Programmabegroting 2014 Gemeente Heeze-Leende
COLOFON
Uitgave Deze Programmabegroting 2014 is een uitgave van de gemeente Heeze-Leende
Redactie en teksten Gemeente Heeze-Leende
Fotomateriaal Cluster Communicatie gemeente Heeze-Leende
Verschijning Oktober 2013
Oplage 10 op papier en verder digitaal
Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5591 HS Heeze Postbus 10.000 5590 GA Heeze tel. 040 22 41 400 fax. 040 22 41 450
[email protected] www.heeze-leende.nl
Programmabegroting 2014
Pagina 2 van 167
Het overgangsjaar Inleiding Voor u ligt de begroting die in verschillende opzichten een overgangsjaar is. In maart 2014 vinden de verkiezingen voor de gemeenteraad plaats. Het is de vierde en daarmee laatste begroting die dit college u aanbiedt. Een begroting die door uw raad is voorbereid in verschillende sessies in aanloop naar de kadernota. Bij de kadernota heeft u de keuzes gemaakt die leiden naar deze begroting. U heeft in de kadernota aanzienlijke bezuinigingen voorgesteld op groenonderhoud, personeel en de bibliotheek. Het einde van de bezuinigingen is nog niet in zicht. 2013 is nog een jaar waarin de uitkering uit het gemeentefonds hoger was dan verwacht. Nu het Rijk de eerder aangekondigde bezuiniging echt wil realiseren en haar taakstelling bij de begroting 2014 bekend heeft gemaakt, legt dit een extra druk op de begroting. Ondertussen zien wij in de samenleving meer eigen kracht ontstaan. Mensen nemen zelf verantwoordelijkheid en organiseren zich rond thema’s die zij van belang vinden. De gemeente zal meer en meer in de rol komen van (tijdelijk) partner. Waar mogelijk en wenselijk stimuleren wij de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Dat geldt ook voor de ontwikkeling in het sociale domein. In 2014 worden de transities in de Jeugdzorg, AWBZ en Participatie verder voorbereid, waardoor de begroting 2015 naar verwachting een ander karakter en samenstelling zal hebben. De transities zullen voortborduren op de al eerder ingezette Kanteling in de Wmo, waarbij een groter beroep wordt gedaan op de eigen kracht van onze inwoners. Het meest in het oog springende bij de transities is de over dracht van verantwoordelijkheden naar de gemeente en de bijbehorende overdracht van substantiële budgetten. Dit betekent grofweg een verdubbeling van de gemeentelijke begroting. Een ander kant van de transities zal zijn dat het aantal partners waarmee we directe relaties gaan onderhouden zal toenemen. Al met al een enorme verandering die zich de komende periode verder zal gaan aftekenen. In het komende jaar gaat de ambtelijke organisatie in een compacte vorm verder. Het aantal afdelingen wordt beperkt tot vier. Tegelijkertijd wordt de bedrijfsvoering, vooral financiën versterkt. Versterking is nodig om de basis goed op orde te houden. En ook hier geldt dat de eerder gememoreerde transities het nodige gaan vragen van de bedrijfsvoering. Ondertussen wordt de koers van samenwerken in A2 verband verder voortgezet. Waar wenselijk zoeken we nadrukkelijk de samenwerking in regionaal / SRE verband. Meer en meer zal in netwerken en ketens worden gewerkt. Samenwerken versterkt ons vermogen om de gestelde doelen te realiseren, vergroot de continuïteit, verminderd onze kwetsbaarheid en zal bijdragen onze lasten te drukken. Van Kadernota tot Begroting Onderstaand de beginstand en eindstand van de kadernota 2014:
Programmabegroting 2014
Pagina 3 van 167
Onderstaand de eindstand kadernota 2014, inclusief terugdraaien bezuinigingsvoorstellen:
Onderstaand de eindstand kadernota 2014, inclusief amendementen en moties en overige mutaties per programma en kostenplaatsen:
Om de veranderingen in de begroting 2014 ten opzichte van de begroting 2013, inclusief begrotingswijzigingen goed zichtbaar te maken is bij elk programma een financieel overzicht opgenomen. Het meerjarenperspectief ziet er nu als volgt uit: Omschrijving Totaal
2014 - 434.002
2015 -192.672
2016 -33.994
2017 -159.255
- Het betreft hier structureel een voordelig saldo.
Programmabegroting 2014
Pagina 4 van 167
Voorzichtigheid geboden Dat we structureel een voordelig saldo hebben is naar de mening van het college zeker geen luxe. Er komen namelijk nog de nodige zaken op ons af als gemeente. Een aantal zaken betreft onderwerpen die voor alle gemeenten gelden. Denk aan de decentralisaties, de wet Houdbare OverheidsFinanciën (HOF), het schatkistbankieren, de marktomstandigheden en het bezuinigingsbeleid van de regering. Daarnaast zien we als college een aantal ontwikkelingen die meer specifiek voor Heeze-Leende gelden. Als college willen we dit als een soort “winstwaarschuwing” afgeven. Gemeentelijke lasten Op basis van de uitgangspunten van de Kadernota zullen de gemeentelijke lasten ligt stijgen. In aansluiting op het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) is het tarief voor rioolheffing met 3,1% plus inflatiecorrectie (2%) gestegen. De lasten voor OZB en reiniging stijgen met 2%. Zoals ook in de Kadernota is aangegeven. Voor een “gemiddeld gezin” stijgen de lasten met 3% á 4%. In december 2013 worden de tarieven definitief door de raad vastgesteld. Tot slot dankt het College u als raad voor uw positieve inbreng tijdens de Kadernota 2014 wat mede geleid heeft tot een sluitende begroting 2014 en meerjarenraming 2014-2017. De begroting is opgebouwd uit de programma’s en paragrafen: 0. Algemeen bestuur; 1. Veiligheid en verkeer; 2. Openbare ruimte; 3. Economische zaken; 4. Onderwijs en kinderopvang; 5. Cultuur en recreatie; 6. Sociale Voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening; 7. Volksgezondheid en milieu; 8. Ruimtelijke ordening en volksgezondheid; 9. Financiering en algemene dekkingsmiddelen. Paragrafen: A. Weerstandsvermogen; B. Onderhoud kapitaalgoederen; C. Treasury; D. Bedrijfsvoering; E. Verbonden partijen; F. Grondbeleid; G. Overzicht lokale lasten. Elk programma heeft de volgende indeling: 1. Kenmerken; 2. Bestaand beleid; 3. Nieuw c.q. bestaand beleid; Per beleidsveld: - Wat willen we bereiken? - Wat gaan we daarvoor doen? - Wat mag het kosten? 4. Financiële informatie.
Programmabegroting 2014
Pagina 5 van 167
Samenvatting lokale lastendruk. Voor de opbrengsten van de onroerendezaakbelasting van woningen is rekening gehouden met een stijging van 2,75%. Voor de waardeontwikkeling van onroerend goed gaan we uit van de volgende aannames. Waardedaling woningen 7%, waardedaling niet-woningen 4%. Omdat de waarde van de woningen en niet-woningen naar verwachting daalt, betekent dit dat de tarieven van de onroerende zaakbelasting voor woningen naar boven worden bijgesteld. Per saldo realiseren we een opbrengststijging voor woningen van 2,90%, hiervan bestaat 0,15% uit de toename van het aantal woningen. In onderstaande tabel maken we het percentuele verschil helder. De tarieven voor 2014 vormen geen onderdeel van deze begroting en worden in december 2013 aan u ter vaststelling voorgelegd. Tarief Woningen eigenaren
Rekentarief algemene uitkering 0,1085%
Gemeentetarief 2014*
Gemeentetarief 2013
Procentuele verhoging
0,1152%
0,1050%
9,75%
Niet-woningen gebruikers
0,1153%
0,1339%
0,1254%
6,75%
Niet-woningen eigenaren
0,1430%
0,1615%
0,1513%
6,75%
* Dit betreft tarieven onder voorbehoud. De kosten voor het verwijderen van afval zullen voor een “gemiddeld gezin” gelijk blijven aan 2013. Om het gescheiden inzamelen nog meer te stimuleren zijn de tarieven in 2012 al behoorlijk veranderd, nu blijft het, net als vorig jaar, nagenoeg hetzelfde. Onderstaand de tarieven die hieruit voortvloeien: Omschrijving Vastrecht per maand Container van 25 liter restafval per lediging Container van 40 liter restafval per lediging Container van 140 liter restafval per lediging Container van 240 liter restafval per lediging Container van 25 liter gft-afval per lediging Container van 40 liter gft-afval per lediging Container van 140 liter gft-afval per lediging Container van 240 liter gft-afval per lediging
2014* 5,25 3,00 4,00 10,00 18,00 1,50 1,50 2,50 4,10
2013 5,25 3,00 4,00 10,00 18,00 1,50 1,50 2,50 4,00
* Dit betreft tarieven onder voorbehoud. Ten aanzien van de rioolheffing geldt het uitgangspunt dat gehanteerd is bij de vaststelling van het nieuwe VGRP. De tarieven stijgen jaarlijks met 3,1%, exclusief de jaarlijkse indexering. Voor 2014 is in de Kadernota een stijging aan gegeven van 2%. Dus per saldo een stijging met 5,1%.
Totaaloverzicht lokale lasten De voorgestelde tarieven leiden tot de volgende belastingdruk. In deze berekening zijn alleen die belastingen betrokken die nagenoeg voor iedereen van toepassing zijn. De heffingen die een specifieke belastingplicht hebben zijn uitgesloten.
Programmabegroting 2014
Pagina 6 van 167
Lastendruk 2014 Lastendruk 2013
Toename / afname
Afvalstoffenheffing
130,50
130,50
0,00
( 0,0%)
Rioolrecht 100-500 m3
288,18
274,20
+ 13,98
( + 5,1%)
369,28
359,40
+ 9,88
( + 2,75%)
418,68
404,70
+ 13,98
( + 3,45%)
787,96
764,10
+ 23,86
( + 3,12%)
Onroerende-zaakbelastingen : eigenaar woning
Totaal lastendruk huishouden zonder eigen woning
Totaal lastendruk huishouden met eigen woning
Aan gegevens in deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend.
Toelichting tabel: •
Bij de berekening van de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 6 ledigingen van de restafvalcontainer en 5 ledigingen van de GFT-container (140 liter) per jaar;
•
De rioolheffing is op basis van een waterverbruik van 100 tot 500 m3 per jaar;
•
Bij de berekening van de onroerend zaakbelasting waardepeildatum 2013 ten opzichte van 2012 is uitgegaan van een taxatiewaardedaling van 7,0% en een tariefsstijging van 9,75% (exclusief areaaluitbreiding). De gemiddelde waarde van een woning in Heeze-Leende met waardepeildatum 1-1-2013 wordt hierdoor geraamd op € 318.000 (2012: € 342.000).
Programmabegroting 2014
Pagina 7 van 167
Programmabegroting 2014
Pagina 8 van 167
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE .......................................................................................................... 9 DEEL 1 PROGRAMMAPLAN ........................................................................................ 13 PROGRAMMAPLAN ...................................................................................................... 15 Programma 0: Algemeen Bestuur ............................................................................... 16 Programma 1: Veiligheid en verkeer ........................................................................... 22 Programma 2: Openbare ruimte .................................................................................. 33 Programma 3: Economische Zaken ............................................................................ 41 Programma 4: Onderwijs en Kinderopvang ............................................................... 44 Programma 5: Cultuur en Recreatie ............................................................................ 51 Programma 6: Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening ........ 56 Programma 7: Volksgezondheid en Milieu ................................................................. 68 Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting ....................................... 75 Programma 9: Financiering en dekkingsmiddelen .................................................... 83 DEEL 2 PARAGRAFEN ................................................................................................. 87 A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing ........................................................... 88 A1. Algemeen ............................................................................................................................... 88 A2. Inventarisatie bekende risico’s............................................................................................... 88 A3. Beschikbare weerstandscapaciteit ........................................................................................ 93
B. Onderhoud kapitaalgoederen.................................................................................. 94 B1. B2. B3. B4. B5. B6. B7. B8.
Riolering ................................................................................................................................. 94 Wegbeheer ............................................................................................................................ 95 Verlichting .............................................................................................................................. 96 Openbaar groen ..................................................................................................................... 96 Bos en natuurterreinen .......................................................................................................... 97 Speelterreinen........................................................................................................................ 98 Gemeentelijke gebouwen ...................................................................................................... 98 Duurzaamheid en klimaat ...................................................................................................... 98
Treasury ....................................................................................................................... 100 C1. C2. C3. C4. C5. C6.
Inleiding ............................................................................................................................... 100 De kasgeldlimiet .................................................................................................................. 100 De renterisiconorm en de leningenportefeuille .................................................................... 101 Renteprognose .................................................................................................................... 102 Het EMU-saldo .................................................................................................................... 102 Het risicoprofiel .................................................................................................................... 102
D. Bedrijfsvoering ....................................................................................................... 104 D1. Organisatieontwikkeling ....................................................................................................... 104 D2. Personeel en Organisatie .................................................................................................... 104 D3. Informatisering en automatisering ....................................................................................... 105
E Verbonden partijen .................................................................................................. 109 F. Grondbeleid ............................................................................................................. 117 Programmabegroting 2014
Pagina 9 van 167
G. Overzicht lokale lasten .......................................................................................... 126 G1. G2. G3. G4. G5. G6. G7. G8. G9.
Inleiding ............................................................................................................................... 126 Onroerende-zaakbelasting (OZB) ....................................................................................... 126 Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten ............................................................................. 127 Rioolheffing.......................................................................................................................... 128 Legesverordening ................................................................................................................ 129 Toeristenbelasting ............................................................................................................... 129 Marktgelden ......................................................................................................................... 129 Lijkbezorgingsrechten ......................................................................................................... 130 Kwijtschelding ...................................................................................................................... 130
BIJLAGEN .................................................................................................................... 132 Bijlage 1: Begrippenlijst ............................................................................................. 133 Bijlage 2: Totaaloverzicht programma’s en meerjarenraming................................ 137 Bijlage 3: Tabellen financiën uitgesplitst naar producten ...................................... 140 Bijlage 4: Overzicht reserves en voorzieningen ...................................................... 158 Bijlage 5: Overzicht Investeringsschema 2013-2017 ............................................... 160 Bijlage 7: Portefeuilleverdeling college .................................................................... 163 Bijlage 8: Motie en amendementen Kadernota 2014 ............................................... 165 Bijlage 9: EMU-saldo 2013-2015 ................................................................................ 166
Programmabegroting 2014
Pagina 10 van 167
LEESWIJZER Deze leeswijzer maakt u wegwijs in de programmabegroting. De begroting moet gezien worden in relatie tot het geheel van gemeentelijke taken en activiteiten. De gemeente heeft in dat verband programma’s voor de diverse beleidsvelden zoals onderwijs, openbare orde en veiligheid en economische zaken. Een programma is een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen. De burgers zullen de gemeente en de raad eerder aanspreken op de uitkomsten van de programma’s dan op de begroting. In de inleiding heeft u kunnen lezen welke acht programma’s centraal staan met de bijbehorende beleidsdoelstellingen. Van elk programma worden in deel 1 programma’s de baten en de lasten gegeven. Bij een programma gaat het steeds om drie w-vragen die worden beantwoord: A. Wat willen we bereiken? B. Wat gaan we hiervoor doen? C. Wat gaat het kosten? De eerste vraag betreft het beoogde maatschappelijke effect, dat kan worden vertaald in één of meerdere algemene beleidsdoelstellingen. Dit wordt uitgewerkt in een programma. De tweede vraag gaat in op activiteiten die nodig zijn voor het bereiken van het beoogde maatschappelijke effect. De derde vraag heeft betrekking op de baten en lasten die de raad aan het programma toewijst om de gewenste effecten te bereiken. Een belangrijk onderdeel van de programmabegroting vormen een aantal paragrafen, beschreven in deel 2. Deze gaan over het weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, treasury, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. Tevens geeft de gemeente in deze paragraaf een overzicht van de lokale lasten en van de financiering begroting 2014 en volgende jaren. Deze paragrafen geven een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting, met name van de kaders van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote bestuurlijke en financiële impact. Doel van de paragrafen is de raad een instrument te geven om de beleidskaders van deze diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren. Als bijlagen zijn opgenomen: een begrippenlijst, een overzicht van de programma’s en bijbehorende producten en een overzicht met “Noodzakelijk beleid” dat opgenomen is in de begroting. Dit betreft vooral beleid wat is ingegeven door nieuw rijksbeleid en nieuwe en aangepaste wetgeving. De begroting en de jaarstukken (het jaarverslag en de rekening) krijgen een gelijke, identieke opzet. Het idee daarachter is dat de kaderstellende en controlerende functie hand in hand gaan. Door de gelijke opzet heeft de raad in de begroting een referentie voor de controlerende taak.
Programmabegroting 2014
Pagina 11 van 167
Programmabegroting 2014
Pagina 12 van 167
DEEL 1 PROGRAMMAPLAN
Programmabegroting 2014
Pagina 13 van 167
Programmabegroting 2014
Pagina 14 van 167
PROGRAMMAPLAN Totaaloverzicht van het programmaplan Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2012 3.148.700 -280.800 2.867.900 1.471.800 -18.100 1.453.700 4.701.600 -1.683.700 3.017.900 338.300 -231.300 107.000 4.277.800 -125.600
2013 2.712.000 -299.700 2.412.400 1.603.000 -29.500 1.573.500 4.048.700 -1.783.800 2.264.900 380.900 -218.800 162.100 2.253.000 -176.200
2014 2.910.800 -295.500 2.615.200 1.738.500 -105.400 1.633.000 4.372.300 -1.904.000 2.468.300 408.200 -242.700 165.500 2.543.100 -201.600
2015 2.894.800 -307.100 2.587.800 1.722.800 -103.300 1.619.500 4.512.800 -2.025.900 2.486.900 297.400 -132.200 165.200 2.159.100 -205.200
2016 2.897.400 -319.100 2.578.300 1.720.100 -101.100 1.619.000 4.582.100 -2.153.000 2.429.100 218.600 -53.300 165.200 2.368.100 -208.700
2017 2.930.200 -331.700 2.598.500 1.709.500 -99.000 1.610.500 4.844.800 -2.279.300 2.565.500 219.600 -54.400 165.300 2.310.000 -212.400
Lasten Baten Totaal Cultuur en Recreatie Lasten Baten
4.152.200 1.938.000 -108.000 1.830.000 6.213.200 -2.929.700
2.076.800 1.974.500 -114.100 1.860.400 6.576.300 -3.123.600
2.341.500 2.046.100 -115.900 1.930.200 6.785.000 -3.164.600
1.954.000 1.967.500 -118.200 1.849.300 6.738.700 -3.165.100
2.159.400 1.964.700 -120.600 1.844.100 6.766.800 -3.165.700
2.097.600 1.956.800 -123.000 1.833.900 6.692.800 -3.166.200
Totaal Sociale Voorzieningen en Maatschappelijk Dienstverleningen Lasten Baten
3.283.400 2.047.600 -1.244.500
3.452.700 2.098.000 -1.283.000
3.620.500 2.019.000 -1.238.100
3.573.600 2.011.600 -1.266.900
3.601.100 2.033.300 -1.294.700
3.526.600 2.055.500 -1.323.100
Totaal Volksgezondheid en Milieu Lasten Baten
803.000 5.278.900 -3.523.000
815.000 2.546.500 -1.408.900
780.900 2.464.300 -1.362.400
744.700 2.478.900 -1.388.500
738.600 2.389.900 -1.309.300
732.400 2.437.800 -1.367.300
Programma Lasten Baten Totaal Algemeen Bestuur Lasten Baten Totaal Veiligheid en verkeer Lasten Baten Totaal Openbare ruimte Lasten Baten Totaal Economische Zaken Lasten Baten Totaal Onderwijs en Kinderopvang
Totaal Ruimtelijke Ordening en volkshuisvesting 1.755.900 1.137.600 1.101.900 1.090.400 1.080.500 1.070.400 Lasten 3.796.600 900.100 643.900 643.500 647.100 659.200 Baten -23.067.600 -16.655.400 -17.735.000 -16.907.600 -16.896.500 -17.019.200 Totaal Financiering en dekkingsmiddelen Totaal
Programmabegroting 2014
-19.271.000 -15.755.400 -17.091.000 -16.264.100 -16.249.400 -16.360.000 0
0
-434.000
-192.700
-34.000
-159.300
Pagina 15 van 167
Programma 0: Algemeen Bestuur 0.1 Kenmerken Het programma algemeen bestuur omvat de ondersteuning van de bestuursorganen (gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en de burgemeester). Hierbij ondersteunt de griffier de gemeente raad en het Kabinet het college van burgemeester en wethouders. Bij de bestuursondersteuning gaat het om het bevorderen van een goede communicatie en de representatie van het bestuur. Tevens staan in dit programmaonderdeel de taken van burgerzaken en bestuurlijke samenwerking weergegeven. Het programma Algemeen Bestuur bestaat uit de volgende onderliggende beleidsproducten: Productnummer
Beleidsproduct
001
Bestuursorganen
002
Bestuursondersteuning college van B&W
003
Burgerzaken
004
Baten secretarieleges burgerzaken
005
Bestuurlijke samenwerking
006
Bestuursondersteuning raad en rekenkamer
0.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product 001 002 001 001
001 002
003 003 003 003 004
Intern
/ Verordening ambtelijke bijstand Uitkerings- en pensioenverordening wethouders Verordening Presidium Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Heeze-Leende 2008 Reglement van orde voor de rondetafelgesprekken 2008 Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Valkenswaard en de Gemeenschappelijke Regeling A2-Samenwerking Verordening GBA 2011 Beveiligingsplan reisdocumenten 2010 Beheerregeling GBA persoonsgegevens 2011 Privacyreglement GBA Persoonsgegevens 2003 Legesverordening 2013
Programmabegroting 2014
Jaar
Extern
2007
− −
Gemeentewet (art. 16) Wet dualisering Gemeentebestuur
2012
–
Gemeentewet
2011 2010 2011
− − − −
2008
2008
2013
Burgerlijk Wetboek Gemeentewet Wet GBA Wet rechten burgerlijke stand Gemeentewet
Pagina 16 van 167
0.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 002 Bestuursondersteuning Verbetering van de dienstverlening Het verbeteren van de dienstverlening is in het collegeprogramma ‘Alles draait om mensen’ als een van de speerpunten aangegeven. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de dienstverlening naar burgers en bedrijven conform het landelijke programma. De landelijke en regionale ontwikkelingen vragen van onze gemeente, dat we tijdig weten te anticiperen op deze ontwikkelingen door onze dienstverlening daar voortdurend op aan te passen. De samenleving wordt steeds digitaler. Het gevolg van de enorme vlucht die de digitalisering neemt is, dat burgers en ondernemers ook hogere verwachtingen hebben van en hogere eisen stellen aan de digitale dienstverlening van gemeenten: makkelijker vindbaar, goed toegankelijk, goedkoop, snelle levering etc. daarnaast is er meer nadruk op zelfredzaamheid van de burger en een andere rol van de overheid. Deze rol zal steeds meer komen te liggen bij het voeren van de regie om mensen te activeren en te ondersteunen op weg naar zelfredzaamheid. A. Wat willen we bereiken? We hebben de ambitie om de omslag te maken van een organisatie die reageert op klantvragen naar een organisatie die pro actief kan inspelen op klantbehoeften. De gemeente Heeze-Leende wil een gemeente zijn met een klantgerichte insteek, die denkt en werkt vanuit de klant. Klanten staan daarbij centraal. Met het verbeteren van de dienstverlening en de bedrijfsvoering willen we realiseren, dat de burger op een efficiënte en effectieve manier geholpen wordt. Een burger die contact maakt kan rekenen op een snelle en adequate reactie. Daarbij hebben we de volgende prioriteiten vastgesteld: • gemakkelijke dienstverlening; • transparante werkwijzen; • keuzevrijheid contactkanaal. B. Wat gaan we hiervoor doen? 1. Voldoen aan de wet- en regelgeving op het gebied van basisregistraties en basisvoorzieningen (I-NUP). Deze dienen op orde te zijn om effectieve en efficiënte dienstverlening mogelijk te maken (gemakkelijke dienstverlening). Digitalisering, het op orde hebben van basisregistraties blijft belangrijk voor de komende jaren. Voor de burger betekent het dat gegevens maar een keer hoeven te worden aangeleverd. Anderzijds biedt het overheden meer mogelijkheden in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken, zoals het vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van een vergunningaanvraag of het bestrijden van fraude. In 2014 zijn de Basisadministraties Adressen en Gebouwen,- Waarde Onroerende Zaken en - Ondergrond 2014 operationeel en in de beheerfase. Komende jaren wordt verder gewerkt aan de Basisregistratie Personen (Modernisering GBA) en Basisregistratie Grootschalige Topgrafie; 2. Herijking van onze visie op dienstverlening en ons personeelsbeleid in de komende jaren. Allerlei (landelijke) ontwikkelingen, zoals de enorme vlucht die de digitalisering neemt, de uitbreiding van de gemeentelijke taken op het sociale domein en dus nieuwe processen, de regionale samenwerkingsverbanden, hebben een grote impact op de huidige gemeentelijke dienstverlening en organisatieontwikkeling. Het vraagt een andere manier van werken, meer in regie en in de keten, waarbij de rol van de gemeente meer verschuift van zelf doen naar faciliteren en het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers. De gekozen vorm van de gemeentelijke dienstverlening moet passen bij deze nieuwe rol. Daarnaast zullen we meer met minder middelen meer moeten doen; Programmabegroting 2014
Pagina 17 van 167
3. De processen optimaliseren en LEAN maken met als doel efficiency realiseren in de uitvoering van de taken (transparante werkwijze). LEAN is een verzamelterm voor concepten gericht op het optimaliseren van processen. In dit kader betekent LEAN ook veel meer doen met veel minder inspanningen”. De focus ligt op korte doorlooptijden, hoge kwaliteit, lage kosten en het leveren van maximale waarde aan de klant waarbij verspillingen voorkomen worden; 4. Uitbreiden en doorontwikkelen van het digitale loket, waarbij burgers en bedrijven meer mogelijkheden hebben om digitaal zaken met ons te doen (e-dienstverlening). Per 1 januari 2013 draagt de gemeente het keurmerk “Waarmerk Drempelvrij”. Hiermee voldoet de gemeentelijke website aan Webrichtlijnen 2, level A. Per 1 januari 2015 is de ambitie om aan de Webrichtlijnen 2, Level AA te voldoen; 5. Het doorontwikkelen van de kanalen (balie, telefoon, website en e-mail en postadres), waarbij de burger op dezelfde wijze wordt bediend, ongeacht welk kanaal hij kiest (gemakkelijke dienstverlening). Bij de ontwikkeling van de kanalen worden in 2014 de klantvragen in beeld gebracht en het kanaal waarlangs deze binnenkomen, zodat meer gestuurd kan worden op het meest efficiënte kanaal, namelijk het digitale contactkanaal. Daarbij wordt de mogelijkheid onderzocht om de keuzevrijheid van kanaal te beperken met als doel het gebruik van het digitale kanaal te stimuleren; 6. Uitbreiden van het kwaliteitshandvest (waarin concreet wordt vastgesteld aan welke eisen en randvoorwaarden onze dienstverlening zal voldoen) met de norm afhandeling brieven en email. In het kwaliteitshandvest wordt een concrete en meetbare doelstelling opgenomen, die realistisch en uitvoerbaar zijn voor de organisatie (transparante werkwijze); 7. Opleiden en trainen van medewerkers om de nieuwe manier van werken (digitaal, het werken in de keten en in regie) te realiseren en voorbereid te zijn op hun nieuwe rol.
C. Wat gaat het kosten? Dienstverlening is niet apart begroot maar wordt vanuit verschillende programma’s gefinancierd. Vooral de investeringen die opgenomen zijn in paragraaf Bedrijfsvoering zijn noodzakelijk voor het verbeteren van de dienstverlening. Het opleiden en trainen van medewerkers wordt t.l.v. het opleidingsbudget gebracht. In de kadernota is vanaf 2015 een taakstelling op personeel voor de afdeling Klantcontactcentrum opgenomen. Met het volledig werken op afspraak, het verminderen van de openingsuren van de balies en het inperken van de kanaalkeuzevrijheid (dus meer digitaal dan via de balie) verwachten we de taakstelling van ± 1 formatieplaats te kunnen realiseren.
