Programmabegroting 2015-2018
Gemeente Enschede
Inhoudsopgave 1. Duurzaam, Samen, Sterker ............................................................................................................... 3 2. Financieel middelenkader ............................................................................................................... 10 2.1. Actualisering van het middelenkader ............................................................................................. 10 2.2. Structurele bezuinigingen ............................................................................................................... 14 2.3. Incidentele bezuinigingen ............................................................................................................... 23 2.4. Gevolgen van de Miljoenennota en septembercirculaire ............................................................... 26 3. Programma's .................................................................................................................................... 27 3.1 Maatschappelijke ondersteuning ..................................................................................................... 28 3.2 Versterken economie ....................................................................................................................... 37 3.3 Duurzame leefomgeving .................................................................................................................. 47 3.4 Dienstverlening en financieel beleid ................................................................................................ 61 3.5 Stoppen met beleid .......................................................................................................................... 70 4. Paragrafen ........................................................................................................................................ 73 4.1. Lokale heffingen ............................................................................................................................. 73 4.2. Weerstandvermogen en risicobeheersing ...................................................................................... 78 4.3. Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................................................... 87 4.4. Treasury.......................................................................................................................................... 95 4.5. Bedrijfsvoering ................................................................................................................................ 98 4.6. Verbonden partijen ....................................................................................................................... 100 4.7. Grondbeleid .................................................................................................................................. 126 4.8. Doelmatigheid en doeltreffendheid ............................................................................................... 130 5. Financiële begroting ..................................................................................................................... 132 5.1. Grondslagen ................................................................................................................................. 132 5.2. Overzicht baten en lasten ............................................................................................................. 132 5.3. Uiteenzetting financiële positie ..................................................................................................... 134 6. Bijlagen ........................................................................................................................................... 139 6.1. Incidentele baten en lasten........................................................................................................... 139 6.2. Staat van reserves ........................................................................................................................ 140 6.3. Staat van voorzieningen ............................................................................................................... 146 6.4. Wat mag het kosten? .................................................................................................................... 148 6.5. Staat van vervangingsinvesteringen ............................................................................................ 163 6.6. Overzicht kredieten/onderhanden werk ........................................................................................ 164 6.7. Subsidies ...................................................................................................................................... 165 6.8. Meerjaren Prognose Parkeerbeheer (MPP) ................................................................................. 170 6.9. Ruimtelijke projecten .................................................................................................................... 172 6.10. Aangenomen amendementen en moties ................................................................................... 185
blz. 2 (van 185)
1. Duurzaam, Samen, Sterker Duurzaam, Samen, Sterker De komende periode heeft het college van Enschede één belangrijke missie: het vergroten van de economische kracht van Enschede. Hierdoor wordt de inkomenspositie van onze inwoners beter en worden zij minder afhankelijk van de overheid. We gaan aan de slag met Enschede, zonder aanspraak te maken op tegoeden van toekomstige generaties. Of dat nou over geld, energie of iets anders gaat. Dat doen we samen met de stad en haar dorpen, om te zorgen dat we Enschede versterken. We gaan daarbij uit van eigen verantwoordelijkheid, samenwerking en transparantie. Deze begroting geeft richting, wil inspireren en de basis vormen voor het gesprek met bewoners en partners. In alles wat we doen zijn voor ons een vijftal uitgangspunten leidend. Deze beschrijven wij hieronder. In alle hoofdstukken van deze begroting zijn deze uitgangspunten terug te vinden in onze doelen en ons beleid. Uitgangspunten Om Enschede ook voor de toekomst een aantrekkelijke plaats te maken en te houden, moeten we in de komende periode belangrijke keuzes maken. Zowel financieel als inhoudelijk. Deze keuzes zullen niet altijd makkelijk zijn, maar helpen ons wel om Enschede ‘duurzaam, samen, sterker’ te maken. We hanteren daarbij de volgende uitgangspunten: 1. Eigen verantwoordelijkheid is leidend: Iedereen wil graag zelf over zijn leven beslissen en op eigen kracht meedoen in de maatschappij. Daar hoort bij: werk of zinvolle dagbesteding. Wij hebben vertrouwen in de kracht van de samenleving, van mensen en het talent om eigen kracht te benutten. Soms met hulp van familie, vrienden en buren. Wanneer het nodig is, met (tijdelijke) hulp van de gemeente. We gaan daarbij uit van hulp op maat. 2. We doen het samen: iedereen weet zelf het beste wat nodig is voor een prettig leven en een prettige leefomgeving. Dit vraagt om maatwerk. Daarom gaan we het stadsdeelgewijs werken nog belangrijker maken. Dat hebben we afgelopen zomer gedaan via stadsdeelgesprekken en de Partnerconferentie. Die manier van contacten leggen en onderhouden gaan we in de komende vier jaar meer gebruiken. In die gesprekken zijn we realistisch over wat wel en niet kan, en wat onze plannen zijn. 3. We gaan voor een toekomstbestendig Enschede: We vinden het belangrijk dat we onze eigen rekeningen betalen. We doen dus geen dingen waar geen geld voor is. Zo voorkomen we dat we later moeten betalen aan het verleden in plaats van dat we investeren in de toekomst. Dat er minder geld is om uit te geven, heeft tot gevolg dat niet alles meer kan. We willen de financiële situatie verbeteren en zorgen dat de gemeente alle financiële risico’s weer op kan vangen. We zorgen voor een veranderbudget, waarmee we de veranderingen die nodig zijn om Enschede toekomstbestendig te maken kunnen financieren. 4. We maken duidelijke keuzes en zijn transparant: We bepalen met welke delen van ons beleid we stoppen. Zo kunnen we ons richten op die onderwerpen die echt aandacht van de gemeente vragen. Bovendien geeft het ruimte aan de stad en haar dorpen voor eigen initiatief en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. We zijn daarbij realistisch en duidelijk over rolverdeling en over wat er van de gemeente verwacht kan worden. 5. We benutten de digitale mogelijkheden: Tegenwoordig kan er steeds meer op het gebied van technologie en het aanbieden en verwerken van informatie. Die mogelijkheden gaan we gebruiken. We gaan onze digitale dienstverlening
blz. 3 (van 185)
verbeteren, verschillende informatiestromen aan elkaar koppelen en beter gebruik maken van data. Daarbij is het bewaken van privacy een absolute randvoorwaarde. Uiteraard moet onze dienstverlening voor iedereen bereikbaar blijven; mensen die niet zelfstandig de digitale weg kunnen vinden, blijven wij helpen. Prioriteiten voor de komende vier jaar Onze uitgangspunten gelden voor alle inhoudelijke thema’s waar de gemeente zich mee bezighoudt. De belangrijkste thema’s zijn hieronder overzichtelijk weergegeven. In dat overzicht staan thema’s genoemd waar we op basis van het coalitieakkoord nog meer op inzetten. Of die we nieuw zijn gestart. We financieren een groot deel van deze trajecten onder andere uit het in het coalitieakkoord benoemde veranderbudget. Het is dus niet volledig, maar is een greep uit de onderwerpen die we in de komende vier jaar nog verder gaan benadrukken.
Toelichting op de kolomkoppen: In voorbereiding: Dit zijn alle onderwerpen die nog niet voor besluitvorming aan het college zijn voorgelegd. In de voorbereidende fase is altijd een rol weggelegd voor de stad. Soms prominent, soms minder. B&W: Onderwerpen die ter besluitvorming aan het college van B&W zijn voorgelegd. Raad: Onderwerpen die ter besluitvorming aan de gemeenteraad zijn voorgelegd.
blz. 4 (van 185)
Uitvoering: Het beleid of de afspraken die over het onderwerp zijn gemaakt met raad en college, worden uitgevoerd. Hierna volgt per thema de toelichting op het onderwerp in de linker kolom. Een zinvolle invulling van het leven is de basis Werk is voor veel mensen het begin van een zinvolle invulling van hun leven. Bovendien blijkt in de praktijk dat een zinvolle invulling van het leven helpt in het voorkomen van ziektes en aanspraak op zorg. Werk heeft een positieve invloed is op het algemene welzijn van mensen. Er liggen kansen over de grens: de kans op werk houdt niet op waar Duitsland begint. Enschede maakt onderdeel uit van Europa: het Duitse achterland maakt nadrukkelijk onderdeel uit van onze strategie om inwoners van Enschede aan het werk te krijgen. We grijpen alle kansen aan om alle Enschedeërs aan het werk te helpen en te houden. Daarbij vinden we het belangrijk dat werken loont en dat uitkeringen tijdelijk zijn. Daarom kijken we kritisch of de prikkels die we nu geven in inkomensondersteuning wel voldoende uitnodigen tot het vinden van werk. In Twente liggen veel kansen op het gebied van economie, het ontwikkelen van nieuwe kennis en de toepassing daarvan. Het kennispark is hier een landelijk voorbeeld van. We gaan op dat succes voortbouwen. Daarom stellen wij alles in het werk om verdere groei van banen te stimuleren. Bijvoorbeeld door het terughalen van bedrijfsactiviteiten uit het buitenland en door het voeren van gerichte acquisitie met internationale bedrijven. Maar ook door onze aandacht te richten op het groeipotentieel van het MKB, de echte banenmotor van onze economie. Zoals door het faciliteren van starten, doorstarten en groeien van ondernemingen, en daarmee de groei van banen. Daarmee zetten we in op groei van banen voor laag opgeleiden en vakmensen. Daarom ligt voor ons ook nadruk op dit soort bedrijven in het oplossen van ons werkgelegenheidsvraagstuk. Het stadsdeel als invalshoek Het stadsdeelgewijs werken is het middel om contact met de inwoners van Enschede te hebben en te houden. De stadsdeelcommissie, -wethouder en –manager spelen hierin een belangrijke rol. In het stadsdeel kan het verschil worden gemaakt voor de straat en buurt. Daarbij staan inwoners en ondernemingen centraal, en niet de gemeente. Het stadsdeelgewijs werken is dé manier waarop we als gemeente in de stad gaan participeren. Dat vraagt van iedereen iets en biedt kansen voor het nemen van initiatief. We zien mogelijkheden om meer ruimte te maken voor bewoners en professionals. Versterken van burgerkracht noemen we dat. We gaan gerichter aansluiten bij wat er leeft in de wijk en de initiatieven die daar zijn. We bouwen de leidende rol van de stadsdelen in de komende jaren steeds verder uit; onder andere via wijkbegrotingen wordt dan duidelijk hoe belastinggeld op wijkniveau wordt verdeeld. We gaan, in specifieke delen van de stad, beheer en onderhoud van groen over laten aan actieve bewoners in de wijk. Decentralisatie: Van ‘vangnet’ naar ‘springplank’ Ook voor de taken die per 1 januari 2015 onderdeel worden van de gemeente, geldt het uitgangspunt van eigen verantwoordelijkheid. Wij zien de taken die op ons af komen en zijn zo goed mogelijk voorbereid. Daarbij leggen we de nadruk op preventie. Het doel is een duurzaam stelsel voor iedereen, waarbij we zoeken naar de balans tussen zelfredzaamheid, samenredzaamheid en professionele ondersteuning. Zo zorgen we dat die terecht komt bij de mensen die dat het hardste nodig hebben. Ook hier is tijdelijke ondersteuning het uitgangspunt, waar mogelijk.
blz. 5 (van 185)
Gerichte stedelijke ontwikkeling Wij hebben de ambitie om de grootstedelijke kwaliteit van Enschede verder te versterken. Maar dat doen we niet meer helemaal zelf. Wij kiezen er met nadruk voor onze energie en ambtelijke capaciteit in te zetten op het Kennispark, (nieuwe invulling van) de luchthaven en de binnenstad. Dat betekent ook dat er in andere delen van onze gemeente minder bemoeienis zal zijn. Bruisende binnenstad Onze binnenstad is het kloppend hart van de stad. Dat gaan we verder versterken. Daarom zetten we in op de evenementen die daar plaatsvinden. Daarnaast is werkgelegenheid in de binnenstad een belangrijk aandachtspunt. Ook de beleefbaarheid van de binnenstad, door de kwaliteit van de openbare ruimte is belangrijk. Daarmee dragen we bij aan een goed investeringsklimaat. Bij dat alles houden we uiteraard de veiligheid goed in het oog. We zetten ons in om een toonaangevend binnenstadsevent naar Enschede te halen, vergelijkbaar met het Glazen Huis in 2012. Daarmee zetten we Enschede nog verder op de kaart en vergroten we de aantrekkelijkheid van de stad. De jeugd heeft de toekomst Onderwijs is één van de belangrijkste manieren om jongeren klaar te stomen om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Dat onderwijs moet dus goed zijn en aansluiten bij de arbeidsmarkt. In de stad is veel kennis over onderwijskunde en technologie. Waardoor we samen met de stad het onderwijs gaan innoveren. Ook voor de jeugd geldt dat er over de grens kansen op werk zijn, daarom is het belangrijk de jongeren hierop voor te bereiden. Daarbij stimuleren we kinderen om kansen te pakken, maar wel de kansen die passen bij het kind. Het is het vak van de onderwijsinstellingen om te weten hoe ze dat het beste aan kunnen pakken. Wij scheppen randvoorwaarden en stimuleren onderwijsinstellingen het beste uit kinderen te halen. Duurzaamheid: de toekomst is nu! Duurzaamheid is meer dan alleen co2-reductie. Het gaat ook om het opwekken van energie, gedrag van mensen, eigen bedrijfsvoering, verantwoord gebruik van grondstoffen en het hergebruik van afval. We pakken het integraal en ambitieus aan. Daarbij leggen we het accent op de gezamenlijke actie en het uitvoeren van de plannen die hiervoor met partners zijn gemaakt. We willen dat er meer woningen verduurzaamd worden. Daarnaast sluiten we een convenant met de partijen in de stad die ons kunnen helpen de stad nog duurzamer te maken. Bijvoorbeeld op het gebied van co2-reductie en waterbeheersing. Onze voorbeeldrol voeren we uit door de manier waarop we onze wettelijke taken, inkoop en bedrijfsvoering organiseren. We zetten steeds meer in op circulaire economie; dat helpt ons in het afvalvraagstuk, maar ook in het behouden van geldstromen binnen de regio. Compacte overheid met focus We dwingen onszelf te focussen. Dat betekent dat we keuzes maken en meer dan eens stoppen met dingen die we al heel lang doen. We zijn er van overtuigd dat de gemeente geen dingen moet doen, die iemand anders beter of efficiënter kan. In onze planning en control cyclus hebben we deze focus al aangebracht.
blz. 6 (van 185)
We schaffen regels af. Daarmee wordt ook de regeldruk voor het bedrijfsleven minder. We vullen onze rol in door te verbinden, verleiden, stimuleren of aan te jagen. In het sociale domein zien wij een blijvende rol voor de gemeente weggelegd. De ambities die wij hebben, voeren we uit binnen de budgetten die daarvoor staan. Er kan niet meer geld uitgegeven worden dan er op de bank staat. Als er geen aantoonbare noodzaak is om gronden en gebouwen in bezit te hebben, stoten wij deze op een verantwoorde manier af. Ook laten we taken uitvoeren door of met anderen, als dat beter kan. Daarbij laten we onze maatschappelijke doelen leidend zijn. Solide financieel beleid De financieel en economische moeilijke tijden en de rijksbezuinigingen hebben geleid tot bezuinigingsmaatregelen zoals opgenomen in deze programmabegroting. Een groot deel van deze bezuinigingen zijn al in de vorige programmabegroting opgenomen. Deze worden nu voor 2015 vastgesteld. De voorgestelde bezuinigingsmaatregelen resulteren in een sluitende programmabegroting 2015-2018. De totale lasten en baten van de gemeente bedragen 685 miljoen euro in 2015. De lasten zijn verdeeld over het programma Maatschappelijke ondersteuning (184 miljoen euro), Versterken economie (205 miljoen euro), Duurzame leefomgeving (163 miljoen euro) en Dienstverlening en financieel beleid (133 miljoen euro). De belangrijkste inkomstenbronnen betreffen de algemene uitkering uit het gemeentefonds (343 miljoen euro) en geoormerkte middelen van vooral de rijksoverheid (116 miljoen euro). De lokale inkomsten (onroerend zaakbelasting en leges, rechten en overige belastingen) bedragen 82 miljoen euro. De overige inkomstenbronnen bedragen samen 144 miljoen euro.
Om de financiële positie van de gemeente te versterken voeren we een actief financieel beleid dat gericht is op het verminderen van de risico’s en schulden. Dit doen we onder andere op de volgende gebieden: Grondbedrijf, Vastgoedbedrijf, Sociaal domein en Verbonden partijen. Verder heeft een verlaging van de omslagrente een positief effect op het Grond- en Vastgoedbedrijf. De schuldpositie willen we verbeteren door het geleidelijk verminderen van de schuld door het voeren van een strakke liquiditeitsplanning, het slim herfinancieren van aflopende leningen en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen.
blz. 7 (van 185)
Een belangrijke indicator voor de financiële positie is de ratio weerstandsvermogen. Een versterking van de positie van het grondbedrijf, het risicoreductieprogramma en het al ingevoerde spaarprogramma leidt tot een ratio van 1,0 in 2015 en van 1,3 in 2018. Het aandeel van de stille reserves neemt in deze periode af. Aan de andere kant kunnen ontwikkelingen op het terrein van de grondverkopen en dalende prijzen van ons vastgoed- en grondbezit een nadelige invloed hebben op de financiële positie. In dat geval zullen we maatregelen moeten nemen om het weerstandsvermogen op peil te houden. Veiligheid Veiligheid is het fundament voor een stabiele samenleving. De afgelopen jaren maken terrorisme, cybercrime en natuurrampen steeds meer aanspraak op ons gevoel van veiligheid. Dat vraagt om een integrale veiligheidsaanpak. Samen met onze inwoners en de politie blijven wij inzetten op vergroten van het veiligheidsgevoel in Enschede. Speciale aandacht daarbij gaat uit naar zogeheten High Impact Crimes (o.a. woninginbraak, berovingen, geweldsdelicten). Bestuur dichtbij mensen In de afgelopen maanden hebben we de toon gezet die we de komende vier jaar waar willen blijven maken: benaderbaar, dichtbij en transparant. We gaan de methode van stadsdeelgesprekken en partnerconferenties verder uitwerken. Daarbij kijken we ook naar geschikte manieren waarop inwoners digitaal met de gemeente mee kunnen denken. Een toelichting op de eerste stadsdeelgesprekken en Partnerconferentie vind u aan het einde van dit hoofdstuk. Eén van de aandachtspunten die we uit de stadsdeelgesprekken ophaalden, was dat de taal die wij gebruiken niet altijd voor iedereen te begrijpen is. Daarom hebben we bij het opstellen van deze begroting zoveel mogelijk moeilijke woorden vermeden. Of taal die vooral door ambtenaren wordt gebruikt. De aansluiting met de raadsagenda is in de komende jaren een belangrijk punt voor ons. Zo kunnen we samen met de raad op een slagvaardige manier resultaten boeken in de ontwikkeling van Enschede en de dorpen. De gezamenlijkheid werd op een prettige manier benadrukt tijdens de eerste Partnerconferentie. De verschillende raadswerkgroepen (Economie en Werk, Stad & Bestuur, Zorg en Duurzaamheid), gebruiken de uitkomsten van die conferentie in hun plannen voor de komende vier jaar. Het blijft belangrijk dat klachten professioneel, onafhankelijk en vertrouwelijk onderzocht en afgehandeld worden. Daarom is het aanstellen van een onafhankelijk ombudsman in voorbereiding. Deze ombudsman kan de gemeente aanbevelingen doen om optimaal handelen te bevorderen. De stadsdeelgesprekken en de Partnerconferentie In de laatste week van juni en de eerste week van juli zijn we in de verschillende stadsdelen in gesprek gegaan met bewoners. Op diverse thema’s, waaronder werk, duurzaamheid, leefomgeving en participatie/communicatie hebben bewoners uit de wijken meegedacht over de aanpak voor de komende vier jaar. Hieruit zijn veel suggesties naar voren gekomen. Suggesties die soms al erg aansloten bij datgene wat we al als idee hadden ingezet. Vaker waren het voorstellen die binnen het stadsdeel kunnen worden opgepakt. Een kleine opsomming uit de stadsdeelgesprekken: Pak afval en verrommeling in de stadsdelen aan met bewoners. Experimenteer door het laten onderhouden van de openbare ruimte door inwoners. Plaats bankjes niet op plekken waar je weet dat ze overlast opleveren.
blz. 8 (van 185)
Maak de voordelen van werken groter, boven een uitkering. Plaats zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen. Een aantal stukken openbare ruimte wordt al gebruikt als moestuin voor de buurt. Gebruik dit vaker! Dankzij het stadsdeelgesprek vinden partijen binnen het stadsdeel elkaar veel beter. Gebruik begrijpelijke taal. Laat wijkbewoners meepraten over prioritering in de wijk. Als gemeente kaders stellen en organisaties in laten vullen met als uitgangspunt participatie van bewoners. In navolging van de stadsdeelgesprekken is op 15 september de eerste Partnerconferentie gehouden. Deze is georganiseerd in nauwe samenwerking met de gemeenteraad. De verschillende werkgroepen die de raad heeft ingesteld voor in het kader van de raadsagenda, hadden een actieve rol aan de verschillende tafels. Rond de onderwerpen economie en werk, duurzaamheid en zorg zijn inhoudelijke debatten gevoerd. De uitkomst van deze gesprekken wordt gebruikt als input voor de raadswerkgroepen. Voor ons als college kwamen er de volgende relevante suggesties uit: Het binnenhalen van werk op Twentse schaal heeft prioriteit. Houd bedrijven vast in Twente, goed voor werkgelegenheid! Breid het aanbod aan werkgelegenheid uit. Kijk ook naar de kans op banen die Duitsland biedt. Handel langer dan 4 jaar consequent om écht resultaten te boeken. Faciliteer dienstverleningscheques als middel om vraag en aanbod te organiseren. Ga bij dienstverleners in je stad uit van ‘ high trust, high penalty’. Stem de kwaliteit van begeleiding van jongeren af op de vraag die er is. Laat organisaties en disciplines slimmer samenwerken. Kortom, in de eerste half jaar van deze coalitieperiode is een toon gezet die moet helpen om Enschede duurzaam, samen sterker te maken. Wij zijn er van overtuigd dat de begroting die wij aanbieden deze lijn bevestigt en versterkt.
blz. 9 (van 185)
2. Financieel middelenkader In dit hoofdstuk geven we eerst een actualisatie van het middelenkader (2.1). In paragraaf 2.2 geven we een overzicht van de structurele dekkingsmaatregelen waarover de Raad bij de programmabegroting een besluit neemt. In paragraaf 2.3 lichten we de incidentele bezuinigingen toe. Tot slot beschrijven we kort de ontwikkelingen in het Gemeentefonds in paragraaf 2.4.
2.1. Actualisering van het middelenkader In het middelenkader geeft het college concrete invulling aan de doelstelling voor een toekomstbestendig Enschede. Daarom presenteert het een sluitend middelenkader met daarin ruimte voor een veranderbudget om de financiële positie van Enschede te verbeteren. Om tot een sluitend middelenkader te komen moet het college een pakket dekkingsmaatregelen voorstellen. Op 1 juli, het meest recente moment dat de Raad werd geïnformeerd over het middelenkader, was er nog een opgave van -1,7 miljoen euro voor 2015 en -1,6 miljoen euro voor 2016. Door een aantal externe ontwikkelingen is de opgave vergroot met -5,9 miljoen in 2015, -1,7 miljoen in 2016, -2,4 miljoen in 2017 en -2,5 miljoen euro vanaf 2018. De nadelige effecten komen vooral voort uit de kosten van de CAO loonsverhoging (2 miljoen euro meer uitgaven) en een nadelige wijziging van het Gemeentefonds (-2,2 miljoen euro in 2015). Met de aanvullende maatregelen van 7,6 miljoen in 2015, 3,3 miljoen in 2016, 2,4 miljoen in 2017 en 0,2 miljoen euro in 2018, bereikt het college een sluitend saldo in de programmabegroting. De aanvullende maatregelen bestaan uit een bijstelling van de ramingen, inzet van stelposten en aanvullende bezuinigingen. Een toelichting op de bijstelling van de ramingen en stelposten staat in deze paragraaf bij de post "Loon/prijsbijstellingen, treasury en lokale lasten". De aanvullende bezuinigingen worden toegelicht in paragrafen 2.2 en 2.3 onder de naam "pakket aanvullende maatregelen september 2014". Wijziging Middelenkader in miljoen euro vanaf 1-7-2014
2015
2016
2017
2018
Stand middelenkader 1 juli 2014
-1,7
-1,6
0,7
2,4
Aanvullende opgave
-5,9
-1,7
-2,4
-2,5
7,6
3,3
2,4
0,2
0
0
0,7
0,1
Aanvullende maatregelen Totaalsaldo Programmabegroting
Het startpunt van het middelenkader is de Programmabegroting 2014-2017. Alle getallen in het onderstaande overzichten zijn wijzigingen ten opzichte van de Programmabegroting 2014-2017. In het middelenkader maken we een onderscheid tussen uitgaven die jaarlijks terugkeren (structurele uitgaven) en uitgaven die we eenmalig moeten doen (incidentele uitgaven). De structurele uitgaven dekken we met middelen waarover we jaarlijks kunnen beschikken (structurele dekking). De incidentele uitgaven mogen we dekken met middelen die we maar één keer kunnen inzetten (incidentele dekking). Het volledige middelenkader 2015-2018 vindt u in de onderstaande tabel. Middelenkader in miljoen euro
2015
2016
2017
2018
Loon/prijsbijstellingen, treasury en lokale lasten
-0,2
-0,7
-0,6
-0,5
Netto mutatie Gemeentefonds
-0,3
6,5
6,5
3,2
blz. 10 (van 185)
Structurele uitgaven
-3,5
-4,2
-4,6
-4,5
Veranderbudget voor reductie schulden en risico’s
-0,5
-2,0
-2,0
-1,5
Totale structurele opgave
-4,6
-0,4
-0,7
-3,3
Structurele dekking
1,8
3,0
4,3
5,6
Structureel saldo
-2,8
2,6
3,6
2,3
Incidentele uitgaven
-7,7
-3,3
-5,0
0
Incidentele dekking
8,2
0,7
2,0
0
Verschuiving incidentele uitgave
2,25
Totaal saldo Programmabegroting 2015-2018
0
-2,25 0
0,7
0,1
Een (+) verbetert het saldo een (-) verslechtert het saldo. NB: Vanwege afrondingsverschillen kan een optelling met 0,1 afwijken. Hieronder geven we per post een toelichting: Loon/prijsbijstellingen, treasury en lokale lasten Conform de CAO afspraken stijgen de lonen met gemiddeld 2% waardoor de werkgeverslasten met 2,0 miljoen toenemen. Daarnaast heeft de gemeente een knelpunt van 1 miljoen euro aan werkgeverslasten. De gemeente heeft minder personeel aan het begin van een salarisschaal, doordat de instroom van nieuw personeel beperkt is. Voor de prijsstijgingen past de gemeente een indexatie van 1,25% toe, wat neerkomt op ongeveer 1,0 miljoen. Bij elkaar opgeteld moet de gemeente ongeveer 4 miljoen euro uitgeven aan loon- en prijsstijging. Tegenover deze uitgaven heeft de gemeente structurele middelen gereserveerd om loonprijsstijgingen op te vangen. In 2015 wordt 2,85 miljoen ingezet vanuit de stelpost loonprijscompensatie en vanaf 2016 ongeveer 3 miljoen euro. Per saldo leidt de bijstelling van lonen en prijzen tot een structureel nadeel van -1,15 miljoen euro. De verlaging van de interne omslagrente van 5% naar 4,5% leidt tot een nadeel van 1 miljoen euro bij treasury, doordat de rente-inkomsten lager uitvallen. Dit nadeel wordt voor 0,6 miljoen euro gecompenseerd door de lage rentestand, waardoor de gemeente goedkopere leningen kon afsluiten. Daarnaast leidt de lagere omslagrente tot een structureel voordeel binnen de ‘gesloten systemen’ van het Grondbedrijf, Vastgoedbedrijf, Parkeerbedrijf, riolering en afvalstoffen. Het voordeel bij riolering kan voor 0,35 miljoen benut worden voor compensatie aan het treasury-kader, doordat er meer uitvoeringskosten van het GBT aan de rioolheffing toegerekend kunnen worden. Tot slot ontvangt de gemeente in 2015 0,2 miljoen extra dividend van Twente Milieu. Per saldo leidt dit tot een treasury-kader van +0,2 miljoen euro in 2015, -0,25 miljoen in 2016 en ongeveer 0 in de jaren daarna. Conform de afspraken uit het coalitieakkoord wordt de opbrengst van de OZB geïndexeerd tegen het geldende inflatiepercentage van 1,25%. Hierdoor neemt de opbrengst met 0,4 miljoen euro toe. Daarnaast is een aantal ramingen van lokale lasten geactualiseerd, wat netto leidt tot 0,35 miljoen euro meer inkomsten, zonder dat er sprake is lastenverhogingen. Per saldo neemt de opbrengst met +0,75 miljoen euro toe. Per saldo is er op de externe effecten van loon/prijsbijstellingen, treasury en lokale lasten een nadelige reeks van -0,2 miljoen euro in 2015, daarna uitkomend op -0,5 miljoen vanaf 2018.
blz. 11 (van 185)
Netto mutatie Gemeentefonds De netto mutatie van het Gemeentefonds valt voor Enschede -0,3 miljoen euro uit in 2015. De jaren daarna is een gunstige reeks van 6,5 miljoen in 2016 en 2017 en 3,2 miljoen vanaf 2018. In de paragraaf over het Gemeentefonds volgt een nadere toelichting.
Structurele uitgaven De knelpunten, die in de Financiële Foto 2014 genoemd zijn, hebben een structureel nadelig effect van -1,4 miljoen euro in 2015, toenemend naar -1,6 miljoen vanaf 2017. Het gaat om de kosten voor areaaluitbreiding openbare ruimte, organisatie van verkiezingen en wegvallende inkomsten uit projecten. De extra inzet uit het coalitieakkoord leidt tot 2,1 miljoen euro aan intensiveringen in 2015, oplopend naar 2,8 miljoen vanaf 2016. De coalitie zet de intensiveringen onder meer in voor duurzaamheid, de kwaliteit van onderwijs, preventiebeleid jongeren, maatschappelijke initiatieven tegen sociaal isolement, ouderenbeleid, waaronder gratis OV voor 70-plus, proeftuinen in de wijk, wijkbudgetten, versterken van de communicatie met de inwoners, bestuurlijke vernieuwing en kwaliteit openbare ruimte, door een gefaseerde invoering van alternatieve methodes voor onkruidbestrijding. Per saldo leiden de knelpunten en intensiveringen tot een structureel effect van -3,5 miljoen euro in 2015, uitkomend op -4,5 miljoen euro vanaf 2018.
Veranderbudget voor reductie schulden en risico’s In het coalitieakkoord is structurele ruimte gereserveerd om de financiële positie van de gemeente Enschede te verbeteren. Dit wordt uitgewerkt in een programma voor reductie van risico’s en schulden. Het gaat om een structurele reeks van 0,5 miljoen in 2015, 2 miljoen in 2016 en 2017 en 1,5 miljoen vanaf 2018. Totale structurele opgave De bovenstaande effecten leiden tot een structurele opgave van -4,6 miljoen euro in 2015, 0,4 miljoen euro in 2016, -0,7 miljoen euro in 2017 en -3,3 miljoen euro vanaf 2018. Hiervoor moet structurele dekking gevonden worden.
Structurele dekking In het coalitieakkoord is een pakket aan structurele bezuinigingsmaatregelen opgenomen, waarmee de gemeente in 2015 een structurele bezuiniging van 1,3 miljoen euro heeft voorgesteld. Daarna loopt de opbrengst van het bezuinigingspakket op naar 5,3 miljoen euro vanaf 2018. In paragraaf 2.2 zijn de bezuinigingsmaatregelen toegelicht. Vanwege de verhoging van de structurele opgave stelt het college aanvullende structurele dekkingsmaatregelen voor. Hiermee wordt het pakket structurele dekking verhoogd met 0,6 miljoen euro in 2015, aflopend naar 0,3 miljoen vanaf 2018. Bij elkaar opgeteld bedraagt de totale structurele dekking 1,8 miljoen euro in 2015, oplopend naar 5,6 miljoen euro vanaf 2018. Structureel saldo Het structureel saldo is in 2015 met -2,8 miljoen euro niet sluitend. Vanaf 2016 ontstaat een ruim structureel saldo van 2,6 miljoen euro. Daarmee wordt het middelenkader vanaf 2016
blz. 12 (van 185)
materieel sluitend gemaakt en voldoet het aan de criteria van het financieel toezichtkader van de provincie Overijssel.
Incidentele uitgaven Voor 2015 zijn er drie incidentele knelpunten: De verhoging van het eigen risico MAU naar 5% levert een nadeel op van -1,87 miljoen euro, een tekort op de Spinnerij een knelpunt van -0,64 miljoen en onderwijshuisvesting -1,7 miljoen euro. Bij elkaar opgeteld gaat het ongeveer om -4,2 miljoen euro. Op deze drie dossiers heeft het college bijsturingsmaatregelen genomen, waardoor deze knelpunten zich in 2015 voordoen. De bijsturing betreft onder andere het Ontwikkelplan MAU, dat mede door het Ministerie van SZW is geaccordeerd, de afwaardering van de Spinnerij, waarvoor bij het coalitieakkoord middelen zijn gereserveerd en een verlaging van het investeringsplafond onderwijshuisvesting tot de wettelijk noodzakelijke maatregelen. In het coalitieakkoord is ruimte gemaakt voor incidentele intensiveringen van 3,5 miljoen euro in 2015, 3,2 miljoen in 2016 en 5 miljoen in 2017. Deze intensiveringen zet het college in op de prioriteit om meer Enschedeërs aan het werk te helpen en voor een Bruisende Binnenstad, door middelen toe te voegen aan het Actieprogramma Binnenstad. Daarnaast wordt 3 miljoen euro gereserveerd om nadelige effecten van de exploitatie van de Spinnerij zoveel mogelijk te reduceren. Bij elkaar opgeteld is de incidentele opgave -7,7 miljoen euro in 2015, -3,3 miljoen euro in 2016 en -5 miljoen in 2017.
Incidentele dekking In het coalitieakkoord is een pakket incidentele dekkingsmaatregelen opgesteld, met een opbrengst van 5,6 miljoen euro in 2015 en 2 miljoen euro in 2017. De opbrengst komt met name door inzet van reserves en enkele minder omvangrijke besparingen op bedrijfsvoeringsbudgetten. Dit pakket wordt nader toegelicht in paragraaf 2.3. Daarnaast stelt het college een aantal aanvullende incidentele dekkingsmaatregelen voor van 2,6 miljoen euro in 2015 en 0,7 miljoen euro in 2016. Ook deze maatregelen zijn in paragraaf 2.3 toegelicht. Bij elkaar opgeteld ligt er voor het middelenkader een pakket van 8,2 miljoen euro incidentele dekking in 2015, 0,7 miljoen in 2016 en 2 miljoen in 2017.
Verschuiving incidentele uitgave Voor 2015 heeft Enschede een afdracht van 3,2 miljoen euro geraamd voor infrastructurele werken (onder meer ontsluiting, ondergronds) direct rondom het plangebied ADT. De verwachting is dat dit bedrag niet volledig nodig is in 2015. Het voorstel is een bedrag van 2,25 miljoen euro als dekkingsmiddel in te zetten in 2015 en dit bedrag beschikbaar te stellen in 2018.
Totaalsaldo Programmabegroting 2015-2018 Door de bovenstaande incidentele effecten te verrekenen met het structureel saldo ontstaat over alle jaren in het middelenkader een sluitend totaalsaldo van 0 in 2015 en 2016, +0,7 miljoen euro in 2017 en +0,1 miljoen euro in 2018. Hiermee heeft Enschede een sluitend middelenkader. De positieve saldi worden aan de algemene reserve toegevoegd, waarmee het weerstandsvermogen wordt verbeterd.
blz. 13 (van 185)
Keuzeruimte Voor de behandeling van de programmabegroting in de Raad is er voor 2015 incidentele keuzeruimte beschikbaar in het huidige overschot van circa 600.000 euro in de reserve wijkbudgetten. Om deze keuzeruimte te behouden, wordt de ruimte in de reserve wijkbudgetten niet benut als dekkingsmaatregel in het middelenkader.
2.2. Structurele bezuinigingen In deze paragraaf staat een totaaloverzicht van de bezuinigingsmaatregelen die bij de programmabegroting worden vastgesteld. Het betreft voor een gedeelte de maatregelen die in paragraaf 2.1 als dekkingsmiddelen voor het middelenkader worden opgevoerd. Daarnaast staan bezuinigingen uit de voorgaande Programmabegroting 2014-2017 in deze paragraaf benoemd. Vorig jaar heeft de Raad namelijk kennisgenomen van het bezuinigingspakket 2015-2017 in de Programmabegroting 2014-2017. Bij de coalitie-onderhandelingen is afgesproken dat dit pakket doorgevoerd wordt, met uitzondering op de bezuinigingen op wijkbudgetten en brede talentontwikkeling. De omvang van dit bezuinigingspakket loopt op naar 15,3 miljoen euro in 2018. Als een van deze bezuinigingen niet wordt ingevuld, heeft dat een nadelig effect op het middelenkader in paragraaf 2.1.
Overzicht structurele bezuinigingen In miljoen euro’s
2015
2016
2017
2018
Keuzenota 2015-2017 en Programmabegroting 20142017
9,0
12,2
15,3
15,3
Coalitieakkoord 2014-2018 en pakket aanvullende maatregelen sept '14
1,8
3,0
4,3
5,6
In deze paragraaf worden alle bezuinigingsmaatregelen kort toegelicht. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bezuinigingen die voorgesteld zijn tijdens de vorige coalitieperiode (Keuzenota 2015-2017 en Programmabegroting 2014-2017) en die bij deze programmabegroting worden voorgesteld (Coalitieakkoord 2014-2018 en pakket aanvullende maatregelen sept 2014). Maatschappelijke ondersteuning Bezuinigingsmaatregel (in 1.000 euro)
Bron
2015
2016
2017
2018
Welzijn
Keuzenota 2015-2017
775
775
775
775
Verdere bundeling activiteiten welzijn
Coalitieakkoord 2014-2018
300
400
500
Maatschappelijke opvang - alternatief
Programmabegroting 20142017
130
130
130
130
Taakstelling bedrijfsvoering Stadsbank
Programmabegroting 20142017
200
200
200
200
Meer focus inkomensondersteuning
Coalitieakkoord 2014-2018
800
1.000
1.200
1.400
Speciaal vervoer
Coalitieakkoord 2014-2018
250
500
2.405 2.955
3.505
Totaal
1.905
blz. 14 (van 185)
Toelichting Welzijn/verdere bundeling activiteiten welzijn Een besparing van 775.000 euro op activiteiten en diensten gericht op welzijn, activering en maatschappelijke dienstverlening. In aansluiting daarop is in het Coalitieakkoord 2014 – 2018 van het huidige college een aanvullende bezuinigingstaakstelling van 300.000 euro in 2016 oplopend naar 500.000 euro in 2018 opgenomen om te komen tot een structureel sluitende meerjarenbegroting. Met het Raadsvoorstel “Budget Burgerkracht en invulling bezuiniging welzijn” geeft het College invulling aan deze bezuiniging. Het gaat daarbij onder meer om beëindiging van subsidierelaties (onder meer Stichting Informele Zorg Twente, ALIFA) en door een wijziging in de dekking, namelijk minder inzet vanuit de algemene middelen en een aanvulling uit de nieuwe middelen vanuit de WMO 2015 en Jeugdhulp (onder andere de maatjesprojecten vanaf 2015 uit budget WMO 2015 en Jarabee Dug-Out uit budget Jeugdhulp). Maatschappelijke opvang – alternatief (Aanvullingen) Binnen het product Maatschappelijke Opvang wordt door een taakstellende korting op het totale activiteitenpakket van Tactus invulling gegeven aan de taakstelling. Taakstelling bedrijfsvoering Stadsbank/Meer focus inkomensondersteuning Deze taakstelling is doorgevoerd in de begroting vanaf 2015. In het beleidskader 2015-2018 is de taakstelling in het budgettaire kader verwerkt. Het nieuwe beleidskader wordt separaat aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd. Speciaal vervoer Enschede geeft circa 3,3 miljoen euro uit aan collectief vervoer in het kader van de WMO en 2,3 miljoen euro aan leerlingenvervoer. Samen met de regio wordt onderzocht of een deel van het speciale vervoer door het reguliere OV overgenomen kan worden.
Versterken economie Bezuinigingsmaatregel (in 1.000 euro)
Bron
2015
2016
2017
2018
Dienstverlening werkplein
Keuzenota 2015-2017
350
350
350
350
Regionale samenwerking economie beleid
Keuzenota 2015-2017
80
160
250
250
Niet wettelijke taken onderwijs
Keuzenota 2015-2017
200
200
200
200
Krimp team leerplicht
Keuzenota 2015-2017
100
100
100
100
Verlagen uitgaven aan verkeersprojecten en onderzoek
Keuzenota 2015-2017
450
460
460
460
Werkbudget economisch beleid
Programmabegroting 20142017
50
50
50
50
Leerlingenvervoer naar wettelijke grens
Programmabegroting 20142017
100
100
100
100
Gemeentelijke subsidie voor peuterarrangementen
Programmabegroting 20142017
200
200
200
200
Onderbrengen functie Volksuniversiteit bij bibliotheek
Coalitieakkoord 2014-2018
200
200
200
Financiering preventiebeleid jongeren vanuit budget peuterspeelzalen
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
100
200
200
200
Gelijkstellen speciale
Pakket aanvullende
50
50
50
50
blz. 15 (van 185)
vervoersvergoeding VSO leerlingen
maatregelen september 2014
Beëindigen Natuur- en Milieueducatie
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
Verkeersprojecten
Coalitieakkoord 2014-2018
Totaal
20
20
20
20
200
200
200
200
1.900
2.290
2.380
2.380
Toelichting Dienstverlening werkplein Door het samenvoegen van taken aan de voorkant (diagnose en claimbeoordeling) en door te gaan naar selfservice en het leveren van meer maatwerk in de begeleiding en door training is meer efficiency mogelijk. De bezuiniging is doorgevoerd in de formatie. Regionale samenwerking Economie en beleid. Samenwerking met andere gemeenten is opgestart. De personele bezuiniging voor 2015 is doorgevoerd in de formatie. Niet wettelijke taken onderwijs We verkleinen de gemeentelijke inzet op het gebied van onderwijsbegeleiding. Onze inspanning is erop gericht de effecten hiervan deels op te vangen. Dit doen we door een herschikking voor te stellen in het budget voor niet-wettelijke taken. Hieruit wordt zowel de Brede Talentontwikkeling als de onderwijsbegeleiding bekostigd. Het voorstel hiervoor is in voorbereiding. Krimp team leerplicht Talentontwikkeling van de jeugd is een verantwoordelijkheid van zowel het onderwijs als de gemeente. Het onderwijs pakt haar rol, de gemeente stimuleert of spreekt aan waar nodig. Dit is ook de kern van succesvol verzuim- en VSV-beleid van de afgelopen jaren. Gezamenlijke inspanningen hebben er toe geleid dat het aantal voortijdig schoolverlaters (VSV) sterk is gedaald. Deze lijn zetten we door, maar we maken nieuwe afspraken met het onderwijs over de onderlinge rolverdeling en het verhogen van de efficiëntie zodat de werkzaamheden van Leerplicht anders kunnen worden georganiseerd. Daarmee willen we met ingang van 2015 een structurele besparing realiseren van 100.000 euro. We meten concreet de daadwerkelijke voortgang op aspecten die voor ons als stad cruciaal zijn, zodat we onze inzet specifieker in kunnen zetten op daar waar de resultaten achterblijven. Verlagen uitgaven aan verkeersprojecten en onderzoek Een algemene bezuiniging van 250.000 euro op onderzoek, kleine projecten en strategische fietsprojecten is mogelijk. Hiervoor is jaarlijks een bedrag van 1,3 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast is het mogelijk om vanaf 2015 de kapitaallasten te verminderen door incidentele verlaging van uitgaven voor diverse projecten. Dat kan door het verlagen van uitgaven, het inzetten van meevallers, een geactualiseerde tijdsplanning, een vermindering van de bijdrage aan Mobiliteitsmanagement en een vermindering van de exploitatielasten van Mobiliteitsmanagement systemen. Werkbudget economisch beleid De verlaging van het werkbudget economisch beleid is doorgevoerd in de begroting door een verlaging van het materiële budget op dit terrein. Leerlingenvervoer naar wettelijke grens De taakstelling die in de Programmabegroting 2014-2017 is opgenomen, realiseren we in 2015 door een besparing van 100.000 euro m.n. ten gevolge van een in financiële zin gunstig
blz. 16 (van 185)
verlopen aanbesteding van het leerlingenvervoer. Vanaf 2016 willen we deze taakstelling structureel invullen door invulling te geven aan het terugbrengen van de kilometergrens naar de wettelijke norm van 6 kilometer. Na de zomer 2015 zal bij de evaluatie van de verordening Leerlingenvervoer de gemeenteraad gevraagd worden hierover een besluit te nemen. Gemeentelijke subsidie voor peuterarrangementen / Financiering preventiebeleid jongeren vanuit budget peuterspeelzalen In het budget voor het peuterspeelzaalwerk zit structureel ruimte. Dit komt grotendeels door de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk met het stelsel kinderopvang. Als gevolg daarvan draagt de Belastingdienst sinds augustus 2013 bij in de kosten van het peuterspeelzaalwerk voor een groot deel van de ouders. De ruimte zetten we deels in voor structurele financiering van de, in het Coalitieakkoord afgesproken, intensivering van het preventiebeleid jongeren (100.000 euro in 2015 en 200.000 euro vanaf 2016). Onderbrengen functie Volksuniversiteit bij het Kennishuis Educatie blijft een rol van de overheid en draagt bij aan inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. De inzet kan meer gebundeld worden door activiteiten van de Volksuniversiteit onder te brengen het Kennishuis. Binnen het Kennishuis zullen toekomstige partners hun krachten gaan bundelen. Dit voorstel zal nader worden uitgewerkt waarbij ingegaan wordt op de consequenties. Gelijkstellen speciale vervoersvergoeding VSO leerlingen Naar aanleiding van de wetswijziging Passend Onderwijs adviseert de VNG gemeenten om leerlingen uit het Voorgezet Speciaal Onderwijs (VSO) gelijk te stellen met leerlingen uit het regulier voortgezet onderwijs. Door de gelijkstelling kunnen deze leerlingen van het VSO dan nog slechts in aanmerking komen voor leerlingenvervoer als zij gezien hun handicap zijn aangewezen op aangepast vervoer (taxi) of openbaar vervoer met begeleiding. Op dit moment wordt ook het vervoer per fiets en openbaar vervoer vergoed. Hiermee kan een structurele besparing worden gerealiseerd van 50.000 euro. Beëindigen Natuur- en Milieueducatie Vanwege de krimpopgave moet de gemeente scherpe keuzes maken in de taken die nog gedaan worden. In paragraaf 3.5. is een overzicht opgenomen welke activiteiten minder prioriteit hebben, dus gestopt worden. Natuur- en milieueducatie is een van de activiteiten, waarmee de gemeente stopt, wat leidt tot ambtelijk inzet op andere dossiers en het inleveren van het werkbudget. Hierbij gaat het om diverse activiteiten zoals de coordinatie van een grote groep vrijwilligers, lespakketten, tentoonstellingen etc. In combinatie met wegvallende inkomsten resteert een besparing van 20.000 euro bij het stopzetten. Verkeersprojecten Op basis van het kritisch beoordelen van de rol van de overheid bij taken die niet wettelijk verplicht zijn, wordt een bedrag van 200.000 euro bezuinigd op kleine niet noodzakelijke verkeersmaatregelen.
Duurzame leefomgeving Bezuinigingsmaatregel (in 1.000 euro)
Bron
2015
2016
2017
2018
Prioritering in aanbod culturele voorzieningen
Keuzenota 2015-2017
200
900
1.800
1.800
Stadspromotie
Keuzenota 2015-2017
150
300
300
300
Werkbudgetten stadsdelen
Keuzenota 2015-2017
120
120
Werkbudgetten stadsdelen
Pakket aanvullende
blz. 17 (van 185)
120
120
maatregelen september 2014 Besparing in wijkaccommodaties
Keuzenota 2015-2017
275
275
275
Vereenvoudigen openbare ruimte
Keuzenota 2015-2017
1.000
1.500
2.000
2.000
Gladheidsbestrijding, geleidelijk afbouwen, onderscheid in wegen
Keuzenota 2015-2017
200
200
200
200
Onderhoud Enschede verzelfstandigen
Keuzenota 2015-2017
350
450
550
550
Materiële uitgaven parkeren
Programmabegroting 20142017
100
100
100
100
Handhaving openbare ruimte
Programmabegroting 20142017
50
50
50
50
Beheer wegen: aanbestedingsvoordeel groot onderhoud
Programmabegroting 20142017
300
300
300
300
Bezuiniging brandweer
Keuzenota 2015-2017
250
500
500
500
Bijdrage Politie aan cameratoezicht
Keuzenota 2015-2017
50
50
50
50
Cultuur
Coalitieakkoord 2014-2018
320
440
440
Evenementen
Coalitieakkoord 2014-2018
100
200
300
300
2.870
5.265
6.985
6.985
Totaal
Toelichting Prioritering in aanbod culturele voorzieningen Bezuinigingen op cultuur naar aanleiding van de Programmabegroting 2014-2017 (opgeteld 1,8 miljoen euro vanaf 2017) en het Coalitieakkoord 2014-2018 (440.000 euro): Een structurele bezuiniging van 200.000 euro op de Openbare Bibliotheek in 2015, oplopend naar 300.000 euro vanaf 2017 (structureel); Een structurele bezuiniging op Concordia oplopend naar 400.000 euro vanaf 2017; Een structurele bezuiniging op Kaliber oplopend naar 500.000 euro vanaf 2017; De resterende structurele bezuinigingen uit de Programmabegroting 2014-2017 (600.000 euro) en het Coalitieakkoord 2014-2018 (440.000 euro) moeten nog worden ingevuld. Hiervoor ontvangt de Raad in 2015 een voorstel. Stadspromotie /Evenementen In 2015 een structurele bezuiniging van 150.000 euro uit de Programmabegroting 2014-2017, waarvan 100.000 op Enschede Promotie en 50.000 uit een budget om nieuwe kansen op het gebied van citymarketing te kunnen ondersteunen. Een extra structurele bezuiniging van 100.000 euro uit het coalitieakkoord wordt gevonden in een extra korting op de subsidie aan Enschede Promotie. De structurele bezuiniging uit de programmabegroting 2014-2017 loopt in 2016 op naar 300.000 euro, de nieuwe bezuiniging uit het coalitieakkoord loopt ook op naar 300.000 euro in 2017. Voor de invulling van de resterende bezuinigingen ontvangt de Raad in 2015 een voorstel. Werkbudgetten stadsdelen Een bezuiniging van 120.000 euro (ongeveer 20 procent) op het werkbudget van de stadsdelen vanaf 2015. Het betreft niet een korting op de wijkbudgetten voor buurtbewoners, maar het gaat vrij besteedbare middelen die stadsdeelmanagers beheren. Per saldo wordt het wijkgericht werken in deze Programmabegroting versterkt. Tegenover deze bezuiniging op het werkbudget, staat een intensivering uit het coalitieakkoord voor pilots in de wijken, die structureel oploopt naar 500.000 euro. Bovendien hebben de coalitiepartijen afgesproken dat
blz. 18 (van 185)
de wijkbudgetten voor bewoners op peil blijven. Daarvoor wordt 200.000 euro aan algemene middelen vrijgemaakt en 200.000 euro aan programmagelden ingezet. Besparingen in wijkaccommodaties Het werken met burgers en partners in de wijk hoeft in de toekomst minder gebonden te zijn aan de vaste locaties van de wijkaccommodaties. Een besparing van 275.000 euro is mogelijk. De bezuiniging zal tot gevolg hebben dat drie of meer wijkcentra gesloten moeten worden. Alle gemeentelijke wijkcentra zijn eigendom van het Vastgoedbedrijf. Sluiting zal dus leiden tot afstoot van wijkcentra. Vereenvoudiging openbare ruimte De vereenvoudiging van de inrichting, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte wordt nog verder doorgevoerd. Invulling van de bezuiniging wordt gerealiseerd door een aantal maatregelen te treffen waarbij is gekozen voor een evenwichtige mix tussen buitengebied, de wijken en het centrum en tussen aanscherping van de interne bedrijfsvoering en fysieke maatregelen in de openbare ruimte. Dit door bijvoorbeeld scherpere keuzes te maken in de taken en werkzaamheden van de gemeente, door grote stukken gazon om te vormen naar “ruw gras” en door het serviceniveau richting bewoners aan te passen. De arbeidsmarktdoelgroep wordt zoveel mogelijk ontzien. De uitvoering van de maatregelen pakt het college op samen met bewoners. Gladheidsbestrijding geleidelijk afbouwen Invulling van de taakstelling vindt plaats door binnen de gemeente doorgevoerde bezuinigingsmaatregelen en kostenbesparende maatregelen bij de leverancier. Als dit te weinig oplevert, is het ook mogelijk het aantal wegen waarop gladheid wordt bestreden te verminderen of anders te prioriteren. Dat laatste zal zeker ook maatschappelijke effecten hebben. Weggebruikers zullen nog meer hun rijgedrag aan de omstandigheden moeten aanpassen. Onderhoud Enschede verzelfstandigen Het anders positioneren van Onderhoud Enschede (binnen dan wel buiten de gemeentelijke organisatie) was in 2013 onderwerp van onderzoek en is na de Programmabegroting 20142017 en een collegebesluit hierover in gang gezet. De verwachting is dat door taakgerichter en efficiënter te werken en door de afbouw van overhead vanaf 2015 een besparing van 350.000 oplopend naar 550.000 euro mogelijk is. De exacte bedragen zijn mede afhankelijk van de randvoorwaarden en taakstellingen die er komen. Materiële uitgaven parkeren Er wordt gezocht naar een mogelijke verhoging van parkeeropbrengsten door areaaluitbreiding. Onderzoek naar haalbaarheid vindt dit jaar plaats. Handhaving openbare ruimte Om tot een besparing te komen moet binnen de handhavingsvraag geprioriteerd worden. In principe is ook nu al de vraag doorgaans groter dan de beschikbare capaciteit, maar dit verschil zal alleen groter worden – zeker als deze bezuiniging niet gepaard gaat met een reductie van de regelgeving. Er moet nog worden bepaald of de bezuiniging op ‘groen’ (flora en fauna) of op ‘grijs’ (regelgeving openbare ruimte) wordt ingevuld. Beheer wegen: aanbestedingsvoordeel grootonderhoud Binnen Beheer Wegen doen zich aanbestedingsvoordelen en –nadelen voor. Besloten is jaarlijks 300.000 euro af te romen van deze voordelen. Mochten in enig jaar de aanbestedingsvoordelen kleiner zijn dan 300.000 euro, leidt dat tot een overschrijding van het budget tot maximaal dit bedrag. Deze bezuinigingen zijn mogelijk, omdat er geen gekwantificeerde wettelijke verplichting op het budget rust en er ook nog geen verplichtingen
blz. 19 (van 185)
zijn aangegaan. We blijven verantwoordelijk voor de veiligheid van weggebruikers, dus mocht deze op enig moment in het geding komen door het afromen van eventuele aanbestedingsvoordelen, dan wordt dit concreet benoemd via de reguliere IPC producten. Bezuiniging brandweer/VRT Vanaf 2015 wordt een structurele bezuiniging van 250.000 euro oplopend naar 500.000 euro gerealiseerd op de bijdrage aan de brandweer/VRT. Hiervoor moet de VRT 1,7 miljoen euro bezuinigen op haar totale budget. Enschede draagt momenteel bijna 30% bij aan de regionale brandweerbegroting. In de concept begroting van de VRT is deze bezuiniging voor 2015 gerealiseerd. Voor de bezuiniging vanaf 2016 loopt momenteel een verkenning naar de invulling daarvan. Uiteraard wordt bij elke ingreep in de financiële middelen bezien of er een effect is op inzet en blijvende adequate dienstverlening van de brandweer. Bijdrage Politie aan cameratoezicht Vanaf 2015 is 50.000 euro begroot voor de bijdrage van de politie aan het cameratoezicht in Enschede. Cultuur Additionele structurele bezuinigingen op cultuur naar aanleiding van het coalitieakkoord: het gaat om een bedrag van opgeteld 440.000 euro vanaf 2017, waarvan de eerste 320.000 euro vanaf 2016. In 2015 ontvangt de Raad een voorstel voor de invulling van deze bezuiniging. Dienstverlening en financieel beleid Bezuinigingsmaatregel (in 1000 euro)
Bron
2015
2016
2017
2018
Stedelijk loket
Keuzenota 2015-2017
300
500
600
600
Sportvoorzieningen
Keuzenota 2015-2017
250
250
250
250
Publieksdienstverlening Zuid
Programmabegroting 20142017
50
Tijdelijk verlagen investeringsplafond onderwijshuisvesting
Programmabegroting 20142017
100
200
300
300
ICT
Programmabegroting 20142017
160
160
160
160
Kerstpakket
Programmabegroting 20142017
89
89
89
89
IBO
Programmabegroting 20142017
500
500
Voordeel lagere pensioenpremie bij verbonden partijen
Programmabegroting 20142017
100
100
100
100
Hondenbelasting verhogen
Programmabegroting 20142017
100
100
100
100
Optimaliseren gebruik accomodaties, tevens vergroten kostendekkendheid
Coalitieakkoord 2014-2018
100
200
Bedrijfsvoeringsbudgetten
Pakket aanvullende maatregelen sept '14
71
71
71
1.470
2.270
2.370
Totaal
1.149
Toelichting Stedelijk Loket Wij voorzien efficiencyvoordelen door het verder bundelen van taken, voor zowel de fysieke
blz. 20 (van 185)
verstrekking van producten alsmede de diverse contactpunten voor telefonisch en digitaal contact met de burger. Daarbij hanteren we maximaal de principes van het 'lean' organiseren van de processen en een beroep op de zelfredzaamheid van de burger, zoals gestandaardiseerde formulieren welke vooraf ingevuld moeten zijn. Door het bundelen van deze taken verwachten we een efficiencybesparing van minimaal 10% te realiseren op de hiermee gepaard gaande personele kosten. Na een inventarisatie en het voorkomen van dubbelingen met reeds opgelegde taakstellingen kan een verdere besparing onderbouwd worden. Sportvoorzieningen Een besparing is mogelijk door wijzigingen in het locatiebeleid aan te brengen. Deze bestaan uit het overdragen van toezichtstaken aan gebruikers (binnensport), het verhogen van tarieven en het samen met het werkveld onderzoeken van mogelijkheden tot een verdere verhoging van de bezetting van voorzieningen, waardoor het mogelijk wordt om (op termijn) voorzieningen te sluiten. Daarbij wordt de basisstructuur met multifunctionele voorzieningen door de gemeente geborgd. Kleinschalige, solitaire voorzieningen worden zoveel mogelijk overgedragen aan burger / verenigingsinitiatieven. Publieksdienstverlening Zuid De beëindiging van de publieksdienstverlening aan de servicebalie Zuid levert een structureel voordeel op van 50.000 euro. Vanaf 2016 zetten we deze besparing in ten behoeve van de taakstelling Stedelijk Loket. Hierdoor kunnen we 50.000 euro inzetten voor 2015. Tijdelijk verlagen investeringsplafond onderwijshuisvesting We realiseren deze besparing door het investeringsplafond onderwijshuisvesting te verlagen in de jaren 2015-2018 van 6 naar 5 miljoen euro. Dit levert voor 2017 een besparing op de kapitaallasten van ongeveer 300.000 euro op en vanaf 2018 aanvullend nog eens 100.000 euro. Door de uitnames uit het gemeentefonds voor de decentralisatie van buitenonderhoud en de motie Van Haersma-Buma voeren we gesprekken met het onderwijsveld om te beoordelen wat dit betekent voor het ingestelde investeringsplafond. ICT Het doorvoeren van deze bezuiniging betekent een korting op specialistische scholing, opzeggen van data- en glasvezelcontracten van decentrale locaties, nog scherpere reductie van inzet mobiele middelen (smartphones en tablets) en opzeggen van contracten voor incidenten en storingen in het rekencentrum. Dat betekent naast een verhoogd risicoprofiel op uitval van primaire systemen, een aanvullend risico op niet nakomen van contractuele verplichtingen derden, die een derde van de IT begroting dekken. Kerstpakket Het totaalbudget voor kerstpakketten bedraagt 89.000 euro. Met deze bezuiniging komt het kerstpakket te vervallen. IBO Met de regionale uitvoering van bedrijfsvoeringstaken verwachten we een efficiencywinst te behalen. Belangrijk is voldoende tijd te nemen voor de bestuurlijke besluitvormingsprocessen en de implementatie. De besparing boeken we daarom vanaf 2017 in. Voordeel lagere pensioenpremie bij verbonden partijen Het ABP pensioenakkoord van 16 september 2013 heeft voor verbonden partijen zoals Regio Twente, Veiligheidsregio Twente (VRT) en Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) tot een verlaging van de werkgeverslasten van ongeveer 0,5% geleid. In totaal is 400.000 euro verstrekt voor loon-prijscompensatie aan verbonden partijen. Deze kan voor 0,5 procentpunt
blz. 21 (van 185)
omlaag. Dit levert naar schatting 100.000 euro op. Hondenbelasting verhogen Wij verhogen de hondenbelasting. Met een verhoging van 7 euro vanaf 2015 komt Enschede boven het landelijk gemiddelde van de heffing voor een eerste hond. Daarentegen kennen veel gemeenten een hogere heffing voor tweede en meer honden. Dit is bij een aantal gemeenten een verdubbeling van het tarief voor één hond. Enschede kent geen progressief tarief. Optimaliseren gebruik accommodaties, tevens vergroten kostendekkendheid Door slimme bundeling van publieke voorzieningen op het gebied van sportaccommodaties, welzijns,- jeugdwerk, cultuur en educatie worden bezettingen verhoogd en inkomsten worden vergroot. Vrijgekomen capaciteit wordt afgestoten. In 2015 vindt een nadere uitwerking plaats om tot een vermindering aan voorzieningen te komen. Bedrijfsvoeringsbudgetten Een bezuiniging op een intern tijdschrift en bijeenkomsten voor management ontwikkeling leveren bij elkaar 71.000 euro besparing vanaf 2016. In voorgaande jaren is hierop incidenteel bezuinigd. De ervaring is dat deze besparing structureel gemaakt kan worden. Alle programma's Bezuinigingsmaatregel (in 1000 euro)
Bron
2015
2016
2017
2018
Bundel maatregelen lean organisatie
Keuzenota 2015-2017
2.500
3.000
3.700
3.700
Bundeling handhaving
Keuzenota 2015-2017
100
100
100
100
Budgetten onderzoek & advies
Programmabegroting 20142017
400
400
400
150
150
150
80
80
80
Capaciteit Internationaal anders inzetten Coalitieakkoord 2014-2018
150
Griffie
Coalitieakkoord 2014-2018
Stoppen bovenwettelijke regelgeving
Coalitieakkoord 2014-2018
150
300
Efficiency voordeel door verzelfstandiging
Coalitieakkoord 2014-2018
500
1.000
Personeelsbudgetten
Pakket aanvullende maatregelen sept '14
5.080
5.730
Totaal
265
65
3.015
3.795
Toelichting Bundel maatregelen lean organisatie Het college heeft in juni 2014 invulling gegeven aan de taakstelling voor een meer compacte en flexibele organisatie. Het effect hiervan is een afname van het personeelsbestand van ongeveer 100 fte in 2015, toenemend naar 150 fte vanaf 2017. Hiervan kan in ieder geval een derde ingevuld worden met vacatureruimte. Een adviesaanvraag is ingediend bij de OR. Met minder personeel doet de gemeente ook minder werkzaamheden. Uitgangspunt van het college is hierover zo transparant mogelijk te zijn. In paragraaf 3.5. is daarom een overzicht opgenomen welke taken de gemeente minder of niet meer gaat doen. Bundeling handhaving De bezuiniging op handhaving is ingevuld door een korting van 50.000 euro op de Sociale Recherche Twente (SRT) en door 1 fte minder in de formatie op te nemen.
