matig. Het gaat hier om circa 60 locaties verspreid over de stad. De onderhoudstrategie voor de komende jaren is gericht op het beperken van kapitaalvernietiging en bestaat uit de volgende elementen: · Prioriteit op groot asfaltonderhoud. Bestrating wordt op basisniveau onderhouden. Het budget dat hierdoor vrijvalt, wordt ingezet voor groot asfaltonderhoud. · Versobering asfaltmaatregelen: Alleen specifieke schadelocaties worden aangepakt in plaats van een hele straat. · Uitstel ontwikkellocaties. Locaties die binnen ontwikkelgebieden vallen, worden uitgesteld en enkel met noodreparaties onderhouden. Het betreft ontwikkellocaties als Rijswijk-Zuid, Eikelenburg en de Haagweg. · Uitstel van grote projecten. Drie van de vijf grote projectlocaties worden uitgesteld omdat deze een te groot beslag leggen op het beschikbaar budget. We richten een bestemmingsreserve op om dergelijke grote projecten in de toekomst te kunnen financieren. Jaarlijks reserveren we € 320.000,- ten laste van de exploitatie. · Om kapitaalvernietiging te beperken worden twee grote projectlocaties wel uitgevoerd. Hiervoor wordt eenmalig € 325.000,- in 2012 en eenmalig € 450.000,- in 2013 beschikbaar gesteld. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2012 325.000 569.000 545.000
2013 450.000 569.000 545.000
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 114
2014 0 569.000 615.250
2015 0 569.000 762.280
4. Kunstwerken Beleidskader De gemeente beheert circa 250 bruggen en tunnels. Vanwege budgettaire beperkingen worden de kunstwerken uitsluitend op basis van klachten en meldingen onderhouden. Uit een visuele inspectie van alle kunstwerken blijkt dat er sprake is van een forse achterstand in onderhoud. In 2012 stellen we een beheerplan op. Dit plan geeft inzicht in de huidige kwaliteit, de benodigde onderhoudsmaatregelen en het gewenste budget om de kunstwerken te onderhouden tot het gewenste veiligheidsniveau. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2012 0 61.000 107.000
2013 0 61.000 107.000
2014 0 61.000 107.000
2015 0 61.000 107.000
5. Straatmeubilair Straatmeubilair omvat vele objecten. Openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en speelvoorzieningen zijn de meest omvangrijke in financiële zin. 5A. Openbare verlichting Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van openbare verlichting is opgenomen in het beheerplan openbare verlichting 2011-2015. De gemeente bezit ongeveer 8900 lichtpunten. Het areaal is in 2010 geïnspecteerd. Hieruit blijkt dat 7% zeer dringend (binnen 1 jaar) vervangen moet worden en dat nog eens 38% op korte termijn (1-5 jaar) vervangen moet worden. Daarnaast is het kabelnet sterk verouderd. Het aantal storingen is in de afgelopen jaren fors toegenomen: een verdubbeling in 3 jaar (van 780 naar 1.580). Hierdoor is het jaarlijks tekort op de exploitatie toegenomen tot € 320.000,-. De onderhoudstrategie voor de komende jaren is gericht op duurzaam investeren om de exploitatiekosten op langere termijn te verlagen. Deze strategie bestaat uit de volgende elementen: · Inhalen achterstanden bovengrondse infrastructuur binnen drie jaar. · Structureel meer investeren in het vernieuwen van de bovengrondse en ondergrondse infrastructuur. · Preventief, groepsgewijs en grootschalig vervangen van lampen. Hiermee worden de lampstoringen beheersbaar en de kosten teruggebracht. · Benutten van kansen op het gebied van energiebesparing (o.a. LED en dimmen). Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2012 513.460 705.000 541.060
2013 473.460 705.000 541.060
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 115
2014 433.460 705.000 541.060
2015 169.140 705.000 541.060
5B. Verkeersregelinstallaties Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van verkeersregelinstallaties is opgenomen in het beheerplan verkeersregelinstallaties 2011-2015. Rijswijk bezit 42 verkeersregelinstallaties (vri’s). De afgelopen jaren zijn de vri’s tijdig vervangen, namelijk zodra de technische levensduur bereikt werd. Hierdoor is de technische kwaliteit van het areaal op orde. Ook is het areaal steeds energiezuiniger gemaakt. Zo wordt LED (energiezuinige lampen) en dimmen (lampen op bepaalde tijden niet op het volle vermogen laten branden) standaard toegepast bij vervangingen. Wat betreft de vervanging van vri’s ontstaat in 2014 een knelpunt. Dan zijn 19 verkeersregelinstallaties (circa 45% van het totaal) aan vervanging toe. Ook kunnen stijgende energieprijzen in de toekomst een budgettair knelpunt vormen. De onderhoudstrategie voor de komende jaren bestaat uit de volgende elementen: · Verkeersregelinstallaties vervangen na het bereiken van de levensduur (±15 jaar). · De vervangingspiek in 2014 spreiden over de omliggende jaren. · Bij vervanging standaard energiebesparende maatregelen toepassen (LED, dimmen, op bepaalde locaties de vri in de nacht uitzetten). Met deze onderhoudstrategie voldoen we aan de budgettaire nullijn, de minimale zorgplicht en de gemeentelijke beleidsvoornemens op het gebied van duurzaamheid. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. Kapitaallasten)
2012 0 330.000 327.500
2013 0 350.000 327.500
2014 0 370.000 327.500
2015 0 370.000 327.500
5C. Speelvoorzieningen Beleidskader De gemeente beheert 134 speelplekken. De totale vervangingswaarde betreft 2,5 miljoen euro. De veiligheidseisen en normen zijn wettelijk vastgesteld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen. Maandelijks controleren we alle speeltoestellen op veiligheid. Afgekeurde toestellen moeten worden verwijderd. Sinds 2006 is het budget voor het vervangen van speeltoestellen gehalveerd. Dit is nooit teruggedraaid. De afgelopen jaren is door kleine reparaties de levensduur van speeltoestellen maximaal verlengd. Op dit moment zijn veel speeltoestellen aan vervanging toe. De achterstand wordt op basis van levensduur geschat op circa € 600.000,-. In 2012 wordt een beheerplan opgesteld. Dit beheerplan geeft inzicht in de huidige kwaliteit en de benodigde budgetten om het voorzieningsniveau te kunnen handhaven. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2012 0 70.000 48.490
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. Kapitaallasten)
2013 0 70.000 48.490
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 116
2014 0 70.000 48.490
2015 0 70.000 48.490
6. Riolering Beleidskader Het merendeel van de riolering is de afgelopen jaren geïnspecteerd. Tevens is een grondwatermeetnet aangelegd. Daarnaast is een nieuw gemeentelijk rioleringsplan (GRP) opgesteld. Deze wordt begin 2012 vastgesteld. Het rioleringsplan geeft invulling aan de wettelijke zorgplicht. Het plan omvat in hoofdlijnen de volgende punten: · Zorgplicht afvalwater. Het rioleringstelsel regelt de afvoer van afvalwater. Er wordt de komende jaren extra geïnvesteerd in de kwaliteit van het stelsel. · Zorgplicht hemelwater. De afvoer van hemelwater gebeurt deels via een gescheiden en deels via een gemengd stelstel. De gemeente kiest er niet voor om actief te investeren in bijvoorbeeld afkoppelen. · Zorgplicht grondwater. De situatie wordt gemonitord. Er wordt geïnvesteerd in kennisopbouw. De kaders voor de gemeentelijke inzet worden verder uitgewerkt. Het gemeentelijk rioleringstelsel is grotendeels in de jaren vijftig en zestig aangelegd en heeft haar technische levensduur bereikt. De gemeente staat voor een forse vervangingsopgave. De komende jaren moet extra geïnvesteerd worden. De financiële vertaling naar de begroting vindt plaats begin 2012 bij de vaststelling van het nieuwe GRP. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2012 212.000 784.090
Investeringen Exploitatie (excl. Kapitaallasten)
2013 212.000 784.090
2014 212.000 784.090
2015 212.000 784.090
7. Gebouwen en overig onroerend goed 7A. Welzijn-, binnensport- en onderwijsaccommodaties Beleidskader De gemeente Rijswijk is eigenaar van 16 welzijnsgebouwen, 1 muziekschool en 1 schouwburg. Voor binnensport beschikt de gemeente over 1 welzijns- en sportcentrum (inclusief zwembad), 1 sporthal, 1 sportzaal en 3 gymnastieklokalen. Voor deze accommodaties hanteren we een meerjarenonderhoudsplan. Er vindt jaarlijks een actualisatie plaats van dit meerjarenonderhoudsplan. Op de lange termijn is de financiering van de meerjarenonderhoudsplanning niet in balans. De komende jaren blijven de onderhoudskosten van de welzijns-, binnensport- en onderwijsaccommodaties de beschikbare middelen overstijgen, waardoor het gewenste kwaliteitsniveau onder druk komt te staan. Oplossingen worden ondermeer gezocht in het multi-functioneler, effectiever en efficiënter benutten van accommodaties. Gezien de financiële situatie van de gemeente is sprake van efficiencykorting op het budget van accommodaties. In de kadernota integraal accommodatiebeleid die in september 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad worden oplossingsrichtingen benoemd voor deze knelpunten. Het multifunctioneel gebruik en het afstoten van gebouwen heeft als effect dat er minder leegstand is en dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de resterende ruimten. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringen Exploitatie (excl. Kapitaallasten)
2012 878.370
2013 151.000 878.860
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 117
2014 718.000 878.860
2015 878.860
7B. Buitensportaccommodaties Beleidskader De gemeente beschikt momenteel over vier sportparken en streeft naar kwalitatief hoogwaardige buitensportaccommodaties (zie programma Sport). Ook beschikt de gemeente over: · Wielerbaan. · Fietscross. · Petanquebanen. · Hondensportterrein. Het onderhoud van de sportparken vindt doorlopend plaats. Daarnaast wordt in de zomerperiode intensief onderhoud aan alle velden gepleegd en worden sportvelden naar behoefte gerenoveerd. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringen Exploitatie (excl. Kapitaallasten)
2012 286.300
2013 128.000 286.300
2014 603.000 286.300
2015 368.000 286.300
7C. Overige gebouwen Beleidskader Naast de hiervoor genoemde welzijns-, onderwijs-, binnen- en buitensportaccommodaties bezit de gemeente nog een aantal andere gebouwen en gedenktekens, zoals dienstgebouwen, stationshal, torens, woningen, woonwagens en kantoorgebouwen, etc. in totaal 47 objecten. Specifiek voor het onderdeel woningen en woonwagens geldt: · Conform vastgesteld beleid worden vrij van huur komende gemeentewoningen te koop aangeboden. Dit betekent dat na verkoop de component beheer en onderhoud voor deze woningen komt te vervallen. · Op basis van de prestatieafspraken onderhandelt de gemeente momenteel met de wooncorporatie Rijswijk Wonen over een volledige overdracht m.b.t. eigendom en beheer van de woonwagenlocatie De Strijp. Er wordt naar gestreefd dat de gemeente de locatie vóór 31-12-2011 aan Rijswijk Wonen heeft overgedragen. Per 01-01-2011 heeft Rijswijk Wonen het volledige beheer van deze locatie van de gemeente overgenomen. Het onderhoud aan de objecten vindt lopende het jaar plaats. De uitvoering is in handen van derden. Jaarlijks wordt het onderhoudsprogramma geactualiseerd aan de hand van de laatste inspecties. Vertaling in de begroting Voor de periode 2012-2015 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringen Exploitatie (excl. Kapitaallasten)
2012 669.650
2013 666.850
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 118
2014 140.000 666.850
2015 1.312.000 666.850
Paragraaf Bedrijfsvoering Voor het realiseren van een dienstverlenende en duurzame organisatie die aansluit bij onze ambities zijn een efficiënte interne bedrijfsvoering en capabele en gemotiveerde medewerkers noodzakelijk. We gaan op een verantwoordelijke en respectvolle manier met onze mensen en middelen om en hebben daarbij oog voor onze omgeving. De samenwerking met andere gemeenten, in het bijzonder met de gemeente Delft, geeft ons de mogelijkheid om de kwaliteit en continuïteit van onze dienstverlening te verbeteren en daarnaast efficiënter en goedkoper te werken. We staan door de samenwerking sterker en zijn op onze toekomst voorbereid. Hierbij verminderen we de uitgaven door het verkleinen van de personeelsformatie en het verder terugdringen van kosten. De kwaliteit van de dienstverlening verhogen we verder door het verminderen van de externe en interne administratieve lastendruk en een effectievere inzet van onze mensen en middelen. Meer service met minder regels is waar we voor staan. We willen zelf het goede voorbeeld geven door het verduurzamen van onze eigen bedrijfsvoering. We blijven een goede werkgever. We investeren in competente medewerkers en willen aansluiten op (nieuwe) ontwikkelingen als "het nieuwe werken" en modern werkgeverschap en zorgen voor een veilige, gezonde en prettige leefomgeving. We hechten daarbij grote waarde aan integriteit. Zowel in ieders handelen naar onze omgeving als binnen de organisatie.
Paragraaf Bedrijfsvoering 119
Bedrijfsvoering Samenwerking Op verschillende beleidsterreinen verkennen we samenwerkingsmogelijkheden. Bedrijfsvoering is één daarvan. In 2011 hebben we met het college van Delft een bestuursopdracht vastgesteld waarin we de ambitie hebben uitgesproken om op 1 januari 2014 samen met Delft een shared service center te hebben ingericht voor de uitvoering van ondersteunende diensten op het gebied van bedrijfsvoering. De uitvoering van deze bestuursopdracht is gestart. In 2012 verwachten wij een plan van aanpak te kunnen vaststellen dat zal worden gevolgd door het opstellen van een bedrijfsplan. Digitalisering We willen door het beter gebruik maken van (technische) hulpmiddelen de inzet van de medewerkers effectiever maken. Dat bereiken we door de huidige werkprocessen te optimaliseren en daarbij zo veel mogelijk gebruik te maken van reeds beschikbaar instrumentarium. In 2011 is daartoe een plan opgesteld dat voorziet in een groot aantal activiteiten die uiteindelijk moeten gaan leiden tot een optimaal digitaal werkende organisatie. De uitvoering van dit plan loopt door in 2012 en verder. De focus is daarbij gericht op optimale digitalisering van de documentstromen. In Rijswijk is de inkomende documentenstroom digitaal. Er is een aanvang gemaakt met het afbouwen van de distributie van fysieke documenten. Met betrekking tot de uitgaande documentenstroom wordt gewerkt aan het opnemen van alle relevante documenten in het DMS door digitalisering en koppeling met de processystemen om volledigheid van de informatie te realiseren. De volgende stap is het zaakgewijs inrichten van de informatie waarmee een belangrijk kwaliteitsaspect van de informatievoorziening wordt gerealiseerd. Naast de instrumentele kant wordt in het proces ook het belang van cultuur (houding en gedrag) onderkend. Doorontwikkelen interne dienstverlening De afdeling Bedrijfsvoering is gevormd op de shared service gedachte. Doorontwikkelen van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie is één aandachtspunt, bijvoorbeeld in de vorm van verwachtingenmanagement. Adequate dienstverlening zonder overbodige administratieve rompslomp is een andere. Het digitaal aanbieden van interne producten en diensten past in dat streven. Daarop zullen we in 2012 verder investeren. Met deze stappen wordt ook toegewerkt naar de vorming van een intergemeentelijk shared service center met de gemeente Delft per 1 januari 2014. Duurzaamheid We dragen niet alleen in beleid uit dat duurzaamheid een speerpunt is. Ook in onze eigen bedrijfsvoering geven we duurzaamheid de plek die het verdient. In onze aanbestedingsprocessen gaan we tenminste uit van de duurzaamheidscriteria die Senter Novem hanteert. Ook besteden we aandacht aan de bedrijfsinterne milieuzorg, dat zetten we in 2012 voort. Door communicatie, voorlichting en door praktische maatregelen. Informatisering en automatisering Het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP) legt verplichtingen op aan gemeenten. Een van de belangrijkste doelstellingen in dit programma sluit aan bij onze eigen ambities, het verbeteren van kwaliteit van onze dienstverlening naar burgers en bedrijven. We zullen daarom dit programma blijven vertalen naar de Rijswijkse situatie.
Personeelsbeleid 2012-2015 In de uitwerking van het Collegewerkprogramma 2011-2014 is een effectievere inzet van mensen en middelen een “speerpunt”. In het Personeel & Organisatiebeleid voor 2012-2015 is afgewogen welke activiteiten hieraan bijdragen. Bezuinigingen In het plan van aanpak “Bezuinigingen 2011-2014” is vastgelegd dat jaarlijks een bedrag van € 2.700.000,- (€ 2.8 miljoen vanaf 2014) moet worden bezuinigd. Hiervan moet jaarlijks € 800.000,worden gevonden in het personeelsbudget en jaarlijks circa € 2.000.000,- in overige
Paragraaf Bedrijfsvoering 120
efficiencymaatregelen. In 2014 en 2015 zal jaarlijks nog eens € 600.000,- worden bezuinigd op het personeelsbudget. Vanaf 2011 hebben alle afdelingen een taakstellende bezuiniging op het personeelsbudget gekregen. Bij het bepalen van de taakstelling is een onderscheid gemaakt tussen staf- en ondersteunde afdelingen (3/2) en lijn- /uitvoerende afdelingen (3/1). Om deze taakstelling te realiseren is formatie ingeleverd of bevroren en zijn activiteiten anders georganiseerd om te komen tot een bredere en efficiëntere inzet van zittende medewerkers. Dit heeft een daling van het personeelsbestand e (1 helft 2011 circa 6 medewerkers en 5 fte) en een afname van de inhuur tot gevolg. Uitgangspunt is dat gedwongen ontslag wordt voorkomen. Dit vraagt een investering in de ontwikkeling van medewerkers en het bevorderen van de door- en uitstroom van het personeel. Vanaf 2012 wordt tevens 20% bezuinigd op de centrale P&O budgetten. Voor het Personeel- en Organisatiebeleid geldt daarmee voor de komende jaren dat de activiteiten waar mogelijk worden teruggebracht tot de wettelijk verplichte taken (CAO-afspraken en ARBO-wetgeving) en worden gericht op het vergroten van de kwaliteit en effectiviteit van onze medewerkers. Inhuur Waar mogelijk wordt de externe inhuur teruggedrongen door inzet van eigen medewerkers of het aangaan van tijdelijke (project-) aanstellingen. Afhankelijk van het soort opdracht of project kan externe inhuur nog steeds de meest efficiënte keuze zijn. Vanaf 2010 lopen de kosten van inhuur, met name binnen de exploitatie, sterk terug. (2010: € 2.203.000,-; ofwel 9,9% van de loonsom en 2011: vermoedelijk circa € 766.000,- ofwel 3,5% van de loonsom) In 2012 wordt deze ontwikkeling vastgehouden en zo mogelijk verder voortgezet. Goed werkgeverschap In 2012 wordt binnen de gemeente een strategisch personeelsplanning ingevoerd. Aan de hand van een toekomst visie op de gemeentelijke organisatie, rekening houdend met maatschappelijke ontwikkeling wordt in kaart gebracht welke kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbezetting over circa vijf jaar nodig is. Tegelijkertijd wordt (de kwantiteit en kwaliteit van) het huidige personeelsbestand in kaart gebracht en kan worden bepaald welke activiteiten nodig zijn om de huidige medewerkers te ontwikkelen, binden en mobiliseren en de juiste nieuwe medewerkers aan te (kunnen) trekken. Daarnaast zal verder inhoud worden gegeven aan modern werkgeverschap. Dit is zowel gericht op de instroom van nieuw personeel (andere benadering arbeidsmarkt), als op een duurzame inzetbaarheid van zittend personeel (tijd en plaatsonafhankelijk werken, resultaat verantwoordelijk werken, balans werk en privé, opleiding en ontwikkeling, arbeidsomstandigheden, etc.). De inzet van nieuwe technieken is daarbij een randvoorwaarde, zoals ook de manier waarop medewerkers worden e aangestuurd verandert. Wij hebben per 1 mei 2012 de huur van de 8 etage van stadhuis Hoogvoorde opgezegd. Bij het nemen van dit besluit zijn wij mede uitgegaan van een verminderde huisvestingsbehoefte door de introductie van het “nieuwe werken” of modern werkgeverschap. Medewerkers vormen de belangrijkste productiefactor van de gemeentelijke organisatie. De gemeente opereert in een dynamische omgeving. Dit betekent dat de gemeentelijke organisatie over de nodige competenties moet beschikken om haar verschillende rollen en verantwoordelijkheden uit te kunnen voeren. Cruciaal hierbij zijn de PRIK-competenties, omgevingsbewustzijn (bestuurlijke sensitiviteit) en verbinden. Duurzaam investeren in onze medewerkers door continu leren en ontwikkelen, levensfasemanagement en gezondheidsmanagement is van essentieel belang Organisatieontwikkeling Mede in het licht van de bezuinigingen zal de organisatieontwikkeling de komende periode in het teken staan van het verhogen van de doelmatigheid en resultaatgerichtheid van de organisatie. Dit vraagt enerzijds het vermogen om aan te sluiten op nieuwe taken en opdrachten, nieuwe wet- en regelgeving en steeds sneller wijzigende ontwikkelingen (wendbaarheid). Hierin is het van groot belang dat de betrokkenheid en participatie van burgers verder wordt versterkt (verbinden). Anderzijds zal binnen de organisatie meer aandacht worden gegeven aan de ontwikkeling van het personeel en resultaatgericht werken en resultaatsturing.
Paragraaf Bedrijfsvoering 121
Werving en Selectie De implementatie van een strategisch personeelsplanning biedt de mogelijkheid verder vooruit te kijken. Hierdoor kan meer pro-actief de interne doorstroom worden gestimuleerd en kunnen medewerker meer regie voeren op de eigen loopbaan. Het aantal vacatures zal de komende jaren teruglopen. Door de samenwerking van de Haagland gemeenten in de mobiliteitsbank kunnen we efficiënter gebruik maken van elkaars kennis en ervaring. De inspanning zullen vanaf 2012 liggen op moeilijk vervulbare functies en instroom van jonge mensen. Hierbij zal meer gebruik worden gemaakt van nieuwe wervingkanalen (Social Media). Inzet blijft dat de gemeentelijk organisatie een evenwichtige afspiegeling is de beroepsbevolking. Opstapbanen Ook de komende jaren zullen weer een aantal “opstapbanen” worden ingevuld. Deze banen kosten ondanks de huidige subsidie geld en begeleidingstijd. We zien het echter als een maatschappelijke verantwoordelijkheid om ook in onze eigen organisatie deze bijdrage aan de arbeidsparticipatie voor mensen met een uitkering te blijven realiseren. Leer- en Ontwikkeltraject (LOT) Het leer- en ontwikkeltraject (LOT) is gericht op het verkleinen van de kloof tussen de gevraagde competenties en de werkelijke competenties. Voor de periode 2012-2015 zal de inhoud van het LOT worden herijkt en worden gericht op de uitkomsten van de Strategische Personeelsplanning, het blijven verbinden met de omgeving en de efficiënte inzet van personeel. Het LOT heeft deels ook een wettelijke grondslag. Medewerkers moeten getraind worden om hun werkzaamheden of taken te kunnen blijven uitoefenen (EHBO, BHV, BOA, etc.). Ook is het onze plicht om medewerkers te trainen op omstandigheden die voortvloeien uit de aard van de werkzaamheden, zoals trainingen/cursussen op het gebied van agressie en geweld. Het ontwikkelen en investeren van medewerkers komt daarnaast terug in de Cao. LOGA-partijen streven naar versterking van de gemeentelijke organisatie en behoud van werkgelegenheid. Doordat we te maken krijgen met een toenemende vervangingsvraag, een toenemende vraag naar hoger opgeleid en goed gekwalificeerd personeel, een op termijn krapper wordende arbeidsmarkt en geconfronteerd worden met alle bezuinigingen, staat in de Cao dan ook opgenomen dat we nu meer dan ooit moeten investeren in mobiliteit, scholing en inzetbaarheid. Dit met als doel medewerkers toe te rusten op huidige en toekomstige veranderingen. De Cao-partijen vinden het bovendien van belang om medewerkers meer regie over hun eigen loopbaan te geven en willen daarvoor een regeling met een individueel opleidingsbudget introduceren. Over de (praktische) uitwerking en de hoogte van het eventuele individuele opleidingsbudget worden nog nadere afspraken gemaakt. Levensfasemanagement Vanaf 2005 is het Levensfasemanagement een vast onderwerp in de gemeentelijke Cao. In de Cao 2009-2011 zijn op het terrein van flexibilisering en levensfase afspraken gemaakt over: Flexibilisering werktijden, Mantelzorg, Vaderschapsverlof en Senioren. In 2010 is een plan van aanpak opgesteld. Het beleid en instrumentarium zal in de komende jaren stapsgewijs worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Dit moet leidinggevenden en medewerkers in staat gaan stellen planmatig invulling te geven aan een juiste balans tussen werkpakket, ervaring en werkbelasting. Ter ondersteuning hiervan wordt een Strategische Personeelsplanning (SPP) ingevoerd. Voor het levensfasemanagement is geen budget beschikbaar. Wel kan een beroep gedaan worden op de beschikbare (incidentele) gelden van de liquidatie-uitkering van IZA-Nederland. Daar waar mogelijk maken we eveneens gebruik van eventuele subsidiemogelijkheden van het AenO-fonds. Arbeidsomstandigheden en gezondheidsmanagement Arbeidsomstandigheden (Arbo-wet) en gezondheidsmanagement hebben allebei tot doel de veiligheid en de gezondheid van medewerkers te bevorderen. Beide benaderen de onderwerpen veiligheid en gezondheid vanuit een ander perspectief. Voor de arbeidsomstandigheden gelden allerlei verplichtingen en regels (RI&E, BHV, arbodienstverlening, etc). Binnen het gezondheidsmanagement gaat het vooral om bewustwording en aandacht vragen voor het belang van gezondheid en gezond werken. Dit betekent dat de extra activiteiten die voortkomen uit het gezondheidsmanagement veelal op vrijwillige basis plaatsvinden.
Paragraaf Bedrijfsvoering 122
Arbeidsomstandigheden De ontwikkeling en uitvoering van het Arbeidsomstandighedenbeleid (Arbobeleid) in Rijswijk vindt de grondslag in de wettelijke verplichting (Arbowet). Naast het evalueren en bijstellen van het bestaande Arbobeleid, betekent dit dat we (verder) uitvoering geven aan de uitwerking van de Arbocatalogi Agressie en Geweld, Beeldschermwerk, Fysieke Belasting en Werkdruk/Werkstress en de maatregelen voortvloeiend uit de RI&E. Verzuim In Rijswijk lag het verzuimpercentage in 2010 op 5,47%. De meldingsfrequentie (het aantal keer dat een medewerker in de gemeente zich gemiddeld ziek meldt per jaar) bedroeg in 2010 1,95. Vanaf 2012 zal een impuls worden gegeven aan het huidige verzuim beleid. Het streven is er op gericht uit te komen op het gemiddelde verzuimpercentage en –frequentie van gemeenten met een vergelijkbare omvang (2010: 5% en 1.42). Arbodienstverlening In onze organisatie is het verzuimbegeleidingproces voor een groot deel intern georganiseerd. Bij de uitvoering van de verzuimbegeleiding wordt de organisatie ondersteund door een arbodienstverlener, op dit moment Maetis. Daarnaast ondersteunt IZA Bedrijfszorg ons met instrumenten die preventief kunnen worden ingezet om verzuim te voorkomen. Voor de komende collegeperiode onderzoeken we of een reductie in de kosten voor deze ondersteuning kunnen bewerkstelligen. Dit proberen we enerzijds door scherpere afspraken te maken in de contracten met de dienstverleners (vanaf 2013). Daarnaast wordt afgewogen de uitvoering van de verzuimbegeleiding meer onder de verantwoordelijkheid van het management brengen om zo de arbodienstverlening zelf te kunnen beperken. Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement heeft geen wettelijke grondslag. Gezondheidsmanagement stond als speerpunt benoemd in het bedrijfsplan Directie 2009-2010. Binnen het gezondheidsmanagement wordt extra aandacht besteed aan de gezondheidsbevordering en daarmee de duurzame en effectievere inzet van medewerkers. Het uitgangspunt hierbij is dat we een evenwichtige balans tussen werkdruk en bestuurlijke opdrachten en ambities willen bereiken en behouden. Tevens wordt met het persoonsgebonden budget persoonlijke activiteiten gestimuleerd die de gezondheid van medewerkers bevorderen. Immers gezonde medewerkers zijn over het algemeen productiever en hebben minder kans ziek te worden. Voor het gezondheidsmanagement hebben we geen budget beschikbaar. De kosten van het persoonsgebonden budget komen ten laste van de gereserveerde en geoormerkte gelden voor lokale arbeidsvoorwaarden. Overige kosten moeten worden gedekt uit bestaande budgetten. Wel kan een beroep gedaan worden op de beschikbare (incidentele) gelden van de liquidatie-uitkering van IZANederland. Daar waar mogelijk maken we eveneens gebruik van eventuele subsidiemogelijkheden van het AenO-fonds. Personeelsbudget Het personeelsbudget wordt begroot op basis van de werkelijke loonkosten van zittend personeel en een begroting van de resterende formatie/vacatureruimte op het maximum van de bij de vacature horende salarisschaal. Overigens moet deze ruimte worden ingezet om een deel van de opgelegde bezuinigingstaakstellingen te kunnen realiseren. Het personeelsbudget is het taakstellende kader voor de bedrijfsvoering. Binnen dit budget kan en moet de integrale manager keuzes maken om te komen tot een effectieve en efficiënte inzet van capaciteit zodat gestelde doelen en afgesproken resultaten kunnen worden behaald. Afspraken over (Cao) salarisontwikkelingen worden centraal gemaakt en lokaal bevestigd. De nieuwe CAO per 1 juli 2011 zou ingaan maar is nog niet definitief. Vooralsnog wordt rekening gehouden met verhogingen die in het eindbod VNG zijn genoemd: + 0,5% loonsverhoging per 1 januari 2011 (extra). + 1 % loonsverhoging per april 2011. + 0,5 % verhoging EJU uitkering december 2011. + 1 % loonsverhoging per april 2012. In de begroting 2012 is hiertoe een bedrag van € 700.000 gereserveerd. Dit bedrag is nog niet toebedeeld aan de verschillende afdelingen, maar is als stelpost opgenomen.
