Gemeente Schinnen
PROGRAMMABEGROTING 2015
1
2
Inhoudsopgave programmabegroting 2015 Hoofdstuk 1 Algemeen
5
1.1 Aanbieding
5
1.2 Inleiding
6
1.3 Leeswijzer
7
Hoofdstuk 2 Kerngegevens
11
Hoofdstuk 3 Financiële beschouwingen
13
Programma Burgers en Bestuur
23
Programma Welzijn
33
Programma Jeugd
43
Programma Maatschappelijke Ondersteuning
53
Programma Participatie en Inkomen
61
Programma Ruimte en Wonen
71
Overzicht dekkingsmiddelen
85
Paragraaf lokale heffingen
97
Paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing
103
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
113
Paragraaf financiering
117
Paragraaf bedrijfsvoering
125
Paragraaf verbonden partijen
129
Paragraaf grondbeleid
143
Paragraaf demografische ontwikkelingen
147
Paragraaf taakstellingen en reserveringen
151
Totaal overzicht lasten en baten
153
Overzicht lasten en baten per programma
155
Incidentele lasten en baten
159
Meerjarig overzicht reserves en voorzieningen
165
Meerjarig investeringsplan
173
Algemene uitkering
177
EMU-saldo
183
Begrippenlijst
189
Lijst met afkortingen
193
Raadsvoorstel, vaststellingsbesluit, amendementen, moties en initiatiefvoorstel
195
3
4
Hoofdstuk 1 Algemeen
1.1 Aanbieding Schinnen, 7 oktober 2014 Aan de gemeenteraad van Schinnen, Conform artikel 190 Gemeentewet bieden wij u hierbij de begroting 2015 aan. De begroting omvat tevens de meerjarenramingen 2016 – 2018. Wij stellen u voor deze begroting vast te stellen.
5
1.2 Inleiding De begroting 2015 en meerjarenramingen 2016 – 2018 zoals nu aangeboden zijn sluitend. In de begroting zijn de uitgangspunten van de kadernota 2015 verwerkt. De kadernota geeft richting aan de samenstelling van de begroting 2015 en de meerjarenraming. Voorafgaande aan het samenstellen van de kadernota is op 26 mei jl. met uw raad een richtingendebat gevoerd. De hieruit voorgekomen wensen van uw raad en de afwegingen daarover binnen het college hebben een plek gekregen in het collegeprogramma. Het collegeprogramma is gebaseerd op het door uw raad vastgestelde coalitieakkoord 2014-2018 “de kern in oetveuring” en is verwerkt in de kadernota. Gelijktijdig met het vaststellen van de kadernota in de raadsvergadering van 10 juli 2014 is het collegeprogramma ter kennisname aan uw raad gebracht. Voorliggende begroting is anders van opbouw dan voorgaande jaren. In 2014 is de eerste stap gezet en gestart met het proces herijking P&C-cyclus. Belangrijkste doelstelling is te komen tot een meer SMART-geformuleerde begroting. De gebruikte formats zijn met de auditcommissie besproken en door uw raad vastgesteld. In 2015 vindt in samenspraak met de leden van de auditcommissie verdere doorontwikkeling plaats. Een belangrijke rol is de komende jaren weggelegd voor de transitie (proces van decentralisatie) en transformatie (inhoudelijk vormgeven) van de nieuwe zorgtaken. Per 1 januari 2015 komen extra taken op het gebied van de AWBZ/Wmo, de jeugdzorg en werk&inkomen naar de gemeente toe. Tijdens het samenstellen van voorliggende begroting waren met betrekking tot de decentralisaties nog niet alle gegevens beschikbaar. In hoofdstuk 3 wordt hier verder op ingegaan.
6
1.3 Leeswijzer In dit onderdeel vindt u een toelichting op de weergave van de programma’s in deze programmabegroting. De programmabegroting 2015 ziet er qua indeling anders uit dan voorgaande begrotingen. De bestaande programma’s zijn beoordeeld op samenhang en logische indeling. Hierbij is gelet op de opbouw van de beleidsvelden. De invoering van de drie decentralisaties zijn in drie afzonderlijke programma’s verwerkt. Het betreffen de programma’s “jeugd”, “maatschappelijke ondersteuning” en “participatie en inkomen”. Als gevolg hiervan is het bestaande programma “welzijn” beperkter van omvang en is het bestaande programma “werken” helemaal vervallen. De bestaande programma’s wonen en ruimte zijn samengevoegd tot één programma ruimte en wonen. De begroting “nieuwe stijl” is hiermee niet af. In 2015 wordt deze verder doorontwikkeld.
Programma Programmadoelstelling Deze rubriek geeft een beknopte omschrijving van datgene wat onder het programma verstaan wordt. Een programma is een samenhangende verzameling van beleidsvelden en geldmiddelen die gericht is op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten. Beleidsvelden Elk programma is onderverdeeld in meerdere beleidsvelden. Beleidsvelden zijn een verzameling van producten, activiteiten en middelen die zowel vanuit politiek als maatschappelijk oogpunt een herkenbaar en samenhangend geheel vormen. Elke beleidsveld is in een aparte kleur weergegeven. De indeling per beleidsveld ziet er als volgt uit: Ambities coalitieakkoord en stand van zaken / voortgang Vanuit het coalitieakkoord 2015-2018 worden hier de doelstellingen per beleidsveld weergegeven. Door middel van de tussentijdse rapportages wordt de gemeenteraad geïnformeerd. In de kolom stand van zaken/ voortgang wordt aangeven wat de stand van zaken is. Beleidsdoelen In onderstaande tabel staan de doelstellingen uit het coalitieakkoord geconcretiseerd naar beleidsdoelen. Daarnaast is weergegeven welk meetinstrument gehanteerd dient te worden om de realisatie te monitoren. In de laatste kolom staan (in aparte kleur) de prestaties die het college verricht om de gestelde beleidsdoelen te realiseren.
7
Beleidsdoel
Prestaties (onder meer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling
Doelstelling
2015
2016
Hier zijn de
De indicator geeft
Hier staat de
Hier staat de
doelstellingen uit
aan welk
door de raad
door de raad
het coalitieakkoord
meetinstrument
gestelde te
gestelde te
verder
gehanteerd wordt
realiseren
realiseren
geconcretiseerd
om de realisatie
norm voor
norm voor
naar beleidsdoelen
van de gestelde
2015
2016
De prestaties die het college verricht om de gestelde beleidsdoelen te realiseren staan hier vermeld
beleidsdoelen te monitoren Risico’s beleidsveld Indien er risico’s zijn binnen de specifieke beleidsvelden, worden deze hier weergegeven. Lasten en baten Bij elk programma horen lasten en baten. De lasten en baten worden door uw raad geautoriseerd op programmaniveau. Lasten en baten programma Rekening
(bijgestelde)
Begroting
2013
begroting
2015
2016
2017
2018
2014 Lasten Hier worden per beleidsveld de lasten weergegeven Baten Hier worden per beleidsveld de baten weergegeven Verschillenanalyse 20142014-2015 Verschillen tussen de begroting 2015 en de (bijgestelde) begroting 2014 worden per beleidsveld nader toegelicht. Vanwege de “begroting nieuwe stijl” en de invoering van het sociale domein hebben tal van wijzigingen plaatsgevonden waaronder de verdeling van lasten en baten over de producten en de koppeling van de producten aan beleidsvelden. De beleidsvelden zijn vervolgens ondergebracht bij grotendeels nieuwe en gewijzigde programma’s.
8
Dit heeft tot gevolg dat er grote verschillen zijn tussen de ramingen van de bijgestelde begroting 2014 en die van de begroting 2015. Ook de interne urenverdeling is in de begroting opnieuw verdeeld over de diverse producten. Daar waar deze verschillen worden veroorzaakt door andere oorzaken dan de begroting “nieuwe stijl”, de invoering van het sociaal domein en de urenverdeling worden deze bij de verschillenanalyse toegelicht.
Verschillenanalyse 20142014-2015 Lasten Beleidsveld
Hier wordt het geconstateerde verschil nader toegelicht
Baten Beleidsveld
Hier wordt het geconstateerde verschil nader toegelicht
Mutaties reserves Per beleidsveld worden de mutaties in de reserves voor de periode 2015-2018 aangegeven. Mutaties reserves beleidsveld 2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Hier wordt aangegeven
Hier wordt het
welke dotaties er aan de
bedrag van de
reserves van het beleidsveld
dotatie
gedaan zullen worden
weergegeven
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Totaal dotaties Onttrekkingen aan reserves Hier wordt aangegeven
Hier wordt het
welke onttrekkingen er aan
bedrag van de
de reserves van het
onttrekking
beleidsveld plaats zullen
weergegeven
vinden Totaal onttrekkingen
9
Investeringen Per beleidsveld worden de investeringen voor de periode 2015-2018 aangegeven. In de jaarkolommen zijn de netto investeringsbedragen vermeld. Een totaaloverzicht treft u aan in het meerjarig investeringsplan (MIP). Investeringen 2015
2016
2017
2018
idem
idem
idem
Beleidsveld Hier wordt aangegeven
Hier wordt het
welke investeringen binnen
bedrag van de
het betreffende beleidsveld
investering voor
plaats zullen vinden
weergegeven
10
Hoofdstuk 2 Kerngegevens aantallen per 1 januari 2013 2013
2014 2014
2015 2015
12.950
12.901
12.865
A. SOCIALE STRUCTUUR Aantal inwoners waarvan
0 - 4 jaar
511
486
475
5 - 19 jaar
2.106
2.074
2.070
20 - 64 jaar
7.422
7.356
7.320
64 jaar en ouder
2.911
2.985
3.000
178
187
187
-
-
1.119
76
76
76
-
-
415
2.408
2.408
2.408
5
5
5
15,87
15,87
15,87
5.888
5.894
5.905
rijkswegen
2,20
2,20
2,20
provinciale wegen
2,70
2,70
2,70
gemeentelijke wegen buiten de bebouwde kom*
70,00
70,00
70,00
gemeentelijke wegen binnen de bebouwde kom * vanaf 2013 inclusief nieuwe wandelpaden
53,33
53,33
53,33
Lengte fietspaden of stroken in km weglengte
31,78
31,78
31,78
in m2
382.480
382.480
382.480
voetbalcomplexen in m2
92.685
92.685
92.685
tenniscomplexen
10.200
10.200
10.200
Aantal periodieke uitkeringsgerechtigden Aantal cliënten WMO Aantal Wsw-ers (Participatiewet) Aantal cliënten Jeugdzorg B. FYSIEKE STRUCTUUR Oppervlakte gemeente in ha waarvan
binnenwater historische stads- dorpskernen
Aantal woningen/wooneenheden Lengte van wegen in km
openbaar groen
in m2
11
12
Hoofdstuk 3 Financiële beschouwingen 3.1 Inleiding Bijgaand bieden wij u de conceptprogrammabegroting 2015 ter vaststelling aan. Hierin zijn de meerjarenramingen voor de jaren 2016 t/m 2018 en het meerjarig investeringsplan (MIP) opgenomen. De conceptbegroting 2015 en de meerjarenramingen 2016 - 2018 sluiten met onderstaande positieve saldi. saldi concept begroting 2015/meerjarenraming 2016 – 2018
2015 saldi
43.869
2016 175.152
2017
2018
410.643
131.905
3.2 Van de prognose van de meerjarenramingen naar de begroting 2015 en de meerjarenramingen 2016 - 2018 Op 26 mei 2014 is met uw Raad een richtingendebat gevoerd. De hieruit voortgekomen wensen van uw raad en de afweging daarover binnen het college hebben, voor zover mogelijk een plek gekregen binnen het collegeprogramma. Het collegeprogramma is op 10 juli 2014 aan u ter kennis gebracht, gelijktijdig met de kadernota 2015. In deze vergadering is de kadernota door u vastgesteld. Door het vaststellen van de kadernota is ook besloten het ambtelijke apparaat kwalitatief en kwantitatief toe te rusten om de autonome ontwikkelingen aan te kunnen en de eigen ambities waar te maken. De formatie is structureel uitgebreid met 15,3 fte. Hiervan is 13,2 fte structureel ten behoeve van de 3 D’s (intern 6,5 en extern 6,7 fte). Vanaf de raadsvergadering van 10 juli 2014 tot begin oktober is gewerkt aan de samenstelling van voorliggende concept begroting 2015 en de meerjarenramingen 2016 2018. In deze periode heeft ook een verschuiving van taken plaatsgevonden in relatie tot de ontstane formatieruimte. Hierdoor is een structurele onderuitputting binnen de personele begroting gerealiseerd. Onderstaand wordt het verloop van de begrotingssaldi sinds 10 juli 2014 tot de voorliggende concept begroting 2015 en meerjarenramingen 2016 - 2018 weergegeven. Bij het samenstellen van de begroting zijn wij uitgegaan van goed rentmeesterschap voor toekomstige generaties van onze gemeente. Dit betekent een sluitende begroting voor 2015 en een fundamentele meerjarige aanpak van de lasten en baten om te komen een gezonde
13
financiële positie. Daartoe zijn de taakstellende bezuinigingen noodzakelijk. Daarnaast stellen wij voor reserveringen te doen, de extra verhoging van de ozb-tarieven door te voeren voor 2015 en de meeropbrengst toe te voegen aan de reserve voor autonome ontwikkelingen. Deze reserve is primair bestemd voor de opvang van tekorten als gevolg van rijksbezuinigingen, de herverdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, nieuwe wet- en regelgeving en als gevolg van de decentralisaties. Een en ander strekt ertoe de financiën in de toekomst op peil te houden en om een goed voorzieningenniveau voor de inwoners van onze gemeente te kunnen aanbieden. Saldi concept begroting 2015/meerjarenraming 2016 – 2018 (+ is voordelig; - is nadelig)
2015 Saldi kadernota 2015
2016
2017
2018
-57.000
249.000
360.000
42.000
-437.000
-437.000
-437.000
-437.000
2. cao-gemeenten
-97.000
-100.000
-100.000
-100.000
3. dekking salarissen en cao-aandeel
451.000
451.000
451.000
451.000
4. onderuitputting personele lasten
67.000
67.000
67.000
67.000
5. mip (verschil oud mip en nieuw mip)
98.000
54.000
75.000
41.000
6. algemene uitkering
59.000
223.000
285.000
439.000
286.000
271.500
271.500
271.500
-80.000
-80.000
-80.000
-80.000
-32.000
-32.000
-32.000
1. salarissen uitvoering 3 D
uitvoering 3 D
(septembercirculaire) 7. hogere integratie-uitkering bestaande wmo 8. hogere lasten bestaande wmo 9. lagere reservering krimpgelden 10. overname exploitatie Plinthos
33.000 -32.000
11. onderhoud standplaatsen
-37.801
12. verhoging post “onvoorzien”
-22.400
-22.400
-22.400
-22.400
13. overige verschillen
-18.731
-27.448
14.043
-28.894
Tussensaldi
249.869
616.652
852.143
573.405
0
-250.000
-250.000
-250.000
-206.000
-191.500
-191.500
-191.500
212.601
212.601
212.601
212.601
-212.601
-212.601
-212.601
212.601
43.869
175.152
410.643
131.905
14. Reserveringen: Uit de saldi Saldo 7 en 8 wmo bestaand 15. Extra verhoging ozb reservering ozb-verhoging Saldi begroting 2015 2015 en mjr 2016 2016 - 2018 2018 incl. nog te realiseren taakstellingen - decentralisaties (voorheen acco.beleid) - decentralisaties (voorheen Vixia) - regiegemeente
0
-200.000
-250.000
-250.000
-65.319
-141.983
-201.759
-203.796
-
-38.158
-188.158
-188.158
* mochten taakstellende bezuinigingen niet gerealiseerd worden dan wijzigen de reserveringen ingaande 2016.
14
Toelichting: 1. Salarissen uitvoering decentralisaties In de kadernota is aangegeven dat 13,2 fte benodigd zijn voor de uitvoering van de 3 decentralisaties. Daarvan worden 6,5 fte intern ingevuld (3,5 fte participatie, 2,5 fte wmo en 0,5 fte jeugdzorg) en 6,7 fte extern. Met de 6,5 fte interne formatie is € 437.000 aan salarissen gemoeid. Rekening houdend met de recente cao en enkele kleine personele budgetten bedragen de personele lasten voor de uitvoering van de 3 decentralisaties € 451.000. Conform de kadernota 2015 worden deze gedekt binnen de terzake ontvangen rijksmiddelen, zie ook de toelichting onder 3. 2. Cao-gemeenten 2013-2015 Recent is de nieuwe cao voor gemeente-ambtenaren tot stand gekomen. Het bestuur van de VNG heeft op 11 september 2014 het akkoord bekrachtigd. In de ramingen van de begroting en de meerjarenramingen is rekening gehouden met de financiële gevolgen. 3. Dekking salarissen uitvoering decentralisaties Uitgangspunt bij de decentralisaties is dat er budgettair neutraal geraamd wordt. De wijze van kostenverdeling van de interne kosten wordt momenteel herijkt. Gelet hierop hebben wij in de conceptbegroting de overheadkosten die op grond van huidige verdeelsleutels kunnen worden toegerekend aan de gedecentraliseerde taken hieraan niet doorgerekend. Het gaat om een bedrag van € 306.000 dat hierdoor ten laste komt van de algemene middelen. Wij zijn wel voornemens deze kosten aan de producten van de gedecentraliseerde taken toe te rekenen als over de herijking door ons een besluit is genomen. Ondanks het niet toerekenen blijft ook het uitgangpunt dat de nieuwe taken op een zo efficiënt mogelijke wijze dienen te worden uitgevoerd. 4. Onderuitputting personele lasten In de taken en de beschikbare formatie is na vaststelling van de kadernota geschoven waardoor een structurele onderuitputting is gerealiseerd. 5. MIP Van het MIP 2014-2017 worden de geplande investeringen die nog uitgevoerd worden meegenomen naar het nieuwe MIP 2015-2018. De gerealiseerde of in uitvoering genomen investeringen worden van het overzicht afgevoerd. De investeringen waartoe in de kadernota 2015 is besloten worden opgenomen. Zo ontstaat een verschil tussen aangepast MIP oud en MIP nieuw. In het jaar van de investering wordt rekening gehouden met een half jaar rente als kapitaallast. 6. Algemene uitkering De septembercirculaire is doorgerekend en verwerkt in de begroting en meerjarenramingen. De algemene uikering is afhankelijk van de rijksuitgaven. Als het rijk meer gaat uitgeven profiteren de gemeenten daar ook van. Dit komt naar voren via het zogenaamde accres. De accresraming in de Miljoenennota resulteert in een hogere algemene uitkering in vergelijking met de meicirculaire 2014. De accressen zijn voor alle jaren positief. 7. De integratie-uitkering voor bestaande wmo-taken (hulp in het huishouden) stijgt ten opzichte van de huidige raming voor 2015. 8. De uitgaven voor bestaande wmo-taken (hulp in het huishouden) stijgen op basis van prognoses over toename van de vraag naar hulp. Verder stijgen de uitvoeringslasten in verband met de in de kadernota 2015 geraamde 0,5 fte uitbreiding voor bestaande taken. 9. Krimpuitkering
15
Het bedrag dat via de algemene uitkering ontvangen wordt als krimpuitkering daalt blijkens de septembercirculaire met € 33.000. Deze daling is meegenomen onder 6. Hierdoor daalt ook het bedrag dat gereserveerd kan worden in de reserve krimp met eenzelfde bedrag. 10. Wegens opheffing van de Stichting Plinthos valt de opstal van de steenfabriek en bijbehorende gebouwen terug aan de gemeente. De exploitatielasten komen nu voor rekening van de gemeente. Er zijn geen huurders meer zodat er enkel sprake is van exploitatielasten (verzekeringen, onderhoud, energie, etc..). Uiteraard wordt geprobeerd de voorgenomen verkoop zo spoedig mogelijk te laten doorgaan maar een termijn is niet te noemen. 11. Onderhoud standplaatsen Conform het meerjarig onderhoudsplan woonwagenlocaties dient in 2018 een aantal onderhoudswerkzaamheden plaats te vinden waarvan de kosten in de meerjarenbegroting worden geraamd. 12. Onvoorzien In de nieuwe financiële verordening is vermeld dat voor de post voor onvoorziene uitgaven een percentage van het begrotingstotaal wordt aangehouden. Door de decentralisaties stijgt het begrotingstotaal en daarmee ook de raming voor onvoorzien. 13. Overige verschillen Het restant betreft diverse kleinere toe- of afnames van ramingen. 14. Reserveringen In verband met de onzekerheden die er zo kort voor de invoering nog steeds zijn op het gebied van de 3 decentralisaties stellen wij voor een deel van de genoemde tussensaldi te reserveren en toe te voegen aan de reserve sociaal domein. In december 2014 wordt bekend hoeveel rijksmiddelen de gemeente gaat ontvangen op basis van een objectieve verdeling van het macrobudget voor de uitvoering van de nieuwe jeugdzorgtaken en de taken op grond van de Participatiewet. De nieuwe objectieve verdelingen zijn ingaande 2016 van kracht. Voor de uitvoering van de nieuwe wmo-taken is de objectieve verdeling al bij de septembercirculaire bekend gemaakt. Deze blijkt bijna € 1,1 miljoen lager te zijn dan de op basis van historische gegevens te ontvangen bijdrage voor 2015. De komende maanden vindt bestuurlijk overleg plaats (VNG/Kabinet) over een ingroeipad naar de nieuwe verdeling. Dit zal in samenhang bekeken worden met de gevolgen van de verdeling van de middelen voor de jeugd en participatie naar eveneens objectieve maatstaven. De middelen voor de jeugdzorg, wmo en participatie worden vanaf 2015 verstrekt via één integratie-uitkering die de gemeente geheel vrij kan besteden aan het sociaal domein. Een jaarlijkse reservering, uit de tussensaldi, ingaande 2016, van minimaal € 250.000 achten wij noodzakelijk in verband met de vele onzekerheden. In de begroting is met deze reservering rekening gehouden. Gelet op die onzekerheden binnen het sociale domein stellen wij ook voor het bovenstaande voordeel tussen de hogere integratie-uitkering wmo voor bestaande taken (hulp in de huishouding) en de hogere uitgaven voor de bestaande taken hulp in de huishouding, ad € 206.000, te reserveren en toe te voegen aan de reserve sociaal domein. Vanaf 2016 neemt deze uitkering met € 14.500 af en de reservering als gevolg daarvan eveneens.
16
15. Extra verhoging ozb-tarieven In de begroting is rekening gehouden met een extra verhoging van de tarieven met 2 % voor ozb eigenaren woningen en ozb eigenaren niet woningen. Het tarief ozb gebruikers niet woningen is verhoogd met 18,3%, conform eerdere besluitvorming, om in de buurt te komen van het gemiddelde van de gemeenten Beek en Nuth (naburig bedrijventerrein). De hierdoor verkregen meeropbrengsten worden gelijktijdig toegevoegd aan de reserve voor autonome ontwikkelingen. Het gaat om een bedrag van € 212.000. De reserve is groot per 1-1-2015 € 901.000. De komende jaren blijven onverminderd financieel zwaar, vandaar deze verhoging/reservering. Onderstaand het overzicht van de actuele stand van de lopende 3 taakstellende bezuinigingen. Onderwerp 1.
2015
2016
2017
2018
0
-200.000
-250.000
-250.000
-65.319
-141.983
-201.759
-203.796
-
-38.158
-188.158
-188.158
-65.319
-380.141
-639.917
641.954
Decentralisaties - (voorheen (accommodaties) - (voorheen Vixia)
2.
Regiegemeente
totaal taakstellende bezuinigingen Toelichting:
1. In de kadernota 2015 zijn de beide taakstellende bezuinigingen onder 1. samengevoegd omdat deze deel uitmaken van de transformatie van de 3 decentralisaties. De bedragen van de te realiseren bezuiniging op de 3 decentralisaties zijn gewijzigd ten opzichte van die genoemd in de kadernota. Dit vindt zijn oorzaak in de ontwerpbegroting 2015 – 2018 van Vixia. Een lager geraamd tekort voor 2015, ad € 7.674, is in mindering gebracht op de taakstellende bezuiniging. Voor de jaren 2016 t/m 2018 zijn de tekorten respectievelijk € 7.724, € 12.112 en € 14.149 hoger geraamd. Met deze bedragen zijn de taakstellende bezuinigingen voor die jaren opgehoogd. Gelet op de ontwikkeling in de gedecentraliseerde rijksbudgetten, de nog onzekere uitgavenbudgetten en de risico’s ligt er een flinke uitdaging om deze taakstelling te effectueren. 2. Ook de bedragen van de taakstellende bezuiniging regiegemeente zijn ten opzichte van de kadernota gewijzigd. In de kadernota was een taakstelling opgenomen van € 100.000 voor 2015 oplopend tot € 300.000 in 2017. Door een verschuiving van taken in relatie tot ontstane formatieruimte is er binnen de personeelsbegroting een structurele onderuitputting van € 67.000 gerealiseerd. In verband met de uitbesteding van belastingen is daar nog eens € 45.000 aan toegevoegd. Het meerdere (€ 12.000) ten opzicht van de voor 2015 te realiseren taakstelling wordt toegevoegd aan de reserve organisatieontwikkeling. Voor de jaren na 2015 zal onder meer door de uitbesteding BAG/GEO en door het “Nieuwe werken” de taakstelling verder worden ingevuld.
17
3.3. Kaders begroting 2015 en de meerjarenraming 20162016-2018 In de raadsvergadering van 10 juli jl. werden de uitgangspunten voor de samenstelling van de ontwerpbegroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 in de vorm van de kadernota vastgesteld. In onderstaande tekst zijn deze opgenomen met dien verstande dat, indien van toepassing, in de cursieve gedeelten beargumenteerd is aangegeven in hoeverre daarvan
afgeweken is. 1. Aantal inwoners/aantal woonruimten/doelgroepen sociaal domein Inwoners Voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2018 wordt uitgegaan van een jaarlijkse daling van het inwoneraantal met gemiddeld circa 37. Deze daling is gebaseerd op de prognose dat de gemeente Schinnen in 2020 minder dan 12.700 inwoners heeft. Concreet zou dit een afname, ten opzichte van begin 2014, met 200 inwoners betekenen. Uitgaande van het aantal inwoners per 1 januari 2014 van 12.901 schatten wij het aantal inwoners voor de komende jaren op: 2015: 12.865; 2016: 12.825; 2017: 12.780; 2018: 12.755. Woonruimten Voor de berekening van o.a. de algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt als basis genomen het aantal woonruimten op 1 januari van het betreffende begrotingsjaar. De uitgangspunten van de woonmilieuvisie in acht nemend zal nog slechts sprake zijn van een geringe toename van het aantal woonruimten (saldo onomkeerbare plannen voor bouw en rekening houdend met sloop van kwalitatief slechte woningen). Rekening wordt gehouden met het onderstaand verloop van het aantal woonruimten. Begin 2015: 5.905 woonruimten; Begin 2016: 5.910 woonruimten; Begin 2017: 5.915 woonruimten; Begin 2018: 5.920 woonruimten; Doelgroepen sociaal domein Participatiewet: Deze doelgroep bestaat uit ons wwb- en wsw-bestand en de verwachte toestroom van personen die in de situatie tot 2015 als wajongers aangemerkt zouden worden. Voor wat betreft de WWB-populatie zijn de inspanningen gericht op een netto toename van 0 klanten (instroom is gelijk aan uitstroom).
18
Uitgegaan wordt van de volgende prognose: doelgroep
Begin 2015
Begin 2016
Begin 2017
Begin 2018
187
187
187
187
Wajong
12
12
12
12
WSW
76
72
71
69
275
271
270
268
Wwb
Totaal WMO: zorgvraag
begeleiding bij persoonlijke verzorging
aantal cliënten cliënten 15
begeleiding bij dagverzorging
134
individuele begeleiding (om in de maatschappij te functioneren)
119
kortdurende verblijf in verpleeghuis
5
zorgzwaartepaketten
42
vervoer naar dagverzorging
89
palliatieve terminale zorg
nnb
zorgdossiers bestaande Wmo-taken
715
Totaal
1.119
Bovenstaande aantallen betreft de nieuwe instroom in verband met de decentralisatie van de AWBZ.
Genoemde aantallen zijn schattingen. In het laatste kwartaal van 2014 vindt gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders en de gemeente plaats. Jeugdzorg: zorgvraag AWBZ-zorg zonder verblijf AWBZ-zorg met verblijf Jeugd GGZ eerste lijn
aantal cliënten 75 5 45
Jeugd GGZ tweede zonder verblijf
185
Jeugd GGZ tweede lijn met verblijf
0
Jeugd – en opvoedhulp alleen ambulant
20
Jeugd – en opvoedhulp verblijf deeltijd/voltijd
10
Jeugd – en opvoedhulp verblijf pleegzorg
20
Jeugdbescherming
35
Jeugdreclassering
15
AMHK
5
Jeugdzorgplus
0
19
Totaal
415
Genoemde aantallen zijn schattingen. In het laatste kwartaal van 2014 vindt gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders en de gemeente plaats.
2. Materiële uitgaven. Ramingen van materiële uitgaven worden uitsluitend verhoogd als deze verhoging voldoende onderbouwd is. Voor de dekking van loon- en prijsstijgingen is een stelpost in de begroting opgenomen die gebaseerd is op het percentage genoemd in de meicirculaire 2014. 3. Lokale heffingen. OZB Voor de OZB geldt dat, als de jaarlijkse herwaardering leidt tot een totale lagere of hogere woz-waarde, de tarieven verhoogd respectievelijk verlaagd worden; als uitgangspunt geldt daarvoor de, voor inflatie geïndexeerde, opbrengst van het voorafgaande belastingjaar. In 2011 is bovendien besloten: 1. De tarieven ozb eigenaren jaarlijks met 2% extra (bovenop inflatiecorrectie) te verhogen en de meeropbrengst toe te voegen aan de reserve autonome ontwikkelingen; 2. De tarieven ozb gebruikers niet-woningen jaarlijks extra te verhogen om in 2015 uit te komen op het gemiddelde van de tarieven van de gemeenten Nuth en Beek. Als deze doelstelling is bereikt dan geldt ook voor de gebruikers van niet-woningen het beleid als genoemd onder 1; 3. Jaarlijks, bij vaststelling van de begroting, voor het komende dienstjaar te besluiten of de verhogingen onder 1. en 2. genoemd daadwerkelijk worden geëffectueerd. Rioolheffing Uitgangspunt is een kostendekkend tarief op de lange termijn. Hierbij worden investeringen en vervangingen doorgerekend over een periode van 40 jaar. Voor de begroting 2015 en volgende jaren is uitgegaan van het kostendekkingsplan rioleringen behorend bij het Gemeentelijk Rioleringsprojectenplan 2015-2020 Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Uitgangspunt van deze gemeentelijke heffingen is kostendekkendheid. Toeristenbelasting De toeristenbelasting is gebaseerd op een percentage van de omzet van de ondernemer, correctie voor inflatie is dus niet van toepassing. Hondenbelasting De tarieven hondenbelasting worden jaarlijks geïndexeerd voor inflatiecorrectie en daarbij naar boven afgerond op € 0,05.
20
Leges Uitgangspunt van de legesheffing is kostendekkendheid voor zover toegestaan op grond van de vigerende wet- en regelgeving. 4. Financieringsrente en kapitaallasten investeringen 20152015-2018. Voor de berekening van kapitaallasten en financieringsresultaat worden onderstaande percentages gehanteerd (bron: BNG 30 april 2014 geldlening 25 jaar) - 3,0 % rente over interne financieringsmiddelen; - 3,0 % rente voor bijschrijving van rente op de reserves; - 3,0 % rente over het financieringstekort 2015; - 3,0 % rente voor de berekening van de kapitaallasten meerjareninvesteringsplan en activastaat Voor het gedeelte van het tekort dat onder de kasgeldlimiet ligt is uitgegaan van 0,35% (bron: BNG 30 april 2014 geldlening 1 maand) De structurele kapitaallasten over geplande investeringen zijn in het investeringsschema en derhalve in de exploitatie opgenomen. Voor het jaar van de investering geldt dat de rentekosten op ½ jaar worden gesteld en er geen afschrijving plaatsvindt. De hiermee vrijvallende (incidentele) baat is als stelpost onderuitputting kapitaallasten in de begroting opgenomen. 5. Prijzen, lonen en formatieomvang. Prijzen Uitgangspunt van de meerjarenramingen is constante prijzen. Dit betekent dat de ramingen 2016-2018 in beginsel gelijk zullen zijn aan de raming 2015, tenzij uitgaven of inkomsten wijzigen door andere factoren (aantallen). Wat betreft subsidies aan plaatselijke verenigingen is, óók in meerjarenperspectief, rekening gehouden met een indexering van 1,25% (meicirculaire 2014) Lonen De raming van salarissen 2015 en volgende jaren geschiedt op basis van de vastgestelde formatie. Voor aanspraken op grond van functiewaardering en de structurele effecten van de personeelsbeoordelingen is een jaarlijkse stijging 1% van de totale loonsom aangehouden. De CAO 2011/2012 is per 1 januari 2013 verlopen.
Er is een nieuwe CAO afgesloten voor de periode 2013-2015. De budgettaire consequenties daarvan zijn in het meerjarenperspectief verwerkt. In de begroting is, conform provinciale richtlijnen, een stelpost loon- en prijsstijging opgenomen, die gebaseerd is op een prijsmutatie van 1,25% (meicirculaire 2014).
21
Reserve organisatieontwikkeling Enkele jaren geleden is een reserve organisatieontwikkeling gevormd. Deze wordt gevoed door eventuele onderuitputting in enig jaar op drie ‘personele budgetten’ te weten het budget personeelslasten, het budget flexibele schil en het budget opleiden, trainen en ontwikkelen. Bij overschrijding van deze budgetten wordt deze uiteraard ten laste van de reserve organisatieontwikkeling gebracht. Het doel van deze reserve is de doorontwikkeling van de organisatie te kunnen voortzetten en mogelijke knelpunten te kunnen oplossen. Door, met het oog op toekomstige ontwikkelingen, zeer zorgvuldig en uiterst spaarzaam om te gaan met genoemde budgetten is de reserve inmiddels ruim € 500.000 groot (stand per ultimo 2013). Hoewel de omvang van de reserve ogenschijnlijk fors lijkt, leert de ervaring dat de doorontwikkeling en het oplossen van knelpunten met stevige kosten gepaard gaat. Overdreven veel armslag biedt de reserve dan ook niet. Ter nuancering: de reserve bedraagt slecht circa 10% van de omvang van het jaarlijkse personeelsbudget. 6. Stelpost onvoorziene uitgaven. Conform de financiële verordening wordt in de begroting een stelpost “onvoorziene uitgaven” opgenomen ter hoogte van 0,3% van de totale lasten van de begroting. 7. Subsidies ten behoeve van verenigingen, instellingen en dergelijke. In de decembervergadering 2014 is de herijking van het subsidiebeleid aan de orde. Voor dit nieuwe subsidiebeleid worden zowel financiële alsook inhoudelijke kaders gesteld. Het financiële kader gaat uit van budgetneutraliteit met dien verstande dat het totale subsidiebedrag gecorrigeerd wordt met het prijsinflatiepercentage. Bovendien is, conform het coalitieakkoord 2015-2018, het streven erop gericht om via het subsidiebeleid de innovatie van en samenwerking tussen (sport)verenigingen te stimuleren. Waar nodig kunnen incidentele stimulerings-/opstartbijdragen dit streven bevorderen.
22
Programma Burgers en Bestuur
23
.
24
Bestuur Programma Burgers en B estuur
Programmadoelstelling
- Zorgen voor een klant- en vraaggerichte service- en dienstverlening en communicatie en een passende burgerbetrokkenheid bij beleid(sontwikkeling) - Bieden van adequate randvoorwaarden voor en ondersteuning bij het besturen van de gemeente.