blz. 22 (van 185)
Budgetten onderzoek & advies Door samenwerking op het gebied van onderzoek en advies verkrijgen we meer kennisontwikkeling en is het minder nodig om apart onderzoek uit te zetten. De samenwerking met Saxion is hierin een voorbeeld. Capaciteit Internationaal anders inzetten Het College maakt in paragraaf 3.5 duidelijke keuzes wat de gemeente niet of minder gaat doen. Een voorbeeld daarvan is dat we de inzet op nationale en internationale netwerken en programma’s verminderen. De adviescapaciteit wordt geconcentreerd op zaken die het meest nodig zijn. Voorts verwacht het College synergie te halen door het bundelen van de lobbycapaciteit die voor heel Twente wordt ingezet. Griffie In het coalitie akkoord is afgesproken om de omvang van de personele capaciteit van de griffie te bespreken in de werkgeverscommissie van de Raad. Uitgangspunt is dat de kwaliteit van de ondersteuning van de Raadsleden gewaarborgd blijft en dat mogelijkheden voor verdere samenwerking tussen griffie en de rest van het gemeentelijke organisatie versterkt worden. Stoppen bovenwettelijke regelgeving In het coalitieakkoord is afgesproken om kritisch te kijken naar de rol van de overheid bij taken zonder wettelijke verplichting. Daarbij hebben we aangegeven dat regels zoveel mogelijk moeten worden geschrapt. Vermindering van regeldruk leidt namelijk tot lagere kosten voor burgers en ondernemers. Door het schrappen van vergunningen wordt bovendien onnodige vertraging voorkomen. Minder regelreving levert voor de gemeentelijke organisatie een besparing op, doordat er dan minder werkzaamheden zijn op het gebied van toetsing, handhaving, beleidsaanpassingen, afstemming, loketfuncties, etcetera. Efficiency voordeel door verzelfstandiging De visie van het college op de organisatie is dat een verdere verzelfstandiging van uitvoerende taken wenselijk is. Het geeft uitvoerende eenheden meer bewegingsruimte in het optimaliseren van werkprocessen en het levert een besparing op. Bij de vorige Programmabegroting 2014-2017 is de verzelfstandiging van Onderhoud Enschede (OE), het Sportbedrijf en de Intergemeentelijke Bedrijfsvoeringsorganisatie (IBO) in gang gezet. Het college maakt voor februari 2015 een inventarisatie welke uitvoerende onderdelen nog aanvullend verzelfstandigd kunnen worden. Personeelsbudgetten In 2015 is er geen mogelijkheid tot verkoop van verlofuren. Hiermee bespaart de gemeente 200.000 euro. Daarnaast wordt het instrument voor prestatie gerelateerde beloning in 2015 en 2016 terughoudend ingezet, wat in beide jaren een besparing van 65.000 euro oplevert.
2.3. Incidentele bezuinigingen Het College heeft een pakket incidentele bezuinigingen opgesteld van 8,2 miljoen euro in 2015, 0,7 miljoen in 2016 en 2 miljoen in 2017. In het onderstaand worden de incidentele bezuinigingen nader toegelicht. Overzicht incidentele bezuinigingen Bezuinigingsmaatregel (in 1.000 euro)
Bron
Reserve herstel opgebroken bestrating
Coalitieakkoord 2014-2018
80
Vrijval binnen project SEP
Coalitieakkoord 2014-2018
200
blz. 23 (van 185)
2015
2016
2017
2018
Alternatieve financiering peuterspeelzaalwerk
Coalitieakkoord 2014-2018
480
Bedrijfsvoeringsbudgetten
Coalitieakkoord 2014-2018
160
Personeelsbudgetten
Coalitieakkoord 2014-2018
80
Batig saldo Jaarrekening 2013
Coalitieakkoord 2014-2018
1.300
Innovatiefonds
Coalitieakkoord 2014-2018
3.300
Innovatiefonds
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
700
Remwegbudget
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
1.000
Vrijval MSI-project Haven
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
600
Vrijval reserve incidenteel middelenkader
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
Reserves en voorzieningen Fysiek Domein
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
93
Minder opleidingen via Enschedese School
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
150
Dekking gezondheidsprogramma's uit Gezond in de Stad
Pakket aanvullende maatregelen september 2014
100
Totaal
2.000
38
700
8.243
738
2.000
0
Toelichting Reserve herstel opgebroken bestrating Het betreft een onttrekking van 80.000 euro uit de reserve herstel opgebroken bestrating. In geval van schade bij het openbreken van straten kunnen de kosten op het budget voor wegen drukken. Vrijval binnen project SEP Binnen het project Sociaal-Economisch Plan (SEP) Wesselerbrink is een besparing mogelijk door inzet van een post onvoorziene uitgaven en doordat eerder geraamde personele kosten kunnen vrijvallen. Alternatieve financiering peuterspeelzaalwerk In het budget voor het peuterspeelzaalwerk zit structureel ruimte. Dit komt grotendeels door de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk met het stelsel kinderopvang. Als gevolg daarvan draagt de Belastingdienst sinds augustus 2013 bij in de kosten van het peuterspeelzaalwerk voor een groot deel van de ouders. Op dit moment loopt in Den Haag een VNG-lobby voor de invoering van leer- en ontwikkelrecht voor alle peuters. Als dat doorgaat, leidt dat tot structurele meerkosten voor de gemeenten. Het is echter niet waarschijnlijk dat dit beleidsinitiatief al vanaf 2015 ingaat. In 2015 leidt dit daarom tot een incidentele ruimte van 480.000 euro. Bedrijfsvoeringsbudgetten Voor 2015 is er minder budget beschikbaar voor onvoorziene uitgaven bij regulier onderhoud aan gemeentelijke panden. Daarnaast betreft het besparingen op kleine bedrijfsvoeringsbudgetten zoals brochures, gemeentetijdschrift en crisiscommunicatie.
blz. 24 (van 185)
Personeelsbudgetten Besparing op introductie nieuwe medewerkers, ontwikkeling management (CMO) en gemeentefeest 2015. Batig saldo Jaarrekening 2013 Inzet van het batig saldo uit de Jaarrekening 2013 van 1,3 miljoen euro, zoals is afgesproken in het coalitieakkoord. Innovatiefonds De afspraak uit het coalitieakkoord is dat een actieve rol in het financieel stimuleren van risicovolle, private innovaties niet meer bij de taken van de gemeentelijke overheid past. Vanuit die opvatting wordt 6,0 miljoen euro uit de reserve innovatiefonds onttrokken. Met deze onttrekking kan aan de toegezegde investeringen en verplichtingen van het fonds voldaan worden en blijft er een werkbudget over om het fonds te beheren. In het weerstandsvermogen is een risico van 700.000 euro meegenomen voor de geringe kans dat een aanvullende bijdrage aan het fonds gewenst is. Remwegbudget Bij de Programmabegroting 2014-2017 is een remwegbudget van 1,2 miljoen euro ingesteld om eventuele frictiekosten in de realisatie van bezuinigingen te dekken. In 2014 is er voor niet meer dan 50.000 euro aanspraak gedaan op dit budget. Het is mogelijk om het restant van het budget in te zetten voor het middelenkader 2015-2018, waarmee aanvullende bezuinigingen worden voorkomen. Vrijval MSI-project Haven Zoals gemeld in de Concernrapportage 2014 is er een meevaller van 600.000 euro in het MSI-project Herstructurering Haven. Deze meevaller kan als dekking ingezet worden in het jaar 2015, door een onttrekking van 600.000 euro uit de reserve MSI. Vrijval reserve incidenteel middelenkader Binnen de reserve incidenteel middelenkader is er een geschatte vrijval aan verplichtingen van ongeveer 700.000 euro. Deze wordt ingezet voor het middelenkader 2015-2018. Reserves en voorzieningen Fysiek Domein De reserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) wordt ingezet voor stedelijke ontwikkeling. Voor 75.000 euro wordt er geen beroep meer op gedaan. Dit bedrag kan vrijvallen. Daarnaast blijft er in de voorziening Brede Doeluitkering (BDU) Fysiek 18.000 euro over na afwikkeling van alle verplichtingen. Ook dat bedrag kan vrijvallen. Bij elkaar opgeteld 93.000 euro. Minder opleidingen via Enschedese School Door strakke keuzes te maken in ons opleidingsaanbod en alleen te focussen op behoud van kennisniveau realiseren we een bezuiniging van 150.000 euro. Vrijval Gezond in de Stad Enschede besteedt eigen middelen aan gezondheidsprogramma's. Met de extra Rijksmiddelen van jaarlijks 354.000 euro over de periode 2014-2017 kan de gemeente nog meer hieraan besteden en kunnen de Enschedese activiteiten in 2015 voor 100.000 euro gedekt worden.
blz. 25 (van 185)
2.4. Gevolgen van de Miljoenennota en septembercirculaire
Omschrijving (x € 1.000)
2015
Netto-resultaat septembercirculaire 2014
-1.634
2016 257
2017 -177
2018 -276
Het resultaat voor 2015 wordt veroorzaakt door een forse daling van het accres. Hierdoor gaat de gemeente trap-af. Verder is het zogenaamde plafond voor het BTWcompensatiefonds naar beneden bijgesteld vanaf 2015. Besloten is om het BTWcompensatiefonds niet af te schaffen, maar wel is door het rijk een maximum (het plafond) opgelegd. Het verschil tussen het plafond en de verwachte uitkeringen uit het fonds wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan het gemeentefonds. Elke septembercirculaire worden de bedragen aangepast op basis van de declaraties over het vorige jaar. Op basis van de declaraties over 2014 stelt het rijk dat er meer gedeclareerd gaat worden dan was ingeschat, en wordt daarom een bedrag onttrokken aan het fonds. Vanaf 2016 is er weer sprake van positieve accressen. Ook in deze jaren wordt echter het plafond op het BTW-compensatiefonds naar beneden bijgesteld.
blz. 26 (van 185)
3. Programma's
blz. 27 (van 185)
3.1 Maatschappelijke ondersteuning Doelstelling Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners
Thema's
-->
Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. Aanbieden van Algemene voorzieningen. Jongerenwerk en opvoedondersteuning
Producten
-->
Wat mag het kosten -->
Lasten
17.369
-->
Baten
Specialistische jeugdhulp
-->
Lasten
27.556
Jeugdhulp gewongen kader
-->
Lasten
15.499
-->
Lasten
18.102
-->
Baten
-->
Lasten
17.975
-->
Lasten
23.633
-->
Baten
3.144
-->
Lasten
36.118
-->
Lasten
15.527
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
Versterken burgerkracht 221
Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin)
Ondersteuning cliënten en mantelzorgers
Lichte ondersteuning en regie WMO begeleiding
Een kwalitatief goed en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen
-->
WMO-maatwerkvoorzieningen
WMO individuele voorzieningen
Woonbegeleiding
Beschermd wonen
Maatschappelijke en vrouwenopvang
Opvangvoorzieningen
Inkomensondersteuning Bedragen x 1.000 Euro's
-->
45
693 12.076
Inkomensondersteuning 884
Wat willen we bereiken? Een duurzaam sociaal stelsel voor iedereen Iedereen beslist graag zelf over zijn leven. Een stimulerende leefomgeving, opvoeding, onderwijs en het hebben van werk zijn erg belangrijk voor het welzijn en de ontwikkeling van eigen kracht. Maar er zijn ook mensen die het zelf of met hulp van anderen niet redden. Zij hebben hulp op maat door professionele ondersteuning, aanvullend inkomen of begeleiding nodig. Die mensen, zoals chronisch zieken of gehandicapten, kunnen op de gemeente rekenen, tijdelijk of langdurig, afhankelijk van hun situatie. Hulp voor wie het nodig heeft Gemeenten krijgen nieuwe taken op het gebied van Jeugdhulp, begeleiding en dagbesteding en beschermd wonen. (NB. We hanteren de term Jeugdhulp in plaats van Jeugdzorg, omdat in de nieuwe wet Jeugdhulp de strekking van deze term breder is dan die van Jeugdzorg in de vervallen wet op de Jeugdzorg) Deze nieuwe taken krijgen we over van de landelijke overheid, maar met minder geld dan er tot nu toe voor beschikbaar was. Daarom bouwen we aan een duurzaam, toekomstbestendig en financieel solide sociaal stelsel. Zo helpen we mensen op het terrein van werk, inkomen en ondersteuning. Dit doen we samen met partners, instellingen en inwoners van Enschede. Ondersteuning gaat naar wie het echt nodig heeft. Iedereen in Nederland betaalt hier aan mee. We vinden het daarom belangrijk dat dit eerlijk en solidair gebeurt. En dat mensen er iets voor willen terugdoen, naar vermogen uiteraard. Goede en efficiënte dienstverlening We organiseren onze dienstverlening kwalitatief goed en efficiënt. Digitaal waar dit kan, op een zo toegankelijk mogelijke manier en waar nodig vanuit een wijkteam in het stadsdeel. We proberen alle vormen van dienstverlening zoveel mogelijk digitaal af te handelen of voor te bereiden. We vragen inwoners dit ook te doen. Wie dit niet kan, kan bellen of een persoonlijke afspraak maken en dan komen we thuis langs. Ondersteuning op maat en in samenspraak Wie ondersteuning nodig heeft, wordt geholpen door de gemeente en/of partners. Dit doen we op maat, zorgvuldig beoordeeld en in overleg met mensen zelf, mantelzorgers en familie. Eén aanspreekpunt bij het wijkteam is ons uitgangspunt, zoveel mogelijk één ondersteuner en één plan. Het wijkteam stemt af met de wijkverpleegkundige, de huisarts, de school, de woningcorporatie, de politie en verenigingen. Wat gaan we er voor doen? Doelstelling A: Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners Thema 1 Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname Mensen die voldoende bewegen en gezond eten voelen zich prettiger, hebben meer energie om actief te zijn en doen minder beroep op ondersteuning. We willen dat zoveel mogelijk Enschedeërs een gezonde leefstijl hebben. We gaan dan ook het sport- en beweeggedrag bevorderen. We doen dit onder meer door de ondersteuning van de uitvoering door onze partners en het subsidiestelsel verder te verbeteren, maatschappelijke deelname van ouderen te bevorderen (bv. door het aanbod van reguliere sportverenigingen voor ouderen te vergroten) en een maatschappelijk geëngageerd sportbedrijf op te richten. We zetten ons in voor het voorkomen van psychiatrische en verslavingsproblematiek bij kinderen van ouders met psychiatrische problematiek en kinderen van verslaafde ouders, in
samenhang met de aanpak van de wijkteams. We zetten voorlichtingsprogramma’s in voor kinderen en jongeren waar de risico's op verslaving het grootst zijn. We gaan nadere afspraken maken met de zorgverzekeraars over onder andere de positie van de wijkverpleegkundige, integrale aanpak in de wijken, gezamenlijke communicatie naar inwoners en inzet op preventie. Dit doen we via een landelijke werkagenda. Resultaten in 2015: In de vernieuwde sportnota is aangegeven welke doelstellingen we in 2018 gerealiseerd willen hebben. Het sportbedrijf is op 1 januari 2016 operationeel. Het sportbedrijf krijgt een belangrijke rol in het ondersteunen en faciliteren van sportpartners bij hun maatschappelijke inzet voor buurt of wijk. Er zijn voorlichtingsprogramma’s ingezet voor kinderen en jongeren waar de risico's op verslaving het grootst zijn. De schakelfunctie wijkverpleegkundige is ingekocht, functioneert in de wijken en de positie ten opzichte van de wijkteams is in overleg met de zorgaanbieders bepaald. Thema 2 Aanbieden van algemene voorzieningen Wij willen dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig leven en wonen, met behulp van hun omgeving. De gemeente biedt adequate ondersteuning waar nodig, binnen het budget dat daarvoor beschikbaar is. Maatwerkvoorzieningen zijn duurder dan algemene voorzieningen, dus waar mogelijk proberen we algemene voorzieningen aan te bieden. Uiteraard leveren we maatwerk waar nodig. Daarnaast vinden we het belangrijk dat vrijwilligers in Enschede zich voldoende ondersteund voelen in hun activiteiten. Er zijn in 2018 voldoende activiteiten in de wijk om als algemene voorziening te kunnen dienen en er zijn voldoende accommodaties in de wijk om plek te bieden aan die activiteiten. Om hiervoor te zorgen gaan we de ondersteuning van vrijwilligers verbeteren, bepalen welke rol het stadsdeelmanagement heeft in het aanbieden van algemene voorzieningen (versterken burgerkracht) en initiatieven van inwoners faciliteren. Resultaten in 2015: Er is een vastgesteld actieplan Vrijwilligersondersteuning. De dienstverlening van het vrijwilligersservicepunt en inzet van vrijwilligerseducatie is voortgezet en waar mogelijk uitgebreid. Het niveau van algemene voorzieningen is in kaart gebracht en waar nodig, binnen de beschikbare financiële middelen, op peil gebracht. Thema 3 Jongerenwerk en opvoedondersteuning We willen dat iedere jeugdige gezond en in een veilige omgeving opgroeit, zijn talenten ontwikkelt en naar vermogen meedoet, rekening houdend met zijn ontwikkelingsniveau, gezin en sociale omgeving. Er wordt gewerkt aan meer samenhang tussen jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt. We zetten risicogestuurd jongerenwerk in om problematiek te voorkomen en om, als ze ontstaan is, deze zo vroegtijdig mogelijk terug te dringen. We gaan de bewezen werkwijze van stadsdeel Zuid voor sturing op onder andere jongerenproblematiek (de weegtafel), voor zover noodzakelijk, invoeren in andere stadsdelen. Inzet van jongerenwerk in wijken op basis van analyses gecombineerd met signalen uit de wijk, in samenwerking met partners in de wijk en stad. Hier wordt actief de verbinding gelegd met de aanpak door wijkteams en stadsdeelmanagement. Kern hierbij is dat de eigen kracht van jongeren wordt versterkt door jongeren te stimuleren zelf actie te ondernemen.
blz. 30 (van 185)
We verbeteren de vroegsignalering. Dit houdt in dat we de verbinding met onderwijs, verenigingen van huisartsen en verloskundigen gaan versterken. Dit doen we in afstemming tussen in ieder geval deze instellingen, wijkteams, stadsdeelmanagement en wijkverpleegkundige. Verder gaan we een regionaal expertisecentrum opzetten waarin signalen over problemen met de ontwikkeling van een kind integraal besproken kunnen worden om ouders vroegtijdig goed te kunnen ondersteunen. Dit doen we samen met de andere Twentse gemeenten. Voorwaarde is dat voldoende capaciteit beschikbaar is voor te bespreken casuïstiek uit Enschede en dat in samenhang met de wijkteams wordt gewerkt. We zetten preventie-activiteiten voor kinderen en hun ouders in, met name op het gebied van opvoedondersteuning, om de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders te vergroten. We gaan door met online opvoed- en opgroeiondersteuning, we zorgen voor een basisaanbod trainingen opvoedondersteuning en een risicogestuurd aanbod waar nodig en we faciliteren initiatieven uit de samenleving die bijdragen aan dit doel. Resultaten in 2015: De werkwijze van de weegtafel van stadsdeel Zuid voor sturing op onder andere jongerenproblematiek is, voor zover noodzakelijk, ingevoerd in andere stadsdelen. Er is een regionaal expertisecentrum opgezet om signalen over problemen met de ontwikkeling van een kind waar nodig integraal te bespreken om ouders vroegtijdig te ondersteunen.
Doelstelling B: Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen Thema 4 Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin) Doel van het recent vastgestelde beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 is de eigen kracht van de jeugdige en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving te versterken. Als jeugdigen en/of ouders er zelf of met hulp van hun sociaal netwerk niet uitkomen zetten we maatwerkgerichte jeugdhulp en ondersteuning in voor de jeugdige en/of zijn ouders. Tot 1 januari 2015 zijn er 3 gescheiden jeugdstelsels: Jeugd Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en de provinciale Jeugdzorg. In 2018 is er een integraal jeugdhulpstelsel. In 2015 ligt het accent op de transitie; een zorgvuldige overdracht van de nieuwe taken. Dit moet leiden tot meer effectiviteit in de jeugdhulp en realisatie (eind 2017) van de door het rijk opgelegde bezuiniging van 15%. We organiseren een aantal onderdelen regionaal in samenwerking met 14 Twentse gemeenten, via de Organisatie Zorg en Jeugdhulp voor Twente (OZJT) van de regio Twente. Het gaat om inkoop van veilig thuis, specialistische jeugdhulp, werving van pleegzorg, de crisisdienst, regionaal reflectiepunt en de advies- en consultatiefunctie. We zetten in op het verbeteren van vroegsignalering en richten wijkteams in die lichte kortdurende ondersteuning zoals opvoedondersteuning en gezinscoaching bieden. De wijkteams leggen verbinding met belangrijke partners in de wijk ten behoeve van vroegsignalering en integraal werken; met name scholen (in de zorgstructuur in het onderwijs) en huisartsen. Waar nodig schakelen de wijkcoaches meer specialistische hulp in. Als de veiligheid van het kind in het geding is of wanneer de jongere een strafbaar feit heeft gepleegd is de hulp en ondersteuning niet meer vrijwillig (gedwongen kader). Het gaat om
blz. 31 (van 185)
Jeugdreclassering, Jeugdbescherming en JeugdhulpPlus. De rechter bepaalt welke hulp en ondersteuning nodig is. Resultaten in 2015: In 2015 vindt de transitie van de jeugdhulp plaats. De regionale taken zijn ingevuld en geborgd. Er is een monitor op kwaliteit, klanttevredenheid en kosten. Het inkoopproces van na 2015 is voorbereid. De tussenevaluatie op het nieuwe jeugdstelsel in het eerste kwartaal van 2016 is voorbereid. Er is een start gemaakt met vernieuwende werkwijzen: Preventie, vroegsignalering. Thema 5 Ondersteuning cliënten en mantelzorgers Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor de manier waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan de samenleving. Waar mensen het met hun eigen netwerk niet redden, of dat netwerk niet hebben, zorgt de gemeente voor ondersteuning. Deze past bij de persoon en zijn omstandigheden. We bewaken daarbij de belastbaarheid van mantelzorgers en vrijwilligers en we zorgen voor adequate cliëntondersteuning. We betrekken mantelzorgers standaard bij de (aan-)vraag van de inwoner die ondersteuning nodig heeft, om goed af te stemmen wat de inwoner en de mantelzorger zelf doen en waar ondersteuning door de gemeente nodig is. We versterken de positie van de mantelzorgers en vrijwilligers en zorgen dat de verbinding tussen informele en formele hulp verbetert. In 2015 en 2016 willen we bereiken (met de extra rijksgelden voor behoud van de werkgelegenheid in de huishoudelijke hulp) dat de mantelzorgers minder zwaar belast worden. Dit doen we door inzet van (extra) huishoudelijke hulp. De gemeente vervult zelf een voorbeeldfunctie door het voeren van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid, o.a. door flexibele werktijden, verlofmogelijkheden en de mogelijkheid tot thuiswerken. Resultaten in 2015: De cliëntondersteuning is vormgegeven. In het ondersteuningsplan van de cliënt is opgenomen hoe de mantelzorger, ter voorkoming van overbelasting, kan worden geholpen. De mantelzorgondersteuning is naar de grote groep professionals in de wijk overgedragen. Er is een proef uitgevoerd met WeHelpen (2014-2015) en een besluit over het vervolg genomen. Er is een pool van onafhankelijke (externe) cliëntondersteuning met specifieke deskundigheden (eigen ervaringen) vanuit bestaande cliënten- en/of belangenorganisaties. Thema 6 WMO-maatwerkvoorzieningen Het inrichten van Algemene Voorzieningen in de zin van de WMO moet ertoe leiden dat inwoners van Enschede in hun eigen buurt ondersteuning kunnen vinden zonder dat ze eerst voor een indicatie naar de gemeente hoeven. We gaan dit overgangstraject zorgvuldig uitvoeren. Als blijkt dat iemand niet of onvoldoende in staat is zichzelf, ook met hulp van zijn netwerk, te redden of mee te doen in de samenleving, ondersteunen wij met een oplossing. Die oplossing helpt om zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te blijven. Het gaat hierbij om maatwerk: afgestemd op de individuele situatie en de specifieke omstandigheden en mogelijkheden van de cliënt. We gaan samen met zorgverzekeraar Menzis en negen zorgaanbieders in de
blz. 32 (van 185)
wijken Wesselerbrink, Pathmos-Stevenfenne-Stadsveld en Glanerbrug op een nieuwe manier samenwerken. De ervaringen en opbrengsten uit deze (Enschede Doen) proeftuinen betrekken we in de vernieuwingen en verdere beleidsontwikkelingen. In 2018 is de zelfredzaamheid en participatie van Enschedese inwoners toegenomen ten opzichte van 2015. Duurzaamheid: We gaan onze zorgpartners stimuleren duurzaamheid te integreren in hun bedrijfsvoering. We willen dat zorginstellingen werk maken van energiebesparing en opwekking van duurzame energie. Waar de gemeente eigenaar is kunnen we zelf maatregelen nemen, in andere gevallen gaan we onze zorgpartners stimuleren. In contracten met partners (inkoopvoorwaarden) nemen we verplichtende duurzaamheidseisen op. We stellen expliciet duurzaamheidseisen aan het onroerend goed waar partijen gebruik van maken. Resultaten in 2015: Er is een overgangstraject voor de (circa. 3.000) cliënten met een AWBZ indicatie die overkomen naar de gemeente (per 1 januari 2015). We hebben, waar mogelijk en met inachtneming van het overgangsjaar, nieuwe vormen van algemene voorzieningen gerealiseerd. Het experiment populatiemanagement in de wijken Wesselerbrink, PathmosStevenfenne-Stadsveld en Glanerbrug is gestart. Thema 7 Woonbegeleiding Wij willen bereiken dat mensen die niet zelf in staat zijn passende en stabiele huisvesting te verwerven en te behouden, daarbij ondersteuning krijgen. Op die manier kunnen zij wonen en zich kunnen ontwikkelen tot een goede buur(t)- en stadsgenoot. Voor de periode 2015-2018 is ons streven om jaarlijks 25 daklozen duurzaam te huisvesten. We zorgen als centrumgemeente, in overleg met de regio gemeenten, voor opvang en beschermd wonen voor de inwoners die deze vorm van ondersteuning nodig hebben. We zorgen dat de financiering voor deze plaatsen wordt gecontinueerd en dat we de toegang voor nieuwe cliënten duidelijk geregeld hebben. In overleg met de regiogemeenten en corporaties wordt de komende jaren gewerkt aan het realiseren van opvangplaatsen en nieuwe - beschermd wonen plaatsen in de gemeenten van herkomst. Resultaat in 2015: In 2015 zijn er contracten met de plaatselijke corporaties om jaarlijks 25 woningen te leveren conform de opdracht om te komen tot spreiding over de stad. Thema 8 Maatschappelijke- en vrouwenopvang Wij willen onderdak en begeleiding bieden aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Mensen die dakloos zijn bieden we een bed-/bad-/broodvoorziening. Als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling willen we dat het geweld stopt en dat na ingrijpen de woonsituatie weer zo snel mogelijk genormaliseerd wordt. We zorgen voor een duidelijke toegankelijkheid en afspraken met partners om met name de veiligheid te borgen. Aan kinderen die meekomen met hun ouder(s) wordt specifiek aandacht besteed, zodat zij met zo min mogelijk schade verder kunnen opgroeien. Resultaat in 2015: Een aantal plaatsen in de opvang, in instellingen, is benoemd als bed-bad/broodopvang.
blz. 33 (van 185)
Thema 9 Inkomensondersteuning Om de oplopende kosten van product inkomensondersteuning binnen het budgettaire kader ‘financieel duurzaam solide’ te houden, gaan we de Raad voorstellen een nieuw beleidskader voor 2015 – 2016 vast te stellen. Twee belangrijke onderdelen daarbij zijn: Schulden De “ontstaansgeschiedenis” van schulden is zeer divers. Ondanks alle ontstaansoorzaken van schulden blijven mensen zelf verantwoordelijk voor hun schulden. Deze eigen verantwoordelijkheid voor schulden kan niet op de gemeente worden afgewenteld. Pas als de schuld ongewenste maatschappelijke neveneffecten heeft (woningontruiming, afsluiten van gas, water, elektra en geen geld meer voor eten en drinken), is ingrijpen door de gemeente gelegitimeerd. Overigens kunnen de meeste Enschedeërs zich redden zonder ondersteuning van onze gemeente. Ze hebben niet of nauwelijks schulden en hebben de financiële huishouding op orde. Een deel van hen is echter niet in staat zich zelfstandig in onze samenleving – in financiële zin - staande te houden. Met betrekking tot thema schulden komen we met voorstellen na de besluitvorming van deze begroting. Maatschappelijke Organisaties De gemeente Enschede heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken in de samenwerking tussen de gemeente en maatschappelijke-, particuliere, en kerkelijke organisaties. De particuliere-, maatschappelijke- en kerkelijke- organisaties hebben een aanvullende rol op het inkomensondersteuningsbeleid van de gemeente Enschede. Veelal richten zij zich op specifieke doelgroepen waarbij men beschikt over veel kennis en ervaring. Naast financiële hulp biedt men vooral hulp “in natura”. De organisaties werken vooral met de inzet van vrijwilligers waardoor goedkoop wordt gewerkt. Vanaf 2015 willen we de maatschappelijke organisaties in onze gemeente ook gaan inzetten voor het beleid gericht op participatie. Kortom: wederkerigheid: “u vraagt wat van de gemeenschap, maar wat kunt u voor de gemeente terug doen ?” Over het thema maatschappelijke organisaties en “wederkerigheid” komen we met voorstellen. Resultaat in 2015: Het product inkomensondersteuning blijft binnen de financiële kaders. Indicatoren Effectindicatoren
Streven 2015
Streven 2018
1.Percentage jeugd van 6 tot en met 15 jaar dat een sport beoefent.
92
93
2.Percentage inwoners van 23 jaar of jonger dat geen gebruik maakt van een 2e lijns jeugdhulpvoorziening.
94
96
3.Percentage cliënten dat het effect van jeugdhulpdienst(en) als voldoende scoort.
*
*
4.Percentage cliënten dat na 1 jaar niet opnieuw instroomt in jeugdhulp.
*
*
5.De mate waarin een Wmo maatwerkvoorziening volgens de cliënt bijdraagt aan de versterking van de zelfredzaamheid en participatie.
80
81
6.Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van een Wmo maatwerkvoorziening.
88
91
*
*
7.Percentage 75+ dat aangeeft in een sociaal isolement te raken zonder
blz. 34 (van 185)
deelname aan een door de gemeente gesubsidieerde voorziening. 8.Het aantal overlastmeldingen bij de politie van cliënten in Beschermd wonen.
0
0
9.Het percentage inwoners dat gebruik maakt van een vorm van inkomensondersteuning.
*
*
Toelichting op de indicatoren: Ten opzichte van de Programmabegroting 2014 is het aantal indicatoren toegenomen van zes naar negen. Deze toename is te verklaren door de toegenomen (financiële) omvang en aard van de nieuwe taken per 2015. De indicatoren 1 en 6 zijn bestaande indicatoren uit de Programmabegroting 2014, zij het aangepast aan de actualiteit van de nieuwe ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Er zijn 7 nieuwe indicatoren toegevoegd. Er zijn 4 indicatoren uit de Programmabegroting 2014 vervallen of ondergebracht in een ander begrotingsprogramma. * Als gevolg van het feit dat er nieuwe indicatoren zijn toegevoegd zijn er geen scores bekend over het afgelopen jaar. Er wordt zo spoedig mogelijk een nulmeting gestart op basis waarvan realistische streefwaarden vastgesteld kunnen worden. Deze worden opgenomen in de Programmabegroting 2016.
Wat mag het kosten? In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
bedragen x1.000 euro
blz. 35 (van 185)
Maatschappelijke ondersteuning Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
84.626
183.855
182.956
182.276
181.589
Baten
5.934
4.987
4.987
4.987
4.987
78.693
178.868
177.969
177.289
176.602
169
207
208
253
269
2.814
626
142
117
111
76.048
178.450
178.034
177.425
176.759
Saldo van baten en lasten Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat
Toelichting De verhoging van de lasten wordt vooral verklaard uit de middelen die worden toegevoegd als gevolg van de decentralisaties. Voorts zijn bezuinigingen verwerkt. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de financiële bijlage 6.4.
Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Jurgen van Houdt, Patrick Welman en Eelco Eerenberg
Programmadirecteuren Hans Weggemans, Richard Kokhuis
blz. 36 (van 185)
3.2 Versterken economie Doelstelling
Thema's
Producten
Wat mag het kosten -->
Lasten
1.565
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
35
-->
Lasten
484
-->
Baten
Dienstverlening aan ondernemers
-->
Lasten
-->
Baten
Projecten economische ontwikkelingen
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
109.715
-->
Baten
99.054
-->
Lasten
14.852
-->
Baten
-->
Lasten
55.875
-->
Baten
13.408
Bedrijfsverzamelgebouwen Versterken (internationaal) ondernemersklimaat
Versterken economische structuur
937 1.418
Innovatie en ondernemerschap Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven)
-->
Versterken groene groei
0
->
Brancheaanpak en acquisitie Faciliteren kansrijke economische projecten Bereikbaarheid (fysiek en digitaal)
1.489 0 523 0 9.139
Verkeersinfrastructuur en beleid 40
Investeren in werkgelegenheid
Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk
-->
Vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede
->
Algemene bijstand levensonderhoud Arbeidsmarktparticipatie
883
Uitvoering WSW
-->
Lasten
1.299
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
3.830
-->
Baten
3.067
Brede talentontwikkeling Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt
-->
Onderwijs en talentontwikkeling
->
0 155 0 2.185
Kinderopvang 0 2.107
Leerlingenvervoer 42
Leerplicht / RMC Bedragen x 1.000 Euro's
blz. 38 (van 185)
Wat willen we bereiken? In Twente zijn veel kansen voor economische groei. De bestaande bedrijven, beschikbare plekken voor nieuwe bedrijven, voorzieningen, de technische universiteit en de arbeidsmarkt vormen hiervoor een goede basis. Helaas is er, ondanks al die mogelijkheden voor bedrijven, een werkloosheid van 18,5% (NWW) in Enschede. Wij komen daarom op korte termijn met nieuwe plannen die meer werkgelegenheid voor minder hoog opgeleiden moeten opleveren. De belangrijkste prioriteiten voor de komende jaren zijn: 1. werkgever op kop: dit principe blijft ook komende jaren leidend. Ondernemers zijn belangrijk voor economische groei. Zonder economie geen werk. 2. acquisitie: het aantrekken van nieuwe bedrijven en het faciliteren van groei van bedrijven. 3. uitstroom uit de bijstand: vermindering van het aantal mensen in de bijstand. De belangrijkste woorden in onze strategie zijn ‘bereikbaarheid', 'beschikbaarheid' en 'bekendheid’. We willen ondernemers zo goed mogelijk ondersteunen zodat ondernemen in Enschede nog aantrekkelijker wordt. Daarom gaan we waar mogelijk en nodig regels afschaffen, zorgen we voor bouwkavels die passen bij de bedrijven die ze zoeken en bieden we hen geschikt personeel. Onze inzet vindt plaats in alle gebieden in Enschede, met prioriteit bij de binnenstad, Kennispark en het luchthavengebied. We gaan ons regionaal en landelijk inzetten om zo veel mogelijk investeringen die de provinciale- en rijksoverheid in Twente gaat doen, te laten uitvoeren door Twentse bedrijven en hun medewerkers. Bijvoorbeeld investeringen in natuur ( ecologische hoofdzones) en bereikbaarheid ( N18). Werk in Twente, voor en door Twente! Bereikbaar Samen met Twentse gemeenten, Euregio, provincie, bedrijfsleven en het Rijk willen we dat Enschede de komende jaren nog beter bereikbaar wordt. Zowel over de weg, het water als met de trein. We vinden het belangrijk dat het goed gaat met onze stad. Om dat voor elkaar te krijgen, moet het verbeteren van de bereikbaarheid sneller worden aangepakt dan nu het geval is. We gaan hier nadrukkelijk voor lobbyen. Beschikbaar We zorgen er voor dat er genoeg ruimte is voor ondernemers en hun bedrijf. We willen meer werkzoekenden aan het werk krijgen. Daarbij gaan we meer uit van eigen kracht en vaardigheden van de werkzoekende bij het vinden van werk. Als dat nodig is ondersteunen we hem of haar (tijdelijk) op maat. Een goede opleiding is erg belangrijk bij het vinden van werk. In Enschede wonen meer mensen met een lage opleiding dan op andere plekken in Nederland. Dat probleem willen we stevig aanpakken. Daarom investeren we als gemeente flink in het vroegtijdig opsporen en bestrijden van achterstanden. We belonen initiatieven van partners gericht op innovatie van het onderwijs en een kwalitatief nog beter onderwijsaanbod. En we steunen initiatieven die de aansluiting van het onderwijs op de (regionale) arbeidsmarkt verbeteren. Bekend In Nederland en het buitenland weten niet genoeg mensen wat de mogelijkheden zijn van Enschede en Twente. Daar moeten we meer over vertellen. We vinden het vooral belangrijk dat er in de binnenstad, op Kennispark en in het luchthavengebied banen bij komen. Een bruisende binnenstad is van groot belang voor de inwoners van de stad maar ook voor de
uitstraling die we in de regio (inclusief het Duitse achterland), Nederland en het buitenland willen hebben. Wat gaan we er voor doen? Doelstelling A: Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven) Thema 1 en 2: versterken (internationaal) ondernemersklimaat & brancheaanpak en acquisitie Versterken (internationaal) ondernemersklimaat Een sterke economische regio is de basis voor een sterk economisch Enschede. Innovatie, arbeidsmarkt en economisch beleid worden regionaal opgepakt en afgestemd. Op lokaal niveau zorgen we voor voldoende ruimte voor ondernemen, voor passend personeel en een goede digitale en fysieke bereikbaarheid. In dit kader zorgen we voor toekomstbestendige werklocaties: bedrijventerreinen, winkellocaties en kantoorlocaties. We zoeken met onze partners naar manieren om flexibeler in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. De bekendheid van Enschede/Twente als de regio met een prima vestigingsklimaat moet worden vergroot. We zullen bedrijven buiten Twente nadrukkelijk gaan attenderen op de kansen die Enschede en Twente te bieden hebben. Dat doen we zo veel mogelijk op Twentse schaal. We zetten onze vier internationale allianties in en focussen hierbij in de Euregio en MONT (Münster, Osnabrück en Netwerkstad Twente) op de arbeidsmarktkansen en innovatie, in China op de exportmogelijkheden voor Twente, in Silicon Valley op de kansen voor de HTSM en in Europa op het verwerven van middelen. Hiernaast zetten we samen met partners in op het verbeteren van vestigingsvoorwaarden voor nieuwe internationale bedrijven zoals een full-service expat center (met het WTC Twente), goed internationaal onderwijs en een internationale uitstraling van de stad. Resultaten in 2015: knelpunten in het vestigingsklimaat benoemen en aanpakken (waar mogelijk/passend in regionaal verband). versterken van de regionale samenwerking op het gebied van economische zaken. invoeren specifieke focus bij de inzet van onze internationale allianties. Brancheaanpak en acquisitie De focus komt op het aantrekken van nieuwe bedrijven en het faciliteren van groei van bedrijven. Accountmanagers werken samen met de partners (ondernemers, onderwijs, onderzoek en overheid) in een branchegewijze aanpak die aansluit op de arbeidsmarktaanpak van het Werkplein Twente. We kennen de trends en ontwikkelingen, kansen voor Twente, verwachtingen m.b.t. werkgelegenheid, etc. We intensiveren onze inzet op de kansrijke branches. Dit doen we zoveel mogelijk op Twentse schaal. Resultaten in 2015: het in regionaal verband oppakken van acquisitieleads van de Twente Board, Kennispark en Port of Twente. acquisitie op sectorniveau. Er wordt per branche een acquisitie top vijf bepaald. Per bedrijf wordt bekeken hoe de acquisitie het beste vorm kan krijgen en met wie. Thema 3: versterken groene groei Groene groei betekent dat de economie toeneemt zonder dat dit nadelig is voor klimaat,
blz. 40 (van 185)
water, bodem, grondstoffen en biodiversiteit. Duurzame innovaties kunnen geld en werkgelegenheid opleveren en dragen bij aan het innovatieve en ondernemende karakter van Enschede en Twente. Daar waar de gemeente invloed heeft en waar het is toegestaan, wordt dit gestimuleerd. Dit doen we via aandeelhouderschappen, aanbesteden, inkopen, regelgeving en vergunningen. Door in ons inkoopproces aandacht te hebben voor duurzaamheid, innovatie en regionale ondernemers sturen wij op het versterken van onze regionale economie. Resultaten in 2015: in 2015 zetten wij vooral in op uitvoering van de landelijke Green deal ‘Smart Energy Cities’. Onderdeel hiervan is de pilot op het gebied van smartgrids in de Bothoven. daarnaast kan energiebesparing het bedrijfsleven een duurzame impuls geven. We gaan we met hen in overleg om tot afspraken in de vorm van bijvoorbeeld een convenant te komen, als onderdeel van het Actieplan Duurzaamheid (zie Duurzame Leefomgeving). Thema 4: faciliteren kansrijke economische projecten Resultaten in 2015: Kennispark: we gaan ons inzetten om het midden- en kleinbedrijf beter te verbinden met het onderwijs en onderzoek (UT, Saxion en Kennispark). Op fysiek vlak willen we samen met de Provincie inzetten op realisatie van fase 2 van het masterplan Kennispark. Met deze middelen willen we de transformatie inzetten van een modern gemengde werklocatie naar een innovatie campusomgeving met internationale allure. We willen de kwaliteit van de openbare ruimte in het gebied verhogen, een innovatiepad aanleggen en een parkeergarage. Doel is om het vestigingsklimaat in het gebied dusdanig te maken dat de ondernemers verleid worden om daarna zelf het parkmanagement op te pakken. Herstructurering Havengebied: in de eerste helft van 2015 wordt het project afgerond. Per 2015 gaan we starten met een gezamenlijk havenbeheer Twentekanalen. Een havenmanager gaat het havenbeheer uitvoeren en verder uitwerken samen met de partners vanuit overheden en bedrijfsleven. XL Businesspark: de kade zal in naar verwachting in 2015 in gebruik worden genomen, onder andere door Eurol en de Combi Terminal Twente. Acquisitie blijft het grootste speerpunt in de uitvoering. Luchthaven: in 2015 zal worden ingezet op uitwerking van de aanbevelingen van de commissie onder leiding van de heer Wientjes. We gaan de bestemmingsplantechnische mogelijkheden verkennen voor nieuwe ontwikkelingen op het terrein. Usseler Es:dit project is tot 2018 stilgelegd in verband met de uitkomsten van de regionale bedrijventerreinenvisie.
Thema 5: bereikbaarheid (fysiek en digitaal) Fysieke bereikbaarheid We gaan lobbyen voor projecten die de (inter)nationale en regionale bereikbaarheid over weg en spoor verbeteren. We gaan door met de uitvoering van het beleid en de voorgestelde investeringen in fietsmaatregelen. Meer mensen op de fiets betekent ook minder autoverkeer en daarmee een betere bereikbaarheid met de auto. Naast dit beleid zetten we in op nieuwe technologie en campagnes om bestaande infrastructuur beter te gebruiken. Ook is op een aantal plekken nieuwe infrastructuur nodig, voor zover de aanwezige financiële middelen
blz. 41 (van 185)
toereikend zijn. We vinden dat vanuit economisch perspectief het Kennispark ook vanuit Noord goed bereikbaar moet zijn en streven daarvoor naar een breed gedragen plan. Resultaten in 2015: startaanleg van het laatste deel van HOV (tussen Goolkatenweg en Uranusweg). afronden van de verbreding van de Auke Vleerstraat. lobby op een verbreding van de verbinding naar Münster (RW35-B54) en een betere verbinding per trein richting Randstad. Voor de realisatie van projecten zijn we sterk afhankelijk van subsidies van Rijk, provincie en Regio Twente.
Digitale bereikbaarheid We stimuleren de digitale bereikbaarheid in de vorm van een verdere uitrol van wifi in de binnenstad en breedband in het buitengebied door waar nodig diverse partijen bij elkaar te brengen.
Doelstelling B: een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk Thema 6: vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede Vergroten zelfredzaamheid De bemiddeling naar werk van onze werkzoekenden willen we verbeteren en efficiënter maken. Resultaten in 2015: we geven marktpartijen, zoals uitzendbureaus, inzicht in het bemiddelbare deel van ons werkzoekendenbestand en onderzoeken op welke wijze marktpartijen betrokken kunnen of moeten zijn bij de bemiddeling van werkzoekenden. we gaan de werkzoekenden nog meer digitaal ondersteunen. Daarbij zal meer uitgegaan worden van hun eigen kracht en vaardigheden bij het vinden van werk. we stappen over op de CBS registratie voor het bepalen van het werkloosheidspercentage. Participatiewet De participatiewet gaat in per 1 januari 2015. Deze wet vervangt de huidige regelingen voor de Wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten (Wajong), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en bijstand (Wwb). De wet verlangt samenwerking in de arbeidsmarktregio Twente. Dit biedt kansen voor het creëren van werk binnen en buiten de gemeentegrenzen. Zelfredzaamheid van werkzoekenden staat voorop, maar waar nodig vindt ondersteuning plaats. De komst van de Participatiewet betreft een complexe operatie met de nodige integrale aspecten (regionaal en lokaal). Op diverse thema’s is er keuzeruimte. De invoering van de Participatiewet betekent onder andere dat vanaf 2015 er geen nieuwe instroom in het kader van de WSW meer mogelijk is. Daarmee zal via natuurlijk verloop de komende tientallen jaren de WSW worden afgebouwd. De zittende groep werknemers behoudt de rechten die ze onder de oude WSW hadden. Resultaten 2015:
blz. 42 (van 185)
werken vanuit één regionale werkgeversbenadering en garantiebanen creëren voor werkzoekenden die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Daarbij is sprake van een gezamenlijk regionaal aanbod van werkgerichte arbeidsmarktinstrumenten. een regionaal werkbedrijf. Het betreft een netwerkorganisatie waar in ieder geval de werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties, UWV en gemeenten in samenwerken. uitvoering van de Enschedese arbeidsmarktaanpak (EAA) 2015 en de bijbehorende verordeningen. Onderdelen van de EAA zijn: het in te zetten instrumentarium in het kader van de Participatiewet, de te hanteren loonwaardesystematiek, de invulling van het nieuw beschut werk en de wijze van invulling van de tegenprestatie en de inzet van middelen.
