Programmabegroting 2016-2019
Gemeente Enschede
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................................... 2 1. Duurzaam, Samen, Sterker ............................................................................................................... 3 1.1. Voortgang politieke prioriteiten ......................................................................................................... 7 2. Financieel middelenkader............................................................................................................... 13 2.1. Wijzigingen sinds Zomernota ......................................................................................................... 13 2.2. Middelenkader 2016-2019 .............................................................................................................. 14 2.3. Structurele bezuinigingen ............................................................................................................... 15 2.4. Incidentele bezuinigingen ............................................................................................................... 17 2.5. Maatregelen Sociaal Domein ......................................................................................................... 19 2.6. Innovaties in Sociaal Domein: Transformatieagenda en sociaal deelfonds ................................... 23 2.7. Maatregelen Fysiek Domein ........................................................................................................... 26 2.8. Maatregelen begrotingsprogramma Dienstverlening en Financieel Beleid .................................... 28 2.9. Overige ontwikkelingen .................................................................................................................. 31 3. Programma's .................................................................................................................................... 35 3.1. Maatschappelijke ondersteuning .................................................................................................... 35 3.2 Versterken Economie ...................................................................................................................... 42 3.3. Duurzame leefomgeving................................................................................................................. 51 3.4. Dienstverlening en financieel beleid ............................................................................................... 64 3.5. Herprioriteren beleidscapaciteit ...................................................................................................... 72 4. Paragrafen ........................................................................................................................................ 73 4.1. Lokale heffingen ............................................................................................................................. 73 4.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................................................... 77 4.3. Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................................................... 81 4.4. Financiering .................................................................................................................................... 88 4.5. Bedrijfsvoering ................................................................................................................................ 91 4.6. Verbonden partijen ......................................................................................................................... 92 4.7. Grondbeleid .................................................................................................................................. 104 4.8. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken ..................................................................... 104 5. Financiële begroting ..................................................................................................................... 105 5.1. Grondslagen ................................................................................................................................. 105 5.2. Overzicht baten en lasten ............................................................................................................. 105 5.3. Uiteenzetting financiële positie ..................................................................................................... 106 Bijlagen ............................................................................................................................................... 112 6.1. Incidentele baten en lasten........................................................................................................... 112 6.2. Staat van reserves ........................................................................................................................ 115 6.3. Staat van voorzieningen ............................................................................................................... 117 6.4. Wat mag het kosten? .................................................................................................................... 118 6.5. Staat van vervangingsinvesteringen ............................................................................................ 132 6.6. Ruimtelijke projecten .................................................................................................................... 133 6.7. Subsidies ...................................................................................................................................... 135 6.8. Meerjaren Prognose Parkeerbeheer (MPP) ................................................................................. 141 6.9. Overzicht indicatoren financiële positie ........................................................................................ 142 6.10. Aangenomen amendementen en moties ................................................................................... 144
blz. 2 (van 145)
1. Duurzaam, Samen, Sterker Kansen pakken door grenzen te verleggen Bij de Zomernota hebben we aangegeven te willen versnellen om de groei ten volle te benutten. We hebben weer wind in de rug en dus richten wij ons nog meer op kansen pakken voor Enschede, voor Twente en onze inwoners. Kansen die liggen op voor inwoners belangrijke zaken als een (andere) baan, betaalbare en goede zorg, goed onderwijs, een veilige woon- en leefomgeving en voldoende inkomen voor degenen die daar niet zelf voor kunnen zorgen. Dat kansen pakken heeft de afgelopen jaren ook echt gewerkt; Enschede heeft de weg omhoog gevonden, zoals ook blijkt uit de verbetering van onze score op (diverse) lijstjes. Bij de behandeling van de Zomernota heeft de raad kaders aan het college meegegeven voor het pakken van (nog) meer kansen: In deze begroting ziet u welke concrete acties we hiervoor in 2016 gaan inzetten. We laten ons hierbij niet gauw remmen door grenzen, van welke aard dan ook. Integendeel wij zien steeds meer de voordelen van grenzen overschrijden en van onze ligging aan de grens. Het doorbreken van grenzen is, naast het innoveren van onze dienstverlening, dan ook de rode draad voor 2016. Grenzeloze stad als kans voor economische ontwikkeling In Duitsland zijn er veel niet in te vullen vacatures en in Enschede veel inwoners die (opnieuw) aan het werk willen. We verbinden daarom de Duitse vraag met het Nederlandse aanbod onder het motto ‘ grenzeloos werken, leren, investeren’. Door de grenzen te slechten lossen we elkaars problemen op. Belangrijke voorwaarde daarvoor is dat we zowel in Duitsland als Enschede de werkgeversbehoeften in beeld hebben en leidend maken. We willen daarom de werkgevers (nog) beter leren kennen. Voorbeelden als Upperside en House of Snobs en de herontwikkeling van de Hofpassage laten zien dat Enschede steeds meer in trek is bij investeerders. We (her)ontwikkelen het Schuttersveld tot modern Woonplein en stimuleren initiatieven in de binnenstad. Dat zorgt voor een bruisende stad en groei van het aantal banen. We zien dat de aantrekkende economie ook in Enschede haar vruchten afwerpt. Tegelijkertijd ruimen we onze eigen regels en procedures grotendeels op. We heffen grenzen tussen regels op. De nieuwe Omgevingswet vormt voor ons hierbij de lakmoesproef: betere dienstverlening met minder regels.
Grenzeloze dynamiek als kloppend hart 2016 zal in de volle breedte in het teken staan van het vergroten van de kwaliteit en aantrekkingskracht van de binnenstad, Kennispark, invalswegen en voormalig
blz. 3 (van 145)
luchthaventerrein. De ‘binnenstad als pretpark’ is daarin een gedachte die we verder uitwerken. We koesteren de dynamiek. Regionaal nemen we het voortouw in het veranderen van de strategie op woningen en bedrijventerreinen. Als stad willen we een leidende rol op ons nemen voor Twente als duurzame regio waar 650.000 mensen prettig wonen en werken. Bij al deze ontwikkelingen houden we een duurzamere toekomst scherp in het vizier. Het opwekken en gebruiken van duurzame energie maken we mogelijk. Er zijn concrete plannen voor het realiseren van flinke oppervlakken zonnepanelen, we willen onze warmtenetten verduurzamen, windmolens plaatsen en grootschalige stadslandbouw realiseren. We gaan uit van eigen kracht. We blijven jagen op nieuwe ontwikkelingen en breiden ons netwerk uit op zoek naar nieuwe investeerders. Zo kunnen we stad ook in fysieke zin weer te laten groeien. Mooie voorbeelden zijn al te zien rondom de Saxion Hogeschool en het nieuwe Medisch Spectrum Twente. Dat zijn de plekken waar de stad bruist en dat werkt aanstekelijk.
Grensverleggend transformeren in het sociaal domein We willen goede zorg voor wie dat echt nodig heeft. Eigen kracht is het startpunt, maar we bieden hulp als dat nodig is. We hebben minder budget, dus moeten we via innovatie komen tot nieuwe oplossingen; in samenwerking met anderen. Goede informatie voor de betrokkenen, flexibiliteit bij het inzetten van de middelen en daadkracht staat centraal in onze aanpak in het sociaal domein. Het in 2016 in te richten Sociaal Fonds en de coördinerende verantwoordelijkheid van de portefeuillehouder hierbij speelt hierbij een belangrijke rol. We willen grenzen tussen budgetten slechten en het geld daar in zetten waar het hardst nodig is. De Enschedese aanpak van de regeling voor huishoudelijke hulp begint zijn vruchten af te werpen. Ondanks forse rijksbezuinigingen slagen we er in deze op passende manier het hoofd te bieden en hebben we dus minder hoeven korten dan andere gemeenten.
blz. 4 (van 145)
Grenzen wegnemen tussen inwoners en overheid: focus op het stadsdeel We kunnen alleen effectief opereren in een veranderende wereld en veranderende stad, als we als overheid even zo snel veranderen. Bijvoorbeeld via digitale middelen die de dienstverlening van de overheid verbeteren. Die willen we zodanig vormgeven dat deze aansluit bij wat inwoners en bedrijven in de huidige tijd verwachten. Dat betekent dat we onze website gaan verbeteren, meer digitale dienstverlening toepassen en voor wijken en buurten een digitaal platform lanceren voor wijkbudgetten. Wij willen zo lokaal mogelijk werken. Daarom is specifieke problematiek in de stadsdelen, leidend bij wat we doen. Op basis van stadsdeelgesprekken en een inventarisatie door stadsdeelmanagers zijn er een aantal thema’s dat in 2016 specifiek de aandacht krijgen. We hebben onze verantwoordelijkheid genomen om een bijdrage te leveren aan het opvangen van de toestroom van vluchtelingen vanuit het Midden-Oosten. Dat is passend bij de schaal van onze gemeente. Bij de realisatie en de inbedding van het AZC op het Eschmarkerveld staat voor ons centraal dat we dit samen doen met de betrokken wijken en buurten. De meer algemene effecten die de opvang van vluchtelingen heeft op de samenleving zoals bijvoorbeeld op de woningmarkt houden we daarbij goed in de gaten.
Grenzen aan onze middelen, financiële degelijkheid
blz. 5 (van 145)
In 2016 is onze begroting sluitend. De enige wijziging ten opzichte van de Zomernota is de verwerking van de septembercirculaire. Hierdoor verbetert het structurele middelenkader 2016 waardoor het mogelijk is om 0,6 miljoen euro incidentele dekking voor 2017 in te zetten. De incidentele tekorten in 2017 en 2018 willen we in de Zomernota 2016 verder terugdringen. Het middelenkader sluit in 2019 met een overschot van 2,3 miljoen. Dit geld voegen we toe aan de algemene reserve. Financieel middelenkader 2016-2019 in miljoenen euro's
2016
2017
2018
2019
Totaal saldo
0,0
-2,9
-2,5
2,3
In 2016 werken we verder aan het versterken van de financiële positie van de gemeente. Het terugbrengen van de looptijd en herprioritering van projecten, het verlagen van de omslagrente, het slim herfinancieren van aflopende leningen en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen dragen hieraan bij. De ratio weerstandvermogen, een belangrijke indicator die de financiële positie van Enschede in een cijfer weergeeft, groeit verder en komt eind 2016 uit op 1,1. Helaas zijn er ook zaken die we niet in de hand hebben of kunnen beïnvloeden. Zo kunnen onvoorziene omstandigheden een nadelige invloed hebben op onze financiële positie. Bijvoorbeeld verdeelmodellen uit Den Haag, dalende prijzen van vastgoed en grond of een toename in de werkloosheid. In dat geval nemen we zo snel mogelijk maatregelen om het weerstandsvermogen toch op peil te houden. Voor 2016 is de opgave om te komen tot een intern beter gecoördineerde lobby. Ingrediënten zijn onder andere de Gouda Lobby, de VNG en de G32. In deze begroting laten we zien hoe we de aangekondigde versnelling in 2016 concreet vormgeven.
blz. 6 (van 145)
1.1. Voortgang politieke prioriteiten In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voortgang van de politieke prioriteiten en wordt vervolgens per begrotingsprogramma ingegaan op de beoogde resultaten in 2016. De voortgang van de politieke prioriteiten In de programmabegroting 2015-2018 hebben we het gemeentelijke beleid voor vier jaren uiteengezet. Daarin is een schema opgenomen waarin de politieke prioriteiten zijn weergegeven. In de Zomernota 2015 hebben we de stand van zaken op deze prioriteiten laten zien. In deze programma begroting presenteren we de verdere voorgang. Ten opzichte van de programmabegroting 2015 zijn de meeste thema’s verschoven van ‘in voorbereiding’ naar ‘in uitvoering’. Omdat steeds meer prioriteiten ‘in uitvoering’ zijn, geeft dit ruimte om weer aan ‘nieuwe’ onderwerpen te beginnen. Die gaan we benoemen in de Zomernota 2016. In die Zomernota zullen dus nieuwe onderwerpen aan dit schema worden toegevoegd.
Toelichting op de kolomkoppen: •
• • • •
In voorbereiding: Dit zijn alle onderwerpen die nog niet voor besluitvorming aan het college zijn voorgelegd. In de voorbereidende fase is altijd een rol weggelegd voor de stad. Soms prominent, soms minder. B&W: Onderwerpen die ter besluitvorming aan het college van B&W zijn voorgelegd. Raad: onderwerpen die ter besluitvorming aan de gemeenteraad zijn voorgelegd Uitvoering: het beleid of de afspraken die over het onderwerp zijn gemaakt met raad en college, worden uitgevoerd. Het proces vraagt nog wel om continue aandacht. Afgerond: Het beleid of de afspraken zijn uitgevoerd en het traject is doorlopen. Óf de taken zijn overgedragen aan een andere partij. Er wordt geen (bijzondere) actie meer van de gemeente verwacht.
blz. 7 (van 145)
Voor een uitgebreide toelichting op de verschillende onderdelen in het schema, wordt verwezen naar de Zomernota 2015 en de vierjarenbegroting 2015-2018. Hierna volgt per thema in de linker kolom een toelichting op de mijlpalen voor 2016. De concrete beoogde resultaten zijn opgenomen in de vier begrotingsprogramma’s (hoofdstuk 3). Werk: een zinvolle invulling van het leven is de basis Voor 2016 lichten we de stimulering van de economische ontwikkeling er nog verder uit. Met het aantrekken van het eerste bedrijf dat zich gaat vestigen op Technology Base Twente is een eerste stap gemaakt in de realisatie van de ambities rond de voormalige luchthaven. De aanstaande vestiging van Hornbach aan de Kuipersdijk laat zien dat nieuwe ontwikkelingen steeds meer op gang komen. De economische ontwikkeling vraagt om regelmatige herijking van onze visies op de faciliteiten die we nieuwe bedrijven bieden. Om onze economische doelen te bereiken is bezit geen noodzaak. De behoefte van ondernemers sluit niet altijd een op een aan bij ons aanbod. We gaan samen met de andere betrokken gemeenten kritisch kijken naar hoe wij omgaan met de grondposities ten aanzien van bijvoorbeeld Technology Base Twente en het Regionale bedrijventerrein. Daarbij houden we de oorspronkelijke uitgangspunten van de bestaande bedrijventerreinen tegen het licht; zijn de Twentse gemeenten gezamenlijk nog steeds bereid op basis van deze uitgangspunten te werken? We willen daarbij het voorbeeld geven en over onze eigen schaduw heenstappen. Voor deze aanpak neemt Enschede nog meer het initiatief in het proces, maar stelt zich tegelijk ook open op. Zo komt er oog voor de diversiteit van de verschillende gemeenten en de problemen die daar bij horen. In het voorjaar van 2015 zijn het topteam en het Q-team ingesteld. Het topteam en Q-team werken in opdracht van de Gemeente Enschede en de Provincie Overijssel. Het Topteam maakt een stappenplan om de HTSM in Twente te versterken en om invulling te geven aan Technology Base Twente. Het Q-team maakt een gebiedsprofiel van Technology Base Twente en de omgeving. In 2016 worden de planologische procedures afgerond en wordt gestart met de daadwerkelijke invulling van Technology Base Twente. Veiligheid Meedoen/samenleven, radicalisering en veiligheid en regelgeving, vragen aandacht in de stad. Mede door gebeurtenissen als de aanslag op Charlie Hebdo, signalen over gesloten gemeenschappen en gesprekken met diverse organisaties hebben we extra aandacht voor deze thema’s. Bijvoorbeeld via integratiebeleid. Daarnaast zien we voor onszelf een rol in een betere organisatie en aansturing van integratie-bevorderende activiteiten (zoals initiatieven voor dagbesteding, aanpak jongerenproblematiek, taalachterstanden). Ook de contacten met partijen als Enschede voor Vrede, het Kennisplatform Integratie en Burgerschap, Raad voor Levensbeschouwing en Religies en moskeebesturen gaan we intensiveren. We gaan sturen op kansen en uitdagingen die zich op verschillende vlakken rond gesloten gemeenschappen voordoen. Daarbij willen we de coördinatie van gemeentelijk handelen versterken. Tot slot kijken we of het integratiebeleid uit 2008 op dit onderwerp aangepast moet worden. Decentralisaties: van ‘vangnet’ naar ‘springplank’ Per 1 januari 2015 zorgt de gemeente voor de maatschappelijke ondersteuning aan de inwoners van Enschede. Cliënten binnen het sociale domein worden vanuit diverse invalshoeken benaderd: werk, zorg, inkomen en ondersteuning. Daarbij ook vanuit
blz. 8 (van 145)
verschillende achtergronden, wetten en regelingen. We willen komen tot een gedeeld normenkader en aanpak, waarbij de basis wordt gevormd door het principe “denken vanuit de leefwereld van de cliënt”. Vanuit dit denken worden ook acties opgezet, zoals ondersteuning door wijkcoaches bij het voorkomen van tijdig schoolverlaten, het trainen van vrijwilligers in deskundigheidsbevordering en signaleren van problemen bij bijvoorbeeld sportverenigingen, voorkomen van onnodige huisuitzettingen bij schuldenproblematiek, ontwikkeling van kinderopvang - dus geen behandeling- (0-4 en 4-12 jaar) voor kinderen met een beperking (bijv. Syndroom van Down, PDD-nos) enzovoort. Hierbij is een resultaatgerichte werkwijze als belangrijk uitgangspunt vastgesteld. Wij hebben ervoor gekozen om vanuit cliëntperspectief het resultaat voorop te zetten. Deze vernieuwde werkwijze leidt ruimte voor de professional, flexibiliteit, minder administratieve lasten en een kostenbesparing. Intussen hebben we een eerste balans opgemaakt en zien we dat het beoogde resultaat wordt bereikt. Het college heeft de verzachtende maatregelen met betrekking op de voorgestelde bezuinigingen niet afgewacht en al veel eerder ingezien dat de 40%-korting veel te grof was. We hebben de keuze gemaakt voor een ‘zachte landing’, waarin we niet 40% maar ‘slechts’ 18% hebben bezuinigd. Dit maakt dat we onze inwoners waar nodig kunnen blijven faciliteren. Onder het motto ‘terug naar de eenvoud 2.0’ blijven we voortdurend op zoek naar innovaties. We bekijken kritisch hoe het systeem werkt, door het analyseren van 20 gezinscasussen. Daarbij berekenen we ook de jaarlijkse kosten en wordt samen met de betrokken gezinnen gekeken hoe de ondersteuning beter kan. Daarnaast zoeken we in de volle breedte naar verbeteringen in werkwijze en professionaliteit, verantwoording en de manier waarop we arrangementen op het gebied van werk, inkomen, zorg en ondersteuning financieren. Daarbij leggen we de verbinding met bijvoorbeeld huisvesting en onderwijs. Dit traject doorlopen we samen met Eindhoven, Leeuwarden, Zaanstad en Utrecht, onder de noemer ‘inclusieve stad’. We trekken samen op richting het Rijk om eventuele wettelijke belemmeringen op te ruimen en experimenteerruimte te krijgen. De jeugd heeft de toekomst We verbreden het succesvolle beleid gericht op het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en –uitval. Dat doen we door onder andere extra investeringen in kansen voor jongeren in een kwetsbare positie, die de overstap maken van praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast werken we intensief samen met omliggende gemeenten en onderwijsinstellingen in het opzetten van regionaal beleid om verzuim van niet-leerplichtige leerlingen tegen te gaan en daarmee schooluitval te voorkomen. In 2016 blijven we de verbeteringen in het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie en peuteropvang binnen de Integrale Kindcentra (IKC's) ondersteunen. Dit aanbod aan ongeveer 1600 peuters is de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd. In 2016 verbeteren we de toegankelijkheid, door deelname aan peuter- en VVE-arrangementen in 2016 goedkoper te maken voor ouders. Daarmee helpen we steeds meer peuters een betere start te maken in het basisonderwijs. Met als uiteindelijk doel een startkwalificatie en zelfredzaamheid in de samenleving. Gerichte stedelijke ontwikkeling We gaan, zoals in hoofdstuk 1 beschreven, uit van eigen kracht. Dat geldt zowel voor Enschede, als voor de mensen die er wonen. Waar dat kan stimuleren we die eigen kracht.
blz. 9 (van 145)
We jagen op nieuwe ontwikkelingen, zodat er weer gebouwd wordt in de stad. De Zuiderval, het Kennispark en de Technology Base Twente zijn belangrijke plekken waar iedereen moet kunnen zien wat er in Enschede gebeurt. Net zoals dat te zien is rondom de Saxion Hogeschool en het nieuwe ziekenhuis. Dit vergt een verandering van onze rol, die wordt zuiverder als facilitator. Daar hoort de transformatie bij van het huidige actieve grondbeleid, naar facilitair grondbeleid. Dat is in ons handelen al wel ingezet, maar het kost tijd en geld om ons gehele systeem hier op in te richten. Bijvoorbeeld bij het afschrijven van projecten, het herbeoordelen van lopende ruimtelijke ontwikkelingen op hun bijdrage in de stad, herfinancieren van personeel en het inrichten van een gebiedsfonds. Bruisende binnenstad De binnenstad is van groot belang voor de economische positie en de uitstraling van Enschede. We willen een stad zijn die “de hoofd(winkel)stad” van euregio is. De ligging aan de grens gaan we meer benutten met een gerichte Duitslandcampagne. Voor zo’n centrale positie in de euregio is het niet genoeg om een gevarieerd, modern en compleet winkelbestand te hebben met goed uitziende gevels: de opgaande lijn hebben we wat winkelaanbod, gebruik van parkeergarages en gevelverbetering te pakken. We zien de binnenstad als gastvrij ‘pretpark’ waar voor verschillende doelgroepen iets te beleven is. Samen met onze partners gaan we die benadering van de binnenstad als pretpark verder uitwerken. We denken daarbij aan het zichtbaar maken van een musical zoals “Grease” op pleinen met een drive in bioscoop en met bandjes en kleding uit de jaren zestig. Ook spontane concepten met een mix van winkels, cultuur en horeca (zoals The Upperside) verwelkomen wij graag. Hoe meer variatie, hoe beter. Daarom kijken we uit naar de oplevering van het Koningsplein met de spraakmakende kunstwerken van Arne Quinze. Dat plein gaat straks het nieuwe MST met de binnenstad verbinden. Door de opwaardering van de van Galenstraat komt ook de nieuwbouw van Saxion dichter bij de binnenstad te liggen. De toenemende kwaliteit en attractiewaarde van de binnenstad en de voorzieningen daaromheen maken dat de woningbouw in de gebieden pal boven de binnenstad, zoals de Spoorzone en de Boddenkamp, ook goed van de grond komen. Er wordt volop gebouwd! Op cultureel vlak is in 2015 een transitie ingezet. Vooral het toekomstbestendig maken van de bibliotheek, mét bijdrage aan de bruisende binnenstad, en het vernieuwen van museum Twentse Welle sprongen daarbij in het oog. Het college hecht er waarde aan om de dillema’s die deze transitie met zich meebrengt, in gezamenlijkheid aan te pakken. Daarmee stimuleren we onze eigen brede blik, en die van anderen. We zetten in op een gevarieerd evenementenaanbod, dat bijdraagt aan de aantrekkingskracht van de bruisende stad. Duurzaamheid: de toekomst is nú! In 2015 is het Actieplan Duurzaamheid vastgesteld en verder geconcretiseerd in uitvoeringsplannen. Tegelijkertijd zijn we doorgegaan op de ingeslagen weg om ‘duurzame deals’ om te zetten in concrete ‘duurzame daden’. Dat leidt tot scherpere afspraken op diverse terreinen; zo zijn er inmiddels concrete voorstellen rond het realiseren van flinke oppervlakken zonnepanelen en zijn we in gesprek over het verduurzamen van de Enschedese warmtenetten, het plaatsen van windmolens en het grootschalig realiseren van stadslandbouw. De verduurzaming van woningen in Enschede wordt gerealiseerd via De Overijsselse Aanpak, Reimarkt en concreet in het project de Bothoven. De samenwerkingsrelaties met corporaties, de provincie en het rijk, maar ook met bedrijven zijn ook op het gebied van duurzaamheid geïntensiveerd.
blz. 10 (van 145)
De afval loze samenleving komt een stap dichterbij met de voorbereiding van de invoering van diftar per 2017. In 2016 hebben we een aansprekende manier om te communiceren over stedelijke acties en resultaten op duurzaamheidsgebied. Wat de opbrengst van dit alles is in termen van een duurzamer Enschede, gaan we in 2016 met een dashboard in beeld brengen. Compacte overheid met focus De inrichting van het Sportbedrijf is in volle gang, en ook de verzelfstandiging van Onderhoud Enschede krijgt steeds verder vorm. Onze verwachting is dat zijn in de loop van 2016 allebei zelfstandig verder zullen gaan. We blijven onszelf continue de vraag stellen of de taken die we uitvoeren ook ‘van ons’ zijn, of dat we ze beter aan anderen over kunnen laten. We bekijken of de afdelingen communicatie, P&O, Vastgoed, het Ingenieursbureau en de begeleiding naar Werk onderdeel uit moeten blijven maken van onze eigen organisatie, of dat het gunstiger is ze geheel zelfstandig of in regionale samenwerking uit te voeren. Solide financieel beleid Voor 2016 is er een sluitende begroting en de meerjarenraming 2016-2019 sluit op een positief saldo van 2,3 miljoen euro. Dat betekent dat er vanaf 2019 structureel 2,3 miljoen euro extra beschikbaar is voor toevoeging aan de algemene reserve. In 2016 werken we verder aan het versterken van de financiële positie van de gemeente. Het terugbrengen van de looptijd en herprioritering van projecten, het verlagen van de omslagrente, het slim herfinancieren van aflopende leningen en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen dragen hieraan bij. De ratio weerstandvermogen, een belangrijke indicator voor de financiële positie, komt eind 2016 uit op 1,1. Ook het aandeel stille reserves neemt verder af. Dit is een positieve ontwikkeling. Aan de andere kant kunnen bijvoorbeeld externe factoren zoals dalende prijzen van ons vastgoed-en grondbezit of een toename van de werkloosheid een nadelige invloed hebben op de financiële positie. In dat geval zullen we maatregelen moeten treffen om het weerstandsvermogen op peil te houden. Het stadsdeel als invalshoek Het stadsdeelgewijs werken is inmiddels versterkt met het uitgangspunt van samenlevingsgericht werken. In deze manier van werken is ook het traject rond de stadsdeelgesprekken ondergebracht. Zoals afgesproken is er een vervolg gegeven aan de stadsdeelgesprekken waarover is gerapporteerd in de Zomernota 2015 (p10). Dat gebeurde in september via de Weken van de Wijken. In deze weken zijn, rond de thema’s die tijdens de stadsdeelgesprekken als belangrijk werden benoemd, concrete stappen naar acties en projecten gezet. De door de inwoners benoemde thema’s zijn bespreekpunten voor college en raad vanuit de gerealiseerde Stadsdeelagenda Centrum. Verder zijn er de accenten vanuit de Stadsdeelagenda Zuid op de Wesselerbrink en de eerder benoemde vluchtelingenopvang in de Stadsdeelagenda Oost. Voor overige Stadsdeelagenda’s moet inpassing binnen de reguliere begroting in de programma’s gerealiseerd worden. Bestuur dicht bij mensen De klachtencommissaris is in Enschede inmiddels bijna een jaar aan de slag. Via gesprekken en rapportages houdt hij ons scherp over de manier waarop we ons werk doen en onze dienstverlening is ingericht. Het invoeren van het samenlevingsgericht werken zorgt er voor
blz. 11 (van 145)
dat inwoners, als ze dat willen, verder aan het stuur komen. Bijvoorbeeld bij het opstellen van wijkverkeersplannen en de invullen van stadsdeelcommissievergaderingen. De samenleving bepaalt de agenda, de gemeente faciliteert waar dat nodig is.
blz. 12 (van 145)
2. Financieel middelenkader Zowel 2016 als de meerjarenraming 2017-2019 zijn structureel sluitend. Daarmee voldoet Enschede aan het financieel toetsingskader van de toezichthouder. Het middelenkader komt uit de Zomernota 2015 en is alleen gewijzigd door het verwerken van de septembercirculaire '15. Paragraaf 2.1 geeft concreet aan hoe de septembercirculaire doorwerkt in het middelenkader. Het volledige overzicht van het middelenkader vindt u in paragraaf 2.2. Vervolgens worden de structurele en incidentele dekkingsmaatregelen in paragraaf 2.3 en 2.4 toegelicht. In paragraaf 2.5 zijn de bezuinigingen in het sociaal domein beschreven. Paragraaf 2.6 gaat meer specifiek in op de transformatieagenda en het sociaal deelfonds in het sociaal domein. In paragraaf 2.7 zijn de bezuinigingsmaatregelen in het fysiek domein opgenomen. Paragraaf 2.8 geeft een toelichting op de bezuinigingen in het programma dienstverlening en financieel beleid. Het hoofdstuk eindigt met een korte toelichting op de overige ontwikkelingen, te lezen in paragraaf 2.9.
2.1. Wijzigingen sinds Zomernota In de Zomernota heeft het College een sluitend middelenkader voor de Programmabegroting 2016-2019 gepresenteerd, doordat 2016 en 2019 structureel sluitend zijn. Voor 2017 en 2018 was er in de Zomernota nog een negatief saldo in het structureel en incidenteel middelenkader. Met de verwerking van de septembercirculaire ontstaat een positief saldo voor alle jaren in het structureel middelenkader 2016-2019 en wordt het incidenteel nadeel in 2017 verkleind. In onderstaande tabel leest u af hoe deze uitkomst precies is verwerkt.
Wijzigingen financieel middelenkader 2016-2019 in € mln
2016
2017*
2018
2019
Structureel saldo bij Zomernota
3,3
-0,5
-0,4
0,3
Wijzigingen september circulaire
0,7
0,9
2,2
2,0
Saldo Structureel middelenkader Programmabegroting
4,0
0,5
1,9
2,3
Incidenteel saldo bij Zomernota
-3,3
-1,6
-1,0
0
Wijzigingen september circulaire
-0,6
0,6
Fonteinen
-0,1
Saldo Incidenteel middelenkader Programmabegroting
-4,0
-0,9
-1,0
0
0
0
0
0
Saldo Fysiek Domein (geen wijzigingen)
-0,1
-2,0
0
Saldo Dienstverlening en Financieel Beleid (geen wijzigingen)
-2,3
-1,4
0
-2,9
-2,5
2,3
Saldo Sociaal Domein (geen wijzigingen)
Totaal saldo middelenkader Programmabegroting
0
* Voor het jaar 2017 zijn er kleine afwijkingen in de optelling vanwege afrondingsverschillen.
De septembercirculaire is van directe invloed op het structureel middelenkader: in 2016 verbetert het saldo met 0,7 miljoen euro, in 2017 met 0,9 miljoen euro, in 2018 met 2,2 miljoen euro en in 2019 met 2,0 miljoen euro. Doordat het structureel middelenkader in 2016 verbetert, is het mogelijk om 0,6 miljoen euro incidentele dekking voor 2017 in te zetten. Daarmee verbetert het totaalsaldo in 2017 naar een minder negatief saldo van -2,9 miljoen euro.
blz. 13 (van 145)
Prioriteit voor het College is een Bruisende Binnenstad. In de begroting 2016 is daarom incidenteel 78.000 euro opgenomen om de fonteinen en andere waterelementen in 2016 te laten stromen. Voor de periode 2017 en verder onderzoekt het College verder welke mogelijkheden er voor sponsoring zijn. De saldi op het Sociaal Domein, Fysiek Domein en Dienstverlening en Financieel Beleid wijzigen niet, wat betekent dat er geen verandering ten opzichte van de Zomernota is in het verschil tussen de opgave en besparingsmaatregelen op deze drie domeinen. Het totaalsaldo van het middelenkader sluit op 0 in 2016 en negatieve saldi van -2,9 miljoen euro in 2017 en -2,5 miljoen euro in 2018. De meerjarenreeks sluit met een positief saldo van 2,3 miljoen euro in 2019. Om de negatieve saldi in 2017 en 2018 op te vangen, zetten we de algemene reserve in. Dit heeft invloed op het verloop van ons weerstandsvermogen. Toch blijft het weerstandsvermogen de komende jaren op peil, ondanks de onttrekking uit de algemene reserve in 2017 en 2018. Hoe het weerstandsvermogen zich naar verwachting gaat ontwikkelen, lichten we toe in een aparte paragraaf in hoofdstuk 4. Ondanks het feit dat het weerstandsvermogen op peil blijft, is een onttrekking uit de algemene reserve onwenselijk. Daarom komt het college bij de Zomernota in 2016 met voorstellen om de positie van de algemene reserve verder te versterken. Het gaat dan om maatregelen met een structureel karakter die voor meer financiële flexibiliteit zorgen. Ook komen we met incidentele maatregelen, zoals vrijval van reserves en voorzieningen.
2.2. Middelenkader 2016-2019 De wijzigingen uit paragraaf 2.1 leiden tot het onderstaande totaalbeeld: Financieel middelenkader 2016-2019 in € mln
2016*
2017
2018
2019
Structurele harde opgave
1,6
-1,4
-0,4
-1,6
Structurele bezuinigingen
2,5
1,9
2,3
3,9
Saldo Structureel middelenkader
4,0
0,5
1,9
2,3
-6,5
-3,8
-1,0
0
2,5
2,8
Saldo Incidenteel middelenkader
-4,0
-0,9
-1,0
0
Opgave Sociaal Domein
-4,2
-12,0
-16,1
-16,9
4,2
12,0
16,1
16,9
0
0
0
0
-0,3
-0,5
-0,5
-2,0
-2,0
0,2
0,5
2,5
Saldo Fysiek Domein
-0,1
-2,0
0
Opgave Onderwijshuisvesting en Vastgoed
-5,1
-5,1
-5,1
Incidentele harde opgave Incidentele dekking
Bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein Saldo Sociaal Domein
Opgave Fysiek Domein Extra ruimte Stedelijke Ontwikkeling Bezuinigingsrichtingen Fysiek Domein
blz. 14 (van 145)
Bezuinigingsrichtingen Dienstverlening en Financieel Beleid Saldo Dienstverlening en Financieel Beleid
Totaal saldo
0
2,8
3,7
5,1
-2,3
-1,4
0
-2,9
-2,5
2,3
*Voor het jaar 2016 zijn er kleine afwijkingen in de optelling vanwege afrondingsverschillen.
Kort toegelicht: de opgave en opbrengst van de bezuinigingen is in evenwicht in 2016. Het saldo voor 2016 sluit op 0. In 2017 is er een nadelig saldo van 2,9 miljoen euro en in 2018 van 2,5 miljoen euro. De meerjarenraming sluit vanaf 2019 met een voordelig saldo van 2,3 miljoen euro.
2.3. Structurele bezuinigingen Het startpunt van het structureel middelenkader begint weliswaar met een voordeel van 1,6 miljoen euro in 2016, maar laat vanaf 2017 een nadelige reeks zien van -1,4 miljoen euro in 2017, -0,4 miljoen in 2018 en -1,6 miljoen vanaf 2019. De structurele opgave wordt voornamelijk bepaald door het verloop van het Gemeentefonds. De opbouw van de structurele harde opgave is nader uitgewerkt in de Zomernota. De structurele bezuinigingen zijn allen ingevuld en bestaan uit de volgende maatregelen: Structurele bezuinigingen in € mln
2016*
2017
2018
2019
Structurele harde opgave
1,6
-1,4
-0,4
-1,6
1. Aanbestedingsvoordelen speciaal vervoer
0,7
0,3
0,0
0,0
2. Individuele voorzieningen Wmo
0,5
0,5
0,5
0,5
3. Evenementen financieren met toeristenbelasting
0,2
0,2
0,2
0,2
4. Bedrijfsvoeringsbudgetten
0,0
0,2
0,2
0,2
5. Efficiency GBT
0,4
0,4
0,4
0,4
6. Voordeel lage rentestand (incl. verlaging omslagrente)
0,5
0,1
0,7
0,0
7. Overig (vrijval kapitaallasten, reclame openbaar)
0,1
0,1
0,1
0,1
Structurele bezuinigingen:
8. Vrijval dekking tijdelijke intensiveringen
2,3
9. Heroverwegen intensivering Communicatie
0,2
0,2
0,2
0,2
Structurele bezuinigingen totaal
2,5
1,9
2,3
3,9
Structureel saldo
4,0
0,5
1,9
2,3
*Voor het jaar 2016 zijn er kleine afwijkingen in de optelling vanwege afrondingsverschillen. Nadere toelichting structurele bezuinigingen 1. Aanbestedingsvoordelen speciaal vervoer Aanbestedingsvoordelen zijn in te delen in twee categorieën: het leerlingenvervoer en het maatschappelijk (Wmo) vervoer. •
Het aanbestedingsvoordeel van 250.000 euro voor het leerlingenvervoer is gebaseerd op het huidige contract. Dit contract loopt nog tot en met augustus 2016 en kent een optie tot verlenging van twee jaar. Bij het afsluiten van nieuwe contracten
blz. 15 (van 145)
•
bestaat het risico dat een nieuwe aanbesteding ongunstiger kan uitvallen. Ook kunnen brandstofprijzen en gebruikersaantallen in de toekomst gaan stijgen. Onlangs hebben we de aanbesteding van het Wmo-vervoer afgerond. Dit leverde Enschede een aanbestedingsvoordeel op. De nieuwe aanbestedingsperiode loopt tot aan de zomer van 2016. Daarna starten we met een nieuwe aanbesteding. Wat het financiële effect hiervan is, kunnen we nu niet exact aangeven. Wij gaan ervan uit, dat deze nieuwe aanbesteding een voordeel van 450.000 euro oplevert. Dit voordeel verwachten we vooral te behalen door efficiencyvoordelen bij de aanbieder. De aanbestedingsvoordelen op leerlingenvervoer en Wmovervoer gebruiken we voor het realiseren van de bestaande taakstelling op vervoer vanaf 2017. Deze taakstelling is in de Programmabegroting 2015-2018 opgenomen en loopt vanaf 2017. Wellicht ten overvloede merken we op, dat het risico bestaat dat de volgende aanbesteding niet het verwachte voordeel oplevert.
2. Individuele voorzieningen Wmo Het beroep op Wmo-voorzieningen neemt sinds een aantal jaar af. Dat geldt zowel voor het aantal aanvragen als voor de toekenningen en afwijzingen. Deze terugloop zien we bij de woonvoorzieningen, huishoudelijke ondersteuning en vervoersvoorzieningen. Ook ten opzichte van de begroting van 2015 is er een daling in het aantal aanvragen en toekenningen. Deze afname is deels te verklaren door de invoering van de eigen bijdrage en de wijziging van het beleid waarvoor inwoners bij de gemeente terecht kunnen. Ook de gekantelde werkwijze speelt hierin een rol; we kijken immers veel meer naar eigen kracht, inzet van sociaal netwerk en algemene voorzieningen. Deze werkwijze is conform het door de raad ingezette beleid en de insteek van de wetgever. Op basis van de ontwikkelingen van de WMO-uitgaven in 2015, is de verwachting dat er vanaf 2016 een structureel voordeel van 0,5 miljoen euro is, dat betrokken kan worden bij de gemeentebrede bezuinigingsopgave voor 2016 en verder. 3. Evenementen financieren met toeristenbelasting In de Zomernota was een van de ombuigingen de ‘invoering toeristenbelasting’ met een opbrengst van 200.000 euro. Conform uw verzoek is voor het vaststellen van de programmabegroting 2016-2019 een separaat voorstel hierover in de raad besproken. Uw raad heeft hierbij ingestemd met invoering van toeristenbelasting per 1 april 2016, waarbij een gedifferentieerd tarief wordt gehanteerd voor hotels/ b&b’s (1,25 euro) en campings/vakantiewoningen (0,75 euro), waarbij de verwachte opbrengst zo’n 200.000 euro is. In samenspraak met Enschede Promotie onderzoeken we de mogelijkheden om de sector inspraak te geven in de besteding van een gedeelte van de budgetten voor evenementen en citymarketing. De subsidie aan Enschede Promotie blijft daarbij 1,4 miljoen euro per jaar. 4. Bedrijfsvoeringsbudgetten Verlaging van materiële budgetten voor bedrijfsvoering zorgt voor een besparing van 200.000 euro. Het gaat hierbij om budgetten voor bijvoorbeeld de Enschedese school, lagere verzekeringspremies, kantoorbenodigdheden en vervanging van smartphones. Een aantal eerdere taakstellingen moeten we nog structureel oplossen. Deze taakstellingen zijn bij deze besparing inbegrepen. 5. Efficiency Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) We kunnen rekenen op een voordeel van 300.000 euro op de bedrijfsvoering van het GBT, binnen het onderdeel afhandeling belastingen. Binnen de afhandeling van gesloten systemen hebben we aanvullend nog een voordeel van 300.000 euro en halen we een voordeel van 100.000 euro vanwege een toename van het aantal aan te slagen panden (areaaluitbreiding).
blz. 16 (van 145)
6. Voordeel lagere rentestand, inclusief verlaging omslagrente De huidige lage rentestand levert bij herfinanciering van leningen rentevoordelen op. Daarnaast geeft de lage rentestand de mogelijkheid om de omslagrente te verlagen van 4,5% naar 4,25% in 2016 en naar 4,0% vanaf 2017. Een voordelig effect daarvan is dat de financiële positie van het Grondbedrijf en het Vastgoedbedrijf verbetert. 7. Overig: Kapitaallasten Auke Vleerstraat, Reclame openbare terreinen De geraamde kapitaallasten voor de Auke Vleerstraat vallen vrij. Daardoor ontstaat er 50.000 euro structurele ruimte, die we kunnen inzetten voor de opgave vanaf 2016. Daarnaast genereren de afgesloten reclamecontracten 60.000 euro meer opbrengst dan we hadden begroot. 8. Vrijval dekking tijdelijke intensiveringen Bij het coalitieakkoord is structurele ruimte vrijgemaakt voor intensiveringen, die in principe als tijdelijke impuls zijn bedoeld. Met deze structurele ruimte worden momenteel de tijdelijke intensiveringen van het college gedekt. De structurele ruimte van ongeveer 2,3 miljoen euro kan vanaf 2019 vrijvallen. Wij stellen voor om deze structurele ruimte vanaf 2019 in te zetten als dekking voor het middelenkader van 2016-2019. 9. Heroverwegen intensivering Communicatie In de coalitieperiode wordt over een periode van 4 jaar 1,7 miljoen euro extra geïnvesteerd op het versterken van de communicatie met de bewoners. Een deel van deze intensivering is nog niet vastgelegd in bestedingsplannen. Door scherper te prioriteren, kan er 150.000 euro vrijvallen in 2016 en voor de volgende jaren 200.000 euro. Er blijft dan nog 250.000 euro beschikbaar voor 2016 en 300.000 euro in 2017 en 2018.
