PROGRAMMABEGROTING GEMEENTE RIJSWIJK
2013-2016
VOORWOORD Niet eerder was het opstellen van de begroting zo moeilijk als nu het geval was. Immers, de economische crisis werkt nog steeds door, op tal van terreinen! Op twee terreinen wordt de gemeente Rijswijk daarmee hard geconfronteerd. De ontwikkelingen in het bedrijfsleven doen zich m.n. gelden op onze bouwmarkt. Tal van projecten staan onder hevige druk. Ook als deze ontwikkelingen zich vooral in de particuliere sector afspelen, hebben zij - indirect - grote gevolgen voor onze eigen huishouding. Daarbij mogen wij ons gelukkig prijzen, dat er voor ons programma RijswijkBuiten onverminderd grote belangstelling op de kopersmarkt bestaat. Dit project heeft inmiddels de tekentafels verlaten en U ziet de feitelijke en grote veranderingen in het landschap. Ten tweede stelt de nationale en Europese aanpak van de crisis ons voor een grote opgave. De Rijksoverheid bezuinigt voor forse bedragen en dit leidt weer tot vermindering van onze inkomsten. Een bijkomend ernstig probleem is, dat wij - nu de kabinetsformatie nog niet is afgerond onvoldoende zekerheid hebben over onze toekomstige inkomsten uit het Gemeentefonds. Maar ook over tal van wettelijke regelingen, die t.z.t. via de zogenaamde specifieke uitkeringen worden afgerekend, bestaat op dit moment grote onzekerheid. Het is een moeilijke opgave om in zo’n klimaat een sluitende begroting op te stellen, en - belangrijker een sluitende meerjarenbegroting. Dat dit toch gelukt is, stemt op zichzelf tot tevredenheid. Maar daar is wel een grote operatie intern aan vooraf gegaan. Ambtelijk en bestuurlijk is daar hard aan gewerkt. Zo is de hele begroting onder het mes gelegd en zijn tal van uitgaven geschrapt. In de lopende investeringsprogramma’s is ook fors geschrapt. Alleen de onontkoombare investeringen zijn gehandhaafd. En dat was nog niet voldoende. Daarom is op de totale loonsom ook een stevige bezuinigingsdoelstelling gelegd. Tenslotte kon aan een verhoging van de lastendruk voor de burger onder deze omstandigheden niet geheel ontkomen worden. De gemaakte keuzes worden in de voorliggende stukken toegelicht. Bij de presentatie ervan is al gebruik gemaakt van de adviezen van de door Uw Raad ingestelde Werkgroep Begroting. De verantwoordelijkheid voor de onderliggende keuzes ligt uiteraard bij ons College. Daarvoor vragen wij nu Uw steun. Wethouder Financiën W.A. Mateman
1
2
Inhoudsopgave
Programmabegroting 2013-2016
Blz. PROGRAMMA'S………………………………………………………….. 5 Algemeen Bestuur en Organisatie……….……………………………. Openbare Orde en Veiligheid……….…………………….…………….. Verkeer en Vervoer…………………..……….………………………….. Economie en Werken……………...…….………………………………. Onderwijs……………………………….…………………………………. Sport, Cultuur en Recreatie……...…………….………………………… Zorg, Welzijn en Volksgezondheid………..……………….………….... Wonen en Leven………………...…….….………………………………. Sociale Zaken………………...…………….….…………………………..
7 21 25 31 35 41 47 55 63
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien……………………………
69
PARAGRAFEN…………………………………………………………….
75
Weerstandsvermogen……...…………………..………………………… Onderhoud kapitaalgoederen……………….……..……………………. Bedrijfsvoering………………...…………………………….……………. Verbonden partijen………..………………….………………………….. Grondbeleid……………..……………………..…………………………. Lokale heffingen…………..………………….….……………………….. Financiering………………………………………………………………… Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)……….....……………… RijswijkBuiten……………………….…………………….……………….
77 83 91 99 105 111 117 125 127
FINANCIËLE BEGROTING……………………………………………… 131 Programmabegroting……………………………………………………… 133 MEERJARENBEGROTING……………………………………………… 137 Meerjarenbegroting 2013-2016………………………………………….. Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016……………………. Overzicht verschillen meerjarenbegroting met voorgaande jaren…… Toelichting op verschillen met voorgaande jaren………………………
3
139 157 173 177
Inhoudsopgave
Programmabegroting 2013-2016
Blz. BIJLAGEN………………………………………………………………… 185 Leeswijzer investeringsplan 2013-2016…........................……………. Investeringsplan 2013-2016 inclusief toelichting……………………… EMU-saldo…………………………………………………………….…… Incidentele baten en lasten………………………………………….…… Verloop reserves…………………………………………………….……. Verloop voorzieningen………………………………………………….… Verloop vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen)…….. Investerings- en financieringsstaat……………………………………… Nieuw beleid………………………………………………………………. Verzamel- en consolidatiestaat…………………………………………. Kerngegevens en kengetallen……………………………………………
187 191 229 233 237 241 245 249 253 257 267
BESLUITEN……………………………………………………………….. Programmabegroting voor het jaar 2013………………………………. Meerjarenbegroting 2013-2016 met bijbehorend investeringsplan voor de jaren 2013-2016..................................................................... De uit de jaarschijf 2013 van het investeringsplan 2013-2016 geraamde investeringen………………………………………………….
271 273 275 277
AFKORTINGEN…………………………………………………………… 279
4
PROGRAMMA’S PROGRAMMA’S
5
6
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma We zetten ons in voor een kwalitatief goede publieke dienstverlening aan onze inwoners, bedrijven, het maatschappelijk middenveld en onze partners. Hierbij vinden we het belangrijk dat er een goede verbinding is met en tussen stad en samenleving.
Beleidsproducten per programma
Wat kost het?
Lasten € 8.475 Baten € 886 ---------------Saldo € 7.588
(x € 1.000)
Lasten € 1.517 Baten € 19 ---------------Saldo € 1.498
0010 Bestuursorganen
Lasten € Baten € 0011 bestuurlijke samenwerking Saldo
440 0 ---------------€ 440
Lasten € 2.471 Baten € 0 ---------------Saldo € 2.471
0020 Bestuursondersteuning
Lasten € Baten € 0021 Publieksvoorlichting, promotie en public relations Saldo
41 0 ---------------€ 41
Lasten € Baten € 0022 Organisatieverliezen Saldo
576 0 ---------------€ 576
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 7
Lasten € 2.038 Baten € 854 ---------------Saldo € 1.184
0030 Burgerzaken
Lasten € Baten € 0031 Verkiezingen/referenda Saldo
0 0 ---------------€ 0
Lasten € Baten € 0032 Publieke dienstverlening Saldo
651 13 ---------------€ 638
Lasten € Baten €
0060 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie
Saldo
701 0 ---------------€ 701
Lasten € Baten € 5801 Mediabeleid Saldo
39 0 ---------------€ 39
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 8
Doelstellingen per beleidsproduct 0010 Bestuursorganen Wij (de raad, het college, de burgemeester) vormen een verantwoordelijk, toegankelijk en betrokken bestuur gesteund door een servicegerichte, transparante gemeentelijke organisatie, waarbij de kwaliteit van ons functioneren als eerste overheid voorop staat. Ons vertrekpunt is “Rijswijk, een kruispunt van mogelijkheden”, dat onze kernwaarden in zich draagt. 0011 Bestuurlijke samenwerking Door samen te werken met onze maatschappelijke partners, ook internationaal, dragen we bij aan verbinding met en tussen de stad en samenleving en door samenwerking in de regio, in het bijzonder met Delft, willen we sterker staan en zijn we beter voorbereid op de toekomst. 0020 Bestuursondersteuning Door advisering en ondersteuning het dagelijks bestuur in staat te stellen om inhoud te geven aan een goed, slagvaardig, integer en effectief bestuur van de gemeente. 0021 Publieksvoorlichting, promotie en public relations Het doel van communicatie is het scheppen van een gezond communicatieklimaat in de stad en de gemeentelijke organisatie. Een gezond communicatieklimaat verkleint de afstand tussen de gemeente en haar omgeving. Met de inzet van communicatie wordt Rijswijk als gemeente duidelijk herkenbaar en zichtbaar. Interne communicatie draagt tot slot bij aan een heldere identiteit en daarmee aan een uniforme uitstraling. 0022 Organisatieverliezen Het mogelijk maken van managementkeuzes bij personele en/of organisatorische vraagstukken, in het bijzonder bij het afstemmen van de kwantiteit en kwaliteit van de personele capaciteit op een veranderde organisatie. Voor personeelsleden die buiten de boot dreigen te vallen heeft de organisatie (samen met de werknemer) een inspanningsverplichting om tijdig een passende oplossing te vinden. 0030 Burgerzaken Ervoor gaan om, vanuit een professionele en klantgerichte organisatie, taakopvatting en werkwijze, een zodanige dienstverlening te bewerkstelligen, dat aan de Rijswijkse burger nog meer transparantie, zorgvuldigheid, snelheid en klantvriendelijkheid kan worden geboden. 0031 Verkiezingen/referenda Zorgdragen voor de organisatie van betrouwbare referenda/verkiezingen voor de vertegenwoordigende organen. Gestreefd wordt naar een opkomstpercentage rond het landelijk gemiddelde. Opkomstpercentage
Europees Parlem 2004 2009
Gemeenteraad 2006 2010
Tweede Kamer 2010 2012
Provinciale Staten 2007 2011
Rijswijk Landelijk
40,5% 40,37 % 39,26% 36,75 %
53,7% 52,04 % 58,56% 54,13 %
74,4% 75,4%
45,3% 46,4%
75,05 % 74,57 %
55,65% 55,97%
0032 Publieke dienstverlening Vanaf 2015 zijn gemeenten hét portaal voor alle vragen aan de overheid. Inmiddels is landelijk afgesproken dat in 2015 gemeenten 80% van alle klantcontacten op gemeentelijk niveau in de frontOffice afdoen. Om dat te realiseren, is het Landelijk Programma Antwoord © ontwikkeld. Dit betekent het fundamenteel anders organiseren van alle klantcontacten. 0060 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Het bieden van ondersteuning en advies aan de raad, de fracties, de individuele raadsleden en de voorzitter(s). Het verzorgen van de procedurele afhandeling van alle raadsaangelegenheden. 5801 Mediabeleid Het aanbieden van een breed programma-aanbod via de media waarin Rijswijkse gebeurtenissen, evenementen en politieke activiteiten zijn opgenomen en waarin stromingen binnen de Rijswijkse samenleving zich vertegenwoordigd voelen.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 9
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
0010 Bestuursorganen
De raad stelt de kaders vast waarbinnen het college van burgemeester en wethouders de gemeente bestuurt. De raad controleert de wijze waarop het college zijn taken verricht.
Het college voert het dagelijks bestuur in de gemeente. Het door het college uitvoeren van het coalitieakkoord, dat vertaald is naar een collegewerkprogramma.
0011 Bestuurlijke samenwerking.
Betere positionering van Rijswijk in de regio (Haaglanden). Onderzoeken wat Rijswijk zelf doet en samen kan doen met anderen (bv. in gemeenschappelijke regelingen), ook op het terrein van de gemeentelijke bedrijfsvoering.
Hoe gaan we het meten? Via de Auditcommissie wordt de jaarrekening beoordeeld, en de rekenkamerfunctie stelt de raad in staat om onderzoek te doen naar doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid. Twee maal per jaar ontvangt de raad een rapportage over het verloop van de begroting.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Indien uit de onderzoeken en rapportages blijkt dat e.e.a. op een goede wijze is verlopen.
Op gezette tijden wordt de voortgang van het collegewerkprogramma in het college besproken (via retraites).
Als het collegewerkprogramma is uitgevoerd.
Effecten van beleid op zoveel mogelijk terreinen meten en via de onderzoeken van ‘Waarstaatjegemeente’” monitoren we onze prestaties en verkrijgen we een burgeroordeel over onze beleidsontwikkeling en dienstverlening. Dit is niet meetbaar.
Indien uit de onderzoeken blijkt dat e.e.a. op een goede wijze is verlopen.
Voor wat de samenwerking met Delft betreft, wordt dit gemonitord aan de hand van de voortgang van de bestuursop-
Als een succesvolle samenwerking tot stand is gekomen.
Niet van toepassing.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 10
Wat is er veranderd en wat is nieuw? zie ook “doelstelling per beleidsproduct 0060”
Met Delft wordt gewerkt aan een gezamenlijk Shared Service Center Met Delft is een vestiging van internationaal onderwijs (IGBO) aangevraagd. Rwk, Delft, P-N, M-Delfl
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? drachten.
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Nauwlettend volgen wat de landelijke ontwikkelingen m.b.t. de bestuurlijke organisatie van Nederland zijn om daarop snel te kunnen reageren. Bestuderen en analyseren van bovenlokale vraagstukken en ontwikkelingen (landelijk, regionaal en lokaal). Bijvoorbeeld de discussie over het opheffen van de WGR+ en de totstandkoming van de Metropoolregio. Verzorgen (interne afstemming) van bestuurlijk en ambtelijke afvaardiging in o.a. stadsgewest Haaglanden en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. We geven als Millenniumgemeente actief invulling aan de Stedenband Rijswijk – Condega. De Stedenband met Condega is de schakel tussen de Millenniumdoelen en concrete lokale activiteiten. We coördineren de afspraken die binnen het programma “Caminando Juntos II” (2010-2015) met het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicaragua (LBSNN) zijn gemaakt. De dagelijkse gang van zaken, het uitwerken van de drie projecten evenals fondsenwervende activiteiten vallen onder de verantwoordelijkheid van de Stichting Stedenband.
Dit is niet meetbaar.
Niet van toepassing.
Dit is niet meetbaar.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Dit is niet meetbaar.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
In het programma “Caminando Juntos II” zijn 14 indicatoren opgenomen waarover Rijswijk moet rapporteren. A.d.h.v. deze indicatoren wordt verantwoording afgelegd aan het Landelijk Beraad Stedenband Nederland – Nicaragua (LBSNN).
In 2015. Het programma “Caminando Juntos II” zal dan stoppen.
In 2013 zullen we ons vooral richten op een actievere betrokkenheid van de scholen en bedrijven in Rijswijk .
We ondersteunen de Stichting Stedenband
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 11
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Westl.en Z’meer werken aan een Bedrijfsplan voor een Zorg- en Veiligheidshuis. Rwk, Delft, DH, P-N, Westl. MDelfl., Z’ meer, L-V en Was.maken een bedrijfsplan voor de Omgevingsdienst Haaglanden (RUD).
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
financieel met een vast subsidiebedrag per jaar. Daarnaast stellen we kennis en expertise beschikbaar aan de Stichting. We betrekken de inwoners, de scholen, het bedrijfsleven en andere organisaties in Rijswijk bij internationale samenwerking. We creëren draagvlak door het organiseren van publieksactiviteiten. In 2013 zal in veel gevallen worden aangesloten bij grote publieksevenementen zoals bijvoorbeeld het Strandwalfestival. We bundelen de krachten op het gebied van internationale samenwerking door het onderhouden van contacten met regionale en landelijke organisaties. 0020 Bestuursondersteuning
Toezien op de integrale uitvoering van het coalitieakkoord, waarbij toetsing plaatsvindt op zowel het reguliere als nieuw te ontwikkelen beleid (b.v. van de landelijke overheid).
Er is structureel overleg in de regio tussen portefeuillehouders en ambtenaren op het gebied van internationale samenwerking. Wordt t.b.v. retraites B&W nagegaan welke onderdelen wel/niet zijn uitgevoerd.
Indien coalitieakkoord is uitgevoerd.
Het ontwikkelen en onderhouden van regionale en landelijke netwerken.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Het coördineren van de klachtenregeling.
Via voortgangsrapportages
Indien klachten binnen de termijn zijn afgehandeld.
Het toetsen van voorstellen aan het college van B en W op wet- en regelgeving, juiste toepassing van procedures, processen en te voorziene bestuurlijke risico’s. Integriteit ambtenaren De integriteitcoördinator ziet toe op de naleving van regels en regelgeving en neemt zo nodig actie. Dit vindt gedurende elk jaar plaats.
Niet van toepassing.
Voortdurend proces.
Dit wordt gemonitord door de integriteitcoördinator. Schriftelijke rapportage hierover vindt plaats in de
Als de overzichten van nevenfuncties en financiële belangen actueel zijn en als de regels en regelgeving ingebed zijn in de organisatie en hieraan consequent
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 12
Nog niet alle regels en regelgeving zijn al ingebed in de organisatie. Conform de VNG basisnormen en de gedragscode ambtenaren gemeente Rijswijk moet dit wel
Beleidsproduct
0021 Publieksvoorlichting, promotie en Public Relations Ontwikkelen en uitvoeren communicatiestrategie.
Adviseren van bestuur en ambtelijke organisatie op communicatieve aspecten/ consequenties.
Communicatie verwerken in beleidsprocessen en projecten (communicatie in het hart van het beleid).
Vernieuwen mediabeleid.
Inzetten digitale communicatiemiddelen (intranet, internet, social media) naast andere media. Optimaliseren interne communicatie. Schriftelijke communicatie.
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? verantwoordingsparagraaf jaarrekening.
Wanneer is de doelstelling bereikt? uitvoering wordt gegeven.
Wat is er veranderd en wat is nieuw? plaatsvinden. Uitvoering 2013.
Ontwikkelen en uitvoeren van geactualiseerde communicatievisie gericht op borgen interactie met en participatie van bewoners, partners en bedrijven en collega's.
Toetsen op het gebruik van de communicatievisie.
Voorjaar 2013.
Oud 2012 Corporate communicatieplan 20072011 en Nota “Samenspel in communicatie en participatie” 2009.
Voorjaar 2013.
Nieuw 2013 Visie communicatie en participatie gemeente Rijswijk 2012 en verder. -
Doorlopend proces.
-
Monitoring op effectiviteit en feedback.
Voorjaar 2013.
-
Monitoring.
Doorlopend proces.
-
Medewerkerstevredenheidsonderzoek.
Doorlopend proces.
-
Toezicht op brieven, raadsvoorstellen en notities met de Rijswijkse schrijfwijzer en de
Doorlopend proces.
-
Gecoördineerde communicatie: eenheid in presentatie van collegebeleid.
Toetsing op communicatieuitingen.
Verbeteren communicatieparagraaf op B&W voorstellen, met toetsing op mate van participatie. Communicatieadvies als integraal onderdeel beleidsadvisering.
Vooraf communicatieve toetsing op bestuursvoorstellen.
Methode Factor-C inzetten bij voorstellen die impact hebben op omgeving. Actief gebruik van kernboodschappen en communicatiekalender. Actualiseren mediabeleid. Investeren in de relatie met de media. Meer inzet op social media en aandacht voor mediawatching. Optimaliseren van de online middelen. Integrale inzet social media.
Intern proces op grond van verbetervoorstellen voor interne communicatie. Promoten schrijven op B1 taalniveau. Meer aandacht voor combinatie beeld, tekst en tone of voice.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 13
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Communicatie op maat.
Onderzoeken naar wat leeft in de Rijswijkse samenleving en hoe hierop te anticiperen en reageren.
0022 Organisatieverliezen
·
·
·
0030 Burgerzaken
·
·
· ·
· ·
Na afloop van tijdelijke aanstellingen voor bepaalde tijd of gekoppeld aan een project moeten aan uitkeringsverplichtingen worden voldaan. Dit zelfde geldt voor beëindiging van aanstellingen op grond van onvoldoende functioneren. In het Sociaal Statuut zijn afspraken gemaakt om het vertrek van werknemers te stimuleren bij boventalligheid. Op grond van wet- en regelgeving worden “van werk naar werktrajecten” gestart die (waar mogelijk) het beroep op uitkeringen moet beperken. Modernisering GBA/BRP (van decentraal naar centraal). Betere afstemming Basisregistratie (GBA/BRP) en Burgerlijke stand. Tegengaan identiteitsfraude. Kwaliteitsverhogende activiteiten ontplooien voor de vastgelegde gegevens. Vermindering regeldruk en lastenverlichting. Deelname aan benchmarkactiviteiten.
Hoe gaan we het meten? inzet van taalcoaches als vervolg op eerdere schrijftraining voor ambtenaren. Via “Waar staat je gemeente” en aanvullend onderzoek.
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Uitkeringsverplichtingen worden op juistheid gecontroleerd. Afspraken over “van werk naar werktrajecten” worden gemonitord.
Als met beperkte (extra) kosten een kwantitatieve en kwalitatieve personeelbezetting kan worden gerealiseerd.
Niet van toepassing.
Via audits en benchmarking.
Doorlopend proces.
Niet van toepassing.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 14
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
0031 Verkiezingen/ referenda
Opkomst bevorderen door: · Optimale bereikbaarheid en zo min mogelijk wisselingen in stemlocaties. · Kwaliteitsniveau van stembureauleden verhogen door mondelinge instructies. · Inzet van mobiele teams bij calamiteiten op stembureaus. · Volgen van ontwikkelingen nieuwe stemapparatuur. Voor de WABO geldt: · De informatievoorziening aan de frontOffice heeft een belangrijkere rol (meer service) vergunningen kunnen digitaal worden ingediend via een landelijk loket (minder kosten aanvrager). · Procedures worden geregistreerd en geregisseerd in Squit XO. · Alle aanvragen worden zo veel mogelijk digitaal ingeboekt en afgehandeld. · Statusinformatie wordt aan vergunningaanvrager s via de website beschikbaar gesteld; (meer service). · Door verbeterde werkprocessen is er een centrale interne regierol ingevoerd. (Coördinator Vergunningen) De interne samenwerking is beter vastgelegd en de burger profiteert. · Veel verordeningen zijn/worden aangepast.
0032 Publieke dienstverlening Uitvoering geven aan de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO).
Hoe gaan we het meten? Zie historisch overzicht onder “doelstelling per beleidsproduct” 0031.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Niet van toepassing.
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Niet van toepassing.
·
Het doel is bereikt als de gemeente Rijswijk in 2015 in staat is om zo veel mogelijk (80%) aanvragen om een omgevingsvergunning fysiek en digitaal in ontvangst te nemen, in behandeling te nemen en binnen de wettelijke termijn in de “meldingen” volledig in de frontOffice af te handelen.
Geen wijzigingen in reeds ingezet beleid.
·
Door de kortere termijnen moet de gemiddelde doorlooptijd (nog) korter worden. De zogenaamde “reguliere procedure” van 8 weken kent een fatale termijn: indien de gemeente in deze periode geen besluit neemt, dan heeft de aanvrager automatisch een vergunning. Doelstelling is om te voorkomen dat men op deze manier vergunningen van rechtswege verleend krijgt.
Het verbeteren van kwaliteit van het gemeentelijk functioneren is een continu proces. Of we iets goed doen is afhankelijk van onze gemeentelijke ambities (gekoppeld aan maatschappelijke uitdagingen en wettelijke verplichtingen).
De komende periode richten de
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 15
Beleidsproduct
Uitvoering geven aan het Landelijke Programma Antwoord©.
Wat doen we daarvoor? werkzaamheden zich vooral op stroomlijnen van de processen, professionaliseren van de informatievoorziening en ontwikkeling van integrale handhaving. Vanaf 2015 dienen gemeenten 80% van alle klantcontacten in één keer goed en eenduidig in de front-Office af te doen. Dit geldt voor alle dienstverleningskanalen (Balies, Telefoon, Digitaal, Post) Hiervoor is het Landelijk Programma Antwoord © ontwikkeld. Het realiseren van de Antwoord ©-ambities betekent het fundamenteel anders organiseren van klantcontacten, wat moet leiden tot een betere publieke dienstverlening en tot vermindering van administratieve lasten.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Er wordt gebruik gemaakt van de Kern Prestatieindicatoren (KPI’s) d.w.z. te behalen normen voor een gemeentelijk KCC, dat zich ontwikkelt in lijn met de Antwoord ©-fasen. De KPI’s zijn in lijn met de Benchmarking Publiekszaken. Daarnaast vond meting plaats vanuit BZK op het gebied van het realiseren van het Realisatieplan EGEM-i en de 5 Beloften. Deze monitor is intussen stopgezet en Rijswijk is geëindigd op een landelijk gedeelde 2e plaats. Inmiddels is i-NUP (implementatie Nationaal Uitvoerings Programma) gelanceerd vanuit BZK, KING en VNG. Hieraan is de zgn. i-Spiegel gekoppeld en vindt monitoring plaats door KING. Daarnaast wordt door KING de door hen ontwikkelde propositie met alle gemeenten doorgesproken.
KCC levert producten en diensten van de gemeente Rijswijk. Het KCC draagt zorg voor de levering van de producten en diensten. De regie ligt binnen PUZA bij de Manager Dienstverlening/ Specialist Publieke Dienstverlening.
Geen wijzigingen.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 16
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Het realiseren van een volwaardig Klant ContactCenter (KCC) waarin alle dienstverleningskanalen (balies, telefoon, post, digitaal) zijn opgenomen.
1.
Uitvoering geven aan alle EGEM-iprojecten en de bouwstenen van i-NUP.
Doorontwikkelen kanaal POST ten aanzien van digitalisering en het zgn. zaakgericht werken.
In 2012 heeft Rijswijk de beschikking over een operationele gevulde kennisbank waarin alle benodigde informatie is opgenomen en een operationeel Call Center. 2. D.m.v. een groeimodel zijn in 2015 alle werkprocessen beschreven volgens één methodiek. 3. Het KCC werkt uiterlijk 1 januari 2015 conform fase 4 van het Programma Antwoord ©: · Alle klantcontacten verlopen via het KCC (inclusief monitoring). · Elk kanaal geeft hetzelfde antwoord. · De informatie is vraaggericht samengesteld. De klantcontacten voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen (minimum branchenormen VNG, juni 2010). Gemeenten moeten vóór 2015 de basisinfrastructuur voor de elektronische overheid op orde hebben. Om dat doel te bereiken moeten gemeenten NUPbouwstenen implementeren en resultaatverplichtingen nakomen. Dit geldt tevens voor de noodzakelijke lokale aanpassingen in dat kader. Meer informatie over de bouwstenen: http://new.kinggemeenten .nl/uw-bouwstenen Het gaat hierbij om dienstverleningsprocessen aan burgers en bedrijven maar ook om ondersteuning van de interne organisatie. In Rijswijk wordt de inkomende poststroom
Hoe gaan we het meten? Alle gemeenten worden gemonitord door het Ministerie van BZK en KING aan de hand van de bepalingen van het Nationaal UitvoeringsProgramma, (i-NUP en de i-NUP-spiegel) alsmede het landelijke Programma Antwoord©.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Planning ligt in 2015 in overeenstemming met fase 4 van het programma Antwoord. ©
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Bijgestelde planning dat in 2015 fase 4 van dit programma is bereikt. Dit betreft overigens een landelijke bijstelling.
Het zijn diverse projecten. Meting vindt plaats bij de individuele projecten. Actieve betrokkenheid burgers en bedrijven.
Wanneer we bij de oplevering van de projecten voldoen aan de individuele projectopdracht.
Er is hierbij sprake van landelijke en lokale ontwikkelingen. Dit naar aanleiding van de overgang van EGEM-i naar i-NUP en de afronding van de 5 Beloften.
Door het invoeren van kwaliteitsmanagement gericht op controle op volledigheid van de informatievoorzien
Digitalisering van de poststromen en een zaakgewijze inrichting van de informatie in DMS en archief draagt bij tot professionalisering van de
Geen wijzigingen.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 17
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor? digitaal verwerkt. Het proces van de uitgaande post verloopt voor een deel digitaal. Er is een pilot opgestart voor de toepassing van de digitale handtekening. Omdat het overheidsbeleid er op gericht is om steeds meer digitale dienstverlening te bieden is het noodzakelijk dat alle documentstromen (zowel interne als uitgaande post) in het werkproces digitaal raadpleegbaar zijn (inclusief de documenten uit de backoffice systemen d.m.v. een koppeling).
0060 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer-
“Zaakgericht” inrichten informatievoorziening. Burgers en bedrijven verwachten een goede service en efficiënte dienstverlening, waar en wanneer het hen uitkomt. Het systematisch ordenen van informatie uit de werkprocessen is essentieel. Zaakgewijs inrichten en organiseren van de informatie ondersteunt dit. Door zaakgericht te werken zijn alle zaakdossiers van een bepaalde klant of een bepaald adres op te vragen en zijn de voortgang en status ervan te volgen. Door het zaakgewijs inrichten van het Documentmanagement systeem (DMS) wil Rijswijk een belangrijk kwaliteitsaspect realiseren, namelijk: de betrouwbaarheid en transparantie van de informatievoorziening. Voor de organisatie betekent een zaakgewijze inrichting van de informatievoorzieningen: een klantdossier bevat alle zaken van één klant. Continu verbeteren van informatievoorziening aan de raad. In 2013 zal uitvoering worden gegeven aan de
Hoe gaan we het meten? ing, monitoring (en signalering) van het proces van afhandeling van vragen van burgers die via het kanaal post verlopen. Via dit systeem kunnen klantvraag en doorlooptijden volledig in beeld gebracht worden.
Wanneer is de doelstelling bereikt? postafhandeling en tot een betere kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers. We hebben dit doel bereikt wanneer: · Alle benodigde voorzieningen (systemen, procedures) aanwezig zijn en door de organisatie worden gebruikt.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Alle relevante klantcontacten/verzoeken van burgers die via het kanaal post verlopen, volledig digitaal inzichtelijk en raadpleegbaar zijn (inclusief de status van afhandeling) voor de informatievoorziening aan de interne organisatie en het KCC.
Op gezette tijden wordt er een enquête onder de raad en insprekers
Nooit, dit blijft een doorlopend proces.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 18
Met name het digitaal werken is nieuw. Dit betekent een verdere vermindering van de stukkenstroom.
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
functie
in 2012 uitgevoerde evaluatie van de werkwijze.
Transparantie van het bestuur en helderheid over het besluitvormingsp roces voor burgers. Het primaat van de raad op werkbare wijze vorm geven.
Verder invulling geven aan een regionale rekenkamerfunctie, samen met een of meer andere gemeenten uit de regio.
Het zodanig uitvoeren van de raadsondersteuning dat de raad in staat wordt gesteld om adequaat vorm en inhoud te geven aan zijn volksvertegenwo ordigende, controlerende en kaderstellende taken.
Een benoemingsprocedure voor de burgemeester heeft zijn doorloop in 2013. Hiervoor moet een verordening worden gemaakt. Tevens moet de sollicitatieprocedure worden doorlopen. Het verder digitaliseren van de raadsprocessen. In 2012 is een nieuw raadsinformatiesysteem aangelegd. Dit zal in 2013 verder worden uitgebreid. Het regelen van vergaderingen van raad, forum, presidium, agendacommissie, auditcommissie en diverse werkgroepen. Het beoordelen van kadernota’s en van de aanvragen om extra vergaderingen en bijeenkomsten en presentaties.
5801 Mediabeleid
Hoe gaan we het meten? gehouden. De uitkomsten hiervan worden besproken in het presidium. Zo nodig worden de processen en procedures hierop aangepast. De laatste evaluatie dateert uit 2012. Halverwege 2013 gaan we meten of aan de wettelijke taak voor wat betreft de rekenkamerfunctie wordt voldaan. Meten hiervan is eenvoudig: het nemen van een besluit omtrent de benoeming.
Het subsidiëren van RTV Rijswijk op basis van het meerjaren subsidieconvenant.
Meten kan plaatsvinden door de registratie van het aantal vergaderingen, het aantal geschreven adviezen en de stukkenstroom. Het presidium komt in ieder geval 4 keer per jaar bijeen, de auditcommissie 3 keer per jaar en de agendacommissie elke vergadercyclus. Het Commissariaat voor de Media is het bevoegd orgaan om de vereisten van de Mediawet te toetsen.
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Er zijn nog geen geplande wijzigingen voor 2013. De evaluatie wordt momenteel verder uitgewerkt. In 2013 moet er invulling zijn gegeven aan de rekenkamerfunctie.
Als er een nieuwe vaste burgemeester is.
Dit blijft een continu proces van verbeteringen.
Investeringen liggen in 2013 met name op het gebied van audiovisuele verslaglegging.
De lokale omroep voldoet aan de eisen die in de Mediawet staan.
-
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 19
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Verder zijn er elk jaar wel aanpassingen in vergaderstructuur of – cultuur.
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Landelijk Programma Antwoord© vanuit BIZA, KING en VNG. Gemeentewet. Ambtenarenwet. VNG Basisnormen. CAR-UWO. Fiscale en sociale wet- en regelgeving. Wet GBA. Wet- en regelgeving paspoorten. Wet- en regelgeving rijbewijzen. Wet op het Nederlanderschap. Burgerlijk Wetboek. Grondwet. Kieswet. Provinciewet. Europese wet- en regelgeving. Mediawet.
Interne kaders Gedragscode integriteit van B&W. Gedragscode ambtenaren gemeente Rijswijk. Gedragsregels email- en internetgebruik. Coalitieakkoord 2010-2014. Collegewerkprogramma 2011-2014. Nota samenspel in communicatie en participatie 2009. Sociaal Statuut. Er zijn voor de raad diverse reglementen en werkafspraken waarbinnen de griffie en raad functioneren.
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
8.995
9.069
8.475
8.509
8.224
8.147
Baten
945
1.275
886
906
913
896
Saldo
8.050
7.794
7.589
7.603
7.311
7.251
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 20
Programma Openbare Orde en Veiligheid Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma · · ·
Lasten € 5.819 Baten € 40 ---------------Saldo € 5.779
Bestrijding en voorkoming van criminaliteit, overlast en rampen. Bevordering van veiligheid en leefbaarheid. Afgestemde en integrale werkwijze.
Beleidsproducten per programma
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € Baten €
1100 Openbare Orde en Veiligheid
Saldo
349 40 ---------------€ 309
Lasten € 5.303 Baten € 0 ---------------Saldo € 5.303
1200 Brandweer
Lasten € Baten €
1201 Rampenbestrijding
Saldo
Programma Openbare Orde en Veiligheid 21
167 0 ---------------€ 167
Doelstellingen per beleidsproduct 1100 Openbare Orde en Veiligheid Zorgdragen voor het opstellen en het uitvoeren van beleid ten aanzien van de openbare orde en veiligheid en leefbaarheid in de gemeente Rijswijk. 1200 Brandweer De brandweertaken zijn ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden. 1201 Rampenbestrijding Het coördineren van de activiteiten aangaande de preventie van, anticipatie op, bestrijding van en het verlenen van nazorg bij rampen en zware ongevallen.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
1100 Openbare Orde en Veiligheid
Opstellen jaarplan 2013 Veiligheid deel I en deel II gericht op zowel fysieke als sociale veiligheid en het uitvoeren van de taken die zich op incidentele en/of individuele basis voordoen. Integraliteit door middel van samenwerking vormt daarbij het uitgangspunt.
Bestrijding en voorkoming van criminaliteit, overlast. Bevordering van veiligheid.
1200 Brandweer 1201 Rampenbestrij ding Invullen en uitvoeren van het regionaal crisisplan van de Veiligheidsregio Haaglanden.
Zie de begroting van de Veiligheidsregio Haaglanden. Het coördineren van preventieve, anticipaterende, bestrijdende en nazorg verlenende activiteiten bij rampen en zware ongevallen.
Hoe gaan we het meten? In de jaarverslagen wordt per activiteit weergegeven hoe een en ander is uitgevoerd en wat de resultaten daarvan waren.
Wanneer is de doelstelling bereikt? De doelstelling is bereikt op het moment dat de geplande activiteiten zijn uitgevoerd en daarmee de vooraf geformuleerde doelen zijn behaald.
Wat is er veranderd en wat is nieuw? De politie gaat over van een regionale organisatie naar een landelijke organisatie. Dit brengt met zich mee dat Rijswijk, samen met Westland, Delft en Midden Delfland deel gaat uitmaken van een district (district 5). Verder wordt ook het Regionaal College uitgebreid. Rijswijk sluit zich aan bij het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden.
In de jaarverslagen wordt per activiteit weergegeven hoe een en ander is uitgevoerd en wat de resultaten daarvan waren.
Een geoefende rampenbestrijdingsorganisatie die voor wat betreft de bezetting en de kwaliteit op orde is.
Met de Wet op de Veiligheidsregio’s is ook een nieuwe hoofdstructuur van de rampenbestrijdingsorganisatie geïntroduceerd.
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Wet op de Veiligheids-regio´s. AMvB’s, zoals het Besluit Veiligheidsregio’s en het Besluit Personeel Veiligheidsregio’s. Gemeentewet. Politiewet 1993. Wet tijdelijk huisverbod. Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz).
Interne kaders Lokale regelgeving en richtlijnen, beleidskaders. Jaarplannen veiligheid gemeente Rijswijk. Algemene plaatselijke verordening voor Rijswijk. Verordening tot wijziging van de APV Rijswijk. Verordening binnentreden ter uitvoering van noodverordeningen. Kaders evenementenbeleid. Brandbeveiligingsverordening 2010.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 22
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
6.066
6.199
5.819
5.444
4.742
4.727
Baten
87
80
40
40
40
40
Saldo
5.979
6.119
5.779
5.404
4.702
4.687
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Openbare Orde en Veiligheid 23
24
Programma Verkeer en Vervoer Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma Het behouden en verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en de leefbaarheid van de gemeente Rijswijk. Naast verkeersbeleid en beheer en onderhoud van de bestaande infrastructuur maken we samen met onze inwoners en andere belanghebbenden plannen voor het verkeer in de toekomst.
Beleidsproducten per programma
Lasten € 10.364 Baten € 1.891 ---------------Saldo € 8.473
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € Baten €
2100 Wegen, straten en pleinen
Saldo
7.551 853 ---------------€ 6.698
Lasten € 1.188 Baten € 45 ---------------Saldo € 1.143
2110 Verkeer
Lasten € Baten €
2120 Openbaar vervoer
Saldo
34 0 ---------------€ 34
Lasten € Baten €
2140 Parkeren
Saldo
535 978 ---------------€ -443
Lasten € 1.055 Baten € 15 ---------------Saldo € 1.040
2400 Waterwegen
Programma Verkeer en Vervoer 25
Doelstellingen per beleidsproduct 2100 Wegen, straten en pleinen. Aanleggen en onderhouden van bovengrondse infrastructuur (wegen, bruggen, straatmeubilair, openbare verlichting) op basis van actuele inzichten. Zorgen voor een schoon straatbeeld en adequate gladheidsbestrijding. Zie ook: nota kapitaalgoederen. 2110 Verkeer Zorgen voor een geordende en veilige verkeersafwikkeling en verkeerscirculatie. Behouden en verbeteren van de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid door middel van verkeersplannen, verkeersregelingen en verkeersmaatregelen, conform de kaders neergelegd in de Structuurvisie Mobiliteit. 2120 Openbaar vervoer Bijdragen aan een goede ontsluiting van woon- en werkgebieden door middel van openbaar vervoer. Stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer in samenwerking met het Stadsgewest Haaglanden door het bieden van een goede dienstregeling en hoogwaardige voorzieningen. 2140 Parkeren Zorgen voor een adequate verdeling van de beschikbare parkeercapaciteit en het bepalen van de parkeerbehoefte (normen) bij ruimtelijke ontwikkelingen. Terughoudend omgaan met betaald parkeren bij het beheersen van de parkeerdruk. 2400 Waterwegen Zorgen voor een goede afwatering in de gemeente en het beheren en onderhouden van de haven.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
2100 Wegen, straten en pleinen
In de nota kapitaalgoederen is aangegeven wat we doen om bestaande infrastructuur te onderhouden.
Zie nota kapitaalgoederen.
Nieuwe infrastructuur, fiets 1. Verbeteren fietsparkeervoorzieningen, incl. fietsfrommels in oude wijken. 2. Fietsbrug over Vliet en aanvullende routes. 3. Fietspaden in asfalt. 4. Fietsstraat Haagweg. 5. Sternetroute fiets: van Steenlaan-Jaagpad (incl. Rembrandtkade). 6. Fietspad Zweth-Pr. Beatrixlaan-Zuid. 7. Fietsstructuur RijswijkBuiten. Nieuwe infrastructuur, openbaar vervoer 8. Uitrol lijn 15 en 17 /
Wanneer is de doelstelling bereikt? Zie nota kapitaalgoederen
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
1. Plaatsen trommels; Plan fietsparkeren gereed en plaatsen extra klemmen. 2. Open stellen.
Begin 2013. Begin 2013.
Stond gepland 2012.
3. Hoofdfietsroutes asfalteren. 4. Opleveren, i.s.m. Haagweg. 5. Uitgewerkt plan Opleveren.
2013-2014.
6. Opleveren.
2013-2014.
7. Integraal in planvorming.
2013-2020.
8. Verbreding
2015.
2013-2014. 2013.
2014. Begin 2013. 2013-2015.
Programma Verkeer en Vervoer 26
Nieuw, mede vanwege subsidiemogelijkheden Provincie.
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor? OV-corridor Haagweg netwerk Randstadrail. 9. Toegankelijke bushaltes. 10. Toegankelijk maken tramhaltes. 11. Reisinformatie op de haltes en het station. 12. Fietsklemmen bij tramhaltes.
Nieuwe infrastructuur, autoverkeer 13. Verbreding Prinses Beatrixlaan-Zuid. 14. Weginfrastructuur RijswijkBuiten. 15. Rembrandtkade. 16. Haagweg.
tramsporen gereed. 9. Oplevering laatste 10 bushaltes. 10. Alle15 tramhaltes toegankelijk. 11. Haltedisplays geplaatst. 12. Iedere tramhalte 2 klemmen. Extra klemmen bij drie grote haltes.
Wanneer is de doelstelling bereikt?
2014. 2012 (gereed) Busstation: 2014. 2013.
2014-2015.
14. Integraal in planvorming. 15. Straat heringericht 16. Straat heringericht
2013-2020.
17. 30 km-zone Stationskwartier.
17. Uitvoering gereed.
2013.
18. Verkeersveiligheid ’t Haantje en kruising Jaagpad/ Lange Kleiweg.
18. Maatregelen (o.a. snelheidsdisplays) geplaatst/ uitgevoerd.
2013.
19. B&W besluit handboek.
2013.
2013. 2014-2015.
Bereikbaarheid (planvorming) 1. Rotterdamsebaan.
2014 (-2019).
2.
2013 (-2019).
3. 4.
1. Voorkeursvariant getoetst (m.e.r.). MIRT Haaglanden/ 2. Overeenkomst met Prinses Beatrixlaan Rijk, Stadsgewest Noord: binnen en Den Haag over voorwaarden Rijswijk oplossing. Wijkontsluiting 3. HaalbaarheidsStationskwartier. onderzoek afgerond. Plan herinirchting 4. PvA gereed. hoofdwegen (o.a. Generaal Spoorlaan, SW Churchilllaan).
Bereikbaarheid doorstroming / VRI 5. Doorstroming/ VRI aanpassen prinses Beatrixlaan. 6. Bewegwijzering langzaam verkeer. 7. Regionaal verkeersmanagement.
Iedere tramhalte 2 klemmen.
Project omvat complete herinrichting. Project incl. Hoornbrug, tram 15 en fietsstraat. Aanpak gefaseerd wegens ontwikkeling PC Boutenslaan. Kruising Jaagpad/ Lange Kleiweg nieuw.
Voorkeursbesluit in 2012 genomen.
2013.
Nieuw n.a.v. inspraak bouwplan oude CBR.
2013.
Nieuw (basis: structuurvisie Mobiliteit).
5. Uitvoering gereed.
2013.
6. Verbeterplan.
2013.
7. Regelscenario’s uitwerken.
2013-2014.
Programma Verkeer en Vervoer 27
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
2013.
13. Uitvoering gereed.
Handboek Naast infrastructuur stellen we richtlijnen op over inrichting. 19. Handboek openbare ruimte. 2110 Verkeer
Hoe gaan we het meten?
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor? Verkeersveiligheid 8. Voorlichting en verkeerseducatie.
2120 Openbaar vervoer
2140 Parkeren
Leefbaarheid 9. Stimuleren autodelen, electrisch vervoer, etc. 10. Bovenwettelijke milieuhinder door verkeer aanpakken. 1. Bezuinigingen OV Rijswijk beperken. 2. Zorgdragen voor bus naar RijswijkBuiten. 3. Station RW Zuid mogelijk houden 1.
Efficiënter parkeerbeheer.
2.
Actuele beleidsregels gehandicapten en artsenparkeren. Parkeerdata per wijk op orde.
3. 4.
5. 2400 Waterwegen
Herijken parkeerbeleid/ vergunningen/ blauwe zones. Gericht toezicht en handhaving.
1. Uitvoeren van werkzaamheden baggeren, beschoeiing en oevers conform beheer plannen. 2. Uitvoeren maatregelen gemeentelijk waterplan 2008-2014.
Hoe gaan we het meten? 8. Educatie voor kwetsbare deelnemers, o.a. : Fietsexamen en verkeersslang op scholen (kinderen), fietsinfodag en broemcursus (ouderen). 9.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Doorlopend.
Beleidsregels vastgesteld.
2013.
10. PvA voor alle knelpunten.
2013.
1. Behouden Lijn 18 en 130. 2. OV bij oplevering eerste woningen. 3. Afspraak met Prorail in kader spoorverbreding. 1. Nieuw systeem vergunningen voor de klant. 2. Besluitvorming door B&W.
2013.
3. Toegankelijke actuele parkeerdatabase. 4. Op basis van database herijken .
2013.
5. Eenvoud en duidelijkheid borden en regels. Schouw, conform plannen.
Va. 2013.
2014/2015. 2013.
Door bezuinigingen staat OV onder druk. Lijn 18 en 130 vooralsnog behouden. Extra OV (naar RijswijkBuiten) moeilijk. Zie kaders.
2013.
Nieuw.
2013.
Stond gepland voor 2012.
2014.
Doorlopend. 2013-2016 (2014).
Programma Verkeer en Vervoer 28
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Regionale ontwikkelingen met invloed op/in Rijswijk Metropoolregio: · vorming van Metropoolregio Rotterdam- Den Haag. Autoverkeer: · A4 Delft-Schiedam. · A13/A16” (met mogelijke effecten op de A13 en afslag Rijswijk-Zuid /Vrijenban). · Rotterdamsebaan. · MIRT-verkenning Haaglanden: Rijswijk ondersteunt vooralsnog niet de afspraken tussen Rijk, Provincie en Stadsgewest over oplossing op de Prinses Beatrixlaan.
Interne kaders · Fietsnota (2008). · ISV-programma (2010). · Collegeprogramma 2010-2014. · Nota kapitaalgoederen (2010). · Waterplan 2008-2015. · Groenbeleidsplan (2010). · Economische visie (2010). · Nota Parkeernormen (2010). · Structuurvisie Mobiliteit (2011). · Milieubeleidsplan (2011). · Duurzaamheidsagenda 2020 (2011).
Openbaar vervoer: · bezuinigingen: Door bezuinigingen staat OV onder druk. Lijn 18 en 130 vooralsnog behouden. Extra OV (naar RijswijkBuiten) moeilijk. · Capaciteitsuitbreiding spoor Rijswijk-Delft,. Inclusief ongelijkvloerse kruising ’t Haantje. · Stedenbaan en netwerk Randstadrail van Stadsgewest Haaglanden. Fiets: · stimuleren fietsinfrastructuur bij Stadsgewest Haaglanden en Provincie ZuidHolland. Randvoorwaarden en uitgangspunten Rijksbeleid: · MIRT-verkenning bereikbaarheid Haaglanden. · Luchtkwaliteits- en geluidseisen op grond van de Wet milieubeheer. Provinciaal beleid: · streekplan Zuid-Holland-West (1996-2005 met doorkijk voor de periode tot 2015). · Structuurvisie Provincie Zuid-Holland (in ontwikkeling). Regio Haaglanden: · regionale nota Mobiliteit (2005) en Actualisatie (2008). · Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (2009). · Regionaal Structuurplan (2008). · Nota Naar een betere luchtkwaliteit in Haaglanden (2005, met aanvullingen). · Beleidsvisie Netwerk Randstadrail (2009).
Programma Verkeer en Vervoer 29
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig):
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten
9.395
9.913
10.364
9.456
9.477
9.575
Baten
1.544
1.857
1.891
1.921
1.921
1.923
Saldo
7.851
8.056
8.473
7.535
7.556
7.652
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Verkeer en Vervoer 30
Programma Economie en Werken Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma We streven ernaar de sterke economische positie van Rijswijk te behouden en te versterken. Onze economische positie betreft de kantoren- en bedrijventerreinen, het (internationale) vestigingsklimaat en de winkelcentra.
Beleidsproducten per programma
Lasten € 923 Baten € 2.240 ---------------Saldo € -1.316
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € Baten €
3100 Economische aangelegenheden
Saldo
923 178 ---------------€ 746
Lasten € 0 Baten € 2.062 ---------------Saldo € -2.062
3300 Nutsbedrijven
Programma Economie en Werken 31
Aandachtspunten en ontwikkelingen De minister van Economische Zaken heeft cassatie aangekondigd tegen de uitspraak van het Gerechtshof waarbij de gedwongen splitsing van energiebedrijven onverbindend werd verklaard, omdat dit in strijd is met het Europees recht. Lopende het cassatieberoep is het voor Eneco Holding niet noodzakelijk om externe financieringsbronnen aan te boren ter versterking van het eigen vermogen.
Doelstellingen per beleidsproduct 63100 Economische aangelegenheden We streven ernaar de sterke economische positie van Rijswijk te behouden en te versterken. Onze aandacht gaat uit naar een vernieuwde, aantrekkelijke Plaspoelpolder, naar een uitstekend (internationaal) vestigingsklimaat en naar goed functionerende winkelcentra. 63300 Nutsbedrijven Deelname in het maatschappelijk kapitaal van nutsbedrijven.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
63100 Economische aangelegenheden
Account-management, bijdragen aan de Urbanisator en verbeteren van het imago van de Plaspoelpolder.
Leegstand Plaspoelpolder in relatie tot de ontwikkelingen in de regio.
Kentering qua beeldvorming Plaspoelpolder en qua aantal nieuwe initiatieven.
Convenant aanpak leegstand kantoren.
Behoud en stimuleren startersklimaat.
Verdere uitwerking actieplan startende ondernemers.
Stijgende lijn qua aantallen starters in Rijswijk (aantal en bestaansduur van gestarte ondernemers).
Nieuwe initiatieven, zoals startersborrel, coachpool.
Verdere professionalisering Bedrijfscontactpunt.
Meer activiteiten vanuit het Bedrijfscontactpunt.
Strategisch account management, o.a. i.s.m. WFIA en verder ontwikkelen expatbeleid.
Behoud/aantrekk en van nieuwe (internationale) bedrijven/organisaties; meer activiteiten vanuit het expatbeleid.
Positieve ontwikkeling in aantal bedrijven/organisaties.
Opstellen strategie voor de overige bedrijventerreinen.
Strategie vaststellen in 2013.
Positie van de bedrijventerreinen behouden dan wel verbeteren.
Behoud en versterken winkelcentra, voor wat betreft Bogaard en Oud- Rijswijk ook door inzetten centrummanagement.
Leegstand winkelcentra in relatie tot ontwikkelingen in de regio.
In 2015 minder leegstand dan in 2013 (als % van de totale winkelvoorraad).
Relatiebeheersysteem, meer inzetten van social media, infocentrum Plaspoelpolder.
Programma Economie en Werken 32
Vertaling gemeentelijke website in het Engels.
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Rijksbeleid · Structuurvisie Infrastructuur en Milieu. · Winkeltijdenwet. · Experimentenwet BI-Zones. Provinciaal/Regionaal beleid · Provinciale Structuurvisie. · Verordening Ruimte. · Mobiliteitsplan Zuid-Holland. · Kantorenstrategie Haaglanden 2012-2020 (vaststelling voorzien eind 2012 in AB Haaglanden). · Regionaal Structuurplan 2020. · Uitvoeringsprogramma “Regionale routekaart” (2009). · Monitor Kantorenmarkt Haaglanden (2009). · Regionale bedrijvenstrategie Haaglanden in ontwikkeling. · Structuurvisie Detailhandel Zuid-Holland (2007). · Structuurvisie Detailhandel Haaglanden (vaststelling voorzien eind 2012). · Agenda Vrije Tijd (2006). · Leisurebeleid Haaglanden (2002). · Intentieverklaring “Toerisme zonder grenzen” (2008).
Interne kaders Intern beleid EZ: · Economische Visie (2010). · Expatbeleid (2009). · Startersbeleid(2007). · Actieplan voor startende ondernemers (2012). Intern beleid (relevant) · Structuurvisie mobiliteit.(2011). · Duurzaamheidsagenda 2020. · Groenbeleidsplan (2012). · Motie duurzaamheid (2009). · Masterplan Rijswijk-Zuid (2009). · Nota Grondbeleid (2012). · Wro-instrumentarium (2008). · Woonvisie 2007+ (2007). · Hoogbouwvisie (2007). · Uitvoeringsprogramma “Duurzaamheid op de kaart” (2007). · Stedebouwkundige Structuurvisie Plaspoelpolder (2006). · Plan van aanpak duurzaam bouwen (2006). · Horecanota (2004).