Programmabegroting 2014
Pagina 18 van 167
003 Burgerzaken Modernisering GBA De Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) bestaat sinds 1994. ICT-standaarden, technologie en eisen zijn sindsdien veranderd. Het informatiesysteem voor de GBA wordt vernieuwd (modernisering GBA). Het programma modernisering GBA (mGBA) werkt aan de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP draagt bij aan de dienstverlening aan burgers, bedrijven en overheidsorganisaties en maakt deel uit van het stelsel van basisregistraties. De Basisregistratie Personen (BRP), de opvolger van de GBA, is een centrale registratie, dat door het Rijk wordt ontwikkeld en beheerd. Decentrale ’Burgerzakenmodules’ sluiten hierbij aan en ondersteunen de processen van de gemeente. Deze decentrale modules moeten door gemeenten (gezamenlijk) worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Om in de toekomst de nieuwe BRP optimaal te laten werken zijn ICT-voorzieningen nodig die rekening houden met het stelsel van de basisregistraties en de gemeentelijke informatievoorziening en systemen. De nieuwe uitgangspunten zijn vastgelegd in de nieuwe wet Basisregistratie Personen (BRP). De Wet BRP is inmiddels goedgekeurd door de 1e en 2e Kamer en gepubliceerd in het Staatsblad. Operatie BRP stelt dat in 2016 alle gemeenten gemigreerd moeten zijn naar de BRP. Uit de analysetool is voorlopig gebleken dat de Gemeente Heeze-Leende in het 3e kwartaal van 2015 aan zal gaan sluiten op de BRP. Vooruitlopend op de invoering en aansluiting op de BRP is de 3-jaarlijke GBA-audit komen te vervallen. Hiervoor is een kwaliteitsmonitor door BPR ontworpen, waarbij de gemeente jaarlijks een zelfevaluatie voor de Reisdocumenten en de GBA uit dient te voeren aan de hand van een vragenlijst. Deze vragenlijst dient voor 1 oktober naar BPR verzonden te worden. A. Wat willen we bereiken? Het doel van de BRP is om kwalitatief hoogwaardige persoonsgegevens bij te houden en te verstrekken aan overheidsorganisaties en aangewezen instellingen en daardoor de dienstverlening te verbeteren. Bij de nieuwe BRP worden gegevens niet meer door gemeenten verstrekt maar landelijk, door het Rijk. Gebruikers ontvangen van één afzender de gegevens. BRP moet leiden tot een efficiënte en betrouwbare manier van invoeren, opslaan, beheren en verstrekken van persoonsgegevens. Het bijhouden en verstrekken van gegevens wordt sneller, eenvoudiger en goedkoper en plaatsonafhankelijke dienstverlening wordt gefaciliteerd. B. Wat gaan we hiervoor doen? Voor de invoering van de BRP zal de Gemeente Heeze-Leende een aantal fasen moeten doorlopen: Fase 1 Oriëntatie : Wat betekent invoering BRP voor onze gemeente? Fase 2 Analyse : Wat moeten we doen als gemeente (plan van aanpak)? Fase 3 Voorbereiding : Wat moeten we binnen onze gemeente voorbereiden? Fase 4 Aansluiting : Hoe sluiten we als gemeente aan? Fase 5 Gebruik : Wat moeten we nog doen na de aansluiting op de BRP? De ICT-voorzieningen van de BRP bestaan uit twee onderdelen. Enerzijds centrale voorzieningen die door het Rijk worden gerealiseerd en beheerd en anderzijds Burgerzakenmodules, die de gemeenten zelf verwerven en beheren. Fase 2 en 3 worden in 2014 opgepakt en fase 4 en 5 in 2015. In de voorbereidingsfase zal de impact van de invoering BRP voor onze gemeente in beeld worden gebracht op basis waarvan keuzes gemaakt moeten worden. De verwachting is, dat de investeringen hoog zullen zijn. De invoering van de nieuwe BRP wordt in samenwerking met de A2 gemeenten opgepakt. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld.
Programmabegroting 2014
Pagina 19 van 167
C. Wat gaat het kosten? In 2014 is een bedrag van € 28.850 begroot voor de implementatiefase. In 2014 moet helder worden wat de totale financiële consequenties van deze modernisering zijn. Dit is afhankelijk van het aanbod van de leveranciers van Burgerzakenmodules. Verkiezingen voor nieuwe Gemeenteraad en Europees Parlement Eenmaal in de vier jaar vinden in Nederland verkiezingen voor de gemeenteraad plaats. De laatste gemeenteraadsverkiezingen waren op woensdag 3 maart 2010. De volgende verkiezingen staan gepland op 19 maart 2014. De verkiezing voor het Europees Parlement worden eens in de vijf jaar gehouden. De verkiezingsdatum staat gepland voor 22 mei 2014. A. Wat willen we bereiken? Organiseren van de verkiezingen voor de Gemeenteraad en het Europees Parlement, zodat ieder burger kan voldoen aan zijn stemrecht. B. Wat gaan we hiervoor doen? Bij de Gemeenteraadsverkiezingen is de gemeente Centraal Stembureau waarbij zorg wordt gedragen voor de registratie, kandidaatstelling en benoeming van de raadsleden. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement is de kiesraad het Centraal Stembureau. De organisatie van de verkiezingen houdt in, het indelen van de gemeente in kiesdistricten, het aanwijzen van stemlocaties en de logistiek hiervoor, tijdens en na de verkiezingsdag. De GBA is de basis voor de bepaling van de kiesgerechtigdheid van burgers in de gemeente. Het gaat hierbij om de selectie die vanuit de GBA moet worden gemaakt om het kiesregister te vervaardigen en stempassen te laten drukken. C. Wat gaat het kosten? Voor beide verkiezingen is in 2014 een bedrag begroot van € 30.000. In 2015 is een bedrag begroot van € 15.000 voor verkiezingen van de Provinciale Staten en voor 2017 is ook € 15.000 begroot voor verkiezingen van de 2e Kamer.
0.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 0 • • •
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 1.323 1.242 1.314 1.298 1.301 1.334 -281 -300 -296 -307 -319 -332 0 5 1.820 2.867
0 5 1.465 2.412
0 4 1.593 2.615
0 4 1.593 2.588
0 4 1.592 2.578
0 4 1.593 2.599
De kosten van de beloningstructuur politieke ambtsdragers zijn opgenomen in de vergoeding en/of tegemoetkoming aan raadsleden. Per saldo een verlaging van de kosten met € 18.500; Een toename van de kosten voor een uitkering aan een voormalige bestuurder van € 42.500; In de begroting zijn verkiezingen geraamd voor de gemeenteraad op 19 maart 2014 en voor het Europees Parlement op 22 mei 2014. Het betreft een toename van de kosten van € 30.000;
Programmabegroting 2014
Pagina 20 van 167
•
Een toename van de kostenverdeling organisatiestructuur van € 108.000.
op
basis
van
de
geraamde
uren
huidige
Tabel 2. Investeringen Voor programma 0 zijn geen investeringen gepland.
Programmabegroting 2014
Pagina 21 van 167
Programma 1: Veiligheid en verkeer 1.1 Kenmerken Het programma veiligheid en verkeer omvat brandweerzorg, rampenbestrijding, verkeersveiligheid en integraal veiligheidsbeleid. Het programma Veiligheid en Verkeer bestaat uit de volgende onderliggende beleidsproducten: Productnummer 110 120 140 211 212
Beleidsproduct Politie Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Verkeersmaatregelen Openbaar vervoer
1.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
Jaar
120
Brandveiligheidverordening
2013
120
Brandweerbeleidsplan
2009
140
Algemeen Plaatselijke Verordening 2013
2013
140
Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid
20112014 2013 2011
Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Veiligheidsmonitor 140
Omgevingsbeleidsplan
140
Handhavings Uitvoeringsprogramma (HUP)
20112014 jaarlijks
211
Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP)
1998
211
Gemeentelijk Fietspadenplan
2008
211
Uitvoeringsprogramma infrastructuur (actualisatie in 2013 voor het jaar 2014)
211
Parkeervisie
Programmabegroting 2014
2012 2012
Extern
Gemeentewet
− Nota mobiliteit (2006) − Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP) − Ruimtelijk programma Brainport − Netwerk analyse Brabant Stad
2009
Pagina 22 van 167
1.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 120 Brandweer en rampenbestrijding 120 Brandweer A. Wat willen we bereiken? De gemeente Heeze-Leende maakt deel uit van de veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost (VRBZO). Door de wijziging van de Wet op de veiligheidsregio’s is de mogelijkheid tot het hebben van een lokale gemeentelijke brandweer per 1 januari 2014 niet meer mogelijk. Dit betekent dat de lokale brandweer inclusief de vrijwilligers per 1 januari 2014 verplicht zijn overgaan naar de veiligheidsregio. De beroepsbrandweer is vanaf juli 2013 volledig overgegaan naar de veiligheidsregio en wordt via een dienstverleningsovereenkomst (DVO) gedetacheerd in de gemeenten. Vanaf 1 januari 2014 wordt er door de VRBZO gewerkt met het door het algemeen bestuur bepaalde niveau van basis brandweerzorg voor onze regio, dit geldt voor de alle gemeenten in onze regio. Dit betekent dat alle diensten van de regionale brandweer voor alle gemeenten in principe gelijk zijn en dat diensten zoals advisering, preventie, handhaving en toezicht via de basis brandweerzorg ter beschikking worden gesteld. Bij de invulling hiervan is differentiatie op basis van risico mogelijk, Daarnaast zijn op verzoek aanvullende diensten mogelijk. Hiervoor moet dan wel extra betaald worden. De veiligheidsregio is een vorm van verlengd lokaal bestuur; de burgemeester blijft binnen zijn gemeente verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en is lid van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling. B. Wat gaan we hiervoor doen? Het uitvoeringsprogramma van de brandweer wordt jaarlijks opgesteld door het hoofd brandweerzorg. Het brandweerbeleid en de uitvoering daarvan kent duidelijke raakvlakken met het gemeentelijke integraal veiligheidsbeleid (IVB). Het brandweerbeleid en –zorg wordt geïntegreerd en geborgd in de nieuwe kadernota Integrale Veiligheid 2015 t/m 2018. Per 1 januari 2014 houdt de bestaande DVO tussen de gemeente en de VRBZO op te bestaan voor het leveren van de bestaande brandweerzorg. Naast het personeel zijn ook alle brandweerkazernes en brandweer materieel per 1 januari 2014 geregionaliseerd. C. Wat gaat het kosten? Voor 2014 wordt de begroting van 2013 aangehouden met uitzondering van de kosten van de rampenbestrijding en de bluswatervoorziening. De totale kosten bedragen € 885.333 waarbij al rekening is gehouden met € 25.468 aan compensatie door de VRBZO. In de voorliggende periode zal het algemeen bestuur nog een besluit moeten nemen over een (structurele) begroting voor de jaren 2015 en volgend.
120 Rampenbestrijding A. Wat willen we bereiken? De tijd dat de rampenbestrijding en crisisbeheersing vooral een onderwerp was voor de hulpdiensten, ligt ver achter ons. Van gemeenten wordt verwacht dat zij net als de hulpdiensten snel en professioneel reageren bij een ramp of crisis. Om dit te kunnen realiseren dient de gemeente te beschikken over een goed opgeleide en toegeruste crisisbeheersingsorganisatie.
Programmabegroting 2014
Pagina 23 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? In 2012 is het Regionaal Crisisplan in werking getreden. Dit plan biedt logische, heldere kaders en kwaliteitseisen met betrekking tot de regionale crisisbeheersingsstructuur. In het crisisplan worden de staven grootschalig optreden uitgewerkt per discipline; een ordening waarbij met 'knoppen' wordt aangegeven welke functionarissen en teams op welk moment ingeschakeld worden voor welke taak. Deze systematiek is eerder ook met succes ingevoerd bij de politie. Het Regionaal Crisisplan zorgt voor wettelijke borging en landelijke uniformiteit. De informatievoorziening en ondersteuning zijn eveneens geborgd, en multidisciplinaire afstemming is gegarandeerd via heldere communicatielijnen. Ook vergemakkelijkt het interregionale bijstand. De vernieuwde werkwijze is op 1 april 2013 van start gegaan. Er wordt nu door de gemeenten binnen de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost intensief samengewerkt op het gebied van de gemeentelijke processen: de processen Bevolkingszorg. Deze processen worden gezamenlijk ingevuld, waardoor er met minder medewerkers een kwalitatief betere organisatie wordt neergezet die bij een daadwerkelijke ramp of crisis gedurende langere tijd de processen kan uitvoeren. Daarnaast biedt deze uitgebreide samenwerking uiteindelijk ook financiële voordelen door centralisatie van taken, met name op het gebied van opleiden en oefenen. In 2014 en de komende jaren worden de aan het Regionaal Crisisplan gekoppelde deelprocessen, de personele invulling van deze deelprocessen, het aanwijzen van procesverantwoordelijken en de persoonlijke uitrusting en het opleiden van medewerkers binnen de rampenbestrijding verder uitgewerkt en geïmplementeerd. C. Wat gaat het kosten? Er zal altijd worden gekeken hoe een en ander kan worden gerealiseerd uitgaande van het bestaande beschikbare budget. Indien nieuwe keuzes plaatsvinden waarvoor geen budget beschikbaar is zal de keuze aan de raad ter besluitvorming worden.
140 Openbare orde en Veiligheid A. Wat willen we bereiken? De gemeente is de regisseur op het gebied van lokale veiligheid. Deze regierol wordt ingevuld door het opstellen van een Kadernota Integrale Veiligheid met daaraan gekoppeld een concreet uitvoeringsprogramma. Door middel van deze nota’s kan de gemeente afspraken maken met haar partners om de veiligheid en leefbaarheid te vergroten en dit te communiceren met de inwoners. Door deze planmatige aanpak kan de gemeente en met name de burgemeester, de aanpak daadwerkelijk regisseren. De Kadernota Integrale Veiligheid geeft niet weer hoe de uitvoering zal plaatsvinden. In de Kadernota geeft de raad de kaders, de prioriteiten en de doelstellingen van de gemeente aan. De kadernota wordt jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma waarin concrete maatregelen op een aantal werkvelden worden beschreven. Het veiligheidsbeleid bestaat uit vier onderdelen: • Een jaarlijkse Veiligheidsanalyse (naar de objectieve en subjectieve veiligheid in Heeze-Leende); • De Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018; • Een jaarlijks uitvoeringsprogramma; • Een jaarlijks evaluatieverslag van het programma.
Programmabegroting 2014
Pagina 24 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? Veiligheidsmonitor Bij het opstellen van het veiligheidsbeleid is het noodzakelijk om vooraf een analyse van de veiligheidssituatie van de gemeente te maken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van zowel objectieve (cijfers) als subjectieve (veiligheidsgevoel) gegevens. Voor onze gemeente zijn deze bronnen in afzonderlijke veiligheidsmonitoren vastgelegd. Door middel van deze veiligheidsmonitoren wordt inzicht verschaft in de huidige veiligheidssituatie en wordt deze vergeleken met voorgaande jaren. Zij vormen dan ook de basis van het Integrale Veiligheidsbeleid. In 2014 worden de Veiligheidsmonitor Heeze-Leende 2013 en de Monitor objectieve veiligheid 2013 ontwikkeld en aan het college en de raad worden voorgelegd. Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 Op basis van de ontwikkelingen en resultaten uit de veiligheidsmonitor wordt voor de raadsperiode een nieuwe kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 ontwikkeld en ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Het veiligheidsbeleid wordt jaarlijks uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Het veiligheidsbeleid is constant in beweging. Het is van groot belang om de mogelijkheid open te houden om in te spelen op locale veiligheidssituaties. Daarnaast moet ook de mogelijkheid bestaan om in te kunnen spelen op landelijke en regionale ontwikkelingen. Camerabeveiliging De inzet van permanent cameratoezicht ondersteunt de activiteiten ter handhaving van de openbare orde en veiligheid. Het betreft hier een systeem waarbij de camera's gekoppeld worden met een meldkamer en uitgerust worden met nummerplaatherkenning. De beelden kunnen dus live worden uitgelezen en er kan direct op geanticipeerd worden. Door de aanleg van glasvezel in Heeze-Leende worden de mogelijkheden van cameratoezicht vergroot en zullen de kosten dalen. Het cameratoezicht is vooralsnog geschrapt uit de kadernota, maar zoals door het college is aangegeven een blijvende wens en prioriteit. Regionalisering van de brandweer Vanaf 1 januari 2014 is de lokale brandweer (inclusief de vrijwilligers) volledig geregionaliseerd en wordt de brandweer aangestuurd vanuit de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO). De brandweer maakt onderdeel uit van het lokale veiligheidsbeleid. Het is dan ook noodzakelijk om de brandweerzorg op te nemen en te borgen in de nieuwe kadernota Integrale Veiligheid. C. Wat gaat het kosten? De analyse naar de objectieve veiligheid, de Kadernota Integrale Veiligheid 2014-2017, het Uitvoeringsprogramma en de evaluatie worden in eigen beheer ontwikkeld. Hieraan zijn geen externe kosten verbonden. Het onderzoek naar de veiligheidsbeleving onder de inwoners van Heeze-Leende zal in 2013/2014 uitgevoerd worden. Om de ontwikkelingen te volgen zal dit onderzoek herhaald moeten worden. In het kader van de bezuinigingen is besloten om het onderzoek naar de subjectieve veiligheid om de 4 jaar i.p.v. om de 2 jaar uit te voeren. Het veiligheidsbeleid is constant in beweging. Het is van groot belang om de mogelijkheid open te houden om in te spelen op locale veiligheidssituaties. Daarnaast moet ook de mogelijkheid bestaan om in te kunnen spelen op landelijke en regionale ontwikkelingen. Door de financiële situatie van de gemeente zullen regelmatig keuzes moeten worden gemaakt. Het kan zijn dat bestaand beleid komt te vervallen en dat nieuw beleid hiervoor in de plaats komt. Er zal altijd worden gekeken hoe het een en ander kan worden gerealiseerd uitgaande van het bestaande beschikbare budget. Indien nieuwe keuzes plaatsvinden waarvoor geen budget beschikbaar is zal de keuze aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Programmabegroting 2014
Pagina 25 van 167
Handhaving A. Wat willen we bereiken? De gemeente Heeze-Leende zet zich in voor een optimaal woon-, werk- en leefklimaat voor hun inwoners op basis van landelijke regelgeving en gemeentelijk beleid. Handhaving is één van de middelen om dit doel te verwezenlijken. Handhaving is: burgers en bedrijven aanspreken op het nakomen van afspraken die vastgelegd zijn in wet- en regelgeving. Het bestuur gaat er van uit dat preventief toezicht en repressieve handhaving uiteindelijk leidt tot een betere en betrouwbare dienstverlening voor de inwoners en bedrijven in hun gemeente. Om deze doelstelling te bereiken kiezen wij voor een uniforme en transparante aanpak. We zullen niet klakkeloos handhaven of alleen maar op basis van het ‘piepsysteem’ waarbij gereageerd wordt op klachten, meldingen of officiële handhavingverzoeken. Om duidelijkheid te verschaffen aan de inwoners en de bedrijven stelt het college na overleg met de gemeenteraad vooraf de wijze van toezicht en handhaving vast en geeft de prioriteiten aan. Handhaving zal zich de komende jaren steeds meer richten op preventief toezicht. Repressief handhaven blijft soms noodzakelijk. Om tot een effectief toezicht te komen, moet gekeken worden naar slimmer en beter toezicht. Hieronder wordt verstaan meer resultaat met minder inspanning. Door risico gestuurd, selectief toezicht en meer samenwerking tussen toezichthouders onderling, kan de inspectiecapaciteit effectiever worden ingezet. Slimmer toezicht moet leiden tot minder inspecties bij bedrijven en burgers, vooral bij diegene die de regelgeving goed naleven. Het handhavingsbeleid bestaat uit drie onderdelen: • Een Handhavingsbeleid 2011-2014 (Omgevingsbeleidsplan waarvan het handhavingsbeleid onderdeel is); • Een jaarlijks handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP); • Een jaarlijks evaluatieverslag van het programma. B. Wat gaan we hiervoor doen? Handhavingsbeleid In het Handhavingsbeleid 2011-2014 zijn de uitgangspunten en de handhavingsdoelstellingen voor de komende jaren vastgelegd. In 2014 wordt voor de nieuwe raadsperiode 2015-2018 een nieuw handhavingsbeleidsplan ontwikkeld. Het handhavingsbeleid wordt jaarlijks vertaald in een handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP), waarin wordt aangegeven welke handhavingsactiviteiten het komende jaar worden uitgevoerd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van artikel 7.3. van het Besluit omgevingsrecht (Bor) om jaarlijks voor de handhavingstaken gerelateerd aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een HUP te maken. Het HUP wordt jaarlijks geëvalueerd. Digitalisering handhaving Door de Wabo ontstaat een verschuiving van vergunningverlening naar handhaving. Door het uitbreiden van vergunningsvrij bouwen vindt er vooraf geen beoordeling meer plaats. Deze beoordeling vindt tijdens het toezicht plaats. Ook door de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) neemt de belasting van toezicht en handhaving toe. Toezicht en handhaving moeten daarom slimmer en efficiënter. De handhavers gebruiken een tablet op locatie en hebben daarmee direct toegang tot ons digitaal systeem (Squit XO) en eventuele vergunninggegevens. Ook kunnen direct notities aan het programma worden toegevoegd. Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) In Heeze-Leende is er nauwelijks toezicht op de naleving van de algemene plaatselijke verordening (APV) en bijzondere wetgeving (zoals het toezicht bij evenementen) en kleine ergernissen (vernieling, hondenoverlast en jeugdoverlast). Uit de registratie van de openbare ruimtemeldingen blijkt dat het Programmabegroting 2014
Pagina 26 van 167
merendeel van de meldingen betrekking heeft op de kleine ergernissen. De aanpak van deze kleine ergernissen leidt sterk bij aan een betere leefomgeving en een veilig gevoel. Sinds mei 2013 zijn de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) in de gemeente Heeze-Leende aan het werk. De BOA’s houden zich voornamelijk bezig met kleine ergernissen, zoals het bestrijden van honden(poep)overlast, zwerfvuil, het verkeerd aanbieden van huisvuil en verkeerd geparkeerde auto’s. Ook het toezicht van de nieuwe Drank en Horecawet wordt door de BOA’s uitgevoerd. Hierbij moet gedacht worden aan leeftijdscontroles, toezicht op drankverstrekking door paracommerciële inrichtingen, controle op voorschriften drank- en horecavergunning, etc.De BOA’s worden ingehuurd van de Stichting Stadswacht van de gemeente Helmond. De uren van de BOA’S worden flexibel over de week verdeeld, waardoor inwoners van Heeze-Leende de BOA’s iedere dag tegen kunnen komen. C. Wat gaat het kosten? De digitalisering van toezicht en handhaving zijn betaald uit de kosten voor de implementatie van de Wabo en dient binnen de begroting te worden uitgevoerd. Voor de BOA en de uitvoering van de extra toezichtstaken uit de nieuwe Drank- en Horecawet is in de begroting 2013 een bedrag van € 10.000 opgenomen. In de jaren 2014 en 2015 wordt dit bedrag jaarlijks verhoogd met € 10.000 tot maximaal € 30.000.
211 Verkeersmaatregelen Uitvoeringsprogramma Verkeer A. Wat willen we bereiken? Het uitvoeringprogramma verkeer is erop gericht de verkeersveiligheid te vergroten, de bereikbaarheid van de kernen te verbeteren en de leefbaarheid te verhogen door het nemen van fysieke maatregelen. Parallel hieraan draagt de gemeente in preventieve zin aan bij door vergroting van kennis, beïnvloeding van houding, intentie en gedrag van verkeersdeelnemers. B. Wat gaan we hiervoor doen? In augustus 2013 wordt gestart met de actualisatie Uitvoeringsprogramma infrastructuur. In oktober 2013 gaan we het uitvoeringsprogramma bespreken met een brede klankbordgroep waarin belanghebbenden partijen zoals ondernemers, verkeersgroepen van dorpsraden, ZLTO en de verkeerscommissie aan deelnemen. Deze brede klankbord groep geven wij de mogelijkheid om inzicht en inspraak te geven in de prioriteit van projecten die in het programma zijn opgenomen. Alle woonwijken in onze gemeente zijn ingericht als 30 km/zone uitgezonderd de Nieuwe Hoeven. In 2011 is gestart met de voorbereiding voor de 30 km/h inrichting van de Nieuwe Hoeven. Hierbij zijn de Fietsersbond, Veilig Verkeer Nederland en de politie nauw betrokken. In 2012 zijn ontwerpen opgesteld voor mogelijk toe te passen verkeersremmende maatregelen. In het Periodiek overleg verkeer zijn de voorgestelde maatregelen uitgebreid besproken. In het overleg van 6 november 2012 is een advies met maatregelen opgesteld. Begin 2013 is een aanpassingsronde gedaan op het advies met maatregelen van 6 november 2012. Deze was nodig omdat intussen ook maatregelen getroffen moeten worden bij de schoolomgeving van het Merlebos en Trumakkers. Dit betekent dat een aantal maatregelen uit eerder advies worden geschrapt in verband met het budget. De verwachting is dat in de eerste helft van 2014 de maartregelen zijn aangelegd. In het fietspadenplan uit 2009 staat dat het ‘Bels Lijntje’ een onderdeel vormt van het regionale fietsnetwerk (woon-werk) en verbindt hiermee Geldrop, Heeze en Valkenswaard. Dit fietsbeleidsplan sluit aan op het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan van het SRE. In 2011 heeft de gemeente het Bels Lijntje tussen de gemeentegrens met Geldrop tot het fietsknooppunt 52 (nabij Heezerenbosch) verbreed. De gemeente heeft voor het completeren van het regionale fietsnetwerk in 2013 een subsidie van het SRE aangevraagd en positief beschikt gekregen. De gunning moet plaatsvinden in 2013 en het doel is om het resterende deel van het fietspad tussen fietsknooppunt 52 tot aan de Valkenswaardseweg in 2014 te gaan Programmabegroting 2014
Pagina 27 van 167
verbreden en deels aan te leggen zodat op het gehele traject een verbreed fietspad ligt. Dit vergroot de fietsveiligheid en bereikbaarheid. C. Wat gaat het kosten? Ter dekking van de kosten voor het volledige uitvoeringsprogramma verkeer is in 2009 een fonds “Bestemmingsreserve gebiedsgerichte verkenning” ingesteld. Bij het vaststellen van de programmabegroting 2009 heeft de gemeenteraad als startbedrag hiervoor 1 miljoen euro uitgetrokken. Bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma is dit door de gemeenteraad verder aangevuld met een bedrag van 1,4 miljoen euro. Dit betrof één miljoen euro overgeheveld van de voorziening onderhoud N634 en vierhonderd duizend euro overgeheveld van de bestemmingsreserve aanpak verkeerproblematiek. Tevens is besloten het fonds verder aan te vullen middels een donatie als gevolgd van de verkoop van percelen in het bestemmingsplan “Poortmannen”. Het bestemmingsplan dat door u in september 2011 is vastgesteld, wordt uitgegaan van minder gronduitgifte dan in 2009 was beoogd. Voor de inrichting van de Nieuwe Hoeven is een budget € 110.000 beschikbaar. In het kader van ‘Bereikbaarheid, Leefbaarheid en Veiligheid’ is eind 2012 subsidieaanvraag ingediend bij het SRE. Deze subsidie zal maximaal € 21.487 bedragen voor infrastructurele projecten waarvan € 10.744. ingezet kan worden voor de Nieuwe Hoeven. Deze subsidie is inmiddels in februari beschikt.‘Het Belslijntje’ wordt gedekt voor een bedrag van € 203.424 uit de Reserve Bels Lijntje (na realisatie komt te vervallen, Subsidie SRE van maximaal € 50.000. (TENDER fiets 2013) en Reserve bovenwijkse voorzieningen van € 46.576 (als sluitpost). De gezamenlijke kosten bedragen € 300.000. Lobby verbreding A2 A. Wat willen we bereiken? Dat er dagelijks files staan tussen Weert en Leenderheide wordt door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu niet als probleem erkend. Dit komt omdat volgens de door het Ministerie gehanteerde modelberekening, dit deel van de A2 voldoende capaciteit heeft, ook na 2020, om het verkeersaanbod te verwerken. Terwijl alle gemeenten gelegen aan de A2-zuid, tussen Eindhoven en Maasgouw, gezamenlijk met de Limburgse en Brabantse Werkgevers Verenigingen, Transport en Logistiek Nederland, EVO, de Kamers van Koophandel, internationale bedrijven en kennisinstituten in Zuidoost Nederland, nu al constateren dat de berekeningen niet aansluiten op de werkelijkheid. Het gevolg van de berekening van het Ministerie is dat de A2-zuid, ondanks dat daar dagelijks files staan, niet is opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Om de A2-zuid wel in het MIRT opgenomen te krijgen is een lobbytraject gestart waarin alle genoemde partijen deelnemen. Het gaat er niet om, om binnen de MIRT agenda te concurreren met andere projecten. De MIRT agenda met daarin voor Brabant opgenomen de A58 (Breda – Eindhoven, de A2 (Den Bosch – Eindhoven) en de A67 (Eindhoven – Venlo) opgenomen, respecteren wij. Wat we wel willen bereiken is dat na afloop van de huidige MIRT agenda in 2020, de A2-zuid wordt erkend als knelpunt en wordt opgenomen in het meerjarenprogramma. B. Wat gaan we hiervoor doen? Het is duidelijk dat de Minister alleen te overtuigen is, als duidelijk aangetoond wordt dat de verkeersafwikkeling in 2020 (met doorkijk naar 2030) problemen oplevert. Het model van het ministerie is daarvoor niet geschikt. Het onderzoek zal op een hoger detailniveau moeten plaatsvinden, toegespitst op het wegvak tussen Weert en Leenderheide. Dit zogenaamde micro simulatieonderzoek zal zowel ochtendspits, avondspits en restdagperiode met onderscheid naar personenverkeer en vrachtverkeer in beeld moeten brengen. Ook nieuwe ontwikkelingen zoals het hof van Cranendonck worden daarin meegenomen. Programmabegroting 2014
Pagina 28 van 167
C. Wat gaat het kosten? De totaal kosten worden geschat op € 45.000 dit geld is inmiddels bijeengebracht door de provincie Limburg, het SRE, de Hoge Dunk en de gemeenten gelegen aan de A2-zuid (Weert, Nederweert, Leudal, Maasgouw, Echt-Susteren, Cranendonck, Heeze-Leende, Valkenswaard en Eindhoven). Bereikbaarheidsagenda: Project beter benutten (Spits mijden) A. Wat willen we bereiken? Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het initiatief genomen tot het opstellen van een Bereikbaarheidsagenda. De Bereikbaarheidsagenda wordt in overleg met decentrale overheden opgesteld. De Bereikbaarheidsagenda wordt geïntroduceerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu tegen de achtergrond van de bezuinigingen in het MIRT en de afnemende middelen in het Infrastructuurfonds. Doel is om oplossingen voor bereikbaarheidsopgaven te verzamelen, waarbij sterker wordt ingezet op vraagbeïnvloeding, bijvoorbeeld door middel van benuttingsmaatregelen, in plaats van reconstructie/aanleg van infrastructuur. Dat moet leiden tot een aantal concrete maatregelen inclusief de termijn waarop deze aan de orde kunnen zijn, aansluitend op het programma Beter Benutten en vanuit dus een veel bredere benadering dan alleen grootschalig investeren. Met hulp van het SRE zal worden ingezet om de A2-zuid op deze agenda te krijgen. Ook al gaat het niet om structurele maatregelen, elke maatregel die voor een verlichting van de filedruk op de A2 leidt is welkom, ook al houden we vast aan het op termijn verbreden van de A2. B. Wat doen we ervoor? Het SRE zit namens de gemeenten in zuidoost Brabant aan de onderhandelingstafel. Met haar hebben we veelvuldig overleg. Dit is nog in een prematuur stadium, want allereerst zal het Ministerie I&M in moeten stemmen met het programma. Vervolgens moet Rijkswaterstaat als wegbeheerder instemmen en tot slot de Stuurgroep Netwerkprogramma BrabantStad, zij zijn formeel opdrachtgever Beter Benutten Brabant. C. Wat gaat het kosten? De kosten worden gedragen door het Ministerie van I&M. Het is nog onbekend wat de kosten zullen zijn. Verkenning wegverbinding Valkenswaard – Leende - Someren A. Wat willen we bereiken? De raad heeft op 12 juli 2010 de studie naar een nieuwe wegverbinding Valkenswaard – Leende – Someren vastgesteld. In die studie is onomstotelijke vastgesteld dat door middel van de realisatie van een duidelijke verkeersontsluiting buiten de kernen om, gericht op een rechtstreekse aanhaking op de bovenlokale verkeersstructuur bij Zevenhuizen, een sterke reductie is te bereiken van het doorgaande verkeer door onze kernen. Het tracé loopt vanaf de afrit Zevenhuizen A2 via Molenschut, het Heike, en vertakt zich daar naar de Leenderweg en middels een spoorwegkruising naar de Poortmannen en vervolgens naar de Somerenseweg. B. Wat gaan we hiervoor doen? In 2014 gaan we nader onderzoek doen naar twee essentiële onderdelen van de gewenste wegverbinding: •
Congestieonderzoek op de A2 Een wezenlijk onderdeel van de “centrale as” is het opwaarderen van de halve aansluiting nabij Zevenhuizen tot een volwaardige aansluiting. In beginsel stuit dit op weerstand van RWS. Zij wil geen extra op- en afritten, omdat deze de doorstroming op een toch al zwaar
Programmabegroting 2014
Pagina 29 van 167
belaste A2 verstoren. Daarom was het oorspronkelijke idee dat de opwaardering van Zevenhuizen gepaard zou gaan met het sluiten van de op- en afritten van Maarheeze. Helaas hebben de ontwikkelingen rond het hof van Cranendonck dit idee naar de prullenbak verwezen. Met Rijkswaterstaat is overlegd of er toch mogelijkheden zijn. Als de gemeente kan aantonen dat nut en noodzaak, alternatieven en de effecten van het opwaarderen van Zevenhuizen op de verkeersafwikkeling van de A2 meevallen dan staan zij open voor het opwaarderen van Zevenhuizen. Dit zal worden aangetoond middels een congestie onderzoek; •
Risico analyse gelijkvloerse spoorwegkruising Uit een eerdere bespreking met ProRail werd gesteld dat alleen een ongelijkvloerse kruising bespreekbaar is. De kosten daarvan bedragen globaal tussen de 10 en 15 miljoen euro. Een onhaalbaar traject dus, zelfs na een bijdrage uit de hiervoor in het leven geroepen subsidiepot “spoorse doorsnijdingen” (maximaal 25%), blijven de resterende kosten te hoog voor onze gemeente. Een oplossing is een “goedkopere” gelijkvloerse kruising. Dat zou de realisatie van de “centrale as” dichterbij brengen. In de bespreking met de directeur ProRail zuid is gebleken dat ofschoon de regels van het ministerie helder zijn (geen nieuwe gelijkvloerse spoorwegovergang) er wellicht toch enige ruimte is. In beginsel gaat het erom dat er geen onveiligere situatie mag ontstaan. Elke spoorwegovergang is een potentieel risico. Maar door deze regel wat breder te interpreteren en te kijken naar de hele gemeente Heeze-Leende is er wellicht wat mogelijk. De Centrale as levert immers niet meer verkeer op, maar de verkeerstromen gaan anders lopen. De gemeente Heeze-Leende kent 11 spoorwegovergangen. Er zijn er een aantal die wellicht als ruil ingeleverd kunnen worden. Als voorbeeld de overgangen Kreijl en Geldropseweg. Ook de spoorwegovergangen ’t Heike en Euvelwegen kunnen dan wellicht vervallen. Terwijl de overgang Schoolstraat afgewaardeerd zou kunnen worden tot alleen voor fietsers en voetgangers. ProRail heeft aangegeven dat dit zeker geen onbegaanbaar pad is. Om dit idee verder uit te werken zal er veel onderzoek gedaan moeten worden naar de effecten van de vervallen overwegen. Als uit dat onderzoek blijkt dat de totale veiligheidswinst groter is dan het toegevoegde risico, dan zal ProRail dit positief adviseren aan de minister en de weg open naar een gelijkvloerse spoorwegkruising.