Burgers Ambities Ambities coalitieakkoord Dienstverlening en burgerparticipatie
Stand van zaken / voortgang - Klantwaardering verhogen - 24/7 digitale dienstverlening vergroten - Dienstverlening korter bij de burgers brengen
Prestaties (ondermeer collegeprogramma) collegeprogramma)
Beleidsdoel
Effectindicatoren
Dienstverlening:
- Tevredenheidcijfer
- score
verbeteren van de klantwaardering
over functioneren
eenmeting op
gemeente
basis van enquête
Indicator
Doelstelling 2015
Doelstelling 2016
- Normen
- 80% norm-
- 80% norm-
kwaliteitshandvest
realisatie
realisatie
Dienstverlening:
- Aantal kernteams
- 5 kernteams
- 5 kernteams
dienstverlening dichter bij de burger
- Aantal digitale
- 50% formulieren
- 100%
brengen
producten
digitaal invulbaar
formulieren
- Uitwerken en uitvoeren verbeterpunten naar aanleiding van Benchmark Publiekszaken 2013 (om. up grade inrichting burgerhal) - Training ter vergroting bewustwording klantrelatie - Uitvoeren enquête "Waarstaatjegemeente.nl"
- Uitbreiden aanbod kernteams - Vergroten aanbod digitale dienstverlening
digitaal invulbaar
25
Burgerparticipatie:
- Tevredenheidcijfer
- Nulmeting op
- Normbepaling
op laagdrempelige manier burgers tijdig,
over functioneren
basis van enquête
afhankelijk van
juist en volledig informeren, gevraagd en
gemeente
nulmeting
ongevraagd
Burgerparticipatie:
- Aantal
Nulmeting ter
Normbepaling
via burgerparticipatie burgers stimuleren
reacties/adviezen
bepaling daad-
afhankelijk van
in een vroegtijdig stadium mee te praten
burgers
werkelijke respons nulmeting
over gemeentelijk beleid en zo meer
- Permanente monitoring website op voldoen aan webrichtlijnen - Aansluiting op Mijn Overheid Lopende Zaken - Uitvoeren enquête "Waarstaatjegemeente.nl" - Opstellen visiedocument doorontwikkeling digitale communicatie - Afhankelijk van betreffende onderwerp inzetten van participatieladder (trede 1 t/m 3: informeren, consulteren, adviseren) - Onderzoek naar inzet burgerpanels
draagvlak te creëren
Risico’s beleidsveld burgers:
Geen
Bestuur Ambities coalitieakkoord Samenwerking
Stand van zaken zaken / voortgang - Positionering Schinnen in eigenstandige groene hart van de regio - Samenwerking binnen subregio Westelijke Mijnstreek en met VONSS-gemeenten - Meetbaar maken waar samenwerking aan dient te voldoen - Versterking samenwerking in Euregio met name met Selfkant
Regisserende gemeente
- Transformatie naar regisserende gemeente - Gedragen visiedocument inclusief implementatieplan
Duurzaamheid
- Uitvoering nota "Duurzaamheid" - Uitwerking moties inzake energie(zelf)voorziening - Stimuleren initiatieven duurzame woon- en leefomgeving - Faciliteren educatieve invulling duurzaamheid in onderwijs - Gemeentelijke voorbeeldfunctie accentueren - Goede communicatie en voorlichting ter vergroting
26
bewustwording burgers wat betreft energieneutrale gemeente stimuleren en ondersteunen Kleine kernen, openbare orde en
- Alle kernen schoon, groen en veilig
veiligheid
- Behoud prettig en aangenaam woon- en leefklimaat - Kleine ergernissen samen met bewoners ter hand nemen - Inzetten van dorp- of wijkteams - Verloedering straatbeeld tegengaan
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Beleidsdoel
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling 2015
Samenwerking:
- Tevredenheidcijfer
- Nader te bepalen
versterken kwaliteit, verminderen
over functioneren
aan de hand van
kwetsbaarheid en reductie van kosten van gemeente
eenmeting op
bedrijfsvoering en dienstverlening en
basis van enquête
Doelstelling 2016
- Uitvoering geven aan door gemeenteraad vastgestelde visie en beleidskaders - Kwalitatieve en kwantitatieve toetsings- en monitoringscriteria ontwikkelen - Bestuurlijk overleg met gemeente Selfkant - Uitvoeren enquête "Waarstaatjegemeente.nl"
vergroting kansen voor medewerkers Regisserende gemeente:
- Tevredenheidcijfer
- Nulmeting op
- Normbepaling
- Uitbesteden niet kerntaken
- creëren van verbinding tussen de
over functioneren
basis van enquête
afhankelijk van
- Scholing en training medewerkers en bestuur
realisatie van gemeentelijke opgaven en
gemeente
nulmeting
- Kwalitatieve omvorming formatie - Door gemeenteraad gestelde kaders / bouwstenen
doelstellingen enerzijds en kennis, kunde
verbinden met (visie)ontwikkeling WM en VONSS en aanvullen met prestatie indicatoren
en ervaring in de lokale gemeenschap en het maatschappelijk middenveld anderzijds; - komen tot een efficiënte en effectieve inzet van gemeentelijke middelen en een optimale match met wensen en behoeften in de lokale gemeenschap Duurzaamheid:
- Score
Bijdragen aan een duurzame wereld
duurzaamheids-meter
- score 55-60
- score 60-65
- Uitvoeringsprogramma duurzaamheid - Intensivering uitgangspunten 7 en 8
millenniumgemeente
27
- Onderzoek naar mogelijkheden om
duurzaamheidlening te verstrekken - Zonnepanelen op het gemeentehuis en
bedrijfsgebouw - Duurzaamheidsmonitor invullen Kleine kernen, openbare orde en
- Tevredenheidcijfer
- Nulmeting op
- Normbepaling
- Inventarisatie van de ergernissen per dorpskern
veiligheid: Vergroten leefbaarheid en
over functioneren
basis van enquête
afhankelijk van
veiligheid
gemeente
meenemen in vervolg op wijkschouwen - De inzet van BOA’s in de openbare ruimte - Inrichten uniform klachten- en meldingsysteem - Uitvoeren enquête "Waarstaatjegemeente.nl"
Kleine kernen, openbare orde en
- Aantal
- ≤ 58 (inbraak +
- ≤ 51 (Inbraak +
- Stimulering en bevordering woningbeveiliging
veiligheid:
woninginbraken
poging p.j.)
poging p.j.)
(poging en voltooid)
- ≤ 34 (voltooide
- ≤ 30 (voltooide
inbraken p.j.)
inbraken p.j.)
overeenkomstig politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) - Eerdere signalering van inbraakgolven richting inwoners via inzet van “Burgernet” en social media - Uitvoeringsplan integrale veiligheid - Inschakelen van dorpskernteams en inwoners
Vergroten leefbaarheid en veiligheid
nulmeting
Kleine kernen, openbare orde en
- Aantal
- 35 bedrijven
- 35 bedrijven
veiligheid:
gecontroleerde
worden jaarlijks
worden jaarlijks
bedrijven
gecontroleerd
gecontroleerd
- Aantal
- ≤ 20% van
- ≤ 10% van
geconstateerde
gecontroleerd
gecontroleerd
overtredingen bij
aantal *
aantal **
- 150
- 150
Vergroten leefbaarheid en veiligheid
- Toezicht houden op de naleving van wetten en regels
en bij overtredingen handhavend optreden - Uitvoering geven aan het Integraal toezichts- en
handhavingsprogramma 2015
bedrijven
- Aantal gecontroleerde bouwwerken
* in 2015 worden bij bedrijfscontroles/ bouwcontroles 20% minder overtredingen geconstateerd dan in 2014 omdat het naleefgedrag verbetert door consequent controleren/ handhaven. ** In 2016 worden bij bedrijfscontroles/ bouwcontroles 10% minder overtredingen geconstateerd dan in 2015 omdat het naleefgedrag verbetert door consequent controleren/ handhaven.
28
- Aantal
- ≤ 20% van
- ≤ 10% van
geconstateerde
gecontroleerd
gecontroleerd
overtredingen bij
aantal *
aantal **
bouwwerken Risico’s beleidsveld beleidsveld bestuur:
Geen
Lasten en baten Programma Burgers en Bestuur Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Burgers
2.993.746
2.865.851
2.495.012
2.432.982
2.245.534
2.254.517
Bestuur
2.574.998
2.684.484
2.816.478
2.806.526
2.766.469
2.784.835
Burgers
244.762
254.000
255.000
256.000
257.000
258.000
Bestuur
177.175
115.000
133.439
133.439
133.439
133.439
Baten
Verschillenanalyse Lasten Burgers
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Bestuur
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
29
Baten Burgers
-
Bestuur
De bijdrage aan de Regionale Brandweer Zuid Limburg en de te ontvangen huur voor de brandweerkazerne worden bruto geraamd vandaar de hogere batenraming. De hogere lastenraming is opgenomen onder de lasten.
Mutaties reserves Burgers
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Organisatieverandering
100.000
100.000
100.000
0
Totaal dotaties
100.000
100.000
100.000
0
Nog te bestemmen
100.000
100.000
100.000
0
Totaal onttrekkingen
100.000 100.000
100.000
100.000
0
Onttrekkingen aan reserves
Bestuur
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Autonome ontwikkelingen
13.000
13.000
13.000
13.000
Ontwikkeling strategische opgaven
67.000
67.000
67.000
67.000
Totaal dotaties
80.000
80.000
80.000
80.000
225.000
225.000
225.000
225.000
Duurzaamheid
52.500
40.000
0
0
Gecommitteerde reserve
21.475
2.307
0
0
298.975
267.307
225.000
225.000
Onttrekkingen Onttrekkingen aan reserves Aflossing bruglening (t.b.v. regiobijdrage)
Totaal onttrekkingen
30
Investeringen Burgers
2015
2016
2017
2018
Informatieplan 2012-2015 (rbs 10 mei 2012)
84.175
0
0
0
Vervangen telefooncentrale (kadernota 2015)
30.000
0
0
0
Het nieuwe werken/ict (kadernota 2015)
20.000
0
0
0
100.000
0
0
0
36.000
0
0
0
200.000
0
0
0
0
100.000
0
0
Grootschalige basiskaart topografie (kadernota 2015) Upgrading Windows en Exchange (kadernota 2015) Zonnepanelen (kadernota 2015) ICT 24/7 dienstverlening (kadernota 2015)
31
32
Programma Welzijn
33
.
34
Programma Welzijn Programmadoelstelling
Het versterken van de eigen verantwoordelijkheid, de zelf- en samenredzaamheid en de sociale cohesie.
Cultuur Ambities coalitieakkoord
Stand van zaken / voortgang
Subsidies
- Ondersteuning van verenigingen. -
Stimuleren van verenigingen om een (extra) maatschappelijke bijdrage te leveren binnen het sociale domein.
Werkgelegenheid
- Inzet van verenigingen in het kader van de 3d’s
Beleidsdoel
Effectindicatoren
Indicator
Bibliotheekwerk: bieden adequaat en
- aantal leden en
betaalbaar bibliotheekaanbod aan alle
uitleningen van
doelgroepen als beschreven in de
servicepunt Amstenrade
regionale bibliotheekvisie (raadsbesluit
(rib 0-meting, feb 2014)
Prestaties (ondermeer collegeprogramma) Doel
Doel
stelling 2015
stelling 2016
≥ 2014
≥ 2015
-
Uitvoeren regionale bibliotheekvisie
nov 2012/mei 2013) - certificering BIBLIONOVA
35
Cultuur: stimuleren lokaal
uitzetten van
verenigingsleven voor activiteiten die
pilots voor
behoren tot “core business”en activiteiten
verdienmodel
op gebied van maatschappelijke
op basis van
betrokkenheid en participatie
maatschappelijke
-
Herijking subsidiebeleid
-
Beleidskeuzes toetsen aan Dorpsontwikkelvisie
-
Inzetten combinatiefunctionaris (op basis van uitvoeringsplan)
In overleg met verenigingen onderzoeken waar mogelijkheden met betrekking tot maatschappelijke inzet en bevorderen sociale cohesie liggen
betrokkenheid en participatie Kunst: basisschoolleerlingen in aanraking
- percentage
laten komen met kunstdisciplines.
Risico’s beleidsveld cultuur:
minimaal 1
minimaal 1
deelnemende
kunstdiscipline
kunstdicipline
basisschoolleerlingen
per jaar
jaar
Bibliotheekwerk: De gemeente ontvangt in de periode 2015-2018 minder algemene uitkering wegens de overgang naar e-boeken, waardoor minder subsidie beschikbaar komt voor BiblioNova. Dit zal wellicht leiden tot vermindering van ons bibliotheekaanbod c.q. van de wisselcollecties op onze scholen.
Sport Ambities coalitieakkoord Subsidies
Stand van zaken / voortgang
-
Ondersteuning van verenigingen. Stimuleren van verenigingen om een (extra) maatschappelijke bijdrage te leveren binnen het sociale domein.
Werkgelegenheid
-
Inzet van verenigingen in het kader van de 3d’s
36
Beleidsdoel
Indicator
Binnen- en buitensport: het stimuleren
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Doelstelling
Doelstelling
2015
2016
Aantal verenigingen
Normbepaling
≥ norm
Aantal actieve leden lokale
Nulmeting +
≥ norm
verenigingen
normbepaling
Bezettingsgraad
Normbepaling
≥ norm
Normbepaling
-
Opstellen toekomstvisie (in samenspraak met lokale verenigingen) binnen- en buitensport
-
Uitwerken accommodatiebeleid
≥ norm
-
Faciliteren (sport)verenigingen en onderwijs
≥ norm
-
Faciliteren (sport)verenigingen
van bewegen/ sporten
sportaccommodaties Binnen- en buitensport: stimuleren
Deelname/lidmaatschap
sporten jeugd
sportactiviteiten
Binnen- en buitensport: stimuleren
Deelname aan fittest
Normbepaling
sporten ouderen
Deelname/lidmaatschap
Normbepaling
sportactiviteiten
Risico’s beleidsveld sport:
Als gevolg van stijging van de huurprijzen van accomodaties (verhogen dekkingsgraad) wordt sporten duurder en kan de deelname van burgers aan sportactiviteiten teruglopen en kan het gebruik van accommodaties afnemen. Door in 2015 te starten met de pilot Actief Betrokken Clubs (verdienmodel voor verenigingen) wordt geprobeerd dit effect zo klein mogelijk te laten zijn.
37
Leefbaarheid Ambities collegeprogramma Dorpsontwikkelingsvisie/ -plannen
Stand van zaken / voortgang
-
De dorpontwikkelingsvisie dient als toetsingskader bij de keuzes die genomen moeten worden bij dorpsontwikkelingsplannen / subsidiebeleid/ accommodatiebeleid.
-
De dorpontwikkelingsplannen zorgen aan de hand van concrete plannen, die vanuit de burgers zijn aangedragen, voor verbetering van de leefbaarheid in de kernen.
Accommodaties
-
Een efficiënt en effectief voorzieningenniveau dat is afgestemd op de kwantitatieve en kwalitatieve behoeften nu en in de toekomst, mede ingegeven vanuit de dorpsontwikkelingsplannen.
-
Een duurzame spreiding van voorzieningen op basis van kansen van kernen.
-
Multifunctioneel gebruik en een duurzame beheersvorm
38
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling
Doelstelling
2015
2016
Kernen: behouden en indien mogelijk
Tevredenheidscijfer over
- vertalen
- implementeren
vergroten van de leefbaarheid en
functioneren gemeente.
dorpsontwik-
uitvoeringsplan-
levendigheid in de kernen met
kel
nen.
verantwoordelijkheid voor verenigingen
visie naar
- evalueren en
en vrijwilligers
uitvoerings-
zo nodig
plannen.
bijstellen
- start maken
uitvoeringsplan-
met
nen
-
Opstellen uitvoeringsplannen DOP per kern
-
Vaststellen accommodatiebeleid;
-
Realiseren (kaderstellende) bezuiniging
Burgers actief benaderen bij uitvoeringsplannen Uitvoeren onderdelen uitvoeringsplan Uitvoeren enquête “waar staat je gemeente”
implementeren uitvoeringsplannen Accommodaties: het voorzieningenniveau
financiële
financiële
is afgestemd op behoeften en vertoont
taakstelling
taakstelling
een duurzame spreiding op basis van
2015 behalen
2016 behalen
kansen van de kernen.
Risico’s beleidsveld leefbaarheid:
Mogelijkheden privatisering onderzoeken Gevolgen/ kansen m.b.t. WMO, participatiewet en taakstelling in beeld brengen evenals multifunctioneel gebruik en duurzaam beheer Relatie met subsidiebeleid (verdienmodel) voor financiële verdienmodellen voor verenigingen
Onvoldoende draagvlak bij burgers voor uitvoeringsplannen. Beperkt financieel kader voor de realisatatie.
39
Wat mag het kosten? Programma Welzijn Welzijn Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Cultuur
418.245
325.981
340.747
339.558
338.202
336.669
1.051.280
1.011.427
1.017.636
1.005.368
994.449
985.157
285.086
276.694
135.980
-142.458
-254.253
-258.427
0
0
0
0
0
0
Sport
56.093
82.502
113.271
114.180
115.030
116.021
Leefbaarheid
53.505
35.801
59.819
56.451
57.142
57.835
Sport Leefbaarheid
Baten Cultuur
Verschillenanalyse Lasten Cultuur
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Sport
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Leefbaarheid
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. Daarnaast was er in 2014 sprake van kwijtschelding (hogere lasten) van een deel van de lening aan Stichting Streektrefcentrum Doenrade.
Baten
40
Cultuur
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Sport
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. Bij de sportaccommodaties is rekening gehouden met opbrengsten uitgaande van een kostendekkingspercentage van circa 50% (KTD fase III).
Leefbaarheid
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Mutaties reserves Sport
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Nog te bestemmen (btw-teruggave sportboulevard)
23.140
15.559
0
0
Totaal dotaties
23.140
15.559
0
0
149.871
147.076
144.282
141.487
12.015
11.824
11.634
11.443
117.641
115.398
113.154
110.910
20.659
20.299
19.940
19.580
300.186
294.597
289.010
283.420
Onttrekkingen aan reserves Bruteringsreserve (multifunctionele sport- en turnhal) Bruteringsreserve (evenemententerrein Puth) Bruteringsreserve (sportboulevard) Nog te bestemmen (Tbv kunstgrasveld A’rade) Totaal onttrekkingen
Leefbaarheid
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves
41
Toevoeging aan bruteringsreserve
70.000
70.000
70.000
70.000
Toevoeging aan reserve krimp
237.582
0
0
0
Totaal dotaties
307.582 307.582
70.000
70.000
70.000
202.232
199.173
196.114
193.055
43.061
42.169
41.277
40.385
100.000
50.000
0
0
0
175.000
175.000
175.000
345.293
466.342
412.391
408.440
Onttrekkingen aan reserves Uit bruteringsreserve (nieuwbouw brede school) Uit bruteringsreserve (aanpassing MFG) Uit reserve nog te bestemmen (temporisering taakstelling accommodatiebeleid) Uit reserve krimp tbv uitvoering DOP’s Totaal onttrekkingen
Investeringen Leefbaarheid
2015
2016
2017
2018
Dorpsontwikkelingsplannen (kadernota 2015)
0
175.000
0
0
Dorpsontwikkelingsplannen (kadernota 2015)
0
0
175.000
0
Dorpsontwikkelingsplannen (kadernota 2015)
0
0
0
175.000
42
Programma Jeugd
43
.
44
Programma Jeugd
Programmadoelstelling
In Schinnen groeien kinderen veilig, gezond en actief op waarbij de nadruk ligt op talentontwikkeling, actief participeren op school en in de samenleving.
Jeugd Ambities coalitieakkoord Decentralisatie jeugdzorg
Stand van zaken / voortgang -
Elk kind groeit veilig, gezond en actief op; ontzorging, demedicalisering en normalisering van de jeugdzorg;
-
eigen kracht van jeugdigen/ouders eerst;
-
integrale hulpverlening via 1Gezin1Plan;
-
lichte zorg waar kan, zware zorg waar moet.
-
geleidelijk toewerken naar een integrale 3d benadering met aanpalende gemeentelijke beleidsthema’s.
Combinatiefunctionaris
-
Elk kind groeit veilig, gezond en actief op waarbij rekening wordt gehouden met de integraliteit van de thema’s waar de combinatiefunctionaris op wordt ingezet te weten sport , kunst en cultuur, onderwijs;
-
de brede impuls combinatiefunctie richt zich op de realisatie van combinaties tussen brede scholen, sport, kunst en cultuur, onderwijs.
-
instellen van een jongerenraad.
45
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling
Doelstelling
2015
2016
Preventie en sociale basisvoorzieningen/
-
aantal zorgmeldingen
Nulmeting +
Normbepaling
Bescherming en veiligheid: elk kind groeit
-
aantal gevallen
normbepaling
afhankelijk van
veilig, gezond en actief op
kindermishandeling -
nulmeting.
-
aantal ingezette
-
jeugdbeschermings-
-
maatregelen -
doorlooptijd JBmaatregelen
-
% recidivecases
-
% kinderen met
-
overgewicht -
% + leeftijd
-
alcoholgebruik -
% multiproblemgezinnen
-
-
-
Inrichten laagdrempelige en herkenbare toegang tot zorg; Verplichte inzet 1G1P (doelgroep)analyse wijken en kernen Focus op preventie, opvoedondersteuning, vroegsignalering en vroeginterventie d.m.v. gebiedsgericht werken/ jeugdgebiedteams Inrichten generalistisch gebiedsteam WM Neerleggen regie bij hulpvragen bij gebiedsteam Vastleggen routeafspraken met huisartsen, kinderartsen en jeugdartsen Opvoedondersteuning via CJG, onderwijs, verenigingen etc. (info & advies, cursussen, workshops) Uitvoering wettelijke taken JGZ Uitvoering huidige taken en activiteiten PSZ/VVE, kinderopvang, veilige en gezonde school, combinatiefunctionarissen, ambulant jongerenwerk Inrichten AMHK op Zuid- Limburgse schaal Uitvoering zware zorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering door gecertificeerde instellingen (Zuid Limburgse schaal) Organisatie nazorg Werken conform jaarlijks uitvoeringsplan De brede impuls combinatiefunctie richt zich op de realisatie van combinaties tussen brede scholen, sport , kunst en cultuur, onderwijs
46
Eerste- en tweedelijns ondersteuning: ontzorgen, normaliseren en demedicaliseren van de jeugdzorg
-
-
% inzet 1G1P
Nulmeting +
Normbepaling
-
doorlooptijd 1G1P
normbepaling
afhankelijk van
-
%
-
aantal verwijzingen 1e
-
lijn
-
-
aantal verwijzingen 2e
-
aantal trajecten amb.
nulmeting.
-
multiproblemgezinnen
lijn
-
zorg -
-
aantal trajecten zware (niet vrij toegankelijke)
-
zorg -
% GGZ-indicaties
-
aantal plaatsingen in
Verplichte inzet 1G1P + zelfredzaamheidsMatrix Professionals trainen in nieuwe werkwijze en attitudeverandering Randvoorwaarden creëren voor realisatie; Pedagogische civil society + versterking leefomgeving gezinnen Aanbod zo licht + kortdurend mogelijk en zo dicht mogelijk bij gezin organiseren Inzet adequaat gekwalificeerde casemanagers bij multiproblem Gebruik protocollen en evidence based methodieken
pleeggezinnen -
aantal plaatsingen in gezinsvervangende setting
-
duur (eventuele) wachtlijsten
Preventie en sociale basisvoorzieningen:
-
alle vormen van kinderopvang voldoen aan alle wettelijke kwaliteitseisen
-
inspectieresultaten
behoud A-status behoud A-status -
GGD
-
aantal
-
handhavingtrajecten -
Behoud A-status handhaving conform handhavingbeleid Actuele en volledige registratie in Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen
statustoekenning door Ministerie
Preventie en sociale basisvoorzieningen:
-
beleving burgers
Nulmeting +
Normbepaling
-
overlast door jongeren blijft beperkt tot
-
aantal en aard
normbepaling
afhankelijk van
-
-
wijze van afhandeling
-
aanbod vrijwillige j&j-
algemeen aanvaardbaar niveau
meldingen
nulmeting. -
meldingen -
Nulmeting; Intensieve samenwerking jongerenwerk, politie en Halt via JIT Prestatieafspraken met PIW over uitvoering ambulant jongerenwerk Gevarieerd aanbod activiteiten vrijwillige j&j-werk
werk
47
Preventie en sociale basisvoorzieningen:
Indicator nader te bepalen
instellen van een jongerenraad
Indicator en norm
Normbepaling
bepalen
afhankelijk van
-
Jongeren informeren, enthousiasmeren en werven voor de jongeren raad
-
Instandhouding huidige speelvoorzieningen Jaarlijkse inspectie door onafhankelijke gecertificeerde instelling Maandelijkse inspectie en controle door de buitendienst Onderhoud en vervanging waar nodig
nulmeting. Preventie en sociale basisvoorzieningen:
- aantal
- minimaal 1
- minimaal 1
alle kinderen hebben toegang tot veilige
speelvoorzieningen
speelvoorziening
speelvoorziening -
speelvoorzieningen dichtbij huis
- onderhoudsstatus
per kern
per kern
- inspectieresultaten
- nul urgenties 1
- nul urgenties 1 -
bij inspectie
bij inspectie -
Risico’s beleidsveld jeugd:
Voor de risico's ten aanzien van de invoering van de 3D's/jeugd wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.
Onderwijs Ambities coalitieakkoord Onderwijs
Stand van zaken / voortgang - kind staat centraal; - kwaliteitsverbetering in de richting van integrale kindcentra; - zoveel mogelijk behouden van kwalitatief goed en veilig basisonderwijs in de gemeente en haar kernen; - blijvend investeren in de relatie met schoolbesturen en communicatie met ouders; - beleidsmatige integratie van onderwijsbeleid met 3D's, DOP's en accommodatiebeleid; - voortzetting combinatiefunctionarissen.
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling 2015
Doelstelling 2016
Onderwijs: goed functionerende,
-
beleving gebruikers
Nulmeting +
-
duurzame en goede spreiding
-
beleving bezoekers/
normbepaling
-
Uitvoering MTO + KTO Uitvoering huisvestingsaanvragen binnen kaders
48
onderwijshuisvesting
burgers -
% leegstand
-
staat van onderhoud
-
Onderwijs: elk kind begint zonder
-
achterstand aan het basisonderwijs
aantal + % VVEindicaties
-
- 90% deelname
- 92% deelname
geïndiceerde peuters
- nulmeting
- nulmeting
-
% deelname aan VVE
- min. score 3 op
- min. score 3
-
resultaten VVE
alle onderdelen
op alle
-
inspectieresultaten
MOP Besluit over huisvesting Doenrade in nauw overleg met schoolbesturen. MR en ouders Nulmeting t.b.v. overdracht buitenonderhoud Onderzoek binnenklimaat door GGD Bestrijding taalachterstanden door VVE Prestatieafspraken met Spelenderwijs en onderwijs over kwaliteit VVE, doorgaande leerlijn, warme overdracht, methodische afstemming, resultaten VVE
onderdelen
VVE Onderwijsinspectie Onderwijs: veiligheid in en om de school
Onderwijs: elk kind krijgt het onderwijs
-
Nulmeting +
Normbepaling
bezoekers
normbepaling
afhankelijk van
-
aantal calamiteiten
-
aantal trajecten
-
aantallen
-
aantal klachten
-
dat bij hem/haar past en zo nodig met passend vervoer
beleving gebruikers/
-
Elke school een actueel veiligheidsplan
-
Afstemming ondersteuningsplannen onderwijs met beleidsplan jeugd
Prestatieafspraken met RBL over uitvoering Leerplicht- en RMC-functie
nulmeting 0 thuiszitters
0 thuiszitters
- afname 10%
- afname 10%
aantal
-100% op school
-100% op
-
verzuimmeldingen
of in traject
school of in
-
- afname 5%
traject
Passend Onderwijs leerlingenvervoer vervoer
Onderwijs: 100% leerplichtigen op school of in een alternatief traject
-
aantal voortijdig
- afname 2%
schoolverlaters -
% startkwalificaties
-
aantal individuele begeleidingstrajecten
49
Risico’s beleidsveld onderwijs:
-
minder invloed op kwaliteit en onderhoud schoolgebouwen door (wettelijke) overheveling buitenonderhoud schoolgebouwen naar schoolbesturen per 1-1-2015;
-
leegstand klaslokalen door terugloop aantal leerlingen;
-
onduidelijkheid over toekomstige financiering onderwijsachterstandenbeleid door Rijk.
Wat mag het kosten? kosten? Programma Jeugd Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Jeugd
696.454
753.341
3.244.011
3.189.612
3.069.016
2.948.421
1.020.348
923.600
754.101
696.498
693.212
690.120
Jeugd
139.571
184.337
182.709
182.709
182.709
182.709
Onderwijs
284.861
66.522
9.250
9.250
9.250
9.250
Onderwijs
Baten Baten
Verschillenanalyse Lasten Jeugd
De verschillen komen deels voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. In verband met de decentralisatie van de jeugdzorg zijn de lasten terzake ingaande 2015 geraamd.
Onderwijs
De verschillen komen deels voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. De lagere lasten worden daarnaast veroorzaakt door vrijval van kapitaallasten en het vervallen van de toevoeging aan de onderhoudsvoorziening schoolgebouwen (onderhoud geen taak meer van gemeente ingaande 2015).
Baten
50
Jeugd
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. De baten wegens de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel jeugdzorg, zijn in het “overzicht dekkingsmiddelen” geraamd. De uitkering vindt immers plaats uit het gemeentefonds.
Onderwijs
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Mutaties reserves Onderwijs
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Totaal Totaal dotaties
0
0
0
0
Uit reserve OHBA (asielzoekerskinderen lea/vve)
24.500
0
0
0
Totaal onttrekkingen
24.500
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves
51
52
Programma Maatschappelijke Ondersteuning
53
.
54
Ondersteuning Programma Maatschappelijke Ondersteuni ng
Programmadoelstelling:
Verhogen van de kwaliteit van leven voor burgers in een kwetsbare positie door zelfredzaamheid te stimuleren, burgerparticipatie te bevorderen en indien noodzakelijk individuele voorzieningen en/of ondersteuning aan te bieden.
Voorzieningen Voorzieningen Ambities coalitieakkoord Decentralisatie AWBZ begeleiding
Stand van zaken / voortgang - Afbouw en vervanging AWBZ zorg waar mogelijk, zorg handhaven waar nodig. Niemand valt tussen wal en schip. - Lokale initiatieven ter bevordering onderlinge burgerparticipatie en sociale cohesie en leefbaarheid worden gestimuleerd en vanuit een positieve insteek benaderd. - Geleidelijk toewerken naar een integrale 3D benadering met aanpalende gemeentelijke beleidsthema’s. - Verhogen kwaliteit van leven voor onze burgers.
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling
Doelstelling 2016
2015 Tweedelijns ondersteuning: iedere
-
KTO (leveranciers,
burger in een kwetsbare positie neemt
ketenpartners en
naar vermogen deel aan de
doelgroep)
maatschappij, waarbij “zelfredzaamheid” -
Benchmark
wordt gestimuleerd. Iedereen doet mee.
(ministerie) -
> voldoende
2015+
- Invoeren onafhankelijke monitoring
2014+
2015+
- Ondersteuning wordt meer op maat en dichter bij de burger georganiseerd door instandhouding, uitbreiding en doorontwikkeling van dorpskernteams.
Normbepaling
2015+
- Dorpsdagvoorzieningen georganiseerd vanuit
Aantal meldingen dorpskernteams
Preventie en sociale basisvoorzieningen
-
Gebruik van
55
/ Eerstelijns ondersteuning: bevorderen onderlinge burgerparticipatie, sociale cohesie en leefbaarheid
burgerparticipatie
dorpsdagvoorzieningen -
Normbepaling
2015+
- Lokale initiatieven ondersteunen
Normbepaling
2015+
- Maatwerk/kernspecifieke projecten
Toename
Nulmeting +
2015+
- Bevorderen zelfredzaamheid en participatie waarbij
zelfredzaamheid
normbepaling
Toename participatie
Nulmeting +
2015+
inzet zelfredzaamheidmatrix als meetinstrument wordt ingezet. - Ontwikkelen KPI’s ter beoordeling leveranciers.
2015-
- Professionals zetten primair in op beweging naar
Aantal lokale initiatieven
-
Gebruik van maatwerk- en kernspecifieke projecten
Tweedelijns ondersteuning: aanbieden
-
noodzakelijke voorzieningen waar mogelijk in de vorm van voorliggende voorzieningen en waar noodzakelijk in
-
de vorm van maatwerkvoorzieningen
normbepaling -
Monitoren aantallen
Nulmeting +
2e lijns-
normbepaling
voorliggende voorzieningen en inzet “eigen kracht”
voorzieningen. - Stimuleren gebruik openbaar vervoer en wensbus -
Gebruik wensbus
Nulmeting +
2015+
om doelgroepenvervoer te verminderen
normbepaling -
Tweedelijns ondersteuning: een integrale 3D benadering Risico’ Risico’s beleidsveld voorzieningen: voorzieningen:
Afname
Nulmeting +
doelgroepenvervoer
normbepaling
2015+
- Integrale 3d benadering. - Transitie van de awbz regeling Aanbieden van voorliggende en maatwerkvoorzieningen gebeurt binnen de kaders van gemeentelijke verordeningen. Deze hebben een open eind karakter waardoor in enig jaar overschrijding van budgetten aan de orde kan zijn
56
Gezondheidszorg Gezondheidszorg Ambities coalitieakkoord
Stand van zaken / voortgang -
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doel
Doel
stelling 2015
stelling 2016
Basiszorg: uitvoering wet publieke
Begroting GGD in relatie
Geen
Geen
gezondheidszorg in relatie tot de
tot wettelijke taken
overschrijding
overschrijding
Basiszorg: Schinnen blijft hartveiligste
Aantal gecertificeerde
≥ aantal 2014
≥ aantal 2015
gemeente van Limburg
deelnemers
Risico’s beleidsveld gezondheidszorg gezondheidszorg: ezondheidszorg:
nvt
Schinnense integrale visie op
Monitoring van uitvoering wettelijke taken door de gemeenschappelijke regeling GGD binnen de daartoe beschikbaar gestelde budgetten
Wmo/gezondheidszorg
Vrijwilligersbestand wordt door training en promo in stand gehouden
57
Wat mag het kosten? Programma Maatschappelijke Ondersteuning Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Voorzieningen Gezondheidszorg
2.643.439
2.581.651
5.103.911
5.083.647
5.075.872
5.075.834
335.820
439.344
302.321
302.342
305.904
309.528
770.614
406.672
421.421
421.421
421.421
421.421
0
0
0
0
0
0
Baten Voorzieningen Gezondheidszorg
Verschillenanalyse Lasten Voorzieningen
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. In verband met de decentralisatie van de wmo-taken zijn de lasten terzake ingaande 2015 geraamd.
Gezondheidszorg
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. In 2014 is de incidentele bijdrage aan de GGD geraamd inzake de huisvestingskosten.
Baten Voorzieningen
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. De baten wegens de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel wmo, zijn in het “overzicht dekkingsmiddelen” geraamd. De uitkering vindt immers plaats uit het gemeentefonds. De bij dit beleidsveld geraamde baten betreffen voor het grootste gedeelte de eigen bijdragen wmo.