Algemene bijstand levensonderhoud In het kader van de Meerjarig Aanvullende Uitkering (MAU) geven wij uitvoering aan de in het Ontwikkelplan MAU opgenomen maatregelen teneinde het tekort op de uitgaven voor algemene bijstand levensonderhoud te reduceren. Deze maatregelen zijn toegespitst op instroombeperking en uitstroombevordering van de bijstand en op handhaving. Naar aanleiding van de in september 2014 uitgebrachte verantwoordingsrapportage MAU worden aanvullende maatregelen voorbereid die in 2015 hun beslag krijgen. Resultaat in 2015: minder mensen die afhankelijk zijn van een uitkering en daarmee een reductie van de uitgaven van algemene bijstand voor levensonderhoud. een pakket met maatregelen dat aanvullend is op het eerdere Ontwikkelplan MAU. Thema 7: investeren in werkgelegenheid De commissie Draijer schrijft in haar rapport "Versterken economische kracht van Twente" dat een van de belangrijkste problemen voor Twente de grote werkloosheid onder minder hoog opgeleiden is. Een van de adviezen is om samen met bedrijfsleven en andere overheden maatregelen te nemen die zorgen voor banen voor de minder hoog opgeleiden. De Twente Board heeft dit als opdracht op zich genomen. Resultaten in 2015: wij zullen met regionale collega's follow up geven aan de leads die de Twente Board krijgt. regiobreed zetten we een gezamenlijk lobbytraject op om met een eenduidig verhaal richting Provincie, Rijk en Europa te kunnen acteren. we zetten in op de kansen op de arbeidsmarkt die buiten Enschede en Twente liggen. Daarbij kijken we ook naar de mogelijkheden die Duitsland en de ons omliggende regio’s bieden. We gaan in Duitsland actief op zoek naar werk en leerwerkplekken voor onze werkzoekenden. we verwachten van onze werkzoekenden dat zij de beschikbare banen accepteren.
blz. 43 (van 185)
Doelstelling C: Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt Thema 8 Onderwijs en talentontwikkeling In het najaar 2014 formuleren we samen met de onderwijspartners een nieuwe Lokale Educatieve Agenda (LEA). Hierin benoemen we de belangrijkste gezamenlijke doelen voor de komende vier jaar, en bundelen we krachten en middelen om die te realiseren. Met als hoofddoel om meer jongeren een opleiding te laten afronden die aansluit bij de arbeidsmarkt. Ook nog in 2014 zullen we de vervoersvergoeding aan leerlingen in het voortgezet onderwijs aanpassen naar aanleiding van de wetgeving Passend Onderwijs. Wij komen daartoe met een voorstel aan de Raad tot wijziging van de verordening Leerlingenvervoer. In de jaren 2015-2018 werken we voorts aan meer samenhang tussen jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt, zoals genoemd bij Sociale Duurzaamheid, thema 3. Resultaten in 2015: we gaan verder met het verhogen van de kwaliteit van de Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) in Enschede. Als de voor dit doel beschikbare middelen ook na 2015 beschikbaar blijven, maken we daarover nieuwe afspraken met het Rijk en de stedelijke partners binnen de 30 Integrale Kindcentra (IKC's) we gaan de innovatiekracht en de kwaliteit van het onderwijs vergroten, door initiatieven van scholen op dit punt te belonen. Hiervoor zetten we de middelen voor Brede Talentontwikkeling in. de verordening Leerlingenvervoer wordt, direct na afloop van het schooljaar 20142015, geëvalueerd, zoals afgesproken met de raad bij de vaststelling ervan. Daarbij betrekken we ook de aanpassing van de kilometergrens. Indicatoren Effectindicatoren Doelstelling A : 1. Banenindex (aantal arbeidsplaatsen Enschede en Twente) (prognose: 0% groei in 2015, vanaf 2016 0,3% groei per jaar)
Score 2013 Streven 2014
Streven 2015
Streven 2018
Enschede: 80.890 Twente: 287.100
Enschede 80.324 Twente: 285.090
Enschede: 80.324 Twente: 285.090
Enschede: 81.049 Twente: 287.663
2. Bruto Binnenlands Product Twente per inwoner
29.942 *
30.182
30.484
31.876
3. Waardering dienstverlening Ondernemersloket
8,5
minimaal 8
minimaal 8
minimaal 8
4. Bereikbaarheid Enschede West en centrum
100
100
100
100
5. energieverbruik bedrijfsleven (mutatie)
PM
PM
PM
PM
6. groene groei (nog te ontwikkelen in overleg met bedrijfsleven)
PM
PM
PM
PM
58%
58%
58%
60%
NWW 12.585 NWW: niveau NL
NWW: niveau NL
Doelstelling B: 7.Participatie index (netto participatiegraad) 8. Aantal NWW en WWB'ers
NWW: 11.833
blz. 44 (van 185)
(peildatum augustus) Doelstelling C: 9. Onderwijsindex, bestaat uit: - Verdeling van leerlingen over niveaus VO, volgens advies PO - Beroepsbevolking met opleidingsniveau MBO-2 en hoger - Percentage VO-leerlingen met een technisch profiel (3e en 4e leerjaar) - Percentage afgestudeerden MBO, HBO, UT met een technische studie
WWB: 6232
WWB: 6737
WWB: niveau NL
WWB: niveau NL
PrO 3%, vmbo: 53%, havo-vwo 44%
PrO 3%, vmbo 53%, havo-vwo 44%
PrO 3%, vmbo 53%, havo-vwo 44%
PrO 3%, vmbo 53%, havo-vwo 44%
76%
76%
76%
77%
vmbo 49%, havo 47%, vwo 71%
vmbo >45%, havo >45%, vwo >60%
vmbo >45%, vmbo >45%, havo havo >45%, >45%, vwo >60% vwo >60%
ROC 23%, Saxion 26% , UT 47%
ROC 25%, Saxion 27%, UT 48%
ROC 26%, Saxion 28%, UT 49%
ROC 30%, Saxion 30%, UT 50%
* =schatting (prognose 2014-2018: economische groei, CPB) Wat mag het kosten? In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven. Daar waar bij een thema geen middelen zijn weergegeven, zijn deze opgenomen onder een ander budget.
bedragen x1.000 euro
blz. 45 (van 185)
Versterken economie Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
209.326
204.635
196.234
194.664
193.603
Baten
175.904
117.466
114.518
114.506
114.506
33.423
87.169
81.716
80.158
79.097
Storting Reserves
2.941
1.885
1.835
1.849
1.228
Onttrekking reserves
5.048
5.882
2.711
2.357
2.207
31.316
83.172
80.840
79.649
78.117
Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting De belangrijkste verschuiving betreft de opname van het Participatiebudget en de middelen voor de Sociale Werkvoorziening in de integratie-uitkering sociaal domein. Daarmee maakt ongeveer 50 miljoen euro deel uit van de algemene middelen uit het Gemeentefonds. Het bedrag bij de baten daalt met hetzelfde bedrag. Bij de algemene bijstand geeft bij de lasten voor 2015 nog een stijging te zien. We gaan daarbij uit dat het tekort op het rijksbudget wordt aangevuld door de Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). De ramingen voor 2015 en de jaren daarna zijn nog gebaseerd op het huidige verdeelmodel voor de BUIG. Vanaf 2015 treedt een nieuw verdeelmodel in werking. De meerjarige effecten van dit model zijn nog niet bekend. Tenslotte dalen de lasten voor Arbeidsmarktparticipatie omdat er minder budget beschikbaar als gevolg van rijksbezuinigingen. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de financiële bijlage 6.4. Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Patrick Welman, Eelco Eerenberg, Hans van Agteren
Programmadirecteur Richard Kokhuis
blz. 46 (van 185)
3.3 Duurzame leefomgeving Doelstelling
Thema's
Producten
Wat mag het kosten -->
Lasten
3.281
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
40.962
-->
Baten
40.893
-->
Lasten
2.600
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
14.805
-->
Baten
1.751
-->
Lasten
3.669
-->
Baten
2.872
-->
Lasten
1.628
-->
Baten
Ruimtelijke ontwikkeling 269 1.147
Bestemmingsplannen Behouden en versterken van de dynamische en vitale stad
->
Stedelijke ontwikkeling
->
0
Grondbedrijf
Locatieontwikkeling 690 18.429
Cultuur Beleving in de (binnen)stad Stimuleren van de bruisende stad
->
->
Evenementen en citymarketing
17 2.825 0
Binnenstad (centrum)
Burger- en overheidsparticipatie
Openbare orde en veiligheid Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan
->
Stadsdeelgewijs werken aan duurzame initiatieven (Weconomy)
3.970
Stadsdeelsgewijs werken 311
Openbare orde en veiligheid
->
Vergunningen leefomgeving Wettelijke taken en deregulering Handhaving bouwwerken en bedrijven
151
-->
Lasten
1.352
-->
Baten
-->
Lasten
8.843
-->
Baten
9.195
-->
Lasten
1.151
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
494
-->
Lasten
734
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
12.646
-->
Baten
1.396
-->
Lasten
1.310
-->
Baten
-->
Lasten
12.332
-->
Baten
12.000
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
19.688
-->
Baten
19.139
Handhaving openbare ruimte 799
Parkeerbeheer
Begraafplaatsen 459 8.744
Beheer wegen
Gladheidsbestrijding Beheer en onderhoud openbare ruimte
0 776
Havens en markten 667 1.677
Openbare verlichting 0
Stadsdeelbeheer
Beleid leefomgeving 929
Riolering
Duurzame energievoorziening Stimuleren van een duurzame leefomgeving
->
-> Afvalstoffen: afvalloos Twente
100
Duurzaamheid 0
Afvalstoffen
Bedragen x 1.000 Euro's
blz. 48 (van 185)
Wat willen we bereiken? Stedelijke ontwikkeling Wij hebben de ambitie om de grootstedelijke kwaliteit van Enschede verder te versterken. We kiezen er met nadruk voor onze energie en ambtelijk capaciteit in te zetten op het binnensingelgebied, de invalswegen van de stad, het Kennispark en de herontwikkeling van de voormalige vliegbasis. Dat betekent ook dat er in andere delen van onze gemeente veel minder ambtelijke bemoeienis zal zijn. Duurzame leefomgeving: ruimte voor bewoners en partners Een duurzame leefomgeving organiseren we samen, samen met inwoners, samen met ondernemers, met instellingen en investeerders. De focus van onze aanpak ligt daarbij dicht bij de inwoners. Via stadsdelen, wijken en straten, met overheidsparticipatie als leidend principe. We stimuleren en verbinden mensen bij voorkeur door ons aan te sluiten bij de gesprekken in de wijk, fysiek en via de digitale kanalen. Samen met bewoners, ondernemers en partners stellen we gebiedsagenda’s op en werken we aan oplossingen en plannen op maat. Dit verhoogt betrokkenheid en sociale cohesie én zorgt voor duurzame oplossingen. zo zorgen we ervoor dat Enschede ook in 2018 nog een aantrekkelijke stad is om te wonen, werken en te verblijven. Meer zeggenschap over de eigen leefomgeving We redeneren meer vanuit de stadsdelen. Gebiedsagenda’s worden leidend voor de inzet in een wijk. De rol van de stadsdeelwethouder, -commissie, -manager en de wijkteamleider wordt versterkt. En we gaan werken met wijkbegrotingen. Daar beginnen we in 2015 mee. Wijkbudgetten en wijkbeheerplannen zijn belangrijk instrumenten voor meer zeggenschap van bewoners over hun directe omgeving. We geven meer zeggenschap over, maar vragen ook meer inzet op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. We leveren maatwerk, passend bij de specifieke situatie van wijk of buurt. Een veilige stad Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheidsinstanties, (zorg)instellingen, bewoners en bedrijven. Vaker dan in het verleden vragen we van onze partners om zelf ook verantwoordelijkheid te nemen. De ambitie van Enschede is en blijft: een veilige gemeente om te wonen, werken en recreëren. Veiligheid vormt een integraal onderdeel in alle programma’s. Daarom willen we de processen (nog) beter op elkaar aan laten sluiten, voorkomen is beter dan genezen. Het uitgangspunt daarbij is dat we veiligheidsvraagstukken voortvarend en adequaat oppakken. Duurzame, toekomstbestendige stad Samen met inwoners, bedrijven en instellingen ontwikkelen we in de stadsdelen het Actieplan Duurzaamheid. Als overheid scheppen we de voorwaarden en ontwikkelen we maatregelen om duurzaam gedrag te stimuleren. We zoeken daarbij verbindingen op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Regionaal bijvoorbeeld in het terugdringen van het restafval op weg naar een ‘afvalloos Twente’. Onderdeel hiervan is "de vervuiler betaalt". Lokaal zetten we sterk in op de verduurzaming van woonwijken in samenwerking met de corporaties. In het verlengde ligt de opgave om energieopwekking via duurzame energiebronnen verder te stimuleren. Concrete acties nemen we op in de gebiedsagenda's voor de stadsdelen. Voor de economische ontwikkeling van de stad is versterking van het vestigingsklimaat een van de belangrijkste voorwaarden. Bouwen aan een stad waarin je goed kunt wonen, werken, leven of je bedrijf kunt vestigen, is van levensbelang voor de economische vitaliteit van de stad en de hele regio. We maken daarbij keuzes met onze focus op concrete doelen en deelgebieden: de binnensingel, het Kennispark en het voormalig Luchthaventerrein.
Cultuur Enschede is één van de negen culturele kernpunten in Nederland. Kernpunten hebben door hun culturele aanbod een groeiend belang voor de regionale economische ontwikkeling. Het gaat dan in de eerste plaats om de aantrekkingskracht op bezoekers en hoger opgeleide bewoners. De programmering van de culturele instellingen draagt samen met een divers evenementenprogramma bij aan een bruisende stad. Komende jaren wordt samen met Hengelo – en in het verband van de Netwerkstad – gewerkt aan een gezamenlijk Twents aanbod van onder meer podiumkunst. In de tweede plaats draagt cultuur, waaronder via cultuureducatie, bij aan “creatieve” talentontwikkeling: eveneens een wezenlijk economisch belang in Enschede. Tot slot draagt de citymarketing – waar mogelijk in samenwerking met regionale partners – bij aan de bekendheid van Enschede als Kennisstad, Muziekstad en Winkelstad. Wat gaan we er voor doen? Doelstelling A: Samen met partners behouden en versterken van de ‘dynamische en vitale’ stad Thema 1 Stedelijke ontwikkeling We maken voor alle ruimtelijke thema’s programmeringsafspraken in de regio, samen met de provincie. Wij gaan samen met bewoners en de partners de grote uitdaging aan om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen (en woonlasten beheersbaar te houden) en levensloopbestendig te maken. Wij maken daarover jaarlijks afspraken met de corporaties. Wij ontwikkelen arrangementen om bewoners te verleiden zelf te investeren. Ook ronden wij gezamenlijk de herstructureringsopgaven af. Wij leveren meer maatwerk op nieuwe initiatieven door partners en particulieren die bijdragen aan onze doelen voor werk, duurzaamheid (o.a. energieopwekking), het binnensingelgebied en de invalswegen (Enschede 2030) en de ruimtelijke kwaliteit in de stad. Om nieuwe ontwikkelingen door partners in de stad mogelijk te maken gaan wij minder en globaler ruimtelijk beleid maken en op sommige plekken meer specifieker gebiedsgericht beleid. Wij maken gebruik van de mogelijkheden van (nieuwe) juridische instrumenten om partners meer ruimte en mogelijkheden te geven. We zoeken eerder het gesprek met bewoners, ondernemers en partners over nieuw op te stellen bestemmingsplannen. Verder gaan wij projecten temporiseren en stoppen als deze niet meer bijdragen aan onze doelen. Hiermee creëren we naast programmatische ruimte voor de belangrijkste plekken in de stad ook een reductie van risico’s daar waar het onze eigen grondexploitaties betreft. We doen dit samen met de regio en de provincie. Wij moeten in elk stadsdeel keuzes maken op welke plaatsen wij nog zelf fysieke ingrepen doen. Bij de afweging kijken we waar we aan kunnen sluiten bij investeringen door partners en de regionale doelstellingen zoals vastgelegd in de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (OANT). We kiezen voor een heldere bestuurlijke verantwoordelijkheid bij ruimtelijke projecten. In de kaderstellende beginfase is de functionele wethouder aan zet. In de uitvoerende fase is de stadsdeelwethouder verantwoordelijk. Indien nodig maken we hierop een uitzondering. Resultaten in 2015: Actualisatie van de Stedelijke Koers (programmering en strategie). Voorstellen voor het verkleinen van de risico’s en de omvang van grondportefeuille voor projecten die niet bijdragen aan de doelen. Adequate stedelijke instrumenten voor het begeleiden van initiatieven (waaronder een niet project gefinancierde projectorganisatie).
blz. 50 (van 185)
Eén verkooporganisatie voor grond en vastgoed met een gezamenlijke verkoopstrategie. Opschonen van bestaand ruimtelijk beleid; minder en globaler, wat leidt tot minder en een globalere bestemmingsplannen. Nieuwe omgevingsvisie voor het Binnensingelgebied. Afspraken voor vier jaar met de corporaties over de (ver)bouw, verduurzaming en verkoop van huurwoningen in de vijf stadsdelen. Bestemmingsplanproces wijzigen door iedere bestemmingsplanprocedure te beginnen met de participatie van inwoners, ondernemers en partners. Per plan kan de vorm van participatie verschillen.
Doelstelling B: Stimuleren van de bruisende stad Thema 2 Beleving in de (binnen)stad Het belang van cultuur in Enschede is groot: culturele voorzieningen dragen bij aan een bruisende binnenstad, zijn een vestigingsfactor voor bewoners en hebben aantrekkingskracht op bezoekers (Cultuurkaart Enschede, 2012). Daarnaast behoren creativiteit en innovatie in de huidige economie tot de belangrijkste productiefactoren. We gaan daarom cultuur en creativiteit meer met andere beleidsterreinen verbinden, met name gericht op talentontwikkeling. Het gaat onder meer om onderwijs (van primair onderwijs tot Universiteit Twente), (jeugd)zorg en (cultuur)participatie. Inzet is verder om binnen Netwerkstad Twente tot een samenhangend cultuuraanbod te komen en tegelijk de subsidieafhankelijkheid van cultuurpartners te verminderen. Voor de terugloop van budgetten in het culturele domein die tot 2018 oplopen naar rond 1,5 miljoen euro, is een ingreep in de huidige culturele basisinfrastructuur noodzakelijk. Resultaten in 2015: Regionale afstemming van het bovenlokale cultuuraanbod en de marketing daarvan. Te beginnen met het uitwerken van samenwerking tussen cultuurinstellingen in Hengelo en Enschede; Invoeren van "Cultuureducatie met Kwaliteit" in het primair onderwijs. Actualiseren van het Cultuurplan Enschede, Culturele hotspot van het Oosten. De actualisatie geeft richting aan de bezuinigingen van 1,5 miljoen euro die neer zal slaan in de Programmabegroting 2016-2019. Voor citymarketing en evenementen staan alle acties in het teken van het merk van de stad: “Enschede, Stad van Nu”. Hoofddoelen zijn gericht op het versterken van de economie, waaronder in de binnenstad: aantrekken van meer bezoekers, herhalingsbezoek, meerdaags verblijf en bestedingen. Het evenementenbeleid spitst zich toe op een gevarieerd evenementenaanbod dat voortdurend bijdraagt aan de aantrekkingskracht van de bruisende stad; inzet is dat enkele evenementen uitgroeien naar een landelijk bereik. Het acquireren van landelijk bekende inkoopevents maakt onderdeel uit van deze strategie, evenals regionale samenwerking tussen de marketingbureaus in de Netwerkstad. Ook wordt ingezet op verduurzaming van de evenementen. Het evenementenbudget van nu nog rond 760.000 euro levert jaarlijks aan economische spin-off: 4 miljoen euro aan bestedingen in horeca, winkels en parkeren, 5 miljoen euro aan indirecte bestedingen door toeleveranciers, 40 fte werkgelegenheid op jaarbasis, 2500 vrijwilligers en enkele miljoenen euro’s aan mediawaarde.
blz. 51 (van 185)
In het domein van citymarketing, evenementen en toerisme moet tot en met 2017 nog een bezuinigingstaakstelling van 440.000 euro worden ingevuld. Resultaten in 2015: Samenhangende aanpak van citymarketing, toerisme, recreatie en evenementen. Verdere verduurzaming van de Enschedese evenementen. Thema 3 Binnenstad (centrum) De binnenstad ontwikkelt zich steeds verder tot het bruisende centrum van Twente. Door nieuwe impulsen in de kwaliteit van de historische stadskern zelf, door ontwikkelingen rondom de binnenstad en langs de grote invalswegen, zoals de Zuiderval en de Haaksbergerstraat, krijgt het centrum steeds meer de grootstedelijke uitstraling die we al geruime tijd nastreven. Dat is niet alleen goed voor het positieve imago van de stad, maar ook voor het scheppen van extra banen. Daarom gaan we door met het Actieprogramma Binnenstad en met het steunen van onze partners bij het realiseren van kleinschalige projecten in het Centrum. We kiezen daarbij voor de volgende speerpunten. Duurzaamheidsimpuls: We gaan het centrum verduurzamen met CO2 reductie en waterbeheersing als prominente uitdagingen, te beginnen in De Heurne en de wijk de Bothoven. Meer banen: We scheppen extra werkgelegenheid door te investeren in de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de binnenstad en door toe te werken naar een zodanige spannende mix aan functies dat er meer bezoekers naar ons centrum komen, die zorgen voor meer omzet in de winkels, horeca en culturele voorzieningen.. Compacte binnenstad: We maken het kernwinkelgebied in de binnenstad compacter zodat we een kwalitatief hoogwaardig “rondje Binnenstad” kunnen blijven aanbieden aan bezoekers om te shoppen, slenteren, verpozen, studeren, chillen. Kortom voor elke leefstijl en leeftijdscategorie wat wils: zo verkopen we onze stad in binnen – en buitenland met Duitsland voorop. En op deze manier verminderen we de leegstand in het kernwinkelgebied. Hoogwaardige stedenbouwkundige kwaliteit: Uitbreiding van de stad is niet meer aan de orde. Het gaat nu meer om het vergroten van de kwaliteit. We gaan geleidelijk de open ruimtes in het centrum invullen met diverse functies. We verbeteren de kwaliteit van de openbare ruimte en houden de bereikbaarheid van het centrum op peil ook tijdens piekmomenten. Kwaliteitsverbetering bereiken we ook door het geven van een aantrekkelijker uitstraling aan pleinen, gevels van panden en door het verder uitbreiden van de variatie in winkels en horeca én van culturele evenementen. Wonen, hartje binnenstad: Er is en blijft behoefte aan woningen in en rondom de binnenstad, vooral voor kleine huishoudens. Lege plekken in het centrum vullen we geleidelijk op, zoals de gebieden in de Spoorzone. Extra krachtbronnen: De kwaliteit en aantrekkelijkheid van de oude kern van de binnenstad voeren we verder op door in de schil rond de kern en langs de grote invalswegen een kwalitatief hoogwaardige mix van grootstedelijke voorzieningen te realiseren. Voorzieningen die op zichzelf al een verrijking voor het centrum betekenen, maar die door hun ligging pal tegen de binnenstad, ook een extra kracht geven aan die binnenstad omdat ze veel publiek trekken. Het gaat hier bijvoorbeeld om het ziekenhuis (MST), de stadscampus van Saxion en de Performance Factory (Polaroid).
blz. 52 (van 185)
Bruisende studentenstad: Het is voor Enschede van groot belang om talent en kennis aan te blijven trekken en te behouden. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan de lokale economie door hun innovatieve kwaliteiten. Onze strategie richt zich dan ook op het veel sterker profileren van Enschede als een studentenstad met een goed studentenklimaat ook in de (directe nabijheid van de) binnenstad. Veilige en leefbare wijken: Het is goed wonen in de wijken dicht bij de binnenstad. Alle centrumvoorzieningen op loopafstand, gezelligheid, reuring en dynamiek. Daartegenover staat de overlast die wijken soms ondervinden van sluipverkeer, parkeerdruk, geluidsoverlast en overlast van dealers, zwervers en verslaafden. We moeten een goede balans vinden tussen de economische vitaliteit van de binnenstad en een goed woon- en leefklimaat in de wijken daaromheen. Zorg op maat: We zetten in op het beter benutten van de eigen kracht van de Enschedeër: zelfredzaamheid en samen - redzaamheid. Mensen die het zelf niet kunnen redden, krijgen ondersteuning op maat. Dat geldt bijvoorbeeld voor verslaafden. Het is belangrijk hen goede huisvesting te geven met de voorwaarde dat ze er, naar vermogen, iets voor terug doen voor de buurt waarin ze wonen. In de Laares is daar al goede ervaring mee opgedaan. Zeggenschap en zelfbestuur: In de binnenstad is al geruime tijd positieve ervaring opgedaan via het zogenaamde “binnenstadoverleg”. Daarin werken alle belanghebbende partners in de binnenstad samen met de gemeente op basis van het Actieprogramma Binnenstad en het Netwerkstad project “Spontane binnensteden”. De private partners hebben daarin een grote mate van zeggenschap en zelfbestuur. Op vergelijkbare wijze willen we ook in de wijken samenwerkingsvormen opzetten en wijkprogramma’s opstellen. Dat moet er toe leiden dat bewoners zich betrokken en verantwoordelijk voelen voor hun wijk of buurt. Vanuit de gemeente ondersteunen en faciliteren wij hen daarbij waar mogelijk. Dit doen wij onder andere bij het besteden van de wijkbudgetten. In enkele wijken willen we experimenteren met verdergaande zeggenschap dan tot nu toe: “de wijkbewoners die de gemeente een opdracht geeft” is een uitdaging. Resultaten in 2015: Verbeteren van gevels en pleinen alsmede enkele nieuwbouwprojecten op basis van het Actieprogramma Binnenstad en Netwerkstad – project “spontane binnensteden”. Plan van aanpak verduurzamen Centrum. Oplevering van het MST met het Koningsplein met de verbinding naar de van Heekgarage. Oplevering van het Wilminkplein met omliggend hotel en woningen. Bouw van de Stadscampus. Vervolg woningbouw in middengebied Spoorzone, Boddenkamp en Laares. Nieuwbouw Schuttersveld. Afronden renovatie Vitensterrein. Uitvoeren wijkverkeerscirculatieplan Hogeland / Getfert. Doelstelling C: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan Thema 4. Burger- en overheidsparticipatie We richten ons op het vergroten van betrokkenheid, initiatiefkracht en zeggenschap door open te staan voor bewoners, hen uit te nodigen en ruimte te bieden voor initiatieven. Hierdoor maken we de slag van burger- naar overheidsparticipatie. De gemeente participeert en faciliteert in bewonersinitiatieven. De gebiedsagenda en overzicht van de wijkuitgaven zijn
blz. 53 (van 185)
hiervoor nieuwe instrumenten. De gebiedsagenda stellen we samen op met alle betrokkenen in de wijk. We leggen vast wat de wijk nodig heeft en wat we samen gaan realiseren. Hierbij krijgen de bewoners meer inzicht in de financieringsstromen in hun wijk. We verwachten dat dit de dialoog met de samenleving aanmoedigt. Dat het ertoe bijdraagt dat bewoners en partners meer gaan meedenken over de besteding van middelen in hun wijk en wat ze zelf kunnen bijdragen om doelen te realiseren. Dit draagt bij aan een betere afstemming tussen verschillende opgaves in de wijk en aan een transparanter openbaar bestuur. Tot slot dragen we daar waar mogelijk het beheer van de openbare ruimte meer over aan bewoners en partners. Resultaten in 2015: een basismodel stadsdeelgewijs werken, om gebiedsgerichte samenwerking voor en met bewoners, wijken en stadsdelen ten behoeve van zelf- en samenredzaamheid te bevorderen (implementatie burgerkracht). de ontwikkeling en invoering van de gebiedsagenda’s. de ontwikkeling en invoering van de wijkbegroting. we starten een project, waarbij we het onderhoud van een buurt of wijk zo veel als mogelijk bij bewoners leggen. Dit project moet leiden tot gezamenlijk vastgestelde randvoorwaarden voor succesvol zelfbeheer. overzicht van activiteiten in de wijk maken. Thema 5: Openbare orde en veiligheid Veiligheid is een van de (wettelijke) kerntaken van de overheid. Burgers en bedrijven krijgen een steeds grotere eigen verantwoordelijkheid om bij te dragen aan veiligheid. Dit willen we doen in co-creatie met het wijkgericht werken. Niet binnen vaste kaders, maar ingericht naar omgeving, situatie en tijd. Dit geldt voor de afzonderlijke wijken en voor de binnenstad in het bijzonder. Als gemeente en regievoerder openbare orde en veiligheid richten wij ons in de komende 4 jaar op de prioriteiten van het Integraal veiligheidsplan 2013-2016 (IVP). In 2016 stellen wij een nieuw IVP op voor de periode 2017-2020. De focus ligt in 2015 op: het terugdringen van de misdrijven met een hoge impact op slachtoffers (‘high impact crimes’). het vergroten van het veiligheidsgevoel van (en met) burgers in Enschede. het terugdringen van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit. heroriëntatie (uitvoering) camerabeleid. verdere uitbouw regionale samenwerking en in het verlengde daarvan het Veiligheidshuis Twente. Ook gaan we ons nadrukkelijk bezighouden met: het bevorderen van de inzet van ondersteunende en vernieuwende middelen voor veiligheid in het publieke domein. het verbeteren van de informatieverwerking, informatievoorziening en monitoring (Big data). het versterken van de ketensamenwerking met veiligheidspartners, burgers en ondernemers en het vergroten van de (interne) uitvoeringskracht.
blz. 54 (van 185)
In de komende vier jaar gaan we ons tenslotte nog nadrukkelijker richten op verdergaande samenwerking met andere steden in de Hague Security Delta (Den Haag, Eindhoven, Tilburg, Twente) en partners voor efficiëntere oplossingen voor behoeften binnen het veiligheidsdomein. Thema 6. Beheer en onderhoud openbare ruimte We streven er naar de kwaliteit van de openbare ruimte op een behoorlijk niveau te houden. Als uitgangspunt hanteren we in de hele stad onderhoudsniveau ‘basis‘ en in het stadserf niveau ‘hoog’. Samen met bewoners en partners differentiëren we in het beheer en de onderhoudsniveaus. Daarbij blijft het vergroten van de zelfredzaamheid en de samenwerking met onze partners en bewoners belangrijk. Via het wijkbeheerplan maken we samen afgewogen keuzes. Meer zeggenschap en verantwoordelijkheid bij bewoners en partners neerleggen moet leiden tot een “plus” bovenop het basis onderhoudsniveau. Hiernaast continueren we de verschuiving richting risico gestuurd beheer, waarbij we pas gaan vervangen als iets echt niet meer functioneert. Vanuit de Watervisie en het Gemeentelijk Rioleringsplan pakken we de waterproblematiek aan. Naast grondwateroverlast gaat het hier ook om wateroverlast of juist verdroging als gevolg van klimaatverandering. De uitwerking vindt zoveel mogelijk plaats samen met rioolonderhoud. Resultaten in 2015: we starten met de verkoop van reststroken openbaar groen aan bewoners, naast tijdelijk gebruik van reststroken groen door bewoners en partners. onder voorbehoud van positieve besluitvorming eind 2014 starten we in 2015 in de wijken Pathmos en Stadsveld met de aanleg van het eerste tracé van de Stadsbeek. een nieuw rioleringsplan (GRP) voor de periode 2016-2020. in 2015 wordt op basis van de evaluatie over 2014 van onkruidbeheersing op verharding (zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen) een nieuwe afweging gemaakt tussen het beeld buiten en de gemaakte kosten. samen met bewoners en partners wordt invulling geven aan de voorbereiding en uitvoering van de noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen uit het traject “Veranderen en bezuinigen in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte”. Thema 7: Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy) Steeds meer bewoners starten of ondersteunen lokale initiatieven gericht op energie, stadslandbouw of zorg. Uitgangspunten hierbij zijn menselijke maat, kleinschaligheid en gemeenschappelijkheid. Deze, soms kleine, initiatieven leveren een waardevolle bijdrage aan verandering in de samenleving. Door ruimte te bieden, bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving of vergunningen (zie hiervoor ook het onderstaande thema Wettelijke taken en deregulering) ondersteunen wij dat de samenleving op deze manier zelf vorm en inhoud geeft aan duurzaamheid. Resultaten in 2015: een nadere uitwerking van het thema, inclusief de meest geschikte rol voor de gemeente, vindt plaats in het nieuw op te stellen Actieplan Duurzaamheid (zie ook thema 9). Thema 8: Wettelijke taken en deregulering De regeldruk voor burgers, ondernemers en instellingen wordt waar mogelijk omlaag gebracht. Dit leidt tot een vermindering van de administratieve lasten voor burgers, ondernemers en overheden en tot besparingen bij de gemeente.
blz. 55 (van 185)
Resultaten in 2015: na besluitvorming eind 2014 over het verminderen van de regeldruk bij een eerste tranche van gemeentelijke, autonome, vergunningstelsels, wordt in 2015 gestart met de uitvoering. we beginnen met het doorlichten van de overige gemeentelijke vergunningstelsels. Hierbij kijken we ook naar welstand, bestemmingsplannen, subsidieregels etc. Dit alles doen wij in een open en transparante discussie met de maatschappij.
Doelstelling D: Stimuleren van een duurzame leefomgeving Thema 9: Duurzame energievoorziening Actieplan duurzaamheid Duurzaamheid is een topprioriteit voor Enschede. Om onze ambities waar te maken, hebben we onze partners en inwoners van de stad hard nodig. Wij stellen daarom samen met hen en de stadsdelen een Actieplan Duurzaamheid op, waarin we samen de uitdagingen voor langere termijn vormgeven en aangaan. Dit actieplan richt zich, naast een reductie van de CO2 uitstoot, ook op thema’s zoals circulaire economie, klimaatadaptatie en groene groei. Om er zeker van te zijn dat we vooruitgang gaan boeken, stellen we een uitvoeringsprogramma op. Ook stellen we met gemeentelijke partners een lokaal duurzaamheidsconvenant op. Hierin maken we in ieder geval afspraken met het bedrijfsleven over energie (zie ook Versterken Economie). Daar waar wij zelf de beslisser zijn, past een uitvoerende (voorbeeld) rol. Op andere momenten past een coöperatieve, faciliterende en arrangerende rol. Duurzame energievoorziening We verbreden onze invulling van het begrip duurzaamheid. Dit neemt niet weg dat ‘klimaat en energie’ een belangrijk thema blijft. Onderdeel van het Actieplan Duurzaamheid wordt de vermindering van de CO2-uitstoot en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen (Energievisie 2040). Daarmee geven we uitvoering aan het Nationaal Energieakkoord. Onze inzet: 1. De ambitie om, samen met de corporaties, 40.000 woningen te verduurzamen is prioriteit, gevolgd door de aanpak van overige gebouwen van instellingen en bedrijven. We steunen waar mogelijk nieuwe initiatieven en maatregelen. Bestaande activiteiten, zoals de Reimarkt, blijven we ondersteunen. 2. Stimuleren van de opwekking van duurzame energie. De omslag naar grootschalige duurzame opwekking heeft voor gemeenten grote ruimtelijke consequenties, bijvoorbeeld op het gebied van ondergrondse infrastructuur maar ook op gebied van ruimtelijke inpassing en effect op het (stedelijke) landschap. Waar mogelijk vereenvoudigen we onze eigen (bouw)regels en verlagen we de leges, om initiatieven te ondersteunen. Duurzame inkoop De Gemeente Enschede streeft er naar om 100% duurzaam in te kopen. Dat betekent dat we bij de inkoop van werken, leveringen of diensten altijd kijken naar de meest duurzame versies die op de markt worden aangeboden, en beoordelen of deze voor ons toepasbaar zijn. In de aanbestedingsstukken en in de te sluiten overeenkomsten worden duurzaamheidscriteria opgenomen om de meest duurzame uitvoering te borgen. Tenslotte monitort de
blz. 56 (van 185)
contractmanager tijdens de contractfase de overeengekomen duurzame oplossingen, om deze te kunnen borgen in de eigen organisatie en haar werkwijze. Resultaten in 2015: een in gezamenlijkheid met de stad opgesteld Actieplan Duurzaamheid met bijbehorend uitvoeringsprogramma. verdere invulling van de gemeentelijke rol, waaronder een makelaarsfunctie rondom kennis over energiebesparing (onder meer voor bedrijven en woningeigenaren), een inventarisatie van de ruimte voor (grootschalige) opwekking van duurzame energie en het ondersteunen van initiatieven van partners door ruimte te scheppen op het gebied van vergunningen, regels en leges. Thema 10: Afvalstoffen: afvalloos Twente De Afvalbeleidsvisie wordt aangescherpt met het oog op een afvalloos Twente (doel: hergebruik van 90% van het huishoudelijk afval en daarnaast maximaal 50 kg. restafval per inwoner per jaar in 2030). Landelijk geldt een doelstelling van 75% scheiding voor 2020. Om dit te bereiken, richten wij ons voor 2018 op een hergebruikpercentage van 60% van het afval, waarbij er nog 175 kg restafval per inwoner resteert. Hiervoor is een trendbreuk ten opzichte van het huidige scheidingspercentage nodig. Daarom introduceren we een prikkel op service en/of een prikkel op prijs ("de vervuiler betaalt"). Resultaten in 2015: Doorontwikkeling van de Afvalvisie. Dit bereiden we met Twente Milieu en in regionaal verband voor, onder het motto ‘beter scheiden loont’. Maatregelen gericht op het aanpassen van de inzamelfrequentie van het restafval (met een prikkel op service en/of een prikkel op prijs). Maatregelen gericht op optimalisatie van de afvalbrengpunten. Effectindicatoren
Score 2013
Streven 2014
Streven 2015
Streven 2018
7,7
7,5
7,5
7,5
2. Het aantal nieuwe initiatieven dat moet leiden tot ruimtelijke ingrepen
*
*
*
*
3. Indexcijfer voor de stedelijke ruimtelijke kwaliteit
100
100
100
100
7,6
7,3
7,3
7,3
Doelstelling A: 1. Rapportcijfer voor de waardering voor de groene kwaliteit van het buitengebied (natuur, landschap, water, cultuurhistorie)
Doelstelling B: 1. Rapportcijfer voor de waardering van aspecten van de binnenstad (horeca, winkels, sfeer, veiligheid, etc.) 2. Imago:
blz. 57 (van 185)
Kennisstad (landelijke ranking) Ondernemende stad (landelijke ranking)
9 9
9 9
9 9
9 9
3. Aantal bezoekers van de grote gesubsidieerde culturele instellingen (Wilminktheater & Muziekcentrum, ATAK, TwentseWelle en Concordia)
263.000
270.000
250.000
225.000
4. Totaal van inkomsten van de grote gesubsideerde culturele instellingen ten opzichte van de subsidie.
62%
64%
65%
68%
Doelstelling C: 1. Positie veiligheid van Enschede ten opzichte van de overige twaalf gemeenten met meer dan 150.000 inwoners
top 5
top 5
top 5
top 5
2. Percentage inwoners dat zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt
nb
20%
20%
17%
3. Opkomstpercentage waarbij de brandweer na een melding tijdig ter plaatse is.
90%
90%
90%
90%
stadserf / rest van de stad Hoog / basis
stadserf / rest van de stad Hoog / basis
stadserf / rest van de stad Hoog / basis
stadserf / rest van de stad Hoog / basis
7,0
6,7
6,7
6,7
82%
75%
75%
65%
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
4. Rapportcijfer voor schouwresultaten "schoon" 5. Rapportcijfer voor de waardering voor de kwaliteit van het openbaar groen 6. Naleefgedrag milieugerelateerde handhaving 7. Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy) Doelstelling is nog in ontwikkeling Doelstelling D: 1. Programmaoverstijgende duurzaamheidsambitie**
- afname CO2-uitstoot met 30% t.o.v. 1990,
blz. 58 (van 185)
(incl. opwekking van 20% duurzame energie) 2. Toename scheidingspercentage restafval
42%
43%
53%
60%
3. Kg's restafval per inwoner/jaar (afname)
251 kg
249 kg
206 kg
175 kg
*) indicator is nog in ontwikkeling. **)Toelichting duurzaamheid: Dit is de huidige ambitie voor de gehele stad (Nota Nieuwe Energie voor Enschede).Op dit moment is de indicator nog niet te bepalen, er is onvoldoende inzichtelijk welke resultaten er in de stad geboekt worden. We gaan de ambitie in 2015 opnieuw vormgegeven via het nieuw te ontwikkelen actieplan duurzaamheid. Nationale en Europese doelstellingen zijn inmiddels bijgesteld en de gemeente gaat zich opnieuw op haar rol oriënteren. Bij het programma 'dienstverlening en financieel beleid' is ook een duurzaamheidsindicator opgenomen: het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie. Hierbij zitten we (soms letterlijk) zelf aan de knoppen en zijn de resultaten zichtbaar: we lopen voor op de planning. Dit wordt vooral bereikt middels inkoop van groene stroom en groen gas. Wat mag het kosten? In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven. Daar waar bij een thema geen middelen zijn weergegeven, zijn deze opgenomen onder een ander budget.
bedragen x1.000 euro
blz. 59 (van 185)
Duurzame leefomgeving Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
206.187
162.668
140.276
138.452
139.488
Baten
132.272
92.031
70.895
70.384
71.842
73.916
70.637
69.381
68.067
67.646
9.713
2.232
549
1.544
3.215
Onttrekking reserves
10.034
2.777
1.064
2.792
2.508
Resultaat
73.595
70.092
68.866
66.820
68.353
Saldo van baten en lasten Storting Reserves
Toelichting De verlaging van de lasten en baten in 2015 en verder wordt vooral verklaard door de daling van de budgetten voor het Grondbedrijf en Locatieontwikkeling. Voorts zijn bezuinigingen verwerkt. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de financiële bijlage 6.4.
Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Hans van Agteren, Eelco Eerenberg, Jeroen Hatenboer, Peter den Oudsten
Programmadirecteuren Djoerd de Vos-Koelink, Werner Gerritsen
blz. 60 (van 185)
3.4 Dienstverlening en financieel beleid Doelstelling
Thema's
Producten
Ontwikkelen (Stedelijke) Dienstverlening
Wat mag het kosten -->
Lasten
5.207
-->
Baten
2.977
-->
Lasten
-->
Baten
10
-->
Lasten
282
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
2.922
-->
Baten
5.654
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
2.299
-->
Baten
40.466
-->
Lasten
20.779
-->
Baten
31.585
-->
Lasten
2.091
-->
Baten
Publieksdienstverlening 346
Gemeentearchief
Verkiezingen Goede kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening
->
Regie voeren op de kwaliteit van dienstverlening
->
0 1.144
Basisregistratie 0 1.287
Bezwaar en beroep 0
Communicatie
Algemene inkomsten
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding
->
Verminderen financiële risico’s en verbeteren financiële positie
0
Algemene uitkering ->
341.539
Algemene belastingen
Rente & treasury
Werking sociaal deelfonds Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en
->
Versterken samenwerking
->
College van B&W 0
stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren
-->
Lasten
518
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
8.566
-->
Baten
3.650
-->
Lasten
10.111
-->
Baten
6.621
-->
Lasten
102
-->
Baten
-118
-->
Lasten
23
-->
Baten
0
-->
Lasten
45.986
-->
Baten
14.235
-->
Lasten
8.617
-->
Baten
9.536
Regionale samenwerking Ondersteuning College van B&W en directie
0 3.600 0 2.141
Raad en commissies 0
Versterken governance Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting Vastgoed
17.479 949
Sport- en wijkaccommodaties
Vastgoedbedrijf
Het zo efficiënt mogelijk faciliteren van gemeentelijke taken
->
-> Stelposten bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering
Resultaat bedrijfsvoering
Interne dienstverlening
Regionale dienstverlening Bedragen x 1.000 Euro's
blz. 62 (van 185)
Wat willen we bereiken? Dienstverlening & financieel beleid: solide, slim, toegankelijk Dit deel van de begroting gaat in op onze dienstverlening. De manier waarop we met geld omgaan en onze organisatie. Samenwerking en eigen verantwoordelijkheid; toekomstbestendig en digitaal: onze principes krijgen hier vorm. Dienstverlening; als het kan digitaal De gemeente levert diensten aan inwoners en bedrijven: van paspoort tot vergunning. We willen de klant snel en goed helpen, én tegen lage kosten. Dat kan in veel gevallen het beste digitaal. Daarom worden onze producten nog gemakkelijker en sneller digitaal verkrijgbaar. En zorgen we ervoor dat zoveel mogelijk mensen daar gebruik van maken. In sommige gevallen is de computer geen optie. Dan zijn we er ook: aan de telefoon, aan de balie of zo nodig thuis. Klik, bel, kom, zo noemen we dat. Huishoudboekje op orde Allereerst zullen we het huishoudboekje van de gemeente op orde houden. We willen de financiële buffer versterken zodat we tegenslagen in de toekomst gemakkelijker op kunnen vangen. Dat doen we door bijvoorbeeld risico’s terug te dringen en voordelen eerder toe te voegen aan de financiële buffer. Dit mag echter niet leiden tot een verzwaring van de lasten voor de inwoners van onze stad. Samenwerking: scherpe aansturing Samen bereiken we meer dan alleen. Enschede heeft een voortrekkersrol in de regio. We werken samen op allerlei gebieden, in diverse samenwerkingsverbanden en organisaties. Dat kan compacter en handiger. Wij zijn kritisch of wij taken zelf uitvoeren. Als anderen het beter kunnen, willen we het niet zelf doen. Daarom besteden we werk uit aan bedrijven en geven we subsidie aan culturele organisaties. Zo realiseren wij zo efficiënt mogelijk onze doelstellingen. Daarbij hoort wel een scherpe aansturing en een duidelijk opdrachtgeverschap. Die rol gaan wij verder professionaliseren. De nieuwe taak op het gebied van de inkoop van zorg hoort hier ook bij. Organisatie: flexibel en regionaal De gemeente wil het werk uitvoeren met minder medewerkers. Dat doen we door flexibel te werken: met mensen die breed inzetbaar zijn en blijven leren. Met regionale samenwerking, om te beginnen met enkele gemeenten (IBO) en dan doorgroeiend (Twentebedrijf). En door taken op afstand te zetten (Sportbedrijf, Onderhoud Enschede). Met technologie die overal en altijd meehelpt. Vastgoed: mag minder Bij meer focus op kerntaken hoort ook een kritische blik op onze vastgoedportefeuille. Het principe, wat de markt beter en efficiënter kan gaat ook hierop. Aan het eind van deze bestuursperiode is al ons vastgoed beoordeeld op nut en noodzaak van bezit. Wat in bezit blijft brengen we onder in het VBE (Vastgoedbedrijf Enschede) en het overige vastgoed is of vervreemd of opgenomen in een meer jaren verkoopstrategie. Het laatste vooral om de vastgoedmarkt niet te verstoren. Wat gaan we er voor doen? Doelstelling A: Goede kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening Thema 1 Ontwikkelen (Stedelijke) Dienstverlening Onze stijl van besturen is gericht op de inwoner en de stad. De gemeente biedt ruimte en
faciliteert. Wij gaan met onze dienstverlening uit van de zelfredzaamheid van inwoners. We verleiden de burger zoveel mogelijk gebruik te maken van het digitale kanaal (Digitaal 2017). Eerst het digitale kanaal raadplegen (onafhankelijk van tijd en plaats), dan bellen en tenslotte waar nodig nog op baliebezoek komen, noemen we “klik-bel-kom”. Dit is de eerste stap om in 2018 in staat te zijn onze dienstverlening optimaal af te stemmen op de individuele burger. Resultaten in 2015 De dienstverlening is op verschillende terreinen standaard ingericht volgens dezelfde principes met een snelle en beveiligde toegang via DigiD, e-herkenning (voor bedrijven) en spraak-/vraagherkenning. We verlenen de stedelijke dienstverlening vanuit het Stadskantoor. We werken voor 100% op afspraak We plaatsen servicezuilen voor relatief eenvoudige handelingen. Dit willen we uitbreiden met onder andere diensten van partners. We gebruiken de gegevens die we hebben en vragen er niet meerdere malen om. Wij zijn nu nog de eigenaar van vele dossiers, in de toekomst willen we dit veranderen: Inwoners en bedrijven zijn eigenaar van het eigen dossier en houden het zelf bij. Thema 2 Regie voeren op de kwaliteit van dienstverlening Kwaliteit van dienstverlening gaat om: kan ik als inwoner het product goed verkrijgen?; heb ik vertrouwen in privacy en beveiliging?; kan ik mijn klachten en bezwaren goed kwijt?; levert de gemeente mij het beste? Kwaliteit aan de voorkant is essentieel; dit betekent minder (herstel) werk. Wij richten ons op : transparantie naar inwoners waar het gaat om de gegevens die over hen zijn vastgelegd en wat ermee gebeurt. Daarbij geven we de mogelijkheden tot correctie. Dit doen we door open te communiceren en een privacy protocol vast te stellen. Wij wijzen vanaf 2015 op het gebied van privacy een bestuurlijk verantwoordelijke, een zogenoemde security officer en een functionaris gegevensbescherming aan. het gebruik van “big data”. We willen leren van gegevens én informatie die beschikbaar zijn via open data, social media en websites. een voorstel voor een onafhankelijke ombudsman zodat burgers hier met hun klachten terecht kunnen. In 2016 evalueren we de werking. het stimuleren van de zelfredzaamheid van inwoners bij digitale vaardigheden; door het geven van de cursus digisterker. Richting 2018 bouwen wij dit af en verwachten wij dat de vrijwilligers deze cursus op eigen kracht kunnen geven. Thema 3 Communicatie We rekenen op de kracht van de samenleving. We zijn ons ervan bewust dat samenwerking met inwoners, ondernemers en partners nodig is om de stad te versterken. Dit doen we op basis van gelijkwaardige communicatie. Het zorgt voor verbinding, voor duidelijkheid, voor vertrouwen. Daarom gaan we meer investeren in communicatie met als speerpunten participatie en online communicatie. Participatie Participatie (in welke mate en vorm dan ook) wordt onze standaard in de aanpak van vraagstukken in de stad. Dat vraagt een communicatieve organisatie: We richten in 2015 in nauwe samenspraak met de stadsdelen een “Kennispunt Participatie” op om opgedane kennis en ervaring te delen.
blz. 64 (van 185)
We trainen vanaf 2015 onze ambtenaren in participatiekennis en -competenties. We maken het politieke proces, ook op stadsdeelniveau, transparanter voor inwoners en raad. Enschede.nl/koers053 en de stadsdeel- en partnergesprekken zijn hier voorbeelden van. Tenminste twee keer per jaar zoeken we onze inwoners op om hun mening te vragen over actuele onderwerpen. Online Communicatie In 2015 hebben we een nieuwe vraaggerichte en meer interactieve website. In 2018 is deze site gericht op het ‘alles digitaal tenzij’ en het ‘klik, bel, kom’ principe. Voor online participatie zetten we sterk in op social media onder andere gebaseerd op de werkwijze van ‘Henk Ontwerpt’. In 2015 bouwen we ook een nieuw intranet. Dit maakt kennisuitwisseling, samenwerking, leren en inspireren samen met onze partners mogelijk. Doelstelling B: Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding Thema 4 Verbeteren van de financiële positie en verminderen van de financiële risico's We werken aan de versterking van de financiële positie. Een belangrijke graadmeter, de ratio weerstandsvermogen, bevindt zich met 0,9 (programmabegroting 2014) onder de wenselijke bandbreedte van 1,0 – 1,4. Tegelijkertijd vormen hierbij de stille reserves met een percentage van 61% een belangrijk aandeel van de beschikbare middelen. Het financieel beleid is daarom gericht op het verbeteren van de financiële positie en wendbaarheid (Zie de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing voor een overzicht van de ratio en overige financiële kengetallen.) Risicoreductieprogramma Wij streven naar een verdere verbetering van de financiële positie door risico’s en schulden te reduceren. Deze risicoreductie zal naar verwachting leiden tot eenmalige extra kosten. Daar staat wel een structurele vermindering van risico’s/lasten tegenover. Dit past binnen de visie dat de overheid in mindere mate zelf de eigenaar, en dus ook de risicodrager, is. Dit doen we in 2015 op de volgende gebieden: Grondbedrijf; De trend om van actief naar faciliterend/passief grondbeleid te gaan wordt doorgezet. De mogelijkheden om de looptijd van grondexploitaties te verkorten en voorbereidingskosten uit de algemene middelen te financieren, worden onderzocht. Zie paragraaf grondbeleid. Vastgoedbedrijf; De aanbeveling van de rekenkamer “Maak een realistische risicoinventarisatie van de vastgoedportefeuille” wordt uitgevoerd. Voor de nog over te dragen panden aan het vastgoedbedrijf loopt een intern onderzoek naar de risico’s en de financiële inpassing in het vastgoedsysteem. De uitkomsten worden verwerkt in het voorstel dat aan de Raad zal worden voorgelegd. Sociaal domein; Met de overheveling van taken in het sociale domein zijn de risico’s voor de gemeente toegenomen. Door het ontbreken van exacte gegevens over aantallen, bedragen en zorgbehoefte zijn de risico’s nog niet goed in te schatten. In 2015 worden deze gegevens zorgvuldig gemonitord en geëvalueerd, waarmee het risico beter kan worden ingeschat en waar mogelijk gereduceerd. Verbonden partijen; Met de vast te stellen nota ‘Evaluatie verbonden partijen’ worden de doelstellingen en risico’s van de verbonden partijen geëvalueerd en heroverwogen. We willen meer sturing op de verbonden partijen en de risico’s van deze samenwerkvormen monitoren en verminderen. De uitvoering hiervan doen we in nauwe samenwerking met uw raad.Tevens wordt er een onderzoek naar de
blz. 65 (van 185)
reservepositie van de Gemeenschappelijke Regelingen uitgevoerd. Vanuit actief aandeelhouderschap zetten wij verder in op het voldoen van verbonden partijen aan de Wet Normering Topinkomens (al dan niet vrijwillig). Schuldpositie Als we goed kijken naar de verhouding tussen onze schulden en onze inkomsten, dan scoort onze gemeente een voldoende (zie paragraaf weerstandsvermogen). Een flinke verlaging van de schuld is niet mogelijk en vraagt om ingrijpende maatregelen, zoals bijvoorbeeld een investeringsstop. Wij kiezen voor het geleidelijk verminderen van de schuld door het voeren van een strakke liquiditeitsplanning, het slim herfinancieren van aflopende leningen en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen aan derden (zie treasuryparagraaf). De gereserveerde middelen voor schuldreductie worden aan de algemene reserve toegevoegd. Thema 5 Werking sociaal deelfonds In het coalitieakkoord staat dat wij op gemeentelijk niveau een (Enschedees) Sociaal Deelfonds gaan instellen. Het Rijk heeft inmiddels een streep gezet door het eigen sociaal deelfonds en er komt nu een integratieuitkering sociaal domein. Het is nog niet duidelijk of in het licht van deze ontwikkelingen een Enschedees Sociaal Deelfonds nog langer wenselijk is. Dat wordt de komende periode onderzocht. In 2015 zal in ieder geval nog sprake zijn van afzonderlijke budgetten op de drie onderdelen. Doelstelling C: Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren. Thema 6 Versterken samenwerking De ambitie van Enschede en Twente en de belangrijke opgaven waar we voor staan, vragen om intensieve samenwerking tussen het bedrijfsleven, instellingen, onderwijs en overheden. Wij zorgen dat de inwoner van Enschede via de stadsdeelorganisatie beter kan bepalen wat er in eigen wijk en buurt gebeurt. Zo kan de gemeenteraad meer sturen en controleren op de grote lijnen. Wij voeren in samenwerking met de gemeenteraad de “meerjarenagenda Raad053” uit. De huidige programmabegroting voor 4 jaar zien wij een eerste impuls in deze veranderde samenwerking. Met ander gemeenten en (overheids)instanties willen wij vanwege inhoud en kosten in de komende jaren vergaande samenwerking aangaan. In de beleidsmatige samenwerking tussen de Twentse steden moeten ruimtelijke programmeringsafspraken leiden tot toekomstbestendige ontwikkelingen. De samenwerking binnen de “Regio Twente” krijgt vanwege de afschaffing van de WGR plus status en de het veranderen van samenwerkingsafspraken in 2015 een andere vorm. De wijze waarop zullen wij samen met de raad bespreken. Hierbij hebben we de volgende prioriteiten waarover wij voor 2018 besluiten en stappen zetten: Domein
Prioriteit
Economisch domein
Herijking Agenda voor Twente, Ontwikkel agenda voor Twente, Samenwerking op economische zaken
Sociaal domein
Jeugdzorg (OZJT), Inkoop WMO
Leefomgeving
Strategische programmering, bestemmingsplannen, Stadsingenieurs, Onderhoud Enschede
Bedrijfsvoering
Samenwerking in IBO-verband (Losser, Borne en Almelo)/ SSNT&Regio (Twentse
blz. 66 (van 185)
gemeenten, waterschappen veiligheidsregio), Samenwerking op Vastgoed
Thema 7 Versterken governance Samen met inwoners, (maatschappelijke) instellingen en partners sturen, beheersen en zien we toe op een effectieve en efficiënte realisatie van onze doelstellingen via de lijnen: Inkopen Subsidiëren Deelnemen Regionaal besturen Helpen door tijdelijk garant te staan/ te lenen Elke vorm kent een andere manier van sturing, opdrachtgeverschap, controle en monitoring. Vanaf 2015 ondernemen we de volgende stappen: Verzelfstandiging: Onderhoud Enschede (verzelfstandiging van onderhoud en aanleg van de openbare ruimte), het Sportbedrijf (samenvoeging van de exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties en de zwembaden van de NV Enschedese Zwembaden en de uitvoering van de sportstimulering en verenigingsondersteuning) en het Ingenieursbureau, de oprichting van IBO (regionaal bedrijf voor bedrijfsvoering), De ontwikkelingen in het takenpakket en de positionering van de Regio Twente, in het kader van de WGR+ Implementeren aanbevelingen rekenkamerrapport "(voor) goed verbonden" bij verbonden partijen zoals onder meer de Stadsbank Oost-Nederland, Veiligheidsregio Twente en Twente Milieu Het monitoren van de decentralisatiebeweging waarbij wellicht meer verbonden partijen ontstaan bij de uitvoering van zorgtaken. Op langere termijn zal het opdrachtgeverschap voor alle verbonden partijen scherp en duidelijk ingevuld zijn. Hiervoor stellen we samen met de raad spelregels op. Doelstelling D: Het zo efficiënt mogelijk faciliteren van gemeentelijke taken Thema 8 Vastgoed De Raad heeft in februari 2014 een aantal aanbevelingen van de Rekenkamer voor het vastgoedbeleid vastgesteld. We stellen in 2015 een beleidskader voor met de uitgangspunten: clusteren, sterke regie en minder risico's. Als uit de toepassing van dit beleidskader blijkt dat er geen aantoonbare noodzaak is om gebouwen in bezit te hebben, stoten wij deze op een verantwoorde manier af. Met behulp van de eenmalige bijdrage werken we toe naar een gezonde exploitatie van de bedrijfsverzamelgebouwen en/of overdracht aan de markt. Vastgoedbedrijf Enschede (VBE) verduurzaamt haar vastgoed. We hebben o.a. 1.500 zonnepanelen geplaatst, zoals ook in de stadsdeelgesprekken werd voorgesteld. Door onze manier van werken reduceren we het energieverbruik, de CO2 uitstoot. En wekken wij lokaal duurzame energie op. Extra maatregelen financieren we vooral uit subsidies en huurverhogingen (de huurder profiteert immers van een lagere energierekening). Uit de reserve vastgoed is éénmalig 2,14 miljoen euro gehaald voor eerdere incidentele bezuinigingen. Door vastgoed te verkopen storten we dit de komen jaren terug. Daarnaast willen we meer vastgoed verkopen en de reserve met 0,6 miljoen verder aanvullen. Voor onderwijshuisvesting zijn er twee belangrijke ontwikkelingen:
blz. 67 (van 185)
De effecten van de motie Haersma Buma; dit betekent voor Enschede een structurele korting van 2,5 miljoen euro zonder dat het werk vervalt. Het overhevelen van onderhoudstaken (1,6 miljoen euro) ; vanaf 2015 worden scholen verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en krijgen het bijbehorend budget. Dit geld zit bij de gemeente vast in investeringen en we zijn niet in 1 jaar van de lasten af. In totaal betekent dit 4,1 miljoen euro minder. In overleg met alle besturen proberen we in 2015 een oplossing te vinden Thema 9 Bedrijfsvoering Er komen veel veranderingen op ons af en we bezuinigen op bedrijfsvoering. Hierbij leunen we steeds zwaarder op eigentijdse IT voorzieningen. We willen plaats- en tijdsonafhankelijk kunnen werken. Vanaf 2015 voeren wij de strategische IT visie uit. In de periode 2015-2018 gaan we de bedrijfsvoering samen met andere Twentse gemeenten uitvoeren. Wij beginnen met Almelo, Borne en Losser (IBO) en werken toe naar een “Twentebedrijf”. Onze ambitie is om de samenwerking 2018 onder de “paraplu” van het Twentebedrijf vergroot te hebben naar minimaal 8 deelnemers. Onze organisatie wordt kleiner en we plaatsen onderdelen uit. Hierbij is een strategisch huisvestingsplan opgesteld. Daarbij houden we rekening met onze partners. In 2015 verlaten we de Noordmolen en verhuren we deze aan partners. De huisvesting van bestuur en ambtenaren willen wij centraliseren op een beperkter aantal locaties. Meer informatie is te vinden in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Indicatoren Effectindicatoren
Score 2013
Streven 2014
Streven 2015
Streven 2018
7,4
7,4
7,4
7,4
-13,0%
-8,3%
-11%
-8,7%
Ratio Weerstandsvermogen
0,9
1,0
1,0
1,3
Gemeentelijk energieverbruik omlaag (2013 = basisjaar) - Gas - Elektra
100 100
100 100
99,5 97,5
98 90
76%
85%
90%
100%
Rapportcijfer voor de mate waarin de burgers betrokken worden bij de uitvoering van de gemeentelijke plannen
E: 5,5 Nl: 5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
E: 5,5 Nl: 5,6
Rapportcijfer voor de mate waarin de kiezer invloed heeft op wat er in de stad gebeurd
E: 5,1 Nl: 5,8
E: 5,1 Nl: 5,8
E: 5,1 Nl: 5,8
E: 5,1 Nl: 5,8
Rapportcijfer voor de klanttevredenheid over gemeentebrede dienstverlening Ratio gemeentelijke bijdrage sociale zekerheid (werk/inkomen) t.o.v. rijksbijdrage
100% duurzaam inkopen
Wat mag het kosten? In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven. Daar waar bij een thema geen middelen zijn weergegeven, zijn deze opgenomen onder een ander budget.