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
755
907
923
884
725
724
Baten
1.428
1.988
2.240
2.244
2.244
2.244
Saldo
-673
-1.081
-1.317
-1.360
-1.519
-1.520
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Economie en Werken 33
34
Programma Onderwijs Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma
Lasten € 4.437 Baten € 100 ---------------Saldo € 4.337
Iedere in de gemeente Rijswijk wonende of schoolgaande jeugdige behaalt een startkwalificatie. Gedurende de schoolcarrière zijn daarnaast de randvoorwaarden aanwezig om het individueel talent optimaal te ontwikkelen.
Beleidsproducten per programma
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € 2.180 Baten € 3 ---------------Saldo € 2.177
4010 Huisvesting scholen
Lasten € 1.714 Baten € 97 ---------------Saldo € 1.617
4030 Lokaal onderwijsbeleid
Lasten € Baten €
6500 Kinderopvang
Saldo
Programma Onderwijs 35
543 0 ---------------€ 543
Doelstellingen per beleidsproduct 4010 onderwijshuisvesting: Met het voorzien in voldoende, veilige en onderwijskundig geschikte huisvesting stellen we voor alle leerlingen veilige, kwalitatief goede en onderwijskundig geschikte huisvesting beschikbaar. Door samenwerking tussen de verschillende partners in de brede school, zoals onderwijs, kinderopvang en welzijn, kunnen de gebouwen multifunctioneel, flexibel en efficiënt worden gebruikt. 4030 lokaal onderwijsbeleid: 1. Met het voorkomen en bestrijden van schooluitval beogen we dat alle leerlingen een startkwalificatie behalen en daarmee zijn voorbereid op de arbeidsmarkt. 2. Met het stimuleren van leerlingen om het individueel talent optimaal te ontwikkelen stellen we alle basisschoolleerlingen in staat om zichzelf binnen hun capaciteiten optimaal te ontwikkelen. Peuters met een verhoogd risico op taal- of ontwikkelingsachterstand leiden we naar een voorschoolse instelling toe en ontvangen daar op jonge leeftijd spelenderwijs taalonderwijs. Deze ontwikkelingslijn continueren we op de basisschool. Leerlingen van het basisonderwijs bieden we, vraaggericht, ondersteuning om hun taalvaardigheid te vergroten. 3. Met het realiseren van een samenhangende aanpak van activiteiten tijdens en na schooltijd ontwikkelen leerlingen zich breed in en rond de (brede) school onder meer op het gebied van sport en spel, creativiteit, techniek en media, kunst en cultuur. 6500 kinderopvang (peuterspeelzaalwerk): 1. Met kinderopvang/peuterspeelzaalwerk willen we bereiken dat kinderen in groep 3 van het basisonderwijs zonder taal- en ontwikkelingsachterstanden beginnen. 2. We zien toe op de kwaliteit van kinderopvang en peuterspeelzalen en de handhaving hierop. 3. Daarnaast dragen we er mede voor zorg dat ouders zorg- en arbeidstaken beter kunnen combineren en een gunstig ondernemersklimaat wordt bevorderd.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
4010 Onderwijshuisvesting
Schoolbesturen vanuit verordening onderwijshuisvesting faciliteren om te voorzien in voldoende, veilige en onderwijskundig geschikte huisvesting voor primair en voortgezet onderwijs.
Beoordeling van de huisvestingsaanvragen volgens beoordelingssysteem NEN 2767 Leerlingenprognose toont of een school over voldoende ruimte beschikt. Beoordelen voortgang in bilateraal overleg met het betreffende schoolbestuur en in overleg met de werkgroep huisvesting onderwijs en het bestuurlijk overleg onderwijs. Voortgangsbespreking in afzonderlijk bestuurlijk overleg.
In overleg met de schoolbesturen via het huisvestingsprogramma afspraken maken over noodzakelijke aanpassingen.
Schoolbestuur faciliteren in huisvesting ten behoeve van het voortgezet onderwijs van het Stanislascollege Rijswijk.
Programma Onderwijs 36
Wanneer is de doelstelling bereikt? Als alle gehonoreerde aanvragen gerealiseerd zijn.
Jaarlijkse vaststelling van huisvestingsprogramma. Alle aanvragen voor vervangende huisvesting zijn getoetst aan de visie op (netwerk) brede school.
Wanneer een besluit is genomen over de huisvesting van het Stanislascollege.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Beleidsproduct
4030 Lokaal onderwijsbeleid (1)
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Afspraken maken over alternatief gebruik van leegstaande onderwijslokalen.
Voortgangsbespreking in de werkgroep onderwijshuisvesting.
In relatie tot de aangekondigde wetswijziging: - nieuwe meerjarenonderhoudsplannen (MOP) opstellen om tot een juiste afrekening te komen; - bezien of verordening onderwijshuisvesting aangepast kan en moet worden. Handhaven van de Leerplichtwet en het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten. Dit ondermeer door loopbaanbegeleiding, preventieve acties gericht op het te laat komen, meer preventieve inzet casemanager voortijdig schoolverlaten, vergroten ouderbetrokkenheid en (eerder) verbaliseren door de leerplichtambtenaren.
Aantal voortijdig schoolverlaters (vsv-ers), terugbegeleiden en geverbaliseerde jongeren staat geregistreerd in leerlingenadministratie.
Volledige registratie van leerplichtige en nietleerplichtige leerlingen tot 23 jaar.
Rapportage in het jaarlijkse leerplichtverslag.
Inzetten van Haltspijbelafdoening.
Rapportage van Halt, opnemen in het jaarlijkse leerplichtverslag.
Specifieke aandacht voor de overstap van VMBO naar MBO.
Met behulp van VOROC overstappers in beeld brengen en volgen.
Met behulp van het systeem Voortgezet Onderwijs ROC (VOROC) hebben we inzicht in de situatie van een overstapper.
Programma Onderwijs 37
Wanneer is de doelstelling bereikt? Als afspraken zijn gemaakt over gebruik van de leegstaande onderwijslokalen, gestart is met het opstellen van de nieuwe MOP’s en besloten is of de verordening wordt aangepast.
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Er ligt een wetsvoorstel voor overheveling van het buitenonderhoud van schoolgebouwen naar de besturen voor primair onderwijs.
Het aantal jongeren met een startkwalificatie stijgt en het aantal vsv-ers daalt. Positieve neveneffecten zijn dat scholen signaleren dat kinderen minder te laat komen. Alle jongeren waarvan betrokkenen vermoeden dat zij dreigen uit te vallen worden door onderwijs/vsvcasemanager begeleid. Alle verzuimmeldingen van scholen zijn binnen 5 werkdagen opgepakt. Minimaal 15 leerlingen voeren per schooljaar een Haltspijbelafdoening uit.
Als alle jongeren die extra aandacht nodig hebben bij de overstap door de casemanager benaderd zijn.
Nieuwe invulling van landelijke, verruimde richtlijnen leidt naar verwachting tot meer Haltwaardige trajecten zonder kosten voor programma onderwijs.
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten.
Rapportage over voortgang afspraken in regionaal convenant.
Uitvoering geven aan het convenant t/m 2015 voor de regio Haaglanden met sterkere focus op het voorkomen van uitval in bovenbouw Havo/VWO en in het MBO niveau 3 en 4 en de overstap VMBO/MBO. Inzet van schoolmaatschappelijk werk (SMW) in basis- en voortgezet onderwijs als onderdeel van de keten (passend) onderwijs jeugdzorg.
4030 Lokaal onderwijsbeleid (2)
4030 Lokaal onderwijsbeleid (3)
Rapportage van schoolbesturen en zorgregisseurs.
Uitvoeren van de rijksregeling/bekostiging voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en daarmee het plan van aanpak VVE 2010-2014.
Jaarlijks VVEevaluatieverslag en monitor.
Het gemeentebreed taalbeleid doorontwikkelen en scholen ondersteunen op basis van het hiertoe door hen opgestelde taalplan.
Vanuit taalplannen per school inzichtelijk maken op welke wijze de leerlingen vraaggericht bereikt worden.
Bevorderen van doorgaande lijn tussen basis onderwijs en peuterspeelzalen/kinderopvang. Een goede spreiding van peuterspeelzalen en kinderopvang van voldoende kwaliteit. Gemeentebrede aanpak gericht op beweegactiviteiten onder en na schooltijd door onder andere de inzet van schoolzwemmen en vakonderwijs lichamelijke opvoeding.
Jaarlijks verslag en voortgangbespreking met de onderwijs-, zorg- en welzijnspartners.
Monitoring met jaarlijkse P&Csubsidiecyclus.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Als de afspraken zoals in het regionaal convenant beschreven zijn bereikt.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Als, uit ondermeer de rapportages, blijkt dat elke basisschool of middelbare school SMW als verbindend onderdeel met de zorgstructuur vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin hanteert. Alle doelgroepkinderen van 2-4 jaar krijgen een plek aangeboden in een voorschoolse voorziening met erkend VVEprogramma. Als de taalplannen van de scholen zijn verbonden met het overkoepelende plan en in aanmerking komen voor honorering. De evaluatie van de taalplannen geeft inzicht in de mate waarin leerlingen ondersteund worden. Als de aandachts- en verbeterpunten uit de nulmeting door de Inspectie van het Onderwijs door de samenwerkende partners zijn opgepakt.
Door de komst van de Wet Passend Onderwijs zal de functie van het schoolmaatschappelijk werk van nog groter belang gaan zijn.
De vangnetregeling zwemmen bereikt alle doelgroepkinderen. Vakonderwijs LO is in samenhang met inzet combinatiefunctionarissen sport doorontwikkeld.
De oorspronkelijke regeling vakonderwijs lichamelijke opvoeding is met ingang van 2013 onderdeel van de inzet combinatiefuncties. Daardoor is een besparing van € 80.000 gerealiseerd.
Met nieuw convenant tussen het Rijk en regio Haaglanden blijven ook voor Rijswijk nieuwe geoormerkte rijksmiddelen ter beschikking voor de aanpak van voortijdig schoolverlaten.
Door de efficiencywinst vanuit de gemeentebrede insteek met de schoolbesturen is het taalbeleid met € 20.000 gekort.
Het aanbod aan peuterspeelzalen is efficiënter per wijk samengevoegd. Dit heeft € 50.000 opgeleverd.
Aangezien minder gebruik wordt gemaakt van de vangnetregeling
Programma Onderwijs 38
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw? zwemmen wordt hierop € 3.000 gekort.
6500 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) (1)
6500 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) (2)
Inzet van kunst- en cultuureducatie in het primair onderwijs.
Voortgangsbespreking in werkgroep cultuureducatie.
Het continueren van de inzet van combinatiefunctionarissen volgens de Rijksimpuls Brede Scholen, Sport en Cultuur en werkwijze implementeren in de brede scholen. De eerste jeugd- en onderwijsmonitor uitbrengen.
Inzet volgen in besprekingen combinatiefunctio narissen en in overleg met onderwijs- en welzijnspartners Voortgangsbespreking met de onderwijs-, zorgen welzijnspartners.
De jeugd- en onderwijsmonitor geeft inzicht in de relatie tussen ingezet beleid en leer- en ontwikkelopbrengsten.
In de brede scholen gemeentelijke activiteiten ten aanzien van sport, cultuur en onderwijs verbinden en relateren aan de dagritmes en activiteiten van de samenwerkende partners. Realiseren van een goede spreiding van peuterspeelzalen van voldoende kwaliteit gekoppeld aan een samenwerkingsverband met scholen en andere partners in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Subsidiëren van toeleidingsinstrumenten bij bibliotheek en consultatiebureau (CB). Verlagen van de ouderbijdrage voor doelgroeppeuters en peuters met ouders met een laag inkomen. Subsidiëren van SRK voor bereik van en aanbod aan doelgroep. Toezicht houden op de kwaliteit van de peuterspeelzalen, kindercentra, gastouders en gastouderbureaus (GOB’s) en de uitvoering van de
Voortgangsbespreking in de regiegroep brede scholen.
In 2015 is inhoudelijke samenwerking ontwikkeld in ieder geval de drie brede scholen i.o. horend bij de bestuursopdracht.
Jaarlijkse monitor van Sardes, Voortgangsbespreking met Stichting Rijswijkse Kinderopvang (SRK) en partners
Elke wijk/brede schoolverband heeft in ieder geval één peuterspeelzaal met VVE. Het daadwerkelijke aanbod in die wijk is afgestemd op het aantal doelgroeppeuters. Als 100% toeleiding is gerealiseerd.
Resultaatmeting met bibliotheek, CB en SRK.
Via monitor van de Inspectie van het Onderwijs.
Programma Onderwijs 39
Elke basisschoolleerling volgt twee activiteiten uit Kunstmenu/Erfgoedspoor. Alle kinderen van 312 jaar krijgen drie keer per schoolweek een cultuur- of beweegaanbod.
Als alle peuterspeelzalen en kinderopvang voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.
Een jeugd- en onderwijsmonitor wordt niet uitgebracht in relatie tot de noodzakelijke bezuinigingen. In vereenvoudigde vorm zullen cijfermatige en inhoudelijke resultaten met de partners besproken worden.
Wettelijk kader voor peuterspeelzalen, gastouders en GOB’s is gelijkgesteld aan die van kinderopvang.
Beleidsproduct
6500 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) (3)
Wat doen we daarvoor? handhaving hierop. Het stimuleren van ondernemers in de kinderopvang tot realisatie van een toereikend aantal kindplaatsen.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Jaarlijkse meting van het aanbod ten opzichte van de vraag.
De wachtlijst voor een plaats in de kinderopvang is korter dan drie maanden.
Door landelijke wijziging kinderopvangtoeslag is er een afname van wachtlijsten op kindercentra.
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Leerplichtwet 1969. Wet op het primair onderwijs (WPO). Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Wet op de expertisecentra (WEC). Wet op onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie (OKE). Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Interne kaders Kadernota jeugd- en onderwijsbeleid 20082012. Plan van aanpak VVE 2010-2014. Bestuursopdracht brede scholen. Kadernota integraal accommodatiebeleid 2012-2020. Verordening huisvesting onderwijs. Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen.
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
5.076
4.554
4.437
4.384
4.520
4.549
Baten
607
83
100
100
100
100
Saldo
4.469
4.471
4.337
4.284
4.420
4.449
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Onderwijs 40
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma Het stimuleren van deelname van de Rijswijkse bevolking aan sport, kunst en cultuur door het in stand houden van een breed aanbod.
Lasten € 11.205 Baten € 2.061 ---------------Saldo € 9.144
Hierdoor willen we een brede ontwikkeling bevorderen, sociale cohesie versterken, onderling respect vergroten en gezondheid verbeteren.
Beleidsproducten per programma
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € 1.378 Baten € 0 ---------------Saldo € 1.378
5100 openbaar bibliotheekwerk
Lasten € 5.516 Baten € 2.013 ---------------Saldo € 3.503
5300 sport
Lasten € 2.287 Baten € 7 ---------------Saldo € 2.280
5400 kunst en cultuur
Lasten € 1.318 Baten € 40 ---------------Saldo € 1.278
5410 cultureel erfgoed
Lasten € Baten €
5800 speeltuinwerk
Saldo
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 41
705 0 ---------------€ 705
Doelstellingen per beleidsproduct 5100 openbaar bibliotheekwerk Het opbouwen, ontsluiten en beschikbaar stellen van voor iedereen bestemde collecties van geschriften, audiovisuele materialen, digitale informatiebestanden en kunstwerken die actueel, pluriform, representatief en lokaal van waarde zijn. 5300 sport Het stimuleren en op adequate wijze faciliteren van sportbeoefening onder alle leeftijdscategorieën, waarbij sport niet alleen als doel maar ook als middel wordt ingezet. Daarbij richten wij ons op: 1. versterken van de sociale cohesie; 2. bevorderen van een gezonde leefstijl en; 3. in stand houden van voldoende, veilige en geschikte sportaccommodaties. 5400 kunst en cultuur Het stimuleren van deelname van de Rijswijkse bevolking aan kunst en cultuur door het in stand houden van een breed cultureel aanbod. Daaronder verstaan wij: 1. inwoners in aanraking brengen met verschillende vormen van professionele kunstuitingen; 2. amateurkunstbeoefening en kunst- en cultuureducatie stimuleren; 3. beeldende kunst in de gemeente toepassen en; 4. een inspirerend klimaat scheppen voor kunstenaars. 5410 cultureel erfgoed Het waarborgen van de archeologie en monumentenzorg in de ruimtelijke ordening zodat ons cultuurhistorisch erfgoed behouden blijft en het realiseren van het Huis van de Stad waardoor kennis over en bekendheid met het culturele erfgoed van de gemeente wordt bevorderd. 5800 speeltuinwerk Het (her)inrichten en onderhouden van speel- en ontmoetingsplekken voor de jeugd.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
5100 openbaar bibliotheekwerk
Het centraliseren van de bibliotheekvoorziening in Rijswijk.
5300 Sport (1)
Het sluiten van een subsidieovereenkomst met de nieuwe Stichting Bibliotheek Rijswijk/Leidschendam/ Voorburg gebaseerd op de uitgangspunten uit de samenwerkingsovereenkomst en de in 2009 vastgestelde beleidsvisie. Het opzetten en onderhouden van samenwerkingsverbanden tussen buurt, onderwijs en sport waarbij sport het middel is bij de uitvoering van het project “Wij(k) in beweging".
Hoe gaan we het meten? Nevenvestiging De Ottoburg sluit 1 januari 2013 haar deuren. Door de reguliere subsidieverantwoording.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Rijswijk beschikt over één centraal en goed geoutilleerde vestiging. De afgesloten subsidieovereenkomst doet recht aan de samenwerkingsovereenkomst en de visie.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Door gebruik te maken van de gegevens uit de politiemonitor en gezondheidsscan.
Het verhogen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, binnen de doelgroep van 11%, met 50%. Het terugdringen van het aantal overlastgroepen in de wijken.
De uitvoering vindt plaats in sterk afgeslankte vorm door het wegvallen van de overheidssubsidie (B.O.S.- impuls).
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 42
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? Gebruik van Gezondheidsmonitor.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Het aantal deelnemers met overgewicht is verlaagd met 20%.
5300 Sport (2)
Het geven van voedingsvoorlichting en extra sportlessen voor kinderen van de basisschool. Het promoten (en organiseren) van verschillende sportactiviteiten en de schoolsportdagen.
Het jaarlijks vastleggen van de activiteiten in onder andere het schoolsportprogramma.
Scenario-uitwerking binnensportaccommodaties (conform de kadernota Integraal Accommodatiebeleid 2012-2020). Onderzoek naar beschikbaarheid van accommodaties en behoefte aan accommodaties. Onderzoek naar mogelijke commercialisering van sport- en welzijnscentrum De Schilp.
Resultaten onderzoek bevolkingsprognose, onderwijsprognose en toekomstvisie op verenigingssporten.
Wanneer alle scholen voor het (speciaal) basisonderwijs hebben deelgenomen aan de sportdagen. Totaal aantal sportcontactmomenten is ongeveer 10.000. Onderzoek leidt tot besluitvorming over de binnensportaccommodaties.
5400 Kunst en cultuur (1)
Subsidieafspraken maken met aanbieders van professionele kunstuitingen. Hiertoe onder andere een nieuw convenant met de Rijswijkse Schouwburg opstellen.
Met het Museum Rijswijk en de Rijswijkse Schouwburg afspraken maken over de te leveren prestaties.
5400 Kunst en cultuur (2)
Het subsidiëren van amateurorganisaties op het gebied van kunst- en cultuur (koren etc.) en professionele kunst- en cultuureducatie. Starten met een naschools cultuureducatief project in het kader van de nieuwe matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016.
Door middel van de reguliere subsidieverantwoording.
5300 Sport (3)
Resultaten Haalbaarheidsonderzoek.
Voor Cultuureducatie met Kwaliteit een meerjarenplan met prestatieeenheden opstellen.
Op basis van de nieuwste ontwikkelingen scenario’s aanpassen tot een haalbaar plan.
Onderzoek leidt tot besluitvorming over de toekomstige exploitatie van sporten welzijnscentrum De Schilp. Het Museum Rijswijk houdt 12 tentoonstellingen en biedt twee cursussen aan. De Rijswijkse Schouwburg houdt 150 voorstellingen en faciliteert 12 keer zaalverhuur aan amateurs, scholen en diverse projecten op het gebied van cultuureducatie.
In 2012 is een quickscan afgerond. Op basis hiervan is gekozen voor vervolgonderzoek van een scenario in 2013.
Als het project Cultuureducatie met Kwaliteit in 2013 is gestart.
Matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit wordt ingevoerd als opvolger van de Regionale Agenda Samenleving (RAS).
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 43
Wat is er veranderd en wat is nieuw? De uitvoering vindt plaats in sterk afgeslankte vorm door het wegvallen van de overheidssubsidie (B.O.S.- impuls).
Overgang van het Rijswijks Historisch Informatiecentrum van de bibliotheek naar het Huis van de Stad.
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor? In 2013 sluit de gemeente een nieuw convenant af met Trias.
5400 Kunst en cultuur (3)
5400 Kunst en cultuur (4)
Het realiseren van nieuwe en het behouden van bestaande kunstwerken in de Rijswijkse openbare ruimte.
Het uitvoeren van het meerjarenonderhoudsplan voor de bestaande kunstwerken. Rijswijk stelt tien ateliers ter beschikking, welke gehuurd worden door kunstenaars tegen een gereduceerd tarief.
5410 Cultureel erfgoed
Het voeren van een actief beleid door het inpassen van cultuurhistorisch erfgoed, ten aanzien van archeologie en monumentenzorg, in planontwikkelingen en het verrichten van onderzoek.
5800 Speeltuinwerk
Het in stand houden van de huidige, veilige speelvoorzieningen, al dan niet in de openbare ruimte.
Hoe gaan we het meten? Het huidige convenant is met maximaal 1 jaar verlengd. In 2013 rapporteert het college aan de raad over de inhoud van het nieuwe convenant. De commissie Kunstruimte stelt een advies op waarbij de bestaande werken gecategoriseerd worden in een A, B en C categorie. Jaarlijkse inspectie van alle kunstwerken. Arti-Shock houdt drie ateliers en een tentoonstellingsruimte in stand. De overige zeven ateliers zijn gehuisvest in De Smeltkroes en Julialaantje. Kennis geven van onderzoeksresultaten met behulp van publicaties, lezingen, tentoonstellingen en het jaarverslag. Aan de hand van de indicatoren in de nieuwe nota speel- en ontmoetingsplekkenbeleid i.o.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Ondertekening van het nieuwe convenant met daarin productafspraken.
Afronden categorisering.
Het regulier onderhoud aan de kunstwerken is uitgevoerd. De ateliers zijn allemaal verhuurd aan kunstenaars en ArtiShock verzorgt 12 tot 14 tentoonstellingen.
Archeologie is betrokken bij alle planontwikkelingen in Rijswijk. Het archeologisch erfgoed / de vindplaats is, met bijbehorende informatievoorziening, zichtbaar waar dat haalbaar is. Wanneer de openbare speelplekken en speeltuinen voldoen aan de landelijke gestelde veiligheidseisen.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 44
Wat is er veranderd en wat is nieuw? De inzet op ‘vrije tijd’ dient deels te worden omgebogen naar een gefaseerde inzet richting tussen- en naschoolse activiteiten.
De zeven kunstenaars die gehuisvest waren in de Voorde zijn in 2012 verhuisd.
Overgang van het Rijswijks Historisch Informatiecentrum van de bibliotheek naar het Huis van de Stad.
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Mediawet. Wet op het specifiek Cultuurbeleid. Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Archeologische Monumentenwet 2007.
Interne kaders Nota Kunst en Cultuur Rijswijk. Algemene Subsidieverordening Rijswijk. Raadsbesluit Monumenten en Archeologiebeleid. Beleidsnota Leren, Lezen en Verbinden.
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig):
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten 11.552
11.465
11.205
11.207
11.205
11.119
Baten
2.427
2.090
2.061
2.061
2.061
2.061
Saldo
9.125
9.375
9.144
9.146
9.144
9.058
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 45
46
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma De deelname aan het maatschappelijke verkeer te bevorderen van alle burgers, jong en oud, met en zonder beperking. Alle inwoners doen mee en zijn betrokken bij de samenleving van Rijswijk. Welzijnsactiviteiten leveren een belangrijke bijdrage aan het behoud van zelfstandigheid en welbevinden van mensen. Het mede bevorderen en beschermen van de gezondheid van de Rijswijkse burger draagt hier ook aan bij.
Beleidsproducten per programma
Lasten € 17.205 Baten € 2.246 ---------------Saldo € 14.959
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € Baten €
1400 Opvang Zwerfdieren
69 0 ---------------€ 69
Saldo
Lasten € Baten €
6101 Minimabeleid
Saldo
601 0 ---------------€ 601
Lasten € Baten €
6201 Maatschappelijke dienst en hulpverlening
Saldo
512 0 ---------------€ 512
Lasten € Baten €
6202 Ouderenbeleid
Saldo
52 0 ---------------€ 52
Lasten € Baten €
6203 Gehandicaptenbeleid
Saldo
32 0 ---------------€ 32
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 47
Lasten € 9.702 Baten € 1.177 ---------------Saldo € 8.525
6220 Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Lasten € 2.024 Baten € 0 ---------------Saldo € 2.024
6300 Sociaal Cultureel Werk
Lasten € 1.033 Baten € 0 ---------------Saldo € 1.033
6301 Jeugdbeleid
Lasten € 1.434 Baten € 947 ---------------Saldo € 487
6310 Welzijnsaccommodaties
Lasten € 1.731 Baten € 1 ---------------Saldo € 1.729
7100 Volksgezondheid
Lasten € Baten €
7110 Ambulance dienstverlening
Saldo
0 0 ---------------€ 0
Lasten € Baten €
7240 Lijkbezorging
Saldo
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 48
17 121 ---------------€ -103
Doelstellingen per beleidsproduct 1400 Opvang Zwerfdieren Het zorgdragen voor de opvang en het welzijn van zwerfdieren. Stichting het Streekdierentehuis ’t Julialaantje te Rijswijk verzorgt de opvang voor Rijswijk en enkele andere regiogemeenten. Dierenhospitaal & Ambulancedienst Den Haag e.o. verzorgt het ophalen van zwerfdieren. 6101 Minimabeleid In de gemeente Rijswijk bestaat de mogelijkheid om kwijtschelding te krijgen van een aantal heffingen (ozb, rioolheffing, afvalstoffenheffing en hondenbelasting voor de eerste hond). Om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding, hanteert de gemeente de zogeheten 100% bijstandsnorm. Dit betekent dat alleen huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau recht hebben op kwijtschelding. Wanneer iemand een inkomen boven het bijstandniveau heeft of vermogen bezit, betekent dit dat er betalingscapaciteit aanwezig is waaruit de belastingaanslag kan worden voldaan. 6201 Maatschappelijke dienst en Hulpverlening Het verzorgen van een basisvoorziening voor het algemeen maatschappelijk werk voor alle inwoners van de gemeente Binnen dit kader wordt het Algemeen maatschappelijk werk (Amw) gesubsidieerd. Het Amw is een eerstelijns voorziening die laagdrempelig met een hulpverleningsaanbod op het gebied van psychosociale problematiek. 6202 Ouderenbeleid Gestreefd wordt ouderen zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving zelfstandig te laten functioneren. Binnen dit beleidsproduct worden de subsidies verstrekt aan de ouderenbonden en bijvoorbeeld de terminale thuiszorg door vrijwilligers. 6203 Gehandicaptenbeleid Gestreefd wordt gehandicapten zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving zelfstandig te laten functioneren. De middelen worden besteed aan flankerende diensten en sociaal cultureel werk voor gehandicapten waaronder de speel-o-theek en de Algemene Rijswijkse Gehandicapten Organisatie. 6220 Wet Maatschappelijke Ondersteuning De deelname aan het maatschappelijke verkeer te bevorderen van alle burgers, jong en oud, met en zonder beperking. De individuele voorzieningen aan Rijswijkse burgers op het gebied van Hulp bij het Huishouden, Hulpmiddelen en Woningaanpassingen worden hier versterkt. Ook de ondersteuning van mantelzorgers en het faciliteren van de respijtzorg zit in dit beleidsproduct. Zie verder “Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)” 6300 Sociaal Cultureel Werk Alle inwoners doen mee en zijn betrokken bij de samenleving van Rijswijk. Hierbinnen worden de subsidies verstrekt aan de bewonersorganisaties en aan stichting Welzijn Rijswijk voor onder andere het vrijwilligers-, jeugd- en jongeren-, vluchtelingen- en opbouwwerk en buurtbemiddeling. 6301 Jeugdbeleid Hieruit worden jeugd- en jongerenactiviteiten gesubsidieerd, worden zorginstrumenten voor jeugdigen gefinancierd en overlastsituaties aangepakt. 6310 Welzijnsaccommodaties Het voorzien in voldoende welzijnsaccommodaties verspreid over de stad, waarin Rijswijkers elkaar kunnen ontmoeten. Op basis van de in september 2011 vastgestelde Kadernota Integraal Accommodatiebeleid 2012 wordt zorg gedragen voor voldoende adequate, multifunctionele welzijnsruimten ten behoeve van activiteiten waarbij Rijswijkers elkaar ontmoeten.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 49
7100 Volksgezondheid Het lokaal volksgezondheidsbeleid wordt hieruit gefinancierd, waaronder de aanpak van huiselijk geweld, de inzet van de GGD en dagbegeleiding voor kwetsbare groepen. 7110 Ambulance Dienstverlening Het verzorgen van het ambulance-vervoer en de rampenbestrijding Hieruit worden de regionale ambulancedienstverlening en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen gefaciliteerd. 7240 Lijkbezorging Verzorgen van gelegenheid tot begraven en cremeren in Rijswijk. De wettelijke verplichting om piëteitsvol gelegenheid te kunnen bieden om te kunnen begraven en cremeren en het (laten) beheren van begraafplaatsen.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
1400 Opvang Zwerfdieren
De wettelijke taak voor het ophalen en opvangen van zwerfdieren wordt binnen dit kader geregeld. Stichting het Streekdierentehuis ’t Julialaantje te Rijswijk verzorgt de opvang voor Rijswijk en enkele andere regiogemeenten. Dierenhospitaal & Ambulancedienst Den Haag e.o. verzorgt het ophalen van zwerfdieren. Verzoeken om kwijtschelding worden getoetst op basis van vastgestelde normen.
Kwartaalrapportages over het aantal opgevangen zwerfdieren.
Het Algemeen Maatschappelijk Werk biedt hiervoor verschillende producten aan en neemt deel aan zorgnetwerken. De trajecten bieden ondersteuning op financieel en psychosociaal terrein aan individuele Rijswijkers met problemen op deze terreinen. Via subsidies worden flankerende diensten en sociaal cultureel werk voor ouderen gefaciliteerd. Dit wordt uitgevoerd door de ouderenbonden en de
De afname van de verschillende producten wordt gemonitord. Hier wordt ook op afgerekend.
6101 Minimabeleid
6201 Maatschappelijke dienst en Hulpverlening
6202 Ouderenbeleid
Via de toets wordt gemeten of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding van de aanslag gemeentelijke belastingen.
De subsidies worden verantwoord op de uitgevoerde activiteiten.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Wanneer alle zwerfdieren in Rijswijk worden opgehaald en opgevangen.
Als de mensen in Rijswijk kwijtschelding hebben gekregen die hier op basis van de vastgestelde normen recht op hebben. Wanneer de benodigde hulp is geboden en “zwaardere” zorg en schuldhulpverleningstrajecten zijn voorkomen en wachtlijsten worden voorkomen.
Wanneer de gemaakte subsidieafspraken zijn nagekomen en er aanbod is gerealiseerd voor deze doelgroep.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 50
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Het Streekdierentehuis is zich aan het beraden op nieuwe huisvesting. Dit vergt verdergaande regionale samenwerking tussen de deelnemende gemeenten.
Beleidsproduct
6203 Gehandicaptenbeleid
6220 Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Wat doen we daarvoor? vrijwilliger terminale thuiszorg. Via subsidies worden flankerende diensten en sociaal cultureel werk voor gehandicapten gefaciliteerd. Hierbij moet gedacht worden aan onder andere de speel-otheek en Algemene Rijswijkse Gehandicapten Organisatie. Door een “gekantelde” manier van werken toewerken naar het zo doelmatig en effectief mogelijk inzetten van collectieve (bijv. vervoer, persoonsalarmering, maaltijden) en individuele (bijv. woningaanpassing, hulp bij het huishouden) voorzieningen.
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
De subsidies worden verantwoord op de uitgevoerde activiteiten.
Wanneer de gemaakte subsidieafspraken zijn nagekomen en er aanbod is gerealiseerd voor deze doelgroep.
Jaarlijks een SGBO onderzoek naar de klanttevredenheid.
Als het SGBO onderzoek is uitgevoerd en de uitkomsten worden gebruikt bij nieuwe afspraken.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
In 2013 zal het beleidskader voor de Wmo geactualiseerd worden.
Prestatieafspraken die gemaakt worden met gesubsidieerde instellingen.
Het bieden van mantelzorg ondersteuning. Vragen van advies aan de Wmo-adviesraad. 6300 Sociaal Cultureel Werk
Voortzetten van subsidiering op het gebied van sociaal cultureel werk, vrijwilligerswerk, jongerenwerk, vluchtelingenwerk en buurtbemiddeling. De bewonersparticipatie wordt gefaciliteerd door ondersteuning aan de bewonersorganisaties.
Regulier overleg met de Wmoadviesraad. Met Welzijn Rijswijk zijn middels de Willsystematiek gedetailleerde prestatieafspraken gemaakt.
Als gevraagd en ongevraagd advies is verstrekt. Er wordt afgerekend op de output van de gemaakte afspraken.
Met vrijwilligersorganisaties zijn outputafspraken gemaakt.
Wanneer de bewonersorganisaties op basis van de gemaakte outputafspraken actief hebben kunnen bijdragen aan de leefbaarheid in hun wijk.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 51
Welzijn Rijswijk en Vluchtelingenwerk zijn in 2012 een fusie aangegaan.
De nota “Bevorderen van de bewonersparticipatie” is eind 2012 met alle vrijwilligersorganisaties, Welzijn Rijswijk en de raad besproken. Uitvoering vindt plaats in 2013.
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
6301 Jeugdbeleid
Het faciliteren van samenwerking binnen het CJG.
Door middel van de subsidieverantwoor ding en CJGmonitor.
Het subsidiëren van jeugd- en jongerenactiviteiten.
Middels prestatieafspraken.
Bij een gevarieerd aanbod voor jeugden jongeren.
Het stimuleren van jeugden jongerenparticipatie.
Wanneer jeugd en jongeren betrokken zijn bij gemeentelijke projecten die hun direct raken.
Wanneer de doelgroep zich hierbij betrokken voelt.
Het inzetten van zorginstrumenten specifiek voor jeugdigen.
In de CJG-monitor wordt dit bijgehouden.
In stand houden van beschikbare welzijnsaccommodaties.
Controle op de bouwkundige kwaliteit van de welzijnsaccommodaties.
Wanneer zorginstrumenten effect hebben op de vermindering / oplossen van problemen bij ouders en jeugd zijn gesignaleerd. Wanneer er in Rijswijk voldoende multifunctionele welzijnsaccommodaties van een goede (bouwkundige) kwaliteit zijn.
Beheren van beschikbare welzijnsaccommodaties.
Verder onderzoek doen naar multifunctioneel ruimtegebruik, resulterend in minder welzijnsaccommodaties.
Wanneer de beschikbare accommodaties adequaat worden beheerd.
Verhuren van beschikbare welzijnsaccommodaties.
Onderzoek doen naar de huurtarieven van de welzijnsaccommod aties. Met de GGD en de JGZ zijn de afspraken vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. De dagrecreatie loopt mee in de verantwoordingcyclus van Welzijn Rijswijk.
Wanneer er een eenduidig tarievenbeleid is vastgesteld.
Er wordt een nieuwe nota huurtarieven welzijnsaccommodaties geschreven.
Als de ketensamenwerking binnen de OGGZ en tussen de Jeugdzorg en Volwassenenzorg is versterkt. Dit geldt ook voor het huiselijk geweld.
Actualisatie van de nota Volksgezondheid begin 2013.
6310 Welzijnsaccommodaties
7100 Volksgezondheid
Inzetten van de GGD, de stichting Jeugdgezondheidszorg en Cardia/Welzijn Rijswijk. Ten einde onze doelen te behalen op het gebied van preventieve volksgezondheid, jeugdgezondheidszorg, Openbare Geestelijke gezondheidzorg en dagrecreatie voor kwetsbare groepen.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Wanneer problemen bij ouders en jeugd vroegtijdig zijn gesignaleerd.
Inzet van de OGGZ-monitor.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 52
Wat is er veranderd en wat is nieuw? In 2012 is de jeugd- en onderwijsnota geactualiseerd.
Een aantal welzijnsaccommodaties zal in 2013 e.v. worden afgestoten, omdat er meer sprake is van multifunctioneel gebruik.
In 2012 is de jeugd- en onderwijsnota geactualiseerd.
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
7110 Ambulance Dienstverlening
Ontwikkelingen volgen binnen geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen.
Via de GGD ontwikkelingen.
Ontwikkelingen volgen binnen regionale ambulancedienstverlening. Het gelegenheid bieden voor piëteitsvol begraven en cremeren.
Prestatieafspraken.
Controleren van voldoende gelegenheid.
Als er voldoende gelegenheid is voor begraven en cremeren in Rijswijk.
Toezicht houden op het beheer van begraafplaatsen.
Afspraken met beheerders begraafplaatsen controleren.
Bij een goed beeld van de begraafplaatsen inclusief de geprivatiseerde begraafplaatsen.
7240 Lijkbezorging
Wanneer is de doelstelling bereikt? Als er aan de wettelijke verplichting van de aanrijtijden is voldaan.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders
Interne kaders
-
-
-
Wet maatschappelijke ondersteuning. Wet publieke gezondheidszorg. Decentralisatie van rijk naar Gemeente Rijswijk. Invorderingswet 1990. Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990.
-
Algemene Subsidieverordening Rijswijk. Uitvoeringsnota Jeugd en Onderwijs. Nota Bewonersparticipatie Rijswijk. Uitvoeringsnotitie Emancipatie. Nota Meedoen makkelijker maken: woonserviceszones. Nota Volksgezondheid. Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Rijswijk. Kadernota integraal accommodatiebeleid.
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
17.587
17.175
17.205
17.145
17.176
17.187
Baten
3.618
2.219
2.246
2.246
2.246
2.226
Saldo
13.969
14.956
14.959
14.899
14.930
14.961
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 53
54
Programma Wonen en Leven Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma In samenwerking met betrokken partijen streven we ernaar dat inwoners van Rijswijk, maar ook nieuwe inwoners, plezierig kunnen wonen in een passende woning naar keuze en in een aantrekkelijke duurzame en groene leefomgeving.
Beleidsproducten per programma
Lasten € 42.695 Baten € 33.792 ---------------Saldo € 8.903
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € Baten €
5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie
Saldo
5.275 408 ---------------€ 4.867
Lasten € Baten €
7210 Afvalverwijdering en -verwerking
Saldo
5.901 6.317 ---------------€ - 416
Lasten € Baten €
7220 Riolering en waterzuivering
Saldo
416 0 ---------------€ 416
Lasten € Baten €
7230 Milieubeheer
Saldo
839 1 ---------------€ 838
Lasten € Baten €
7260 Baten rioolheffing
Saldo
0 2.114 ---------------€ - 2.114
Lasten € 1.755 Baten € 0 ---------------Saldo € 1.755
7290 Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater
Programma Wonen en Leven 55
Lasten € Baten €
7300 Hemelwater
Saldo
284 0 ---------------€ 284
Lasten € Baten €
7310 Grondwater
Saldo
267 0 ---------------€ 267
Lasten € 1.680 Baten € 68 ---------------Saldo € 1.613
8100 Ruimtelijke ordening
Lasten € Baten €
8200 Woningexploitatie
Saldo
283 386 ---------------€ -103
Lasten € Baten €
8210 Wijkontwikkeling
Saldo
501 0 ---------------€ 501
Lasten € 2.139 Baten € 1.755 ---------------Saldo € 384
8220 Volkshuisvesting
Lasten € Baten €
8300 Bouwgrondexploitatie
Saldo
740 127 ---------------€ 612
Lasten € 22.617 Baten € 22.617 ---------------Saldo € 0
8310 Grondexploitatie RijswijkBuiten
Programma Wonen en Leven 56
Doelstellingen per beleidsproduct 5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie 1. Openbaar groen. Behoud en versterking van de waarden van de Rijswijkse groenstructuur (boomstructuur, natuurstructuur en recreatiestructuur). Landgoederenzone De Landgoederenzone is een belangrijke drager van de groenstructuur. Inspiratiebron bij de opgaven in de Landgoederenzone is de in 2002 door de gemeenteraad vastgestelde “Toekomstvisie Landgoederenzone Rijswijk”.De uitgangspunten zijn vastgelegd in het bestemmingsplan Landgoederenzone dat na de zomer van 2011 onherroepelijk is geworden. 2. Openluchtrecreatie Een meerdaags beeldbepalend Rijswijks evenement georganiseerd door derden. 7210 Afvalverwijdering en -verwerking 1. Kwalitatieve producten en diensten voor de inwoners van Rijswijk. Hieronder vallen bijvoorbeeld: het inzamelen en verwerken van afval dat ; beheer, onderhoud en aanleg van ondergrondse containers, en het harmoniseren van producten, diensten en tarieven binnen de AVALEX regio. 2. Duurzame en efficiënte inzameling en verwerking van afval. Avalex organiseert de inzameling en verwerking van afval. We willen samen met Avalex verbetermaatregelen inzetten voor het verder scheiden van afval (o.a. GFT, kunststof en papier). Het doel hiervan is het verminderen van de hoeveelheid restafval dat verbrand wordt. Daarnaast stimuleren we dat Avalex een innovatieonderzoek start naar nieuwe duurzame methoden voor inzameling en verwerking van afval. We stimuleren ook dat Avalex haar Co2 emissies vermindert en dat Avalex de zogenaamde Lean en Green Award haalt. 3. Een schone buitenruimte. Minder zwerfafval door het continueren van het verbeterplan zwerfafval. 7220 Riolering en waterzuivering Zie beleidsproduct Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater, hemelwater en grondwater. 7230 Milieubeheer 1. Milieubeleid Verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en minimalisering van de milieubelasting. 2. Duurzaamheid Het bevorderen van een duurzame leefomgeving voor een schoner, zuiniger, groener, mooier en sterker Rijswijk. 7260 Baten rioolheffing Op de gecombineerde aanslag gemeentelijke belastingen staat ook de rioolheffing vermeld. Deze heffing legt de gemeente op aan gebruikers en eigenaars van percelen. De begrote opbrengst is gelijk aan de begrote kosten voor het treffen van maatregelen voor een doelmatig werkende riolering en afvoer van hemel- en grondwater. 7290 Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater De afgelopen planperiode zijn in de gemeente rioolinspecties uitgevoerd om de kwaliteit van het stelsel vast te stellen. Hieruit is gebleken dat ongeveer 30% van het stelsel de komende 10 jaar vervangen moet worden. We investeren de komende 10 jaar voor € 48 miljoen in het vervangen van riolering. 7300 Hemelwater Beleid gecombineerd met beleidsproduct huishoudelijk/bedrijfsafvalwater, conform vGRP2012-2016
Programma Wonen en Leven 57
7310 Grondwater Beleid conform vGRP 2012-2016. Voortzetting onderzoek naar grondwateronttrekking DSM en inrichting grondwaterloket. 8100 Ruimtelijke ordening Het actualiseren van (sterk) verouderde bestemmingsplannen om te voldoen aan de Wet ruimtelijke ordening, wenselijke ontwikkelingen / bouwplannen mogelijk te maken en rechtsongelijkheid tegen te gaan. Daarmee wordt sturing gegeven aan een kwalitatief en divers woningaanbod, een goed ondernemingsklimaat en voldoende voorzieningen. 8200 Woningexploitatie Exploitatie van de woningen en bedrijfspanden die in eigendom zijn van de gemeente. 8210 Wijkontwikkeling Bewoners, gemeente en andere partijen werken samen om de betrokkenheid met en de leefbaarheid van de buurt te optimaliseren. In alle wijken willen we samenwerking versterken door wijkmanagement. Sommige wijken als programmawijk, andere als beheerwijk. 8220 Volkshuisvesting Het in samenwerking met betrokken partijen zorgen voor voldoende goede woningen voor alle doelgroepen op de Rijswijkse woningmarkt. De middelen die we hiervoor inzetten zijn enerzijds nieuwbouw en renovatie en anderzijds de woonruimteverdeling. Van belang hierbij is het fysiek investeren in sterke woonmilieus en het sociaal investeren in wijken en wonen en zorg. Het gaat hierbij ook om het op orde zijn van alle benodigde procedures. Voor de Wabo geldt integraal werken, klantvriendelijkheid, overzichtelijkheid en transparantie. 8300 Bouwgrondexploitatie Het bevorderen van maatschappelijk gewenst grondgebruik. Het streven naar een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over de exploitanten, gebruikers, eigenaren en gemeente. Het beheersen van risico’s voor de gemeente. Het streven naar zoveel mogelijk zeggenschap en sturing voor de gemeente. 8310 Grondexploitatie RijswijkBuiten Staat in paragraaf RijswijkBuiten.
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? Zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen .
Wanneer is de doelstelling bereikt? Zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen.
5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie (1)
Het onderhouden en beheren van het openbaar groen en recreatie locaties.
1) Effectief omgaan met onderhoud en beheer.
Gevaarlijke of ongewenste situaties verhelpen.
Als er een gedragen aanpak is voor het behoud van de gedane kwaliteitsverbetering.
2) Landgoed De Voorde verkopen.
Voortgang van de verkoopprocedure.
Verkoop van De Voorde.
3) Het bestuur van het Streekdierentehuis faciliteren bij de voorgenomen nieuwbouw.
Besluitvorming over de nieuwbouw van het Streekdierentehuis.
2013, op voorwaarde dat het bestuur van het Streekdierentehuis de financiering van de
Landgoederenzone:
Programma Wonen en Leven 58
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Beleidsproduct
5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie (2) 7210 Afvalverwijdering en – verwerking (1)
7210 Afvalverwijdering en – verwerking (2)
7210 Afvalverwijdering en – verwerking (3)
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt? nieuwbouw rond krijgt.
4) Particuliere initiatieven positief tegemoet treden en (laten) voorzien van een advies dat het initiatief op zijn waarde of kans beoordeelt.
Ieder plan wordt voorzien van een advies.
Gedurende het jaar 2013 (en verder).
5) Alert blijven op kansen (en zonodig risico’s) die zich in de Landgoederenzone voordoen en nu niet (helemaal) kunnen worden voorzien. Openluchtrecreatie: Het (laten) organiseren van een meerdaags beeldbepalend Rijswijks evenement. Kwalitatieve producten en diensten:
Kansen en risico’s bekend maken en wegen.
2013.
Door middel van de reguliere subsidieafrekening.
Uitvoering van het Strandwalfestival.
Inzamelen en verwerken van afval dat door Rijswijkse inwoners wordt aangeboden.
Aantal klachten / meldingen bij het Klant Contact Center (KCC).
Het is een structurele activiteit van de gemeente.
Aanleggen van ondergrondse containers.
Containers zijn aangelegd.
Het is een structurele activiteit van de gemeente.
Het verder scheiden van herbruikbare afvalstoffen uit restafval door het ontwikkelen van nieuwe inzamelsystemen. Een schone buitenruimte:
Aantal klachten / meldingen bij het Klant Contact Center (KCC).
2015.
continueren verbeterplan zwerfafval.
Periodieke meting van schoonheidsgraad op straat. Zie beleidsproduct huishoudelijk/bed rijfsafval, hemelwater en grondwater.
De werkzaamheden zijn structureel van aard.
Minder geluidbelasting door verkeer op woningen.
Aantal geluidbelaste woningen monitoren.
Als in 2020 het aantal woningen met een geluidbelasting hoger dan 65 dB gehalveerd is ten opzichte van 2012.
Betere afvalscheiding
We monitoren jaarlijks het
Als het inzamelingspercentage op 42
Duurzame en efficiënte inzameling:
7220 Riolering en waterzuivering
Zie beleidsproduct huishoudelijk/ bedrijfsafval, hemelwater en grondwater.
7230 Milieubeheer (1)
Milieubeleid:
Zie beleidsproduct huishoudelijk/bedrijfsafval, hemelwater en grondwater.
Programma Wonen en Leven 59
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Beleidsproduct
7230 Milieubeheer (2)
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten? percentage apart ingezameld afval.
Wanneer is de doelstelling bereikt? staat.
Instellen milieuzone en handhaven.
Door middel van modelmatige berekeningen.
Duurzaamheid: publieksacties; inzetten communicatiemiddelen, etc.
Georganiseerde publieksacties; berichten, website, etc.
Als in 2015 geen overschrijdingen van de norm meer voorkomen. Jaarlijks; continu proces.
Voortzetten duurzaam bouwen beleid, etc.
Bouwplannen getoetst aan dubo-instrument.
Plannen toetsen continu proces.
Toepassen instrument Duurzaamheidprestatie op Locatie (DPL), etc.
In ruimtelijke plannen worden duurzaamheidsaspecten meegenomen; in verschillende projectfasen is DPL toegepast.
Continu proces.
Duurzame energie: Onderzoek warmtenet Rijswijk West.
Vervolg onderzoek warmtenet Rijswijk West; geactualiseerd energieloket.
Continu proces.
Wijkproject energiebesparing .
Wijk is actief benaderd over duurzaamheidsmaatregelen. In het vastgestelde verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2012-2016 (vGRP 20122016) is bepaald welke opbrengsten nodig zijn om de kosten hiervoor te dekken. Per m1 en met inspecties.
Continu proces.
Per m1 en met inspecties.
7260 Baten rioolheffing
De opbrengst wordt aangewend voor het bekostigen van maatregelen voor de afvoer van huishoudelijk / bedrijfsafvalwater, grondwater en hemelwater. De opbrengst is 100% kostendekkend.
7290 Huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater
8% inspectie en onderhoud. 3 % gemiddeld per jaar vervangen als eerste jaagpad onderzoek conform vGRP 20122016. 8% inspectie en onderhoud. 3 % gemiddeld per jaar vervangen als eerste jaagpad onderzoek conform vGRP 20122016.
7300 Hemelwater
Als de kosten voor maatregelen voor de afvoer van huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater, grondwater en hemelwater 100% gedekt zijn vanuit de baten rioolheffing.
In april 2012 is het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2012-2016 aangenomen door de raad.
Als de doestellingen in het vGRP zijn bereikt.
Het vGRP 2012-2016 is vastgesteld, waarin een onderhoudspiek is geconstateerd in de komende 10 jaar.
Als de doestellingen in het vGRP zijn bereikt.
Het vGRP is vastgesteld.
Programma Wonen en Leven 60
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
7310 Grondwater
Grondwater Klachten en meldingen doorzetten en een website bouwen. Gevolgen grondwateronttrekking DSM onderzoeken. 1) Opstellen van bestemmingsplannen en beheersverordeningen
8100 Ruimtelijke ordening
8200 Woningexploitatie
8210 Wijkontwikkeling
8220 Volkshuisvesting
Hoe gaan we het meten? Conform vGRP 2012-2016.
Periodiek de stand van zaken opmaken en de raad daarover informeren.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Als er geen grondwaterstanden minder dan 0,7 m onder maaiveld worden geconstateerd. Wanneer er in grote mate wordt voldaan aan de wettelijke gestelde eis van actueel zijn op 1 juli 2013.
2) Uitgebreide procedures op grond van de Wabo doorlopen waarbij de raad wordt gevraagd een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Het verhuren van woningen en bedrijfspanden die in eigendom zijn van de gemeente. Uitgangspunt hierbij is dat daar waar mogelijk bij mutatie de eigendommen worden afgestoten. De wijkplancyclus in programmawijken uitvoeren en in de beheerwijken een soberder vorm van deze cyclus doorlopen.
Periodiek de stand van zaken opmaken en de raad daarover informeren.
Wanneer er na een vlot doorlopen procedure ontwikkelingen van de grond komen.
Aantal verkochte woningen / bedrijfspanden.
Indien de afgesproken taakstelling is gehaald.
Wijkmanagement: monitoren op buurt- en wijkniveau.
Als twee wijkplancycli lopen en in de andere wijken een lichtere vorm van wijkmanagement wordt gehanteerd.