Gezondheidszorg
-
58
Mutaties reserves Voorzieningen
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Totaal dotaties
0
0
0
0
Aanwending leeglopende reserve (wmo hih)
25.000
6.474
0
0
Totaal onttrekkingen
25.000
6.474
0
0
Onttrekkingen aan reserves
59
60
Programma Participatie en Inkomen
61
.
62
Programma Participatie en Inkomen Programmadoelstelling
Bevorderen dat mensen door betaald werk in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Aan diegenen voor wie betaald werk (nog) niet is weggelegd wordt (tijdelijk) een uitkering verstrekt en actieve deelneming aan de maatschappij gestimuleerd, ter voorkoming van sociale uitsluiting
Participatie Ambities coalitieakkoord coalitieakkoord Decentralisatie participatiewet
Stand van zaken / voortgang -
Iedereen participeert binnen zijn of haar mogelijkheden binnen onze samenleving. Participatie, bij voorkeur via regulier werk, zorgt voor economische, sociale en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan een gevoel van eigenwaarde en levert een bijdrage aan de economie en aan sociale cohesie.
-
Klanten die primair zelf verantwoordelijk zijn voor snelle en
-
Beschut werken optimaal vorm geven
-
Efficiënte en effectieve transformatie
-
Om invulling te geven aan een actieve rol richting
duurzame arbeidsinpassing.
ondernemend Schinnen, óók in relatie tot verplichte inspanningen ten aanzien van de doelgroep van de Participatiewet wordt voorgesteld de formatie bedrijvencontactfunctionaris uit te breiden en in te zetten in nauw contact met de bedrijven en MKB in relatie tot doelstellingen participatiewet -
Geleidelijk toewerken naar een integrale 3 D benadering met aanpalende gemeentelijke beleidsthema’s
63
Armoedebeleid
-
Bevorderen dat inwoners met een laag inkomen kunnen
-
Doelgroep optimaal gebruik laten maken van regelingen
-
Geen kind groeit in onze gemeente op in armoede
-
Invulling geven aan een actieve rol richting ondernemend
-
Verbetering horeca en vestigingsklimaat
participeren en deelnemen aan maatschappelijke activiteiten
Werkgelegenheid en contact met lokale ondernemers
Schinnen. -
Uitbreiden activiteiten bedrijven contactfunctionaris ter ondersteuning bedrijfsleven in Schinnen.
Beleidsdoel
Inburgeringsvoorziening / Eerstelijns
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Effectindicatoren Indicator
Doelstelling 2015
Doelstelling 2016
- totaal aantal klanten
nulmeting
≤ 2015
nulmeting
≥ 2015
nulmeting
doorgroei op
ondersteuning: bevorderen van uitstroom - aantal klanten op naar werk c.q. maatschappelijke
traject
participatie
klantenbestand ingedeeld op basis van
-
Klanten worden bij de aanvraag gediagnosticeerd en op een passend traject gezet
-
Klanten worden bij de aanvraag gediagnosticeerd en op een passend traject gezet
participatieladder
participatieladder aantal jongeren
Aanpak jongerenloket is er op gericht jongeren (<27 jaar): zonder startkwalificatie terug naar school te begeleiden; naar werk of studie door te geleiden.
nulmeting
< 2015
-
> 2014
> 2015
-
Prestatieafspraken met werkgeversservicepunt (regiofunctionaris social return)
- aantal uitstromers
> 2014
> 2015
aantal aanvullende
≥ 2014
≥ 2015
-
Stimuleren werken met aanvullende uitkering en participeren met een uitkering
aantal BBZ-uitkeringen
≥ 2014
≥ 2015
-
Stimuleren om als zelfstandige aan de slag te gaan
- aantal deelnemers
- aantal uitvallers
- aantal uitvallers
-
Bestrijden laaggeletterdheid en bevorderen
(<27 jaar) met een uitkering
- aantal plaatsingen in kader van social return
uitkeringen
64
volwasseneneducatie
< 2014
persoonlijke ontplooiing via aanbieden trajecten NT2
< 2015
- educatiecertificaten taakstelling
-
Vluchtelingen voorzien van woonruimte volgens taakstellingen Rijk
100%
100%
-
Scholing van vluchtelingen stimuleren door scheppen van voorwaarden
nulmeting
≤ 2015
-
Maatschappelijke begeleiding van inburgeraars via vluchtelingenwerk
aantal plaatsingen op
Wettelijke
Wettelijke
-
Participatieklanten plaatsen op garantiebanen
garantiebanen
taakstelling
taakstelling
aantal klanten beschut
Wettelijke
Wettelijke
-
werk
taakstelling
taakstelling
-
Uitvoering geven aan ‘voorziening beschut werk’; rol vixia in deze definiëren
Netwerk
-
taakstelling huisvesting taakstelling vluchtelingen aantal behaalde inburgeringscursussen aantal meldingen/ klachten over vluchtelingen
Eerstelijns ondersteuning: ondersteuning
Nog te bepalen in 2015 - Netwerk
bedrijfsleven in Schinnen
Tweedelijns ondersteuning: wegnemen
aantal gezinnen dat
van belemmeringen om deel te kunnen
gebruik maakt van
nemen aan het maatschappelijke leven
schuldhulpverlening
opbouwen
opbouwen
- Infrastructuur
- Infrastructuur
inrichten
inrichten
nulmeting
≤ 2015
-
toekenning/aanvragen kwijtschelding gemeentelijke belastingen
≥ 2014
≥ 2015
-
Om invulling te geven aan een actieve rol richting ondernemend Schinnen, óók in relatie tot verplichte inspanningen ten aanzien van de doelgroep van de Participatiewet, wordt voorgesteld de formatie bedrijvencontactfunctionaris uit te breiden en in te zetten in nauw contact met de bedrijven en het MKB en in relatie tot de doelstellingen van de participatiewet Actief samenwerken met netwerkpartners ten behoeve van vroegsignalering en preventie schuldenproblematiek; laagdrempelige ondersteuning bieden bij het oplossen van problematische schuldensituaties Kwijtschelding wordt, indien passend binnen de kaders, automatisch toegekend; aanvragen voor kwijtschelding worden binnen 8 weken afgehandeld
65
aantal gezinnen met
nulmeting
≥ 2015
-
kinderen die leven in
Uitvoeren c.q. implementeren effectief kindgericht armoedebeleid
armoede (Stimulansz)
Risico’s beleidsveld participatie:
-
Toenemende tekorten op de Wsw c.q. een steeds groter wordend subsidiegat Wsw; de toekomst van sociale werkvoorziening Vixia;
-
onvoldoende budget voor het plaatsen van alle klanten op een passend traject;
-
onvoldoende stijging op de participatieladder zodat (gedeeltelijke) uitstroom nog niet tot de mogelijkheden behoort;
-
arbeidsmarkt en economie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, voortduring van economische laagconjunctuur bemoeilijkt uitstroommogelijkheden (en schadelastbeperking).
Inkomen Ambities coalitieakkoord
Stand van zaken / voortgang -
Beleidsdoel
Indicator Inkomensvoorzieningen: zorgdragen voor aantal een financieel bestaansminimum
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Doelstelling 2015 2015
Doelstelling 2016
0
0
-
Voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik (poortwachtersfunctie)
0
0
-
Alle aanvragen worden binnen de gestelde termijn afgehandeld
0
0
-
Rechtmatig verstrekken van uitkeringen
doorverwijzingen aantal afwijzingen verstrekte voorschotten geconstateerde (rechtmatigheids) fouten
Risico’s beleidsveld inkomen:
Verdergaande verslechtering werkgelegenheid waardoor er geen of onvoldoende daling (risico van stijging!) is in het aantal bijstandsuitkeringen (financieel:10 % eigen risico).
66
Wat mag het kosten? Programma Participatie en Inkomen Inkomen Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Participatie
3.040.267
3.019.477
3.001.799
2.864.796
2.719.524
2.587.094
Inkomen
2.951.486
2.668.687
2.807.634
2.965.150
2.965.150
2.965.150
Participatie
2.153.825
1.993.028
18.100
18.100
18.100
Inkomen
2.737.638
2.184.697
2.271.963
2.415.728
2.415.728
Baten 18.100 2.415.728
Verschillenanalyse Lasten Participatie
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Inkomen
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
Baten Participatie
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. De baten wegens de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel participatie, zijn in het “overzicht dekkingsmiddelen” geraamd. De uitkering vindt immers plaats uit het gemeentefonds.
Inkomen
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling.
67
68
Mutaties reserves Participatie
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Totaal dotaties
0
0
0
0
11.000
11.000
11.000
11.000
6.554
0
0
0
17.554
11.000
11.000
11.000
Onttrekkingen aan reserves Uit reserve bijzondere kosten inburgering Uit leeglopende reserve (bijzondere bijstand) Totaal onttrekkingen
69
70
Programma Ruimte en Wonen
71
.
72
Programma Ruimte & Wonen Programmadoelstelling
Het faciliteren van een optimaal functionerende fysieke leefomgeving
Ambities coalitieakkoord Onze woonomgeving
Beleidsdoel
Stand van zaken / voortgang -
Toename levensloop bestendige woningen.
-
Realiseren starterswoningen en seniorenwoningen.
-
Realisatie plan Stegelenhof
-
Verminderen leegstand Scalaplein
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Effectindicatoren Indicator
Doelstelling 2015
Doelstelling 2016
Volkshuisvesting: voorzien in adequate
Aantal woningen per
- Nulmeting
Normbepaling
woningen voor alle doelgroepen met
doelgroep
- Behoud kwaliteit
bijzondere aandacht voor de
woonmilieus
doelgroepen: senioren,
- Ondersteunen
zorgbehoevenden en starters
doelgroepen starters
-
Uitvoeren woningmarktonderzoek
-
Onderzoek mogelijkheden stimuleringsmaatregelen levensloopbestendig maken woningen.
-
Extra aandacht aan starters om de gemeente voor hen aantrekkelijk te maken en te houden.
-
Verstrekken startersleningen.
en senioren op de woningmarkt - Woningbouwprojecten met maatwerk initiëren/opleveren
Levensloop geschikt maken van woningen o.a. door intensievere prestatieafspraken met de woningcorporaties met accent op levensloopbestendig wonen met passende zorgvoorzieningen.
- Alternatieven project Stegelenhof onderzoeken
en project op andere wijze trachten te realiseren.
73
Woonwagenbeheer: afstoten c.q.
- Aantal resterende
overdragen woonwagens in 2018
huurwoonwagens in
6
4
eigendom gemeente.
-
Acties t.b.v. verkoop van woonwagens aan bewoners, c.q. overdracht aan woningbouwvereniging.
- Aantal resterende woonwagens en standplaatsen.
Risico’s beleidsveld volkshuisvesting:
In begroting geen rekening gehouden met eventuele vervanging woonwagens. Onderhoudskosten gebaseerd op niet actuele meerjaren onderhoudsraming.
Openbare Ruimte Ambities coalitieakkoord Verkeer en vervoer
Stand van zaken / voortgang
- Een leefbare gemeente waarbij integraal wordt ingespeeld op thema’s als 3D’s, duurzaamheid en recreatie & toerisme en waarbij dwarsverbanden worden gelegd met dorpsontwikkelingsplannen.
- Een verkeersveilige gemeente waarbij veilige school- en thuisroutes een belangrijk aandachtspunt vormen.
- Een bereikbare gemeente waarbij zowel de aanleg van de Buitenring Parkstad als de ontwikkelingen op het gebied van openbare verlichting kritisch dienen te worden gevolgd en becommentarieerd.
74
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling 2015
Doelstelling 2016
Wegbeheer: voorzien in adequaat
Percentage voldoende
≥ 90%
≥ 91%
alsmede duurzaam beheer en
scorende wegen
onderhoud van wegen, straten en
-
pleinen
Openbare verlichting: voorzien in
Energieverbruik
Bepaling norm
Norm 2015- 7%
Uitvoeren beleidsplan middels jaarlijkse projectmatige vervanging en structurele ombouw naar dimvoorbereide LED-verlichting
-
Opstellen beleidplan (2015)
-
Ontwikkelen en uitvoerennieuw GVVP met aandacht voor Verkeersveiligheid, leefbaarheid, doorstroming, bereikbaarheid, netwerkmanagement, educatie en gedragsbeïnvloeding Openbaar vervoer Buitenring Parkstad Limburg Mogelijke beleidsmatige verankering rotondes in het beleid
onderhoud van openbare verlichting.
Indicator bepalen
verkeersveilig en optimaal functionerend gemeentelijk verkeer- en
-
vervoerssysteem -
-
Verkeer en vervoer: creëren en
Deelnemende
waarborgen van een adequaat
basisscholen
kennisniveau inzake verkeersveiligheid
Aantal
onder scholieren van het lokale
verkeersveiligheids-
basisonderwijs
labels ROVL
5
5
5
5
Uitvoeren beleidsplan wegbeheer middels meerjarenonderhoudsplanning en uitvoeren jaarlijks onderhoud op een sobere en doelmatige wijze
-
adequaat alsmede duurzaam beheer en
Verkeer en vervoer: voorzien in een
Realisatie beleidsplan wegbeheer 2013-2017
-
In overleg treden met de Provincie Limburg inzake de aanleg van de Buitenring Parkstad, ter beperking overlast aanleg Buitenring Jaarlijks een gemeentebreed educatief project waaraan de 5 basisscholen in de gemeente Schinnen deelnemen
75
Groenbeheer: creëren van een
Onderhoudsniveau B
- 90% van de
- 90% van de
aangename Leefbaarheid en kwalitatieve conform richtlijnen
steekproeven;
speekproeven;
waardering van burgers door
CROW
- Bij Hotspot 100%
- Bij Hotspot 100%
met aandacht voor natuur, recreatie en
Aantal x bermmaaien
2
2
veiligheid
per jaar 0
0
-
Onderhoud plantsoenen, gazons, bermen en bosplantsoen
-
Opvrolijken kernen met hanging baskets
instandhouding van het openbaar groen
Aantal openstaande meldingen (bosplantsoen)
Risico’s beleidsveld openbare ruimte:
Onkruidbestrijding; de wet hieromtrent gaat naar verwachting in 2016 wijzigen, de kostenverhoging door verplichte gewijzigde uitvoering is nu niet te overzien. Openbare verlichting; het contract met Zuyd loopt tot januari 2018. Kunstwerken; om beter inzicht te krijgen in de onderhoudskosten aan de diverse kunstwerken is het noodzakelijk om een beheersplan op te stellen voor de periode 2016-2024, de voorbereiding hiervan is inmiddels opgestart. De hieruit voortvloeiende kosten zijn niet opgenomen in de begroting.
Landschappelijke ontwikkeling Ambities coalitieakkoord Onze woonomgeving
Stand van zaken / voortgang
- Het creëren en in stand houden van een aantrekkelijke woonomgeving.
- De positionering van onze gemeente als het groene hart. - Het realiseren van excellent wonen. - Passief grondbeleid
76
Recreatie en toerisme
- Het positioneren van het prachtige groengebied via een integrale benadering, afweging en stroomlijning van toeristisch-recreatieve activiteiten.
Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doelstelling 2015
Binnen- en buitengebied: regie voeren
Actualiteit van
Niet ouder dan 10 jaar Niet ouder dan 10
op ruimtelijke ontwikkelingen
bestemmingsplannen
Buitengebied: optimaliseren van de
Doelstelling 2016
-
jaar Indicator bepalen
-
Invulling geven aan het (Uitvoeringsprogramma van het) Landschapsontwikkelingsplan Schinnen (LOP)
-
Projecten Beukenberg, kastelenroute en Chorio Glana.
-
Optimaliseren groeninrichting in en om de kernen aan de hand van de planstudies “Groene Dorpen” (2004).
groene buffer tussen het verstedelijkte gebied (groenstructuur), verbinden van landschappen, natuur en vergezichten (wegenstructuur) en vergroening van de kernen (bebouwde structuur)
Binnengebied: het realiseren van
-
Excellent wonen daar waar mogelijk realiseren op kavels aan de randen van onze kernen
-
Stedenbouwkundige karakteristiek beschrijven per kern en van daaruit prioriteiten stellen.
-
Monumentenlijst opstellen( niet functionele monumenten).
-
Bestemmingsplannen ruimer inzetten voor functieverandering.
-
Dereguleren monumenten status
excellent wonen Binnengebied: behoud van
Aantal leegstaande
cultuurhistorische waarden van de
monumenten
gemeente
Aantal verpauperde monumenten
Monitoren knelpunten en wijzigingen
nulmeting
77
Recreatie en toerisme: het positioneren
Tevredenheidscijfer
van het prachtige groengebied via een
bewoners
Nulmeting
Normbepaling
Nulmeting
Normbepaling
-
Herijking van de visie op recreatie en toerisme (de gemeentelijke duurzaamheidsprincipes hierin meenemen).(2016)
-
Het verdergaand stimuleren van particuliere recreatief-toeristische initiatieven.
-
Enquête tevredenheid
-
Uitvoeren uitvoeringsplan
integrale benadering, afweging en stroomlijning van toeristische-
Tevredenheidscijfer
recreatieve activiteiten
recreanten/toeristen
Gemeentelijke facilitering in de randvoorwaardelijke sfeer De ontwikkeling van de Amerikaanse basis
Risico’s beleidsveld landschappelijke landschappelijke
De voortgang van landschapsontwikkelingsprojecten wordt in sterke mate bepaald door ontwikkelingen/kansen waar de
ontwikkeling:
gemeente geen grip op heeft en door onderhandelingsresultaten met betrokken particulieren en ondernemers. Deze sterke afhankelijkheid van derden betekent een risico bij enerzijds het behalen van de doelen en anderzijds bij het voeden van de voorziening wat tot uitputting ervan kan leiden.
Milieu Ambities coalitieakkoord
Stand van zaken / voortgang
Kleine kernen
Bevorderen van de leefbaarheid
Beleidsdoel
Effectindicatoren
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Indicator
Doelstelling 2015
Doelstelling 2016
Afvalverwijdering: optimaal uitvoering
Klanttevredenheids-
Nulmeting
Normbepaling
geven aan de wettelijke inzamelplicht
cijfer (afvalenquête
afhankelijk van
van de diverse afvalcomponenten bij alle
2014/2016).
nulmeting
huishoudens in de gemeente Schinnen (=100%).
-
De resultaten uit de afvalenquête 2014 mede als input laten gelden voor het RAP.
-
Door middel van gerichte maatregelen/acties te bewerkstelligen dat de hoeveelheid zwerfafval
Hoeveelheid restafval
Nulmeting
Normbepaling
terug wordt gedrongen (educatieproject op
78
in relatie tot overig
afhankelijk van
huishoudelijk afval.
nulmeting
- Op-/vaststelling RAP
Meten in 2016
-
Rioolbeheer: verhogen kwaliteit
Score regio in
afvalwaterketen
landelijke benchmark
-
Uitvoering geven beheerplan afvalwater WM 2015-2020
Meten in 2019
-
Percentage taken in
75% taken
75% taken
samenwerking
afvalwaterbeheer in
afvalwaterbeheer
samenwerking
in samenwerking
Kosten
10% kostenbesparing
10% kosten-
afvalwaterzorg
t.o.v.
besparing t.o.v.
kostendekkingsplannen
kostendekkings-
2010
plannen 2010
Wettelijke termijn
Wettelijke termijn.
Klanttevredenheids-
basisscholen).
cijfer Verlagen kwetsbaarheid organisatie
Verlagen kosten afvalwaterketen
-
Uitvoering geven aan het beleidsplan en beheerplan afvalwater WM 2015-2020
-
Uitvoering geven aan beheerplan afvalwater WM 2015-2020
Milieubeheer: Uitvoeren van wettelijke
Tijdsduur
milieutaken volgens milieujaar-
afhandeling
gebeurt binnen de wettelijke termijn door de
programma
Milieuvergunningver-
Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Zuid
-
Het verlenen van vergunningen (activiteitMilieu)
lening Beperken overlast Awacs
Aantal klachten over
Permanente aandacht
Permanente
Awacsvluchten
houden voor reduceren
aandacht houden
van het aantal
voor reduceren van
vliegbewegingen
het aantal
Aantal meldingen
-
Uitvoeren beleid
-
Ongedierte bestrijden in de openbare ruimte
Registratie en analyse meldingen
vliegbewegingen Ongediertebestrijding: Overlast door
Aantal meldingen
ongedierte verminderen/ voorkomen.
afgehandeld buiten
0
0
termijn (week)
79
Risico’s beleidsveld milieu:
- Het opruimen en zo nodig saneren van de bodem als gevolg van illegale (drugs)afvaldumpingen in het buitengebied - Het treffen van maatregelen t.b.v. wateroverlast
Programma Ruimte en Wonen Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Volkshuisvesting
197.149
337.060
286.442
199.449
195.372
227.287
Openbare Ruimte
2.263.876
2.524.389
2.056.615
2.096.427
2.009.677
2.033.860
Landschappelijke
1.061.243
512.766
363.752
364.421
363.376
360.867
2.922.021
3.101.559
3.010.261
3.036.234
3.056.848
3.089.051
Volkshuisvesting
166.405
167.319
151.574
148.574
145.453
142.204
Openbare Ruimte
79.734
25.675
16.425
16.425
16.425
16.425
Landschappelijke
646.955
144.287
38.487
32.487
31.487
30.487
3.360.112
3.053.791
3.144.066
3.176.176
3.204.736
3.236.946
ontwikkeling Milieu
Baten
ontwikkeling Milieu
80
Verschillenanalyse Lasten Volkshuisvesting
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. In 2014 is de incidentele bijdrage in het startersleningenfonds geraamd.
Openbare Ruimte
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. In 2014 vond een extra afschrijving plaats op de boekwaarde van het project Hoofdstraat/Poststraat. Op grond van de kadernota 2015 hebben extra afschrijvingen plaatsgevonden op boekwaarden van onder meer wegreconstructies. Een en ander resulteert in een grote daling van de kapitaallasten in 2015.
Landschappelijke ontwikkeling
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. Ingaande 2015 komen de exploitatielasten van het complex Plinthos voor rekening van de gemeente tot het moment van verkoop. Per saldo is er sprake van een daling van de lasten in 2015.
Milieu
De verschillen komen voort uit de nieuwe indeling volgens de “begroting nieuwe stijl” en de nieuwe interne urenverdeling. Er zijn lagere kapitaallasten rioleringen in 2015 wegens extra afschrijvingen op grond van de kadernota 2015. De uitgaven wegens gemeentereiniging stijgen onder meer door de invoering van een verbrandingsbelasting (rijksbelasting) op de afvalstoffen en de indexering van de tarieven van RWM.
Baten Volkshuisvesting
De daling van de baten wordt grotendeels veroorzaakt wegens lagere huurinkomsten woonwagens. Hier tegenover staan voordelen in verband met het vervallen van de aanschafkosten van nieuwe woonwagens.
Openbare Ruimte
-
81
Landschappelijke ontwikkeling
In 2014 zijn meer incidentele ontvangsten geraamd wegens LKM-gelden.
Milieu
Toename baten ten opzichte van 2014 door onder meer dividend RWM, opbrengst textielinzameling, de tariefstelling voor het rioolrecht conform het GRP 2008-2013 en een hoger tarief voor de afvalstoffenheffing wegens gestegen kosten.
Mutaties reserves Landschappelijke ontwikkeling
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Totaal dotaties
0
0
0
0
Uit leeglopende reserve sdv (tbv monument)
7.235
0
0
0
Uit leeglopende reserve (milieubeleid tbv m)
7.085
0
0
0
350
350
350
350
24.670
10.350
350
350
Onttrekkingen aan reserves
Uit gecommiteerde reserve (Janssenmolen) Totaal onttrekkingen
Milieu
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Totaal dotaties
0
0
0
0
Uit gecommitteerde reserve (AWACS 723.00)
4.100
4.100
0
0
Totaal onttrekkingen
4.100
4.100
0
0
Onttrekkingen aan reserves
82
Investeringen Volkshuisvesting
2015
Jaarlijkse aanschaf woonwagen
Openbare Ruimte
2016 0
2015
Vrachtauto (kadernota 2015)
2017 70.000
2016
2018 70.000
2017
70.000
2018
0
0
140.000
0
25.000
0
0
0
Verkeersmaatregelen Hoofdstr A’rade (i.r.m. buitenring
189.075
0
0
0
Uitvoeringsmaatregelen gvvp (raadsbesluit 14 april 2011)
115.000
0
0
0
Uitvoeringsmaatregelen gvvp (raadsbesluit 14 april 2011)
0
105.000
0
0
Meerkosten GVVP (kadernota 2015)
100.000
0
0
0
Infrastructuur Stegelenhof (raadsbesluit d.d. 26 mei 2011)
220.000
0
0
0
Uitvoering Beleidsplan openbare verlichting (inf. Disc.
104.959
0
0
0
Onderzoekkosten recon. Kruisp. Hoofdstr/Hommerterallee
Landschappelijke ontwikkeling
2015
Opschonen visvijver Oude Markt (kadernota 2015)
Milieu
2016 220.000
2015
2017 0
2016
2018 0
2017
0
2018
Upgrading groen markt Oirsbeek (kadernota 2015)
42.000
0
0
0
Upgrading groen Geleenstraat/kerk Puth (kadernota 2015)
36.000
0
0
0
0
0
0
18.500
Relinen riolen Kennedyln/Mgr Savelbstr/dk Packbierstr
100.063
0
0
0
Vervanging riolering Alle/Oude Straat (GRP)
609.381
0
0
0
Upgrading groen park Doenrade (kadernota 2015)
83
Aanleg RWA-riool Achter de Kerk (GRP)
423.264
0
0
0
Aanpassing capaciteit stuwen en gemalen (GRP)
137.586
0
0
0
Aanleg open foliebuffer Schinnen (GRP)
120.075
0
0
0
Aanleg KRW-buffer Doenrade (GRP)
0
40.000
0
0
Vervanging riolering Holleweg (GRP)
0
670.719
0
0
Vervanging/renovatie riolering Hommerterallee (GRP)
0
0
1.160.725
0
Renovatie/vervanging rioleringen (GRP)
0
0
0
498.000
84
Overzicht dekkingsmiddelen
85
.
86
Dekkingsmiddelen Doelstelling:
Algemene dekkingsmiddelen en de kosten noodzakelijk om deze te genereren zijn niet specifiek toe te rekenen aan een programma en worden daarom verzameld binnen voorliggend overzicht.
Leningen en beleggingen Ambities coalitieakkoord
Stand van zaken / voortgang voortgang - Woonlastendruk op het in de regio gemiddelde niveau - Op peil houden van het weerstandsvermogen - Duurzaam financieel beleid
Beleidsdoel
Indicator Leningen en beleggingen: optimaliseren
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Doelstelling
Doelstelling
2015
2016
Rendement
≥ 2013
≥ 2013
Monitoren beheer beleggingsportefeuille opdat minimaal rendement van € 531.000 gehaald wordt
Omvang leningenportefeuille
Ntb
Ntb
Noodzaak tot aantrekken externe financiering is onderbouwd door meerjarige liquiditeitenplanning
van renteresultaten tegen zo laag mogelijke kosten zonder daarbij bovenmatige risico’s te lopen Leningen en beleggingen: financiering met interne middelen gaat voor op financiering met externe middelen, externe middelen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitvoering van de publieke taak.
Risico’s beleidsveld leningen en
De beleggingportefeuille is solide en brengt derhalve nauwelijks risico’s met zich mee. Risico’s die verband houden met
beleggingen: beleggingen:
financiering zijn, indien aanwezig, uiteengezet in de paragraaf “financiering”.
87
Gemeentefonds Beleidsdoel
Indicator Gemeentefonds: decentralisatie-
Prestaties (ondermeer collegeprogramma) collegeprogramma)
Effectindicatoren Doel
Doel
stelling 2015
stelling 2016
Besteding
≤ 100%
≤ 100%
Uiterlijk binnen 1 jaar na beschikbaar komen van een decentralisatie-uitkering dient beleid tot besteding vastgesteld te zijn
Besteding
≤ 100%
≤ 100%
Uiterlijk binnen 1 jaar na beschikbaar komen van een integratie-uitkering dient beleid tot besteding vastgesteld te zijn
uitkeringen worden in principe ingezet voor het doel waarvoor de uitkering is toegekend. Gemeentefonds: integratie-uitkeringen worden in principe ingezet voor het doel waarvoor de uitkering is toegekend.
Risico’s beleidsveld gemeentefonds: gemeentefonds:
De hoogte van de algemene uitkering (incl. decentralisatie- en integratieuitkeringen is met de nodige risicos’s omgeven. Ook de komende jaren worden we naar alle waarschijnlijkheid nog geconfronteerd met bezuinigingen die ons door het rijk worden opgelegd. De normeringsystematiek die door het rijk wordt toegepast voor de berekening van de hoogte van de algemene uitkering brengt bovendien met zich mee dat bezuinigingen op de rijksbegroting direct effect hebben op de omvang van het gemeentefonds.
Algemene lasten en baten Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren Indicator
Doel
Doel
stelling 2015
stelling 2016
Voorafgaande aan de inzet worden criteria getoetst
Algemene baten en lasten: de post onvoorzien wordt aangesproken als er sprake is van gebeurtenissen die onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn Algemene baten en lasten: stelposten
Ouderdom stelpost
max 1 jaar
max 1 jaar
Uiterlijk binnen 1 jaar na opname van een stelpost
88
dient beleid geformuleerd te zijn
worden opgenomen om begrotingsbeslag of begrotingsruimte, voorafgaande aan nadere invulling, vast te leggen Algemene baten en lasten: het saldo van
Overschrijding
€0
Saldo begroting/resultaat jaarrekening dienen toereikend te zijn om invulling van de bestemming daarvan, conform raadsbesluit, te realiseren
€0
de begroting/resultaat van de jaarrekening geven weer welke vrije bestedingsruimte beschikbaar danwel gerealiseerd is vóór bestemming van het saldo/resultaat
Risico’s beleidsveld algemene lasten en
De post onvoorzien bedraagt € 92.400. Dit bedrag wordt ingezet om (incidenteel) onvoorzienbare, onvermijdbare en
baten:
onuitstelbare gebeurtenissen op te vangen. Afhankelijk van de omvang van de gebeurtenis zou dit budget ontoereikend kunnen zijn.
Belastingen Beleidsdoel
Indicator Belastingen: onroerendzaakbelastingen,
Prestaties (ondermeer collegeprogramma) collegeprogramma)
Effectindicatoren
% inflatie
Doel
Doel
stelling 2015
stelling 2016
1,25%
1,25% Voor een inhoudelijke toelichting per belastingsoort
wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen
hondenbelasting en toeristenbelasting dienen als algemeen dekkingsmiddel
% waardeontwikkeling
0%
0%
% extra verhoging ozb
2%
2%
89
Risico’s beleidsveld belastingen:
Bij vaststelling van de begroting 2012 is besloten de ozb opbrengst, naast inflatiecorrectie, jaarlijks met 2% te laten stijgen. De opbrengst van deze extra verhoging wordt toegevoegd aan de reserve autonome ontwikkelingen om een stevige buffer te creëren voor (toekomstige) autonome ontwikkelingen. Het achterwege laten van deze extra verhoging brengt het risico met zich mee dat: 1. tegenvallers (bijv. binnen decentralisaties sociale domein) niet opgevangen kunnen worden; 2. de tarieven geen gestage verhoging kennen maar, gezien toekomstige ontwikkelingen, op enig moment exhorbitant verhoogd moeten worden.
Kostenplaatsen Kostenplaatsen Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren
Indicator
Doel
Doel
stelling 2015 Kostenplaatsen: kostenplaatsen zien toe
Saldi bij samenstelling
op een rechtmatige verdeling van een
begroting
stelling 2016 0
0 Correcte verdeling van kosten en opbrengsten aan
producten
logische verzameling van kosten/opbrengsten aan producten.
Risico’s beleidsveld kostenplaatsen:
Verwezen wordt naar de risico’s zoals deze omschreven zijn bij de onderscheidenlijke programma’s waaraan kosten en opbrengsten vanuit de kostenplaatsen worden toegerekend.
90
Reserves Beleidsdoel
Prestaties (ondermeer collegeprogramma)
Effectindicatoren
Indicator
Doel
Doel
stelling 2015 Reserves: de vorming en besteding van
Overschrijding van de
reserves vindt plaats conform per reserve
geraamde inzet van reserves
stelling 2016 0 Voorstellen tot besteding/vorming van een reserve
0
dienen de passen binnen de kaders van “de nota reserves en voorzieningen”. Verwezen wordt naar de staat van reserves en voorzieningen, die als bijlage in deze programmabegroting is opgenomen
afgesproken doelstelling. Specifieke toevoegingen/onttrekkingen zijn onderhevig aan een raadsbesluit.
Risico’s beleidsveld reserves:
Reserves worden ingezet als intern financieringsmiddel. Hiermee wordt de behoefte aan externe financieringsmiddelen beperkt. Overschrijding van de verwachte inzet van de reserves resulteert in de exploitatie voor extra lasten (3% van het bedrag van de overschrijding)
Wat mag het kosten? Dekkingsmiddelen Rekening 2013
(bijgestelde)
Begroting 2015
2016
2017
2018
begroting 2014 Lasten Leningen en beleggingen
46.341
84.339
49.201
49.201
49.201
49.201
0
0
0
0
0
0
51.025
217.743
573.683
883.980
1.108.033
828.128
Belastingen
325.938
313.034
153.910
153.160
153.160
153.160
Kostenplaatsen
189.787
117.532
376.715
405.488
393.737
443.716
10.823.215
1.900.658
1.008.323
2.191.211
979.101
886.601
Algemene uitkeringen Algemene lasten en baten
Reserves
91
Baten Leningen en beleggingen Algemene uitkeringen Algemene lasten en baten Belastingen Kostenplaatsen Reserves
1.677.210
1.928.385
1.490.272
1.501.449
1.452.262
1.449.745
11.012.317
11.236.264
17.849.502
17.559.997
17.224.000
16.774.657
218.005
23.140
100.470
24.679
21.633
2.914
2.138.759
2.203.207
2.336.267
2.325.267
2.313.267
2.302.267
150.145
51.481
0
0
0
0
9.844.078
2.503.508
1.306.499
2.531.259
1.208.504
1.082.624
Verschillenanalyse Lasten Leningen en beleggingen
In verband met de verkoop van Attero zijn de boekwaarden van de aandelen in 2014 extra afgeschreven.
Algemene uitkeringen
Vanaf 2015 wordt de interne rente niet meer berekend via de rente-omslagmethode maar via een vast marktconform rentepercentage. Het verschil tussen de te betalen rente en de geprognosticeerde rente wordt als renteresultaat op dit product
Algemene lasten en baten
verantwoord. Het verschil wordt veroorzaakt door het rentepercentage van onze langlopende geldleningen dat hoger is dan de huidige rente op langlopende geldleningen. Indien de voorwaarden het toelaten zal extra of vervroegd worden afgelost.
Belastingen Kostenplaatsen Reserves
De lagere lasten houden verband met de uitbesteding van belastingen. De toename van de lasten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door het niet toerekenen van interne kosten aan de produkten van de gedecentraliseerde taken, jeugd, wmo en partipatie. De dotaties aan reserves in 2014 zijn gebaseerd op raadsbesluiten. De dotaties aan reserves in 2015 staan hieronder vermeld.
Baten Baten Leningen en beleggingen
In 2014 was er een incidentele bate in verband met de verkoop van de aandelen Attero. De gemeente ontvangt ingaande 2015 een uitkering sociaal deelfonds in verband met de drie decentralisaties. Deze uitkering
Algemene uitkeringen
wordt conform de begrotingsvoorschriften verantwoord op het overzicht dekkingsmiddelen. De algemene uitkering is lager dan in 2014 vanwege de doorwerking van het pakket bezuinigingsmaatregelen van het kabinet uit 2013. De integratie-uitkering wmo (bestaande taken hulp in het huishouden) daalt in 2015 in verband met de korting op het budget voor huishoudelijke hulp.