blz. 68 (van 185)
Bedragen x 1.000 euro Dienstverlening en financieel beleid Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
138.683
133.498
128.630
131.797
129.501
Baten
317.832
457.105
457.202
458.032
457.342
-179.148
-323.607
-328.573
-326.235
-327.841
Storting Reserves
21.285
25.613
16.002
21.062
17.819
Onttrekking reserves
23.095
33.720
15.169
18.721
13.207
-180.958
-331.714
-327.740
-323.893
-323.229
Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting De daling in de totale lasten wordt grotendeels veroorzaakt door minder uitgaven bij rente en treasury (zie paragraaf treasury voor toelichting op het renteresultaat), onderwijsvoorzieningen en het vastgoedbedrijf. De forse toename bij de baten is het gevolg van de toevoeging van de decentralisaties aan de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Een nadere specificatie van de resultaten is te vinden in paragraaf 6.4. Meer info
Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders
Eelco Eerenberg, Jeroen Hatenboer, Peter den Oudsten (college van B&W), Raadspresidium (gemeenteraad en commissies)
Programmadirecteuren Christel Koman, Willem Geesink, René van Kuilenburg, Marcel Meijs, Rolf Jongedijk
blz. 69 (van 185)
3.5 Stoppen met beleid Tot slot: duidelijk kiezen wat we niet of minder doen We hebben in de voorgaande paragrafen geschetst wat in onze ogen de prioriteiten zijn voor de komende vier jaar. Maar dit betekent ook dat we moeten kiezen wat we niet of minder doen. Alleen door zaken af te bouwen en ons als gemeente te richten op onze kerntaak, ontstaat de ruimte om resultaat te boeken op die dingen die we het belangrijkst vinden. We willen duidelijk zijn over wat we minder (gaan) doen. Niet alleen vanwege het uitgangspunt van transparantie, maar ook omdat de gemeentelijke organisatie krimpt. We kunnen de werkdruk alleen binnen de perken kunnen houden als we duidelijk maken aan onze medewerkers waar minder prioriteit ligt. Met dit overzicht wordt tevens duidelijk welke taken uiteindelijk verminderd worden als gevolg van de reeds ingeboekte bezuinigingen op de personele capaciteit. Lijst met te heroverwegen taken Zoals hiervoor aangegeven leggen we de prioriteit bij de duurzame sociaal-economische ontwikkeling van de stad (focus op luchthaven, kennispark, binnenstad), het versterken van eigen kracht en goede ondersteuning, en het zorgen voor een goede basis van schoon, heel en veilig. Daarnaast willen we deze uitgangspunten hanteren: Eigen verantwoordelijkheid is leidend We doen het samen We gaan voor een toekomstbestendig Enschede We maken duidelijke keuzes en zijn transparant We benutten digitale mogelijkheden Vanuit deze denkrichting komen we tot een heldere richting van beleid en taken die minder goed passen bij de prioriteiten of de uitgangspunten die we willen hanteren. Het is een verzameling van zaken die we meteen stoppen of verminderen en waarvan we verkennen óf en onder welke voorwaarden we ze stoppen of verminderen. Bijvoorbeeld omdat er gevolgen zijn voor de inzet van vrijwilligers, SW-collega’s of het gebruik van gemeentelijk vastgoed. Het uitgangspunt bij deze verkenningen is ‘stoppen, tenzij....’. Per programma volgt hierbij een overzicht op welke onderdelen we activiteiten stoppen of heroverwegen. Daarbij wordt aangegeven waarom dit minder past bij de prioriteiten van het college of waarom het geen activiteit is waarop de gemeente substantiële inzet zou moeten plegen. Maatschappelijke ondersteuning In het sociaal domein heeft het college voorgesteld om subsidies meer te richten op het versterken van burgerkracht en deels flexibeler inzetbaar te maken. Ook proberen we professionele ondersteuning efficiënter in te zetten door meer aan te sluiten bij bijvoorbeeld sportverenigingen of andere instellingen die we al subsidiëren. We kijken of we, vanuit het principe dat eigen verantwoordelijkheid leidend is en we ondersteuning daar willen inzetten waar het nodig is, opvoedondersteuning minder generiek kunnen inzetten en de effectiviteit kunnen vergroten. In de beleidsontwikkeling heeft de soepele overgang van de drie decentralisaties veruit de meeste prioriteit. Op andere dossiers zoals Zorg & Technologie heeft de gemeente in mindere mate een voortrekkersrol. Deze activiteiten worden daarom beëindigd. Op het moment dat de transities in het sociaal domein afgerond zijn, is het mogelijk personele capaciteit op ander dossiers in te zetten.
blz. 70 (van 185)
Versterken economie In het economisch beleid gaan we vooral inzetten op meer bedrijven en groei van bedrijven. Hoofddoel is een versterking van de regionale economische structuur met (uiteindelijk) meer banen. Activiteiten die te weinig daartoe bijdragen worden beëindigd. Voorbeelden zijn de inzet op Fyf, het innovatiefonds en minder gemeentelijk voortouw op het kennishuis. In beginsel ligt de verantwoordelijkheid voor het opleiden van onze jeugd bij het onderwijs. De rol van de gemeente ligt in de randvoorwaarden, zoals kwaliteit en de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt. Momenteel worden vanuit de gemeente verder reikende activiteiten op het gebied van onderwijs en opvoeding ondernomen, terwijl de verantwoordelijkheid bij onderwijsorganisaties ligt. Het gaat bijvoorbeeld om het aanbieden van natuur- en milieueducatie, het onderhouden van een website voor schoolkeuzeadvies, het stimuleren van ondernemerscompetenties van kinderen. De gemeente neemt niet meer het voortouw op deze activiteiten. Duurzame leefomgeving In het beleid voor de ruimtelijke ontwikkeling zijn de Binnenstad, Kennispark en het plangebied van het ADT prioritair. Dat betekent dat de gemeente op overige ruimtelijk ontwikkeling geen voortouw neemt de komende vier jaar. Voorbeelden zijn nieuwe initiatieven op het gebied van stadslandbouw, monumentenzorg, GIDS Buitenkans en het in kaart brengen van ecologische waarden. Aan lopende afspraken zoals bij herstructurering wordt wel gewoon voldaan. De hierboven genoemde prioritering geldt ook op het gebied van bereikbaarheid. Verkeersbeleid dat hier niet aan bijdraagt stoppen we. En we maken niet meer voor ieder deelonderwerp een separate visie of beleidsnota's. Dat integreren we in de beleidsdocumenten voor de prioritaire dossiers. Daarnaast moet de gemeente een flinke slag maken in het reduceren van regelgeving, met name in het ruimtelijk domein. Een voorbeeld is ruimer bestemmen. Dit leidt tot een taakverlichting op verschillende onderdelen, zoals bestemmingsplannen, handhaving, vergunningen en dienstverlening. Het budget voor ondersteuning van projecten in opstartfase wordt centraal gepositioneerd, zodat daarover nog meer een gemeentebrede afweging wordt gemaakt. De mate van projectondersteuning wordt naar beneden bijgesteld, naar het niveau dat binnen de gemeente gangbaar is. Dienstverlening en financieel beleid Ook in de interne dienstverlening geldt het principe van eigen kracht. Bestuurders, leidinggevenden en medewerkers worden minder gefaciliteerd vanuit staffuncties. De adviescapaciteit wordt geconcentreerd op zaken die het meest nodig zijn. We verminderen de inzet op nationale en internationale netwerken en programma’s. In de publieke dienstverlening geldt dat meer digitaal wordt aangeboden en dat gewerkt vanuit principes zoals 100% op afspraak. We concentreren onze dienstverlening in het stadskantoor, zodat we optimaal gebruik maken van de beschikbare ruimte. Heroriëntatie rol vd gemeente: verkennen outsourcing Dit college wil, naast het duidelijk kiezen wat we wel en wat we niet meer doen, ook heroverwegen of bepaalde taken wel bij de gemeente horen of beter in de markt of regionaal ingekocht of uitgevoerd zouden kunnen worden. Het uitgangspunt is: de gemeente voert geen taken uit waar anderen dat beter kunnen. Dit past ook goed bij het perspectief waarin de gemeentelijke organisatie zich steeds meer ontwikkelt richting een compacte organisatie die
blz. 71 (van 185)
flexibel kan schakelen en zich steeds meer richt op goed opdrachtgeverschap (naast vakmanschap in de uitvoering van taken die wel als kerntaak bij de gemeente horen). Daarom laten we onderzoeken onder welke omstandigheden, met welke voetangels en klemmen (ook gezien andere – regionale - ontwikkelingen zoals IBO), taken van de gemeente naar de markt gebracht kunnen worden. Het antwoord van de verkenning kan nog steeds nee zijn, maar het uitgangspunt is ‘outsourcing, tenzij’. Hierbij benutten we de lessen van de taskforce outsourcing uit 2013 en geven we ons rekenschap van de relatie met het beleidskader Verbonden Partijen. In ieder geval de volgende onderwerpen zijn onderdeel van de verkenning: Activiteiten op het binnenhalen van subsidies Communicatie-advies ICT Onderhoud Enschede Sportbedrijf P&O advisering Juridische zaken Arbeidsbemiddeling werkplein (publiek-private samenwerking) Parkeergarages en parkeerbeleid Bestemmingsplannen Ingenieursbureau Handhaving Krachtig op onze kerntaken Door op deze manier taken te verminderen of anders te organiseren, zorgen we ervoor dat we krachtig kunnen (blijven) opereren op die onderwerpen die we als onze kerntaak zien. Ook in financieel lastige tijden. We zetten ons volop in voor het versterken van de sociaaleconomische structuur, staan pal voor het versterken en ondersteunen van de zelfredzaamheid van onze inwoners en houden de basis op orde: het zorgen voor een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving en efficiënte en zorgvuldige dienstverlening.
blz. 72 (van 185)
4. Paragrafen Dit hoofdstuk bestaat uit 8 paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende opgenomen in de programmabegroting: Het onderwerp heeft mogelijk een grote financiële impact. Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis. Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma's. Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van haar taken. De Programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering. Welke paragrafen zijn er? De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht: Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Treasury Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Daarnaast is er een paragraaf Doeltreffendheidsonderzoeken opgenomen, omdat dit een verplicht onderwerp is voor de gemeente Enschede vanuit de verordening.
4.1. Lokale heffingen Inleiding De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze zijn één van de inkomstenbronnen voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en precariobelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Door efficiënt te werken willen wij deze kosten zoveel mogelijk beperken. De kosten die wij maken worden, via het profijtbeginsel, zoveel mogelijk betaald door de gebruiker.
blz. 73 (van 185)
De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Enschede en is als volgt opgebouwd: 1. 2. 3. 4.
Beleidsmatige ontwikkelingen; Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten; Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten en heffingen; Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
Beleid Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen benoemd voor de belastingdruk en overige ontwikkelingen op lokaal fiscaal gebied voor 2015 en volgende jaren. WOZ-waarde woningen openbaar De WOZ-waarde is nu in beginsel niet openbaar. Tot nu is het slechts in beperkte mate mogelijk om de WOZ-waarde van andere woningen of panden op te vragen. Vermoedelijk met ingang van 1 januari 2015 is de WOZ-waarde van alle woningen openbaar. Een transparantere WOZ-waarde draagt bij aan de acceptatie ervan door burgers en verbetert de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een landelijke voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één centraal punt. Onroerendezaakbelastingen Macronorm Elke gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar OZB tarieven. De grondslag daarvoor is de WOZ-waarde. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk is een zogenaamde macronorm ingesteld. Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. De macronorm is een landelijke norm en niet een norm voor individuele gemeenten. Voor 2015 is de macronorm vastgesteld op 3,0% over 3,711 miljard euro. Tarieven en opbrengst In het coalitieakkoord is afgesproken de lasten voor de inwoners van Enschede niet verder te laten stijgen dan de reguliere inflatie. De OZB-tarieven worden verhoogd. Voor de OZB wordt een inflatiecorrectie gehanteerd van 1,25%. Met ingang van 1 januari 2009 vindt jaarlijks hertaxatie plaats van de onroerende zaken. Voor 2015 geldt als waarde peildatum 1 januari 2014. De marktontwikkelingen geven een verlaging van de waarde aan. Sinds jaren geldt het principe dat waarde mutaties niet tot verhoging of verlaging van de belastingopbrengst OZB mag leiden. Het opstellen van een meerjarige tarief ontwikkeling voor de OZB- eigenaren woningen blijft een ruwe prognose. In feite is alleen de ontwikkeling van de prijscorrectie van invloed op dit onderdeel van de woonlasten van OZB-eigenaren. Zoals al aangegeven is de waarde mutatie van de woningwaarde van een gemiddelde woning niet van invloed op de OZB-opbrengst. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing 2015 wordt verlaagd ten opzichte van 2014 wegens verwachte kostenbesparing. Het tarief is 308,40 euro voor meerpersoonshuishoudens en voor eenpersoonshuishoudens 274,10 euro. Door meer gescheiden (waardevolle) grondstromen (huis-aan-huis )in te zamelen wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan de milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen, maar kunnen ook de totale kosten voor de inzameling en verwerking worden gedrukt. Vermindering van totale kosten inzameling moet voortkomen uit kostenbesparende maatregelen van inzameling van restafval. De Raad moet zich hier nog over
blz. 74 (van 185)
uitspreken. Daarnaast wordt de afvalbeleidsvisie verder aangescherpt met het oog op een afvalloos Twente. Mocht de Raad besluiten tot handhaving van de bestaande inzamelsystematiek (Huis-aan-Huis tweewekelijkse inzameling van het restafval en tweewekelijkse inzameling van plastic), dan heeft dit een negatief effect op de begroting voor komende jaren en kan het een kostenverhogend effect op de tarieven hebben. Daarnaast is het Rijk van plan per 2015 een extra afvalstoffenbelasting in te voeren op afval wat gestort of verbrand wordt. Deze verhoging zou door de afvalverwerker weer doorbelast kunnen worden aan de gemeente en heeft dan een kostenverhogend effect. Wegens de onzekerheden is dit effect in de begroting nog niet meegenomen. Kosten voor gemeente Enschede liggen dan rond de 450.000 euro. Rioolheffing Het GRP moet nog worden vastgesteld. De gevolgen voor de tarieven zijn afhankelijk van deze besluitvorming. De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengsten van de rioolheffingen mogen dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente Enschede is 100% De basis voor de ontwikkeling van het tarief rioolheffing ligt in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is eind 2011 door de raad vastgesteld. In het GRP wordt uitgegaan van een tarief ontwikkeling van maximaal 4% (incl. btw correctie 4.3%) per jaar, gedurende de afgelopen raadsperiode. Bij de recente actualisatie van het GRP is het tarief voor het jaar 2015 vastgesteld op 5,9%. Het tarief voor het jaar 2015 bedraagt 197,64 euro. Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten De gemeentelijke woonlasten zijn opgebouwd uit de Onroerende zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Onderstaande tabel bevat een doorkijk in de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten, uitgaande van een gemiddelde koopwoning in Enschede met een WOZ-waarde van 157.000 euro (voor 2014 en verder) en een meerpersoonshuishouden. (bedragen in euro's)
2012
2013
2014
2015
2016
2017
OZB-eigenaar woning
251,62
256,15
260,00
263,25
266,54
269,87
Afvalstoffenheffing *
306,00
310,44
310,44
308,40
303,40
298,40
Rioolheffing
171,60
179,04
186,72
197,64
209,23
221,49
Totaal
729,22
745,63
757,16
769,29
779,17
789,76
* Het tarief voor meerpersoonshuishouden. Overige heffingen De overige heffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. In de voorstellen waarbij de belastingverordeningen worden aangepast, houden we in het algemeen rekening met een nominale stijging van 1,25%. Eventuele afwijking hierop wordt toegelicht. Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten en heffingen Omschrijving lokale lasten (bedragen in euro’s) Huwelijk en geregistreerd
Raming 2013
Realisatie2013 Raming 2014
186.000
117.000
blz. 75 (van 185)
206.000
Raming 2015 213.000
Kostendekking 81%
partnerschap Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen
2.610.000
2.388.000
2.307.000
2.275.000
80%
Documentatie bevolking
61.000
63.000
73.000
83.000
76%
Verstrekken inlichtingen GBA
66.000
65.000
79.000
74.000
4%
226.000
239.000
218.000
233.000
33%
Overige verrichtingen archief
14.000
15.000
11.000
11.000
5%
Leges telecommunicatie (%)
28.000
59.000
32.000
56.000
63%
Omgevingsvergunning
2.822.000
2.500.000
2.843.000
2.872.000
100%
Kort parkeren garages en abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal) (MPP 2014-2024)
5.587.000
4.934.000
4.705.000
4.782.000
100%
687.000
687.000
710.000
740.000
n.v.t.
2.620.000
2.542.000
2.499.000
2.553.000
n.v.t.
Fiscaliseren (naheffing)
714.000
725.000
702.000
687.000
n.v.t.
Begraafplaatsrechten (excl. onderhoud gedenkparken)
413.000
408.000
418.000
459.000
100%
Havengelden
41.000
32.000
41.000
42.000
27%
Marktgelden
382.000
388.000
465.000
436.000
87%
Overige Publiekszaken
Fiscale vergunningen Fiscaal straat en terreinen parkeren
Afvalstoffenheffing (netto)
17.469.000
17.598.000 17.376.000
17.460.000
100%
Afvalstoffenheffing kwijtschelding
-2.250.000
-2.381.000
-2.284.000
-2.300.000
n.v.t.
-200.000
-163.000
-254.000
-200.000
n.v.t
Afvalstoffenheffing -oninbaar Rioolheffing (netto, incl. grootverbruik)
11.257.000
11.393.000 11.446.000
12.435.000
100%
Rioolheffing - kwijtschelding
-1.566.000
-1.450.000
-1.605.000
-1.645.000
n.v.t.
-678.000
-531.000
-761.000
-622.000
n.v.t.
Hondenbelastingen
810.000
794.000
810.000
910.000
n.v.t.
Precariobelastingen
255.000
247.000
255.000
255.000
n.v.t.
Reclamebelasting
152.000
159.000
152.000
152.000
n.v.t.
Rioolheffing – oninbaar en verminderingen
OZB-woningen
18.073.000
16.927.000 18.343.000
18.385.000
n.v.t.
OZB eig niet-won
11.600.000
12.054.000 11.774.000
12.119.000
n.v.t.
8.645.000
n.v.t.
OZB gebr niet-won
8.506.000
8.537.000
8.634.000
Toelichting In bovenstaande tabel zijn de voor gemeente Enschede ‘belangrijkste’ lokale heffingen. Een aantal lokale heffingen zijn niet kostendekkend. Dit is het gevolg van enerzijds maximering van tarieven door het Rijk, anderzijds wordt dit ook veroorzaakt door het hanteren van redelijke tarieven richting de inwoners van Enschede. Leges publiekszaken In het kader van het meer kostendekkend maken van de leges bij publiekszaken is
blz. 76 (van 185)
beoordeeld waar dit nog mogelijk is (geen wettelijk maximum en nog niet kostendekkend). Dit geldt voor de huwelijksleges, het uittreksel GBA en de Gehandicaptenparkeerkaart. Per 2015 worden deze leges verhoogd van respectievelijk 405,70 euro naar 465,00 euro; 14,95 euro naar 15,80 euro en 31,40 naar 33,00 euro. Dit levert een besparing op van ca 30.000 euro. Havengeld Naar verwachting wordt per 1 januari 2015 het havenbeheer langs de Twentekanalen gemeenschappelijk met de aanliggende gemeenten vormgegeven. Onderdeel van deze samenwerking is onder meer de uniformering van de haven- en kadegelden. De inkomsten en daarmee tariefstelling voor Enschede in 2015 wordt in principe op het niveau van 2014 gehouden. De havengelden zijn niet kostendekkend en de tariefstelling is onder meer gericht op het bevorderen van het vervoer over het water. Begraafrechten Met ingang van 1 januari 2015 worden de leges verhoogd. Dit is noodzakelijk om de kostendekkendheid te verbeteren. Vergunningen Deregulering kan mogelijk gevolgen hebben voor de tarieven van Vergunningen. Dit is afhankelijk van de besluiten die de raad de komende maand hierover neemt. Hondenbelasting In de programmabegroting 2014-2017 heeft de gemeenteraad een structurele verhoging van de hondenbelasting met 100.000 euro, als één van de bezuinigingsrichtingen vastgesteld. De hondenbelasting voor alle honden in Enschede wordt in 2015 verhoogd met 10 euro. Dit is boven op de inflatiecorrectie van 1,25 procent. Het tarief in 2015 wordt dan 83,25 euro. Reclamebelasting Deze opbrengst is na verrekening met de precarioheffing. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt: Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing, ozb, en leges huwelijksvoltrekkingen; Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm; Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren; Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en; Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm. De kwijtschelding is onderdeel van de taakstelling op de inkomensondersteuning. Indirecte kosten leges Voor het inzicht van toegerekende indirecte kosten aan leges verwijzen wij naar bijgaand overzicht.
blz. 77 (van 185)
4.2. Weerstandvermogen en risicobeheersing Inleiding Het weerstandsvermogen is een belangrijk onderdeel van ons strategisch financieel beleid. Het is de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit leidt tot ombuigingen van bestaand beleid. Bij tegenvallers gaat het om externe risico’s die niet of slecht beïnvloedbaar zijn. In het coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de financiële positie en het reduceren van risico’s. In paragraaf 2.2.1. wordt hierop nader ingegaan en geven we aan wat we in deze coalitieperiode willen bereiken en hoe we hieraan werken. Onderdelen hiervan zijn het verbeteren van de financiële positie van het grondbedrijf, risicoreductie ten aanzien van ons vastgoed- en grondbezit, het sociaal domein, de verbonden partijen en het verlagen van het aandeel stille reserves binnen het weerstandsvermogen. In deze paragraaf geven we aan hoe het weerstandsvermogen op dit moment is opgebouwd en wat de verwachte ontwikkeling voor de komende jaren is. Daarnaast is de stresstest opgenomen. Een stresstest zegt iets over de financiële flexibiliteit en weerbaarheid van de gemeente. Hierin krijgen ook andere kengetallen naast het weerstandsvermogen nadrukkelijk aandacht. Naar verwachting komt het rijk in 2015 via een aanpassing van de verslaggevingsvoorschriften met een beperkt aantal verplicht op te nemen kengetallen. Een aantal hiervan (o.a. schuldpositie) hebben wij al in onze tabel opgenomen. Zodra het BBV is aangepast, zullen wij deze kengetallen ook opnemen in onze P&C-producten. Het kengetal grondpositie is toegevoegd. Het is zinvol om de uitkomsten van deze stresstest en de ontwikkelingen daarin in de tijd te volgen.
Financiële status en weerbaarheid Relevante Wetgeving en gemeentelijk beleid De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in: Het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (art. 9, 11 en 26); De financiële verordening gemeente Enschede 2012 (art. 15); De nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2012. Berekening weerstandsvermogen Het verschil tussen de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiervoor is een norm gedefinieerd die de ratio van het weerstandsvermogen wordt genoemd en als volgt wordt berekend:
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit -----------------------------------------Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandvermogen tussen de 1,0 en 1,4 na. Ontwikkeling in weerstandvermogen Periodiek wordt bij de jaarrekening en programmabegroting een risico-inventarisatie uitgevoerd en de beschikbare weerstandscapaciteit in beeld gebracht. Dit om na te gaan of de gemeente Enschede nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt. Voor deze programmabegroting is de benodigde weerstandscapaciteit berekend op 42,7 miljoen euro en bestaat uit de risico’s van het grondbedrijf voor een bedrag van 18,9 miljoen
blz. 78 (van 185)
euro en de overige risico’s voor een bedrag van 23,8 miljoen euro. Risico’s Grondbedrijf Voor het Grondbedrijf maakt de actualisatie van de risico’s onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen Meerjaren Perspectief Grondbeleid (MPG). Daarbij worden alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen geactualiseerd en in één grote risicosimulatie samengebracht. De risicoanalyse kan niet los worden gezien van de actualisatie van de begrotingen van de grondcomplexen. De risico’s van het grondbedrijf zijn per 31 december 2013 becijferd op 18,9 miljoen euro. Voor deze programmabegroting zijn de risico’s van het grondbedrijf niet bijgesteld. De eerstvolgende actualisatie gebeurt bij het MPG 2015 (oftewel jaarrekening 2014). Inventarisatie overige risico’s Ten aanzien van de overige risico’s heeft er in het kader van de Programmabegroting 2015 een actualisatie plaatsgevonden. Daarbij is de volgende werkwijze gevolgd. Risico’s die meegenomen worden in de berekening betreffen incidentele gebeurtenissen die niet of zeer moeilijk zijn te beïnvloeden met beleid. Het gaat om externe factoren die wij moeilijk of in het geheel niet kunnen sturen dan wel beïnvloeden. Indien sprake is van structureel verminderde inkomsten, zoals bijvoorbeeld rijksbezuinigingen, leidt dit tot beleidsaanpassingen en niet tot beslaglegging van de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit voor de overige risico’s is becijferd op 23,8 miljoen euro en is ten opzichte van de 22,1 miljoen euro bij de jaarrekening licht gestegen. De stijging houdt verband met de aanpassing van het risicobedrag of de kans van het risico: Het risicoprofiel gewaarborgde geldleningen is bijgesteld van 5,8 miljoen euro naar 8,7 miljoen euro. Het risico verstrekte leningen is verhoogd van 9,1 naar 9,8 miljoen euro. Dit betreft een verschuiving van het risico van de lening aan de Twentse Schouwburg van het risico verbonden partijen naar het risico verstrekte geldleningen. Het risico van de verbonden partijen is verlaagd van 8,8 naar 7,8 miljoen met name door de verschuiving risico lening Twentse Schouwburg. Het risicoprofiel MAU is verhoogd van 1,87 miljoen euro/ 90% naar 14 miljoen euro/ 30%. Het risicoprofiel CFO (personele krimp) is bijgesteld van 4,5 miljoen euro/ 70% naar 1,5 miljoen euro/ 90%. Het risico van de 3-D’s is opgevoerd voor 3,5 miljoen met kans 50%. Het risico van het MSI-project revitalisering havengebied is bijgesteld van 1 miljoen euro naar 600.000 euro. Voor inzicht in de belangrijkste risico’s wordt verwezen naar 5.2.2 Tabel met risico's, financiële gevolgen en maatregelen. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt in totaal 42,6 miljoen euro, bestaande uit een algemene reserve van 24,2 miljoen euro en stille reserves van in totaal 18,4 miljoen euro. Voorzichtigheidshalve en overeenkomstig onze beleidskaders en bovengenoemde inschattingen worden de overige (bestemmings)reserves, bezuinigingsmogelijkheden en de onbenutte belastingcapaciteit niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. De algemene reserve bestaat uit de reserve weerstandsvermogen en de reserve grondbedrijf. De reserve grondbedrijf is ten opzichte van het MPG 2014 verbeterd met 7,4 miljoen als gevolg van de uitwerking van het coalitieakkoord. Voor het overige is de stand gelijk gehouden aan de stand bij het MPG2014. Bij het MPG2015 wordt de reserve bijgesteld
blz. 79 (van 185)
afhankelijk van de ontwikkelingen in het MPG. De toename van de algemene reserve bestaat naast de toename van de reserve grondbedrijf uit de toevoeging van het budget voor schuldenreductie en de toevoegingen volgens het spaarprogramma uit de Programmabegroting 2013. Stille reserves De stille reserves zijn becijferd op 18,4 miljoen euro. Een verlaging ten opzichte van de jaarrekening 2013 met 3,5 miljoen euro. Het betreffen de stille reserves van de objecten van het vastgoedbedrijf voor 9,2 miljoen euro en van de gronden van het grondbedrijf voor 9,2 miljoen euro. Voor de Programmabegroting 2015 zijn alleen de stille reserves van het vastgoedbedrijf geactualiseerd. De actualisatie van de gronden gebeurt bij het MPG 2015 (jaarrekening 2014). De stille reserve is het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde van een actief. Bij de berekening voor het weerstandsvermogen wordt de nodige voorzichtigheid betracht. Er wordt slechts een deel van de stille reserves tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. Bij objecten van het vastgoedbedrijf nemen we alleen de stille reserve van de objecten uit de categorieën redelijk en goed courant mee, en dan tegen een percentage van 50% respectievelijk 70% van de stille reserve. Ook bij de berekening van de stille reserves van panden van het grondbedrijf wordt voorzichtigheid betracht door slechts 60% van de taxatiewaarde in de berekening van de stille reserves voor het weerstandsvermogen mee te nemen. Berekening weerstandsvermogen Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit komen we nu uit op een ratio van afgerond 1,0.
Ratio 1,0 =
42,6 miljoen euro ------------------------42,7 miljoen euro
De ratio bevindt zich hiermee op de ondergrens van de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0-1,4. Om de ratio te verhogen is afgesproken om de algemene reserve in de komende jaren weer aan te vullen via het spaarprogramma. De dekking hiervoor is al in het structurele middelenkader verwerkt. In het coalitieakkoord is vervolgens afgesproken om een actief financieel beleid te voeren op het verminderen van risico’s en het verder verbeteren van de financiële positie. Onder meer door in het middelenkader ruimte te scheppen om de positie van het grondbedrijf te versterken met 7,4 miljoen euro. De ratio weerstandsvermogen komt eind 2015 uit op 1,0 en bevindt zich daarmee op de in het coalitieakkoord afgesproken streefwaarde. Door toevoeging van het spaarprogramma en inzet op reductie van risico’s zal de ratio zich in komende jaren verder verbeteren. Dit is in onderstaand overzicht samengevat. Tegelijkertijd wordt het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen verminderd. Eind
2014
2015
2016
2017
2018
Ratio
1,0
1,0
1,1
1,2
1,3
Wel is het van belang zich te realiseren dat de ontwikkeling van de risico’s en stille reserves moeilijk voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De ratioberekening is geen exacte wiskunde. Het laat onverlet dat we streven naar een ratio van 1,0 bij de jaarrekening 2015. Tegenvallers in de grondverkopen, nadelige ontwikkelingen bij het ADT of dalende prijzen van ons vastgoeden grondbezit hebben bijvoorbeeld een belangrijke impact op onze financiële positie. In dat
blz. 80 (van 185)
geval moeten we onze ambities bijstellen om toch ons weerstandsvermogen op het gewenste niveau te houden. Tegelijkertijd wordt het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen verminderd. Het aandeel stille reserves was 61% bij de jaarrekening 2013 en komt volgens de huidige berekeningen eind 2015 uit op 43% van de totale beschikbare weerstandscapaciteit. Met de geplande mutaties op de algemene reserve wordt bereikt dat het aandeel uiteindelijk afneemt tot 32% in 2018. Tabel met risico's, financiële gevolgen en maatregelen Nr. Onderwerp
Risico
PB 2015
Financieel Klasse gevolg JR 2013
Kans
1. BUIG-MAU
Meerjarige Aanvullende Uitkering wordt niet meer toegekend, hetgeen niet direct is bij te sturen door aanpassen van beleid.
€0-€ 14.000.000
€0-€ 1.870.000
5
2 (was 4)
2. Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost
Het niet of niet tijdig ontvangen van aflossingen op verstrekte leningen.
€ 0 -€ 9.800.000
€ 0 -€ 9.100.000
5
2
3. Gewaarborgde geldleningen
Gemeente wordt door geldverstrekker als borg aangesproken i.v.m onvoldoende zekerheden.
€0-€ 8.700.000
€0-€ 5.800.000
5
2
4. Onvoorziene bijdragen
Onvoorziene bijdragen aan risico’s verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen.
€0-€ 7.850.000
€0-€ 8.750.000
5
4
5. Conjunctuur invloeden en daarmee samenhangende incidentele effecten
Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden.
€0-€ 5.000.000
€0-€ 5.000.000
5
3
6. Personele krimp
Het niet (tijdig) realiseren van de krimpopgave vanaf 2016.
€0-€ 1.500.000
€0-€ 4.500.000
5
5 (was 4)
€0-€ 600.000
€0-€ 1.000.000
4
5
€0-€ 2.500.000
5
3
5
3
5
1
7. Majeure stedelijke Risico van het MSI-project investeringsopgaven revitalisering havengebied. (MSI) 8. Overige onvoorziene bijdragen
Overige onvoorziene risico’s die leiden tot financiële schade, waaronder de projectrisico’s (exclusief MSI). Risico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen, rente effecten etc.
€0-€ 2.500.000
9. Risico decentralisaties
Risico Jeugdzorg, WMO en participatie
€0-€ 3.500.000
Calamiteit binnen de gemeente wat leidt tot extra uitgaven
€0-€ 5.000.000
10. Calamiteit
blz. 81 (van 185)
€0-€ 5.000.000
Financiële status en weerbaarheid In deze paragraaf willen we door middel van indicatoren inzicht verschaffen in de financiële status (hoe financieel gezond is de gemeente) en weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden). Het is een set van indicatoren en normen die door een landelijke werkgroep van gemeenten is samengesteld. De financiële status en weerbaarheid laat in één overzicht de financiële gezondheid van de gemeente zien op dit moment: zo staat de gemeente er financieel voor. Door deze stresstest jaarlijks toe te passen (bij begroting, jaarrekening en meerdere jaren achtereen) wordt ook inzicht gegeven in relevante trends voor het financiële en risico-beleid. Hiermee kan meer inzicht worden geboden in de sterke en zwakke punten van de financiële huishouding. Tegelijkertijd biedt het inzicht in de beschikbare bijsturingsmogelijkheden. Samenvatting Indicatorgroep
Indicator
Voldoende
Neutraal
Onvoldoende
1. Lokale lasten
1.1 Lokale lastendruk
> 5% lagere lastendruk dan gemiddeld
Gemiddelde lastendruk in Nederland
> 5% hogere lastendruk dan gemiddeld
1.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB
Onbenutte belastingcapaciteit > 0,25% exploitatietotaal (voor mutaties reserves)
Onbenutte Geen onbenutte belastingcapaciteit belastingdruk tussen 0% en beschikbaar 0,25% van exploitatietotaal
1.3 Derving OZB i.v.m. leegstand
< 1% OZB opbrengst nwoningen
1% tot 5%
> 5% OZB opbrengst n-woningen
1.4 Kostendekkendheid leges
Extra ruimte > 1% van exploitatietotaal voor mutaties reserves
Extra ruimte 0% tot 1% van exploitatietotaal voor mutaties reserves.
Geen ruimte in tarieven.
2.1 Schuldratio
< 50%
50% tot 80%
> 80%
2.2 Netto schuld / exploitatie (netto schuldquote)
< 90%
90% tot 130%
> 130%
2.3 Netto schuld per inwoner
> 20% afwijking naar beneden
gemiddelde nettoschuld alle gemeenten
> 20% afwijking naar boven
2.4 Schuldevolutie
> 15% afname
tussen 15% afname en 15% toename
> 15% toename
2.5 Netto rentelasten / exploitatie
< 1% van totale exploitatie
1% tot 3%
> 3% van totale exploitatie
2.6 Rentereserve
Reserve voldoende om 2
Reserve voldoende om 1
Geen rentereserve.
2. Schuldpositie, vreemd vermogen
blz. 82 (van 185)
jaren schommelingen op te vangen
3. Reservepositie, eigen vermogen
4. Leningen, garantstellingen en waarborgen
jaar schommelingen op te vangen.
2.7 Omslagrente werkelijke rente
Werkelijke rente < Werkelijke rente = omslagrente en omslagrente. nog niet ingezet in begroting.
Werkelijke rente > omslagrente
3.1 Ratio weerstandsvermogen
> 1,4
< 1,0
3.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren
Mogelijkheden om Mogelijkheden om Geen ratio te verbeteren ratio te verbeteren verbetermogelijkheden tot > 1,4 tot 1,0 - 1,4
3.3 Aandeel stille reserves in weerstandsvermogen
<25%
4.1 Zekerheden leningen, > 95% garantstellingen en zekerheden waarborgen
1,0 tot 1,4
25%-50%
>50%
90% tot 95% zekerheden
< 90% zekerheden
5. Meerjarig 5.1 Toereikendheid geen extra budget 0 tot 1% van de onderhoud onderhoudsbudgetten, nodig exploitatielasten kapitaalgoederen incl. vervangingsinvesteringen
> 1% extra budget nodig
6. 6.1 Afhankelijkheid Grondexploitaties grondexpl. voor sluitende begroting
Niet afhankelijk van grondexploitaties voor sluitende begroting
Afhankelijk van grondexploitaties voor sluitende begroting.
6.2 Winstverwachting grondexploitaties
Positieve winstverwachting
Geen positieve winstverwachting
6.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's
Reserve grondbedrijf > omvang risico's grondbedrijf
6.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie)
toekomstige baten waarde tussen 2 en lasten/ actuele en 3 boekwaarde BIE < 2
>3
6.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden)
Exploitatielasten zijn structureel afgedekt
Incidenteel
Exploitatielasten zijn niet afgedekt
7.1 Ombuigingen, taakstellingen
< 1% van begrotingstotaal nog in te vullen
1% tot 2% begrotingstotaal
> 2% begrotingstotaal
7.2 Verhouding Structureel / Incidenteel
> 98% structurele lasten afgedekt met structurele baten
96% tot 98% structurele lasten afgedekt met structurele baten
< 96% structurele lasten afgedekt met structurele baten
7.3 Meerjarig sluitende
Alle jaren sluitend
1e of 4e jaar
1e of 4e jaar niet
7. Financiële evenwicht
blz. 83 (van 185)
Reserves grondbedrijf 98% tot 100% risico's grondbedrijf.
Reserve grondbedrijf < 98% risico's grondbedrijf
begroting
sluitend
sluitend, preventief toezicht
Hieronder volgt een toelichting op de individuele indicatoren en normen. Waar mogelijk zijn ook de scores vermeld. 1. Lokale lasten 1.1 Lokale lastendruk De lokale lastendruk is de druk van de lasten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en OZB. Het gemiddelde van Nederland is 704 euro (COELO 2014). Enschede heeft een lastendruk van 757 euro en scoort daarmee onvoldoende. In vergelijking met de Twentse gemeenten is Enschede overigens geen uitschieter. 1.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB Landelijk mag de OZB opbrengst jaarlijks voor alle gemeenten gezamenlijk een vastgestelde stijging laten zien. Voor 2014 is dit bepaald op 3% (macronorm). Het verschil ten opzichte van de tariefstijging is de onbenutte belastingcapaciteit. De score is voldoende bij een onbenut deel van meer dan 0,25% van het batentotaal, neutraal bij minder dan 0,25% en onvoldoende als er geen onbenut deel is. De tariefstijging is voor onze gemeente bepaald op 1,25%. Een deel van de belastingcapaciteit (in 2014 0,11%) is nog niet benut. Hiermee is de score neutraal. 1.3 Inkomstenderving OZB door leegstand niet-woningen Leegstand kost de gemeente geld. Er bestaat een directe relatie tussen de opbrengst OZB gebruikers niet-woningen en leegstand. De score is neutraal bij een derving OZB tussen de 1% en 5% van de OZB-opbrengst n-woningen, neutraal bij minder dan 1% en onvoldoende bij groter dan 5%. De gemeente Enschede scoort net onvoldoende nl 5,68%. 1.4 Kostendekkendheid leges Deze indicator geeft aan in hoeverre de lasten bij de leges worden gedekt door de baten. Als de kostendekkendheid lager uitkomt, is er mogelijk ruimte om meer baten te realiseren. De kostendekkendheid bij omgevingsvergunningen, algemene dienstverlening en marktgelden is lager dan 100%. Met 0,18% van het batentotaal is er slechts beperkt ruimte voor het verhogen van de baten. De score is neutraal. 2. Schuldpositie 2.1 Schuldratio De schuldratio zegt welk aandeel van de bezittingen is belast met schulden. Deze ratio is de som van de kortlopende en de langlopende schulden gedeeld door het balanstotaal. Hoe lager de uitkomst hoe gunstiger dit is. We financieren dan immers meer met eigen vermogen. Een factor van 80% of hoger wordt gezien als een hoge mate van financiering met vreemd vermogen. Enschede heeft een schuldratio van 83% en scoort daarmee onvoldoende. 2.2 Netto schuld / exploitatie De schuld als aandeel van de exploitatie geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. De schuld als aandeel van de exploitatie is de som van de kortlopende schulden, de langlopende schulden en de crediteurenvorderingen minus de debiteurenvorderingen en de liquide middelen gedeeld door de totale inkomsten. De VNG geeft aan dat bij een score van meer dan 90% voorzichtigheid is geboden. Enschede heeft een verhouding van 88% en scoort nog net voldoende. 2.3 Netto schuld per inwoner
blz. 84 (van 185)
Deze indicator is de hiervoor beschreven netto schuld gedeeld door het aantal inwoners. Binnen een afwijking van 20% van het gemiddelde in Nederland is de score neutraal, daarbuiten voldoende (-20%) of onvoldoende (+20%). Enschede scoort hierop onvoldoende (gegevens eind 2013). 2.4 Schuldevolutie Deze indicator geeft de ontwikkeling van de schuld aan. Dit is het procentuele verschil tussen de netto schuld per inwoner op 31-12-2013 (3.037 euro) en de netto schuld per inwoner op 31-12-2012 (3.119 euro). Dat is een afname van 2,6%, de score is neutraal. 2.5 Netto rentelasten /exploitatie Dit is het aandeel van de externe rentelasten (incl. financial lease) in de exploitatie. De indicator geeft aan welk deel van de exploitatie gebonden is door het betalen van rente aan banken. Minder dan 3% van de exploitatiekosten zijn rentelasten. De score is neutraal. 2.6 Rentereserve De rentereserve is een reserve om tegenvallers (risico's) op het renteresultaat te kunnen opvangen. Een dergelijke reserve biedt natuurlijk alleen maar soelaas voor incidentele tegenvallers en is in principe geen structurele oplossing bij oplopende renteniveaus. De buffer binnen de reserve weerstandsvermogen heeft voldoende omvang om 2 jaar renteschommelingen op te vangen (1 miljoen euro). De score is voldoende. 2.7 Werkelijke rente - omslagrente De omslagrente wordt volgens vastgelegde uitgangspunten berekend. Als de werkelijke rente (gemiddelde actuele rentevoet van de portefeuille) afwijkt heeft dit invloed op de exploitatie. De omslagrente is hoger dan de werkelijke rente. Er blijft een klein renteresultaat over, maar dit voordeel is ingezet in de begroting. De score is neutraal. 3. Reservepositie 3.1 Ratio weerstandvermogen Het weerstandvermogen geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. De score bij de programmabegroting 2015 (jaarschijf 2014) is 1,0 en daarmee neutraal. 3.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren De algemene reserve en de stille reserves vormen ons directe weerstandvermogen, bedoeld om risico’s af te dekken. Daarnaast is sprake van indirect weerstandvermogen (spaarprogramma, onbenutte belastingcapaciteit en vrij te maken bestemmingsreserves die niet worden gebruikt ter dekking van kapitaallasten van investeringen met economisch nut). Deze kunnen worden gebruikt om de weerstandscapaciteit te verbeteren. De gemeente heeft deze mogelijkheden, de score is voldoende. 3.3 Aandeel stille reserve in weerstandsvermogen Deze indicator geeft aan wat het aandeel stille reserves bedraagt ten opzichte van de totale beschikbare weerstandscapaciteit. Als het percentage minder dan 25 procent is dan is de score voldoende, tussen de 25 en 50 procent neutraal en hoger dan 50 procent onvoldoende. Enschede scoort in 2014 met 43 procent neutraal (2013: 61 procent). 4. Uitstaande leningen, garantstellingen en waarborgen 4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen Met betrekking tot de leningen is geanalyseerd welke zekerheden zijn gesteld en welke positie de gemeente inneemt in geval de geldlener in gebreke blijft. Niet alleen de positie, ook
blz. 85 (van 185)
het feit of zekerheden zijn gesteld (onderpand) bepalen het risicoprofiel voor onze gemeente. Indien geen onderpanden zijn verstrekt is het risico immers hoger (aangezien er geen aanspraak kan worden gemaakt op de waarde van enig onderpand). De score voor deze indicator is neutraal. 5. Meerjarig onderhoud 5.1 Toereikende onderhoudsbudgetten Wij zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan de kapitaalgoederen binnen onze gemeente. Veelal betreft dit kapitaalgoederen in de openbare ruimte zoals wegen, groen en civieltechnische kunstwerken. Uitgangspunt hierbij is of de budgetten toereikend zijn om het normniveau van een 6 te waarborgen (indien de kwaliteit zakt onder de 6 is sprake van kapitaalvernietiging met op termijn extra kosten). Enschede scoort hier neutraal (<1% van de exploitatielasten). 6. Grondexploitatie 6.1 Afhankelijkheid grondexploitatie voor sluitende begroting Zodra in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met winsten vanuit de grondexploitaties bestaat er een bepaalde druk op de exploitaties om deze winsten daadwerkelijk te realiseren. Het niet realiseren betekent immers een direct dekkingsprobleem in de begroting. Lagere grondverkopen hebben dan direct effect op de reguliere exploitatie. In de meerjarenbegroting van Enschede zijn dergelijke winsten niet ingeboekt, zodat de score voldoende is. 6.2 Winstverwachting grondexploitaties Op het moment dat er positieve resultaten uit de grondexploitaties worden gerealiseerd heeft de gemeente middelen die kunnen worden ingezet of gespaard voor moeilijke tijden. De meerjarige winstverwachting van de grondexploitaties is positief, zodat de gemeente op deze indicator voldoende scoort. Wel is de winstverwachting afgenomen. 6.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's De algemene reserve grondbedrijf is om risico's van het grondbedrijf op te vangen. De reserve moet zodanig zijn dat de risico's kunnen worden opgevangen. Hierin zit bijvoorbeeld opgenomen of de meerjarig geplande woningproductie/uitgifte bedrijventerreinen wordt gehaald. De reserve grondbedrijf (negatief) is niet groot genoeg om alle risico’s op te vangen, waardoor de score onvoldoende is. 6.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie). Deze indicator geeft aan wat nog aan kosten en opbrengsten moet worden gerealiseerd in relatie tot de actuele boekwaarde van de BIE (Bouwgronden In Exploitatie). Als dit te hoog is dan geeft dit aan dat er nog veel te verrichten inspanningen zijn met mogelijke risico’s. Als de geraamde baten en lasten samen drie keer groter zijn dan de huidige boekwaarde dan is de score onvoldoende. Enschede heeft een score van 4,36 in 2013 en scoort daarmee onvoldoende. 6.5 NIEGG (Niet in exploitatie genomen gronden) De waardering gebeurt tegen directe opbrengstwaarde. Deze indicator geeft aan of de exploitatielasten structureel of incidenteel zijn afgedekt: (rente en beheerskosten vergoeding). Waarbij structureel gedekt voldoende is, incidenteel neutraal en niet afgedekt onvoldoende is. Enschede scoort hierop neutraal. 7. Financieel evenwicht 7.1 Ombuigingen
blz. 86 (van 185)
We hebben diverse bezuinigingsmaatregelen ingezet. De daaruit voortvloeiende bezuinigingen zijn grotendeels gerealiseerd. Met een verhouding nog in te vullen ombuigingen van het begrotingstotaal van 0% in 2016 is de score voldoende. 7.2 Verhouding structurele lasten en structurele baten Structurele lasten moeten worden afgedekt door structurele baten. Andersom mogen incidentele lasten worden afgedekt door incidentele baten. Meerjarig zijn de structurele lasten afgedekt met structurele baten en daarmee is de score voldoende. 7.3 Sluitende begroting De begroting 2015 of uiterlijk het laatste jaar van de bijbehorende meerjarenraming 2016 t/m 2018 moet materieel sluitend zijn. In dat geval is de score neutraal. Als alle jaren sluitend zijn dan is de score voldoende. Voor Enschede moet de begroting uiterlijk vanaf het jaar 2016 in evenwicht zijn in verband met het niet sluitend zijn van de begroting 2013 en 2014. Met een materieel sluitende begroting vanaf 2016 is de score voor Enschede neutraal.
4.3. Onderhoud kapitaalgoederen Dit onderdeel gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van wegen, riolering, gebouwen, infrastructurele kunstwerken en dergelijke. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële positie. In relatie tot het beheer van de openbare ruimte is een aantal categorieën van kapitaalgoederen te onderkennen waarop onderhoud van toepassing is. Te weten: Wegen Infrastructurele kunstwerken Havens Riolering en water Groen Openbare verlichting Parkeervoorzieningen Vastgoed Onderwijsgebouwen Sportaccommodaties. Wegen
Verhardingssoorten
M2
Asfalt
3.198.000
Elementen
4.229.000
Cementbeton
84.000
Onverhard
395.000
Totaal
7.906.000
Infrastructurele kunstwerken
Stuks
Bruggen, Viaducten, stuwen, en geluidswallen e.a.
185
Totaal
185
blz. 87 (van 185)
Het beleidskader Het Wegenbeleidsplan 2014 – 2018 vormt het beleidsmatig kader voor het beheer van de openbare wegen. De basis van dit plan bestaat uit wettelijke eisen, (eigen) onderhoudsnormen en financiële dekking. Met het Wegenbeleidsplan starten we een zoektocht: hoe kunnen we met beperkte middelen in de veranderende samenleving de wegen zo goed mogelijk beheren en onderhouden. Dit mag niet ten koste gaan van de veiligheid. We zullen wel moeten accepteren dat comfort en beeldkwaliteit (hoe de weg er uit ziet) achteruit gaan. Deze zoektocht zetten we samen in met bewoners en de markt, waarbij we als uitgangspunt hanteren dat er geen kapitaalvernietiging mag ontstaan of onomkeerbare besluiten worden genomen. In 2016 evalueren we in hoeverre het lukt om een goed evenwicht te vinden tussen beheer en onderhoud van de wegen met beperkte middelen zonder in te leveren op veiligheid. Jaarlijks wordt op basis van technische inspecties en in overleg met interne en externe betrokkenen een overzicht gemaakt van de voor dat jaar noodzakelijke onderhoudsprojecten en werkzaamheden: de jaarschijf. Bij infrastructurele kunstwerken is er een meerjarig onderhoudsprogramma en wordt er jaarlijks een visuele inspectie gedaan. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Indien de kwaliteit van de wegen afneemt, heeft dit consequenties voor onder andere de verkeersveiligheid, het gebruikerscomfort en de woonbeleving. We accepteren dat door het nieuwe wegenbeleid het comfort en aanzien kan afnemen. Een te grote afbreuk aan kwaliteit kan echter leiden tot juridische consequenties in de vorm van aansprakelijkheid. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het lastenbudget voor onderhoud aan wegen (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden) is circa 8,9 miljoen euro. Dit bestaat voor circa 1,4 miljoen euro aan apparaatskosten, 3,09 miljoen euro kapitaallasten, circa 3,4 miljoen euro aan kosten voor (groot)onderhoud (inclusief 300.000 euro afroming aanbestedingsvoordelen) en circa 1 miljoen euro aan overige kosten. Het jaarlijkse investeringsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden aan wegen is circa 2,575 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van 10 jaar. Het lastenbudget voor Infrastructurele kunstwerken is circa 144.000 euro aan kosten voor onderhoud en 29.000 euro aan apparaatskosten. Havens Kerncijfers 2015 Havens Havenonderhoud (inc.Rijkswateren)
circa 25 ha
Onderhoud damwanden, oevers en kades
circa 6.300 meter
Het beleidskader In 2008 is naar aanleiding van de Binnenhavenvisie een budget van 2,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het uitbaggeren van de vaargeul en een bedrag van 1,28 miljoen euro voor kade- en oeverherstel. In het verlengde van dit project worden onder meer ook extra kades aangelegd en vindt revitalisering van de bedrijventerreinen rondom de Binnenhaven plaats. Hoewel na uitvoering van de baggerwerkzaamheden en het herstel van kades- en
blz. 88 (van 185)
oevervoorzieningen de onderhoudsachterstanden in de haven grotendeels zijn weggewerkt, zijn structurele middelen nodig voor beheer en onderhoud van de haven. Zo kan voorkomen worden dat na verloop van tijd weer onderhoudsachterstanden ontstaan. Daarnaast zijn middelen nodig voor de vervanging van damwanden. Om meer inzicht te krijgen in de benodigde onderhoud- en vervangingsmiddelen voor baggeren en kades- en oevervoorzieningen, vindt momenteel nader onderzoek plaats. Uit dit onderzoek blijkt dat de damwanden ruimschoots over hun theoretische levensduur zijn. Uitgaande van risico gestuurd beheer bekijken we hoe lang we de huidige damwanden nog kunnen handhaven en of er risico’s zijn. Op basis van deze uitkomsten wordt een meerjarenraming opgesteld; deze raming betrekken we bij de behandeling van de Kadernota 2016. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het project rondom kade- en oeverherstel is eind 2014 gereed. Dan is ook een meerjarig onderhouds- en investeringsprogramma beschikbaar voor besluitvorming. Tegelijkertijd werken de, aan de Twentekanalen gelegen, havens samen aan de totstandkoming van een gemeenschappelijk havenbeheer Twentekanalen. Dit moet leiden tot meer focus en economische slagkracht in de regionale havenactiviteiten en een impuls voor de ruimtelijkeconomische ontwikkelingen rond het Twentekanaal. Besluitvorming over deze samenwerking heeft in het najaar van 2014 plaatsgevonden. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het lastenbudget voor de havens is ongeveer 149.000 euro, bestaand uit 44.000 euro aan apparaatskosten en 105.000 euro aan materiële kosten voor dagelijks onderhoud van de havens. Dit is naar verwachting te weinig voor regulier onderhoud. Daarnaast ontbreekt een vervangingsbudget voor damwanden. De vraag hoeveel precies nodig is, kan na het opstellen van de eerder genoemde meerjarenraming (eind 2014) worden beantwoord. De financiële effecten van de oprichting van een Gemeenschappelijk Havenbeheer Twentekanalen passen binnen de actuele begroting voor haventaken. Riolering Kerncijfers 2015 Riolering Vrij-verval riolering
833 km
Drukriolering
145 km
Voorzieningen Kolken
40.500
Putten
2.090
Randvoorzieningen
17
Pompunits
1.005
Gemalen
67
Het beleidskader In 2011 heeft de Raad het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2012-2015 vastgesteld. In dit GRP is vastgelegd hoe we omgaan met de wettelijke zorgplichten voor afval-, hemel- en
blz. 89 (van 185)
grondwater. Ook is beschreven welke doelstellingen we hanteren en welke financiële inspanningen daarvoor nodig zijn. Met name het financiële kader is van groot belang bij dit GRP. We willen invulling geven aan de zorgplichten, maar tegelijkertijd de stijging van de rioolheffing voor de burgers beperken. Dit doen we door het versoberen van onderhoud, introduceren van risico gestuurd rioleringsbeheer, samenwerking met partners, het kiezen van duurzame oplossingen en het doen van onderzoek en toepassen van innovaties. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd, conform afspraak met de Raad. De actualisatie 2014 is op 20 oktober 2014 door de Raad vastgesteld. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties We kunnen niet voorkomen dat burgers te maken krijgen met een (beperkte) kostenstijging van de rioolheffing. Een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is namelijk na de oorlog aangelegd. Aangezien de gemiddelde technische levensduur van een riool circa 70 jaar is, zullen de kosten stijgen ten gevolge van het vervangen van riolering. Deze stijging proberen we zoveel mogelijk te beperken door risicogestuurd beheer. Dit is een breuk met het beleid tot nu toe, waarbij we voor de zekere kant kozen. Hoewel we dit uitgangspunt bewust en gericht inzetten, kunnen we niet vermijden dat deze nieuwe benadering tot overlast in de openbare ruimte kan leiden. Uitgangspunt is wel dat de veiligheid en functionaliteit van het riool zo veel mogelijk gewaarborgd blijven en dat de (hemel)wateroverlast beperkt blijft. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De kosten die we moeten maken om ons rioleringssysteem in stand te houden, worden gedekt uit de inkomsten van de rioolheffing. Het tarief van de heffing wordt opgenomen in de Programmabegroting 2015-2018. Hierna wordt de heffing verwerkt in de Belastingverordening 2015. Groen Kerncijfers 2015 Groen Openbaar groen
694
Het beleidskader De “kaders voor het beheer en onderhoud van het openbare groen 2014 – 2018” zijn eind 2013 door de Raad vastgesteld. Dit document geeft de beleidsmatige kaders voor het groen in de komende jaren. De belangrijkste nieuwe kaders zijn daarbij: het aanbrengen van differentiatie in de onderhoudsniveaus, het vereenvoudigen van de het bestaande openbare groen, te zorgen voor een toekomstbestendige en functionele inrichting bij nieuw openbaar groen en tot slot het bij bestaand en nieuw openbaar groen inzetten op biodiversiteit en behoud van bestaande natuurwaarden en biodiversiteit. Deze nieuwe kaders zijn nodig vanuit de financiële situatie, de veranderende samenleving en rol van de gemeente. De uitwerking van de kaders doen we samen met bewoners en partners. Het beleidskader wordt vertaald in het groenbeheersysteem, waarin onder andere arealen, groensoorten, onderhoudsmaatregelen en begrotingen worden bijgehouden. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Een eventuele verlaging van de kwaliteitsniveaus van het openbare groen heeft een directe invloed op de vastgoedwaarde, de uitstraling en het vestigingsklimaat van de stad en is van invloed op het woongenot en welbevinden van bewoners. Als gevolg van bezuinigingen
blz. 90 (van 185)
zetten we in op het in stand houden van het huidige groen en is er geen inzet meer op het Groenstructuur renovatie Actieplan (GRAP). De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Het lastenbudget voor onderhoud aan groen is circa 4 miljoen euro, bestaand uit ongeveer 2,5 miljoen euro (inclusief voertuigen, etc.) aan apparaatskosten en circa 1,5 miljoen euro uitbesteed werk. Vervangingsinvesteringen Bij de Programmabegroting 2013-2016 is vanaf 2015 700.000 euro structureel toegevoegd voor noodzakelijke vervangingen in de openbare ruimte. Openbare verlichting Kerncijfers 2015 Openbare verlichting Lichtmasten
30.700
Armaturen
32.400
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, etc.