C. Wat gaat het kosten? Voor beide onderzoeken heeft de raad een krediet beschikbaar gesteld van € 25.000 ten laste van de reserve “Gebiedsgerichte Verkenning”. Randweg A. Wat willen we bereiken? De aanleg van de verbinding Muggenberg – Leenderweg is al jaren een grote wens van de gemeenschap van Heeze. Als deze weg er ligt wordt het mogelijk om het doorgaande verkeer om het centrum van Heeze heen te leiden. De raad heeft het college daarom op 22 september 2008 gedragen om vooruitlopend op een ontwikkeling van de Bulders te komen tot voorstellen die de aanleg van de randweg mogelijk maken. B. Wat gaan we hiervoor doen? Het traject van grondaankopen zal ook in 2014 verder gaan. Voorst zal ook in 2014 aan de raad het bestemmingsplan ter vaststelling worden aangeboden. C. Wat gaat het kosten? De aanleg van de randweg wordt bekostigd uit de ontwikkeling van de wijk de Bulders, de bijdrage die Ruimte voor Ruimte gaat leveren en subsidie mogelijkheden vanuit SRE en Provincie. Programmabegroting 2014
Pagina 30 van 167
Kruising Albertlaan/Heezerweg A. Wat willen we bereiken? Naar aanleiding van een door de gemeenteraad bij de behandeling van het bestemmingsplan “Providentia” aangenomen motie, is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en kosten om te komen tot een verbetering van de kruising Albertlaan – Heezerweg. De gemeenteraad vroeg in de motie om de aansluiting van de Albertlaan met de Heezerweg met voorrang aan te pakken zodat een veilige situatie ontstaat. Met betrekking tot deze kruising heerst een gevoel van onveiligheid omdat een aantal ongevallen c.q. bijna ongevallen hebben plaatsgevonden. B. Wat gaan we hiervoor doen? Naar aanleiding van een werksessie met de gemeenteraad is een extra aanvullend onderzoek gedaan naar minder kostbare alternatieven. Deze rapportage is inmiddels gereed en zal u in worden aangeboden. Duidelijk is, dat hoe duurzamer de maatregelen zijn, hoe hoger de kosten zullen zijn en hoe langer het traject duurt. De meest verregaande oplossing is het aanleggen van een rotonde. Een rotonde is echter ook de meest kostbare oplossing. Bovendien moeten er gronden worden aangekocht en vergt het een aanpassing van het bestemmingsplan. Kortom een tijdrovende en kostbare oplossing. Uit de ongevallencijfers van de politie blijkt dat er in 2012 geen ongevallen hebben plaatsgevonden. Het lijkt erop dat de aangepaste belijning effectief is. Het voorstel is dan ook om op korte termijn geen investering te doen, maar eerst de herinrichting van de Heezerweg uit te voeren. Deze maatregel is opgenomen in het ‘Uitvoeringsprogramma infrastructuur 2012-2030’ voor de middellange termijn. Bij de actualisatie van het ‘Uitvoeringsprogramma’ zullen wij u voorstellen om deze maatregel naar voren te halen. Als de snelheid op de Heezerweg wordt afgewaardeerd naar 60 km/u (buiten de kom) en 30 km/uur (binnen de kom) dan verwachten wij een verdere toename van de verkeersveiligheid, ook op de kruising met de Albertlaan. Mocht echter blijken dat dat niet het geval is, dan zullen we in tweede instantie uw raad voorstellen om te kiezen voor de variant waarin het kruisingsvlak wordt verhoogd. C Wat gaat het kosten? Als de voorgenomen maatregel effectief blijkt, dan zijn er geen extra kosten.
1.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven 634 733 1.007 1.009 1.010 1.012 Inkomsten -18 -29 -105 -103 -101 -99 Mutatie reserves/voorzieningen -44 6 0 0 0 0 Kapitaallasten 238 244 170 153 149 137 Bedrijfsvoering 644 620 561 561 561 561 Totaal Programma 1 1.454 1.574 1.633 1.620 1.619 1.611 • •
De kosten voor de brandweer zijn overeenkomstig de overgang naar de veiligheidsregio BrabantZuid-Oost (VRBZO) opgenomen in de begroting; Een afname van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 59.000.
Programmabegroting 2014
Pagina 31 van 167
Tabel 2. Investeringen Functie 120
Omschrijving Bluswatervoorzieningen
Totaal
Programmabegroting 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
voorg. jaren
2014
2015
2016
2017
191.500
0
0
0
0
191.500
0
0
0
0
Pagina 32 van 167
Programma 2: Openbare ruimte 2.1 Kenmerken Het programma openbare ruimte omvat de taken van beheer en instandhouding van wegen, pleinen, groen en waterpartijen. Het programma Openbare Ruimte bestaat uit de volgende onderliggende beleidsproducten: Productnummer 210 240 550 560 722
Beleidsproduct Wegen, straten en pleinen Waterlossingen en bermsloten Natuurbescherming en Bossen Openbaar groen en openluchtrecreatie Riolen en rioolgemalen
2.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
210
Onderhoudsprogramma wegen
Gemeentewet
210
Renovatieplan openbare verlichting
Nota Mobiliteit
210
Verordening straatnaam en huisnummering
550
Gemeentelijke bomenlijst
2005
550
Bosnota 2003-2013
2003
560
Speelruimteplan
560
Groenstructuurplan
2003
560
Beleidsuitgangspunten grondverkoop
2003
560
Nota openlucht recreatie
722
Basis RioleringsPlan (BRP)
2008
722
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan(VGRP)
2011
722
Verordening rioolrechten
2008
Programmabegroting 2014
Jaar vaststelling
Extern
− −
Wet waterhuishouding Waterleidingwet
Pagina 33 van 167
2.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 210 Wegen, straten en pleinen Onderhoud wegen A. Wat willen we bereiken? Doel is doelmatig beheer en onderhoud van de openbare wegen en daar waar nodig en gewenst een kwaliteitsverbetering toe te passen. Het komende jaar zetten we in op duurzaamheid van de asfaltverharding. De thema’s veiligheid en duurzaamheid worden blijvend gewaarborgd. De verdere verbetering van de recreatieve fietspaden en de elementverhardingen van de trottoirs in relatie tot de thema’s comfort en aanzien wordt niet gecontinueerd voor 2014. Voor de kunstwerken is in 2013 een beheerplan opgesteld waarin de “Handreiking constructieve veiligheid van bestaande bruggen en viaducten” van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is meegenomen. B. Wat gaan we hiervoor doen? De bevindingen van de weginspectie in het voorjaar van 2013 zullen leiden tot een onderhoudsprogramma ook voor wegen van 2014. In 2014 wordt in het najaar een weginspectie uitgevoerd waarbij de staat van het wegennet in Heeze-Leende in kaart wordt gebracht voor de onderhoudsprogramma’s 2015 en 2016.De aanbevelingen uit het beheerplan zullen verder vorm gegeven moeten worden in 2014. C. Wat gaat het kosten? Alle bovenstaande activiteiten kunnen worden gedekt uit de voorziening onderhoud wegen. Openbare verlichting A. Wat willen we bereiken? Met het huidige beleid Openbare Verlichting, willen we verder verfijnen om te komen tot een eenduidig verlichtingsniveau in relatie tot het type en de functie van een weg. Tevens is het beleid ondergebracht, opnieuw gerangschikt, onder de vier beleidsthema’s ‘Aanzien’, ‘Comfort’, ‘Duurzaamheid’ en ‘Veiligheid’, hiermee wordt synchroniteit met het “Beleidsplan Meerjarenonderhoud wegen” bewerkstelligd. Deze wijze van benaderen maakt het mogelijk het beleid te vertalen in effectdoelen. Er kan dan op effecten worden gestuurd in plaats van op technische details. In 2013 is het openbaar verlichtingsplan als basis voor een onderhoudsprogramma voor de openbare verlichting geëvalueerd en opnieuw vastgesteld. Het onderhoudsprogramma 2014 wordt uitgevoerd, de hierboven genoemde verfijning creëren we door bij elke herinrichting van de weg de mogelijkheden van led-verlichting mede in de afweging mee te nemen. B. Wat gaan we hiervoor doen? De deelplannen, zoals in het in 2013 opnieuw vastgestelde beleid vastgelegd, zijn voor 2014 t/m 2018 conform. In het verlichtingsplan is per type en functie van de weg bepaald welk verlichtingsniveau bereikt wordt en met welk materiaal dit wordt gerealiseerd. In het uitvoeringsprogramma is nader vastgesteld welke straat wanneer wordt aangepast. In 2014 wordt het uitvoeringsgedeelte van het onderhoudsprogramma 2014 uitgevoerd. C. Wat gaat het kosten? In de raadsvergadering van 25 november 2013 wordt voorgesteld om het huidige budget te handhaven. Deze is opgenomen in de staat van vaste activa en de meerjarenraming 2013-2016.
Programmabegroting 2014
Pagina 34 van 167
Gladheidbestrijding A. Wat willen we bereiken? Zorg dragen voor het organiseren van gladheidbestrijding op wegen en fietspaden, waarbij de vraag en de capaciteit zo optimaal mogelijk op elkaar worden afgestemd. Duidelijk moet zijn dat niet alles sneeuw- of en ijsvrij kan zijn. B. Wat gaan we hiervoor doen? Fase 1 van de gladheidbestrijding, busroutes, doorgaande wegen, wijkontsluitingswegen en fietspaden is uitbesteed aan Reiling. Deze fase is in 2012 opnieuw aanbesteed voor een periode van acht seizoenen. Hierbij is samenwerking gezocht met de gemeente Cranendonck waarbij het gebruik van nat zout is opgenomen. Indien de wegen in fase 1 geen of minder aandacht meer vraagt wordt fase 2 in werking gesteld. Deze fase wordt alleen door de eigen dienst uitgevoerd en vindt alleen plaats onder reguliere werktijd. Tot deze fase behoren buurtontsluitingswegen en wegen in het buitengebied. Bij extreme weersomstandigheden die langer aanhouden dan drie dagen en fase 1 en fase 2 geen aandacht meer vragen gaat de aandacht naar de woonwijken (fase 3). Bij de scholen en dorpshuizen zijn zoutbakken geplaatst, zodat de beheerder zelf het eerste leed kan oplossen. C. Wat gaat het kosten? Gezien het grillig karakter van de winter is vooraf moeilijk in te schatten wat de kosten voor een seizoen zijn. Zo zijn er de afgelopen jaren dure seizoenen met forse overschrijdingen van de budgetten geweest, maar zo zijn er ook jaren geweest, waarbij de financiële middelen voldoende waren. Maaien bermen A. Wat willen we bereiken? Handhaven van het huidig gewenste kwaliteitsniveau, dit op efficiënte wijze uitvoeren tegen lage onderhoudskosten. B. Wat gaan we hiervoor doen? Het maaien van de bermen is gekoppeld met het onderhoud van de sloten wat als één werk wordt aanbesteed en uitgevoerd. In 2012 is het werk opnieuw voor drie jaar aanbesteed met de mogelijkheid het contract met een jaar extra te verlengen. C. Wat gaat het kosten? De kosten zijn in de begroting opgenomen en ten opzichte van 2013 ongeveer 5% naar beneden toe bijgesteld. De verwachting is dat de werkzaamheden binnen de gesteld kaders worden uigevoerd.
240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Waterlossing en bermsloten A. Wat willen we bereiken? De zorg voor een goede afwatering op efficiënte wijze uitvoeren tegen lage onderhoudskosten. Jaarlijks wordt er geschouwd door het waterschap of de afwatering gewaarborgd is.
Programmabegroting 2014
Pagina 35 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? Het onderhoud aan de watergangen is gekoppeld met het onderhoud van de bermen wat als één werk aanbesteed en uitgevoerd. In 2012 is het werk opnieuw voor drie jaar aanbesteed met de mogelijkheid het contract met een jaar extra te verlengen. C. Wat gaat het kosten? De kosten zijn in de begroting opgenomen en ten opzichte van 2013 ongeveer 5% naar beneden toe bijgesteld. De verwachting is dat de werkzaamheden binnen de gesteld kaders worden uigevoerd.
560 Openbaar groen en openluchtrecreatie Openbaar groen A. Wat willen we bereiken? Met minder kosten komen tot een acceptabel kwaliteitsniveau van het openbaar groen. B. Wat gaan we hiervoor doen? • Areaal verkleinen d.m.v. in gebruik geven/verkoop, zelfwerkzaamheid; • Versoberen, omvormen; • Verlaagt onderhoudsniveau; • Reduceren materieel en materiaal. Het acceptabel kwaliteitsniveau is omschreven in een (beeld)bestek, waarmee zowel de buitendienst als Ergon bedrijven naar werken. Zo is het kwaliteitsniveau gemeentebreed gelijk. De nieuwbouwplannen worden, nadat deze zijn overdragen aan de gemeente, toegevoegd aan het onderhoudsbestek. C. Wat gaat het kosten? De kosten van groenonderhoud zijn in de begroting opgenomen en kunnen binnen de gestelde kaders worden uitgevoerd. Recreatie en Toerisme A. Wat willen we bereiken? Toeristisch-recreatieve gemeente De visie van gemeente Heeze-Leende, zoals opgenomen in het Dynamisch economisch beleidsplan en activiteitenprogramma 2009 – 2014, is om “een aantrekkelijke gemeente te zijn en blijven om de economische groei en vitaliteit van de gemeente in haar geheel te bevorderen. Recreatie en Toerisme zijn een belangrijke pijler in deze visie. Gemeente Heeze-Leende wil toerisme en recreatie bevorderen door het faciliteren en ondersteunen van initiatieven vanuit de ondernemers in Heeze-Leende. Transnationaal Landschap Groote Heide Gemeente Heeze-Leende realiseert zich dat samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme een meerwaarde heeft, omdat door samenwerking de aantrekkelijkheid van het gebied vergroot kan worden. Ook onze buurgemeenten zien deze meerwaarde en daarom is er in september 2012 een intentieovereenkomst ondertekend. In deze overeenkomst spreken gemeenten Cranendonck, Valkenswaard, Neerpelt, Hamont-Achel en Heeze-Leende, de intentie uit om het gezamenlijk gebied herkenbaar en beleefbaar op de kaart te zetten. In het uitvoeringsprogramma dat opgesteld is staat
Programmabegroting 2014
Pagina 36 van 167
letterlijk:“Een aantrekkelijk, duurzaam vestigingsklimaat zijn in de Brainport regio, met een eigen identiteit. Dát is de ambitie van de vijf gemeenten voor 2025.” Strabrechtse Heide De Strabrechtse Heide is een unieke natuurparel in onze regio. De combinatie van deze natuur met het uitgebreide toeristisch-recreatief aanbod in de directe omgeving, maakt dat het gebied ook een enorme economische potentie heeft. De gemeenten Heeze-Leende, Someren en Geldrop-Mierlo onderkennen dit en willen dit middels een gezamenlijke aanpak beter gaan benutten. Het doel van deze samenwerking is enerzijds om meer mensen naar het gebied te trekken, maar vooral om de bestaande bezoekers van de heide meer richting de kernen te trekken waarbij ze gebruik maken van de faciliteiten die deze kernen te bieden hebben. Hiermee kan de leefbaarheid van en de economie in de kernen gestimuleerd worden. Recreatief Heeze-Leende Recreatief Heeze-Leende is in 2011 gestart als nieuwe vereniging voor toeristisch-recreatieve bedrijven. Anno 2014 heeft deze ondernemingsvereniging al een behoorlijk goede reputatie opgebouwd, wat heeft geleid tot een ledenbestand van ruim 45 leden. De focus ligt op het signaleren, ondersteunen en faciliteren van initiatieven binnen de toeristisch-recreatieve branche. Recreatief Heeze-Leende legt verbindingen tussen ondernemers onderling, maar ook richting de gemeente en andere partijen. Daarnaast ondernemen zij tal van promotionele activiteiten, om Heeze-Leende als toeristisch-recreatieve bestemming op de kaart te zetten. B. Wat gaan we hiervoor doen? Transnationaal Landschap Groote Heide Met het ondertekenen van de intentieovereenkomst is direct ook een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Voor alle projecten geldt dat ze weliswaar binnen één gemeente opgepakt worden, maar uiteindelijk worden ze over het gehele gebied uitgerold. Voor 2014 staan op het gebied van PR en communicatie concreet op de planning: • Het organiseren van een belevingsmaand binnen het Groote Heide gebied; een unieke gelegenheid voor bewoners en bezoekers om alle “Parels” binnen het gebied te verkennen; • Het verder uitbouwen van de interactieve website www.degrooteheide.eu; • Het uitbouwen van de mogelijkheden van Sociale Media. Projecten die in Heeze-Leende in 2014 tot uitvoer gebracht zullen worden zijn: • Verbetering toeristisch-recreatieve routestructuren; • Structureel overleg Groote Heide VVV’s; • Realisatie WIFIpunt bij Natuurpoort De Plaetse; • Uitbreiding netwerk van ANWB Fietsservicepunten. Strabrechtse Heide Ook binnen de samenwerking Strabrechtse Heide is een kort uitvoeringsprogramma vastgesteld. Gemeente Heeze-Leende staat in 2014 aan de lat voor: • Het project “adopteer een bank”waarbij het doel is om het straatmeubilair op de Strabrechtse Heide te vervangen en direct een uniforme uitstraling te geven; • Het opwaarderen van de wandel- en fietsroutenetwerken. Dit project ligt in het verlengde van het project “verbetering toeristisch-recreatieve routestructuren”dat in Groote Heide verband opgepakt zal worden.
Programmabegroting 2014
Pagina 37 van 167
Recreatief Heeze-Leende Recreatief Heeze-Leende wordt door de gemeente ondersteund door middel van een subsidiebedrag en ambtelijke ondersteuning. Deze ambtelijke ondersteuning bestaat uit deelname aan bestuursvergaderingen, geven van (on)gevraagd advies, verbindingen leggen tussen het gemeentelijk beleid en het beleid van Recreatief Heeze-Leende. C. Wat gaat het kosten? Er zijn twee posten opgenomen in de begroting die betrekking hebben op Recreatie en Toerisme. Het betreft de de algemene post “Recreatie en Toerisme” waar € 36.236 gereserveerd staat en de post “Toeristisch-Recreatieve Regionale Samenwerking” waar € 10.000 gereserveerd staat. Transnationaal Landschap De Groote Heide Voor de projecten binnen en de communicatie en promotie over het gebied de Groote Heide is een bedrag van € 10.000 opgenomen op de begroting, onder begrotingspost “Toeristisch-Recreatieve regionale Samenwerking” Strabrechtse Heide Gemeente Heeze-Leende reserveert op de post recreatie en toerisme een bedrag van € 5.000 voor projecten die plaatsvinden op de Strabrechtse Heide. Uitgangspunt is echter dat projecten die op de Strabrechtse Heide gerealiseerd worden, zoveel mogelijk vanuit bestaande budgetten gefinancierd worden. Daarnaast is het nadrukkelijk gewenst dat ook andere partijen, natuurpartijen en ondernemers, in het gebied gaan investeren. Recreatief Heeze-Leende Voor Recreatief Heeze-Leende is € 25.000 gereserveerd binnen algemene post Recreatie en Toerisme. Voorwaarde voor deze bijdrage is dat de vereniging zelf minimaal € 7.500 aan eigen middelen inbrengt. Hiermee en met het gereserveerde bedrag voor de samenwerking Strabrechtse Heide, blijft een bedrag van € 6.236 staan voor incidentele uitgaven. Tot slot staat er op de investeringsbegroting van is een bedrag van € 85.000 gereserveerd voor natuurpoorten en toeristische Startpunten. De financiering van een natuurpoort of toeristisch startpunt zal altijd plaatsvinden op basis van cofinanciering, waarbij de nadruk ligt op investeringen vanuit het bedrijfsleven.
722 Riolen en rioolgemalen A. Wat willen we bereiken? Doel is doelmatig beheer en een goed gebruik van de rioolvoorziening, het zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig transport van binnen gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater. Ook dient het riool zo min mogelijk overlast voor de omgeving te veroorzaken en ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater zoveel mogelijk te voorkomen. In het op 27 juni 2011 vastgestelde verbreed gemeentelijk rioleringsplan strekt de rioleringszorg zich verder uit naar hemelwater (inclusief extreme neerslag) en de zorg voor het grondwater. In 2014 zal er een BRP (Basis Riolerings Plan) moeten worden opgesteld. Dit plan rekent de functionaliteit van het stelsel uit. B. Wat gaan we hiervoor doen? Naast de reguliere onderhoudstaken om het rioolsysteem te kunnen laten functioneren als ontvangsten transportvoorziening voor afvalwater worden een aantal onderzoeken geïnitieerd die het in het
Programmabegroting 2014
Pagina 38 van 167
VGRP genoemde WaterKwaliteitsSpoor dienen. Vuilwater dat op het schone hemelwater is aangesloten of hemelwater dat nog op de drukriolering of op het vuilwaterriool is aangesloten moeten opgespoord en hersteld worden. Het “Hemelwaterstructuurplan” zal als basisdocument bij toekomstige rioolreconstructies kunnen worden ingezet. In combinatie met het ‘Meten en Monitoren’ aan de overstorten en aan het verder uit te bouwen grondwatermeetnet kunnen deze gegevens van belangrijke waarde zijn voor het op te stellen BRP. Er is een actieplan opgesteld voor de H2S problemen (aantasting van betonnen riolering) in de riolering. Waar lopen we de grootste risico’s en welke maatregelen kunnen we er tegen nemen en wat voeren we in welk jaar uit. De Schoolstraat, die voor 2014 in de planning van het VGRP was opgenomen wordt in 2014 voorbereid en zal in 2014 worden aanbesteed. C. Wat gaat het kosten? De kosten zijn in het VGRP meegenomen. In de reguliere onderhoudsbegroting wordt het onderhoud riolering voor 2014 met de inflatie correctie verhoogd.
2.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 2 • • • • • •
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 1.817 1.287 1.241 1.212 1.268 1.239 -1.684 -1.784 -1.904 -2.026 -2.153 -2.280 873 714 1.298 3.018
797 662 1.303 2.265
994 679 1.458 2.468
1.189 649 1.463 2.487
1.249 598 1.467 2.429
1.558 577 1.472 2.566
Een bezuiniging op de stortkosten van € 10.000 op het vegen van wegen, straten en pleinen; Een bezuiniging op het onderhoud van het openbaar groen van € 100.000, aan een nadere onderbouwing van deze taakstelling wordt gewerkt; Door een tariefsaanpassing worden hogere opbrengsten rioolrechten woningen en niet woningen geraamd van € 120.000; Een hogere dotatie aan de voorziening riolering op basis van het gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) van € 197.000; Door toename van de boekwaarde van wegen, straten en pleinen nemen de kapitaallasten toe (overeenkomstig de staat van activa); Een toename van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 155.000.