92
Algemene lasten en baten
Belastingen Kostenplaatsen Reserves
In verband met provinciale richtlijnen worden de volle kapitaallasten als last geraamd en de onderuitputting, als gevolg van het ramen in het jaar van investeren van enkel een half jaar rente, onder de baten. Naast de verhoging van de tarieven met het inflatiepercentage (1,25%) is rekening gehouden met de extra verhoging (zie hoofdstuk 3). De meeropbrengst hiervan is toegevoegd aan de reserve voor autonome ontwikkelingen. De baten in 2014 houden verband met de overboeking van saldi op kostenplaatsen bij de 1e burap 2014. De onttrekkingen aan reserves in 2014 zijn gebaseerd op raadsbesluiten. De onttrekking aan reserves in 2015 staan hieronder vermeld.
Mutaties reserves Leningen en beleggingen
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Naar geblokkeerde reserve aflossing bruglening
0
1.204.051
0
0
Totaal dotaties
0
1.204.051 1.204.051
0
0
Uit geblokkeerde reserve bruglening
0
1.204.051
0
0
Totaal onttrekkingen
0
1.204.051
0
0
Onttrekkingen aan reserves
Belastingen
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Naar reserve nog te bestemmen
7.000
0
0
0
Totaal dotaties dotaties
7.000
0
0
0
Uit reserve nog te bestemmen (BsGW)
0
4.000
16.000
27.000
Totaal onttrekkingen
0
4.000
16.000
27.000
Onttrekkingen aan reserves
93
Reserves
2015
2016
2017
2018
Dotaties aan reserves Toevoeging aan bruteringsreserve
60.000
67.500
75.000
82.500
212.601
212.601
212.601
212.601
12.000
0
0
0
Naar reserve sociaal domein
206.000
441.500
441.500
441.500
Totaal dotaties
490.601
721.601 21.601
729.101
736.6 36.601
139.137
136.681
112.525
110.720
Uit bruteringsreserve (infobeleidsplan)
24.889
24.115
23.341
13.280
Uit bruteringsreserve (infobeleidsplan mip)
12.195
12.242
18.888
3.414
176.221
173.038
154.754
127.414
Toevoeging aan reserve autonome ontwikkeling Naar reserve organisatie-ontwikkeling
Onttrekkingen aan reserves Uit bruteringsreserve (uitbreiding bestuurscentrum)
Totaal onttrekkingen
94
Paragrafen
95
96
Paragraaf lokale heffingen Deze paragraaf heeft betrekking op zowel heffingen waarvan de besteding is gebonden aan een bepaalde specifieke taak van de gemeente en waarvan de besteding ongebonden is. De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Conform artikel 10 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn in de paragraaf opgenomen: de geraamde inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een overzicht van de diverse heffingen, een aanduiding van de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid. De geraamde inkomsten Ongebonden heffingen: heffingen Onroerende-zaakbelastingen (OZB
€ 2.208.767
Hondenbelasting
€ 80.500
Toeristenbelasting
€ 13.000
Gebonden heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht
€ 1.136.851
Rioolheffing
€ 1.689.050
Leges
€ 369.000
Het beleid lokale heffingen Voor wat betreft het beleid wordt verwezen naar de toelichting per afzonderlijke heffing. Daar waar gesproken wordt over het inflatiepercentage wordt bedoeld de verwachte inflatiestijging in 2015 van 1,25% ten opzichte van 2014 conform de verwachting van het Centraal Plan Bureau (mei 2014) en zoals opgenomen in de kadernota 2015. 1. Ongebonden heffingen Onroerende zaakbelastingen Bij de onroerende zaakbelastingen is de herwaardering ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van belang. De WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld. Voor belastingjaar 2015 gaat het daarbij om de waarde naar waardepeildatum 1 januari 2014. De uitkomsten van de herwaardering zijn mede bepalend voor de tarieven onroerende zaakbelastingen voor 2015. De verwachte opbrengst 2014 wordt verhoogd met de inflatiecorrectie (1,25%). De uitkomst daarvan wordt vervolgens gedeeld door de totale WOZwaarde om tot het voorgestelde tarief voor 2015 te komen. Als er sprake is van een stijging van de WOZ-waarde dan heeft dat tot gevolg dat de tarieven dalen; dalende WOZ-waarden hebben het omgekeerde effect. Los van de inflatiecorrectie en eventueel extra verhogingen geeft de uitkomst van deze systematiek een ongewijzigde (gemiddelde) belastingdruk. In de kerntakendiscussies in 2011 voor de begroting van 2012 is door de raad besloten om de onroerende zaakbelastingen jaarlijks extra te verhogen. De gebruikers heffing onroerende zaakbelasting stijgt in 4 jaar tijd (2012 – 2015) naar het gemiddelde tarief van 97
de gemeenten Nuth en Beek. Verhoging van deze gebruikersheffing komt neer op een jaarlijks verhoging van 18,3 % excl. inflatie. Voor de eigenaren heffing onroerende zaakbelasting geldt dat deze jaarlijks 2 % stijgt. Overigens dient de raad voorafgaande aan het jaar waarvoor de verhoging geldt expliciet te besluiten tot deze tariefsverhogingen. De opbrengst van de extra verhoging van dit tarief wordt toegevoegd aan de reserve autonome ontwikkelingen (zie paragraaf 3.2). indien de tarieven niet verhoogd worden, wordt alleen de meeropbrengst van eerdere verhogingen aan de reserve autonome ontwikkeling toegevoegd. Uit de berekeningen van ons taxatiebureau blijkt dat de woz-waarden net als vorig jaar dalen. Het dalingspercentage voor woningen en niet-woningen zal volgens de eerste berekeningen uitkomen op respectievelijk -3% en -1%. De gemeente voert in oktober/november 2014 nog diverse controles uit. Aangezien de markt momenteel zeer grillig is, kan dit nog effect hebben op de totale waardeontwikkeling. De definitieve tarieven kunnen derhalve pas in de raadsvergadering van december 2014 worden vastgesteld. Opgemerkt dient te worden dat door het Rijk voor de ozb sinds een aantal jaren een macronorm wordt vastgesteld. Deze norm ziet er op toe dat de ozb-tarieven van alle gemeenten gezamenlijk niet meer dan de macronorm ozb mogen stijgen. Individuele gemeenten kunnen hiervan afwijken zolang het gemiddelde tarief van alle gemeenten samen niet deze norm overstijgt. In de septembercirculaire 2014 is vermeld dat de macronorm ozb voor 2015 3 % bedraagt. Uit onderzoek is gebleken dat de macronorm geen effectief beheersingsinstrument is. Het kabinet heeft mogelijke alternatieven in onderzoek. Tarieven 2015 2015 Belastingsoort
Tarief
Geraamde
Geschatte
Tarief
Geraamde
2015 2015
opbrengst
wozwoz-waarde
2014
opbrengst
2015 2015
belastingjaar 2015 2015
2014
Eigenaar woningen
0,1615%
€ 1.742.000
€ 1.078.603.000
0,1518%
€ 1.687.000
Eigenaar niet-woningen
0,2052%
€ 258.000
€ 125.855.000
0,1967%
€ 250.000
Gebruiker niet-woningen
0,2027%
€ 208.000
€ 102.711.000
0,1675%
€174.000
Hondenbelasting De hondenbelasting is een belasting die bijdraagt aan de algemene middelen van de gemeente. De wettelijke basis voor de heffing legt echter geen relatie tussen overlast, vervuiling en het hebben van een hond. Belastingplichtig voor de hondenbelasting is de ‘houder’ van een hond. Als grondslag geldt het aantal honden. Voor de 2e en volgende hond geldt een oplopend tarief. De tarieven hondenbelasting 2015 stijgen conform kadernota 2015 uitsluitend met het inflatiepercentage. Tarieven 2015 Belastingsoort
Tarief 2015
Tarief 2014
1e hond
58,15
57,40
2e hond
76,80
75,85
3e
hond
88,20
87,10
4e
hond
116,25
114,80 98
5e hond
585,35
578,10
kennnel
585,35
578,10
De geraamde opbrengst is berekend op € 80.500. Toeristenbelasting In de gemeente Schinnen wordt toeristenbelasting geheven van een percentage van de omzet. Het percentage voor 2014, 3% van de omzet, is gelijk aan het percentage 2013. De verwachte opbrengst is berekend op € 13.000. 2. Gebonden heffingen Afvalstoffenheffing Conform de kadernota 2015 worden kostendekkende tarieven toegepast. Vanaf het belastingjaar 2011 wordt in de westelijke mijnstreek het afval door de Reinigingsbedrijf Westelijke Mijnstreek (RWM NV) ingezameld. De afvalstoffenheffing bestaat uit het zogenoemde volumefrequentiesysteem. Hierbij wordt de afvalstoffenheffing gebaseerd op een vast en een variabel deel (diftar), zijnde het aantal ledigingen en een prijs per kilo. Het variabel deel is gebaseerd op: 1. het gewicht van het restafval; 2. het gewicht van het GFT-afval; 3. het aantal keren dat de restafvalcontainer of –emmer wordt aangeboden. Met ingang van 2015 zullen, als gevolg van een Kabinetsmaatregel, de tarieven voor de verwerking van huishoudelijk restafval met 20% (afvalstoffenbelasting) verhoogd worden (van 63,77 naar 76,77 per ton). Uitgaande van een hoeveelheid te verwerken restafval van 1.500 ton, betekent dit voor de gemeente Schinnen een kostentoename van € 20.000. Hiermee verdampt bijna een kwart van het vorig jaar behaalde aanbestedingsvoordeel. Tarieven 2015 Belastingsoort Vastrecht
Tarief 2015
Tarief 2014
Opbrengst
121,00
110,00
687.522
0,12
0,12
97.200
Diftar restafval per kg
0,19
0,19
277.210
Diftar aanbieden container rest per keer
0,78
0,78
74.919
Diftar gft per kg
Totaal
1.136.851
Rioolheffing De rioolheffing in de Gemeente Schinnen is een gebruikersheffing. Deze wordt opgelegd aan de gebruiker van een pand in de vorm van een vast bedrag per perceel. Leegstand als mede kwijtschelding zijn factoren die de totaalopbrengst van de rioolheffing kunnen beïnvloeden. Op rijksniveau zijn door bestuurders afspraken gemaakt welke zijn vastgelegd in de Kaderrichtlijn water. Gemeenten dienen samen te werken, zowel onderling als met waterbeheerders om de kosten in de (afval)waterzorg zo laag mogelijk te houden (minder 99
meerkosten). Derhalve is in samenwerking met de gemeenten in de Westelijke Mijnstreek en het waterschap Roer en Overmaas een nieuw beleids- en uitvoeringskader voor het (afval)water voor de periode 2015-2020 opgesteld. Deze kaders zijn de opvolgers van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP); waarbij het GRP gesplitst is in 4 plannen: een regionaal Beleidsplan, een regionaal Beheerplan, een lokaal kostendekkingsplan en projectenplan. Het nieuwe kostendekkingsplan laat in ieder geval een forse besparing op de geprognotiseerde kosten zien ten opzichte van het vorige kostendekkingsplan, zowel op korte als lange termijn. Volgens de huidige berekening dient de rioolheffing eenmalig met €12 te stijgen om kostendekkend te zijn. Verwacht wordt echter dat met de samenwerking, die voor een groot deel nog geëffectueerd moet worden, nog meer kostenbesparingen te behalen zijn. Derhalve blijft het tarief voorlopig op het niveau van 2014 gehandhaafd (met uitzondering van inflatiecorrectie) en wordt in 2017 het kostendekkingsplan geëvalueerd. Belastingsoort
Tarief 2015 2015
Tarief 2014
Rioolheffing woningen
275
270
Rioolheffing bedrijven
275
270
Rioolheffing <30m2
80,50
79,50
De totale opbrengst is berekend op € 1.689.050 Woonlasten Onder woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Onderstaand overzicht geeft de effecten weer van de voorgestelde tarieven 2015 op de woonlasten.
Jaar
OZB*
Rioolheffing**
Afvalstoffenfvalstoffen-
Totaal
Eigenaar +
heffing***
gebruiker
gebruiker
2015
298,78
275,00
214,44
489,44
788,22
2014
288,42
270,00
188,10
458,10
746,52
*uitgaande van een woz-waarde 2014 van € 190.000 en voor 2015 (in verband met waardedaling) van € 185.000 ** vast bedrag per perceel *** vast bedrag per perceel plus gemiddeld variabel bedrag (€ 93,44) per huishouden, dit tot in tegenstelling in eerdere jaren waarin hier alleen het vastrecht was meegenomen
Leges Leges worden geheven als tegemoetkoming voor een dienst die de gemeente verricht. Deze dienst kan een document (bijvoorbeeld paspoort, trouwboekje) maar kan ook een vergunning van de gemeente betreffen, waarmee aangegeven wordt dat de burger of het bedrijf zich houdt aan wettelijke voorschriften of ergens toestemming voor krijgt. Bij legesheffing wordt gekozen voor toepassing van het profijtbeginsel waarbij de kosten worden verhaald op het individu en niet worden betaald uit de algemene middelen. Voor diverse gemeentelijke producten wordt de hoogte van de leges overigens landelijk bepaald. Als gemeente hebben we hierin geen beleidsvrijheid. In beginsel wordt gestreefd naar kostendekkendheid van alle legesheffingen. Aangezien daar waar mogelijk de 100
kostendekkendheid van de tarieven wordt nagestreefd zullen de tarieven voor 2015 alleen met het inflatiepercentage stijgen. De geraamde inkomsten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de totale inkomsten uit gemeentelijke heffingen over diverse jaren. Inkomsten gemeentelijke
Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
heffingen
2015
2016
2017
2018
Ozb-gebruikers
208.165
208.165
208.165
208.165
Ozb-eigenaren
2.000.602
2.000.602
2.000.602
2.000.602
Afvalstoffenheffing
1.136.851
1.136.851
1.136.851
1.136.851
Rioolheffing
1.689.050
1.721.160
1.753.320
1.785.530
Hondenbelasting
80.500
80.500
80.500
80.500
Toeristenbelasting
13.000
13.000
13.000
13.000
174.000
175.000
176.000
177.000
80.000
80.000
80.000
80.000
115.000
115.000
115.000
115.000
Leges Secretarieleges Rijksleges Leges WABO Kwijtschelding Op grond van de Invorderingswet is het mogelijk om gehele of gedeeltelijke kwijtschelding te verlenen aan de belastingschuldige die niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar, een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. In onze gemeente komen alle inwoners met een inkomen lager dan of gelijk aan het bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding van de rioolheffing, het vastrecht van de afvalstoffenheffing en de 1ste en enige hond. Voor de overige heffingen kan geen kwijtschelding worden verleend. Om de administratieve lasten voor zowel de burger als de gemeente te verlagen wordt sinds 2011 aan de indiener van een handmatig verzoek eenmalig toestemming gevraagd om zijn gegevens jaarlijks te toetsen middels de geautomatiseerde kwijtscheldingstoets van het Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau wijst niemand af, maar toetst wie in aanmerking komt voor kwijtschelding. Ca 73% van het aantal verzoeken om kwijtschelding kan op deze manier worden toegekend. In alle andere gevallen kunnen mensen altijd zelf een aanvraag voor kwijtschelding doen bij de gemeente. Voor kwijtschelding is van belang wat de betalingscapaciteit van de belastingschuldige is op het moment van het indienen van het verzoek. Voor het bepalen van de betalingscapaciteit worden de regels gevolgd zoals die zijn vastgelegd in de Leidraad Invordering, met dien verstande dat voor de kosten van bestaan wordt gerekend met het maximaal toegestane percentage, namelijk 100 % van de bijstandsnorm. Voor een volledig overzicht zie onderstaande tabel. Overzicht verwachte kwijtschelding 2015 Gemeentelijke
Riool
heffingen
AfvalstoffenAfvalstoffen-heffing
Hond
vastrecht
Aantal inclusief aut.kwijtschelding
2015
60.000
23.000
1.500
222
2014
58.000
24.000
1.500
216 101
Vergelijking regionaal regionaal In onderstaande tabel zijn de tarieven 2014 gehanteerd omdat de cijfers voor 2015 nog niet bij alle gemeenten bekend zijn. Tarieven
Schinnen
Beek
Stein
SittardSittard-Geleen
OZB eigenaar woning
0,1518
0,1465
0,1573
0,1761
OZB eigenaar niet-woning
0,1967
0,2714
0,2552
0,4357
OZB gebruiker niet-woning
0,1657
0,2151
0,2109
0,3308
afvalstoffenheffing
198,44
189,00
211,00
232,00
270,00
218,00
224,00
175,00
57,40
63,50
85,00
60,84
(vastrecht+variabel) rioolheffing 1e hond
Overzicht woonlasten voor een huishouding met een eigen woning Gemeentelijke woonlasten
Schinnen
Beek
Stein
SittardSittard-Geleen
OZB*
288,42
278,35
298,87
334,59
Afvalstoffenheffing
198,44
189,00
211,00
232,00
Rioolheffing**
270,00
218,00
224,00
175,00
Totale woonlasten
756,86
685,35
733,87
741,59
*uitgaande van een woz-waarde van € 190.000
De verordeningen gemeentelijke belastingen en heffingen 2015 zullen voor vaststelling worden aangeboden voor de raadsvergadering van 18 december 2014. Op dat moment zijn de nieuwe WOZ-waarden voor belastingjaar 2015 (waardepeildatum 1 januari 2014) bekend.
102
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Bij weerstandscapaciteit gaat het om middelen en mogelijkheden, waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten op te vangen. Wanneer de weerstandscapaciteit wordt gezien in relatie tot risico’s spreekt men over weerstandsvermogen. Dit is van belang wanneer zich een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Het weerstandsvermogen is voldoende als financiële tegenvallers goed opgevangen kunnen worden en het saldo van de weerstandscapaciteit minus risico’s positief is. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen statisch en dynamisch weerstandsvermogen.
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken, zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Het gaat om die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de algemene reserve, maar ook onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Onder incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan de capaciteit die de gemeente heeft om eenmalige tegenvallers op te vangen. Onder structurele weerstandscapaciteit verstaan we middelen die permanent inzetbaar zijn om tegenvallers op te vangen. In onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit van de gemeente Schinnen weergegeven. Weerstandscapaciteit 1 januari 2015 Incidentele weerstandscapaciteit ( in vermogen) * algemene reserve
705.836
* bestemmingsreserves
3.081.322
* reserve nog te bestemmen
2.862.722
Totaal capaciteit in het vermogen
6.649.880 6.649.880
Structurele weerstandscapaciteit (in exploitatie) * stelpost onvoorziene uitgaven
92.400
* Onbenutte belastingcapaciteit (OZB)
131.439
Totaal capaciteit in exploitatie exploitatie
223.839
Totaal weerstandscapaciteit
103
Toelichting: Incidentele weerstandscapaciteit: Algemene reserve per 1 januari 2015
€
1.715.575
Benodigde algemene reserve*
€
1.009.739
Beschikbaar voor incidentele weerstandscapaciteit
€
705.836
* 10% van algemene uitkering gemeentefonds+100% OZB-capaciteit = € 1.009.739
Vrij aanwendbare reserve is de reserve nog te bestemmen. Structurele Structurele weerstandscapaciteit: Onbenutte belastingcapaciteit: Totale WOZ-waarden woningen en niet-woningen x 0,1790 % (conform artikel 12 Financiële verhoudingswet) minus de geraamde opbrengst 2015. Artikel 12 norm: 0,1790 % x € 1.307.169.000
€
2.339.833
Geraamde opbrengst 2015
€
2.208.394
Onbenut
€
131.439
Risico’s Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een bepaald gevolg. De risico’s, relevant voor het weerstandsvermogen, zijn die risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen en een financieel gevolg kunnen hebben. Doen deze risico’s zich voor dan moeten ze opgevangen worden binnen het weerstandsvermogen. Reguliere risico’s, risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn, maken geen deel uit van de risico’s die onderdeel uitmaken van het weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Onderstaand worden de risico’s, voor zover van toepassing beschreven. Programma Burgers Burgers en Bestuur 1. Procedures/claims Het risico dat onze gemeente met (gerechtelijke) procedures en claims wordt geconfronteerd, neemt met name door algemene economische en maatschappelijke ontwikkelingen toe. Los van de grotere procedeerbereidheid van burgers is ook de laagdrempelige rechtsbescherming tegen hen onwelgevallige besluiten of tegen het nalaten bepaalde besluiten te nemen een aspect dat ertoe leidt dat gemeenten meer gerechtelijke procedures zullen moeten doorlopen. Dit risico kwantificeren is in zijn algemeenheid een moeilijke zaak. Kwantificeerbare risico’s zijn dan ook niet bekend. Voor de kosten van het voeren van rechtsgedingen is een meerjarig budget opgenomen in de begroting. 2. Integriteit In 2009 is besloten conform landelijke richtlijnen, meldingen m.b.t. integriteitschendingen te registreren. Iedere melding, ongeacht de wijze waarop een vermoeden van integriteitschending ons bereikt, wordt geregistreerd. Gemeenten moeten een procedure hebben voor het uitvoeren van onderzoeken. Als geconstateerd wordt dat het geen bagatelzaak betreft, wordt de melding conform deze vastgestelde protocollen in procedure
104
gezet. Afhankelijk van de aard en de ernst van de zaak wordt opdracht verstrekt voor het uitvoeren van een feitenonderzoek. Voor meldingen van vermoeden van misstanden (de vroegere Klokkenluidersregeling) geldt een afzonderlijke procedure. Ook voor die regeling geldt dat het college na ontvangst van de mededeling over de melding “onverwijld” een onderzoek moet instellen. Schinnen is sinds 1 januari 2014 aangesloten bij de Onderzoeksraad Integriteit Overheid. De onderzoeksraad is laagdrempelig, onafhankelijk, onpartijdig en beschikt over expertise op allerlei gebied van integriteit en kan, indien hij het nodig vindt, zelfstandig een feitenonderzoek instellen. De kosten van zo’n onderzoek komen voor rekening van de gemeente, maar zullen minder bedragen dan de onderzoekskosten die door externe bureaus, in rekening worden gebracht. Kengetallen en onze eigen ervaring leren dat een gemeente als Schinnen rekening moet houden met één onderzoek per twee jaar. De onderzoekskosten en bijkomende kosten van rechtsbeschermingprocedures liggen rond de € 45.000 voor een periode van twee jaar en worden als risico in deze paragraaf op € 22.500 per jaar ingeboekt. Programma Welzijn Welzijn 3. Accommodatiebeleid Na vaststelling van het nieuwe accommodatiebeleid zal meer zicht zijn op de scenario’s aan de hand waarvan de gemeente de taakstelling in meerjaren perspectief kan behalen. De scenario’s worden betrokken vanuit de invalshoek van de 3 decentralisaties omdat de beschikbaarheid van accommodaties daarin een belangrijke rol vervullen. Bij de uitvoering van de 3 decentralisaties en de exploitatie van de accommodaties moet getracht worden om zaken samen te brengen en de accommodaties dusdanig te benutten en in te zetten dat dit vanuit de decentralisaties alsook vanuit de exploitaties een win-win situatie oplevert. Omdat de taakstellende bezuiniging met betrekking tot het accommodatiebeleid integraal onderdeel uitmaakt van de transformatie van de 3 decentralisaties wordt de bezuiniging op het accommodatiebeleid onder de noemer van de decentralisaties gebracht. Programma Maatschappelijke Ondersteuning Ondersteuning 4. WMO huishoudelijke verzorging De WMO onderdeel huishoudelijke verzorging is een open-eindregeling. Als gevolg van de uitgevoerde herindicaties hulp bij het huishouden in 2013 en 2014, op basis van het nieuwe indicatieprotocol, blijven de uitgaven binnen het budget van de integratie-uitkering. In de meerjarenraming is hiermee rekening mee gehouden. Daarnaast wordt het restant van de voormalige reserve WMO in 2015 en in 2016 nog aangewend voor respectievelijk € 25.000 en € 6.474. 5. WMO voorzieningen Net zo als bij de WMO huishoudelijke hulp is er bij de WMO voorzieningen sprake van een open-eindregeling. Gezien de toenemende vergrijzing bestaat het risico dat de uitgaven in de nabije toekomst zullen toenemen. Het blijft een moeilijk te ramen post vanwege de jaarlijkse fluctuaties die zich kunnen voordoen, met name het budget voor woningaanpassingen en huur hulpmiddelen.
105
Als gevolg van de Europese aanbesteding trapliften, ingaande 1 november 2014, is het budget voor woonvoorzieningen structureel met € 10.000 verlaagd. Voor een mogelijke tegenvaller achten wij ook voor de toekomst een afzondering van het weerstandsvermogen van € 50.000 voldoende. Programma Participatie en Inkomen Inkomen 6. Wet werk en bijstand De Wet werk en bijstand (Wwb) als open-eindregeling, brengt voor de gemeente een aantal financiële risico’s met zich mee. De gemeente is zowel beleidsmatig als financieel volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wwb. De gemeente ontvangt van het Rijk een budget voor het inkomensdeel en een budget voor het werkdeel van de Wwb. Bij de invoering van de Wwb is afgesproken met het Rijk dat een gemeente 10% van het toegekende budget voor eigen rekening moet nemen. Dit bedraagt voor 2015 € 214.287. Indien de uitgaven dit budget met meer dan 10% overstijgen kan de gemeente een verzoek indienen bij het Rijk voor een aanvullende uitkering. Aangetoond moet worden dat zij voldoende inspanning heeft gepleegd om zoveel mogelijk uitstroom te bevorderen. Voor deze individuele aanvullende uitkering is in de begroting een bedrag geraamd van € 71.953. Per saldo resteert een eigen risico van € 214.287 minus € 71.953 = € 142.334. 7. Bijzondere bijstand/categoriale regelingen De regeling bijzondere bijstand is een open-eindregeling. Het hiervoor geraamde budget kan in principe in enig jaar overschreden worden. Gelet op de uitgaven van de afgelopen jaren is het risico van een overschrijding aannemelijk. Voor een mogelijke tegenvaller achten wij een afzondering van het weerstandsvermogen van € 13.000 noodzakelijk. 8. Vluchtelingen De reserve bijzondere kosten inburgering is voldoende groot om eventuele niet gedekte uitgaven op te kunnen vangen. Een gedeeltelijke afzondering van het weerstandsvermogen voor deze categorie is dan ook niet nodig. 9. Werkgelegenheid / Vixia De uitgaven in het kader van de werkvoorzieningschappen betreffen een open-eind regeling, immers de gemeente stelt zich garant voor tekorten binnen deze werkvoorzieningschappen. In juni 2013 is de gemeenteraad akkoord gegaan met een herstructurering bij Vixia die ertoe zal leiden dat in de toekomst alleen nog maar beschut werk wordt uitgevoerd. Per 2015 wordt de Wsw afgesloten voor nieuwe instroom. Via natuurlijk verloop zal het aantal cliënten bij Vixia afnemen. De totale bijdrage aan Vixia bestaat uit het doorbetalen van de rijksbijdrage Wsw en een gemeentelijk deel. Conform Vixia-begroting 2015 bedraagt de gemeentelijke bijdrage voor 2015 € 171.719. Dit bedrag is in de gemeentelijke begroting geraamd. De bestaande taakstellende bezuiniging voor Vixia is bij het vaststellen van de kadernota 2015 samen met de bezuiniging op het accommodatiebeleid samengebracht tot één bezuiniging en wel de bezuiniging op de drie decentralisaties. Derhalve behoeft in 2015 geen afzondering van het weerstandsvermogen plaats te vinden voor de opvang van eventuele tegenvallers. 106
10. Werkgelegenheid / Licom Wat betreft het werkvoorzieningschap Licom in Parkstad heeft de gemeente Schinnen destijds gekozen voor de risicomijdende variant hetgeen inhoudt dat de gemeente op contractbasis een vast bedrag betaalt per SW-er. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Uitgegaan is van een basisbijdrage van zo'n € 1.100 per SW-er (bedrag 2014). Gelet op het vorenstaande behoeft geen (gedeeltelijke) afzondering van het weerstandsvermogen plaats te vinden voor de opvang van eventuele tegenvallers. Programma Ruimte en Wonen 11. Bedrijventerrein De Breinder De gronden van fase I en II zijn allemaal verkocht. Fase III (hoek tussen Emango en Kom en Zie) is nog te koop (ca 3.500 m2). Bij het aantrekken van de economie zal deze grond verkocht worden. 12. Woningbouwprojecten diverse kernen in het algemeen Woningbouwprojecten dienen selfsupporting te zijn. Alleen daar waar grote openbare ruimten moeten worden aangepast en de gemeente partner is in de gebiedsontwikkeling kan een bijdrage van de gemeente verwacht worden. De raad zal ter zake altijd vooraf in kennis worden gesteld. Voor de lopende woningbouwprojecten wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. 13. Planschade Planschades rondom gemeentelijke projecten komen voor rekening van de gemeente. Ten aanzien van andere plannen zijn de risico’s, middels privaatrechtelijke overeenkomsten, zoveel mogelijk bij de planontwikkelaars gelegd. Vanwege een wetswijziging wordt een eigen risico gehanteerd bij de aanvragen voor planschades, waardoor er nagenoeg geen nieuwe verzoeken komen. 14 Water- en modderoverlast De laatste 2 decennia werd de gemeente regelmatig getroffen door hevig noodweer. Door veranderde klimatologische omstandigheden dient er rekening te worden gehouden met een frequente kans op hevige en omvangrijke neerslag. Ter vermindering van de kans op overlast in woningen zijn grote investeringen gedaan in regenwaterbuffers en in de zwaarte van de rioleringen. De kans op overlast in verband met erosie, voor zover deze onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt, wordt klein geacht. Per toegewezen claim is de gemeente een eigen risico verschuldigd van € 2.268, boven dit bedrag zijn eventuele claims verzekerd. De uitgaven die de gemeente doet ter bestrijding van wateroverlast vallen onder het product riolering. Deze kosten worden opgebracht door de rioolheffing en hebben derhalve geen invloed op de financiële positie van de gemeente. 15. Riolering Jaarlijks worden voldoende middelen in de begroting geraamd voor inspectie en onderhoud van rioleringen. Ondanks dit kan zich een onvoorzienbare breuk c.q. instorting van een deel van een rioolbuis of huisaansluiting voordoen. In de reguliere begroting is jaarlijks een bedrag van € 10.000 opgenomen voor onvoorziene reparaties en direct ingrijpen n.a.v. 107
calamiteiten. Per toegewezen claim draagt de gemeente een eigen risico van € 2.268, boven dit bedrag zijn eventuele claims van derden verzekerd. 16 Woonwagenbeleid In mei 2014 is door de raad het nieuwe woonwagenbeleid vastgesteld, dat uiteindelijk voorziet in de overdracht van standplaatsen en (de nog niet aan de bewoners verkochte) woonwagens, aan ZO-Wonen. De uitvoering van dit beleid zal kosten met zich meebrengen waarvan de hoogte op dit moment moeilijk is in te schatten. 17 Milieu Als gevolg van het toenemende aantal dumpingen van o.a. XTC- en ander drugsafval in met name Zuid-Nederland kan dit ook in Schinnen voorkomen. Het opruimen en zo nodig saneren van de bodem als gevolg van deze illegale drugsafvaldumpingen in het buitengebied kost geld dat niet op voorhand begroot is. De risico’s zijn op dit moment niet te kwantificeren. Overzicht algemene dekkingsmiddelen dekkingsmiddelen 18. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds De hoogte van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is met risico’s omgeven. De risico’s worden gevormd door onder meer de normeringsystematiek van het Gemeentefonds. Daarnaast is het mogelijk dat weer nieuwe bezuinigingen door het Rijk worden opgelegd. Verder geldt er voor het accres 2015 nog steeds een “winstwaarschuwing” wegens onderuitputting van Rijksuitgaven en uitgestelde investeringen. Veiligheidshalve wordt een nadelig effect in de risicoparagraaf opgenomen; uitgegaan wordt van circa € 15 per inwoner met een kans van 30%. 19. Renterisico Een belangrijke maatstaf voor het bepalen van de feitelijke renterisico’s is het in beeld brengen van de vaste schuld in relatie tot de risiconorm. De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) geeft hiervoor duidelijke richtlijnen. Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen voor welk deel van de portefeuille aan vaste schuld in enig jaar herfinanciering moet plaatsvinden door het aangaan van nieuwe leningen behorende tot de vaste schuld en daarboven voor welk deel van de vaste schuld de geldnemer een wijziging van de rente op basis van de leningvoorwaarden kan beïnvloeden (renteherziening). De huidige opgenomen langlopende geldleningen bieden de geldgevers geen mogelijkheid tot renteaanpassingen. Geconcludeerd kan worden dat de gemeente geen renterisico loopt in het kader van de lange financiering voor wat betreft de lopende leningen. 20. Verstrekte garanties De gemeente heeft in 1994 en 1996 de gegarandeerde leningen inzake particuliere woningbouw en gegarandeerde leningen corporaties overgedragen aan het Waarborgfonds sociale woningbouw (WSW) m.u.v. de gegarandeerde leningen ten behoeve van zorginstellingen (bejaarden- en verpleegoord Amstenrade, de restantleningen zijn evenwel beperkt). 108
De gemeente Schinnen als deelnemer van het WSW heeft een tertiaire achtervang functie hetgeen inhoudt dat wanneer het vermogen van het WSW beneden een bepaald minimum daalt, de deelnemende gemeenten renteloze leningen moeten verstrekken aan het WSW. De hoogte wordt dan bepaald aan de hand van de gewaarborgde leningen per gemeente. Het vermogen van het Waarborgfonds is momenteel zo groot dat een mogelijke aanspraak vrijwel te verwaarlozen valt. Overigens zijn er geen aanspraken op de gemeente gedaan sinds de overdacht in 1994 en 1996. 21 RWM RWM heeft recht op een borgstelling van de gemeente Schinnen voor een lening van € 800.000 bij een kredietinstelling, aan te gaan tegen markconforme condities voor een looptijd van 10 jaar tegen een vaste rente en af te lossen in 40 gelijke termijnen. Van deze mogelijkheid is tot op heden geen gebruik gemaakt. 22 Personeelsvoorzieningen In het geval van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid moet de gemeente als werkgever op grond van de CAO-afspraken de werknemer in het eerste halfjaar van zijn ziekte 100% doorbetalen. Voor het tweede halfjaar geldt een percentage van 90%. In het tweede jaar geldt een percentage van 75%. De werkzaamheden kunnen tijdens ziekte van de werknemer worden gecontinueerd binnen de bestaande formatie. Ingeval er sprake is van langdurige ziekte worden de werkzaamheden gecontinueerd door het inhuren van extern personeel. De financiële dekking is deels voorzien middels het flexibel budget organisatieontwikkeling. 23 Winstuitkeringen en deelnemingen De raad heeft, evenals de overige Limburgse raden, besloten het aandelenpakket Essent in het productie- en leveringsbedrijf te verkopen aan RWE. Als gevolg hiervan is het Essentdividend vervallen. Het uit de verkoopopbrengst Essent voortkomende bedrag van circa € 12,9 miljoen is op langere termijn belegd om een groot gedeelte van de dividendopbrengst te compenseren. Een gedeelte van de transactiesom is in de vorm van een geldlening (bruglening) verstrekt tegen een rentepercentage per tranche. Er zijn nog twee af te lossen tranches, waarvan een tranche in 2016 wordt afgelost en de laatste tranche in 2019. De dividendverwachting van de Enexis-aandelen bedraagt € 0,67. Het dividend over de 360.450 aandelen à € 0,67 is geraamd op € 275.728. De rente over het onafgeloste deel van de bruglening bedraagt € 156.145. Op grond van deze verwachting behoeft geen afzondering van een gedeelte van het weerstandsvermogen plaats te vinden. Ook voor de dividenduitkering van de BNG geldt een financieel risico. Het betreft evenwel een aanzienlijk lager bedrag. Gelet evenwel op de bedrijfsresultaten van de afgelopen jaren is het risico voor de gemeente beperkt.