Paragraaf Bedrijfsvoering 123
124
Paragraaf Verbonden partijen Wij werken graag nauw en duurzaam samen met onze partners in het belang van onze inwoners. Dit doen wij in allerlei mogelijke verbindingen, waarvan de vorm van de “verbonden partijen” er een is. “Een verbonden partij is een rechtspersoon waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.” Dankzij en samen met de verbonden partijen brengen wij onze beleidsplannen tot uitvoering Van “bestuurlijk belang” is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, bijvoorbeeld via stemrecht of door bestuursdeelname. Het “financieel belang” bestaat uit het verstrekken van middelen die niet verhaalbaar zijn bij faillissement van de verbonden partij of als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bij bepaalde verbonden partijen, zoals Eneco en de BNG, ontvangen wij dividend op de aandelen.
Paragraaf Verbonden partijen 125
Beleidsuitgangspunten In het algemeen is deelname aan een “verbonden partij” alleen toegestaan bij een publiek belang. Bij het aangaan van zo’n participatie moet de raad vooraf de volgende vragen beantwoorden: · gaat het om een belang de andere partij zonder bemoeienis van de gemeente niet goed behartigt? · waarom moet de gemeente dit belang behartigen? · kan de verbonden partij aan de uitvoering van de gemeentelijke programma’s de gewenste bijdrage leveren? In de nota “Verbonden partijen 2007” (van 27 maart 2007) staat de visie van de gemeente op de deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen voor de komende vier jaar. Ook staan hierin de afspraken voor het beleid over eventuele nieuwe deelnames. Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen: regionaal is afgesproken dat de kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook doorwerken naar de gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging opgenomen, die oploopt tot 10% van de bijdrage.
Overzicht belangrijkste verbonden partijen Rijswijk heeft bestuurlijke en financiële belangen in vier vennootschappen en zeven gemeenschappelijke regelingen, dit zijn: Vennootschappen 1. N.V. Eneco. 2. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. 3. N.V. Dunea Duin & Water. Gemeenschappelijke regelingen 1. GGD Zuid-Holland West. 2. Industrieschap “De Plaspoelpolder”. 3. Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en omstreken. 4. Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex. 5. Veiligheidsregio Haaglanden. 6. Stadsgewest Haaglanden. Hieronder staat van elke deelneming of gemeenschappelijke regeling informatie. Aan het einde van deze paragraaf is een tabel opgenomen met gegevens over de verbonden partijen.
Toelichting op de Vennootschappen N.V. Eneco De gemeente Rijswijk is aandeelhouder van de N.V. Eneco. Eneco Holding N.V. behaalde over het eerste halfjaar 2011 een nettoresultaat van € 133 miljoen. Dit is een stijging met € 58 miljoen (77%) ten opzichte van het eerste halfjaar 2010 (€ 75 miljoen). Gecorrigeerd voor incidentele splitsings- en reorganisatiekosten in het eerste halfjaar 2011 van € 7 miljoen (2010: € 35 miljoen) en het belastingeffect hiervan stijgt het nettoresultaat in het eerste halfjaar 2011 met 37%. Het geconsolideerde bedrijfsresultaat komt uit op € 225 miljoen, een stijging van 55% ten opzichte van 2010 (€ 145 miljoen). De positieve ontwikkeling van het bedrijfsresultaat vindt plaats binnen alle onderdelen van de groep. Enenco verwacht dat het nettoresultaat over 2011 een sterke verbetering ten opzichte van 2010 laat zien. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten De gemeente Rijswijk is aandeelhouder van de N.V. BNG. De nettowinst na belastingen in 2010 is € 257 miljoen (2009: € 278 miljoen). De nettowinst is positief beïnvloed door een significant hoger renteresultaat, vooral door de toename van langlopende kredieten. Het ongerealiseerde resultaat financiële transacties is negatief, vooral door de schuldencrisis in verschillende eurolanden. De BNG verwacht dat deze waardecorrecties in de
Paragraaf Verbonden partijen 126
komende jaren terugvloeien in het resultaat. Zonder de correcties zou de nettowinst 2010 hoger zijn uitgekomen dan over 2009. In de eerste helft van 2011 is de nettowinst van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) uitgekomen op € 154.000.000,- (2010: € 110.000.000,-). De nettowinst wordt positief beïnvloed door een hoger renteresultaat van € 25 miljoen en een fors minder negatief resultaat financiële transacties van € 43 miljoen . BNG ziet de resultaatontwikkeling 2011 met vertrouwen tegemoet. Over 2011 wordt een hoger renteresultaat verwacht dan in 2010. Gegeven de grillige financiële markten door de internationale schuldencrisis en alle onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst 2011. N.V. Dunea Duin & Water De nettowinst over het jaar 2010 is uitgekomen op een bedrag van € 0,2 miljoen (2009: € 3,8 miljoen) dat min of meer gelijk is aan de begroting van 2010. De grondslagen die Dunea hanteert voor de balanswaardering en de resultaatbepaling zijn in 2010 niet gewijzigd. In lijn met de statuten is er geen dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Toelichting op de gemeenschappelijke regelingen GGD Zuid-Holland West De gemeente Rijswijk neemt deel in de Gemeenschappelijke Regeling GGD Zuid-Holland West, samen met 7 andere gemeenten. In het AB heeft de gemeente 1 wethouder als bestuurslid. Tevens is wethouder J. Bolte als penningmeester ook lid van het DB van de GGD ZHW. De GGD-ZHW voert de wettelijke taken in het kader van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) uit. Dit betreft onder meer de preventieve gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, technische hygiënezorg, medische milieukunde en infectieziektebestrijding. De Wet Kinderopvang verplicht de GGD bovendien om inspecties uit te voeren voor de gemeente in kinderdagverblijven. Ook peuterspeelzalen worden geïnspecteerd op basis van lokale verordeningen. Bovendien geeft de GGD uitvoering aan de preventieve logopedie. Speerpunten zijn onder andere de verdere ontwikkeling van de nieuw gevormde stichting jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West, welke in 2011 nog als semi-autonome stichting opereert en in de toekomst wellicht als volledig zelfstandige stichting gaat functioneren. Verder wordt de nieuwe werkwijze met het basis- en aandachtsspoor vormgegeven waardoor er meer tijd en aandacht kan worden besteed aan kinderen die dit daadwerkelijk nodig hebben. De nieuwe Wet Veiligheidsregio's (WVR) beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. Hierdoor is de noodzaak ontstaan om op korte termijn een regionale samenwerking met de GGD Den Haag vorm te geven. Ontwikkelingen na de jaarrekening 2009 en van belang voor de verdere jaren: Door de oprichting van de stichting Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West slinkt de omvang van de achterblijvende GGD organisatie, wat leidt tot een lagere overhead. Daarnaast is door het AB besloten dat er over een periode van vier jaar 10% wordt bezuinigd. De gemeentelijke bijdragen voor de basistaken van de GGD ZHW zullen daardoor de komende periode jaarlijks met 2.5% afnemen. Industrieschap “De Plaspoelpolder” Het Industrieschap “De Plaspoelpolder” is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Den Haag en Rijswijk. Het industrieschap is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam. In het Algemeen Bestuur zitten vier vertegenwoordigers vanuit de gemeente Rijswijk. Beide gemeenten hebben gelijke zeggenschap binnen het Industrieschap. Het Industrieschap ontwikkelt kantorenlocaties en bedrijventerreinen. De huidige locaties en bedrijventerreinen (in ontwikkeling) zijn: · Businesspark Hoornwijck. · Bedrijventerrein Wateringse veld. · Bedrijvenpark Ypenburg. · Businesspark Plaspoelpolder (Landtong).
Paragraaf Verbonden partijen 127
Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en omstreken Samen met de gemeenten Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg neemt de gemeente Rijswijk deel aan de gemeenschappelijke regeling, “Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk e.o.”, kortweg DSW genoemd. Binnen het werkveld van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de DSW vonden de afgelopen jaren diverse ontwikkelingen plaats. In 2008 is de Wet sociale werkvoorziening gemoderniseerd en is het proces gestart om de omslag te maken van productiebedrijf naar mensontwikkelbedrijf. Ook is gestart met een vergrote inzet van de DSW door re-integratietrajecten aan te bieden aan andere doelgroepen, zoals de WWB-uitkeringgerechtigden Voor 2012 en verder staan nieuwe ontwikkelingen op stapel. Eén van deze ontwikkelingen is het gevolg van de bezuinigingsmaatregel van het vorige Kabinet om het macrobudget voor 2011 met € 120 miljoen te verlagen en de loon- en prijscompensatie voor 2010 en 2011 op € 0,- te zetten. Waar in de meerjarenbegroting van de DSW tot 2013 sprake was afnemende gemeentelijke bijdragen in het exploitatietekort, heeft deze bezuinigingsmaatregel een tegengesteld effect veroorzaakt. Bij een ongewijzigd beleid, wordt over 2012 een exploitatietekort van € 1,2 miljoen verwacht. Een bedrag van € 600.000,- wordt opgevangen door aanwenden van het weerstandsvermogen van de DSW. De overige € 600.000,- komt voor rekening van de drie deelnemende gemeenten. De bijdrage per gemeente is afhankelijk van het aantal personen (uitgedrukt in het aantal arbeidsjaren) dat voor haar rekening in dienst is bij de DSW. Het aandeel voor Rijswijk in deze gemeentelijke bijdrage bedraagt ongeveer 25% (€150.000,-). Een andere ontwikkeling is de invoering per 1 januari 2013 van de Wet werken naar vermogen (Wwnv). Het huidige Kabinet meent, dat teveel mensen met een arbeidsbeperking gebruik maken van de sociale zekerheid terwijl zij geheel of gedeeltelijk bij een gewone werkgever aan de slag zouden kunnen. De Wwnv geeft mensen die (gedeeltelijk) kunnen werken en die een beroep doen op de WWB, Wajong of Wsw zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten en kansen op een baan. De WWB gaat volledig op in de Wwnv. De Wajong en de Wsw blijven deels in stand. De Wajong blijft toegankelijk voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De Wsw blijft bestaan voor mensen met een indicatie “beschut werken”. Op termijn zal het aantal plaatsten tot 1/3 van de huidige SW-populatie zijn teruggebracht. Naast deze ontwikkelingen zijn er nog twee ontwikkelingen, die maken, dat zowel Rijswijk als het Bestuur van de DSW op een kruispunt van strategische afwegingen staan. Enerzijds is dit de uitvoering van het collegeprogramma om een mogelijke samenwerking op het gebied van Sociale Zaken met Delft te onderzoeken. Anderzijds is dit de gebiedsontwikkeling van Rijswijk-Zuid waarvoor de kwekerij “De Sionsgaerde” van de DSW plaats zal moeten maken voor nieuwbouw. De strategische afwegingen hebben te maken met de koers van de DSW in relatie tot de invoering van de Wwnv, de structuur van de organisatie in relatie tot het al dan niet combineren van de gemeentelijke re-integratie-inspanningen, het financieel perspectief in relatie tot dalende rijksinkomsten en een dreigend structureel exploitatietekort. Om tot de juiste keuzes te komen is een aantal voorbereidende stappen gezet. Een werkgroep “Interne Ombuigingen” is opgericht om aanbevelingen te doen over interne bezuinigingsmaatregelen. Dit heeft ertoe geleid, dat in de gewijzigde begroting 2011 van de DSW een besparing van € 501.000,is opgenomen. Ook is door een extern bureau een discussienota opgesteld, waarin diverse toekomstscenario’s voor de DSW worden geschetst. Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex Avalex is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Leidschendam-Voorburg, PijnackerNootdorp, Wassenaar en Rijswijk. Doelstelling is om zo effectief en efficiënt mogelijk invulling te geven aan de afvalinzameling en reiniging in de gemeenten. Avalex is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam. In het Dagelijks Bestuur zit één vertegenwoordiger vanuit de gemeente Rijswijk. De begroting is gebaseerd op de Dienstverleningsovereenkomsten die voor het jaar 2011 met de deelnemende gemeenten zijn overeengekomen. In het najaar van 2011 worden de individuele Dienstverleningsovereenkomsten 2012 opgesteld. Hierin worden beleidswijzigingen zoals wijzigingen in het inzamelen opgenomen.
Paragraaf Verbonden partijen 128
Het resultaat van 2010 is op dit moment nog niet bekend. Een accountantsverklaring is nog niet afgegeven. Thema’s 2012 : 1. Realisatie regionaal brengstation In 2008 besloot het Algemeen Bestuur tot aankoop van grond aan de Waterpaslocatie, met het oog op het sluiten van de huidige brengstations in Voorburg (Nieuwe Havenstraat) en Nootdorp (Molenweg). Het brengstation aan de Laan van ’s- Gravenmade krijgt mogelijk een andere functie De grond wordt volgens contract per 31 juli 2011 opgeleverd. Voordat het plan is gerealiseeerd, moet de bestemming van de grond gewijzigd worden. Hiervoor is medewerking van de gemeente Den Haag nodig. 2. Samenwerking met Gemeente Voorschoten In de loop van 2011 maken de inwoners van de gemeente Voorschoten gebruik van het brengstation in de gemeente Wassenaar. Alle inwoners ontvangen hiervoor per adres een Avalex-pas. Beide gemeenten zoeken naar een nieuwe locatie ter vervanging van het huidige brengstation. 3. Uitvoering aandachtspunten klanttevredenheidsonderzoek In 2010 heeft Avalex in opdracht van de deelnemende gemeenten een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Het rapportcijfer voor de dienstverlening is een ruime voldoende was. Ook zijn verbeterpunten naar voren gekomen. De belangrijkste aandachtspunten zijn: · Het terugzetten van containers. · Het voorkomen van achterblijvend vuil tijdens de inzameling. 4. Alternerend inzamelen In 2011 is een projectgroep gestart om in 2012 afwisselend te gaan inzamelen in Delft en Leidschendam-Voorburg. De financiële resultaten van deze voorgenomen beleidswijzigingen worden na goedkeuring door de afzonderlijke raden als wijziging opgenomen in de ontwerpbegroting. 5. Afval loont Er zit in restafval van de huishoudens veel waardevol afval dat gerecycled kan worden. Landelijke sorteeranalyses (bron: “agentschap NL”) wijzen uit dat dit gemiddeld zo’n 50 % van het restafval betreft. Uit de sorteeranalyses van Avalex blijkt dat de Avalex-gemeenten hierop geen uitzondering vormen. Dat herbruikbare deel van het restafval wordt deels verbrand en deels nagescheiden door afvalverwerkende bedrijven (bron: “agentschap NL”) . De burger realiseert zich onvoldoende dat afval een grondstof of een energiedrager is en dus waarde heeft. “Afval loont” is een nieuw inzamelingsconcept. De kern van deze methode is om inwoners een vergoeding te betalen voor het per kilogram gescheiden aanleveren van huishoudelijk afval, te weten: kunststof oud papier en karton (OPK), textiel en overig wit- en bruingoed (OWEB). 6. Overige samenwerking De samenwerking met regiogemeenten wordt geïntensiveerd. Groei is een optie, als Avalex hierdoor beter presteert op haar kerntaken. Eventuele nieuwe deelnemers zijn welkom. 7. Optimaliseren inzamelsystemen In het kader van het verbeteren en innoveren van de logistiek van inzamelen van afvalstromen onderzoekt Avalex de mogelijkheid om in de toekomst niet langer afval naar het overslagstation te brengen, maar in containers over te slaan. Dat is effectiever en efficiënter waarmee de capaciteit van het overslagstation vergroot kan worden. Dat betekent een ingrijpende verandering in het ontwerp van inzamelvoertuigen. Voor een breder draagvlak is het wenselijk ook Irado (Schiedam, Vlaardingen en Lansingerland) en de omliggende gemeenten in dit proces te betrekken. 8. Onderzoek naar verwerking biomassastromen in de regio Met het Stadsgewest (en andere partijen) zijn besprekingen gaande over biomassaverwerking in de regio. Daarbij is Avalax namens de deelnemende gemeenten een speler, maar ook de overige gemeenten, hun inzameldiensten, de provincie Zuid-Holland en enkele marktpartijen zijn hierbij betrokken.
Paragraaf Verbonden partijen 129
Veiligheidsregio Haaglanden Op 1 januari 2009 trad de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden in werking. De Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) is de opvolger van de Hulpverleningsregio Haaglanden en vormt één van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland. De gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Haaglanden zijn: Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, MiddenDelfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. De Veiligheidsregio Haaglanden is hét orgaan voor fysieke veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio Haaglanden. Deze organisatie omvat brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en de gemeenschappelijke meldkamer. Alle activiteiten richten zich op het vergroten van veiligheid van de bevolking en de bezoekers van de regio. De Veiligheidsregio Haaglanden werkt nauw samen met negen gemeenten in de regio Haaglanden, Politie Haaglanden, Provincie Zuid-Holland, de Hoogheemraadschappen in de regio, Rijskwaterstaat, Defensie, ziekenhuizen en vele andere “partners in veiligheid”. Veiligheidsregio Haaglanden kent de volgende organisatieonderdelen, functionarissen en samenwerkingsverbanden: · De regionale brandweer. · De GHOR. · De gemeenschappelijke meldkamer. · De coördinerend gemeentelijk functionaris. · De regionaal brandweercommandant. · De regionaal geneeskundig commandant. · De directeur CPA. · En de Veiligheidsdirectie (een samenwerkingsverband met de politie). De aangesloten gemeenten staan gezamenlijk aan het roer van de veiligheidsregio en financiert deze ook grotendeels. De gemeenten zijn vooral verantwoordelijk voor een goed georganiseerde rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het bestuur van de veiligheidsregio heeft tot taak de brandweerzorg en organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing in hun veiligheidsregio goed te organiseren. Dit gebeurt in opdracht van de aangesloten gemeenten. De burgemeesters vormen samen het bestuur van de veiligheidsregio. De nettowinst over het jaar 2010 bedraagt € 1.512.000,-. Stadsgewest Haaglanden Het Stadsgewest Haaglanden is een regionaal openbaar lichaam en functioneert per 1 januari 2006 op basis van de Wijzigingswet Wgr +. Het bestuur van Haaglanden bestaat uit drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het bestuur van het stadsgewest wordt ondersteund door een aantal commissies. De regionale samenwerking is op een aantal beleidsterreinen wettelijk verplicht, namelijk op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen, verkeer en vervoer, economische ontwikkeling en milieu. Tevens is het Stadsgewest verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Op andere terreinen heeft regionale samenwerking een vrijwillige basis (bijv. t.a.v. stedelijk groen). De bijdrage wordt in 2012 € 5,52 per inwoner.
Paragraaf Verbonden partijen 130
Tabel deelnemingen Naam
Financieel belang
Eneco NV
88.486 aandelen (= 1,8% van totaal)
Bank Nederlandse Gemeenten NV
Dunea NV
1
Eigen vermogen per 31.12.2010 € 3,8 mln
Solvabiliteit per 31.12.2010 0,5
€ 2,2 mln
0,02
€ 278 mln voordelig
€ 159 mln
0,3
€ 0,2 mln voordelig
Dividenduitkering: 2006: € 3,1 mln 2007: € 3,4 mln 2008: € 2,4 mln 2009: € 1,6 mln 2010: 165.945 aandelen (= 0,3% van totaal) Dividenduitkering: 2006: € 0,30 mln 2007: € 0,30 mln 2008: € 0,24 mln 2009: € 0,41 mln 2010: € 0,66 mln 156.214 aandelen. (3,9% van totaal)
Financieel 2010
resultaat € 141 mln voordelig
Geen dividenduitkering.
Tabel gemeenschappelijke regelingen Naam GGD Zuid-Holland West Industrieschap de Plaspoelpolder Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk e.o. Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex Veiligheidsregio Haaglanden Stadsgewest Haaglanden
Financieel belang
Eigen vermogen per 31.12.2010 € 2,2 mln
Solvabiliteit per 31.12.2010 0,59
€ 27 mln
0,96
Financieel resultaat 2010 € 0,4 mln voordelig 0
€ 1,9 mln
0,26
0
Nog niet bekend
Nog niet bekend
Nog niet bekend
€ 2,9 mln
0,08
€ 1, 5 mln voordelig
€ 7,3 mln
0,02
€ 0,9 mln voordelig
1
De solvabiliteit wordt berekend volgens de formule: eigen vermogen / totaal vermogen. Naarmate deze ratio dichter bij 1 komt, is de solvabiliteit gunstiger. De solvabiliteit is overigens niet altijd een goede indicator indien er sprake is van publieke partijen (deze kunnen niet failliet gaan).
Paragraaf Verbonden partijen 131
132
Paragraaf Grondbeleid Met ons grondbeleid dragen wij bij aan het effectief realiseren van ruimtelijke plannen. Met dit beleid willen wij een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting, aan het vergroten van de zeggenschap van burgers en aan een rechtvaardige verdeling van de lasten en de baten die met deze ontwikkelingen gepaard gaan. Verder levert grondverkoop inkomsten op voor de gemeente, die we aanwenden voor de hele gemeenschap van Rijswijk. Ons grondbeleid staat ten dienste van een dynamische, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en moet zoveel als mogelijk transparant zijn. Kosten verhalen wij privaatrechtelijk (via een overeenkomst met grondeigenaren, een zogenaamde anterieure overeenkomst) of publiekrechtelijk (via een exploitatieplan) als het om herziening van een bestemmingsplan gaat. Een exploitatieplan komt dan tegelijk met het (ontwerp)bestemmingsplan in procedure. Belanghebbenden kunnen tegen een exploitatieplan bezwaar en beroep aantekenen. Ook de Wabo kan in het verhalen van kosten een rol spelen als voor het project wordt afgeweken van een actueel bestemmingsplan. Ook hier gelden inspraakprocedures. Als dit nodig is, passen we ook een actief grondbeleid toe, zoals in Rijswijk-Zuid. Dit betekent dat de gemeente bijvoorbeeld actief grond verwerft, bouwrijp maakt en verkoopt. Een risicoanalyse naar de financiële en juridische risico’s gaat echter altijd aan een besluit hierover vooraf. Nog in 2011 passen wij de Nota Grondbeleid aan recente ontwikkelingen in onder andere wet- en regelgeving aan.
Paragraaf Grondbeleid 133
Juridisch kader; Rijksbeleid De haalbaarheid en uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen is in belangrijke mate afhankelijk van de effectiviteit van het door de gemeente gevoerde grondbeleid. Met grondbeleid wordt niet alleen beoogd bij te dragen aan ruimtelijke ontwikkelingen en uitwerkingen van concrete bouwplannen, maar ook een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting, aan een vergroting van de zeggenschap van burgers en een rechtvaardige verdeling van de lasten en baten die ontstaan als gevolg van interventies door de overheid op het terrein van ruimtelijke ontwikkelingen. Beleidskaders Voor het (gemeentelijk) grondbeleid geldt een aantal beleidskaders waarmee rekening gehouden moet worden. ·
·
·
·
1
In 2001 is de Rijksnota Grondbeleid verschenen . In deze Nota, die gezien moet worden als een strategische Nota op hoofdlijnen, wordt het grondbeleid tot 2010 beschreven. Met de Rijksnota Grondbeleid is een begin gemaakt met het moderniseren van het grondbeleidsinstrumentarium waarin kaders gesteld zijn waarbinnen Rijk, provincies en gemeenten hun grondbeleid kunnen vormgeven. Grondbeleid is dan ook geen doel op zich, maar is dienstbaar aan en inzetbaar voor het verwezenlijken van de doelstellingen op anders beleidsniveaus, waaronder in het bijzonder het ruimtelijk beleid. De Rijksnota Grondbeleid propageert tevens een bevordering van transparantie van het grondbeleid. 2 In vervolg op de Rijksnota Grondbeleid is de Nota Ruimte verschenen. Deze Nota bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkelingen van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving.. Grondbeleid wordt daarbij ingezet als middel voor krachtige gebiedsontwikkeling. Gekozen wordt voor een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid. Het accent ligt meer op “ontwikkelingsplanologie” in plaats van “toelatingsplanologie”. In de Nota wordt omschreven dat Nederland niet “op slot” gaat. Voorts is per 1 juli 2008 de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de daarvan integraal deel uitmakende Grondexploitatiewet (Grexwet) in werking getreden. De Wro bevat een aantal grote wijzigingen ten opzichte van de (oude) WRO en bevat tevens een wettelijke basis voor gemeentelijk kostenverhaal via de zogenoemde Grexwet. Deze Grexwet maakt integraal onderdeel uit van de Wro. Het gemeentelijk kostenverhaal kan zowel op publiekrechtelijke (via een exploitatieplan) als op privaatrechtelijke (via een overeenkomst met grondeigenaren) wijze plaatsvinden. Tot slot dient in dit verband opgemerkt te worden dat de inmiddels inwerkinggetreden Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van invloed kan zijn op de inzet van het grondbeleidsinstrumentarium. Voor het gemeentelijk kostenverhaal gelden in dit verband dezelfde uitgangspunten als bij bestemmingsplannen. In die zin dat ook de Wabo voorziet in een verplichting tot kostenverhaal als voor een specifiek project afgeweken wordt van een vigerend bestemmingsplan.
Noodzaak gemeentelijke Nota Grondbeleid Per 1 januari 2004 geldt het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Hierin is ondermeer bepaald dat: · Het College van burgemeester en wethouders eens per vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid ter behandeling en vaststelling aan de gemeenteraad aanbiedt. · In de paragraaf grondbeleid van de begroting en jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de Nota grondbeleid. Voor de gemeente Rijswijk geldt dat voornoemde verplichtingen geïmplementeerd zijn in de Financiële Verordening gemeente Rijswijk.
1
Rijksnota Grondbeleid (2001): “Op grond van nieuw beleid”. Nota Ruimte (vastgesteld door de ministerraad op 23 april 2004): “Ruimte voor ontwikkeling”. Hierin wordt uitgegaan van het motto: “decentraal wat kan en centraal wat moet”. 2
Paragraaf Grondbeleid 134
Nota Grondbeleid, gemeente Rijswijk 2009-2013 Per 31 maart 2009 is de huidige Nota Grondbeleid, gemeente Rijswijk van kracht. Daarmee zijn de eerdere Nota’s Grondbeleid en Grondprijzenbeleid uit 2007 komen te vervallen. De reden voor de eerdere herziening van de Nota Grondbeleid is vooral gelegen in het feit dat per 1 juli 2008 de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden is. De Wro brengt een geheel nieuw stelsel van ruimtelijke procedures met zich mee en voorziet in een wettelijk kader voor gemeentelijk kostenverhaal. Voorts maakt het gemeentelijk grondprijzenbeleid integraal deel uit van de nieuwe Nota Grondbeleid, waardoor het gehele gemeentelijke grondbeleid opgenomen is in één integrale nota. Tot slot vormen de resultaten van het onderzoek van de gezamenlijke Rekenkamercommissie van de gemeente Leidschendam-Voorburg en de gemeente Rijswijk naar het grondbeleid en de grondexploitatie in beide gemeenten eveneens een aanleiding om een eerdere herziening van het grondbeleid door te voeren. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport van voornoemde commissie zijn in hoofdzaak verwerkt in de huidige Nota Grondbeleid, gemeente Rijswijk 2009. Doelstellingen De doelstellingen van het grondbeleid van de gemeente Rijswijk luiden als volgt: · · · ·
Het bevorderen van een maatschappelijk gewenst grondgebruik. Het streven naar een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over de exploitanten, gebruikers, eigenaren en gemeente. Het beheersen van risico’s voor de gemeente. Het streven naar zoveel mogelijk zeggenschap en sturing voor de gemeente.
Uitgangspunt grondbeleid gemeente Rijswijk De gemeente Rijswijk hanteert als uitgangspunt dat bij voorkeur een actief grondbeleid wordt gevoerd, tenzij in de praktijk blijkt dat dit niet de meest optimale keuze is of geheel niet mogelijk is. In die gevallen waarin geen actief grondbeleid gevoerd wordt, zal worden bezien welke vorm het meest toepasbaar wordt geacht. Het voeren van een actief grondbeleid, sluit derhalve het voeren van een meer faciliterend beleid (of een tussenvorm c.q. samenwerkingsvorm van grondbeleid) niet uit. Motieven De voornaamste motiveringen die ten grondslag liggen aan het gekozen uitgangspunt voor een actief grondbeleid betreffen de volgende: · · · ·
Het streven om een actieve en initiërende rol te spelen bij ruimtelijke processen om publieke doelen beter en sneller te bereiken. De wens om locaties met een strategische betekenis voor het beleid of plaats in de stad actief te realiseren. De mogelijkheid om maximaal winst af te romen en daarmee tekorten op andere projecten te kunnen verevenen. De mogelijkheid om maximaal en op de meest efficiënte wijze kostenverhaal toe te kunnen passen.