Programmabegroting 2014
Pagina 39 van 167
Tabel 2. Investeringen Functie
Omschrijving
voorg. jaren
2014
2015
2016
2017
210
Groot onderhoud wegen
0
300.000
300.000
300.000
300.000
210
Onderhoud bruggen
0
44.000
45.000
46.000
47.000
210
Renovatie lichtmasten
0
172.000
174.000
176.000
178.000
560
Toeristische startpunten
0
79.321
0
0
0
722
Vrijvalriolering*
1.820.700
996.886
524.428
639.694
106.873
722
Persleidingen*
76.383
0
0
0
0
722
Drukriolering elektromechanisch*
358.562
162.476
165.726
169.041
69.483
722
Randvoorzieningen bouwkundig*
0
0
131.571
0
0
* investeringen zitten in het VGRP
0
0
0
0
0
2.255.645
1.754.683
1.340.725
1.330.735
701.356
Totaal
Programmabegroting 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Pagina 40 van 167
Programma 3: Economische Zaken 3.1 Kenmerken Het programma Economische zaken is gericht op het zichtbaar verbeteren van de uitstraling van de gemeente als aantrekkelijke gemeente voor wonen, recreëren en werken. Het programma Economische Zaken bestaat uit de volgende onderliggende beleidsproducten: Productnummer 310 311 320 330 341
Beleidsproduct Handel en ambacht Marktgelden Industrie Nutsbedrijven Overige agrarische zaken, jacht en visserij
3.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
Jaar vaststelling
310
Verordening marktgelden 2011
2011
310
Huurovereenkomsten
310
Pacht overeenkomsten
310
Reclamenota 2004
310
Economisch beleidsplan
Extern
2008 (actualisatie 2013 voor 2014 t/m 2018)
3.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 310 Handel en ambacht 310 Economisch beleidsplan Het programma economische zaken is gericht op het zichtbaar verbeteren van de uitstraling van de gemeente als aantrekkelijke gemeente voor wonen, recreëren en werken. A. Wat willen we bereiken? Doelstelling van economische zaken is het versterken van de economische structuur van HeezeLeende, het stimuleren van de werkgelegenheid en het verbeteren van het bedrijfsklimaat. HeezeLeende moet geen slaapgemeente zijn waar alleen gewoond wordt en niet gewerkt, maar een gemeente met een eigen economische dynamiek. Een gezonde economie betekent immers een levendige en aantrekkelijke gemeente, zowel voor de inwoners zelf, als voor de werkende en voor bezoekers. De basis daarvoor is het Economisch Beleidsplan, dat in 2013 samen met ondernemers is geactualiseerd. Het uitgangspunt van het geactualiseerde plan is een uitvoeringsplan op de economische ontwikkeling van Heeze-Leende voor de komende vijf jaren. De economische ontwikkeling van Heeze-Leende op (middel)lange termijn is onderdeel van de structuurvisie.
Programmabegroting 2014
Pagina 41 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? Het Economisch Beleidsplan beschrijft de periode 2014 tot en met 2018 op de thema’s: Bevorderen economie en bedrijvigheid, Veiligheid, Infrastructuur, Recreatie en toerisme, Bedrijventerreinen, Buitengebieden, Detailhandel en horeca, en Zorg. Met dit plan geven we richting aan wenselijke ontwikkelingen van werkgelegenheid en bedrijvigheid in Heeze-Leende. Hierbij worden ook de zorgeconomiekansen die onze gemeente biedt meegenomen. Gemeente en ondernemersverenigingen overleggen structureel via een vaste vergaderstructuur over de doelstellingen, concrete activiteiten en afspraken over projecten, die onderdeel zijn van dit Uitvoeringsplan. Voorbeelden hiervan zijn het Transnationaal Landschap De Groote Heide, waarin ondernemen met de omgeving centraal staat, het bedrijventerreinenbeleid en het vestigingsbeleid voor bedrijven (monitoren bedrijvigheid). Dit mede in relatie tot de ontwikkeling en gronduitgifte in de Poortmannen, evenals het opstellen van economisch beleid inzake detailhandel en horeca in het kernwinkelgebied van Heeze. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om leegstand om te buigen. Tevens wordt beschreven hoe moet worden omgegaan met nieuwe detailhandelvormen, zoals webwinkels. Bedrijven die overwegen te vertrekken worden benaderd en er wordt overleg gevoerd om belemmeringen weg te nemen. Daar waar mogelijk zal ondersteuning geboden worden aan bedrijven op het gebied van subsidies. Het project Transnationaal Landschap De Groote Heide is ook beschreven in het programma 560 Recreatie en toerisme. C. Wat gaat het kosten? Voor de uitvoering van activiteiten/projecten is structureel € 7.500 in de begroting opgenomen.
330 Nutsbedrijven Breedband A. Wat willen we bereiken? Een echt open breedbandvoorziening, dat toegankelijk is voor alle inwoners, bedrijven en instellingen in onze gemeente, betaalbaar is en een hoge kwaliteit levert. B. Wat gaan we hiervoor doen? In 2014 zal de aanleg van breedband in de kernen, de Industriegebieden en kleine delen van het buitengebied worden afgerond. Vanaf medio 2014 zal de coöperatie zwarte cijfers moeten draaien om vervolgens de buitengebieden ter hand te nemen. Ofschoon de coöperatie op afstand staat, zullen wij dit proces nauwlettend volgen. De raad heeft immers ingestemd met het verstrekken van een bankgarantie onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het buitengebied eveneens wordt ontsloten. Ook zullen we toezien dat het netwerk open wordt gesteld voor meerdere dienstenaanbieders, zowel op het gebied van Internet, tv en telefonie als op het gebied van zorg, bewaking en allerlei e-diensten. C. Wat gaat het kosten? De gemeente staat garant voor 3,8 miljoen euro. Dit lijkt een heel bedrag maar uit de risicoanalyse blijkt dat het risico voor klein is. De raad heeft aan de garantstelling de eis verbonden dat 50 % van de inwoners zich moeten aanmelden en dat er een cofinanciering van 1 miljoen euro op tafel komt. Inmiddels heeft 60% zich ingeschreven en hebben de burgers van Heeze-Leende voor 1,1 miljoen aan obligaties gekocht.
Programmabegroting 2014
Pagina 42 van 167
3.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven 69 63 63 64 65 66 Inkomsten -231 -219 -243 -132 -53 -54 Mutatie reserves/voorzieningen 0 0 0 0 0 0 Kapitaallasten 103 102 135 23 23 23 Bedrijfsvoering 166 216 210 210 130 130 Totaal Programma 3 107 162 165 165 165 165 • • •
Door de kostenstijging bij de Poortmannen nemen de inkomsten toe in de vorm van “onderhanden werk” van € 24.000; Door toename van de boekwaarde nemen de kapitaallasten toe (overeenkomstig de staat van activa) met € 33.000; Een afname van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur.
Tabel 2. Investeringen Voor programma 3 zijn geen investeringen gepland.
Programmabegroting 2014
Pagina 43 van 167
Programma 4: Onderwijs en Kinderopvang 4.1 Kenmerken De gemeente heeft de wettelijke taak om samen met de schoolbesturen te zorgen voor adequate onderwijshuisvesting. De uitvoering van deze taak heeft de laatste jaren geleid tot vervangende nieuwbouw van zes basisscholen. Drie daarvan: De Merlebos (binnen Educatief Centrum De Nieuwe Hoeven), de Bergerhof (binnen Kindcentrum De Parel) en Brede School St. Jan zijn in 2012/ 2013 gerealiseerd. Naast de aandacht voor de gebouwelijke ontwikkeling van brede scholen/ Integrale Kindcentra (IKC) is er op een aantal locaties ook inhoudelijk vormgegeven aan het brede schoolconcept. De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel om schoolbesturen per 1 januari 2015 verantwoordelijk te maken voor het buitenonderhoud van hun schoolgebouwen. Daarmee worden de huisvestingsmiddelen voor het buitenonderhoud van basisscholen rechtstreeks aan de schoolbesturen beschikbaar gesteld. Aangezien de gemeente wel haar wettelijke zorgplicht voor adequate onderwijshuisvesting behoudt, blijft zij hiervoor financiële middelen ontvangen. Op dit moment is nog onduidelijk welke financiële verdeelsleutel zal worden toegepast. Naast de zorgplicht voor onderwijshuisvesting is de gemeente wettelijk verantwoordelijk voor het verminderen van de schooluitval (leer- en kwalificatieplicht en meld- en coördinatiefunctie), het aanbieden van leerlingenvervoer, het toezicht op de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de inzet van de voorschoolse educatie. Het kabinet Rutte II bezint zich op het huidige stelsel van onderwijs en opvang. Een idee van het kabinet is om alle peuters recht te geven op een kinderopvangtoeslag voor twee dagdelen per week en vier voor peuters met dreigende achterstanden. Hiervoor zouden dan middelen uit het gemeentefonds worden gehaald, maar de verantwoordelijkheid voor het vroeg- en voorschoolse educatiebeleid zou bij de gemeente blijven. Op 15 maart 2012 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Passend onderwijs aangenomen. Vanaf 1 augustus 2014 krijgen alle reguliere scholen de zogenaamde ondersteuningsplicht. Dit houdt in dat scholen ervoor moeten zorgen dat er voor elke leerling die wordt aangemeld een passende onderwijsplek is, ook als die leerling extra ondersteuning nodig heeft. Vanaf 1 januari 2015 krijgt de gemeente vanuit de nieuwe Jeugdwet de jeugdhulplicht. Dit betekent dat de gemeente moet zorgen dat iedere jeugdige, die een vorm van jeugdhulp nodig heeft, deze ook daadwerkelijk krijgt. Gezien de raakvlakken tussen passend onderwijs en transitie jeugdzorg krijgen de gemeente en het onderwijs de opdracht om de plannen over en weer af te stemmen. De invoering van passend onderwijs heeft invloed op onderwijshuisvesting, leerplicht en leerlingenvervoer. De gemeente maakt in regionaal verband afspraken met het onderwijs over de implementatie en uitvoering van de nieuwe wet. Productnummer 421 423 433 480 482
Beleidsproduct Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting Gemeenschappelijke baten/lasten van het onderwijs Volwasseneneducatie
650
Kinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk
Programmabegroting 2014
Pagina 44 van 167
4.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
Jaar vaststelling
421/423 /433
Verordening voorziening huisvesting gemeente Heeze-Leende 2009
480
Verordening onderwijs
480
Onderwijsbeleidsplan 2009-2012
2009
480
Lokale Educatieve agenda (LEA) 2009-2012
2009
480
Nota Jeugdbeleid 2009-2012
2009
650
Beleidskader toezicht Heeze-Leende
650
Beleidsregel peuterprogramma
2010
650
VVE beleid
2012
leerlingenvervoer
handhaving
Extern
onderwijs 2009
Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra
voortgezet 2012
Wet primair en voortgezet basisonderwijs
gemeente 2013
Wet kinderopvang kwaliteitseisen peuterspeelzalen
en
Wet Oké
4.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 421, 423, 433 Brede Scholen/Integrale kindcentra A. Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat kinderen en jongeren een optimale start krijgen, doordat partijen binnen het onderwijs en welzijn intensief samenwerken in een brede school/ IKC ten aanzien van de doorgaande ontwikkelingslijn. Een brede school/ IKC in Heeze-Leende beoogt een expertisecentrum of ontmoetingsplek in de wijk of dorpskern te zijn waar alle betrokkenen samenwerken rondom de aandachtsgebieden: onderwijs, jeugd, gezin, sport, cultuur, wijk en verenigingsleven. De vorming van Integrale Kindcentra (IKC) betreft een vergaande vorm van brede schoolontwikkeling. In het kader van de brede scholen/ IKC spelen het beleid en afspraken omtrent Passend onderwijs, schoolmaatschappelijk werk, Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en de combinatiefuncties een belangrijke rol. B. Wat gaan we hiervoor doen? De gemeente stelt in samenspraak met de kernpartners een visie ‘Brede school/ IKC in HeezeLeende’ op, waarbij naast aandacht voor de doorgaande ontwikkellijn, ook aandacht is voor de opzet van integrale dagarrangementen en de aansluiting bij leefbaarheid in het dorp/ de wijk. Op iedere basisschool binnen de gemeente vindt brede school/ IKC-ontwikkeling plaats. Voor iedere brede school/ IKC wordt een pedagogisch plan opgesteld, in samenwerking met andere samenwerkingspartners en afgestemd op de behoefte van kinderen, ouders en dorps- of wijkbewoners en welke jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld wordt. Indien gewenst neemt de gemeente de rol van procesbegeleider op zich om kernpartners te ondersteunen in het proces om te komen tot een pedagogisch plan. Dit in de vorm van een gemeentebrede werkgroep brede school/ IKC.
Programmabegroting 2014
Pagina 45 van 167
C. Wat gaat het kosten? Er zijn geen specifieke financiële middelen beschikbaar voor de brede school/ IKC-ontwikkeling. De doorontwikkeling dient gerealiseerd te worden binnen de bestaande budgetten vanuit de LEA, CJG en VVE. Daarbij wordt gezocht naar cofinanciering met betrokken partners. Combinatiefunctionarissen A. Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat het voor alle kinderen, ongeacht hun situatie, mogelijk is om kennis te maken met sportieve en culturele activiteiten. Kinderen beleven hier plezier aan en zij kunnen hun talenten, breder dan enkel op sportief en cultureel vlak optimaal ontwikkelen. Hiermee groeien zij gezond op en participeren in en dragen bij aan een sociale omgeving met een sterke samenhang. In 2010 heeft het college van B&W de intentieverklaring ondertekend om deel te nemen aan de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur. Door de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur wordt gestreefd naar het inzetten van combinatiefunctionarissen. Een combinatiefunctionaris is werkzaam op het gebied van onderwijs, sport of cultuur en werkzaam in de verschillende sectoren. De functionaris is de brug tussen activiteiten op scholen en naschooltijd (binnen- en buitenschools leren). B. Wat gaan we hiervoor doen? Er wordt een structureel aanbod van sport- en cultuuractiviteiten tijdens en na schooltijd voor de (basis)schooljeugd gerealiseerd, zowel op als rondom de school, de buurt en bij de sport- en cultuurverenigingen. Het bewegingsonderwijs en de cultuureducatie in het (basis)onderwijs worden kwalitatief versterkt en ondersteund. De samenwerking en afstemming tussen de aanbieders van de sport- en cultuuractiviteiten en het onderwijs wordt gestimuleerd. In samenwerking met schoolbesturen en de sportraad Heeze-Leende zijn in 2012 twee sportconsulenten (1,7 fte) aangesteld. Vanaf 2013 is een cultuurcoach (0,5 fte) aangesteld vanuit een samenwerkingsovereenkomst met Rick. Op basis van de rijksbijdrage Brede Impuls Combinatiefuncties, die loopt tot eind 2016, is ingestemd met de vervolginzet van de combinatiefuncties voor in ieder geval de jaren 2014 en 2015. C. Wat gaat het kosten? De totale kosten voor de inzet van 2,2 fte aan combinatiefunctionarissen op gebied van sport en cultuur bedraagt jaarlijks € 110.000. De rijksbijdrage is 40% en het basisonderwijs uit gemeente Heeze-Leende betaald 20% van deze kosten. Hiermee komt het bedrag voor de gemeente nog op € 44.000 per jaar. Vanuit het programma ‘Sport en bewegen in de buurt’ is de rijksbijdrage vanaf 2013 opgehoogd tot € 62.150. Dit biedt de gemeente de mogelijkheid om 0,9 fte aan buurtsportcoaches in te zetten. Hier is 60% cofinanciering nodig. In 2014 wordt bekeken hoe deze regeling wordt ingevuld. Passend Onderwijs A Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat in het kader van de Wet Passend onderwijs alle leerlingen – ook de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben – een zo passend mogelijke plek in het onderwijs krijgen, zo thuis nabij mogelijk. In het kader van de Wet Passend onderwijs is Iedere school ingedeeld bij een samenwerkingsverband. Het onderwijsveld, zowel primair als voorgezet onderwijs, binnen de gemeente Heeze-Leende is ingedeeld in twee verschillende regio’s. Heeze valt onder het samenwerkingsverband regio Helmond-Peelland, Leende en Sterksel vallen onder het samenwerkingsverband Eindhoven-Kempenland. De nieuwe wet gaat in per 1 augustus 2014. Het voortgezet onderwijs binnen de regio Helmond-Peelland betreft één van de drie pioniers van samenwerkingsverbanden die volgens de eerdere planning de zorgplicht heeft laten ingaan op 1 augustus 2013.
Programmabegroting 2014
Pagina 46 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? De regionale samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet Passend onderwijs. Op basis van deze verantwoordelijkheid hebben zij voor ieder kind een ondersteuningsplicht en moet zij een kind altijd plaatsen. De gemeente is primair verantwoordelijk voor onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer en de invulling van de leerplichtfunctie. Ook is de gemeente eerstverantwoordelijk voor het opstellen van een visie en beleidsplan voor de toekomstige taken jeugdzorg. In onderlinge afstemming tussen gemeente en het onderwijs wordt passend onderwijs in samenhang gebracht met de zorg voor jeugd. Jaarlijks vindt er op regionaal niveau een bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten en met een vertegenwoordiging van het regionaal samenwerkingsverband. C. Wat gaat het kosten? De gemeente ontvangt in het kader van passend onderwijs geen financiering in het gemeentefonds. De financiering van passend onderwijs verloopt via de regionale samenwerkingsverbanden en schoolbesturen. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) C. Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat risico’s op taal(spraak)achterstanden bij kinderen worden voorkomen, zodat alle kinderen in Heeze-Leende zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door kinderen vroeg te laten deelnemen aan de voorschoolse voorzieningen kunnen taalachterstanden worden voorkomen bij aanvang van de schoolcarrière. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) maakt onderdeel uit van het landelijk onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en is gericht op de ontwikkelingsstimulering en educatie voor jonge kinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. B. Wat gaan we hiervoor doen? In samenspraak met de directies van basisscholen, de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar en de vijf kinderopvangorganisaties heeft de gemeente in 2012 het VVE-Beleid 2012-2014 vastgesteld. Er volgt nog een VVE-actieplan. Hiermee worden de uitgangspunten van de doorgaande ontwikkelingslijn voor 2 tot 6 jarigen geborgd. Actiepunten, naast wettelijke uitgangspunten zijn o.a.: het opstellen van VVElocatieplannen, waarin kinderopvang afspraken maakt met basisscholen over het VVE-aanbod en het opstellen van een kwaliteitsmonitor VVE, zodat de voortgang van de kwaliteit van VVE kan worden gevolgd. C. Wat gaat het kosten? De gemeente Heeze-Leende ontvangt op basis van de OAB-regeling 2011-2014 VVE-middelen tot en met het jaar 2014. Gemeente Heeze-Leende ontvangt een geoormerkt budget van € 19.091 per jaar. Deze middelen worden met name ingezet om het VVE financieel toegankelijk te maken voor ouders. De gemeente ontvangt vanaf 2011 financiële middelen. Aangezien VVE pas vanaf 2013 is ingezet is er eind 2014 wellicht sprake van een restantbedrag VVE. Uitgaande van een VVE-aanbod voor 16 doelgroepkinderen, zal een deel van het restantbedrag mogelijk als buffer gebruikt kunnen worden. Een ander deel wordt mogelijk ingezet als tegemoetkoming in VVE-scholing van pm-ers. Het is nog onduidelijk of de gemeente na 2014 ook nog rijksmiddelen ontvangt.
Programmabegroting 2014
Pagina 47 van 167
433 Bijzonder Speciaal Onderwijs Berkenschutse A Wat willen bereiken? De gemeente Heeze-Leende wil, conform haar wettelijke taak, zorgen voor het adequaat huisvesten van de leerlingen die bij de Berkenschutse ingeschreven staan. B. Wat gaan we hiervoor doen? Door de herontwikkeling van Providentia moeten de cluster 4 leerlingen van de Berkenschutse die daar in units gehuisvest zijn, daar weg. Op 18 februari 2013 stelde de gemeente geld beschikbaar voor een uitbreiding van de Berkenschutse aan de Sterkselseweg 65, zodat de cluster 4 leerlingen daar gehuisvest kunnen worden. Na het beschikbaar stellen van dit krediet is het huisvestingsplan verder uitgewerkt, hebben Kempenhaeghe en gemeente realisatieafspraken gemaakt en is de bouw van start gegaan. Als alles volgens planning verloopt, is de school in 2014 in gebruik genomen. In 2014 wordt het project dan verder afgerond en afgerekend. Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs ingevoerd. Deze wet beoogt kinderen thuis nabij onderwijs te bieden. De invoering van de wet heeft echter ook tot gevolg dat er in het jaar voor de invoering veel extra leerlingen snel nog ingeschreven worden bij het speciaal onderwijs. Bij aanvang van het schooljaar 2013-2014 had de Berkenschutse zo’n 100 leerlingen meer dan verwacht in de leerlingenprognose. Deze leerlingen konden niet gehuisvest worden in de bestaande schoolgebouwen van de Berkenschutse. De gemeente heeft daarom geld beschikbaar gesteld voor een tijdelijke uitbreiding bij de Berkenschutse met units. Deze units zijn bij aanvang van het schooljaar 2013-2014 in gebruik genomen. C Wat gaat het kosten? De gemeente heeft € 3.502.937 beschikbaar gesteld voor de bouw van de nieuwe cluster 4 school. Daarnaast werd het huurbedrag voor de units op Providentia voor 2014 ad. € 408.000 beschikbaar gesteld. Voor de tijdelijke uitbreiding heeft de gemeente € 139.150 beschikbaar gesteld. Tegenover deze kosten staan inkomsten vanuit het gemeentefonds om te kunnen voldoen aan onze wettelijke huisvestingsplicht. In het raadsvoorstel van 18 februari werd voor 2014 een tekort van € 294.752 voorzien. Door de extra leerlingen vanwege de Wet Passend Onderwijs, krijgen we in 2014 een hogere gemeentefondsbijdrage. Het verwachte tekort wordt hierdoor teruggebracht tot € 149.752. 650 Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk A. Wat willen we bereiken? 1) Kwaliteit kinderopvang en gastouders We willen bereiken dat de kinderopvangorganisaties en gastouders die kinderopvang en peuterwerk in onze gemeente aanbieden voldoen aan de kwaliteitseisen conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). 2) Peuterwerk Door het faciliteren van peuterwerk willen we de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar bevorderen. Door de inzet van professioneel peuterwerk wordt de ontwikkeling van kinderen gestimuleerd door het ontmoeten van en samen spelen met andere kinderen, het vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsproblemen en door ondersteuning te bieden wanneer dit zich voordoet.
Programmabegroting 2014
Pagina 48 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? 1) Kwaliteit kinderopvang en gastouders De gemeente is op grond van de Wko verantwoordelijk voor registratie, toezicht en handhaving. De gemeente zorgt dat het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP) up tot date wordt gehouden. In opdracht van de gemeente inspecteert de GGD jaarlijks alle vormen van kinderopvang (dagverblijven, buitenschoolse opvang en gastouderopvang). De inspecties richten zich op hygiëne, veiligheid, pedagogisch beleid, inzet van personeel, accommodatie en ouderinspraak. Als blijkt dat kinderopvangorganisaties en gastouders niet aan de kwaliteitseisen voldoen start de gemeente een handhavingstraject. In de gemeente Heeze-Leende staan 6 kinderopvangorganisaties met 21 locaties/vormen van kinderopvang in het LRKP geregistreerd. Daarnaast staan 46 gastouders in het LRKP geregistreerd. 2) Peuterwerk Het peuterwerk is in de gemeente Heeze-Leende geïntegreerd met de kinderopvang. Dat betekent dat het peuterwerk door de kinderopvangorganisaties wordt uitgevoerd. Op grond van de beleidsregel ‘peuterprogramma’ faciliteert de gemeente door middel van een gemeentelijke subsidie de ouders van peuters die geen aanspraak kunnen maken op de kinderopvangtoeslag. C. Wat gaat het kosten? 1) Kwaliteit kinderopvang en gastouders Voor de uitvoering van registratie, toezicht en handhaving binnen de Wko is in 2014 een bedrag van € 26.010 in de begroting opgenomen. 2) Peuterwerk Voor het beschikbaar stellen van een gemeentelijke subsidie is in 2014 een bedrag van € 20.000 in de begroting opgenomen.
4.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 4 • • • •
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 4.103 1.996 2.258 1.869 2.074 2.011 -126 -176 -202 -205 -209 -212 59 3 113 4.152
30 0 227 2.077
22 0 264 2.342
22 0 268 1.954
22 0 272 2.159
22 0 277 2.098
De kosten voor een bijdrage in de huurvergoeding Berkenschutse voor een periode van 4 jaren tot en met 2016 van € 40.000; Een lagere bijrage voor de lokale educatieve agenda van € 22.500; Hogere kosten voor vroeg- en voorschools educatie in relatie tot impuls brede scholen combinatiefunctionaris van € 45.600; Hogere opbrengsten voor vroeg- en voorschoolse educatie, het betreft hier de bijrage van de scholen voor de combinatiefunctionaris van € 22.000;
Programmabegroting 2014
Pagina 49 van 167
• • • •
De kosten voor het instellen van buurtsportcoaches van € 18.000; Het doorvoeren van een bezuiniging op de subsidie voor de peuterspeelzalen van € 10.600; Hogere kosten voor de capaciteitsuitbreiding vanaf 2014 voor het peuterspeelzaalwerk in relatie tot de wet Oké van € 47.000; Een toename van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 37.000.
Tabel 2. Investeringen Voor programma 4 zijn geen investeringen gepland.
Programmabegroting 2014
Pagina 50 van 167
Programma 5: Cultuur en Recreatie 5.1 Kenmerken De gemeente Heeze-Leende is een mooie gemeente met een levendig en breed verenigingsleven. Het moge dan ook duidelijk zijn dat cultuur en recreatie één van de pijlers is van het beleid van de gemeente Heeze-Leende. In 2011 zal hierbij de nadruk gelegd worden op een nieuw recreatie- en toerismeplatform en accommodatiebeleid. Het programma Cultuur en Recreatie omvat het in stand houden, initiëren en optimaliseren van voorzieningen op het gebied van recreatie, cultuur, sport en ontspanning voor jong en oud. Het programma bestaat uit de volgende onderliggende beleidsproducten: Productnummer 510 511 530 531 540
Beleidsproduct Openbaar Bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst
541
Oudheidskunde / musea
580
Overige recreatieve voorzieningen
5.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product Intern
Jaar vaststelling
510/511/ Subsidieverordening 2012 560/580/ 530/540/ 541/550 510/511/ Nota subsidiebeleid 2012 530/540/ 541/550/ 560/580 530 Overzicht tarieven binnensportwelzijnsaccommodaties 541 Monumentenverordening
2011
580
Nota kampeerbeleid
310
Economisch beleidsplan recreatie en toerisme)
Programmabegroting 2014
Extern
2012
en 2011 2010
Welzijnswet Monumentenwet 1988
(onderdeel 2008 (actualisatie 2013 voor 2014 t/m 2018)
Pagina 51 van 167
5.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 510 Bibliotheekwerk A. Wat willen we bereiken? Gemeente Heeze-Leende streeft er, samen met Bibliotheek de Kempen, naar om met name kinderen te bedienen op het gebied van taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid. B. Wat gaan we hiervoor doen? Hiertoe wordt door de bibliotheek een doorlopende leeslijn in de vorm van programma’s Boekstart (voor baby’s), Het Voortouw (voorschools) en De Rode Draad (primair onderwijs). Ook voor volwassenen is er een beperkte collectie fysiek beschikbaar. C. Wat gaat het kosten? Voor 2014 is voor de bibliotheek een bedrag begroot van € 275.962. Voor het onderzoek naar de bezuiniging in 2015 zijn geen extra financiële middelen noodzakelijk. Hiervoor zal alleen ambtelijke inzet vereist zijn. 511 Muziekonderwijs A. Wat willen bereiken? 1) We willen bereiken dat de jeugd kennis kan maken met muziek door lid te worden van een fanfare. Door gesubsidieerd muziekonderwijs aan te bieden aan de jeugd tot 18 jaar wordt ontplooiing door middel van het bespelen van een instrument mede mogelijk gemaakt, en worden de fanfares ondersteund bij het werven van nieuwe leden. Het budget dat beschikbaar is voor muziekonderwijs gaat nu nog direct naar muziekschool RICK in Weert, voor het geven van muziekles op (alleen) fanfare-instrumenten voor de jeugdleden van onze fanfares. Dit zowel op basis van een bestuurlijk convenant met het RICK en de gemeenten Asten, Cranendonck, Nederweert, Someren en Weert, als een jaarlijkse uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente en RICK. Deze constructie met financiële verplichtingen maar ook risico’s vergt regelmatig overleg met de convenantpartners. We willen naar een minder ingewikkelde, efficiënte en effectieve constructie, waar minder risico’s aan kleven en liefst lagere subsidieverplichtingen. 2) Muziekonderwijs is in de Kadernota 2014 opgenomen als een Categorie C-bezuiniging. We onderzoeken of er –na de forse bezuiniging die in 2012 heeft plaatsgevonden op het muziekonderwijsnog meer bezuiniging mogelijk is door het muziekonderwijs op een andere manier te organiseren. B. Wat gaan we hiervoor doen? 1) Met RICK en de partnergemeenten wordt overlegd om het gezamenlijke convenant met ingang van 2014 zonder frictiekosten te vervangen door een meerjarige uitvoeringsovereenkomst per gemeente. De in 2012 gestarte reorganisatie bij RICK wordt voortgezet om de (overhead)kosten van het muziekonderwijs verder terug te brengen. 2) We gaan in overleg met de fanfares onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het muziekonderwijs op andere wijze te organiseren, wat meer op afstand van de gemeente te plaatsen bijvoorbeeld door de fanfares hier een meer directe rol in te geven. Het doel hiervan is dat naast hetgeen onder punt 1 laatste regel is verwoord, minder capaciteit nodig is voor overleg en aansturing op de kwaliteit en kwantiteit van het onderwijs. C. Wat gaat het kosten? 1) Het budget voor muziekonderwijs wordt niet geïndexeerd en blijft € 71.267. Programmabegroting 2014
Pagina 52 van 167
2) Het onderzoek vindt plaats binnen de bestaande formatie. 530 Sport Gezamenlijke sportaccommodatie A. Wat willen we bereiken? De gemeente wil te weten komen of een centrale sportvoorziening haalbaar is en of er voldoende draagvlak voor is. B. Wat doen we ervoor? De sportraad voert de haalbaarheidsstudie uit aan de hand van de volgende onderdelen: 1. Omschrijving van de huidige sportvoorzieningen. - Ligging en onderhoudsstaat - Eigendomssituatie; inclusief erfpacht, gebruiksovereenkomsten etc. - Ontwikkelmogelijkheden locaties 2. Omschrijving van de centrale sportvoorziening - Ruimtelijke mogelijkheden gebied rond de Groote Speel - SWOT-analyse - Synergievoordelen 3. Omschrijving financiële haalbaarheid 4. Onderzoeken draagvlak gebruikers C. Wat gaat het kosten? Er wordt naar gestreefd om voor de haalbaarheidsstudie slechts gebruik te maken van eigen medewerkers en faciliteiten (vergaderruimte, printen etc.).