Woonbeleid: 1) Het op peil houden van de woning-productie en daarbij stimuleren dat de diversiteit van woonmilieus wordt versterkt met kwaliteit als uitgangspunt. 2) De zorg voor een eerlijke en trans-parante toewijzing van sociale huurwoningen aan woningzoekenden op basis van regionale huisvestingverordening 3) Prestatieafspraken met stadsgewest en corporaties en ISV3 afspraken. Wabo en welstand:
Monitoren van woningbouwprogrammering en prestatieafspraken.
Als de afspraken die lopen tot 2015 zijn nagekomen.
In 2013 digitaal werken, ook de ondertekening.
Via poststroommeting.
Als we 100% digitaal werken.
De huidige welstandsnota is Wabo-proof gemaakt.
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Nieuw beleid vastgesteld in vGRP 2012-2016.
De nieuwe manier van werken is in volle gang, het systeem waarin beheerwijken programmawijken worden en daarna weer beheerwijken met samenwerking op maat.
Voorstel voor het in het leven roepen van een architectuurprijs.
Programma Wonen en Leven 61
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
8300 Bouwgrondexploitatie
Opstellen en actualiseren van bouwgrondexploitaties.
8310 Grondexploitatie RijswijkBuiten
Zie paragraaf RijswijkBuiten.
Hoe gaan we het meten? Jaarlijks vindt actualisatie plaats en dat resulteert weer in een nieuw eindresultaat.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Het doel is bereikt aan het einde van de looptijd van de bouwgrondexploitatie. Per bouwgrondgrondexploitatie onderling verschillen de einddata.
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Algemeen: Regelgeving vanuit het Rijk. Crisis en bezuinigingen.
Interne kaders Milieubeleidsplan. Groenbeleidsplan. Woonvisie 2007+.
Milieubeheer: vestiging van risicovolle objecten. Geluidproductie van automotoren. Hoeveelheid verkeer. Mate waarin burgers afval aan de bron scheiden. Staat en leeftijd van wagenpark.
Milieubeheer: vestiging van kwetsbare objecten rond risicovolle objecten. Verkeersregulatie. Bieden van infrastructuur voor afvalscheiding. Weren van oude vrachtwagens van de Haagweg.
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
( bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
51.093
55.298
42.695
21.588
21.345
21.407
Baten
43.305
46.136
33.792
12.193
12.708
12.845
Saldo
7.788
9.162
8.903
9.395
8.637
8..562
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Wonen en Leven 62
Programma Sociale Zaken Wat willen we bereiken? Wat kost het? (x € 1.000)
Hoofddoelstelling programma De gemeente Rijswijk wil de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers stimuleren. De gemeente werkt samen en legt duurzame verbindingen met haar maatschappelijke partners. Uitgangspunt is dat burgers maximaal gebruik maken van hun eigen kracht en mogelijkheden om deel te (blijven) nemen aan de samenleving. De gemeente biedt hulp aan mensen die daartoe niet zelf in staat zijn, om ze naar een zelfstandige bestaansvoorziening te begeleiden en hun participatie aan de samenleving te vergroten.
Beleidsproducten per programma
Lasten € 31.373 Baten € 23.940 ---------------Saldo € 7.433
Wat kost het? (x € 1.000) Lasten € 19.744 Baten € 17.611 ---------------Saldo € 2.133
6100 Inkomen
Lasten € 2.147 Baten € 162 ---------------Saldo € 1.985
6102 Participatie en minima
Lasten € Baten €
6103 Kinderopvang
Saldo
268 5 ---------------€ 263
Lasten € 3.774 Baten € 3.089 ---------------Saldo € 684
6110 Arbeidsmarkt overig
Lasten € Baten €
6200 Schuldhulpverlening
Saldo
6230 Participatie, educatie, integratie en arbeidsmarkt
760 46 ---------------€ 714
Lasten € Baten € Saldo
4.661 3.027 ---------------€ 1.634
Lasten € Baten €
7241 Lijkbezorging
Saldo
Programma Sociale Zaken 63
19 0 ---------------€ 19
Aandachtspunten en ontwikkelingen Het jaar 2012 staat tot nu toe vooral in het teken van ingrijpende wetswijzigingen die vervolgens weer worden ingetrokken (via wetgeving) of vertraagd (controversieel verklaard). Op het gebied van de WWB is de huishoudinkomenstoets op het allerlaatste moment, nadat alle voorbereidende activiteiten al waren ingezet, toch nog teruggedraaid. De drie decentralisaties (3D’s) zullen niet of niet zoals aanvankelijk beoogd per 1-1-2013 worden ingevoerd. Voor wat betreft de Wet Werken naar Vermogen is aangegeven dat deze niet wordt ingevoerd. Inmiddels heeft de VNG laten weten dat gewerkt wordt aan een voorstel om de 3D’s in één wet te vatten. Pas na de verkiezingen in september 2012 en na de samenstelling van een nieuw kabinet zal duidelijk worden hoe deze nieuwe aanpak er uit zal zien. Verder worden beleidsmatige voorbereidingen getroffen in verband met de wijziging van de Wet Kinderopvang. Per 1 januari 2013 zal de Belastingdienst de uitvoering van de bijdragen-WKO voor doelgroepouders gaan uitvoeren. Wel dient de gemeente maandelijks de feitelijke gegevens m.b.t. het gebruik van kinderopvang in relatie tot re-integratie voor de cliënten met een re-integratietraject aan te leveren. Waarschijnlijk zal dit ook gelden voor cliënten met een inburgeringstraject dat is aangeboden door de gemeente. Daarnaast blijft de gemeente verantwoordelijk voor het verstrekken van een vergoeding voor de eigen bijdrage (het zgn. KOA-kopje) en voor de volledige uitvoering van de vergoedingen kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie. Een ander wetswijziging die per 1 januari 2013 in werking zal treden, betreft de Wet inburgering . Alle inburgeringsplichtige nieuwkomers die vanaf genoemde datum in Nederland een verblijfsvergunning krijgen worden zelf verantwoordelijk voor hun inburgering, ook financieel. Het Rijk (DUO) gaat de handhaving voor deze groep uitvoeren. Voor degenen die geen financiële mogelijkheden hebben om hun inburgeringscursus zelf te betalen is er een leenfaciliteit. Vrijwillige inburgeraars (Europeanen en vreemdelingen met een tijdelijk verblijfsdoel) kunnen eventueel via de WEB NT2-onderwijs volgen. . De gemeente blijft verantwoordelijk voor alle klanten die tot en met 31 december 2012 op een inburgeringstraject zijn geplaatst en voor de handhaving van alle inburgeraars die vanaf 1 januari e 2007 onder de inburgering vallen. De verwachting is dat met een aflopende intensiteit inzet (1 halfjaar 2013 nog 100%) van de gemeente nodig is. Ook de Wet Educatie en Beroepsonderwijs wijzigt per 1 januari 2013. Het Vavo wordt “budgetneutraal” (lees: uitname van 50% van het landelijk educatiebudget) onder directe aansturing van het Rijk gebracht. Van het overige volwassenenonderwijs vervallen de activiteiten binnen sociale redzaamheid en breed maatschappelijk functioneren. Deze activiteiten zijn al nagenoeg afgebouwd. Wat overblijft betreft het taal- en rekenonderwijs NT1 en het taalonderwijs NT2. In 2012 is een Kadernota Schuldhulpverlening vastgesteld. Hiermee is voldaan aan de eis uit de ingevoerde Wet op de schuldhulpverlening. De komende maanden zal de implementatie van alle activiteiten, inclusief de inrichting van het cliëntvolgsysteem Allegro, met voortvarendheid ter hand worden genomen. Op het gebied van de handhaving wordt een Kadernota ten behoeve van de raad voorbereid. Meerdere wetsvoorstellen (o.a.Fraudewet, Wet op de huisbezoeken, wijziging Wet inburgering), herijking van de visie binnen het sociale domein en een actualisering van het Controleplan Hoogwaardig Handhaven zijn hiervoor de aanleiding. De verwachting is dat in de eerste helft van 2013 besluitvorming door de raad kan plaatsvinden.
Programma Sociale Zaken 64
Doelstellingen per beleidsproduct · Inkomen en arbeidsmarkt 6100 Inkomen en 6110 Arbeidsmarkt overig Zowel vanuit financieel als maatschappelijk oogpunt is het gewenst dat het aantal uitkeringsgerechtigden zo laag mogelijk is. De nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid. Een betaalde baan zorgt voor inkomen en is van groot belang voor het welzijn. Voor mensen die een uitkering hebben en nog kunnen werken, is een betaalde baan de meest effectieve manier om uit de armoede te komen. De gemeente biedt burgers kansen om zo snel mogelijk zelfredzaam te worden en in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Alleen mensen die een bijstandsuitkering echt nodig hebben, ontvangen een uitkering. Het is de ambitie van de gemeente Rijswijk om iedereen mee te laten doen. Door mee te doen op de arbeidsmarkt kunnen mensen in hun eigen inkomen voorzien. Het hebben van betaalde arbeid geeft mensen een gevoel van eigenwaarde en zorgt voor betrokkenheid bij de samenleving. Het vinden van betaalde arbeid is niet voor iedereen haalbaar. Lukt het niet om zelf in een inkomen te voorzien dan zal ondersteuning geboden worden. Voor mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap is werken in een gewone baan soms niet mogelijk. Werken in de Sociale Werkvoorziening (SW),kan dan een oplossing zijn. Hiervoor is een indicatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) nodig. Het UWV geeft deze indicaties af. Na afgifte van een indicatie wordt gekeken of de desbetreffende persoon geplaatst kan worden bij de “DSW Rijswijk e.o.”. · Minimabeleid, kinderopvang en schuldhulpverlening 6102 Participatie en minima, 6103 Kinderopvang en 6200 Schuldhulpverlening Het minimabeleid heeft als doel om mensen die moeten rondkomen van een inkomen op of rond het sociaal minimumloon volwaardig deel te kunnen laten nemen aan de samenleving. Omdat kinderopvang een belangrijke voorwaarde is voor re-integratie verstrekt de gemeente een tegemoetkoming in de kosten voor de eigen bijdrage voor kinderopvang. Voor de ouders met een sociaal medische indicatie wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming betaald. Het doel van schuldhulpverlening is om problematische schuldsituaties te voorkomen of op te lossen. Maatwerk speelt binnen de schuldhulpverlening een belangrijke rol. · Educatie, participatie en integratie 6230 Participatie, educatie, integratie en arbeidsmarkt Vanwege budgettaire krapte zal de aandacht vooral worden gericht op de uitstroom van kansrijke uitkeringsgerechtigden. Mensen voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt nog te groot is, zullen gestimuleerd worden om te gaan participeren, zodat zij zinvol actief kunnen zijn en hun steentje kunnen bijdragen aan de samenleving. Het verkrijgen van een positie op de arbeidsmarkt zal altijd het einddoel blijven. Jongeren voor wie er nog mogelijkheden van studiefinanciering zijn, hebben geen recht meer op een uitkering levensonderhoud. Zoveel mogelijk worden jongeren gestimuleerd om langer op school te blijven en daar een startkwalificatie te halen. Daarmee kunnen zij hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Mensen die de Nederlandse taal nog niet beheersen zijn zelf verantwoordelijk om hun inburgering ter hand te nemen, ook financieel gezien. Werk wordt gezien als een belangrijke motor voor integratie. Voor zover van toepassing worden ondersteunende maatregelen ingezet om de toetreding tot de arbeidsmarkt te vergroten en/of te bewerkstelligen. Op het gebied van educatie zijn de mogelijkheden beperkt tot het leren van de Nederlandse taal en rekenen voor niet-inburgeringsplichtigen. Maximale inzet wordt gepleegd op het bestrijden van laaggeletterdheid conform de wettelijke mogelijkheden. · Lijkbezorging 7241 Lijkbezorging Indien er niemand in de lijkbezorging kan voorzien en daartoe geen enkel initiatief ondernomen wordt draagt de gemeente daarvoor zorg.
Programma Sociale Zaken 65
Wat gaan we ervoor doen? Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
6100 Inkomen
Uitkeringen voor levensonderhoud verstrekken
Het beperken van de instroom door het rechtmatig verstrekken van een uitkering om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. 6110 Arbeidsmarkt overig
Hoe gaan we het meten? Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Diverse inkomensondersteunende regelingen uitvoeren. Terugvordering van ten onrechte verstrekte uitkeringen. Voorkoming en opsporing van fraude. Realiseren van de door het ministerie SZW opgelegde taakstelling.
Wanneer is de doelstelling bereikt? Als de verstrekte uitkeringen bij de personen terecht gekomen zijn die er recht op hebben en het aantal uitkeringen niet hoger is dan 1090. Als blijkt dat de lokale gegevens in de pas lopen met de landelijke ontwikkelingen.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Als de wettelijk opgelegde taakstelling is gerealiseerd.
Ondanks het feit dat de Wet werken naar vermogen vooralsnog niet door is gegaan, zal wel verder worden gegaan met het herstructureren van de DSW.
Als er regionale afspraken met grote werkgevers zijn gemaakt en sectorarrangementen zijn afgesloten.
Het aantal deelnemende gemeenten is uitgebreid met Voorschoten en Lansingerland.
Cliënten met een WSW indicatie begeleiden naar een aangepaste werkplek in het kader van de WSW, waarin zij maximaal kunnen presteren en waartoe zij ondersteuning en begeleiding op de werkplek krijgen aangeboden. Optimaliseren van de mogelijkheden voor werkzoekenden door regionale aanpak en afspraken. 6102 Participatie en minima Het bevorderen van participatie ter voorkoming van achterstandsituat ies en sociaal isolement. 6103 Participatie en kinderopvang Het wegnemen van de financiële belemmering
Wat is er veranderd en wat is nieuw? Wettelijke aanscherping handhaving op het gebied van fraude, terugvordering en verhaal.
Regionale beleidsafspraken maken.
Uitvoering geven aan diverse gemeentelijke inkomensondersteunende regelingen.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Als alle Rijswijkse minima door de inzet van de diverse inkomensondersteun ende regelingen zelfredzaam zijn.
Het verstrekken van vergoedingen met betrekking tot de eigen bijdragen op het gebied van kinderopvang.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Als kinderopvang geen financiële belemmering meer is in het kader van de re-integratie.
Het verstrekken van gegevens aan de belastingdienst in het kader van nieuwe wetgeving. De uitvoering van de
Programma Sociale Zaken 66
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Het inzetten van preventieve en curatieve instrumenten op het gebied van schuldhulpverlening.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Als iedere persoon die een beroep doet op schuldhulpverlening op het juiste spoor is gezet.
Participatie: Voor zover noodzakelijk wordt een cliënt begeleid en bemiddeld naar werk met inzet van een uitgebreid scala aan instrumenten waarmee maatwerk voor de cliënt geleverd kan worden.
Resultaten worden periodiek gemonitord en geanalyseerd.
Participatie: De doelstelling zal zijn bereikt als het volume van het uitkeringenbestand beperkt zal blijven tot 1090 uitkeringen.
voor toetreding tot de arbeidsmarkt met betrekking tot kinderopvang.
6200 Schuldhulpverlening Problematische schuldensituaties waar mogelijk voorkomen en ondersteuning bieden bij de aanpak ervan. 6230 Participatie, educatie, integratie en arbeidsmarkt Het bevorderen van de uitstroom uit de uitkeringen voor levensonderhoud alsmede het stimuleren van participatie in de vorm van werk of maatschappelijke activiteiten.
7241 Lijkbezorging
Wat is er veranderd en wat is nieuw? gemeentelijke taken zal overgaan naar de belastingdienst voor alle doelgroepouders, behalve voor reintegratiecliënten voor wat betreft de eigen bijdrage en de sociaal medisch geïndiceerden. Uitvoering geven aan de nieuwe wet schuldhulpverlening met meer aandacht voor de preventie en nazorg.
Integratie: Het invulling geven en afronden van alle gemeentelijke taken op het gebied van inburgering.
Integratie: Als iedere inburgeraar is gehandhaafd op zijn inburgeringtermijn is de doelstelling behaald.
Integratie: Met ingang van 1 januari 2013 ligt de verantwoordelijkheid van de inburgering geheel bij de inburgeringsplichtige zelf. De gemeentelijke verantwoordelijkheid richt zich op de doelgroep die zich tot en met 31 december 2012 heeft gemeld.
Educatie: Het aanbieden van educatieve activiteiten op het gebied van taal en rekenen.
Educatie: Als iedereen die een achterstand heeft op het gebied van rekenen en/of taal is bereikt en van een traject is voorzien.
Educatie: Het VAVO is ondergebracht bij het regulier onderwijs. Het aanbieden van activiteiten op het gebied van breed maatschappelijk functioneren en sociale redzaamheid behoren niet meer tot de wettelijke kaders van de educatie.
Het op passende wijze verzorgen van de uitvaart van minvermogenden.
Niet van toepassing.
Indien er niemand in de lijkbezorging kan voorzien en daartoe geen
Als van alle overleden minvermogenden op passende wijze de uitvaart is verzorgd.
Programma Sociale Zaken 67
Beleidsproduct
Wat doen we daarvoor?
Hoe gaan we het meten?
Wanneer is de doelstelling bereikt?
Wat is er veranderd en wat is nieuw?
enkel initiatief ondernomen wordt draagt de gemeente daarvoor zorg.
Externe invloeden en kaders en interne kaders Externe kaders Rijksbeleid:
Interne kaders Raadsbesluiten:
· · · · · · ·
· · · · · · · · · · · · ·
· · · · · · · · ·
Wet werk en bijstand (WWB). Wet participatiebudget. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Wet inburgering. Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Bijstandsbesluit Zelfstandigen 2004 (Bbz). Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw). Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz). Wet bundeling van uitkeringen. Inkomensvoorziening aan gemeenten. Wet kinderopvang. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Wet Fraude. Regeling huisbezoeken. Wet op de Lijkbezorging.
· · · · ·
Participatieverordening. Verordening Inburgering. Doelgroepenbeleid educatie. GR DSW Rijswijk e.o. Verordening Persoonsgebonden budget Wsw. Visie DSW Rijswijk.e.o. Afstemmingsverordening. Fraudeverordening. Verordening Cliëntenparticipatie. Verordening Toeslagen en Verlagingen. Maatregelenverordening Ioaw/Ioaz. Verordening Langdurigheidstoeslag. Verordening Maatschappelijke participatie van kinderen. Verordening Kinderopvang. Verordening Kinderopvang sociaal-medische indicatie. Kwijtscheldingsbeleid. Kadernota Schuldhulpverlening. Beleidsnotitie Minimabeleid.
Wat kost het? Exploitatie (meerjarig): Lasten
(bedragen x € 1.000) Realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
2016
32.984
32.692
31.373
31.128
31.025
31.011
Baten
24.185
25.398
23.940
23.700
23.769
23.769
Saldo
8.799
7.294
7.433
7.428
7.256
7.242
Voor een toelichting op de belangrijkste mutaties tussen de verschillende jaren wordt verwezen naar de toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 en de toelichting op verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren.
Programma Sociale Zaken 68
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN PROGRAMMA’S
69
70
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
Bedragen x € 1.000 Lasten Baten 2013 2013 Algemene dekkingsmiddelen a) Lokale belastingen waarvan de besteding niet gebonden is: - Ozb eigenaren woningen - Ozb eigenaren niet-woningen - Ozb gebruikers niet-woningen - Ozb - Wet WOZ - Hondenbelasting - Precariobelasting - Retributies - Toeristenbelasting b) Algemene uitkeringen: - Uitkering uit het gemeentefonds c) Dividend: - Dividenden d) Overige algemene dekkingsmiddelen: - Bespaarde rente - Gemeente eigendommen - Plaspoelpolder - Uitkeringen van derden - Saldi van de kostenplaatsen - Overig Subtotaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Onvoorziene uitgaven Stelpost kapitaallasten Subtotaal onvoorziene uitgaven Totaal
0 0 0 459 283 0 8 6 4
5.145 3.624 3.079 0 0 138 315 20 184
-187
49.049
128
191
0 626 0 127 461 -378
1.713 675 116 127 315 65
1.537
64.756
63.219
50 50
0 400 400
350
1.587
65.156
63.569
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 71
Saldo
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN De baten en lasten van de algemene dekkingsmiddelen worden apart in de rekening van baten en lasten geraamd. In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen beknopt toegelicht. Lokale belastingen De stijging van de onroerendezaakbelastingen bedraagt voor 2013 5%. Deze stijging bestaat uit een inflatiecorrectie van 2,0% en een reële stijging van 3%.(1,75% structureel, 2% inflatiecorrectie en 1,25% incidenteel). In de meerjarenbegroting is een jaarlijks reële stijging van 1,75% opgenomen. In de paragraaf lokale heffingen wordt nader ingegaan op beleidsuitgangspunten, ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, de lastendruk en een vergelijking met andere gemeenten in de regio Haaglanden. De algemene uitkering uit het gemeentefonds De ontvangen Septembercirculaire 2012, uitgebracht door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), geeft weinig houvast om de ontwikkeling van de algemene uitkering van met name de jaren vanaf 2014 goed te kunnen voorspellen. Voor een meer exactere inschatting van de uitkomsten moet gewacht worden op de uitkomsten van een nieuw Regeerakkoord en de vertaling hiervan door BZK in een circulaire. Naar verwachting zal dit pas in een Mei- of Junicirculaire 2013 worden opgenomen. Het is dan ook naar onze mening onjuist om de ramingen in de begroting van de algemene uitkering alleen te baseren op de Septembercirculaire. Bij gebrek aan informatie volgen we onderstaande visie gevolgd en vertalen die in de cijfers van de begroting. 2013 1 Het accres voor het jaar 2013 is redelijk hard en de onderstaande uitkomst is onder meergebaseerd op het door de Tweede Kamer afgesloten Lenteakkoord. Dit akkoord heeft een reikwijdte van een jaar (tot en met 2013) en is vertaald in de Junicirculaire 2012. Daarnaast is rekening gehouden met het netto resultaat van de onlangs uitgebrachte Septembercirculaire waarin verdere aanpassingen van de accressen zijn opgenomen. In 2013 kan nog wel de algemene uitkering worden aangepast als gevolg 2 van het in Rijswijk gelijk kunnen houden van het aantal uitkeringsgerechtigden , terwijl het landelijk gemiddelde stijgt. Daarnaast kan het rijk in 2013 met aanpassingen voor het gemeentefonds komen vanwege een nacalculatie van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. We verwachten voor deze jaarschijf geen groot verschil ten opzichte van het opgenomen nadeel van € 530.000,-. Ontwikkelingen vanaf 2014 Voor 2014 en volgende jaren zijn de positieve accresontwikkelingen onzeker. De jongste CBS-cijfers van 22 augustus jl. geven voor 2013 een begrotingstekort te zien van 2,7% van het BBP en een groei het BBP van 0,75%. Dit cijfer is wel bemoedigend, maar een nieuw kabinet VVD-PvdA zal hoogstwaarschijnlijk de huidige ingeboekte inkomstenverhoging (lastenverzwaringen) inwisselen voor uitgavenverlaging (bezuinigingen), die negatief uitwerkt voor het Gemeentefonds. Dit sluit aan bij de uitspraak van minister-president Rutte op het VNG-congres dat gemeenten er met het Lenteakkoord nog niet zijn en ook in de komende jaren moeten rekenen op een treetje lager. Daarnaast moet rekening worden gehouden met negatieve gevolgen voor het Gemeentefonds als gekozen wordt om op termijn een begrotingstekort van 0% te bereiken. Ook de herverdeling van de clusters van het Gemeentefonds in 2014 vormt een risico; de zogenaamde herijking van het gemeentefonds zal voor gemeenten tot herverdeeleffecten leiden (maximaal € 15,- nadeel per inwoner per jaar ofwel maximaal € 730.000,- per jaar). En niet te vergeten de uitwerking van de efficiencykortingen op de decentralisatie-uitkeringen kunnen een risico vormen. Verder is het
1
De volumeontwikkeling van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (normeringsystematiek); geeft het rijk meer uit, dan groeit het gemeentefonds; geeft het rijk minder uit, dan daalt de omvang van het gemeentefonds. Deze normeringsystematiek kan ertoe leiden dat bij aanstaande rijksbezuinigingen de daling van het gemeentefonds cumuleert met deze inhoudelijke neerwaartse bijstelling. 2 Om een beeld van deze beïnvloeding te geven: 1% minder groei (10 personen) dan het landelijk gemiddelde geeft een nadelig verschil voor de algemene uitkering van circa € 50.000,- structureel. Daarentegen ontstaat wel een dubbel zo groot voordeel op het I-deel opgenomen in het programma Sociale Zaken.
Toelichting op de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 72
afwachten of en hoe groot het aantal bijstandontvangers groeit, de woningbouw zich ontwikkelt en de inflatie zich houdt. Dat alles heeft invloed op de hoogte van de algemene uitkering. Op basis van deze summiere informatie en en de vraag in welke mate de gemeenten door de aanstaande bezuinigingen worden getroffen, houden we rekening met de volgende nadelige verschillen ten opzichte van de Junicirculaire.
Verschillen (N= nadelig):
2013 N 530*
2014 N 1.700
2015 N 2.000
2016 N 2.000
x € 1.000,totaal N 6.230
* Hiervan is € 230.000,- nadelig al in de jaarschijf 2013 van de 2e Halfjaarrapportage 2012 opgenomen.
Dividenden De dividendontvangsten over een bepaald jaar worden volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in het volgende boekjaar geraamd en verantwoord. Dus de dividendontvangsten over 2012 worden in het begrotingsjaar 2013 geraamd. De BNG verwacht over 2013 een beter resultaat dan 2012. Echter de bankenwereld heeft te maken met de nieuwe regelgeving vastgelegd in het Basel III Akkoord. Op basis hiervan moeten banken meer eigen vermogen aanhouden om de eventuele toekomstige verliezen uit belegde gelden te kunnen betalen. De BNG heeft geen risicovolle beleggingen, maar moet zich wel aan het akkoord houden. Daarom heeft de BNG besloten, in principe tot 2018 het dividend met 50% te verlagen ofwel te bepalen op 25% van de nettowinst. Zodra meer duidelijkheid wordt verkregen over de definitieve vorm en hoogte van het aan te houden eigen vermogen, zal het dividendbeleid worden heroverwogen. Heroverweging van het dividendbeleid zal ook plaatsvinden bij het onverhoopt niet uitkomen van verwachtingen ten aanzien van groei en/of resultaatontwikkeling. In de meerjarencijfers is rekening gehouden met deze ontwikkeling. Overige algemene dekkingsmiddelen De overige algemene dekkingsmiddelen bestaan uit onder andere de gemeentelijke eigendommen, bespaarde rente, uitkeringen van derden en Plaspoelpolder. Bespaarde rente De bespaarde rente is de berekende rente over de reserves en voorzieningen. We hanteren het rentepercentage van 4%. Dit percentage is ongeveer gelijk aan de gemiddelde betaalde rente van de langlopende leningen. Saldi van de kostenplaatsen Het saldo kostenplaatsen bestaat uit: Nog te verdelen uren (lasten) Het saldo op de kostenplaatsen is ondermeer ontstaan doordat er nog geraamde bedragen zijn opgenomen na het doorbelasten van uren (tarief) via de kostenverdeelstaat. Dit is een zuiver technische oplossing. Saldo van de financieringsfunctie (lasten) De doelstelling van het financieringsbeleid omvat het zo gunstig mogelijk contracteren van geldmiddelen op lange termijn (kapitaalmarkt) en korte termijn (geldmarkt). Kortheidshalve wordt het totaal van de rentekosten minus de doorberekende rentekosten aan de programma’s verantwoord op dit onderdeel. Onvoorziene uitgaven Met het bedrag van deze post kunnen andere begrotingsposten, die door onvoorziene omstandigheden omvang missen, via een begrotingswijziging worden verhoogd. De feitelijke uitgaaf wordt dus niet op de post voor onvoorziene uitgaven verantwoord, maar op het programma/product waarop de uitgaaf betrekking heeft. De post voor onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks opgenomen en wordt gedekt door de algemene middelen. Wat aan het einde van het jaar overblijft, vloeit via het rekeningssaldo weer terug naar de algemene middelen. In het verleden en in 2013 is het bedrag van
Toelichting op de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 73
onvoorziene uitgaven met 50% verlaagd. Dit doen we omdat in werkelijkheid weinig gebruik wordt gemaakt van de post onvoorzien. In 2013 is nu € 50.000,- beschikbaar (circa € 1,- per inwoner). Stelpost kapitaallasten Naast het investeringsplan 2013-2016 bestaan nog oude investeringsramingen, die we elk jaar opnieuw kritisch beoordelen. Het levert naar schatting € 400.000,- per jaar op. Overige stelposten Stelpost personeelsbudget Bij het sluitend maken van de meerjarenbegroting 2012-2015 wordt vanaf 2014 op het personeelsbudget € 600.000 gekort. In deze begroting is deze taakstelling verhoogd met € 250.000,in 2013 en € 550.000,- structureel vanaf 2014. Daarnaast wordt bezuinigd op de materiële budgetten. Waar mogelijk zijn de P&O activiteiten teruggebracht tot de wettelijk verplichte taken (Cao-afspraken en ARBO-wetgeving). Een uitzondering wordt gemaakt voor het opleidings- en ontwikkelingsbudget. Dit budget is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het gemeentepersoneel. Stelpost onderhoud openbaar gebied Vanaf 2013 is structureel een bezuiniging vastgesteld van € 300.000,- ten aanzien van onderhoud van het openbaar gebied.
Toelichting op de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 74
PARAGRAFEN PROGRAMMA’S
75
76
Paragraaf Weerstandsvermogen Aanleiding en achtergrond De gemeente Rijswijk wil risico's die zij loopt beheersbaar maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat huidige risico’s en de toekomstige risico’s in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in deze risico's te verkrijgen is een risico-inventarisatie uitgevoerd. Op basis van de geïnventariseerde risico’s wordt het weerstandsvermogen berekend.
Kader Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Financiële verordening gemeente Rijswijk 2006. Risicomanagementbeleid 2006. Nota reserves en voorzieningen Gemeente Rijswijk 2008.
Risicoprofiel Om de risico’s van Rijswijk in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is onder andere tot stand gekomen met behulp van een risicomanagement informatiesysteem dat bij veel gemeenten wordt gebruikt. Hiermee worden risico's systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Voor de programmabegroting 2013-2016 zijn de risico’s geactualiseerd. Op grond van het risicomanagementbeleid worden in het onderstaande overzicht alleen de 10 grootste risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij motie heeft uw raad voorgesteld om een stresstest te doen of te laten doen over de financiële situatie van de gemeente. De Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) heeft samen met de grote gemeenten een op maat gesneden stresstest ontwikkeld. Omdat dit onderzoek als te “ingewikkeld” wordt beoordeeld, hebben meerdere kleine en middelgrote gemeenten de VNG verzocht om een op hun maat geschreven stresstest. De VNG heeft het verzoek in beraad. Vooruitlopend op de risico-inventarisatie willen wij u melden dat de economische situatie op dit moment het grootste risico voor de gemeente is. Ontwikkelingen als nieuwe rijksbezuinigingen, efficiencykortingen bij overheveling van rijkstaken naar gemeenten en een andere verdeling van het gemeentefonds in 2014 zullen effect hebben op de algemene uitkering. In de meerjarenbegroting 2013-2016 hebben wij, voor zover nu bekend, al rekening gehouden met deze tegenvallers. Dit risico maakt daarom geen onderdeel meer uit van de belangrijkste risico’s. De risico’s bij het grootste project van de gemeente, de ontwikkeling van RijswijkBuiten, zijn uitgebreid in de paragraaf RijswijkBuiten opgenomen. Uit de inventarisatie zijn vanuit de afdelingen in totaal 60 risico's in beeld gebracht met een totaal geraamd risico van ca. € 42.642.500,-. Risico’s met een geschatte omvang kleiner dan € 60.000,- zijn in deze berekening niet meegenomen. Indien een dergelijk risico zich daadwerkelijk voordoet, dienen de lasten hiervan binnen de exploitatiebudgetten opgevangen te worden. In het onderstaande overzicht wordt zoals aangegeven alleen het aantal risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum van 10.
Paragraaf Weerstandsvermogen
77
Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's Risico
Kans
Financieel gevolg
Invloed
Modulus
50%
max. € 3.400.000,-
15.27%
In de jaarrekening is een vordering opgenomen op Modulus Projectontwikkeling B.V Deze vordering heeft betrekking op de herrekening van de koopprijs van een kavel aan de Lange Kleiweg die in 2002 aan Modulus Projectontwikkeling B.V. (verder te noemen Modulus) is verkocht. In de koopovereenkomst is bepaald dat Modulus bij overschrijding van 9.600 m2 BVO kantoorruimte een aanvullende koopprijs is verschuldigd aan de gemeente Rijswijk. De aan Modulus op 10 september 2008 verleende -gewijzigde- bouwvergunning voorziet in de realisering van 24.605 m2 gebruiksoppervlak kantoor. Op basis van deze informatie is op 4 april 2011 een factuur aan Modulus verzonden voor de aanvullende koopprijs. Bij brief van 21 april 2011 heeft de door Modulus ingeschakelde advocaat ons laten weten dat Modulus niet wil voldoen aan ons betalingsverzoek. Vanzelfsprekend hebben wij inmiddels eveneens een advocaat ingeschakeld om ons in deze kwestie te adviseren en ter zijde te staan. Wij handhaven ons standpunt dat Modulus de aanvullende koopprijs verschuldigd is. Groot onderhoud schoolgebouwen
90%
max. € 2.500.000,-
14.68%
Er is sprake van achterstallig groot onderhoud aan de buitenkant van een aantal onderwijsgebouwen. Dit kan leiden tot onveilige situaties met eventuele claims als gevolg en/of acties van schoolbesturen waardoor de gemeente politieke en/of strategische stedenbouwkundige risico’s loopt. Met de realisatie van de brede scholen wordt dit risico opgelost. Maatregelen: In het investeringsplan zijn investeringen opgenomen voor vervangende huisvesting van de schoolgebouwen, die aan vervanging toe zijn; Brede school Muziekbuurt, Stationskwartier (Piramide) en Rembrandkwartier (scholendriehoek). IMC (nu Stanislascollege) Ter vervanging van het vigerende convenant herhuisvesting IMC, waarin de drie huidige onderwijslocaties naar de locatie Lange Kleiweg (de voormalige TH-locatie) verhuizen, heeft het college van burgemeester en wethouders een principeakkoord bereikt met Stichting Lucas Onderwijs over een nieuw convenant. Dit principeakkoord is uitgewerkt in een nieuw concept convenant dat in 2011 aan de gemeenteraad is voorgelegd. De gemeenteraad is niet tot vaststelling van het nieuwe convenant overgegaan en heeft Stichting Lucas Onderwijs, zoals hen eerder aangekondigd, eind 2011 in gebreke gesteld ten aanzien van uitvoering van het vigerende convenant. Het overleg is in 2012 hervat. De mogelijkheid van een juridische procedure is nog altijd reëel. Maatregelen: de bestuurlijke overleggen met Lucas onderwijs over een mogelijk alternatief voor de herhuisvesting van het voortgezet onderwijs zijn in 2012 voortgezet. De verwachting is dat er in de 2de helft van dit jaar duidelijkheid kan worden gegeven over de uitkomsten van dit overleg. Wet Werk en Bijstand
70%
max. € 1.200.000,-
5.53%
Bezuinigingen op de macrobudgetten en veranderingen in het rekenmodel waarmee de macrobudgetten worden berekend kunnen leiden tot tekorten op de lokale rijkssubsidie. Een dergelijke overheidsmaatregel kan niet worden voorkomen en kan leiden tot tekorten. Het participatiebudget wordt maximaal ingezet voor bevordering van uitstroom uit de uitkering zodat de uitgaven aan uitkeringen zo laag mogelijk blijven en het eventuele tekort zoveel als mogelijk beperkt blijft.
Paragraaf Weerstandsvermogen
78
Precariobelasting op buizen
50%
max. € 1.200.000,-
5.23%
De gemeente Rijswijk heeft over de belastingjaren 2002 tot en met 2004 precariobelasting geheven van telecom-aanbieders voor het hebben van lege mantelbuizen in de grond. Momenteel lopen er nog een aantal bezwaar- en beroepsprocedures, omdat de telecomaanbieders van mening zijn dat zij zijn vrijgesteld van deze belasting. Inmiddels heeft de belastingkamer van de rechtbank uitgesproken dat er ook precariobelasting verschuldigd kan zijn voor het hebben van lege buizen, maar is de belastingaanslag om formele redenen verlaagd. Beide partijen zijn tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof. De uitspraak in hoger beroep was ongunstig voor de gemeente en de gemeente is in cassatie gegaan bij de Hoge Raad, uitspraak volgt in 2012. Alle andere zaken liggen bij het gerechtshof, die deze zaken waarschijnlijk zal aanhouden in afwachting van het arrest van de Hoge Raad. Op dit moment staat er nog een bedrag van € 1,2 miljoen aan precariobelasting open. Dienst Sociale Werkvoorziening
90%
max. € 600.000,-
4.32%
De ontwikkelingen rond de DSW met als belangrijkste probleem de bezuinigingen. Bezuinigingen vanuit het Rijk kunnen niet voorkomen worden. Wel wordt er momenteel aan een transitieplan gewerkt om de tekorten die ontstaan door bezuinigingen te beperken. RijswijkBuiten
50%
max. € 1.250.000,-
4.19%
Onvoldoende en tijdig kunnen sturen op risico's binnen grondexploitaties, met name met betrekking tot archeologisch onderzoek. Oude Stadhuis
40%
max. € 1.500.000,-
4.14%
Door de beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst met de projectontwikkelaar, is een nieuwe situatie ontstaan waarin college en gemeenteraad met elkaar de toekomstige invulling van de locatie verkennen. In afwachting van een nieuw plan worden vanaf 2012 de jaarlijkse kosten circa € 500.000,- per jaar (rente, advieskosten, interne uren, belastingen etc.) niet meer bijgeschreven op de boekwaarde, maar met ingang van 2012 ten laste van de begroting gebracht. Hierdoor blijft de boekwaarde van de opstallen en gronden constant. De boekwaarde minus bestaande verliesvoorziening bedraagt per 1 januari 2013 € 7.085.044,-. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat in 2015 geen extra lasten meer in de begroting behoeven te worden opgenomen. Het risico dat dit nog wel moet gebeuren wordt ingeschat op nog eens 3 jaren van extra lasten voor de begroting en worden op € 1,5 miljoen geschat. Vooralsnog wordt geen rekening gehouden met een afwaardering van de boekwaarde. RijswijkBuiten
50%
max. € 1.250.000,-
4.11%
Berekenen van lagere grondprijs voor bepaalde partijen (woningbouwcorporaties) en voor het treffen van gemeentelijke (maatschappelijke) voorzieningen om redenen van politieke aard, zoals scholen en sporthallen. RijswijkBuiten
50%
max. € 1.250.000,-
4.08%
Niet kunnen afdekken van risico's, die kunnen ontstaan door richtlijnen, voorwaarden, eisen van andere overheden en overige derden-partijen. Overige bouwgrondexploitaties
70%
max. € 600.000,-
Vertraging bij de uitvoering van de grondexploitatie als gevolg van externe factoren: archeologie, flora/faunawet en wetgeving. Vertraging woningbouw.
Paragraaf Weerstandsvermogen
79
2.77%
In totaal zijn er voor een bedrag van € 42.642.500,- risico's opgenomen. Het aandeel van de top 10 risico's in het totaal is € 14.750.000,-. Dit betekent dat de overige risico's optellen tot een bedrag van € 27.892.500,-. Met de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd waarbij met het hanteren van een zekerheidpercentage van 90% de benodigde weerstandscapaciteit is bepaald. Het reserveren van het maximale bedrag van de opgenomen risico's is namelijk niet reëel, omdat de risico's niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang zullen optreden. Het resultaat van deze simulatie is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 10.228.556,- het voor 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt. Ter informatie is in de volgende tabel de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen bij het hanteren van naastgelegen zekerheidspercentages. Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage Bedrag 75% € 8.953.612 80% € 9.295.033 85% € 9.676.404 90% € 10.228.556 95% € 11.045.119
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Rijswijk bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand Algemene reserve Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
Startcapaciteit € 19.567.537 € 50.000 € 19.617.537
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's:
Weerstandscapaciteit:
Bedrijfsproces Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / aansprakelijkheid Letsel / Veiligheid Materieel Milieu Personeel / arbo Product
Algemene reserve Onvoorzien
i
i
Weerstandvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit € 19.617.537 Ratio weerstandsvermogen = = = 1.92 Benodigde € 10.228.556 weerstandcapaciteit
Paragraaf Weerstandsvermogen
80
Tabel 4: Weerstandsnorm Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
De ratio valt in B. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment, volgens de huidige analyse van de mogelijke risico’s, vertaald in het benodigde weerstandsvermogen, de waardering van ruim voldoende van toepassing is.
Paragraaf Weerstandsvermogen
81
82
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Planontwikkeling beheer openbare ruimte Vanaf 2012 is er structureel meer budget beschikbaar voor het onderhoud van de kapitaalgoederen. Hiertoe is een investeringsfonds beheer openbare ruimte (IBOR fonds) opgericht. Dit fonds is bedoeld om de onderhoudsachterstanden te verminderen. Er zal extra geïnvesteerd worden in het vernieuwen van de openbare verlichting, het onderhoud van bomen en het groot onderhoud van wegen. Ook vanaf 2013 is structureel meer onderhoudsbudget beschikbaar gesteld, zodat het voorzieningsniveau van spelen in de wijk gehandhaafd blijft en ook de civiele kunstwerken op voldoende niveau blijven. Voor baggeren is daarentegen structureel minder geld nodig dan was geraamd. Tegelijkertijd zal in 2013 een korting van gemiddeld 7% op de uitvoeringsbudgetten voor het onderhoud van de openbare ruimte worden ingevoerd. Het gaat om een bedrag van € 300.000,-. Het bedrag is als stelpost verwerkt en zal nader worden ingevuld. De inspanning is erop gericht om de kapitaalgoederen op peil te houden. Vanaf 2011 is een aantal specifieke onderdelen van de nota kapitaalgoederen geactualiseerd. Er zijn beheerplannen opgesteld voor openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, wegen en bomen. In 2012 is een nieuwe gemeentelijke rioleringsplan opgesteld en is het gemeentelijk baggerplan geactualiseerd. Daarnaast zijn beheerplannen voor speeltoestellen, civieltechnische kunstwerken en oevers afgerond. De gemeente beschikt daarmee over actueel beleid voor het onderhoud van alle voorzieningen in de openbare ruimte.
1. Openbaar groen Beleidskader Het totale oppervlak openbaar groen in Rijswijk bedraagt circa 320 ha (ongeveer 600 voetbalvelden). Het totaal aantal straat- en laanbomen bedraagt ruim 29.500 stuks. De beheerwerkzaamheden 2013 bestaan uit: · · · · · · ·
verwijderen van zieke en dode bomen. Aanplanten van nieuwe bomen. Snoeien van alle risicobomen. Inspecteren van bomen conform de wettelijke zorgplicht. Maaien en herstellen van gras. Snoeien en vervangen van beplanting. Onkruidbestrijding in plantvakken.
In 2009 zijn alle bomen geïnspecteerd. Daaruit bleek dat 1 op de 4 bomen aangemerkt mag worden als risicoboom. Dat wil zeggen, er is grof dood hout aanwezig dat verwijderd moet worden. Voor 2012 zijn extra financiële middelen beschikbaar gesteld om alle risicobomen aan te pakken. Inmiddels zijn alle risicobomen verholpen. Daarna wordt er structureel meer geïnvesteerd om nieuwe achterstanden te voorkomen. Voor de herplant van bomen is sinds 2010 structureel € 100.000 toegekend. Hierdoor is er voldoende financiële ruimte om bomen te vervangen die vanwege ziekte of ouderdom verwijderd zijn. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2013 50.000 100.000 1.312.130
Paragraaf Kapitaalgoederen 83
2014 50.000 100.000 1.312.130
2015 50.000 100.000 1.312.500
2016 100.000 1.312.500
2. Water Binnen dit thema onderscheiden we verschillende werkzaamheden. Hiervan zijn het baggeren van de watergangen en het onderhoud aan beschoeiingen financieel het meest omvangrijk. 2A. Beleidsthema baggeren Beleidskader De gemeente heeft een baggerplicht voor de watergangen die haar eigendom zijn. Het baggergebied is opgedeeld in schouwvakken. Elk jaar wordt een schouwvak gebaggerd. Het beleidskader voor baggeren is opgenomen in het baggerplan 2012-2016. Er zijn in de afgelopen jaren diverse watergangen overgedragen aan het Hoogheemraadschap van Delfland. Tevens blijkt dat de slibaanwas minder is dan aanvankelijk geraamd. Om deze redenen hebben we vorig jaar het gemeentelijk baggerplan geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een nieuw uitvoeringskader inclusief de benodigde budgetten om aan de baggerverplichting te voldoen. De conclusie is dat we € 1.700.000,- minder nodig hebben over de periode 2012-2016. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 n.v.t. n.v.t. 569.920
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 n.v.t. n.v.t. 350.810
2015 n.v.t. n.v.t. 176.730
2016 n.v.t. n.v.t. 100.250
2B. Beleidsthema oevers Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van oevers is opgenomen in het beheerplan oevers 2012-2016. De gemeente Rijswijk heeft in totaal 143 km oever in beheer. Het overgrote deel van het areaal is van (zeer) goede kwaliteit. Slechts 9% voldoet niet aan de basisnorm. Er zijn geen achterstanden. Het beschikbare budget is onvoldoende om alle onderhoudsmaatregelen uit te voeren. Circa 50% van alle maatregelen wordt de komende periode uitgevoerd. Enkele de meest slechte beschoeiingen worden vervangen. Bij vervanging leggen we een natuurvriendelijke oever aan waar dit technisch mogelijk is. Ondanks dat een beperkt onderhoudsregime geldt, zijn de veiligheidsrisico’s beperkt en te beheersen. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 268.000 6.820
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 268.000 6.820
2015 268.000 6.820
2016 268.000 6.820
3. Wegen Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van wegen is opgenomen in het beheerplan wegen 2011-2015. Rijswijk beheert circa 2,3 miljoen vierkante meter verharding. Circa een derde bestaat uit asfalt en tweederde bestaat uit bestrating. Bij de bestrating is de afgelopen jaren een kwaliteitsverbetering gerealiseerd: 97% van de elementverhardingen scoort een voldoende. De asfaltwegen verkeren daarentegen in een mindere staat. 18% van de asfaltwegen scoort onvoldoende of matig. Het gaat hier om circa 60 locaties verspreid over de stad.
Paragraaf Kapitaalgoederen 84
De onderhoudstrategie voor de komende jaren is gericht op het beperken van kapitaalvernietiging en bestaat uit de volgende elementen: · prioriteit op groot asfaltonderhoud. Bestrating wordt op basisniveau onderhouden. Het budget dat hierdoor vrijvalt, wordt ingezet voor groot asfaltonderhoud. · Versobering asfaltmaatregelen: Alleen specifieke schadelocaties worden aangepakt in plaats van een hele straat. · Uitstel ontwikkellocaties. Locaties die binnen ontwikkelgebieden vallen, worden uitgesteld en enkel met noodreparaties onderhouden. Het betreft ontwikkellocaties als RijswijkBuiten, Eikelenburg en de Haagweg. · Uitstel van grote projecten. Drie van de vijf grote projectlocaties worden uitgesteld omdat deze een te groot beslag leggen op het beschikbaar budget. Het betreft de Generaal Spoorlaan, Geestbrugweg en het Jaagpad. We richten een bestemmingsreserve op om dergelijke grote projecten in de toekomst te kunnen financieren. Jaarlijks reserveren we € 320.000,- ten laste van de exploitatie; · Om kapitaalvernietiging te beperken worden twee grote projectlocaties wel uitgevoerd. Dit betreft de Sir Winston Churchillaan Oost en West. Hiervoor wordt eenmalig € 325.000,- in 2012 en eenmalig € 450.000,- in 2013 beschikbaar gesteld. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 450.000 569.000 544.520
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 569.000 544.520
2015 569.000 544.520
2016 569.000 544.520
4. Civieltechnische kunstwerken Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van civieltechnische kunstwerken is opgenomen in het beheerplan civiele kunstwerken 2012-2016. De gemeente Rijswijk heeft 215 civiele kunstwerken in beheer. Het betreft hier verkeersbruggen, fiets- en voetgangersbruggen, viaducten, tunnels en grondwerende constructies. De vervangingswaarde van het totale areaal wordt geschat op circa € 19 miljoen. Ongeveer 20% van het areaal verkeert in uitstekende of goede conditie. 67% van het areaal verkeert in redelijke conditie. Dit betekent dat deze kunstwerken extra onderhoud nodig hebben om verder verval tegen te gaan. 13% van het areaal verkeert in matige tot zeer slechte conditie. Hierbij treden verhoogde veiligheidsrisico’s op. Er is op dit moment een onderhoudsachterstand van ruim € 700.000,-. Het betreft hier voornamelijk maatregelen gericht op de veiligheid en functionaliteit. De komende jaren gaat de gemeente extra investeren om de achterstanden in te lopen en te voldoen aan de zorgplicht. De gemeente voert alle benodigde maatregelen uit gericht op de veiligheid en functionaliteit van de kunstwerken. Daarnaast wordt extra geïnvesteerd in de duurzaamheid en toonbaarheid van de kunstwerken. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 83.000 243.730
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 83.000 243.730
2015 83.000 243.730
5. Straatmeubilair Straatmeubilair omvat vele objecten. Openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en speelvoorzieningen zijn de meest omvangrijke in financiële zin.
Paragraaf Kapitaalgoederen 85
2016 83.000 243.730
5A. Openbare verlichting Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van openbare verlichting is opgenomen in het beheerplan openbare verlichting 2011-2015. De gemeente bezit ongeveer 8900 lichtpunten. Het areaal is in 2010 geïnspecteerd. Hieruit blijkt dat 7% zeer dringend (binnen 1 jaar) vervangen moet worden en dat nog eens 38% op korte termijn (1-5 jaar) vervangen moet worden. Daarnaast is het kabelnet sterk verouderd. Het aantal storingen is in de afgelopen jaren fors toegenomen: een verdubbeling in 3 jaar (van 780 naar 1580). De onderhoudstrategie voor de komende jaren is gericht op duurzaam investeren om de exploitatiekosten op langere termijn te verlagen. Deze strategie bestaat uit de volgende elementen: · inhalen achterstanden bovengrondse infrastructuur binnen twee jaar. · Structureel meer investeren in het vernieuwen van de bovengrondse en ondergrondse infrastructuur. · Preventief, groepsgewijs en grootschalig vervangen van lampen. Hiermee worden de lampstoringen beheersbaar en de kosten teruggebracht. · Benutten van kansen op het gebied van energiebesparing (o.a. LED en dimmen). Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 474.000 705.000 168.580 372.480
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (energie) Exploitatie (onderhoud)
2014 434.000 705.000 168.580 372.480
2015 169.000 705.000 168.580 372.480
2016 705.000 168.580 372.480
5B. Verkeersregelinstallaties Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van verkeersregelinstallaties is opgenomen in het beheerplan verkeersregelinstallaties 2011-2015. Rijswijk bezit 42 verkeersregelinstallaties (vri’s). De afgelopen jaren zijn de vri’s tijdig vervangen, namelijk zodra de technische levensduur bereikt werd. Hierdoor is de technische kwaliteit van het areaal op orde. Ook is het areaal steeds energiezuiniger gemaakt. Zo wordt LED (energiezuinige lampen) en dimmen (lampen op bepaalde tijden niet op het volle vermogen laten branden) standaard toegepast bij vervangingen. Wat betreft de vervanging van vri’s ontstaat in 2014 een knelpunt. Dan zijn 19 verkeersregelinstallaties (circa 45% van het totaal) aan vervanging toe. Ook kunnen stijgende energieprijzen in de toekomst een budgettair knelpunt vormen. De onderhoudstrategie voor de komende jaren bestaat uit de volgende elementen: · verkeersregelinstallaties vervangen na het bereiken van de levensduur (±15 jaar). · De vervangingspiek in 2014 spreiden over de omliggende jaren. · Bij vervanging standaard energiebesparende maatregelen toepassen (LED, dimmen, op bepaalde locaties de vri in de nacht uitzetten). Met deze onderhoudstrategie voldoen we aan de budgettaire nullijn, de minimale zorgplicht en de gemeentelijke beleidsvoornemens op het gebied van duurzaamheid. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 350.000 68.050 259.450
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (energie) Exploitatie (onderhoud)
Paragraaf Kapitaalgoederen 86
2014 270.000 168.580 259.450
2015 270.000 168.580 259.450
2016 330.000 168.580 259.450
5C. Speelvoorzieningen Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud van speelvoorzieningen is opgenomen in het beheerplan spelen 2012-2016. De gemeente beheert 132 openbare speelplekken met in totaal 448 speeltoestellen. Van een derde is de levensduur verstreken. De gemeente staat daarom de komende jaren voor een forse vervangingsopgave. De komende jaren zal extra geïnvesteerd worden zodat alle speelvoorzieningen behouden kunnen blijven. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 210.000 48.490
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 210.000 48.490
2015 210.000 48.490
2016 210.000 48.490
6. Riolering Beleidskader De gemeente heeft drie wettelijke zorgplichten, namelijk op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) geeft aan op welke manier de gemeente deze zorgplichten invult. Voor de komende planperiode kiest de gemeente voor een behoudende opstelling ten aanzien van soms vergaande landelijke toekomstbeelden. De belangrijkste speerpunten van de gemeente Rijswijk zijn vooral gericht op het verwerken van de onderhoudspiek, het invullen van twee nieuwe zorgplichten voor hemel- en grondwater en de klimaatverandering. De afgelopen planperiode zijn in de gemeente rioolinspecties uitgevoerd om de kwaliteit van het stelsel vast te stellen. Hieruit is gebleken dat ongeveer 30% van het stelsel de komende 10 jaar vervangen moet worden. De omvang van de investeringen voor de komende 10 jaar bedraagt € 48 miljoen. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 600.000 949.300
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 5.000.000 739.300
2015 5.000.000 739.300
2016 5.000.000 739.300
7. Gebouwen en overig onroerend goed 7A. Welzijns-, binnensport- en onderwijsaccommodaties Beleidskader De gemeente Rijswijk is eigenaar van 10 welzijnsgebouwen, de muziekschool en de schouwburg. Voor binnensport beschikt de gemeente over 1 welzijns- en sportcentrum (inclusief zwembad), 1 sporthal, 1 sportzaal en 3 gymnastieklokalen. Voor deze accommodaties hanteren we een meerjarenonderhoudsplan. Er vindt jaarlijks een actualisatie plaats van dit meerjarenonderhoudsplan. Op de lange termijn is de financiering van de meerjarenonderhoudsplanning niet in balans. Dit is één van de aandachtspunten van de vastgestelde Kadernota Integraal Accommodatiebeleid 2012-2020. De komende jaren blijven de onderhoudskosten van de welzijns-, binnensport- en onderwijsaccommodaties de beschikbare middelen overstijgen, waardoor het gewenste kwaliteitsniveau onder druk komt te staan.
