Programmabegroting gemeente Losser
2016-2019
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .....................................................................................................................2 Aanbiedingsbrief ..................................................................................................................3 Leeswijzer .............................................................................................................................6 1. Financiële positie .............................................................................................................7 1.1. Financieel perspectief......................................................................................................8 1.2. Uitwerking kaders .......................................................................................................... 12 Beleidsbegroting ................................................................................................................ 15 2. Programmaplan .............................................................................................................. 16 2.1. Natuur en Ruimte .......................................................................................................... 17 2.2. Welzijn en Zorg ............................................................................................................. 24 2.3. Economie en Werk ........................................................................................................ 31 2.4. Bestuur en Dienstverlening ........................................................................................... 38 3. Verplichte paragrafen..................................................................................................... 45 3.1. Lokale Heffingen ........................................................................................................... 46 3.2. Weerstandvermogen en risicobeheersing...................................................................... 50 3.3. Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................................ 56 3.4. Financiering................................................................................................................... 70 3.5. Bedrijfsvoering .............................................................................................................. 74 3.6. Verbonden partijen ........................................................................................................ 78 3.7. Grondbeleid................................................................................................................. 104 Financiële begroting ........................................................................................................ 112 4. Financiële positie ......................................................................................................... 113 4.1. Financiële positie......................................................................................................... 114 4.2. Meerjarenperspectief op programma ........................................................................... 118 4.3. Algemene risicoreserve ............................................................................................... 119 4.4. Staat van reserves en voorzieningen........................................................................... 120 4.5. Incidentele lasten en baten .......................................................................................... 124 5. Voorstel en Besluit ....................................................................................................... 127 6. Bijlagen ......................................................................................................................... 128 6.1. Actuele beleidsdocumenten ........................................................................................ 129 6.2. Beleidsverplichtingen en wensen ................................................................................ 132 6.3. Vervangingsinvesteringen ........................................................................................... 134 6.4. Financiële uitgangspunten ........................................................................................... 135 6.5. Saldo economische en monetaire unie (EMU) ............................................................. 137 6.6. Organisatieoverzicht .................................................................................................... 139 6.7. Lijst van afkortingen .................................................................................................... 140
blz. 2 (van 144)
Aanbiedingsbrief Inleiding Hiermee bieden wij u de programmabegroting 2016 van de gemeente Losser aan. Vorig jaar presenteerden wij al een structureel sluitende begroting, met lagere woonlasten. Deze positieve lijn kon met de Kadernota 2016 worden doorgetrokken. Wij prijzen ons gelukkig dat we er weer in zijn geslaagd om een begroting 2016 te kunnen presenteren, met een structureel sluitend meerjarenperspectief. Hierbij is er rekening mee gehouden dat in 2016 en volgende jaren belangrijke investeringen voor Losser kunnen worden gedaan. Daarbij is te denken aan de vervangende nieuwbouw van de locatie van het Twentse carmelcollege in Losser en de vervangingsinvesteringen in wegen en openbare verlichting. Verder is in de Kadernota 2016 een financiële aanzet gegeven voor de kostendekking van een te realiseren accommodatie voor bewegingsonderwijs en multifunctionele accommodaties. Uitdagingen Ook in het derde jaar van onze collegeperiode is er aan uitdagingen geen gebrek. Een belangrijk speerpunt is het bevorderen van werkgelegenheid. In november 2015 presenteren wij de raad een plan van aanpak voor het bevorderen van de uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar werk. We zetten in op intensieve persoonlijke aanpak met focus op arbeidsfitheid, ervaring opdoen met solliciteren, verhogen van taalniveau en het halen van startkwalificaties door jongeren. Dit is gekoppeld aan de werkgeversbenadering. In dit verband noemen wij ook het servicebedrijf ‘Losser’, dat in 2016 operationeel zal gaan worden. Dit bedrijf zal een aantal uitkeringsgerechtigden en/of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans bieden om werkervaring op te doen. Dit vergroot de kans op het uiteindelijk verwerven van een reguliere baan. Daarnaast zijn er voordelen die te maken hebben met serviceverlening aan de burger en het geven van een voorbeeldfunctie wat betreft de inzet en begeleiding van mensen. Ten slotte zal een kostenvoordeel worden behaald. Inmiddels hebben de groenmedewerkers van de stichting Werken in Losser (WiL) hun intrek genomen op de gemeentewerf. De stichting Werken in Losser (WIL) gaat haar derde jaar in. De bedrijfsvoering is op orde. Vanuit het rijk worden er in de komende jaren oplopende bedragen gekort op het budget voor de Participatiewet (voormalige onderdeel sociale werkvoorziening). Door te sturen op omzet en kosten, wordt geprobeerd om de korting van € 400.000 in 2016 grotendeels binnen de exploitatie op te vangen. Toerisme en recreatie zijn belangrijke bronnen van werkgelegenheid voor onze gemeente. Begin 2016 presenteren wij een actieplan om deze sector te versterken. Dit plan maken wij samen met de recreatieondernemers. De transitie in de zorg- en jeugdzaken is afgerond. Daar waar in 2015 de nadruk lag op het organiseren en herindiceren van (jeugd)zorg, ligt in 2016 de focus op het integraal benaderen van huishoudens. Via het principe 'één gezin, één plan, één aanpak' sturen we op zelfredzaamheid, mede door op-maat ondersteuning op het vlak van werk, zorg en jeugdzorg. Daarnaast sturen we op het vergroten van zelfredzaamheid van de burgers, door het verder positioneren van de zorg- en welzijnstaken rond de sociale teams. Het CJG zal in 2016 gehuisvest worden in het gemeentehuis, om zo een optimale afstemming te krijgen met gemeentelijke afdelingen.
blz. 3 (van 144)
In het collegeakkoord 2014-2018 is aangegeven dat de gemeente meer activiteitgericht wil subsidiëren. Dit betekent dat de omvang van subsidies wordt gekoppeld aan bepaalde maatschappelijke doelen. Uitgaande van de geformuleerde uitgangspunten, wordt over dit onderwerp vanaf eind 2015 het gesprek met de gesubsidieerde organisaties aangegaan. Op gebied van afvalinzameling is in 2015 een proef met 'droge grondstoffen' uitgevoerd en geëvalueerd. Dit leidt tot het vaststellen van nieuw beleid in 2016. In 2012 hebben de Twentse gemeenten samen met Woon de regionale woonvisie vastgesteld. In 2016 zal de gemeente Losser de daarop volgende lokale woonvisie formuleren. Hierbij wordt de beperking van de woningbouwcapaciteit betrokken. Een belangrijk element in het collegeprogramma is ‘de blik naar buiten’. Wij hebben de ambitie om de burgers, bedrijven en instellingen meer te betrekken bij de uitvoering van de gemeentelijke taken. We zijn geen terugtredende overheid, maar een overheid die afhankelijk van het onderwerp en het moment verschillende rollen vervult. De rollen van de gemeente gaan meer variëren: zelf doen, faciliteren, regisseren en of overlaten. Daarvoor gaan we de energie, denk- en organisatiekracht van de samenleving benutten, om uiteindelijk voor Losser tot een beter resultaat te komen. Dit vraagt een verandering in doen en laten van alle betrokkenen, van medewerkers, van bestuur en van de raad. Er is een start gemaakt met dit bewustwordingstraject. In 2016 wordt dit met veel energie voortgezet. Ook de samenwerking tussen de Twentse gemeenten is in beweging. De afgelopen twee jaar hebben de Twentse gemeenten zich gebogen over de wijze waarop ze in de toekomst willen blijven samenwerken. Dit heeft geleid tot het rapport “Samenwerken doen we zelf”, dat in april van dit jaar aan de gemeenteraad is aangeboden. Op basis van de standpunten van de gemeenten is een definitief voorstel gemaakt voor een gewijzigde Regeling Regio Twente en een nieuwe zogenaamde bedrijfsvoering regeling. Laatstgenoemde regeling, ook wel Twentebedrijf genoemd, vormt de landingsplaats voor de samenwerkingsinitiatieven binnen de bedrijfsvoering. Via een op te richten Twenteraad wordt in de inbreng van de Twentse raden voorzien. De gemeenteraad moet over de vorming van beide regelingen nog een besluit nemen. Projecten Samen met de partners in de Overijsselse regio’s Twente en IJsselland is een netwerk-RUD (Regionale Uitvoeringsdienst) opgericht, met de ambitie om te komen tot een aantoonbare verbetering in de uitvoeringskwaliteit van de taken in de fysieke woonomgeving (bijvoorbeeld voor wonen, bouwen en milieu). Ondanks dat de rijksoverheid de gemeenten de ruimte heeft gegeven om te experimenteren met een netwerk-RUD, heeft de staatssecretaris inmiddels een voorstel bij de Tweede kamer liggen die gemeenten verplicht om de RUD in de vorm van een GR te gieten. Om die reden wordt afgekoerst op een RUD op basis van de Wet Gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Dit zal naar verwachting in 2017 zijn beslag gaan krijgen. In 2016 opent het Kulturhus Overdinkel haar deuren. Daarnaast zijn wij vastbesloten om, samen met de partners, ook te komen tot een Kulturhus voor Losser. Een gemeenschapsvoorziening waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten en samenwerken. Wij koersen erop dat begin 2016 de aanbesteding en gunning kunnen gaan plaatsvinden. De uitvoering en afronding van de verbouw zal naar verwachting in de loop van 2016 plaatsvinden. In 2014 heeft de gemeente Losser zich aangesloten bij het initiatief van Haaksbergen, Hengelo en Enschede om burgerinitiatieven, gericht op de aanleg van glasvezel in het
blz. 4 (van 144)
buitengebied, te ondersteunen. Bij voldoende deelname zal in 2016 glasvezel in het buitengebied worden aangelegd. Financieel De voorliggende programmabegroting is een sturingsinstrument voor de gemeenteraad. Wij blijven zoeken naar mogelijkheden voor verbetering. Ons college is dan ook benieuwd naar de resultaten van het onderzoek van de rekenkamercommissie van de raad naar de ‘sturingsmogelijkheden met de programmabegroting’. In de inleiding is aangegeven dat de voorliggende begroting 2016 (en het meerjarenperspectief) structureel sluitend is. Ook op dit moment blijven we er ons echter van bewust op ‘dun ijs’ te schaatsen. De internationale economische situatie blijft onzeker. Een instelling als het IMF stelt bijvoorbeeld dat de kans op een internationale terugval van de economie onverminderd groot blijft. Ook de Losserse financiële positie geeft, ondanks het toenemende weerstandsvermogen, nog geen reden tot euforie. Zo is bijvoorbeeld in de bestuursrapportage al aangegeven, dat nog altijd grote onduidelijkheid bestaat over de omvang van de zorgkosten. Dit houdt hoofdzakelijk verband met het feit dat de facturering om diverse redenen (onder meer privacy en bouw van factureringssysteem) pas laat tot stand is gekomen, waardoor het nog altijd onduidelijk is in hoeverre de beschikbare Losserse budgetten toereikend zullen zijn. Ook is er nog onzekerheid rondom eerdergenoemde integrale woonvisie. Uitkomst van het totstandkomingsproces zal zijn dat Losser zich zal dienen te beperken in het aantal te bouwen woningen, met een afboeking op de boekwaarde van bouwgronden tot gevolg. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe hoog deze financiële tegenvaller zal zijn.
blz. 5 (van 144)
Leeswijzer Financiële positie In hoofdstuk 1 vindt u een toelichting op het financiële kader. Beleidsbegroting De beleidsbegroting bestaat uit het Programmaplan en de verplichte paragrafen. Het programmaplan van de begroting 2016 is, conform het coalitieakkoord, opgebouwd vanuit vier programma's, te weten: 1. 2. 3. 4.
Natuur en Ruimte Welzijn en Zorg Economie en Werk Bestuur en Dienstverlening
Op 10 juni 2014 heeft de Raad ingestemd met het voorstel “Doorontwikkeling Planning & Controlcyclus”. In 2015 heeft dit geresulteerd in een nieuwe opzet van de begroting met daarin een doelenboom, indicatoren en speerpunten voor elk programma. Ook is aangegeven dat de nieuwe opzet van de begroting in ontwikkeling is en dat er verder vorm aan moet worden gegeven. Voor 2016 is dit getracht door ook de strategische doelen vanuit de toekomstvisie te betrekken bij de beleidsdoelen. Er is bewust nog geen invulling gegeven aan de ontbrekende indicatoren per programma. Dit in verband met de ontwikkelingen die er zijn vanuit de commissie vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) (commissie Depla) . Naar verwachting zal de commissie de gemeenten vanaf 2017 verplichten een set op te nemen van 60-70 indicatoren. Zo krijgen gemeenteraden beter zicht op wat andere gemeenten doen en kunnen ze het beleid beter sturen. In het programmaplan wordt per programma antwoord gegeven op de volgende W-vragen: • • •
Wat willen we bereiken? Wat gaan we ervoor doen? Wat mag het kosten?
Ieder programma start met de strategische doelen vanuit de Toekomstvisie Losser 2025 Samen Schatbewaarders en een doelenboom. In deze doelenboom wordt de verbinding tussen de beleidsdoelen (‘Wat willen we bereiken?’) en de in te zetten producten ( ‘Wat gaan we ervoor doen?’) schematisch weergegeven. Het betreft een samenvatting voor het hele programma. In de tabel met speerpunten wordt toegelicht op welke wijze de verschillende producten ingezet gaan worden voor het begrotingsjaar. Tot slot wordt per programma de begroting 2016 weergegeven op productniveau. Hiermee krijgt u inzicht in de kosten per product. De informatie met betrekking tot het bestaand beleid is terug te vinden in de bijlage van de begroting. De gepresenteerde begroting is nog in ontwikkeling. In de komende jaren zal deze nog verder vorm worden gegeven. Financiële begroting In hoofdstuk 4 is een toelichting op het financieel perspectief opgenomen, bestaande uit een resultatenoverzicht op programmaniveau en een overzicht van de ontwikkelingen van de Algemene Risico Reserve.
blz. 6 (van 144)
1. Financiële positie De planning en controlcyclus in de gemeente Losser bestaat uit vier documenten. Deze zijn (in volgorde van de P&C-cyclus: de kadernota, de begroting, de bestuursrapportage en de jaarrekening. • • •
•
De Kadernota heeft betrekking op het komende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren. De raad stelt (financiële) kaders voor de komende jaren; De begroting gaat over het komende begrotingsjaar en borduurt voort op de uitgangspunten die in de Kadernota zijn geformuleerd; De bestuursrapportage wordt in het begrotingsjaar behandeld. Deze rapportage geeft inzicht in de begrotingsuitvoering en biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om bij te sturen; De jaarrekening is het sluitstuk van de P&C cyclus en wordt na afloop van het begrotingsjaar aan de raad voorgelegd. Na vaststelling door de raad is het college gedechargeerd voor het gevoerde financiële beleid.
blz. 7 (van 144)
1.1. Financieel perspectief De Kadernota 2016 – 2019 is op 30 juni 2015 door de gemeenteraad conform voorstel vastgesteld. ‘Naar een nieuwe samenwerking' is de titel van het coalitieakkoord. Het geeft het motto van Losser weer. De rol van de gemeente verandert in de samenleving. De nadruk van de gemeentelijke taken komt steeds meer te liggen op het sociale domein. Onze positie ten opzichte van de maatschappelijke partners is aan het wijzigen. We hebben steeds meer een regierol en een faciliterende rol. Samenwerking en participatie zijn voor ons daarin sleutelbegrippen. Naast de uitdaging van nieuwe samenwerking is er voor Losser ook een flinke financiële opgave. Dit is geen gemakkelijke opgave omdat de afgelopen jaren al flink is bezuinigd. In eerdere jaren zijn prioriteiten doorgeschoven. In de kadernota is een deel van deze prioriteiten dit jaar gehonoreerd, maar ook een aantal knelpunten benoemd, die niet zijn gehonoreerd. De afgelopen jaren is flink bezuinigd, het is mede daarom niet noodzakelijk om extra bezuinigingsmaatregelen te nemen en/of hervormingen door te voeren. Het college vindt het belangrijk dat Losser op lange termijn een robuuste financiële huishouding heeft en daarom zal het college koersen op een verdere versterking van de financiële positie. In onderstaande tabel en het vervolg van deze paragraaf zullen wij u meenemen in de ontwikkelingen van de in juni 2015 vastgestelde kadernota 2016 tot de nu voorliggende begroting 2016. Tabel 1.1 Financiële begroting 2016 e.v. na kadernota (x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
0
65
0
59
A. Verwerking meicirculaire 2015
314
113
119
174
B. 2e deel groot onderhoud gemeentefonds is reeds bij kadernota opgenomen
-98
-197
-197
-197
Stand kadernota 2016
C. Begrotingsjaar 2019 aanpassen a.d.h.v. de meicirculaire ten opzichte van de aanname in kadernota
-235
D. Actualisering prijsindex materiële budgetten
-2
-3
-2
-2
E. Actualisering DVO gemeente Enschede
-6
-6
-6
-6
565
407
362
234
-3
3
5
5
-157
-137
-137
-137
82
14
122
158
F. Actualisering renteresultaat t.o.v. kadernota i.v.m. rekenrente verlaging naar 4,5%, investeringsplanning (rente) en de lagere rentekosten toerekening aan de producten. G. PM-posten uit kadernota H. Nieuwe knelpunten begroting ontstaan na vaststelling kadernota (zie tabel 1.2) I. Overige mutaties; o.m. VRT, Regio
blz. 8 (van 144)
Twente, actualiseren reeks vervangingsinvesteringen, WOT Financiële situatie begroting 2016 2019 na herrekening begroting Toevoegingen aan algemene risico reserve Financiële situatie begroting 2016 2019
695
259
266
53
-695
-259
-266
-53
0
0
0
0
Toelichting: A) Verwerking meicirculaire De doorrekening van de meicirculaire 2015 levert het onderstaande resultaat op. Voor nadere toelichting zie hoofdstuk 4 Toelichting financiële positie. Omschrijving (x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Stand gemeentefonds na meicirculaire 2015
31.467
30.363
29.891
29.821
Stand gemeentefonds na decembercirculaire 2014
31.883
31.887
31.830
31.940
Bruto mutatie
-416
-1.524
-1.939
-2.119
Taakmutaties meicirculaire
-730
-1.637
-2.058
-2.293
314
113
119
174
Netto mutatie
Taakmutaties meicirculaire Omschrijving taakmutatie ( x € 1.000) Generiek digitale infrastructuur Toelage huishoudelijke hulp
2016
2017
2018
2019
-6
-6
-6
-6
315
Gezond in de stad
63
63
-195
-132
-132
-132
163
102
-28
-67
-702
-1.019
-1.005
-999
51
98
157
178
Mutaties participatiewet - WSW
-419
-743
-1.044
-1.267
Totaal
-730
-1.637
-2.058
-2.293
Mutaties WMO Mutaties AWBZ naar WMO Mutaties jeugdzorg Mutaties participatiewet - reïntegratie
B) 2e deel groot onderhoud gemeentefonds Bij de Kadernota 2016 – 2019 is er reeds rekening gehouden met de positieve gevolgen van het 2e deel groot onderhoud gemeentefonds voor de komende jaren. In de meicirculaire zijn de definitieve cijfers opgenomen en in de voorliggende begroting verwerkt. C) Begrotingsjaar 2019 aanpassen a.d.h.v. de meicirculaire ten opzichte van de aanname in kadernota
blz. 9 (van 144)
Bij de kadernota was de mutatie in de algemene uitkering voor het jaar 2019 nog niet bekend. In de kadernota hebben wij hierop geanticipeerd en hiervoor een aanname opgenomen. De mutatie is met de meicirculaire definitief geworden en wordt de aanname hier gecorrigeerd. D) Actualisering prijsindex materiële budgetten Dit betreft de correctie ten opzichte van de in de kadernota opgenomen geschatte reeks voor indexering van de materiele budgetten. E) Actualisering DVO gemeente Enschede De verwerking van de geprognotiseerde loon- en prijscompensatie leidt tot een correctie van € 6.000 ten opzichte van in de kadernota opgenomen bedrag. F) Actualisering rente-resultaat In de bestuursrapportage is melding gemaakt van een aanmerkelijk voordelig renteresultaat, dat wordt veroorzaakt door een aantal oorzaken, te weten: 1) de lage marktrente, 2) het feit dat bij het uit te voeren treasurybeleid 'scherp aan de wind wordt gezeild, waardoor er minder relatief 'duur' lang geld hoeft te worden aangetrokken en 3) het feit dat er meer rente aan ‘onderhanden werk’ kan worden toegerekend. Bij het opstellen van de begroting is op deze voordelen geanticipeerd. G) PM-posten uit kadernota. Een aantal van de genoemde pm posten in de kadernota zijn ondertussen in beeld en bij de begroting op geld gezet. -Energiekosten lichtmasten: In de komende jaren wordt ongeveer de helft van het totale areaal aan lichtmasten vervangen. Dit in 5 fasen. Voor 2 fasen zijn de financiële middelen beschikbaar gesteld. Voor alsnog wordt ingeschat dat dit zal leiden tot verlaging van energielasten voor 2017 van ca. € 2.500 voor 2018 en 2019 van ca. € 5.000. -Vervoersproject GoOV: GoOV is een vervoersproject binnen regio Twente gericht op ondersteuning bij reizen met OV. Mensen worden via mobiel begeleid tijdens het gebruik maken van het openbaar vervoer. Het project is een kans om in de toekomst een besparing te genereren op vervoersindicaties van zowel leerlingenvervoer als bij de WMO doelgroep. In 2015 is een experiment met twee leerlingen gestart. De verwachte kosten voor 2016 bedragen € 3.300. Afhankelijk van het resultaat wordt besloten of het project wordt uitgebreid. Uw raad ontvangt hierover dan een afzonderlijk raadsvoorstel met een nader uitgewerkte begroting H) Nieuwe beleidswensen en knelpunten na kadernota. In onderstaande tabel zijn de nieuwe knelpunten en beleidswensen opgenomen. Tabel 1.2 Nieuwe beleidswensen en knelpunten na kadernota Programma/omschrijving (x € 1)
Afdeling V/W/O termijn
2016
2017
2018
2019
Bestuur en Dienstverlening 1. Accountantskosten
GRIF
O
j
-10.000
-10.000
-10.000
-10.000
2. Live uitzenden raadsvergaderingen
GRIF
W
j
-6.000
-6.000
-6.000
-6.000
3. OZB (vn nieuwe scholen en
BSP
O
j
-44.000
-44.000
-44.000
-44.000
blz. 10 (van 144)
indexering) 4. Stichting Wil verwacht resultaat
WIZ
O
j
77.000
5. Anticiperen op meer te huisvesten statushouders
WIZ
O
j
-20.000
Totaal beleidsverplichtingen en -wensen
77.000
77.000
77.000
157.000 137.000 137.000 137.000
Niet verwerkte beleidswensen en knelpunten Tijdens het opstellen van zowel de kadernota en de begroting zijn beleidswensen en knelpunten geïnventariseerd. Niet alle beleidswensen zijn gehonoreerd. De niet gehonoreerde knelpunten en wensen zijn: * Nieuwe accommodatie bewegingsonderwijs * Multifunctionele accommodatie Voor de twee hierboven vermelde wensen is in de kadernota een bedrag van € 57.000 voor zowel het jaar 2018 als 2019 opgenomen. * Conjunctuurfonds aanvullen * Onkruidbestrijding op verharding * RUD-gevolgen; o.a. extra inkoop diensten RUD * Werkbudget van buiten naar binnen werken * Extra budget inhuur derden spec.taken/knelpunten/flexbudget * Ontwikkelingsplan centrum Losser (horecaplein) * Inkoop P2P-systeem * Verrekenen kosten meetwerk GBKN/BGT Bij de Kadernota zijn ook (mogelijke) knelpunten benoemd voor 'maatwerkvoorzieningen' en 'budget sociaal domein'. Aan deze prioriteiten wordt onder andere in de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' aandacht besteed.
blz. 11 (van 144)
1.2. Uitwerking kaders In deze begroting zijn de kaders vanuit de begroting 2012 opgenomen. In de tabel staat de verdere uitwerking van deze kaders. Hierin staan de bezuinigingen die we in 2016 en verdere jaren moeten realiseren. Voor het realiseren van de bezuiniging ''Het nieuwe werken'' en ''Verhuur gemeentehuis'' is het noodzakelijk dat het Kulturhus Losser wordt gerealiseerd. Tabel 1.3 Uitwerking kaders Kader (bedrag * 1.000 euro)
Programma
2016
2017
Andere rol van de overheid Noaberschap
W&Z
35
35
Wijkcoaches
W&Z
25
25
Vastgoed
N&R
10
10
Samenwerking andere gemeenten
B&D
10
10
Innovatie
Bedrijfsvoering Het nieuwe werken
40
Verhuur gemeentehuis
67
Gemeentelijke gebouwen Structureel gerealiseerd Totaal uitwerking kaders
80
187
Reserve uitwerking kaders De raad heeft op 12-7-2011 ingestemd met het instellen van een reserve van € 500.000 voor het uitwerken van de kaders uit de begroting 2012. Het college heeft toegezegd de raad actief te informeren over dit meerjarige budget. De onderstaande tabel geeft inzicht in het verloop van de reserve. Tabel 1.4 Verloop Reserve uitwerking kaders Kader
Verwachte uitgaven
Uitgaven t/m berap Aangegane 2015 incl. verplichtingen amendement 2015 e.v.
Resterend
Andere rol van de overheid Noaberschap
150.000
-27.100
122.900
50.000
-50.000
0
Innovatie Vastgoed
blz. 12 (van 144)
Bedrijfsvoering Het nieuwe werken
96.000
-78.998
Duurzaamheid
13.782
-13.782
0
0
Verhuur gemeentehuis
42.947
-42.947
0
0
Besparing zwembad
15.300
-15.300
0
0
Kerntakendiscussie
24.200
-24.200
0
0
Invoering P&O instrumentarium
26.570
0
-26.570
0
Onderzoek buitendienst
73.000
-101.184
491.799
353.511
Totaal verwachte uitgaven
blz. 13 (van 144)
17.002
-28.184 26.570
111.718
blz. 14 (van 144)
Beleidsbegroting
blz. 15 (van 144)
2. Programmaplan
Wij kennen de volgende programma's:
•
• 2.1 Natuur en Ruimte • 2.2 Welzijn en Zorg • 2.3 Economie en Werk 2.4 Bestuur en Dienstverlening
De verdeling van de lasten is als volgt:
blz. 16 (van 144)
2.1. Natuur en Ruimte
"Wonen in karakteristieke kerkdorpen met een uniek landschap"
Strategische doelen: • • • •
Behouden van het unieke landschap met ruimte voor de landbouwsector Kwalitatief goede en levensloopbestendige woningen in vitale karakteristieke kerkdorpen Goede verbindingen tussen kerkdorpen, natuurgebieden, omliggende steden en (Duitse) buren Aantrekkelijk ondernemersklimaat
Totstandkoming en uitwerking strategische doelen De strategische doelen hebben we samen met onze partners en de samenleving in 2013 geformuleerd. Ze staan in onze toekomstvisie Losser 2025 Samen schatbewaarders van de gemeente Losser. De strategische doelen hebben we uitgewerkt in doelstellingen. De doelstellingen samen vormen de doelenboom. Wat we ervoor gaan doen om de doelstellingen te behalen staat in de tabel daaronder.
blz. 17 (van 144)
Wat willen bereiken? Doelenboom Natuur en Ruimte Doelstelling
Producten
Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders streven naar ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied.
-->
Zorgen voor een passende kwaliteit van bestaande woningen en de directe woonomgeving, onder andere faciliteren van langer thuis wonen.
-->
Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied van wonen en bedrijvigheid.
-->
Wat mag het kosten -->
Lasten
177
-->
Baten
-->
Lasten
152
-->
Baten
70
-->
Lasten
2.699
-->
Baten
2.699
-->
Lasten
1.171
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
491
-->
Lasten
910
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
1.583
-->
Baten
2.000
-->
Lasten
2.055
-->
Baten
2.222
Landelijk gebied 0
Wonen
Grondbedrijf
Ruimtelijke ordening
Behouden van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente.
-->
56 1.375
Vergunningen
Handhaving
Optimale bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven.
-->
3 242
Verkeer en vervoer 38 2.243
Wegen 24 1.197
Groen We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte die mededrager is in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente.
-->
21
Afval en reiniging
Riolering en water Bedragen x 1.000 Euro's
Wat gaan we er voor doen / Speerpunten 2016 Doelstelling: Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders streven naar ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied. Landelijk gebied
Uitvoeren van het bestemmingsplan Buitengebied. In stand houden, stimuleren en waar mogelijk verbeteren van dag- en verblijfsrecreatie voorzieningen Het verder verbeteren en optimaliseren van de toeristische infrastructuur Landschapsbeheer: • • •
Uitvoering en aanpassing/actualisatie Cascobeleid om waardevolle houtwallen in stand te houden en vernieuwing mogelijk te maken. Betere aansluiting tussen Casco, APV en bestemmingsplan Buitengebied. Onderhoud houtwallen in eigendom van de gemeente.
Doelstelling: Zorgen voor een passende kwaliteit van bestaande woningen in de directe woonomgeving, onder andere faciliteren van langer thuis wonen. Wonen
Op basis van de Regionale Woonvisie wordt de woonvisie 2012-2022 geactualiseerd en begin 2016 door de raad vastgesteld. Daarbij dienen ook keuzes te worden gemaakt om de woningbouwcapaciteit terug te dringen. Op basis van de vastgestelde Woonvisie Losser 2016 zullen de prestatieafspraken met de provincie en de woningbouwcorporaties worden geactualiseerd.
Doelstelling: Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied van wonen en bedrijvigheid. Grondbedrijf
Zie toelichting onder tabel "Wat mag het kosten".
Doelstelling: Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Ruimtelijke ordening Inrichting & beheer van de openbare ruimte
De inrichtings- en onderhoudskwaliteit van de openbare ruimte draagt in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Het onderhoudsniveau voor de openbare ruimte is vastgesteld op niveau B. Bij investeringen in onderhoud en vervanging van voorzieningen in de openbare ruimte worden zoveel mogelijk synergiekansen benut waardoor het mogelijk wordt bij te dragen aan de strategische doelen van de gemeente. Hiertoe wordt jaarlijks het MIP (integraal meerjaren investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte geactualiseerd).Speerpunten 2016: Kern Overdinkel: •
Realisatie centrumplein en directe omgeving (waaronder realisatie
van een 'centrumhalte' openbaar vervoer. Kern Losser: •
•
Uitwerken ontwerp Gronausestraat op basis van de inrichtingsvisie die tot stand is gekomen in samenhang met het opstellen van het Parapluplan en Verkeerscirculatieplan kern Losser. Start uitwerking wijkvernieuwing Irisstraat/Leliestraat.
Kern De Lutte: • •
Opstellen integraal technisch plan voor vervangingsinvesteringen met doorkijk naar synergiemogelijkheden. Planvorming herinrichting Lossersestraat, P. Geerdinkstraat.
Overkoepelend: • •
Opstellen Groenstructuurplan, beleidsnota Wegen en Openbare Verlichting. Start vervanging openbare verlichting (op basis van beleidsnota Openbare verlichting).
Vergunningen De vergunningverlening (o.a. bouwen, milieu, Algemene Plaatselijk Verordening en bijzondere wetten) zal met de beschikbare capaciteit op een adequaat niveau moeten worden uitgevoerd. Het product moet voldoen aan de beleidsregels, wet- en regelgeving (dit met inbegrip van jurisprudentie). Hierbij moet ook gedacht worden aan het in elk geval binnen de daartoe gestelde termijnen afhandelen van de procedures. Een extra opgave zal het veiligheidsaspect binnen de Apvvergunningverlening zijn. Het proces van de omgevingsvergunningen gaat al grotendeels digitaal. In 2016 zal dit proces nagenoeg volledig digitaal worden doorlopen. Ook zal de ingeslagen koers, dat het product steeds meer in samenwerking wordt gemaakt, o.a. Regionale Uitvoeringsdienst( RUD Twente), worden voortgezet. Volgens planning zal in 2016 de overgang van het programma waar nu het vergunningenproces in wordt begeleid, Key 2 vergunningen (van Centric) naar Squit (Roxit) plaatsvinden. In elk geval zullen hier in 2016 de voorbereidingen voor worden gestart. Tevens wordt in 2016 worden voorgesorteerd op de komst Omgevingswet in 2018 die onder andere de Wabo zal vervangen. Ook zal de omschakeling van de netwerk RUD naar een fysieke RUD aandacht vragen. De ontwikkelingen met betrekking tot Squit, Omgevingswet en RUD genoemd onder vergunningen gelden evenzeer voor handhaving. Handhaving
•
•
• •
Toezicht op en handhaving (inclusief juridische procedures) van verleende omgevingsvergunningen voor de activiteit bouw; dit bij particulieren en bij bedrijven. Toezicht op de naleving van milieuregelgeving door bedrijven en handhaving in dit kader (inclusief de juridische procedures); hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Regionale Uitvoeringsdienst. Actief toezicht bij sloopactiviteiten met asbest. Goede afstemming met de brandweer op de controles in het kader
blz. 20 (van 144)
•
van het brandveilig gebruiken van gebouwen. Geen (actief) toezicht/handhaving in het kader van de Algemene plaatselijke verordening en bijzondere wetgeving (zoals Drank- en horecawet). Dit met uitzondering van de brandveiligheid en constructie bij evenementen.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat er voldaan zal moeten worden aan de kwaliteitscriteria VTH (Vergunning, toezicht en handhaving). In dit kader wordt er ook samengewerkt binnen de RUD. De ontwikkelingen met betrekking tot Squit (o.a. in relatie tot de doorontwikkeling van digitaal handhaven), Omgevingswet en RUD genoemd onder vergunningen gelden evenzeer voor handhaving. Doelstelling: Optimale bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven. Verkeer en vervoer
• • • •
Uitvoeren incidentele verkeersmaatregelen. Uitvoeren verkeerscirculatieplan met parkeeronderzoek kern Losser in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen. Bevorderen openbaar vervoer. Bevorderen verkeersveiligheid, onder andere door verkeerskundige aanpassingen in infrastructuur integraal deel uit te laten maken van herinrichtingsprojecten.