Aan de inzet van een actief grondbeleid zijn soms grote financiële risico’s verbonden bij de verwerving van gronden (uitvoering van een actief verwervingsbeleid), het bouwrijp maken en de uiteindelijke gronduitgifte. Uitgangspunt hierbij is dat altijd een onderzoek dient plaats te vinden voorafgaande aan de inzet van een actief grondbeleid. Alle financiële en juridische risico’s worden daarbij in kaart gebracht. Indien uit analyse blijkt dat de risico’s zodanig zijn dat het niet verantwoord is over te gaan tot de inzet van een actief grondbeleid, zal besloten worden tot de inzet van een andere, meer faciliterende rol voor de gemeente. Afwegingen Zoals hiervoor opgemerkt is de inzet van een actief grondbeleid niet altijd mogelijk. Een actief grondbeleid kan om één of meerdere redenen niet mogelijk zijn of zelfs ongewenst. Hierbij spelen de volgende afwegingen een rol:
Paragraaf Grondbeleid 135
· · · ·
De mogelijkheid om, met inachtneming van de marksituatie, tot verwerving van gronden te kunnen overgaan: grond is moeilijk te verkrijgen, waardoor de grondprijs hoger dreigt uit te vallen. De gemeente dient vooraf alle risico’s in kaart te brengen. Het gemeentelijk ambitieniveau voor wat betreft de locatie en/of omgeving; indien het ambitieniveau laag is, dan kan gekozen worden voor een meer faciliterende rol van de gemeente. De noodzaak tot sterke gemeentelijke sturing om de gemeentelijke doelen te bereiken; indien noodzaak tot sturing er niet is, kan overwogen worden de ontwikkeling aan de markt over te laten en de risico’s zodoende te beheersen. Het risicoprofiel; indien na inventarisatie van de risico’s geconcludeerd wordt dat de gemeente onnodig veel risico’s loopt, dient van een actief grondbeleid te worden afgezien.
Gemeentelijk kostenverhaal en uitgangspunten gemeente Rijswijk Het gemeentelijk kostenverhaal wordt in de Nota Grondbeleid, gemeente Rijswijk (2009) toegelicht. In de Wro heeft het gemeentelijk kostenverhaal een wettelijke basis gekregen. De gemeente Rijswijk hanteert daarbij als uitgangspunt dat het gemeentelijk kostenverhaal via een overeenkomst met de private grondeigenaar/ontwikkelaar wordt verzekerd (kostenverhaal via het privaatrechtelijke spoor). In het kader van een herziening van een bestemmingsplan in het algemeen wordt het kostenverhaal in beginsel verzekerd via een exploitatieplan. Het exploitatieplan vormt een nieuw rechtsfiguur en dient gelijktijdig met het (ontwerp)bestemmingsplan in procedure te worden gebracht. Het exploitatieplan is – net als het bestemmingsplan – vatbaar voor bezwaar en beroep. Het exploitatieplan vormt als zodanig de juridische basis voor het publiekrechtelijk kostenverhaal en voor het vastleggen van eisen voor werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte, alsmede voor het vastleggen van regels omtrent de uitvoering van deze werken en werkzaamheden. Resumerend geldt dat ingeval van specifieke projecten waarvoor een ruimtelijke procedure moet worden opgestart de gemeente Rijswijk de kosten daarvan verhaald op de betreffende initiatiefnemer. Hiervoor worden anterieure overeenkomsten gesloten. Het kostenverhaal omvat voornamelijk de plan(proces)kosten en de daarbij behorende apparaatskosten, die gebaseerd zullen worden op de landelijke plankostenscan en –regeling. Deze kosten zijn gemaximeerd. Ingeval van een herziening van een totaal bestemmingsplangebied, waarin voorzien wordt in nieuwbouwmogelijkheden, wordt het kostenverhaal in beginsel geregeld via een exploitatieplan, dat gelijktijdig met het betreffende (ontwerp) bestemmingsplan ter besluitvorming aan het college en de raad wordt voorgelegd. Uitvoering grondbeleid gemeente Rijswijk De uitvoering van het grondbeleid is ondergebracht bij de afdeling Stad & Samenleving, sectie Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (REO). Deze afdeling/sectie draagt onder andere zorg voor het opstellen en bijhouden van het grondbeleid, het aan- en verkopen van gronden en het onderhandelen met projectontwikkelaars over exploitatieovereenkomsten, alsmede voor de exploitatieberekeningen, exploitatieplannen en exploitatiebijdragen.
Paragraaf Grondbeleid 136
In exploitatie genomen gronden: Stadhuislocatie (Ter Nieuburch) In december 2004 is de raad akkoord gegaan met de overeenkomst inzake ontwikkeling locatie Stadhuis (Ter Nieuburch). In het hiervoor genoemde raadsvoorstel werd nog uitgegaan van een resultaat van ruim € 1,4 mln. in 2006. Als gevolg van bezwaar en beroep in de planologische procedures is deze planning een aantal malen doorgeschoven. Deze langere periode leidt tot hogere rente- en beheerskosten. In 2007 was het meest optimistische scenario nog dat er op 1 februari 2008 een bruikbare bouwvergunning zou kunnen worden afgegeven. In 2007 werd een resultaat verwacht van € 970.000 voordelig. In 2008 is er vertraging in de ontwikkeling van de locatie opgetreden. In het kader van de bestemmingsplan procedure is door de Raad van State in december 2008 het goedkeuringsbesluit gedeeltelijk vernietigd. Er is dan ook de noodzaak ontstaan voor het voeren van een nieuwe planologische procedure. In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor het opstarten van de procedure ex artikel 19 lid 1 WRO. In 2011 is deze procedure gestart. De verwachting is dat het eerste kwartaal 2012 een verklaring van geen bezwaar wordt afgegeven door de provincie. Als er vervolgens een bruikbare bouwvergunning verleend is, kan de onroerende zaak transactie plaatsvinden. Er is conform de voorschriften van het BBV een voorziening getroffen van € 2.273.000,gevormd voor het te tekort op de bouwgrondexploitatie. De boekwaarde per 1 januari 2011 bedraagt € 9.277.886,-. Vrijenbanselaan Op 5 juli 2007 heeft de raad ingestemd met de voorgenomen verkoop van een kavel aan de Vrijenbanselaan voor de bouw van een autoshowroom met kantoor en werkplaats alsmede een kantoor. Hierbij is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor de kosten van bouwrijp maken. Uitvoering van het project is afhankelijk van de te voeren planologische procedure en het sluiten van een verkoopovereenkomst voor de grond. In 2010 is met een ontwikkelaar een reserveringsovereenkomst afgesloten waarbij zij gedurende 1 jaar, met verlengingsmogelijkheid van nog 1 jaar, het exclusieve recht hebben te onderzoeken of een ontwikkeling op de locatie mogelijk is. De voorwaarden voor deze ontwikkeling zijn vastgelegd in een concept koopovereenkomst die gekoppeld is aan de reserveringsovereenkomst. De boekwaarde per 1 januari 2011 bedraagt € 166.918,-. Oud-Rijswijk Diverse plannen zijn m.b.t. ERL afgelopen jaren ontwikkeld. Om diverse redenen hebben deze geen doorgang kunnen vinden. Dit heeft geleid tot vertraging van de ontwikkeling van de ERL locatie. Met Bouwfonds is in 2011 overeenstemming bereikt om tot herontwikkeling van de locatie te komen. Met Rijswijk Wonen is in het verleden mondeling overeenstemming bereikt over de herontwikkeling van de panden Stadhoudersstraat/Frederik Hendrikstraat. Echter een schriftelijke overeenkomst is nog niet gesloten en levering van de panden heeft dus ook nog niet plaatsgevonden. In 2011 zijn wel de onderhandelingen voortgezet met Rijswijk Wonen om tot een reserveringsovereenkomst voor deze herontwikkeling te komen. Voor het geprognosticeerde tekort in de exploitatie Oud Rijswijk is inmiddels, conform de voorschriften van het BBV, een voorziening getroffen van € 3.268.000,-. De boekwaarde per 1 januari 2011 bedraagt € 3.468.952,-. Citerstraat e.o. Als gevolg van de sloop van de school waarbij asbest werd aangetroffen is de boekwaarde enorm toegenomen. Om de grondexploitatie minimaal sluitend te krijgen is een bijdrage vanuit de BLS-Vinac 2005-2010 van € 400.000,- beschikbaar gesteld en opgenomen als opbrengst in de grondexploitatie. Op 10 juni 2011 heeft de grondtransactie plaatsgevonden en is formeel de grond, in eigendom van de gemeente, overgedragen aan de corporatie. De bouw van de woningen start na de zomervakantie. De boekwaarde per 1 januari 2011 bedraagt € 1.230.211,-. Eikelenburg e In 2011 is bestemmingsplan Eikelenburg vastgesteld. In het 4 kwartaal van 2011 zal de verkoop van de woningen in het eerste deelgebied van start gaan. De boekwaarde per 1 januari 2011 bedraagt € 488.156,-. Rijswijk-Zuid Voor een nadere toelichting zie de paragraaf Rijswijk-Zuid.
Paragraaf Grondbeleid 137
Nog in exploitatie te nemen gronden: Benedictuslocatie De gemeente heeft op deze locatie een grondpositie. Het raadsbesluit uit 2005 gaat uit van een resultaat van circa € 2.000.000,--.als grondopbrengst voor woningbouw en zorgcentra. Door veranderde marktomstandigheden is het programma op deze locatie onzeker evenals de bijbehorende grondopbrengsten. De boekwaarde per 1 januari 2011 bedraagt € 9.999,-. Pasgeldlocatie Voor een nadere toelichting zie de paragraaf Rijswijk-Zuid. De Landgoederenzone (De Opperd) In 2000 is de Landgoederenzone overgenomen van de gemeente Den Haag. De afgelopen jaren zijn plannen ontwikkeld om te komen tot een kwaliteitsslag. Het bestemmingsplan Landgoederenzone is op 15 december 2009 door de gemeenteraad van Rijswijk vastgesteld. Na diverse beroepschriften is het bestemmingsplan in 2011 onherroepelijk geworden. De gemeente heeft de wens om De Opperd als ontwikkelingslocatie te handhaven en er op termijn woningen te ontwikkelen. Met de opbrengst van deze ontwikkellocatie kan de kwaliteitsslag mede gefinancierd worden.
De in erfpacht uitgegeven gronden en de inkomsten en bijstellingen van de erfpacht-vergoedingen. In principe is het beleid van de gemeente Rijswijk erop gericht dat er geen nieuwe erfpachtovereenkomsten worden afgesloten, uitzonderlijke gevallen daargelaten. In de primitieve begroting 2010 is er een totaal bedrag van € 449.878,- geraamd aan inkomsten. In 2008 is er met de Brandweer Delft-Rijswijk een erfpachtovereenkomst afgesloten. Deze erfpachtovereenkomst is voor 50 jaar afgekocht. In de raadsvergadering van september 2011 is de kavel naast Bastion gelegen aan de Polakweg in erfpacht gegeven aan Bastion voor parkeren om uitbreiding van het huidige hotel mogelijk te maken. De afgekochte erfpachtcanon bedraagt € 700.000,-. Een overzicht van de bestaande huur-/erfpachtovereenkomsten: Huurder
Eindjaar
Stg. Streekdierentehuis Stg. Rijswijkse Kinderopvang DSW Rijswijk e.o. KIWA HTCB CVN Crematorium BV RGC Rijswijkse Golf Club Rijswijkse Brandweerkazerne (voor 50 jaar afgekocht) Bastion hotel (afkoop erfpacht) Totaal
2007 2021 2030 2030 2031 2097 2023 2058
Begroting 2012 € € € € € € €
380,00 6.230,00 14.340,00 8.876,00 59.820,00 120.618,00 257.110,00
€ 700.000,00 € 1.167.374,00
Paragraaf Grondbeleid 138
Paragraaf Lokale Heffingen1 In Rijswijk houden we de lasten zo laag mogelijk. We vinden het belangrijk om Rijswijk betaalbaar te houden voor al onze inwoners, ondernemingen en relaties. Dat doen we natuurlijk wel op een financieel verantwoorde manier. Samen zijn we verantwoordelijk voor onze stad, waarin we onder andere kwaliteit bieden voor de publieke dienstverlening. Daarom moet betaald worden voor onze diensten. We bieden daarbij zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten. Daarbij houden we rekening met de zwakkeren in de samenleving. Daarom kiezen we ervoor om de woonlasten in de gemeente Rijswijk structureel onder het gemiddelde van de regio Haaglanden te houden. Daarnaast moeten de tarieven voor onder meer de afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges honderd procent kostendekkend zijn.
1
De paragraaf lokale heffingen is een van de paragrafen die op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht is voor de begroting en het jaarverslag. De gemeenteraad krijgt met deze paragraaf inzicht in de eigen inkomsten en de lastendruk die door de lokale heffingen worden veroorzaakt.
Paragraaf Lokale heffingen 139
Soorten heffingen Lokale heffingen zijn te onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. · Ongebonden heffingen worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voorbeelden: onroerendezaakbelastingen (OZB), hondenbelasting en precariobelasting. · Van gebonden heffingen worden de opbrengst gebruikt ter dekking van de gemaakte kosten. Voorbeelden: de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Beleidsuitgangspunten De uitgangspunten voor de ontwikkeling van de gemeentelijke tarieven in 2012 zijn deels geformuleerd in de meerjarenbegroting 2012 - 2015: · De woonlasten moeten structureel onder het gemiddelde van de regio Haaglanden liggen. · De tarieven voor de gebonden heffingen dienen maximaal 100% kostendekkend te zijn. · De opbrengst OZB stijgt voor het begrotingsjaar 2012 met 3,75%. · Het geschatte inflatiepercentage voor 2012 is 2%. · De kwijtschelding van gemeentelijke lasten (armoedebeleid) blijft ongewijzigd. Overzicht van de lokale heffingen De gemeentelijke heffingen die in 2012 zullen worden geheven zijn: · Onroerendezaakbelastingen. · Precariobelasting. · Afvalstoffenheffing. · Hondenbelasting. · Rioolheffing. · Parkeerbelasting. · Toeristenbelasting. · Overige heffingen. Geraamde inkomsten In de onderstaande tabel worden de geraamde inkomsten voor 2012 vergeleken met de geraamde inkomsten van 2011. Heffing Onroerendezaakbelastingen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting Precariobelasting Parkeerbelasting Toeristenbelasting Leges Marktgelden Haven-/kadegelden Vermakelijkhedenretributie BIZ-belasting Totaal
Type Ongebonden Gebonden Gebonden Ongebonden Ongebonden Ongebonden Ongebonden Gebonden Gebonden Gebonden Gebonden Gebonden
Paragraaf Lokale heffingen 140
2011 10.681.330 6.342.570 1.410.610 132.840 312.610 440.220 146.660 1.660.590 62.120 14.490 10.200 80.000 21.294.180
2012 11.285.250 6.261.560 1.838.900 135.500 112.610 601.000 171.600 1.472.260 77.120 14.780 20.000 84.000 22.074.580
Toeristenbelasting 0,8%
Parkeerbelasting 2,7%
Leges 6,7%
Overig 0,9%
Precariobelas ting 0,5%
Hondenbelasting 0,6% OZB 51,1% Rioolheffing 8,3%
Afvalstoffenheffing 28,4%
Woonlasten Uitgangspunten De woonlasten vormen een graadmeter voor burgers voor een stijging of daling van de gemeentelijke lasten. De berekening van de woonlasten is gebaseerd op zowel de OZB voor een huiseigenaar bij een gemiddelde WOZ-waarde, als de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Naast de voorgenomen stijging van de opbrengst OZB met 3,75% en de noodzakelijke stijging van de tarieven rioolheffing met 28,5% in verband met de vervangingsopgave de komende jaren, zijn de tarieven voor de afvalstoffenheffing ten opzichte van 2011 met 1,5% gedaald. Het gevolg hiervan is dat – in een tijd van bezuinigingen - de woonlasten in 2012 iets hoger worden dan de woonlasten in 2011. Per categorie huishouden betekent dit dat de woonlasten in 2012 ten opzichte van 2011: · voor een eenpersoonshuishouden gemiddeld stijgen met 3,13%. · voor een tweepersoonshuishouden gemiddeld stijgen met 2,99%. · voor een drie- of meerpersoonshuishouden gemiddeld stijgen met 2,55%. De verschillen per categorie worden veroorzaakt door de andere wijze van berekening van de tarieven afvalstoffenheffing. Jaar
Gemiddelde WOZ-waarde
2010 2011 2012
€ 208.000 € 197.000 € 199.000
Woonlasten OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
eenpersoonshuishouden 2011 € 196,80 € 252,48 € 56,40 € 505,68
Meest voorkomende WOZwaarde € 134.000 € 125.000 € 125.000
tweepersoonshuishouden
2012 € 200,39 € 248,64 € 72,48 € 521,51
2011 € 196,80 € 268,20 € 56,40 € 521,40
Paragraaf Lokale heffingen 141
2012 € 200,39 € 264,12 € 72,48 € 536,99
drie- of meerpersoonshuishouden 2011 2012 € 196,80 € 200,39 € 324,72 € 319,80 € 56,40 € 72,48 € 577,92 € 592,67
Toelichting op de componenten van de woonlasten Hieronder wordt een korte toelichting gegeven over de stand van zaken in 2012 op de tot de woonlasten behorende onderdelen. Onroerendezaakbelastingen (OZB) In de meerjarenbegroting 2012-2015 is voor het begrotingsjaar 2012 uitgegaan van een opbrengststijging van de OZB van 3,75% (1,75% structureel en 2% inflatiecorrectie). Deze stijging is gelijk aan de door het Rijk vastgestelde macronorm. Deze norm betekent dat de stijging van de opbrengst OZB van alle gemeenten gezamenlijk niet hoger mag zijn dan het door het Rijk gestelde percentage. De gemeente is vrij in het vaststellen van de tarieven en het besteden van de opbrengsten van de OZB, omdat het een ongebonden heffing is. De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ- waarde van een onroerende zaak. De WOZwaarden moeten jaarlijks opnieuw worden vastgesteld. Voor het belastingjaar 2012 worden de WOZ-waarden vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2011. Ten opzichte van waardepeildatum 1 januari 2010 is de WOZ-waarde van een gemiddelde woning in Rijswijk met 1% gestegen, doordat er oude woningen zijn vervangen door duurdere nieuwbouwwoningen. Het marktsegment van bestaande woningen laat zien dat de waarde van deze woningen gemiddeld met 0,66% is gedaald. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Bij de afvalstoffenheffing wordt een zogenaamd gedifferentieerd tarief gehanteerd. De hoogte van de heffing is afhankelijk van het aantal personen per huishouden (één-, twee-, of drie- of meerpersoonshuishoudens). De gemeenteraad heeft jaren geleden voor dit systeem van tariefdifferentiatie gekozen op grond van de redenering dat het afvalaanbod hoger ligt bij een groter aantal personen per huishouden. Ook de verhouding tussen de onderlinge tarieven is destijds door de raad vastgesteld. Het uitgangspunt bij de tarieven afvalstoffenheffing is maximaal 100% kostendekkendheid (inclusief de kosten van kwijtschelding). De tarieven voor het belastingjaar 2012 dalen ten opzichte van 2011 met 1,5%. Het wetsvoorstel kamerbewoning is op 17 maart 2011 aangenomen en zal per 1 januari 2012 in werking treden. Indien een verhuurder een perceel aan verschillende gebruikers in gebruik geeft (kamerbewoning) kan de aanslag door deze wet voortaan bij de verhuurder neergelegd worden. Dit leidt tot een doelmatiger heffing van de afvalstoffenheffing. In het verleden kon de verhuurder van kamers alleen bij zelfgebruik in de heffing worden betrokken (Hoge Raad 23 mei 1990, nr. 26328, BNB 1990/239). De verordening hoeft op dit punt niet aangepast te worden, omdat de wijzigingen reeds in de Wet milieubeheer (Wm) zijn verwerkt. Rioolheffing De verbrede rioolheffing wordt geheven om de kosten van het beheer en onderhoud van de afvoersystemen van afvalwater, hemelwater en grondwater te dekken. De kosten voor het beheer en onderhoud zullen de komende jaren stijgen. Het rioleringstelsel in Rijswijk is namelijk grotendeels in de jaren vijftig en zestig aangelegd en heeft haar technische levensduur bereikt. De gemeente staat voor een forse vervangingsopgave. De komende jaren zal de gemeente extra moeten investeren om de kwaliteit van het stelsel op peil te houden. Daarnaast heeft de gemeente sinds de invoering van de waterwet ook de zorgplicht voor hemelwater en grondwater gekregen. Ook dit leidt tot stijging van de gemeentelijke uitgaven. Begin 2012 wordt een nieuw verbreed rioleringsplan aan de raad aangeboden. In dit plan worden de maatregelen en de ontwikkeling van de rioolheffing voor de komende jaren nader toegelicht. Voor het belastingjaar 2012 dient het tarief verhoogd te worden naar € 72,48 per object. Conform bestaand beleid wordt om onredelijke belastingheffing en willekeur te voorkomen, alsmede uit efficiencyoverwegingen voorgesteld, objecten met een WOZ-waarde tot en met € 40.000,- en objecten in aanbouw vrij te stellen van de aanslag rioolheffing. Het gaat hierbij om objecten met een relatief geringe waarde zoals garageboxen, parkeerplaatsen, elektriciteitskastjes, telefoonkastjes, loodsen enz. Diverse gemeenten, waaronder de gemeenten Zoetermeer en Woerden, hanteren ook een soortgelijke vrijstelling.
Paragraaf Lokale heffingen 142
De overwegingen zijn als volgt: · Deze objecten werden voor de invoering van de rioolheffing ook niet betrokken in de heffing, omdat ze doorgaans geen fysieke aansluiting hebben op het riool en vrijwel uitsluitend hemelwater lozen. Door deze objecten vrij te stellen nemen de opbrengsten uit de rioolheffing niet af, omdat ze voorheen ook niet in de heffing waren betrokken. · De perceptiekosten worden hoger als de objecten niet worden vrijgesteld. Jaarlijks zal middels inlichtingenformulieren bijgehouden moeten worden wie de (gewijzigde) gebruiker is van het object alvorens een aanslag rioolheffing opgelegd kan worden. Door deze objecten vrij te stellen blijven de administratieve lasten laag voor zowel de gemeente als de eventuele verhuurders. De gemeente hoeft dan niet speciaal voor de rioolheffing een aparte administratie bij te houden. Lokale lastendruk: positie ten opzichte van omliggende gemeenten Uit de onderstaande tabel blijkt dat Rijswijk in 2011 ten opzichte van de omliggende gemeenten een positie onder het gemiddelde inneemt. Ook landelijk neemt de gemeente Rijswijk een gunstige positie in. In 2009 stond Rijswijk in de COELO-ranglijst met de laagste woonlasten van Nederland op plaats 150. Inmiddels is Rijswijk in de ranglijst gestegen van plaats 72 (in 2010) naar plaats 34 (in 2011). Landelijk liggen de gemiddelde woonlasten in 2011 voor een eenpersoonshuishouden op € 601,- en voor een meerpersoonshuishouden op € 671,-. Rijswijk zit hier dus ruimschoots onder. 2
Gemeentelijke woonlasten 2011 Gemeente Rangnummer 2011 Rijswijk 34 Delft 300 Den Haag 15 Leidschendam-Voorburg 68 Midden-Delfland 427 Pijnacker-Nootdorp 334 Voorschoten 388 Wassenaar 453 Westland 282 Zoetermeer 214 Gemiddelde woonlasten
Woonlasten voor eenpersoonshuishoudens 508 603 508 561 768 665 721 896 625 639 649
Woonlasten voor meerpersoonshuishoudens 580 720 551 613 840 740 783 1.101 705 680 731
Overige lokale heffingen Algemeen Het geschatte inflatiepercentage voor het jaar 2012 is 2%. De tarieven van de overige heffingen en belastingen worden met een geschat inflatiepercentage van 2% verhoogd. Legesverordening De tarieven in de tabel behorende bij de Legesverordening worden aangepast. De tarieven zijn, behoudens de wettelijk gemaximeerde of vastgestelde tarieven, geïndexeerd met 2%. De verordening en tarieventabel zijn tekstueel aangepast en administratieve fouten en gedateerde verwijzingen naar bepalingen zijn verwijderd of aangepast. Enkele tarieven omgevingsvergunning zijn aangepast en een aantal tarieven is aangevuld of verwijderd. De tarieven omgevingsvergunning (bouwleges) hoeven ten opzichte van 2011 niet gewijzigd te worden, omdat de inflatiecorrectie al in de bouwsom zit. Verder zijn de wettelijke aanpassingen verwerkt. Een aantal tarieven die wettelijk zijn gemaximeerd (reisdocumenten) zullen nog worden aangepast, want deze zijn op dit moment nog niet bekend. Voor rijbewijzen zal per 1 juli 2012 bekend worden wat het maximumtarief wordt. Om deze reden wordt voorgesteld het tarief voor rijbewijzen ongewijzigd te laten. Voor extra services, bijvoorbeeld buiten de reguliere openingstijden, mag de gemeente eventueel extra kosten in rekening brengen. Het Gerechtshof van ’s-Hertogenbosch heeft op 7 oktober 2010 in hoger beroep uitspraak gedaan over het heffen van leges voor een Nederlandse identiteitskaart. Volgens het Gerechtshof mogen geen leges worden gevraagd voor de verstrekking van een identiteitskaart. Deze uitspraak is op 9 september 2011 door de Hoge Raad bevestigd. Inmiddels is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend om burgers met terugwerkende kracht weer te laten betalen voor de identiteitskaart. Gemeenten mogen vanaf 22 september 2011 daarom weer leges heffen voor de Nederlandse identiteitskaart.
2
(bron: Coelo.nl, Digitale Atlas van de lokale lasten 2011) Paragraaf Lokale heffingen 143
Daarnaast zal het tarief van de invalidenparkeerkaart gelijk worden aan het tarief voor een parkeervergunning “belanghebbenden-bewoners”. De jaarlijkse verhoging van de parkeervergunning “belanghebbendenbewoners” vanaf 2012 zal ook bij de invalidenparkeerkaart doorgevoerd worden. Dit betekent dat het tarief voor de invalidenparkeerkaart naast het geschatte inflatiepercentage van 2% verhoogd wordt met € 6,95. Precariobelasting De precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. In een brief van 30 juni 2011 aan de Tweede Kamer heeft minister Donner aangegeven dat er een nieuw wetsvoorstel zal worden ingediend voor de afschaffing van de precariobelasting op kabels en leidingen van nutsbedrijven. Omdat verwacht wordt dat dit nieuwe wetsvoorstel wordt aangenomen, is de opbrengst van de precario met € 200.000,- naar beneden bijgesteld. Bovendien zijn de geschatte inkomsten op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst met Eneco met € 600.000 afgeraamd. Voor het belastingjaar 2012 wordt voorgesteld om de precariobelasting met het inflatiepercentage te verhogen. Parkeerbelasting Vanaf het jaar 2012 zal het tarief voor de parkeervergunning “belanghebbendenbewoners” jaarlijks stijgen. Het tarief voor 2011 bedraagt € 20,90 en met een stapsgewijze verhoging van € 6,95 per jaar zal het tarief in 2014 uitkomen op € 41,80 (exclusief inflatiecorrectie). In de huidige verordening is restitutie voor zakelijk belanghebbenden niet geregeld. Voor het belastingjaar 2012 wordt derhalve voorgesteld om de parkeerbelasting naast de inflatiecorrectie van 2% te verhogen met € 6,95. Tevens wordt voorgesteld om een restitutieregeling op te nemen voor zakelijk belanghebbenden. In het dekkingsplan meerjarenbegroting 2012-2015 hebben wij besloten de opbrengst voor het product parkeren te verhogen met € 150.000,-. De nadere invulling hiervan bieden wij u aan bij het raadsvoorstel vaststelling belastingverordening. BIZ-belasting De BIZ-belasting is een gebonden heffing die bestemd is voor het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone. Voor het belastingjaar 2012 is het tarief reeds op 15 december 2009 vastgesteld door de gemeenteraad in de Verordening BI-zone Oud Rijswijk 2010 t/m 2014. Het belastingtarief voor 2012 is € 525 per onroerende zaak. Toeristenbelasting Voor 2012 wordt voorgesteld om de toeristenbelasting met het inflatiepercentage te verhogen. De totale opbrengsten gaan in 2012 naar verwachting extra omhoog door een toename van het aantal belastingplichtigen en meer hotelovernachtingen. Vermakelijkhedenretributie Voor het belastingjaar 2012 wordt voorgesteld om de vermakelijkhedenretributie met het inflatiepercentage te verhogen. Door het relatief lage tarief is de inflatiecorrectie zo klein dat niet verhoogd wordt. De opbrengsten van de vermakelijkhedenretributie gaan in 2012 extra omhoog, doordat er meer bezoekers worden verwacht. Hondenbelasting De vrijstelling in de verordening hondenbelasting wordt aangepast. Voorheen stond in artikel 3 van de verordening dat de vrijstelling alleen van toepassing was op honden van Stichting Hulphond Nederland. Aangezien er inmiddels meerdere instanties zijn die honden vergelijkbaar opleiden en ter beschikking stellen, is er sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel als honden van slechts één instantie in de vrijstelling worden betrokken. Kwijtschelding Als een belastingplichtige niet in staat is een belastingaanslag te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De gemeente Rijswijk hanteert de zogeheten 100% bijstandsnorm, dit betekent dat alleen huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau recht hebben op kwijtschelding. Wanneer iemand een hoger inkomen heeft of vermogen bezit, betekent dit dat er betalingscapaciteit aanwezig is waaruit de belastingaanslag kan worden voldaan.