Paragraaf Kapitaalgoederen 87
Oplossingen worden ondermeer gezocht in het multifunctionele, effectiever en efficiënter benutten van accommodaties. Gezien de financiële situatie van de gemeente is sprake van efficiencykorting op het budget van accommodaties. In de Kadernota Integraal Accommodatiebeleid 2012-2020 die in september 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad worden oplossingsrichtingen benoemd voor deze knelpunten. Het multifunctioneel gebruik en het afstoten van gebouwen heeft als effect dat er minder leegstand is en dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de resterende ruimten. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 900.090
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 800.090
2015 504.000 800.090
2016 799.760
7B. Buitensportaccommodaties Beleidskader De gemeente beschikt momenteel over vier sportparken en streeft naar kwalitatief hoogwaardige buitensportaccommodaties (zie programma Sport). Ook beschikt de gemeente over: · wielerbaan. · Fietscross. · Petanquebanen. · Hondensportterrein. Het onderhoud van de sportparken vindt doorlopend plaats. Daarnaast wordt in de zomerperiode intensief onderhoud aan alle velden gepleegd en worden sportvelden naar behoefte gerenoveerd. Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 888.000 284.410
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
2014 82.000 284.410
2015 126.000 284.410
2016 60.000 284.410
7C. Overige gebouwen Beleidskader Naast de hiervoor genoemde welzijns-, onderwijs-, binnen- en buitensportaccommodaties bezit de gemeente nog een aantal andere gebouwen en gedenktekens, zoals dienstgebouwen, stationshal, torens, woningen, woonwagens en kantoorgebouwen, etc. in totaal 47 objecten. Specifiek voor het onderdeel woningen en woonwagens geldt: · conform vastgesteld beleid worden vrij van huur komende gemeentewoningen te koop aangeboden. Dit betekent dat na verkoop de component beheer en onderhoud voor deze woningen komt te vervallen. · Op basis van de prestatieafspraken onderhandelt de gemeente momenteel met de wooncorporatie Rijswijk Wonen over een volledige overdracht m.b.t. eigendom en beheer van de woonwagenlocatie De Strijp. Er wordt naar gestreefd dat de gemeente de locatie zo spoedig mogelijk aan Rijswijk Wonen kan overgedragen. Per 01-01-2011 heeft Rijswijk Wonen het volledige beheer van deze locatie van de gemeente overgenomen. De woonwagenlocatie aan de Broekmolenweg is per 2 augustus 2012 aan Vidomes overgedragen. Het onderhoud aan de objecten vindt lopende het jaar plaats. De uitvoering is in handen van derden. Jaarlijks wordt het onderhoudsprogramma geactualiseerd aan de hand van de laatste inspecties.
Paragraaf Kapitaalgoederen 88
Vertaling in de begroting Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende financiële middelen beschikbaar: 2013 841.590
Investeringsfonds openbare ruimte Investeringen Exploitatie (excl. kapitaallasten)
Paragraaf Kapitaalgoederen 89
2014 823.090
2015 140.000 823.090
2016 823.090
90
Paragraaf Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Verbeterde P&C-processen Zeker in tijden van financiële krimp wordt van een organisatie gevraagd om “in control” te zijn. Wij willen in 2013 werken aan de verbetering van de processen op het gebied van planning en control (p&c). In 2012 zijn daarvoor de organisatorische randvoorwaarden gecreëerd door een herziening van de taakverdeling tussen de afdeling Planning en Control en de Financiële Administratie. Intergemeentelijke samenwerking We zijn flexibel en wendbaar en willen meer nadruk leggen op regisseren en opdrachtgeverschap, in plaats van alles zelf uit te voeren. In dat streven past het overlaten van uitvoerende en operationele taken aan het op te richten shared servicecentrum (SSC) Delft-Rijswijk of aan marktpartijen. De focus komt daardoor in de organisatie meer te liggen op de strategische en tactische bedrijfsvoeringstaken. De voorgenomen samenwerking van Rijswijk met de gemeente Delft op het gebied van de bedrijfsvoering in het SSC is een belangrijke opgave voor 2013. De vorming van het SSC moet in 2013 gestalte krijgen, waarbij het in 2012 opgestelde plan van aanpak als spoorboek dient. Informatisering en Automatisering De ambities voor de informatievoorziening is om, binnen haar mogelijkheden, mee te gaan met de landelijke ontwikkelingen en wettelijke verplichtingen. Bovendien bekijken we hoe we het implementatieprogramma NUP (Nationaal Uitvoerings Programma, iNUP) in samenwerking met “buurpartijen” (Delft, Haaglanden) in kunnen vullen. Ook binnen de gemeentelijke organisatie is nog volop ontwikkeling. Het op orde brengen en op elkaar afstemmen van het gebruik van de basisregistraties in werkprocessen zal de nodige investeringen vergen in mensen, kennis en beheer, maar uiteindelijk leiden tot een betere dienstverlening naar burgers en bedrijven. Documentmanagement Meer doen met minder middelen om tijd en geld te besparen is ook een van de speerpunten op het gebied van documentmanagement (DM). Daartoe is voor 2013 de uitvoering van een aantal projecten voorzien. Numeriek archiveren Vanaf 2011 is DM gestart met het numeriek archiveren van documenten. Volgens deze methodiek worden te vernietigen stukken niet meer in dossiers opgeborgen maar in genummerde dozen. De documenten zijn via het Document Management Syteem (DMS) toegankelijk. Hierdoor blijft er meer tijd over voor de archivering van de te bewaren documenten. Deze summiere opbergmethode levert een tijdbesparing op. Dankzij deze tijdbeparing is DM toegekomen aan het wegwerken van de achterstanden en het bewerken van oudere archieven. Eind 2012 zal DM haar semi-statische archieven tot 2009 volledig bewerkt en beschreven hebben. Afbouwen fysieke distributie documentstromen Het afbouwen van de fysieke distributie van inkomende documenten gaat gestaag door. De fysieke documenten worden gescand en digitaal toegankelijk gemaakt in Corsa zodat er niet meer met de fysieke stukken gewerkt hoeft te worden. Naast de afdeling Sociale Zaken, Belastingen en het Industrieschap Plaspoelpolder is, per 1 mei 2012, ook de afdeling Bedrijfsvoering gestart met de digitale distributie van de inkomende post. In 2013 wordt deze werkwijze verder uitgefaseerd. Nazorg digitalisering bouwtekeningen De digitale bouwtekeningen vanaf 1900 tot 2000 zijn ingevoerd in het organisatiebrede DMS. Begin 2012 is de dienstverlening van verstrekken van bouwtekeningen aan derden (burgers en bedrijven) overgedragen aan de afdeling Publiekzaken. DM is echter nog bezig met het importeren van de resterende 30.000 tekeningen in het DMS en het voorzien van de tekeningen van correcte metadata om de toegankelijkheid hiervan te bevorderen.
Paragraaf Bedrijfsvoering 91
Pilot digitale handtekening Binnen onze organisatie is het gebruikelijk formele besluiten of documenten met een zekere juridische of administratieve waarde (mede) te paraferen en te ondertekenen. Deze fysieke handelingen vertragen het werkproces. Een pilot bij Juridische zaken heeft getoetst of het gebruik van de digitale handtekening deze handelingen tot een minimum kan beperken en/of de procestijd kan verkorten. Op basis van een evaluatie zal de werkwijze in 2013 verder worden geïmplementeerd. Zaakgericht werken De aanschaf van de applicatie Liber zal het zaakgewijs werken mogelijk maken. Dit systeem zal gekoppeld worden aan het DMS en aan de software in gebruik bij het Klant Contact Center (KCC). Zaakgericht werken met Liber ondersteunt de publieke dienstverlening en helpt de gemeente het concept Antwoord © - waar te maken. In 2013 zal dit verder binnen de organisatie worden uitgerold. Webarchivering Steeds meer klantinteracties vinden via de website van de gemeente plaats. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de ontwikkeling en uitvoering hiervan via het programma Antwoord©. De informatie op basis waarvan een burger een besluit neemt moet te verantwoorden zijn. Door het gebruik van sociale media zoals Facebook en Twitter stijgt de noodzaak van doordachte webarchivering. Daarom werkt DM, in samenwerking met het KCC en de sectie Communicatie, aan de aanschaf van een applicatie voor webarchivering. Archivering van de website (inclusief social media) zal eind 2012 starten. Juridische zaken In 2012 hebben we een Legal audit uit laten voeren, om de kwaliteit van de juridische processen te beoordelen, evenals de huidige verdeling van de centrale en decentrale juridische taken. Ook de wijze waarop juridische risico’s worden beheerst is onderdeel van de audit. Wanneer de resultaten daartoe aanleiding geven zullen we in 2013 komen met verbeteringen. Omdat Delft eenzelfde audit laat uitvoeren zullen de resultaten ook worden betrokken bij de vorming van het SSC. Procesinnovatie Het optimaliseren van werkprocessen behoeft continu aandacht. Bijvoorbeeld om de dienstverlening te verbeteren of om kostenbesparing te realiseren. Net als in 2012 zullen ook in 2013 processen om die reden worden herontworpen. Dat betreft ook de processen die een relatie hebben met de vorming van het SSC Delft – Rijswijk, omdat daar noodzakelijkerwijs al sprake is van het afstemmen van de Delftse en Rijswijkse processen, en dientengevolge het herontwerpen van processen. Hierbij zal bijvoorbeeld ook de huidige mandateringsstructuur worden betrokken. Facilitair Door het afstoten van de achtste etage is het aantal medewerkers verdeeld over minder etages. We zijn er in geslaagd dit met een aantal beperkte verbouwingen te realiseren. Zonder nog rekening te houden met concepten in het kader van het “nieuwe werken” of “modern werkgeverschap”. In 2013 zullen we via enkele pilots / proefopstellingen de organisatie hiermee kennis laten maken. De facilitaire dienstverlening staat aan de vooravond van een belangrijke verandering. In 2012 is veel energie besteedt aan een onderzoek of er mogelijkheden bestaan de facilitaire dienstverlening van Rijswijk en Delft samen te voegen. Er blijkt geen enkele belemmering te bestaan om deze mogelijkheid te benutten. De intentie is om vanaf 1 januari 2013 een gezamenlijke facilitaire ondersteuning te geven, bij voorkeur ook fysiek samengevoegd, op basis van de NEN norm 2748. Hiermee wordt richting gegeven aan de onderwerpen die passen binnen een facilitaire organisatie. Vanaf januari 2014 zal een logische volgende stap worden gezet door opname in het SSC.
Paragraaf Bedrijfsvoering 92
Personeels- en organisatiebeleid 2012-2015 In de uitwerking van het Collegewerkprogramma 2011-2014 is een effectievere inzet van mensen en middelen een “speerpunt”. Dit vraagt een wendbare organisatie die overheidstaken die van het rijk worden overgedragen aan de gemeente kan invullen, adequaat kan inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en aansluit op veranderende verwachtingen van de burger. Vanwege de veranderende maatschappij maar ook de beperkte financiële middelen, hebben wij onze visie op wat voor een organisatie we willen zijn vertaald in vijf strategische doelen die natuurlijk ook gebaseerd zijn op de kernwaarden van de raad en het college: 1. We zijn een toegankelijke dienstverlenende organisatie en sluiten tijdig aan op de snel veranderende omgeving en wensen die aan ons gesteld worden. We houden de kwaliteit van onze dienstverlening in stand en gaan respectvol om met onze burgers, samenwerkingspartners en medewerkers. 2. We zijn flexibel en wendbaar en willen meer nadruk leggen op regisseren en opdrachtgeverschap, in plaats van alles zelf uit te voeren. 3. We stimuleren de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers; we bieden ruimte waar dit kan en zorg waar dit echt nodig is. We betrekken actief onze omgeving en nodigen mensen uit om verantwoordelijkheid te nemen en mee te (blijven) doen. 4. We werken samen en leggen duurzame verbindingen met onze maatschappelijke partners, maar ook met en tussen burgers. 5. We zijn een lerende organisatie, waarin medewerkers ontwikkeling wordt geboden en waarin werkplezier en welzijn centraal staan. In het Personeel & Organisatiebeleid voor 2012-2015 is afgewogen welke activiteiten aan het realiseren van bovenstaande doelen bijdragen. Bezuinigingen In het plan van aanpak “Bezuinigingen 2011-2014” is vastgelegd dat in 2011 een bedrag van € 1.600.000,- moest worden bezuinigd. In 2012 en 2013 moet € 2.700.000,- aan bezuinigingen worden gerealiseerd en in 2014 € 2.800.000,- . Hiervan moest jaarlijks € 800.000,- worden gevonden in het personeelsbudget en het overige in (andere) efficiencymaatregelen. Deze taakstelling is inmiddels structureel ingevuld. Bij het sluitend maken van de meerjarenbegroting 2012-2015 is ingaande 2014 voor het personeelsbudget een taakstelling opgelegd van € 600.000,-. In deze begroting is deze taakstelling verhoogd met € 250.000,- in 2013 en € 550.000,- structureel ingaande 2014. Daarnaast wordt bezuinigd op de materiële budgetten. Waar mogelijk zijn de P&O activiteiten teruggebracht tot de wettelijk verplichte taken (cao-afspraken en arbowetgeving). Een uitzondering wordt gemaakt voor het opleidings- en ontwikkelingsbudget. Dit budget is noodzakelijk voor de investering in de ontwikkeling van ons personeel. Personeelsbudget Het personeelsbudget wordt begroot op basis van de werkelijke loonkosten van zittend personeel en een begroting van de resterende formatie/vacatureruimte ca halverwege de bij de vacature horende salarisschaal. Het personeelsbudget is het taakstellende kader voor de bedrijfsvoering. Binnen dit budget kan en moet de integrale manager keuzes maken om te komen tot een effectieve en efficiënte inzet van capaciteit zodat gestelde doelen en afgesproken resultaten kunnen worden behaald. Afspraken over (CAO) salarisontwikkelingen worden centraal gemaakt en lokaal bevestigd. De verwachting is dat in 2013 sprake is van een “nullijn” en dat de salarissen worden bevroren. Formatie. In de organisatie wordt gestuurd op het personeelsbudget. Dit betekent dat niet (expliciet) wordt gestuurd op de afname van formatie. Met het vastgestelde personeelsbudget moeten de activiteiten worden uitgevoerd. De bezuinigingstaakstelling kan ook worden gevonden in minder inhuur of het omzetten van duurdere formatie (zwaardere functies) naar goedkopere formatie (lichtere functies).
Paragraaf Bedrijfsvoering 93
Inhuur Waar mogelijk wordt de externe inhuur teruggedrongen door inzet van eigen medewerkers of het aangaan van tijdelijke (project-) aanstellingen. Afhankelijk van het soort opdracht of project kan externe inhuur nog steeds de meest efficiënte keuze zijn. e In de 2 Halfjaarrapportage 2012 is de ontwikkeling van de inhuur over 2012 opgenomen in vergelijking met 2011. De totale inhuur is toegenomen van € 1,4 miljoen naar € 1,6 miljoen ofwel een toename van € 213.000,-. Daarbij is aangegeven dat de mate van inhuur ook afhankelijk is van het aantal vacatures en tegelijkertijd het specialisme dat door het ontstaan van vacatures niet gemist kan worden om de continuïteit van de bedrijfsvoering voldoende te kunnen waarborgen. Goed werkgeverschap In 2012 hebben we de eerdere invoering van een strategische personeelsplanning vervolgd. Als uitgangspunt gelden de strategische organisatiedoelen en maatschappelijke ontwikkelingen. Op basis hiervan brengen we de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbezetting voor de komende jaren in kaart en kunnen we vaststellen welke activiteiten in 2013 nodig zijn om huidige en toekomstige medewerkers te ontwikkelen, te binden, te mobiliseren en aan te trekken. Daarnaast blijven we werken aan het verder inhoud geven aan modern werkgeverschap. Dit is zowel gericht op de instroom van nieuw personeel (andere benadering arbeidsmarkt), als op een duurzame inzetbaarheid van zittend personeel (tijd en plaatsonafhankelijk werken, resultaat verantwoordelijk werken, balans werk en privé, opleiding en ontwikkeling, arbeidsomstandigheden, etc.). De inzet van nieuwe technieken is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Ook zullen we het “nieuwe werken” verder vorm geven. Onveranderd blijven medewerkers de belangrijkste productiefactor van de gemeentelijke organisatie. Dit betekent dat medewerkers over de juiste vaardigheden, kennis, kunde en gedragingen (competenties) beschikken. Hiertoe zijn we momenteel onze kerncompetenties aan het herijken. Duurzaam investeren in onze medewerkers door continu leren en ontwikkelen, levensfase- en gezondheidsmanagement blijft dan ook van essentieel belang. Organisatieontwikkeling Mede in het licht van de bezuinigingen staat organisatieontwikkeling de komende periode in het teken van het werken aan de strategische organisatiedoelen. Dit vraagt het vermogen om aan te sluiten op nieuwe taken en opdrachten, nieuwe wet- en regelgeving en steeds sneller wijzigende ontwikkelingen (wendbaarheid). Hierin is het van groot belang dat de betrokkenheid en participatie van burgers verder wordt versterkt (verbinden). Daarnaast blijven we ons focussen op ontwikkeling van medewerkers op resultaatgericht werken en resultaatsturing. Werving en Selectie De implementatie van een strategisch personeelsplanning biedt de mogelijkheid verder vooruit te kijken. Hierdoor kan meer pro-actief de interne doorstroom worden gestimuleerd en kunnen medewerkers meer regie voeren op de eigen loopbaan. Het aantal vacatures zal ook in 2013 beperkt zijn. Door de samenwerking van de Haaglanden gemeenten in de mobiliteitsbank kunnen we efficiënter gebruik maken van elkaars kennis en ervaring. We zullen ons ook in 2013 inzetten op moeilijk vervulbare functies en instroom van jonge mensen. Hierbij zal meer gebruik worden gemaakt van nieuwe wervingkanalen (Social Media). Inzet blijft dat de gemeentelijk organisatie een evenwichtige afspiegeling is van de beroepsbevolking. Opstapbanen Ook in 2013 vullen wij weer een aantal “opstapbanen” in. Deze banen kosten ondanks de huidige ontvangen subsidie de gemeente geld en begeleidingstijd. We zien het echter als een maatschappelijke verantwoordelijkheid om ook in onze eigen organisatie deze bijdrage aan de arbeidsparticipatie voor mensen met een uitkering te blijven realiseren. Leren, Eigen Verantwoordelijkheid, Groei en Ontwikkeling De afgelopen jaren stond het leer- en ontwikkeltraject in het teken van het verkleinen van de kloof tussen de gevraagde competenties en de werkelijke competenties. In 2011 zijn we gestart met een herijking. In dit kader hebben we de naam van het leer- en ontwikkeltraject gewijzigd in LEGO (Leren,
Paragraaf Bedrijfsvoering 94
Eigen Verantwoordelijkheid, Groei en Ontwikkeling) en stelden we een kalender met daarin de organisatiebrede trainingsactiviteiten 2012 en een nieuwe visie vast: ‘‘Leren en ontwikkelen is een continu proces en gericht op het realiseren van onze organisatiedoelen. Als medewerker neem je zelf actief de verantwoordelijkheid voor je eigen leer- en ontwikkelproces. De organisatie biedt de mogelijkheden waarbinnen je dit vorm en inhoud geeft'. Bovenstaande visie sluit aan op het strategische doel de lerende organisatie die de kapstop vormt voor leren en ontwikkelen. Alle activiteiten in dit traject dragen bij aan een grotere mobiliteit, flexibiliteit, inzetbaarheid en wendbaarheid van medewerkers en organisatie. In 2013 zullen we verder uitvoering moeten geven aan de gemaakte cao-afspraken ten aanzien van het individuele loopbaanbudget en verhoging mobiliteit, “van werk naar werk”. Ook de keuze van nieuwe kerncompetenties maken een investering in opleiding en scholing van onze medewerkers noodzakelijk. Levensfasemanagement Vanaf 2005 maakt Levensfasemanagement een vast onderwerp in de gemeentelijke CAO. In de CAO 2009-2011 zijn op het terrein van flexibilisering en levensfase afspraken gemaakt over: Flexibilisering werktijden, Mantelzorg, Vaderschapsverlof en Senioren. In 2010 is een plan van aanpak opgesteld. Het beleid en instrumentarium zal in de komende jaren stapsgewijs worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Dit moet leidinggevenden en medewerkers in staat gaan stellen planmatig invulling te geven aan een juiste balans tussen werkpakket, ervaring en werkbelasting. Ter ondersteuning hiervan wordt een Strategische Personeelsplanning (SPP) ingevoerd. Voor het levensfasemanagement is geen budget beschikbaar. Wel kan een beroep gedaan worden op de beschikbare (incidentele) gelden van de liquidatie-uitkering van IZA-Nederland. Daar waar mogelijk maken we eveneens gebruik van eventuele subsidiemogelijkheden van het AenO-fonds. Arbeidsomstandigheden en gezondheidsmanagement Arbeidsomstandigheden (Arbowet) en gezondheidsmanagement hebben allebei tot doel de veiligheid en de gezondheid van medewerkers te bevorderen. Beide benaderen de onderwerpen veiligheid en gezondheid vanuit een ander perspectief. Voor de arbeidsomstandigheden gelden allerlei verplichtingen en regels (RI&E, BHV, arbodienstverlening, etc). Binnen het gezondheidsmanagement gaat het vooral om bewustwording en aandacht vragen voor het belang van gezondheid en gezond werken. Dit betekent dat de extra activiteiten die voortkomen uit het gezondheidsmanagement veelal op vrijwillige basis plaatsvinden. Arbeidsomstandigheden De ontwikkeling en uitvoering van het Arbeidsomstandighedenbeleid (Arbobeleid) in Rijswijk vindt de grondslag in de wettelijke verplichting (Arbowet). Naast het evalueren en bijstellen van het bestaande Arbobeleid, betekent dit dat we (verder) uitvoering geven aan de uitwerking van de Arbocatalogi Agressie en Geweld, Beeldschermwerk, Fysieke Belasting en Werkdruk/Werkstress en de maatregelen voortvloeiend uit de RI&E. Verzuim In Rijswijk lag het verzuimpercentage in 2011 op 5,6%. De meldingsfrequentie (het aantal keer dat een medewerker in de gemeente zich gemiddeld ziek meldt per jaar) bedroeg in 2011 1,95. Vanaf 2013 zal een impuls worden gegeven aan het huidige verzuim beleid. Het streven is er op gericht uit te komen op het gemiddelde verzuimpercentage en –frequentie van gemeenten met een vergelijkbare omvang (2012: 4,3% en 1,26). Arbodienstverlening In 2012 is een aanbestedingstraject gestart voor de arbodienstverlening vanaf 1 januari 2013. Met de arbodienstverlener wordt de voortgang in 2013 vier maal per jaar besproken. Na 1 jaar wordt de dienstverlening geëvalueerd. Met de inzet van een arbeidsdeskundige als verzuimconsulent/eerste aanspreekpunt willen we de dienstverlening verder verbeteren. In 2013 staat daarnaast een medewerkerstevredenheidsonderzoek op de planning. Daarnaast ondersteunt IZA Bedrijfszorg ons met instrumenten die preventief kunnen worden ingezet om verzuim te voorkomen. De verwachting is dat we via IZA Bedrijfszorg ook in 2013 gebruik zullen
Paragraaf Bedrijfsvoering 95
maken van o.a. de bedrijfsmaatschappelijk werker (BMW), mediation, korte psychologische zorg en de intake fysiek. Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement heeft geen wettelijke grondslag. Gezondheidsmanagement stond als speerpunt benoemd in het bedrijfsplan Directie 2009-2010. De activiteiten binnen het gezondheidsmanagement dragen bij aan een duurzame en effectievere inzet van medewerkers. Het uitgangspunt hierbij is dat we een evenwichtige balans tussen werkdruk en bestuurlijke opdrachten en ambities willen bereiken en behouden. Het persoonsgebonden budget stimuleert medewerkers om aan de eigen gezondheid te werken. De kosten van het persoonsgebonden budget komen ten laste van de gereserveerde en geoormerkte gelden voor lokale arbeidsvoorwaarden. Overige kosten moeten worden gedekt uit bestaande budgetten, waarbij eventueel een beroep gedaan kan worden op de beschikbare (incidentele) gelden van de liquidatie-uitkering van IZA-Nederland en subsidiemogelijkheden van het AenO-fonds.
Paragraaf Bedrijfsvoering 96
Staat van personele sterkte en personele lasten
Organisatieonderdeel Gemeentesecretaris/Directie Concerncontrol Concernstaf Planning en Control Personeel en Organisatie Projectenbureau Communicatie Bedrijfsvoering Stad en Samenleving Stadsbeheer Sociale zaken Publiekszaken Leefbaarheid, Veiligheid en Handhaving Totaal huidig personeel excl. Griffie en RijswijkBuiten Griffie RijswijkBuiten Totaal huidig personeel
Aantal formatieplaatsen per 1-1-2013 2,00 1,00 12,62 9,78 7,11 7,53 9,73 82,89 76,20 86,67 47,56 35,87 18,37
Geraamde Geraamde Aantal formatie- loonkosten loonkosten begroting begroting plaatsen 2013 2012 per 1-1-2012 2,00 243.100 244.370 1,00 89.670 97.030 12,62 1.060.160 1.085.210 9,78 699.450 716.450 7,11 540.160 544.090 7,53 606.040 600.490 9,73 725.010 721.740 84,48 4.902.220 4.973.940 76,41 5.076.550 5.146.110 84,47 4.639.980 4.614.170 48,06 3.053.260 2.947.820 35,11 2.111.180 2.067.150 18,37 1.132.460 1.119.000
397,33
396,67 24.879.240 24.877.570
4,80 11,11 413,24
4,80 373.430 367.160 11,11 829.240 830.660 412,58 26.081.910 26.075.390
Voormalig personeel Bestuur: gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders
507.480
538.000
1.095.130
1.030.260
27.684.520 27.643.650 Ten opzichte van de raming 2012 is er enige formatie overgeheveld van bedrijfsvoering naar Publiekszaken in verband met de vorming van het Klant Kontact Center (KCC). Bij de afdeling Stadsbeheer heeft er een uitbreiding plaatsgevonden met als doel de inhuur structureel terug te dringen. De oorspronkelijke bezuinigingstaakstelling voor 2013 is nagenoeg geheel ingevuld. Er resteerde nog een bedrag van € 267.760. Dit is voor een deel ingevuld door vacatures te bevriezen en voor het overige deel d.m.v. een financiële taakstelling op te nemen. Deze zal voor een deel worden ingevuld door middel van inbesteding van personeel. Hierbij worden medewerkers bij andere afdelingen ingezet voor specifieke werkzaamheden. De bestaande taakstelling met betrekking tot het personeelsbudget ingaande de jaarschijf 2014 ad € 600.000 en de nieuwe aanvullende taakstelling van € 250.000,- in 2013 en € 550.000,- ingaande 2014 zijn niet meegenomen in bovenstaand overzicht, maar zijn nog als stelposten in de begroting opgenomen.
Paragraaf Bedrijfsvoering 97
98
Paragraaf Verbonden partijen Beleidsuitgangspunten In het algemeen is deelname aan een “verbonden partij” alleen toegestaan bij een publiek belang. Bij het aangaan van zo’n participatie moet de raad vooraf de volgende vragen beantwoorden: · gaat het om een belang de andere partij zonder bemoeienis van de gemeente niet goed behartigt?. · Waarom moet de gemeente dit belang behartigen?. · Kan de verbonden partij aan de uitvoering van de gemeentelijke programma’s de gewenste bijdrage leveren?. In de nota “Verbonden partijen 2007” (van 27 maart 2007) staat de visie van de gemeente op de deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen voor de komende vier jaar. Ook staan hierin de afspraken voor het beleid over eventuele nieuwe deelnames. Komende jaar zal een herziene nota aan de raad worden voorgelegd. Risico’s van verbonden partijen. Bij deelname aan een gemeenschappelijke regeling is altijd sprake van bepaalde risico’s: beleidsmatig, financieel en bestuurlijk en/of organisatorisch. Het is noodzaak om zicht te hebben op deze risico’s die immers de realisatie van de doelstellingen binnen de gestelde financiële kaders kunnen belemmeren. Bij zowel de GGD als bij Avalex is gebleken dat deze gemeenschappelijke regelingen de afgelopen jaren niet in control zijn geweest. De gemeenschappelijke regelingen dienen adequate maatregelen te nemen om deze risico’s te beperken en op te heffen. De deelnemende gemeenten zullen komend jaar audits uitvoeren bij de GR-en waardoor meer zicht verschaft wordt op die risico’s en het vermogen van de gemeenschappelijke regelingen om hun risico’s te beheersen.
Overzicht belangrijkste verbonden partijen Rijswijk heeft bestuurlijke en financiële belangen in drie vennootschappen en zeven gemeenschappelijke regelingen, dit zijn: Vennootschappen 1. N.V. Eneco. 2. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. 3. N.V. Dunea Duin & Water. Gemeenschappelijke regelingen 1. GGD Zuid-Holland West. 2. Industrieschap “De Plaspoelpolder”. 3. Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en omstreken. 4. Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex. 5. Veiligheidsregio Haaglanden. 6. Stadsgewest Haaglanden. 7. Omgevingsdienst Haaglanden. Hieronder staat van elke deelneming of gemeenschappelijke regeling informatie. Aan het einde van deze paragraaf is een tabel opgenomen met gegevens over de verbonden partijen.
Paragraaf Verbonden partijen 99
Toelichting op de Vennootschappen N.V. Eneco De gemeente Rijswijk is aandeelhouder van de N.V. Eneco. Eneco Holding N.V. behaalde over het eerste halfjaar 2012 een nettoresultaat van € 175 miljoen. Dit is een stijging met € 42 miljoen (32 %) ten opzichte van het eerste halfjaar 2011 (€ 133 miljoen). De totale omzet in het eerste halfjaar 2012 bedraagt € 2.810 miljoen. Dit is € 328 miljoen (13 % hoger) dan in de eerste helft van 2011. De brutomarge en overige opbrengsten stijgen met € 101 miljoen tot € 889 miljoen. De transsporttarieven en de toename van verkoop en productie van energie hebben de belangrijkste invloed op deze stijging. Het geconsolideerde bedrijfsresultaat komt uit op € 208 miljoen, een daling van 7 % ten opzichte van het eerste half jaar 2011 (€ 225 miljoen). De investeringen in materiële en immateriële vaste activa gedurende het eerste halfjaar bedragen € 309 miljoen (2011 : € 326miljoen ) en hebben betrekking op nieuw productievermogen en vernieuwing en onderhoud van de energienetwerken. De desinvestering van het belang in KEMA bedraagt € 79 miljoen. Eneco Holding N.V. heeft in het eerste halfjaar van 2012 voor 102 miljoen dividend ter beschikking gesteld aan har aandeelhouders (2011: € 71 miljoen ) Dit bedrag is in mei 2012 uitgekeerd aan de aandeelhouders. Per saldo nemen de financiële lasten toe tot € 49 miljoen ( 2011 : € 39 miljoen ). In de eerste helft van 2012 is minder rente geactiveerd voor grote bouwprojecten dan in de vergelijkbare periode vorig jaar. Het resultaat deelnemingen bedraagt over het eerste half jaar € 59 miljoen. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten De gemeente Rijswijk is aandeelhouder van de N.V. BNG. De nettowinst na belastingen in 2011 is € 256 miljoen (2010: € 257 miljoen). De BNG sluit het verslagjaar af met een daling van 1 miljoen in vergelijking met 2010. De nettowinst werd positief beïnvloed door een 13 % hoger renteresultaat, vooral veroorzaakt door de toename van de langlopende kredietportefeuille en door het verbeterde rendement op de portefeuille. De nettowinstontwikkeling kon hiervan niet profiteren omdat het resultaat financiële transacties ook in 2011 sterk negatief is uitgekomen. In de eerste helft van 2012 is de nettowinst van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) uitgekomen op € 159 miljoen (2011: € 154 miljoen ). De bank BNG heeft zich ten doel gesteld in de huidige onzekere economische tijd stabiel op koers te blijven. N.V. Dunea Duin & Water Het nettoresultaat over het jaar 2011 is uitgekomen op een bedrag van € 1,9 miljoen (2010: € 0,2 miljoen) dat de begroting van 2011 overtrof. (De begroting 2011 was sluitend). De grondslagen die Dunea hanteert voor de balanswaardering en de resultaatbepaling zijn in 2011 niet gewijzigd. In lijn met de statuten is er geen dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Toelichting op de gemeenschappelijke regelingen GGD Zuid-Holland West De gemeente Rijswijk neemt deel in de Gemeenschappelijke Regeling GGD Zuid-Holland West, samen met 7 andere gemeenten. In het AB heeft de gemeente 1 wethouder als bestuurslid. De GGDZHW voert de wettelijke taken in het kader van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) uit. Dit betreft onder meer de preventieve gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, technische hygiënezorg, medische milieukunde en infectieziektebestrijding. De Wet Kinderopvang verplicht de GGD bovendien om inspecties uit te voeren voor de gemeente in kinderdagverblijven. Ook peuterspeelzalen worden geïnspecteerd op basis van lokale verordeningen. Bovendien geeft de GGD uitvoering aan de preventieve logopedie. Speerpunten zijn onder andere de verdere ontwikkeling van de nieuw gevormde stichting jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West die vanaf 1 januari 2013 volledig zelfstandig gaat
Paragraaf Verbonden partijen 100
functioneren. De Wet Publieke Gezondheid vereist dat de gemeenten één GGD in stand houden op schaal van de Veiligheidsregio. In de regio Haaglanden is tot op heden niet aan deze eis voldaan. Er zijn 2 GGD’s voor deze regio. In 2013 is het streven te komen tot één GGD Haaglanden. De nieuwe Wet Veiligheidsregio's (WVR) beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. Industrieschap “De Plaspoelpolder” Het Industrieschap “De Plaspoelpolder” is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Den Haag en Rijswijk. Het industrieschap is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam. In het Algemeen Bestuur zitten vier vertegenwoordigers vanuit de gemeente Rijswijk. Beide gemeenten hebben gelijke zeggenschap binnen het Industrieschap. Het Industrieschap ontwikkelt kantorenlocaties en bedrijventerreinen. De huidige locaties en bedrijventerreinen (in ontwikkeling) zijn: · Businesspark Hoornwijck. · Bedrijventerrein Wateringse veld. · Bedrijvenpark Ypenburg. · Businesspark Plaspoelpolder (Landtong). Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en omstreken Samen met de gemeenten Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg neemt de gemeente Rijswijk deel aan de gemeenschappelijke regeling, “Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk e.o.”, kortweg DSW genoemd. Door aangekondigde wetswijzigingen en bezuinigingen die eerst wel en dan weer niet doorgaan en door wisselende Kabinetten blijft het onrustig op het werkterrein van het sociale domein, waaronder de sociale werkvoorziening. In 2011 is een start gemaakt met het herstructureringsproces van de DSW. Aanleiding hiervoor was tweeledig. Enerzijds de bezuinigingsmaatregel van het Kabinet Balkenende IV om het macrobudget voor 2011 met € 120 miljoen te verlagen en de loon- en prijscompensatie voor 2010 en 2011 op € 0,te zetten. En anderzijds de aangekondigde invoering Wet werken naar vermogen (WWnV) per 1 januari 2013 door het Kabinet Rutte I. Met de invoering van deze wet zou de Wet Werk en Bijstand volledig opgaan in de WWnV. De Wajong en de Wsw zouden deels in stand blijven. De Wajong alleen voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en de Wsw alleen voor mensen met een indicatie “beschut werken”. Op termijn zou het aantal plaatsten tot 1/3 van de huidige SWpopulatie zijn teruggebracht. Het Kabinet Rutte I was zich er van bewust, dat invoering van de WWnV herstructurering van SWbedrijven zou betekenen. Hiervoor had het Rijk dan ook een herstructueringsfonds Wsw van € 400 miljoen beschikbaar gesteld. Om als gemeente voor een bijdrage in aanmerking te komen moest voor 1 mei 2012 een transitieplan worden opgesteld. De deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling DSW hebben dit gezamenlijk gedaan. In het proces tot het indienen van deze aanvraag zijn de raden van de drie gemeenten in twee gezamenlijke sessies geïnformeerd en gevraagd om input. Er zijn twee gezamenlijke collegebesluiten geweest. In maart 2012 is het toekomstscenario van de DSW vastgesteld en in april 2012 is ingestemd met het indienen van de aanvraag voor het herstructureringsfonds Wsw op basis van een transitieplan. Uitgangspunt in dit transitieplan is inzetten op de “beweging van binnen naar buiten” van mensen die beschut werk uitvoeren. Door de val van het Kabinet Rutte I op 21 april 2012 is het wetsvoorstel van de WWnV controversieel verklaard. Hiermee is ook het herstructureringsfonds Wsw komen te vervallen. In het transitieplan was een bedrag van € 4,7 miljoen opgenomen aan transitiekosten waarvan € 2,7 miljoen bekostigd zou worden uit het herstructureringsfonds Wsw. Nu deze middelen niet meer beschikbaar komen wordt er, op het moment van schrijven van deze paragraaf, gewerkt aan een herzien transitieplan om met minder kosten toch te kunnen herstructureren om te komen tot een DSW die in 2018 geen exploitatietekort meer heeft.
Paragraaf Verbonden partijen 101
In de begroting 2013 van de DSW is een exploitatietekort opgenomen van € 1,5 miljoen. Met het “Kunduz-akkoord” is de eerder aangekondigd bezuiniging op de subsidie Wsw voor 2013 teruggedraaid. Dit gegeven en de vormgeving van het herziene transitieplan zal leiden tot een gewijzigde begroting 2013. Verder spelen er nog twee andere ontwikkelingen die betrekking hebben op de DSW. Dit is de uitvoering van het collegeprogramma om een mogelijke samenwerking op het gebied van Sociale Zaken met Delft te onderzoeken. En dit is de gebiedsontwikkeling van RijswijkBuiten waarvoor de kwekerij “De Sionsgaerde” van de DSW plaats zal moeten maken voor nieuwbouw. Tot slot is het afwachten wat het nieuwe Kabinet voor plannen heeft op het gebied van het sociale domein. Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex Avalex is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Leidschendam-Voorburg, PijnackerNootdorp, Wassenaar en Rijswijk. Doelstelling is om zo effectief en efficiënt mogelijk invulling te geven aan de afvalinzameling en reiniging in de gemeenten. Avalex is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam. In het Dagelijks Bestuur zit één vertegenwoordiger vanuit de gemeente Rijswijk. Ten opzichte van het begrotingjaar 2012 zijn er in de begroting 2013 geen beleidswijzigingen opgenomen. In het najaar van 2012 worden de individueel dienstverleningsovereenkomsten 2013 opgesteld. Beleidswijzigingen kunnen in deze overeenkomsten worden verwerkt en vervolgens worden opgenomen in de gewijzigde begroting 2013. Daarnaast ligt aan de begrotingen een nieuw model ten grondslag en zijn uitgangspunten in de vorm van de progammastructuur, het gehanteerde afrekenmodel en het toerekeningsvraagstuk van apparaatkosten veranderd, dit model maakt een grondigere verschillenanalyse mogelijk. Veiligheidsregio Haaglanden Op 1 januari 2009 trad de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden in werking. De Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) is de opvolger van de Hulpverleningsregio Haaglanden en vormt één van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland. De gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Haaglanden zijn: Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. De Veiligheidsregio Haaglanden is hét orgaan voor fysieke veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio Haaglanden. Deze organisatie omvat brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en de gemeenschappelijke meldkamer. Alle activiteiten richten zich op het vergroten van veiligheid van de bevolking en de bezoekers van de regio. De Veiligheidsregio Haaglanden werkt nauw samen met negen gemeenten in de regio Haaglanden, Politie Haaglanden, Provincie Zuid-Holland, de Hoogheemraadschappen in de regio, Rijskwaterstaat, Defensie, ziekenhuizen en vele andere “partners in veiligheid”. Veiligheidsregio Haaglanden kent de volgende organisatieonderdelen, functionarissen en samenwerkingsverbanden: · de regionale brandweer. · De GHOR. · De gemeenschappelijke meldkamer. · De coördinerend gemeentelijk functionaris. · De regionaal brandweercommandant. · De regionaal geneeskundig commandant. · De directeur CPA. · En de Veiligheidsdirectie (een samenwerkingsverband met de politie). De aangesloten gemeenten staan gezamenlijk aan het roer van de veiligheidsregio en financiert deze ook grotendeels. De gemeenten zijn vooral verantwoordelijk voor een goed georganiseerde rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het bestuur van de veiligheidsregio heeft tot taak de brandweerzorg en organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing in hun veiligheidsregio goed te organiseren. Dit gebeurt in opdracht van de aangesloten gemeenten. De burgemeesters vormen samen het bestuur van de veiligheidsregio. Het batig saldo voor bestemming over het jaar 2011 bedraagt € 3.282.000,-.
Paragraaf Verbonden partijen 102
Stadsgewest Haaglanden Het Stadsgewest Haaglanden is een regionaal openbaar lichaam en functioneert per 1 januari 2006 op basis van de Wijzigingswet Wgr +. Het bestuur van Haaglanden bestaat uit drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het bestuur van het stadsgewest wordt ondersteund door een aantal commissies. De regionale samenwerking is op een aantal beleidsterreinen wettelijk verplicht, namelijk op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen, verkeer en vervoer, economische ontwikkeling en milieu. Tevens is het Stadsgewest verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Op andere terreinen heeft regionale samenwerking een vrijwillige basis (bijv. t.a.v. stedelijk groen). De bijdrage wordt in 2013 € 5,46 per inwoner. Mede vanwege de centrale ligging in Haaglanden en de (internationale) bedrijvigheid binnen onze gemeentegrenzen, onderkent Rijswijk het belang van een krachtige regio. In hoofdlijn is onze reactie op de metropool(vorming) Rotterdam Den Haag daarom dan ook instemmend, al plaatsen wij wel enkele kanttekeningen bij de plannen. Dit is verwoord in een gezamenlijke reactie (zienswijze) van raad, college en burgemeester aan de initiatiefnemers van de vorming van een metropoolregio). In 2013 zal duidelijk worden of de stadsregio’s (zoals Stadsgewest Haaglanden) die stoelen op de WGR+ gehandhaafd zullen blijven. Ook los daarvan lijkt de samenwerking op metropoolgebied gestalte te krijgen. Omgevingsdienst Haaglanden De omgevingsdienst Haaglanden voert alle milieutaken uit voor de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. De omgevingsdienst is opgezet als een regionale uitvoeringsdienst voor de uitvoering van de vergunningverlening en handhavingstaken gerelateerd aan de Wet Milieubeheer en andere wettelijke milieutaken. Daarbij gaat hier om de taakuitvoering voor bovengenoemde gemeenten als ook om de taakuitvoering voor dat deel van de provincie Zuid Holland dat binnen het gebied van Haaglanden valt. De doelstelling van de omgevingsdienst Haaglanden is om bij de uitvoering van de genoemde taken te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria,specialismenvorming op inhoud, een constante en eenduidige uitvoering in de regio. Het Kabinet stuurt eropaan dat alle gemeenten in Nederland op 1 januari 2013 zijn aangesloten bij een omgevingsdienst.
Tabel deelnemingen Naam
Financieel belang
Eneco NV
88.486 aandelen (= 1,8% van totaal)
Bank Nederlandse Gemeenten NV
Dunea NV
Dividenduitkering: 2006: € 3,1 mln 2007: € 3,4 mln 2008: € 2,4 mln 2009: € 1,6 mln 2010: 165.945 aandelen (= 0,3% van totaal) Dividenduitkering: 2006: € 0,30 mln 2007: € 0,30 mln 2008: € 0,24 mln 2009: € 0,41 mln 2010: € 0,66 mln 2011: 156.214 aandelen. (3,9% van totaal) Geen dividenduitkering.
1
Eigen vermogen per 31.12.2011 € 4,3 mln
Solvabiliteit per 31.12.2011 0,5
€ 1,8 mln
0,02
€ 256 mln voordelig
€ 161 mln
0,3
€ 1,9 mln voordelig
1
Financieel 2011
resultaat € 204 mln voordelig
De solvabiliteit wordt berekend volgens de formule: eigen vermogen / totaal vermogen. Naarmate deze ratio dichter bij 1 komt, is de solvabiliteit gunstiger. De solvabiliteit is overigens niet altijd een goede indicator indien er sprake is van publieke partijen (deze kunnen niet failliet gaan).
Paragraaf Verbonden partijen 103
Tabel gemeenschappelijke regelingen Naam
Financieel belang
GGD Zuid-Holland West Industrieschap de Plaspoelpolder Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk e.o. Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex Veiligheidsregio Haaglanden Stadsgewest Haaglanden
Bijdrage in de exploitatiekosten 50% aandeel in de gemeensch. reg. Bijdrage in de exploitatiekosten
Eigen vermogen per 31.12.2011 € 0,1 mln nadelig
Solvabiliteit per 31.12.2011 0,00
Financieel resultaat 2011 € 2,2 mln nadelig
€ 27 mln
0,96
0
€ 1,6 mln
0,26
€ 0,9 mln nadelig
€ 6,2 mln
0,07
€ 12 mln
0.03
€ 3,2 mln voordelig € 0,9 mln voordelig
Bijdrage in de exploitatiekosten Bijdrage in de exploitatiekosten Bijdrage in de exploitatiekosten en het mobiliteitsfonds
Paragraaf Verbonden partijen 104
Paragraaf Grondbeleid Inleiding Gemeentelijk grondbeleid is gericht op de grondmarkt in brede zin. Het omvat onderwerpen als grondverwerving, gronduitgifte, voorkeursrecht, onteigening, vestiging van zakelijke rechten, inrichting van de openbare ruimte en de aanleg van nutsvoorzieningen, bouw- en woonrijp maken, grondprijsbeleid en vormen van publiek-private-samenwerking (pps). Door de inzet van het gemeentelijk grondbeleidinstrumentarium kan de gemeente sturing geven aan de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeentegrenzen. Om te komen tot een goede verhouding tussen wonen, werken en recreëren is sturing nodig. Het grondbeleid is daarom ondersteunend aan andere beleidsterreinen, waaronder het ruimtelijke beleid en bij de uitwerking van ruimtelijke plannen. De huidige nota grondbeleid en de daarbij behorende grondprijzenbrief zijn door de raad vastgesteld op 20 maart 2012 en geldt voor de periode 2012 t/m 2015. De huidige nota grondbeleid vervangt daarmee de nota grondbeleid zoals door de raad vastgesteld op 31 maart 2009, voor de periode 2009 t/m 2013. De nota grondbeleid geldt in principe altijd voor een periode van vier jaar. De huidige nota grondbeleid is echter wat eerder geactualiseerd en vastgesteld dan voorzien. De eerdere actualisatie is enerzijds noodzakelijk gebleken vanwege de invoering van nieuwe wet- en regelgeving, waarmee rekening moet worden gehouden bij de uitvoering van het gemeentelijk grondbeleid. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Anderzijds is mede vanuit praktisch oogpunt ervoor gekozen om de gemeentelijke grondprijzen in een separate grondprijzenbrief vast te stellen. In de voorgaande nota grondbeleid waren de grondprijzen nog integraal verwerkt. Het algemene beleidskader wordt in principe eens per vier jaar herzien, terwijl de grondprijzen in principe eens per twee jaar zullen worden herzien. De separate grondprijzenbrief heeft zodoende een eigen dynamiek, maar wordt nadrukkelijk als integraal onderdeel van het gemeentelijke grondbeleidskader aangemerkt. Door deze praktische “loskoppeling” zal de nota grondbeleid als algemeen beleidskader naar verwachting de komende jaren – tot aan de volgende herziening – ongewijzigd in stand kunnen blijven. Doelstellingen gemeentelijk grondbeleid Het grondbeleid van de gemeente Rijswijk kent een aantal doelstellingen. Het grondbeleid heeft hoofdzakelijk tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te faciliteren. Voor de gemeente Rijswijk liggen daaraan een aantal specifieke doelstellingen ten grondslag. Deze luiden als volgt: Doelstellingen grondbeleid: · het bevorderen van maatschappelijk gewenst grondgebruik door het faciliteren en zoveel mogelijk sturing te geven aan bestuurlijk en maatschappelijk gedragen ruimtelijke (gebieds)ontwikkelingen en projecten. · Het op bestuurlijk verantwoorde wijze inzetten van het grondbeleidsinstrumentarium op locaties die strategisch van belang zijn voor de uitwerking van het ruimtelijke beleid. · Het beheersbaar maken van de risico’s van ruimtelijke ontwikkelingen. · Het waarborgen van het gemeentelijk kostenverhaal conform de uitgangspunten van de Wro en te streven naar een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten. Uitgangspunten grondbeleid gemeente Rijswijk De gemeente Rijswijk hanteert als uitgangspunt dat in beginsel alle vormen van grondbeleid mogelijk zijn, afhankelijk van de aard, omvang en het strategisch belang van de voorgenomen ruimtelijke of gebiedsontwikkeling. De feitelijke keuze voor een specifieke vorm van grondbeleid is afhankelijk van de financiële en juridische risico’s die vooraf onderzocht en in beeld gebracht zijn.