541 Monumentenbeleid Gemeentelijk monumentenbeleid A. Wat willen we bereiken? Monumentenbeleid ontwikkelt zich meer en meer van een object- naar een gebiedsgerichte aanpak. Het gaat niet zozeer om het individuele pand, maar de samenstelling van het geheel is in toenemende mate bepalend voor de aanwijzing van dat pand als een beschermd object. Het beleid is erop gericht om, naast de monumentale panden, in de toekomst te komen tot een inventarisering van de beschermde dorpsgezichten die onze gemeente rijk is. B. Wat gaan we hiervoor doen? De gemeentelijke Monumentencommissie is de afgelopen periode druk bezig geweest met het samenstellen van een catalogus met daarin opgenomen kleine monumenten, kunstwerken en gedenktekens. De subsidieverordening voor gemeentelijke monumenten is inmiddels aangepast aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en vastgesteld. Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden van het historisch waardevol groen. Hieruit is gebleken dat er circa 900 bomen in aanmerking komen om aangewezen te worden als monument. In 2014 zal de procedure voor het aanwijzen van gemeentelijke groene monumenten vorm gaan krijgen. Dit betreft het beschrijven, fotograferen en in kaart brengen van de potentiële monumentale groene objecten. Na afronding van de aanwijzingsprocedure van het gemeentelijk monumentaal groen zal een eerste aanzet worden gemaakt met de inventarisering van beschermde dorpsgezichten. Dit alles naast het regulier werk m.b.t. het verstrekken van vergunningen voor monumenten, het organiseren van de monumentendag en het adviseren van burgers die in het bezit zijn van een monument. De Monumentencommissies van Cranendonck, Valkenswaard en Heeze-Leende worden samengevoegd naar 1 Programmabegroting 2014
Pagina 53 van 167
Monumentencommissie voor de 3 gemeenten. Dat geldt ook voor de Welstandscommissie en daar waar mogelijk zullen ook de Monumenten- en Welstandscommissie integreren, bijvoorbeeld bij het verbouwen van een monumentaal pand. C. Wat gaat het kosten? Reeds enkele jaren voeren we om de monumentenzorg uit binnen het bestaande budget. Door het van rijkswege verleggen van activiteiten naar de gemeente en het uitvoeren van een aantal vastgestelde verordeningen, vergt dit een extra tijdsinvestering. Advisering bij restauratie van rijksmonumenten is door de Rijksdienst voor het Cultuur Erfgoed overgeheveld naar de gemeenten. De aanwijzing van nieuwe monumenten heeft vooralsnog geen consequenties met betrekking tot de financiële middelen.
580 Overige recreatieve voorzieningen
Subsidiebeleid A. Wat willen we bereiken We willen bereiken dat we met het op eenvoudige en transparante wijze inzetten van subsidies kunnen sturen in het activiteitenaanbod van de subsidieontvangers. In 2011 is de Algemene Subsidie Verordening vastgesteld en in 2012 is de Nota Subsidiebeleid vastgesteld. Op grond van dit beleid worden jaarlijkse subsidies verleend aan het lokale verenigingsleven, en eenmalige subsidies voor lokale activiteiten. In 2014 willen we het nieuwe subsidiebeleid verder implementeren en evalueren. B. Wat gaan we hiervoor doen? Conform afspraak met de gemeenteraad evalueren we medio 2014 het subsidiebeleid en onderzoeken we of de doelen van het beleid zijn bereikt: is de subsidieverlening vereenvoudigd, is er meer transparantie en zijn er minder administratieve en bestuurlijke lasten? Dit vormt mogelijk aanleiding tot een aanpassing van de verordening en/of het toetsingskader. C. Wat gaat het kosten? De evaluatie vindt plaats binnen bestaande fte. Voor de jaarlijkse subsidies voor het lokale verenigingsleven worden budgetten geraamd van in totaal ongeveer € 110.000. Voor de eenmalige subsidies wordt een budget geraamd van € 20.000 waarvoor geldt ‘op is op’. Op de overige jaarlijkse subsidies (voor de veelal grotere instellingen) wordt daar waar mogelijk bezuinigd, bijvoorbeeld door deze niet te indexeren.
5.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 5
Programmabegroting 2014
Realisatie 2012 1.051 -108 -40 248 679 1.830
Begroting 2013 957 -114 110 201 706 1.860
Begroting 2014 913 -116 109 194 830 1.930
Begroting 2015 876 -118 109 152 830 1.849
Begroting 2016 891 -121 109 135 830 1.844
Begroting 2017 905 -123 109 113 830 1.834
Pagina 54 van 167
• •
Op basis van huidige beschikbare gegevens is er een lagere subsidie geraamd voor Stichting Openbare Bibliotheek van € 25.000; Een toename van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 124.000.
Tabel 2. Investeringen Voor programma 5 zijn geen investeringen gepland.
Programmabegroting 2014
Pagina 55 van 167
Programma 6: Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening 6.1 Kenmerken Het programma Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverleningen omvat enerzijds de zorg voor een adequaat voorzieningenniveau, het op weg helpen van inwoners naar werk, het bestrijden van armoede en het verstrekken van bijstand. Anderzijds omvat het programma het bevorderen van Sociaal, Cultureel werk en Jeugd- en Jongerenwerk. Het programma Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverleningen bestaat uit de volgende onderliggende beleidsproducten: Productnummer 610 611 612 614 620 621
Beleidsproduct Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen
622
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
623
Participatiebudget
630
Sociaal-cultureel werk
652
Voorziening gehandicapten
6.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
610/611/612/ 614/620
Maatregelenverordening Bijstand 2010
610/611/612/ 614/620 610/611/612/ 614/620 610/611/612/ 614/620
Maatregelenverordening Wet Investering in 2010 Jongeren 2010 Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2010 2010
610/611/612/ 614/620 610/611/612/ 614/620
Re-integratieverordening WWB, IOAW en 2010 IOAZ 2010 (Re-integratieverordening) Verordening werkleeraanbod Wet Investering 2010 in Jongeren 2010
610/611/612/ 614/620
Verordening cliëntenparticipatie WWB 2007 2007 (Cliëntenparticipatieverordening)
Wet
Werk
Jaar vaststelling en 2010
Extern − − − −
Wet Werk en Bijstand IOAW en IOAZ BBZ 2004 Sociale en fiscale wetgeving Vreemdelingenwet
Verordening Handhavingsverordening WWB 2007 2007 (Beheers / anti-misbruikverordening)
Programmabegroting 2014
Pagina 56 van 167
Product
Intern
610/611/612/ 614/620
Jaar vaststelling Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB 2010 2010
Extern
610/611/612/ 614/620
Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet 2010 investeren in Jongeren 2010
622
Beleidsplan Wmo
2012
Wmo
622
Verordening Participatieraad
2007
Wmo
622
Verordening Wmo 2012
2011
Wmo
620/622/623/ 630/650 620/622/623/ 630/650
Subsidieverordening 2012
2011
Nota subsidiebeleid 2012
2012
6.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 610 Wet werk en bijstand Missie Werk en Inkomen De gemeente is een betrouwbare en betrokken partner die burgers mogelijkheden biedt om hun bestaanszekerheid te vergroten en om naar vermogen te participeren in de samenleving. Achtergrond en ontwikkelingen Op 1 januari 2015 treedt naar verwachting de Participatiewet in werking. Deze regeling voegt de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wajong samen en vervangt de eerder voorgestelde Wet Werken naar Vermogen (WWNV). Doel van de Participatiewet is dat meer burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag gaan bij reguliere werkgevers. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze nieuwe wet. De doorvertaling van het Sociaal Akkoord in de wettekst is bij het opstellen van deze begroting nog niet voltooid. Verdere details over onder andere de financieringssystematiek en de rol van de sociale partners laten nog op zich wachten. Werk & Inkomen werkt samen met de regiogemeenten om de Participatiewet regionaal in te voeren. Samen met de gemeenten Veldhoven, Waalre en Eindhoven en met Ergon werken we toe naar een nieuwe organisatie voor de poort van de sociale zekerheid. Door schaalvergroting kunnen we effectiever gebruik maken van de mogelijkheden van de regionale arbeidsmarkt en benutten we kansen om uitvoeringskosten terug te dringen. De economische recessie zal ook in 2014 nog goed merkbaar zijn. Het algemene beeld voor 2014 is nog steeds ‘economisch zwaar weer’. Dit uit zich in een groeiend klantenaantal. We verwachten een stijging van 4% en het realiseren van uitstroom naar werk zal moeizamer verlopen. Beleid Werk en re-integratie Wij beseffen dat de arbeidsmarkt groter is dan alleen Heeze-Leende of het A2-werkgebied. Daarnaast zijn we ons ervan bewust dat we in samenwerking met de omliggende gemeenten en het Sw-bedrijf tot betere resultaten kunnen komen. In 2014 werken we verder aan een gezamenlijke regionale uitvoering van re-integratie, werkgeversbenadering en de Participatiewet. Dit doen we o.a. in het kader van een Businesscase. De uitgangspunten zagen er begin 2013 als volgt uit: • De huidige GR (‘Ergon’) blijft op hoofdlijnen in stand met een bestuur op basis van gelijkwaardigheid en met behoud van entiteit van de deelnemende partijen; • Er is een organisationele scheiding tussen beschut werk (Ergon) en de doelgroep met kansen op regulier werk (het WerkLeerBedrijf). Programmabegroting 2014
Pagina 57 van 167
Decentralisaties Het kabinet benadrukt het belang van de samenwerking tussen gemeenten in relatie tot de decentralisaties. De transities op het gebied van Jeugdzorg, de Participatiewet en de AWBZ stellen forse eisen aan gemeenten. Om voldoende uitvoeringskracht te realiseren, dient de uitvoering op een hoger schaalniveau belegd te worden. Het schaalniveau waarop de Participatiewet wordt ingevoerd, is ruim voldoende om voorbereid te zijn op de toekomstige ontwikkelingen. Wij werken aan een steeds efficiëntere samenhang en samenwerking tussen de drie transities. Hierbij staat het perspectief van de burger centraal, zodat deze zo goed en efficiënt mogelijk geholpen wordt. Zo zoeken wij bij de aanpak van de arbeidsmatige dagbesteding aansluiting bij de afdeling WMO, zodat gelijksoortige voorzieningen goed op elkaar aansluiten. Inkomen De Huishouduitkeringstoets wordt ingevoerd per 1 januari 2015; in 2014 bereiden we een vloeiende start voor. Met deze toets wordt het normbedrag van de uitkering verlaagd wanneer er in een huishouden meerdere inwonende volwassenen aanwezig zijn. Dit voorkomt stapeling van uitkeringen binnen een huishouden. Tegelijkertijd wordt het lonend om aan het werk te gaan doordat het salaris niet wordt verrekend met de uitkeringen in het huishouden. Ook in 2014 zetten wij ons sterk in voor een effectieve handhaving. Daarmee streven we na dat ondersteuning vanuit de sociale zekerheid wordt beperkt tot diegenen, die er daadwerkelijk van afhankelijk zijn. Minima Mede gezien de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling is een herziening van ons minimabeleid noodzakelijk. Leidraad is de voorzieningen te beperken tot de echte minima en ook om via de minimaregelingen een prikkel naar re-integratie te geven, zoals vastgelegd in de Kadernota Onderweg naar een nieuwe sociale zekerheid. Schuldhulpverlening Sinds 1 januari 2013 wordt schuldhulpverlening uitgevoerd door Werk & Inkomen in samenwerking met twee externe partners. Schuldhulpverlening is een nieuw onderdeel van Werk & Inkomen en zal in een aanloopfase van 3 jaar uitgroeien tot een vol in bedrijf zijnd onderdeel van Werk en Inkomen. Er is gekozen voor de minimale variant in de aanloopfase met de mogelijkheid om in de toekomst door te groeien. Afhankelijk van het budget kan de doelgroep uitgebreid worden. Op basis van de huidige inrichting verwachten wij voor 2014 in totaal 465 aanvragen schuldhulpverlening. In het najaar van 2013 is de Preventienota Schuldhulpverlening gepresenteerd. De effecten hiervan zullen op termijn blijken. Kaderstellende nota’s: • Handhavingsplan 2010-2014; • Kadernota “Een andere manier van werken”; • Nota “Tegengaan niet gebruik van inkomensvoorzieningen”; • Kadernota werk & inkomen “Onderweg naar een nieuwe Sociale Zekerheid” 2012-2015; • Beleidsnota Schuldhulpverlening 2012. A. Wat willen we bereiken? Alle burgers participeren vanuit hun eigen verantwoordelijkheid naar vermogen in de samenleving. Uitkeringsgerechtigden worden primair naar de arbeidsmarkt begeleid en pas als dat niet reëel haalbaar is naar maatschappelijk nuttige activiteiten.
Programmabegroting 2014
Pagina 58 van 167
B. Wat gaan we hiervoor doen? Versterken van de poortwachterrol Door samenwerking met het regionale WerkLeerBedrijf willen wij onze poortwachterrol versterken. Het WerkLeerBedrijf is een geïntegreerde aanpak van re-integratie, handhaving en inkomen. Waar mogelijk wordt de burger geprikkeld om zelf betaald werk te bereiken. Verbreding arbeidstraining A2-De Kans De arbeidstraining van het ESF-project A2-De Kans wordt verbreed en ingezet voor uitkeringsgerechtigden met zicht op arbeid. De arbeidstraining is een combinatie van leren en werken. Deelnemers doen arbeidsritme op en leren basale werknemersvaardigheden. Dit is een beproefd concept dat we in samenwerking met Ergon uitvoeren. Door deze integrale aanpak is er sprake van combinatie van re-integratie, handhaving en inkomen. Heroverwegen van het minimabeleid De criteria die de noodzaak tot ondersteuning bepalen, worden scherper gedefinieerd en waar mogelijk wordt via het minimabeleid een prikkel naar arbeidsinschakeling gegeven. De uitvoering van de processen wordt sneller en efficiënter. Zo mogelijk organiseren we een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, opdat de gezondheidsbelangen van onze minima goed en gestructureerd zijn verzorgd. Voortzetten inkomensverstrekking en actieve handhaving We bieden bestaanszekerheid voor diegenen die daarvan afhankelijk zijn. Tegelijkertijd toetsen we aan de poort en onderweg scherp of het beroep op ondersteuning (nog steeds) terecht is. Voortzetten schuldhulpverlening en uitvoeren preventie schuldhulpverlening We hebben schuldhulpverlening in 2013 onder verantwoordelijkheid van de GRSA2 opgestart en gaan hiermee door. In 2014 zetten we daarnaast in op preventie, zoals beschreven in de preventienota. C. Wat gaat het kosten? De kosten zijn afhankelijk van het aantal personen dat een uitkering ontvangt binnen Heeze-Leende. Met een groeiend klantenbestand zullen de uitgaven voor uitkeringen stijgen. In de begroting is daarmee rekening gehouden. De totale lasten/baten van de uitkeringen WWB, IOAW en IOAZ zijn becijferd op € 1.650.000. De hiervoor door het rijk beschikbaar gestelde reguliere compensatie bedraagt € 1.390.000. Daarnaast zal een beroep worden gedaan op de Incidentele Aanvullende Uitkering. Na aftrek daarvan resteert een eigen aandeel voor de gemeente van € 139.000. De kosten van Bbz worden geraamd op € 17.000. Bij cliënten aan wie Bbz-leningen zijn verstrekt, wordt rente in rekening gebracht. Hiervoor is een inkomstenpost opgenomen van € 25.000. De kosten van schuldhulpverlening zullen over 2014 stijgen ten opzichte van 2013. Dit omdat er gekozen is voor een groeimodel en daardoor onder andere ook de taken in verband met schuldpreventie door de gemeente worden opgepakt. De kosten van schuldhulpverlening worden geschat op € 67.000 op basis van 54 trajecten. Voor minimaregelingen verwachten wij in 2014 uitgaven ter hoogte van € 112.000 inclusief Kinderparticipatie (€ 14.000). Het door het rijk beschikbaar gestelde Participatiebudget bedraagt € 136.000 en wordt aangewend voor re-integratie en educatie. De tot het Participatiebudget behorende gelden voor Inburgering zijn vervallen met ingang van 2014. Voor de uitvoeringskosten incl. huisvesting is een bedrag benodigd van € 450.000.
Programmabegroting 2014
Pagina 59 van 167
622 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 1) Decentralisatie AWBZ naar de Wmo In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ is aangegeven dat per 1 januari 2015 de functies begeleiding en persoonlijke verzorging gedecentraliseerd worden vanuit de AWBZ naar de Wmo. De decentralisatie gaat gepaard met een korting van 25% op het bestaande budget. Daarnaast komt een aantal andere AWBZ-aanspraken waarschijnlijk te vervallen of wordt verminderd. Belangrijkste daarvan is de aankondiging van het vervallen van de zorgzwaartepakketten 1 t/m 4 door het scheiden van wonen en zorg. De lichtste zorgvraag (zzp-1 en -2) zijn per 1 januari 2013 vervallen. Zzp-3 zal waarschijnlijk in 2014 verdwijnen en zzp-4 in 2016. Met deze maatregel wordt beoogd dat cliënten met een lichtere zorgvraag die voorheen in een intramurale setting zorg zouden ontvangen, voortaan zorg in de eigen omgeving krijgen. Deze maatregelen zullen vermoedelijk leiden tot een toename van Wmo-aanvragen. Tot slot is er nog een aantal andere maatregelen aangekondigd, dat effect zal hebben op de Wmo middelen, zoals de aangekondigde bezuinigingen op hulp bij het huishouden. In het Zorgakkoord is afgesproken dat er 40% bezuinigd gaat worden op het budget voor hulp bij het huishouden. In de toekomst zullen burgers waarschijnlijk meer aanspraak maken op de Wmo, terwijl er minder middelen beschikbaar zullen zijn. Dit betekent dat de middelen zo efficiënt en effectief mogelijk moeten worden ingezet. De A2 gemeenten hebben de voorbereidingen voor de decentralisatie AWBZ al in 2012 gezamenlijk opgepakt. De voorbereidingen zijn ook na het controversieel verklaren van het wetsvoorstel rondom de decentralisatie van de begeleiding voortgezet. Bestuurlijk is vastgesteld dat de voorbereidingen voor de 3 decentralisaties (dus ook de Wet op Jeugdzorg en de Participatiewet) door de A2 gemeenten gezamenlijk opgepakt worden. Kerngedachte van de samenwerking is dat de kennis en kunde van de drie gemeentelijke organisaties worden gebundeld waardoor synergieeffecten en kostenvoordelen ontstaan, in termen van het verminderen van de kwetsbaarheid, versterken van de kwaliteit en een hogere effectiviteit en efficiency. In een latere fase zal worden bezien of ook (delen van) de uitvoering gezamenlijk wordt opgepakt. 2) Loket maatschappelijke ondersteuning, het geven van advies, informatie en cliëntondersteuning Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, kan zowel een algemene als een individuele component hebben. Met 'geven van informatie en advies' wordt gedoeld op faciliteiten die de inwoner de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het Loket maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Heeze-Leende is algemeen en voor iedereen toegankelijk voor informatie en advies. Meer individueel is de hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag in bijvoorbeeld het keukentafelgesprek volgens de methodiek van de Kanteling. In de gekantelde Wmo staat het aanvragen van individuele voorzieningen niet langer op de voorgrond, maar het bereiken van resultaten. De gemeente bekijkt samen met de cliënt welke beperkingen worden ondervonden en in welke mate de cliënt in staat is om zelf oplossingen te vinden voor die beperkingen. Dat kan ondermeer door inschakeling van het sociale netwerk en algemene voorzieningen die in de omgeving aanwezig zijn. Wordt geconcludeerd dat een cliënt niet in staat is om zelf tot een oplossing te komen voor de beperkingen die ondervonden worden, dan kan samen met de gemeente gekeken worden of een (individuele) voorziening verstrekt moet worden. Daarbij mag de gemeente uitgaan van de goedkoopst compenserende voorziening. 3) Individuele voorzieningen en regelgeving (verordening) De decentralisatie AWBZ naar de Wmo betreft voor een groot deel prestatieveld 6 van de Wmo, waarin de individuele voorzieningen zijn ondergebracht. De decentralisatie en de bezuinigingen zullen hun weerslag hebben op het verstrekkingenniveau van voorzieningen aan cliënten. De financiële middelen die worden ingezet voor individuele voorzieningen staan onder druk. De beschikbare middelen zijn tot op vandaag voldoende geweest, maar de bijdragen van het rijk worden steeds lager. Programmabegroting 2014
Pagina 60 van 167
De mogelijkheden om te bezuinigen en het verstrekkingenbeleid aan te passen zijn beperkt, enerzijds door Wmo zelf; de wet geeft grenzen aan. Bijvoorbeeld; de maximale hoogte van de eigen bijdrage is in de wet geregeld. De gemeente mag de eigen bijdrage wel lager vaststellen, maar niet hoger. Anderzijds door de jurisprudentie, hierdoor worden de grenzen van de Wmo scherper in beeld gebracht. De kaders waar binnen de decentralisatie uitgevoerd moet worden zijn nog niet duidelijk. B. Wat gaan we hiervoor doen? 1) Decentralisatie AWBZ naar de Wmo Voor de decentralisatie begeleiding is in 2012 al een inventarisatiedocument en een uitgangspuntennotitie door de raad vastgesteld. Op deze documenten wordt voortgebouwd. Verschillende thema’s zullen worden uitgewerkt: • Inventarisatie; • Preventie / signalering; • Toegang / toeleiding; • Ondersteuning / arrangementen; • Opdrachtgeverschap/ inkoop / aanbesteding; • Verantwoording; • Regelgeving / verordening; Met de decentralisatie van de AWBZ krijgen gemeenten te maken met nieuwe doelgroepen. Deze nieuwe doelgroepen hebben andere mogelijkheden en beperkingen. Beperkingen zijn zwaarder, langduriger en strekken zich uit over meer levensdomeinen dan bij de mensen die tot dusver aanspraak maakten op de Wmo. In 2014 zullen de Wmo consulenten van het Loket maatschappelijke ondersteuning op verschillende wijze worden opgeleid en kennismaken met de nieuwe doelgroep. Daarnaast heeft de decentralisatie, het vervallen van de zzp’s en de aangekondigde bezuinigingen een weerslag op de algehele uitvoering van de huidige Wmo. Taken zullen veranderen, functies zullen aangepast moeten worden en de Wmo zal opnieuw gepositioneerd moeten worden binnen de gemeente. Het jaar 2014 staat in het teken van de transitie naar de nieuwe situatie. Er zullen voorbereidingen worden getroffen om de gemeente goed voor te bereiden op de nieuwe verantwoordelijkheden. Hieraan gaan principiële keuzes vooraf. Het gaat onder andere om keuzes op de onderdelen toegang, arrangementen en opdrachtgeverschap. Hoe wil de gemeente de ondersteuning vormgeven, wat zijn bijbehorende criteria en wat zijn de financiële gevolgen voor de gemeente. 2) Loket maatschappelijke ondersteuning, het geven van advies, informatie en cliëntondersteuning Door het Loket maatschappelijke ondersteuning (onderdeel KCC) is de toegang tot informatie, advies en cliëntondersteuning geregeld. De Wmo consulenten hebben inzicht in de mogelijkheden op het sociale terrein en zijn in staat tot integrale vraagverheldering. Ook kunnen inwoners terecht met (advies)vragen rondom wonen, zorg en welzijn. Dit vraagt een intensieve en integrale samenwerking met de andere ketenpartners. Om dit te realiseren wordt onder andere iedere zes weken een signaleringsoverleg met ketenpartners georganiseerd, met als doel een sluitende aanpak voor specifieke vraagstukken. In 2012 is gestart met het werken volgens de methodiek van de Kanteling. Het belangrijkste in de kanteling en het bijbehorende (keukentafel)gesprek is dat eerst gekeken moet worden naar wat de (ondersteuning)behoefte is, voordat er over oplossingen gesproken wordt. Niet alleen de beperking is belangrijk, maar ook de context waarin de inwoner de beperking ervaart. In 2013 zijn de Wmo consulenten volop getraind in de methodiek van de kanteling. In 2014 wordt de werkwijze verder verankerd en doorgevoerd naar de nieuwe taken die in het kader van de decentralisatie AWBZ overkomen naar de Wmo.
Programmabegroting 2014
Pagina 61 van 167
3) Individuele voorzieningen en regelgeving (verordening) De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende geeft juridische invulling aan het verstrekken van Wmo voorzieningen. De verordening zal worden aangepast aan nieuwe wetgeving en is de kapstok voor compenserende maatregelen en voorzieningen zodat cliënten kunnen participeren in de maatschappij. Daarnaast zal geïnvesteerd moeten worden in collectieve en algemene voorzieningen die voorliggend zijn op de individuele voorzieningen. Tevens zal de methodiek van de Kanteling geborgd moeten worden en ook worden toegepast op de nieuwe doelgroepen, waarbij het resultaat voorop gezet wordt en waarbij in eerste instantie de eigen kracht en het eigen netwerk van de cliënt als oplossingsrichting wordt meegenomen. Speerpunten 2014: • Voorbereiden decentralisatie AWBZ naar de Wmo; • Samenwerken in A2 verband; • Nieuwe doelgroepen vanuit de AWBZ leren kennen; • Werken en borgen methodiek van de Kanteling; • Realiseren van structurele bezuiniging op de uitgaven van de Wmo (decentralisatie); • Aanpassen verordening op de nieuwe taken vanuit de AWBZ; • Ontwikkelen van collectieve en algemene voorzieningen. C. Wat gaat het kosten? 1) Decentralisatie AWBZ naar de Wmo Gemeenten staan voor een enorme taakstelling binnen het sociale domein. Met het oog op de decentralisaties en bezuinigingen is het zaak om de uitvoering zo doelmatig en efficiënt mogelijk te organiseren en tegelijkertijd is het een must om goed toegerust te zijn op de nieuwe taken, die steeds omvangrijker en complexer worden. De kosten zijn bij ongewijzigd beleid niet meer in de hand te houden. Tegelijk willen we de eigen verantwoordelijkheid stimuleren en zelfredzaamheid van inwoners vergroten. In het werken volgens de methode van de Kanteling staat de eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van cliënten centraal. Er zal een verschuiving gerealiseerd moeten worden van individuele voorzieningen naar oplossingen op een ander vlak door eigen kracht, inzet sociale netwerk en/of algemene en collectief georganiseerde voorzieningen. De Wmo consulenten zullen opgeleid moeten worden in de nieuwe taken die de decentralisatie vanuit de AWBZ met zich mee brengt. Het Loket maatschappelijke ondersteuning vormt de toegang voor alle inwoners die op het brede terrein van de Wmo informatie, advies of cliëntondersteuning nodig hebben, dit geldt dus per 1 januari 2015 ook voor de nieuwe doelgroepen die vanuit de AWBZ worden overgeheveld naar de Wmo. 2) Loket maatschappelijke ondersteuning, het geven van advies, informatie en cliëntondersteuning Het doorvoeren van een goede gekantelde Wmo brengt kosten met zich mee, omdat er geïnvesteerd moet worden in (goede) algemene en collectieve voorzieningen en een goede uitvoering. Uiteindelijk moeten deze investeringen leiden tot structurele bezuinigingen op de lange termijn. Dit geldt ook voor de nieuwe taken die overgeheveld worden vanuit de AWBZ. Voor de uitvoering van de Wmo-taken worden vanuit het Rijk middelen ter beschikking gesteld. Om de methodiek van de Kanteling goed in te bedden in de organisatie, moet geïnvesteerd worden in de medewerkers; investeren in tijd (capaciteit) om een goed kantelinggesprek te voeren, maar ook in de coördinatie, deskundigheidsbevordering en opleiding.
