KOERS053 │ STAD VAN NU Programmabegroting 2012-2015 (Enschede doet)
Gemeente Enschede Ten behoeve van raadsvergadering 7 november
Pagina 2 van 208
Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................................. 5 Leeswijzer ................................................................................................................. 7 1
Koers053 │ Stad van nu.................................................................................... 9
1.1
Inleiding ...................................................................................................................................... 9
1.2
Financieel duurzaam en betrouwbaar ...................................................................................... 10
1.3
Innovatieve gemeenschap ....................................................................................................... 12
1.4
Stadsdeelgewijs werken en bugerparticipatie .......................................................................... 13
1.5
Duurzaamheid .......................................................................................................................... 14
2
Financieel middelenkader................................................................................16
2.1
Inleiding .................................................................................................................................... 16
2.2
Actualisering van het structurele middelenkader ..................................................................... 18
2.3
Incidenteel middelenkader ....................................................................................................... 20
2.4
Gevolgen van de Miljoenennota en septembercirculaire ......................................................... 22
2.5
Bezuinigingen ........................................................................................................................... 23
3
Programma’s ....................................................................................................28
3.1
Economie en Werk ................................................................................................................... 29
3.2
Opgroeien en ontwikkelen........................................................................................................ 38
3.3
Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn ............................................................................................ 47
3.4
Stedelijke Ontwikkeling............................................................................................................. 60
3.5
Leefomgeving ........................................................................................................................... 71
3.6
Dienstverlening......................................................................................................................... 82
3.7
Bestuur en Middelen................................................................................................................. 89
4
Paragrafen.......................................................................................................104
4.1
Bestuurlijke projecten , inclusief de Majeure Stedelijke Investeringen .................................. 105
4.2
Grondbeleid ............................................................................................................................ 116
4.3
Weerstandsvermogen ............................................................................................................ 123
4.4
Treasury ................................................................................................................................. 129
4.5
Onderhoud kapitaalgoederen................................................................................................. 134
4.6
Verbonden partijen ................................................................................................................. 139
4.7
Bedrijfsvoering........................................................................................................................ 140
4.8
Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken............................................................... 146
4.9
Lokale heffingen ..................................................................................................................... 150
5
Financiële begroting ......................................................................................155
5.1
Grondslagen ........................................................................................................................... 155
5.2
Overzicht van baten en lasten................................................................................................ 156
Pagina 3 van 208
5.3
6
Uiteenzetting financiële positie............................................................................................... 157
Bijlagen ...........................................................................................................162
6.1
Staat van reserves.................................................................................................................. 163
6.2
Staat van voorzieningen ......................................................................................................... 169
6.3
Staat van vervangingsinvesteringen ...................................................................................... 172
6.4
Overzicht kredieten / onderhanden werk................................................................................ 173
6.5
Subsidies ................................................................................................................................ 174
6.6
Incidentele baten en lasten .................................................................................................... 179
6.7
Verbonden partijen ................................................................................................................. 181
6.8
Maatschappelijke investeringsopgaven (MIO’s)..................................................................... 191
6.9
Totaaloverzicht Effectdoelstellingen en Indicatoren............................................................... 196
6.10
Meerjaren Prognose Parkeerbeheer ...................................................................................... 198
6.11
Overzicht van beleidsnota’s per programma.......................................................................... 199
6.12
Lijst met afkortingen ............................................................................................................... 202
6.13
Overzicht van de Partners ...................................................................................................... 204
6.14
Aangenomen amendementen en moties (raadsbehandeling 7 november) ........................... 208
Pagina 4 van 208
Voorwoord
Het Coalitieakkoord “Vertrouwen in Enschede” is basis voor de opzet van de begroting voor 20122015. Het college van B&W houdt juist in een tijd van economische recessie vast aan de ambitie om innovatief en ondernemend te besturen. We moeten blijven investeren in stedelijke ontwikkelingsprojecten zoals in de Spoorzone, Stadsweide en de binnenstad. We houden ook de voorzieningen voor onderwijs, cultuur, sport en zorg zoveel mogelijk overeind. Door de rijksbezuinigingen heeft Enschede aanzienlijk minder geld te besteden. De gemeente is niet in staat om alle effecten daarvan te compenseren. We hebben dat zien aankomen en ons voorbereid op bezuinigingen en op slimmer en doelmatiger functioneren. Zo werken we met meer partners en bewoners samen en zijn toch in staat maatschappelijke opgaven aan te pakken. We doen dat zonder substantiële lastenverzwaring voor Enschedeers. Duurzaamheid krijgt in 2012 een forse impuls doordat corporaties met inzet van bedrijven en werklozen een groot aantal woningen energiezuiniger gaan maken. Een aanpak die de inwoners gaan merken en die moet leiden tot een lagere energierekening. Door meerdere budgetten in de wijken samen te voegen tot één wijkbudget moeten bewoners meer zeggenschap krijgen over de besteding ervan en prioriteiten kunnen stellen. We stimuleren het eigen initiatief en ondernemerschap in de wijken en experimenteren met een vernieuwende arbeidsmarktaanpak in Pathmos en Stevenfenne. Samen met werkgevers helpen we zoveel mogelijk mensen aan werk. Maar de werkloosheid is dusdanig hoog, dat dit niet voor iedereen die dat wil gaat lukken. Juist die mensen steunen we met een activerend arbeidsmarktbeleid waarin participatie voor iedereen uitgangspunt is. We zijn een sociale stad en blijven hulp geven (een vangnet bieden) aan mensen die het zonder ondersteuning niet redden. Samenwerking in Twente zal meer dan ooit nodig zijn om de economische structuur te versterken en voorzieningen zoveel mogelijk op peil te houden. Kennispark, Hart van Zuid en de gebiedsontwikkeling van de Luchthaven Twente moeten we met alle kracht doorzetten. Wij rekenen erop dat het aankomt op uithoudingsvermogen om de komende jaren de gemeente gezond te houden én te werken aan versterking van de centrumfunctie van Enschede. Onder het motto Koers053 willen we het beste uit onze organisatie halen; het zijn de mensen die het doen en die ertoe doen!
Burgemeester en Wethouders van Enschede, De Secretaris,
De Burgemeester,
M.J.M. Meijs
P.E.J. den Oudsten
Pagina 5 van 208
Pagina 6 van 208
Leeswijzer In de Programmabegroting 2012-2015 worden de begroting voor 2012 en de ramingen voor de drie daarop volgende jaren gepresenteerd. De programmabegroting is opgebouwd uit vier delen. Koers053│ Stad van nu In het eerste deel, de beleidsbrief, schetsen wij hoe we na de behandeling van de Kadernota verder zijn gegaan. Bovendien geven we kort aan wat het incidentele en structurele middelenkader is en welke bezuinigingen zijn opgenomen. Ook belangrijke onderwerpen die gemeentebreed spelen komen aan bod, zoals duurzaamheid, stadsdeelgewijs werken en innovatie en de daarbij behorende maatschappelijke investeringsopgaven. Deze inleiding biedt daarmee een goed inzicht in de financiële en beleidsmatige situatie van dit moment. De Beleidsbegroting Het tweede deel betreft de Beleidsbegroting. Dit onderdeel bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. Het programmaplan bestaat uit zeven begrotingsprogramma’s. Hierin is het beleid voor de komende jaren geformuleerd, inclusief de daarvoor benodigde budgetten, waarbij de 3 W-vragen centraal staan: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? Bij de vraag “wat willen we bereiken?” zijn per programma een hoofddoelstelling met bijbehorende doelstellingen opgenomen. Bij de Kadernota 2012 zijn deze doelstellingen met bijbehorende indicatoren vastgesteld. Om deze doelen te kunnen realiseren moeten die activiteiten worden uitgevoerd die er voor zorgen dat het doel ook daadwerkelijk bereikt wordt. Aan die activiteiten hangt een kostenplaatje. Deze relatie tussen doelen, activiteiten en middelen is inzichtelijk gemaakt door middel van een doelenboom per programma. Vorig jaar zijn bij de overgang van 14 naar 7 programma’s de producten een op een verdeeld over de 7 programma’s. Bij het bepalen van de activiteiten die we voor een doelstelling doen, is de productindeling herzien. De nieuwe producten zijn opgenomen in deze programmabegroting. Bij “wat gaan we ervoor doen?” wordt de nadruk gelegd op de politieke speerpunten. Per doelstelling worden de belangrijkste speerpunten weergegeven. Bij deze speerpunten wordt uitgebreid ingegaan op wat er in 2012 wordt gedaan om de doelstelling te behalen. Bij de reguliere werkzaamheden worden uitsluitend de highlights voor het begrotingsjaar aangegeven. Dat kan de start van een project zijn of het maken van een beleidsnota. Er wordt niet ingegaan op beleid dat terug te vinden is in deze beleidsnota’s. Via de begroting op internet zijn deze beleidsnota’s makkelijk te raadplegen door de verwijzingen die er zijn gemaakt. Daarnaast zijn door middel van een tabel per product de baten en lasten inzichtelijk gemaakt, bij het onderdeel “wat mag het kosten”. Tenslotte zijn - conform de verplicht gestelde kaders van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) - de paragrafen opgenomen waarin nader wordt ingegaan op een aantal beheersmatige aspecten. Deze aspecten kunnen grote financiële gevolgen hebben en/of zijn van belang voor het realiseren van de programmadoelstellingen. Het betreft de paragrafen grondbeleid, weerstandsvermogen, treasury, onderhoud kapitaalgoederen, verbonden partijen, bedrijfsvoering en lokale heffingen. Tevens wordt een paragraaf gewijd aan de onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (213a). Hiermee wordt invulling gegeven aan de ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Enschede 2009’. Daarnaast zijn de bestuurlijke projecten overzichtelijk in een paragraaf weergegeven. Financiële begroting Het derde onderdeel betreft de financiële begroting, waarin de financiële vertaling van het beleid is vastgelegd. Dit bestaat uit een overzicht van de baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente. In deze begroting zijn ter vergelijking ook de begrotingscijfers (na wijzigingen) van 2011 en de realisatie 2010 opgenomen.
Pagina 7 van 208
Bijlagen Tenslotte bevat deel vier de bijlagen. In de bijlagen is gedetailleerde informatie opgenomen die veelal een nadere uitwerking is van onderwerpen uit de beleidsbegroting en de financiële begroting. Het betreft onder meer de te verstrekken subsidies 2012, de indicatoren en de risico-inventarisatie. Ook vindt u een volledig overzicht van de maatschappelijke investeringsopgaven en de verbonden partijen.
Pagina 8 van 208
1 Koers053 │ Stad van nu 1.1 Inleiding Het versterken van de sociaal-economische positie van onze stad is ook voor de komende jaren onze belangrijkste opgave. Onze stad beschikt over een sterke uitgangspositie voor een sprong voorwaarts, maar is ook sociaal kwetsbaar, waardoor rijksbezuinigingen hard aankomen. Bewoners, ondernemers en instellingen ervaren de effecten van de economische recessie en rijksbezuinigingen in hun portemonnee. Er is minder geld om mensen aan het werk te helpen, het persoonsgebonden budget wordt afgeschaft, de invoering van het gezinsinkomen betekent voor sommige gezinnen een forse achteruitgang van hun inkomsten en juist een groep kwetsbare burgers als chronisch zieken kan te maken krijgen met meerdere bezuinigingen tegelijkertijd. Als gemeente zijn we niet in staat om al deze effecten te compenseren. In deze programmabegroting presenteren wij daarom een mix van investeringen, van vernieuwing van onze werkwijze, van verdere stappen op weg naar een wendbare en flexibele organisatie en van bezuinigingen op de gemeentelijke uitgaven. We zorgen voor een sociaal vangnet voor wie het echt niet zelf meer redt en voorkomen lastenverzwaring zoveel mogelijk. Investeren Wij vinden het daarbij wenselijk en verantwoord vast te houden aan onze ambities en de grote projecten die daaruit voortvloeien. We zetten in op meer bedrijvigheid en op een groei van het aantal mensen dat werkt. Dit doen we door onze Enschedese aanpak van de arbeidsmarkt, waarbij de werkgevers een belangrijke rol hebben en door talentontwikkeling te stimuleren. Groei kan niet zonder goede bereikbaarheid. Daarom blijven we werken aan een goede ontsluiting van bijvoorbeeld Enschede West en Kennispark. Investeren in onze stad is noodzakelijk om de sociaal-economische positie en innovatiekracht van onze stad te versterken. Voor nu, maar zeker ook voor morgen. sociaal vangnet We vertrouwen op de kracht van onze stad. Het grootste deel van de Enschedeërs is vitaal en kan zonder ondersteuning van de overheid maatscahppelijk functioneren. Maar een deel van de Enschedeërs is (nog) niet in staat zich zelfstandig staande te houden. Voor die burgers die langdurig niet in hun eigen inkomen kunnen voorzien of voor wie zorg niet in het eigen sociale netwerk georganiseerd kan worden, zorgen we voor een vangnet. Zorg op maat én betaalbaarheid is daarbij het uitgangspunt. Bij alles wat we doen hebben we de kwaliteit van onze dienstverlening hoog in het vaandel. Samen in stad en regio We kunnen niet zonder samenwerking met inwoners en partners. Samen willen we tot oplossingen komen hoe we onze ambities kunnen behouden en blijven werken aan een krachtig en vitaal Enschede. Gebouwd op vertrouwen. Inwoners krijgen meer zeggenschap over hun buurt door de wijkbudgetten en de wijkbeheerplannen. Met partners werkt de gemeente samen aan de maatschappelijke investeringsopgaven. Samen zoeken we naar oplossingen voor ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken. Samenwerking met inwoners en partners verbetert de kwaliteit van de samenleving en is daarnaast vaak goedkoper. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met andere gemeenten in Twente en met de provincie Overijssel. We gaan verder met het zoeken naar slimme oplossingen voor taken die voor alle gemeenten gelijk zijn. Sluitende begroting Voor alle plannen en ambities is een sluitend huishoudboekje een belangrijke voorwaarde. Dit lukt in 2012. Het is duidelijk dat er minder geld te besteden is. Ook wij moeten bezuinigen. Hierbij moeten we ons realiseren dat we eerdere rijksbezuinigingen in voorgaande jaren hebben verwerkt. We kijken
Pagina 9 van 208
goed waar we investeren en waar het minder kan. We gaan kostenbewust om met de projecten, groot en klein. Kostenbewust zijn we ook als het gaat om onze eigen organisatie die kleiner en wendbaarder wordt. We doen meer met minder.
1.2 Financieel duurzaam en betrouwbaar Het financieel beeld ziet er voor de komende jaren beheersbaar uit. Mede dankzij de gerichte bezuinigingen van rond 30 miljoen euro uit de voorgaande programmabegrotingen kunnen we een meerjarig sluitende begroting presenteren. Maar gelet op de huidige economische omstandigheden en de opgave voor het grondbedrijf om code groen te bereiken, rekenen we ons niet rijk. Waar mogelijk anticiperen we op risico’s uit de markt, rijksbezuinigingen en decentralisaties. Ontwikkelingen Zoals ook in de Kadernota 2012 is aangegeven, ligt er een grote uitdaging om de Rijksbezuinigingen op te vangen. Het participatiebudget valt in 2012 terug naar 16,5 miljoen euro ten opzichte van 29 miljoen euro in 2011. En ook bij de sociale werkvoorziening, armoedebeleid en de zorg (AWBZ, jeugdzorg, verslavingszorg) moet Enschede de komende jaren forse bezuinigingen vanuit het Rijk verwerken. Enschede heeft niet de middelen om deze Rijksbezuinigingen te compenseren. Het uitgangspunt uit het coalitieakkoord is dat minder Rijksgeld leidt tot minder beleidsinzet. Maar kortingen vanuit het Rijk worden niet ondoordacht doorgegeven aan degenen die erdoor getroffen worden. Waar mogelijk worden de Rijkskortingen aangegrepen om het beleid slimmer in te richten. Dat doen we door de werkgever meer centraal te stellen bij de arbeidsmarktaanpak, door in het armoedebeleid meer uit te gaan van maatwerk dan generieke verstrekkingen en door in de zorg beter aan te sluiten op de eigen verantwoordelijkheid en het netwerk van de burger. Waar taken over komen van andere overheden, anticipeert Enschede in een vroeg stadium op de beleidsmatige en financiële effecten van decentralisaties, bijvoorbeeld als pilotgemeente bij de decentralisatie van de jeugdzorg. Structureel middelenkader en bezuinigingen Bij de Kadernota 2012 hebben we geconstateerd dat er sprake is van een structureel tekort van 0,6 miljoen euro in 2012 oplopend naar een structureel tekort van 4,55 miljoen euro vanaf 2015. Sinds de Kadernota hebben we een aantal positieve mutaties in het middelenkader van 1,45 miljoen euro in 2012 oplopend naar 5,35 miljoen euro in 2015 kunnen verwerken. Dit komt vooral, doordat een aantal taakstellingen uit de meicirculaire alsnog aan de programma’s doorgegeven konden worden en doordat de afbouw van de suppletieuitkering OZB niet doorgaat. De ontwikkeling van de uitkering uit het Gemeentefonds vertoont in de septembercirculaire een negatieve mutatie ten opzichte van de eerdere circulaires. De bijstelling van de groei- en inflatiecijfers van het Rijk biedt daar een verklaring voor. Hoewel het vanuit het provinciaal toezichtskader niet verplicht is de effecten van de septembercirculaire mee te nemen, heeft het de voorkeur van het College om dit bij de programmabegroting al zo veel mogelijk te doen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het structurele middelenkader bij deze programmabegroting. Nadere toelichting op het structurele middelenkader is te vinden in hoofdstuk 2.2. Bedragen in miljoen euro’s Nog te vinden structurele dekking (Kadernota na raadsbehandeling) Mutaties sinds Kadernota
2012
2013
2014
2015
-0,60
-1,05
-0,10
-4,55
1,45
1,45
2,10
5,35
Septembercirculaire 2011 (zie paragraaf 2.4 derde alinea)
-1,20
-1,10
-0,60
-0,95
Subtotaal
-0,35
-0,70
1,40
-0,15
Bezuinigingsvoorstellen (zie paragraaf 2.5)
0,35
0,35
0,35
0,35
Saldo
0
-0,35
1,75
0,20
Dotatie (-) of onttrekking (+) aan algemene reserve
0
0,35
-1,75
-0,20
Begrotingssaldo
0
0
0
0
+ = voordeel, - = nadeel
Bezuinigingen
Pagina 10 van 208
In de Kadernota 2012 is een aantal concrete bezuiningsmaatregelen opgenomen oplopend van 473.000 euro in 2012 tot circa 2,0 miljoen euro in 2015. De bezuinigingen werden gevonden op de terreinen sport, cultuur en spelen. Deze zijn verwerkt in deze programmabegroting. Echter, in aanvulling op deze bezuinigingen uit de Kadernota 2012, moesten er voor een sluitende begroting nog enkele nieuwe bezuinigingen gerealiseerd worden. Het aantal mogelijkheden hiervoor dat snel uitvoerbaar is en niet leidt tot extra lastenverzwaring van de inwoners van Enschede, is beperkt. Dit is logisch, omdat deze bezuinigingsmogelijkheden aan bod zijn gekomen in eerdere bezuinigingsronden. Alleen al bij de programmabegrotingen van 2010 en 2011 zijn bezuinigingen met een omvang van rond de 30 miljoen euro vastgelegd. Om de begroting van 2012 sluitend te krijgen, stellen wij voor toeristenbelasting in te voeren (verwachte opbrengst 210.000 euro) en de financiering van startersondersteuning te beëindigen (verwachte besparing 150.000 euro). Het is niet ondenkbaar dat de komende tijd aanvullende bezuinigingen nodig zijn. In de Kadernota 2012 werden daarom al een aantal zoekrichtingen gedefinieerd die mogelijk tot aanvullende besparingen zouden kunnen leiden: maatschappelijke investeringsopgaven, synergievoordelen bij vormen van sport/jongeren/educatie in de wijken, sluiting of samenvoeging van wijkaccommodaties, samenwerking op het gebied van handhaving openbare ruimte en dekking wijkbudgetten. De invulling van deze zoekgebieden leidt op de korte termijn nog niet tot besparingen. Wij stellen voor om de uitkomst van de zoekrichtingen verder in te vullen bij de volgende kadernota. In paragraaf 2.5 van deze programmabegroting is een uitgebreide toelichting per bezuiniging opgenomen en worden ook de zoekrichtingen nader toegelicht. Incidenteel middelenkader en weerstandsvermogen De raad heeft bij de Kadernota 2012 ingestemd met het incidentele middelenkader. Sinds de behandeling van de Kadernota hebben zich een aantal mutaties voorgedaan die betrekking hebben op het jaar 2012. Het betreft dan vooral de herijking van het weerstandsvermogen. Sinds de Kadernota is het weerstandsvermogen verslechterd. De optelsom van de risico’s en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit is gestegen van 21,5 naar 24,8 miljoen euro. Meer informatie over de ontwikkeling van het weerstandsvermogen vindt u in hoofdstuk 4.3. Het resultaat van deze wijzigingen is dat bij ongewijzigd beleid het weerstandsvermogen onder het vereiste minimum niveau van 1,0 zakt. In ieder geval is een toevoeging van 0,3 miljoen euro aan de algemene reserve nodig om weer boven de 1,0 te komen. Daarnaast is het vanwege de onzekere economische omstandigheden raadzaam om een buffer aan te leggen. Bij deze programmabegroting stellen we een maatregelenpakket voor waarmee een weerstandsvermogen van ratio 1,17 bereikt wordt. Onderdeel van het pakket zijn bijvoorbeeld de inzet van het incidentele overschot bij de Kadernota 2012 en onttrekkingen uit het implementatiebudget en innovatiefonds. In hoofdstuk 2.5 van deze programmabegroting wordt het maatregelenpakket nader toegelicht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het incidentele middelenkader bij deze programmabegroting: Bedragen in miljoen euro’s Nog te vinden incidentele dekking bij Kadernota (na raadsbehandeling)
2012
2013
2014
2015
0,9
-2,1
-1,6
0,5
Weerstandsvermogen ratio 1,17
-4,5
Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg
-0,5
Dekkingsmiddelen
4,1
Saldo
0
-2,1
-1,6
0,5
Dotatie (-) of onttrekking (+) algemene reserve
0
2,1
1,6
-0,5
Saldo
0
0
0
0
+ = voordeel, - = nadeel
Pagina 11 van 208
Risicobeheersing: Grondbedrijf en projecten Het is mogelijk dat de schulden- en valutacrisis leidt tot een nieuwe economische recessie. Voor Enschede zou dat tot nadelige effecten op de markten voor woningen, kantoren en bedrijventerreinen kunnen leiden. Op MPG totaalniveau zijn er per 1 juni 2011 ten opzichte van begin 2011geen grote financiële afwijkingen te constateren. De uitfasering van kosten en opbrengsten in 2011 heeft onder andere tot gevolg dat de reserve van het Grondbedrijf verbeterd is met 1,6 miljoen euro. Wel is het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf verslechterd met per saldo 0,6 miljoen euro. De afstand tot groen in het MPG 2011 was 1,8 miljoen euro. In de halfjaarlijkse herziening is deze nu 2,3 miljoen euro. Er is nog steeds sprake van code oranje. Op basis van de halfjaarlijkse herziening is er nu geen aanleiding om middelen in de programmabegroting te reserveren. Wel wordt een verslechtering voorzien in het MPG 2012 als gevolg van de bijstelling van de uitgifteprognose voor de woningbouwprojecten ’t Brunink en de Eschmarke voor de periode 2012-2014 en bedrijventerreinen voor het jaar 2012 . Dit op basis van de verkoopcijfers van de afgelopen jaren en de uitgifte in de loop van dit jaar. Deze verslechtering verwachten wij binnen het MPG 2012 op te kunnen vangen. Naast het reguliere actualisatietraject van het MPG 2012 zullen ook de effecten van de dit jaar te nemen strategische besluiten over een aantal projecten (o.a. Zuiderval en Eschmarke) en een aantal toekomstige projecten worden verwerkt. De nog vast te stellen beleidsuitgangspunten vormen hiervoor een basis. (o.a. woonbeleid, kantoren). Dan zal duidelijk worden hoe het MPG 2012 er inclusief de strategische keuzes uit komt te zien. Deze effecten worden vervolgens betrokken bij de Kadernota 2013. Vooruitlopend op de uitkomsten van het MPG 2012 worden alvast de mogelijkheden bekeken voor een verdere financiële optimalistatie van de projecten, waaronder verdergaande versobering en aanvullende subsidiemogelijkheden. De risico’s van projecten worden zo veel mogelijk beperkt. Uitgangspunt van het strategisch financieel beleid is dat projecten tegenvallers zelf moeten opvangen. Daarnaast moeten we in de projecten ook scherpere keuzes maken. Nog meer dan voorheen worden de projecten zo doelmatig en kostenbewust mogelijk ingericht. Alleen op die manier kan Enschede de belangrijkste projecten doorzetten en ambities realiseren.
1.3 Innovatieve gemeenschap Complexe maatschappelijke opgaven, terugloop in financiële middelen en rijksbeleid met grote implicaties voor de gemeente. De roep om nieuwe manieren van (samen) werken is groot. Innovatie hebben we daarom hoog in het vaandel staan en vormt de koepel boven onze relatie met stad en partners alsook onze eigen organisatie heen. Zowel qua maatschappelijke kansen als onze werkwijze blijven we inzetten op een open, slimme en creatieve benadering. In de komende periode moet geoogst worden. Door uitvoering van het Actieprogramma Innovatie gaan we innovatieve maatschappelijke investeringsopgaven inzetten voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken rondom zorg, veiligheid en duurzaamheid. Passend bij een overheid die op een andere manier in de samenleving wil staan, is een moderne flexibele organisatie. Het project Slim Werken geeft invulling aan een innovatief werk- en huisvestingsconcept. Onze inzet in de wijken met de wijkcoaches en aanpak van de arbeidsmarktproblematiek zijn andere voorbeelden van een innovatieve inzet als gemeente. We gaan dus door op de ingeslagen weg, vanuit de houding dat innovatie meer dan ooit noodzakelijk is. Een uitwerking van onze specifieke inzet is terug te vinden bij de begroting van de programma’s in de volgende hoofdstukken. Uitgelicht: Maatschappelijke Investeringsopgaven De aanpak rondom de Maatschappelijke Investeringsopgaven is een voorbeeld voor een innovatieve werkwijze in samenspraak met partners. De 7 MIO’s te weten: Frontlijnsturing, Pathmos/Stevenfenne werkloosheidsvrij, Onderhoud Openbare Ruimte, Duurzame Woningen, Woon-zorgdiensten, Integrale vervoersystemen en de Vitale sportvereniging zijn doorberekend. Op dit moment vindt er overleg plaats met de partners hoe de uitwerking van de MIO's verder wordt vormgegeven. Dat betekent dat
Pagina 12 van 208
er afspraken worden gemaakt over rollen en verantwoordelijkheden, over financiering en tijdpad. De volgende fase van de MIO “Duurzame Woningen” is het meest ver uitgewerkt. Daar ligt al een uitgewerkt plan van aanpak voor de volgende fase. Hierin is uitgewerkt hoe de betreffende bewoners geïnformeerd worden. De eerste tender wordt aan het einde van 2011 uitgeschreven, zodat in maart 2012 de biedingen worden gegund en vervolgens een aanvang gemaakt kan worden met de verduurzaming. Zoals aangegeven bij de Kadernota 2012 verwachten wij de structurele financiële gevolgen van de aanpak van de maatschappelijke investeringsopgaven te kunnen verwerken in de begroting van 2013.
1.4 Stadsdeelgewijs werken en bugerparticipatie Stadsdeelgewijs werken Binnen de stadsdelen en het stadsdeelgewijs werken staan de thema’s leefbaarheid, veiligheid, participatie en activering centraal. Om bijbehorende doelen te realiseren wordt er samenwerking gezocht binnen de verschillende programma’s, met burgers en met verschillende partners in de stad. Een aantal belangrijke uitgangspunten die gehanteerd worden bij het bereiken van deze doelen zijn; het denken en handelen vanuit de bewoner, het leveren van kwalitatief hoogstaand maatwerk en het geven van meer zeggenschap aan bewoners over onderwerpen die vooral in de directe leefomgeving plaatsvinden. Stadsdeelcommissies en burgerparticipatie Binnen de verschillende stadsdeelcommissies wordt door middel van een hernieuwde manier van agenderen en vergaderen de betrokkenheid van bewoners vergroot. Bewoners krijgen in stadsdeel Oost de gelegeheid om in het eerste half uur van de vergadering agendapunten in te brengen. In de stadsdelen Centrum, West en Noord maakt men deelname aan een discussie laagdrempelig door verschillende debatvormen en stadsdeel Zuid gebruikt moderne media als Buurtlink, Facebook, Twitter en Hyves om de bewoners te informeren. Tezamen met de commissies en de griffie wordt er onderzocht welke middelen zich lenen om algemeen ingezet te kunnen worden. Wijkbudgetten In april 2011 is het voorstel “wijkbudgetten” door uw Raad vastgesteld. Doel is dat de bewoners meer invloed, zeggenschap en verantwoordelijkheid krijgen over hun eigen leefomgeving. In de vitale samenleving zijn burgers maatschappelijk actief en betrokken en dat laat zich vertalen in meer invloed. Daardoor sluiten de maatregelen en activiteiten in de buurten, wijken en dorpen beter aan bij de wensen en behoeften van de bewoners. Tevens is de veronderstelling dat de mensen zelf slimmere en wellicht goedkopere oplossingen kunnen vinden, waardoor de overheidsinvesteringen meer maatschappelijk rendement op gaan leveren. De projecten “Buurt in Actie” en vergelijkbare projecten hebben dat de afgelopen jaren laten zien. Deze verandering in de richting van meer zeggenschap voor de bewoners rechtvaardigt een lagere inzet op bijvoorbeeld het wijkwelzijn. De impuls van wijkbudgetten wordt tevens benut voor de versterking van wijk- en dorpsraden, met als doel de representativiteit te vergroten. Halverwege 2012 wordt geëvalueerd en indien de ervaringen positief zijn kan het budget worden uitgebreid met andere middelen uit de programma’s en van partners. Motie structureel maken dekking wijkbudgetten De motie “Wijkbudgetten Veiligstellen” is als volgt uitgevoerd: Voor het jaar 2012 is met de ophoging van 500.000 euro uit de kadernota de beoogde 1,4 miljoen euro veilig gesteld. Voor het ophogen van het wijkbudget heeft overleg plaatsgevonden met de programma’s. Dat heeft ertoe geleid dat voor 2013 en 2014 een bedrag van respectievelijk 0,2 en 0,3 miljoen euro aan de wijkbudgetten zal worden toegevoegd. De ophoging van de wijkbudgetten komt uit de GRAP-gelden, budget Wegen en vanuit het budget Wijkwelzijn/ Jongerenwerk (verhouding 50/50). De omvang van het wijkbudget voor 2013 komt daarmee op 1,2 miljoen en vanaf 2014 op 0,9 miljoen euro. Dat is minder dan de beoogde 1,4 miljoen euro.
Pagina 13 van 208
Bij de Kadernota 2013 komen we tot voorstellen ter grootte van het resterende bedrag (0,2 miljoen in 2013 en 0,5 miljoen vanaf 2014). In het bijzonder wordt daarbij gekeken naar programma’s met doelstellingen die overeenkomen met de doelen van de wijkbudgetten. Daarnaast zal worden nagegaan of naast het vrijmaken van budgetten trekkingsrechten aanvullend kunnen zijn, waarbij de wijkbudgetten gedeeltelijk gegenereerd worden door geoormerkt geld. Voorbeelden van trekkingsrechten voor bewoners bij bepaalde budgetten zijn het inzetten van bredeschool regisseurs, consulenten sportactivering en natuureducatie.
1.5 Duurzaamheid Duurzaamheid staat hoog op onze agenda. We zijn uit de startblokken wat betreft de uitvoering van het duurzaamheidbeleid. Maar we realiseren ons ook dat we alle zeilen moeten bijzetten om de door de raad gestelde doelen in 2015 en 2020 uit de nota “Nieuwe Energie voor Enschede” (NEVE, 2009) daadwerkelijk te halen: 1. in 2020 hebben we in de stad 30% CO2 bespaard ten opzichte van 1990 2. in 2020 wekken we 20% van de energiebehoefte op door middel van duurzame energie 3. in 2015 is de gemeentelijke organisatie klimaatneutraal 4. in 2020 zijn alle scholen klimaatneutraal Uw raad heeft uitgesproken aan het begrip duurzaamheid een bredere invulling te willen geven. In de in voorbereiding zijnde stadsbrede structuurvisie is een duurzame ontwikkeling omschreven als een ontwikkeling, waarbij in de behoeften van de huidige generatie wordt voorzien, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Daarbij worden de volgende facetten onderscheiden: Energie- en klimaatbeleid; Behoud van biodiversiteit; Kwaliteit van bodem, water en lucht; Zuinig gebruik van grondstoffen. Conform de lijn uit de Kadernota is de uitwerking van de duurzaamheidsthema’s in deze programmabegroting vooral gericht op het onderdeel energie- en klimaat. Op onderdelen is dit binnen de programma’s reeds verder uitgewerkt. In een separate notitie aan uw Raad zullen we eind 2011 inzichtelijk maken welke activiteiten en inspanningen noodzakelijk zijn om richting 2020 de gemeentelijke duurzaamheidsopgaven te realiseren. Dit resulteert in een uitvoeringsprogramma met concrete maatregelen en projecten over de periode 2012-2020. Innovatief en samen met partners in de stad Wij kunnen onze doelen alleen bereiken indien intensief wordt samen gewerkt met partners in de stad. Immers, van het totale energiegebruik in de stad neemt de gemeentelijke organisatie minder dan 5% voor zijn rekening. Het is van belang dat we de duurzaamheidsopgaven delen met onze partners in de gemeente en dat we er afspraken over maken. College van B&W neemt samen met de Raad en de ambtelijke organisatie waar mogelijk initiatieven om deze samenwerking te initiëren en te versterken. Concrete voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld de MIO verduurzaming van de woningvoorraad, de verkenning van de mogelijkheden voor duurzame energie en warmtedistributie, energiezuinige openbare verlichting, onderzoek naar duurzaamheid bij grond-, weg- en waterbouwbouw in netwerkstadverband, en de inzet van het gemeentelijk innovatiefonds om samen met marktpartijen duurzaamheidsinitiatieven van de grond te krijgen. Omdat duurzaamheid iedereen in de stad raakt, is blijvend aandacht nodig voor de gevolgen, kansen en mogelijkheden van specifieke activiteiten. Juist door zichtbaar en concreet te maken hoe duurzaamheid het dagelijks leven beïnvloedt, kun je zorgen voor bewustwording en betrokkenheid. Maatregelen in de vorm van kortingen, subsidies of tegenprestaties kunnen daarbij als stimulans dienen. Aanvullend besteden we nadrukkelijk aandacht aan goede initiatieven, vanuit welke hoek dan ook. Dit vanuit de overtuiging dat zichtbaarheid voor draagvlak zorgt. In de kadernota is geschetst wat de realisatie op de verschillende thema’s is en welke projecten in gang gezet zijn. In deze programmabegroting komen per programma de belangrijkste speerpunten op duurzaamheid aan de orde. Elk programma maakt werk van de duurzaamheidsopgaven. Binnen de
Pagina 14 van 208
afzonderlijke hoofdstukken geeft ieder programma zijn opgaven tot 2020, de huidige stand van zaken en plannen voor 2012 weer. Grafiek: Duurzaamheidsopgave per programma
Stedelijke Ontw ikkeling 173.693 ton 56%
Leefomgeving 41.846 ton 13% Bestuur en Middelen 11.330 4% Economie en Werk 74.532 ton 24%
Dienstverlening 0% WZW 759 ton <1 %
Opgroeien en Ontw ikkelen 8.039 ton 3%
Pagina 15 van 208
2 Financieel middelenkader 2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het financieel middelenkader voor de komende jaren geschetst. Het financieel beeld ziet er voor de komende jaren beheersbaar uit. Mede dankzij de gerichte bezuinigingen van rond 30 miljoen euro uit de voorgaande Programmabegrotingen en de Kadernota, kan Enschede een meerjarig sluitende begroting presenteren. Maar gelet op de huidige economische omstandigheden en de opgave voor het grondbedrijf om code groen te bereiken, rekent Enschede zich niet rijk. Waar mogelijk anticipeert Enschede op risico’s uit de markt en bezuinigingen en decentralisaties vanuit het Rijk. Zoals ook in de Kadernota 2012 is aangegeven, ligt er een grote uitdaging om de Rijksbezuinigingen op te vangen. Het participatiebudget bijvoorbeeld, valt in 2012 terug naar 16,5 miljoen euro ten opzichte van 29 miljoen euro in 2011. En ook bij de sociale werkvoorziening, armoedebeleid en de zorg (AWBZ, jeugdzorg, verslavingszorg) moet Enschede de komende jaren forse bezuinigingen vanuit het Rijk verwerken. Enschede heeft niet de middelen om deze Rijksbezuinigingen te compenseren. Het uitgangspunt uit het coalitieakkoord is dat minder Rijksgeld, leidt tot minder beleidsinzet. Maar kortingen vanuit het Rijk worden niet ondoordacht doorgegeven aan degenen die erdoor getroffen worden. Waar mogelijk worden de Rijkskortingen aangegrepen om het beleid slimmer in te richten. Dat doen we door de werkgever meer centraal te stellen bij de arbeidsmarktaanpak, door in het armoedebeleid meer uit te gaan van maatwerk dan generieke verstrekkingen en door in de zorg beter aan te sluiten op de eigen verantwoordelijkheid en het netwerk van de klant. Waar taken overkomen van andere overheden, anticipeert Enschede in een vroeg stadium op de beleidsmatige en financiële effecten van decentralisaties, bijvoorbeeld als pilotgemeente bij de decentralisatie van de jeugdzorg. Net als andere gemeenten moet Enschede rekening houden met de huidige onzekerheden op de financiële markten. Zoals genoemd in de Miljoenennota kan het Rijk de komende jaren geconfronteerd worden met forse tegenvallers, indien de schulden- en valutacrisis doorzet. De Miljoenennota 2012 laat als gevolg van de economische omstandigheden al een verlaging van de uitkering uit het Gemeentefonds (accrès) zien. Indien deze problematiek verergerd, bijvoorbeeld als de schulden van Griekenland worden afgewaardeerd of andere eurolanden de zelfde betalingsproblemen krijgen als Griekenland, kan de stabiliteit van de euro verder onder druk komen te staan. De gevolgen die dat heeft voor de Rijksbegroting slaan in dat geval ook neer bij gemeenten, bijvoorbeeld doordat het accrès verder naar beneden gaat. Het Centraal Planbureau heeft in de Macro-economische Verkenningen de groeicijfers al bijgesteld en gaat ook uit van een toename van de werkloosheid, hogere woonlasten en daling van de koopkracht. Dit kan voor Enschede een impact hebben op het aantal mensen met een bijstandsuitkering en de mogelijkheden om mensen direct naar werk toe te leiden. Enschede probeert hierop zoveel mogelijk te anticiperen. Waar het bijvoorbeeld gaat om de effecten op het Gemeentefonds wordt de negatieve reeks uit de septembercirculaire wél meegenomen in de programmabegroting, ook al is dat vanuit het financieel toetsingskader niet verplicht (zie paragraaf 2.4). Het is mogelijk dat de schulden- en valutacrisis leidt tot een economische recessie. Voor Enschede zou dat tot nadelige effecten op de markten voor woningen, kantoren en bedrijventerreinen kunnen leiden. De halfjaarlijkse herziening van het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) geeft weliswaar geen directe aanleiding om bij de programmabegroting middelen hiervoor te reserveren, maar voor het MPG 2012 wordt een verslechtering voorzien als gevolg van een bijstelling van de uitgifteprognoses van woningbouwprojecten. Deze verslechtering verwacht het grondbedrijf nog binnen het MPG 2012 op te kunnen vangen. Uit de halfjaarlijkse herziening van het MPG blijkt tevens dat het Grondbedrijf, ondanks de voortvarende toepassing van de korte termijn maatregelen, nog steeds in code oranje verkeert. Nadelige marktontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor het Grondbedrijf, maar kunnen ook tot extra risico’s bij de projecten leiden. Binnen het financieel kader is afgesproken dat Enschede een bedrag reserveert om risico’s op te vangen. Dit wordt het weerstandsvermogen genoemd. Volgens het
Pagina 16 van 208
financieel kader dat in de Raad is afgesproken blijft het weerstandsvermogen binnen een bandbreedte van ratio 1,0 tot 1,4. Minimaal geldt dus een ratio van 1,0 waarbij het totaal gereserveerde bedrag in ieder geval niet lager mag zijn dan de omvang van alle risico’s. Gezien de onzekere marktomstandigheden en het feit dat het grondbedrijf nog niet in code groen verkeert, is het aan te raden om een hoger weerstandsvermogen aan te houden. Juist nu Enschede (nog) een beheersbare financiële opgave heeft, is het raadzaam om bedragen opzij te zetten voor mogelijke tegenvallers. Bij de Kadernota heeft de Raad daarvoor 3 miljoen euro gereserveerd. Na de halfjaarlijkse herijking van de risico’s is gebleken dat aanvullende maatregelen nodig zijn. In deze programmabegroting wordt een maatregelenpakket gepresenteerd, waarmee het weerstandsvermogen op een ratio 1,17 uitkomt. De risico’s van projecten worden zo veel mogelijk beperkt. Uitgangspunt van het strategisch financieel beleid is dat projecten tegenvallers zelf moeten opvangen. Daarnaast moeten we in de projecten ook scherpere keuzes maken. Nog meer dan voorheen worden de projecten zo doelmatig en kostenbewust mogelijk ingericht. Alleen op die manier kan Enschede de belangrijkste projecten doorzetten en ambities realiseren. We willen blijven investeren om Enschede op de kaart te zetten als innovatieve, aantrekkelijke stad. De projecten die hiervoor in gang zijn gezet, zetten we door, omdat Enschede deze impuls nodig heeft om ook in de toekomst voldoende werkgelegenheid te hebben en als stad aantrekkelijk genoeg te zijn om in te wonen. De bijdrage van onze partners daarin is onmisbaar. In onze samenwerking met onze partners is het niet langer vanzelfsprekend dat de gemeente aan het stuur zit. Juist door een vernieuwende werkwijze met partners kunnen we de gezamenlijk beschikbare capaciteit optimaal inzetten voor de stad en daarmee meer ambities waarmaken. Het College zal nog scherper gaan sturen op prioriteiten. Vanuit de Raadswerkgroep is een slag gemaakt om de bestuurlijke prioriteiten te vertalen in doelen en indicatoren op alle programma’s van de begroting. Hiermee worden College en Raad nog beter gefaciliteerd om scherpe keuzes te maken. In de bedrijfsvoering zijn er de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet om de organisatie ‘leaner and meaner’ te maken. De komende jaren gaan we daar mee door, door bij de verdere invulling van de bezuinigingsopgave op de bedrijfsvoering van ruim 7 miljoen euro. In dit hoofdstuk wordt onderscheid aangebracht in het structurele (paragraaf 2.2) en incidentele (paragraaf 2.3) middelenkader. Dit is van belang voor een sluitende meerjarenbegroting. Structurele uitgaven dienen gefinancierd te worden met structurele middelen en incidentele uitgaven met incidentele (of structurele) middelen. Voorts schenken we in hoofdlijnen aandacht aan de gevolgen van de Miljoenennota en de septembercirculaire van het Gemeentefonds (paragraaf 2.4). In paragraaf 2.5 vindt u een overzicht van de voorgestelde bezuinigingen. Toezicht provincie Na vaststelling door de Raad, wordt de programmabegroting door de toezichthouder (provincie) beoordeeld. Om voor het regulier toezichtregime (repressief toezicht) in aanmerking te komen, stelt de wetgever dat de begroting (naar het oordeel van Gedeputeerde Staten) materieel in evenwicht moet zijn, dan wel dat bedoeld evenwicht wordt hersteld uiterlijk in het laatste jaar van de bijbehorende meerjarenraming. Van materieel evenwicht is sprake indien, op basis van het bestaande beleid en het aanvaarde nieuwe beleid, de structurele lasten tenminste worden gedekt door structurele baten en de incidentele baten worden gedekt door incidentele lasten. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. De provincie zal in haar beoordeling over de begroting 2012 de gevolgen van de Miljoenennota en de septembercirculaire niet meenemen. Dit betekent, dat voor een materieel sluitende begroting 20122015 de verwachte effecten van (en de gevolgen van) de Miljoenennota buiten beschouwing kunnen blijven. Wel is het zaak dat gemeenten in de Programmabegroting 2012 zoveel mogelijk op de verwachte situatie anticiperen. Met de wijze waarop wij anticiperen op de gevolgen van de Miljoenennota 2012 voldoen we naar onze mening aan de richtlijnen van de toezichthouder (zie paragraaf 2.4).
Pagina 17 van 208
2.2
Actualisering van het structurele middelenkader
De actualisering van het structurele middelenkader is gebaseerd op de besluitvorming over de kadernota 2012 en de mutaties na de behandeling van de Kadernota 2012. 2.2.1 Structureel middelenkader bij kadernota 2012-2015 De Raad heeft kennis genomen van de Kadernota als geheel en met de volgende onderdelen expliciet ingestemd: • de omvang van de onvermijdelijke structurele Enschedese knelpunten en tegenvallers; • de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2010; • een technische structurele verhoging van de ozb-opbrengst; • een bezuinigingstaakstelling die stijgt van 0,6 miljoen euro in 2012 naar 4,55 miljoen euro in 2015. De Raad heeft bij de behandeling van de Kadernota een aantal amendementen op de Kadernota aangenomen, die in het structureel en incidenteel middelenkader zijn verwerkt: • Een amendement om de geplande bezuiniging op het startersbeleid, ad. 150.000 euro structureel, pas uit te voeren wanneer een visie op startersondersteuning met Raadsleden is gedeeld. • Het incidenteel beschikbare bedrag voor continuering van economisch beleid in 2012 is verlaagd van 850.000 euro naar 450.000 euro. • Mobiliteitsprojecten: Hiervoor is 350.000 euro vrijgemaakt. • Enschede Promotie: Het uitvoeringsbudget wordt op het huidig niveau van 1 miljoen euro gehouden tot en met 2014. Vanaf 2015 is (conform de Kadernota) structureel 500.000 euro beschikbaar voor de activiteiten uit het uitvoeringsbudget. De Raad heeft bij amendement aangegeven dat de Raad eerst de visie op het armoedebeleid wenst te bespreken, voordat er een keuze wordt gemaakt hoe de bezuiniging in het armoedebeleid, als gevolg van de beëindiging van de tijdelijke Rijksmiddelen, wordt ingevuld. Het College heeft hiertoe de blauwe nota “Vertrouwen op solidariteit” opgesteld die op 12 september in de Stedelijke Commissie is besproken. Op 3 oktober heeft de Stedelijke Commissie de beleidsvisie ‘armoedebeleid’ besproken. 2.2.2 Totaal structureel middelenkader 2012-2015 Het totale structureel beeld kan als volgt worden weergegeven. Bedragen in miljoen euro’s Nog te vinden structurele dekking (Kadernota na raadsbehandeling) Mutaties sinds Kadernota
2012
2013
2014
2015
-0,60
-1,05
-0,10
-4,55
1,45
1,45
2,10
5,35
Septembercirculaire 2011 (zie paragraaf 2.4 derde alinea)
-1,20
-1,10
-0,60
-0,95
Subtotaal
-0,35
-0,70
1,40
-0,15
Bezuinigingsvoorstellen (zie paragraaf 2.5)
0,35
0,35
0,35
0,35
Saldo
0
-0,35
1,75
0,20
Dotatie (-) of onttrekking (+) aan algemene reserve
0
0,35
-1,75
-0,20
Begrotingssaldo
0
0
0
0
(+ = voordeel, - = nadeel)
Na de kadernota hebben zich de volgende structurele mutaties voorgedaan: Bedragen in miljoen Euro’s
2012
2013
2014
2015
Effecten nadere analyse meicirculaire Taakmutaties lokaal inkomensbeleid en schulddienstverlening Taakmutatie vermindering aantal politieke ambtsdragers
0,30
-0,25
-0,10
0,20
0,85
0,85
0,85
0,85
0,50
1,00
1,50
1,05
Suppletieuitkering OZB Treasury actualisatie
0,30
Pagina 18 van 208
Bedragen in miljoen Euro’s
2012
Invulling restant taakstelling dienstverlening
2013
2014
0,35
0,35
Vrijval structurele middelen vanaf 2015 Totaal
2015 0,35 1,40
1,45
1,45
2,10
5,35
(+ = voordeel, - = nadeel)
Effecten meicirculaire, conform Raadsbrief 1 juli 2011 Nadat de Kadernota was uitgekomen is er nog een nadere analyse uitgevoerd op de effecten van de meicirculaire 2011. Dit heeft tot enkele wijzigingen in het middelenkader geleid. De Raad heeft de uitkomst van de nadere analyse op 1 juli 2011 ontvangen. Taakmutaties lokaal inkomensbeleid en schulddienstverlening De korting op het Gemeentefonds bij de meicirculaire voor lokaal inkomensbeleid (758.000 euro) en schuldhulpverlening (111.000 euro) is een onderdeel van het bezuinigingspakket van 1,5 miljoen uit de blauwe nota over armoedebeleid. Bij de Kadernota is deze korting (opgeteld 869.000 euro) nog niet doorgegeven aan het programma, omdat het een onderdeel van discussie over de blauwe nota vormde. Nu het Rijk bij de Miljoenennota 100 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor bijzondere bijstand, gaat het College ervan uit dat deze taakmutaties binnen het programma opgevangen kunnen worden. Taakmutatie vermindering aantal politieke ambtsdragers Vooruitlopend op de aanname van het wetsvoorstel vermindering aantal politieke ambtsdragers, heeft het Rijk bij de meicirculaire een korting op het Gemeentefonds vanaf 2015 doorgevoerd. Uitgaande van het aantal inwoners van Enschede zou dit een korting van ca. 1,05 miljoen euro betekenen. Conform het strategisch financieel beleid wordt deze vermindering van Rijksmiddelen doorgezet naar minder uitgaven aan politieke ambtsdragers en de daaraan verbonden ondersteuning. Onderzocht wordt nog hoe deze bezuiniging kan worden doorgevoerd. Overigens is het wetsvoorstel vermindering aantal politieke ambtdragers nog niet aangenomen. Suppletieuitkering OZB In de meicirculaire heeft het Rijk een afbouw van de suppletieuitkering OZB aangekondigd. Deze suppletieuitkering ontvangt de gemeente ter compensatie van de afschaf van de OZB-heffing voor gebruikers. Bij de afschaffing van de OZB voor gebruikers in 2006 hebben gemeenten met een nadeel een suppletie-uitkering ontvangen. De afspraak is dat de uitkering wordt afgebouwd zodra de macroeconomische ontwikkeling dit toelaat (dus voldoende accrès om de gevolgen af te dekken). In de meicirculaire 2011 werd echter onverwacht aangekondigd dat hier niet op zou worden gewacht. Enschede ontvangt nu nog een structurele uitkering van ruim 2,6 miljoen die afgebouwd gaat worden. In de septembercirculaire 2011 heeft het Rijk echter afgezien van de afbouw van suppletieuitkering. De geraamde afbouw die bij de berekening van de meicirculaire was meegenomen (zie Raadsbrief nadere calculatie meicirculaire, d.d. 1 juli 2011), kan daardoor vrijvallen. Treasury actualisatie Door de aanhoudende lage rentestand kunnen de geprognostiseerde rentepercentages voor 2012 naar beneden worden bijgesteld. Dit levert een voordeel op in het treasurykader van ca. 312.500 euro. In de treasury paragraaf (4.4) van deze begroting staat een nadere toelichting hierover. Invulling restant taakstelling dienstverlening De taakstelling op dienstverlening van 1 miljoen kan vanaf 2013 volledig gerealiseerd worden. Het restant van de taakstelling (350.000 euro) was in de vorige programmabegroting nog niet administratief verwerkt. Door het restant bij deze begroting wel te verwerken, ontstaat een structureel voordeel van 350.000 euro vanaf 2013. Vrijval structurele middelen vanaf 2015 De incidentele dotaties aan het innovatiefonds (4 x 3 miljoen euro in de periode 2011-2014) zijn bij het coalitieakkoord met structurele middelen gedekt. De structurele dekking van 3 miljoen bestaat enerzijds uit een bedrag van 1,4 miljoen euro aan financiële ruimte die bij het coalitieakkoord is gecreëerd en anderzijds uit de buffer "Waarmaken en afmaken" van 1,6 miljoen euro. Vanaf 2015 ontstaat er dus ruimte in het structureel middelenkader. Het voorstel van het College is om het bedrag van 1,4 miljoen euro bij deze Programmabegroting te benutten als dekking in het structureel
Pagina 19 van 208
middelenkader en om het resterende bedrag (de buffer van 1,6 miljoen euro) aan te houden en daarmee ruimte te bieden voor de ambities van het volgende College. Actualisatie loon- prijsontwikkelingen Sinds de Kadernota is er in de lopende onderhandelingen over de CAO gemeenteambtenaren niets gewijzigd. In de begroting houdt Enschede daarom nog steeds vast aan het eindbod dat het College van arbeidszaken heeft gedaan, namelijk maximaal 2% looncompensatie. Volgens de Macro Economische Verkenningen (MEV) bedraagt de prijsstijging 2% in 2012. Dit is een kwart procent lager dan waarmee bij de Kadernota 2012 rekening is gehouden. Zoals in de Kadernota gemeld, wordt de prijsstijging in 2012 niet doorgegeven aan de programma’s.
2.3
Incidenteel middelenkader
In deze paragraaf wordt de actuele stand van het incidentele middelenkader behandeld. Incidentele middelen hebben vooral betrekking op incidentele inkomsten en uitgaven van uiteenlopende aard, zoals bijvoorbeeld het jaarrekeningresultaat en mogelijk incidentele opbrengsten en tegenvallers. 2.3.1 Incidenteel middelenkader bij kadernota 2012-2015 De raad heeft kennisgenomen van de Kadernota als geheel en met een aantal onderdelen daarvan, zoals het middelenkader, expliciet ingestemd. De onderstaande tabel is een samenvatting van de door de Raad geaccordeerde onderdelen van de Kadernota 2012. Bedragen in miljoen euro’s Nog te vinden incidentele dekking bij Kadernota (na raadsbehandeling)
2012
2013
2014
2015
0,9
-2,1
-1,6
0,5*
(+ = voordeel, - = nadeel) * Bij de Kadernota stond een incidenteel nadelig effect Gemeentefonds van 1,6 in 2015 vermeld, dat na een technische correctie elders verwerkt is in het middelenkader bij de externe effecten (zie Raadsbrief nadere analyse meicirculaire, 1 juli 2011). Na verwerking ontstaat een positief saldo van 0,5 miljoen euro in het incidenteel middelenkader.
2.3.2 Mutaties na de kadernota 2012-2015 Vanaf de Kadernota zijn er alleen mutaties in het incidenteel middelenkader voor het jaar 2012. Het betreft vooral de herijking van het weerstandsvermogen: Omschrijving
Bedrag (x 1 miljoen euro)
Benodigd/tekorten: Weerstandsvermogen naar ratio 1,0 Weerstandsvermogen van ratio 1,0 naar 1,17 Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg Totale tekort Dekking: Overschot 2012 bij Kadernota Vermindering knelpunt toezicht gastouderopvang Implementatiebudget Innovatiefonds Totale dekking Saldo
-0,3 -4,2 -0,5 -5,0 0,9 0,1 2,0 2,0 5,0 0
(+ = voordeel, - = nadeel)
Toelichting Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is bedoeld om risico’s op te kunnen vangen. Daarbij gaat het om externe risico’s die niet of slecht beïnvloedbaar zijn. Rijksbezuinigingen die op ons afkomen waarbij we nog een beleidskeuze hebben, worden bijvoorbeeld niet als risico aangemerkt. Sinds de Kadernota is het weerstandsvermogen verslechterd. De omvang van de risico’s en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit is gestegen naar 24,8 miljoen euro. De beschikbare
Pagina 20 van 208
weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Jaarrekening 2010 gestegen naar 24,5 miljoen euro. Hierin is de dotatie vanuit de kadernota ad 3 miljoen euro meegenomen. Meer informatie over de ontwikkeling van het weerstandsvermogen vindt u in paragraaf 4.3. Het resultaat van deze wijzigingen is dat bij ongewijzigd beleid het weerstandsvermogen onder het vereiste minimum niveau van 1,0 zakt. In ieder geval is een toevoeging van 0,3 miljoen euro aan de algemene reserve nodig om weer boven de 1,0 te komen. Daarnaast is het vanwege de onzekere economische omstandigheden raadzaam om een buffer aan te leggen. Met het onderstaand maatregelenpakket kan een weerstandsvermogen van ratio 1,17 bereikt worden, waarmee we binnen de, door de Raad vastgestelde, wenselijke bandbreedte komen. Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg Vanaf 2012 krijgt Enschede te maken met een korting van 450.000 euro op het budget voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg. Bij de Kadernota is aangekondigd dat de effecten van deze Rijkskorting onderzocht zouden worden. Duidelijk is geworden dat de korting vooral effect heeft op het aanbod aan dagbesteding, begeleiding en bemoeizorg. Naast de Rijkskorting vervalt met ingang van 2012 voor zover nu bekend tevens de provinciale bijdrage van 900.000 euro in het kader van IMG (Investeren met Gemeenten) voor zwerfjongeren. Samen met Almelo en Hengelo wordt een krachtige lobby ingezet richting de provincie om de IMG middelen te behouden, tenminste tot de transitie jeugdzorg een feit is. Daarnaast hebben we de regiogemeenten laten weten, dat zij zelf moeten bijdragen in de kosten van de begeleiding en ondersteuning van hun inwoners waarvoor ook zij van het rijk compensatiemiddelen hebben ontvangen en het rijk alle gemeenten aanspreekt. Gezien echter de stapeling van knelpunten, stelt het College voor om incidenteel voor 2012 een bedrag van 500.000 euro aan het budget voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg toe te kennen om daarmee de geleidelijke verwerking van deze kortingen mogelijk te maken. Tegelijkertijd worden er in 2012 al scherpe keuzes gemaakt welke trajecten voor financiering in aanmerking komen. Vanaf 2013 moeten de kortingen volledig opgevangen zijn binnen de beschikbare budgetten. Inzet overschot 2012 Kadernota Na de Raadsbehandeling van de Kadernota resteerde er voor 2012 nog een overschot van ca. 0,9 miljoen euro in het incidenteel middelenkader. Gezien de verslechtering van het weerstandsvermogen, stelt het College voor om dit overschot aan de reserve weerstandsvermogen toe te voegen, waardoor de weerstandscapaciteit met 0,9 miloen euro verhoogd wordt. Vermindering knelpunt toezicht gastouderopvang Bij de Kadernota is incidenteel 220.000 euro voor 2012 toegekend ter oplossing van het knelpunt als gevolg van het verscherpt toezicht op de gastouderopvang. Het Rijk keert vanaf 2012 structureel 95.000 euro extra uit voor deze taak. Dat betekent dat de omvang van dit knelpunt met 95.000 euro verminderd kan worden. Implementatiebudget Het implementatiebudget is een budget opgenomen in de reserve incidenteel middelenkader. Het doel van dit budget is om tegenvallers bij bezuinigingen op te vangen. Met een uitname uit het implementatiebudget van 2 miljoen daalt het beschikbare bedrag van 4,8 naar 2,8 miljoen euro. Een dergelijke uitname is verantwoord, aangezien de bezuinigingen uit de voorgaande programmabegrotingen al gerealiseerd zijn of goed op koers liggen. Gezien de opgaven waar Enschede komende jaren voor staat, is het voorstel om wél het restant van 2,8 miljoen te behouden om eventuele, onverwachte tegenvallers in de realisatie van bezuinigingen op te vangen. Innovatiefonds Innovatie is een van de speerpunten van dit College. Innovatie is zichtbaar in onze werkwijze (SLIM werken, samenwerking met partners, ruimte voor burgerparticipatie) en in het innovatiebudget van 12 miljoen euro (4 x 3 miljoen in 2011-2014), dat in 2010 is ingesteld. Met het innovatiebudget beogen we de kenniseconomie en toekomstige (hoogwaardige) werkgelegenheid van Enschede een impuls te geven. De focus ligt op het stimuleren van de toepassing van kansrijke technologie op het gebied van duurzaamheid, zorg en veiligheid. In 2011 is het innovatiebudget concreter ingevuld met het innovatiefonds. Het belang hiervan wordt breed gedeeld. De kaders van het innovatiefonds zijn unaniem door uw Raad aangenomen.
Pagina 21 van 208
Vervolgens zijn een aantal nationale en regionale zwaargewichten op het gebied van innovatie bereid gevonden om in de beoogde investeringscommissie van het innovatiefonds zitting te nemen. De business developers van het innovatiefonds zijn inmiddels benaderd door tientallen potentiële partners uit verschillende werkgebieden. Met hulp van de business developers ontwikkelen deze partners hun kansrijke ideeën verder tot concrete investeringsvoorstellen. De verwachting is dat de investeringscommissie op korte termijn officieel kan worden geinstalleerd en dat het fonds nog in 2011 formeel in werking is. Zoals doorgaans bij het instellen van innovatiefondsen gebruikelijk is, is er voor dit innovatiefonds een aanloopperiode, waarbij het beroep op het fonds bij de start minder groot zal zijn dan bij de rest van de looptijd. Onze inschatting is dat het daarom verantwoord is om bij deze programmabegroting een bedrag van 2 miljoen euro uit het innovatiefonds te onttrekken ten behoeve van de reserve weerstandsvermogen. Dit betekent dat de weerstandscapaciteit met 2 miljoen euro wordt verhoogd. Voor de eerste twee jaar van het fonds (2011-2012) blijft er een bedrag van 4 miljoen euro beschikbaar om innovaties op het gebied van duurzaamheid, zorg en veiligheid te stimuleren. 2.3.3 Totaal incidenteel middelenkader Het totale incidenteel beeld kan als volgt worden weergegeven: Bedragen in miljoen euro’s Nog te vinden incidentele dekking bij Kadernota (na raadsbehandeling)
2012
2013
2014
2015
0,9
-2,1
-1,6
0,5
Weerstandsvermogen ratio 1,17
-4,5
Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg
-0,5
Dekkingsmiddelen
4,1
Saldo
0
-2,1
-1,6
0,5
Dotatie (-) of onttrekking (+) algemene reserve
0
2,1
1,6
-0,5
Saldo
0
0
0
0
(+ = voordeel, - = nadeel)
2.4
Gevolgen van de Miljoenennota en septembercirculaire
De gevolgen van de Miljoenennota en de septembercirculaire worden niet meegenomen in het provinciaal toetsingskader. Toch zijn de resultaten uit de septembercirculaire 2011 wél verwerkt in het middelenkader. Zo worden de negatieve effecten uit deze circulaire niet doorgeschoven naar toekomstige begrotingen. De Miljoenennota 2012 meldt voor gemeenten weinig nieuwe maatregelen ten opzichte van wat in het regeerakkoord stond aangekondigd. De bezuinigingen op het gebied van arbeidsmarkt, sociale werkvoorziening, AWBZ/WMO, jeugdzorg en cultuur zijn bekend. In Enschede anticiperen we hierop, zoals met de Enschedese arbeidsmarktaanpak, frontlijnsturing en de pilot decentralisatie jeugdzorg. Het belangrijkste nieuws uit de Miljoenennota is de boodschap dat de overheidsfinanciën van Nederland sterk afhankelijk zijn van de uitkomst van de valuta- en schuldencrisis. Als de euro verder onder druk komt te staan, dan zal dat ook negatieve effecten hebben op de hoogte van de rijksuitkering aan de gemeente (zoals de algemene uitkering uit het Gemeentefonds). In de septembercirculaire 2011 zijn de effecten van de economische crisis al zichtbaar in het lagere accres ten opzichte van de meicirculaire. Enerzijds is de berekening van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven herzien waarbij de rente op de staatsschuld niet langer wordt meegenomen in de trap-af-trap-op systematiek. Anderzijds zorgen de lagere ramingen voor de loon- en prijsontwikkelingen voor een (beperkte) daling. De daling van het accres wordt nog enigszins goedgemaakt door een toevoeging van 39 miljoen euro aan het gemeentefonds als gevolg van een rekenfout van BZK.
Pagina 22 van 208
Naast de ontwikkeling van de algemene uitkering zijn er in de septembercirculaire een aantal mutaties aangekondigd. Deels zijn deze technisch van aard zonder financieel effect voor Enschede. Deels zijn het taakmutaties met consequenties voor de beleidsinzet. De belangrijkste beleidsmatige taakmutaties uit de septembercirculaire zijn: • Bijzondere bijstand: Er is 90 miljoen euro structureel toegevoegd aan het gemeentefonds voor bijzondere bijstand aan kwetsbare groepen zoals chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Daarnaast heeft het Rijk 10 miljoen euro structureel ter beschikking gesteld voor de uitvoering van de maatregel om bij de kwijtschelding van lokale belastingen rekening te houden met kinderopvang. In totaal levert dit Enschede ca. 1,5 miljoen euro op. Deze taakmutatie is betrokken bij de beleidsvisie “Vertrouwen op solidariteit” over het armoedebeleid. • Regionale Uitvoeringsdiensten: Deze bezuiniging wordt alsnog doorgevoerd. In 2012 is de taakstelling 50 miljoen euro. Daar komt in 2013 en 2014 respectievelijk nog 30 en 20 miljoen bovenop. Vanaf 2014 bedraagt de bezuiniging 100 miljoen euro. De verdeling vindt plaats via de uitkeringsfactor dus via het algemene deel van het gemeentefonds. Derhalve is nu uitgegaan van de veronderstelling dat Enschede doorgaans 1% van het totale gemeentefonds ontvangt. Derhalve kunnen we ervan uitgaan dat de taakstelling respectievelijk 500.000 euro, 800.000 euro en 1 miljoen euro voor 2012, 2013 en 2014 en volgende jaren bedraagt. • WMO: De maatstaven in het rekenmodel zijn geactualiseerd met een structurele korting van ca. 500.000 euro als gevolg. • Transitiekosten AWBZ naar WMO: In 2012 is ca. 365.000 euro beschikbaar voor transitiekosten en voor 2013 ca. 245.000 euro. • Versterking toezicht en handhaving kinderopvang: Het Rijk keert structureel 95.000 euro vanaf 2012 uit, waarmee de kosten voor deze taakverzwaring deels gedekt kunnen worden. De taakmutaties zijn om administratieve redenen nog niet in de programma’s verwerkt. Uitzondering daarop zijn de taakmutaties bijzondere bijstand en toezicht kinderopvang voor 2012. De Raad heeft bij de behandeling van de Kadernota moties en amendementen op deze onderdelen aangenomen. Door deze taakmutaties wél te verwerken heeft de Raad een completer financieel beeld bij de bespreking van deze moties en amendementen.
2.5
Bezuinigingen
2.5.1 Bezuinigingsvoorstellen De Raad heeft kennisgenomen van de Kadernota als geheel en met een aantal onderdelen daarvan expliciet ingestemd: bij de behandeling van de Kadernota 2012 in de Raad heeft zij ingestemd met de actualisatie van het middelenkader en de daaruit voortvloeiende bezuinigingstaakstellingen. De Raad heeft het college de opdracht gegeven bij de Programmabegroting 2012-2015 een pakket van bezuinigingsmaatregelen uit te werken. In deze paragraaf treft u de verdere uitwerking van de bezuinigingen uit de Kadernota en enkele nieuwe maatregelen die nodig zijn voor een sluitende begroting in 2012. De bezuinigingsvoorstellen die wij u in deze paragraaf presenteren zijn met name gebaseerd op een tweetal uitgangspunten, te weten een efficiëntere uitvoering van taken en het profijtbeginsel, degene die profijt heeft van een voorziening draagt daar ook aan bij. Structurele dekking Programma B&M O&O O&O WZW SO SO LO SO
Herziening Stelposten Binnensportvoorziening Herziening subsidiestelsel sport Subsidies WZW Subsidies cultuur Subsidies ruimtelijke ordening Speeltoestellen Groenstructuur Actieplan Totaal
2012 443.407 30.000
473.407
2013 387.218 30.000
2014 542.388 30.000
2015 1.093.388 30.000
200.000
200.000
200.000
200.000 40.000
200.000 40.000
200.000 40.000
50.000
100.000
100.000
100.000
100.000
1.007.218
1.212.388
100.000 250.000 2.013.388
Pagina 23 van 208
Herziening stelposten Met de herziening van structurele stelposten kan in 2012 443.407 euro vrijvallen voor de algemene middelen. Vanaf 2015 is dit structureel 1.093.388 euro. Binnensportvoorziening Door een efficiënter gebruik van de gymlokalen is een bezuiniging mogelijk van 30.000 euro vanaf 2012 (structureel). Per 2012 wordt het gymlokaal Stroink 108 gesloten. Ook het gymlokaal Nieuwe Schoolweg wordt gesloten, waarbij de planning afhankelijk is van de voortgang van het project De Spoorzone. Deze herontwikkeling zorgt voor een verplaatsing van de daar aanwezige onderwijsvoorzieningen. Bij de herhuisvesting gaan we ervanuit dat het bijbehorende bewegingsonderwijs in bestaande voorzieningen kan worden ondergebracht. Voor het avondgebruik worden met ingang van het nieuwe seizoen acht gymlokalen 's avonds buiten gebruik gesteld door clustering in het avondgebruik. Voor nieuwe aanvragen wordt verwezen naar de overige beschikbare accommodaties. Herziening subsidiestelsel sport Per 1 januari 2002 heeft de gemeente een stelsel van meer kostendekkende tarieven bij de gemeentelijke sportaccommodaties en meer resultaatgerichte subsidies voor de sportverenigingen ingevoerd. Dit stelsel is een instrument om als gemeente te kunnen sturen op het bereiken van de doelen van het sportbeleid. Een voorwaarde voor het ontwerp van dit stelsel is dan ook dat het moet aansluiten bij het actuele sportbeleid. Het huidige stelsel is nog een weergave van het sportbeleid in de vorige sportnota (“Enschede: volop in beweging” uit 1998). De huidige sportnota (“Enschede beweegt!”) kent dusdanige andere uitgangspunten dat een herziening van het subsidiestelsel noodzakelijk is. Bij deze herziening wordt een bezuiniging van 200.000 euro verwerkt (vanaf 2013). In het nieuwe stelsel gaat het om maatschappelijke activiteiten, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van volwassenen voor zaken als gezondheid en bewegen veel meer centraal staat. Hierdoor zal een subisidie per volwassen lid worden heroverwogen en de huurkorting op het gebruik van de sportaccommodaties (het tarief is momenteel circa 20% van de kostprijs) worden verlaagd. In de tweede helft van 2012 zal een voorstel hieromtrent gereed zijn. Subsidies Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Op de subsidies binnen Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn zien wij mogelijkheden om voor 200.000 euro aan besparingen te realiseren binnen de volgende subsidies: • coördinatie buurtkamers 28.500 euro • WMO-meldpunt 16.000 euro • Project van Opvang naar Wonen 155.500 euro Coördinatie Buurtkamers In het voorstel over de inrichting van “huiskamers in de buurt” is de coördinatie van de voormalige buurtkamers door Humanitas Onder Dak per juli 2011 beëindigd. We streven ernaar de huiskamers voor de buurt te ondersteunen, maar niet meer met een professionele coördinator te bezetten. De huiskamers zijn vóór vrijwilligers dóór vrijwilligers. De huiskamers van de buurt maken deel uit van de kaderstelling wijkwelzijn die in het najaar door de raad wordt vastgesteld. Vanwege beeïndiging financiering van de coördinatie, kan het beschikbare bedrag 28.500 euro ingeboekt worden als bezuiniging. WMO-meldpunt Sinds december 2008 voert Zorgbelang Overijssel voor de gemeente Enschede het Meldpunt Wmo uit. Het doel van het meldpunt is het bieden van een onafhankelijk en laagdrempelig portaal waar Enschedeërs terecht kunnen met negatieve en positieve ervaringen rond de invoering van de Wmo. De ervaring van de afgelopen jaren is dat er nauwelijks gebruik van het meldpunt is gemaakt. Het huidige contract met Zorgbelang Overijssel eindigt eind 2011. Het beschikbare bedrag kan worden ingeboekt als bezuiniging.