109
24. Schatkistbankieren en Wet HOf In de paragraaf financiering is ingegaan op de ontwikkelingen rondom het verplicht schatkistbankieren en invoering van de wet HOf. De risico’s ten gevolge van de invoering verplicht schatkistbankieren zijn beperkt, omdat de huidige portefeuille obligaties door de nieuwe wetgeving niet wordt aangetast. De invoering van de wet Hof kan wel ingrijpende gevolgen hebben voor de gemeenten. Gemeenten dienen wellicht investeringen (gedeeltelijk) uit te stellen. Problematisch wordt dit voor investeringen die geen uitstel dulden. De vereniging van Nederlandse gemeenten vindt het terugdringen van het financieringstekort een gezamenlijke verantwoording van het Rijk en de decentrale overheden. 25. Decentralisaties in het sociale domein Op respectievelijk 18 februari (jeugd) 1 juli (participatiewet) en 8 juli (Wmo) zijn de drie wetten die ten grondslag liggen aan de decentralisaties officieel vastgesteld. Daarmee is inwerkingtreding van de wetten vanaf 1 januari 2015 een feit. Gemeenten hebben door de vaststelling van de landelijke, wettelijke kaders steeds meer duidelijkheid gekregen over de wettelijke taken die op hen afkomen en de daarmee samenhangende ombuigingstaakstellingen. Met de septembercirculaire is meer duidelijkheid gekomen over de budgetten die naar gemeenten overkomen in het kader van de nieuwe taken. De budgetten voor de drie decentralisaties worden via een integratie-uitkering sociaal domein verstrekt. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de budgetten integraal onderdeel worden van het gemeentefonds, zodat gemeenten optimale beleidsvrijheid krijgen om deze te bestemmen en in te vullen. Tijdens het samenstellen van de begroting 2015 bestaan er nog onduidelijkheden over de lastenkant. De gegevens van de nieuwe cliënten die naar gemeenten overkomen en de zorgkosten die daarmee gepaard gaan zijn nog niet bekend. In augustus is de eerste gegevensoverdracht van AWBZ-cliënten gestart. Voor het meerjarig perspectief geldt dat bij de decentralisaties WMO en jeugdzorg wordt overgestapt van het historisch (voor 2015) naar een objectief verdeelmodel. De verandering van de rijksbudgetten als gevolg van deze overstap en dus de effecten hiervan voor de gemeente zijn nog niet inzichtelijk. Het principe geldt dat het uitvoeren van de drie decentralisaties moet plaats vinden binnen de daarvoor beschikbare rijksbudgetten. Het risico wordt ingeschat op € 1,8 mln. Hierbij is rekening gehouden met de meest actuele cijfers zoals die ten tijde van het samenstellen van de begroting bekend zijn.
Totaalbeeld In de volgende tabel zijn de per programma geïnventariseerde risico’s samengevat. Voor elk risico is de beheersmaatregel weergegeven en is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden vijf categorieën onderscheiden:
110
categorie
kans op voordoen risico
kanspercentage
1
<1 keer per 10 jaar
10%
2
1 keer per 5-10 jaar
30%
3
1 keer per 2-5 jaar
50%
4
1 keer per 1-2 jaar
70%
5
Minimaal 1 keer per jaar
90%
Aan ieder risico wordt het maximale financiële gevolg in euro’s toegekend. Daarnaast is aangegeven of het risico van incidentele (I) of structurele (S) aard is. Vermenigvuldiging van de kanscategorie met de (maximale) omvang levert de hoogte van de benodigde (weerstands)capaciteit op. (bedragen in euro’s) Nr. Risicogebied
Omschrijving risico
Beheersmaatregel
1 Procedures/claims
-
-
2 Integriteit
Integriteitsonder-
Naleven en indien
zoek en kosten
nodig bijstellen van
rechtsbeschermings
het integriteitsbeleid
I
Cat.
S
Maximale
Benodigde
Omvang
capaciteit
I
3
45.000
22.500
I
5
50.000
45.000
I
1
142.334
14.233
I
2
13.000
3.900
S
2
192.975
57.892
-procedures 3 Accommodatiebeleid
4 WMO huishoudelijke verzorging 5 WMO voorzieningen
-
-
-
-
Onvoldoende
Open-eindregeling,
rijksbudget
geen specifieke beheersmaatregelen
6 Wet Werk en Bijstand
Onvoldoende
Door middel van
rijksbudget
reïntegratietrajecten uitstroom bevorderen
7 Bijzondere
Onvoldoende budget Uitgebreide toetsing
bijstand/categoriale
aan criteria vóór
regelingen
toekenning bijstand
8 Vluchtelingen
-
-
9 Werkgelegenheid / Vixia
-
-
10 Werkgelegenheid / Licom
-
-
-
-
-
-
-
-
14 Water- en modderoverlast -
-
11 Bedrijventerrein de Breinder 12 Woningbouwprojecten diverse kernen in het algemeen 13 Planschade 15 Riolering
-
-
16 Woonwagenbeleid
-
-
17 Milieu
-
-
18 Algemene uitkering uit
Onvoldoende
Geen specifieke
rijksbudget
beheersmaatregel
-
-
het Gemeentefonds 19 Renterisico
111
20 Verstrekte garanties
-
-
21 RWM
-
-
22 Personeelsvoorzieningen
-
-
23 Winstuitkeringen en
-
-
24 Schatkistbankieren en Wet -
-
deelnemingen HOf 25 Decentralisaties in het sociale domein
Onvoldoende
taakstellende
rijksbudget
bezuiniging,
S
5
TOTAAL
1.8 mln 1.763.526
1.62 mln 1.677.893 1.677.893
Ratio weerstandvermogen Het weerstandsvermogen kan gemeten worden als de verhouding tussen de weerstandscapaciteit die de gemeente beschikbaar heeft en de verwachte financiële gevolgen van de risico’s en kan weergegeven worden als een ratio: beschikbare weerstandscapaciteit ÷ benodigde weerstandscapaciteit Op basis van bovenstaande risicoanalyse kan geconcludeerd worden dat ratio weerstandsvermogen € 6.879.719 ÷ € 1.763.526 = 3,9 bedraagt Passen we deze ratio toe op onderstaande waarderingstabel uit de beleidsnota:
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
> 2,0
Uitstekend
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
1,0 < x < 1,4
Voldoende
0,8 < x < 1,0
Matig
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
< 0,6
Ruim onvoldoende
Dan komende we uit op de kwalificatie : > 2,0 Uitstekend Aan het beleidsuitgangspunt, namelijk minimaal kwalificatie ‘voldoende’, wordt ruimschoots voldaan.
112
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Gemeentelijke kapitaalgoederen zijn wegen, riolering met randvoorzieningen, openbaar groen, openbare verlichting en gebouwen. Het beleid ten aanzien van deze kapitaalgoederen is opgenomen in onderstaande nota’s.
Onderhoud per kapitaalgoed Omschrijving
Begroting
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
wegen
605.723
592.426
479.997
601.294
524.298
riolering
411.426
456.578
456.578
456.578
456.578
0
0
0
0
0
478.275
443.842
444.917
444.917
445.185
91.049
0
0
0
0
173.674
235.968
217.009
201.468
116.927
1.760.148
1.728.814
1.598.500
1.704.256
1.542.988
openbare verlichting openbaar groen schoolgebouwen gemeentelijke gebouwen totaal
Beheerplannen plannen
vastgesteld
periode
door de raad
achterstallig
financieel
onderhoud
doorvertaald
wegen
Ja (08.11.12)
2013 - 2017
nee
ja
riolering
Ja (30.10.14)
2015 – 2020
nee
ja
openbare verlichting
Ja (08.10.09)
2010 – 2014*
nee
ja
openbaar groen
Ja (08.10.09)
2010 – 2014*
nee
ja
schoolgebouwen
Ja (27.09.12)
2013 - 2017
nee
ja
gemeentelijke gebouwen
Ja (27.09.12)
2013 - 2017
nee
ja
* In 2015 wordt het beheersplan 2016-2020 vastgesteld
Wegen Wat willen we bereiken? Het in goede staat hebben en houden van de gemeentelijke openbare ruimte met als uitgangspunt sober, doelmatig en verkeersveilig. Wat doen we ervoor? -
Het onderhouden van de openbare ruimte (wegen, straten, trottoirs en pleinen) overeenkomstig het beleidsplan 2013-2017;
-
het in voldoende mate bestrijden van onkruid binnen de openbare ruimte;
-
het vegen van goten en ander openbare ruimte door de veegwagen van de eigen dienst; 113
-
het onderhouden van de wegmarkeringen.
Wat mag het kosten? Overeenkomstig de investeringen van het beleidsplan wegen € 479.997.
Riolering Het onderhoud (reiniging, inspectie en reparatie) aan de riolering en de bijbehorende randvoorzieningen geschiedt conform het vastgestelde beleid in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Dit GRP is gesplitst in een beleids- en uitvoeringskader en bestaat uit voor 4 plannen. Het beheer en onderhoud is vastgelegd in het Beheerplan (afval)water Westelijke Mijnstreek 2015-2020. Het plan is door het College vastgesteld voor de periode 2015-2020. Conform de Wet gemeentelijke watertaken (2008) richt het huidige GRP zich niet alleen op het afvalwater maar ook op grondwater en afstromend hemelwater. Er is derhalve sprake van een verbreed GRP, ook wel GRP+ genoemd. Wat willen we bereiken? -
Een naar de daaraan gestelde normen goed functionerend rioolstelsel met bijbehorende randvoorzieningen;
-
een afdoende functionerende regenwaterstructuur die inspeelt op de klimaatveranderingen;
-
Inzicht in de voorkomende grondwaterstanden op probleemlocaties en de tendensen hierin;
-
samenwerking op het gebied van de drie zorgplichten in regionaal verband om zo de kwaliteit van het systeem te verhogen, kosten te besparen (minder meer) en de kwetsbaarheid van de organisaties te verlagen;
-
het wegwerken van beperkt achterstallig onderhoud bij het onderhoud aan de "groene" voorzieningen, in het recent vastgestelde kostendekkingsplan zijn de benodigde middelen hiertoe opgenomen.
Wat doen we ervoor? -
Reiniging- en inspectie van hoofdriool;
-
preventief en correctief onderhoud aan elektromechanische onderdelen;
-
uitvoeren van benodigde reparaties aan geconstateerde gebreken;
-
reinigen van kolken en zandvangers;
-
onderhoud aan groene voorzieningen zoals greppels en regenwaterbuffers.
Wat mag het kosten? De kosten die samenhangen met het beheer en onderhoud van de riolering en aanverwante zaken is, evenals alle benodigde investeringen voor vervanging etc. opgenomen in het door de Raad vastgesteld Kostendekkingsplan gemeente Schinnen. De kosten voor de rioleringszorg worden volledig opgebracht door de opbrengsten van de rioolheffing. De hoogte van de heffing zal ten gevolge van de te realiseren besparingen de komende jaren niet hoeven te stijgen (met uitzondering van inflatiecorrectie) en op het tarief van 2014; zijnde € 270 per perceel blijven.
114
De ingerekende besparingen zijn geen bezuinigingen op het onderhoud, maar ontstaan door het slimmer organiseren, samenwerken, andere aanpak etc. Uitgangspunt is dat ondanks de besparingen de kwaliteit van het stelsel omhoog gaat.
Openbare verlichting Wat willen we bereiken? Een duurzame energiearme openbare verlichting binnen de bebouwde kom daar waar nodig en langs doorgaande verbindingswegen tussen de kernen van de gemeente welke bijdraagt aan de verkeers- en sociale veiligheid Wat doen we ervoor? -
Jaarlijks projectmatig vervangen van de openbare verlichting, mast en armatuur, welke de technische levensduur heeft bereikt, uitgaande van LED-verlichting;
-
beheer van energie openbare verlichting, incidentele vervangingen worden niet uitgevoerd;
-
binnen het op te stellen beleidsplan 2016-2020 streven naar een avond/nachtregime van 70/30 procent.
Wat mag het kosten? Overeenkomstig het restantbudget openbare verlichting (MIP) € 105.000.
Openbaar groen Wat willen willen we bereiken? -
De gemeentelijke groenvoorziening conform de landelijke norm “onderhoudsniveau B” onderhouden. Enkele hotspots, vastgesteld in raadsvergadering 20 februari 2014, onderhouden conform niveau A;
-
het gifvrij onderhouden van de groenvoorziening.
Wat doen we ervoor? -
Het vaststellen van nieuw beheerplan begin 2015;
-
het opstellen van groenbestekken en deze aanbesteden;
-
extra aandacht aan de kernen besteden door het aanbrengen van hanging baskets;
-
enkele hotspots onderhouden conform niveau A;
-
verwijderen van zwerfvuil in beplanting door groenaannemer;
-
het houden van directie en toezicht op de groenbestekken;
-
er is geen achterstallig onderhoud.
Wat mag het kosten? Conform uitvoeringsplan bedragen de kosten voor 2015 € 336.380.
115
Schoolgebouwen Wat Wat willen we bereiken? De verantwoordelijkheid voor het groot onderhoud van schoolgebouwen gaat per 1 januari 2015 over van de gemeenten naar de schoolorganisaties. Voor de overdracht van de verantwoordelijkheid moet er een duidelijke nul-meting van de staat van onderhoud liggen conform NEN-2767 eisen. Wat doen we ervoor? Uitvoering van onderhoud conform MOP. Er is geen achterstallig onderhoud. Hoewel op sobere en doelmatige wijze onderhoud plaatsvindt, zal ook in de toekomst geen achterstallig onderhoud ontstaan. Wat mag het kosten? Als gevolg van een wetswijziging worden de schoolbesturen verantwoordelijk voor al het onderhoud aan de schoolgebouwen. Er zijn met ingang van 2015 derhalve geen onderhoudskosten meer aan de schoolgebouwen voor de gemeente.
Gemeentelijke gebouwen Wat willen we bereiken? Voor alle gebouwen is een differentiatie gemaakt door middel van het toekennen van een conditieniveau. Deze conditieniveaus bepalen de intensiteit van het onderhoud voor het betreffende gebouw en deze variëren in het huidige MOP tussen niveau 3 (voldoende) en niveau 4 (matig). Doel is om onderhoud te verrichten conform deze conditieniveaus. Wat doen we ervoor? Uitvoering van onderhoud conform MOP. Er is geen achterstallig onderhoud. Hoewel op sobere en doelmatige wijze onderhoud plaatsvindt, zal ook in de toekomst geen achterstallig onderhoud ontstaan. Wat mag het kosten? De jaarlijkse toevoeging aan de onderhoudsvoorziening voor overige gebouwen bedraagt €179.000. Onderhoud wordt uitgevoerd tegen de daadwerkelijke kosten op basis van aanbesteding/offertes. In 2015 is als aanwending het bedrag van €235.000 geraamd.
116
Paragraaf Paragraaf financiering Beleidsuitgangspunten
Het financieringsbeleid is gericht op het minimaliseren van de gemeentelijke rentelasten c.q. het optimaliseren van eventuele rente-inkomsten en het zo goed mogelijke beheersen van rente- en andere financieringsrisico’s. Centraal staat daarbij een gezonde financiering. Algemene ontwikkelingen Rente-ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt De rentemarkt wordt vaak opgedeeld in de geldmarkt (geldmarktrente) en de kapitaalmarkt (kapitaalmarktrente). Hierbij wordt onder de geldmarktrente de korte rente verstaan en onder de kapitaalmarktrente de lange rente (met een looptijd vanaf 2 jaar). Als maatstaf van de kapitaalmarktrente wordt vaak naar staatsleningen gekeken. Gezien het lage debiteurenrisico (risico dat er niet betaald wordt) bij een Nederlandse staatslening, geldt dit tarief vaak als een soort basistarief. Andere leningen met hogere risico's kennen dan een renteopslag voor dat hogere risico, waarbij geldt dat de opslag hoger wordt, naarmate het debiteurenrisico hoger wordt. Bovendien geldt normaal gesproken dat de rente hoger wordt bij een langere looptijd. Als maatstaf van de geldmarktrente wordt vaak naar de Euribor tarieven gekeken. Dit zijn de tarieven waartegen 57 Europese banken elkaar korte termijn leningen in euro's verstrekken. Deze Euribor tarieven worden dagelijks bepaald en worden vaak als basis gebruikt voor een groot aantal financiële producten. Sinds januari van dit jaar zijn de langerentetarieven gedaald naar lage niveaus. Een aantal factoren heeft een rol gespeeld bij de daling. In de eerste plaats is de Amerikaanse lange rente aanzienlijk gedaald. Voor een deel hangt dit samen met de onverwachte krimp van de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal als gevolg van de zware winter. Ten tweede was er sprake van onzekerheid als gevolg van de situatie in Oekraïne. De vrees was dat het conflict zou leiden tot een oorlog waarbij ook Rusland zou worden betrokken. De energievoorziening van Europa zou daardoor ernstig kunnen worden verstoord. Ten derde kwam de economische groei in de eurozone in het eerste kwartaal uit op 0,2 procent, duidelijk lager dan verwacht. Tenslotte komt de inflatie in het eurogebied dit jaar lager uit dan eerder was voorzien. Voornaamste oorzaak zijn de zwakker dan verwachte energie- en voedselprijzen. Bovendien laat het zich aanzien dat de lage inflatie ook na dit jaar nog zal aanhouden. De lage inflatiecijfers wakkerden de vrees voor deflatie in de markt aan. In reactie hierop werd het monetaire beleid door de ECB verruimd. Deze actie werd tot medio juli niet voorzien. De lange rente, die aan de lage kant lijkt, zal, gelet op de economische situatie, waarschijnlijk gaan oplopen. Wanneer de omslag zal komen is moeilijk aan te geven, maar de BNG verwacht dat de lange rente in 2015, gemeten aan het rendement op Duitse staatsleningen, op een niveau van 2 tot 2,5 procent zal komen te liggen. Na aftrek van de verwachte inflatie in de eurozone komt dat neer op een reële rente van 1,0 tot 1,5 procent. Dit niveau is lager dan in het verleden, maar lijkt wel passend voor een regio die zich herstelt van een zware economische en financiële crisis. 117
Volgens voorlopige cijfers is het bbp in de op twee na grootste economie van de eurozone met 0,2% gedaald, na een krimp van 0,1% in het eerste kwartaal. Door de tegenvallende economische ontwikkeling dreigt het overheidstekort dit jaar boven 3% van het bbp uit te komen, waardoor de regering mogelijk extra moet gaan bezuinigen. Ook elders daalden de rentetarieven overwegend licht onder invloed van toenemende bezorgdheid over de gevolgen van de burgeroorlog in de Oekraïne. De ECB-raad besloot het monetaire beleid zoals verwacht ongewijzigd te laten. De geldmarktrente bleef zodoende vrijwel stabiel. Verwachtingen De wereldeconomie ontwikkelt zich in 2014 gematigd. De Verenigde Staten groeit dit jaar naar verwachting met 2,3%. De expansie van de bedrijvigheid wordt vooral gedreven door de binnenlandse vraag. De private consumptie neemt onder invloed van een gestage groei van de werkgelegenheid toe. De investeringen in vaste activa groeien sterker dan in 2013. Met name bedrijven investeren meer dan in het afgelopen jaar. De inflatie loopt op van 1,5% in 2013 naar 1,8% dit jaar. De economie van de eurozone groeit in 2014 naar verwachting met 1,4%. In 2013 daalde het bruto binnenlands product nog met 0,4%. Het conjunctuurherstel is vooral te danken aan de export die profiteert van de aantrekkende wereldhandel. De binnenlandse vraag trekt wat aan onder invloed van afnemende bezuinigingen van overheden en een lichte daling van de werkloosheid. De inflatie daalt 0,4 procentpunt naar 1,0% in 2014. De Nederlandse economie groeit dit kalenderjaar met ca. 0,5%, na een krimp van 0,7% in 2013. (Bron BNG aug 2014) Interne ontwikkelingen In 2015 is in de begroting voor wat betreft de renteramingen uitgegaan van: 3,0 % voor het aantrekken van langlopende leningen 0,35 % voor kortlopende geldleningen 3,0 % voor bespaarde rente Financieringen Bij financiering gaat het om de vraag hoe de gemeente regelt dat ze steeds voldoende geld heeft om alle rekeningen te betalen. Lenen bij liquiditeitstekorten, beleggen bij liquiditeitsoverschotten, sparen of juist lenen voor grote uitgaven. De beleidsregels voor de financieringsfunctie zijn vastgelegd in een tweetal documenten, in de financiële verordening en in het treasurystatuut. In de financiële verordening heeft de raad van Schinnen een drietal beleidsuitgangspunten ten aanzien van de financieringsfunctie bepaald. Ten eerste is bepaald dat het college in de paragraaf financiering van de programmabegroting en programmarekening verslag doet van de kasgeldlimiet, de renterisiconorm, de liquiditeitenplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar, de rentevisie en de rentekosten en rente-opbrengsten die verbonden zijn aan de financieringsfunctie. Ten tweede is vermeld dat de raad bij de vaststelling van de programmabegroting de in de paragraaf financiering opgenomen financieringsbehoefte autoriseert. Tot slot is vastgelegd
118
dat het college uitvoering geeft aan de financieringsfunctie binnen de kaders die de raad heeft vastgesteld in het treasurystatuut. De doelstellingen van de financieringsfunctie zijn omschreven in het treasurystatuut en zijn als volgt weergegeven: - het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; - het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s; - het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; - het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. In het treasurystatuut is een onderscheid gemaakt in rente-, koers-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Het financieringsbeleid gaat uit van het minimaliseren van de gemeentelijke rentelasten (c.q. het optimaliseren van de eventuele rente inkomsten) en het zo goed mogelijk beheersen van rente- en andere financieringsrisico’s.” In de financiële verordening is bepaald dat valutarisico’s uitgesloten zijn, omdat uitsluitend leningen worden verstrekt, aangegaan en/of gegarandeerd in de munteenheid euro. Verder zijn regels gesteld ten aanzien van gemeentefinanciering, het kasbeheer en de administratieve organisatie en de interne controle. In het statuut is bepaald dat de minimale rating van financiële instellingen om overtollige geldmiddelen uit te zetten AA-rating moet zijn. Uitzettingen dienen bij financiële instellingen die onder het Nederlands of Europese Economische Ruimte (EER) toezicht staan te worden ondergebracht. De bestaande langdurige uitzettingen betreffen de bij BNG-vermogensbeheer geplaatste obligaties. Totale portefeuille
Totale couponrente per jaar
Gemiddeld rendement
€ 12.980.000
€ 525.913
4,05%
Beleggingsrisico’s Een eventueel verlies op onze beleggingen kan opgevangen worden door het restant van de reserve obligaties BNG (€ 7,7 mln). De reserve obligaties BNG kan niet onbeperkt aangewend worden. Gelet op de beperkte risico’s bij beleggen in obligaties wordt geadviseerd uitgaande van de huidige portefeuilleopbouw als reserve circa 50% als buffer in de reserve aan te houden. Dit zal periodiek geëvalueerd moeten worden. Met betrekking tot de evaluatie zullen de halfjaarlijkse bezoekverslagen van de vertegenwoordigers BNG Vermogensbeheer hierbij betrokken worden. Voorkomen moet ook worden dat op enig moment de reserve aangevuld moet worden.
119
Renterisico van de vlottende schuld In deze paragraaf wordt de werkelijke vlottende schuld getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet Fido (kasgeldlimiet). Als grondslag van de wettelijke toegestane omvang van de kasgeldlimiet geldt de omvang van de jaarbegroting per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar (voor Schinnen circa € 33.000.000). Voorts wordt de toegestane omvang van de kasgeldlimiet bepaald op het vigerend percentage zoals vastgesteld in de ministeriële regeling (8,5%). Tenslotte wordt het aldus berekende bedrag getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet. Indien de werkelijke omvang lager is dan de wettelijke toegestane omvang, is er sprake van ruimte; indien de werkelijke omvang hoger is dan de wettelijke toegestane omvang, is er sprake van een overschrijding. In het laatste geval moet de gemeente zo snel mogelijk over gaan tot consolidatie (kort geld omzetten in lang geld). Nieuwe ontwikkelingen De wijziging van de Wet financiering decentrale overheden in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ’s Rijks schatkist (het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden) is sinds december 2013 van kracht. Vanaf 2014 geldt een wijziging van het BBV in verband met de opname van aanvullende balansposten in het kader van het verplicht schatkistbankieren. In dat wijzigingsbesluit kon de rapportageverplichting inzake het drempelbedrag nog niet worden meegenomen. Deze rapportageverplichting wordt op korte termijn toegevoegd aan het BBV en wordt onderdeel van de toelichting op de balans van de jaarrekening. In de toelichting op de balans dient te worden vermeld het drempelbedrag in het begrotingsjaar waarover verantwoording wordt afgelegd en het totaal aan middelen dat uitsluitend in het kader van het drempelbedrag, per elk kwartaal van het begrotingsjaar waarover verantwoording wordt afgelegd, buiten ’s Rijks schatkist is aangehouden. De rapportageverplichting geldt vanaf begrotingsjaar 2014 en is alleen van toepassing op de middelen die vanwege het drempelbedrag uitgezonderd zijn van het verplichte schatkistbankieren. Door deze rapportageverplichting wordt inzicht geboden in de wijze waarop het drempelbedrag is benut. De gevolgen van het invoeren van het drempelbedrag en de wijze waarop het drempelbedrag kan worden benut zijn in de toelichting van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden nader toegelicht (Stcrt. 2013, 34041, p. 11 en 12).
120
Kasgeldlimiet Kasgeldlimiet per 1 januari 2015 Omvang begroting per 1 januari 2015
€ 33.000.000
Kasgeldlimiet in % van de grondslag
8,50%
Bedrag kasgeldlimiet
€ 2.800.000
kwartaal
1e
2e
3e
4e
Vlottende schuld Opgenomen gelden < 1 jaar
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
Schuld in rekening-courant
0
0
0
0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar
0
0
0
0
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld Totaal vlottende schuld
0
0
0
0
1.000.000 1.000.000
1.000.000 .000.000
1.000.000 .000.000
1.000.000 .000.000
0
0
0
0
Vlottende middelen Uitgeleende gelden < 1 jaar Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden < 1 jaar Totaal vlottende middelen
0
0
0
0
200.000
200.000
200.000
200.000
0
0
0
0
200.000 200.000
200.000 200.000
200.000 200.000
200.000 200.000
-800.000
-800.000
-800.000
-800.000
Toets kasgeldlimiet Totaal vlottende schuld-/- vlottende middelen Toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+) / Overschrijding ((-)
2.800.000
2.800.000
2.800.000
2.800.000
+2.000.000 +2.000.000
+2.000.000 +2.000.000
+2.000.000 +2.000.000
+2.000.000 +2.000.000
tabel 1: Berekening kasgeldlimiet
De berekening van de kasgeldlimiet is gebaseerd op onderstaande aannames: •
Maximaal kort lenen € 2.800.000 overige tekorten lang lenen
•
Saldo lopende rekeningen € 200.000
•
Daadwerkelijke uitgaven en inkomsten uit de begroting lopen parallel aan elkaar
Renterisico van de vaste schuld In deze paragraaf wordt het feitelijk renterisico op de begrotingsomvang bepaald. In de wet Fido is een limiet gesteld aan de blootstelling aan renterisico’s door middel van het instellen van de renterisiconorm. Met dit instrument tracht men een soort ideaalcomplex bij de opbouw van de leningenportefeuille te bereiken door spreiding van de looptijden, waardoor renterisico’s worden geminimaliseerd. De opbouw van de leningenportefeuille wordt periodiek geanalyseerd. Bij herfinanciering worden de modaliteiten van de nieuwe lening zodanig gekozen, dat een gelijkmatige opbouw van de portefeuille behouden blijft. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van 20% van de begrotingsomvang van de begroting. De begrotingsomvang bedraagt € 33.000.000. Op basis van deze gegevens ontstaat het volgend renterisico op de vaste schuld:
121
Renterisiconorm Renterisiconorm en renterisico’s per 1 januari
2015
2016
2017
2018
Renterisico op vaste schuld 1 Renteherziening
0
0
0
0
2 Aflossingen
1.400.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
3 Renterisico (1+2)
1.400.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
4 Renterisiconorm Renterisiconorm
6.600.000
6.600.000
6.600.000
6.600.000
5a Ruimte onder renterisiconorm (4>3)
5.200.000
5.200.000
5.200.000
5.200.000
5b Overschrijding renterisiconorm (3>4)
0
0
0
0
Berekening renterisiconorm 6. Begrotingstotaal
33.000.000 33.000.000 33.000.000 33.000.000
7 Het bij ministeriële regeling vastgestelde
20%
20%
20%
20%
6.600.000 6.600.000
6.600.000 6.600.000
6.600.000 6.600.000
6.600.000 6.600.000
percentage 8 Renterisiconorm
Op basis van de huidige leningenportefeuille is er voldoende ruimte binnen de renterisico norm. Financieringsbehoefte voor de komende vier jaar
Geplande investeringen Jaar
Verlichting
Riolering
Wegen en
Informatie
Overige
VerkeersVerkeers-
centrum
investeringinvestering-
maatregelen
Totaal
en
2015
105.000
1.390.000
649.000
240.000
528.000
2.698.000
2016
0
711.000
105.000
100.000
520.000
1.436.000
2017
0
1.161.000
0
0
385.000
1.546.000
2018
0
498.000
0
0
264.000
762.000
De volgende aannames zijn gedaan: •
De netto-investeringen in 2015 ad € 2.698.000 worden gedekt uit de voorhanden zijnde liquide middelen en de toegestane kasgeldlimiet (kasgeldleningen en/of rekeningcourantkrediet);
•
Daadwerkelijke uitgaven (incl. autonome ontwikkelingen en prioriteiten) en inkomsten uit begroting lopen parallel aan elkaar;
•
Er is sprake van een stabiel rentetarief voor de komende jaren en eventuele leningen worden aangetrokken met een looptijd van 10-25 jaar fix/lineair (afhankelijk of lening binnen renterisiconorm blijft).
Financieringsbehoefte Bij bepaling van de financieringsbehoefte gaan we uit van de volgende aannames: •
De uitgaven en de inkomsten uit de reguliere begroting zijn gelijk aan elkaar;
122
•
De geplande grote investeringen worden volledig in het betreffende jaar uitgevoerd en betaald Investeringen
Renteherziening
Totaal
2015
2.698.000
0
2.698.000
2016
1.436.000
0
1.436.000
2017
1.546.000
0
1.546.000
2018
762.000
0
762.000
Rekening houdende met een vlottende schuldpositie van € 2.800.000 bedraagt de financieringsbehoefte in 2015 en later € 3.642 (afgerond). De uitgaven hebben een meerjarig karakter, waardoor financiering met langlopende middelen voor de hand ligt. Afhankelijk van het verwachte rentepercentage zal een afweging worden gemaakt voor het aangaan van langlopende c.q. kortlopende leningen. Daarvoor is het noodzakelijk dat het college gemachtigd is om leningen af te sluiten op de kapitaalmarkt. Voorgesteld wordt daarom net als voorgaande jaren het maximum leenbedrag > 1 jaar voor het jaar 2015 vast te stellen op € 7.000.000 en het college, conform de regels van het treasury-statuut, hiervoor te machtigen. Voor wat betreft de leningen ten behoeve van de gemeente als gevolg van investeringen lopen we wel een renterisico. Momenteel bedraagt de gemiddelde rente van onze leningenportefeuille inclusief de rente voor de interne financiering circa 3,0 %. Voor de berekening van het EMU-saldo 2015 voor onze gemeente wordt verwezen naar de bijlage.
Mutaties in leningenportefeuille Leningenschema
2015
2016
2017
Rente geldleningen
689.000
627.000
564.000
501.000
1.392.000
1.395.000
1.398.000
1.401.000
13.763.000
12.368.000
10.970.000
9.569.000
Aflossingen geldleningen
2018
Aangaan nieuwe geldleningen Boekwaarde huidige geldleningen
123
124
Paragraaf bedrijfsvoering OrganisatieOrganisatie- ontwikkeling Wat willen we bereiken? A. •
Klantwaardering verhogen
•
24/7 digitale dienstverlening vergroten
•
Dienstverlening korter bij de burger brengen
B •
Organisatie transformeren naar regisserende gemeente
Wat doen we ervoor? ervoor? A. •
Uitwerken en uitvoeren verbeterpunten naar aanleiding van Benchmark Publiekszaken 2013
•
Training ter vergroting bewustwording klantrelatie
•
Uitvoeren enquête "Waarstaatjegemeente.nl"
•
Uitbreiden aanbod kernteams
•
Vergroten aanbod digitale dienstverlening
B. •
Uitbesteden niet kerntaken
•
Scholing en training medewerkers en bestuur
•
Kwalitatieve omvorming formatie
•
Door gemeenteraad gestelde kaders / bouwstenen verbinden met (visie)ontwikkeling WM en VONSS en aanvullen met prestatie indicatoren
Automatisering en Informatievoorziening Wat willen we bereiken? •
Uitvoeren beleid op informatievoorziening zoals vastgelegd in het informatieplan 2012 – 2015 en mede ingegeven door wettelijke- en bestuurlijke verplichtingen en de beoogde kwaliteit van de dienstverlening
•
Upgraden technische infrastructuur (telefooncentrale, servers) in verband met continuïteit bedrijfsvoering en dienstverlening
•
Faciliteren van het thuiswerken in het kader van "Het Nieuwe Werken
125
Wat doen we ervoor? • Uitvoering projecten Informatieplan (aansluiting op Digikoppeling voor Mijn Overheid Lopende Zaken en de verdere ontwikkeling van de digitale producten op de gemeentelijke website)
•
Starten met de opbouw van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), in VONSS-verband gezamenlijk uitbesteed aan het Gegevenshuis (voormalige GBRD)
• • •
Vervanging huidige interne telefooncentrale Uitvoering Upgrade besturingssysteem van 4 servers; Aanpassen technische infrastructuur om thuiswerken te faciliteren
Wat mag het kosten? De kosten van uitvoering van projecten uit het informatieplan worden voldaan uit het nog beschikbare budget. De projecten worden binnen de bestaande formatie uitgevoerd, waar mogelijk in samenwerking met andere gemeenten. Verder zijn in het MIP 2015 de volgende bedragen opgenomen voor het uitvoeren van de volgende projecten: •
Het Nieuwe Werken (thuiswerken): € 20.000
•
Opbouw BGT: € 100.000
•
Vervanging telefooncentrale: € 30.000
•
Upgrade servers naar Windows 2008: € 36.000
Communicatie en burgerparticipatie Wat willen we bereiken? •
Op laagdrempelige manier burgers tijdig, juist en volledig informeren, gevraagd en ongevraagd
•
Via burgerparticipatie burgers stimuleren in een vroegtijdig stadium mee te praten over gemeentelijk beleid en zo meer draagvlak te creëren.