2.4. Incidentele bezuinigingen De incidentele opgave voor 2016 komt voort uit vier kostenposten: het plan 'Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget' voor minder afhankelijkheid van bijstand in 2016, een knelpunt op onderwijshuisvesting, het Enschedese aandeel in de projectkosten voor Technology Base Twente in 2016 en middelen voor fonteinen in de Binnenstad. Deze laatste kosten maken ook deel uit van de incidentele opgave in 2017. Daarnaast hebben we voor 2017 een budget voor Flankerend Beleid opgenomen, zodat we de bezuinigingen kunnen realiseren. De incidentele bezuinigingen tellen op tot 2,5 miljoen euro in 2016 en 2,8 miljoen euro in 2017. We nemen daarbij onderstaande maatregelen. De kolom 'Beschikbaar 2015' is een weergave van het totaal beschikbare bedrag in de betreffende reserve of voorziening in 2015. Ontrekking uit reserve of voorziening in miljoen euro
Beschikbaar 2015
1. Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014 2. MSI
2,47
Inzet in 2016
Inzet in 2017
2,47
5,5
1,45
2,09
0,090
4. Landinrichting
0,475
0,1
5. Egalisatie exploitatieresultaat bouwvergunningen
0,225
0,225
6. Parkeergarage
5,485
0,64
7. Voorziening BOS - Kom in beweging voor jezelf
0,445
0,155
8. Voorziening BOS - Gezond bewegen door de jeugd
0,065
0,065
9. Voorziening personeel
0,745
0,1
3. Incidenteel middelenkader
TOTAAL (afgerond bedrag)
17,5
blz. 17 (van 145)
2,5
2,8
In totaal onttrekken we in 2016 afgerond 2,5 miljoen euro uit reserves en voorzieningen. Dit bedrag zetten we in als incidentele dekking voor het middelenkader. In 2017 onttrekken we een totaalbedrag van afgerond 2,8 miljoen euro. Nadere toelichting incidentele bezuinigingen 1. Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014 Voor de financiering van het plan 'Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget' doet het college een voorstel om 2,47 miljoen euro te dekken uit de bestemmingsreserve ‘Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014' (besluitvorming jaarrekening 2014). 2. Reserve MSI (Majeure Stedelijke Investeringsprojecten) In de reserve MSI is 1,6 miljoen euro gereserveerd voor het project 'Haven'. Hiervan is bij de programmabegroting 2015 60.000 euro ingezet op de incidentele opgave. Voor het project 'Haven' is de eindstatus nog niet opgemaakt, maar de verwachting is dat we dit project met een positief financieel resultaat afsluiten. We komen met het voorstel om het overschot van het project op te nemen in een nieuwe voorziening voor het structurele onderhoud van de haven. We schatten in dat we van de resterende gereserveerde middelen van 1 miljoen euro 250.000 euro kunnen inzetten op de incidentele opgave voor 2017. Tevens is in de reserve MSI een reeks bedragen gereserveerd vanuit het spaarprogramma (Programmabegroting 2014-2017) voor activering van de kademuren en de fietsenstalling bij het station. Voor de fietsenstalling is via een raadsvoorstel 0,2 miljoen euro toegekend. De kademuren worden niet meer geactiveerd. Het restant van de afgelopen jaren tot en met 2016 en het restant van de rente (die niet doorberekend is aan de MSI-projecten) kan dus vrijvallen. Het gaat om een totaal van 1,2 miljoen euro. Vanaf 2017 voegen we het spaarprogramma weer aan de algemene reserve toe. Daarnaast voegen we geen rente meer toe aan de reserve MSI. 3. Reserve Incidenteel middelenkader Het restant van deze reserve is 90.000 euro en kan in 2017 vrijvallen. Het nog gereserveerde bedrag is voor IZA en duurzaamheid in 2015 en 2016. 4. Reserve Landinrichting Er kan 0,1 miljoen euro vrijvallen. De rest van het saldo is nodig voor de afwikkeling van de definitieve afrekening van gronden en proceskosten. 5. Reserve egalisatie exploitatieresultaat bouwvergunningen Deze egalisatiereserve is bedoeld om het exploitatieresultaat WABO-leges boven begroting (tot maximaal 500.000 euro) toe te voegen of tekorten op te vangen. In 2014 hebben we een overschot gehad van 225.000 euro. Eventuele exploitatietekorten in toekomstige jaren dekken we vanuit deze reserve. We stellen voor om eenmalig het bedrag van 225.000 euro vrij te laten vallen. 6. Reserve parkeergarage De reserve parkeergarage staat tegenover de negatieve reserve egalisatie risico parkeergarage. Op basis van het exploitatieresultaat van het parkeerbedrijf in 2014 kunnen we 640.000 euro toevoegen aan het middelenkader. 7. Voorziening BOS - Kom in beweging voor jezelf Uit deze voorziening staan de volgende uitgaven gepland: de pilot Arbeidsreïntegratie via sport (t/m 2016), projecten bij de Sportboulevard, Actieplan Vitale Sportverenigingen (overgaand in de nieuwe sportnota), Opstellen Sportnota en EK Vrouwenvoetbal 2017 (samen met evenementenbeleid).
blz. 18 (van 145)
De dekking voor de onderdelen Projecten Sportboulevard, Opstellen Sportnota en EK Vrouwenvoetbal worden op een andere manier binnen het programma gevonden. Voor 2017 kunnen we daardoor een bedrag van 155.000 euro inzetten voor het incidentele middelenkader. Het restant van de voorziening nemen we bij deze programmabegroting mee naar de reserve Maatschappelijke functie Sport. 8. Voorziening BOS - Gezond bewegen door jeugd We kunnen voor het tweede en tevens laatste jaar een beroep doen op de overgangsregeling van de aangepaste subsidieverordening Sport (2014). Dit is een openeinderegeling. Het programma gebruikt deze middelen ter dekking hiervan, het is een zogeheten risicovoorziening. We hebben geen zicht op het aantal aanvragen op deze voorziening voor 2015. Wel kan deze voorziening vrijvallen ten gunste van de incidentele opgave voor 2017. Het gaat dan om een bedrag van 65.000 euro. Wanneer we dit doen, moeten we het risico incalculeren dat bij een beroep op deze middelen het programma alternatieve dekking moet vinden. 9. Voorziening personeel Deze voorziening is onder andere bedoeld voor medewerkers die zijn gedetacheerd tegen een lager tarief dan het salaris dat ze bij de gemeente ontvangen. Het verschil tussen de salariskosten en het gedetacheerde tarief wordt opgevangen door deze voorziening. Een gedeelte van dit bedrag kan vrijvallen. Het gaat dan om 100.000 euro.
2.5. Maatregelen Sociaal Domein De opgave binnen het Sociaal Domein neemt toe naar -16,9 miljoen euro vanaf 2019. Daar tegenover staat een pakket van maatregelen, waarvan we verwachten dat we de opgave binnen het Sociaal Domein zelf kunnen oplossen. In deze paragraaf vindt u een toelichting op de Enschedese strategie voor het Sociaal Domein, de opbouw van de opgave en de verschillende maatregelen. Opgave en bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein (in miljoen euro) Opgave Sociaal Domein
2016
2017
2018
2019
-4,2
-12,0
-16,1
-16,9
2,0
3,0
3,0
Sociale werkvoorziening: Kadernota werken naar vermogen Inzet bestaande dekking algemene middelen
2,8
2,8
2,8
2,8
Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget
1,4
2,8
5,9
6,7
4,4
4,4
4,4
4,2
12,0
16,1
16,9
0
0
0
0
Maatregelen Jeughulp Subtotaal bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein Saldo Sociaal Domein
* Een risico is in welke mate het BUIG-budget de komende jaren wordt bijgesteld en wat het nieuwe verdeelmodel betekent voor het Enschedese aandeel in het macrobudget. De eerste berichten hierover laten een extra opgave voor Enschede van 1,1 miljoen euro zien, wat neerkomt op verhoging van de ambitie om 80 mensen extra naar een baan te leiden. In paragraaf 2.9 is een nadere toelichting hierop opgenomen. Overigens wordt in het weerstandsvermogen rekening gehouden met de risico's op het budget-BUIG. Binnen het Sociaal Domein wil het college bouwen aan een duurzaam stelsel, waarin werk, werk, werk voorop staat, de kracht van bewoners en hun sociale omgeving maximaal wordt benut, maar ook ondersteuning vanuit het wijkteam beschikbaar is als dat echt nodig is. Het college wil er tegelijkertijd naartoe, dat we uitkomen met de middelen die we van het Rijk krijgen: sociaal én financieel duurzaam.
blz. 19 (van 145)
Dit betekent dat de gemeente Enschede de huidige trend moet keren. Het is een feit dat de gemeente op het gebied van inkomen al jarenlang meer uitgeeft dan dat het van het Rijk krijgt. Dit vindt zijn oorzaak onder andere in de historisch gegroeide sociaal-economische en geografische positie van de stad en in de gebrekkige wijze waarop de verdeelmodellen vanuit het Rijk hier rekening mee houden. Eenzelfde scenario dreigt voor de nieuwe gemeentelijke taken voor Jeugdhulp, Wmo en Beschermd Wonen. Dit maakt het des te urgenter om het roer om te gooien, nieuwe arrangementen te maken, de bureaucratie te verminderen en te investeren in activering, werkgelegenheid en preventie. Gelukkig liggen er met de gemeentelijke, brede verantwoordelijkheden op het Sociaal Domein ook kansen om dat te doen. Om uit te komen met de budgetten binnen het Sociaal Domein, moeten we ongeveer 12,0 miljoen euro besparen vanaf 2017, oplopend tot 16,9 miljoen euro structureel in 2019. Dit komt vooral door de tekorten op de sociale werkvoorziening en de BUIG (bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten), maar ook door de oplopende rijksbezuinigingen voor Jeugdhulp. Belangrijk kenmerk voor het Sociaal Domein is de grote mate van onzekerheid binnen de budgetten en volumes van de nieuwe gemeentelijke taken voor Jeugdhulp en de Wmo. De gemeente heeft nog te weinig informatie om een goede prognose te kunnen maken, zowel qua budget als qua resultaat. We moeten voorkomen, dat we te snel snijden in voorzieningen die juist preventief werken en daardoor gevolgschade veroorzaken. Dit vereist flexibiliteit in het proces. We kiezen daarom voor een langetermijnstrategie langs twee sporen: 1) Bijsturen binnen de betreffende budgetten. Dit werken we in deze paragraaf verder uit. Het voorstel is om vervolgens begin 2016 de balans op te maken en te kijken of aanvullende bijsturing nodig is. 2) Innovatie binnen het Sociaal Domein. In de volgende paragraaf doen we daar voorstellen voor. Terugdringen van knelpunten ‘binnen de betreffende budgetten’ (conform coalitieakkoord) Sociale werkvoorziening (SW) De kadernota 'Werken naar vermogen en de ontwikkeling van de sociale werkvoorziening Enschede 2016-2020' is op 12 oktober vastgesteld door de raad. In deze nota wordt voor 2,3 miljoen euro aan structurele besparingen voorgesteld. In de Kadernota ‘Werken naar vermogen’ wordt aangegeven aan hoe de gemeente helpt om mensen met een arbeidsbeperking een geschikte werkplek te bieden. De gemeente helpt werkgevers om de voorwaarden te scheppen waaronder iemand wel kan werken en zich maximaal kan ontwikkelen. Wat iemand kan, vormt daarbij het uitgangspunt. Ten opzichte van het kader bij de Zomernota zijn de volgende wijzigingen aangebracht: • • •
De maatregelen bij de SW dragen vanaf 2020 geen 3 miljoen maar 2,3 miljoen euro structureel bij aan de vermindering van het tekort. Er is een aantal wijzigingen doorgevoerd in het meerjarenkader. De belangrijkste betreft de meerjarenraming in de meicirculaire van het rijksbudget voor de SW. In de Zomernota werd nog uitgegaan van een jaarlijkse vaste bijdrage van 2,4 miljoen euro uit het participatiebudget. Deze bijdrage is flexibel gemaakt, afhankelijk van de jaarlijkse ontwikkelingen van het tekort. Gemiddeld komt de bijdrage over de 5 jaren wel uit op 2,4 miljoen euro.
blz. 20 (van 145)
Voor het meerjarenkader 'Sociale Werkvoorziening' wordt verwezen naar de kadernota 'Werken naar vermogen en de ontwikkeling van de sociale werkvoorziening Enschede 20162020'. Budget BUIG: plan 'Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget' Het college kiest voor het gebied 'Werk' voor een offensieve strategie om de bijstandsuitgaven in lijn met het rijksbudget te krijgen. Deze strategie is opgenomen in de Enschedese Arbeidsmarktaanpak (EAA). Aan de EAA is daarom een nieuw aspect toegevoegd, namelijk het versterken van de economie met als doel meer werkgelegenheid te creëren. De EAA 2016 bestaat uit vier doelstellingen: 1. Meer banen: via de rodeloperaanpak en het versterken van de acquisitie (ook gericht op Duitsland); 2. Uitstroom naar werk, zo regulier mogelijk: onder meer via Werkgever op kop, regionale dienstverlening, voortzetten effectieve MAU-maatregelen en richten op Duitsland; 3. Activering en participatie: onder meer via RAP-methodiek (rechtmatigheid, aandacht en participatie, zie hieronder), wijkteams en activiteiten stadsdeelmanagement; 4. Rechtmatige verstrekking van uitkeringen: via voortzetten effectieve MAUmaatregelen (Meerjarige aanvullende uitkering) en RAP-methodiek. Voor 2016 zijn bij de doelstellingen de volgende ambities opgenomen in de EAA. 1. Meer banen Voor de acquisitie zijn er specifiek voor 2016 geen concrete aantallen genoemd, wel voor de periode 2016 – 2018. In drie jaar tijd wil het college minimaal vijf nieuwe vestigingen van bedrijven buiten de regio Twente in Enschede verwelkomen. Dit moet leiden tot additioneel ten minste 150 arbeidsplaatsen. Het college gaat ervan uit, dat deze additionele werkgelegenheid leidt tot de uitstroom van circa 110 uitkeringsgerechtigden. Dit kan direct of indirect zijn, doordat bij andere werkgevers vacatures ontstaan. De opbrengst wordt in 2017 en 2018 gerealiseerd. 2. Uitstroom naar werk, zo regulier mogelijk Doelstelling voor volledige beëindiging uitkering: 1.600, waarvan 750 als gevolg van volledige uitstroom naar werk. Van die 750 zijn 100 het gevolg van de extra impuls BUIG naar nul, waarmee we een besparing van 1,4 miljoen euro realiseren. Van de 100 is de verwachting dat 50 werkzoekenden uitstromen naar werk in Duitsland. 3. Activering en participatie (inclusief RAP-methodiek) De eerste schatting op basis van het Arbeidsmarktoffensief (AMO) en de RAP-methodiek is dat ongeveer 75% van de werkzoekenden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt maatschappelijk actief is. Het college streeft ernaar dit percentage te handhaven en zo mogelijk te verhogen. Dit vanuit de optiek dat maatschappelijk actief zijn de kans op reintegratie en uitstroom naar werk vergroot. 4. Rechtmatige verstrekking van uitkeringen (inclusief RAP-methodiek) Het college verwacht met de eerder genoemde RAP-methodiek jaarlijks circa 3.550 werkzoekenden in de wijk te spreken. De verwachting is dat we hiermee een kostenbesparing op de uitkeringen realiseren van circa 1,8 miljoen euro structureel. Dit als onderdeel van de impuls BUIG naar nul. De kostenbesparing is het gevolg van wijzigingen in de uitkeringssituatie en het feit dat een gedeelte van de werkzoekenden (via maatschappelijke
blz. 21 (van 145)
participatie) de stap naar betaald werk weer kan maken. Het hier genoemde resultaat heeft ook betrekking op de doelstelling ‘activering en participatie’. Als de gemeente erin slaagt om binnen het rijksbudget te blijven, betekent dat dat we 2,8 miljoen euro overhouden in de algemene middelen (jaarlijkse bijdrage aan tekort BUIG). Deze besparing zetten we vervolgens in om het jaarlijkse tekort op de Sociale Werkvoorziening (zie hierboven) structureel te dekken. Wel plaatsen we hierbij een kanttekening. Zelfs met deze ambitieuze maatregelen heeft het college beperkte invloed op het aantal banen en de uitstroom uit de uitkering. De economische ontwikkeling en conjunctuur én de prestaties van andere gemeenten zijn factoren die het college niet kan beïnvloeden. Tegelijkertijd heeft het college vertrouwen. Er ligt een stevige redenering onder de maatregelen. En al nam het totale aantal uitkeringen niet af, in de afgelopen jaren groeide de uitstroom naar werk wel: van 365 in 2012, via 437 in 2013 naar 642 in 2014. Een positieve ontwikkeling, geheel tegen het economische tij in. Het college zal deze ontwikkelingen nauwlettend monitoren. Innovatie en kostenreductie in de uitvoering: digitale innovatie arbeidsmarkt Ook nu al constateert het college dat een aanzienlijk deel van de werkzoekenden op eigen kracht een baan vindt. Door digitale mogelijkheden te benutten, kan de gemeente nog beter aansluiten bij de zelfredzaamheid van mensen bij het vinden van een baan. De overheid (UWV en gemeente), de wetenschap en het bedrijfsleven hebben de handen ineen geslagen en gaan van mei tot en met oktober 2015 onderzoeken of moderne digitale technieken en online marketingstrategie kunnen bijdragen aan het vergroten van het welzijn, aan de regie op het eigen leven van werkzoekenden en aan een betere match met werkgevers. Daarvoor zetten we twee pilotprojecten in gang. De resultaten van deze pilots kunnen op termijn vermindering van de gemeentelijke dienstverlening tot gevolg hebben, dus ook tot besparingen leiden. De omvang hiervan is nu nog niet aan te geven. Innovatie en kostenreductie in de uitvoering: gezamenlijk back-office inkomen Enschede neemt deel aan de ontwikkeling van een gezamenlijke back-office voor inkomensverstrekking (GBI). Het GBI is één integrale, virtuele werkomgeving voor het inkomensdomein van de betrokken gemeenten. Dat zijn nu 13 grote gemeenten, waaronder de G4, die gezamenlijk 50% van het landelijk aantal bijstandsontvangers hebben. De virtuele werkomgeving focust op inrichtingsprincipes, werk- en bedrijfsprocessen en informatievoorzieningen. In de zomerperiode is een marktverkenning gehouden over de haalbaarheid en de mogelijkheden. Deze vergaande beweging heeft potentiële efficiëntievoordelen. In het najaar van 2015 vindt op basis van de marktverkenning besluitvorming plaats over het vervolg van deze ontwikkeling. Maatregelen Jeugdhulp Voor het domein Jeugdhulp geldt dat de gemeente inmiddels een half jaar op weg is met de nieuwe taken. De bezuinigingen die vanaf 2017 op de gemeente af komen, zijn al langer bekend, en daar is ook rekening mee gehouden bij de inrichting en organisatie van het stelsel. Het college verwacht deze opgave grotendeels te realiseren door: • • • •
de besparingen op de tarieven die Enschede per 2015 al heeft gerealiseerd; de huidige ‘gekantelde’ werkwijze bij de wijkteams door te zetten (ook bij de herindicaties die er in 2016 aankomen); screening van PGB-houders; en door het vormgeven van en verschuiven naar algemene voorzieningen.
blz. 22 (van 145)
Met deze maatregelen verwacht het college de besparing van 4,4 miljoen euro te realiseren. Maar de belangrijkste innovatie ligt volgens ons in de integrale aanpak binnen het sociaal domein. Meer daarover leest u in de volgende paragraaf: Innovatie Sociaal Domein.
2.6. Innovaties in Sociaal Domein: Transformatieagenda en sociaal deelfonds Op 8 juni 2015 heeft de raad het kader voor de 'Transformatieagenda maatschappelijke ondersteuning' vastgesteld. Enschede maakt zich sterk voor een samenleving waaraan iedereen optimaal kan deelnemen, ongeacht geslacht, leeftijd, culturele achtergrond, talenten en beperkingen. De komende jaren wil het college op vernieuwende wijze verder meebouwen aan een duurzaam en solide sociaal stelsel. Doelen daarbij zijn het versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners. Indien nodig valt hier ook een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) onder voor opgroeien & opvoeden, participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. Daarmee omvat de Transformatieagenda het gehele Sociale Domein. Centraal staat het motto 'Voorkomen is beter dan genezen'. Het college wil aan de voorkant investeren in effectieve preventie: mensen helpen om weer snel in hun eigen kracht te komen én te blijven. Hierdoor hoeven zij minder beroep te doen op langdurige zorg. Waar dat niet lukt, moet er een aanbod van goede zorg zijn, met de best passende arrangementen. De Transformatieagenda is een vernieuwingsproces dat zich tot 2017 afspeelt. We kunnen tijdens deze periode fundamentele vernieuwing realiseren die de ondersteuning aan inwoners beter, effectiever en eenvoudiger maakt. Om hiertoe te komen, dagen we organisaties uit om in co-creatie innovatieve ondersteuningsarrangementen te ontwikkelen. Daarvoor is een incidenteel investeringsbudget van 4,68 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het toetsingskader om te investeren is als volgt: • • • • • • •
De cliënt staat centraal, het is een integrale benadering van de levensdomeinen. Het betreft een nieuwe activiteit, die leidt tot duurzame vernieuwing. De aanpak is integraal, met borging van succesvolle arrangementen. De investeringsactiviteiten zijn gericht op het versterken van preventie. De activiteiten hebben als uitgangspunt: de cliënt centraal, eenvoudiger werkwijze, goedkoper en beter, volgens de visie samenlevingsgericht werken. Er moet vooraf duidelijk zijn welke verbetering de investering biedt en op termijn welke huidige activiteit kan worden vervangen. De activiteiten moeten meetbaar zijn: op inhoudelijke effecten en financiële gevolgen.
De agenda kent vijf thema’s: voorliggende voorzieningen, gezondheid, veilig opgroeien & ontwikkelen, langer thuis wonen en integraliteit & kwaliteit. Inmiddels is er al een aantal activiteiten opgestart. Een selectie:: •
•
Algemene voorzieningen bieden, naast langdurige ondersteuning, ook de mogelijkheid om zoveel mogelijk zelfstandigheid te ontwikkelen. Daarmee worden de Wmo en de Participatiewet met elkaar verbonden. Ook kijken we of we de voorzieningen bij maatschappelijke organisaties onder kunnen brengen in plaats van bij alleen zorginstellingen. Denk bijvoorbeeld aan het dierenasiel. De verbindingsmanager sport ondersteunt een cluster van sportverenigingen en bouwt de maatschappelijke functie van sport verder uit. Dat doet hij ondere andere via de relatie met wijkplannen, gezamenlijke sportstimulering voor jong en oud, een netwerk in de buurt en via preventie-activiteiten voor werk en zorg.
blz. 23 (van 145)
•
•
•
•
Alles-in-1-school: deze school is niet alleen de plek voor het kind. Het is ook een plek voor hun opvoeders die er terecht kunnen voor opvoedadvies, eigen ontwikkeling zoals taallessen en ondersteuning op inkomen. De school is een plek waar bijna 24 uur per dag het kind en zijn opvoeders welkom zijn en waar onderwijzers meer een coach zijn in het hele gezinssysteem. Inclusieve stad: een aanpak waarbij we kijken waar inwoners vast lopen en waarbij we gericht doorbraken mogelijk maken in termen van regels, financiën of werkwijzen. Vanuit de hypothese dat de gemeente met dezelfde (of zelfs minder) middelen meer kan bereiken, volgen we minimaal 20 gezinnen waar meerdere problemen samenkomen. We brengen de problematiek in kaart, rekenen uit wat de huidige interventies vanuit het Rijk, gemeente en ziektekostenverzekeraar per jaar kosten en onderzoeken welke (bredere) systeemkenmerken achter de problematiek liggen. Vervolgens zoeken we naar alternatieve oplossingen met meer maatschappelijk en financieel rendement. Deze oplossingen maken we dan mogelijk door de belemmeringen in het regel- en financieringssysteem of in de gemeentelijke werkwijze structureel op te ruimen. In het experiment trekt Enschede samen op met Leeuwarden, Zaanstad, Eindhoven en Utrecht. Populatiemanagement: de gemeente, zorgverzekeraar Menzis en een vijftal zorgaanbieders experimenteren met gezamenlijke indicatiestelling en ontschotte bekostiging. Uitgangspunt is er dat vernieuwende zorgarrangementen ontstaan die beter aansluiten bij de behoefte van de cliënt. Het partnerschap hanteert daarbij de ‘triple aim’ gedachte: zorgcliënten ervaren de nieuw geboden zorg minimaal als gelijk en de kwaliteit van de zorg blijft minimaal gelijk tegen lagere kosten. Social impact bonds (SIB) is een investeringsinstrument dat staat voor een nieuwe manier van partnerschappen met private partijen. Een consortium van een private investeerder en een sociaal ondernemer ontwikkelt een innovatieve maatschappelijke interventie. Als zij kan aantonen dat ze hiermee een besparing realiseren bij de gemeente, bijvoorbeeld op uitkeringsgelden of zorgkosten, dan vloeit een deel van de besparing naar de investeerder. Als er geen besparing wordt gerealiseerd, betaalt de gemeente ook niet uit. Daarmee ligt het risico in de markt en ontstaat een win-winwinsituatie als de innovatie werkt. Momenteel werkt de gemeente aan de realisatie van een grensoverschrijdende SIB-connectie tussen de vacatures op de Duitse arbeidsmarkt en de Enschedese werkzoekenden. Ook op zorggebied oriënteert het college zich op SIB-kansen.
Voor het Sociaal Domein geldt dat uiteindelijk de echte 'winst' zit in het terugdringen van de vraag en niet in het efficiënter aanbieden van de gemeentelijke dienstverlening. Dit is een uitdaging van de lange adem. Het is mogelijk om de ambities van de transformatie over een langere periode te realiseren als er meer middelen beschikbaar zijn. Door nu het verwachte rendement van deze initiële investeringen weer in te zetten, creëren we deze mogelijkheid. Monitoring Investeren in preventie en innovatieve ondersteuningsarrangementen moet rendement opleveren. Rendement kun je meten door heel gericht bij te houden in welke doelgroep je specifiek investeert en welke 'meerkosten' dat voorkomt. Dit vraagt dan ook om gerichte monitoring, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA). Ook een meer pragmatische benadering is een mogelijkheid. Daarbij kijken we hoe de tweedelijns zorgkosten zich zullen ontwikkelen in een jaar en hoe zich dat verhoudt tot het jaar daarvoor. Daarbij letten we specifiek op die onderdelen waar wij het meeste rendement van verwachten. Het is een kwestie van langere tijd, voordat het rendement goed op gang komt (sneeuwbaleffect). Deze vorm van monitoring willen we uitwerken in samenwerking met Universiteit Twente, Saxion en/of andere instanties die hier goede ervaringen mee hebben.
blz. 24 (van 145)
Financiering Voor de realisatie van de Transformatieagenda in het Sociaal Domein is financiering nodig. De investeringen van nu leveren later opbrengsten op. Daarmee vormt Enschede een ‘kraamkamer’ voor innovaties, waarmee we de beoogde transformatie financieren. Het college stelt voor om het investeringsbudget (bij het raadsvoorstel de ingestelde reserve Transformatieagenda MO) jaarlijks te voeden uit dat rendement. De hoogte van dat budget, dat dan onderdeel is van het sociaal fonds, wil het college - gezien de financiële opgave beperkt houden. Anderzijds moet er wel voldoende ruimte zijn om zinvolle investeringen te doen. Investeringen die goed als vliegwiel kunnen werken. Het college stelt daarom voor een plafond aan te houden ter hoogte van 1% van de begrote uitgaven in het Sociaal Domein. Dat komt overeen met een bedrag van (afgerond) 3 miljoen euro. Het College stelt voor om de naam van de ingestelde reserve te veranderen naar "Reserve Sociaal Fonds". Op weg naar transformatie, integratie en innovatie past het niet om de budgetten nog wel strikt geschot op de 'eigen producten' in te zetten. Inzet van middelen moet geen restrictie geven op deze nieuwe manier van werken, maar moet flexibiliteit en daadkracht in het Sociaal Domein maximaal ondersteunen. Die flexibiliteit wil het college bereiken door het instellen van een ‘sociaal fonds’. Het college ziet het sociaal fonds als één geoormerkt budget ‘Sociaal Domein’. Hierin zijn middelen opgenomen van de programma’s Maatschappelijke Ondersteuning en Economie, Werk en Onderwijs. Binnen dit geoormerkte fonds is het dan mogelijk om middelen ontschot in te zetten. Uiteraard daar waar de wet- en regelgeving dit toestaat. In onderstaande tabel zijn de middelen die opgenomen worden in dit fonds. SALDO Lasten (*1.000)
2015
2016
2017
2018
Maatschappelijke ondersteuning Versterken Burgerkracht
16.693
17.934
18.468
15.181
Lichte ondersteuning & Regie
18.017
16.445
16.348
16.334
Jeugdhulp
42.057
38.222
37.026
37.215
Wmo Begeleiding
20.555
21.584
21.163
19.907
Wmo Individuele voorzieningen
23.254
21.932
20.142
20.142
Inkomensondersteuning
12.158
12.423
11.785
11.585
132.734
128.540
124.932
120.364
103.467
101.132
99.792
96.642
Arbeidsmarktparticipatie
16.427
19.610
17.087
17.965
Uitvoering WSW
49.858
46.574
42.850
39.457
1.299
1.280
1.280
1.280
248
249
249
249
Kinderopvang
2.217
2.613
2.612
2.612
Leerlingenvervoer
2.109
1.899
1.899
1.899
11.114
7.918
1.844
1.844
TOTAAL Maatschappelijke ondersteuning
Economie, Werk en Inkomen Algemene bijstand levensonderhoud
Brede talentontwikkeling Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Leerplicht / RMC (regionale meld- en
coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten)
blz. 25 (van 145)
TOTAAL Economie, Werk en Inkomen
186.739
181.275
167.613
161.948
TOTAAL SOCIAAL FONDS
319.473
309.815
292.545
282.312
NB: financieel overzicht van de lasten, dus exclusief de baten en mogelijke stortingen en onttrekkingen aan de reserves. Het sociaal fonds maakt daarnaast het volgende mogelijk: •
•
Het vormen van een structureel investeringsbudget. Zoals hiervoor aangegeven, is transformatie een kwestie van lange adem. Het is een continu proces van investeren, waarmee we structurele innovatieve vooruitgang mogelijk maken. We kiezen dan uiteraard voor investeringen die renderen. Door dit rendement beschikbaar te houden binnen het sociaal fonds, ontstaat de mogelijkheid dat deze continue vooruitgang zichzelf financiert. De opvang van de financiële opgave in het Sociaal Domein. In de Zomernota is aangegeven dat beschikbare budgetten fors teruglopen. Het sociaal fonds geeft een brede basis en heeft met meer massa meer mogelijkheden om deze terugloop op te vangen. Binnen dit fonds kan het dan bijvoorbeeld zo zijn, dat een overschot op een zorgbudget in een bepaald jaar ingezet kan worden op een eventueel tekort op de Sociale Werkvoorziening. We dringen daarmee een eventueel beroep op de algemene middelen zo veel mogelijk terug, of sluiten dit beroep zelfs helemaal uit.
Uitgangspunten van het sociaal fonds zijn: 1. Portefeuillehouders sturen zelf op de budgetten binnen zijn of haar portefeuille. Lopende bijsturingsmaatregelen, zoals het plan 'Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget houden' of bezuinigingsplannen binnen de SW, blijven daarbij gehandhaafd. 2. Zoals in de vorige paragraaf aangegeven, is het voor een goede innovatie en transformatie in het Sociaal Domein belangrijk om te beschikken over een jaarlijks investeringsbudget. Dat budget heeft een voorgesteld plafond van 3 miljoen euro. De voeding daarvan komt uit rendementen van het Sociaal Domein. De voeding van dit investeringsbudget geschiedt jaarlijks bij de jaarrekening. 3. Na voeding van het investeringsbudget verevenen we eventuele nadelen met de voordelen binnen het Sociaal Domein in dat jaar. 4. Het college informeert de raad bij de jaarrekening over de voortgang en de behaalde resultaten. Daarbij gaat het om de gedane investeringen in een jaar, het behaalde rendement en de laatste stand van zaken. 5. Het sociaal fonds stellen we in voor de duur van de coalitieperiode, waarna we gaan evalueren in het najaar 2017-voorjaar 2018.
2.7. Maatregelen Fysiek Domein De opgave voor het Fysiek Domein bestaat uit onderhoudsbudgetten voor de uitbreiding van het areaal openbare ruimte vanaf 2017 en het onderhoud aan de havens vanaf 2018. Daarnaast creëren we in het Fysiek Domein 2 miljoen extra ruimte voor stedelijke ontwikkeling. Deze extra ruimte komt voort uit de bestuurlijke keuze om de fysieke projecten in de stad te gaan herijken en toekomstbestendig te maken. Opgave en bezuinigingsrichtingen Fysiek Domein (in miljoen euro)
blz. 26 (van 145)
2016
2017
2018
2019
Opgave Fysiek Domein
-0,25
-2,45
4. Focus mobiliteitsprojecten op bereikbaarheid
-2,45 1,6
5. Taakverlichting en ander risicomanagement in Fysiek Domein
0,15
0,5
0,85
Bezuinigingsrichtingen Fysiek Domein
0,15
0,5
2,45
Saldo Fysiek Domein
-0,1
-2,0
0
Enschede is dé stad van Twente, dé plek in het oosten om te wonen, te studeren, om een bedrijf op te richten en om kennis naar de markt te brengen. De ambitie is dat Enschede, als grootste stad van Oost-Nederland en belangrijkste economische factor in de regio, aantrekkelijk is voor investeerders. Dat vraagt om een bruisende binnenstad, leefbare wijken en buurten, een goed investeringsklimaat voor (kennisintensieve) bedrijvigheid, zoals Kennispark en Technology Base Twente, en een goede samenwerking tussen kennisinstellingen en (nieuwe) bedrijvigheid. De gemeente Enschede zorgt voor een voorzieningenniveau dat past bij de regionale aantrekkingskracht en de belangrijke centrumfunctie van de stad. Denk bijvoorbeeld aan evenementen en culturele voorzieningen. Wij kunnen dit niveau echter niet meer ongewijzigd handhaven (zonder hulp van provincie of anderen). Dat is financieel onmogelijk geworden. Daarom leggen we al onze investeringen in het Fysieke Domein langs de meetlat: in hoeverre draagt de voorziening bij aan de economische ontwikkeling van de stad? De voorzieningen zijn ingedeeld in de volgende categorieën: cultuur, evenementen, onderwijs, nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en kwaliteit leefomgeving. Per voorziening beoordelen we in hoeverre deze van doorslaggevende invloed zijn om de aantrekkingskracht van Enschede te behouden en versterken. We nemen maatregelen die bijdragen aan de structurele versterking van Enschede: financieel solide of qua duurzaamheid. Bovenstaande leidt tot de volgende afwegingen in het Fysiek Domein (bezuinigingsrichting in regel 4 en 5 van bovenstaande tabel): 4. Bij investeringen in mobiliteit focussen we op bereikbaarheid De focus ligt op bereikbaarheid, aangezien dat van belang is voor de economische ontwikkeling en het creëren van banen. Een prioritering van mobiliteitsprojecten op bereikbaarheid levert vanaf 2019 een besparing van 0,6 miljoen euro op. Daarnaast eindigt per 2020 de lopende bezuiniging van 10 miljoen euro op het mobiliteitsfonds. Deze bezuiniging is gebaseerd op 1 miljoen euro per jaar. Vanaf 2020 zou dat miljoen weer terug komen in het mobiliteitsfonds. We kiezen er echter voor om deze bezuiniging ook na 2020 door te zetten. Per saldo is dan een besparing van 1,6 miljoen euro op mobiliteitsprojecten vanaf 2019 mogelijk. 5. Besparingen vinden binnen een nieuw programma Fysiek, inclusief taakverlichting en ander risicomanagement Gemeentebreed zijn er mogelijkheden om op termijn besparingen te vinden door een heroverweging van de invulling van het takenpakket. Zo zijn er binnen de gehele gemeentebegroting mogelijkheden om de marges binnen de programmabudgetten voor het afdekken van risico’s vrij te laten vallen en het risicomanagement nog meer te centraliseren onder het weerstandsvermogen. Een randvoorwaarde daarbij is dat onvoorziene tegenvallers niet meer vanzelfsprekend binnen programma's worden opgevangen. Er kan ook een beroep gedaan worden op het weerstandsvermogen. Het voorstel is om binnen het Fysiek Domein te starten met deze verandering van het risicomanagement en daarna gemeentebreed toe te passen.
blz. 27 (van 145)
Daarnaast levert de integratie van de programma’s Leefomgeving (LO) en Stedelijke Ontwikkeling (SO) tot één programma Fysiek besparingen op, bijvoorbeeld door samenvoeging van afdelingen, professionaliseren van opdrachtgeven en opdrachtnemen en voortzetten van de opgestarte versterkte samenwerking in de keten. Deze eerste stappen leveren voor de jaren 2017 en 2018 naar verwachting substantiële besparingen op. Voor besparingen op de lange termijn wordt er in 2016 een proces opgestart en waarvan de oogst zal worden meegenomen in de zomernota 2017. In totaal streven we naar een besparing van 850.000 euro in 2019. De twee hierboven genoemde bezuinigingsrichtingen binnen het Fysiek Domein leveren opgeteld 2,45 miljoen euro structurele bezuinigingen op vanaf 2019. Daarmee geven de maatrgelen dekking voor: • •
de opgave binnen het Fysiek Domein: 0,25 en 0,20 miljoen euro; en structureel 2 miljoen euro ruimte voor het terugbrengen van de looptijden van grondexploitaties (grexen) tot 10 jaar.
2.8. Maatregelen begrotingsprogramma Dienstverlening en Financieel Beleid De uitnames uit het Gemeentefonds door de motie Van Haersma Buma en de doordecentralisatie van groot onderhoud naar de gemeenten leiden tot een opgave van 4,4 miljoen euro vanaf 2017. Daarnaast ontstaat in 2023 door de effecten van de concentratie van Vastgoed een tekort van 6,6 miljoen euro in de reserve Vastgoed. Door dit tekort in 10 jaar op te lossen, leidt dit tot een opgave van 0,6 miljoen euro vanaf 2017. Opgave Onderwijshuisvesting en Vastgoed en bezuinigingsrichtingen begrotingsprogramma (in miljoen euro)
2016
2017
2018
2019
-5,1
-5,1
-5,1
1. Maatregelen Onderwijshuisvesting
1,8
2,2
2,6
2. Rentevoordeel Vastgoedbedrijf
0,6
0,5
0,5
3/4. Aanvullende besparingen op Onderwijshuisvesting, Vastgoed, Bedrijfsvoering en Verbonden Partijen
0,5
1,0
2,0
Bezuinigingsrichtingen totaal
2,8
3,7
5,1
-2,3
-1,4
0
Opgave Onderwijshuisvesting en Vastgoed
Saldo begrotingsprogramma Dienstverlening en financieel beleid
Wij stellen voor de opgave op te lossen door maatregelen te treffen: 1. 2. 3. 4.
binnen het domein Onderwijshuisvesting; binnen het domein Vastgoed; binnen onze bedrijfsvoering; in relatie tot onze verbonden partijen.
ad 1. Onderwijshuisvesting Doordat een groot deel van de opgave ontstaat door het verplaatsen van gelden van de gemeente naar het onderwijsveld, willen wij een groot deel van de opgave ook oplossen binnen het onderwijsveld. We verminderen het knelpunt op onderwijshuisvesting met de volgende maatregelen:
blz. 28 (van 145)
•
• •
•
In lijn met de afname van leerlingenaantallen verminderen we het aantal schoolgebouwen of leslokalen. Leegstaande objecten zijn reeds overgedragen aan het Vastgoedbedrijf en zorgen daarmee voor een verlaging van het knelpunt. We verlagen het investeringsplafond voor onderwijshuisvesting, waardoor tot nadere besluitvorming geen verbouw, nieuwbouw en uitbreiding mogelijk is. Duurzaamheidsmaatregelen stimuleren we vanuit ambtelijk duurzaamheidsmanagement in plaats van het krediet duurzaamheid. Hierdoor komt het krediet te vervallen. De terug te betalen middelen zetten we in voor een Attendiz-locatie in Enschede.
Effect maatregelen Door het treffen van deze maatregelen besparen we een bedrag van 1,8 miljoen euro oplopend naar 2,6 miljoen euro. De effecten van de maatregelen zijn vooral merkbaar in het onderwijsveld: het aantal schoolgebouwen vermindert en sommige scholen moeten we doorverwijzen naar andere dichtbij zijnde leslokalen die leeg staan. In goed overleg en met instemming van de schoolbesturen onttrekken we in 2016 één gebouw aan de onderwijsbestemming en in de jaren daarna (tot 2025) volgen naar verwachting nog negen gebouwen. Dit is het resultaat van het herschikkingsonderzoek, dat op initiatief van de drie grote schoolbesturen voor primair onderwijs uitgevoerd is. Ook is er voorlopig geen ruimte meer voor investeringen in nieuwbouw of verbouw van scholen. Het Vastgoedbedrijf moet een groter aantal leegstaande objecten zonder dekking overnemen. In lijn met de vastgestelde strategie stoot het deze objecten af of wendt het deze aan voor oplossingen bij andere maatschappelijke opgaven. De verwachting is dat dit een negatief effect op de vastgoedreserve heeft. ad 2. Vastgoed In de strategie op vastgoed gaan we ervan uit, dat eigendom van vastgoed geen kerntaak is van de gemeente Enschede. We stoten het vastgoed af, tenzij de markt hier niet in voorziet of duurder is. Regievoeren op vastgoed organiseren we in samenwerking met programma’s, stadsdelen en het Vastgoedbedrijf Enschede (VBE) op basis van de gebiedsagenda. Het doel daarvan is de maatschappelijke opgave te faciliteren. Stadsdeelmanagement coördineert deze samenwerking. Op het totaal van het over te dragen vastgoed vanuit de programma’s naar het Vastgoedbedrijf zien we een negatief verschil tussen boekwaarde en marktwaarde. Ook hebben we te maken met tekorten in de exploitatie, waaronder bij bedrijfsverzamelgebouwen en wijkcentra. Anders gezegd: dit vastgoed kost meer dan dat het oplevert. Met de concentratie van vastgoed is deze bestaande problematiek transparant gemaakt en dragen we zorg voor een integrale aanpak om deze vastgoedproblemen op te lossen. We gebruiken de positieve vastgoedreserve als buffervermogen, maar we moeten de daaruit voortvloeiende, negatieve reserve aanvullen. We treffen twee maatregelen om de totale opgave op te lossen: • •
We onderzoeken of het op afstand zetten van (delen van) onze vastgoedportefeuille leidt tot kostenbesparing. We verlagen de toe te rekenen rente aan het vastgoedbedrijf.
Effect maatregelen Door het verlagen van de rekenrente besparen we een bedrag van 0,6 miljoen euro aflopend naar 0,5 miljoen euro. Door de aanhoudend lage rentestand is het mogelijk minder rente toe te rekenen aan onze vastgoedinvesteringen. Vanaf 2017 is dit bedrag nodig om het knelpunt binnen Vastgoed op te lossen. Het verschil tussen de werkelijk te betalen rente en de toe te rekenen rente komt tot uiting binnen het treasury resultaat. Door het verschil te verkleinen
blz. 29 (van 145)
rekenen we minder kosten toe aan het Vastgoedbedrijf en verlagen we de opbrengsten binnen het treasury resultaat. We zien mogelijkheden in het opzetten van een zelfstandig rechtspersoon. Daarmee willen we de huidige waarderingsstelsels, die binnen de publiekrechtelijke sector gelden, omzetten naar een financieel en fiscaal gunstiger waarderingsstelsel binnen de privaatrechtelijke sector. Onze recent vastgestelde strategie en (financiële) spelregels houden we als belangrijke voorwaarden overeind. Deze zelfstandige rechtspersoon functioneert onder volledige sturing van en controle door de gemeenteraad en het college. Recent heeft een dergelijke constructie tot substantiële voordelen voor de gemeente Culemborg geleid. We zetten op de korte termijn in op het doorrekenen van drie grote vastgoedexploitaties : • • •
Stadskantoor: ambtelijke huisvesting. Muziekkwartier: maatschappelijk vastgoed. Scholingsboulevard: onderwijshuisvesting.
Op deze wijze krijgen we inzicht in het besparingspotentieel op de totale portefeuille. We betrekken de opzet en effecten van deze uitwerking bij de Zomernota 2016. ad 3. Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering is niet bepalend of sturend, maar wel wijd vertakt. Het is klassiek belast met het uitvoeren van taken die deels wettelijk zijn of voortkomen uit benodigde verantwoording en administraties. Ook komen de taken veelal voort uit de behoefte aan rechtstreekse ondersteuning aan bestuur, management en uitvoeringseenheden. Net als in andere organisaties hebben we een complexe set aan afspraken gemaakt hoe we graag willen werken, wat er wel mag en wat er niet mag. Nu we op een kantelpunt staan, constateren we dat deze set niet meer aansluit bij de bedoeling en de richting: een gewijzigde set is nodig. Wij willen dan ook een bijdrage leveren aan de opgaven door: •
• • • • •
Het toetsen van werkzaamheden binnen de bedrijfsvoering aan de sourcingsleidraad, zodat we kunnen bepalen welke werkzaamheden we zelf nog uit blijven voeren en welke niet; Het voortzetten van de flexibilisering van budgetten, huisvesting en personele inzet; Het focussen op de kerntaken van bedrijfsvoering; Het verder vereenvoudigen en automatiseren van deze kerntaken; Het doorontwikkelen van lean en zaakgericht werken; Het verder terugbrengen van onze ambtelijke huisvesting.
Effect maatregelen Het effect dat we daarmee willen bereiken, is een compacte en heldere bedrijfsvoeringsorganisatie. Eenvoud is het principe: we zetten in de markt wat nodig is, kijken regionaal waar mogelijk en we werken volgens het motto 'centraal wat moet, decentraal waar nodig'. De bedrijfsvoering richt zich op de primaire taken en zal zakelijker worden. Binnen de uitvoeringseenheden ontstaat meer vrijheid in de eigen uitvoering. Dat betekent ook dat er minder, maar hardere centrale kaders komen. Daarnaast zal de servicegraad duidelijker zijn. En ook worden alle werkzaamheden niet door eigen organisatieonderdelen uitgevoerd. We moeten daarom rekening houden met het oplossen van ontvlechtings- en frictiekosten van verzelfstandigingen. ad 4. Verbonden partijen Enschede voert niet al haar taken zelf uit. We hebben partners die bepaalde uitvoeringswerkzaamheden op zich nemen, waarbij we tevens een financieel en bestuurlijk belang bij hebben. Net als iedere gemeente worden we vanwege terugvallende inkomsten
blz. 30 (van 145)
gedwongen om te bezuinigen. Daarom verwachten we van onze partners, dat ook zij een kritische blik werpen op hun takenpakket en bedrijfsvoering. De afgelopen jaren hebben onder andere Regio Twente, Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, Veiligheidsregio Twente en Twence daarin een eerste aanzet gegeven. Een verdere verdiepingsslag is zeker mogelijk. Wij stellen dan ook de volgende maatregelen voor: • •
Het zeer kritisch analyseren van besparings- en keuzemogelijkheden op begrotingen. De annotaties aan de raad zullen scherper geformuleerd zijn wat betreft uitgaven. Het analyseren van besparingsmogelijkheden bij verbonden partijen via bestaande en mogelijk nieuwe taskforces/expertgroepen.