Paragraaf Grondbeleid 105
Voor specifieke projectinitiatieven wordt in de regel een meer faciliterend grondbeleid gevoerd, omdat de grond in het te ontwikkelen projectgebied meestal in eigendom is van de initiatiefnemer/ontwikkelaar. Daarbij is het uitgangspunt dat de gemeente zich inspant om alle benodigde ruimtelijke besluiten voor te bereiden, zoals het bestemmingsplan of een uitgebreide Wabo-procedure, waarbij afgeweken wordt van een vigerend bestemmingsplan en zorg te dragen voor de tijdige verlening van de benodigde omgevingsvergunningen. Het uitgangspunt voor het verplicht gemeentelijk kostenverhaal is dat voorafgaande aan de formele besluitvorming voor de ruimtelijke procedures een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemer wordt gesloten. In het kader van (grootschalige) gebiedsontwikkelingen is dat veelal niet mogelijk en worden separate exploitatieplannen vastgesteld ten behoeve van het gemeentelijk kostenverhaal, waarvoor een exploitatiebijdrage wordt vastgesteld voor alle bouwplannen waarin voorzien wordt in het bestemmingsplan. Het exploitatieplan wordt gelijktijdig met het bestemmingsplan vastgesteld. Voor de Plaspoelpolder (bestemmingsplan en exploitatieplan “Plaspoelpolder”) en de gebiedsontwikkeling RijswijkBuiten (bestemmingsplan en exploitatieplan “Sion ’t Haantje”) zijn exploitatieplannen behorend bij het betreffende bestemmingsplan door de raad vastgesteld. Motiveringen en afwegingskader voor de inzet van een actief grondbeleid De inzet van een actief grondbeleid gebeurt uiteraard niet zonder reden. Aan de mogelijke inzet van een actief grondbeleid liggen een aantal belangrijke motiveringen ten grondslag. Deze zijn de volgende: Het streven om een actieve en initiërende rol te spelen bij ruimtelijke processen om publieke doelen beter en sneller te bereiken; De wens om specifieke locaties met een strategische betekenis voor het (ruimtelijke) beleid of plaats in de stad zelf actief te realiseren; De mogelijkheden willen benutten om minimaal kostendekkend beleidsdoelen te realiseren. De mogelijkheid om maximaal kostenverhaal toe te passen via de uitgifte van de grondposities in het betreffende plangebied. Als op grond van de hiervoor omschreven motiveringen wordt overwogen om tot de inzet van een actief grondbeleid over te gaan, worden alle risico’s van te voren onderzocht en in beeld gebracht via een aparte risico-analyse. De keuze tot de inzet van een actief grondbeleid is daarbij verder afhankelijk van de volgende afwegingen: De mogelijkheid om – met inachtneming van de marktsituatie – tot verwerving van gronden te kunnen overgaan: de grond is moeilijk te verkrijgen, waardoor de grondprijs hoger dreigt uit te vallen. De gemeente dient de risico’s beheersbaar te houden. Het gemeentelijk ambitieniveau voor wat betreft de locatie en/ of omgeving: indien het ambitieniveau laag is, dan kan gekozen worden voor een meer faciliterende opstelling van de gemeente. De noodzaak tot sterke gemeentelijke sturing om de gemeentelijke doelen te bereiken: indien de noodzaak tot sturing minder sterk is, kan overwogen worden de ontwikkeling aan de markt over te laten en de risico’s zodoende te beperken tot een minimaal niveau. Het risicoprofiel: indien na inventarisatie van de risico’s geconcludeerd wordt dat de gemeente onnodig veel risico’s loopt, dient van een actief grondbeleid te worden afgezien. Samenwerkingsvormen bij de uitvoering van grondbeleid en ruimtelijk beleid In de huidige praktijk is geen strikt onderscheid te maken tussen een zuiver actief grondbeleid aan de ene kant en een faciliterend grondbeleid aan de andere kant. Veelvuldig worden vormen van samenwerking tussen de gemeente en marktpartijen aangegaan middels concrete samenwerkingsovereenkomsten (publiek-private samenwerking). Daarbij spelen aspecten als risico en zeggenschap en de grondposities een belangrijke rol. De mate waarin deze aspecten verdeeld worden, is bepalend voor de vorm van samenwerking. Vanuit gemeentelijke optiek bezien zijn er diverse redenen voor samenwerking. Bijvoorbeeld om de risico’s van grondexploitatie zoveel mogelijk te verleggen of in bepaalde mate te delen. Daarnaast kan
Paragraaf Grondbeleid 106
samenwerking nuttig zijn bij het optimaliseren van de plannen en het leveren van expertise op de vastgoedmarkt. Er bestaan verschillende vormen van samenwerking. Van samenwerking is in ieder geval sprake indien afspraken gemaakt zijn over: · het opstellen en uitwerken van een ruimtelijk plan en beeldkwaliteitsplan. · Het bouw- en woonrijp maken. · De wijze van inbreng van gronden. · Het voorbereiden, financieren en realiseren van plannen. · De wijze van besluitvorming. · Het tijdspad van besluitvorming en realisatie. · Het afzetrisico. De belangrijkste aspecten ten aanzien van de uiteindelijke samenwerkingsvorm zijn risico en zeggenschap. Indien de mate waarin risico’s kunnen worden overgedragen aan andere partijen wordt afgezet tegen de mate waarin de gemeente sturing wenst te behouden, dan zijn verschillende modellen van samenwerking mogelijk. In de Nota Grondbeleid worden diverse vormen van samenwerkingsmodellen nader toegelicht. Risicomanagement, staatssteun en aanbesteding Grondexploitaties hebben betrekking op meerjarige vastgoedontwikkelingen. Daaraan zijn uiteraard ook risico’s verbonden. Het gaat daarbij om de kans dat een ontwikkeling in negatieve zin afwijkt van de (vooraf) geformuleerde financiële uitgangspunten. Risicomanagement is er op gericht om het beoogde doel binnen de vooraf geformuleerde (financiële) kaders te realiseren en in geval dit niet mogelijk blijkt dit tijdig te signaleren en zo mogelijk bij te sturen. Financieel management is dan ook een van de kernonderdelen van het gemeentelijk grondbeleid. Hieronder valt de financiële kaderstelling en het risicomanagement. Bij gronduitgifte en publiekprivate-samenwerking dient in toenemende mate rekening te worden gehouden met de ontwikkelingen op het gebied van (Europese) regelgeving op het gebied van staatssteun en aanbesteding. De gemeentelijke kadernota biedt het kader waarbinnen de gemeente het risicomanagement uitvoert. Voor het grondbeleid voert de gemeente Rijswijk geen aparte risicoanalyse uit. Ieder jaar wordt een risicoanalyse voor de gehele gemeentelijke organisatie uitgevoerd. Door middel van een risicoanalysemodel wordt bepaald welke reserve noodzakelijk is om in 90% van de gevallen de risico’s te kunnen opvangen. Jaarlijks worden alle risico’s van de gemeente geïnventariseerd en gekwantificeerd, waarna bepaald wordt op welke wijze deze risico’s worden opgevangen. Het grondbeleid neemt als zodanig geen aparte positie in, maar wordt in het kader van risicomanagement behandeld als onderdeel van de gehele gemeentelijke organisatie. Risico’s moeten derhalve ingecalculeerd worden en middelen moeten gereserveerd worden om de financiële gevolgen die zich in werkelijkheid voordoen te kunnen opvangen. De gemeente dient als gevolg van de ontwikkelingen in de Europese wet- en regelgeving, alsmede de Europese jurisprudentie in toenemende mate rekening te houden met de ontwikkelingen op het gebied van staatssteun en aanbesteding. Zo dient het grondprijzenbeleid altijd uit te gaan van marktconforme grondprijzen bij uitgifte van grond. Een belangrijke regel uit Europese uitspraken op het gebied van staatssteun en aanbesteding is dat de door de marktpartij een marktconforme grondprijs wordt betaald en dat de vastgoedontwikkeling ook daadwerkelijk voor rekening en risico van de marktpartij plaatsvindt. De gemeente dient bij de uitoefening van de taken in het kader van gronduitgifte en gebiedsontwikkeling altijd een analyse te maken van de risico’s voor staatssteun- en aanbestedingsperikelen. Daarbij dient altijd te worden uitgegaan van de laatste stand van zaken op het gebied van Europese wet,- en regelgeving en jurisprudentie. Uitvoering van het gemeentelijk grondbeleid vanuit de organisatie De uitvoering en beleidsvorming van het gemeentelijk grondbeleid is ondergebracht bij de afdeling Stad & Samenleving, sectie Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (REO), Grondzaken.
Paragraaf Grondbeleid 107
In exploitatie genomen gronden: Stadhuislocatie (Ter Nieuburch) In december 2004 is de raad akkoord gegaan met de overeenkomst inzake ontwikkeling locatie Stadhuis (Ter Nieuburch). In het hiervoor genoemde raadsvoorstel werd nog uitgegaan van een resultaat van ruim € 1,4 mln. in 2006. Na stagnatie vanwege beroepschriften in de RO-procedure heeft de ontwikkelaar aangegeven het plan in de gedachte vorm niet meer te kunnen afzetten gezien de huidige markt. Daarna is een discussie ontstaan over het hoe nu verder moet en wat de (markt)mogelijkheden zijn. Deze discussie is nog niet afgerond. Er is conform de voorschriften van het BBV een voorziening getroffen van € 2.773.000,- gevormd voor het te tekort op de bouwgrondexploitatie. De boekwaarde per 1 januari 2012 bedraagt € 9.858.044,-. Vrijenbanselaan Op 5 juli 2007 heeft de raad ingestemd met de voorgenomen verkoop van een kavel aan de Vrijenbanselaan voor de bouw van een autoshowroom met kantoor en werkplaats alsmede een kantoor. Hierbij is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor de kosten van bouwrijp maken. Uitvoering van het project is afhankelijk van de te voeren planologische procedure en het sluiten van een verkoopovereenkomst voor de grond. In 2010 is met een ontwikkelaar een reserveringsovereenkomst afgesloten waarbij zij gedurende 1 jaar, met verlengingsmogelijkheid van nog 1 jaar, het exclusieve recht hebben te onderzoeken of een ontwikkeling op de locatie mogelijk is. De voorwaarden voor deze ontwikkeling zijn vastgelegd in een concept koopovereenkomst die gekoppeld is aan de reserveringsovereenkomst. De boekwaarde per 1 januari 2012 bedraagt € 85.353,-. Oud-Rijswijk (ERL) Diverse plannen zijn m.b.t. ERL afgelopen jaren ontwikkeld. Om diverse redenen hebben deze geen doorgang kunnen vinden. Dit heeft geleid tot vertraging van de ontwikkeling van de ERL locatie. Met Bouwfonds is in 2011 overeenstemming bereikt om tot herontwikkeling van de locatie te komen. In 2012 zijn de voorbereidende werkzaamheden in het openbaar gebied gestart (omleggen kabels en leidingen, verwijderen van een tank, sanering en vervangen van de riolering). Medio oktober 2012 wordt gestart met de sloop van het gebouw, waarna de overdracht van het perceel aan Bouwfonds zal plaatsvinden. Met Rijswijk Wonen is in het verleden mondeling overeenstemming bereikt over de herontwikkeling van de panden Stadhoudersstraat/Frederik Hendrikstraat. Echter een schriftelijke overeenkomst is nog niet gesloten en levering van de panden heeft dus ook nog niet plaatsgevonden. In 2011 is met Rijswijk Wonen een reserverings-overeenkomst gesloten voor deze herontwikkeling, welke in 2012 is afgelopen. De mogelijkheden voor een nieuwe invulling op deze locatie worden nog nader onderzocht. Voor het geprognosticeerde tekort in de exploitatie Oud-Rijswijk is inmiddels, conform de voorschriften van het BBV, een voorziening getroffen van € 3.268.000,-. De boekwaarde per 1 januari 2012 bedraagt € 3.665.408,-. Eikelenburg In 2011 is bestemmingsplan Eikelenburg vastgesteld. In het 4e kwartaal van 2011 is de verkoop van de woningen in het eerste deelgebied van start gegaan. Voor de 1e fase (deelgebied 1A1), met in totaal 23 te bouwen woningen, zal dit jaar nog grondoverdracht plaatsvinden. De boekwaarde per 1 januari 2012 bedraagt € 736.003,-. Te Werve West In de raad van februari 2012 zijn de bouwgrondexploitatie Te Werve West en de bijbehorende koopovereenkomsten tot verkoop van grond en aankoop van de Johanneskerk vastgesteld. Inmiddels zijn de bedragen die betrekking hebben op de verkoop van de gronden en Johanneskerk ontvangen. De boekwaarde per 1 januari 2012 bedraagt € 286.927,-. RijswijkBuiten Voor een nadere toelichting zie de paragraaf RijswijkBuiten.
Paragraaf Grondbeleid 108
Nog in exploitatie te nemen gronden: Benedictuslocatie De gemeente heeft op deze locatie een grondpositie. Het programma op deze locatie is niet bekend. In verband met de grondpositie en ontwikkelingsmogelijkheden is de gemeente in gesprek met Rijswijk Wonen. De boekwaarde per 1 januari 2012 bedraagt € 12.495,-. Pasgeldlocatie Voor een nadere toelichting zie de paragraaf RijswijkBuiten. De Landgoederenzone (De Opperd) In 2000 is de Landgoederenzone overgenomen van de gemeente Den Haag. De afgelopen jaren zijn plannen ontwikkeld om te komen tot een kwaliteitsslag. Het bestemmingsplan Landgoederenzone is op 15 december 2009 door de gemeenteraad van Rijswijk vastgesteld. Na diverse beroepschriften is het bestemmingsplan in 2011 onherroepelijk geworden. De gemeente heeft de wens om De Opperd als ontwikkelingslocatie te handhaven en er op termijn woningen te ontwikkelen. Met de opbrengst van deze ontwikkellocatie kan de kwaliteitsslag mede gefinancierd worden.
Paragraaf Grondbeleid 109
110
Paragraaf Lokale Heffingen In Rijswijk houden we de lasten zo laag mogelijk. We vinden het belangrijk om Rijswijk betaalbaar te houden voor al onze inwoners, ondernemingen en relaties. Dat doen we natuurlijk wel op een financieel verantwoorde manier. Samen zijn we verantwoordelijk voor onze stad, waarin we onder andere kwaliteit bieden voor de publieke dienstverlening. Daarom moet betaald worden voor onze diensten. We bieden daarbij een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten. Daarbij houden we rekening met de zwakkeren in de samenleving. Daarom kiezen we ervoor om de woonlasten in de gemeente Rijswijk structureel onder het gemiddelde van de regio Haaglanden te houden. Daarnaast moeten de tarieven voor onder meer de afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges honderd procent kostendekkend zijn. Soorten heffingen Lokale heffingen zijn te onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. · Ongebonden heffingen worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voorbeelden: onroerendezaakbelastingen (OZB), hondenbelasting en precariobelasting. · Van gebonden heffingen wordt de opbrengst gebruikt ter dekking van de gemaakte kosten. Voorbeelden: de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Beleidsuitgangspunten De uitgangspunten voor de ontwikkeling van de gemeentelijke tarieven in 2013 zijn deels geformuleerd in de meerjarenbegroting 2013 - 2016: · de woonlasten moeten structureel onder het gemiddelde van de regio Haaglanden liggen. · De tarieven voor de gebonden heffingen dienen maximaal 100% kostendekkend te zijn. · De opbrengst OZB stijgt voor het begrotingsjaar 2013 met 5% (1,75% structureel, 2% inflatiecorrectie en 1,25% incidenteel). · Voor alle overige belastingtarieven wordt eveneens rekening gehouden met een inflatiepercentage voor 2013 van 2%. · De kwijtschelding van gemeentelijke lasten (minimabeleid) blijft ongewijzigd. Overzicht van de lokale heffingen De gemeentelijke heffingen die in 2013 zullen worden geheven zijn: · Onroerendezaakbelastingen. · Precariobelasting. · Afvalstoffenheffing. · Hondenbelasting. · Rioolheffing. · Parkeerbelasting. · Toeristenbelasting. · Overige heffingen. Geraamde inkomsten In de onderstaande tabel worden de geraamde inkomsten voor 2013 vergeleken met de geraamde inkomsten van de primitieve begroting 2012. Heffing Type 2012 2013 Onroerendezaakbelastingen Ongebonden 11.285.250 11.848.450 Afvalstoffenheffing Gebonden 6.261.560 6.314.830 Rioolheffing Gebonden 1.838.900 2.112.660 Hondenbelasting Ongebonden 135.500 138.000 Precariobelasting Ongebonden 112.610 314.850 Parkeerbelasting Ongebonden 601.000 549.160 Toeristenbelasting Ongebonden 171.600 183.600 Leges Gebonden 1.472.260 2.516.600 Marktgelden Gebonden 77.120 78.660 Haven-/kadegelden Gebonden 14.780 15.080 Vermakelijkhedenretributie Gebonden 20.000 20.000 BIZ-belasting Gebonden 84.000 88.160 Totaal 22.074.580 24.180.050
Paragraaf Lokale heffingen 111
Overig 0,8%
Leges 10,4%
Toeristenbelasting 0,8% Parkeerbelasting 2,3% Precariobelasting 1,3%
OZB 49,0%
Hondenbelasting 0,6%
Rioolheffing 8,7% Afvalstoffenheffing 26,1%
Woonlasten Uitgangspunten De woonlasten vormen een graadmeter voor burgers om te bepalen of de gemeentelijke lasten stijgen of dalen. De berekening van de woonlasten is gebaseerd op zowel de OZB voor een huiseigenaar bij een gemiddelde WOZ-waarde, als op de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Naast de voorgenomen stijging van de opbrengst OZB met 5% (1,75% structureel, 2% inflatie en 1,25% incidenteel) en de noodzakelijke stijging van de tarieven rioolheffing met 13,9% in verband met de vaststelling van het gemeentelijk rioleringsplan 2012-2016, zijn de tarieven voor de afvalstoffenheffing ten opzichte van 2012 gelijk gebleven. Per categorie huishouden betekent dit dat de woonlasten in 2013 ten opzichte van 2012: · voor een eenpersoonshuishouden gemiddeld stijgen met 3,51%. · Voor een tweepersoonshuishouden gemiddeld stijgen met 3,41%. · Voor een drie- of meerpersoonshuishouden gemiddeld stijgen met 3,09%. De verschillen per categorie worden veroorzaakt door de andere wijze van berekening van de tarieven afvalstoffenheffing.
Paragraaf Lokale heffingen 112
Jaar
Gemiddelde WOZ-waarde
2011 2012 2013 Woonlasten OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
€ 197.000 € 199.000 € 190.000 eenpersoonshuishouden 2012 € 200,39 € 248,64 € 72,48 € 521,51
Meest voorkomende WOZwaarde € 125.000 € 125.000 € 125.000
tweepersoonshuishouden
2013 € 208,62 € 248,64 € 82,56 € 539,82
2012 € 200,39 € 264,12 € 72,48 € 536,99
2013 € 208,62 € 264,12 € 82,56 € 555,30
drie- of meerpersoonshuishouden 2012 2013 € 200,39 € 208,62 € 319,80 € 319,80 € 72,48 € 82,56 € 592,67 € 610,98
Toelichting op de componenten van de woonlasten Hieronder wordt een korte toelichting gegeven over de stand van zaken in 2013 op de tot de woonlasten behorende onderdelen. Onroerendezaakbelastingen (OZB) In de meerjarenbegroting 2013-2016 is voor het begrotingsjaar 2013 uitgegaan van een opbrengststijging van de OZB van 5% (1,75% structureel, 2% inflatiecorrectie en 1,25% incidenteel). Deze stijging ligt hoger dan de macronorm die door het Rijk is vastgesteld. De macronorm is voor 2013 vastgesteld op 3%, maar vanwege een overschrijding van 7,7 miljoen euro in 2012 is de reële norm voor 2013 bepaald op 2,76%. Deze norm betekent dat de stijging van de opbrengst OZB van alle gemeenten gezamenlijk niet hoger mag zijn dan het door het Rijk gestelde percentage. De gemeente is vrij in het vaststellen van de tarieven en het besteden van de opbrengsten van de OZB, omdat het een ongebonden heffing is. Als de totale stijging van de OZB hoger is dan de norm kan er een sanctie volgen vanuit het Rijk. Dit kan betekenen dat gemeenten worden gekort op de uitkering uit het gemeentefonds of dat de macronorm voor volgend jaar naar beneden wordt bijgesteld. Op dit moment is niet in te schatten of de macronorm wordt overschreden en wat de eventuele sanctie bij overschrijding zal zijn. De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ- waarde van een onroerende zaak. De WOZ-waarden moeten jaarlijks opnieuw worden vastgesteld. Voor het belastingjaar 2013 worden de WOZ-waarden vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2012. Ten opzichte van waardepeildatum 1 januari 2011 is de WOZ-waarde van een gemiddelde woning in Rijswijk met 4,75% gedaald. Dit ligt in lijn met de landelijke trend van de ontwikkeling in de woningwaarde. Door deze gemiddelde waardedaling en de stijging van de te realiseren opbrengst stijgt het tarief voor de OZB voor woningen. De gemiddelde aanslag OZB stijgt met 4,1%. Voor niet-woningen geldt dat de WOZ-waarden gemiddeld zijn gedaald met 4%. Deze gemiddelde waardedaling en de stijging van de te realiseren opbrengsten zorgt voor een stijging van het tarief voor eigendom en gebruik. Het is voor niet-woningen lastig om een gemiddelde aanslag te berekenen vanwege het feit dat er verschillende soorten niet-woningen zijn. De aanslagen voor winkels, bedrijven en incourante niet-woningen (scholen ed.) zullen harder stijgen dan de aanslagen voor de kantoren, omdat de waarde van de eerste groep vrijwel stabiel is, terwijl de waarde van de kantoren fors daalt. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Bij de afvalstoffenheffing wordt een zogenaamd gedifferentieerd tarief gehanteerd. De hoogte van de heffing is afhankelijk van het aantal personen per huishouden (één-, twee-, of drieof meerpersoonshuishoudens). De gemeenteraad heeft voor dit systeem van tariefdifferentiatie gekozen op grond van de redenering dat het afvalaanbod hoger ligt bij meer personen per huishouden. Ook de verhouding tussen de onderlinge tarieven is destijds door de raad vastgesteld. Het uitgangspunt bij de tarieven afvalstoffenheffing is maximaal 100% kostendekkendheid (inclusief de kosten van kwijtschelding). De tarieven voor het belastingjaar 2013 blijven ten opzichte van 2012 gelijk.
Paragraaf Lokale heffingen 113
Rioolheffing De verbrede rioolheffing wordt geheven om de kosten van het beheer en onderhoud van de afvoersystemen van afvalwater, hemelwater en grondwater te dekken. De kosten voor het beheer en onderhoud zullen de komende jaren stijgen. Het rioleringsstelsel in Rijswijk is grotendeels in de jaren vijftig en zestig aangelegd en heeft haar technische levensduur bereikt. De gemeente staat voor een forse vervangingsopgave waardoor de gemeente extra moet investeren om de kwaliteit van het stelsel op peil te houden. Daarnaast heeft de gemeente sinds de invoering van de waterwet ook de zorgplicht voor hemelwater en grondwater gekregen wat ook leidt tot stijging van de gemeentelijke uitgaven. In 2012 is het rioleringsplan Rijswijk 2012-2016 vastgesteld door de Raad. In dit plan zijn de maatregelen en de ontwikkeling van de rioolheffing voor de komende jaren vastgelegd. Voor het belastingjaar 2013 dient het tarief van € 72,48 (2012) verhoogd te worden naar € 82,56 per object. Lokale lastendruk: positie ten opzichte van omliggende gemeenten Uit de onderstaande tabel blijkt dat Rijswijk in 2013 (op basis van de gegevens uit 2012) ten opzichte van de omliggende gemeenten een positie onder het gemiddelde inneemt. Ook landelijk neemt de gemeente Rijswijk een gunstige positie in. In 2009 stond Rijswijk in de COELO-ranglijst met de laagste woonlasten van Nederland op plaats 150. Inmiddels is Rijswijk in de ranglijst gestegen van plaats 72 (in 2010) naar plaats 34 (in 2011). In 2012 is de gemeente iets gezakt naar plaats 42 van de ranglijst. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan de stijging van de tarieven voor de rioolheffing. Landelijk liggen de gemiddelde woonlasten in 2012 voor een eenpersoonshuishouden op € 613,- en voor een meerpersoonshuishouden op € 683,-. Rijswijk zit hier dus nog onder. 1
Gemeentelijke woonlasten 2012 Gemeente Rangnummer 2012 Rijswijk Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Voorschoten Wassenaar Westland Zoetermeer Gemiddelde woonlasten
42 261 8 85 418 324 387 436 276 215
Woonlasten voor eenpersoonshuishouden € 523 € 603 € 488 € 578 € 793 € 676 € 752 € 923 € 643 € 652 € 663
Woonlasten voor meerpersoonshuishouden € 594 € 716 € 543 € 631 € 867 € 752 € 813 € 1.129 € 724 € 694 € 746
Overige lokale heffingen Algemeen Het geschatte inflatiepercentage voor het jaar 2013 is 2%. De tarieven van de overige heffingen en belastingen worden met het geschatte inflatiepercentage van 2% verhoogd. Legesverordening De tarieven in de tabel behorende bij de Legesverordening worden aangepast. De tarieven zijn, behoudens de wettelijk gemaximeerde of vastgestelde tarieven, geïndexeerd met 2%. De verordening en tarieventabel zijn tekstueel aangepast en administratieve fouten en gedateerde verwijzingen naar bepalingen zijn verwijderd of aangepast. De tarieven omgevingsvergunning (bouwleges) hoeven ten opzichte van 2012 niet gewijzigd te worden, omdat de inflatiecorrectie al in de bouwsom zit. Verder zijn de wettelijke aanpassingen verwerkt. Een aantal tarieven die wettelijk zijn gemaximeerd (o.a. reisdocumenten) zullen nog worden aangepast, want deze zijn op dit moment nog niet bekend. Het vaststellen van een maximumtarief voor rijbewijzen per 1 juli 2012 is niet gehaald. De verwachting is dat ook per 1 januari 2013 geen maximumtarief is vastgesteld. Om deze reden wordt voorgesteld het tarief voor rijbewijzen te laten stijgen met het geschatte inflatiepercentage. 1
(bron: Coelo.nl, Digitale Atlas van de lokale lasten 2012) Paragraaf Lokale heffingen 114
Daarnaast zal het tarief van de invalidenparkeerkaart vanaf 2014 gelijk worden aan het tarief voor een parkeervergunning “belanghebbenden-bewoners”. Om dit te bewerkstelligen wordt het tarief vanaf 2012 jaarlijks verhoogd met € 6,95 naast het geschatte inflatiepercentage. Voorgesteld wordt om het tarief voor de invalidenparkeerkaart te verhogen naar € 35,75. Precariobelasting De precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. In het wetsvoorstel voor de afschaffing van de precariobelasting op kabels en leidingen van nutsbedrijven is een overgangsregeling opgenomen die het voor gemeenten mogelijk maakt om tot 2023 precariobelasting op kabels en leidingen van nutsbedrijven te heffen. Het wetsvoorstel is echter nog niet aangenomen, waardoor het niet zeker is dat de nieuwe wetgeving wordt vastgesteld. De huidige signalen zijn echter dat het wetsvoorstel waarschijnlijk zal worden aangenomen. Voorgesteld wordt om de extra inkomsten van € 200.000,- op te nemen in de meerjarenbegroting 2013-2016. Voor het belastingjaar 2013 wordt voorgesteld om de tarieven precariobelasting met het inflatiepercentage te verhogen. Parkeerbelasting In 2012 is het tarief voor de parkeervergunning “belanghebbenden-bewoners” gestegen van € 20,90 naar € 42,15. Voor 2013 wordt voorgesteld om het tarief voor de parkeervergunning “belanghebbendenbewoners” te verhogen met het inflatiepercentage van 2%. Voor de overige vergunningen wordt ook voorgesteld om de tarieven te verhogen met het inflatiepercentage van 2%. Voor het uurtarief bij de parkeermeter wordt voorgesteld om het tarief niet te verhogen en dus vast te stellen op € 1,50 per 60 minuten. BIZ-belasting De BIZ-belasting is een gebonden heffing die bestemd is voor het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BIzone. Voor het belastingjaar 2013 is het tarief reeds op 15 december 2009 vastgesteld door de gemeenteraad in de Verordening BI-zone Oud Rijswijk 2010 t/m 2014. Het belastingtarief voor 2013 is € 551,- per onroerende zaak. Toeristenbelasting Voor 2013 wordt voorgesteld om de toeristenbelasting met het inflatiepercentage van 2% te verhogen. De geschatte opbrengsten zijn ook iets hoger ingeschat, vanwege een toename in het aantal overnachtingen. Hondenbelasting Voor 2013 wordt voorgesteld om de tarieven van de hondenbelasting te verhogen met het inflatiepercentage van 2%. Vermakelijkhedenretributie Voorgesteld wordt om dit tarief ongewijzigd te laten, aangezien het toepassen van de inflatiecorrectie van 2% nagenoeg geen effect heeft op het tarief. Kwijtschelding Als een belastingplichtige niet in staat is een belastingaanslag te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De gemeente Rijswijk hanteert de zogeheten 100% bijstandsnorm, dit betekent dat alleen huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau recht hebben op kwijtschelding. Wanneer iemand een hoger inkomen heeft of vermogen bezit, betekent dit dat er betalingscapaciteit aanwezig is waaruit de belastingaanslag kan worden voldaan. De heffingen waarvoor in de gemeente Rijswijk kwijtschelding kan worden gevraagd zijn: · Onroerendezaakbelastingen. · Afvalstoffenheffing. · Rioolheffing. · Hondenbelasting (alleen voor de eerste hond).
Paragraaf Lokale heffingen 115
Per 1 april 2011 is het weliswaar mogelijk om ook kwijtschelding te verlenen aan ondernemers, maar pas nadat de gemeenteraad daartoe besluit. Omdat ook de VNG adviseert om dit (nog) niet te doen vanwege de onuitvoerbaarheid, is hiertoe geen voorstel ingediend. Voor het in aanmerking komen van automatische kwijtschelding zal er voor het belastingjaar 2013 wederom gebruik gemaakt gaan worden van de kosteloze toetsing door het Inlichtingenbureau. Uitsluitend huishoudens die in 2012 kwijtschelding hebben ontvangen, zullen ter toetsing aangeboden worden. De huishoudens die in aanmerking komen voor kwijtschelding via deze toets hoeven derhalve niet meer jaarlijks opnieuw een verzoek in te dienen wat past binnen de doelstelling om de administratieve lasten voor burgers terug te dringen. Voor 2013 is het bedrag aan te verlenen kwijtschelding per belastingsoort begroot op: Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting OZB
Bedrag € 400.000 € 61.000 € 8.850 € 2.000
Paragraaf Lokale heffingen 116
Paragraaf Financiering Rijswijk voert een financieel beleid, waarbij we op een verantwoordelijke manier omgaan met financiële middelen. Het is belangrijk dat we goed omgaan met financiële risico’s en dat we over voldoende middelen beschikken zodat we tijdig aan onze financiële verplichtingen kunnen voldoen tegen zo laag mogelijke kosten. We houden onze financiële geldstromen en vermogensposities goed in de gaten en kijken ook naar de invloed van de economische ontwikkeling op de overheden en de geld- en kapitaalmarkt. Daarnaast beheersen we de financiële risico’s door het steeds opnieuw afstemmen van onze financiële positie met de benodigde financiële middelen op zowel de korte termijn (liquiditeit) als op de langere termijn (langlopende leningen). Invloed economische ontwikkeling op de overheden en de geld- en kapitaalmarkt Economische ontwikkeling In de Macro Economische Verkenning (MEV), die traditioneel met de Rijksbegroting wordt gepresenteerd raamt het CPB de groei voor 2013 op 0,75 procent na een krimp in 2012 van 0,5 procent. De binnenlandse bestedingen drukken de groei: zowel de consumptie van huishoudens als overheid daalt in beide jaren. De investeringen groeien in 2013 licht, na een krimp in 2012. De uitvoer presteert naar behoren, onder andere vanwege een licht herstel van de wereldhandel in 2013. Het beeld van de arbeidsmarkt blijft echter somber. Door de lage productie daalt de werkgelegenheid zowel dit als volgend jaar. In 2013 is de werkloosheid gemiddeld 5,75 procent, een percentage dat sinds het midden van de jaren negentig niet meer is voorgekomen. De koopkracht vermindert met 1,75 procent in 2012 en met 0,75 procent in 2013. Ook in de twee voorgaande jaren is de koopkracht gedaald. Bij elkaar komt deze daling over vier jaar uit op 4 procent. Het feitelijk overheidstekort neemt af van 3,7 procent bruto binnenlands product (bbp) in 2012 tot 2,7 procent bbp in 2013. In 2013 ligt het tekort voor het eerst sinds 2008 onder het 3 procent plafond uit het Verdrag van Maastricht. De vermindering van het tekort is vooral het gevolg van een stijging van de collectieve lastendruk. Ondanks de afname van het overheidstekort loopt de overheidsschuld wel verder op, tot 71,8 procent bbp in 2013. De Europese schuldencrisis blijft het belangrijkste neerwaartse risico. De recente besluitvorming van de Europese Centrale Bank, de uitspraak van het Duitse Constitutioneel Hof en wellicht ook de plannen voor de instelling van een Europese Bankenunie geven echter voor het eerst zicht op een structurele oplossing. Prognoses t.a.v. het renteniveau van de geld- en kapitaalmarkt Door de grote ontstane financieringstekorten van de overheden zal een sterke vraag ontstaan naar financieringsmiddelen op de kapitaalmarkt. Daar tegenover bestaat de invloed dat, in het huidig onzekere economisch klimaat waarbij het vertrouwen ontbreekt, beleggers zullen kiezen voor het aankopen van staatsobligaties van landen met een relatief laag financieringstekort, waaronder Nederland. Om deze reden zal naar verwachting de rente op langlopende leningen op een laag niveau bewegen. De geldmarkt (korte termijnfinancieringsmiddelen) wordt gereguleerd door de Europese centrale bank, de ECB. Het ruime monetaire beleid van de ECB is er op gericht de bestedingen te stimuleren. Zolang de inflatie niet boven het percentage van 2 procent uitstijgt en er sprake is van onderbesteding, is de algemene verwachting dat de rente op de geldmarkt op een laag niveau zal blijven. Op dit moment bedraagt de 1-maands Euribor (de rente die de banken onderling aan elkaar in rekening brengen) iets meer dan 0,12 procent op jaarbasis. Het rentepercentage van 1maands kasgeldleningen waartegen de gemeente leent op 0,04 procent op jaarbasis, net iets boven het nulpunt.
Paragraaf Financiering 117
Risicobeheer Renterisicobeheer Voor het bepalen van de rentevisie is gebruik gemaakt van de in september 2012 beschikbare gegevens. De huidige rente op de kapitaalmarkt voor leningen ten behoeve van overheden van 10 jaar beweegt zich op dit moment rond de 2,0 procent. Een jaar geleden was dit nog rond de 2,5 procent. De verwachting onder banken is op korte termijn een stabiele tot zeer geringe stijging van de kapitaalmarktrente. We gaan uit van een marktrenteniveau voor langlopende leningen van 10 jaar in het jaar 2013 van gemiddeld 2,5 procent, iets hoger dan de marktverwachting. Aan rentekosten wordt in 2013 € 2.756.000,- betaald (2012: € 2.929.000). De gemiddelde rentekosten van onze portefeuille vaste geldleningen bedraagt circa 4,15 procent van de restantschuld per 1 januari 2013. Het gewogen gemiddelde van de restantlooptijd is circa 16 jaar. De rentevaste periode is gelijk aan de looptijd van de geldleningen, derhalve bestaat er geen risico op renteherziening van lopende geldleningen. In het jaar 2012 zal een bedrag van € 6,7 miljoen worden afgelost aan geldleningen, wat 6,7 procent is van de totale portefeuille. Dit bedrag wordt, voor zover niet wordt gecompenseerd door vrijkomende middelen uit afschrijvingen, geherfinancierd. Kortlopend renterisico (kasgeldlimiet) Zoals gemeld beweegt de rente op de geldmarkt voor 1-maandskasgeldleningen zich medio september 2012 rond de 0,04 procent op jaarbasis (2011: 1,5 procent). De banken verwachten dat het huidige lage rentepercentage voorlopig zal aanhouden of licht zal stijgen. Dit is afhankelijk van de groei van de economie in Europa en de inflatieontwikkeling. Het beleid van de ECB is er op gericht de economie te stimuleren. Het rente-instrument wordt daartoe ingezet door het belangrijkste rentetarief laag te houden. We gaan uit van een marktrenteniveau voor kasgeldleningen in het jaar 2012 van gemiddeld 1,5 procent, omdat deze rente sterk kan fluctueren. Daarnaast wordt rekening gehouden met extra kosten als gevolg van het gebruik van de ruimte in de derivaten van RijswijkBuiten van gemiddeld 0,4 procent over het financieringstekort. Dit percentage kan nog lager worden als de investeringen van RijswijkBuiten verder toenemen en daardoor de ruimte in de derivaten van RijswijkBuiten afneemt. Vanaf 2013 is het zeer waarschijnlijk dat de derivaten van RijswijkBuiten volledig voor de financiering van de investeringen worden gebruikt. Hierdoor kan de gemeente voor haar financiering van de overige investeringen hiervan geen gebruik meer maken in combinatie met 1-maands kasgeldlening en is gedwongen door de opgelegde beperking van de kasgeldlimiet om voor langere termijn een lening te sluiten. De rentekosten van leningen met een langere looptijd bedragen circa 2%. Het renterisico op kortlopende geldleningen (< 1 jaar) is door de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) gemaximaliseerd tot de kasgeldlimiet. Deze limiet is gesteld op 8,5 procent van de begrotingsomvang van 2013. Dit betekent dat bij een begrotingsomvang van € 136,7 miljoen in 2013 de kasgeldlimiet circa € 11,6 (2012: € 12,6 miljoen) bedraagt. RijswijkBuiten Ter financiering van de grondexploitatie RijswijkBuiten heeft de gemeente Rijswijk in 2010 een interest rateswap met de ABN AMRO bank afgesloten voor een looptijd van 10 jaar tot 2020. Deze SWAP heeft per begin 2013 een omvang van € 134,6 miljoen en geeft de gemeente Rijswijk de zekerheid dat een rente van maximaal 3,78 procent betaald wordt. De omvang van de SWAP neemt in 2014 toe tot € 136,9 miljoen en stijgt vervolgens jaarlijks met een 2 tot 3 miljoen tot € 159 miljoen in 2020. Het nadeel van deze transactie is, dat als de marktrente lager is, ook ongeveer hetzelfde percentage van 3,78 procent moet worden betaald over de omvang van de SWAP. Daarnaast kan een risico bestaan als de financieringsbehoefte van RijswijkBuiten lager wordt dan de omvang van de SWAP. De gemeente betaalt op basis van deze SWAP maandelijks deze 3,78 procent rente (op jaarbasis) over de omvang van de SWAP aan ABN AMRO en ontvangt de 1-maands-Euribor rente over de omvang van de SWAP. Tegenover deze SWAP heeft de gemeente met de BNG een variabele lening afgesloten met een omvang van maximaal € 142 miljoen. Daarvan moet minimaal 20 procent worden opgenomen. Over deze lening betalen we een rente die gelijk staat aan de 1-maands-Euribor rente. Deze lening heeft een looptijd tot 2014. De combinatie van deze SWAP en de opname tot het maximale bedrag van de lening betekent dat tot 1 juli 2014 over de lening een vast rentepercentage betaald wordt van
Paragraaf Financiering 118
maximaal 3,78 procent. Dit percentage kan worden verlaagd door gebruik te maken van 1-maands kasgeldleningen. Inmiddels zijn lagere rentetarieven in combinatie met de SWAP dan 3,78 procent overeengekomen. Ervaring leert dat het tarief van 1-maands kasgeldleningen veelal lager is dan het 1-maands Euribor-tarief (in het 1e halfjaar 2013 bedraagt het verschil circa 0,11 procent tot 0,15 procent op jaarbasis). Door minder gebruik te maken van de genoemde variabele lening en meer van de lagere tarieven op de geldmarkt voor 1-maandskasgeldleningen proberen we goedkoper te lenen dan 3,78 procent. Mocht de financieringsbehoefte met betrekking tot RijswijkBuiten lager zijn dan het bedrag van de omvang van de SWAP, dan wordt het verschil met de SWAP gebruikt ter financiering van de overige activa en projecten van de gemeente. Hierdoor wordt het risico van een financieringsoverschot geminimaliseerd. In het vierde kwartaal 2012 worden grondaankopen verwacht. Hierdoor zal vanaf 2013 tot en met 2016 naar verwachting geen financieringsoverschot meer bestaan voor RijswijkBuiten. De gemiddelde rente gedurende deze periode zal circa 3,65% bedragen. Dus ruiim onder het calculatietarief van 4% uit de grondexploitatie RijswijkBuiten. Daarna zou dit wel van toepassing kunnen zijn, maar hierop kan tijdig op worden geanticipeerd, zodat de financieringsrisico’s minimaal blijven. Eikelenburg Naast deze SWAP zijn er voor de grondexploitatie Eikelenburg in 2010 vier rentederivaten afgesloten met een gezamenlijke omvang van € 12,7 miljoen bij de BNG. Deze derivaten zorgen ervoor dat de gemeente maximaal 3,5 procent rente betaalt ten opzichte van de 1-maands-Euribor rente. De rentelasten en de kosten van de derivaten zijn volledig voor rekening van de projectontwikkelaar. Langlopend renterisico (renterisiconorm) Evenals het renterisico op kortlopende geldleningen is ook het renterisico op langlopende geldleningen aan een maximum gebonden. Uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen. De wettelijk vastgestelde renterisiconorm van 20 procent houdt in dat in enig jaar de aflossing van de lange schuld niet hoger mag zijn dan 20 procent van het totaal van de lasten volgens de begroting. Hierdoor wordt de rentegevoeligheid beperkt. Voor 2013 is dit maximum berekend op € 27,3 miljoen. Het totaal van de betaalde aflossingen in 2013 zal circa € 6,7 miljoen bedragen, zodat onze gemeente ruim binnen de norm blijft. Kredietrisicobeheer Het kredietrisico wordt veroorzaakt door de mogelijkheid dat de instelling waaraan geld is verstrekt niet in staat blijkt te zijn, de rente en aflossing op verstrekte leningen te voldoen. Deze verstrekte geldleningen betreffen leningen in het kader van de publieke taak van de gemeente. De gemeente heeft maar een beperkt bedrag aan leningen uitstaan. Begin 2013 bedragen de uitstaande leningen: Ten opzichte van vorig jaar zijn de leningen aan woningbouwverenigingen met € 30.000,- afgelost en de leningen aan eigen personeel met € 235.000,-. - woningbouwverenigingen € 930.000 - geldleningen ambtenaren € 1.222.000 € 2.152.000 De gemeente loopt niet alleen kredietrisico op verstrekte geldleningen, maar ook op de geldleningen, waarover een garantstelling is verstrekt. Een groot deel van deze garantstellingen heeft betrekking op leningen aan de woningcorporaties Vidomes en Rijswijk Wonen. Voor deze leningen is een achtervangovereenkomst afgesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hierdoor is het kredietrisico voor de gemeente zeer beperkt, doordat het CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting) in eerste instantie en het WSW in tweede instantie borg staan voor de leningen van de Woningstichtingen Rijswijk Wonen en Vidomes. Van de overige gegarandeerde geldleningen is het risico afgedekt of beperkt. Zodra de gemeente betalingen verricht in het kader van de garantstellingverplichting vervalt het eigendom van het onderpand aan de gemeente. Liquiditeitbeheer Het liquiditeitbeheer betreft het financieren en uitzetten van middelen voor de perioden van één jaar of korter. Zoals aangegeven zal tot het bedrag van de kasgeldlimiet het financieringstekort met kortlopende geldleningen worden gefinancierd. Dit gebeurt door het aanhouden van een gering saldo op de rekening-courant bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) aangevuld met een kasgeldleningen. Om te voorkomen dat er overschrijding van de kasgeldlimiet plaatsvindt, wordt
Paragraaf Financiering 119
dagelijks het totaal van de saldi van alle bankrekeningen vergeleken met de kasgeldlimiet. Tevens worden per maand de betalingen en ontvangsten van de gemeente vergeleken met de verwachtingen voor die maand. Op basis van eventuele afwijkingen kunnen de verwachtingen voor de volgende maanden aangepast worden. Financieringsbehoefte Lange termijn Het gemiddeld percentage van de te betalen rente over vaste geldleningen bedraagt 4,15 procent. Om in de financieringsbehoefte te kunnen voorzien (we verwijzen naar de investerings- en financieringsstaat) zullen in 2013 nieuwe geldleningen tot een maximaal bedrag van € 39 miljoen worden aangetrokken, één en ander afhankelijk van het tempo van de investeringsvolumes die in 2012 en 2013 werkelijk worden gehaald en van de op dat moment geschatte marktomstandigheden. Bij normale omstandigheden zal in eerste instantie gefinancierd worden met kasgeldleningen, waarvoor maximaal € 11,6 miljoen (exclusief het bedrag dat beschermd wordt door derivaten) mag worden opgenomen, conform de regelgeving uit de Wet Fido, de zogenaamde kasgeldlimiet. Door hiervan zoveel mogelijk gebruik te maken profiteren we maximaal van de lage rentestanden voor kortlopende geldleningen. Aan de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) wordt een rente van 4 procent toegerekend, die als opbrengst wordt verantwoord ten gunste van de exploitatie. Deze interne rentekosten en de betaalde rente aan de banken worden doorberekend aan de producten, waarvoor de investeringen zijn ingezet. De verhouding tussen de boekwaarde van de activa en de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) zegt iets over de mate waarin de gemeentebegroting gevoelig is voor renteontwikkeling. De investeringen in Rijswijk zijn begin 2013 voor 34,0 procent gefinancierd met eigen financieringsmiddelen (inclusief voorzieningen). Bijlage 1 biedt inzicht in de looptijd, het aflossingsdeel en de rentepercentages van de langlopende geldlening. Uit het overzicht blijkt hoeveel er in 2013 wordt afgelost en wat de openstaande leningen zijn per ultimo 2013. De gemiddelde resterende looptijd van de leningen bedraagt 15 jaar. Hiermee is voor een langere periode het renterisico afgedekt. Hoe korter de gemiddelde looptijd van de leningen, des te gevoeliger is de gemeente Rijswijk voor renteschommelingen van de kapitaalmarktrente. De boekwaarde is in het begin van het jaar 2013 toegenomen t.o.v. de begroting 2012 met € 7,7 miljoen (exclusief de boekwaarde van RijswijkBuiten). De reserves en voorzieningen zijn per 1 januari 2013 afgenomen met € 6,7 miljoen. Het financieringstekort bedraagt per begin 2013 € 36,8 miljoen. Korte termijn Dit financieringstekort van € 36,8 miljoen is gemeten op balansdatum. Begin oktober bedroeg dit tekort € 35,2 miljoen en dat wordt volledig gefinancierd met 1-maands kasgeldleningen. Boven de kasgeldlimiet van € 12,6 miljoen wordt een bedrag van circa € 10 miljoen afgeschermd tegen rentestijgingen door gebruik te maken van de ruimte in de derivaten van RijswijkBuiten. Het restantbedrag, circa € 12,7 miljoen is voor rekening en risico van de projectontwikkelaar van Eikelenburg. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de ontwikkelingen van de financieringsstructuur van de gemeente van de jaarrekening 2011 per ultimo van het jaar. Voor de begrotingen 2013 zijn de cijfers per begin en het einde van het jaar vermeld. De boekwaarde en financiering van de grondexploitatie RijswijkBuiten is buiten beschouwing gelaten.
Paragraaf Financiering 120
Omschrijving Boekwaarde Vreemd vermogen Reserves en voorz. Voorheen voorz. Financieringstekort = -
Jr 2011 31-12-2011 143.021 63.849 42.626 10.633 -25.913
B 2013 01-01-2013 147.395 57.109 41.524 8.534 -40.228
x € 1.000,B 2013 31-12-2013 167.354 89.369 40.393 8.272 -29.320
Jr = jaarrekening; B= begroting De vermelde financieringstekorten van de algemene dienst van de gemeente mogen, rekening houdend met de financieringsmiddelen van het saldo van crediteuren minus debiteuren van circa € 5 miljoen (schatting) maximaal worden gefinancierd met kasgeldleningen tot het bedrag van de kasgeldlimiet (2013 :€ 11,6 miljoen) aangevuld met derivaten van € 12,6 miljoen tegen rentestijging (Eikelenburg). Overig Schatkistbankieren In het Lenteakkoord is afgesproken dat gemeenten, provincies, waterschappen, en gemeenschappelijke regelingen in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Depositotarieven en inleentarieven worden geharmoniseerd. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een marktconforme rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. Een leenfaciliteit is niet aan de orde. Voor decentrale overheden voorzien de publieke sectorbanken (Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank) grotendeels in deze taak. Het wetsvoorstel ten aanzien van schatkistbankieren ligt voor advies bij de medeoverheden. De verwachting is dat zij in oktober met een reactie komen. Gevolgen voor Rijswijk De gemeente heeft de afgelopen jaren het beleid gevoerd om terughoudend te zijn met het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen. Hierdoor is er een situatie ontstaan dat het totaalbedrag van de investeringen hoger is dan het totaalbedrag van de langlopende leningen + eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). Dit verschil heet financieringstekort. Dit tekort wordt gefinancierd door middel van 1-maands kasgeldleningen. Dit beleid is gevoerd om maximaal van de lage rente op de geldmarkt te profiteren en de ruimte in de derivaten van RijswijkBuiten maximaal te kunnen benutten. Schatkistbankieren kan in principe alleen voorkomen als het totaalbedrag van de langlopende leningen en eigen financieringsmiddelen hoger is dan het totaalbedrag van de boekwaarde van de investeringen. Dit financieringsoverschot kan leiden tot overtollige banktegoeden die belegd moeten worden. Deze situatie doet zich de komende jaren niet in deze gemeente voordoen, zodat schatkistbankieren voor de gemeente vooralsnog niet zal gelden. Wet Hof Het Nederlandse begrotingstekort is voor volgend jaar geraamd op 16,7 miljard euro, wat neerkomt op 2,7 procent van het bbp. Van die 16,7 miljard is 13,5 miljard van de rijksoverheid, maar de decentrale overheden komen ook nog eens 3,2 miljard tekort. De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Hof) bepaalt nu dat rijk en decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning gaan leveren om het tekort volgens Europese afspraken terug te dringen. De eurolanden hebben eerder afgesproken om hun tekort structureel onder de 3 procentnorm te brengen. Het terugdringen van het Nederlandse begrotingstekort is een zaak van zowel de Rijksoverheid, maar ook van de decentrale overheden. In de Wet Hof die in september 2012 naar de Tweede Kamer is gestuurd, stapt de wetgever af van een maximum tekort per afzonderlijke gemeente, provincie of
Paragraaf Financiering 121
waterschap. Daarvoor in de plaats komt een maximum tekort voor alle decentrale overheden samen. Dat wordt aan het begin van elke nieuwe kabinetsperiode bepaald, maar ligt voor dit en volgend jaar in elk geval op 0,5 procent van het bbp, wat neerkomt op ongeveer 3 miljard euro. Het Rijk zal de medeoverheden faciliteren door het beschikbaar stellen van de hiervoor noodzakelijke gegevens. De komende maanden vindt hierover tussen het Rijk en de medeoverheden nader overleg plaats. Aanpak De individuele medeoverheden (gemeenten, provincies en waterschappen) verstrekken jaarlijks begrotingsinformatie over het EMU-saldo aan het CBS, via de zogenoemde EMU-enquête. Deze wordt jaarlijks voor 15 november aangeleverd en bevat gegevens over het lopende begrotingsjaar en de twee jaren daarop volgend. Het CBS heeft aan het einde van het betreffende jaar een voorlopig landelijk beeld van het EMU-saldo medeoverheden van de komende twee jaar. Indien hieruit blijkt dat de macronorm voor het EMU-saldo overschreden wordt, zullen de gemeenten, provincies en waterschappen hierover en over het individuele EMU-saldo worden geïnformeerd. Gemeenten, provincies en waterschappen zullen op basis hiervan maatregelen moeten nemen. De individuele referentiewaarden en eventuele overschrijding daarvan bieden hiervoor aanknopingspunten. Verwachting De verwachting voor dit jaar en 2013 is, dat gemeenten door teruglopende inkomsten (gemeentefonds, leges e.a.) gedwongen zijn terughoudend te zijn met het doen van investeringen. Het automatisch bereiken van een neerwaarts effect voor de categorie gemeenten wordt hierdoor waarschijnlijk.
Paragraaf Financiering 122
Bijlage 1. Overzicht langlopende leningen gesorteerd naar looptijd volgens de begroting 2013 Lening
229 231 233 235 236 237 238 239 240 241 242
Loopt tot
2020 2016 2016 2028 2028 2028 2014 2015 2014 2034 2020
Rentepercentage
Restant begin 2013
Jaarlijkse aflossing
x € 1.000
X € 1.000
7,990 5,865 4,485 4,410 4,470 4,770 3,715 3,000 3,220 4,750 3,000
Totaal
Paragraaf Financiering 123
2.178 1.845 1.936 4.480 6.400 4.800 2.000 7.200 4.000 8.800 13.500
272 454 484 280 400 300 1.000 400 2.000 400 750
57.109
6.740
124
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning Inleiding Op 1 januari 2007 trad de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in werking. In de Wmo zijn verschillende wetten op het gebied van zorg en welzijn samengevoegd. Hiermee beslaat de Wmo een zeer breed spectrum aan, voorheen meer gescheiden, beleidsterreinen. Vanuit de doelstelling om deze terreinen nader tot elkaar te brengen en tot een integraal Wmo beleid te komen, wordt er in deze paragraaf een overzicht gegeven van de verschillende Wmo-(gerelateerde) onderwerpen en waar deze in de verschillende programma’s terug te vinden zijn. Het beleidskader dat in tot 2012 zou gelden wordt in 2013 vervangen door een nieuw kader. Tot dat moment blijft het huidige kader vigerend:
Beleidskader 2008-2012 ‘Meedoen en betrokken blijven’ In het Wmo beleidskader zijn de kaders gesteld voor het Rijswijks Wmo beleid. Het Rijswijkse Wmobeleid richt zich op zes domeinen waarin de in de Wmo opgenomen prestatievelden zijn geordend: I Samen leven in Rijswijk Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in wijken en buurten. II Elkaar helpen Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. III Opgroeien Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden. IV Gezond zijn en gezond blijven Gemeentelijke taken in het kader van Openbare geestelijke gezondheidszorg en de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. V Meedoen gemakkelijker maken · Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. · Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. · Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychischof psychosociaal probleem t.b.v. het behoud van hun zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer. VI Opvang Maatschappelijke opvang, huiselijk geweld en ambulante verslavingszorg.