Wat doen we ervoor? ervoor? •
Permanente monitoring website op voldoen aan webrichtlijnen
•
Aansluiting op Mijn Overheid Lopende Zaken
•
Uitvoeren enquête "Waarstaatjegemeente.nl"
•
Opstellen visiedocument doorontwikkeling digitale communicatie
•
Afhankelijk van betreffende onderwerp inzetten participatieladder (trede 1 t/m 3)
•
Onderzoek naar inzet burgerpanels
Personeel Wat willen we bereiken? •
Een ambtelijk apparaat dat duurzaam, kwalitatief en kwantitatief, is toegerust om de autonome ontwikkelingen en de eigen ambities aan te kunnen respectievelijk waar te kunnen maken
•
Het bevorderen van een personeelsbestand met een evenwichtige leeftijdsopbouw door aantrekkelijk werkgeverschap en het boeien en binden van medewerkers in alle levensfasen 126
•
Het verder uitrollen van "Het Nieuwe Werken" in een nauwe wisselwerking met de doorontwikkeling van de organisatie
Wat doen we ervoor? ervoor? •
De personeelsformatie structureel uitbreiden met 15,3 fte, waarvan 13,2 fte structureel ten behoeve van de 3D's (hiervan is 6,5 fte intern en 6,7 fte extern) en 2,1 fte structureel ten behoeve van overige taken (samenwerking, duurzaamheid, recreatie en toerisme, contacten lokale ondernemers) en incidenteel (voor 2015-2016) uitbreiden met 0,6 fte, ten behoeve van verkeer en vervoer (0,4 fte) en dienstverlening (0,2 fte)
•
Opstellen van een strategische personeelsplanning (zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin)
•
Sturen op en monitoren van de kwaliteit van medewerkers via de HR-cyclus
•
Investeren in opleiding en ontwikkeling van medewerkers (in alle levensfasen) in lijn met de organisatiedoelstellingen
•
Bevorderen van mobiliteit en flexibiliteit van medewerkers door middel van inzetten van “werk naar werk trajecten” en het bieden van kansen
•
Uitwerken van een "Duurzaam inzetbaarheidbeleid"
•
Uitwerken bestuursopdracht operationele samenwerking VONSS voor wat betreft HRM (gezamenlijke salarisadministratie, mobiliteit en loopbaan)
•
"Het Nieuwe Werken" doorontwikkelen en verder uitrollen (deelplannen telewerken en digitaliseren)
Personeel uitgedrukt in cijfers Omschrijving
Totaal personele lasten
Begroting
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
5.709.275
6.242.199
6.260.688
6.126.227
6.184.204
-50.000
-
-38.158
-188.158
-188.158
100.000
0
0
0
0
10.000
0
0
0
0
73,2
77,6
77,6
77,0
77,0
16.000
36.000
36.000
36.000
36.000
Inclusief: - Bezuinigingstaakstelling - Kwaliteitsimpuls in dienstverlening en bedrijfsvoering - Ondersteuning transitie regiegemeente Totaal formatie (aantal fte)
Personeel van derden totaal
127
Huisvesting Wat willen we bereiken? •
Een efficiënte en effectieve huisvesting voor het personeel in de nabije toekomst die ook ARBO-proof is, rekening houdend met de transformatie naar regisserende gemeente en met "Het Nieuwe Werken"
Wat doen we ervoor? ervoor? •
Herinrichten van de bestaande werkplekken en inrichten van een aantal nieuwe werkplekken
213a onderzoek Wat willen we bereiken? Een onderzoek naar de effecten van het invoeren van programmamanagement in de organisatie. In 2014 is programmamanagement ingevoerd, om meer grip te krijgen op de programma’s uit de programmabegroting. Onderzocht zal worden of dit instrument in de beperkte periode die het in gebruik is tot resultaten heeft geleid.
Wat doen we ervoor? ervoor? Op basis van interviews met de verschillende bestuurslagen bepalen of en in hoeverre de doelen die met de invoering van het programmamanagement werden nagestreefd ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd.
Wat mag het kosten? Het onderzoek wordt binnen de bestaande formatie uitgevoerd.
Investeringen paragraaf bedrijfsvoering Investeringen
2015
Informatieplan 2012-2015 (rbs 10 mei 2012)
84.175
0
0
0
Vervangen telefooncentrale (kadernota 2015)
30.000
0
0
0
Het nieuwe werken/ict (kadernota 2015)
20.000
0
0
0
100.000
0
0
0
36.000
0
0
0
0
100.000
0
0
Grootschalige basiskaart topografie (kadernota
2016
2017
2018
2015) Upgrading Windows en Exchange (kadernota 2015) ICT 24/7 (kadernota 2015)
128
Paragraaf verbonden partijen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Omdat bestuurlijk te realiseren doelen en een substantieel deel van het financiële budget in handen worden gelegd van verbonden partijen is het voor de gemeente belangrijk om inzicht te hebben en te houden in de realisatie van doelstellingen, activiteiten en financiën van die verbonden partij. Financieel belang Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang Een bestuurlijk belang wordt vertaald als zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. In deze paragraaf wordt ingegaan op de partijen waarmee de gemeente Schinnen een bestuurlijke relatie onderhoudt en waarin zij tevens een financieel belang heeft. Binnen de gemeente kan een tweedeling worden gemaakt in soorten van verbonden partijen, namelijk gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen.
Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regelingen voeren in de meeste gevallen een gemeentelijke taak uit, soms op het gebied van beleid, soms op het gebied van beheer en in een aantal gevallen op het gebied van beleid en beheer. Er is dus sprake van verlengd lokaal bestuur. Het onderbrengen van gemeentelijke taken in een gemeenschappelijke regeling gebeurt meestal als de gemeente die taak niet alleen kan uitvoeren of als het niet doelmatig of doeltreffend is om deze taak alleen uit te voeren. In onderstaande gemeenschappelijke regelingen heeft de gemeente Schinnen één of meerdere bestuurlijke vertegenwoordigers in het dagelijks dan wel algemeen bestuur van de regeling. De financiële betrokkenheid bij de gemeenschappelijke regelingen bestaat meestal in de vorm van een jaarlijkse bijdrage. Deelname aan een gemeenschappelijke regeling brengt ook risico’s met zich mee. Behalve de in de begroting opgenomen bijdrage is de gemeente naar rato verantwoordelijk voor eventuele tekorten. Het is daarom van belang om de gang van zaken bij een gemeenschappelijke regeling goed te volgen om zo nodig tijdig te kunnen anticiperen op ongewenste ontwikkelingen..
129
Onderstaand worden de gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente Schinnen deelneemt en derhalve een bestuurlijk en financieel belang heeft genoemd. De belangrijkste ontwikkelingen worden in het kort beschreven. GR Wsw Vixia Vixia
Programma: Participatie en Inkomen Beleidsveld: Participatie De Gemeenschappelijke regeling Vixia is een gemeenschappelijke regeling die is voortgekomen uit een fusie van de gemeenschappelijke regeling Millenerpoort en de gemeenschappelijke regeling Wegom. De ingangsdatum is januari 2001. De uitvoeringsorganisatie is vorm gegeven in een besloten vennootschap, Vixia BV. De aandelen van de BV worden gehouden door de GR Vixia. Betrokken partijen: De gemeenten Sittard-Geleen, Beek, Stein en Schinnen. Bestuurlijk belang: Het bestuur van de GR Vixia wordt gevormd door de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten. Namens de gemeente Schinnen heeft wethouder Van der Broek zitting in de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA). Financieel belang: De gemeenten sluizen hun volledige Wsw-rijksbudget door naar Vixia en zij zorgen voor verrekening met andere Wsw-bedrijven (Licom en MTB). Aan het einde van het jaar vindt er een afrekening plaats. Eind 2011 is door het GR-bestuur besloten het exploitatieresultaat Vixia BV te normaliseren. Het subsidietekort Wsw, de huisvestingskosten betreffende leegstand en de algemene bestuurs- en beheerskosten kwamen voorheen tot uitdrukking in de Vixia BV, maar zijn door dit besluit overgeheveld naar de GR Vixia en worden aldaar gefinancierd via gemeentelijke bijdragen. Conform de begroting 2015 van Vixia (vastgesteld in de raadsvergadering van 10 juli 2014) bedraagt de gemeentelijke bijdrage voor 2015 € 171.719. Risico’s en kansen: Tekorten worden door de deelnemende gemeenten gedragen op basis van het aantal Wswers (uitgedrukt in fte’s). De procentuele bijdrage conform begroting 2015 van Vixia bedraagt voor Schinnen: 4,99 %, Beek: 8,17 %, Stein: 16,71 %, Sittard-Geleen: 70,13 %. Ontwikkeling: De komende periode komen er grote uitdagingen op Vixia af. Het Rijk heeft namelijk besloten tot invoering van een nieuwe Wet op het terrein van de sociale zekerheid, de zgn. Participatiewet, een samenvoeging van WWB, Wsw en een deel van de Wajong. Deze wet treedt in werking per 1-1-2015. Dit betekent een nieuw tijdperk van noodzakelijke
130
omvormingen. De gemeente dient een voorziening beschut werk in te richten en de rol van Vixia hierin te herdefiniëren. Veiligheidsregio ZuidZuid-Limburg
Programma: Burgers en Bestuur Beleidsveld: Bestuur Sinds 1 januari 2012 vormen 18 gemeenten in Zuid-Limburg op basis van een gemeenschappelijke regeling de veiligheidsregio Zuid-Limburg. Betrokken partijen: De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Sittard-Geleen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Stein, Vaals, Valkenburg a/d Geul, Voerendaal en Schinnen. Bestuurlijk belang: Namens de gemeente is de burgemeester lid van het Algemeen Bestuur. Financieel belang: De voor 2015 vastgestelde begrotingen van de Brandweer, Geneeskundige Hulpverlening, programmabureau en Oranje Kolom, zijn voor 2015 nog apart aangeleverd maar zullen in de toekomst in elkaar worden geschoven. De bijdrage vindt plaats op basis van inwoneraantal. De procentuele bijdrage conform begroting 2015 van de Brandweer bedraagt voor Schinnen 1.5792 %.
Brandweer De Brandweer Zuid-Limburg is verantwoordelijk voor de brandweerzorg en hun aandeel in de crisisbeheersing in de Veiligheidsregio. Conform de begroting van de Brandweer (vastgesteld in de raadsvergadering van 21 mei 2014) bedraagt de gemeentelijke bijdrage voor 2015 € 500.500.
GHOR De GHOR is een onderdeel van de GGD en is in geval van een crisis of calamiteit verantwoordelijk voor de geneeskundige hulpverlening. De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 19.568.
Oranje Kolom (gemeente) Het onderdeel bevolkingszorg coördineert, adviseert en bevordert de samenwerking binnen de crisisbeheersing op het gebied van de gemeentelijke bevolkingzorg De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 6.126.
MCC Het MCC (Meld- en CoördinatieCentrum) is de locatie waar een deel van de operationele diensten, de meldkamer en bij een crisis, het Regionaal Operationeel Team en het Regionaal Beleidsteam is gevestigd. De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 2.590. 131
Risico’s en kansen: Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van de liquidatie. Ontwikkelingen: De Wet op de Veiligheidsregio's heeft de Veiligheidsregio Zuid-Limburg en in het bijzonder ook de gemeentelijke crisisorganisatie (verenigd in de sectie bevolkingszorg) een aantal belangrijke kwaliteitsimpulsen gegeven. De weg van (door)ontwikkeling tot één regionaal team bevolkingszorg binnen de veiligheidsregio is versneld ingezet. Het beleid richt zich op meer kwaliteit door waar mogelijk te regionaliseren, door aantallen medewerkers in de crisisorganisatie te reduceren en door sleutelfunctionarissen te examineren en certificeren. Geneeskundige Gezondheidsdienst ZuidZuid-Limburg (GGD (GGD ZL). ZL).
Programma: Maatschappelijke Ondersteuning Beleidsveld: Gezondheidszorg De gemeenschappelijke regeling GGD ZL is voortgekomen uit een fusie van de gemeenschappelijke regelingen van de 3 voormalige GGD’s in Zuid-Limburg (Westelijke Mijnstreek, Maastricht Heuvelland en Parkstad Limburg). De gemeenschappelijke regeling is in werking getreden per 1 januari 2006. Betrokken partijen: De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg a/d Geul, Voerendaal en Schinnen. Bestuurlijk belang: Namens de gemeente Schinnen heeft wethouder Van der Broek zitting in het algemeen bestuur. Financieel belang: De bijdrage van de gemeenten wordt gebaseerd op het aantal inwoners in Zuid-Limburg op basis van de CBS-cijfers per 1 januari twee jaar voorafgaande aan het boekjaar (begroting 2015 is gebaseerd op aantal inwoners van 2013). De gemeenteraad heeft op 21 mei 2014 ingestemd met de begroting 2015 van de GGD. Van de GGD worden een 5-tal producten afgenomen.
Basisproduct De gemeenten zijn op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg) verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Daarnaast dienen zij de samenhang en afstemming van met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen te bewaken. Om deze basistaken te kunnen uitvoeren, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van:
132
•
Het verwerven van inzicht in de lokale gezondheidssituatie van de bevolking.
•
Het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen.
•
Het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma's, waaronder programma's voor gezondheidsbevordering.
•
Het bevorderen van medisch milieukundige zorg.
•
Het bevorderen van technische hygiënezorg.
•
Het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen.
•
De basisproducten zijn onderverdeeld in de secties gezondheidsbevordering, Jeugdgezondheidszorg , sociaal medische zorg, bestrijding infectieziekten en integrale gezondheidszorg.
De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 183.676.
Zorgnetwerken Samenwerking tussen verschillende organisaties gericht op zorg en welzijn. Adviezen en ondersteuning aan professionals en burgers (in sociale netwerken, wijkgericht) in hun eigen omgeving over een effectieve aanpak van gezondheid en leefbaarheid. De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 9.830.
Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg Vanaf 1 juli 2010 zijn alle JGZ-instellingen ( Orbis JGZ en de GGD) wettelijk verplicht om een Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ) te hebben. Het DD JGZ zorgt voor een uniforme manier van werken en registreren. Hierdoor worden de werkprocessen beter gevolgd, is het dossier beter leesbaar en wordt de overdracht van dossiers verbeterd. De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 5.807.
Steunpunt Huiselijk geweld Het doel van het Steunpunt Huiselijk Geweld is het verbeteren en het bevorderen van de aanpak van huiselijk geweld in de regio Zuid-Limburg. Dit gebeurd middels telefonische hulpverlening en bevordering van een integrale aanpak van huiselijk geweld, met aandacht voor slachtoffers, getuigen en plegers van huiselijk geweld. De verschuldigde bijdrage voor 2015 bedraagt € 3.404. Risico’s en kansen: Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van de liquidatie. Het huisvestingsdossier vormt een aanzienlijk financieel risico nu duidelijk is dat de zogenaamde packagedeal met Volker Wessels niet doorgaat. Ontwikkelingen: In de vergadering van 6 juli 2011 heeft het Algemeen bestuur van de GGD Zuid-Limburg een besluit genomen over de toekomstscenario’s voor de programmalijnen GGD Zuid-Limburg en Halt. Er is gekozen van scenario 2. Bij de keuze voor dit scenario (programmalijn GGD) is vastgelegd dat in 2012 5% bezuinigd wordt (ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2010). Vervolgens wordt dit percentage jaarlijks met 2% verhoogd totdat op 1 januari 2015 het percentage van 11% is bereikt. Deze bezuinigingen zijn in de periode 2012-2014 gerealiseerd. 133
De GGD organisatie gaat verhuizen naar een nieuwe centrale huisvesting. Gemeenschappelijke regeling Omnibuzz
Programma: Maatschappelijke Ondersteuning Beleidsveld: Voorzieningen De gemeenschappelijke regeling Omnibuzz is in werking getreden per 1 januari 2006. Betrokken partijen: De gemeenten Beek, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen, SittardGeleen, Stein, Vaals, Valkenburg a/d Geul en Schinnen. Bestuurlijk belang: De gemeente Schinnen heeft in de persoon van wethouder Van der Broek zitting in het algemeen bestuur van Omnibuzz. Financieel belang Alle vervoerskosten (collectief, individueel en verbonden toeslagen) worden op basis van daadwerkelijk gebruik afgerekend met de onderscheidene gemeenten. De beheerskosten worden op basis van solidariteit afgerekend. De gemeenteraad heeft op 21 mei 2014 ingestemd met de begroting 2015 van Omnibuzz, de bijdrage voor 2015 bedraagt € 214.952. Risico’s en kansen: Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van de liquidatie. Ontwikkelingen: Concept Nota van Uitgangspunten voor de nieuwe concessie van het openbaar vervoer voor de periode 2016 tot uiterlijk 2031. De Nota van Uitgangspunten is de eerste stap in het traject dat moet leiden tot de uiteindelijke gunning aan de daarvoor geselecteerde vervoerder in het najaar 2014. In de Nota van Uitgangspunten zijn de beleidskeuzes geformuleerd die koersbepalend zijn voor de inrichting en invulling van de nieuwe concessie voor ons toekomstig openbaar vervoer. Omnibuzz is een belangrijke partij voor de Provincie t.a.v. het Wmo doelgroepenvervoer en mogelijk ook voor het toekomstig lokale OV-vervoer ( via de pilot wensbus in Schinnen) In 2014 heeft de Omnibuzz, in samenwerking met de gemeente Schinnen en de Provincie Limburg, het project wensbus Schinnen opgestart met als doel het vraaggestuurde Wmo doelgroepenvervoer en het lokale OV-vervoer tussen de dorpskernen tegen beperkte kosten te realiseren vanuit de “civil society” gedachte. Vanaf 2015 zal ook de wensbus ingezet gaan worden voor het doelgroepenvervoer van inwoners met een indicatie voor begeleiding met vervoer.
134
Gemeenschappelijke Gemeenschappelijke regeling RUD (Regionale Uitvoeringsdienst) Uitvoeringsdienst)
Programma: Burgers en Bestuur Beleidsveld: Bestuur Op 20 december 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met de gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Limburg-Zuid. De RUD is per 1 juli 2013 operationeel. Betrokken partijen: De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Provincie Limburg, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg a/d Geul, Voerendaal en Schinnen. Bestuurlijk belang: Namens de gemeente Schinnen heeft de burgemeester zitting in het dagelijks bestuur. Financieel belang: Schinnen brengt in 2015 menskracht onder in de RUD ter grootte van 0,53 fte. Dit zijn de basismilieutaken en de specialistische milieutaken. De afname van taken wordt via de verdeelsleutel fte’s doorberekend aan de gemeente. De gemeenteraad heeft op 21 mei 2014 ingestemd met de begroting 2015 van de RUD. De bijdrage voor het uitvoeren van de taken bedraagt voor 2015 € 55.444. Door de inbreng van menskracht vindt er een verlaging plaats met betrekking tot salarissen bij de gemeente. Hierdoor bedraagt de netto bijdrage € 13.501. Risico’s en kansen: Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van de liquidatie. Ontwikkelingen: Per 1 juli 2013 is de RUD Zuid-Limburg daadwerkelijk van start gegaan. Omdat er nog geen goedgekeurd Sociaal Plan en geen arbeidsvoorwaardenregeling is en de medewerkers om die reden nog niet zijn geplaatst in de RUD, worden de diensten geleverd op basis van detachering vanuit de bestaande organisaties, maar wel door de RUD aangestuurd. Gedurende de eerste vier jaren wordt een inputmodel van financiering gehanteerd. In de periode tot 2017 wordt geleidelijk toegewerkt naar een outputmodel. Gemeenschappelijke regeling BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen)
Programma: Dekkingsmiddelen Beleidsveld: Belastingen Op 25 september 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.
135
Betrokken partijen: De gemeenten Beek, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Heerlen, Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Nederweert, Nuth, Onderbanken, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Venlo en Voerendaal. Bestuurlijk belang: Namens de gemeente Schinnen heeft wethouder Janssen zitting in het bestuur van de BsGW. Financieel belang: Schinnen brengt in 2015 menskracht onder in de BsGW ter grootte van 1 fte. De identiteit van de gemeente naar de burger en bedrijf blijft optimaal herkenbaar. De correspondentie en belastingsite wordt zoveel mogelijk namens de gemeente gepresenteerd. Alleen de aanslagregels van gemeenten en waterschappen worden gecombineerd op 1 biljet in verband met kostenbesparing. De bijdrage voor het uitvoeren van de taken bedraagt voor 2015 € 128.000,- Door enerzijds de werkzaamheden belastingen uit te besteden en anderzijds de inbreng van menskracht vindt er een verlaging plaats met betrekking tot kosten en salaris bij de gemeente. Hierdoor bedraagt het structurele voordelig verschil netto € 43.000,-. Risico’s en kansen: De gemeente wordt mede-eigenaar van de BsGW bij toetreding tot de GR en heeft zeggenschap in de ontwikkeling van de BsGW en de tarieven van de BsGW. Bij uittreding of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van de liquidatie. Ontwikkelingen: Per 1 januari 2015 zullen alle Limburgse gemeenten aangesloten zijn bij de BsGW. Door deze samenwerking wordt veel werk niet meer dubbel gedaan, wordt dus efficiënter en dus op den duur goedkoper zonder het niveau van de dienstverlening uit het oog te verliezen. BsGW zal samenwerkingsverbanden met andere overheden aangaan wanneer deze schaalvergroting en efficiëntievoordelen opleveren. BsGW investeert als kwaliteitsorganisatie continu in de ontwikkeling van kennis en resultaatbewustzijn van zijn medewerkers. Grote waarde wordt toegekend aan welzijn, veiligheid en gezondheid van de medewerkers in het functioneren. De financiële ontwikkeling voor de gemeente Schinnen voor de komende jaren is een structureel voordeel van € 143.000,-. Dit bedrag wordt vanaf 2015 ingezet ter gedeeltelijke invulling van de bezuinigingstaakstelling personeel.
Deelnemingen Naast bovengenoemde gemeenschappelijke regelingen zijn er ook een aantal privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de gemeente belangen heeft. Deze belangen zijn bestuurlijk en/of financieel van aard maar vormen verder geen extra risico voor de gemeente. Het betreft de volgende deelnemingen : Bank Nederlandse Gemeenten NV De BNG fungeert als bankier ten behoeve van de overheden. De aandelen BNG zijn voor 50% eigendom van gemeenten, provincies en een waterschap, de andere helft is in handen van het Rijk. De BNG is de huisbankier van de gemeente Schinnen. 136
Als aandeelhoudende gemeente ontvangt de gemeente Schinnen jaarlijks een dividend als winstuitkering over de afgelopen jaren. Voor 2015 en volgende jaren wordt uitgegaan van een dividend van € 8.915. Bestuurlijk belang: De burgemeester is lid van de vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: Het aandelenbezit groot 7020 vertegenwoordigt een waarde van € 17.250 (€ 2,50 per aandeel). Risico’s en kansen: Er zijn geen risico’s. Ontwikkelingen: De BNG is bezig met het ontwikkelen van een systematiek, waarbij de gemeenten onderling gelden kunnen uitlenen. De BNG treedt dan intermediair op. Bij deze uitleenfaciliteit wordt voorts de mogelijkheid bezien of deze lening ook verkocht kan worden aan andere gemeenten. Enexis Holding NV Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer in Nederland is Essent in 2009 gesplitst in een Netbedrijf en een Productie- en Leveringbedrijf. Het Productie- en Leveringbedrijf is per 1 oktober 2009 verkocht aan RWE. Op basis van wet- en regelgeving werden de publieke aandeelhouders van Essent voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van het nieuwe zelfstandig opererende netwerkbedrijf, dat vanaf 2010 Enexis Holding NV heet. De doelstellingen van Enexis zijn het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water, alsmede de instandhouding, uitbreiding en distributie van transportnetten in relatie tot energie. Bestuurlijk belang: De gemeente is aandeelhouder. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: Totaal aantal aandelen 360.450 à € 1,--betekent totaal € 360.450. Risico’s en kansen: Er zijn nauwelijks risico’s en bij een faillissement beperken de risico’s zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van de vennootschap. Het dividend voor 2015 wordt conform provinciale richtlijnen geraamd op € 0,67 per aandeel, totaal € 241.502. Ontwikkelingen: Naar verwachting zal na 2016 het tot nu toe nog gunstig resultaat minder rooskleuring zijn.
137
Overige verbonden partijen Naast bovengenoemde gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen particpeert de gemeente Schinnen in RWM. RWM kan niet gekwalificeerd worden als een gemeenschappelijke regeling dan wel een deelneming. Er is sprake van een verbonden partij omdat de gemeente een financieel en bestuurlijk belang heeft. Reinigingsdienst Westelijke Mijnstreek (RWM NV) NV)
Programma: Ruimte en Wonen Beleidsveld: Milieu Betrokken partijen: De gemeenten Beek, Sittard-Geleen, Stein en Schinnen. Bestuurlijk belang: RWM is een NV waarvan statutair -naast de NV zelf- uitsluitend overheidslichamen aandeelhouder kunnen zijn. Het aantal aandelen per gemeente verschilt naar rato van verschillen in omvang van de betreffende gemeente. De gemeente Schinnen bezit 73 aandelen à € 100. In onderstaande tabel wordt de totale verdeling weergegeven. Gemeente
prioriteitsaandelen
gewone aandelen
Beek
1
88
Schinnen
1
72
Sittard-Geleen
3
612
Stein
1
116
De gemeente Schinnen heeft in de persoon van wethouder Wolff zitting in de algemene vergadering van aandeelhouders en in de vergadering van houders van prioriteitsaandelen. Financieel belang De met de gemeenten gesloten Basisovereenkomst vormt de primaire grondslag voor de opdrachtgever-/opdrachtnemer relatie tussen de gemeenten en RWM. In die overeenkomst zijn de hoofdlijnen van die relatie vastgelegd. Een overdracht van de vermelde taken aan RWM voor een periode van tenminste 10 jaar geldt daarbij als uitgangspunt. Daarnaast is er een Productovereenkomst, waarin heel gedetailleerd en per taakonderdeel de taakafbakening is beschreven en ook de kwaliteit van de dienstverlening die daarbij van RWM wordt verwacht. Deze overeenkomst heeft evenwel nog geen definitieve status, omdat nog geen werkbare modus beschikbaar is om op een eenduidige wijze de grote diversiteit in aanpak en kwaliteitsniveaus bij met name de reinigingstaken te kunnen definiëren. Voor de tussenliggende tijd is door de gemeenten wel ingestemd met de opzet van (het reeds volledig uitgewerkte deel van) die overeenkomst, inclusief de wijze van kostentoerekening per afzonderlijke taak.
138
De begrote kosten t.b.v. de dienstverlening en verwerkingskosten bedragen voor 2015 € 950.000. Risico’s en kansen: Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van de liquidatie.
139
Naam verbonden partij
Vestigingsplaats
Oprichtingsdatum c.q. datum besluit Openbaar belang
Eigen vermogen 31-12-2012
Vreemd vermogen
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2013
Financieel resultaat
Financiële bijdrage
Dividend
2013
2015
2015
Gemeenschappelijke regelingen
GR Wsw Vixia
Sittard-Geleen 1-1-2001
Veiligheidsregio Zuid-Limburg: Brandweer Zuid-Limburg, GHOR, Oranje Kolom en Meld- en Coördinatiecentrum
Maastricht
GGD Zuid-Limburg: Basisproduct, Plusproduct (Vangnet OGGZ), Zorgnetwerken, Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg en Steunpunt Huiselijk Geweld)
Sittard-Geleen (+ Maastricht 1-1-2006 + Heerlen)
1-1-2012
De uitvoering van de wettelijke regeling Wsw. Het werkgeverschap van Wsw’ers en daarbij werk aanbieden aan personen die zijn aangewezen op specifiek aangepaste arbeid (beschut).
€
De Wet veiligheidsregio’s beoogt binnen de crisis- en rampenbestrijding een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie onder één regionaal bestuur te realiseren op het gebied van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en Bevolkingszorg (gemeentelijke processen). De taken van de veiligheidsregio worden € uitgevoerd door de brandweer, GHOR, Politie en de gemeenten (sectie bevolkingszorg). Deze diensten maken gezamenlijk gebruik van de meldkamer en het MCC (Meld en Coördinatie Centrum). Het in 2011 door het bestuur van de veiligheidsregio vastgestelde beleidsplan 2012-2015, inclusief het regionaal crisisplan wordt in 2015 geactualiseerd. De GGD Zuid Limburg is de geneeskundige gezondheidsdienst van de 18 gemeenten in Zuid Limburg. De GGD Zuid Limburg beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid van alle ZuidLimburgers met speciale aandacht voor mensen in een kwetsbare € positie. Daarmee wil de GGD eraan bijdragen dat iedereen, van jong tot oud, actief kan deelnemen aan onze samenleving. De GGD doet dit namens de gemeenten die de taak hebben om de lokale publieke belangen op het gebied van volksgezondheid te behartigen.
341.865
€
7.647
€
22.994.296
€
18.803.899
€
8.100.298
€
9.626.709
€
57.045.756
€
56.432.468
€
8.245.630
€
1.808.750
€
20.113.014
€
22.890.725
€
(4.037.466) €
1.225.705
171.719
€
528.784
(5.500.349) €
226.544
140
GR Omnibuzz
Sittard-Geleen 1-1-2006
Het zorgdragen voor het individueel en collectief vervoer voor inwoners van de gemeente met een beperking € in het kader van de Wmo (regiotaxi, doelgroepvervoer).
GR RUD
Maastricht
20-12-2012
Verbetering van de kwaliteit van vergunningverlening en toezicht en handhaving.
GR BsGW
Roermond
25-9-2014
Verbetering van de kwaliteit, kwantiteit en continuïteit van de € oplegging, verwerking en inning van gemeentelijke belastingen.
1989
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
€ 2.752.000.000
€ 3.430.000.000
€ 139.443.000.000
€ 127.721.000.000
€ 282.000.000
€
8.915
2009
De doelstellingen van Enexis zijn het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) € 3.244.000.000 water, alsmede de instandhouding, uitbreiding en distributie van transportnetten in relatie tot energie.
€ 3.370.000.000
€
3.779.000.000
€
295.000.000
€ 239.100.000
€
241.502
Gemeenten hebben de wettelijke verplichting huishoudelijk afval bij particulieren in te zamelen. RWM is door de gemeenten opgericht met de bedoeling om de afvalinzameling en de reiniging van de Openbare Ruimte efficiënter te laten € plaatsvinden. Daarnaast hebben regievoering, kostenbeheersing, meer greep op serviceniveau en meer mogelijkheden voor sociaal werkgeverschap belangrijke argumenten voor oprichting gevormd.
€
€
8.999.000
€
8.609.700
€
1.195.145
-
792.000
€
1.661.029
€
€
702.473
€
€
618.000
€
1.604.611
-
2.571.000
€
378.726
€
465.613
€
214.952
€
346.638
€
702.473
€
55.444
€
3.796.000
€
(173.000) €
128.000
Deelnemingen
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Enexis Holding NV
Den Haag
Zwolle
Overige verbonden partijen
RWM NV
Sittard-Geleen 1-1-2011
1.462.800
2.277.500
€
814.700
€
950.000
141
142
Paragraaf grondbeleid Grondbeleid In november 2008 is door de raad de Grondnota 2008 vastgesteld, met kaders voor de diverse gerelateerde onderwerpen zoals ruimtelijke visie, grondpolitiek, grondverwerving, kostenverhaal, grondexploitatie, gronduitgifte, restgronden, pachtzaken en archeologie. Hierbij is eveneens aandacht besteed aan de prijsstelling bij uitgifte van gemeentelijke gronden voor verkoop en bruikleen. in 2015 zal de grondnota worden herzien. Beleidskaders In de Strategische Visie (2010-2020) is beschreven dat gestreefd wordt naar verbetering van de onderlinge samenhang tussen groen, gebouwen en wegen. Er zal meer nadruk worden gelegd op de ruimtelijke inpassing bij nieuwe ontwikkelingen, zoals de aanleg van groene hagen rondom (agrarische) bedrijven en de aanleg van groene buffers (nieuwe natuur) als compensatie voor rode ontwikkelingen aan de randen van kernen of in het buitengebied. Het huidige agrarische landschap blijft bestaan. Intensieve recreatie en grote veranderingen in het landschap zullen niet plaatsvinden. In combinatie met landschap- en natuurontwikkeling, zoals bijvoorbeeld een natuurtransferium of nieuwe wandel- en fietsroutes, kan ruimte worden geboden aan beperkte recreatie. Ook is oog voor functieveranderingen van gebouwen (bijvoorbeeld voormalige agrarische bebouwing een nieuwe functie geven zoals wonen of bed & breakfast). Vanuit het Coalitieakkoord 2014-2018 “de kern in oetveuring” gelden als uitgangspunten: •
de demografische ontwikkelingen in relatie tot toekomstige woningbehoeften (kwalitatief – kwantitatief, koop – huur, levensloopbestendigheid);
•
het creëren / in stand houden van een aantrekkelijke leefomgeving;
•
de positionering in / als het groene hart;
•
het realiseren van excellent wonen, mede in relatie tot Brainport 2020 – Basics en de VONSS-bestuursopdracht “Groene Ruimte”;
•
een passief grondbeleid.
Er worden dwarsverbanden gelegd met de dorpsontwikkelingsvisie / -plannen en de beleidsthema’s duurzaamheid en recreatie en toerisme. Grondverkopen De gemeente heeft tot op heden het beleid gevoerd dat gronden, eigendom van de gemeente, welke geen nader aan te duiden functie hebben en geen onderdeel vormen van structuren, op aanvraag verkocht kunnen worden aan derden om bijvoorbeeld als tuin bij een woonhuis te dienen. Oneigenlijk gebruik gemeentegrond Oneigenlijk grondgebruik, inclusief de bermen, wordt doorgaans vastgesteld in het kader van onderhoud- of reconstructiewerkzaamheden.
143
Gekozen is om dit onderwerp nader uit te werken per kern. De kern Oirsbeek is afgerond en de kern Schinnen is afgelopen jaar ter hand genomen. Naar aanleiding hiervan heeft er in de 1e helft van 2014 een hernieuwde bestuurlijke discussie plaatsgevonden op basis waarvan de aandachtspunten en werkwijzen zijn aangepast. In het derde kwartaal 2014 is het project opnieuw opgepakt met in achtneming van de bijgestelde aandachtspunten en werkwijzen. Grondexploitatie De Grondnota 2008 beschrijft dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert. Dit komt voort uit het feit dat de gemeente nog maar weinig gronden met ontwikkelpotentieel in eigendom heeft. De risico’s verbonden aan nieuwe ontwikkelingen worden in beginsel neergelegd bij de projectontwikkelaar/corporatie/particuliere ondernemer. De rol van de gemeente is derhalve in die zin passief, dat wil zeggen faciliterend. Daar waar ruimtelijke procedures nodig zijn, of in projecten waar subsidie (provincie/regio) mogelijk is, zal de gemeente met de haar ter beschikking staande publiekrechtelijke mogelijkheden medewerking verlenen. Al deze afspraken worden vastgelegd in beschikkingen en samenwerkingsovereenkomsten. In het geval dat met de corporaties projecten worden getrokken, worden deze tevens in de jaarlijkse Prestatieafspraken vastgelegd. Contractueel is dan ook vastgelegd dat de gemeente geen risico loopt wanneer een exploitatie niet sluitend blijkt te zijn of wanneer projecten stagneren. De gemeente dekt zich in tegen mogelijke planschaderisico’s (afwenteling op de ontwikkelaar). Woningbouw projecten Concreet participeert de gemeente thans in de volgende projecten: 1. Stegelenhof, kern Oirsbeek, in samenwerking met Wonen Limburg. Voor de aanleg van infra heeft de gemeenteraad een krediet van €220.000 vrijgemaakt. Vanuit de Regio is hiervoor een bedrag van €225.000 beschikbaar gesteld. Tevens is een provinciale subsidie ter grootte van €225.000 ontvangen. De infrastructuur wordt pas gerealiseerd na oplevering van de woonrijpfase door de corporatie. Ook de subsidies worden pas aan de corporatie betaald op voorwaarde dat de realisatie een feit wordt. In 2014 is gewerkt aan een alternatief bouwplan teneinde een meer haalbare exploitatie te komen. Dit alternatieve plan wordt in het eerste kwartaal van 2015 gepresenteerd en behelst de bouw van circa 15 levensloopbestendige woningen. 2. Hoofdstraat, kern Amstenrade, in samenwerking met Wonen Limburg. Voor de aanleg van een negental appartementen heeft de gemeenteraad een bijdrage van €125.000 gedaan ter dekking van het tekort. Ook de grond is door de gemeente geleverd aan de corporatie. Net als in het project van de Stegelenhof zijn de risico’s in dit project afgedekt middels een samenwerkingsovereenkomst. Oplevering wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2014. 3. Kerkstraat, kern Doenrade, in samenwerking met Suyderland Ontwikkeling B.V. Hier worden 8 comfortwoningen gerealiseerd en de bestaande woning wordt gerenoveerd. Het betreft een hoogwaardig, duurzaam woonconcept. De gemeente participeert in de vorm van
144
infrastructuur en is met de Provincie en de Regio in beraad omtrent subsidiemogelijkheden. De start van de bouw is voorzien in het vierde kwartaal 2014. 4. Moutheuvellaan, kern Schinnen; voormalige schoollocatie. Hier is een stedenbouwkundige visie ontwikkeld en is een architectonisch schetsplan gemaakt. De gemeente heeft op basis van die documenten een planologisch kader vastgesteld, waarbij wordt uitgegaan van een appartementencomplex voor 12 woningen, een parkeerterrein voor circa 25 parkeerplaatsen en een viertal royale bouwkavels. Bedrijventerrein De Breinder De Breinder is nagenoeg afgebouwd. Er is nog één bouwkavel, naast Kom en Zie, in eigendom van de gemeente en bestemd voor nieuwvestiging van een bedrijf. Hoewel er de afgelopen jaren een aantal initiatieven voor dit perceel de revue zijn gepasseerd, hebben deze allen nog niet geleid tot een ontwikkeling.