Doelstelling: We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte welke mede drager is in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente. Wegen
• • • •
Groen
•
• •
Afval en reiniging
• •
Vaststellen beleidsplan voor wegen, fietspaden en openbare verlichting. Actualisatie en vaststellen Wegenlegger. Implementatie integraal beheerpakket voor Wegen, Kunstwerken en Openbare Verlichting. Het budget voor groot onderhoud en de bestemmingsreserve "Reserve Wegen" worden opgenomen als dekkingsmiddel in het MIP en vandaaruit ingezet voor het veilig houden van wegen en bijdragen aan integrale herinrichtingsprojecten. Vaststellen Groenstructuurplan voor de kernen binnen de gemeente Losser met invulling van een meer robuuste en duurzame groenstructuur waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit en leefomgeving. Implementatie integraal beheerpakket voor Groen en Speelvoorzieningen. Uitvoering van groenonderhoud op basis van beeldbestek door het "Servicebedrijf Losser". Continueren regierol inzameling huishoudelijk afval en exploitatie afvalbrengpunt. Opstellen nieuw beleid voor inzameling huishoudelijk afval, mede op basis van resultaten pilot afvalscheiding in De Lutte.
blz. 21 (van 144)
Riolering en water
• •
• • •
Herziening vGRP. Rioolvervangingen en groot onderhoud vanuit het vGRP opnemen in het MIP en van hieruit de investeringsgelden doelmatig inzetten in integrale herinrichtingsprojecten. Verder uitvoering geven aan gefaseerde vervanging en renovatie van rioolgemalen in het buitengebied. Afronding hydraulische doorrekening van alle rioolstelsels binnen de gemeente Losser, mede geënt op mogelijke klimaatscenario's Implementatie integraal beheerpakket voor Riolering en voorzieningen ten behoeve van stedelijk waterbeheer.
Wat mag het kosten? Programma Natuur & Ruimte
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Landelijk gebied
232
116
177
177
177
176
Wonen
272
152
152
150
150
150
Grondbedrijf
2.804
7.666
2.699
838
4.138
1.467
Ruimtelijke ordening
1.158
866
1.171
1.138
1.138
1.136
Vergunningen
1.282
1.143
1.375
1.364
1.364
1.362
Handhaving
744
982
910
874
864
863
Verkeer en vervoer
234
215
242
243
243
242
Wegen
2.725
2.416
2.243
2.508
2.610
2.625
Groen
1.218
1.160
1.197
1.183
1.177
1.160
Afval en reiniging
1.814
1.810
1.583
1.662
1.876
1.876
Riolering en water
2.076
1.975
2.055
2.236
2.246
2.380
14.560
18.500
13.803
12.374
15.982
13.438
Landelijk gebied
373
0
0
0
0
0
Wonen
247
70
70
70
70
70
2.432
7.426
2.699
838
4.138
1.467
Ruimtelijke ordening
126
56
56
56
56
56
Vergunningen
408
491
491
491
491
491
Handhaving
8
3
3
3
3
3
Verkeer en vervoer
0
38
38
38
38
38
Wegen
165
24
24
24
24
24
Groen
-11
21
21
21
21
21
Afval en reiniging
2.124
1.940
2.000
2.069
2.284
2.284
Riolering en water
2.180
2.309
2.222
2.622
2.621
2.621
Totaal - Baten
8.052
12.376
7.622
6.230
9.743
7.073
Lasten
Totaal - Lasten
Baten
Grondbedrijf
blz. 22 (van 144)
Storting reserves Mutaties reserves Natuur&Ruimte
104
166
13
118
13
13
Totaal - Storting reserves
104
166
13
13
13
13
Mutaties reserves Natuur&Ruimte
349
268
6
56
6
6
Totaal - Onttrekking reserves
349
268
6
56
6
6
6.262
6.023
6.188
6.206
6.245
6.372
Onttrekking reserves
Natuur & Ruimte
Toelichting De afwijking op productniveau (exclusief grondbedrijf) ten opzichte van de begroting 2015 zit voornamelijk in de toerekening van kosten, de 1% renteverlaging op de kapitaallasten en de prijsindex van 0,8% op de materiële budgetten. De afwijking van de producten Afval en reiniging, Riolering en water is ontstaan door de verwerking van de voorzieningen op zowel de baten als lasten. Voorheen verliep dit via de bestemmingsreserve. Grondbedrijf: Bij het opstellen van deze begroting is de uitvoeringsmodule van de woonvisie 2012-2022 nog als uitgangspunt genomen. De regionale woonvisie voor Twente is op 9 december 2014 vastgesteld. De nieuwe woonvisie van Losser zal hier een uitvloeisel van zijn en begin 2016 door de raad worden vastgesteld. De provincie stemt overigens pas in met een lokale woonvisie als in heel Twente overeenstemming is over de aantallen. Hierin zit dus wel een afhankelijkheid van onze buurgemeenten, voordat definitieve besluiten kunnen worden genomen. We koersen daarbij op eind 2015 voor overeenstemming. De financiële vertaling daarvan zal dan bij de jaarrekening plaatsvinden. Tevens zal in 2016 rekening moeten worden gehouden met de gevolgen van de per 1 januari 2016 in werking tredende Wet Vennootschapsbelasting (verdeling taken en verantwoordelijkheden). Op dit moment is in den lande nog niet duidelijk welke gevolgen uit de invoering van deze wet zullen voortvloeien. Het grondbedrijf zit met ingang van 2016 weer budgettair neutraal in de begroting. Dit houdt in dat de uitgaven en inkomsten gelijk zijn. In de jaren 2013 t/m 2015 is in de begroting rekening gehouden met het renteresultaat op de nog niet in exploitatie genomen gronden. In de voorgenomen BBV wijzigingen is het niet meer toegestaan deze rentekosten toe te rekenen aan de NIEG gronden. Vooruitlopend hierop is dit in de begroting 2016 verwerkt. Dit heeft tevens gevolg voor een lagere rente inkomst op treasury. De verkoop aan Rotij is volledig verwerkt in de begroting 2015. Storting en onttrekking reserve Door een stelselwijziging in de BBV zijn de bestemmingsreserves riolering en reiniging omgevormd tot een voorziening. Vanaf 2016 is dit zichtbaar in de begroting en de oorzaak van de verlaging van de stortingen en onttrekkingen van de reserves. De storting in de reserve betreft de dotatie in de reserve vervanging openbare verlichting. De onttrekking is de bijdrage van de reserve investeringsbijdrage.
blz. 23 (van 144)
2.2. Welzijn en Zorg
"Gezonde en zelfredzame burgers"
Strategische doelen: • •
Adequaat voorzieningenniveau, bereikbare zorg en gevarieerd aanbod aan sport en cultuur. Stimuleren van inwonersparticipatie en eigen kracht volgens goed noaberschap.
Totstandkoming en uitwerking strategische doelen De strategische doelen hebben we samen met onze partners en de samenleving in 2013 geformuleerd. Ze staan in onze toekomstvisie Losser 2025 Samen schatbewaarders van de gemeente Losser. De strategische doelen hebben we uitgewerkt in doelstellingen. De doelstellingen samen vormen de doelenboom. Wat we ervoor gaan doen om de doelstellingen te behalen staat in de tabel daaronder. Ter illustratie, om te bereiken dat inwoners maximaal kunnen participeren en zoveel mogelijk in hun eigen kracht worden gezet stimuleren we initiatieven gericht op het inrichten van algemene voorzieningen binnen de kaders van de WMO
blz. 24 (van 144)
blz. 25 (van 144)
Wat willen bereiken? Doelenboom Welzijn en Zorg Doelstelling
Producten
Wat mag het kosten -->
Lasten
7.933
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
606
-->
Lasten
156
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
48
-->
Lasten
296
-->
Baten
136
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
105
-->
Baten
16
Maatwerkvoorzieningen WMO 600 1.064
Collectieve voorzieningen WMO
Burgers zijn zo lang en zoveel mogelijk zelfredzaam
-->
1 188
Sport 2 1.876
Sportaccommodaties
Kunst en cultuur De zorg voor de jeugd zo lokaal mogelijk aanbod-gericht organiseren. Daarbij in acht nemen dat het kind centraal staat en de ouders zelf verantwoordelijk zijn.
-->
69 4.650
Jeugdzorg 0 738
Welzijnswerk Burgers ervaren de dorpen als sociaal, leefbaar en veilig en dragen daar zelf ook aan bij.
-->
0 627
Welzijnsaccommodaties
Onderwijs 1.276
Onderwijshuisvesting Het behouden van de kwaliteit van het onderwijs en het uitvoeren van de wettelijke taken.
-->
8 437
Leerlingenvervoer 9
Kinderopvang Bedragen x 1.000 Euro's
Speerpunten 2016 Doelstelling: Burgers zijn zo lang en zoveel mogelijk zelfredzaam. Maatwerkvoorzieningen We ondersteunen de zelfredzaamheid en participatie van onze WMO inwoners die dit niet zelf, met behulp van hun netwerk of met behulp van algemene voorzieningen kunnen regelen en betalen, door het verstrekken van maatwerkvoorzieningen. Of de budgetten binnen het sociaal domein toereikend zijn is onduidelijk. Dit houdt hoofdzakelijk verband met het feit dat de facturering om diverse redenen (onder meer privacy en bouw van factureringssysteem) pas laat tot stand is gekomen. Het verstrekken van deze maatwerkvoorzieningen is gericht op het individu zoals huishoudelijke ondersteuning, rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen, ondersteuning zelfstandig leven en ondersteuning maatschappelijke deelname. Beschermd wonen en opvang is bereikbaar en betaalbaar voor Losserse cliënten; inwoners van de gemeente Losser die een indicatie hebben voor beschermd wonen en/of opvang kunnen terecht bij deze voorzieningen. Algemene voorzieningen WMO
We stimuleren initiatieven die, op grond van de vraagbehoefte, algemene voorzieningen in willen richten, waardoor inwoners minder afhankelijk zijn van maatwerkvoorzieningen. We stimuleren maatschappelijke partners en ondernemers om meer algemene voorzieningen te realiseren. We geven maatschappelijke partners de ruimte om algemeen toegankelijke en betaalbare gemaksdiensten en sociale ontmoetingsplekken te realiseren, waar met name burgers met een beperking behoefte aan hebben, wanneer zij voldoen aan de volgende randvoorwaarden: betaalbaar, toegankelijk, op basis van behoeften, voor iedereen beschikbaar voorzieningen/diensten zijn collectief opgezet óf opgezet in afstemming met collegaorganisaties. We stimuleren de verdere ontwikkeling van de sociale teams, waardoor er meer ingezet wordt op preventie en signalering. Hierdoor worden inwoners minder afhankelijk van maatwerkvoorzieningen.
Sport
Bevorderen van een actieve en gezonde leefstijl van inwoners. Inwoners de gelegenheid bieden en stimuleren om op een verantwoorde wijze, tegen een aanvaardbare eigen bijdrage, en in overeenstemming met eigen aanleg, interesse en mogelijkheden, te sporten en bewegen.
Sportaccommodaties
Realiseren van een kwaliteitsverbetering van sport- en recreatieve voorzieningen, waarbij de inbreng van particulieren/verenigingen toeneemt ten opzichte van de overheid. In 2016 wordt een
haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar een nieuwe (multifunctionele) accommodatie voor bewegingsonderwijs. Om te beoordelen of de overschrijding van de personele kosten bij het zwembad een structurele uitgave blijft, voeren wij een bedrijfseconomisch onderzoek uit. Kunst en Cultuur
De lokale initiatieven en ambities op het gebied van kunst en cultuur, cultureel erfgoed en cultuureducatie worden op beperkte en sobere wijze gefaciliteerd.
Doelstelling: De zorg voor de jeugd zo lokaal mogelijk aanbod-gericht organiseren. Daarbij in acht nemen dat het kind centraal staat en de ouders zelf verantwoordelijk zijn. Jeugdzorg
Zelfredzaamheid en eigen kracht van de jongere wordt zoveel mogelijk ondersteund en gestimuleerd. Door in te zetten op vroeg signalering en preventie voorkomen we onnodige doorstroom naar zwaardere hulpverlening. Dit volgens het systeem van integrale zorg, waarbij een plan, een gezin en een regisseur centraal staat. Of de budgetten binnen het sociaal domein toereikend zijn is onduidelijk. Dit houdt hoofdzakelijk verband met het feit dat de facturering om diverse redenen (onder meer privacy en bouw van factureringssysteem) pas laat tot stand is gekomen.
Doelstelling: Burgers ervaren de dorpen als sociaal, leefbaar en veilig en dragen daar zelf ook aan bij. Welzijnswerk
Zelfredzaamheid en eigen kracht van inwoners worden zo veel mogelijk ondersteund en gestimuleerd, gericht op vergroting van de leefbaarheid in wijken en dorpen. Het welzijnswerk heeft hierin een belangrijke rol vanuit haar kennis en betrokkenheid bij de lokale samenleving. Zij vormt een algemene voorliggende voorziening binnen het sociaal domein.
Welzijnsaccommodaties Het lokale welzijnswerk werkt zo veel mogelijk outreachend binnen dorpen en wijken. Het beheren van welzijnsaccommodaties vormt geen kernactiviteit op zich, maar is gericht op het faciliteren van ruimte voor de uitvoering van activiteiten. Doelstelling: Het behouden van de kwaliteit van het onderwijs en het uitvoeren van de wettelijke taken. Onderwijs
We dragen, samen met onderwijs, zorg voor een effectief en eenvoudig netwerk rondom opgroeiende kinderen, binnen de kaders van passend onderwijs en de jeugdzorg.
Onderwijshuisvesting
De gemeente draagt zorg voor adequate huisvesting van scholen. Hierbij rekening houdend met de toekomstige onderwijskundige ontwikkelingen en de gevolgen voor de huisvesting van de scholen. De nieuwbouw van het Kompas (onderdeel Kulturhus Overdinkel) wordt in augustus 2016 opgeleverd. In 2016 wordt in overleg met het schoolbestuur verder gewerkt aan het plan voor vervangende nieuwbouw (gedeeltelijk) en uitbreiding van het Twents Carmel College.
blz. 28 (van 144)
Leerlingenvervoer
We streven naar een zo efficiënt en goedkoop mogelijke uitvoering van het leerlingenvervoer, rekening houdende met de bepalingen in de gemeentelijke verordening leerlingenvervoer en de regionale ontwikkelingen op het gebied van collectief vervoer.
Kinderopvang
We geven uitvoering aan de minimale wettelijke taken op het terrein van de kinderopvang te weten registratie en handhaving.
Wat mag het kosten? Programma Welzijn & Zorg
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Maatwerkvoorzieningen WMO
4.302
7.359
7.933
7.529
7.399
7.359
Collectieve voorzieningen WMO
1.005
1.112
1.064
1.064
1.001
1.001
379
5.433
4.650
4.334
4.348
3.354
1.250
706
738
736
736
736
Welzijnsaccommodaties
349
617
627
623
620
618
Sport
306
191
188
186
184
184
2.553
2.172
1.876
1.847
1.887
1.869
Kunst en cultuur
168
179
156
159
157
157
Onderwijs
293
307
296
294
292
291
1.398
1.074
1.276
1.551
1.526
1.458
Leerlingenvervoer
445
471
437
437
437
437
Kinderopvang
131
117
105
104
102
102
12.578
19.738
19.346
18.864
18.691
18.566
673
600
600
600
600
600
0
1
1
1
1
1
171
0
0
0
0
0
Welzijnsaccommodaties
47
53
48
48
47
46
Sport
70
2
2
2
2
2
829
618
606
604
602
600
51
69
69
69
69
69
154
136
136
136
136
136
13
10
8
7
7
7
4
9
9
9
9
9
Kinderopvang
-3
16
16
16
16
16
Totaal - Baten
2.011
1.515
1.495
1.492
1.489
1.485
Lasten
Jeugdzorg Welzijnswerk
Sportaccommodaties
Onderwijshuisvesting
Totaal - Lasten
Baten Maatwerkvoorzieningen WMO Collectieve voorzieningen WMO Jeugdzorg
Sportaccommodaties Kunst en cultuur Onderwijs Onderwijshuisvesting Leerlingenvervoer
blz. 29 (van 144)
Storting reserves Mutaties reserves Welzijn&Zorg
35
0
0
0
0
0
Totaal - Storting reserves
35
0
0
0
0
0
Mutaties reserves Welzijn&Zorg
138
75
68
68
68
68
Totaal - Onttrekking reserves
138
75
68
68
68
68
10.464
18.149
17.783
17.304
17.135
17.013
Onttrekking reserves
Welzijn & Zorg
Toelichting De mutaties op de WMO en jeugdzorg zijn te verklaren door de verwerking van de circulaires met de daarin vermelde taakmutaties. Zie hiervoor hoofdstuk 4 Toelichting financiële begroting. Het uitgangspunt is nog steeds dat de uitkering voor de zgn. 3 D's het budget is waar we deze taken voor gaan uitvoeren. De korting die via de circulaires op de budgetten van de decentralisaties zijn gekomen zijn verwerkt als een nog te realiseren taakstelling. Het is bij het opstellen van deze begroting nog niet inzichtelijk hoe deze bezuiniging gestalte krijgt. De afwijking van de overige producten ten opzichte van de begroting 2015 zit voornamelijk in de toerekening van kosten, de 1% renteverlaging op de kapitaallasten en de prijsindex van 0,8% op de materiële budgetten. Onttrekking reserves Dit betreft de bijdrage van reserve investeringsbijdragen aan diverse sportaccommodaties, noodlokalen onderwijs en het Kulturhus in de Lutte.
blz. 30 (van 144)
2.3. Economie en Werk
"Ondernemen en werken in de schatkamer van Twente"
Strategische doelen: • • •
Aantrekkelijk ondernemersklimaat Behouden en versterken van cultureel erfgoed als trekpleister voor toeristen Activeren van sociale en arbeidsparticipatie
Totstandkoming en uitwerking strategische doelen De strategische doelen hebben we samen met onze partners en de samenleving in 2013 geformuleerd. Ze staan in onze toekomstvisie Losser 2025 Samen schatbewaarders van de gemeente Losser. De strategische doelen hebben we uitgewerkt in doelstellingen. De doelstellingen samen vormen de doelenboom. Wat we ervoor gaan doen om de doelstellingen te behalen staat in de tabel daaronder. Ter illustratie: om ervoor te zorgen dat in 2025 het goed ondernemen is in Losser investeren we in een aantrekkelijk ondernemersklimaat. In het coalitieakkoord “Naar een nieuwe samenwerking” heeft het college van de gemeente Losser ‘Toerisme en economie’ als speerpunt opgenomen. Het college ziet met name vanuit de toeristische en agrarische sector economische kansen liggen voor de gemeente Losser. Daarom wordt in 2016 in samen met de sectoren een actieplan opgesteld voor de komende vijf jaar.
blz. 31 (van 144)
blz. 32 (van 144)
Wat willen bereiken? Doelenboom Economie & Werk Doelstelling
Producten
Wat mag het kosten -->
Lasten
4.564
-->
Baten
16
-->
Lasten
886
-->
Baten
-->
Lasten
6.281
-->
Baten
4.814
-->
Lasten
64
-->
Lasten
504
-->
Baten
60
-->
Lasten
72
-->
Baten
-->
Lasten
209
-->
Baten
114
-->
Lasten
644
-->
Baten
40
-->
Lasten
234
-->
Baten
20
Participatiebudget Bevorderen participatie, het ontwikkelen van de werkgeversbenadering waarmee het arbeidsvermogen van de doelgroep wordt verzilverd.
--> Sociale werkvoorziening
0
Bijstandsverlening Het bieden van een tijdelijk vangnet aan kwetsbare burgers bij het voorzien in de primaire basisbehoeften met als doel de burger te stimuleren en begeleiden naar een zelfstandige deelname aan de maatschappij.
Preventie en handhaving --> Armoedebeleid
Huisvesting statushouders 0
Economische zaken Ruimte voor lokaal ondernemen en bevorderen ondernemerschap
--> Gemeentelijke eigendommen
De gemeente Losser vermarkten als de Schatkamer van Twente waarin toerisme, recreatie en ondernemerschap samen gaan met behoud van natuur- en landschappelijke waarden. Bedragen x 1.000 Euro's
-->
Toerisme
blz. 34 (van 144)
Wat gaan we er voor doen / Speerpunten 2016 Doelstelling: Bevorderen participatie, de bestaande regionale en lokale werkgeversbenadering continueren en intensiveren waarmee het arbeidsvermogen van de doelgroep wordt verzilverd. Participatie
Wij willen mensen met een uitkering activeren om deel te nemen aan de maatschappij, bij voorkeur via werk. Via een gerichte regionale en lokale werkgeversbenadering willen wij de uitstroom naar werk bevorderen.
Sociale werkvoorziening
Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt waarvoor regulier werk om redenen (nog) niet haalbaar of geschikt is ontwikkelen en begeleiden we via de Stichting Werken in Losser naar werk. Het ontwikkelen en begeleiden geven we daarbij vorm in een arbeidsmatige omgeving.
Doelstelling: Het bieden van een tijdelijk vangnet aan kwetsbare burgers bij het voorzien in de primaire basisbehoeften met als doel de burger te stimuleren en begeleiden naar een zelfstandige deelname aan de maatschappij. Bijstand
Burgers die (tijdelijk) niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, ontvangen een uitkering.
Preventie en handhaving
Onze acties (o.a. aan de poort bij de toekenning van uitkering) zijn erop gericht alleen die mensen een uitkering te verstrekken die dit ook echt nodig hebben. Wij vorderen onterecht verstrekte bijstand terug en ook de bijstand die in de vorm van een lening is verstrekt.
Armoedebeleid
Ondersteuning vindt zowel plaats via inkomensondersteunende regelingen als bijv. bijzondere bijstand, de gemeentelijke Kortingsregeling, kwijtschelding gemeentelijke belastingen als ook via hulp bij het voorkomen van schulden en/of het daadwerkelijk regelen van schulden.
Huisvesting statushouders
In verband met de Taakstelling Huisvesting Statushouders nemen wij ieder jaar een aantal vluchtelingen op aan wie in Nederland een vergunning tot verblijf (status) is verstrekt.
Doelstelling: Versterken van de economische structuur van de gemeente Losser. Economische zaken
Aanjagen, verbinden, faciliteren van initiatieven, zorgen voor een aantrekkelijk ondernemersklimaat.
Gemeentelijke eigendommen
Gemeentelijk vastgoed
Doelstelling: De gemeente Losser meer vermarkten als toeristisch en recreatieve landschapsgemeente met behoud van haar natuur- en landschappelijke waarden. Toerisme
Ruimte voor ondernemen, aanjagen verbinden, faciliteren van initiatieven. Op regionaal niveau wordt in samenwerking met gemeenten en de toeristische sector een visie vrije tijd economie opgesteld en dit wordt in 2016 opgeleverd. Daarnaast wordt op niveau van Noord Oost Twente een onderzoek gedaan naar de verblijfsrecreatie in dit gebied. In beide processen is Losser participant. In Losser wordt in 2016 samen met de toeristische sector een actieplan opgesteld voor de komende vijf jaar. In dit actieplan staan speerpunten die zowel de gemeente als de ondernemers
onderschrijven, met een link naar de agrariërs en de winkeliers. Daarnaast onderzoeken we of de toeristenbelasting voldoende middelen genereert, of dat er wellicht een slimmer systeem is.
Wat mag het kosten? Programma Economie & Werk
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
445
5.066
4.564
4.285
4.044
3.842
Sociale werkvoorziening
6.529
972
886
845
845
845
Bijstandsverlening
6.434
6.436
6.281
6.274
6.274
6.272
62
142
64
64
64
64
442
533
504
507
507
507
Lasten Participatiebudget
Preventie en handhaving Armoedebeleid Huisvesting statushouders
72
45
72
52
52
52
Economische zaken
204
221
209
214
222
215
Gemeentelijke eigendommen
211
567
644
642
641
639
Toerisme
229
264
234
232
230
226
14.628
14.247
13.457
13.114
12.877
12.662
481
8
16
16
16
16
Sociale werkvoorziening
5.161
0
0
0
0
0
Bijstandsverlening
4.813
4.856
4.814
4.814
4.814
4.814
69
60
60
60
60
60
Totaal - Lasten
Baten Participatiebudget
Armoedebeleid Huisvesting statushouders
25
0
0
0
0
0
116
114
114
114
114
114
Gemeentelijke eigendommen
16
10
40
40
40
40
Toerisme
33
27
20
19
17
16
10.715
5.074
5.064
5.063
5.061
5.060
Mutaties reserves Economie&Werk
202
0
0
0
0
0
Totaal - Storting reserves
202
0
0
0
0
0
Mutaties reserves Economie&Werk
39
39
39
39
39
39
Totaal - Onttrekking reserves
39
39
39
39
39
39
4.077
9.134
8.354
8.013
7.777
7.564
Economische zaken
Totaal - Baten
Storting reserves
Onttrekking reserves
Economie & Werk
blz. 36 (van 144)
Toelichting Evenals bij de mutaties WMO geldt voor de mutaties op het participatiebudget dat deze zijn te verklaren door de verwerking van de circulaires met de daarin vermelde taakmutaties. Zie hiervoor hoofdstuk 4 Toelichting financiële positie. Het uitgangspunt is dat het beschikbare budget wordt bepaald door de rijksuitkering voor de zogenaamde drie decentralisaties. De korting die via de circulaires op de budgetten van de decentralisaties zijn gekomen, zijn verwerkt als een nog te realiseren taakstelling. Het is bij het opstellen van deze begroting nog niet inzichtelijk hoe deze bezuiniging gestalte krijgt. Het product Bijstandsverlening bestaat uit bijstand in de breedste zin van het woord en bevat niet alleen de bijstandsuitkering maar ook de IOAW, IOAZ, BZ BBZ en WIJ. Het saldo tussen de baten en lasten is dan ook niet alleen de circa 10% eigen risicokosten bijstand voor rekening van gemeente, maar ook de resultaten op genoemde uitkeringen, bedrijfskosten en terugvordering. In de begroting wordt geen rekening gehouden met een eventuele incidenteel aanvullende uitkering. De afwijking op de overige producten ten opzichte van de begroting 2015 zit voornamelijk in de toerekening van kosten, de 1% renteverlaging op de kapitaallasten en de prijsindex van 0,8% op de materiële budgetten. Onttrekking reserve Dit betreft de investeringsbijdrage aan diverse recreatieve voorzieningen.
blz. 37 (van 144)
2.4. Bestuur en Dienstverlening
"Een activerende en voorwaardenscheppende gemeente"
Strategische doelen: • •
Laagdrempelig bestuur en optimale publieksdienstverlening aan inwoners Samenwerking in nieuwe allianties
Totstandkoming en uitwerking strategische doelen De strategische doelen hebben we samen met onze partners en de samenleving in 2013 geformuleerd. Ze staan in onze toekomstvisie Losser 2025 Samen schatbewaarders van de gemeente Losser. De strategische doelen hebben we uitgewerkt in doelstellingen. De doelstellingen samen vormen de doelenboom. Wat we ervoor gaan doen om de doelstellingen te behalen staat in de tabel daaronder.
blz. 38 (van 144)
blz. 39 (van 144)
Wat willen we bereiken? Doelenboom Bestuur en Dienstverlening Doelstelling Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Meer diensten digitaal aanbieden.
Optimale (brand-)veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar voorkomen. Het bieden van adequate brandweerzorg en het in stand houden van een adequate organisatie voor gemeentelijke rampenbestrijding.
Producten -->
-->
Lasten
423
-->
Baten
369
-->
Lasten
94
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
427
-->
Lasten
806
-->
Baten
55
-->
Lasten
923
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
-->
Baten
-->
Lasten
1.197
-->
Baten
2.286
Burgerzaken
Openbare orde en veiligheid -->
5 1.433
Regionale crisisbeheersing Raad
Inwoners meer betrekken bij hun directe leefomgeving en een hogere participatie stimuleren. In gemeentelijke samenwerking als zelfbewuste én zelfstandige gemeente een actieve rol vervullen.
Wat mag het kosten
-->
0
College van B&W
Bestuursondersteuning 0 244
Belastingen 4.796 0
Algemene uitkering Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
-->
31.467 200
Onvoorzien 54
Treasury Bedragen x 1.000 Euro's
Indicatoren Voor de indicatoren inclusief toelichting verwijzen u naar hoofdstuk 3 paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Wat gaan we er voor doen? / Speerpunten 2016 Doelstelling: Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Meer diensten digitaal aanbieden. Burgerzaken
In 2016 wordt de gemeentelijke website vernieuwd, zodat deze weer aan de normen van deze tijd voldoet.
Doelstelling: Optimale (brand-)veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar voorkomen. Het bieden van adequate brandweerzorg en het in stand houden van een adequate organisatie voor gemeentelijke rampenbestrijding. Openbare orde en veiligheid
De gemeenten werken samen met de Veiligheidsregio Twente om de crisisorganisatie verder door te ontwikkelen richting een meer flexibele, slagvaardiger en meer output gerichte crisisorganisatie, die de burgers centraal stelt. Uitgangspunten hierbij zijn: • • • • •
De crisisorganisatie werkt voor en samen met de burger; Bij (flits)crises gaat slagvaardigheid ten behoeve van de burger boven interne afstemming; Crisistaken worden óf uitgevoerd door crisisspecialisten óf ze passen bij de dagelijkse werkzaamheden; Crisisspecialisten moeten beschikken over specifieke kwaliteiten; De voorbereiding op crisis sluit aan bij de realiteit.
Brandweer Twente wil door het geven van (preventieve) adviezen en voorlichting op gebied van brandveiligheid aan gemeenten, bedrijven en burgers ten aanzien van brandveiligheid zoveel mogelijk brandonveilige situaties voorkomen. Regionale crisisbeheersing
Bij de doorontwikkeling van de crisisorganisatie wordt nadrukkelijk een balans gezocht tussen de noodzaak om de crisisorganisatie verder te ontwikkelen en het sterke fundament van de organisatie dat de laatste jaren is gelegd. In 2016 werken de gemeenten als “kolom Bevolkingszorg “ samen met brandweer, politie en GHOR binnen de Veiligheidsregio Twente (VRT). Dit gebeurt door het houden van oefeningen en het verzorgen van opleidingen in samenwerking met de VRT. Hierbij is ook aandacht voor het in stand houden van lokale teams Bevolkingszorg.
Doelstelling: Inwoners meer betrekken bij hun directe leefomgeving en een hogere participatie stimuleren. In gemeentelijke samenwerking als zelfbewuste én zelfstandige gemeente een actieve rol vervullen.
Raad De raad wil meer inhoud geven aan zijn kaderstellende en volksvertegenwoordigende rol. Door inwoners vooraf actief meer te betrekken bij de ontwikkeling van nieuw beleid en in gesprek te gaan met inwoners op locatie. Via onder andere de Noaberproat bijeenkomsten geeft de raad hier invulling aan. Ook worden bezoeken gebracht aan de kerkdorpen. College van B&W
Ook voor 2016 draagt het college bij en geeft inhoud aan een open stijl van besturen. Kernbegrippen zijn samenwerking met en participatie door maatschappelijke partners. De gesprekken met de verschillende dorpsraden worden voortgezet. Nieuwe mogelijkheden worden nagegaan om door de optimalisatie van online kanalen, de communicatieve kracht van de gemeente verder te versterken.
Bestuursondersteuning In 2016 wordt de samenwerking bedrijfsvoering en dienstverlening met Enschede grotendeels gecontinueerd. Door de oprichting van het Twentebedrijf –bedrijfsvoering gaan er naar verwachting in 2016 enkele bedrijfsvoeringsonderdelen over van de samenwerking met Enschede naar het Twentebedrijf. Er wordt verder geïnvesteerd in de ambtenaren om meer omgevingsbewust te werken en zo de gehele organisatie ‘communicatiever’ te maken. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de landelijk erkende Factor C methodiek. Meer aandacht voor participatie en communicatie met de inwoners komt al tot uiting in bijvoorbeeld de interactieve aanpak van grote projecten zoals de herinrichting van de wegen en openbare ruimte in en rond het centrum van Losser en de reconstructie van de Gronausestraat in Losser. Deze projecten lopen in 2016 door. De communicatievere aanpak van de gemeente wordt ondersteund door de inzet van diverse (online) communicatiemiddelen en sociale media. We experimenteren met externe media zoals Civrocracy. Doelstelling: Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. Belastingen
Het college blijkt koersen op een gezonde financiële huishouding op lange termijn, met een gematigde ontwikkeling in de belastingdruk.
Treasury
Er wordt voorzien in een optimale financieringsstructuur, met een goede mix van belangen op korte en lange termijn.