Programma’s en producten met een relatie met Wmo-beleid In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de relatie tussen de verschillende programma’s en de Wmo-domeinen. Voor de volledigheid worden ter informatie tevens relevante beleidsproducten genoemd. Beleidsprogramma’s of onderdelen daarvan kunnen een relatie hebben met het Wmo beleid omdat ze: · gericht zijn op het versterken van de samenhang in de samenleving en de betrokkenheid van burgers op elkaar en hun omgeving. Voorbeelden: Sociaal cultureel werk en wijkontwikkeling. · Gericht zijn op het bieden van ondersteuning aan burgers om te voorkomen dat zij de eigen regie over het leven verliezen en niet langer aan de samenleving kunnen meedoen. · Voorbeelden: minimabeleid, woningaanpassingen, invalidenparkeerkaarten, geschikt openbaar vervoer en Wmo-vervoersvoorzieningen, volkshuisvesting en volksgezondheid. · Gericht zijn op het bieden van ondersteuning aan burgers om ervoor te zorgen dat burgers opnieuw de eigen regie over het leven op zich kunnen nemen en weer aan de samenleving
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 125
kunnen meedoen. Voorbeelden: schuldsanering, re-integratietrajecten en maatschappelijke opvang. Programma Openbare orde en veiligheid Verkeer en vervoer Economie en werken Onderwijs Sport, cultuur en recreatie Zorg, welzijn en volksgezondheid
Wonen en leven
Product Veiligheid Openbaar vervoer Werkgelegenheid en uitstroom Kinderopvang Lokaal onderwijsbeleid Sport Speeltuinwerk Inkomensvoorzieningen Minimabeleid Maatschappelijke begeleiding en advies Maatschappelijke dienst- en hulpverlening Ouderenbeleid Gehandicaptenbeleid Opvang nieuwkomers Wet maatschappelijke ondersteuning Sociaal cultureel werk Jeugdbeleid Welzijnsaccommodaties Volksgezondheid Wijkontwikkeling Volkshuisvesting
Relatie met domein I en VI V V en VI III en V III I, IV en V I en III V en VI V en VI V en VI V en VI I, IV en V I en V I en V I t/m V III en IV I, III en V III, IV en V I, V en VI I, V en VI
Integraal Wmo-beleid De paragraaf Wmo en de daarbij horende verwijzingen ondersteunen de ontwikkeling van integraal beleid. Dit betekent dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken uitgaat van samenwerking, samenhang, interne en externe afstemming en gemeenschappelijkheid. Daarbij is van belang dat het Wmo-beleid aansluit bij de visie en uitgangspunten uit het beleidskader Wmo 2008-2012. Uitgangspunten Voor het ontwikkelen en uitvoeren van een integraal gemeentelijke Wmo-beleid zijn de volgende uitgangspunten van belang: · · ·
bij het ontwikkelen van nieuw beleid op het sociaal domein is aandacht voor integraliteit en samenhang met het Wmo kader essentieel. Het Wmo-beleid is integraal gemeentelijk beleid gericht op “Meedoen en betrokken blijven”. De grenzen van de domeinen van het Wmo-beleid zijn niet strikt af te bakenen. De taak om Wmo-beleid te ontwikkelen en uit te voeren moet gedragen worden door alle betrokken secties en afdelingen.
Relatie taken Binnen het centrale, integrale thema van de Wmo; “Meedoen en betrokken blijven” is het noodzakelijk een relatie te leggen tussen de taken die in dit programma genoemd worden en andere gemeentelijke taken. Te denken valt onder andere aan: 1. aan gemeentelijke taken die afkomstig zijn uit de Wet werk en bijstand (Wwb) en de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen. 2. Integrale Jeugd Gezondheidszorg en de Jeugdzorg. 3. Functie begeleiding wordt overgedragen vanuit de AWBZ naar de Wmo. 4. Functie hulpmiddelen vanuit de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. 5. Welzijn Nieuwe Stijl. De gemeente stemt deze taakvelden op elkaar af binnen het Programma Participatie 2.0.
Paragraaf Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 126
Paragraaf RijswijkBuiten Grondexploitatie De grondexploitatie is het financiële kader waarbinnen de te maken kosten voor het gebied en de te realiseren opbrengsten van gronduitgifte worden ingevuld. Bij raadsbesluit van 11 november 2008 is de grondexploitatie voor het plandeel “Sion - ’t Haantje” behorende bij het bestemmingsplan RijswijkZuid I vastgesteld. De grondexploitatie is vanaf 2009 opengesteld. De grondexploitatieopzet is een onmisbare schakel in de uitvoering en beheersing van de gebiedsontwikkeling in RijswijkBuiten. Jaarlijks wordt de grondexploitatie geactualiseerd en na vaststelling door ons college vertrouwelijk voor de raad ter inzage gelegd. Bij vaststelling van het bestemmingsplan “Sion - ’t Haantje” (raadsbesluit van 27 september 2011) is de Grondexploitatie Sion - ‘t Haantje Eerste herziening behorende bij het bestemmingsplan vastgesteld. Inmiddels is de grondexploitatie Sion – ’t Haantje Tweede Herziening, 2012 vertrouwelijk voor uw raad ter inzage gelegd. Uitgangspunt is, dat er sprake is van een financieel sluitende exploitatie gedurende de planperiode. De planperiode loopt tot en met 2022. Eventueel kostenverhaal op in het gebied aanwezige grondeigenaren zal geschieden op basis van het eveneens op 27 september 2011 door de raad vastgestelde exploitatieplan, dat bij ieder uitwerkingsplan wordt herzien. De gebiedsontwikkeling RijswijkBuiten vindt zijn grondslag in het in 2009 door de raad vastgestelde Masterplan Rijswijk-Zuid. Het masterplan is het kader voor de ontwikkeling van het gebied. In het Masterplan is rekening gehouden met de volgende plannen: · Een basisplan; dat kostendekkend of met andere woorden “budgettair neutraal” dient te worden gerealiseerd. · Een basisplan +; hierbij worden aanvullende wensen gerealiseerd met financiële middelen, die buiten de grondexploitatie moeten worden gevonden. · Een basisplan ++; hierbij wordt tegemoet gekomen aan verdere wensen, die van regionaal en/of landelijk belang zijn en de dekkingsmiddelen bekostigd worden door de betrokken instanties. Treffen van (maatschappelijke) voorzieningen In de grondexploitatie is rekening gehouden met reservering van ruimte voor het realiseren van voorzieningen en de daaruit voortvloeiende opbrengsten van de gronduitgifte. De reguliere begroting van de algemene middelen moet voorzien in de stichtingskosten van de voorzieningen. Niet meegenomen in de grondexploitatie De volgende werkzaamheden maken geen deel uit van de grondexploitatie: · Uitvoeringskosten op het gebied van archeologie. · Onderdoorgang spoorlijn Rotterdam - Den Haag en overige kosten met betrekking tot het spoor. · Verbreding Prinses Beatrixlaan, behoudens de realisatie van 2 aansluitpunten ten behoeve van de koppeling van de hoofdinfrastructuur aan de Prinses Beatrixlaan. · Verdere kwaliteitsverbetering van de parken. Programmabegroting 2013-2016 De voor het jaar 2013 te verwachten lasten en baten voor RijswijkBuiten maken deel uit van het beleidsproduct grondexploitatie binnen het raadsprogramma Wonen en Leven. De voor 2013 geraamde kosten bedragen € 21,9 miljoen, daarnaast is € 20,8 miljoen aan opbrengsten geraamd. Per saldo bedraagt de geraamde toename van de boekwaarde van RijswijkBuiten € 1,1 miljoen. De voor de jaren 2014 t/m 2016 te verwachten uitgaven en inkomsten maken deel uit van de meerjarenbegroting. In het jaar 2013 wordt rekening gehouden met de ontvangsten van bouwleges. Vanaf 2014 is rekening gehouden met structurele hogere inkomsten op het gebied van de onroerende zaakbelastingen en de algemene uitkering uit het gemeentefonds in verband met het per 1-1-2015 gerealiseerde onroerend goed. In de eerste jaren gaat dit niet om substantiële bedragen. De financiële administratie behorende bij de uitvoering van de grondexploitatie wordt vanaf 2012 gevoerd met behulp van een nieuwe projectadministratie. Met de projectadministratie wordt per deelplan niet alleen de uitvoering van het jaarbudget geregistreerd en bewaakt, maar is er ook permanent inzicht in de budgetten gedurende de restantlooptijd van de grondexploitatie.
Paragraaf RijswijkBuiten 127
Daarnaast is ter ondersteuning van het risicomanagement een model ingericht waarmee de planuitvoering permanent wordt gemonitord en bijgesteld kan worden aan actuele ontwikkelingen. Grondexploitatie RijswijkBuiten
Raming 2013 (x € 1 miljoen)
Verwerving Plankosten Bouwrijp maken Rente en financiering Totaal lasten Plankosten Gronduitgifte Activering grondexploitatie Totaal baten
€ 3,34 € 3,00 € 9,65 € 5,84 € 21,83 € 0,32 € 20,40 € 1,11 € 21,83
Verantwoording In het voorjaar en najaar zal door ons in het kader van de “Regeling grote projecten” verslag worden gedaan over de stand van zaken en de voortgang van het project RijswijkBuiten. De directeur van het Programmabureau RijswijkBuiten rapporteert viermaal per jaar aan ons college over de stand van zaken van het project. Bij de jaarrekening zal in de paragraaf RijswijkBuiten verslag worden gedaan van de gerealiseerde voornemens in 2013. Rente en financiering Voor de financiering van de voorbereiding en uitvoering van de plannen is een arrangement afgesloten. Het renterisico is tegen een vast rentepercentage van 3,78% afgedekt door derivaten met een looptijd tot 1 september 2020. Risico’s De omgang met risico’s bij grondexploitaties is beschreven in de Nota Grondbeleid. Risico’s bij dit project kunnen zich voordoen op allerlei gebieden (o.a. politiek, bestuurlijk, maatschappelijk, economisch, wet- en regelgeving, samenwerking). Voor de kansen en bedreigingen van de gemeentelijke grondexploitatie is een risicoparagraaf opgesteld. Deze maakt onderdeel uit van de grondexploitatie. In de risicoparagraaf zijn de volgende facetten van risico’s beschreven en in geld gekwantificeerd: · planontwikkelingsrisico. · Grondexploitatierisico. · Verwervingsrisico. · Risico’s plankosten, bovenwijkse voorzieningen, alsmede bouw- en woonrijp maken. · Afzetrisico bouwrijpe grond. · Faseringsrisico. · Aanbestedingsrisico. · Afzetrisico bouwprogramma. · Inrichtingsrisico (inrichting openbare ruimte c.a.). · Exploitatierisico bouwprogramma. · Maatschappelijk risico. · Publiekrechtelijk risico. · Politiek risico. · Organisatierisico. · Financieel risico. Ons risicomanagement is er op gericht om voortdurend te sturen op het in beeld brengen en houden van negatieve ontwikkelingen ten opzichte van de vooraf geformuleerde uitgangspunten. Het project bevindt zich nu nog in de fase, waarin met rekenkundige aannames een gefixeerd programma op basis van het bestemmingsplan is doorgerekend over een nog resterende periode tot en met het jaar 2022. Uitgangspunt van de grondexploitatie is, dat de realisering van de gebiedsontwikkeling een
Paragraaf RijswijkBuiten 128
financieel neutrale uitvoering heeft. Aannames zijn tijdens de exploitatieperiode aan veranderingen onderhevig. Hierin schuilen risico’s, maar ook mogelijkheden (marges) voor een positiever exploitatieresultaat. Deze risico’s en marges nemen gedurende de exploitatieperiode af door voortschrijdend inzicht. In relatieve zin liggen de risico’s met het grootste gevolg bij de realisatie van de lopende planningen en de marktontwikkeling. Het risicomanagement richt zich daarom op dit moment met name op deze aspecten. In de fase, waarin het project zich nu bevindt wordt er met name aan de voorkant van de processen gestuurd op de factoren “tijd” (realisatie binnen de gestelde planningen en procedures) en “grondafname door de markt”. De gekwantificeerde risico’s binnen de Grondexploitatie Sion-’t Haantje Tweede Herziening, 2012 bedragen € 7,75 miljoen. Hiervoor is binnen de grondexploitatie dekking aanwezig. Daarnaast zijn in het gemeentelijk risico-managementsysteem aanvullende risico’s opgenomen, die in relatie tot het weerstandvermogen dienen te worden beoordeeld. Deze risico’s maken als zodanig deel uit van de risico’s, zoals opgenomen in de paragraaf weerstandvermogen behorende bij de gemeentebegroting en gemeenterekening. Het totaal daarin van de geïnventariseerde risico’s voor RijswijkBuiten bedraagt € 4,7 miljoen (augustus 2011 € 4,3 miljoen). Rekening houdend met kanspercentages bedraagt het gekwantificeerde risico € 2,16 miljoen (augustus 2011 € 2,1 miljoen). Grondverwerving Verwervingsactiviteiten worden nadrukkelijk afgestemd op de beoogde ontwikkeling van het gebied. Bij de grootschalige ontwikkeling, waarvan sprake is in RijswijkBuiten, is het denkbaar dat niet alle benodigde percelen kunnen worden verworven in het minnelijk traject. Om ervoor te zorgen dat de gemeente in ieder geval de gehele hoofdontsluitingsstructuur en de benodigde waterberging tijdig kan realiseren is de Kroon op basis van het raadsbesluit van 27 september 2011 verzocht de administratieve onteigeningsprocedure voor de realisering van dat gedeelte van het bestemmingsplan te starten. Hierdoor is het mogelijk geworden om in het uiterste geval het onteigeningsinstrument te kunnen inzetten. De uitwisseling van gegevens over de actuele stand van zaken bij lopende transacties en de daarmee gemoeide bedragen geschiedt door middel van de halfjaarlijkse rapportages in het kader van de “Regeling grote projecten”. Vanwege het strategisch belang in de verwervingsfase zal het college -voor zover noodzakelijk- de raad ook in besloten forumvergaderingen hierover relevante informatie verstrekken. Gronduitgifte De uitgifte van bouwgronden in RijswijkBuiten is voorzien in de periode 2013-2022. In 2012 is de Woonwinkel geopend. Dit is een initiatief van gemeente en ontwikkelpartner Dura Vermeer waarin zij met de andere in het plangebied actieve vastgoedontwikkelaars gezamenlijk vorm en inhoud geven aan de marketing van zowel de gebiedsontwikkeling (inrichting openbare en programma maatschappelijke voorzieningen) als de daarin nieuw te realiseren woningen. Eerste resultaten van deze samenwerking: · de nieuwe naamgeving van het gebied Rijswijk-Zuid in RijswijkBuiten; e · de start van de verkoop van de woningen in de 1 fase op 1 september 2012 in de eerste fase van plandeel Sion - ’t Haantje. Met deze start van de verkoop ligt de gronduitgifte op het geplande schema. Constante monitoring van de ontwikkelingen op de woningmarkt en op grond van de verkoopresultaten zal het aanbod steeds worden afgestemd op de vraag. Vanwege het strategisch, maatschappelijk en financieel belang van met name de woningbouwprogrammering, -differentiatie en -fasering zal het college -voor zover noodzakelijk- de raad ook in besloten forumvergaderingen hierover relevante informatie verstrekken.
Civiele werken Verbreding Prinses Beatrixlaan e In het 3 kwartaal van 2012 is gestart met de voorbereiding van de verbreding van de Prinses Beatrixlaan. Het project wordt financieel ondersteund door subsidie van het Stadsgewest Haaglanden en een bijdrage van de gemeente Delft. Een subsidievoorwaarde van het Stadsgewest is het afronden van het project per ultimo 2014. In het investeringsplan is rekening gehouden met de kosten voortvloeiend uit de verbreding van de Prinses Beatrixlaan. In verband met een goede aansluiting van Sion voor de nieuwe bewoners is een
Paragraaf RijswijkBuiten 129
zo snel mogelijke afronding van de werkzaamheden gewenst. De openstelling van de reconstructie is e gepland in het 4 kwartaal 2014. Bouwrijp maken Sion In het gebied Sion wordt op dit moment reeds gewerkt aan ophoging en de voorbereiding voor de aanleg van het eerste deel van de wijkontsluitingsweg.
Paragraaf RijswijkBuiten 130
FINANCIËLE BEGROTING PROGRAMMA’S
131
132
PROGRAMMABEGROTING PROGRAMMA’S
133
134
Programmabegroting 2013 (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Saldo Programma's Algemeen Bestuur en Organisatie Openbare Orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Economie en Werken Onderwijs Sport, Cultuur en Recreatie Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wonen en Leven Sociale Zaken
8.475 5.819 10.364 923 4.437 11.205 17.205 42.695 31.373
886 40 1.891 2.240 100 2.061 2.246 33.792 23.940
-7.588 -5.779 -8.473 1.316 -4.337 -9.144 -14.959 -8.903 -7.433
132.496
67.197
-65.299
760 -187 128 836
12.505 49.049 191 3.011
11.745 49.236 63 2.175
1.537
64.756
63.219
Onvoorzien Onvoorziene uitgaven exploitatie Onvoorziene uitgaven investeringen
50 0
0 400
-50 400
Subtotaal onvoorzien
50
400
350
134.083
132.353
-1.730
Mutaties reserves per programma Algemeen Bestuur en Organisatie Openbare Orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Economie en Werken Onderwijs Sport, Cultuur en Recreatie Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wonen en Leven Sociale Zaken Algemene Dekkingsmiddelen
0 0 320 0 407 0 0 421 0 1.485
0 0 100 0 0 0 0 835 0 3.428
0 0 -220 0 -407 0 0 414 0 1.943
Subtotaal mutaties reserves
2.633
4.363
1.730
136.716
136.716
0
Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen a) Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is b) Algemene uitkeringen c) Dividend d) Overige algemene dekkingsmiddelen Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
RESULTAAT VOOR MUTATIES IN DE RESERVES
RESULTAAT NA MUTATIES IN DE RESERVES
Programmabegroting 135
136
MEERJARENBEGROTING PROGRAMMA’S
137
138
MEERJARENBEGROTING 2013-2016 PROGRAMMA’S
139
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
1.517
19
1.498
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie 0010 0010 0010
Bestuursorganen Wachtgeld en vervanging burgemeester Kapitaallasten
-4 -1 1.512
0011 0011
0020
0021
0022 0022
Bestuurlijke samenwerking Regionaal bestuurlijke samenwerking Haaglanden
440
0
19
1.493
433
0
433
2.471
0
2.471
41
0
41
0
389
440 -7
Bestuursondersteuning
2.471
Publieksvoorlichting, promotie en Public Relations
41
Organisatieverliezen Organisatieverliezen
576
0
0
0
2.471
41
576 -187 389
0030 0030
Burgerzaken Reisdocumenten
2.038
854
1.184 19 2.038
0031 0031
Verkiezingen / referenda Verkiezingen
0
0
873
1.165
0
108
13
767
698
0
698
39
0
39
8.509
905
7.604
0 108 108
0032 0032 0032
Publieke dienstverlening Programma Antwoord (EGEM-I) Kapitaallasten
651
13
638 129
780 0060 0060
5801
Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Personeelskosten
701
0
701 -3
Mediabeleid
39
Totaal programma
8.474
Meerjarenbegroting 2013-2016
140
0
886
39
7.588
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-46 -1
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
-34 -1
1.465
19
1.446
1.430
19
1.411
433
0
433
433
0
433
2.471
0
2.471
2.471
0
2.471
41
0
41
41
0
41
135
0
135
-4
-17
-176
-78
213
0
213
-8
8
2.030
881
1.149
2.026
864
1.162
0
54
54
0
54
13
803
-54 54
36 780
13
767
816
4 698
0
698
702
0
702
39
0
39
39
0
39
8.224
913
7.311
8.147
896
7.251
Meerjarenbegroting 2013-2016
141
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
349
40
309
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Programma Openbare Orde en Veiligheid 1100
Openbare orde en veiligheid
349 1200 1200 1200 1200
1201
Brandweer Kapitaallasten Veiligheidsregio Haaglanden Functioneel Leeftijds Ontslag
5.303
0
40
309
4.928
0
4.928
167
0
167
5.444
40
5.404
853
5.982
1.198
45
1.153
34
0
34
5.303 -6 -365 -4
Rampenbestrijding
167
Totaal programma
0
167
5.819
40
5.779
7.551
853
6.698
Programma Verkeer en Vervoer 2100 2100
Wegen, straten en pleinen Kapitaallasten
-716 6.835
2110 2110
2120 2120
2140 2140 2140
Verkeer Kapitaallasten
1.188
45
1.143 10
Openbaar vervoer Kapitaallasten
34
Parkeren Kapitaallasten Parkeerinkomsten
535
0
978
34
-443 -1 31 534
2400 2400 2400
Waterwegen Kapitaallasten Baggeren
1.055
15
1.009
-475
855
15
840
9.456
1.922
7.534
1.040 18 -218
Totaal programma
10.363
Meerjarenbegroting 2013-2016
142
1.891
8.472
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
349
40
309
-26 -694 18
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
349
40
309
-5 -11
4.226
0
4.226
4.210
0
4.210
167
0
167
167
0
167
4.742
40
4.702
4.726
40
4.686
853
6.172
167 7.002
23 853
6.149
16 1.214
7.025
10 45
1.169
1.224
45
1.179
0
33
33
0
33
-1
-1
531
1.010
-479
-1 33
-1
533
1.009
-476
14 -174
143 -76
695
15
680
762
15
747
9.477
1.922
7.555
9.575
1.923
7.652
Meerjarenbegroting 2013-2016
143
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
923
178
745
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Programma Economie en Werken 3100 3100 3100
3300
Economische aangelegenheden Kapitaallasten Economische aangelegenheden
Nutsbedrijven
0
Totaal programma
2.062
-1 -38
4
884
182
702
0
2.062
-2.062
884
2.244
-1.360
3
2.223
97
1.520
541
0
541
4.384
100
4.284
1.378
0
1.378
2.013
3.582
7
2.200
40
1.276
-2.062
923
2.240
-1.317
2.180
3
2.177
Programma Onderwijs 4010 4010 4010
Huisvesting scholen Kapitaallasten Vervangende huisvesting brede scholen
-2 48 2.226
4030 4030 4030
Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Maatschappelijke stages
1.714
97
1.617 -50 -47 1.617
6500 6500
Kinderopvang Kapitaallasten
543
0
543 -2
Totaal programma
4.437
100
4.337
1.378
0
1.378
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 5100
5300 5300
Openbaar bibliotheekwerk
Sport Kapitaallasten
5.516
2.013
3.503 79 5.595
5400 5400 5400 5400
Kunst en cultuur Kapitaallasten Papierbiënnale Subsidie Trias
2.287
7
2.280 -8 6 -78 2.207
5410 5410
Cultureel erfgoed Kapitaallasten
1.318
40
1.278 -2 1.316
Meerjarenbegroting 2013-2016
144
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-1 -158
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
-1
725
182
543
724
182
542
0
2.062
-2.062
0
2.062
-2.062
725
2.244
-1.519
724
2.244
-1.520
3
2.391
97
1.520
137
2.364
31
3
2.361
0
1.617
2.394
0
97
1.520
-1
1.617
-2
540
0
540
538
0
538
4.521
100
4.421
4.549
100
4.449
1.378
0
1.378
1.378
0
1.378
2.013
3.482
7
2.155
40
1.273
-19 5.576
-81 2.013
3.563
-1 -6
2.200
-44 6
7
2.193
-2 1.314
5.495
2.162
-1 40
1.274
1.313
Meerjarenbegroting 2013-2016
145
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
5800 5800
Speeltuinwerk Kapitaallasten
lasten
baten
saldo
705
0
705
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
6
Totaal programma
11.204
2.060
9.144
69
0
69
711
0
711
11.207
2.060
9.147
69
0
69
608
0
608
512
0
512
52
0
52
32
0
32
9.773
1.177
8.596
2.024
0
2.024
1.033
0
1.033
947
369
1.709
1
1.708
17
121
-104
17.145
2.246
14.899
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 1400
6101 6101
6201
6202
6203
6220 6220
6300
6301
6310 6310 6310
Opvang zwerfdieren
Minimabeleid Kwijtschelding lokale lasten
601
0
601 7
Maatschappelijke dienst- en hulpverlening
512
Ouderenbeleid
52
Gehandicaptenwerk
32
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
9.702
0
0
0
1.177
512
52
32
8.525 71
Sociaal cultureel werk
2.024
Jeugdbeleid
1.033
Welzijnsaccommodaties Kapitaallasten Welzijnsaccommodaties
1.434
0
0
947
2.024
1.033
487 -17 -100 1.316
7100 7100 7100
7240
Volksgezondheid Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen Reorganisatie jeugdgezondheidszorg
1.731
1
1.730 -22
Lijkbezorging
17
Totaal programma
17.207
Meerjarenbegroting 2013-2016
146
121
2.246
-104
14.961
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
25
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
34
736
0
736
770
0
770
11.204
2.060
9.144
11.118
2.060
9.058
69
0
69
69
0
69
9
9
617
0
617
626
0
626
512
0
512
512
0
512
52
0
52
52
0
52
32
0
32
32
0
32
9.919
1.177
8.742
9.919
1.177
8.742
2.024
0
2.024
2.024
0
2.024
1.033
0
1.033
1.033
0
1.033
146
-23
1.294
21
947
347
1.296
927
369
1.609
1
1.608
1.608
1
1.607
17
121
-104
17
121
-104
17.178
2.246
14.932
17.188
2.226
14.962
-100
Meerjarenbegroting 2013-2016
147
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
5.275
408
4.867
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Programma Wonen en Leven 5600 5600 5600
Openbaar groen en openluchtrecreatie Kapitaallasten Groenfonds Haaglanden
-153 -47 5.122
7210 7210 7210
Afvalverwijdering en -verwerking Kapitaallasten Afvalverwijdering en -verwerking
5.901
6.317
Riolering en waterzuivering Kapitaallasten
416
0
7300
7310
8100 8100
Milieubeheer Kapitaallasten
839
1
Baten rioolheffing Baten rioolheffing
0
2.114
848
-2.114 253
Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater
1.755
0
2.367
-2.367
1.545
0
1.545
284
0
284
267
0
267
68
1.617
1.755 -210
Hemelwater
284
Grondwater
267
Ruimtelijke ordening Kapitaallasten
1.680
0
0
68
284
267
1.612 5
Woningexploitatie Verkoop woningbezit
283
386
-103 90
Wijkontwikkeling Kapitaallasten
501
0
476
-193
0
495
501 -6 495
8220 8220 8220
1
10
283 8210 8210
741
838
1.685 8200 8200
0
325
0 7290 7290
343
416
849 7260 7260
6.317
699 60
741 7230 7230
4.714
-416
6.660 7220 7220
408
Volkshuisvesting Kapitaallasten Inkomsten leges bouwvergunningen
2.139
1.755
384 104 -135 2.239
Meerjarenbegroting 2013-2016
148
1.620
619
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-12
5.111
-62
408
4.703
40 -37 6.663
6.317
346
408
4.640
6.596
6.317
279
0
1.272
1
845
261 0
1.011
-1 848
5.048
-73 6
270 1.011
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
1.272
-2 1
847
846
284
318
0
2.651
-2.651
0
2.969
-2.969
1.545
0
1.545
1.545
0
1.545
284
0
284
284
0
284
267
0
267
267
0
267
3
3
1.688
68
1.620
1.691
68
1.623
283
476
-193
283
476
-193
0
485
-5 490
-5 0
490
-8
485
-60 223
2.230
1.843
-173 387
2.171
1.670
501
Meerjarenbegroting 2013-2016
149
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer 8300 8300 8300
Bouwgrondexploitatie TH-locatie Oude Stadhuislocatie
lasten
baten
saldo
740
127
613
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
-130
610
8320
Grondexploitatie RijswijkBuiten
22.617
Totaal programma
22.617
0
42.697
33.793
8.904
19.744
17.611
2.133
127
483
-21.807 -21.807 810
810
0
21.590
12.194
9.396
19.744
17.611
2.133
2.144
162
1.982
268
5
263
3.089
683
760
46
714
-240
-241
4.421
2.786
1.635
19
0
19
Programma Sociale Zaken 6100
6102 6102
6103
6110 6110 6110
Inkomen
Participatie en minima Participatie en minima
2.147
162
1.985 -3
Kinderopvang
268
Arbeidsmarkt overig Kapitaallasten Sociale werkvoorziening
3.774
5
3.089
263
685 -2
3.772 6200 6200
6230 6230
7241
Schuldhulpverlening
760
46
714 -2
Participatie, educatie, integratie en arb.markt Participatie, educatie, integratie en arb.markt
4.661
Lijkbezorging
19
Totaal programma Subtotaal programma's
0
1.634
19
31.373
23.940
7.433
31.128
23.699
7.429
132.497
67.196
65.301
109.747
45.410
64.337
Meerjarenbegroting 2013-2016
150
3.027
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
-500 110
127
7
7
817
817
21.347
19.744
-17
110
127
-17
-7
-7
0
810
810
0
12.708
8.639
21.408
12.846
8.562
17.611
2.133
19.744
17.611
2.133
2.137
162
1.975
2.137
162
1.975
268
5
263
268
5
263
3.089
505
-7
-2 -162
-2 -12
3.608
3.089
-15 -2
-46
745
0
83
115
4.504
519
3.594
-2 745
745
0
745
2.901
1.603
4.504
2.901
1.603
19
0
19
19
0
19
31.025
23.768
7.257
31.011
23.768
7.243
108.443
46.001
62.442
108.446
46.103
62.343
Meerjarenbegroting 2013-2016
151
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen 9500 Algemene dekkingsmiddelen Kapitaallasten Baten ozb excl. kwijtscheldingen Lasten aanslagoplegging hondenbelasting Lasten aanslagoplegging precario Algemene uitkering Labelling ontwikkelingen algemene uitkering Financieringskosten CW lening OGM Chagall Uitgezette gelden Haaglanden Exploitatie panden in eigendom Saldo van kostenplaatsen Stelpost personeelsreductie+efficiencymaatregelen Stelpost subsidies op kunst en cultuur Stelpost dienstverlening Stelpost verzekeringen
-16 208 19 -750 226 -175 -2 -13 -18 492 -900 -40
6
35 -21
Kostenplaatsen algemeen Personele lasten
95
Kostenplaats Personeel en Organisatie 020 Arbeidsvoorwaarden 020 Functiewaardering
-47
Kostenplaatsen Projectenbureau 030 Project Participatie 2.0
-86
Kostenplaatsen Bedrijfsvoering 042 Bedrijfsvoering ICT/BAG 042 Kapitaallasten 043 Bedrijfsvoering Documentmanagement 043 Kapitaallasten 044 Bedrijfsvoering Financiele en Personeelsadm. 044 Kapitaallasten 044 Financieringsregeling huisvesting ambtenaren 045 Bedrijfsvoering Facilitair 045 Kapitaallasten
166 27 -2 -2 -36
Kostenplaatsen Stadsbeheer 060 Kapitaallasten 060 Nota kapitaalgoederen
146 110
Kostenplaatsen RijswijkBuiten 095 Personeel 095 Huisvesting 095 Algemene baten en lasten
-400 -67 -24
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
1.537
64.758 -63.221
1.162
64.062 -62.900
Onvoorzien Subtotaal onvoorzien
50
RESULTAAT VOOR MUTATIES IN DE RESERVES
400
-350
134.084 132.354
1.730
Meerjarenbegroting 2013-2016
152
100
400
-300
111.009 109.872
1.137
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
-41
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
-16 214
217
-1.266
981
-174 -2 -37
-3 -13
15 -19 -646
-5
8
9
-29
5
-4
-4
-107
-34
-3
-5
-2
-2 -2
-2
-289
-12
-9 1
-58 -110
7
-7
32
100
62.799 -62.767
400
-300
108.575 109.200
-625
-208
100
63.978 -64.186
400
-300
108.338 110.481
-2.143
Meerjarenbegroting 2013-2016
153
Meerjarenbegroting 2013-2016 (x € 1.000) per programma Begroting 2013 Product Omschrijving product nummer
lasten
baten
saldo
Mutaties bestemmingsreserves Mutatie reserve groot onderhoud wegen Mutatie reserve revitalisering Oud-Rijswijk Mutatie res.gebouwenonderhoud buitenkant schoolgeb Mutatie reserve Landgoederenzone Mutatie reserve rioolrechten Mutatie reserve wijkontwikkelingsplannen Mutatie reserve btw-compensatiefonds Mutatie reserve arbeidsvoorwaarden Mut. res. evenwicht mjb Mutatie reserve nieuwbouw brandweerkazerne Mutatie reserve investeringsfonds Mutatie algemene dekkingsreserve
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2014 2014 2014
-43
Subtotaal mutaties bestemmingsreserves
2.633
RESULTAAT NA MUTATIES IN DE RESERVES
4.363
-1.730
136.717 136.717
0
SALDO PER JAARSCHIJF (+ = nadelig; - = voordelig)
0
Meerjarenbegroting 2013-2016
154
470
-6 324
-417
-48 -283 6 -490
2.686
3.823
-1.137
113.695 113.695
0 0
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2015 2015 2015
Mutaties t.o.v. vorig jaar/ totalen per jaar lasten baten saldo 2016 2016 2016
-57
273
-93 270
318
261
1.009
-1.192
-124
-125
-265
-265 592
3.703
3.078
625
112.278 112.278
0
-220 -1.190
0
3.897
1.804
2.093
112.235 112.285
-50 50
Meerjarenbegroting 2013-2016
155
156
TOELICHTING OP DE MEERJARENBEGROTING 2013-2016 PROGRAMMA’S
157
158
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 Leeswijzer De meerjarenbegroting is voor velen moeilijk te lezen. Om de leesbaarheid van de meerjarenbegroting 2013-2016 te vergroten is hieronder een leeswijzer opgenomen. Mutaties t.o.v. vorig jaar In het cijferoverzicht van de meerjarenbegroting zijn de mutaties ten opzichte van het vorige jaar opgenomen. Bijvoorbeeld: Als de uitgaven in 2014 incidenteel met € 50.000 stijgen, dan wordt de mutatie in 2014 opgevoerd (+50) en in 2015 als minpost opgevoerd (-50). Is de mutatie in 2014 structureel, dan wordt de mutatie van € 50.000 in 2014 eenmalig opgevoerd (+50). Totalen per jaar In de gearceerde gedeelten van de meerjarenbegroting staan de totalen per product en per programma. De totalen van een product zijn het totaal van het product in het vorige jaar plus de mutaties t.o.v. het vorige jaar (zie hierboven). Bijvoorbeeld: De totale lasten van product Bestuurlijke samenwerking in 2013 zijn € 440.000,-. De mutaties t.o.v. vorig jaar in 2014 zijn -/- € 7.000,-. De totale lasten van het product zijn in 2014 € 433.000,-. De totalen van de programma’s zijn het totaal van de producten die onder het desbetreffende programma vallen. Algemene toelichting Een regelmatig terugkerende post in de meerjarenbegroting is Kapitaallasten. Dit betreft de som van de kapitaallasten (rente en afschrijving), die zijn opgenomen in het investeringsplan 2013-2016 en de kapitaallasten van de investeringen die al geheel of gedeeltelijk zijn uitgegeven.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 159
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie Product 0010 Bestuursorganen Wachtgeld en vervanging burgemeester In verband met het vertrek van de burgemeester en haar tijdelijke vervanging ontstaat er een financieel knelpunt. De komende jaren heeft de gemeente een wachtgeldverplichting. Product 0011 Bestuurlijke samenwerking Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen. Regionaal is afgesproken dat de kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook doorwerken naar de gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging oplopend tot 10% in 2014 op de bijdrage opgenomen. Product 0022 Organisatieverliezen FPU (regulier) De FPU-gemeenten is per 1 juli 2006 komen te vervallen. Voor medewerkers die op 1 januari 2006 56 jaar of ouder zijn is er een overgangsregeling getroffen. Zij houden het recht om met FPU te gaan, echter met aangepaste voorwaarden ten opzichte van de ingetrokken regeling. Ontslaguitkeringen en afvloeiingsregelingen Voor een aantal ex-medewerkers zijn in de afgelopen jaren afvloeiingsregelingen getroffen. De hiermee gemoeide lasten zullen in de komende jaren gestaag afnemen. In- en uitstroombeleid (OB3) Voor de gevolgen van de organisatieverandering is voor de jaren 2006 t/m 2008 een extra budget geraamd om tijdens het (herplaatsings)proces medewerkers te kunnen ondersteunen op het gebied van bijscholing, omscholing tijdelijke tewerkstelling binnen of buiten de gemeentelijke organisatie en outplacement. Vanaf 2009 zullen de jaarlijkse lasten verminderen. Product 0030 Burgerzaken Baten reisdocumenten De ramingen bijgesteld op basis van het aantal verwachte aanvragen. Het aantal verstrekkingen in het verleden is de basis voor deze verwachting. Product 0031 Verkiezingen/ referenda Verkiezingen In 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor het Europees Parlement. In 2015 worden de verkiezingen voor de Provinciale Staten gehouden. Product 0032 Klantencontactcentrum Programma Antwoord De uitvoering van het landelijk beleidskader Programma Antwoord is in de meerjarenbegroting vertaald. Ten behoeve van het KCC traject is het noodzakelijk om de (circa 300) werkprocessen van alle producten en diensten te beschrijven en te optimaliseren, conform één overall procesmanagementmethodiek. Tijdens het optimaliseren van de werkprocessen zal een knip worden aangebracht tussen backoffice- en frontofficeactiviteiten.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 160
Daarnaast is voor de uitvoering van het programma Dienstverlening adequate ondersteuning door de afdeling ICT/BAG onontbeerlijk. Product 0060 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie Wijzigingen in personeelskosten.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 161
Programma Openbare Orde en Veiligheid Product 1200 Brandweer Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging oplopend tot 10% op de bijdrage opgenomen. Vanaf 2013 wordt binnen de VRH een andere kostenverdeelsystematiek gehanteerd waardoor de Rijswijkse bijdrage lager wordt. FLO-lasten brandweer De bijdrage is geactualiseerd.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 162
Programma Verkeer en Vervoer Product 2140 Parkeren Parkeervergunningen De leges voor het verstrekken van parkeervergunningen voor belanghebbendenparkeren worden verhoogd. Product 2400 Waterwegen Waterplan/ Baggeren watergangen Uit schouwing van de waterwegen blijkt dat de verwachte achterstanden in baggerwerkzaamheden zich niet voordoen en de ramingen m.i.v. 2013 verlaagd kunnen worden. Pontveer Het opheffen van het pontveer aan het Jaagpad levert in 2013 een besparing van € 44.000,- op.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 163
Programma Economie en Werken Product 3100 Economische aangelegenheden Bedrijveninvesteringszone Oud-Rijswijk De opbrengst van deze bestemmingsheffing wordt in de vorm van een subsidie volledig uitgekeerd aan de Stichting Winkelcentrum Historisch Rijswijk. Uitwerking economische visie pijler 3/Urbanisator Plaspoelpolder De hiervoor opgenomen budgetten vervallen per 2015 Het voor 2012 geraamde budget voor de uitwerking van de economische visie ad € 50.000,- wordt in 2013 uitgegeven.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 164
Programma Onderwijs Product 4010 Huisvesting scholen Vervangende huisvesting brede scholen In de meerjarenbegroting is vanaf 2014 een jaarlijks bedrag van € 48.750,- opgenomen voor de exploitatielasten van vervangende huisvesting tijdens de bouw van brede scholen. Product 4030 Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Bij de nieuwe aanbesteding van het leerlingenvervoer wordt verwacht goedkoper en efficiënter te kunnen werken. Maatschappelijke stages De rijksbijdrage voor de maatschappelijke stages vervalt per 2014.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 165
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Product 5400 Kunst en cultuur Papierbiënnale Om het jaar wordt een subsidie t.b.v. de Papierbiënnale verleend. Bezuiniging Trias Op grond van de afspraken in het collegewerkprogramma wordt op de subsidie aan Trias met ingang van 2014 10 % bezuinigd. In de nieuw te maken convenantafspraken wordt dit verwerkt.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 166
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Product 6101 Minimabeleid Kwijtschelding lokale belastingen Als gevolg van de noodzakelijke verhoging van het tarief rioolbelasting neemt ook het bedrag aan kwijtscheldingen toe. Product 6220 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Als gevolg van de ontwikkeling van Rijswijk-Zuid wordt vanaf 2014 rekening gehouden met hogere kosten voor de Wmo. Product 6310 Welzijnsaccommodaties Welzijnsaccommodaties Met ingang van 2014 is een taakstelling op de exploitatiekosten van welzijnsaccommodaties opgenomen van € 100.000.-. Onderzocht wordt of er enkele gebouwen afgestoten kunnen worden. Product 7100 Volksgezondheid Bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen. Regionaal is afgesproken dat de kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook doorwerken naar de gemeenschappelijke regelingen. In het meerjarenperspectief is een bezuiniging oplopend tot 10% in 2014 op de bijdrage opgenomen. Reorganisatie Jeugdgezondheidszorg De nieuwe organisatie rond de jeugdgezondheidszorg, en de daaruit ontstane situatie bij de GGD, leiden op termijn (vanaf 2015) tot een besparing van € 100.000,-.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 167
Programma Wonen en Leven Product 5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie Groenfonds Haaglanden De voorgenomen jaarlijkse verhoging van de gemeentelijke bijdrage aan het groenfonds van Haaglanden is met een jaar uitgesteld. Product 7210 Afvalverwijdering- en verwerking Inzameling afval In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de overdracht van (ondergrondse) afvalcontainers aan Avalex Product 7260 Baten rioolheffing (gecombineerd) Rioolrechten Als gevolg van de verwachte investeringen op basis van het (concept-) rioolbeheersplan is een verhoging van het tarief rioolbelasting noodzakelijk. Product 7290 Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Onderhoud riolering Met de vaststelling van het gemeentelijk rioleringsplan in juni 2012 is een extra budget toegekend van € 210.000,- voor het onderhoud van de riolering. Dit budget is bestemd voor kleine vervangingen van slechte delen van rioleringen. De voorbereiding duurt normaliter een halfjaar. Daarom wordt het budget pas in 2013 benut. Product 8200 Woningexploitatie Verkoop woningbezit De gemeente Rijswijk heeft nog verschillende woningen in bezit (ca. 30). De woningen zijn of op basis van strategisch belang eigendom van de gemeente of omdat er huurders in gehuisvest zijn die langlopende rechten hebben. Momenteel is er sprake van een "uitstervingsbeleid". De woningen vertegenwoordigen een OZB waarde van € 6,8 mln. Verkoop zou een renteopbrengst per jaar genereren van € 300.000,-. De jaarlijkse exploitatielasten bedragen per saldo € 60.000,-. Het op jaarbasis te bereiken financieel voordeel is € 360.000,-.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 168
Product 8220 Volkshuisvesting Inkomsten leges bouwvergunningen e In de 2 halfjaarrapportage 2012 zijn de inkomsten uit bouwIeges geactualiseerd en in de meerjarenbegroting aangepast. Product 8300 Bouwgrondexploitatie TH locatie De kosten van beheer van deze locatie worden geraamd op € 130.000,- per jaar. Op dit moment is nog niet met zekerheid te zeggen wat het aantal jaren zal zijn dat deze beheerskosten van toepassing zijn. Voorlopig gaan wij er van uit dat deze kosten t/m 2013 gemaakt zullen worden Oude Stadhuislocatie In afwachting van een nieuw plan worden vanaf 2012 de jaarlijkse kosten (rente, advieskosten, interne uren, belastingen etc.) niet meer bijgeschreven op de boekwaarde, maar komen deze ten laste van de begroting. Hierdoor blijft de boekwaarde van de opstallen en gronden constant. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat in 2015 geen extra lasten meer in de begroting behoeven te worden opgenomen.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 169
Programma Sociale Zaken Product 6102 Participatie en minima Participatie en minima De gelden welke zijn bestemd voor bijzondere bijstand voor kwetsbare groepen en de verhoging van het budget ten behoeve van het minimabeleid in verband met bijstelling van de korting normering inkomensbeleid worden bijgesteld overeenkomstig de uitkering uit het gemeentefonds hiervoor. Product 6110 Arbeidsmarkt overig Sociale werkvoorziening Voor de jaren 2013 en 2014 wordt rekening gehouden met een oplopend exploitatietekort bij de DSW. Product 6230 Participatie, educatie, integratie en arb.markt In verband met de wetswijziging per 1 januari 2013 is het inburgeringsdeel binnen het participatiebudget neerwaarts bijgesteld. De begroting is hier budgettair neutraal op aangepast.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 170
Algemene Dekkingsmiddelen Lokale heffingen Extra jaarlijkse OZB-verhoging In de meerjarenbegroting wordt een extra verhoging van de OZB met jaarlijks 1,75 % opgenomen. Daarnaast vinden er mutaties plaats n.a.v. prognoses aantallen inwoners en aantallen woningen in de jaren 2013-2016. Controle hondenbelasting In plaats van jaarlijkse controle in het kader van de hondenbelasting willen wij nog maar 1 maal per vier jaar een controle laten plaatsvinden. Controle precario In plaats van jaarlijkse controle t.b.v. de precariobelasting willen wij nog maar 1 maal per vier jaar een controle laten plaatsvinden. Algemene uitkering Het betreft hier de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De begroting 2013-2016 is o.a. opgesteld met de gegevens uit de Junicirculaire 2012. De accresontwikkeling van de Septembercirculaire 2012 is alleen gebruikt voor de jaarschijf 2013, omdat in deze circulaire de cijfermatige vertaling van het Lenteakkoord is opgenomen. Dit akkoord geldt alleen voor 2013. Door het ontbreken van een nieuw regeerakkoord is de ontwikkeling van het gemeentefonds voor de jaren vanaf 2014 onzeker. Om deze reden zijn de ramingen voor deze jaren ingeschat. Voor een uitgebreide toelichting over dit onderwerp wordt verwezen naar de toelichting op de algemene dekkingsmiddelen Overige algemene dekkingsmiddelen Overige verhuringen Op de exploitatiekosten van diverse panden in eigendom van de gemeente wordt een besparing van € 18,000,- gerealiseerd. Taakstelling subsidies kunst en cultuur De korting op de subsidies t.b.v. kunst en cultuur van € 80.000,- in 2013 wordt in 2014 verhoogd naar € 120.000,-. Taakstelling dienstverlening Als gevolg van verminderde regelgeving en betere werkprocessen wordt een besparing oplopend tot € 70.000,- in 2014 geraamd. Verzekeringen. Als gevolg van een doorlichting van het verzekeringenpakket wordt een voordeel verwerkt. Bedrijfsvoering Personeelsreductie en efficiencymaatregelen. Vooral de aankomende bezuinigingen van het Rijk slaan een behoorlijk gat in de gemeentelijke begroting. Hierdoor was het heel moeilijk om u een sluitende begroting 2013- 2016 voor te leggen, waarbij het huidige voorzieningenniveau van de stad zo veel mogelijk gehandhaafd blijft. Gekozen is om naast de oude taakstelling van € 600.000,- vanaf 2014 een aanvullende bezuinigingstaakstelling op te leggen van € 250.000,- in 2013 en € 550.000,- vanaf 2014-.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 171
Personele lasten algemeen Hierin zijn de kosten van ambtsjublilea verwerkt. Incidenteel is er in 2013 € 100.000,- gekort op de vacatureruimte van de afdeling Bedrijfsvoering. Arbeidsvoorwaarden In 2010 is besloten tot het persoonsgebondenbudget (PGB), dat een onderdeel vormt van het gezondheidsbeleid. Met het PGB worden de werknemers van de gemeente in de gelegenheid gesteld om op basis van individuele keuzes te werken aan de eigen gezondheid. Over de jaren 2010 t/m 2014 kan hiervan gebruik worden gemaakt en wordt de PGB bekostigd uit o.m. de reserve arbeidsvoorwaarden (€ 47.000,- per jaar). In 2014 zijn de middelen van deze reserve volledig ingezet. Op dat moment is nieuwe besluitvorming nodig voor eventuele voortzetting van deze regeling. Vooralsnog worden deze uitgaven in 2014 met € 47.000,- verlaagd. Functiewaardering Verwacht wordt dat per 2014 minder externe adviezen m.b.t. functiewaardering benodigd zijn. Project Participatie 2.0 e In de 2 halfjaarrapportage 2011 zijn budgetten beschikbaar gesteld voor de uitvoering van dit project over de jaren 2011 t/m 2013. Actualiseren van plannen t.b.v. nota Kapitaalgoederen De nota kapitaalgoederen is een wettelijke verplichte beleidsnota (Verordening 212 art. 19). Deze beleidsnota geeft aan op welke manier de gemeente haar kapitaalgoederen beheert en welke budgetten hiervoor nodig zijn. De nota kapitaalgoederen bestaat uit verschillende deelplannen die afzonderlijk kunnen worden aangeboden. Het gaat om de deelplannen: 1. onderhoud openbare ruimte; 2. riolering; 3. onderhoud gebouwen en ander onroerend goed. Het voorstel is om in 2015 alle deelplannen aan de raad te hebben voorgelegd en hiervoor in 2014 en 2015 de nodige voorbereidingen te treffen. In het kader van de beleidsontwikkeling zijn één keer per vier jaar specifieke inventarisaties/inspecties naar de toestand van bepaalde kapitaalgoederen nodig. Conform de financiële verordening van de gemeente (artikel 19) biedt het college de deelplannen één keer per vier jaar aan ter behandeling en vaststelling door de raad.
Toelichting op de meerjarenbegroting 2013-2016 172
OVERZICHT VERSCHILLEN MEERJARENBEGROTING MET VOORGAANDE JAREN
PROGRAMMA’S
173
Overzicht verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren Programmabegroting 2013 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Programma's Algemeen Bestuur en Organisatie Openbare Orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Economie en Werken Onderwijs Sport, Cultuur en Recreatie Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Wonen en Leven Sociale zaken Totaal programma's
Totaal algemene dekkingsmiddelen
Totaal onvoorzien RESULTAAT VOOR MUTATIES IN DE RESERVES Mutaties reserves RESULTAAT NA MUTATIES IN DE RESERVES
Saldo
Programmabegroting 2012 na wijziging Bedragen x € 1.000 Lasten Baten
Saldo
Verschil raming 2013 raming 2012 na wijziging
8.475 5.819 10.364 923 4.437 11.205 17.205 42.695 31.373
886 40 1.891 2.240 100 2.061 2.246 33.792 23.940
-7.588 -5.779 -8.473 1.316 -4.337 -9.144 -14.959 -8.903 -7.433
9.068 6.199 9.913 907 4.554 11.465 17.175 55.298 32.692
1.275 80 1.857 1.988 83 2.090 2.219 46.136 25.398
-7.793 -6.119 -8.056 1.081 -4.471 -9.375 -14.956 -9.162 -7.294
205 340 -417 235 134 231 -3 260 -139
132.496
67.197
-65.299
147.271
81.126
-66.145
846
1.537
64.756
63.219
2.888
67.136
64.248
-1.029
50
400
350
0
0
0
350
134.083
132.353
-1.730
150.159
148.262
-1.897
167
2.633
4.363
1.730
3.866
5.763
1.897
-167
136.716
136.716
0
154.025
154.025
0
0
Overzicht verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren
174
Programmarekening 2011 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten
Verschil raming 2013 werkelijk 2011 Saldo
8.995 6.066 9.395 755 5.077 11.552 17.587 51.093 32.984
945 87 1.544 1.428 607 2.427 3.618 43.305 24.185
-8.050 -5.979 -7.851 673 -4.470 -9.125 -13.969 -7.788 -8.799
462 200 -622 643 133 -19 -990 -1.115 1.366
143.504
78.146
-65.358
59
1.990
65.149
63.159
60
0
0
0
350
145.494
143.295
-2.199
469
4.060
3.466
-594
2.324
149.554
146.761
-2.793
2.793
Overzicht verschillen begroting 2013 met voorgaande jaren
175
176
TOELICHTING OP VERSCHILLEN MET VOORGAANDE JAREN
PROGRAMMA’S
177
Toelichting verschillen raming 2013 – raming 2012 na wijziging Programma Algemeen Bestuur en Organisatie Product 0010 Bestuursorganen Door het vertrek van de burgemeester nemen de salariskosten toe met € 100.000,-. Product 0021 Publieksvoorlichting enz. Een doorgevoerde bezuiniging op druk- en bindwerk levert een besparing op van € 50.000,Product 0022 Organisatieverliezen Ontslaguitkeringen en afvloeiingsregelingen Voor een aantal ex-medewerkers zijn in de afgelopen jaren afvloeiingsregelingen getroffen. Door het aflopend karakter van deze regelingen ontstaat een voordeel ten opzichte van 2012 van circa € 325.000,-. Product 0030 Burgerzaken Het nadelig saldo tussen de kosten en de opbrengsten van burgerzaken is ca. € 200.000,- groter dan vorig jaar. Met wordt met name veroorzaakt door reisdocumenten. Product 0031 Verkiezingen Doordat er in 2013 geen verkiezingen gepland zijn de kosten € 130.000,- lager.