Paragraaf Lokale heffingen 144
De heffingen waarvoor in de gemeente Rijswijk kwijtschelding kan worden gevraagd zijn: 3 · Onroerendezaakbelastingen . · Afvalstoffenheffing. · Rioolheffing. · Hondenbelasting (alleen voor de eerste hond). Per 1 april 2011 is het mogelijk om ook kwijtschelding te verlenen aan ondernemers, maar pas nadat de gemeenteraad daartoe besluit. De VNG adviseert om dit (nog) niet te doen vanwege de onuitvoerbaarheid. Per 1 juli 2011 is een wetswijziging in werking getreden die het de gemeenteraad mogelijk maakt om de maximale vermogensgrens voor kwijtschelding af te stemmen op de maximale vermogensnormen zoals genoemd in artikel 34 van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Doordat deze wetswijziging nog niet heeft geleid tot aanpassing van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen, kunnen gemeenten formeel nog geen gebruik maken van de ruimere vermogensnorm van de WWB. Voor het in aanmerking komen van automatische kwijtschelding zal er voor het belastingjaar 2012 wederom gebruik gemaakt gaan worden van de kosteloze toetsing door het Inlichtingenbureau. Uitsluitend huishoudens die in 2011 kwijtschelding hebben ontvangen, zullen ter toetsing aangeboden worden. Deze huishoudens hoeven derhalve niet meer jaarlijks opnieuw een verzoek in te dienen wat past binnen de doelstelling om de administratieve lasten voor burgers terug te dringen. Voor 2012 is het bedrag aan te verlenen kwijtschelding per belastingsoort begroot op: Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting OZB
Bedrag € 400.000 € 51.000 € 8.670 € 2.000
3
Door de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB woningen per 1 januari 2006 is kwijtschelding voor gebruikers niet meer aan de orde. Kwijtschelding voor eigenaren komt nauwelijks voor.
Paragraaf Lokale heffingen 145
146
Paragraaf Financiering De gemeente Rijswijk voert financieel beleid, waarbij we op een verantwoordelijke manier omgaan met financiële middelen, want het is belangrijk dat we goed kunnen omgaan met financiële risico’s en dat we over voldoende middelen beschikken om tijdig aan onze financiële verplichtingen te kunnen voldoen tegen zo laag mogelijke kosten. Daarvoor houden we onze financiële geldstromen en vermogensposities goed in de gaten en kijken we ook naar de invloed van de economische ontwikkeling op de overheden en de geld- en kapitaalmarkt. Daarnaast doen we actief aan het beheersen van financiële risico’s door het steeds opnieuw afstemmen van onze financiële positie met de benodigde financiële middelen op zowel de korte termijn (liquiditeit) als op de langere termijn (langlopende leningen). Invloed economische ontwikkeling op de overheden en de geld- en kapitaalmarkt Economische groei vertraagt In de Macro Economische Verkenning (MEV), die traditioneel met de Rijksbegroting wordt gepresenteerd raamt het CPB de groei voor 2011 op 1½% en voor 2012 op 1%. Positieve cijfers, maar het beeld is wel dat de groei vertraagt. Hiervoor zijn een drietal oorzaken aan te wijzen. Ten eerste heeft de wereldeconomie sinds het begin van het jaar een lagere versnelling ingezet. Dit heeft grote invloed op de hoogte van de export van ons land. Ten tweede zijn voorlopende indicatoren zoals die van het consumenten- en producentenvertrouwen sinds het begin van het jaar aan het dalen; deze indicatoren wijzen op een voortdurende afzwakking van de economie. Ten derde zijn de financiële markten sinds begin augustus fors onderuit als gevolg van de schuldencrisis van vooral ZuidEuropese landen. De overheid heeft in de afgelopen jaren de financiële gevolgen van de crisis voorgeschoten. Om ook in de toekomst klappen op te kunnen vangen moet het huishoudboekje van de overheid op orde worden gebracht. Het kabinet buigt daarom structureel circa € 18 miljard om. Het begrotingstekort van het Rijk neemt in 2012 af van 4,2% naar 2,9%. Indien de economische ontwikkeling verder zou tegenvallen, worden extra maatregelen genomen bij een tekort groter dan 3,7%. Prognoses t.a.v. het renteniveau van de geld- en kapitaalmarkt Door de grote ontstane financieringstekorten van de overheden zal een sterke vraag ontstaan naar financieringsmiddelen op de kapitaalmarkt. Daar tegenover bestaat de invloed dat, in het huidig onzekere economisch klimaat waarbij het vertrouwen ontbreekt, beleggers zullen kiezen voor het aankopen van staatsobligaties van landen met een relatief laag financieringstekort, waaronder Nederland. Om deze reden zal naar verwachting de rente op langlopende leningen op een laag niveau bewegen. De geldmarkt (korte termijnfinancieringsmiddelen) wordt gereguleerd door de centrale bank, de ECB. Zolang inflatie uitblijft en er sprake is van onderbesteding, is de verwachting, dat de rente op de geldmarkt op een laag niveau zal blijven. Op dit moment bedraagt de 3-maands Euribor (de rente die de banken onderling aan elkaar in rekening brengen) iets meer dan 1,5 procent. De inflatie, die in 2010 met 1,3% nog beperkt was, bedraagt naar verwachting 2¼% in 2011 en 2% in 2012.
Paragraaf Financiering 147
Risicobeheer Renterisicobeheer Voor het bepalen van de rentevisie is gebruik gemaakt van de in september 2011 beschikbare gegevens. De huidige rente op de kapitaalmarkt voor leningen voor overheden van 10 jaar beweegt zich op dit moment rond de 2,4%. Dit is het laagste punt van het afgelopen jaar (zie onderstaande grafiek). Een jaar geleden was dit nog rond de 2,5%.
De verwachting onder banken is op korte termijn een stabiele tot zeer geringe stijging van de kapitaalmarktrente. We gaan uit van een marktrenteniveau voor langlopende leningen van 10 jaar in het jaar 2012 van gemiddeld 3,0%, iets hoger dan de marktverwachting. Aan rentekosten wordt in 2012 € 2.929.000 betaald. De gemiddelde rentekosten voor de portefeuille vaste geldleningen bedraagt circa 4,1% van de restantschuld per 1 januari 2012. Het gewogen gemiddelde van de looptijd is circa 12 jaar. De rentevaste periode is gelijk aan de looptijd van de geldleningen, derhalve geen risico op renteherziening van lopende geldleningen. In het jaar 2012 zal een bedrag van € 6,7 miljoen worden afgelost aan geldleningen, wat 9,5% is van de totale portefeuille. Dit bedrag wordt, voor zover niet wordt gecompenseerd door vrijkomende middelen uit afschrijvingen, geherfinancierd. De geldmarktrente beweegt zich voor kasgeldleningen van 3 maanden momenteel rond de 2,0% (inclusief opslagrente). Een jaar geleden was dit nog circa 0,6%. Indien nodig wordt in eerste instantie gefinancierd met kasgeldleningen en andere korte kredietfaciliteiten tot maximaal de kasgeldlimiet, voor 2012 € 12.622.000. Indien de marktomstandigheden hiertoe aanleiding geven, wordt hiervan afgeweken.
Benodigde financieringsmiddelen Om in de financieringsbehoefte te kunnen voorzien (verwezen wordt naar de investerings- en financieringsstaat) zullen in 2012 nieuwe geldleningen tot een maximaal bedrag van € 12,5 miljoen worden aangetrokken, één en ander afhankelijk van het tempo van de investeringsvolumes die in 2011 en 2012 werkelijk worden gehaald en van de op dat moment geschatte marktomstandigheden. Bij normale omstandigheden zal in eerste instantie gefinancierd worden met kasgeldleningen,
Paragraaf Financiering 148
waarvoor maximaal € 12,6 miljoen mag worden opgenomen, conform de regelgeving uit de Wet Fido, de zogenaamde kasgeldlimiet. Door hiervan zoveel mogelijk gebruik te maken wordt maximaal geprofiteerd van de lage rentestanden voor kortlopende geldleningen. Aan de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) wordt een rente van 4% toegerekend, die als opbrengst wordt verantwoord ten gunste van de exploitatie. Deze interne rentekosten en de betaalde rente aan de banken worden doorberekend aan de producten, waarvoor de investeringen zijn ingezet. De verhouding tussen de boekwaarde van de activa en de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) zegt iets over de mate waarin de gemeentebegroting gevoelig is voor 1 renteontwikkeling. De investeringen in Rijswijk zijn begin 2012 voor 30,2% gefinancierd met eigen financieringsmiddelen (inclusief voorzieningen). Kortlopend renterisico (kasgeldlimiet) De rente op de geldmarkt voor kasgeldleningen van bijvoorbeeld 1 maand beweegt zich medio september 2011 rond de 1,5% (2010: 0,6%). De verwachting onder banken is dat het huidige lage rentepercentage voorlopig zal aanhouden. Het beleid van de ECB is er op gericht de economie te stimuleren. Het rente-instrument wordt daartoe ingezet door het belangrijkste rentetarief te verlagen. We gaan uit van een marktrenteniveau voor kasgeldleningen in het jaar 2012 van gemiddeld 2,5%. Dit omdat de banken een opslag (risicopremie) op de tarieven berekenen. Het renterisico op kortlopende geldleningen (< 1 jaar) is door de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) gemaximaliseerd tot de kasgeldlimiet. Deze limiet is gesteld op 8,5% van de begrotingsomvang van 2012. Dit betekent dat bij een begrotingsomvang van € 148,5 miljoen in 2012 de kasgeldlimiet circa € 12,6 miljoen bedraagt. Langlopend renterisico (renterisiconorm) Evenals het renterisico op kortlopende geldleningen is ook het renterisico op langlopende geldleningen aan een maximum gebonden. Uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen. De wettelijk vastgestelde renterisiconorm van 20% houdt in dat in enig jaar de aflossing van de lange schuld niet hoger mag zijn dan 20% van het totaal van de lasten volgens de begroting. Hierdoor wordt de rentegevoeligheid ingeperkt. Voor 2012 is dit maximum berekend op € 29,7 miljoen. Het totaal van de betaalde aflossingen in 2012 zal circa € 6,7 miljoen bedragen, zodat onze gemeente ruim binnen de norm blijft. Kredietrisicobeheer Het kredietrisico wordt veroorzaakt door de mogelijkheid dat de instelling waaraan geld is verstrekt niet in staat blijkt te zijn, de rente en aflossing op verstrekte leningen te voldoen. Deze verstrekte geldleningen betreffen leningen in het kader van de publieke taak van de gemeente. De gemeente heeft maar een beperkt bedrag aan leningen uitstaan. Begin 2012 bedragen de uitstaande leningen: - woningbouwverenigingen - geldleningen ambtenaren
€ 960.000 € 1.457.000 € 2.417.000
De gemeente loopt niet alleen kredietrisico op verstrekte geldleningen, maar ook op de geldleningen, waarover een garantstelling is verstrekt. Een groot deel van deze garantstellingen heeft betrekking op leningen aan de woningcorporaties Vidomes en Rijswijk Wonen. Voor deze leningen is een achtervangovereenkomst afgesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hierdoor is het kredietrisico voor de gemeente zeer beperkt, doordat het CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting) in eerste instantie en het WSW in tweede instantie borg staan voor de leningen van de Woningstichtingen Rijswijk Wonen en Vidomes. Van de overige gegarandeerde geldleningen is het risico afgedekt of beperkt. Indien de gemeente betalingen verricht in het kader van de garantstellingverplichting vervalt het eigendom van het onderpand aan de gemeente. 1
Op deze plek wordt onder investeringen verstaan het geïnvesteerd vermogen in vaste activa en voorraden gronden.
Paragraaf Financiering 149
Liquiditeitbeheer Het liquiditeitbeheer betreft het financieren en uitzetten van middelen voor de perioden van één jaar of korter. Zoals aangegeven zal tot het bedrag van de kasgeldlimiet het financieringstekort met kortlopende geldleningen worden gefinancierd. Dit gebeurt door het aanhouden van een negatief saldo op de rekening-courant bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) eventueel aangevuld met een kasgeldlening. Om te voorkomen dat er overschrijding van de kasgeldlimiet zal plaatsvinden, wordt dagelijks het totaal van de saldi van alle bankrekeningen vergeleken met de kasgeldlimiet. Tevens worden per maand de betalingen en ontvangsten van de gemeente vergeleken met de verwachtingen voor die maand. Op basis van eventuele afwijkingen kunnen de verwachtingen voor de volgende maanden aangepast worden. Financiering Het gemiddeld percentage van de te betalen rente over vaste geldleningen bedraagt 4,5%. Bijlage 1 biedt inzicht in de looptijd, het aflossingsdeel en de rentepercentages van de langlopende geldlening. Uit het overzicht blijkt hoeveel er in 2012 wordt afgelost en wat de openstaande leningen zijn per ultimo 2012. De gemiddelde resterende looptijd van de leningen bedraagt 16 jaar. Hiermee is voor een langere periode het renterisico afgedekt. Hoe korter de gemiddelde looptijd van de leningen, des te gevoeliger is de gemeente Rijswijk voor renteschommelingen van de kapitaalmarktrente. De boekwaarde is in het begin van het jaar 2012 toegenomen t.o.v. de begroting 2011 met € 3,1 miljoen (exclusief Rijswijk-Zuid). De reserves en voorzieningen zijn per 1 januari 2012 afgenomen met € 2,1 miljoen. Het financieringstekort bedraagt per begin 2012 € 13,9 miljoen. Dit financieringstekort is gemeten op balansdatum en tijdelijk hoger dan de kasgeldlimiet, zie de Investerings- en financieringsstaat. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ontwikkelingen van de financieringsstructuur van de gemeente van de jaarrekeningen 2007 t/m 2010 per ultimo van het jaar. Voor de begrotingen 2011 en 2012 zijn de cijfers per begin van het jaar vermeld. Omschrijving
Jr 2007
Jr 2008
Jr 2009
Jr 2010
B 2010
B 2011
B 2012
Boekwaarde
112.497
108.354
121.402
126.452
133.247
130.903
134.028
50.325 41.132 18.040 3.000
46.213 46.123 18.472 -2.454
62.102 47.301 14.181 -2.182
70.590 45.136 12.559 1.833
62.101 45.973 12.627 -12.546
63.590 42.682 12.876 -11.757
63.849 40.542 15.678 -13.959
Vreemd vermogen Reserves en voorz. Voorheen voorz. Financieringssaldo
Genoemde bedragen x € 1.000 - = financieringstekort Jr = jaarrekening; B= begroting
Paragraaf Financiering 150
Bijlage 1. Overzicht langlopende leningen gesorteerd naar looptijd volgens de begroting 2012 Lening
229 231 233 235 236 237 238 239 240 241 242 243
Loopt tot
2020 2016 2016 2028 2028 2028 2014 2015 2014 2034 2020 2021
Rentepercentage
Restant begin 2012
Jaarlijkse aflossing
x € 1.000
X € 1.000
7,990 5,865 4,485 4,410 4,470 4,770 3,715 3,000 3,220 4,750 3,000 3,500
Totaal
Paragraaf Financiering 151
2.450 2.269 2.420 4.760 6.800 5.100 3.000 7.600 6.000 9.200 14.250 0
272 454 484 280 400 300 1.000 400 2.000 400 750
63.849
6.740
0
152
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning Wij streven ernaar om de zelfredzaamheid en deelname van alle burgers aan het maatschappelijk leven te stimuleren, jong en oud, met- en zonder beperkingen. De ambitie is dat niemand aan de zijlijn blijft staan, iedereen doet mee. Soms zijn er echter te grote belemmeringen om alles op eigen kracht te doen. Kwetsbare groepen in Rijswijk kunnen dan rekenen op steun om hun situatie te verbeteren. Het uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen als zij dat willen. Hier wordt een groot beroep gedaan op de zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van inwoners. De sleutelwoorden hierbij zijn: respect hebben voor elkaar en eigen verantwoordelijkheid nemen, maar ook zorg voor de ander. Het goede voorzieningenniveau op het gebied van de Wmo blijft behouden. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is de uitvoeringsinstantie voor integrale jeugdgezondheidszorg. Het CJG heeft als doel om risico’s en problemen bij kinderen en jongeren op tijd te signaleren en alle betrokken organisaties beter te laten samenwerken om effectieve zorg te bieden. Bij het Zorgloket kunnen alle mensen terecht voor advies, hulp en ondersteuning. Wij willen de zelfredzaamheid verhogen door bijvoorbeeld het bieden van rolstoelen, hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen.
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 153
Inleiding Op 1 januari 2007 trad de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in werking. In de Wmo zijn verschillende wetten op het gebied van zorg en welzijn samengevoegd. Hiermee beslaat de Wmo een zeer breed spectrum aan, voorheen meer gescheiden, beleidsterreinen. Vanuit de doelstelling om deze terreinen nader tot elkaar te brengen en tot een integraal Wmo beleid te komen, wordt er in deze paragraaf een overzicht gegeven van de verschillende Wmo-(gerelateerde) onderwerpen en waar deze in de verschillende programma’s terug te vinden zijn.
Beleidskader 2008-2012 ‘Meedoen en betrokken blijven’ In het Wmo beleidskader 2008-2012 zijn de kaders gesteld voor het Rijswijks Wmo beleid. Het Rijswijkse Wmo-beleid richt zich op zes domeinen waarin de in de Wmo opgenomen prestatievelden zijn geordend: I Samen leven in Rijswijk Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in wijken en buurten. II Elkaar helpen Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. III Opgroeien Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden. IV Gezond zijn en gezond blijven Gemeentelijke taken in het kader van Openbare geestelijke gezondheidszorg en de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. V Meedoen gemakkelijker maken · Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. · Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. · Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch- of psychosociaal probleem t.b.v. het behoud van hun zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer. VI Opvang Maatschappelijke opvang, huiselijk geweld en ambulante verslavingszorg.
Programma’s en producten met een relatie met Wmo-beleid In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de relatie tussen de verschillende programma’s en de Wmo-domeinen. Voor de volledigheid worden ter informatie tevens relevante beleidsproducten genoemd. Beleidsprogramma’s of onderdelen daarvan kunnen een relatie hebben met het Wmo beleid omdat ze: · · · ·
gericht zijn op het versterken van de samenhang in de samenleving en de betrokkenheid van burgers op elkaar en hun omgeving. Voorbeelden: Sociaal cultureel werk en wijkontwikkeling, gericht zijn op het bieden van ondersteuning aan burgers om te voorkomen dat zij de eigen regie over het leven verliezen en niet langer aan de samenleving kunnen meedoen. Voorbeelden: minimabeleid, woningaanpassingen, invalidenparkeerkaarten, geschikt openbaar vervoer en Wmo-vervoersvoorzieningen, volkshuisvesting en volksgezondheid, gericht zijn op het bieden van ondersteuning aan burgers om ervoor te zorgen dat burgers opnieuw de eigen regie over het leven op zich kunnen nemen en weer aan de samenleving kunnen meedoen. Voorbeelden: schuldsanering, re-integratietrajecten en maatschappelijke opvang.
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 154
Programma Openbare orde en veiligheid Verkeer en vervoer Economie en werken Onderwijs Sport, cultuur en recreatie Zorg, welzijn en volksgezondheid
Wonen en leven
Product Veiligheid Openbaar vervoer Werkgelegenheid en uitstroom Kinderopvang Lokaal onderwijsbeleid Sport Speeltuinwerk Inkomensvoorzieningen Minimabeleid Maartschappelijke begeleiding en advies Maatschappelijke dienst- en hulpverlening Ouderenbeleid Gehandicaptenbeleid Opvang nieuwkomers Wet maatschappelijke ondersteuning Sociaal cultureel werk Jeugdbeleid Welzijnsaccommodaties Volksgezondheid Wijkontwikkeling Volkshuisvesting
Relatie met domein I en VI V V en VI III en V III I, IV en V I en III V en VI V en VI V en VI V en VI I, IV en V I en V I en V I t/m V III en IV I, III en V III, IV en V I, V en VI I, V en VI
Integraal Wmo-beleid De paragraaf Wmo en de daarbij horende verwijzingen ondersteunen de ontwikkeling van integraal beleid. Dit betekent dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken uitgaat van samenwerking, samenhang, interne en externe afstemming en gemeenschappelijkheid. Daarbij is van belang dat het Wmo-beleid aansluit bij de visie en uitgangspunten uit het beleidskader Wmo 2008-2012. Uitgangspunten Voor het ontwikkelen en uitvoeren van een integraal gemeentelijke Wmo-beleid zijn de volgende uitgangspunten van belang: · · ·
Bij het ontwikkelen van nieuw beleid op het sociaal domein is aandacht voor integraliteit en samenhang met het Wmo kader essentieel. Het Wmo-beleid is integraal gemeentelijk beleid gericht op “Meedoen en betrokken blijven”. De grenzen van de domeinen van het Wmo-beleid zijn niet strikt af te bakenen. De taak om Wmo-beleid te ontwikkelen en uit te voeren moet gedragen worden door alle betrokken secties en afdelingen.
Relatie taken Binnen het centrale, integrale thema van de Wmo; “Meedoen en betrokken blijven” is het noodzakelijk een relatie te leggen tussen de taken die in dit programma genoemd worden en andere gemeentelijke taken. Te denken valt onder andere aan: 1. Aan gemeentelijke taken die afkomstig zijn uit de Wet werk en bijstand (Wwb) en de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen. 2. Integrale Jeugd Gezondheidszorg. 3. Functie begeleiding wordt overgedragen vanuit de AWBZ naar de Wmo. 4. Functie hulpmiddelen vanuit de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. 5. Welzijn Nieuwe Stijl. De gemeente stemt deze taakvelden op elkaar af binnen het Programma Participatie 2.0.
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 155
156
Paragraaf Rijswijk-Zuid In Rijswijk-Zuid gaan we de komende jaren een unieke nieuwe wijk ontwikkelen. Een wijk waar we nieuwe bewoners zo goed mogelijk bedienen als het om hun woonwensen gaat, maar ook gaan voor kwaliteit en duurzaamheid. Rijswijk-Zuid wordt een wijk vol energie met veel water en groen; een rustpunt in de dynamische omgeving met goede voorzieningen en een uitstekende bereikbaarheid. Rijswijk-Zuid wordt niet zomaar een wijk. Het gebied, bestaande uit de deelgebieden Sion, ’t Haantje en Pasgeld, ondergaat de komende jaren een flinke metamorfose. Een ontwikkeling waarbij het college en gemeenteraad intensief betrokken zijn van begin tot eind. Daarbij vinden we het belangrijk om de wijk niet alleen te ontwikkelen. Dit doen we samen met onze partners en (toekomstige) bewoners. Door de centrale ligging tussen de A4 en Delft is Rijswijk-Zuid goed bereikbaar. Je kunt er wonen, werken en ontspannen in een groene en waterrijke omgeving, midden in de stedelijke dynamiek van Rijswijk, Delft en Den Haag. Zo kun je, vaak op fietsafstand, gebruik maken van de vele voorzieningen in deze steden zoals scholen, sportfaciliteiten, winkels en horeca. Daarnaast zorgen we er ook voor dat er nieuwe voorzieningen in Rijswijk-Zuid komen die aansluiten op de behoefte van de wijk, maar ook op de mogelijkheden van het toepassen van het “nieuwe werken”. We kiezen voor een duurzaam ontwikkelde wijk, waarbij de lat voor onze ambities fors hoger ligt dan vergelijkbare wijken in Nederland. We richten ons hierbij bijvoorbeeld op CO2-arm bouwen, maar ook voor milieukwaliteit en de cultuurhistorie van het gebied. Daarbij maken wij gebruik van de nieuwste technologieën en werken we samen met experts op diverse vakgebieden. Wie in Rijswijk-Zuid komt wonen, vindt volop kansen om hun eigen woonwensen te vervullen. We creëren de ruimte voor (nieuwe) bewoners om al in een vroeg stadium hun eigen ideeën in te brengen; al dan niet in het zelf bouwen van een woning of in collectief opdrachtgeverschap. Uiteraard biedt de gemeente hierin dienstverlening op diverse gebieden.
Paragraaf Rijswijk-Zuid 157
Plan- en besluitvorming tot nu toe Masterplan Rijswijk-Zuid Zoals vastgesteld in het Masterplan Rijswijk-Zuid (november 2009) heeft de totale locatie (Sion, ’t Haantje en Pasgeld) een maximale capaciteit van circa 4.250 woningen. Daarnaast is in het gebied ruimte opgenomen voor 15 ha bedrijfsterrein. Het coalitieakkoord 2010-2014 stelt over Rijswijk-Zuid: “De enorme mogelijkheden van dit gebied zullen zich laten zien in een nieuw woonmilieu in Rijswijk, waarin kwaliteit en duurzaamheid hand in hand gaan en waarin op een innovatieve manier wordt gewerkt aan de wateropgave. Met de kansen die in dit gebied worden geboden, herbevestigen wij onze actieve positie in de regio Haaglanden. We willen ons onderscheiden door de plannen die we waarmaken. We vertrekken daarbij vanuit onze eigen kracht en werken samen met innovatieve en constructieve partners. Het moet een woongebied voor de toekomst worden.” Deze ambitie komt ook tot uitdrukking in het door de raad vastgestelde Masterplan Rijswijk-Zuid. Het Masterplan geeft de planologische en programmatische vertrekpunten weer voor de ontwikkeling van Rijswijk-Zuid in zijn totaal (Sion, ’t Haantje en Pasgeld). Het plan heeft geen wettelijke status en heeft geen juridische binding. De opgenomen ambities geven richting aan een gebiedsontwikkeling van hoge kwaliteit en duurzaamheid. Zo worden ondermeer hoge eisen gesteld aan energie, innovatieve oplossingen voor de wateropgave, het inpassen van groene kwaliteiten en het respecteren van cultuurhistorisch erfgoed. Ook sociale componenten krijgen de nodige aandacht: veiligheid, sociale cohesie en participatie van (toekomstige) bewoners in de ontwikkeling van de wijk en de bouw van de eigen woning. Het Masterplan bevat voor deze planaspecten een onderzoeksagenda voor de activiteiten in 2010, 2011 en 2012. Over de voortgang van de onderzoeksagenda wordt periodiek gerapporteerd. Projectbesluit bouwrijp maken Om conform planning de werkzaamheden in 2012 in Sion te kunnen laten aanvangen is door de raad op 20 mei 2011 voor het betreffende gebied een projectbesluit genomen. Dit projectbesluit stelt de gemeente in staat te kunnen starten met de ophoging van bouwterrein, bouwwegen aan te leggen en het voor een deel van het gebied verrichten van onderzoeken op het gebied van flora, fauna en archeologie. Bestemmingsplan Op 27 september 2011 is door de Gemeenteraad het bestemmingsplan Sion – ‘t Haantje vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de eerste ontwikkeling van het totale gebied van Rijswijk-Zuid. In dit gebied worden tussen 2013 en 2023 circa 3.400 nieuwe woningen gerealiseerd. Op 27 september 2011 is naast het bestemmingsplan ook de daarbij behorende actualisatie van de grondexploitatie door de raad vastgesteld alsmede het exploitatieplan, benodigd voor eventueel kostenverhaal op derden (grondeigenaren die zelf in het gebied plannen willen realiseren). Stand van zaken onderzoek medio 2011 Op basis van de onderzoeksagenda in het Masterplan wordt uitwerking gegeven aan met name het stedenbouwkundig ontwerp, de bodem- en waterstructuur, de benodigde maatschappelijke en commerciële voorzieningen en de energiestrategie voor de nieuwe wijk. Daarbij is de mate van duurzaamheid van het plan gemeten aan de hand van het model Duurzaamheidsprofiel op Locatie (DPL). Met betrekking tot de groencompensatie wordt met de regio Haaglanden een convenant gesloten. Zelf bouwen Binnen het woningbouwprogramma worden mogelijkheden voor verschillende vormen van “zelf bouwen” gecreëerd. Daartoe behoort particulier opdrachtgeverschap op vrije kavels en geschakeld in rijen, collectief opdrachtgeverschap van groepen aspirant bewoners en vormen van grote consumenteninbreng in projectmatige bouw. In de huidige markt groeit de belangstelling voor eigen initiatief en meer invloed van bewoners.
Paragraaf Rijswijk-Zuid 158
In Rijswijk-Zuid wordt daar vol op ingespeeld. In het stedenbouwkundig verkavelingsplan worden locaties en mogelijkheden voor zelfbouw opgenomen. In de marketing van de bouwlocatie wordt het aanbod geëtaleerd en worden particuliere initiatiefnemers nadrukkelijk uitgenodigd zich aan te melden. Tegelijk wordt een “loket” ten behoeve van voorlichting en begeleiding van de initiatiefnemers ingericht. Tevens worden in de eerste helft van 2012 afspraken gemaakt met woningcorporaties, projectontwikkelaars en bouwadviseurs over hun bijdrage in het zelf bouwen in Rijswijk-Zuid. Er wordt ingezet op circa 30% in vormen van zelfbouw. Ontwikkelpartner In februari 2011 is de Europese aanbestedingsprocedure opgestart voor het selecteren van een ontwikkelpartner voor Rijswijk-Zuid. Uit de procedure heeft Dura Vermeer de opdracht om de gemeente Rijswijk te adviseren bij het optimaliseren van de gebiedsontwikkeling Rijswijk-Zuid voor het deelgebied Sion. In ruil voor zijn betrokkenheid heeft Dura Vermeer een ontwikkel- en bouwrecht toegekend gekregen voor ca. 250 woningen in het eerste deelgebied.