Energieverbruik
2.000
6,1 GWh/jaar
Het beleidskader Het beleidsplan Openbare verlichting 2014-2017 is op 30 september 2013 door de Raad vastgesteld. Veiligheid en effectiviteit zijn hierbij uitgangspunten, wat inhoudt dat we in stand houden wat we hebben en ons richten op functionaliteit (risicogestuurd beheer). Binnen de bebouwde kom zijn alle openbare wegen en hoofdfietspaden verlicht. In het buitengebied zijn de zeer gevaarlijke kruispunten verlicht en van oudsher een aantal buitenwegen. Onderdelen worden vervangen of gerepareerd wanneer ze echt kapot zijn. Dit betekent dat lichtmasten en armaturen niet langer automatisch vervangen worden aan het einde van de afschrijvingstermijn (resp. 40 en 20 jaar). Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het ‘aanzien’ van openbare verlichting zal iets afnemen, maar de functionaliteit en veiligheid blijven in stand. De vertaling van de financiële consequentie in de begroting Het structurele budget van openbare verlichting van 1,677 miljoen euro is vanaf 2015 in hoofdlijnen opgebouwd uit 0,583 miljoen euro kapitaallasten, 0,199 miljoen euro apparaatskosten en 0,895 miljoen materieel budget (onder meer regulier onderhoud en energie). Parkeervoorzieningen Kerncijfers 2015
blz. 91 (van 185)
Parkeervoorzieningen Parkeergarages
4 stuks
Het beleidskader In de raadsvergadering van 18 december 2006 is besloten om vanaf 2007 in de begroting van het parkeerbedrijf jaarlijks onderhoudslasten op te nemen, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsprogramma. Er is daartoe een voorziening ingesteld voor de onderhoudslasten van de parkeergarages. Deze voorziening wordt gevoed met een jaarlijkse dotatie, te dekken uit de exploitatie van het Parkeerbedrijf. Binnen het onderhoud van het parkeerbedrijf wordt onderscheid gemaakt tussen correctief/preventief onderhoud en vervangend onderhoud. Correctief/preventief onderhoud komt ten laste van de jaarlijkse exploitatielasten van het parkeerbedrijf, vervangend onderhoud komt ten laste van de onderhoudsvoorziening. Het onderhoudsplan wordt jaarlijks geactualiseerd als onderdeel van de Meerjaren Prognose Parkeerbedrijf (MPP). Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties In 2015 wordt het parkeersysteem vervangen. De vertaling van de financiële consequentie in de begroting In 2015 wordt de jaarlijkse dotatie, á 550.000 euro, in de onderhoudsvoorziening gestort. Er wordt een bedrag van 1,5 miljoen euro aan de voorziening onttrokken voor vervangend onderhoud. Onderwijsgebouwen Kerncijfers 2015 Onderwijsgebouwen Primair onderwijs
73
Speciaal onderwijs
11
Het beleidskader Het onderhoud voor de scholen voor primair en speciaal onderwijs wordt per 1 januari 2015 overgedragen aan de schoolbesturen. Het onderhoud van de scholen voor voortgezet onderwijs is al sinds 2005 de verantwoordelijkheid van de betreffende schoolbesturen. De verordening Onderwijshuisvesting vormt de leidraad. De verordening is in 2011 geactualiseerd en de beleidsregels in 2012. De verordening en bijhorende beleidsregels zullen op basis van de nieuwe onderhoudsverantwoordelijken aangepast worden. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Vanuit het reguliere budget worden huur, kapitaallasten, verzekering, onderhoud en gemeentelijke lasten bekostigd. Voor uitbreiding, nieuwbouw en herstel constructiefouten worden kredieten aangevraagd. In de jaren 2015 tot en met 2018 is vooralsnog het investeringsplafond 5 miljoen euro. In het kader van de decentralisatie van het buitenonderhoud en de motie Van Haersma-Buma wordt het plafond geactualiseerd. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten binnen het programma.
blz. 92 (van 185)
Sportaccommodaties Kerncijfers 2015 Sportaccommodaties Binnensportaccommodaties Sporthallen
5
Sportzalen
3
Gymlokalen
34
Buitensportaccommodaties Voetbalvelden
70
Korfbalvelden
9
Softbalvelden
2
Honkbalvelden
1
Rugbyveld
1
American footballveld
1
Handboogbaan
1
Jeu de boules accommodatie
1
Atletiekbaan
1
Het beleidskader Onderhoud vindt plaats op basis van het “Beeldkwaliteitsplan sportparken” waarbij het onderhoudsniveau voor de buitensportvoorzieningen is vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld (zie ook Sportnota 2008-2015) dat de sportvoorziening op een sobere en doelmatige wijze wordt onderhouden (basis niveau). Binnensportvoorzieningen worden binnen het taakveld sport schoongehouden en inventaris wordt op basis van periodieke inspecties en vervangingsschema vervangen. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties In 2015 wordt de toplaag van het voetbalkunstgrasveld vervangen. Daarnaast wordt in sporthallen een deel van de sportinventaris vervangen (17.000 euro). Voor het uit te voeren onderhoud door de afdeling worden een schoonmaakmachine, rolsteiger, handgereedschappen en een vervoersmiddel vervangen. Vervanging vindt plaats op basis van technische levensduur. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten binnen het programma. Vastgoed Kerncijfers 2015 Vastgoed Cultuur
22
Welzijn
23
blz. 93 (van 185)
Sport
61
Kantoren
34
Woningen
11
Grond
69
Totaal
220
Het beleidskader/onderhoudssystematiek In Enschede wordt onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen al enige jaren gepland en gepleegd volgens de NEN 2767. Naast technische aspecten, worden bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen. Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen: Onderhoud aan tijdelijk vastgoed. Dit betreft voornamelijk vastgoed dat in eigendom is ondergebracht bij de planeconomen. Gezien het tijdelijke karakter, worden deze gebouwen niet planmatig onderhouden, maar afhankelijk van de beoogde toekomst van het pand (sloop, dan wel verkoop op termijn) Planmatig onderhoud aan beleidsondersteunend vastgoed. Deze panden die doorgaans langere tijd (meer dan 10 jaar) in eigendom van de gemeente blijven, worden conform de hierboven beschreven NEN 2767 systematiek onderhouden. Planmatig onderhoud aan commercieel verhuurde panden. Bij deze panden verwachten we andere rendementen. Looptijden van verhuurcontracten liggen lager. De wijze van plegen van onderhoud wordt hierdoor bepaald. Sturing op uitgaven (vanuit toekomstbeeld) is hier dus anders. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Totaal is 3,25 miljoen euro begroot voor 2015. Hiervan wordt circa 800.000 euro aan onderhoudscontracten uitgegeven, op het gebied van vervanging van gebouwgebonden installaties wordt circa 1.400.000 euro besteed, schilderwerkzaamheden worden voor circa 450.000 euro uitgevoerd en op het gebied van dakdekkerswerkzaamheden wordt circa 300.000 euro uitgegeven. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De geplande onderhoudsuitgaven voor de komende jaren zijn hieronder grafisch weergegeven. Op basis van deze planning is de storting in de onderhoudsvoorziening bepaald.
blz. 94 (van 185)
4.4. Treasury In deze paragraaf zijn de onderdelen opgenomen zoals vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente. Daarnaast wordt gerapporteerd over de kasgeldlimiet en renterisiconorm zoals voorgeschreven in de wet financiering decentrale overheden. Resultaat rente en treasury Het totale resultaat van het product Rente en treasury bedraagt 9,2 miljoen euro in 2015, bestaande uit 8,3 miljoen euro aan rentebaten en 0,89 miljoen euro aan dividendopbrengsten uit de gemeentelijke deelnemingen. Het saldo is gedaald ten opzichte van het resultaat uit de Programmabegroting 2014-2017. Het renteresultaat daalt fors door de verlaging van het omslagrente. Het renteomslagpercentage wordt in deze begroting voor 2015 verlaagd van 5% naar 4,5%. Hierdoor sluit de omslagrente beter aan bij het de gemiddelde rente van de portefeuille met opgenomen geldleningen dat momenteel 4,3% bedraagt. Deels worden de gevolgen van de verlaging van de omslagrente gecompenseerd door het verlagen van de kapitaallastenbudgetten bij de programma’s. Bij de gesloten circuits (vastgoedbedrijf, parkeerbedrijf en het grondbedrijf) worden geen budgetten afgedragen. Wel verbetert de financiële positie van deze organisatieonderdelen en leggen deze minder beslag op het weerstandsvermogen doordat hun reservepositie verbetert. In het geactualiseerde middelenkader was rekening gehouden met een nadeel van 1 miljoen euro per jaar vanuit de verlaging van de omslagrente. Het nadeel voor de jaren 2015 tot en met 2017 valt mee ten opzichte van deze raming doordat tegelijkertijd de rentelasten ook aanzienlijk dalen als gevolg van de aanhoudende lage rentestanden en een lagere financieringsbehoefte dan eerder was verwacht. In 2018 is het nadeel groter dan de ingeschatte 1 miljoen euro per jaar. Rentevisie De rente op geld- en kapitaalmarkten in Nederland is nog steeds erg laag en flink gedaald sinds vorig jaar. De analisten verwachten niet dat de rente fors door zal stijgen in de komende tijd. Bij de vorige begroting werd een rentestand van 3,5% verwacht voor de lange (10-jarige) rente per eind 2014. Momenteel bedraagt de rente ongeveer 1,9%. Per eind 2015 verwacht de markt dat de lange rente wel gaat stijgen naar een niveau van 2,75%. Voor eind 2014 werd verwacht dat de korte rente een niveau van 0,4% zou hebben. De 3maands rente bedraagt momenteel slechts 0,1%. Voor eind 2015 voorspellen de renteanalisten een stijging van de korte rente naar een niveau van maximaal 0,25%. Kasgeldlimiet In de Wet financiering decentrale overheden (Fido) is bepaald dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal aan kortlopende schulden mag hebben. De gemeente is verplicht te rapporteren over deze limiet in de begroting. De kasgeldlimiet is ingesteld ter beperking van de renterisico’s van de gemeente. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling aan te houden tussen de korte en lange schulden. De kasgeldlimiet voor de jaren 2015 tot en met 2018 wordt begroot op: Berekening kasgeldlimiet (x €1.000)
2015
1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening
blz. 95 (van 185)
2016
2017
2018
684.655 648.095 647.189 644.181
kasgeldlimiet) 2. Vastgesteld percentage 3. Kasgeldlimiet (1. x 2.)
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
58.196
55.088
55.011
54.755
Schatkistbankieren Vanaf 1 januari 2014 is de gemeente verplicht om overtollige middelen onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden. Er is sprake van een drempelbedrag voor de gemeente dat voor Enschede 4,1 miljoen euro bedraagt in 2015. Deze middelen boven het drempelbedrag worden automatisch overgeboekt naar het rijk maar staan te allen tijde ter vrije beschikking aan de gemeente. In de jaarrekening heeft de gemeente de verplichting om in de treasury paragraaf te rapporteren over de over- of onderschrijding van het drempelbedrag. Naar verwachting heeft Enschede in 2015 geen overtollige middelen die het drempelbedrag overstijgen. Financiering De hoofdlijn van de financieringspolitiek van de gemeente Enschede is dat maximaal kortlopend wordt gefinancierd binnen de grenzen van de Wet Fido. De rente op korte schulden is normaliter ruim lager dan de rente van langlopende financiering. Door deze handelwijze worden de rentelasten van de gemeente geminimaliseerd. Op basis van de meerjaren liquiditeitsplanning moet jaarlijks in 2015 tot en met 2018 wisselend worden geleend variërend van 25 tot 50 miljoen euro per jaar. Deze financieringsbehoefte is verwerkt in het renteresultaat en in de onderstaande ontwikkeling van de leningen portefeui lles:
Bij de verstrekte leningen en garanties wordt uitgegaan van een zeer terughoudend beleid voor nieuwe verstrekkingen. In de ontwikkeling van de portefeuille met opgenomen geldleningen is rekening gehouden met de nieuw aan te trekken leningen gedurende 2015 tot en met 2018.
blz. 96 (van 185)
Huidige schuldpositie en schuldreductie Zoals gemeld in het programma Dienstverlening en financieel beleid wordt in het kader van het risicoreductie programma gestreefd naar reductie van de schulden. Een substantiële verlaging van de schuld is niet mogelijk en vergt ingrijpende maatregelen, zoals een investeringsstop. Wij kiezen voor het geleidelijk verminderen van de schuld door het voeren van een strakke liquiditeitsplanning, het slim herfinancieren van aflopende leningen en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen aan derden. Uit de grafiek met de ontwikkeling van de leningenportefeuilles, blijkt ook dat de portefeuille met langlopende leningen dalende is. Vanuit de gestelde grenzen aan het treasury beleid zoals opgenomen in het Treasury statuut 2014 wordt de schuldpositie van de gemeente al beperkt. Deze spelregels zijn: De omvang van de opgenomen leningenportefeuille is te allen tijde kleiner dan de balanswaarde van de materiële vaste activa en de verkoopbare financiële vaste activa. Gedurende de planperiode van 2015 tot en met 2018 blijft de omvang van de opgenomen leningenportefeuille ruim onder het totaal van vaste activa op de balans van de gemeente. In principe bedragen de rentelasten van de opgenomen langlopende leningenportefeuille niet meer dan 5% van het begrotingstotaal. Bij het bereiken van deze grens wordt de Raad geïnformeerd. Dan wordt bezien of de geplande investeringen moeten worden aangepast. In de huidige begrotingsperiode wordt de grenswaarde van 5% niet bereikt. Wanneer de belangrijkste indicatoren van de schuldpositie, de schuldratio en nettoschuldquote, in samenhang worden bezien (JR13: 83% resp. 78%), dan scoort onze gemeente een voldoende. De ratio’s zijn ook opgenomen in het overzicht met kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement. Renterisiconorm De renterisiconorm geeft het kader aan voor de spreiding van looptijden in de leningenportefeuille. Vanuit de Wet financiering decentrale overheden moet over de renterisiconorm worden gerapporteerd in de begroting. De norm bepaald dat maximaal 20% van het begrotingstotaal in enig jaar geherfinancierd mag worden. Hiermee worden renterisico’s op de vaste schulden gespreid in de jaren. Voor 2015 tot en met 2018 ontwikkeld de norm zich als volgt: Berekening renterisiconorm (x €1.000)
2015
2016
2016
2018
684.655
648.095
647.189
644.181
2. Vastgesteld percentage
20%
20%
20%
20%
3. Renterisiconorm (1. x 2.)
136.931
129.619
129.438
128.836
4. Aflossingen
73.892
34.373
29.385
39.332
5. Ruimte onder renterisiconorm (3.-4.)
63.039
95.246
100.053
89.504
1. Begrotingstotaal
Uit de tabel blijkt dat in de komende jaren op basis van de huidige beschikbare gegevens, inclusief de verwachte nieuw aan te trekken financiering, aan de renterisiconorm wordt voldaan. Bij het aantrekken van nieuwe leningen wordt rekening gehouden met de spreiding
blz. 97 (van 185)
van looptijden in de bestaande leningenportefeuille, zodat de renterisiconorm ook in komende jaren niet wordt overschreden. Beleidsvoornemens treasury functie In 2015 gaat de treasury functie zich bezig houden met: Het continueren van het project om de informatievoorziening aan te scherpen om te komen tot nauwkeurige liquiditeitsprognoses. In 2015 gaat de aandacht uit naar de gevolgen van de decentralisaties op de liquiditeitspositie vanaf 2015. In het kader van het risicoreductie programma wordt: o Verder gewerkt aan het verlagen van de schuldpositie door bijvoorbeeld het aanscherpen liquiditeitsplanningen en het, goed afstemmen van inkomsten en uitgaven. o Het verder aanscherpen van het risicomanagement op de verstrekte leningen en garanties om zo de risico’s te verlagen. Vanuit het rekenkamerrapport over het toezicht op externe relaties is toegezegd dat het bestaande toetsingsformulier zal worden aangescherpt. Limieten 2015 In de treasury paragraaf dienen jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen vastgesteld. De Raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college in 2015 kan financieren of beleggen. De limieten voor 2015 zijn: Naam limiet
Toelichting omvang limiet
Omvang limiet 2015
Krediet in rekening-courant
110% van de kasgeldlimiet
Uitzetten tijdelijke overtollige middelen
Drempelbedrag schatkistbankieren
4,1 miljoen euro
Aantrekken langlopende leningen
Verwachte financieringsbehoefte
75 miljoen euro
57,4 miljoen euro
4.5. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering, efficiënt en effectief De paragraaf Bedrijfsvoering geeft inzicht in de sturing en beheersing van de gemeentelijke organisatie en de primaire en ondersteunende processen die daarbinnen plaats hebben. De kern hiervan is: We bouwen aan een organisatie die uit gaat van zelfredzaamheid van inwoners en bedrijven. We willen een goede dienstverlening in een effectieve en slanke gemeentelijke organisatie. We willen snel kunnen reageren op veranderde verwachtingen uit de samenleving. Ook willen we snel kunnen reageren op financiële onzekerheden en tegenvallers. Onze organisatie Onze organisatie bestaat uit circa 1.600 fte. Hiervan hebben circa 212 fte (13%) een SW status (exclusief DCW/ beschut bedrijf). Van onze ambtelijke formatie wordt circa 27% gefinancierd door leges en inkomsten van derden. De overige 73 % wordt gefinancierd uit algemene middelen. De opbouw van onze organisatie bestaat uit 49 % vrouwen en 51 % mannen. Vanuit haar voorbeeldfunctie als maatschappelijk verantwoorde organisatie willen wij tenminste voldoen aan de landelijke opdracht om voor het in dienst hebben van
blz. 98 (van 185)
arbeidsgehandicapten. Wij zorgen er voor dat de krimp van deze groep medewerkers niet harder verloopt dan die van de ambtelijke medewerkers.
Ontwikkelingen; krimp, outsoucing, groei en verandering Krimp en outsourcing De komende jaren verandert de organisatie en wordt deze kleiner. We maken de afspraken uit CFO (Compacte en Flexibele Organisatie) waar. We voeren takendiscussies waarbij wij gaan bepalen waar we als gemeente echt van zijn, waar we het verschil maken en waar niet meer. Op concernniveau vormen wij een strategische eenheid. De uitvoerende onderdelen met een hoog procesmatig gehalte willen wij meer op afstand plaatsen. Hierbij willen wij zo veel mogelijk in regionale samenwerkingsverbanden gaan werken. Zo kunnen vaste kosten zoals ICT en huisvesting optimaal gedeeld worden tussen de deelnemers. Samenwerking leidt in de meeste gevallen ook tot efficiencywinst en biedt kansen voor onze medewerkers. Onze krimpopgave leidt in 2015 tot bovenformativiteit. Met de inzet van flankerend beleid en nog resterend oplossingsvermogen (vacatures, natuurlijke uitstroom, intensiveringen op andere terreinen) verwachten we dat de bovenformativiteit een tijdelijke situatie zal zijn. Het hieruit ontstane risico van structurele bovenformatieve salarislasten is meegenomen in de risicobepaling voor het weerstandsvermogen. Frictie en transitie Door het op afstand plaatsen van organisatieonderdelen ontstaan wel frictie-, transitie- en desintegratiekosten. Elke startende organisatie heeft hiermee te maken. Hiervoor stellen wij spelregels op die we gebruiken om te voorkomen dat op afstand geplaatste onderdelen voor (te) hoge aanloopkosten komen te staan, maar ook dat de gemeente Enschede niet met hoge desintegratiekosten blijft zitten. Groei Naast het kleiner worden ontstaat er op andere terreinen groei door de nieuwe taken die wij gaan uitvoeren op het gebied van de decentralisaties. Dit zorgt voor nieuwe sturings-, beheersings- en controlevraagstukken. Wij krijgen bestuurlijke aansprakelijkheid en uitvoerende verantwoordelijkheden. Wij willen hiervoor investeren in een ombudsmanfunctie en het effectief uitvoeren van onze juridische bezwaar- en beroepstaken. Hierbij zetten we onze mediationvaardigheden optimaal in.
blz. 99 (van 185)
Wat voor een organisatie willen we zijn? Wij geven de gemeentelijk organisatie de ruimte en het vertrouwen. Zo wordt de kracht van de organisatie maximaal benut, komt creativiteit los en is er volop ruimte voor vernieuwing. Wij moeten een wendbare organisatie zijn. Dat vraagt dat wij flexibele medewerkers hebben. Medewerkers die eigenaar zijn van de eigen loopbaan en investeren in de eigen duurzame inzetbaarheid. In een organisatie die dat faciliteert en ondersteunt. Er is een professionele ontwikkeling nodig en we willen medewerkers daarbij blijvend gericht ondersteunen. Het ontwikkelen van onze medewerkers binnen een lerende organisatie is niet voldoende om onze ambities te behalen en een vitale organisatie te blijven. Ons personeelsbestand vergrijst en we kennen op sommige plekken een kwalitatieve mismatch tussen beschikbaar personeel en interne vacatures. We willen de hoognodige nieuwe instroom mogelijk maken door het selectief opheffen van de vacaturestop. En we willen een organisatie zijn waarin diversiteit floreert. Want we geloven in de kracht van het verschil. Flankerend beleid Om de verdere omslag naar de toekomstige organisatie te maken is extra geld nodig. In de afgelopen begrotingsperiode (2013-2014) is ruim 4 miljoen euro ingezet voor in- en externe mobiliteit van onze medewerkers, het investeren in het lean maken van processen, het invoeren van zaakgericht werken en het versnellen van digitale processen. In de komende begrotingsperiode reserveren we 4,5 miljoen euro om de ontwikkeling van onze organisatie te faciliteren. Sturen en vergelijking Binnen de bedrijfsvoering sturen wij op een groot aantal indicatoren. In de Programmabegroting 2012-2015 is gestart met het opnemen van een set van bedrijfsvoeringindicatoren die een relatie weergeven tussen de gemeentelijke bedrijfsvoering en de stad. Dit doen we via "vensters voor bedrijfsvoering" http://www.venstersvoorbedrijfsvoering.nl waarin 40 bedrijfsvoeringsindicatoren tussen gemeenten, provincies, waterschappen etc. onderling vergeleken worden. Er vindt ook een afstemming plaats tussen de gestelde doelen van bedrijfsvoering in relatie tot de beelden van klant, medewerker en management. In de komende begrotingsperiode willen wij sterk sturen op de trend van deze 40 indicatoren, maar ook passende normen bepalen die aansluiten bij de koers van onze organisatie. Opbouw budget Voor een overzicht van de opbouw van het budget voor interne dienstverlening en het toegerekende aandeel voor leges verwijzen wij naar bijgaand overzicht.
4.6. Verbonden partijen Beleid verbonden partijen Op 15 februari 2010 heeft de Raad ingestemd met het beleidskader verbonden partijen Enschede 2010. Het beleidskader verbonden partijen is vastgesteld voor de jaren 2010 tot en met 2014. Naar verwachting wordt in december 2014 het herziene beleidskader aan de raad voorgelegd. Hierin worden de aanbevelingen vanuit het rekenkamerrapport over het toezicht op externe relaties opgenomen. Ter voorbereiding op de herziening van de beleidsregels is al een discussiebijeenkomst gehouden met de raad op 30 juni 2014. En begin september 2014 is een informatiebijeenkomst georganiseerd om het huidige beleid en toezicht op de verbonden partijen toe te lichten. Tegelijkertijd met het beleidskader 'Verbonden partijen' wordt de nota evaluatie 'Verbonden partijen' aan de Raad gestuurd. In deze nota zal per verbonden partij informatie worden
blz. 100 (van 185)
verschaft over de oorspronkelijke doelen die de gemeente nastreefde bij het aangaan van deelname in de verbonden en of deze doelen, en dus ook de deelname, nog passend zijn in de huidige doelstellingen. Ook worden per partij de mogelijkheden aangegeven tegen welke voorwaarden uittreding mogelijk is. Onder een verbonden partij wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Enschede zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Een partij waaraan alleen een financieel risico kleeft, bijvoorbeeld een door de gemeente gesubsidieerde instelling, valt hier niet onder. Dat geldt ook voor leningen en garantstellingen. Daar haalt de gemeente juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Begin juli 2014 heeft de rekenkamercommissie een notitie gepubliceerd met een toelichting op de gemeenschappelijke regelingen. Hierin staat een aantal partijen (Centrumregeling EnschedeLosser, de Sociale Recherche Twente en het ROZ) vermeld die niet zijn opgenomen in deze paragraaf. De partijen voldoen namelijk niet aan de definitie van bestuurlijk én financieel belang. In alle gevallen is geen sprake van een bestuurlijk belang. Zo worden door de raad geen leden van het Algemeen bestuur benoemd in deze regelingen. In het beleidskader verbonden partijen is de standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen vastgelegd. Aan dit format is, vanaf de programmabegroting 2014, extra financiële informatie toegevoegd, zodat we aansluiten bij de BBV-regelgeving voor verbonden partijen. Besluit begroting en verantwoording (BBV) en verbonden partijen Vanaf de Programmabegroting 2014-2017 is aan de informatie per verbonden partij financiële informatie toegevoegd zoals de wijziging van het BBV per 25 juni 2013 ook voorschrijft. Per 16 juli 2014 is het BBV wederom aangepast. Deze wijziging zijn opgenomen in de begroting. Het gaat om: Het opnemen van het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar. Voor Enschede is dit geen nieuwe informatie. Bij elke verbonden partij staat bij bestuurlijk belang vermeld welke zeggenschap Enschede heeft. En bij het onderdeel financieel belang is het financiële aandeel van de gemeente Enschede opgenomen. De informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat is anders gespecificeerd. Dit bekent dat in de begroting de informatie uit de begrotingen van de verbonden partij worden opgenomen. Bij de jaarrekening wordt vervolgens aansluiting gezocht met de informatie uit de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Niet bij alle verbonden partijen wordt de balans voor het komende jaar geprognotiseerd. En ook is niet voor alle verbonden partijen een begroting beschikbaar aangezien de gemeente niet in alle gevallen instemming moet verlenen aan de begroting. Dit is bijvoorbeeld niet het geval bij de grote NV’s zoals Vitens en de BNG Bank. Voor deze verbonden partijen zal de informatie uit de meest recente jaarrekening (2013 in dit geval) worden opgenomen. Bij het opstellen van de lijst met verbonden partijen bij deze programmabegroting is geconstateerd dat bij de jaarrekening 2013 niet bij alle verbonden partijen gewerkt is met de juiste definitie van vreemd vermogen. In een aantal gevallen was slechts de langlopende schuld vermeld terwijl het vreemd vermogen bestaat uit de langlopende én de kortlopende schulden. In deze begroting is nu per verbonden partij het correcte vreemd vermogen vermeld. Beheer verbonden partijen Onderdeel van het beleidskader is dat er een adequaat beheers-instrumentarium moet worden ontwikkeld om de rol van de gemeente ten aanzien van met haar verbonden partijen naar behoren te kunnen vervullen. Inzicht in de risico’s die de gemeente loopt ten aanzien
blz. 101 (van 185)
van de verbonden partijen is een belangrijk vereiste om een adequaat beheersinstrumentarium te kunnen ontwikkelen. Overigens is voor deelnemingen nadrukkelijk gekozen voor een scheiding in het college van de diverse rollen ten aanzien van de verbonden partijen van de gemeente. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen de wethouder die de gemeente vertegenwoordigt als aandeelhouder en de inhoudelijke wethouder die doorgaans de rol van opdrachtgever vervult. In 2011 is gestart met het inzichtelijk krijgen van de diverse benodigde toezichtregimes voor de verbonden partijen die het mogelijk moeten maken om de juiste prioriteiten te stellen in de toezichthoudende rol. In 2012 is de nulmeting ten aanzien van de toezichtregimes in de paragraaf verbonden partijen opgenomen. Daarnaast is eind 2012 inzicht gegeven in de gehanteerde toezichtregimes en een toelichting gegeven op hoe deze in de praktijk uitgevoerd worden. De toezichtregimebepaling is dynamisch. Dit betekent dat tussentijdse ontwikkelingen bijstelling tot gevolg kunnen hebben. Hierover rapporteren wij bij de jaarrekening en programmabegroting. Risico-bepaling verbonden partijen Voor de verbonden partijen (en gesubsidieerde instellingen) is een risico opgenomen in het gemeentebrede weerstandsvermogen. Het risico wordt twee keer per jaar (bij de programmabegroting en jaarrekening) geactualiseerd. Hierbij wordt per verbonden partij een inschatting gemaakt van het risico waarbij zowel financiële als niet-financiële informatie betrokken wordt. In de top 10 van risico’s is een risico opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen van 7,850 miljoen euro. Hiervan is 5 miljoen euro risico voor het ADT. Voor dit risico beschikt de gemeente over een verliesvoorziening. Het risico is gedaald ten opzichte van het risico dat opgenomen was in de jaarrekening 2013 (8,750 miljoen euro toen nog) omdat de risico's vanuit de verstrekte leningen aan verbonden partijen is overgeheveld naar de desbetreffende risicovaststellingen van leningen en garanties. Wijzigingen verbonden partijen In deze programmabegroting zijn geen nieuwe verbonden partijen toegevoegd. Wel is één verbonden partij afgevoerd. Het belang in Attero, het voormalige Essent Milieu, is in 2014 verkocht aan een private partij. De toezichtregimes van de Veiligheidsregio Twente en de Regio Twente zijn in de jaarrekening 2013 verhoogd van middel naar zwaar gezien de omvangrijke taakstellingen die zij in de komende jaren dienen in te vullen. Verder zijn geen wijzigingen toegepast in de toezichtregimes. Regio Twente
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
2.
Doel
De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in deze regeling is bepaald, tot doel in de betreffende regio de volgende belangen te behartigen: volksgezondheid, milieu en afvalverwerking, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, sociaal- economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, grensoverschrijdende samenwerking, arbeidsvoorziening en grondbeleid. Bijna alle programma’s zijn betrokken bij dit samenwerkingsverband.
3.
Partijen
14 Twentse gemeenten
4.
Bestuurlijk belang
De burgemeester en een collegelid (wethouder van Agteren) maken deel uit van de Regioraad en het dagelijkse bestuur. Daarnaast maakt een
blz. 102 (van 185)
raadslid (de heer J. Kort) deel uit van de Regioraad. De stemverhouding in de Regioraad wordt bepaald door het aantal inwoners van de deelnemende gemeente. De burgemeester is, als burgemeester van de grootste gemeente in de regio, tevens onafhankelijk voorzitter van de Regioraad. 5.
Financieel belang
In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is voor een deel afhankelijk van het aantal inwoners en voor een ander deel wordt de bijdrage bepaald aan de hand van het aantal jeugdigen. De bijdrage in 2015 is ruim 5,8 miljoen euro (tegenover ruim bijna 5,8 miljoen euro in 2014). De geringe stijging van de bijdrage wordt veroorzaakt door de looncompensatie. Er wordt door de Regio afgezien van prijscompensatie voor 2015.
6.
Prestaties - effecten
Veel (boven)gemeentelijke taken vragen een gezamenlijke en duurzame benadering. Gemeenten maken hierover afspraken met elkaar om die vervolgens in eigen huis verder vorm te geven. Ze bereiken daardoor een groter financieel en maatschappelijk rendement voor het gebied. De Regio Twente heeft in dit proces vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Ze brengt gemeenten samen, initieert, maakt verbindingen, stimuleert nieuwe initiatieven en ondersteunt de uitvoering. Daartoe onderhoudt ze nauwe relaties met de rijksoverheid, de provincie en Brussel. De Regio levert op verzoek van de gemeenten producten en diensten op de eerder genoemde gebieden. Daarmee leveren ze een bijdrage aan een vitaal Twente, een gebied waar het gezond en veilig wonen, werken en recreëren is. Wij ontvangen jaarlijks de begroting, een tussentijdse bestuursrapportage en de jaarrekening.
7.
Voortgang
Op het niveau van de 14 regiogemeenten zijn trajecten gestart om te bezien op welke terreinen verdergaande regionale samenwerking mogelijk is onder meer in de vorm van shared services. Op het onderdeel Jeugdzorg (één van de decentralisaties) krijgt deze samenwerking in 2015 vorm.
8.
Risico's en kansen
De uitgaven voor de Regio Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden. In die zin zal de Regio Twente de komende jaren een stap terug moeten doen. Bij de behandeling van de begroting 2014 voor de Regio Twente is een substantiële bezuiniging ingeboekt, die doorloopt een bedrag van 1,6 miljoen euro in 2017 en die nog nader inhoudelijk geconcretiseerd moet worden. De jaarschijven 2014 en 2015 zijn van dekking voorzien. Voor de jaren 2016 en 2017 staat nog een restant taakstelling open van 303.000 euro.
9.
Toezichtregime
Zwaar
10. Ontwikkelingen
Het huidige kabinet heeft een wetswijziging ingediend ter afschaffing van de zogenaamde WGR-plus regio’s waarvan de Regio Twente er één is. Dit betekent dat de Regio Twente haar bevoegdheden met betrekking tot Verkeer en Vervoer zal verliezen. Deze gaan terug naar de provincie. De datum van inwerkingtreding van deze wetswijziging is naar verwachting 1 januari 2015, maar het wordt steeds duidelijk dat deze datum waarschijnlijk niet wordt gehaald.In het verlengde hiervan speelt de discussie over de toekomstige structuur van de Regio Twente. Deze heroriëntatie op de gemeentelijke samenwerking is gestart in 2013 en heeft geleid tot de notitie “eerste contour vernieuwde gemeentelijke samenwerking”. Deze notitie is op 12 februari 2014 in de Regioraad besproken. Inmiddels is er een stuurgroep ingesteld, die een concreet
blz. 103 (van 185)
voorstel voor de gemeenteraden moet voorbereiden. 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
3.097.087 euro 8.446.273 euro De stijging wordt grotendeels verklaart door de storting van het resultaat van Twence in de reserve ter financiering van de Agenda van Twente. Voor 2015 wordt een weerstandsratio van 1,05 verwacht. Daarmee komt de Regio Twente uit binnen de grenswaarden van het gewenste weerstandsvermogen van 1,0 tot 1,4.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
22,4 miljoen euro 19,1 miljoen euro De langlopende schulden bedragen 2,3 miljoen euro per eind 2013. De kortlopende schulden bestaan voornamelijk uit nog uit te betalen bedragen aan de Veiligheidsregio.
13. Resultaat begroting 2015
nul (er is sprake van een sluitende begroting).
Stadsbank Oost Nederland
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke Regeling
2.
Doel
Schulddienstverlening aan burgers
3.
Partijen
Gemeenschappelijke regeling samen met 21 andere gemeenten in Twente en in Oost-Gelderland.
4.
Bestuurlijk belang
De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen bestuur en een zetel in het Dagelijks bestuur van de Stadsbank. Wethouder Welman is de vertegenwoordiger (wethouder Eerenberg is de plaatsvervanger) van de gemeente Enschede. De wethouder is tevens voorzitter van het AB van de Stadsbank Oost Nederland. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem.
5.
Financieel belang
De gemeente Enschede is de grootste afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling. De gemeente Enschede neemt voor ruim 1/3 (dit is exclusief additionele dienstverlening, beschermingsbewind en kosten van de Formulierenbrigade) van de jaarlijkse exploitatie van de Stadsbank voor haar rekening. De aangesloten gemeenten zijn, overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk verantwoordelijk voor de overschotten en de tekorten van de Stadsbank Oost Nederland (SON). De bijdrage voor 2015 bedraagt 2,4 miljoen euro. Dit is overigens gebaseerd op de voorlopige begroting waarmee Enschede niet heeft ingestemd. De deelname in de SON staat op de balans voor 179.000 euro.
6.
Prestaties - effecten
De Raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. Verder worden jaarlijks een voorjaars- en een najaarsnota opgesteld.
7.
Voortgang
Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages.
8.
Risico's en kansen
De nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (1 juli 2013) verplicht de gemeenten om deze kaderwet uit te voeren. In deze kaderwet hebben de gemeenten Door de beleidsvrijheid die gemeenten hebben
blz. 104 (van 185)
gekregen ten aanzien van de vorm van schuldhulpverlening. Daarnaast is er bij de aangesloten gemeenten behoefte ontstaan aan om een andere vormen van dienstverlening bij de Stadsbank in te kopen. De Stadsbank is daarom in samenwerking met de gemeenten bezig te komen tot een ander (meer flexibel) dienstverleningsmodel, waarbij de Stadsbank een aantal publieke basistaken zoals kredietverstrekking en het daadwerkelijk regelen van schulden zal blijven uitvoeren, en de gemeenten verder zelf kunnen beslissen om meer taken in te kopen. Er moet nog onderzocht worden welke financiële gevolgen deze omvormingsoperatie heeft. Uitgangspunt daarbij is dat dit voor de gemeente budgettair neutraal verloopt en dat het de gemeenten dus geen extra geld kost. 9.
Toezichtregime
10. Ontwikkelingen
11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
Zwaar Bij de ontwikkeling naar een nieuw dienstverleningsmodel zal de huidige Gemeenschappelijke Regeling (GR) Stadsbank Oost Nederland moeten worden aangepast en gemoderniseerd. Bij deze modernisering van de GR moet o.a. aandacht worden besteed aan de exacte taken van de Stadsbank en de overhead, de keuze van een geschikte bestuursstructuur en de ontwikkeling van een nieuwe kostentoedeling. 2.777.400 euro 2.777.400 euro Het weerstandsvermogen is voldoende per eind 2013 om de ingeschatte risico's af te dekken. Aan de hand van het nieuwe dienstverleningsmodel zal opnieuw de gewenste hoogte van het weerstandsvermogen worden bepaald.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
15,8 miljoen euro 14,8 miljoen euro Het vreemd vermogen bestaat grotendeels uit kortlopende schulden aan cliënttegoeden. De langlopende schulden bedragen 3,5 miljoen euro per eind 2013.
13. Resultaat begroting 2015
De primitieve begroting sluit op een voordeel van 5.000 euro in 2015. De gemeente Enschede heeft vooralsnog niet ingestemd met de begroting 2015.
Crematoria Twente
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
2.
Doel
Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria.
3.
Partijen
13 deelnemende gemeenten
4.
Bestuurlijk belang
Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid - benoemd door de raad van een deelnemende gemeente uit zijn midden, inclusief de voorzitter, op aanbeveling van het college zitting hebben. Voor Enschede zijn wethouder Eerenberg (en als plaatsvervanger wethouder Hatenboer) benoemd. De stemverhouding in het algemeen bestuur wordt bepaald door het inwonersaantal. Elk lid heeft één stem per 20.000 inwoners. Enschede
blz. 105 (van 185)
heeft hierdoor 8 stemmen bij een totaal van 30 beschikbare stemmen. 5.
Financieel belang
Het jaarlijkse dividend wordt uitgekeerd naar rato van aantal crematies van ingezetenen. Voor 2015 is geen dividenduitkering voorzien als gevolg van de uitvoering van de strategische verkenning waarbij is besloten een nieuw crematorium te bouwen en het bestaande crematorium in Enschede te renoveren.
6.
Prestaties - effecten
De meerjarenbegroting 2015-2018 laat een beeld zien waarbij sprake is van een winstdaling. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt er geen uitkering van dividend verwacht. Zie informatie bij financieel belang.
7.
Voortgang
De activiteiten voor 2015 zijn onder andere:
Bouw/afronding van het crematorium in Oldzenzaal. Uitvoering van de toekomststrategie bestaand uit verbetering van de bestaande crematoria en eventueel oprichten van een nieuwe vestiging in de subregio Hengelo. 8.
Risico's en kansen
De risico’s inzake de Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Door de vele verwachte investeringen staat de winst voor de komende jaren onder druk. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt geen winstuitkering verwacht. Daarna zal gedurende enkele jaren sprake zijn een basisdividend. De begroting van Enschede is aangepast op de verwachte lagere dividendopbrengsten.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Zie bij voortgang. 1.579.837 euro 1.594.837 euro Het eigen vermogen is conform de vastgestelde solvabiliteitseisen.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
156.360 euro 127.772 euro Het vreemd vermogen bestaat uit het nog uit te keren dividend aan gemeenten. Er zijn geen leningen verschuldigd.
13. Resultaat begroting 2015
De begroting 2015 sluit op een positief saldo van 200 euro.
Regionaal Bedrijventerrein Twente
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
2.
Doel
Het doel van het openbaar lichaam is om het grootschalige bedrijventerrein (XL-park) te ontwikkelen ten behoeve van de (boven)regionale vraag naar kavels voor bedrijven die veel ruimte vragen om op deze wijze de Twentse economische structuur te versterken.
3.
Partijen
De gemeenten Almelo (23 %), Hengelo (23%), Borne (8%) en Enschede (23%) participeren hierin samen met de provincie Overijssel (23%). De
blz. 106 (van 185)
gemeente Oldenzaal, die zich later bij de netwerkstad Twente heeft aangesloten participeert niet, maar heeft wel de doelstellingen en daaraan verbonden consequenties onderschreven. 4.
Bestuurlijk belang
De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen bestuur en een zetel in het dagelijks bestuur. Deze worden ingenomen door wethouder Welman (ook dagelijks bestuur) en wethouder Hatenboer. De provincie en de steden hebben elk 2 zetels in het Algemeen bestuur en Borne heeft 1 zetel. Dat betekent dat Enschede 2 van de in totaal 9 stemmen heeft in het bestuur.
5.
Financieel belang
De gemeente draagt 23% van het financiële resultaat, positief of negatief.
6.
Prestaties - effecten
De Raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7.
Voortgang
In 2013 is een kavel van 2 ha verkocht en uitgegeven. In 2014 wordt de nieuwe laad- en loskade opgeleverd, waarna aan twee partijen kavels worden uitgegeven.
8.
Risico's en kansen
Op basis van de risicoanalyse van de grondexploitatie, is het negatieve risico dat is berekend, afgedekt binnen het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG).
9.
Toezichtregime
Zwaar
10. Ontwikkelingen
Er is besloten een laad- en loskade aan te leggen waarvoor een samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten met Container Terminal Twente. Op deze manier wordt het XL Businesspark en daarmee Twente nog aantrekkelijker als vestigingsplaats voor logistieke bedrijven en wordt invulling gegeven aan het regionale beleid Twente als logistieke draaischijf. Tevens wordt hiermee bijgedragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen omdat vervoer over water minder CO2 uitstoot veroorzaakt en helpt de file last te verminderen.
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Het RBT beschikt zelf niet over eigen vermogen. De deelnemende partijen houden een verliesvoorziening aan van afdoende omvang ter afdekking van de ingeschatte risico's.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
82,6 miljoen euro 86,6 miljoen euro Zowel de omvang van de langlopende als de kortlopende schuld is gestegen ten opzicht van eind 2012.
13. Resultaat begroting 2015
-121.571 euro
GR Luchthaven Twente (Area Development Twente, ADT)
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
2.
Doel
De bestemming van het gebied van de voormalige luchthaven te wijzigen in toekomstbestendige bestemmingen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de economie, ecologie en leefbaarheid van de regio. De gebiedsontwikkeling moet bijdragen aan een economisch sterker en duurzamer Twente. Op basis van de goedgekeurde structuurvisie en het goedgekeurde Ontwikkelingsplan 2012 wordt
blz. 107 (van 185)
gewerkt aan een integrale gebiedsontwikkeling met daarin ruimte voor een compacte luchthaven in het groen. Onderdeel hierbij is de aanbesteding van exploitatie van de luchthaven. 3.
Partijen
De Gemeente Enschede en de provincie Overijssel, elk voor 50%.
4.
Bestuurlijk belang
De burgemeester en de wethouders Welman maken deel uit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Wethouder Eerenberg is ook lid van het algemeen bestuur.
5.
Financieel belang
Het aandeel in eventuele tekorten en risico’s bedraagt voor de gemeente Enschede 50%. In samenspraak met de provincie en het ministerie EZ zal een bijdrage van 5 miljoen als investering beschikbaar worden gesteld. De gemeenteraad heeft ingestemd met een eenmalige bijdrage van 2,5 miljoen.
6.
Prestaties - effecten
7.
Voortgang
In 2012 is het Ontwikkelingsplan vastgesteld waarin de veranderde marktomstandigheden als uitgangspunt hebben gediend en er weer een toekomstbestendig plan is. De luchthaven ontwikkeling is stopgezet. De EHS is verkocht aan de provincie, de werkparken zijn verkocht aan de familie Van Eck. De bestemmingsplannen voor Zuidkamp, Fokkerweg en Overmaat zijn vastgesteld.
8.
Risico's en kansen
Voor de andere ontwikkelingen (met name woningbouw) is sprake van vergelijkbare risico’s en kansen als bij andere woningbouwprojecten binnen de gemeente.
9.
Toezichtregime
Zwaar
Ontwikkeling Noordelijk deel. Ontwikkeling woonparken, verkoop is gestart. Ontwikkeling werkparken. Inrichten nieuwe natuur en verkoop aan provincie. Bestemmingsplannen voor Noordelijk deel, middengebied, Zuidkamp en Overmaat/Fokkerweg.
10. Ontwikkelingen
Op dit moment is een heroriëntatie op de invulling van het noordelijk deelgebied aan de orde.
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Het ADT beschikt zelf niet over eigen vermogen. De deelnemende partijen houden een verliesvoorziening aan van afdoende omvang ter afdekking van de ingeschatte risico's.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
28,1 miljoen euro 27,3 miljoen euro
13. Resultaat jaarrekening 2013
- 6 miljoen euro (dit was aanzienlijk lager dan begroot door achterblijvende investeringen en een rentevoordeel).
Gemeentelijk Belasting Kantoor
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
2.
Doel
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.
blz. 108 (van 185)
3.
Partijen
De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser en Oldenzaal.
4.
Bestuurlijk belang
Wethouder Eerenberg maakt deel uit van het algemeen bestuur. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft drie stemmen, met meer dan 50.000 inwoners twee stemmen en met minder dan 50.000 inwoners één stem. In totaal heeft Enschede derhalve 3 stemmen van in totaal 11 beschikbare stemmen.
5.
Financieel belang
De gemeente draagt naar rato bij in de kosten. De bijdrage 2015 van de gemeente Enschede bedraagt 3,155 miljoen euro. De bijdrage daalt met 148.000 euro ten opzichte van 2014.
6.
Prestaties - effecten
De ambitie is om eind 2015 te functioneren op eenzelfde kostenniveau als vergelijkbare samenwerkingsorganisaties.
7.
Voortgang
De activiteiten in 2015 zullen zijn:
In december 2013 is de bezuinigingsstrategie 2015-2017 vastgesteld. In de jaarschijf 2015 zijn besparingsmogelijkheden benoemd waardoor in de begroting een kostenreductie van 389.000 euro is verwerkt. . Proberen om het aantal deelnemers verder uit te breiden. 8.
Risico's en kansen
Het GBT voert drie keer per jaar een risico-inventarisatie uit, waarbij alle risico's worden benoemd en het risicoprofiel wordt bepaald. Dit risicoprofiel wordt afgezet tegen de weerstandscapaciteit om te bepalen in hoeverre deze voldoende is zonder dat het beleid bijgesteld moet worden en/of doelstellingen in gevaar komen. Het GBT heeft bij het voordoen van risico's te weinig eigen vermogen om deze zelf af te kunnen dekken. Hierdoor moet mogelijk een beroep worden gedaan op de deelnemers voor een extra financiële bijdrage. Dit kan ongewenst zijn. Besluitvorming over het benodigde weerstandsvermogen moet nog plaatsvinden.
9.
Toezichtregime
Middel
10. Ontwikkelingen
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Het GBT heeft de ambitie om als modern Twentse overheidsorganisatie de taken uit te voeren voor overheden op het gebied van vastgoed, financiën en belastingen. Het wil partners ontzorgen door deskundigheid in te brengen en beheertaken over te nemen. Op deze manier wordne overheden in de gelegenheid gesteld om zich te richten op de ontwikkelingen van de Twentse samenleving. De bedrijfsvoering kenmerkt zich in 2015 door deze ambitie verder vorm te geven. Per 1 januari 2015 is de toepassing van de werkkostenregeling verplicht. Het is nog onduidelijk welke financiële gevolgen deze heeft voor het GBT. 445.000 euro 693.000 euro De weerstandsratio bedraagt 0,8 per eind 2013 en is daarmee lager dan de beoogde ratio van minimaal 1,0. De deelnemende gemeenten kan verzocht worden een bijdrage te leveren indien zich risico's voordoen en het weerstandsvermogen niet afdoende is om deze op te vangen. De deelnemers zullen moeten besluiten of zij dit een wenselijke situatie vinden.
blz. 109 (van 185)
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
1,9 miljoen euro 3,1 miljoen euro Het vreemd vermogen bestaat vrijwel volledig uit de rekening-courant verhouding met de deelnemende gemeenten. Het vreemd vermogen is gestegen door de uitbreiding van deelnemrs aan het GBT. Het GBT heeft geen leningen aangetrokken.
13. Resultaat begroting 2015
De begroting 2015 sluit op een saldo van nul.
Veiligheidsregio Twente
Informatie
1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
2.
Doel
Belangen behartigen op het gebied van openbare orde en veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband.
3.
Partijen
Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente.
4.
Bestuurlijk belang
De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen en dagelijks bestuur, zijnde de voorzitter. De burgemeester van Enschede bekleedt deze functies qualitate qua. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners.
5.
Financieel belang
De aangesloten gemeenten betalen hun verplichte bijdrage naar verhouding van de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft. In 2015 bedraagt de bijdrage 12,2 miljoen euro en is daarmee gelijk aan de bijdrage in 2014.
6.
Prestaties - effecten
De Raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7.
Voortgang
Via maandelijkse managementrapportages wordt de voortgang gemonitord.
8.
Risico's en kansen
De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat bij de Veiligheidsregio. Als de taakstelling niet wordt gehaald, dan kan dit van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage. Het AB van de VRT heeft op 30 juni 2014 besloten dat de stijging van de loon- en prijsindex voor het jaar 2015 van in totaal 1,3 mln. euro binnen de begroting van de VRT opgevangen moet worden. Daarvan moet de VRT zelf structureel 0,4 mln. euro taakstellend opvangen en moet structureel 0,9 mln. euro gevonden worden. Dekking van de 0.9 mln. euro voor 2015 vindt incidenteel plaats uit het rekening overschot van 2013.
9.
Toezichtregime
Zwaar
10. Ontwikkelingen
11. Eigen vermogen begin 2013
In 2015 moet een besluit worden genomen over het herzien van de financieringssystematiek. Voor de jaren 2013-2015 is een verdeelmodel vastgelegd. Vanaf 2016 moet sprake zijn van een objectief verdeelmodel. 814.921 euro
blz. 110 (van 185)
Eigen vermogen eind 2013
4.932.276 euro Per eind 2013 was de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende om de risico's af te dekken. Hierbij wordt aangetekend dat niet alle risico's zijn gekwantificeerd. In 2014 wordt de nota risicomanagement van de Veiligheidsregio vastgesteld. Daarbij zal besloten moeten worden welke omvang van het weerstandsvermogen wenselijk is.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
3,1 miljoen euro 43,6 miljoen euro Het vreemd vermogen is enorm gestegen door dat per 1 januari 2013 de brandweeractiva door de deelnemende gemeenten zijn overgedragen aan de Veiligheidsregio. Ter financiering hiervan zijn kortlopende en langlopende leningen afgesloten.
13. Resultaat begroting 2015
De begroting 2015 sluit op een saldo van nul.
Twentse Schouwburg
Informatie
1.
Rechtsvorm
Naamloze vennootschap
2.
Doel
Het exploiteren en beheren van gelegenheden voor podiumkunst en andere ontspanning evenals het uitoefenen van een horecaonderneming.
3.
Partijen
De gemeente Enschede bezit 100% van de aandelen.
4.
Bestuurlijk belang
De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Eerenberg vertegenwoordigt de gemeente bij deze vergaderingen.
5.
Financieel belang
De gemeente is enig aandeelhouder en bezit 1.139.443 aandelen met een boekwaarde van 1 euro. Tevens ontvangt de Schouwburg jaarlijks een subsidie van 5.2 miljoen euro. Aan de Schouwburg is een lening verstrekt met een restant hoofdsom van 957.000 euro.
6.
Prestaties - effecten
Afspraken omtrent aantal voorstellingen en bezoekers. Afspraken omtrent doelgroepen en programmering. Samenwerking met andere podia in de stad en regio. Wij ontvangen jaarlijks de volgende stukken: begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages.
7.
Voortgang
Ook in 2015 richten de activiteiten zich op programmering van toneel, dans, muziek, cabaret, etc.
8.
Risico's en kansen
Gevolgen van de economische recessie door onder meer achterblijvende sponsoropbrengsten en achterblijvende inkomsten uit commerciële activiteiten.
9.
Toezichtregime
Zwaar
10. Ontwikkelingen
De bezuinigingen van het Rijk op cultuurinstellingen kunnen een nadelig effect hebben op de exploitatie van de Schouwburg. Ontwikkelingen hierop worden sterk gemonitord.