Pagina 24 van 208
Project van Opvang naar Wonen (VONW) Het Project VONW heeft als doel voor 250 cliënten uit de maatschappelijke opvang een woonvoorziening te realiseren. Hiervoor is en wordt er gezocht naar 10 locaties binnen de gemeente Enschede, verspreid over alle stadsdelen. Er zijn 2 locaties gerealiseerd: Spechtstraat en Hengelosestraat. Er zijn 4 locaties in ontwikkeling: Oosterkerk, Minkmaatstraat, Zenderenbrink en Vlierstraat. Er wordt binnen de Spoorzone gezocht naar een nieuwe locatie voor het Leger des Heils. Binnen het stadsdeel West is het zoeken naar een locatie voor een woonvoorziening ook gestart. Naar verwachting zal in 2012 de doelstelling voor een groot deel gerealiseerd zijn en zal het budget voor dit project met ingang van 2013 niet meer nodig zijn. Subsidie Cultuur Per 2013 wordt op het totaalbudget dat beschikbaar is voor subsidieverordeningen in het culturele domein, 40.000 euro bezuinigd. Het gaat om subsidies op het terrein van Amateurkunst, Beeldende Kunst en Vormgeving en Culturele activiteiten. Subsidies Ruimtelijke Ordening Binnen het programma stedelijke ontwikkeling is sprake van een aantal subsidie relaties. Op deze subsidies zal een bedrag oplopend van 50.000 euro in 2013 tot 100.000 euro in 2014 kunnen worden bezuinigd. Het betreft de subsidies voor onder andere het architecteurcentrum, Stawel en blauwe en groenediensten. Dit betekent dat de subsidie relatie nagenoeg geheel vervalt. Speeltoestellen Voor beheer en onderhoud van speeltoestellen is taakstellend een besparing van 100.000 euro per jaar opgedragen. De besparing gaat gevonden worden in het in 2012 te formuleren nieuwe speeltoestellenbeleid. Dit beleid ziet op versobering van onderhoud en vervanging van speeltoestellen. In Stadsdeel Zuid, waar relatief veel speeltoestellen/locaties zijn vergeleken met de overige stadsdelen zal het aantal toestellen/locaties worden teruggedrongen. Groenstructuur Actieplan (GRAP) Met het GRAP-budget worden investeringen in de stedelijke groenstructuur gefinancierd. Door dit budget op termijn uit te faseren kan een structurele besparing worden gerealiseerd, terwijl desondanks een aantal belangrijke projecten - zoals de Strategische Groene agenda - worden uitgevoerd.
2.5.2 STRUCTURELE AANVULLENDE DEKKING In aanvulling op de bezuinigingen uit de Kadernota, moeten er voor een sluitende begroting nog enkele bezuinigingen gerealiseerd worden. Het aantal mogelijkheden dat snel uitvoerbaar is en niet leidt tot extra lastenverzwaring voor de inwoners van Enschede, is beperkt. Dit is logisch omdat deze bezuinigingsmogelijkheden aan bod zijn gekomen in eerdere bezuinigingsronden. Alleen al bij de programmabegrotingen van 2010-2013 en 2011-2014 zijn bezuinigingen met een omvang van rond de 30 miljoen euro vastgelegd. Onderdeel van deze 30 miljoen euro is een ombuiging op de bedrijfsvoering, oplopend naar 7 miljoen euro structureel in 2015. Zie ook onderstaande tabel.
Ombuigingen PB 2010-2013 Reducties knelpunten in PB 2010-2013 Ombuigingen PB 2011-2014 Totaal
2012 17,2 6,4 3,4 27,0
2013 17,4 6,3 5,2 28,9
2014 17,4 6,3 6,2 29,9
2015 17,4 6,3 6,2 29,9
Hieronder vindt u twee voorstellen voor bezuinigingen die nodig zijn om de begroting van 2012 sluitend te krijgen. In paragraaf 2.1 is reeds aangegeven dat Enschede in 2012 rekening moet houden met nieuwe tegenvallers als gevolg van mogelijke verdergaande negatieve ontwikkelingen van de woning- en bedrijvenmarkt en mogelijke effecten van een nieuwe financiële crisis. Het is niet ondenkbaar dat aanvullende bezuinigingen in 2012 nodig zijn. De zoekrichtingen die hierna verder worden uitgewerkt, worden meegenomen in de Kadernota 2013, waarin eventuele nieuwe bezuinigingen worden verwerkt.
Pagina 25 van 208
Structurele aanvullende dekking Programma
2012
2013
2014
2015
210.000
210.000
210.000
210.000
B&M
Toeristenbelasting
E&W
Startersondersteuning
150.000
150.000
150.000
150.000
Totaal
360.000
360.000
360.000
360.000
Toeristenbelasting Gemeenten kunnen onder de noemer van toeristenbelasting een belasting opleggen aan natuurlijke personen voor het houden van een verblijf voor overnachtingen binnen de gemeente tegen een vergoeding. Het betreft hier met name hotelovernachtingen, appartementen, campings, ed. Maatstaf voor de opbrengst is het aantal overnachtingen. Ongeveer 73 procent van de gemeenten kent een toeristenbelasting. Indien een voor grotere steden gangbaar tarief wordt toegepast kan een opbrengst van ca. 240.000 worden gehanteerd. De uitvoeringskosten kunnen beperkt blijven tot maximaal 30.000 euro. Met de invoering van een toeristenbelasting dragen toeristen bij aan de voorzieningen die in Enschede aanwezig zijn. Voorbeelden zijn: fietspaden buitengebied, evenementen, stadspromotie en vrijetijdseconomie. Startersondersteuning Een van de uitgangspunten van het huidige startersbeleid is, dat de gemeente Enschede uitsluitend zelf initiatieven tot startersondersteuning neemt indien de “markt” die niet aanbiedt. I&O heeft onderzoek gedaan naar effect van startersondersteuning. Zij concluderen dat de effecten in Twente gerealiseerd zijn via het ROZ. In de praktijk echter, “is ook ondersteuning geboden voor reguliere starters, die gelijkenis vertoont met de ondersteuning die bijvoorbeeld ook door reguliere marktpartijen en de Kamer van Koophandel wordt aangeboden. Waardoor in de praktijk sprake lijkt te zijn van concurrentie”. De Kamer van Koophandel bevestigd dit beeld. Van heel Oost Nederland wordt in Twente het minst gebruik gemaakt van het reguliere aanbod voor cursussen, trainingen en begeleiding ten gevolge van het gratis gelijke aanbod van het ROZ. Vanuit de regionale zakelijke dienstverlening wordt de roep ook steeds luider om concurrentievervalsting door de overheid tegen te gaan. Gerelateerd aan het eerste uitgangspunt van het startersbeleid in 2002, kan geconcludeerd worden dat de beëindiging van deze vorm van startersbegeleiding in overeenstemming is met het vigerende beleid. In 2002 was niet het uitgangspunt of men ondersteuning kan betalen. Uitgangspunt was dat er alleen een rol voor de gemeente is weggelegd wanneer er geen aanbod is in de markt. Er is aanbod in de markt, zowel op commerciële basis als op niet commerciële basis bijvoorbeeld door de Kamer van Koophandel.
2.5.3 Zoekrichtingen uit de kadernota 2012 In de kadernota 2012 is een aantal zoekgebieden gedefinieerd, dat mogelijk tot aanvullende besparingen kan leiden. Deze zijn: - Maatschappelijke investeringsopgaven - Synergievoordelen combinatie activering en educatie Brede scholen, jongerenwerk, (sport)activering en natuur- en milieueducatie - Sluiting/samenvoeging wijkaccomodaties - Samenwerking handhaving openbare ruimte - Dekking wijkbudgetten De invulling van deze zoekgebieden leidt op de korte termijn nog niet tot besparingen. In deze programmabegroting worden dan ook nog geen besparingen ingeboekt op deze zoekrichtingen. Hieronder wordt voor een aantal zoekrichtingen concreet aangegeven in welke richting uitwerking gaat plaatsvinden. Wij stellen voor om de uitkomst van de zoekrichtingen concreter in te vullen bij de Kadernota 2013.
Pagina 26 van 208
Maatschappelijk investingsopgaven Bij de maatschappelijke investeringsopgaven gaat het om het gezamenlijk met partners oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Kwaliteit gaat daarbij voorop. Mogelijke financiële voordelen / verwachtingen worden op zijn vroegst medio 2012 duidelijk, na afronding van de tweede fase van de MIO’s. Synergievoordelen combinatie activering en educatie Brede scholen, jongerenwerk, (sport)-activering en natuur- en milieueducatie Het zoekgebied is vanuit verschillende richtingen bekeken en gekozen is om het komende jaar een scenario uit te werken dat naast een strategische verandering ook een structurele bezuiniging oplevert. Het streven is om nog meer vanuit samenwerking en allianties te gaan werken en op inhoud slimme combinaties te maken. We bouwen daarbij op de eigen kracht van mensen en vervullen een regie- en initiatorfunctie. In plaats van overnemen zetten we zoveel mogelijk in op inschakeling van bestaande netwerken en vrijwilligers. De inzet is vooral gericht op daar waar de opgave het grootst is. De werkzaamheden van de brede schoolregisseur kunnen op deze manier door een andere inzet en slimmere combinaties van gemeentelijke consulenten (sportactivering en natuur- en milieueducatie) worden uitgevoerd. Door verdere inzet en betrokkenheid van bijvoorbeeld (vitale) sportverenigingen gericht op jeugd, kan de huidige inzet van het jongerenwerk (welzijnswerk) verminderen. Sluiting/samenvoeging wijkaccomodaties In 2012 en 2013 is er nog een tekort op de exploitatie van wijkaccomodaties. Vanuit de algemene middelen wordt er nog incidenteel in 2012 en 2013 een bedrag van 69.000 euro bijgepast. Met een aantal gerichte maatregelen wordt het tekort vanaf 2014 teruggebracht naar nul. Samenwerking (handhaving) openbare ruimte Hoe kan, op basis van de verwachtingen en wensen van politiek, bestuur en burgers, in samenwerking met interne en externe partijen op zo doelmatig mogelijke wijze, het onderhoud en beheer, en het gebruik van de openbare ruimte worden bevorderd? Deze zoekrichting maakt onderdeel uit van het integrale onderzoek “Toekomstperspectief Openbare Ruimte”, dat momenteel wordt uitgevoerd, en zal daarin beantwoord worden. De eerste uitkomsten van dit project worden medio 2012 verwacht.
Pagina 27 van 208
3 Programma’s
Pagina 28 van 208
3.1 Economie en Werk Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? Dienstverlening aan ondernemers •Verbeteren van het vestigingsklimaat door het bieden van fysieke ruimte voor kantoren en bedrijventerreinen. •Ondersteunen en adviseren van ondernemers. •Verminderen regeldruk Bedrijfsverzamelgebouwen Bieden van laagdrempelige flexibele kantoor- en bedrijfsruimte
Versterken van de economische structuur van Enschede en Twente
Versterken van de innovatiekracht van Enschede en Twente
(lasten/baten*€ 1.000 euro) Lasten: 376 Baten: 0
Lasten:1.001 Baten:746
Versterken economische structuur Aantrekken van nieuwe bedrijvigheid door acquisitie van nieuwe bedrijven en stimuleren van startende bedrijven
Lasten: 3.295 Baten: 625
Projecten economische ontwikkeling Bijdrage aan stedelijke projecten ter stimulering van economische ontwikkeling
Lasten: 4.398 Baten: 0
Innovatie en ondernemerschap •Stimuleren kennisintensieve bedrijvigheid •Stimuleren innovaties in zorg, veiligheid en duurzaamheid
Lasten: 351 Baten: 0
Arbeidsmarktparticipatie Realisatie duurzame uitstroom van uitkeringsgerechtigden
Lasten: 26.973 Baten: 23.808
Uitvoering WSW
Lasten: 59.421 Baten: 55.917
Educatie en inburgering Bestrijding taalachterstand en volwassenenonderwijs
Vergroten van de arbeidsmarktparticipatie
Wat mag het kosten?
Lasten: 221 Baten:0
Algemene bijstand levensonderhoud Verstrekking uitkering voor levensonderhoud
Lasten: 95.833 Baten: 84.743
Bijstand zelfstandigen Verstrekking uitkering voor levensonderhoud
Lasten: 0 Baten:0
Individuele bijzondere bijstand Verstrekking uitkering voor levensonderhoud
Lasten:6.416 Baten:984
Bijzondere inkomensvoorziening Verstrekking uitkering voor levensonderhoud
Lasten:1.636 Baten:0
Schulddienstverlening Verstrekken van diensten aan burgers met forse schulden
Lasten: 2.295 Baten:112
Handhaving & opsporing Voorkomen van oneigenlijk gebruik van diverse uitkering
Lasten: 3.628 Baten:1.467
Pagina 29 van 208
Portefeuillehouder(s): Marijke van Hees, Myra Koomen en Jeroen Hatenboer Programmadirecteur: Richard Kokhuis
Wat willen we bereiken? Hoofddoel: Een sociaal en economisch sterk Enschede
Staat van het programma E&W Aantal niet werkende werkzoekenden (1-7-2011) Aantal bijstandsgerechtigden (1-7-2011) Mutatie aantal werkzame Enschedeërs 2010 Mutatie aantal arbeidsplaatsen 2010 Aantal starters in 2010 Aantal faillissementen Mutatie aantal vestigingen in 2010 Bezoekers binnenstad per week in 2010
9.349 5.137 -2.000 (-1%) -1.420 (-1,8%) 1.169 (+11%) 107 (+19%) -6 (-0,1%) 60.300 (-2,1%) 74.532 ton/jaar
Met het economisch beleid trachten wij de condities en randvoorwaarden te Duurzaamheid: CO2 reductie in 2020 creëren waaronder de bestaande bedrijven in Enschede en in de regio zo optimaal mogelijk kunnen ondernemen en groeien, en waaronder nieuwe bedrijven (starters danwel bedrijven van buiten de regio zich hier vestigen. Hierbij zullen wij ons komende jaren met name richten op het versterken van de regionale samenwerking en het internationaal positioneren van Twente als toptechnologische regio.
Om de bedrijvigheid en de werkgelegenheid nu en in de toekomst aan te laten sluiten op de lokale en regionale beroepsbevolking is verbreden van de inzetbaarheid van de beroepbevolking een must. Verhoging van het opleidingsniveau, vergroten van de arbeidsparticipatie, en behoud van hoger opgeleiden zijn hierbij speerpunten. Het aandeel niet werkenden van de beroepsbevolking zal daarmee dalen. Om die daling kracht bij te zetten voert de gemeente Enschede een beleid waarin rechtstreekse plaatsing bij werkgevers (werken), duale trajecten (leren) en actief zijn met behoud van uitkering (meedoen) centraal staan. Voor diegenen die niet in staat zijn om een eigen inkomen te verwerven heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om een sociaal vangnet te creëren. De basis daarvoor is de WWB. Via het armoedebeleid is een lokale aanvulling mogelijk. Bij dit alles is het noodzakelijk om stil te staan bij het feit dat macro-economische effecten van grote invloed zijn op de ontwikkelingen op lokaal, bovenstedelijk en regionaal niveau. De vooruitzichten voor komende periode zijn niet al te rooskleurig. in de eerste helft van 2011 leek het er op dat de economie haar dieptepunt bereikt had. Op dit moment leidt de Europese monetaire problematiek en de aangekondigde overheidsbezuinigingen tot een kentering. Het is zaak om de sterke kanten van de regio verder te versterken. Door in navolging van de EU2020 strategie samen met bedrijfsleven en onderwijsinstellingen in te zetten op slimme, duurzame en sociale groei om een antwoord te kunnen geven op de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Uitbouw van de technologische toppositie, het uitbouwen van internationalisering en beter benutten van de grenspositie, verbeteren van vestigingsklimaat en infrastuur en terugdringen van sociaal-economische achterstanden zijn daarbij leidend. Nieuwe impulsen zoals het herijken van het Twents innovatiebeleid, de businesscase High Tech Twente, innovatiedriehoek en een meer gezamenlijk economisch en ruimtelijk beleid op het niveau van de Netwerkstad vragen om een steeds sterkere betrokkenheid van Enschede Doelstellingen Doelstelling 1: Doelstelling 2: Doelstelling 3:
Versterken van de economische structuur van Enschede en Twente Versterken van de innovatiekracht van Enschede en Twente Vergroten van de arbeidsmarktparticipatie
Pagina 30 van 208
Indicatoren Effectindicatoren Aantal arbeidsplaatsen in Enschede en Twente (mutatie t.o.v. voorgaand jaar)
Aantal arbeidsplaatsen in de kennisintensieve sector in Enschede en Twente (mutatie t.o.v. voorgaand jaar) Totaal aantal mensen dat werkt als percentage van de potentiële beroepsbevolking (netto participatiegraad)
Score 2010 E: 79.064 (-1,8%) T: 287.670 (-1,5%) G32: 2.328.260 (-1,1%) E: -0,5% T: -0,2% G32: -0,2%
Streven 2011 Gelijk aan G32
Streven 2012 Gelijk aan G32
Streven 2015 Gelijk aan G32
Groei 1% hoger dan G32
Groei 1% hoger dan G32
Groei 1% hoger dan G32
E: 57,7% T: 65% G32: 66%
--
59%
62%
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord of het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt en welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
Doelstelling 1: Versterken van de economische structuur van Enschede en Twente Verbeteren (internationaal) vestigingsklimaat
Aantrekken nieuwe bedrijvigheid
Uitvoeren van de Economische visie Versterken Accountmanagement. Acquisitie en Marketing werklocaties Netwerkstad (uitvoeren Actieprogramma Acquisitie en Accountmanagement Twente). Implementatie Internationaal Beleid. Creëren fysieke vestigingsmogelijkheden (bestuurlijke projecten Usseler Es, Herstructurering Havengebied, Luchthaven). Versterken Binnenstad; bijdrage leveren aan uitvoering actieprogramma Binnenstad. Bijdrage leveren aan project Stadsweide/Kennishuis. Uitvoeren Koersdocument Acquisitie en Accountmanagement Twente. Acquisitie luchtvaartgerelateerde bedrijvigheid.
Dienstverlening aan ondernemers; Bedrijfsverzamelgebou wen; Versterking economische structuur; Projecten economische ontwikkeling
Doelstelling 2: Versterken van de innovatiekracht van Enschede en Twente Stimuleren kennisintensieve bedrijvigheid
Bijdrage leveren aan uitvoering Actieprogramma Innovatie. realiseren Kennispark (bestuurlijk project) en marketing en acquisitie Kennispark.
Innovatie en ondernemerschap
Pagina 31 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Stimuleren innovaties zorg, veiligheid en duurzaamheid
Uitvoering geven aan het Actieprogramma Innovatie. Op basis van solide business cases investeringen doen via het Innovatiefonds.
Betrokken producten
Doelstelling 3: Vergroten van de arbeidsmarktparticipatie Realisatie van duurzame uitstroom van uitkeringsgerechtigde n
Verstrekking uitkering voor levensonderhoud
Uitvoeren van uitvoeringsprogramma EAA 2012: Werken: directe plaatsing bij werkgevers gericht op regulier werk; klimopbanen korte afstand tot de arbeidsmarkt en pilot loondispensatie (375 pers.*). Leren: Leer-werkarrangementen BBL/BOL (400 pers. *). Meedoen: activering door directe plaatsing bij werkgevers en instellingen; klimopbanen langere afstand arbeidsmarkt (1.270 pers.*). * Aantallen zijn inclusief jongeren (in totaal 750) Pathmos/Stevenfenne Werkt! (zie bestuurlijke projecten) Armoedebeleid: uitvoering geven aan de door de Raad vastgestelde beleidsvisie armoede. Schulddienstverlening: uitvoering geven aan het door de Raad nog vast te stellen beleidsplan wet gemeentelijke schulddienstverlening.
Arbeidsmarktparticipati e; Uitvoering WSW; Educatie en inburgering; Algemene bijstand levensonderhoud; Bijstand zelfstandigen; Individuele bijzondere bijstand; Bijzondere inkomensvoorziening; Schulddienstverlening; Handhaving en opsporing
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma. Het geeft per doelstelling aan welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota's. Regulier werk
Beleidskader/financieel kader/majeure ontwikkelingen
Doelstelling 1: Versterken van de economische structuur van Enschede en Twente Dienstverlening aan Uitvoering Accountmanagement ondernemers (duurzaamheid/werkgeversbenadering EZ/Werkplein/DCW) Uitgifte beleid; selectieve gronduitgifte Accountmanagement met specifieke inzet op Horeca, Vrijetijdseconomie en Roombeek Samenwerking binnen de kaders van de ruimtelijk- economische ontwikkelagenda Netwerkstad Twente BedrijfsverzamelUitvoeren Actieplan Spinnerij gebouwen Ingebruikname Media Art Centre – MAC Versterken economische Advisering o.b.v. Detailhandelstructuurvisie, Winkeltijdenverordening, structuur hotelnota Ontwikkelkader horeca, Bedrijventerreinenbeleid, nota kantoren, nota functiemenging, nota binnenstedelijke bedrijventerreinen, Marktverordening, Standplaatsverordening Vrijetijdseconomie: uitvoeren Nota Enschede als belevenis Opstellen geactualiseerde versie Kantorenbeleid Uitvoering geven aan Convenant MKB Enschede Ambulante handel: sturen op kostendekkendheid; afronden visie
Pagina 32 van 208
Regulier werk
Projecten economische ontwikkeling
Beleidskader/financieel kader/majeure ontwikkelingen ambulante handel in 2012. Bijdrage economisch beleid aan stedelijke projecten (o.a. Zuiderval, MST, Spoorzone (053STAD), Havengebied, Mirolocatie, Centrumgebied Zuid (Kop Boulevard), Boekelo Bleekerij, Noordelijke Ontsluiting)
Doelstelling 2: Versterken van de innovatiekracht van Enschede en Twente Innovatie en Acquisitie kennispark ondernemerschap Advisering en uitvoering geven aan Nota Kansrijk Glas Bijdrage leveren aan uitvoering Gebiedsagenda Oost (innovatiedriehoek) Doelstelling 3: Vergroten van de arbeidsmarktparticipatie Arbeidsmarktparticipatie • Implementatie van het businessplan E&W Uitvoering WSW • Zeer beperkte plaatsing van geïndiceerde SW-ers. • •
Educatie en inburgering
Algemene bijstand levensonderhoud
Bijstand zelfstandigen Individuele bijzondere bijstand Bijzondere inkomensvoorziening Schulddienstverlening
Handhaving en opsporing
Integratie van DCW in programma Economie & Werk Omzetten van detachering naar begeleid werken.
Vormgeven aan eenheid voor beschut werken. De Wet Inburgering (WI) en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) bepalen grotendeels de beleidsmatige invulling van educatie en inburgering. Beide wetgevingen dienen voornamelijk de bestrijding van taalachterstand en voor de instandhouding van het volwassenenonderwijs. Wijze van uitvoering is vastgelegd in diverse verordeningen en beleidsregels. Maakt onderdeel uit van het product Arbeidsmarktparticipatie (leren). verstrekken van uitkeringen voor levensonderhoud door de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) het verstrekken van een uitkering van oudere werkloze werknemers en zelfstandigen het verlenen van een bedrijfskrediet en het verstrekken van een uitkering voor levensonderhoud aan startende en gevestigde zelfstandigen door uitvoering van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) het teveel of ten onrechte uitbetaalde uitkeringen terugvorderen of verhalen. Implementeren aanpassingen in de WWB en dan met name de invoering van de toets op het gezinsinkomen. Voorbereiden invoering Wet Werken naar Vermogen (WWnV) Uitvoering Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) Verder verkennen/uitvoeren herpositionering ROZ Het verstrekken van noodzakelijke kosten die niet kunnen worden bekostigd uit de algemene uitkering (WWB). Het verstrekken van o.a. eenmalige uitkeringen aan zwaar gehandicapten die permanent rolstoel gebonden zijn. Het bieden van ondersteuning aan Enschedese burgers om uit een problematische schuld te komen. Het betreft voornamelijk de werkzaamheden van de Stadsbank Oost Nederland. Invoering van de Wet gemeentelijke schulddienstverlening in 2012. Het voorkomen en opsporen van oneigenlijk gebruik van de diverse uitkeringen die de gemeente verstrekt. De kaders voor de uitvoering zijn onder andere vastgelegd in het Handhavingsplan Werk & Bijstand 2011-2014.
Pagina 33 van 208
Duurzaamheid Het programma Economie & Werk heeft de ambitie om in 2020 een CO2-reductie van 74.000 ton per jaar te hebben gerealiseerd ten opzichte van 1990. Het realiseren van deze ambitie wordt vormgegeven langs twee lijnen: Samenwerking met en dienstverlening aan ondernemers in de stad en Regio; Vergroten van energiebewustzijn onder minima. Ondernemers Bedrijvigheid is van essentieel belang voor de Enschedese economie. Toenemende bedrijvigheid kan helaas gepaard gaan met een toenemende CO2 uitstoot. Sinds 1990 is het aantal arbeidsplaatsen (en daarmee de CO2-uitstoot) fors toegenomen. De gemeente wil vanuit haar dienstverlening naar ondernemers ook een rol van betekenis spelen als het gaat om duurzaam ondernemen. Daarnaast is duurzaamheid een prominent onderdeel van diverse projecten zoals de Luchthaven, de Revitalisering van het Havengebied en Usseler Es. Revitalisering van oude bedrijventerreinen gaat in de toekomst ook een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen.
Minima De energienota legt in de toekomst een steeds groter beslag op het inkomen van iedereen en dus ook op die van de Enschedese minima. Om te voorkomen dat dit beslag niet te groot wordt en bijvoorbeeld tot schulden gaat leiden, is energiebewustzijn van belang. Hoewel hier ook sprake is van een eigen verantwoordelijkheid wil de gemeente wel een rol spelen in het creëren van energiebewustzijn. Naast bewustzijn is het ook van belang dat de woningvoorraad waar veel van onze minima wonen, verduurzaamd wordt. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre de collectieve inkoop van duurzame energie voor minima aan deze doelstelling een bijdrage kan leveren. Thema
Thema 4a: Warmte/koudeopslag
Sub programmadoelstelling (ton CO2reductie) 729
Thema 4b: Biomassa
17.646
Thema 4c: Zonneenergie
9.757
Thema 4d: Windenergie Thema 7: Industrie en bedrijven
19.874
Totaal Programma Economie en werk
26.526
Uitgangspunten en aannames
Doelstelling voor warmte-/koudeopslag bij bedrijven voor 50% meegerekend aan Economie en Werk. De andere helft is ondergebracht bij Leefomgeving ivm handhaving. Thema biomassa ondergebracht bij Economie en Werk omdat dit gemeentebreed (locatie-overstijgend) is. Doelstelling voor zonne-energie bij bedrijven voor 50% toegerekend aan Economie en Werk. De andere helft is ondergebracht bij Leefomgeving in verband met handhaving. Thema windenergie ondergebracht bij Economie en Werk omdat dit gemeentebreed (locatie-overstijgend) is. Doelstelling voor energiebesparing bij bedrijven voor 50% toegerekend aan Economie en Werk. De andere helft is ondergebracht bij Leefomgeving in verband met handhaving.
74.532
In bovenstaande tabel is de beoogde CO2-reductie vertaald in een aantal subdoelstellingen per thema. De bovenstaande lijnen zullen de komende periode concreet vertaald worden naar maatregelen in een uitvoeringsprogramma. Daarbij valt te denken aan de volgende initiatieven: Een duurzaamheidstafel met enkele grotere ondernemingen in Enschede/Twente. Doel is om met deze ondernemers na te denken over: De mogelijkheden van duurzaam ondernemen. De manier om andere ondernemers hierbij te betrekken. De rol die de gemeente hierin zou kunnen spelen.
Pagina 34 van 208
Het ondersteunen van initiatieven van Twence op gebied van duurzame energieopwekking en Bioenergie-park. In de dienstverlening aan ondernemers (door accountmanagers) wordt duurzaam ondernemen (zowel op gebied van productie als huisvesting) als onderwerp meegenomen.
Wat mag het kosten?
Lasten Dienstverlening aan ondernemers Bedrijfsverzamelgebouwen Versterken economische structuur Projecten economische ontwikkeling Innovatie en ondernemerschap Arbeidsmarktparticipatie Uitvoering WSW Educatie en inburgering Alg bijstand levensonderhoud Bijstandsverlening zelfstandigen Individuele bijzondere bijstand Bijzondere inkomensvoorziening Schulddienstverlening Handhaving & opsporing Totaal Lasten Baten Bedrijfsverzamelgebouwen Versterken economische structuur Projecten economische ontwikkeling Arbeidsmarktparticipatie Uitvoering WSW Alg bijstand levensonderhoud Individuele bijzondere bijstand Schulddienstverlening Handhaving & opsporing Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting Raming 2013 Raming 2014 Raming 2015 2012
521.221 1.633.278 3.636.747
376.470 1.001.107 3.294.655
376.470 987.907 2.771.163
376.470 991.807 2.769.672
376.470 971.307 2.768.181
2.126.526
4.397.971
647.971
647.971
647.971
1.594.149 36.892.766 66.049.200 254.192 92.951.406 0 6.434.507 1.986.082 2.389.276 3.940.635 220.409.985
350.845 26.973.011 59.420.596 220.969 95.832.541 0 6.415.758 1.635.959 2.295.396 3.628.062 205.843.340
225.845 23.653.257 57.939.596 220.969 97.113.556 0 6.414.478 1.615.652 2.295.337 3.626.522 197.888.723
225.845 22.328.646 57.585.769 220.969 98.407.870 0 6.414.544 1.614.461 2.295.279 3.626.601 197.505.904
225.845 22.602.846 57.585.769 220.969 99.709.870 0 6.414.544 1.614.461 2.295.221 3.626.601 199.060.055
-1.080.000 -625.000
-746.000 -625.000
-829.800 -625.000
-895.200 -625.000
-929.900 -625.000
-1.009.703
0
0
0
0
-33.835.111 -64.348.865 -80.961.748 -984.151 -677.144 -1.823.686 -185.345.408 35.064.577 552.000 -4.800.406 30.816.171
-23.807.638 -55.917.000 -84.742.748 -984.151 -112.375 -1.467.243 -168.402.155 37.441.185 1.952.625 -4.030.200 35.363.610
-20.493.468 -56.286.000 -86.630.748 -984.151 -112.375 -1.467.243 -167.428.785 30.459.938 702.684 -183.200 30.979.422
-19.168.590 -55.932.173 -87.924.748 -984.151 -112.375 -1.467.243 -167.109.480 30.396.424 2.742 -121.700 30.277.466
-19.442.790 -55.932.173 -89.226.748 -984.151 -112.375 -1.467.243 -168.720.380 30.339.675 2.800 -66.500 30.275.975
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Toelichting Algemeen In deze begroting zijn binnen E&W forse bezuinigingen doorgevoerd om tot een sluitende begroting te komen. De DCW wordt geconfronteerd met een bezuinigingstaakstelling van 6,3 miljoen euro. Een groot deel heeft betrekking op wegvallende WWB-trajecten en een doorwerking van de korting op het macrobudget 2011. Deze taakstelling wordt vooral ingevuld door een kostenreductie. Daarbij is personeel de grootste post. Voor 0,9 miljoen is het onzeker of dit bedrag gerealiseerd wordt (zie product uitvoering WSW). Bij de afdeling Inkomen & Bedrijfsvoering is een reductie van 10 procent doorgevoerd op de formatie en zijn bij Economische zaken drie formatieplaatsen geschrapt. Algemene bijstand levensonderhoud In 2011 heeft het WWB-bestand een stijging laten zien. Deze stijging (4%) is in 2012 doorvertaald in hogere kosten. Het is overigens de vraag of deze macro-stijging in zijn geheel gedekt wordt door een toereikende hogere Rijksbijdrage. De stijgende lasten vanaf 2013 komen voort uit looncompensatie.
Pagina 35 van 208
Vooralsnog zijn we ervan uitgegaan dat de oplopende bijstandskosten gedekt worden door een hogere rijksbijdrage WWB. Aanpassing WWB Het kabinet is voornemens om per 1-1-2012 de WWB op een aantal onderdelen aan te passen. De inkomenstoets op het Gezinsinkomen en het opheffen van de WIJ en de WWIK zijn in dit wijzigingsvoorstel de meest ingrijpende wijzigingen. Op basis van de huidige informatie heeft de opheffing van WIJ en Wwik geen structurele financiële gevolgen voor de gemeente. Wel wordt rekening gehouden met mogelijke incidentele kosten voor de implementatie van deze wijzigingen (aanpassing informatiesystemen, extra handhaving en opleiding). Ook wordt op basis van de nu beschikbare informatie onderzocht wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn voor het huidige WWBbestand. Dat ligt een fractie anders bij de introductie van het gezinsinkomen. Deze aanpassing vergt zowel automatiseringstechnisch als uitvoerend aanzienlijk meer middelen en capaciteit. Niet alleen zal voor een deel van het bestand handmatige opslag en verwerking van gegevens moeten plaatsvinden maar ook werkprocessen zullen moeten worden aangepast en extra onderzoeken naar de gezinssituatie worden doorgevoerd. MAU Volgens de huidige systematiek loopt de Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) op 31 december 2011 af. Voor gemeenten met een eigen risico van 2,5% - waar Enschede er een van is - bestaat de mogelijkheid om de MAU ambtshalve te verlengen. Indien dit inderdaad wordt toegepast, hoeft in 2012 geen nieuwe aanvraag te worden gedaan en wordt de MAU onder dezelfde condities verlengd tot 2013. Hoewel het college uitgaat van een ambtshalve verlenging voor 2012, is dit nog niet nog niet formeel door het ministerie bevestigd. In de begroting wordt meerjarig uitgegaan van toekenning van de MAU. Op dit moment vindt een evaluatie van de MAU plaats. Het is nog niet bekend of en zo ja, in welke vorm vanaf 2013 continuering van de MAU zal plaatsvinden en of de gemeente Enschede daarvoor onder de thans geldende condities in aanmerking kan komen. Dat wordt mede bepaald door het landelijke draagvlak voor de regeling (onderdeel evaluatie). Verdeelmodel Vanwege de samenvoeging van WIJ, WAJONG, Sw en WWB is een nieuw verdeelmodel van het macrobudget noodzakelijk. Op basis van sleutels die enkel WWB-gerelateerd zijn valt geen betrouwbaar verdeelmodel voor de gehele nieuwe doelgroep te maken. Het ministerie van SZW streeft er naar het nieuwe verdeelmodel in 2012 te presenteren opdat het per 1 januari 2014 in werking kan treden. Arbeidsmarktparticipatie Onderdeel van het product arbeidsmarktparticipatie zijn de rijksmiddelen Participatiebudget. Deze worden gereduceerd van 29 miljoen euro in 2011 naar 16,5 miljoen euro in 2012. Een deel van de middelen uit 2011 kan op basis van de reserveringsregel worden overgeheveld naar 2012 waardoor het totaalbudget in 2012 naar verwachting uitkomt op 19,2 miljoen euro. Deze middelen worden ingezet voor de strategische opgaven zoals vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma EAA 2012: Meedoen (9,8 miljoen euro); Leren (2,2 miljoen euro); Werken (3,7 miljoen euro); Overige uitgaven ten laste van het Participatiebudget in 2012 zijn Inburgering en Stimuleringsmaatregelen Enschedese Arbeidsmarktaanpak (3,5 miljoen euro). Bijzondere inkomensvoorzieningen/ Schulddienstverlening Het College heeft onlangs de beleidsvisie armoede, Vertrouwen op Solidariteit, besproken. In deze beleidsvisie is in het budgettaire kader rekening gehouden met zowel kortingen vanuit de kadernota als meicirculaire als met de extra middelen in de septembercirculaire. De financiële gevolgen van deze beleidsvisie zijn in deze programmabegroting opgenomen.
Pagina 36 van 208
Uitvoering WSW Als gevolg van de bezuinigingen op de SW en van het wegvallen van WWB-activiteiten bij de DCW dreigt een tekort te ontstaan van circa 900.000 euro. Dit tekort komt voort uit nog ongedekte personeelskosten. De komende periode wordt aangestuurd op het zoveel mogelijk invlechten van deze kosten in de nieuwe organisatie. Naast dit tekort worden ook risico’s gezien: momenteel vinden onderhandelingen plaats over een nieuwe CAO voor de SW-populatie (dus niet ambtelijk), bij een eventuele CAO-stijging ontstaat direct een tekort (bij 1,5% is dat 700.000 euro). het college gaat er van uit dat een deel van de transitiekosten kunnen worden gedeclareerd bij het landelijke transitiefonds. Dit fonds is nog in oprichting en de exacte werking is nog niet bekend. Bedrijfsverzamelgebouwen De Spinnerij Oosterveld en het Media Art Centre (MAC) zijn de twee bedrijfsverzamel-gebouwen die binnen dit product vallen. Media Art Centre - MAC Het MAC wordt in 2012 in gebruik genomen, de kosten (317.000 euro) en inkomsten (66.000 euro) zijn in 2012 opgenomen in de begroting. Voor de jaren daarna zal door een toenemende bezettingsgraad de inkomsten oplopen. Het negatieve saldo tussen kosten en huuropbrengsten wordt gedekt uit de hiervoor bestemde reserve (zie onttrekkingen). Spinnerij Oosterveld Voor de exploitatie van de Spinnerij is in de Kadernota voorgesteld voor 2012 en 2013 een bedrag van 700.000 euro per jaar toe te voegen aan de reserve. Daarnaast is in de Kadernota voorgesteld een bedrag van 1.250.000 euro toe te voegen ter dekking van transitiekosten die gepaard gegaan met maatregelen ter bevordering van de bezettingsgraad. Inzet van deze middelen vindt plaats op basis van een apart (krediet)voorstel over de toekomstige invulling van de Spinnerij Oosterveld. Versterken economische structuur Dit product is nieuw en is een samenvoeging van de volgende ‘oude’ producten: ambulante handel, stadseconomie, vrijetijdseconomie en economische ontwikkeling. Continuering economisch beleid In de Kadernota is voorgesteld voor 2012 incidenteel 450.000 euro toe te voegen aan dit product ten behoeve van de continuering van het economisch beleid. Over de structurele financiering van het economisch beleid wordt aan de hand van de Economische Visie nog nadere besluitvorming voorgelegd aan de raad. Markten In de Concernrapportage 2011 is aangegeven dat de markten niet in staat zijn structureel kostendekkend te functioneren doordat opbrengsten achterblijven. Uit een eerste analyse blijkt dat het kostendekkend krijgen van de markten vraagt om principiële keuzes. Deze keuzes moeten in een Marktvisie gemaakt worden. De financiën vormen daarin een belangrijk onderdeel. Dit proces wordt samen met de partners (o.a. marktkooplieden en Marktbond) doorlopen. Het college komt in het eerste kwartaal van 2012 met kostendekkendheidsvoorstellen. Projecten economische ontwikkeling Dit product is een samenvoeging van de ‘oude’ producten Bedrijven en Kantoren en Stedelijke Voorzieningen. Op dit product komt de bijdrage aan projecten op het gebied van bedrijvigheid (bedrijventerreinen, winkelcentra en kantoren) tot uitdrukking. Hieronder vallen onder meer de bestuurlijke projecten Usseler Es en Revitalisering Havengebied. De onttrekking aan de reserves in 2012 van 3.750.000 euro betreft het krediet voor het project Havengebied (zie ook de paragraaf bestuurlijke projecten). Handhaving en Opsporing Onder dit product vallen ook de activiteiten van het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF) en het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC). De activiteiten van het RCF en RIEC worden incidenteel vanuit het Rijk gefinancierd en ook in 2012 voortgezet.
Pagina 37 van 208
3.2 Opgroeien en ontwikkelen Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Wat mag het kosten? (lasten/baten*€ 1.000 euro)
Verhogen van het onderwijs- en opleidingsniveau van de beroepsbevolking
Versterken van de zelfredzaamheid van jongeren en ouders bij de opvoeding
Kind en Peuteropvang Faciliteren van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (inclusief VVE) en uitvoeren van bijbehorende wettelijke taken
Lasten:6.232 Baten:2.278
Onderwijsopbrengsten Voorwaarden scheppen om de kwaliteit van het onderwijs te versterken en uitvoeren van de Leerplichtwet en RMC-wet
Lasten:6.542 Baten:5.162
Onderwijsvoorzieningen Zorgdragen voor goede randvoorwaarden (onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer) zodat onderwijs gegeven kan worden
Lasten: 21.943 Baten: 847
Jeugd en Jongeren Faciliteren van opgroeiondersteuning aan jeugd en jongeren en opvoedondersteuning aan ouders ter bevordering van talentontwikkeling of ter versterking van hun eigen kracht
Lasten: 5.058 Baten: 319
Maatschappelijke educatie •Bevorderen van integratie (ongeacht huidskleur, geloof, seksuele geaardheid, geslacht enz) en van de deskundigheid van vrijwilligers •Verzorgen van natuur- en milieueducatie (inclusief kinderboerderijen)
Lasten: 2.306 Baten: 75
Sport •Creëren van een (basis)sportinfrastructuur van organisaties en activiteiten, die de mogelijkheid biedt om actief te sporten en sportief te bewegen. •Verleiden tot sportief bewegen
Lasten: 2.596 Baten: 183
Bevorderen van een gezonde leefstijl Sportvoorzieningen •Creëren van een (basis)sportinfrastructuur van voorzieningen, die de mogelijkheid biedt om actief te sporten en sportief te bewegen. •Het beheren en exploiteren van de binnen- en buitensportvoorzieningen. Gezondheidszorg Faciliteren van activiteiten op het gebied van preventieve gezondheidszorg en jeugdgezondheidszorg en uitvoeren van de Wet Publieke gezondheidszorg
Lasten:10.391 Baten: 3.358
Lasten: 4.174 Baten: 139
Pagina 38 van 208
Portefeuillehouder(s): Jeroen Hatenboer, Ed Wallinga, Myra Koomen Programmadirecteur: Coen Luttikhuis Staat van het programma O&O
Wat willen we bereiken? Hoofddoel: Elke Enschedeër is in staat om met zo min mogelijk ondersteuning en zorg zo zelfstandig mogelijk een plek op de arbeidsmarkt te verwerven en daarmee in een eigen inkomen te voorzien. Het programma O&O gaat uit van talentontwikkeling en richt zich op alle inwoners van Enschede. Uitgangspunten hierbij zijn: focus op talentontwikkeling en kansen (i.p.v. problemen en risico’s); versterken van eigen kracht van burgers (jongeren, volwassenen en (mede)opvoeders); in samenwerking en verbinding met anderen (i.p.v. versnippering); het doel is leidend, niet de activiteiten of belangen van organisaties (ieder verantwoordelijk voor zijn eigen deel en samen voor het eindresultaat); nadruk op preventie (voorkomen dat (meer en zwaardere) ondersteuning nodig is).
- 44.127 jeugdigen van 0 t/m 22 jaar - 1487 peuters (43% van totaal) gaan naar Peuterspeelzaal, hiervan doen er 671 mee aan VVE-trajecten - 893 kinderen in totaal nemen deel aan de voorschoolse VVE-programma’s - 160 leerlingen nemen deel aan de schakelklassen e - 42% in 3 leerjaar zit op havo/vwoniveau - 1.094 leerlingen maken gebruik van leerlingenvervoer - JGZ-bereik 1-jarigen is 100% - In het eerste half jaar van 2011 48.532 bezoekers (waarvan 9.709 uit Enschede) op www.loes.nl - 80% van de 16-79 jarigen doet aan sport en bij de 6-15 jarigen 93% - 28,2 % van de Enschedese bevolking heeft een niet-Nederlandse etniciteit Doelstelling CO2-reductie O&O: 8.039 ton/jaar in 2020: Gerealiseerd 2010: 6% Gepland: 35%
De rol van het programma O&O bij de uitvoering van dit beleid voor talentontwikkeling is die van regisseur. Inzet is om meer gebruik te maken van de natuurlijke vindplaatsen van burgers: thuis, in het onderwijs en bij verenigingen e.d. Sturen op de overgangen van thuis naar school, van school naar school (bv. van PO naar VO) en van school naar werk staat daarbij voorop. Die overgangen zijn namelijk de kritische succesfactoren bij het opgroeien naar zelfredzame burgers. Daartoe gaat de gemeente in gesprek met de partners over ieders bijdrage aan het eindresultaat en kunnen partners elkaar aanspreken op elkaars handelen als de overgang niet soepel verloopt. De regie en sturing moet leiden tot meer samenhang tussen de diverse speelvelden waarop het programma O&O actief is (opvang 0-4 jarigen, opvoedingsondersteuning, onderwijs, jeugdbeleid, gezondheid en sport), tussen de diverse programma’s van de gemeente (met name samenhang met WZW en E&W) en tussen partners in de diverse speelvelden. Vanuit deze visie is het belangrijk dat jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat elke jongere met minimaal een startkwalificatie van school komt, omdat de huidige samenleving eisen stelt aan het opleidingsniveau. Dat er een mogelijkheid is om bij het opgroeien en het opvoeden advies te kunnen vragen, waardoor problemen zelf en in een vroeg stadium worden opgelost en dus een hulpvraag danwel zorg wordt voorkomen. En dat een gezonde leefstijl (rookgedrag, beweegpatroon, voedingspatroon en alcoholgebruik) invloed heeft op het zelfstandig kunnen functioneren (minder ziek, arbeidsproductiever, betere schoolprestaties enz.). Van alle Enschedeërs redt zo’n 85% zich prima, onder andere door gebruik te maken van de basisvoorzieningen in de stad. Zo’n 10% kan zich redden met een lichte ondersteuning en de overige 5% heeft zorg nodig. Streven van het programma is zoveel mogelijk mensen in de eerste (dus zelfredzame) groep te hebben, te houden en te brengen. Investeren in preventie zal leiden tot een vermindering van de zorgkosten. En dat is wenselijk, want nu gaat 80% van het landelijke jeugdbudget naar de zorg (dus een kleine groep jeugd) en maar 20% naar de grote groep.
Pagina 39 van 208
Doelstellingen Doelstelling 1: Doelstelling 2: Doelstelling 3:
Verhogen van het onderwijs- en opleidingsniveau van de beroepsbevolking Versterken van de zelfredzaamheid van jongeren en ouders bij de opvoeding Bevorderen van een gezonde leefstijl
Indicatoren Indicatoren 4. De verdeling van leerlingen dat slaagt voor het eindexamen voortgezet onderwijs, uitgesplitst per niveau (VMBO – HAVO – VWO) en in vergelijking met landelijk gemiddelde 5. Aantal zorgaanspraken per inwoner onder de 18 jaar bij Bureau Jeugdzorg
6. Percentage bewoners (jeugd tot 21 jaar en groep 21 jaar en ouder) met overgewicht en ernstig overgewicht in vergelijking met het landelijk gemiddelde 7. Percentage jeugd van 6 t/m 11 jaar dat sport beoefent
Score 2010 E VMBO: 59,9% E HAVO: 24,1% E VWO: 15,9% L VMBO: 56,3% L HAVO: 25,0% L VWO: 18,7%
Streven 2011
Streven 2012
Streven 2015
E VMBO: 59,9% E HAVO: 24,1% E VWO: 15,9%
E VMBO: 59,5% E HAVO: 24,3% E VWO: 16,2%
E VMBO: 58.0% E HAVO: 25,0% E VWO: 17,0%
1439 zorgaanspraken verdeeld over 841 jeugdigen
1439 zorgaanspraken verdeeld over 841 jeugdigen
1367 over 799 jeugdigen (5% minder dan 2010)
< 21 jaar: 20% > 21 jaar: 47%
< 21 jaar: 20% > 21 jaar: 47%
1425 zorgaanspraken verdeeld over 833 jeugdigen (1% minder dan 2010) < 21 jaar: 19,5% > 21 jaar: 46,5%
93%
90%
90%
90%
< 21 jaar: 18% > 21 jaar: 45%
* bij indicator 6: de meting geschiedt via ‘Stadspanel’ en vindt in het najaar plaats. E= Enschede ; L= Landelijk
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coaltieakkoord of het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt en welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
Doelstelling: Verhogen van het onderwijs- en opleidingsniveau van de beroepsbevolking Voorschoolse Opzet maatschappelijke opgave onderwijs, waarin we Kind- en Peuteropvang voorzieningen, vanuit de opgaven in de stad de relatie tussen de Onderwijsopbrengsten onderwijs en gemeente en de onderwijspartners centraal stellen. talentontwikkeling, Kindcentra: in 2012 wordt gestart met de kindcentra Kind- en Peuteropvang aansluiting arbeidsmarkt 0-13 jaar, een samenwerkingsconcept tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs waarbinnen voor alle ouders en alle kinderen een ononderbroken voorziening van opvang, vorming/ontwikkeling en primair onderwijs wordt
Pagina 40 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
gecreëerd. VVE: verdere kwaliteitsverbetering van de voor- en Onderwijsopbrengsten vroegschoolse educatie (VVE), waaronder intensivering taalontwikkeling. Passend onderwijs: in 2012 wordt vanuit een samenwerkingsrol met het onderwijs een adequate basisstructuur voor passend onderwijs in Enschede neergezet. Opbrengstgericht werken: ondersteunen van scholen Jeugd & Jongeren bij het versterken van reken- en taalonderwijs. LEA: samenstellen van een dynamische agenda, waarbij elk halfjaar de thema’s worden geactualiseerd. RMC: bevorderen dat jongeren een startkwalificatie behalen via terugleiden naar school of plaatsing op een leer-werktraject. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: uitvoeren van het visiedocument “Versterken concurrentiepositie bevolking” (deze komt gereed in 2011). Doelstelling: Versterken van de zelfredzaamheid van jongeren en ouders bij de opvoeding Jeugd & Jongeren Investeren in jeugd: Positief jeugdbeleid: ontwikkelen van een visie op opvoedondersteuning, preventief beleid t.a.v. het opvoeden en opgroeien preventief jeugdbeleid, van jeugd. opgroeien in een veilige CJG/transitie jeugdzorg: De decentralisatie van de omgeving jeugdzorg betekent dat een nieuw inhoudelijk fundament moet worden gebouwd, waarbij de jeugdzorgstructuur simpeler en effectiever moet gaan plaatsvinden. Vanuit deze nieuwe gemeentelijke inhoudelijke en financiële opgaven voor de jeugdzorg en het daarbij behorend transitieproces, wordt in 2012 het huidige CJG en de daarbij behorende inzet en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) opnieuw gepositioneerd. Project talentontwikkeling risicojongeren: laatste jaar van uitvoering van dit project gericht op het versterken van het preventiebeleid jongeren via een sluitende aanpak van begeleiding, scholing en participatie voor risicojongeren. Tevens implementatie van de succesvolle elementen in de reguliere uitvoering. Doelstelling: Bevorderen van een gezonde leefstijl Sportdeelname, gezond Vitale sportvereniging: uitvoeren van het actieplan Sport en duurzaam leven, “Vitale sportverenigingen: sport als vliegwiel in de respect voor elkaar, samenleving” (incl. Mio vitale sportvereniging). vitale sportverenigingen Gezondheidsbeleid: in 2012 wordt de Gezondheidszorg gezondheidsnota geactualiseerd (regionaal en lokaal) en worden met partners interventies gepleegd t.a.v. gezondheid en leefstijlbeïnvloeding.
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden van het programma O&O en geeft per doelstelling aan welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota’s.
Pagina 41 van 208
Reguliere werk
Uitwerking begrotingsjaar
Doelstelling: Verhogen van het onderwijs- en opleidingsniveau van de beroepsbevolking Kind- en Peuteropvang Kinderopvang/peuterspeelzaalwerk: uitvoeren van de wet Kinderopvang (incl. veranderingen in de toezichthoudersfunctie) en de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) Met ingang van 2012 wordt voor Sociaal Medische Indicatie (SMI) de nieuwe werkwijze uitgevoerd. Onderwijsopbrengsten Leerplicht/RMC: Uitvoeren van de Leerplichtwet en RMC-wet (voortijdig schoolverlaten). Aansluiting school-werk: VO- en MBO-scholen stimuleren en faciliteren bij loopbaanbegeleiding. Onderwijskwaliteit: monitoren van de voortgang in het PO en het VO en faciliteren van scholen via Expertis. OTV: laatste schooljaar (2012-2013) van uitvoering van het project Onderwijstijdverlenging. Onderwijsvoorzien-ingen Leerlingenvervoer: uitvoeren van de wetten bij PO en VO i.v.m. het vervoer van leerlingen. In 2012 vindt een nieuwe Europese aanbesteding van het leerlingenvervoer plaats. Onderwijshuisvesting: uitvoeren van het integrale onderwijshuisvestingsplan 2011-2015, met aandacht voor duurzaamheid. Doelstelling: Versterken van de zelfredzaamheid van jongeren en ouders bij de opvoeding Jeugd en Jongeren Basis, brede scholen: voortzetting brede schoolbeleid als middel voor talentontwikkeling (leidraad: visiedocument 2010-2015 De brede school Enschede). Loes-loket: het loket verbindt zich in 2012 nog meer met vraag en aanbod in de wijken (brede scholen en Alifa). Opgroeiondersteuning: implementeren van een aanbod voor jongeren. Zorgstructuur jeugd: aansturen van zorg(advies)teams en verbeteren van de aansluiting bij het regulier aanbod voor jeugd. Jeugd & veiligheid: afstemming met Veiligheidshuis en zorgstructuren, gericht op het beperken van overlast en het ontstaan van criminele carrières. Jongerenwerk: de afspraken over het jongerenwerk Alifa staan in het BGF 2012. Speelvoorzieningen: naast de subsidiëring van de SES worden de organisatie van de Jeugdviva en de Nationale Straatspeeldag ondersteund. Doelstelling: Bevorderen van een gezonde leefstijl Maatschappelijke educatie Diversiteit: uitvoeren van de nota Integratie en burgerschap; koplopergemeente LHBT-beleid (seksuele geaardheid) en emancipatie. Vrijwilligerswerk: subsidiëren van de VUE en enkele natuurorganisaties. Natuureducatie: verzorgen van een natuur- & milieueducatief aanbod voor scholen, bso en burgers en beheren van het Ledeboerpark. Kinderboerderij: er wordt een nieuwe visie ontwikkeld op de drie kinderboerderijen in Enschede. Beheren van 1 kinderboerderij en subsidiëren van de andere 2 kinderboerderijen. Sport Sport: uitvoering van de sportnota 2008-2015 “Enschede beweegt!”. In 2012 opteert Enschede voor het zijn van gaststad voor de opening van de Nationale Sportweek. Zwemonderwijs: bieden van mogelijkheid tot natte gymles aan leerlingen van de groepen 6 van het PO. Sportactivering: inzet van sportconsulenten t.b.v. het verleiden tot sportief bewegen. Sportvoorzieningen Recreatievoorzieningen: 2e fase van de renovatie zwembad Het Slagman (met aandacht voor duurzaamheid) en subsidiëren van de NV Enschedese Zwembaden. Binnen- en buitensportvoorzieningen: beheer en exploitatie van gemeentelijke sportparken, sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen, met aandacht voor
Pagina 42 van 208
Reguliere werk
Gezondheidszorg
Motie openstelling van de buurthuizen / wijkaccommodaties
Motie onderzoeken mogelijkheden beperken tekort zwemwater
Uitwerking begrotingsjaar duurzaamheid. Wijkaccommodaties (EMV): uitvoering van de 2e fase van het maatregelenpakket om de exploitatie van de wijkaccommodaties kostenneutraal te hebben in 2014. Jeugdgezondheidszorg: uitvoering van de Wet Publieke gezondheid (PG) t.a.v. jeugd en invoering van de triagemethode bij de schoolarts. Preventie gezondheid: uitvoeren van de Wet Publieke gezondheid (PG) deelname aan het landelijke project JOGG (jongeren op gezond gewicht) en de pilot Impuls beweegkuur van de NISB en uitvoering van het convenant met Menzis. Er is afstand gedaan van de motie zoals ingediend met betrekking tot de weekend-openstelling van de wijkcentra. Een verdere openstelling zou zorgen voor een extra kostenverhoging bovenop het reeds bestaande exploitatietekort. Gekozen is om middels het maatregelenpakket EMV te sturen op een budgetneutraal exploitatieresultaat. Hoofdlijnen uit het maatregelpakket: Door het gebruik van de wijkcentra meer te clusteren, dat wil zeggen het streven naar een minder verspreid gebruik gedurende de dag, zou een beperking van de openingstijden mogelijk zijn. Het verschuiven van het avondgebruik naar het gebruik overdag kan een besparing opleveren door minder inzet van vrijwilligers. Andersom is een verschuiving naar de avonduren minder interessant omdat in het kader van aansprakelijkheid en veiligheid er dan meerdere DCW-ers ingezet moeten worden als gediplomeerd beheerder. Door hun onregelmatigheidstoeslag betekent dit een kostenstijging van hun inzet. De nadruk ligt op het efficiënter exploiteren en beheren van de huidige accommodaties. Gevolg hiervan zal zijn dat het niveau van dienstverlening en de bereikbaarheid (openstelling) van de wijkcentra meer marktconform gestuurd zullen worden. Minder gebruik, betekent minder openstelling en zoeken naar andere dan maatschappelijke gebruikers. Het maatregelpakket zoals nu aangezet (kadernota) zal verder doorgevoerd worden. Minder beheer, meer sturen op structurele huurders, afschaffing niet renderende kantines, meer inzet van vrijwilligers in daluren, meer gebruik van andere beheervormen (sleutelbeheer), begrenzing van de open inloop en aanpassing van de openings– en sluitingstijden, zijn voorbeelden die leiden tot kostenbesparing in onderhoud en beheer. In de motie werd gevraagd de mogelijkheid te onderzoeken of er door plaatsing van een blaashal over het buitenbad, gedurende de periode 1 september – 1 mei, meer badwater gecreëerd kan worden. Samen met de NV Enschedese Zwembaden (NVEZ) is onderzocht in welke mate er een tekort is aan zwemwater in hun accommodatie(s) voor de verenigingen. De NVEZ geeft aan dat er geen tekort aan zwemwater is. Op de vrijdagavond is er zelfs nog ruimte voor verenigingen om gebruik te maken van zwemwater. Natuurlijk is er op piektijden nog wel eens een tekort maar over het algemeen kan dit tekort goed worden opgevangen. Op basis hiervan lijkt het plaatsen van een blaashal niet noodzakelijk. Naast het feit dat de vraag opportuun lijkt te zijn, brengt het plaatsen van een blaashal hoge investeringskosten met zich mee.
Duurzaamheid Doelstelling programma Opgroeien en Ontwikkelen Thema
Doel CO2Uitgangspunten en aannames reductie (ton)
Pagina 43 van 208
Doelstelling programma Opgroeien en Ontwikkelen Thema
Doel CO2Uitgangspunten en aannames reductie (ton)
Thema 1b: Scholen
4.394
Doelstelling is klimaatneutraal voor alle basisscholen in 2020 en 30% energiebesparing bij overige onderwijsgebouwen
Thema 3: Eigen Organisatie
3.645
Doelstelling is een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015. De sportgebouwen zijn toegerekend aan programma Opgroeien en Ontwikkelen
Totaal programma Opgroeien en Ontwikkelen
8.039
Binnen het programma Opgroeien & Ontwikkelen is op het gebied van duurzaamheid al jarenlang geïnvesteerd. Bij sportaccommodaties zijn reeds diverse maatregelen genomen: isolatie, energiezuinige armaturen, aan gebruik gekoppelde sturing van verlichting en temperatuurregeling, clustering van gebruik, reductie bemesting enzovoorts. Bij nieuwe aanleg of grootschalige renovatie maakt duurzaamheid onderdeel uit van het programma van eisen, zodat hiermee in het ontwerp en het realisatieproces reeds rekening wordt gehouden. Bij wijkcentra, die sinds 2010 ook tot het programma behoren, wordt dit beleid ook toegepast. Ook bij onderwijshuisvesting is en wordt veel geïnvesteerd in duurzaamheid en energiebeheer, maar er is een forse investering nodig om alle schoolgebouwen in Enschede energiezuiniger te maken. Momenteel wordt bekeken welke financiële constructie (met deelname van meerdere investeerders en terugstorting van de energiebesparingen door schoolbesturen) kan helpen om de komende jaren de gewenste duurzaamheidsslag te maken. De komende jaren zullen de effecten van deze maatregelen in kaart worden gebracht en de basis vormen voor een nader uitvoeringsprogramma om te borgen dat de doelstellingen gehaald kunnen worden.
Wat mag het kosten?
Lasten Gezondheidszorg Jeugd en Jongeren Kind en peuter opvang Maatschappelijke educatie Onderwijsopbrengsten Onderwijsvoorzieningen Sport Sportvoorzieningen Totaal Lasten Baten Gezondheidszorg Jeugd en Jongeren Kind en peuter opvang Maatschappelijke educatie Onderwijsopbrengsten Onderwijsvoorzieningen Sport Sportvoorzieningen Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
7.642.348 8.710.160 5.932.246 2.729.493 7.274.707 22.474.282 2.655.442 9.979.973 67.398.651
4.173.757 5.057.775 6.231.855 2.306.299 6.542.319 21.943.083 2.595.763 10.391.019 59.241.870
4.089.090 4.466.145 6.043.402 2.256.068 6.541.173 22.098.877 2.342.650 10.200.447 58.037.852
4.089.094 4.387.123 6.043.411 2.256.026 6.541.203 21.107.484 2.342.363 10.029.556 56.796.260
4.089.094 3.797.077 6.043.411 2.255.978 2.484.460 20.776.151 2.342.062 9.886.566 51.674.799
-3.525.203 -3.510.470 -2.277.875 -477.059 -5.231.852 -871.537 -183.000 -3.357.707 -19.434.703 47.963.948 114.081 -2.089.902
-138.878 -318.770 -2.277.875 -75.242 -5.161.642 -846.537 -183.000 -3.357.707 -12.359.651 46.882.219 1.014.093 -4.614.602
-54.378 0 -2.277.875 -75.242 -5.161.642 -846.537 -183.000 -3.357.707 -11.956.381 46.081.471 1.393.645 -1.319.617
-54.378 0 -2.277.875 -75.242 -5.161.642 -846.537 -183.000 -3.357.707 -11.956.381 44.839.879 751.268 -1.271.989
-54.378 0 -2.277.875 -75.242 -1.104.899 -846.537 -183.000 -3.357.707 -7.899.638 43.775.161 1.150.544 -1.224.335
Pagina 44 van 208
Resultaat na bestemming
Begroting 2011 45.988.127
Begroting 2012 43.281.710
Raming 2013 46.155.499
Raming 2014 44.319.158
Raming 2015 43.701.370
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Toelichting: De verschillen tussen de jaren van deze programmabegroting worden per product toegelicht. Hierin worden zowel de mutaties in de lasten, de baten als de reserves toegelicht. Gezondheidszorg De lagere lasten en lagere baten van 3,4 miljoen euro vanaf 2012 worden veroorzaakt doordat de specifieke uitkering voor Jeugd en Gezin met ingang van 2012 naar het gemeentefonds is overgeheveld. De hoogte van het bedrag is in de septembercirculaire bekend gemaakt. Dit is nog niet in de meerjarenbegroting verwerkt. De verlaging van de lasten en baten vanaf 2013 worden veroorzaakt doordat de inzet van tijdelijk personeel wordt stopgezet. Jeugd en Jongeren De daling van de lasten en baten met 3,7 miljoen euro in 2012 wordt met name veroorzaakt door het vervallen van de provinciale IMG-middelen (Investeren Met Gemeenten). In de kadernota 2012 is besloten om de incidentele middelen van 3,5 miljoen euro voor cofinanciering van de provinciale middelen via de reserve in 2012 vrij te laten vallen. Vanaf 2013 wordt de daling van de lasten en de baten voor 0,3 miljoen euro veroorzaakt door de beëindiging van de verlengde periode van de Strategische Opgaven voor actieve scholen in de Buurt en het provinciale project preventieve aanpak probleemgezinnen. Daarnaast vallen 0,1 miljoen euro aan lasten en onttrekking aan de reserve voor het plan Bedrijf en Onderwijs bij de Scholingboulevard weg. Ook vervallen de voormalige GSB middelen voor opvoedondersteuning van 0,1 miljoen euro. Vanaf 2013 wordt vanuit jongerenwerk 0,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de vastgestelde motie ‘Veiligstellen Wijkbudgetten’ bij de Kadernota 2012. Vanaf 2015 is 0,6 miljoen euro minder beschikbaar vanuit de voormalige GSB-middelen. Kind en Peuter Opvang De stijging van 0,3 miljoen euro in 2012 wordt veroorzaakt door de toegekende middelen in de Kadernota 2012 voor kinderopvang SMI (Sociaal Medische Indicatie) en toezicht kwaliteit gastouderschap. De daling van de lasten in 2013 wordt veroorzaakt door het incidentele karakter van de toegekende middelen in de Kadernota 2012 voor toezicht kwaliteit gastouderschap. Maatschappelijke Educatie De daling van de lasten en de baten van 0,4 miljoen euro worden veroorzaakt doordat de incidentele interne doorberekeningen vanaf 2012 niet meer zijn begroot. Onderwijsopbrengsten De daling van de lasten en de onttrekking aan de reserve van 0,7 miljoen euro vanaf 2012 wordt veroorzaakt door de afloop van de Strategische Opgave voor het onderdeel bij VVE taalbeheersing. De doeluitkering Onderwijsachterstandenbeleid van 4,0 miljoen euro is voor de periode 2011-2014 toegekend. Vanaf 2015 zijn deze middelen niet in de begroting opgenomen. Onderwijsvoorzieningen De ten opzichte van 2012 hogere lasten in 2011 hebben betrekking op incidentele kosten. Deze zijn in 2011 onttrokken aan daarvoor beschikbare reserves. Vanaf 2012 worden zowel de lasten als de reserves beïnvloed door de actualisering van de prognoses kapitaallasten.
Pagina 45 van 208
Vanaf 2014 is 1,6 miljoen euro voor dekking van de kapitaallasten van de Scholingsboulevard niet meer beschikbaar. Vanaf 2014 moeten deze gedekt worden uit de beschikbare reserves. Daarnaast loopt de contractperiode voor leerlingenvervoer af. Hierdoor zijn de extra beschikbaar gestelde middelen van 0,35 miljoen euro vanaf 2014 niet meer begroot. Sport Vanaf 2013 worden de subsidies voor sportverenigingen met 0,2 miljoen euro verlaagd. Sportvoorzieningen Vanaf 2012 worden zowel de lasten als de reserves beïnvloed door de actualisering van de prognoses kapitaallasten.
Pagina 46 van 208
3.3 Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Wat mag het kosten? (lasten/ baten*€ 1.000 euro)
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan.
Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam.
Stadsdeelgewijs werken •Versterken van de fysieke en sociale structuur, én van de veiligheid door wijkbudgetten ter beschikking te stellen die op wijkniveau kunnen worden ingezet •Zorgdragen voor samenhang tussen de activiteiten van alle betrokkenen in de stadsdelen •Stimuleren van burgerparticipatie en activering van burgers
Lasten: 5.319 Baten: 98
Welzijn Faciliteren van welzijnswerk en speeltuinwerk door middel van subsidiëring van instellingen
Lasten: 5.811 Baten: 9
Maatschappelijke ondersteuning •Versterken mantelzorg/vrijwilligers in de zorg •Pakketmaatregelen •Maatschappelijke ondersteuning breed/kwetsbare groepen
Lasten: 2.520 Baten: 0
Frontlijnsturing •Regie voeren op intensieve ondersteuning •Wijkzorgteams
Lasten: 4.431 Baten: 160
Individuele voorzieningen Activiteiten/ faciliteiten ter versterking van de sociale infrastructuur
Lasten: 35.885 Baten: 2.244
Opvang en zorg kwetsbare burgers •Faciliteren maatschappelijke opvang door middel van subsidiëring c.q. middelen ter beschikking stellen •Faciliteren vrouwenopvang ter preventie van huiselijk geweld
Lasten: 12.019 Baten: 545
Pagina 47 van 208
Portefeuillehouder: Ed Wallinga Programmadirecteur: Hans Weggemans Staat van het Programma WZW
Wat willen we bereiken? Inleiding Het programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn bestaat uit de beleidsvelden stadsdeelgewijs werken, maatschappelijke ondersteuning, individuele voorzieningen, zorg en opvang kwetsbare burgers. Belangrijk onderdeel van het programma is uitvoering geven aan de prestatievelden uit de Wmo. Hoofddoel: Burgers meer aan zet in hun eigen leefomgeving
Aanvragen Zorgloket: 7.300 Klantcontacten Zorgloket 34.000 Verstrekking individuele voorzieningen 12.996 Bezoekers inloopvoorzieningen maatschappelijk opvang: 100 per dag Ondersteunde mantelzorgers 988 Klanten SMD (kortdurende trajecten) 1269 Incidenten huiselijk geweld 1382 Dak- en thuislozen 312 Thuisloze jongeren 140 Zwerfjongeren 108 Trajecten nazorg detentie 478 Vrouwen in de opvang 524 Trajecten ondersteunende begeleiding - ontredderde gezinnen 70 Vrijwilligers bij • speeltuinen 1000 • dierenopvangcentrum 120 • Alifa (wijkwelzijn) 947 • Steunpunt informele zorg 111 BIA + /Bewonersinitiatieven totaal 873 Doelstelling CO2-reductie Wijkontwikkeling, zorg en welzijn: 759 ton/jaar in 2020 • Gerealiseerd 2010: 0% • Gepland: nog nader te bepalen
Al langere tijd is duidelijk dat de huidige taakinvulling van de overheid niet langer houdbaar is. De afgelopen decennia heeft de overheid steeds meer taken op zich genomen en daarmee bij de burger de indruk gewekt dat de overheid ook verantwoordelijk is voor de oplossing van de problemen. De burger is vervolgens claimgedrag gaan vertonen en gaat niet vanzelfsprekend uit van de eigen verantwoordelijkheid. De herijking van deze rolverdeling is enige tijd geleden al ingezet en de recessie maakt een heroriëntatie op de rol van de overheid nog meer noodzakelijk. We kunnen en willen daarbij niet terug naar de jaren '50, maar we willen wel vooruit naar een socialere samenleving, waarbij mensen meer naar elkaar omkijken en minder afhankelijk worden van de overheid. Doel is een goede balans te realiseren tussen enerzijds de verantwoordelijke, zelfredzame burger en anderzijds de overheid die zorgt voor een sociaal vangnet voor diegenen die het echt niet zelfstandig redden.
De gedachte achter onze beleidsvoornemens is dan ook dat we door het veranderen van het aanbod de vraag kunnen beïnvloeden. Dat betekent dat we er van uitgaan dat wanneer de verantwoordelijkheid voor de eigen woonomgeving meer in handen komt van burgers en maatschappelijke partners (aanpassen van het aanbod), dat leidt tot een socialere samenleving, met minder claimgedrag (verandering van de vraag). Daarbij is wel van belang dat het bij die verantwoordelijkheid moet gaan om de eigen omgeving, die men kan overzien en waar men invloed op kan hebben. Daarom leggen we extra accent op de wijkgerichte aanpak en benadering en de presentietheorie: diensten indiceren en leveren in de nabijheid van de mensen, met een duidelijk gezicht vanuit de ondersteuningsstructuur. We gaan uit van de veronderstelling dat investeren in preventie het beroep op zwaardere zorg zal verminderen. Preventie wordt daarmee breed gedefinieerd: onderwijs, leefomgeving, veilgheid, etc. Doelstellingen Doelstelling A:
Leefomgeving/wijkontwikkeling: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan.
Doelstelling B:
Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam.
Pagina 48 van 208
Indicatoren Indicatoren 8. Rapportcijfer voor de tevredenheid van burgers over hun leefomgeving (sociale kwaliteit) 9. Percentage inwoners dat zich veilig voelt in de eigen buurt. 10. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van (een) individuele wmovoorziening(en). 11a. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. 11b. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het meedoen aan de samenleving. Dit zijn cijfers uit tvo 2009 en 2010
Score 2010
Streven 2011
Streven 2012
Streven 2015
5,9
6,6
6,7
6,8
85% (2008)
85%
85%
85%
88%
89%
89%
90%
77%
72%
77%
70%
66%
70%
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel komen uit de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord of het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt en welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan. Bevorderen In juni 2011 heeft de eerste aftrap plaatsgevonden voor burgerparticipatie door wijk- en dorpsraden en bewonersorganisaties. Na de wijkbudgetten (en zomer wordt de slag naar de wijken gemaakt. stadsdeelbegroting) Samenwerkingspartners sluiten aan er komt een webportal, waarin bewoners elkaar kunnen enthousiasmeren en informeren. Er is tevens een mogelijkheid tot stemmen op ideeën. In december 2011 worden de bestedingsplannen naar de stadsdeelcommissies gezonden. In 2012 volgt de tweede ronde bestedingsplannen en komt er een evaluatie en besluit over het vervolg. Doorontwikkeling Vanuit programma’s steeds verdergaande bewegingen stadsdeelgewijs werken richting het wijk- of stadseelgewijs organiseren van inhoudelijke opgaven. Koppeling tussen stadsdeelmanager en programmadirecteur om deze inhoudelijke opgaven vorm te geven. Versterking regierol SDM en bevordering mentale kanteling door te leren aan de hand van casuïstiek. Met ingang van 2012 wijziging opzet jaarplannen SDM, door veel betere afstemming met jaarplannen van programma’s.
Betrokken producten
Stadsdeelgewijs werken
Stadsdeelgewijs werken en diverse producten uit andere programma’s
Functionele aansturing van Stadsdeelmanagement m.b.t. Stadsdeelbeheer, voor wat betreft de participatie in de stadsdelen.
Pagina 49 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Actieve en leefbare wijken
MIO’s: Vitale sportvereniging Rigtersbleek en Werkloosheidsvrije wijk Pathmos/Stevenfenne.