Wat mag het kosten? Programma Bestuur & Dienstverlening
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
487
424
423
423
423
423
Lasten Burgerzaken
blz. 42 (van 144)
Openbare orde en veiligheid Regionale crisisbeheersing Raad College van B&W
79
90
94
94
94
94
1.339
1.471
1.433
1.392
1.350
1.309
485
460
427
425
424
424
550
649
806
805
805
805
1.061
1.085
923
898
888
888
Belastingen
254
233
244
241
241
243
Onvoorzien
190
-164
200
295
460
642
Treasury
1.391
1.311
1.197
1.211
1.314
1.433
Totaal - Lasten
5.836
5.559
5.748
5.785
6.001
6.260
403
354
369
369
369
369
Openbare orde en veiligheid
2
5
5
5
5
5
Regionale crisisbeheersing
13
0
0
0
0
0
0
55
55
55
55
55
Bestuursondersteuning
Baten Burgerzaken
College van B&W Belastingen
4.772
4.861
4.796
4.796
4.796
4.796
20.429
31.482
31.467
30.363
29.891
29.821
-487
-29
54
49
49
48
3.036
2.994
2.286
2.407
2.513
2.427
28.167
39.723
39.033
38.045
37.679
37.521
Mutatie reserve Bestuur&Dienstverlening
1.728
977
311
526
302
306
Totaal - Storting reserves
1.728
977
311
526
302
306
Mutatie reserve Bestuur&Dienstverlening
1.246
119
46
46
46
46
Totaal - Onttrekking reserves
1.246
119
46
46
46
46
-21.849
-33.306
-33.020
-31.781
-31.423
-31.002
Algemene uitkering Onvoorzien Treasury Totaal - Baten
Storting reserves
Onttrekking reserves
Bestuur & Dienstverlening
Toelichting Het product Regionale crisisbeheersing bestaat uit de rampenbestrijding en de bijdrage aan de Veiligheidsregio. De daling van de lasten meerjarig, komt door de nieuwe verdeelsleutel die de Veiligheidsregio hanteert. Losser valt onder de voordeelgemeenten bij deze nieuwe verdeling. In de baten en lasten van treasury zijn de resultaten van de renteverlaging naar 4,5%, de lagere marktrente, minder aantrekken van langlopende geldleningen en de rente onderhanden werk verwerkt. De algemene uitkering, inclusief deel sociaal domein zijn tot en met de mei circulaire 2015 verwerkt in deze begroting.
blz. 43 (van 144)
Storting en onttrekking reserves De storting bestaat uit de toevoegingen aan de algemene risicoreserve conform de vastgestelde programmabegrotingen vanaf 2013 t/m 2015. De onttrekkingen bestaan uit de bijdrage van de investeringsbijdragen aan verbouwingen aan het gemeentehuis en de werkplaats.
blz. 44 (van 144)
3. Verplichte paragrafen
Dit hoofdstuk bestaat uit 7 in het BBV voorgeschreven paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. Welke paragrafen zijn er? De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het zijn onderstaande zeven paragrafen: • • • • • • •
Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Treasury Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
blz. 45 (van 144)
3.1. Lokale Heffingen Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in het najaar van 2015. De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en toeristenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt. De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Losser. Ontwikkelingen 1. Marconorm OZB Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. Ter voorkoming van een onevenreding stijging van de collectieve lastendruk is een macronorm ingesteld. De macronorm is een landelijke norm en niet een norm voor individuele gemeenten. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen heeft de VNG met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. Op dit moment loopt in het kader van de door het kabinet aangekondigde herziening van het belastingstelsel een onderzoek naar een mogelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Daarbij wordt ook in den brede gekeken naar de instrumenten die ingezet kunnen worden voor een beheerste ontwikkeling van de gemeentelijke lasten. 2. WOZ-waarde woningen openbaar De WOZ-waarde is nu in beginsel niet openbaar. Tot nu is het slechts in beperkte mate mogelijk om de WOZ-waarde van andere woningen of panden op te vragen. Een definitief besluit over het aansluiten van gemeenten op de landelijke voorziening WOZ wordt naar verwachting nog in 2015 genomen. Na de aansluiting op deze voorziening, is in principe sprake van openbaarheid. 3. Onderzien forfaits toeristenbelasting De grondslag voor de toeristenbelasting is het aantal overnachtingen. Het vaststellen van het aantal overnachtingen op vaste jaar- en seizoenplaatsen is arbeidsintensief voor de verblijfsbieder en voor de gemeente als belastingheffer ook in verband met de controle op de
blz. 46 (van 144)
aangiftes. Daarom zijn er in de verordening Toeristenbelasting opgenomen, waarbij per soort plaats wordt uitgegaan van een gemiddeld aantal overnachtingen. Wanneer een gemeente echter in de verordening toeristenbelasting een forfaitaire berekeningswijze van de heffingsgrondslag voor vaste en seizoenplaatshouders heeft opgenomen dient deze te voldoen aan een viertal voorwaarden: •
• • •
De forfaitaire heffingsgrondslag dient te worden onderbouwd met een onderzoek waaruit blijkt hoe zich het gemiddeld aantal overnachtingen per persoon en het gemiddeld aantal verblijf houdende personen per kampeermiddel of vakantieonderkomen op een vaste of seizoenplaats, zich verhouden. Het onderzoek dient binnen de lokale omstandigheden (lees; gemeentegrenzen) te worden verricht. De forfaitaire heffingsgrondslag (het forfait) mag niet meer dan maximaal 25% afwijken van de lokale werkelijkheid. Een forfait moet regelmatig worden onderzocht.
De in de verordening opgenomen forfaits zijn niet gebaseerd op recente onderzoeksgegevens. Het GBT heeft voor de deelnemers, die toeristenbelasting heffen, een onderzoek opgestart om de forfaits opnieuw te onderbouwen. Inmiddels is het onderzoek afgerond en daar zal in het raadsvoorstel belastingtarieven 2016 op worden terug gekomen. 4. BIZ-heffing De Wet op de bedrijveninvesteringszones (hierna BIZ) is op 1 januari 2015 in werking getreden en is een vervolg op de Experimentenwet BI-zones die 1 januari 2009 in werking trad. De BIZ voor het centrum van Losser is ingesteld op basis van de Experimentenwet BIzone en loopt nog tot 1 januari 2017. Als daar behoefte aan is, kan dit dus worden voortgezet. De BIZ is een instrument op het stimuleren van het ondernemingsklimaat op bedrijventerreinen en in winkelgebieden. De BIZ-bijdrage is een bestemmingsheffing die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in een deel van de gemeente of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van een deel van de gemeente. Een BIZ moet goed worden voorbereid en om die reden kunnen nieuwe initiatieven (bijvoorbeeld op een bedrijventerrein) om tot een Bedrijfsinvestering zone te komen eerst met ingang van 1 januari 2017 worden opgestart. Nieuwe initiatieven zijn overigens bij ons nog niet aangekondigd. Tariefsaanpassingen De tarieven voor de begraafrechten, forensenbelasting, hondenbelasting, leges, marktgelden en OZB stijgen met een inflatiecorrectie, die is vastgesteld op 1%. De tariefstijging voor de toeristenbelasting wordt sinds een aantal jaren met een jaar vertraging doorgevoerd, wat betekent dat het tarief voor 2016 niet wijzigt ten opzichte van 2015 en dat in 2017 de tarieven met 1% stijgen. De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. In de voorstellen waarbij de belastingverordeningen worden aangepast, zal dit nader worden toegelicht. Onroerendezaakbelastingen De hoogte van het tarief wordt door de volgende ontwikkelingen beïnvloed: 1) de belastingaanslag wordt berekend, door de WOZ-waarde van de onroerende zaak te vermenigvuldigen met het tarief. De gewenste opbrengst van de ozb-heffing is het
blz. 47 (van 144)
uitgangspunt. Jaarlijks worden de woningen getaxeerd om de WOZ-waarde te kunnen bepalen. Dit is een wettelijke verplichting. Het tarief wordt gecorrigeerd voor de economische waarde van de woningen. Indien de taxaties hoger uitvallen, worden de tarieven naar evenredigheid verlaagd, om te voorkomen dat er extra belasting zou worden geheven en 2) Overeenkomstig de wens van de raad, wordt het tarief jaarlijks aangepast aan de inflatie. Rioolheffing De tariefstelling is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2016, dat in de raadsvergadering van 18 december 2012 is vastgesteld. Voor 2016 hoeft het tarief niet te wijzigen. Afvalstoffenheffing Met de wijziging in de BBV regelgeving is de reserve reiniging een voorziening Reiniging geworden. De raad heeft aangegeven dat deze voormalige reserve moet worden afgebouwd naar € 500.000. Om dit te verwezenlijken wordt deze voorziening in de komende jaren grotendeels in de tarieven verwerkt. Om die reden wordt geadviseerd om € 392.000 uit de voorziening onttrekken. Dit heeft tot gevolg dat het tarief voor de afvalstoffenheffing gelijk aan dat van 2015 zal zijn. Woonlasten Door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) wordt jaarlijks een “Atlas van de lokale lasten” opgesteld. In onderstaand overzicht is te zien wat de gemiddelde woonlasten van enkele Twentse gemeenten van één- en meerpersoonshuishoudens zijn. Belastingdruk 2015 gemeente
Bruto
Bruto
rangnummer meerpersoons
woonlasten éénpersoons
woonlasten meerpersoons
Huishouden
huishouden
netto
rangnummer
woonlasten
netto woonlasten
huishouden
Almelo
733 (712)
733 (712)
208 (200)
789 (763)
302 (293)
Borne
761 (762)
761 (762)
254 (296)
774 (778)
276 (313)
Enschede
731 (725)
766 (758)
265 (289)
816 (808)
342 (361)
Haaksbergen
764 (715)
813 (764)
329 (302)
833 (785)
361 (325)
Hengelo
623 (615)
717 (699)
172 (169)
750 (730)
231 (228)
Losser
722 (742)
722 (742)
183 (263)
745 (766)
224 (301)
Oldenzaal
630 (620)
690 (680)
124 (130)
699 (691)
139 (152)
tussen ( ) 2014
1 laagste, 407 is hoogste
gemiddeld
636 (645)
716 (704)
708 (696)
Overijssel
653 (671)
731 (710)
753 (732)
In Losser zijn de woonlasten als volgt opgebouwd: 2014
2015
2016
OZB
333,70
333,58
336,92
Afvalstoffenheffing*
194,16
174,24
174,24
blz. 48 (van 144)
Rioolheffing
214,11
214,11
214,11
Totaal
741,97
721,93
725,27
* op basis van 140 ltr GFT en 140 ltr restafval bak 4. Kwijtschelding De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt: • • • • • •
Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en ozb. De kwijtschelding van de hondenbelasting voor de eerste hond wordt met ingang van het belastingjaar 2014 niet meer verleend; Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm; Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren; Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en; Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.
Bij kwijtschelding vindt er een toetsing plaats op basis van inkomen en vermogen. Aan mensen, die al meerdere keren in aanmerking zijn gekomen voor kwijtschelding, wordt na informatie door het GBT bij het landelijke inlichtingenbureau, automatisch kwijtschelding verleend.
blz. 49 (van 144)
3.2. Weerstandvermogen en risicobeheersing Inleiding Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers kan opvangen zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de benodigde weerstandscapaciteit (alle risico’s waarvoor geen dekkingsmaatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie). Het verhoudingsgetal, beschikbare weerstandscapaciteit ten opzichte van de benodigde weerstandscapaciteit noemen we het ratio weerstandsvermogen. In de raadsvergadering van 10 juli 2012 heeft uw raad besloten de ratio van het weerstandsvermogen naar beneden bij te stellen van C naar D, waarderingsklasse 0,8-1,0. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 80 tot 100% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen. Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandvermogen zijn vastgelegd in: • • • •
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (art. 9, 11 en 26), Financiële verordening gemeente Losser. Nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2012 28 mei 2013 Raadsbesluit gebruik stille reserve voor bepaling weerstandscapaciteit
Het wettelijke kader van BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) stelt dat de paragraaf betreffende het weerstandsvermogen ten minste moet bevatten: 1. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, 2. een inventarisatie van de risico’s, 3. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s Met het besluit van 15 mei 2015 inzake de wijziging van het BBV is zijn onderstaande kengetallen verplicht voorgeschreven in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
netto schuldquote netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen solvabiliteitsratio grondexploitatie structurele exploitatieruimte belastingcapaciteit
De paragraaf is conform deze opbouw. A. Inventarisatie van de weerstandcapaciteit Met weerstandscapaciteit bedoelen we alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen.
blz. 50 (van 144)
Ontwikkelingen beschikbare weerstandscapaciteit: Algemene risicoreserve: Zoals in hoofdstuk 4 “Toelichting Financiële positie”, de tabel Overzicht algemene risicoreserve 2014-2019, laat zien is de prognose voor de algemene reserve voor ultimo 2015 € 3.838.000. In deze tabel wordt een overzicht gegeven van de verwachte ontwikkeling van de reserve over de periode 2014 tot en met 2019. Stille reserves: Ten behoeve van de bepaling van de weerstandscapaciteit wordt de waarde van de stille reserves op gronden en gebouwen periodiek bepaald, conform raadsbesluit 28 mei 2013. Dit heeft geleid tot een wijziging in het bedrag dat voor de stille reserves mee kan worden genomen voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. Deze wijziging wordt met name veroorzaakt door het vrijkomen van twee basisscholen de Marke en de Basis. Zoals onderstaande tabel laat zien is de prognose voor de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2015 € 5.958.000. Verwachte ontwikkeling beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2015 Componenten Algemene risicoreserve
€ 3.837.000,00
Stille reserves Gebouwen en gronden
€ 2.120.000,00
Prognose stand eind jaar 2015
€ 5.957.000,00
In hoofdstuk 4 Toelichting financiële positie is een overzicht opgenomen van de verwachte ontwikkeling van de algemene risicoreserve over de periode 2014-2019. B. Inventarisatie van de risico's Voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn de geïnventariseerde risico’s opnieuw geanalyseerd. Zowel de financiële gevolgen die het risico met zich meebrengt als de kans dat het risico zich voordoet is bepaald. Met behulp van een risicoscore kunnen de risico’s worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk welke risico’s het meest belangrijk zijn. De 10 grootste risico’s begroting 2016: Nr.
Onderwerp
Risico
1.
Schommelingen in de conjunctuur Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengsten kant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden.
22,37%
2.
Overige onvoorziene risico's
Financiële nadelen.
22,28%
3.
Garantstellingen
Door de leningverstrekker wordt er een beroep gedaan op de garantstellingen.
11,10%
4.
Sociale werkvoorziening
Het subsidieresultaat (participatiewet) is negatief (loonkosten zijn hoger dan de rijksubsidie).
7,41%
5.
Wet werk en bijstand Rijksbijdrage is ontoereikend om bijstandsuitkeringen van te betalen
Het gemeentelijk aandeel overstijgt het maximaal (wettelijk vastgelegde) aandeel van 10%. Ontwikkeling aantal bijstandsgerechtigden is lastig te beïnvloeden is met name afhankelijk van de
6,68%
blz. 51 (van 144)
Invloed
economische ontwikkelingen. 6.
Juridisch risico
Mogelijke aansprakelijkheid bij uitvoering gemeentelijke taken.
5,20%
7.
Uitbreiding taken in kader WMO (van AWBZ naar Wmo), betreft decentralisaties: - werken naar vermogen, - AWBZ begeleiding, - jeugdzorg
Alhoewel besloten is met de rijksmiddelen de taken uit te voeren zonder dat uit de algemene middelen wordt bijgelegd, is het niet uit te sluiten dat nadelige financiële gevolgen uit deze overdracht zullen voortvloeien.
3,08%
8.
Bijzondere bijstand
Toenemend aantal aanvragen en open eind financiering moeilijk beheersbaar.
2,97%
9.
Vermindering legesopbrengsten
Door economische situatie daling van omgevingsaanvragen.
2,23%
10.
Voorzieningen algemeen (woningaanpassing, rolstoelen, vervoer en huishoudelijke hulp)
Financieel tekort, open einde financiering. Aantal aanvragen en gebruik van voorzieningen neemt nog steeds toe.
2,23%
Het totaal van de geïnventariseerde risico’s van de gemeente Losser bedraagt € 5.235.000. Het betreft hier het geschatte geldelijke gevolg van de geïnventariseerde risico’s (exclusief de risico’s van het grondbedrijf). In februari 2014 heeft de raad een nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Ten aanzien van het risicomanagement van het grondbedrijf is gekozen voor een andere werkwijze. Naast projectgebonden risico’s wordt er nu door het Grondbedrijf ook gekeken naar niet projectgebonden risico’s, ofwel conjuncturele risico’s geïnventariseerd en gekwantificeerd. Deze risico’s zijn vaak niet beïnvloedbaar binnen de projecten en liggen op het vlak van macro-economische trends en wet- en regelgeving van hogere overheden. Te denken valt aan spreidingsrisico’s rondom gehanteerde parameters. Hiermee ontstaat er een vollediger en betrouwbaarder beeld van de risico’s binnen het grondbedrijf. Niet alle risico’s doen zich tegelijkertijd en in volle omvang voor, er hoeft dan ook een minder groot risico te worden opgevangen. Dit systeem van risicosimulatie vormt de basis voor het weerstandsvermogen van de gemeente Losser. In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is het gemeentelijke beleid over beide onderwerpen vastgelegd. Uit de gevolgde risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van €.2.723.888 voor de overige risico’s en een bedrag van € 2.520.000 voor de risico’s samenhangend met het grondbedrijf. Totaal benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 5.243.888. C. Beleid omtrent weerstandscapaciteit en risico's Voor het van toepassing zijnde beleid verwijzen wij u naar de inleiding van deze paragraaf 3.2. Benodigde weerstandcapaciteit: Ten behoeve van de begroting 2016 zijn de risico’s opnieuw beoordeeld. Deze risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie welke uitgevoerd wordt om te berekenen welk bedrag er nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken. Uit de gevolgde risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 5.243.888. Beschikbare weerstandscapaciteit:
blz. 52 (van 144)
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen. De aanwezige weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 2015 € 5.958.000. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het ratio weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen eind 2015 =
€ 5.958.000 € 5.243.888 =
1.14
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandvermogen tussen de 0,8 en 1,0 na. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 80 tot 100% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen. De ratio weerstandsvermogen komt, naar verwachting, eind 2015 daarmee uit op 1.14 en bevindt zich boven de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 0.8 -1.0. Ontwikkeling in weerstandsvermogen 2016 ev.: Met ingang van 2011 wordt er periodiek een risico-inventarisatie uitgevoerd om na te gaan of de risico’s alsook de omvang van de financiële gevolgen van de risico’s zijn gewijzigd. Daarnaast kunnen er ook maatregelen worden getroffen die de risico’s verkleinen. Na de sterke daling in 2012 van de ratio welke met name werd veroorzaakt door de afwaardering van de gronden en het treffen van een voorziening voor de ontmanteling van Topcraft, is in de afgelopen jaren sterk gestuurd op het verbeteren van de ratio weerstandsvermogen. Mede door het opnemen van (forse) toevoegingen aan de algemene risicoreserve in de begrotingen van afgelopen jaren is de ratio weerstandsvermogen nu boven de gewenste ratio van 0,8-1,0. In de onderhavige begroting is door uw raad bewust gekozen, om, net zoals in voorgaande jaren, door middel van begrote toevoegingen, de algemene risicoreserve te laten groeien en daarmee het weerstandsvermogen te versterken. Hieronder zijn de verwachte ontwikkelingen van de algemene risicoreserve, de aanwezige weerstandscapaciteit en de ontwikkeling van het ratio weerstandsvermogen weergegeven. Overzicht ontwikkeling algemene risicoreserve ultimo 2016-2019 bedragen x € 1.000
2016
2017
2018
2019
Beginstand Algemene risicoreserve
€ 3.837 € 4.843 € 5.530 € 6.000
Toevoegingen Toevoeging resultaat PB 2013-2016
€2
Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2013
€ 95
Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2014
€ 100
Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2015
€ 347
blz. 53 (van 144)
€ 428
€ 204
Toevoeging resultaat PB 2016-2019 aan algemene risicoreserve Totaal toevoegingen
€ 695
€ 259
€ 266
€ 53
€ 1.239
€ 687
€ 470
€ 53
€0
€0
€0
Onttrekkingen Kadernota 2016 aanvulling algemene reserve deels 2015 niet uitvoeren
-€ 233
Totaal onttrekkingen
-€ 233
Prognose stand ultimo van het jaar
€ 4.843 € 5.530 € 6.000 € 6.053
Verwachte ontwikkeling weerstandscapaciteit ultimo 2016 tot en met 2019 Component
2016
2017
2018
2019
Verwachte alg. risicoreserve 31/12
€ 4.843
€ 5.530
€ 6.000
€ 6.053
Stille reserves Gebouwen en gronden
€ 2.120
€ 2.120
€ 2.120
€ 2.120
Prognose weerstandscapaciteit
€ 6.963
€ 7.650
€ 8.120
€ 8.173
Aanname dat het totaal benodigde weerstandscapaciteit voor de jaren 2016 tot en met 2019 gelijk blijft op € 5.242.888. Verwachte ontwikkeling ratio weerstandsvermogen ultimo 2011 -2019 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Ratio Weerstandsvermogen Jaarrekening
1,00
0,21
0,41
Verwacht ratio
0,69 1,14
1,33
1,46
1,55
1,56
Let wel; de waarden in bovenstaande tabellen zijn een momentopname en gaan uit van gelijkblijvende risico's en gelijkblijvende stille reserves. D. Financiële status en weerbaarheid Financiële kengetallen Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, in aanvulling op de ratio weerstandsvermogen, een verplichte set van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen. De invoering van de set van vijf kengetallen is bedoeld om de financiële positie inzichtelijker te maken. Kengetallen worden veel gebruikt als analyse-instrument. Kengetallen hebben als voordeel dat, bij correct gebruik, gemeenten op relevante onderdelen rationeel met elkaar vergeleken kunnen worden. Er kleven ook nadelen aan het gebruik van kengetallen: -Kengetallen hebben slechts betrekking op het verleden en geven geen zekerheid over de toekomst, -Kengetallen zijn veelal slechts een momentopname, Kengetallen zijn vaak gebaseerd op aannames (veronderstellingen). Financiële kengetallen
rek. 2014 Begr. 2015 Begr. 2016
1A Netto schuldquote
73,8%
58,1%
66,7%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
58,4%
45,1%
53,1%
2
16,6%
15.8%
17.8%
Solvabiliteitsratio
blz. 54 (van 144)
3
Grondexploitatie
14,7%
13,0%
9,6%
4
Structurele exploitatieruimte
2,9%
2,2%
1,1%
5
Belastingcapaciteit
106%
103%
101%
Om meer inzicht in de financiële positie te bieden, worden de kengetallen in hun onderlinge relatie beschouwd en van een adequate toelichting voorzien. De kengetallen maken daarmee inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Hierbij wordt in de tabel de ontwikkeling over de jaren in beeld gebracht. Netto schuldquote De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen zowel inclusief, als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De VNG hanteert een kritische waarde 130%, hier bevinden zowel de netto schuldquote inclusief als exclusief de doorgeleende gelden met respectievelijk 66.7% en 53,1% beduidend onder. Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is op de langere termijn aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Dit ratio geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen, hoe gezonder de gemeente. In bovenstaande tabel zijn de voormalige reserves Riool en reiniging opgenomen als voorziening conform wijziging BBV en daarmee uit het eigen vermogen. Kengetal grondexploitatie Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondpositie (boekwaarde) zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Dit kengetal alleen, heeft slechts een beperkte waarde. De relatie vraag en aanbod woningbouw of bedrijventerrein, planning etcetera spelen een hierbij tevens een cruciale rol. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Structurele exploitatieruimte Dit financiële kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Zoals in de tabel weergegeven, is er voor de jaren 2014 tot en met 2016 sprake van een positief saldo exploitatieruimte. Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 101% net boven het landelijk gemiddelde.
blz. 55 (van 144)
3.3. Onderhoud kapitaalgoederen Samenvatting Gemeenten beschikken over kapitaalgoederen zoals groenvoorzieningen, wegen, bruggen, riolering, water, vijvers, sport- en speelvoorzieningen en gebouwen. Deze gemeentelijke eigendommen, noodzakelijk voor een goede leefomgeving, vertegenwoordigen een grote waarde. Investeren in onderhoud en vervanging is noodzakelijk om deze kapitaalgoederen ook op lange termijn in stand te houden. In juli 2013 is de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) door de raad is vastgesteld. Op basis van deze overkoepelende strategische nota is en wordt gewerkt om de gehele - integrale - beheercyclus te optimaliseren en beter te verankeren in de gemeentelijke beleidscyclus. Hiervoor is een traject van meerdere jaren opgezet waarin nieuwe beheerpakketten worden aangeschaft en geïmplementeerd, beheer- en beleidsplannen worden opgesteld en de strategie inzake vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, samen met de raad, verder wordt uitgewerkt. We zijn nu ongeveer halverwege dit traject. Centraal bij de beheercyclus staat de strategie om, vanuit het integraal beheer en inrichting van de openbare ruimte, mede drager te zijn in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente, zowel inhoudelijk als qua processen. In 2016 ligt de nadruk op de implementatie van het 2015 aangeschafte integrale beheerpakket zodat per vakdiscipline de beheerplannen opgesteld kunnen worden. Tegelijkertijd vindt implementatie met de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) plaats. Verder zal het Groenstructuurplan, de Wegenlegger en de beleidsnota’s Wegen en Openbare Verlichting, welke in 2015 zijn opgesteld, in 2016 aan de Raad worden aangeboden. Op gebied van afvalinzameling is in 2015 een proef met “droge grondstoffen” uitgevoerd en geëvalueerd. Dit leidt tot het vaststellen van nieuw beleid in 2016. Ten aanzien van de vervangingsinvesteringen is de systematiek van het Integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte (MIP) verder uitgewerkt en ingebed in de P&C-cyclus. Middels het MIP wordt erop gestuurd om met investeringen in de openbare ruimte bij te dragen aan ruimtelijke ontwikkelingen en het bereiken van strategische gemeentelijke doelen. Kaders/Doelen Algemeen In het coalitieakkoord “Naar een nieuwe samenwerking” (2014-2018) heeft het college aangegeven dat de “Toekomstvisie gemeente Losser 2015; samen schatbewaarders van de gemeente Losser met de daarin geformuleerde doelen een belangrijke stip aan de horizon is bij ontwikkelingen en uitvoering van projecten. Een goed ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte, als directe woon- en werk- en leefomgeving, is van groot belang bij het bereiken van deze strategische doelen. Ten aanzien van de financiële positie van de gemeente Losser, wil het college verder kijken dan de komende vier jaar om een solide toekomst van Losser te waarborgen. Onzekere factoren die de financiële situatie beïnvloeden, waaronder het meerjaren investeringsprogramma voor de openbare ruimte, zullen de komende periode worden onderzocht en verder worden uitgewerkt. In algemene zin is het uitgangspunt om wettelijke taken op minimumniveau uit te voeren. Verder is de intentie om in de begroting een budget beschikbaar te houden voor cofinanciering voor mogelijke subsidies.
blz. 56 (van 144)
Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte betekent dit dat het MIP verder wordt uitgewerkt en dat de reeds gehanteerde werkwijze om beheerbudgetten mede in te zetten als cofinanciering voor integrale uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte, wordt voortgezet. Bovengenoemd beleid heeft inmiddels geleid tot het vrijmaken van investeringsruimte voor investeringen in de openbare ruimte voor de jaren 2016 t/m 2018. Het betreft ontbrekende financiering bij bijvoorbeeld rioolvervangingen, waardoor integrale herinrichtingsprojecten kunnen worden uitgevoerd welke bijdragen aan a gemeentelijke beleidsdoelen (bijvoorbeeld verkeersveiligheid en bereikbaarheid, recreatieve infrastructuur, investeringen in dorpscentra, c.a.). In de bovenstaande doelenboom is dit verder uitgewerkt. Strategisch kader In 2013 is de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) door de raad is vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat de openbare ruimte op een kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair wordt onderhouden (op basis van de landelijke CROW-systematiek). Voor wegen wordt het kwaliteitsniveau “C” gehandhaafd met de ambitie om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken. In het algemeen geldt dat op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat het beschikbare budget voldoende om een kwaliteitsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid (SW-medewerkers) is het mogelijk het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair, te realiseren. Hiertoe wordt in 2016 het “Servicebedrijf Losser” (integratie van gemeentelijke buitendienst met SW-bedrijf) ingezet. Servicebedrijf In 2015 heeft de gemeente Losser besloten tot het oprichten van het Servicebedrijf ‘Losser’ m.i.v. 1 januari 2016. Voor de ontwikkeling van mensen in het kader van de Wsw en de Participatiewet heeft de gemeente Losser behoefte aan een infrastructuur van werkervaringsplaatsen, re-integratiemogelijkheden, stageplaatsen, etcetera. Een belangrijk deel van die infrastructuur wordt gevonden door het verbinden van de buitendienst van de gemeente Losser, de SW-medewerkers en uitkeringsgerechtigden tot een Servicebedrijf ‘Losser’. In feite wordt in dit servicebedrijf het fysieke - en het sociale domein van de gemeente Losser met elkaar verbonden. Het Servicebedrijf is te zien als één uitvoerende organisatie waarin SW-medewerkers, de gemeentelijke buitendienst én uitkeringsgerechtigden gaan samenwerken. De organisatie richt zich op het uitvoeren van het dagelijks beheer, reiniging en netheid van de openbare ruimte en gebouwen, maar richt zich ook op het uitvoeren van werkzaamheden in het sociale domein (voor hulpbehoevenden) zoals tuinonderhoud, boodschappen doen, kleine klussen uitvoeren, etc.). Het servicebedrijf biedt daarbij aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid om zich te ontwikkelen of werkervaring op te doen. Hiervoor is een professionele organisatie noodzakelijk met een goede bedrijfsvoering, duidelijke werkprocessen en duidelijke aansturing. Strategie Om de ambitie van de vastgestelde onderhoudskwaliteit te behalen wordt de volgende strategie gevolgd: Sturen op kwaliteit De onderhoudswerkzaamheden worden gestuurd op het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau. Vanwege het feit dat beschikbare financiële middelen onder druk staan betekent dit dat voor alle voorzieningen in de openbare ruimte dat de levensduur zo ver mogelijk wordt opgerekt als mogelijk is binnen de afgesproken kwaliteit, om zodoende kosten
blz. 57 (van 144)
te besparen. Met deze strategie worden “de grenzen” wat meer opgezocht. Daarom is het belangrijk om het verloop van de technische kwaliteit en van de onderhoudskwaliteit van de voorzieningen in de openbare ruimte intensiever gevolgd. Vervangingsinvesteringen en herinrichting openbare ruimte (via MIP) De Nota Kapitaalgoederen betreft het onderhoud van de openbare ruimte en gaat niet in op de vervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Daarom wordt, op basis van de vervangingsplannen die per vakdiscipline - op basis van kwaliteitsinspecties - worden opgesteld, het MIP opgesteld. Net als de vervangingsplannen wordt het MIP jaarlijks geactualiseerd. Het MIP bevat een lijst van technisch urgente projecten en een overzicht van synergiekansen. Dit zijn projecten die door samenloop van onderhoud, vervanging en nieuw beleid, op basis van synergie, meerdere doelen kunnen bereiken. Door de integrale aanpak krijgen ook ‘derden’ kansen om aan te haken bij investeringen in de openbare ruimte (bijvoorbeeld woningbouwverenigingen, nutsbedrijven) en zijn er wellicht bijdragen mogelijk vanuit andere overheden en/of bijdragen van derden (bijvoorbeeld bij ontwikkellocaties). Op basis van het MIP worden jaarlijks, bij de kadernota, voor de meest urgente vervangingsinvesteringen en/of synergiekansen, ontbrekende financiële middelen aangevraagd. De kadernota 2016 voorziet in investeringen in de jaren 2016 t/m 2018. De raad besluit over deze kredieten. Indien geen of onvoldoende kredieten en/of vervangingsbudgetten beschikbaar worden gesteld, moet er worden “doorbeheerd”. Dit betekent dat vanuit het onderhoudsbudget, met dagelijks onderhoud en kleine maatregelen, de omgeving veilig wordt gehouden. Dit kan leiden tot het doorschuiven van de deelbudgetten die al wel beschikbaar waren (bijvoorbeeld bij rioolvervangingen kan dit voorkomen).