Effect maatregel Op basis van een eerste inventarisatie lijkt een bezuiniging op verbonden partijen van 0,5 miljoen euro haalbaar.
2.9. Overige ontwikkelingen In deze paragraaf benoemen we eerst een aantal toegedeelde bezuinigingen, die nog nader ingevuld moeten worden. In 2016 komt het college met voorstellen voor invulling van deze bezuinigingen. Het gaat onder meer om de bestaande besparingsopgaven op sportaccomodaties en op inkomensondersteuning (Kadernota Armoedebeleid). Daarnaast worden enkele ontwikkelingen genoemd, die mogelijk financiële consequenties hebben, zonder dat er op dit moment sprake is van een concreet en urgent knelpunt. Het gaat o.a. om de ontwikkeling op het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) en Area Development Twente (ADT). Hierbij moet opgemerkt worden dat er in het weerstandsvermogen rekening is gehouden met dergelijke risico's. Tot slot noemen we enkele landelijke, financiële ontwikkelingen, zoals de invoering van de Vennootschapsbelasting (Vpb) voor gemeenten, de voorgestelde wijzigingen in de regelgeving voor het voeren van grondexploitaties en de landelijke ontwikkelingen rond de algemene bijstand voor levensonderhoud. Ontwikkelingen Sportaccommodaties en Sportbedrijf Met het vaststellen van de sportnota is de opdracht voor het te vormen sportbedrijf bepaald. Bij de verdere uitwerking van ons businessplan en de benodigde structurele middelen is ons duidelijk geworden, dat we de geconstateerde financiële problematiek moeten oplossen. Deze problematiek richt zich met name op groot onderhoud en vervangingsinvesteringen voor de gemeentelijke sportaccommodaties en voor onze verbonden partij Enschedese Zwembaden NV. Dit vraagt om fundamentele keuzes over de omvang en benutting van sporten zwemvoorzieningen in onze stad. We werken hiervoor de volgende voorstellen uit: •
• • • •
Het actiepunt differentiatie van de huurkorting uit de sportnota: het actiepunt richt zich op een optimale benutting en bezetting van de gehuurde accommodaties door de gebruikers. Des te beter benut, des te hoger de korting is daarbij het motto. De maximale korting bedraagt 78%. In lijn met het onderwerp huurkorting komt er een plan voor de toekomstige behoefte aan binnen- en buitensportaccommodaties. Er komt een plan voor de toekomstige capaciteitsbehoefte zwembaden. Een toekomstige beheerorganisatie moet passen bij de toekomstige kwantiteit van accommodaties alsmede bij de voortschrijdende technologische ontwikkelingen. Het mogelijk inzetten/koppelen van zorgmiddelen voor preventieve werking door het bevorderen van sportdeelname.
We leggen de voorstellen bij bovengenoemde vijf lijnen voor bij de Zomernota 2016, zodat we in 2017 kunnen starten met de implementatie. We maken daarmee een splitsing tussen enerzijds een 'structureel gezonde exploitatie' en anderzijds de 'vorming van het sportbedrijf'
blz. 31 (van 145)
met een werkbare en gefaseerde start (2 jaar). De vorming van het sportbedrijf is volledig gericht op de uitvoering van de opdracht. Implementatie Kadernota Armoedebeleid De taakstelling voor het armoedebeleid is aan de orde gekomen in de Kadernota Armoede 2015-2019. De financiële opgave bedraagt voor 2016 naar verwachting 0,7 miljoen euro. Deze loopt op naar 0,9 miljoen euro in 2017 en 1,1 miljoen euro vanaf 2018. Via een versobering van 0,2 miljoen euro door het aanpassen van de werkwijze van de Formulierenbrigade, resteert een dekkingsopgave van 0,5 miljoen euro in 2016. Deze loopt op naar 0,7 miljoen euro in 2017 en 0,9 miljoen euro vanaf 2018. De nog te realiseren dekking voor 2016 vloeit voort uit een incidenteel voordeel op de Wmo van 0,5 miljoen euro. Voor de benodigde financiering voor 2017 en verder gaan we op verkenning binnen het gehele Sociaal Domein. Uiterlijk in de Zomernota 2016 gaan we dit concreet invullen. Regionaal Bedrijventerrein Op dit moment wordt bezien hoe de samenwerking in de toekomst wordt voortgezet. Eind van het jaar moet een voorstel over de toekomst van het RBT in de verschillende raden en staten worden behandeld. De mogelijke opties worden in oktober 2015 uitgewerkt in scenario’s en de (financiële) effecten worden in kaart gebracht. Area Development Twente (ADT) en Technology Base Twente Medio 2014 is gestopt met de inspanningen voor de ontwikkeling van een commerciële luchthaven en is besloten tot heroriëntatie op het gebied. Na het advies van commissie van wijzen om het gebied van de “luchthaven” te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT), is een Plan van Aanpak opgesteld. Het plan beschrijft op verschillende onderwerpen een veelheid van acties en opdrachten die allemaal moeten leiden tot het realiseren van de TecBT met de start en landingsbaan als belangrijke asset. Het plan van aanpak wordt uitgevoerd. Een Top en kwaliteitsteam komen met een advies voor het vervolg. Een belangrijke opdracht uit het advies van de commissie van Wijzen en in het plan van aanpak was ook mogelijke ontvlechting van de woon- en werkgebieden binnen de gebiedsontwikkeling. De provincie en gemeente en gemeente onderzoeken de mogelijkheden. Leidraad daarbij zijn o.a de afspraken uit het coalitieakkoord van het nieuwe college van GS. Het is nog niet bekend of dit ook consequenties heeft voor de lopende onderhandelingen ten aanzien van ADT. Eventuele effecten kunnen op dit moment nog niet worden weergegeven. Dat hangt ook mede af van de adviezen van het topteam over wat kansrijk is voor de ontwikkeling van bedrijvigheid binnen TecBT. Desintegratiekosten verzelfstandiging Onderhoud Enschede (OE) en Sportbedrijf De verzelfstandiging van OE en het Sportbedrijf leidt tot minder dekking voor de kosten voor interne dienstverlening. Dit desintegratie-effect wordt echter beperkt door gezamenlijke sturing en door de ontvlechting gefaseerd door te voeren. De huidige stand van zaken is dat dit effect vooralsnog beperkt is (conform B&W- en raadsvoorstel) bij de verzelfstandiging van OE. Voor de verzelfstandiging van het Sportbedrijf geldt tevens dat deze zo veel mogelijk beperkt worden. Risico op wegvallen dekking interne dienstverlening In de begroting 2014 is 4 miljoen euro beschikbaar gesteld in verband met wegvallende dekking voor bedrijfsvoering. Hierbij te denken aan Grondbedrijf, stedelijke projecten, participatiefonds, gesloten systemen, leges. In 2015 is dit nog aangevuld met 1,2 miljoen. Een verdere terugloop in de dekking wordt met name voorzien binnen de SW (participatiebudget) en projecten.
blz. 32 (van 145)
Eigen risico WIA/WGA De gemeente is tav de WIA/WGA eigen risicodrager. Om deze kosten op te vangen is een budget van 200.000 euro beschikbaar. In 2014 was dit toereikend, echter de ontwikkeling op dit moment is dat meer medewerkers onder die regeling komen te vallen. Afhankelijk van of er mensen ook uitstromen en hoeveel, zal dit mogelijk tot extra lasten leiden. Risico verlies dekking werk voor derden Besloten is om de werkzaamheden voor derden vanuit het IT bedrijf in een aantal gevallen de komende jaren te beëindigen. De opbrengst boven de kostprijs wordt nu aangewend voor dekking van eigen kosten. Het vervallen van deze opbrengsten betekent daarmee een dekkingsprobleem voor vaste kosten. Risico op leegstand De mogelijke inhuizing van UWV en programma EWO in het Stadskantoor 1e kwartaal 2016 leidt tot leegstand van het Werkplein. Het Werkplein is gehuurd tot 1-4-2021. Onderverhuur van pand tegen een marktconforme huurprijs zal het verlies aan inkomsten beperken. Vennootschapsbelasting (Vpb) Per 1 januari 2016 wordt de vennootschapsbelasting van toepassing op gemeenten. Daarmee wordt de gemeente belastingplichtig voor het uitvoeren van ondernemingsactiviteiten. Dit risico zal wat omvang en impact betreft met name spelen bij het grondbedrijf. Echter, ook andere activiteiten kunnen onder voorwaarden belastingplichtig zijn. Te denken valt aan werken voor derden niet zijnde overheidsinstellingen, begraafplaatsen, parkeergarages, binnenhavens, natuureducatie en sport. De doelstelling van de Vpb is drieledig: • • •
Het opheffen van concurrentieverstoring tussen overheidsondernemingen en private partijen. Het creëren van een gelijk speelveld tussen markt en overheid. Het voldoen aan EU-regels voor het verlenen van staatssteun.
Ondanks dat de wet is aangenomen, zijn er nog veel onduidelijkheden omtrent de uitleg en interpretatie van de wet. De Belastingdienst heeft met de koepelorganisaties VNG, VvG en IPO afgesproken om samen te werken aan een implementatietraject van de Vpb-plicht. Samen met andere gemeenten en overheidsinstellingen is de gemeente Enschede een invoeringstraject gestart, waarin we zo veel mogelijk anticiperen op de invoering van de Vpb. Wijzigingen regelgeving grondexploitaties De commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) heeft de regels over de grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. Aanleiding hiervoor waren de vele afboekingen die gemeenten de afgelopen jaren hebben moeten doen. De belangrijkste voorgenomen wijzigingen zijn: •
•
•
Het hanteren van een maximale looptijd voor grondexploitaties van 10 jaar, tenzij beheermaatregelen worden genomen conform BBV. In het coalitieakkoord is al op deze voorgenomen BBV-maatregel voorgesorteerd door in te zetten op grondexploitaties van maximaal 10 jaar. Bij de kostentoerekening aan grondexploitaties wordt het verplicht aan te sluiten op de kostenverhaalsmogelijkheden zoals benoemd in de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en Bro (Besluit ruimtelijke ordening). Rentetoerekening en disconteringsvoet: De rente die wordt toegerekend aan grondexploitaties moet worden gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen.
blz. 33 (van 145)
• •
Onderbouwing van uitgangspunten is een verplicht onderdeel van de jaarrekening. Strategische grondvoorraad: De waardering, onderbouwing boekwaarde en kostentoerekening van de NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) wijzigt. De categorie NIEGG wordt afgeschaft. Zolang gronden nog niet zijn te kwalificeren als bouwgrond in exploitaties, staan deze op de balans onder de materiële vaste activa (MVA) als 'strategische gronden'.
De voorgenomen maatregelen kunnen omvangrijke gevolgen hebben voor gemeenten. De maatregelen zijn ter consultatie voorgelegd aan de koepelorganisaties VNG (Verenging van Nederlandse Gemeenten) en IPO (Interprovinciaal Overleg). Referendum De verwachting is dat op basis van de in juni 2015 in werking getreden referendumwet in het voorjaar van 2016 een landelijk referendum gehouden wordt over het associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU. Gemeenten worden hiervoor via het rijk gecompenseerd, onzeker is of de compensatie de noodzakelijke kosten dekt. Algemene bijstand levensonderhoud Bij de ramingen van de baten voor 2016 en verder is uitgegaan van het voorlopige BUIGbudget 2015. Inmiddels is het voorlopig BUIG-budget 2016 per gemeente bekend gemaakt. Als gevolg hiervan ontvangt Enschede in 2016 ten opzichte van de begroting circa 1,1 miljoen euro minder. Ten opzichte van het definitieve budget 2015 is dat in 2016 1,7 miljoen euro minder. Deze achteruitgang is met name te wijten aan aanpassingen van het verdeelmodel 2016. Daarnaast is sprake van een voordeel op het macrobudget van 0,6 miljoen euro waardoor het effect op de begroting 2016 circa 1,1 miljoen euro is. De extra opgave van 1,1 miljoen euro past nog in de ambitie die het college geformuleerd heeft voor 2016 in het plan ‘Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget’. Door de extra opgave is de ambitie verhoogd met 80 mensen met een uitkering die aan een baan geholpen moeten worden. Met de mogelijke gevolgen van ontwikkelingen van de algemene bijstand is rekening gehouden in het weerstandsvermogen.
blz. 34 (van 145)
3. Programma's 3.1. Maatschappelijke ondersteuning Doelstelling Producten
A. Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners
Thema's Wat mag het kosten
->
1. Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. 2. Aanbieden van Algemene voorzieningen. 3. Jongerenwerk en opvoedondersteuning
->
Versterken burgerkracht
Jeugdhulp vrijwillig kader 4. Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin) Jeugdhulp gedwongen kader
Lasten 17.934
->
Baten
->
Lasten 28.377
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
-Lichte ondersteuning en > regie ->
5. Ondersteuning cliënten en mantelzorgers
B. Een kwalitatief goed en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen
->
206
0 9.844 0
Lasten 16.445 Baten
45
->
Lasten 21.317
->
Baten
->
Lasten 21.854
->
Baten
->
Lasten 39.083
->
Baten
->
Lasten 15.021
->
Baten
->
Lasten 12.423
->
Baten
WMO begeleiding ->
6. WMOmaatwerkvoorzieningen
-> WMO individuele voorzieningen
7. Woonbegeleiding
8. Maatschappelijke en vrouwenopvang
9. Inkomensondersteuning
1.049
3.034
Beschermd wonen 1.696
Opvangvoorzieningen 657
Inkomensondersteuning 884
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat willen we bereiken? Op basis van het coalitieakkoord is de programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat we willen bereiken.
Wat gaan we doen? De lijn die de raad heeft vastgelegd bij de programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd. 2016 staat in het teken staan van een inhoudelijke doorontwikkeling. We willen verder bouwen op de in 2015 gestarte ontwikkelingen en op een innovatieve wijze investeren in een duurzaam en solide sociaal stelsel. We noemen dit de transformatie van het sociaal domein. In hoofdstuk 2 is deze beweging toegelicht. In 2015 hebben we niet alleen uitvoering gegeven aan de door het Rijk overgedragen taken, maar ook al verdere stappen gezet op weg naar deze transformatie. Onder meer door het wijkteam te positioneren als centrale ingang voor alle ondersteuningsvragen. Daarbij staat de vraag of ondersteuningsbehoefte van de inwoners én de oplossing daarvoor centraal. Meer maatwerk en resultaatgericht. We creeëren meer flexibiliteit, minder administratieve lasten en realiseren tegelijkertijd kostenbesparingen. Uit de onlangs gehouden tussenevaluatie van het eerste half jaar blijkt een overwegend positief beeld vanuit Wmo-cliënten en aanbieders.Tegelijkertijd is er ervaring opgedaan met hoe zaken (ver)lopen, inzicht verkregen in de risico’s en hebben we zicht op de kansen voor verbetering in onder andere de aanpak. Het gaat bijvoorbeeld om: • • • •
Het beter benutten van voorzieningen in de directe omgeving van het gezin, zoals kinderopvang. Het betrekken en versterken van het eigen netwerk bij de ondersteuning van het gezin, uitgaande van het perspectief in plaats van het probleem op dit moment. Een transformatie in het zorgaanbod dat voor jeugd is ingekocht volgens de drie oude stelsels (ZVW, AWBZ en oude Jeugdwet). Het anders organiseren van de ondersteuning van gezinnen met LVB-problematiek, in de vorm van stut en steun.
De Transformatieagenda Sociaal Domein staat voor een proces waarin we, in cocreatie met de stad, fundamentele vernieuwing realiseren die de ondersteuning aan inwoners beter, effectiever en eenvoudiger maakt. Via een Sociaal Fonds wil de gemeente deze transformatie financieel mogelijk maken. In hoofdstuk 1 wordt dit proces beschreven. De uitgangspunten zijn: • • • •
een duurzaam sociaal stelsel voor iedereen; hulp voor wie het nodig heeft; goede en efficiënte dienstverlening; ondersteuning op maat en in samenspraak.
In 2016 streven we naar de onderstaande resultaten. Doelstelling A: Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners. Actiepunten 2016 Thema 1: bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname.
•
•
Vier actiepunten uit de nieuwe sportnota zijn uitgewerkt en/of opetarioneel. Het gaat om de actiepunten: verbindingsmanager sport, huurkorting, vereenvoudiging procedure sportsubsidie en sportbedrijf. Het sportbedrijf gezond beginnen betekent het huidige tekort op sportvoorzieningen
blz. 36 (van 145)
•
•
terugdringen. Er komt voor de zomer 2016 een voorstel hiervoor in de raad. Er zijn (voorlichtings-)programma's ingezet voor kinderen en jongeren met het grootste risico op verslaving. Met bestaande en bewezen methoden worden de jongeren begeleid bij het maken van keuzes. De positieve consequenties van deze programma's zijn niet in 2016 zichtbaar, maar zijn een investering in de toekomst. We brengen een beweging op gang (transformatiemiddelen). De schakelfunctie wijkverpleegkundige is ingekocht, functioneert in de wijken en de positie ten opzichte van de wijkteams is in overleg met de zorgaanbieders bepaald.
Thema 2: aanbieden van algemene voorzieningen.
•
•
•
Het niveau van de algemene voorzieningen voor dagbesteding is waar nodig, binnen de beschikbare financiële middelen, verder op peil gebracht. De ingezette lijn van 2015 wordt voortgezet, waarbij een aantal nieuwe algemene voorzieningen is ontwikkeld voor onder andere: o de ondersteuning van zorgvrijwilligers; o dagbesteding; o het regelen van dagelijkse zaken. Er komt een beleidskader tot stand voor (arbeidsmatige) dagbesteding, activering vanuit de bijstand en ondersteund werk. Dit kader zorgt voor een goede aansluiting tussen de Wmo en de Participatiewet. Op basis van dit beleidskader ontwikkelen we vervolgens een activeringsinfrastructuur die er voor zorgt dat mensen met een arbeidsbeperking en/of een lange afstand tot de arbeidsmarkt naar vermogen kunnen meedoen. Deze infrastructuur van dagbesteding, activering en ondersteund werk blijft binnen de financiële kaders van het sociaal domein. De vrijwilligersondersteuning wordt verder vormgegeven. Dit moet zichtbaar worden door: o Eén herkenbaar punt, fysiek en digitaal, waar iedere vrijwilliger of organisatie terecht kan. o Een toename van het aantal vrijwilligers in de leeftijdscategorie 15-25 jaar en bedrijven die aantoonbaar maatschappelijke inzet leveren. o Nieuwe vrijwilligers die actief zijn, omdat activiteiten worden aangeboden die passen bij de behoeften en wensen van de vrijwilliger van nu. o Een nieuw waarderingsconcept dat gebruikt wordt door zowel de gemeente als de organisaties die vrijwilligers inzetten.
Thema 3: jongerenwerk en opvoedondersteuning.
•
•
Er wordt geïnvesteerd in vroegsignalering en preventie in het stedelijk jongerenwerk door onder meer de doorontwikkeling naar vindplaatsgericht werken en de intensivering van samenwerking met partners. Hiermee voorkomen we dat later zwaardere (en duurdere) vormen van jeugdhulp nodig zijn. Het jongerenwerk richt zich met name op de kwetsbare, zwangere meiden, jonge moeders, sociaal zwakkere jongeren en overlast gevende jongeren die risicovol gedrag vertonen. Dit resulteert er onder andere in dat jongeren meer zelfvertrouwen hebben, in staat zijn grenzen aan te geven, weerbaarder zijn, een beter beeld hebben van hun toekomstplannen en tot slot dat het isolement van de jongere doorbroken wordt. Het inzicht in het effect van hun eigen gedrag en handelen op de omgeving wordt vergroot en leidt tot minder overlast in de omgeving. De doorontwikkeling van laagdrempelige opvoedondersteuning door informatie en ondersteuning te bieden aan ouders en kinderen op de voor hun bekende en vertrouwde plekken in de wijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kinderopvang, op scholen en bij sportverenigingen. Hiermee wordt getracht op termijn te voorkomen
blz. 37 (van 145)
•
dat duurdere vormen van jeugdhulp nodig zijn. In de transformatieagenda Sociaal Domein nemen we innovatieve werkwijzen op die voorzien in de behoefte van kinderen en opvoeder(s) en bijdragen aan vroegsignalering en preventie.
Doelstelling B: Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. Actiepunten 2016 Thema 4: jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin). Het voortzetten van de transformatie van jeugdhulp, als onderdeel van de lokale en regionale transformatieagenda's, zoals:
• • • •
• • • •
De ontwikkeling van nieuwe vormen van maatwerkondersteuning voor specifieke doelgroepen, zoals 18-/18+ en kinderen in vechtscheidingsgezinnen. De ontwikkeling van nieuwe vormen van "stut en steun" voor jongeren/gezinnen met een beperking, die gebaat zijn bij een meer structurelere ondersteuning. Een verschuiving van de opvang van jeugdigen in instellingen, naar opvang in gezinssituaties zoals pleegzorg. De doorontwikkeling van de werkwijze van de wijkteams. Om sneller de juiste inschatting te maken is consultatie, advies en diagnostiek vanuit de specialistische jeugdhulp direct en altijd voor handen. De doorontwikkeling van onderwijszorgarrangementen: een integrale en efficiënte ondersteuning van het kind in het onderwijs en thuis. Een tussenevaluatie van het nieuwe jeugdstelsel is uitgevoerd. Er is een rapportage op kwaliteit, klanttevredenheid en kosten. Het inkoopproces voor 2017 is voorbereid.
Thema 5: ondersteuning cliënten en mantelzorgers. De mantelzorg wordt verder vorm gegeven. Dit betekent dat de aandacht en waardering voor mantelzorgers wordt vergroot en de ondersteuning van mantelzorgers/zorgvrijwilligers is georganiseerd. Dit moet zichtbaar worden door:
•
•
• • • •
Kennis over mantelzorg en mantelzorgers vergroot bij werkgevers en onderwijs (jonge mantelzorgers). Doel is dat werkgevers rekening kunnen houden met de belasting die mantelzorgers ervaren, zodat mantelzorgers zich gesteund voelen. Wijkteams zijn in positie om de kwetsbare en zwaar belaste mantelzorgers goed te faciliteren in hun zorgtaak. Dit sluit aan bij de kennisoverdracht van SIZT naar de wijkteams die in 2015 startte. Vrijwilligers worden bij mantelzorgondersteuning ingezet. Zorgvrijwilligers voelen zich gesteund. Samenwerking formele en informele zorg is vormgegeven. Doel is om een goede verbinding te realiseren. De drempels voor mantelzorgers worden verminderd, zodat zijn beter in staan hun mantelzorgtaak uit te voeren. Sociale en technologische innovatie is vormgegeven.
Thema 6: Wmo-maatwerkvoorzieningen.
•
Voortzetting van het ontwikkelen van nieuwe vormen van algemene voorzieningen zoals in 2015 gestart.
blz. 38 (van 145)
• • • • • •
Het experiment populatiemanagement in de wijk Wesselerbrink start 1 januari 2016. Uitvoeren van een tussenevaluatie van het nieuwe maatschappelijke ondersteuningsstelsel voor de transformatie sociaal domein. We houden toezicht op kwaliteit, klanttevredenheid en kosten. Het inkoopproces voor 2017 is voorbereid. Er vindt een evaluatie plaats van Nota Kwaliteit Wmo/Jeugdhulp Enschede (najaar 2016). De implementatie van de regionale visie op vervoer (eerste helft 2016).
Thema 7: woonbegeleiding.
• • •
Er is een cliëntgericht aanbod van beschermd wonen ontwikkeld, zodat meer mensen beter worden geholpen tegen lagere kosten. Er zijn meer mogelijkheden voor (jongeren)huisvesting gecreëerd. Hierover worden afspraken met corporaties, zorgaanbieders en vastgoedontwikkelaars gemaakt. Er is een gedragscode ontwikkeld voor aanbieders beschermd wonen. Cliënten hebben hierin een belangrijke plaats.
Thema 8: maatschappelijke- en vrouwenopvang.
•
•
•
De noodopvang in de vorm van bed/bad/brood/begeleiding en winternoodnachtopvang is georganiseerd. Er komt hiervoor een structurele nieuwe locatie. De nazorg beschermd wonen bouwen we geleidelijk af. Het convenant wordt daarop aangepast. Gemeenten nemen vaker zelf de verantwoordelijkheid om maatwerkvoorzieningen toe te kennen. Een modernisering van de opvang in de nieuwbouw van het Leger des Heils door alle kamers te voorzien van eigen sanitair en kookgelegenheid.
Thema 9: inkomensondersteuning.
• •
•
In 2016 wordt het armoedebeleid ondergebracht bij de sociale wijkteams In het eerste kwartaal van 2016 wordt een doelenboom gemaakt voor alle instrumenten voor inkomensondersteuning. De effecten van deze instrumenten worden tweejaarlijks gemeten en gerapporteerd aan de raad. Gedurende de inbedding van het armoedebeleid in de bredere context van het sociaal domein vindt geen versobering plaats van de instrumenten voor de bestrijding van armoede. Uitzondering hierop is de Formulierenbrigade (het Formulieren Adviespunt). De Formulierenbrigade werkt vanaf 1 januari 2016 met vrijwilligers.
Indicatoren Effectindicatoren
Score Streven Streven Streven 2014 2015 2016 2019
Doelstelling A: 1. Percentage jeugd van 6 tot en met 15 jaar dat een sport beoefent. 2. Percentage inwoners van 23 jaar of jonger dat geen gebruik maakt van een tweedelijns jeugdhulpvoorziening. 3. Percentage cliënten dat het effect van jeugdhulpdienst(en) als voldoende scoort.
blz. 39 (van 145)
-
92
92
93
94
94
94
96
-
Nb
Nb
Nb
4. Percentage cliënten dat na één jaar niet opnieuw instroomt in jeugdhulp.
-
Nb
Nb
Nb
5. De mate waarin een Wmo-maatwerkvoorziening volgens de cliënt bijdraagt aan de versterking van de zelfredzaamheid en participatie.
-
80
80
81
6. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van een Wmomaatwerkvoorziening.
90
88
89
91
-
Nb
Nb
Nb
-
0
0
0
3,1
3,1
3,1
3,1
Doelstelling B: 7. Percentage 75+ dat aangeeft in een sociaal isolement te raken zonder deelname aan een door de gemeente gesubsidieerde voorziening. 8. Het aantal overlastmeldingen bij de politie van cliënten in Beschermd wonen. 9. Het percentage unieke inwoners dat gebruik maakt van een vorm van gemeentelijke inkomensondersteuning.
Toelichting op de indicatoren: In 2015 zijn zes nieuwe indicatoren ontwikkeld om het totaal van indicatoren aan te laten sluiten op de nieuwe taken van de gemeente. Voor deze indicatoren is een score over 2014 niet beschikbaar. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om nieuw te ontwikkelen onderzoek of een samenvoeging van taken in een nieuwe wet waardoor historische gegevens niet beschikbaar zijn. Voor een drietal indicatoren moeten nog streefwaarden worden vastgesteld: Indicatoren 3 en 7 De waarden voor deze indicatoren moeten worden bepaald aan de hand van een geheel nieuw cliëntonderzoek dat op dit moment nog wordt ontwikkeld. Voor een deel hiervan wordt aangesloten op een landelijk traject. Het streven is om in het eerste kwartaal van 2016 te beschikken over een gevalideerd instrument, waarmee onderzoek kan worden gedaan over 2015. Dit onderzoek wordt jaarlijks uitgevoerd. Op basis van de eerste onderzoeksresultaten kan een gefundeerd en realistisch streefcijfer voor 2016 en verder worden bepaald. Indicator 4 In de loop van 2016 wordt duidelijker bij hoeveel jongens en meisjes er sprake is van een terugval in een vorm van jeugdhulp. In de programmabegroting over 2017 kunnen streefcijfers worden bepaald die zijn gebaseerd op de registraties over 2015. Wat mag het kosten? In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
blz. 40 (van 145)
bedragen * 1.000 euro Maatschappelijke ondersteuning Bedragen x 1.000 euro Lasten
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
186.567
182.298
180.449
177.866
178.125
9.032
7.572
7.572
7.572
7.572
177.535
174.726
172.877
170.294
170.553
Storting reserves
4.855
703
748
268
268
Onttrekking reserves
3.206
2.642
3.017
111
111
179.184
172.787
170.607
170.451
170.710
Baten Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting De begrotingsomvang daalt door aanpassingen in de integratie- en decentralisatie uitkeringen van het Rijk voor de onderdelen Wmo 2015, Jeugdwet en de taken voor centrumgemeente (Beschermd Wonen, Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang). De aanpassingen betreffen onder ander de tweede en derde tranchekorting op de jeugdhulp en de afbouw van verzachtende maatregelen in de Wmo 2015. Dit betekent dat we met minder middelen onze taken moeten uitvoeren. Om onze taken toch goed te kunnen blijven doen, hebben we een transformatieagenda opgesteld en een sociaalfonds ingesteld. Hierdoor worden de schaarse middelen effectief en efficient besteed. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we naar de financiële bijlage 6.4.
Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Jurgen van Houdt, Patrick Welman en Eelco Eerenberg
Programmadirecteuren
Hilde Reints en Richard Kokhuis
blz. 41 (van 145)
3.2 Versterken Economie Doelstelling Producten
Thema's Wat mag het kosten
Versterken economische structuur 1. Versterken (internationaal) ondernemersklimaat Innovatie en ondernemerschap
A. Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven)
->
2. Brancheaanpak en acquisitie
->
Dienstverlening aan ondernemers
Lasten
->
Baten
12
->
Lasten
380
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
101.234
->
Baten
92.726
->
Lasten
19.665
->
Baten
2.073
->
Lasten
46.574
->
Baten
10.370
->
Lasten
1.280
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
1.419
0 1.423 0
3. Versterken groene groei
4. Faciliteren kansrijke economische projecten
Projecten economische ontwikkelingen
5. Bereikbaarheid (fysiek en digitaal)
Verkeersinfrastructuur en beleid
Algemene bijstand levensonderhoud
B. Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk
->
->
6. Vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede
373 0 6.768 40
Arbeidsmarktparticipatie ->
Uitvoering WSW
7. Investeren in werkgelegenheid
Brede talentontwikkeling
C. Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt
->
8. Onderwijs en talentontwikkeling
->
Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
0 249 0 2.613
Kinderopvang
blz. 42 (van 145)
0
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
7.918
->
Baten
7.136
1.899
Leerlingenvervoer 43
Leerplicht / RMC
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat willen we bereiken? Op basis van het coalitieakkoord is de programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat het college wil bereiken. Wat gaan we doen? De lijn die de raad heeft vastgelegd bij de programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd. In 2016 streven we naar de onderstaande resultaten. Doelstelling A: Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). Actiepunten 2016 Thema 1 en 2: versterken (internationaal) ondernemersklimaat & brancheaanpak en acquisitie.
•
•
• • •
•
Er wordt een "rode loper"-aanpak ontwikkeld voor nieuwe bedrijven en bestaande bedrijven die willen uitbreiden of verplaatsen. Hieronder vallen: intensivering van de acquisitie en extra inzet op het wegnemen van belemmeringen. De Twente Board, gemeenten, provincie, bedrijfsleven, Port of Twente, Kennispark, Oost NV, WTC en Twentebranding werken in een netwerkstructuur samen aan het aantrekken van nieuwe bedrijven en het faciliteren van het huidige bedrijfsleven in Twente. De actualiteit is hierbij leidend. De aansturing, bekostiging en werkwijze/aanpak van deze netwerkstructuur worden/zijn vanaf januari 2016 uitgewerkt en geïmplementeerd. Het sectoraal werken (branche aanpak) met regionaal bestuurlijke en ambtelijke trekkers per sector, dat in 2015 is gestart als pilot, wordt structureel ingebed. In 2016 wordt de Twentebrede Visie Werklocaties opgesteld. Dit is een vervolg op de bedrijventerreinenvisie uit 2014. De regionale samenwerking op economische zaken (een maandelijkse regionale EZdag) wordt gecontinueerd en daar waar mogelijk geïntensiveerd. In 2016 wordt het regionale ambtelijk overleg Economische Zaken en het regionale ambtelijk overleg Arbeidsmarkt op basis van een integrale agenda deels samengevoegd. Er komt een internationaal beleidsplan ondersteunend aan en in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Uitwerking van de deelplannen: o Euregio en MONT (Münster, Osnabrück en Netwerkstad Twente) op de arbeidsmarktkansen, logistiek&bereikbaarheid en innovatie. o Kansen HTSM en Health in China en Amerika (export en investeerders). o Verwerving Europese middelen. o Internationale acquisitie. o Vestigingsvoorwaarden: internationaal onderwijs & expat center.
blz. 43 (van 145)
o
Internationale uitstraling Enschede: toerisme, cultuur en onderwijs.
Thema 3: versterken groene groei.
•
• •
In lijn met het Actieplan Duurzaamheid dragen we bij aan groene groei en verdere verduurzaming van de regionale economie. Dit gebeurt langs twee sporen. Langs spoor één versterken we de kansen voor werkgelegenheid binnen het thema duurzaamheid voor de korte termijn (bijvoorbeeld energiebesparing gebouwde omgeving). Langs spoor twee versterken we de waardeketens rond het thema duurzaamheid voor de langere termijn (biobased economy, circulaire economie). We sluiten drie maatwerkconvenanten met drie netwerken van bedrijven die op onderdelen van groene groei koploper willen zijn. Daar waar in het tweede spoor kansrijke mogelijkheden worden geïdentificeerd voor de versterking van waardeketens voor bijvoorbeeld de regionale circulaire economie en biobased economy, worden die ook binnen de thema's 'ondernemersklimaat' en 'branche-aanpak en acquisitie' geagendeerd en opgepakt.
Thema 4: faciliteren kansrijke economische projecten.
•
•
•
Kennispark: de inzet is om het midden- en kleinbedrijf (MKB) beter te verbinden met het onderwijs en onderzoek (UT, Saxion en Kennispark). Op fysiek vlak zetten we samen met de provincie in op realisatie van fase twee van het masterplan Kennispark. Met deze middelen wordt de transformatie ingezet van een modern gemengde werklocatie naar een innovatieve campusomgeving met internationale allure. De kwaliteit van de openbare ruimte in het gebied wordt verhoogd en er wordt een innovatiepad aangelegd. Het doel is het vestigingsklimaat in het gebied dusdanig te maken dat de ondernemers verleid worden om daarna zelf het parkmanagement op te pakken. Daarnaast wordt ingezet op de realisatie van de tweede fase van de incubator The Gallery gecombineerd met de verhuizing van de huurders van het verouderde BTC-gebouw naar The Gallery. De locatie van het BTC-gebouw wordt door de provincie opgekocht om deze verhuizing mogelijk te maken en wordt vervolgens ingezet voor de realisatie van een centraal parkeergebouw gelegen aan het innovatiepad. XL Businesspark: het tweede deel van het terrein wordt in uitgave genomen en er vindt een doorontwikkeling plaats van de organisatie van het XL Businesspark. Op dit moment wordt bekeken hoe de samenwerking in de toekomst wordt voortgezet. De huidige samenwerking kan worden gecontinueerd, maar een ontvlechtingsstrategie behoort ook tot de mogelijkheden. De opties worden in het najaar van 2015 uitgewerkt in scenario’s en de (financiële) effecten worden in kaart gebracht. Luchthaven (noordelijk deel): In 2016 zullen de juridische procedures voor het bestemmingsplan en het luchthavenbesluit worden afgerond. Ook vestigt in januari het eerste nieuwe bedrijf zich in het gebied. Het Kwaliteitsteam en het Topteam treden in alle processen op als adviseur en het Topteam werkt verder aan de concrete invulling van de TecBT. Na het wegvallen van het draagvlak voor de ontwikkeling van een commerciële luchthaven (medio 2014) vond er een heroriëntatie plaats. Na het advies van de Commissie van Wijzen om het gebied van de luchthaven te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT), is een plan van aanpak opgesteld. Recent hebben de staten en de raad het plan aanvaard. De colleges van GS en B&W kregen vervolgens de opdracht het plan van aanpak uit te voeren. Eén van de opdrachten in het plan van aanpak is het onderzoeken van het ontvlechten van de woongebieden. Naast het bieden van planologische ruimte voor de ontwikkeling van Technology Base en het oplossen van de ruimtelijke en financiële effecten, gaat het hierbij om het ontvlechten van de woongebieden binnen
blz. 44 (van 145)
de gebiedsontwikkeling. Eventuele (financiële) effecten kunnen we op dit moment nog niet weergeven. Thema 5: bereikbaarheid (fysiek en digitaal).
• • •
Het afronden van de aanleg van het laatste deel van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (tussen Goolkatenweg en Uranusstraat). De aanleg van de fietsbrug Auke Vleerstraat ter hoogte van het B&S-park. Een lobby op betere (inter)nationale verbindingen (onder andere via onderzoeksprojecten van de Euregio).
Doelstelling B: een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk. Actiepunten 2016 Thema 6: vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede.
• •
•
•
•
•
•
•
De samenwerking met de uitzendbureaus die in 2015 is gestart, wordt gecontinueerd en waar mogelijk geïntensiveerd en uitgebreid. Met moderne digitale middelen ondersteunen we werkzoekenden, zodat zij op eigen kracht werk kunnen vinden. Daarbij maken we gebruik van de ervaringen van het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt. Hierbij hebben we het plan om een pilot met digitale ondersteuning voor werkgevers te starten. Vanuit het Werkplein Twente hebben gemeenten en UWV één regionale werkgeversbenadering. Daarbij is sprake van een gezamenlijk, regionaal aanbod van werkgerichte arbeidsmarktinstrumenten. Daarnaast zorgen zij dat werkzoekenden die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen bemiddeld worden naar banen in het kader van 'de baanafspraak' met het Regionale Werkbedrijf. Participatiewet 2016: de drie decentralisaties van Jeugdzorg, de Wmo en Participatiewet vinden plaats in onderlinge samenhang en binnen de wettelijke kaders van het sociaal domein. De transitiefase is afgerond en de transformatiefase is gaande en loopt nog in 2016 door. Er wordt een 'Integraal gemeenschappelijk beleidskader sociaal domein' opgesteld en de afstemming in de uitvoering wordt verder doorontwikkeld. De regionale samenwerking wordt verder geïntensiveerd om uitvoering te geven aan het arbeidsmarktbewerkingsplan. Het regionale Werkbedrijf stelde dit plan op om garantiebanen te realiseren in het kader van de afspraken in het sociaal akkoord. Sociale Werkvoorziening: in 2016 wordt de eerste jaarschijf van de maatregelen van het Iroko-rapport uitgevoerd. Deze maatregelen zijn gericht op omzetverhoging en kostenbesparing. Het beschut bedrijf verhoogt de omzet per werknemer verder door werk te doen dat meer geld oplevert, voortbordurend op de goede ervaringen in Duitsland. In het kader van 'meer werk' wordt extra ingezet op Duitsland, wordt de aanpak van Direct Werk geïntensiveerd en gaan we door met innovaties in begeleiding van werkzoekenden. Door de herinvoering van de periodieke herbeoordeling van uitkeringsgerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ontstaat meer contact tussen de gemeente en de uitkeringsgerechtigden. Het contact is niet alleen gericht op het vaststellen van de rechtmatigheid van de uitkering, maar ook op het inventariseren en stimuleren van de maatschappelijke participatie.
Thema 7: investeren in werkgelegenheid.
blz. 45 (van 145)
•
• •
•
Op basis van Twente Werkt! voeren we met collega's en partners in de regio acties uit op de terreinen: versterken van High Tech Systems and Materials, het stimuleren van de groei van het MKB, versterken van het vestigingsklimaat en acquisitie, een duurzame arbeidsmarkt en internationalisering. De voortzetting van het bestaande beleid op basis van de uitgangspunten: arbeidsvermogen en loonwaarde en 'alle arbeid is passend'. De kansen in Duitsland worden verder uitgewerkt langs de volgende lijnen: o Er wordt ingezet op verhogen van het aantal bemiddelingen op vacatures in Duitsland: minimaal vijftig regulier, aangevuld met nog eens dertig bij toekenning subsidie in het kader van SIB (Social Impact Bond). o Het in 2015 opgebouwde netwerk in Duitsland wordt verder vergroot en versterkt met branche- en werkgeverorganisaties, gemeenten, steden, etcetera. o Intensivering van de samenwerking Gronau - Enschede op het gebied van economie, werk en onderwijs: bijeenkomsten voor ondernemers uit beide landen, ontwikkeling van gezamenlijke programma’s met betrekking tot toerisme, bemiddeling van werkzoekenden, informatie-uitwisseling en de stimulering van de Duitse taal in het basis- en voortgezet onderwijs. o Acquisitie Duitse retail voor de Enschedese binnenstad/Duitse ondernemingen in Twente. o Bij de toekenning van de subsidie in het kader van sectorplannen: de vorming van een Twents projectteam bestaande uit medewerkers van diverse Werkpleinen. Het doel is de bemiddeling van tweehonderd werkzoekenden op vacatures in Duitsland. o Implementatie van het project Zorg: de scholing en bemiddeling van, met name, medewerkers uit de thuiszorg op vacatures in de Duitse ‘Altenpflege’. o Actieve deelname aan het in 2015 gerealiseerde ‘pact voor grensoverschrijdende samenwerking’ (Euregio): het initiëren van en deelname aan Duits-Nederlandse projecten met betrekking tot werk en onderwijs, informatie-uitwisseling, lobbyen, etcetera. Het sectorplan Twente Werkt!, intersectoraal mobiliteitsplan 2015-2017.
Doelstelling C: Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt. Actiepunten 2016 Thema 8: Onderwijs en talentontwikkeling.
Op basis van de Lokale Educatieve Agenda werken we samen met de scholen aan de volgende thema's: • • • •
•
Invloed van jongeren op onderwijs, stad en hun toekomst. Dit realiseren we via een Jongerenberaad en een Jeugdlintje. Ouders en scholen als partner: via ouderbeleidsplannen op elke school. Focus op de groei van élk talent. Dit realiseren we als gemeente vooral via onze subsidieregeling Groei van Talent, waar scholen projecten voor indienen. Veilige en ondersteunende leeromgeving: via OnderwijsAchterstandenBeleid, subsidieregeling voor scholen, VVE-beleid (voor- en vroegschoolse educatie), IKCbeleid (integrale kindcentra), Passend Onderwijs, Leerlingenvervoer en Leerplicht/RegionaleMeldCoördinatiefunctie. Goed beeld van toekomstmogelijkheden: via beroepenoriëntatie en -excursies, jong ondernemerschap via de scholen, kennismaking met vrijwilligerswerk via
blz. 46 (van 145)
•
maatschappelijke stage in het derde leerjaar voortgezet onderwijs, via Euregionale focus (stimuleren van onderwijs in de buurtaal en uitwisselingen tussen scholen in Enschede en Duitsland) en via internationale uitwisseling tussen scholen in Enschede en onze zustersteden Palo Alto en Dalian. Wetenschap & technologie: via uitvoering Techniekpact Twente. In het Techniekpact Twente zitten de volgende onderdelen: 20 Days of Technology, internationale school en Twente goes Techno waarbij VO-leerlingen uit het tweede en derde leerjaar op excursie gaan naar bedrijven in de techniek in november 2016.