145
146
Paragraaf demografische ontwikkelingen Het gemeentefonds heeft ook voor het jaar 2015 aan gemeenten gelegen in de provincies Groningen, Zeeland en Limburg, die over de laatste zeven jaar hun inwoneraantal met meer dan 1 % zien teruglopen, extra middelen toegekend op basis van de zogenaamde krimpmaatstaf. Jaren
aantal
afname afname in vergelijk
inwoners
met 7 jaar terug
drempel
krimp
krimpuitkering
1-1-2011
13.408
226
136
90
€ 55.000
1-1-2012
13.202
333
135
198
€ 118.000
1-1-2013
12.950
489
134
355
€ 214.000
1-1-2014
12.901
547
134
413
€ 244.000
1-1-2015
12.865
553
134
419
€ 237.000
De middelen zijn bedoeld om de nadelige financiële gevolgen van bevolkingsdaling (voor een deel) op te vangen en om de noodzakelijke herstructurering door te voeren. In voorliggende begroting worden de via het gemeentefonds gecompenseerde krimpgelden, conform bestaand beleid, toegevoegd aan de reserve “krimp”. Aan het einde van de periode van vijf jaar van de krimpmaatstaf gaan de fondsbeheerders evalueren of de krimpmaatstaf in de huidige of een aangepaste vorm in stand moet blijven. Op dat moment moet helder zijn of en zo ja in welke mate extra lasten als gevolg van bevolkingsdaling zich voordoen. In de paragraaf Demografische Ontwikkelingen dienen de volgende onderwerpen aan de orde te komen: 1) de ontwikkeling van de bevolking in de gemeente, 2) het beleid dat de gemeente gelet op die ontwikkeling voert en 3) de financiële gevolgen daarvan. Met name dat laatste onderdeel zal bij de evaluatie van de krimpmaatstaf gebruikt worden. 1. De ontwikkeling van de bevolking Onze strategische visie gaat ervan uit dat in de periode 2010-2020 het aantal inwoners met ongeveer 6% af zal nemen tot 12.700. Tot 2030 zal het aantal inwoners verder dalen tot ongeveer 11.750 (- 7%). 2. Beleid m.b.t. demografische ontwikkelingen De demografische ontwikkelingen zijn in de strategische visie 2010-2020 al beschreven en als basis voor strategisch beleid benoemd. Krimp loopt als een rode draad voor beleid door alle programma’s. Voorop staat daarbij dat krimp niet wordt gezien als een bedreiging die moet worden tegen gehouden, maar als een vaststaand gegeven dat ook kansen biedt. Zo staat wel vast dat er geen ruimte meer is voor uitbreiding van de woningvoorraad maar dat vermindering van de
147
woningvoorraad een gegeven is voor vrijwel alle gemeenten, zeker voor de gemeenten die in krimpregio’s gelegen zijn. Denken in kansen wil in het geval van de woningvoorraad zeggen, dat niet meer de kwantiteit maar de kwaliteit speerpunt van beleid zal worden. Belangrijk is om meer levensloopbestendige woningen te realiseren zodat de ouderen in de gemeente Schinnen kunnen blijven wonen en er ook doorstroom kan worden gerealiseerd om aan de onderkant van de woningmarkt de mogelijkheid voor starters te bieden hier eveneens zich te vestigen of te blijven wonen. De strategische visie heeft daarvoor de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd. In de voorliggende begroting zijn deze beleidsuitgangspunten onder de nieuwe programmaindeling ondergebracht te weten programma burgers en bestuur, jeugd, maatschappelijke ondersteuning, participatie en inkomen, ruimte en wonen, welzijn.
Ruimte en Wonen (herstructurering van de woningvoorraad): In de strategische visie is expliciet vastgelegd dat nadrukkelijk niet geïnvesteerd zal worden in grootschalige nieuwbouw maar in een duurzame aanpassing van de bestaande woningvoorraad en woonomgeving. Er wordt daarbij gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak waarbij sloop, nieuwbouw en functieveranderingen van bestaande gebouwen hand in hand zullen gaan met investeringen in de woonomgeving. Het beleid zal dan ook de komende tien jaar expliciet gericht zijn op gebruik maken van de kansen die krimp biedt. Immers minder mensen betekent wel meer ruimte en kan dus een extra kwaliteitsverbetering opleveren door vrijkomende ruimte als gevolg van sloop te gebruiken voor de aanleg van extra groen. Herstructurering van de woningvoorraad is expliciet als opgave opgenomen in de regionale Woonmilieuvisie waarbij het principe van 1 erbij, 1 eraf is vastgelegd voor Schinnen. Het sturingsinstrumentarium voor nieuwe woningbouwontwikkelingen heeft een plaats gekregen in de regionale Structuurvisie Wonen. De strategische visie formuleert als opgave “het samen met partners investeren in de herontwikkeling van de dorpse milieus en daarnaast in de ontwikkeling van enkele excellente milieus”.
Welzijn (leefbaarheid van de kernen en concentratie van voorzieningen): De leefbaarheid in de kernen is een van de speerpunten van de strategische visie. Met een krimpende bevolking, waarbij met name de ontgroening (afname van de groep 0-15 jarigen) valt te constateren, is beleidswijziging m.b.t. het voorzieningenniveau een expliciete opgave. Ook hiervoor is in de strategische visie uitdrukkelijk uitgegaan van kansen: een duurzame spreiding (clustering) van voorzieningen op basis van de kansen van kernen, zodat onze kernen blijven beschikken over een levensvatbaar voorzieningenniveau op maat, is hiervoor als opgave geformuleerd. In dit concept zal er dus gekoerst worden op een concentratie van die voorzieningen die het beste passen bij de kern.
Ruimte en Wonen (herinrichting van de openbare ruimte): Voor de groene gemeente Schinnen heeft “ruimte” een grote betekenis. In het kader van de krimp, waarbij minder gebouwd zal worden, maar gestreefd wordt naar meer sloop en herstructurering, ontstaat ook ruimte om aan de ruimtelijke kwaliteit van de kernen te werken. Ook dat is in de strategische visie opgenomen. Inbreiding gaat voor uitbreiding, maar er wordt wel ruimte geboden aan functieveranderingen van vrijkomende panden in het
148
buitengebied. Vergroening van de kernen door het op een duurzame wijze vervlechten van de groenstructuur in het buitengebied en de kernen is als opgave geformuleerd.
Participatie en Inkomen (het stimuleren van kleinschalige werkgelegenheid): De afname van de bevolking houdt ook een afname van de beroepsbevolking in. Gelet op de bestaande werkgelegenheid in de kernen, valt te constateren dat Schinnen vooral sterk is in kleinschalige zakelijke dienstverlening (eenmansbedrijven, dienstverlening aan huis). Schinnen committeert zich in de strategische visie op dit terrein aan de regionale afspraken op het gebied van economie en arbeidsmarkt. De gemeente zal dan ook niet investeren in nieuwe bedrijventerreinen. Het behouden en faciliteren van kleinschalige dienstverlening zal worden gestimuleerd door in het in ontwerp zijnde nieuwe bestemmingsplan Kernen zo flexibel mogelijke regels op te nemen.
Welzijn en Maatschappelijke ondersteuning. Onze bevolking neemt niet alleen af maar kent daarnaast ook nog eens vergrijzing en ontgroening. Daar moet in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk mee rekening worden gehouden. Ouderen hebben andere woon- en leefbehoeften (geschikte woningen, voorzieningen, zorg) en doen een groter beroep op de overheid, terwijl het aantal jonge mensen afneemt (minder onderwijsvoorzieningen, kinderopvang, peuterspeelzalen, minder op jeugdigen afgestemde sportvoorzieningen). Niettemin zal in de nabije toekomst, al was het maar vanwege de teruglopende financiële middelen, van de bevolking worden gevraagd dat zij maatschappelijke taken op zich nemen. Als opgave in de strategische visie is het via burgerparticipatie stimuleren van de maatschappelijke bewustwording van burgers om de zelfredzaamheid en sociale cohesie op kernniveau te vergroten, geformuleerd. Doorvertaling Doorvertaling strategisch beleid in 6 samenhangende dorpsontwikkelingsplannen De demografische ontwikkelingen zoals hiervóór geschetst en waarmee ook al in de strategische visie rekening was gehouden, laten zien dat er per kern verschillen zijn te constateren in de sterke en zwakke punten en de specifieke behoeften van iedere kern. Hiervoor is in 2014 een dorpsontwikkelingsvisie vastgesteld die zijn verdere vertaling moet krijgen bij de realisatie van de 6 dorpsonwikkelingsplannen. De gemeente Schinnen heeft de ambitie om het gemeentelijk woon- en leefklimaat planmatig te versterken. Met het ontwikkelen van dorpsontwikkelingsplannen op strategisch niveau wil zij de woon- en leefomstandigheden in de kernen handhaven en verbeteren. De dorpsontwikkelingsplannen richten zich op de thema's wonen, woonomgeving, werken, voorzieningen, veiligheid, milieu, imago van het dorp alsmede op de waarden en normen binnen de dorpsgemeenschap; kortom op de leefbaarheid in meest brede zin van het woord. Het plan omvat strategische keuzes voor de ontwikkelingsrichting van het dorp, op basis waarvan de gemeente de regie kan voeren bij verdere ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen alsmede op keuzevraagstukken met betrekking tot de voorzieningen die als gevolg van demografische ontwikkelingen onder druk komen te staan dan wel om herstructurering vragen. Het dorpsontwikkelingsplan vormt het kader, het raamwerk, op basis waarvan (deel)uitwerkingsplannen ontwikkeld en uitgewerkt kunnen worden. Op basis van
149
deze dorpsontwikkelingsplannen kunnen dus vervolgens per kerkdorp concrete plannen en projecten worden ontwikkeld. In de nu aangehouden planning zal oplevering van deze plannen voorzien zijn in de vergadering van de raad in mei 2015.
150
Paragraaf taakstellingen en reserveringen De paragraaf “Taakstellingen en reserveringen” is een facultatieve paragraaf ter verbetering van het inzicht in de financiële positie. In deze paragraaf wordt in één oogopslag een integrale beeld gegeven van de bezuinigingen/taakstellingen in de programma’s in de begroting en in de meerjarenraming. Ook worden in deze paragraaf de reserveringen voor toekomstige financiële onzekerheden opgenomen. Taakstellingen
2015
2016
2017
2018
Programma Burgers en Bestuur
0
0
0
0
0
200.000
250.000
250.000
0
0
0
0
65.319
141.983
201.759
203.796
Jeugd
0
0
0
0
Ruimte en wonen
0
0
0
0
0
38.158
188.158
188.158
65.319
380.141
639.917
641.954
Burgers en Bestuur
0
0
0
0
Welzijn
0
0
0
0
Welzijn Accommodatiebeleid/ Accommodatiebeleid/ 3 decentralisaties Maatschappelijk ondersteuning Participatie en Inkomen Participatiewet/3 decentralisaties
Dekkingsmiddelen Regiegemeente
Totaal Reserveringen Programma
151
Maatschappelijk
0
0
0
0
Participatie en inkomen
0
0
0
0
Jeugd
0
0
0
0
Ruimte en wonen
0
0
0
0
Dekkingsmiddelen
418.601
651.101
654.101
654.101
Totaal
418.601
651.101
654.101
654.101
ondersteuning
152
Totaaloverzicht lasten en baten per programma
153
154
Overzicht van lasten en baten per programma In onderstaand overzicht treft u de budgetten aan per begrotingsprogramma. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. Het overzicht geeft, in het kader van de dualisering, het autorisatieniveau van de gemeenteraad aan. Dit gebeurt namelijk op programma niveau. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Dit is ook het niveau waarop u wordt geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het nieuwe beleid. De documenten in het kader van de planning- en controlcyclus (Management- en Bestuursrapportage) worden op dit niveau afgestemd. Noodzakelijke mutaties op programmaniveau in de loop van het dienstjaar, zullen door middel van een begrotingswijziging aan de raad worden voorgelegd. De programmabegroting is de basis voor de productenbegroting en de leidraad voor het uitvoering geven aan het geformuleerde nieuwe beleid.
Programma
Rekening
(bijgestelde)
Begroting
2013
Begroting
2015
2014
Meerjarenraming 2016
2017
2018
Burgers en Bestuur lasten
5.568.744
5.550.335
5.311.490
5.239.508
5.012.003
5.039.352
baten
421.937
369.000
388.439
389.439
390.439
391.439
5.146.807 N
5.181.335 N
4.923.051 N
4.850.069 N
4.621.564 N
4.647.913 N
8.904 N
430.000 N
180.000 N
180.000 N
180.000 N
80.000 N
250.732 V
258.823 V
398.975 V
367.307 V
325.000 V
225.000 V
4.904.979 N
5.352.512 N
4.704.076 N
4.662.762 N
4.476.564 N
4.502.913 N
lasten
1.754.611
1.614.102
1.494.364
1.202.468
1.078.399
1.063.400
baten
109.598
118.303
173.091
170.631
172.172
173.856
1.645.013 N
1.495.799 N
1.321.273 N
1.031.837 N
906.227 N
889.544 N
93.140 N
337.501 N
330.722 N
85.559 N
70.000 N
70.000 N
1.070.998 V
677.634 V
645.479 V
760.939 V
701.400 V
691.860 V
667.155 N
1.155.666 N
1.006.516 N
356.457 N
274.827 N
267.684 N
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na bestemming
Welzijn
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na bestemming
(saldo voor voor en na bestemming: V=voordelig, N=nadelig)
155
Programma
Rekening
(bijgestelde)
Begroting
2013
Begroting
2015
Meerjarenraming 2016
2014
2017
2018
Jeugd lasten
1.716.802
1.676.941
3.998.113
3.886.109
3.762.228
3.638.541
baten
424.432
250.859
191.959
191.959
191.959
191.959
1.292.370 N
1.426.082 N
3.806.154 N
3.694.150 N
3.570.269 N
3.446.582 N
0
0
0
0
0
0
0
88.500 V
24.500 V
0
0
0
1.292.370 N
1.337.582 1.337.582 N
3.781.654 N
3.694.150 N
3.570.269 N
3.446.582 N
lasten
2.999.259
3.020.995
5.406.233
5.385.989
5.381.777
5.385.362
baten
770.614
406.672
421.421
421.421
421.421
421.421
2.228.645 N
2.614.323 N
4.984.812 N
4.964.568 N
4.960.356 N
4.963.941 N
0
0
0
0
0
0
0
147.150 V
25.000 V
6.474 V
0
0
2.228.645 N
2.467.173 N
4.959.812 N
4.958.094 N
4.960.356 N
4.963.941 N
lasten
5.991.753
5.688.164
5.809.432
5.829.945
5.684.673
5.552.243
baten
4.891.463
4.177.725
2.290.063
2.433.828
2.433.828
2.433.828
1.100.290 N
1.510.439 N
3.519.370 N
3.396.118 N
3.250.846 N
3.118.416 3.118.416 N
25.560 N
0
0
0
0
0
98.607 V
74.401 V
17.554 V
11.000 V
11.000 V
11.000 V
1.027.243 N
1.436.038 N
3.501.816 N
3.385.118 N
3.239.846 N
3.107.416 N
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na bestemming
Maatschappelijke Ondersteuning
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na bestemming
Participatie en Inkomen
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na bestemming
(saldo voor en na bestemming: V=voordelig, V=voordelig, N=nadelig)
156
programma
rekening
(bijgestelde)
begroting
2013
begroting
2015
Meerjarenraming 2016
2014
2017
2018
Ruimte en Wonen lasten
6.444.289
6.475.774
5.717.070
5.696.531
5.625.272
5.711.066
baten
4.253.206
3.391.071
3.350.552
3.373.662
3.398.101
3.426.062
2.191.083 N
3.084.702 N
2.322.869 N
2.227.172 N
2.285.003 N
404.544 N
9.200 N
0
0
0
0
273.710 V
603.800 V
18.770 V
4.450 V
350 V
350 V
2.321.917 N
2.490.102 N
2.347.748 N
2.318.419 N
2.226.822 N
2.284.653 N
lasten
613.091
732.648
1.153.509
1.491.829
1.704.131
1.474.205
baten
15.196.436
15.442.477
21.776.511
21.411.392
21.011.162
20.629.583
14.583.345 V
14.709.829 V
20.623.002 V
19.919.563 V
19.307.030 V
19.155.377 V
9.709.370 N
1.123.957 N
497.601 N
1.925.652 N
729.101 N
736.601 N
8.150.031 V
653.200 V
176.221 V
1.381.089 V
170.754 V
154.414 V
13.024.006 V
14.239.072 V
20.301.622 V
19.375.000 V
18.748.683 V
18.573.190 V
totale lasten
25.088.549
24.758.959
28.890.210
28.732.381
28.248.484
27.864.170
totale baten
26.067.686
24.156.108
28.592.035
28.392.332
28.019.081
27.668.147
979.137 V
602.851 N
298.176 N
340.048 N
229.402 N
196.022 N
10.241.518 N
1.900.658 N
1.008.323 N
2.191.211 N
979.101 N
886.601 N
9.844.078 V
2.503.508 V
1.306.499 V
2.531.259 V
1.208.504 V
1.082.624 V
581.697 V
1N
0
0
0
0
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na na bestemming
2.366.518 N
Dekkingsmiddelen
saldo voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves saldo na bestemming
Totaal
resultaat voor bestemming dotatie aan reserves onttrekking aan reserves resultaat na bestemming
(saldo voor en na bestemming: V=voordelig, N=nadelig)
157
158
Incidentele lasten en baten
159
160
Meerjarig overzicht van incidentele lasten lasten en baten Conform artikel 19 letter c van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) dient in de begroting een overzicht van incidentele lasten en baten te worden opgenomen. Met het begrip incidenteel wordt bedoeld lasten en baten die zich maximaal drie jaar achtereen voordoen. Door een overzicht van de incidentele lasten en baten te geven, wordt informatie gegeven die relevant is voor het beoordelen of de begroting en de meerjarenraming structureel in evenwicht zijn. Indien het saldo van de incidentele lasten minus de incidentele baten negatief is, betekent dit dat de begroting en/of meerjarenraming structureel niet in evenwicht zijn. Structurele uitgaven worden in dat geval afgedekt door incidentele inkomsten. Bij de gemeente Schinnen is hiervan voor zowel de begroting 2015 als de meerjarenraming 2016-2018 geen sprake. (overzicht incidentele lasten) 2015
2016
2017
2018
Programma Burgers en Bestuur Kosten taxateurs verzekeringen Benchmark Publiekszaken 0,2 fte Burgerparticipatie Budgettair effect regiegemeente Uitvoeren integriteitsbeleid Kosten klanttevredenheidsonderzoek Kosten medewerkerstevredenheidsonderzoek Verkiezingen ICT-faciliteiten raad
7.000
0
6.000
0
0
22.000
0
0
14.095
14.095
0
0
0
- 38.158
- 188.158
- 188.158
5.500
0
5.500
0
12.500
0
12.500
0
0
4.000
0
4.000
26.632
15.481
0
30.962
0
0
0
14.400
Kosten energieteams
40.000
40.000
0
0
Energiebesparingspakketten
10.000
0
0
0
24.500
0
0
0
28.189
28.189
0
0
0
0
0
27.000
0
50.000
0
0
11.335
11.335
0
0
Programma Welzijn Programma Jeugd Onderwijs aan asielzoekerskinderen Programma Maatschappelijke Ondersteuning Programma Participatie en Inkomen Programma Ruimte en Wonen 0,4 fte begeleiding project BRP Onkruidbestrijding Toevoeging aan onderhoudsvoorziening wegen Geluidmeetnet vliegtuiglawaai AWACS
161
2015
2016
2017
2018
Overzicht dekkingsmiddelen dekkingsmiddelen Naar reserve organisatie-ontwikkeling (van res. ntb)
100.000
100.000
100.000
0
Toevoeging aan reserve ntb (btw sportboulevard)
23.140
15.559
0
0
Toevoeging aan bruteringsreserve (brede school)
237.582
0
0
0
0
1.204.051
0
0
Naar geblokkeerde reserve aflossing bruglening Naar reserve nog te bestemmen (BsGW)
7.000
0
0
0
12.000
0
0
0
Naar reserve sociaal domein
206.000
441.500
441.500
441.500
Totaal incidentele lasten
765.473
1.908.052
377.342
329.704
Naar reserve organisatie-ontwikkeling
(overzicht incidentele baten) 2015
2016
2017
2018
Programma Burgers en Bestuur Programma Welzijn Rente verstrekte geldlening
4.058
0
0
0
3.600
3.600
0
0
Btw-teruggave sportboulevard
23.140
15.559
0
0
Tegemoetkoming BsGW in frictiekosten
34.000
23.000
11.000
0
100.000
100.000
100.000
0
2.500
0
0
0
50.000
40.000
0
0
21.475
2.307
0
0
100.000
50.000
0
0
0
175.000
175.000
175.000
Programma Jeugd Programma Maatschappelijke Ondersteuning Programma Participatie en Inkomen Programma Ruimte en Wonen Subsidie geluidmeetnet vliegtuiglawaai AWACS Overzicht dekkingsmiddelen dekkingsmiddelen
Uit reserve ntb (naar res. organisatie-ontwikkeling) Uit reserve duurzaamheid (aanpassing website ihkv duurzaamheid) Uit reserve duurzaamheid (energiebesparingspakketten, energieteams) Uit gecommitteerde reserve (6.120.03) Uit reserve ntb (temporisering taakstelling accommodatiebeleid) Uit reserve krimp tbv uitvoering DOP’s Uit reserve OHBA (asielzoekerskinderen lea/vve)
24.500
0
0
0
Aanwending leeglopende reserve (Wmo hih)
25.000
6.474
0
0
6.554
0
0
0
Uit leeglopende reserve (bijzondere bijstand (6.614.01))
162
Uit leeglopende reserve stads- en dorspvernieuwing
7.235
0
0
0
7.085
0
0
0
4.100
4.100
0
0
Uit geblokkeerde reserve aflossing bruglening
0
1.204.051
0
0
Uit reserve nog te bestemmen (BsGW)
0
4.000
16.000
27.000
413.247
1.628.091
302.000
202.000
(tbv monumenten) Uit leeglopende reserve (milieubeleid tbv milieuonderzoek (6.723.00)) Uit gecommitteerde reserve (AWACS 723.00)
Totaal incidentele baten
2015
2016
2017
2018
Totaal incidentele lasten
765.473
1.908.052
377.342
329.704
Totaal incidentele baten
413.247
1.628.091
302.000
202.000
Saldo
352.226
279.961
75.342
127.704
Er is voor alle jaren sprake van een positief saldo. Dit betekent dat de begroting en de meerjarenraming structureel in evenwicht zijn. (structurele toevoegingen aan reserves) 2015 Naar reserve autonome ontwikkelingen
2016
2017
2018
13.000
13.000
13.000
13.000
Naar reserve ontwikkeling strategische opgaven
67.000
67.000
67.000
67.000
Toevoeging aan bruteringsreserve (brede school)
70.000
70.000
70.000
70.000
60.000
67.500
75.000
82.500
212.601
212.601
212.601
212.601
225.000
225.000
225.000
225.000
149.871
147.076
144.282
141.487
12.015
11.824
11.634
11.443
117.641
115.398
113.154
110.910
20.659
20.299
19.940
19.580
202.232
199.173
196.114
193.055
43.061
42.169
41.277
40.385
11.000
11.000
11.000
11.000
Toevoeging aan bruteringsreserve (verbouwing bestuurscentrum) Toevoeging aan reserve autonome ontwikkelingen
(structurele aanwending van reserves) Uit geblokkeerde reserve aflossing bruglening (ter dekking bijdrage regiofonds) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten multifunctionele sport- en turnhal) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten evenemententerrein Puth) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten sportboulevard Oirsbeek) Uit reserve nog te bestemmen (ter dekking kapitaallasten kunstgrasveld VV Amstenrade) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten brede school Schinnen) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten aanpassing multifunctioneel gebouw) Uit reserve bijzondere kosten inburgering (ter dekking kosten inburgering)
163
2015 Uit gecommitteerde reserve (Janssenmolen) (ter gedeeltelijke dekking exploitatiebijdrage)
2016
2017
2018
350
350
350
350
139.137
136.681
112.525
110.720
24.889
24.115
23.341
13.280
12.195
12.242
18.888
3.414
Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten uitbreiding bestuurscentrum) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten infobeleidsplan) Uit bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten infobeleidsplan MIP)
164
Meerjarig overzicht reserves en voorzieningen
165
166
Totaaloverzicht reserves en voorzieningen 2014 - 2018 nr.
omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
A. Algemene Reserve 1.
Algemene reserve onttrekkingen toevoegingen
Totaal Algemene reserve 31-12
1.715.575 -
1.715.575 -
1.715.575 -
1.715.575 -
1.715.575 -
1.715.575
1.715.575
1.715.575
1.715.575
1.715.575
12.980.000
7.774.493
7.774.493
7.774.493
7.774.493
B. De Bestemmingsreserves
B-1 bruteringsreserves / geblokkeerde reserves 1.
Geblokkeerde reserve obligaties BNG onttrekkingen - Vernieuwen bovenbouw Hoofdstraat Amstenrade (MIP) - Vernieuwen bovenbouw Poststraat Amstenrade (MIP) - kadernota naar bruteringsreserve - kadernota extra afschrijving toevoegingen
2.
5.
-
-
-
-
-
-
-
7.774.493
7.774.493
7.774.493
7.774.493
7.774.493
Geblokkeerde reserve bruglening onttrekkingen - naar geblokkeerde reserve aflossing bruglening
2.046.887
2.046.887
2.046.887
842.836
842.836
-
-
-
-
1.204.051-
-
-
-
-
stand 31/12
2.046.887
2.046.887
842.836
842.836
842.836
Geblokkeerde reserve aflossing bruglening onttrekkingen - dekking regiobijdragen t/m 2019
1.204.051
754.051
529.051
1.508.102
1.283.102
450.000-
225.000-
225.000-
-
-
toevoegingen - geplande aflossing
4.
-
-
stand 31/12
toevoegingen
3.
204.50085.0503.096.9571.819.000-
1.204.051
225.000-
225.000-
-
-
stand 31/12
754.051
529.051
1.508.102
1.283.102
1.058.102
Geblokkeerde reserve "schommelfonds" onttrekkingen toevoegingen
138.181 -
138.181 -
138.181 -
138.181 -
138.181 -
stand 31/12
138.181
138.181
138.181
138.181
138.181
6.400.578
9.100.887
8.529.845
7.978.667
7.462.452
Bruteringsreserve (ter dekking kapitaallasten) onttrekkingen - dekking kapitaallasten verbouw bestuurscentrum - dekking kapitaallasten brede school - dekking kapitaallasten sportboulevard - dekking kapitaallasten evenemententerrein Puth - dekking kapitaallasten multifunctionele sport- en turnhal - dekking kapitaallasten verbouw MFG Schinnen - dekking kapitaallasten informatiebeleidsplan
152.534224.233128.15313.279163.57546.56137.004-
139.137202.232117.64212.015149.87143.06137.084-
136.681199.173115.39811.824147.07642.16936.357-
112.525196.114113.15511.634144.28141.27742.229-
110.720193.055110.91111.443141.48740.38516.694-
-
toevoegingen - rente (omslagrente conform nota res/voorz) - toevoeging conform primitieve raming (pr) infoplan - toevoeging conform primitieve raming (pr) verbouw bc - toevoeging conform primitieve raming (pr) brede school - samenvoeging brut. reserves tot 1 bruteringsreserve - verkoop vm terrein school (nog te realiseren) - toevoeging saldo BP Breinder (nog te realiseren) - kadernota
227.221 18.970 52.500 70.000 3.096.957
60.000 70.000 -
67.500 70.000 -
75.000 70.000 -
82.500 70.000 -
stand 31/12
9.100.887
8.529.845
7.978.667
7.462.452
6.990.257
19.814.499
19.018.457
18.242.279
17.501.064
16.803.869
Totaal geblokkeerde en bruteringsreserves 31-12
167
nr.
omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
B-2 overige bestemmingsreserves 1.
Nog te bestemmen
2.184.234
onttrekkingen - dekking regiobijdrage (pr) 225.000- dekking kapitaallasten kunstgras A'rade (pr) 22.674- project illegaal grondgebruik (pr) 10.000- omleggen nutsvoorziening Hoofdstr 103/105 1e burap 2013 20.000- bijdrage in startersleningenfonds (4/2014) 40.000- kwijtschedling deel lening Streektrefcentrum Doenrade (6/14) 57.204- bijdrage GGD inzake huisvestingsdossier 1e burap 2014 103.958- inzet voor sportbesluit en impl horizontaal toezicht 1e burap 201425.000- inzet nav verkoop 3 woonwagens 1e burap 2014 35.000- inzet tbv "broodnood" 1e burap 2014 10.000- kadernota : naar reserve organisatie-ontwikkeling - kadernota: taakstelling accommodaties - pr 2015 dekking goodwil/frictiekosten uitbesteding bel. -
19.580-
450.000 23.140 103.000 327.184 324.000 -
23.140 7.000
15.559 -
-
-
2.862.722
2.672.203
2.513.463
2.377.524
2.330.944
60.981
49.081
49.081
49.081
49.081
11.900-
-
-
-
-
toevoegingen
-
-
-
-
-
stand 31/12
49.081
49.081
49.081
49.081
49.081
Bijzondere kosten inburgering onttrekkingen - aanwending (pr)
87.510
83.140
72.140
61.140
50.140
11.000-
11.000-
11.000-
11.000-
11.000-
6.630
-
-
-
-
83.140
72.140
61.140
50.140
39.140
122.406
55.991
30.066
23.309
22.959
Uitvoering dorpsontwikkelplannen onttrekkingen - sportzone (lopende laatste termijn) pr
stand 31/12 Gecommitteerde reserve onttrekkingen - strategische visie (2e burap 2010) - ict raad (2e burap 2010 restant na 2011) - brandweer (2e burap 2011) - Janssenmolen (1e burap 2012) - aanwending tbv transitiekosten GGD 1e burap 2013 - aanwending tbv opstarten RUD (ev nog te ramen) - audit BAG 1e burap 2014 - opstellen DOP's restant uit 2013 (1e burap 2014) - inkoop re-ïntegratietrajecten restant uit 2013 (1e burap 2014) - dorpsopbouwwerk restant uit 2013 (1e burap 2014) - AWACS aanwending rijksbijdrage (1e burap 2014) toevoegingen - uit gemeenterekening 2013 restantbudget - uit gemeenterekening 2013 restantbudget - uit gemeenterekening 2013 restantbudget - uit gemeenterekening 2013 restantbudget - AWACS rijksbijdrage 1e burap 2014
Reinigingsheffingen onttrekkingen - 1e burap 2014 ter dekking kosten op milieupark toevoegingen - uit rekeningresultaat 2013 saldo "gemeentereiniging" stand 31/12
10.0006.30022.52335022.35414.0885.00010.05533.40118.192-
21.4753504.100-
5.000 10.055 18.192 33.401 9.200
-
55.991 316.614
tbv audit BAG tbv opstellen DOP's tbv dorpsopbouwwerk tbv integratie
stand 31/12 5.
2.377.524
19.939100.00016.000-
toevoegingen - uit rekeningresultaat 2013 tbv inburgeringsplicht
4.
2.513.463
20.299100.00050.0004.000-
stand 31/12
3.
2.672.203
20.659100.000100.000-
toevoegingen - toevoeging voorfinanciering dekking regiobijdragen (pr) - btw-teruggave sportboulevard O'beek (pr) - uit rekeningresultaat 2013 bijdrage GGD huisvestingsdossier - niet bestemd deel rekeningresultaat 2013 - aandelenverkoopopbrengst Attero 1e brurap 2014 - pr 2015 dekking goodwil/frictiekosten uitbesteding bel.
2.
2.862.722
2.500-
78.235 392.349
2.307350-
27.000-
350-
350-
-
-
-
30.066
23.309
22.959
22.609
392.349
392.349
392.349
392.349
4.100-
-
-
-
-
-
-
-
-
392.349
392.349
392.349
392.349
168
nr.
omschrijving
6.
Riolering onttrekkingen - mip 2014 riolering Hoofdstr/Poststr
7.
10.
12.
13.
2017
2018
62.469
62.469
62.469
206.400-
-
-
-
-
toevoegingen
-
-
-
-
-
stand 31/12
62.469
62.469
62.469
62.469
62.469
169.023
104.023
104.023
104.023
104.023
VVE onttrekkingen - aanwending 1/2013 rbs peuterspeelzaalwerk
65.000-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
stand 31/12
104.023
104.023
104.023
104.023
104.023
Organisatie-ontwikkeling onttrekkingen
472.588 -
472.588 -
584.588 -
684.588 -
784.588 -
100.000 12.000
100.000 -
100.000 -
-
-
stand 31/12
472.588
584.588
684.588
784.588
784.588
Infrastructuur Stegelenhof onttrekkingen - aanwending mip
235.670
15.670
15.670
15.670
15.670
220.000-
-
-
-
-
toevoegingen
-
-
-
-
-
stand 31/12
15.670
15.670
15.670
15.670
15.670
150.278
125.778
125.778
125.778
Reserve ohba-gelden 173.778 ontrekkingen - aanwending (pr) 15.000- aanwending vervalt in de 1e burap 2014 wegens verkoop Kerkweg15.000 64 in 2013 - onderwijs aan asielzoekerskinderen 10/2014 23.500toevoegingen
11.
2016
62.469
toevoegingen - kadernota van reserve nog te bestemmen - pr begroting 2015 meerdere dan taakstelling
9.
2015
268.869
toevoegingen
8.