Betrokken producten Diverse producten uit andere programma’s
Via parapluconcept van ‘Jij maakt de buurt’ inzet om bewoners zelf (nog) meer aan zet te krijgen. O.a. via de wijkbeheerplannen en wijkbudgetten krijgt dit ook concreet vorm. In verschillende stadsdelen zijn combinatiefunctionarissen werkzaam, die op het snijvlak van sport en onderwijs zorgen voor actieve en leefbare wijken. Tevens de pilot ‘verenigingsmanager jeugd’, die vanaf september 2011 start. Voortzetting reguliere taken Stadsdeelmanagement. Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam. Woon-zorg diensten Terugdringen In de maatschappelijke investeringsopgave professionele zorg (zorg Woonzorgdiensten is gekozen om een deel van de op maat, betaalbaar en Huishoudelijke Hulpdiensten (HH1), schoonmaken te bereikbaar) vervangen door woonzorgdiensten, hetgeen een besparing oplevert. De komende maanden gaan we verder met de uitwerking door: * het huidige aanbod van diensten beter in beeld te brengen en aan te laten sluiten bij de werkprocessen in het zorgloket. * na te gaan op welke wijze de diensten kunnen worden uitgebreid, zowel territoriaal als inhoudelijk.
Indviduele voorzieningen Informele zorg Wijkwelzijn Pakketmaatregelen Maatschappelijke ondersteuning Opvang en zorg kwetsbare groepen
Het stimuleren van woonzorgdiensten hangt nauw samen met de visie op de toekomst van de HH. Die discussie loopt momenteel binnen en buiten de gemeente. Het is de bedoeling dat de zorgaanbieders, als partner van de gemeente, de regie nemen. Vervoer Bij de werkgelegenheidseffecten levert de maatschappelijke investeringsopgave onvoldoende op. Maar wij denken wel degelijk de kosten te kunnen reduceren en de kwaliteit minimaal te handhaven. De winst zit in het beter benutten van het materieel in samenhang met roosteren en plannen op basis van vervoersstromen. Daarom gaan we uitgewerkte percelen maken naar soorten vervoer, aantallen en geografische verdeling, op basis waarvan verschillende vervoerders, zorgaanbieders en andere geïnteresseerden een aanbod kunnen doen. Transitie jeugdzorg Alle jeugdzorgtaken worden van Rijk en Provincie in de periode van 2013 – 2016 gefaseerd overgeheveld naar de gemeente. Het betreft provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugd-geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en jeugd-licht verstandelijk gehandicapten hulp (jeugd-lvb). Met de verantwoordelijkheid krijgt de
Pagina 50 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
gemeente ook te maken met een bezuinigingsmaatregel van 10% op de omvang van de jeugdzorg ad 30 miloen euro. De gemeente is inmiddels met de voorbereiding hierop gestart. De partners Provincie Overijssel en Menzis Zorgverzekering nemen actief deel in de projectorganisatie. Enschede ziet dit als kans doordat dit aansluit bij de visie over integrale maatschappelijke ondersteuning met de wijkcoaches als voorbeeld hiervan. Daarnaast wordt ook al ingezet op versterking van preventieve aanpak en risicogezinnen, door o.m. Centrum Jeugd en Gezin (CJG). De activiteiten voor de komende tijd richten zich vooral op het ontwerp voor de te vormen jeugdzorgstructuur. Daarbij worden de domeinen onderwijs, zorg, veiligheid en werk/participatie nauw betrokken. Het CJG en het Veiligheidshuis zijn al belangrijke pijlers in dit ontwerp. Door het uitwerken van concrete casuïstiek wordt duidelijk welke ontwerpelementen van belang zijn; op welke wijze kunnen jeugdigen en hun opvoeders in de nieuwe situatie de juiste ondersteuning ontvangen. De uitvoerders werken veelal bovenlokaal. Daarom is besloten om de transitie ook in regionaal verband op te pakken. Er is een bestuurlijke en ambtelijke samenwerking ingericht :‘Transitie Jeugdzorg Twente’. Instellingen ontvangen voor jeugdigen een gecoördineerde vraag door het uitvragen van gegevens over vormen van zorg en aantallen. In 2012 wordt besloten tot een inrichtingsontwerp aangezien de AWBZ functie “begeleiding” als eerste overgedragen wordt.
Integrale maatschappelijke ondersteuning (zorg op maat, betaalbaar en bereikbaar)
Meedoen naar vermogen Visieontwikkeling op de samenhang tussen dagbesteding en werkbegeleiding vanuit de functie begeleiding AWBZ en begeleid en beschut werken vanuit SW. Functie Begeleiding De gemeente bereidt zich voor op de decentralisatie van de volledige functie begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo. Na de overheveling van de hulp bij het huishouden in 2007 en de pakketmaatregelen in 2009, wordt de gemeente vanaf 1 januari 2014 ook verantwoordelijk voor de begeleiding van mensen met een matige of zware beperking. Het jaar 2013 is een overgangsjaar: vanaf 1 januari 2013 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de begeleiding van nieuwe of geherïndiceerde klanten.
Individuele voorzieningen Opvang en zorg kwetsbare groepen Frontlijnsturing Wijkzorgteams en wijkcoaches
De decentralisatie en overheveling van het budget (-5%) biedt de gemeente de mogelijkheid om ook voor mensen met een matige of zware beperking, op basis van maatwerk, algemene, collectieve of individuele voorzieningen in te zetten. Uitgangspunten daarbij zijn: begeleiding / ondersteuning zo dicht mogelijk bij de burger, gebruikmakend van -en waar nodig gericht op
Pagina 51 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
versterking en behoud van- eigen kracht, zelfredzaamheid en het sociale netwerk, georganiseerd op lokaal (wijk)niveau en verbonden met andere taken en voorzieningen. De gemeente bereidt zich voor op de decentralisatie door deze burgers beter te leren kennen en door de beschikbare en benodigde compensatiemogelijkheden voor deze burgers in beeld te brengen. Hiervoor is een traject in gang gezet in samenwerking met de 14 Twentse gemeenten. In 2012 moet dit leiden tot oordeelsvorming en besluitvorming over de wijze waarop begeleiding / ondersteuning voor deze (nieuwe) doelgroep in de gemeente / regio wordt vormgegeven. Eind 2012 is de organisatie van toeleiding, toegang, aanbod van ondersteuning / begeleiding, financiering, controle en toezicht geregeld, zodat per 1 januari 2013 (nieuwe) verzoeken tot begeleiding kunnen worden beoordeeld en indien nodig compensatie kan worden geboden. Frontlijnsturing Enschede heeft de regie om te komen tot wijkteams frontliners samen met acht instellingen en in afstemming met tal van partners. Met de MIO zijn de aannames uit een eerdere haalbaarheidsstudie naar de vorming van teams frontlijners, geconcretiseerd en gevalideerd. De MIO Frontlijnsturing toont aan dat een efficiencybesparing behaald kan worden van ongeveer 5% op de uitvoeringskosten, onder de huidige omstandigheden (taken, aantallen, bereik etc.). Daarnaast zal naar verwachting door deze manier van werken meer problematiek worden opgespoord (10%). Dit leidt tot een stijging van het maatschappelijk rendement. De omstandigheden zijn echter niet constant. Het Rijk en de Provincie voeren grote bezuinigingen door, met name in de geestelijke gezondheidszorg, de jeugdzorg en de maatschappelijke opvang. Deze bezuinigingen treffen de mensen met een psychische of andere handicap zwaar. De gemeente kan dit niet opvangen. Vooral door het vrijwel verdwijnen van de bemoeizorg door Tactus en Mediant zal de problematiek zichtbaar stijgen. De verwachting is dan ook dat de casuïstiek in de frontlijnsturing zal toenemen. Een efficiënte uitvoering is daarom van nog groter belang. Naast bovenstaande ontwikkeling neemt het takenpakket van de wijkteams toe door de transitie van de AWBZbegeleiding en de jeugdzorg in de komende jaren. Inmiddels hebben vijf partijen aangegeven volledig te gaan voor deelname aan de teams frontlijnsturing (RIBW, LIVIO, MEE, gemeente en SMD), Twee partijen (Tactus en Mediant) willen nauw samenwerken en twee partijen (BJZO, Jarabee) geven aan eerst helderheid te willen hebben over de financiering van de personele inzet (door de provincie). Ook onderdelen van de Enschedese
Pagina 52 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
arbeidsmarktaanpak kunnen in de frontlijnsturing worden ondergebracht.
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma. Het geeft per doelstelling aan welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota’s. De reguliere werkzaamheden van het product stadsdeelgewijs werken staan in algemene termen beschreven. De activiteiten en projecten die voortvloeien uit de doelstellingen, worden uitgewerkt in de jaarplannen van de verschillende stadsdelen. Hier staat op detailniveau wat er in de wijken gebeurt. Regulier werk Uitwerking begrotingsjaar Doelstelling: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan. Stadsdeelgewijs werken Stadsdeelteam, functionarissenoverleg Samenwerking met partners en instellingen in de wijk op verschillende niveaus. Overleg wijk- en dorpsraden stadsdeelniveau Afstemming wijk- en dorpsraden over stadsdeelspecifieke onderwerpen. Vertaling stedelijke kaders naar buurtniveau Arbeidsparticipatie Meehelpen met de uitvoering van “de werkgever op kop”. Door veelal samen met de stadsdeelwethouder bruggen te slaan richting ondernemers, in het bijzonder het MKB. Hier zijn in het stadsdeel Oost al hoopgevende ervaringen mee opgedaan, bijvoorbeeld met de Glanerbrugse Ondernemers en Schreurserve. Betrokkenheid bij Power-centra en werkloosheidsvrije wijk Pathmos en het Sociaal-economisch plan Wesselerbrink. Huisvesting kwetsbare groepen Rol in proces van vroegtijdig bespreken in de wijken. Coördinerende rol m.b.t. leefbaarheid en veiligheid. Burgerparticipatie Stimuleren van burgerkracht, gericht op zowel betrokkenheid bij de buurt, als stimuleren van initiatieven gericht op sociale binding of verfraaiing van de openbare ruimte. Stadsdeelcommissies Voortgang van open podium voor bewoners, inspraakmogelijkheden zo laagdrempelig mogelijk. Verdere gebruikmaking van sociale media. Vitale sportverenigingen Activeren van diverse doelgroepen, inzet op gezonde leefstijl. Netwerk van vrijwilligers, benutten kennis en kunde bewoners. Door inzet van verenigingsmanagers wordt er een flinke slag gemaakt. Opzetten en inbedding activiteiten op sport-, spel- en ontmoetingsplaatsen Ontwikkeling vitale sportverenigingen. Wijksportcentra uitbouwen tot ontmoetingsplaatsen. Samenwerking met programma O&O. Voorzieningenniveau wijk Bewaken dat voorzieningenniveau in wijk op peil blijft. Stimuleren van
Pagina 53 van 208
Regulier werk
Uitwerking begrotingsjaar wijkeconomie. Tevens stimuleren van cultuurparticipatie. Gebruik maken van kennis en kunde op cultuurgebied in de wijken.
Schone wijken/buurten Opruimacties in samenwerking met stadsdeelbeheer. Per stadsdeel cyclus bepalen met wijken om wijkschouwen te organiseren. Samenwerking met programma Leefomgeving. Verkeersveiligheid Agenderen en laten aanpakken van door bewoners ervaren knelpunten of onveilige situaties. Coördinatie en/of ondersteuning vanhet Convenant Veilig Uitgaan (stadsdeel Centrum/Binnenstad en Noord/Go Planet) Deelprojecten m.b.t. horecaverbod, Keurmerk Veilig Uitgaan, PUB-ploeg Binnenstad, taxibeleid. Tegengaan van overlast, criminaliteit Overleg met politie en andere partners. Structureel overleg met wijkagent voor sluimerende problematiek. Herstructurering Meedenken bij herstructureringsprojecten vanuit oogpunt van veiligheid en sociale infrastructuur en waarborgen van betrokkenheid burgers. Woonoverlast Op te starten methodiek ‘Buurtbemiddeling’ vanuit kracht in de wijken zelf. Inzet van vrijwilligers. Nauwe samenwerking met woningcorporaties. Jongerenproblematiek Structureel inzet jongerenwerk. Maatwerkprojecten als problematiek daar om vraagt. VB: integrale aanpak stadsdeel Zuid m.b.t. jongerengroepen.
Welzijnswerk/ wijkgericht werken Welzijn (kaderstelling wijkwelzijn)
Welzijnswerk in alle stadsdelen. Voor 2012 wordt afgestapt van BGF en worden er door de stadsdeelmanager met Alifa resultaatafspraken gemaakt op basis van Welzijn Nieuwe Stijl voor de periode 2012 -2014. Bij de nota ‘Kaderstelling Wijkwelzijn 2012-2014 en in deze programabegroting is rekening gehouden met beschikbare middelen voor Alifa als uitvoering van de bij de Kadernota 2012 aangenomen motie ‘Voldoende specialistische vluchtelingen- en migrantenondersteuning’. Dierenwelzijn Opvang van zwerfdieren Regionale samenwerking en schaalvergroting Welzijn ouderen, gehandicapten en kwetsbare groepen Ontwikkeling wijkdiensten met huiskamers van de buurt (ontmoetingsfunctie), consultatiefunctie (signalering) Heroriëntatie maaltijdvoorziening
Pagina 54 van 208
Regulier werk
Uitwerking begrotingsjaar Begeleiding en dagopvang Kader: Iedereen kan meedoen, Visie op ouderen en Kader Welzijn Speeltuinwerk Partner in wijkwelzijn
Pakketmaatregelen De compensatiemiddelen van het rijk voor pakketmaatregelen AWBZ en Maatschappelijke ontredderde gezinnen zijn samengevoegd tot een budget: pakketmaatregelen. ondersteuning (kader De beschikbare middelen voor 2012 worden op basis van vastgestelde Iedereen kan meedoen, uitgangspunten verdeeld. Nota informele Zorg,) Informele zorg In 2012 wordt duidelijker hoe de uitvoering van de functie begeleiding in Enschede vorm zal krijgen, en in hoeverre dit effect zal hebben op de (mate van) ondersteuning aan mantelzorgers. Eventuele aanpassingen van het beleid zullen in de loop van 2012 worden voorbereid. De ondersteuning van jonge mantelzorgers wordt een structureel onderdeel van de taken van het Steunpunt informele zorg in Enschede. In 2012 wordt opnieuw extra ingezet op één of meerdere van de nota Informele zorg genoemde doelgroepen en worden Mediant, Humanitas VOC-tandem en stichting Leendert Vriel ondersteund voor het bieden van ondersteuning aan zorgvrijwilligers Ondersteuning breed/kwetsbare groepen Conferentie over huiskamers van de buurt; werken aan meer huiskamers in Enschede. Doelstelling: Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam. Maatschappelijke dienstverlening Frontlijnsturing (kader Terug Algemeen maatschappelijk werk naar de eenvoud) Budgetbeheer/ Bewindvoering Intensief case management Wijkzorgteams Regie toevoegen aan multiproblematiek met ontbrekende of onvoldoende regie of toekomstperspectief, mede in het licht van frontlijnsturing (zie politiek speerpunt). Jeugdzorg Met ingang van 2010 is dit beleidsterrein aan de bevoegdheden van de gemeenten toegevoegd. Hiervoor is het belangrijk om als provincie, gemeente en Bureau Jeugdzorg afspraken te maken over de preventieve aanpak en ondersteuningstaken van de gemeente op het gebied van jeugdbeleid en aanpak risicogezinnen. De pilot wijkaanpak Jeugdzorg vormt hiervoor een aanzet. Toekomst HH Visieontwikkeling op inrichting Hulp bij het Huishouden in 2013 en verder. Individuele voorzieningen Visieontwikkeling op en opstellen van nieuwe samenwerkingsafspraken met de aanbieders van HH voor 2013 en verder. Evaluatie Wmo Expertgroep en visie op cliënt- en burgerparticipatie en adviesraden Toegang tot de zorg en indicatiestelling Ook in 2012 wordt de toegang tot de zorg op een gekantelde wijze uitgevoerd. D.w.z. dat gestart wordt vanuit de mogelijkheden van die betrokkenen zelf hebben. De indicatiestelling vindt in toenemende mate binnen het Zorgloket zelf plaats, waardoor overdracht naar een externe indicatiesteller nog minder voorkomt. Kaders voor onderstaande producten: Convenant Lokale Driehoek, Convenant Zorg en Veiligheid, Regionaal Kompas, Nota Van Opvang naar Wonen, Subsidieverordening opvang en begeleiding kwetsbare burgers, Plan
Pagina 55 van 208
Regulier werk Uitwerking begrotingsjaar van aanpak huiselijk geweld centrumgemeente Enschede Verslavingszorg Optimaliseren samenwerking tussen centrumgemeente en regiogemeenten Uitvoering subsidieverordening Opvang en begeleiding kwetsbare burgers Opvang dak- en thuislozen Opvang en zorg kwetsbare Moderniseren huidige, sterk verouderde opvangvoorzieningen burgers Vergroten woonmogelijkheden Creëren nieuwe vormen van wonen voor jong, oud, en zonderling. Ondersteunende begeleiding Ontwikkelen en implementeren beleid t.a.v. ondersteuning in samenhang met project Decentralisatie Begeleiding Preventie maatschappelijke opvang Optimaliseren samenwerking tussen centrumgemeente en regiogemeenten Afspraken over inzet regiogemeenten Ambulante begeleiding Opvangen van gevolgen gewijzigde indicatiestelling Zorg- en zorgtoeleiding Inzet van bemoeizorg vanuit verschillende disciplines, voor verschillende groepen: jong, oud en bijzonder. Opvang en woonbegeleiding Opstellen en uitvoeren individuele trajectplannen Inloopvoorziening Bieden van laagdrempelige inloopmogelijkheden voor mensen die gebruiken (zowel alcohol als drugs) en mensen die nergens welkom zijn Dagbesteding en activering Zoeken naar nieuwe middelen om het activeren van bezoekers om te participeren, eigen leven vorm te geven, deelnemen aan de samenleving, iets betekenen voor anderen mogelijk te maken. Nazorg detentie Ambitie Rijk en gemeenten: minimaal 80 % van de ex-gedetineerden beschikt bij ontslag over de noodzakelijke basisvoorzieningen. Continueren van de nazorgdetentie CIMOT Centrale Intake Maatschappelijke Opvang Twente Opstellen van plan van aanpak voor cliënten Versterken van de positie van het Centrale Intake Maatschappelijke Opvang (CIMOT) en uitbreiden met kennis over psychiatrie. Huiselijk geweld Uitvoering Wet tijdelijk huisverbod In 2012 weten we meer over "code rood" zaken/risico-taxatie etc. Medio juli 2012 gaat het SHG van Kadera over naar de drie samenwerkende maatschappelijk werk instellingen Waarschijnlijk is de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling dan van kracht en zitten we in Twente volop in de implementatie. Vrouwenopvang Crisisopvang voor vrouwen, preventie aanpak loverboys, hulpverlening slachtoffers mensenhandel. Regierol als centrumgemeente.
Duurzaamheid De concrete opgave van 759 ton CO2-reductie voor het programma WZW gaat over de aanpak van uitstoot van zorginstellingen; zie de onderstaande tabel. Deze opgave is dus beperkt en richt zich (bewust) alleen op het deel Zorg en Welzijn van het programma.
Pagina 56 van 208
De inzet is dat zorginstellingen door energiebesparing en opwekking van duurzame energie aan de opgave voldoen. In de loop van 2012 zal een uitvoeringsplan worden opgesteld waarin wij aangeven hoe wij, samen met deze instellingen, tot concrete maatregelen kunnen komen. Onze rol zal daarbij van geval tot geval verschillen. Soms is de gemeente eigenaar en kunnen we zelf maatregelen nemen, in andere gevallen zullen we onze zorg-partners moeten beïnvloeden. Als voorbeeld geldt pand Molenstraat 20, gehuurd van het Gemeentelijk Vastgoedbedrijf, waarin 22 jongeren op kamers kunnen via het woon-werk-leer-thuis project. Binnen het project zijn energiebesparende maatregelen getroffen, zoals isolatiefolie op de ramen, isolering van buitenmuren, afstemming van capaciteit van boilers op het aantal inwoners. Om de jongeren ook te leren kostenbewust en zuinig met energie om te gaan, is op elke radiator een aparte meter geplaatst waarmee ze hun onderlinge gebruik kunnen vergelijken. Naast het oppakken van deze directe duurzaamheidsopgave heeft het programma een belangrijke ondersteunende rol richting de andere programma’s. Stadsdeelmanagement heeft een belangrijke regie- en coördinatierol in acties met partners, met name burgers, in het kader van het stadsdeelsgewijs werken en burgerparticipatie. Stimulering van het bewustwordingsproces ten aanzien van CO-2 uitstoot wordt meegenomen. Als voorbeeld gelden de activiteiten rondom Buurt in Actie en de Klimaatstraatfeesten.
Doelstelling programma Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Thema Sub Uitgangspunten en aannames programmadoelstelling (ton CO2-reductie) Utiliteitsgebouwen, zorginstellingen
759 De doelstelling is bepaald op basis van het aandeel in energiegebruik van de utiliteitsgebouwen. De doelstelling voor de utiliteit is 2,5% energiebesparing per jaar. Daarnaast dient een deel van de opgave voor zonneenergie en warmte-/koudeopslag in de utiliteit te worden gerealiseerd.
Totaal programma Wijkontwikkeling, zorg en welzijn
759
Wat mag het kosten?
Lasten Stadsdeelsgewijs werken Welzijn Maatschappelijke ondersteuning Frontlijnsturing Individuele voorzieningen Opvang en zorg kwetsbare burgers Totaal Lasten Baten Stadsdeelsgewijs werken Welzijn Frontlijnsturing Individuele voorzieningen Opvang en zorg kwetsbare burgers Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
5.667.232 5.952.060 2.255.340 4.761.227 36.598.837 14.472.797 69.707.493
5.319.178 5.810.902 2.520.272 4.431.040 35.884.949 12.019.109 65.985.450
5.094.178 5.731.184 2.320.158 4.250.030 35.880.082 11.489.459 64.765.091
4.722.178 5.705.354 2.320.161 4.070.057 35.880.208 11.339.485 64.037.443
4.672.178 5.704.509 2.320.161 3.698.203 35.880.208 11.239.485 63.514.744
-197.518 -9.000 -689.863 -2.243.782 -2.786.285 -5.926.448 63.781.045 0 -959.590 62.821.455
-97.750 -9.000 -159.854 -2.243.782 -544.953 -3.055.339 62.930.111 1.004 -500.000 62.431.115
-97.750 -9.000 -383.854 -2.243.782 -544.953 -3.279.339 61.485.752 5.177 0 61.490.929
-97.750 -9.000 -61.854 -2.243.782 -544.953 -2.957.339 61.080.104 6.023 0 61.086.127
-97.750 -9.000 0 -2.243.782 -544.953 -2.895.485 60.619.259 6.868 0 60.626.127
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Pagina 57 van 208
Vergelijking 2011 met volgende jaren Een aantal majeure wijzigingen is het gevolg van wegvallen van rijks- en provinciale middelen, en van gemeentelijke bezuinigingen en verschuivingen. Deze slaan neer op meerdere producten. Deze verschillen worden hier eerst in zijn totaliteit toegelicht, daarna volgt een korte toelichting per product. Rijksmiddelen De rijksbijdrage in het kader van het Grote Stedenbeleid (zgn van Montfransgelden), van bijna 1,4 mln euro, vervalt per 2012. Bij de Kadernota is hiervoor incidenteel 1 mln euro beschikbaar gesteld, voor elk van de jaren 2012 t/m 2014. Voor het verschil van ca. 400.000 euro worden gemeentelijk bezuinigingen doorgevoerd waarvan 150.000 bij het programa WZW. De Decentralisatieuitkering maatschappelijke opvang (onderdeel van het gemeentefonds) is ten opzichte van 2011 gedaald met een bedrag van ruim 450.000 euro. De uitgaven maatschappelijke opvang zijn hierop aangepast.
Gemeentelijke bezuinigingen uit vorige begrotingen Het betreft hier twee reeds eerder vastgestelde bezuinigingen met ingang van 2012. Op de lasten e WMO, individuele voorzieningen, wordt conform het coalitieakkoord in 2012 de 2 tranche ad 1,0 mln doorgevoerd, op het welzijnswerk (Alifa) een bedag van 200.000 euro. Provinciale middelen Met ingang van 2012 vervallen de provinciale bijdragen in het kader van IMG (Investeren met Gemeenten) voor zwerfjongeren ad 900.000 euro en voor Wonen, werken, leren thuis ad 608.000 euro. Toelichting per product Stadsdeelsgewijs Werken De lagere raming van de lasten ad 348.000 euro (in 2012) is enerzijds een gevolg van beëindiging van de middelen Strategische Opgave van 500.000 euro en 300.000 bijdrage Rijk. Anderzijds zijn de lasten verhoogd met een bedrag van 500.000 euro (aflopend naar 350.000 in 2013 en 200.000 vanaf 2014), toegekend bij de kadernota 2012-2015 om wijkbudgetten op peil te houden. De daling van de lasten is voor de jaren 2013 en 2014 een gevolg van de afbouw van bij de programmabegroting 2011-2014 en de kadernota 2012-2015 toegekende incidentele budgetten. De daling 2014 is verder een gevolg van vervallen middelen Leefbaarheid & Veiligheid en Bewonersondersteuning, zoals opgenomen in de Programmabegroting 2011-2014. Hier tegen over staan toevoegingen aan budgetten van andere programma’s als uitvoering van de vastgestelde motie ‘Veiligstellen wijkbudgetten’ bij de Kadernota 2012. De lagere raming van de baten in 2012 is een gevolg van een incidentele bate in 2011. Welzijn De lasten dalen met ruim 141.000 euro in 2012. Dit is voornamelijk het gevolg van de bezuiniging uit de programmabegroting 2011-2014. Maatschappelijke ondersteuning De hogere raming van de lasten ad 265.000 euro is vrijwel volledig een gevolg van de overheveling vanuit opvang en zorg kwetsbare burgers van het budget ondersteunende begeleiding (de middelen voor ontredderde gezinnen). De lagere raming in 2013 van 200.000 euro is een gevolg van de ingevulde bezuiniging op subsidies. Frontlijnsturing De lagere raming van de lasten ad 330.000 euro in 2012 is voor 530.000 euro het gevolg van de lagere baten (zie hieronder). Daarnaast is vanuit de kadernota voor 2012 een bedrag toegevoegd van 360.000 euro tbv de frontlijnsturing.
Pagina 58 van 208
De lagere raming van de baten ad 530.000 euro in 2012 is een gevolg van het vervallen van provinciale middelen voor “terug naar de eenvoud” en “vis2” ad 350.000 euro en het vervallen van een incidentele bijdrage in 2011 ad 160.000 euro. De mutaties van zowel de lasten als van de baten voor 2013 en volgende jaren zijn vrijwel volledig een gevolg van de afbouw van de middelen Grotestedenbeleid (GSB). Individuele voorzieningen De lagere raming lasten ad 714.000 euro in 2012 is grotendeels een gevolg van de gemeentelijke bezuiniging uit de programmabegroting 2011-2014 ad 1,0 mln euro. Daarnaast wordt het budget verhoogd agv hogere rijksbijdrage ivm prijs- en volumeontwikkeling en verlaagd als gevolg van wegvallen incidentele inkomsten 2011 (o.m. nabetaling Rijk over 2010). Opvang en Zorg Kwetsbare burgers De raming van de lasten daalt met 2,46 miljoen euro in 2012. Voor een groot gedeelte is dat het gevolg van de lagere baten ad 2,24 miljoen (zie hieronder). Daarnaast worden de lasten verder verlaagd in verband met de overheveling naar mantelzorg/ vrijwilligers in de zorg van ruim 250.000 euro en de bezuiniging ad 150.000 euro in verband met vervallen rijksbijdrage GSB. Aan de raming is vanuit de Kadernota toegevoegd een bedrag van 150.000 euro voor schrijnende gevallen in de maatschappelijke opvang. Vanwege de fors teruglopende beschikbare budgetten is aan de raming 2012 eenmalig een bedrag toegevoegd van 500.000 euro door een ontrekking aan de reserve implementatiebudget bezuinigingen. De baten dalen met ruim 2,24 miljoen euro in 2012. Zoals eerder aangegeven vervallen de provinciale middelen in het kader van IMG met ruim 1,5 miljoen Verder wordt de rijksuitkering nazorg detentie ad 150.000 euro niet meer ontvangen (was alleen voor 2010 en 2011), vervalt de bijdrage uit het werkdeel ad 200.000 euro alsmede de provinciale bijdrage ivm beëindiging project Happy Fris ad 100.000. Daarnaast dalen de baten in verband met een lagere Decentralisatieuitkering Maatschappelijke Opvang (gemeentefonds) van 450.000 euro.
Pagina 59 van 208
3.4 Stedelijke Ontwikkeling Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? Ruimtelijke Ontwikkeling •Verduurzaming woningvoorraad: uitwerken en implementeren van de maatschappelijke investeringsopgave •Het formuleren van een visie op de prioritering en invulling van de ruimtelijke ontwikkellocaties. •Het met partners ontwikkelen van een strategische aanpak van de leegstand
Vergroten van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad
Stimuleren van de beleefbaarheid van de stad
Vergroten bekendheid en verbeteren imago
(lasten/ baten*€ 1.000 euro)
Lasten: 6.790 Baten: 1.773
Locatieontwikkeling Verdere uitvoering van de bestuurlijke projecten
Lasten:1.427 Baten: 0
Bestemmingsplannen Actualiseren van bestemmingsplannen
Lasten:1.839 Baten: 0
Grondbedrijf Uitvoeren van het MPG
Lasten:39.719 Baten: 42.731
053STAD (Binnenstad/Roombeek) • Aantrekken van bedrijvigheid - met nadruk op detailhandel in de binnenstad en creatieve bedrijvigheid in Roombeek, en het creëren van de randvoorwaarden daartoe • Versterken van de woonfunctie in en rond de binnenstad • Vergroten van de binnenstadsvloer • Ontwikkelen van een programma Kennis, Zorg en Technologie in de Stadsweide.
Lasten: 5.442 Baten: 5.442
Cultuur • Gemeenschappelijke positionering en programmering van het cultuuraanbod • Versterken ondernemerschap: van individuele en gemeenschappelijke marketing tot shared services en onderzoek naar andere financieringsmogelijkheden • Vernieuwen cultuureducatie mede gericht op regionalisering van het aanbod Evenementen en Citymarketing • Uitwerken van citymarketingdoelstellingen in de domeinen Kennisstad, Muziekstad, Winkelstad en Leefstad • Versterken samenwerking met stedelijke partners • Versterken van de regionale samenwerking
Ten minste op peil houden van de bereikbaarheid van de economische centra van de stad
Wat mag het kosten?
Verkeersinfrastructuur en beleid • Bereikbaarheid Innovatiedriehoek • Implementatie Verkeerscirculatieplan Binnenstad en Parkeervisie.
Lasten: 19.679 Baten: 797
Lasten: 3.677 Baten: 0
Lasten: 10.959 Baten: 40 Lasten: 9.089 Baten: 9.693
Parkeerbeheer
Pagina 60 van 208
Portefeuillehouder (s): Jeroen Hatenboer, Marijke van Hees, Hans van Agteren, Peter den Oudsten Programmadirecteur: Leo van der Ree
Wat willen we bereiken?
Staat van het programma SO
Inleiding Vanuit het programma Stedelijk Ontwikkeling ligt het zwaartepunt bij de programmering van de ruimtelijke en culturele ontwikkelingen. Dit programma zet zowel in op de ontwikkelingen in de stadsdelen als ook het versterken van de stedelijke kwaliteit. Daarnaast wordt een beperkt, maar noodzakelijk aantal beleidskaders ontwikkeld. Daarbij wordt rekening gehouden met het brede begrip duurzame ontwikkeling waarbij de invulling wordt gericht op klimaat en energie als een essentieel en integraal onderdeel van deze inzet. Het programma omvat de thema’s cultuur, evenementen en citymarketing, wonen, verkeer & parkeren, ruimtelijk beleid en ontwerp, grondzaken en bestemmingsplannen. Vanuit dit programma wordt de ontwikkeling van het gebied 053 STAD (Binnenstad/Roombeek) integraal aangestuurd.
Aantal gesubsidieerde publieksgerichte instellingen: 14 Aantal evenementen (5000+ bezoekers): 50 Waarvan gesubsidieerd.: 20 Aantal woningen: 74.186 (tot januari 2009) Waarvan corporatiebezit: 29960 (tot januari 2009) Aandeel fiets- en ov-gebruik: 42,1% - 2,6% Aantal betaalde parkeeruren:306.208 (t/m aug. 2010) Waarderingscijfer buitengebied: 7,5 Doelstelling CO2 reductie Stedelijke Ontwikkeling: 173.000 ton/jaar in 2020: Gerealiseerd 2010: <1 % Gepland: 10%
Hoofddoelstelling: Versterken van Enschede als dé stad van het Oosten Een goede en marktgerichte ruimtelijke, duurzame programmering en de uitvoering van locatieontwikkelingen in de bestuurlijke projecten dragen bij aan het vergroten en stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit, beleefbaarheid en duurzaamheid van de stad Enschede. De beleefbaarheid van de stad wordt verder versterkt door het culturele aanbod, dat door facilitering van de culturele partners tot stand wordt gebracht. De economische centra van de stad worden door inzet op specifieke projecten bereikbaar gehouden. Het Citymarketingbeleid richt de gemeentelijke beleidsterreinen op de citymarketingdoelstellingen, waaronder het vergroten van de bekendheid en verbeteren van het imago van Enschede. De uitvoering van het Citymarketingbeleid is in handen van Enschede Promotie en vindt plaats in samenwerking met partners. Daaronder valt de regionale samenwerking om de aantrekkingskracht van Enschede en Twente te bundelen. Doelstellingen
Doelstelling A:
Vergroten van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad
Doelstelling B:
Stimuleren van de beleefbaarheid van de stad
Doelstelling C:
Vergroten bekendheid en verbeteren imago van de stad
Doelstelling D:
Tenminste op peil houden van de bereikbaarheid van de economische centra van de stad
Pagina 61 van 208
Indicatoren Score 2010
Streven 2011
Streven 2012
Streven 2015
Doelstelling A: Rapportcijfer voor de waardering voor de stedelijke ruimtelijke kwaliteit ( samengestelde index van diverse aspecten woonomgeving/ openbare ruimte) CO2 reductie in Kton in 2020 t.o.v. 1990
geen meting
Geen meting
nulmeting
>/= nulmeting
Doelstelling B: Rapportcijfer voor de gemiddelde waardering van aspecten van de binnenstad (horeca, winkels, sfeer, veiligheid, etc) Doelstelling C: Imago1 : Kennisstad (tov. Con) Ondernemende stad (tov con) Samengestelde indicator (ondernemende stad, kennisstad, winkelstad, cultuurstad, woonstad) Doelstelling D: Gemiddelde reistijd Enschede West/ Enschede Centrum (indexcijfer)
7,2
7,2
7,3
7,5
2009 plts 11 2009 plts 6 nntb
Nieuwe meting
Geen meting
Plaats 8 Plaats 5 nntb
Geen meting
Nulmeting (100)
100
100
nulmeting -15% t.o.v. 1990
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord en het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt, welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
Doelstelling A: Vergroten van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad Aantrekkelijke woonwijken/ Toekomstig ruimtegebruik (kadernota 2012) Duurzame Ruimte
Duurzame Ruimte 1
Het formuleren van een visie op de prioritering en invulling van de ruimtelijke ontwikkellocaties. Deze visie is gebaseerd op financiële, programmatische en strategische overwegingen. De visie heeft een directe wederzijdse relatie met het MPG 2012 en de woningbouwprioritering 2015 - 2019 Verduurzaming woningvoorraad (Mio): het uitwerken en implementeren en wegnemen van belemmeringen voor de realisering van de maatschappelijke investeringsopgave gericht op versnelling van energiebesparing in de bestaande woningvoorraad van zowel woningcorporaties als particulieren. Duurzame energieopwekking:
Ruimtelijke Ontwikkeling/ Locatieontwikkelin g Grondbedrijf (JH) Ruimtelijke Ontwikkeling (JH)
Ruimtelijke
Nieuwe meting in 2011
Pagina 62 van 208
Politiek speerpunt
Herstructurering en verbetering woonwijken/ Aantrekkelijke Woonwijken Structurele maatregelen om tot een duurzaam grondbedrijf te komen
Uitwerking begrotingsjaar Het creëren van ruimtelijke voorwaarden voor maximale inzet op realisering van duurzame energieopwekking op gebied van zonne-, bodem-, biomassa- en windenergie alsmede het stimuleren en benutten van kansen daarvoor in concrete projecten. Het verkennen van de mogelijkheid voor een maatschappelijk investeringsopgave voor de totstandkoming van een warmtenet en de samenwerking met relevante partners Uitvoering bestuurlijke projecten: Herstructurering Boswinkel Eschmarke
MPG 2012 scenario’s en maatregelen
Doelstelling B: Stimuleren van de beleefbaarheid van de stad Duurzame Ruimte Het project “Tussentijds” verder doorontwikkelen en daarbij concrete invullingen realiseren Bruisende binnenstad Verdere invulling stadscentrum Duurzaam investeren in de economische structuur van Twente Bestuurlijke projecten
Bestuurlijke projecten
Versterken van de economische functie, de innovatieve kracht van het stedelijk gebied en het vergroten van de binnenstadsvloer. Onder meer door het aantrekken van bedrijvigheid – met nadruk op detailhandel in de binnenstad en creatieve bedrijvigheid in Roombeek – en het creëren van de randvoorwaarden daartoe. Onder meer door hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit, versterken van het culturele- en evenementenprogramma en versterken van de woonfunctie in en rond de binnenstad. Voorts het ontwikkelen van een programma Kennis, Zorg en Technologie in de Stadsweide. Luchthaven Verdere uitwerking gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. Aanbesteding exploitatie luchthaven Twente. Uitvoering bestuurlijke projecten Ontwikkeling Spoorzone (053STAD), via: Uitbreiding binnenstad naar Noorden door creëren nieuw woonmilieu (planrealisatie Middengebied, fase 1); Planrealisatie particulier opdrachtgeverschap in gemeentelijk deel Boddenkamp Vergroten kwaliteit Stationsomgeving, onder meer via realisatie noordelijke ontsluiting Faciliteren / begeleiden marktinitiatieven in andere delen van de Spoorzone. Ontwikkelen Stadsweide (053STAD) gericht op programma Kennis, Zorg en Technologie, via:
Betrokken producten Ontwikkeling (HvA/JH)
Locatieontwikkelin g Grondbedrijf (JH)
Grondbedrijf (JH/MvH)
Ruimtelijke Ontwikkeling (JH/MvH) 053 Stad (MvH)
Locatieontwikkelin g Vliegveld
Locatieontwikkelin g 053Stad (MvH) (JH/HvA) (MK)
Ruimtelijke Ontwikkeling
Pagina 63 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar Faciliteren concentratie en nieuwbouw MST, onder meer door zuidelijke inrit Van Heekgarage en herinrichting openbare ruimte; Planvorming herontwikkeling Ariënsplein; Faciliteren herontwikkeling Dishzone, ondermeer door stedenbouwkundige visie op Kop van de Boulevard; Faciliteren herontwikkeling locatie natuurmuseum met het oog op uitbreiding Stadscampus Saxion icm nieuwbouw ROC Vaststellen Businesscase Kennishuis, waaronder nieuwe bibliotheek, en uitwerken daar aan gerelateerd Kenniscluster
Betrokken producten
Ruimtelijke Ontwikkeling
Stadsranden Aanleg stadsrandstrook Helmerhoek. Aanleg stadsrandstrook ‘t Vaneker Uitvoering markering en evenementen Rondje Enschede Doelstelling C: Vergroten bekendheid en verbeteren imago van de stad
Cultuur, musea en muziek dragen het vestigingsklimaat
Citymarketing
Positionering, Programmering en versterken ondernemerschap. Gemeenschappelijke positionering en programmering draagt bij aan de bekendheid van het culturele aanbod in Enschede en de aantrekkingskracht daarvan op bezoekers. Hiervoor is ook cultureel ondernemerschap nodig. Zowel op het niveau van het collectief als op het niveau van de individuele instellingen: van – individuele en gemeenschappelijke – marketing tot shared services en vastgoedvraagstukken. Cultuureducatie en cultuurparticipatie Ondersteuning van amateurkunst en talentontwikkeling via educatieve programma’s op scholen en via inzet van culturele instellingen. Doorwerking van het citymarketingbeleid Onder meer door het versterken van de Citymarketing via uitvoering met partners, het versterken van regionale samenwerking én het richten van het gemeentelijk beleid – waaronder tevens het evenementenprogramma – op de Citymarketingdoelstellingen.
Cultuur (MvH)
Evenementen en Citymarketing (MvH, PdO)
Doelstelling D: Tenminste op peil houden van de bereikbaarheid van de economische centra van de stad Bereikbare stad/ goede bereikbaarheid en doorstroming Bereikbare stad/ goede bereikbaarheid en doorstroming
Bereikbaarheid innovatiedriehoek: Noordelijke e Ontsluiting Enschede Kennispark, 2 fase verdubbeling Auke Vleerstraat, I-zone, HOV en F35.
Verkeersinfrastruc tuur en beleid (HvA)
Implementatie afspraken Verkeerscirculatieplan Binnenstad en parkeervisie.
Parkeerbeheer/ Verkeersinfrastruc tuur en beleid (H.vA)
Pagina 64 van 208
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma en geeft per doelstelling aan welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota's.
Reguliere werk
Uitwerking begrotingsjaar
Doelstelling A: Vergroten van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de stad Ruimtelijke Uitvoering Woonvisie waaronder het maken van uitvoeringsafspraken ontwikkeling/ met corporaties Locatieontwikkeling Monitoren marktontwikkeling. Ruimtelijke Stimuleren particuliere woningverbetering en verduurzamen van ontwikkeling particuliere woningen door verkenning van nieuwe instrumenten waaronder een stedelijke thermografische atlas. Ruimtelijke Particulier opdrachtgeverschap/kavelverkoop. ontwikkeling/ grondbedrijf (Nieuwe) realisatie/ontwikkelingsstrategieën gebiedsontwikkeling (in termen van geld, organisatie, instrumenten, samenwerking (marktpartijen) etc. Ruimtelijke Woningbouwprioritering: in 2012 nemen wij beslissingen over de ontwikkeling ontwikkelingslocaties die vanaf 2015 -2019 plaatsvinden. Intensivering werkstructuur en samenwerking binnen Twentestad 2.0 (Netwerkstad). Versterken lobby naar, en relatie met de provincie, rijk en Europa. Inhoudelijke Evaluatie Gids Buitenkans. Visie opstellen op de ecologie en voedselproductie in Enschede. Vanuit oogpunt van duurzaamheid maar ook vanuit oogpunt van efficiënter omgaan met wet- en regelgeving. Watervisie opstellen met de “stadsbeek” als prioriteit. Brede inhoudelijke advisering (buitengebied, verkeer, archeologie) en facilitering op basis van initiatieven van derden, stadsdelen en gemeentelijke projecten. Het uitwerken van het Duurzaamheidsuitvoeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling in concrete opgaven (volgens onderstaande opgaventabel) en de verkenning tot toetreding aan het EU "Covenant of Mayors" op gebied van klimaat en energie
Pagina 65 van 208
Reguliere werk
Uitwerking begrotingsjaar Opgaven programma Stedelijke Ontwikkeling Sub programmadoelstelling Thema (ton CO2-reductie) Thema 1a: Woningbouw
Uitgangspunten en aannames
Doelstelling voor energiebesparing bij renovatie in woningbouw en utiliteit toegerekend aan programma 91.312 Stedelijke Ontwikkeling.
Thema 2: Duurzame gebiedsontwikkeling (nieuwbouw)
Doelstelling voor lagere EPC bij nieuwbouw is voor 50% toegerekend aan programma Stedelijke 1.600 Ontwikkeling en voor 50% aan Leefomgeving
Thema 4a: Warmte/koudeopslag
Doelstelling voor warmte-/koudeopslag in woningbouw en utiliteit (m.u.v. zorg) toegerekend aan 4.316 programma Stedelijke Ontwikkeling
Thema 4c: Zonneenergie
Thema 6: Verkeer en vervoer Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling
Doelstelling voor zonne-energie in woningbouw en utiliteit toegerekend aan programma Stedelijke 35.024 Ontwikkeling Energiebesparing in mobiliteit door transitie naar duurzame brandstoffen en energiezuinige auto's volledig toegerekend aan programma Stedelijke 41.440 Ontwikkeling. 173.693
Grondbeleid
CVG uitwerking strategische kaart. Nota strategisch verwervingsbeleid. Bestemmingsplannen Het actualiseren van bestemmingsplannen vanuit de wettelijke taak en majeure ontwikkelingen (waaronder luchthaven) voorzien van een adequaat planologisch regime. Doelstelling B: Stimuleren van de beleefbaarheid van de stad 053 Stad Uitvoeren Actieprogramma Binnenstad, via: Subsidieverordening Actieprogramma Binnenstad, gericht op versterking woonfunctie in de binnenstad, verfraaiing straat- en gevelbeeld, winkelen horecafunctie en versterking van de aantrekkingskracht in het algemeen; Beleving pleinen; Zichtbaarheid van studenten; Sociale veiligheid Afronden Roombeek, via: Aantrekken bedrijvigheid Creatieve Campus, realisatie Media Art Centre en Roombekerveld; Verkoop laatste woonkavels en fijnmazig afronden van het gebied; Aansluiten op Spoorzone via onder meer Cultuurmijl, HOV-lijn. Ontwikkeling Spoorzone en Stadsweide gericht op programma Kennis, Zorg en Technologie (zie ook onder Politieke Speerpunten)
Ruimtelijke ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Voorts overall aandacht voor vrijkomend/leegstaand vastgoed, acquisitie van bedrijvigheid en aantrekken van bezoekers Architectuur stimuleren Erfgoed nota afmaken en implementeren Stadsrandprojecten /doorontwikkeling stadsranden
Doelstelling C: Vergroten bekendheid en verbeteren imago van de stad Cultuur Vaststellen en in uitvoering brengen van de Toekomstvisie Cultuur 2020, via: Uitvoeringsovereenkomsten met culturele instellingen, waaronder op het gebied van samenwerking, programmering, educatie & participatie, marketing, shared services en vastgoed; Uitvoering van subsidieverordeningen, ondermeer op het gebied van amateurkunst, beeldende kunst en culturele activiteiten.
Pagina 66 van 208
Reguliere werk
Evenementen & Citymarketing
Uitwerking begrotingsjaar Beheren van en adviseren over vaste binnen- en buitencollectie; Uitvoeren van het atelierbeleid; Uitvoeren archeologiebeleid; Planontwikkeling Fabrieksschool; Versterken samenhang culuurbeleid en ruimtelijk beleid; Inzet op versterken Enschede studentenstad. Uitvoeren Visie Citymarketing en Evenementenbeleid, met name via Uitvoeringsovereenkomst met Enschede Promotie. Nadruk op: Evenementenprogramma 2012 en voorbereiden & vaststellen Evenementenprogramma 2013; Toeristische functie via VVV; Algemene stadspromotie via verschillende media; Uitvoeren Citysignature: Enschede, Stad van Nu en vermarkten Enschede, ondermeer als Kennisstad, Muziekstad en Winkelstad; Samenwerking met stedelijke partners en regio; Naast regionale promotie, specifiek aandacht voor Duitse deel Euregio en doelgroep studenten. Aansluiten gemeentelijke programma’s bij Visie Citymarketing.
Doelstelling D: Tenminste op peil houden van de bereikbaarheid van de economische centra van de stad Verkeersinfrastructuur Afronding reconstructie Volksparksingel/Parkweg en beleid Verkeersinfrastructuur Uitvoering maatregelen Eschmarke en beleid Implementatie maatregelen Fietsvisie Uitvoering maatregelen verkeersveiligheid Monitoring verkeersontwikkeling en informatie en advisering aan weggebruikers (inzet dynamisch verkeersmanagementsystemen) Uitvoeren parkeerbeheer. (Zie paragraaf Lokale heffingen voor een toelichting op het MeerjarenPrognose Parkeerbedrijf, MPP)
Wat mag het kosten?
Lasten Ruimtelijke Ontwikkeling Bestemmingsplannen Verkeersinfrastructuur en beleid Cultuur Evenementen en Citymarketing 053STAD (Binnenstad/Roombeek) Parkeerbeheer Grondbedrijf Locatieontwikkeling Totaal Lasten Baten Ruimtelijke Ontwikkeling Verkeersinfrastructuur en beleid Cultuur Evenementen en Citymarketing 053STAD (Binnenstad/Roombeek) Parkeerbeheer
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
7.213.391 1.823.795 12.914.264 19.524.464 3.700.964 2.615.260 8.968.132 3.578.820 4.083.720 64.422.810
6.790.050 1.839.438 10.959.174 19.679.413 3.676.775 5.442.128 9.088.681 39.719.264 1.426.965 98.621.888
5.973.299 1.839.438 8.243.644 19.250.762 3.322.041 3.116.278 9.224.054 29.200.790 1.411.510 81.581.816
5.870.823 1.839.438 7.609.174 19.248.578 2.892.046 8.714.731 9.315.244 24.973.438 1.396.054 81.859.526
3.926.571 1.839.438 7.661.499 19.246.135 2.392.046 2.559.578 9.392.536 27.576.960 1.380.599 75.975.362
-2.830.358 -5.685.024 -811.407 -60.000 0 -9.300.595
-1.773.002 -40.000 -797.213 0 -5.442.128 -9.692.986
-1.773.002 -40.000 -734.729 0 -3.116.278 -10.170.028
-1.773.002 -40.000 -137.943 0 -8.714.731 -10.518.181
-193.002 -40.000 -137.943 0 -2.559.578 -10.876.720
Pagina 67 van 208
Grondbedrijf Locatieontwikkeling Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011 1.598.302 -1.936.202 -19.025.284 45.397.526 2.058.336 -12.025.234 35.430.628
Begroting 2012 -42.731.119 0 -60.476.448 38.145.440 8.549.625 -9.008.957 37.686.108
Raming 2013 -31.967.625 0 -47.801.662 33.780.154 6.777.529 -4.186.100 36.371.583
Raming 2014 -25.695.697 0 -46.879.554 34.979.972 5.459.502 -3.988.001 36.451.473
Raming 2015 -28.320.348 0 -42.127.591 33.847.771 6.899.012 -5.025.017 35.721.766
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Vergelijking 2011 met 2012 Ruimtelijke ontwikkeling. In 2011 is sprake geweest van incidentele baten van provincie in het kader van het programma investeren in Overijssel en het landschapsfonds. De provinciale bijdrage landschapsfonds is doorbetaald aan het landschapsfonds en de bijdrage investeren in Overijssel wordt ingezet voor projecten landinrichting Noord. Daarnaast is sprake van afnemende kapitaallasten voor stedelijke vernieuwing voor o.a. oude investeringen in de stadsvernieuwing. Verkeersinfrastructuur en beleid De afwijking tussen 2011 en 2012 wordt veroorzaakt door de uitvoering van een groot aantal mobiliteitsprojecten in 2011. Voor deze projecten zijn extra bijdragen van derden ontvangen (o.a. subsidies). De uitvoering is ook afhankelijk van deze subsidies, waardoor in het ene jaar extra uitgaven plaatsvinden tov het andere jaar. Cultuur De loon en prijscompensatie ad 155.000 euro is toegevoegd. Evenementen en citymarketing In 2011 heeft overheveling van het communicatiebudget plaatsgevonden, waardoor onder de baten een bijdrage is verantwoord. Vanaf 2012 zijn deze communicatiekosten verwerkt in de reguliere begroting. 053STAD Betreft de lasten en baten van grondexploitaties. De lasten en baten wisselen per jaar afhankelijk van de planning en voortgang in de projecten. De lasten en baten lopen neutraal door de programmabegroting heen. Dit geldt voor alle begrotingsjaren. Parkeerbeheer. Lasten en baten komen voort uit het meerjarenperspectief parkeerbeheer 2011. De lasten stijgen gemiddeld 2% per jaar (inflatiecorrectie). De baten zijn in 2012 gestegen met 5% conform de vastgestelde parkeertarieven. Dit betekent 0,10 euro per uur verhoging. Voor de jaren 2013 tot en met 2015 is sprake van een vergelijkbare trendmatige verhoging van de opbrengsten. Grondbedrijf De lasten en baten zijn in 2012 fors toegenomen. Dit is het gevolg van het bruto verantwoorden van de lasten en baten uit het MPG 2011. In 2011 is nog sprake van een netto (baten en lasten gesaldeerd) verantwoording. Het afnemen van het lasten en baten in de jaren na 2012 is een gevolg van de afnemende hoeveelheid grondexploitaties en activiteiten in het MPG. Daarnaast worden er minder nieuwe projecten opgestart. De lasten en baten lopen neutraal door de programmabegroting heen doordat het saldo wordt verrekend met boekwaarden van de verschillende grondexploitaties. De aanpassingen in de verliesvoorzieningen (bij grondexploitaties met een negatief saldo) of daadwerkelijke winstnemingen (bij grondexploitaties met een positief saldo) leiden uiteindelijk tot een mutatie in de reserve grondbedrijf. Locatieontwikkeling Dit betreft de middelen voor planbegeleidingskosten voor projecten in de initiatief- en definitiefase, als mede van projecten die geen grondexploitatie of investeringskrediet kennen. In 2011 is sprake van extra kosten als gevolg van het uitkeren van subsdies in het kader van de stimulering van de
Pagina 68 van 208
woningbouw. De subsidies ad 1,9 miljoen euro zijn ook onder de baten verantwoord als bijdrage van het rijk. Daarnaast zijn in 2011 planbegeleiding kosten opgenomen voor herstructureringsprojecten ad 0,5 Miljoen euro. In 2012 zal dit bedrag ook benodigd zijn en volgens de spelregels uit de reserve MSI worden opgehaald gedurende het jaar 2012.
Vergelijking meerjarenbegroting 2012 en verder Ruimtelijke ontwikkeling. De onttrekking als gevolg van de vrijval uit de reserve BWS is in 2012 via de lasten van ruimtelijke ontwikkeling verantwoordt ten gunste van de algemene dekkingsmiddelen. Dit is een eenmalige vrijval uit de reserve BWS. De lasten zijn daarom in 2013 750.000 euro lager. In de jaren 2013 tot en met 2015 zijn kortingen op het budget verwerkt voor onder andere de reductie beleidscapaciteit (50.000 euro in 2012), kortingen op subsidies (tot 100.000 euro in 2014) en het beeindigen van het beleid GRAP (250.000 euro). Deze kortingen en beleidsaanpassingen zijn bij de kadernota 2012-2015 vastgesteld. Verkeersinfrastructuur en beleid De hoogte van de lasten wordt jaarlijks vastgesteld door de raad in het besluit jaarschijf mobiliteitsplan. Naast de jaarlijkse lasten loopt ook het saldo van lasten en baten met betrekking tot investeringen in mobiliteit via dit eindproduct. Cultuur In 2013 zijn in totaal voor 200.000 euro aan bezuinigingen op culturele instellingen (NMK, Concordia en bibliotheek) verwerkt. Daarnaast worden de lasten verlaagd als gevolg van het aflopen van het eerste leningdeel van de Triodosbank (178.000 euro minder rentelasten in 2013) en het stoppen van de provinciale subsidie culturele educatie primair onderwijs (baten en lasten 58.000 euro). In 2014 vervalt de bijdrage van de grondexploitatie Binnenstad/Roombeek van 600.000 euro ten behoeve van de Twentse Welle conform de gemaakte afspraken. Evenementen en citymarketing. De kosten van Enschede Promotie en het evenementenbeleid zijn een aantal jaar tijdelijk gedekt uit het fonds voor strategische opgaven. Vanaf 2012 zijn bij de kadernota om aanvullende middelen gevraagd die ook zijn toegekend. Voor het uitvoeringsbudget ad 1 miljoen euro geldt dat vanaf 2015 structureel 0,5 miljoen euro beschikbaar blijft. Daarnaast gaat het om een bedrag van 260.000 euro aan structurele organisatie kosten dat in 2009 al was toegekend en nu ook structureel aan de middelen is toegevoegd. In 2013 vervalt het cultuur participatie budget (175.000 euro) en vanaf 2014 het budget voor evenementen 450.000 euro (onder andere Grenswerk). Tenslotte is bij de kadernota een bezuiniging op subsidies opgenomen van 40.000 euro. Toelichting op stortingen en ontrekkingen reserves Ruimtelijke ontwikkeling. De reserve rente verplichtingen BWS kent een vrije ruimte van 750.000 euro als gevolg met het rijk overeengekomen afkoop van verplichtingen. Dit bedrag valt vrij ten gunste van de algemene reserve van de gemeente. Daarnaast zijn tot 2014 nog onttrekkingen geraamd voor o.a. voor landinrichting (ILG). Verkeersinfrastructuur en beleid. Jaarlijks wordt 3,8 miljoen euro gestort in de reserves mobiliteit. Uit deze reserves wordt jaarlijks een bedrag onttrokken op basis van het goedgekeurde mobiliteitsplan en aangewend voor investeringen in mobiliteitsprojecten. Parkeerbeheer De stortingen betreft het geraamde positieve exploitatie saldo van het parkeerbedrijf Enschede. Dit positieve saldo wordt in eerste instantie tot circa 2017 gebruikt om het aanloop verliezen op de van Heek garage af te dekken. Per 31-12-2010 is nog sprake van een negatieve reserve van 6,5 miljoen euro. De onttrekkingen hebben betrekking op het exploitatie resultaat van de parkeergarage in Roombeek. De cijfers t.a.v stortingen en onttrekkingen zoals opgenomen in de programmabegroting moeten nog in lijn worden gebracht met het vast te stellen MPP. Het MPP wordt gelijktijdig met de
Pagina 69 van 208
programmabegroting vastgesteld. Grondbedrijf Zie toelichting onder vergelijking lasten en baten 2011 met 2012. Locatie ontwikkeling. In 2011 hebben onttrekkingen plaatsgevonden voor herstructureringsprojecten 0,5 miljoen (reserve MSI) en tbv het project woonboten (Haven) voor eenmalige kosten. In de kadernota zijn afspraken gemaakt om de reserve MSI te voeden in 2012 met 2 miljoen tbv het project KTZ Stadsweide en jaarlijks voor de jaren 2013 tot 2015 0,5 mln voor planbegeleidingskosten voor herstructureringsprojecten. De gemeente kent nog een opgave voor o.a. project Oost Boswinkel.
Pagina 70 van 208
3.5 Leefomgeving Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? Begraafplaatsen Uitvoeren Wet op de Lijkbeschouwing Beheer wegen Onderhoud en beheer van wegen en weginrichting Gladheidsbestrijding Uitvoeren van het Gladheidsbestrijdingsplan Havens Onderhoud en beheer van de havens (o.a. baggeren) Stadsdeelbeheer • Beheer en onderhoud openbare ruimte stadsdelen • Doorontwikkelen wijkbeheerplannen • Doorontwikkelen burgerparticipatie / buurtautonomie
Het versterken en behouden van de fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving
(lasten/ baten*€ 1.000 euro) Lasten:1.293 Baten:515 Lasten: 10.370 Baten: 488 Lasten: 918 Baten:0 Lasten:3.231 Baten: 41
Lasten: 14.885 Baten: 1.426
Afvalstoffen Regie inzameling huishoudelijk afval
Lasten:18.327 Baten: 17.961
Openbare verlichting Zorgdragen voor adequate openbare verlichting
Lasten: 2.467 Baten: 0
Riolering Aanleg, onderhoud en vervanging van het riool conform het Gemeentelijke Rioleringsplan
Lasten:11.635 Baten: 10.657
Vergunningen Leefomgeving Verstrekken van omgevingsvergunningen
Lasten: 5.979 Baten: 4.946
Beleid leefomgeving • Bestuursondersteuning • Aanbesteding reclame op openbare terreinen
Lasten: 1.757 Baten: 791
Handhaving bouwwerken en bedrijven Handhaven van verleende (milieu)vergunningen bij woningen en bedrijven
Lasten: 2.844 Baten: 300
Handhaving openbare ruimte Handhaven van overlastsituaties in de openbare ruimte (o.a. hondenpoep, illegale bijplaatsing afval)
Verminderen van de CO2 uitstoot in de hele stad in 2020 met 30% t.o.v. 1990
Wat mag het kosten?
Duurzaamheid Regie op realiseren gemeentelijke doelstelling
Lasten: 2.152 Baten: 799
Lasten: 500 Baten: 0
Pagina 71 van 208
Portefeuillehouder(s): Hans van Agteren, Ed Wallinga Programmadirecteur: Djoerd de Vos-Koelink Staat van het programma Leefomgeving
Wat willen we bereiken? Inleiding 'Leefomgeving, het visitekaartje van Enschede' Het programma Leefomgeving is grotendeels georiënteerd op de uitvoering. Wat er in de wijken of in de stad aan uitvoering wordt verricht, is direct zichtbaar. Of het nu gaat om het beheer van wegen, de inzameling van huishoudelijk afval, stadsdeelbeheer of het rioolbeheer, wijzigingen in de uitvoering hebben direct consequenties die in de stad te zien zijn. Door te handhaven in de openbare ruimte wordt ongewenst gedrag zoals het dumpen van afval in de openbare ruimte zoveel mogelijk tegengegaan. Burgers worden betrokken bij de prioriteitstelling op dit vlak. Bovendien wordt – vanuit de wettelijke taken – ook ingezet op veiligheid. Bouwwerken mogen niet zonder meer worden gebouwd en bedrijvigheid is alleen daar mogelijk waar de hinder binnen het toelaatbare blijft. Vergunningverlening maar ook handhaving bij bedrijven en bouwwerken dragen bij aan deze veiligheid. Enschede wil een duurzame stad worden en streeft naar een forse reductie van de CO2uitstoot. Deze gemeentebrede opgave ligt voor een deel ook bij het programma Leefomgeving waar concreet aan een aantal projecten wordt gewerkt. Bovendien is het ondersteunend aan andere programma’s en draagt het programma zorg voor de monitoring op het vlak van duurzaamheid.
Organisatie - Aantal medewerkers programma: 342 - Aantal DCW/WIW/Surplus medewerkers: 158 - Samenwerking met 75 partwerk-medewerkers Areaal (wat te onderhouden) - Wegen: circa 780 km (binnen en buiten de bebouwde kom) - Infrastructurele kunstwerken: 182 stuks waaronder bruggen, viaducten, stuwen en geluidswallen - Havens: ruim 6300 m damwanden in 2 havenarmen - Riolering en water: circa 800 km riool en 170 ha binnenwater - Groen: circa 670 ha openbaar groen - Openbare verlichting: circa 31.000 lichtpunten - 75.000 ton (huishoudelijk) afval per jaar op te halen Wettelijke taken - 200 begravingen per jaar - 750 bouwaanvragen per jaar Na invoering Omgevingsvergunning: - 2011 ca. 1400 aanvragen omgevingsvergunning en ca. 1600 aanvragen andere vergunning, verklaringen of ontheffingen - Ca. 300 controles op deze bouwaanvragen (betreft e alleen 1 controles. Cf. uitvoeringsprogramma worden vervolgcontroles niet meer geregistreerd. Dit leidt tot groter inzicht m.b.t. toezicht) - Ca. 850 controles bij 2975 milieuvergunning/ e meldingsplichtige bedrijven (betreft alleen 1 controles. Als gevolg van bezuinigingsopgave worden er geen milieucontroles meer uitgevoerd bij Type A en categorie 1 bedrijven) Openbare ruimte - Handhaving openbare ruimte (2010): handhavingmilieu 4500 meldingen en 670 processen verbaal. Hiernaast 14.560 gevallen van nietbetaald parkeren en 3.680 gevallen van verkeerd parkeren (Wet Mulder) Duurzaamheid - Doelstelling CO2-reductie Leefomgeving: 41.800 kton/jaar in 2020 • Gerealiseerd 2010: 1% • Gepland: 3% - Aantal energetisch gesaneerde woningen (i.s.m. gemeente) in 2009-2011: 528 (67.000 woningen: 60% particulier; 40% corporaties) - Aantal scholen spaaractie zonnepanelen: 40 - Aantal zonnepanelen Stadskantoor: 146 - Inkoop elektriciteit gemeentelijke organisatie: 100% 'groen'
Pagina 72 van 208
Doelstellingen Doelstelling A: Doelstelling B:
Het versterken en behouden van de fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving Verminderen van de CO2-uitstoot in de hele stad in 2020 met 30% t.o.v. 1990 (programmaoverstijgende doelstelling)
Toelichting Binnen het programma Leefomgeving wordt hard gewerkt om bovenstaande doelstellingen te realiseren. Dit doen wij uiteraard niet alleen; de samenwerking met partners zoals Twente Milieu en Twence wordt hierbij steeds nadrukkelijker gezocht. Voor 2012 zien wij voor Leefomgeving de volgende prioriteiten: 1. Lange termijn perspectief op gemeentelijke rol in de openbare ruimte Onder de noemer buurtautonomie en burgerparticipatie gaan we steeds verder in het samen met inwoners onderhouden van de wijken en de stad. In 2012 wordt het – op stadsdeelniveau – opstellen van de wijkbeheerplannen verder uitgerold: op wijkniveau worden samen met bewoners afspraken gemaakt over leefbaarheid, beheer en onderhoud. Daarnaast speelt natuurlijk de financiële kant van het onderhouden van de openbare ruimte, met als motto “versoberen maar niet verschralen”. Tot slot is de inzet van arbeidsmarkttoeleiding in de openbare ruimte één van de politieke speerpunten. In 2012 gaan we het lange-termijn perspectief van de gemeente op de openbare ruimte schetsen. Hierbij wordt de openbare ruimte en onze rol als gemeente daarin bezien. Dit biedt kaders voor vervolgstappen en overige initiatieven gerelateerd aan dit onderwerp. 2. Inzetten van arbeidsmarkttoeleiding bij beheer en onderhoud van de openbare ruimte Binnen het programma Leefomgeving wordt structurele werkgelegenheid geboden aan mensen met een achterstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Hiernaast richt het programma zich op arbeidsmarkttoeleiding bij beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Hierbij speelt het volgende. Het leerwerken bij DCW stopt per 1 januari 2012. De toekomstige leerwerker met een SW-indicatie komt rechtstreeks vanuit het Werkplein/UWV. Onderhoud Enschede onderzoekt de mogelijkheden om leerwerken organisatorisch in te passen. Feit is dat er kosten mee gemoeid zijn en dat in de leerwerkfase de arbeidsproductiviteit minimaal is. Het in dienst nemen van mensen met een SWindicatie vanuit het Werkplein zal gepaard gaan met hogere kosten, doordat hier de loonwaardebepaling ten opzichte van het wettelijk minimum loon geldt. Hoe dit wordt ondervangen is nog niet bekend. In het kader van “De werkgever op kop” wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de DCWdienstverbanden van de huidige gedetacheerden om te zetten naar gemeentelijke dienstverbanden. 3. Regionaliseringsopgaven Leefomgeving De Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) moeten per 1 januari 2013 in werking zijn. In 2012 vindt verdere voorbereiding plaats om op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving in een NetwerkRUD op innovatieve wijze te kunnen samenwerken met de andere Twentse gemeenten. Deze voorbereidingen worden samen met de andere gemeenten opgepakt. Ook op andere vlakken zijn er samenwerkingsinitiatieven. Zo wordt op het vlak van ingenieursdiensten een verkenning uitgevoerd voor samenwerking in de regio en wordt ook bij andere uitvoeringstaken gekeken of hierbij samengewerkt kan worden. 4. Koersbepaling afval In 2011 is samen met uw Raad het nieuwe (strategische) afvalbeleid vormgegeven. In het proces van totstandkoming van het nieuwe afvalbeleid zijn burgers betrokken. Hierbij is aangesloten bij de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen (CO2-reductie) en het innovatieve principe dat afvalstoffen als (nuttige) reststoffen moeten worden gezien. Uitgangspunten daarbij zijn een verdere afvalscheiding (naar 60% in 2020) bij een minimaal gelijkblijvend serviceniveau en kostenplaatje. Na vaststelling van dit beleid vindt in 2012 implementatie plaats. Hierbij vormen communicatie, burgerparticipatie en handhaving een rode draad.
Pagina 73 van 208
5. Duurzaamheidsopgaven LO De duurzaamheidsopgaven van Leefomgeving hebben betrekking op twee zaken: de brede ondersteuning van alle programma’s vanuit het Kernteam duurzaamheid en de verschillende opgaven die expliciet gekoppeld zijn aan de producten binnen Leefomgeving zelf. De coördinatierol op het gebied van duurzaamheid wordt ingevuld vanuit het Kernteam duurzaamheid en de manager duurzaamheid die beide hun basis in het programma Leefomgeving hebben. Uitgangspunt hierbij is dat het management van de programma’s gesteund wordt bij het invulling geven aan de lijnverantwoordelijkheid. Daarnaast is Leefomgeving aan zet voor circa 13% van de stedelijke opgave voor CO2-reductie. 6. Anticipatie op marktontwikkelingen bij vergunningverlening, toezicht en handhaving Het aantal omgevingsvergunningaanvragen neemt af; deels door gewijzigde regelgeving waardoor meer vergunningvrij mag worden gebouwd en deels (voor de grotere aanvragen) door de terugloop van het aantal bouwprojecten. In hoeverre dit een blijvende ontwikkeling is, is moeilijk in te schatten. Deze ontwikkeling leidt tot een afname in de werkvoorraad, met personele en financiële gevolgen. Deze gevolgen worden begin 2012 in beeld gebracht, in samenhang met de ontwikkeling van de legesinkomsten, de verwachte stijging van efficiëntie in het vergunningenproces door invoering van een nieuw ICT ondersteuningssysteem en de ontwikkeling van de NetwerkRUD gepaard met een efficiëntiekorting van 100 miljoen euro (Kabinetsakkoord). 7. Afval en buitengebied Illegale stortingen in het buitengebied hebben een negatief effect op de natuur in en om onze stad en daarmee op de kwaliteit van de leefomgeving. Het streven is om dat gedrag zoveel mogelijk terug te dringen en de daders te beboeten. Om dit te bereiken hebben we zoveel mogelijk signalen van burgers nodig over deze illegale praktijken en een goed gefaciliteerde milieupolitie. De aanschaf van – innovatieve en geluidloze – elektrische motoren in 2011 kan helpen bij het vergroten van de pakkans. Indicatoren Indicatoren Rapportcijfer voor Schouwresultaten - Schoon
Score 2010 Stadserf/Roombee k/rest
- Heel
7,3 / 7,4 / 7,1(*)
- Veilig
7,5 / 7,3 / 7,1
Waardering voor kwaliteit openbare ruimte (fysiek) Naleefgedrag milieugerelateerde handhaving Afname CO2uitstoot t.o.v. 1990 - Gemeentebreed - Eigen organisatie - Programma LO
Streven 2011
Streven 2012
Streven 2015
Stadserf én Roombeek / rest
Stadserf én Roombeek / rest
Stadserf én Roombeek / rest
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
Hoog/basis
7,5 / 8,0 / 6,9 6,7
6,9
6,9
7,0
74%
76%
76%
77%
Nog onbekend Nog onbekend 1% van opgave
-3% Nog onbekend 2% van opgave
-6% Nog onbekend 5% van opgave
-17% 100% tov 2009 14% van opgave
(*)Rapportcijfers behorend bij niveau basis: 5,5 - 7,4 Rapportcijfers behorend bij niveau hoog: 7,5 - 9,4
Voorgesteld wordt de rapportcijfers behorende bij de niveaus “basis” en “hoog” vanaf 2012 te vereenvoudigen. Voor “basis” wordt een streefgetal tussen de 6 en 7 voorgesteld, voor “hoog” een streven tussen de 7 en 8.
Pagina 74 van 208
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord of het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt en welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Betrokken producten Doelstelling A : Het versterken en behouden van de fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving Onderhouden van de stad De Blauwe Nota “toekomstperspectief openbare ruimte” Stadsdeelbeheer in samenwerking met richt zich op de vraag hoe op basis van de burgers en instellingen verwachtingen en wensen van politiek, bestuur en burgers over de toekomst van de openbare ruimte een zo optimaal mogelijke organisatie van de inrichting, het onderhoud en beheer en het gebruik van de openbare ruimte kan worden gerealiseerd.
Inzetten van arbeidsmarkttoeleiding bij het beheren en onderhouden van de openbare ruimte.
Regionalisering
Uitwerking begrotingsjaar
Hiernaast worden de volgende speerpunten uitgewerkt: - MIO Openbare Ruimte; - Collegespeerpunt 7: actieve en leefbare wijken; - Pilot in Zuid: beheer en onderhoud efficiënter en effectiever met partners in de stad; - Bijdragen aan participatiemotto “Jij maakt de buurt”: “Jij maakt de buurt groen” en verdere uitrol wijkbeheerplannen over wijken en buurten in de stad; - Uitwerken en doorontwikkelen uitkomsten n.a.v. motie “Partners in de openbare ruimte” (motie Programmabegroting 2011-2014). Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van arbeidsmarkttoeleiding bij het beheer van de openbare ruimte. De mogelijkheden om leerwerken (nu nog DCW) in te passen binnen Onderhoud Enschede worden onderzocht. Tevens wordt er gekeken naar de mogelijkheden om de DCW-dienstverbanden van de huidige gedetacheerden om te zetten naar gemeentelijke dienstverbanden. De inwerking treding van de NetwerkRUD per 1 januari 2013 wordt voorbereid, in samenwerking met andere Twentse gemeenten.