Internationale school: De stichting Consent en het Stedelijk Lyceum vormen samen de International School Twente (IST). In 2016 werken zij aan een doorlopende leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Het Stedelijk Lyceum werkt daarbij aan het International Baccalaureate Diploma Program. IST wordt hiermee een toonaangevende voorziening voor kinderen uit de internationale gemeenschap in de regio Twente. Een internationale IB school is een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor internationaal georiënteerde bedrijven en voor de kenniswerken van de universiteit en Saxion. Leerlingenvervoer: In september 2016 wordt de aanpassing van de verordening leerlingenvervoer m.b.t. de maatregel om het SO gelijk te stellen aan het VO geëvalueerd. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en leerlingen uit het regulier voortgezet onderwijs worden op basis van deze regeling gelijkgesteld. Hierbij worden ook de uitkomsten van de op dit onderdeel ingevoerde inkomensafhankelijke tegemoetkoming en maatwerkmaatregelen (bijvoorbeeld pilot Go-OV) betrokken. Binnen het geheel van de regeling Leerlingenvervoer staat maatwerk steeds meer centraal. Voor- en vroegschoolse educatie: In 2016 blijven we de verbeteringen in het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie en peuteropvang binnen de Integrale Kindcentra (IKC's) ondersteunen. Dit aanbod aan circa 1.600 peuters is de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd. Daarnaast wordt deelname aan peuter- en VVE-arrangementen in 2016 goedkoper voor ouders, waardoor de toegankelijkheid verbetert. Daarmee krijgen meer peuters een betere start in het basisonderwijs. Met als uiteindelijk doel een startkwalificatie en zelfredzaamheid in de samenleving. Verder denken we actief mee met het ministerie van SZW om de bureaucratie rondom de inkomensvaststelling en eigen bijdragen terug te dringen. Tenslotte bereiden we in 2016 samen met de IKC-partners scherpe keuzes voor in het licht van de daling van deze budgetten na 2016. Indicatoren De indicatoren van de programmabegroting 2015-2018 worden hergebruikt, de streefwaarden zijn geactualiseerd. Effectindicatoren Doelstelling A: 1. Aantal banen (prognose banengroei gebaseerd op landelijke cijfers CBS, CPB en UWV).
Score 2014
Enschede: 81.410 (+0,6%) Twente:
Streven 2015
Streven 2016
Streven 2019
Groei gelijk aan Groei gelijk aan Groei gelijk landelijke landelijke aan landelijke ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling (0,7%). (0,9%). (0,7%).
blz. 47 (van 145)
286.600 (0,6%) Landelijk: 1,1%
Enschede: 81.980 Twente: 289.467
30.677 (voorlopige schatting, definitief cijfer CBS nog niet bekend).
31.290 (op basis van economische groei van 2%).
3. Waardering dienstverlening Ondernemersloket.
8,2
minimaal 8
minimaal 8
minimaal 8
4. Bereikbaarheid Enschede West en centrum (lager dan 100 betekent beter bereikbaar).
85,7
86
86
86
11.0% 1.5%
1.2% 1.2%
1.2% 1.2%
1.2% 1.2%
0
0
10
50
61,6%
62%
62%
63%
NWW: 13.034 WWB/PW: 6717
NWW: niveau NL WWB/PW: niveau NL
NWW: niveau NWW: niveau NL NL WWB/PW: WWB/PW: niveau NL niveau NL
PrO: 3%; VMBO: 54%; HAVO/VWO: 43%.
PrO: 3%; VMBO: 53%; HAVO/VWO: 44%.
PrO: 3%; VMBO: 53%; HAVO/VWO: 44%.
PrO: 3%; VMBO: 53%; HAVO/VWO: 44%.
9.b Beroepsbevolking met opleidingsniveau MBO-2 en hoger.
75%
76%
77%
78%
9.c Percentage VO-leerlingen met een technisch profiel (derde en vierde leerjaar).
VMBO: 45%; HAVO: 44%; VWO:70%.
VMBO: >45%; HAVO: >45%; VWO: >60%.
VMBO: >45%; HAVO: >45%; VWO: >60%.
VMBO: >45%; HAVO: >45%; VWO: >60%.
9.d Percentage afgestudeerden MBO, HBO, UT met een technische studie.
ROC: 23%; Saxion: 24%; UT: 44%.
ROC: 26%; Saxion: 28%; UT: 49%.
ROC: 26%; Saxion: 28%; UT: 49%.
ROC: 30%; Saxion: 30%; UT: 50%.
2. Bruto Binnenlands Product Twente per inwoner.
5. Energiegerbruik bedrijfsleven (mutatie emissie CO2). Gas Electriciteit 6. Groene groei: aantal bedrijven dat deelneemt in een maatwerkconvenant op het thema groene groei. Doelstelling B: 7. De netto participatiegraad (nota bene: de landelijke definitie is aangepast waardoor percentages zijn veranderd). 8. Aantal niet werkende werkzoekenden (NWW) en aantal mensen met een uitkeringen in het kader van de Wet Werk en Bijstand/Participatiewet (WWB/PW).
Enschede: 82.718 Twente: 292.072
Enschede: 84.467 Twente: 298.249
Groei gelijk aan Groei gelijk landelijke aan landelijke ontwikkeling ontwikkeling (2,4%): 32.041. (1,5%): 33.504.
Doelstelling C: 9. Onderwijsindex, bestaat uit: 9.a Verdeling van leerlingen over niveaus VO, volgens advies PO.
blz. 48 (van 145)
Toelichting op de indicatoren Indicator 1 en 2 De streefwaarden van deze indicatoren zijn aangepast op basis van nieuwe landelijke prognoses die gunstiger zijn dan een jaar geleden. De realisatie 2014 bij indicator 2 betreft een inschatting op basis van de realisatie 2013 plus de economische groei in 2014 (1%). Indicator 4 Dit betreft een samengestelde index voor de bereikbaarheid van de binnenstad vanaf drie invalswegen. Een lagere score dan 100 betekent dat de bereikbaarheid is verbeterd ten opzichte van 2011 (het basisjaar). Streven is dat de bereikbaarheid op peil blijft. Daarom is ervoor gekozen om de realisatie van 2014 als uitgangspunt te nemen bij de streefwaarden in de komende jaren. Indicator 5 Voor energie wordt gemeentebreed de indicator ‘energiebesparing’ gebruikt. Deze indicator is opgebouwd uit mutatie energiegebruik particulier en mutatie energiegebruik bedrijfsleven (in procenten). Indicator 5 is dus een verfijning van de gemeentebrede indicator. Indicator 6 Deze indicator hangt samen met het actiepunt over maatwerkconvenanten zoals omschreven bij thema drie van "versterken economie". We streven er naar dat steeds meer bedrijven deel gaan nemen aan de maatwerkconvenanten. Indicator 7 Het CBS heeft met ingang van 2015 de definities van, onder andere, beroepsbevolking aangepast. Door deze aanpassing zijn de scores op participatiegraad gewijzigd. Deze liggen nu hoger. De doelstelling voor 2019 is op basis van deze nieuwe percentages aangepast. Wat mag het kosten? In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
blz. 49 (van 145)
bedragen * 1.000 euro Versterken economie Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
205.803
191.795
177.398
170.687
166.103
Baten
119.473
112.400
105.262
102.905
101.320
86.329
79.395
72.136
67.782
64.783
Storting reserves
2.135
2.106
2.023
1.961
1.620
Onttrekking reserves
8.753
6.089
2.989
2.032
1.386
79.712
75.412
71.170
67.711
65.017
Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting De daling van de lasten komt vooral tot uiting in de volgende producten: 1. Algemene bijstand levensonderhoud: de aanvullende middelen ter dekking van het 5% eigen risico BUIG voor de Vangnetregeling (voorheen MAU) zijn in 2016 niet meer beschikbaar. De opgave is om toe te groeien naar de situatie in 2018, waarin het rijksbudget toereikend is voor de uitgaven voor bijstand. Dit is reden om voor het product arbeidsmarktparticipatie 2,5 miljoen euro extra uit te trekken. 2. Verkeersinfrastructuur en beleid: in 2015 is er een mobiliteitsplan vastgesteld. Wanneer er projecten van start gaan worden deze separaat in voorstellen aan de raad voorgelegd.
blz. 50 (van 145)
3. Uitvoering WSW: de lasten en de baten op het product uitvoering WSW zijn lager als gevolg van een lager volume SW-medewerkers en kostenbesparingen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we naar de financiële bijlage 6.4.
Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Patrick Welman, Eelco Eerenberg, Hans van Agteren
Programmadirecteur Richard Kokhuis
3.3. Duurzame leefomgeving
Doelstelling Producten
Thema's Wat mag het kosten -->
Lasten
4.232
-->
Baten
1.751
-->
Lasten
1.100
-->
Baten
-->
Lasten
14.615
-->
Baten
13.044
-->
Lasten
1.665
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
Evenementen en citymarketing
-->
Lasten
-->
Baten
4. Burger- en overheidsparticipatie
Stadsdeelsgewijs werken
-->
Lasten
-->
Baten
5. Openbare orde en veiligheid
Openbare orde en veiligheid
-->
Lasten
-->
Baten
1.852
-->
Lasten
11.019
-->
Baten
11.439
-->
Lasten
1.169
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
498
-->
Lasten
741
-->
Baten
-->
Lasten
769
-->
Baten
673
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
Ruimtelijke ontwikkeling
A. Behouden en versterken van de ‘dynamische en vitale’ stad
Bestemmingsplannen ->
1. Stedelijke ontwikkeling
->
0
Grondbedrijf
Locatieontwikkeling 0 18.036
Cultuur B. Stimuleren van de bruisende stad
->
2. Beleving in de (binnen)stad
->
17 2.568 0
3. Binnenstad (centrum) 5.022 312 14.885
Parkeerbeheer
C. Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan
Begraafplaatsen ->
-> 6. Beheer en onderhoud openbare ruimte
468 8.574
Beheer wegen
Gladheidsbestrijding 0
Havens en markten 1.555
Openbare verlichting Stadsdeelbeheer
blz. 51 (van 145)
0 13.734
-->
Baten
2.165
-->
Lasten
2.456
-->
Baten
-->
Lasten
12.486
-->
Baten
12.486
Vergunningen leefomgeving
-->
Lasten
3.633
-->
Baten
2.725
Handhaving bouwwerken en bedrijven
-->
Lasten
1.647
-->
Baten
Handhaving openbare ruimte
-->
Lasten
Beleid leefomgeving 878
Riolering 7. Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy)
8. Wettelijke taken en deregulering
D. Stimuleren van een duurzame leefomgeving
->
9. Duurzame energievoorziening
Duurzaamheid
10. Afvalstoffen: afvalloos Twente
Afvalstoffen
->
151 1.407
-->
Baten
823
-->
Lasten
232
-->
Baten
-->
Lasten
18.690
-->
Baten
18.473
0
11. Circulaire economie 12. Klimaatadaptatie
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat willen we bereiken? Op basis van het coalitieakkoord is de programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat we willen bereiken. Wat gaan we doen? De lijn die de raad heeft vastgelegd bij de programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd. In 2016 streven we naar de onderstaande resultaten. Doelstelling A: Samen met partners behouden en versterken van de ‘dynamische en vitale’ stad. Actiepunten 2016 Thema 1: Stedelijke ontwikkeling
•
Stedelijke ontwikkeling staat de komende periode voor omvangrijke veranderingen op het gebied van (eigentijdse) gebiedsontwikkeling. De manier van werken wordt meer faciliterend, ondersteunend, inspirerend en vooral ook meer samenlevingsgericht. Het gaat bij Eigentijdse Gebiedsontwikkeling niet om de dagelijkse bedrijfactiviteiten, maar om de activiteiten die horen bij de transitie in het ruimtelijk domein en gebiedsontwikkeling. Deze transitie is een koers die we als gemeente ook bestuurlijk
blz. 52 (van 145)
inzetten.
We geven invulling aan de omslag naar eigentijdse gebiedsontwikkeling: o
o
o
o
Er wordt uitvoering gegeven aan het traject Richting aan Ruimte fase 2: een herbeoordeling van alle lopende ruimtelijke ontwikkelingen op hun bijdrage aan de stad. Door het herijken, anders faseren en eventueel stoppen van eigen grondexploitaties ontstaat programmatische ruimte. Ook plannen van derden, hoofdzakelijk ontwikkelaars en corporaties, houden we in een gezamenlijk proces tegen het licht. De programmatische ruimte die ontstaat kan worden ingezet in projecten die beter scoren op de ruimtelijkeconomische doelen van de stad.Financiële effecten uit dit traject worden niet in 2016 geëffectueerd. Deze effecten realiseren we op z’n vroegst vanaf 2018. Bij de AD gefinancierde organisatie (“SO Nieuwe Stijl 2020”) streven we naar een passende toekomstbestendige en flexibele organisatie die zoveel mogelijk uit Algemene Dekkingsmiddelen (AD) wordt gefinancierd in plaats van uit projectfinanciering (niet-AD). Concreet richten we ons daarmee op risicoreductie en flexibele inzet van medewerkers. In dit traject betrekken we ook de AD-middelen die beschikbaar zijn voor nieuwe initiatieven in de stad (fase 0 en 1 en herstructurering). De beschikbare middelen voor deze initiatieven en herstructureringsprojecten nemen af ten opzichte van 2015. Dit betekent dat we in 2016 nog scherper moeten prioriteiten op de projecten die we binnen deze middelen willen en kunnen uitvoeren. Denk hierbij aan werkzaamheden voor het Actie Programma Binnenstad die we in 2015 voor een deel uit deze middelen financieren. Grondbedrijf nieuwe stijl: hierbij gaat het onder andere om aanpassingen van de grondexploitaties op een looptijd van tien jaar. Dit is in lijn met de voorgenomen wijziging van het BBV. De resultaten worden verwerkt in de zomernota 2016. Het kan zijn dat de ingangsdatum al januari 2016 is. Volgens een eerste doorberekening heeft dit omvangrijke consequenties. In de zomernota 2015 zijn vanaf 2018 middelen beschikbaar gesteld voor grondbedrijf nieuwe stijl. Grondbedrijf nieuwe stijl: hierbij gaat het om een voorstel voor een structurele ontwikkelreserve. Het aantal projecten waarvoor geen kostenverhaal meer mogelijk is, neemt toe. Een gewone grondexploitatie is niet meer aan de orde (bijvoorbeeld de begeleiding van het proces rond het Arriënsplein). Het gaat om projecten waar wij geen eigenaar zijn en dus geen verdienmodel hebben, maar er wel sprake is van een groot maatschappelijk belang. De verwachting is ook dat in de samenwerking met investeerders de onrendabele top van projecten vraagt om aanvullende middelen van de gemeente. Wettelijk zijn we als gemeente zelfs gehouden bepaalde kosten voor onze rekening te
blz. 53 (van 145)
o
o o
nemen. Bijvoorbeeld kosten voor het aanpassen van de openbare ruimte voor projecten die derden realiseren. In de huidige werkwijze moet op ieder verzoek besluitvorming door de raad plaatsvinden. In 2016 worden de mogelijkheden onderzocht voor realisatie van een ontwikkelreserve waaruit middelen kunnen worden onttrokken. Het voorstel zal worden opgenomen in de zomernota 2016. Er wordt gestart met het opstellen van een nieuwe omgevingsvisie (structuurvisie) anticiperend op de komende nieuwe Omgevingswet. De omgevingsvisie is een geïntegreerd kader waarin beleid samenkomt op verschillende terreinen en uit verschillende programma's. Bij het opstellen van de omgevingsvisie wordt ook dat beleid geëvalueerd en eventueel aangepast. Zo wordt beleid verminderd en meer integraal geformuleerd. De planning van het proces is afhankelijk van diverse andere trajecten, waaronder andere beleidsnota’s. In 2016 vindt verdere uitwerking plaats van de planning en aanpak. Daarbij nemen we ook de te verwachten financiële effecten mee. Op grond daarvan wordt in 2016 een separaat voorstel voorgelegd, waarbij bij de raad ook budget wordt aangevraagd. Ook wordt gestart met het opstellen van een omgevingsplan voor het binnensingelgebied (zie bij Omgevingswet). De nieuwe Woningwet die op 1 juli 2015 in werking trad, vraagt om een andere samenwerking met de woningcorporaties. De gemeente krijgt meer inzicht in de financiën van de corporaties en hun investeringsvermogen. Dit kan worden betrokken in de samenwerkingsafspraken die in 2016 worden vernieuwd. Bij het opstellen van die samenwerkingsafspraken krijgen de huurders een volwaardige rol. Daarnaast moeten de corporaties aantonen dat ze in voldoende mate bijdragen aan het Wonenbeleid zoals de gemeente dat formuleert. Dit vraagt ook een concretisering van de woonvisie door de gemeente. Deze woonvisie wordt in 2016 doorgevoerd.
Doelstelling B: Stimuleren van de bruisende stad. Actiepunten 2016 Thema 2: Beleving in de (binnen)stad
•
•
De binnenstad ontwikkelt zich steeds verder tot het bruisende centrum van Twente en zelfs van de Euregio. De binnenstad is van groot belang voor de economische positie en de uitstraling van Enschede. Het streven is dé hoofd(winkel)stad van de Euregio te zijn. De ligging dicht bij Duitsland wordt meer benut. Naast een gevarieerd, modern en compleet winkelbestand met goed uitziende gevels, verwachten bezoekers ook beleving in de binnenstad. Het stadshart zou een gastvrij 'pretpark' moeten zijn, dat voor diverse soorten doelgroepen attractiewaarde heeft. Samen met de partners wordt de benadering van de binnenstad als pretpark verder uitgewerkt. Initiatieven die de levendigheid en het onderscheidend vermogen van Enschede bevorderen zijn van harte welkom. Waar mogelijk worden die gefaciliteerd. Denk daarbij aan het zichtbaar maken van een musical zoals 'Grease' op pleinen met een drive-in bioscoop en met bandjes en kleding uit de jaren zestig. Ook spontane concepten met een mix van winkels, cultuur en horeca (á la Upperside aan de Haverstraatpassage) verwelkomen wij graag. Hoe meer variatie, des te beter. Uitvoering geven aan de actualisatie van het cultuurplan: 1. Het vormgeven van een toekomstbestendige bibliotheek die bijdraagt aan
blz. 54 (van 145)
•
een bruisende binnenstad en die in de wijken laagdrempelig bereikbaar is. 2. Het vernieuwen van het museum TwentseWelle met een sterkere focus op het profiel van Roombeek Cultuurpark, waarin kunst, technologie en ondernemerschap centraal staan. Daarnaast het verder versterken van het profiel en de economische betekenis van Roombeek Cultuurpark, door een sterkere verbinding van de instellingen onderling en met het bedrijfsleven, onder meer via de ondersteuning van de Academie van Verbeelding. 3. Het intensiveren van de regionale afstemming van het bovenlokale cultuuraanbod en de marketing daarvan. Daaronder samenwerking in de podiuminfrastructuur (gericht op een toekomstbestendig pop- en theateraanbod) en het opstarten van een samenwerking op het terrein van musea en erfgoed. De eerste focus ligt op de samenwerking tussen cultuurinstellingen in Hengelo en Enschede. 4. Invoeren van "Cultuureducatie met Kwaliteit" in het primair onderwijs. De inzet is de ontwikkelingen op het gebied van Podiumkunst, Roombeek Cultuurpark en educatie & talentontwikkeling in het nationale beleid te positioneren als proeftuinen/pilotgebieden. Voor citymarketing en evenementen staan alle acties 2016 in het teken van het merk van de stad: “Enschede, Stad van Nu”. Het hoofddoel is het versterken van de (vrijetijds)economie, waaronder in de binnenstad (Winkelstad en Muziekstad) en Roombeek Cultuurpark. Alles is gericht op het aantrekken van meer bezoekers en het stimuleren van herhalingsbezoek, meerdaagsverblijf en bestedingen. Het evenementenbeleid spitst zich toe op een gevarieerd evenementenaanbod dat bijdraagt aan de aantrekkingskracht van de bruisende binnenstad. De inzet blijft om enkele evenementen uit te laten groeien naar evenementen met een landelijk bereik. Het acquireren van landelijk bekende inkoopevents maakt onderdeel uit van deze strategie. Ook wordt ingezet op verduurzaming van de evenementen. Resultaten citymarketing en evenementen in 2016: o
o o o
Samenhangende aanpak van citymarketing, toerisme, recreatie en evenementen. De aanpak leidt tot aanscherping van de opdracht aan Enschede Promotie. Verdere verduurzaming van de Enschedese evenementen. Continuering van de ondersteuning van studentenevenementen, mede om Enschede als aantrekkelijke studentenstad te profileren. Versterken van de verbinding met de regio en Euregio
Thema 3: Binnenstad (centrum)
•
Door nieuwe impulsen in de kwaliteit van de historische stadskern zelf krijgt het centrum steeds meer de grootstedelijke uitstraling die al geruime tijd werd nagestreefd. De ontwikkelingen rondom de binnenstad en langs de grote invalswegen (de Zuiderval en de Haaksbergerstraat) dragen daar aan bij. Deze grootstedelijke uitstraling is niet alleen goed voor het positieve imago van de stad, maar ook voor het creëren van extra banen. Daarom wordt het Actieprogramma Binnenstad en de ondersteuning van onze partners bij het realiseren van kleinschalige projecten in het centrum voortgezet. Binnen een integraal kernteam voor het centrum wordt gewerkt aan de agenda voor het centrum. In 2015 is de eerste opzet voor de agenda gereed. Deze agenda geeft de koers aan die de gemeente samen met de partners de komende vier jaar volgt in het stadsdeel centrum. De agenda is mede gebaseerd op het coalitieakkoord en op de inbreng van programma-organisatie, partners en inwoners, onder andere via de
blz. 55 (van 145)
stadsdeelconsulatie van april 2015. In de conceptagenda voor het centrum staan de volgende zes speerpunten:
•
1. versterken binnenstad (Bruisende Binnenstad); 2. werk (Banenmotor); 3. stedelijk wonen en dynamiek (Compact en Dynamisch); 4. zorg en Welzijn (Eigen Kracht); 5. modern samenwerken (Meer Zeggenschap); 6. marketing en communicatie (Be good and tell it!). Op basis van het Actieprogramma binnenstad en Netwerkstad (project 'Spontane binnensteden') in het stadserfgebied: Evaluatie van het Aktieprogramma binnenstand Voortzetting van stimuleringsmaatregelen voor gevelverbetering (o.a. Op de Wal) en wonen boven winkels. o Versterken beleving pleinen (o.a. Klokkenplas) en routing in de binnenstad. o Samen met de binnenstadspartners wordt de benadering van de binnenstad als “pretpark” uitgewerkt, te vertalen in het wijkprogramma voor de binnenstad. o Vaststelling Agenda Centrum en bestemmingsplan Binnenstad. o Diverse kleine maar belangrijke projecten zoals bijvoorbeeld nieuwbouw De Zon, verbouw Hofpassage, transformatie Zuidmolen en het voormalige Atak. Er zijn diverse lopende projecten, zoals: o o
•
De opening van het MST met het Koningsplein, inclusief de verbinding naar de van Heekgarage. o De versterking van de Verbindingszone Stadscampus-Binnenstad (herinrichting Van Galenstraat en omstreken). o Vervolg woningbouw in middengebied Spoorzone, Boddenkamp en Laares. o Her-/nieuwbouw van het Schuttersveld. o Afronden van de renovatie Vitensterrein/renovatie Tattersall. o Uitvoeren van het wijkverkeerscirculatieplan Hogeland/Getfert. Het begeleiden van nieuwe initiatieven van marktpartijen bij de herontwikkeling of herbestemming van diverse locaties in het binnensingelgebied (bijvoorbeeld Ariënsplein, Kop Boulevard, Ledeboerterrein, Winkelcentrum Zuidmolen, Hofpassage, voormalig ABN-Amro pand Oldenzaalsestraat, Cobercoterrein). o
•
Doelstelling C: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan. Actiepunten 2016 Thema 4: Burger- en overheidsparticipatie
•
Het stadsdeelsgewijs werken wordt doorontwikkeld naar samenlevingsgericht werken door lokale focus binnen de thema's: meer ruimte te geven aan bewonersinitiatieven; te luisteren naar de inwoners van de stad door gebruikmaking van stadsconsultatie’s; o te zorgen voor meer invloed voor bewoners op de begroting. De uitkomsten van de uit te voeren stadsconsultaties worden verwerkt en de opbrengsten worden opgenomen in het beleid en in de uitvoeringsprogramma's. o o
•
blz. 56 (van 145)
•
• •
• •
In het kader van de implementatie van Burgerkracht wordt bepaald, in samenspraak met de stadsdeelcommissies, voor welke straten/buurten/wijken professionele ondersteuning wordt ingekocht en met wel doel. Er wordt onderzoek gedaan naar een duurzame toekomst voor de kinderboerderij, waarbij verzelfstandiging een mogelijkheid is. Samen met de partners zet het college zich in voor uitbouw van de werkgelegenheid in de binnenstad. In de agenda Centrum en het Actieprogramma Binnenstad worden de verbeteringen van de routing, het voortzetten van gevelverbetering en wonen boven winkels als voorbeelden van speerpunten genoemd. In het kader van Wesselerbrink Doen wordt er gericht aandacht en inzet geleverd op integratie en participatie in de Wesselerbrink. Er komt een Asielzoekerscentrum (AZC) op Eschmarkerveld. Samen met de partners zet het college zich in voor de opvang van vluchtelingen. Hierbij zullen we de wijkraden, omwonenden en andere betrokken partners actief betrekken. Samen met hen, de maatschappelijke partners en bedrijven in de omgeving wordt intensief overlegd over de inrichting van het centrum, de sociaal maatschappelijke inbedding en over de benodigde veiligheidsmaatregelen en hoe de vluchtelingen kunnen participeren in onze samenleving.
Thema 5: Openbare orde en veiligheid
•
•
•
•
•
Het intensiveren van de aanpak van overlast op de Noorderhagen, Stationsplein en Wilminkplein door middel van een integrale samenwerking in deze specifieke omgeving en vernieuwde camera’s . Samen met TS&S wordt er geëxperimenteerd met vernieuwende veiligheidsoplossingen voor de aanpak van (on)veiligheid, zoals veilige evenementen (bijvoorbeeld de wedstrijden FC Twente). TS&S ontwikkelt dit samen met de regio’s Den Haag en Eindhoven/Tilburg. TS&S en de Twente Safety Campus (nauw verbonden met TS&S) helpen met het ontwikkelen, testen, uitvoeren en het naar de markt brengen van innovatieve mogelijkheden. Zo werken we aan veiliger wonen, werken en leven. Maar ook aan meer banen in Twente. Op het gebied van zorg en veiligheid ontwikkelt de gemeente zich door samen te werken met het Veiligheidshuis Twente en de wijkteams. Aandachtpunten zijn hierbij : o de zuidwijken / Wesselerbrink; o risicojeugd; o aanpak Top X; o huiselijk geweld. Vroegtijdige signalering van radicalisering is belangrijk. Met de partners worden afspraken gemaakt hoe nog beter gesignaleerd kan worden. Hierbij helpt de gemeente hen bij het bevorderen van deskundigheid. Het college wil zorgen voor toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal. Er wordt daarom geëxperimenteerd samen met de partners (onder andere politie, FC Twente, brandweer) op het gebied van safety en voetbal.
Thema 6. Beheer en onderhoud openbare ruimte
•
•
In de zomer van 2016 wordt de pilot 'verkoop van reststroken openbaar groen' geëvalueerd. Op basis van die evaluatie wordt besloten of de pilot gemeentebreed wordt uitgerold. Op basis van de evaluatie van onkruidbestrijding op verharding van 2014 en 2015 (onkruidbestrijding zonder gebruik te maken van chemische middelen) wordt een
blz. 57 (van 145)
•
•
nieuwe bestuurlijke afweging gemaakt tussen het kwaliteitsbeeld en de beschikbare middelen. In 2015 zijn verschillende pilots 'zelfbeheer' gestart, waarbij het onderhoud van een buurt of wijk zo veel mogelijk bij bewoners of partners is belegd. Deze pilots moeten in 2016 leiden tot gezamenlijk vastgestelde randvoorwaarden voor succesvol zelfbeheer. Hierbij is vanuit de gemeente expliciet aandacht voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De bezuinigingsmaatregelen uit het traject 'veranderen en bezuinigen in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte' zijn doorgevoerd. De taakstellingen worden voor 2016 behaald, maar daarvoor zijn wel een aantal aanpassingen nodig. Dit betreft aanpassingen binnen de door de raad gegeven kaders, waarbij zoveel mogelijk gehoor is gegeven aan de uitkomsten van de evaluatie die samen met bewoners en partners is uitgevoerd. o
o
o
Het maaibeleid is samen met bewoners en partners geëvalueerd en aangepast. Het veranderde straatbeeld werd door veel bewoners als ongewenst ervaren wat in 2015 leidde tot een toename van het aantal meldingen hierover. In 2016 worden, vanwege de veiligheid, meer locaties langs wegen bijgemaaid. En waar verruwing niet functioneel bleek, worden locaties weer omgevormd naar gazon. Om de benodigde bezuiniging te realiseren wordt op andere locaties minder gemaaid. Prioriteit voor het College is een bruisende binnenstad. Daarom is er in 2016 een bedrag van 78.000 euro (afgerond 0,1 miljoen) opgenomen, zodat de fonteinen en andere waterpartijen in 2016 blijven stromen. Voor 2017 en verder verkent het College de mogelijkheden voor sponsoring. Binnenstad: wanneer geen partners worden gevonden die de sfeerverlichting willen overnemen, wordt deze verlichting conform het voorstel vanaf de winter 2016/2017 uitgeschakeld. Ook stellen we de raad voor de leges 'toegang binnenstad' te verhogen. De laatste nog uit te voeren maatregel in de binnenstad is de sluiting van de openbare toiletten. Voor een aantal toiletten is geen structurele oplossing gevonden, maar is vanuit partners zoals politie en gehandicaptenraad, wel het belang van instandhouding benadrukt. Om die reden worden die toiletten niet gesloten.
Thema 7: Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy)
• • • • •
De inzet van een duurzaamheidsmakelaar voor stadsdelen en inwoners. Het stimuleren van de inzet van wijkbudget voor duurzaamheid door stimulering en toelichting op mogelijkheden. Inzet van het innovatie-stimuleringsfonds duurzaamheid (budget initiatiefkracht). Ook in 2016 tien nieuwe duurzame burgerinitiatieven (bijvoorbeeld duurzame sportvereniging, groene wijk, buurtenergiebedrijf, wijkmoestuin, duurzame school). Wijkplannen met een duurzaamheidsparagraaf.
Thema 8: Wettelijke taken en deregulering
•
Deregulering: de regeldruk voor inwoners, ondernemers en instellingen wordt waar mogelijk omlaag gebracht. Dit leidt tot een vermindering van de administratieve lasten voor inwoners, ondernemers en overheden. In 2015 is met succes de eerste tranche deregulering afgerond. Gedurende het jaar 2016 worden twee onderdelen herijkt, te weten: o
de 'kaart overzicht beschermwaardige bomen' bij het product kappen van
blz. 58 (van 145)
•
bomen; o het product standplaatsen. Eind 2015 wordt het proces van de tweede tranche deregulering opgestart. Hoewel de besluitvorming hierover nog niet is afgerond, zal in 2016 de focus liggen op de onderwerpen globale bestemmingsplannen, welstandstoetsing, toetsing aan het bouwbesluit en het milieu (stoken). Omgevingswet: het kabinet maakt het omgevingsrecht makkelijker en voegt een groot aantal wettelijke regelingen samen in één Omgevingswet. De invoering staat gepland voor 2018. Van alle implementatiewerkzaamheden zal in 2016 de nadruk liggen op: Via de G32 invloed uitoefenen. Informatieverstrekking richting de raad en discussie tussen college en raad over vrije beleidsruimte. o Anticiperen op de Omgevingswet bij organisatieontwikkeling. Bijvoorbeeld door de hele keten van werkprocessen gerelateerd aan de Omgevingswet beter samen te laten werken en door een betere samenwerking tussen ketens van werkprocessen. o Vooruitlopend op 2018 wordt in allerlei pilotprojecten al geëxperimenteerd met de nieuwe instrumenten uit de Omgevingswet. Enschede doet hier ook aan mee. Zo is in 2015 goedkeuring verleend voor het toepassen van het omgevingsplan op het voormalige vliegveldterrein/ADT-terrein. Dit gebeurt momenteel door middel van de Crisis en herstelwet. Het experimenteren met het omgevingsplan wordt in het laatste kwartaal van 2015 uitgebreid naar het binnensingelgebied. De impact hiervan is merkbaar in 2016. Private Kwaliteitsborging in het bouwtoezicht (privatisering toetsing bouwbesluit): het ministerie werkt aan een nieuw stelsel voor het bouwtoezicht in Nederland. Kern van dit stelsel is dat in de toekomst bouwpartners zelf hun kwaliteitsborging moeten regelen. Het bevoegd gezag kijkt naar welstand, ruimtelijke ordening en de veiligheid van derden. Private partijen zorgen zelf voor het voldoen aan het Bouwbesluit. Het nieuwe stelsel treedt naar verwachting in 2016 deels in werking, maar uitstel naar 2017 behoort tot de mogelijkheden. In 2016 wordt onderzocht wat de consequenties zijn van het nieuwe stelsel in financiële en organisatorische zin. o o
•
Doelstelling D: Stimuleren van een duurzame leefomgeving. Duurzaam handelen betekent voor het college 'het niet doorschuiven van de rekening van ons gedrag naar toekomstige generaties'. Duurzaamheid is dus niet meer alleen een synoniem voor rekening houden met natuur en milieu, maar heeft bijvoorbeeld ook betrekking op een solide financieel beleid en een gezonde economische groei. In 2015 is met de vaststelling van het Actieplan duurzaamheid dan ook besloten om een meer omvattend duurzaamheidsbeleid te voeren. In het Actieplan zijn 8 speerpunten van beleid genoemd ten aanzien van duurzaamheid): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
energie (meer hernieuwbare energie); behoud van biodiversiteit; circulaire economie (verminderen van afval); duurzame mobiliteit; eigen organisatie (zelf het goede voorbeeld geven); groene economische groei; klimaatadaptatie;
blz. 59 (van 145)
8. WEconomy (de bewoners van Enschede dragen samen bij aan de duurzame doelstellingen). Per speerpunt worden voor de periode 2015-2019 uitvoeringsprogramma's opgesteld, waarmee de met het Actieplan beoogde resultaten binnen handbereik komen. In 2016 en verder ligt de nadruk op de uitvoering van deze programma's. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de speerpunten ‘Duurzame energie’, ‘Duurzame mobiliteit’, ‘Circulaire economie’, ‘Klimaatadaptatie’ en ‘WEconomy’. Voor het speerpunt ‘Eigen organisatie’ wordt verwezen naar hoofdstuk 1, terwijl het onderwerp ‘Biodiversiteit’ aan bod komt in de beschrijving van de reguliere werkzaamheden van het programma Duurzame Leefomgeving. Actiepunten 2016 Thema 9: Duurzame energievoorziening
•
• • • • •
Het vergroenen van het legesstelsel. Daardoor stimuleren we duurzame activiteiten (bijvoorbeeld energieneutraal bouwen) en remmen we milieubelastender activiteiten af. Het faciliteren van initiatieven Pioneering (realiseren van het Huis van de Toekomst, het verduurzamen van een bestaande school). Ondernemers een podium bieden voor het uitwisselen van kennis en ervaringen over duurzaam ondernemen. Het stimuleren van het bereiken van duurzaamheidsdoelstellingen door het sluiten van een convenant met het bedrijfsleven. Energiebesparing van het bedrijfsleven door voorlichting en inzet van het instrumentarium Wet Milieubeheer en het Activiteitenbesluit. Het faciliteren van initiatiefnemers windturbines en zonneparken.
Thema 10: Afvalstoffen: afvalloos Twente
• •
In 2016 vinden de voorbereidingen plaats voor invoering van gedifferentieerde tarieven per 1 januari 2017 als opmaat naar uiteindelijk omgekeerd inzamelen. Het vergroten van de mogelijkheden voor scheiding van afval op een afvalbrengpunt door het optimaliseren van het systeem van brengpunten.
Thema 11: Circulaire Economie
•
•
De Enschedese aanpak voor circulaire economie bestaat uit twee lijnen. De eerste lijn is daarbij gericht op het realiseren van een trendbreuk bij de inzameling van restafval, door het afvalscheidingspercentage fors te verhogen. Daarvoor is het nodig dat de prikkel op de juiste plek wordt gelegd (feitelijk ondergebracht in thema 10). De tweede lijn betreft het terugdringen van de hoeveelheid afval (gescheiden afval en restafval). Dit wordt bevorderd door onze inwoners aan te zetten tot duurzame consumptie. Eén van de acties is het verder in gesprek gaan met bewoners om de ideeën en deals van 12 maart 2015 meer inhoud te geven. Een andere actie is daarnaast het in gesprek gaan met supermarkten, detailhandel en andere winkelbedrijven om bewoners en bezoekers aan te zetten tot duurzame consumptie. In dit kader wordt ook gevolg gegeven aan de motie van de raad ons in te zetten voor het vestigen van een verpakkingsvrije supermarkt in Enschede. Vermindering van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval (gescheiden + restafval) door afvalpreventie met 5% ten opzichte van peiljaar 2014.Dit moet in 2020 gerealiseerd zijn voor het jaar 2016 wordt dit met concrete acties ingevuld, waar we in de Zomernota op terugkomen.
blz. 60 (van 145)
Thema 12: Klimaatadaptatie
•
Met adaptatie wordt geprobeerd de schade, in de vorm van wateroverlast, hitte en droogte, door verandering van het klimaat te beperken. In 2016 staan de volgende zaken centraal: o o o o o
de aanleg van de stadsbeek; tegengaan van wateroverlast in het centrum/Oldenzaalsestraat; herinrichting van de Glanerbeek; hergebruik van water door de industrie dat wordt opgepompt bij de Westerval (om de tunnel droog te houden); aanpak probleem van hittestress.
Indicatoren Effectindicatoren Doelstelling A: 1. Rapportcijfer voor de waardering van de groene kwaliteit van het buitengebied (natuur, landschap, water, cultuurhistorie).
Score 2014
Streven 2015
Streven 2016
Streven 2019
Tweejaarlijks, dit jaar geen cijfer
7,5
7,5
7,5
2. Het aantal vergunningen dat leidt tot ruimtelijke ingrepen.
638
743
742
742
3. Indexcijfer voor de stedelijke ruimtelijke kwaliteit (ten opzichte van 2012 op onderdelen woonaantrekkelijkheid, dichtheden, groen en water).
105
100
107
110
7,4
7,3
7,3
7,3
9 9
9 9
9 9
9 9
6. Aantal bezoekers van de grote gesubsidieerde culturele instellingen (Wilminktheater & Muziekcentrum, ATAK, TwentseWelle en Concordia).
280.000
250.000
250.000
250.000
7. Totaal van inkomsten van de grote gesubsideerde culturele instellingen ten opzichte van de subsidie.
59%
65%
65%
68%
8
top 5
top 5
top 5
Doelstelling B: 4. Rapportcijfer voor de waardering van aspecten van de binnenstad (horeca, winkels, sfeer, veiligheid, etcetera). 5. Imago: Kennisstad (landelijke ranking) Ondernemende stad (landelijke ranking)
Doelstelling C: 8. Positie veiligheid van Enschede ten opzichte van de overige twaalf gemeenten met meer dan 150.000 inwoners.
blz. 61 (van 145)
9. Percentage inwoners dat zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt.
22%
20%
20%
17%
10. Opkomstpercentage waarbij de brandweer na een melding tijdig ter plaatse is.
93%
90%
90%
90%
Stadserf: hoog Rest vd stad:basis Roombeek: basis
Stadserf: hoog Rest vd stad:basis
Stadserf: hoog Rest vd stad:basis
Stadserf: hoog
Rest vd stad: basis
12. Rapportcijfer voor de waardering van de kwaliteit van het openbaar groen.
6,9
6,7
6,7
6,7
13. Naleefgedrag milieugerelateerde handhaving. **
80%
75%
70%
65%*
11. Beoordeling schouwresultaten 'schoon'.
14. Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (WEconomy). Doelstelling D: 15. Gemiddeld energielabel. Beoogde labelverdeling van de woningvoorraad.
Doelstelling is nog in ontwikkeling. 10% 17% 28% 14% 10% 10% 11%
A/B 29%
A/B 31%
A/B 37%
C 27% D 13% E 10 % F 10% G 11%
C D E F G
C D E F G
0
0
2
4
2% 5,3%
1,2% 1,2%
1,2% 1,2%
1,2% 1,2%
18. Toename scheidingspercentage restafval.
-
53%
-
60%
19. Kg's restafval per inwoner/jaar (afname).
-
206 kg
-
175 kg
20. Aantal collectieve bewonersinitiatieven in wijkplannen van Stadsdelen.
-
10
10
10
21. Aantal ondersteuningsvragen aan de duurzaamheidsmakelaar.
-
25
25
25
16. Planologische reservering van het aantal locaties voor wind- en zonneenergie. 17. Energiebesparing per jaar: Elektriciteit Gas
A B C D E F G
PM
27% 13% 9% 10% 10%
24% 12% 9% 9% 9%
* De gegevens met betrekking tot het basisjaar zijn ontleend aan de website "Meer met minder". De prognose voor de jaren 2015-2019 is gebaseerd op afspraken die met Reimarkt zijn gemaakt over de verduurzaming van de huurwoningenvoorraad (minimaal 500 woningen per jaar). Ook de doelstelling van de provincie Overijssel dat de energetische kwaliteit van de koopwoningenvoorraad in Overijssel in 2030 is verbeterd tot (minimaal) label b, is meegenomen in deze prognose.
blz. 62 (van 145)
** Als gevolg van bezuinigingen zijn er minder milieu-inspecteurs. Hierdoor gaat de controlefrequentie omlaag en er worden minder diepgaande controles uitgevoerd. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid een negatief effect op het naleefgedrag. Wat mag het kosten? In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
bedragen * 1.000 euro Duurzame leefomgeving Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
155.093
140.235
141.658
140.235
139.463
Baten
81.847
67.754
72.081
70.486
71.221
Saldo van baten en lasten
73.246
72.481
69.577
69.749
68.242
Storting reserves
2.613
953
1.087
3.984
2.061
Onttrekking reserves
4.662
931
942
1.080
1.000
71.196
72.503
69.722
72.653
69.303
Resultaat
Toelichting Door de uitbreiding van de H.J. van Heekgarage, ten behoeve van het Medisch Spectrum Twente, zijn vanaf 2016 ook deze exploitatieresultaten meegenomen in het product Parkeerbeheer. De lasten binnen het product Stadsdeelbeheer vallen in de komende jaren lager uit door de bezuinigingen in de openbare ruimte en het vervangen van chemische bestrijdingsmiddelen. Uiteindelijk wordt vanaf 2017 twee miljoen euro structureel bezuinigd in de openbare ruimte.
blz. 63 (van 145)
Binnen het fysieke domein besparen we vanaf 2018 twee miljoen euro vanuit de bestuurlijke keuze om de fysieke projecten in de stad te gaan herijken en toekomstbestendig te maken. Op basis van het MPG 2015 worden zowel de baten als de lasten voor de jaren 2016 en verder op het eindproduct grond lager ingeschat als gevolg van faseringen, het uitbetalen en ontvangen van subsidies en het doen van verwervingen en overboeken van gronden naar grondexploitaties. Daarnaast dalen de lasten vanaf 2016 door bezuinigingen op de culturele instellingen, evenementen en citymarketing. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we naar de financiële bijlage 6.4. Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Hans van Agteren, Eelco Eerenberg, Jeroen Hatenboer, Jurgen van Houdt, Onno van Veldhuizen
Programmadirecteuren
Djoerd de Vos-Koelink, Werner Gerritsen, Hilde Reints
3.4. Dienstverlening en financieel beleid Doelstelling Producten
Thema's Wat mag het kosten 1. Ontwikkelen (Stedelijke) Dienstverlening
->
Lasten
5.806
->
Baten
3.598
->
Lasten
360
->
Baten
10
->
Lasten
51
->
Baten
0
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
2.954
->
Baten
4.854
->
Lasten
->
Baten
--
Lasten
Publieksdienstverlening
Gemeentearchief
A. Goede kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening
Verkiezingen ->
2. Regie voeren op de kwaliteit van dienstverlening
->
1.174
Basisregistratie 0 1.196
Bezwaar en beroep 0
3. Communicatie
Algemene inkomsten B. Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding
->
4. Verbeteren van de financiële positie en verminderen van de financiële risico’s
->
0
Algemene uitkering
Algemene belastingen
blz. 64 (van 145)
337.778 1.958
> ->
Baten
40.981
->
Lasten
20.186
->
Baten
29.776
->
Lasten
2.105
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
->
Baten
Rente & treasury
5. Werking sociaal deelfonds
College van B&W
Regionale samenwerking C. Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren
->
6. Versterken samenwerking
->
Ondersteuning College van B&W en directie
0 880 0 3.386 0 2.173
Raad en commissies
Klachtencommissariaat
0 269 0
7. Versterken governance -Onderwijsvoorzieningen: > onderwijshuisvesting -> Sport- en wijkaccommodaties
8. Vastgoed
Lasten
18.849
Baten
1.187
->
Lasten
7.054
->
Baten
3.158
->
Lasten
13.184
->
Baten
7.955
->
Lasten
-4
->
Baten
0
->
Lasten
->
Baten
->
Lasten
44.305
--
Baten
12.569
Vastgoedbedrijf D. Het zo efficiënt mogelijk faciliteren van gemeentelijke taken
->
-> Stelposten bedrijfsvoering
9. Bedrijfsvoering
Resultaat bedrijfsvoering
Interne dienstverlening
blz. 65 (van 145)
242 0
> Regionale dienstverlening
->
Lasten
7.233
->
Baten
8.123
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat willen we bereiken? Op basis van het coalitieakkoord is de programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat we willen bereiken. Wat gaan we doen? De lijn die de raad heeft vastgelegd bij de programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd. Het streven is een compacte, dienstverleningsgerichte organisatie met een solide financiële basis te vormen. Dit wordt gedaan samen met de partners van de gemeente waarbij de activiteiten worden beoordeeld op de mogelijkheid ze te kunnen outsourcen. Hiervoor is een uitvoeringsprogramma opgesteld. Door verder in te zetten op digitale mogelijkheden en te vernieuwen verwachten we met minder middelen de goede dienstverlening in stand te houden. Door daarnaast betrokkenen meer inzicht te geven in openbare informatie (Open-data/ Big-data) worden vernieuwende bewegingen volgens het “Smart City concept" gefaciliteerd. De uitwerking van dit concept volgt in de Agenda Smart City Enschede vanaf eind 2015. In 2016 streven we naar de onderstaande resultaten. Doelstelling A: Goede kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening. Actiepunten 2016 Thema 1: Ontwikkelen (Stedelijke) Dienstverlening
• •
•
De overheidsdienstverlening wordt samen gebracht in het stadskantoor. De dienstverlening van de gemeente verbetert en digitaliseert door: o de mogelijke uitbreiding van digitale selfservice in het stadskantoor; o deregulering; o de invoering van de Omgevingswet; o het project Digitale Innovatie Arbeidsmarktaanpak (DIA); De gemeente sluit zich aan op 'Mijn.overheid.nl'.