Relatie tussen het MIP en de meerjarenbegroting: In het MIP wordt op hoofdlijnen integraal inzichtelijk gemaakt welke (vervangings-) investeringen en projecten in de openbare ruimte de komende 4 jaar een rol gaan spelen. Het MIP is echter een dynamisch plan waarop vele externe factoren invloed hebben. Om deze reden is ervoor gekozen steeds de investeringen die de komende 2 jaar concreet worden, op te nemen in de programmabegroting. Hierbij wordt alleen voor het komende jaar daadwerkelijk besloten om kredieten en budgetten voor vervangingen en investeringen beschikbaar te stellen. In 2016 wordt, conform het MIP, slechts in geringe mate ‘beslag’ gelegd op aanvullende investeringsruimte binnen de programma-begroting maar wordt verder uitvoering gegeven aan (deels al lopende) projecten die worden gefinancierd uit reeds eerder beschikbaar gestelde kredieten (o.a. vGRP), subsidies en reserves (w.o. de reserve wegen). De nadruk ligt in 2016 op de realisatie van het centrumplein e.o. te Overdinkel. In de kern Losser de start van de uitvoering van het wijkvernieuwingsproject Irisstraat – Leliestraat, het opstellen van het zogenaamde paraplu-plan met verkeerscirculatieplan (VCP) voor het centrum en het opstellen van een inrichtingsvisie en het uitwerken van het ontwerp voor de Gronausestraat (in samenhang met VCP en parapluplan). In de kern De Lutte ligt de nadruk op het opstellen van een technische plan voor vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte (o.a. rioleringsberekeningen) waarmee tegelijkertijd wordt gekeken of synergie mogelijkheden gerealiseerd kunnen worden. Parallel hieraan worden de voorbereidingen voor de herinrichting van de Lossersestraat opgestart. Burgerparticipatie inzake keuzes en prioriteitsstelling Via het MIP worden uiteindelijk door de Raad beslissingen genomen inzake prioritering en keuzes. De strategie is dat technische noodzaak de basis is van het MIP. De eerste prioriteit volgt uit dus uit de technische noodzaak tot onderhoud en/of vervanging van een voorziening.
blz. 58 (van 144)
Het MIP wordt tevens gebruikt om transparantie te bereiken voor andere investeerders in de openbare ruimte, maar ook voor burgers. Via het reguliere proces van dorpsraden en belangengroeperingen hebben burgers invloed op keuzes en – bij gelijke technische noodzaak – ook op prioritering. Kerncijfers De totale vervangingswaarden van de kapitaal goederen in Losser wordt geschat op ruim € 260 miljoen. Onderstaande tabel geeft een overzicht op hoofdlijnen van de in beheer zijnde kapitaalgoederen. Het overzicht wordt geactualiseerd zodra het integrale beheerpakket is geïmplementeerd (2016). Kapitaalgoederen AREAAL / HOEVEELHEDEN
Standdatum: 31-1230-06-2012 2014 Hoeveelheid
Eenheid
Verharding
AREAAL / HOEVEELHEDEN
Hoeveelheid
Eenheid
Groen
Elementverharding
544.104
m2
Bomen klein
546
St
Asfaltverharding
1.035.553
m2
Bomen middel
2.460
St
Beton
17.552
m2
Bomen Groot
7.536
St
Halfverharding/Onverhard
157.964
m2
Bloembakken
22
St
Totaal verharding
1.755.173
m2
Bosplantsoen
215.241
m2
Bodembedekkers
22.373
m2
Wadi's
19.937
m2
Kunstwerken Kunstwerken (bruggen)
41
St
Heesters en coniferen
83.793
m2
Steigers
4
St
Rozen
9.269
m2
Vaste planten en wisselperken
1.362
m2
Gras(intensief)
370.405
m2
Gras(extensief)
24.284
m2
Hagen
6.808
m2
Water Duikers
17
St
Vijvers/Watergangen
overgedragen St naar waterschap
Begraafplaats
1.264
m2
Beschoeiing
220
Verhardingen (Groen)
17.749
m2
Bermen en sloten (buitengebied)
647.236
m2
Waterpartijen
32.561
m2
Totaal groen
1.452.282
m2
m1
Riolering Vrijverval riolering
149.000
m1
Drukriolering
163.000
m1
Randvoorzieningen
5
St
Straatmeubilair
Hoofdgemalen
26
St
Verkeersborden
3.640
St
Pompgemalen
579
St
Straatnaamborden
1.006
St
Putten, vrijvervalriolering
3.342
St
Komborden
120
Kolken
7.260
St
Schrikhekken
159
Zuiltjes Paaltjes
888
blz. 59 (van 144)
Areaal Vastgoed
Flespalen
2.144
Eigendienst
9
St
Paddestoelen
54
Maatschappelijk
56
St
Richtingaanwijzers blauw
27
Commercieel
49
St
Richtingaanwijzers rood
42
Verwijzing Groen
19
Verwijzing Rood
22
Afvalinzameling minicontainers GFT en REST
16.444
St
Toeristische verwijzingsborden
104
Restafvalcontainer ondergronds
19
St
Banken
206
Restafvalcontainer bovengronds
2
St
Picknickset
98
Glasbak ondergronds
20
Afvalbakken
266
Glasbak bovengronds
2
Vlaggenmasten
7
St
Textielcontainers ondergronds
6
Plattegrondkasten
7
St
Textielcontainers bovengronds
2
Welkomsborden
13
St
Kunststofverpakkingmateriaal containers ondergronds
1
St
Spiegel
7
St
Kunststofverpakkingmateriaal containers bovengronds
17
St
Abri
13
St
Lichtmasten
4.313
St
Speeltoestellen
235
St
Beleidsplannen Op basis van de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) is en wordt gewerkt om de gehele, integrale, beheercyclus te optimaliseren en beter te verankeren in de gemeentelijke beleidscyclus. Hiervoor is een traject van meerdere jaren opgezet waarin nieuwe beheerpakketten worden aangeschaft en geïmplementeerd, beheer- en beleidsplannen worden opgesteld en de strategie inzake vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, samen met de raad, verder wordt uitgewerkt. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van vastgesteld beleid en nog te formuleren beleid per vakdiscipline. Beleidsdocument
Jaar van vaststelling
Voorgenomen jaar van herziening
Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte
2013
2018
vGRP 2013-2016
2012
2016
Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP)
-
Verkeerscirculatieplan kern Losser
2004
Categoriseringsplan Wegen op basis 1999 van het Regionaal Uitvoeringsprogramma Duurzaam
blz. 60 (van 144)
Nog op te stellen
X 2016 Opnemen in GVVP
-
Veilig Wegenlegger
2010
2016
Regionaal mobiliteitsplan
2012-2016
2016
Groenstructuurplan
-
2016
Bomenbeleidsplan
-
Casco benadering Noord Oost Twente (o.a. tbv landschapsbeheer)
2012
-
Landschapsontwikkelingsplan (LOP)
2008
-
Beleidsnota Wegen (incl. Gladheidsbestrijdingsplan)
2008
2016
Beleidsnota Openbare Verlichting
-
2016
Beheer- en beleidsplan straatmeubilair en bewegwijzering
-
X
X
Beleidsnota Kunstwerken
X
Groenbeheer- en beleidplan
-
Beleidsnota Speelvoorzieningen
2007
Gemeentelijke gebouwen Beleidsnota Huishoudelijk afvalinzameling
X Nog niet gepland 2016
-
2016
Centraal bij de beheercyclus staat de strategie om, vanuit het integraal beheer en inrichting van de openbare ruimte, mede drager te zijn in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente, zowel inhoudelijk als qua processen. Bij het opstellen van de beleidsnota’s per vakdiscipline wordt uitgewerkt op welke wijze daaraan invulling wordt gegeven. Beheerplannen Met uitzondering van het vGRP met bijbehorend kostendekkingsplan zijn er momenteel geen vastgestelde beheerplannen per vakdiscipline op basis waarvan de financiële vertaling naar de begroting heeft plaatsgevonden. Tot op heden wordt gewerkt met historisch gegroeide jaarbudgetten en ervaringscijfers. Wel heeft in 2013, in het kader van het opstellen van de Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte, een toets op hoofdlijnen plaatsgevonden op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen. Hieruit blijkt dat het beschikbare budget voldoende is om een kwaliteitsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid (SWmedewerkers) is het mogelijk het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair, te realiseren. Vervangingsinvesteringen De Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte gaat niet in op vervangingsinvesteringen. Structurele vervangingsinvesteringen zijn niet beschikbaar. Hiervoor wordt de beschreven strategie via het MIP gevolgd. Inhaalslag Het opstellen van beheerplannen en de financiële vertaling hiervan naar de begroting maakt deel uit van de bovenvermelde inhaalslag inzake de beheercyclus. Dat geldt voor alle beheerdisciplines. Afgelopen twee jaar is hiertoe een forse stap gezet met de aanschaf van een integraal
blz. 61 (van 144)
beheerpakket voor voorzieningen in de openbare ruimte. Eind 2015 is de testfase afgerond. In 2016 ligt de nadruk op de implementatie van het integrale beheerpakket zodat per vakdiscipline de beheerplannen (inclusief vervangingsplannen) opgesteld kunnen worden. Tegelijkertijd met de implementatie vindt de integratie met de wettelijk verplichte invoering van de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) plaats. Ontwikkelingen Het bereiken van onderhoudsniveau “B” is mede afhankelijk van de inzet van relatief goedkope arbeid (SW-medewerkers). In 2015 is besloten om het SW-bedrijf gedeeltelijk te integreren met de gemeentelijke buitendienst en een gemeentelijk “Servicebedrijf” op te richten. Dit servicebedrijf gaat op 1 januari 2016 van start en gaat nadrukkelijker de rol van Opdrachtnemer invullen op basis van werkomschrijvingen en bestekken die zijn gebaseerd op de vastgestelde (en nog vast te stellen) beheer- en beleidsplannen. Hiermee worden meerdere beleidsdoelstellingen ingevuld: een betere bewaking van de afgesproken beheerkwaliteit waarbij tevens kansen worden geboden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uitwerking per vakdiscipline Wegen •
Wegen en verhardingen
Beleid Wegen en verhardingen maken deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “C”, waarbij de ambitie is uitgesproken om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken. Naast de beeldkwaliteit speelt ook de technische kwaliteit van de constructie een belangrijke rol. In een tweejaarlijkse cyclus wordt de technische kwaliteit gemonitord conform de landelijke CROW-systematiek. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders zijn 2015 verder uitgewerkt in een beleid- en beheerplan voor het onderhoud van wegen, verhardingen, (recreatieve) fietspaden, wegbermen en sloten. In 2015 heeft een interactief proces plaatsgevonden met belangengroeperingen waardoor het beleidsproces wat meer tijd in beslag heeft genomen dan vooraf ingeschat. In 2016 wordt het beleid- en beheerplan Wegen aan uw raad aangeboden. •
Openbare verlichting
Beleid Openbare verlichting maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B". Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden zijn in 2015 verder uitgewerkt in een concept beleid- en beheerplan voor het onderhoud en vervangen van de openbare verlichting. Dit is gebeurd in een samenwerkingsverband met een aantal andere gemeenten. Belangrijk aandachtspunt in het beleid- en beheerplan zijn beleidsuitgangspunten t.a.v. wel of niet verlichten, de technologische ontwikkelingen (LED, energieverbruik) en vervangingsinvesteringen van masten, armaturen en lampen in de periode tot 2020. Begin 2016 wordt het beleid- en beheerplan Openbare Verlichting aan uw raad
blz. 62 (van 144)
aangeboden. Vooruitlopend op het vaststellen van beleidskaders ten aanzien openbare verlichting is in 2015 en 2017 een bedrag in de begroting gereserveerd voor het vervangen van openbare verlichting. De gelden worden ingezet in samenhang met het vervangingsplan (maakt deel uit van het beheerplan) en het MIP. Eind 2013 heeft de 4 jaarlijkse remplace plaatsgevonden waarbij alle PLL lampen zijn vervangen. Dit geeft ruimte in de tijd om een aanvang te maken met de geleidelijke vervanging van een belangrijk deel van de openbare verlichting. Voor het dagelijks beheer wordt vooral gestuurd op meldingen van defecte lichtpunten, aanrijdingen etc. •
Gladheidsbestrijding
Beleid Gladheidsbestrijding maakt geen deel uit van de Nota Kapitaalgoederen, maar wordt gestuurd op basis van het in 2011 opgestelde gladheidsbestrijdingsplan. Hierin is het nieuwe versoberde gladheidsbestrijdingsbeleid vastgelegd. Strooiroutes e.d. zijn hierop gebaseerd. Uitvoering In het winterseizoen 2012/2013 is voor het eerst invulling aangegeven aan het versoberde gladheidsbestrijdingsbeleid. De ervaringen hiermee worden meegenomen in het strooiplan voor 2015/2016. Eind 2015 wordt het gladheidsbestrijdingsplan geactualiseerd en ‘meegenomen’ in het beleid- en beheerplan Wegen dat in 2016 aan uw raad wordt aangeboden. •
Recreatieve fietspaden
Beleid Recreatieve fietspaden maken deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Met deze voorziening wordt fors bijgedragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen inzake recreatie en toerisme Uitvoering In de periode 2011 t/m 2013 is fors geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van fietspaden. Dit betreft de fietspaden die deel uitmaken van het Fietsnetwerk Twente. Het waarborgen van openbaarheid en toegankelijkheid van recreatieve fietspaden blijft voortdurend een punt van aandacht. Het formele instrument hiertoe is de gemeentelijke “Legger der Wegen” (de wegenlegger). In 2010 is de Wegenlegger door uw raad vastgesteld waarmee de openbaarheid van de hoofdstructuur formeel is vastgelegd. Naar aanleiding van het fietspadenproject 2011-2013 en de implementatie van het integrale beheerpakket wordt de Legger der Wegen geactualiseerd. Naar verwachting wordt de geactualiseerde versie in 2016 aan uw raad aangeboden. De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden verder uitgewerkt in het beleid- en beheerplan voor het onderhoud van wegen en verhardingen. Fietspaden, zowel utilitair als recreatief, maken deel uit van dit plan. •
Straatmeubilair Onder straatmeubilair wordt het geheel aan ondersteunende voorzieningen verstaan ten behoeve van de functie van de wegen. Naast banken en afvalbakken vallen hieronder ook de (toeristische) bewegwijzering en de straatnaam- en verkeersborden.
blz. 63 (van 144)
Beleid Straatmeubilair maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders moeten verder worden uitgewerkt in een beleid- en beheerplan. Dit maakt deel uit van de bovengenoemde “inhaalslag”. Het opstellen van het beleid- en beheerplan voor straatmeubilair is voorzien na 2016. Voor wat betreft het straatmeubilair is er een sterke samenhang met de taakvelden “wegen en verkeer” en recreatie en toerisme. Kunstwerken (bruggen, viaducten en beschoeiingen) Beleid In 2011 heeft een kwaliteitsinspectie plaatsgevonden. Op basis daarvan is een maatregelprogramma opgesteld voor het onderhoud van de kunstwerken. De kunstwerken worden op het niveau basis (globaal overeenkomende met kwaliteitsniveau “C” uit de Nota Kapitaalgoederen die in 2013 is vastgesteld) onderhouden. Het opstellen van een beleid- en beheerplan voor Kunstwerken maakt deel uit van de bovengenoemde “inhaalslag”, en is voorzien na 2016. Uitvoering De inspectie van 2011 heeft uitgewezen dat met de huidige beschikbare middelen dit basis niveau net kan worden uitgevoerd. Een lager niveau betekent op termijn kapitaalsvernietiging. In 2016 worden de kunstwerken opgenomen in het nieuwe integrale beheerpakken. Afhankelijk van de voortgang daarvan zal aansluitend een nieuwe kwaliteitsinspectie worden uitgevoerd. Riolering Beleid Op 18 december 2012 is het vernieuwd Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-2016 door de raad vastgesteld. Hierin is naast de afvalwaterzorgplicht, ook de zorgplicht voor grondwater en hemelwater opgenomen. Besloten is om uit te gaan van een behoudend en sober basisscenario en om de reserve riolering in te zetten om een deel van de kosten te dekken. Op basis hiervan was de verwachting dat vanaf 2014 een geleidelijke stijging van de rioolheffing noodzakelijk is om kostendekkend te kunnen blijven. Inmiddels is gebleken dat die geleidelijke stijging afgezwakt kan worden. Investeringen in rioolvervangingen bieden vaak kansen om ook de bovenliggende openbare ruimte opnieuw in te richten. De financiële middelen voor deze herinrichting kunnen niet ten laste van het vGRP gebracht worden. Hiervoor worden andere dekkingsmiddelen ingezet zoals onder andere het budget “Groot onderhoud Wegen”, aanvullende investeringsbudgetten (via ‘nieuw beleid”) en wordt getracht externe bijdragen te verwerven. Het budget voor groot onderhoud aan wegen staat onder druk, waardoor dit gevolgen heeft voor de planning van het uitvoeringsprogramma van het vGRP. Om de synergiekansen niet verloren te laten gaan moet er geschoven worden in de planning waardoor investeringen in rioolvervangingen soms iets uitgesteld worden. In 2015 is gestart met een hydraulische herberekening van de rioolstelsels in alle kernen van de gemeente Losser. Zodra de resultaten bekend zijn en de verbeteringsmaatregelen doorgerekend zijn, kan het nieuwe vGRP II worden opgesteld, inclusief bijbehorend kostendekkingsplan. Streven is om eind 2016 het vGRP II aan uw raad aan te bieden.
Uitvoering In de planperiode wordt invulling gegeven aan het maatregelenprogramma zoals dat in het vGRP is vastgelegd. De investeringen in riolering worden integraal benaderd zodat zo veel
blz. 64 (van 144)
mogelijk synergie en maatschappelijke winst wordt behaald. Het MIP is hiervoor het document om te sturen in een integrale planning voor investeringen in de openbare ruimte. Omdat zo veel mogelijk synergie met de andere taken in de openbare ruimte wordt nagestreefd, kan het voorkomen dat er geschoven moet worden in het uitvoeringsprogramma en ook in de planning daarvan. Dit heeft tot gevolg dat de prognose uit het kostendekkingsplan bijgesteld moet worden. Vanaf het vGRP II (2017) wordt jaarlijks het kostendekkingsplan geactualiseerd en opnieuw doorgerekend (voorafgaand aan de Kadernota). In 2016 ligt de nadruk op: • • • • •
Start rioolvervanging wijkvernieuwingsproject Irisstraat – Leliestraat te Losser Rioolvervangingen in combinatie met de realisatie van het centrumplein Overdinkel en omliggende woonstraten, inclusief de aanleg van een zogenaamde “blauwe ader” Ontwerp van rioolvervanging in delen van de Gronausestraat te Losser; Vervolg project vervanging en renovatie rioolgemalen buitengebied (clustergewijs); Afronding hydraulische herberekening van alle rioolstelsels binnen de gemeente Losser, inclusief simulatie van klimaatontwikkelingen (extreme neerslagsituaties).
Water Beleid Het gemeentelijk beleid op gebied van water is vastgelegd in het vigerende Gemeentelijk Waterplan. Het uitvoeringsprogramma is door het ontbreken van financiële middelen tot op heden slechts gedeeltelijk gerealiseerd. Met ingang van 2013 is het vGRP van kracht waarin ook de nieuwe watertaken zijn opgenomen. De activiteiten uit het Gemeentelijk Waterplan die vallen onder de nieuwe watertaken zijn opgenomen in het vGRP. Vanuit “Brussel” speelt de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vertaling naar de Regio vindt plaats middels stroomgebiedbeheersplannen (SGBP). De taken voor de gemeenten liggen vooralsnog voornamelijk op het gebied van de ruimtelijke ordening. Het Nationaal Bestuursakkoord Water gaat steeds nadrukkelijker een rol spelen. Samenwerking in de afvalwaterketen, verbetering van doelmatigheid, etc. zijn ontwikkelingen die steeds nadrukkelijker een rol gaan spelen. Deze landelijke ontwikkeling wordt vertaald naar de regio’s. In Twente heeft dit geresulteerd in “Waterwinst 2.0”. Middels deze intentieverklaring spreken de 14 Twentse gemeenten, samen het waterschap, de bereidheid uit om samen te werken in de (afval)waterketen teneinde te kunnen komen tot een structurele kostenbesparing in de keten. Daarnaast zijn kennis en kwetsbaarheid speerpunten in “Waterwinst 2.0”. Uitvoering De komende jaren wordt middels de systematiek van “werkplaatsen” verder gewerkt aan de concrete invulling van “Waterwinst 2.0”. Losser neemt hierin actief deel. De bovengenoemde hydraulische herberekening is breder opgepakt dan alleen de rioolstelsels van de kernen binnen de gemeente Losser. Besloten is om dit samen met het waterschap Vechtstromen op te pakken en de riolering en afvalwaterzuivering te beschouwen als ware het één geheel. In 2016 zal het zogenaamde afvalwaterketenplan worden opgeleverd. Groen en Landschap Beleid Openbaar groen maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat het beschikbare budget voldoende om een onderhoudsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief
blz. 65 (van 144)
goedkope arbeid door SW-medewerkers is het mogelijk het door de raad vastgestelde niveau “B” te realiseren. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden verder uitgewerkt in beleid- en beheerplannen voor het onderhoud van openbaar groen. Zo is in 2015 het groenstructuurplan aangeboden aan uw raad. Verder is in 2015 het nieuwe integrale beheerpakket in gebruik genomen. In 2016 wordt dit beheerpakket geïmplementeerd en worden de arealen geactualiseerd. Daarna kan het groenbeleid en -beheerplan opgesteld worden. Naar verwachting kan dit vanaf 2017 ingepland worden. De inzet van SW-medewerkers via het nieuwe “Servicebedrijf Losser” blijft een belangrijk aandachtspunt omdat het behalen van het vereiste onderhoudsniveau hiervan mede afhankelijk is. In 2016 ligt de focus volop de implementatie van het Servicebedrijf. Vastgoed / MOP Beleid Voor het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed (incl. scholen, sportgebouwen, zwembad, gemeentehuis e.d.) is er tot op heden geen beleid vastgesteld. Er is ook geen vastgesteld onderhoudsplan dat financieel is vertaald in de begroting. Wel is er een actueel meerjaren onderhoudsplanning (MOP). De Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden dan wel verkopen of ontwikkelen van locaties. Daarbij spelen budgettaire redenen maar ook de wens om de mogelijkheden van privatisering nader te bekijken, een rol. Daarnaast is met ingang van 1 juli 2014 de Wet Markt en Overheid van kracht geworden. Hierin zijn gedragsregels voor overheden opgesteld om concurrentievervalsing tegen te gaan. Voor vastgoed geldt dat ten minste een kostprijs dekkende huur wordt doorberekend, tenzij men daar gemotiveerd van af wil wijken. Dit laatste zal voor het maatschappelijk vastgoed het geval zijn, terwijl voor commerciële partijen de marktconforme huurprijs blijft gelden. In de nota Vastgoedbeleid gemeente Losser is dit nader uitgewerkt en vastgelegd. De uitwerking van de consequenties van een kostprijs dekkend huurtarief voor het maatschappelijk vastgoed zijn eind 2015 in het financieel systeem verwerkt en als ‘verborgen subsidies’ in beeld gebracht. De keuze om deze ‘verborgen subsidies’ in stand te laten moet daarna worden gemaakt en integraal met de ‘overige subsidies’ opnieuw worden beoordeeld in relatie tot het maatschappelijk rendement. Dit zal in 2016 plaatsvinden. Uitvoering Eind 2014 is sporthal De Spil verkocht aan woningstichting Domijn, ten behoeve van de realisatie van het Kulturhus in Overdinkel. Eind 2015 zijn een woning en bedrijfsgebouw aan de Irisstraat 79/79a gesloopt, ten behoeve van nieuwbouw ontwikkelingen in het gebied. Daarmee is het totale areaal aan vastgoed geslonken met 3 objecten. De vastgoedportefeuille van de gemeente Losser bestaat nu uit 114 objecten. De totale WOZ-waarde is M€45 met een boekwaarde van M€24 (peildatum 31-12-2014). 49 gebouwen worden door de gemeente Losser onderhouden. Echter is met ingang van 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid en het bijbehorende budget voor het buitenonderhoud van de 11 basisscholen, met uitzondering van constructiefouten (zoals asbest), overgedragen aan de schoolbesturen. Het resterende benodigde budget voor een redelijk niveau van onderhoud bedraagt structureel ca. € 615.000. Aanvankelijk was er in 2015 € 770.000 beschikbaar. Hierop is in de jaargang 2015 bezuinigd voor een bedrag van € 60.000 vanuit invulling kader gemeentelijke gebouwen en € 278.000 vanuit de genoemde overdracht naar
blz. 66 (van 144)
de schoolbesturen. Het resterende budget met ingang van 2016 bedraagt dan nog € 432.000 (onderwijs: € 33.000 en overig: € 399.000). Bovengenoemde Vastgoednota heeft ook gevolgen voor de mate van onderhoud van de verschillende panden en daarmee het benodigd budget voor het MOP in de toekomst. Het benodigd budget voor het MOP zal daarom ook opnieuw geïnventariseerd en geïnspecteerd worden. De aanbesteding en uitvoering hiervan heeft eind 2015 plaatsgevonden. Hierbij is gebruik gemaakt van een landelijk geaccepteerde methodiek in conditiemeting (RGD-BOEI richtlijn Rijksgebouwendienst). Duurzaamheid Beleid Duurzaamheid is een breed begrip en hier wordt op vele vlakken (inkoop, diensten, projecten, openbare ruimte) invulling aan gegeven. Een concrete ambitie met doelstelling is in september 2012 door de Raad in haar Visie op Duurzaamheid en het daaruit voortkomende Duurzaam Energie Beleid Gemeente Losser vastgesteld. Hierin is de ambitie voor de gemeente Losser uitgesproken om 20% CO2-reductie en 20% duurzame energie in 2020 (ten opzichte van 1990) te realiseren. Omdat hierin geen extra financiële middelen worden ingezet, anders dan de verstrekte subsidie van de Provincie, zal de rol van de gemeente beperkt blijven tot een stimulerende en faciliterende rol. Uitvoering Middels een Uitvoeringsprogramma wordt met name gericht op de bebouwde omgeving, particuliere woningen. Dit betreft in de gemeente Losser ook de grootste groep v.w.b. energieverbruik en levert daarmee de meeste winst op. Het Energieloket “Doe Groen. Dat Scheelt” met website en telefonisch loket blijft in ieder geval tot eind 2015 bestaan middels een verlenging van de subsidietermijn van de Provincie. De uitvoering hiervan gebeurt in samenwerking met de gemeente Enschede. De bedoeling is om in 2016 het Energieloket van de gemeente Enschede en Losser onder te brengen bij een marktpartij. Uitgangspunt van de Provincie was namelijk dat de markt dit in 2016 zou overnemen. Aanvullend daarop wordt in 2016 invulling gegeven aan de Landelijke VNG-ondersteuning voor energiebesparing bij particuliere woningen. In Regio Twente verband is gekozen voor extra communicatie op gebied van energiebesparing en –opwekking, “De Twentse Campagne”. De uitvraag heeft medio 2015 plaatsgevonden en opdracht voor uitvoering van deze campagne is verstrekt aan een marktpartij. Daarnaast kan de gemeente zelf duurzaamheid ook stimuleren door het goede voorbeeld te geven. Daartoe willen wij in 2016 zonnepanelen aanbrengen op het dak van het gemeentehuis. Met dit zonnedak is een investering gemoeid van circa € 100.000. Dit is echter goed te onderbouwen met de eind 2015 ontvangen toekenning van een SDE+-Subsidie, die de terugverdientijd aantrekkelijk maakt. Kwaliteit onderhoud Op basis van de Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) is door de raad vastgesteld dat de openbare ruimte op een kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair wordt onderhouden (op basis van de landelijke CROWsystematiek). Voor wegen wordt het kwaliteitsniveau “C” gehandhaafd met de ambitie om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau In het collegeakkoord is vastgelegd dat taken minimaal op het wettelijk minimum worden uitgevoerd.
blz. 67 (van 144)
In de (nog op te stellen) beheerplannen per vakdiscipline is/wordt uitgewerkt op welke wijze invulling gegeven wordt aan het wettelijk minimum niveau en welke structurele gelden hiervoor benodigd zijn. Sturen op onderhoudskwaliteit De onderhoudswerkzaamheden worden gestuurd op het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau. Vanwege het feit dat beschikbare financiële middelen onder druk staan betekent dit dat voor alle voorzieningen in de openbare ruimte dat de levensduur zo ver mogelijk wordt opgerekt als mogelijk is binnen de afgesproken kwaliteit, om zodoende kosten te besparen. Met deze strategie worden “de grenzen” wat meer opgezocht. Daarom is het belangrijk om het verloop van de technische kwaliteit en van de onderhoudskwaliteit van de voorzieningen in de openbare ruimte te volgen. Dit proces wordt de komende jaren verder uitgewerkt en geïmplementeerd. De frequentie van kwaliteitsinspecties en schouwrondes wordt geïntensiveerd. De metingen van technische kwaliteit en de analyse van de ontwikkeling van de onderhoudskwaliteit worden gecombineerd met beschikbare gegevens van burgertevredenheid (klachten en meldingen), verkeersongevallencijfers en gegevens over schadeclaims in het kader van aansprakelijkheid van de gemeente in haar brede rol van ‘wegbeheerder’. Op deze wijze willen we inzicht geven in de ontwikkeling van de kwaliteit en beleving van de openbare ruimte. Gemeten onderhoudskwaliteit In de jaren 2013 -2015 hebben schouwrondes plaatsgevonden om de onderhoudskwaliteit te meten en te toetsen aan het vastgestelde beleid. Algehele conclusie is dat de gemiddelde onderhoudskwaliteit die gerealiseerd wordt ruimschoots voldoet aan het gestelde onderhoudsniveau “B”. Aandachtspunt vormt het onderhoudsniveau van de wegen en verhardingen. Hier ligt het onderhoudsniveau lager. In 2014 en 2015 is het percentage wegen met onderhoudsniveau D overigens gedaald (tgv investeringen via het MIP). In de beleidsnota Wegen (2016) wordt hierop nader ingegaan, Financiën In de reguliere begroting is structureel budget opgenomen voor klein en groot onderhoud van alle vakdisciplines. Voor een overzicht van de beschikbare budgetten wordt verwezen naar de betreffende tabel die is opgenomen in het hoofdstuk Programma plan – programma Natuur & Ruimte. Vervangingsinvesteringen en investeringen voor in kapitaalgoederen en openbare ruimte vinden plaats via het MIP en “nieuw beleid / investeringen”. Voor financiële informatie zie paragraaf 6.2 en 6.3. Planning Omschrijving
Gerelateerd aan
Inschatting kosten
2016 Gefaseerde wijkvernieuwing IrisstraatLeliestraat te Losser. (doorlooptijd 2016 t/m 2019)
•
Gefaseerde uitvoering Gronausestraat,
•
•
Fasering sloop en nieuwbouw Domijn Kaveluitgifte De Saller
€ 1.100.000,--
Paraplu-plan centrum € 2.100.000,--
blz. 68 (van 144)
Losser, fase I, II en IV (uitvoering 2016/2017) Wegvakdelen: P. Schaafsplein – Oranjestraat en Smalmaatstr – Brg. v/d Sandtplein (incl. Parallelweg)
• •
’t Zijland Inrichting rotonde Hoofdstraat (provincie Ov.)
(Fase III; Oranjestraat – Smalmaatstraat, voorbereiden in 2015, uitvoeren in 2017/2018) Vervangen Openbare Verlichting 2016
Samenhang met uitvoeringsprojecten MIP. (Resterende vervanging obv kwaliteitsinspectie en energieverbruik).
€ 300.000,--
Herinrichting Pr. Hendrikstraat Overdinkel Kulturhus O”dinkel (o.a. parkeren) en centrumplein O’dinkel
€ 250.000,--
Centrumplein/Dorpsplein O’dinkel (incl. schoolplein en Hoofdstraat)
€ 1.400.000,--
Kulturhus O’dinkel o.b.v. “Dorpsontwikkelingsvisie 2007”
Herinrichting Pr. Bernhardstraat O’dinkel
Planning synchroniseren met realisatie centrumplein
€ 255.000,--
Parkeerplaats Sportpark ’t Wilpelo (incl. toegangsweg), O’dinkel
Planning synchroniseren met realisatie centrumplein
€ 185.000,--
Lossersestraat, De Lutte
Hydraulische herberekening gehele rioolstelsel De Lutte
€ 200.000,--
P. Geerdinkstraat, De Lutte
Hydraulische herberekening gehele rioolstelsel De Lutte
€ 200.000,--
blz. 69 (van 144)
3.4. Financiering Treasurybeleid De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasury activiteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. Op 24 maart 2015 is het Treasury statuut 2015 vastgesteld door de raad. Hierin zijn de beleidskaders inzake treasury opgenomen. In het treasury statuut worden onder meer de verdeling van taken en bevoegdheden vastgelegd. Ook is de verantwoordingsrelaties inzake het treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en de gemeente Losser vastgelegd. Nieuw opgenomen zijn de regels voor het verplichte schatkistbankieren. De doelstellingen van het treasurybeleid zijn o.a.: • •
Het tegengaan van ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s. Het minimaliseren van de rentekosten van de uitstaande leningen, binnen de randvoorwaarden van de wettelijke normen uit de Wet fido zijnde de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.
Renterisicobeheer Onder financiële risico’s worden zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s verstaan. De Wet fido geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van de treasury functie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te zijn. De gemeente Losser is niet voornemens om uitzettingen te doen in de komende begrotingsjaren. Daarnaast bezit zij uitsluitend een aantal aandelenpakketten in het kader van de publieke taak. Informatie over deze bedrijven zijn opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. Door de wetswijziging van de Wet fido in 2009 is ook het verstrekken van geldleningen aan gemeentepersoneel niet meer toegestaan. De portefeuille met personeelshypotheken wordt derhalve afgebouwd. Daarnaast wordt zeer terughoudend omgegaan met het verstrekken van leningen. Er zijn slechts leningen verstrekt vanuit de deelnemingen in Vitens en Enexis. De risico’s vanuit deze leningen zijn nihil. Van de 4 leningen die verstrekt zijn aan Enexis bij de verkoop van de aandelen van Essent, zijn er overigens al een tweetal vervroegd afgelost. Ook met garanties wordt terughoudend omgegaan. De uitstaande garanties op geldleningen stammen allen uit de jaren 90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen. De risico’s die voortvloeien hieruit zijn opgenomen in het weerstandsvermogen. Daarnaast neemt Losser een achtervangpositie bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. De risico’s hiervan zijn ook ingeschat op nihil aangezien er momenteel geen aanwijzingen zijn dat het WSW niet aan haar garantieverplichtingen zal voldoen en de gemeente zal aanspreken op haar achtervangpositie. Het WSW beschikt over de hoogst mogelijke rating (AAA) voor kredietwaardigheid.
blz. 70 (van 144)
Omslagrente Bij de toerekening van rente door middel van kapitaallasten wordt uitgegaan van een gemiddelde rekenrente, ook wel de omslagrente genoemd. De omslagrente is gebaseerd op de gemiddelde rente van de portefeuille met opgenomen geldleningen van de gemeente. In de begroting 2016 wordt de omslagrente op 4,5% gesteld, bij wijze van voorcalculatie. Als de daadwerkelijke omslagrente lager blijkt te zijn, ontstaat een rentevoordeel, dat tot uiting komt in een inkomenspost op treasury (programma Bestuur en Dienstverlening). De rekenrente op de grondexploitaties is al aangepast op de beoogde wijziging van het BBV per 1 januari 2016. In een onlangs verschenen rapport van de commissie BBV over grondexploitaties is gesteld dat de rekenrente voor grondexploitaties maximaal mag zijn: •
•
•
Het gemiddelde rentepercentage van de portefeuille met opgenomen geldleningen indien geen sprake is van projectfinanciering voor grondexploitaties. Dat is in Losser niet het geval. De gemiddelde rente van de huidige geldleningenportefeuille bedraagt 4,1%. Hierbij moet rekening worden gehouden met de verwachte nieuwe leningen die nog worden toegevoegd. Door de lage marktrente zal de gemiddelde rente dalen in de komende jaren naar ongeveer 3,7%. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de verhouding eigen vermogen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen van Losser bedraagt 17% van het balanstotaal per eind 2014. In totaliteit ligt de rekenrente voor het grondbedrijf rond 3% voor de jaren 2016-2019.
Treasury resultaat Het treasury resultaat voor 2016 is gedaald met bijna € 140.000 ten opzichte van het resultaat uit de vorige programmabegroting. Enerzijds zijn de rentebaten over het geïnvesteerde vermogen aanzienlijk lager dan eerder geraamd, door de lagere omslagrente en rekenrente van het grondbedrijf. Daarnaast is de renteverwachting voor de financiering tijdens de begrotingjaren 2016-2019 ook lager dan eerder verwacht. Kasgeldlimiet Voor het beperken van de renterisico’s is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende schulden opgenomen, de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende schulden -/- vlottende middelen) maximaal mag hebben. De kasgeldlimiet bedraagt voor de komende jaren: Berekening kasgeldlimiet (x € 1.000) 2016 Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet)
2017
2018
2019
52.679
50.780
53.865
51.245
Vastgesteld percentage
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
Kasgeldlimiet (1.x 2.)
4.478
4.316
4.580
4.356
Aangezien de korte rente momenteel aanzienlijk lager is dan de rente op langlopende leningen zal maximaal gebruik worden gemaakt van de ruimte binnen de kasgeldlimiet. Zo worden de rentelasten geminimaliseerd. Renterisiconorm In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven. Het
blz. 71 (van 144)
uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de langlopende schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten. De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet meer dan 20% van de totale begroting van baten en lasten mogen bedragen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente Losser in de komende jaren de norm niet zal overschrijden: Berekening renterisiconorm
2016
2017
2018
2019
52.679
50.780
53.865
51.245
20%
20%
20%
20%
10.536
10.156
10.773
10.249
Aflossingen
2.780
2.707
2.639
2.639
Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.)