2014
-
24.500-
-
-
-
-
-
-
-
stand 31/12
150.278
125.778
125.778
125.778
125.778
Krimp onttrekkingen - DOP's (restant uit 2013) 1e burap 2014 - kadernota: dorpsontwikkelplannen
319.731
554.037
791.619
616.619
441.619
175.000-
175.000-
175.000-
-
-
-
10.055-
-
toevoegingen - pr toevoeging - 1e burap 2014
230.161 14.200
237.582 -
stand 31/12
554.037
791.619
616.619
441.619
266.619
Reserve autonome ontwikkelingen onttrekkingen
587.630 -
901.896 -
1.127.497 -
1.353.098 -
1.578.699 -
toevoegingen - 1e wijz. 2013 aframing stelpost reg. Samenwerking - concept begroting 2015
13.000 301.266
13.000 212.601
13.000 212.601
13.000 212.601
13.000 212.601
stand 31/12
901.896
1.127.497
1.353.098
1.578.699
1.804.300
-
67.000 -
134.000 -
201.000 -
268.000 -
toevoegingen - toevoeging 1/2013 aframing stelpost reg samenwerking
67.000
67.000
67.000
67.000
67.000
stand 31/12
67.000
134.000
201.000
268.000
335.000
Reserve ontwikkeling strategische opgaven onttrekkingen
169
nr.
omschrijving
2014
14.
Reserve duurzaamheid ontrekkingen - kadernota: spaarlampen - kadernota: energieteams - kadernota: aanpassing website
-
15.
16.
100.000
2016
2017
2018
47.500
7.500
7.500
10.00040.0002.500-
40.000-
-
-
toevoegingen - amendement begroting 2014
100.000
-
-
-
-
stand 31/12
100.000
47.500
7.500
7.500
7.500
Centrumplan Schinnen ontrekkingen toevoegingen
20.452 -
20.452 -
20.452 -
20.452 -
20.452 -
stand 31/12
20.452
20.452
20.452
20.452
20.452
Overige leeglopende bestemmingsreserves onttrekkingen - stads- en dorpsvernieuwing/verfraaïing monumenten - uitvoering milieubeleid - bijzondere bijstand - wmo
120.348
52.348
6.474
-
-
10.00013.00020.00025.000-
7.2357.0856.55425.000-
6.474-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
toevoegingen stand 31/12
17.
-
2015
52.348
6.474
Sociaal domein onttrekkingen
-
-
206.000 -
647.500 -
1.089.000 -
toevoegingen - pr begroting: saldo wmo-bestaand - pr begroting: uit saldo
-
206.000 -
191.500 250.000
191.500 250.000
191.500 250.000
stand 31/12
-
206.000
647.500
1.089.000
1.530.500
Totaal Overige bestemmingsreserves 31-12 Totaal Bestemmingsreserves 31-12 Totaal Algemene reserve 31-12 Totaal reserves 31-12
5.944.044
6.441.909
6.878.039
7.389.851
7.891.022
25.758.543 1.715.575 27.474.118
25.460.366 1.715.575 27.175.941
25.120.318 1.715.575 26.835.893
24.890.915 1.715.575 26.606.490
24.694.891 1.715.575 26.410.466
170
nr. omschrijving Voorzieningen 1.
2.
3.
4.
Onderhoudsvoorziening gebouwen onttrekkingen - aanwendingen 2013 / aanwendingen mop
6.
2016
2017
2018
624.918
567.950
529.941
507.473
173.674-
235.968-
217.009-
201.468-
116.927-
toevoegingen - pr toevoeging
179.000
179.000
179.000
179.000
179.000
stand 31/12
624.918
567.950
529.941
507.473
569.546
Onderhoudsvoorz. schoolgebouwen onttrekkingen - aanwendingen onderhoud / aanwendingen mop: vervalt
91.049-
-
-
-
-
toevoegingen - toevoeging (vervalt taak schoolbesturen ingaande 2015)
58.000
-
-
-
-
stand 31/12
44.482
44.482
44.482
44.482
44.482
Automatisering onttrekkingen - informatiebeveiligingsplan - aanvullende aanwending nav actueel saldo
12.025
7.025
2.223
-
-
4.030772-
2.223-
-
-
77.531
5.000-
44.482
44.482
44.482
44.482
toevoegingen
-
-
-
-
-
stand 31/12
7.025
2.223
-
-
-
-
-
-
-
-
Bijdrage in huur Schepenbank onttrekkingen - bijdrage (pr/rek)
1.680-
-
-
-
-
toevoegingen - toevoeging (pr/rek)
1.680
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Dubieuze debiteuren soza onttrekkingen toevoegingen
198.995 -
198.995 -
198.995 -
198.995 -
198.995 -
stand 31/12
198.995
198.995
198.995
198.995
198.995
Oninbare debiteuren onttrekkingen
163.009 -
175.309 -
175.309 -
175.309 -
175.309 -
toevoegingen - jaarlijkse toevoeging 1e burap 2013 stand 31/12 7.
2015
619.592
stand 31/12 5.
2014
Riolering onttrekkingen - aanwending mip 2013 -2017 - aanwending mip 2014 -2018 - aanwending (2e burap 2013) - kadernota: opschonen visvijver Oude Markt - pr 2015 onttrekking tbv exploitatie toevoegingen - toevoeging pr 2014 tlv expl. - toevoeging pr 2015 tlv expl. - 1e burap 2014 wegens hogere lasten onderhoud - 1e burap 2014 wegens lagere kapitaallasten
12.300
-
-
-
-
175.309
175.309
175.309
175.309
175.309
1.593.593
1.647.513
1.473.878
1.387.394
1.311.324
30.65525.000-
20.178 15.000104.397
57.237110.0006.398-
128.434-
171.748-
223.403-
-
41.950 -
95.678 -
145.644 -
stand 31/12
1.647.513
1.473.878
1.387.394
1.311.324
1.233.565
stand volgens raming GRP verschil
1.493.439 154.074
1.457.632 16.246
1.409.597 22.203-
1.312.333 1.009-
1.312.333 78.768-
171
nr.
omschrijving
8.
SV Schinnen onttrekkingen - aanwending rekening 2013 - aanwending pr 2014 - aanwending pr 2015
9.
10.
11.
2014 45.253 5.341-
2015 39.912 5.395-
2016 34.517 5.449-
2017
2018
29.068
23.565
5.503-
5.558-
toevoegingen
-
-
-
-
-
stand 31/12
39.912
34.517
29.068
23.565
18.007
Escrow verkoop Essent onttrekkingen toevoegingen
1.063.932 -
1.063.932 -
1.063.932 -
1.063.932 -
1.063.932 -
stand 31/12
1.063.932
1.063.932
1.063.932
1.063.932
1.063.932
867.944
883.021
816.104
867.313
945.518
592.426-
189.423479.997-
601.294-
524.298-
550.000-
toevoegingen - op peil brengen voorziening - inkomsten kabelaars -storting tbv jaarlijks onderhoud (oude budgetten) - aanvullende toevoeging conform beheersplan (1e Burap 2013) - opbrengst kabelaars (1e burap 2014)
205.000 16.000 368.053 13.450 5.000
205.000 16.000 368.053 13.450 -
255.000 16.000 368.053 13.450 -
205.000 16.000 368.053 13.450 -
205.000 16.000 368.053 13.450 -
stand 31/12
883.021
816.104
867.313
945.518
998.021
stand volgens raming onderhoudsplan wegen verschil
647.573 235.448
580.656 235.448
631.865 235.448
710.070 235.448
710.070 287.951
Afkoop wachtgeldverplichtingen wethouders ontrekkingen toevoegingen
93.738 -
93.738 -
93.738 -
93.738 -
93.738 -
stand 31/12
93.738
93.738
93.738
93.738
93.738
4.778.845
4.471.128
4.390.172
4.364.336
4.395.595
Onderhoud wegen onttrekkingen - rehabilitatie - uitgaven beheersplan wegen 2013 / onderhoudsplan
Totaal Voorzieningen 31-12
172
Meerjarig investeringsplan 2014-2018
173
174
PLANPERIODE 2014 - 2018 Investeringsprojecten
BTW
Bruto
Investerings-
Beschikking
Investerings
Afs.
Kapitaal-
Kapitaal-
Kapitaal-
Kapitaal-
Kapitaal-
wel/
Prioriteit
investerings-
bedrag
over
bedrag
ter-
lasten
lasten
lasten
lasten
lasten
niet
bedrag
reserves /bijdragen
uitvoering
mijn
2014
2015
2016
2017
2018
comp.
van derden
Periode 2014 - 2018 1
Informatieplan 2012-2015 (rbs 10 mei 2012)
C
O-14
78.287
65.379
-
65.379
5
15.037
14.645
14.253
13.860
13.468
2
Informatieplan 2012-2015 (rbs 10 mei 2012)
C
O-15
100.793
84.175
-
84.175
5
-
19.360
18.855
18.350
17.845
3
Vervangen telefooncentrale (kadernota 2015)
C
O-15
35.923
30.000
-
30.000
5
-
6.900
6.720
6.540
6.360
4
Het nieuwe werken/ict (kadernota 2015)
C
O-15
23.949
20.000
-
20.000
5
-
4.600
4.480
4.360
4.240
5
Grootschalige basiskaart topografie (kadernota)
C
O-15
119.743
100.000
-
100.000
5
-
23.000
22.400
21.800
21.200
6
Upgrading Windows en Exchange (kadernota 2015)
C
O-15
43.107
36.000
-
36.000
5
-
8.280
8.064
7.848
7.632
7
Zonnepanelen (kadernota)
C
O-15
239.486
200.000
-
200.000
10
-
26.000
25.400
24.800
24.200
8
ICT 24/7 (kadernota 2015)
C
O-16
119.743
100.000
-
100.000
5
-
-
23.000
22.400
21.800
9
Vrachtauto (kadernota 2015)
C
O-17
167.640
140.000
-
140.000
8
-
-
-
21.700
21.175
10
Onderzoekkosten recon. Kruisp. Hoofdstr/Hommerterallee
C
N-15
30.250
25.000
-
25.000
20
-
2.000
1.963
1.925
1.888
(vjn09) 11
Verkeersmaatregelen Hoofdstr A'rade (i.r.m. Buitenring P. L.)
C
N-15
228.781
189.075
-
189.075
20
-
15.126
14.842
14.559
14.275
12
Uitvoeringsmaatregelen gvvp (raadsbesluit 14 april 2011)
C
N-14
139.150
115.000
-
115.000
20
9.200
9.028
8.855
8.683
8.510
13
Uitvoeringsmaatregelen gvvp (raadsbesluit 14 april 2011)
C
N-15
139.150
115.000
-
115.000
20
-
9.200
9.028
8.855
8.683
14
Uitvoeringsmaatregelen gvvp (raadsbesluit 14 april 2011)
C
N-16
127.050
105.000
-
105.000
20
-
-
8.400
8.243
8.085
15
Meerkosten GVVP (kadernota 2015)
C
N-15
121.000
100.000
-
100.000
20
-
8.000
7.850
7.700
7.550
16
Opschonen visvijver Oude Markt (kadernota 2015)
C
N-15
266.200
220.000
110.000
110.000
20
-
8.800
8.635
8.470
8.305
17
Infrastructuur Stegelenhof (raadsbesluit d.d. 26 mei 2011)
C
O-15
266.200
220.000
220.000
-
20
-
-
-
-
-
18
Dorpsontwikkelplannen (kadernota 2015)
C
O-16
211.750
175.000
-
175.000
0
-
-
175.000
-
-
19
Dorpsontwikkelplannen (kadernota 2015)
C
O-17
211.750
175.000
-
175.000
0
-
-
-
175.000
-
20
Dorpsontwikkelplannen (kadernota 2015)
C
O-18
211.750
175.000
-
175.000
0
-
-
-
-
175.000
21
Upgrading groen markt Oirsbeek (kadernota 2015)
C
O-15
50.820
42.000
-
42.000
15
-
4.060
3.976
3.892
3.808
22
Upgrading groen Geleenstraat/kerk Puth (kadernota 2015)
C
O-15
43.560
36.000
-
36.000
15
-
3.480
3.408
3.336
3.264
23
Upgrading groen park Doenrade (kadernota 2015)
C
O-18
22.385
18.500
-
18.500
15
-
-
-
-
1.788
24
Uitvoering Beleidsplan openbare verlichting (fin. disc. 2010)
C
O-15
127.000
104.959
-
104.959
20
-
8.397
8.239
8.082
7.924
175
PLANPERIODE 2014 - 2018 Investeringsprojecten
BTW
Bruto
Investerings-
Beschikking
Investerings
Afs.
Kapitaal-
Kapitaal-
Kapitaal-
Kapitaal-
Kapitaal-
wel/
Prioriteit
investerings-
bedrag
over
bedrag
ter-
lasten
lasten
lasten
lasten
lasten
niet
bedrag
/bijdragen
uitvoering
mijn
2014
2015
2016
2017
2018
comp.
van derden
25
Instellen grondwatermeetnet (SWS) (waterplan)
C
O-14
26.572
21.960
-
21.960
15
2.123
2.079
2.035
1.991
1.947
26
Vervanging transportriool Köllerstraat
C
O-14
753.696
622.889
-
622.889
40
34.259
33.792
33.325
32.857
32.390
27
Relining riolen Kennedyln/Mgr Savelbstr/dk Packbierstr
C
O-15
121.076
100.063
-
100.063
40
-
5.503
5.428
5.353
5.278
28
Vervanging riolering Allee/Oude Straat
C
O-15
737.351
609.381
-
609.381
40
-
33.516
33.059
32.602
32.145
29
Aanleg RWA-riool Achter de Kerk
C
O-15
512.149
423.264
-
423.264
40
-
23.280
22.962
22.645
22.327
30
Aanpassing capaciteit stuwen en gemalen
C
O-15
166.479
137.586
-
137.586
15
-
13.300
13.025
12.750
12.474
31
Aanleg open foliebuffer Schinnen
C
O-15
145.291
120.075
-
120.075
40
-
6.604
6.514
6.424
6.334
32
Aanleg KRW-buffer Doenrade
C
O-16
48.400
40.000
20.000
20.000
40
-
-
1.100
1.085
1.070
33
Vervanging riolering Holleweg
C
O-16
811.570
670.719
-
670.719
40
-
-
36.890
36.387
35.883
34
Vervanging/renovatie riolering Hommerterallee
C
O-17
1.404.477
1.160.725
-
1.160.725
40
-
-
-
63.840
62.969
35
Renovatie/vervanging rioleringen
C
O-18
602.580
498.000
-
498.000
40
-
-
-
-
27.390
36
Overdracht woonwagens en standplaatsen aan
NC
N-14
PM
PM
woningbouwcorp. 37
Aanschaf 1 woonwagen
NC
N-16
70.000
70.000
-
70.000
20
-
-
5.600
5.495
5.390
38
Aanschaf 1 woonwagen
NC
N-17
70.000
70.000
-
70.000
20
-
-
-
5.600
5.495
39
Aanschaf 1 woonwagen
NC
N-18
70.000
70.000
-
70.000
20
-
-
-
-
5.600
25
10.500
10.320
10.140
9.960
9.780
299.269
543.445
627.391
653.474
40
Kleinschalige lokaties Schinnen (MIP Regiofonds)
NC
TOTAAL GENERAAL
N-14
150.000
150.000
-
150.000
8.815.108
7.355.751
350.000
7.005.751
71.119
Toelichting kolom BTW wel/niet comp.
Totaal bedragen per jaar
C: de investering is BTW compensabel
2014
1.147.705
975.229
-
975.229
71.119
69.863
68.607
67.351
66.096
NC: de investering is niet BTW compensabel
2015
3.518.308
2.912.578
330.000
2.582.578
-
229.406
224.848
220.290
215.732 72.229
Toelichting kolom prioriteit
2016
1.388.513
1.160.719
20.000
1.140.719
-
-
249.990
73.609
N: de investering is noodzakelijk
2017
1.853.867
1.545.725
-
1.545.725
-
-
-
266.140
89.639
G: de investering is gewenst
2018
906.715
761.500
-
761.500
-
-
-
-
209.778
O: de investering is onvermijdbaar
176
Algemene uitkering
177
178
2015
2016
2017
2018
EURO
EURO
EURO
EURO
0 71.897.700 88.098.500 0 864.882.400
0 71.897.700 88.098.500 0 866.482.400
0 71.897.700 88.098.500 0 867.282.400
0 71.897.700 88.098.500 0 868.082.400
12.865 419 12.865 2 88 2.545 3.000 1.020
12.825 0 12.825 2 88 2.530 3.015 1.070
12.780 0 12.780 2 88 2.515 3.030 1.120
12.755 0 12.755 2 88 2.500 3.045 1.170
eenouderhuishoudens huishoudens nieuw lage inkomens huishoudens met laag inkomen (dr) bijstandsontvangers ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel
365 5.709 1.510 920 187 0 95
365 5.709 1.510 919 199 0 100
365 5.709 1.510 919 199 0 100
365 5.709 1.510 918 199 0 100
uitkeringsontvangers minderheden
1.030 130
1.030 130
1.030 130
1.030 130
9.650 2.000
9.650 2.000
9.650 2.000
9.650 2.000
2.405 2.405 6 89 81 8 5.905 5.905 0 0 2.771 170 913 3 3 1.074
2.405 2.405 6 89 81 8 5.910 5.910 0 0 2.771 170 913 3 3 1.074
2.405 2.405 6 89 81 8 5.915 5.915 0 0 2.771 170 913 3 3 1.074
2.405 2.405 6 89 81 8 5.920 5.920 0 0 2.771 170 913 3 3 1.074
1
1
1
1
Eenheden
Inkomstenmaatstaf: eenh. waarde niet woningen (70%) niet woning gebr eenh v 2.500 niet woning eig eenh v 2.500 eenh. waarde woningen (80%) woning eigenaar eenh van 2.500
Sociaal: inwoners krimp inwoners bfnk kernen met tenm 500 adressen waarde woz niet woningen (mlj) inwoners <20 jaar inwoners >64 jaar inwoners 74 < 85
Functie: klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal
Fysiek: land land bftot binnenwater opp beb i tot opp beb i k bfk opp beb i nk bfnk woonruimten woonr bfk stadsvernieuwing stadsvernieuwing omgevingsadressendichtheid oever bftot oever dh bftot kernen kernen bfnk vestigingen
Vast bedrag: Vast bedrag
179
2015
2016
2017
2018
EURO
EURO
EURO
EURO
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
142 398 0 27.342 356 195 82 27 0 86 332 1.695
146 0 0 27.342 356 195 81 27 0 87 332 1.717
146 0 0 27.342 356 195 80 26 0 87 331 1.737
145 0 0 27.342 356 195 80 26 0 87 332 1.749
112.177 3.706 99 303 150 91
112.634 3.721 98 303 150 91
113.077 3.736 97 303 150 90
113.512 3.750 97 303 150 90
40 16
40 16
40 16
40 16
38 26 39 581 3.080 1.520 55 51
38 26 39 581 3.080 1.520 55 51
38 26 39 581 3.080 1.520 55 51
38 27 40 581 3.080 1.520 55 51
18.401.315 11.293.609 77 12 6 8.111 14.833 76
18.401.315 11.293.609 77 12 6 8.111 14.833 76
18.401.315 11.293.609 77 12 6 8.111 14.833 76
18.401.315 11.293.609 77 12 6 8.111 14.833 76
280.128
280.128
280.128
280.128
Gewicht
Inkomstenmaatstaf: eenh. waarde niet woningen (70%) niet woning gebr eenh v 2.500 niet woning eig eenh v 2.500 eenh. waarde woningen (80%) woning eigenaar eenh van 2.500
Sociaal: inwoners krimp inwoners bfnk kernen met tenm 500 adressen waarde ozb niet woningen (mlj) inwoners <20 jaar inwoners >64 jaar inwoners 74 < 85 inwoners Nedap oud lage inkomens huishoudens met laag inkomen (dr) bijstandsontvangers
ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel uitkeringsontvangers minderheden eenouderhuishoudens huishoudens nieuw
Functie: klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal
Fysiek: land land bftot binnenwater opp beb i tot opp beb i k bfk opp beb i nk bfnk woonruimten woonr bfk ISV stadsvernieuwing ISV herstructurering omgevingsadressendichtheid oever bftot oever dh bftot kernen kernen bfnk vestigingen
Vast bedrag: Vast bedrag
180
2015
2016
2017
2018
EURO
EURO
EURO
EURO
0 -87.212 -132.500 0 -981.642
0 -87.212 -132.500 0 -983.458
0 -87.212 -132.500 0 -984.366
0 -87.212 -132.500 0 -985.274
1.826.573 166.607 0 54.683 31.385 497.293 245.160 27.530 0 130.570 305.403 316.926
1.871.552 0 0 54.683 31.385 494.362 244.577 28.655 0 130.842 305.329 341.653
1.859.490 0 0 54.683 31.385 491.431 241.249 29.400 0 131.113 304.345 345.747
1.855.470 0 0 54.683 31.385 488.500 242.443 30.713 0 131.385 304.565 348.149
39.063 351.112 101.517 39.385 54.662 518.606
40.827 372.142 101.156 39.385 54.662 518.035
40.988 373.604 100.147 39.385 54.662 516.607
41.146 375.038 100.219 39.385 54.662 516.607
382.140 31.360
382.140 31.380
382.140 32.660
382.140 32.680
92.208 62.795 234 51.700 249.490 12.163 327.432 303.222 0 5.336 1.468 214.209 1.989 5.305 24.334 44.499 81.656
92.208 62.987 235 51.700 249.490 12.163 327.710 303.479 0 5.336 1.468 214.126 1.989 5.305 24.334 44.499 81.656
92.208 63.468 236 51.700 249.490 12.163 327.987 303.735 0 5.336 1.468 213.932 1.989 5.305 24.334 44.499 81.656
92.208 64.502 239 51.700 249.490 12.163 328.264 303.992 0 5.336 1.468 213.932 1.989 5.305 24.334 44.499 81.656
280.128
280.128
280.128
280.128
totaal bedrag in de basis uitkeringsfactor
6.878.143 1,426
6.801.576 1,427
6.788.670 1,422
6.790.374 1,408
Totaalbedrag in de basis* uf
9.808.231
9.705.850
9.653.489
9.560.847
-1.201.354
-1.203.170
-1.204.078
-1.204.986
suppletie-uitkering ivm ozb-g supl.-uitk. effect groot onderhoud
8.606.878 6.465 -56.880
8.502.680 5.172 0
8.449.412 3.879 0
8.355.861 2.586 0
septembercirculaire
8.556.463
8.507.852
8.453.291
8.358.447
Bedrag in de basis
Inkomstenmaatstaf: eenh. waarde niet woningen (70%) niet woning gebr niet woning eig eenh. waarde woningen (80%) woning eigenaar
Sociaal: inwoners krimp inwoners bfnk kernen met tenm 500 adressen waarde ozb niet woningen (mlj) inwoners <20 jaar inwoners >64 jaar inwoners 74 < 85 inwoners Nedap oud lage inkomens huishoudens met laag inkomen (dr) bijstandsontvangers
ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel uitkeringsontvangers minderheden eenouderhuishoudens huishoudens nieuw
Functie: klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal
Fysiek: land land bftot binnenwater opp beb i tot opp beb i k bfk opp beb i nk bfnk woonruimten woonr bfk stadsvernieuwing ISV stadsvernieuwing ISV herstructurering omgevingsadressendichtheid oever bftot oever dh bftot kernen kernen bfnk vestigingen
Vast bedrag: Vast bedrag
Af: inkomensmaatstaf
181
182
EMU-saldo
183
184
EMUEMU-saldo EMUEMU-saldo en EMUEMU-tekort Het financieringssaldo van een land geeft weer of dat land een overschot of een tekort heeft bij zijn overheidsuitgaven. Als de uitgaven in een bepaald jaar groter zijn dan de inkomsten, is er in dat jaar sprake van een tekort en groeit de staatsschuld. Om vergelijkingen tussen verschillende eurolanden te kunnen maken heeft de Economisch Monetaire Unie (EMU) in 1992 regels ingevoerd voor een uniforme berekening van dit saldo, het EMU-saldo genoemd. Het EMU-saldo is het financieringssaldo van de totale overheid. Dit betekent dat niet alleen de financiën van de rijksoverheid meetellen, maar ook die van de decentrale overheden (zoals gemeenten, provincies en waterschappen). Het is gebruikelijk dat het financieringssaldo wordt gepresenteerd als percentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Zo wordt de omvang van het financieringssaldo gerelateerd aan de omvang van de totale economie. Om te voorkomen dat de overheidsfinanciën van EMU-landen ontsporen, heeft de EMU besloten dat het EMU-tekort (negatief EMU-saldo) maximaal 3% BBP mag bedragen. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HO HOf) Op 11 december 2013 is de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOf) in werking getreden. Deze wet is opgesteld om ervoor te zorgen dat het EMU-tekort beperkt wordt tot 3% BBP. Omdat het financieringstekort van decentrale overheden deel uitmaakt van het EMUtekort zijn in de wet HOf strenge regels opgenomen om het tekort van decentrale overheden te beperken. Dit betekent onder andere een plafond waaronder het financieringstekort van alle decentrale overheden samen moet blijven. In januari 2013 heeft de rijksoverheid met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) afgesproken dat voor 2015 het EMU-saldo van alle decentrale overheden tezamen maximaal -0,5% BBP mag bedragen. De verdeling van deze tekortnorm is in onderstaande tabel weergegeven. Verdeling tekortnorm EMUEMU-saldo decentrale overheden 2015 Verdeling in % BBP Verdeling in euro (* € *1
1.000)*1
Gemeenten
Provincies
Waterschappen
Totaal
0,34
0,10
0,06
0,50
2.268.820
667.300
400.380
3.336.500
Geraamde BBP 2015 = 667.300.000
Individuele referentiewaarden EMUEMU-saldo decentrale overheden Om afzonderlijke provincies en gemeenten een beeld te geven wat deze norm op individueel niveau betekent, publiceert het ministerie van BZK individuele EMU-referentiewaarden. Een individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. In de septembercirculaire gemeentefonds worden deze individuele EMUreferentiewaarden aan gemeenten bekend gemaakt.
185
Voor de gemeente Schinnen bedraagt in 2015 de individuele referentiewaarde EMU-saldo € 1.113.000. Sancties op overschrijding overschrijding van de tekortnorm In het financieel akkoord van januari 2013 tussen de rijksoverheid, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) is ook opgenomen dat het kabinet sancties als gevolg van overschrijding van de tekortnorm van -0,5% BBP gedurende deze kabinetsperiode niet toepast. Wel kan strikt genomen, conform de Wet fido (Wet financiering decentrale overheden) en de Wet HOf, een eventuele boete uit Europa worden doorberekend aan de decentrale overheden. Berekening EMUEMU-saldo 2015 van de gemeente Schinnen De berekening van het EMU-saldo gebeurt op kasbasis. Dit betekent dat voor de berekening het exploitatieresultaat vóór bestemming gecorrigeerd dient te worden voor een aantal posten: lasten die niet tot een daadwerkelijke uitgave leiden (bijvoorbeeld afschrijvingen) én uitgaven die niet via de exploitatie tot uitdrukking komen (bijvoorbeeld betalingen ten laste van voorzieningen). Zoals uit bijgevoegd overzicht blijkt zullen we naar verwachting in 2015 de norm niet overschrijden. Als het tekort van alle gemeenten hoger uitvalt dan 0,34% van het BBP kan er via het Gemeentefonds een boete opgelegd worden, ook als er voor Nederland als geheel geen sprake is van een boete vanuit Europa. De berekening van het EMU-saldo 2015 van de gemeente Schinnen voor ziet er als volgt uit: Berekening EMUEMU-saldo 2015 Nr.
Omschrijving
+/-
2015
1
Exploitatie-saldo vóór toevoeging c.q. onttrekking uit reserves (art. 17 c BBV)
+
-298
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
+
1.386
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
+
775
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
-
2.913
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die
+
0
+
0
-
0
+
0
-
0
-
0
niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6
Desinvesteringen in (im)materiële activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw, woonrijp maken e.d. (alleen
8
Baten bouwgrondexploitaties:
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde
transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten voor over transacties niet op de exploitaties verantwoord betreffen exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
186
11
Verkoop van effecten:
-
0
Verwachte boekwinst op de exploitatie Berekend EMUEMU-saldo
-1.050
187
188
Begrippenlijst Deze begrippenlijst geeft voor een aantal (nieuwe) begrippen, mede in relatie tot de nieuwe begrotingsopzet en het duale systeem, een omschrijving. Baten en lasten (stelsel van): Een begrotingssysteem van baten en lasten houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. Begroting: Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV) onderscheidt een beleidsbegroting en de financiële begroting. Bestuurlijk belang: Een bestuurlijk belang heeft een gemeente wanneer ze een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als ze stemrecht heeft. Collegeprogramma: Het college geeft in een collegeprogramma de inhoudelijke invulling van belangrijke onderwerpen die in de zittingsperiode tot uitvoering moeten komen. Het gaat als regel om onderwerpen die naar het oordeel van het college politiek relevant zijn. In een dualistisch stelsel ligt het in de lijn dat de wethouders het collegeprogramma ondertekenen en dat de fractieleiders van de coalitiepartijen niet (mede) ondertekenen. Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Het BBV geeft voorschriften voor de inrichting van begroting en de jaarrekening en het jaarverslag van de gemeente. De programmabegroting van de gemeente is op de voorschriften gebaseerd. Dualisme: Een dualistisch stelsel kenmerkt zich doordat de posities en bevoegdheden ontvlecht zijn. De raad richt zich primair op de kaderstellende en controlerende functie, het college op de uitvoerende functie. De wethouders zijn geen lid van de raad. EMU(Economisch Monetaire Unie) De Unie heeft regels uitgevaardigd voor de EU-lidstaten, zoals volledig vrij kapitaalverkeer, girale en chartale munteenheid en de beheersing van de monetaire waarde van de munt.
189
EMU-schuld(quote) Het totaal aan uitstaande leningen ten laste van de gehele collectieve sector vermindert met de totale openstaande vorderingen van de totale collectieve sector op kasbasis. Bij bepaling van EMU-schuldquote wordt de EMU-schuld uitgedrukt in procenten van het BBP(Bruto Binnenlands Product). De grens is 3 procent van het BBP. Financieel belang: Een financieel belang heeft een gemeente indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en / of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Financiële begroting: De financiële begroting gaat volgens het BBV met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit: 1.het overzicht van baten en lasten en de toelichting 2.de uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting. Financiële positie: Onderdeel van de financiële begroting, tevens de tegenhanger van de balans. De financiële positie van een gemeente geeft de grootte en samenstelling van het vermogen in relatie tot de baten en lasten. Overzicht van baten en lasten: Onderdeel van de financiële begroting dat een overzicht geeft van alle baten en lasten die in de programma's zijn opgenomen. Paragrafen: Een paragraaf geeft volgens het BBV een dwarsdoorsnede van de begroting op financiële aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die belangrijk zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag. Product: Een product van een productenraming of productenrealisatie kan omschreven worden als het resultaat van samenhangend handelen, meetbaar gemaakt in de tijd, geld en kwaliteit. Een product wordt in de handreiking ruim geïnterpreteerd. Het kan zijn: een voorziening, een dienst, een goed of een activiteit. Een kern is dat er taakstellende afspraken aan verbonden kunnen worden. Een product omvat zoveel mogelijke kwantitatieve normen voor zowel financiële als niet-financiële prestatie-indicatoren. Productenraming:
190
De productenraming wordt volgens het concept Besluit comptabiliteitsvoorschriften 2004 opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument van het college en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting. Productenrealisatie: Een productenrealisatie is de tegenhanger van de productenraming en wordt na afloop van het begrotingsjaar opgesteld. Programma: Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden. Programmabegroting: Een programmabegroting is een typering voor de nieuwe beoogde begroting doordat de programma's in de begroting centraal staan. In het concept Besluit comptabiliteitsvoorschriften 2004 wordt het woord programmabegroting niet gebruikt. Het kenmerk van de begroting volgens het concept van de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften is dat de begroting is onderverdeeld in programma's, daarom wordt er naar de begroting volgens de nieuwe voorschriften ook wel verwezen als programmabegroting. Een programmabegroting bestaat idealiter uit 10–15 programma's. De gemeente is vrij in de keuze van de programma's en in het aantal. Programmaplan: Een programmaplan behandelt per programma expliciet de maatschappelijke effecten en de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te verwezenlijken. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende drie vragen: Wat willen we? Wat gaan we ervoor doen? Wat gaat het kosten? Programmarekening: Onderdeel van de jaarrekening. De programmarekening geeft een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten van het begrotingsjaar. Programmaverantwoording: Onderdeel van het jaarverslag. In de programmaverantwoording wordt per programma expliciet ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop getracht is deze effecten te verwezenlijken. De vragen: Wat wilden we? Wat hebben we ervoor gedaan? En wat heeft het gekost? Zijn de centrale vragen die in dit deel beantwoord worden. Raadsprogramma: De raad geeft in een raadsprogramma een agendering van de onderwerpen die in de raadsperiode aan de orde moeten komen. Het gaat als regel met name om de onderwerpen die in de visie van de raad politiek relevant zijn. Het raadsprogramma is de basis voor de
191
planning en control van de raad. In een dualistisch stelsel kunnen alle raadsfracties een raadsprogramma ondertekenen. Vaste schuld Een vaste schuld is langlopende schuld, meestal opgenomen geldleningen, met een looptijd langer dan een jaar. Verbonden partij: Een verbonden partij is een derde rechtspersoon waarbij de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Vernieuwingsimpuls: De vernieuwingsimpuls biedt ondersteuning aan gemeenten die zich goed willen voorbereiden op de invoering van het dualistische bestuursmodel, dat bij de raadsverkiezingen in 2002 zijn intrede heeft gedaan. Vlottende schuld Een vlottende schuld is kortlopende schuld. Het betreft leningen met een looptijd korter dan een jaar. Kasgeldleningen, krediet in rekening-courant, schulden bij crediteuren behoren allemaal tot de vlottende schuld. Weerstandscapaciteit: De weerstandscapaciteit is het geheel van geldmiddelen (zoals de algemene reserve) waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast behoeven te worden. Incidentele weerstandscapaciteit: Het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van de voorzieningenniveaus van de programma's. Structurele weerstandscapaciteit: Hiermee worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma's. Weerstandsvermogen: Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's.
192
Lijst met afkortingen Afkorting
Omschrijving
1G1P
1 Gezin 1 Plan
AMHK
Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
ARBO
Wet Arbeidsomstandigheden
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BBZ
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen
BOA
Buitengewoon opsporingsambtenaar
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
CROW
Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek
DOP
Dorpontwikkelingsplan
ECB
Europese Centrale Bank
EMU
Economisch Monetaire Unie
GBRD
Gemeenschappelijke Belasting en Registratiedienst
GRP
Gemeentelijk RioleringsPlan
GVVP
Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan
HR
Human Recources
HRM
Human Recource Management
ICT
Informatie- en Communicatietechnologie
JGZ
Jeugdgezondheidszorg
JIT
Jeugd Interventie Team
KPI’s
Kritieke Prestatie Indicatoren
KTO
Klanttevredenheidsonderzoek
MIP
Meerjarig Investeringsplan
MKB
Midden- en kleinbedrijf
MOP
Meerjarig Onderhoudsplan
MTO
Medewerkerstevredenheidsonderzoek
NT2
Nederlands als tweede taal
OZB
Onroerend zaakbelasting
PIW
Partners in Welzijn
PSZ
Peuterspeelzaal
RAP
Regionaal Afvalplan
RBL
Regionaal Bureau Leerlingzaken
RMC
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
ROVL
Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg
RWE
Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk
RWM
Reinigingsbedrijf Westelijke Mijnstreek
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
193
VONSS
Voerendaal-Onderbanken-Nuth-Simpelveld-Schinnen
VVE
Voor- en vroegschoolse educatie
WABO
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WM
Westelijke Mijnstreek
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WOZ
Wet waardering onroerende zaken
Wpg
Wet publieke gezondheid
Wsw
Wet sociale werkvoorziening
194
Raadsvoorstel, vaststellingsbesluit, aangenomen amendementen, moties en initiatiefvoorstel
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212