Programma Openbare Orde en Veiligheid Product 1200 Brandweer De brandweer levert een voordelig verschil op van circa € 390.000,-. Dit wordt veroorzaakt door lagere kosten van de FLO (ca. € 190.000,-). De gemeente Rijswijk beschikt nu over actuele informatie over de ontwikkeling van het meerjarenbeeld met betrekking tot de kosten van de vervroegde uittreders van het brandweer. De bijdrage aan de veiligheidsregio wordt € 200.000,- lager.
Programma Verkeer en Vervoer Kapitaallasten totale programma De inhaalactie voor het onderhoud van de openbare ruimte leidt tot een stijging van de kapitaallasten van ca. € 750.000,-. Product 2100 Wegen, straten en pleinen De stijging van de kosten van € 150.000,- op dit product wordt voornamelijk veroorzaakt door het onderhoud op het onderdeel kunstwerken. Product 2110 Verkeer Op dit product zijn er ca. € 60.000,- minder uitgaven op het gebied van verkeersplannen en het inwinnen van verkeersdata. Product 2140 Parkeren Per saldo is er een voordeel van € 50.000,- veroorzaakt door minder kosten en meer inkomsten, door een tariefstijging van het belanghebbende parkeren. Product 2400 Waterwegen Het voordeel op dit product bedraagt € 360.000,-. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de bijstelling van het beheersplan baggeren.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 178
Programma Economie en Werken Product 3300 Nutsbedrijven Het voordeel op dit programma van € 230.000,- wordt grotendeels veroorzaakt door het feit dat door verbeterde bedrijfsresultaten bij Eneco een verhoging van het dividend wordt verwacht.
Programma Onderwijs Product 4010 Huisvesting scholen Het voordelig verschil ten opzichte van 2012 is vooral ontstaan door de hoger geraamde onderhoudskosten buitenkant schoolgebouwen in 2012 ter hoogte van € 60.000,-. Product 4030 Lokaal onderwijsbeleid Op dit product ontstaat een voordeel van € 50.000,- door een doorgevoerde bezuiniging op het leerlingenvervoer.
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Product 5100 Openbaar Bibliotheekwerk Wegens het sluiten van de vestiging in gebouw Ottoburg wordt de subsidie verlaagd met € 119.000,-. Product 5300 Sport Lagere kapitaallasten, kosten van schoonhouden en lagere overige exploitatiekosten leiden in totaal tot ca. € 90.000,- lagere uitgaven. De inkomsten blijven nagenoeg ongewijzigd. Product 5400 Kunst en Cultuur Het nadeel van per saldo € 20.000,- wordt veroorzaakt door hogere kapitaallasten op de schouwburg (vervanging stoelen) en een aantal kleinere stijgingen van de uitgaven. Op het gebied van eenmalige projecten passieve en cultuur participatie wordt de subsidie verlaagd met € 20.000,-.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Op dit programma is sprake van een aantal kleinere afwijkingen op de uitgaven. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 3.000,-. Binnen het product wet maatschappelijke ondersteuning hebben een aantal budgettair neutrale verschuivingen plaatsgevonden.
Programma Wonen en Leven Product 5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie De inhaalactie voor het onderhoud van de openbare ruimte leidt tot een stijging van de kapitaallasten van per saldo ca. € 50.000,-. Product 7210 Afvalverwijdering en -verwerking Het voordeel van ca. € 500.000,- wordt veroorzaakt door de verwachting dat de activa worden overgedragen aan Avalex.. Product 7230 Milieubeheer Met ingang van 2013 treedt de GR Omgevingsdienst Haaglanden in werking. Extra last € 134.000,-. Daarnaast wordt € 16.000,- bespaart op duurzaamheid door het versoberen van de activiteiten. Product 7260 Baten rioolheffing De tarieven voor de rioolheffing zijn gestegen van € 72,48 in 2012 naar € 82,56 in 2013. Door deze verhoging stijgt de opbrengst ten opzichte van 2012 met € 270.000,-. Product 8100 Ruimtelijke ordening In de meerjarenbegroting is voor 2013 rekening gehouden met een stijging van de kosten voor het actualiseren van bestemmingsplannen van ca. € 300.000,-. Daarnaast is in 2012 incidenteel
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 179
kostenverhaal gerealiseerd. Dit kan uiteraard niet geraamd worden. Indien deze opbrengsten zich voordoen wordt in de loop van het jaar de begroting aangepast. Product 8200 Woningexploitatie Op grond van de meerjarenbegroting is wegens voorgenomen verkoop van gemeente woningen de begroting met € 90.000,- verhoogd. Product 8220 Volkshuisvesting Het verschil wordt veroorzaakt door lagere uitgaven door de afloop van het project “Veilige balkons” e van € 162.000,-. De inkomsten uit bouwleges zijn door de in de 2 halfjaarrapportage 2012 doorgevoerde actualisatie verhoogd met ca. € 470.000,-. Product 8300 Bouwgrondexploitatie Hier ontstaat verschil doordat in 2012 de bouwgrondexploitatie Citerstraat wordt afgesloten. De opbrengst bedraagt ca. € 400.000,-.
Programma Sociale Zaken Het totale verschil in dit programma bedraagt per saldo ongeveer € 140.000,-. Binnen het programma hebben zich een aantal verschuivingen voorgedaan. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het afschaffen van de inburgering en het opnieuw inrichten van de schuldhulpverlening. De kosten van de fraudebestrijding stijgen met € 18.000,-, maar hier staat een hogere bijdrage van het rijk tegenover. Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door een toename in de uitgaven op product 6110 Arbeidsmarkt overig van € 150.000,-, wegens een hogere bijdrage aan de DSW.
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Het nadelig verschil van de algemene dekkingsmiddelen 2013 ten opzichte van 2012 van € 1.030.000 bestaat uit: - = nadelig; + = voordelig -
hogere inkomsten OZB 5% ten opzichte van 2012 algemene uitkering nadelig ten opzichte van 2012 incidentele opbrengst erfpachten BASTION hotel in 2012 incidentele opbrengst wegens liquidatieuitkering IZA in 2012 voordeel saldo kostenplaatsten ten opzichte van 2012 Incidenteel BTW-voordeel in 2012 (voordeel over voorgaande jaren) stelpost bezuinigingstaakstelling personeelskosten in 2013 stelpost bezuinigingstaakstelling onderhoud openbaar gebied in 2013 overig
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 180
393.200 -814.180 -700.000 -74.000 818.520 -1.104.000 250.000 300.000 -99.540 -1.030.000
Toelichting verschillen raming 2013 – werkelijk 2011 De belangrijkste verschillen tussen de begroting 2013 en de jaarrekening 2011 worden hierna toegelicht:
Programma Algemeen Bestuur en Organisatie Product 0022 Organisatieverliezen Ontslaguitkeringen en afvloeiingsregelingen Voor een aantal ex-medewerkers zijn in de afgelopen jaren afvloeiingsregelingen getroffen. Door het aflopend karakter van deze regelingen ontstaat een voordeel ten opzichte van 2011 van circa € 580.000,-. Product 0030 Burgerzaken Het nadelig saldo tussen de kosten en de opbrengsten van burgerzaken is ca. € 130.000,- groter dan in 2011. Met name de opbrengsten van reisdocumenten zijn hier debet aan.
Programma Openbare Orde en Veiligheid Product 1100 Openbare orde en veiligheid Hier is sprake van per saldo hogere kosten in de raming voor 2013 van ongeveer € 100.000,- ten opzichte van 2011. Dit komt doordat er in 2011 incidenteel meer vergoeding vanuit het CJIB is ontvangen en de kosten incidenteel lager waren. Product 1200 Brandweer De brandweer levert een voordelig verschil op van circa € 300.000,-. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere kosten van de FLO.
Programma Verkeer en Vervoer Sinds 2011 heeft er als gevolg van nieuwe beheersplannen een bijstelling van de diverse onderhoudsbudgetten voor de openbare ruimte plaatsgevonden. Het onderhoud van wegen en de kapitaallasten van de investeringen daarin nemen toe. De budgetten voor Verkeerslichteninstallaties alsmede die van baggerwerkzaamheden konden verlaagd worden. Met ingang van 2012 heeft de gemeente in de begroting rekening gehouden met de overdracht van de Stationslocatie en geen onderhoudsbudgetten meer geraamd. De tarieven voor het (belanghebbenden)parkeren zijn met ingang van 2012 met 50% verhoogd.
Programma Economie en Werken Product 3100 Economische aangelegenheden Het verschil valt volledig te verklaren dat er in de huidige begroting ramingen zijn opgenomen voor de uitwerking van de economische visie en de kosten voor de Urbanisator. Product 3300 Nutsbedrijven Op dit product ontstaat ten opzichte van de werkelijke cijfers uit 2011 een voordeel van € 800.000,-. Dit wordt veroorzaakt door de hogere raming van het dividend van Eneco.
Programma Onderwijs Product 4010 Huisvesting scholen Het voordelig verschil ten opzichte van de jaarrekening 2011 op dit beleidsproduct is een optisch verschil. In 2011 waren er incidenteel hogere bijdragen aan de schoolbesturen voor groot onderhoud. Dit wordt gedekt door een onttrekking aan de reserve onderhoud buitenkant schoolgebouwen. door lagere kapitaallasten.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 181
Programma Sport, Cultuur en Recreatie Product 5100 Openbaar Bibliotheekwerk Wegens het sluiten van de vestiging in gebouw Ottoburg wordt de subsidie verlaagd met € 119.000,-. Product 5300 Sport De sportaccommodaties leveren ten opzichte van 2011 een nadeel van € 113.000,-. Dit komt vooral door hogere kapitaallasten voor de nieuwe accommodatie van de voetbalvereniging Vredenburch. Het overige verschil bestaat uit kleiner voor- en nadelen op verschillende producten.
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid Product 6220 Wet maatschappelijke ondersteuning Met de raming van de WMO voor 2013 wordt bereikt dat ten opzichte van 2011 ongeveer € 500.000,wordt bezuinigd. Product 6301 Jeugdbeleid Het niet meer ontvangen van de brede doeluitkering levert een nadelig verschil op van € 470.000,-. De middelen komen nu via de algemene uitkering. In 2011 is incidenteel € 90.000,minder uitgegeven aan het project integraal jeugdbeleid. Product 7100 Volksgezondheid Het niet meer ontvangen van de brede doeluitkering levert een nadelig verschil op van € 530.000,-. De middelen komen nu via de algemene uitkering. In 2011 is incidenteel per saldo € 210.000,- minder uitgegeven aan de geestelijke gezondheidszorg en aan de AWBZ pakketmaatregel.
Programma Wonen en Leven Sinds 2011 heeft er als gevolg van nieuwe beheersplannen een bijstelling van de diverse onderhoudsbudgetten voor de openbare ruimte plaatsgevonden. Voor het openbaar groen en de vervanging van bomen nemen de budgetten toe. De uitgaven voor riolen nemen overeenkomstig het vastgestelde Gemeentelijk Riolerings Plan met ruim € 600.000,- toe. Ook de rioolheffing stijgt, de meeropbrengst bedraagt ca. € 700.000,-. De meeropbrengsten worden toegevoegd aan de reserve t.b.v. toekomstige kapitaallasten. In 2011 zijn woningen aan het Jaagpad en de Blekerslaan verkocht. De incidentele baat bedroeg € 486.500,-. In 2013 wordt voor verkopen een bedrag van € 270.000,- geraamd. In 2013 wordt ca. € 120.000,- meer geraamd voor externe ondersteuning bij het opstellen en actualiseren van bestemmingsplannen. De bouwleges zullen naar verwachting in 2013 € 1,6 miljoen bedragen. In de jaarrekening 2011 is een restitutie van bouwleges ad € 1,7 miljoen verwekt, waardoor deze per saldo op -/- € 240.000,uitkwamen. Daar tegenover kon in 2011 ca. € 1,5 miljoen aan BLS/Vinacgelden vrijvallen. Voor het Oude Stadhuis wordt nu in de begroting rekening gehouden met jaarlijkse rente en exploitatielasten ad € 500.000,-.
Programma Sociale Zaken Product 6100 Inkomen Het gemeentelijk aandeel in de diverse uitkeringen is ten opzichte van de jaarrekening 2011 ca. 1,5 miljoen lager uitgevallen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat in 2011 juist een incidentele budgetverhoging is opgenomen. Product 6102 Participatie en minima Op dit product is de raming voor 2013 ruim € 110.000,- hoger dan de werkelijke cijfers over 2011. Met name de budgetten voor participatie algemeen en participatie voor kinderen zijn verhoogd. Product 6200 Schuldhulpverlening Door wettelijke veranderingen en door verdere professionalisering van de schuldhulpverlening zijn de kosten ten opzichte van 2011 verder gestegen met ca. € 180.000,-.
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 182
Product 6204 Participatie en integratie overig Door het opheffen van de inburgering ontstaat een voordeel van ruim € 110.000,-.
Algemene dekkingsmiddelen Het voordelig verschil tussen 2013 ten opzichte van 2011 van € 410.000,- bestaat uit: - = nadelig; + = voordelig hogere inkomsten OZB ten opzichte van 2011 algemene uitkering nadelig ten opzichte van 2011 lager dividend BNG Exploitatie gemeentelijke eigendommen voordeel op financieringslasten door lage rente Onvoorziene uitgaven exploitatie en - investeringen stelpost bezuinigingstaakstelling personeelskosten in 2013 Knelpuntenbudget personeel stelpost bezuinigingstaakstelling onderhoud openbaar gebied in 2013 overig
Toelichting op verschillen met voorgaande jaren 183
596.000 -1.020.000 -191.000 -110.000 400.000 450.000 250.000 -172.000 300.000 -93.000 410.000
184
BIJLAGEN PROGRAMMA’S
185
186
LEESWIJZER INVESTERINGSPLAN 2013-2016
PROGRAMMA’S
187
188
Leeswijzer investeringsplan 2013-2016 Inleiding Het investeringsplan geeft een doorkijk tot en met 2016 van de geplande investeringen. Nieuw dit jaar is een leeswijzer voor het investeringsplan waarin een aantal zaken wordt toegelicht met de bedoeling het investeringsplan leesbaarder te maken. Dit jaar is gekozen om het investeringsplan uit de begroting 2013-2016 en het investeringsplan van vóór de begroting 2013 te presenteren. Hierdoor is inzichtelijk welke wijzigingen in het investeringsplan 2013-2016 zijn doorgevoerd. Hoe leest u het investeringsplan 2013-2016? Een fictief voorbeeld: I
No.
Investerings object
Investeringsbedrag x € 1.000
Afschr. Perc.
II BEGROTING 2013 Jaar van investeren
Investerings- Afschr. bedrag x Perc. € 1.000
Kapitaallasten
2013
2014
2015
2016
-
-
9
9
III
VOOR BEGROTING 2013 Jaar van investeren Kapitaallasten
VERSCHIL Kapitaallasten
2013
2014
2015
2016
Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
-
9
9
9
-
-9
-
-
2100 Wegen, straten en pleinen
1
Aanleg nieuw kruispunt
100
5
2014
100
5
2013
Hieronder worden de kolommen I t/m III toegelicht. I. Begroting 2013 In deze tabel wordt de aanleg van een nieuw kruispunt opgevoerd voor een bedrag van € 100.000,-. Het project zal starten in 2014. Op een investering wordt afgeschreven het jaar nadat de investering is afgerond. In dit geval wordt met afschrijven gestart vanaf 2015. Uit de kolommen valt op te maken wat de kapitaallasten voor de jaren 2013 t/m 2016 zijn. II. Vóór begroting 2013 Bij het opstellen van het vorige investeringsplan (programmabegroting 2012-2015) werd ervan uitgegaan dat de aanleg van het nieuwe kruispunt zou plaatsvinden in 2013. Dit project wordt dus in tijd naar achteren geschoven. III. Verschil kapitaallasten Doordat de investering een jaar naar achteren wordt geschoven (van 2013 naar 2014) ontstaat er een voordeel in de kapitaallasten van € 9.000,-. Het gaat in kolommen I t/m III om afgeronde bedragen, daarom kunnen er afrondingsverschillen ontstaan. Berekening kapitaallasten Het af te schrijven bedrag plus de rente over de resterende boekwaarde worden kapitaallasten genoemd. In het investeringsplan 2013-2016 wordt gerekend met een rente van 4%. Hieronder wordt toegelicht hoe de kapitaallasten berekend worden. A. Investering: B. Afschrijvingspercentage: C. Rente: Jaar van investeren:
Jaar 2015 2016 etc.
€ 100.000 5% 4% 2014 D=Ax B
E=A-D
F=CxE
G=D+F
Afschrijvingslast 5.000 5.000
Boekwaarde 100.000 95.000
Rentelast 4.000 3.800
Kapitaallasten 9.000 8.800
Leeswijzer investeringsplan 2013-2016 189
190
INVESTERINGSPLAN 2013-2016 INCLUSIEF TOELICHTING
PROGRAMMA’S
191
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Programma Openbare orde en Veiligheid 1200 Brandweer 121 Vervangen Brandkranen
Totaal programma Openbare orde en Veiligheid
40 40 40 40
5,00 5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015 2016
-
4 -
4 4 -
3 4 4 -
160
-
4
7
11
160
-
4
7
11
Programma Openbare Orde en veiligheid 1200 BRANDWEER 121 Vervangen Brandkranen Rijswijk heeft iets minder dan 1500 brandkranen. In 2009 en 2010 heeft er groot onderhoud plaatsgevonden. Er is structureel € 40.000,- per jaar geraamd voor het meelopen bij vervangingen van het waterleidingnet en het verzwaren van de leidingen ten behoeve van de brandkranen (i.e. toepassen van grotere diameter van het leidingnet).
192
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
40 40 40
5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015
-
4 -
4 4 -
4 4 -
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
-
-
-
4 -
120
-
4
7
7
-
-
-
3
120
-
4
7
7
-
-
-
3
193
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Afschr. Jaar van InvesteringsKapitaallasten investeringsplan Perc. investeren bedrag x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Programma Verkeer en Vervoer 2100 Wegen, straten en pleinen 211 Vervanging lichtmasten
375 375 375 375
4,00 4,00 4,00 4,00
2013 2014 2015 2016
-
30 -
29 30 -
29 29 30 -
212 Vervanging armaturen
120 120 120 120
6,67 6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015 2016
-
13 -
12 13 -
12 12 13 -
213 Vervanging kabelnet openbare verlichting
210 210 210 210
2,50 2,50 2,50 2,50
2013 2014 2015 2016
-
14 -
13 14 -
13 13 14 -
569 569 569 569
6,67 6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015 2016
-
61 -
59 61 -
58 59 61 -
83
5,00
2013
-
7
7
7
83 83 83
5,00 5,00 5,00
2014 2015 2016
-
7
7 7
214 Verbeteren openbare verlichting
215 Herstel asfaltwegen
216 Herstellen (duiker)bruggen
-
-
-
Programma Verkeer en Vervoer 2100 WEGEN, STRATEN EN PLEINEN 211 Vervanging lichtmasten 212 Vervanging armaturen 213 Vervanging kabelnet openbare verlichting 214 Verbeteren openbare verlichting Deze kredieten zijn bestemd voor het vervangen van openbare verlichting (masten, armaturen, kabelnet). Elk jaar wordt aan de hand van de meest recente gegevens bepaald welke locaties vervangen worden.
194
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
160 160 160
4,00 4,00 4,00
2013 2014 2015
-
13 -
120 120 120
6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015
-
-
210 210 210
2,50 2,50 2,50
2013 2014 2015
-
-
13 13 -
13
13 13 -
12 13 -
14
12 13 -
13 14 -
13 14 -
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
17
17 17
16 17 30
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13 13
14 -
215 215 215
5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015
-
-
19
547 547 547
6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015
-
-
61
5,00
2013
-
61 61
5,00 5,00
2014 2015
-
19 19 -
58
57 58
-
5 -
19 19
57 58 -
5 5 -
-
-
-
-
-
5
-
5
-
19-
1919-
2
2 2
1 1 61 61
2
2
2
2 7
2
-
1919-
-
-
215 Herstel asfaltwegen Dit krediet is bestemd voor groot onderhoud aan asfaltwegen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente inspectiegegevens de exacte locaties bepaald. Het budget omvat eveneens werkzaamheden aan asfaltpaden in parken en plantsoenen. 216 Herstellen (duiker)bruggen Dit krediet is bestemd voor groot onderhoud aan (duiker)bruggen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald.
195
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
217 Proj. Verbetering Leefbaarheid Haagweg, 1e fase
1.000 1.500 788359 1.589-
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
218 Verbreding Prinses Beatrixlaan (BOR fonds)
3.741
-
90 -
88 135 71-
86 132 6932 143-
5,00 2013-2015
-
-
-
337
90
5,00
2013
-
220 Carillontoren Generaal Spoorlaan
140
5,00
2015
-
-
-
221 Openbare verlichting - vernieuwen
260 260
100,00 100,00
2013 2014
260 -
260
-
-
222 Openbare verlichting - storingen
214 174 169
100,00 100,00 100,00
2013 2014 2015
214 -
174 -
169
-
219 Uitv. fietsbeleid; aansl.(regionale) fietsroutes Fietsbrug over de Vliet
2013 2014 2014 2015 2015
8
8
8
13
Programma Verkeer en Vervoer 217 Project Verbetering Leefbaarheid Haagweg, 1e fase Het project is gericht op de verbetering van de leefbaarheid van de Haagweg en behoud van de bereikbaarheid van het oude centrum. Het project omvat een reconstructie van de weg. Het project heeft nauwe samenhang met aanpassingen aan de trambaan als gevolg van de komst van nieuw trammaterieel en de verhoging van de Hoornbrug. Om de ambities van het project mogelijk te maken wordt uitgegaan van het principe “werk met werk maken” en ingezet op regionale samenwerking. Het project is opgenomen in het BOR-fonds en het fonds Beter Benutten. 218 Verbreding Prinses Beatrixlaan Op grond van nieuwe ontwikkelingen vallen de projectkosten hoger uit dan eerdere aannames. Hierdoor zal ook het gemeentelijk aandeel (netto kosten) toenemen tot € 3.741.000,-. De projectkosten worden geraamd op € 9 miljoen, waarvan € 0,75 miljoen ten laste komt van de grondexploitatie Rijswijk-Zuid. Vanuit het BOR-fonds is € 2 miljoen beschikbaar gesteld. In aanvulling hierop is rekening gehouden met aanvullende bijdragen van het Stadsgewest Haaglanden vanuit het Mobiliteitsfonds, het programma Beter Benutten en de gemeente Delft. Definitieve besluitvorming over laatstbedoelde bijdragen dient nog plaats te vinden. 219 Uitvoering fietsbeleid; aansluiting (regionale) fietsroutes op Fietsbrug over de Vliet. Als gevolg van realisatie van de Fietsbrug over de Vliet (BOR-fonds) is het noodzakelijk om een goede aansluiting op (regionale) fietsroutes te maken, door bijvoorbeeld een goede fietsverbinding tussen de Delftweg en de Laan van Hoornwijck aan te leggen. Stadsgewest Haaglanden is
196
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
250
5,00
2014
-
-
23
3.741
5,00
2013/15
-
-
-
90
5,00
2013
-
140
5,00
2014
-
-
260 260
100,00 100,00
2013 2014
260 -
260
-
214 174 169
100,00 100,00 100,00
2013 2014 2015
214 -
174 -
169
8
23
-
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
90
64 132 6932 143-
-
-
66 135 71-
-
-
-
337
-
-
8
8
-
-
13
13
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13-
-
medefinancier vanuit het Mobiliteitsfonds. Ingeschat is € 90.000 “eigen geld” nodig te hebben om een regionale investering van € 338.000 mogelijk te maken. 220 Carillontoren Generaal Spoorlaan Tijdens de in 1993 uitgevoerde renovatie van de toren is een aantal direct noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan het carillon uitgevoerd. De overige onderhoudswerkzaamheden aan het carillon en het uurwerk zouden aansluitend op de renovatie van het gemeentehuis uitgevoerd worden. 221 Openbare verlichting - vernieuwen Dit krediet is bestemd voor het vernieuwen van de openbare verlichting. De bedoeling van dit krediet is om de aanwezige achterstanden in te lopen. De uitvoering is conform het beheerplan openbare verlichting. De investering wordt ten laste van het investeringsfonds beheer openbare ruimte gebracht. 222 Openbare verlichting - storingen Het aantal storingen bij de openbare verlichting in de lichtpunten en het verouderde kabelnet is in de afgelopen jaren fors toegenomen: een verdubbeling in 3 jaar. Voor herstel en vervanging bij storingen is extra budget nodig. De investering wordt ten laste van het investeringsfonds beheer openbare ruimte gebracht.
197
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
223 W egen kapitaalvernietiging
450
100,00
2013
450
-
224 Stationskwartier - ontsluitingsweg
200
5,00
2014
-
-
18
18
225 Ophoging Hoornbrug
600
2,00
2014
-
-
36
36
924
657
629
814
-
15 17 -
15 16 13 12 -
14 16 12 12 13 12 -
-
32
56
79
12.208
-
-
2110 Verkeer 231 Vervanging verkeerslichteninstallaties
140 210 120 150 120 150 160 170
6,67 4,00 6,67 4,00 6,67 4,00 6,67 4,00
1.220
2013 2013 2014 2014 2015 2015 2016 2016
Programma Verkeer en Vervoer 223 Wegen kapitaal vernietiging Dit krediet is bestemd voor het herstellen van asfaltwegen. De bedoeling van dit krediet is om de aanwezige achterstanden in te lopen en kapitaalvernietiging te beperken. De uitvoering is conform het beheerplan wegen. De investering wordt ten laste van het investeringsfonds beheer openbare ruimte gebracht. 224 Stationskwartier ontsluitingsweg Ten behoeve van de wijkontwikkeling en bouwontwikkeling in het Stationskwartier is het noodzakelijk een extra wegverbinding met aansluiting op de Generaal Spoorlaan aan te leggen. Bijdragen van de projectontwikkelaar(s) en subsidie door stadsgewest Haaglanden zijn onderwerp van onderzoek/onderhandeling, derhalve nog geen rekening mee gehouden. 225 Ophoging Hoornbrug De Hoornbrug over het Rijn-Schiekanaal ligt op een belangrijke uitvalsroute van Rijswijk en Den Haag. Voor het autoverkeer en fietsers en vooral voor openbaar vervoer met de tramlijnen 1 en 15. In de huidige situatie levert de kruising van de trams met de scheepvaart bij de Hoornbrug een conflict op. De investering van de Hoornbrug wordt gezamenlijk betaald door Stadsgewest Haaglanden, Provincie Zuid-Holland en de gemeente Rijswijk. Bovenstaand bedrag betreft het gemeentelijk aandeel.
198
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
450
100,00
2013
9.687
140 210 180 190 180 190
924
6,67 4,00 6,67 4,00 6,67 4,00
1.090
2110
450
2013 2013 2014 2014 2015 2015
-
-
-
-
-
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
-
-
-
-
-
-
18
18
-
-
36
36
175
528
-
-
565
454
285
-
15 17
15 16 19 15
15 16 19 15 -
-
-
-
-
-
-
32
65
65
92
07313 12
6310-
14
VERKEER
231 Vervanging verkeerslichteninstallaties Het beheerplan voor verkeersregelinstallaties is in 2011 actualiseerd. Het vervangingsschema voor de komende jaren is als volgt: 2013 2014 2015 2016
K04 (SW Churchilllaan- Van Mooklaan), K29 (Haagweg-Geestbrugweg), K30 (HaagwegJulianastraat), K36 (Gen. Eisenhouwerplein); K07 (Pr. Beatrixlaan- Pr. Irenelaan), K09 (Pr. Beatrixlaan- Adm. Helfrichsingel), K46 (Pr. Beatrixlaan-Tramoversteek). K19 (Veraartlaan – Patentlaan), K42 (Burg. Elsenlaan - Handelskade), K43 (Burg. Elsenlaan - Limpergstraat) Locaties Volmerlaan-Visseringlaan, Volmerlaan-Treubstraat en Elsenlaan- Vredenburgweg
199
No. Investeringsobject
2120 Openbaar vervoer 232 Tramlijn 15 - Rijswijk deel
BEGROTING 2013 Afschr. Jaar van InvesteringsKapitaallasten investeringsplan Perc. investeren bedrag x € 1.000 2013 2014 2015 2016
900 9002.200 2.200600 600-
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
2013 2013 2014 2014 2015 2015
2400 Waterwegen 241 Vervangen beschoeiingen
268 268 268 268
5,00 5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015 2016
-
-
-
81 81198 19854 54-
-
-
-
-
-
24 -
24 24 -
23 24 24 -
-
24
48
71
713
733
964
242 Vervanging veerponttechnische installatie 1.072 Totaal programma Verkeer en Vervoer
14.500
924
Programma Verkeer en Vervoer 2120
OPENBAAR VERVOER
232 Tramlijn 15 – Rijswijkse deel Het project betreft de aanpassing van de infrastructuur van lijn 15 zodat de nieuwe tramvoertuigen op deze lijn ingezet kunnen worden, waardoor meer capaciteit en kwaliteit (toegankelijkheid en reiscomfort) geboden wordt. In opdracht van Stadsgewest Haaglanden neemt Rijswijk de uitwerking van het Rijswijkse deel op zich. 2400
WATERWEGEN
241 Vervanging beschoeiingen Dit krediet is bestemd voor het vervangen van beschoeiingen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald. 242 Vervanging veerpont technische installatie De exploitatie van de veerpont is niet meer in de programmabegroting opgenomen.
200
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
268 268 268
15
819
11.596
5,00 5,00 5,00
20,00
2013 2014 2015
2013
-
-
-
-
-
24
-
24 24 -
24 24 -
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
-
-
-
81 81198 19854 54-
-
-
-
-
-
-
-
1124 -
-
4
3
3
-
4-
3-
-
28
51
51
-
4-
3-
624
571
402
-
924
201
89
Saldo 2016
162
3-
20
562
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Programma Onderwijs 4010 Huisvesting scholen 401 Brede School locatie Piramide 402 Brede School locatie scholendriehoek (voorbereidingskrediet) 402 Brede School locatie scholendriehoek 403 Realisatie Brede school Sion (RijswijkBuiten) Grondverwerving - Brede school Sion (RijswijkBuiten) 403 Inrichting Brede school Sion (Rijswijk-Zuid) 403 Voorbereidingskrediet Brede school Sion (RijswijkBuiten) 404 Vervanging noodlokalen Steenvoordeschool voor permanente uitbreiding
Totaal programma Onderwijs
5.310
2,50 2014-2016
-
-
-
-
1.619
2,50
-
-
-
-
2013
16.422
2,50 2014-2016
-
-
-
-
6.130
2,50 2014-2016
-
-
-
-
2014-2016
-
-
-
-
795
6,67 2014-2016
-
-
-
-
238
2,50
2014
-
-
-
-
640
2,50
2013
-
42
41
40
31.592
-
42
41
40
31.592
-
42
41
40
438
-
Programma Onderwijs 4010
HUISVESTING SCHOLEN
401 Brede School locatie Piramide Voor het realiseren van een Brede School bij de Piramide is een investeringsbedrag nodig van in totaal € 5.771.500,-. In 2010 is een voorbereidingskrediet van € 461.760,- beschikbaar gesteld. In de jaarschijven 2014/16 resteert nog € 5.310.000,- (afgerond). 402 Brede School locatie scholendriehoek Voor het realiseren van een Brede School bij de scholendriehoek is een investeringsbedrag nodig van in totaal € 18.041.000,-. In 2013 is een voorbereidingskrediet van € 1.619.000,- nodig. Voor de jaarschijven 2014 t/m 2016 resteert nog € 16.422.000,-. 403 Brede school locatie Sion (RijswijkBuiten) Verwerving grond, realiseren en inrichten van een brede school in RijswijkBuiten, kern ll ('t Haantje) gebaseerd op de prognose van 14 lokalen en bijkomende (welzijns)voorzieningen: 2733 m2 x € 2.250. In 2014 is een voorbereidingskrediet benodigd van € 238.000,-.
202
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
-
-
-
5.310
2,50
2014/15
-
-
-
-
1.619
2,50
2013/16
-
-
-
-
-
16.422
2,50
2013/16
-
-
-
-
-
-
-
-
12.944
2,50
2014/16
-
-
-
-
-
-
-
-
476
6,67
2014/16
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
640
2,50
2013
-
42
41
41
-
-
-
1-
37.411
-
42
41
41
-
-
-
1-
37.411
-
42
41
41
-
-
-
1-
404 Vervanging noodlokalen Steenvoordeschool voor permanente uitbreiding Voor het realiseren van permanente huisvesting van drie groepen. Ter vervanging van inmiddels afgeschreven noodlokalen. De vervanging is nu een jaar later dan oorspronkelijk gemeld.
203
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 5300 Sport 531 Lichte toplaagrenovatie veld 110
43
8,33
2015
-
-
-
5
10,00
2013
-
16
15
15
532 Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108A Refleks Sportpark Irene 532 Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108B Refleks Sportpark Irene
113
193
10,00
2013
-
27
26
25
533 Veldafscheiding sportpark Irene
22
4,00
2013
-
2
2
2
534 Toplaag renovatieveld 111 Sportpark Irene + ballenvangers
53
10,00
2015
-
535 Beregening veld 701 Sportpark Elsenburg
33
2013
-
10,00
-
-
5
7
4
4
536 Hekken sportpark Elsenburg
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 5300
SPORT
531 Lichte toplaagrenovatie veld 110 Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen in het investeringsplan vertaald. 532 Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108A/B Refleks Sportpark Irene Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk108A/B Refleks Sportpark Irene is een vervangingsinvestering. Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen zijn in het investeringsplan vertaald. Het betreft een vervangingsinvestering. 533 Veldafscheiding sportpark Irene Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen zijn in het investeringsplan vertaald.
204
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
4
4
4
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
4-
4-
1
35
8,33
2013
-
-
119
10,00
2015
-
-
-
-
-
16
15
15
180
10,00
2015
-
-
-
-
-
27
26
25
23
4,00
2013
-
2
2
2
-
0-
0-
0-
40
10,00
2013
-
6
5
5
-
6-
5-
2
5
2
2
10-
10-
15
10,00
2014
-
-
2
2
-
126
4,00
2014
-
-
10
10
-
-
534 Toplaag renovatieveld 111 Sportpark Irene + ballenvangers Voor de sportparken is een (concept)beheersplan opgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve beheersplan zijn de uit het plan voortvloeiende investeringen zijn in het investeringsplan vertaald. Het betreft een vervangingsinvestering. 535 Beregening veld 701 Sportpark Elsenburg Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. 536 Hekken sportpark Elsenburg Deze investering kan komen te vervallen.
205
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
537 Diverse investeringen voortvloeiend uit meerjarenonderhoudsplan sportparken
30 30 30 30
10,00 10,00 10,00 10,00
2013 2014 2015 2016
-
-
-
-
538 Terreinafrastering renoveren/vervangen Sportpark Hoekpolder
30
4,00
2016
-
-
-
-
539 Renovatie softbalveld 305 Sportpark Hoekpolder
52
5,00
2014
-
-
497
10,00
2013
-
-
540 Vervanging toplaag Sportpark Elsenburg kunstgrashockeyvelden 701 en 702
1.156
4
4 4
4 4 4
5
5
70
68
66
123
128
142
Programma Sport, Cultuur en Recreatie 537 Diverse investeringen voortvloeiend uit meerjarenonderhoudsplan sportparken Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. In deze investering zijn diverse kleine investeringen opgenomen. Het bedrag is jaarlijks beschikbaar. 538 Terreinafrastering renoveren/vervangen Sportpark Hoekpolder Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. 539 Renovatie softbalveld 305 Sportpark Hoekpolder Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan. Indien op dit park het honkbalveld met voetbalveld wordt gerealiseerd komt deze investering te vervallen. 540 Vervanging toplaag kunstgrashockeyvelden Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning worden onderhoud en vervangingsinvesteringen gepleegd in de sportparken, waarbij het element onderhoud loopt via de exploitatie en de vervangingen via het investeringsplan.
206
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
30 30 30
10,00 10,00 10,00
2013 2014 2015
-
4 -
15
4,00
2014
-
-
39
5,00
2015
-
-
417
10,00
2014
-
-
4 4 -
4 4 -
1
-
1
-
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
-
-
-
-
-
-
1-
1-
-
-
5
5
7
4 -
58
58
-
70
9
91
91
-
107
37
1.099
-
16
207
50
No. Investeringsobject
5800 Speeltuinwerk 581 Vervanging herinrichten speelplekken in de wijk
582 Vervanging hekwerken
Totaal programma Sport, Cultuur en recreatie
5800
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
210 210 210 210
10,00 10,00 10,00 10,00
2013 2014 2015 2016
-
-
20 20 20 20
6,67 6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015 2016
-
-
29
29 29 -
28 29 29 -
2
2 2
2 2 2
-
-
920
-
32
62
92
2.076
-
155
191
234
SPEELTUINWERK
581 Vervanging herinrichten speelplekken in de wijk Dit krediet is bestemd voor het vervangen en herinrichten van openbare speelvoorzieningen in de wijk. Jaarlijks worden op basis van de meest recente inspectiegegevens de exacte locaties bepaald. 582 Vervanging hekwerken Dit krediet is bestemd voor het vervangen van hekwerken. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald.
208
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
70 70 70
20 20 20
10,00 10,00 10,00
6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015
2013 2014 2015
-
-
10 -
10 10 -
2 -
10 10 -
2 2 -
2 2 -
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
20
19 20
18 19 29
-
-
-
-
-
-
2 -
270
-
12
24
24
-
20
39
68
1.369
-
28
115
115
-
127
76
118
209
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Programma Zorg, W elzijn en Volksgezondheid 6310 Multifunctionele gebouwen 631 Renovatie dak Stervoorde
131
2,50
2015
-
-
-
9
330
2,50
2015
-
-
-
21
43
5,00
2015
-
-
-
4
504
-
-
-
34
504
-
-
-
34
632 Vervanging ketels Laan Hofrust 4 633 Renovatie dak de Ottoburg 634 Vervanging gevelkozijnen Trias
635 Vervanging ketels P. van Vlietlaan 10 636 Vervanging ketels P. van Vlietlaan 8 637 Vervanging CV-ketels Schouwburg 638 Ottoburg vervangen CVregelapparatuur
Totaal programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid
Programma Zorg, Welzijn en Volksgezondheid 6310
MULTIFUNCTIONELE GEBOUWEN
631 Renovatie dak Stervoorde Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moet het dak van het gebouw Stervoorde vervangen worden. 632 Vervanging ketels Laan Hofrust 4 Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de ketels in het gebouw Laan Hofrust/Oude Raadhuis vervangen worden. Deze vervanging worden tot nader order uitgesteld. 633 Renovatie dak de Ottoburg Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moet het dak van de welzijnsaccommodatie de Ottoburg gerenoveerd worden. Deze vervanging worden tot nader order uitgesteld.
210
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
120
2,50
2014
-
-
8
8
-
-
8-
1
16
6,67
2014
-
-
2
2
-
-
2-
2-
582
2,50
2014
-
-
38
38
-
-
38-
38-
-
-
-
21
28
6,67
2013
-
3
3
3
-
3-
3-
1
18
6,67
2013
-
2
2
2
-
2-
2-
2-
80
5,00
2013
-
7
7
7
-
7-
7-
7-
25
5,00
2013
-
2
2
2
-
2-
2-
2-
869
-
14
61
61
-
14-
61-
28-
869
-
14
61
61
-
14-
61-
28-
634 Vervanging gevelkozijnen Trias Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de gevelkozijnen worden vervangen. Dit is nodig indien het gebouw wordt gehandhaafd (heroriëntatie huisvesting Trias). 635 Vervangen ketels P. van Vlietlaan 10 Op basis van de meerjarenonderhoudsplanning moeten de 3 gaswandketels van het gebouw P. van Vlietlaan 10 vervangen worden. 636 Vervanging ketels P. van Vlietlaan 8 637 Vervanging CV-ketels Schouwburg 638 Ottoburg vervangen CV-regelapparatuur Naar verwachting kunnen deze investeringen uitgesteld worden tot na deze investeringsplantermijn.
211
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Programma W onen en Leven 5600 Openbaar groen en openluchtrecreatie 561 Herstel asfaltpaden in parken en plantsoenen
562 Vervanging bomen
563 Snoei risicobomen
100 100 100 100
5,00 5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015 2016
-
50 50 50
100,00 100,00 100,00
2013 2014 2015
50 -
550
50
9 -
9 9
9 9 9
-
-
50
50
-
59
68
-
26
Programma Wonen en Leven 5600 OPENBAAR GROEN EN OPENLUCHTRECREATIE 561 Herstel asfaltpaden in parken en plantsoenen Deze investering is ondergebracht onder ‘215 – Herstel asfaltwegen’. 562 Vervanging bomen Dit krediet is bestemd voor het terugplaatsen van bomen die vanwege ouderdom of ziekte zijn verwijderd. 563 Snoei risicobomen Voor bomen voldoet de gemeente niet aan de zorgplicht. In 2009 zijn alle bomen geïnspecteerd. Daaruit blijkt dat 1 op de 4 bomen aangemerkt mag worden als risicoboom. Dat wil zeggen, er is grof dood hout aanwezig dat verwijderd moet worden. De investering wordt ten laste van het investeringsfonds beheer openbare ruimte gebracht.
212
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
22 22 22
5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015
-
-
100 100 100
5,00 5,00 5,00
2013 2014 2015
-
-
50 50 50
516
100,00 100,00 100,00
2013 2014 2015
2
2 2 -
9
50 -
50 -
50
-
9 9 -
-
213
9 9 -
50
61
2 2
72
-
22
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
2-
22-
22-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2-
9 -
4-
5
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
7210 Afvalverwijdering en verwerking 721 Ondergrondse inzameling (binnenbak)
529 798
10,00 10,00
2013 2014
-
-
722 Ondergrondse inzameling (buitenbak)
280 257
5,00 5,00
2013 2014
-
-
1.864 7220 Riolering en waterzuivering 723 Vervanging vrijvervalriolen
724 Vervanging gemalen en persleidingen
-
74
72 112
70 109
25
25 23
24 23
99
231
225
27
473 4.873
1,67 1,67
2013 2014
-
-
26 276
26 273
4.873 4.873
1,67 1,67
2015 2016
-
-
-
276 -
127 127 127 127
6,67 6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015 2016
-
14 -
13 14 -
13 13 14 -
40
330
615
15.599
-
Programma Wonen en Leven 7210
AFVALVERWIJDERING EN -VERWERKING
721 Ondergrondse inzameling (binnenbak) 722 Ondergrondse inzameling (buitenbak) In het beheerplan voor de aanleg en vervanging van ondergrondse containers zijn de volgende locaties de komende jaren voorzien. De voorgenomen activiteiten zijn niet doorgegaan en doorgeschoven naar 2013. 2013 : Cromvliet en Stationskwartier. 2014 : Rembrandtkwartier, Havenkwartier. 7220 RIOLERING EN WATERZUIVERING 723 Vervanging vrijvervalriolen 724 Vervangen gemalen en persleidingen Deze kredieten zijn bestemd voor vervangingen van vrijvervalriolen, persleidingen en gemalen. Jaarlijks worden op basis van de meest recente gegevens de exacte locaties bepaald. Vanwege de vervangingspiek van riolering uit de jaren 50 en 60 is er, conform GRP 2012-2016, de komende tien jaar een extra inspanning nodig voor de riolering.
214
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
798
257
10,00
5,00
2013
2013
1.055
-
112
-
109
23
109
23
23
-
382 -
37112 2 23
39109 1 23 94
-
135
131
131
-
36-
100
5
5 5
5 5
-
22 -
22 271
21 268
-
-
-
276 -
-
-
-
-
293
579
85 85
1,67 1,67
2013 2014
-
-
85
1,67
2015
-
-
127 127 127
6,67 6,67 6,67
2013 2014 2015
-
636
-
-
14 -
-
13 14 -
18
215
13 14 -
36
36
-
22
14 -
No. Investeringsobject
7230 Milieubeheer 731 Geluidsanering
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
126
5,00
2013
126
8100 Ruimtelijke ordening 811 Vervanging luchtfoto's
-
11
11
11
-
11
11
11
6
6 6
5 6 6
20 20 20 20
25,00 25,00 25,00 25,00
2013 2014 2015 2016
-
-
-
-
40
25,00
2016
-
-
-
-
815 Vervangen pencomputers inc GPS / Tachymeter
80
25,00
2016
-
-
-
-
816 Vervangen vouwmachine
20
20,00
2016
-
-
-
-
812 Vervangen A0 scanner/plotter 813 Vervangen pencomputers 814 Vervangen tachymeter
8210 Wijkontwikkeling 821 W ijkvernieuwing Te W erve W est 220 Totaal programma Wonen en Leven
-
18.359
50
6
11
17
216
651
894
Programma Wonen en Leven 7230 MILIEU BEHEER 731 Geluidsanering Het gaat hier om het restdeel van woningen op de zogenaamde A-lijst aan de Haagweg (geluidbelasting op gevel van ten minste 65 dB (A)) dat nog niet gesaneerd is. ) Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG), zijn luchtfoto's onontbeerlijk. De WOZ en de BAG 8100 RUIMTELIJKE ORDENING 811 Vervanging luchtfoto’s Bij het ontwikkelen van stedenbouwkundige plannen, bestemmingsplanbeoordeling en -onderzoek, alsmede bij de jaarlijkse taxaties in het kader van de wet WOZ en de aansluiting van de stellen ook steeds hogere eisen aan de recentheid en kwaliteit van het fotomateriaal. Jaarlijks vergt dit een investering van € 20.000,-. 812 Vervangen A0 scanner/plotter Het betreft reguliere vervangingsinvestering. Met een afschrijftermijn van 4 jaar zou deze investering in 2015 weer terugkomen. Nu is deze investering doorgeschoven naar 2016.
216
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
126
5,00
2013
126
20 20 20
25,00 25,00 25,00
2013 2014 2015
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
-
-
11
11
11
-
-
-
-
11
11
11
-
-
-
6
6 6
6 6
-
-
-
-
-
-
-
-
0-
6 -
40
25,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
26
20,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
55
20,00
2014
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
29
20,00
2014
-
-
536
5,00
2015
-
-
746
3.079
-
50
13
13
7
-
7
-
6
32
32
-
231
282
232
-
13-
13-
7-
-
-
20-
16-
7-
369
15-
662
813 Aanschaf pencomputers 814 Vervangen Tachymeter Deze investeringen vervallen en worden nieuw ondergebracht onder ‘815-Vervangen pencomputers inc, GPS / tachymeter’. 815 Vervangen pencomputers inc, GPS / Tachymeter In 2016 zullen de pencomputers en Tachymeter afgeschreven zijn en vervangen moeten worden. 816 Vervangen vouwmachine De leverancier heeft aangegeven dat voor de huidige vouwmachine steeds moeilijker onderdelen verkrijgbaar zijn. Met vervanging van de vouwmachine was nog geen rekening gehouden. Uitgangspunt is een afschrijving in 5 jaar zodat de investering in 2014 weer terug zal komen. Inmiddels is deze investering doorgeschoven naar 2016. 821 Wijkvernieuwing Ter Werve West Voor de investeringskosten en opbrengsten voor de gehele herstuctureringsoperatie van Ter Werve West is een bouwgrondexploitatie geopend. Om deze reden zijn de investeringskosten niet meer in het investeringsplan opgenomen.
217
No. Investeringsobject
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Bedrijfsvoering ICT/BAG 011 Vervanging en uitbreiding netwerksoftware en -componenten
012 Migratiekosten Oracle
013 Vervanging softwarelicenties
68 71 74 77
25,00 25,00 25,00 25,00
2013 2014 2015 2016
-
-
20
19 21 -
18 20 21 -
20 20
50,00 50,00
2013 2015
-
-
11
10 -
11
170
25,00
2013
-
49
48
46
-
80
98
116
014 Modernisering GBA 500
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Bedrijfsvoering ICT/BAG 011 Vervanging en uitbreiding netwerkcomponenten en netwerksoftware Betreft de licenties voor de netwerksoftware (GroupWise, netwerk, internettoegang) die aangeschaft/vervangen/uitgebreid moeten worden tegelijk met de vervanging van de servers waar ze op draaien. 012 Migratiekosten Oracle De gemeente Rijswijk maakt voor zijn grote applicaties (waaronder burgerzakensysteem, belastingsysteem, financieel systeem) gebruik van Oracle databases. In 2010 is de migratie naar versie 10 uitgevoerd. 013 Vervanging softwarelicenties De vervanging van de licenties voor het PC-besturingssysteem (Windows) en de Officesuite is geraamd analoog aan de prijzen bij de laatste vervanging. De werkelijke kosten zijn aanzienlijk toegenomen. Rekening moet worden gehouden met extra aanschafkosten van circa €170.000,--. 014 Modernisering GBA Deze investering kan vervallen. In plaats hiervan is het onderhoudsbudget voor het GBA-systeem e verhoogd (2 halfjaarrapportage 2012).
218
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
65 65 65
25,00 25,00 25,00
2013 2014 2015
-
19 -
18 19 -
-
7
Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
1
1 2
-
-
-
33,33 33,33
2013 2015
-
-
-
-
-
140
33,33
2015
-
-
-
-
-
250
20,00
2013
-
60
58
58
-
86
102
102
219
7
Kapitaallasten
20 20
625
7
18 19
VERSCHIL
3
Saldo 2016
1 21 -
3
711
49
48
46
-
60-
58-
58-
-
6-
5-
14
-
No. Investeringsobject
Bedrijfsvoering Documentmanagement 015 Documentaire informatievoorziening
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
63 64 65 66
20,00 20,00 20,00 20,00
2013 2014 2015 2016
258 Bedrijfsvoering Facilitair 016 Vervangen grootformaat printer
-
15
15 15 -
14 15 16 -
15
30
45
-
-
42
25,00
2015
-
-
-
12
017 Meubilair trouwzaal, publiekshal, spreekkamer
45
10,00
2015
-
-
-
6
018 Meubilair foyer, bedrijfsrestaurant
70
10,00
2016
-
-
-
-
019 Meubilair raadszaal, stoelen, tafels, catheders
200
10,00
2016
-
-
-
-
020 Meubilair bestuur en directie
100
10,00
2016
-
-
-
-
021 Meubilair werkplekken
200
10,00
2016
-
-
-
-
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Bedrijfsvoering 015 Documentaire informatievoorziening Dit zijn investeringen ten behoeve van het stroomlijnen van het (e-)documentenproces. 016 Vervangen grootformaat printer De grootformaatprinter is vanwege technische mankementen in 2010 vervangen. Daardoor kan de investering, die voor 2011 in het vorige investeringsplan gepland was, doorschuiven naar 2015. De printer is noodzakelijk voor het groot formaat printen, plotten en scannen. 017 Meubilair trouwzaal, publiekshal, spreekkamers, Het meubilair dateert uit 2003 met uitzondering van de bezoekersstoelen in de spreekkamers, deze dateren uit 1998. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de geplande afschrijvingstermijn zou het meubilair in 2008 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 45.000,-. Nu staat de investering gepland voor 2015. Onderstaande investeringen (018 t/m 021) van Bedrijfsvoering zijn opnieuw met een jaar uitgesteld tot 2016: 018 Meubilair foyer, bedrijfsrestaurant Het meubilair dateert uit 2003. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou het meubilair in 2013 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 70.000,-.
220
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
63 62 63
20,00 20,00 20,00
2013 2014 2015
188
-
15 -
-
15 15 -
15
15 15 -
29
29
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
-
-
-
-
-
Saldo 2016
116 0
15 -
42
25,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
12
45
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
6
70
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
200
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
100
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
200
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
019 Meubilair raadszaal, stoelen, tafels, catheders Het meubilair dateert uit 2003. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou het meubilair in 2013 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 200.000,-. 020 Meubilair bestuur en directie Het meubilair dateert uit 2004. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou het meubilair in 2014 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 100.000,-. 021 Meubilair werkplekken In 2003 zijn er 355 werkplekken aangeschaft. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou het meubilair in 2013 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 200.000,-.