7.756
7.449
8.134
7.610
(x € 1.000)
Begrotingstotaal Vastgesteld percentage Renterisiconorm (1. x 2.)
Schuldpositie In de afgelopen jaren is er een groeiende belangstelling geweest voor de schuldpositie van gemeenten. Naast een sluitende begroting wordt steeds meer gekeken naar de financiële positie van de gemeente en of deze gezond is. Deels komt deze tot uitdrukking in de omvang van de schuldpositie. In de afgelopen jaren is al gerapporteerd over de schuldratio en de netto schuldquote in de financieringsparagraaf. Het gewijzigde BBV schrijft nu voor dat een aantal kengetallen, waaronder die voor de schuldpositie, verplicht dienen te worden opgenomen in de begroting en jaarrekening vanaf de begroting 2016. Deze kengetallen zijn onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Beleidsvoornemens treasury functie Speerpunten voor de treasury functie in 2016: •
•
Er zal worden voortgebouwd op de meerjarenliquiditeitsplanning. De informatievoorziening met betrekking tot treasury zal worden verbeterd, om de liquiditeitsprognoses verder aan te scherpen. Door een beter inzicht in de investeringen, kunnen financieringsbeslissingen nog scherper worden genomen. Met lagere rentelasten tot gevolg; Verdere aanscherping van de liquiditeitsprognose voor de jaren vanaf 2016.
Limieten 2016 In de treasury paragraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen vastgesteld. De Raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college in 2015 kan financieren of beleggen. De limieten voor 2016 zijn:
blz. 72 (van 144)
•
•
•
Limiet opnemen krediet in rekening-courant bedraagt 110% van de kasgeldlimiet (€ 4,5 miljoen voor 2016). De limiet is derhalve € 4.9 miljoen euro groot. Deze limiet geeft aan hoeveel maximaal kortlopend gefinancierd kan worden. De wet Fido biedt de mogelijkheid deze limiet tijdelijk te overschrijden (maximaal twee kwartalen achtereen). Door zodoende 'scherp aan de wind te zeilen' kunnen, gezien de huidige zeer lage rentestanden voor kortlopende leningen, lagere rentelasten worden gerealiseerd; De limiet voor het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen bedraagt voor 2016 € 0,4 miljoen. Deze limiet is gelijk aan het zogenaamde drempelbedrag die geldt vanuit het verplichte schatkistbankieren. De gemeente mag tot maximaal dit bedrag overtollige middelen uitzetten, conform het gestelde in de Wet fido. De resterende overtollige middelen dienen verplicht bij de schatkist te worden ondergebracht. Het is overigens niet waarschijnlijk (en financieel niet interessant) dat er overtollige middelen bij het rijk zullen moeten worden uitgezet; De limiet voor het aantrekken van langlopende leningen wordt vastgesteld op tien miljoen euro voor het jaar 2016. Hiermee kan de voor 2016 ingeschatte behoefte aan 'lang geld' van vijf miljoen euro worden aangetrokken en is het mogelijk om eventueel vroegtijdige financieringen af te sluiten voor de komende jaren, indien de renteontwikkeling hiertoe aanleiding zou geven.
blz. 73 (van 144)
3.5. Bedrijfsvoering Losser, flexibel en verbonden De gemeente is onderdeel van de netwerkmaatschappij. We hebben te maken met maatschappelijke ontwikkelingen en uitdagingen (krimp, recessie, decentralisaties, veranderende rol overheid, vorming van (sociale)netwerken) waar Losser een passende reactie op moet hebben. Daarom werken we onder de vlag 'Losser, flexibel en verbonden' toe naar een manier van samenwerken waarbij resultaatgericht (samen)werken in verantwoordelijkheid centraal staat. Om deze resultaten te bereiken krijgen medewerkers de ruimte in het waar, wanneer, met wie en hoe zij (samen)werken. Belangrijk uitgangspunt is wel dat medewerkers verbonden blijven met de organisatie. ‘Losser, flexibel en verbonden’ vraagt een verandering op de volgende gebieden: 1. Fysieke omgeving (kantoor, werkplekken en ontmoetingsplekken); 2. ICT omgeving (digitaal en mobiel werken); 3. Mentale omgeving (human resource aspecten). Naar het zich nu laat aanzien zal de besluitvorming, over de totstandkoming van het Kulturhus Losser, begin 2016 zijn beslag krijgen. Met de komst van het Kulturhus komt voor de gemeentelijke organisatie minder m2 beschikbaar. De beschikbare ruimte zal zo efficiënt mogelijk worden ingericht, waarbij met flexplekken zal worden gewerkt. Ruimtes worden intensiever en mobieler gebruikt. De inrichting van de ICT omgeving hangt nauw samen met de inrichting van de fysieke omgeving. Nagegaan zal worden welke hulpmiddelen een goede bijdrage zullen leveren aan nieuwe manier van werken. Werkprocessen zijn deels al doorgelicht en zullen voor een deel nog worden doorgelicht, om te komen tot een doelmatiger wijze van werken. Via een digitaliseringslag zullen de bedrijfsprocessen verder worden geautomatiseerd. In 2016 ontwikkelen medewerkers en het bestuur zich verder op het gebied van samenwerking, de verschillende rollen van de overheid en communicatie. Samenwerking Enschede-Losser Enschede en Losser hebben afgesproken dat de samenwerking een structurele bezuiniging van 1,2 miljoen euro zou dienen op te leveren. Deze bezuinigingstaakstelling wordt in 2016 gerealiseerd. Voor elke gemeente afzonderlijk betekent dit een voordeel van € 600.000. Deze besparing zal met ingang van 2016 zijn gerealiseerd en is in de cijfers verwerkt. In de kadernota is daarnaast al melding gemaakt van een lagere bijdrage aan Enschede van € 120.000. Dit voordeel blijkt uit te komen op € 114.000. Het voordeel wordt veroorzaakt door het feit dat de berekende loon- en prijsstijgingen lager uitvallen. In de kadernota is het verder het volgende over opgenomen: "De personeelskosten worden overeenkomstig de centrumregeling berekend op basis van gegevens van CBS. Deze worden ieder jaar, volgens afspraak, op basis van werkelijke loon en prijsindexering verrekend. Aangezien de geprognosticeerde loon en prijscompensatie hoger lag dan het werkelijke percentage vindt nu een verrekening plaats. Dit levert een structureel voordeel op voor Losser." Communicatie Goed openbaar bestuur kan niet zonder optimale communicatie. Duidelijke informatie verstrekken aan en helder, interactief communiceren met inwoners, bedrijven, organisaties en alle andere betrokkenen binnen en buiten de gemeente is noodzakelijk om snel, adequaat en slagvaardig te kunnen handelen. Dit past bij het streven om de participatie van inwoners sterk te intensiveren en steeds meer een faciliterende overheid te worden. Dat vereist ook een
blz. 74 (van 144)
andere manier van werken van de ambtenaren. Daarom is in 2015 een traject gestart met als doel het omgevingsbewustzijn van alle ambtenaren te versterken en de gehele organisatie ‘communicatiever’ te maken. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de landelijk erkende Factor C methodiek (zie http://www.communicatierijk.nl/vakkennis/f/factor-c ). Dit traject wordt in 2016 verder uitgerold. De methodiek is een instrument dat door medewerkers kan worden ingezet en is onderdeel van de organisatieontwikkeling Losser Flexibel en Verbonden (LFV) derde pijler ‘mentale omgeving’. Meer aandacht voor participatie en communicatie met de inwoners komt al tot uiting in bijvoorbeeld de interactieve aanpak van grote projecten zoals de herinrichting van de wegen en openbare ruimte in en rond het centrum van Losser en de reconstructie van de Gronausestraat in Losser. De communicatievere aanpak van de gemeente wordt ondersteund door de inzet van diverse (online) communicatiemiddelen en sociale media. Daarvoor wordt geëxperimenteerd met externe media. Daarnaast gaan we de huidige website in 2016 grondig vernieuwen, zodat deze weer aan de normen van deze tijd voldoet. Informatievoorziening algemeen Ook in 2016 wordt gewerkt aan het vormgeven van de digitale overheid. De doelstelling dat in 2017 burgers en bedrijven alle zaken met de overheid digitaal kunnen regelen staat nog steeds. Het blijft ambitieus en de verwachting is dat meer tijd nodig is. Wel wordt het aanbod aan producten en diensten steeds groter. De basis wordt gelegd door landelijk afgesproken bouwstenen zoals het stelsel van basisregistraties. Alle bouwstenen samen zijn het fundament waarop de digitale overheid zich verder kan ontwikkelen. Voor de informatievoorziening in het sociale domein is in 2015 de basis gelegd. De decentralisaties hebben een zware claim gelegd op alle partijen en het jaar 2015 is voor veel onderdelen een overgangsjaar. Dit geldt ook voor de informatievoorziening die in 2016 verder wordt uitgebouwd. Ontwikkelingen Het niet doorgaan van de samenwerking Almelo, Borne, Losser en Enschede in IBO verband betekent niet dat de samenwerking stopt. In breder regionaal verband (o.a. Twentebedrijf) wordt doorgewerkt aan samenwerking. Eind 2015 en begin 2016 wordt een pilot uitgevoerd die de basis moet leggen voor een gezamenlijke Twentse informatievoorziening (aangeduid als TwenteCloud). Op het gebied van informatiebeveiliging wordt al regionaal samengewerkt. De komst van de omgevingswet in 2018 betekent voor de informatievoorziening wederom een megaproject. Gemeenten bereiden zich nu al voor dit krijgt zeker een vervolg in 2016 en volgende jaren. Bij de invoering van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) heeft Losser nog geen ICT stappen gezet. Wel wordt binnen de RUD onderzocht hoe procesharmonisatie vorm moet krijgen. Afhankelijk van dit onderzoek wordt in 2016 begonnen met de aansluiting van de informatievoorziening. De deelname van Losser aan het samenwerkingsverband Dimpact en de aansluiting op de Dimpact eSuite is ook mede afhankelijk van het moment van procesharmonisatie. Naar verwachting kunnen hier in 2016 stappen worden gezet. Basisregistraties Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de BasisRegistratie Personen (BPR), de WOZ, Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De BPR, WOZ en BAG zijn gereed en aan de BGT wordt hard gewerkt. Eind 2015 moet de BGT in de basis gereed zijn en in 2016 wordt de koppeling met de landelijke voorziening gerealiseerd. Naast de landelijke koppeling wordt de BGT binnengemeentelijk gekoppeld aan de beheerpakketten van de groenobjecten en de wegvakken. In 2016 wordt begonnen met het op elkaar afstemmen van de verschillende bestanden. In het regionale verband wordt in 2016 een pilot uitgevoerd om de BGT in de eerder genoemde Twente Cloud te plaatsen. De Twente Cloud wordt daarmee de muteeromgeving voor de BGT. Basisgegevens worden
blz. 75 (van 144)
binnen de overheid veilig uitgewisseld via het zogenaamde Diginetwerk. Eén van de landelijke bouwstenen. Aansluiting op het Diginetwerk wordt regionaal geregeld (één aansluiting voor meerdere gemeenten). Geoportaal Een kaart zegt vaak meer dan een lijst met gegevens. Geo wordt daarom steeds meer gebruikt als toegang tot de grote hoeveelheid informatie die beschikbaar is. Dit geldt zowel voor de externe als interne klant. Het geoportaal is in die zin de startpagina en wordt de komende jaren uitgebouwd. Belangrijk is wel om aan te sluiten bij de behoefte van burgers en bedrijven, maar ook bij de interne organisatie. Documentaire informatievoorziening (DIV) Het samenvoegen van de postregistratie- en archiveringsystemen van Enschede en Losser blijft een lastige klus. Het zijn nog steeds twee verschillende werkwijzen. De bedoeling was om dit vanuit de IBO samenwerking op te pakken, maar dit gaat niet door. Er wordt nu opnieuw onderzocht wat de beste manier is om de twee omgevingen samen te voegen. DIV heeft een directe relatie met alle programma’s binnen de gemeente. Enschede en Losser gebruiken verschillende oplossingen in het primaire proces. Dat alles maakt het een complexe materie. In het kader van het ZaakGericht Werken komt er in 2016 een meer uniforme manier van werken. Daarmee moet het mogelijk worden om het beoogde kwalitatief en financieel voordeel te behalen. Beveiliging en privacy De "Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten"(BIG) is ook voor Enschede en Losser hét gemeentelijk basisnormenkader voor informatiebeveiliging. Op basis van de BIG zijn een Algemeen Veiligheidscoördinator en een Vertrouwelijke Contactpersoon Informatiebeveiliging aangewezen. Functionarissen van Enschede vervullen tevens deze rollen voor Losser. De verwachting is dat in 2016, op grond van Europese regels, een functionaris gegevensbescherming moet worden aangesteld. Of Enschede deze rol voor Losser kan en mag vervullen is nog niet bekend. De BIG verplicht gemeenten om maatregelen uit te voeren (meer dan 300 maatregelen). Dit wordt zoveel mogelijk regionaal voorbereid. Het gaat daarbij onder meer om het uitvoeren van een risicoanalyse, het opstellen van documenten en procedures en de implementatie. Dit moet allemaal voor 1 januari 2017 gereed zijn. Vennootschapsbelasting (Vpb) Per 1 januari 2016 wordt de vennootschapsbelasting van toepassing op gemeenten. Dit is een ontwikkeling die impact op onze gemeente heeft: zowel op grondexploitaties, maar ook op de overige exploitatie van de gemeente. Verwezen wordt naar passage die hierover binnen de paragraaf Grondexploitatie is opgenomen. De kans is reëel dat dit voor gemeenten tot een lastenverhoging zal leiden. Vanwege het feit dat er nog veel onduidelijkheden zijn, is nu niet in te schatten om welk bedrag dit gaat. TAR (Twentse Arbeidsvoorwaarden Regeling) Op het moment van voorbereiding van de begroting is er nog geen zekerheid over de totstandkoming van de TAR. In verband met het lopende onderhandelingsproces op Twentse schaal wordt op lokaal niveau geen overleg gevoerd in het GO over arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen. In welke mate er financiële gevolgen als gevolg van de TAR in 2016 vallen, is nu niet te bepalen. Wel zal in het najaar van 2015 overleg in het GO worden gevoerd over de implementatie van het nieuwe hoofdstuk 3 CAR. Dit heeft effect op de lokale bezoldigingsverordening. Naar verwachting leidt dit niet direct tot financiële gevolgen in 2016 tenzij bijvoorbeeld afspraken over vormen van afkoop worden gemaakt. Een ander onderwerp, dat nu nog binnen het kader van de TAR-onderhandelingen valt, is het
blz. 76 (van 144)
generatiepact. Indien er geen TAR wordt overeengekomen, zullen over het generatiepact op lokaal niveau afspraken moeten worden gemaakt, waarbij het logisch is om dan ook de bestaande seniorenregeling onderdeel van het overleg te maken. Mogelijk komen hier garantieafspraken en/of afkoopregelingen uit voort. Een betrouwbare inschatting van het financiële effect is op dit moment niet te maken. HR 21 De implementatie van het functiewaarderingssysteem HR21 loopt door tot in 2016. Hoewel het uitgangspunt is dat bij de invoering hiervan de bestaande waarderingsverhoudingen in stand blijven, kan de invoering van het systeem voor enkele functies tot gevolg hebben dat deze hoger of lager worden gewaardeerd. Dit kan leiden tot een negatief financieel effect. Een positief financieel effect (behoudens op langere termijn) is niet denkbaar, aangezien bij een lagere waardering het huidige salaris(perspectief) gegarandeerd blijft. Afhankelijk van het aantal bezwaarschriften kunnen kosten voor afhandeling hiervan volgen. IKB (Individueel Keuze Budget) De invoering van het IKB die per 1 januari 2016 zou plaatsvinden, is met een jaar uitgesteld. Er zullen in verband met dit onderwerp dus geen positieve of negatieve financiële effecten in 2016 zijn. Nieuwe aanbestedingswet In 2016 komt er een nieuwe versie van de Aanbestedingswet, die een wijziging is op de huidige Aanbestedingswet 2012. De wijzigingen voor de nieuwe Aanbestedingswet 2016 zijn noodzakelijk ter implementatie van de herziende Europese aanbestedingsrichtlijnen, die april 2014 zijn vastgesteld. Nederland heeft tot 18 april 2016 om deze richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving. De nieuwe Aanbestedingswet 2016 zal een uitwerking zijn van onder andere: nieuwe of gewijzigde procedures, concessies, verkorting en verlenging van termijnen, nieuwe uitsluitingsgronden, toepassen van sociale en milieuvoorwaarden, nieuwe gunningscriterium, wezenlijke wijziging, verkorting en verlenging van de inschrijftermijnen, uitzonderingen op de aanbestedingsplichtig, digitalisering van het aanbestedingsproces en verbeterde toegang voor MKB. Zodra in 2016 de nieuwe Aanbestedingswet een feit is zal de afdeling inkoop afdelingshoofden informeren en haar inkoopproces en inkoopprocedure indien nodig aanpassen.
blz. 77 (van 144)
3.6. Verbonden partijen Inleiding Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan derde-rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Voor deze begrotingsparagraaf ligt het criterium daarvoor bij de vraag of de gemeente bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Belang voor de Raad Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of deze uitvoering juist te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Vaak zijn er ook andere oplossingen mogelijk, zoals het verstrekken van een subsidie aan een private stichting. Het belang van verbonden partijen is dat deze gemeentelijke taken uitvoeren. Het neerleggen van deze taak bij een verbonden partij levert dan financiële of bestuurlijke voordelen op. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken, welke aanpak de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak. Beheer verbonden partijen Op 20 december 2011 heeft de raad ingestemd met de Nota verbonden partijen. In de Nota verbonden partijen is verder ingegaan op de rol van uw raad met betrekking tot verbonden partijen. Daardoor kan de raad invulling kan geven aan de toezichthoudende rol. In het Nota verbonden partijen is een standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting en de jaarrekening vastgelegd. Dit gebeurt in de vorm van een vooraf vastgesteld format. Dit format is gevuld met de informatie van alle verbonden partijen van de gemeente Losser. Overigens wordt de Nota verbonden partijen in 2015 geëvalueerd. Dit kan eventueel leiden tot een andere indeling voor de begroting vanaf het jaar 2017. Besluit begroting en verantwoording (BBV) en verbonden partijen Voor de informatie per verbonden partij financiële informatie wordt aangesloten bij de het BBV. De wijziging uit het BBV van de afgelopen jaren zijn in deze paragraaf verbonden partijen opgenomen. Hierbij wordt nog het volgende opgemerkt. De informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat is nader gespecificeerd. Dit bekent dat in de begroting de informatie uit de begrotingen van de verbonden partij worden opgenomen. Bij de jaarrekening wordt vervolgens aansluiting gezocht met de informatie uit de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Niet bij alle verbonden partijen wordt de balans voor het komende jaar geprognotiseerd. En ook is niet voor alle verbonden partijen een begroting beschikbaar aangezien de gemeente niet in alle gevallen instemming
blz. 78 (van 144)
moet verlenen aan de begroting. Voor deze verbonden partijen zal de informatie uit de meest recente jaarrekening (2014 in dit geval) worden opgenomen. Actuele ontwikkelingen Per 1 januari 2015 is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. In de wet is een overgangstermijn opgenomen. Regelingen moeten voor 1 januari 2016 aan de wijzigingen in de nieuwe wet voldoen. Daarom zal er in het najaar van 2015 nog besluitvorming in de raad plaatsvinden over de inhoud van diverse gemeenschappelijke regelingen. Per 1 januari 2016 heeft de Euregio een nieuwe rechtsvorm. De Euregio is vanaf die datum een grensoverschrijdend gemeenschappelijke orgaan en moet in dat kader worden aangemerkt als een verbonden partij. Nederlandse gemeenten hadden voorheen geen bestuurlijk belang in de Euregio. De Euregio is dan ook voor de eerste maal als verbonden partij opgenomen. Regio Twente
Informatie
1.
Vestigingsplaats
Enschede
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. Vanaf 2016 is er sprake van een collegeregeling. De bestuurlijke vorm van de gemeenschappelijke regeling is gewijzigd door het wegvallen van taken in het kader van de plusregio. tot
3.
Doel
De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in de regeling is bepaald, tot doel in de desbetreffende regio de volgende belangen te behartigen: volksgezondheid, jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, sociaaleconomische structuurverksterking, recreatie en toerisme en lobby. De taakvelden van een groot aantal afdelingen is betrokken bij dit samenwerkingsverband.
4.
Partijen
De colleges van de veertien Twentse gemeenten.
5.
Bestuurlijk belang
Alle betrokken gemeenten zijn vanaf 1 januari 2016 met één lid vanuit het college vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Dit lid heeft ook een plaatsvervanger.
6.
Financieel belang
In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners. De begrote bijdrage voor 2016 is € ....(invullen door financiën. (tegenover ruim 820.000 euro in 2015). De geringe stijging van de bijdrage wordt veroorzaakt door de loon- en prijscompensatie.
7.
Prestatieseffecten
Veel (boven)gemeentelijke taken vragen een gezamenlijke en duurzame benadering. Gemeenten maken hierover afspraken met elkaar om die vervolgens in eigen huis verder vorm te geven. Ze bereiken daardoor een groter financieel en maatschappelijk rendement voor het gebied. De Regio Twente heeft in dit proces vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Ze brengt gemeenten samen, initieert, maakt verbindingen, stimuleert nieuwe initiatieven en ondersteunt de uitvoering. Daartoe onderhoudt ze nauwe relaties met de rijksoverheid, de provincie en Brussel. De Regio levert op verzoek van de gemeenten producten en diensten op de eerder genoemde gebieden. Daarmee leveren ze een bijdrage aan een vitaal Twente, een gebied waar het gezond en veilig wonen, werken en recreëren is. Wij ontvangen jaarlijks de begroting, een bestuursrapportage en de jaarrekening.
8.
Voortgang
In 2016 wordt naar verwachting een Twentebedrijf opgericht, waarin de bedrijfsvoeringstaken van de Regio Twente worden ondergebracht. Gemeenten kunnen hier op vrijwillige basis bedrijfsvoeringstaken inbrengen. Na uitgebreide discussie over het rapport "Samenwerking doen we zelf" krijgt de Regeling
blz. 79 (van 144)
Regio Twente vooralsnog de vorm van een collegeregeling. In het kader van een geplande evaluatie wordt nog bekeken in welke mate de gemeenteraad nog een formele plaats moeten krijgen in de Regio Twente. In materiële zin is al voorzien in een rol voor de gemeenteraad door de instelling van de Twenteraad. 9.
Risico's en kansen
De uitgaven voor de Regio Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden. In die zin zal de Regio Twente al een aantal jaren stappen terug Bij de behandeling van de begroting 2014 voor de Regio Twente is een substantiële bezuiniging ingeboekt, die doorloopt een bedrag van 1,6 miljoen euro in 2017 en die nog nader inhoudelijk geconcretiseerd moet worden.
10. Ontwikkelingen
De zogenaamde WGR-plus regio’s waarvan de Regio Twente er één is, zijn per 1 januari 2015 opgeheven. in het verlengde hiervan is de discussie over de toekomstige structuur van de Regio Twente opgestart. Deze heroriëntatie op de gemeentelijke samenwerking is gestart in 2013 en heeft uiteindelijk geleid tot het rapport "Samenwerking doen we zelf". Bespreking van dit rapport in de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten heeft geleid tot een voorstel voor een gewijzigde regeling Regio Twente en voor een aparte bedrijfsvoeringsregeling voor een Twentebedrijf. Besluitvorming over de nieuwe structuur moet plaatsvinden in het najaar van 2015.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 6.536.000
€ 4.532.000 Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016 Vreemd vermogen eind 2016
€ 20.404.000
€ 20.012.000
13. Jaarresultaat 2015
n.n.b.
Stadsbank Oost Nederland
Informatie
1.
Vestigingsplaats
Enschede
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in vorm van een openbaar lichaam.
3.
Doel
Als kredietbank, met inachtneming van wat in de gemeenschappelijke regeling is bepaald, zowel vanuit bedrijfseconomisch als ook vanuit maatschappelijk oogpunt, verantwoord een pakket van al dan niet financiële dienstverlening aan te bieden, in het bijzonder aan ingezetenen in haar rechtsgebied.
4.
Partijen
De colleges van de gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost-Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente, Lochem, Losser, Montferland, Oldenzaal, Oude IJsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden, Winterswijk.
5.
Bestuurlijk
Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een
blz. 80 (van 144)
belang
door het uit zijn midden of uit het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen vertegenwoordiger. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 leden, waarin in ieder geval zitting hebben de AB-leden uit de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. De voorzitter wordt door het AB uit zijn midden aangewezen. De gemeente Losser wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder drs. J.F. Hassink. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem.
6.
Financieel belang
De gemeente Losser is afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling voor een bedrag van ca. 140.000,- euro. De aangesloten gemeenten zijn, overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk verantwoordelijk voor de overschotten en de tekorten van de Stadsbank Oost Nederland (SON).
7.
Prestatieseffecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting, de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
8.
Voortgang
Volgen van de voortgang door managementrapportages per kwartaal.
9.
Risico's en kansen
De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. Een belangrijke rol binnen deze integrale schuldhulpverlening is weggelegd voor de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland.
Op verzoek van de aangesloten gemeenten en in overleg met hen verandert de dienstverlening van de Stadsbank per 1 januari 2016. Kern van het nieuwe dienstverleningsmodel is dat de Stadsbank een aantal publieke basistaken zoals kredietverstrekking en het daadwerkelijk regelen van schulden blijft uitvoeren, en dat de gemeenten verder zelf kunnen beslissen of zij eventueel meer taken in willen kopen. Bij het nieuwe dienstverleningsmodel hoort ook een financieel kader. Dit financieel kader geldt in het geval dat een aangesloten gemeente besluit om een basistaak, die door de Stadsbank wordt verricht, weer zelf te gaan uitvoeren. Hiervoor bestaat binnen het financieel kader weliswaar een bepaalde ruimte, maar wanneer dit leidt tot een substantieel grote vermindering in afname van een bepaalde basisdienstverlening, dan komen de daarmee gepaard gaande kosten voor rekening van die gemeente. Hierdoor zullen die kosten niet ten laste van de overige gemeenten binnen de GR komen. 10.
Ontwikkelingen
11. Eigen vermogen begin 2016
Vanaf 1 januari 2016 wordt een nieuw dienstverleningsmodel met gewijzigde financieringssystematiek ingevoerd. De huidige Gemeenschappelijke Regeling biedt nog voldoende grondslag en ruimte hiervoor en hoeft om die reden niet te worden aangepast.
€ 1.662.000
€ 1.652.000 Eigen vermogen eind 2016 12.
Vreemd vermogen begin 2016
n.n.b.
Vreemd vermogen eind
blz. 81 (van 144)
2016
13.
Jaarresultaat 2015
€0
Werkvoorzieningschap Informatie Oost-Twente 1.
Vestigingsplaats
Oldenzaal
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam.
3.
Doel
De liquidatie van de gemeenschappelijke regeling wordt voorbereid. In het verleden was het doel om zoveel mogelijk ingezetenen van de deelnemende gemeenten, die tot de doelgroep behoren, betaalde arbeid te laten verrichten in het kader van de Wsw.
4.
Partijen
Gemeenten Losser, Oldenzaal en Dinkelland.
5.
Bestuurlijk belang
Er is een algemeen bestuur (AB) waarin alle betrokken gemeenten met twee leden - aangewezen door en uit het college van een deelnemende gemeente - zijn vertegenwoordigd en een dagelijks bestuur (DB) waarvan de leden (naast de voorzitter en secretaris bestaande uit tenminste een en ten hoogste drie leden) door het AB worden aangewezen. De Losserse vertegenwoordiging in het algemeen bestuur bestaat uit de wethouders drs. J.F. Hassink en ir. M. Wildschut. Wethouder J.M. van Rees is plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder drs. J.F. Hassink lid van het dagelijks bestuur en van de Raad van Commissarissen.
6.
Financieel belang
De gemeenten dragen naar rato van het aantal Sw-medewerkers bij in het exploitatietekort. De bijdrage in het exploitatietekort van de gemeente Losser is gemiddeld 33%. De begroting en de jaarrekening van het WOT/Top Craft worden door de raden van de deelnemende gemeenten vastgesteld. In de primitieve begroting 2016 wordt van de gemeente Losser een bijdrage voorzien in het exploitatietekort van € 5.445.
7.
Prestaties-effecten
De raden van de gemeenten hebben in december 2011 besloten om afzonderlijk van elkaar de Wsw te gaan uitvoeren. Daarvoor zal de gemeenschappelijke regeling WOT worden opgeheven en Top Craft BV worden ontmanteld. Dientengevolge voert Top Craft vanaf 1 januari 2015 geen bedrijfsactiviteiten meer uit en worden alle lopende verplichtingen afgehandeld.
8.
Voortgang
De liquidatie zal in 2016 haar beslag krijgen.
Crematoria Twente
Informatie
1.
Vestigingsplaats
Enschede
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam.
3.
Doel
Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria.
4.
Partijen
Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente is een gemeenschappelijke regeling, waaraan 12 gemeenten in Twente en de Achterhoek deelnemen. Het betreft de college, colleges en burgemeesters van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo (O), Hof van Twente, Losser, Berkelland Oldenzaal, Tubbergen en Wierden. Winterswijk treedt per 1
blz. 82 (van 144)
januari 2016 uit de gemeenschappelijke regeling . 5.
Bestuurlijk belang
Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid benoemd door het college van een deelnemende gemeente uit zijn midden, Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, die door het AB uit zijn midden worden benoemd met dien verstande dat drie van de vijf zetels worden ingenomen door leden van de deelnemende gemeenten, waarvan het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarin de keuze plaats vindt, minder is dan 40.000. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder J.M. van Rees. Wethouder drs. J.F. Hassink is plaatsvervanger. De stemverhouding in het algemeen bestuur wordt bepaald door het inwonersaantal. Elk lid heeft één stem per 20.000 inwoners. Losser heeft hierdoor 1 stem bij een totaal van 30 beschikbare stemmen.
6.
Financieel belang
Crematoria Twente / Oost Nederland B.V. keert jaarlijks dividend uit aan OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies van ingezetenen. Voor het jaar 2016 is er geen winstuitkering begroot.
7.
Prestatieseffecten
De meerjarenbegroting 2016-2019 laat een beeld zien waarbij sprake is van een winstdaling. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt er geen uitkering van dividend verwacht. Dit is vooral een gevolg van de verwachte opening van een nevenvestiging in Oldenzaal, de vastgestelde toekomststrategie en de werkzaamheden die daaruit voortvloeien.
8.
Voortgang
De activiteiten voor 2016 zijn onder andere:
• •
9.
Bouw/afronding van het crematorium in Oldenzaal; Uitvoering van de toekomststrategie bestaand uit verbetering van de bestaande crematoria en eventueel oprichten van een nieuwe vestiging in de subregio Hengelo/Borne.
Risico's en kansen
De risico’s inzake de Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Door de vele verwachte investeringen staat de winst voor de komende jaren onder druk. Voor de gemeente Losser betekent een lagere winst van de Crematoria Twente dat een lagere dividenduitkering wordt ontvangen. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt geen winstuitkering verwacht.
10. Ontwikkelingen
De Crematoria Twente hebben een toekomststrategie vastgesteld. Deze strategie bestaat uit het opknappen van de locaties Almelo en Enschede en het oprichten van een nieuwe locatie in de regio Hengelo. Deze stap wordt gedaan om de huidige marktpositie te behouden en te verstevigen.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 1.597.000
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016 Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
€ 1.580.000 €0
€0
n.n.b.
blz. 83 (van 144)
Veiligheidsregio Twente
Informatie
1.
Vestigingsplaats
Enschede
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. Er is sprake van een wettelijk verplichte gemeenschappelijke regeling.
3.
Doel
Belangenbehartiging, beleidsmatige en operationele voorbereiding en uitvoering op het gebied van fysieke veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband.
4.
Partijen
Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente.
5.
Bestuurlijk belang
Kwaliteit van de regeling: een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, bestaande uit een algemeen bestuur, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd door de burgemeester en een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners.
6.
Financieel belang
De aangesloten gemeenten betalen hun verplichte bijdrage naar verhouding van de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft. De bijdrage van de gemeente Losser voor 2016 aan de VRT bedraagt 1.388.196 euro. De gemeente Losser is een van de voordeel gemeenten. Dit betekent dat wijn in de periode 2016 – 2019 een voordeel hebben van oplopend 41.507 tot euro tot 166.029 euro in 2019. De begroting van de VRT past in ons meerjarenperspectief.
7.
Prestatieseffecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
8.
Voortgang
Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages.
9.
Risico's en kansen
De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat bij de Veiligheidsregio. Wordt de taakstelling niet gehaald, dan kan dit van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage.
10.
Ontwikkelingen
Het AB van de VRT heeft op 29 juni 2015 ingestemd met een nieuwe financieringssystematiek voor bekostiging van Veiligheidsregio Twente. Grondslag voor de gezamenlijke financiering door de gemeenten is de landelijke CEBEON norm. Voor Losser bedraagt het positieve herverdeeleffect op basis van de begroting 2016 met toepassing van de Cebeon norm 166.029 euro. In verband met compensatie van de nadeel gemeenten heeft het algemeen bestuur van de VRT besloten een ingroeiperiode vast te stellen met een werkingsduur van drie jaar.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 614.000
€ 54.000 Eigen vermogen eind 2016 12.
Vreemd vermogen begin 2016 Vreemd vermogen eind 2016
€ 53.749.000
€ 53.374.000
blz. 84 (van 144)
13.
Jaarresultaat 2015
n.n.b.
Gemeentelijk Belasting Kantoor
Informatie
1.
Vestigingsplaats
Hengelo
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam.
3.
Doel
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.
4.
Partijen
De colleges van de gemeenten Borne, Hengelo, Enschede, Losser, Haaksbergen, Almelo en Oldenzaal.
5.
Bestuurlijk belang
Wethouder drs. J.F. Hassink maakt deel uit van het algemeen bestuur. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft drie stemmen, met meer dan 50.000 inwoners twee stemmen en met minder dan 50.000 inwoners één stem.
6.