Programmabegroting 2014
Pagina 62 van 167
3) Individuele voorzieningen en regelgeving (verordening) De Wmo kent een open eind financiering. Op basis van indicatie worden voorzieningen verstrekt. Vooraf is moeilijk in te schatten hoeveel verstrekkingen worden uitgevoerd. De decentralisatie AWBZ gaat gepaard met bezuinigingen. Gezocht zal moeten worden naar meer participatie en eigen regie, waarbij wordt gewerkt vanuit eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners, waardoor het beroep op individuele voorzieningen zal afnemen.
622.1 Leefbaarheid en sociale samenhang A. Wat willen we bereiken? We willen dat inwoners van Heeze-Leende zich prettig en veilig voelen in hun eigen woonomgeving, dat ze elkaar kennen, betrokken zijn bij elkaar en zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en voor de buurt. Daarnaast willen we het aantal eenzame mensen verminderen. B. Wat gaan we hiervoor doen? De gemeente speelt ten aanzien van leefbaarheid en sociale samenhang vooral een faciliterende rol. We verwachten van inwoners dat zij in eerste instantie zelf initiatief nemen en zich verantwoordelijk voelen voor de leefbaarheid, sociale samenhang en veiligheid van hun eigen buurt/wijk. Dit sluit ook aan bij de kantelinggedachte en de decentralisatie AWBZ naar de Wmo: wat kunnen mensen zelf (eigen kracht) en wat kan het eigen netwerk betekenen, vervolgens wordt gekeken welke algemene en collectieve voorzieningen (bv. op wijk/buurtniveau) er zijn, pas als dit onvoldoende oplevert kan een beroep worden gedaan op individuele Wmo voorzieningen. De dorpsraden spelen een belangrijke rol in het kader van leefbaarheid en sociale samenhang. De dorpsraden van Leende en Sterksel en de kerngroep Leenderstrijp zijn o.a. actief op het terrein van wonen, welzijn en zorg in het dorp. Via convenanten zijn afspraken gemaakt over afstemming met en facilitering door de gemeente. Ook de inzet van vrijwilligers verhoogt in belangrijke mate de leefbaarheid en sociale samenhang in wijken/buurten. De gemeente ondersteunt vrijwilligers (organisaties)/verenigingen via het steunpunt vrijwilligerswerk van Paladijn en het verlenen van subsidies aan vrijwilligersorganisaties/verenigingen. We maken prestatieafspraken met Paladijn, LumensGroep, MEE en de GGzE en werken samen met woCom, politie, Zuidzorg, Valkenhof en Ananz om enerzijds burgers te stimuleren om deel te nemen aan (wijk/buurtgerichte) activiteiten, en anderzijds zelf activiteiten op wijk/buurtniveau te initiëren en te ondersteunen. Hiermee trachten we eenzaamheid bij ouderen en mensen met een beperking te verminderen en de veiligheid van buurten/wijken te vergroten. C. Wat gaat het kosten? Er zijn geen specifieke middelen beschikbaar voor de uitvoering van activiteiten leefbaarheid en sociale samenhang. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij al bestaande initiatieven en samengewerkt met professionele- en vrijwilligersorganisaties/verenigingen.
622.2 Mantelzorg en vrijwilligerswerk A. Wat willen we bereiken? De Wmo beoogt dat mensen zoveel mogelijk voor zichzelf en elkaar zorgen. Mantelzorg en vrijwilligerswerk zijn hierbij belangrijke instrumenten. De komende jaren neemt de druk op mantelzorgers en vrijwilligers (informele zorg) toe. De decentralisatie van Awbz naar de Wmo gaat gepaard met een flinke bezuiniging. Deze wordt voor een groot deel opgevangen binnen de informele zorg. De gemeente heeft een belangrijke taak in de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers en wil voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken en uitvallen. Vrijwilligers moeten zich
Programmabegroting 2014
Pagina 63 van 167
gewaardeerd en ondersteund voelen door de gemeente. Ook willen we dat het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet (minimaal) gelijk blijft en dat er een goede match komt tussen vraag naar en aanbod van vrijwilligers(werk). B. Wat gaan we hiervoor doen? Om goed voorbereid te zijn op de decentralisatie van AWBZ naar de Wmo wordt in 2014 samen met Paladijn verdere uitwerking geven aan de rol en taken van het steunpunt mantelzorg en het steunpunt vrijwilligers. De steunpunten moeten meer samenwerken met de andere ketenpartners en vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld bij het werven van (zorg)vrijwilligers ter ontlasting van de mantelzorg. Ook willen we nader onderzoeken welke rol MEE (ondersteunt mensen met een beperking) kan spelen bij de ondersteuning van mantelzorgers en de inzet van vrijwilligers/maatjes. Dit onderzoek past in het al in 2013 ingezet traject om de activiteiten van zowel Paladijn als MEE meer te koppelen aan de keukentafelgesprekken die door de consulenten van het Loket maatschappelijke ondersteuning worden uitgevoerd. In de gesprekken komen vaak aspecten aan de orde waarbij praktische of emotionele steun nodig is, die door vrijwilligers geboden kan worden. In 2014 zoeken we, in overleg met Paladijn, naar nieuwe, creatieve mogelijkheden voor de waardering van vrijwilligers. C. Wat gaat het kosten? Paladijn ontvangt subsidie voor o.a. het steunpunt mantelzorg en het steunpunt vrijwilligers. MEE ontvangt subsidie voor het project informele zorg.
622.3 Deelname maatschappelijke verkeer A. Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat iedereen, en in het bijzonder mensen met een beperking, zo goed mogelijk kan blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig kan functioneren. De gemeente kan dit realiseren door het inzetten van algemene maatregelen en collectieve voorzieningen die, zonder dat men zich tot de gemeente hoeft te wenden, ten goede komen aan iedereen die daaraan behoefte heeft. De maatregelen hebben een preventief en collectief karakter, in tegenstelling tot individuele Wmo verstrekkingen waarin de individuele beperking leidend is. Hoe effectiever de maatregelen zijn, hoe minder een beroep zal worden gedaan op de veelal duurdere individuele Wmo voorzieningen. B. Wat gaan we hiervoor doen? De decentralisatie van AWBZ naar de Wmo betekent dat we als gemeente geconfronteerd worden met nieuwe doelgroepen zoals dementerende ouderen, GGZ-cliënten, mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een lichamelijke beperking. Voor deze nieuwe doelgroepen zullen (groep)voorzieningen moeten worden gerealiseerd. Gezien de flinke bezuinigingen zullen we ons in 2014 nadrukkelijker moeten richten op het ontwikkelen van laagdrempelige en vrij toegankelijke algemene en collectieve voorzieningen zoals dagopvang, inloopmiddagen, eetpunten, ed. In 2012 zijn we in A2 verband al begonnen met de voorbereidingen voor de functies begeleiding en kortdurend verblijf in het kader van de decentralisatie. 2013 en 2014 worden gebruikt om de decentralisatie verder vorm te geven, zie paragraaf 622 “Wet maatschappelijke ondersteuning”. In dit kader maken we prestatieafspraken met ketenpartners over voldoende en gevarieerd aanbod van activiteiten en (groep)voorzieningen voor mensen met een beperking. Daarnaast willen we inventariseren in hoeverre vrijwilligersorganisaties/verenigingen een aanbod hebben dat aansluit op de ontwikkelingen en de wensen en behoeften van de nieuwe doelgroepen. In aansluiting op de nieuwe woonvisie zullen met woCom afspraken worden gemaakt over aanpasbaar bouwen en het aanbod woningen specifiek voor senioren en mensen met een beperking.
Programmabegroting 2014
Pagina 64 van 167
Vraagafhankelijk vervoer Sinds medio 2000 wordt er voor het vervoerscontract Taxbus (collectief vervoer) regionaal samengewerkt met een aantal contractpartners (regiogemeenten en SRE). Als gevolg van de financiële positie van vervoerder Regiotaxi De Vallei (Taxbus) is het vervoerscontract, met ingangsdatum 1 januari 2011, per 1 april 2013 voortijdig beëindigd. Aansluitend is er een overbruggingsovereenkomst gesloten met dezelfde vervoerder met een looptijd tot en met 15 december 2013 om continuïteit van het vervoer tijdens de nieuwe aanbestedingsperiode te kunnen borgen. Per 16 december 2013 is (na een Europese aanbesteding) een nieuw contract afgesloten met een vervoerder voor het collectief vervoer. Het belangrijkste verschil is dat er een scheiding is gemaakt in regie en uitvoering van het vervoer. Door deze scheiding worden de controlemogelijkheden vergroot. De opdrachtnemer, die regie gegund krijgt kan daarom ook niet meer deelnemen aan de vervoerspercelen. Daarnaast draagt het instellen van een centrale regie bij aan de organisatie van een collectief vervoerssysteem dat bundeling van het doelgroepenvervoer (Wmo / AWBZ / Leerlingenvervoer / Regiotaxi / Openbaar vervoer) en eventuele andere (regionale) vervoersstromen in de toekomst mogelijk maakt. C. Wat gaat het kosten? De voorbereiding van de decentralisatie van AWBZ naar de Wmo wordt in A2 verband opgepakt. De gemeente ontvangt een beperkt budget voor deze voorbereiding. Op lokaal niveau proberen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij al bestaande voorzieningen en activiteiten van ketenpartners en vrijwilligersorganisaties. Nieuwe activiteiten/diensten worden opgenomen in de prestatieafspraken met door de gemeente gesubsidieerde (welzijns)instellingen. De verwachting is dat de kosten voor het collectief vervoer, na de nieuwe aanbesteding uit bestaande begrotingspost vervoersvoorzieningen gefinancierd kan blijven worden.
622.4 Opvang en ondersteuning kwetsbare burgers A. Wat willen we bereiken? De prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wmo staan onderling met elkaar in verbinding en richten zich op de opvang en ondersteuning van kwetsbare burgers in Heeze-Leende, zoals dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, zorgwekkende zorgmijders en verslaafden. Doelstelling is dat kwetsbare burgers kunnen participeren in de samenleving en dat overlast wordt voorkomen. Voor deze doelgroep is preventie van belang: als lichtere vormen van hulp/ondersteuning mogelijk zijn, dan zijn zwaardere en vaak duurdere vormen van zorg niet, of pas later, nodig. Het is voor deze doelgroep belangrijk om tijdig te signaleren. B. Wat gaan we hiervoor doen? De activiteiten die onder deze prestatievelden vallen spelen zich gedeeltelijk af op regionaal niveau: maatschappelijke opvang, steunpunt huiselijk geweld, afspraken met regionale instellingen en het Stedelijk Kompas. Hierover vindt regelmatig overleg plaats tussen Eindhoven en de regiogemeenten. Door de decentralisatie van AWBZ naar de Wmo zal het aantal kwetsbare burgers dat een beroep doet op de gemeente toenemen. Ook wordt de groep kwetsbare burgers die wel hulp of ondersteuning nodig hebben, maar daar niet zelf om vragen, groter. Samen met de ketenpartners gaat de gemeente zich de komende jaren meer richten op signalering en ondersteuning op lokaal/wijk niveau en outreachend werken (achter de voordeur). Centraal daarbij staat het ondersteunen van de eigen kracht van en het informele netwerk rondom kwetsbare burgers. Er zal meer nadruk worden gelegd op preventie/vroegsignalering, woonbegeleiding, ambulante zorg en maatschappelijke steunsystemen
Programmabegroting 2014
Pagina 65 van 167
(informele zorg). In het signaleringsoverleg met woCom, politie, LumensGroep, Paladijn en GGzE worden kwetsbare burgers besproken, oplossingen gezocht en afspraken gemaakt over het inzetten van hulp/ondersteuning. Ook willen we vrijwilligers(organisaties) trainen om tijdig te signaleren. Met de door de gemeente gesubsidieerde instellingen (DommelRegio, Paladijn, GGzE en Novadic) worden prestatieafspraken gemaakt om dit te realiseren. In het kader van de Participatiewet die ingaat miv. 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de mensen aan de onderkant van de samenleving. Mensen die langdurig in de bijstand zitten zijn vaak (zeer) kwetsbare burgers die in het kader van de Wmo ondersteund kunnen worden bij het participeren in de samenleving. In dit kader is het van belang dat we de voorbereiding voor de drie decentralisaties (AWBZ, Wet op jeugdzorg en de Participatiewet) in A2 verband gezamenlijk oppakken waardoor het mogelijk is om tijdig dwarsverbanden te leggen. C. Wat gaat het kosten? In de begroting 2014 is een subsidiebedrag opgenomen voor Lumensgroep van € 75.67, exclusief het domein schuldhulpverlening. De middelen voor schuldhulpverlening zijn met ingang van 2013 overgeheveld naar W&I.
630 Sociaal cultureel werk 630 Dorpshuizen A. Wat willen we bereiken? Het doel is goed bezette, zoveel mogelijk zelfvoorzienende en financieel zelfstandige, dorpshuizen met een hoog sociaal rendement. De belangrijkste doelen blijven de ontmoetingsfunctie, culturele functie en sportfunctie die de dorpshuizen hebben als spil voor de gemeenschap. Goede leefbaarheid en sterke sociale cohesie zijn de beoogde maatschappelijke effecten. B. Wat gaan we hiervoor doen? Sinds 2013 ligt de verantwoordelijkheid voor de contacten met de dorpshuizen bij één persoon. Communicatie met de dorpshuizen is daardoor eenduidiger, iedereen beschikt over dezelfde informatie. Ieder voor- en najaar zijn er gesprekken met de besturen van de Meent en Valentijn met de portefeuillehouder. Met ’t Perron worden ieder kwartaal gesprekken gevoerd. Vaste gespreksonderwerpen zijn financiën, de stand van zaken activiteiten en relevante besluitenvorming. Dit patroon wordt voortgezet in 2014. De gemeente heeft in 2013 een onderzoek uit laten voeren naar de behoeften en waarden die inwoners graag zien in een dorpshuis. Resultaat hiervan is, naast algemene aanbevelingen, een concept dat met name is gericht op de jeugd, tussen 14 en 24 jaar. Dat is een doelgroep die nu weinig in de dorpshuizen komt. Uitvoering van dit concept ligt bij de dorpshuizen, in 2014 zal de inkomstenkant nog steeds prioriteit hebben. De raad heeft in juli 2012 in een motie uitgesproken dat men, met als doel een beter financieel rendement, voor Valentijn en de Meent eenzelfde bestuursstructuur wenst als bij ’t Perron. Met de Meent is nu afgesproken dit in principe gelijk te laten lopen met de overgang naar de nieuwe Meent. Het bestuur van Valentijn is druk bezig met de stap naar de andere structuur. De benodigde stichtingen zijn opgericht, de aanvraag voor de benodigde vergunningen wordt begin vierde kwartaal ingediend. Doel is afronding eind 2013, waarna implementatie volgt in 2014. Een kanttekening hierbij is dat het vrijwel nergens in Nederland lukt om De exploitatie van dit soort maatschappelijke voorzieningen C. Wat gaat het kosten? In 2014 zijn de kosten voor de Meent € 57.690 en voor Valentijn € 37.150. Voor ’t Perron staat € 108.000 aan exploitatiesubsidie in de boeken. Programmabegroting 2014
Pagina 66 van 167
Bij de behandeling van de kadernota heeft de raad besloten om de bijdragen aan de Meent en Valentijn met 2% omlaag te brengen in 2014, de huur wordt niet geïndexeerd. Voor ’t Perron zijn geen directe bezuinigingen opgenomen omdat de bijdrage t/m 2016 vast ligt. Wel is er een bezuiniging van € 75.000 op het bibliotheekwerk voorzien. De gemeente staat garant voor betaling van de huur van het dorpshuis aan woCom, en daarmee in feite voor de exploitatie van ’t Perron.
6.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 6
•
•
•
Realisatie 2012 5.671 -2.930 -77 33 586 3.283
Begroting 2013 5.790 -3.124 31 32 724 3.453
Begroting 2014 5.940 -3.165 41 31 774 3.621
Begroting 2015 5.894 -3.165 41 30 774 3.574
Begroting 2016 5.926 -3.166 41 26 774 3.601
Begroting 2017 5.852 -3.166 41 26 774 3.527
Op basis van geactualiseerde gegevens van het Samenwerkingsverband A2 inzake de bouwstenen voor “Werk en Inkomen” zijn de uitgaven hoger geraamd met € 288.000 en de inkomsten met € 30.000; Als gevolg van de Kanteling in de WMO zien we een terugloop in het aantal woningaanpassingen. Deze trend zal zich de komende jaren voortzetten. Lagere uitgaven geraamd van € 80.000; Een toename van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 50.000.
Tabel 2. Investeringen Functie 630
Omschrijving Bijdrage investering de Meent
Totaal
Programmabegroting 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
voorg. jaren
2013
2014
2015
2016
0
0
0
0
60.000 60.000
Pagina 67 van 167
Programma 7: Volksgezondheid en Milieu 7.1 Kenmerken Het Programma volksgezondheid en milieu omvat de zorg voor een goede basisgezondheidszorg, het lokale gezondheidsbeleid, het organiseren van de afvalverwijdering en –verwerking, milieubeheer en lijkbezorging. Productnummer 714 715 716 721 723
Beleidsproduct Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel Afvalverwijdering en –verwerking Milieubeheer
724
Lijkbezorging
7.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
Jaar vaststelling
Extern
714
Nota Lokaal Gezondheidsbeleid
2013
715 / 716
Nota jeugdbeleid 2009-2012
715
Implementatieplan CJG
2010
721
Verordening afvalstoffenheffing / reinigingsrechten
jaarlijks
Wet milieubeheer
723
Verordening rioolheffing 2011
2009
Waterleidingwet
724
Verordening lijkbezorgingsrechten 2011
2011
Wet op de lijkbezorging
Wet Publieke Gezondheid Tijdelijke Regeling specifieke uitkering JGZ
7.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 714 Volksgezondheid A. Wat willen we bereiken? De Wet Publieke Gezondheid geeft het wettelijk kader voor de taken van de GGD: infectieziektebestrijding, medisch milieukundige zorg, gezondheidsbevordering, openbare geestelijke gezondheidszorg, epidemiologie, lokaal gezondheidsbeleid, jeugdgezondheidszorg en rampenbestrijding. De GGD is een gemeenschappelijke regeling, waarbij een aantal taken regionaal worden uitgevoerd. Jeugdgezondheidszorg (5-18 jaar) en lokaal gezondheidsbeleid worden lokaal uitgevoerd. Voor een beschrijving van de jeugdgezondheidszorg wordt verwezen naar 716: Jeugdgezondheidsbeleid. Lokaal gezondheidsbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, professionele instellingen, vrijwilligersorganisaties/verenigingen en burgers. In september 2013 is de nieuwe Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Heeze-Leende 2013 - 2016 ter vaststelling aan de raad voorgelegd.
Programmabegroting 2014
Pagina 68 van 167
De doelstelling van het lokale gezondheidsbeleid is tweeledig: 1) Het uitvoeren van de wettelijke taken en het in stand houden van voorzieningen; 2) Het op 5 thema’s inzetten van instrumenten, gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid en het versterken van het formele en informele netwerk. Er liggen veel raakvlakken tussen het Lokaal gezondheidsbeleid en de Wmo, zowel wat betreft doelgroepen en activiteiten als te behalen resultaten. B. Wat gaan we hiervoor doen? Voor de nieuwe Nota Lokaal Gezondheidsbeleid is aangesloten bij de landelijk geformuleerde speerpunten en het door de GGD opgestelde rapport ‘Op weg naar een gezonder Heeze-Leende’ waarin de GGD de belangrijkste kernboodschappen voor het gezondheidsbeleid van Heeze-Leende beschrijft. Voor de nieuwe beleidperiode zijn de volgende 5 thema’s benoemd: bewegen & voeding; eenzaamheid; psychisch welbevinden; sociaaleconomische gezondheidsverschillen; alcohol & drugs. In een uitvoeringsplan wordt beschreven wie welke activiteiten uitvoert om de geformuleerde doelstellingen te behalen. De stuurgroep lokaal gezondheidsbeleid, waarin de bij het gezondheidsbeleid betrokken organisaties zijn vertegenwoordigd, ziet toe op de uitvoering van het beleid. Waar mogelijk wordt gewerkt met werkgroepen/overleggen zoals de werkgroep alcohol en jongeren en het signaleringsoverleg. De GGD heeft zowel een adviserende als een uitvoerende rol in het kader van het lokaal gezondheidsbeleid. Voor de ondersteuning van het lokaal gezondheidsbeleid heeft de GGD in overleg met de gemeenten gekozen om meer uur lokaal maatwerk te leveren tbv. de uitvoering van activiteiten. Bij de uitvoering van het (nieuwe) beleid is de betrokkenheid van burgers/burgerparticipatie een belangrijk uitgangspunt. C. Wat gaat het kosten? Voor het gehele wettelijke takenpakket ontvangt de GGD in 2014 een bedrag van € 233.540 dit is inclusief de jeugdgezondheidszorg. Voor de lokale uitvoering van het gezondheidsbeleid is een bedrag beschikbaar van € 7.500.
715 Jeugdbeleid Het leven van kinderen en jongeren speelt zich op veel verschillende plaatsen af en zowel leeftijdsgenoten als volwassenen hebben invloed op de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het (preventieve) jeugdbeleid is dan ook gericht op de gehele levensloop van het kind (van min 9 maanden tot 23 jaar) en allerlei aspecten zijn van belang (van talentontwikkeling, het bevorderen van het welzijn, risicosignalering, preventie tot hulpverlening en repressieve maatregelen). Naast het preventieve jeugdbeleid wordt de gemeente, met ingang van 2015, vanwege de ontwikkeling van de decentralisatie jeugdzorg, ook verantwoordelijk voor de curatieve en specialistische jeugdzorg. A. Wat willen we bereiken? 1) Decentralisatie jeugdzorg Met de decentralisatie van provinciale jeugdzorg, de jeugdzorg plus (gesloten jeugdzorg), de jeugdGGZ, de jeugd-LVG, de jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt de gemeente met ingang van 2015 integraal verantwoordelijk voor de jeugdzorg, van preventie en lichte opvoedondersteuning tot zeer specialistische, curatieve jeugdzorg. Om deze verantwoordelijkheid wettelijk te borgen is een nieuwe wet (Jeugdwet) in voorbereiding. De planning is dat de Jeugdwet met ingang van 1 januari 2015 in werking treedt.
Programmabegroting 2014
Pagina 69 van 167
Met de transitie jeugdzorg willen we bereiken dat ieder kind gezond en veilig op kan groeien en zo zelfstandig mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven, rekening houdend met zijn of haar ontwikkelingsniveau. Ouders zijn hiervoor het eerste verantwoordelijk. Als dit niet goed gaat is ondersteuning mogelijk. Ondersteuning aan gezinnen moet er dan op gericht zijn om de kwetsbaarheid op te lossen en de eigen kracht van gezinnen/jongeren en de sociale omgeving te vergroten. Ondersteuning wordt indien nodig integraal aangeboden volgens het uitgangspunt: ‘een gezin, één plan, één regisseur’. De decentralisatie is meer dan een uitbreiding van taken die om inbedding vragen. Het huidige jeugdstelsel is uit balans waardoor er een te groot beroep op zware en dure vormen van zorg wordt gedaan. De decentralisatie biedt de kans om het stelsel van ondersteuning en zorg aan gezinnen en jeugdigen opnieuw vorm te geven, waarbij het van belang is om de preventieve kant zó te organiseren dat de vraag naar (dure) specialistische zorg afneemt. 2) Doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin Hiermee willen we bereiken dat in onze gemeente het CJG voorbereid is op de decentralisatie jeugdzorg. Duidelijk is dat het CJG vanaf 2015, om de doelstelling van de decentralisatie jeugdzorg te kunnen realiseren, een belangrijke positie zal innemen. Om de zorg zo efficiënt en doelmatig mogelijk in te zetten is er lokaal een toegankelijke en goede zorgstructuur nodig met competente professionals. B. Wat gaan we hiervoor doen? 1) Decentralisatie jeugdzorg Bestuurlijk is vastgesteld dat de voorbereidingen voor de drie decentralisaties (dus naast de jeugdzorg, ook de participatiewet en decentralisatie AWBZ) gezamenlijk op A2-niveau opgepakt worden. In A2 verband gaan we in 2014 aan de slag met de organisatie van toegang tot zorg: dat wil zeggen de cliëntroute voor alle vormen van jeugdhulp, het maken van afspraken hierover met de specialistische jeugdzorg en de consultatierol hierin van specialisten. Het vormgeven van een generalistisch team. Hiermee wordt bedoeld een team van professionals met een brede deskundigheid op het terrein van meervoudige en complexe opgroei- en opvoedhulp die in afstemming met het CJG in de A2-gemeenten inzetbaar zijn en de verbinding en samenhang met andere decentralisaties (participatiewet, transitie AWBZ en passend onderwijs). Om de jeugdzorgopgaven effectief en efficiënt uit te voeren, is naast samenwerking in A2 verband, verdere regionale gemeentelijke samenwerking nodig. Sommige vormen van jeugdzorg zijn door gemeenten vanuit financieel en bestuurlijk opzicht niet afzonderlijk uit te voeren omdat ze voor een kleine, complexe doelgroep zijn. Dit betreft vormen van intramurale en/of zeer specialistische zorg. De hoge kosten van deze voorziening en verplichte levering bij een rechterlijke uitspraak zijn redenen om met de 21- gemeenten op regionaal niveau samen te werken. Om alvast voor een deel ervaring op te doen nemen we al per 2014, vooruitlopend op de transitie jeugdzorg, de enkelvoudige ambulante jeugdzorg van de provincie over. De enkelvoudige ambulante jeugdzorg richt zich op jeugdigen en gezinnen waarbij sprake is van (dreigende) complexe problematiek. Deze ‘versnelling’ van overheveling naar de gemeente biedt ons een kans om alvast een aanzet te maken met de in de transitie beoogde inhoudelijke vernieuwing en om ervaring op te doen met de nieuwe taak en de daarvoor benodigde regionale samenwerking. 2) Doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het CJG is een netwerk van professionals uit diverse organisaties zoals Zuidzorg, Lumens, GGD, Paladijn, Bureau Jeugdzorg, politie etc. die bij jeugdigen betrokken zijn. De taken van het CJG zijn het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, in de kinderopvang, op scholen, het ondersteuning bieden, het signaleren, analyseren en toeleiden naar en zicht houden op aanvullende hulp. Vanwege de uitbreiding van taken in het kader van de decentralisatie jeugdzorg wordt de benodigde expertise en kennis binnen het CJG vanaf 2014 uitgebreid en verstevigd, zodat met ingang
Programmabegroting 2014
Pagina 70 van 167
van 2015, vanuit het CJG ook ondersteuning en hulp geboden kan worden op het terrein van jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-VB. C. Wat gaat het kosten? 1) Decentralisatie jeugdzorg De decentralisatie jeugdzorg betekent vanaf 2015 ook een forse financiële opgave. Vanwege de efficiencykorting die het rijk heeft aangekondigd, zullen gemeenten met minder middelen uitvoering moeten geven aan de nieuwe taken. Bovendien moet de toename van het beroep op de jeugdzorg teruggedrongen worden. 2)Centrum voor Jeugd en Gezin De gemeente ontvangt financiële middelen via een decentralisatie – uitkering Centra voor Jeugd en Gezin
715 Jeugdgezondheidsbeleid A. wat willen we bereiken We willen een zo gezond mogelijke jeugd in Heeze-Leende. De jeugdgezondheidszorg is van belang voor het bevorderen, beschermen en bewaken van de lichamelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van jeugdigen. Het streven is om verschil in gezondheid te verkleinen en iedereen gelijke kansen op gezondheid te bieden. B. Wat gaan we hiervoor doen? De Wet publieke gezondheid verplicht de gemeente tot het uitvoeren van een landelijk uniform takenpakket op het terrein van de jeugdgezondheidszorg. De uitvoering van deze taken gebeurt door Zuidzorg (0-4 jaar) en de GGD (5 – 18 jaar). Hierbij kan gedacht worden aan het consultatiebureau van Zuidzorg, maar ook aan de schoolonderzoeken van kinderen door de GGD. Daarnaast wordt in overleg in met Zuidzorg en de GGD maatwerk producten afgenomen waarbij de keuze wordt afgestemd op gesignaleerde problematiek in Heeze-Leende. Hierbij kan gedacht worden aan opvoedingsondersteuning, groepsvoorlichting, contactmomenten op maat etc. C. Wat gaat het kosten? De gemeente ontvangt financiële middelen via een decentralisatie – uitkering Centra voor Jeugd en Gezin. De kosten van de jeugdgezondheidszorg komen ten laste van deze decentralisatie-uitkering De uitvoering van de jeugdgezondheidszorg 5 – 18 jaar is voor een deel opgenomen in jaarlijkse subsidie aan de GGD.
716 Jeugdgezondheidsbeleid en Jeugd Preventie Project (JPP) A. Wat willen we bereiken? De Jeugdgezondheidszorg is van belang voor het bevorderen, beschermen en bewaken van de lichamelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van alle jeugdigen. Het streven is om verschillen in gezondheid te verkleinen en iedereen gelijke kansen op gezondheid te bieden Het beoogde effect van de JGZ is een zo gezond mogelijke jeugd. Het Jeugd Preventie Programma (JPP) richt zich op de individuele jongere en heeft als doel problemen vroegtijdig te signaleren en de zelfredzaamheid te vergroten. Hulpverlening middels het JPP heeft daarnaast een maatschappelijk doel, namelijk het voorkomen en tegengaan van jeugdcriminaliteit (schadelijk of overlastgevend gedrag) in de lokale samenleving. B. Wat gaan we hiervoor doen?