Stadsdeelbeheer en Begraafplaatsen
Vergunningen en Handhaving Bouwwerken en Bedrijven
De ingenieursdiensten van de Netwerksteden voeren een verkenning uit voor samenwerking in de regio. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ervaringen opgedaan in het RUD-proces. Koersbepaling afval In 2012 vindt de implementatie van het nieuwe Afvalstoffen (strategisch) afvalbeleid plaats, waaronder de inzameling van oud papier en kunststof, de positionering afvalbrengpunten, naast de optimalisering van ondergrondse inzameling en toezicht en handhaving. Legesvrije wijkactiviteiten Het college van burgemeester en wethouders heeft eind Vergunningen 2011 besloten de regels voor kleinschalige evenementen verder te vereenvoudigen. In het verlengde hiervan zijn niet-commerciële organisaties, zoals bijvoorbeeld buurtverenigingen of vrijwilligersorganisaties die een evenement willen organiseren, vrijgesteld van het betalen van leges voor evenementenvergunningen. Doelstelling B Verminderen van de CO2-uitstoot in de hele stad in 2020 met 30% t.o.v. 1990 (programmaoverstijgende doelstelling) Invoeren Sustainability Vanaf 2012 zal voor alle bestuursvoorstellen inzichtelijk Duurzaamheid Return On Investment worden gemaakt hoe zij bijdragen aan het bereiken van (motie 10 Kadernota) de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente. Het
Pagina 75 van 208
Politiek speerpunt
Investeren in maatschappelijke innovatie en duurzaamheid. (Kadernota Collegeprogramma punt 5) Motie duurzaamheid: profit to the people (motie 3A kadernota 2012
Uitwerking begrotingsjaar Kernteam Duurzaamheid heeft hiertoe i.s.m. de focusgroep duurzaamheid van uw Raad een “duurzaamheidstoets” ontwikkeld, waarmee uw Raad de voorstellen kan beoordelen op duurzaamheidsgehalte en kan discussiëren over alternatieven. De maatschappelijke businesscase gericht op innovatieve aanpak van de verduurzaming van de stedelijke woningvoorraad (met bedrijven, woningcorporaties en kennisinstituten als partner) is uitgewerkt in een maatschappelijke investeringsopgave. De gemeentelijke bijdrage en coördinatie is belegd bij het programma Stedelijke Ontwikkeling. Vanuit uw raad is benadrukt dat duurzaamheid meer draagvlak onder de partners in de stad krijgt als zij ook daadwerkelijk de vruchten plukken van maatregelen die getroffen worden. Dat kan in de vorm van kortingen, subsidies of tegenprestaties.
Betrokken producten
Duurzaamheid
Duurzaamheid
Op dit moment wordt hieraan onder meer al inhoud gegeven via gerichte communicatie, een aantal gerichte projecten en het energiearrangement. Wij blijven alert op het benutten van de voordelen van samenwerking en in onze communicatie naar burgers en bedrijven zullen wij hen dan ook blijven wijzen op de voordelen. Het vernieuwen van de website ‘Doe groen dat scheelt’, samen met de gemeente Losser (met financiële steun van de provincie) speelt daarbij een belangrijke rol. De opvatting dat er nog meer moet gebeuren om de burger in beweging te krijgen, wordt gedeeld. Daarbij kan gedacht worden aan instrumenten als een warmtescan van woningen, de stimulering van de oprichting van zogenaamde Energy service company’s, subsidies, een statiegeldsysteem bij de uitgifte van bouwkavels, de grondprijs en een woonlastengarantieregeling. De plaatsing van slimme meters vindt naar verwachting vanaf 2012 plaats.
Tijdspad duurzaamheidsambities? (n.a.v. motie 6A kadernota 2012)
Het ontwikkelen van nieuwe maatregelen vindt plaats na actieve communicatie hierover met uw raad en de samenleving. Op dit moment werken wij bijvoorbeeld aan het opstellen van de Woonvisie. Eén van de centrale doelen van de Woonvisie is het verduurzamen van de woningvoorraad, met uitdrukkelijke motivatie: verlaging van energielasten en verhoging van het wooncomfort. In deze Programmabegroting wordt per programma gedetailleerd aangegeven welke opgaven er tot 2020 liggen, wat de stand van zaken is en welke belangrijke activiteiten in 2012 ontplooid worden. In een notitie maken wij aan uw raad dit najaar inzichtelijk welke activiteiten en inspanningen noodzakelijk zijn om deze opgaven te realiseren, om te komen tot een uitvoeringsprogramma met concrete maatregelen en projecten.
Duurzaamheid
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma en geeft per doelstelling aan welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota's. Reguliere werk Algemeen
Beleidskader/ financieel kader/ majeure ontwikkelingen De ingezette lijn rondom het nieuwe GRP voor wat betreft het doorlichten en optimaliseren van lopende processen en actualiseren van de toedeling van
Pagina 76 van 208
Reguliere werk
Begraafplaatsen
Beheer wegen
Beleidskader/ financieel kader/ majeure ontwikkelingen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden leidt tot een goedgekeurd AO/IC. Ten behoeve van het verder in control brengen van het programma is in overleg met de concernstaf een vergelijkbaar traject gestart met focus op de eindproducten Riolering, Wegen, Stadsdeelbeheer, Vergunningen en Afvalstoffenheffing. Beleidskader: wet op de Lijkbezorging en beleidsregel Inrichting bijzondere begraafplaatsen. Prognoses van de ontwikkeling van de sterftecijfers en het crematiepercentage tonen een stagnatie van het aantal begravingen, waardoor ook de baten de komende jaren lager zullen zijn dan tot nu verwacht. Om een verdere verlaging van het kostendekkingspercentage tegen te gaan, worden reeds ingezette acties voor lastenbeperking op het gebied van materieelbeheer en arbeidsproductiviteit versterkt. Beleidskader: Wegenbeleidsplan 2009-2013, kwaliteitscatalogus openbare ruimte (2002), inspectierapport (infrastructurele kunstwerken).
Gladheidbestrijding
De bijdrage uit wegen aan de bezuinigingen wordt vergroot waardoor het onderhoudsniveau in de woonwijken geleidelijk afzakt. Beleidskader: Gladheidbestrijdingsplan 2011-2014.
Havens
Het onderzoek naar het duurzamer inzetten van zout door pekelsproeien wordt voortgezet. Beleidskader: Onderhoudsplanning 2008
Stadsdeelbeheer
In 2012 wordt het baggeren in de haven afgerond. Ook wordt begonnen met vernieuwing van delen van oevers en kades, zoveel mogelijk binnen het project “revitalisering havengebied”. Beleidskader: kwaliteitscatalogus openbare ruimte (2002), beheersystemen openbare ruimte.
Afvalstoffen
Het stadsdeelgewijs werken wordt doorontwikkeld. Ook wordt er werk gemaakt van het beperken van het aantal speelplekken en het versoberen van de speeltoestellen. Beleidskader: Afvalstoffenverordening, verordening reinigingsheffingen.
Openbare verlichting
In 2012 speelt onder meer de herijking van de oud papierinzameling, kunststofinzameling, de positionering afvalbrengpunten, optimalisering van de ondergrondse inzameling en toezicht en handhaving. Beleidskader: Beleidsplan Openbare Verlichting 2010-2013.
Riolering
Door (waar mogelijk) het gebruik van led-armaturen, dimapparatuur en het gebruik van lampen met een lager energiegebruik en een langere afschrijvingstermijn wordt ingezet op een duurzame openbare verlichting. Door middel van burgerparticipatie wordt gewerkt aan het binnen geldende normen terugdringen van het verlichtingsniveau in woonwijken. Beleidskader: GRP 2012-2015.
Vergunningverlening Leefomgeving
Beleid Leefomgeving
In 2012 zal het nieuwe rioleringsbeleid zoals vastgelegd in het GRP worden geïmplementeerd. Dit beleid zal leiden tot bezuinigingen. Desondanks zal de gebruikwaarde van de riolering behouden worden, waarbij de veiligheid ook niet in het geding zal komen. Beleidskader: Welstandsnota, Bouwverordening. Naast het reeds genoemde speerpunt regionalisering en de benodigde voorbereidingen hiervoor, is de invoering van de Wabo (omgevingsvergunning) en de daarmee samenhangende nieuwe software nog steeds relevant. Tevens wordt in 2012 het nieuwe bouwbesluit van kracht. Al met al zaken die veel tijd en capaciteit zullen kosten. Beleidskader: contracten en contractbeheer, rijkssaneringsprogramma’s, werkprogramma’s bodem & ondergrond en geluidsaneringen 2010-2014. In 2012 vindt er een nieuwe aanbesteding op het gebied van reclame op openbaar terrein plaats; verwacht wordt dat de huidige markt leidt tot lagere opbrengsten. Hiernaast vindt uitvoeren bodem- en geluidsaneringsoperatie en vormgeving van de beleidsvisie ondergrond en informatiebeheer plaats.
Pagina 77 van 208
Reguliere werk Handhaving Bouwwerken en Bedrijven
Handhaving Openbare Ruimte
Duurzaamheid
Beleidskader/ financieel kader/ majeure ontwikkelingen Beleidskader: Handhavingsbeleid “Handhaven doen we zo” 2010-2013, Regionaal Handhavingsuitvoeringsprogramma. Naast het genoemde speerpunt regionalisering wordt 2012 het jaar van meer innovatief toezicht houden: onder andere de ontwikkeling naar digitaal toezicht houden en de uitrol van het branchegericht milieutoezicht. Dit laatste leidt tot betere sturing via communicatie en een verbetering van het toekomstige naleefgedrag. Beleidskader: Handhavingsuitvoeringsprogramma. Nieuwe ontwikkelingen betreffen een versterking van de samenwerking met de stadsdelen, politie en Twente Milieu, extra inzet omtrent de problematiek van illegale bijplaatsing bij afvalcontainers en de inzet van elektrische motorfietsen. Beleidskader: Nieuwe Energie voor Enschede In de Kadernota 2012 zijn de duurzaamheidsopgaven expliciet gemaakt. In deze programmabegroting zijn die ook per programma uitgewerkt. Voor de programma-overstijgende doelstelling is Leefomgeving aan zet om de organisatie te facliteren. In de kern: duurzaamheid is een lijnverantwoordelijkheid, de programma’s kennen hun opgaven en zijn aan zet voor de aanpak daarvan. Het Kernteam Duurzaamheid (met zijn zwaartepunt binnen Leefomgeving, maar breder dan alleen dit programma) is aan zet voor advies en monitoring. De manager duurzaamheid laat nieuwe initiatieven landen binnen de programma's, verbindt initiatieven tussen partners en programma's, beheert stimuleringsbudget en stuurt het kernteam aan.
Speerpunten duurzaamheid binnen uitvoering milieubeleid
Speerpunten duurzaamheid binnen beheer openbare ruimte
Leefomgeving is aan zet voor 13% van de totale gemeentelijke opgave op het vlak van CO2-reductie: - 31.360 ton CO2 t.g.v. energiebesparing - 10.486 ton CO2 t.g.v. duurzame energieopwekking Zie onderstaande tabel voor de opgaven per thema waarvoor dit najaar een uitvoeringsprogramma gemaakt wordt. Daarin worden de volgende speerpunten meegenomen. - In samenwerking met Stedelijke Ontwikkeling: inzet van het wettelijk en flankerend instrumentarium gericht op borging van de energienormen voor de bouw, te koppelen aan de Woonvisie; - In samenwerking met Economie & Werk: bijdragen aan energiebesparing bij bedrijven en instellingen door inzet van instrumenten van vergunningverlening en handhaving; - Afval: bijdragen en adviseren op inzet biomassa en vergisting; - Bodemloket:advies bodemwarmte en warmte/koude-opslag aan bedrijven en instellingen. Stadsdeelbeheer: - De toepassing van gif bij onkruidbestrijding wordt zoveel mogelijk beperkt; de landelijke regelgeving Duurzaam Onkruidbestrijding (DOB) wordt gevolgd; - Uitbreiding en vervanging van voertuigen zal waar mogelijk gebeuren met voertuigen op aardgas of stroom. - Er wordt onderzoek gedaan naar het weren van verontreinigende auto's door milieuzonering in de binnenstad; - Het voortzetten en eventueel uitbreiden van laadpunten voor elektrische auto’s wordt onderzocht. - Waar mogelijk en functioneel wordt elektrisch gereedschap ingezet (bijvoorbeeld bladblazers in stadsdeel Centrum). Wegen en riolering. Op initiatief van de Stadsingenieurs Enschede wordt er in netwerkstadverband gekeken naar duurzaamheid in de grond-, weg- en waterbouw. Onderzocht wordt welke ideeën om nog duurzamer te werken op lange of korte termijn te realiseren zijn. Dit moet resulteren in gezamenlijke innovatieve experimenten. Hiernaast vindt plaats: - Warmte-terugwinning Twekkelerzoom; - Zoveel mogelijk beperken van overstort van rioolwater op oppervlaktewater door afkoppelen van hemelwater; -Verduurzaming door toepassing risicoanalyse bij vervanging wegen en riolen.
Pagina 78 van 208
Reguliere werk
Beleidskader/ financieel kader/ majeure ontwikkelingen Openbare Verlichting - Te vervangen lampen worden vervangen door energiezuinige lampen, waaronder led; - Er wordt geëxperimenteerd met het dimmen van de openbare verlichting. Gladheidbestrijding - De hoeveelheid zout wordt zoveel mogelijk beperkt door natzout toe te passen; - Bij gladheid wordt nader geëxperimenteerd met pekelsproeien waarmee naar verwachting de hoeveelheid te gebruiken zout kan worden teruggedrongen.
Duurzaamheid Opgaven CO2-reductie programma Leefomgeving Thema Sub programmadoelstelling (ton CO2-reductie) Thema 2: Duurzame 1.600 gebiedsontwikkeling (nieuwbouw) Thema 3: Eigen Organisatie
Thema 4a: Warmte/koudeopslag Thema 4c: Zonneenergie
Uitgangspunten en aannames
Doelstelling voor lagere EPC bij nieuwbouw is voor 50% toegerekend aan programma Stedelijke Ontwikkeling en voor 50% aan Leefomgeving
3.234 Doelstelling is een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015. Het programma Leefomgeving is hierbij verantwoordelijk voor klimaatneutrale riolering en verlichting. 729 Doelstelling voor warmte-/koudeopslag bij bedrijven voor 50% toegerekend aan Leefomgeving. Hiervoor zijn nog geen concrete projecten gedefinieerd 9.757 Doelstelling voor zonne-energie bij bedrijven voor 50% toegerekend aan Leefomgeving. Hiervoor zijn nog geen concrete projecten gedefinieerd
Thema 5: Communicatie en participatie
Communicatiecampagnes, door kernteam duurzaamheid, en stimuleringsmaatregelen dragen bij aan realisatie doelstelling totale programma. Geen eigen doelstelling geformuleerd.
Thema 7: Industrie en bedrijven
26.526 Doelstelling voor energiebesparing bij bedrijven en utiliteit voor 50% toegerekend aan programma Leefomgeving.
Totaal
41.846
Wat mag het kosten?
Lasten Begraafplaatsen Beheer wegen Gladheidbestrijding Havens Stadsdeelbeheer Afvalstoffen Openbare verlichting Riolering Vergunningen Leefomgeving Beleid Leefomgeving Handhaving bouwwerken en bedrijven Handhaving Openbare Ruimte Duurzaamheid
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
1.283.579 10.186.132 732.790 90.078 15.045.104 18.324.120 2.085.729 11.463.624 6.494.091 1.704.930
1.293.125 10.369.702 918.455 3.230.592 14.884.655 18.326.739 2.466.680 11.634.875 5.979.350 1.757.198
1.317.667 9.521.455 918.455 2.083.522 14.485.658 18.326.738 2.617.402 12.725.869 5.979.350 1.757.198
1.317.724 10.525.524 918.455 130.592 14.619.662 18.326.739 2.676.863 12.981.062 5.979.350 1.757.197
1.318.923 9.187.089 918.455 130.592 14.617.665 18.326.738 2.574.618 13.160.017 5.979.350 1.216.197
2.755.795
2.844.397
2.857.580
2.857.580
2.857.580
2.338.554 1.488.599
2.151.812 500.000
2.152.517 300.000
2.153.222 0
2.153.927 0
Pagina 79 van 208
Totaal Lasten Baten Begraafplaatsen Beheer wegen Havens Stadsdeelbeheer Afvalstoffen Riolering Vergunningen Leefomgeving Beleid Leefomgeving Handhaving bouwwerken en bedrijven Handhaving Openbare Ruimte Duurzaamheid Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011 73.993.125
Begroting 2012 76.357.580
Raming 2013 75.043.411
Raming 2014 74.243.970
Raming 2015 72.441.151
-508.566 -378.000 -41.000 -1.964.280 -17.958.120 -10.247.314 -4.897.800 -791.000
-514.794 -488.000 -41.000 -1.426.000 -17.960.738 -10.656.861 -4.945.874 -791.000
-588.393 -488.000 -41.000 -1.426.000 -17.960.738 -10.874.419 -4.945.874 -791.000
-586.992 -488.000 -41.000 -1.426.000 -17.960.738 -11.096.416 -4.945.874 -791.000
-585.591 -488.000 -41.000 -1.426.000 -17.960.738 -11.766.980 -4.945.874 -791.000
-300.000
-300.000
-300.000
-300.000
-300.000
-1.117.210 -900.000 -39.103.290 34.889.835 -339.413 -3.050.129 31.500.293
-798.760 0 -37.923.027 38.434.553 40.000 -4.891.261 33.583.292
-798.760 -225.000 -38.439.184 36.604.227 0 -3.879.380 32.724.847
-798.760 0 -38.434.780 35.809.190 0 -2.888.715 32.920.475
-798.760 0 -39.103.943 33.337.208 334.366 -1.393.037 32.278.537
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Toelichting Begraafplaatsen Op basis van demografische ontwikkelingen die mede een lager aantal plechtigheden tot gevolg hadden, zijn de begrote baten tot en met 2012 met 75.000 euro teruggebracht. Daarna is het oorspronkelijk niveau geraamd. Beheer Wegen Conform Kadernota 2012 zijn de lasten structureel opgehoogd met 150.000 euro en de baten verhoogd met 110.000 euro voor het zelfstraten bij kabels/ leidingen – in verband met de meeropbrengsten Meldpunt Opbrekingen Openbare Ruimte (MOOR) – en structureel met 175.000 euro voor het financieren van de noodzakelijke werkzaamheden aan infrastructurele kunstwerken die tot dusver onvoldoende structureel gebudgeteerd waren. Gladheidsbestrijding Om het basisniveau van gladheidsbestrijding voor een gemiddelde winter te blijven garanderen, is bij de Kadernota 2012 een extra structureel budget toegekend van 185.000 euro. Wanneer er sprake is van een extreme winter met meer dan gemiddelde lasten zal er beroep worden gedaan op de algemene middelen. Havens Voor het baggeren in de haven en herstellen van de kaders en de oevers zal in 2012 ruim 3,1 miljoen euro aan de reserve worden onttrokken. Stadsdeelbeheer Het verschil in budget wordt grotendeels verklaard doordat met de areaaluitbreiding het lastenbudget structureel stijgt vanaf 2012 met 212.000 euro. Tevens wordt het lastenbudget in 2012 incidenteel opgehoogd met 270.000 euro vanwege het wegvallen van gesubsidieerde arbeid. Vanaf 2013 wordt dit meegenomen in de nieuwe Enschedese Arbeidsmarktaanpak. Verder is het lastenbudget structureel met 50.000 euro opgehoogd in verband met de bestrijding van de eikenprocessierups en andere plantziekten voor de gemeentelijke zorgplicht. Voor structurele werkzaamheden voor onder andere hondenuitlaatplaatsen (hup’s) is het nu het budget ook structureel opgehoogd met 280.000 euro vanaf 2013. Voor het opknappen van de muur van de begraafplaats Eschpoort, een gemeentelijk monument, is voor 2012 eenmalig 150.000 euro beschikbaar gesteld. Voor 2011 was op basis van een amendement eenmalig het budget voor onderhoud openbare ruimte opgehoogd met 350.000 euro. Dit alles zoals opgenomen in de Kadernota 2012.
Pagina 80 van 208
Voor beheer en onderhoud speeltoestellen is taakstellend een besparing van 100.000 euro per jaar opgedragen. De besparing gaat gevonden worden in het in 2012 te formuleren nieuwe speeltoestellenbeleid. Dit beleid ziet op versobering van onderhoud en vervanging van speeltoestellen. In Stadsdeel Zuid, waar relatief veel speeltoestellen/locaties zijn vergeleken met de overige stadsdelen zal het aantal toestellen/locaties worden teruggedrongen. Openbare verlichting De ophoging van het lastenbudget wordt veroorzaakt door een verhoging in kapitaallasten. Riolering De aangegeven budgetten zijn gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan dat door de gemeenteraad in oktober 2011 is vastgesteld. Beleid Leefomgeving Het lastenbudget van het product Beleid leefomgeving wordt 289.000 euro lager, omdat de incidentele middelen voor duurzaamheid wegvallen. Hieraan gerelateerd is verlaagde onttrekking uit de reserve (200.000 euro). Vanaf 2012 wordt duurzaamheid als afzonderlijk eindproduct gepresenteerd. Daarnaast is het eindproduct Reclame openbare terreinen opgeheven en zijn de daarbij behorende lasten en baten onderdeel geworden van het eindproduct Beleid Leefomgeving. Vanaf 2014 vervalt de doeluitkering bodem en zal het lasten budget afnemen met ruim 500.000 euro. Handhaving Openbare Ruimte Het verschil wordt grotendeels verklaard doordat de GSB-middelen van jaarlijks 200.000 euro vanaf 2012 zijn komen te vervallen. Aan de andere kant hoeft een deel van dit bedrag niet meer ingezet te worden voor personele lasten. Vanaf 2013 wordt het budget met 70.000 euro verlaagd als gevolg van verminderde/ efficiëntere inzet op handhaving en toezicht. Duurzaamheid Voor de co-financiering van gemeentelijke duurzaamheidsprojecten en voor versterking van de regiefunctie binnen de gemeente is voor 2012 in de Kadernota incidenteel 500.000 euro opgenomen.
Pagina 81 van 208
3.6 Dienstverlening Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? Dienstverlening •Dienstverlening naar bewoners, instellingen en bedrijven •Ondersteuning andere programa’s en herinrichting van ketens
Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening
Wat mag het kosten? (lasten/baten*€ 1.000 euro) Lasten: 8.146 Baten: 3.734
Gemeentearchief Opstellen van en inzage geven in het historisch stadsarchief Enschede
Lasten: 874 Baten: 17
Verkiezingen Regisseren verkiezingen binnen de gemeente
Lasten: 158 Baten: 0
Basisregistratie Bijhouden van de gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Op orde houden en moderniseren vastgoed- en gebouwen registraties
Lasten: 1.287 Baten:79
Interne dienstverlening: informatiemanagement Beheer en onderhoud van informatiesystemen en gegevensverzamelingen Interne dienstverlening: documentair dienstencentrum Op orde houden en verder moderniseren van de documentaire huishouding
Pagina 82 van 208
Portefeuillehouder(s): Jeroen Hatenboer en Marijke van Hees Programmadirecteur: Christel Koman
Wat willen we bereiken?
Staat van het programma Dienstverlening Klanttevredenheid Balie Telefonie
Inleiding Het programma Dienstverlening richt zich met haar activiteiten op het verkrijgen van een hoge klanttevredenheid. Ambitie is om dit niet alleen vanuit haar eigen primaire activiteiten (publieksdienstverlening) te realiseren maar tevens haar expertise in te zetten in de relatie tussen de andere programma’s met de Stad.
8,6 7,9
Aantal klantcontacten (fysiek): 161.000 Gemiddelde wachttijd balies: 4:04 minuten Begroting in 19.507.000 euro Externe dienstverlening 12.536.000 euro Interne dienstverlening 6.971.000 euro
Hoofddoel: Waarborgen van de tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Actuele en juiste informatie wordt steeds belangrijker voor de relatie tussen burger en overheid. De bijdrage van het programma Dienstverlening hieraan is dat zij kennis heeft van en ervaring heeft met de behoeften van bewoners, instellingen en bedrijven in de stad. Deze kennis en ervaring, opgedaan door de verstrekking van informatie, producten en diensten, wordt continu uitgebouwd. Binnen het programma is het instrumentarium aanwezig om te komen tot de meest gewenste informatiehuishouding voor de organisatie. Belangrijk daarin is relatiebeheer; het weten van elkaar wat ieder doet op ieder relevant thema (beleid en lobby) en hoe ieder het best inzetbaar is (kennismanagement). Met de kennis, ervaring en de instrumenten activeert en ondersteunt het Programma Dienstverlening partners in de stad in hun interactie met de gemeente enerzijds en anderzijds het bestuur en de gemeentelijke organisatie bij hun interactie met de samenleving. Het programma bevordert over de hele linie een overall goede gemeentelijke dienstverlening en daarmee ook een goede klantwaardering. Doelstelling: Doelstelling A:
Zo snel en doelmatig mogelijk afhandelen van publieksvragen
Doelstelling B:
De gemeentelijke dienstverlening in de breedte helpen verbeteren met een betrouwbare informatiehuishouding.
Indicatoren Het resultaat van het Programma Dienstverlening representeert zich vooral in de indicator Klanttevredenheid. Deze effect-indicator is een samenstel van enquête, meting van wachttijden, directe afdoening bij eerste contact, e.a. De meting is per kanaal (balie, telefoon, digitaal, post) en per domein (publieksdienst, werk en inkomen, woon- en leefomgeving, zorg). De klanttevredenheid van de Publieksdienst (PDV) is afgebeeld. Die van de andere domeinen is voor zover bekend en gemeten toegevoegd als achtergronddocument. Volgens de hoofddoelstelling van het programma moet de waarde van de indicator gewaarborgd blijven. Binnen zekere grenzen is daarom het streven erop gericht de waarde in de navolgende jaren ongeveer gelijk te houden.
Pagina 83 van 208
Klanttevredenheid PDV per kanaal
Rapportcijfer
9
Balie Telefoon
8
E-mail
7 Digitaal Loket Post*
6 5 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
De klanttevredenheid voor het kanaal post is gemeentebreed gemeten. Als procesindicatoren worden de aantallen klantcontacten per kanaal gepresenteerd. Het domein van de Publieksdienst (PDV) is weergegeven. Een extrapolatie naar de volgende jaren is hier (voorlopig) niet aan de orde omdat dit gegeven marginaal beïnvloedbaar is gebleken in de afgelopen jaren. Aantal klantcontacten PDV per kanaal 425000 350000 275000 200000 125000 50000 2004
2005
2006
Telefonie
2007 Balie
2008
2009
2010
Digitaal
Aantal klantcontacten telefonie het betreft hier het aantal aangeboden telefoongesprekken (niet het aantal beantwoorde telefoongesprekken) op het nummer 4818181 en 14053. Aantal klantcontacten digitaal het aantal actieve bezoekers (bezoekers die niet na het zien van de beginpagina afhaken) Programma Dienstverlening heeft een opdracht naar de andere programma’s waar het gaat om werkwijzen voor goede dienstverlening, informatievoorziening en informatiehuishouding. Het zoeken is naar een indicator die meet over “de beweging die je wilt maken”. Het resultaat vanuit het programma moet een doelmatiger organisatie zijn: doe je de “dingen goed”. Dat is anders dan: “doe je de juiste dingen”; dat blijft het primaat van de programma’s (en BMO en CS). Een procesindicator voor Dienstverlening is de mate waarin de organisatie als geheel zaakgericht werkt. Zaakgericht werken gaat over doelgerichtheid; geen zijsporen; informatie op maat voor de zaak en enkelvoudige registratie meervoudig gebruik. De veronderstelling is dat deze werkwijze de organisatie doelmatiger maakt. Er is een aftelbaar aantal processen dat wordt ingericht naar zaakgericht werken. De snelheid waarin deze zijn ingericht, is een telbare procesindicator. indicator
2012
2013
2014
2015
% zaakgericht werken
10
30
60
90
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord of het 10-punten programma. In dat laatste wordt bij punt 3 de prioriteit gelegd bij
Pagina 84 van 208
gemeentelijke dienstverlening met een goede waardering. De hieronder geformuleerde speerpunten willen de ambities invullen en doelen dichtbij brengen. De tabel geeft aan op welke wijze de geformuleerde speerpunten verder worden gerealiseerd. Het Programma Dienstverlening kenmerkt zich door de programma-overstijgende werkwijze voor zowel de (publieks) dienstverlening als de informatiehuishouding. Dienstverlening is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gehele organisatie.
Politiek Speerpunt Gemeentelijk Contact Centrum (GCC) doorontwikkeling
Innovatie in dienstverlening
i-NUP en stelsel basisregistraties
Innovatie informatisering
Zaakgericht werken= één Enschede in één loketgedachte via één ingang in één keer goed Stadsgeschiedenis Enschede Regionalisering
Uitwerking in begrotingsjaar
Betrokken producten
Voortzetten van het naar de “voorkant” (in het GCC) brengen van zoveel mogelijk werkzaamheden die direct gericht zijn op bewoners, bedrijven, instellingen om te komen tot één professioneel GCC. Dat GCC heeft een scherpe filosofie op de mix van kanalen (digitaal, balie, telefoon, post) en het toepassen daarvan. Aan het geheel liggen heldere kwaliteitsnormen ten grondslag (tijdigheid, leesbaarheid, etc.) Onderzoeken hoe de hulpmiddelen uit de social media hun rol kunnen spelen in de dienstverlening (onderdeel van Project ENUTS). Nagaan hoe bewoners, bedrijven, instellingen actiever kunnen participeren, waarbij het verstrekken van gegevens (open data) een rol kan spelen. Creëren van waardevol klantcontact en het voorkomen van overbodig klantcontact. De voortgaande ontwikkeling van de e-overheid wordt landelijk planmatig ondersteund door de implementatie van het Nationaal Uitvoerings Programma (i-NUP) http://e-overheid.nl/actueel/nieuws/intItem/een-digitaleoverheid-betere-service-meer-gemak/1131 Hierin is tevens het stelsel van basisregistraties begrepen en de kwaliteits kenmerken van @Antwoord en de aspecten van GEO-informatie. Voor de gemeente is het NUP de leidraad in nauwe afstemming met Dimpact. Intern gemeentelijk gaat het om de bijdragen aan het project SLIM en om aangelegenheden rondom de software in cloudcomputing en shared service. Bijdragen aan de innovatieagenda met aandacht voor relatiebeheer: “weten wie wat wanneer doet”
Dienstverlening
Dienstverlening
Basisregistraties Intern IM
Basisregistraties, Intern IM, DDC
Naar de stad gaat het om de bijdrage in verschillende domeinen, waaronder zorg, veiligheid, duurzaamheid als onderdeel van de Digitale Stedelijke Agenda van de G32. Doorontwikkeling van zaakgericht werken en steeds meer processen binnen de organisatie inrichten volgens dit principe. Prioriteit heeft Economie en Werk naar cliënten en bedrijven (werkgevers).
Intern IM, DDC
Samenstellen van de beschrijving.
Stadsarchief Enschede
Verder invulling geven aan de afspraken met Losser en vooral ook leereffect trekken voor toekomstige mogelijke samenwerkingsverbanden in shared service. Afstemming bij topografie-ontwikkelingen
Dienstverlening, Intern IM, DDC, basisregistraties
Pagina 85 van 208
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma en geeft per doelstelling aan welk product daar een bijdrage aan levert. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar bijlagen (beleidsnota’s). Regulier werk volgens Productindeling
Uitwerking begrotingsjaar
Dienstverlening
Dienstverlening naar bewoners, instellingen en bedrijven via de kanalen balie, telefonie, post en digitaal (Beleidskader: wettelijke kaders en i-NUP). Ondersteunende en adviserende werkzaamheden gericht op dienstverleningsactiviteiten binnen andere programma’s (E&W) en BMO (helpdesk), voor zowel externe als interne dienstverlening. Vaste activiteit is de procesoptimalisatie en herinrichting van ketens. Actueel in 2014 en 2015
Verkiezingen Basisregistraties
Zorgvuldige, betrouwbare en vertrouwelijke bijhouding van de gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (conform wet GBA als beleidskader) Op orde houden en verder moderniseren van de vastgoed- en gebouwen registraties volgens de daarvoor geldende wet- en regelgeving (Wetgeving VROM; Kadasterwet) Mogelijkheden van weergave met hulpmiddelen van de topografie verder ontwikkelen en uitdragen. Uitvoering geven aan de basiskaart grootschalige topografie (BGT)
Interne Dienstverlening: Informatie management
Beheer en onderhoud van informatiesystemen en gegevensverzamelingen; het beleidskader ligt in de reguliere bedrijfsvoering van de gemeente: - zaakgericht werken - ondersteunen en adviseren aan de processen bij het product Dienstverlening verdere productie van de Dimpact-omgeving - landelijk beleidskader is het i-NUP, Digitale Stedelijke Agenda - eigen beleidskader ligt in Informatiebeleid (nota 2007 en vervolg); Nota Kansrijk Glas 2.0 (breedband); documentair beleidskader
Interne Dienstverlening: Documentair Diensten Centrum
Op orde houden en verder moderniseren (digitaliseren) van de documentaire huishouding, rekening houdend met de uitgangspunten van de Archiefwet. In 2012 wordt het project “digitalisering inkomende post” ingevoerd.
Gemeentearchief
Opstellen van en inzage geven in het historisch stadsarchief Enschede; (beleidskader: archiefwet en duurzaamheid). Gevolg geven aan wettelijke vereisten rondom de archiefbewaarplaats.
Duurzaamheid De gemeentelijke opgave voor CO2-reductie van de eigen bedrijfsvoering is opgenomen bij BMO. Het Programma Dienstverlening speelt hierin een beperkte rol. Wel is het van belang dat binnen Dienstverlening de bewustwording van verantwoord gebruik van hulpmiddelen steeds aan de orde is. De effecten van toenemende digitalisering in de dienstverlening is een dergelijk punt van aandacht. In de informatiehuishouding van de gemeente wordt gewerkt aan vereenvoudiging in de programma-architectuur. Dat is minder software en dus minder beslag op computerapparatuur en dus een lager energieverbruik. De effecten van digitalisering dienstverlening op het energieverbruik van de gemeente zijn nog onbekend. Digitale dienstverlening voor de burger vanuit huis lijkt gunstig. Immers, minder verkeersbewegingen naar het stadskantoor.
Pagina 86 van 208
Daarnaast ziet het programma Dienstverlening, als eerste aanspreekpunt en voorbeeldfunctie voor de burger aan de publieksbalies, een voorname rol in het voorlichten van de burgers over duurzaamheid. Denk hierbij aan het attenderen op duurzaam bouwen bij bouwaanvragen.
Wat mag het kosten?
Lasten Dienstverlening Gemeentearchief Verkiezingen Basisregistratie Totaal Lasten Baten Dienstverlening Gemeentearchief Basisregistratie Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
7.552.934 695.061 566.062 1.165.692 9.979.749
8.146.389 873.989 158.011 1.286.970 10.465.359
7.771.389 766.683 158.011 1.386.970 10.083.053
7.771.389 621.229 158.011 1.286.970 9.837.599
7.771.389 627.229 158.011 1.186.970 9.743.599
-3.123.500 -16.700 -79.000 -3.219.200 6.760.549 143.600 -129.491 6.774.658
-3.733.792 -16.700 -79.000 -3.829.492 6.635.867 143.600 -235.760 6.543.707
-3.733.792 -16.700 -79.000 -3.829.492 6.253.561 143.600 -111.454 6.285.707
-3.733.792 -16.700 -79.000 -3.829.492 6.008.107 143.600 0 6.151.707
-3.733.792 -16.700 -79.000 -3.829.492 5.914.107 143.600 0 6.057.707
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Vergelijking 2011 met volgende jaren Dienstverlening De lasten van het product Dienstverlening zijn in 2012 zijn toegenomen met 593.000 euro. Dit wordt verklaard door de overheveling van personeel uit Losser (665.000 euro), looncompensatie (84.000 euro), de uitbreiding van de GCC-bezuiniging (-200.000 euro) en de verwerking van de bezuiniging op bedrijfsvoering (-94.000). Daarnaast was er in 2011 nog extra incidenteel bezuinigd om te kunnen voldoen aan de taakstelling op de bedrijfsvoering (194.000 euro). De hogere baten worden voor 665.000 euro verklaard door de doorberekening van de loonkosten van de medewerkers uit Losser aan de gemeente Losser. Gemeentearchief Het verschil van 178.000 euro op het product Gemeentearchief wordt verklaard door een hogere raming van de uitgaven voor het project digitalisering van bouwdossiers (106.000 euro) en een budgettoename van 58.000 euro voor de kwaliteitsverbetering van het stadsarchief, conform kadernota. De extra kosten voor het project bouwdossiers worden onttrokken uit reserves.
Verkiezingen De lasten van het product Verkiezingen zijn afgenomen met 408.000 euro. In de begroting van 2011 was rekening gehouden met het organiseren van 2 verkiezingen (Tweede Kamer en Provinciale Staten). In 2012 zullen er geen verkiezingen worden georganiseerd. Basisregistraties De hogere lasten van het product Basisregistraties worden verklaard door een budget verhoging van 100.000 voor extra werkzaamheden Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT). Dit is een besluit conform behandeling van de Kadernota. Het is de verwachting dat de extra werkzaamheden 3 jaar zullen duren. Bezuinigingen Het programma Dienstverlening moet, naast de GCC bezuiniging van 400.000 euro en de bezuiniging op bedrijfsvoering van 194.000 euro vanaf 2012, structureel een bezuiniging realiseren van 1 miljoen euro vanaf 2013. Besparingen moeten komen uit de inzet op een meer zelfredzame burger (200.000
Pagina 87 van 208
euro), standaardiseren en uniformeren van processen en systemen in de organisatie (150.000 euro), procesinnovatie inkomende post (150.000 euro) en de ICT meer volgend aan de markt te laten zijn (150.000 euro). De eerst genoemde bezuiniging is verwerkt bij het product Dienstverlening, de overige bezuinigingen zijn verwerkt bij het product Interne Dienstverlening binnen het programma BMO. Een bedrag van 350.000 euro moet nog concreet worden ingevuld. De aanvullende bezuiniging bedrijfsvoering van 194.000 euro is incidenteel ingevuld in 2011 en is voor 2012 structureel ingevuld op de producten dienstverlening en interne dienstverlening (onder bestuur&middelen). Risico’s begroting Op 9 september 2011 heeft de Hoge Raad besloten dat burgers geen leges hoeven te betalen voor verstrekte ID-kaarten. Op basis van de bestaande systematiek is het de verwachting dat de gemeenten worden gecompenseerd voor de extra gemaakte kosten door het Rijk. Aangezien dit leidt tot een aanzienlijk nadeel voor het Rijk (60-80 mln euro) zijn acties ingezet om de wetgeving hierop te herstellen. Het is nog onduidelijk wat de inhoudelijke en financiële effecten hiervan zijn voor gemeenten. Voor wat betreft de leges van rijbewijzen is er een wetsvoorstel in omloop dat moet leiden tot het verlagen van het maximumtarief. Indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen wordt de gemeente Enschede geconfronteerd met 225.000 euro tot 300.000 euro aan lagere legesopbrengsten.
Pagina 88 van 208
3.7 Bestuur en Middelen Veiligheid en Brandweerzorg Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Wat mag het kosten? (lasten/ baten*€ 1.000 euro)
Enschede blijft in Nederland tot de top 3 van de veiligste steden met meer dan 150.000 inwoners behoren.
Veiligheid •Convenant lokale driehoek •Gebruikmaking van bestuurlijke bevoegdheden •Uitvoering Wet Veiligheidsregio •Doorontwikkeling Veiligheidshuis
Preventie Brandweer Actief beleid op terugdringen loze meldingen Pro-actie advisering Kennis verhogen bij burgers en bedrijven over voorkomen brand en calamiteiten door (advisering op) vergunningverlening Brandbestrijding en hulpverlening voor burgers en bedrijven in Enschede binnen de hiervoor geldende landelijke en gemeentelijke afspraken
Lasten: 1.128 Baten: 158
Lasten: 67 Baten: 0
Preparatie Brandweer Zorgdragen voor opgeleid en geoefend personeel met beschikking over adequaat materieel
Lasten: 3.784 Baten: 427
Repressie paraatheid Brandweer •Opkomsttijden en bezetting kazerne conform afspraak
Lasten: 7.711 Baten: 0
Pagina 89 van 208
Bestuur en Middelen
Wat willen we bereiken? In aanvulling op de door de raad op 11 juli vastgestelde effectdoelstellingen (rode kaders) zijn voor het programma Bestuur en Middelen enkele doelstellingen m.b.t. de bedrijfsvoering opgenomen (witte kaders) Het versterken van het contact tussen burgers en partners in de stad met het gemeentebestuur Versterken van het vertrouwen van de stad in haar bestuur
Wat gaan we daarvoor doen?
Wat mag het kosten?
in rood: programmaonderdelen
(lasten/baten*€ 1.000 euro)
Vertrouwen en partnerschap: College van B&W Vertrouwen en partnerschap: Ondersteuning College van B&W en Directie Vertrouwen en partnerschap: Raad en commissies Vertrouwen en partnerschap: Regionale en grensoverschrijdende samenwerking
Lasten:1.835 Baten:0 Lasten:6.015 Baten:429 Lasten:2.433 Baten:0 Lasten:696 Baten:0
Het realiseren en instandhouden van een solide en innovatieve bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering en Interne Middelen: Bezwaar en beroep
Lasten:2.283 Baten:0
Het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen
Bedrijfsvoering en Interne Middelen: Interne dienstverlening
Lasten:5.250 Baten: 4.783
Uitbreiden van – en nieuwe vormen van – samenwerking in de regio
Bedrijfsvoering en Interne Middelen: Vastgoedbedrijf
Financieel duurzaam en betrouwbaar: Rente & Treasury
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding
Financieel duurzaam en betrouwbaar: Algemene inkomsten Financieel duurzaam en betrouwbaar: Algemene belastingen Financieel duurzaam en betrouwbaar: Algemene uitkering
Lasten: 4.882 Baten: 3.071
Lasten: 22.679 Baten: 35.429 Lasten: 8.706 Baten: 4.469 Lasten: 2.601 Baten: 38.370 Lasten: 0 Baten: 194.669
Pagina 90 van 208
Coördinerend Portefeuillehouder: Marijke van Hees Programmadirecteur: Fridse Mobach Staat van het programma B&M
Inleiding In het programma Bestuur en Middelen komen enkele overkoepelende thema’s van de bestuurlijke agenda samen, zowel inhoudelijk als in hun vertaling naar de strategische bedrijfsvoering. In veel gevallen worden de overkoepelende thema’s inhoudelijk vormgegeven in de andere programma’s. Voor de algehele coördinatie voelen we ons als College in zijn geheel verantwoordelijk. Wij bewaken dat innovatie en duurzaamheid rode draden zijn in beleid. Daarbij past een slimme samenwerking met partners in regio, provincie, nationaal maar ook over de landsgrenzen. Kernonderdeel van het programma vormt de wijze waarop we onze eigen bedrijfsvoering en financiële organisatie aansluiten op de eisen van deze tijd. Daarbinnen is het vormgeven van een innovatief werk- en huisvestingsconcept een belangrijke uitdaging die we oppakken. Specifiek onderdeel is de verantwoordelijkheid voor de Veiligheidsagenda en Brandweerzorg.
Veiligheid en brandweerzorg Aantal uitrukken 2001: 1.801 Opkomsttijd: 86% Regionale samenwerking Gemeentelijke bijdrage regio 5.447.127 euro BMO 2 M beheer huisvesting Aantal werkplekken
22.500 1.800
Budget interne dienstverlening 35.100.000 euro Algemene dekkingsmiddelen Omvang algemene uitkering 190.967.904 euro Algemene belastingen 38.259.969 euro Duurzaamheid
- Doelstelling CO2-reductie Bestuur en Technisch gezien is het programma Bestuur & Middelen Middelen: 11.330 ton/jaar in 2020 opgebouwd uit een viertal afzonderlijke onderdelen en de 2 • Gerealiseerd 2010: 1% thema’s Innovatie en Duurzaamheid. Het programma bevat • Gepland 2012: 36% de onderdelen veiligheid en brandweerzorg, de directe activiteiten van het bestuur (raad, college) en samenwerking met externe partijen (gebundeld onder de noemer vertrouwen en partnerschap). De ‘middelenkant’ van het programma bevat de ondersteunende activiteiten ten behoeve van het primaire proces (bedrijfsvoering en interne middelen) en de algemene financiële dekkingsmiddelen (zoals belastingen) onder de noemer financieel duurzaam en betrouwbaar.
Per onderdeel wordt ingegaan op de onderdelen ‘wat willen we bereiken?’ en ‘wat gaan we daarvoor doen?’ Het onderdeel ‘wat mag het kosten?’ is voor het gehele programma opgenomen en per onderdeel is daar een financiële toelichting opgenomen. Op een aantal onderdelen wordt een inhoudelijke toelichting gegeven.
3.7.1. Veiligheid en Brandweerzorg Portefeuillehouder: Peter den Oudsten Ambtelijk verantw.: Herman Bosman (Veiligheid), Stephan Wevers (Brandweer) Inleiding Het onderdeel Veiligheid en Brandweerzorg heeft betrekking op openbare orde, criminaliteit en overlast, verkeersveiligheid, leefbaarheid, brandweerzorg en hulpverlening, externe veiligheid van bedrijven, crisisbeheersing en handhaving. Dit onderdeel heeft een relatie met andere programma’s, zoals Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn (preventieve aanpak leefbaarheid en overlast), Opgroeien en Ontwikkelen (Jeugd en veiligheid) en Leefomgeving (handhaving, externe veiligheid).
Wat willen we bereiken? Doelstellingen Doelstelling A:
Doelstelling B:
Enschede blijft in Nederland tot de top 3 van de veiligste steden met meer dan 150.000 inwoners behoren. Het is er veilig om naar school te gaan, te werken, uit te gaan en te recreëren. Een brandbestrijding en hulpverlening voor de burgers en bedrijven in Enschede binnen de hiervoor geldende landelijke en gemeentelijke afspraken.
Pagina 91 van 208
Indicatoren Indicatoren Percentage inwoners dat zich veilig voelt in de eigen buurt.* Positie veiligheid van Enschede ten opzichte van de overige elf gemeenten met meer dan 150.000 inwoners. Opkomstpercentage waarbij de Brandweer na een melding tijdig ter plaatse is***
Score 2010 85%
Streven 2011 85%
Streven 2012 85% Top 3
Streven 2015 85% Top 3
86%
≥ 90%
≥ 90%
≥ 90%
Wat gaan we ervoor doen? Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota's. Reguliere werk Ondersteuning College en directie (Convenant lokale driehoek) Ondersteuning college en directie (Bestuurlijke bevoegdheden)
Ondersteuning college en directie (Rampenbestrijding)
Ondersteuning college en directie (Veiligheidshuis)
Uitwerking begrotingsjaar In 2012 wordt een nieuw beleidskader veiligheid geschreven. Dit gebeurt op basis van de uitkomsten van de veiligheidsmonitor, recente ontwikkelingen en trends. Hierbij wordt het beleid afgestemd met andere beleidsterreinen binnen de gemeente Enschede, andere gemeenten in de regio en betrokken partners. De burgemeester heeft op grond van onder andere de Gemeentewet een aantal bevoegdheden voor het bewaken van de openbare orde, te weten: Inzet cameratoezicht ter bevordering van de signalering van (dreigende) verstoring van de openbare orde; Sluiten van panden waarvan bewezen is dat van daaruit harddrugs wordt verhandeld; Uitvoeren Wet tijdelijk huisverbod; Toepassen van de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast. De wet maakt mogelijk om overlast door voetbal aan te pakken, maar ook om voor meer situaties gebiedsverboden op te leggen en een bestuurlijke aanpak van overlast door 12-minners; Landelijke regelgeving in ontwikkeling, zoals aanpassing preventief fouilleren; Afstemming betaald voetbalorganisatie FC Twente en politie Twente, met name met betrekking tot internationale voetbalwedstrijden. De Wet veiligheidsregio’s heeft gevolgen voor de inrichting van de rampenbestrijding en de positie van de brandweer in Enschede: Organisatie veiligheidsregio in 2012, waaronder de regionale brandweer. In 2012 wordt er gewerkt aan het ontvlechten van de brandweer uit de gemeentelijke organisatie. Het streven is om 1 januari 2013 te komen tot één brandweer Twente, waarbij de continuïteit en effectiviteit ten minste gewaarborgd blijft of verbeterd wordt. Aanpassen organisatie van de gemeentelijke kolom in de veiligheidsregio en de betrokkenen op gemeentelijk niveau kennis laten maken met nieuwe vorm onder ‘koude’ en ‘warme’ omstandigheden. Doorontwikkeling ‘veiligheidshuis’ Nader vorm geven aan de thema’s binnen het veiligheidshuis, zoals die landelijk zijn bepaald: Huiselijk geweld, Veelplegers, Nazorg detentie, jeugd en multiprobleem-situaties. Dit in afstemming met het Centrum voor Jeugd en Gezin en de zorgstructuur, waaronder de frontlinesturing. Uitgangspunt is daarbij ‘In de wijk, tenzij’. In 2009 zijn ook Hengelo en Almelo gestart met een veiligheidshuis en is het veiligheidshuis Enschede uitgebreid met Haaksbergen. Sinds 2011 ligt de regie over de veiligheidshuizen bij de gemeente. Met de andere veiligheidshuizen en de
Pagina 92 van 208
Reguliere werk Repressie paraatheid Brandweer, Preparatie Brandweer
Pro-actie advisering, Preventie Brandweer
Preventie Brandweer, Repressie paraatheid Brandweer
Moties Kadernota 2012
Uitwerking begrotingsjaar gemeente Haaksbergen worden beleid, activiteiten en communicatie afgestemd. Zorgdragen voor opgeleid en geoefend personeel, dat de beschikking heeft over adequate voertuigen en materiaal en dat een continue bezetting levert over de vier kazernes binnen Enschede. Inzet bij de meldingen vindt plaats binnen de afgesproken opkomsttijden. Er komen twee nieuwe kazernes. Het opleiding- en oefencentrum voor brandweerkorpsen (Troned) wordt verder ontwikkeld, waardoor realistische hulpverleningsoefeningen kunnen worden uitgevoerd. Kennis verhogen bij de burgers en bedrijven om brand en calamiteiten te voorkomen en beter voorbereid te zijn op deze situaties, indien deze voorkomen. Middelen die hiervoor worden ingezet zijn (advisering op) vergunningverlening, (advisering op) handhaving en controle en voorlichtingsactiviteiten (waaronder gezamenlijk oefenen). Brandveilig Leven (BVL) is verder doorontwikkeld. Door de toekomstige regionalisering is al een manier van werken ontstaan waarbij kennis en kunde beter gebundeld wordt en burgers en bedrijven beter bediend worden. Voeren van actief beleid op terugdringen van loze meldingen. Dit beleid is gericht op voorlichting en indien nodig, op handhaving. Inzet heeft tot een aanzienlijke reductie geleid. De landelijke ontwikkelingen ten aanzien van het terugdringen van nodeloze uitrukken worden gevolgd en hier wordt pro-actief op ingespeeld zodat dit beleid goed wordt voortgezet. Bij invulling van het veiligheidsbeleid wordt de strekking van de moties ‘Enschede is van ons allemaal’ en ‘Privacy als kader bij veiligheidsinnovaties’ gevolgd. Respect voor grond- en mensenrechten, afwijzing discriminatie, volgen landelijke regelgeving op privacy-gebied.
3.7.2 Vertrouwen en Partnerschap Portefeuillehouder: Peter den Oudsten Ambtelijk verantw.: Marcel Meijs (Concernstaf), Rolf Jongedijk (Raadsgriffie) Inleiding Dit onderdeel kent twee pijlers. Het eerste deel bevat de werkzaamheden van de raad en het college van B&W, de Griffie en de ondersteuning van college en directie door de Concernstaf. De geformuleerde doelstellingen zijn echter veel breder en zijn van toepassing op de gehele organisatie. Tweede pijler is dan ook de manier van samenwerking met partners in en buiten de stad. In lijn met het collegeakkoord gaat het dan zowel om versterking van het primaat van burgers en wijken zelf, alsook onze samenwerking met de regionale, provinciale, nationale en zelfs internationale partijen.
Wat willen we bereiken? Doelstelling Doelstelling A:
Doelstelling B:
Versterken van het contact tussen burgers en partners in de stad met gemeentebestuur (relatie thema “Besturen doe je samen” vanuit Coalitieakkoord 2010-2014) Versterken van het vertrouwen van de stad in haar bestuur
Pagina 93 van 208
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord of het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt en welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten
Versterken van het contact tussen burgers en partners in de stad met raadsleden en gemeentebestuur (relatie thema “Besturen doe je samen” vanuit Coalitieakkoord 2010-2014) Versterken Het doel van het College en Raad is om meer betrokkenheid Raad en raadsstadsdeelcommissies en zeggenschap van de burger te verkrijgen. De opgave voor commissies de Raad en stadsdeelcommissies is om beter in te spelen op situaties waarbij insprekende burgers/wijkorganen pleiten voor hun eigen- en wijkbelang (wijkbudgetten). Om dit te realiseren wordt in 2012 onder andere invulling aan onderstaande speerpunten gegeven: Aanpassing vergaderstructuur; Meer samenspel met de burger te organiseren; In een eerder stadium debatten met burgers organiseren (onder meer in de vorm van informele podia tijdens commissievergaderingen). Optimalisatie inspraakproces burger Vergroting inzet moderne communicatiemiddelen (samenwerking TVEnschedeFM/ gebruik Ipads door college- en raadsleden etc). ‘Vertrouwen in Enschede’ College van B&W In het coalitieakkoord staat nauwe samenwerking met College van partners en burgers bij het bereiken van onze doelen B&W centraal. Het leggen van een zakelijke basis onder de aanpak van maatschappelijke investeringsopgaven op verschillende terreinen wordt in 2012 verder uitgewerkt en geïmplementeerd. De structurele financiële gevolgen van de aanpak van de MIO's willen we verwerken in de begroting van 2013. Bij de opstelling van politieke kaderbrief naar aanleiding van het coalitieakkoord in 2010 is opnieuw onderstreept dat een krachtige lobby van belang is om de ambities van Enschede voor de komende jaren waar te maken. De komende tijd willen wij extra inzet plegen op een gecoördineerde lobbyaanpak door deze bestuurlijk en ambtelijk verder te optimaliseren en lobbydossiers waarnodig te herijken. De kans op succes wordt immers vergroot door focus en herhaling. Een groot aantal dossiers is dermate van invloed op de ontwikkeling van onze stad dat ze om extra bestuurlijke inzet vragen waar het gaat om beïnvloeding van besluitvorming regionaal, provinciaal, landelijk en indien nodig Europees. Samenwerking buiten gemeentegrenzen Verbeteren afstemming Samen met regio, provincie en (inter)nationale partners en samenwerking met gerichte samenwerkingsmogelijkheden opzoeken, in partners buiten onze aansluiting op de ambities van Enschede. gemeentegrenzen
Regionale en grensoverschrijdende samenwerking
Pagina 94 van 208
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden in dit programma en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota's. Reguliere werk
Uitwerking begrotingsjaar
Raad- en raadscommissies
Het product Raad en Raadscommissies is gericht op de logistieke ondersteuning van de Raad door de Raadsgriffie en richt zich op de volgende werkzaamheden / activiteiten 2012: 1. Organiseren van raads- en commissievergaderingen; 2. Faciliteren en ondersteunen van werkzaamheden gemeenteraadsleden; inclusief voortzetting uitwisseling met raden Amersfoort en Arnhem. 3. Uitbouwen elektronische dienstverlening (“papierloos werken” en inzet social media dmv Ipads en introductie/gebruik nieuwe digitale stukkenstroom “IBIS” raadpleegbaar voor derden via enschede.nl). 4. Ontwikkelen managementinfo m.b.t. processen Raadsgriffie. Het College van B&W is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de gemeente. Naast de realisatie van het coalitieakkoord 'Vertrouwen in Enschede' is voor 2012 de ontwikkeling van de werkstijl/ organisatieontwikkeling als prioriteit benoemd in vervolg op de structuurwijziging in het kader van BVV en de activiteiten die hieromtrent in 2011 hebben plaatsgevonden. Het product Ondersteuning College en directie bevat de werkzaamheden die verricht worden door de Concernstaf: − Kaderstelling (Financieel, juridisch) − Processturing (herijking IPC-cyclus, MIO's, indicatoren) − Bestuurlijke en strategische advisering (luchthaven, innovatie) De Motie ‘Stoppen Beleid’ vraagt om inzicht in beleid of beleidsinstrumenten die per programmalijn gestopt kunnen worden. Feitelijk is de beantwoording onderdeel van een lopend traject, waarvoor de door de Raad vastgestelde doelenboom en indicatoren de basis vormen. Kritisch wordt in de komende maanden gekeken naar staand en potentieel nieuw beleid in lijn met de strekking van de motie.
College van B&W
Ondersteuning College en directie
Motie Kadernota 2012
Toelichting ‘Verbeteren afstemming en samenwerking met partners buiten onze gemeentegrenzen’ Regio Twente en Provincie Overijssel Het coalitieakkoord zet in op nauwere samenwerking in de Netwerkstad en de Regio Twente. De regio Twente is het samenwerkingsverband van de 14 Twentse gemeenten. De regio Twente voert namens en voor de aangesloten gemeenten een groot aantal taken uit op een heel breed gebied: verkeer en vervoer, volksgezondheid, veiligheid en recreatie en toerisme. Daarnaast voert de regio coördinerende taken uit op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, economie, en milieu en duurzaamheid (zie hiervoor ook de betreffende programma’s). De volwaardige rol van de Regio komt met de onzekere toekomst van de WGR + in een ander daglicht te staan. Nog dit jaar hopen wij hierover duidelijkheid te krijgen en aan te geven wat dit betekent voor de toekomst. Door de bezuinigingen die op ons afkomen, de complexiteit van de opgaven die op ons afkomen en de mogelijkheid tot efficiencywinsten te komen, kijken we hoe we de regionale samenwerking in de bedrijfsvoering (shared services) en andere taken kunnen verstevigen. Daardoor kunnen gemeenten besparingen realiseren en kennis delen. In de Netwerkstad, de het stedelijk gebied in Twente, wordt de samenwerking geïntensiveerd. Dat doen we door slim samen te werken op beleidsonderdelen waar makkelijk resultaten zijn te boeken. Maar keuzes in schaarstevraagstukken naar de toekomst toe gaan we niet uit de weg. Daarvoor is de urgentie te groot. We werken concreet aan een gezamenlijk grondbeleid, woningbouwprogrammering en programmering voor bedrijfsterreinen en kantoren. De ontwikkelingen die op ons afkomen zullen zich de komende periode nog meer concentreren in compacte stedelijke regio’s. Dat geldt ook voor Twente. Maatregelen uit Europa en Den Haag, maar vooral ruimtelijke en economische opgaven in onze eigen omgeving vragen om verdere toenadering.
Pagina 95 van 208
Uitgangspunt is de duurzame economische structuurversterking van stad en regio. In wisselende verbanden zoeken we naar mogelijkheden tot verzilvering van kansen. Duidelijk is dat de opgaven vragen om nieuwe vormen van samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijsinstellingen. Daarbij wordt gevraagd om een gezamenlijke visie, ambitie, doelen en strategie, met bijbehorende aangepaste rollen en verantwoordelijkheden van betrokken partijen. Deze toekomstige visie willen wij naast de provincie Overijssel actief invullen met partners als Universiteit, Saxion en het georganiseerd bedrijfsleven. Samen met provincie, steden en de Regio zorgen we voor een adequate lobby en profilering. Belangrijke basis daarvoor zijn de gemeenschappelijk opgestelde agenda’s Europe 2020: powered by Twente en het Businessplan High Tech Twente. Tegen de achtergrond hiervan wordt ook de innovatieroute opnieuw tegen het licht gehouden. Via het regionaal economisch beleid van de provincie Overijssel, die hierover met het recente bestuursakkoord de verantwoordelijkheid heeft gekregen, vindt er een herijking plaats van het Twents innovatiebeleid. Daarbij wordt ook gekeken welke organisatievorm hiervoor nodig is en of bestaande structuren in elkaar kunnen worden geschoven. Internationale positionering In de kern kent Enschede op drie niveaus internationale contacten. De Interregionale samenwerking is hieronder beschreven. Ander sporen zijn de stedenbanden en onze relatie met de EU. Kern van onze internationale positionering is economisch. Gekoppeld aan de nieuwe economische visie is de insteek waar mogelijk internationale contacten in te zetten ten behoeve van de verdere ontwikkeling van onze sterke High Tech sector (zie ook programma E&W). De waaier aan rollen en activiteiten die we kunnen inzetten spitst zich toe op de bestaande verbanden. Onze banden met Palo Alto (VS) en Dalian (China) vragen om een verdieping vanuit de kansen die er liggen en op basis van de vraag die er bij partners ligt. Duidelijk is dat aansluiting bij deze sterke innovatieve centra meerwaarde moet opleveren voor onze stad en regio. Richting de EU is het van belang als stad en regio goed zichtbaar te maken waar onze sterke kanten liggen. Regionale lobby en afstemming, in aansluiting op de Europe2020 agenda en het nationale topsectorenbeleid, hebben de basis gelegd voor onze profilering en inhoudelijke inzet richting Den Haag en Brussel. Door in 2012 samen met partners in Oost Nederland verder te werken aan de gezamenlijke agenda moet de brug naar Europese aandacht en fondsen een verder impuls krijgen. Focuspunt is de nieuwe ronde Structuurfondsen die vanaf 2014 ingaat. Euregio/MONT De samenwerking met MONT (Munster, Osnabrück, Netwerkstad Twente) wordt in 2012 voortgezet. Belangrijk moment voor de precieze invulling van de samenwerking vormt een koersdocument dat op verzoek van de betrokken burgemeesters eind 2011 wordt opgeleverd. Doelen worden aangescherpt, een betere samenwerking met bedrijven, onderzoek(ers) en onderwijs is speerpunt en het benoemen van kansrijke concrete projecten staat op de rol. De uitkomsten van het koersdocument moet aanknopingspunten bieden waaraan we de ambities van Twente en Enschede, met de focus op High Tech, kunnen koppelen. Aandachtspunt blijft de positionering van MONT richting Brussel. Dit vanuit het gegeven dat de grensregio’s binnen de nieuwe EU2020-strategie een belangrijke positie krijgen, mede gekoppeld aan INTERREG-gelden. Onze betrokkenheid met de EUREGIO is in de afgelopen periode beperkt geweest. Heroriëntatie op onze inzet is aan de orde, hetgeen onderdeel is van een bredere discussie rond de Internationale positionering van de gemeente. Deze discussie wordt eind 2011 gevoerd.
Pagina 96 van 208
3.7 Bedrijfsvoering en Interne Middelen Portefeuillehouders: Marijke van Hees (Middelen), Jeroen Hatenboer (Communicatie), Ed Wallinga (Vastgoed) Ambtelijk verantw.: René van Kuilenburg
Inleiding “Wij ondersteunen vakkundig, betrouwbaar en dienstvaardig het realiseren van resultaten in Enschede” Bedrijfsvoering staat in verbinding met en is ondersteunend aan de doelen in de stad. Bedrijfs- en Managementondersteuning (BMO) richt zich met haar activiteiten op het optimaal ondersteunen van de programma’s in het bereiken van de organisatie- en programmadoelen. BMO heeft daarbij gekozen voor een strategie van “operational excellence” (OpEx). BMO ziet daarbij kansen in het Twentse perspectief van het samenbrengen van de ondersteunende diensten in één Regionaal Shared Service Center. De werkzaamheden van BMO zijn de facilitaire- en administratieve ondersteuning van de primaire processen bestaande uit de volgende activiteiten: • Concernbrede ondersteunende activiteiten: Financiën, Personeel&Organisatie, Inkoop, Juridische Zaken, Communicatie en Subsidies&Contracten. • Facilitaire activiteiten: Informatie- en Communicatie Technologie, Huisvesting&Services en Vastgoedbedrijf; Een verdere uitwerking van de koers van BMO is opgenomen in de daarvoor bestemde paragraaf Bedrijfsvoering. In dit programmaonderdeel is een korte toelichting opgenomen van de speerpunten en eindproducten voor BMO.
Wat willen we bereiken? Doelstelling Doelstelling A:
Doelstelling B:
Doelstelling C:
Het realiseren en instandhouden van een solide en innovatieve bedrijfsvoering die recht doet aan het vakkundig, betrouwbaar en dienstvaardig ondersteunen van de programmaorganisatie. (relatie thema “financieel solide” en “nieuwe media” vanuit Coalitieakkoord 2010-2014) Het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen alle geledingen van de bedrijfsvoering. (relatie thema “duurzaamheid” vanuit Coalitieakkoord 2010-2014 en thema “Groen en duurzaam” vanuit Toekomstvisie 2020) Uitbreiden van - en nieuwe vormen van samenwerking in de regio (relatie thema “regionale samenwerking” vanuit Coalitieakkoord 2010-2014 en thema “Nieuwe vormen van partnerschap” vanuit Toekomstvisie 2020)
Bovenstaande doelstellingen zijn ondersteunend aan het realiseren van de hoofddoelstellingen van de verschillende programma’s. In de doelenboom voor het programma Bestuur en Middelen zijn deze terug te vinden in witte kaders. Indicatoren Binnen BMO wordt gestuurd op een set van prestatie- en effectindicatoren voor de bedrijfsvoering. In de bedrijfsvoeringsparagraaf is een overzicht opgenomen van die indicatoren die een relatie met de stad kennen (bijvoorbeeld: % lokale/regionale inkoop, betaaltermijn facturen, subsidieverstrekking). Het doel is om deze set zodanig te ontwikkelen dat de Raad daarmee een beter inzicht krijgt in de relatie tussen de bedrijfsvoering, de ondersteuning van de programma’s en de effecten voor de Stad.
Pagina 97 van 208
Wat gaan we ervoor doen? Politieke speerpunten De politieke speerpunten in onderstaande tabel kennen hun oorsprong in de Toekomstvisie, het Coalitieakkoord of het 10-punten programma. We geven hier puntsgewijs aan welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren in het kader van het genoemde speerpunt en welke producten daarbij betrokken zijn en aan welke programmadoelstelling daarmee een bijdrage wordt geleverd. Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
Betrokken producten Het realiseren en instandhouden van een solide en innovatieve bedrijfsvoering die recht doet aan het vakkundig, betrouwbaar en dienstvaardig ondersteunen van de primaire programma-organisatie Project SLIM werken implementeert “Het Nieuwe Werken” Een nieuw werk- en Interne binnen de gemeente Enschede. Dit bestaat uit een huisvestingsconcept dienstverlening / duurzaam en innovatief nieuw werk- en huisvestingsconcept. (SLIM) Vastgoedbedrijf Doelen zijn: Inspirerende werkomgeving, efficiënter, duurzamer, aantrekkelijke werkgever Begin 2012 worden het schetsontwerp, functionele programma’s van eisen en een definitieve businesscase, ter besluitvorming voorgelegd. De verbouwing van het stadskantoor is gepland voor het derde en vierde kwartaal van 2012. Communicatiever Ontwikkelen van vaardigheden gericht op een professionele Interne maken organisatie eerste indruk bij, en het kunnen aangaan van, duurzame en dienstverlening / gelijkwaardige samenwerkingsrelaties met partners en Bezwaar&Beroep burgers. Voor 2012 is een verdere uitrol van het aanleren van mediationvaardigheden, media- en woordvoeringstrainingen gepland door deze opleidingen onder te brengen binnen het ontwikkelhuis. Verder behoeft de begrijpelijkheid van onze schriftelijke communicatie naar burgers en ondernemers permanent aandacht. In 2011 hebben we daar een nieuwe aanpak voor ontwikkeld. Stadsportal In 2012 wordt een compleet nieuwe site (stadsportal), Interne ontwikkeld. Medio 2012 vindt de oplevering plaats. dienstverlening Doelmatiger De gemeentelijke bedrijfsvoering kent een oplopende Interne bedrijfsvoering taakstelling (6 mln euro in 2014). Geanticipeerd wordt op dienstverlening / toekomstige effecten van regionalisering brandweer, Vastgoedbedrijf / werkgever op kop en besparingsdoelstellingen van Bezwaar&Beroep samenwerkingen (o.a. Losser). In 2011 is het project “operational excellence” ingezet, gericht op een doelmatiger en efficiëntere taakuitvoering. In 2012 wordt daarnaast onverminderd ingezet om taken in samenwerking te realiseren om besparingsdoelstellingen te halen. Het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen alle geledingen van de bedrijfsvoering Social return BMO ziet toe op de realisatie van social return binnen onze Interne dienstverlening organisatie. Dit bestaat uit de onderdelen: een minimale inzet van 5% van de opdrachtwaarde bij aanbestedingen door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (social return on investment, SROI); de inzet van het aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt binnen de gemeentelijke organisatie. Hiertoe ontwikkelt BMO in 2012 indicatoren en rapportages. Duurzaamheid De ambities voor BMO op het onderwerp duurzaamheid zijn Interne
Pagina 98 van 208
Politiek speerpunt
Uitwerking begrotingsjaar
gericht op de thema’s: Klimaatneutrale eigen organisatie in 2015 Duurzame ambities vastgoedportefeuille Concrete uitwerking hiervan is opgenomen in de paragraaf duurzaamheid. Uitbreiden van - en nieuwe vormen voor regionale samenwerking Samenwerking Losser In 2011 zijn de bedrijfsvoering en publieksdienstverlening van Losser overgenomen door Enschede. Focus in 2012 ligt op de transitie van processen naar de “enschedese standaard” en het realiseren van efficiencywinst. Daarnaast wordt in 2012 de samenwerking mogelijk uitgebreid met de activiteiten in het sociale domein (Werk, Inkomen en Zorg). Uitbreiding regionale Regionale samenwerking op bedrijfsvoering wordt gezien als samenwerking een goede mogelijkheid om de gemeentelijke dienstverlening effectiever te maken. Daarnaast is het een belangrijk middel om de taakstellingen op bedrijfsvoering te realiseren en continuïteit te waarborgen. In juli 2011 heeft een werkconferentie “Shared Services Twente” plaatsgevonden waarin is afgesproken de samenwerking te intensiveren en met elkaar een uitvoeringsagenda op te stellen voor kansrijke samenwerkingsgebieden. Voor BMO wordt in 2012 vooral ingestoken op het verder concretiseren van de gebieden ICT, Inkoop, Juridische expertise, Salaris- en Personeelsadministratie en Vastgoed.
Betrokken producten dienstverlening / Vastgoedbedrijf
Interne dienstverlening
Interne dienstverlening
Reguliere werkzaamheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reguliere werkzaamheden van BMO en welke ontwikkelingen of welke highlights er komend jaar te verwachten zijn. Indien aanwezig wordt voor een nadere toelichting op het product verwezen naar beleidsnota's. Reguliere werk
Uitwerking begrotingsjaar
Vastgoedbedrijf Enschede
In 2012 richt het Vastgoedbedrijf zich op de implementatie van de uitvoeringsagenda van de strategische vastgoednota (vastgesteld in 2011). Invoering strategisch portefeuillemanagement (integrale aanpak gericht op het bereiken van maatschappelijk rendement met vastgoed) en het aanpassen van de eigen organisatie hierop. Implementatie duurzaamheidsmaatregelen Vergroten innovativiteit (o.a. nieuwe huurprijssystematiek, innovatieve bouwprocessen etc.) Doelmatigheid: het vastgoedbedrijf zal een structurele bijdrage leveren van 150.000 euro aan de gemeentebrede opgaven. Uitwerking werkwijze en positionering onderwijshuisvesting Interne Dienstverlening omvat een groot deel van de facilitaire- en administratieve activiteiten en richt zich op de ondersteuning van de primaire organisatie. Doel hiervan is om de primaire organisatie zich volledig te kunnen laten richten op de te bereiken doelen in de Stad. De effecten van het invoeren van operational excellence wordt hier zichtbaar gemaakt. in de menukaart benoemen wij concreet inclusief de prijs van de dienstverlening. Deze menukaart vormt de basis voor continue afstemming van de dienstverlening met de interne en externe klanten van BMO. Het product Bezwaar en Beroep omvat de juridische afwikkeling van bezwaaren beroepsprocedures.
Interne dienstverlening
Bezwaar & Beroep
Pagina 99 van 208
Reguliere werk
Uitwerking begrotingsjaar In 2012 wordt onverminderd ingezet op het verder uitrollen van mediationvaardigheden in de organisatie. Daarnaast wordt in 2012 ingezet op meer regionale samenwerking op het gebied van juridische specialistische expertise. Dat moet leiden tot een reductie van externe inhuur. Doel is om dit in 2012 via een “marktplaatsconstructie” te realiseren.