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage 2016 wordt bepaald aan de hand van tariefdifferentiatie. Bij tariefdifferentiatie worden tarieven per verdeelsleutel vastgesteld en de deelnemende gemeente betaalt naar rato voor het aantal “verdeelsleutels” dat is afgenomen. Verschuivingen in aantallen of wijzigingen in het tarief van een verdeelsleutel ten opzichte van voorgaand jaar kunnen er in resulteren dat de onderlinge verhoudingen tussen gemeentelijke bijdragen veranderen. De begrote bijdrage in is € 354.000.-.
7.
Prestatieseffecten
De ambitie is om eind 2016 te functioneren op eenzelfde kostenniveau als vergelijkbare samenwerkingsorganisaties.
8.
Voortgang
In de jaarschijf 2016 zal de bezuinigingsstrategie 2015-2017 die in december 2013 is vastgesteld en in december 2014 is geëvalueerd en bijgesteld, in deze begroting worden verwerkt. De totale besparing bedraagt € 327.500. Daar tegenover staat dat de loonkosten worden geïndexeerd met € 115.000, waardoor ook de netto besparing met dit bedrag afneemt. Ook wordt geprobeerd het aantal deelnemers verder uit te breiden.
9.
Risico's en kansen
Het GBT voert drie keer per jaar een risico-inventarisatie uit, waarbij alle risico’s worden benoemd en het risicoprofiel wordt bepaald. Dit risicoprofiel wordt afgezet tegen de weerstandscapaciteit om te bepalen in hoeverre deze capaciteit voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen zonder dat het beleid bijgesteld moet worden en/of dat doelstellingen in gevaar komen. Het GBT heeft bij het voordoen van risico’s te weinig eigen vermogen om zelf de risico’s af te kunnen dekken zodat in voorkomende gevallen een beroep op de deelnemers zal worden gedaan voor een extra financiële bijdrage.
10. Ontwikkelingen
Het GBT heeft de ambitie om als modern Twentse overheidsorganisatie de taken uit te voeren voor overheden op het gebied van vastgoed, financiën en belastingen. Het GBT wil partners ontzorgen door deskundigheid in te brengen en beheertaken over te nemen. Op deze manier worden overheden in de gelegenheid gesteld om zich te richten op de ontwikkelingen van de Twentse samenleving. De bedrijfsvoering kenmerkt zich in 2016 door deze ambitie verder vorm te geven.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 481.000
blz. 85 (van 144)
Eigen € 481.000 vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016
€ 3.580.000
€ 3.580.000 Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
n.n.b.
Ambtelijke samenwerking Enschede-Losser
Informatie
1.
Vestigingsplaats
Enschede
2.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumregeling.
3.
Doel
Het komen tot een doelmatige en toekomstbestendige uitvoering van taken die door de gemeente Losser aan de gemeente Enschede zijn opgedragen.
4.
Partijen
De colleges en de burgemeesters van de gemeenten Enschede en Losser
5.
Bestuurlijk belang
Op strategisch niveau vindt overleg plaats over de Dienstverlening.
6.
Financieel belang
Enschede ontvangt van Losser een structurele bijdrage op basis van integrale kosten in de primaire begroting 2010 van de gemeente Losser. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd. Jaarlijks wordt het besparingsvoordeel vastgesteld, dat door beide deelnemers wordt gedeeld.
7.
Prestatieseffecten
In de dienstverleningsovereenkomsten is de wijze en de kwaliteit van dienstverlening van Enschede aan Losser vastgelegd. Op hoofdlijnen heeft Enschede geleverd wat afgesproken is. Op detailniveau wordt er, kwalitatief gezien, soms meer geleverd dan afgesproken is en soms minder. Indien nodig wordt daar het gesprek over gevoerd.
8.
Voortgang
De samenwerking is in de fase van going-concert terechtgekomen. Door het jaar heen passeert uiteraard het nodige. Zaken die goed opgepakt en uitgevoerd worden door Enschede en zaken waar vanuit Losser op bijgestuurd moet worden. Een goede voortgang is een blijvend aandachtspunt.
9.
Risico's en kansen
Er is een trend naar steeds verdergaande schaalvergroting op het gebied van bedrijfsvoering. Dit kan beteken dat zelfs bij de samenwerking met Enschede de schaal te beperkt zou kunnen zijn om van een optimale bedrijfsvoering te kunnen spreken.
10.
Ontwikkelingen
De ontwikkelingen rondom het Twentebedrijf worden kansrijk ingeschat (zie hiervoor onder Regio Twente).
11. Eigen vermogen begin 2014
n.v.t.
eigen vermogen eind
blz. 86 (van 144)
2014 12. Vreemd vermogen begin 2014
n.v.t.
vreemd vermogen eind 2014 13.
Jaarresultaat 2016
Regionale uitvoeringsdienst
n.v.t.
Informatie
1. Vestigingsplaats Almelo 2. Rechtsvorm
Samenwerking op basis van een bestuursovereenkomst. Deze overeenkomst heeft betrekking op de samenwerking ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aangevuld met de door partijen gezamenlijk overeengekomen gebieden, in de vorm van een Regionale Uitvoeringsdienst, binnen het grondgebied van de Veiligheidsregio Twente.
3. Doel
Het doel van de RUD Twente is het door gestructureerde samenwerking:
•
•
•
leveren van goede adviezen aan de partners ten behoeve van vergunningverlening, toezicht en handhaving en daardoor een goede kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving te bevorderen; breed inzetten van kennis en kunde (kwaliteiten van medewerkers van deelnemende partners) ten behoeve van de partners, door middel van een netwerkorganisatie; bieden van een structuur waarin de partners voldoen aan de wettelijke eisen van kwaliteit, effectiviteit en robuustheid voor de uitvoering van hun vth-taken;
realiseren van een centraal aanspreekpunt voor externe partners; en realiseren van efficiencywinst, waarbij deze in de eerste plaats wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering (kostenneutrale kwaliteitsverbetering). 4. Partijen
De veertien Twentse gemeenten en de provincie Overijssel.
5. Bestuurlijk belang
Het bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst bestaat uit vijftien leden zijnde de vertegenwoordigers van de deelnemende colleges. Het bestuurslid wordt aangewezen door het college. Voor de gemeente Losser is dit burgemeester Sijbom. Plaatsvervanger is de heer J.M. van Rees.
6. Financieel belang
De gemeente Losser betaalt voor 2016 een vaste bijdrage van circa € .....-.
7. Prestaties effecten
De wettelijke kwaliteitscriteria moeten nog in de Wet vth worden vastgesteld. De gemeente moet daarop vooruitlopend wel aan deze kwaliteitscriteria voldoen.
8. Voortgang 9. Risico's en kansen 10. Ontwikkelingen
De RUD moet zorgen voor een kwaliteitslag en efficienter werken. Het risico van de netwerkorganisatie is afstemming. Gebleken is dat de RUD in de huidige vorm (netwerk-RUD) niet zal kunnen
blz. 87 (van 144)
voldoen aan de eisen die door het rijk worden gesteld, maar ook dat op onderdelen verbetering nodig is. Er zal een aantal varianten nader worden onderzocht en daaruit zal duidelijk moeten worden welke varianten kunnen voldoen aan de eisen die gesteld worden. Daarbij zullen ook de diverse consequenties in beeld worden gebracht en zullen keuzes moeten worden gemaakt. Hier zal in 2016 meer duidelijkheid over komen. 11. Eigen vermogen € 147.000. begin 2016 Eigen vermogen € 147.000 eind 2016 12. Vreemd €0 vermogen begin 2016 €0 Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
Bank Nederlandse Gemeenten
€0
Informatie
1. Vestigingsplaats De Haag 2. Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
3. Doel/Openbaar belang
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen.
4. Partijen
De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten (dus ook de gemeente Losser bezit een deel), provincies en een hoogheemraadschap. De BNG is gevestigd in Den Haag en heeft geen nevenvestigingen. De BNG heeft als doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. De bank houdt zich binnen die doelstelling onder meer bezig met het aantrekken en uitzetten van gelden, het verzorgen van het betalingsverkeer en het verrichten van valutatransacties. Voor de gemeente Losser is de BNG hoofdbankier.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,03%.
6. Financieel belang
De gemeente bezit 17.550 aandelen à € 2,50. De dividendopbrengst over 2014 bedroeg 10.003,50 euro.
7. Prestaties effecten
Voorwaarden voor het realiseren van de strategische doelstellingen zijn het handhaven van de excellente kredietwaardigheid, het behoud van een
blz. 88 (van 144)
scherpe inkooppositie en een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering. 8. Voortgang
Met gespecialiseerde dienstverlening wil BNG Bank bijdragen aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Decentrale overheden, woningcorporaties en zorginstellingen zijn de belangrijkste klantengroepen.
9. Risico's en kansen
De nettowinst van de bank daalde in 2014 naar 126 miljoen (2013: EUR 283 miljoen). De forse daling van de nettowinst is mede veroorzaakt door een meer structurele daling van het renteresultaat vooral als gevolg van de aanhoudende daling van de marktrente. De daling van de nettowinst is hoofdzakelijk het gevolg van, deels incidentele, grote negatieve ongerealiseerde marktwaardeveranderingen in het resultaat financiële transacties. Het renteresultaat over 2015 zal naar verwachting lager uitkomen dan over 2014. De aanhoudend lage marktrente veroorzaakt een dalende trend van de renteopbrengst uit de eigen middelen van de bank.
10. Ontwikkelingen
Zie risico's en kansen
11. Eigen vermogen n.n.b. begin 2016 Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd n.n.b. vermogen begin 2016 Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
Enexis Holding N.V.
n.n.b.
Informatie
1. Vestigingsplaats 's-Hertogenbosch 2. Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
3. Doel
De NV heeft ten doel:
• • •
Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water. Het in stand houden, beheren, exploiteren en uitbreiden van distributie- en transportnetten met annexen voor energie. Het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld.
Het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. 4. Partijen
De aandelen van de N.V. Enexis zijn in handen van 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
6. Financieel belang
De Gemeente Losser bezit 32.331 aandelen, waar jaarlijks dividend over wordt uitgekeerd.
blz. 89 (van 144)
7. Prestaties effecten
In 2014 heeft Enexis een netto-omzet behaald van EUR 1.402 miljoen, een stijging van 1,2% ten opzichte van 2013
8. Voortgang
Enexis wil betrouwbaar, betaalbaar, klantgericht en duurzaam zijn. Dit komt zowel in externe contacten naar voren, zoals het voorkomen en oplossen van storingen als in het verduurzamen van de eigen organisatie..
9. Risico's en kansen
De belangrijkste risico's voor de onderneming liggen op het gebied van veiligheid, slimme meters, de ICT-omgeving, het verandervermogen van de medewerkers en ontwikkelingen in de Energiewetgeving.
10. Ontwikkelingen
De belangrijkste ontwikkeling is de energietransitie. Die heeft een enorme impact op de infrastructuur. In toenemende mate wordt energie decentraal opgewekt, en vraag en aanbod van energie zullen steeds vaker en in grotere mate op regionaal niveau uit elkaar lopen. Hier moeten proactief voorbereidingen op worden getroffen.
11. Eigen
€ 3.616 miljoen
vermogen begin 2016
€ 3.716 miljoen
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd
vermogen begin 2016
n.n.b. n.n.b.
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2016
Vitens
€ 200.000
Informatie
1. Vestigingsplaats Zwolle 2. Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap.
3. Doel
De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
4. Partijen
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Vitens zijn in handen van 5 provincies en 107 gemeenten.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,7%.
6. Financieel belang
De gemeente Losser bezit 25.480 gewone aandelen à 1 euro nominaal, waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Voor 2014 is door Vitens € 2,91 per aandeel aan dividend uitbetaald. Voor 2016 verwacht Vitens een dividend van € 2,18 per aandeel uit te keren.
7. Prestaties effecten
Het minimaliseren van de kosten van schoon drinkwater voor de afnemers.
8. Voortgang
Het continu zorgdragen de komende jaren de primaire taak te blijven vervullen
blz. 90 (van 144)
met de huidige kwaliteitsniveau's als basis en het niet verhogen van de drinkwatertarieven, waarbij geen concessie wordt gedaan aan de hygiënefactoren. 9. Risico's en kansen
Verder verduurzamen van de totale bedrijfsvoering en vergroting van het bewustzijn van de relatie tussen water- en energiebesparing bij huishoudens.
10. Ontwikkelingen
Zie onder risico's en kansen.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 464 miljoen € 488 miljoen
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016
€ 1.263 miljoen € 1.259 miljoen
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2016
Twente Milieu
€ 32 miljoen
Informatie
1. Vestigingsplaats Enschede 2. Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
3. Doel
Namens en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding evenals op het gebied van andere milieuvelden, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten.
4. Partijen
Gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.
5. Bestuurlijk belang
De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 5,3% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.
6. Financieel belang
De gemeente Losser bezit 5,3% van de aandelen. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst.
7. Prestaties effecten
Twente Milieu werkt aan de efficiency van alle dienstverlening om zo de tarieven te kunnen minimaliseren.
8. Voortgang
De Gemeente Losser heeft de wettelijke taak het inzamelen van het huishoudelijk afval aan Twente Milieu overgedragen. Zij realiseert dit binnen de afgesproken kaders die vastgelegd zijn in de DVO (Dienstverleningovereenkomst). Eventuele (financiële) afwijkingen hebben geen direct gevolgen voor de programmabegroting. Deze worden verrekend met de reserve afvalstoffenheffing.
blz. 91 (van 144)
Daarnaast worden additioneel de rioolinspecties aan Twente Milieu opgedragen. 9. Risico's en kansen
Kansen Twente Milieu is zijn dienst verlening aan het verbreden. Zij richt zich m.n. op (eenvoudige) taken in de openbare ruimte. Twente Milieu kan daardoor op onderdelen een interessante partner zijn om in de toekomst taken, die nu nog zelf worden uitgevoerd, onder te brengen. (Verminderen kwetsbaarheid, Schaalvoordelen) Risico’s. Twente Milieu is een op afstand gezette overheidsorganisatie. De gemeente Losser heeft 5,3% van de aandelen. De invloed is daardoor zeer beperkt. Hoewel de kwaliteit van de leverde dienst goed te noemen is zijn (momenteel) de kosten in vergelijk met marktpartijen relatief hoog.
10. Ontwikkelingen
Twente Milieu is zeer actief in het zoeken naar meerdere aandeelhouders. Er worden gesprekken gevoerd met meerdere Twentse gemeenten.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 8.496.000 € 8.796.000
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016
€ 5.400.000 € 4.850.000
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
Twence
€ 300.000
Informatie
1. Vestigingsplaats Hengelo 2. Rechtsvorm
Besloten Vennootschap (vanaf 1 september 2011)
3. Doel
Het doel van de vennootschap is: •
•
Het vanuit de zorgtaak van deelnemende overheden beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en het verlenen van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval in het bijzonder. Het produceren en leveren van (duurzame) energie;
Het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, alsmede al hetgeen met een en ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk is.
blz. 92 (van 144)
4. Partijen
14 Twentse gemeenten, de gemeente Berkelland, Attero en het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen.
5. Bestuurlijk belang
Losser heeft 4,9 % van de gewone aandelen van Twence. Vanwege de sterk inhoudelijke inbreng wordt de gemeente Losser in de Algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigd door de vakinhoudelijke wethouder.
6. Financieel belang
Losser heeft 41.804 aandelen à 1 euro in bezit. Er wordt een dividenduitkering en een borgstellingsprovisie ontvangen.
7. Prestaties effecten
Per 1 september 2011 is het aandeelhouderschap van een collectief aandeelhouderschap via de Regio Twente naar een individueel aandeelhouderschap per deelnemende gemeente gewijzigd. Jaarlijks vinden twee aandeelhoudersvergaderingen plaats. Elke vier jaar wordt een strategisch beleidsplan vastgesteld.
8. Voortgang
De 14 Twentse aandeelhoudende gemeenten waaronder de Gemeente Losser hebben voor de verwerking van een aantal afvalstromen een leveringsplicht aan Twence t/m 2020. De verwerking van dit afval realiseert Twence binnen de afgesproken kaders die vastgelegd zijn in een contract. Eventuele (financiële) afwijkingen hebben geen directe gevolgen voor de programmabegroting. Deze worden verrekend met de reserve afvalstoffenheffing.
Twence heeft haar strategische doelstellingen en strategie vastgelegd in het Strategisch beleidsplan Twence 2016-2019. Deze is eind 2015 vastgesteld door de AVA van Twence Holding B.V. Strategische doelstelling: ‘We intensiveren de transitie van Twence tot een grondstoffen- en energiebedrijf. Strategie: Om deze doelstelling via geleidelijke groei te realiseren, hanteren we de volgende strategie: • • •
9. Risico's en kansen
10. Ontwikkelingen
Bestaande installaties optimaal gebruiken en verbeteren. Meer grondstoffen winnen uit afval, reststromen en biomassa. Meer duurzame energie opwekken uit hernieuwbare energiebronnen.
Door de economische crisis is er sprake van minder brandbaar afval. Ook is er een sterke concurrentie op de markt voor afvalverwerking. ‘Afval’ wordt niet meer gezien als afval maar als grondstof. Door onder meer deze ontwikkeling in de vuil- en energiemarkt kan momenteel het zogenaamde superdividend voor de komende jaren ter financiering van de Agenda van Twente niet zeker worden gesteld. Zie risico's en kansen.
11. Eigen vermogen n.n.b. begin 2016 Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd n.n.b. vermogen begin 2016 Vreemd vermogen eind 2016
blz. 93 (van 144)
13. Jaarresultaat 2015
Wadinko
n.n.b.
Informatie
1. Vestigingsplaats Zwolle 2. Rechtsvorm
Naamloze vennootschap
3. Doel
De doelstelling van Wadinko is door participatie maatschappelijke doelen te dienen zoals ontwikkeling bedrijvigheid en het bevorderen van de werkgelegenheid in Overijssel, de Noord - Oostpolder en Zuidwest Drenthe.
4. Partijen
De aandelen van de Naamloze Vennootschap zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 deelnemende gemeenten.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser in de onderneming bedraagt 2,3%
6. Financieel belang
De gemeente Losser bezit 55 aandelen van de in totaal 2.389 aandelen. Voor de periode 2013-2017 is het beleid om 500,- euro per aandeel uit te keren.
7. Prestaties effecten
Wadinko neemt langdurig deel in een nieuwe of bestaande, kansrijke ondernemingen. De deelname zal bestaan uit inbreng van kapitaal, kennis en managementondersteuning. Het gaat vooral om bedrijven die zich willen verzelfstandigen, opvolgingsvraagstukken hebben, die willen expanderen of innoveren.
8. Voortgang
Het kapitaal, dat Wadinko belegt, is afkomstig uit de dividenden die de Waterleiding Maatschappij Overijssel beheer NV ontving uit Wavin BV. Elk jaar wordt er door Wadinko actief gezocht naar nieuwe participaties. Innovatie en duurzaamheid zijn bij de Wadinko-participaties belangrijke onderwerpen.
9. Risico's en kansen
Onlosmakelijk verbonden met de opdracht, doelstellingen en activiteiten van Wadinko is het bewust aangaan van ondernemingsrisico's. Geheel in lijn met het Wadinko-besturingsmodel zijn de directies van de participaties primair verantwoordelijk voor een adequate beheersing van risico's op strategisch, operationeel en financieel gebied.
10. Ontwikkelingen
Zie voortgang.
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 61.665 miljoen € 62.870 miljoen
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016
€0 €0
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2016
€ 2.4 miljoen
blz. 94 (van 144)
Stichting WIL
Informatie
1. Vestigingsplaats Losser 2. Rechtsvorm
Privaatrechtelijke stichting.
3. Doel
Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening. Volgens de statuten heeft stichting tot doel:
•
het bieden van ondersteuning aan de gemeente Losser ter zake van de uitvoering van de Wsw, de Wwb en de aanstaande Participatiewet;
Het gaat daarbij om de volgende categorieën Wsw-medewerkers: begeleid werken, detachering, beschut werken en groen. 4. Partijen
Gemeente Losser
5. Bestuurlijk belang
De stichting kent een raad van bestuur en een raad van toezicht. De raad van bestuur is belast met het besturen van de stichting. De raad van toezicht stelt het aantal bestuurders vast. De bestuurder(s) worden benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht wordt benoemd door het college van Losser. Leden zijn de leden van het college van Losser.
6. Financieel belang
De stichting voert in opdracht van de gemeente Losser de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Voor de uitvoering van de Wsw ontvangt de gemeente jaarlijks een subsidie van het Rijk. Daarnaast draagt de gemeente jaarlijks uit eigen middelen bij in het exploitatietekort. De gemeentelijke bijdrage in 2016 is in de meerjarenbegroting geraamd op € 820.000,-.
7. Prestaties effecten
Het doel van de Wsw is het bieden van passende arbeid aan inwoners van de gemeente met een arbeidshandicap. De uitvoering van de Wsw is een verplichting voor de gemeenten. De rijkssubsidie is echter ontoereikend, waardoor tekorten voor rekening komen van de gemeente.
8. Voortgang
De stichting Werken in Losser is in 2016 verantwoordelijk voor de gehele Wswpopulatie in de gemeente Losser. De afdeling WIZ voert de regie op de uitvoering. Voor de organisatie van het werk en de begeleiding van SWmedewerkers die aangewezen zijn op een beschutte werkomgeving, koopt stichting Werken in Losser vanaf 1 januari 2015 de diensten in van het Swbedrijf Larcom.
9. Risico's en kansen
Het Rijk stelt jaarlijks de rijksbijdrage vast. Voor 2016 is een korting aangekondigd van € 419.000. Daardoor ontstaat een groter tekort in de begroting van stichting WiL en wordt de gemeentelijke bijdrage groter.
10. Ontwikkelingen
Met de inwerkingtreding van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 is er geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. De huidige Wsw-ers behouden hun dienstverband en alle rechten die daarmee samenhangen. Door natuurlijk verloop zal de huidige Wsw-populatie in de gemeente Losser daarom geleidelijk afnemen.
11. Eigen vermogen begin 2016
n.n.b. n.n.b
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016
n.b.b. n.b.b.
blz. 95 (van 144)
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
n.b.b.
Publiek Belang Informatie Electriciteitsproduktie 1. Vestigingsplaats
's Hertogenbosch
2. Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
3. Doel
Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mocht worden verkocht aan RWE.
4. Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
6. Financieel belang
Losser bezit 0,02% van de waarde.
7. Prestaties effecten 8. Voortgang
In 2011 is ingestemd met de verkoop van het aandeel in de kerncentrale aan deels RWE en deels Delta NV (de bezitter van de overige 50% van de kerncentrale). PBE zal de laatste zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Naar verwachting wordt deze BV in 2016 opgeheven.
9. Risico's en kansen
Het financiële risico na de levering van ERH aan RWE, waarmee de vervreemding van de aandelen Essent nu is afgerond, is beperkt tot eventuele contractueel vastgelegde mogelijkheden van claims c.q. garanties. Eventuele claims komen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap BV). Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (€ 1.496.822) (art 2.:81 BW). e
10. Ontwikkelingen
Planning is om in de 2 helft van 2015 de discussie met het Ministerie van Economische Zaken te voeren, omtrent de overdracht van de rol van PBE in het hiervoor genoemde convenant. Afhankelijk van de uitkomst van deze gesprekken zou PBE evenals Verkoop Vennootschap BV en CBL Vennootschap BV begin 2016 geliquideerd kunnen worden.
11. Eigen vermogen begin 2016 Eigen vermogen eind 2016
€ 1,6 miljoen €0
12. Vreemd vermogen begin 2016 Vreemd vermogen eind 2016
€ 100.000 €0
blz. 96 (van 144)
13. Jaarresultaat 2015
Verkoop Vennootschap
€ 20.000 negatief
Informatie
1. Vestigingsplaats 's Hertogenbosch 2. Rechtsvorm
Besloten Vennootschap.
3. Doel
Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V.. Bij afronding van de verkoop heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst (escrow) gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden. Het beheer hiervan wordt gedaan door Verkoop Vennootschap.
4. Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
6. Financieel belang
0,02% van de waarde. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden (met looptijden van 3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste lening is in 2012 volledig afgelost , de tweede lening is in 2013 afgelost. In 2016 wordt de derde lening afgelost.
7. Prestaties effecten 8. Voortgang
De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims (die door RWE tot uiterlijk 30 september 2015 kunnen worden ingediend) worden afgewikkeld.
Op 30 september 2015 zal automatisch het gedeelte van het General Escrow Fonds vrijvallen waarvoor RWE geen claims heeft ingediend. Gelet op de afhandeling van lopende claims en nog eventueel tot door RWE in te dienen claims, kan over de omvang van deze vrijval nog e
geen uitspraak worden gedaan. Planning is om in de 2 helft van 2015 de discussies met RWE over de ingediende claims af te ronden. De vennootschap zal daarmee eind 2015 (mogelijk begin 2016) kunnen worden geliquideerd. Een positief liquidatiesaldo zal vrijvallen aan de aandeelhouders. 9. Risico's en kansen
Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van RWE als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag (EUR 440 mln.) dat nog in het General Escrow Fonds resteert.
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer €
blz. 97 (van 144)
20.000), art 2.:81 BW. 10. Ontwikkelingen
Zie voortgang
11. Eigen vermogen € 70 miljoen begin 2016 €0 Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd € 65 miljoen vermogen begin € 0 2016 Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2015
€ 10 miljoen
CBL-Vennootschap
Informatie
1. Vestigingsplaats
's Hertogenbosch
2. Rechtsvorm
Besloten Vennootschap.
3. Doel
In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin ondergebracht. De doelstelling is de vertegenwoordiging van de verkopende aandeelhouders bij de afwikkeling van de claims.
4. Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
6. Financieel belang
0,02% van de waarde
7. Prestaties effecten
-
8. Voortgang
Het vermogen in het CBL Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, $ 275 mln. Eind juni 2011 zijn de laatste CBL-overeenkomsten vervroegd beëindigd. Na aftrek van het bedrag dat nodig was voor deze beëindigingen van de CBL’s resteert er nog een bedrag van afgerond $ 20 mln. Naar verwachting zal op dit bedrag in 2015 een bedrag benodigd zijn voor advies- en andere afwikkelingskosten.
De advies- en andere afwikkelingskosten worden gering ingeschat. Dit betekent dat een groot deel van het restantbedrag van $ 20 mln. uiteindelijk in de verhouding 50-50 zal kunnen worden uitbetaald aan de Verkopende Aandeelhouders en RWE en dat het fonds daarna geliquideerd kan worden. Er loopt evenwel nog een discussie tussen CBL Vennootschap en RWE over verrekening van eventuele e
belastingvoordelen. Planning is om in de 2 helft van 2015 deze discussie met RWE af te ronden. De vennootschap zal daarmee eind 2015 (mogelijk begin 2016) kunnen worden geliquideerd. Een positief liquidatiesaldo zal vrijvallen aan de aandeelhouders. 9. Risico's en
Met de voortijdige beëindiging van alle CBL-contracten is alleen nog sprake van
blz. 98 (van 144)
kansen
een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de Verkopende Aandeelhouders ter hoogte van het bedrag in het CBL Escrow Fonds ($ 20 mln.).
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende Aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaal € 20.000), art 2.:81 BW. 10. Ontwikkelingen 11. Eigen vermogen begin 2016 $ 9,0 miljoen Eigen vermogen eind 2016 0 12. Vreemd vermogen begin $ 100.000 2016 Vreemd vermogen eind 0 2016 13. Jaarresultaat 2015
CSV Amsterdam
$ 800.000 negatief
Informatie
1. Vestigingsplaats 's Hertogenbosch 2. Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2. Doel
Dit was voorheen de Claim Staat Vennootschap. In februari 2008 is Essent met toestemming van de toenmalige aandeelhouders een procedure begonnen tegen de Nederlandse Staat. Zij willen dat een aantal bepalingen van Wet Onafhankelijk Netbeheer onverbindend zijn. Na de verkoop van de aandelen in Essent is deze procedure ondergebracht in deze BV. In 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V. Tevens zijn de statuten aangepast in die zin dat de vennootschap tevens bevoegd is de verkoop van de aandelen Attero Holding N.V. aan Waterland af te wikkelen en de gevormde Escrow, namens de verkopende aandeelhouders te beheren.
3. Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,21%.
5. Financieel belang
0,21% ter waarde van 1 euro.
6. Prestaties effecten 7. Voortgang
De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat een eventuele schadeclaim wordt gevoerd tegen de Staat en dat claims (die door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) kunnen worden ingediend) worden afgewikkeld.
Conform de verkoopkoopovereenkomst (“SPA”) zal de escrow-rekening tot 5 jaar na completion blijven staan voor de afwikkeling van potentiële claims van Waterland. 8. Risico's en
Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als
blz. 99 (van 144)
kansen
gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag (EUR 13,5 mln.) op de escrow-rekening. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW.
9. Ontwikkelingen 10. Eigen vermogen begin 2016 € 40.000 negatief Eigen vermogen eind 2016 € 90.000 negatief 11. Vreemd € 80.000,vermogen begin 2016 Vreemd € 130.000,vermogen eind 2016 12. Jaarresultaat 2015
Vordering op Enexis
€ 50.000 negatief
Informatie
1. Vestigingsplaats 's Hertogenbosch 2. Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
3 Doel
Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf is, in het kader van de splitsing en de verkoop van het productiebedrijf aan RWE, door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden waarvan de langste 10 jaren bedraagt.
4. Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
5. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
6. Financieel belang
0,02% van de waarde. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden (met looptijden van 3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste lening is in 2012 volledig afgelost , de tweede lening is in 2013 afgelost. In 2016 wordt de derde lening afgelost.
7. Prestaties effecten 8. Voortgang
Eind december 2014 resteren nog de leningen van de 3e en 4e tranche. Enexis is eventueel gerechtigd de 3e tranche in de periode 30 september 2015 – 30 september 2016 geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen. Deze tranche zal in ieder geval uiterlijk 30 september 2016 worden afgelost. De 4e tranche mag niet vervroegd worden afgelost. Afhankelijk van het resultaat van een aantal financiële ratio’s zou de 4e tranche eventueel geconverteerd kunnen worden in eigen vermogen.
9. Risico's en
De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet
blz. 100 (van 144)
kansen
-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis.
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW. 10. Ontwikkelingen
Zie voortgang
11. Eigen vermogen € 45.000,begin 2016 € 25.000,Eigen vermogen eind 2016
12. Vreemd vermogen begin 2016
€ 860 miljoen € 355 miljoen
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2016
Euregio
€ 20.000 negatief
Informatie
1. Vestigingsplaats Enschede-Gronau 2. Rechtsvorm
Een grensoverschrijdend openbaar lichaam volgens het verdrag van Anholt.
3 Doel
Volgens de statuten heeft Euregio de volgende doelen en taken:
Doelstellingen en taken 1. De EUREGIO heeft als taak de regionale grensoverschrijdende samenwerking van haar leden te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren. 2. De EUREGIO kan activiteiten ontwikkelen, programma’s en projecten voorbereiden en uitvoeren, financiële middelen aanvragen, in ontvangst nemen, daarover beschikken en aan derden doorgeven. 3. De EUREGIO is voor haar leden ten behoeve van hun belangen en uitsluitend grensoverschrijdend actief met het doel hun gezamenlijke belangen tegenover internationale, nationale en andere organisaties te behartigen. 4. De EUREGIO bevordert grensoverschrijdende afstemming en coördinatie tussen publiekrechtelijke instanties, overheden en maatschappelijke groeperingen. 5. De EUREGIO adviseert leden, burgers, ondernemingen,
blz. 101 (van 144)
samenwerkingsverbanden, overheden en andere organisaties over grensoverschrijdende aangelegenheden. 6. De EUREGIO geeft regelmatig, in het bijzonder aan gemeenten, steden en (Land-)Kreise, informatie over de activiteiten van het openbare lichaam. 7. De regionale grensoverschrijdende samenwerking in de zin van lid (1) t/m (6) vindt plaats op de volgende gebieden: a) communicatie b) sociaal-culturele ontmoetingen c) gezondheidszorg d) scholing en opleiding e) openbare veiligheid f) hulpdiensten en rampenbestrijding g) cultuur en sport h) economische ontwikkeling i) arbeidsmarkt en kwalificatie j) innovatie en technologietransfer k) recreatie en toerisme l) agrarische ontwikkeling m) ruimtelijke ordening n) verkeer en vervoer o) energie p) natuur- en milieubescherming q ) afvalbeheer r) waterbeheer 9 Om de hierboven genoemde taken te kunnen vervullen kan de EUREGIO economische activiteiten verrichten, waarbij de voor haar leden van toepassingen zijnde wettelijke regelgeving in acht genomen dient te worden. 4. Partijen
De EUREGIO is een samenwerkingsverband van 129 Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land-)Kreise uit de deelgebieden Vechtdal, regio Twente, regio Achterhoek, de Landkreise Grafschaft Bentheim, Emsland en Osnabrück, de steden Osnabrück en Münster en de Kreise in het Münsterland.
5. Bestuurlijk belang
De Euregio heeft een Algemeen Bestuur, een Euregioraad en een dagelijks bestuur. Losser heeft twee vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur en vanuit het Algemeen Bestuur één vertegenwoordiger in het Euregioraad (de heer B.H.M. Haamberg). Burgemeester Sijbom heeft zitting in het dagelijks bestuur.
6. Financieel belang
De gemeente Losser betaalt vanaf 1 januari 2016 een lidmaatschapsbijdrage van € 0,29 per inwoners.
7. Prestaties effecten
-
8. Voortgang
De rechtsvorm van de Euregio is per 1 januari 2016 omgezet van een Duitse privaatrechtelijke rechtsvorm naar een grensoverschrijdend openbaar lichaam. Vanaf dat moment nemen de Nederlandse gemeente ook formeel deel aan de Euregio.