Programmabegroting 2014
Pagina 71 van 167
De Wet publieke gezondheid verplicht de gemeente tot het uit voeren van een landelijk uniform takenpakket op het terrein van de jeugdgezondheidszorg. De uit voering van deze taken gebeurt door Zuidzorg (0-4 jaar) en de GGD (5-18 jaar). Hierbij kan gedacht worden aan een bezoek aan het consultatiebureau van Zuidzorg, maar ook aan het periodieke onderzoek en van schoolkinderen door de GGD. Daarnaast geeft de gemeente Heeze-Leende ook opdracht tot maatwerk op het terrein van de jeugdgezondheidszorg. Voor 2013 worden in overleg met de jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin maatwerkproducten afgenomen, waarbij de keuze wordt afgestemd op de gesignaleerde problemen bij de jeugd in Heeze-Leende. Hierbij kan gedacht worden aan opvoedingsondersteuning, groepsvoorlichting, contactmomenten op maat, etc. Het JPP biedt kortdurende hulp aan jongeren met problemen. Door de mogelijkheden en ontwikkelingskansen van jeugdigen en gezin te activeren, kan het JPP een bijdrage leveren aan het voorkomen dat probleemgedrag van jeugdigen escaleert en dat de probleemsituatie van gezinnen verslechtert. Voor een JPP traject wordt een jongere meestal via de buurtbrigadier van de politie aangemeld, maar ook op eigen initiatief of via CJG. De hulp wordt verleend door een specifiek hiervoor geschoolde maatschappelijk werker, die nauwe contacten onderhoudt met de Politieafdeling Cranendonck Heeze-Leende. C. Wat gaat het kosten? Vanaf 2013 ontvangt de gemeente financiële middelen via een nieuwe decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin. Zowel de kosten van de jeugdgezondheidszorg als de kosten van het JPP komen ten laste van deze decentralisatie-uitkering € 285.900.
721 Afvalverwijdering en – verwerking A. Wat willen we bereiken? Het huishoudelijk afval op een verantwoorde wijze verwerken waarbij zoveel mogelijk materiaal wordt hergebruikt. De afvalstoffenheffing dient zo laag mogelijk te blijven. Uitgangspunt is dat de vervuiler betaalt. B. Wat gaan we hiervoor doen? Vanuit duurzaamheidsoogpunt en vanwege de kosten wordt zoveel mogelijk afval gescheiden opgehaald om te worden hergebruikt of verwerkt. Hierdoor blijft er zo min mogelijk restafval over dat tegen hoge kosten wordt verbrand. Veel afval kan nu al gescheiden worden aangeboden. Drankenkartons en blik nog niet. Landelijk en regionaal zijn enkele proeven gaande om dit afval ook efficiënt op te halen en te verwerken. Die proeven zijn eind 2013 afgerond. Als die uitkomsten positief zijn wordt ook in Heeze-Leende het blik en de drankenkartons gescheiden opgehaald. Voor de beide milieustraten komt eind 2013 een pasjessysteem. Ieder huishouden krijgt een pasje dat toegang geeft tot de milieustraat. Iedere gemeente is dan zelf in staat het tarief per bezoek en/of per deelstroom te bepalen C. Wat gaat het kosten? De gehele afvalstoffenheffing moet kostendekkend zijn. Uitgangspunt blijft dat de vervuiler betaalt. Diegenen die het afval goed scheiden in de verschillende materiaalstromen zijn daarbij goedkoper uit. De opbrengsten bestaan behalve uit de reinigingsrechten uit de opbrengsten van met name papier en plastic. Beide nu nog goed voor ongeveer 10% van de inkomsten. Voor plastic is dat vanuit het landelijke afvalfonds een vaste vergoeding per ton. Deze vergoeding is in 2014 lager dan in 2013. Voor wat betreft papier zijn we afhankelijk van de wereldmarktprijs. In 2012 was die erg hoog (gemiddeld € 120/ton) In 2013 is de prijs over het eerste half jaar € 90/ton en zakt nog verder. Om die redenen is het niet verstandig de reinigingsheffing aan te passen.
Programmabegroting 2014
Pagina 72 van 167
723 Milieubeheer Regionale Omgevingsdienst A. Wat willen we bereiken? Op 1 juni 2013 is de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) van start gegaan. De vorming van de OD heeft tot doel de vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieu- en aanverwante onderwerpen te verbeteren en efficiënter te maken. Een aantal taken van gemeenten en provincies op het gebied van vergunningen en toezicht is verplicht overgedragen aan de ODZOB (het verplichte basistakenpakket). Daarnaast worden taken op verzoek van de gemeente door ODZOB uitgevoerd. Het college blijft zowel voor de verplichte als de verzoektaken formeel het bevoegd gezag. Zowel de ODZOB als de gemeenten moeten gaan voldoen aan kwaliteitscriteria. Het is de bedoeling om de kwaliteitseisen wettelijk vast te leggen. B. Wat gaan we hiervoor doen? Op basis van het verplicht basistakenpakket neemt Heeze-Leende voor de vergunningverlening 141 uren en voor toezicht 380 uren (totaal 521 uren of 0,39 fte) per jaar af van de ODZOB. De werkzaamheden met betrekking tot welstand, monumenten, externe veiligheid, afval en archeologie worden als verzoektaak door de ODZOB uitgevoerd. Zowel de verplichte, als de verzoektaken worden jaarlijks vastgelegd in een werkprogramma. De overige taken op gebied van bouwplantoetsing (incl. constructie), bouw- en woningtoezicht en monumenten worden in eigen beheer uitgevoerd. De werken financiële afspraken tussen de gemeente en de ODZOB zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). De ambtelijke capaciteit van Heeze-Leende op het gebied van vergunningverlening en toezicht is feitelijk te klein om volledig aan de kwaliteitscriteria te kunnen voldoen. Door samenwerking in A2-verband is het wel mogelijk om aan alle eisen te voldoen. De kwetsbaarheid van eenmansfuncties wordt zo verkleind en er kan efficiënter gewerkt worden. In 2014 wordt de formatie op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving geïnventariseerd en worden er in A2 verband afspraken gemaakt om elkaar te versterken. Op het gebied van de welstanden monumentencommissie is een samenwerking tussen Cranendonck, Valkenswaard en HeezeLeende gestart. Wethouder W. van der Rijt is namens de A2 gemeenten lid van het dagelijks bestuur van de ODZOB en burgemeester P. Verhoeven heeft zitting in het provinciaal overleg (bestuurlijk platform omgevingsrecht). C. Wat gaat het kosten? Zowel de verplichte als de verzoektaken dienen binnen de bestaande budgetten en begroting uitgevoerd te worden. De raad heeft vanaf 2014 structureel € 10.000 extra beschikbaar gesteld om de afname van de verplichte taken te bekostigen, omdat de kosten en uurtarieven van de ODZOB ten opzichte van de Milieudienst SRE zijn gestegen.
Programmabegroting 2014
Pagina 73 van 167
7.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven 1.583 1.516 1.456 1.449 1.472 1.494 Inkomsten -1.245 -1.283 -1.238 -1.267 -1.295 -1.323 Mutatie reserves/voorzieningen -26 5 0 0 0 0 Kapitaallasten 27 32 31 30 29 28 Bedrijfsvoering 464 545 532 533 533 533 Totaal Programma 7 803 815 781 745 739 732 • • • •
• • •
In de begroting is een voordeel geraamd van € 11.000 voor invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg. Dit betreft het terugdraaien van de tijdelijke capaciteitsuitbreiding; Bij de overheveling naar de algemene uitkering ontstaat er nog ruimte voor extra taken voor centra jeugd en gezin, een toename van € 14.000; Een toename van de kosten op basis van de dienstverleningsovereenkomst voor het verwerken van afval met € 40.000; Een toename van de inzamelkosten en stortkosten GFT-afval en een afname van de stortkosten restafval en kosten voor facilitaire dienstverlening resulteert per saldo in een afname van de uitgaven van € 106.000; Hogere kosten aan de regionale uitvoeringsdienst milieutoezicht (RUD) van € 10.000; Lagere inkomsten reinigingsheffing en facilitaire dienstverlening, per saldo € 45.000; Een afname van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 13.000.
Tabel 2. Investeringen
Voor programma 7 zijn geen investeringen gepland.
Programmabegroting 2014
Pagina 74 van 167
Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting 8.1 Kenmerken Het programma ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gericht op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Heeze-Leende. Gezien de financiële positie en de grondeigendommen van de gemeente Heeze-Leende betekent dit vooral zoeken naar efficiënte manieren van werken en naar nieuwe vormen van samenwerking, waarbij we er meer en meer naar streven regie te voeren in plaats van zelf alles te doen. Productnummer 810 820 822 823 830
Beleidsproduct Ruimtelijke ordening Woningexploitatie / woningbouw Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie
8.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
Jaar vaststelling
810
Legesverordening 2013 bestemmingsplanwijzigingen)
810
Verordening geurhinder en veehouderij
2011
820
Bouwverordening
2011
820
Nota regie op wonen
2008
822
Welstandsnota
2013
822
Welstandsbeleid De Sgonste Parels 2007
2007
830
Algemene 2001
830 830
Regeling uitgifte bouwgrond 2003 Legesverordening 2013 (bouwleges)
2003 jaarlijks
830
Nota grondbeleid Gemeente Heeze-Leende
2006
830
Bestemmingsplannen: Buitengebied Heeze Sterksel Poortmannen
2009 2010 2009 2011
verkoopvoorwaarden
Programmabegroting 2014
Extern
(leges jaarlijks
bedrijfsterreinen 2001
Provinciale Ruimte
Besluit op de ordening (Bro)
verordening
ruimtelijke
Provinciaal uitwerkingsplan Zuid-Oost Brabant (beleidsnota)
Pagina 75 van 167
8.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid 810 Ruimtelijke ordening Streekontwikkeling A. Wat willen we bereiken? Streekontwikkeling Boven-Dommel richt zich op de ambitie om de kennis en kunde uit de Brainportregio te benutten om de kernkwaliteiten in de streek te versterken. Beleving en innovatie wordt gecombineerd met de kernthema’s landbouw, natuur, landschap, cultuurhistorie, toerisme & recreatie, water, landbouw, leefbaarheid en energie. Op deze manier wordt invulling gegeven aan de relatie stad-platteland. B. Wat gaan we hiervoor doen? De gemeentes Cranendonck, Eindhoven, Heeze-Leende, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre, het SRE, waterschap de Dommel en provincie Noord-Brabant vormen een regionaal netwerk waarin ideeën gegenereerd worden voor een vitaler platteland en het aantrekkelijker maken van BovenDommel als leefomgeving. Deze partijen vormen een bestuur dat prioriteiten stelt op het gebied van “economie”, “natuur, landschap & water”, “leefbaarheid & gezondheid”, “voedsel”, “energie”, en “cultuur & vrije tijd”. Aan de hand van deze prioriteiten zijn alliantiemanagers aan de slag met het faciliteren, aanjagen en verbinden van ideeën van burgers, ondernemers, belangenorganisaties en overheden tot kansrijke projecten. C. Wat gaat het kosten? Aan het streekontwikkelingsnetwerk draagt de gemeente Heeze-Leende in 2013 € 18.000 en 0,3 fte bij. Deze bijdrage is een smeermiddel om projecten op het gebied van de kernthema’s van de grond te krijgen. Wij zullen u jaarlijks informeren over de gerealiseerde projecten en externe middelen die we hiervoor binnen hebben weten te halen.
810.1 Bestemmingsplannen Bestemmingsplan Kom Heeze A. Wat willen we bereiken? Het bestemmingsplan Kom Heeze is op 22 februari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld en op 20 mei 2010 in werking getreden. Tegen dit plan zijn een aantal beroepsschriften ingediend. Deze zijn door de Raad van State met de uitspraak van 7 december 2011 op één na ongegrond verklaard. Bij het gegronde beroep is de Raad van State zelfvoorzienend in de uitspraak geweest. Gebleken is dat het bestemmingsplan Kom Heeze qua uniformiteit afwijkt van de bestemmingsplannen Kom Sterksel en Kom Leende-Leenderstrijp. De systematiek waarop het bestemmingsplan Kom Heeze is opgesteld is te star en er zijn onvolkomenheden in het plan aangetroffen. Met de herziening beogen we meer flexibiliteit te creëren en de fouten te herstellen. Als basis voor de herziening van dit bestemmingsplan geldt de set standaardregels die (gedeeltelijk) in A2-verband (gemeente Valkenswaard, gemeente Cranendonck en gemeente Heeze-Leende) is opgesteld. B. Wat gaan we hiervoor doen? Het voorontwerp bestemmingsplan Kom Heeze wordt in januari 2014 ter inzage gelegd. Na verwerking van de reacties, het ter inzage leggen van het ontwerpplan en de verwerking van de zienswijzen staat de vaststelling van het bestemmingsplan gepland voor maart 2015.
Programmabegroting 2014
Pagina 76 van 167
C. Wat gaat het kosten? In mei 2013 is gestart met het inkooptraject “Herziening bestemmingsplan Kom Heeze”. Er is een meervoudig onderhandse aanbesteding geweest waarvoor 4 partijen zijn uitgenodigd en hebben ingeschreven. De inschrijver met de hoogste totaalscore voert de herziening uit voor een bedrag van € 13.500. Op 14 mei 2013 is besloten om de kosten voor de herziening ten laste te brengen van programma 8. Herziening bestemmingsplan Kom Leende-Leenderstrijp A. Wat willen we bereiken? In vervolg op de behandeling van de beroepschriften door de Raad van State tegen het door de gemeenteraad op 23 januari 2012 vastgestelde bestemmingsplan Kom Leende-Leenderstrijp is de wettelijke plicht ontstaan om het bestemmingsplan aan te passen conform de uitspraak van de Raad van State. In de loop van de tijd is ook nog een aantal onvolkomenheden in het plan naar boven gekomen die aanpassing vergen. Het herstellen van deze onvolkomenheden verhoogt de kwaliteit en uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Indien in het proces eventueel ook nog nieuwe ontwikkelingen meegenomen worden, biedt dat efficiencyvoordelen. B. Wat gaan we hiervoor doen? Na de gunning van de opdracht aan een stedenbouwkundig bureau kan het voorontwerp eind 2013 in de inspraak gedaan worden. Na verwerking van de inspraakreacties wordt het plan ontwerpgereed gemaakt met de mogelijkheid voor eenieder om zienswijzen in te dienen (2e kwartaal 2014). De vaststelling kan vervolgens na de zomervakantie 2014 door de gemeenteraad plaatsvinden. Eventueel voorlopige voorziening bij de Raad van State eind van dat jaar en behandeling van beroepschriften 2e helft van 2015. Strikt genomen kan de procedure korter door alleen maar de uitspraak van de Raad van State in de herziening te verwerken. Bij die uitspraak is namelijk besloten dat de aanpassingen door de gemeenteraad rechtstreeks in een vast te stellen plan opgenomen kunnen worden zonder eerst inspraak en zienswijzen in te winnen met daarna beroep bij de Raad van State. Hiermee worden de efficiencyvoordelen van reparatie van de onvolkomenheden en het meenemen van actuele ontwikkelingen niet behaald. De tijdwinst daarbij bedraagt circa een half jaar. C. Wat gaat het kosten? In het Afdelingsplan Beleid 2013 is voor deze activiteit capaciteit ingeruimd en ook bij de prioriteitstelling door het college is deze taak als prioritair onderwerp aangemerkt. Daarbij is de vraag gesteld of de update te financieren zou zijn binnen het programma. Het budget voor de opstelling van de herziening van het bestemmingsplan voor de kom van Leende-Leenderstrijp kan uit het restant van de reserve van post 48105003 gehaald worden. Deze post was aanvankelijk € 150.000 groot en met name in het leven geroepen voor de opstelling van het bestemmingsplan voor de kom van Leende en Leenderstrijp. Het restant van deze post bedroeg medio juli 2013 nog € 54.000 Deze bestaande reserve kan aangewend worden voor de opstelling van de herziening van het bestemmingsplan. Op voorhand is niet exact aan te geven welk bedrag nodig is voor het opstellen van een herziening. Bij een raming van de werkzaamheden, mede afhankelijk welke ontwikkelingen nog meegenomen moeten worden, is de conclusie dat de bestaande reserve toereikend moet zijn. Een aanbestedingsprocedure brengt daar echter pas uiteindelijke duidelijkheid over. Archeologiebeleid A. Wat willen we bereiken? Naast monumentenzorg dient aandacht uit te gaan naar deze nieuwe wettelijke verplichting op grond van de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Deze wet beoogt het integreren van de
Programmabegroting 2014
Pagina 77 van 167
archeologische monumentenzorg in de ruimtelijke ordening (bestemmingsplannen) en het bestaande vergunningenstelsel (bouwen, slopen, aanleggen). B. Wat gaan we hiervoor doen? Er is in samenwerking met de A2-gemeenten gewerkt aan de opzet van het erfgoedbeleid. Hierin is eveneens het cultuurhistorische erfgoed ondergebracht. Zowel de groene als de gebouwde ( rode) monumenten. Het gevolg hiervan is dat monumentenbeleid en archeologiebeleid onder een noemer ”Erfgoedbeleid”komen te vallen. Om te komen tot een goede integratie van het beleid in de organisatie hebben een aantal voorlichtingssessies plaatsgevonden. Dit beleid vindt momenteel zijn weerslag in de bestemmingsplannen. Bij de vaststelling van het erfgoedbeleid door de gemeenteraad, is tevens besloten om de erfgoedkaarten periodiek te onderhouden. Hiermee wordt voorkomen dat we na verloop van tijd geconfronteerd worden met verouderde kaarten. Archeologisch onderzoek kan onderdeel uitmaken van een vergunningsprocedure. De gemeente beoordeeld het onderzoek wat uiteindelijk resulteert in een selectiebesluit van gemeentewege door het College van B&W. C. Wat gaat het kosten? Voor met name het onderhoud van de erfgoedkaarten, de toetsing van de archeologische rapporten en de besluitvorming is in de begroting een bedrag van € 10.306 gereserveerd.
820 Woningbouw Centrumplan Heeze” A. Wat willen we bereiken? • Ter dekking van de kosten voor het volledige uitvoeringsprogramma verkeer is in 2009 een fonds “Bestemmingsreserve gebiedsgerichte verkenning” ingesteld. Bij het vaststellen van de programmabegroting 2009 heeft de gemeenteraad als startbedrag hiervoor 1 miljoen euro uitgetrokken. Bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma is dit door de gemeenteraad verder aangevuld met een bedrag van 1,4 miljoen euro. Dit betrof één miljoen euro overgeheveld van de voorziening onderhoud N634 en vierhonderd duizend euro overgeheveld van de bestemmingsreserve aanpak verkeerproblematiek. Tevens is besloten het fonds verder aan te vullen middels een donatie als gevolgd van de verkoop van percelen in het bestemmingsplan “Poortmannen”. Het bestemmingsplan dat door u in september 2011 is vastgesteld, wordt uitgegaan van minder gronduitgifte dan in 2009 was beoogd; • Voor de inrichting van de Nieuwe Hoeven is een budget € 110.000 beschikbaar. In het kader van ‘Bereikbaarheid, Leefbaarheid en Veiligheid’ is eind 2012 subsidieaanvraag ingediend bij het SRE. Deze subsidie zal maximaal € 21.487 bedragen voor infrastructurele projecten waarvan €10.744 ingezet kan worden voor de Nieuwe Hoeven. Deze subsidie is inmiddels in februari beschikt; • ‘Het Belslijntje’ wordt gedekt voor een bedrag van € 203.424 uit de Reserve Bels Lijntje (na realisatie komt te vervallen, Subsidie SRE van maximaal € 50.000 (TENDER fiets 2013) en Reserve bovenwijksevoorzieningen van € 46.576 (als sluitpost). De gezamenlijke kosten bedragen € 300.000. B. Wat gaan we hiervoor doen? We gaan een visie opstellen hoe we dit doel gaan halen. Hiervoor worden interactieve werksessies georganiseerd waarin raadsleden, stakeholders en ambtenaren samen een wensbeeld ontwikkelen. Dit wensbeeld wordt vervolgens verankerd in het gemeentelijk beleid, zoals bestemmingsplannen.
Programmabegroting 2014
Pagina 78 van 167
C. Wat gaat het kosten? Er wordt naar gestreefd om voor de visievorming slechts gebruik te maken van eigen medewerkers en faciliteiten (vergaderruimte, printen etc.). Centrumplan Leende A. Wat willen we bereiken? Met de vaststelling van het gemeentelijk integraal huisvestingplan in 2002 besloot de raad dat het afgelopen moest zijn met het knip- en plakwerk bij de scholen en dat er gezocht moest worden naar goede structurele oplossingen. Waar mogelijk moeten deze oplossingen bijdragen aan de versterking en verduurzaming van de centra van de kernen. B. Wat gaan we hiervoor doen? De raad heeft op maandag 10 december 2012 besloten in te stemmen met een samenwerking tussen de gemeente en de corporaties woCom, Wooninc. en Wonen Limburg (vof cl) ter realisatie van een nieuwe multifunctionele accommodatie (mfa) in het centrum van Leende en daarvoor financiële middelen ter beschikking te stellen. In dit mfa komen een nieuwe brede school, dorpshuis de Meent en een gymzaal. Op 9 juli 2013 werd een intentieovereenkomst gesloten met de drie corporaties. Dit geeft ons de mogelijkheid om op zeer korte termijn te starten met een schetsontwerp. Aan de hand van dit schetsontwerp kunnen we verder in gesprek met de gebruikers en kunnen we concreet zoeken naar de mogelijkheden voor optimalisatie en synergie. Na afronding van de schetsontwerpfase kunnen we de samenwerkingsovereenkomst definitief opstellen en ondertekenen. C. Wat gaat het kosten? Om de voorliggende ontwikkeling mogelijk te maken heeft de raad in 2012 € 692.000 toegevoegd aan de reserve Centrumplan Leende. In totaal is er nu € 1.745.915 beschikbaar voor het centrumplan Leende. Behalve de toevoeging aan de reserve heeft de raad ook ingestemd met een extra structurele last in onze begroting van € 210.000 vanaf 2016. D. Risico’s Zowel de gemeente als de vof CL dragen gemeenschappelijk de verantwoordelijkheid om de schetsontwerpfase te laten slagen en te komen tot vaststelling van een bijgesteld haalbaar plan. Indien de haalbaarheid niet gezamenlijk kan worden vastgesteld, dragen de vof en gemeente een gedeeld financieel risico ten aanzien van de daadwerkelijke gemaakte ontwerpkosten. Deze kosten bedragen maximaal € 50.000 exclusief btw. De gemeente draagt 50 % van het risico. Reeds gemaakte en nog te verhalen kosten, zijnde € 71.180 blijven dan uiteraard ook volledig voor rekening van de gemeente. De risico’s bij de samenwerking zijn afhankelijk van de nog te voeren onderhandelingen met de corporaties en van de nog te ondertekenen overeenkomsten. Indien er geen samenwerking komt met de 3 corporaties, zullen we opnieuw de mogelijkheden moeten onderzoeken voor renovatie van de Meent en nieuwbouw van de school op grond in eigendom van de gemeente. Uitbreidingslocatie Beemden-Zuid Heeze A. Wat willen we bereiken? Sinds 2003 is er al sprake van woningbouw op de locatie Beemden-Zuid. De ontwikkeling werd uiteindelijk uitgesteld tot na de pilot ‘Bouwen binnen strakke contouren’. Bouwbedrijf Van Bree en Van Bree Beleggingsmaatschappij wilden op deze uitbreidingslocatie graag 27 woningen realiseren aansluitend aan de 15 starterswoningen op de locatie van de voormalige gemeentewerf. In april 2012 heeft Ballast Nedam de ontwikkeling van de uitbreidingslocatie Beemden-Zuid gedeeltelijk
Programmabegroting 2014
Pagina 79 van 167
overgenomen, namelijk het gedeelte van het failliete Bouwbedrijf van Bree. Ballast Nedam realiseert nu samen met Van Bree Beleggingsmaatschappij 27 woningen. Start bouw vond plaats in het voorjaar van 2013. B. Wat doen we daarvoor? Ter realisatie van het project werd er een anterieure overeenkomst gesloten tussen de gemeente en Bouwbedrijf Van Bree en Van Bree Beleggingsmaatschappij. Voor de gedeeltelijke overname door Ballast Nedam werden er overdrachtsdocumenten opgemaakt. De planologische procedure werd afgerond in 2012. Het wijzigingsplan ‘Beemden-Zuid’ is nu onherroepelijk. C. Wat mag het kosten? Alle kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van de Beemden-Zuid komen in principe voor rekening van de ontwikkelende partij. Dit wordt geregeld in de anterieure overeenkomst in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Ook de door de gemeente te maken voorbereidingskosten worden verhaald op de ontwikkelaar. Bij de aanleg van kabels en leidingen in het pad naar de Nieuwendijk werd duidelijk dat ook op gemeentegrond vervuilde grond ligt. De saneringskosten die hiermee gepaard gaan, blijven voor rekening van de gemeente. Deze kosten worden betaald uit de bijdrage aan het fonds ‘bovenwijkse voorzieningen’. De sanering is inmiddels afgerond. Naar verwachting mogen we rekening houden met circa € 40.000, exclusief btw. De kosten voor het afronden van het openbaar gebied op het terrein van de voormalige gemeentewerf komen voor rekening van Ballast Nedam en Van Bree Beleggingsmaatschappij. Gelet op het faillissement van Bouwbedrijf Van Bree heeft de gemeente uit veiligheidsoverwegingen wel de opdracht gegeven aan KWS om de noodzakelijke verlichtingspalen te plaatsen en aan te sluiten en de onafgewerkte rijbaan dicht te maken. D. Risico’s Zoals bij de overige woningbouwlocaties op initiatief van derden ligt er altijd een klein risico bij de gemeente in het geval die initiatiefnemer failliet wordt verklaard. Bij elke ontwikkeling wordt er een waarborgsom, een bankgarantie of een concerngarantie gevraagd ter zekerstelling van de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de (anterieure) overeenkomst. Op die manier worden de risico’s zoveel mogelijk beperkt. Zowel Ballast Nedam als Van Bree Beleggingsmaatschappij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de overeenkomst, met uitzondering van de betalingen. Er werd ook een concerngarantie afgegeven. Op dit moment zijn er nog steeds twee onbetaalde facturen. De invordering is gestart.
823 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) A. Wat willen we bereiken? De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een procedure- en dienstverleningswet. Het doel van de wet is: het verminderen en vereenvoudigen van de regels voor burgers en bedrijven. Deze dienstverlening willen we verder uitbreiden. Binnen de reguliere procedure heeft de gemeente maximaal 8 weken de tijd om een aanvraag om omgevingsvergunning te beoordelen. Na deze 8 weken wordt de vergunning geacht te zijn verleend. De gemeente Heeze-Leende wil binnen de wettelijke termijnen de aanvragen behandelen en geen fictieve vergunningen verlenen. B. Wat gaan we hiervoor doen? De aanvragen voor een omgevingsvergunning met de daarbij behorende tekeningen worden digitaal via een landelijke voorziening ingediend. De gemeente moet deze aanvraag volledig kunnen ontvangen, doorsturen, bewerken en lezen. Hiervoor is apparatuur en software aangeschaft. Om de
Programmabegroting 2014
Pagina 80 van 167
tekeningen te kunnen lezen, beoordelen en bewerken zijn grote touch screens (in het KCC en backoffice) en pc’s met dubbele beeldschermen geïnstalleerd. Tevens wordt een aanvraag ter beoordeling digitaal doorgestuurd naar de omgevingsdienst, veiligheidsregio en constructeur. In 2014 worden de omgevingsvergunningen volledig digitaal behandeld, verstuurd en gearchiveerd. Op het gebied van toezicht en handhaving werken we ook digitaal. Door middel van een tablet kan een toezichthouder buiten inloggen in het systeem. De benodigde informatie kan dan ter plaatse bekeken worden. Hierdoor kunnen we sneller en slimmer het toezicht uitvoeren. We blijven ernaar streven om de aanvragen om een omgevingsvergunning binnen de wettelijke termijnen of eerder af te handelen en de dienstverlening naar de burger te verhogen. C. Wat gaat het kosten? De implementatie van het digitaal werken wordt binnen de financiële ruimte van de begroting uitgevoerd.