11. Eigen vermogen
blz. 111 (van 185)
begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
157.737 euro 378.383 euro In de afgelopen jaren is door de Schouwburg hard gewerkt aan verbetering van het eigen vermogen. Hierdoor is geen sprake meer van een negatief eigen vermogen. Het eigen vermogen voldoet echter nog niet aan de vereisten voor een gezond weerstandsvermogen.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
3,9 miljoen euro 4,2 miljoen euro De schulden zijn gestegen in 2013 doordat een langlopende vordering nu wordt verantwoord als schuld.
13. Resultaat 2013
220.646 euro (150.714 euro over 2012). Het resultaat is voornamelijk verbeterd door lagere personeelslasten.
Enschedese Zwembaden
Informatie
1.
Rechtsvorm
Naamloze vennootschap
2.
Doel
Het beheren en exploiteren van zwembaden evenals al wat met een of ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
3.
Partijen
100% en dus enige aandeelhouder.
4.
Bestuurlijk belang
De bestuurders worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Welman vertegenwoordigt de gemeente op de aandeelhoudersvergaderingen.
5.
Financieel belang
Jaarlijks ontvangt de NV een exploitatiebijdrage van de gemeente. De boekwaarde van de aandelen zijn gewaardeerd op 1 euro.
6.
Prestaties - effecten
Jaarlijks ontvangen wij de begroting, een tussentijdse rapportage en de jaarrekening.
7.
Voortgang
De NV is onderdeel van het sportbedrijf in oprichting. Het definitieve besluit over de oprichting van het sportbedrijf is nog niet genomen.
8.
Risico's en kansen
Het eigen vermogen is negatief. Dit brengt de continuïteit van het bedrijf in gevaar.
9.
Toezichtregime
Zwaar
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013 12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013 13. Resultaat 2013
Zie risico's en kansen. -10.419 euro -32.467 euro 1.636.390 euro 1.220.503 euro 7.438 euro (voor het eerst sinds 2009 is sprake van een positief resultaat).
blz. 112 (van 185)
Bank Nederlandse Gemeenten
Informatie
1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
De NV heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden.
3.
Partijen
Het Rijk bezit 50% van de aandelen. De overige 50% is in bezit van 11 provincies, 1 hoogheemraadschap en 416 gemeenten.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van Enschede bedraagt 0,36%.
5.
Financieel belang
De gemeente bezit 200.343 aandelen à 2,50 euro. De boekwaarde hiervan bedraagt 455.000 euro. Voor 2015 is een dividendopbrengst begroot van 200.000 euro.
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
De activiteiten voor 2015 zijn onder andere:
Het handhaven van de excellente status van kredietwaardigheid. Het behoud van een scherpe inkooppositie. 8.
Risico's en kansen
De winst van de onderneming staat nog steeds onder druk als gevolg van de financiële crisis. Daarnaast schrijven de nieuwe regels voor banken voor dat zij meer risicovermogen moeten aanhouden. De BNG zal derhalve haar eigen vermogen moeten ophogen. Voor de gemeente kunnen beide zaken leiden tot een lagere dividendopbrengst.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Zie risico's en kansen. 2.741 miljoen euro 3.430 miljoen euro De BNG Bank voldoet aan de opgelegde solvabiliteitseisen. In de komende jaren zal echter het eigen vermogen moeten worden verhoogd om aan de verhoogde eisen, die gelden vanaf 2018, te kunnen voldoen. Daarom wordt vanaf 2012 een lager percentage van de nettowinst uitgekeerd aan de aandeelhouders.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
139.476 miljoen euro 127.753 miljoen euro
13. Resultaat 2013
De winst over 2013 bedroeg 283 miljoen euro. Over 2013 heeft Enschede een dividenduitkering van 289.000 euro ontvangen.
Enexis
Informatie
1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
De NV heeft ten doel:
Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water. Het in stand houden, beheren, exploiteren en uitbreiden
blz. 113 (van 185)
van distributie- en transportnetten met annexen voor energie. Het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld. Het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. 3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%.
5.
Financieel belang
323.314 aandelen à 1 euro. De boekwaarde bedraagt 41.000 euro. Voor 2015 is een dividendopbrengst van 200.000 euro geraamd.
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
In april 2014 is door de aandeelhouders een nieuw strategisch plan vastgesteld. De pijlers hieruit zijn:
Handhaven van de betrouwbaarheid van het netwerk. Handhaven van de betaalbaarheid van het netwerk. Onderdeel hiervan is de installatie van slimme meters op alle huishoudens in het verzorgingsgebied. Handhaven van de klantgerichtheid. Veel aandacht voor duurzaamheid. Zo wordt o.a. extra aandacht besteedt in de komende jaren aan straatverlichting. 8.
Risico's en kansen
Zie bij voortgang.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
Zie bij voortgang. 3.500 miljoen euro 3.625 miljoen euro Per eind 2013 bedroeg het eigen vermogen nog 3.291 miljoen euro. Enexis voldoet hiermee aan de gestelde solvabiliteitseisen.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
3.153 miljoen euro 2.702 miljoen euro Enexis geeft aan geen inschatting te kunnen geven voor de omvang van het vreemd vermogen per begin en eind 2015.
13. Resultaat begroting 2015
Het verwachte resultaat over 2015 bedraagt 200 miljoen euro. Over 2013 is een nettowinst behaald van 221 miljoen euro. Dat is vrijwel gelijk aan het resultaat over 2012 (224 miljoen euro). In 2013 is 247.000 euro aan dividend uitgekeerd aan de gemeente.
Vordering op Enexis
Informatie
1.
Besloten Vennootschap
Rechtsvorm
blz. 114 (van 185)
2.
Doel
Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf is, in het kader van de splitsing en de verkoop van het productiebedrijf aan RWE, door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden waarvan de langste 10 jaren bedraagt.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%.
5.
Financieel belang
0,216% van een totaal aandelenvermogen van 20.000 euro dus 43 euro. Voor 2015 is geen dividendopbrengst begroot. In 2015 staan nog 2 leningen uit met een totale hoofdsom van 1,836 miljoen euro. Deze worden conform de gesloten overeenkomsten afgelost in 2016 en 2019.
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
Ondertussen zijn 2 van de 4 afgesloten leningen afgelost.
8.
Risico's en kansen
Het risico bestaat dat niet kan worden voldaan aan de rente- en aflossingsverplichtingen.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
72.000 euro 62.000 euro Per eind 2013 bedroeg het eigen vermogen 82.250 euro.
12. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
862 miljoen euro 862 miljoen euro Het vreemd vermogen bedroeg ook 862 miljoen euro per eind 2013. Er wordt derhalve geen stijging verwacht van het vreemd vermogen.
13. Resultaat begroting 2015
Over 2015 wordt een negatief resultaat verwacht van 10.000 euro. In 2013 was het resultaat 11.918 euro negatief. Over 2013 is een dividend van 2.800 euro uitgekeerd aan Enschede.
Verkoop Vennootschap
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V. Bij afronding van de verkoop heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst (escrow) gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden. Het beheer hiervan wordt gedaan door Verkoop Vennootschap.
blz. 115 (van 185)
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%.
5.
Financieel belang
0,216% van een totaal aandelenvermogen van 20.000 euro dus 43 euro. Voor 2015 is geen dividendopbrengst begroot.
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
In 2015 wordt het resterende bedrag van de escrow (achtergehouden bedrag voor afwikkeling van de fiscale en juridische claims) uitgekeerd aan de aandeelhouders. Niet bekend is hoeveel eventueel nog uitgekeerd zal gaan worden.
8.
Risico's en kansen
Enschede heeft geen opbrengsten uit deze deelneming begroot.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
380 miljoen euro 0 miljoen euro Per eind 2013 bedraagt het eigen vermogen 347,3 miljoen euro.
12. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
500.000 euro 0 euro Per eind 2013 bedraagt het vreemd vermogen nog 828.000 euro.
13. Begroot resultaat 2015
Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (uiterlijk begin 206) geliquideerd en valt een positief saldo vrij aan de aandeelhouders. De omvang hiervan is onbekend.
CSV Amsterdam
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Dit was voorheen de Claim Staat Vennootschap. In februari 2008 is Essent met toestemming van de toenmalige aandeelhouders een procedure begonnen tegen de Nederlandse Staat. Zij willen dat een aantal bepalingen van Wet Onafhankelijk Netbeheer onverbindend zijn. Na de verkoop van de aandelen in Essent is deze procedure ondergebracht in deze BV.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%.
5.
Financieel belang
0,21% ter waarde van 1 euro.
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
Het betreft een slapende BV totdat een uitspraak wordt gedaan in deze procedure. De BV wordt feitelijk aangestuurd via de Verkoop Vennootschap.
8.
Risico's en kansen
-
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen
-
blz. 116 (van 185)
11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
10,5 miljoen euro 4 miljoen euro Het eigen vermogen wordt ingezet ter bekostiging van de procedures. Bij de verkoop van de aandelen Essent is dit bedrag ingebracht ten laste van de verkoopopbrengst door de zittende aandeelhouders.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
25.000 euro 25.000 euro
13. Begroot resultaat 2015
3 miljoen euro negatief (dit zijn de kosten die worden gemaakt voor het voeren van de procedure).
Publiek Belang Electriciteitsproductie
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mocht worden verkocht aan RWE.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%.
5.
Financieel belang
0,216% ter waarde van 1 euro.
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
In 2011 is ingestemd met de verkoop van het aandeel in der kencentrale aan deels RWE en deel Delta NV. De BV wordt opgeheven zodra de laatste zaken vanuit de verkoop definitief zijn geregeld.
8.
Risico's en kansen
-
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
1,6 miljoen euro 1,6 miljoen euro Het eigen vermogen bedraagt per eind 2013 ook al 1,6 miljoen euro.
12. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
100.000 euro 100.000 euro Per eind 2013 bedraagt het vreemd vermogen 111.272 euro.
13. Resultaat begroting 2015
Het verwachte resultaat is 5.000 euro negatief. Over 2013 was het resultaat 18.114 euro negatief
blz. 117 (van 185)
CBL Vennootschap
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin ondergebracht. De doelstelling is de vertegenwoordiging van de verkopende aandeelhouders bij de afwikkeling van de claims.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%.
5.
Financieel belang
0,216% van 20.000 euro dus 43 euro
6.
Prestaties - effecten
-
7.
Voortgang
In 2015 volgt opheffing van de BV en uitkering van de resterende middelen. Er is momenteel geen zicht op hoeveel zal worden uitgekeerd.
8.
Risico's en kansen
Enschede heeft geen uitkeringen begroot vanuit deze deelneming.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015 12. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
380 miljoen euro 0 euro 500.000 euro 0 euro
13. Resultaat begroting 2015
Naar verwachting wordt de vennootschap geliquideerd per eind 2015 en valt en eventueel positief saldo vrij aan de aandeelhouders.
Vitens
Informatie
1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
3.
Partijen
5 provinciale en 107 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,802%.
5.
Financieel belang
De gemeente bezit 46.329 gewone aandelen à 1 euro nominaal. De boekwaarde bedraagt 11.000 euro. Voor 2015 is een dividendopbrengst begroot van 100.000 euro.
6.
Prestaties - effecten
Het minimaliseren van de kosten van schoon drinkwater voor de afnemers.
7.
Voortgang
Vanaf 2014 wordt gewerkt aan de mogelijkheden tot integratie van de waterketen. De waterketen is momenteel sterk versnipperd. Het streven is om voorlopig de tarieven voor het drinkwater niet te verhogen.
8.
Risico's en kansen
De afronding van de volledige integratie van de fusieonderdelen van
blz. 118 (van 185)
Hydron en Vitens duurt nog tot 2015. Ook de harmonisatie de drinkwatertarieven in het gehele verzorgingsgebied is in 2015 afgerond. 9.
Toezichtregime
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Licht 386,1 miljoen euro 438,3 miljoen euro De solvabiliteit is per eind 2013 gestegen naar 25,6%. Gestreefd wordt naar een solvabiliteit van 30%.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
1.296 miljoen euro 1.273 miljoen euro
13. Resultaat 2013
Het resultaat bedroeg 39,3 miljoen euro (29,6 miljoen euro in 2012). In 2013 is 119.000 euro uitgekeerd aan de gemeente.
Twente Milieu
Informatie
1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
Namens en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding evenals op het gebied van andere milieuvelden, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten.
3.
Partijen
Gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.
4.
Bestuurlijk belang
De gemeente heeft een zeggenschap van 36,9% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Eerenberg vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen.
5.
Financieel belang
De gemeente bezit 620 aandelen à 453,78 euro (1.000 gulden). De totale balanswaarde bedraagt 281.000 euro. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst.
6.
Prestaties - effecten
Twente Milieu werkt aan de efficiency van alle dienstverlening om zo de tarieven te kunnen minimaliseren.
7.
Voortgang
Regionale uniformering in afvalinzameling en streven naar een verdere scheiding van grondstoffen uit het afval. Het apart inzamelen van kunststof verpakkingsmateriaal (KVM) en het invoeren van een minder frequente inzameling van restafval helpen bij het realiseren van de regionale doelstalling ‘naar een afvalloos Twente’.
8.
Risico's en kansen
Regionale uniformering in afvalinzameling is een kans voor Twente Milieu om de inzameling efficiënter en goedkoper te doen. Ook in het uitvoeren van taken binnen het beheer van de openbare ruimte liggen
blz. 119 (van 185)
kansen.. Het minder hoeven inzamelen van restafval door meer gescheiden stromen legt druk op het vinden van alternatief werk. De op gang zijnde reorganisatie is een aandachtspunt voor het halen van de prestaties en effecten. 9.
Toezichtregime
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Middel Naast genoemde risico’s en kansen maken financiële prikkels (vergoedingen en belastingen) dat beter scheiden niet vrijblijvend is. 7.856.494 euro 7.966.930 euro De solvabiliteit bedraagt 35,3% per eind 2013 en zit hiermee ruim boven de nagestreefde solvabiliteit van 25 tot 30%.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
13.316.689 euro 12.003.465 euro
13. Resultaat 2013
Het resultaat over 2013 bedroeg 110.436 (tegenover 729.360 euro in 2012).
Twence
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Het doel van de vennootschap is:
Het vanuit de zorgtaak van deelnemende overheden beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en het verlenen van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval in het bijzonder. Het produceren en leveren van (duurzame) energie; Het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, alsmede al hetgeen met een en ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk is. 3.
Partijen
14 Twentse gemeenten, de gemeente Berkelland en het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen.
4.
Bestuurlijk belang
Enschede bezit 24,2% van de gewone aandelen. De commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Eerenberg vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen.
5.
Financieel belang
Enschede heeft in 2011 205.467 aandelen à 1 euro ontvangen. Deze aandelen hebben een boekwaarde van in totaal 1 euro. Voor 2015 is een dividendopbrengst geraamd van 193.000 euro.
6.
Prestaties - effecten
Jaarlijks vinden twee aandeelhoudersvergaderingen plaats. De jaarrekening wordt vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering.
blz. 120 (van 185)
Elke 4 jaren wordt een strategisch beleidsplan voorgelegd aan de gemeenteraad. Het huidige beleidsplan is vastgesteld voor de jaren 2012-2015. 7.
Voortgang
Twence is aan het onderzoeken of een transitie van afvalverwerker naar grondstoffenmakelaar / nutsbedrijf haalbaar is. Voorts wordt gestart met de ontwikkeling van een nieuw strategisch beleidsplan (2015 – 2018).
8.
Risico's en kansen
De verbeterende scheidingsresultaten binnen de Twence gemeenten zorgen voor minder vulling van de verbrandingsinstallatie, tot nu toe een core business activiteit bij Twence. Extra belasting op verbranden ondersteunt deze ontwikkeling. Kansen worden gezocht in meer betrokkenheid en toegevoegde waarde creëren binnen ketens en branches.
9.
Toezichtregime
Middel
10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Zie Voortgang 119,8 miljoen euro 122,6 miljoen euro De solvabiliteit bedraagt 36,5% per eind 2013. Hiermee voldoet Twence aan de gestelde solvabiliteitseisen. Naar verwachting is het eigen vermogen per begin en eind 2015 gelijk aan de stand per eind 2013.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
199,3 miljoen euro 177,4 miljoen euro Naar verwachting daalt de omvang van het vreemde vermogen substantieel in 2015 door aflossing van langlopende leningen.
13. Resultaat 2013
Over 2013 is een resultaat behaald van 11,8 miljoen euro (11,9 miljoen euro in 2012). Hieruit is 8 miljoen euro uitgekeerd aan de Agenda van Twente. Enschede heeft een dividend van 193.000 euro ontvangen in 2013. Voor 2015 wordt een soortgelijk resultaat verwacht.
Enschede Ontwikkeling
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Het ontwikkelen en financieren van bedrijventerreinen, kantoorlocaties en woongebieden gelegen binnen het plangebied Zuiderval te Enschede voor eigen rekening, dan wel in samenwerking met of ten behoeve van een daarvoor opgerichte rechtspersoon.
3.
Partijen
100 % aandeelhouder met aandelenkapitaal van in totaal 20.000 euro.
4.
Bestuurlijk belang
De directeuren worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.
5.
Financieel belang
De gemeente bezit 100 % van de aandelen in Enschede Ontwikkeling met een totale nominale waarde van 20.000 euro. Enschede Ontwikkeling bezit 50 % van de aandelen van Grondexploitatiemaatschappij Zuiderval Beheer BV. Genoemde Bv’s hebben met Bridico BV de CV Grondexploitatie Zuiderval opgericht.
6.
Prestaties - effecten
De BV maakt jaarlijks een jaarrekening ten behoeve van de inschrijving voor de KvK. De CV levert ter goedkeuring in de AVA onder meer aan:
blz. 121 (van 185)
Vaststelling grondexploitatie Jaarverslag en toekomstdoelen Overeenkomsten met partijen Verslagen PMT De gemeente is aandeelhouder en wordt hierin vertegenwoordigd door de Directeur Stedelijke Ontwikkeling Projecten in de rol van bestuurder van de BV. De financiële commissie adviseert het PMT en AvA. De gemeente heeft zitting in de financiële commissie. De Vex (vastgoedexploitatie) ligt bij de gemeente (SO/Planeconomie). 7.
Voortgang
8.
Risico's en kansen
In de grondexploitatie van de GEM is een risicoparagraaf opgenomen waarin de risico’s van de GEM worden gekwantificeerd. Afdekking van de risico’s vindt plaats door garantiebedragen zoals vastgelegd in de overeenkomst. Voor risico’s boven de garantiebedragen is de gemeente allereerst verplicht een deel van de afgedragen STOG gelden in te zetten. Bij risico’s boven dit bedrag vindt overleg plaats tussen partijen. Binnen het weerstandsvermogen van de gemeente moet hiermee rekening worden gehouden. De risico’s zijn afgedekt bij het grondbedrijf (MPG) en ten aanzien van de financieringsconstructie gedeeltelijk op concernniveau. Doordat het tekort is opgelopen tot boven de contractueel afgesproken kaders hebben partijen op dit moment overleg over de wijze waarop de samenwerking al dan niet voortgezet moet worden en het tekort verdeeld tussen partijen.
9.
Toezichtregime
Middel
10. Ontwikkelingen
Eind 2011 is de huidige overeenkomst tussen de gemeente Enschede en AM verlengd met 4 jaar. Doordat het tekort is opgelopen tot boven de contractueel afgesproken kaders hebben partijen op dit moment overleg over de wijze waarop de samenwerking al dan niet voortgezet moet worden en het tekort verdeeld tussen partijen.
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
Aangezien het tekort op de grondexploitatie boven de contractuele kaders is uitgekomen kan de grondexploitatie niet vastgesteld worden. Hierdoor zijn er ook geen vastgestelde cijfers beschikbaar.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
Aangezien het tekort op de grondexploitatie boven de contractuele kaders is uitgekomen kan de grondexploitatie niet vastgesteld worden. Hierdoor zijn er ook geen vastgestelde cijfers beschikbaar.
13. Resultaat 2013
Aangezien het tekort op de grondexploitatie boven de contractuele kaders is uitgekomen kan de grondexploitatie niet vastgesteld worden. Hierdoor zijn er ook geen vastgestelde cijfers beschikbaar.
Innovatiefonds BV
Informatie
1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Het doen van investeringen in ondernemingen met innovatie oplossingen op het gebied van zorg, veiligheid en duurzaamheid om zo arbeidsgelegenheid te scheppen in Enschede. In het bijzonder richt men zich op innovaties gericht op maatschappelijke vraagstukken.
blz. 122 (van 185)
3.
Partijen
100 % aandelenbezit en dus enig aandeelhouder
4.
Bestuurlijk belang
Het bestuur, zijnde de investeringscommissie, wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Eerenberg vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen.
5.
Financieel belang
De gemeente bezit 100 % van de aandelen met een totale nominale waarde van 20.000 euro. Het beschikbare budget voor investeringen en kosten bedraagt in totaal 9 miljoen euro.
6.
Prestaties - effecten
De investeringscommissie vergadert minimaal 6x per jaar. De aandeelhoudersvergadering keurt investeringsvoorstellen goed. Tweemaal per jaar vergadert de investeringscommissie samen met de aandeelhoudersvergadering.
7.
Voortgang
In 2014 is besloten om geen nieuwe participaties meer aan te gaan. Er zijn 5 participaties gedaan met een totaalbedrag van 1,650 miljoen euro.
8.
Risico's en kansen
Het maximale risico is de omvang van de gedane participaties.
9.
Toezichtregime
Middel
10. Ontwikkelingen
Het bestuur van de BV heeft de opdracht gekregen om het fonds af te wikkelen. Het bestuur zal hiervoor toekomstscenario's ontwikkelen om het fonds zorgvuldig af te bouwen.
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
De jaarrekening 2013 is niet gereed door het aftreden van de investeringscommissie in mei 2014.
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
De jaarrekening 2013 is niet gereed door het aftreden van de investeringscommissie in mei 2014.
13. Resultaat 2013
De jaarrekening 2013 is niet gereed door het aftreden van de investeringscommissie in mei 2014.
Dimpact
Informatie
1.
Rechtsvorm
Coöperatie
2.
Doel
Het ontwikkelen en leveren van een volledige en optimale oplossing voor de gemeentelijke digitale dienstverlening. De coöperatie heeft geen winstoogmerk.
3.
Partijen
34 leden, zijnde gemeenten of samenwerkingsverbanden van gemeenten.
4.
Bestuurlijk belang
Alle leden hebben een gelijke stem in de algemene ledenvergadering. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de ledenvergadering.
5.
Financieel belang
De gemeente Enschede is lid. De jaarlijkse bijdrage aan de coöperatie is 6.000 euro. De bijdrage over 2015 voor het gebruik van de producten van Dimpact is 3,60 euro per inwoner per jaar (exclusief inflatiecorrectie).
6.
Prestaties - effecten
De gemeente krijgt een informatiesysteem ter beschikking voor de uitvoering van de digitale dienstverlening ten behoeve van burgers, bedrijven en instellingen. De gemeente ontvangt jaarlijks het bedrijfsplan, de begroting en de jaarrekening.
blz. 123 (van 185)
7.
Voortgang
Na aanbesteding in 2012 is een langlopend contract gegund aan Atos, leverancier van de software. In 2014 iseen geheel nieuwe versie geleverd en ingevoerd. Vervolgens wordt 2 keer per jaar een nieuwe versie geleverd met nieuwe functies zodat steeds voldaan wordt aan de eisen en wensen van gemeenten.
8.
Risico's en kansen
De producten van Dimpact bieden de mogelijkheid het applicatielandschap te vereenvoudigen, applicaties uit te faseren en zo te besparen op de kosten daarvan. De roadmap voorziet in noodzakelijke toekomstige functionaliteiten.
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen
Dimpact anticipeert en participeert waar mogelijk in landelijke ontwikkelingen zoals op het gebied van de invoering van de RUD’s, de decentralisaties en de modernisering van het GBA (mGBA). Waar nodig en mogelijk worden daarvoor aanpassingen aan het systeem gedaan.
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
407.846 euro
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
733.277 euro
13. Resultaat 2013
118.614 euro
Administratiekantoor Dataland
Informatie
1.
Rechtsvorm
Stichting
2.
Doel
De Stichting Administratiekantoor Dataland heeft tot doel om aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap Dataland te houden. Dataland is het centrale loket voor gemeentelijke vastgoedinformatie. Namens de aangesloten gemeenten maakt Dataland deze gegevens toegankelijk voor het bedrijfsleven en de overheid.
3.
Partijen
De meeste gemeenten in Nederland zijn aangesloten.
4.
Bestuurlijk belang
Er is één keer per jaar overleg certificaathouders. Enschede is daar vaak niet bij vertegenwoordigd.
5.
Financieel belang
De deelname van de gemeente Enschede heeft een omvang van 8.000 euro aan certificaten. De boekwaarde bedraagt 8.000 euro.
6.
Prestaties - effecten
Het leveren van informatie uit de basisregistraties aan externe, landelijke organisaties en bedrijven.
7.
Voortgang
Jaarlijkse rapportages over aantal deelnemende gemeenten, aantallen leveringen, de financiën leveringen en kwaliteit geleverde gegevens e.d.
8.
Risico's en kansen
Risico: nihil
9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen
526.460 euro
634.320 euro
Dataland verstrekte al informatie over vastgoed aan de markt van de aangesloten gemeenten. Er vindt uitbreiding plaats waardoor meer gegevens via Dataland opgevraagd kunnen worden (zoals WOZ-waarden).
blz. 124 (van 185)
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
200 euro negatief
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
10.000 euro
13. Resultaat 2013
300 euro positief
Regionale uitvoerings Dienst (RUD)
Informatie
1.
Rechtsvorm
Samenwerkingsverband via een Bestuursovereenkomst
2.
Doel
Het doel van de RUD Twente is het door gestructureerde samenwerking leveren van goede adviezen aan de partners ten behoeve van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna te noemen: vthtaken) en daardoor een goede kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving te Bevorderen. Dit doen we door het breed inzetten van kennis en kunde (kwaliteiten van medewerkers van deelnemende partners) ten behoeve van de partners, door middel van een netwerkorganisatie.
3.
Partijen
14 Twentse gemeenten en de provincie Overijssel
4.
Bestuurlijk belang
Het bestuur bestaat uit vijftien bestuursleden, zijnde vertegenwoordigers van het college van gedeputeerde staten en van de colleges van burgemeester en wethouders. De leden van het bestuur hebben ieder één stem.
5.
Financieel belang
De structuurkosten worden verrekend onder de partijen volgens een door het bestuur vastgestelde verdeelsleutel.
6.
Prestaties - effecten
Met de Netwerk-RUD wordt ingezet op een verbetering van de kwaliteit en robuustheid voor de uitvoering van de vth-taken. Door slim samen te werken moeten er ook efficiencyslagen gerealiseerd kunnen worden. Voor 2013 en 2014 ligt de focus op “de basis op orde”. Hier zijn al flinke stappen op gemaakt. Met name de uniforme werkwijze binnen de kennispunten zijn hier het voorbeeld van. Door de benoeming van de nieuwe directeur is de verwachting dat er continuïteit komt in het realiseren van de gestelde doelen.
7.
Voortgang
Door de wisselingen van directeuren is er enige onrust geweest en is de focus verwaterd. Door de benoeming van de nieuwe directeur is de verwachting dat de continuïteit beter is geborgd en dat de beoogde doelen en planningen worden gehaald.
8.
Risico's en kansen
Risico's:
100 euro positief
10.000 euro
Indien de Netwerk-RUD niet in deze vorm wordt opgenomen in de wetgeving moet deze constructie worden omgezet in een fysieke RUD (bijvoorbeeld een Wgr constructie); De Netwerk-RUD brengt Enschede niet datgene dat zij heeft vastgelegd in het addendum bij het ondertekenen van de bestuursovereenkomst. Begin 2015 willen wij daarom de RUD evalueren en een keuze maken over de
blz. 125 (van 185)
verder te volgen weg; Medewerkers die werkzaam zijn op vth-taken pakket dienen te voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria. Naast opleidingseisen en werkervaring moeten ook voldoende vlieguren gemaakt worden. Door de huidige bezuinigingen en het grote werkaanbod worden mensen op veel verschillende taakvelden ingezet en behalen zij hierdoor niet de beoogde vlieguren. Dit heeft tot gevolg dat een medewerker niet meer gekwalificeerd is en dat taken uitbesteed moeten worden aan andere partners. Kansen: Indien de RUD zich verder ontwikkeld als een robuuste, output gestuurde, efficiënte organisatie biedt dit ook kansen voor de overige vth-taken die nu niet vallen binnen het basistaken+pakket (zoals bijvoorbeeld de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (voormalige bouwvergunning). 9.
Toezichtregime
Licht
10. Ontwikkelingen
Zie punt 7 en 8
11. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
onbekend
12. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
geen
13. Resultaat 2013
223.709 euro
4.7. Grondbeleid In deze paragraaf gaan wij in op het te voeren grondbeleid in de periode 2015 – 2018 en de verwachte resultaten. Conform de BBV-regelgeving bevat deze paragraaf : Een visie op het grondbeleid en de wijze waarop het zal worden uitgevoerd; Een prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitaties; Een onderbouwing van de (te verwachten) winstneming; De beleidsuitgangspunten voor de reserve grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken; Een vooruitblik op het MPG 2015 Visie op grondbeleid Grondbeleid is geen doel op zich, maar is ondersteunend om de beleidsdoelstellingen op ruimtelijk gebied (wonen, werken, verkeer, recreatie e.d.) en maatschappelijk gebied te realiseren. Grondbeleid gaat daarbij over de volgende beleidsvelden: verwerving & beheer, grondexploitatie, gronduitgifte, kostenverhaal en samenwerking. Grondbeleid nieuwe stijl Het grondbeleid is de laatste jaren ingrijpend veranderd en staat ook de komende tijd voor
blz. 126 (van 185)
grote nieuwe uitdagingen. De tijden dat gemeenten een actief grondbeleid voerden en grondverkoop veelal geld opleverde zijn voorbij. De gemeente is nu veel minder aan zet en krijgt steeds meer een rol in het aanjagen van projecten en het verleiden van marktpartijen om in de stad te investeren. De grootste opgaven voor de komende jaren zijn binnenstedelijk en niet meer in uitleggebieden. Dit betekent een ander grondbeleid. Het actieve grondbeleid is in Enschede al een tijd losgelaten en omgezet in “nee, tenzij”. Dit situationele grondbeleid betekent dat per project een realisatiestrategie wordt gekozen en actief, passief dan wel faciliterend grondbeleid aan de orde is. Daarnaast zijn de afgelopen jaren de programmering en grondprijzen van woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren aangepast aan de marktsituatie. Om vinger aan de pols te houden over de uitgifte in relatie tot de prognose wordt er sinds 2013 elk jaar een ‘Monitor Wonen en Werken’ gemaakt. Wij vinden het van groot belang de uitgifte continu te monitoren. Het doel is uiteindelijk om de financiële risico’s in de grondportefeuille terug te brengen in het streven naar een “ solide grondbedrijf”. Om hier sturing aan te geven dienen continu de financiële kaders bewaakt te worden. Met de stappen van de afgelopen jaren als gevolg van "Grip op grond" ligt er een gedegen basis. Dat neemt niet weg dat er voor het grondbeleid de komende jaren nog tal van uitdagingen liggen: Onderzoek naar het terugbrengen van de looptijd van exploitaties. Wij wensen een robuuste financiële situatie en een solide grondbedrijf. Kortlopende grondexploitaties bieden meer flexibiliteit. In het huidige MPG zitten grondexploitaties met looptijden tot 25 jaar. Het is wenselijk deze - gezien de zware impact van de rentecomponent terug te brengen naar een maximale looptijd van 10 tot 15 jaar. Onderzoek naar nieuwe vormen van financierbaarheid van plankosten. Er moet gezocht worden naar nieuwe vormen van financierbaarheid van projecten. De nieuwbouw zal de komende jaren vooral binnenstedelijk zijn en gebiedsontwikkeling aldaar is per definitie kostbaarder dan in uitleggebieden. De veelal personele kosten die wij maken kunnen we niet altijd (volledig) terug verdienen. Er moet dus op een andere manier naar de financiering van deze plankosten toegewerkt worden zoals de dekking van deze kosten via de gemeentebegroting. Bovendien ontstaat een ander risico. Op basis van het landelijke kostenverhaalsinstrumentarium (Grex-wet) kunnen tekorten van binnenstedelijke gebiedsontwikkelingsprojecten van derden op de gemeente worden afgewend. Om deze projecten te faciliteren en de risico’s af te kunnen dekken wordt een fonds gevormd. Stedelijke koers 2015. In 2012 heeft de Stedelijke koers plaatsgevonden en in de daarop volgende jaren is de programmering en fasering telkens aan de marktsituatie aangepast. In 2015 wordt de programmering van woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren in zijn totaliteit opnieuw tegen het licht gehouden. Nieuwe Nota Grondbeleid. De huidige nota Grondbeleid moet geactualiseerd worden. Hoewel het handelen in de praktijk zich wel aan de marktsituatie heeft aangepast (van actief grondbeleid is bijvoorbeeld al geen sprake meer), is het goed het grondbeleid nieuwe stijl in een nieuwe nota te verankeren. Ook moet volgens de Financiële Verordening de nota Grondbeleid elke 4 jaar worden geactualiseerd. Samenwerking Netwerkstad en provincie. Met de partners in de Netwerkstad wordt intensief samengewerkt. Samen met hen en de provincie is het afgelopen jaar gezocht naar methoden om de financiële druk van de niet meer te ontwikkelen gronden te verlagen. De provincie heeft besloten niet door te gaan met het grondfonds. Wij blijven zowel in Netwerkstadverband als met de provincie samenwerken om tot oplossingen te komen.
blz. 127 (van 185)
Nieuwe verdienmodellen, verleiden van marktpartijen. Onrendabele (binnenstedelijke) projecten dreigen tot stilstand te komen. Vanuit ruimtelijk oogpunt is dat ongewenst. Er moet dus voor projecten naar nieuwe verdienmodellen worden gezocht om te zorgen dat marktpartijen blijven investeren in de stad. Vanuit het Rijk wordt geëxperimenteerd met het concept van Stedelijke herverkaveling. Wij gaan onderzoeken of dit ook voor Enschede mogelijkheden kan bieden. Financiële resultaten MPG 2014 In het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) wordt jaarlijks gerapporteerd over het totaalresultaat van de in exploitatie genomen gronden, de NIEGG en overige gronden. Daarnaast wordt de financiële positie van het grondbedrijf toegelicht. Het MPG 2014 is in juni door de Raad vastgesteld. Het financiële resultaat Reserve Grondbedrijf De reserve Grondbedrijf is ten opzichte van het MPG 2013 verslechterd met 5,0 miljoen euro naar een negatieve stand van 10,1 miljoen euro. Dit is in hoofdzaak veroorzaakt door de grondprijsverlagingen van de woningbouwkavels, extra benodigde plankosten, de uitfasering van de uitgifte van woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren en de geraamde opbrengsten kostenstijging (parameters). Ook is een bedrag van 5,6 miljoen euro overgeheveld naar de Algemene Reserve. Totale financiële effect Grondbedrijf Het financiële effect op het grondbedrijf betreft niet alleen het effect op de reserve van 5,0 miljoen euro, maar ook het effect op de toekomstige winsten in de lopende grondexploitaties (BIE) ter hoogte van 5,7 miljoen euro. Het totale effect op het grondbedrijf betreft derhalve een verslechtering met 10,7 miljoen euro. Parameters De parameters voor het MPG 2014 zijn samen met een extern Expertpanel opgesteld en heeft tot de volgende parameters geleid: 2014
2015
2016
2017
2018 e.v.
Kosten
0%
1%
1%
1%
2%
Opbrengsten
0%
0%
0%
0%
2%
Rente
5%
5%
5%
5%
5%
In het MPG 2014 is nog een rekenrente van 5% opgenomen. De feitelijke gemiddelde rente op de totale leningenportefeuille bedraagt op dit moment 4,4%. Voor de programmabegroting is besloten de gemeentelijke rekenrente te verlagen naar 4,5%. Dit zal in het MPG 2015 worden verwerkt. Voor het MPG 2015 worden de parameters wederom voorgelegd aan een extern Expertpanel. Bouwgrond in exploitaties (BIE) 1-1-2014 Per 1 januari 2014 zijn er 30 lopende grondexploitaties. Hiervan zijn er 8 winstgevend, 4 financieel sluitend en 18 verliesgevende grondexploitaties. Het resultaat is begroot op 69,1 miljoen euro negatief. Voor het dekken van dit begrote tekort is een voorziening getroffen. Deze is ten laste gebracht van de reserve van het grondbedrijf. Onderbouwing winstneming Op basis van de uitkomsten van het MPG 2014 zijn de voorzieningen op het benodigde niveau gebracht. De voorzieningen zijn getroffen ten laste van de reserve. Daarnaast wordt er winst genomen met betrekking tot die complexen waar (een deel van) de
blz. 128 (van 185)
begrote winst als zeker bestempeld mag worden. Hiervan is sprake, conform de BBVregelgeving, als de gemaakte kosten en geraamde nog te maken kosten geheel zijn gedekt door de gerealiseerde verkopen. Elke volgende verkoop wordt dan gezien als gerealiseerde winst. Deze winstnemingen worden gestort in de reserve. De nog te realiseren winst van 10,9 miljoen euro komt naar verwachting uit de grondexploitaties van de volgende projecten: Woningbouw
Nog te nemen winst
Jaar van afsluiting complex
A.
Diekman-wonen
€ 1,0 miljoen
(2018)
B.
Brunink
€ 4,9 miljoen
(2028)
€ 0,8 miljoen
(2017)
€ 0,9 miljoen
(2018)
C. Vrijkomende locaties Brede School D.
Velve Lindenhof
Totaal woningbouw
€ 7,6 miljoen
Bedrijventerreinen
Nog te nemen winst
Jaar van afsluiting complex
1.
Euregiopark II
€ 2,3 miljoen
(2029)
2.
B&S Park
€ 1,0 miljoen
(2030)
Totaal bedrijventerreinen
€ 3,3 miljoen
Risico’s en weerstandsvermogen Om ons te kunnen wapenen tegen risico’s is het noodzakelijk een weerstandsvermogen te hebben. Dit weerstandsvermogen dient om risico's te kunnen opvangen. De belangrijkste risico’s zijn fasering, grondprijzen, kostenstijging en rente. Om inzicht te krijgen in het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf wordt de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf – inclusief stille reserves – is 1,0 miljoen euro negatief. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyses voor de lopende grondexploitaties en de functionele complexen is berekend dat de financiële positie van het grondbedrijf maximaal 18,9 miljoen euro kan verslechteren. In het MPG 2013 werd rekening gehouden met een maximaal risico van 20,6 miljoen euro. Vooruitblik MPG 2015 Voor het MPG 2014 is voor het eerst een Notitie van Uitgangspunten opgesteld (NvU). Door in het begin van het MPG-proces de uitgangspunten ten aanzien van parameters, plankosten, programma, planning en prijzen (de 5 P’s) door B&W te laten vaststellen is vooraf duidelijkheid over de uitgangspunten voor het MPG (Lean-traject). Voor het MPG 2015 wordt opnieuw een Notitie van Uitgangspunten gemaakt, die aan het einde van het jaar door B&W zal worden vastgesteld. De Monitor Wonen en Werken is input om de programmering en fasering van woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren te evalueren en waar nodig aan te passen. De grondprijzen worden volgens het vorig jaar vastgestelde grondprijsbeleid elk jaar getaxeerd. De parameters worden net als vorig jaar voorgelegd aan een Expertpanel.
blz. 129 (van 185)
De markt trekt voorzichtig aan, maar er blijven risico’s bestaan wat betreft de prijzen voor woningbouw- en bedrijfskavels en de strategische grondvoorraad (NIEGG en overige gronden). Ook moet in de loop van het jaar blijken of de stijgende lijn in de uitgifte van kavels zich doorzet en de opties op kavels zijn omgezet in verkoop. Door de mogelijkheid van lange reserveringsperioden door kaveloptanten is de verwachting dat dit pas in 2015 zichtbaar wordt. Het is dus pas in MPG 2016 terug te zien in de cijfers.
4.8. Doelmatigheid en doeltreffendheid In de programmabegroting geven we aan wat onze ambities zijn voor de komende vier jaar, wat onze doelen zijn en wat we willen gaan doen om deze te realiseren. Het is daarbij ook goed om tussentijds of achteraf te onderzoeken of onze inspanningen en de behaalde resultaten ook daadwerkelijk het gewenste maatschappelijke effect hebben gehad (doeltreffendheid) en of dat ook met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen is gebeurd (doelmatigheid). Met deze kennis kunnen we de kwaliteit van onze prestaties en dienstverlening waar nodig verbeteren en zo nog scherper werken aan de opgaven die we als stad hebben. In onze gemeente worden meerdere onderzoeken gehouden naar doelmatigheid en doeltreffendheid. De Raad kan via een raadsonderzoek of enquête zelf het initiatief nemen om onderzoek te doen naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van gemeentelijk beleid. Tevens doet de Rekenkamer onderzoek voor de Raad maar deze heeft vanwege de onafhankelijke positie van de Rekenkamer geen directe invloed op de programmering van de Rekenkamer. Daarnaast is in de Gemeentewet (Art 213a GW) vastgelegd dat het College periodiek onderzoek moet doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door haar gevoerde bestuur en daarover de Raad moet informeren. In de ‘Verordening Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Enschede’ stelt de Raad hierover nadere regels. Begin 2014 is deze verordening gewijzigd. De wijziging betreft de frequentie van de uit te voeren onderzoeken. Minimaal één keer per twee jaar wordt een doelmatigheids- en/of doeltreffendheidsonderzoek uitgevoerd. Daarnaast is binnen de gemeente Enschede ook op andere wijze aandacht voor het verbeteren van de doelmatigheid en doeltreffendheid. Voor 2015 is de invulling als volgt: Het college geeft opdracht tot de uitvoering van een 213a onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleidsuitgangspunten Integraal Huisvestingsplan 2011 – 2015. In onderstaande tabel wordt nader ingegaan op het onderzoek. Het college geeft follow up aan de aanbevelingen van de rekenkameronderzoeken en doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken die in eerdere jaren zijn uitgevoerd. In alle vanaf 2014 op te stellen beleidsplannen worden afspraken vastgelegd inzake tussentijdse monitoring en evaluatie van het beleid na 4 jaar. Dit moet binnen de gemeente tot een cultuur van bewustwording leiden ten aanzien van doelmatigheid en doeltreffendheid. De Taskforce Werkprocessen geeft volgens de principes van lean sturing aan vernieuwde richting van werkprocessen binnen de gehele organisatie. Bij de procesdoorlichtingen is aandacht voor zowel doelmatigheid als doeltreffendheid.
blz. 130 (van 185)
Titel
Onderzoek doeltreffendheid huisvestingsplan onderwijs
Programma
Dienstverlening en financieel beleid
Opdrachtgever
Gemeentesecretaris, Marcel Meijs
Opdrachtnemer
BMO, Willem Geesink
Onderwerp
Onderzoek naar de doeltreffendheid van het integraal huisvestingsplan onderwijs 2011-2015.
Relevantie
Het integraal huisvestingsplan 2011-2015 moet in 2015 aangepast worden op basis van de “decentralisatie buitenonderhoud” en de gevolgen van de uitname van middelen onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds (motie Van Haersma-Buma). De uitkomsten van het onderzoek geven zicht op de bereikte resultaten en worden betrokken bij het opstellen van het nieuwe huisvestingsplan.
Reikwijdte
Focus op de beleidsuitgangspunten maar wel in relatie tot de wijzigingen in wet- en regelgeving.
Onderzoeksmethode
In het projectplan wordt een voorstel over de onderzoeksmethode(n) gedaan. Het lijkt waarschijnlijk dat in ieder geval gebruik zal worden gemaakt van documentenonderzoek en van het afnemen van interviews.
Doorlooptijd
Het streven is het onderzoek in het voorjaar van 2015 te starten en af te ronden voor het einde van 2015. We willen hierbij rekening houden met de lopende P&C cyclus.
Wijze van uitvoering
We zijn voornemens het onderzoek intern uit te laten voeren, met ondersteuning van FDC. De taakverdeling en de betrokkenen moeten nog bepaald worden.
blz. 131 (van 185)
5. Financiële begroting De financiële begroting bestaat uit een overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie. Opgenomen zijn een aantal financiële overzichten en specificaties van zaken die in de programma's en de paragrafen aan de orde komen. Overzicht van baten en lasten Dit deel van de begroting geeft een totaaloverzicht van de baten en lasten per programma zoals deze ook onder de kop 'Wat mag het kosten?' per programma zijn opgenomen. De bedragen die in dit overzicht zijn opgenomen worden geautoriseerd door de Raad. Uiteenzetting financiële positie Dit onderdeel van de begroting is primair gericht op het inzicht geven in de financiële positie van de gemeente. Hierbij worden de volgende onderwerpen behandeld: reserves voorzieningen investeringen Tevens is in dit onderdeel een specificatie opgenomen van de te verstrekken subsidies. Ook wordt inzicht gegeven in het zogenaamde EMU-saldo.
5.1. Grondslagen Voor de begroting 2015 zijn de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd: Omschrijving
Grondslag
Lonen en sociale lasten
2%
Prijzen
1,25%
Algemene uitkering
septembercirculaire 2014
Onroerendzaakbelasting
1,25%
Overige lokale heffingen: - Afvalstoffenheffing - Overig
-0,7 1,25
Tarieven
kostendekkend
Omslagrente
4,5%
Aantal inwoners
158.984
Aantal woningen (excl. recreatie)
72.140
5.2. Overzicht baten en lasten Hieronder is het totaaloverzicht van alle lasten, baten, dotaties en onttrekkingen opgenomen. Hieruit blijkt dat zowel de begroting 2015 als de ramingen voor de drie jaren daarna sluitend zijn. Onder de kop 'Wat mag het kosten?' in elk programma is een overzicht van de baten en lasten op themaniveau opgenomen. Voor een toelichting wordt hiernaar verwezen. De dotaties en onttrekkingen aan de reserves worden verder in dit hoofdstuk en de bijlagen gespecificeerd.
blz. 132 (van 185)
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 2015
Versterken economie
219.271
209.326
204.635
196.234
194.664
193.603
Duurzame leefomgeving
188.132
206.187
162.668
140.276
138.452
139.488
83.316
84.626
183.855
182.956
182.276
181.589
Dienstverlening en financieel beleid
126.017
138.683
133.498
128.630
131.797
129.501
Totaal Lasten
616.737
638.823
684.655
648.095
647.189
644.181
Versterken economie
182.717
175.904
117.466
114.518
114.506
114.506
Duurzame leefomgeving
107.211
132.272
92.031
70.895
70.384
71.842
8.464
5.934
4.987
4.987
4.987
4.987
Dienstverlening en financieel beleid
325.844
317.832
457.105
457.202
458.032
457.342
Totaal Baten
624.235
631.940
671.588
647.603
647.909
648.677
Saldo van baten en lasten
-7.499
6.883
13.067
492
-721
-4.496
Storting Reserves
68.414
34.109
29.937
18.594
24.708
22.530
Onttrekking reserves
62.998
40.992
43.005
19.086
23.987
18.034
Resultaat
-2.081
0
0
0
0
0
Maatschappelijke ondersteuning
Maatschappelijke ondersteuning
Onderstaand wordt een beeld gegeven van de algemene dekkingsmiddelen: Algemene dekkingsmiddelen (bedragen x 1.000 euro)
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
37.518
38.299
39.149
39.149
39.149
39.149
Hondenbelasting
794
810
910
910
910
910
Precariobelasting
226
255
255
255
255
255
Reclamebelasting
184
185
152
152
152
152
38.722
39.549
40.466
40.466
40.466
40.466
192.623
194.487
341.539
343.321
345.336
345.985
1.177
983
893
693
806
806
12.262
11.249
8.415
7.856
6.5737
5.164
244.784
246.235
391.314
392.337
393.145
392.421
OZB
Subtotaal Algemene uitkering Dividenden Saldo financieringsruimte Saldo
Voor het begrotingsjaar 2015 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot: Programma
2015 Baten
Versterken economie Maatschappelijke
55.700
2016
Lasten 635.700
Baten 55.700
Lasten 63.200
20.000
blz. 133 (van 185)
2017 Baten Lasten
2018 Baten Lasten
ondersteuning Duurzame leefomgeving
250.000
Dienstverlening en financieel beleid Totaal
250.000
4.695.000 55.700 5.350.700
55.700 313.200
215.000
2.465.000
465.000
2.465.000
5.3. Uiteenzetting financiële positie Deze paragraaf bevat een uiteenzetting van de financiële positie met een aantal nadere specificaties van met een aantal nadere specificaties van met name onderwerpen die hierbij van belang zijn: reserves voorzieningen investeringen te verstrekken subsidies Voor een nader inzicht in de (meerjarige) budgettaire ruimte en de aannames die hieraan ten grondslag liggen, wordt verwezen naar het hoofdstuk "Financieel Middelenkader" van deze begroting. Verloopoverzicht reserves Programma Bedragen * 1.000 Euro
Stand 31-122014
Rentetoevoegingen 2015
Stortingen 2015
Onttrekkingen 2015
Eindstand 2015
Eindstand 2016
Eindstand 2017
Eindstand 2018
Dienstverlening en financieel beleid
72.406
1.198
28.042
36.053
65.592
66.943
67.319
71.887
Duurzame leefomgeving
24.326
10
1.451
7.223
18.564
16.573
16.808
16.608
Maatschappelijke ondersteuning
2.053
13
390
811
1.645
1.715
1.852
2.009
Versterken economie
1.082
10
0
93
998
915
887
858
99.866
1.230
29.883
44.181
86.799
86.145
86.866
91.362
Totaal
Als gevolg van afronding op duizendtallen kunnen kleine verschillen in de totaaltelling voorkomen. In een bijlage is een specificatie opgenomen van de reserves naar programma's en worden de belangrijkste reserves toegelicht. Dit verloopoverzicht is van een kolom voorzien waarin de indeling naar soort reserve conform de verslaggeving voorschriften is opgenomen (ALG: Algemene reserve, BR: bestemmingsreserve met extra uitsplitsing voor bestemmingsreserves Kapitaallasten, bestemmingsreserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Tarief en BR OV)). Hieronder treft u een totaaloverzicht aan. Soort Reserve
Stand 31-122014
Rentetoevoegingen 2015
Stortingen 2015
Onttrekkingen 2015
Eindstand 2015
Eindstand 2016
Eindstand 2017
Eindstand 2018
31.184
38.469
Algemene Reserve Algemene Reserves
24.110
-756
11.752
blz. 134 (van 185)
11.303
23.803
28.106
Subtotaal
24.110
-756
11.752
11.303
23.803
28.106
31.184
38.469
- Egalisatie
13.247
259
584
981
13.110
13.000
13.499
13.122
- Kapitaallasten
35.763
1.381
8.982
14.923
31.203
27.459
24.577
22.587
- Overige
26.746
346
8.565
16.974
18.683
17.580
17.606
17.185
75.757
1.986
18.131
32.878
62.996
58.040
55.682
52.893
99.866
1.230
29.883
44.181
86.799
86.145
86.866
91.362
Bestemmingsreserve
Subtotaal Totaal - Generaal
Als gevolg van afronding op duizendtallen kunnen kleine verschillen in de totaaltelling voorkomen. Tarief egalisatiereserves zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De reserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid. Verloopoverzicht voorzieningen Programma Bedragen * 1000 Euro Dienstverlening en financieel beleid
Stand 31-122014
Bestedingen Stortingen Eindstand Eindstand Eindstand Eindstand 2015 2015 2015 2016 2017 2018
23.498
4.204
4.302
23.596
23.819
25.607
26.118
Duurzame leefomgeving
3.481
1.524
551
2.508
2.553
2.739
2.211
Versterken economie
1.034
110
0
924
789
629
432
28.013
5.838
4.852
27.028
27.161
28.974
28.761
Totaal
Als gevolg van afronding op duizendtallen kunnen kleine verschillen in de totaaltelling voorkomen. Voor een nadere specificatie per voorziening wordt verwezen naar de "Staat van Voorzieningen" die is opgenomen in de Bijlagen. Investeringen In onderstaand overzicht zijn per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen opgenomen voor de jaren 2015 tot en met 2018. Deze zijn ingedeeld in: Investeringen met economisch nut. Hiervan is sprake indien de investering leidt oto een goed dat in de markt verhandelbaar is (gebouwen, auto's) of waarmee middelen worden gegenereerd (riolering). Investeringen met maatschappelijk nut. Dit betreft investeringen in de openbare ruimte die maatschappelijk nut genereren maar niet verhandelbaar zijn zoals wegen en openbare verlichting. Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van de programmabegroting alle opgenomen investeringen worden goedgekeurd. Voor de omvangrijke investeringsplannen, zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit worden separate voorstellen gedaan.
blz. 135 (van 185)
Investeringsoverzicht per programma 2015-2018 Programma (x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Economisch nut
Mobiliteitsplan
5.439
2.468
2.170
2.020
Investeringsfonds DCW
160
5.599
2.468
2.170
2.020
Riolering
17.532
7.722
9.480
15.559
Onderhoud Enschede
661
Parkeerbedrijf
4.500
500
Stadsweide
8.660
3.000
Openbare verlichting
746
746
746
746
Beheer wegen
2.175
2.175
2.175
2.175
34.274
14.143
12.401
18.480
180
-
-
-
ICT
4.923
4.433
3.946
3.897
Huisvesting & services
100
1.293
417
280
Vastgoedbedrijf
1.500
1.500
1.500
1.500
Onderwijshuisvesting
5.000
5.000
5.000
6.000
Sport
665
1.522
1.262
1.324
12.188
13.748
12.125
13.001
49.320
27.438
23.775
27.659
2.921
2.921
2.921
2.921
Maatschappelijk nut
Totaal Versterken economie Economisch nut
Maatschappelijk nut
Totaal Duurzame leefomgeving Economisch nut
Vervanging camera's
180
Maatschappelijk nut
Totaal Maatschappelijke ondersteuning Economisch nut
Maatschappelijk nut Totaal Dienstverlening en financieel beleid
Totaal investeringen - economisch nut Totaal investeringen - maatschappelijk nut
Met het vaststellen van deze begroting wordt de raad gevraagd in te stemmen met de vervangingsinvesteringen volgens de jaarschijf 2015. In de bijlagen is hiervan een specificatie opgenomen. Daarnaast is in de bijlage een actueel overzicht opgenomen van de lopende investeringskredieten.
blz. 136 (van 185)
Subsidies Gesubsidieerde instellingen Bij subsidies aan (maatschappelijke) instellingen is sprake van een financieel belang van de gemeente: we willen wel weten of de door ons verstrekte subsidies doelmatig worden besteed en of we hierbij nog risico’s lopen, in die zin dat de gesubsidieerde instelling een aanvullend beroep op de gemeente moet doen. Bij de (definitieve) vaststelling van subsidies wordt altijd gekeken in hoeverre een instelling heeft voldaan aan de subsidieverplichtingen. Daarbij vindt zowel een inhoudelijke als een financiële toets plaats. Bij grotere instellingen wordt doorgaans ook tijdens de subsidieperiode de vinger aan de pols gehouden door tussentijdse gesprekken en door de beoordeling van de verplichte tussentijdse managementrapportage. Subsidies worden achteraf verantwoord, en pas daarna definitief vastgesteld. Dat kan ertoe leiden dat we een subsidie lager vaststellen omdat wij niet akkoord gaan met de verantwoording.