3.7.4 Financieel duurzaam en betrouwbaar Portefeuillehouders: Marijke van Hees Ambtelijk verantw.: Fridse Mobach De urgentie om tot een betrouwbaar en voor de lange termijn houdbaar financiële huishouding te komen groter is dan ooit. Door de onzekere economische omstandigheden neemt de complexiteit van de opgave toe, maar de uitdaging pakken we op. Belangrijke basis voor de uitvoering van onze ambities blijven de algemene dekkingsmiddelen, de inkomsten van de gemeente die vrij besteedbaar zijn. Over ontwikkelingen en beleid ten aanzien van de algemene dekkingsmiddelen wordt op diverse plaatsen in deze begroting stilgestaan: • Gemeentefonds (zie actualisatie middelenkader); • Lokale belastingen (zie paragraaf lokale heffingen); • Rente & Treasury (zie paragraaf treasury). Een nadere (financiële) analyse op de algemene dekkingsmiddelen staat in het hieronder opgenomen onderdeel ‘wat mag het kosten?’.
Thema: Innovatie Het bewaken en sturen op innovatieve manieren van werken, omgaan met partners en zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen vormt onderdeel van de bestuurlijke agenda. Juist het bieden van ruimte aan innovatie kan de stad verder brengen. Op vele sporen zetten we daarom in. In het oog springen de aanpak via de Maatschappelijke Investeringsopgaven (MIO), het Actieprogramma Innovatie en het interne traject Slim Werken. Voor de MIO’s geldt dat we bij de aanpak van maatschappelijke onderwerpen een andere methodiek dan voorheen gebruiken. Niet meer klassiek sturend als overheid, maar in gezamenlijkheid met partners gaan we aan de slag. Dat vraagt om een andere houding en rol van alle spelers. De kracht zit in de gezamenlijkheid, de nieuwe inzichten die daarmee loskomen en de gedeeld verantwoordelijkheid bij het concreet oplossen van problemen in de stad. Inmiddels hebben we ervaringen met een aantal MIO’s. Stand van zaken en vervolgstappen zijn in een bijlage te vinden. Bij het Actieprogramma Innovatie is de inzet kansrijke business cases los te trekken op het domein van zorg, veiligheid en duurzaamheid. Externe expertise is leidend bij de invulling van de opdracht. Ook hierbij nemen we als overheid dus een meer bescheiden rol in. Details over het Actieprogramma zijn te vinden bij het programma E&W. De wendbaarheid nu en in de toekomst van de organisatie is geborgd in het project Slim Werken. Het project Slim Werken vertaalt de landelijke ontwikkeling die Het Nieuwe Werken genoemd wordt, naar de gemeente Enschede. De inhoudelijke kern van het project is dat we als gemeente op een andere manier in de samenleving willen werken (zie voor details paragraaf 4.6 bedrijfsvoering).
Thema: Duurzaamheid Duurzaamheid is een kernelement bij de aanpak van de opgaven waar we als stad en organisatie voor staan. Coördinatie ligt bij het programma Leefomgeving maar als College bewaken we de voortgang op onze ambities. Die ambities zijn benoemd in de Kadernota waarbij afspraken zijn gemaakt over de opgave die elk individueel programma moet oppakken. Het programma Bestuur en Middelen heeft als doel om in 2015 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie te hebben. Dat wordt door een aantal maatregelen bewerkstelligd vanuit het onderdeel BMO. In onderstaande tabel is de opgave benoemd. In de tweede tabel is een nadere uitwerking geformuleerd. Er zijn maatregelen
Pagina 100 van 208
opgenomen, de actuele status is opgenomen en aangegeven is welke concrete activiteiten in 2012 worden uitgevoerd. Opgaven programma Bestuur en Middelen Thema Sub Uitgangspunten en aannames programmadoelstelling (ton CO2-reductie) Thema 3: Eigen 11.330 Doelstelling is een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in Organisatie 2015. Vastgoed, duurzaam inkopen en het wagenpark vallen hierbij onder het programma Bestuur en Middelen. Totaal 11.330 programma Bestuur en Middelen Maatregel Duurzaam inkopen: 100%
Status Standaard criterium bij aanbestedingen, indien voorhanden worden de criteria van AgentschapNL gebruikt. Aanvullend worden ook eigen criteria opgesteld.
Energie voor eigen gebruik wordt uit duurzame bronnen opgewekt Voor eigen gebruik wordt energie uit duurzame bronnen ingekocht
Implementatie zonnepanelen Stadskantoor Gerealiseerd, de Gemeente gaat per 1 januari 2012 over op duurzaam opwekte energie geleverd door Twence. Op dit moment wordt er al gebruik gemaakt van groene stroom. De auto’s die voor vervanging in aanmerking komen zijn in de meeste gevallen op aardgas. Daarnaast worden ook de eerste elektrische auto’s aangeschaft. Eerste acties zijn uitgevoerd (“slimme meters”, energiemeldpunt, LEDverlichting onderzoek) Energielabel-verbetering van alle gebouwen is in voorbereiding. Tbv ontwikkeling “groene” MeerJarenOnderhoudsPlanning (MJOP) / en invoering “RgdBoei-systematiek’’. Innovatieve bedrijven met nieuwe duurzame ontwikkelingen koppelen aan objecten VBE.
Aankoop dienstauto’s zo duurzaam mogelijk
Reductie energieverbruik door adequate monitoring en toepassen energiebesparende maatregelen. Reductie met 3% per jaar en verbetering energielabel met twee niveaus bij alle gebouwen
Activiteiten 2012 Voortzetten duurzaam inkopen conform de voorschriften van AgentschapNL. Naast duurzaam inkopen ook aandacht voor duurzame oplossingen in de fase voorafgaand aan de inkoop. Monitoring energieverbruik Voortzetten ingevoerd beleid
Voortzetten ingevoerd beleid
Monitoring energieverbruik met specifieke software
Verduurzamen woningvoorraad (Vastgoedbedrijf)
Onderhoudswerkzaamheden aangepast o.b.v. duurzame criteria.
Aanpassen huursystematiek met gebruikers t.b.v. dekking energiebesparende maatregelen
SLIM werken: Besparing op aantal werkplekken, meer thuiswerken, flexibele indeling etages Stadskantoor levert op minder CO2uitstoot, minder verkeersbewegingen, minder
Project loopt, selectie architect, gebruikersgroepen geïnstalleerd. Herinrichting met duurzame materialen (zoals volledig recyclebare vloerbedekking)
In 2012 implementatie project
Pagina 101 van 208
verhuisbewegingen en minder onderhoudskosten en verbouwingen Afval intern scheiden zodat er minder restafval is en meer hergebruik van grondstoffen
vindt plaats: in 2011 heeft Enschede het silvercertificaat ontvangen). Contract afgesloten met Twente Milieu
Gezamenlijk programma van eisen opstellen en implementatie nieuw afvalconcept
Wat mag het kosten?
Lasten College van B&W Euregionale samenwerking Raad en commissies Treasury Diverse algemene inkomsten Algemene belastingen Bezwaar en Beroep Ondersteuning college en DB Vastgoedbedrijf Enschede Interne dienstverlening Preventie Brandweer Pro actie advisering Preparatie Brandweer Repressie paraath Brandweer Totaal Lasten Baten Treasury Diverse algemene inkomsten Algemene belastingen Algemene uitkering Ondersteuning college en DB Vastgoedbedrijf Enschede Interne dienstverlening Preventie Brandweer Preparatie Brandweer Totaal Baten Resultaat voor bestemming Storting Reserves Onttrekking reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
1.814.751 695.876 2.430.647 2.119.061 6.468.865 2.979.748 2.249.410 5.937.384 5.262.466 5.004.625 1.159.503 67.028 3.905.113 7.740.081 47.834.558
1.834.527 695.876 2.433.299 22.679.091 8.727.329 2.600.748 2.283.261 6.015.109 4.881.569 5.249.622 1.127.820 67.106 3.784.259 7.711.289 70.090.905
1.834.527 695.876 2.433.299 24.416.199 8.818.080 2.600.748 2.283.261 6.015.109 4.360.357 3.966.502 1.097.177 65.276 3.758.145 7.447.920 69.792.476
1.834.527 695.876 2.433.299 25.531.457 9.579.229 2.600.748 2.283.261 6.015.109 3.937.986 3.257.795 1.097.177 65.276 3.765.832 7.447.920 70.545.492
1.834.527 695.876 2.398.299 27.107.613 9.481.293 2.600.748 2.283.261 6.015.109 3.493.043 2.224.907 1.097.177 65.276 3.755.469 7.447.920 70.500.518
-14.071.504 -4.465.218 -36.999.292 -194.877.578 -429.057 -4.154.477 -4.455.750 -158.100 -296.500 -259.907.476 -212.072.919 20.178.699 -21.437.113 -213.331.332
-35.429.058 -4.469.218 -38.369.969 -194.690.139 -429.057 -3.071.447 -4.782.771 -158.100 -426.500 -281.826.259 -211.735.354 20.757.477 -27.911.665 -218.889.542
-35.051.062 -4.498.218 -38.724.151 -196.059.992 -429.057 -3.147.904 -4.755.371 -158.100 -326.500 -283.150.355 -213.357.878 13.082.477 -13.732.585 -214.007.987
-35.506.803 -4.462.218 -38.724.151 -199.042.438 -429.057 -3.289.168 -4.755.371 -158.100 -276.500 -286.643.806 -216.098.313 14.780.503 -9.888.595 -211.206.406
-35.505.352 -4.463.218 -38.724.151 -195.510.361 -429.057 -3.275.502 -4.755.371 -158.100 -276.500 -283.097.612 -212.597.094 12.336.013 -8.400.401 -208.661.482
(+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Toelichting Algemeen Het positieve resultaat van dit programma neemt met ruim 5 miljoen euro toe ten opzichte van 2011. In het vervolg wordt hier nader op in gegaan. De beperkte kostenstijging van 150.000 euro binnen het product Vertrouwen en Partnerschap heeft te maken met de genormeerde loonkostenstijging waar ten gevolge van CAO-ontwikkelingen rekening mee wordt gehouden. Veiligheid en Brandweerzorg valt in 2012 per saldo 132.000 euro hoger uit, eveneens vanwege de ingeschatte salariskostenontwikkeling bij de CAO. De begroting neemt in 2013 af met 350.000 euro.
Pagina 102 van 208
De thema’s Innovatie en duurzaamheid zijn voor ons college van groot belang. Om dit te benadrukken zijn deze als producten opgenomen, ondank het feit dat hier centraal geen specifieke gelden voor beschikbaar zijn. Bedrijfs- en Managementondersteuning (BMO) Alle dienstverlening van BMO is opgenomen onder het nieuwe product Bedrijfsvoering / Interne Middelen. Dit product omvat o.a. de ondersteunende functies zoals ICT, Informatiemanagement, Huisvesting, Financiën en Personeel & Organisatie. In 2011 is gekozen voor een andere kostentoerekening van deze functies. Daarmee worden deze kosten verdeeld over alle producten van de programma’s en zijn ze niet separaat zichtbaar op dit product. In de paragraaf bedrijfsvoering is een grafiek opgenomen met de totale opbouw van het budget voor interne dienstverlening. De bedragen en mutaties die op dit product zichtbaar zijn hebben betrekking op de mutaties in de reserves van de ondersteunende functies, het budget voor bezwaar en beroep, de verrekeningen van het Vastgoedbedrijf met de reserve en de verwerking van de taakstellingen op de gemeentelijke bedrijfsvoering. Dat is inclusief het aandeel van het programma Dienstverlening. Het programma Dienstverlening kent namelijk ook bedrijfsonderdelen die ondersteunend zijn aan de primaire processen (afdelingen Informatiemanagement en Documentair Diensten Centrum). Tot slot geldt dat de budgettaire verwerking van overname bedrijfsvoering Losser in de budgetten is verwerkt. Vergelijking 2011 versus 2012 In 2012 neemt het totale kader voor bedrijfs- en managementondersteuning met 300k euro af. Deze mutatie is het saldo van de verwerking van de tweede tranche van de generieke taakstelling (gemeentelijk 2 mln euro waarvan 1,7 mln euro binnen BMO), dekking van een deel van deze taakstelling door gerealiseerde efficiencyvoordelen en de verwerking van loon- en prijscompensatie. Op het onderdeel Vastgoedbedrijf Enschede wordt in de begroting zichtbaar welke verrekeningen plaatsvinden met de reserve Vastgoed van het Vastgoedbedrijf. Deze verrekening is budgettair neutraal omdat dit product een gesloten systeem is, het resultaat tussen de lasten en huuropbrengsten wordt verrekend met de reserve vastgoed. In de Vastgoednota 2.0 (raadsbesluit 14 februari 2011) is aangegeven dat het anders doteren van middelen in de onderhoudsvoorziening voor de vastgoedexploitatie een significante verbetering oplevert. Dit heeft hierdoor een gunstig effect op de vermogenspositie van de gemeente. Ontwikkelingen meerjarenbegroting De mutaties vanaf 2012 zijn het gevolg van de verdere verwerking van taakstellingen op de bedrijfsvoering (in 2013 één miljoen euro en oplopend in 2014 naar cumulatief twee miljoen euro). Daarnaast worden binnen het onderdeel interne dienstverlening ook de beoogde maatregelen voor de bezuinigingen op het programma Dienstverlening verantwoord, 450.000 euro ingaande 2013. Deze bezuinigingen moeten gerealiseerd worden door besparingen (op voornamelijk personele kosten) als gevolg van: invoering van zaakgericht werken (150.000 euro), procesinnovatie van inkomende post (150.000 euro) en de ICT meer volgend aan de markt te maken (150.000 euro).
Pagina 103 van 208
4 Paragrafen De paragrafen bij de begroting en de jaarstukken geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat daarbij om onderdelen van de financiële functie die mogelijk een grote financiële impact kennen, een grote politieke betekenis hebben en/of van belang zijn voor de uitvoering van de programma’s. De informatie over deze onderwerpen is veelal versnipperd in de begroting opgenomen. Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van de kaderstellende en controlerende taak. Daartoe dienen de paragrafen.
Paragraaf Grondbeleid
Paragraaf Lokale heffingen
Etc. Programma Economie en Werk
Programma Opgroeien en Ontwikkelen
Etc.
De mate waarin een onderwerp zowel in de paragraaf als in een programma terugkomt, hangt mede af van het politieke gewicht van het onderwerp. Onderscheid is dat de programma’s direct gericht zijn op burgers en de paragrafen indirect: het zijn kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering. Er zijn zeven verplichte paragrafen, te weten: Grondbeleid Weerstandsvermogen Treasury Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen Bedrijfsvoering Lokale heffingen Daarnaast zijn de volgende paragrafen toegevoegd: Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Bestuurlijke projecten
Pagina 104 van 208
4.1 Bestuurlijke projecten, inclusief de Majeure Stedelijke Investeringen Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Wesselerbrink Noord Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Ed Wallinga Hans Weggemans Herstructurering van het bezit van woningcorporatie Domijn in Wesselerbrink Noord door middel van renovatie, sloop en nieuwbouw, uitvoering sociaal economisch programma (SEP) Wesselerbrink Noord evenals de herinrichting van de openbare ruimte. Bij de herstructurering zijn ongeveer 1400 woningen betrokken. Het doel is om te komen tot een vernieuwde en verbeterde wijk met een gedifferentieerd woningaanbod, en een gedifferentieerde bevolkingsopbouw, waarbij in de nieuwe situatie ook mogelijkheden zijn voor bedrijvigheid en zorgfuncties in de woonwijk. • Lang Noord: definitief ontwerp en bestek openbare ruimten en start uitvoering eerste fase; • Ramelebrink: start bouw drie appartementen; • Bijvank: definitief stedenbouwkundig ontwerp en bestek nieuwbouwplannen; • SEP: start uitvoering programma door uitkeringsgerechtigde uit het SEP-gebied te begeleiden naar werk afgestemd op individueel vermogen. Het project wordt uitgevoerd van 2006-2015 (Masterplan Wesselerbrink totaal). Het project Wesselerbrink Noord (Bijvank/’t Lang) wordt uitgevoerd van 2010-2015. • Woningcorporatie Domijn • Gemeente • Verschillende zorginstellingen (w.o. stichting JP van der Bent, stichting Skoel, Livio, Avelijn en Alifa) • Rijk • Provincie Overijssel • ROC Twente (in vorm van cursussen)
Stroinkslanden 2015 Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Ed Wallinga Hans Weggemans, Tjerk Wassenaar In dit project werken gemeente Enschede en woningcorporatie De Woonplaats samen om ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen met elkaar te verbinden zodat Stroinkslanden een sterke, leefbare wijk wordt. Het gaat om een integrale aanpak, waarbij sociale en fysieke interventies worden gepleegd samen met andere partners in de wijk. Het gaat om een omvangrijk project, dat vanwege de beheersbaarheid en de concrete uitvoering is opgedeeld in een aantal deelprojecten. In het programma Stroinkslanden 2015, dat door de raad in 2008 is vastgesteld, worden de verschillende deelprojecten beschreven met per deelproject de na te streven doelstellingen en de te behalen effecten en resultaten. In de uitvoering van de diverse projecten wordt uitdrukkelijk gezocht naar kansen voor bewoners om stappen te zetten op de maatschappelijke ladder en zo via meedoen en participatie te komen tot passend werk. • De oplevering van het plein rondom de wijkvoorziening en de scholen Het Stroink en e de Regenboog vindt plaats in het 1 kwartaal 2012. Met de toekomstige gebruikers van het plein worden afspraken gemaakt hoe om te gaan met het gezamenlijk gebruik en beheer van de buitenruimte, resulterend in een beheerconvenant. • Eind 2011 start het participatietraject voor de herinrichting van de groenstructuur fase 2, de oost-westverbinding in het noordelijk gebied van Stroinkslanden Zuid. In het 2e kwartaal van 2012 ligt er een definitief ontwerp dat vervolgens tot uitvoering komt.
Pagina 105 van 208
Bestuurlijk project
Periode van de opdracht
Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Stroinkslanden 2015 • Uitvoering van de overige plannen voor het bos in 2012 is afhankelijk van financiering door middel van subsidies. Bij de realisatie en het beheer wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van werklozen en/of participatiebanen. • In 2011 is gestart met het traject voor de visievorming Hanenberglanden. In het 1e kwartaal 2012 ligt er een vastgestelde visie met uitvoeringsprogramma voor de aanpak van de Hanenberglanden waarbij ruimtelijke, economische en sociale perspectieven zijn verbonden. • Door de ontwikkelaar vindt nadere uitwerking plaats van gezamenlijke gebiedsontwikkeling van het winkelcentrum Stroinkslanden met eerstelijns zorg en SKE. Dit wordt in 2012 voortgezet. • Inzet van community art door de gemeente en De Woonplaats loopt tot het voorjaar 2012 door. • In 2012 verdere ontwikkeling en consolidering van sport en spelmogelijkheden voor jongeren, onder andere op het Smileyterrein hoek Knalhutteweg / Het Stroink en via het buddyproject waarbij jongeren zelf leren activiteiten te organiseren. Samen met de sportverenigingen worden kinderen en jongeren gestimuleerd meer te sporten en lid te worden van een sportvereniging. • De Brede School, met als doelstelling het vergroten van ontwikkelingskansen en het welzijn van kinderen, ouders en buurtbewoners, wordt samen met alle partners gerealiseerd. • Het talentenhuis (een methode waarmee en zonodig een locatie van waaruit bewoners geactiveerd worden om hun talenten/kwaliteiten te ontwikkelen) wordt gerealiseerd door De Woonplaats. • Het onderdeel gericht op werk wordt door de Gemeente Enschede samen met andere uitkeringsinstanties, CWI en betrokken partijen uitgevoerd. De sociale, fysieke en economische doelstellingen worden gerealiseerd in de periode tot en met 2015. Uitzondering hierop is het fysieke deelplan VI (Hanenberglanden) dat doorloopt tot na 2015. Vanwege de woningbouwprioritering is een aantal (woningbouw) ontwikkelingen doorgeschoven tot na 2015. Dit zijn I Ringwoningen, II Woningbouw in het winkel- en zorgcentrumgebied en VII Hoek Knalhutteweg/Stroink. • Gemeente Enschede • Woningbouwcorporatie De Woonplaats • Eigenaar winkelcentrum, vertegenwoordigd door Planus bv • Eigenaren gezondheidscentrum en SKE • Particuliere woningeigenaren • Partners Brede school, Talentenhuis: Basisscholen (Consent en SKOE), Alifa • Stichting middeleeuws genootschap Dragonheart met uilenboerderij • Sportboulevard • SMD, CWI, POWER • Bewoners van de wijk en de gebruikers van de voorzieningen • Bewonersteam Stroinkslanden
Velve Lindenhof Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Jeroen Hatenboer Hans Weggemans Velve Lindenhof is één van de veertig wijken waarvoor een kabinetsbreed offensief is gestart gericht op wonen, werken, leren & opgroeien, integreren en veiligheid. Het uiteindelijke doel is dat de veertig aandachtswijken binnen acht tot tien jaar toe groeien richting het stedelijk gemiddelde op de vijf genoemde terreinen. De wijk Velve-Lindenhof kent complexe maatschappelijke problemen als schooluitval, eenzijdige woonvoorraad, weinig werkgelegenheid, criminaliteit, gebrekkige inburgering
Pagina 106 van 208
Bestuurlijk project
Beoogd resultaat in 2012
Velve Lindenhof en een verloederde woonomgeving met weinig mogelijkheden om sociale contacten te leggen. Om van Velve Lindenhof een krachtwijk te maken is, samen met partners en bewoners, het wijkactieplan opgesteld. Op basis van dit wijkactieplan is op 31 maart 2008 het charter getekend tussen Rijk en Gemeente. Dit betekent dat integraal de problemen opgepakt worden zodat vanuit de invalshoeken wonen, leven en werken er een duurzame wijk zal ontstaan. In dit charter zijn de verschillende deelprojecten onderverdeeld in fysieke en sociale projecten. • Lage Bothof fase 2 (Nationale reisopera en zorgwoningen): vaststelling aangepast programma van eisen, definitief ontwerp en bestemmingsplan; • Lage Bothof fase 3 (winkels/woningen): Programma van eisen en ontwerp; • Lage Bothof fase 4: programma van eisen en ontwerp herstructureringsgebied; • Velve-Groen en Leegwaterstraat e.o. (nieuwbouw woningen): Afronding bouw en fasegewijs woonrijpmaken; • Hart van de wijk: bestemmingsplan en start bouw; • Voortzetting lopende (succesvolle) activiteiten zoals wijkcoaches, Scoren in de wijk, Velve doet groen;
Voortzetting (gestart in 2010) van actieplan Jeugd en onderwijs. Periode van de opdracht Te betrekken partners
Het project Velve Lindenhof wordt conform het Charter in 2018 afgerond. • • • • • • • • • •
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Gemeente Enschede; Woningcorporatie de Woonplaats; Woningcorporatie Ons Huis; Woningcorporatie Domijn; Ministerie van Binnenlandse Zaken, Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; Senter Novem; Diverse particuliere pandeigenaren; Brede School partners (De Lipper, De Kubus, peuterspeelzaal, Kinderdagverblijf, Consultatie, BSO, wijkcentrum, sportzaal, Fysiotherapie, Jeugdsoos); FC Twente; Bewoners en bewonersorganisaties uit de wijk.
UsselerEs Economie en Werk Jeroen Hatenboer • Richard Kokhuis • Het einddoel is een modern gemengd bedrijventerrein van maximaal 60 hectare netto (=uitgeefbaar) met minimaal 50 arbeidsplaatsen per netto hectare, dat qua inrichting maximaal aan gebruikerswensen tegemoet is gekomen en hoogwaardig is ingepast in zijn omgeving (duurzaam). Duurzaamheid krijgt ook vorm middels de energievoorziening en het parkmanagement. Daarbij wordt het bedrijvenpark gefaseerd ontwikkeld cq. uitgegeven. Met dit bedrijventerrein wordt met name lokale bedrijvigheid gefaciliteerd om door te kunnen groeien en daarmee bij te dragen aan de werkgelegenheid in Enschede. • Verwachting is dat begin 2012 een uitspraak volgt door Raad van State waardoor het bestemmingsplan onherroepelijk kan worden. In dit geval kan aan de hand van het deelbestek voor de zuidoosthoek/Oostkrans de 1e fase bouwrijp gemaakt worden. • De uitgifteperiode zal 10 jaar duren tot medio 2022 Nieuwe vestigers, (energie)leveranciers, bewoners en betrokken organisaties (bijv. contactgroep en klankbordgroep westkrans), gemeente Enschede, Bedrijfsmakelaars/ondernemersorganisaties, natuurorganisatie (Landschap Overijssel).
Pagina 107 van 208
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht
Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012 Periode van de opdracht Te betrekken
Kennispark Economie en Werk Marijke van Hees Richard Kokhuis Kennispark heeft als missie een optimale omgeving in de regio te creëren voor innovatie en ondernemerschap ten behoeve van Twente en Nederland, op basis van de kennis en het talent rond de Universiteit Twente. Het resultaat daarvan is de realisatie van 10.000 extra hoogwaardige arbeidsplaatsen in de regio tussen 2005 en 2025. Daarbij kent Kennispark drie pijlers: • Starters en Groeiers: meer en betere business cases en ondernemers. • Innovatief Ondernemen: een betere interactie tussen kennisintensieve bedrijven en kennisinstellingen ten behoeve van innovatie. • Inspirerend Vestigingsklimaat: een aantrekkelijke vestigingsomgeving gericht op kennistransfer. Kennispark is een van de drie projecten binnen de Innovatiedriehoek samen met Hart van Zuid/Centraal Station Twente en de gebiedsontwikkeling Luchthaven. Gezamenlijk zijn deze drie projecten op regionaal, provinciaal en rijksniveau aangewezen als de belangrijkste opgave van Twente voor de versterking van de economische structuur in Twente. • Afronding transformatie Hengelosestraat. • Afronding van de renovatie en bouw van The Gallery (gebouw Langezijds), de opwaardering van de verblijfskwalitiet van stationsplein Drienerlo, inclusief de inpassing van de Fietssnelweg Twente en de ontwikkeling van bedrijfskavels aan de zuidzijde van de Hengelosestraat. In de planvorming en gebiedsontwikkeling is het thema duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt. • Acquisitie van kennisintensieve bedrijven verder versterken en vormgegeven vanuit de innovatiedriehoek. De uitvoering van het masterplan gebiedsontwikkeling is opgedeeld in 4 fasen: • Fase 1: loopt van 2009 t/m 2011, met onder andere renovatie en transformatie gebouw Langezijds en Hengelosestraat • Fase 2: van 2012 t/m 2015, met onder andere oostzijde campusterrein, common green • Fase 3: 2016-2023 , met onder andere westzijde campusterrein, omgeving Auke Fleerstraat • Fase 4: na 2023 Gemeente Enschede, Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, Provincie Overijssel, Netwerkstad Twente, het bedrijfsleven, het Ministerie van Economische Zaken en Regio Twente.
Werkloosheidsvrije wijk Pathmos Economie en Werk Myra Koomen Richard Kokhuis Pathmos en Stevenfenne zijn wijken die zich kenmerken door een lage participatiegraad. Het doel van het project Pathmos ‘Werkloosheidsvrij’ is om dit structureel te doorbreken en daarmee te zorgen voor een duurzame verhoogde participatiegraad. Het doel van het bereiken van deze hogere participatiegraad is om doorstroom naar regulier werk te bevorderen. Als dat permanent of tijdelijk niet kan, is een baan met loonkostensubsidie dan wel loonkostendispensatie of een functie als vrijwilliger met maatschappelijk nuttige taken een optie. Nagegaan wordt of het thema duurzaamheid (energiebesparing bestaande woningvoorraad) daarbij perspectief biedt. 300 participatieplaatsen binnen de verschillende projecten. Tot 1 januari 2014 • Zorgverzekeraars
Pagina 108 van 208
Bestuurlijk project partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Werkloosheidsvrije wijk Pathmos • Ondernemers Pathmos • Zorginstellingen • Buurt- en wijkverenigingen • Woningcorporaties • Scholengemeenschappen
Havengebied Economie en Werk Marijke van Hees Richard Kokhuis Het project Herstructurering Havengebied is opgesplitst in deelprojecten, waarvan een aantal (Handelskade, Ossenboer, woonboten) al opgestart en (grotendeels) afgerond zijn. Het huidige deelproject betreft de gebiedsontwikkeling Binnenhaven en omgeving (grootschalige herstructurering). Doelstellingen: 1. vergroten (en/of behouden) van de werkgelegenheid; 2. beter/efficiënter ruimtegebruik van de gronden; 3. kwaliteitsverbetering en verhoging functionaliteit van de openbare ruimte (weg en kades / beschoeiingen) 4. stimuleren van watergebonden bedrijvigheid (aan-/afvoer). Momenteel worden de volgende herstructureringwerkzaamheden voorbereid c.q. uitgevoerd: • herverkaveling en facilitering/stimuleren investeringen private partijen, o.a. door instellen van een externe taxatiecommissie waarop ondernemers/eigenaren kosteloos een beroep kunnen doen om een taxatie te laten uitvoeren van een te verwerven opstal van een ander bedrijf aan de Binnenhaven; • forse verbetering van de openbare ruimte (weg, aanleg van laad- en loskade) en het voeren van onderhandelingsgesprekken voor benodigde grondaankoop van bedrijven (voor realisering profiel openbare ruimte) en mogelijke grondverkoop aan bedrijven; • het uitvoeren van achterstallig onderhoud/baggeren; • het uitwerken van een maatschappelijke businesscase voor de Binnenhaven; • het (laten) onderzoeken van de mogelijkheden van regionaal havenbeheer, mede in het kader van de ontwikkelingen in het vervoer over water.
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Bij de ontwikkeling van de plannen is duurzaamheid een belangrijk thema; o.a. verbeteren bestaand bedrijventerrein, stimuleren vervoer over water, profileren thema recycling in Binnenhaven, opstellen energievisie. Ook wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor de realisatie van een grote windmolen in het gebied. Het overall effect is de totstandkoming van een concurrerend (haven)bedrijventerrein voor de komende dertig jaar. • Eind 2011 zal de aanbestedingsprocedure voor het bestek van de openbare ruimte gaan starten, zodat in 2012 gestart kan worden met de uitvoering. • Tegelijkertijd kristalliseren de plannen op de privé-terreinen zich door deze gesprekken ook uit, zodat afspraken gemaakt kunnen worden over de aanleg van kades. In 2012 zal de aanbesteding hiervan plaatsvinden en de uitvoering starten. • De baggerwerkzaamheden zijn in de zomer van 2011 gestart en worden in de loop van 2012 afgerond. 2011 – 2015 (betreft periode uitvoering/nazorg herstructurering Binnenhaven e.o.; deelproject Havengebied) Private partijen zoals de ondernemers/grondeigenaren Belangenvereniging ondernemers Havengebied (BOH) Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO) Provincie Overijssel, Regio Twente, Ministerie van EZ, van VenW en VROM, Europese Unie Rijkswaterstaat N.V. Oost/ Kamer van Koophandel
Pagina 109 van 208
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht
Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Luchthaven Stedelijke ontwikkeling Marijke van Hees Leo van der Ree De gebiedsontwikkeling luchthaven Twente, uitgevoerd in de gemeenschappelijke regeling onder de naam Area Development Twente (ADT), heeft een motorfunctie voor de economie van Twente en staat tevens in het teken van duurzaamheid. De gebiedsontwikkeling combineert de ontwikkeling van een luchthaven van nationale betekenis met ontwikkeling van natuur, waterhuishouding en landschap als onderdeel van de Economische Hoofdstructuur (EHS), maar ook woningbouw, bedrijventerrein en leisure. Aan de gebiedsontwikkeling worden hoge kwaliteitseisen gesteld. Tevens dient de gebiedsontwikkeling Luchthaven e.o. te worden gezien in samenhang met en als onderdeel van de Innovatiedriehoek (samen met Kennispark en Hart van Zuid). Deze drie dicht bij elkaar gelegen toplocaties in Twente vormen de basis voor de nieuwe duurzame economische structuurversterking van Twente. De Gemeenschappelijke Regeling zal naar verwachting met het uitvoeren van structuurvisie B en de provinciale omgevingsvisie tussen 2600 en 2700 nieuwe banen scheppen. Dit zijn zowel banen voor lager opgeleiden als banen voor hoger opgeleiden. In de Kosten-Baten-Analyse (KBA) is aangegeven dat ruim 400 van deze nieuwe banen zullen worden ingevuld door laag opgeleide mensen die nu in een uitkeringssituatie verkeren. De nieuwe banen voor hoger opgeleiden hebben een betekenis voor de sociaal-economische structuur van de gemeente en de regio en het tegengaan van de zogenaamde braindrain. Uitwerken van de structuurvisie B en de provinciale omgevingsvisie naar ontwikkelprogramma’s per deelgebied/project gevolgd door een herziening van de grondexploitatie. Het verder uitvoeren van het in 2011 gestarte aanbestedingstraject voor een exploitant van de luchthaven met als doel een ondertekend contract met een exploitant. De uitvoering van het project neemt ca. 5 - 10 jaar in beslag. Afhankelijk van het verloop van de aanbesteding kan in 2014 het vliegveld weer in gebruik worden genomen. Voor de andere deelgebieden (Zuidkamp, Prins Bernhardpark, Overmaat, EHS, Strip, Deventerpoort, Oostkamp en Hofje) gelden andere termijnen. Provincie Overijssel, het Rijk (met name het ministerie van Infra en Milieu ten aanzien van de luchtvaart). Bij de verdere planontwikkeling wordt per deelgebied gekeken welke partners betrokken moeten worden. Zo is bij bijvoorbeeld de inrichtingsplannen voor de EHS (Ecologische Hoofd Structuur) het Landschap Overijssel betrokken, voor de op te stellen bestemmingsplannen de wijkraad Lonneker en voor het gehele bestuurlijke proces het Waterschap en de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo, Oldenzaal, Dinkelland en Losser.
Spoorzone Stedelijke Ontwikkeling Myra Koomen Leo van der Ree Aan de noordzijde van de binnenstad ligt het omvangrijke plangebied Spoorzone dat gekenmerkt wordt door open/braakliggende plekken en verlaten bedrijfsgebieden. De gemeente heeft vanaf 2000 grondposities verworven en zij heeft de ambitie een ruimtelijke kwaliteitssprong te maken in dit gebied: Vergroten van de historische binnenstad. Het gaat daarbij niet primair om het vergroten van het winkelcentrum, maar om het vormgeven van een stationsomgeving en om het aaneen smeden van Roombeek en binnenstad
Pagina 110 van 208
Bestuurlijk project
Beoogd resultaat in 2012
Spoorzone langs de ‘Cultuurmijl’ en Deurningerstraat. Daarbij worden begrippen gehanteerd als ’binnenstadsstruinmilieu’ en wordt aangesloten bij de ambitie voor het invullen van de ‘Cultuurmijl’. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om het toevoegen van woningbouw en in de nabijheid van het station, om stationsgerelateerde kantoorfuncties. In zeer beperkte mate zullen andere functies worden toegevoegd. De gebouwen in de te vergroten binnenstad zullen op de begane grond transformeerbaar zijn, zodat er in de toekomst ook andere functies desgewenst gehuisvest kunnen worden. Transformeren van verlaten bedrijfsgebieden naar aantrekkelijke woongebieden, waarbij de nabije ligging tot de binnenstad wordt benut om een specifiek binnenstadsrand woonmilieu te ontwikkelen. Gestart wordt in de deelgebieden waar de gemeente nu over (rentedragende) grondposities beschikt, zoals het Middengebied en de plandelen waarvoor concrete toezeggingen voorliggen op het gebied van subsidie of cofinanciering. Middengebied • Woningcorporatie De Woonplaats is gestart met het bouwen van de eerste woningen op de locatie van de voormalige ijzergieterij Sanders • Bestemmingsplan Middengebied 1e fase onherroepelijk • Locatiestudie voor de herhuisvesting van de IOK de Globe afgerond • Aankoop van de coffeeshop en het Leger des Heils Boddenkamp • Bouwrijp maken kavels • Uitgifte eerste 25 kavels • Aanleg HOV • Exploitatieovereenkomst Coberco terrein
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Stationsomgeving • Intentieovereenkomst getekend met ProRail en NS • Voorbereidende werkzaamheden voor aanleg tunnel in 2013 Tot na 2020 • • • • •
NS Poort Prorail Centra voor Wonen, Zorg en Welzijn (Leger des Heils) Provincie Overijssel en het Rijk Eén of meerdere private partijen; o.a. beleggers, corporaties en andere toegelaten instellingen • Proper Stok • De Woonplaats en Domijn • Klankbordgroep (vertegenwoordiging bewoners/gebruikers van het gebied)
Stadsweide voor Kennis Technologie en Zorg Stedelijke Ontwikkeling Marijke van Hees Leo van der Ree/Jan Blok Aan de Zuidwestkant van de Enschedese binnenstad wordt de ‘Stadsweide voor Kennis, Technologie & Zorg’ (KTZ) ontwikkeld. Binnen dit gebied wordt de komende jaren grootschalig geïnvesteerd in gebouwen, voorzieningen en ontwikkelingen op het gebied van Kennis, Technologie & Zorg. De Stadsweide voor KTZ is gerelateerd aan de Kennisparkontwikkeling (mede door de toetreding van Saxion tot Kennispark). De strategische keuze voor vernieuwing en concentratie van het ziekenhuis van Medisch Spectrum Twente (MST) in de binnenstad van Enschede is in overeenstemming met de
Pagina 111 van 208
Bestuurlijk project
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht
Stadsweide voor Kennis Technologie en Zorg ambities en beleidsuitgangspunten van de Toekomstvisie, de RO-visie en de binnenstadsvisie. De grootschalige aanpassing van de Van Heekparkeergarage draagt bij aan de bereikbaarheid van ziekenhuis en binnenstad. Gestreefd wordt naar een zeer sterke centrumpositie voor Enschede in de Euregio met grootstedelijke allure. Deze doelstelling wordt bereikt door functionele vernieuwing, versterking van het economisch potentieel en versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Er ontstaat een bestuurlijk gewenste vergroting van de binnenstadvloer door de nieuwbouw van het MST, de uitbreiding van de stadscampus van Saxion icm nieuwbouw voor het ROC op de locatie van het voormalig Natuurmuseum, en het huisvesten van een Kennishuis in De Maere. De nieuwbouw van een themaziekenhuis, de komende uitbreidingen van de stadscampus Saxion, in combinatie met nieuwbouw voor het ROC en de ontwikkelingen en huisvesting van het Kennishuis in De Maere, versterken die centrumpositie nadrukkelijk. • Nieuwbouw MST: De start van de nieuwbouw was in 2011. In het jaar 2012, en de eerste helft van 2013 zal de ruwbouw van het ziekenhuis worden geplaatst. Daarna zal tot eind 2014 nodig zijn voor afbouw en inbouw. • Aanpassingen Van Heek parkeergarage: Op basis van in 2011 vast te stellen VO en DO aanbesteden van (delen van) het project. Communicatietraject aanpassingen Van Heekgarage. De aanleg van de nieuwe zuidelijke inrit zal medio 2012 starten. • Herinrichting openbare ruimte rondom nieuwe ziekenhuis en nieuwe ingangen garage: Opstellen programma van eisen, mede gebaseerd op de definitieve uitkomsten van het Verkeerscirculatieplan. • Locatie Ariënsplein: Opleveren van een herontwikkelingsplan voor de locatie Ariënsplein (vierde kwartaal), een product van gemeente en MST gezamenlijk, en in samenspraak met alle partners in Stadsweide en Kennispark. Centrale thema’s studie herontwikkeling Ariënsplein: bijdrage aan het programma voor Technologie & Zorg, en de vastgoedwaarde van de herontwikkelingslocatie. • Kennishuis: vaststellen businesscase Kennishuis, en op basis daarvan besluiten over vervolgtraject (1e kwartaal). Nadere uitwerking functionele invulling (welke organisaties/huurders) en exploitatiemodel (eigendom, financiën). Opstelling PvE en VO voor Kennishuis in de Maere. Nadere uitwerking Kenniscluster, versterking vernieuwende diensteneconomie in samenwerking met bibliotheek, Saxion en ROC. • Kop Boulevard: Afronden gesprekken met ontwikkelaar en belanghebbenden over de randvoorwaarden voor de herontwikkeling van de Dish-zone. Als basis voor de afspraken met de ontwikkelaars een stedenbouwkundige visie op de gehele Kop van de Boulevard bespreken en vaststellen. Het aangaan van een exploitatieovereenkomst c.a. met de ontwikkelaar van Dish-zone. Voorbereiden opstarten bestemmingsplanprocedure voor de Dish-zone. • Nieuwbouw Saxion/ROC op de locatie van het Natuurmuseum: Nadere vaststelling kaders en randvoorwaarden voor de herontwikkeling van de locatie. Het aangaan van de noodzakelijke overeenkomsten met Saxion/ROC. Start procedure aanpassing bestemmingsplan. Verdere inhoudelijke en programmatische uitwerking van het onderdeel Technologie & Zorg. • Nieuwbouw Medisch Spectrum Twente (MST): uitvoering tussen 2011-2015 • Aanpassing H.J. van Heek parkeergarage: uitvoering tussen 2011 en 2015 • Inrichting openbare ruimte: uitvoering tussen 2013 en 2015
Pagina 112 van 208
Bestuurlijk project
Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht
Stadsweide voor Kennis Technologie en Zorg • Locatie Ariënsplein: herontwikkelingsplan gereed in de tweede helft van 2012. De locatie Ariënsplein zal in 2015/2016 geheel vrij zijn voor herontwikkeling. • Kennishuis: uitvoering tussen 2011 en 2014 • Herontwikkeling Dish-zone: tussen 2012 en 2014 • Nieuwbouw Saxion/ROC op Locatie Natuurmuseum: uitvoering tussen 2012 en 2014 • Overige ontwikkelingen Kop van de Boulevard: afhankelijk van marktontwikkelingen. • Locatie Ledeboerterrein: afhankelijk van initiatieven van de eigenaar. MST, Saxion, ROC, binnenstadsorganisatie, wijkraden, omwonenden, direct betrokken ondernemers, de bibliotheek en de Universiteit Twente, Roessingh, Menzis, de wijkraden, diverse binnenstadsorganisaties, NS, ProRail, partners Kennishuis, partners Kennispark, ontwikkelaars, bouwers en uitvoerders, betrokken adviseurs en Kennisinstellingen en vele anderen.
Auke Vleerstraat (Bereikbaarheid Enschede West) Stedelijke Ontwikkeling Hans van Agteren Leo van der Ree Het realiseren van een verbreding van de Auke Vleerstraat naar 2 x 2 rijstroken, waardoor de bereikbaarheid van zowel Enschede-West en –Noord verbeterd wordt. Het project is hierbij onderverdeeld in 3 fasen. Het project is een investeringsproject met als belangrijkste indirecte opbrengst een goede verkeersdoorstroming en bereikbaarheid en daarmee een duurzaam investeringsklimaat voor ondernemers. Dit geldt voor zowel Enschede West (Havengebied) als Noord (waaronder tevens het Kennispark valt). • Fase 2a: Momenteel wordt gewerkt aan een Definitief Ontwerp (DO) en het ontwerpbestemmingsplan. Doelstelling is het bestemmingsplan eerste helft 2012 door de raad te laten vaststellen. • Voorbereiding fase 3b: Het college heeft in januari 2011 vanwege problemen met de verkeersafwikkeling op de rotonde ter hoogte van het Capitool/Jupiterstraat en de reconstructie van het kruispunt met de Hengelosestraat besloten om het gedeelte vanaf de spoortunnel tot de Hengelosestraat (spoortunnel uitgezonderd) vervroegd te gaan uitwerken. De schets voor verbetering van dit wegvak als onderdeel van eerdere besluitvorming over het totale project voor de verdubbeling van de Auke Vleerstraat in 2005 is beschikbaar en vormt daarvoor het vertrekpunt. In het eerste kwartaal 2012 zal de raad worden gevraagd een krediet beschikbaar te stellen. Grondaankopen c.a. afgerond 1 september 2012 (afhankelijk van beschikbaarheid voldoende middelen). Vaststelling bestemmingsplan door de raad is beoogd sept / okt 2012. Fase 2a: ontwerpfase, realisatie is afhankelijk van de beschikbaarheid van benodigde middelen; Fase 2b: na 2018 (e.e.a. afhankelijk van beschikbaarheid benodigde middelen); Fase 3b: e.e.a. afhankelijk van beschikbaarheid benodigde middelen.
Te betrekken partners
BOH (belangenvereniging ondernemers havengebied), individuele bedrijven/grondeigenaren grenzend aan de Auke Vleerstraat en bewoners van de Auke Vleerstraat e.o., partners Kennispark, Waterschap Regge en Dinkel, Rijkswaterstaat. klankbordgroep, Regio Twente, gemeente Hengelo, FC Twente, dorpsraad Boekelo, Rijk, Provincie Overijssel en anderen.
Bestuurlijk project Programma
Eschmarke Stedelijke Ontwikkeling
Pagina 113 van 208
Bestuurlijk project Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect
Eschmarke Jeroen Hatenboer Leo van der Ree In het Ontwikkelingsplan Eschmarke 2009 is uitgegaan van het afbouwen van de wijk Eschmarke met in totaal nog circa 2000 woningen tot 2020. Bij het besluit op de woningbouwprioritering in oktober 2010 heeft een verlenging plaatsgevonden van de planperiode tot 2029 en zijn deelprojecten zoals Eschmarkerveld uitgesteld. Ook is het aantal woningen verminderd. • Eilermarke De Uitkijk: fasegewijs in verkoop, bouwen en woonrijp maken van in totaal 101 woningen. Een deel van de Uitkijk (zuidzijde) wordt reeds in 2011 opgeleverd. • Leuriks-Oost: afronding bestemmingsplanprocedure en start verkoop eerste fase. • Diverse kleine kavelplannen in verkoop brengen (Cascade, Parelmoervlinder etc). • Duidelijkheid over juridische procedure met betrekking tot deelgebied 15. • Vaststellen ontwikkelingsrichting Eschmarkerveld, deelplan 15 en 16 en BoswonenNoord afhankelijk van de bestuurlijke besluitvorming najaar 2011. 1995-2029 Ontwikkelcombinatie E 2000, De Eschmarke VOF en nog enkele andere ontwikkelende partijen, Wijkraad Zuid-Eschmarke en Dorpsraad Glanerbrug.
Herstructurering Oost Boswinkel Stedelijke Ontwikkeling Myra Koomen Leo van der Ree De opgave voor Oost Boswinkel is een leefbare wijk die als geheel beter scoort op de sociaal economische indicatoren en om bewoners van Boswinkel kansen te bieden op de sociaal maatschappelijke ladder. Voor de gehele wijk Boswinkel is er een Toekomstvisie opgesteld waarin de herstructureringsopgave voor Oost Boswinkel is ingebed. Opstellen Masterplan (incl. participatie van bewoners) samen met De Woonplaats en Ons Huis voor de herstructurering van Oost Boswinkel (gereed zomer 2012); Opzetten en uitvoeren van een actief participatieproces met bewoners vanaf 2e helft 2012 tot 2e helft 2013 waaruit een stedenbouwkundige invulling voor de diverse woongebieden van De Woonplaats dient te komen. Ons Huis volgt op een later moment; Voorbereidende werkzaamheden (deelonderzoeken e.d.) bestemmingsplanprocedure uitvoeren (2e helft 2012). De daadwerkelijke bestemmingsplanprocedure gaat vanaf 2013 van start (vaststelling uiterlijk eind 2014). Tot en met 2018. Dit was oorspronkelijk 2016, echter door de woningbouwprioritering en uitloop van het opstellen van de Toekomstvisie Boswinkel is dit 2018 geworden. Woningcorporaties Ons Huis, De Woonplaats, Domijn, gemeente Enschede, bewoners, investeerders, beleidsmakers, bestuurders.
Stadsrandzones Stedelijke Ontwikkeling Hans van Agteren Hans Koier De stadsrandzones hebben een belangrijke rol in de gemeentelijke ambitie om de beleefbaarheid van het buitengebied te versterken. Door de stadsrandzones te ontwikkelen voor toerisme, beleving en recreatie worden bewoners en bezoekers meer
Pagina 114 van 208
Bestuurlijk project
Stadsrandzones geprikkeld gebruik te maken van het fraaie Enschedese buitengebied en wordt voorkomen dat de stadsrandzone een rommelige overgangszone tussen stad en platteland is.
Beoogd resultaat in 2012
Periode van de opdracht Te betrekken partners
Bestuurlijk project Programma Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk Opdrachtgever Beoogd doel en maatschappelijk effect Beoogd resultaat in 2012 Periode van de opdracht Te betrekken partners
• De uitvoering afronden van de stadsrandstrook Helmerhoek (onderdeel van de Landinrichting Enschede-Zuid) • De voorbereiding en uitvoering – onder voorbehoud van planologische voortgang – van de stadsrandstrook Vaneker • De aanleg van fietspaden (Rondje Enschede) en beken zoals voorzien in de stadsrand-module van de landinrichting Enschede-Noord, onder voorbehoud van voortgang grondverwerving • Verder invulling geven aan een activiteitenprogramma voor het Rondje Enschede • De markering van het rondje Enschede wordt in 2012 volledig gerealiseerd 2015 Provincie Overijssel, Waterschap Regge en Dinkel, Landinrichtingscommissies Enschede-Noord en Enschede-Zuid, Landschap Overijssel.
Vitale sportverenigingen: Rigtersbleek Opgroeien en ontwikkelen Ed Wallinga Coen Luttikhuis Voor uitwerking: zie Maatschappelijke Investeringsopgave Vitale sportverenigingen (paragraaf 6.3).
Pagina 115 van 208
4.2 Grondbeleid Inleiding In deze paragraaf gaan wij in op het te voeren grondbeleid in de periode 2012 – 2015 en de verwachte resultaten. Conform artikel 16 BBV bevat deze paragraaf: 1. een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen zoals opgenomen in de verschillende relevante programma’s; 2. een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid zal worden uitgevoerd; 3. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie 4. een onderbouwing van de (te verwachten) winstneming 5. de beleidsuitgangspunten over de reserve grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken 6. een vooruitblik MPG 2012 en verder
4.2.1 Grondbeleid: visie en uitvoering Visie In februari 2010 is de nota Grondbeleid door de raad van Enschede vastgesteld. De aanbevelingen uit het rekenkamercommissie rapport “Aan grond gebonden” (2009) , waarin het Enschedese grondbeleid in de periode 2003 – 2008 is geëvalueerd, zijn in de nota meegenomen. De Nota Grondbeleid is het document waarin de kaders voor het grondbeleid zijn vastgelegd die nader worden uitgewerkt in diverse nota’s. Een groot aantal van deze uitwerkingsnota’s is al eerder opgesteld en zal de komende jaren worden geactualiseerd (zie ook programma Stedelijke Ontwikkeling). In de nota Grondbeleid 2010 – 2013 is vastgelegd dat wordt ingezet op een actief grondbeleid, “tenzij”. In de praktijk betekent dit dat er sprake is van “situationeel grondbeleid” . Per project wordt op basis van een realisatiestrategie - gekozen uit een scala aan grondbeleidstrategieën: actief, passief of faciliterend grondbeleid. Naast het zelf actief realiseren van een nieuwe bestemming in het kader van het actieve grondbeleid – de gemeentelijke grondexploitaties -, is de gemeente ook financieel betrokken bij particuliere grondexploitaties, PPS constructies of (regionale) samenwerkingsverbanden. In de nota Grondbeleid staan de volgende beleidslijnen centraal (speerpunten): • Een positieve reserve grondbedrijf / het vergroten van de verdiencapaciteit • Een transparant afwegingsproces voor inzet grondbeleidsinstrumentarium Het grondbeleid is ondersteunend aan het realiseren van de gewenste doelen en effecten uit met name de programma’s Stedelijke Ontwikkeling, Economie en Werk, Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn en Leefomgeving. Op basis van de Toekomstvisie en de in 2009 (herijkte) Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie. Het Grondbedrijf streeft in algemene zin niet naar winst of het behalen van een vooraf bepaald totaal financieel rendement. Geld verdienen is geen doel op zich, maar slechts een middel om andere doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Het Grondbedrijf faciliteert de gewenste maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen. Zij kent een zogenaamd gesloten systeem. Dat wil zeggen dat het Grondbedrijf winsten en verliezen uit grondexploitaties met elkaar verevent. Uitvoering MPG 2011, amendement en halfjaarlijkse herziening MPG 2011 In het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) rapporteert het Grondbedrijf jaarlijks over de behaalde resultaten, de toekomstige ontwikkelingen en de financiële positie in het MPG (Meerjaren Perspectief Grondbedrijf). Op 6 juni 2011 is het MPG 2011 door de raad vastgesteld. In het MPG 2011 is aangegeven dat er wat betreft het weerstandsvermogen nog steeds sprake is van een code oranje.
Pagina 116 van 208
Gelijktijdig met het vaststellen van het MPG is door de raad een amendement vastgesteld. Daarin wordt het college gevraagd om tegelijk met de halfjaarlijkse herziening en de toegezegde doorrekening van een scenario zonder opbrengstenstijging, te komen met een notitie waarin de in het MPG genoemde aanvullende maatregelen nader zijn uitgewerkt en de besparingen alsmede gevolgen van deze maatregelen inzichtelijk zijn gemaakt. Stand van zaken t.a.v. de korte termijn maatregelen Er is uitvoerig onderzocht welke maatregelen op korte en iets langere termijn mogelijk zijn om de financiële problemen in het Grondbedrijf het hoofd te kunnen bieden. De raad is hierover begin oktober 2010 door middel van een brief (d.d. 6 oktober 2010) met betrekking tot de woningbouwprioritering en de effecten op het MPG geïnformeerd. Alle voorgelegde korte termijn maatregelen zijn volledig geëffectueerd, met uitzondering van de maatregel verkoop gronden met een stille reserve uit het Complex Verspreide Gronden. Deze is voortvarend gestart maar - zoals al eerder is aangegeven - duurt dit meerdere jaren. Er zijn het afgelopen jaar al wel gronden verkocht, waardoor een stille reserve van 0,6 miljoen euro is toegevoegd aan de reserve Grondbedrijf. Aanvullende maatregelen in 2011 Het afgelopen jaar zijn diverse maatregelen genomen of voorbereid om de opbrengsten te kunnen maximaliseren en kosten te reduceren. Het gaat daarbij echter niet om maatregelen die enkele miljoenen bij zullen dragen en bovendien kunnen de opbrengsten van deze maatregelen nog niet worden gerealiseerd. Veel maatregelen moeten ervoor zorgen dat de verkoop op gang komt / blijft en bij voorkeur ook nog zo snel mogelijk. Opbrengstenmaximalisatie Dit jaar zal de grondexploitatie voor de kansrijke stedelijke restlocaties, als onderdeel van de maatregel “het te gelde maken van stille reserves CVG”, worden geopend. Daarmee wordt een positieve grondexploitatie toegevoegd aan het MPG met een programma (kleinere kavels) dat naar verwachting aan zal sluiten bij de actuele marktvraag. Voor een aantal objecten uit het complex verspreide gronden vindt concrete onderhandelingen met partijen plaats. De uitkomsten hiervan leiden tot ofwel een opbrengst uit de stille reserve die kan worden toegevoegd aan de reserve grondbedrijf danwel leiden tot een verlaging van de voorziening voor afwaardering. Er is gestart met de actualisatie van het grondprijsbeleid om een zo optimaal mogelijk prijsbeleid te gaan voeren. Om meer aan de wensen uit de markt tegemoet te komen en de verkoop te bevorderen is besloten om het bestemmingsplan voor de Bedrijvenpark Josink Es en Westerval te verruimen. Vanuit de gemeente wordt naar de betrokken partijen in de gebiedsontwikkeling (met name ontwikkelaars) uitgedragen dat er alleen nog ruimte is voor planontwikkeling als het een programma of concept betreft dat uniek is en echt iets toevoegt aan de stad. Dit jaar is een gezamenlijk acquisitiebeleid opgesteld voor de verkoop van bedrijventerreinen binnen Netwerkstad. Dit beleid moet bijdragen aan het professionaliseren van de verkoop, het aantrekkelijker maken van de regio voor bedrijven en daarmee de verkoop binnen de gemeentegrenzen ook optimaliseren. Er vindt onderzoek plaats naar een verdere optimalisatie van het bureau kaveluitgifte. De woonwinkel in de hal van de Noordmolen is een eerste stap. Bij een moeizame verkoop van een plan wordt onderzocht of plannen aangepast kunnen worden om beter tegemoet te kunnen komen aan de klantwensen. Door het in de verkoop nemen van de Boddenkamp en Leuriks Oost verwachten wij dat verkoop van kavels toeneemt. Deze kavels voorzien in een vraag die tot nu toe beperkt aangeboden werd. Kostenreductie In 2011 hebben geen strategische aankopen plaatsgevonden. In het kader van de projecten is, waar mogelijk, terughoudendheid ten aanzien van de nog aan te kopen gronden gehanteerd.
Pagina 117 van 208
Te realiseren producten op basis van programmabegroting 2011 In de programmabegroting 2011 is een aantal te realiseren producten genoemd gerelateerd aan het grondbeleid. De meeste producten lopen volgens planning, echter een drietal producten wordt dit jaar niet gerealiseerd. Dit zijn de producten nota erfpacht, nota alternatieve uitgiftevormen en de nota realisatiestrategieën. Laatstgenoemde wordt doorgeschoven naar 2012. Van de overige producten wordt (voorlopig) afgezien omdat bij nader inzien de noodzaak van deze producten op dit moment niet meer aanwezig is. 4.2.2 De financiële resultaten van (de halfjaarlijkse herziening) MPG 2011 In het kader van deze programmabegroting zal – rekening houdend met de BBV eisen – allereerst kort worden ingegaan op de uitkomsten van het op 6 juni 2011 vastgestelde MPG 2011 en de tussentijdse halfjaarlijkse herziening van het MPG 2011. De halfjaarlijkse herziening wordt niet formeel vastgesteld, maar schetst de ontwikkelingen t.o.v. 1 januari 2011 en geeft daarmee een doorkijk naar de uitkomsten van het MPG 2012. MPG 2011 (vastgesteld 6 juni 2011): Lopende grondexploitaties 1-1-2011 Per 1 januari 2011 waren in het MPG 37 lopende grondexploitaties opgenomen. Het totale financiële resultaat van alle 15 winstgevende, 18 verlieslatende en 4 neutrale grondexploitaties tezamen werd in het vastgestelde MPG 2011 begroot op een tekort van 84,7 miljoen euro. Voor het dekken van dit begrote tekort is een voorziening getroffen. Deze is ten laste gebracht van de reserve van het grondbedrijf. Reserve Grondbedrijf 1-1-2011 De Reserve Grondbedrijf wordt bepaald door de (in het verleden) behaalde winsten en de getroffen voorzieningen voor verliesgevende projectgebonden complexen (grondexploitaties) en functionele complexen. De Reserve Grondbedrijf was per 1 januari 2011 -/- 3,8 miljoen euro (negatief). Halfjaarlijkse herziening MPG 2011 (per 1 juni 2011) Op MPG totaal niveau zijn er per 1 juni 2011 geen grote financiële afwijkingen te constateren. De uitfasering van kosten en opbrengsten in 2011 heeft onder andere tot gevolg dat de reserve van het Grondbedrijf verbeterd is met 1,6 miljoen euro. Wel is het weerstandsvermogen verslechterd met per saldo 0,6 miljoen euro. Deze verslechtering wordt vooral veroorzaakt door het verhogen van de voorziening en het neerwaarts bijstellen van het risicoprofiel van het RBT. De afstand tot groen in het MPG 2011 was 1,8 miljoen euro. In de halfjaarlijkse herziening is deze nu 2,3 miljoen euro. Er is nog steeds sprake van code oranje. De afstand tot code rood is 7,5 miljoen euro. De volgende financiële ontwikkeling heeft zich voorgedaan: MPG '11
Reserve GB (conform Bbv)
MPG '11 juli
Verschil
Algemene Reserve GB
-3,8 23,4 19,6 0 0 19,6
-2,2 20,4 18,2 0 0 18,2
1,6 -3,0 -1,4 0,0 0,0 -1,4
Stille reserve (strategische vooraad) Toekomstige Reserve GB Aanwezige Weerstandscapaciteit
9,9 19,6 29,5
9,8 18,2 28,0
-0,1 -1,4 -1,5
Vereiste Weerstandscapaciteit
21,4
20,5
-0,9
- nog te realiseren winsten
Toekomstige Reserve GB - Bestemmingsreserve afdracht concern - Bestemmingsreserve Toekomstige projecten
Confrontatie weerstandsvermogen afstand tot code groen
code oranje
code oranje
1,8
2,3
8,1
7,5
afstand tot code oranje afstand tot code rood genoemde bedragen zijn in miljoenen euro
Tabel: ontwikkeling reserve en weestandsvermogen
Pagina 118 van 208
4.2.3 Onderbouwing winstneming Op basis van de uitkomsten van de projectgebonden complexen en functionele complexen worden de voorzieningen op het benodigde niveau gebracht en wordt er voortijdig winst genomen m.b.t. die complexen waar (een deel van) de begrote winst als zeker bestempeld mag worden. Er wordt binnen het MPG winstgenomen indien de gemaakte kosten én ook de geraamde nog te maken kosten geheel zijn gedekt door de gerealiseerde verkopen. Elke volgende verkoop wordt dan gezien als gerealiseerde winst. Bij het MPG 2011 per 1-1-2011 bedroeg de te realiseren winst 23,4 miljoen euro. De nog te realiseren winst is in het kader van de halfjaarlijkse herziening afgenomen naar 20,4 miljoen euro. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de winstneming bij het afsluiten van het project B&S I en II. In kader van het MPG 2012 zal gedetailleerd inzicht worden gegeven de te verwachten winst per project.
4.2.4 Risico’s in relatie tot de reservepositie Gehanteerde parameters De volgende parameters worden gehanteerd: - rekenrente 5,0 % (vanaf 2011), 5,5 % (vanaf 2019) - kostenstijging2,5 % - opbrengstenstijging 0 % (2011) 1% (2012) en 2,0 % (vanaf 2013) Op 27 september 2011 is door B&W besloten om voor de grondprijzen 2011 voor bedrijventerreinen een inflatiecorrectie van 1,9 % toe te passen . Weerstandsvermogen op 1-1-2011 (zie tabel 1: ontwikkeling reserve en weerstandsvermogen) De aanwezige weerstandscapaciteit - gevormd door de Toekomstige reserve van 19,6 miljoen euro en de stille reserve van 9,9 miljoen euro – bedroeg op 1-1-2011 29,5 miljoen euro. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyses voor de lopende grondexploitaties en de functionele complexen is toen de vereiste weerstandscapaciteit berekend op 21,4 miljoen euro. De financiële positie van het Grondbedrijf per 1-1-2011 wordt geduid als een ‘code oranje situatie’: de vereiste weerstandscapaciteit is 1,8 miljoen euro groter dan de Toekomstige Reserve Grondbedrijf. Het Grondbedrijf was daarmee in code oranje gebleven. Code oranje houdt in dat alle lopende projecten financieel gedekt kunnen worden, maar dat als deze met mogelijke financiële tegenvallers geconfronteerd worden de stille reserve moet worden ingezet en de dekking van de toekomstige projecten niet gegarandeerd kan worden. Ontwikkeling weerstandsvermogen o.b.v. halfjaarlijkse herziening per 1 juni 2011 De tussentijdse halfjaarlijkse herziening laat ten opzichte van het MPG 2011 een minimale verslechtering van het weerstandsvermogen zien. De vereiste weerstandscapaciteit is 2,3 miljoen euro groter dan de Toekomstige Reserve Grondbedrijf. De verslechtering wordt met name veroorzaakt door het verhogen van de voorziening voor het RBT. Het Grondbedrijf bevindt zich nog steeds in code oranje. 35,0 30,0 25,0
9,9 9,8
20,0
stille reserve (CVG) Algemene reserve GB vereiste WSC
15,0 10,0
19,6
21,4 18,2
20,5
5,0 0,0 aanwezige WSC MPG'11
vereiste WSC MPG'11
aanwezige WSC MPG '11 juli
vereiste WSC MPG '11 juli
Pagina 119 van 208
4.2.5 Vooruitblik MPG 2012 en verder Zoals gebruikelijk worden alle lopende grondexploitaties en het CVG geactualiseerd per peildatum 1 januari 2012. Parallel aan de actualisatie van het MPG en de uitvoering van de maatregelen loopt een aantal trajecten waarover nog in 2011 en begin 2012 besluitvorming wordt verwacht en waarvan de uitwerking (mogelijk) effect zal hebben op het MPG 2012. Het gaat om de volgende trajecten: Uitgifteprognose korte termijn 2012-2014 Woningbouw In de gemeentelijke grondexploitatiebegrotingen wordt in 2011 rekening gehouden met de uitgifte van bouwgrond t.b.v. 220 woningen. Dit is in de halfjaarlijkse herziening bijgesteld naar 211 woningen. In de eerste helft van 2011 zijn, ondanks de recessie, 29 kavels verkocht. Daarnaast is grond verkocht voor een particuliere ontwikkeling van 29 appartementen. Verder zijn er opties voor 42 kavels en is de gemeente in gesprek met ontwikkelaars over de verkoop van grond voor in totaal 119 woningen. In 2012, 2013 en 2014 verwachten wij op basis van het MPG 2011 grond te verkopen voor respectievelijk 222, 155 en 115 woningen. De projecten Binnenstad Roombeek (o.a. Boddenkamp), De Eschmarke (o.a. Leuriks –Oost) en ’t Brunink hebben daar het grootste aandeel in. De uitgifteprognose voor de Eschmarke en Het Brunink voor de periode 2012-2014 worden bij het MPG 2012 naar beneden bijgesteld. Deze verslechtering verwachten wij binnen het MPG 2012 op te kunnen vangen door een aantal voorziene verbeteringen binnen het MPG 2012 (o.a. openen positieve grondexploitatie binnenstedelijke restlocaties). Op dit moment wordt bij de woonvisie een woningbehoeftebepaling t/m 2025 / 2035 gemaakt op basis van extern onderzoek. Hieruit moet blijken hoeveel woningen, en in welk segment nog nodig zijn, voordat in 2035 de krimp aanvangt. Op basis daarvan zal ook samen met de partners een inschatting gemaakt moeten worden wat de daadwerkelijk verwachte vraag aan woningen zal zijn in de periode t/m 2020. Deze inschatting zal in oktober 2011 gereed zijn en kan dan mede als basis dienen voor een ruimtelijke en programmatische visie op wonen in de stad. Van daaruit kan een mogelijke herprogrammering in de projecten plaatsvinden. Bedrijventerreinen De uitgifte van bedrijventerreinen blijft achter bij de prognose. Op het moment van de halfjaarlijkse herziening (1 juni 2011) was er 0,1 hectare uitgegeven en op 1 augustus 2011 0,7 hectares (maar nog niet allemaal administratief verwerkt). In de afzonderlijke grondexploitatieberekeningen wordt voor de jaarschijf 2011 financieel rekening gehouden met de uitgifte van 4,2 hectare bouwgrond voor bedrijfsvestigingen. Deze is in de halfjaarlijkse herziening bijgesteld naar 2,7 hectare. Dit is al verwerkt in de cijfers van de halfjaarlijkse herziening MPG 2011. Als de uitgifte van 2,7 ha daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden betekent dit weer een licht stijgende lijn t.o.v. 2010. De lagere uitgifte van bedrijventerrein in 2010 en 2011 zijn geen aanleiding om de gemiddelde lange termijnprognoses (tot 2020) bij te stellen. De uitgifteprognose voor 2012 zal naar beneden bijgesteld moeten worden naar 4 ha. Deze verslechtering verwachten wij binnen het MPG 2012 op te kunnen vangen door een aantal voorziene verbeteringen binnen het MPG 2012 (o.a. openen positieve grondexploitatie binnenstedelijke restlocaties). Kantoren De kantorenvisie van de Netwerkstad bevindt zich nog in de concept fase. Bestuurlijke besluitvorming via de colleges en gemeenteraden moet nog plaatsvinden. Er is al wel een prognose van de vraag gemaakt. Deze voorspelt een veel lagere vraag tot en met 2020 dan waar in de Enschedese projecten vanuit wordt gegaan. Slechts een beperkt aantal van deze projecten maakt deel uit van het MPG. De verwachte opbrengst uit de verkoop van grond voor kantoren is dan ook relatief laag ten opzichte van de opbrengsten voor woningbouw- en bedrijfskavels. Hierdoor loopt het MPG beperkt risico. Pas na de vaststelling van de kantorenvisie - eind 2011 / begin 2012 - waarin de prognose is vastgesteld en een verdere discussie is gevoerd over het al dan niet nemen van maatregelen, kan het effect op het MPG bepaald worden. Dit wordt vervolgens in het MPG 2012 verwerkt.
Pagina 120 van 208
Projecten Keuzes ten aanzien van strategisch bezit (CVG) Begin 2012 zal het gehele CVG zijn doorgelicht. Hierbij wordt vooral – vanuit een integraal ruimtelijk perspectief op de stad - gekeken of bepaalde gronden nog nodig zijn voor toekomstige ontwikkelingen. Er worden voorstellen gedaan hoe om te gaan met gronden die niet meer nodig zijn. Afhankelijk van de gemaakte keuzes kunnen negatieve financiële effecten optreden. De effecten van de doorlichting worden meegenomen bij het MPG 2012. Overeenkomst Zuiderval Per 31-12-2011 loopt de ontwikkelingsovereenkomst van BAM vastgoed en Gemeente Enschede af. Beide partijen hebben aangegeven te opteren voor een verlenging van de ontwikkelovereenkomst om uiteindelijk het totale gebied af te kunnen ronden. Het college heeft in oktober besloten over de programmatische wijziging van het Janninkkwartier en de nieuwe overeenkomst. Deze wordt in november aan de raad voorgelegd. De eventuele financiële effecten worden verwerkt in het MPG 2012. Ontwikkelscenario Eschmarke Op basis van de voorlopige beleidsuitgangspunten in de woonvisie worden scenario’s voor de Eschmarke uitgewerkt en ter bespreking en besluitvorming voorgelegd aan de raad. Besluitvorming Luchthaven (m.n. Zuidkamp in relatie tot ’t Vaneker) De ontwikkeling van ’t Vaneker is niet los te zien van de ontwikkeling van Het Zuidkamp, gezien de ligging ten opzichte van elkaar en het te realiseren programma. In feite is het één projectgebied. Naar aanleiding van de huidige situatie is door het bestuur van ADT een heroriëntatie in voorbereiding naar het programma en opbrengstmogelijkheden van alle kampen en dus ook van Het Zuidkamp. Hierin is ook ’t Vaneker betrokken. De raad heeft een onderzoek naar ’t Vaneker laten uitvoeren door onderzoeksbureau OTB. Op basis van die uitkomsten is besloten het bestemmingsplan voor de eerste fase vast te stellen. Omdat het MPG 2012 in het voorjaar van 2012 door de raad zal worden vastgesteld kunnen niet alle ontwikkelingen die in 2012 plaatsvinden in het MPG 2012 worden verwerkt. Een aantal kan waarschijnlijk nog in de halfjaarlijkse herziening van 2012 worden meegenomen en anders in het MPG 2013. Het gaat daarbij om de volgende ontwikkelingen: Evaluatie Usseler Es Uitgifte van de eerste kavels Usseleres staan in het MPG gepland voor eind 2012. Voordat de uitgifte daadwerkelijk van start gaat wordt in 2012 een evaluatie van de bedrijfskaveluitgifte Enschede opgesteld. Uitkomsten raadsenquête Naar aanleiding van het onderzoek naar ‘t Vaneker heeft de raad besloten een enquête uit te voeren naar het grondbeleid en dan met name de strategische aankopen, van de afgelopen 10 jaar. Het plan van aanpak moet nog worden vastgesteld. Woningbouwprioritering t/m 2020 Op basis van de uitgangspunten zoals worden vastgesteld in de woonvisie wordt in 2012 het woningbouwprogramma voor de periode t/m 2020 geprioriteerd. Onderzoek RBT In het tweede kwartaal van 2012 wordt door het RBT bestuur een herijking van het marktonderzoek uitgevoerd. In de motie van de raad op 6 juni 2011 wordt het college verzocht de uitkomsten van dit onderzoek te delen met de raad en om de consequenties van de herijking voor het RBT en overige bedrijventerreinen in Enschede en de daarop te baseren mogelijke alternatieven voor besluitvorming voor het MPG aan de raad voor te leggen. Conclusie: Op MPG totaalniveau zijn er per 1 juni 2011 ten opzichte van begin 2011geen grote financiële afwijkingen te constateren. De uitfasering van kosten en opbrengsten in 2011 heeft onder andere tot gevolg dat de reserve van het Grondbedrijf verbeterd is met 1,6 miljoen euro. Wel is het
Pagina 121 van 208
weerstandsvermogen van het Grondbedrijf verslechterd met per saldo 0,6 miljoen euro. De afstand tot groen in het MPG 2011 was 1,8 miljoen euro. In de halfjaarlijkse herziening is deze nu 2,3 miljoen euro. Er is nog steeds sprake van code oranje. Op basis van de halfjaarlijkse herziening is er nu geen aanleiding om middelen in de programmabegroting te reserveren. Wel wordt een verslechtering voorzien in het MPG 2012 als gevolg van de bijstelling van de uitgifteprognose voor de woningbouwprojecten ’t Brunink en de Eschmarke voor de periode 2012-2014 en bedrijventerreinen voor het jaar 2012 . Dit op basis van de verkoopcijfers de afgelopen jaren en de uitgifte in de loop van dit jaar. Deze verslechtering verwachten wij binnen het MPG 2012 op te kunnen vangen. Naast het reguliere actualisatietraject van het MPG 2012 worden ook de effecten van de dit jaar te nemen strategische besluiten over een aantal projecten (ondermeer Zuiderval, Eschmarke) en een aantal toekomstige projecten (CVG) verwerkt. De nog vast te stellen beleidsuitgangspunten vormen hiervoor een basis. (onder meer woonbeleid, kantoren). Dan wordt duidelijk hoe het MPG 2012 er inclusief de strategische keuzes uit komt te zien. Deze effecten worden vervolgens betrokken bij de kadernota 2013. Vooruitlopend op de uitkomsten van het MPG 2012 worden alvast de mogelijkheden bekeken voor een verdere financiële optimalistatie van de projecten (ondermeer verdergaande versobering en aanvullende subsidiemogelijkheden).