Thema 2: Regie voeren op de kwaliteit van dienstverlening
• • • •
Er wordt gestart met 'zaakgericht werken' volgens de 'lean methode' waarbij met één proces aanvragen op een uniforme wijze worden afgehandeld. Open data wordt beschikbaar gesteld als onderdeel van big data om Enschede als Smart City te ondersteunen. In samenwerking met de NVVB wordt een dashboard ontwikkeld voor publieksdienstverlening, onderdeel van Vensters voor dienstverlening. In 2016 wordt er geëxperimenteerd met het verleggen van het eigenaarschap van de informatie richting inwoner en bedrijf.
blz. 66 (van 145)
•
De Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) wordt als beleidskader vastgesteld. Deze maatregelen voor informatiebeveiliging worden voor 1 januari 2017 geïmplementeerd.
Thema 3: Communicatie
•
•
De binnenkort aan u voor te leggen communicatievisie wordt uitgevoerd. Deze is opgebouwd uit drie sporen: 1) Meldingen Openbare Ruimte; mogelijkheden om meldingen te maken en te volgen worden gemoderniseerd (App) en verbeterd (inzicht op digitale kaart). 2) De wijkprogramma's worden op de (digitale) kaart gezet (voorheen: wijkbegroting). 3) "Jij maakt de buurt" wordt een interactieve website. Door beter gebruik te maken van digitale middelen intensiveren we de communicatie met de stad en zet het college in op meer participatie uit de samenleving (zie ook www.verbeterjebuurt.nl).
Doelstelling B: Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. Actiepunten 2016 Thema 4: Verbeteren van de financiële positie en verminderen van de financiële risico's
•
•
•
• •
In het kader van de Eigentijdse Gebiedsontwikkeling is gestart met het onderzoek naar de effecten en mogelijkheden voor het verkorten van de looptijd van grondexploitaties (grexen) tot tien jaar. Dit is in lijn met de voorgenomen wijziging van de commissie BBV. Kanttekening hierbij is dat mutaties conform de BBV een mogelijke ingangsdatum van 1 januari 2016 kunnen hebben. De opdracht van de Eigentijdse Gebiedsontwikkeling is gerelateerd aan de huidige coalitieperiode. Binnen het fysieke domein is vanaf 2018 twee miljoen euro extra ruimte gecreëerd om de fysieke projecten in de stad te gaan herijken en toekomstbestendig te maken. De overige voorgenomen wijzigingen van het BBV rondom grondexploitaties gericht op risicoreductie, hebben betrekking op: o het beperken van kostentoerekening aan grexen conform kostenverhaal WRO/BRO; o het beperken van rentetoerekening aan grexen op basis van werkelijke rente vreemd vermogen. Er word onderzoek gedaan naar de toekomstige strategische rol en positie van de gemeente Enschede in de gemeenschappelijke projecten ADT, RBT en GEM. Voor het RBT wordt de afweging gemaakt of de huidige samenwerking kan worden gecontinueerd of dat, rekening houdende met gemeentelijke belangen, wordt overgegaan tot een andere vorm van samenwerken. Voor de GEM is besloten de samenwerking met ingang van 1 november te beëindigen. Voor ADT is er sprake van een advies van de Commissie van Wijzen om het gebied van de luchthaven te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT). Het college van GS en B&W hebben vervolgens de opdracht gekregen het plan van aanpak tot uitvoering te brengen, waarbij één van de opdrachten is om de ontvlechting van de woongebieden te onderzoeken. De onderhandelingen zijn onlangs, na de provinciale verkiezingen, door beide colleges weer opgepakt. De vastgoedportefeuille wordt verder afgebouwd. Het traject 'richting aan ruimte' wordt uitgevoerd waarbij de projectenportefeuille tegen het licht wordt gehouden. Hierbij worden de projecten heroverwogen aan de hand van de programmering en prioriteiten.
blz. 67 (van 145)
•
•
Met de uitvoering van het 'Deltaplan' wordt het risico gereduceerd dat we financieel niet met de middelen van het verdeelmodel voor inkomensvoorzieningen (BUIG) uitkomen. Het college streeft naar een verdere schuldreductie. Dit wordt onder meer bewerkstelligd door terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe geldleningen.
Thema 5: Werking sociaal deelfonds
•
Deze Programmabegroting voorziet in de oprichting van een Sociaal Fonds. Dat moet het mogelijk maken om de in gang gezette transformatie van het Sociaal Domein maximaal te faciliteren. Voor een uitgebreide toelichting op de opzet en werking hiervan wordt verwezen naar hoofdstuk 2.5.
Doelstelling C: Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren. Actiepunten 2016 Thema 6: Versterken samenwerking
•
•
•
• • •
•
Het college kiest voor een hernieuwde samenwerking in de regio nu de 'WGR+'status vervalt. Daarbij wordt rekening gehouden met besluiten, wensen en bedenkingen die de raad meegegeven heeft bij de behandeling van het rapport van de commissie Robben. De Twentse griffiers trekken samen met de regio op ten behoeve van een actieve betrokkenheid van de gemeenteraden in de nieuwe samenwerking. De uitvoeringsagenda sourcing wordt uitgevoerd waarbij het college met concrete voorstellen komt voor taken die op de korte en middellange termijn in aanmerking komen voor nader onderzoek naar outsourcing. Hierdoor ontstaan nieuwe vormen van samenwerking. Het stadsdeelsgewijs werken wordt doorontwikkeld tot een nieuwe vorm van samenlevingsgericht werken. Dit wordt onder andere gedaan door de stadsconsultaties. Het college zoekt nadrukkelijker de samenwerking met Duitsland. De samenwerking met het Kennispark wordt versterkt. In lijn met de sportnota wordt het het sportbedrijf uitgewerkt. In 2016 leggen we keuzes voor aan de raad om op de langere termijn een gezonde sportexploitatie te garanderen. Daarmee wordt een splitsing gemaakt tussen 'vorming sportbedrijf' met een werkbare en gefaseerde start en 'een structureel gezonde exploitatie'. De klachtencommissaris komt in het voorjaar met zijn evaluatie; de gemeenteraad beslist aan de hand van de ervaringen over eventuele uitwerkingen of bijstellingen van de vastgestelde kaders.
Thema 7: Versterken governance
• • • •
De raad ontwikkelt een nieuw model voor (financieel) toezicht, waarbij de posities van de rekenkamer-, de rekeningencommissie en de accountant worden betrokken. De raad werkt mogelijke wetswijzigingen op het gebied van de rekenkamerfunctie uit voor de gemeente Enschede. De rekenkamer gaat werken aan de regionale samenwerking van rekenkamercommissies. Het college gaat de werking en governance van de twente board evalueren.
blz. 68 (van 145)
•
De uitvoeringsagenda sourcen en regie wordt uitgevoerd. Er wordt gestart met vijf gemeentelijke onderdelen die als eerste aan het afwegingskader sourcen en regie worden getoetst. Bij dit onderzoek worden uiteraard de ervaringen met de verzelfstandiging van Onderhoud Enschede en het Sportbedrijf meegenomen en worden de effecten van ontvlechtingen (verzelfstandigingen) in beeld gebracht. We nemen acties om de desintegratie-effecten maximaal te dempen.
Doelstelling D: Het zo efficiënt mogelijk faciliteren van gemeentelijke taken. Actiepunten 2016 Thema 8: Vastgoed
•
Het college onderzoekt of verzelfstandiging c.q. het op afstand zetten van vastgoed financieel en inhoudelijk aantrekkelijk is. Bij een positieve business case voeren we dit uit.
Thema 9: Bedrijfsvoering
•
•
•
• •
De organisatie wordt veranderd door de uitvoering meer ruimte te geven en het aantal interne regels te verminderen. Zo zorgen we er voor dat de organisatie zich nog meer kan richten op het samen met inwoners invulling geven aan de opgaven van de stad. Zie ook bedrijfsvoeringsparagraaf. Volgens de uitvoeringsagenda sourcing beoordeelt het college de taken op mogelijke verzelfstandiging, regionale samenwerking of eigenstandig uit blijven voeren. De volgende vijf taken worden als eerste getoetst: o begeleiding naar werk (onderdeel Werk); o stadsingenieurs Enschede; o communicatie; o vastgoedbedrijf; o personeel & organisatie. De interne processen worden versimpeld, zodat deze betrouwbaarder en goedkoper worden via: o Het omvormen van de inkoop-, facturerings- en betalingsprocessen tot één geautomatiseerd proces (Purchase to Pay). o Het stapsgewijs invoeren van zaakgericht werken. Er wordt gezorgd voor een betere organisatie van de bedrijfsvoering, waarbij de uitvoerende onderdelen van de gemeente meer invloed hebben op de ondersteuning. Het flexconcept wordt geïmplementeerd in het Stadhuis en het college richt zich maximaal op het vrijspelen van de Noordmolen en het Werkplein. De financiële consequenties hiervan worden betrokken bij onze vastgoedstrategie en ambtelijke huisvestingsvisie.
Indicatoren Effectindicatoren Doelstelling A: Rapportcijfer voor de klanttevredenheid over gemeentebrede dienstverlening.
Score 2014
Streven 2015 7,3
7,4
Doelstelling B:
blz. 69 (van 145)
Streven 2016 7,4
Streven 2019 7,4
Ratio gemeentelijke bijdrage sociale zekerheid (werk/inkomen) ten opzichte van rijksbijdrage.
-10,13%
-11%
-9,22%
-8,7%
1,1
1,0
1,1
1,3
96,7 99,5
99,5 97,5
96,7 95,0
98,0 90,0
100% duurzaam inkopen.
78%
90%
92%
100%
Rapportcijfer voor de mate waarin de burgers betrokken worden bij de uitvoering van de gemeentelijke plannen.
E:5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
E: 5,6 Nl: 5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
Rapportcijfer voor de mate waarin de kiezer invloed heeft op wat er in de stad gebeurt.
E: 5,2
E: 5,5 Nl: 5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
Ratio weerstandsvermogen. Doelstelling C: Gemeentelijk energieverbruik omlaag (2013 = basisjaar): Gas Elektra
Toelichting indicatoren: 1. De klanttevredenheid wordt door een extern bureau gemeten over de communicatiekanalen Post, Email, Balie en Telefoon. 2. Met deze indicator wordt in beeld gebracht hoeveel geld wij als gemeente toe moeten leggen op de rijksbijdragen op de gebieden van werk, inkomen en zorg. Streven is om de eigen bijdrage zo laag mogelijk te krijgen. 3. Zie paragraaf weerstandvermogen. 4. Het totale gemeentelijke energieverbruik wordt gemeten ten opzichte van het basisjaar 2013 (=100). 5. Het aantal gepubliceerde aanbestedingen/offerteaanvragen met duurzaamheidseisen t.o.v. het totaal aantal aanbestedingen/offerteaanvragen. 6. De mate waarin de gemeente inwoners betrekt bij haar plannen, activiteiten en voorzieningen (Bron: Stadspeiling november 2014). 7. De mate waarin de gemeente luistert naar de mening van haar inwoners en de mate waarin inwoners en organisaties voldoende ruimte krijgen om ideeën en initiatieven te realiseren (Bron: Stadspeiling november 2014). Zie ook raadsvoorstel toelichting indicatoren. Wat mag het kosten? In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
blz. 70 (van 145)
bedragen * 1.000 euro Dienstverlening en financieel beleid Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
136.838
133.362
134.386
127.657
132.448
Baten
457.202
449.989
441.997
441.091
441.232
-320.364
-316.627
-307.612
-313.434
-308.783
Storting reserves
28.621
16.281
19.037
18.802
20.162
Onttrekking reserves
38.350
20.355
22.925
16.183
16.409
-330.093
-320.702
-311.499
-310.815
-305.030
Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting De totale baten van het programma dalen door een lagere uitkering uit het gemeentefonds als gevolg van de oplopende korting op de middelen van het sociaal domein. Daarnaast dalen de baten ook door lagere renteopbrengsten die worden veroorzaakt door de verlaging van de omslagrente. De lasten dalen ook in de komende jaren door de geplande besparingen op het gebied van interne dienstverlening. Daarnaast dalen ook de kosten voor regionale dienstverlening door een lagere bijdrage aan de Regio Twente, Netwerkstad en de Euregio. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we naar de financiële bijlage 6.4.
Meer info
Klik hier voor meer informatie overreguliere werkzaamheden en
blz. 71 (van 145)
beleidsnota's. Portefeuillehouders
Eelco Eerenberg, Jeroen Hatenboer, Onno van Veldhuizen (college van B&W), Raadspresidium (gemeenteraad en commissies)
Programmadirecteuren Marcel Meijs, René van Kuilenburg, Rolf Jongedijk
3.5. Herprioriteren beleidscapaciteit De afgelopen jaren zijn door de bezuinigingen veel taken afgeslankt of stopgezet. Keuzes zijn onder andere gemaakt op grond van maatschappelijke effecten, indelingen van taken, zoals wettelijke en niet-wettelijke taken, meerjarige verplichtingen die zijn aangegaan en nieuwe taken die er zijn (decentralisaties). In de Programmabegroting 2015-2018 is een overzicht van te stoppen taken opgesteld op basis van de prioriteiten voor de periode 2014-2018. De motie Stoppen met Beleid is daarmee uitgevoerd. In 2016 zetten we een volgende stap om de beschikbare capaciteit voor de belangrijkste zaken in te kunnen zetten. Dat gebeurt langs 2 lijnen: 1. De beschikbare capaciteit voor strategie- en beleidsontwikkeling is ongeveer 40 fte. We gaan onderzoeken hoe deze inzet verdeeld is over de prioriteiten van beleid, zoals deze door de raad zijn vastgesteld. Ook bekijken we of de inzet herschikt moet worden. Dit doen we niet per programma, maar per thema, zoals ‘samenlevingsgericht werken’ of ‘sterker maken van de economie’. De prioriteiten uit deze programmabegroting zijn daarbij leidend. 2. Voor de uitvoering van beleid worden in de werkprocessen allerlei taken verricht. Dit noemen we uitvoeringsbeleid. Je kunt je afvragen of de gemeente de primaire verantwoordelijkheid voor bepaalde taken moet hebben. Kunnen opdrachtnemers of maatschappelijke partners deze taken niet beter uitvoeren? Alle afdelingen zullen deze vraag beantwoorden en maken inzichtelijk wat wel en niet een gemeentelijke taak moet blijven. In de reguliere IPC-producten wordt voortgang gemeld.
blz. 72 (van 145)
4. Paragrafen Dit hoofdstuk bestaat uit acht paragrafen die belangrijk zijn om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. We hebben informatie gebundeld, die vaak versnipperd is opgenomen in de begroting. De onderwerpen hebben we om verschillende redenen gekozen: • • • •
Het onderwerp heeft mogelijk een grote financiële impact. Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis. Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma's. Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van haar taken.
De programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op inwoners, deze paragrafen indirect. Hier staan de kaders omschreven, die de raad aan het college geeft met betrekking tot het beheer en de uitvoering. Welke paragrafen zijn er? De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht: • • • • • • •
lokale heffingen; weerstandsvermogen en risicobeheersing; onderhoud kapitaalgoederen; financiering; bedrijfsvoering; verbonden partijen; grondbeleid.
Daarnaast hebben we de paragraaf Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken opgenomen. Dit is voor onze gemeente een verplicht onderwerp, vanuit de verordening 'onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid'.
4.1. Lokale heffingen Inleiding De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze heffingen zijn een van de inkomstenbronnen die vooral inwoners moeten opbrengen. De lokale belastingen onderscheiden we in heffingen waarvan de besteding gebonden is en in heffingen waarvan de besteding ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (onroerende zaakbelasting (OZB), hondenbelasting en precariobelasting) rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, verantwoorden we op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen. Beleid Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen voor de belastingdruk en overige ontwikkelingen op lokaal fiscaal gebied voor 2016 en de jaren erna. OZB Macronorm Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) heeft
blz. 73 (van 145)
berekend, dat de macro-opbrengst van de OZB in 2015 stijgt met 4,17%. Voor 2015 geldt een macronorm van 3%. Dit betekent een overschrijding van 1,17%. Volgens de Meicirculaire 2015 zou de besluitvorming over de vaststelling van de macronorm OZB voor het jaar 2016 uitgesteld worden tot het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen, dat in het najaar van 2015 plaatsvindt. Dat geldt ook voor de besluitvorming over de overschrijding van de macronorm in 2015. Achtergrond daarvan is het lopende onderzoek naar de verruiming van het belastinggebied voor gemeenten, in het kader van een herziening in het belastingstelsel. Uit de Rijksbegroting blijkt dat vooralsnog wordt afgezien van het voornemen tot een dergelijke verruiming. Met het oog op de begrotingsvoorbereiding 2016 is afgesproken de macronormsystematiek te continueren voor 2016. Tegelijkertijd is vastgesteld, dat de overschrijding van de macronorm 2015 (1,17%) in mindering wordt gebracht op de macroruimte in 2016. De macronorm 2016 van 2,7% wordt gecorrigeerd naar 1,57%. Tarieven en opbrengst In het coalitieakkoord spraken we af, dat we de lasten voor de inwoners van Enschede niet verder wilen laten stijgen dan de reguliere inflatie. Daarnaast is in de Zomernota 2015 rekening gehouden met een extra opbrengst van 100.000 euro als gevolg van areaaluitbreiding in de afgelopen jaren. De OZB-tarieven verhogen we met 0,8% vanwege een inflatiecorrectie. Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde) woningen openbaar De WOZ-waarde van woningen is op dit moment in beginsel niet openbaar. Tot nu toe kan een aanvrager de WOZ-waarde van andere woningen of panden alleen opvragen als hij een gerechtvaardigd belang heeft. Op rijksniveau is nog geen besluit genomen over het wel of niet openbaar maken van WOZ-waarde via een landelijke voorziening WOZ. We verwachten dat in 2016 hierover besluitvorming plaatsvindt. Toeristenbelasting In de Zomernota is voorgesteld een toeristenbelasting in te voeren. De raad heeft op 21 september besloten, dat dit ingang van 1 april 2016 gaat gebeuren. Ook heeft zij tegelijkertijd keuzes gemaakt voor de tarieven in 2016. We stellen de tarieven en de meer juridische aspecten definitief vast, bij de vaststelling van de noodzakelijke heffingsverordening. Bedrijfsinvesteringszones (BIZ) Het bestuur van de Vereniging Euregio Bedrijvenpark (EBP) heeft gevraagd mee te werken aan de invoering van een BIZ voor het bedrijventerrein Euregio I per 1 januari 2016. De BIZverordening wordt eind 2015 door de raad vastgesteld en zal in werking treden als uit de verplichte draagvlakmeting blijkt, dat er voldoende steun is. Afvalstoffenheffing In 2016 hoeven we de afvalstoffenheffing niet te verhogen voor inflatie, omdat de tarieven die Twente Milieu de gemeente voor 2016 in rekening brengt, met 2% gedaald zijn. Deze daling compenseert de stijging van de overige lasten binnen het product afval. Conform begroting 2015-2108 wordt het tarief met 5 euro verlaagd (in 2017 voor de laatste keer). Het tarief 2016 is 303,40 euro voor meerpersoonshuishoudens en 269,10 euro voor eenpersoonshuishoudens. In 2016 vinden de voorbereidingen plaats voor invoering van diftar per 1 januari 2017. Rioolheffing De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengsten van de rioolheffingen mogen dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente
blz. 74 (van 145)
Enschede is 100%. De basis voor de ontwikkeling van het rioolheffing tarief ligt in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is in oktober 2015 door de raad vastgesteld. In het GRP wordt uitgegaan van een tariefontwikkeling van 5,9%, waarmee het tarief is vastgesteld op 209,18 euro. Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten De gemeentelijke woonlasten zijn opgebouwd uit de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Onderstaande tabel laat een doorkijk zien in de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten. Hierbij gaan we uit van een gemiddelde koopwoning in Enschede met een WOZ-waarde van 151.000 euro (voor 2015 en verder), een inflatiepercentage van 0,8% en een meerpersoonshuishouden. (Bedragen in euro's)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
OZB-eigenaar woning
252,65
256,49
259,74
263,82
265,93
268,06
270,20
Afvalstoffenheffing*
310,44
310,44
308,40
303,40
298,40
298,40
298,40
Rioolheffing
179,04
186,72
197,64
209,18
221,40
234,77
248,96
Totaal
742,13
753,65
765,78
776,40
785,73
801,23
817,56
* Het tarief voor een meerpersoonshuishouden. Actualisatie Lastenstelsel Bij de behandeling van de Zomernota 2015 heeft uw raad de motie Actualisatie lastenstelsel aangenomen. Een herontwerp van het lastenstelsel is complex, ook vanwege de stringente wetgeving en de invoering van gedifferentieerde tarieven voor afvalstoffenheffing. Tegelijkertijd wordt landelijk een discussie gevoerd over het totale belastingstelsel. Begin november is er hierover een eerste oriënterende bespreking met de raad. Dit onderwerp komt terug in de Zomernota 2016. Vergelijking lokale lasten Twentse gemeenten Het COELO publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. In onderstaand overzicht uit de publicatie over 2015 worden de lokale lasten van de Twentse gemeenten vergeleken. Lokale lasten Twentse gemeenten (bedragen in euro's)
Stijging in % ten opzichte van 2014
Éénpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden
1-pers.
Meerpers.
2014
2015
2014
2015
Almelo
712
733
712
733
3,0%
3,0%
Borne
762
761
762
761
-0,1%
-0,1%
Dinkelland
749
765
809
825
2,2%
2,0%
Enschede
725
731
758
766
0,9%
1,0%
Haaksbergen
715
780
764
829
9,1%
8,5%
Hellendoorn
652
659
758
763
1,0%
0,7%
Hengelo
615
624
699
717
1,4%
2,5%
Hof van Twente
738
759
787
808
2,9%
2,7%
Losser
742
722
742
722
-2,7%
-2,7%
Oldenzaal
620
630
680
690
1,6%
1,5%
Rijssen-Holten
592
604
648
658
2,0%
1,6%
Tubbergen
669
687
713
730
2,7%
2,3%
blz. 75 (van 145)
Twenterand
601
612
687
695
1,9%
1,2%
Wierden
680
697
733
755
2,4%
3,1%
Gaat het om de ontwikkeling van de woonlasten, dan zit Enschede onder het Twentse gemiddelde. Overige heffingen Bij de overige heffingen streven we zo veel mogelijk naar 100% kostendekking. In de voorstellen waarbij de belastingverordeningen worden aangepast, houden we in het algemeen rekening met een nominale stijging van 0,8%. Afwijking hierop lichten we onderaan de tabel toe. Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten en heffingen Omschrijving lokale lasten (bedragen in euro's) Huwelijk en geregistreerd partnerschap
Raming 2014
Realisatie 2014
Raming 2015
Raming 2016
Kostendekking
206.000
145.000
231.000
184.000
96%
2.307.000
2.626.000
2.328.000
2.881.000
81%
Documentatie bevolking
73.000
68.000
74.000
34.000
2%
Verstrekken inlichtingen GBA
79.000
52.000
83.000
62.000
79%
218.000
374.000
233.000
415.000
56%
Overige verrichtingen archief
11.000
13.000
11.000
10.000
4%
Leges telecommunicatie (%)
32.000
73.000
56.000
84.000
93%
Vergunningen
2.843.000
2.825.000
2.872.000
2.731.000
100%
Kort parkeren garages, abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal) (MPP 2014-2024)
4.705.000
4.716.993
4.782.000
6.393.162
100%
710.000
684.821
740.000
701.000
nvt
2.499.000
2.627.728
2.553.000
2.783.000
nvt
Fiscaliseren (naheffing)
702.000
620.550
687.000
692.000
nvt
Begraafplaatsrechten (exclusief onderhoud gedenkparken)
418.000
363.000
459.000
457.000
100%
Havengelden
41.000
24.000
42.000
42.000
27%
Marktgelden
465.000
440.000
326.000
326.000
78%
Afvalstoffenheffing (netto)
17.376.000
16.630.225
17.460.000
16.816.000
100%
Afvalstoffenheffing kwijtschelding
-2.284.000
-3.040.031
-2.300.000
-2.725.000
nvt
-254.000
-352.894
-200.000
-250.000
nvt
11.446.000
11.477.552
12.435.000
12.486.000
100%
Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen
Overige publiekszaken
Fiscale vergunningen Fiscaal straat- en terreinenparkeren
Afvalstoffenheffing - oninbaar Rioolheffing (netto, inclusief grootverbruik)
blz. 76 (van 145)
Rioolheffing - kwijtschelding
-1.605.000
-1.921.604
-1.645.000
-1.896.000
nvt
-761.000
-234.758
-622.000
-667.000
nvt
Hondenbelastingen
810.000
787.000
910.000
910.000
nvt
Precariobelastingen
255.000
246.000
255.000
255.000
nvt
Reclamebelasting
152.000
146.000
152.000
152.000
nvt
OZB woningen
18.343.000
18.149.000
18.385.000
18.335.000
nvt
OZB eigenaar niet-woningen
11.774.000
12.336.000
12.119.000
12.390.000
nvt
OZB gebruiker niet-woningen
8.634.000
8.672.000
8.645.000
8.714.000
nvt
Rioolheffing - oninbaar en verminderingen
Toelichting Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen De verhoging in de opbrengst 2016 is het gevolg van een actualisatie van het aantal verstrekte documenten. Kort parkeren Vanaf 2016 maakt de exploitatie van de H.J. van Heekgarage aan de bezoekers van het Medisch Spectrum Twente (MST) integraal deel uit van het product parkeerbeheer. In 2015 is de exploitatie geactualiseerd. Met de opname van deze geactualiseerde cijfers wordt 1,6 miljoen euro aan opbrengsten kort parkeren toegevoegd. Marktgelden De terugval in inkomsten heeft te maken met de verzelfstandiging van de dinsdagmarkt. Dit wordt gecompenseerd door een gelijke afname in loonkosten. Vergunningen De terugval in inkomsten heeft te maken met deregulering. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. De beleidskeuzes van de gemeente Enschede zijn niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018. Indirecte kosten leges Voor het inzicht van toegerekende indirecte kosten aan leges verwijzen wij naar bijgaand overzicht.
4.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding De theorie achter deze paragraaf is niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018. De focus ligt daarom nu op het actualiseren van het weerstandsvermogen. Nieuw is de tabel met financiële kengetallen. Deze is opgenomen omdat het BBV dat voorschrijft vanaf de programmabegroting 2016. De kengetallen in deze tabel maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Beleid De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in:
blz. 77 (van 145)
• • •
het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (BBV art. 9, 11 en 26); de financiële verordening gemeente Enschede 2012 (art. 15); de nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2012.
Weerstandsvermogen Berekening weerstandsvermogen Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit, komen we eind 2015 uit op een ratio van afgerond 1,0. 43,0 miljoen euro Ratio 1,0 = ------------------------41,7 miljoen euro De ratio bevindt zich hiermee binnen de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0 - 1,4. In het coalitieakkoord is afgesproken om een actief financieel beleid te voeren op het verminderen van risico’s en het verder verbeteren van de financiële positie. Daarvoor is in het middelenkader ruimte opgenomen. In onderstaand overzicht is het verloop van het weerstandsvermogen voor de komende jaren weergegeven. De ratio weerstandsvermogen komt eind 2016 uit op 1,1. Voor 2018 zijn er enkele aannames gedaan op basis waarvan een scenario is gemaakt. In dit scenario wordt 20 miljoen afgeboekt als invulling van het terugbrengen van de looptijd van de grondexploitaties naar tien jaar. Tegenover het effect van de kortere looptijd staat een verlaging van de risico's en een extra toevoeging aan de algemene reserve van jaarlijks 2 miljoen euro vanaf 2018. We willen benadrukken dat het gaat om een scenario, waarbij alle consequenties nog doorgerekend moeten worden, ook in relatie tot andere ontwikkelingen. Het verloop van de ratio is ten opzichte van de Zomernota iets verbeterd. Dat komt vooral doordat de Septembercirculaire 2015 voor de jaren 2016 tot en met 2019 een positief accres laat zien. Eind
2016
2017
2018
2019
Ratio
1,1
1,1
1,0
1,3
Het is van belang om u te realiseren dat de ontwikkeling van de risico’s en stille reserves moeilijk voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De ratioberekening is geen exacte wetenschap. Tegenvallers in de algemene uitkering, grondverkopen, nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen of dalende prijzen van het vastgoed- en grondbezit hebben een belangrijke impact op de financiële positie van onze gemeente. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt in totaal 43,0 miljoen euro en is onderverdeeld in een algemene reserve van 25,2 miljoen euro en stille reserves van in totaal 17,8 miljoen euro. Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit de reserve weerstandsvermogen van 37,5 miljoen euro en de reserve grondbedrijf van negatief 12,3 miljoen euro. Mochten de ontwikkelingen in de grondportefeuille daarvoor aanleiding geven, dan stellen we de reserve grondbedrijf bij tijdens de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitaties in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) 2016.
blz. 78 (van 145)
Stille reserves De stille reserves zijn becijferd op 17,8 miljoen euro. Dit is een verlaging van 2,5 miljoen euro ten opzichte van de jaarrekening 2014. Het gaat om de stille reserves van de objecten van het vastgoedbedrijf (6,6 miljoen euro) en van de objecten van het grondbedrijf (11,2 miljoen euro). Voor de Programmabegroting 2016 zijn alleen de stille reserves van het vastgoedbedrijf geactualiseerd. De actualisatie van de gronden vindt plaats bij het MPG 2016 (jaarrekening 2015). Eind
2016
2017
2018
2019
Aandeel stille reserve
39%
39%
57%
42%
Met de verbetering van de algemene reserve vermindert het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen. Het aandeel stille reserves was 46% van de totaal beschikbare weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2014 en komt volgens de huidige berekeningen eind 2019 uit op 42%. Het scenario, waarbij de algemene reserve met 20 miljoen daalt als invulling van het terugbrengen van de looptijd van de grondexploitaties, veroorzaakt een minder sterke daling van het aandeel stille reserves. Benodigde weerstandscapaciteit Risico's grondbedrijf De risico’s van het grondbedrijf zijn niet bijgesteld en dus gelijk aan het MPG 2015. Voor het grondbedrijf maakt de actualisatie van de risico’s onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen MPG. Daarbij worden alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen geactualiseerd en samengebracht in één grote risicosimulatie. Deze risicoanalyse kan niet los worden gezien van de actualisatie van de begrotingen van de grondcomplexen. De risico’s van het grondbedrijf zijn per 31 december 2014 becijferd op 18,3 miljoen euro. De eerstvolgende actualisatie vindt plaats bij het MPG 2016 (jaarrekening 2015). Overige risico's De overige risico’s zijn becijferd op 23,4 miljoen euro. Dat is een lichte daling ten opzichte van de jaarrekening 2014, toen er 23,7 miljoen euro voor stond. De volgende risico's zijn gewijzigd: • • •
Het risico leningen en garanties is gedaald van 8,7 naar 7,3 miljoen euro, doordat het risico garantstelling GEM Zuiderval vervalt. Het risico decentralisaties is verhoogd van 3,5 naar 4,9 miljoen euro door wijzigingen (kortingen) in de meicirculaire. Het risico van aan derden verstrekte leningen is gedaald van 9,8 naar 9,6 miljoen euro door aflossingen.
Tabel met 10 grootste overige risico's Nr. Onderwerp (bedragen x € mln) 1.
BUIG-MAU
2.
Financieel gevolg PB 2016
Financieel Kans gevolg JR 2014
10,2
10,3
30%
Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost
9,6
9,8
30%
3.
Gewaarborgde geldleningen worden niet afgelost
7,3
8,7
30%
4.
Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur, kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene
5,0
5,0
50%
blz. 79 (van 145)
nadelige incidentele effecten optreden 5.
Onvoorziene bijdragen aan de risico's van verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen
10,05
10,05
70%
6.
Overige onvoorziene risico’s, waaronder de projectrisico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen en rente-effecten
2,5
2,5
50%
7.
Het risico van de drie decentralisaties: Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet
4,9
3,5
50%
8.
Calamiteit binnen de gemeente
5,0
5,0
10%
9.
Weersinvloeden
1,0
1,0
50%
10.
Aansprakelijkheidsstelling door derden
0,5
0,5
50%
Financiële kengetallen Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - in aanvulling op de ratio weerstandsvermogen - een verplichte set van vijf financiële kengetallen wordt opgenomen. Deze staan in de tabel hieronder. De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
1A.
Netto schuldquote
86%
73%
76%
1B.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
75%
65%
67%
2.
Solvabiliteitsratio
14%
12%
11%
3.
Grondexploitatie
8%
11%
12%
4.
Structurele exploitatieruimte
2%
-1%
1%
5.
Belastingcapaciteit
109%
109%
108%
We bekijken de kengetallen in hun onderlinge relatie en voorrzien ze van een adequate toelichting om meer inzicht in de financiële positie te bieden. Bij de beoordeling ervan gaat het vooral om het volgen van de trendmatige ontwikkeling. Een verklaring van de verschillen in de jaarlijkse mutatie is minder van belang. Netto schuldquote De netto schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien, ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat het onzeker is of alle leningen terug zullen worden betaald, berekenen we de netto schuldquote zowel in- als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk welk aandeel de verstrekte leningen in de exploitatie hebben en wat dat betekent voor de schuldenlast. Over de periode 2014 - 2016 is een dalende trend van de netto schuldquote zichtbaar. De netto schuldquote in- en exclusief doorgeleende gelden bevindt zich met 76% respectievelijk 67%, duidelijk beneden de door de VNG gehanteerde kritische waarde van 130%. Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio is de verhouding eigen vermogen/balanstotaal en geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover
blz. 80 (van 145)
de schulden en is de kans groot dat de schulden worden afbetaald. Dit betekent tegelijkertijd dat veel eigen vermogen (reserves) wordt aangehouden dat niet wordt besteed. Enschede heeft bestemmingsreserves gevormd om in de stad te blijven investeren. Wordt het eigen vermogen te klein, dan verslechtert de solvabiliteit. Over de periode 2014 - 2016 is een licht dalende trend zichtbaar, maar over een langere periode laat dit kengetal een redelijk constant niveau zien. Kengetal grondexploitatie Dit kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Over de periode 2014 - 2016 is er een lichte stijging zichtbaar en eind 2016 komt het kengetal uit op 12%. Voor de komende jaren moeten er bovendien nog veel kosten en opbrengsten gerealiseerd worden. Dat betekent dat we in de toekomst nog veel inspanningen moeten verrichten en daaraan zijn risico's verbonden. We zetten in op het verkleinen van die risico's en het verbeteren van de financiële positie door het traject Richting aan ruimte uit te werken en de looptijd van grondexploitaties te verkorten. Structurele exploitatieruimte Dit kengetal hebben we nodig om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. In de jaren 2016 tot en met 2019 is er structurele ruimte (een positief saldo van structurele baten/lasten) en daarmee een structureel sluitende begroting. Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten verstaan we de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 108% boven het landelijk gemiddelde. In vergelijking met de Twentse gemeenten is Enschede overigens geen uitschieter (zie paragraaf lokale heffingen). Als we de ratio weerstandsvermogen en de bovenstaande kengetallen in samenhang beschouwen, dan constateren we een verbetering van de financiële positie in de komende jaren. Het weerstandsvermogen verbetert en ook de netto schuldquote scoort positiever dan de daarvoor gestelde norm. In 2018 zien we een verslechtering van de ratio als gevolg van de afboeking op projecten. Dit heeft echter wel als gevolg dat grondexploitaties verbeteren en risico's worden gereduceerd. Vanaf 2019 verbetert de ratio weer naar 1,3. Als we naar de exploitatie kijken, dan is het van belang dat we de structurele lasten kunnen blijven dekken met structurele middelen. Zoals aangegeven is er beperkte structurele ruimte in 2016. Ook bij wijzigingen in het middelenkader zullen we de komende jaren blijven inzetten op een structureel sluitende begroting en een verdere verbetering van de financiële positie. Voor het gedetailleerde overzicht van (onverplichte) financiële indicatoren verwijzen we naar het Overzicht indicatoren financiële positie (bijlage 6.10).
4.3. Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf gaan we in op de onderhoudstoestand en de kosten van kapitaalgoederen. Het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van onze begroting. Om de financiële positie van onze gemeente te kunnen beoordelen is een goed overzicht dan ook van groot belang.
blz. 81 (van 145)
Gaat het om het beheer van de openbare ruimte, dan is er een aantal kapitaalgoederencategorieën waarop onderhoud van toepassing is: • • • • • • • • •
wegen en infrastructurele kunstwerken; havens; riolering en water; groen; openbare verlichting; parkeervoorzieningen; onderwijsgebouwen; sportaccommodaties; vastgoed.
Wegen Verhardingssoorten
M2
Asfalt
3.193.000
Elementen
4.187.000
Cementbeton
84.000
Onverhard
341.000
Totaal
7.805.000
Infrastructurele kunstwerken
Stuks
Bruggen, viaducten, sturen, geluidswallen e.a.
186
Totaal
186
Het beleidskader We volgen de lijn die is vastgelegd bij de Programmabegroting 2015-2018. Daarbij is het Wegenbeleidsplan 2014-2018 als basis genomen. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Met het Wegenbeleidsplan starten we de zoektocht naar hoe we onze wegen - met beperkte middelen in een veranderende samenleving - zo goed mogelijk kunnen beheren en onderhouden. Dit mag niet ten koste gaan van de veiligheid. We zullen echter wel moeten accepteren dat het comfort en de beeldkwaliteit (hoe de weg eruitziet) achteruit gaan. We starten onze zoektocht samen met bewoners en de markt. Ons uitgangspunt is dat er geen kapitaalvernietiging mag ontstaan of onomkeerbare besluiten mogen worden genomen. In 2016 evalueren we in hoeverre het lukt om onze wegen met beperkte middelen te beheren en te onderhouden, zonder in te leveren op veiligheid. Belangrijke trends en ontwikkelingen: •
Duurzaam wegbeheer We beheren onze wegen steeds duurzamer, onder andere door zoveel mogelijk materialen te hergebruiken, in te spelen op het klimaat door meer waterdoorlatende verharding toe te passen, en door fijnstof te reduceren door meer en andere soorten openbaar groen in de wegprofielen te plaatsen. In de afgelopen jaren hebben we samen met partners geëxperimenteerd. Zo hergebruikten we in het buitengebied
blz. 82 (van 145)
•
•
onze materialen voor 100%. Deze ervaringen zijn waar mogelijk doorgevoerd in het reguliere werk. Geluid In de afgelopen periode experimenteerden we samen met partners volop met innovatieve geluidsprojecten bij wegen. Voorbeelden daarvan zijn rubber in het asfalt, geluidreducerend asfalt, proeven met koud asfalt, sleuven naast het asfalt en de fietssnelweg F 35. Dit heeft tot innovatie, nieuwe inzichten en nauwere samenwerking geleid. Duurzaam veilig verkeer In de afgelopen periode werkten we aan de uitvoering van dit landelijk vastgestelde beleid voor verkeersveiligheid. Echter, de subsidie voor de uitvoering van dit beleid op 30 km wegen is vervallen. Om het beleid toch te kunnen blijven uitvoeren, is budget gereserveerd bij het groot onderhoud.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het lastenbudget voor wegonderhoud (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden) is circa 8,4 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor circa 1,1 miljoen euro uit apparaatskosten, 3,1 miljoen euro uit kapitaallasten, circa 3,4 miljoen euro uit kosten voor (groot)onderhoud (inclusief 300.000 euro afroming aanbestedingsvoordelen) en voor circa 0,8 miljoen euro uit overige kosten. Het jaarlijkse investeringsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden aan wegen is circa 2,175 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van tien jaar. Voor de infrastructurele kunstwerken is het lastenbudget circa 143.000 euro voor onderhoudskosten en 29.000 euro voor apparaatskosten.
Havens Kerncijfers 2015 Havens Havenonderhoud (inclusief rijkswateren)
Circa 25 hectare
Onderhoud damwanden, oevers en kades
Circa 6.300 meter
Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties We continueren de lijn die is vastgesteld bij de Programmabegroting 2015-2018. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het lastenbudget voor de havens is ongeveer 152.000 euro, bestaande uit 47.000 euro aan apparaatskosten en 105.0000 euro aan materiële kosten voor het dagelijks onderhoud van de havens. Vanaf 2018 is er structureel 200.000 euro beschikbaar om de benodigde vervangingsmaatregelen te kunnen treffen.
Riolering Kerncijfers 2015 Riolering
Km
Vrij-verval riolering
833
blz. 83 (van 145)
Drukriolering
145
Voorzieningen
Stuks
Kolken
48.000
Putten
20.153
Randvoorzieningen
17
Pompunits
1.010
Gemalen
75
Het beleidskader De raad stelde in oktober 2015 het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 vast. In dit GRP staat omschreven hoe we omgaan met de wettelijke zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater. Ook onze doelstellingen en de daarvoor benodigde financiële inspanningen staan erin verwoord. Met name het financiële kader is van groot belang. Het college wil invulling geven aan de zorgplichten, maar tegelijkertijd de stijging van de rioolheffing voor de inwoners beperken. Daarom versoberen we het onderhoud, implementeren we risicogestuurd rioleringsbeheer, werken we samen met partners, kiezen we voor duurzame oplossingen, doen we onderzoek en passen we innovaties toe. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd, conform afspraak met de raad. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties We kunnen niet voorkomen dat inwoners te maken krijgen met een (iets) hogere rioolheffing. Een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is na de oorlog aangelegd en de gemiddelde technische levensduur van een riool is ongeveer 70 jaar. We zullen dus riolering moeten vervangen en daardoor zullen de kosten stijgen. We proberen deze stijging zo veel mogelijk te beperken met risicogestuurd beheer. Dat is een breuk met het beleid tot nu toe, waarbij we kozen voor de zekere kant. Hoewel we bewust en gericht inzetten op risicogestuurd beheer, is mogelijke overlast in de openbare ruimte helaas niet te vermijden. We willen de veiligheid en functionaliteit van het riool zo veel mogelijk waarborgen en (hemel)wateroverlast beperken. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De instandhoudingskosten voor het rioleringssysteem worden gedekt door de inkomsten van de rioolheffing. Het tarief van de heffing nemen we op in de Programmabegroting 2016-2019. Daarna wordt de heffing verwerkt in de Belastingverordening 2016.
Groen Kerncijfers 2015 Groen
Ha
Openbaar groen
695
Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het lastenbudget voor groenonderhoud is circa 4 miljoen euro, bestaand uit ongeveer 2,5
blz. 84 (van 145)
miljoen euro aan apparaatskosten (inclusief voertuigen) en circa 1,5 miljoen euro aan uitbesteed werk. Vervangingsinvesteringen Aan de Programmabegroting 2013-2016 is vanaf 2015 structureel 700.000 euro toegevoegd voor noodzakelijke vervangingen in de openbare ruimte.