9. Risico's en kansen
De lidmaatschapsbijdragen voor Nederlandse en Duitse deelnemers zijn per 1 januari 2016 geharmoniseerd. Dit heeft geleid tot een verlaging van de bijdrage
blz. 102 (van 144)
van de Nederlandse gemeenten. Het is de vraag of met deze nieuwe lidmaatschapsbijdrage een structureel gezonde situatie kan worden bereikt, zonder dat er een beroep hoeft te worden gedaan op de reserves. 10. Ontwikkelingen
11. Eigen vermogen begin 2016
€ 1.126 miljoen € 1.036 miljoen
Eigen vermogen eind 2016 12. Vreemd vermogen begin 2016
€ 1.500 miljoen € 1.750 miljoen
Vreemd vermogen eind 2016 13. Jaarresultaat 2014
€ 563.000
blz. 103 (van 144)
3.7. Grondbeleid 1. Inleiding In het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV 2004) dient de gemeente in haar begroting en jaarrekening een afzonderlijke paragraaf op te nemen op het gebied van het grondbeleid. Deze informatie-eis vloeit voort uit de (rijks-)nota Op Grond Van Nieuw Beleid (2001), waarin aandacht wordt geschonken aan de wens het gemeentelijk grondbeleid transparanter te maken. Deze paragraaf schetst de kaders en uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Losser. Doelstelling van deze paragraaf is het geven van inzicht in de huidige en toekomstige ontwikkelingen en financiële situatie van de bouwgrondexploitatie. De voorgestelde BBV-regeling wordt naar verwachting met ingang van 1 januari 2016 aangescherpt. Zo worden er nieuwe regels gesteld aan de maximale termijn van grondexploitaties en de wijze waarop de rekenrente moet worden vastgesteld. Verderop in deze paragraaf zal hier nader op worden ingegaan. De kavelverkoop is na diverse magere jaren in 2015 weer aangetrokken. In de eerste helft van 2015 zijn 64 kavels verkocht. Hiermee ligt de uitgifte op koers, temeer als ook de marktpartijen hun contractuele verplichtingen nakomen en hun deel van de kavels van de gemeente afnemen. 2. Doel en uitgangspunten grondbeleid De vorige nota Grondbeleid was uit 2009. In februari 2014 heeft de raad een nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Ten opzichte van de nota uit 2009 is een aantal beleidswijzigingen doorgevoerd. De belangrijkste zijn: •
•
•
Qua ontwikkelstrategie wordt per geval maatwerk toegepast, ofwel ‘situationeel grondbeleid’. Uitgangspunt bij verwerven is ‘nee, tenzij’. Voorheen was beleidsmatig sprake van actief grondbeleid. Daarnaast zal nadrukkelijker worden ingezet op de verkoop van gronden die niet meer nodig zijn voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Toepassen van een andere grondprijsmethodiek: jaarlijks zullen de grondprijzen worden bepaald door genormeerd residueel rekenen. Hiermee worden de prijzen jaarlijks op marktconformiteit getoetst en indien nodig bijgesteld. Voorheen gebeurde dit met behulp van de comparatieve methode met een jaarlijkse indexering. Vaststellen van de grondprijzen door B&W in plaats van de raad. Dit sluit beter aan bij de rolverdeling: de raad legt de kaders van het grondbeleid vast. De uitvoering van het grondbeleid – waaronder de ook de grondprijzen - is een taak van het college
Met de Nota Grondbeleid is het leveren van maatwerk bij de verkoop van bouwkavels geïntroduceerd. Het blijkt dat kopers deze opstelling zeer waarderen. Begin 2015 is bij het vaststellen van de grondprijzen daar nog aan toegevoegd dat een kavel in omvang kan worden aangepast (maximaal 15%) zonder dat grondprijs opnieuw moet worden getaxeerd. Hiermee kan snel worden ingespeeld op vragen van kopers. Op aanraden van de accountant is de gehanteerde rekenrente al bij de jaarrekening 2014 verlaagd van 5,5% naar 4,5% per jaar. Dit percentage sluit nu beter aan bij de werkelijke rentelasten van de leningenportefeuille van de gemeente Losser. In het najaar wordt in de Notitie van Uitgangspunten voor de grondexploitaties de rekenrente opnieuw tegen het licht gehouden. Dit als gevolg van de voorgestelde BBV regels.
blz. 104 (van 144)
3. Woningbouwprogrammering In de programmabegroting 2015 is na een eerste verkenning een overcapaciteit van 300 woningbouwkavels genoemd. Dit gold voor zowel publieke als private plannen. Bij nadere bestudering bleek het overaanbod zich in de bandbreedte van de 150 tot 300 kavels te begeven. Vervolgens is besloten eerst de woonvisie te actualiseren alvorens tot het schrappen van plannen over te gaan. De regionale woonvisie voor Twente is op 9 december 2014 vastgesteld. De woonvisie van Losser zal hier een uitvloeisel van zijn. De provincie stemt overigens pas in met een lokale woonvisie als in heel Twente overeenstemming is over de aantallen. We koersen daarbij op eind 2015 voor overeenstemming. De financiële vertaling daarvan zal dan bij de jaarrekening plaatsvinden. Hierin zit dus wel een afhankelijkheid van onze buurgemeenten, voordat we definitieve besluiten kunnen nemen. 4. Ontwikkelingen De commissie BBV heeft de regels over de grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. Aanleiding hiervoor was de vele afboekingen die gemeenten de afgelopen jaren hebben moeten doen. Ook worden gemeenten vanaf 1 januari verplicht vennootschapsbelasting (Vpb) te betalen. De belangrijkste voorgenomen wijzigingen die vanaf 2016 ingaan zijn: •
•
•
• •
•
Het hanteren van een maximale looptijd voor grondexploitaties van tien jaar, tenzij beheermaatregelen worden genomen conform BBV. Hier kan alleen goed gemotiveerd van worden afgeweken; Bij de kostentoerekening aan grondexploitaties het verplicht aansluiten op de kostenverhaalsmogelijkheden zoals benoemd in de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en Bro (Besluit ruimtelijke ordening); Rentetoerekening en disconteringsvoet. De rente die wordt toegerekend aan grondexploitaties moet worden gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen; Onderbouwing van uitgangspunten als verplicht onderdeel van de jaarrekening; Strategische grondvoorraad. De categorie NIEGG wordt afgeschaft. Zolang gronden nog niet zijn te kwalificeren als bouwgrond in exploitaties, staan deze op de balans onder de materiële vaste activa (MVA) als "strategische gronden"; Strategische grondvoorraad. De waardering, onderbouwing boekwaarde en kostentoerekening van de NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) wijzigt.
De maatregelen worden eerst nog ter consultatie voorgelegd aan de koepelorganisaties VNG (Verenging van Nederlandse Gemeenten) en IPO (Interprovinciaal Overleg). Met ingang van 1 januari 2016 zouden de wijzigingen moeten gelden. De voorgenomen maatregelen kunnen omvangrijke gevolgen hebben voor gemeenten. Voor Losser sorteert naar verwachting met name de disconteringsvoet gebaseerd op werkelijke rente financieel effect. Deze is namelijk lager dan de huidig gehanteerde omslagrente ter hoogte van 4,5% per jaar. Dit positieve risico is verwerkt bij de berekening van de vereiste weerstandscapaciteit. Een eventuele verkorting van looptijden van grondexploitaties naar maximaal 10 jaar heeft geen effect, aangezien de looptijden korter danwel maximaal 10 jaar bedragen. De effecten van het aansluiten van de grondexploitaties op de kostenverhaalsmogelijkheden van de kostensoortenlijst (Bro) dienen nader onderzocht te worden. Onderbouwing van uitgangspunten als verplicht onderdeel van de jaarrekening heeft gevolgen voor de toelichting. Bezien dient te worden in hoeverre de Nota van Uitgangspunten hier nog voor in aanmerking dient te komen. Ten aanzien van de strategische grondvoorraad heeft het afschaffen van de NIEGG geen effect op de hoogte van de boekwaarde gelet op de einddatum van de overgangsbepaling. Zie voor een toelichting de tekst behorend bij de tabel NIEGG verderop in deze paragraaf. Het voorstel van de BBV om de kostentoerekening van de NIEGG te wijzigen heeft daarentegen wel degelijk effect. Hiervoor verwijzen we naar de toelichting op de paragraaf Treasury.
blz. 105 (van 144)
5. Vennootschapsbelasting (Vpb) Al vele jaren pleit de Europese Commissie bij het rijk voor het nemen van maatregelen om binnen de overheid een belastingplicht in te voeren voor het hebben van overheidsondernemingen. Per 1 januari wordt de vennootschapsbelasting van toepassing op gemeenten. Dat betekent dat onderdelen van het grondbedrijf belastingplichtig worden. Het gaat in ieder geval om bouwgronden in exploitatie (BIE). De doelstelling hiervan is drieledig: • • •
Het opheffen van concurrentieverstoring tussen overheidsondernemingen en private partijen; Het creëren van een gelijk speelveld tussen markt en overheid; Het voldoen aan EU-regels voor het verlenen van staatssteun.
Vanwege de complexiteit van het onderwerp in relatie tot gemeentelijke grondbedrijven is er nog niet op alle onderdelen duidelijkheid en overeenstemming. De spelregels van de Vpb zijn nog niet definitief vastgesteld. De Belastingdienst heeft met de koepelorganisaties (VNG/VvG/IPO) afgesproken samen te werken aan een implementatietraject van de Vpbplicht. Vanuit fiscaal perspectief bestaan de volgende aandachtsgebieden: • • •
Fiscale risico’s en fiscale strategie; Inbedding fiscaal proces en verantwoordelijkheden in de organisatie; Juiste en volledige vastlegging met primair het oog op de jaarlijkse aangifte en het opstellen van de fiscale openingsbalans.
6. Actuele vermogenspositie grondexploitatie Jaarlijks worden de uitkomsten van de grondexploitaties afgezet tegen de kostprijsopzetten en worden verschillen die zich voordoen ten opzichte van de kostprijsopzet tot het jaarresultaat gerekend. De uitgaven en inkomsten worden verwerkt in de boekwaarde zodat deze overeenkomt met het bedrag van de kapitaaluitgaven aan het einde van het boekjaar. Jaarlijks wordt de grondexploitatie herzien met als vertrekpunt de boekwaarde. Deze paragraaf is zowel opgenomen in de begroting (vooruitkijken) als in de jaarrekening (verantwoording). De vermogenspositie van de grondexploitatie bestaat uit twee componenten, te weten: • •
het geïnvesteerde vermogen van de complexen per 1-1-2015 (boekwaarde); de prognoses van de complexen (exploitatieopzetten).
Het laatste deel is een belangrijk aspect bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de jaren (winstgevendheid grondexploitatie) en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitatie. In de raadsvergadering van 30 juni 2015 zijn de herziene grondexploitaties vastgesteld. De hierbij gehanteerde uitgangspunten handhaven we voor onderhavige grondexploitaties. In exploitatie genomen plannen (bedragen in euro) Complex Saller
Boekwaarde 01-012015
Prognose eindresultaat
Einddatum prognose
Resultaat per 0101-2016
3.822.000
6.358.000
31-12-2023
4.471.000
-49.000
469.000
31-12-2015
464.000
47.000
20.000
31-12-2015
20.000
Luttermolenveld
1.344.000
61.000
31-12-2021
47.000
Geurmeij
1.798.000
534.000
31-12-2025
344.000
Lutte Zuid Lutte Noord
blz. 106 (van 144)
't Zuijland Totaal
-1.773.000
131.000
5.189.000
7.573.000
31-12-2017
120.000 5.466.000
De Saller Het complex bestaat uit een gerealiseerd deel (1e fase) en een deel dat in ontwikkeling is (2e fase). De 2e fase bestaat uit drie delen (2A, 2B en 2C). Gelijktijdig met het bestemmingsplan is de exploitatieopzet in 2010 door de raad vastgesteld. In 2015 is het bouwrijp maken van fase 2A en 2B afgerond. De omvangrijke aanbestedings-, synergie en rentevoordelen die hierbij zijn behaald, zijn reeds bij de vaststelling van de jaarrekening 2014 gecommuniceerd. Conform planning wordt in de tweede helft van 2015 gestart met het partieël woonrijp maken van fase 2B. In 2015 zijn er tot op heden 58 kavels verkocht en 4 kavelopties genomen. Ondanks dat de kavelverkoop voorspoedig verloopt is de vraag of we de uitgifteprognose voor 2015 halen afhankelijk van de opstelling van onze contractpartner ten aanzien van de afname in fase 2B. Na een betrekkelijk lange procedure heeft de Rechtbank begin 2015 uitspraak gedaan. De gemeente is in het gelijk gesteld en onze contractspartner is veroordeeld tot afname van verschuldigde kavels in fase 2A en betaling van de koopsom. De betaling heeft in 2015 plaatsgevonden. Hiertegen is hoger beroep ingesteld door onze contractpartner. Voor de levering van kavels in fase 2B is op basis van het contract nader overleg tussen partijen vereist, alvorens kavels kunnen worden aangeboden. Afgaande op de houding van onze contractpartner inzake de levering en betaling van kavels in fase 2A kan een moeizaam vervolgproces niet worden uitgesloten. Niettemin biedt de reeds gedane uitspraak perspectief en het vertrouwen om de huidige planning te handhaven. De Lutte Zuid Dit complex is in 2004 in exploitatie genomen. Het bevat de realisatie van een bedrijventerrein en een woningbouwgedeelte. Alle kavels op het bedrijventerrein zijn ultimo 2007 verkocht en van dit deelplan is tevens het woonrijp maken afgerond. In boekjaar 2009 en 2010 zijn winsten gerealiseerd van € 350.000 en € 170.000. Het bouwrijp en woonrijp maken is nagenoeg gereed. De nog uit te voeren werkzaamheden zijn minimaal. Van de 4 kavels waren er 2 in optie. Per medio 2015 zijn deze opties geannuleerd. De prognose dat de grondexploitatie in 2015 afgesloten kan worden, blijft onzeker. We houden er rekening mee de einddatum wederom met een jaar te verlengen. Omdat de boekwaarde negatief is, heeft vertraging geen negatief effect op het resultaat. De Lutte Noord (hoek Bentheimerstr./Dorpstr.) In boekjaar 2008 is een winst gerealiseerd van € 130.000 De werkzaamheden zijn nagenoeg afgerond. Er is nog één kavel te koop, waar een optie op was genomen. Deze optie is geannuleerd. De prognose dat de grondexploitatie in 2015 afgesloten kan worden, blijft onzeker. Daarom houden we er rekening mee de einddatum wederom met een jaar te verlengen. 't Luttermolenveld Het bestemmingsplan Luttermolenveld is in februari 2009 in werking getreden en vanaf januari 2010 is het plan onherroepelijk. Eind 2010 heeft de gemeente conform de overeenkomst van februari 2006 circa 11.000 m² bouwrijpe grond afgenomen van de projectontwikkelaar. Waarna het complex in 2011 in exploitatie is genomen. De resterende werkzaamheden zijn minimaal. Ter verbetering van de ontsluiting is de gemeente nog in onderhandeling over de verwerving van een perceel. Inzake de dagvaarding door de VOF Luttermolenveld is door de Rechtbank te Almelo uitspraak gedaan. De VOF heeft hiertegen beroep ingesteld. Ten behoeve van de herverkaveling is een herziening van het bestemmingsplan vereist. Naar verwachting wordt hier in 2015 mee gestart. De in 2014 genomen kavelopties zijn inmiddels in 2015 verzilverd. Per medio 2015 zijn er 6 van de 31 kavels verkocht in 2015.
blz. 107 (van 144)
De Geurmeij In Overdinkel zijn plannen ontwikkeld om aan de Weverstraat woningbouw te realiseren. Het bestemmingsplan “De Geurmeij” is op 17 juni 2008 door de gemeenteraad vastgesteld en op 27 januari 2009 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Tegen de beslissing van de Gedeputeerde Staten is beroep ingesteld bij de Raad van State. Dit beroep is ongegrond verklaard. Hiermee is het bestemmingsplan van kracht. Er is in 2014 een aanvang gemaakt met de voorbereidingen van de bouwrijp werkzaamheden voor de eerste fase. Mede vanwege het lopende proces inzake ‘het terugdringen van plancapaciteit’ is de planvoorbereiding bevroren totdat definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden. In de eerste fase zijn op dit moment in totaal drieëntwintig kavels gepland. De voorbereidingen voor het bouwrijp maken van de eerste zeven kavels, gelegen aan de Pastoor van Laakstraat, zijn hervat. Naar verwachting worden de werkzaamheden conform planning in 2015 gestart. De knip in fasen is zodanig dat er ruimtelijk gezien per fase een afgerond geheel wordt gevormd. In het kader van de opgave voor het terugdringen van de plancapaciteit komen fase twee tot en met vier nog steeds in aanmerking. Verder handhaven we de uitgangspunten van de herziene grondexploitatie vastgesteld in de raadsvergadering op 30 juni 2015. ’t Zijland In 2008 is er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente Losser en Domijn. Als gevolg van de markomstandigheden en gewijzigde regelgeving kon Domijn het oorspronkelijk programma niet realiseren. De gemeente en Domijn hebben daarom heronderhandeld over een aangepaste overeenkomst. Eind 2013 is deze overeenkomst ondertekend. Uitgangspunt van de gewijzigde overeenkomst vormen de financiële afspraken zoals deze in 2008 zijn vastgelegd. Over de meerkosten archeologie zijn aanvullende afspraken gemaakt. Op basis van de nieuwe overeenkomst is in 2013 krediet bij de raad aangevraagd waarbij ook de grondexploitatie ’t Zijland formeel geopend is. Bij vaststelling van de herziene grondexploitatie 30 juni 2015 is gecommuniceerd dat de planning van de werkzaamheden met twee jaar is uitgefaseerd en nu meer is afgestemd op de verkoop en realisatie van de opstallen. Dit levert overigens geen financieel nadeel op vanwege een negatieve boekwaarde. Conform planning wordt in 2015 aangevangen met de bouwrijp werkzaamheden rondom de gerealiseerde woningen (19) in de eerste fase. In 2016 wordt aangevangen met de realisatie van één van de twee appartementencomplexen. Groep
Omschrijving
Restpercelen
Losser
Getroffen voorziening
Gecorrigeerde boekwaarde
5.003.500
3.830.000
1.173.500
Overdinkel
49.127
663.350
350.000
313.350
De Lutte
27.264
781.000
644.000
137.000
5.244
24.000
234.721
6.471.850
25.836
1.799.000
1.799.000
1.000
214.650
214.650
Totaal NIEGG
26.836
2.023.650
2.023.650
Losser
93.983
427.000
427.000
Overdinkel
48.760
166.000
166.000
Glane
14.145
17.000
17.000
Totaal restpercelen
Vm. Topcraftterrein Overdinkel/kavel vm. terrein Naafs
Ruilgronden
Boekwaarde 31-12-2014
153.266
Glane
NIEGG
Oppervlakte in m2
blz. 108 (van 144)
24.000 4.824.000
1.647.850
Totaal ruilgronden
Gronden in erfpacht
TOTAAL
156.888
610.000
610.000
Losser (tennishal)
4.250
91.000
91.000
Losser (carnavalsvereniging)
3.156
7.000
7.000
De Lutte (carnavalsvereniging)
1.990
2.000
2.000
Totaal erfpacht
9.396
100.000
100.000
428.041
9.195.500
4.824.000
4.371.500
Vanwege de in 2014 verscherpte BBV-regelgeving omtrent de waardering van de NIEGG had de classificatie van de grondvoorraad in het grondbedrijf (NIEGG) niet in alle gevallen juist plaatsgevonden, omdat niet in alle gevallen een reëel en, of stellig voornemen over ontwikkeling op afzienbare termijn door de raad is genomen. De herrubricering is zonder financiële consequenties reeds doorgevoerd in de jaarrekening 2014. Mogelijk dat naar aanleiding van de wijzigingsvoorstellen van de Commissie BBV de definitie omtrent de NIEGG met ingang 1 januari 2016 opnieuw zal wijzigen. In het uiterste geval wordt de categorie NIEGG opgeheven. Dit zou betekenen dat de boekwaarde van desbetreffende locaties afgeboekt dient te worden naar de marktwaarde op basis van huidige bestemming. Mocht dat het geval zijn dan zal er ook sprake zijn van overgangsbepalingen met een looptijd van 4 jaar. Uiterlijk 31 december 2019 dienen de NIEGG gewaardeerd te zijn conform de voorgestelde BBV-regelgeving. Tenzij de NIEGG locaties voor de uiterlijke datum van de overgangsbepaling in exploitatie worden genomen. In dat geval heeft de gemeente namelijk geen NIEGG locaties meer in haar portefeuille. Het voorstel van de BBV om de kostentoerekening van de NIEGG te wijzigen heeft wel degelijk effect. Zoals aangegeven verwijzen we voor een toelichting hierop naar de paragraaf Treasury. Restpercelen Losser Het perceel gelegen aan de Veldzijde wordt mogelijk verkocht aan een omwonende. De percelen gelegen aan de Wilgenkamp zijn vanwege vervuiling deels afgeboekt. De resterende percelen kunnen verkocht worden. Mogelijk worden ze betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. De boekwaarde van deze restpercelen wordt niet verhoogd. De toename van de boekwaarde over 2014 is daarom als verlies genomen en bedraagt € 1.000. Als gevolg van de herrubricering zijn daarnaast de percelen gelegen in Losser noord, bij de Steenfabriek (excl. opstallen) en Gronausestraat (incl. opstallen) overgeboekt van de NIEGG naar restpercelen Losser. De toename van de bijbehorende boekwaarde in 2014 is in navolging volledig als verlies genomen. Deze bedraagt € 61.000. De reeds getroffen voorziening bedraagt € 3.830.000 en blijft gehandhaafd. Overdinkel In het kader van de landinrichting is door middel van een grondruil de gemeente eigenaar geworden van een aantal percelen grond. De percelen zijn om niet in gebruik. De aankoopwaarde bedraagt € 109.000. De beheers en administratiekosten € 3.000. De toegekende marktwaarde bedraagt € 53.000. Daarom is in 2014 een verlies genomen ter hoogte van € 59.000. Getracht wordt de percelen te verkopen tegen marktconforme prijs. Als gevolg van de herrubricering zijn daarnaast de percelen gelegen aan de Invalsweg (afgesplitst), Goormatenweg en P. van Laakstraat overgeboekt van de NIEGG naar
blz. 109 (van 144)
restpercelen Overdinkel. De toename van de bijbehorende boekwaarde in 2014 is in navolging volledig als verlies genomen. Deze bedraagt € 31.000. De reeds getroffen voorziening bedraagt € 350.000 en blijft gehandhaafd. De Lutte Als gevolg van de herrubricering is het agrarische perceel gelegen aan de Stockakker van de NIEGG overgeboekt naar restpercelen De Lutte. De toename van de boekwaarde in 2014 van het perceel bedraagt € 9.000 en is volledig als verlies genomen. De reeds getroffen voorziening ter hoogte van € 644.000 blijft gehandhaafd. Glane Tenslotte is het perceel gelegen aan de Meulderinksesch als gevolg van de herrubricering van de NIEGG overgeboekt naar restpercelen Glane. De toename van de boekwaarde in 2014 van bedraagt € 2.000 en is als verlies genomen. Toekomstige exploitatie Voormalig Top Craft terrein Op 30 maart 2007 is het voormalig Top Craft terrein met opstallen aan de Ravenhorsterweg te Losser aangekocht voor een bedrag van € 1.520.000 inclusief kosten. Het terrein is in beginsel bestemd voor toekomstige woningbouw onder meer in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Er is vanuit de markt belangstelling voor de ontwikkeling van dit terrein. Het college heeft voorstellen in beraad. Wat meespeelt bij de afweging is of de gemeente onder de huidige marktomstandigheden zelf risicodragend danwel risicomijdend grondbeleid wil voeren. Anders gezegd actief versus passief grondbeleid. Ondanks dat dit terrein is gekwalificeerd als toekomstige ontwikkellocatie wil het college de boekwaarde voorzichtigheidshalve niet verder laten oplopen. Met ingang van 2014 wordt de jaarlijkse verhoging van de boekwaarde daarom direct als verlies genomen. In 2014 bedroeg de verliesneming € 41.000. De totale boekwaarde ultimo 2014 bedraagt € 1.799.000. Voor de exploitatie van dit terrein bestaan nog enige risico’s door de aanwezigheid van een rioolwaterzuivering en de ligging bij de Dinkel. Overdinkel Met uitzondering van 1.000 m² gelegen aan de Invalsweg zijn alle onderhavige percelen overgeboekt van de NIEGG naar restpercelen Overdinkel. Intentie is om het perceel te (her)ontwikkelen. Ruilgronden Losser Percelen ten zuiden van de Honingloweg worden momenteel verpacht. Thans is er deels sprake van bodembescherming in verband met grondwateronttrekking. Tenslotte wordt het perceel ten zuiden van de Hoofdstraat tussen de Dinkel en het industrieterrein vooralsnog in bezit gehouden als toekomstig ruilverkavelingsgebied. De boekwaarden van de ruilgronden worden niet verhoogd. Het genomen verlies over 2014 bedraagt daarom € 13.000. Overdinkel De percelen aan de Tiekenveenweg worden verpacht. De bodem is verontreinigd. Het betreft de oude stortplaats van de gemeente. Het perceel aan de Pastoor van Laakstraat wordt eveneens verpacht en wordt mogelijk betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. De toename van de boekwaarde in 2014 is als verlies genomen en bedraagt € 9.000. Glane
blz. 110 (van 144)
De percelen rondom de Gronausestraat en de Glanergrensweg hebben strategisch een gunstige ligging. Ze worden in de toekomst mogelijk betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. Er is een verlies genomen van € 1.000 over de toename van de boekwaarde van 2014.
blz. 111 (van 144)
Financiële begroting
blz. 112 (van 144)
4. Financiële positie
blz. 113 (van 144)
4.1. Financiële positie In de kadernota hebben we u geïnformeerd over de te verwachten financiële situatie voor de komende jaren. Dit resulteerde bij de kadernota in een totaal overzicht. Bij de behandeling van de kadernota in juni is de kadernota vastgesteld. Op basis van uitspraken van uw raad is het financieel kader geactualiseerd. In onderstaand overzicht ziet u de stand van de begroting 2016. Tabel 4.1 Financiële begroting 2016 na kadernota (x € 1.000)
2016
Stand kadernota 2016
2017 2018 2019
0
65
0
59
A. Verwerking meicirculaire 2015
314
113
119
174
B. 2e deel groot onderhoud gemeentefonds reeds bij kadernota opgenomen
-98
-197
-197
-197
C. Begrotingsjaar 2019 aanpassen a.d.h.v. de meicirculaire ten opzichte van de aanname in kadernota
-235
D. Actualisering prijsindex materiële budgetten
-2
-3
-2
-2
E. Actualisering DVO gemeente Enschede
-6
-6
-6
-6
565
407
362
234
-3
3
5
5
H. Nieuwe knelpunten begroting ontstaan na vaststelling kadernota (zie tabel 1.2)
-157
-137
-137
-137
I. Overige mutaties; o.m. VRT, Regio Twente, WOT, actualiseren reeks vervangingsinvesteringen e.a.
82
14
122
158
695
259
266
53
-695
-259
-266
-53
F. Actualisering renteresultaat t.o.v. kadernota i.v.m. rekenrente verlaging naar 4,5%, investeringsplanning (rente) en de lagere rentekosten toerekening aan de producten. G. PM-posten uit kadernota
Financiële situatie begroting 2016 - 2019 na herrekening begroting Toevoegingen aan algemene risico reserve Financiële situatie begroting 2016 - 2019
0
0 0
0
Uitgangspunten voor het opstellen van deze begroting zijn begroting 2015, de september en decembercirculaire 2014 en de vastgestelde kadernota 2016 en de meicirculaire 2015. Daarnaast zijn er wijzigingen in de begroting aangebracht door onder meer de actualisering van investeringsplanningen, verlaging van de rekenrente naar 4,5 %, technische correcties en verwerking van loon- en prijscompensatie. We verhogen de materiele budgetten met 0,8%
blz. 114 (van 144)
nominale ontwikkelingen (zie hiervoor paragraaf 6.4). De circulaires zijn verwerkt op basis van de informatie zoals we in de betreffende raadsinfo-brief aan u hebben verstrekt. Circulaire gemeentefonds De doorrekening van de septembercirculaire 2014 levert het onderstaande resultaat op: Omschrijving (x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Stand gemeentefonds na septembercirculaire 2014
31.905
31.911
31.847
31.847
Stand gemeentefonds na meicirculaire 2014
27.012
26.941
26.818
26.818
4.893
4.970
5.029
5.029
-4.793
-4.799
-4.799
-4.799
100
172
230
230
2016
2017
Bruto mutatie Taakmutaties septembercirculaire Netto mutatie
Toelichting taakmutaties Omschrijving taakmutaties Beeldende kunst
2018
2019
6
6
6
36
36
36
36
-46
-46
-46
-6
WMO 2015 - sociaal domein
-23
-23
-23
-23
Reïntegratiebudget
382
382
382
382
WSW
4.444
4.444
4.444
4.444
Totaal
4.793
4.799
4.799
4.799
Toevoeging locatie Attendiz Mutatie WMO
Uitsplitsing integratie-uitkering sociaal domein:
•
•
•
• •
Beeldende kunst: De decentralisatie-uitkering beeldende kunst wordt vanaf 2017 opgeheven. In het kader van de herverdeling worden de gelden nu verdeeld via de algemene maatstaven van het fonds. Voorheen ontving een gering aantal gemeenten deze uitkering. Nu wordt het geld ter beschikking van alle gemeenten gesteld. Losser ontvangt derhalve nu ook een uitkering om uit te geven op cultuur. Toevoeging locatie Attendiz: Vanaf 1 oktober 2013 worden de leerlingen van de locatie van Attendiz in Losser meegeteld bij ons voor de uitkering uit het gemeentefonds. Voorheen waren deze allen geregistreerd in Hengelo waar het hoofdkantoor van Attendiz is gevestigd. Deze toevoeging van leerlingen in het voortgezet speciale onderwijs levert een verhoging van de uitkering op. Mutatie WMO: De korting in 2014 ontstaat door aanpassing van het objectieve verdeelmodel. Het kabinet heeft onlangs aangekondigd dat in 2015 en 2016 een bedrag voor toelage huishoudelijke hulp beschikbaar komt. Deze middelen worden in de decembercirculaire 2014 toegevoegd aan het gemeentefonds. Sociaal domein - WMO 2015: Dit betreft een verlaging van het toegekende budget voor de nieuwe WMO-taken. Sociaal domein - reïntegratiebudget en WSW: Bij de publicatie van de meicirculaire 2014 was de verdeling van deze beide uitkeringen nog niet bekend. Ze zijn ondertussen toegevoegd aan het gemeentefonds.
blz. 115 (van 144)
De doorrekening van de decembercirculaire 2014 levert het onderstaande resultaat op: Omschrijving (x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Stand gemeentefonds na decembercirculaire 2014
31.883
31.888
31.830
31.939
Stand gemeentefonds na septembercirculaire 2014
31.905
31.911
31.847
31.847
-22
-23
-17
92
20
23
27
17
-42
-46
-44
75
Bruto mutatie Taakmutaties decembercirculaire Netto mutatie
Toelichting taakmutaties Omschrijving taakmutaties
2016
2017
2018
2019
Mutatie centrum jeugd en gezin
20
23
27
17
Totaal
20
23
27
17
•
De middelen voor het Centrum jeugd en gezin worden vanaf 2015 verdeeld via het gemeentefonds en niet langer separaat uitgekeerd als decentralisatie-uitkering. De nieuwe verdeling leidt tot herverdeeleffecten.