Pagina 122 van 208
4.3 Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen is een belangrijk onderdeel van ons strategisch financieel beleid. Dit incidenteel buffervermogen is bedoeld om risico’s op te kunnen vangen. Daarbij gaat het om externe risico’s die niet of slecht beïnvloedbaar zijn. Rijksbezuinigingen die op ons afkomen waarbij we nog een beleidskeuze hebben, worden bijvoorbeeld niet als risico aangemerkt. Indien deze tot financiële knelpunten leiden dan moeten deze via ombuigingen worden opgelost. Onverhoopt (incidenteel) niet gerealiseerde ombuigingen dienen vervolgens uit specifiek daarvoor gereserveerde middelen (bijv. implementatiebudget) te worden gedekt. Het weerstandsvermogen van de gemeente Enschede wordt onderscheiden in: het weerstandsvermogen voor de risico’s Grondbedrijf het weerstandsvermogen voor de overige risico’s Bij het weerstandvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers (externe risico’s) op te vangen, zonder dat dit leidt tot ombuigingen van bestaand beleid. In technische zin geeft het weerstandsvermogen de relatie weer tussen: a. De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken (de beschikbare weerstandscapaciteit); b. Alle risico’s waarvoor geen dekkingsmaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie (benodigde weerstandscapaciteit). Relevante Wetgeving en gemeentelijk beleid De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in: • Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (art. 9, 11 en 26); • Financiële verordening gemeente Enschede 2009 (art. 15); • Nota weerstandsvermogen en Risicomanagement 2009; • Nota weerstandsvermogen Grondbedrijf 2004-2008. Het Grondbedrijf heeft daarmee een eigen beleidskader, een afgezonderd weerstandsvermogen en een daarbij behorend beheerskader. In deze paragraaf wordt ingegaan op het weerstandsvermogen van de gemeente als geheel, maar wordt met betrekking tot het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf ook verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Model en weergave
Pagina 123 van 208
In bovenstaande figuur wordt de relatie tussen de risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen weergegeven. De kerngedachte van het door de gemeente Enschede gehanteerde model is dat niet alle onderkende risico’s zich in de volle omvang voordoen en al helemaal niet tegelijkertijd. Er hoeft dan ook financieel minder aan buffer te worden gereserveerd. Met dat gegeven is een model ontwikkeld dat de basis vormt voor het weerstandsvermogen van de gemeente. Benodigde weerstandscapaciteit Op basis van risicosimulaties die worden uitgevoerd kan worden berekend welk bedrag er benodigd is om de geïdentificeerde risico’s in financiële zin af te dekken. De input voor deze risicosimulaties zijn de risico’s zoals ze door de gemeente Enschede zijn geinventariseerd. Beschikbare weerstandcapaciteit Voor het grondbedrijf bestaat de beschikbare weerstandscapaciteit uit de toekomstige reserve Grondbedrijf en de binnen het Grondbedrijf aanwezige stille reserves. Bij de halfjaarlijkse herziening van het MPG 2011 wordt het totaal van toekomstige en stille reserves Grondbedrijf becijferd op 28,0 miljoen euro. Voor de overige risico’s is binnen de gemeentelijke reserves een reserve weerstandvermogen afgezonderd. Eind 2010 bedraagt deze reserve 22,1 miljoen euro en maakt daarmee een beperkt deel uit van het totale vermogen van 141,2 miljoen euro. In theorie kan de beschikbare weerstandscapaciteit daarnaast ook nog bestaan uit de overige reserves, bezuinigingsmogelijkheden, onbenutte belastingcapaciteit en eventuele overige stille reserves. Voorzichtigheidshalve en overeenkomstig onze beleidskaders worden deze middelen echter niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. Het verschil tussen de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit geeft vervolgens inzicht in het weerstandsvermogen van de gemeente. Voor het grondbedrijf wordt dit in een kleurcodering (groen, geel, oranje of rood) uitgedrukt. Hierbij streeft de gemeente de kleurcodering groen na. Voor het overige weerstandsvermogen is hiervoor een norm gedefinieerd die de ratio van het weerstandsvermogen wordt genoemd en als volgt wordt berekend:
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit -----------------------------------------Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandvermogen tussen de 1,0 en 1,4 na. Ontwikkeling in weerstandvermogen Periodiek (bij jaarrekening en programmabegroting) wordt een risico-inventarisatie uitgevoerd en de beschikbare weerstandscapaciteit in beeld gebracht om na te gaan of de gemeente Enschede nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt. Grondbedrijf Voor het Grondbedrijf maakt deze actualisatie onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen Meerjaren Perspectief Grondbeleid (MPG) en de halfjaarlijkse herziening hiervan. Daarbij worden alle grondexploitaties geactualiseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen in één grote risicosimulatie samengebracht. De risicoanalyse kan niet los worden gezien van de begrotingen van de grondcomplexen. In het op 6 juni 2011 door de raad vastgestelde MPG 2011 en de halfjaarlijkse herziening is het weerstandsvermogen van het grondbedrijf aangeduid met ‘code oranje’. Volgens de nota weerstandsvermogen grondbedrijf betekent dit dat bij optreden van alle risico’s niet aan alle verplichtingen kan worden voldaan. Met de Programmabegroting 2011-2014 zijn de woningbouwprioritering, prioritering bedrijventerreinen en het maatregelenpakket ‘van oranje naar groen’ vastgesteld. Gelijktijdig met het vaststellen van het MPG 2011 is door de raad een amendement aangenomen waarin het college is opgedragen om bij de halfjaarlijkse herziening MPG met een notitie te komen waarin de aanvullende maatregelen nader zijn uitgewerkt. In de paragraaf Grondbeleid wordt dit verder toegelicht.
Pagina 124 van 208
De benodigde weerstandscapaciteit is bij de halfjaarlijkse herziening met prijspeil 1-1-2011 becijferd op 20,5 miljoen euro en de beschikbare weerstandscapaciteit op 28,0 miljoen euro. Dit laatste bedrag is inclusief de berekende stille reserve van de strategische voorraad van 9,8 miljoen euro. Dit wordt in de paragraaf Grondbeleid verder toegelicht. Overig Ten aanzien van de overige risico’s heeft er in het kader van de Programmabegroting 2012 een actualisatie plaatsgevonden. In het afgelopen jaar heeft daarbij de nadruk gelegen op de analyse van de geïnventariseerde risico’s. Daarbij wordt de volgende zienswijze gevolgd. Risico’s die meegenomen worden in de berekening betreffen incidentele gebeurtenissen die niet of zeer moeilijk zijn te beïnvloeden met beleid. Het gaat om externe factoren die wij moeilijk of in het geheel niet kunnen sturen dan wel beïnvloeden. Indien sprake is van structurele verminderde inkomsten, zoals bijvoorbeeld rijksbezuinigingen, dient dit te leiden tot beleidsaanpassingen en niet tot beslaglegging van de aanwezige weerstandscapaciteit. De top tien van belangrijkste risico’s is opgenomen in de tabel bij deze paragraaf. In de Programmabegroting 2012 blijkt dat ten opzichte van de Jaarrekening 2010 het absolute bedrag van de onderkende risico’s en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit is gestegen van 21,5 naar 24,8 miljoen euro. Dit houdt verband met de actualisatie van alle risico’s. Hierbij is o.a het risico voor grondopbrengsten Roombeek gewijzigd. De reserve weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit voor de overige risico’s) is ten opzichte van de Jaarrekening 2010 gestegen van 22,1 naar 23,7 miljoen euro. Hierin is de begrote dotatie volgens de programmabegroting 2011 ad 1,6 miljoen euro meegenomen. Aangezien de negatieve reserve grondbedrijf van 3,8 miljoen euro volgens de verslaggevingsvoorschriften door de algemene reserves (algemene reserve en reserve weerstandsvermogen) moet worden gecompenseerd, moet hiermee rekening gehouden worden bij de berekening van het beschikbare weerstandsvermogen. Daarnaast is bij de kadernota voorgesteld om 3 miljoen euro aan de reserve weerstandsvermogen toe te voegen. Als we bovenstaande verwerken in de berekening van het weerstandsvermogen komen we op een beschikbaar weerstandsvermogen van 24,5 miljoen euro. De ratio weerstandsvermogen komt daarmee uit op 0,98 en bevindt zich niet binnen de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0-1,4. 24,5 miljoen euro Ratio 0,98 = ----------------------24,8 miljoen euro Om op een ratio van 1,0 (ondergrens wenselijke bandbreedte) uit te komen is een minimale dotatie benodigd van 0,3 miljoen euro. Bij de kadernota is voorgesteld om gezien de lange termijn risico’s van het MPG een ratio van het weerstandsvermogen aan te houden van 1,2. Hiervoor is een extra incidenteel bedrag benodigd van 5,4 miljoen euro. Vanuit het incidenteel middelenkader is een bedrag van 4,5 miljoen euro beschikbaar voor verhoging van de weerstandscapaciteit. Hiermee komt de weerstandscapaciteit uit op 29 miljoen euro en het weerstandsvermogen op ratio 1,17. Hieronder is de ontwikkeling van de ratio over de afgelopen jaren samengevat.
Programmabegroting Jaarrekening
2008 1,8 1,1
2009 1,3 0,9
2010 1,0 1,0
2011 1,2
2012 0,98
Bij lezing van bovenstaande weergave van de ontwikkeling van de ratio, is het goed om te beseffen dat de bepaling van de ratio een momentopname is. De uitkomst van de ratio leent zich dan ook niet om de uitkomst bij de jaarrekening te vergelijken met de uitkomst van het betreffende begrotingsjaar. De ratio volgens de begroting 2010 is bijvoorbeeld veel eerder beschikbaar dan de ratio volgens de jaarrekening 2010. Tijdsvolgorderlijk is een vergelijking van de jaarrekening 2010 met de programmabegroting 2011 dan ook meer op zijn plaats.
Pagina 125 van 208
Ontwikkelingen In het beleid is voorzien dat inhoudelijke communicatie over de risico’s met uw raad plaatsvindt in de planning & control producten (begroting, tussentijdse rapportage en jaarrekening). Door de koppeling van het risicomanagement aan de P&C-cyclus worden de risico’s periodiek onder uw aandacht gebracht. Als gevolg van de Miljoenennota en het regeerakkoord is de verwachting dat nog de nodige ontwikkelingen op ons afkomen o.a. samenvoeging WIJ, WAJONG, SW en WWB met daarbij een nieuw verdeelmodel van het marcobudget, introductie toets op gezinsinkomen, kortingen op budgetten maatschappelijke opvang en WMO. Daarnaast moeten we ontwikkelingen binnen het grondbedrijf volgen. Op basis van de halfjaarlijkse herziening is er nu geen aanleiding om extra middelen in de programmabegroting te reserveren. Wel zijn er mogelijk gevolgen voor het MPG 2012 door bijstelling van de uitgifteprognose voor de woningbouwprojecten en bedrijventerreinen. Bovenstaande ontwikkelingen geven aanleiding om de komende jaren de incidentele uitgaven en risico’s nog strakker te beheersen om voldoende achter de hand te houden om substantiële tegenvallers als gevolg van de nasleep van de economische recessie en onzekere marktontwikkelingen te kunnen opvangen. In bestuursvoorstellen is een risicoparagraaf opgenomen waarbij inzicht wordt gegeven in de mogelijke risico’s en impact daarvan op het weerstandsvermogen. De afspraak is gemaakt dat er geen ongedekte risico’s mogen worden meegenomen. Dekking voor risico’s moet binnen de programma’s aangegeven worden.
Pagina 126 van 208
Toelichting De gevolgschade wordt ingedeeld in bovenstaande vijf klassen. Afhankelijk van het ingeschatte financiële gevolg van het betreffende risico, wordt daar de bijbehorende klasse aangekoppeld.
Klasse bandbreedte 0 Geen geldgevolgen 1 < 1 25.000 2 € 25.000 < x > € 100.000 3 € 100.000 < x > € 500.000 4 € 500.000 < x > € 1.000.000 5 > € 1.000.000
Kans 1 Zeer onwaarschijnlijk, komt niet voor in de branche, voor zover bekend 2 Niet waarschijnlijk maar mogelijk, is binnen andere gemeenten wel eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar) 3 Komt zelden voor maar is wel al eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar) 4 Is verscheidene malen voorgekomen (3 x of vaker in de afgelopen 5 jaar) 5 Komt met enige regelmaat voor (1 of meerdere keren per jaar)
Nr.
Onderwerp
Risico
Financieel Gevolg
Klasse
Kans
1.
Overige onvoorziene risico’s
Overige onvoorziene risico’s die leiden tot financiële schade, waaronder de projectrisico’s (exclusief MSI). Risico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen, rente effecten etc.
€ 0 - € 8.000.000
5
4
2.
Conjunctuur invloeden en daarmee samenhangende incidentele effecten
Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden.
€ 0 - € 6.400.000
5
5
3.
Majeure stedelijke investeringsopgaven (MSI)
Risico’s van de gestarte door de raad geaccordeerde projecten MSI. Dit betreft een optelsom van de financieel gekwantificeerde risico’s.
€ 0 - € 3.708.000
5
5
4.
Onvoorziene bijdragen
Onvoorziene bijdragen aan risico’s verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen.
€ 0 - € 9.985.760
5
4
5.
Open einde regelingen
Door het bestaan van open einde regelingen bestaat de kans dat de uitvraag hoger is dan de begrote middelen Hetgeen niet bij te sturen is door aanpassen van beleid.
€ 0 - € 2.300.000
5
5
6.
Calamiteit
Calamiteit binnen de gemeente wat leidt tot extra uitgaven.
€ 0 - € 5.000.000
5
1
7.
Exploitatierisico’s
Tegenvallende exploitatierisico’s: bedrijfsmatige activiteiten die niet in de begroting kunnen worden opgevangen.
€ 0 - € 1.650.000
5
3
8.
Gewaarborgde geldleningen
Gemeente wordt door geldverstrekker als borg aangesproken i.v.m onvoldoende zekerheden
€ 0 - € 1.566.856
5
2
Maatregelen
Voorlichting intensiveren (mondeling / schriftelijk)
Pagina 127 van 208
Nr.
Onderwerp
Risico
Financieel Gevolg
Klasse
Kans
9.
Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost
Afboeken van verstrekte leningen
€ 0 - € 6.905.000
5
2
10.
Onvoorziene (weers) omstandigheden die niet zijn verzekerd
Extra kosten als gevolg van onvoorziene extreme weersomstandigheden
€ 0 - € 1.100.000
5
4
Maatregelen
Pagina 128 van 208
4.4 Treasury In deze paragraaf volgt de uitwerking van het gepresenteerde resultaat op rente en treasury in deze begroting. Resultaat rente en treasury Het totale positieve saldo van het product Rente en treasury is 10,8 miljoen euro in 2012. Dit resultaat bestaat uit 9,4 miljoen euro aan rentebaten. De dividendopbrengsten uit de gemeentelijke deelnemingen bedragen 1,4 miljoen euro. Het saldo wordt ingezet als algemeen dekkingsmiddel in de begroting. Het resultaat op treasury is gestegen ten opzichte van het saldo uit de programmabegroting 20112014. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de gedaalde rente in 2011. Hierdoor was het mogelijk om in 2011 langjarige financieringen aan te trekken tegen een lagere rente dan begroot. Deze leningen leveren ook een rentevoordeel op voor de jaren na 2011. Naar verwachting kan ook in 2012 geleend worden tegen gunstige rentetarieven. Daarnaast is de gemeentelijke liquiditeitsplanning verder aangescherpt. Zo zijn nu investeringensplanningen voor de majeure strategische investeringen opgenomen. Er is beter inzicht ontstaan in de financieringsbehoefte voor de komende jaren. Financiering De rentemarkten zijn, na een enigszins stabiele periode vanaf eind 2010, weer erg onrustig als gevolg van de problemen in Griekenland, Portugal en Ierland. De renteontwikkelingen blijken moeilijk te voorspellen, ook door marktanalisten. In tegenstelling tot eerdere verwachtingen uit de markt is de Nederlandse rente gedaald omdat beleggers hun geld naar de ‘veilige’ landen hebben overgeheveld waaronder ook Nederland. Bij de vorige begroting werd een rentestand van 4% verwacht voor de 10jarige rente per eind 2011. Momenteel is deze rente 3,1%. Per eind 2012 verwacht de markt een stijging naar een niveau van 4,2%. De korte rente is wel gestegen maar de stijging is in lijn met de verwachtingen. Voor eind 2011 werd een niveau verwacht van 1,5%. De 3-maands rente bedraagt momenteel 1,55%. Tot eind 2012 verwachten de renteanalisten een stijging van de korte rente naar een niveau van 2,2%. Deze stijging wordt veroorzaakt door de inflatie. Voor het jaar 2012 wordt het renteomslagpercentage gehandhaafd op 5%. Dit is conform het lange termijn treasurybeleid ter voorkoming van grote schommelingen in de begroting. Het omslagpercentage kan op dit niveau worden gecontinueerd zo lang de gemiddelde rente op de opgenomen geldleningen onder de 5% blijft. De huidige gemiddelde rente van de opgenomen geldleningenportefeuille is licht gedaald van 4,6% per eind 2010 naar het huidige niveau van 4,5%. Het verschil tussen de omslagrente van 5% en de daadwerkelijke rentelasten uit de bestaande geldleningenportefeuille plus de nieuw op te nemen leningen, is zichtbaar in het batige saldo op het product rente en treasury. De kasgeldlimiet voor de jaren 2012 tot en met 2015 wordt begroot op: Berekening kasgeldlimiet (x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
586.606
557.192
554.826
542.910
2. Vastgesteld percentage
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
3. Kasgeldlimiet (1.x 2.)
49.862
47.361
47.160
46.147
1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet)
Deze kasgeldlimiet geeft voor de gemeente de maximale toegestane omvang van de kortlopende schuld (met looptijd korter dan 1 jaar) aan. Wettelijk moet worden overgegaan tot omzetting naar langlopende schulden zodra de limiet meer dan twee achtereenvolgende kwartalen is overschreden. De limiet is in 2012 gestegen ten opzichte van de vorige begroting door een groter begrotingstotaal. De kasgeldlimiet neemt echter af voor de jaren vanaf 2013 door een dalende omvang van de begroting als gevolg van de bezuinigingen. In de volgende grafiek staat de verwachte ontwikkeling van de liquiditeitspositie ten opzichte van de kasgeldlimiet aangegeven en de daaruit voortvloeiende verwachte financiering:
Pagina 129 van 208
Verwacht vs. gerealiseerd liquiditeitsverloop 2012- 2015 50,0
(x € 1.000.000)
0,0 jan-12
jul-12
jan-13
jul-13
jan-14
jul-14
jan-15
jul-15
jan-16
-50,0
-100,0
-150,0
-200,0 Kasgeldlimiet
Verw acht banksaldo
Banksaldo na consolidatie
De hoofdlijn van de financieringspolitiek van de Gemeente Enschede is dat pas tot omzetting van kortlopende schulden naar een langlopende financiering wordt overgegaan als de kasgeldlimiet meer dan twee kwartalen wordt overschreden. Zo kan optimaal gebruik worden gemaakt van de korte rente die doorgaans lager is dan de rente op langlopende leningen. Op basis van de in de grafiek getoonde meerjarenliquiditeitsplanning moet naar verwachting in 2012 ongeveer 30 miljoen euro langlopend worden geleend. In 2013, 2014 en 2015 is jaarlijks 40 miljoen euro nodig. Ontwikkeling leningenportefeuilles In de tabel is een samenvatting opgenomen van de ontwikkelingen in 2012 in de leningenportefeuilles: Omschrijving (bedragen x 1.000 euro)
Hoofdsom per 01-01-2012
Hoofdsom per 31-12-2012
Totaal
20.757 425.784 1 34.000 480.542
20.599 453.181 1 34.000 502.781
1,00 20.473,00 0,03 1.478,00 21.952,03
Totaal
24.284 1.868 453 47.054 73.659
19.551 1.771 453 45.474 67.249
904,00 0,09 0,04 1.532,00 2.436,13
40.458
38.421
1.886,00
Opgenomen geldleningen: Bij binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen Bij binnenlandse banken Bij overige binnenlandse instellingen Bij buitenlandse instellingen
Verstrekte leningen: WSW-leningen aan corporaties Deelnemingen Verbonden partijen Overige
Verstrekte garanties
Rente 2012
Bij de opgenomen geldleningen wordt, zoals al gemeld, naar verwachting voor 30 miljoen euro aan nieuwe leningen aangetrokken. Bij de verstrekte leningen en garanties wordt een daling van de totale omvang van de portefeuilles verwacht vanwege het terughoudende beleid van de gemeente in deze. Het verloop van de leningenportefeuilles, inclusief de verwachte aan te trekken financiering in de jaren 2011 tot en met 2015, ziet er als volgt uit:
Pagina 130 van 208
Verloop leningenportefeuilles 2011-2015
x € 1.000.000
600
400
200
0 eind 2011
eind 2012
Verstrekte leningen
eind 2013
eind 2014
Opgenomen leningen
eind 2015
Garanties
Renterisiconorm De renterisiconorm geeft het kader aan voor de spreiding van looptijden in de leningenportefeuille. Het doel is om overmatige renterisico’s op de vaste schuld te vermijden. Uit de onderstaande tabel blijkt dat in de komende jaren op basis van de huidige beschikbare gegevens inclusief de verwachte nieuw aan te trekken financiering aan de renterisiconorm wordt voldaan. Berekening renterisiconorm (x € 1.000) 1. Begrotingstotaal 2. Vastgesteld percentage 3. Renterisiconorm (1. x 2.) 4. Aflossingen 5. Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.)
2012 586.606
2013 557.192
2014 554.826
2015 542.910
20%
20%
20%
20%
117.321
111.438
110.965
108.582
7.761
26.735
18.512
17.236
109.560
84.703
92.453
91.346
Bij het aantrekken van nieuwe leningen zal rekening worden gehouden met de spreiding van looptijden in de bestaande leningenportefeuille zodat de renterisiconorm ook in komende jaren niet wordt overschreden. Grenzen treasurybeleid In het Treasurystatuut 2009 is opgenomen dat jaarlijks in de treasuryparagraaf wordt gerapporteerd over de gestelde grenzen aan het treasurybeleid. De omvang van de leningenportefeuille met opgenomen geldleningen behoort lager te zijn dan de balanswaarde van de materiële vaste activa tezamen met de verkoopbare financiële vaste activa. In de onderstaande grafiek is de ontwikkeling te zien: Ontw ikkeling activa vs. leningen 700.000 600.000
(x € 1.000)
500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2005
2007
2009 Vaste activa
2011
2013
2015
Leningenportefeuille
Pagina 131 van 208
De schattingen voor de jaren 2012 tot en met 2015 zijn gebaseerd op de meest recente investeringsplanningen. Naar verwachting blijft de omvang van de opgenomen leningenportefeuille in de planperiode van deze begroting ruim onder het totaal van vaste activa op de balans van de gemeente. Daarnaast geldt een signaalwaarde die inhoudt dat de rentelasten maximaal 5% begrotingstotaal mgen bedragen. Bij het bereiken van de signaalwaarde wordt de raad geïnformeerd en zal worden bezien of de geplande investeringen worden aangepast. De onderstaande grafiek geeft het totaal van de rentelasten versus het begrotingstotaal aan: Rente als % van begrotingstotaal 5,00%
4,50%
4,00%
3,50%
3,00%
2,50% 2009
2010
2011
2012
rentelasten PB 2012-2015
2013
2014
2015
rentelasten PB 2011-2014
Ter informatie is de verwachting uit de vorige programmabegroting ook opgenomen. Naar verwachting wordt de signaalwaarde niet bereikt in deze begrotingsperiode. In de vorige programmabegroting werd verwacht dat de signaalwaarde tot 2019 niet zou worden bereikt. Op basis van de huidige gegevens zal tot minimaal 2025 de grens van 5% niet worden overschreden. Door de lage rente op de opgenomen geldleningen in de jaren 2010 en 2011, en naar verwachting ook nog in 2012, blijven de rentelasten gedurende lange tijd onder de signaalwaarde. Uit een recente publicatie van de VNG over de schuldpositie van alle gemeenten in Nederland per eind 2009 blijkt dat Enschede binnen de gestelde normen valt. Deze normen zijn gebaseerd op een tweetal kengetallen, te weten: De debt-ratio geeft aan of de gemeente haar bezittingen te hoog heeft belast met schulden. Deze ratio moet lager dan 80%. Enschede komt uit 73%. De netto-schuld als aandeel van de exploitatie (het begrotingstotaal) geeft een indicatie over de rentelasten. Deze netto schuld-quota zouden niet hoger moeten zijn dan 150%. In Enschede bedroeg deze slechts 73% per eind 2009. Landelijk is de verwachting dat de netto schuldquote zal stijgen in de komende jaren. Ook in Enschede stijgt de quote door de oplopende voorraad bouwgrond en de toename van de aan derden verstrekte geldleningen. Normaliter vormen de voorraad gronden en de verstrekte leningenportefeuille geen risico. Echter in de nasleep van de recessie is het zeer goed mogelijk dat leningen niet worden afgelost of gronden worden verkocht tegen prijzen onder de boekwaarde. Indien voor deze doorverstrekte leningen of aankoop van de gronden is geleend, blijft de gemeente zitten met de opgenomen financieringen. Beleidsvoornemens treasuryfunctie De meest belangrijke beleidsvoornemens van de treasuryfunctie voor het begrotingsjaar 2012 zijn: • In 2012 zal verder worden gewerkt aan de kwaliteitsverbetering van de informatievoorziening ten bate van de meerjarenliquiditeitsplanning. • In het verlengde hiervan gaat in 2012 gewerkt worden aan een betere ‘forecasting’ dus het opzetten van betere voorspellingen om te komen tot meer nauwkeurige liquiditeitsprognoses.
Pagina 132 van 208
Limieten 2012 Conform artikel 17 van de Financiële Verordening worden jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen vastgesteld in de treasuryparagraaf. De limieten voor 2012 zullen zijn: • Limiet opnemen krediet in rekening-courant bedraagt 110% van de kasgeldlimiet (49,8 miljoen euro voor 2012) en is derhalve 54,7 miljoen euro groot. • Limiet voor uitzetten tijdelijk overtollige middelen wordt gehandhaafd op 50 miljoen euro voor het jaar 2012. • Limiet aantrekken langlopende leningen wordt vastgesteld op 60 miljoen euro voor het jaar 2012. Hiermee kan de ingeschatte 35 miljoen euro voor 2012 aan langlopende leningen worden aangetrokken en is het mogelijk om vroegtijdig financieringen af te sluiten voor de komende jaren, indien de renteontwikkeling hiertoe aanleiding geeft.
Pagina 133 van 208
4.5 Onderhoud kapitaalgoederen Dit onderdeel gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van wegen, riolering, gebouwen, infrastructurele kunstwerken en dergelijke. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële positie. In relatie tot het beheer van de openbare ruimte is een aantal categorieën van kapitaalgoederen te onderkennen waarop onderhoud van toepassing is. Te weten: Wegen: circa 780 km binnen en buiten de bebouwde kom; Infrastructurele kunstwerken: 182 stuks, waaronder bruggen, viaducten, stuwen en geluidswallen; Havens: ruim 6300 m damwanden in 2 havenarmen; Riolering en water: circa 800 km riool en 170 ha binnenwater; Groen: circa 670 ha openbaar groen; Openbare verlichting: circa 31.000 lichtpunten; Vastgoed Onderwijsgebouwen Sportaccommodaties.
Wegen Onderhoudsplan Het onderhoudsplan is vastgelegd in het Wegenbeleidsplan 2009-2013, dat op 5 oktober 2009 door uw Raad is vastgesteld. Jaarlijks wordt in november een werkboek opgesteld voor de onderhoudsprojecten met betrekking tot wegen en riolering voor het volgende jaar. Beleidskader Het doel van het wegenbeheer is om de inwoners, bedrijven en bezoekers in Enschede, nu en in de toekomst, een voldoende veilige en comfortabele en waar nodig hoogwaardige onderhoudstoestand van de verharding te garanderen. Dit tegen (maatschappelijk) acceptabele kosten. In het wegenbeleidsplan is beschreven wat de afgesproken onderhoudskwaliteit is en welke bijhorende beleidswensen en -eisen ten aanzien van het beheer van de wegen de gemeente Enschede heeft. Het beleid is gebaseerd op de wettelijke eisen, landelijke onderhoudsnormen en financiële dekking. In de hele stad geldt het onderhoudsniveau ‘basis’, met als uitzondering van het stadserf en de hoofdstructuren van Roombeek waar niveau ‘hoog’ geldt. Een van de beleidsaccenten in de periode 2009-2013 is, onder andere door inzet van een bereikbaarheidscoördinator, de bereikbaarheid van de stad tijdens werkzaamheden te verbeteren. Programma van het begrotingsjaar Op basis van technische weginspecties wordt in de jaarschijf aangegeven welke verhardingen dat jaar voor onderhoud gepland staan en wat de begrote kosten daarvan zijn. Het vaststellen van deze jaarschijf gebeurt in nauw overleg met zowel intern als extern betrokkenen. Hierbij worden projecten, wegen-, riolering- en openbare verlichtingswerkzaamheden afgestemd. Bij de prioritering wordt op vier belangrijke kwaliteitsthema's gelet: ten eerste veiligheid, vervolgens duurzaamheid (technische levensduur van de weg), comfort en aanzien. Het geheel aan onderhoudsprojecten en werkzaamheden aan wegen en riool wordt weergegeven in het Werkboek 2012. Financieel Het lastenbudget voor onderhoud aan wegen (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden) is circa 10 miljoen euro, bestaand uit ongeveer 2 miljoen euro aan apparaatskosten, circa 3 miljoen euro kapitaallasten en circa 5 miljoen aan kosten voor
Pagina 134 van 208
(groot)onderhoud. Het jaarlijkse investeringsbedrag voor onderhoud aan wegen is circa 2,6 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van 10 jaar.
Infrastructurele kunstwerken Onderhoudsplan De gemeente Enschede kent 182 infrastructurele kunstwerken zoals bruggen, tunnels en viaducten. In 2005 en 2006 is een visuele inspectie uitgevoerd met een noodzakelijke onderhoudsplanning. Geconcludeerd is dat de onderhoudsstaat van de infrastructurele kunstwerken op dat moment in redelijke staat was en dat er op korte termijn alleen herstelacties nodig zijn om de veiligheid te blijven garanderen. Onderhoudssystematiek De onderhoudsystematiek is gebaseerd op de visuele inspecties. Na de inhaalslag worden periodieke inspecties uitgevoerd op basis waarvan onderhoudsplanning en prioritering vastgesteld kunnen. Financieel In 2011 is bij de integrale afweging structureel 175.000 euro extra beschikbaar gesteld om het noodzakelijke onderhoud aan de infrastructurele kustwerken uit te voeren.
Havens Onderhoudsplan In 2008 na een uitvoerige inspectie een meerjarige onderhoudsplanning voor de havens door Arcadis opgesteld. Beleidskader/onderhoudssystematiek De onderhoudsystematiek richt zich vooralsnog op het inhalen van de achterstand (baggeren en herstel van kades en oevers) en het uitvoeren van veiligheidsonderhoud. Programma van het begrotingsjaar Er is gestart met het uitbaggeren van de haven. Dit wordt medio 2012 afgerond. Uiterlijk de eerste helft van 2012 wordt een start gemaakt met het grootonderhoud aan oevers en kades. Dit wordt indien mogelijk gecombineerd met de aanleg van nieuwe kades binnen het project “revitalisering havengebied”. Financieel Voor het grootonderhoud is in 2008 circa 3,8 miljoen euro gereserveerd in de reserve strategische opgaven. In de reserve incidenteel middelenkader is voor 2010 een bedrag van circa 1 miljoen euro geoormerkt voor het grootonderhoud. De minimumvariant voor het groot onderhoud aan de havens kost meer dan 5,8 miljoen euro (prijspijl 2005). Door externe subsidies en het integreren van het onderhoud binnen het project herstructurering havengebied en samenwerking te zoeken met partners wordt getracht voldoende externe middelen te genereren om het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Voor het dagelijks onderhoud zal extra structureel onderhoudsbudget moeten worden toegekend.
Riolering en water Onderhoudsplan In september 2011 is een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) door uw Raad vastgesteld. Dit GRP is gericht op demping van de kostenontwikkeling door versobering en keuze voor duurzame ontwikkeling. Programma van het begrotingsjaar Het GRP wordt ieder jaar vertaald naar een jaarschijf waarin bepaald wordt welke rioleringsmaatregelen (en/of maatregelen ten aanzien van (oppervlakte)water) in een bepaald jaar genomen worden. Hierbij worden de projecten afgestemd met werkzaamheden aan wegen en de planning van (stedelijke) projecten.
Pagina 135 van 208
Financieel Het financieel beeld van het jaar 2012 volgt uit het nieuwe GRP 2012-2015. Dit zal zodanig zijn dat de rioolheffing jaarlijks met 4% zal stijgen. Op grond van het ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ (BBV) worden investeringen in rioleringen geactiveerd. De bijbehorende afschrijvingstermijnen variëren van 10 jaar voor bijvoorbeeld elektrotechnische installaties van kunstwerken, tot 50 jaar voor de aanleg en vervanging van riolen. De kapitaallasten worden ten laste gebracht van het eindproduct ‘Riolering’.
Groen Onderhoudsplan In 2002 is het Kwaliteitsplan 2002 vastgesteld. De kwaliteitniveaus zijn op 7 oktober 2002 bij de Programmabegroting 2003-2006 door uw Raad vastgesteld. De Groenagenda is door het college op 5 januari 2010 vastgesteld. Deze beleidskaders zijn vastgelegd in het beheersysteem openbare ruimte. De repeterende werkzaamheden zijn hier genormeerd, gewaardeerd en in periode (frequentie) gezet. Beleidskader/onderhoudssystematiek Via de kwaliteitscatalogus (kwaliteitsplan 2002) zijn de onderhoudsniveaus als volgt vastgesteld: voor de hele stad geldt het niveau: “basis”, voor het stadserf en de hoofdstructuren Roombeek geldt het niveau “hoog”. De Groenagenda geeft inzicht in het belang van (openbaar) groen en geeft een overzicht van wat er in Enschede op het gebied van groen gebeurt en nog gaat gebeuren. De Groenagenda geeft daarnaast een aantal nieuwe ideeën ("groene pepers") voor het groen in Enschede. Programma van het begrotingsjaar Het onderhoud van de openbare ruimte (groen, spelen, reiniging, straatmeubilair) bestaat uit jaarlijks repeterende werkzaamheden. Naast onderhoud moeten de onderdelen vervangen worden, omdat de technische of economische levensduur verstreken is. Hiermee wordt voorkomen dat onderhoudskosten sterk oplopen en wordt een afglijdend kwaliteitsniveau voorkomen. In 2012 wordt het project onderhoud openbare ruimte uitgevoerd waarbinnen de vervangingsinvesteringen aan de orde komen; hierover zullen nadere voorstellen gedaan worden. Tot deze tijd wordt er niet planmatig vervangen. Door mee te liften met andere projecten en cofinanciering worden, projectmatig, kleine delen wel vervangen. Bij amendement is voor groen een eenmalige vervangingsinvestering van 350.000 euro gedaan. Financieel De jaarlijkse uitgaven zijn begroot op ongeveer 5 miljoen euro voor groen onderhoud Openbare verlichting Onderhoudsplan Voor openbare verlichting gelden de beleidslijnen Openbare verlichting 2010-2013 als uitgangspunt. Deze zijn op 8 december 2009 door uw Raad vastgesteld. Actualisatie vindt in 2013 plaats. Beleidskader/onderhoudssystematiek De beleidslijnen en het beheer van de openbare verlichting zijn afgestemd op de functie van de openbare verlichting: verkeersveiligheid, leefbaarheid, sociale veiligheid en ruimtelijke kwaliteit. Uitgangspunt zijn de landelijke verlichtingsnormen, Duurzaam Veilig Verkeer en Woonkeur. Op een aantal punten is beargumenteerd afgeweken van deze uitgangspunten. Er is specifieke aandacht voor duurzame en energiebesparende materialen. Het niveau van onderhoud sluit aan bij de kwaliteitniveaus van het groen en de wegen: voor de hele stad geldt niveau basis, met uitzondering van de binnenstad en de hoofdlijnen van Roombeek waar niveau hoog geldt. Programma van het begrotingsjaar Op basis van levensduur en technische inspecties wordt jaarlijks een lijst opgesteld met te vervangen lichtmasten en armaturen en wat de begrote kosten daarvan zijn.
Pagina 136 van 208
Financieel Voor openbare verlichting is circa 2,3 miljoen euro begroot, waarvan circa 1 miljoen euro voor kapitaallasten en 700.000 euro voor energiekosten. Jaarlijks wordt voor circa 800.000 euro aan vervangingsinvesteringen begroot.
Onderwijsgebouwen Onderhoudsplan Het onderhoudsplan Planon is actueel voor de periode 2012-2015. Beleidskader/onderhoudssystematiek De verordening Onderwijshuisvesting vormt de leidraad. De verordening is in 2010 geactualiseerd Programma en begrotingsjaar Vanuit het reguliere budget worden huur, kapitaallasten, verzekering, onderhoud en gemeentelijke lasten bekostigd. Voor zaken als uitbreiding, aanpassing en renovatie worden kredieten aangevraagd. Hiervoor geldt een investeringsplafond van 6 miljoen euro.
Sportaccommodaties Onderhoudsplan Onderhoud vindt plaats op basis van het ‘Beeldkwaliteitsplan sportparken’ waarbij het onderhoudsniveau voor de buitensportvoorzieningen is vastgesteld.. Beleidskader/onderhoudssystematiek De raad heeft vastgesteld (zie ook Sportnota 2015) dat de sportvoorziening op een sobere en doelmatige wijze wordt onderhouden (niveau basis). Binnensportvoorzieningen worden binnen het taakveld sport schoongehouden en inventaris wordt op basis van periodieke inspecties en vervangingsschema onderhouden en vervangen. Programma van het begrotingsjaar Op basis van het vervangingsinvesteringsschema en het beeldkwaliteitsplan worden onderhoud en vervanging/renovatie uitgevoerd. In 2012 worden 2 velden gerenoveerd, hekwerken vervangen en verharding verbeterd. Daarnaast wordt op Schreurserve een kunstgrasveld aangelegd. Bij de binnensport wordt voor 17.000 euro sportinventaris vervangen. Financieel Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten in de gemeente begroting.
Vastgoed Beleidskader/onderhoudssystematiek In Enschede wordt onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen al enige jaren succesvol gepland en gepleegd volgens de NEN 2767. In 2012 zal aansluiting worden gezocht met de Rgd-BOEI methodiek. Deze is door de Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkeld en betreft een bredere schouw van gebouwen. Naast technische aspecten, worden bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen. Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen: - Onderhoud aan tijdelijk vastgoed. Dit betreft voornamelijk vastgoed dat in eigendom is ondergebracht bij de planeconomen. Gezien het tijdelijke karakter, worden deze gebouwen niet planmatig onderhouden, maar afhankelijk van de beoogde toekomst van het pand (sloop, danwel verkoop op termijn). - Planmatig onderhoud aan beleidondersteunend vastgoed. Deze panden die doorgaans langere tijd (meer dan 10 jaar) in eigendom van de gemeente blijven, worden conform de hierboven beschreven Rgd BOEI systematiek onderhouden. - Planmatig onderhoud aan commercieel verhuurde panden.
Pagina 137 van 208
Bij deze panden verwachten we andere rendementen. Looptijden van verhuurcontracten liggen lager. De wijze van plegen van onderhoud wordt hierdoor bepaald. Sturing op uitgaven (vanuit toekomstbeeld) is hier dus anders. Programma van het begrotingsjaar Totaal is 2,7 miljoen euro begroot voor 2012. Hiervan wordt onder andere onderhoud aan de oude fabriekschool (gelijktijdig met het project relisatie Jeugdtheater), dakveilige voorzieningen Stadhuis en Stadskantoor betaald. Daarnaast wordt ca. 600.000 euro aan vaste dagelijks onderhoudscontracten uitgegeven. Financieel Voor het planmatig onderhoud van beleidondersteunend vastgoed (de grootste groep) is de afgelopen periode nauwkeurig op een rij gezet hoe de opbouw van onderhoudsvoorziening kan bijdragen aan een verbetering van ons exploitatieresultaat. Met een verbetering van het exploitatieresultaat kan namelijk de reserve VBE direct worden beïnvloed, en deze reserve heeft een wezenlijke invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Er is bezien hoe de onderhoudsvoorziening zou moeten worden gevuld de komende jaren. Zonder aanpassingen (oude huurprijssystematiek bevatte een standaard storting jaarlijks) zou de voorziening de komende 10 jaar tot ca. 10 miljoen euro oplopen. De storting is nu aangepast naar een niveau dat past bij de geplande onderhoudsuitgaven. Hierdoor loopt de voorziening niet op en valt deze 10 miljoen ten goede aan de exploitatie. De geplande onderhoudsuitgaven voor de komende (25) jaren zijn hieronder grafisch weergegeven. Op basis van deze planing is de storting in de onderhoudsvoorziening bepaald. Verloop onderhoudsvoorziening VBE 15.000.000
Bedrag (in Euro's)
10.000.000
5.000.000
-
5.000.000-
20 45
20 43
20 41
20 39
20 37
20 35
20 33
20 31
20 29
20 27
20 25
20 23
20 21
20 19
20 17
20 15
20 11
20 13
10.000.000-
Jaren
Lasten conform raming Planon
Jaarlijkse dotatie
Saldo onderhoudsvoorziening
Na aanpassingen is de voorziening:
Verloop Onderhoudsvoorziening VBE 2011 - 2050 10.000.000 8.000.000 6.000.000
Bedragen (in Euro's)
4.000.000 2.000.000 2011
2013
2015
2017
2019
2021
2023
2025
2027
2029
2031
2033
2035
2037
2039
2041
2043
2045
2047
2049
2.000.0004.000.0006.000.0008.000.00010.000.000Jaren Lasten incl. BTW
Storting incl. BTW
Saldo onderhoudsvoorziening VBE
Pagina 138 van 208
4.6 Verbonden partijen Beleid verbonden partijen Op 15 februari 2010 heeft de raad ingestemd met het beleidskader verbonden partijen Enschede 2010. Onder een verbonden partij wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Enschede zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Een partij waaraan alleen een financieel risico kleeft, zoals bijvoorbeeld een door de gemeente gesubsidieerde instelling, valt hier niet onder. Dat geldt ook voor leningen en garantstellingen: daar haalt de gemeente juridisch verhaal als de partij failliet gaat. In het beleidskader verbonden partijen is de standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen vastgelegd. Dit format is gevuld met de informatie van alle verbonden partijen van de gemeente Enschede. De formats zijn in bijlage 6.6 bij deze programmabegroting opgenomen. Beheer verbonden partijen Onderdeel van het beleidskader is dat er een adequaat beheersinstrumentarium moet worden ontwikkeld om de regierol van de gemeente ten aanzien van haar verbonden partijen naar behoren te kunnen vervullen. Hiervoor is een pilot met een beheerssysteem uitgevoerd. Daarbij bleek dat dit onvoldoende aan de verwachtingen voldeed. Er was bijvoorbeeld niet goed vast te stellen welke risicoprofielen aan de verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen moesten worden toegekend. Op dit moment wordt gekeken naar een alternatief. Tegelijkertijd is wel gestart met het inzichtelijk krijgen van de diverse benodigde toezichtregimes op de verbonden partijen die het mogelijk moeten maken om de juiste prioriteiten te stellen in uw toezichthoudende rol. Er is nu gekozen voor het vaststellen van de risico’s aan de hand van een voorbeeldvragenlijst van Deloitte. Op basis van de uitkomsten kan worden vastgesteld welke organisaties extra aandacht nodig hebben en wellicht onder extra toezicht moeten worden gesteld. Per organisatie of op portefeuilleniveau kan ook eenvoudig het benodigde weerstandsvermogen worden bepaald. Het laatste kwartaal van 2011 worden deze uitkomsten geëvalueerd en begin 2012 leggen wij dit voor aan uw raad. Overigens is nadrukkelijk gekozen voor een scheiding in het college van de diverse rollen ten aanzien van de verbonden partijen van de gemeente. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen de wethouder die de gemeente vertegenwoordigt als aandeelhouder en de inhoudelijke wethouders die doorgaans de rol van opdrachtgever vervullen. Wijzigingen verbonden partijen Sinds de vaststelling van de jaarrekening 2010 zijn er drie verbonden partijen toegevoegd. Per 1 oktober is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden, waarin is opgenomen dat colleges van B&W van de Twentse gemeenten per 1 januari 2011 een gemeenschappelijke regeling moeten zijn aangegaan. Per 1-1-2011 is de GR Veiligheidsregio Twente opgericht. Per 1 maart 2011 is de gemeenschappelijke regeling Enschede-Losser opgericht. Daarnaast is vanaf 1 september 2011 de gemeente aandeelhouder van Twence BV als uitvloeisel van het genomen raadsbesluit van 11 april 2011. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de lijst met verbonden partijen in bijlage 6.6.
Pagina 139 van 208
4.7 Bedrijfsvoering In de paragraaf bedrijfsvoering wordt inzicht gegeven in de sturing en beheersing van de gemeentelijke organisatie en alle primaire en ondersteunende processen die daarbinnen plaats hebben. Deze processen zijn gericht op het realiseren van de beleidsdoelstellingen zoals die in de programma’s zijn geformuleerd. De paragraaf is opgebouwd uit de volgende hoofdelementen: I. De stijl van het huis II. Doelmatiger Bedrijfsvoering III. Maatschappelijk verantwoord ondernemen IV. Regionale Samenwerking V. Indicatoren: “Van buiten naar binnen” Ad I. De stijl van het huis: communicatiever, wendbaarder, Slim Werken Bij het communicatiever maken van de organisatie gaat het om het ontwikkelen van vaardigheden gericht op een professionele eerste indruk bij en het kunnen aangaan van duurzame en gelijkwaardige samenwerkingsrelaties met partners en burgers. Het communicatiever maken van de organisatie is een doorlopende opgave. Voor 2012 is een verdere uitrol van het aanleren van mediationvaardigheden gepland door deze opleidingen onder te brengen binnen het ontwikkelhuis. Dit geldt ook voor het aanbieden van media- en woordvoeringstrainingen. Verder behoeft de begrijpelijkheid van onze schriftelijke communicatie naar burgers en ondernemers permanent aandacht. In 2011 hebben we daar een nieuwe aanpak voor ontwikkeld. Tenslotte blijft ondersteuning beschikbaar om collega’s in te voeren in de mogelijkheden die de nieuwe media bieden. De wendbaarheid nu en in de toekomst van de organisatie is geborgd in het project Slim Werken. Het project Slim Werken vertaalt de landelijke ontwikkeling die Het Nieuwe Werken genoemd wordt, naar de gemeente Enschede. De inhoudelijke kern van het project is dat we als gemeente op een andere manier in de samenleving willen werken. We willen op nieuwe manieren met partners, instellingen en burgers samenwerken. We willen fysiek op die plekken werken die voor het werk van belang zijn: bij partners, in de wijken, bij instellingen. Dat vraagt, naast een flexibele ambtenaar en een flexibele werkomgeving, om innovatieve toepassingen. We moeten altijd en overal onze archieven digitaal kunnen raadplegen. We moeten in staat zijn om informatie met onze partners of externe projectleden te delen. Voor partners, burgers en bezoekers moet het mogelijk worden gemaakt dat zij bij ons kunnen werken. Slim Werken wordt ontwikkeld langs de in de tekening weergegeven 5 aandachtsvelden. Er wordt een werk- en huisvestingsconcept ontwikkeld dat dit mogelijk moeten maken. Het project moet zichzelf financieren en moet daarnaast een bijdrage leveren aan de taakstellingen op bedrijfsvoering. Begin 2012 wordt het integraal schetsontwerp, inclusief functionele programma’s van eisen en een definitieve businesscase, voorgelegd aan B&W. Op dit conceptbesluit zal een adviesaanvraag aan de OR volgen. In het tweede kwartaal 2012 zal naar verwachting een formeel GO/NO GO van de gemeenteraad gevraagd worden. De verbouwing van het stadskantoor zal naar verwachting in de tweede helft van 2012 starten. Ad II. Doelmatiger bedrijfsvoering BMO richt zich met haar activiteiten op het optimaal ondersteunen van de programma’s in het bereiken van de organisatie- en programmadoelen. BMO heeft daarbij gekozen voor een strategie van
Pagina 140 van 208
“operational excellence” (OpEx). OpEx staat voor het leveren van standaardproducten en/of diensten met uitmuntende operationele prestaties. Dat wordt ervaren door een lage prijs, snelle en betrouwbare levering, goede service: op een goedkope, slimme en efficiënte manier dingen doen voor je klanten. Hierbij komt het vooral aan op standaardisatie van processen, je houden aan de afspraken en laten zien wat je doet. De al maar groeiende interactie met de omgeving en de noodzaak om met minder middelen meer te presteren schept een klimaat waarbij samenwerken natuurlijk wordt. In onderstaande grafieken is de opbouw van het totale budget voor de interne dienstverlening inzichtelijk gemaakt naar onderdeel. Het totale budget (2012: 35 miljoen euro) wordt toegerekend aan de eindproducten in de verschillende programma’s. 1.399.000; 4% 3.082.000; 9%
Opbouw budget interne dienstverlening 15.000.000
12.372.000; 34%
10.000.000
Facilitaire onderdelen (H&S, Ontvangst, DDC)
8.233.000; 23% Bedragen in euro
ICT & IM
5.000.000
FDC & P&O
0
Facilitaire
ICT & IM
Reeks1 12.372.000 10.504.000
FDC & P&O
Advies
Overig
8.233.000
3.082.000
1.399.000
Advies (COM, Inkoop, JZ) Overig
Onderdelen
10.504.000;
Doelmatiger Doelmatigheid staat ook voorop bij het behalen van de taakstellingen. Zo heeft BMO haar inrichtingsplan modelmatig (INK) in verbinding gebracht met de afspraken met afdelingen. Met dit instrument kan beter (bij)gestuurd worden op doelmatigheid tussen doelstellingen en uitvoering van bijvoorbeeld de generieke taakstelling. Er wordt gewerkt aan het efficiënter opzetten van taakuitvoering in het project operational excellence. Meer in regie doen zoals bij de schoonmaak waarbij ook een groot deel social return gerealiseerd is. Er wordt ingezet op dit soort doelmatigheid omdat het nodig is om maximaal rendement te halen voor de stad en zijn burgers. Stel dat het mogelijk is om 10% van de personele kosten in te verdienen op de bedrijfsvoering in het regionaal verband van een shared service center. Per gemeente bestaat ca 25% uit personeel dat zich met backoffice taken voor bedrijfsvoering en dienstverlening bezig houdt. Dit betekent voor Enschede een effect van tussen de 30 en 40 fte en is 1,5 à 2 miljoen minder aan personele lasten. Door gebruik te maken van bestaande complexen is er ook in te verdienen op huisvesting, niet alleen door personele reductie maar door het effect van de gemiddelde bezetting van werkplekken als binnen de opzet van project Slim. Uiteraard zijn er voorfinancieringskosten, maar het structurele effect is fors. In 2011 is n.a.v. een Twentse bestuurlijke conferentie een start gemaakt met een inventarisatie op Twentse schaal. In 2012 krijgt dit zijn vervolg in concrete stappen tot samenwerking. Innovatiever De huidige stand van de technologie maakt het mogelijk een moderne backoffice voor de primaire gemeentelijke processen te realiseren. Technologie maakt ook gedistribueerde dienstverlening mogelijk waardoor er in de wijken en meer rechtstreeks naar de burger en bedrijf kan worden geleverd. Voor het resultaat in de stad worden in de ondersteuning innovatieve oplossingen gerealiseerd. Er worden op allerlei gebieden innovatieve oplossingen bedacht zoals het gedigitaliseerd afdoen van facturen waardoor er sneller betaald wordt, het samen met de gemeenschap opzetten van de Enschede-portal, of het inzetten van mediation en mediationvaardigheden. Het grootschalig inzetten van telewerken vanuit SLIM werken is een project met veel potentie. Door zijn aard zet het aan tot innovativiteit en flexibiliteit, iets wat we hard nodig hebben om samen met burgers en bedrijven in de toenemende dynamiek van de stad een betekenisvolle rol te kunnen vervullen. Het concept van een shared service center is een mogelijkheid om kennis te delen en diensten efficiënter te verrichten. De gemeentelijke bedrijfsvoering kent een oplopende taakstelling (7,2 mln euro in 2014 inclusief efficiëncydoelstelling Losser). Daarbij moet geanticipeerd worden op toekomstige effecten van regionalisering van de brandweer, de nieuwe aanpak “werkgever op kop” en besparingsdoelstellingen van samenwerkingen (o.a. Losser). BMO ziet daarbij samenwerkings- en financiële kansen in het Twentse perspectief van het samenbrengen van de ondersteunende diensten.
Pagina 141 van 208
8.000 7.000 6.000 5.000 Totaal te realiseren taakstelling
4.000
Totaal gerealiseerd 2009-2011
3.000
Planvorming 2012-2015
2.000
Nog te realiseren
1.000 0 -1.000 2012
2013
2014
2015
Ad III. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Social return De verantwoordelijkheid voor een juiste invulling van Social Return on Investment (SROI) ligt bij de programma’s. Vanuit het gemeentelijke P&O-beleid wordt toegezien op de werkgeversrol van de Gemeente Enschede op het gebied van arbeidsmarktbeleid. Inkoop draagt er zorg voor dat bij aanbestedingen bepalingen worden opgenomen die het mogelijk maken dat Social Return gerelateerd aan de opdracht een voorwaarde is voor gunning. Hiervan wordt het Werkplein op de hoogte gesteld en verzocht in overleg met de inschrijver een passende invulling van de Social Return verplichting te realiseren. Het Werkplein rapporteert vervolgens aan de afdeling inkoop in hoeverre de partijen hierin geslaagd zijn. In de managementrapportage Inkoop is het percentage social return opgenomen. Duurzaamheid Duurzaamheid is een kwestie van lange adem. een aantal zaken kan direct worden ingevoerd door bij aanbestedingen en inkoop te toetsen op duurzaamheid. Bij vastgoed is een hoog rendement te halen maar dit gaat niet van de één op de andere dag. Duurzaamheid inbedden is ingewikkeld en vraagt om innovativiteit en marktontwikkeling. Het vastgoedbedrijf Enschede streeft er naar om in 2015 klimaatbestendigheid binnen haar eigen complexen te realiseren. Ad IV. Regionale samenwerking Regionalisering beleid De ontwikkelingen om ons heen gaan snel. Veel vraagstukken en kansen, maar ook bedreigingen, kunnen niet meer lokaal worden aangepakt omdat ze de schaal van één stad te boven gaan. De recessie heeft dat inzicht versterkt en de overdracht van rijkstaken evenzeer. Cultuur, economische zaken, woningbouw, grondzaken, sport, stadsranden, riolering; een aantal voorbeelden van beleidsterreinen waarop de samenwerking niet alleen kan, maar ook moet worden geïntensiveerd. We richten ons er op deze versterkte samenwerking in elk geval vorm te geven. Dit kan in structuren maar ook in regionaal op te zetten projecten of door Enschedese expertise op dit gebied in te zetten. Daar waar zich kansen aandienen worden deze benut en uitgebouwd. Regionalisering van de bedrijfsvoering. In het coalitieakkoord “Vertrouwen in Enschede” wordt uitgesproken de gemeentelijke dienstverlening effectiever te willen maken door nauwer samen te werken met de buurgemeenten, regio en netwerkstad. Deze beweging is beter te maken als samenwerking op meer inhoudelijke terreinen ook vorm krijgt. Er is veel te halen als je groter durft te denken en te doen. Dit geldt zeker voor de (interne) taken in de bedrijfsvoering en dienstverlening, de backoffice van het primaire proces. Dit type taken is gebaat bij concentratie en massa. Kernbegrippen zijn daarbij onder meer borging van kwaliteit en handelingskracht. Er is een wil tot het samen doen van dingen in de regio. Het recentelijk Twentebreed opgezette bestuursinitiatief past bij de wil tot samenwerking en biedt kansen. Het is een ingewikkeld en uitdagend proces om te komen tot een shared service center voor Twentse gemeenten. Een inventarisatie van alle samenwerkingsgebieden tussen de Twentse gemeenten is opgesteld.
Pagina 142 van 208
Aandachtsgebieden zijn voorzien van een verantwoordelijk trekker waarbij de potentie per gebied in kaart wordt gebracht. Twentse gemeenten hechten aan autonomie en het vraagt veel energie om mee te gaan in een grote beweging. Open communicatie, innovativiteit, ondernemerschap en het uitbouwen van de onderlinge relaties zijn ingrediënten voor succes. Alleen al uit overwegingen van efficiëntie, kwaliteits- en continuïteitsborging is het gewenst om met kracht de regionalisering op het terrein van de backoffice in 2012 nader vorm te geven. Als grootste Twentse gemeente past het Enschede het voortouw te nemen in het regionaliseringproces. Het nemen van regionale verantwoordelijkheid hoort bij Enschede, ook op het gebied van backoffice activiteiten. Concentreren van taken in regionaal verband kan samen zo worden opgezet dat het dienstbaar is aan een pluriformiteit aan politieke bedrijvigheid. Dit kan prima gestalte krijgen in de vorming van een shared service center. Twentse gemeenten hebben wat te winnen bij regionalisering van de backoffice. Al geruime tijd geleden heeft Enschede de voorwaarden intern ingevuld voor samenwerking tussen de programma’s en ondersteuning. Een concern dat op z’n best presteert door samen te werken in onderlinge afhankelijkheid. Programma’s en ondersteuning zijn communicerende vaten als het gaat om krimp of groei in taak omvang en middelen. BVV is voorwaardelijk geweest om als geheel van buiten naar binnen opereren mogelijk te maken. Hierdoor kon op een innovatieve en heel snelle manier ja gezegd worden tegen Losser om voor die gemeente de dienstverlening en bedrijfsvoering uit te voeren. Ad V. Indicatoren bedrijfsvoering: “Van buiten naar binnen” Binnen de bedrijfsvoering wordt gestuurd op een groot aantal indicatoren. In de afgelopen periode is beoordeeld of een set van indicatoren opgenomen kan worden die een relatie kennen tussen de gemeentelijke bedrijfsvoering en de stad. Het doel is om deze indicatoren structureel te borgen bij de betreffende bedrijfsonderdelen. In onderstaande tabel is deze set weergegeven, lezend van links naar rechts en van boven naar beneden: De eerste 4 grafieken hebben betrekking op inkoop; A) Social Return (% social return (inzet mensen met afstand tot de arbeidsmarkt) tov de totale opdrachtwaarde aanbestedingen), B) % Duurzame inkoop (score duurzaam inkopen/aanbesteden conform landelijke criteria), C) 2 grafieken over % lokale inkoop (aandeel inkoopwaarde tov totale inkoopwaarde). De volgende grafieken laten zien : A) hoeveel M² van de publieks toegankelijke locaties van de gemeente Enschede wifiproof is (zowel per locatie als totaal). B) verdeling portefeuille vastgoed (% tov het totaal aantal objecten) C) Energie Prestatie Certificaat (EPC)- labels conform overheidsverplichting (EPC-labels van de gemeente Enschede, per gebouw) hebben betrekking op de afdeling VBE. D) gemiddelde betaaltermijn facturen (in dagen gemeentebreed) te zien, dit is een belangrijke indicator voor het imago van betrouwbare partner. E) Social Return (opbouw social return en de trend), echter heeft deze betrekking op de directe gemeentelijke inspanning op dit terrein in De volgende grafieken gaan over de afhandeling van bezwaarschriften en klachten: A) geeft de verhouding weer tussen de 4 grootste gemeenten en Enschede (de cijfers over 2009 zijn het meest recent). B) gemeente Enschede en de afhandeling van klachten C) gemeente Enschede en de afhandeling van bezwaarschriften De laatste grafieken zijn indicatoren voor internetsite bezoek, subsidies & contracten: A) aantal bezoeken en pageviews aan enschede.nl (trend 2009/2010/2011), wat een belangrijke indicator is voor de afdeling communicatie. B) verdeling weer van de subsidiestromen per subsidiegebied zoals in de begroting is opgenomen. C) Een tweeluik:Het eerste cirkeldiagram laat de subsidiebedragen per categorie zien (zowel in euro als in %) en het tweede cirkeldiagram laat het aantal subsidies zien (onderverdeeld in categorieën).
Pagina 143 van 208
INDICATOREN BEDRIJFSVOERING
Social Return Inkoop
% Duurzame inkoop 96% 95% 94% 93% 92% 91% 90% 89% 88% 87%
€ 860.000 ; 4%
Weggezet aan opdrachten met SROI bepaling (nog niet gerealiseerd) Gerealiseerd 3,8%
€ 21.825.000 ; 96%
95% 94%
90%
2010
Verwachting 2011
Streven 2012
% Lokaal ondernemerschap Enschede tov regionaal
% Lokaal ondernemerschap regionaal tov totaal 100%
70%
80%
60%
41,84%
49,65%
50%
60%
25,84%
21,59%
40%
40%
30%
58,16%
50,35%
20%
20%
2010 jan-jun
0%
2011 jan-jun
Regionaal
32,35%
28,76%
10%
0%
2010 jan-jun
Overig
2011 jan-jun
Enschede
Overig
Verdeling portefeuille vastgoed
Aantal M² wifiproof per locatie tov totaal
3:beheerobjecten 0%
41.639,48 Wifi-proof
kantoren/bedrijfs panden 4%
woningen 5%
welzijnsaccommo daties 12%
57.534,59
Totaal
cultuuraccommo daties 11%
2:gronden 37% 0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
SC West
SC Oost
*Stadskantoor
Werkplein
*Stadhuis
*Noordmolen
SC Zuid
SC Noord
70000
sportaccommoda ties 31% 1:onderwijs 0%
1:Onderwijs (J J van Deinselaan 32 - De Mast) 2:Gronden (tbv bijvoorbeeld sportvelden, speeltuinen, verenigingen of scouting) 3:Beheerobjecten (schoolgebouw waarvoor vbe alleen het beheer doet)
5
Energie Prestatie Certificaat (EPC)- labels conform overheidsverplichting
Gemiddelde betaaltermijn facturen in dgn. 26,0
4
25,0
3
24,0
2
23,0
1
22,7
22,0
0
Label D: Noordmolen
Label C: Stadskantoor
Label B: SC West, SC Noord, Deppenbroekhal
Label A : SC Oost, SC Zuid, Diekmanhal, Pathmoshal
21,0
21,4
20,9
21
20,0 2009
2010
2011
2012
Norm
* Er rust een wettelijke verplichting op de EPC labels, omdat het publiekstoegankelijke gebouwen zijn, het zijn geen rijksmonumenten en de gebouwen zijn groter dan 1.000 m2. Voor de overige panden loopt nu een offerte traject.
Social Return Gemeente Enschede
350
300
71
250
19
19
39
237
237
211
1.Dec.2010
1.Apr.2011
58 18
200
150
100
1.Jul.2011
Secretaresse Pool/HR Solutions/Activa/Surplus 55+/SPVGE DCW Participatiebanen/terugkeerbanen/id (WWB uitkering + salaris) DCW Detacheringen gemeente Enschede (WSW salaris)
Pagina 144 van 208
Bezwaarschriften 2009 100%
96%
94%
Klachten Gemeente Enschede
91%
85%
80%
63%
70%
51%
60%
54%
18% 0%
0% Amsterdam
253
230
Den Haag
Enschede
Rotterdam
% optijd afgedaan
1400 1200
1512
2009
Utrecht
% intrekkingen
Aantal ontvangen klachten
89
2010
t/m jun. 2011
Aantal afgedaan
Aantal optijd afgedaan
Website gemeente Enschede
1445
7.000.000 1257
1250
6.000.000
1071
5.492.402
5.757.618
5.000.000
850
1000
195 115 107
Bezwaarschriften 1600
236 224
208
150 100 50 0
40% 20%
300 250 200
4.000.000
800 600
586 574 413
3.000.000
400
2.000.000
200 0
1.000.000
2.307.695 929.914
819.551
395.205
0
2009
2010
Aantal binnengekomen
t/m jun. 2011
Aantal af te doen
2009
2010
Bezoeken
Aantal optijd afgehandeld
t/m jun. 2011*
Pageviews
* Afgelopen april is enschede.nl als startpagina een zgn. portal-pagina geworden. De cijfers zijn de bezoekersaantallen aan het gemeentelijke deel van de website enschede.nl. (dat verklaard wellicht ook de daling van het aantal bezoekers op de website.)
Verdeling subsidiestromen begroting 2011
Overige functies 7% Kinderopvang 6% Sociaal Cultureel Werk 14% Maatschappelijke begeleiding 32%
Openbaar Bibliotheekwerk 7%
Subsidiebedragen per categorie (in € 1.000) 882 1%
Vormings/Ontwikkelingswerk 9% Sport 4%
Kunst 15% Oudheidkunde/Mus Gemeentelijk ea Minimabeleid 4% 2%
2492 4%
Aantal subsidies
104; 16%
105; 16% 55965 95%
457; 68%
Subsidies met omvang < €10.000 Subsidies met omvang > €10.000 Subsidies met omvang > €50.000
Pagina 145 van 208
4.8 Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Inleiding In de programmabegroting geven we aan wat onze ambities zijn voor de komende vier jaar, wat onze doelen zijn en wat we willen gaan doen om deze te realiseren. Het is daarbij ook goed om tussentijds of achteraf te onderzoeken of onze inspanningen en de behaalde resultaten ook daadwerkelijk het gewenste maatschappelijke effect hebben gehad (doeltreffendheid) en of dat ook met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen is gebeurd (doelmatigheid). Met deze kennis kunnen we de kwaliteit van onze prestaties en dienstverlening waar nodig verbeteren en zo nog scherper werken aan de opgaven die we als stad hebben. In onze gemeente worden meerdere onderzoeken gehouden naar doelmatigheid en doeltreffendheid. Zo heeft de Raad de mogelijkheid om op eigen initiatief via de Rekenkamer periodiek onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van gemeentelijk beleid. Verder heeft de Raad nog het enquêterecht en kan ze daarmee ook op elk gewenst moment een onderzoek (laten) uitvoeren. Daarnaast is in de Gemeentewet (Art 213a GW) vastgelegd dat het college van iedere gemeente periodiek onderzoek moet doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van haar gevoerde bestuur en daarover de Raad moet informeren. In de ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Enschede 2009’ heeft de Raad hierover nadere regels gesteld. Een van die regels is dat het college jaarlijks bij de programmabegroting een onderzoeksplan naar de Raad stuurt met daarin benoemd de in het volgende jaar uit te voeren onderzoeken In de subparagraaf onderzoeksplan 2012 wordt per onderzoek aangegeven wat wordt onderzocht, wat de reikwijdte is van het onderzoek, de onderzoeksmethode, de doorlooptijd en de wijze van uitvoering. Daarnaast worden onderwerpen voor de daarop volgende drie jaarschijven, de zogenaamde longlist, benoemd. Bij de jaarrekening wordt aan de Raad gerapporteerd over de voortgang van de onderzoeken en daaruit voortvloeiende verbeterplannen. Onderzoeksprogramma 2012-2015 Het onderzoeksplan van het college heeft tot doel om op basis van onderzoek vast te stellen welke verbeteringen in de bedrijfsvoering nodig en mogelijk zijn. De (doelmatigheid- en doeltreffendheid)onderzoeken zijn gericht op het genereren van leereffecten en het opstellen van praktische en uitvoerbare verbeteringsadviezen. Bij het selecteren van de onderwerpen is rekening gehouden met de doelstelling en het moment waarop de onderzoeken worden uitgevoerd. Daarnaast is ook rekening gehouden met zaken als financieel belang, verbeterpotentieel en de onderzoeksreikwijdte. Verder is gezorgd dat bij de selectie van de onderwerpen een relatie bestaat met beleid. Onderzoeksplan 2012 In 2012 zal een viertal doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken worden uitgevoerd. In de volgende paragraaf worden deze onderzoeken nader uitgewerkt. Programma
Titel
Soort onderzoek
Leefomgeving
Beheer Wegen en Wegenbeleidsplan
Stedelijke Ontwikkeling Bestuur en middelen Dienstverlening
Evaluatie Gids Buitenkans / loket buitengebied Onderzoek beleidskader verbonden partij
Doelmatigheid + doeltreffendheid Doeltreffendheid
Gemeentelijk contact centrum
Doelmatigheid + doeltreffendheid Doelmatigheid
Pagina 146 van 208
Onderzoeksplan 2013-2015: longlist Programma Economie en Werk Economie en werk Opgroeien en Ontwikkelen Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Stedelijke Ontwikkeling Stedelijke Ontwikkeling
Soort onderzoek
Onderwerp
* * * *
Doeltreffendheid Doeltreffendheid Doeltreffendheid Doelmatigheid
Armoedebeleid Arbeidsmarktbeleid Natuureducatie Zorgloket
*
Doelmatigheid en doeltreffendheid
Stedelijke Ontwikkeling
Doeltreffendheid
Verslavingszorg en maatschappelijke opvang Citymarketing Evaluatie kaveluitgifte woningbouw Structuurvisie
Leefomgeving Leefomgeving Leefomgeving Leefomgeving
*
Doelmatigheid en doeltreffend Doelmatigheid en Doeltreffend Doelmatigheid en doeltreffend Doelmatigheid en doeltreffendheid
Keteninrichting openbare ruimte Wijkbeheerplannen Riolering; structurele borging Opdrachtgever – opdrachtnemer
Leefomgeving
*
Doeltreffendheid
Duurzaamheidcampagne
Dienstverlening Bestuur en Middelen Bestuur en Middelen Bestuur en Middelen
* *
Doelmatigheid Doeltreffendheid Doelmatigheid en doeltreffend Doeltreffendheid
Zaakgericht werken Innovatiefonds Majeure investeringsopgaven Inspraak en burgerparticipatie
Doeltreffendheid en doelmatigheid Doeltreffendheid
*
Met * gemerkt = ook opgenomen op longlist programmabegroting 2012-2014
Er is voor gekozen om, evenals voorgaand jaar, de onderwerpen voor de komende jaren nog niet per programma per jaar in te delen. Onderzoeksplan 2012 Hieronder volgt een globale beschrijving van de onderzoeken die in 2012 worden uitgevoerd. Voor elk onderzoek wordt een plan van aanpak opgesteld met een nadere uitwerking van het onderzoeksdoel, onderzoeksvraag, de te hanteren normen, specifieke onderzoeksmethoden en organisatie en planning. Titel
Beheer Wegen en Wegenbeleidsplan
Programma Opdrachtgever Opdrachtnemer Onderwerp
Leefomgeving Djoerd de Vos Koelink Henk Spijk Onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de huidige wijze van budgettering bij beheer wegen, en naar de aanpak / uitvoering van het wegenbeleidsplan. In hoeverre zijn maatschappelijke wensen van belang naast de technische inspecties bij het tot stand brengen van een doelmatige en doeltreffende jaarschijf wegen? De financiële middelen worden steeds schaarser. Voortdurend dient er nagedacht te worden of het niet efficiënter en beter kan; Binnen de afgesproken kwaliteit het goed doen maar wel goedkoper. Eindproduct wegen: Groot Onderhoud Wegen en Meerjaren investering Wegen Inventarisatie, interviews en een documentenonderzoek. 1 jaar; Het onderzoek zal begin 2012 worden gestart en naar verwachting eind 2012 worden afgerond.
Reikwijdte Onderzoeksmethode Doorlooptijd
Pagina 147 van 208
Titel
Beheer Wegen en Wegenbeleidsplan
Wijze van uitvoering
Vanuit het programma Leefomgeving zal dit onderzoek in 2012 worden getrokken en uitgevoerd. Als werkgroepleden worden daarbij diverse inhoudelijk deskundigen ingeschakeld vanuit het programma maar ook vanuit de programma’s Stedelijke Ontwikkeling en Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn. Afstemming zal gezocht worden met adviseurs van CS en BMO.