Openbare verlichting Kerncijfers 2015 Openbare verlichting
Stuks
Lichtmasten
30.867
Armaturen
32.854
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, et cetera
Openbare verlichting
1.188
GWh/jaar
Energieverbruik
5,2
Het beleidskader We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het ‘aanzien’ van de OV zal iets afnemen door het vastgestelde beleid, maar de functionaliteit en veiligheid blijven in stand. We willen de duurzaamheid bevorderen door ledlampen te gebruiken en openbare verlichting te dimmen of uit te schakelen waar en wanneer kan. De gemeente Enschede hanteert de Europese en landelijke lichttechnische norm ROVL2011. Deze norm biedt ons de mogelijkheid om de OV in verkeersluwe uren - met mate - te dimmen. De OV wordt afgestemd op het type weg en het gebruik. Zo vraagt een verkeersweg om meer verlichting dan een weg in een woon/verblijfsgebied. Om duurzaamheidsmaatregelen te bevorderen, wijken we op onderdelen af van de lichttechnische norm die in het OV-beleidsplan is opgenomen. We houden wel in acht dat de OV niet wordt uitgeschakeld tijdens de nachtelijke uren, of dat we dan werken met een sensortechniek die actief reageert op de omgeving. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het structurele budget van OV van 1,6 miljoen euro is vanaf 2016 in hoofdlijnen opgebouwd uit 0,6 miljoen euro kapitaallasten, 0,2 miljoen euro apparaatskosten en 0,8 miljoen materieel budget (onder meer regulier onderhoud en energie).
Parkeervoorzieningen Kerncijfers 2015 Parkeervoorzieningen
Stuks
Parkeergarages
4
blz. 85 (van 145)
Het beleidskader We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2016-2019. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Vanaf 2016 maakt de storting vanuit de exploitatie van de H.J van Heekgarage aan de bezoekers van het MST onderdeel uit van de onderhoudsvoorziening Parkeergarages. Voor 2016 is dit 138.000 euro. Daarnaast zijn, als onderdeel van de voeding van deze voorziening, bijdragen van partners (mede-eigenaren van de HJvH-garage) opgenomen ter dekking van het voorgenomen onderhoud. Het onderhoudsprogramma 2016 voorziet onder andere in de vervanging van de coating vloeren, schilderwerk in de parkeergarages en vervanging van de technische installaties. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting In 2016 storten we een bedrag van 878.000 euro in de onderhoudsvoorziening en onttrekken we een bedrag van 1,48 miljoen euro.
Onderwijsgebouwen Vanwege een wetswijziging is de gemeente met ingang van 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs. De schoolbesturen zijn hier nu zelf voor verantwoordelijk.
Sportaccommodaties Kerncijfers 2015 Sportaccommodaties
stuks
Binnensportaccommodaties Sporthallen
5
Sportzalen
3
Gymlokalen
32
Buitensportaccommodaties Voetbalvelden
70
Korfbalvelden
9
Softbalvelden
2
Honkbalvelden
1
Rugbyveld
1
American Footbalveld
1
Handboogbaan
1
Jeu de boules accomodatie
1
Atletiekbaan
2
Het beleidskader Onderhoud van buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van het Beeldkwaliteitsplan sportparken. Daarin is het onderhoudsniveau voor de buitensportvoorzieningen vastgesteld. Het plan is gebaseerd op de NOC/NSF-normen.
blz. 86 (van 145)
We houden binnensportvoorzieningen binnen het taakveld sport schoon. De inventaris wordt op basis van periodieke inspecties en een meerjarig vervangingsschema vervangen. Dit gebeurt op basis van normering van de Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO). Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties We vervangen de sportinventaris van sportaccommodaties volgens een geactualiseerde planning. Vervanging vindt plaats op basis van technische levensduur. In totaal is er 1,68 miljoen euro begroot voor 2016. Aan machines wordt ongeveer 310.000 euro uitgegeven, voor de vervangen van binnensportinventaris is 850.000 euro gereserveerd en voor de buitensportaccomodaties 520.000 euro. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De actuele onderhouds- en vervangingsplanning leidt zonder wijzigingen in beleidskeuzes tot een financieel knelpunt. In 2016 zal het college deze keuzes onderzoeken en voorleggen aan de raad. De vorming van het sportbedrijf kan bijdragen aan effectief en doelmatig beheer.
Vastgoed Kerncijfers 2015 Aantal Totaal objecten
246
Het beleidskader We plegen en plannen het onderhoud van onze gemeentelijke gebouwen al enige jaren volgens de NEN 2767. Daarbij worden naast technische aspecten, bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen. Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen: •
•
•
Onderhoud aan tijdelijk vastgoed Het gaat hier vooral om vastgoed dat korter dan tien jaar in eigendom van de gemeente blijft. Vanwege het tijdelijke karakter, stemmen we het onderhoud van deze gebouwen af op de beoogde toekomst (sloop of verkoop op termijn). Planmatig onderhoud aan beleidsondersteunend vastgoed Deze panden blijven doorgaans meer dan tien jaar in eigendom van de gemeente en we onderhouden ze conform de hierboven genoemde NEN 2767-systematiek. Planmatig onderhoud aan commercieel verhuurde panden We verwachten andere rendementen van deze panden. De wijze van onderhoud wordt afgestemd op de kortere looptijden van verhuurcontracten. Sturing op uitgaven (vanuit het toekomstbeeld) is hier dus anders.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties In totaal hebben we 3,64 miljoen euro begroot voor 2016. Hiervan geven we circa 800.000 euro uit aan onderhoudscontracten. Aan vervanging van gebouwgebonden installaties wordt ongeveer 1,4 miljoen euro besteed. Schilderwerkzaamheden zullen voor circa 450.000 euro worden uitgevoerd en voor dakdekkerswerkzaamheden is er ongeveer 300.000 euro nodig. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Hieronder staan de voor de komende jaren geplande onderhoudsuitgaven grafisch weergegeven. De storting in de onderhoudsplanning is bepaald op basis van deze planning.
blz. 87 (van 145)
De grafiek laat zien dat de voorziening toereikend is voor de onderhoudskosten gedurende de komende twintig jaar.
4.4. Financiering In deze paragraaf staan de onderdelen die zijn vastgelegd in de financiële verordening van onze gemeente. Daarnaast rapporteren we - zoals voorgeschreven in de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) - over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Resultaat rente en treasury Het totale resultaat van het product rente en treasury in 2016 bedraagt 8,4 miljoen euro, bestaande uit 7,8 miljoen euro aan rentebaten en 0,6 miljoen euro aan dividendopbrengsten uit de gemeentelijke deelnemingen. Het saldo is met 0,1 miljoen euro gedaald ten opzichte van het resultaat uit de Programmabegroting 2015-2018. Het renteresultaat daalt enerzijds door de aanhoudend lage rentepercentages en anderzijds door daling van de omslagrente in 2016 van 4,5% naar 4,25%. De omslagrente sluit nu aan bij de gemiddelde rente van de portefeuille met opgenomen geldleningen (4,3%). Er is al besloten dat de omslagrente vanaf 2017 naar 4% verlaagd wordt. Rentevisie De rente op de geld- en kapitaalmarkten in Nederland is nog steeds erg laag. De korte (3maands)rente is momenteel zelfs negatief, terwijl de verwachtingen waren dat deze rente eind 2015 een niveau van 0,25% zou hebben. De renteanalisten voorspellen dat de korte rente eind 2016 stijgt naar maximaal 0,1%. De lange (10-jarige) rente is de afgelopen maanden gestegen door de onrust rondom de situatie in Griekenland en - meer recentelijk - door het nieuws over de Chinese economie. Deze stijging is echter aanzienlijk lager dan verwacht. Voor eind 2015 werd een rentestand van 2,75% geprognosticeerd, terwijl de werkelijke stand op dit moment 1,4% is. Eind 2016 ligt de lange rente naar verwachting rond de 2%. Kasgeldlimiet In de Wet Fido is bepaald dat onze kortlopende schulden maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen bedragen. De kasgeldlimiet is ingesteld om de renterisico’s van de
blz. 88 (van 145)
gemeente te beperken en we zijn verplicht te rapporteren over deze limiet in de begroting. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling tussen de korte en lange schulden aan te houden. Onderstaande tabel laat de kasgeldlimiet-begroting voor de jaren 2016 tot en met 2019 zien. Berekening kasgeldlimiet (bedragen x €1.000)
2016
1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet) 2. Vastgesteld percentage 3. Kasgeldlimiet (1. x 2.)
2017
2018
2019
648.249 634.451 616.824 615.275 8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
55.101
53.928
52.430
52.298
Financiering In onze financieringsstrategie kiezen we ervoor om maximaal kortlopend te financieren, binnen de grenzen van de Wet Fido. Op die manier kunnen we de rentelasten van de gemeente minimaliseren. De rente op korte schulden is normaliter immers ruim lager dan de rente op langlopende financiering. Op basis van de meerjarige liquiditeitsplanning moet vanaf 2016 tot en met 2019 jaarlijks wisselend tussen de 25 en 60 miljoen euro per jaar worden geleend. Deze financieringsbehoefte is verwerkt in het renteresultaat en in de onderstaande grafiek over de ontwikkeling van de leningenportefeuilles.
Huidige schuldpositie en schuldreductie Zoals gemeld in het programma Dienstverlening en financieel beleid, streven we in het kader van het risicoreductieprogramma naar reductie van de schulden. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de portefeuille met langlopende leningen dalende is. Deze verlaging wordt onder andere veroorzaakt door het lagere investeringsvolume van de gemeente (bijvoorbeeld in onderwijshuisvesting) en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen aan derden. In de afgelopen jaren rapporteerden we in deze paragraaf over de schuldratio en de netto schuldquote. Het gewijzigde BBV schrijft voor dat vanaf 2016 een aantal kengetallen,
blz. 89 (van 145)
waaronder die voor de schuldpositie, verplicht moeten worden opgenomen in de begroting en jaarrekening. Deze kengetallen zijn nu onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen. Renterisiconorm Vanuit de Wet Fido moeten we in deze begroting rapporteren over de renterisiconorm. Deze norm geeft een kader voor de spreiding van de looptijden in de leningenportefeuille. Volgens de renterisiconorm mag in elk enig jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal geherfinancierd worden. Op die manier worden de renterisico’s op de vaste schulden over de jaren gespreid. Uit onderstaande tabel blijkt dat de norm in de jaren 2016 tot en met 2019 niet zal worden overschreden. Berekening renterisiconorm (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
648.249
634.451
616.824
615.275
20%
20%
20%
20%
129.650
126.890
123.365
123.055
4. Aflossingen
34.373
29.385
39.332
24.166
5. Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.)
95.277
97.505
84.033
98.889
1. Begrotingstotaal 2. Vastgesteld percentage 3. Renterisiconorm (1. x 2.)
Beleidsvoornemens treasury functie In 2016 houdt de treasury functie zich bezig met: •
•
Continuering van het project om de informatievoorziening aan te scherpen zodat we nauwkeurige liquiditeitsprognoses kunnen geven. In 2015 hebben we middelen voor het sociaal domein overgeheveld. De gevolgen daarvan voor onze liquiditeitspositie verwerken we in de prognoses van de komende jaren. Het verder uitwerken van een schuldenverlaging in het kader van het risicoreductieprogramma. Daarnaast zullen we ook werken aan een verlaging van de risico’s op de verstrekte leningen en garanties.
Limieten 2016 In de financierings paragraaf moeten jaarlijks de limieten worden vastgesteld voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen. De raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college kan financieren of beleggen. De limieten voor 2016 staan in onderstaande tabel. Naam limiet
Toelichting omvang limiet
Krediet in rekening-courant *
110% van de kasgeldlimiet
Uitzetten tijdelijk overtollige middelen
Drempelbedrag schatkistbankieren
Aanrekken langlopende geldleningen
Verwachte financieringsbehoefte
Omvang limiet 2016 (bedragen x € mln)
* Deze limiet wordt tijdelijk overschreden. In de Wet Fido staat dat de kasgeldlimiet twee kwartalen achtereen overschreden mag worden. Omdat de rentestanden voor kortlopende leningen zeer laag zijn, maken we daar maximaal gebruik van.
blz. 90 (van 145)
60,6 4 60
4.5. Bedrijfsvoering Wat voor een organisatie willen we zijn? Onze rol als gemeente verandert voortdurend. Met Bouwen aan Versterken en Verbinden (BVV) is de basis gelegd voor meer integraal werken. In 2012 is de lijn van de Compacte en Flexibele Organisatie (CFO) ingezet. Vanuit ambitie, maar ook vanuit noodzaak, gezien de financiële situatie van onze gemeente. Deze financiële situatie vraagt om een meer wendbare en flexibele organisatie met een kleiner personeelsbestand. Daarbij hebben we interventiestrategieën ingezet, zoals lean werken, slimme ICT en meer wijkgericht werken. De veranderende samenleving en de daarbij veranderende rol van de gemeente vraagt om een grote leerbereidheid van onze medewerkers en daarmee om een organisatiecultuur waarbinnen leren een centrale plaats inneemt. Als organisatie zetten we de inwoner voorop en zijn we consistent in onze boodschap. We tonen eigenaarschap, stimuleren zelfsturing, en laten ook daadwerkelijk meer zelfsturing zien. We geven coachend leiding en verkennen breder wat er speelt: niet alleen in ons eigen domein, maar ook in andere domeinen. Daarnaast doen we meer aan strategische verkenning aan de voorkant van een opdracht. Dat houdt in dat we reflecteren en evalueren, voordat we in een nieuw project stappen. Bedrijfsvoering, efficiënt en effectief In 2016 voeren we een aantal zaken door: • •
•
• • • •
Onze missie:
We willen als gemeente een De visie samenlevingsgericht werken is betrouwbare en mensgerichte vastgesteld en wordt uitgewerkt. overheid zijn, die zo efficiënt Er is een nieuwe organisatie gevormd met drie mogelijk en vanuit de benadering pijlers: sociaal, fysiek en economie. Daarbij zijn van de samenleving werkt, om ook uitvoeringseenheden voor onze uitvoerende een bijdrage te leveren aan taken gevormd. maatschappelijke opgaven. Bedrijfsvoering en dienstverlening zullen de komende twee jaar sterk veranderen door technologische ontwikkelingen (digitaal en lean), outsourcing (markt en Twentebedrijf) en taken die binnen het mandaat van het primaire proces (uitvoeringseenheden) worden opgepakt. De afdeling Werk wordt geïntegreerd met de afdelingen Inkomen en Ondernemersloket. Omdat we steeds meer samen met andere gemeenten uitvoering geven aan de participatiewet, verandert de organisatiestructuur over de programma’s heen. De huidige organisatievorm van de wijkteams wordt tijdig geëvalueerd. Aan de hand van de sourcingsleidraad en de uitvoeringsagenda worden de volgende sourcingsbewegingen uitgewerkt: o sportbedrijf; o onderhoud Enschede; o Regionaal uitvoeringsbedrijf (RUD); Onze Visie: We kiezen als gemeente bewust voor een aanpak vanuit de samenleving, markt en/of legitimiteit. We zijn in staat deze
blz. 91 (van 145)
o o
backoffice inkomensvoorziening; diverse functies en bedrijfsvoering in het Twentebedrijf.
ICT als randvoorwaarde De bovenstaande bedrijfsvoering kan niet zonder een veilige, stabiele en moderne ICT-ondersteuning. In 2016: •
• • •
benaderingen te combineren en tussen benaderingen te wisselen, waarbij we altijd beginnen met de benadering vanuit de samenleving. We doen dit zowel politiek en bestuurlijk als ambtelijk: samenlevingsgericht werken.
implementeren we op basis van verschillende onderzoeken de nieuwe IT-basisvoorziening Baseline. Daardoor krijgen we een sneller en stabieler netwerk, moderne software en meer mogelijkheden om 24 uur per dag onze IT te gebruiken. Hiermee wordt de motie Op naar een toekomst bestendig ICT Bedrijf uitgevoerd; versnellen we de digitalisering van werkprocessen (zie PB 2014-2018); verstevigen we de beveiliging op het gebied van computercriminaliteit en inbreuk op privacy. Daarvoor zetten we onder andere ethische hackers in; investeren we in: o modernisatie van software (zoal Microsoft office); o vernieuwing van onze website; o vervaning van computers, servers en beeldschermen, volgens het meerjarenuitvoeringsplan (MJUP); o implementatie van een nieuw telefoniecontract.
Sturen en vergelijken Zoals aangegeven in de programmabegroting 2015-2018 sturen we op de trend van de 40 indicatoren binnen Vensters voor bedrijfsvoering. Opbouw budget De budgetopbouw voor interne dienstverlening en het toegerekende aandeel voor leges staan in bijgaand overzicht.
4.6. Verbonden partijen Beleid verbonden partijen Per 1 januari 2015 is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. Daardoor moeten we uiterlijk eind 2015 bijna alle gemeenschappelijke regelingen waaraan Enschede deelneemt aanpassen. In het najaar van 2015 wordt de raad om instemming gevraagd en uiterlijk begin 2016 treden de gewijzigde regelingen in werking. Op 8 juni 2015 heeft de raad het nieuwe beleidskader Verbonden partijen vastgesteld. Hierin wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport Toezicht externe relaties. In het nieuwe beleidskader zijn de regels voor het aangaan van een nieuwe verbonden partij expliciet benoemd, wat nog niet het geval was in het beleidskader van 2010. Nieuw is verder dat de verbonden partijen elke vier jaar zullen worden geëvalueerd. De eerste evaluatie wordt ultimo 2015 met de raad gedeeld. Ook de nieuwe opzet van deze paragraaf vloeit voort uit het herziene beleidskader.
blz. 92 (van 145)
Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen In 2016 worden de nodige wijzigingen verwacht in de verbonden partijen van de gemeente Enschede. Een aantal partijen wordt opgeheven: •
•
•
Enschedese Zwembaden NV Als de raad ermee instemt, wordt deze NV onderdeel van de op dit moment in oprichting zijnde Sportbedrijf BV. Enschede Ontwikkeling BV Deze BV is opgericht om namens de gemeente Enschede op te treden in de GEM Zuiderval. Behalve de gemeente, is ook AM deelnemede partij. Eind 2015 loopt hun samenwerkingsovereenkomst af en per 1 november 2015 draagt AM haar aandelen in de GEM over aan de gemeente. Vanaf die datum zijn wij als gemeente zelf volledig verantwoordelijk voor de realisatie van de gronden langs de Zuiderval. AM draagt haar maximale contractuele bijdrage van 4 miljoen euro bij in deze gemeentelijke grondexploitatie. De GEM Zuiderval zal worden opgeheven en in navolging daarvan zal ook Enschede Ontwikkeling BV worden opgeheven. Voormalig Essent Vanuit de verkoop van de aandelen in Essent zijn verschillende BV’s ontstaan. In 2016 worden Verkoop Vennootschap BV, Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV en CBL Vennootschap BV opgeheven. Wellicht dat hier nog een opbrengst uit volgt, maar de omvang daarvan is op dit moment niet bekend.
Als de raad er in het najaar van 2015 mee instemt, zullen er vanaf begin 2016 ook nieuwe verbonden partijen zijn. Ook de provincie moet instemming verlenen, als zij deelneemt. •
•
•
•
Sportbedrijf BV Het huidige beheer van de sportaccomodaties en de Enschedese zwembaden zullen in deze BV opgaan. Onderhoud Enschede BV Deze werkmaatschappij zal het beheer van de openbare ruimte overnemen. Zij zal inzetten op maximale inzet van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Regio Twente Naar verwachting wordt de Regio Twente opgesplitst in twee partijen, de gemeenschappelijke regeling Regio Twente en de bedrijfsvoeringsorganisatie Twentebedrijf. Euregio Enschede droeg via de Regio Twente al jaren bij aan de Euregio. De Euregio krijgt een andere rechtsvorm, een grensoverschrijdend openbaar lichaam. Daardoor is zij nu als verbonden partij te beschouwen. Op 21 september 2015 heeft de raad ingestemd met deze wijziging.
De overige actualiteiten: •
•
Innovatiefonds Enschede In het coalitieakkoord is besloten om het innovatiefonds stop te zetten. Er wordt gewerkt aan de afwikkeling c.q. overdracht van de vier door het innovatiefonds aangegane participaties. Voor een tweetal participaties zijn de onderhandelingen in een afrondende fase. Regionaal Bedrijventerrein Op dit moment bezien wij hoe de samenwerking in de toekomst wordt voortgezet. Het kan zijn dat we de huidige samenwerking continueren, maar een
blz. 93 (van 145)
•
ontvlechtingsstrategie behoort ook tot de mogelijkheden. De mogelijke opties worden in het najaar van 2015 uitgewerkt in scenario’s en de (financiële) effecten worden in kaart gebracht. Eventuele (financiële) effecten zijn op dit moment nog niet bekend. Area Development Twente Het politieke draagvlak voor de ontwikkeling van een commerciële luchthaven viel medio 2014 weg. De Provinciale Staten en de gemeenteraad besloten daarop tot een heroriëntatie op het gebied. Op basis van het advies van een commissie van wijzen om het luchthavengebied te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT), is een plan van aanpak opgesteld. Het plan beschrijft een veelheid aan acties en opdrachten voor verschillende onderwerpen. Recent hebben de staten en de raad het plan aanvaard. De colleges van GS en B&W hebben vervolgens de opdracht gekregen het plan van aanpak tot uitvoering te brengen. Eén van de opdrachten is de ontvlechting van de woongebieden te onderzoeken (“naast het bieden van planologische ruimte voor de ontwikkeling van Technology base inclusief het oplossen van de ruimtelijk en financiële effecten gaat het hierbij om het ontvlechten van de woongebieden binnen de gebiedsontwikkeling”). Beide colleges hebben de onderhandelingen na de verkiezingen bij de provincie weer opgepakt. Eventuele (financiële) effecten kunnen we op dit moment nog niet weergeven.
Beheer verbonden partijen Zoals al aangekondigd in het gewijzigde beleidskader Verbonden partijen, is er met behulp van het pakket Naris Self Assesment een pilot over risicomanagement gehouden. Deze pilot hebben we samen met de gemeente Almelo uitgevoerd. We hebben de risico's voor de verbonden partijen geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen werden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, governance, control en kwaliteit. De ervaringen uit de pilot verwerken we in een definitieve vragenlijst. In de onderstaande grafieken zijn de eerste uitkomsten opgenomen van de gemeenschappelijke regelingen:
blz. 94 (van 145)
In de grafiek hieronder staan de scores van de NV's en BV's waarin Enschede deelneemt:
blz. 95 (van 145)
Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies en verstrekte leningen en garanties. Omdat de gemeenschappelijke regelingen een andere vragenlijst hebben ingevuld dan de NV's en BV's, werken we nu nog met twee grafieken. In de toekomst willen we de resultaten samenvoegen. In het gemeentebrede weerstandsvermogen is een samengesteld financieel risico opgenomen voor de verbonden partijen en de gesubsidieerde instellingen. In de top tien van risico’s staat een risico van 10,05 miljoen euro opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen. Hierin zijn ook de risico's van het ADT, RBT en de GEM Zuiderval verwerkt. Lijst met verbonden partijen In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen conform de BBV. Verdere algemene informatie is te vinden onder deze link. Van de nieuwe verbonden partijen is alleen de Euregio opgenomen, omdat daarover de besluitvorming al definitief is. De raad heeft ten tijde van het opstellen van deze begroting nog geen besluit genomen over de andere partijen. Een paar opmerkingen bij de onderstaande tabel: •
• •
Om tegemoet te komen aan de wens van de raad om inzicht te verkrijgen in het maatschappelijk belang van de verbonden partijen, is in de kolom Openbaar belang de doelstelling opgenomen waaraan de verbonden partij een bijdrage levert. Deze doelstellingen staan geformuleerd in de diverse programma's. Behalve wens van de raad, was opname van deze kolom ook een aanbeveling uit het rekenkamerrapport over het toezicht op externe partijen. Het opgenomen financieel belang sluit aan bij de brede definitie zoals toegelicht bij het beheer van de verbonden partijen. De NV's en BV's hadden de begrotingen voor het volgende jaar vaak nog niet beschikbaar. Daarom hebben we nog geen gegevens over het vreemd en eigen vermogen opgenomen. Hierover zullen we de betreffende NV's en BV's benaderen. Een aantal partijen, zoals Vitens en Enexis, leveren deze informatie ondertussen wel tijdig aan bij hun aandeelhouders.
blz. 96 (van 145)
Naam en vestigingsplaats
Regio Twente Enschede
Openbaar belang (maatschappelijk belang)
•
•
•
•
•
Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk. Meer jongeren met een opleiding die aansluit op de arbeidsmarkt. Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het
Financieel belang gemeente
Begrote omvang eigen vermogen begin 2016
Begrote omvang eigen vermogen eind 2016
Begrote omvang vreemd vermogen begin 2016
Begrote Begroot omvang resultaat vreemd 2016 vermogen eind 2016
6,5 mln euro
4,5 mln euro
20,4 mln euro
20 mln euro
7,2 mln euro
Ten opzichte van vorig jaar gestegen door toevoeging budgetten jeugdzorg.
Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.
0
versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren. • Stadsbank OostNederland Enschede
Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen.
•
3,2 mln euro bijdrage dienstverlening 179.000 euro kapitaalinbreng
1,662 mln euro
1,652 mln euro
n.n.b.
n.n.b.
0 euro
Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.
Burgers wonen in leefbare en veilige Geen dividend geraamd wijken en leveren daar een bijdrage voor 2016. aan (product begraafplaatsen).
1,597 mln euro
1,58 mln euro
0 euro
0 euro
0 euro
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Hengelo
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
3,1 mln euro bijdrage
481.000 euro
481.000 euro
3,58 mln euro
3,58 mln euro
0 euro
(daling ten opzichte van vorig jaar)
Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.
Regionaal Bedrijventerrein
Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).
Verliesvoorziening van 4,447 mln euro.
Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking
n.n.b.
n.n.b.
2,296 mln euro negatief
Openbaar Lichaam Crematoria Twente Enschede
Almelo
blz. 98 (van 145)
van ingeschatte risico's.
Area Development Twente Enschede
Veiligheidsregio Twente Enschede
Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).
Verliesvoorziening van 9,640 mln euro.
Burgers wonen in leefbare en veilige 12,3 mln euro bijdrage wijken en leveren daar een bijdrage aan.
• Twentse Schouwburg Enschede
Stimuleren van een bruisende binnenstad.
•
•
• Enschedese Zwembaden
Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname.
•
Enschede
•
5,230 mln euro subsidies 866.000 euro verstrekte leningen 1 euro waarde aandelenkapitaa l
Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's.
33,994 mln euro
38,113 mln euro
4,119 mln euro negatief
614.000 euro
54.000 euro
53,7 mln euro
53,4 mln euro
0 euro
664.000 euro
3,93 miljoen euro
3,5 miljoen euro
60.000 euro
13.000 euro negatief
1,109 miljoen euro
1,066 miljoen euro
0 euro
Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.
603.000 euro Het gewenste weerstandsvermogen bedraagt 2 miljoen euro. Daar wordt momenteel niet aan voldaan.
1,013 mln euro 13.000 euro negatief subsidie 579.000 euro Solvabiliteit is verstrekte negatief. leningen 1 euro waarde aandelenkapitaa
blz. 99 (van 145)
l • Twente Milieu Enschede
Stimuleren van een duurzame leefomgeving.
•
• Twence Hengelo
Stimuleren van een duurzame leefomgeving.
• •
•
Enschede Ontwikkeling Enschede
Behouden en versterken van de dynamische en vitale stad.
Het bevorderen van een
3,450 mln euro inkoop 193.000 euro dividend 1 euro waarde aandelenkapitaa l 2,914 miljoen euro garantstellingen waarvoor jaarlijks 400.000 euro vergoeding wordt betaald.
Aandelenkapitaal 20.000 euro
• Bank Nederlandse
14,5 miljoen euro inkoop 281.000 euro waarde aandelenkapitaa l
125.000 euro geraamd
blz. 100 (van 145)
8,497 miljoen euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.
122 miljoen euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.
n.n.b.
8,797 miljoen euro
14,5 miljoen euro
14,5 miljoen euro
0,3 miljoen euro
123 miljoen euro
165 miljoen euro
174 miljoen euro
9 miljoen euro Resultaat voldoende om dividend en bijdrage aan Agenda van Twente te voldoen.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Gemeenten Den Haag
betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
•
• Enexis Den Bosch
Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
•
•
• Vitens Zwolle
Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
•
• Voormalig Essent
•
Vorderingen op Enexis
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
dividend 455.000 euro waarde aandelenkapitaa l
BNG Bank geeft aan deze gegevens niet ter beschikking te stellen aangezien dit concurrentiegevoelige infomatie is.
200.000 euro beraamd dividend 41.000 euro waarde aandelenkapitaa l 454.000 euro verstrekte geldlening
3.616 mln euro
100.000 euro geraamd dividend 11.000 euro waarde aandelenkapitaa l
464,2 mln euro
Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.
Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.
43 euro boekwaarde aandelenkapitaa 45.000 euro l (per vermelde BV).
blz. 101 (van 145)
3.716 mln euro
Geen reële inschatting te geven.
200 mln euro
488,3 mln euro
1.263,3 mln euro
1.258,3 mln euro
31,5 mln euro
25.000 euro
860 mln euro
355 mln euro
20.000 euro negatief
•
• Verkoop Vennootschap
1,836 miljoen euro verstrekte leningen.
70 mln euro -
65 mln euro
-
1,6 mln euro •
•
•
-
Publiek Belang Elektriciteitsprod uctie
100.000 euro
9 mln dollar -
CBL Vennootschap
40.000 euro negatief 90.000 euro negatief
CSV Amsterdam
Den Bosch
Versterken (internationaal) ondernemersklimaat.
•
• Dimpact Enschede
100.000 dollar
130.000 euro
50.000 euro negatief
80.000 euro •
Innovatiefonds Enschede
-
100.000 euro negatief 20.000 euro negatief 0 euro
Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening.
•
•
20.000 euro 1,2 miljoen euro waarde aandelenkapitaa l 1,650 mln euro participaties 6.000 euro lidmaatschapsko n.n.b. sten 0,6 mln euro inkoop dienstverlening 1,2 mln euro opbrengst voor
blz. 102 (van 145)
0 euro
0,1 miljoen euro
0 euro
0 euro
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
hosting aangesloten gemeenten
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Regionale Uitvoeringsdienst Burgers wonen in leefbare en veilige Aandeel structuurkosten Twente wijken / verbeteren van het Almelo ondernemersklimaat.
147.000 euro
147.000 euro
0 euro
0 euro
0 euro
Euregio Gronau
1,126 mln euro 1,036 mln
1,5 mln euro
1,750 mln euro
31.000 euro
Administratiekantoor Dataland Gouda
Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening.
Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren.
8.000 euro kapitaalinbreng
Lidmaatschapsbijdrage van 0,29 euro per inwoner.
blz. 103 (van 145)
Weerstandsvermogen euro voldoet aan de vastgestelde normen.
4.7. Grondbeleid Geen wijzigingen ten opzichte van de jaarrekening, paragraaf grondbeleid jaarrekening 2014.
4.8. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken In de programmabegroting 2015 zijn de ambities voor de komende vier jaar vastgelegd en de wijze waarop de maatschappelijke effecten (doeltreffendheid) en inzet van middelen (doelmatigheid) worden gemonitord. In 2015 voeren we een onderzoek naar de doeltreffendheid van het huisvestingsplan onderwijs uit. Hierover wordt de raad separaat geïnformeerd. In 2016 is geen doelmatigheids- en/of doeltreffendheidsonderzoek gepland.
5. Financiële begroting Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bestaat de financiële begroting uit een overzicht van baten en lasten en een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, aangevuld met een toelichting. We starten met de grondslagen waarop de financiële begroting is gebaseerd.
5.1. Grondslagen Voor de begroting 2016 hebben we de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd: Omschrijving
Grondslag
Lonen en sociale lasten
0,0%
Prijzen
0,8%
Algemene uitkering
Septembercirculaire 2015
Onroerendzaakbelasting
0,8%
Overige lokale heffingen: - Afvalstoffenheffing - Overig
Kostendekkend 0,8%
Tarieven
Kostendekkend
Omslagrente
4,25%
Aantal inwoners
158.745
Aantal woningen (exclusief recreatie)
75.799
5.2. Overzicht baten en lasten Hieronder is het totaaloverzicht van alle lasten, baten, dotaties en onttrekkingen opgenomen. Bedragen x € 1.000
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 2016
Versterken economie
209.631
205.803
191.795
177.398
170.687
166.103
Duurzame leefomgeving
177.072
155.093
140.235
141.658
140.235
139.463
82.817
186.567
182.298
180.449
177.866
178.125
Dienstverlening en financieel beleid
136.448
136.838
133.362
134.386
127.657
132.448
Totaal Lasten
605.968
684.301
647.689
633.890
616.445
616.139
Versterken economie
182.738
119.473
112.400
105.262
102.905
101.320
95.570
81.847
67.754
72.081
70.486
71.221
7.946
9.032
7.572
7.572
7.572
7.572
Dienstverlening en financieel beleid
328.726
457.202
449.989
441.997
441.091
441.232
Totaal Baten
Maatschappelijke ondersteuning
Duurzame leefomgeving Maatschappelijke ondersteuning
614.980
667.555
637.714
626.912
622.054
621.344
Saldo van baten en lasten
-9.012
16.746
9.975
6.978
-5.609
-5.205
Storting reserves
46.650
38.225
20.042
22.896
25.015
24.112
blz. 105 (van 145)
Onttrekking reserves
37.638
54.970
30.017
29.873
19.406
18.907
0
0
0
0
0
0
Resultaat
Voor uitgebreide financiële informatie zie de bijlage in Hoofdstuk 6.4 'Wat mag het kosten?'. Onderstaand geven we een beeld van de algemene dekkingsmiddelen: Algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
OZB
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
39.159
39.149
39.439
39.439
39.439
39.439
Hondenbelasting
787
910
910
910
910
910
Precariobelasting
219
255
255
255
255
255
Reclamebelasting
173
152
152
152
152
152
40.339
40.466
40.756
40.756
40.756
40.756
200.887
342.004
337.778
332.317
332.291
333.400
1.123
893
618
731
731
731
11.457
8.428
7.874
5.627
4.916
4.220
253.805
391.791
386.629
378.146
376.128
376.694
Subtotaal Algemene uitkering Dividenden Saldo financieringsruimte Saldo
Voor de periode 2016 t/m 2019 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot: Programma
2016 Baten
Maatschappelijke ondersteuning Versterken economie
Lasten Baten
2018
Lasten
Baten
2019
Lasten
4.155.198
2.680.000
688.200
625.000
250.000
250.000
3.000.000
3.000.000
2.250.000
63.200 8.093.398
0 6.555.000
0 2.250.000
63.200
Duurzame leefomgeving Dienstverlening en financieel beleid Totaal
2017
Baten Lasten
0
0
Voor een nadere specificatie en toelichting op dit overzicht en het overzicht met beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwijzen we naar de bijlage in Hoofdstuk 6.1.
5.3. Uiteenzetting financiële positie Deze paragraaf bevat een aantal nadere specificaties van reserves, voorzieningen, investeringen, te verstrekken subsidies, het EMU-saldo en de arbeidsgerelateerde kosten. Verloopoverzicht reserves Programma
Stand
Rente-
Stortin-
blz. 106 (van 145)
Onttrek-
Eind-
Eind-
Eind-
Eind-
Bedragen * 1.000 Euro
31-122015
toevoegingen 2016
gen 2016
kingen 2016
stand 2016
stand 2017
stand 2018
stand 2019
Dienstverlening en financieel beleid
80.001
1.200
15.986
20.355
76.832
73.934
75.837
79.862
Duurzame leefomgeving
-4.552
-419
1.118
931
-4.784
-5.479
-2.715
-1.782
Maatschappelijke ondersteuning
5.811
46
697
2.642
3.912
1.685
1.890
2.095
Versterken economie
7.055
0
1.414
6.089
2.380
1.222
1.959
2.001
88.315
827
19.215
30.017
78.340
71.362
76.971
82.176
Totaal
We hebben in de bijlage, Hoofdstuk 6.2, een specificatie opgenomen waarin de reserves toegekend worden aan de programma's. Daarnaast lichten we de belangrijkste reserves toe. In dit verloopoverzicht staat een kolom waarin de indeling naar soort reserve conform de verslaggevingsvoorschriften is opgenomen (Alg: Algemene reserve, BR: bestemmingsreserve met extra uitsplitsing voor reserves kapitaallasten, reserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Egal en BR Ov)). Hieronder treft u een totaaloverzicht aan. Soort reserve Bedragen * 1.000 euro
Stand 31-122015
Rentetoevoegingen 2016
Stortingen 2016
Onttrekkingen 2016
Eindstand Eindstand Eindstand Eindstand 2016 2017 2018 2019
25.350
-538
6.801
2.081
29.533
32.688
41.146
48.616
25.350
-538
6.801
2.081
29.533
32.688
41.146
47.616
3.503
101
950
613
3.942
4.054
5.191
6.710
- Kapitaallasten
32.435
1.010
8.482
14.833
27.094
22.359
17.507
13.733
- Overige
27.028
254
2.982
12.490
17.773
12.262
13.128
13.117
62.966
1.365
12.414
27.936
48.809
38.675
35.826
33.560
88.315
827
19.215
30.017
78.340
71.362
76.971
82.176
Algemene reserve Algemene Reserves Subtotaal
Bestemmingsreserve - Egalisatie
Subtotaal Totaal - Generaal
Bestemmingsreserves egalisatietarieven zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De bestemmingsreserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid. Verloopoverzicht voorzieningen Programma Bedragen * 1000 Euro
Stand 31-122015
Bestedingen Stortingen Eindstand Eindstand Eindstand Eindstand 2016 2016 2016 2017 2018 2019
Dienstverlening en financieel beleid
32.328
4.230
5.394
33.493
36.213
37.650
42.964
Duurzame leefomgeving
11.192
2.313
879
9.758
11.021
9.149
8.923
blz. 107 (van 145)
Versterken economie Totaal
911
135
0
776
616
419
419
44.431
6.678
6.273
44.026
47.850
47.218
52.306
Voor een nadere specificatie per voorziening verwijzen we naar de Staat van Voorzieningen die is opgenomen in de bijlagen. Investeringen In onderstaand overzicht staan per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen voor de jaren 2016 tot en met 2019. Deze zijn ingedeeld in: •
•
investeringen met economisch nut. Hiervan is sprake als de investering leidt tot een goed dat in de markt verhandelbaar is (gebouwen, auto's), of waarmee middelen worden gegenereerd (riolering); investeringen met maatschappelijk nut. Dit zijn investeringen in de openbare ruimte die maatschappelijk nut genereren en niet verhandelbaar zijn. Voorbeelden zijn wegen en openbare verlichting.
Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van de programmabegroting alle in deze paragraaf opgenomen investeringen worden goedgekeurd. De goedkeuring betreft alleen de vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2016, waarvoor we verwijzen naar de bijlage, Hoofdstuk 6.5 Staat van vervangingsinvesteringen . Voor uitbreidingsinvesteringen zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit, worden separate voorstellen voorgelegd. Daarnaast is in hoofdstuk 6.6 ruimtelijke projecten een actueel inzicht gegeven in de lopende MSI en mobiliteitsprojecten. Investeringsoverzicht per programma 2016-2019 (bedragen x € 1.000) Programma
2016
2017
2018
2019
Economisch nut Investeringsfonds DCW
160
160
160
160
Totaal Versterken economie
160
160
160
160
14.740
10.080
27.075
17.674
588
585
636
513
Mobiliteitsplan
3.413
2.839
3.247
2.362
Parkeerbedrijf
500
746
746
746
746
2.175
2.175
2.175
2.175
24.162
16.425
33.879
23.470
4.832
4.475
3.911
4.676
530
2.137
146
100
1.480
1.480
1.480
1.480
Economisch nut Riolering Overige (vervangings-)investeringen
Stadsweide
2.000
Maatschappelijk nut Openbare verlichting Beheer wegen Totaal Duurzame leefomgeving
Economisch nut ICT-meerjarenplan Huisvesting & services Vastgoedbedrijf
blz. 108 (van 145)
Onderwijshuisvesting
203
Investeringen sport
1.680
Publieksdienstverlening
1.918
1.416
1.749
8.825
10.010
6.953
8.005
30.226
23.674
38.071
28.714
2.921
2.921
2.921
2.921
100
Totaal Dienstverlening en financieel beleid
Totaal Investeringen - economisch nut Totaal Investeringen - maatschappelijk nut
Subsidies Gesubsidieerde instellingen Als gemeente hebben we financieel belang bij subsidies aan (maatschappelijke) instellingen: we willen weten of de instellingen de verstrekte subsidies doelmatig besteden. Daarnaast willen we ook inzichtelijk krijgen of we hierbij risico’s lopen, in die zin dat de gesubsidieerde instelling een aanvullend beroep op de gemeente moet doen. Bij de (definitieve) vaststelling van subsidies kijken we altijd in hoeverre een instelling heeft voldaan aan de subsidieverplichtingen. Dat doen we met een inhoudelijke en een financiële toets. Als gemeente houden we bij grotere instellingen doorgaans ook tijdens de subsidieperiode de vinger aan de pols, met tussentijdse gesprekken en met de beoordeling van de verplichte tussentijdse managementrapportage. Subsidies worden achteraf verantwoord en pas daarna definitief vastgesteld. Dat kan ertoe leiden dat we een subsidie lager vaststellen, omdat wij niet akkoord gaan met de verantwoording.