Subsidieplafonds 2015 “Onder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift” (Artikel 4:22 van de Awb). Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat een subsidieregeling een openeinde karakter heeft. Hieronder volgt een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2015 geldende subsidieplafonds. Subsidieverordening
Subsidieplafond 2015
Subsidieverordening amateurkunst 2008 - Muziekverenigingen
102.000
- Drum- en showbands
47.000
- Zangverenigingen
69.000
- Operetteverenigingen
13.000
- Dansverenigingen
14.000
- Toneelverenigingen
7.000
- Overige verenigingen en orkesten
14.000
Subsidieverordening culturele activiteiten 2014
692.000
Subsidieverordening sport
898.000
Subsidieverordening vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk Enschede
52.000
Voor de subsidieverordening culturele activiteiten geldt dat de budgetten voor stimulering amateurkunstbeoefening, studentenzaken, verordening presentaties beeldende kunst, culturele activiteiten en specifieke evenementen in één verordening zijn samengevoegd. Ze zijn nog wel als aparte hoofdstukken benoemd. Met uitzondering van evenementen zijn de budgetten echter onderling uitwisselbaar en flexibel inzetbaar. Hieronder is per programma een overzicht opgenomen van de subsidies die worden verstrekt (bedragen in hele euro's). Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in de bijlagen.
blz. 137 (van 185)
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
7.528
7.592
3.685
Duurzame leefomgeving
19.645
19.964
19.890
Maatschappelijke ondersteuning
28.906
27.386
64.863
Totaal
56.078
54.942
88.439
Programma
Bedragen * 1000 euro
Versterken economie
EMU-saldo In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de wet Houdbare overheidsfinanciën. Voor 2015 bedraagt de norm voor de gezamenlijke gemeenten 0,34%. De totale norm wordt verdeeld in referentiewaarden over alle gemeenten. In de onderstaande tabel is te zien dat Enschede niet binnen de referentiewaarde van 26,1 miljoen euro voor 2015 blijft. Dit heeft geen gevolgen voor de gemeente aangezien door het rijk beoordeeld wordt of op macro-niveau, zijnde het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten, de norm niet wordt overschreden. Bij een overschrijding krijgen de gemeenten een aanwijzing dat zij binnen een bepaalde periode maatregelen moeten nemen om weer binnen de norm te komen. Omschrijving (bedragen in € 1.000)
2014
2015
2016
Exploitatiesaldo voor toevoeging c.q. onttrekking reserves
-6.883
13.067
-492
Afschrijving ten laste van exploitatie
27.534
28.600
29.728
4.461
4.482
4.972
43.964
52.241
30359
Ontvangen bijdragen op investeringsuitgaven van derden
-
30
-
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
-
-
-
Te verwachten boekwinst op desinvesteringen
-
-
-
18.016
-8.988
-4.804
9.743
13.668
10.744
-1.741
-1.524
-517
Betalingen die niet via de exploitatie lopen en rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht
-
-
-
Betalingen die niet vallen onder één van de bovenstaande posten
-
-
-
Boekwinst verkoop deelnemingen en aandelen
-
-
-
28.866
28.669
9.273
Dotaties aan voorzieningen Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
Uitgaven aan aankoop van grond, de uitgaven van bouw- en woonrijp maken Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Te verwachten boekwinst op grondverkopen Betalingen (onttrekkingen) ten laste van voorzieningen
Berekend EMU-saldo
blz. 138 (van 185)
6. Bijlagen 6.1. Incidentele baten en lasten A. Incidentele baten en lasten Programma Product
Toelichting/ omschrijving
2015 Baten
Versterken economische structuur
Binnenstadsdistributie
30.000
Algemene bijstand levensonderhoud
Ontwikkelplan MAU
Arbeidsmarktparticipatie
Handhaving Inburgering
2015 Lasten
2016 Baten
2016 Lasten
2017 Baten
2017 Lasten
2018 Baten
2018 Lasten
Versterken economie 30.000
7.500
7.500
55.700
55.700
550.000 55.700
55.700
Maatschappelijke ondersteuning Inkomensondersteuning_bijzondere inkomensvoorziening
Kledingbank
20.000
Duurzame leefomgeving Locatieontwikkeling
Actieprogramma binnenstad
250.000
250.000
Dienstverlening en financieel beleid Interne Dienstverlening
Flankerend Beleid
3.500.000
Verkiezingen
Organisatiekosten verkiezingen
195.000
Infrastructuur ADT
Aanleg infrastructuur
Totaal
215.000
215.000
1.000.000 85.700
5.350.700
2.250.000 63.200
313.200
0
465.000
0
Toelichting Programma Versterken economie Versterken economische structuur Deze bedragen hebben betrekking op de door de Regio Twente toegekende subsidie ten behoeve van de uitvoering van het pilot “Binnenstadservice Enschede”. Deze middelen worden ingezet voor onderzoek en exploitatie van en naar binnenstaddistributie in de Enschedese binnenstad. Algemene bijstand levensonderhoud Incidentele uitgaven voor de implementatie van het ontwikkelplan MAU dat met het Rijk is afgesproken. Arbeidsmarktparticipatie Voor de handhaving van de inburgeringsplicht zijn via de decembercirculaire 2013 van het gemeentefonds middelen aan de gemeente beschikbaar gesteld. Deze middelen worden door de gemeente over een periode van drie jaar ingezet voor de uitvoering van de handhaving. Programma Maatschappelijke ondersteuning Inkomensondersteuning Conform de motie uit de Raad bij de behandeling van de Programmabegroting 2013-2016 wordt tot en met 2015 20.000 euro beschikbaar gesteld voor huisvesting van de Kledingbank.
blz. 139 (van 185)
2.465.000
Programma Duurzame leefomgeving Locatieontwikkeling Voor het actieprogrammabinnenstad wordt een tijdelijke impuls gegeven ter vergroting van de aantrekkingskracht van de binnenstad van Enschede. Programma Dienstverlening en financieel beleid Interne Dienstverlening Voor de CFO-opgave is een budget voor flankerend beleid gevormd. Dit budget is bedoeld om de personele mobiliteit, die leidt tot invulling van bezuinigingen, te ondersteunen. In de Meerjarenbegroting 2014-2017 was voor 2015 reeds een bedrag van 2 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor 2015 wordt 1,5 miljoen euro aanvullend budget beschikbaar gesteld, zodat er incidenteel 3,5 miljoen beschikbaar is. Verkiezingen Voor de organisatie van de diverse verkiezingen zijn de benodigde budgetten opgenomen. Infrastructuur ADT Bij de ontwikkelingsplannen van het ADT is voor 3,2 miljoen euro rekening gehouden met kosten voor aanleg van de infrastructuur. B. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Programma Bedragen * 1.000 Euro
Product
Dienstverlening en financieel beleid
ICT
Dienstverlening en financieel beleid
Onttrek- Stortin- Onttrek- Stortin- Onttrek- Stortin- Onttrek- Stortinkingen gen kingen gen kingen gen kingen gen 2015 2015 2016 2016 2017 2017 2018 2018 4.189
4.272
4.184
4.265
4.440
4.267
4.546
4.267
H&S
911
954
897
954
905
954
915
954
Dienstverlening en financieel beleid
VBE
5.159
1.670
4.799
1.670
4.458
1.670
4.047
1.670
Duurzame leefomgeving
Rioleringen
387
-26
239
-44
1.592
-44
1.170
-44
Duurzame leefomgeving
Afvalstoffenheffing
333
0
333
0
333
2.000
0
0
Duurzame leefomgeving
Parkeerbedrijf
340
610
299
547
521
729
403
981
Duurzame leefomgeving
Grondbedrijf
171
174
168
168
165
978
745
2.393
11.491
7.653
10.919
7.561
12.414
10.553
11.827
10.222
Saldo mutatie structureel
3.838
3.358
1.861
1.605
6.2. Staat van reserves Omschrijving
Stand 31-122014
Rentetoevoegingen 2015
Stortingen 2015
Onttrekkingen 2015
Eindstand 2015
Eindstand 2016
Eindstand 2017
Eindstand 2018
Dienstverlening en financieel beleid Algemene reserve
Alg
27.103
-486
9.846
9.399
27.063
31.649
34.210
40.058
Egalisatieres kaplst Scholingsboul
BR
7.565
188
17
1.628
6.143
4.738
3.351
1.982
blz. 140 (van 185)
Kap Egalisatiereserve onderwijshuisvest.
BR Kap
1.208
43
1.179
1.832
598
441
766
1.617
Flankerend beleid
Alg
0
0
1.733
1.733
0
0
0
0
Gemeente brede software DV* en vervanging IC
BR Kap
1.710
24
3.259
3.296
1.698
1.828
1.853
1.809
H&S / Leegstandsreserve
BR Ov
585
9
331
300
625
665
706
747
H&S / Werkplekinrichting
BR Kap
641
10
623
611
663
701
729
747
IM / Gem.brede software
BR Kap
363
5
1.013
893
487
468
298
88
Incidenteel middelenkader
BR Ov
1.272
0
0
0
1.272
572
572
572
Innovatiebudget
BR Ov
3.733
0
2.000
4.200
1.533
1.533
1.533
1.533
Invest. ext. activiteiten
BR Kap
295
5
0
138
162
58
59
60
Majeure investeringsopgaven
BR Ov
3.616
291
5.541
4.900
4.548
5.801
6.611
7.454
Nog uit te voeren werkzaamheden
BR Ov
2
0
0
0
2
2
2
2
PD Digitaal Archief
BR Ov
4
0
0
0
4
4
4
4
Rekeningresultaat lopend jaar
BR Ov
0
0
0
0
0
0
0
0
Res egalisatie kaplast Brede Scholen
BR Kap
526
13
500
612
428
335
251
178
Reserve Nationaal Uitv.Programma
BR Ov
930
0
0
925
5
5
5
5
Reserve kapitaallasten
BR Kap
653
0
4
4
652
517
381
246
Suppletie-uitkering
BR Ov
0
0
0
0
0
0
0
0
Vastgoed
BR Kap
18.773
944
1.670
5.159
16.227
13.889
11.760
9.932
Vervangingsinvestering sport
BR Kap
3.426
151
327
423
3.482
3.736
4.227
4.853
72.406
1.198
28.042
36.053
65.592
66.943
67.319
71.887
Totaal Dienstverlening en financieel beleid
Duurzame leefomgeving Egalisatiereserve riolering
BR Egal
7.742
110
-26
307
7.519
7.344
5.812
4.680
Gronduitgifte
BR Ov
1.974
0
0
0
1.974
1.974
1.974
1.974
Herstel opgebroken bestrating
BR Ov
320
0
0
80
240
240
240
240
Landinrichting
BR Ov
609
0
0
254
355
355
355
355
Onderhoud havens
BR Ov
904
9
0
0
912
921
930
939
blz. 141 (van 185)
Reserve Muziekfonds
BR Ov
Reserve egalisatie afvalstoffenheffi BR Egal
91
7
0
0
97
105
112
121
2.842
39
0
333
2.547
2.254
3.961
4.017
Reserve grondexploitatie
Alg
-2.993
-270
174
171
-3.260
-3.543
-3.027
-1.589
Reserve mobiliteit
BR Ov
9.655
0
693
5.590
4.759
3.283
2.620
1.485
Reserve parkeren
BR Egal
2.664
110
610
340
3.043
3.403
3.726
4.426
Reserve rente jaarl. bijdr. BWS
BR Ov
281
0
0
98
183
90
3
-93
Reserve rentebaten PBR
BR Ov
35
1
0
0
37
38
39
41
Reserve stadsverfraaiing
BR Ov
204
4
0
50
158
111
63
14
24.326
10
1.451
7.223
18.564
16.573
16.808
16.608
Totaal Duurzame leefomgeving
Maatschappelijke ondersteuning Gezond Meedoen convenant Menzis
BR Ov
400
0
0
0
400
400
400
400
Res egalisatie kap. lasten Zwembaden
BR Kap
602
-3
390
327
663
748
901
1.075
Reserve Maatschap.opvang.verslav.
BR Ov
157
0
0
0
157
157
157
157
Reserve Vrouwenopvang
BR Ov
167
0
0
75
92
92
92
92
Reserve WMO
BR Ov
501
0
0
380
121
121
121
121
Reserve gemeent. sociale huisvesting
BR Ov
225
16
0
30
212
197
181
164
Totaal Maatschappelijke ondersteuning
2.053
13
390
811
1.645
1.715
1.852
2.009
Versterken economie Dienstreserve DCW
BR Ov
271
0
0
0
271
271
271
271
Handhaving inburgering
BR Ov
111
0
0
56
56
0
0
0
Reserve egal exploitresult bedr.verz
BR Ov
699
10
0
37
671
644
615
587
1.082
10
0
93
998
915
887
858
99.866
1.230
29.883
44.181
86.799
86.145
86.866
91.362
Totaal Versterken economie Totaal - Generaal
Toelichting op de reserves Hieronder worden per programma de belangrijkste reserves toegelicht. Thema
Reserve
Doelstelling
Dienstverlening en Financieel beleid
Algemene reserve
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Enschede is opgenomen in de algemene reserve. Het weerstandsvermogen
blz. 142 (van 185)
betreft de mate waarin risico’s met substantiële (niet begrote) financiële gevolgen opgevangen kunnen worden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zie de paragraaf Weerstandsvermogen. Egalisatiereserve kapitaallasten Scholingsboulevard
Deze reserve is bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen. Indien de kapitaallasten lager dan wel hoger zijn dan het daarvoor beschikbare budget wordt gedoteerd dan wel onttrokken aan deze egalisatiereserves.
Gemeentebrede software DV en vervanging IC
Reserve is bestemd voor de dekking van kapitaallasten die voortkomen uit de vervangingsinvesteringen voor ICT werkplekmiddelen en hardware en de kosten voor licenties van besturingssoftware.
H&S Leegstandsreserve
Reserve wordt aangewend om de financiële gevolgen van niet verhuurde m2 van ambtelijke huisvesting op te vangen.
H&S Werkplekinrichting
Reserve is bestemd voor de dekking van kapitaallasten die voortkomen uit de investeringen voor de werkplekinrichting.
IM Gemeentebrede software
Reserve is bestemd voor de dekking van de kapitaallasten die voortkomen uit de vervanging van software voor applicaties.
Reserve incidenteel middelenkader
Middelen ter beschikking gesteld uit de PB 20102013. Hieronder valt o.a de reserve IZA ten behoeve van de bevordering mobiliteit.
Reserve Innovatiebudget
Reserve om het actieprogramma innovatie te bekostigen.
Reserve investering externe activiteiten
Doel van deze reserve is tweeërlei, aan de ene kant het mogelijk maken om te blijven investeren in het product om het op de markt te houden. Aan de andere kant dient de reserve als egalisatie als gevolg van schommelende inkomsten en uitgaven.
Reserve majeure investeringsopgaven
Dit zijn reserveringen ten behoeve van de door de raad aangewezen majeure stedelijke investeringsopgaven.
Reserve Nog uit te voeren werkzaamheden
Betreft nog uit te voeren werkzaamheden ihkv beheer wegen en monumenten.
Reserve PD Digitaal Archief
Doel is het digitaliseren van het bouwarchief. Dit moet leiden tot een reductie van de fysieke archiefruimte en een lagere personele inzet.
Reserve egalisatie kapitaallasten Brede Scholen
Deze reserve is bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen. Indien de kapitaallasten lager dan wel hoger zijn dan het daarvoor beschikbare budget wordt gedoteerd dan wel onttrokken aan deze egalisatiereserves.
Reserve kapitaalslasten
De reserve is ingesteld om vrijvallende kapitaallasten te reserveren en om schommelingen in werkelijke kapitaallasten op te vangen.
blz. 143 (van 185)
Versterken economie
Reserve Vastgoed
De reserve Vastgoed is bedoeld als buffer om de vermogensrisico’s en (tijdelijke) exploitatietekorten van het gemeentelijk vastgoed op te vangen.
Reserve vervangingsinvestering sport
Deze reserve is bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen. Indien de kapitaallasten lager dan wel hoger zijn dan het daarvoor beschikbare budget wordt gedoteerd dan wel onttrokken aan deze egalisatiereserves.
Dienstreserve DCW
Reserve bestemd om niet voorziene kosten aan het pand Kuipersdijk op te vangen.
Reserve egalisatie Reserve om eventuele tekorten in de exploitatie exploitatieresultaat van de bedrijfsverzamelgebouwen op te vangen. bedrijfsverzamelgebouwen
Duurzame leefomgeving
Egalisatiereserve riolering
Reserve ter egalisatie van de opbrengsten en kosten betreffende rioleringen ten einde fluctuaties in de tarieven aan de burger te reduceren.
Reserve gronduitgifte
Deze is bedoeld meer maatwerk te kunnen leveren bij de uitgifte van grond voor bedrijventerreinen, kantoren en wonen. Dit om de verkoop te stimuleren. Deze reserve is ingesteld bij de vaststelling van de nota grondprijsbeleid op 16-12-2013.
Reserve herstel opgebroken bestrating
Reserve om de verschillen in de kosten en opbrengsten van partijen die toestemming krijgen om in gemeentelijke straten en wegen werkzaamheden te verrichten (bijvoorbeeld bekabelaars) op te vangen.
Reserve landinrichting
Reserve bedoeld voor de financiering van het project Landinrichting.
Reserve onderhoud havens
Middelen gereserveerd voor onderhoud haven (baggeren en oevervoorzieningen) voor het project Masterplan Havengebied. Uitvoeringskrediet is in december 2010 door de Raad vastgesteld.
Reserve muziekfonds
Uit de reserve - die voortkomt uit een particuliere gift - kunnen bijdragen worden gedaan in de kosten van opvoeringen op muzikaal gebied. Bijvoorbeeld bijzondere orkest- of operavoorstellingen.
Reserve egalisatie afvalstoffenheffing
Reserve ter egalisatie van de opbrengsten en kosten betreffende afvalstoffenheffing ten einde fluctuaties in de tarieven te reduceren.
Reserve grondexploitatie
Buffer ten behoeve van het egaliseren van zowel positieve als negatieve resultaten op de exploitatie van gronden. Het verloop van deze reserve wijzigt als gevolg van de actualisatie van de grondcomplexen in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG). Zie paragraaf grondbeleid.
blz. 144 (van 185)
Reserve mobiliteit
Reserve bedoeld ter egalisatie van de opbrengsten en kosten betreffende mobiliteitsprojecten.
Reserve parkeren
Deze reserve van het parkeerbedrijf bestaat uit een drietal deelreserves, die bij besluit van de Raad (PB 2011-2014) zijn samengevoegd:
de reserve Egalisatie Risico's Parkeergarage ingesteld ten behoeve van het opvangen van de aanloopverliezen van de H.J. van Heekgarage. De exploitatieresultaten worden afgewikkeld via deze egalisatiereserve; de reserve Parkeergarage, ingesteld ten behoeve van het afdekken van de reserve egalisatie risico's parkeergarage; de bestemmingsreserve Parkeren Roombeek. Hierin is de afkoopsom, voor een periode van 15 jaren, gestort voor de jaarlijkse kosten voor invoering, beheer, exploitatie en parkeerregulering in Roombeek door PBE en het beheer, de exploitatie en het onderhoud van de parkeergarage de Brouwerij.
Maatschappelijke ondersteuning
Reserve rente jaarlijkse bijdrage BWS
Reserve bedoeld ter afwikkeling van de regeling Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
Reserve rentebaten PBR
Betreft rentebaten op het door het Rijk ineens uitgekeerde kapitaal ten behoeve van de wederopbouw Roombeek. Bedragen zullen onttrokken worden ten behoeve van Twentse Welle, Tetem2 en Op de Brouwerij.
Reserve stadsverfraaiing
uit de reserve kunnen bijdragen worden geput voor het realiseren van kunstopdrachten al dan niet geïntegreerd in of op een gebouw of bouwwerk. Het gaat in deze periode nog om twee kunstwerken op het Wilminkplein en op het Koningsplein. Daarnaast is de reserve een achtervang voor grootschalig onderhoud van bestaande kunstwerken (calamiteiten).
Reserve egalisatie Het programma kent een egalisatiereserve voor kapitaallasten Zwembaden kapitaallasten. Deze is bedoeld om schommelingen in de exploitatie op te vangen. Indien de kapitaallasten lager dan wel hoger zijn dan het daarvoor beschikbare budget wordt gedoteerd dan wel onttrokken aan deze egalisatiereserve. Reserve maatschappelijke
Reserve is bedoeld om jaarlijkse fluctuaties in de
blz. 145 (van 185)
opvang en verslavingszorg baten en lasten van de maatschappelijke opvang te egaliseren. Eventuele beschikbare middelen worden regionaal ingezet. Reserve vrouwenopvang
Reserve is bedoeld om jaarlijkse fluctuaties in de baten en lasten van de vrouwenopvang te egaliseren. Eventuele beschikbare middelen worden regionaal ingezet.
Reserve WMO
De reserve wordt ingezet ter dekking van lasten die samenhangen met de decentralisatie van de ABWZ begeleiding, Jeugdzorg en CJG.
Reserve gemeentelijke sociale huisvesting
Reserve is gevormd uit een schenking en is bedoeld voor financiële hulp bij huisvestingsproblemen
6.3. Staat van voorzieningen Bedragen * 1000 Euro
Stand 31-122014
Bestedingen Stortingen Eindstand Eindstand Eindstand Eindstand 2015 2015 2015 2016 2017 2018
Dienstverlening en financieel beleid Voorziening fisc en jurid procedures
-1
0
0
-1
-1
-1
-1
1
0
0
1
1
1
1
Voorziening ADT
6.251
0
284
6.535
6.833
7.144
7.456
Voorziening RBT
3.445
0
340
3.785
4.139
4.495
4.851
Voorziening GEM Zuiderval
7.300
0
0
7.300
7.300
7.300
7.300
31
0
0
31
31
31
31
3.599
0
520
4.119
4.639
5.159
5.679
Vrz. personeel
592
214
0
379
134
49
79
H&S vrz. onderhoud
911
736
210
385
271
327
130
1.091
3.254
2.944
781
233
857
344
Voorz. gr.onderh. atl.baan Wesselerh
43
0
5
48
5
9
14
BOS-Gezond bewegen door jeugd
85
0
0
85
85
85
85
BOS-Kom in beweging voor jezelf
150
0
0
150
150
150
150
23.498
4.204
4.302
23.596
23.819
25.607
26.118
Voorz huisvesting Twente Milieu
1.724
0
0
1.724
1.724
1.724
1.724
Onderhoud parkeergarages
1.308
1.506
551
353
398
583
56
78
18
0
60
60
60
60
Vrz. mobiliteit medewerkers
Vrz. fac. crisibeheer Vrz. oud wethouders (pensioen)
Voorziening Onderhoud VBE
Totaal Dienstverlening en financieel beleid
Duurzame leefomgeving
Voorziening ISV II BDU fysiek BWS soc hr/kp won/IGV
0
0
0
0
0
0
0
Voorz Grondwatermonitoring
244
0
0
244
244
244
244
Voorz Afdek WW-Risico tijd amb OE
126
0
0
126
126
126
126
3.481
1.524
551
2.508
2.553
2.739
2.211
Totaal Duurzame leefomgeving
blz. 146 (van 185)
Versterken economie Voorziening ISV II BDU economie
4
0
0
4
4
4
4
Voorz. integraal arbeidsmarktbeleid
0
0
0
0
0
0
0
Voorz. inburgering educatiecomponent
0
0
0
0
0
0
0
Voorziening WWB-Werkdeel
268
60
0
208
148
88
28
Voorziening BF Economie &Werk
300
0
0
300
300
300
300
Voorz DCW
463
50
0
413
338
238
101
1.034
110
0
924
789
629
432
28.013
5.838
4.852
27.028
27.161
28.974
28.761
Totaal Versterken economie Totaal
Toelichting voorzieningen Hieronder worden de belangrijkste voorzieningen per programma toegelicht. Thema
Voorziening
Doelstelling
Dienstverlening en financieel beleid
Voorziening ADT
Voorziening om de tekorten volgens de grondexploitatie gebiedsontwikkeling luchthaven Twente af te dekken.
Voorziening oud wethouders
Op basis van de wet APPA (Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers) hebben politieke ambtsdragers recht op verschillende pensioenregelingen. De hieruit op termijn voortvloeiende financiële verplichtingen voor de gemeente worden in deze twee voorzieningen tot uitdrukking gebracht. Jaarlijks worden de toekomstige verplichtingen herrekend en eventuele toevoegingen of onttrekkingen die hiervan het resultaat zijn, worden bij de jaarrekening inzichtelijk gemaakt.
Voorziening personeel
Uit deze voorziening worden de FPU-kosten, WWkosten en kosten die voortvloeien uit overige personele regelingen vergoedt.
H&S voorziening onderhoud
Voorziening ter dekking van de kosten voor het uitvoeren van regulier binnenonderhoud van de gebouwen waar gemeentelijk personeel is gehuisvest. Onttrekkingen uit deze voorziening geschiedt op basis van werkelijk gemaakte kosten, toevoeging van middelen op basis van een berekening voor toekomstig verwacht onderhoud.
Voorziening onderhoud VBE
De kosten van planmatig onderhoud worden bekostigd uit deze voorziening. De mutaties in de onderhoudsvoorziening zijn gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplanning.
Voorziening groot onderhoud atletiekbaan Wesselerbrink
Bedoeld ter egalisatie van kosten van (groot) onderhoud aan de atletiekbaan Wesselerbrink.
Voorziening BOSgezond bewegen door jeugd
Door de sterke groei van het aantal leden van de sportverenigingen was het budget niet meer toereikend. In de integrale afweging in april 2008 is
blz. 147 (van 185)
besloten dit knelpunt tot en met 2011 af te dekken. Omdat het ledental nog steeds licht groeit is deze voorziening in 2012 en 2013 ingezet om deze groei op te vangen. In 2013 is door de Raad besloten om het subsidiestelsel met ingang van 1 januari 2014 te herzien. Met deze herziening is er binnen het product sport een bezuiniging uit de programmabegroting gerealiseerd. Om deze bezuiniging en herziening te realiseren wordt deze voorziening in 2014 ingezet.
Versterken economie
Voorziening BOS-Kom in beweging voor jezelf
De kosten van het actieplan vitale sportvereniging (MIO) worden hieruit bekostigd. Daarnaast fungeert de voorziening als buffer voor mogelijke tegenvallers dan wel om initiatieven vanuit (partners van) het programma waar nodig aan te jagen en te stimuleren.
Voorzining WWB Wdeel
In deze voorziening bevinden zich de middelen voor afwikkeling personele lasten SDWE.
Voorziening BF Economie & Werk
Deze voorziening is getroffen om de verplichtingen voor de bovenformatieven op te vangen.
Voorziening DCW
Deze voorziening is bestemd voor de verplichting spaarverlof van de WSW werknemers.
Duurzame leefomgeving Voorziening onderhoud parkeergarages
Voorziening bedoeld ter egalisatie van de kosten voor (groot) onderhoud aan de parkeergarages programma Stedelijke Ontwikkeling.
Voorziening ISV II BDU fysiek
Voorziening bedoeld om de rijksregeling Investeringsbudget stedelijke Vernieuwing II financieel af te wikkelen.
Voorziening afdekken WW-risico tijdelijke ambtenaren OE
Voorzieningen om WW-risico af te dekken van medewerkers met een tijdelijke ambtelijke aanstelling bij Onderhoud Enschede. Storting vindt plaats vanuit de hiervoor verkregen loonkostensubsidies.
6.4. Wat mag het kosten? Onderstaande tabellen geven inzicht in de verdeling van de baten (inkomsten) en de lasten (uitgaven) van de thema's voor de jaren 2015 t/m 2018. De stortingen in (toename van) en onttrekkingen aan (afname van) de reserves spelen hierbij een belangrijke rol en zijn daarom ook inzichtelijke gemaakt in de tabel. Waar de baten en de lasten binnen één product niet aan elkaar gelijk zijn, ontstaat een resultaat. Dit resultaat kan positief of negatief zijn. Dit resultaat komt uiteindelijk ten laste of ten gunste van de algemene middelen van de gemeente Enschede. Voor uitgebreidere financiële informatie zie hoofdstuk 5 Financiële begroting en de bijlagen.
blz. 148 (van 185)
Maatschappelijke ondersteuning Bedragen x 1.000 euro Versterken burgerkracht
Begroting 2014
Begroting Raming 2016 Raming 2017 2015
Raming 2018
14.630
17.369
17.069
17.152
16.678
Specialistische jeugdhulp
0
27.556
27.161
27.031
27.031
Jeugdhulp gewongen kader
0
15.499
15.499
15.499
15.499
12.012
18.102
17.640
17.540
17.540
0
17.975
18.668
18.802
18.802
30.657
23.633
23.469
22.878
22.628
3.587
36.118
36.118
36.118
36.118
Opvangvoorzieningen
12.655
15.527
15.457
15.519
15.755
Inkomensondersteuning
11.086
12.076
11.875
11.737
11.537
Totaal Lasten
84.626
183.855
182.956
182.276
181.589
Versterken burgerkracht
518
221
221
221
221
Lichte ondersteuning en regie
906
45
45
45
45
2.942
3.144
3.144
3.144
3.144
Opvangvoorzieningen
683
693
693
693
693
Inkomensondersteuning
884
884
884
884
884
5.934
4.987
4.987
4.987
4.987
78.693
178.868
177.969
177.289
176.602
169
207
208
253
269
2.814
626
142
117
111
76.048
178.450
178.034
177.425
176.759
Lichte ondersteuning en regie WMO begeleiding WMO individuele voorzieningen Beschermd wonen
WMO individuele voorzieningen
Totaal Baten Saldo van baten en lasten Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat
Toelichting Versterken Burgerkracht Hier zijn met name de algemene voorzieningen ondergebracht. Hieronder zijn begrepen de middelen welzijnswerk (incl. opvoedondersteuning uitgevoerd door welzijnswerk), jeugdgezondheidszorg, speeltuinwerk en maatschappelijke activiteiten van sportsubsidies. De afwijking 2015 ten opzichte van 2014 betreft: Verhoging als gevolg van WMO 2015 1,3 miljoen euro te weten: o Inloop GGZ 0,6 miljoen euro o Ondersteuning mantelzorg 0,7 miljoen euro Verhoging i.v.m. overheveling Natuureducatie, vrijwilligerswerk en integratie Verlaging als gevolg van een bezuiniging Welzijnswerk van -/- 0,7 miljoen euro. Deze bezuiniging loopt op tot -/- 1,2 miljoen euro in 2018. Verhoging als gevolg van intensiveringen coalitieakkoord te weten o Impuls wijkgerichte aanpak 0,2 miljoen euro o Preventiebeleid jongeren 0,1 miljoen euro o Voorkomen maatschappelijk isolement 0,1 miljoen euro Middelen Gezond in de Stad: o Extra middelen meicirculaire Gezond in de Stad (Gids) 0,35 miljoen euro o Extra middelen septembercirculaire Gezond in de Stad (Gids) ad 0,1 miljoen euro o Taakstelling op middelen Gezond in de Stad ad -/- 0,1 miljoen euro.
blz. 149 (van 185)
Lichte ondersteuning en regie Hieronder zijn begrepen de kosten voor de wijkteams en ondersteuning. Deze worden deels bekostigd uit nieuwe integratie-uitkeringen sociaal domein (WMO 2015, Jeugdwet en beschermd wonen) en bestaan anderzijds uit reguliere middelen. Verder is ook de subsidie voor de SMD in dit product opgenomen. De afwijking 2015 ten opzichte van 2014 bestaat uit 3,0 miljoen herverdeling uitvoeringskosten, 1,7 miljoen euro cliëntondersteuning/voormalige MEE-gelden, 1,0 miljoen euro WMO 2015 en 0,1 miljoen euro sociale wijkteams. Specialistische jeugdhulp De rijksbijdrage Jeugd bedraagt 47 miljoen euro. Dit bedrag is met ingang van 2015 overgeheveld van het Rijk naar de gemeente. Daarvan is 27,6 miljoen euro bestemd voor specialistische jeugdzorg, 15,5 miljoen euro voor jeugdzorg gedwongen kader en circa 4 miljoen euro voor lichte ondersteuning en regie. Onderaan deze toelichting wordt een gedetailleerder inzicht gegeven in de bestaande en nieuwe middelen met betrekking tot jeugdhulp. Jeugdhulp gedwongen kader Hier is opgenomen de rijksbijdrage jeugd die met ingang van 2015 wordt overgeheveld van Rijk naar gemeente. WMO-begeleiding De rijksbijdrage WMO 2015 bedraagt 24,9 miljoen euro. Dit bedrag is met ingang van 2015 overgeheveld van het Rijk naar gemeente. Gecorrigeerd met de effecten van de septembercirculaire ( verlaging met 0,2 miljoen euro) is per saldo ruim 18 miljoen euro bestemd voor WMO Begeleiding. Het restantbudget (circa 6,6 miljoen euro) is toegedeeld aan de volgende producten: Inkomensondersteuning: 2,3 miljoen euro (afschaf regeling wtcg/CER) Versterken burgerkracht: 1,3 miljoen euro (inloop GGZ en ondersteuning Mantelzorg) Lichte ondersteuning en regie: 3,0 miljoen euro (o.a. cliëntondersteuning/voormalige MEE-gelden en budget sociale wijkteams) WMO Individuele voorzieningen Door rijksbezuinigingen op het budget huishoudelijke hulp (HH) en in verband met herverstrekkingen scootmobielen is het totale budget verlaagd met circa 6,5 miljoen euro. Door gerealiseerde bezuinigingen is het budget 2014 al met circa 3 miljoen euro verlaagd. Door herverdeling van uitvoeringskosten (3,5 miljoen euro) en effecten van de septembercirculaire (0,5 miljoen euro) wordt het totale budget verlaagd met circa 4 miljoen euro. Per saldo een daling van circa 7 miljoen euro. Een deel van de rijksbezuinigingen vindt plaats in de jaren 2016-2018. Beschermd Wonen Het verschil wordt volledig verklaard door de nieuwe rijksbijdrage voor Beschermd Wonen (34,7 miljoen euro). Bij beschermd Wonen gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen met een psychische aandoening (huidige ZZP GGZ categorie C). Het gaat om personen bij wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermde woonomgeving centraal staat. Enschede is hiervoor de centrumgemeente (tbv 8 regiogemeenten). Opvangvoorzieningen De decentralisatie-uitkering wordt opgehoogd met de te decentraliseren middelen uit de AWBZ (het budget dat samenhangt met de huidige AWBZ-functies begeleiding en
blz. 150 (van 185)
persoonlijke verzorging die in het verlengde wordt geboden van begeleiding, 5% van het totale budget in de AWBZ). Enschede is hiervoor de centrumgemeente. Inkomensondersteuning Het product Inkomensondersteuning is opgebouwd uit de Schuldhulpverlening, Individuele bijzondere bijstand en Bijzondere inkomensvoorzieningen. De afwijking in 2015 ten opzichte van 2014 betreft: Verhoging door toevoeging vanuit de WMO 2015 2,3 miljoen euro (afschaffen regeling wtcg/CER ) extra subsidie voor het Fonds Bijzondere Noden (intensivering coalitieakkoord 0,08 miljoen euro) middelen vanuit het gemeentefonds voor Armoede- en Schuldenbeleid (0,4 miljoen euro). Taakstelling (-/- 0,2 miljoen euro bedrijfsvoering Stadsbank) Taakstelling bundeling inkomensondersteuning (-/- 0,8 miljoen euro in 2015 oplopend naar -/- 1,4 miljoen euro in 2018). Eenmalige Koopkracht tegemoetkoming vanuit septembercirculaire 2014 ad -/- 0.9 miljoen euro. Inzicht in de budgetten Jeugd Hierna wordt een gedetailleerder inzicht gegeven in de budgetten gerelateerd aan de jeugd. De onderstaande tabel geeft eerst de huidige budgetten weer en daaronder de budgetten Jeugdhulp die wij vanaf 2015 in verband met de decentralisatie aanvullend krijgen. Budgetten Jeugd 2015 €x mln
Bestaand Jeugd Gezondheid en preventie (CJG 2,1, JGZ 3,3)
5,9
Jongerenwerk (Alifa, Halt, vrijwilligers organisaties, etc.)
2,0
Lichte ondersteuning en regie via wijkteam (huidige 5 wijkteams. Geschat aandeel jeugd is 20%)
1,2
Speeltuinwerk en -voorzieningen
1,4
Sportactivering jongeren
0,6
Kindcentra (kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
2,4
Basis brede scholen, aansluiting school-werk
1,4
leerplicht/RMC, onderwijskwaliteit
0,8
Leerlingenvervoer
2,1
Totaal bestaand
17,8
€x mln
Nieuw Veilig thuis (AMHK/Crisis)
1,9
Landelijk Transitiearrangement
1,7
Ambulante hulp vm provinciaal
11,0
Ambulante hulp vm jeugd ggz
7,8
Ambulante hulp vm jeugd awbz
5,0
blz. 151 (van 185)
Lichte ondersteuning, regie en toegangsbepaling door wijkteams
4,0
Jeugdreclassering en jeugdbescherming (incl. Pleegzorg, Voogdij)
11,7
Gesloten Jeugdzorg
3,8
Totaal nieuw
46,9
Totaal bestaand en nieuw
64,7
Toelichting op enkele onderdelen: De budgetten Centrum Jeugd en Gezin (CJG) omvatten onder meer opvoedondersteuning (Alifa), schoolgericht maatschappelijk werk, preventie. Voor een belangrijk deel ligt de besteding van deze middelen bij Stadsdeelmanagement. Jeugdgezondheidzorg (JGZ) betreft het wettelijke kader. Daaronder vallen met name de activiteiten van de GGD Regio Twente (waar onder consultatiebureau’s), preventie GGZ (Mediant, Tactus) Het bestaande budget voor lichte ondersteuning en regie betreft de huidige 5 wijkteams, inclusief subsidie aan SMD. De activiteiten betreffen met name volwassenen. Een beperkt deel betreft jongeren. Dat deel, ingeschat op 20%, is hier opgenomen. Ten aanzien van sport is alleen het sportactiveringsdeel meegenomen (loopt via subsidieverstrekking). Sportvoorzieningen (gebouwen, velden, etc.) niet. Van het nieuw over te komen budget Jeugdhulp is tevens inzicht te geven in de verhouding regionaal – lokaal en beïnvloedbaar – beperkt beïnvloedbaar. Dat wordt weergegeven in het volgende overzicht. Nieuw budget Jeugdzorg totaal (in € x mln)
46,9
Waarvan landelijke uitvoering LTA
1,7
Waarvan regionale uitvoering AMHK/Crisis
1,9
Subtotaal
3,6
Budget voor lokale uitvoering
43,3
Waarvan niet direct beïnvloedbaar: In te kopen Jeugdbescherming en Jeugdreclassering In te kopen Jeugdzorg +
11,7 3,8
Subtotaal niet direct beïnvloedbaar
15,5
Waarvan direct beïnvloedbaar en beschikbaar voor wijkteams: waarvan ondersteuning geleverd door wijkcoaches waarvan ondersteuning in te kopen (voormalig j-ggz/awbz/prov.) Resteert
4,1 23,7 27,8
Op basis van een objectief verdeelmodel worden bovengenoemde lokale inkoopbudgetten verdeeld over de 9 wijkteams. Wijkteammanagers krijgen daarmee budgetverantwoordelijkheid. Monitoring van uitputting van budgetten op wijkteamniveau wordt belangrijk. Tevens zal ingezet worden op benchmarkinstrumenten zodat het leereffect van de teams goed wordt ondersteund.
blz. 152 (van 185)
Versterken economie Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2014
Begroting Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 2015
Bedrijfsverzamelgebouwen
1.544
1.565
925
925
925
Versterken economische structuur
1.449
1.418
1.316
1.219
1.219
502
484
284
284
284
Dienstverlening aan ondernemers
1.435
1.489
1.490
1.489
1.489
Projecten economische ontwikkelingen
1.294
523
523
523
523
Verkeersinfrastructuur en beleid
9.108
9.139
6.211
5.902
6.376
106.712
109.715
106.436
106.445
106.445
Arbeidsmarktparticipatie
19.460
14.852
15.093
15.271
15.435
Uitvoering WSW
53.186
55.875
55.978
54.626
52.926
1.266
1.299
1.299
1.299
1.299
214
155
155
155
155
Kinderopvang
2.713
2.185
2.566
2.565
2.565
Leerlingenvervoer
2.248
2.107
2.137
2.137
2.137
Innovatie en ondernemerschap
Algemene bijstand levensonderhoud
Brede talentontwikkeling Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Leerplicht / RMC
8.197
3.830
1.821
1.825
1.825
209.326
204.635
196.234
194.664
193.603
902
937
937
937
937
35
35
12
0
0
171
0
0
0
0
2.281
40
40
40
40
Algemene bijstand levensonderhoud
98.755
99.054
98.139
98.139
98.139
Arbeidsmarktparticipatie
16.042
883
883
883
883
Uitvoering WSW
50.484
13.408
13.408
13.408
13.408
0
0
0
0
0
42
42
42
42
42
7.192
3.067
1.057
1.057
1.057
175.904
117.466
114.518
114.506
114.506
33.423
87.169
81.716
80.158
79.097
Storting Reserves
2.941
1.885
1.835
1.849
1.228
Onttrekking reserves
5.048
5.882
2.711
2.357
2.207
31.316
83.172
80.840
79.649
78.117
Totaal Lasten Bedrijfsverzamelgebouwen Versterken economische structuur Projecten economische ontwikkelingen Verkeersinfrastructuur en beleid
Kinderopvang Leerlingenvervoer Leerplicht / RMC Totaal Baten Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting Bedrijfsverzamelgebouwen Voor 2015 is incidenteel een bijdrage verstrekt voor het exploitatietekort van de Spinnerij van 640.000 euro. Het voornemen is de exploitatie van de bedrijfsverzamelgebouwen zo spoedig mogelijk over te dragen naar het Vastgoedbedrijf (VBE). In het onderzoek van de concentratie van de bedrijfsverzamelgebouwen naar het Vastgoedbedrijf wordt naar een passende structurele oplossing gezocht voor het opvangen van het tekort op de exploitatie van de bedrijfsverzamelgebouwen. Hiervoor is in het coalitieakkoord in 2017 3 miljoen euro beschikbaar gesteld.
blz. 153 (van 185)
Projecten economische ontwikkeling Het verschil tussen 2014 en 2015 wordt verklaard door incidentele wijzigingen die zijn verwerkt in de Concernrapportage 2014. Verkeersinfrastructuur en beleid De cijfers zijn op basis van het huidige mobiliteitsplan. De toekenning van budget voor nieuwe projecten in 2015 gebeurt op basis van separate raadsvoorstellen in de loop van het jaar, niet bij de programmabegroting. Algemene Bijstand Levensonderhoud Hieronder vallen de verstrekking van bijstandsuitkeringen en de fraudebestrijding. In de begroting hebben wij voor de Algemene Bijstand Levensonderhoud de prognose 2015 uit de voortgangsrapportage MAU 2013 opgenomen (zie tabel). Hierbij is uitgegaan van het nader voorlopig budget Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten (BUIG) van 4 juli 2014. Ook is ervan uitgegaan dat het Rijk het tekort tussen het nader voorlopig budget en de kosten van bijstandsuitkeringen, onder aftrek van het eigen risico van 5% en de resultaten van het ontwikkelplan, compenseert via de Meerjarig Aanvullende Uitkering (MAU). De MAU is gebaseerd op het huidige objectieve verdeelmodel. In 2015 treedt een nieuw model in werking. Daarnaast treedt met ingang van 2015 de Wet maatregelen WWB en de Wet hervorming kinderregelingen in werking. Onlangs heeft het ministerie SZW de gemeenten bericht over het definitieve budget 2014 en het voorlopige budget 2015 waarin rekening is gehouden met het nieuwe verdeelmodel. Over de gevolgen van deze berichtgeving wordt u apart geïnformeerd. Prognose 2015 Budget BUIG Netto uitgaven (voor maatregelen) Tekort (voor maatregelen) Effect ontwikkelplan Tekort (na maatregelen)
Eigen risico MAU 5%
84.858.281 -105.473.940 -20.615.659 5.975.977 -14.639.682
4.242.914
MAU bijdrage Rijk
10.396.768
Tekort percentage
-17,25%
Bestandsomvang per 31-12-2015
6.533
Om het tekort verder terug te dringen worden aanvullende maatregelen voorbereid. Ten behoeve van het afdekken van het hogere eigen risico MAU van 5% (was 2,5%) is het budget incidenteel met 1.870.000 euro opgehoogd. Daarnaast is voor de uitvoering van het ontwikkelplan MAU en Handhaving eenmalig 550.000 euro aan het budget toegevoegd Arbeidsmarktparticipatie Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de Rijksmiddelen voor het Participatiebudget verdeeld via een integratie-uitkering gemeentefonds in plaats van via een rijkssubsidie. Dit heeft als gevolg dat de baten voor 2015 verlaagd zijn voor de hoogte van de subsidie. Daarnaast vallen de baten en lasten lager uit door het beëindigen per ultimo 2014 van het project Arbeidsmarktoffensief, dat tot en met 2014 nog gefinancierd werd vanuit de meeneemregeling van het Participatiebudget.
blz. 154 (van 185)
Uitvoering WSW In het coalitieakkoord wordt extra ingezet op werk. De tekorten op de SW worden maximaal mogelijk buiten het Participatiebudget gehouden. De opgave is om deze tekorten binnen drie jaar zoveel mogelijk terug te dringen. Hiervoor zijn de komende jaren middelen beschikbaar gesteld: 2015: 2,95 miljoen euro, 2016: 3,05 miljoen euro en 2017: 1,7 miljoen euro. Het gebundeld participatiebudget bestaat uit de middelen voor de reïntegratie en de sociale werkvoorziening. Dit gebundelde budget gaat samen met de middelen voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg deel uitmaken als integratie-uitkering Sociaal domein en wordt overgeheveld naar het Gemeentefonds. De afbouw van de sociale werkvoorziening wordt geraamd op basis van een model van onderzoeksbureau SEO. Het lijkt dat deze raming van de uitstroom van dit model hoger is dan de door ons geschatte uitstroom uit de SW. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt De wettelijk verplichte maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs wordt met ingang van 2015 afgeschaft. Het gaat om een korting op het gemeentefonds. Kinderopvang In opdracht van het Rijk is het peuterspeelzaalwerk opgegaan in zogenaamde Kindcentra. In afwachting van verdere ontwikkelingen op dit gebied is als bezuiniging het budget 2015 incidenteel met 480.000 euro gekort. Leerlingenvervoer Als gevolg van bezuinigingen (PB2014-2015) is het budget leerlingenvervoer met ingang van 2015 structureel met 100.000 euro verlaagd. Leerplicht / RMC De specifieke uitkering Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011–2014 (OAB) is met een jaar verlengd tot en met 2015. De uitkering 2015 van 4,1 miljoen euro is echter nog niet in de begroting opgenomen omdat deze formeel nog niet beschikt is aan de gemeente Enschede. Met ingang van 2016 is de doeluitkering VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) van circa 2 miljoen euro niet meer in de begroting opgenomen omdat deze uitkering is toegekend voor de periode 2011-2015. Als gevolg van bezuinigingsmaatregelen (Keuzenota 2015-2017) is de omvang van de formatie van het team leerplicht verkleind. Het budget is vanaf 2015 structureel met 100.000 euro verlaagd. Ten behoeve van de ontwikkeling van ‘alles-in-één-scholen’ en het faciliteren van de invoering van passend onderwijs is het budget structureel opgehoogd met 400.000 euro. Duurzame Leefomgeving Bedragen x 1.000 euro
Begroting 2014
Begroting Raming 2016 2015
Raming 2017
Raming 2018
Ruimtelijke ontwikkeling
6.527
3.281
3.095
3.091
3.214
Bestemmingsplannen
1.182
1.147
1.146
1.147
1.147
70.208
40.962
19.473
17.739
16.568
9.855
2.600
1.392
1.356
3.549
18.480
18.429
17.404
16.204
16.302
3.093
2.825
2.576
2.476
2.519
Grondbedrijf Locatieontwikkeling Cultuur Evenementen en citymarketing
blz. 155 (van 185)
Stadsdeelsgewijs werken
4.490
3.970
4.160
4.146
4.145
Openbare orde en veiligheid
14.984
14.805
14.566
14.566
14.566
Vergunningen leefomgeving
3.637
3.669
3.669
3.669
3.670
Handhaving bouwwerken en bedrijven
1.753
1.628
1.628
1.628
1.628
Handhaving openbare ruimte
1.518
1.352
1.356
1.353
1.408
Parkeerbeheer
8.981
8.843
11.114
11.502
11.513
Begraafplaatsen
1.212
1.151
1.151
1.151
1.151
Beheer wegen
9.127
8.744
8.738
8.737
8.727
923
734
734
734
734
Havens en markten
2.097
776
772
772
768
Openbare verlichting
1.769
1.677
1.678
1.671
1.661
13.533
12.646
11.942
11.248
11.067
1.783
1.310
1.310
1.310
1.301
11.914
12.332
12.769
14.682
14.911
0
100
250
250
250
19.120
19.688
19.354
19.021
18.688
206.187
162.668
140.276
138.452
139.488
784
269
251
251
251
82
0
0
0
0
77.080
40.893
18.063
16.980
17.304
4.856
690
0
0
0
Cultuur
177
17
17
17
17
Stadsdeelsgewijs werken
285
311
311
311
311
Openbare orde en veiligheid
1.751
1.751
1.751
1.751
1.751
Vergunningen leefomgeving
2.843
2.872
2.872
2.872
2.872
Handhaving bouwwerken en bedrijven
151
151
151
151
151
Handhaving openbare ruimte
835
799
799
796
796
Gladheidsbestrijding
Stadsdeelbeheer Beleid leefomgeving Riolering Duurzaamheid Afvalstoffen Totaal Lasten Ruimtelijke ontwikkeling Bestemmingsplannen Grondbedrijf Locatieontwikkeling
Parkeerbeheer
9.156
9.195
11.444
11.792
12.173
Begraafplaatsen
418
459
459
459
459
Beheer wegen
488
494
494
494
494
Havens en markten
655
667
667
667
663
1.556
1.396
1.396
1.396
1.502
801
929
929
929
929
Riolering
11.447
12.000
12.486
13.046
13.697
Afvalstoffen
18.908
19.139
18.806
18.472
18.472
Totaal Baten
132.272
92.031
70.895
70.384
71.842
73.916
70.637
69.381
68.067
67.646
9.713
2.232
549
1.544
3.215
Onttrekking reserves
10.034
2.777
1.064
2.792
2.508
Resultaat
73.595
70.092
68.866
66.820
68.353
Stadsdeelbeheer Beleid leefomgeving
Saldo van baten en lasten Storting Reserves
Toelichting Ruimtelijke ontwikkelingen De verlaging in de lasten vanaf 2015 wordt veroorzaakt door de beëindiging van het
blz. 156 (van 185)
groenactieplan (GRAP) (250.000 euro) en de regeling voor ISV (2,4 miljoen euro) in 2014. De wijzigingen in de baten (per saldo een verlaging) vanaf 2015 komen enerzijds doordat rekening wordt gehouden met hogere opbrengsten van parkeergelden door uitbreiding van het areaal (100.000 euro). Anderzijds doordat in tegenstelling tot 2014 niet een bedrag vanuit het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) uit de reserve wordt ingezet (0,5 miljoen euro). Ten aanzien van de storting en onttrekking aan de reserves treden de volgende mutaties op: de vrijval binnen de reserve BWS is in 2014 ingezet als incidentele bezuiniging van 500.000 euro. In 2015 wordt 75.000 euro van de vrijval in de reserve BWS ingezet als incidentele dekking. In 2014 is eenmalig 124.000 euro onttrokken aan de bestemmingsreserve monumenten (vanuit de Programmabegroting 2014-2017) voor het verlenen van subsidies. Ook wordt in elk van de jaren 2014 en 2015 254.000 euro onttrokken aan de reserve landinrichting. Bestemmingsplannen De verhoging in de lasten vanaf 2015 wordt veroorzaakt door een personele mutatie binnen het programma Stedelijke Ontwikkeling. Grondbedrijf Onder het eindproduct Grondbedrijf zijn de begrotingscijfers uit het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) 2014 (raadsbesluit van 30 juni 2014) gepresenteerd, alsmede het resultaat voor grondbeleid en de grondexploitaties Roombeek, Spoorzone Middengebied en Boddenkamp (voormalig eindproduct 053 Stad). De grondexploitaties zijn risiconeutraal in de gemeentelijke exploitatierekening opgenomen. Bij het MPG 2015 worden de grondexploitaties geactualiseerd, toegelicht en verwerkt in de begroting. Voor 2014 en 2015 wordt het saldo van baten/ lasten en stortingen / onttrekkingen reserve ad 71.929 euro gevormd door het eindproduct beleid grond. Het saldo van 2016-2018 ad 1,5, 1,5 en 1 miljoen euro is de eerste tranche van de 7,4 miljoen euro conform het besluit uit het coalitieakkoord ten behoeve van reductie risico’s. Locatieontwikkeling De wijzigingen (per saldo een verlaging) in de lasten in 2015 worden veroorzaakt door incidentele uitgaven 2014 voor het Koningsplein (6,5 miljoen euro), Birk-gelden (560.000 euro) en het toevoegen van het eenmalig gecorrigeerde budget (1 miljoen euro) voor de kosten van de infrastructuur van de luchthaven. De verlaging in de baten (4,1 miljoen euro) in 2015 wordt veroorzaakt doordat in 2014 een kredietaanvraag voor het Koningsplein (4 miljoen euro) is gedaan en een afwijking in de projectorganisatie van 0,1 miljoen euro. Cultuur De wijzigingen (per saldo een verlaging) in de lasten vanaf 2015 worden veroorzaakt door: Bezuiniging op de Openbare Bibliotheek van 200.000 euro. Een toevoeging vanaf 2015 van 250.000 euro, via de subsidie aan het Wilminktheater, voor kosten van groot onderhoud aan het Muziekcentrum (Kadernota 2013). Bezuinigingen op cultuur naar aanleiding van de Programmabegroting 2014-2017 en het coalitieakkoord: Een structurele bezuiniging van 200.000 euro op de Openbare Bibliotheek in 2015, oplopend naar 300.000 euro in 2017 (structureel); Een structurele bezuiniging op Concordia oplopend naar 400.000 euro in 2017 (structureel); Een structurele bezuiniging op Kaliber oplopend naar 500.000 euro in 2017 (structureel);
blz. 157 (van 185)
Een structurele bezuiniging van 600.000 euro uit de Programmabegroting 2014-2017 moet nog worden ingevuld; Een structurele bezuiniging van 440.000 euro uit het coalitieakkoord moet nog worden ingevuld. De resterende structurele bezuinigingen uit de Programmabegroting 2014-2017 (600.000 euro) en het Coalitieakkoord 2014-2018 (440.000 euro) moeten nog worden ingevuld. Hiervoor ontvangt de Raad in 2015 een voorstel. Evenementen en Citymarketing De verlaging van de lasten vanaf 2015 wordt veroorzaakt door: In 2015 een structurele bezuiniging van 150.000 euro uit de Programmabegroting 2014-2017, waarvan 100.000 euro op Enschede Promotie en 50.000 euro uit een budget om nieuwe kansen op het gebied van citymarketing te kunnen ondersteunen. Een extra structurele bezuiniging van 100.000 euro uit het coalitieakkoord wordt gevonden in een extra korting op de subsidie aan Enschede Promotie; De structurele bezuiniging uit de Programmabegroting 2014-2017 loopt in 2016 op naar 300.000 euro, de bezuiniging uit het coalitieakkoord loopt ook op naar 300.000 euro in 2017. De Raad ontvangt in 2015 een voorstel voor de invulling van de resterende bezuinigingen uit de Programmabegroting 2014-2017 en het coalitieakkoord. Stadsdeelsgewijs werken De werkbudgetten van het stadsdeelmanagement zijn met ingang van 2015 structureel verlaagd met 120.000 euro. Daarnaast valt budget vrij ad 200.000 euro vanuit het project Sociaal Economisch Programma Wesselerbrink (SEP). En er is sprake van het niet volledig invullen van een taakstelling ad 400.000 euro (korting op wijkbudgetten). Door de intensivering vanuit het coalitieakkoord ad 200.000 euro is de taakstelling gedeeltelijk gerepareerd. Het restant van de taakstelling moet gevonden worden door herallocatie van middelen uit programma’s. Openbare orde en veiligheid De verlaging van het budget wordt veroorzaakt door het doorvoeren van een bezuiniging op de bijdrage voor de Veiligheidsregio Twente van 250.000 euro in 2015 euro oplopend naar 500.000 euro vanaf 2016. De afname van budget wordt iets verminderd door de toegekende loon en prijscompensatie. Handhaving Bouwwerken en bedrijven Het verschil in de lasten wordt verklaard door formatieve bezuinigingen. De consequenties van deze bezuinigingen worden zichtbaar in het uitvoeringsprogramma voor 2015. Handhaving Openbare Ruimte Het verschil in de lasten wordt verklaard door formatieve bezuinigingen. Het budget voor kapitaallasten is door een verandering van de omslagrente gewijzigd. De baten vallen vooral lager uit door een verlaging van de Procesverbaal-vergoeding (25.000 euro) en hiermee ook de bijbehorende lasten. Parkeerbeheer Over de lasten wordt rekening gehouden met 2% stijging. De baten laten een krimp zien in de verkoop van het aantal parkeeruren, voor 2015 2%, 2016 en 2017 1%. Het tarief wordt in 2015 met 0,10 euro verhoogd. Deze verhoging is in lijn met het stappenplan dat door de Raad in 2010 is vastgesteld. Vanaf 2016 is de exploitatie van de derde toegang tot de Van Heekgarage (parkeren bezoekers MST) toegevoegd aan de begroting.