Grondexploitatie en programmabegroting Grondexploitatie De grondexploitatie is het financiële kader waarbinnen de te maken kosten voor het gebied en de te realiseren opbrengsten van gronduitgifte ingevuld worden. Bij raadsbesluit van 11 november 2008 is de eerste grondexploitatie behorende bij het bestemmingsplan Rijswijk-Zuid I vastgesteld. Vanaf 2009 is de grondexploitatie met een looptijd t/m 2022 geopend. Bij vaststelling van het bestemmingsplan e “Sion-’t Haantje” (raadsbesluit van 27 september 2011) is de 1 herziene grondexploitatie behorende bij het bestemmingsplan vastgesteld. Uitgangspunt is, dat er sprake is van een financieel sluitende exploitatie gedurende de planperiode. Jaarlijks wordt de grondexploitatie geactualiseerd, waarbij deze éénmaal per jaar in de vorm van een herziening door ons college wordt vastgesteld. De vastgestelde herziene grondexploitatie wordt jaarlijks voor de raad vertrouwelijk ter inzage gelegd. Eventueel kostenverhaal op in het gebied aanwezige grondeigenaren zal geschieden op basis van het eveneens op 27 september 2011 door de raad vastgestelde exploitatieplan, dat bij ieder uitwerkingsplan wordt herzien. In het Masterplan is rekening gehouden met de volgende plannen: · · ·
Een basisplan; dat kostendekkend of met andere woorden “budgettair neutraal” dient te worden gerealiseerd. Een basisplan +; hierbij worden aanvullende wensen gerealiseerd met financiële middelen, die buiten de grondexploitatie moeten worden gevonden. Een basisplan ++; hierbij wordt tegemoet gekomen aan verdere wensen, die van regionaal en/of landelijk belang zijn en de dekkingsmiddelen bekostigd worden door de betrokken instanties.
Treffen van (maatschappelijke) voorzieningen In de grondexploitatie is rekening gehouden met reservering van ruimte voor het realiseren van voorzieningen en de daaruit voortvloeiende opbrengsten van de gronduitgifte. De reguliere begroting van de algemene middelen moet voorzien in de stichtingskosten van de voorzieningen. Niet meegenomen in de grondexploitatie De volgende werkzaamheden maken geen deel uit van de grondexploitatie: · Uitvoeringskosten op het gebied van archeologie. · Onderdoorgang spoorlijn Rotterdam - Den Haag en overige kosten met betrekking tot het spoor. · Verbreding Prinses Beatrixlaan, behoudens de realisatie van 2 verkeerskruisingen ten behoeve van de koppeling van de hoofdinfrastructuur aan de Prinses Beatrixlaan. · Verdere kwaliteitsverbetering van de parken.
Paragraaf Rijswijk-Zuid 159
Programmabegroting 2012-2015 De voor het jaar 2012 te verwachten lasten en baten voor Rijswijk-Zuid maken deel uit van het beleidsproduct grondexploitatie binnen het raadsprogramma Wonen en Leven. Het voor 2012 geraamde budget bedraagt € 35.054.000,-. In de productenraming van ons college is het budget nader uitgewerkt op basis van de rubricering van de grondexploitatie. De voor de jaren 2013 t/m 2015 te verwachten uitgaven en inkomsten maken deel uit van de meerjarenbegroting. Vanaf het jaar 2013 wordt rekening gehouden met de ontvangsten van bouwleges. Vanaf 2015 wordt rekening gehouden met structurele hogere inkomsten op het gebied van de onroerende zaakbelastingen en de algemene uitkering uit het gemeentefonds in verband met het per 1-1-2015 gerealiseerde onroerend goed. Per 1 januari 2012 zal de uitvoering en het jaarlijks budgetverbruik van de grondexploitatie bewaakt worden met een nieuw ingerichte projectenadministratie, die is gekoppeld aan de financiële administratie. Daarnaast is ter ondersteuning van het risicomanagement een model ingericht waarmee de planuitvoering permanent wordt gemonitord en bijgesteld kan worden aan actuele ontwikkelingen. Verantwoording In het voorjaar en najaar zal door ons in het kader van de “Regeling grote projecten” een rapportage worden afgegeven over de stand van zaken en de voortgang van het project Rijswijk-Zuid. Bij de jaarrekening zal in de paragraaf Rijswijk-Zuid verslag worden gedaan van de gerealiseerde voornemens in 2012. Rente en financiering Voor de financiering van de voorbereiding en uitvoering van de plannen is een arrangement afgesloten. Het renterisico is afgedekt door een tweetal derivaten met een looptijd tot 1 september 2020. Per 1 oktober 2010 is de aanvankelijke variabele rente vastgezet op een vast percentage van 3,78%. Hierdoor is er binnen de grondexploitatie geen gevoeligheid meer voor schommelingen in de korte en/of lange rente. Risico’s De omgang met risico’s bij grondexploitaties is beschreven in de Nota Grondbeleid. Risico’s bij dit project kunnen zich voordoen op allerlei gebieden (o.a. politiek, bestuurlijk, maatschappelijk, economisch, wet- en regelgeving, samenwerking). Voor de kansen en bedreigingen van de gemeentelijke grondexploitatie is een risicoparagraaf opgesteld. Deze maakt onderdeel uit van de grondexploitatie. De risicoparagraaf bestaat uit twee onderdelen, te weten de projectspecifieke risico’s en de marktspecifieke risico’s. Ons risicomanagement is er op gericht om voortdurend te sturen op het in beeld brengen en houden van negatieve ontwikkelingen ten opzichte van de vooraf geformuleerde uitgangspunten. Het project bevindt zich nu nog in de fase, waarin met rekenkundige aannames een gefixeerd programma op basis van het bestemmingsplan is doorgerekend over een nog resterende periode tot en met het jaar 2022. Uitgangspunt van de grondexploitatie is, dat de realisering van de gebiedsontwikkeling een financieel neutrale uitvoering heeft. Aannames zijn tijdens de exploitatieperiode aan veranderingen onderhevig. Hierin schuilen risico’s, maar ook mogelijkheden (marges) voor een positiever exploitatieresultaat. Deze risico’s en marges nemen gedurende de exploitatieperiode af door voortschrijdend inzicht. De kansen en risico’s van de grondexploitatie hebben betrekking op de volgende aandachtsgebieden: · Verwerving. · Uitvoeringskosten. · Opbrengsten. · Fasering. In relatieve zin liggen de risico’s met het grootste gevolg bij de realisatie van de lopende planningen en de marktontwikkeling. Het risicomanagement richt zicht daarom op dit moment met name op deze aspecten. In de fase, waarin het project zich nu bevindt wordt er met name aan de voorkant van de processen gestuurd op de factoren “tijd” (realisatie binnen de gestelde planningen en procedures) en “grondafname door de markt”.
Paragraaf Rijswijk-Zuid 160
De risico’s zijn opgenomen in het gemeentelijk risico-managementsysteem en maken als zodanig deel uit van de risico’s, zoals opgenomen in de paragraaf weerstandvermogen behorende bij de gemeentebegroting- en gemeenterekening. Het totaal van de geïnventariseerde risico’s voor RijswijkZuid bedraagt € 4.300.000,- (augustus 2010 € 4.200.000,-). Rekening houdend met kanspercentages bedraagt het gekwantificeerde risico € 2.100.000,- (augustus 2010 € 2.060.000,-). Ook de risicoanalyse behorende bij de grondexploitatie is bij deze weging betrokken geweest. Grondverwerving Medio 2011 bedroeg de verworven oppervlakte van het gebied ca 60 ha. Verwervingsactiviteiten worden nadrukkelijk afgestemd op de beoogde ontwikkeling van het gebied. Bij de grootschalige ontwikkeling, waarvan sprake is in Rijswijk-Zuid, is het denkbaar dat niet alle benodigde percelen kunnen worden verworven in het minnelijk traject. Om ervoor te zorgen dat de gemeente in ieder geval de gehele hoofd-ontsluitingsstructuur en de benodigde waterberging tijdig kan realiseren is op basis van het raadsbesluit van 27 september 2011 de Kroon verzocht de administratieve onteigeningsprocedure voor de realisering van dat gedeelte van het bestemmingsplan te starten. Hierdoor is het mogelijk geworden om in het uiterste geval het onteigeningsinstrument te kunnen inzetten. De uitwisseling van gegevens over de actuele stand van zaken bij lopende transacties en de daarmee gemoeide bedragen geschiedt door middel van de halfjaarlijkse rapportages in het kader van de “Regeling grote projecten”. Vanwege het strategisch belang in de verwervingsfase zal het collegevoor zover noodzakelijk- de raad ook in besloten forumvergaderingen hierover relevante informatie verstrekken.
Civiele werken Algemeen Op het gebied van civiele werken staat 2012 voor een belangrijk deel in het teken van de start van de civieltechnische uitvoering in het gebied Sion. Hierbij gaat het om het ophogen van de gronden en de aanleg van een gedeelte van de hoofdinfrastructuur in dit gebied. De aan te leggen bouwweg tussen de Prinses Beatrixlaan en de Van Rijnweg is begin 2012 gereed. Daarnaast wordt in 2012 gestart met het aanbrengen van zand voor de ophoging van de aan te leggen hoofdplanstructuur. Ook starten we in 2012 met het omleggen en aanleggen van de ondergrondse infrastructuur (nutsleidingen) en wordt er gestart met de eerste werkzaamheden, die verband houden met de aanleg van de riolering. Om tijdig gereed te zijn met de aanleg van de Prinses Beatrixlaan zal vooral aan de noordzijde van dit tracé een voorbelasting worden aangebracht. Verbreding Prinses Beatrixlaan In het investeringsplan is rekening gehouden met de uit de verbreding van de Prinses Beatrixlaan voortvloeiende kosten. In verband met de gebiedsontwikkeling in Rijswijk-Zuid is een zo snel mogelijke afronding van de werkzaamheden gewenst. Aanpak water Rijswijk-Zuid is gelegen in twee polders, de Hoekpolder en de Plaspoel- en Schaapweipolder. In de huidige situatie is er in beide polders een forse waterbergingsopgave. De grootschalige functiewijziging van het gebied betekent een toename van deze bergingsbehoefte maar biedt ook de kans om voor zowel de berging als de afvoer van overtollig water een duurzame situatie te creëren. Gemeente Rijswijk en Hoogheemraadschap van Delfland zijn in 2010 een proeftuin opgestart met als doel om te komen tot een plan van aanpak van water in Rijswijk-Zuid. De afronding van de onderzoeken staan gepland in het najaar 2011. Bij dit project zijn betrokken de TU-Delft en het Hoogheemraadschap Delfland. Het Stadsgewest (Waterkader Haaglanden) draagt bij met een subsidie van 45% van de onderzoekskosten. De ervaringen van de proeftuin worden betrokken bij de verdere uitvoering van de plannen.
Marketing In 2011 is een start gemaakt aan de marketing voor de gebiedspromotie van Rijswijk-Zuid. Rijswijk-Zuid willen we in een vroegtijdig stadium “in de markt” zetten en zijn wij hiervoor een brandingtraject opgestart van waaruit we een marketingstrategie ontwikkelen om huidige en potentiële
Paragraaf Rijswijk-Zuid 161
inwoners, bedrijven en instellingen e.d. te interesseren in de mogelijkheden die dit nieuwe stadsdeel hen te bieden heeft. Gezien diverse marktontwikkelingen in de nabije omgeving zijn wij in juni 2011 reeds een informatieve campagne gestart. Deze campagne is ontwikkeld vanuit de huisstijl van de gemeente Rijswijk en bestaat uit een informatiekrant, een website (www.rijswijk-zuid.nl) en ook diverse advertorials. Naar aanleiding van deze informatieve campagne is gebleken dat de belangstelling groot is. Op dit moment zijn er meer dan 650 belangstellenden die graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in Rijswijk-Zuid (stand van zaken september 2011, duur campagne 3,5 maand). Invoering nieuwe huisstijl en naam De namen van de drie deelgebieden, Sion, ’t Haantje en TNO/Pasgeld, alsmede het bijbehorende Wilhelminapark zijn zeer gerenommeerde namen zijn. Herkenbaar, bekend en met een rijke historie. De namen van deze deelgebieden blijven dan ook bestaan. Echter de overkoepelende naam RijswijkZuid heeft geen verband met de kernwaarden en geeft vooral de “scheiding door middel van de A4” tussen Rijswijk-Zuid en Rijswijk weer. De naam Rijswijk-Zuid wordt mogelijk vervangen voor een nieuwe wijknaam bij de start van de branding. Zoals eerder aangeven willen wij Rijswijk-Zuid vroegtijdig “in de markt zetten” met een eigen huisstijl, waardoor deze zeer herkenbaar is voor de omgeving, de (nieuwe) bewoners en betrokken partijen. In 2012 starten we met het brandingstraject met een nieuwe wijknaam en een eigen huisstijl. Doel is om Rijswijk-Zuid in 2012 zoveel mogelijk bij iedereen kenbaar te maken. Zowel in Rijswijk als aangrenzende gebied Haaglanden en Rotterdam. In het eerste kwartaal van 2012 start de verkoop van zelfbouw. Daarbij wordt ook een informatiecentrum geopend.
Te bereiken resultaten in de jaren 2012 t/m 2015 2012 t/m 2015 In de jaren 2012 tot en met 2015 zijn de activiteiten gericht op de nadere stedenbouwkundige uitwerking en woningbouwontwikkeling in Sion, rekening houdend met het doel om in juli 2013 de eerste paal van fase 1 te slaan. Dit moet leiden tot de oplevering van de eerste 250 woningen in 2015. In 2013 wordt rekening gehouden met de opbrengsten van de eerste gronduitgiften.
Paragraaf Rijswijk-Zuid 162
FINANCIËLE BEGROTING
163
164
PROGRAMMABEGROTING 2012
165
166
Programmabegroting 2012 (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Saldo Programma's Algemeen Bestuur en Organisatie Openbare Orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Economie en Werken Onderwijs Sport, Cultuur en Recreatie Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wonen en Leven Sociale Zaken
9.147 6.001 10.035 1.058 4.557 11.495 17.284 54.237 30.168
918 58 1.337 1.978 176 2.012 3.162 44.853 22.659
8.229 5.943 8.698 -920 4.381 9.483 14.122 9.384 7.509
143.982
77.153
66.829
Algemene dekkinsgmiddelen a) Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is b) Algemene uitkeringen c) Dividend d) Overige algemene dekkingsmiddelen
895 -155 129 1.225
11.726 48.952 382 4.057
-10.831 -49.107 -253 -2.832
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
2.094
65.117
-63.023
Onvoorzien Onvoorziene uitgaven exploitatie Onvoorziene uitgaven investeringen
100 0
0 400
100 -400
Subtotaal onvoorzien
100
400
-300
146.176
142.670
3.506
305 0 320 0 407 0 0 711 0 585
297 116 0 0 0 0 0 1.039 0 4.382
8 -116 320 0 407 0 0 -328 0 -3.797
2.328
5.834
-3.506
148.504
148.504
0
Subtotaal programma's
RESULTAAT VOOR MUTATIES IN DE RESERVES Mutaties reserves per programma Algemeen Bestuur en Organisatie Openbare Orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Economie en Werken Onderwijs Sport, Cultuur en Recreatie Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wonen en Leven Sociale Zaken Algemene Dekkingsmiddelen Subtotaal mutaties reserves RESULTAAT NA MUTATIES IN DE RESERVES
Programmabegroting 167
168
MEERJARENBEGROTING
169
170
MEERJARENBEGROTING 2012-2015
171
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
1.389
19
1.370
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
Programma Algemeen bestuur en organisatie 0010 0010
Bestuursorganen Kapitaallasten
1.389 0011 0011
0020
0021
0022 0022
0030
0031 0031
0032 0032 0032
0060
5801
Bestuurlijke samenwerking Regionale bestuurlijke samenwerking Haaglanden
447
0
19
1.370
440
0
440
2.495
0
2.495
109
0
109
557
0
557
1.922
793
1.129
79
0
79
-1 188
75
1.275
180
1.095
678
0
678
39
0
39
8.982
993
7.989
447 -7
Bestuursondersteuning
2.495
Publieksvoorlichting, promotie en Public Relations
109
Organisatieverliezen Organisatieverliezen
901
0
0
0
2.495
109
901 -344
Burgerzaken
1.922
Verkiezingen / referenda Verkiezingen
79
Publieke dienstverlening Kapitaallasten Programma Antwoord (EGEM-I)
1.088
Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie
678
Mediabeleid
39
Totaal programma
9.147
Meerjarenbegroting 2012-2015
172
793
0
105
0
0
918
1.129
79
983
678
39
8.229
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-1 1.389
19
1.370
1.388
19
1.369
433
0
433
433
0
433
2.495
0
2.495
2.495
0
2.495
109
0
109
109
0
109
-7
-149
-179
408
0
408
229
0
229
1.922
793
1.129
1.922
793
1.129
187
0
187
187
0
187
0 193
95
1.468
275
1.193
1.467
275
1.192
678
0
678
678
0
678
39
0
39
39
0
39
9.127
1.088
8.039
8.947
1.088
7.859
108
-1
Meerjarenbegroting 2012-2015
173
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
356
40
316
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
Programma Openbare orde en veiligheid 1100
Openbare orde en veiligheid
356 1200 1200 1200 1200
1201
Brandweer Kapitaallasten Veiligheidsregio Haaglanden Functioneel Leeftijds Ontslag
5.490
18
40
316
5.029
18
5.011
155
0
155
5.540
58
5.482
253
6.870
44
1.210
0
34
5.472 -8 -478 25
Rampenbestrijding
155
Totaal programma
0
155
6.001
58
5.943
6.854
253
6.601
Programma Verkeer en vervoer 2100 2100 2100
Wegen, straten en pleinen Kapitaallasten Onderhoud openbare ruimte Rijswijk-Zuid
268
7.123 2110 2110
Verkeer Kapitaallasten
1.231
45
1.186 24 1.254
2120 2120
Openbaar vervoer Kapitaallasten
35
0
35 -1 34
2140 2140 2140
Parkeren Kapitaallasten Parkeerinkomsten
539
1.021
-482 -3 25 536
2400 2400 2400 2400 2400
Waterwegen Kapitaallasten Baggeren Maaien en krozen Pontveer
1.376
19
1.046
-510
1.203
19
1.184
10.150
1.362
8.788
1.358 34 -177 14 -44
Totaal programma
10.035
Meerjarenbegroting 2012-2015
174
1.337
8.698
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
356
40
316
-6 -2 -4
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
356
40
316
-27 106 18
5.016
18
4.998
5.114
18
5.096
155
0
155
155
0
155
5.528
58
5.470
5.625
58
5.567
253
6.491
45
1.245
0
33
1.077
-543
-421 70 6.772
-174 147 253
6.519
10 1.265
26 45
1.220
-1 34
6.744
1.290
-1 0
34
-1
33
-1 31
535
1.077
-542
22
534
14
1.225
19
1.206
1.239
19
1.220
9.830
1.393
8.437
9.841
1.393
8.448
Meerjarenbegroting 2012-2015
175
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
1.058
172
886
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
Programma Economie en werken 3100 3100 3100
3300 3300
Economische aangelegenheden Kapitaallasten Economische aangelegenheden
Nutsbedrijven Dividend
0
1.807
-1 -3
4
1.054
176
878
-1.807 246
Totaal programma
1.058
1.978
-920
2.258
12
2.246
0
2.053
-2.053
1.054
2.229
-1.175
2.229
12
2.217
1.701
164
1.537
595
0
595
4.525
176
4.349
0
1.378
5.470
1.934
3.536
-5 -19 -30
-30
2.306
7
Programma Onderwijs 4010 4010
4030 4030
6500 6500
Huisvesting scholen Kapitaallasten
-29
Lokaal onderwijsbeleid Maatschappelijke stages
1.701
Kinderopvang Kapitaallasten
598
164
0
1.537
598 -2
Totaal programma
4.557
176
4.381
1.497
0
1.497
Programma Sport, cultuur en recreatie 5100 5100
Openbaar bibliotheekwerk Subsidies
-119 1.378
5300 5300
5400 5400 5400 5400
Sport Kapitaallasten
5.534
1.934
3.600 -64
Kunst en cultuur Kapitaallasten Fonds Cultuurparticipatie Cultuurnetwerk Haaglanden
2.360
Meerjarenbegroting 2012-2015
176
38
2.322
2.299
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-1 12
4
-1 -157
1.064
180
884
905
180
725
0
2.053
-2.053
0
2.053
-2.053
1.064
2.233
-1.169
905
2.233
-1.328
-2 2.227
118 12
2.215
2.346
12
2.334
164
1.490
1.654
164
1.490
-47 1.654
-2
-2
594
0
594
592
0
592
4.475
176
4.299
4.591
176
4.415
1.378
0
1.378
1.378
0
1.378
1.934
3.553
8
2.206
-28 5.442
45 1.934
3.508
-7 -78
2.221
5.487
-7
8
2.213
2.214
Meerjarenbegroting 2012-2015
177
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer 5410 5410 5410 5410
Cultureel erfgoed Kapitaallasten Huis van de stad Beheer archieven
lasten
baten
saldo
1.375
40
1.335
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
-5 34 -49 1.356
5800 5800
Speeltuinwerk Kapitaallasten
729
0
40
1.316
724
0
724
11.234
1.982
9.252
59
0
59
610
0
610
506
0
506
51
0
51
31
0
31
9.649
1.177
8.472
2.086
0
2.086
1.070
422
648
923
529
520
1.211
729 -5
Totaal programma
11.495
2.012
9.483
59
0
59
Programma Zorg, welzijn en volksgezondheid 1400
6101 6101
6201
6202
6203
6220 6220
6300
6301
6310 6310
Opvang zwerfdieren
Minimabeleid Kwijtschelding lokale belastingen
598
0
598 11
Maatschappelijke dienst- en hulpverlening
506
Ouderenbeleid
51
Gehandicaptenbeleid
31
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
9.649
Sociaal cultureel werk
2.086
Jeugdbeleid
1.070
Welzijnsaccommodaties Kapitaallasten
1.465
0
0
0
1.177
0
421
923
506
51
31
8.472
2.086
648
542 -13 1.452
7100 7100 7100
Volksgezondheid Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen Reorganisatie Jeugdgezondheidszorg
1.752
520
1.232 -21
1.731
Meerjarenbegroting 2012-2015
178
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
-3
1.353
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-1
40
1.313
-13
1.352
40
1.312
6
711
0
711
717
0
717
11.105
1.982
9.123
11.148
1.982
9.166
59
0
59
59
0
59
11
11
621
0
621
632
0
632
506
0
506
506
0
506
51
0
51
51
0
51
31
0
31
31
0
31
69
145
9.719
1.178
8.541
9.864
1.177
8.687
2.086
0
2.086
2.086
0
2.086
1.070
421
649
1.070
421
649
923
550
520
1.089
-3 1.449
24 923
526
1.473
-21 -100 1.709
520
1.189
1.609
Meerjarenbegroting 2012-2015
179
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer
7240
lasten
baten
saldo
17
121
-104
Lijkbezorging
Totaal programma
17.284
3.162
14.122
5.174
398
4.777
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
17
121
-104
17.260
3.162
14.098
5.051
398
4.653
617 -399
-157
6.528
6.108
420
0
457
0
758
Programma Wonen en leven 5600 5600 5600
7210 7210 7210
7220 7220
Openbaar groen en openluchtrecreatie Kapitaallasten Groenfonds Haaglanden
-170 47
Afvalverwijdering en -verwerking Kapitaallasten Afvalverwijdering en -verwerking
6.310
Riolering en waterzuivering Kapitaallasten
448
6.264
0
46
448 10 457
7230 7230
Milieubeheer Kapitaallasten
759
0
759 -1 758
7260 7260
7290
7300
7310
8100 8100 8100
Baten rioolheffing (gecombineerd) Baten rioolheffing (gecombineerd)
0
1.840
-1.840 412
Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater
1.159
Hemelwater
284
Grondwater
291
Ruimtelijke ordening Kapitaallasten Ruimtelijke ordening
1.321
0
0
0
68
0
2.252
-2.252
1.159
0
1.159
284
0
284
291
0
291
68
1.557
1.159
284
291
1.254 7 296 1.625
8200 8200
Woningexploitatie Verkoop woningbezit
259
293
-34 90 259
Meerjarenbegroting 2012-2015
180
383
-124
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
17
121
-104
17
121
-104
17.317
3.162
14.155
17.397
3.162
14.235
5.078
398
4.680
-96 121
-45
6.835
5.986
849
0
467
0
767
-13 47
-8
5.085
398
100 183
-76
6.811
6.031
4.687
780
9 466
1 0
466
10 768
467
-2 0
768
767
410
410
0
2.662
-2.662
0
3.072
-3.072
1.159
0
1.159
1.159
0
1.159
284
0
284
284
0
284
291
0
291
291
0
291
4
1.629
23
68
1.561
1.652
68
1.584
-214
259
473
-214
90 259
473
Meerjarenbegroting 2012-2015
181
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer 8210 8210
8220 8220 8220 8220 8220
8300 8300
8310
lasten
baten
saldo
547
0
547
Wijkontwikkeling Kapitaallasten
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
-6
Volkshuisvesting Kapitaallasten Woonwagencentra Project Veilige Balkons Volkshuisvesting
2.371
789
541
0
79 -30 -162
-38
541
1.582
1.572
Bouwgrondexploitatie Bouwgrondexploitatie TH-locatie
240
Grondexploitatie Rijswijk-Zuid
35.074
Totaal programma
127
35.074
2.257
2.323
-66
240
127
113
113
0
54.237
44.853
9.386
17.551
14.907
2.644
-35.074 -35.074 0
0
0
19.451
11.658
7.793
Programma Sociale zaken 6100 6100
6102
6103
6110 6110
6200
6204
6230 6230
7241
Inkomen Bijstand (o.a. WWB)
200
Participatie en minima
1.844
Kinderopvang
268
Arbeidsmarkt overig Kapitaallasten
3.592
162
5
3.096
17.551
15.107
2.444
1.844
162
1.682
268
5
263
3.590
3.096
494
630
0
630
141
0
141
-1.476
-1.476
4.647
3.013
1.634
18
0
18
1.682
263
496 -2
Schuldhulpverlening
630
Participatie en integratie overig
141
Participatie, educatie, integratie en arb.markt Participatie, educatie, integratie en arb.markt
6.123
Lijkbezorging
18
Meerjarenbegroting 2012-2015
182
0
0
4.489
0
630
141
1.634
18
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
-5 536
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-5 0
536
-8
531
0
531
-7
-5
-66
253
2.245
2.257
-12
2.237
2.510
-273
110
127
-17
110
127
-17
0
0
0
0
0
0
19.643
12.016
7.627
19.671
12.633
7.038
-130
200 17.551
15.307
2.244
17.551
15.307
2.244
1.844
162
1.682
1.844
162
1.682
268
5
263
268
5
263
-2
-2
3.589
3.096
493
3.587
3.096
491
630
0
630
630
0
630
141
0
141
141
0
141
-412
-412
4.235
2.600
1.635
4.235
2.600
1.635
18
0
18
18
0
18
Meerjarenbegroting 2012-2015
183
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer
Totaal programma Subtotaal programma's
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
lasten
baten
saldo
30.168
22.659
7.509
28.690
21.383
7.307
143.982
77.154
66.828
106.886
43.002
63.884
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen 9500 Algemene dekkingsmiddelen Kapitaallasten Baten ozb excl. kwijtscheldingen Lasten aanslagoplegging hondenbelasting Lasten aanslagoplegging precario Algemene uitkering Labelling ontwikkelingen algemene uitkering CW lening OGM Chagall Uitgezette gelden Haaglanden Erfpacht Bastionhotel Billboards Liquiditeitsuitkering IZA-Nederland Saldo van kostenplaatsen Financieringslasten investeringen in het jaar BTW-mengpercentage Stelpost personeelsreductie+efficiencymaatregelen Stelpost verzekeringen
-28 216
388 118 -38
10
-2 -38 -700 50 76 9 27 -400 -45
Kostenplaats Personeel en Organisatie 020 Arbeidsvoorwaarden Kostenplaatsen Projectenbureau 030 Project Participatie 2.0
-152
Kostenplaatsen Bedrijfsvoering 042 Bedrijfsvoering ICT/BAG 042 Kapitaallasten 043 Bedrijfsvoering Documentmanagement 043 Kapitaallasten 044 Bedrijfsvoering Financiele en Personeelsadm. 044 Kapitaallasten 044 Financieringsregeling huisvesting ambtenaren 045 Hoogvoorde 045 Huur 045 Kapitaallasten
53 -30 -3 -3 -222 -30
Kostenplaatsen Stad en samenleving 052 Personeel WSCO 053 Stad en Samenleving Ruimt.Ordening, Verk.en Milieu 053 Tijdelijke personeelscapaciteit 054 Stad en Samenleving MDGV 054 Beeindiging formatie boven de sterkte
-7
-7
-100 -17
Kostenplaatsen Stadsbeheer 060 Nota kapitaalgoederen 060 Kapitaallasten
-83
Kostenplaatsen Sociale zaken 073 Kapitaallasten Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
2.092
Meerjarenbegroting 2012-2015
184
65.115 -63.023
1.563
64.687 -63.123
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
28.276
21.171
7.105
28.275
21.171
7.104
106.365
43.279
63.086
106.399
43.896
62.503
-3
-4 234
344 15 -19
19 323 226
-514 -646
-18
-2 -18
-29
-3 -29
3
-76 4
4
4
-600
-68 22
-47
68
-86
12
-3
-3
-3 -3
-3
-36
-290
219 95
-219 14
101 1.498
65.102 -63.604
333
64.901 -64.568
Meerjarenbegroting 2012-2015
185
Meerjarenbegroting 2012-2015 (x € 1.000) per programma Begroting 2012 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
100
400
-300
146.174 142.668
3.506
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2013 2013 2013
Onvoorzien Subtotaal onvoorzien RESULTAAT VOOR MUTATIES IN DE RESERVES Mutaties bestemmingsreserves Mutatie reserve revitalisering Oud-Rijswijk Mutatie reserve Landgoederenzone Mutatie reserve huishoudelijk afval Mutatie reserve rioolrechten Mutatie reserve wijkontwikkelingsplannen Mutatie reserve arbeidsvoorwaarden Mut. res. evenwicht mjb 2009-2014 Mutatie reserve nieuwbouw brandweerkazerne Mutatie reserve gemeentepersoneel Mutatie reserve vastgoed Mutatie reserve investeringsfonds
100
400
-300
108.550 108.089
461
419
-6 181 10 9 -1.675 6
76
Subtotaal mutaties bestemmingsreserves
2.328
RESULTAAT NA MUTATIES IN DE RESERVES
5.834
-3.506
148.502 148.502
0
SALDO PER JAARSCHIJF (+ = nadelig; - = voordelig)
0
Meerjarenbegroting 2012-2015
186
900
-100 -75
3.723
4.184
-461
112.273 112.273
0 0
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
100
400
-300
107.963 108.780
-817
417
7 -5 99 9