Subsidieplafond 2016 Door het instellen van een subsidieplafond kunnen we voorkomen dat een subsidieregeling een open-einde-karakter heeft. Hieronder volgt een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2016 geldende subsidieplafonds. Subsidieverordening (bedragen in euro's)
Subsidieplafond 2016
Subsidieverordening amateurkunst 2008 - muziekverenigingen
98.000
- drum- en showbands
48.000
- zangverenigingen
69.000
- operetteverenigingen
13.000
- dansverenigingen
14.000
- toneelverenigingen
7.000
- overige verenigingen en orkesten
15.000
Subsidieverordening culturele activiteiten 2014*
700.000
Subsidieverordening sport
906.000
Subsidieverordening vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk Enschede
52.000
* Subsidieverordening culturele activiteiten 2014: de budgetten voor stimulering amateurkunstbeoefening, studentenzaken, verordening presentaties beeldende kunst, culturele activiteiten en specifieke evenementen zijn in één verordening samengevoegd. Deze budgetten zijn onderling uitwisselbaar en flexibel inzetbaar, met uitzondering van de budgetten voor evenementen.
blz. 109 (van 145)
Hieronder geven we per programma een overzicht van de te verstrekken subsidies. Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in de bijlagen, Hoofdstuk 6.7. Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
7.771
6.624
6.949
Duurzame leefomgeving
19.090
20.259
19.938
Maatschappelijke ondersteuning
29.556
58.721
61.128
800
140
140
57.217
85.745
88.155
Programma
Bedragen * 1000 euro
Versterken economie
Dienstverlening en financieel beleid Totaal
EMU-saldo In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een bij de euro aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de wet Houdbare overheidsfinanciën. Voor 2016 is nog geen norm afgesproken. Deze is dan ook niet gepubliceerd in de septembercirculaire 2015. Daarom is er op dit moment ook geen referentiewaarde voor de gemeente bekend. In de onderstaande tabel is het EMU-tekort berekend van Enschede: Omschrijving (bedragen in € 1.000)
2015
2016
2017
-16.746
-9.975
-6.978
27.572
28.962
29.559
5.012
6.050
8.192
-48.915
-26.029
-25.995
Ontvangen bijdragen op investeringsuitgaven van derden
0
500
0
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
0
0
0
Te verwachten boekwinst op desinvesteringen
0
0
0
-14.963
-6.538
-5.205
12.083
8.745
11.398
0
0
0
-7.113
-6.953
-4.535
Betalingen die niet via de exploitatie lopen en rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht
0
0
0
Betalingen die niet vallen onder één van de bovenstaande posten
0
0
0
Boekwinst verkoop deelnemingen en aandelen
0
0
0
-43.070
-5.237
6.435
Exploitatiesaldo voor toevoeging c.q. onttrekking reserves Afschrijving ten laste van exploitatie Dotaties aan voorzieningen Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
Uitgaven aan aankoop van grond, de uitgaven van bouw- en woonrijp maken Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Te verwachten boekwinst op grondverkopen Betalingen (onttrekkingen) ten laste van voorzieningen
Berekend EMU-saldo
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen In onderstaand overzicht zijn de arbeidskostengerelateerde verplichtingen opgenomen, die jaarlijks een vergelijkbaar volume hebben. De dekking van deze verplichtingen is in de
blz. 110 (van 145)
meerjarenraming voorzien. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen waarvan het jaarlijkse bedrag geen gelijk volume heeft, is een voorziening gevormd c.q. een verplichting opgenomen. Bedragen x 1.000 euro
jaarlijks
Vakantiegeld
5.700
Vakantiedagen
9.000
Eindejaarsuitkering
5.400
blz. 111 (van 145)
Bijlagen 6.1. Incidentele baten en lasten A. Incidentele baten en lasten Programma Product
Toelichting/ omschrijving
2016 Baten
2016 Lasten
2017 Baten
2017 Lasten
2018 Baten
2018 Lasten
Maatschappelijke ondersteuning Wmo Individuele voorziening
Huishoudelijke hulp toelage
Versterken burgerkracht
Gezond in de stad
Versterken burgerkracht
Uitvoering transformatieagenda MO
2.155.198 495.708
495.708
1.504.292
2.184.292
625.000
625.000
Versterken economie Projecten Economische Ontwikkeling
Aanloopkosten Technology Base Twente
Versterken economische structuur
Binnenstads-distributie
7.500
7.500
Arbeidsmarkt-participatie
Handhaving Inburgering
55.700
55.700
Duurzame leefomgeving Locatie-ontwikkeling
Actieprogramma binnenstad
250.000
250.000
Dienstverlening en financieel beleid Infrastructuur ADT Flankerend beleid Voorziening personeel
Aanleg infrastructuur
2.250.000 2.000.000
3.000.000
2019 Baten
2019 Lasten
Flankerend beleid versnelling digitalisering Totaal
1.000.000 63.200
8.093.398
blz. 113 (van 145)
0
6.555.000
0
2.250.000
0
0
Toelichting Programma Maatschappelijke ondersteuning Wmo Individuele voorziening De gemeente investeert in 2015 en 2016 in het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp en het behouden van werkgelegenheid. Versterken burgerkracht - gezond in de stad Gemeenten met kwetsbare wijken krijgen tot en met 2017 extra middelen om de gezondheid van mensen in een lage sociaal-economische positie te verbeteren. Deze middelen maken onderdeel uit van het investeringsprogramma maatschappelijke ondersteuning 2015-2017. Versterken burgerkracht - uitvoering transformatieagenda MO Voor het investeringsprogramma maatschappelijke ondersteuning 2015-2017 worden in 2015 (conform raadsbesluit 8 juni 2015) middelen toegevoegd aan de nieuwe reserve transformatieagenda MO (totaal 3,7 miljoen euro). In 2016 en 2017 wordt de reserve gebruikt om het investeringsprogramma uit te voeren. Programma Versterken economie Projecten Economische Ontwikkeling Dit betreft de kosten voor het Enschedese aandeel in de projectkosten voor Technology Base Twente in 2016 en 2017. Versterken economische structuur Dit bedrag heeft betrekking op de door de Regio Twente toegekende subsidie ten behoeve van de uitvoering van het pilot "Binnenstadservice Enschede". Deze middelen worden ingezet voor onderzoek naar en de exploitatie van binnenstaddistributie in de Enschedese binnenstad. Arbeidsmarktparticipatie Voor de handhaving van de inburgeringsplicht zijn, via de decembercirculaire 2013, middelen uit het gemeentefonds aan de gemeente beschikbaar gesteld. Deze middelen worden door de gemeente over een periode van drie jaar (vanaf 2014) ingezet voor de uitvoering van de handhaving. Programma Duurzame leefomgeving Locatieontwikkeling Aan het actieprogramma binnenstad wordt conform het coalitieakkoord een tijdelijke impuls gegeven ter vergroting van de aantrekkingskracht van de binnenstad van Enschede. Programma Dienstverlening en financieel beleid Infrastructuur ADT Bij de ontwikkelingsplannen van het ADT is voor 3 miljoen euro rekening gehouden met kosten voor aanleg van de infrastructuur. 0,75 miljoen euro is geraamd voor 2015 en 2,25 miljoen euro voor 2018. Flankerend beleid Bij de Programmabegroting 2014-2017 is voor de jaren 2014, 2015 en 2016 een budget voor flankerend beleid ingesteld voor het realiseren van bezuinigingen. Hiermee heeft de organisatie meer armslag om bij het doorvoeren van bezuinigingen flankerende maatregelen te nemen. Denk daarbij aan het treffen van regelingen voor bovenformatief personeel, investeringen in ICT om efficiënter te kunnen werken, frictiekosten en desintegratiekosten.
Aangezien de gemeente vanaf 2017 een volgende stap zet in het realiseren van bezuinigingen is een budget van 3 miljoen euro noodzakelijk voor aanvullende flankerende maatregelen en eventuele remwegmiddelen bij de invulling van de bezuinigingen. Het bedrag van 3 miljoen euro is geraamd op basis van de ervaring uit de bezuinigingen van voorgaande jaren. Versnelling digitalisering Bij de Programmabegroting 2014-2017 is een budget voor flankerend beleid ingesteld voor de versnelling van de digitalisering. In 2016 is hiervoor circa 1 miljoen euro begroot. B. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Programma
Product
Onttrekkingen 2016
Storting en 2016
Onttrekkingen 2017
Storting en 2017
Onttrekkingen 2018
Storting en 2018
Onttrekkingen 2019
Storting en 2019
Bedragen * 1.000 Euro Dienstverlening en financieel beleid
H&S
1.361
937
813
912
1.024
917
960
920
Dienstverlening en financieel beleid
ICT
4.204
4.246
4.606
4.235
5.054
4.237
4.893
4.237
Dienstverlening en financieel beleid
Onderwijshuisvesting
3.180
1.350
3.721
1.875
3.998
2.266
3.930
2.516
Dienstverlening en financieel beleid
VBE
6.337
1.787
5.746
1.889
5.402
1.916
4.930
1.945
Duurzame Grondleefomgeving bedrijf
140
168
134
175
550
2.641
556
423
Duurzame Parkeerleefomgeving bedrijf
613
950
1.168
1.175
474
1.503
389
1.795
15.834
9.439
16.187
10.261
16.503
13.479
15.659
11.836
Saldo mutatie structureel
6.395
5.926
3.024
3.823
6.2. Staat van reserves Bedragen x 1.000 Euro
Soort reserves
Stand 31-122015
Rentetoevoegingen 2016
Stortingen 2016
Onttrekkingen 2016
Eindstand 2016
Eindstand 2017
Eindstand 2018
Eindstand 2019
Algemene reserve
Alg
37.506
0
6.633
1.941
42.198
45.798
52.787
60.808
Flankerend beleid
BR Ov
2.150
0
0
2.150
0
0
0
0
Gemeentebrede
BR Kap
1.428
14
3.242
3.268
1.416
1.185
632
251
Dienstverlening en financieel beleid
blz. 115 (van 145)
besturingssoftware vervanging hardware werkplekmiddelen H&S - Leegstandsreserve
BR Ov
482
8
331
800
20
19
38
67
H&S - Werkplekinrichting
BR Kap
656
6
606
561
708
822
711
656
IT - Gemeente brede software
BR Kap
609
5
1.005
936
682
560
311
51
Incidenteel middelenkader
BR Ov
1.163
0
0
700
463
373
373
373
Innovatiebudget
BR Ov
394
0
0
0
394
394
394
394
Investering externe activiteiten
BR Kap
174
1
0
107
68
69
70
70
Majeure investeringsopgaven
BR Ov
5.669
205
735
0
6.609
5.159
5.159
5.159
Nog uit te voeren werkzaamheden
BR Ov
2
0
0
0
2
2
2
2
Onderwijshuisvesting
BR Kap
8.468
199
1.350
3.180
6.838
5.162
3.599
2.370
Reserve Nationaal uitvoerings programma
BR Ov
5
0
0
0
5
5
5
5
Reserve exploitieresultaat bedrijfsverz.
BR Ov
695
5
7
44
664
632
600
568
Reserve kapitaallasten
BR Kap
924
0
-136
0
788
653
517
521
Risico regionale dienstverlening
Alg
100
0
0
0
100
100
100
100
Vastgoed
BR Kap
16.377
611
1.787
6.337
12.438
9.072
6.004
3.438
Vervangingsinvestering sport
BR Kap
3.200
147
427
333
3.441
3.930
4.537
5.030
80.001
1.200
15.986
20.355
76.832
73.934
75.837
79.862
Totaal Dienstverlening en financieel beleid
Duurzame leefomgeving Gronduitgifte
BR Ov
2.124
0
0
0
2.124
2.124
2.124
2.124
Herstel opgebroken bestrating
BR Ov
349
0
0
0
349
349
349
349
Integraal Veiligheidsplan
BR Ov
183
0
0
0
183
183
183
183
Landinrichting
BR Ov
222
0
0
122
100
0
0
0
Onderhoud havens
BR Ov
883
8
0
0
892
900
909
918
Reserve exploitatieresultaat bouwvergunning
BR Ov
225
0
0
0
225
0
0
0
Reserve Monumentenbeleid
BR Ov
87
0
0
6
81
75
71
66
Reserve Muziekfonds
BR Ov
97
8
0
0
105
114
123
132
Reserve grondexploitatie
Alg
12.255
-538
168
140
12.766
13.211
11.549
12.099
Reserve parkeren
BR Egal
3.503
101
950
613
3.941
4.053
5.191
6.710
Reserve stadsverfraaiing
BR Ov
258
2
0
50
210
161
112
63
Reserve wijkbudgetten
BR Ov
-228
0
0
0
-228
-228
-228
-228
-4.552
-419
1.118
931
-4.784
-5.479
-2.715
-1.782
Totaal Duurzame leefomgeving
Maatschappelijke ondersteuning Reserve Gemeentelijkesociale huisvesting
BR Ov
242
17
0
30
230
216
201
187
Reserve Maatschappelijke opvang en verslavingzorg
BR Ov
157
0
0
0
157
157
157
157
Reserve Maatschappelijk functie Sport
BR Ov
460
0
0
0
460
240
240
240
blz. 116 (van 145)
Reserve Transformatieagenda MO
BR Ov
3.689
0
496
2.000
2.184
0
0
0
Reserve Vrouwenopvang
BR Ov
144
0
0
0
144
144
144
144
Reserve Wmo
BR Ov
522
0
0
500
22
22
22
22
Egalisatiereserve Zwembaden
BR Kap
598
29
201
112
715
906
1.126
1.346
5.811
46
697
2.642
3.912
1.685
1.890
2.095
Totaal Maatschappelijke ondersteuning
Versterken economie Dienstreserve DCW
BR Ov
271
0
0
0
271
271
271
271
Handhaving inburgering
BR Ov
56
0
0
56
0
0
0
0
Re-Integratie en Inburgering
BR Ov
2.471
0
0
2.471
0
0
0
0
Reserve mobiliteit
BR Ov
4.257
0
1.414
3.562
2.109
951
1.688
1.729
7.055
0
1.414
6.089
2.380
1.222
1.959
2.001
88.315
827
19.215
30.017
78.340
71.362
76.971
82.176
Totaal Versterken economie Totaal - Generaal
Toelichting op de reserves De doelstellingen van de belangrijkste reserves zijn toegelicht met behulp van zogenaamde mouse-overs op de website. De mutaties van de verschillende reserves komen in hoofdstuk 3 en 6.4 aan de orde, bij de toelichting op het onderdeel "Wat mag het kosten?". Reserve wijkbudgetten De reserve 'wijkbudgetten' heeft een administratief negatief saldo omdat naast de reguliere onttrekking van de beschikte wijkbudgetten uit 2014, er tevens een onttrekking is van 228.000 euro als gevolg van een amendement op de Programmabegroting 2015-2018. Bij de jaarrekening 2015 worden de in het lopende jaar niet uitgegeven middelen weer toegevoegd aan de reserve waardoor de deze in 2016 niet meer negatief staat. Reserve maatschappelijke functie sport Deze in 2015 ingestelde reserve wordt ingezet ter dekking van lasten die samenhangen met de pilot arbeidsreïntegratie via sport en het actieplan voor de vitale sportverenigingen. Deze reserve is gedeeltelijk gevoed door de voorzieningen 'BOS-Gezond bewegen door jeugd' en 'BOS-Kom in beweging voor jezelf' die zijn komen te vervallen. Reserve transformatieagenda MO Deze in 2015 ingestelde reserve wordt ingezet ter dekking van de lasten van het investeringsprogramma 2015-2017 voor de transformatieagenda maatschappelijke ondersteuning.
6.3. Staat van voorzieningen Bedragen * 1000 Euro
Stand 31-122015
Bestedingen Stortingen Eindstand Eindstand Eindstand Eindstand 2016 2016 2016 2017 2018 2019
Dienstverlening en financieel beleid Voorziening ADT
9.641
0
226
9.866
10.157
10.543
10.944
Voorziening RBT
4.780
0
209
4.989
5.207
5.450
5.703
12.667
50
596
13.213
13.785
14.386
15.016
Voorziening GEM Zuiderval
blz. 117 (van 145)
Voorziening oud wethouders (pensioen)
3.603
0
520
4.123
4.643
5.163
5.683
Voorziening personeel
461
269
0
192
91
0
0
H&S voorziening onderhoud
450
371
290
368
353
35
10
Voorziening onderhoud VBE
679
3.491
3.550
737
1.968
2.061
5.591
Voorz. groot onderhoud atletiekbaan Wesselerbink
48
48
5
5
9
14
18
Totaal Dienstverlening en financieel beleid
32.328
4.230
5.394
33.493
36.213
37.650
42.964
Onderhoud parkeergarages
738
1.479
879
137
430
-473
97
Voorziening Grondwatermonitoring
244
0
0
244
244
244
244
Voorziening Afdek WW-Risico tijd. amb. OE
111
0
0
111
111
111
111
Voorziening Afvalstoffen
1.975
653
0
1.321
2.264
1.039
-14
Voorziening Riolering
8.125
181
0
7.944
7.971
8.228
8.485
11.192
2.313
879
9.758
11.021
9.149
8.923
Voorziening WWB-Werkdeel
232
60
0
172
112
52
52
Voorziening BF Economie &Werk
230
0
0
230
230
230
230
Voorziening DCW
449
75
0
374
274
137
137
Totaal Versterken economie
911
135
0
776
616
419
419
44.431
6.678
6.273
44.026
47.850
47.218
52.306
Duurzame leefomgeving
Totaal Duurzame leefomgeving
Versterken economie
Totaal
Toelichting voorzieningen De doelstellingen van de belangrijkste voorzieningen zijn toegelicht met behulp van zogenaamde mouse-overs op de website.
6.4. Wat mag het kosten? Onderstaande tabellen geven per programma inzicht in de verdeling van de baten en de lasten van de producten voor de jaren 2016 t/m 2019. De toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves spelen hierbij een belangrijke rol en zijn daarom ook opgenomen. Waar de baten en de lasten binnen één product niet aan elkaar gelijk zijn, ontstaat een resultaat. Dit resultaat kan positief of negatief zijn en komt, rekening houdend met reservemutaties op dit product, uiteindelijk ten gunste of ten laste van de algemene middelen van de gemeente Enschede. Maatschappelijke ondersteuning Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting 2016
Versterken burgerkracht
16.693
17.934
18.468
15.572
15.181
Jeugdhulp vrijwillig kader
34.303
28.377
27.182
27.315
27.371
Jeugdhulp gedwongen kader
7.754
9.844
9.844
9.844
9.844
Lichte ondersteuning en regie
18.017
16.445
16.348
16.334
16.334
blz. 118 (van 145)
Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019
WMO begeleiding
20.555
21.317
21.163
20.194
19.907
WMO individuele voorzieningen
23.254
21.854
20.259
20.259
20.259
Beschermd wonen
37.929
39.083
40.669
41.830
42.712
Opvangvoorzieningen
15.903
15.021
14.730
14.932
14.932
Inkomensondersteuning
12.158
12.423
11.785
11.585
11.585
186.567
182.298
180.449
177.866
178.125
Versterken burgerkracht
829
206
206
206
206
Lichte ondersteuning en regie
714
45
45
45
45
WMO begeleiding
1.049
1.049
1.049
1.049
1.049
WMO individuele voorzieningen
3.504
3.034
3.034
3.034
3.034
Beschermd wonen
1.296
1.696
1.696
1.696
1.696
Opvangvoorzieningen
757
657
657
657
657
Inkomensondersteuning
884
884
884
884
884
9.032
7.572
7.572
7.572
7.572
177.535
174.726
172.877
170.294
170.553
Storting reserves
4.855
703
748
268
268
Onttrekking reserves
3.206
2.642
3.017
111
111
179.184
172.787
170.607
170.451
170.710
Totaal Lasten
Totaal Baten Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting Versterken Burgerkracht Bij het onderdeel versterken Burgerkracht nemen de lasten vanaf 2015 toe met ruim 1,7 miljoen euro in 2017 om vervolgens te dalen met 3,3 miljoen euro in 2019. Dit is een gevolg van enerzijds het uitvoeren van het investeringsprogramma transformatieagenda en anderszijds het doorvoeren van diverse bezuinigingen/taakstellingen en het einde van de periode voor tijdelijk toegekende middelen. Hieronder volgt een globale specificatie. De stijging van de lasten in 2016 en 2017 is het gevolg van het toevoegen van middelen naar aanleiding van diverse besluiten. Het betreft hier het raadsbesluit d.d. 8 juni 2015 'Investeringen transformatieagenda MO' (2 miljoen euro in 2016 en 2,68 miljoen euro in 2017). De daling van de lasten wordt veroorzaakt door de bezuiniging op het welzijnswerk die in de periode 2014-2018 op loopt tot 1,2 miljoen euro. Het effect op 2016 is 0,3 miljoen in 2016, 0,1 miljoen in 2017 en 0,1 miljoen in 2018. In 2016 vindt een verlaging plaats van 0,5 miljoen euro als gevolg van het eindigen van tijdelijke en incidenteel toegekende middelen zoals bijvoorbeeld de middelen voor het project "Lang zult u wonen". In 2018 ontstaat een daling van 2,6 miljoen als gevolg van het aflopen van het investeringsprogramma. In 2019 vindt nog een daling plaats van 0,35 miljoen euro doordat de extra middelen coalitieakkoord dan eindigen. Daarnaast is een bezuiniging op de subsidie van de Volksuniversiteit Enschede (VUE) opgenomen. Het te bezuinigen bedrag is vastgesteld op structureel 0,2 miljoen euro per jaar vanaf 2018. De raad heeft op 8 juni 2015 aanvullend besloten de bezuiniging de eerste 2 jaren gefaseerd in te vullen. Dat wil zeggen dat de subsidie in 2016 met 0,05 miljoen euro wordt teruggebracht, in 2017 met 0,125 miljoen euro. De fasering (van 0,15 miljoen euro in
blz. 119 (van 145)
2016 en 0,075 miljoen euro in 2017) wordt gedekt door het inzetten van remwegmiddelen vanuit het budget Flankerend Beleid. Reserves en voorzieningen. In 2015 wordt 4,6 miljoen euro gestort in de reserve transformatieagenda en ten behoeve van de uitvoering van het investeringsprogramma. In 2016 en 2017 worden deze middelen onttrokken aan de reserve omdat ze daadwerkelijk worden ingezet. De storting vindt plaats vanuit verschillende producten, die onder deze producten worden toegelicht.Voor Burgerkracht betreft het een bedrag van 0,9 miljoen in 2015, 0,5 miljoen in 2016 en 2017. In 2015 is eenmalig 0,46 miljoen euro gestort ten behoeve van de reserve maatschappelijke functie sport conform het besluit bij de zomernota 2015. De resterende middelen bewegen onderwijs en sport (BOS) van 0,22 miljoen euro zijn in 2017 onttrokken aan de reserve en toegevoegd aan het financieel middelenkader. Jeugdhulp vrijwillig kader Op het onderdeel Jeugdhulp vrijwillig kader is tot en met 2019 sprake van een daling 6,9 miljoen euro. Dit wordt voor 4,4 miljoen euro veroorzaakt door mutaties in decentralisatie uitkering conform de meicirculaire 2015. Een andere belangrijke afwijking betreft een verschuiving van 2,1 miljoen euro ten behoeve van pleegzorg naar het product Jeugdhulp gedwongen kader. Het restant betreft overige kleinere mutaties en verschuivingen. De mutaties in de jaarschijven als gevolg van de verlaging van de decentralisatieuitkering e
e
jeugdhulp betreffen: aanvullende korting Jeugdhulp 2 /3 tranche van - 3,0 miljoen euro, herverdeling middelen (objectief verdeelmodel) van -1,4 miljoen euro, uitname door lagere realisatie AWBZ 2014 van -1,0 miljoen euro vanaf 2016 en overige mutaties (onder andere bijdragen provincie en Rijk na 2015) van + 1,0 miljoen euro vanaf 2016. Reserves en voorzieningen. De onttrekking in 2015 0,2 miljoen euro heeft betrekking op het raadsbesluit "Budget burgerkracht en bezuiniging welzijn" van 21 oktober 2014. Jeugdhulp gedwongen kader De afwijking betreft een verschuiving van 2,1 miljoen euro ten behoeve van pleegzorg vanuit het product Jeugdhulp vrijwillig kader. Lichte ondersteuning en regie De lasten dalen door een overheveling van het budget uitvoeringskosten tijdelijke personeel van 0,4 miljoen euro. Dit bedrag is in 2016 overgeheveld naar de Wmo-begeleiding. Daarnaast is een bedrag van 0,225 miljoen euro ten behoeve van de indicatiestelling ook overgeheveld naar de Wmo-begeleiding. Tevens is in 2015 een incidentele provinciale bijdrage ontvangen voor experimenten in transitie jeugdzorg van 0,7 miljoen euro. Hierdoor dalen in 2016 de lasten en baten met dit bedrag. In 2015 was nog sprake van een incidenteel budget bevordering vroegsignalering. Reserves en voorzieningen. In 2015 is een bedrag van 0,5 miljoen euro opgenomen als onderdeel van de storting in de reserve transformatieagenda. Wmo-begeleiding De rijksbijdrage Wmo 2016 bedraagt 24,9 miljoen euro. Dit bedrag is met ingang van 2015 overgeheveld van het Rijk naar de gemeente. Per saldo is ruim 18 miljoen euro bestemd voor Wmo-begeleiding. Het restantbudget (circa 6,6 miljoen euro) is toegedeeld aan de volgende producten: •
Inkomensondersteuning:
2,3 miljoen euro (afschaf regeling wtcg/CER);
blz. 120 (van 145)
• •
Versterken burgerkracht: 1,3 miljoen euro (inloop GGZ en ondersteuning Mantelzorg); Lichte ondersteuning en regie: 3,0 miljoen euro (onder andere cliëntondersteuning/voormalige MEE-gelden en budget sociale wijkteams).
De stijging van de lasten met 1 miljoen euro in 2016 ten opzichte van 2015 is het gevolg een overheveling van personeelsbudget vanuit het product Wmo individuele voorzieningen van + 1,2 miljoen euro, extra + 0,4 miljoen euro decentralisatie uitkering Wmo 2015, + 0,8 miljoen euro verschuivingen budget met het product lichte ondersteuning en regio (indicatiestelling en uitvoeringskosten) en - 1,4 miljoen euro inzet tijdelijk personeel in 2015 (gedekt uit reserve Wmo). De verdere daling van de lasten met - 1,7 miljoen euro naar 2019 is voornamelijk het gevolg van de mutaties in decentralisatieuitkering vanuit de mei- en septembercirculaire 2015. Deze betreffen: • • • • • •
uitname door lagere realisatie AWBZ 2014 (- 3,5 miljoen euro), uitname in verband met WLZ-indiceerbaren (- 0,2 miljoen euro), aanvullende bijdrage voor extramuraliseringseffect (+ 2,5 miljoen euro), indexatie nominaal 2015 + volume-indexatie 2017 (+ 0,8 miljoen euro), teruglopende verzachtende maatregel door het rijk (- 1,7 miljoen euro) en overige mutaties (additionele toevoeging) (+ 0,4 miljoen euro).
Reserves en voorzieningen. In 2015 wordt 0,6 miljoen gestort in de reserve transformatieagenda en 2 miljoen onttrokken aan de reserve WMO, waarvan 1,4 miljoen euro ten behoeve van de transitie sociaal domein 2016 en 0,6 miljoen ten behoeve van de storting in de reserve transformatieagenda. Wmo Individuele voorzieningen De lasten van het product Wmo individuele voorzieningen dalen in 2016 met 1,3 miljoen euro. Dit is het gevolg van mutaties in de integratie uitkering Wmo + 0,5 miljoen euro, incidentele budgetten voor huishoudelijke hulptoelage in 2015 en 2016 + 0,2 miljoen euro, budgetverlaging door een daling van het aantal cliënten en de verstrekte individuele voorzieningen (Zomernota 2015) - 0,5 miljoen euro, invulling van incidentele taakstelling CVV (Collectieve Vervoers Voorziening) vanuit de Zomernota 2015 - 0,5 miljoen euro, invulling taakstelling personeel door overheveling van Wmo-begeleiding + 0,3 miljoen euro, een taakstelling en een overheveling van personeelsbudget naar het product Wmo-begeleiding van - 1,2 miljoen euro. Voor 2017 is de verlaging van 1,8 miljoen euro het gevolg van het incidentele budget huishoudelijketoeslag - 2,2 miljoen euro dat alleen voor 2016 is verstrekt, een mutatie integratieuitkering Wmo + 0,4 miljoen euro (volume index en extramuralisaties) en een taakmutatie scootmobielen van + 0,25 miljoen euro. Voor het collectief vervoer is een structurele bezuiniging van 0,25 miljoen euro ingeboekt. Het budget is in de meicirculaire verlaagd met de tweede tranche van de bezuiniging op de huishoudelijke hulp (1,7 miljoen euro). Dit is niet zichtbaar als een financiële mutatie in de begroting 2016, omdat in 2015 eenmalig het budget met 1,7 miljoen euro is verlaagd en toegevoegd aan de reserve transformatieagenda MO. De baten zijn verlaagd met circa 0,5 miljoen euro. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de lagere eigen bijdragen. De lagere eigen bijdragen zijn het gevolg van het afnemend aantal cliënten en de verstrekkingen individuele voorzieningen.
blz. 121 (van 145)
Reserves en voorzieningen. In 2015 is 1,7 miljoen euro gestort in de reserve transformatieagenda en 0,5 miljoen in de reserve WMO als gevolg van het besluit bij de zomernota eenmalig voordeel afrekening PGB 2014. Beschermd Wonen Het verschil in de jaarschijven wordt veroorzaakt door de uitkomst van de mei- en septembercirculaire 2015 van het gemeentefonds. In deze mutaties zijn de financiële gevolgen opgenomen van de invoering van de normatieve huisvestingscomponent (NHC). Ook is er rekening gehouden met een verdeling op basis van een nieuw model dat meer rekening houdt met de bestanden van de gegevensoverdracht en de werkelijke aangeleverde gegevens door de centrumgemeenten. Bij eventuele tekorten kan een beroep worden gedaan op extra middelen van het Rijk. Opvangvoorzieningen De toevoeging in 2015 van de middelen Awbz aan de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang, worden met ingang van 2016 voor 50% en met ingang van 2017 voor 100% objectief verdeeld. Hierdoor ontvangt de gemeente Enschede als centrumgemeente met ingang van 2017, ruim 1 miljoen euro structureel minder. De decentralisatie-uitkering vrouwenopvang wordt met ingang van 2015 verhoogd met een kwaliteitsimpuls. Daarnaast vindt er een wijziging plaats naar een objectieve verdeling die in 2018 is voltooid. Totaal ontvangt de gemeente Enschede als centrumgemeente in 2017 een bedrag van 0,06 miljoen euro en in 2018 een bedrag 0,3 miljoen euro. Reserves en voorzieningen In 2015 is geraamd 0,075 miljoen euro te onttrekken aan de reserve vrouwenopvang. In 2016 is niets meer geraamd omdat het lastig te voorspellen is of een beroep op de reserve gedaan gaat worden. De ontrekkingen worden gedaan als zich tegenvallers voordoen. Inkomensondersteuning De lasten bijzondere bijstand zijn in 2016 incidenteel 0,5 miljoen euro hoger. Hiervoor is in de Zomernota 2015 een bedrag toegevoegd uit de reserve Wmo, dat voortkomt uit een voordelige afrekening van PGB-voorzieningen 2014 door Menzis. Versterken economie Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting 2016
1.434
1.419
1.367
1.367
1.367
335
380
380
247
247
1.497
1.423
1.377
1.377
1.377
372
373
373
373
373
15.424
6.768
6.216
5.321
4.416
103.467
101.234
99.922
96.801
96.029
Arbeidsmarktparticipatie
16.427
19.665
17.031
17.862
18.244
Uitvoering WSW
49.858
46.574
42.850
39.457
36.845
1.299
1.280
1.280
1.280
880
248
249
249
249
241
2.217
2.613
2.612
2.612
2.362
Versterken economische structuur Innovatie en ondernemerschap Dienstverlening aan ondernemers Projecten economische ontwikkelingen Verkeersinfrastructuur en beleid Algemene bijstand levensonderhoud
Brede talentontwikkeling Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Kinderopvang
blz. 122 (van 145)
Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019
Leerlingenvervoer
2.109
1.899
1.899
1.899
1.899
Leerplicht / RMC
11.114
7.918
1.844
1.844
1.824
205.803
191.795
177.398
170.687
166.103
Totaal Lasten Versterken economische structuur
35
12
0
0
0
3.535
40
40
40
40
92.726
92.726
91.376
90.026
90.026
2.071
2.073
2.073
2.073
2.073
10.720
10.370
10.673
9.666
8.081
0
0
0
0
0
42
43
43
43
43
10.343
7.136
1.057
1.057
1.057
119.473
112.400
105.262
102.905
101.320
86.329
79.395
72.136
67.782
64.783
Storting reserves
2.135
2.106
2.023
1.961
1.620
Onttrekking reserves
8.753
6.089
2.989
2.032
1.386
79.712
75.412
71.170
67.711
65.017
Verkeersinfrastructuur en beleid Algemene bijstand levensonderhoud Arbeidsmarktparticipatie Uitvoering WSW Kinderopvang Leerlingenvervoer Leerplicht / RMC Totaal Baten Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting Innovatie en ondernemerschap De lasten zijn 45.000 euro hoger dan in 2015. In de eerste plaats door een bijdrage van 133.000 euro aan het Kennispark-Innovatieloket voor de jaren 2016 en 2017, zoals opgenomen in de Zomernota 2015. Daarnaast wordt er, vanwege beëindiging, vanaf 2016 geen 50.000 euro meer onttrokken uit de reserve voor de development activiteiten van Kennispark voor Business. Tot slot is er een bezuiniging verwerkt van 40.000 euro vanuit het Coalitieakkoord. Dienstverlening aan ondernemers De lagere lasten in 2016 worden verklaard door een taakstelling in het kader van de regionale samenwerking economie en beleid. Deze komt voort uit de Keuzenota 2015. Projecten Economische ontwikkelingen Het verschil in de lasten wordt veroorzaakt door incidentele bijdragen voor 2016 en 2017 voor de doorontwikkeling van Technology Base Twente, zoals opgenomen in de Zomernota 2015. Verkeersinfrastructuur en beleid De cijfers zijn gebaseerd op de lopende projecten waarvoor de raad eerder budget beschikbaar heeft gesteld. De toekenning van budget voor nieuwe projecten in 2016 vindt plaats via separate raadsvoorstellen in de loop van het jaar, niet bij de programmabegroting. Algemene bijstand levensonderhoud Onder dit product vallen de verstrekking van bijstandsuitkeringen en de fraudebestrijding. Zoals in paragraaf 2.5 aangegeven, heeft de gemeente Enschede de ambitie om met ingang van 2018 geen gemeentelijke middelen meer in te zetten voor uitgaven van uitkeringen in het kader van Algemene Bijstand Levensonderhoud. Deze ambitie is verwoord in het plan ‘Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget’ en betekent een stapsgewijze verlaging van de uitgaven, waardoor het tekort op het budget van de BUIG-wordt teruggebracht. Bij de ramingen van de baten voor 2016 en verder is uitgegaan van het voorlopige BUIGbudget 2015 van eind april 2015.
blz. 123 (van 145)
Op basis van de huidige inzichten halveert vanaf 2017 de zogenaamde historische component van het verdeelmodel. Dat verlaagt het BUIG-budget met ingang van 2017 met ruim 1,35 miljoen euro. Met ingang van 2018 is het aandeel van de historische component in het verdeelmodel volledig verdwenen. Dat betekent dat het BUIG-budget met ingang van 2018 verder structureel afneemt met nog eens ruim 1,35 miljoen euro (structureel 2,7 miljoen euro). Vanaf 2015 is een nieuw verdeelmodel voor de middelen van het budget BUIG in werking getreden. Dit model is ontwikkeld door het Sociaal Cultureel Planbureau. Mede op basis van signalen vanuit verschillende gemeenten, waaronder ook Enschede, zijn er diverse verbeterpunten aangedragen. Een aantal van deze verbeterpunten wordt in het voorlopig budget voor 2016 meegenomen. Een deel van de verbeteringen van het model, mede op aangeven van het advies van de Raad voor de Financiële Verhoudingen, worden pas vanaf 2017 ingevoerd. Daarmee blijven er de komende jaren onzekerheden bestaan over de hoogte van het budget voor de BUIG. Arbeidsmarktparticipatie Met ingang van 2015 is de nieuwe Participatiewet ingevoerd. De Rijksbijdrage neemt jaarlijks toe door de groei van de nieuwe doelgroep jong-gehandicapten en nieuw beschut. De hogere lasten in 2016 bestaan in de eerste plaats uit een bijdrage van 2,5 miljoen euro voor de uitvoering van het Deltaplan (Zomernota 2015). Deze middelen zijn afkomstig uit de bestemmingsreserve die is gevormd bij de jaarrekening 2014. In de tweede plaats neemt de Rijksbijdrage toe met 700.000 euro. Deze middelen komen ten goede aan het uitvoeringsplan Enschedese Arbeidsmarkt aanpak (EAA). Uitvoering WSW Met de invoering van de nieuwe Participatiewet vindt er vanaf 2015 geen nieuwe instroom meer plaats via de WSW. Dit leidt tot een afbouw van de WSW. Deze gaat daarnaast gepaard met een efficiencykorting door het Rijk. Het college heeft de "Kadernota: Werken naar vermogen en de ontwikkeling van de Sociale Werkvoorziening Enschede 2016-2020" vastgesteld en aangeboden aan de raad. De begroting van het product Uitvoering WSW is conform deze kadernota. De lagere lasten worden voornamelijk verklaard door de afname van het aantal SWmedewerkers (o.a. als gevolg van pensionering en overig verloop) en door kostenbesparende maatregelen. Het verloop van SW-medewerkers leidt aan de andere kant tot een lagere omzet uit detacheringen en het beschut bedrijf. Naast het genereren van omzet vindt er een bijdrage plaats vanuit het product Arbeidsmarktparticipatie van 2,2 miljoen euro. Kinderopvang In 2015 heeft er op peuterspeelzaalwerk een incidentele bezuiniging plaatsgevonden van 480.000 euro. Deze middelen, die onderdeel uitmaken van de Lokaal Educatieve Agenda (LEA), zijn in 2016 weer opgenomen in de begroting. Leerlingenvervoer De lagere lasten in 2016 worden verklaard door een aanbestedingsvoordeel van 250.000
blz. 124 (van 145)
euro op leerlingenvervoer en door een budgetoverheveling van 30.000 euro van gymvervoer naar leerlingenvervoer. Leerplicht/RMC De baten en lasten zijn in 2015 incidenteel 3,2 miljoen euro hoger door het doorschuiven van niet bestede Rijksmiddelen vanuit 2014. Het Rijk heeft de budgetten Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) van 6,1 miljoen euro met een jaar verlengd tot en met 2016. Duurzame leefomgeving Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting Raming 2017 2016
Raming 2018 Raming 2019
Ruimtelijke ontwikkeling
4.734
4.232
4.026
6.026
6.026
Bestemmingsplannen
1.258
1.100
1.090
1.090
1.090
25.832
14.615
18.199
12.573
13.963
3.488
1.665
1.620
2.992
739
18.492
18.036
16.399
16.384
16.384
Evenementen en citymarketing
2.823
2.568
2.468
2.468
2.468
Stadsdeelsgewijs werken
6.905
5.022
5.157
5.157
4.653
Openbare orde en veiligheid
15.346
14.885
14.885
14.885
14.885
Vergunningen leefomgeving
3.669
3.633
3.632
3.632
3.632
Handhaving bouwwerken en bedrijven
1.643
1.647
1.647
1.648
1.648
Handhaving openbare ruimte
1.396
1.407
1.404
1.409
1.408
Parkeerbeheer
8.863
11.019
11.086
11.117
11.153
Begraafplaatsen
1.151
1.169
1.169
1.169
1.169
Beheer wegen
8.732
8.574
8.547
8.534
8.530
Gladheidsbestrijding
734
741
741
741
741
Havens en markten
776
769
769
965
965
1.679
1.555
1.535
1.523
1.520
14.486
13.734
13.209
13.138
13.137
1.238
2.456
2.306
1.947
1.597
12.433
12.486
13.094
14.004
14.991
80
232
232
232
2
19.334
18.690
18.442
18.602
18.762
155.093
140.235
141.658
140.235
139.463
1.769
1.751
1.751
1.751
1.751
150
0
0
0
0
25.631
13.044
16.636
13.561
12.737
847
0
0
0
0
17
17
17
17
17
Grondbedrijf Locatieontwikkeling Cultuur
Openbare verlichting Stadsdeelbeheer Beleid leefomgeving Riolering Duurzaamheid Afvalstoffen Totaal Lasten Ruimtelijke ontwikkeling Bestemmingsplannen Grondbedrijf Locatieontwikkeling Cultuur Stadsdeelsgewijs werken
1.956
312
312
312
312
Openbare orde en veiligheid
2.270
1.852
1.852
1.852
1.852
Vergunningen leefomgeving
2.872
2.725
2.725
2.725
2.725
151
151
151
151
151
Handhaving bouwwerken en bedrijven
blz. 125 (van 145)
Handhaving openbare ruimte
823
823
820
820
820
9.215
11.439
11.816
12.228
12.640
Begraafplaatsen
459
468
468
468
468
Beheer wegen
494
498
498
498
498
Havens en markten
667
673
673
672
672
2.163
2.165
2.165
2.165
2.165
813
878
878
878
878
Riolering
12.433
12.486
13.094
14.004
14.991
Afvalstoffen
19.119
18.473
18.225
18.385
18.545
Totaal Baten
81.847
67.754
72.081
70.486
71.221
Saldo van baten en lasten
73.246
72.481
69.577
69.749
68.242
Storting reserves
2.613
953
1.087
3.984
2.061
Onttrekking reserves
4.662
931
942
1.080
1.000
71.196
72.503
69.722
72.653
69.303
Parkeerbeheer
Stadsdeelbeheer Beleid leefomgeving
Resultaat
Toelichting Ruimtelijke Ontwikkeling In 2015 zijn voor het laatst uitgaven in het kader van de regeling BWS gedaan. Daarnaast is het budget van Monumenten (100.000 euro) overgeheveld naar Vergunningen leefomgeving. Ontwikkelingen meerjarig: Binnen het fysieke domein besparen we vanaf 2018 twee miljoen euro vanuit de bestuurlijke keuze om de fysieke projecten in de stad te gaan herijken en toekomstbestendig te maken. In 2017 zal er eenmalig 100.000 euro uit de reserve Landinrichting onttrokken worden voor het middelenkader. Vanaf 2017 dalen de lasten nog verder door de verlaging van de omslagrente (34.000 euro). Bestemmingsplannen De begroting bevat structureel circa 1,1 miljoen euro aan lasten. Het grootste deel is bedoeld voor personele kosten. Van de materiële lasten is het grootste deel (125.000 euro) bedoeld voor planschades. De verlaging vanaf 2016 van het lastenbudget wordt vooral veroorzaakt door krimp. Grondbedrijf Onder het eindproduct Grondbedrijf zijn de begrotingscijfers uit het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) 2015 (raadsbesluit van 20 april 2015) gepresenteerd. De lasten en baten voor het eindproduct grond worden op basis van het MPG 2015 voor de jaren 2016 en verder lager ingeschat dan het begrotingsjaar 2015. Dit heeft onder andere te maken met faseringen in een project, zoals het verwachte moment van bouw- en woonrijp maken (Velve Lindenhof, Business en Sciencepark), het verwerven en overboeken van gronden naar de grondexploitatie (spoorzone), het uitbetalen van subsidies (GEM) of juist het ontvangen van e
subsidies (B&S en Velve Lindehof). Daarnaast zijn er kosten die in het 1 jaar worden geraamd (voorzichtigheidsprincipe) voor het project, maar waarvoor nog niet duidelijk is op welk moment de werkelijke uitgaven worden gedaan. Locatieontwikkeling Het verschil tussen de begrotingsjaren 2015 en 2016 wordt veroorzaakt doordat in 2015 incidentele lasten waren opgenomen zoals plankosten herstructurering, een EFRO bijdrage voor het project Stadsweide, Birk-gelden en infrastructuur luchthaven. In 2016 en 2017 is er incidenteel geld (2 x 250.000 euro) beschikbaar gesteld i.v.m kosten voor het project Actieprogramma binnenstad.
blz. 126 (van 145)
Cultuur De cultuurbegroting bedraagt in 2016 18 miljoen euro, dalend naar 16,3 miljoen euro in 2017. De daling van de begroting van 2016 en verder wordt o.a. veroorzaakt door: •
• • • •
Een bezuiniging op de Openbare Bibliotheek van 100.000 euro in 2016 (resterend deel van een bezuiniging van 300.000 euro in de PB 2015-2018) oplopend naar 700.000 in 2017 (conform raadsbesluit Actualisatie Cultuurplan). Een bezuiniging op Concordia van 200.000 euro in 2016 oplopend naar 400.000 euro in 2017 (ook deze bezuiniging is in de PB 2015-2018 opgelegd). Een bezuiniging op Kaliber van 500.000 euro in 2017 (PB 2015-2018). Een bezuiniging op de Twentse Welle van 600.000 in 2017 (conform raadsbesluit Actualisatie Cultuurplan). Een eenmalige verlichting van de bezuinigingslast in 2016 met 600.000 euro te dekken uit het budget Flankerend beleid (conform raadsbesluit Actualisatie Cultuurplan).
Evenementen en Citymarketing De begroting bedraagt in 2016 2,6 miljoen euro, dalend naar 2,5 miljoen euro in 2017. De daling in de begroting van 2016 wordt veroorzaakt door bezuinigingen op evenementen en citymarketing uit de Programmabegroting 2015-2018 en het coalitieakkoord: •
•
De bezuiniging uit de Programmabegroting 2015-2018 bedraagt 150.000 euro, waarmee de totaal opgelegde bezuiniging van 300.000 over de jaren 2015 en 2016 is ingevuld. De bezuiniging uit het coalitieakkoord bedraagt 100.000 euro en loopt in 2017 op naar 200.000 euro, waarmee over de jaren 2015-2017 invulling wordt gegeven aan de totaal opgelegde bezuiniging van 300.000 euro.