Titel
Evaluatie Gids Buitenkans / Loket buitengebied
Programma Opdrachtgever Opdrachtnemer Onderwerp Reikwijdte
Stedelijke Ontwikkeling Leo van der Ree Arno Koldenhof Evaluatie Gids Buitenkans / loket buitengebied De gids is in 2008 vastgesteld en wordt sinds die tijd gehanteerd om beoordelingen te geven van particuliere initiatieven in het buitengebied. In 2010 is een technische evaluatie gedaan. Nu is er behoefte aan een beleidsmatige evaluatie waarbij bezien wordt of de beoogde doelen worden bereikt. Daarbij wordt ook bezien of de werkwijze binnen het loket buitengebied effectief is en of de gids daarvoor de juiste instrumenten levert. Moet nog nader bepaald worden maar zal waarschijnlijk vooral bestaan uit enquetes en interviews. 2012 Het onderzoek zal door de ambtelijke organisatie worden gedaan, om zo de leereffecten zo groot mogelijk te laten zijn.
Onderzoeksmethode Doorlooptijd Wijze van uitvoering
Titel
Onderzoek doeltreffendheid beleidskader verbonden partij
Programma Opdrachtgever Opdrachtnemer Onderwerp
Bestuur en Middelen Fridse Mobach Ruud Zeeuwen Onderzoek naar de doeltreffendheid van het beleidskader verbonden partijen van de gemeente Enschede. Dit sluit aan bij de toezegging van het college om het beleidskader te evalueren. Vanaf februari 2010, zijnde het moment van vaststelling van het document “beleidskader verbonden partijen Enschede 2010” door de gemeenteraad. In het projectplan wordt een voorstel over de onderzoeksmethode(n) gedaan. Het lijkt waarschijnlijk dat in ieder geval gebruik zal worden gemaakt van ‘boekenonderzoek’ en van het afnemen van interviews. Januari 2012 t/m december 2012 Het onderzoek wordt intern opgepakt.
Reikwijdte Onderzoeksmethode
Doorlooptijd Wijze van uitvoering
Titel Programma Opdrachtgever Opdrachtnemer Onderwerp
Reikwijdte Onderzoeksmethode
Gemeentelijk Contact Centrum Dienstverlening Christel Koman Albert Meester Doelmatigheidsonderzoek naar het huidige functioneren van het Gemeentelijk Contact Centrum. De invoering van het GCC is gefaseerd verlopen. In 2012 is het GCC deze fase voorbij en willen we het feitelijke functioneren in kaart brengen. We willen kijken naar het jaar 2011 en naar die GCC-domeinen die volledig operationeel zijn. Het onderzoek zal waarschijnlijk een mix van onderzoeksmethoden bevatten. Naast literatuurstudie, documentenonderzoek en interviews, zal gebruik
Pagina 148 van 208
Titel
Doorlooptijd
Wijze van uitvoering
Gemeentelijk Contact Centrum gemaakt worden van beschikbaar klantonderzoek en benchmarkinformatie van referentiegemeenten. Het streven is het onderzoek in het voorjaar van 2012 te starten en af te ronden voor het einde van 2012. We willen hierbij rekening houden met de lopende P&C cyclus. We zijn voornemens het onderzoek intern uit te laten voeren, met ondersteuning van FDC. De taakverdeling en de betrokkenen moeten nog bepaald worden.
Pagina 149 van 208
4.9 Lokale heffingen Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven voor het jaar 2012 door de gemeenteraad vindt plaats in het najaar van 2011. Met ingang van deze programmabegroting wordt een meerjarige doorkijk gegeven in de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten. Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en precariobelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Enschede en is als volgt opgebouwd: Beleidsmatige ontwikkelingen; Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten; Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten en heffingen; Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Beleidsmatige ontwikkelingen Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen benoemd voor de belastingdruk en overige ontwikkelingen op lokaal fiscaal gebied voor 2012 en volgende jaren. Wet verruiming lokale kwijtschelding De wet creëert voor lokale overheden ruimere kwijtscheldingsmogelijkheden. Het betreft het kunnen toepassen van een hogere vermogensnorm en de mogelijkheid om onder voorwaarden aan ondernemers kwijtschelding te kunnen verlenen. De wet biedt een grondslag om op decentraal niveau ook eigen regels te kunnen vaststellen met betrekking tot de wijze waarop het vermogen in aanmerking wordt genomen bij de verlening van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van decentrale belastingen. In de nadere regels ‘kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen’ zal worden bepaald dat de regels voor het verlenen van kwijtschelding van lokale belastingen ook zullen gelden voor ondernemers die op bijstandsniveau leven. Dit geldt uitsluitend voor de privé-belastingen. Hoewel de wetswijziging al op 1 juli 2011 in werking is getreden, is het formeel nog niet mogelijk de verruimde kwijtscheldingsnormen toe te passen. Daarvoor moeten de “Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen” door de minister van Binnenlandse Zaken nog worden gewijzigd. De verwachting is dat dit voor 1 januari 2012 is geregeld. Afvalstoffenheffing bij kamerbewoning Het wetsvoorstel ‘Afvalstoffenheffing bij kamerbewoning’ is goedgekeurd door de Tweede Kamer en maakt de heffing van afvalstoffenheffing doelmatiger door de aanslag bij kamerbewoning bij de verhuurder neer te leggen. De inwerkingtredingdatum is 1 januari 2012.
Pagina 150 van 208
Toeristenbelasting Gemeenten kunnen onder de noemer van toeristenbelasting een belasting opleggen aan natuurlijke personen voor het houden van een verblijf voor overnachtingen binnen de gemeente tegen een vergoeding. Het betreft hier met name hotelovernachtingen, appartementen, campings, ed. Maatstaf voor de opbrengst is het aantal overnachtingen. Ongeveer 73 procent van de gemeenten kent een toeristenbelasting. Indien een voor grotere steden gangbaar tarief wordt toegepast kan een opbrengst van ca. 240.000 worden gehanteerd. De uitvoeringskosten kunnen beperkt blijven tot maximaal 30.000 euro. Met de invoering van een toeristenbelasting dragen toeristen bij aan de voorzieningen die in Enschede aanwezig zijn. Voorbeelden zijn; fietspaden buitengebied, evenementen, stadspromotie en vrijetijdseconomie. ID-kaart De Hoge Raad heeft vrijdag 9 september 2011 bepaald dat gemeenten voortaan geen kosten meer in rekening meer mogen brengen voor de ) een identiteitskaart (ID-kaart). In de beroepsprocedure oordeelde de Hoge Raad dat een gemeente alleen leges mag heffen voor diensten die in overheersende mate een belang van een individuele burger dient. Dit geldt voor een rijbewijs (waarmee een motorvoertuig kan worden bestuurd) of een paspoort (waarmee kan worden gereisd). De ID- kaart dient vooral een overheidsbelang, omdat daarmee kan worden voldaan aan de overheid afgekondigde identificatieplicht. Inmiddels is een wetsontwerp ingediend, waardoor vanaf 22 september 2011 weer leges verschuldigd zijn. Maximering leges rijbewijzen In maart 2009 hebben de minister van VenW en de staatssecretaris van BZK afgesproken dat er een maximumtarief voor de rijbewijsleges moet komen. Aanleiding is de bestaande tariefverschillen tussen gemeenten, variërend van ca. 20 euro tot ruim 60 euro. Het wetsvoorstel is inmiddels ingediend De verwachting is dat rekening houdend met de rijkskostencomponent, het maximumtarief zal uitkomen op circa 39 euro. En dat betekent dat Enschede de rijbewijsleges naar beneden moet bijstellen, het huidige tarief bedraagt 56,05 euro. De beoogde inwerkingtreding van het maximumtarief is 1 januari 2012. Verhoging griffierechten Het kabinet heeft een wetsvoorstel in voorbereiding waarbij kostendekkende griffierechten worden ingevoerd. Niet alleen burgers, maar ook bestuursorganen moeten (fors hogere) griffierechten gaan betalen voor het indienen van een beroep- of verweerschrift. Deze verhoging zal ook effect hebben op de kosten van de gemeenten. De omvang van de effecten is nog niet bekend. De VNG en de Nederlandse Orde van advocaten hebben aangegeven grote moeite te hebben met deze verhoging. Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten De gemeentelijke woonlasten zijn opgebouwd uit de Onroerende zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Onroerende zaakbelasting (OZB) De macronorm is voor het begrotingsjaar 2012 in de septembercirculaire vastgesteld op 3,75 procent over 3,063 miljard euro (de OZB-opbrengst op basis van de gemeentelijke begrotingen 2011). Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. Het genoemde percentage bestaat uit 2,5 procent inflatie en 1,25 trendmatige groei. De OZB-tarieven worden verhoogd op basis van een percentage waarbij alleen naar de toekomst wordt gekeken, gebaseerd op de inflatiepercentages zoals die zijn opgenomen in de meicirculaire van het Gemeentefonds. Die percentages zijn éénduidig en navolgbaar. Ze leiden er bovendien toe dat zowel de grootste inkomstenbron (het Gemeentefonds) als de inkomsten uit de OZB met hetzelfde percentage groeien. Conform de financiële beleidskaders in de Kadernota 2012 wordt voor de OZB een inflatiecorrectie gehanteerd van 2,25%. Met ingang van 1 januari 2009 vindt jaarlijks hertaxatie plaats van de onroerende zaken. Voor 2012 geldt als waardepeildatum 1 januari 2011. De marktontwikkelingen geven over 2010 en 2011 een
Pagina 151 van 208
verlaging van de waarde aan. Sinds jaren geldt het principe dat waardemutaties niet tot verhoging of verlaging van de belastingopbrengst OZB mag leiden. Het opstellen van een meerjarige tariefsontwikkeling voor de OZB- eigenaren woningen blijft een ruwe prognose. In feite is alleen de ontwikkeling van de prijscorrectie van invloed op dit onderdeel van de woonlasten van OZB-eigenaren. Zoals reeds aangegeven is de waardemutatie van de woningwaarde van een gemiddelde woning niet van invloed op de OZB-opbrengst. Voor de inflatiecorrectie wordt de gemiddelde ontwikkeling van de afgelopen vier jaar gehanteerd. Dat is 1,8 procent (dit is het gemiddelde over de afgelopen 5 jaar, resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst). Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing 2012 stijgt met 1,4 procent ten opzichte van 2011. Het tarief komt hiermee op 306 euro voor meerpersoonshuishoudens en voor éénpersoonshuishoudens op 272,04 euro. De meerjarige ontwikkeling van de afvalstoffenheffing is gestabiliseerd op het huidige niveau van circa 300 euro per jaar voor meerpersoonshuishoudens. Eventuele stijging is niet meer dan jaarlijkse prijsinflatie en indexeringen. Eén van de uitgangspunten bij het formuleren van het nieuwe afvalbeleid voor de gemeente Enschede voor deze coalitieperiode is dat aanpassingen en/of uitbreidingen in de afvalinzameling niet lastenverhogend mogen werken richting de burger. Veranderingen in de afvalinzamelingen kunnen gepaard gaan met investeringen welke leiden tot een tijdelijke verhoging van de kosten omdat de verwachte baten en opbrengsten met een vertraging in de resultaten zullen komen. Deze tijdelijke verhoging van de kosten wordt, als deze zich voordoen, opgevangen door de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt ook ingezet voor eenmalige uitgaven zonder kapitaalslasten in het kader van de optimalisering van de afvalinzameling. Voorbeelden zijn proefprojecten en/of de tijdelijke intensifering van de communicatie en handhaving op het gebied van afvalinzameling. De egalisatiereserve afvalstoffenheffing wordt gevoed vanuit eventuele positieve jaarreseltaten op het produkt afvalstoffen. Rioolheffing De basis voor de ontwikkeling van de tarief rioolheffing ligt in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is op 20 september aan uw raad aangeboden. We hebben een gezamenlijke ambitie om de lastenverzwaring voor onze burgers zoveel mogelijk te beperken. Dit betekent dat we de rioolheffing zo laag mogelijk willen houden. We kunnen echter niet voorkomen dat de burger op termijn te maken krijgt met een (beperkte) kostenstijging. Immers, een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is na de oorlog aangelegd. Aangezien de gemiddelde technische levensduur van een riool circa 70 jaar is, betekent dit dat we hoe dan ook te maken krijgen met kosten voor vervanging van het riool. In het GRP wordt uitgegaan van een tariefsontwikkeling van maximaal 4% per jaar, gedurende de huidige raadsperiode. Om de inkomsten in die periode aan te laten sluiten bij de uitgaven wordt de egalisatiereserve rioolheffing ingezet. Vanaf 2015 is de egalisatiereserve niet meer toereikend om de stijging van de heffing te dempen tot maximaal 4% per jaar. Dit leidt ertoe dat gedurende vijf jaar een stijging van de heffing van circa 8% per jaar nodig zal zijn om de kosten te kunnen blijven dekken. In de tussenliggende tijd wordt er gezocht naar verdergaande besparingsmogelijkheden om deze stijging te dempen. In het GRP 2012-2015 zijn hiervoor zoekrichtingen opgenomen. De keuzes en maatregelen die hiertoe moeten leiden, dienen voor de vaststelling van de Programmabegroting 2012-2015 in november door uw Raad vastgesteld te zijn, in de vorm van een herzien Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Onderstaande tabel bevat een doorkijk in de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten, uitgaande van een gemiddelde koopwoning in Enschede met een WOZ-waarde van 178.000 euro en een meerpersoonshuishouding.
Pagina 152 van 208
OZB-eigenaar woning Afvalstoffenheffing* Rioolheffing Totaal
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
238,38
243,64
246,08
251,62
256,15
260,76
265,45
308,64 150,00 697,02
301,92 154,44 700,00
301,68 165,00 712,76
306,00 171,96 729,58
311,52 178,92 746,59
317,16 186,00 763,92
322,80 201,00 789,25
* Het tarief is het tarief voor meerpersoonshuidshouden. Overige heffingen De overige heffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100 procent kostendekking. In de voorstellen waarbij de belastingverordeningen worden aangepast, houden we in het algemeen rekening met een nominale stijging van 2,25 proent. Raming 2010
Realisatie 2010
Raming 2011
Raming 2012
Kostendekking
Huwelijk en geregistreerd partnerschap
145.000
131.686
150.000
186.000
65%
Documentatie bevolking
76.000
61.260
69.000
70.000
67,2%
Legitimatie- en reisdocumenten, 2.524.000 rijbewijzen, enz.
2.534.185
2.822.000
2.869.000
91%
Overige producten Burgerzaken 48.116
33.659
59.000
58.000
53,6%
Overige Publiekszaken
153.000
192.522
236.000
235.000
31%
Overige verrichtingen archief
8.000
23.132
30.000
18.000
8%
Omgevingsvergunning Kort parkeren garages en abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal) (MPP 2012-2015) Fiscale vergunningen Fiscaal straat en terreinen parkeren Fiscaliseren (naheffing)
4.260.000
4.704.491
4.260.000
4.601.801
100%
5.260.000
4.617.000
5.045.000
5.354.000
100%
477.000
521.000
521.000
689.000
n.v.t.
2.379.000
2.822.000
2.379.000
2.775.000
n.v.t.
758.000
773.000
773.000
700.000
n.v.t.
Begraafplaatsrechten
575.000
645.000
510.000
509.000
40,0%
Havengelden
52.270
29.071
29.092
35.500
48%
Marktprecariobelasting
620.000
576.000
620.000
552.000
88%
Ontheffing sluitingstijden, openbare ruimte en luchtvaartwet
18.000
20.750
21.275
22.205
41%
Leges telecommunicatie (%)
24.108
31.560
35.400
28.714
26%
Afvalstoffenheffing
19.117.000
19.360.879
19.175.000
20.647.000
100%
-2.300.000
-2.263.524
-2.250.000
-2.250.000
n.v.t.
9.796.921
9.898.658
10.247.314
10.656.861
100%
-1.283.430
-1.221.821
-1.369.500
-1.397.469
n.v.t.
-518.000
-329.367
n.v.t.
Omschrijving lokale lasten
Afvalstoffenheffing kwijtschelding Afvalstoffenheffing -oninbaar Rioolrecht (netto, incl. grootverbruik) Rioolrecht - kwijtschelding Rioolrecht – oninbaar en verminderingen Hondenbelastingen Precariobelastingen
-320.393 715.000
767.433
722.000
770.000
n.v.t.
250.000
233.304
252.500
250.000
n.v.t.
Pagina 153 van 208
Marktgelden De opbrengsten van de warenmarkten zijn de laatste jaren structureel teruggelopen. Dit speelt vooral voor de dinsdag- en de donderdagmarkt. De teruglopende inkomsten leiden tot een verlaging van het kostendekkendheidspercentage voor het product ambulante handel. In 2012 wordt een visie opgesteld op de ambulante handel en wordt bekeken in hoeverre de kostendekkendheid weer is te verhogen
Pagina 154 van 208
5 Financiële begroting De financiële begroting bestaat uit een overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie. Opgenomen zijn een aantal financiële overzichten en specificaties van zaken die in de programma’s worden genoemd. Overzicht van baten en lasten Dit deel van de begroting geeft een totaaloverzicht van de baten en lasten per programma zoals deze ook onder de kop ‘Wat mag het kosten?’ per programma zijn opgenomen. De bedragen die in dit overzicht zijn opgenomen worden geautoriseerd door de raad. Uiteenzetting financiële positie Dit onderdeel van de begroting is primair gericht op het inzicht geven in de financiële positie van de gemeente. Hierbij worden de volgende onderwerpen behandeld: reserves voorzieningen investeringen Tevens is in dit onderdeel een specificatie opgenomen van de te verstrekken subsidies. Ook wordt inzicht gegeven in het zogenaamde EMU-saldo.
5.1 Grondslagen Voor de begroting 2012 zijn de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd:
Omschrijving Lonen en sociale lasten Prijzen Algemene uitkering Onroerendezaakbelasting Overige lokale heffingen: - Afvalstoffenheffing - Overig Tarieven Omslagrente Rekenrente Aantal inwoners Aantal woningen (excl. recreatie)
Grondslag 2012 1,39% 0% Meicirculaire 2011 2,25% 1,40% 2,25% Kostendekkend 5% 6% 157.838 68.546
Pagina 155 van 208
5.2 Overzicht van baten en lasten Hieronder is het totaaloverzicht van alle lasten, baten, dotaties en onttrekkingen opgenomen. Hieruit blijkt dat zowel de begroting 2012 als de ramingen voor de drie jaren daarna sluitend zijn. Onder de kop ‘Wat mag het kosten?’ in elk programma is een overzicht van de baten en lasten op productniveau opgenomen. De dotaties en onttrekkingen aan de reserves worden verder in dit hoofdstuk en de bijlagen gespecificeerd. bedragen * 1.000 euro
Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Lasten Economie en Werk
239.592
220.410
205.843
197.889
197.506
199.060
Opgroeien en Ontwikkelen
69.293
67.399
59.242
58.038
56.796
51.675
Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn
74.319
69.707
65.985
64.765
64.037
63.515
Stedelijke Ontwikkeling
90.007
64.423
98.622
81.582
81.860
75.975
Leefomgeving
78.803
73.993
76.358
75.043
74.244
72.441
7.858
9.980
10.465
10.083
9.838
9.744
90.777
47.835
70.091
69.792
70.545
70.501
650.648
553.746
586.606
557.192
554.826
542.910
Dienstverlening Bestuur en Middelen
Totaal Lasten Baten Economie en Werk
-191.795
-185.345
-168.402
-167.429
-167.109
-168.720
Opgroeien en Ontwikkelen
-22.128
-19.435
-12.360
-11.956
-11.956
-7.900
Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn
-11.153
-5.926
-3.055
-3.279
-2.957
-2.895
Stedelijke Ontwikkeling
-48.056
-19.025
-60.476
-47.802
-46.880
-42.128
Leefomgeving
-42.400
-39.103
-37.923
-38.439
-38.435
-39.104
-3.671
-3.219
-3.829
-3.829
-3.829
-3.829
Bestuur en Middelen
-314.745
-259.907
-281.826
-283.150
-286.644
-283.098
Totaal Baten
-547.674
Dienstverlening
-633.949
-531.962
-567.872
-555.885
-557.811
Resultaat voor bestemming
16.699
21.785
18.734
1.307
-2.985
-4.764
Storting Reserves
28.660
22.707
32.458
22.105
21.144
20.873
-58.371
-44.492
-51.192
-23.412
-18.159
-16.109
-13.013
0
0
0
0
0
Onttrekking reserves
Resultaat na bestemming (+ = lasten/nadeel, - = baten/voordeel)
Onderstaand wordt een beeld gegeven van de algemene dekkingsmiddelen: Algemene Dekkingsmiddelen bedragen x 1.000 euro OZB
Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
35.771
36.034
37.195
37.549
37.549
37.549
Hondenbelasting
753
715
925
925
925
925
Precariobelasting
233
250
250
250
250
250
36.757
36.999
38.370
38.724
38.724
38.724
205.564
194.878
194.690
196.060
199.042
195.510
1.680
1.510
1.385
1.170
1.185
1.185
13.695
10.450
11.365
9.465
8.790
7.213
257.697
243.837
245.810
245.419
247.742
242.632
Subtotaal Algemene uitkering Dividenden Saldo financieringsfunctie
Saldo
Pagina 156 van 208
Voor het begrotingsjaar 2012 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot: Incidentele baten en lasten
Economie en Werk Opgroeien en Ontwikkelen Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Stedelijke Ontwikkeling Leefomgeving Dienstverlening Bestuur en Middelen
Lasten 2012
Baten 2012
Saldo lasten-baten 2012
4.747.000 1.453.670 2.103.854 5.971.705 725.000 229.491 8.652.347 23.883.067
1.500.000 -203.270 -159.854 2.624.409 280.000 0 -385.042 3.656.243
6.247.000 1.250.400 1.944.000 8.596.114 1.005.000 229.491 8.267.305 27.539.310
In de bijlage is een nadere specificatie opgenomen.
5.3 Uiteenzetting financiële positie Deze paragraaf bevat de uiteenzetting van de financiële positie met een aantal nadere specificaties van met name onderwerpen die hierbij van belang zijn: reserves, voorzieningen en investeringen. Tevens is per programma een overzicht opgenomen van te verstrekken subsidies. Voor een nader inzicht in de (meerjarige) budgettaire ruimte en de aannames die hieraan ten grondslag liggen, wordt verwezen naar het hoofdstuk “Financieel middelenkader” van deze begroting.
Reserves Verloopoverzicht reserves Programma
(Bedragen * 1.000 euro) Bestuur en middelen Dienstverlening Economie en werk Leefomgeving Opgroeien en ontwikkelen Stedelijke ontwikkeling Wijkontwikkeling, zorg en welzijn
Stand per 31-122011
Rentetoevoeging
Storting
Onttrekking
Stand per 31-122012
Stand per 31-122013
Stand per 31-122014
Stand per 31-122015
-80.904
-877
-20.729
34.577
-67.932
-67.931
-71.953
-76.790
-375
0
0
236
-140
-28
-28
-28
-3.158
-21
-1.978
280
-4.877
-5.450
-5.397
-5.396
-17.009
-324
-294
5.168
-12.460
-9.079
-7.637
-6.665
-11.643
-383
-840
443
-12.423
-13.077
-14.008
-14.993
-19.489
30
-8.617
10.487
-17.589
-19.150
-20.108
-21.463
-1.119
0
0
0
-1.119
-1.119
-1.119
-1.119
Totaal -133.698 -1.575 (- = positief/storting, + = negatief/onttrekking)
-32.458
51.192
-116.539
-115.834
-120.250
-126.453
In een bijlage is een specificatie opgenomen van de reserves naar programma’s en worden de belangrijkste reserves toegelicht. Dit verloopoverzicht is van een kolom voorzien waarin de indeling naar soort reserve conform de verslaggevingsvoorschriften is opgenomen (ALG: Algemene Reserve, BR: bestemmingsreserve met extra uitsplitsing voor bestemmingsreserves Kapitaallasten, bestemmingsreserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Tarief en BR OV)). Hieronder treft u een totaaloverzicht aan.
Pagina 157 van 208
Bedragen * 1.000 euro
Stand per 31-122011
Algemene reserves Bestemmingsreserves - kapitaallasten - egalisatie - overig
Totaal
Rentetoevoeging
Storting
Onttrekking
Stand per 31-122012
Stand per 31-122013
-32.703
Stand per 31-122014
-31.026
Stand per 31-122015
-25.351
0
-8.440
1.088
-32.209
-33.972
-17.611
-544
-7.198
10.134
-15.219
-14.892
-13.214
-14.178
-14.857
-273
-1.533
2.688
-13.975
-13.279
-12.771
-13.007
-75.879
-758
-15.286
37.281
-54.642
-56.637
-62.055
-65.296
-108.346
-1.575
-24.018
50.103
-83.836
-84.808
-88.041
-92.481
-133.698
-1.575
-32.458
51.192
-116.539
-115.834
-120.250
-126.453
(- = positief/storting, + = negatief/onttrekking)
Tariefsegalisatiereserves zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De reserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid.
Voorzieningen Programma (Bedragen * 1.000 euro) Bestuur en middelen Economie en werk Leefomgeving Opgroeien en ontwikkelen Stedelijke ontwikkeling Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Totaal
Stand per 31-12-2011
Mutatie 2012
Stand per 31-12-2012
Stand per 31-12-2013
Stand per 31-12-2014
Stand per 31-12-2015
-13.695 -1.208 -163
712 -125 0
-12.983 -1.333 -164
-13.381 -1.458 -164
-13.917 -1.583 -164
-13.830 -1.708 -164
-3.944 -1.191
-5 -42
-3.948 -1.234
-3.953 -1.277
-3.957 -1.321
-3.962 -1.366
-449 -20.649
0 540
-449 -20.110
-449 -20.681
-449 -21.391
-449 -21.479
(- = positief/storting, + = negatief/besteding)
Voor een nadere specificatie per voorziening wordt verwezen naar de Staat van Voorzieningen die is opgenomen in de Bijlagen.
Investeringen In onderstaand overzicht zijn per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen opgenomen voor de jaren 2012 tot en met 2015. Deze zijn ingedeeld in: Investeringen met economisch nut Hiervan is sprake indien de investering leidt tot een goed dat in de markt verhandelbaar is (gebouwen, auto’s) of waarmee middelen kunnen worden gegenereerd (riolering). Investeringen met maatschappelijk nut Dit betreft investeringen in de openbare ruimte die maatschappelijk nut genereren maar niet verhandelbaar zijn zoals wegen en openbare verlichting.
Pagina 158 van 208
Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van deze Programmabegroting alle opgenomen investeringen worden goedgekeurd. Voor de omvangrijke investeringsplannen, zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit worden separate voorstellen gedaan.
Investeringsoverzicht per programma 2012-2015 Programma (x € 1.000) Economie en Werk - totaal - Economisch nut Investeringen DCW - Maatschappelijk nut Opgroeien en ontwikkelen - totaal - Economisch nut Onderwijshuisvesting Sport - Maatschappelijk nut Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn - totaal - Economisch nut - Maatschappelijk nut Stedelijke Ontwikkeling - totaal - Economisch nut - Maatschappelijk nut Leefomgeving - totaal - Economisch nut Riolering Overige investeringen - Maatschappelijk nut Openbare verlichting Beheer wegen Dienstverlening - totaal - Economisch nut Publieksdienstverlening Informatiemanagement - Maatschappelijk nut Bestuur en middelen - totaal - Economisch nut ICT meerjarenplan Huisvesting & Services Vastgoedbedrijf Brandweer - Maatschappelijk nut Totaal investeringen - economisch nut Totaal investeringen - maatschappelijk nut
2012
2013
2014
2015
250
250
250
250
250 9.027
250 10.325
250 7.666
250 6.265
8.375 652 18.444
8.375 1.950 8.617
7.250 416 10.067
6.000 265 9.665
13.793 909
4.894 380
5.942 782
6.308 782
1.167 2.575 121
768 2.575 87
768 2.575 110
2.575 180
121 6.652
75 12 8.065
75 35 4.889
75 105 5.662
3.411 146 2.075 1.020 30.752 3.742
3.006 3.295 1.350 414 24.001 3.343
3.202 113 1.350 224 19.639 3.343
2.545 1.256 1.000 861 19.447 2.575
Met het vaststellen van deze begroting wordt de raad gevraagd in te stemmen met de vervangingsinvesteringen volgens de jaarschijf 2012. In de bijlagen is een specificatie opgenomen van deze vervangingsinvesteringen. Daarnaast is in de bijlagen een actueel overzicht opgenomen van de lopende investeringskredieten.
Subsidies Subsidieplafonds 2012 “Onder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift” (Artikel 4:22 van de Awb). Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat een subsidieregeling een openeinde karakter heeft.
Pagina 159 van 208
Hieronder volgt een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2012 geldende subsidieplafonds.
Subsidieplafond 2012 866.926
Subsidieverordening Subsidieverordening sport Subsidieverordening amateurkunst 2008 o Muziekverenigingen o Drum- en showbands o Zangverenigingen o Operetteverenigingen o Dansverenigingen o Toneelverenigingen o Overige verenigingen en orkesten Subsidieverordening stimulering amateurkunst 2005 Subsidieverordening culturele activiteiten 2007 Subsidieverordening allochtonenorganisaties 2002 Subsidieverordening ouderenorganisaties 1988 Subsidieverordening vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk Enschede Subsidieverordening presentaties beeldende kunst en vormgeving 2009 Subsidieverordening combinatiefuncties onderwijs, sport en cultuur Subsidieverordening brede scholen
94.224 46.176 66.946 12.920 13.480 6.888 14.052 54.056 74.011 76.845 84.829 50.399 58.950 414.200 379.957
Hieronder is per programma een overzicht opgenomen van de subsidies die in het kader van dat programma worden verstrekt (bedragen in hele euro’s). Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in de bijlagen. Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Economie en Werk Opgroeien en Ontwikkelen Stedelijke Ontwikkeling Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn
1.167.588 14.726.248 17.631.557 21.837.802
1.081.027 13.660.511 18.115.971 20.695.675
229.596 11.386.599 17.797.020 19.931.657
Eindtotaal
55.363.195
53.553.184
49.344.872
EMU-saldo In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,5% van het tekort veroorzaken. In de onderstaande tabel is de berekening van het EMU-saldo voor de gemeente Enschede opgenomen: Omschrijving (x € 1.000) Exploitatiesaldo voor toevoeging c.q. onttrekking reserves Afschrijvingen ten laste van exploitatie Dotaties aan voorzieningen Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Ontvangen bijdragen op investeringsuitgaven van derden Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
2011
2012
2013
21.785
18.734
1.307
28.298
31.658
32.212
1.504
399
483
64.601-
30.752-
24.001-
-
-
-
-
-
-
Pagina 160 van 208
Omschrijving (x € 1.000) Te verwachten boekwinst op desinvesteringen Uitgaven aan aankoop van grond, de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Te verwachten boekwinst op grondverkopen
2011
2012
2013
-
-
-
3.579-
39.719-
29.201-
1.598
42.731
31.968
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
15.121-
23.051
12.768
Betalingen (onttrekkingen) ten laste van de voorzieningen 126Betalingen die niet via exploitatie lopen en rechstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht Betalingen die niet vallen onder één van bovenstaande posten Boekwinst verkoop deelnemingen en aandelen Berekend EMU-saldo
Voor alle gemeenten in Nederland is een zogenaamde referentiewaarde bepaald om ervoor te zorgen dat de hierboven genoemde 0,5% zo gelijkmatig mogelijk over de gemeenten verdeeld is. Overigens worden deze berekeningen hooguit als benchmarkgegevens gebruikt en niet als norm. Over- of onderschrijdingen hebben derhalve ook geen gevolgen. De voor de gemeente Enschede bepaalde referentiewaarde voor 2012 bedraagt 28,9 miljoen euro. Het saldo blijft derhalve ruimschoots onder de referentiewaarde.
Pagina 161 van 208
6 Bijlagen
Pagina 162 van 208
6.1 Staat van reserves Bedragen * 1.000 euro Bestuur en middelen Algemene Reserve Weerstandsvermogen Suppletie-uitkering Resultaat Concernrapportage Najaarsn reserve stelposten concern Rekeningresultaat lopend jaar Reserve kapitaallasten Knelp. PB 2009-2012 Majeure inv. opgaven Incidenteel middelenkader Innovatiebudget Invest. ext. activiteiten IM / Gem.brede software RES Gem.brede software (DV*) en Verv. IC H&S / Werkplekinrichting H&S / Leegstandsreserve Vastgoed Egalisatie wet WOZ Dienstreserve DPGO Res.Investering Brandw Res. Onderzoeksbudget
Srt res.
Rente-toevoeging
Storting
Onttrekking
Stand per 31-12-2012
Stand per 31-12-2013
Stand per 31-12-2014
Stand per 31-12-2015
ALG ALG BR ov
-1.609 -23.742 -200
0 0 0
0 -8.440 0
0 1.088 0
-1.609 -31.094 -200
-1.609 -29.416 -200
-1.609 -30.600 -1.194
-1.609 -32.363 -2.188
BR ov
-46
0
0
74
27
45
45
45
BR ov BR ov BR kap BR ov BR ov BR ov BR ov BR kap BR kap
-2.758 -11.522 -1.014 -2.668 -16.670 -12.016 -3.000 -261 -285
0 0 0 0 -702 -6 0 -8 -4
0 0 -805 123 -2.468 -235 -3.000 -16 -384
0 10.372 1.319 2.543 1.600 6.910 2.000 0 171
-2.758 -1.150 -500 -2 -18.240 -5.348 -4.000 -285 -502
-2.758 -150 -852 -2 -19.807 -4.401 -7.000 -308 -764
-2.758 -150 422 -2 -21.658 -3.941 -10.000 -337 -1.032
-2.758 -150 -42 -2 -23.535 -4.103 -10.000 -368 -1.331
BR kap
-1.557
-20
-1.409
2.626
-359
-102
111
-21
BR kap BR ov BR kap BR kap BR kap BR kap BR ov
-414 -572 -2.497 18 7 -98 1
-5 -7 -125 0 0 0 0
-457 -350 -3.137 0 0 -150 0
544 300 5.006 0 0 23 0
-332 -629 -752 18 7 -225 1
-253 -684 528 18 7 -225 1
217 -747 1.420 18 7 -166 1
655 -810 1.880 18 7 -118 1
-80.904
-877
-20.729
34.577
-67.932
-67.931
-71.953
-76.790
-375 -375
0 0
0 0
236 236
-140 -140
-28 -28
-28 -28
-28 -28
Totaal Bestuur en middelen Dienstverlening PD Digitaal Archief Totaal Dienstverlening
Stand per 31-12-2011
BR ov
Pagina 163 van 208
Bedragen * 1.000 euro Economie en werk Reserve gemeent. sociale huisvesting Reserve egal exploitresult bedr.verz Egalisatiereserve Markten Reserve Kennispark Reserve Refunding FWIbudgetten Reserve Integraal arbeidsmarktbeleid Bijzonder onderhoud DCW Totaal Economie en werk Leefomgeving Egalisatiereserve riolering Reserve egal exploitresult bouwvergu Onderhoud havens Herstel opgebroken bestrating Reserve egalisatie afvalstoffenheffi Totaal Leefomgeving Opgroeien en ontwikkelen Egalisatiereserve onderwijshuisvest. Sportpark Boekelo Aanpas honk/softb Kroedkotten kred Egalis.res kaplst verv.invest sport Egalis.res kaplst atl.baan Wessbr Res haalbaarh OS/WK voetbal 2018 Egalisatieres kaplst Scholingsboul
Srt res.
Stand per 31-12-2011
Rente-toevoeging
Storting
Onttrekking
Stand per 31-12-2012
Stand per 31-12-2013
Stand per 31-12-2014
Stand per 31-12-2015
BR ov
-220
-14
-15
30
-219
-214
-212
-209
BR ov
-548
-7
-1.961
251
-2.264
-2.840
-2.786
-2.784
BR ov BR ov
-8 -1
0 0
-3 0
0 0
-12 -1
-15 -1
-18 -1
-22 -1
BR ov
-1.595
0
0
0
-1.595
-1.595
-1.595
-1.595
BR ov
-456
0
0
0
-456
-456
-456
-456
BR ov
-330 -3.158
0 -21
0 -1.978
0 280
-330 -4.877
-330 -5.450
-330 -5.397
-330 -5.396
-7.913
-119
0
978
-7.053
-5.308
-3.503
-2.162
BR ov
-6
0
0
0
-6
-6
-6
-6
BR ov BR ov BR egal
-5.446 -84
-161 0
-233 0
4.190 0
-1.650 -84
78 -84
-172 -84
-428 -84
-3.561
-45
-61
0
-3.667
-3.760
-3.872
-3.984
-17.009
-324
-294
5.168
-12.460
-9.079
-7.637
-6.665
BR kap
-1.395
-59
-92
0
-1.546
-1.688
-1.877
-2.069
BR kap
-3.289
-139
-172
212
-3.387
-3.454
-3.587
-3.736
BR kap
-114
-5
-7
13
-112
-109
-108
-107
BR kap
-195
-8
-4
15
-191
-186
-197
-207
BR kap
-226
-10
-14
31
-218
-208
-202
-196
BR ov
-134
0
0
0
-134
-134
-134
-134
BR kap
-4.836
-102
-279
0
-5.217
-5.579
-6.061
-6.546
BR egal
Pagina 164 van 208
Bedragen * 1.000 euro
Srt res. BR kap
-107
172
Stand per 31-12-2012 -1.452
0
-165
0
-165
-171
-177
-184
-11.643
-383
-840
443
-12.423
-13.077
-14.008
-14.993
BR ov BR ov BR ov
-2.057 3.867 -358
0 193 0
0 -3.277 0
1.040 0 0
-1.017 783 -358
-757 -2.056 -358
-527 -2.850 -358
-447 -3.665 -358
BR ov
-11.687
0
-3.000
6.000
-8.687
-8.252
-8.252
-7.384
BR ov BR egal
-644
0
0
126
-518
18
18
18
-3.383
-110
-1.472
1.710
-3.254
-4.211
-5.396
-6.861
BR ov
-2.636
0
-784
1.500
-1.920
-904
-88
-88
BR ov BR ov BR ov
-79 -477 -2.034
-5 -14 -34
-6 -77 0
0 110 0
-91 -458 -2.068
-102 -431 -2.096
-116 -409 -2.129
-131 -386 -2.159
-19.489
30
-8.617
10.487
-17.589
-19.150
-20.108
-21.463
BR ov BR ov
-233 -159
0 0
0 0
0 0
-233 -159
-233 -159
-233 -159
-233 -159
BR ov
-726
0
0
0
-726
-726
-726
-726
-1.119
0
0
0
-1.119
-1.119
-1.119
-1.119
-133.698
-1.575
-32.458
51.192
-116.539
-115.834
-120.250
-126.453
Egalis.res.kunstgr uit BTW Res egalisatie kap. lasten BR kap Zwembaden Totaal Opgroeien en ontwikkelen
Stedelijke ontwikkeling Reserve rente jaarl. bijdr. BWS Reserve grondexploitatie Niet geleverde output 2005 Projecten mobiliteitsplan 20042015 Landinrichting Reserve parkeren Reserve Sparen voor Bereikbh & Mobil Reserve Muziekfonds Reserve stadsverfraaiing Reserve rentebaten PBR Totaal Stedelijke ontwikkeling Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Reserve WMO Reserve Vrouwenopvang Reserve Maatschap.opvang.verslav. Totaal Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Totaal
Stand per 31-12-2011 -1.456
Rente-toevoeging -61
0
Storting
Onttrekking
Stand per 31-12-2013 -1.549
Stand per 31-12-2014 -1.665
Stand per 31-12-2015 -1.815
(- = positief/storting, + = negatief/onttrekking)
Pagina 165 van 208
Toelichting reserves Hieronder worden de belangrijkste reserves toegelicht. Programma Bestuur en Middelen Algemene reserve Deze reserve wordt aangehouden als buffervermogen en wordt bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit meegenomen. Reserve weerstandsvermogen De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Enschede is opgenomen in de reserve weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen betreft de mate waarin risico’s met substantiële (niet begrote) financiële gevolgen opgevangen kunnen worden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zie de paragraaf Weerstandsvermogen Reserve stelposten concern Betreft specifieke uitkeringen uit het Gemeentefonds die nog afgewikkeld moeten worden. Betreft regeling bommen 1,0 miljoen en bedrijventerreinen 1,7 miljoen. Rekeningresultaat lopend jaar Betreft saldo van exploitatieresultaat 2010. Dit saldo wordt voor het grootste deel meegenomen in het middelenkader 2012. Reserve Knelpunten PB 2009-2012 Deze middelen zijn ter beschikking gesteld voor een aantal knelpunten (Jeugdtheater, Atak, sportnota, kunstgras, fietsenstalling De Graaff, CJG, EKD, VSV, hondenbeleid en StEP) zoals vastgelegd in verschillende jaarschijven van de meerjarenbegroting. De lasten zijn opgenomen bij de betreffende programma’s. Reserve Majeure investeringsopgaven Dit zijn reserveringen ten behoeve van de door de raad aangewezen majeure stedelijke investeringsopgaven. Reserve Incidenteel middelenkader Middelen ter beschikking gesteld voor de incidentele tekorten uit de PB 2010-2013. Onderdeel zijn IZA, duurzaamheid en implementatiebudget. Het implementatiebudget is gevormd om aanloop- en implementatiekosten van bezuinigingen te kunnen dekken. Verrekening van een toegekend beroep op het implementatiebudget vindt plaats bij de jaarrekening. Reserve Innovatiebudget Het structurele innovatiebudget van 3 miljoen euro per jaar zoals vastgesteld in de Kadernota 2011 – 2014 en programmabegroting 2011 – 2014 is voor de uitvoering van het actieprogramma innovatie. Reserve IM/Gemeentebredesoftware Middelen ten behoeve van het egaliseren van de kosten van software-investeringen. Reserve Gemeentebrede Software (DV) en Vervanging ICT (B&M) Middelen ten behoeve van het egaliseren van de opbrengsten en kosten van de ICT dienstverlening ten einde fluctuaties in de tarieven aan de afnemers te reduceren. H&S/Werkplekinrichting Deze reserve is bedoeld voor investeringen met betrekking tot de werkplekinrichting. De ontwikkeling van de reserve laat een nadeel zien in 2014. Dit nadeel wordt opgevangen door de invoering van SLIM-werken. SLIM-werken binnen het gemeentelijk apparaat zal leiden tot lagere kosten van werkplekinrichting.
Pagina 166 van 208
H&S/ Leegstandsreserve Deze reserve is bedoeld om de financiële gevolgen van niet verhuurde m2 van ambtelijke huisvesting op te vangen. Reserve Vastgoed De reserve Vastgoed is bedoeld als buffer om de vermogensrisico's en (tijdelijke) exploitatietekorten van het gemeentelijk vastgoed op te vangen. In de Vastgoednota 2.0 (Raadsbesluit 14882, 14 februari 2011) zijn maatregelen genomen om de voorziene negatieve stand te verbeteren. Programma Economie & Werk Reserve bedrijfsverzamelgebouwen De storting betreft een bijdrage in het exploitatietekort en maatregelen ter bevordering van de bezettingsgraad. Inzet van deze middelen vindt plaats op basis van een apart (krediet)voorstel over de toekomstige invulling van de Spinnerij Oosterveld. Reserve Refunding FWI en Reserve integraal arbeidsmarktbeleid Deze reserves dienen ten behoeve van het opvangen van risico’s BUIG en het Participatiebudget. Programma Opgroeien en Ontwikkelen Egalisatiereserves Het programa kent een zesta egalisatiereserves voor de kapitaallasten. Jaarlijks worden de geactualiseerde prognoses van de kapitaallasten opgenomen in de exploitatie van de programmabegroting. Om schommelingen in de exploitatie te voorkomen zijn daarvoor egalisatiereserves voor kapitaallasten gevormd. Indien de kapitaallasten lager danwel hoger zijn dan het beschikbare budget voor kapitaallasten wordt er gedoteerd dan wel onttrokken aan deze egalisatiereserves. Bestemmingsreserves Daarnaast zijn er bestemmingsreserves gevormd voor onder ander de financiering van het nieuw aan te leggen sportpark Boekelo en voor het in 2008 gerenoveerde sportpark Kroedkotten. Hiervoor zijn middelen in deze reserves gestort om daaruit bijbehorende kapitaallasten te kunnen dekken. Programma Leefomgeving Egalisatiereserve riolering Reserve ter egalisatie van de opbrengsten en kosten betreffende rioleringen ten einde fluctuaties in de tarieven aan de burger te reduceren. Reserve onderhoud havens Middelen gereserveerd voor onderhoud haven (baggeren en oevervoorzieningen) voor het project Masterplan Havengebied. Uitvoeringskrediet is in december 2010 door de raad vastgesteld. Reserve egalisatie afvalstoffenheffing Reserve ter egalisatie van de opbrengsten en kosten betreffende afvalstoffenheffing ten einde fluctuaties in de tarieven aan de burger te reduceren. Programma Stedelijke Ontwikkeling Reserve rente jaarlijkse bijdragen BWS Ter afwikkeling van de regeling besluit Woninggebonden Subsidies. Reserve Grondexploitatie Buffer ten behoeve van het egaliseren van zowel positieve als negatieve resultaten op de exploitatie van gronden. Het verloop van deze reserve wijzigt als gevolg van de actualisatie van de grondcomplexen in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG). Zie paragraaf Grondbeleid. Reserve Niet geleverde output 2005 Reverve bedoeld voor de financiering van het project Het Brunink.
Pagina 167 van 208
Reserve Projecten mobiliteitsplan 2004 - 2015 Reserve bedoeld ter egalisatie van de opbrengsten en kosten betreffende MobiliteitsProjecten. Reserve Landinrichting Reserve bedoeld voor de financiering van het project Landinrichting. Reserve Parkeren Deze reserve van het Parkeerbedrijf Enschede bestaat uit een drietal deelreserves, die bij besluit van de Raad (PB 2011-2014) zijn samengevoegd: de reserve Egalisatie Risico’s Parkeergarage ingesteld t.b.v. het opvangen van de aanloopverliezen van de H.J. van Heekgarage. De exploitatieresultaten worden afgewikkeld via deze egalisatiereserve; de reserve Parkeergarage, ingesteld t.b.v. het afdekken van de reserve egalisatie risico’s parkeergarage; de bestemmingsreserve Parkeren Roombeek. Hierin is de afkoopsom, voor een periode van 15 jaren, gestort voor de jaarlijkse kosten voor invoering, beheer, exploitatie en parkeerregulering in Roombeek door het PBE en het beheer, de exploitatie en het onderhoud van de te realiseren parkeergarages Grolsch en Lasonderbleek. Reserve sparen voor mobiliteit Middelen zijn gereserveerd voor lange-termijn bereikbaarheidsprojecten die in de komende jaren worden uitgevoerd. Reserve rentebaten PBR Betreft rentebaten op het door het Rijk ineens uitgekeerde kapitaal ten behoeve van de wederopbouw Roombeek. Bedragen zullen worden onttrokken ten behoeve van TwentseWelle, Tetem2 en Op de Brouwerij.
Pagina 168 van 208
6.2 Staat van voorzieningen Bedragen * 1.000 euro Bestuur en middelen Voorziening fisc en jurid procedures Voorziening Bedrijfsvoering Vrz. mobiliteit medewerkers Vrz. fac. crisibeheer Vrz. oud wethouders (pensioen) Vrz. Oud wethouders (wachtgeld) Vrz. personeel Voorziening BTW H&S vrz. onderhoud VBE Vrz. Onderhoud Vastgoed Totaal Bestuur en middelen Economie en werk Voorz Efro gelden Stedelijk Hart Voorz. integraal arbeidsmarktbeleid Voorz. RIF, verbindende schakels Voorz DCW Totaal Economie en werk Leefomgeving Voorz Grondwatermonitoring Totaal Leefomgeving Opgroeien en ontwikkelen Voorz. gr.onderh. atl.baan Wesselerh Voorz. regel.uitbr. kinderopvang Voorz. inburgering educatiecomponent BOS-Gezond bewegen door jeugd BOS-Kom in beweging voor jezelf Voorziening Cultuurber.2005-2008
Stand per 31-12-2011
Stand per 31-12-2012
Mutatie
Stand per 31-12-2013
Stand per 31-12-2014
Stand per 31-12-2015
-713 -43 -81 -31 -3.885 0 -3.048 -32 -1.343 -4.519 -13.695
0 0 0 0 -120 -382 716 0 656 -158 712
-713 -43 -81 -31 -4.005 -382 -2.332 -32 -687 -4.677 -12.983
-713 -43 -81 -31 -4.125 -764 -1.946 -32 -231 -5.416 -13.381
-713 -43 -81 -31 -4.245 -1.146 -1.756 -32 -214 -5.657 -13.917
-713 -43 -81 -31 -4.365 -1.528 -1.626 -32 -432 -4.979 -13.830
-267 -51 -775 -115 -1.208
-125 0 0 0 -125
-392 -51 -775 -115 -1.333
-517 -51 -775 -115 -1.458
-642 -51 -775 -115 -1.583
-767 -51 -775 -115 -1.708
-164 -164
0 0
-164 -164
-164 -164
-164 -164
-164 -164
-29
-5
-34
-38
-43
-48
-194
0
-194
-194
-194
-194
-3.068
0
-3.068
-3.068
-3.068
-3.068
-207 -109 -46
0 0 0
-207 -109 -46
-207 -109 -46
-207 -109 -46
-207 -109 -46
Pagina 169 van 208
Bedragen * 1.000 euro BKV 05-08 Ateliers Preventief Jeugdbeleid RSU-JGZ BOS-Glanerbrug Zuid Sport en Bewegen Nat Actieplan Sport&Bewegen Totaal Opgroeien en ontwikkelen Stedelijke ontwikkeling Onderhoud parkeergarages Twentse Welle risico pand Totaal Stedelijke ontwikkeling Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Voorziening Rijksgelden Totaal Wijkontwikkeling, zorg en welzijn Totaal
Stand per 31-12-2011 -62 -96
0 0
Stand per 31-12-2012 -62 -96
Stand per 31-12-2013 -62 -96
Stand per 31-12-2014 -62 -96
Stand per 31-12-2015 -62 -96
-1
0
-1
-1
-1
-1
-131 -3.944
0 -5
-131 -3.948
-131 -3.953
-131 -3.957
-131 -3.962
-691 -500 -1.191
-42 0 -42
-734 -500 -1.234
-777 -500 -1.277
-821 -500 -1.321
-866 -500 -1.366
-449
0
-449
-449
-449
-449
-449
0
-449
-449
-449
-449
-20.650
540
-20.110
-20.681
-21.391
-21.479
Mutatie
(- = positief/storting, + = negatief/besteding)
Pagina 170 van 208
Toelichting Voorzieningen De belangrijkste voorzieningen worden hier toegelicht. Programma Bestuur en Middelen Voorzieningen oud-wethouders pensioen en wachtgeld Op basis van de wet APPA (Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers) hebben politieke ambtsdragers recht op verschillende pensioenregelingen. De hieruit op termijn voortvloeiende financiële verplichtingen voor de gemeente worden in deze twee voorzieningen tot uitdrukking gebracht. Jaarlijks worden de toekomstige verplichtingen herberekend en eventuele toevoegingen of onttrekkingen die hiervan het resultaat zijn, zijn bij de kadernota inzichtelijk gemaakt en in deze programmabegroting verwerkt. Voorziening personeel Uit deze voorziening worden de FPU-kosten, WW-kosten en kosten die voortvloeien uit overige personele regelingen vergoed. Vastgoedbedrijf onderhoud De kosten van planmatig onderhoud worden bekostigd uit deze voorziening. De mutaties in de onderhoudsvoorziening zijn gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplanning. Programma Economie en Werk Voorziening RIF Deze voorziening dient voor het onderdeel Regionale Coördinatie Fraudebestrijding binnen het product Handhaving & opsporing. Programma Opgroeien en Ontwikkelen Inburgering educatiecomponent Het restant van de van het Rijk ontvangen gelden wordt in een voorziening gestort totdat de werkelijke besteding plaatsvindt. Programma Stedelijke Ontwikkeling Onderhoud parkeergarages Voorziening bedoeld ter egalisatie van de kosten voor (groot) onderhoud aan de parkeergarages Twentse Welle risico pand Ter afdekking van de financiële risico’s m.b.t. het pand Twentse Welle, zoals daar zijn onzekerheden omtrent de definitieve afronding met de aannemer, en (mede-) verantwoordelijkheid voor “verborgen gebreken” na de overdracht van het pand.
Pagina 171 van 208
6.3 Staat van vervangingsinvesteringen Dit is een overzicht van de vervangingsinvesteringen waarvoor al dekking beschikbaar is in de kapitaallastenbudgetten. Programma Economie en werk
Omschrijving Investeringsfonds DCW: vervoermiddelen Subtotaal
Opgroeien en ontwikkelen
Sport:SB compressor/gierketel/kubota/aanhangw. Sport:buitensport renovatie velden Sport:buitensport-vervanging lichtmasten Sport:buitensport-hekwerken/verharding Sport:binnensport inventarissen sporthallen Sport:binnensport Deppenbroekhal geluidsapp Sport:buitensport nieuw kunstgrasveld Schreurserve onderlaag Sport:buitensport nieuw kunstgrasveld Schreurserve toplaag Subtotaal
Leefomgeving
Beheer wegen Openbare Verlichting Vervoermiddelen OE Materieel OE Vervoermiddelen HOR Subtotaal
Dienstverlening
Informatiemanagement
Bestuur & middelen
Huisvesting & Services: Raamkrediet Huisvesting & Services: Overig Vastgoedbedrijf: raamkrediet Vastgoedbedrijf: valbeveiliging platte daken Vastgoedbedrijf: brandveiligheidsvoorzieningen stadhuis Brandweer: DB5, VW transporter Brandweer: Inhaalslag Inventarissen Voertuigen Brandweer: C2000, div. materialen Brandweer: Ademluchtapparatuur Brandweer: Opl. Container, materiaal 2012 Brandweer: Ensceneringsmaterialen 2012 Brandweer: Sportmaterialen Brandweer: 3 Tankautospuiten Brandweer: Inventarissen 3 Tankautospuiten ICT: Licenties ICT: Hardware 3 jaar ICT: Hardware 5 jaar Totaal
Kredietbedrag 250.000 250.000 36.000 74.000 50.000 45.000 17.000 30.000 200.000 200.000 652.000 2.575.000 1.167.000 691.000 173.000 45.000 4.651.000 121.000 121.000 100.000 46.000 1.000.000 290.000 785.000 30.000 26.000 25.000 49.000 8.000 24.000 33.000 675.000 150.000 981.200 2.114.100 315.600 6.651.900 12.204.900
Pagina 172 van 208
6.4 Overzicht kredieten / onderhanden werk Door de raad zijn investeringskredieten beschikbaar gesteld tot de bedragen die in de kolom begroting vermeld zijn. De op dit moment gemaakte kosten zijn in de kolom realisatie opgenomen. Waar negatieve bedragen staan zijn reeds bijdragen (van derden) voor deze investeringen ontvangen, maar de verwachte kosten zijn nog niet gemaakt. Programma Bestuur en middelen
Totaal Bestuur en middelen Economie en werk
Totaal Economie en werk Leefomgeving
Totaal Leefomgeving Opgroeien en ontwikkelen
Product Preparatie brandweer Interne dienstverlening Vastgoed Bedrijven en kantoren Handhaving bouwwerken en bedrijven Stadseconomie Beheer wegen Beleid Leefomgeving Handhaving OR Openbare verlichting Riolering Stadsdeelbeheer Maatschappelijke educatie Onderwijsvoorzieningen Sportvoorzieningen
Totaal Opgroeien en ontwikkelen Stedelijke ontwikkeling Hoofdverkeersinfrastructuur Ruimtelijke ontwikkeling Stedelijke voorzieningen Totaal Stedelijke ontwikkeling
Begroting 228.000 5.514.870 10.699.152 16.442.022 0 38.000 0 38.000 3.539.291 3.829.484 70.500 8.675.219 65.647.505 2.175.411 83.937.410 49.630 12.519.119 4.853.500 17.422.249 21.447.989 -4 -1 21.447.984 139.287.665
Realisatie 50.350 4.622.923 2.567.595 7.240.868 -3.480.623 28.963 -292.489 -3.744.149 2.739.973 442.988 64.759 4.682.295 29.911.657 1.117.018 38.958.689 -87.347 6.315.399 2.101.412 8.329.464 18.199.154 -1.717.159 -316.571 16.221.894 66.950.295
Pagina 173 van 208
6.5 Subsidies Rekening 2010 Economie en Werk Fonds Bijzondere Noden Enschede, st. SDWE St. Dienstverl. Welzijn E'de SMD Enschede-Haaksbergen Verz. subsidie Armoedepact_NadK Verz. subsidie Educatie en inburgering algemeen Verz. subsidie Schoolkostenregeling_NadK Wijkwelzijn Enschede Alifa Totaal Economie en Werk Opgroeien en Ontwikkelen Artikel 1 Overijssel(vh AntDiscBur) Consent Educare Stichting EHBO vereniging Enschedese Sjoelvereniging (ESV) Erve 't Wooldrik GGD Regio Twente Halt Twente Stichting Het Maatman (Attendiz) Humanitas Onder Dak Twente, st. IVN Ver. v. natuur en milieueducatie Jarabee, jeugdzorg in Twente, st. Kinderboerderij Noord KOE Kath. Onderwijs Enschede, st. Marathon Enschede, stichting Mediant GGZ Military Boekelo NIVON Enschede NV Enschedese zwembaden Olympisch Steunpunt Twente Openbare Bibliotheek Enschede SES Stichting Enschedese Speeltuinen SIVE St. Intern. Vrouwencentrum E'de SKE Stichting Kinderopvang Enschede SMD Enschede-Haaksbergen SSTS (Attendiz) St Edukint (Attendiz) St. Simon Stichting Synagoge Enschede Tactus, instell. v. verslavingszorg VCO Vereniging Humanitas District Oost Verz. subsidie Actieve school in de buurt Verz. subsidie Actieve school in de buurt VO Verz. subsidie Alg.vrijwill.werk:maatschapp.stages Verz. subsidie Algemeen vrijwilligerswerk Verz. subsidie Coll.gezond:JGZ 0-19 jaar Maatwerk Verz. subsidie Emancipatie allochtone vrouwen Verz. subsidie Emancipatie: overige activiteiten Verz. subsidie Integr uitk homo emacipatiebeleid Verz. subsidie Integratie: Overige Activiteiten
80.123 0 144.415 98.477 111.200 550.000 183.373 1.167.588
113.099 329.070 46.911 0 75.225 399.757 50.567 182.310 0 1.852 378.198 318.600 79.900 246.798 55.000 4.031 855.782 10.000 24.375 62.455 44.620 751.946 884.242 271.695 270.810 75.225 0 227.052 182.310 176.700 384.233 31.000 2.500 0 0 50.000 5.258 10.000 3.000
Begroting 2011
Begroting 2012
81.027 1.956 146.044 70.000
81.928 0 147.668 0
650.000 132.000 1.081.027
0 0 229.596
95.000
96.056
26.795 7.931
11.507 8.019
24.000 375.994 61.171
24.167 252.305 61.851
80.000 1.852 297.981 54.000
0 1.852 298.965 54.375
79.901 192.143 7.618 4.031 899.216 10.581 30.000 62.455 45.123 75.106 887.561
79.901 194.280 7.618 4.031 906.715 10.581 30.000 62.455 45.625
15.248 121.354
15.418 122.703
101.750 379.957 30.000
0 379.957 30.000
35.572 127.120
0 128.534
12.182
12.317
12.933
13.077
590.000
Pagina 174 van 208
Verz. subsidie Integratie:welzijnswerk migranten Verz. subsidie Maatschappelijke stages Verz. subsidie OCW Integr uitk combinatiefuncties Verz. subsidie Onderwijsproj. Onderwijskundige ontw Verz. subsidie Onderwijsproj.:R.M.C. Verz. subsidie overige:zwemonderwijs/zwemvangnet Verz. subsidie Plan SB Bedrijf en Onderwijs Verz. subsidie Preventieve aanpak probleemgezinnen Verz. subsidie Schoolbegeleiding Expertis Verz. subsidie Specifiek: jeugdparticipatie Verz. subsidie Sport:alg.beh:vitale sportvereniging Verz. subsidie Sport-algemeen:evenementen Verz. subsidie Sport-algemeen:subs. sportvereniging Verz. subsidie Veiligheid op scholen Verz. subsidie Verzuimsergeanten SO Verz. subsidie Vrijwilligers jeugdwerk subsidies Verz. subsidie VVE bevorderen taalbeheersing SO Verz. subsidie Wet jeugdzorg (WJZ) Verzamelsubsidie sporttechn.kader VGPO De Oosthoek Volksuniversiteit Enschede, st. Wijkwelzijn Enschede Alifa Totaal Opgroeien en Ontwikkelen Stedelijke Ontwikkeling AKI Akademie v. Beeld. Kunst & Vormg Atak Concordia Kunst & Cultuur Dynamo Expo Enschedese Carnavalsraad Enschedese Dansvereniging, st. (SED) EZB Enschedese Zangersbond FEDS Fed. Ensch. Drum en Showbands FEM Fed. Enschedese Muziekver. Fotogalerie Objektief Jazz, stichting Koninginnedag Lonneker Kunst in het Volkspark Kunstbende Overijssel Literaire Manifestaties Enschede Melita, Stichting Muziekschool Twente Nationale Reisopera Openbare Bibliotheek Enschede Oranjecomite Boekelo Oranjevereniging Enschede Orkest van het Oosten Planet Art, Stichting Prinses Christina Concours Sint Nicolaas Comite Sonnevanck, Jeugdtheater St CD Uitleen
Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012 50.395 76.000 76.845 87.000 205.667 253.600 253.800 16.500 788.519
799.029
799.029
172.185
177.975
177.975
100.000
100.000
100.000
50.000
0
0
369.863 6.250 0 14.614
375.910 41.377 50.000 16.050
380.090 41.837 50.348 16.117
834.336
823.295
774.170
2.500 49.845 699.000 56.701 26.128
2.500 50.399 0 56.701 26.291
337.616 5.620.910 13.660.511
340.901 4.797.287 11.386.599
24.601 1.652.609 1.462.370 7.250 4.139 13.480 66.946 46.176 94.224 15.244 15.566 808 20.000 1.779 3.703 2.646 2.354.980 226.158 3.497.086 808 25.000 72.052 70.147 7.481 3.009 34.601 0
24.601 1.666.392 1.476.599
3.373 0 36.939 0 0 23.544 75.225 334.915 4.952.402 14.726.248
24.601 1.655.453 1.470.503 4.139 10.434 66.946 46.176 94.224 15.116 15.566 808 29.614 1.779 6.163 2.646 2.332.978 240.000 3.472.604 808 25.000 65.000 62.747 7.481 3.009 34.601 10.000
4.139 13.480 66.946 46.176 94.224 15.371 15.566 808 20.000 1.779 3.703 2.646 2.382.804 228.044 3.521.391 808 25.000 73.054 63.004 7.481 3.009 34.601 0
Pagina 175 van 208
St. Geuzenpop St. Herdenk. Gevallenen ZO Azie 1941 St. Medialab St. Piano Competition St.Kunst op Straat/Buitenkans St.Willem Wilmink Festival Stadsdichter Stichting Grenswerk Tetem - vrije ruimte Twents Gitaar Festival Twentse Schouwburg nv Twentse Welle Verz. subsidie Amateur.kunstbeoef: huur/subsidie Verz. subsidie Amateur.kunstbeoef: Open dag Verz. subsidie Amateur.kunstbeoef: Operetteverenig. Verz. subsidie Amateur.kunstbeoef: ov.verenigingen Verz. subsidie Amateur.kunstbeoef: stimulering Verz. subsidie Amateur.kunstbeoef: toneelverenig. Verz. subsidie Beeldende kunst verord presentaties Verz. subsidie Beeldende Kunst: diverse subsidies Verz. subsidie Carillon subsidies Verz. subsidie Culturele activiteiten Verz. subsidie Cultuureducatie primair onderwijs Verz. subsidie Cultuurparticipatie Verz. subsidie Cultuurparticipatie SO Verz. subsidie Evenementen Groot Verz. subsidie Evenementen Groot Strat Opg Vestzaktheater Villa de Bank Volksfeest Glanerbrug Totaal Stedelijke Ontwikkeling Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn ANGO Alg. Nederl. Gehandicapten Org. B.E. Blauwe Vogels Coordinatiecentrum Mensenhandel De Blauwe Reigers Dierenopvang Centrum Enschede Gemeente Haaksbergen Gemeente Oldenzaal GGD Regio Twente Humanitas Onder Dak Twente, st. Informele Zorg Twente Jarabee, jeugdzorg in Twente, st. Kerstherberg Enschede, stichting Leger des Heils, Centr. v. Maat. Opv Livio LOGE, Lokaal Overl. Gehandic. E'de Mediant GGZ MEE Twente Openbare Bibliotheek Enschede Reuma Patiëntenvereniging Enschede SES Stichting Enschedese Speeltuinen Slachtofferhulp Nederl. Regio Twente SMD Enschede-Haaksbergen
Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012 10.000 10.000 10.000 2.543 2.543 2.543 80.621 95.803 81.981 6.349 6.349 6.349 19.650 19.650 19.650 20.000 20.000 0 0 3.063 3.063 399.475 399.475 29.475 69.250 3.930 3.930 3.930 4.932.322 5.105.269 5.132.654 1.892.216 2.005.565 2.024.522 8.510 9.892 9.892 10.866 10.866 10.866 12.920
12.920
12.920
14.052 34.340 5.658 54.517 0 0 70.193 58.500 195.579 33.164 0 0 55.000 12.756 0 17.631.557
14.052 33.298 6.888 58.950 0 275 74.011 58.824 174.558 0 44.845 60.000 56.182 35.570 1.080 18.115.971
14.052 33.298 6.888 58.950 98.250 275 74.011 58.824 174.558 0 44.845 0 56.651 35.867 1.080 17.797.020
11.500 0 6.500 0 270.412 4.899 6.395 15.445 2.145.968 272.300 363.200 5.790 3.004.958 131.771 2.846 943.013 7.497 0 1.046 467.057 36.387 3.077.230
12.024 528 39.000 528 273.462 0 0 11.068 2.592.308 267.974 386.100 5.855 2.688.635 133.542 2.878 727.024 7.848 133 1.058 472.228 36.797 2.913.603
12.158 534 534 276.503
133.000 247.000 0 5.920 426.000 200.000 2.910 0 7.935 134 1.070 451.631 37.206 2.928.483
Pagina 176 van 208
Rekening 2010 St. Boerderij de Viermarken Stichting Helmgras Stichting Leendert Vriel Stichting RIBW Twente Stichting Welzijn Doven Twente Surplus projecten Tactus, instell. v. verslavingszorg Telefonische Hulp & Dienstverl. O.N. Trimaran Vereniging Humanitas District Oost Verz. subsidie Aanvullende subsidies WMO Verz. subsidie Activiteiten voor ouderen Verz. subsidie Amb Beg: Algemeen Verz. subsidie Amb.beg.:Algemeen Verz. subsidie Dagbest.: Algemeen Verz. subsidie Informele Zorg Algemeen Verz. subsidie Inloopv.: Algemeen Verz. subsidie Maatsch.opv.: diverse subsidies Verz. subsidie Middelen OGGz Verz. subsidie Ondersteun.begeleid.psycho-sociaal Verz. subsidie Opv.: Algemeen Verz. subsidie Opvang: Algemeen Verz. subsidie Pakketmaatregelen AWBZ Verz. subsidie Plaatselijke ouderenorganisaties Verz. subsidie Prev: Algemeen Verz. subsidie Projecten buurtdiensten SO Verz. subsidie Uitvoering beleidsplan WMO Verz. subsidie Vrouwenopv.: diverse subsidies Verz. subsidie Zorg: Algemeen VOC Tandem, Vrijw. Onderst. Contact Volksuniversiteit Enschede, st. Vrouwenopvang Overijssel, stichting Wijkwelzijn Enschede Alifa Zorgbelang Overijssel Zorgcentrum De Posten Zorggroep Manna Totaal Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Eindtotaal
11.225 32.960 0 30.000 3.901.787 3.981 5.000 83.260 100.000 18.835
Begroting Begroting 2011 2012 45.084 45.084 10.000 9.975 14.000 94.959 79.376 3.614 3.654 0 3.625.087 206.011 4.026 4.071 28.750 113.353 0 0 0
25.000 4.266 0
115.065 75.898
0 101.039 0 68.694 0
0 0 257.943 2.126.730 766.214 57.000 877.544 94.891 0 0 1.922.412 1.607.458
13.746 83.896 0
84.829 554.795
2.077.156 3.927.195 4.715 231.650 72.941 21.837.802
0 0 168.730 18.835 2.022.940 3.549.689 4.845 67.560 98.260 20.695.675
0 2.691.534 223.167 19.044 0 3.384.164 4.899 67.560 98.259 19.931.657
55.363.195
53.553.184
49.344.872
138.903 5.684 40.700 157.367
Toelichting Subsidies Programma Economie & Werk De verzamelsubsidies Armoedepact NadK en Schoolkostenregeling NadK zijn in 2010 en 2011 verstrekt in het kader van het armoedebeleid zoals vastgelegd in de nota Niemand aan de Kant. Zoals bekend waren deze gelden incidenteel beschikbaar gesteld. In afwachting van de uitkomst van de discussie rond het armoedebeleid zijn deze subsidies op nul gezet. Subsidies programma O&O De specifieke uitkering voor Jeugd en Gezin is met ingang van 2012 overgeheveld naar het gemeentefonds. De hoogte van het bedrag is in de septembercirculaire bekend gemaakt. Dit is echter nog niet verwerkt in deze staat van de subsidies. Daarom vallen de subsidies voor 2012 van de GGD Regio Twente, st. Humanitas Onder Dak Twente, SKE Stichting Kinderopvang Enschede, SMD Enschede-Haaksbergen, Vereniging Humanitas District Oost dan ook lager uit dan in 2011. Na verwerking van de septembercirculaire zullen de subsidiebedragen vanuit de uitkering voor Jeugd en Gezin voor de bovenstaande instellingen in de begroting van 2012 worden opgenomen.
Pagina 177 van 208
Met ingang van 2012 stoppen de beschikbaargestelde middelen vanuit de Strategische Opgaven (SO). Dit heeft gevolgen voor de verzamelsubsidie voor de sport- verenigingen, VVE bevorderen taalbeheersing SO en voor Wijkwelzijn Enschede Alifa, onderdeel opvoedondersteuning. Daarnaast vervallen in 2012 de provinciale IMG-middelen (Investeren Met Gemeenten) en vervallen onderdelen vanuit de voormalige GSB middelen. Hierdoor vallen met name de subsidies voor Wijkwelzijn Enschede Alifa lager uit. Subsidies Programma Stedelijke ontwikkeling De te verstrekken subsidies zijn grotendeels gelijk aan de bedragen die zijn opgenomen voor 2011. Het subsidiebeleid richt zich op het subsidieren van een aantal grote en vele kleinere culturele instellingen. Een aantal subsidies zijn conform de spelregels geindexeerd. Aan de Stichting Grenswerk en de Stichting Willem Willink Festival is voor een periode van 3 jaar subsidie verleend. Dit geldt ook voor de verzamelsubsidie Evenementen Groot Strategische Opgaven ad 60.000 euro. Deze subsidies zijn daarom niet meer opgenomen in 2012. Door middel van een voorstel in de kadernota is overigens voor internationale aansprekende evenementen (waar onder Grenswerk) alsnog 450.000 euro opgevoerd, in de programmabegroting onder product Evenementen en Citymarketing. Onder de verzamelsubsidie Beeldende Kunst diverse subsidies ad 98.250 euro is nu de subsidie voor Dynamo Expo, Tetem vrije ruimte, Planet Art en Medialab opgenomen. Subsidies programma WZW De subsidies voor de maatschappelijke opvang zijn in 2012 verantwoord op verzamelsubsidies. Door met name de lagere uitkering uit het verdeelmodel maatschappelijke opvang en wegvallende provinciale middelen (Investeren met Gemeenten) is het nog niet mogelijk subsidies per instelling op te nemen. Het betreft hier Humanitas onder Dak, Mediant, Leger des Heils en Tactus. De subsidies in het kader van relationeel geweld (vrouwenopvang en huiselijk geweld) zijn in deze bijlage onder verzamelsubsidies opgenomen.