blz. 158 (van 185)
Begraafplaatsen Het verschil wordt met name veroorzaakt door een aanpassing van de interne kostentoerekening van lasten naar het eindproduct Begraven. Daarnaast zijn de baten vanaf 2015 verhoogd in verband met legesverhogingen. Beheer Wegen Vanaf 2015 is het lastenbudget voor Groot Onderhoud structureel verlaagd met 300.000 euro aanbestedingsvoordelen. Incidenteel valt in 2015 80.000 euro vrij uit de reserve ‘herstel opgebroken bestrating’. In geval van schade kunnen de kosten door het verlagen van deze reserve op het budget van Wegen drukken. Overige lastenmutaties zijn onder andere prijscompensatie (61.000 euro) en verlaging van de rente omslag (53.000 euro). Gladheidsbestrijding Door een taakstelling op de kosten van gladheidsbestrijding zijn de lasten verlaagd. Invulling van de taakstelling vindt plaats door binnen de gemeente doorgevoerde bezuinigingsmaatregelen en kostenbesparende maatregelen bij de leverancier. Havens en Markten In het eindprodukt Havens zijn het materiële budget en de onttrekking uit de reserve lager doordat de revitalisering van de binnenhaven in 2014 is afgerond. Openbare verlichting Vanaf 2015 is het lastenbudget verlaagd mede door herrekening van de kapitaallasten en de verlaging van de omslag rente. Hiernaast is er een mutatie in verband met prijscompensatie. Stadsdeelbeheer De lasten in 2015 zijn lager dan in 2014 door verschillende bezuinigingen in de openbare ruimte. Vanaf 2015: wordt voor het vereenvoudigen van de openbare ruimte invulling gegeven aan een taakstelling van 1 miljoen euro structureel per 2015; wordt Onderhoud Enschede intern verzelfstandigd, waardoor invulling wordt gegeven aan een structurele taakstelling à 350.000 euro; is structureel budget voor vervangingsinvesteringen opgenomen, à 700.000 euro; is 400.0000 euro beschikbaar gesteld om de motie uit te voeren van het per direct stoppen met het gebruik van Roundup (glyfosaat) en andere chemische bestrijdingsmiddelen bij het onderhouden van de openbare ruimte; worden minder wijkbeheerplannen gemaakt waardoor aanvullend 50.000 euro wordt bezuinigd. Overige lastenmutaties betreffen de onder andere prijscompensatie (70.000 euro) en areaaluitbreiding (200.000 euro). Ontwikkeling meerjarenbegroting Vanaf 2016 wordt structureel bezuinigd op de openbare ruimte, hiermee besparen we in 2016 en 2017 structureel 500.000 euro. Uiteindelijk wordt vanaf 2017 2 miljoen euro structureel bezuinigd in de openbare ruimte. Tenslotte loopt de bezuiniging bij Onderhoud Enschede, als gevolg van de verzelfstandiging, op tot 550.000 euro structureel. In 2016 zal 300.000 euro, in 2017 200.000 euro en in 2018 100.000 euro beschikbaar zijn voor het bestrijden van onkruid op verharding op een niet chemische wijze.
blz. 159 (van 185)
Beleid Leefomgeving Door de doorgevoerde personele bezuinigingsmaatregelen dalen de lasten met 215.000 euro. Wegens beëindiging van de doeluitkering bodem zal 106.000 euro minder aan projecten worden besteed. Tot slot zijn de lasten verlaagd met 280.000 euro wegens doorgevoerde efficiency maatregelen. Riolering De budgetten zijn gebaseerd op de actualisatie 2014 van het Gemeentelijk Rioleringsplan die op 20 oktober 2014 door de Raad is vastgesteld. Duurzaamheid In het coalitieakkoord Duurzaam, samen, sterker! zijn voor de intensivering van het duurzaamheidbeleid vanaf 2015 extra middelen geraamd van 100.000 euro in 2015 en jaarlijks 250.000 euro vanaf 2016. Afvalstoffen De prijsindex en de mutatie in het aantal en in de samenstelling van de huishoudens leiden bij zowel de lasten als de baten tot een stijging van 322.000 euro. De lasten stijgen onder andere door de afdracht aan het BTW compensatiefonds te verhogen tot de werkelijke afdracht (200.000 euro) en diversen (46.000 euro). De baten stijgen door lagere kwijtscheldingen en oninbaarheid (253.000 euro) maar dalen door vermindering van de leges van 5 euro per aansluiting (333.500 euro). Dienstverlening en financieel beleid Bedragen x 1.000 euro Publieksdienstverlening
Begroting 2014
Begroting Raming 2016 Raming 2017 2015
Raming 2018
5.367
5.207
4.806
4.705
4.705
Gemeentearchief
555
346
351
347
346
Verkiezingen
498
282
87
302
302
Basisregistratie
1.321
1.144
1.150
1.144
1.144
Bezwaar en beroep
1.588
1.287
1.287
1.287
1.287
907
2.922
4.660
9.539
8.148
2.638
2.299
2.299
2.299
2.299
Rente & treasury
21.682
20.779
20.824
20.996
21.000
College van B&W
1.802
2.091
2.091
2.091
2.091
617
518
418
318
318
Ondersteuning College van B&W en directie
4.104
3.600
3.750
3.718
3.718
Raad en commissies
2.263
2.141
2.141
2.141
2.141
20.031
17.479
15.326
14.921
14.494
8.751
8.566
8.240
8.046
7.904
11.467
10.111
9.750
9.409
8.998
Stelposten bedrijfsvoering
220
102
102
102
102
Resultaat bedrijfsvoering
-281
23
61
-196
-196
45.957
45.986
42.887
42.589
42.748
9.199
8.617
8.401
8.039
7.952
138.683
133.498
128.630
131.797
129.501
2.922
2.977
2.977
2.977
2.977
Algemene inkomsten Algemene belastingen
Regionale samenwerking
Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting Sport- en wijkaccommodaties Vastgoedbedrijf
Interne dienstverlening Regionale dienstverlening Totaal Lasten Publieksdienstverlening
blz. 160 (van 185)
Gemeentearchief
10
10
10
10
10
6.784
5.654
4.854
4.854
4.854
195.494
341.539
343.321
345.336
345.985
Algemene belastingen
39.516
40.466
40.466
40.466
40.466
Rente & treasury
34.836
31.585
31.025
30.201
28.947
College van B&W
1.000
0
0
0
0
Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting
1.160
949
949
949
949
Sport- en wijkaccommodaties
3.623
3.650
3.650
3.650
3.650
Vastgoedbedrijf
6.861
6.621
6.621
6.621
6.621
0
-118
-119
-119
-119
143
0
0
0
0
Interne dienstverlening
15.470
14.235
14.228
14.229
14.230
Regionale dienstverlening
10.014
9.536
9.221
8.858
8.772
317.832
457.105
457.202
458.032
457.342
-179.148
-323.607
-328.573
-326.235
-327.841
Storting Reserves
21.285
25.613
16.002
21.062
17.819
Onttrekking reserves
23.095
33.720
15.169
18.721
13.207
-180.958
-331.714
-327.740
-323.893
-323.229
Algemene inkomsten Algemene uitkering
Stelposten bedrijfsvoering Resultaat bedrijfsvoering
Totaal Baten Saldo van baten en lasten
Resultaat
Toelichting Publieksdienstverlening De lagere lasten in 2015 worden voornamelijk verklaard door de invulling van bezuinigingen. De taakstelling gekoppeld aan de vorming van Stedelijke Dienstverlening maakt hier voor 100.000 euro deel van uit. Deze taakstelling loopt uiteindelijk op tot 600.000 euro in 2018. Als gevolg van het meer kostendekkend maken van een aantal producten publieksdienstverlening, zijn de leges van deze producten verhoogd. Dit leidt tot hogere baten. Gemeentearchief In 2014 is de digitalisering van de gemeentelijke bouwdossiers afgerond. Dit leidt tot 89.000 euro aan lagere lasten. Deze werden bekostigd via een reserve. Daarnaast zijn er bezuinigingen ingevuld en heeft er een herverdeling van interne kosten plaats gevonden. Verkiezingen In 2015 wordt rekening gehouden met de organisatie van de verkiezingen van de Provinciale Staten. In 2014 werden twee verkiezingen georganiseerd. Basisregistratie De lagere lasten in 2015 worden verklaard door het wegvallen van incidentele middelen (100.000 euro) voor de invoering van de Basisadministratie Grootschalige Topografie (BGT) in 2014. Daarnaast zijn er bezuinigingen doorgevoerd. Bezwaar en beroep De kosten voor bezwaar en beroep zijn voor de begroting 2015 opnieuw bepaald. De kosten zijn namelijk personele kosten van de gehele juridische afdeling gekoppeld aan activiteiten voor bezwaar en beroep. Als gevolg van de doorgevoerde bezuinigingen uit CFO is de totale juridische functie gekrompen. Door het opnieuw in beeld brengen van de activiteiten voor
blz. 161 (van 185)
bezwaar en beroep verschuiven er kosten van dit product naar interne dienstverlening. Algemene inkomsten Zie paragraaf financieel middelenkader Algemene uitkering Zie paragraaf 2.4 in hoofdstuk financieel middelenkader Algemene belastingen Zie paragraaf lokale lasten Rente & treasury Zie paragraaf treasury College van B&W De hogere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door de kosten van ondersteuning van het college hier te presenteren in plaats van onder de producten “interne dienstverlening” en “ondersteuning college en bestuur” Per saldo heeft dit geen effect op de begroting Regionale samenwerking De verlaging van de lasten betreft de reeds besloten bezuiniging op de Regio Twente. Ondersteuning college De toename van budget wordt veroorzaakt door de intensivering van bestuurlijke vernieuwing en studentenparticipatie en het herrekenen van de kosten voor ondersteuning van directie en concernstaf. Zie ook interne dienstverlening en college van B&W Raad en raadscommissies De vermindering van 122.000 euro lasten maken met het incidentele budget voor de commissie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente (GLT) en de incidentele kosten voor gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting De kosten voor onderwijshuisvesting bestaan voor het grootste gedeelte uit kapitaallasten. Ieder jaar worden de feitelijke kapitaallasten begroot en gedekt uit de exploitatie en uit een onttrekking aan de egalisatiereserve (egaliseren van wisselend investeringsniveau per jaar). Met het doorvoeren van de motie van Haersma-Buma (overheveling van gemeentelijke middelen aan het onderwijsveld) en de overheveling van gemeentelijke middelen voor buitenonderhoud aan de scholen (primair onderwijs) daalt het budget voor onderwijshuisvesting in de komende jaren met ruim 4 miljoen euro. Sport- en wijkaccommodaties Het budget voor sport- en wijkaccommodaties daalt in de komende jaren door een taakstelling op de exploitatie van wijkcentra (275.000 euro vanaf 2016), een taakstelling gekoppeld aan het verhogen van kostendekkendheid (beter gebruik sportaccomodaties) van 200.oo euro en een taakstelling gekoppeld aan de verzelfstandiging in het sportbedrijf (100.000 euro). Vastgoedbedrijf Het product Vastgoedbedrijf is een zogenoemd "gesloten systeem", dat betekent dat het saldo van de opbrengsten en de lasten wordt verrekend met de vastgoedreserve. In 2015 komt daarmee 3,5 miljoen euro ten laste van de vastgoedreserve. De belangrijkste mutatie tussen 2014 en 2015 is een verlaging van de rente- en
blz. 162 (van 185)
afschrijvingslasten van 1,0 miljoen euro door aanpassing van de omslagrente van 5% naar 4,5% en door minder nieuwe investeringen. Interne dienstverlening Interne dienstverlening omvat alle gemeentelijke geconcentreerde taken voor bedrijfsvoering (onder meer IT, P&O, financiën etc.). Na de reeds gerealiseerde krimp van 60 fte's vinden in de periode 2015-2018 meerdere mutaties op dit product plaats. De belangrijkste zijn: Taakstelling op huisvesting en catering in 2015 (0,7 miljoen euro) Taakstelling gekoppeld aan de vorming van IBO in 2017 (0,5 miljoen euro) De verwerking van aanvullende middelen voor communicatie (2015: 0,3 miljoen euro, 2015: 0,4 miljoen euro, vanaf 2016: 0,5 miljoen euro) Een mutatie als gevolg van gewijzigde middelen voor flankerend beleid (in 2014: 2,2 miljoen euro, in 2015 3,5 miljoen euro, in 2016 naar 0) Een verschuiving tussen het product "bezwaar en beroep" en "interne dienstverlening" (0,3 miljoen euro) Regionale dienstverlening Het product regionale dienstverlening omvat alle dienstverlening voor derden. Het gaat onder meer om de dienstverlening voor Losser, huurders in de wijkservicecentra, Dimpact en het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. Hierdoor kunnen we onze vaste kosten "verdelen" over een grotere omvang waardoor we de kosten voor de gemeentelijke organisatie (interne dienstverlening) zo laag mogelijk houden. In de periode 2015-2018 verwachten we een daling van de omzet op deze activiteiten door het vertrek van huurders uit onze wijkservicecentra, daardoor zien we een neerwaartse trend in baten en lasten. De toename van leegstand in de wijkservicecentra zal leiden tot taakstellingen op de vaste kosten voor de interne dienstverlening.
6.5. Staat van vervangingsinvesteringen Dit is een overzicht van de vervangingsinvesteringen voor 2015 waarvoor al dekking beschikbaar is in de kapitaalslasten budgetten van de programma's. Pogramma
Omschrijving
Duurzame Leefomgeving
Vervoermiddelen Onderhoud Enschede
290.000
Overig materieel Onderhoud Enschede
306.000
Overig materieel Begraafplaatsen Enschede
30.000
Materieel Handhaving Openbare Ruimte
35.000
Subtotaal Duurzame Leefomgeving
Dienstverlening en financieel beleid
Kredietbedrag (in euro's)
VBE: Raamkrediet
661.000
1.000.000
VBE: Wettelijke en duurzame investeringen
500.000
H&S: Raamkrediet
100.000
IT-Bedrijf: Investeringen met 0-jaars afschrijving
2.459.000
IT-Bedrijf: Investeringen met 3-jaars afschrijving
840.000
IT-Bedrijf: Investeringen met 5-jaars
1.624.000
blz. 163 (van 185)
afschrijving Onderwijshuisvesting
5.000.000
Sport
665.000
Subtotaal
Versterken economie
12.188.000
Investeringsfonds DCW
159.500
Subtotaal E&W
159.500
Totaal
13.008.500
6.6. Overzicht kredieten/onderhanden werk Door de Raad zijn investeringskredieten beschikbaar gesteld tot de bedragen die in de kolom begroting vermeld zijn. De op dit moment gemaakte kosten zijn in de kolom realisatie opgenomen. Negatieve bedragen betreffen inkomsten van derden, de verwachte kosten zijn dan nog niet gemaakt. Voor de MSI projecten is een uitgebreider overzicht, inclusief verwachte kosten en inkomsten, opgenomen in paragraaf 6.9 Ruimtelijke projecten. Programma
Product
Begroting (lasten + baten)
Realisatie (lasten + baten)
Leefomgeving
Openbare Verlichting
745.853
25.000
2.575.000
1.575.000
17.531.532
2.413.000
20.852.385
4.013.000
Mobiliteitsprojecten
zie par. 6.8
zie par. 6.8
MSI projecten
zie par. 6.8
zie par. 6.8
Parkeren
zie par. 6.8
zie par. 6.8
Investering Buitengebied
zie par. 6.9
zie par. 6.9
Stadserf
zie par. 6.9
zie par. 6.9
Investering Woningverbetering
zie par. 6.9
zie par. 6.9
344.000
217.353
IT-bedrijf
5.720.000
3.187.647
Vastgoed bedrijf (VBE)
3.845.922
1.35.482
150.000
0
10.059.922
4.720.483
320.000
0
Wegen Riolering Totaal Leefomgeving
Stedelijke Ontwikkeling
Overige projecten SO :
Totaal Stedelijke Ontwikkeling
Bestuur en Middelen
Huisvesting en Services
CS Totaal B&M
Dienstverlening
Publieksdienstverlening
blz. 164 (van 185)
6.7. Subsidies Omschrijving
Programma
Bedragen * 1000 euro
Rekening 2013
Begroting Begroting 2014 2015
Gemeente Almelo
E&W
0
413
413
Gemeente Dinkelland
E&W
0
46
46
Gemeente Haaksbergen
E&W
0
44
44
Gemeente Hengelo
E&W
0
208
208
Gemeente Losser
E&W
0
43
43
Gemeente Oldenzaal
E&W
0
60
60
GGD Regio Twente
E&W
363
84
0
KOE Kath. Onderwijs Enschede, st.
E&W
0
380
0
Ondernemersfonds
E&W
150
150
150
Openbare Bibliotheek Enschede
E&W
29
25
0
Verzamel-subsidie: Actieve school in de buurt
E&W
384
391
0
Verzamel-subsidie: Actieve school in de buurt VO
E&W
0
30
0
Verzamel-subsidie: Bestuursafspraken VVE 2012-2015
E&W
410
845
845
Verzamel-subsidie: DEc. Uitk versterken Peuterspeelzaal
E&W
0
270
271
Verzamel-subsidie: OCW Integr uitk combinatiefuncties
E&W
403
592
599
Verzamel-subsidie: Onderwijsachterstandenbeleid
E&W
1.358
2.480
0
Verzamel-subsidie: Onderwijsproj.: R.M.C.
E&W
810
0
0
Verzamel-subsidie: Peuterspeelzaalwerk algemeen
E&W
238
1.481
1.006
Verzamel-subsidie: Schoolbegeleiding Expertis
E&W
380
0
0
Wijkwelzijn Enschede Alifa
E&W
3.002
50
0
7.528
7.592
3.685
Totaal Versterken economie Academica Musica
O&O
0
0
20
AKI Akademie v. Beeld. Kunst & Vormg
O&O
25
25
25
Architectuurcentrum Twente
O&O
35
36
36
Artist in Residence
O&O
20
20
20
Atak
O&O
1.739
1.759
1.776
Circusfestival
O&O
10
10
10
Concordia Kunst & Cultuur
O&O
1.434
1.247
1.254
Cultuurcoach
O&O
67
68
68
Dynamo Expo
O&O
7
7
7
Enschedese Carnavalsraad
O&O
4
4
4
Enschedese Dansvereniging, st. (SED)
O&O
9
14
14
EZB Enschedese Zangersbond
O&O
67
68
69
FEDS Fed. Ensch. Drum en Showbands
O&O
46
47
47
FEM Fed. Enschedese Muziekver.
O&O
94
96
97
Festival Boost
O&O
0
0
13
Fotogalerie Objektief
O&O
15
16
16
Groene/Blauwe diensten
O&O
0
69
70
Internationale Evenementen
O&O
0
203
206
Jazz, stichting
O&O
16
16
21
blz. 165 (van 185)
Jeugdorkest Nederland
O&O
0
0
5
Kaliber Kunstenschool
O&O
2.369
2.190
2.199
Koninginnedag Lonneker
O&O
1
1
1
Kunst in het Volkspark
O&O
20
20
21
Kunstbende Overijssel
O&O
2
2
2
Literaire Manifestaties Enschede
O&O
4
4
10
Lonneker Kunstroute
O&O
4
4
4
Marathon Enschede, stichting
O&O
80
81
82
Melita, Stichting
O&O
3
3
0
Military Boekelo
O&O
105
107
58
Multiculturele Markt Enschede
O&O
10
0
0
Nationale Reisopera
O&O
240
231
240
Openbare Bibliotheek Enschede
O&O
3.485
3.527
3.347
Oranjecomite Boekelo
O&O
1
1
1
Oranjedagen
O&O
25
25
30
Oranjevereniging
O&O
0
2
2
Orkest van het Oosten
O&O
73
74
74
Planet Art, Stichting
O&O
70
71
72
Popronde
O&O
0
0
7
Prinses Christina Concours
O&O
7
8
8
Singelloop
O&O
0
0
10
Sint Nicolaas Comite
O&O
6
6
6
Sonnevanck, Jeugdtheater
O&O
35
35
35
St. Geuzenpop
O&O
10
10
0
St. Herdenk. Gevallenen ZO Azie 1941
O&O
3
3
3
St. Piano Competition
O&O
6
6
7
St. Tetem Medialab
O&O
95
98
116
St.Kunst op Straat/Buitenkans
O&O
20
20
20
Stadsdichter
O&O
3
3
0
Step Enschede promotie
O&O
1.850
1.715
1.630
Stichting Stawel
O&O
0
48
48
Tetem - vrije ruimte
O&O
69
70
91
Tetem DIGIT
O&O
67
83
84
Twents Gitaar Festival
O&O
4
4
10
Twentse Schouwburg nv
O&O
4.797
5.059
5.199
Twentse Welle
O&O
2.025
2.047
2.060
Valerius Ensemble
O&O
0
0
10
Verzamel-subsidie: AD Evenem. programma
O&O
83
330
302
Verzamel-subsidie: AD Evenem. programma internat.
O&O
200
0
0
Verzamel-subsidie: AD Evenementen Citymarketing
O&O
10
50
0
Verzamel-subsidie: AD Studentenzaken
O&O
13
41
41
Verzamel-subsidie: Amateur.kunstbeoef: huur/subsidie
O&O
5
10
10
Verzamel-subsidie: Amateur.kunstbeoef: Open dag
O&O
11
11
11
blz. 166 (van 185)
Verzamel-subsidie: Amateur.kunstbeoef: Operetteverenig.
O&O
13
13
13
Verzamel-subsidie: Amateur.kunstbeoef: ov.verenigingen
O&O
12
14
14
Verzamel-subsidie: Amateur.kunstbeoef: stimulering
O&O
28
34
34
Verzamel-subsidie: Amateur.kunstbeoef: toneelverenig.
O&O
6
7
7
Verzamel-subsidie: Beeldende kunst verord presentaties
O&O
49
50
50
Verzamel-subsidie: Carillon subsidies
O&O
0
0
0
Verzamel-subsidie: Culturele activiteiten
O&O
58
50
50
Vestzaktheater
O&O
57
57
58
Villa de Bank
O&O
25
36
36
Volksfeest Glanerbrug
O&O
0
1
1
19.645
19.964
19.890
Totaal Duurzame leefomgeving 55+, stichting
WZW
42
35
31
ANBO Enschede
WZW
8
8
9
ANBO Glanerbrug
WZW
1
1
1
ANGO Alg. Nederl. Gehandicapten Org.
WZW
12
12
12
Artikel 1 Overijssel(vh AntDiscBur)
WZW
120
47
47
B.E. Blauwe Vogels
WZW
0
0
1
Carint Reggeland Groep
WZW
88
79
0
De Blauwe Reigers
WZW
0
0
1
Dierenopvang Centrum Enschede
WZW
280
283
284
Erve 't Wooldrik
WZW
24
60
61
Fonds Bijzondere Noden Enschede, st.
WZW
83
84
164
Gemeente Borne
WZW
4
4
0
Gemeente Haaksbergen
WZW
5
5
0
Gemeente Hof van Twente
WZW
7
7
0
Gemeente Losser
WZW
5
5
0
Gemeente Oldenzaal
WZW
6
6
0
GGD Regio Twente
WZW
351
431
414
Halt Twente Stichting
WZW
49
50
50
Humanitas Onder Dak Twente, st.
WZW
2.723
2.446
136
Informele Zorg Twente
WZW
247
253
203
IVN Ver. v. natuur en milieueducatie
WZW
2
2
2
Jarabee, jeugdzorg in Twente, st.
WZW
618
669
351
Kadera Stichting (v.m. Vrouwenopv)
WZW
1.931
2.057
0
KBO Enschede, Kath. Bond v. Ouderen
WZW
4
4
4
KBO Glanerbrug, Kath. Bond v Ouderen
WZW
5
5
5
Kinderboerderij Noord
WZW
88
92
92
Kledingbank
WZW
25
20
20
Leger des Heils, Centr. v. Maat. Opv
WZW
2.051
1.746
322
Livio
WZW
198
170
170
LOGE, Lokaal Overl. Gehandic. E'de
WZW
3
3
3
Maatsch. Werk NW Twente, stichting
WZW
554
401
0
Mediant GGZ
WZW
600
630
182
blz. 167 (van 185)
MEE Twente
WZW
8
8
8
Ned Hindoe Ouderenbond
WZW
4
4
4
NIVON Enschede
WZW
4
4
4
NV Enschedese zwembaden
WZW
898
995
1.000
Olympisch Steunpunt Twente
WZW
12
0
0
Open Ouderenwerk Boekelo
WZW
3
3
3
PCOB Protestants Christ. Ouder. Bond
WZW
2
2
3
POOB Plaatselijk Overleg Ouderenbond
WZW
2
2
0
Present Enschede
WZW
15
15
15
Reclassering Nederland
WZW
271
246
0
Resto van harte
WZW
13
13
13
Rode Kruis Enschede
WZW
4
4
5
SES Stichting Enschedese Speeltuinen
WZW
607
598
600
SIVE St. Intern. Vrouwencentrum E'de
WZW
46
47
47
SKE Stichting Kinderopvang Enschede
WZW
44
57
57
Slachtofferhulp Nederl. Regio Twente
WZW
38
38
38
Slamat Datang
WZW
6
4
7
SMD Enschede-Haaksbergen
WZW
4.240
3.768
3.507
St. Boerderij de Viermarken
WZW
75
75
75
Stichting Helmgras
WZW
8
10
10
Stichting Leendert Vriel
WZW
10
10
14
Stichting Leergeld
WZW
556
550
550
Stichting RIBW Twente
WZW
70
80
80
Surplus projecten
WZW
303
315
0
Tactus, instell. v. verslavingszorg
WZW
3.868
4.010
335
Telefonische Hulp & Dienstverl. O.N.
WZW
4
4
4
Ver.Humanitas Distr.Oost (Tandem)
WZW
188
0
0
Vereniging Humanitas District Oost
WZW
333
534
537
Vereniging Woon
WZW
10
10
0
Verzamel-subsidie: Activering HG:: Algemeen
WZW
0
0
91
Verzamel-subsidie: Alg.maatsch.werk: zorg en doelgroep.
WZW
0
1
0
Verzamel-subsidie: Amb.beg.:Algemeen
WZW
0
0
1.338
Verzamel-subsidie: Ambulante Begeleiding HG algemeen
WZW
0
0
298
Verzamel-subsidie: Armoedepact NadK
WZW
4
21
21
Verzamel-subsidie: BDU CJG onderdeel 2 WMO
WZW
0
0
0
Verzamel-subsidie: Coll.gezond: vakantiekampen
WZW
0
1
0
Verzamel-subsidie: Dagbest.: Algemeen
WZW
0
0
560
Verzamel-subsidie: Emancipatie allochtone vrouwen
WZW
50
0
0
Verzamel-subsidie: Emancipatie: overige activiteiten
WZW
5
0
0
Verzamel-subsidie: Informele Zorg Algemeen
WZW
34
62
53
Verzamel-subsidie: Inloopv.: Algemeen
WZW
0
0
1.758
Verzamel-subsidie: Integr uitk homo emacipatiebeleid
WZW
10
10
0
Verzamel-subsidie: Integratie: Overige Activiteiten
WZW
5
0
0
blz. 168 (van 185)
Verzamel-subsidie: Integratie:welzijnswerk migranten
WZW
36
0
0
Verzamel-subsidie: MO verhoging middelen AWBZ
WZW
0
0
3.033
Verzamel-subsidie: Opvangvoorzieningen
WZW
0
0
2.511
Verzamel-subsidie: overige:zwemonderwijs/zwemvangnet
WZW
165
0
0
Verzamel-subsidie: Pilot Code Rood huiselijk geweld
WZW
12
0
0
Verzamel-subsidie: Plaatselijke ouderenorganisaties
WZW
3
8
0
Verzamel-subsidie: Prev: Algemeen
WZW
0
0
316
Verzamel-subsidie: Preventie HG: Algemeen
WZW
0
0
353
Verzamel-subsidie: Sociaal Domein WMO Beschermd wonen
WZW
0
0
34.230
Verzamel-subsidie: Specifiek: jeugdparticipatie
WZW
0
43
43
Verzamel-subsidie: Sport-algemeen:evenementen
WZW
11
17
0
Verzamel-subsidie: Sport-algemeen:subs. sportvereniging
WZW
738
791
899
Verzamel-subsidie: Sport:alg.beh:vitale sportvereniging
WZW
2
52
0
Verzamel-subsidie: VO verhoging middelen AWBZ
WZW
0
0
168
Verzamel-subsidie: Vrijwilligers jeugdwerk subsidies
WZW
36
52
52
Verzamel-subsidie: Vrouwenopvang algemeen
WZW
0
46
1.904
Verzamel-subsidie: Wijkwelzijn advisering
WZW
54
0
0
Verzamel-subsidie: WMO Begel inloopvoorziening GGZ
WZW
0
0
594
Verzamel-subsidie: Wonen zorg wel pr ontmoeting fysiek
WZW
28
0
0
Verzamel-subsidie: Wonen zorg wel pr ontmoeting sociaal
WZW
10
0
0
Verzamel-subsidie: Wonen zorg welz kwetsb groep fysiek
WZW
100
0
0
Verzamel-subsidie: Zorg en-toeleiding MO: algemeen
WZW
0
32
1.331
Verzamel-subsidie: Zorg- en-toeleiding HG: algemeen
WZW
0
0
619
Verzamelsubsidie sporttechn.kader: Sport-algemeen:hulp&steun
WZW
14
27
0
Voedselbank Enschede
WZW
37
37
37
Volksuniversiteit Enschede, st.
WZW
364
368
370
Weekendschool
WZW
15
15
15
Wijkwelzijn Enschede Alifa
WZW
5.091
4.501
4.506
Zorgbelang Overijssel
WZW
5
5
5
Zorgcentrum De Posten
WZW
95
68
68
Zorggroep Manna
WZW
208
208
208
Totaal Maatschappelijke ondersteuning
28.906
27.386
64.863
Totaal
56.078
54.942
88.439
Een aantal subsidies zijn programmaoverstijgend. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel. Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
GGD Regio Twente
714
515
414
Jarabee, jeugdzorg in Twente, st.
618
669
351
Mediant GGZ
600
630
182
Omschrijving
Bedragen * 1000 euro
Programmaoverstijgende subsidies
blz. 169 (van 185)
Openbare Bibliotheek Enschede
3.514
3.552
3.347
Wijkwelzijn Enschede Alifa
8.093
4.551
4.506
SMD Enschede-Haaksbergen
4.240
3.768
3.507
Tactus, instell. v. verslavingszorg
3.868
4.010
335
Volksuniversiteit Enschede, st.
364
368
370
SES Stichting Enschedese Speeltuinen
607
598
600
22.618
18.661
13.611
Totaal
Toelichting Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste subsidies. De verschillen in ramingen 2015 ten opzichte van 2014 zijn enerzijds het gevolg van het vrijwel volledig nog niet toekennen van subsidies 2015 voor Beschermd Wonen (34,2 miljoen euro), Maatschappelijke Opvang (3 miljoen euro) en Vrouwenopvang (0,2 miljoen euro). Deze subsidies zijn nu onder de diverse “verzamelsubsidies” opgenomen. Eerst na ontvangst van de subsidieaanvragen volgt de toekenning. De middelen Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang (ten behoeve van 8 regiogemeenten) en Vrouwenopvang (ten behoeve van 14 regiogemeenten) ontvangt Enschede van het Rijk als zijnde centrumgemeente. Inzet van deze middelen vindt plaats in overleg met de regiogemeenten. Verzamelsubsidies Vrouwenopvang/Huiselijk geweld betreffen: Carint Reggeland groep, Coördinatiecentrum Mensenhandel, Stichting Kadera, St. Maatschappelijk Werk NW Twente, Reclassering Nederland en Mediant. Verzamelsubsidies Maatschappelijke Opvang betreffen: Humanitas onder Dak Twente, Jarabee, Mediant, Leger des Heils, Surplus, Tactus. Anderzijds is het verschil het gevolg van de invulling van de bezuinigingstaakstelling op Welzijn voor 2015, vastgesteld in de vorige collegeperiode en het huidige coalitieakkoord dat leidt tot een subsidievermindering van ca. 120.000 euro. De bezuinigingstaakstelling op Welzijn betreft de volgende organisaties: Stichting Informele Zorg Twente (SIZT), stichting Alifa, stichting 55+, Plaatselijk Overleg Ouderen Bonden en Mediant. Het verschil in subsidie bij peuterspeelzaalwerk betreft een incidentele bezuiniging van 480.000 euro. Voor de onderwijsachterstandenbeleid is voor het jaar 2015 nog geen beschikking ontvangen over de hoogte van de te ontvangen subsidie, hierdoor staan de subsidies voor dit onderdeel op 0 euro. Subsidie voor actieve scholen in de buurt zijn gekort. In 2015 komt er via de Brede scholen middelen beschikbaar om de activiteiten voort te kunnen zetten. Het verschil tussen 2015 en 2014 bij KOE St. Kath. Onderwijs Enschede betreft een incidentele subsidie in 2014 voor de KOE.
6.8. Meerjaren Prognose Parkeerbeheer (MPP) Aanleiding Sinds 2012 valt de jaarlijks doorkijk van de Meerjaren Prognose Parkeerbedrijf (MPP) samen met de totstandkoming van de programmabegroting. De parkeertarieven 2014 zijn inmiddels in een separaat voorstel op 29 september 2014 vastgesteld.
blz. 170 (van 185)
Verwachtingen van het Parkeerbedrijf in 2015 en verder In de Meerjaren Prognose Parkeerbedrijf (MPP) 2015 en verder, wordt rekening gehouden met een positief exploitatieresultaat over 2014 van 427.000 euro (exclusief uitgaven voor de parkeervisie) Dit bedrag is 120.000 euro hoger dan in de meerjarenprognose welke bij de Programmabegroting 2013 – 2016 is vastgesteld. De oorzaken hiervan zijn: Verlaging van de lasten: op het gebied van kapitaallasten 70.000 euro (verlaging omslagrente van 5% naar 4,5%), verlaging kosten voor het jaarlijks onderhoud 43.000 euro, lagere personele lasten 46.000 euro en lagere toerekening kosten interne organisatie 44.000 euro en overig 3.000 euro. Verlaging van de baten: er wordt rekening gehouden met 2% minder verkochte parkeeruren in vergelijk met 2014. In 2014 en 2013 werd al rekening gehouden met 2% minder te verkopen parkeeruren in vergelijking met 2012. Dit doordat parkeerders korter verblijven in de binnenstad en het aantal parkeerders afneemt Daarnaast wordt rekening gehouden met lagere opbrengsten vanuit abonnementenverkoop en opbrengsten vanuit samenwerking met partners. In de MPP 2015 en verder wordt nog uitgegaan van 1 jaar met 2% daling en daarna van 2 jaren met 1% daling in de verkoop parkeeruren. Voor de jaren daarna wordt uitgegaan dat de verkoop stabiliseert. In 2013 heeft de gemeenteraad de parkeervisie vastgesteld. Structureel wordt voor de parkeervisie 111.500 euro budget in het MPP opgenomen en ten laste van het resultaat gebracht. In de Najaarsnota 2013 is vervolgens besloten, gezien de tegenvallende opbrengsten, alleen de maatregelen uit te voeren die geen investeringskosten en/of budgetneutraal zijn uit te voeren. In de onderstaande grafiek is het budget van de parkeervisie meegenomen als onderdeel van het resultaat.
Omdat het resultaat van het PBE wordt afgewikkeld via de egalisatiereserve parkeren heeft bovenstaande geen directe invloed op het beschikbare jaarlijkse middelenkader. Naar huidig inzicht zullen de aanloopverliezen van het PBE 2021 terugverdiend zijn. Vanaf dit moment komen er naar verwachting weer middelen beschikbaar om bijvoorbeeld noodzakelijke parkeer- of bereikbaarheidsinvesteringen te doen. Vanaf 2016 maakt de exploitatie van het bezoekers parkeren MST in de Van Heek garage integraal deel uit van de MPP. Actualisatie van deze exploitatie vindt in 2015 plaats.
blz. 171 (van 185)
6.9. Ruimtelijke projecten Bij de behandeling van de raads-enquête "Grip op grond" in 2012 is gevraagd om een integraal overzicht op te stellen van de financiële positie van risico's van ruimtelijke projecten van binnen en buiten het grondbedrijf. Dit zijn MPG-, MSI-, mobiliteits- en vastgoedprojecten. Door middel van het opnemen van onderstaande bijlage (bij zowel de programmabegroting als bij de jaarrekening) geven we invulling aan het verzoek van de Raad. Overzicht MPG projecten MPG projecten
looptijd t/m
boekwaarde Gerealiseerde 31-12-2013 kosten t/m 2013
Gerealiseerde opbrengsten t/m 2013
nog te realiseren kosten (incl. rente/uitgavenstijging)
nog te realiseren opbrengsten (incl. inkomstenstijging)
eindresultaat (ncw 1-12014)
risico (bedrag obv risicoanalyse)
Toelichting afdekking risico's
Woningbouw: De Eschmarke
2025
11.088.382
43.609.395
32.521.013
20.462.035
19.272.768
6.836.654
566.505 WSC GB
Het Diekman Wonen
2018
-3.994.505
16.144.063
20.138.569
-1.004.778
1.188.986
-4.848.671
30.271 idem
Het Brunink
2028
3.694.787
28.683.307
24.988.520
3.563.148
17.308.716
-4.834.598
131.451 idem
Vaneker
2029
28.254.471
30.596.335
2.341.864
35.922.173
29.962.708
15.673.799
-1.103.053 idem
Diekman Sport en Leisure
2016
2.161.558
4.831.779
2.670.221
983.385
1.054.980
1.805.389
3.428 idem
Beekwoude
2021
3.117.359
3.117.359
0
4.648.104
4.749.745
2.041.156
82.587 idem
Winkelcentrum Stokhorst
2015
-552.316
2.647.495
3.199.811
1.580.858
1.028.542
0
-3.177 idem
Rosinkweg
2023
556.410
613.910
57.500
1.064.491
1.243.987
231.393
88.467 idem
Laares
2018
4.116.137
32.637.622
28.521.485
3.021.113
877.241
4.904.881
54.727 idem
Twekkelerveld
2024
3.753.157
8.009.459
4.256.302
1.748.519
5.501.676
0
259.741 idem
Geessinweg-Bijvank
2017
283.970
1.089.413
805.442
610.453
683.458
173.561
29.547 idem
Vrijkomende locaties
2017
-1.015.591
529.597
1.545.188
1.100.145
1.072.254
-812.583
-99.754 idem
MPG projecten
looptijd t/m
boekwaarde Gerealiseerde 31-12-2013 kosten t/m 2013
Gerealiseerde opbrengsten t/m 2013
nog te realiseren kosten (incl. rente/uitgavenstijging)
nog te realiseren opbrengsten (incl. inkomstenstijging)
eindresultaat (ncw 1-12014)
risico (bedrag obv risicoanalyse)
Toelichting afdekking risico's
Brede School Stadsveld Kansrijke Stedelijke Locaties
2024
1.200.868
1.200.868
0
2.156.734
2.723.366
370.825
2.321 idem
Hoog en Droog Vitens
2017
-808.255
10.608
818.863
1.380.755
572.500
0
3.118 idem
Roombeek Binnenstad
2030
-11.698.802
213.191.564
224.890.366
37.006.353
24.728.688
252.556
-27.277 idem
Oost BoswinkelWoonplaats
2019
0
0
0
1.437.461
1.437.461
0
-13.116 idem
Texoprint Bleekerij
2015
1.044.184
1.911.810
867.627
207.016
608.080
583.329
29.746 idem
Stroinkslanden 2015
2022
249.642
2.683.164
2.433.522
405.336
539.711
74.302
51.317 idem
Velve Lindenhof
2018
-10.517.301
10.858.915
21.376.216
11.751.579
2.424.052
-932.219
35.192 idem
Subtotaal Woningbouw
30.934.155
402.366.664
371.432.508
128.044.880
116.978.919
21.519.774
122.041
Bedrijventerreinen: Euregio Bedrijvenpark !!
2029
6.100.804
13.463.350
7.362.546
3.222.870
14.346.537
-2.301.031
15.540 idem
Josink Es
2024
9.949.164
25.480.718
15.531.554
5.194.240
10.428.834
2.756.511
-34.494 idem
Unisson
2015
647.587
647.587
0
271.160
824.253
85.708
-2.183 idem
Ussler Es
2039
37.667.523
40.531.282
2.863.758
130.630.844
101.538.139
18.775.696
1.523.054 idem
B&S Valley
2030
3.172.788
6.364.482
3.191.694
7.116.658
12.610.530
-1.012.681
217.623 idem
Westerval
2023
1.487.551
8.308.358
6.820.807
1.165.225
2.485.119
102.927
604.575 idem
blz. 173 (van 185)
MPG projecten
looptijd t/m
boekwaarde Gerealiseerde 31-12-2013 kosten t/m 2013
Gerealiseerde opbrengsten t/m 2013
nog te realiseren kosten (incl. rente/uitgavenstijging)
nog te realiseren opbrengsten (incl. inkomstenstijging)
eindresultaat (ncw 1-12014)
GEM Zuiderval Verwervingscomplex
2020
11.150.807
Mobiliteitscentrum
2014
Ossenboer
risico (bedrag obv risicoanalyse)
Toelichting afdekking risico's
53.690.751
42.539.944
4.598.083
15.748.890
0
0 idem
10.027.837
17.731.825
7.703.988
1.369.384
222.500
10.642.591
-115.314 idem
2020
2.907.526
7.280.345
4.372.818
1.399.941
3.866.031
313.721
79.895 idem
Hardick en Seckel
2021
6.846.949
10.949.439
4.102.490
4.400.571
3.496.627
5.246.109
94.640 idem
MST Haaksbergerstraat
2015
-103.016
569.322
672.339
302.980
202.709
-2.490
5.174 idem idem
Subtotaal Bedrijventerreinen
89.855.519
185.017.458
95.161.939
159.671.956
165.770.168
34.607.061
2.388.510
11.242.803
24.759.222
13.516.419
7.022.566
906.416
12.953.518
-98.291 idem
11.242.803
24.759.222
13.516.419
7.022.566
906.416
12.953.518
-98.291
132.032.477
612.143.343
480.110.867
294.739.402
283.655.503
69.080.352
2.412.260
1.790.684
196.315.444
194.524.760
695.794
1.402.886
1.031.991
Stedelijke voorzieningen: Muziekkwartier
2019
Subtotaal Stedelijke voorzieningen
Totaal lopende grondexploitaties
Af te sluiten complexen (totaal)
2014
blz. 174 (van 185)
50.000 idem
MPG projecten
looptijd t/m
Kleine projecten (totaal)
2014
-231.463
NIEGG, ruilgronden, te verkopen gronden (totaal)
2014
ACO (totaal)
2039
Totaal MPG
boekwaarde Gerealiseerde 31-12-2013 kosten t/m 2013
Gerealiseerde opbrengsten t/m 2013
nog te realiseren kosten (incl. rente/uitgavenstijging)
nog te realiseren opbrengsten (incl. inkomstenstijging)
eindresultaat (ncw 1-12014)
3.765.797
-1.090.306
1.358.118
0
0 idem
49.634.775
4.561.159
1.345.821
nvt
964.519 idem
-9.606.595
50.763.764
0
11.575.072
-236.558 idem
173.619.877
349.669.813
287.762.329
81.687.416
3.534.333
risico (bedrag obv risicoanalyse)
Toelichting afdekking risico's
3.190.221
Toelichting op het model en de cijfers Algemeen De cijfers voor de grondexploitaties zijn afkomstig van het MPG 2014, stand 1-1-2014. Boekwaarde Min(-)bedragen betekenen dat de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven; met andere woorden het project heeft een voordelig saldo. Eindresultaat (ncw 1-1-2014) Positieve bedragen betekenen voordelige resultaten die ten gunste komen van de Reserve Grondbedrijf, zodra deze gerealiseerd zijn. Negatieve(-)bedragen betekenen nadelige resultaten; deze nadelen zijn afgedekt door middel van een voorziening. Risicobedragen De vereiste weerstandscapaciteit van het GB/MPG gaat uit van 18,9 miljoen euro aan risico's. Dit betreft 90% van het maximaal negatieve resultaat wanneer alle risico's zich te gelijk voordoen. Bij grondexploitaties wordt de omvang van de risico's bepaald aan de hand van een bandbreedte tussen 10% en 90%. In bovenstaande tabel is uitgegaan van het gemiddeld risicobedrag, zoals ook vermeld in deel 2 van het MPG 2014. Het gemiddelde risico is 3,5 miljoen euro
blz. 175 (van 185)
negatief. Dit is de afwijking ten opzichte van het begrote resultaat. Het eindresultaat (NCW 75.789.372 euro negatief) neemt met dit bedrag af (en komt dan op 79.293.513 euro) als we van het huidige risicoprofiel naar een neutraal risicoprofiel gaan. De risico's worden opgevangen door het weerstandsvermogen grondbedrijf. De individuele projectrisico's zijn in de grondexploitaties geanalyseerd. De beheersing van de risico's vindt plaats in het kader van het projectmatig werken. Overzicht MSI projecten Overzicht gereserveerde middelen MSI en daarmee te realiseren programmadoel, beleidseffect en project resultaat MSI projecten
relatie met progra mma
bijdrage aan doel (PB2015)
Wesselerbri nk
WZW
Burgerpartici Realisatiefas patie, e vergroten zelfredzaam heid en bevorderen maatschapp elijke participatie
Havengebie d
EW Versterken van economisch e structuur van Enschede enTwente
projectfase
Voorbereidin gs- en Uitvoeringsfa se
einddat Totaal Gerealise Gerealise Gerealise um Krediet erde erde erde / kosten kosten opbrengs begroo opbrengs 31-12ten 31-8t ten 2013 2014 (boekwaa rde) per 31-8-2014
Nog te realise ren kosten
Nog te realisere n opbreng sten
eindresu risico Toelichting ltaat (bedrag afdekking (nomina obv risico's al) risicoanal yse)
2017
3.814.5 35
148.802
3.665.202
3.516.400
149.33 3
298.135
0
2015
21.900. 000
2.244.983
14.002.83 8
11.757.85 6
7.897.1 62
10.142.1 44
0
blz. 176 (van 185)
0
0
600.000 Gemeentelijk Weerstandsver mogen
MSI projecten
relatie met progra mma
bijdrage aan doel (PB2015)
projectfase
Kennispark algemeen
EW en SO
Versterken van de economisch e structuur en innovatiekra cht van Enschede en Twente. Vergroten van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad.
Programmati 2023 sche aanpak tot einde project en kent derhalve geen projectfase.
1.200.0 00
34.990
877.033
Kennispark EW en Hengelosest SO raat
Versterken van de economisch e structuur en innovatiekra cht van Enschede en Twente.
Realisatiefas e
2013
15.840. 430
820.248
Auke
Ten minste
fase 1 en 2a:
1+ 2a:
1:
1: -/-
SO
einddat Totaal Gerealise Gerealise Gerealise um Krediet erde erde erde / kosten kosten opbrengs begroo opbrengs 31-12ten 31-8t ten 2013 2014 (boekwaa rde) per 31-8-2014
Nog te realise ren kosten
Nog te realisere n opbreng sten
842.043
622.96 5
357.957
-/299.998
0
14.709.30 7
13.888.95 8
40.693
861.042
0
0
1:
1:
1:
1:00
0
0
blz. 177 (van 185)
eindresu risico Toelichting ltaat (bedrag afdekking (nomina obv risico's al) risicoanal yse)
MSI projecten
relatie met progra mma
bijdrage aan doel (PB2015)
projectfase
einddat Totaal Gerealise Gerealise Gerealise um Krediet erde erde erde / kosten kosten opbrengs begroo opbrengs 31-12ten 31-8t ten 2013 2014 (boekwaa rde) per 31-8-2014
op peil houden van de bereikbaarh eid van de economisch e centra van de stad van het programma Stedelijke Ontwikkeling .
Nazorgfase. Fase 3b: Realisatiefas e
2014 3b: 2015
SO
Vergroten van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad. Stimuleren van de beleefbaarh eid van de stad.
Voorbereidin g
SO
Vergroten
Voorbereidin
Vleerstraat
Stadsweide Overall / KTZ
Nog te realise ren kosten
Nog te realisere n opbreng sten
eindresu risico Toelichting ltaat (bedrag afdekking (nomina obv risico's al) risicoanal yse)
14.250. 000
202.792
14.047.20 8
14.250.00 0
202.79 2
2a: 5.785.0 00
2a: 2.771.251
2a: 4.802.624
2a: 2.031.373
2a: 197.37 6
2a: 2.968.62 7
3b: 3.695.0 00
3b:-/282.963
3b: 887.037
3b: 1.170.000
3b: 2.807.9 63
3b: 2.525.00 0
N.v.t.
1.600.0 00
75.096
1.541.701
1.466.605
224.90 4
300.000
0
0
2014
600.00
25.804
694.249
668.444
0
25.804
0
0
blz. 178 (van 185)
MSI projecten
relatie met progra mma
Stadsweide Herinrichtin g Openbare Ruimte Sadsweide Koningsplei n e.o.
SO
Stadsweide Herinrichtin g Mooienhof
bijdrage aan doel (PB2015)
projectfase
van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad. Stimuleren van de beleefbaarh eid van de stad.
g
einddat Totaal Gerealise Gerealise Gerealise um Krediet erde erde erde / kosten kosten opbrengs begroo opbrengs 31-12ten 31-8t ten 2013 2014 (boekwaa rde) per 31-8-2014
eindresu risico Toelichting ltaat (bedrag afdekking (nomina obv risico's al) risicoanal yse)
Voorbereidin g
2015
6.650.0 00
348.600
448.600
100.000
6.201.4 00
6.550.00 0
0
0
Nazorg
2014
1.075.0 00
144.587
650.398
505.811
424.60 2
569.189
0
0
Realisatie
2016
21.710. 000
7.537.152
8.440.332
903.179
13.269. 668
20.806.8 21
0
0
1.600.0 00
101.298
101.298
0
1.498.7 02
1.600.00 0
0
0
24.573
0
0
0
0
0
Stadsweide Westelijke Entree
Realisatie
Stadsweide Kennishuis
Voorbereidin g
2015
100.00 0
-/- 24.573
75.427
100.000
Voorbereidin gsfase
2014
13.400. 000
0
1.016.686
1.016.686
Vergroten van de duurzame
Nog te realisere n opbreng sten
0
Stadsweide Aanpassing Van Heek Garage
Spoorzone - SO Stationsomg eving
Nog te realise ren kosten
blz. 179 (van 185)
0 0
MSI projecten
relatie met progra mma
bijdrage aan doel (PB2015)
projectfase
einddat Totaal Gerealise Gerealise Gerealise um Krediet erde erde erde / kosten kosten opbrengs begroo opbrengs 31-12ten 31-8t ten 2013 2014 (boekwaa rde) per 31-8-2014
Nog te realise ren kosten
Nog te realisere n opbreng sten
eindresu risico Toelichting ltaat (bedrag afdekking (nomina obv risico's al) risicoanal yse)
ruimtelijke kwaliteit van de stad. Stimuleren van de beleefbaarh eid van de stad.
Toelichting MSI projecten
De risico's van MSI projecten worden grotendeels opgevangen binnen het project. Hiervoor wordt per project risicomanagement gevoerd. De risico’s van de MSI projecten maken ook deel uit van het gemeentelijk weerstandsvermogen.
blz. 180 (van 185)
Overzicht mobiliteitsprojecten Investeringsprojecten
relatie met programm a
Mobiliteit:
Ten minste op peil houden van de bereikbaar-heid van de economische centra van de stad van het programma Stedelijke Ontwikkeling.
Vri/'sDuurzam e verkeersmaatregelen
SO
zie onder mobilite it
Programmati sche aanpak
20132016
7.592.594
355.127
5.808.989
-5.419.842
1.783.605 -2.172.752
0
Zie onder mobilitei t
Fiets
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
2018
3.453.065
274.079
1.047.821
-722.104
2.405.244 -2.730.961
0
Zie onder mobilitei t
Fietssnelweg Hengelo
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
2025
1.074.640
-54.745
1.118.053
-1.172.797
Expl Fietsenstalling de Graaff
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
2016
3.061.649
316.865
2.251.790
-1.934.925
809.859 -1.126.724
7.589.354
536.199
4.417.664
-3.829.827
3.269.848 -3.857.685
Totaal fiets
bijdrag e aan doel (PB201 2)
projectfase
einddat um
Totaal Krediet / begroot
Gerealisee Gerealisee Gerealisee rde kosten rde kosten rde 1-9-2014 opbrengst opbrengst en 1-9en 2014 (boekwaar de) per 19-2014
Nog te realisere n kosten
Nog te eindresul realiseren taat opbrengst (nominaal en )
risico (bedrag obv risicoanal yse)
Toelich ting afdekki ng risico's
cf.raadsbesluit 30-1-2006 worden positieve en negatieve resultaten vereffend binnen het mobiliteitsplan. Binnen de reserve mobiliteit is een bedrag van € 0,5 mln aan risicobuffer gereserveerd.
blz. 181 (van 185)
54.745
0
Zie onder mobilitei t 0
Zie onder mobilitei t
Investeringsprojecten
relatie met programm a
bijdrag e aan doel (PB201 2)
projectfase
einddat um
Totaal Krediet / begroot
Gerealisee Gerealisee Gerealisee rde kosten rde kosten rde 1-9-2014 opbrengst opbrengst en 1-9en 2014 (boekwaar de) per 19-2014
HOV
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
2014
1.110.613
267.604
540.032
-272.427
570.582
-838.186
0
Zie onder mobilitei t
Openbaar vervoer
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
20132016
1.492.813
52.282
1.036.054
-983.772
456.760
-509.041
0
Zie onder mobilitei t
Overige SO verkeersprojec ten
zie onder mobilite it
Programmati sche aanpak
20132016
3.471.559
71.648
2.734.503
-2.662.855
737.056
-808.704
0
Zie onder mobilitei t
Studies
SO
zie onder mobilite it
Programmati sche aanpak
20132016
5.479.357
98.835
5.024.262
-4.223.453
455.095 -1.255.903
0
Zie onder mobilitei t
N18 EnschedeGroenlo
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
2014
8.485.321
21.897
8.492.574
-8.470.677
0
Zie onder mobilitei t
blz. 182 (van 185)
Nog te realisere n kosten
0
Nog te eindresul realiseren taat opbrengst (nominaal en )
-21.897
risico (bedrag obv risicoanal yse)
Toelich ting afdekki ng risico's
Investeringsprojecten
relatie met programm a
bijdrag e aan doel (PB201 2)
projectfase
einddat um
Totaal Krediet / begroot
Studie incentive zone
SO
zie onder mobilite it
Realisatiefas e
2016
2.588.500
-512.241
Totaal studies
SO
zie onder mobilit eit
16.553.17 8
-391.509 16.414.606 -16.104.141
Verkeersveilig heid
SO
zie onder mobilite it
Programmati sche aanpak
20132016
2.051.394
-39.330
1.359.084
-1.398.414
Auke Vleerstraat
SO
zie onder mobilite it
Realisatie
2014
11.578.76 0
4.187.339
7.388.712
-3.201.373
Volksparksing el/
SO
zie onder
Realisatie
2014
5.972.309
76.458
6.361.226
-6.284.769
fase.
Gerealisee Gerealisee Gerealisee rde kosten rde kosten rde 1-9-2014 opbrengst opbrengst en 1-9en 2014 (boekwaar de) per 19-2014 2.897.770
blz. 183 (van 185)
-3.410.011
Nog te realisere n kosten
512.241
Nog te eindresul realiseren taat opbrengst (nominaal en )
risico (bedrag obv risicoanal yse)
Toelich ting afdekki ng risico's
0
0
967.337 -1.277.800
0
692.310
-652.980
0
Zie onder mobilitei t
4.190.048 -8.377.387
0
Zie onder mobilitei t
0
Zie onder
0
-76.458
Zie onder mobilitei t
Investeringsprojecten
relatie met programm a
parkweg
Hoofdwegenstructuur
SO
Vereffeningsreserve
SO
Totaal mobiliteit
bijdrag e aan doel (PB201 2)
projectfase
mobilite it
fase
zie onder mobilite it
Realisatie
zie onder mobilite it
Realisatie
einddat um
Totaal Krediet / begroot
Gerealisee Gerealisee Gerealisee rde kosten rde kosten rde 1-9-2014 opbrengst opbrengst en 1-9en 2014 (boekwaar de) per 19-2014
Nog te realisere n kosten
Nog te eindresul realiseren taat opbrengst (nominaal en )
risico (bedrag obv risicoanal yse)
Toelich ting afdekki ng risico's
mobilitei t
2014
1.755.219
-202.680
1.657.386
-1.860.066
202.680
0
0
Zie onder mobilitei t
2014
2.683.287
-179.739
1.690.777
-1.870.516
992.510
-812.762
0
Zie onder mobilitei t
4.733.399 49.409.033 -43.888.002
13.862.73 6
19.383.75 5
0
fase
fase
61.851.08 0
Toelichting De risico’s bij mobiliteitsprojecten worden per project door de projectleider gemonitord. Dit geldt vooral voor de grotere projecten (> 100.000 per project). De overige projecten worden in totaliteit beoordeeld. De risico’s zijn beperkt door strikte sturing op kosten en opbrengsten. Indien sprake is van afwijkende kosten/opbrengsten (ten opzichte van het door de raad gevoteerde krediet, dan wordt dit verrekend met een vereffeningsrekening conform het raadsbesluit van 30 januari 2006).
blz. 184 (van 185)
6.10. Aangenomen amendementen en moties