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
100
400
-300
106.832 109.197
-2.365
399
-57 -94 70 1 27
-48 -932 6
1.227
132
-417
-490
-264
-264
3.647
2.830
817
4.790
2.425
2.365
111.610 111.610
0
111.622 111.622
0
-76
0
0
Meerjarenbegroting 2012-2015
187
188
TOELICHTING OP DE MEERJARENBEGROTING 2012-2015
189
190
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 Leeswijzer De meerjarenbegroting is voor velen moeilijk te lezen. Om de leesbaarheid van de meerjarenbegroting 2012-2015 te vergroten is hieronder een leeswijzer opgenomen. Mutaties t.o.v. vorig jaar In het cijferoverzicht van de meerjarenbegroting zijn de mutaties ten opzichte van het vorige jaar opgenomen. Bijvoorbeeld: Als de uitgaven in 2013 incidenteel met € 50.000 stijgen, dan wordt de mutatie in 2013 opgevoerd (+50) en in 2014 als minpost opgevoerd (-50). Is de mutatie in 2013 structureel, dan wordt de mutatie van € 50.000 in 2013 eenmalig opgevoerd (+50). Totalen per jaar In de gearceerde gedeelten van de meerjarenbegroting staan de totalen per product en per programma. De totalen van een product zijn het totaal van het product in het vorige jaar plus de mutaties t.o.v. het vorige jaar (zie hierboven). Bijvoorbeeld: De totale lasten van product Bestuurlijke samenwerking in 2012 zijn € 447.000,-. De mutaties t.o.v. vorig jaar in 2013 zijn -/- € 7.000,-. De totale lasten van het product zijn in 2013 € 440.000,-. De totalen van de programma’s zijn het totaal van de producten die onder het desbetreffende programma vallen. Algemene toelichting Een regelmatig terugkerende post in de meerjarenbegroting is Kapitaallasten. Dit betreft de som van de kapitaallasten (rente en afschrijving), die zijn opgenomen in het investeringsplan 2012-2015 en de kapitaallasten van de investeringen die al geheel of gedeeltelijk zijn uitgegeven;
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 191
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie Product 0011 Bestuurlijke samenwerking Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen. Regionaal is afgesproken dat de kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook doorwerken naar de gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging oplopend tot 10% op de bijdrage opgenomen. Product 0022 Organisatieverliezen FPU (regulier) De FPU-gemeenten is per 1 juli 2006 komen te vervallen. Voor medewerkers die op 1 januari 2006 56 jaar of ouder zijn is er een overgangsregeling getroffen. Zij houden het recht om met FPU te gaan, echter met aangepaste voorwaarden ten opzichte van de ingetrokken regeling. Ontslaguitkeringen en afvloeiingsregelingen Voor een aantal ex-medewerkers zijn in de afgelopen jaren afvloeiingsregelingen getroffen. De hiermee gemoeide lasten zullen in de komende jaren gestaag afnemen. In- en uitstroombeleid (OB3) Voor de gevolgen van de organisatieverandering is voor de jaren 2006 t/m 2008 een extra budget geraamd om tijdens het (herplaatsings)proces medewerkers te kunnen ondersteunen op het gebied van bijscholing, omscholing tijdelijke tewerkstelling binnen of buiten de gemeentelijke organisatie en outplacement. Vanaf 2009 nemen de jaarlijkse lasten af. Product 0031 Verkiezingen/ referenda Verkiezingen e In 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor de 2 kamer. In 2015 worden de verkiezingen voor het Europees Parlement en de Provinciale Staten gehouden. Product 0032 Klantencontactcentrum Programma Antwoord De uitvoering van het landelijk beleidskader Programma Antwoord is in de meerjarenbegroting vertaald. Ten behoeve van het KCC traject is het noodzakelijk om de (circa 300) werkprocessen van alle producten en diensten te beschrijven en te optimaliseren, conform één overall procesmanagementmethodiek. Tijdens het optimaliseren van de werkprocessen zal een knip worden aangebracht tussen backoffice- en frontofficeactiviteiten. Daarnaast is voor de uitvoering van het programma Dienstverlening adequate ondersteuning door de afdeling ICT/BAG onontbeerlijk.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 192
Programma Openbare Orde en Veiligheid Product 1200 Brandweer Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen. Regionaal is afgesproken dat de kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook doorwerken naar de gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging oplopend tot 10% op de bijdrage opgenomen. Vanaf 2013 wordt binnen de VRH een andere kostenverdeelsystematiek gehanteerd. De over 2011 en 2012 niet gerealiseerde kortingen worden dan goedgemaakt. FLO-lasten brandweer De bijdrage aan de VRH is geactualiseerd.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 193
Programma Verkeer en Vervoer Product 2100 Wegen, straten en pleinen Onderhoud wegen Als gevolg van de ontwikkeling van Rijswijk-Zuid wordt vanaf 2014 rekening gehouden met hogere kosten voor onderhoud openbare ruimte. Product 2140 Parkeren Parkeervergunningen De leges voor het verstrekken van parkeervergunningen voor belanghebbendenparkeren worden verhoogd. Product 2400 Waterwegen Waterplan/ Baggeren watergangen Het jaarlijkse baggerbudget is vooruitlopend op de afronding en de vaststelling van het gemeentelijke baggerplan van 2006 verhoogd tot € 250.000,-. Vanaf 2011 werd een verdere verhoging van het jaarlijkse baggerbudget noodzakelijk geacht. Uit schouwing van de waterwegen blijkt dat de verwachte achterstanden in baggerwerkzaamheden zich niet voordoen en de ramingen m.i.v. 2013 verlaagd kunnen worden. Pontveer Het opheffen van het pontveer aan het Jaagpad levert in 2013 een besparing van € 44.000,- op.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 194
Programma Economie en Werken Product 3100 Economische aangelegenheden Bedrijveninvesteringszone Oud-Rijswijk De opbrengst van deze bestemmingsheffing wordt in de vorm van een subsidie volledig uitgekeerd aan de Stichting Winkelcentrum Historisch Rijswijk. Uitwerking economische visie pijler 3/Urbanisator Plaspoelpolder De hiervoor opgenomen budgetten vervallen per 2015 Product 3300 Nutsbedrijven Dividend Eneco Vanaf het jaar 2013 wordt door verbeterde bedrijfsresultaten een verhoging van het dividend van Eneco verwacht.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 195
Programma Onderwijs Product 4030 Lokaal onderwijsbeleid Maatschappelijke stages De rijksbijdrage voor de maatschappelijke stages vervalt per 2014.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 196
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Product 5100 Openbaar bibliotheekwerk Subsidie bibliotheek De subsidie aan de bibliotheek wordt vanaf 2013 verlaagd vanwege het sluiten van het filiaal in de Ottoburg. Product 5400 Kunst en cultuur Fonds Cultuurparticipatie De gemeente neemt deel aan een driejarig RAS-project cultuurparticipatie in het kader van naschoolse cultuureducatie-activiteiten. Het project is gestart in 2010 en wordt gefinancierd door gemeente en provincie. In 2013 is dit project afgelopen. Cultuurnetwerk Haaglanden De gemeente is gevraagd voor de periode tot en met 2012 het opdrachtgeverschap voor de cultuurnetwerker op zich te nemen. De kosten worden vergoed door het Stadsgewest Haaglanden. Product 5410 Cultureel erfgoed Huis van de Stad Het Rijswijks Cultuurhistorisch Centrum wordt toegevoegd aan het Museum Rijswijk, waardoor het Huis van de Stad ontstaat. Bij het beschikbaar stellen van de investeringbijdrage van de gemeente is in de raad gesproken over de exploitatie van het Huis van de Stad. Gesteld is dat samenwerking niet mag leiden tot significante verhoging van de exploitatiesubsidie. Dit is genormeerd op 10% van de totale subsidie. Het museum Rijswijk heeft nu aangeven dat deze 10%, zijnde € 34.000,- structureel nodig is om een gezonde exploitatie van het Huis van de Stad te kunnen realiseren. Beheer archieven De archieven die niet tijdig worden aangeboden voor bewerking worden gesaneerd om deze vervolgens in geordende staat goed toegankelijk te houden en ook de informatiedienstverlening aan burgers te garanderen. Voor dit doel is in 2012 eenmalig € 49.000,- beschikbaar.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 197
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Product 6101 Minimabeleid Kwijtschelding lokale belastingen Als gevolg van de noodzakelijke verhoging van het tarief rioolbelasting neemt ook het bedrag aan kwijtscheldingen toe. Product 6220 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Als gevolg van de ontwikkeling van Rijswijk-Zuid wordt vanaf 2014 rekening gehouden met hogere kosten voor de WMO. Product 7100 Volksgezondheid Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen. Regionaal is afgesproken dat de kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook doorwerken naar de gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging oplopend tot 10% op de bijdrage opgenomen. Reorganisatie Jeugdgezondheidszorg De nieuwe organisatie rond de jeugdgezondheidszorg, en de daaruit ontstane situatie bij de GGD, leiden op termijn (vanaf 2015) tot een besparing van € 100.000,-.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 198
Programma Wonen en Leven Product 5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie Groenfonds Haaglanden De voorgenomen jaarlijkse verhoging van de gemeentelijke bijdrage aan het groenfonds van Haaglanden is met een jaar uitgesteld. Product 7210 Afvalverwijdering- en verwerking Inzameling afval In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de overdracht van (ondergrondse) afvalcontainers aan Avalex Reinigingsrechten Mutaties n.a.v. prognoses aantallen inwoners en aantallen woningen in de jaren 2012-2015 voor zowel de uitgaven als de inkomsten. Product 7260 Baten rioolheffing (gecombineerd) Rioolrechten Als gevolg de verwachte investeringen op basis van het (concept-) rioolbeheersplan is een verhoging van het tarief rioolbelasting noodzakelijk. Product 8100 Ruimtelijke ordening Bestemmingsplannen Half 2013 moeten wettelijk gezien alle bestemmingsplannen actueel zijn. Indien er voor een gebied geen actueel bestemmingsplan is mag er geen leges worden geheven. Het behalen van deze taakstelling is door de praktijk van uitlopende procedures, bouwplannen en besluitvormingsprocessen niet volledig haalbaar gebleken. De investering die nodig is om deze actualisatie toch binnen de termijn (half 2013) af te ronden weegt niet op tegen de verwachte inkomsten uit de leges als gevolg van te faciliteren bouwontwikkelingen. Daarom zal een aantal gebieden pas na 2013 worden geactualiseerd en zullen alternatieven zoals bijvoorbeeld de beheersverordening en actueel verklaring van huidige bestemmingsplannen worden bekeken. De volgorde en prioriteit daarbij zal worden bepaald op basis van de mate van dynamiek binnen de betreffende gebieden. Voor de wettelijke verplichting van het actueel houden is vanaf 2013 een extra bedrag noodzakelijk van € 296.000,-. Product 8200 Woningexploitatie Verkoop woningbezit De gemeente Rijswijk heeft nog verschillende woningen in bezit (ca. 30). De woningen zijn of op basis van strategisch belang eigendom van de gemeente of omdat er huurders in gehuisvest zijn die langlopende rechten hebben. Momenteel is er sprake van een "uitstervingsbeleid".
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 199
Product 8220 Volkshuisvesting Woonwagens In 2013 worden de woonwagencentra overgedragen aan een woningcorporatie. De beheerskosten nemen af met € 30.000,- en de te ontvangen huren met € 38.000,-. Project Veilige Balkons Het project “Veilige Balkons” wordt in 2012 uitgevoerd. Inkomsten leges bouwvergunningen In de meerjarenbegroting 2012-2015 wordt vanaf 2013 rekening gehouden met bouwleges voor Rijswijk-Zuid. Product 8300 Bouwgrondexploitatie TH locatie De kosten van beheer van deze locatie worden geraamd op € 130.000,- per jaar. Op dit moment is nog niet met zekerheid te zeggen wat het aantal jaren zal zijn dat deze beheerskosten van toepassing zijn. Voorlopig gaan wij er van uit dat deze kosten t/m 2013 gemaakt zullen worden.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 200
Programma Sociale Zaken Product 6100 Inkomen Bijstand De rijksbijdrage ten behoeve van het Inkomensdeel Wet Werk en Bijstand is vanaf 2010 eenzijdig verlaagd. De verwachting is dat deze verlaging deels zal worden teruggedraaid, zodat het nadeel voor de gemeente voor de jaren 2010 en 2011 € 800.000,- per jaar bedraagt. In de jaren daarna neemt de door het ministerie doorgevoerde korting, naar verwachting, jaarlijks af met € 200.000,-. Product 6230 Participatie, educatie, integratie en arb.markt Het participatiebudget bestaat uit drie delen te weten: het voormalig werkdeel WWB voor re-integratie, e Volwasseneneducatie (WEB) en inburgering (Wi). De meerjarenbegroting is bij de 1 halfjaarrapportage 2011 budgettair neutraal aangepast.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 201
Algemene Dekkingsmiddelen Lokale heffingen Extra jaarlijkse OZB-verhoging In de meerjarenbegroting wordt een extra verhoging van de OZB met jaarlijks 1,75 % opgenomen. Daarnaast vinden er mutaties plaats n.a.v. prognoses aantallen inwoners en aantallen woningen in de jaren 2012-2015. Controle hondenbelasting In plaats van jaarlijkse controle in het kader van de hondenbelasting willen wij nog maar 1 maal per vier jaar een controle laten plaatsvinden. Controle precario In plaats van jaarlijkse controle t.b.v. de precariobelasting willen wij nog maar 1 maal per vier jaar een controle laten plaatsvinden. Algemene uitkering Het betreft hier de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De begroting 2012-2015 is opgesteld met de gegevens uit de meicirculaire 2011 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Volgend uit diverse circulaires t/m de meicirculaire 2011 worden er bedragen gelabeld t.b.v. diverse onderwerpen. Overige algemene dekkingsmiddelen Bastionhotel Er is een erfpachtovereenkomst met Bastion Hotel afgesloten. Hiervoor ontvangt de gemeente in 2012 een afkoopsom van € 700.000,-. Uitstel aanleg billboards De realisatie van de billboards gaat geleidelijk. Niet alle billboards zijn al geplaatst. Dit levert een tegenvaller op van € 50.000,- in 2012. Uitkeringen van derden Liquiditeitsuitkering IZA-Nederland Het resterende vermogen na de liquidatie van IZA-Nederland zal in twee tranches aan de gemeenten worden uitgekeerd. De eerste tranche is in 2009 uitgekeerd en bedroeg ca 90% van het totaal, de tweede tranche zal in 2013 worden uitgekeerd en bedraagt naar verwachting € 76.000,-. BTW-mengpercentage. Een groot deel van de door een gemeente gemaakte kosten is niet toerekenbaar aan een specifieke activiteit. Doorgaans is met deze 'gemengde kosten' een aanzienlijke btw-post gemoeid. Een kritische doorlichting van deze gemengde kosten heeft geleid tot een voordeel van ca. € 100.000,- per jaar. In 2012 wordt rekening gehouden met de correctie over eerdere jaren. Bedrijfsvoering Personeelsreductie en efficiencymaatregelen. Vooral de aankomende bezuinigingen van het Rijk slaan een behoorlijk gat in de gemeentelijke begroting. Hierdoor was het heel moeilijk om u een sluitende begroting 2012-2015 voor te leggen,
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 202
waarbij het huidige voorzieningenniveau van de stad zo veel mogelijk gehandhaafd blijft. Gekozen is om naast de oude taakstelling vanaf 2014 een aanvullende bezuinigingstaakstelling op te leggen van € 600.000,-. Verzekeringen. Als gevolg van een doorlichting van het verzekeringenpakket wordt een voordeel verwerkt. Arbeidsvoorwaarden In 2010 is besloten tot het persoonsgebondenbudget (PGB), dat een onderdeel vormt van het gezondheidsbeleid. Met het PGB worden de werknemers van de gemeente in de gelegenheid gesteld om op basis van individuele keuzes te werken aan de eigen gezondheid. Over de jaren 2010 t/m 2014 kan hiervan gebruik worden gemaakt en wordt de PGB bekostigd uit o.m. de reserve arbeidsvoorwaarden (€ 47.000,- per jaar). In 2014 zijn de middelen van deze reserve volledig ingezet. Op dat moment is nieuwe besluitvorming nodig voor eventuele voortzetting van deze regeling. Vooralsnog worden deze uitgaven in 2014 met € 47.000,- verlaagd. Project Participatie 2.0 e In de 2 halfjaarrapportage 2011 zijn budgetten beschikbaar gesteld voor de uitvoering van dit project over de jaren 2011 en 2012. Huur Hoogvoorde Als gevolg van de huurovereenkomst voor het gebouw Hoogvoorde wordt de huurprijs verhoogd met een percentage van 2%. e Per mei 2012 is de huur van de 8 etage van Hoogvoorde opgezegd. Per saldo daalt de huurprijs in 2013 met ca. € 222.000,-. In 2012 zal het voordeel van de lagere huur ingezet worden voor de e noodzakelijke aanpassingen als gevolg van het verlaten van de 8 etage. Tijdelijke personeelscapaciteit Voor een troubleshooter op de TH-locatie en het wegwerken van achterstanden op het gebied van grondzaken wordt voor 2012 incidenteel extra personeelscapaciteit ingezet. Actualiseren van plannen t.b.v. nota Kapitaalgoederen De nota kapitaalgoederen is een wettelijke verplichte beleidsnota (Verordening 212 art. 19). Deze beleidsnota geeft aan op welke manier de gemeente haar kapitaalgoederen beheert en welke budgetten hiervoor nodig zijn. De nota kapitaalgoederen bestaat uit verschillende deelplannen die afzonderlijk kunnen worden aangeboden. Het gaat om de deelplannen: 1. onderhoud openbare ruimte; 2. riolering; 3. onderhoud gebouwen en ander onroerend goed. Het voorstel is om in 2015 alle deelplannen aan de raad te hebben voorgelegd en hiervoor in 2014 de nodige voorbereidingen te treffen. In het kader van de beleidsontwikkeling zijn één keer per vier jaar specifieke inventarisaties/inspecties naar de toestand van bepaalde kapitaalgoederen nodig. Conform de financiële verordening van de gemeente (artikel 19) biedt het college de deelplannen één keer per vier jaar aan ter behandeling en vaststelling door de raad.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2012-2015 203
204
OVERZICHT VERSCHILLEN MEERJARENBEGROTING MET VOORGAANDE JAREN
205
Overzicht verschillen meerjarenbegroting met voorgaande jaren Programmabegroting 2012 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Programma's Algemeen Bestuur en Organisatie Openbare Orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Economie en Werken Onderwijs Sport, Cultuur en Recreatie Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wonen en Leven Sociale zaken Totaal programma's
Totaal algemene dekkingsmiddelen
Totaal onvoorzien RESULTAAT VOOR MUTATIES IN DE RESERVES Mutaties reserves RESULTAAT NA MUTATIES IN DE RESERVES
Saldo
Programmabegroting 2011 na wijziging Bedragen x € 1.000 Lasten Baten
Saldo
Verschil raming 2012 raming 2011 na wijziging
9.147 6.001 10.035 1.058 4.557 11.495 17.284 54.237 30.168
918 58 1.337 1.978 176 2.012 3.162 44.853 22.659
8.229 5.943 8.698 -920 4.381 9.483 14.122 9.384 7.509
9.323 6.230 9.889 877 5.337 11.206 17.739 49.227 33.728
787 104 1.844 1.422 660 1.935 3.173 41.499 24.809
8.536 6.126 8.045 -545 4.677 9.271 14.566 7.728 8.919
-307 -183 653 -375 -297 212 -445 1.656 -1.410
143.982
77.153
66.829
143.556
76.232
67.324
-495
2.092
65.115
-63.023
2.780
65.206
-62.426
-597
100
400
-300
0
0
0
-300
146.174
142.668
3.506
146.336
141.438
4.898
-1.392
2.328
5.834
-3.506
3.266
7.106
-3.840
334
148.502
148.502
0
149.602
148.544
1.058
-1.058
Overzicht verschillen meerjarenbegroting met voorgaande jaren
206
Programmarekening 2010
Verschil raming 2012 werkelijk 2010
Bedragen x € 1.000 Lasten Baten
Saldo
9.401 6.314 10.775 870 5.473 11.903 17.320 45.114 31.302
1.054 168 2.916 1.727 874 2.044 3.054 35.858 24.605
8.347 6.146 7.858 -857 4.599 9.860 14.266 9.256 6.697
-118 -202 839 -63 -218 -376 -145 128 812
138.473
72.301
66.172
657
2.792
67.405
-64.613
1.590
0
0
0
-300
141.265
139.706
1.559
1.947
3.089
5.232
-2.143
-1.363
144.354
144.938
-584
584
Overzicht verschillen meerjarenbegroting met voorgaande jaren
207
208
TOELICHTING OP VERSCHILLEN MET VOORGAANDE JAREN
209
Toelichting verschillen raming 2012 – raming 2011 na wijziging Programma Algemeen Bestuur en Organisatie Product 0022 Organisatieverliezen Ontslaguitkeringen en afvloeiingsregelingen Voor een aantal ex-medewerkers zijn in de afgelopen jaren afvloeiingsregelingen getroffen. Door het aflopend karakter van deze regelingen ontstaat een voordeel ten opzichte van 2011 van circa € 357.000,-. Product 0032 Publieke dienstverlening Dit zijn de apparaatskosten van het Klantencontactcentrum, zoals uren personeel, kapitaallasten en andere materiële kosten, toename van de kosten circa € 452.000,-. Daarnaast bestaan nog relatief kleine voordelige verschillen op verschillende beleidsproducten.
Programma Openbare Orde en Veiligheid Product 1200 Brandweer De brandweer levert een voordelig verschil op van circa € 225.000,-. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere kosten van de FLO. De gemeente Rijswijk beschikt nu over actuele informatie over de ontwikkeling van het meerjarenbeeld met betrekking tot de kosten van de vervroegde uittreders van het brandweer.
Programma Verkeer en Vervoer Product 2100 Wegen, straten en pleinen In 2012 worden investeringen gedaan in de openbare ruimte tot een bedrag van circa € 0,8 miljoen. Dit bedrag wordt ineens afgeschreven en gedekt uit de reserve investeringen openbare ruimte. Product 2140 Parkeren De parkeeropbrengsten nemen met circa € 150.000,- toe. Zie ook de toelichting in de paragraaf Lokale heffingen.
Programma Economie en Werken Product 3100 Economische aangelegenheden Om de Plaspoelpolder te verbeteren hebben BBR, IPP en de gemeente het initiatief genomen om te komen tot een Urbanisator. Over de jaren 2012 tot en met 2014 is hiervoor een krediet van € 100.000,- per jaar beschikbaar gesteld. Product 3300 Nutsbedrijven Naar aanleiding van de eerste halfjaarcijfers verwacht Eneco, dat de resultaten over 2011 sterk zullen verbeteren. De raming van de dividenduitkering over 2011, welke in 2012 wordt uitgekeerd en verantwoord is in de begroting aangepast met € 552.000,-. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.
Programma Onderwijs Product 4010 Huisvesting scholen Het voordelig verschil ten opzichte van 2011 is vooral ontstaan door de hoger geraamde onderhoudskosten buitenkant schoolgebouwen in 2011 ter hoogte van € 187.000,-.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 210
Product 4030 Lokaal onderwijsbeleid Het voordelig verschil ten opzichte van 2011 is vooral ontstaan door de hoger geraamde kosten van de combinatiefunctionarissen in 2011 voor een bedrag van € 66.000,- en het vervallen van de gemeentelijke subsidie wegens het netwerkschoolconcept van € 62.000,-.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Op dit programma zijn diverse kleinere verschillen per beleidsproduct te constateren. Het grootste verschil van € 49.000,- is te vinden op beheer archieven. De archieven die niet tijdig worden aangeboden voor bewerking worden gesaneerd om deze vervolgens in geordende staat goed toegankelijk te houden en ook de informatiedienstverlening aan burgers te garanderen. Voor dit doel is in 2012 eenmalig € 49.000,- beschikbaar.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Product 6220 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Naar aanleiding van de Junicirculaire 2010 is de integratieuitkering WMO flink gekort. Het Rijk heeft met ingang van 2012 een nieuw verdeelmodel geïntroduceerd, waarin het draagkrachtprincipe een belangrijke rol heeft gepeeld. Als gevolg hiervan is het budget WMO ten opzichte van 2011 verlaagd met circa € 500.000,-. Product 6300 Sociaal cultureel werk Het belangrijkste voordeel op dit product wordt veroorzaakt door de lagere subsidie aan de SWR van € 101.000,-. Deze verlaging komt doordat de exploitatie van de Sfinx door de SWR niet doorgaat. Product 6301 Jeugdbeleid Vooral de stijging van de apparaatskosten voor het Centrum voor Jeugd en Gezin in 2012 ten opzichte van 2011 is de oorzaak voor de stijging van de kosten op dit product met € 106.000,-.
Programma Wonen en Leven Product 5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie Het onderhoudsbudget ten behoeve van de bomen is in verband met achterstand in het onderhoud en het lage budget structureel verhoogd met € 210.000,-. Daarnaast is het onderhoudsbudget van de Landgoederenzone ten opzichte van 2011 met € 30.000,- verhoogd. Dit laatste heeft te maken met de uitbreiding van het beheergebied met het terrein van Tedo Adelaars en Omnigroen. Product 7210 Afvalverwijdering en -verwerking Ten opzichte van 2011 zijn de kosten gestegen met € 214.000,-. Dit wordt vooral veroorzaakt door de hogere bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Avalex. Product 7260 Baten rioolheffing De tarieven voor de rioolheffing zijn gestegen van € 56,40 in 2011 naar € 72,48 in 2012. Door deze verhoging stijgt de opbrengst ten opzichte van 2011 met € 428.000,-. Product 8100 Ruimtelijke ordening Het nadelig verschil op dit beleidsproduct van € 109.000,- wordt vooral veroorzaakt door de toename van de kosten voor het actualiseren van bestemmingsplannen. Product 8200 Woningexploitatie Het nadelig verschil ten opzichte van 2011 van € 305.000,- wordt veroorzaakt door de verkoop van twee woningen in 2011 ter hoogte van € 485.000,-. In 2012 wordt een voorlopige opbrengst geraamd van € 180.000,-. Product 8220 Volkshuisvesting Het nadelig verschil ten opzichte van 2011 op het beleidsproduct Volkshuisvesting van € 1,3 miljoen wordt enerzijds veroorzaakt door de vrijval BWS gelden tot een bedrag van € 1,1 miljoen in 2011 en anderzijds vooral door de uitgaven in 2012 voor het project “Veilige balkons” van € 162.000,-.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 211
Programma Sociale Zaken Product 6100 Inkomen e In de 2 halfjaarrapportage 2011 is een incidentele budgetverhoging opgenomen in het kader van de Wet BUIG. Daarnaast is het aantal uitkeringen gestegen en is een nadeel wegens het waarderen van het openstaande saldo van de debiteuren opgenomen. Het totale nadeel in 2011 bedraagt € 654.000,-. Door het incidentele karakter van deze budgetverhoging ontstaat een voordeel ten opzichte van 2011 tot hetzelfde bedrag. Product 6102 Participatie en minima Ten opzichte van 2011 zijn de volgende budgetten verlaagd: Maatschappelijke participatie in het algemeen Idem, voor kinderen Ooievaarspas Langdurigheidstoeslag Totaal
€ € € € €
77.000 263.000 61.000 22.000 423.000
De verlaging van het budget voor maatschappelijke participatie voor kinderen met € 263.000,- vloeit voort uit de beperkte beschikbaarheid van de middelen uit het gemeentefonds tot het jaar 2012. Product 6110 Arbeidsmarkt overig Het voordelig ontstane verschil ten opzichte van 2011 van € 162.000,- op dit product is vooral ontstaan door de lagere bijdrage in 2012 aan de DSW. Product 6200 Schuldhulpverlening In 2011 is er incidenteel extra budget beschikbaar gesteld wegens extra inzet welke voortvloeit uit veranderde wet- en regelgeving en de aanschaf van een module GWS4ALL voor de verdere professionalisering van de schuldhulpverlening. Het totale verschil ten opzichte van 2011 bedraagt o.a. hierdoor € 151.000,-.