221
No. Investeringsobject
022 Meubilair bureaustoelen
BEGROTING 2013 Afschr. Jaar van InvesteringsKapitaallasten investeringsplan Perc. investeren bedrag x € 1.000 2013 2014 2015 2016
275
10,00
2016
-
-
-
-
60
10,00
2016
-
-
-
-
300
10,00
2016
-
-
-
-
025 Restaurant en pantry apparatuur
25
10,00
2016
-
-
-
-
026 Audiovisuele middelen
25
10,00
2016
-
-
-
-
027 Vervanging telefooncentrale
275
10,00
2016
-
-
-
-
028 Vervanging vloerbedekking
450
10,00
2016
-
-
-
-
029 Vervanging zon/lichtwering
120
2,86
2016
-
-
-
-
-
-
-
023 Meubilair werkruimten medewerkers en de 024 Meubilair werkruimten kasten
2.187
18
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Onderstaande investeringen (022 t/m 029) van Bedrijfsvoering zijn in dit investeringsplan opnieuw met een jaar uitgesteld tot 2016: 022 Meubilair bureaustoelen In de jaren 2003-2004 zijn alle bureaustoelen vervangen. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zouden de bureaustoelen in 2013-2014 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 275.000,-. 023 Meubilair werkruimten medewerkers en de Hilvoordezaal De beschikbare vergaderstoelen in de werkruimten van de medewerkers dateren uit de beginjaren 90. In dit investeringsplan is een investeringsbudget opgenomen van € 60.000,- in 2016. 024 Meubilair werkruimten kasten De roldeurkasten dateren uit een periode van 1990-2000 en zijn in 2003.meeverhuisd naar het nieuwe stadhuis. Op basis van de afschrijvingstermijnen zouden de kasten kunnen worden vervangen. Enkele dossier en tekeningkasten voldoen niet meer aan de eisen van de arbo en zullen moeten worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging van alle kasten bedraagt circa € 300.000,-. 025 Restaurant en pantry apparatuur De apparatuur, vriezers, koelers, kookplaten, afwasmachine, magnetron/ovens, etc. van het bedrijfsrestaurant en de pantry´s op de etages zijn in 2003 aangeschaft. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou de apparatuur in 2013 kunnen worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 25.000,-. 026 Audiovisuele middelen De raadzaal, mediaruimte en een aantal vergaderruimte zijn voorzien van audiovisuele middelen in de vorm van beamers, geluidsinstallaties, schermen etc. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou het meubilair in 2013 worden vervangen. Het benodigde budget voor de vervanging bedraagt circa € 25.000,-.
222
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
275
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
60
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
300
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
25
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
25
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
275
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
450
10,00
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
120
2,86
2015
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2.187
18
027 Vervanging telefooncentrale De huidige telefooncentrale dateert uit 2003. De aanschafkosten bedroegen € 250.312,afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou de telefooncentrale in 2013 worden vervangen. De telefooncentrale voldoet op dit moment, met de ingreep van een upgrade aan de huidige eisen. Een inschatting van de kosten bedraagt € 275.000,-. 028 Vervanging vloerbedekking De huidige vloerbedekking is aangebracht in 2003. De aanschafkosten waren € 445.212,-. De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou de stoffering in 2013 worden vervangen. De stoffering voldoet op dit moment ten dele aan de eisen. Op een aantal plekken in het gebouw is een dwingende reparatie noodzakelijk. Hiervoor is geen budget beschikbaar. De te verwachtten kosten voor reparatie bedragen € 60.000,-. Vervanging van de gehele stoffering bedraagt € 450.000,-. 029 Vervanging zon/lichtwering De huidige zon en lichtwering dateert uit 2003/2004. De aanschafkosten waren € 114.000,De afschrijvingstermijn is 10 jaar. Volgens de oorspronkelijk geplande afschrijvingstermijn zou de zon en lichtwering in 2013 worden vervangen. De zon en lichtwering voldoet op dit moment voor een groot deel aan de eisen. In de vergaderzalen op de eerste etage zou voor een deel van de zonwering vervanging moeten komen omdat het elektrische deel niet naar behoren werkt. De te verwachten kosten voor reparatie van de aanwezige zonwering bedraagt € 40.000,-. Inschatting van de kosten voor vervanging van alle zon/lichtweringen bedraagt € 120.000,-.
223
No. Investeringsobject
Sociale Zaken Algemeen 031 Vervanging uitkeringssysteem GWS
Stadsbeheer Algemeen 041 Vervanging kleine veegmachine
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
140
20
2016
-
132
20
2013
-
149
20
2016
-
043 Vervangen grote veegmachines
197
10
2013
-
044 Vervangen bedrijfsauto's
447 81 189 174
13 13 13 13
2013 2014 2015 2016
-
1.509 Totaal programma Interne bedrijfsvoering
4.454
Totaal programma's
71.645
042 Vervanging middelgrote veegmachines
32 -
31
30
-
-
28
27
26
74 -
72 13 -
69 13 31 -
-
133
142
169
-
228
270
348
1.356
1.893
2.524
045 Vervangen elektrische installaties gemeentewerf
974
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien Sociale Zaken algemeen 031 Vervanging uitkeringssysteem GWS De vervanging van het GWS-systeem kan komen te vervallen. De modernisering kan vooralsnog uit het onderhoudsbudget worden bekostigd. Stadsbeheer Algemeen 041 Vervanging kleine veegmachines 042 Vervanging middelgrote veegmachines 043 Vervanging grote veegmachines Dit krediet betreft de vervanging van veegmachines. In mei 2010 is door het college een nieuw tractieplan vastgesteld. Met oog op kostenbesparing zijn alle investeringen 1 jaar doorgeschoven.
224
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
420
20,00
2014
420
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013
Saldo 2014
-
101
101
-
-
101-
101-
-
-
101
101
-
-
101-
101-
-
27
27
-
-
27-
27-
26
26
-
5
4
33,33
2014
-
110
20,00
2013
-
115
20,00
2015
-
26 -
-
-
-
5 -
-
467
12,50 12,50
2015
-
83
80 9
-
80 9
28
27
9-
85 -
-
-
-
-
-
-
-
-
1.317
-
109
141
141
-
24
4.737
-
210
374
374
-
18
104-
1.153
1.451
1.232
-
203
442
974
26
-
-
59.181
5,00
2013 2014
Saldo 2016
-
72
500 53
Saldo 2015
1
114 31
28
251.293
044 Vervanging bedrijfsauto's Dit krediet is bestemd voor het vervangen van de bedrijfsauto’s van de gemeente. In 2010 heeft een efficiency onderzoek naar het gebruik en beheer van de gemeentelijke voertuigen plaatsgevonden. Op basis hiervan is het tractieplan en aansluitend het investeringsplan geactualiseerd. Per 2013 worden drie bedrijfsauto’s afgestoten. 45 Vervangen elektrische installaties gemeentewerf In 2011 zijn de belangrijkste installaties vervangen. De vervangingen nu zijn niet meer noodzakelijk.
225
No. Investeringsobject
Totaal programma's Investeringen t.l.v. het investeringsfonds openbare ruimte Totaal programma's excl. investeringen t.l.v. het Investeringsfonds openbare ruimte
BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan Perc. investeren bedrag x € 1.000 2013 2014 2015 2016
71.645
974
1.356
1.893
1.677
974
484
219
-
872
1.674
69.968
Investeringen waarbij de lasten worden gedekt uit de lokale heffingen: 7210 - Afvalverwijdering en verwerking 7220 - Riolering en waterzuivering
226
2.524 -
2.524
VOOR BEGROTING 2013 Investerings- Afschr. Jaar van Kapitaallasten investeringsplan bedrag Perc. investeren x € 1.000 2013 2014 2015 2016
59.181
974
1.153
1.451
1.677
974
484
219
-
669
1.232
57.504
1.232
VERSCHIL Kapitaallasten Saldo 2013 -
Saldo 2015
Saldo 2016
203
442
1.293
36-
100
94
22
293
579
217
49
620
-
1.232
-
227
Saldo 2014
228
EMU-SALDO PROGRAMMA’S
229
230
EMU-SALDO (Bedragen x € 1000,-)
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
10
2012 Volgens realisatie tot en met sept. 2012, aangevuld met raming resterende periode
2013 Volgens begroting 2013
-1.897
-1.730
-1.137
6.635
7.545
8.026
0
0
0
7.641
27.099
20.260
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
652
374
374
0
0
0
nee
nee
nee
-3.555
-21.658
-13.745
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
EMU-saldo
231
2014 Volgens meerjarenraming in begroting 2013
232
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN PROGRAMMA’S
233
Overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten Incidentele lasten
2013
2014
Programma Economie en werken Uitwerking economische visie pijler 3 Urbanisator Plaspoelpolder
100.000 100.000
57.470 100.000
Programma Wonen en Leven Bouwgrondexploitatie stadhuislocatie Bouwgrondexploitatie TH-locatie
500.000 130.000
500.000
Algemene dekkingsmiddelen Project Participatie 2.0 Opstellen beheersplannen
2015
2016
86.000 110.000
Reserves Evenwicht meerjarenbegroting
Totaal
916.000
234
767.470
110.000
291.750
1.482.530
401.750
1.482.530
Incidentele baten
2013
2014
Reserves Evenwicht meerjarenbegroting
1.600.420
1.317.100
Totaal Saldo
1.600.420 -684.420
1.317.100 -549.630
235
2015
0 401.750
2016
0 1.482.530
236
VERLOOP RESERVES PROGRAMMA’S
237
Verloop van de reserves Omschrijving
Saldo
Toevoegingen
Aanwendingen
Saldo
1-1-2013
2013
2013
31-12-2013
Algemene reserves Algemene dekkingsreserve
14.530.537,50
-
-
14.530.537,50
Activering grond golfterrein
1.588.230,76
-
-
1.588.230,76
530.469,07
-
-
530.469,07
2.918.300,00
-
1.600.420,00
1.317.880,00
19.567.537,33
-
1.600.420,00
17.967.117,33
38.470,15
-
6.578.065,23
-
13.409,62
-
-
13.409,62
478.000,00
-
-
478.000,00
4.103.714,81
-
298.400,00
3.805.314,81
Decentrale arbeidsvoorwaarden
149.242,83
-
48.000,00
101.242,83
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)
670.225,15
-
-
670.225,15
Baggerwerken
220.000,00
-
-
220.000,00
Revitalisering Oud-Rijswijk
207.461,19
-
Herwaardering aandelen gemeentelijke NV's Evenwicht meerjarenbegroting Totaal algemene reserves Bestemmingsreserves Mantelzorg Nieuwbouw brandweerkazerne Realisatie kunst in de openbare ruimte Multifunctionele accommodaties Wijkontwikkeling
Invoering BTW-compensatiefonds
122.080,00
38.470,15 6.455.985,23
100.000,00
107.461,19
99.004,01
584.760,00
584.760,00
99.004,01
Investeringen riolering
1.595.545,35
420.930,00
408.730,00
1.607.745,35
Afvalstoffenheffing
2.765.013,00
128.020,00
2.636.993,00
Gebouwenonderhoud buitenkant schoolgebouwen
1.123.889,16
407.000,00
-
1.530.889,16
Gemeentepersoneel
717.927,46
-
-
717.927,46
Bestemmingsplannen
233.507,05
-
-
233.507,05
Landgoederenzone
193.050,00
-
Maatschappelijke participatie kinderen
183.000,00
-
Groot onderhoud wegen
320.000,00
320.000,00
93.600,00
-
183.000,00
-
640.000,00
-
63.330,00
Vastgoed
63.330,00
Investeringsfonds openbare ruimte
73.260,00
Speelplekken Clavecimbellaan en Dr.Poelslaan
60.000,00
-
-
60.000,00
110.000,00
-
-
110.000,00
(Her)inrichten speel-en ontmoetingsplekken
-
99.450,00
900.200,00
973.460,00
-
Totaal bestemmingsreserves
19.996.115,01
2.632.890,00
2.762.900,00
19.866.105,01
Totaal van de reserves
39.563.652,34
2.632.890,00
4.363.320,00
37.833.222,34
238 van de reserves Overzicht van het verloop
Saldo
Saldo
Saldo
31-12-2014
31-12-2015
31-12-2016
14.530.537,50
14.530.537,50
14.536.537,50
1.588.230,76
1.588.230,76
1.588.230,76
530.469,07
530.469,07
530.469,07
780,00
292.530,00
1.769.060,00
16.650.017,33
16.941.767,33
18.424.297,33
38.470,15
38.470,15
38.470,15
6.327.805,23
6.199.625,23
6.071.445,23
13.409,62
13.409,62
13.409,62
478.000,00
478.000,00
478.000,00
3.506.914,81
3.208.514,81
2.910.114,81
101.242,83
101.242,83
101.242,83
670.225,15
670.225,15
670.225,15
220.000,00
220.000,00
220.000,00
49.991,19
49.991,19
49.991,19
99.004,01
99.004,01
99.004,01
1.765.685,35
1.925.705,35
2.143.015,35
2.509.683,00
2.382.893,00
2.256.443,00
1.937.889,16
2.344.889,16
2.751.889,16
717.927,46
717.927,46
717.927,46
233.507,05
233.507,05
233.507,05
-
-
-
183.000,00
183.000,00
183.000,00
960.000,00
1.280.000,00
1.600.000,00
63.330,00
63.330,00
63.330,00
-
-
219.140,00
60.000,00
60.000,00
60.000,00
110.000,00
110.000,00
110.000,00
20.046.085,01
20.379.735,01
20.990.155,01
36.696.102,34
37.321.502,34
39.414.452,34
239 van de reserves Overzicht van het verloop
240
VERLOOP VOORZIENINGEN PROGRAMMA’S
241
Verloop van de voorzieningen Omschrijving
Saldo 1-1-2013
Toevoegingen 2013
Aanwendingen 2013
Saldo 31-12-2013
Voorzieningen voor verplichtingen en risico's Pensioenen wethouders
517.656,06
-
20.270,00
T.b.v. gevolgen kastanjeziekte
86.169,72
-
-
86.169,72
Planschade J. Braakensieklaan
223.834,00
-
-
223.834,00
T.b.v. herstraten sleuven
146.870,33
-
-
146.870,33
Totaal voorzieningen voor verplichtingen en risico's
974.530,11
-
20.270,00
497.386,06
954.260,11
Voorzieningen ter egalisering van kosten Onderhoud kunst in de openbare ruimte
34.459,84
15.940,00
-
50.399,84
Onderhoud gemeentelijk vastgoed
299.659,30
47.520,00
-
347.179,30
Onderhoud welzijnsaccommodaties (MOP)
651.838,16
555.700,00
-
1.207.538,16
Totaal voorzieningen ter egalisering van kosten
985.957,30
619.160,00
-
1.605.117,30
1.960.487,41
619.160,00
Totaal voorzieningen
Overzicht van het verloop van de voorzieningen
242
20.270,00
2.559.377,41
Saldo 31-12-2014
Saldo 31-12-2015
Saldo 31-12-2016
477.116,06
456.846,06
436.576,06
86.169,72
86.169,72
86.169,72
223.834,00
223.834,00
223.834,00
146.870,33
146.870,33
146.870,33
933.990,11
913.720,11
893.450,11
66.339,84
82.279,84
98.219,84
394.699,30
442.219,30
489.739,30
1.763.238,16
2.318.938,16
2.874.638,16
2.224.277,30
2.843.437,30
3.462.597,30
3.158.267,41
3.757.157,41
4.356.047,41
Overzicht van het verloop van de voorzieningen
243
244
VERLOOP VOORUITONTVANGEN SUBSIDIES (VOORHEEN VOORZIENINGEN) PROGRAMMA’S
245
Vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen) Omschrijving
Saldo 1-1-2013
Onderwijsachterstandbeleid OAB
Toevoegingen 2013
Aanwendingen 2013
Saldo 31-12-2013
36.732,78
-
-
36.732,78
583.627,19
-
-
583.627,19
83.531,23
-
-
83.531,23
WIN VWS (RBN)
917.177,45
-
-
917.177,45
Weg- en railverkeerslawaai
722.431,12
-
-
722.431,12
BWS gelden
169.009,41
-
-
169.009,41
BLS-Vinac subsidie
159.841,51
-
-
159.841,51
WI cohort 2007
678.773,01
-
-
678.773,01
WI cohort 2008
683.748,26
-
-
683.748,26
Generaal Pardon
186.692,74
-
RMC middelen
68.952,15
-
Uitvoering Generaal Pardon
94.630,42
-
46.000,00
Extra middelen schulphulpverlening 2009-2011
29.746,06
-
29.746,06
Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK)
31.824,01
-
4.446.717,34
-
Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV-3)
39.000,00
-
-
39.000,00
Herinrichting speelplekken (ISV-3)
77.844,53
-
-
77.844,53
Herinrichting tunneldak (ISV-3)
38.638,17
-
-
38.638,17
Restauratie Steenplaetsbrug (ISV-3)
863.235,60
-
-
863.235,60
Opwaarderen onderhoudsniveau Landgoederenzone (ISV-3)
417.001,10
-
-
417.001,10
Uitvoering fietsbeleid (ISV-3)
375.371,71
-
-
375.371,71
Herinrichting Haagweg (ISV-3)
310.524,27
-
-
310.524,27
1.644.430,40
-
-
1.644.430,40
321.573,48
-
-
321.573,48
Totaal ISV-3
4.087.619,26
-
-
4.087.619,26
Totaal vooruitontvangen subsidies (voorheen vz)
8.534.336,60
-
Participatiebudget: educatie EU-richtlijnen omgevingslawaai
Totaal (exclusief ISV-3)
Bouw brede school Muziekbuurt (ISV-3) Geluidsanering (ISV-3)
Overzicht vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen)
246
186.692,74 -
262.438,80
262.438,80
68.952,15 48.630,42 31.824,01 4.184.278,54
8.271.897,80
Saldo 31-12-2014
Saldo 31-12-2015
Saldo 31-12-2016
36.732,78
36.732,78
36.732,78
583.627,19
583.627,19
583.627,19
83.531,23
83.531,23
83.531,23
917.177,45
917.177,45
917.177,45
722.431,12
722.431,12
722.431,12
169.009,41
169.009,41
169.009,41
159.841,51
159.841,51
159.841,51
678.773,01
678.773,01
678.773,01
683.748,26
683.748,26
683.748,26
-
-
-
68.952,15
68.952,15
68.952,15
2.630,42
2.630,42
2.630,42
-
-
-
31.824,01
31.824,01
31.824,01
4.138.278,54
4.138.278,54
4.138.278,54
39.000,00
39.000,00
39.000,00
77.844,53
77.844,53
77.844,53
38.638,17
38.638,17
38.638,17
863.235,60
863.235,60
863.235,60
417.001,10
417.001,10
417.001,10
375.371,71
375.371,71
375.371,71
310.524,27
310.524,27
310.524,27
1.644.430,40
1.644.430,40
1.644.430,40
321.573,48
321.573,48
321.573,48
4.087.619,26
4.087.619,26
4.087.619,26
8.225.897,80
8.225.897,80
8.225.897,80
Overzicht vooruitontvangen subsidies (voorheen voorzieningen)
247
248
INVESTERINGS- EN FINANCIERINGSSTAAT PROGRAMMA’S
249
Investerings- en financieringsstaat 2013 Mutaties (+) Mutaties (-)
01-01
31-12
Investeringen Immateriële vaste activa
0
0
0
0
- Economisch nut
0 86.769.649
0 18.411.736
- Maatschappelijk nut
34.699.940
9.757.033
3.442.248
41.014.725
Financiële vaste activa
10.822.246
0
817.613
10.004.633
132.291.835
28.168.769
15.103.654
209.824
147.395.489
28.378.593
- Algemene reserves (inclusief niet besteedbare reserves)
19.567.537
0
1.600.420
17.967.117
- Bestemmingsreserves
19.996.115
2.632.890
2.762.900
19.866.105
1.960.487
619.160
20.270
2.559.377
57.109.395
0 7.000.000 32.000.000
6.740.081
50.369.314 7.000.000 32.000.000
8.534.337
0
262.439
8.271.898
Totaal financieringsmiddelen
107.167.871
42.252.050
Financieringstekort (= -/-) / overschot (= +/+)
-40.227.618
13.873.457
Materiële vaste activa
Totaal vaste activa Onderhanden werk (incl. bouwgrondexploitaties) *
Totaal vaste activa en onderhanden werk
0 0 4.159.921 101.021.463
8.419.782 152.040.821 0
15.313.479
8.419.782 167.354.300
Financiering Eigen vermogen
Vreemd vermogen - Voorzieningen - Opgenomen langlopende geldleningen (afgesloten) Nog af te sluiten geldleningen (herfinanciering) Nog af te sluiten geldleningen overig (optioneel) - Nog te betalen posten (voorheen voorzieningen)
11.386.109 138.033.812 2.966.327
-29.320.488
Op welke manier met deze financieringstekorten wordt omgegaan wordt verwezen naar de paragraaf financiering.
* De voorziening toekomstige verliezen bouwgrondexploitaies ad € 6.041.000 is in mindering gebracht op het onderhanden werk. De grondexploitatie RijswijkBuiten is eveneens in mindering gebracht, omdat hiervoor een aparte financieringsconstructie is afgesloten.
Investerings- en financieringsstaat
250
31-12-2014
31-12-2015
31-12-2016
0
0
0
0 112.805.930
0 121.546.747
0 127.414.579
44.121.812
46.137.931
47.429.108
7.975.604
6.824.787
6.653.881
164.903.346
174.509.465
181.497.569
15.531.696
15.758.642
15.994.666
180.435.043
190.268.107
197.492.235
16.650.017
16.941.767
18.424.297
20.046.085
20.379.735
20.990.155
3.158.267
3.757.157
4.356.047
43.629.234 14.000.000 45.000.000
39.889.153 18.000.000 54.000.000
36.149.072 22.000.000 58.000.000
8.225.898
8.225.898
8.225.898
150.709.501
161.193.711
168.145.470
-29.725.541
-29.074.397
-29.346.765
Investerings- en financieringsstaat
251
252
NIEUW BELEID PROGRAMMA’S
253
254
Nieuw beleid
2013
2014
2015
2016
Project Participatie 2.0 Bijzondere bijstand aan kwetsbare groepen
86.000 303.000
300.000
293.000
293.000
Totaal
389.000
300.000
293.000
293.000
Programma/ kostenplaats
Ontwikkelingen in 2012
Begroting 2013 Opstellen beheersplannen
110.000
Totaal Totaal generaal
Alg. Dekkingsmiddelen
389.000
Nieuw beleid
255
110.000
110.000
110.000
410.000
403.000
Sociale Zaken
Alg. Dekkingsmiddelen
293.000
256
VERZAMEL- EN CONSOLIDATIESTAAT PROGRAMMA’S
257
Verzamel- en consolidatiestaat Functie Omschrijving
Totaal
0.0 Niet in te delen lasten
1.1 Loonbetalingen en sociale premies
1.2 Sociale uitkeringen personeel
2.1 Werkelijk betaalde rente
2.2 Toegerekende rente
2.3 Afschrijvingen
3.0 Personeel van derden
3.1 Energie
3.3.2 Aankoop gronden
LASTEN
001 002 003 004 005 006
120 140
210 211 212 214 240
310
begroting van baten en lasten Hoofdfunctie 0 Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W Burgerzaken Lasten secretarieleges burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad en rekenkamer Totaal hoofdfunctie 0 Hoofdfunctie 1 Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid
510 530 531 540 541 560 580
610 611 614 620 621 622 623 630 650 652
711 714 715 721 722 723 724 726 729 730 731
810 820 821 822 830
1.180.130 590.040 38.000
0
372.570 2.180.740
12.260 309.300
3.070
321.560
0
0
0
3.070
0
0
0
0
0
0
0
Totaal hoofdfunctie 1
5.470.200 417.480 5.887.680
Hoofdfunctie 2 Wegen,straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Openbaar vervoer Parkeren Waterkering,afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
7.552.020 1.187.790 34.340 534.960 1.055.450 10.364.560
0
0
0
0
0
0
0
241.040
923.410 923.410
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Hoofdfunctie 3 Handel en ambacht Totaal hoofdfunctie 3
420 421 422 423 431 433 441 443 480 482
1.489.920 3.115.500 2.614.250 74.750 439.520 701.280 8.435.220
Hoofdfunctie 4 Openbaar basisonderwijs, excl huisvesting Openbaar basisonderwijs, huisvesting Bijzonder basisonderwijs, excl huisvesting Bijzonder basisonderwijs, huisvesting Openbaar (vgz) speciaal onderwijs, huisvesting Bijzonder (vgz) speciaal onderwijs, huisvesting Openbaar vgz onderwijs, huisvesting Bijzonder vgz onderwijs, huisvesting Gemeenschappelijke lasten van het onderwijs Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4
3.894.120
1.377.900 4.547.370 969.010 2.287.280 1.318.460 5.274.580 744.500 16.519.100
Hoofdfunctie 6 Bijstandsverlening Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen Huishoudelijke verzorging WMO Participatie, educatie, integratie en arb.markt Sociaal cultureel werk Kinderdagopvang Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
19.744.430 3.773.620 3.015.620 1.622.130 0 6.692.930 4.661.010 4.490.470 542.960 2.742.630 47.285.800
Totaal hoofdfunctie 7
1.211.730 518.770 5.900.970 416.110 838.700 35.830 0 1.754.550 284.010 266.830 11.227.500
Totaal hoofdfunctie 8
1.680.010 282.930 500.860 2.139.300 23.356.130 27.959.230
Hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening Woningexploitatie/woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie
0
35.000
168.960 71.170 910
770 313.230 369.870 969.810 53.960 455.000 89.670 175.820 1.465.990
Hoofdfunctie 5 Openbaar bibliotheekwerk Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde/musea Openbaar groen en openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
Hoofdfunctie 7 Ambulancevervoer Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Afvalverwijdering en -verwerking Riolering en waterzuivering Milieubeheer Lijkbezorging Baten rioolheffing Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Hemelwater Grondwater
35.000
263.390 30.310 450 19.600 13.890 13.890
0
0
0
0
0
19.600
1.970 296.120
400.000 117.120
0
0
0
0
0
0
400.000
117.120
-331.590
50.000
-331.590
0
0
0
0
0
0
50.000
4.600 7.850 0
0
Verzamel- en consolidatiestaat
258
0
5.850.340 5.850.340
0
0
7.850
89.940 94.540
3.270.800 3.270.800
3.3.3 Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen
3.000 3.000
0
3.4.1 Betaalde belastingen
3.4.3 Aankopen niet duurzame goederen en diensten
0
138.160 100.710 449.660 -3.250 109.490 96.360 891.130
0
94.460 149.860 244.320
105.980
4.1.1 Inkomensoverdrachten aan het Rijk
4.2.2 Sociale uitkeringen in geld
4.2.3 Sociale verstrekkingen in natura aan personen
4.2.4 Overige inkomensoverdrachten aan de overheid (excl. Rijk)
4.2.5 Overige inkomensoverdrachten
4.3.2 6.0 Investerings- Reservebijdragen en ringen overige kapitaaloverdrachten
6.1 Kapitaallasten
17.320
15.190
204.200 78.000 250.030 282.200
0
0
0
0
267.350
0
234.790
0
4.429.750 57.240 4.486.990
1.918.570 336.800
234.790
0
0
15.190
496.660 0
6.2.2 Overige
6.3 Overige verrekeningen
123.790 2.115.450 1.922.390 80.000 229.350 4.470.980
0
0
0
496.660
179.540 210.380 389.920
1.680.270 463.170 15.280 420.880 210.980 2.790.580
0
386.290 386.290
0
416.460
0
140 19.320 240 125.680
55.650 602.180 2.913.200
0
0
0
416.460
0
0
0
3.261.780 316.650 18.920 38.200 242.050 3.877.600
0
0
388.350 388.350
0
0
0
0
89.710 89.710
0
0
59.060 59.060
770 41.690
10.940
260.600
105.000 1.200 165.690 11.220 40.410 511.110
146.770
102.840
659.950 46.120 271.580 33.260 57.010 122.490
845.570
103.610
0
0
1.451.010
511.910
1.356.560 11.740
4.790
60.000
214.900 -26000 15.940
980 540.100 629.800 228.350 60.820 960.460 120.220 2.540.730
20.360 3.003.170
369.870 58.090 6.640 17.730 45.190 78.400 364.410 0
0
612.150
28.930 15.530
420.350 319.370 3.280 182.420 2.022.830 90.600 3.038.850
3.740
3.740
13.090 650 58.200
0
0
0
0
369.870
0
17.610.750 3.269.470 149.030 54.500
32.470
0
32.470
471.850
1.921.390 400.590 324.700 47.630 4.062.610
14.950
19.740
405.700 216.220 476.100
985.850
18.182.600
2.711.080 8.723.430
306.660
452.170 1.797.600 382.130 30.990 3.276.110
33.500 30.140 560 1.162.220
0
10.300
10.321.060 10.321.060
144.400 154.700
476.780 34.060 35.300 103.490 21.290 670.920
0
491.260 61.810
366.800
636.550
7.567.390
0
257.500 408.730 32.230
1.411.170
31.500
0
0
711.130
33.820 47.520 56.060 0
0
0
0
0
12.670
1.500
0
0
2.024.680 14.970 1.192.670 587.310
366.800
30.000
0
114.130 640.080 1.953.500 469.540 6.200.780
1.402.960 1.634.460 673.950 36.390
892.400 518.770
4.394.070 7.380 215.440 17.140
0
83.480
5.026.500 100.000
6.821.110
1.094.300 87.300 151.000 6.273.290
204.840
109.000
504.220
263.470 2.040.880 981.130 62.630
60.000
365.140
56.060
0
Verzamel- en consolidatiestaat
259
140.730 140.730
47.520
214.170 203.090 283.400 734.480
1.550.990 589.530 18.690 610.250 196.710 115.830 3.082.000
0
1.169.410 186.450 251.390 1.768.810 2.324.170 5.700.230
910.000 910.000
Verzamel- en consolidatiestaat Functie Omschrijving
Totaal
0.0 Niet in te delen lasten
1.1 Loonbetalingen en sociale premies
1.2 Sociale uitkeringen personeel
2.1 Werkelijk betaalde rente
2.2 Toegerekende rente
2.3 Afschrijvingen
3.0 Personeel van derden
3.1 Energie
3.3.2 Aankoop gronden
LASTEN
911 913 914 921 922 930 940 941 960
Hoofdfunctie 9 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Overige financiële middelen Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar Algemene uitkering gemeentefonds Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Lastenverlichting rijk Saldo van kostenplaatsen Totaal hoofdfunctie 9 Totaal lasten begroting van baten en lasten voor mutaties in de reserves
980
990
Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties 0 tot en met 9
754.370 127.530 -188.090 -327.870 283.040 476.130 461.440 2.632.890 4.219.440
7.530 -188.090 -250.000
-77.870
-438.090
-77.870
0
0
0
0
0
7.530
0
-769.680
2.151.760
321.560
5.850.340
0
0
430.520
806.350
3.270.800
136.716.060
-769.680
2.151.760
321.560
5.850.340
0
0
430.520
806.350
3.270.800
6.214.980
0
0
20.270
0
0
0
0
0
136.716.060
0
Saldo rekening baten en lasten na bestemming Totaal lasten begroting van baten en lasten na mutaties in de reserves Kapitaaldienst Kostenplaatsen: Kapitaallasten Concernstaf Planning en Control Personeel en Organisatie Projectenbureau Communicatie Bedrijfsvoering Stad en Samenleving Stadsbeheer Sociale Zaken Publiekszaken Leefbaarheid, Veiligheid en Handhaving Rijswijk Zuid
13.043.820 1.888.930 669.280 1.338.930 1.138.770 668.140 10.647.230 8.618.480 9.977.660 5.523.650 3.266.920 2.052.910 1.567.220
-14.400
Totaal kostenplaatsen
60.401.940
-14.400
25.163.950
0
2.811.700
1.713.330
8.518.790
713.860
142.990
0
203.332.980
-784.080
27.315.710
341.830
8.662.040
1.713.330
8.518.790 1.144.380
949.340
3.270.800
8.518.790 1.144.380
949.340
3.270.800
Totaal lasten Eliminatie van de verrekeningen Geconsolideerde lasten
2.811.700
8.518.790 50.840 9.930
2.980 36.890 4.460 47.670 8.090 0 0 553.000
71.357.840 131.975.140
1.713.330
1.040.580 605.070 758.630 597.250 657.070 4.853.030 5.069.440 4.635.170 3.050.010 2.109.670 1.129.060 658.970
127.240
15.750
1.713.330 -784.080
27.315.710
Verzamel- en consolidatiestaat
260
341.830
8.662.040
0
3.3.3 Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen
3.4.1 Betaalde belastingen
3.4.3 Aankopen niet duurzame goederen en diensten
7.110
4.1.1 Inkomensoverdrachten aan het Rijk
4.2.2 Sociale uitkeringen in geld
4.2.3 Sociale verstrekkingen in natura aan personen
4.2.4 Overige inkomensoverdrachten aan de overheid (excl. Rijk)
4.2.5 Overige inkomensoverdrachten
4.3.2 6.0 Investerings- Reservebijdragen en ringen overige kapitaaloverdrachten
6.1 Kapitaallasten
139.610
6.2.2 Overige
163.950 127.530
283.040 41.530
6.3 Overige verrekeningen
436.170
434.600 461.440
0
7.110
464.180
0
0
0
0
0
0
2.632.890 2.632.890
291.480
1.332.210
0
10.327.800
378.160
22.317.500
282.200
18.182.600
9.093.300
14.822.320
1.641.570
200.730
3.252.050
10.813.890
32.432.290
910.000
10.327.800
378.160
22.317.500
282.200
18.182.600
9.093.300
14.822.320
1.641.570
200.730
3.252.050
10.813.890
32.432.290
910.000
-36.000
0
0
0
0
0
0
0
0
4.608.720
529.580
919.170
173.240
71.360 620 11.510
37.060
2.750
1.300
13.690 54.280 558.410 131.660 8.090 4.179.590 334.960 529.340 150.970 42.100 35.180 83.450
99.890
38.390
6.121.720
0
0
8.240
0
0
0
0
2.014.640
13.068.840
0
10.391.690
416.550
28.439.220
282.200
18.182.600
9.101.540
14.822.320
1.641.570
200.730
7.860.770
13.358.110
46.420.300
1.083.240
7.860.770
13.358.110
46.420.300
2.005.330
0
0
0
-922.090
13.650
10.391.690
30
416.550
28.439.220
783.820 8.240 409.860 1.520.730 493.910
282.200
18.182.600
9.101.540
14.822.320
1.641.570
Verzamel- en consolidatiestaat
261
200.730
3.209.000 4.095.760 2.314.580 1.115.150 888.670 252.000
Verzamel- en consolidatiestaat Functie Omschrijving
Totaal
0.0 Niet in te delen baten
2.1 2.2 3.2.1 Werkelijk Toegereken- Huren ontvangen de rente rente en winstuitkeringen
BATEN
001 002 003 004
120 140
210 211 214 215 240
310 311 330
421 422 423 431 433 441 443 480
530 531 540 541 560
610 611 614 620 621 622 623 630 650 652
714 715 721 723 722 724 725 726 729
810 820 821 822 823 830
Begroting van baten en lasten Hoofdfunctie 0 Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W Burgerzaken Baten secretarieleges burgerzaken
3.2.2 Pachten
3.3.1 Opbrengst van grondverkopen
3.3.2 Overige verkopen duurzame goederen
Totaal hoofdfunctie 0
19.470 180 13.000 853.600 886.250
0
0
0
0
0
0
Totaal hoofdfunctie 1
0 40.070 40.070
0
0
0
0
0
0
Hoofdfunctie 2 Wegen,straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Parkeren Baten parkeerbelasting Waterkering,afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
852.550 44.660 429.160 549.160 15.310 1.890.840
Hoofdfunctie 1 Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid
Hoofdfunctie 3 Handel en ambacht Baten marktgelden Nutsbedrijven Totaal hoofdfunctie 3
99.040 78.660 2.061.980 2.239.680
Hoofdfunctie 4 Openbaar basisonderwijs, huisvesting Bijzonder basisonderwijs, excl huisvesting Bijzonder basisonderwijs, huisvesting Openbaar (vgz) speciaal onderwijs, huisvesting Bijzonder (vgz) speciaal onderwijs, huisvesting Openbaar vgz onderwijs, huisvesting Bijzonder vgz onderwijs, huisvesting Gemeenschappelijke baten van het onderwijs Totaal hoofdfunctie 4
0 920 3.300 0 0 0 0 96.140 100.360
Hoofdfunctie 5 Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde/musea Openbaar groen en openluchtrecreatie Totaal hoofdfunctie 5
1.768.660 244.810 7.410 40.290 408.030 2.469.200
Hoofdfunctie 6 Bijstandsverlening Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen Huishoudelijke verzorging WMO Participatie, educatie, integratie en arb.markt Sociaal-cultureel werk Kinderdagopvang Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
17.611.130 3.089.470 167.260 46.000 0 1.175.350 3.026.550 946.670 0 2.040 26.064.470
Hoofdfunctie 7 Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Afvalverwijdering en -verwerking Milieubeheer Riolering en waterzuivering Lijkbezorging Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing Baten rioolrechten Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Totaal hoofdfunctie 7
1.250 0 2.550 1.000 0 120.620 6.314.830 2.113.660 0 8.553.910
Hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening Woningexploitatie/woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8
67.500 385.640 0 150.210 1.605.200 22.743.860 24.952.410
0
0
0
40.070 40.070
0
0
250.230 40.520 90 549.160 15.080 855.080
0
429.070
0
0
2.061.980 2.061.980
0
0
230 1.031.160
0
0
0
0
0
4.0.1 Belasting op producenten
19.470 180 13.000 853.600 886.250
601.860
0
3.4 Overige goederen en diensten
0
10.880 78.660
88.160
89.540
88.160
920 3.300
0
0
0
0
0
0
3.300
0
1.420.290 229.810
257.110
73.030 1.723.130
257.110
0
0
0
920
0
0
91.260 15.000 7.410 40.290 335.000 488.960
0
2.260
946.670
0
0
0
946.670
0
0
2.040 2.040
2.260
0
1.250 2.550 1.000 120.620
0
0
0
0
120.620
0
0
6.314.830 1.000
136.000
6.320.630
136.000
67.500 115.640 37.640
0
37.640
Verzamel- en consolidatiestaat
262
270.000
69.770
0
63.830 249.240
42.800 1.605.200 0
20.398.380 20.398.380
322.320 592.320
1.715.500
0
4.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
4.1.1 Inkomensoverdrachten van het Rijk
4.2.1 Baten mbt vergoeding en verhaal sociale uitkeringen
4.2.2 Overige inkomensoverdrachten van de overheid (excl. Rijk)
4.2.3 5.6 6.0 Overige inLanglopende Reservekomensover- leningen ringen drachten
6.1 Kapitaallasten
6.2.2 Kostenplaatsen
6.3 Overige verrekeningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
460 4.140
0
0
0
4.600
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
96.140 96.140
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16.624.600 3.089.470
741.130
245.400
165.000 46.000 1.175.350 3.026.550
0
22.740.620
2.081.480
0
0
0
245.400
0
0
46.000
1.976.660
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.959.330 1.959.330
1.976.660
Verzamel- en consolidatiestaat
263
Verzamel- en consolidatiestaat Functie Omschrijving
Totaal
0.0 Niet in te delen baten
2.1 2.2 3.2.1 Werkelijk Toegereken- Huren ontvangen de rente rente en winstuitkeringen
BATEN
911 913 914 921 922 930 931 932 936 937 939 960
Hoofdfunctie 9 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Overige financiële middelen Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar Algemene uitkeringen gemeentefonds Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariobelasting Saldo van kostenplaatsen Totaal hoofdfunctie 9 Totaal baten begroting van baten en lasten voor mutaties in de reserves
980
Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties 0 tot en met 9 Totaal baten begroting van baten en lasten na mutaties in de reserves Kapitaaldienst Kostenplaatsen Kapitaallasten Concernstaf Planning en Control Personeel en Organisatie Projectenbureau Communicatie Bedrijfsvoering Stad en Samenleving Stadsbeheer Sociale Zaken Publiekszaken Leefbaarheid, Veiligheid en Handhaving RijswijkBuiten Totaal kostenplaatsen Totaal baten
140 866.070 1.840.860 49.048.580 600.710 0 3.079.130 8.769.320 183.600 138.000 314.850 314.290 65.155.550
140 190.840 127.530
575.320
3.3.1 Opbrengst van grondverkopen
3.3.2 Overige verkopen duurzame goederen
89.650
3.4 Overige goederen en diensten
4.0.1 Belasting op producenten
10.260
1.713.330
435.000
50.000 3.079.130 8.769.320 183.600 314.850
435.000
318.510
1.713.330
575.320
404.500
0
0
60.260
12.032.050
435.000
2.418.130
1.713.330
4.528.820
782.230
20.398.380
594.360
10.459.470
12.256.210
136.716.060
435.000
2.418.130
1.713.330
4.528.820
782.230
20.398.380
594.360
10.459.470
12.256.210
3.319.790
0
0
0
0
0
0
0
0
0
132.352.740
4.363.320
13.043.820 1.888.930 669.280 1.338.930 1.138.770 668.140 10.647.230 8.618.480 9.977.660 5.523.650 3.266.920 2.052.910 1.567.220 60.401.940 200.437.790
1.380
39.960
170.950 226.760
1.450
39.960
0
0
226.760
0
0
0
173.780
0
474.960
2.418.130
1.713.330
4.755.580
782.230
20.398.380
594.360
10.633.250
12.256.210
4.755.580
782.230
20.398.380
594.360
10.633.250
12.256.210
Eliminatie van de verrekeningen Geconsolideerde baten
3.2.2 Pachten
1.713.330 200.437.790
474.960
2.418.130
Verzamel- en consolidatiestaat
264
0
4.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
4.1.1 Inkomensoverdrachten van het Rijk
4.2.1 Baten mbt vergoeding en verhaal sociale uitkeringen
4.2.2 Overige inkomensoverdrachten van de overheid (excl. Rijk)
4.2.3 5.6 6.0 Overige inLanglopende Reservekomensover- leningen ringen drachten
6.1 Kapitaallasten
6.2.2 Kostenplaatsen
6.3 Overige verrekeningen
49.048.580 115.710
138.000
138.000
49.048.580
0
0
115.710
0
0
0
314.290 314.290
0
2.114.660
71.789.200
2.081.480
100.740
115.710
0
245.400
0
314.290
2.005.330
4.363.320
2.114.660
71.789.200
2.081.480
100.740
115.710
0
4.608.720
0
314.290
2.005.330
0
0
0
0
0
67.740
3.252.050
0
0
0
13.358.110
0
0
123.000
24.000
350.320
0
0
0 13.358.110
-314.290 1.735.630 631.060 1.214.550 1.138.770 668.140 10.253.520 8.618.480 9.749.450 5.523.650 3.266.920 2.052.910 1.567.220 46.106.010
2.114.660
71.912.200
2.105.480
451.060
115.710
67.740
7.860.770 13.358.110
46.420.300
2.005.330
7.860.770 13.358.110
46.420.300
1.083.240
0
922.090
153.300 38.220 123.000
2.114.660
71.912.200
24.000
158.800
2.105.480
451.060
115.710
67.740
0
0
Verzamel- en consolidatiestaat
265
266
KERNGEGEVENS EN KENGETALLEN PROGRAMMA’S
267
268
KERNGEGEVENS EN KENGETALLEN I. FYSIEKE GEGEVENS
Peildatum 1-1-2012
Peildatum 1-1-2013
1.853 5.305 29.318 10.514 46.990
1.866 5.321 29.628 10.448 47.263
< 20 jaar
8.435
8.456
Aantal leerlingen Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Openbaar speciaal onderwijs Bijzonder speciaal onderwijs Openbaar voortgezet onderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs
989 2.351 69 343 1.297 1.118
998 2.424 70 346 1.377 1.130
Oppervlakte van de gemeente Waarvan water Historische stads- of dorpskern
1.406 ha 44 ha 40.200 m2
1.406 ha 53 ha 40.200 m2
24.256 110 29 1
24.651 110 29 1
180.922 m¹ 56.007 m¹
180.922 m¹ 56.007 m¹
144 ha 174 ha
144 ha 174 ha
92.600 m2
92.600 m2
914 17 94 36 3 89
1.009 26 0 34 2 88
37
37
396,67
397,33
Aantal inwoners 0 - < 4 jaar 4 - < 17 jaar 17 - < 65 jaar 65 jaar en ouder Totaal
Aantal woningen Wooneenheden Woonwagens Woonschepen Lengte van wegen Lengte van de recreatieve fiets-, ruiter- en wandelpaden Aantal m2 openbaar groen Wijkgroen Parken Begraafplaatsen II. SOCIALE STRUCTUUR Aantal bijstandsgerechtigden < 65 jaar Aantal bijstandsgerechtigden zelfstandigen Aantal gerechtigden WIJ Aantal gerechtigden IOAW Aantal gerechtigden IOAZ Aantal tewerkgestelde Rijswijkers in de sociale werkgemeenschap Rijswijk Aantal elders tewerkgestelde Rijswijkers III. ORGANISATIE Aantal formatieplaatsen (op basis van fulltime formatieplaatsen) Algemene dienst (exclusief griffie en RijswijkBuiten)
269
270
BESLUITEN PROGRAMMA’S
271
272
BEGROTING 2013
De raad van de gemeente Rijswijk; gezien de door burgemeester en wethouders aangeboden ontwerp-programmabegroting voor het jaar 2013;
BESLUIT:
vast te stellen de programmabegroting voor het jaar 2013. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van
De raad van de gemeente Rijswijk, De griffier,
de voorzitter,
Besluiten 273
Besluiten 274
MEERJARENBEGROTING 2013 - 2016
De raad van de gemeente Rijswijk; gezien de door burgemeester en wethouders aangeboden ontwerp-meerjarenbegroting met bijbehorend investeringsplan voor de jaren 2013 - 2016;
BESLUIT:
vast te stellen de meerjarenbegroting met bijbehorend investeringsplan voor de jaren 2013 2016. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van
De raad van de gemeente Rijswijk, De griffier,
de voorzitter,
Besluiten 275
Besluiten 276
INVESTERINGEN De raad van de gemeente Rijswijk;
gezien de door burgemeester en wethouders aangeboden ontwerp-meerjarenbegroting met bijbehorend investeringsplan voor de jaren 2013 – 2016 conform art 10, lid 3 van de Financiële verordening gemeente Rijswijk 2006;
BESLUIT: Voor de volgende investeringen kredieten beschikbaar te stellen overeenkomstig de daarbij vermelde bedragen: 121 211 212 213 215 216 217 218 219 221 222 222 231 231 232 241 402 404 532 532 533 535 537 540 581 582 562 563 721 722 723 724 731
Vervangen brandkranen Vervanging lichtmasten Vervanging armaturen Vervanging kabelnet openbare verlichting Herstel asfaltwegen Herstellen (duiker)bruggen Proj. Verbetering Leefbaarheid Haagweg, 1e fase Verbreding Prinses Beatrixlaan (BOR fonds) Uitv. fietsbeleid; aansl.(regionale) fietsroutes Fietsbrug over de Vliet Openbare verlichting - vernieuwen Openbare verlichting - storingen Wegen kapitaal vernietiging Vervanging verkeerslichteninstallaties Vervanging verkeerslichteninstallaties Tramlijn 15 - Rijswijk deel Vervangen beschoeiingen Brede School locatie scholendriehoek (voorbereidingskrediet) Vervanging noodlokalen Steenvoordeschool voor permanente uitbreiding Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108A Refleks Sportpark Irene Toplaagrenovatie kunstgrasveld + hekwerk 108B Refleks Sportpark Irene Veldafscheiding sportpark Irene Beregening veld 701 Sportpark Elsenburg Diverse investeringen voortvloeiend uit meerjarenonderhoudsplan sportparken Vervanging toplaag Sportpark Elsenburg kunstgrashockeyvelden 701 en 702 Vervanging herinrichten speelplekken in de wijk Vervanging hekwerken Vervanging bomen Snoei risicobomen Ondergrondse inzameling (binnenbak) Ondergrondse inzameling (buitenbak) Vervanging vrijvervalriolen Vervanging gemalen en persleidingen Geluidsanering
Besluiten 277
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
40.000 375.000 120.000 210.000 569.000 83.000 1.000.000 3.741.000 90.000 260.000 214.000 450.000 140.000 210.000 0 268.000 1.619.000 640.000 113.000 193.000 22.000 33.000 30.000 497.000 210.000 20.000 100.000 50.000 529.000 280.000 473.000 127.000 126.000
811 011 012 013 015 042 043 044
Vervanging luchtfoto's Vervanging en uitbreiding netwerkcomponenten en netwerksoftware Migratiekosten Oracle Vervanging softwarelicenties Documentaire informatievoorziening Vervanging middelgrote veegmachines Vervangen grote veegmachines Vervangen bedrijfsauto's
€ € € € € € € €
20.000 68.000 20.000 170.000 63.000 132.000 197.000 447.000
€
13.949.000
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van De raad van de gemeente Rijswijk, De griffier,
de voorzitter,
Besluiten 278
AFKORTINGEN PROGRAMMA’S
279
Afkorting
Omschrijving
AenO -fonds
Arbeid en Opleiding fonds
AMvB
Algemene Maatregel van Bestuur
Amw
Algemeen maatschappelijk werk
APV Rijswijk
Algemene plaatselijke verordening Rijswijk
ARBO -wetgeving
Arbeidsomstandigheden wetgeving
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BBV
Besluit broting en verantwoording provincies en gemeenten
Bbz
Bijstandsbesluit Zelfstandigen
BHV
Bedrijfshulpverlening
BI-zone
Bedrijven Investeringszone
BIZA
Ministerie van Binnenlandse Zaken
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
B.O.S.-impuls
Buurt, Onderwijs en Sport impuls
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst
CBR
consultatiebureau
CBR
Centraal Bureau Rijvaardigheid
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
DMS
Document Management
DMS
Document Management Systeem
DPL
Duurzaamheidsprestatie op locatie
DSW
Dienst Sociale Werkvoorziening
ERL-locatie
Energiebedrijf Rijswijk-Leidschendam locatie
EZ
Economische Zaken
GBA/BRP
Basisregistratie en Burgelijke stand
GFT
Groente, fruit en tuinafval
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
Gob
gastouderbureau's
GR
Gemeenschappelijke Regeling
IBOR fonds
Investeringsfonds beheer openbare ruimte
IGBO
internationaal georiënteerd basisonderwijs
Ioaw
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers
Ioaz
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
KCC
Klant Contact Center
KING
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten
KPI
Kernprestatie indicatoren
LBSNN
Landelijk Beraad Stedenband Nederland-Nicaragua
LEGO
Leren, Eigen Verantwoordelijkheid, Groei en ontwikkeling
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
MIRT-verkeniing
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport-verkenning
MOP
meerjarenonderhoudsplannen
NEN
Nederlands Normalisatie Instituut
NT2 NUP OAB
Nederlands als tweede taal Nationaal Uitvoeringsprogramma Wet op onderwijsachterstandenbeleid
OGGZ OKE
Openbare geestelijke gezondheidszorg Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie
OZB OV pps PUZA
Onroerendezaakbelasting Openbaar Vervoer publiek-private-samenwerking publiekszaken
PvA
Plan van Aanpak
RAS
Regionale Agenda Samenleving
REO
Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling
280
RI & E
Risico-inventarisatie & -evaluatie
RO-procedure
Ruimtelijke Ontwikkeling -procedure
RTV Rijswijk
Rijswijk Televisie Informatie Rijswijk
RUD
Regionale Uitvoeringsdienst
SPP
Strategische Personeelsplanning
SSC
Shared Service Center
SEO SGBO onderzaoek
Stichting voor Economisch Onderzoek sociaal-geografisch en bestuurskundig onderzoek
SMW
Schoolmaatschappelijk Werk
SRK
stichting rijswijkse kinderopvang
SW
Sociale werkvoorziening
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Vavo
voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
VMBO
Voorbereidend Middelbaar beroeps Onderwijs
vGRP
verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
VOROC
Voortgezet Onderwijs ROC
VRH
Veiligheidsregio Haaglanden
VVE
Voor- en vroegschoolse educatie
Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WEB
Wet educatie Beroepsonderwijs
WEC
Wet op expertisecentra
Wet Bopz
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
wet GBA WFIA
Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens WestHolland Foreign Investment Agency
Wgr
Wet gemeenschappelijke regelingen
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
Wmo
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WPG
Wet Publieke Gezondheid
WPO
Wet op het primair onderwijs
Wro
Wet ruimtelijke ordening
WSNP
Wet schuldsanering natuurlijke personen
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WVO
Wet op voortgezet onderwijs
WVR
Wet Veiligheidsregio's
WWB
Wet werk en bijstand
WWnV
Wet werken naar vermogen
281