Pagina 178 van 208
6.6 Incidentele baten en lasten Het saldo van de incidentele baten en lasten voor 2012 is als volgt samengesteld: Totaal per programma Economie en Werk Opgroeien en Ontwikkelen Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Stedelijke Ontwikkeling Leefomgeving Dienstverlening Bestuur en Middelen
Saldo lasten-baten 2012 6.247.000 1.250.400 1.944.000 8.596.114 1.005.000 229.491 8.267.305
De belangrijkste posten per programma betreffen: Economie en Werk Bedrijven en kantoren Economische ontwikkeling Uitvoering WSW Kennisintensieve bedrijvigheid
Havengebied Economisch beleid DCW Kwekerij Kennispark
3.750.000 450.000 1.850.000 125.000 6.175.000
Opgroeien en Ontwikkelen Aansluiting school - werk Basis brede school Zorgstructuur jeugd
B&S Pathmos Pedagogische begeleiding/Jeugdhulpverlening
100.000 200.000 590.000
Kinderopvang
Gastouderopvang
125.000 1.015.000
Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Stadsdelen Maatschappelijke opvang Wijkzorgteams Stadsdelen Huiselijk geweld Maatschappelijke dienstverlening Stedelijke ontwikkeling Verkeerinfrastructuur Volkshuisvesting Manifestaties/Evenementen Ruimtelijk beleid Volkshuisvesting Manifestaties/Evenementen
SGW MO Frontlijnsturing/Zorgcoordinatie/ Gezinscoaching
350.000 650.000 307.000
Bewonersondersteuning en leefbaarheid&veiligheid Huiselijk geweld Schoolgericht maatschappelijk geweld
272.000 100.000 265.000 1.944.000
Verkeersinfrastructurele projecten Volkshuisvesting Cultuurparticipatie Ruimtelijk beied Volkshuisvesting Citymarketing/Evenementenbudget/ Enschede Promotie
2.931.580 200.000 174.558 394.305 110.000 1.850.000
Grondbedrijf
Grondexploitatie
3.283.233 8.943.676
Leefomgeving Stadsdeelbeheer Duurzaamheid
Hondenbeleid/Begraafplaats Eschpoort Duurzaamheid
430.000 500.000 930.000
Dienstverlening Basisregistratie Vastgoed
Grootschalige basiskaart
100.000
Pagina 179 van 208
Gemeentearchief
Digitaliseren bouwarchief
Bestuur en Middelen Concern
Implementatiebudget/Reserve Cofinanciering
129.491 229.491 8.200.000 8.200.000
Totaal
27.437.167
Pagina 180 van 208
6.7 Verbonden partijen Regio Twente
Informatie
1. Rechtsvorm 2. Doel
Gemeenschappelijke regeling De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in deze regeling is bepaald, tot doel in de betreffende regio de volgende belangen te behartigen: volksgezondheid, milieu en afvalverwerking, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, sociaal- economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, grensoverschrijdende samenwerking, arbeidsvoorziening en grondbeleid. Bijna alle programma’s zijn betrokken bij dit samenwerkingsverband. 14 Twentse gemeenten. De burgemeester en een collegelid (wethouder van Agteren) maken deel uit van de Regioraad en het dagelijkse bestuur. Daarnaast maakt een raadslid (de heer D. Bouwman) deel uit van de Regioraad. De burgemeester is, als burgemeester van de grootste gemeente in de regio, tevens onafhankelijk voorzitter van de Regioraad. In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners. Begrote bijdrage 2012 is 5,5 miljoen euro. Veel (boven)gemeentelijke taken vragen een gezamenlijke en duurzame benadering. Gemeenten maken hierover afspraken met elkaar om die vervolgens in eigen huis verder vorm te geven. Ze bereiken daardoor een groter financieel en maatschappelijk rendement voor het gebied. De Regio Twente heeft in dit proces vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Ze brengt gemeenten samen, initieert, maakt verbindingen, stimuleert nieuwe initiatieven en ondersteunt de uitvoering. Daartoe onderhoudt ze nauwe relaties met de rijksoverheid, de provincie en Brussel. De Regio levert op verzoek van de gemeenten producten en diensten op de eerder genoemde gebieden. Daarmee leveren ze een bijdrage aan een vitaal Twente, een gebied waar het gezond en veilig wonen, werken en recreëren is. Wij ontvangen jaarlijks de begroting, 2 beraps en de jaarrekening. Zowel op het niveau van de Netwerkstad als op het niveau van de 14 regiogemeenten zijn trajecten gestart om te bezien op welke terreinen verdergaande regionale samenwerking mogelijk is onder meer in de vorm van shared services. De organisatie ligt op ‘koers’ met betrekking tot het realiseren van de bezuinigingstaakstelling van 2,5 miljoen euro die uiterlijk eind 2012 gerealiseerd moet zjin. Met ingang van 2012 is het programma Veiligheid geen onderdeel meer van de programmabegroting van de regio, maar kent de Veiligheidsregio Twente een eigen begroting. Als de bezuinigingen niet worden gehaald daalt de bijdrage van de gemeente aan de regio minder dan verwacht. Het huidige kabinet heeft een wetswijziging aangekondigd ter afschaffing van de zogenaamde WGR-plus regio’s waarvan de Regio Twente er één is. Dit brengt het risico met zich mee dat de Regio Twente haar bevoegdheden met betrekking tot de Wet DBU Verkeer en Vervoer zal verliezen. Hier komt naar verwachting in 2012 meer duidelijkheid over. Vanaf 1 januari 2012 zullen de werkzaamheden op het gebied van veiligheid worden overgedragen naar de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio.
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten
7. Voortgang
8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
Stadsbank Oost Nederland 1. Rechtsvorm 2. Doel 3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
Informatie Gemeenschappelijke Regeling. Schuldhulpverlening aan burgers. Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente en in Oost-Gelderland. De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen bestuur en een zetel in het Dagelijks bestuur van de Stadsbank. Voor de periode 2010-2014 wordt deze zetel ingevuld door de wethouder Koomen van de gemeente Enschede.
Pagina 181 van 208
Stadsbank Oost Nederland
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Crematoria Twente 1. Rechtsvorm 2. Doel 3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten
7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Regionaal Bedrijventerrein Twente 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen
4. Bestuurlijk belang
Informatie De wethouder is tevens voorzitter van het AB van de Stadsbank Oost Nederland. De gemeente Enschede is de grootste afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling. De gemeente Enschede neemt voor ruim 1/3 (2,0 miljoen euro) van de jaarlijkse exploitatie van de Stadsbank voor haar rekening. De aangesloten gemeenten zijn, overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk verantwoordelijk voor de overschotten en de tekorten van de Stadsbank Oost Nederland (SON). De deelname in de SON staat op de balans voor 182.000 euro. De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages. Verwachting is dat in 2012 de wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking zal treden. De rijksbijdrage wordt verlaagd, waardoor minder geld beschikbaar zal zijn voor de uitvoering. Risico is dat niet tijdig geanticipeerd wordt op deze bezuiniging in de uitvoeringskosten, wat zal kunnen leiden tot een hogere gemeentelijke bijdrage. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie Gemeenschappelijke regeling. Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria. 13 deelnemende gemeenten. Het college benoemt uit zijn midden één lid (wethouder Koomen) en één plaatsvervangend lid (wethouder Hatenboer) in het Algemeen Bestuur. Wethouder Koomen is ook lid van het DB. Het jaarlijkse dividend wordt uitgekeerd naar rato van aantal crematies van ingezetenen. In 2010 is 250.000 euro ontvangen. Begrote dividend voor 2012 is 250.000 euro. De meerjarenbegroting 2012-2015 laat een positief beeld zien waarbij jaarlijks winst wordt gemaakt. De winst is wel dalende als gevolg van de verwachte opening van het crematorium in Oldenzaal in 2013. De activiteiten voor 2012 zijn onder andere: Bouw van het crematorium in Oldenzaal, beoogde opening in 2013. Het uitvoeren van een strategisch verkenning. Verbetering van de bestaande crematoria. De risico’s inzake de Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Voor de gemeente betekent een lagere winst van de Crematoria Twente dat wellicht een lager dan begrote dividenduitkering wordt ontvangen. De concurrentie op de markt voor crematies neemt toe, met name vanuit de uitvaartverzekeraars. De Gemeente Enschede is van mening dat de vraag gerechtvaardigd is of het beheren van crematoria als publieke taak te beschouwen is. De gemeente is een discussie opgestart, met als opties handhaving huidige situatie, uit de GR treden danwel de crematoria in zijn geheel te verkopen aan een marktpartij.
Informatie Gemeenschappelijke regeling. Het doel van het openbaar lichaam is om het grootschalige bedrijventerrein (XL-park) te ontwikkelen ten behoeve van de (boven)regionale vraag naar kavels voor bedrijven die veel ruimte vragen om op deze wijze de Twentse economische structuur te versterken. De gemeenten Almelo (23 %), Hengelo (23%), Borne (8%) en Enschede (23%) participeren hierin samen met de provincie Overijssel (23%). De gemeente Oldenzaal, die zich later bij de netwerkstad Twente heeft aangesloten participeert niet, maar heeft wel de doelstellingen en daaraan verbonden consequenties onderschreven. De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen bestuur en een zetel in het dagelijks bestuur. Deze worden ingenomen door de wethouders Van
Pagina 182 van 208
Regionaal Bedrijventerrein Twente 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
GR Luchthaven Twente (Area Development Twente, ADT) 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten
7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Informatie Hees (ook dagelijks bestuur) en wethouder Hatenboer. De gemeente draagt 23% van het financiële resultaat, positief of negatief. De Raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. De eerste kavels zijn verkocht en jaarlijks wordt de Raad geïnformeerd over de voorgang. Op basis van de risicoanalyse van de grondexploitatie, is het negatieve risico dat is berekend, afgedekt bij het Grondbedrijf. Zie risico’s en kansen.
Informatie
Gemeenschappelijke regeling (per 1 december 2010). De bestemming van het gebied van de voormalige luchthaven te wijzigen in toekomstbestendige bestemmingen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de economie, ecologie en leefbaarheid van de regio. De gebiedsontwikkeling moet bijdragen aan een economisch sterker en duurzamer Twente. De Gemeente Enschede en de provincie Overijssel, elk voor 50 procent. De burgemeester en de wethouder Van Hees maken deel uit van uit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Wethouder Hatenboer is ook lid van het algemeen bestuur. Het aandeel in eventuele tekorten en risico’s bedraagt voor de gemeente Enschede 50 procent. In 2011 wordt de aanbestedingsprocedure opgestart voor een exploitant van het vliegveld. De Raad is hierbij vooraf betrokken door het vaststellen van de kadernota aanbesteding luchthaven (begin 2011) en de gunningcriteria (+/eind 2011/begin 2012). Gunning van de exploitatie wordt in 2012 verwacht. In 2011 worden de structuurvisies per deelgebied uitgewerkt in plannen van aanpak en wordt de aanbestedingsprocedure voor de exploitatie van de luchthaven begonnen. Eind 2011/begin 2012 zullen de publiekrechtelijke procedures voor de verschillende ontwikkelingen gefaseerd worden opgestart, bijvoorbeeld de MER-procedure en de bestemmingsplannen. Bij de aanbesteding is er het risico van het al dan niet slagen van de aanbesteding, terwijl er ook kansen zijn dat deze financieel gunstiger uitvalt dan voorzien. Ten aanzien van de andere ontwikkelingen (met name woningbouw) spelen dezelfde risico’s en kansen als bij andere woningbouwprojecten in de gemeente. Parallel aan de aanbesteding loopt de besluitvorming van een luchthavenbesluit.
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente 1. Rechtsvorm 2. Doel
Informatie
3. Partijen
Nu nog de gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser. Beoogd is dat Haaksbergen per 1 januari 2012 toetreedt. Twee collegeleden zijnde de wethouders Van Hees en Hatenboer maken deel uit van het algemeen bestuur. Wethouder Van Hees is ook lid van het dagelijks bestuur. De gemeente draagt naar rato bij in de kosten. Begrote bijdrage 2012 gemeente Enschede 3,5 miljoen euro. De ambitie is om eind 2014 te functioneren op eenzelfde kostenniveau als vergelijkbare samenwerkingsorganisaties. De activiteiten in 2012 zullen zijn: Het verder verbeteren van de efficiency om zo de kosten te drukken. Proberen om het aantal deelnemers verder uit te breiden.
4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
Gemeenschappelijke regeling. Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.
De kansen om het aantal deelnemers uit te breiden nemen toe in deze tijden
Pagina 183 van 208
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
9. Ontwikkelingen
Twentse Schouwburg 1. Rechtsvorm 2. Doel 3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
Informatie van grote bezuinigingen. Gemeenten moeten steeds efficiënter gaan werken en samenwerking is vaak een oplossing. Er worden geen majeure ontwikkelingen op het gebied van de belastingheffing verwacht in 2012.
Informatie Naamloze vennootschap. Het exploiteren en beheren van gelegenheden voor podiumkunst en andere ontspanning evenals het uitoefenen van een horecaonderneming. De gemeente Enschede is met 100 procent van de aandelen de enige aandeelhouder. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Koomen vertegenwoordigt de gemeente bij deze vergaderingen. De gemeente is enig aandeelhouder en bezit 1.139.718 aandelen met een boekwaarde van in totaal 776.418 euro. Tevens ontvangt de Schouwburg jaarlijks een subsidie van 5,1 miljoen euro. Aan de Schouwburg is een lening verstrekt van 1 miljoen euro.
6. Prestaties – effecten
7. Voortgang 8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Enschedese Zwembaden 1. Rechtsvorm 2. Doel 3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
Afspraken omtrent aantal voorstellingen en bezoekers. Afspraken omtrent te benaderen doelgroepen en aard voorstellingen gezien de doelstellingen van Enschede, Muziekstad. Wij ontvangen jaarlijks de volgende stukken: begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages. Ook in 2012 richten de activiteiten zich op programmering omtrent theater, dans, muziek, cabaret, etc. Gevolgen van de economische recessie door tegenvallende bezoekersaantallen en achterblijvende sponsoropbrengsten. Daarnaast daalt vanaf 2012 de rijksbijdrage aan de cultuursector drastisch. De bezuinigingen van het Rijk op cultuurinstellingen en de verhoging van het btw-tarief van 6% naar 19% kunnen een nadelig effect hebben op de exploitatie van de Schouwburg. Ontwikkelingen hieromtrent worden scherp gemonitord.
Informatie Naamloze vennootschap. Het beheren en exploiteren van zwembaden evenals al wat met een of ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin. 100% en dus enige aandeelhouder. De bestuurders worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Koomen vertegenwoordigt de gemeente op de aandeelhoudersvergaderingen. Jaarlijks ontvangt de NV een exploitatiebijdrage. Voor 2010 was dit 0,9 miljoen euro. De waarde van de aandelen is afgewaardeerd naar 1 euro op de balans. Daarnaast heeft de gemeente Enschede in totaal voor 0,9 miljoen euro aan leningen verstrekt per eind 2010. Jaarlijks ontvangen wij de begroting, een tussentijdse rapportage en de jaarrekening. Exploitatie is de verantwoordelijkheid van de zwembaden. Door de rol als aandeelhouder is er betrokkenheid en dus ook een mogelijk risico. De renovatie van het Slagman is gestart in 2011 en wordt in 2012 afgerond. Er wordt onderzoek gedaan naar de Governance en organisatie van de NV om na te gaan of de doelstellingen die 15 jaar geleden werden beoogd bij de verzelfstandiging in voldoende mate gerealiseerd worden. Het gaat hierbij om een analyse van de huidige stand van zaken. Het is daarnaast nadrukkelijk de inzet om een verkennend onderzoek te doen naar de toekomstige meest adequate organisatievorm.
Pagina 184 van 208
Bank Nederlandse Gemeenten 1. Rechtsvorm 2. Doel 3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Enexis 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Vordering op Enexis 1. Rechtsvorm 2. Doel
Informatie Naamloze Vennootschap. De NV heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. Het Rijk bezit 50% van de aandelen. De overige 50% zijn in bezit van 11 provincies, 1 hoogheemraadschap en 416 gemeenten. Aandeel van Enschede bedraagt 0,3%. De gemeente bezit 200.343 aandelen à 2,50 euro. Er is voor 2012 een dividendopbrengst begroot van 350.000 euro. De activiteiten voor 2012 zijn onder andere: Het blijven bieden van dienstverlening in het kader van het maatschappelijk belang, ook onder moeilijke marktomstandigheden. Het handhaven van de excellente status van kredietwaardigheid (AAArating). De winst van de onderneming staat nog steeds onder druk als gevolg van de financiële crisis. Daarnaast schrijven de nieuwe regels voor banken voor dat zij meer risicovermogen moeten aanhouden. De BNG zal derhalve haar eigen vermogen moeten ophogen. Voor de gemeente kunnen beide zaken tot gevolg hebben dat een lagere dividendopbrengst wordt ontvangen dan begroot. Zie risico’s en kansen.
Informatie Naamloze Vennootschap De NV heeft ten doel: Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water. Het instandhouden, beheren, exploiteren en uitbreiden van distributie- en transportnetten met annexen voor energie. Het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld. Het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. 323.314 aandelen à 1 euro. Er is een dividendopbrengst begroot van 175.000 euro. De activiteiten voor 2012 bestaan ander andere uit: Het uitvoeren van grote duurzaamheidsprojecten. Het netwerkbeheer binnen de provincies stroomlijnen zodat alle huishoudens in één provincie dezelfde netwerkbeheerder hebben. In 2011 wordt een nieuwe tariefregulering ingevoerd. Deze staat netwerkbeheerders toe om enigszins hogere tarieven in rekening te brengen. De winst van Enexis zal naar verwachting hierdoor toenemen. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie Besloten Vennootschap. Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf is, in het kader van de splitsing en de verkoop van het productiebedrijf aan RWE, door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is, kort gezegd, ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden waarvan de langste 10 jaren bedraagt.
Pagina 185 van 208
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
Verkoop Vennootschap 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Attero 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. 0,21% van 20.000 euro, dus 43 euro. Het enige risico is dat van het niet kunnen voldoen aan de rente- en aflossingsverplichting van de aandeelhouderslening door Enexis. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie Besloten Vennootschap. Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V.. Bij afronding van de verkoop heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst (escrow) gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden. Het beheer hiervan wordt gedaan door Verkoop Vennootschap. 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. 0,21% van 20.000 euro, dus 43 euro. In 2015 wordt het resterende bedrag van de excrow (achtergehouden bedrag voor afwikkeling van de fiscale en juridische claims) uitgekeerd aan de aandeelhouders. Het risico voor de gemeente is de ontvangst van een lagere escrow dan wordt verwacht. Voorzichtigheidshalve is overigens gerekend op een nihile uitbetaling. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie Naamloze Vennootschap. Dit is de voormalige Essent Milieu Holding N.V. die zal optreden als houdstermaatschappij van Essent Milieu B.V. Essent Milieu maakte geen onderdeel uit van de verkoop van Essent N.V. aan RWE. Een separate verkoop wordt beoogd. De doelstelling van Essent Milieu is het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en –verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. 0,21% ter waarde van 1 euro. De activiteiten voor 2012 zijn onder andere: Profiteren van de nieuw ingezette strategie per begin 2011. Verder werken aan de kernwaarden van de onderneming zijnde duurzaam, innovatief, betrouwbaar en klantgericht. Het risico is in financieel opzicht voor de gemeente gering. De onderneming staat voor slechts 1 euro op de gemeentelijke balans. Bij verkoop is de opbrengst een voordeel voor de gemeente. Er worden geen dividendopbrengsten begroot voor Attero, juist omdat het in de lijn der verwachting ligt dat de onderneming binnen afzienbare tijd wordt verkocht aan een derde. Hiervoor is overigens geen tijdlijn vastgelegd. De wet- en regelgeving voor afvalverwerking is momenteel sterk in beweging. Zo wordt gedacht aan een heffing van belasting op verbranding van afval. Dergelijke wetswijzigingen zullen gevolgen hebben voor de onderneming.
Pagina 186 van 208
Publiek Belang Elektriciteitsproductie 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
CBL Vennootschap 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Vitens 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
Twente Milieu 1. Rechtsvorm 2. Doel
Informatie Besloten Vennootschap. Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mag worden verkocht aan RWE. 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. 0,21% ter waarde van 1 euro. In 2011 is ingestemd met de verkoop van het aandeel in de kerncentrale aan deels RWE en deels Delta NV (de bezitter van de overige 50% van de kerncentrale). Naar verwachting wordt deze BV binnen afzienbare tijd opgeheven. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie Besloten Vennootschap. In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin ondergebracht. De doelstelling is de vertegenwoordiging van de verkopende aandeelhouders bij de afwikkeling van de claims. 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. 0,21% van 20.000 euro dus 43 euro. De risico’s bestaan uit: De afkoop van de CBL-contracten valt hoger uit dan verwacht. De belastingclaims vallen hoger uit. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie Naamloze Vennootschap. De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. 5 provinciale en 107 gemeentelijke aandeelhouders. Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,7%. De gemeente bezit 46.329 (1,04%) gewone aandelen à 1 euro nominaal. Er is een dividendopbrengst begroot van 50.000 euro. Het minimaliseren van de kosten van schoon drinkwater voor de afnemers. In 2012 wordt verder gewerkt aan de mogelijkheden tot integratie van de waterketen. De waterketen is momenteel sterk versnipperd. De afronding van de volledige integratie van de fusieonderdelen van Hydron en Vitens zal nog duren tot 2015. -
Informatie Naamloze Vennootschap. Namens en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding evenals op het gebied van andere milieuvelden, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten.
Pagina 187 van 208
Twente Milieu 3. Partijen
9. Ontwikkelingen
Informatie Gemeenten Almelo, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Lossen en Oldenzaal. De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 29,9% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Koomen vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen. De gemeente bezit 620 aandelen à 453,78 euro (1.000 gulden). De totale balanswaarde bedraagt 281.000 euro. Twente Milieu werkt aan de efficiency van alle dienstverlening om zo de tarieven te kunnen minimaliseren. Voor 2012 staan onder andere gepland: - Versterkte samenwerking met Twence waarvan de gemeente ondertussen ook aandeelhouder is geworden. - Invoering van een aangepast strategisch plan. De kansen zijn: - Twente Milieu kan groeien naar de rol van ondersteuner voor de gemeente in het beheer van de openbare ruimte. - Groei van de werkgelegenheid in samenwerking met de DCW. De wet- en regelgeving is sterk in beweging in de afvalsector.
Enschede Ontwikkeling
Informatie
1. Rechtsvorm 2. Doel
Besloten Vennootschap. Het ontwikkelen en financieren van bedrijventerreinen, kantoorlocaties en woongebieden gelegen binnen het plangebied Zuiderval te Enschede voor eigen rekening, dan wel in samenwerking met of ten behoeve van een daarvoor opgerichte rechtspersoon. 100 procent aandeelhouder met aandelenkapitaal van in totaal 20.000 euro De directeuren wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente bezit 100 procent van de aandelen in Enschede Ontwikkeling met een totale nominale waarde van 20.000 euro.
4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten
7. Voortgang
8. Risico’s en kansen
Enschede Ontwikkeling bezit 50 procent van de aandelen van Grondexploitatiemaatschappij Zuiderval Beheer BV. Genoemde BV’s hebben met Bridico BV de CV Grondexploitatie Zuiderval opgericht. De BV maakt jaarlijks een jaarrekening ten behoeve van de inschrijving voor de KvK. De CV levert ter goedkeuring in de AVA onder meer aan: Vaststelling grondexploitatie Jaarverslag en toekomstdoelen Overeenkomsten met partijen Verslagen PMT Wij volgen de GEM-Zuiderval via directeur Enschede Ontwikkeling bv (Leo van de Ree). De gemeente is aandeelhouder en wordt hierin vertegenwoordigt . De financiële commissie adviseert het PMT en AvA . De gemeente heeft zitting in de financiële Commissie . De Vex (vastgoedexploitatie) ligt bij de gemeente ( SO/Planeconomie). In 2011 is een doorstart gemaakt in de gezamenlijke acquisitie voor de ontwikkeling van het Eeftink. Voor het Janninkkwartier is een start gemaakt met een nieuw stedenbouwkundig plan gericht op realisatie van een combinatie van wonen en werken. Eind 2011 loopt de huidige overeenkomst tussen de Gemeente Enschede en de BAM af. Partijen praten nu over een voortzetting met aanpassingen van de overeenkomst. In de grondexploitatie van de GEM is een risicoparagraaf opgenomen waarin de risico’s van de GEM worden gekwantificeerd. Deze risico’s moeten gedekt worden door de in de overeenkomst benoemde garantiebedragen. Indien de risico’s boven de garantiebedragen uit gaan moeten de aandeelhouders ieder voor zich binnen hun eigen organisatie aanvullende acties ondernemen. Voor de gemeente betekent dit dat er binnen het benodigde weerstandsvermogen rekening mee gehouden moet worden. Naar aanleiding van de verlenging van de overeenkomst tussen de gemeente en BAM kan het risicoprofiel worden
Pagina 188 van 208
Enschede Ontwikkeling
9. Ontwikkelingen
Dimpact 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
Administratiekantoor Dataland 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
Veiligheidsregio Twente 1. Rechtsvorm 2. Doel
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen
Informatie aangepast. De risico’s zijn afgedekt bij het grondbedrijf. In het laatste kwartaal van 2011 kan waarschijnlijk gestart worden met de bouw van het Van der Valk hotel.
Informatie Coöperatie. Het ontwikkelen en leveren van oplossingen voor de gemeentelijke digitale dienstverlening van publiekrechterlijke instellingen. De coöperatie heeft geen winstoogmerk. 28 leden zijnde gemeenten of samenwerkingsverbanden van gemeenten. Alle leden hebben een gelijke stem in de algemene ledenvergadering. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de ledenvergadering. De gemeente Enschede is lid. De jaarlijkse bijdrage aan de coöperatie is 1.000 euro. De bijdrage voor het gebruik van de producten van Dimpact is 4,19 euro per inwoner per jaar. De gemeente ontvangt jaarlijks de begroting en de jaarrekening. -
Informatie Stichting. De Stichting Administratiekantoor DataLand heeft tot doel om aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap DataLand te houden. DataLand is het centrale loket voor gemeentelijke vastgoedinformatie. Namens de aangesloten gemeenten maakt DataLand deze gegevens toegankelijk voor het bedrijfsleven en de overheid. De meeste gemeenten in Nederland zijn aangesloten. De deelname van de gemeente Enschede heeft een omvang van 8.000 euro aan certificaten. Dataland verstrekte altijd informatie over vastgoed aan de markt van de aangesloten gemeentes. Er vindt uitbreiding plaats waardoor meer gegevens via Dataland opgevraagd kunnen worden (zoals WOZ-waarden en basisregistratie Topografie).
Informatie Verplichte Gemeenschappelijke Regeling o.g.v. de Wet op de Veiligheidsregio’s . Belangen behartigen op het gebied van openbare orde en veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband. Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente. De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen en dagelijks bestuur, zijnde de voorzitter. De burgemeester van Enschede bekleedt deze functies qualitate qua. De aangesloten gemeenten betalen hun verplichte bijdrage naar verhouding van de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft. De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages. Doordat taken op gebied van openbare orde, veiligheid en hulpverlening, die door de Regio Twente werden uitgeoefend, zijn overgegaan naar de Veiligheidsregio, wordt daar bezuinigd en zijn de kosten in 2011 en 2012 naar
Pagina 189 van 208
Veiligheidsregio Twente 9. Ontwikkelingen
Centrumregeling ambtelijke samenwerking Enschede-Losser 1. Rechtsvorm
2. Doel 3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten 7. Voortgang 8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Informatie verwachting budgettair neutraal. Zie bij risico’s en kansen.
Informatie
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumregeling. De regeling is gesloten tussen de colleges en de burgemeesters van beide gemeenten. Het komen tot een doelmatige en toekomstbestendige uitvoering van taken die door de gemeente Losser aan de gemeente Enschede zijn opgedragen. De gemeente Enschede en de gemeente Losser Er is tenminste zes maal per jaar op strategisch niveau overleg over de dienstverlening Enschede ontvangt van Losser een structurele bijdrage op basis van integrale kosten in de primaire begroting 2010 van de gemeente Losser. Deze bijdrage wordt jaarlijks geindexeerd. Jaarlijks wordt het besparingsvoordeel vastgesteld, dat door beide deelnemers wordt gedeeld. In de dienstverleningsovereenkomsten is de wijze en de kwaliteit van dienstverlening van Enschede aan Losser vastgelegd. In de dienstverleningovereenkomsten voor de verschillende taakgebieden wordt de informatie- en verantwoordingsplicht nader uitgewerkt. Risico’s en kansen zitten met name in de besparingsvoordeel. Indien er een groter besparingsvoordeel wordt gerealiseerd dan levert dit een extra financieel voordeel voor beide gemeenten op. Er zijn verregaande besprekingen om de samenwerking in 2012 e.v. met een aantal taakgebieden uit te breiden, zoals het taakonderdeel Werk, inkomen en zorg.
Twence
Informatie
1. Rechtsvorm 2. Doel
Besloten Vennootschap (vanaf 1 september 2011). Het doel van de vennootschap is: - Het vanuit de zorgtaak van deelnemende overheden beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en het verlenen van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval in het bijzonder. - Het produceren en leveren van (duurzame) energie; - Het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, alsmede al hetgeen met een en ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk is. 14 Twentse gemeenten, de gemeente Berkelland, Attero en het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen. Enschede verkrijgt 24,2% van de gewone aandelen. Enschede zal 205.467 aandelen à 1 euro verkrijgen. Er is een dividendopbrengst van 560.000 euro begroot. Vanaf 1 september 2011 wijzigt het aandeelhouderschap van een collectief aandeelhouderschap via de Regio Twente naar een individueel aandeelhouderschap per deelnemende gemeente. Vanaf september 2011 moet gewerkt gaan worden aan een strategisch plan met de nieuwe aandeelhouders. Door de economische crisis is er sprake van minder brandbaar afval. Ook is er een sterke concurrentie op de markt voor afvalverwerking. Door onder meer deze ontwikkeling in de vuil- en energiemarkt kan momenteel het zogenaamde superdividend voor de komende jaren ter financiering van de Agenda van Twente niet zeker worden gesteld. Zie risico’s en kansen.
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang 5. Financieel belang 6. Prestaties – effecten
7. Voortgang 8. Risico’s en kansen
9. Ontwikkelingen
Pagina 190 van 208
6.8 Maatschappelijke investeringsopgaven (MIO’s) De zeven MIO’s maken onderdeel uit van de A-portefeuille.Ten behoeve van de aansturing en samenwerking is een stuurgroep samengesteld waarin vertegenwoordigers van belangrijke maatschappelijke sectoren zijn vertegenwoordigd. Gezamenlijk worden de zeven maatschappelijke vraagstukken onderzocht en uitgewerkt. De wijze waarop wordt samengewerkt kan worden gekenschetst als innovatief, intensief en constructief. De eerste fase van de MIO’s, waarin de maatschappelijke kosten en baten van de MIO’s inzichtelijk werd gemaakt, is afgerond en vastgelegd in het rapport “Maatschappelijke Businesscases in Enschede” d.d. 23 mei 2011. Aan elke MIO is recent een stuurgroeplid gekoppeld waardoor de gezamenlijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid nog nadrukkelijker wordt gevoeld en tot uitdrukking wordt gebracht. De fase waarin de MIO’s zich op dit moment bevinden wordt hieronder weergegeven. Vastgesteld kan worden dat de externe partners met veel enthousiasme participeren in de stuurgroep en mede uitvoering geven aan de tweede fase. 1.Verduurzaming woningvoorraad: Dhr. F. Catau (namens de woningbouwcorporaties) en dhr. E. Lastdrager De MIO “verduurzaming woningvoorraad” is het meest ver gevorderd en men is gestart met de tweede fase. In de eerste fase heeft deze MIO laten zien dat verduurzaming van woningen winst oplevert voor onder meer milieu, wooncomfort, werkgelegenheid en de bouwsector. Vervolgens heeft de stuurgroep groen licht gegeven om deze ambitie van verduurzaming verder op de rails te zetten. Dit betekent dat de tweede fase is gestart waarbij iedereen wordt aangehaakt die bij de realisatie betrokken zal zijn, onder meer de bewoners, bouwers en financiers. Het doel is de aanbesteding van contigenten van woningen aan bouwers en installateurs. Tegelijkertijd wordt getracht bewoners en eigenaren te overtuigen te participeren op basis van concrete aanbiedingen die samen met de bancaire sector ontwikkeld worden. De overallprojectleider van deze tweede fase is een projectleider van de Woningbouw-corporatie “De Woonplaats”. Het Plan van Aanpak ziet er als volgt uit: Inrichten van het programma met stuur- en expertgroep Informeren van marktpartijen uit de bouwsector Uitnodigen van bewoners en particuliere eigenaren Specificeren van duurzaamheidsmaatregelen Opstellen van criteria arbeidsmarktstimulering Inrichten van financieringsproducten Opstellen van criteria voor aanbesteding Samenstellen van Commissie van Deskundigen Aanbesteding Gunning en contractering Realisatie Voorzien wordt dat deze stappen in circa negen maanden kunnen worden doorlopen, waardoor medio maart 2012 begonnen kan worden aan de realisatie. 2.De Vitale sportvereniging Rigtersbleek als (sportief) hart in de wijk: Dhr. W. Du Gardijn ( namens de sportverenigingen) en dhr. H. Maartens De kracht van de vitale sportvereniging zoals door de gemeente in gang is gezet, ligt in het activeren van partners in het maatschappelijk middenveld waarbij sport als middel centraal staat voor het realiseren van brede maatschappelijke doelen op het gebied van gezondheid (zowel zorg als Wmo), vorming (jeugdzorg, risicojongeren, inburgering), sociale binding (participatie, tegengaan vereenzaming, reïntegratie) en leefbaarheid (woontevredenheid, betrokkenheid bij woonomgeving).
Pagina 191 van 208
Het hieruit voortvloeiende maatschappelijk rendement levert zowel de sportvereniging, de samenleving als de lokale overheid voordeel op. Het doel vanuit het perspectief van de gemeente Enschede is om door slimme combinaties van samenwerking met een vitale sportvereniging het rendement van de inzet van de gemeentelijke middelen flink te verhogen (met als inzet dezelfde inhoud voor minder geld of voor hetzelfde geld meer inhoud). Duidelijk is dat sport een maatschappelijke betekenis heeft. Het concept van de vitale sportvereniging is thans bekend en de kenmerken van vitale sportverenigingen kunnen worden aangeven evenals de ambities. Vanuit de gedachte van partnerschap, burgerparticipatie en de “kracht van lokale samenleving” wordt nadrukkelijk de vraag en behoefte van de verenigingen en partners zelf centraal gesteld (vraaggerichte aanpak). Dit betekent dat op voorhand geen nauwkeurig omschreven einddoelen kunnen worden geformuleerd en ook geen strakke en vooraf gedefinieerde aanpak/proces. De (door)ontwikkeling heeft daarmee kenmerken van “learning by doing” (een soort ontdekkingsreis). De vraag vanuit de sportvereniging en de samenleving bepaalt de volgende stap in het proces. In het actieplan zijn negen actielijnen opgenomen die voor de verdere uitwerking en uitvoering van het concept “vitale sportvereniging” relevant zijn, te weten: Objectieve criteria vitale sportvereniging Doorontwikkeling concept vitale sportvereniging Inzet vanuit de eerste fase MIO vitale sportvereniging (arbeidsreïntegratie) Pilot verenigingsmanager jeugd Faciliteren proeftuin VV Rigtersbleek Professionalisering vrijwillig kader Nieuwe initiatieven vanuit de stad volgen Herijking van het subsidiestelsel sport Richten reguliere gemeentelijk takenpakket sport. De actielijnen moeten in samenhang met elkaar worden bezien, waarbij de uitwerking van de één invloed kan hebben op de invulling van de ander of waarin bij de uitwerking een slimme combinatie met andere actielijnen wenselijk of noodzakelijk is. 3. Pathmos Stevenfenne Pilot Werkgever op kop: Dhr. H. Kroeze (namens VNO-NCW Twente) en mevr. H. Scholten De MIO maakt onderdeel uit van het brede project Pathmos/Stevenfenne werkt! e De 1 fase van de pilot Werkgever op kop liep van april tot en met juli 2011. Inmiddels is de eerste evaluatie afgerond en wordt voorgesteld de periode van de pilot te verlengen tot 01 maart 2012. Gebleken is dat de gekozen aanpak, door op innovatieve wijze een profiel van de bewoner te maken en deze te matchen met een (klimop-) baan welke opgehaald is door de werkgeversregisseur, een effectieve aanpak is. Binnen de pilot is één van de consulenten belast met de coördinatie van het selecteren van geschikte kandidaten. Hij is ook degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering in samenspraak met de werkgeversregisseur. Door de werkgeversvertegenwoordiger in de stuurgroep is een (werkgevers)regisseur vrijgemaakt die in gesprek gaat met de werkgevers om te kijken of er mogelijkheden zijn de geselecteerde kandidaten een klimopbaan aan te bieden. Werkwijze De consulenten zoeken bij deze klimopbanen passende kandidaten, maar er wordt ook andersom gekeken: kandidaten die geschikt lijken voor een klimopbaan worden aangedragen en zo mogelijk gematcht met een klimopbaan. Om de klimopbanen te vervullen en de potentie van de kandidaten in beeld te brengen, bezoeken de consulenten uitkerings-gerechtigde inwoners van beide wijken. De consulenten toetsen welke impulsen op het gebied van sociale vaardigheden, schulden, kinderopvang, etc. nodig zijn om kandidaten te laten deelnemen aan de arbeidsmarkt. Ook leggen de consulenten vast wat de interessesfeer en het opleidingsniveau van de kandidaten is. Elke twee maanden vindt er een evaluatie plaats van de mensen die geplaatst zijn of geplaatst kunnen worden en wordt bekeken wat de verdere mogelijkheden zijn: heeft de kandidaat zich bewezen en kan hij/zij doorstromen naar (betaald) werk? Op welke vlakken moet eventueel worden bijgeleerd of ondersteund?
Pagina 192 van 208
De 2e fase van de pilot “Werkgever op kop De 2e fase loopt tot 1 maart 2012. In maart 2012 wordt de 2e fase van het project geëvalueerd, zodat binnen één jaar de pilot inclusief evaluatie wordt afgerond. Resultaat van de 2e fase is dat minimaal 50 mensen geplaatst zijn in een klimopbaan of uitgestroomd zijn naar werk. Verbeterpunten Naar aanleiding van de uitgevoerde tussenevaluatie op 21 juli 2011 zijn de volgende verbeterpunten geformuleerd en worden daarover op dit moment afspraken gemaakt: • De samenwerking met het Werkplein wordt versterkt o.a. door de werkcoaches van Pathmos/ Stevenfenne toegang te geven tot alle databases van het UWV, Werkplein en de DCW. • Alle uitkeringsgerechtigden worden bij de pilot betrokken, dus ook Wajong, WSW, WIA en de wachtlijst van de DCW. Daarnaast wordt de groep parttimers in de pilot meegenomen. • Er wordt een vorm bedacht voor een adequate inwerkwijze en uitwisseling van (positieve) ervaringen richting werkgevers en kandidaten. • De capaciteit van de consulent en regisseur wordt uitgebreid, zodat er een uitgebreide portfolio is met klimopbanen en een groot reservoir aan kandidaten. • Onderzoek naar invulling van de meester-gezel relatie.
Woon-zorgdiensten en Integrale vervoerssystemen: Dhr. W. Marcelis (namens de zorginstellingen) en mevr. S. Hagen- Kroeze en dhr. A. Schortinghuis (integrale vervoerssystemen) 4. Woonzorgdiensten: Dhr. W. Marcelis (namens de zorginstellingen) en mevr. S. HagenKroeze Het “ambassadeurschap” voor deze MIO wordt ingevuld door dhr. W. Marcelis, bestuurder van zorginstelling De Posten. 7 September jl. is er samen met een geselecteerde groep deelnemers en met betrokkenheid van de verantwoordelijke ambtenaren een ronde tafelgesprek georganiseerd waarbij de veldpartijen los van hun directe institutionele belangen bespraken hoe deze diensten het beste georganiseerd kunnen gaan worden. Afspraken: 1. Onderzoek naar de mogelijkheid om vanuit een zorgcentrum alle vervoer in een bepaalde wijk te regelen: is dit te organiseren en welke winst levert het op voor de gemeente, de instelling en de cliënt. Genoemde pilotgebieden: Glanerbrug en het gebied rond de Posten. Deelnemende partijen: AriënsZorgpalet, Aveleijn, de Posten en naar verwachting Livio. Projectleiding is dhr. A. Schortinghuis van de gemeente. Verwacht wordt dat eind 2011 vervolgstappen kunnen worden gezet. 2. Onderzoek naar de mogelijkheid een soort buurtzorgcentrum te realiseren met een basisteam van deskundigheden voor langdurige zorg/begeleiding. Frontlijnsturing is hier niet van toepassing omdat dit vooral kortdurend is. Dit onderzoek is een initiatief van Aveleijn. Langdurige woonbegeleiding van dak- en thuislozen wordt aan het project toegevoegd. Overige aspecten die in het onderzoek worden meegenomen: arbeidsparticipatie, het vinden van een goede match tussen probleem/diagnose en plek van dagbesteding, het vervoer en de mogelijkheid om aan te haken bij bestaande wijkvoorzieningen zoals wijkcentra. Wijk: Wesselerbrink. Deelnemende partijen: Avelijn, Alifa, Humanitas Onder Dak. Ten aanzien van woonzorgdiensten zijn afspraken gemaakt rondom vervoer. De MIO Woonzorgdiensten betreft echter meer dan vervoer in de wijk De gemeente heeft de mogelijkheid om via de nieuw te maken contractafspraken voor de HH tevens bepalingen ten aanzien van andere voorliggende diensten (HH0) op te nemen. Daarnaast is er een overweging om via een vouchercontructie ook andere (markt)partijen te stimuleren om diensten in de wijk aan te bieden. De welzijninstelling Alifa kan ook woonzorgdiensten leveren. Voor eind 2011 zullen één of
Pagina 193 van 208
meerdere scenario’s gekozen worden, welke tot uitvoering worden gebracht in 2012 (nieuwe HH contracten in 2013). 5. De MIO Integrale Vervoerssystemen: Dhr. W. Marcelis (namens de zorginstellingen) en dhr. A. Schortinghuis (integrale vervoerssystemen) De MIO Vervoer bestaat uit twee onderdelen: Het eerste onderdeel richt zich op de verwachting dat er winst zit in het beter benutten van het materieel in samenhang met roosteren en plannen op basis van vervoersstromen. Daarom wordt voor dit onderdeel samen met de Regio de reizigerstromen en op basis daarvan de mogelijke “percelen” in beeld brengen. Dit is de basis voor volgende aanbestedingen en inkoopprocedures voor Leerlingenvervoer, AWBZ-vervoer en (collectief) Wmo-vervoer. In samenwerking met de Regio worden bij gemeente, vervoerders, zorgkantoor en zorgverleners, data ingezameld om een goed beeld te krijgen van de verschillende reizigerstromen, aard van de reiziger en reizigerwensen. Vervolgens wordt beoordeeld wat logische en efficiënte percelen van vervoer zijn voor en welke reizigersgroepen daarvan gebruik kunnen maken. Het tweede onderdeel richt zich op het opzetten van pilots voor vervoer door zorgaanbieders. In dit onderdeel zijn de zorgaanbieders leidend om een aanbod te ontwikkelen aan de gemeente en het zorgkantoor voor het vervoer van bewoners van hun instellingen of inwoners in een bepaalde buurt die zijn aangewezen op wmo- of AWBZ-vervoer. De gemeente ondersteunt de zorgaanbieders bij het opzetten van de pilot door externe ondersteuning ter beschikking te stellen. Onderzocht wordt daarmee of instellingen ook zelf de vervoersdiensten willen organiseren en verzorgen (dus niet alleen inkopen) wat betreft het halen en brengen van cliënten voor de begeleiding en tussentijds Wmo-CVV vervoer en of dat bij minimaal gelijkblijvende kwaliteit goedkoper is. Dit onderdeel van de MIO Vervoer zal onderdeel uitmaken van de MIO Woonzorgdiensten.
6. Onderhoud en Beheer Openbare Ruimte: Dhr. B. Hermelink (arbeidsvoorziening) en dhr. D. de Vos Koelink In 2011 is de Maatschappelijke Investeringsopgave Openbare ruimte (hierna MIO OR genoemd) uitgevoerd. Binnen de MIO OR stond de vraag centraal of er maatschappelijke en/of financiële voordelen kunnen worden behaald door op een andere manier om te gaan met de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Belangrijkste conclusie is dat er de komende jaren geen groot financieel voordeel valt te verwachten van burgerparticipatie en arbeidsmarkttoeleiding van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De reden daarvan is dat activering van burgers ook inzet van (ambtelijke) capaciteit vraagt en dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt al in een optimale verhouding bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte worden betrokken. De activiteiten vanuit Onderhoud Enschede zijn hiervan een voorbeeld. De resultaten van de MIO OR geven wel aanleiding tot een nadere verkenning van een aantal deelthema's. Het gaat daarbij om de volgende thema's: het afromen van de waardestijging van onroerend goed die het gevolg is van de inrichtingskwaliteit van de openbare ruimte, om daarmee de inrichting van de openbare ruimte te financieren; optimalisatie in de keten van inrichting en onderhoud op kosten en baten; versterken van burgerparticipatie; verkennen van mogelijkheden voor het bevorderen van een gezonde levensstijl door inrichting van de openbare ruimte en het opschalen van ondernemersparticipatie De verkenning van de genoemde thema’s zal plaatsvinden in de vorm van pilots. Een plan van aanpak daarvoor is in het najaar van 2011 in overleg met betrokken maatschappelijke partners opgesteld. De betrokkenheid en rol van deze partners zal per pilotproject verschillen. De resultaten worden meegenomen in het in 2012 op te stellen Toekomstperspectief openbare ruimte.
Pagina 194 van 208
7. Terug naar de eenvoud/ frontlijnsturing: Dhr. W. Boomkamp ( namens de onderwijsinstellingen) en mevr. I. Kleine De MIO terug naar de eenvoud heeft geleerd dat door de vorming van wijkgerichte teams bestaande uit medewerkers vanuit diverse partners op het terrein van zorg en arbeid (meerkosten 5%) er efficiënter kan worden gewerkt ten opzichte van de huidige situatie (10%). De teams werken volgens de methodiek van frontlijn vanuit een erop af mentaliteit, één huishouden, één plan en één regisseur/uitvoerder. De maatschappelijke effecten zijn lastig te berekenen, maar tenminste op het gebied van schooluitval, schulden, huisuitzettingen is meer rendement te verwachten. Door de vroegtijdige signalering neemt het beroep op zwaardere zorg /interventies af. Met de vorming van de teams frontlijners wordt een structuur voor maatschappelijke ondersteuning neergezet waarmee de gemeente eveneens het hoofd kan bieden aan toekomstige efficiencykortingen die gepaard gaan met de decentralisatie van taken. Het is de taak van de gemeente voor deze burgers een infrastructuur van activering in te richten, zodanig dat voor elke groep een voorziening beschikbaar is die mensen doet stijgen op de participatieladder of als dat niet (meer) mogelijk is voorziet in een zinvolle en motiverende dagactiviteit. Doelstelling van de gemeente is deze mensen maximaal deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Bij onvoldoende zelfredzaamheid wordt deze burger ondersteund vanuit de frontlijnsturing. Samen wordt gekeken hoe de problemen kunnen worden opgelost en welke participatieactiviteiten het meest geschikt zijn. Ook de risicojongeren worden vanuit de frontlijnsturing ondersteund. Met name in de zorg is de oriëntatie op stijging op de participatieladder onvoldoende. In 2012 zal samen met Saxion een competentieprogramma worden ontwikkeld om alle sociaal werkers te scholen en te ontwikkelen in het activering- en participatiebeleid. Voor de implementatie en begeleiding is een stuurgroep van kernpartners opgericht onder voorzitterschap van Wim Slingerland van Saxion. In november 2011 wordt een overeenkomst tussen de kernpartners ondertekend om per 2012 de teams te laten starten. Er worden 5 teams gevormd, één per stadsdeel. De teams zullen groeien in het integraal werken; 1 huishouden, 1 plan, 1 uitvoerder en zullen in de loop van de jaren meer taken krijgen tgv de decentralisaties en dientengevolge uitbreiden met expertise. * De partners die samen vormgeven aan de teams frontlijnsturing, zijn: SMD E-H, BJZO, Jarabee, MEE, Livio, RIBW Twente, Tactus en Mediant.
Pagina 195 van 208
6.9 Totaaloverzicht Effectdoelstellingen en Indicatoren Effectdoelstellingen
Effectindicatoren
Programma Economie en Werk Versterken van de 1. economische structuur van Enschede en Twente
Aantal arbeidsplaatsen Enschede en Twente (mutatie)
Versterken van de innovatiekracht van Enschede en Twente
2.
Aantal arbeidsplaatsen in de kennisintensieve sector in Enschede en Twente (mutatie)
Vergroten van de arbeidsmarktparticipatie
3.
Totaal aantal mensen dat werkt als percentage van de potentiële beroepsbevolking (netto participatiegraad) Programma Opgroeien en Ontwikkelen Verhogen van het onderwijs4. De verdeling van leerlingen dat en opleidingsniveau van de slaagt voor het eindexamen beroepsbevolking. voortgezet onderwijs, uitgesplitst per niveau (VMBO – HAVO – VWO) en in vergelijking met het landelijke gemiddelde Versterken van de 5. Aantal zorgaanspraken per zelfredzaamheid van jongeren inwoner onder de 18 jaar bij en ouders bij de opvoeding. Bureau jeugdzorg Bevorderen van een gezonde 6. Percentage bewoners (jeugd leefstijl tot 21 jaar en groep 21 jaar en ouder) met overgewicht en ernstig overgewicht in vergelijking met het landelijk gemiddelde. 7. Percentage jeugd van 6 t/m 11 jaar dat sport beoefent
Programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn Stimuleren dat burgers wonen 8. Rapportcijfer voor de in leefbare en veilige wijken tevredenheid van burgers over en dorpen en daar zelf ook hun leefomgeving (sociale een bijdrage aan leveren kwaliteit) 9. Percentage inwoners dat zich veilig voelt in de eigen buurt Stimuleren dat burgers zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam
10. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van een individuele wmo-voorzieningen 11a. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. 11b.Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het meedoen aan de samenleving. Programma Stedelijke Ontwikkeling Vergroten van de ruimtelijke 12. Rapportcijfer voor de kwaliteit van de stad waardering voor de stedelijke ruimtelijke kwaliteit (samengestelde index van diverse aspecten woonomgeving/openbare ruimte) Stimuleren van de 13. Rapportcijfer voor de beleefbaarheid van de stad gemiddelde waardering van aspecten van de binnenstad (horeca, winkels, sfeer, veiligheid, etc.)
Bron
Beschikbaar
Benchmark
I&O Research: Monitor Economische Ontwikkeling Bedrijvencartotheek, LISA I&O Research: Bedrijvencartotheek, LISA
1x per jaar bij Jaarrekening.
Ja
1x per jaar bij Jaarrekening.
Ja
BIRO
1x per jaar bij Jaarrekening.
Ja
CFI/DUO
1 x per jaar bij Jaarrekening.
Ja
Bureau Jeugdzorg Overijssel
1x per jaar bij Jaarrekening.
Ja
CBS, GGD
1x per jaar bij Jaarrekening
Ja
I&O Research: Stadspeiling (Enschedepanel)
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
I&O Research: Stadspeiling (Enschedepanel)
1x per jaar bij Jaarrekening.
I&O Research: Stadspeiling (Enschedepanel) I&O Research: Buurtmonitor (Zorgloket) Tevredenheids onderzoek SGBO
1x per jaar bij Jaarrekening.
Ja www.waar staatjege meente.nl Ja
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
Tevredenheids onderzoek SGBO
1x per jaar bij Jaarrekening
Nee
I&O Research: Stadspeiling (Enschedepanel)
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
I&O Research: Binnenstads-monitor
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
Pagina 196 van 208
Effectdoelstellingen
Effectindicatoren
Bron
Beschikbaar
Vergroten bekendheid en verbeteren imago van de stad
14. Imago: Kennisstad (tov conc.), Ondernemende stad (tov conc.) Samengestelde indicator (ondernemende stad, kennisstad, winkelstad, cultuurstad, woonstad) 15. Gemiddelde reistijd E’de West/ E’de Centrum (indexcijfer)
Newcom Research: Imago-onderzoek
1x per 2 jaar bij Jaarrekening
Gemeente Enschede: DVMsystemen
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
16. Rapportcijfer voor de schouwresultaten: schoon, heel, veilig
Onderzoek schouwresultaten oranjewoud Interne schouw met Onderhoud Enschede I&O Research: Stadspeiling (Enschedepanel) Meetresultaten milieucontroles (Gemeente Enschede) Gemeente Enschede
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
1x per jaar bij Jaarrekening.
Nee
1x per jaar bij Jaarrekening.
In ontwikkeli ng
Diverse tevredenheidsonderzoeken
1x per jaar bij Jaarrekening.
Benchmar k Publieksdi enstverleni ng (deels van toepassing )
Landelijke veiligheidsmonitor
Nog niet bekend.
Landelijke veiligheids monitor
I&O Research: Stadspeiling (Enschedepanel)
1x per jaar bij Jaarrekening.
Tenminste op peil houden van de bereikbaarheid van de economische centra van de stad. Programma Leefomgeving Het versterken en behouden van de fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving
17. Rapportcijfer voor de waardering voor de kwaliteit van het openbaar groen 18. Naleefgedrag milieugerelateerde handhaving
Verminderen van de CO2uitstoot in de hele stad in 2020 met 30% ten opzichte van 1990 (programmaoverstijgende doelstelling) Programma Dienstverlening Waarborging tevredenheid over de kwaliteit van de publieksdienstverlening
19. Afname CO2-uitstoot t.o.v. 1990 (jaaruitstoot 310 kiloton CO2 lager t.o.v. 800 kiloton in 1990)
20. Rapportcijfer voor de klanttevredenheid over gemeentebrede dienstverlening (samengestelde index waaronder balie, telefoon, post, digitaal, vergunningverlening, bijstandsverstrekking, afhandeling mel-dingen leefomgeving). Programma Bestuur en Middelen Veiligheid: Enschede blijft in 21. Positie veiligheid van Enschede Nederland tot de top 3 van de ten opzichte van de overige elf veiligste steden met meer dan gemeenten met meer dan 150.000 inwoners behoren. 150.000 inwoners. Het is er veilig om naar school =9. Percentage inwoners dat zich te gaan, te werken, uit te gaan veilig voelt in de eigen buurt (zie ook en te recreëren. programma WZW). Veiligheid: Een brandbestrijding en hulpverlening voor de burgers en bedrijven in Enschede binnen de hiervoor geldende landelijke en gemeentelijke afspraken. Bestuur: Het versterken van het contact tussen burgers en partners in de stad met het gemeentebestuur. Bestuur: Versterken van het vertrouwen van de stad in haar bestuur
22. Opkomstpercentage waarbij de brandweer na een melding tijdig ter plaatse is.
Bedrijfsvoering: Realiseren en instandhouden van een solide en innovatieve bedrijfsvoering Bedrijfsvoering: Het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen Bedrijfsvoering: Uitbreiden van – en nieuwe vormen vansamenwerking in de regio
Bijbehorende bedrijsvoeringsindicatoren zijn opgenomen in de paragraaf Bedrijfsvoering (4.7)
23. Rapportcijfer voor de mate waarin de burgers betrokken worden bij de uitvoering van gemeentelijke plannen. 24. Rapportcijfer voor de mate waarin de kiezer invloed heeft op wat er in de stad gebeurt
Benchmark Nee
Landelijke veiligheids monitor (nntb) Brandweer 1x per jaar bij Nee, wel Jaarrekening. legt het CBS de gerealisee rde uitruktijden vast I&O Research: 1x per 2 jaar Ja Stadspeiling bij www.waar (Enschedepanel) Jaarrekening. staatjege meete.nl I&O Research: 1x per 2 jaar Ja Stadspeiling bij www.waar (Enschedepanel) Jaarrekening. staatjege meete.nl In aanvulling op de door de raad op 11 juli vastgestelde effectdoelstellingen en indicatoren zijn voor het programma Bestuur en Middelen enkele doelstellingen en indicatoren mbt de bedrijfsvoering opgenomen.
Pagina 197 van 208
6.10 Meerjaren Prognose Parkeerbeheer Aanleiding In de raadsvergadering van 24 januari 2011 is aangegeven dat gestreefd wordt de jaarlijkse doorkijk van de Meerjaren Prognose Parkeerbedrijf (MPP) samen te laten vallen met de totstandkoming van de programmabegroting. De parkeertarieven 2012 zijn inmiddels in een separaat voorstel op 26 september 2011 vastgesteld. Verwachtingen van het Parkeerbedrijf Enschede (PBE) in 2012 en verder Op dit moment is de verwachting dat het exploitatieresultaat van de MPP in 2012, met een begroot bedrag van ruim 594.000 euro (te storten in de reserve parkeerbedrijf) wederom positief wordt. Wel is dit bedrag gering lager (118.000 euro) dan verwacht bij de vaststelling MPP 2011 en verder, vastgesteld 24 januari 2011. Dit iets lagere resultaat wordt veroorzaakt door: Hogere lasten: • In het proces Grondbedrijf Enschede van oranje naar groen is besloten dat het PBE een vergoeding gaat betalen voor het gebruik van enkele parkeerterreinen in eigendom van GBE. • Opgenomen servicelasten parkeergarage en rijwielstalling onder V&D. • Kapitaallasten ivm de aanschaf van ticketautomaten. Lagere baten: • Geringe daling verkoop kort parkeeruren. • Vertrek van een grote abonnementen klant uit het centrum van Enschede. Omdat het resultaat van het PBE wordt afgewikkeld via de reserve parkeerbedrijf heeft bovenstaande geen directe invloed op het beschikbare middelenkader. Een en ander is weergegeven in onderstaande grafiek. Naar huidig inzicht zullen de aanloopverliezen van het PBE een kwartaal later zijn terugverdiend dan in MPP 2011 werd voorzien. Vanaf begin 2017 komen er weer middelen beschikbaar om bijvoorbeeld noodzakelijke parkeer of bereikbaarheidsinvesteringen te doen.
Pagina 198 van 208
6.11 Overzicht van beleidsnota’s per programma
Beleidsnota
Vastgestelde datum
Economie en Werk Economische visie Nota uitgiftebeleid
Okt/nov 2011
Ontwikkelkader Horeca 2005- 2015
Juli 2005
Hotelnota Detailhandelsstructuurvisie Winkeltijdenverordening Marktverordening Standplaatsenverordening
Februari 2009 september 2011 17 mei 2011 27 november 2006 8 april 2003
kantorenbeleid
7 november 2002
Beleid bedrijventerreinen Nota functiemenging Nota binnenstedelijke bedrijventerreinen Nota kansrijk Glas Actieprogramma innovatie Kader internationaal beleid Koersdocument Acquisitie en accountmanagement Twente Opgroeien&ontwikkelen Kernpuntennota Harmonisatie voorschoolse opvang en educatie Kindcentra 0-13 Nota opvoeden in Enschede 2008 Sportnota 2008-2015 Enschede beweegt! Vitale Sportvereniging Nota lokaal gezondheidsbeleid Integraal Huisvestingsplan 2011-2015 Visiedocument 2010-2015 De brede school Enschede Nota Integratie en burgerschap
Datum herziening (nieuwe versie) in 2012*
PM (start actualisering: Q4) PM
Actualisatie gereed in 2012
18 januari 2011 14 mei 2007 16 februari 2011 December 2010 November 2011 Juni/juli 2011
22-6-2009 14-6-2011 21-1-2008 3-3-2008 12-4-2011 22-6-2009 16-11-2010
2012 2012 (actieplan) 2012
30-3-2010 11-2-2008
2011
Stedelijke Ontwikkeling Grond Nota Herijking VTU (1999) Nota PPS deel 1 (2002) Beheersverordening (2003) (actualisatie 2011) Nota weerstandsvermogen (2004) Nota Kaveluitgiftebeleid (2004) Nota grondprijsbeleid deel A (2005) (actualisatie 2011) Nota privaatrecht en gronduitgifte (2006) Nota vestigingscriteria bedrijventerreinen (2006) Algemene Verkoopvoorwaarden (2007) Erfpachtvoorwaarden (2008)
Pagina 199 van 208
Beleidsnota
Vastgestelde datum
Datum herziening (nieuwe versie) in 2012*
17 03 1991 23 06 2008 08 09 2009 14 12 2010 --November 2011 25 11 2004 14 12 2010 25 01 2010 26 09 2011 10 07 2010 16 09 2008
-------
-----
26 01 2010
---
Handboek PPS deel 2 (2009) Nota Grondbeleid (2010) Nota grondprijsbeleid deel B (2010) Uitvoeringskader reserveringsbeleid en grondprijzen bedrijventerreinen (2010) Nog verwacht in 2011: Nota grondprijsbeleid deel B (2011) Nota Bijdrage Ruimtelijke ontwikkelingen (2011) Cultuur, Evenementen en Citymarketing Evenementenbeleid Enschede Strategische Visie Citymarketing 2020 Groen GRAP Gids Buitenkans (2011) Ruimtelijke Ontwikkeling RO- Binnenstadsvisie 2009 Werken aan wonen: Woonvisie Enschede 2005 – 2015 (2005) Atlas Stedelijke Vernieuwing 2010 Welstandsnota Visie Binnensingelgebied Structuurvisie Luchthaven Structuurvisie 't Vaneker Toekomstvisie 2020 Watervisie 2012 Watervisie Enschede : Blauwe aders terug in de stad Woonvisie 2025 2040 (2011) Mobiliteit Mobiliteitsvisie Verkeersveiligheidsplan Leefomgeving Wet op de lijkbezorging Inrichting bijzondere begraafplaatsen Wegenbeleidsplan 2009-2013 Gladheidbestrijding 2010-2014 Kwaliteitscatalogus 2002 Toetsingskader openbare ruimte Afvalstoffenverordening Verordening reinigingsheffingen Openbare Verlichting 2010-2013 Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2015 Bouwverordening Contractreclame beleid Toezicht- en handhavingsbeleid “Handhaven doen we zo” Regionaal Handhavingsuitvoeringsprogramma Nieuwe Energie voor Enschede Beleidsplan Externe Veiligheid 2007 Geluidbeleidsplan
-----------
29 03 2011 16 11 2009 22 05 2007 19 04 2011
-----
Pagina 200 van 208
Beleidsnota
Vastgestelde datum
Dienstverlening Progr- en Inr-plan Dienstverlening Informatiebeleid 2007 Kansrijk Glas 2.0
1 mei 2010 25 jun 2007
Bestuur en middelen Toombeleid 2011 Terugdringen van ongewenste en onechte meldingen Beleidskader veiligheid 2008-2012 Convenant lokale driehoek 2009 – 2011 en Stand van zaken Convenant lokale driehoek sept 2010 Weerstandsvermogen en risicomanagement 2009 Activeren en afschrijven 2009 Beleidskader verbonden partijen 2010 Beleidskader gesubsideerde instellingen Strategisch financieel beleid Belastingverordening 2011 Gewijzigde nota Reserves en voorzieningen 2009 Gewijzigd Treasury statuut 2009 Gewijzigde Financiele verordening Gemeente Enschede 2009 (art.212) Controleverordening 2009 (art.213) Verordening Onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid 2009 (art.213a) Verkrijgen/vervaardigen en onderhoud van kapitaalgoederen 2007 Vastgoednota 2.0 Communicatiebeleid Inkoopbeleid WZW Terug naar de eenvoud Plan van Aanpak Huiselijk Geweld Beleidsnotitie Visie op ouderen Beleidsplan Wmo 2008-2011 Kadernota (wijk)welzijn 2010 en 2011 Kadernota (wijk)welzijn 2010 en 2011 Regionaal Kompas Twente Van opvang naar wonen
Datum herziening (nieuwe versie) in 2012*
1 feb 2010
8 feb 2011 23 okt 2007 10 feb 2009 31 aug 2010 2009 sep 2009 3 nov 2010
26 nov 2010 14 mrt 2011 14 mrt 2011 14 mrt 2011 22 jun 2009 22 jun 2009 Mei 2007 11 jan 2011 9 nov 2010
In 2012
Subsidieverordening opvang en kwetsbare burgers
Pagina 201 van 208
6.12 Lijst met afkortingen AO AWBZ
Administratieve Organisatie Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BBV BDU BTW BUIG BZK
Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten Brede Doeluitkering Belasting Toegevoegde Waarde Bundeling Uitkering Inkomensvoorziening Gemeenten Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CAO CBS CEO’s CJG
Collectieve arbeidsovereenkomst Centraal Bureau voor Statistiek Chief Executive Officer (algemeen directeur) Centra voor Jeugd en Gezin
DMO DPGO DSOB
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Dienstverlening voor Publiek en Gemeentelijke Organisatie Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
EZ
Economische Zaken
Fte
Fulltime equivalent
GBA GBT GCC GGZ GRP GSB
gemeentelijke basisadministratie Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Gemeentelijk Contact Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Gemeentelijk Rioleringsplan Grotestedenbeleid
HBO HOV
Hoger beroepsonderwijs Hoogwaardig Openbare Verbindingen
ICT ISV
Informatie- en Communicatietechnologie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
JGZ
Jeugdgezondheidszorg
LEA Ltd
lokale educatieve agenda Langdurigheidtoeslag
mBC MBO MKB MPG MSI MST
Maatschappelijke business cases Middelbaar Beroepsonderwijs Midden en Klein Bedrijf Meerjaren Perspectief Grondbedrijf Majeure stedelijke investeringsopgaven Medisch Spectrum Twente
NCW
Netto Contante Waarde
OKE OZB
Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Onroerende Zaak Belasting
PB
Programma Begroting
Pagina 202 van 208
PGB PMBE PUB
Persoonsgebonden Budget Project Management Bureau Enschede Preventie Unit Binnenstad
RO ROC ROZ
Ruimtelijke Ordening Regionaal Opleidingscentrum Regionaal Orgaan Zelfstandigen
SDM SE SMD SSMP SW
Stadsdeelmanagement Subsidie Eenheden Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Strategisch Sturen met Programma’s Sociale werkvoorziening
TOS
Twentse Ondernemers Sociëteit
UT UWV
Universiteit Twente Uitvoering Werknemers Verzekeringen
VBE VNG VO VRI/DVM vsv
Vastgoedbedrijf Enschede Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Verkeers Regel Installatie / Dynamisch Verkeers Management voortijdige schoolverlater
WABO W&B WMO WOZ WSNS WW WWB WWI WZW
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Werk en Bijstand Wet Maatschappelijke Ontwikkeling Wet Waardering onroerende Zaken Weer Samen Naar School samenwerkingsverbanden Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand Wonen, wijken en integratie (ministerie) Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn
ZVW
Zorgverzekeringswet
Pagina 203 van 208
6.13 Overzicht van de Partners E&W Organisatie Ondernemersverenigingen TKT + IKT IPT KvK Oost N.V. Stichting Kennispark WTC Twente MKB MKB Enschede VNO, NCW Universiteit Twente Scholingsboulevard Saxion Hogescholen ROC Twente Netwerkstad Area Development Twente Zorgverzekeraars MST Corporaties FC Twente Provincie Overijssel Regio Twente Alifa UWV AOC
Schaalniveau Lokaal, Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal regionaal Regionaal lokaal Regionaal Lokaal/Regionaal/Landeli jk Lokaal Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Lokaal Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Lokaal Lokaal/Regionaal/Landeli jk Lokaal/Regionaal
Rol belangenbehartiger, adviseur belangenbehartiger, adviseur belangenbehartiger, adviseur Adviseur partner,adviseur Partner Belangenbehartiger, adviseur belangenbehartiger,adviseur Belangenbehartiger, adviseur belangenbehartiger,adviseur partner,adviseur partner, adviseur partner,adviseur opdrachtnemer/gever,partner,belangenbehartiger, adviseur partner,belangenbehartiger,adviseur Partner, adviseur partner,adviseur partner,adviseur Partner opdrachtnemer/gever,belangenbehartiger partner,adviseur partner,belangenbehartiger,adviseur opdrachtnemer/gever,partner,belangenbehartiger opdrachtnemer/gever,partner,belangenbehartiger opdrachtnemer/gever,partner
O&O VNG Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Scholingsboulevard ROC van Twente Saxion Universiteit Twente Student Union Speciaal onderwijs Onderwijsondersteunende instellingen en organisaties (o.a. Expertis) Samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School Volksuniversiteit Enschede GGD/JGZ Instellingen kinderopvang Alifa Humanitas Politie
Landelijk Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal
Partner Partner Partner Partner Partner Partner Partner Partner, belangenbehartiger Partner Opdrachtnemer, partner, adviseur
Lokaal
Opdrachtnemer, partner
Lokaal Regionaal Lokaal Lokaal Lokaal Regionaal
Opdrachtnemer, partner Opdrachtnemer, partner Opdrachtnemer, partner Opdrachtnemer, partner Opdrachtnemer Partner
Pagina 204 van 208
Bureau Halt Jongerenwerk Jarabee Stichting Maatschappelijke Dienstverlening EnschedeHaaksbergen (SMD-EH) Tactus Mediant Kinderboerderijen IVN Natuur en Milieu educatie Twence
Regionaal Lokaal Regionaal Regionaal
Opdrachtnemer, partner Opdrachtnemer Opdrachtnemer Opdrachtnemer
Regionaal Regionaal Lokaal Landelijk
Opdrachtnemer Opdrachtnemer Opdrachtnemer, partner Opdrachtnemer, partner
Lokaal
Opdrachtnemer
Schaalniveau Lokaal, regionaal
Rol opdrachtnemer
Lokaal, regionaal Lokaal, regionaal Lokaal Landelijk, regionaal, lokaal Regionaal, lokaal Landelijk, regionaal Landelijk
Partner opdrachtnemer, partner partner, adviseur Partner Partner opdrachtnemer, partner partner
Lokaal Landelijk, regionaal, lokaal Lokaal, regionaal Regionaal Lokaal, regionaal Landelijk, regionaal Lokaal Lokaal
partner en belangenbehartiger Opdrachtgever/nemer, partner, adviseur opdrachtnemer, partner partner partner opdrachtgever/nemer, partner partner, belangenbehartiger partner, belangenbehartiger
Schaalniveau regionaal regionaal
Rol partner partner
regionaal landelijk lokaal/regionaal lokaal
partner partner partner, adviseur opdrachtgever/nemer, adviseur
landelijk/regionaal
opdrachtgever/nemer, partner, adviseur
lokaal lokaal lokaal lokaal lokaal landelijk/lokaal/regionaal regionaal/lokaal landelijk/regionaal/lokaal lokaal
partner partner partner partner opdrachtgever/nemer, partner, adviseur partner partner, adviseur partner opdrachtgever/nemer
WZW Organisatie Gesubsidieerde instellingen Politie Zorgaanbieders Wijk- en dorpsraden Justitie Zorgkantoor MO-Zaak Centraal Administratiekantoor Burgercomités Bureau Jeugdzorg Leveranciers hulpmiddelen Regiogemeenten Woningcorporaties Rijk/ Provincie Cliëntenorganisaties Levensbeschouwelijke organisaties
SO Organisatie Provincie Overijssel Waterschap Regge en Dinkel Netwerkstad/Regio Twente Ministerie EL&I/BZK Woningbouwcorporaties Stichting Enschede promotie Ontwikkelende/bouwende partijen Bewoners/wijkraden (Centrum)ondernemers MST Onderwijspartners Culturele partners Vastgoedeigenaren Politie Zorgpartijen Landinrichtingscommissie
Pagina 205 van 208
Organisatie Natuur- en milieuorganisaties STAWEL Architectuurcentrum Twente Citymarketing partners
Schaalniveau lokaal
Rol belanghebbende, adviseur
lokaal lokaal/regionaal
belanghebbende, adviseur belanghebbende, adviseur
lokaal (grote bedrijven en instellingen)
partner
Leefomgeving Organisatie
Schaalniveau
Rol
Wijk- en dorpsraden Twente Milieu / Twence Stichting Natuur- en Milieuraad Enschede DCW / Surplus / Partwerk (Binnenstad)ondernemers; ondernemersverenigingen Parkmanagement / parkstichtingen Rijk / provincie Overijssel / waterschap / Inspectie VROM Regio Twente / Netwerkstad Twente Kennisinstellingen (Saxion, UT, Pioneering) Bouwers, vastgoedontwikkelaars, Pioneering Schoolbesturen Inwoners van Enschede
Lokaal Regionaal Lokaal
partner, belangenbehartiger, adviseur opdrachtgever/nemer, partner, adviseur belangenbehartiger, adviseur
Lokaal Lokaal
opdrachtgever/nemer, partner belangenbehartiger, adviseur
Lokaal
opdrachtgever/nemer, partner
Landelijk, regionaal
partner, adviseur
Regionaal
opdrachtgever/nemer, partner, adviseur
Lokaal
partner, adviseur
Lokaal, regionaal
opdrachtgever/nemer, partner, adviseur
lokaal Lokaal
opdrachtgever/nemer, partner partner, belangenbehartiger, adviseur
Dienstverlening Organisatie Kennisinstellingen (Saxion, UT, Novay in het samenwerkingsverband ENUTS) Inwoners van Enschede Buurgemeenten Losser, Haaksbergen Regiogemeenten Twente Rijk / Provincie Overijssel / Regio Twente KwaliteitsInstituut Nederlandse Gemeenten (KING van VNG) en ICTUitvoeringsorganisati e (ICTU van BZK) D!mpact
Schaalniveau Lokaal
Rol partner, adviseur
Lokaal Regionaal
partner, belangenbehartiger, adviseur opdrachtgever/nemer, partner
Regionaal
partner
Landelijk, regionaal
regelgever, partner,
Landelijk
belangenbehartiger, adviseur
Landelijk
partner, belangenbehartiger
Pagina 206 van 208
samenwerkingsverband en als: Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP), Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB), Informatie Management Groep (IMG100K), Stichting Stedenlink , Dataland
Landelijk
Partner, belangenbehartiger
Pagina 207 van 208
6.14 Aangenomen amendementen en moties (raadsbehandeling 7 november) Volgt na 7 november
Pagina 208 van 208