Algemene dekkingsmiddelen Het ontstane voordelige verschil van € 597.000,- ten opzichte van 2011 op dit onderdeel wordt vooral veroorzaakt door de te ontvangen erfpachtafkoopsom met betrekking tot het Bastion hotel. Daarnaast is een stelpost wegens salariskosten in 2012 in de uitgaven geraamd als gevolg van de CAOontwikkelingen en stijging werkgeverslasten van € 700.000,-. Het resterende verschil op dit onderdeel wordt veroorzaakt door de saldi kostenplaatsen en de algemene uitkering. Voor een uitgebreide toelichting op de algemene uitkering en de kostenplaatsen wordt verwezen naar de toelichting op de algemene dekkingsmiddelen in deze begroting.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 212
Toelichting verschillen raming 2012 – werkelijk 2010 De belangrijkste verschillen tussen de begroting 2012 en de jaarrekening 2010 worden hierna toegelicht:
Programma Openbare Orde en Veiligheid Product 1200 Brandweer De brandweer levert een voordelig verschil op van circa € 228.000,-. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere kosten van de FLO.
Programma Verkeer en Vervoer In dit programma is in de jaarrekening 2010 een aantal incidentele uitgaven verantwoord met betrekking tot gladheidbestrijding, extra onderhoud openbare verlichting en een betaalde claim Waarborgsom Motorverkeer, die het verschil € 822.000,- bepalen. Daartegenover staat in de jaarrekening een voordeel van € 400.000,- door de vrijval van de voorziening baggerwerken. Daarnaast zijn de kapitaallasten van de wegen in 2012 flink toegenomen door de extra investeringen, welke vervroegd worden afgeschreven.
Programma Onderwijs Product 4010 Huisvesting scholen Het voordelig verschil ten opzichte van de jaarrekening 2010 op dit beleidsproduct is vooral ontstaan door lagere kapitaallasten.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie De sportvelden leveren ten opzichte van 2010 een nadeel van € 142.000,-. Dit komt vooral door de investeringen in accommodaties van de voetbalvereniging Vredenburch. Het overige verschil bestaat uit kleiner voor- en nadelen op verschillen producten.
Programma Sociale Zaken Product 6100 Inkomen e In de 1 halfjaarrapportage 2011 is vanaf 2012 € 810.000,- een structurele budgetverhoging opgenomen in het kader van de Wet BUIG. Daarnaast is het aantal uitkeringen gestegen en is een nadeel wegens het waarderen van het openstaande saldo van de debiteuren opgenomen. Het totale nadeel in 2012 ten opzichte van de jaarrekening 2010 bedraagt € 812.000,-.
Algemene dekkingsmiddelen Het nadelig verschil ten opzichte van de jaarrekening 2010 van € 1.590.000,- wordt vooral veroorzaakt door de verlaging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Een en ander heeft te maken met de economische crisis, die zich verdiepte in de jaren 2008/2009. Het kabinet Rutte-Verhagen heeft maatregelen genomen om het oplopende begrotingstekort te verminderen. Voor gemeenten betekende dit een flinke uitname uit het gemeentefonds.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 213
214
BIJLAGEN
215
216
INVESTERINGSPLAN 2012-2015 INCLUSIEF TOELICHTING
217
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Programma Openbare orde en Veiligheid 1200 121
Brandweer Vervangen brandkranen
Totaal programma
40 40 40
5,00 5,00 5,00
2012 2013 2014
40
5,00
2015
4 -
4 4 -
3 4 4 -
160
-
4
7
11
160
-
4
7
11
Investeringsplan 2012-2015 218
-
Toelichting investeringsplan 2012-2015 Programma Openbare Orde en veiligheid 1200 BRANDWEER 121 Vervangen brandkranen Rijswijk heeft iets minder dan 1500 brandkranen. In 2009 en 2010 heeft er groot onderhoud plaatsgevonden. Er is structureel € 40.000,- per jaar geraamd voor het meelopen bij vervangingen van het waterleidingnet en het verzwaren van de leidingen ten behoeve van de brandkranen (i.e. toepassen van grotere diameter van het leidingnet).
Investeringsplan 2012-2015 219
Investerings- Afschr. bedrag Perc.
Jaar van
Investeringsplan
investe-
2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
ren No.
Investeringsobject
2012
2015
x 1.000
Programma Verkeer en vervoer 2100 211
212
213
214
215
216
Wegen, straten en pleinen Vervanging lichtmasten
Vervanging armaturen
Vervanging kabelnet openbare verlichting
Verbeteren openbare verlichting
Herstel asfaltwegen
Herstellen (duiker)bruggen
217
Proj. Verbetering Leefbaarheid Haagweg, 1e fase
218
Verbreding Prinses Beatrixlaan
219
Uitv. fietsbeleid; aansl.(regionale) fietsroutes op Fietsbrug over de Vliet
160
4,00
2012
-
160
4,00
2013
-
-
160
4,00
2014
-
-
-
160
4,00
2015
-
-
-
120
6,67
2012
-
120 120
6,67 6,67
2013 2014
-
-
-
-
-
120
6,67
2015
-
-
-
210 210
2,50 2,50
2012 2013
-
-
210
2,50
2014
210
2,50
2015
-
-
215
5,00
2012
-
215
5,00
2013
-
-
215
5,00
2014
-
-
-
215
5,00
2015
-
-
-
547
6,67
2012
-
547
6,67
2013
-
-
547
6,67
2014
-
-
-
547
6,67
2015
-
-
-
61 61
5,00 5,00
2012 2013
-
13
14
19
58
-
13
12
13
13 13 -
12
12
13
12 13 -
13
13
14
13
-
5 -
61
5,00
2014
-
-
-
61
5,00
2015
-
-
-
250
5,00
2014
-
-
-
3.741
5,00
2013/15
-
-
-
90
5,00
2013
-
-
Investeringsplan 2012-2015 220
13
14 19
18
19
19 19 -
57
55
58
57 58 -
5
5
5
5 5 23 -
8
8
Programma Verkeer en Vervoer 2100 WEGEN, STRATEN EN PLEINEN 211 Vervanging lichtmasten 212 Vervanging armaturen 213 Vervanging kabelnet openbare verlichting 214 Verbeteren openbare verlichting Deze kredieten zijn bestemd voor het vervangen en verbeteren van de openbare verlichting (masten, armaturen, kabelnet). De uitvoering is conform het beheerplan openbare verlichting. 215 Herstel asfaltwegen Dit krediet is bestemd voor groot onderhoud aan asfaltwegen. De uitvoering is conform het beheerplan wegen. 216 Herstellen (duiker)bruggen Dit krediet is bestemd voor groot onderhoud aan (duiker)bruggen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald. 217 Project Verbetering Leefbaarheid Haagweg, 1e fase Het project is gericht op de verbetering van de leefbaarheid van de Haagweg en behoud van de bereikbaarheid van het oude centrum. Het project kent 2 fases. De eerste fase van dit project richt zich op het opstellen van een visie/plan en zo mogelijk kleinschalige verkeers- of herinrichtingsmaatregelen. De tweede fase richt zich op een reconstructie van de weg die samenhangt met aanpassingen aan de trambaan als gevolg van de komst van nieuw trammaterieel en aanpassingen aan de Hoornbrug. Om de ambities van het project mogelijk te maken wordt uitgegaan van het principe “werk met werk maken” en ingezet op regionale samenwerking. Het project is opgenomen in het BOR-fonds voor een bedrag van € 2.500.000,-. Van deze kosten is circa 50% subsidiabel. Daarnaast wordt € 500.000,- gedekt uit het ISV-3. De resterende netto-investering van € 250.000,- volgt in 2014. 218 Verbreding Prinses Beatrixlaan In het investeringsplan is rekening gehouden met de uit de verbreding van de Prinses Beatrixlaan voortvloeiende kosten. In verband met de gebiedsontwikkeling in Rijswijk-Zuid is een zo snel mogelijke afronding van de werkzaamheden gewenst. De verwachte doorlooptijd van de werkzaamheden bedraagt drie jaren. De projectkosten zijn geraamd op € 9.000.000,-. De netto ten laste van de gemeente blijvende kosten zijn geraamd op € 3.741.000,-, na aftrek van te verwachten subsidiegelden (mobiliteitsfonds, BOR-fonds en gemeente Delft) en een bijdrage uit de grondexploitatie van Rijswijk-Zuid. Bedrag x € 1.000 2013 1.403 2014 1.870 2015 468 Totaal
3.741
219 Uitvoering fietsbeleid; aansluiting (regionale) fietsroutes op Fietsbrug over de Vliet. Als gevolg van realisatie van de Fietsbrug over de Vliet (BOR-fonds) is het noodzakelijk om een goede aansluiting op (regionale) fietsroutes te maken, door bijvoorbeeld een goede fietsverbinding tussen de Delftweg en de Laan van Hoornwijck aan te leggen. Stadsgewest Haaglanden is medefinancier vanuit het Mobiliteitsfonds. Ingeschat is € 90.000,- “eigen geld” nodig te hebben om een regionale investering van € 338.000,- mogelijk te maken.
Investeringsplan 2012-2015 221
Investerings- Afschr. bedrag Perc.
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
No.
Investeringsobject
x 1.000
220
Carillontoren Generaal Spoorlaan
140
5,00
2014
-
-
-
221
Openbare verlichting vernieuwen
260 260 260
100,00 100,00 100,00
2012 2013 2014
260 -
260 -
260
-
222
Wegen kapitaal vernietiging
325 450
100,00 100,00
2012 2013
325 -
450
-
-
223
Openbare verlichting storingen
254 214 174 169
100,00 100,00 100,00 100,00
2012 2013 2014 2015
254 -
214 -
174 -
169
839
1.046
684
571
-
20 11 -
20 11 15 17
19 11 15 16 19 15
-
31
62
95
24 -
24 24
23 24 24
-
11.839 2110 231
Verkeer Vervanging verkeerslichteninstallaties
190 140 140 210 180 190 180 190
6,67 4,00 6,67 4,00 6,67 4,00 6,67 4,00
2012 2012 2013 2013 2014 2014 2015 2015
1.420 2400
Waterwegen
241
Vervangen beschoeiingen
242
Vervanging veerpont- technische installatie
268 268
5,00 5,00
2012 2013
268 268
5,00 5,00
2014 2015
-
15
20,00
2013
-
1.087 Totaal programma
14.346
Investeringsplan 2012-2015 222
839
13
-
-
-
4
3
24
51
74
1.102
798
741
220 Carillontoren Generaal Spoorlaan Tijdens de in 1993 uitgevoerde renovatie van de toren is een aantal direct noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan het carillon uitgevoerd. De overige onderhoudswerkzaamheden aan het carillon en het uurwerk zouden aansluitend op de renovatie van het gemeentehuis uitgevoerd worden. Inmiddels is een beslissing genomen over de verkoop van het gemeentehuis en blijft de toren aan de Generaal Spoorlaan in eigendom van de gemeente. 221 Openbare verlichting vernieuwen Dit krediet is bestemd voor het vernieuwen van de openbare verlichting. De bedoeling van dit krediet is om de aanwezige achterstanden in te lopen. De uitvoering is conform het beheerplan openbare verlichting. 222 Wegen kapitaal vernietiging Dit krediet is bestemd voor het herstellen van asfaltwegen. De bedoeling van dit krediet is om de aanwezige achterstanden in te lopen en kapitaalvernietiging te beperken. De uitvoering is conform het beheerplan wegen. 223 Openbare verlichting storingen Het aantal storingen bij de openbare verlichting in de lichtpunten en het verouderde kabelnet is in de afgelopen jaren fors toegenomen: een verdubbeling in 3 jaar. Voor herstel en vervanging bij storingen is extra budget nodig. 2110
VERKEER
231 Vervanging verkeerslichteninstallaties Het beheerplan voor verkeersregelinstallaties is in 2011 actualiseerd. Het vervangingsschema voor de komende jaren is als volgt: 2012 2013 2014 2015 2400
K14 (SW Churchillllaan-Volmerlaan), K15 (Volmerlaan-Stuartlaan), K17 (DiepenhorstlaanVeraartlaan); K04 (SW Churchilllaan- Van Mooklaan), K29 (Haagweg-Geestbrugweg), K30 (HaagwegJulianastraat), K36 (Gen. Eisenhouwerplein); K07 (Pr. Beatrixlaan- Pr. Irenelaan), K09 (Pr. Beatrixlaan- Adm. Helfrichsingel), K46 (Pr. Beatrixlaan-Tramoversteek). K19 (Veraartlaan – Patentlaan), K42 (Burg. Elsenlaan - Handelskade), K43 (Burg. Elsenlaan - Limpergstraat) WATERWEGEN
241 Vervanging beschoeiingen Dit krediet is bestemd voor het vervangen van beschoeiingen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald. 242 Vervanging veerpont - technische installatie In 2007 is het veerpont vervangen. Voor de pont zelf is een afschrijvingsperiode van 10 jaar aangehouden. Het technische deel (de aandrijving) heeft echter een levensduur van 5 jaar en zal vervangen worden.
Investeringsplan 2012-2015 223
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Programma Onderwijs 4010 401
Huisvesting scholen Brede School locatie Piramide
402
Brede School locatie scholendriehoek (voorbereidingskrediet) Brede School locatie scholendriehoek
403 404
Realisatie Brede school Sion (Rijswijk-Zuid) Inrichting Brede school Sion (Rijswijk-Zuid)
405
Vervanging noodlokalen Steenvoordeschool voor permanente uitbreiding
Totaal programma
5.310
2,50
2014/15
-
-
-
-
1.619
2,50
2013/16
-
-
-
-
16.422
2,50
2013/16
-
-
-
-
12.944 476
2,50 6,67
2014/16 2014/16
-
-
-
-
640
2,50
2013
-
-
42
41
37.411
-
-
42
41
37.411
-
-
42
41
Investeringsplan 2012-2015 224
Programma Onderwijs 4010
HUISVESTING SCHOLEN
401 Brede School locatie Piramide Voor het realiseren van een Brede School bij de Piramide is een investeringsbedrag nodig van in totaal € 5.771.500,-. In 2010 is een voorbereidingskrediet van € 461.760,- beschikbaar gesteld. In de jaarschijven 2014/15 resteert nog € 5.310.000,- (afgerond). 402 Brede School locatie scholendriehoek Voor het realiseren van een Brede School bij de scholendriehoek is een investeringsbedrag nodig van in totaal € 19.041.000,-. In 2013 is een voorbereidingskrediet van € 1.619.000,- nodig. Voor de jaarschijven 2015 t/m 2016 resteert nog € 16.422.000,-. 403/404 Brede school locatie Rijswijk-Zuid kern I Sion Betreft de verwerving grond en realiseren brede school in Rijswijk-Zuid kern I (Sion) gebaseerd op 24 lokalen. 405 Vervanging noodlokalen Steenvoordeschool voor permanente uitbreiding Voor het realiseren van permanente huisvesting van drie groepen. Ter vervanging van inmiddels afgeschreven noodlokalen. De vervanging is nu een jaar later dan oorspronkelijk gemeld.
Investeringsplan 2012-2015 225
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 5300 531
Sport Lichte toplaagrenovatie veld 110
532
Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108A Refleks Sportpark Irene Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108B Refleks Sportpark Irene
35
8,33
2013
-
-
119
10,00
2015
-
-
-
-
180
10,00
2015
-
-
-
-
4
4
533
Veldafscheiding sportpark Irene
23
4,00
2013
-
-
2
2
534
Toplaag renovatieveld 111 Sportpark Irene + ballenvangers
40
10,00
2013
-
-
6
5
535
Beregening veld 701 Sportpark Elsenburg
15
10,00
2014
-
-
-
2
536
Hekken sportpark Elsenburg
126
4,00
2014
-
-
-
10
537
Diverse investeringen voortvloeiend uit meerjarenonderhoudsplan sportparken
30 30 30
10,00 10,00 10,00
2013 2014 2015
-
-
-
4
538
Terreinafrastering renoveren/vervangen Sportpark Hoekpolder
15
4,00
2014
-
-
-
539
Renovatie softbalveld 305 Sportpark Hoekpolder
39
5,00
2015
-
-
-
Investeringsplan 2012-2015 226
4 4 1
-
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 5300
SPORT
531 Lichte toplaagrenovatie veld 110 Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen in het investeringsplan vertaald. 532 Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108A/B Refleks Sportpark Irene Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk108A Refleks Sportpark Irene is een vervangingsinvestering. Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen zijn in het investeringsplan vertaald. Het betreft een vervangingsinvestering. 533 Veldafscheiding sportpark Irene Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen zijn in het investeringsplan vertaald. 534 Toplaag renovatieveld 111 Sportpark Irene + ballenvangers Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen zijn in het investeringsplan vertaald. Het betreft een vervangingsinvestering. 535 Beregening veld 701 Sportpark Elsenburg Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. 536 Hekken sportpark Elsenburg Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. De investeringen in het voorgaande investeringsplan van afrastering, ballenvangers € 58.000,- en tegelverharding € 94.000,- zijn vervallen. Als gevolg hiervan wordt deze investering verhoogd van € 34.000,- naar € 126.000,- en een jaar later, in 2014, uitgevoerd. 537 Diverse investeringen voortvloeiend uit meerjarenonderhoudsplan sportparken Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. In deze investering zijn diverse kleine investeringen opgenomen. Het bedrag is jaarlijks beschikbaar, met uitzondering van 2012. 538 Terreinafrastering renoveren/vervangen Sportpark Hoekpolder Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. 539 Renovatie softbalveld 305 Sportpark Hoekpolder Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. Indien op dit park het honkbalveld met voetbalveld wordt gerealiseerd komt deze investering te vervallen.
Investeringsplan 2012-2015 227
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
540
Vervanging toplaag kunstgrashockeyvelden
Jaar van investeren
582
417
Speeltuinwerk Vervanging en herinrichten van speelplekken in de wijk
Vervanging hekwerken
Totaal programma
2015
x 1.000 10,00
2014
1.099 5800 581
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
-
-
-
-
70 70 70
10,00 10,00 10,00
2013 2014 2015
-
-
20 20 20
6,67 6,67 6,67
2012 2013 2014
20
6,67
2015
-
-
-
58 16
91
10
10 10
2
2 2
-
2 2 2 -
290
-
2
14
26
1.389
-
2
30
117
Investeringsplan 2012-2015 228
540 Vervanging toplaag kunstgrashockeyvelden Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. 5800
SPEELTUINWERK
581 Vervanging en herinrichting van speelplekken in de wijk Dit krediet is bestemd voor het vervangen en herinrichten van openbare speelvoorzieningen in de wijk. Jaarlijks worden op basis van de meest recente inspectiegegevens de exacte locaties bepaald. 582 Vervanging hekwerken Dit krediet is bestemd voor het vervangen van hekwerken. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald.
Investeringsplan 2012-2015 229
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 6310 631
Multifunctionele gebouwen Renovatie dak Stervoorde
632
Vervanging ketels Laan Hofrust 4
633
Renovatie dak de Ottoburg
634
120
2,50
2014
-
-
-
8
16
6,67
2014
-
-
-
2
582
2,50
2014
-
-
-
38
Vervanging ketels P. van Vlietlaan 10
28
6,67
2013
-
-
3
3
635
Vervanging ketels P. van Vlietlaan 8
18
6,67
2013
-
-
2
2
636
Vervanging CV-ketels Schouwburg
80
5,00
2013
-
-
7
7
637
Ottoburg vervangen CV-regelapparatuur
25
5,00
2013
-
-
2
2
869
-
-
14
61
869
-
-
14
61
Totaal programma
Investeringsplan 2012-2015 230
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 6310
MULTIFUNCTIONELE GEBOUWEN
631 Renovatie dak Stervoorde Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moet het dak van het gebouw Stervoorde vervangen worden. 632 Vervanging ketels Laan Hofrust 4 Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de ketels in het gebouw Laan Hofrust/Oude Raadhuis vervangen worden. 633 Renovatie dak de Ottoburg Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moet het dak van de welzijnsaccommodatie de Ottoburg gerenoveerd worden. 634 Vervanging ketels P. van Vlietlaan 10 Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de 3 gaswandketels van het gebouw P. van Vlietlaan 10 vervangen worden. 635 Vervanging ketels P. van Vlietlaan 8 Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de 2 gaswandketels van het gebouw P. van Vlietlaan 8 vervangen worden. 636 Vervanging CV-ketels Schouwburg Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de CV-ketels van de Schouwburg vervangen worden. 637 Ottoburg vervangen CV-regelapparatuur Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moet de CV-regelapparatuur van het gebouw De Ottoburg vervangen worden.
Investeringsplan 2012-2015 231
Investerings- Afschr. bedrag Perc.
Jaar van investeren
No.
Investeringsobject
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Programma Wonen en Leven 5600 561
562
563
Openbaar groen en openluchtrecreatie Herstel asfaltpaden in parken en plantsoenen
Vervanging bomen
Snoei risicobomen
22 22 22
5,00 5,00 5,00
2012 2013 2014
22
5,00
2015
100 100
5,00 5,00
2012 2013
100 100
5,00 5,00
2014 2015
210
100,00
2012
50 50
100,00 100,00
2013 2014
50
100,00
2015
848 7210 721
Afvalverwijdering en -verwerking Ondergrondse inzameling (binnenbak)
722
Ondergrondse inzameling (buitenbak)
724
Riolering en waterzuivering Vervanging vrijvervalriolen
Vervanging gemalen en persleidingen
Milieubeheer Geluidsanering
-
-
-
2 2 -
9
2 2 2 -
9
9
9
9 9
-
-
-
-
-
-
-
210 -
50
-
-
-
-
-
50
50
61
72
82
10,00 10,00
2012 2013
-
74 -
72 112
70 109
280 257
5,00 5,00
2012 2013
-
25 -
25 23
24 23
-
99
231
225
5
5 5
5 5
85 85
1,67 1,67
2012 2013
-
-
85 85
1,67 1,67
2014 2015
-
-
127
6,67
2012
-
127 127
6,67 6,67
2013 2014
127
6,67
2015
-
126
5,00
126
Investeringsplan 2012-2015 232
2
529 798
848 7230 731
-
210
1.864 7220 723
-
2013
-
14 18
5 13
13
14
13 14 -
36
54
-
-
-
11
11
-
-
11
11
Programma Wonen en Leven 5600
OPENBAAR GROEN EN OPENLUCHTRECREATIE
561 Herstel asfaltpaden in parken en plantsoenen Dit krediet is bestemd voor het vervangen van asfaltpaden in parken en plantsoenen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald. 562 Vervanging bomen Dit krediet is bestemd voor het terugplaatsen van bomen die vanwege ouderdom of ziekte zijn verwijderd. 563 Snoei risicobomen Voor bomen voldoet de gemeente niet aan de zorgplicht. In 2009 zijn alle bomen geïnspecteerd. Daaruit blijkt dat 1 op de 4 bomen aangemerkt mag worden als risicoboom. Dat wil zeggen, er is grof dood hout aanwezig dat verwijderd moet worden. Voor 2012 worden extra middelen beschikbaar gesteld om alle risicobomen aan te pakken. 7210
AFVALVERWIJDERING EN -VERWERKING
721 Ondergrondse inzameling (binnenbak) 722 Ondergrondse inzameling (buitenbak) In het beheerplan voor de aanleg en vervanging van ondergrondse containers zijn de volgende locaties de komende jaren voorzien: 2012: Cromvliet, Stationskwartier. 2013: Rembrandtkwartier, Havenkwartier. 2014: N.v.t. 2015: N.v.t. 7220
RIOLERING EN WATERZUIVERING
723 Vervanging vrijvervalriolen 724 Vervangen gemalen en persleidingen Dit krediet is bestemd voor (kleinschalige) vervangingen van vrijvervalriolen, persleidingen en gemalen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald. 7230
MILIEUBEHEER
731 Geluidsanering Het gaat hier om het restdeel van woningen op de zogenaamde A-lijst aan de Haagweg (geluidbelasting op gevel van ten minste 65 dB (A)) dat nog niet gesaneerd is.
Investeringsplan 2012-2015 233
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
8100 811
Investeringsobject
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Ruimtelijke ordening Vervanging luchtfoto's
20 20
25,00 25,00
2013 2014
-
-
-
20
25,00
2015
-
-
-
-
6
6 6
812
Vervangen A0 scanner/plotter
40
25,00
2015
-
-
-
-
813
Vervangen pencomputers
26
20,00
2015
-
-
-
-
814
Vervangen Tachymeter
55
20,00
2014
-
-
-
13
815
Vervangen vouwmachine
29
20,00
2014
-
-
-
7
8210
Wijkontwikkeling
821
Wijkvernieuwing Te W erve West
536
5,00
2015
-
-
-
-
-
210
179
746 Totaal programma
4.432
Investeringsplan 2012-2015 234
6
32
357
404
8100
RUIMTELIJKE ORDENING
811 Vervanging luchtfoto’s Bij het ontwikkelen van stedenbouwkundige plannen, bestemmingsplanbeoordeling en -onderzoek, alsmede bij de jaarlijkse taxaties in het kader van de wet WOZ en de aansluiting van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG), zijn luchtfoto's onontbeerlijk. De WOZ en de BAG stellen ook steeds hogere eisen aan de recentheid en kwaliteit van het fotomateriaal. Jaarlijks vergt dit een investering van € 20.000,-. 812 Vervangen A0 scanner/plotter Het vervangen van de A0 scanner/plotter was nog niet opgenomen in de investeringsbegroting. Het betreft reguliere vervangingsinvestering. Met een afschrijftermijn van 4 jaar zou deze investering in 2015 weer terugkomen. 813 Aanschaf pencomputers Om de basiskaart zo actueel mogelijk te houden is naverkennen noodzakelijk. Met behulp van een pencomputer is het mogelijk om mutaties direct in de basiskaart te verwerken. Op deze manier kan er een behoorlijk efficiencyvoordeel worden behaald. 814 Vervangen Tachymeter Het vervangen van de tachymeter was nog niet opgenomen in de investeringsbegroting. Het betreft een reguliere vervangingsinvestering met een afschrijftermijn van 5 jaar. 815 Vervangen vouwmachine De leverancier heeft aangegeven dat voor de huidige vouwmachine steeds moeilijker onderdelen verkrijgbaar zijn. Met vervanging van de vouwmachine was nog geen rekening gehouden. Uitgangspunt is een afschrijving in 5 jaar zodat de investering in 2014 weer terug zal komen. 8210
WIJKONTWIKKELING
821 Wijkvernieuwing Te Werve West Ten behoeve van de uitvoering van herstructurering in Te Werve West (onderdeel van het wijkontwikkelingsplan Te Werve) is momenteel in het investeringplan 2012-2015 de herinrichting van het park de Driesprong opgenomen. De sloop + herinrichting van de voormalige Johannneskerk(locatie) was in 2011 geraamd. De feitelijke sloop van de kerk staat gepland voor het 1e kwartaal van 2012, met de voorbereiding is reeds in 2011 gestart. De uitvoering van de herinrichting van het park staat nu voor 2015 op de rol. Begin 2012 wordt aan de raad een bouwgrondexploitatie voorgelegd waarin alle kosten en opbrengsten rondom de uitvoering van de herstructurering integraal verwerkt zullen zijn. Alsdan kan bezien worden of met de nu in de begroting opgenomen bedragen volstaan kan worden.