De doorrekening van de meicirculaire 2015 levert het onderstaande resultaat op: Omschrijving (x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Stand gemeentefonds na meicirculaire 2015
31.467
30.363
29.891
29.821
Stand gemeentefonds na decembercirculaire 2014
31.883
31.887
31.830
31.940
Bruto mutatie
-416
-1.524
-1.939
-2.119
Taakmutaties meicirculaire
-730
-1.637
-2.058
-2.293
314
113
119
174
Netto mutatie
Toelichting taakmutaties Omschrijving taakmutatie ( x € 1.000) Generiek digitale infrastructuur Toelage huishoudelijke hulp
2016
2017
2018
2019
-6
-6
-6
-6
315
Gezond in de stad
63
63
-195
-132
-132
-132
163
102
-28
-67
-702
-1.019
-1.005
-999
51
98
157
178
Mutaties participatiewet - WSW
-419
-743
-1.044
-1.267
Totaal
-730
-1.637
-2.058
-2.293
Mutaties WMO Mutaties AWBZ naar WMO Mutaties jeugdzorg Mutaties participatiewet - reïntegratie
Er volgt nu een toelichting op de vermelde posten:
blz. 116 (van 144)
•
• • •
Generieke digitale infrastructuur: Het rijk faciliteert in een aantal systemen (zoals DigiD). Hier zijn tekorten ontstaan die door het Rijk nu worden verdeeld over de gebruikers (nadat hier overleg over heeft plaatsgevonden). Toelage huishoudelijke hulp: BZK vergoedt de kosten die gemeenten moeten maken voor aanpassen van de registratie als gevolg van gewijzigde rijksregelgeving. Gezond in de stad: Losser ontvangt nu ook voor de jaren 2016 en 2017 een bijdrage. De overige mutaties zijn wijzigingen op bestaande uitkeringen. Deze mutaties (voornamelijk kortingen) liggen in lijn met de verwachtingen en worden nu niet nader toegelicht.
blz. 117 (van 144)
4.2. Meerjarenperspectief op programma Onderstaande tabel geeft de realisatie van 2014 en een meerjaren overzicht van de verwachte lasten en baten per programma. Tabel 4.2 Meerjarenperspectief Bedragen x € 1.000
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 2016
Natuur & Ruimte
14.560
18.500
13.803
12.374
15.982
13.438
Welzijn & Zorg
12.578
19.738
19.346
18.864
18.691
18.566
Economie & Werk
14.628
14.247
13.457
13.114
12.877
12.662
5.836
5.559
5.748
5.785
6.001
6.260
47.602
58.044
52.354
50.137
53.551
50.926
Natuur & Ruimte
8.052
12.376
7.622
6.230
9.744
7.073
Welzijn & Zorg
2.011
1.515
1.495
1.492
1.489
1.485
Economie & Werk
10.715
5.074
5.064
5.063
5.061
5.060
Bestuur & Dienstverlening
28.167
39.723
39.033
38.045
37.679
37.521
Totaal Baten
48.944
58.688
53.214
50.830
53.973
51.139
Saldo van baten en lasten
-1.342
-643
-860
-693
-422
213
Storting reserves
2.069
1.144
342
644
315
319
Onttrekking reserves
1.772
500
159
209
159
159
-1.045
0
-695
-258
-266
-53
Bestuur & Dienstverlening Totaal Lasten
Resultaat
blz. 118 (van 144)
4.3. Algemene risicoreserve Overzicht ontwikkeling algemene risicoreserve 2014-2019 Bedragen × € 1.000
2014 2015 Jaarverslag
2016
2017
2018
2019
Algemene risicoreserve
€ 1.227
€ 2.208
€ 3.837
€ 4.843
€ 5.530
€ 6.000
Totaal reserves
€ 1.227
€ 2.208
€ 3.837
€ 4.843
€ 5.530
€ 6.000
Toevoeging resultaat PB 2013-2016
€ 65
€1
€2
Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2013
€ 250
€ 215
€ 95
Bestemmingsvoorstel jaarresultaat 2013
€ 356
Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2014
€ 741
€ 700
€ 100
Amendement Berap 2014 cf raadsbesluit 9 september 2014
€ 594
€ 347
€ 428
€ 204
€ 695
€ 259
€ 266
€ 53
€ 1.239
€ 687
€ 470
€ 53
Beginstand
Toevoegingen
Bestemming jaarresultaat 2014
€ 557
Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2015
€ 61
Verkoop Essent 2e tranche + rentevergoeding wegens uitgestelde verkoop (a)
€ 95
Toevoeging resultaat PB 2016-2019 Totaal toevoegingen
€ 2.006
€ 1.629
Onttrekkingen Resultaat bestuursrapportage 2014 cf raadsbesluit 9 sept 2014 (excl. Amendement)
-€ 593
Herziening begroting Topcraft
-€ 368
Onderhoudskosten Prorail 2010-2013
-€ 64
Kadernota 2016 aanvulling algemene reserve deels 2015 niet uitvoeren
-€ 233
Totaal onttrekkingen
-€ 1.025
€0
-€ 233
€0
€0
€0
Prognose stand ultimo van het jaar
€ 2.208
€ 3.837
€ 4.843
€ 5.530
€ 6.000
€ 6.053
Verkoop Essent vindt in 2 delen plaats. Uitbetaling van de Escrow vordering heeft voor 50% plaatsgevonden in 2011 en het restant wordt verwacht in 2015 echter ook mogelijk dat dit iets later wordt.
blz. 119 (van 144)
4.4. Staat van reserves en voorzieningen Tabel 4.3 Bestemmingsreserves & voorzieningen
stand per 1-1- van het boekjaar
bedragen x € 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
Reserve onderhoud wegen
1.600
580
0
0
0
110
0
0
0
0
Reserve Organisatie - ontwikkeling
38
0
0
0
0
Reserve bouw Kulturhus Overdinkel
300
0
0
0
0
Reserve Onderhoud MOP
515
385
220
20
0
50
73
0
0
0
150
100
0
0
0
Reserve Verv. Lampen openbare verlichting
50
12
24
36
48
Reserve individueel loopbaanbudget
38 2.530
2.374
2.218
2.062
5.877
3.680
2.618
2.274
2.110
Voorziening reiniging
1.087
695
370
263
93
Voorziening riolering
2.186
2.111
1.031
667
472
Pensioenvoorziening wethouders
2.833
2.868
2.903
2.938
2.973
82
67
54
39
24
Herstructurering / ontmanteling Top Craft
2.000
1.600
1.400
1.300
1.200
Totaal voorzieningen
8.188
7.341
5.758
5.207
4.762
Reserve uitwerking Kaders Kadernota 2012-2015
Reserve Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Reserve Brede impuls combinatiefuncties
Egalisatiereserve investeringsbijdragen
2.686
Reserve vakantiegeld
350
Totaal bestemmingsreserves
Voorzieningen
Voorziening uitstroom personeel
Toelichting reserves Reserve Onderhoud Wegen Tijdens de bezuinigingsoperatie in mei 2009 is besloten, dat de jaarbudgetten van onderhoud wegen volledig voor dit doel kunnen worden aangewend. Dat betekent dat een overschot via deze reserve beschikbaar blijft en tekorten hieruit onttrokken kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat bij doorgeschoven werkzaamheden of onvoorziene uitgaven geen problemen ontstaan bij de financiering. Inzet van deze reserve vindt plaats via het MIP (Integraal Meerjaren Investerings- en Onderhoudsprogramma voor de Openbare Ruimte). Reserve Uitwerking kaders Kadernota 2012-2015 Op 12 juli 2011 heeft de raad besloten bij het vaststellen van de kadernota 2012 eenmalig € 500.000 beschikbaar te stellen voor het realiseren van de benodigde structurele ombuigingen. Enkele ombuigingen zijn nog niet (geheel) gerealiseerd. In 2016 worden de laatste ombuigingen afgerond.
blz. 120 (van 144)
Reserve Organisatie ontwikkelingen Deze reserve is bedoeld voor dekking van risico's voortvloeiende uit mogelijk verplichtingen en kosten als gevolg van het organisatie ontwikkel traject. Het restant wordt naar verwachting in 2016 uitgegeven. Reserve bouw Kulturhus Overdinkel Op 19 maart 2013 heeft de raad de nieuwe uitgangspunten voor deze beschikbare reserve gesteld. De beschikbare € 400.000 is nu beschikbaar voor de inrichting van de openbare ruimte in relatie tot het Kulturhus Overdinkel. Op 30 juni 2015 is een eerste schetsontwerp besproken met de inwoners van Overdinkel. Op basis van dit ontwerp heeft de verdere planuitwerking plaatsgevonden en vindt in 2016 de uitvoering plaats. Onderhavige reserve maakt deel uit van het totaalbudget dat voor pleininrichting en aanpassing van de directe omgeving is gereserveerd. Reserve onderhoud MOP Deze reserve betreft het jaarlijks reguliere onderhoud aan gebouwen om de functie te waarborgen en kapitaalvernietiging tegen te gaan. In de meerjarenplanning MOP kent de uitvoering pieken en dalen. Door het instellen van deze reserve worden meerjarige schommelingen opgevangen. Reserve Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) De gemeente heeft gedurende de periode 2008 - 2012 hiervoor middelen ontvangen via de algemene uitkering. Met de Vereniging Sport en Gemeenten is een convenant gesloten voor de uitvoer van diverse beweeginterventies. De budgetten hiervoor zijn in de begroting opgenomen. Het verschil budget en realisatie wordt verrekend met de reserve. Met toestemming van de Vereniging Sport en Gemeenten wordt het restant van deze reserve uitgegeven in de jaren 2015-2017 omdat de Provincie begin 2013 in het kader van de €1.regeling € 45.000 subsidie heeft verleend voor sport- en beweegactiviteiten. Dit budget is in 2013 en 2014 besteed, conform afspraak zijn eerst deze middelen ingezet. Reserve Brede Impuls Combinatiefuncties In maart 2009 is een meerjarig convenant met het rijk gesloten om deel te nemen aan de impuls om combinatiefuncties mogelijk te maken. De doelstelling van het rijk hiermee is om tenminste 2.500 combinatiefuncties te realiseren. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij 1 werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Losser heeft gekozen voor een samenwerking tussen onderwijs, sport en/of cultuur. Via de algemene uitkering ontvangen we budget voor 3,9 FTE. Het niet gebruikte budget wordt in de reserve gestort. Reserve vervanging lampen Openbare Verlichting Deze reserve is bedoeld voor de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen van de openbare verlichting. Jaarlijks wordt een bedrag ad € 12.500 gereserveerd. Het maximum saldo van de reserve is bepaald op € 50.000. In 2017 is in de begroting voor een bedrag van € 50.000 rekening gehouden met de vervanging. Reserve Individueel loopbaanbudget In september 2013 is deze reserve ingesteld om het mogelijk benodigde budget voor de regeling individueel opleidingsbudget, waaraan het personeel rechten kan ontleden, over de periode van 3 jaar te kunnen bekostigen. Afwikkeling van deze regeling vindt plaats in 2016. Egalisatiereserve investeringsbijdragen Op grond van BBV 2004 mogen bijdrage uit eigen reserves in investeringen met een economisch nut niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van de investeringen.
blz. 121 (van 144)
Hier is sprake van een zogenaamde bruto verantwoording. In de praktijk houdt dat in, dat er een jaarlijkse vrijval van deze reserve plaatsvindt op basis van het afschrijvingstermijn van het betreffende activum. Hierbij wordt ook rekening gehouden met rente, zodat een en ander hetzelfde effect heeft als een netto verantwoording, zij het dat de vrijval op grond van de regelgeving niet geschiedt via het betreffende product (functie), maar via mutatie reserves en op deze wijze dus via de bestemmingen. Reserve vakantiegeld Bij de jaarrekening 2014 is besloten een bestemmingsreserve in te stellen voor het nadelig financieel effect dat voortkomt uit de cao afspraken die de VNG met de vakbonden heeft gemaakt. Het gaat om een onderdeel dat technisch van aard is, namelijk het eerder uitbetalen van vakantiegeld, maar incidenteel een beslag van ongeveer € 350.000 legt op de exploitatie van Losser. Naar verwachting zal dit nadeel zich in 2016 gaan voordoen. Toelichting voorzieningen Voorziening Reiniging Het saldo van deze voorziening wordt in de volgende jaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden behoudens (autonome) kostenstijgingen, onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. De afspraak was om de voormalige reserve af te bouwen naar maximaal € 500.000. Om dit te verwezenlijken wordt er in 2016 € 392.000 in 2017 € 325.000 en in 2018 € 107.000 onttrokken. Voorziening Riolering De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het kostendekkingsplan, dat onderdeel is van het vernieuwde Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). In december 2012 heeft de raad het vGRP vastgesteld. Omdat het verloop van de voorziening door doorgeschoven planningen en de in 2016 aangepaste rente niet meer overeenkomt met het verloop van het vGRP is er voor gekozen het rioolrecht voor 2016 niet aan te passen, waarmee de onttrekking van 2016 op € 74.000 is gesteld. De meerjarige reeks is overgenomen vanuit het huidige vGRP. In 2016 vindt de herziening van het vGRP met bijbehorend kostendekkingsplan plaats. In dat kader vindt tevens de herijking van de reserve plaats. Pensioenvoorzieningen wethouders Op grond van BBV2004 dient voor de pensioenverplichtingen, die de gemeente Losser heeft tegenover bestuurders en oud-bestuurders dan wel tegenover hun nabestaanden, een voorziening te worden gevormd. Op basis van actuariële berekeningen wordt er jaarlijks beoordeeld of deze voorziening nog toereikend is. Uitkeringen van de pensioenen vinden jaarlijks plaats uit de voorziening en via de exploitatie wordt deze voorziening aangevuld tot de noodzakelijke omvang. Voorziening uitstroom personeel Door uitstroom van een personeelslid is er een personele verplichting ontstaan tot en met 2021. Jaarlijks vindt er een uitkering plaats uit deze voorziening. Herstructurering / ontmanteling Top Craft Op basis van de notitie “Mensenwerk” hebben de drie deelnemende gemeenteraden in december 2011 besloten om de huidige uitvoeringsstructuur van zowel Gr-Wot als het uitvoeringsbedrijf Top Craft te ontmantelen en over te gaan tot separate uitvoering van de WSW door de drie afzonderlijke gemeenten. Als gevolg van deze beslissing is in de jaarrekening 2011 van Top Craft BV en het Gr-Wot een voorziening “Herstructurering/ontmanteling” gevormd van € 8.284.00 ter dekking van toekomstige kosten die verband houden met de herstructurering. Voor Losser resulteerde dit tot het vormen van
blz. 122 (van 144)
een voorziening ter hoogte van € 2.610.000. De mutaties in 2013 en 2014 zijn verwerkt waardoor de huidige stand van de voorziening € 2.521.000 bedraagt. De herstructureringskosten bestaan voor een groot deel uit wachtgeldregelingen en reïntegratiekosten. De wachtgeldregeling heeft een duur van vijf jaar. De mutaties in de herstructureringskosten zijn ingeschat en leiden tot een jaarlijkse daling van deze voorziening.
blz. 123 (van 144)
4.5. Incidentele lasten en baten Onderstaande tabel laat zien dat de gemeente Losser geen structurele uitgaven met incidenteel geld bekostigd.
Incidentele en structurele lasten en baten bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2016
2017
2018
2019
Lasten 1. Natuur en Ruimte
13.816.107 12.491.395 15.994.522 13.451.049 Structurele lasten
13.816
12.442
15.995
13.451
Incidentele lasten
0
50
0
0
2. Welzijn en Zorg
19.346.436 18.863.919 18.691.273 18.566.260 Structurele lasten
18.948
18.801
18.691
18.566
Incidentele lasten
398
63
0
0
3. Economie en Werk
13.457.383 13.114.088 12.876.800 12.662.476 Structurele lasten
13.457
13.114
12.877
12.662
Incidentele lasten
0
0
0
0
6.058.902
6.310.651
6.302.533
6.565.826
Structurele lasten
5.028
5.604
5.823
6.513
Incidentele lasten
1.031
707
480
53
totale lasten
52.678
50.781
53.866
51.245
7.627.598
6.285.292
9.749.598
7.078.598
Structurele baten
7.628
6.286
9.750
7.079
Incidentele baten
0
0
0
0
1.563.071
1.559.834
1.556.598
1.553.363
Structurele baten
1.563
1.560
1.557
1.553
Incidentele baten
0
0
0
0
5.102.987
5.101.431
5.099.874
5.098.317
Structurele baten
5.103
5.102
5.100
1.553
Incidentele baten
0
0
0
0
4. Bestuur en Dienstverlening
Baten 1. Natuur en Ruimte
2. Welzijn en Zorg
3. Economie en Werk
4. Bestuur en Dienstverlening
39.079.250 38.091.496 37.724.777 37.567.463
blz. 124 (van 144)
Structurele baten
38.701
38.028
37.725
37.567
Incidentele baten
378
63
0
0
totale baten
53.373
51.039
54.132
51.298
0
50
0
0
315
0
0
0
- Gezond in de Stad
63
63
0
0
- huisvesting statushouders
20
0
0
0
- Budget voor innovatieve samenwerking
25
20
10
0
2
0
0
0
- Toevoeging algemene risicoreserve PB 2013-2016
95
0
0
0
- Toevoeging algemene risicoreserve PB 2014-2017
100
0
0
0
- Toevoeging algemene risicoreserve PB 2015-2018
347
428
204
0
- Toevoeging algemene risicoreserve PB 2016-2019
695
259
266
53
-233
0
0
0
1.429
820
480
53
63
63
0
0
315
0
0
0
378
63
0
0
-1.051
-757
-480
-53
nadeel
nadeel
nadeel
nadeel
Specificatie incidentele lasten
N&R
- Vervanging straatverlichting
W&Z - Maatwerkvoorzieningen WMO
B&D
- Toevoeging algemene risico reserve 2013
- Kadernota deels niet uitvoeren toevoeging alg reserv
totaal incidentele lasten
Specificatie incidentele baten
B&D
- Algemene uitkering - Gezond in de stad - Algemene uitkering - Maatwerk WMO
totaal incidentele baten
Saldo incidentele lasten/baten
Toelichting op incidentele en structurele lasten en baten Vervanging straatverlichting
blz. 125 (van 144)
Jaarlijks wordt er een bedrag gestort in de reserve vervanging lampen openbare verlichting zodat om de 4 jaar de lampen van de straatverlichting vervangen kunnen worden. Maatwerkvoorziening WMO Via het gemeentefonds wordt voor de jaren 2016 en 2017 een toelage ontvangen voor huishoudelijke hulp. Dit wordt ingezet voor de daarvoor in aanmerking komende doelgroep. Gezond in de stad Via het gemeentefonds wordt er voor 2016 en 2017 een bedrag ontvangen voor gezond in de stad. Huisvesting statushouders Door de actuele toestroom van vluchtelingen is een bedrag van € 20.000 incidenteel opgenomen voor 2016.
blz. 126 (van 144)
5. Voorstel en Besluit
VOORSTEL 1. Wij stellen u voor de begroting 20.. conform vast te stellen en kennis te nemen van de sluitende meerjarenraming 20..-20..
Het college van burgemeester en wethouders van Losser. De secretaris,
De Burgemeester,
BESLUIT
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op .............
Griffier,
Voorzitter,
blz. 127 (van 144)
6. Bijlagen
blz. 128 (van 144)
6.1. Actuele beleidsdocumenten
Programma/omschrijving
jaar Datum vaststelling herziening
Uitvoeringsnota speelterreinen
2001
Notitie speelvoorzieningen
2007
Gemeentelijk rioleringsplan vGRP 2013 - 2016
2012
2016
Nota kapitaalgoederen openbare ruimte 2014 - 2018
2013
2018
Waterplan
2007
Verkeerscirculatieplan kern Losser
2004
2016
Categoriseringsplan Wegen op basis van Regionaal uitvoeringsprogramma's duurzaam veilig
1999
nog te plannen
Wegenlegger
2010
2016
Landschapontwikkelingsplan
2008
Groenstructuurplan
2016
Beleidsnota Wegen (incl. gladheidsbestrijdingsplan)
2008
2016
Beleidsnota Openbare Verlichting
2016
Beleidsnota Inzameling huishoudelijk afval
2016
Bouwverordening
2012
Milieuprogramma en uitvoeringsplannen RUD (regionaal)
2014
Actieprogramma VROM
2006
Welstandsnota
2013
Gladheidsbestrijdingsplan
2012
2016
Regionaal mobiliteitsplan
2012
2016
Prestatieafspraken woningbouw gemeente - provincie
2012
2016
Gebiedsvisie Noordoost Twente
2012
Casco benadering in Noordoost Twente
2012
Gemeentelijk gebouwen (RGDBoei) woonvisie 2012-2022
2012
Bestemmingsplan buitengebied
2013
Toekomstvisie gemeente Losser 2025
2013
Nota Grondbeleid
2014
herziene grondexploitaties
2014
Nota vastgoed gemeente Losser
2014
Welzijn en Zorg Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs
2013
Verordening Leerlingenvervoer
2012
Verordening Wet kinderopvang
2005
Buiten Schoolse Opvang: een nieuwe schakel in kinderopvang
1999
Integraal huisvestingsplan 2010 - 2018
2011
blz. 129 (van 144)
2016
Nota algemeen sportbeleid
1997
Notitie binnensportaccommodaties
2013
Notitie privatisering buitensportaccommodaties
2010
Algemene subsidieverordening gemeente Losser
2009
Nota subsidiebeleid
2010
Uitvoeringsbesluit voor structurele waarderingssubsidies 2013
2013
Cultuurnota
2010
Monumentenverordening
2007
Visie lokaal bibliotheekbeleid 2011 -2013
2011
Nota integraal jeugdbeleid
2013
Startnotitie voor jeugd en gezin
2009
Verordening inburgering
2010
Nota ouderenbeleid
2009
Nota lokaal gezondheidsbeleid
2008
Verordening, besluit en beleidsregels WMO
2015
Nota uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod
2009
Beleidsnota WMO
2015
2016
Economie en Werk Nota Armoedebeleid
2007
Kadernota Wet werk en bijstand (WWB)
2004
Nota participatievisie gemeente Losser
2009
Actieplan jeugdwerkloosheid Twente ‘Jongerenoffensief 2013’
2013
Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015
2012
Bijstandsbesluit Zelfstandigen 2004
2004
Reclamebeleid
2014
Evenementenbeleid
2013
Marketingplan Recreatie en Toerisme
2007
2016
Nota Verblijfsrecreatie Noordoost Twente
2013
2016
Sociaal Economische Strategie Nota
2008
Koopstromenonderzoek
2010
Bedrijventerreinenvisie gemeente Losser
2010
Uitwerkingsnotitie locaties bedrijventerreinen
2011
Toekomstvisie gemeente Losser 2025
2013
Bestuur en Dienstverlening Collegeprogramma 2014 - 2018
2014
Algemene Plaatselijke Verordening
2010
Regionaal risicoprofiel
2011
Beleidsplan integrale veiligheid gemeente Losser 2013 - 2016
2013
Regionaal beleidsplan
2012
Regionaal crisisplan
2012
blz. 130 (van 144)
Uitvoeringsprogramma integrale veiligheid
2013
Wet Veiligheidsregio
2010
Besluit en organisatieplan één brandweer Twente
2012
Toekomstvisie gemeente Losser 2025
2013
Notitie zelfstandig blijven: samenwerken moet! En zelfstandigheid, wat is dat?
2010
Nota representatie
2010
Nota verbonden partijen
2011
Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid (art. 213a Gemeentewet)
2004
Financiële verordening gemeente Losser (art. 212 Gemeentewet)
2012
2016
Controleverordening (art. 213 Gemeentewet) Doorontwikkeling P&C-cyclus
2014
Nota weerstandsvermogen en risicomanagement
2011
2016
Nota reserves en voorzieningen
2012
2016
blz. 131 (van 144)
6.2. Beleidsverplichtingen en wensen Programma/omschrijving Afdeling
V/W/O Bedrag Termijn Lasten investering 2016
2017
2018
2019
Structurele beleidsverplichtingen en wensen Bestuur en Dienstverlening Live uitzenden raadsvergaderingen
GRIF
W
Prijsindexering
GRIF
O
RUD invoering Squit
ICT - VH
Uitbreiding Bestuurssecretariaat met 0,33 FTE
DIR
OZB
DIR
10.000
10.000
10.000
6.000
6.000
6.000
6.000
50.000
20.000
10.000
10.000
15.000
15.000
15.000
15.000
44.000
44.000
44.000
44.000
16.200
15.600
15.100
2.400
2.400
2.400
2.400
5.000
5.000
5.000
5.000
4.500
4.500
4.500
4.500
O O
O
Vervanging 2 VW Transporters
OW
Inkoop Negometrix
Controller O
Kleine ontwikkelingen digitale overheid
10.000
V
8 95.000
-
Controller O
Natuur en Ruimte Ophogen post klein onderhoud "Plantsoenen en Openbaar Groen" gedurende periode 2016 t/m 20019
OW
Voorbereiding _ invoering nieuwe omgevingswet
BSP
Formatie-uitbreiding BSP tbv taken ebiedsgericht beleid NOT/Landschap
BSP
Vervanging auto landmeten/registratie BGT
OW
MIP (Integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma) onderdeel "Vervanging openbare verlichting, fase II - kapitaallasten fase 2 van 5
OW
MIP -herinrichting parkeerterrein Langenkamp - Kop van de Brink
OW
MIP II
OW
O
O 25.000 90.000 V
-
V
V
V
90.000
6.000
5.800
5.600
-
-
78.200
75.600
-
-
17.100
16.700
29.700
29.000
47.500
46.400
20
V V
90.000
20 180.000
OW
90.000
8 460.000
-
30.400
20 500.000
MIP IV
-
8 35.000
OW
-
O
320.000 MIP III
-
20
blz. 132 (van 144)
-
500.000 Huisvesting Twents Carmel College
BSP
V
2.753.995
-
-
-
47.500
40 -
193.000
190.000
187.000
77.000
77.000
77.000
57.000
57.000
704.800
743.800
Welzijn en Zorg Bijdrage St. Wil
WIZ
O 77.000
Huisvesting Statushouders
BSP
O
Eventuele reservering nieuwbouw sportzaal bewegingsonderwijs
BSP
W
TOTAAL BELEIDSVERPLICHTINGEN EN WENSEN
20.000 -
-
4.843.995 348.900
Legenda V = Vervangingsinvestering W = Beleidswens O = Beleidsverplichting / Onontkoombare en Onuitstelbare (O&O) investeringen
blz. 133 (van 144)
519.500
6.3. Vervangingsinvesteringen Programma/omschrijving
Afdeling
Bedrag
Afschrijvings- Lasten termijn 2016
2017
2018
2019
Natuur en Ruimte Vervanging auto landmeten / registratie BGT
OW
MIP (Integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma) onderdeel "Vervanging openbare verlichting, fase II kapitaallasten fase 2 van 5
35
8
0
6
5,8
5,6
460
8
0
0
78,2
75,6
95
8
0
16,2
15,6
15,1
22,2
99,6
96,3
Bestuur en Dienstverlening Vervanging 2 VW Transporters OW TOTAAL GENERAAL (bedragen x 1.000 euro)
590
blz. 134 (van 144)
-
6.4. Financiële uitgangspunten Het voeren van een gezond financieel beleid en het opstellen van een (meerjaren)begroting kunnen niet zonder duidelijke financiële randvoorwaarden, die borg staan voor een evenwichtig en consequent financieel beleid. Het is daarom van belang dat de financiële uitgangspunten door de raad worden onderschreven. Algemeen • •
• • • • •
•
Voor de loon- en prijsontwikkeling wordt bij het opstellen van de (meerjaren)begroting uitgegaan van de meest recente prognose van het CBS Prijscompensatie = indexering Op basis van BBP (Bruto Binnenlands Product) waarmee voor 2016 wordt gerekend in het gemeentefonds. Dit is een wijziging ten opzichte van de gedragslijn tot nu toe. Gedurende een lange periode is geen prijscompensatie toegepast op de materiële budgetten. Budgetten zijn om die reden zo 'schraal' geworden, dat een verdere bezuiniging niet wenselijk is. We starten met het toerekenen van de kosten voor afschrijven en rente in het jaar nadat een investering gereed is. Investeringen die langer dan een kalenderjaar duren worden in het 2e jaar belast met de toerekening van de rekenrente over het geinvesteerde bedrag. De rekenrente wordt verlaagd van 5,5 naar 4,5%. De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt berekend op basis van de meicirculaire voorafgaand aan het begrotingsjaar. Subsidies Het budget voor subsidies is budgettair neutraal verwerkt. Tijdens de begroting kan ten gevolge van wijziging subsidiebeleid hiervan worden afgeweken. Lokale heffingen Inflatiecorrectie toepassen op lokale heffingen. Dit geldt voor de heffingen waar geen directe kostenprijsberekening aan ten grondslag ligt (onroerendezaak-, woonforensen-, toeristenbelasting en leges (voor zover niet wettelijk voorgeschreven)).
Gegevens gemeente Losser Kerngegevens en demografische ontwikkelingen Inwoners Woonruimten
2015
2015
2017
2018
2019
22.669
22.733
22.801
22.875
22.850
9.651
9.719
9.787
9.855
10.010
304
319
334
349
350
1.932
1.947
1.962
1.977
1.978
349
353
357
362
377
Bijstandsontvangers Uitkeringsontvangers Minderheden
Bron: Meicirculaire 2015 Gemeentefonds/Pauw Personeelskosten Nominale ontwikkeling
Begroting 2015 1,019%
Begroting 2016 0,74%
blz. 135 (van 144)
meerjarenbegroting 2016-2019 Peil 2016
Goederen en diensten a. Nominale ontwikkelingen
+2,0%
+0,8%
Peil 2016
b. Huurverhogingen
+2,0%
+2,0%
Peil 2016
Begroting 2015
Begroting 2016
Rentegegevens
meerjarenbegroting 2016-2019
Rente Langlopende leningen
3,00%
Rente Langlopende leningen
3,50%
2,00%
Peil 2016
Rente Langlopende leningen
4,00%
3,00%
Peil 2017
Rente Langlopende leningen
4,50%
4,00%
Peil 2018
4,50%
Peil 2019
Rente Langlopende leningen
Peil 2015
Rente Kortlopende leningen
0,75%
Rente Kortlopende leningen
1,25%
0,25%
Peil 2016
Rente Kortlopende leningen
2,00%
0,50%
Peil 2017
Rente Kortlopende leningen
2,50%
1,50%
Peil 2018
2,00%
Peil 2019
4,50%
Peil 2016
Rente Kortlopende leningen
Rente-omslagpercentage
5,50%
Peil 2015
blz. 136 (van 144)
6.5. Saldo economische en monetaire unie (EMU) Berekening EMU-saldo Gemeenten en Provincies In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de wet Houdbare overheidsfinanciën. Voor 2015 bedraagt de norm voor de gezamenlijke gemeenten 0,34%. De totale norm wordt verdeeld in referentiewaarden over alle gemeenten. Omschrijving
2015
2016
2017
x € 1000,-
x € 1000,-
x € 1000,-
Volgens realisatie begroting 2015, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2016
Volgens meerjarenraming in begroting 2016
1
Wat is uw exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)?
-719
-695
-259
2
Wat zijn uw afschrijvingen ten laste van de exploitatie?
1.608
1.782
2.326
3
Wat zijn uw bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie?
123
123
123
4
Wat zijn uw uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd?
4.756
7.587
6.027
5
Wat zijn de in mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen?
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:
0
0
0
6a
Wat zijn uw verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)?
0
0
0
7
Hoeveel bedragen de uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.?
2.309
2.663
2.353
8
Grondverkopen:
blz. 137 (van 144)
8a
Wat zijn de verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)?
7.426
2.699
838
9
Wat zijn uw betalingen ten laste van de voorzieningen?
87
128
131
10
Zijn er voorts betalingen die niet via de onder vraag 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande vragen?
0
0
0
11
Verkoop van effecten: nee
nee
nee
0
0
0
1.286
-6.469
-5.483
11a Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen? (ja/nee) 11b Zo ja wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst? Berekend EMU-saldo
blz. 138 (van 144)
6.6. Organisatieoverzicht
blz. 139 (van 144)
6.7. Lijst van afkortingen A AB APV ATB AU Awb AWBZ
Algemeen Bestuur Algemene plaatselijke verordening All Terrain Bike Algemene uitkering Algemene wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
B BAG BBV BCF BDU BDUR BERAP BGT BHV BIE BIG BIZ BIZA BNG Bofv BSO BSP BTW BV BW BZK
Basisadministratie Adressen en gebouwen Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten Btw Compensatiefonds Brede Doeluitkering Brede Doeluitkering Rampenbestrijding Bestuursrapportage Basisregistratie Grootschalige Topografie Bedrijfs Hulpverlening Bouwgrond in exploitatie Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeente Bedrijven investeringszone Binnelandse Zaken Bank Nederlandse Gemeenten Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen Buiten Schoolse Opvang Beleid, Strategie en Projecten Belasting Toegevoegde Waarde Besloten Vennootschap Burgerlijk Wetboek Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C CAK CAO CAR CBL CBS CIO CJG COA COELO CPO CSV CTOB
Centraal administratiekantoor Collectieve Arbeidsovereenkomst Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Cross Border Lease Centraal Bureau voor de Statistiek Chief Information Officer Centrum voor Jeugd en Gezin Centraal Orgaan Asielzoekers Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Claim Staats Vennootschap Crematoria Twente/Oost Nederland BV
blz. 140 (van 144)
D DB DDC DHW DIV DV DVO
Dagelijks Bestuur Documentair Diensten Centrum Drank- en Horecawet Documentair Informatie Voorziening Duurzaam veilig Dienstverleningsovereenkomst
E EHS EMU EPZ
Ecologische Hoofdstructuur Economische en Monetaire Unie Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland
F Fvw
Financiële verhoudingswet
G GBA GBKN GBT GGD GHOR GO GRP
Gemeentelijke Basis Administratie Grootschalige Basiskaart Nederland Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie Georganiseerd Overleg Gemeentelijk Rioleringsplan
H HALT HNW HVO
Het Alternatief (instantie) Het Nieuwe Werken Hart voor Overdinkel
I IAU Incidenteel aanvullende uitkering IBD Informatie Beveiligingsdienst IBO Intergemeentelijke Bedrijfsvoering Organisatie ICS Informatie coördinatie en besturingseenheid ICT Informatie en Communicatie Technologie ID-ers In- en doorstromers IGO Integraal Groot Onderhoud IHP Integraal Huisvestingsplan IKB Individueel Keuze Budget IMG Investeren met Gemeenten IMOP Integraal Meerjaren inversterings- en onderhoudsprogramma IOAW/IOAZ Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen IPC Integraal Planning en Controle Cyclus IPO Inter Proviinciaal Overleg
blz. 141 (van 144)
K KRW
Kaderrichtlijn Water
L LED
Light Emmitting Diode
M MIP MJB MFA MKB MOP MT MPG MVA
integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma Meerjarige begroting Multifunctionele Accommodatie Midden en Klein Bedrijf Meerjarenonderhoudplanning Managementteam Meerjaren programma Grondbeleid Materiële Vaste Activa
N NASB NHR NNIEG NOT NUP NV
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Nieuw Handelsregister Niet in exploitatie genomen gronden Noordoost Twente Nationaal Uitvoeringsprogramma Naamloze Vennootschap
O OKE OLCT OR OZB
Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Openbaar Lichaam Crematoria Twente Ondernemingsraad Onroerende zaakbelasting
P PBE Publiek Belang Electriciteitsproductie BV P&C-cyclus Planning&Control cyclus PGB Persoons Gebonden Budget PLB Productie- en leveringsbedrijf PmjP Provinciaal meerjaren programma P2P Purchase to Pay R REO RUDDO RUD RWE
Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Regeling Uitzettingen van Derivaten Decentrale Overheden Regionale Uitvoeringsdiensten Rheinisch-Westfalisches Elektrizitatswerk
S SGBP SMI
Stroomgebiedsbeheerplan Sociaal Medische Indicatie
blz. 142 (van 144)
SON SPV SW SWL SZW
Stadsbank Oost Nederland Special Purpose Vehicles Sociale Werkvoorziening Stichting Woningbelangen Losser Sociale Zaken en Werkgelegenheid
T TAR TBT TIP TOF TOOM
Twentse arbeidsvoorwaarden regeling Twents Bureau voor Toerisme Toerisitische Informatie Punten Tubbergse Onderwijsfederatie Terugdringing Ongewenste en Onechte Meldingen
U UWV
Uitvoerder van de sociale werknemersverzekeringen
V VCP vGRP VH VNG VON-prijs Vpb VROM VRT VTH VVE VVV V en W
Verkeerscirculatieplan vernieuwd gemeentelijk rioleringsplan Vergunningen en Handhaving Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vrij op naam prijs Vennootschapsbelasting Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Veiligheidsregio Twente Vergunning, toezicht en handhaving Voor- en Vroegschoolse Educatie Vereniging Voor Vreemdelingenverkeer |Verkeer en Waterstaat
W WABO Wet fido Wgr WIL WIZ WiW WMO WON WOT WOT WOZ Wsw Wvg WW WWB
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet financiering decentrale overheden Wet gemeenschappelijke regelingen Werken in Losser Werk Inkomen en Zorg Wet inschakeling werkzoekenden Wet Maatschappelijk Ondersteuning Wet onafhankelijk netbeheer Wet op het Onderwijstoezicht Werkvoorzieningschap Oost Twente Wet waardering Onroerende Zaken Wet sociale werkvoorziening Wet voorziening gehandicapten Wet werklozen Wet Werk en Bijstand
blz. 143 (van 144)
blz. 144 (van 144)