Stadsdeelsgewijs werken De verschillen tussen 2015 en 2016 worden voornamelijk veroorzaakt door de incidentele projecten en de wijkbudgetten uit eerdere jaren (zie Zomernota). Daarnaast is vanaf 2016 het budget impuls burgerkracht toegevoegd aan het budget. Dit budget loopt op van 350.00 euro in 2016 naar 500.000 in 2017. Openbare Orde en Veiligheid De verschillen tussen 2015 en 2016 worden voornamelijk veroorzaakt door de incidentele projectsubsidies voor de safetycampus en preventie woninginbraken. Daarnaast dalen de lasten door de bezuiniging op de VRT. Vergunningen Leefomgeving Het verschil in lasten en baten wordt vooral veroorzaakt door deregulering en door toevoeging van loon- en prijscompensatie. Daarnaast wordt het budget van Monumenten (100.000 euro) overgeheveld vanuit Ruimtelijke Ontwikkeling naar Vergunningen. Parkeerbeheer De lasten en baten komen voort uit de meerjaren prognose parkeerbedrijf (MPP) 2016 –2025. Het verschil tussen de begrotingsjaren 2015 en 2016 wordt veroorzaakt door toevoeging vanaf 2016 van de exploitatie parkeren MST met een budget van 2.151.000 euro. Over de lasten wordt 2% inflatie toegerekend. De baten laten een groei zien van eenmalig 5%. Naast een hogere opbrengst voor kort parkeren wordt rekening gehouden met lagere opbrengsten vanuit abonnementen/vergunningen en opbrengsten vanuit samenwerking met partners.
blz. 127 (van 145)
Beheer Wegen Incidenteel viel in 2015 80.000 euro vrij uit de reserve ‘herstel opgebroken bestrating’. In geval van schade zijn de kosten door het verlagen van deze reserve op het budget van wegen gekomen. Overige lastenmutaties zijn onder andere prijscompensatie (35.000 euro), verlaging van de renteomslag (-23.000 euro) en areaalinbreiding (-151.000 euro). Door de bezuiniging openbare ruimte zijn er vanuit wegen middelen vrijgemaakt om de inventarisatie uit te voeren van de klinkerwegen (-18.000 euro). Havens en Markten Vanaf 2018 is structureel het lastenbudget van het product Havens met 200.000 opgehoogd voor kosten van groot onderhoud. Daarnaast is de dinsdagmarkt vanaf 2015 verzelfstandigd. In de komende jaren wordt verder bepaald of andere onderdelen van de begroting ook in aanmerking komen voor verzelfstandiging. Openbare verlichting Vanaf 2016 is het lastenbudget verlaagd mede door de verlaging van de omslagrente(-10.000 euro), inleveren van areaalinbreiding ( -68.000 euro) en de invulling van de bezuiniging openbare ruimte(- 25.000 euro). Hiernaast is er een mutatie vanwege prijscompensatie (9.000 euro). Stadsdeelbeheer De lasten in 2016 zijn lager dan in 2015 door onder andere bezuinigingen in de openbare ruimte. Vanaf 2016: • • •
•
Wordt voor het vereenvoudigen van de openbare ruimte invulling gegeven aan een taakstelling van 500.000 euro structureel per 2016; Wordt Onderhoud Enschede een werkmaatschappij (gemeente BV), waardoor invulling wordt gegeven aan een structurele taakstelling à 100.000 euro; In 2015 was 400.000 euro beschikbaar gesteld om de motie uit te voeren van het per direct stoppen met het gebruik van Roundup (glyfosaat) en andere chemische bestrijdingsmiddelen bij het onderhouden van de openbare ruimte. In 2016 is dit verlaagd naar 300.000 euro; Voor het begrotingsjaar 2015 was er incidenteel 78.000 euro vrij gemaakt uit de taakstelling openbare ruimte met als doel waterelementen zoals fonteinen in werking te houden. Dit was gedekt uit de vrije keuzeruimte in de Programmabegroting 20152018. Aaangezien de bruisende binnenstad een prioriteit voor het College is, wordt ook in 2016 een bedrag van 78.000 euro hiervoor beschikbaar gesteld. Voor 2017 en verder verkent het College de mogelijkheden voor sponsoring.
Verder zijn er in 2016 nog lastenverhogingen. Dit betreffen onder andere prijscompensatie (76.000 euro) en areaaluitbreiding (334.000 euro). Daarnaast was er in 2015 incidenteel geld beschikbaar vanuit het jaarrekening resultaat 2014 voor kosten van de bomen op de Museumlaan, bomen Van Heekplein, waterproblematiek Lonnekererf en de marktkasten op het Van Heekplein (560.000 euro).
Ontwikkeling meerjarenbegroting Vanaf 2017 wordt verder bezuinigd op de openbare ruimte, hiermee besparen we nog eens structureel 500.000 euro. Uiteindelijk wordt vanaf 2017 2 miljoen euro structureel bezuinigd in de openbare ruimte.
blz. 128 (van 145)
Er is in 2017 200.000 euro en in 2018 100.000 euro beschikbaar voor het bestrijden van onkruid op verharding op een niet chemische wijze. Tenslotte loopt de bezuiniging bij Onderhoud Enschede, als gevolg van de verzelfstandiging, op tot 550.000 euro structureel in 2017. Beleid Leefomgeving De gemeente Enschede heeft vanuit het Rijk een budget toegekend gekregen om bodemsaneringsprogramma’s uit te voeren voor de jaren 2016 - 2020. Van dit budget mogen ook binnen de gemeente gemaakte apparaatskosten voor bodemsaneringen (en het monitoren van bodemkwaliteit) worden betaald. Kosten die normaliter uit de Algemene Dekkingsmiddelen worden gefinancierd, worden met ingang van 2016 uit het bodembudget gefinancierd. Daarnaast genereren de afgesloten reclamecontracten vanaf 2016 een 60.000 euro hogere opbrengst. Tot slot zijn wegens doorgevoerde efficiency maatregelen de lasten verlaagd met 125.000 euro in 2016, 275.000 euro in 2017, 625.000 euro in 2018 en 975.000 in 2019. Riolering De budgetten zijn gebaseerd op de herziening GRP 2016-2020 van het Gemeentelijk Rioleringsplan dat in oktober 2015 door de raad is vastgesteld. Duurzaamheid In het coalitieakkoord Duurzaam, samen, sterker! zijn voor de intensivering van het duurzaamheidsbeleid vanaf 2015 extra middelen geraamd van 100.000 euro in 2015 en jaarlijks 250.000 euro vanaf 2016. Conform het door de raad aangenomen amendement A wordt 20.000 euro hiervan besteed aan natuur- en milieueducatie. Afvalstoffen De reserve egalisatie afvalstoffenheffing is conform BBV omgezet in een voorziening. Diverse lasten worden daarmee rechtstreeks ten laste van de voorziening, waardoor het budget is gedaald. De baten dalen in 2016 door een vermindering van de tarieven met 5 euro per aansluiting ( 339.00 euro ), door meer kwijtschelding en oninbaarheid (475.000 euro) en stijgen door een lichte toename van het aantal huishoudens (161.000 euro). Dienstverlening en financieel beleid Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2015
Begroting 2016
5.265
5.806
5.324
5.324
5.324
Gemeentearchief
355
360
355
355
355
Verkiezingen
248
51
268
268
270
Basisregistratie
1.160
1.174
1.189
1.189
1.189
Bezwaar en beroep
1.196
1.196
1.196
1.196
1.196
Algemene inkomsten
2.705
2.954
6.317
2.931
9.472
Algemene belastingen
2.322
1.958
1.938
1.938
1.938
Rente & treasury
20.768
20.186
20.044
19.860
21.036
College van B&W
2.104
2.105
2.105
2.105
2.105
574
880
780
780
780
Ondersteuning College van B&W en directie
3.426
3.386
3.354
3.354
3.204
Raad en commissies
2.133
2.173
2.173
2.173
2.173
321
269
269
269
169
Publieksdienstverlening
Regionale samenwerking
Klachtencommissariaat
blz. 129 (van 145)
Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019
Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting
17.434
18.849
18.180
17.809
17.354
7.260
7.054
6.860
6.718
6.718
13.403
13.184
12.592
12.249
11.777
Stelposten bedrijfsvoering
16
0
0
0
0
Resultaat bedrijfsvoering
260
242
256
256
256
47.468
44.305
44.272
42.053
41.591
8.420
7.229
6.913
6.829
5.541
136.838
133.362
134.386
127.657
132.448
2.977
3.598
3.598
3.598
3.598
10
10
10
10
10
5.654
4.854
4.854
4.854
4.854
342.004
337.778
332.317
332.291
333.400
Algemene belastingen
40.466
40.981
40.981
40.981
40.981
Rente & treasury
31.585
29.776
27.596
26.793
27.109
772
1.187
1.187
1.187
1.187
Sport- en wijkaccommodaties
3.144
3.158
3.158
3.158
3.158
Vastgoedbedrijf
7.716
7.955
7.956
7.957
7.958
13.535
12.569
12.533
12.540
12.543
9.339
8.123
7.807
7.723
6.434
457.202
449.989
441.997
441.091
441.232
-320.364
-316.627
-307.612
-313.434
-308.783
Storting reserves
28.621
16.281
19.037
18.802
20.162
Onttrekking reserves
38.350
20.355
22.925
16.183
16.409
-330.093
-320.702
-311.499
-310.815
-305.030
Sport- en wijkaccommodaties Vastgoedbedrijf
Interne dienstverlening Regionale dienstverlening Totaal Lasten Publieksdienstverlening Gemeentearchief Algemene inkomsten Algemene uitkering
Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting
Interne dienstverlening Regionale dienstverlening Totaal Baten Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting Publieksdienstverlening De hogere lasten hangen samen met de hogere baten voor publieksdienstverlening. Voor 2016 is een nieuwe inschatting gemaakt van te verwachten omzet en de daarmee gemoeide kosten. Verkiezingen Bij het volbrengen van alle normale zittingstermijnen wordt er in 2016 geen verkiezing georganiseerd. Algemene inkomsten Via dit (administratieve) product worden de mutaties in het middelenkader verwerkt, zoals toekomstige loon- en prijsstijgingen en spaarprogramma’s ten behoeve van het weerstandsvermogen. Algemene uitkering De baten bij de Algemene uitkering dalen door een lagere uitkering uit het gemeentefonds als gevolg van de oplopende korting op de middelen van het sociale domein. In deze begroting zijn de resultaten uit de septembercirculaire 2015 verwerkt. Zie verder de toelichting in hoofdstuk financieel middelenkader.
blz. 130 (van 145)
Algemene belastingen De lasten dalen als gevolg van dalende kosten bij het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. Zie toelichting in de paragraaf lokale heffingen. Rente & Treasury Zie toelichting in de financieringsparagraaf. Het saldo op het product daalt als gevolg van enerzijds lagere rentelasten maar ook lagere renteopbrengsten. Deze laatste dalen door de verlaging van de omslagrente naar 4,25% in 2016 en 4% vanaf 2017. Regionale samenwerking De mutatie in 2016 betreft de gemeentebrede verwerking van de begroting van de Regio en de Euregio in de verschillende producten en programma's van de gemeente Enschede. Klachtencommissariaat Dit betreft de begrote kosten in lijn met het raadsbesluit om een deskundige en onafhankelijke klachtencommissaris in Enschede te benoemen. Sportaccommodaties Het budget voor sportaccommodaties daalt in de komende jaren door een ingeboekte taakstelling. Door de concentratie van Vastgoed zijn alle budgettaire middelen voor de exploitatie van wijkcentra overgeheveld vanuit dit product naar het product Vastgoed. Dat zorgt voor een aanvullende verlaging van de middelen op dit product. Onderwijshuisvesting De kosten voor onderwijshuisvesting bestaan voor het grootste gedeelte uit kapitaallasten. Ieder jaar worden de feitelijke kapitaallasten begroot en gedekt uit de exploitatie en uit een onttrekking aan de egalisatiereserve (egaliseren van wisselend investeringsniveau per jaar). Met het doorvoeren van de motie van Haersma-Buma (overheveling van gemeentelijke middelen aan het onderwijsveld) en de overheveling van gemeentelijke middelen voor buitenonderhoud aan de scholen (primair onderwijs) is het budget voor onderwijshuisvesting gedaald met ruim 4 miljoen euro. Vastgoed Het product Vastgoedbedrijf is een zogenoemd "gesloten systeem", dat betekent dat het saldo van de baten en de lasten wordt verrekend met de vastgoedreserve. In 2016 komt daarmee 4,8 miljoen euro ten laste van de vastgoedreserve. De belangrijkste mutaties tussen 2015 en 2016 zijn de effecten van de concentratie van het vastgoed bij VBE en een verlaging van de rentelasten door aanpassing van de omslagrente van 4,5% naar 4,25% en minder nieuwe investeringen. Interne dienstverlening Interne dienstverlening omvat alle gemeentelijke geconcentreerde taken voor bedrijfsvoering (onder meer IT, P&O, financiën etc.). De belangrijkste mutaties op dit product in de komende jaren zijn: • • •
Taakstelling gekoppeld aan de vorming van IBO in 2017 (0,5 miljoen euro), alternatieve planvorming wordt uitgewerkt in relatie tot de actuele status van IBO. Een mutatie als gevolg van gewijzigde middelen voor flankerend beleid in 2016 2,0 miljoen euro, in 2017 3,0 miljoen euro, vanaf 2018 0 euro. De intensiveringsmiddelen voor communicatie welke in 2018 vervallen (0,5 miljoen euro).
blz. 131 (van 145)
In de begroting is op dit product rekening gehouden met een onttrekking aan reserves van 7,7 miljoen euro en een dotatie aan reserves van 4,8 miljoen. De dotatie betreft voornamelijk: • • •
0,3 miljoen euro dotatie aan de reserve leegstand om de gevolgen van leegstand in de gemeentelijke panden binnen Huisvesting en Services op te vangen. 0,6 miljoen euro dotatie aan de reserve werkplekinrichting die is bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen en dient ter dekking van kapitaallasten. 3,9 miljoen euro dotatie aan de ICT-reserves die zijn bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen en dient ter dekking van kapitaallasten.
De onttrekking aan de reserves betreft voornamelijk: • • • •
2 miljoen uit reserves weerstandsvermogen/flankerend beleid voor budget flankerend beleid personeel en ICT, beide 1 miljoen euro. 4,3 miljoen uit ICT-reserves ter dekking van kapitaallasten. 0,8 miljoen euro uit de reserve leegstand om de gevolgen van leegstand op te vangen. 0,6 miljoen euro uit de reserve werkplekinrichting ter dekking van kapitaallasten.
Regionale Dienstverlening Het product regionale dienstverlening omvat alle dienstverlening voor derden. Het gaat onder meer om de dienstverlening voor Losser, huurders in de servicecentra, Dimpact en het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. Hierdoor kunnen we onze vaste kosten verdelen over een grotere omvang waardoor we de kosten voor de gemeentelijke organisatie (interne dienstverlening) zo laag mogelijk houden. In de periode 2016-2019 verwachten we een verdere daling van de omzet uit verhuur van gebouwen door het vertrek van huurders uit onze servicecentra en het werkplein. Tegenover de daling staat een toename van de omzet (218.000 euro) voor de hosting van Dimpact door het IT-bedrijf voor de periode 2016-2018. Oorzaak is de toename van het aantal gemeenten dat is aangesloten bij Dimpact. De toename van leegstand in de servicecentra leidt tot taakstellingen op de vaste kosten voor de interne dienstverlening. In de begroting is een dotatie van ruim 0,2 miljoen euro opgenomen aan reserves. Dit betreft een dotatie aan de reserves werkplekinrichting en ICT voor Losser die zijn bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen en dienen ter dekking van kapitaallasten.
6.5. Staat van vervangingsinvesteringen Met deze begroting wordt de raad gevraagd in te stemmen met onderstaande vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2016. Voor deze investeringen is dekking beschikbaar in de kapitaallastenbudgetten van de programma's. Een meerjarig overzicht van alle investeringen is opgenomen in hoofdstuk 5.3 (onderdeel Investeringen). Pogramma
Omschrijving
Versterken economie
Investeringsfonds DCW
blz. 132 (van 145)
Kredietbedrag (in euro's) 160.000
Duurzame leefomgeving
Openbare verlichting Riolering
7.722.000
Beheer wegen
2.175.000
Investeringen onderhoud Enschede
Dienstverlening en financieel beleid
746.000
VBE: Raamkrediet
588.000
1.000.000
VBE: Wettelijke en duurzame investeringen
480.000
H&S: Raamkrediet
100.000
H&S: Werkplekinrichting
430.000
IT-bedrijf: Investeringen met 0-jaars afschrijving
2.377.000
IT-bedrijf: Investeringen met 3-jaars afschrijving
1.003.000
IT-bedrijf: Investeringen met 5-jaars afschrijving
1.452.000
PDV: Klantgericht- en afsprakensysteem
75.000
PDV: Cashautomaat
25.000
Onderwijshuisvesting
203.000
Sport
1.680.000
Totaal
20.216.000
6.6. Ruimtelijke projecten Bij de behandeling van de raadsenquête "Grip op grond" in 2012 is gevraagd om een integraal overzicht op te stellen van de financiële positie van risico's van ruimtelijke projecten van binnen en buiten het grondbedrijf. Dit zijn MPG-, MSI-, mobiliteits- en vastgoedprojecten. Met het opnemen van onderstaande bijlage (bij zowel de programmabegroting als bij de jaarrekening) geven we invulling aan het verzoek van de raad. A. Overzicht MPG-projecten Zie de gemeenterekening 2014 voor de meest actuele weergave van de MPG-projecten. B. Overzicht MSI en mobiliteitsprojecten In de gemeenterekening 2014 is gerapporteerd over de MSI en mobiliteitsprojecten. Een geactualiseerd beeld is opgenomen in onderstaande tabel. De projecten onder hoofdverkeersinfrastructuur en beleid vormen de mobiliteitsprojecten. De overige projecten zijn de MSI-projecten.
blz. 133 (van 145)
Hoofdproduct
Project
Begroting Lasten
Begroting Baten
Realisatie Lasten 2015
Realisatie Baten 2015
Locatie ontwikkeling
Stadsweide Kennishuis (16063)
100
-100
80
-100
Stadsweide Koningsplein (14234)
2.890
-2.890
2.344
-3.293
Stadsweide Koningsplein (17084)
6.650
-6.650
3.725
-1.629
Stadsweide Mooienhof (16062)
480
-480
714
-714
Stadsweide Mooienhof (16732)
1.075
-1.075
658
-658
Stadsweide Westerlijke uitrit (16062)
1.600
-1.600
101
-101
Stadsweide van Galenstr (16075)
1.600
-1.600
143
-1
Wesselerbrink Noord (15139)
3.691
-3.691
3.717
-3.833
18.086
-18.086
11.482
-10.329
Duurzame verkeersmaatregelen
5.449
-5.449
4.331
-4.449
Fiets
2.842
-1.007
890
-403
Fietsenstalling de Graaf expl (15005)
3.062
-3.062
2.478
-2.261
Fietsenstalling en oversteek NZ station E'de (1500008452)
1.212
-1.212
49
-226
HOV
2.464
-2.464
450
-272
11.579
-9.134
8.414
-7.317
Incentive Zone (15005)
2.888
-2.888
3.104
-3.440
Mobiliteitsplan 2015 (1400317826)
3.008
-3.008
565
-464
290
-290
175
-163
Studies
2.268
-2.268
1.861
-1.486
Vereffeningsreserve (11943)
1.539
-1.188
236
-389
Verkeersprojecten overig
2.210
-2.210
1.906
-1.933
915
-915
510
-467
Hoofdverkeersinfrastructuur en beleid - Totaal
39.726
-35.094
24.969
-23.270
Projecten Economische ontwikkeling
Havengebied
25.182
-25.182
19.280
-14.491
Kennispark
17.590
-17.590
16.435
-16.029
42.772
-42.772
35.716
-30.520
100.584
-95.953
72.166
-64.119
Locatie ontwikkeling - Totaal Hoofdverkeersinfrastructuur en beleid
Hoofdwegenstructuur
Openbaar Vervoer
Verkeersveiligheid
Projecten Economische ontwikkeling - Totaal Geheel - Totaal
Risico's MSI-projecten
blz. 134 (van 145)
De risico's van MSI-projecten worden grotendeels opgevangen binnen het project. Hiervoor wordt per project risicomanagement gevoerd. De risico’s van de MSI-projecten maken ook deel uit van het gemeentelijk weerstandsvermogen. Risico's Mobiliteitsprojecten De risico’s bij mobiliteitsprojecten worden per project door de projectleider gemonitord. Dit geldt vooral voor de grotere projecten (> 100.000 euro per project). De overige projecten worden in totaliteit beoordeeld. De risico’s zijn beperkt door strikte sturing op kosten en opbrengsten. Indien sprake is van afwijkende kosten/opbrengsten (ten opzichte van het door de raad gevoteerde krediet, dan wordt dit verrekend met een vereffeningsrekening conform het raadsbesluit van 30 januari 2006).
6.7. Subsidies Omschrijving
Programma
Bedragen * 1000 euro
Rekening 2014
Begroting Begroting 2015 2016
FCE
VE
0
6
6
Gemeente Almelo
VE
413
413
416
Gemeente Dinkelland
VE
46
46
46
Gemeente Haaksbergen
VE
44
44
45
Gemeente Hengelo
VE
208
208
210
Gemeente Losser
VE
43
43
43
Gemeente Oldenzaal
VE
60
60
60
GGD Regio Twente
VE
77
0
0
KOE Katholiek Onderwijs Enschede st
VE
380
0
0
Ondernemersfonds
VE
140
150
150
Openbare Bibliotheek Enschede
VE
25
0
0
Verzamel-subsidie: Actieve school in de buurt
VE
127
0
0
Verzamel-subsidie: Bestuursafspraken VVE 2012-2015
VE
2.219
1.199
1.200
Verzamel-subsidie: Dec Uitk versterken Peuterspeelzaal
VE
0
274
274
Verzamel-subsidie: Internationaal Onderwijs Twente
VE
220
0
0
Verzamel-subsidie: Jongerenparticipatie
VE
0
93
94
Verzamel-subsidie: OCW Integr uitk combinatiefuncties
VE
530
599
604
Verzamel-subsidie: Onderwijsachterstandenbeleid
VE
2.581
2.500
2.500
Verzamel-subsidie: Peuterspeelzaalwerk algemeen
VE
561
916
1.300
Volksuniversiteit Enschede stichting
VE
0
24
0
Wijkwelzijn Enschede Alifa
VE
98
50
0
7.771
6.624
6.949
Totaal Versterken economie Academica Musica
DL
0
20
0
AKI Akademie Beeldende Kunst & Vormg
DL
25
25
25
Architectuurcentrum Twente
DL
35
36
36
Artist in Residence
DL
20
30
30
Atak
DL
1.759
1.776
1.786
Circusfestival
DL
0
10
10
Concordia Kunst & Cultuur
DL
1.297
1.254
1.059
Cultuurcoach
DL
0
68
68
blz. 135 (van 145)
Dynamo Expo
DL
7
7
8
Enschedese Carnavalsraad
DL
4
4
4
Enschedese Dansvereniging, st (SED)
DL
8
14
14
Erve 't Wooldrik
DL
0
61
61
EZB Enschedese Zangersbond
DL
68
69
69
FEDS Enschedese Drum- en Showbands
DL
47
47
48
FEM Enschedese Muziekvereniging
DL
94
97
98
Festival Boost
DL
0
13
13
Fotogalerie Objektief
DL
16
16
16
Groene/Blauwe diensten
DL
0
70
70
Internationale Evenementen
DL
200
206
207
Jazz, stichting
DL
21
21
21
Jeugdorkest Nederland
DL
5
5
5
Kaliber Kunstenschool
DL
2.190
2.199
2.204
Kinderboerderij Noord
DL
0
93
94
Koninginnedag Lonneker
DL
1
1
1
Kunst in het Volkspark
DL
20
21
21
Kunstbende Overijssel
DL
2
2
2
Literaire Manifestaties Enschede
DL
4
10
10
Lonneker Kunstroute
DL
4
4
4
Marathon Enschede, stichting
DL
80
82
83
Melita, Stichting
DL
3
0
0
Military Boekelo
DL
90
58
58
Nationale Reisopera
DL
240
240
241
Openbare Bibliotheek Enschede
DL
3.527
3.347
3.259
Oranjecomite Boekelo
DL
1
1
1
Oranjedagen
DL
25
30
30
Oranjevereniging
DL
0
2
2
Orkest van het Oosten
DL
74
74
74
Planet Art, Stichting
DL
70
72
72
Popronde
DL
0
7
7
Prinses Christina Concours
DL
8
8
8
Singelloop
DL
0
10
10
Sint Nicolaas Comité
DL
6
6
6
Sonnevanck, Jeugdtheater
DL
35
35
35
St. Herdenking gevallenen ZO Azie 41
DL
3
3
3
Stadsdichter
DL
3
0
0
Step Enschede promotie
DL
1.029
1.630
1.640
Stichting Kunst op Straat/Buitenkans
DL
12
20
20
Stichting Piano Competition
DL
6
7
7
Stichting Stawel
DL
0
48
49
Stichting Tetem Medialab
DL
115
116
116
Tetem - vrije ruimte
DL
172
91
91
blz. 136 (van 145)
Tetem DIGIT
DL
0
84
84
Twents Gitaar Festival
DL
4
10
10
Twentse Schouwburg nv
DL
5.059
5.199
5.230
Twentse Welle
DL
2.047
2.060
2.068
Valerius Ensemble
DL
0
10
10
Verzamel-subsidie: AD Evenementen Citymarketing
DL
40
0
0
Verzamel-subsidie: AD Evenementen programma
DL
64
302
306
Verzamel-subsidie: AD Studentenzaken
DL
28
41
41
Verzamel-subsidie: Amateur kunstbeoef: Huur/subsidie
DL
10
10
10
Verzamel-subsidie: Amateur kunstbeoef: Open dag
DL
0
11
11
Verzamel-subsidie: Amateur kunstbeoef: Operetteverenig.
DL
13
13
13
Verzamel-subsidie: Amateur kunstbeoef: Overige verenig
DL
13
14
15
Verzamel-subsidie: Amateur kunstbeoef: Stimulering
DL
42
34
34
Verzamel-subsidie: Amateur kunstbeoef: Toneelverenig.
DL
6
7
7
Verzamel-subsidie: Beeldende kunst verord presentaties
DL
47
50
51
Verzamel-subsidie: Brandweer & Veiligheidsregio Twente
DL
200
200
100
Verzamel-subsidie: Carillon subsidies
DL
0
0
0
Verzamel-subsidie: Culturele activiteiten
DL
53
50
51
Verzamel-subsidie: Cultuureducatie primair onderwijs
DL
44
0
0
Vestzaktheater
DL
57
58
58
Villa de Bank
DL
37
41
42
Volksfeest Glanerbrug
DL
0
1
1
19.090
20.259
19.938
Totaal Duurzame leefomgeving 55+, stichting
MO
35
32
0
ANBO Enschede
MO
8
9
9
ANBO Glanerbrug
MO
1
0
0
ANGO Alg. Nederl. Gehandicapten Org.
MO
12
12
12
Artikel 1 Overijssel(vh AntDiscBur)
MO
47
48
48
B.E. Blauwe Vogels
MO
0
1
1
Carint Reggeland Groep
MO
82
85
0
Coordinatiecentrum Mensenhandel
MO
80
0
0
De Blauwe Reigers
MO
0
1
1
De Nieuwe Organisatie (DNO)
MO
0
425
0
Dierenopvang Centrum Enschede
MO
283
287
288
Erve 't Wooldrik
MO
57
0
0
Fonds Bijzondere Noden Enschede, st.
MO
84
164
164
Gemeente Borne
MO
4
0
0
Gemeente Haaksbergen
MO
5
0
0
Gemeente Hof van Twente
MO
7
0
0
Gemeente Losser
MO
5
0
0
Gemeente Oldenzaal
MO
6
0
0
GGD Regio Twente
MO
503
438
393
Halt Twente Stichting
MO
49
51
51
blz. 137 (van 145)
Humanitas Onder Dak Twente, st.
MO
2.602
3.659
138
Informele Zorg Twente
MO
253
206
0
IVN Ver natuur en milieueducatie
MO
2
2
2
Ixta Noa
MO
0
109
0
J.P. van den Bent Stichting
MO
0
655
0
Jarabee, jeugdzorg in Twente, st.
MO
638
599
322
Kadera Stichting (vh Vrouwenopvang)
MO
2.112
2.202
0
KBO Enschede, Kath. Bond v. Ouderen
MO
4
4
4
KBO Glanerbrug, Kath. Bond v Ouderen
MO
4
0
0
Kinderboerderij Noord
MO
88
0
0
Kledingbank
MO
20
20
0
Leger des Heils, Centr Maat. Opvang
MO
1.725
5.294
326
Livio
MO
271
1.180
173
LOGE Lokaal Overleg Gehandicape E'de
MO
3
3
3
Maatsch. Werk NW Twente, stichting
MO
401
0
0
Mediant GGZ
MO
638
1.061
417
MEE Twente
MO
8
8
8
Ned Hindoe Ouderenbond
MO
4
4
4
NIVON Enschede
MO
4
4
4
NV Enschedese zwembaden
MO
1.395
1.009
1.013
Open Ouderenwerk Boekelo
MO
3
0
0
PCOB Protestants Christ. Ouder. Bond
MO
2
3
3
POOB Plaatselijk Overleg Ouderenbond
MO
2
0
0
Present Enschede
MO
15
15
15
Reclassering Nederland
MO
246
248
0
Resto van harte
MO
13
13
13
Rode Kruis Enschede
MO
4
5
5
SES Stichting Enschedese Speeltuinen
MO
598
606
607
SIVE St. Intern. Vrouwencentrum E'de
MO
47
47
47
SKE Stichting Kinderopvang Enschede
MO
57
58
0
Slachtofferhulp Nederl. Regio Twente
MO
38
39
39
Slamat Datang
MO
4
7
7
SMD Enschede-Haaksbergen
MO
4.015
7.586
7.606
Stichting Aveleijn
MO
0
1.264
0
Stichting Boerderij de Viermarken
MO
57
76
76
Stichting Helmgras
MO
7
18
10
Stichting Leendert Vriel
MO
10
15
15
Stichting Leergeld
MO
550
550
552
Stichting RIBW Twente
MO
129
12.503
81
Stichting VVVS
MO
0
49
0
Surplus projecten
MO
315
671
0
Tactus instelling verslavingszorg
MO
4.625
7.600
589
Telefonische Hulp & Dienstverl. O.NL
MO
4
4
4
blz. 138 (van 145)
Vereniging Humanitas District Oost
MO
534
727
656
Vereniging Woon
MO
10
58
0
Verzamel-subsidie: Activering HG:: Algemeen
MO
21
0
0
Verzamel-subsidie: Armoedepact NadK
MO
2
22
22
Verzamel-subsidie: BW extramurale verzilvering subsidie
MO
0
0
353
Verzamel-subsidie: BW Sectorvreemden subsidie
MO
0
0
4.321
Verzamel-subsidie: BW ZIN dagbesteding subsidie
MO
0
0
1.359
Verzamel-subsidie: BW ZIN wonen subsidie
MO
0
0
18.482
Verzamel-subsidie: CJG onderdeel WMO was 6500842
MO
0
0
0
Verzamel-subsidie: Emancipatie allochtone vrouwen
MO
50
0
0
Verzamel-subsidie: Flexibel budget burgerkracht
MO
0
0
621
Verzamel-subsidie: Informele Zorg Algemeen
MO
7
0
0
Verzamel-subsidie: Informele zorg algemeen was 6501208
MO
0
53
62
Verzamel-subsidie: Integr uitk homo emacipatiebeleid
MO
13
0
0
Verzamel-subsidie: Integratie:welzijnswerk migranten
MO
37
0
0
Verzamel-subsidie: MO ambulante begel. alg. was 6501051
MO
0
16
16
Verzamel-subsidie: MO dagbesteding algemeen was 6501072
MO
0
7
1.693
Verzamel-subsidie: MO inloopvoorziening alg.was 6501067
MO
0
21
2.068
Verzamel-subsidie: MO opvangvoorzieningen was6501062
MO
0
30
4.087
Verzamel-subsidie: MO preventie algemeen was 6501043
MO
0
4
333
Verzamel-subsidie: MO verhoging middelen AWBZ
MO
0
900
957
Verzamel-subsidie: MO zorg (toeleiding) alg.was 6501054
MO
0
16
1.377
Verzamel-subsidie: Pilot Code Rood huiselijk geweld
MO
7
0
0
Verzamel-subsidie: Plaatselijke ouderenorg. was 6500252
MO
0
1
6
Verzamel-subsidie: Project Thuisadministratie
MO
0
39
39
Verzamel-subsidie: Schoolkostenregeling NadK
MO
0
40
40
Verzamel-subsidie: Sociaal Domein WMO Beschermd wonen
MO
0
1.431
2.132
Verzamel-subsidie: Sport-algemeen:subs. sportvereniging
MO
690
899
906
Verzamel-subsidie: VO verhoging middelen AWBZ
MO
0
0
168
Verzamel-subsidie: VO/HG activering algem.was 6501207
MO
0
0
73
Verzamel-subsidie: VO/HG ambulante beg.alg. was 6501189
MO
0
0
105
Verzamel-subsidie: VO/HG preventie algemeen was 6501184
MO
0
0
532
Verzamel-subsidie: VO/HG vrouwenopvang alg. was 6501204
MO
0
88
1.793
Verzamel-subsidie: VO/HG zorg(toeleid.) alg was 6501196
MO
0
0
724
Verzamel-subsidie: Vrijwilligers jeugdwer was 6500268
MO
0
52
52
Verzamel-subsidie: Vrijwilligers jeugdwerk subsidies
MO
43
0
0
Verzamel-subsidie: WMO Begel inloopvoorziening GGZ
MO
0
62
580
Verzamel-subsidie: Wonen zorg wel pr ontmoeting sociaal
MO
76
0
0
Verzamel-subsidie: Wonen zorg wel toeg wijk voorfysiek
MO
330
0
0
Voedselbank Enschede
MO
37
37
38
Volksuniversiteit Enschede stichting
MO
370
374
322
Weekendschool
MO
15
15
15
Wijkwelzijn Enschede Alifa
MO
4.854
4.594
3.861
blz. 139 (van 145)
Zorgbelang Overijssel
MO
5
5
5
Zorgcentrum De Posten
MO
68
69
69
Zorggroep Manna
MO
208
211
211
Totaal Maatschappelijke ondersteuning
29.556
58.721
61.128
Stedelijk Lyceum
DFB
800
0
0
Verzamel-subsidie: Interne dienstverlening
DFB
0
140
140
800
140
140
57.217
85.745
88.155
Totaal Dienstverlening en financieel beleid Totaal
Een aantal subsidies zijn programmaoverstijgend. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel. Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
GGD Regio Twente
580
438
393
Jarabee, jeugdzorg in Twente, st.
638
599
322
Mediant GGZ
638
1.061
417
Openbare Bibliotheek Enschede
3.552
3.347
3.259
Wijkwelzijn Enschede Alifa
4.952
4.644
3.861
SMD Enschede-Haaksbergen
4.015
7.586
7.606
Tactus instelling verslavingszorg
4.625
7.600
589
Volksuniversiteit Enschede stichting
370
397
322
SES Stichting Enschedese Speeltuinen
598
606
607
19.967
26.280
17.375
Omschrijving
Bedragen * 1000 euro
Programmaoverstijgende subsidies
Totaal
Toelichting Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste subsidies per programma. Voor het onderwijsachterstandenbeleid wordt de Rijkssubsidie ook in 2016 voortgezet. De subsidies Jeugdparticipatie, Bestuursafspraken VVE/onderdeel Ouderbetrokkenheid, Actieve school in de buurt, Peuterspeelzaalwerk, Onderwijskundige ontwikkelingen/onderdeel Onderwijsbegeleiding en Natuureducatie/onderdeel Duurzaamheidseducatie maken onderdeel uit van de Lokaal Educatieve Agenda (LEA). De Lokaal Educatieve Agenda is gestart in het schooljaar 2015-2016 en loopt tot en met schooljaar 2018-2019. Op de subsidie van de Volksuniversiteit Enschede (VUE) is een bezuiniging opgenomen. Het te bezuinigen bedrag is vastgesteld op structureel 200.000 euro. De raad besloot op 8 juni 2015 de bezuiniging de eerste twee jaren gefaseerd in te vullen. Dat wil zeggen dat de subsidie in 2016 met 50.000 euro wordt teruggebracht, in 2017 met 125.000 euro en vanaf 2018 structureel met 200.000 euro. Er is voor 2016 een flexibel subsidiebudget Burgerkracht gecreëerd van 0,6 miljoen euro door de structurele subsidie(garantie) van Alifa te verlagen. De middelen Beschermd wonen (totaal 36 miljoen euro), Maatschappelijke Opvang (totaal 9,5 miljoen euro) en Vrouwenopvang (totaal 3,5 miljoen euro) ontvangt Enschede van het Rijk als
blz. 140 (van 145)
zijnde centrumgemeente. Inzet van de middelen vindt plaats in overleg met de regiogemeenten. De middelen worden voor een groot deel ingezet via subsidies. Deze subsidies voor Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang zijn in 2016 onder de diverse "verzamelsubsidies" opgenomen. Na ontvangst van de subsidieaanvragen volgt er een toekenning. Verzamelsubsidies Beschermd Wonen betreffen onder meer: Stichting Aveleijn, Carint Reggeland Groep, Leger des Heils, Stichting RIBW en Tactus. Verzamelsubsidies Maatschappelijke Opvang betreffen onder meer: Humanitas onder Dak Twente, Jarabee, Leger des Heils, Mediant, Surplus en Tactus. Verzamelsubsidies Vrouwenopvang/Huiselijk geweld betreffen onder meer: Carint Reggeland Groep, Stichting Kadera, Stichting Maatschappelijk Werk NW Twente, Reclassering Nederland en Mediant.
6.8. Meerjaren Prognose Parkeerbeheer (MPP) Aanleiding Jaarlijks valt de doorkijk van de Meerjaren Prognose Parkeerbeheer (MPP) samen met de totstandkoming van de programmabegroting. De parkeertarieven 2016 worden voor 1 januari 2016 vastgesteld. Verwachtingen van het Parkeerbeheer in 2016 en verder Vanaf 2016 zijn in het product Parkeerbeheer, naast de bestaande exploitatieresultaten, ook de exploitatieresultaten meegenomen uit de uitbreiding van de H.J. van Heekgarage voor het Medisch Spectrum Twente (MST). 1. Meerjaren Prognose Parkeren 2016 en verder In de Meerjaren Prognose Parkeerbeheer (MPP) 2016 en verder, wordt rekening gehouden met een positief exploitatieresultaat over 2016 van 1.062.000 euro (exclusief uitgaven voor de parkeervisie). Dit bedrag is 634.000 euro hoger dan de meerjarenprognose welke bij de programmabegroting 2015 – 2018 is vastgesteld. De oorzaken hiervan zijn; Verlaging van de lasten van per saldo 50.000 euro. Het betreft een verlaging van de lasten voor elektra van 60.000 euro, lagere dotatie aan de onderhoudsvoorziening van 44.500 euro en lagere toerekening van kosten voor interne organisatie van 22.500 euro. Naast verlaging is er een hoger budget opgenomen voor kapitaallasten van 77.000 euro, dit ter dekking van de lasten voor de vervanging van de parkeerinstallaties. Verhoging van de baten van per saldo 380.000 euro. Op basis van de opbrengstresultaten in 2015 wordt in het MPP 2016 niet meer uitgegaan van een krimp van parkeeruren van 1% in 2016 en 2017, maar van een eenmalige groei in 2016 van 5%.Voor kort parkeren wordt een hogere opbrengst ingeschat van 570.000 euro per jaar. Naast een hogere opbrengst voor kort parkeren wordt rekening gehouden met lagere opbrengsten vanuit abonnementen/vergunningen van 110.000 euro en opbrengsten vanuit samenwerking met partners van 80.000 euro. 1a. Parkeervisie In 2013 heeft de gemeenteraad de parkeervisie vastgesteld. Structureel wordt voor de parkeervisie 111.000 euro budget in het MPP opgenomen en ten laste van het resultaat gebracht. In de najaarsnota 2013 is vervolgens besloten alleen de maatregelen uit te voeren die geen investeringskosten en/of budgetneutraal zijn uit te voeren.
blz. 141 (van 145)
1b. Onderhoudsvoorziening Vanaf het MPP 2016 wordt de dotatie aan de onderhoudsvoorziening verlaagd met 44.500 euro. Op basis van contractuele afspraken kan een deel van de onderhoudskosten in rekening worden gebracht bij partners. 1c. Terugverdientijd aanloopverliezen Naar huidig inzicht zullen de aanloopverliezen van het Parkeerbedrijf Enschede (PBE) medio 2019 zijn terugverdiend. Ten opzichte van het MPP 2015 laat het MPP 2016 een verbetering zien in de terugverdientijd van anderhalf jaar. Vanaf de programmabegroting 2020-2023 komen er naar verwachting weer middelen beschikbaar om bijvoorbeeld noodzakelijke parkeer- of bereikbaarheidsinvesteringen te doen. Zie onderstaande grafiek voor verloop van de terugverdientijd van de aanloopverliezen:
2. Parkeren bezoekers MST in de H.J. van Heekgarage Vanaf 2016 zijn in het product Parkeerbeheer, naast de bestaande exploitatieresultaten, ook de exploitatieresultaten meegenomen uit de uitbreiding van de H.J. van Heekgarage voor het Medisch Spectrum Twente (MST). Met de opname van deze geactualiseerde cijfers wordt 1,6 miljoen euro aan opbrengst kort parkeren toegevoegd aan het product parkeerbeheer.
6.9. Overzicht indicatoren financiële positie Indicatorgroep Indicator
Voldoende
Neutraal
Onvoldoende
1. Lokale lasten 1.1 Lokale lastendruk
> 5% lagere lastendruk dan gemiddeld.
Gemiddelde lastendruk in Nederland.
> 5% hogere lastendruk dan gemiddeld.
blz. 142 (van 145)
2. Schuldpositie, vreemd vermogen
1.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB
Onbenutte belastingcapaciteit > 0,25% exploitatie voor mutatiesreserves.
1.3 Derving OZB door leegstand
Derving OZB < 1% 1% <= derving OZB-opbrengst niet OZB <= 5% woningen. OZB-opbrengst niet woningen.
Derving OZB > 5% OZB-opbrengst niet woningen..
1.4 Kostendekkendheid leges
Extra ruimte > 1% van exploitatietotaal voor mutaties reserves.
Extra ruimte 0% tot 1% van exploitatietotaal voor mutaties reserves. Zeer gering voor Enschede, namelijk 0,16%.
Geen ruimte in tarieven.
2.1 Schuldratio
< 50%
50% tot 80%
81% in Enschede per eind 2016.
2.2 Netto schuld / exploitatie (netto schuldquote)
76% in Enschede per eind 2016.
90% tot 130%
> 130%
2.3 Netto schuld per inwoner
< 20% lager dan gemiddelde van Nederland per eind 2014.
Rond gemiddelde van Nederland.
> 20% lager dan gemiddelde van Nederland per eind 2014.
2.4 Schuldevolutie
> 15% afname.
9,9% afname in > 15% toename. Enschede van 2014 naar 2016.
2.5 Netto rentelasten / exploitatie
< 1% van totale exploitatie.
2,6% in Enschede in 2014.
> 3% van totale exploitatie.
2.6 Rentereserve
Reserve voldoende om twee jaren schommelingen op te vangen. In Enschede is rentereserve van 1 miljoen euro toegevoegd aan weerstandsvermog en.
Reserve voldoende om 1 jaar schommelingen op te vangen.
Geen rentereserve.
2.7 Omslagrente werkelijke rente
Werkelijke rente < Werkelijke rente omslagrente en nog = omslagrente. niet ingezet in begroting.
Werkelijke rente > omslagrente.
> 1,4
< 1,0
3. 3.1 Ratio Reservepositie, weerstandsvermogen eigen vermogen
blz. 143 (van 145)
Onbenutte belastingcapacit eit bedraagt 0,11% van exploitatietotaal in Enschede.
1,0 tot 1,4
Geen onbenutte belastingdruk beschikbaar.
3.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren
Mogelijkheden om ratio te verbeteren tot > 1,4.
Mogelijkheden om ratio te verbeteren tot 1,0 - 1,4.
Geen verbetermogelijkhed en.
3.3 Aandeel stille reserve in weerstandsvermogen
<25%
25-50%
>50%
4. Leningen, garantstellinge n en waarborgen
4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen
> 95% zekerheden.
90% tot 95% zekerheden (92,1%).
< 90% zekerheden.
5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoeder en
5.1 Toereikendheid onderhoudsbudgetten, incl. vervangingsinvesterin gen
Geen extra budget nodig.
0% <= extra benodigd budget <= 1% exploitatie voor mutatie reserves (lasten).
Extra benodigd budget > 1% exploitatie voor mutaties reserves (lasten).
6. Grondexploitati es
6.1 Afhankelijkheid grondexpl. voor sluitende begroting
Niet afhankelijk van grondexploitaties voor sluitende begroting.
Afhankelijk van grondexploitaties voor sluitende begroting.
6.2 Winstverwachting grondexploitaties
Positieve winstverwachting.
Geen positieve winstverwachting.
6.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's
Reserve grondbedrijf > omvang risico's grondbedrijf.
Reserves grondbedrijf 98% tot 100% risico's grondbedrijf.
Reserve grondbedrijf < 98% risico's grondbedrijf.
6.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie)
Toekomstige baten en lasten/ actuele boekwaarde BIE < 2.
Waarde tussen 2 en 3.
>3
6.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden)
Exploitatielasten zijn structureel afgedekt.
incidenteel afgedekt.
Exploitatielasten zijn niet afgedekt.
7.1 Ombuigingen, taakstellingen
< 1% van begrotingstotaal nog in te vullen.
1% tot 2% begrotingstotaal nog in te vullen.
Nog > 2% begrotingstotaal in te vullen.
7.2 Verhouding Structureel / Incidenteel
> 98% structurele 96% tot 98% lasten afgedekt met structurele structurele baten. lasten afgedekt met structurele baten.
7. Financieel evenwicht
7.3 Meerjarig sluitende Alle jaren sluitend. begroting
6.10. Aangenomen amendementen en moties Volgt na behandeling in de raad op 9 november 2015.
blz. 144 (van 145)
1e of 4e jaar sluitend.
< 96% structurele lasten afgedekt met structurele baten.
1e of 4e jaar niet sluitend, preventief toezicht.
Klik hier om de begroting in PDF te openen.
blz. 145 (van 145)