Investeringsplan 2012-2015 235
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
x 1.000
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien
011
012
Bedrijfsvoering ICT/BAG Vervanging en uitbreiding netwerksoftware idem Idem, inclusief netwerkcomponenten Migratiekosten Oracle
65 65 65
25,00 25,00 25,00
2013 2014 2015
-
-
-
20 20
33,33 33,33
2013 2015
-
-
-
-
-
-
19
18 19 -
7
7
013
Aanschaf officesuite licenties
140
33,33
2015
-
-
014
Modernisering GBA
250
20,00
2013
-
-
60
58
-
-
86
102
-
-
15
15 15
-
-
625
015
Bedrijfsvoering Documentmanagement Documentaire informatievoorziening
63 62
20,00 20,00
2013 2014
63
20,00
2015
188
-
15
29
Bedrijfsvoering Facilitair 016
Vervangen grootformaat printer
42
25,00
2015
-
-
-
-
017
Meubilair trouwzaal, publiekshal, spreekkamers
45
10,00
2015
-
-
-
-
018
Meubilair foyer, bedrijfsrestaurant
70
10,00
2015
-
-
-
-
019
Meubilair raadszaal, stoelen, tafels, catheders
200
10,00
2015
-
-
-
-
Investeringsplan 2012-2015 236
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Bedrijfsvoering ICT/BAG 011 Vervanging en uitbreiding netwerkcomponenten en netwerksoftware Betreft de licenties voor de netwerksoftware (GroupWise, netwerk, internettoegang) die aangeschaft/vervangen/uitgebreid moeten worden tegelijk met de vervanging van de servers waar ze op draaien. 012 Migratiekosten Oracle De gemeente Rijswijk maakt voor zijn grote applicaties (waaronder burgerzakensysteem, belastingsysteem, financieel systeem) gebruik van Oracle databases. In 2010 is de migratie naar versie 10 uitgevoerd. 013 Aanschaf officesuite licenties Driejaarlijks worden de PC's vervangen. Dat is ook het moment waarop de officepakketten (Word, Excel etc.) worden vervangen. 014 Modernisering GBA Door de centrale overheid verplichte modernisering van de basisregistratie personen brengt in de periode 2012-2015 uitgaven met zich mee, waarmee in de begroting niet is voorzien. Voor 2012 was een investeringsbedrag van € 250.000,- gepland als eenmalige investering voor de aanschaf en implementatie van het nieuwe systeem en bijbehorende modules. Bedrijfsvoering Documentmanagement 015 Documentaire informatievoorziening Dit zijn investeringen ten behoeve van het stroomlijnen van het (e-)documentenproces. Bedrijfsvoering Facilitair 016 Vervangen grootformaat printer De grootformaatprinter is vanwege technische mankementen in 2010 vervangen. Daardoor kan de investering, die voor 2011 in het vorige investeringsplan gepland was, doorschuiven naar 2015. De printer is noodzakelijk voor het groot formaat printen, plotten en scannen. 017 Meubilair trouwzaal, publiekshal, spreekkamers, Het meubilair dateert uit 2003 met uitzondering van de bezoekersstoelen in de spreekkamers, deze dateren uit 1998. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zou het meubilair in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 45.000,-. 018 Meubilair foyer, bedrijfsrestaurant Het meubilair dateert uit 2003. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zou het meubilair in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 70.000,-. 019 Meubilair raadszaal, stoelen, tafels, catheders Het meubilair dateert uit 2003. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zou het meubilair in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 200.000,-.
Investeringsplan 2012-2015 237
Investerings- Afschr. bedrag Perc.
Jaar van investeren
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
2015
No.
Investeringsobject
x 1.000
020
Meubilair bestuur en directie
100
10,00
2015
-
-
-
-
021
Meubilair werkplekken
200
10,00
2015
-
-
-
-
022
Meubilair bureaustoelen
275
10,00
2015
-
-
-
-
023
Meubilair werkruimten medewerkers en de Hilvoordezaal
60
10,00
2015
-
-
-
-
024
Meubilair werkruimten kasten
300
10,00
2015
-
-
-
-
025
Restaurant en pantry apparatuur
25
10,00
2015
-
-
-
-
026
Audiovisuele middelen
25
10,00
2015
-
-
-
-
027
Vervanging telefooncentrale
275
10,00
2015
-
-
-
-
028
Vervanging vloerbedekking
450
10,00
2015
-
-
-
-
029
Vervanging zon/lichtwering
120
2,86
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
2.187
Investeringsplan 2012-2015 238
020 Meubilair bestuur en directie Het meubilair dateert uit 2004. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zou het meubilair in 2014 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 100.000,-. 021 Meubilair werkplekken In 2003 zijn er 355 werkplekken aangeschaft. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zou het meubilair in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 200.000,-. 022 Meubilair bureaustoelen In de jaren 2003-2004 zijn alle bureaustoelen vervangen. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zouden de bureaustoelen in 2013- 2014 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 275.000,-. 023 Meubilair werkruimten medewerkers en de Hilvoordezaal De beschikbare vergaderstoelen in de werkruimten van de medewerkers dateren uit de beginjaren 90. In dit investeringsplan is een investeringsbudget opgenomen van € 60.000,- in 2015. 024 Meubilair werkruimten kasten De roldeurkasten dateren uit een periode van 1990-2000 en zijn in 2003.meeverhuisd naar het nieuwe stadhuis. Op basis van de afschrijvingstermijnen zouden de kasten kunnen worden vervangen. Enkele dossier en tekeningkasten voldoen niet meer aan de eisen van de arbo en zullen moeten worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging van alle kasten bedraagt circa € 300.000,-. 025 Restaurant en pantry apparatuur De apparatuur, vriezers, koelers, kookplaten, afwasmachine, magnetron/ovens, etc. van het bedrijfsrestaurant en de pantry´s op de etages zijn in 2003 aangeschaft. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijnen zou de apparatuur in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 25.000,-. 026 Audiovisuele middelen De raadzaal, mediaruimte en een aantal vergaderruimte zijn voorzien van audiovisuele middelen in de vorm van beamers, geluidsinstallaties, schermen etc. Conform de afschrijvingstermijnen zou het meubilair in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 25.000,-. 027 Vervanging telefooncentrale De huidige telefooncentrale dateert uit 2003. De aanschafkosten bedroegen € 250.312,afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijn zou de telefooncentrale in 2013 worden vervangen. De telefooncentrale voldoet op dit moment, met de ingreep van een upgrade aan de huidige eisen. Toch wordt rekening gehouden, gezien het intensieve gebruik met een algehele vervanging in 2014. Een inschatting van de kosten € 275.000,-. 028 Vervanging vloerbedekking De huidige vloerbedekking is aangebracht in 2003. De aanschafkosten waren € 445.212,-. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijn zou de stoffering in 2013 worden vervangen. De stoffering voldoet op dit moment ten dele aan de eisen. Op een aantal plekken in het gebouw is een dwingende reparatie noodzakelijk. Hiervoor is geen budget beschikbaar. De te verwachtten kosten voor reparatie bedragen € 60.000,-. Vervanging van de gehele stoffering bedraagt € 450.000,-. 029 Vervanging zon/lichtwering De huidige zon en lichtwering dateert uit 2003/2004. De aanschafkosten waren € 114.000,De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Conform de afschrijvingstermijn zou de zon en lichtwering in 2013 worden vervangen. De zon en lichtwering voldoet op dit moment voor een groot deel aan de eisen. In de vergaderzalen op de eerste etage zou voor een deel van de zonwering vervanging moeten komen omdat het elektrische deel niet naar behoren werkt. De te verwachten kosten voor reparatie van de aanwezige zonwering bedraagt € 40.000,-. Inschatting van de kosten voor vervanging van alle zon/lichtweringen bedraagt € 120.000,-.
Investeringsplan 2012-2015 239
Investerings- Afschr. bedrag Perc. No.
Investeringsobject
031
Sociale Zaken Algemeen Vervanging uitkeringssysteem GW S
Jaar van investeren
420
041
Stadsbeheer Algemeen Vervanging kleine veegmachine
042
Vervanging middelgrote veegmachines
044
2015
x 1.000
20,00
2014
420
043
2012
Investeringsplan 2012-2015 ( * € 1.000) 2013 2014
-
-
101
-
-
-
101
-
27
72
33,33
2014
-
-
110
20,00
2013
-
-
115
20,00
2015
-
-
500
12,50
2013
-
-
53
12,50
2014
-
-
-
467
5,00
2015
-
-
-
-
1.317
-
-
109
141
4.737
-
-
210
374
63.344 2.726
1.049 1.049
1.286 974
1.458 484
1.748 219
60.618
-
312
974
1.529
Vervangen bedrijfsauto's
Vervangen elektrische installaties gemeentewerf
Totaal interne bedrijfsvoering Totaal programma's Waarvan investeringen t.l.v. het Investeringsfonds openbare ruimte Totaal programma's excl. investeringen t.l.v. het Investeringsfonds openbare ruimte
-
Investeringsplan 2012-2015 240
26 -
26 -
83
80 9
Sociale Zaken Algemeen 031 Vervanging uitkeringssysteem GWS In 2002 is besloten tot de aanschaf van GWS met een onderhoudscontract van 5 jaar. Op dit moment is er nog geen reden te veronderstellen dat het pakket vervangen moet worden. De levensduur van software is doorgaans beperkt, daarom is de verwachting dat in 2014 vervanging noodzakelijk is. Stadsbeheer Algemeen 041 Vervanging kleine veegmachines 042 Vervanging middelgrote veegmachines 043 Vervanging bedrijfsauto's Dit krediet is bestemd voor het vervangen van de bedrijfsauto’s van de gemeente en veegmachines. In 2010 heeft een efficiency onderzoek naar het gebruik en beheer van de gemeentelijke voertuigen plaatsgevonden. Op basis hiervan is het tractieplan en aansluitend het investeringsplan geactualiseerd. 044 Vervanging elektrische installaties gemeentewerf Dit krediet is bij de aankoop van het pand gereserveerd voor het vervangen van de elektrische installaties. In 2012 wordt een nieuw beheerplan opgesteld. Hierin wordt aangeven welke investeringen in het pand moeten worden uitgevoerd.
Investeringsplan 2012-2015 241
242
EMU-SALDO
243
244
EMU-SALDO (Bedragen x € 1000,-)
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verant-woord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
10
2011 Volgens realisatie tot en met sept. 2011, aangevuld met raming resterende periode
2012 Volgens begroting 2012
-4.898
-3.506
-461
6.145
7.029
7.538
0
0
0
6.642
7.559
8.632
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
561
645
645
0
0
0
nee
nee
nee
-5.956
-4.681
-2.200
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
EMU-saldo
245
2013 Volgens meerjarenraming in begroting 2012
246
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
247
Overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten Incidentele lasten
2012
Programma Verkeer en Vervoer Vervallen extra geraamde baggerwerkzaamheden
2013
2014
2015
-177.000
Programma Economie en werken Uitwerking economische visie pijler 3 Urbanisator Plaspoelpolder
50.000 100.000
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Beheer archieven
48.750
Programma Wonen en Leven Project Veilige Balkons Bouwgrondexploitatie TH-locatie
162.000 130.000
Algemene dekkingsmiddelen Project Participatie 2.0 Tijdelijke personeelscapaciteit
152.000 100.000
50.000 100.000
50.000 100.000
130.000
152.000
Reserves Evenwicht meerjarenbegroting
884.530
Totaal
742.750
Incidentele baten en lasten
248
255.000
150.000
884.530
Incidentele baten
2012
2013
Algemene dekkingsmiddelen Erfpacht Bastionhotel BTW-mengpercentage
700.000 400.000
Reserves Evenwicht meerjarenbegroting
2.694.000
982.410
3.794.000 -3.051.250
982.410 -727.410
Totaal Saldo
Incidentele baten en lasten
249
2014
0 150.000
2015
0 884.530
250
VERLOOP RESERVES
251
Verloop van de reserves Omschrijving
Saldo
Toevoegingen
Aanwendingen
Saldo
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
Algemene reserves Algemene dekkingsreserve
13.761.317,50
-
-
13.761.317,50
Activering grond golfterrein
1.588.230,76
-
-
1.588.230,76
530.469,07
-
3.676.410,00
-
2.694.000,00
982.410,00
19.556.427,33
-
2.694.000,00
16.862.427,33
58.470,15
-
6.694.335,23
-
13.409,62
-
-
13.409,62
285.000,00
-
-
285.000,00
4.392.478,40
-
254.950,00
4.137.528,40
149.242,83
-
48.000,00
101.242,83
297.000,00
28.118,19
Herwaardering aandelen gemeentelijke NV's Evenwicht meerjarenbegroting Totaal algemene reserves
530.469,07
Bestemmingsreserves Mantelzorg Nieuwbouw brandweerkazerne Realisatie kunst in de openbare ruimte MFC Braakensieklaan Wijkontwikkeling Decentrale arbeidsvoorwaarden
116.270,00
58.470,15 6.578.065,23
Flankerend beleid ihkv OB3
20.118,19
Organisatie-ontwikkeling
24.648,73
-
-
24.648,73
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
500.225,15
-
-
500.225,15
Revitalisering Oud-Rijswijk
157.461,19
-
Invoering BTW-compensatiefonds
305.000,00
-
50.000,00
107.461,19
54.804,01
584.760,00
540.560,00
99.004,01
Investeringen riolering
1.315.949,94
711.440,00
440.240,00
1.587.149,94
Afvalstoffenheffing
2.199.453,00
139.220,00
2.060.233,00
Gebouwenonderhoud buitenkant schoolgebouwen
713.474,57
Gemeentepersoneel
658.438,00
Bestemmingsplannen
-
-
1.120.474,57
-
-
658.438,00
231.259,06
-
-
231.259,06
Centrum voor Jeugd en Gezin
233.520,00
-
-
233.520,00
Landgoederenzone
298.350,00
-
Groot onderhoud wegen Vastgoed Investeringsfonds openbare ruimte
407.000,00
-
320.000,00
105.300,00 -
193.050,00 320.000,00
163.330,00
-
100.000,00
63.330,00
1.121.720,00
-
1.048.460,00
73.260,00
Totaal bestemmingsreserves
19.285.688,07
2.328.200,00
3.140.000,00
18.473.888,07
Totaal van de reserves
38.842.115,40
2.328.200,00
5.834.000,00
35.336.315,40
Overzicht van het verloop van de reserves
252
Saldo
Saldo
Saldo
31-12-2013
31-12-2014
31-12-2015
13.724.307,50
13.637.207,50
13.761.317,50
1.588.230,76
1.588.230,76
1.588.230,76
530.469,07
530.469,07
530.469,07
-
-
884.530,00
15.843.007,33
15.755.907,33
16.764.547,33
58.470,15
58.470,15
58.470,15
6.455.985,23
6.327.805,23
6.199.625,23
13.409,62
13.409,62
13.409,62
285.000,00
285.000,00
285.000,00
3.873.158,40
3.608.788,40
3.317.618,40
53.242,83
53.242,83
53.242,83
36.118,19
44.118,19
52.118,19
24.648,73
24.648,73
24.648,73
500.225,15
500.225,15
500.225,15
57.461,19
-
-
143.204,01
187.404,01
231.604,01
2.267.859,94
3.355.959,94
4.841.729,94
1.740.473,00
1.321.403,00
832.113,00
1.527.474,57
1.934.474,57
2.341.474,57
733.998,00
733.998,00
733.998,00
231.259,06
231.259,06
231.259,06
233.520,00
233.520,00
233.520,00
93.600,00
-
-
640.000,00
960.000,00
1.280.000,00
63.330,00
63.330,00
63.330,00
-
-
-
19.032.438,07
19.937.056,88
21.293.386,88
34.875.445,40
35.692.964,21
38.057.934,21
Overzicht van het verloop van de reserves
253
254
VERLOOP VOORZIENINGEN
255
Verloop van de voorzieningen Omschrijving
Saldo 1-1-2012
Toevoegingen 2012
Aanwendingen 2012
Saldo 31-12-2012
Voorzieningen voor verplichtingen en risico's T.b.v. herbestraten bouwlocaties (nazorg)
131.507,50
-
-
Pensioenen wethouders
312.082,56
-
T.b.v. gevolgen kastanjeziekte
100.694,72
-
-
100.694,72
Planschade J. Braakensieklaan
224.390,00
-
-
224.390,00
T.b.v. herstraten sleuven
114.107,17
-
-
114.107,17
Totaal voorzieningen voor verplichtingen en risico's
882.781,95
-
20.270,00
20.270,00
131.507,50 291.812,56
862.511,95
Voorzieningen ter egalisering van kosten Onderhoud kunst in de openbare ruimte
35.842,70
15.940,00
-
51.782,70
Onderhoud gemeentelijk vastgoed
281.822,80
47.520,00
-
329.342,80
Onderhoud welzijnsaccommodaties (MOP)
499.969,05
581.700,00
-
1.081.669,05
Totaal voorzieningen ter egalisering van kosten
817.634,55
645.160,00
-
1.462.794,55
1.700.416,50
645.160,00
Totaal voorzieningen
Overzicht van het verloop van de voorzieningen
256
20.270,00
2.325.306,50
Saldo 31-12-2013
Saldo 31-12-2014
Saldo 31-12-2015
131.507,50
131.507,50
131.507,50
271.542,56
251.272,56
231.002,56
100.694,72
100.694,72
100.694,72
224.390,00
224.390,00
224.390,00
114.107,17
114.107,17
114.107,17
842.241,95
821.971,95
801.701,95
67.722,70
83.662,70
99.602,70
376.862,80
424.382,80
471.902,80
1.663.369,05
2.245.069,05
2.826.769,05
2.107.954,55
2.753.114,55
3.398.274,55
2.950.196,50
3.575.086,50
4.199.976,50
Overzicht van het verloop van de voorzieningen
257
258
VERLOOP VOORUITONTVANGSTEN SUBSIDIES (VOORHEEN VOORZIENINGEN)
259
Vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen) Omschrijving
Saldo 1-1-2012
Toevoegingen 2012
Aanwendingen 2012
Saldo 31-12-2012
Onderwijsachterstandbeleid OAB (voorheen GOA)
271.073,96
-
-
271.073,96
Participatiebudget: educatie
514.908,99 93.303,52 53.135,91 102.754,00 83.531,23
-
-
514.908,99
-
-
93.303,52
-
-
53.135,91
-
-
102.754,00
-
-
83.531,23
-
-
938.484,92
-
-
722.431,12
WI cohort 2008
938.484,92 722.431,12 1.206.954,97 543.238,00 1.174.927,27 31.543,07 678.773,01 743.994,53
Participatiebudget: inburgering
Klantmanagement Bijstand (Wfa oud 2003) WFA (nieuw 2004) EU-richtlijnen omgevingslawaai WIN VWS (RBN) Weg- en railverkeerslawaai Participatiebudget: re-integratie BWS gelden
-
1.231.070,00
24.115,03-
-
-
543.238,00
-
-
1.174.927,27
-
-
31.543,07
-
-
678.773,01
-
-
743.994,53
1.707.597,00
-
-
1.707.597,00
Buurt-, Onderwijs- en Sportimpuls (BOS)
120.769,23
-
-
120.769,23
Generaal Pardon
201.600,00
-
-
201.600,00
43.160,11
-
-
43.160,11
Uitvoering Generaal Pardon
116.350,80
-
-
116.350,80
Extra middelen schulphulpverlening 2009-2011
226.844,00
-
-
226.844,00
Tijd.stimuleringsreg.woningb.proj.Paulinesymfonie
714.000,00
-
-
714.000,00
81.679,09
-
-
81.679,09
10.371.054,73
-
39.000,00
-
-
39.000,00
Herinrichting speelplekken (ISV-3)
210.000,00
-
-
210.000,00
Herinrichting tunneldak (ISV-3)
220.000,00
-
-
220.000,00
Restauratie Steenplaetsbrug (ISV-3)
912.000,00
-
-
912.000,00
Geluidsanering (ISV-3)
329.000,00
-
-
329.000,00
Opwaarderen onderhoudsniveau Landgoederenzone(ISV-3)
580.000,00
-
-
580.000,00
Uitvoering fietsbeleid (ISV-3)
410.000,00
-
-
410.000,00
Herinrichting Haagweg (ISV-3)
500.000,00
-
-
500.000,00
1.691.000,00
-
-
1.691.000,00
415.000,00
-
-
415.000,00
5.306.000,00 15.677.054,73
-
-
5.306.000,00
BLS-Vinac subsidie Pilot wet inburgering WI cohort 2007
RMC middelen
Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) Totaal (exclusief ISV-3) Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV-3)
Bouw Brede School de Melodie (ISV-3) Aanleg kunstgrasvelden (ISV-3) Totaal ISV-3 Totaal vooruitontvangen subsidies (voorheen vz)
-
1.231.070,00
1.231.070,00
Overzicht vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen)
260
9.139.984,73
14.445.984,73
Saldo 31-12-2013
Saldo 31-12-2014
Saldo 31-12-2015
271.073,96
271.073,96
271.073,96
514.908,99
514.908,99
514.908,99
93.303,52
93.303,52
93.303,52
53.135,91
53.135,91
53.135,91
102.754,00
102.754,00
102.754,00
83.531,23
83.531,23
83.531,23
938.484,92
938.484,92
938.484,92
722.431,12
722.431,12
722.431,12
24.115,03-
24.115,03-
24.115,03-
543.238,00
543.238,00
543.238,00
1.174.927,27
1.174.927,27
1.174.927,27
31.543,07
31.543,07
31.543,07
678.773,01
678.773,01
678.773,01
743.994,53
743.994,53
743.994,53
1.707.597,00
1.707.597,00
1.707.597,00
120.769,23
120.769,23
120.769,23
201.600,00
201.600,00
201.600,00
43.160,11
43.160,11
43.160,11
116.350,80
116.350,80
116.350,80
226.844,00
226.844,00
226.844,00
714.000,00
714.000,00
714.000,00
81.679,09
81.679,09
81.679,09
9.139.984,73
9.139.984,73
9.139.984,73
39.000,00
39.000,00
39.000,00
210.000,00
210.000,00
210.000,00
220.000,00
220.000,00
220.000,00
912.000,00
912.000,00
912.000,00
329.000,00
329.000,00
329.000,00
580.000,00
580.000,00
580.000,00
410.000,00
410.000,00
410.000,00
500.000,00
500.000,00
500.000,00
1.691.000,00
1.691.000,00
1.691.000,00
415.000,00
415.000,00
415.000,00
5.306.000,00
5.306.000,00
5.306.000,00
14.445.984,73
14.445.984,73
14.445.984,73
Overzicht vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen)
261
262
INVESTERINGS- EN FINANCIERINGSSTAAT
263
Investerings- en financieringsstaat 2012 Mutaties (+) Mutaties (-)
01-01
31-12
Investeringen Immateriële vaste activa
0
0
0
0
- Economisch nut
68.713.246
5.434.138
4.434.222
69.713.162
- Maatschappelijk nut *
34.256.464
2.382.528
2.536.333
34.102.660
Financiële vaste activa
11.796.789
84.810
2.683.118
9.198.481
114.766.499
7.901.476
19.261.180
627.068
134.027.679
8.528.544
- Algemene reserves (inclusief niet besteedbare reserves)
19.556.427
0
2.694.000
16.862.427
- Bestemmingsreserves
19.285.688
2.328.200
3.140.000
18.473.888
1.700.417
645.160
20.270
2.325.307
- Opgenomen langlopende geldleningen
63.849.475
12.500.000
6.740.081
69.609.395
- Nog te betalen posten (voorheen voorzieningen)
15.677.055
0
1.231.070
14.445.985
Totaal financieringsmiddelen
120.069.062
15.473.360
Financieringstekort (= -/-) / overschot (= +/+)
-13.958.617
6.944.816
Materiële vaste activa
Totaal vaste activa Onderhanden werk (incl. bouwgrondexploitaties) **
Totaal vaste activa en onderhanden werk
9.653.673 113.014.303 0
19.888.248
9.653.673 132.902.551
Financiering Eigen vermogen
Vreemd vermogen - Voorzieningen
13.825.421 121.717.001 4.171.748
-11.185.549
* De gronden Eikelenburg ad € 12.668.320 zijn in mindering gebracht op de materiële vaste activa maatschappelijk nut. Hier is een aparte financieringsconstructie voor afgesloten. ** De voorziening toekomstige verliezen bouwgrondexploitaies ad € 5.855.000 is in mindering gebracht op het onderhanden werk. De grondexploitatie Rijswijk-Zuid is eveneens in mindering gebracht, hier is een aparte financieringsconstructie voor afgesloten. Investerings- en financieringsstaat
264
31-12-2013
31-12-2014
31-12-2015
0
0
0
70.443.888
76.288.025
87.727.496
34.631.934
36.736.220
42.015.341
9.055.832
7.706.817
7.509.942
114.131.655 120.731.061 137.252.779 20.540.398
21.218.634
21.924.001
134.672.053 141.949.695 159.176.780
15.843.007
15.755.907
16.764.547
19.032.438
19.937.057
21.293.387
2.950.197
3.575.087
4.199.977
72.109.395
77.609.395
91.609.395
14.445.985
14.445.985
14.445.985
124.381.022 131.323.430 148.313.290 -10.291.031
-10.626.265
-10.863.490
Investerings- en financieringsstaat
265
266
NIEUW BELEID
267
268
Nieuw beleid
2012
2013
2014
2015
Uitwerking Economische Visie Urbanisator Plaspoelpolder Duurzaamheid
50.000 100.000 32.000
50.000 100.000 32.000
50.000 100.000 32.000
57.470
Totaal
182.000
182.000
182.000
89.470
Programma/ kostenplaats
1e Halfjaarrapportage 2011 Economie en Werken Economie en Werken
32.000
Wonen en Leven
2e Halfjaarrapportage 2011 Project Participatie 2.0
152.000
152.000
Totaal
152.000
152.000
-
-
Duurzaamheid
32.000
32.000
32.000
32.000
Totaal
32.000
32.000
32.000
32.000
366.000
366.000
214.000
121.470
Sociale zaken
Begroting 2012
Totaal generaal
Nieuw beleid
269
Wonen en Leven
270
BESLUITEN
Besluiten 271
Besluiten 272
273
Besluiten 274
275
Besluiten 276
277
278
AFKORTINGEN
279
Afkorting
Omschrijving
Amv B
Algemene Maatregel van Bestuur
AMW
Algemeen Maatschappelijk Werk
AFAC
Algemene fiets afhaal centrale
AMSONAC
La Asociacioné Mujeres Sol Naciente de Condega
APV
Algemene Plaatselijke Verordening
ASHG
Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BBR
Belangenvereniging Bedrijven Rijswijk
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
Bbz
Bijstandsbesluit Zelfstandigen
BG
Basiskaart GrootschaligeTopografie
BIZ
Bedrijven Investeringszone
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
BOA's
inspecteurs Bijzondere wetten en inspecteurs Openbaar Gebied
BOR fonds
Bereikbaarheidsoffensief Randstad fonds
BOS-impuls
Buurt,Onderwijs, Sport project
BRIM
Besluit Rijksubsidiering Instandhouding Monumenten
BSO
Buitenschoolse opvang
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken
BZS-K
Burgerzakensysteem Kern
CAO
Colectieve arbeidsovereenkomst
CFV
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Chw
Crisis- en herstelwet
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
DMS
Document Management Systeem
DPL
Duurzaamheidsprestatie op locatie
DSW
Dienst Sociale Werkvoorziening
DURP
Digitale Uitwisseling in ruimtelijke processen
EZ
Economische zaken
FIDO
Financiering Decentrale Overheden
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden
GBA
Gemeentelijke Basisadministratie
GFT
Groente-, fruit- en tuinafval
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GRP
Gemeentelijk rioleringsplan
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
ID -banen
In en doorstroom banen
IMI
Interne Markt Informatiesysteem
Ioaw
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers
Ioaz
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
IOG
toezicht milieuzone
KCC
Klant Contact Centrum
KCA
Klein chemisch afval
KPI
Kernprestatie indicatoren
KWD afval
kantoor-, winkel en dienstenafval
LAP-z
Landelijk Afvalbeheerplan
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
NNGB
Nederlandse Norm Gezond Bewegen
NT2
Nederlands als tweede taal
NUP
Nationaal Uitvoeringsprogramma
OAB
Onderwijsachterstandbeleid
OB3
Ombuiging 3e fase
OGGZ
Openbare geestelijke gezondheidszorg
OKE
Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie
OM
Openbaar Ministerie
OPK
kunststof, pod papier en karton
OSB
overheidsservice bus
OVD
Officier van Dienst
Ov Haltes
Openbaar Vervoer haltes
Afkortingen 280
Afkorting
Omschrijving
OWEB
textiel en overig wit- en bruingoed
OZB
Onroerendezaakbelasting
PPP
Plaspoelpolder
RAS
Regionale Agenda Samenleving
RCC
Rijswijks Cultuurhistorisch Centrum
RPA verband
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid
RTV Rijswijk
Rijswijk Televisie Informatie Rijswijk
SMW
Schoolmaatschappelijk Werk
SOB
Samenwerkingsverband Onderwijs Bedrijven
SPOR
Sociaal Psychiatrisch Overleg
SPP
Strategische personeelsplanning
SWHR-BIZ
Stichting Winkelcentrum Historisch Rijswijk Bedrijfs Investerings Zone
SWOT-analyse
Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats analyse (Sterkte-Zwakte Analyse)
SW bedrijven
Sociale werkvoorziening bedrijven
SWR
Sociaal-Wetenschappelijke Raad
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VMBO VNG
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vereniging Nederlandse Gemeenten
VRH
Veiligheidsregio Haaglanden
VRIS
Veiligheid rond en in scholen
VVE
Voor- en vroegschoolse educatie
WEB
Wet educatie Beroepsonderwijs
Wet OKE
Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie
WABO
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
WEC
Wet op expertisecentra
Wgr
Wet gemeenschappelijke regelingen
WIJ
Wet Investeren in Jongeren
WW
Wet Werkloosheid
Wet WIA
Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen
Will traject
Welzijn Informatievoorziening Lokaal en Landelijk
WMO
Wet milieubeheer
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Wob
Wet openbaarheid van bestuur
WOP
Wijk ontwikkelingsplan
Wouw
Wijzer ouder worden
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
Wcpv/WMO
Wet collectieve Preventie / Wet maatschappelijke Ondersteuning
WPG
Wet Publieke Gezondheidszorg
WPO
Wet op Primair Onderwijs
WRO
Wet ruimtelijke ordening
WSNP
Wet schuldsanering natuurlijke personen
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WSW
Waarborgfonds Sociale Woningbouw
WVO
Wet op Voortgezet Onderwijs
WVR
Wet Veiligheidsregio's
WWB
Wet werk en bijstand
WWIK
regeling voor kunstenaars
WWnV
Wet Werken naar Vermogen
Afkortingen 281