830 Bouwgrondexploitatie De Bulders (woningbouw) A. Wat willen we bereiken? De Bulders is gelegen aan de zuidzijde van Heeze en zal in de toekomst worden ontwikkeld tot een woonwijk bestaande uit ca. 350 woningen. Deze wijk wordt ontwikkeld in samenwerking met de BNG GO. In deze samenwerking zijn de kwalitatieve en kwantitatieve uitgangspunten waaronder de wijk ontwikkeld gaat worden vastgelegd in een contract. Dit contract is medio 2012 door beide partijen ondertekend. B. Wat gaan we hiervoor doen? Nadat in 2012 de joint venture met de Bank Nederlandse Gemeente tot stand is gekomen, is de “Bulders bv” opgericht. Deze bv is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de wijk binnen de uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd. Zowel de gemeente als de BNG GO zijn voor 50% aandeelhouder. Inmiddels is gestart met de aankoop van de benodigde gronden. Dit is een langlopend traject en loopt zoveel mogelijk parallel aan de ontwikkeling van de wijk. In 2014 worden ook de diverse onderzoeken benodigd voor het bestemmingsplan in gang gezet. Het is de verwachting dat in 2014 het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Met de projectontwikkelaars die al eerder gronden in het gebied hebben verworven worden bouwclaim overeenkomsten afgesloten. C. Wat gaat het kosten? Alle kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van de Bulders komen voor rekening van de Bulders bv. Dit is geregeld in de samenwerkingsovereenkomst. Dit geldt overigens ook voor de door de gemeente gemaakte voorbereidingskosten. D Risico’s De Bulders BV/CV is als aparte entiteit verantwoordelijk voor haar eigen risico’s. Daarom heeft zij binnen haar eigen grondexploitatie een risicobuffer opgenomen. Mocht echter ondanks dat de Bulders bv omvallen, dan heeft dat gevolgen voor de reeds verworven gronden. In dat geval zal de grond afgewaardeerd moeten worden en zal dat verlies voor de helft ten laste van de gemeente komen.
Programmabegroting 2014
Pagina 81 van 167
8.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 8 • • • •
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2.896 149 105 105 108 109 -3.523 -1.409 -1.362 -1.388 -1.309 -1.367 0 384 1.999 1.756
0 441 1.957 1.138
0 369 1.990 1.102
0 383 1.990 1.090
0 292 1.990 1.081
0 338 1.990 1.070
In de vorige meerjarenbegroting is een bedrag geraamd van € 44.000 voor het digitaliseren van de bouwvergunningen; Door de mutaties bij de diverse grondexploitaties nemen de inkomsten af in de vorm van “onderhanden werk” met een bedrag van € 42.000; Door afname van de boekwaarde van de grondexploitaties nemen de kapitaallasten af (overeenkomstig de staat van activa) met € 72.000; Een toename van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 33.000.
Tabel 2. Investeringen Voor programma 8 zijn geen investeringen gepland.
Programmabegroting 2014
Pagina 82 van 167
Programma 9: Financiering en dekkingsmiddelen 9.1 Kenmerken In programma 9 wordt de financiering van de gemeentelijke begroting apart vermeldt. Dit programma staat in direct verband met paragraaf H die u in de bijlagen kunt vinden. Productnummer 911 913 914 921 922 930 931 932 934 936 940 960 980
Beleidsproduct Geldleningen en utzettingen korten dan 1 jaar Overige financiële middelen Langlopende uitzettingen Algemene uitkering gemeentefonds Algemene baten en lasten Uitvoering wet WOZ Baten onroerende zaakbelasting gebruikers Baten onroerende zaakbelasting eigenaren Baten baatbelasting Baten toeristenbelasting Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Saldi van kostenplaatsen Mutaties reserves die verband houden met hoofdfunctie 0 t/m 9
9.2 Bestaand beleid De hoofdlijnen van beleid zijn vastgelegd verordeningen en reglementen. Naast de hoofdlijnen zijn diverse bestuurlijke kaders te onderscheiden die richting geven aan het dagelijkse handelen, waaronder: Product
Intern
Jaar Extern vaststelling −
ALGEMEEN
−
Wet gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) Algemene Wet Bestuursrecht
Alg.
Financiële verordening 2012
2012
Gemeentewet Besluit Begroting en Verantwoording
Alg.
Treasury / financieringsstatuut
2012
Besluit Begroting en Verantwoording
Alg. Alg.
Verordening ex art. 213 Financiële mandatering sept. 2012
2012 2012
Gemeentewet
Alg.
Inkoop- en aanbestedingsregeling + 2011 inkoopbeleid 2011
Alg.
Algemene inkoopvoorwaarden
Alg.
Besluiten College aanbestedingen
Alg.
Mandaatregister 2013
Alg.
Besluiten- en mandaatregister
Programmabegroting 2014
B&W
EU-aanbestedingsregels (Bao en Bass)
2004
inzake 2013 Gemeentewet 2010
Pagina 83 van 167
Product
Intern
Jaar Extern vaststelling
Alg.
Ondermandaatbesluiten 2003
2003
930/931/932 OZB-verordening
2013
930/931/932 Beleidsregels OZB/WOZ 2000
2000
936
2013
Verordening toeristenbelasting
Wet Waardering Onroerende Zaken
9.3 Nieuw c.q. aanpassing beleid Het financieel toezicht op de gemeenten wordt uitgeoefend door de Provincie. De provincie heeft een memo toegezonden met een uitleg over de toetsing van de begroting 2014 en de meerjarenraming 2014 tot en met 2017, die kort samengevat het volgende inhoudt. Als de begroting 2014 reëel sluit volgt repressief toezicht. Ook het laatste jaar van de meerjarenraming moet in evenwicht zijn. Indien de begroting 2014 niet reëel sluit, geldt preventief toezicht. Het in evenwicht brengen van de meerjarenraming door middel van (een stelpost) taakstellende/richtinggevende bezuinigingen wordt niet als reëel aangemerkt. De term “reëel sluitend” is van overwegend belang. Materieel evenwicht houdt in dat de begroting voldoet aan bepaalde eisen. De belangrijkste eis is dat de structurele lasten zijn gedekt door de structurele baten. Structurele baten en lasten zijn die baten en lasten die zich in beginsel in ieder jaar van de begroting en meerjarenraming voordoen. In de meerjarenraming worden alle financiële consequenties van beleid opgenomen waartoe is besloten. Tegenover de hieruit voortvloeiende toekomstige lasten staat de verplichting aan te geven wat de toekomstige dekkingsmiddelen zijn. De toezichthouder toetst of het realiteitsgehalte voldoende is. Hierbij zal onder ander gebruik worden gemaakt van het verschil tussen vorige begrotingsjaren en de desbetreffende jaarrekeningen. 980 Mutaties reserves Op dit producten worden alle onttrekkingen aan en stortingen in reserves verantwoord. Voor een overzicht van het verloop hiervan en over het doel c.q. de noodzaak van de diverse reserves verwijzen wij naar de Nota Reserves en Voorzieningen, waarin dit nader is uitgewerkt. Dit geldt ook voor de Voorzieningen die zijn gevormd.
9.4 Financiële informatie Tabel 1. Overzicht en toelichting op mutaties ten opzichte van de begroting 2013 Omschrijving x € 1.000 Uitgaven Inkomsten Mutatie reserves/voorzieningen Kapitaallasten Bedrijfsvoering Totaal Programma 9
• •
Realisatie 2012 77 -16.877 -3.121 24 626 -19.271
Begroting 2013 77 -16.319 304 45 138 -15.755
Begroting 2014 80 -17.295 -79 43 160 -17.091
Begroting 2015 80 -16.394 -80 43 87 -16.264
Begroting 2016 81 -16.420 -57 45 102 -16.249
Begroting 2017 82 -16.489 -64 56 55 -16.360
De algemene uitkering neemt ten opzichte van 2013 toe met € 548.000, inclusief mutaties kadernota 2014; Een lagere toerekening van bespaarde rente over reserves en voorzieningen in relatie tot de stand van deze reserves en voorzieningen per 1 januari 2014 van € 52.000;
Programmabegroting 2014
Pagina 84 van 167
• • •
Hogere inkomsten onroerende zaakbelasting voor woningen en niet woningen in verband met tariefsaanpassing van € 71.000; De mutaties van reserves en voorziening, per saldo een afname van € 383.000, inclusief rekeningsaldo 2013; Een toename van de kostenverdeling op basis van de geraamde uren huidige organisatiestructuur van € 22.000.
Tabel 2. Investeringen Functie
Omschrijving
KVS
Nido 90 zoutstrooier fietspaden
KVS
Skoda Fabia
KVS
Vervanging Toyota 98-VT-ZR
KVS
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
voorg. jaren
2014
2015
2016
2017
0
0
17.000
0
0 25.000
0
0
0
0
30.000
0
0
0
0
Aktiewagen binnen bebouwde kom
0
12.250
0
0
0
KVS
Aktiewagen buiten bebouwde kom
0
16.300
0
0
0
KVS
Vervanging Volkswagen
0
0
0
0
0
KVS
Nido zoutstrooier B11-18
0
25.500
0
0
0
KVS
Rioned H.D. rioolreiniger
0
0
20.000
0
0
KVS
Vervanging materieel (klein)
0
22.845
22.100
0
8.700
KVS
Volkswagen 86-vhl-7
0
0
0
0
48.000
KVS
Volkswagen 85-vhl-7
Totaal
Programmabegroting 2014
0
0
0
0
48.000
30.000
76.895
59.100
0
129.700
Pagina 85 van 167
Programmabegroting 2014
Pagina 86 van 167
DEEL 2 PARAGRAFEN
A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing A1. Algemeen Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft aan dat de begroting en de jaarrekening een uitgebreid inzicht moeten geven in de risico’s die de organisatie loopt en de beschikbare reserves die als buffer kunnen fungeren om deze risico’s op te vangen. Deze paragraaf bevat een inventarisatie van de risico’s en een inventarisatie van de weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (buffer) en de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Het gaat om de vrije reserves (zoals de algemene reserve), de risicoreserves en de stille reserves, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit. De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet aan de andere kant zijn ondervangen (bedrijfsrisico’s). Onderstaand wordt een opsomming gegeven van de thans door ons ingeschatte aanwezige risico’s (A2) en de hier tegenover staande financiële buffer (A3). A2. Inventarisatie bekende risico’s Planschadeclaims Tegenwoordig wordt bij elke uitgebreide planologische omgevingsvergunning en bestemmingsplanprocedure op verzoek van derden een planschade verhaalsovereenkomst gesloten met de initiatiefnemer. Hierdoor kunnen de claims op de initiatiefnemer worden verhaald. Echter, ontwikkelaars kunnen in betalingsproblemen komen te verkeren aangezien het indienen van claims mogelijk is tot maximaal 5 jaar na onherroepelijk worden van de planologische wijziging. Bij het niet meer kunnen verhalen van de claims op de ontwikkelaar komen de kosten volledig voor rekening van de gemeente. Planschadeclaims als gevolg van gemeentelijke plannen (o.a. Schoolstraat 2, Merlebosschool, Bergerhofschool en woningen op de voormalige gemeentewerf) en globale bestemmingsplanherzieningen komen nog wel voor rekening van de gemeente. Omdat planschade ingediend kan worden tot vijf jaar na onherroepelijk worden van de planologische wijziging, is het niet wenselijk dit ten laste te brengen van de projectexploitatie. Deze moet dan immers ook vijf jaar in stand blijven. Het is moeilijk een inschatting te maken van de hoeveelheid planschadeclaims die ingediend zullen worden en daardoor ook lastig te kwantificeren. Ook zijn de kosten voor het laten uitbrengen van een advies door een onafhankelijk bureau niet op de initiatiefnemer te verhalen. Deze kosten komen dus voor rekening van de gemeente. De gemeente Heeze-Leende kiest ervoor om voor deze risico’s geen reserveringen te doen omdat niet zeker is of er planschadeclaims worden ingediend en zo ja, welke planschadebedragen hiermee gemoeid zijn. Tot nu toe worden uitgekeerde bedragen ten laste van programma 8 gebracht. Bodemsanering Op dit moment loopt er nog één bodemsaneringstraject waarvoor geen budget beschikbaar is. Muggenberg Aan de Muggenberg ligt het perceel van de vereniging Ruitersport Heeze. Naar aanleiding van het voornemen om het gebruik van het terrein te privatiseren zijn diverse bodemonderzoeken gedaan. Geconstateerd is dat de buiten-rijbak verbeterd is met het materiaal Rubberco dat een bodemverontreiniging heeft veroorzaakt van koper en PCB's. De privatisering van het buitenterrein heeft door de aanwezigheid van de bodemverontreiniging nooit plaatsgevonden. De onderhoud van de rijbak is voor de gemeente. Geconstateerd is dat het drainagesysteem niet functioneert waardoor
Programmabegroting 2014
Pagina 88 van 167
bij regenval de paardenrijbak niet meer te gebruiken is voor de vereniging. De benodigde reparatie kan niet worden uitgevoerd omdat voor de reparatie grond moet worden verzet. De Wet bodembescherming bepaalt dat werken in verontreinigde grond verboden is. Sanering en het opnieuw aanleggen van de rijbak met drainagesysteem is de enige oplossing. Een gemaakte globale kostenraming geeft aan dat de sanering tussen de € 300.000 en € 400.000 gaat kosten. De kostenraming is niet gebaseerd op meerdere aangevraagde offerten. Daarnaast kan ook gekozen worden voor een deelsanering aangezien de bodemverontreiniging ook in de bodem naast de paardenrijbak aanwezig is. Bij de deelsanering wordt alleen de paardenrijbak gesaneerd. Na sanering kan het mogelijk zijn om het gebruik van de paardenrijbak te privatiseren. Milieuvergunningen Bedrijf Strijperstraat 19a: Al geruime tijd geleden heeft de heer Van Hoof een schadeclaim ingediend. De schadeclaim bedraagt 1,4 miljoen euro. Deze claim valt niet onder de dekking van onze verzekering. De zaak is in behandeling bij het advocatenbureau Adriaanse en Van der Weel. De geschiedenis met betrekking tot verlening van Hinderwetvergunningen (De Hinderwet is de voorloper van de Wet milieubeheer die inmiddels gedeeltelijk is opgenomen in de Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht) is nader bekeken en onderzocht. De eerste indruk van onze advocaat is dat er geen schade is geleden. Diverse malen is er overleg geweest met onze advocaat naar aanleiding van de door de wederpartij gestuurde brieven. Zaak loopt nog steeds. Gemeentegaranties De Nationale Hypotheek Garantie van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen heeft met ingang van 1 januari 1995 de gemeentegaranties (particulieren) overgenomen. De gemeente kan nog worden aangesproken in geval deze instelling niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Onze gemeente staat garant voor een aantal geldleningen. Globaal kunnen de leningen als volgt worden ingedeeld: • Leningen die door de gemeente zelf zijn verstrekt: Dit zijn leningen verstrekt aan Woningstichting woCom (2 leningen) waarvoor de gemeente zelf leningen heeft aangetrokken. Het bedrag waarvoor de gemeente borg staat per 1 januari 2014 is € 2.433.832. • Leningen die lopen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), waarbij het risico is afgedekt: Het restantbedrag leningen per 1 januari 2014 via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw bedraagt ruim € 40.000.000. Projecten Breedband De gemeente staat voor € 3,8 miljoen garant voor de aan te trekken lening door de coöperatie (raadsbesluit). Deze gaat pas in werking bij 50 % deelname en 1 miljoen cofinanciering. Er wordt pas begonnen met de aanleg bij een sluitende begroting. Deze garantstelling bedraagt 80% van het restant van de hoofdsom (4,75 mln). •
• • •
Breedband moet in de visie van de gemeente een open en laagdrempelige voorziening zijn, die voor alle inwoners, bedrijven, scholen en instellingen van Heeze-Leende toegankelijk is. Met name de maatschappelijke waarde van glasvezel voor alle inwoners van Heeze-Leende is hoog. De totale investering bedraagt € 9,2 miljoen; 60 % van de inwoners hebben zich ingeschreven in het project; 1,3 miljoen is er aan co- financiering opgehaald; Er is met de aanleg van kernen gestart, aansluiten buitengebied volgt op de gegenereerde cashflow, of met inzet van het breedband fonds van de provincie (in ontwikkeling);
Programmabegroting 2014
Pagina 89 van 167
• • •
Twee leden van de Raad van Beheer zijn benoemd op voordracht van de gemeente; Aan premie inkomsten als gevolg van de garantstelling zal de gemeente jaarlijks achteraf 3,8 % ontvangen, zijnde € 144.000; Het college heeft de risicobuffer bepaald op tweemaal de jaarlijkse aflossing van HSL-net aan de bank, zijnde € 475.000 te vormen uit de jaarlijkse premie inkomsten.
Centrumplan Leende Het college heeft op 9 juli 2013 een intentieovereenkomst getekend samen met de drie corporaties Wooning, Wonen Limburg en woCom. Alle partijen dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de schetsontwerpfase te laten slagen. Indien de haalbaarheid voor het bijgestelde plan niet door partijen gezamenlijk kan worden vastgesteld, draagt de gemeente een financieel risico ten aanzien van de daadwerkelijk gemaakte ontwerpkosten voor maximaal € 25.000,00 exclusief btw. In het geval de gemeenteraad in november 2013 besluit om het bijgestelde plan samen met de corporaties te ontwikkelen, dan zijn daar ook risico’s aan verbonden. De risico’s zijn afhankelijk van de afspraken die worden vastgelegd in de nog op te stellen samenwerkingsovereenkomst. In het geval de samenwerking met de corporaties wordt stopgezet, dan mag de gemeente zich verwachten aan een schadeclaim in verband met de grondaankopen die in het verleden zijn gedaan. Ook wordt er dan een verhoging van de huur verwacht voor de tijdelijke school op Breedvennen. De gemeente zal uiteindelijk zelf of in samenwerking met andere partijen moeten zorgen voor een nieuwe school in het centrum en minimaal voor een grondige renovatie van de Meent. De Bulders Voor de risico’s binnen het project is een risicobuffer opgenomen. Dit zijn specifieke projectrisico’s zoals fasering, extra civieltechnische kosten, stijgende rente, afwaardering verkoopprijs etc. die binnen de entiteit “Woningbouw de Bulders BV” worden opgevangen en spelen bij een lopend project. Mocht het project niet van de grond komen, ondanks dat de twee haalbaarheidsonderzoeken hebben aangetoond dat het project kansrijk is, dan wordt het verlies gedeeld door BNGGO en de gemeente Heeze-Leende. Het verlies bestaat dan uit de reeds verworven gronden. In de Bulders wordt actief grond aangekocht. Tot nu toe voor een bedrag van rond de 3 miljoen euro. Een afwaardering tot landbouwgrond betekent een verlies voor Heeze-Leende van € 600.000. Educatief Centrum De gemeente huurt het Educatief Centrum in ieder geval voor 40 jaar van Wooninc. De schoolgedeeltes van het Educatief Centrum worden voor 40 jaar in gebruik gegeven aan de Merlebos en Trumakkers. Het middendeel is voor 10 jaar verhuurd aan Kids Talent. Als Kids Talent na deze tijd niet meer wil huren en de gemeente vind geen andere huurder, dan hebben we dus geen inkomsten terwijl de huurkosten van dit deel van € 106.000 wel doorlopen. Hetzelfde geldt bij een eventueel tussentijdse beëindiging van de 10-jarige huurovereenkomst. Onder het kopje “planschade” staan de planschaderisico’s van dit project vermeld. Bergerhof De gemeente huurt de Bergerhofschool in ieder geval voor 40 jaar van Wooninc. Het schoolgedeelte van de Bergerhofschool wordt voor 40 jaar in gebruik gegeven aan de Bergerhof. Het kinderopvangdeel wordt 10 jaar verhuurd aan Joepie. Als Joepie na deze tijd niet meer wil huren en de gemeente vind geen andere huurder, dan hebben we dus geen inkomsten terwijl de huurkosten van dit deel van +/- € 30.000 wel doorlopen. Hetzelfde geldt bij een eventueel tussentijdse beëindiging van de 10-jarige huurovereenkomst. De gemeente heeft Wooninc. € 1,85 mln betaald als gekapitaliseerde huur voor de komende 40 jaar. Dit kan eventueel problemen geven bij een tussentijdse beëindiging van de 40-jarige huurovereenkomst. Verder is het onherroepelijk worden van
Programmabegroting 2014
Pagina 90 van 167
het uitwerkingsplan voor de waaier-woningen gekoppeld aan de hoogte van de huur van de nieuwe school. Als het uitwerkingsplan op 1 januari 2015 niet onherroepelijk is, moet de gemeente extra huur betalen of compenseren in de Bulders. Onder het kopje “planschade” staan de planschaderisico’s van dit project vermeld. Merlebosschool De realisatie van fase 2 van het Educatief Centrum is contractueel verankerd. Deze afspraken dienen nagekomen te worden. Er is nog discussie over wie verantwoordelijkheid is voor de kosten van de inrichting van het park en de verkeerskundige voorzieningen; de gemeente heeft hiervoor geen budget. De huur van de Merlebosschool is verlaagd door de inbreng van een stuk grond bij d'n Toversnest. Als deze grondinbreng niet doorgaat stijgt de huur. Nicasiushuis De gemeente heeft de aanleg van het openbaar gebied gegund. De kosten hiervan worden doorbelast aan woCom. Dit in verband met BTW-voordeel. Hierdoor loopt de gemeente een opdrachtgeversrisico en rentenadeel omdat doorbelaste rekeningen niet per direct betaald worden. Dorpshuis ‘t Perron De gemeente staat borg voor de betaling van de huur van het nieuwe dorpshuis door de stichting Beheer Dorpshuis Heeze aan woCom. Met andere woorden door het afgeven van deze borgstelling wordt de gemeente uiteindelijk verantwoordelijk voor het leegstandsrisico. Als de beheersstichting onvoldoende ruimtes weet te verhuren en/of overige inkomsten weet te genereren, kan woCom de middelen die ze van de stichting tegoed heeft, op de gemeente verhalen. De huurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis circa € 45.000 (excl. BTW). Bij besluit van 26 juni 2012 is besloten om tot en met jaar 2016 een exploitatiebijdrage te verstrekken van € 108.000. Deze bedragen zijn in de meerjarenraming opgenomen. Grondexploitatie Voor informatie over de grondexploitatie en eventuele risico’s die de gemeente hierover loopt wordt verwezen naar paragraaf F Grondbeleid (F7 risico’s grondexploitatie). De geraamde risicoreserve grondexploitatie bedraagt, als gevolg van een afwaardering van de boekwaarde van Breedvennen II (2012), per 1 januari 2014 € 203.000. Wet maatschappelijke ondersteuning De Wmo heeft een open eind financiering, waardoor het risico aanwezig is dat het geraamde budget wordt overschreden. Op basis van een indicatie worden voorzieningen verstrekt. Vooraf is het moeilijk in te schatten hoeveel verstrekkingen worden gedaan. In de huidige werkwijze van de kanteling wordt niet langer gedacht in beperkingen en in beschikbare voorzieningen, maar in mogelijkheden. Het gaat erom samen een oplossing te vinden. Waarbij het behoud van de eigen regie, de zelfredzaamheid en het zelfoplossend vermogen centraal staat. Deze manier van werken heeft invloed op het aantal voorzieningen dat verstrekt wordt. De afgelopen periode is een afname van voorzieningen gerealiseerd. Om de Wmo-middelen (meer) toereikend te houden heeft de gemeenteraad besloten om van het positieve rekeningsaldo 2011 € 300.000 toe te voegen aan de reserve Wmo. Inmiddels is hiervan € 160.000 benut voor het Centrum Plan Leende. Er is dus nog een reserve Wmo aanwezig ad. € 140.000. Decentralisatie AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet De komende jaren worden verschillende taken overgeheveld naar de gemeente, de zogenaamde 3 D’s: Programmabegroting 2014
Pagina 91 van 167
• • •
De invoering van de Participatiewet; De overheveling van taken uit AWBZ naar de Wmo; De nieuwe Jeugdwet ofwel de decentralisatie Jeugdzorg.
De 3 D’s zullen ingaan op 1 januari 2015 en betekenen een aanmerkelijk grotere verantwoordelijkheid voor het sociale domein van de gemeente. In 2014 wordt een versnellingspiloot uitgevoerd voor de nieuwe jeugdwet, de ambulante jeugdzorg taken worden vervroegd naar de gemeente overgeheveld. Doel van de decentralisaties is om de ondersteuning dichter bij de mensen en in samenhang met elkaar organiseren. Dat ligt voor de hand omdat doelgroepen en doelstellingen elkaar deels overlappen. Er is sprake van risico’s omdat de invoering van de nieuwe taken met bezuinigingen gepaard gaan. Het efficiënter organiseren van zorg en ondersteuning is noodzakelijk. De vraag is of hiermee de bezuinigingen gerealiseerd kunnen worden, dat zal de komende jaren duidelijk worden. Als het budget, ondanks een efficiëntieslag, niet toereikend is, zullen andere keuzes gemaakt moeten worden. Het jaar 2014 zal dus vooral in het teken staan van de voorbereiding en implementatie van deze drie decentralisaties. In 2014 zal de pilot Jeugdzorg uitgevoerd worden. De 3 trajecten worden alle drie in A2 verband opgepakt. Het is nog niet bekend hoeveel budget het rijk voor de invoering van de transities beschikbaar zal stellen. Indien blijkt dat de Rijksbudgetten ontoereikend zijn voor de invoering en/of uitvoering van de gedecentraliseerde taken, wordt middels een raadsvoorstel een beroep gedaan op de reserve Wmo. Schade, schadeclaims en vandalisme In de begroting staan posten opgenomen die rekening houden met schadegevallen die niet door de verzekering worden gedekt (eigen risico’s) of niet te verhalen zijn op derden. Het betreft dan schadeposten die betrekking hebben op wegen, openbare verlichting, schadeloosstelling, inbraak en vandalisme (scholen). Totaal geraamd bedrag voor 2014 is ruim € 8.000. Endinet Op 1 juli 2010 hebben de gemeentelijke aandeelhouders hun aandelen in het energie-netwerkbedrijf Endinet verkocht aan Aliander. In het verkoopcontract zijn verschillende garanties, vrijwaringen en (toekomstige) verrekenmomenten opgenomen. In 2011 heeft de definitieve eindbalans van Endinet niet tot aanpassing van de koopsom geleid. Wel zijn er nog lopende verplichtingen vanuit het contract. Deze hebben onder andere betrekking op een verrekening tussen verkopers en koper op het gebied van de gasaansluittarieven. De verwachting is dat de eindafrekening met betrekking tot de verkoop van Endinet en Alliander in 2013 zal worden afgewikkeld. Hiervoor is in het verleden een risicoreserve gevormd van € 400.000. Benodigde weerstandscapaciteit Om te kunnen beoordelen of de weerstandscapaciteit op voldoende niveau is zou aan elk gesignaleerd risico een bedrag moeten worden gehangen. Echter niet elke risico is kwantificeerbaar en zal zich ook niet altijd en tegelijk daadwerkelijk voordoen. Om toch enigszins een totaaloverzicht te behouden zijn er ook onderwerpen genoemd waarvan niet geheel bekend is of en tot welk bedrag de gemeente schade of verlies zal lijden. Deze zijn als pro memorie-posten opgenomen. Indien wordt geschat dat de kans zich kan voordoen dat schade zal worden geleden en het risicobedrag min of meer bekend zal zijn, is hiervoor een voorziening/(risico)reserve gevormd (bijvoorbeeld: reserve WMO, risicoreserve verkoop Endinet). Deze risico’s waarvoor al een reserve is gevormd worden niet in onderstaand overzicht voor de benodigde weerstandscapaciteit meegenomen.
Programmabegroting 2014
Pagina 92 van 167
Omschrijving geïnventariseerde risico’s Projecten/planschadeclaims Dorpshuis ’t Perron Garanties Project de Bulders Woningb (voorfinanciering) Bodemsaneringstraject Totale risico’s Benodigde weerstandscapaciteit
€
incidenteel p.m.
€ € € €
p.m. 600.000 350.000 950.000
structureel €
45.000
€ 45.000 € 995.000
A3. Beschikbare weerstandscapaciteit Als minimale vereiste stand van de algemene reserve wordt nog de oude norm aangehouden van het provinciaal beleidskader. Voor onze gemeente werd deze berekend op € 1,4 miljoen. Het vrije gedeelte boven de algemene reserve en de post onvoorziene uitgaven kunnen als weerstand dienen voor bovenvermelde geïnventariseerde risico’s. Een totaaloverzicht van de bestaande reserves en voorzieningen is opgenomen als bijlage in deze begroting. Het saldogedeelte boven de minimaal vereiste stand van de algemene reserve is het belangrijkste bestanddeel van de weerstandscapaciteit en is in principe bedoeld als buffer voor het opvangen van risico’s, waarvan de financiële gevolgen vooraf niet redelijkerwijs zijn in te schatten en waarvoor geen risicoreserve of voorziening is gevormd. Omschrijving vrij aanwendbare reserves Algemene reserve (-/- 1,4 miljoen) Post onvoorziene uitgaven
€ €
bedrag 1.464.000 30.000
Beschikbare weerstandscapaciteit
€
1.494.000
Zoals uit onderstaande tabel blijkt is het weerstandsvermogen voldoende groot om de eventuele risico’s die zich kunnen voordoen op te vangen. Weerstandsvermogen Begroting 2014 Benodigde weerstandscapaciteit (A) Beschikbare weerstandscapaciteit (B) Totaal lasten begroting 2014 Risico als % van de lasten Weerstandsvermogen B-A
Programmabegroting 2014
€ € € €
493.000 1.494.000 26.365.000 3,8% 1.001.000
Pagina 93 van 167
B. Onderhoud kapitaalgoederen De gemeente Heeze-Leende heeft ongeveer 10.500 hectare aan openbare ruimte in beheer. Het is een gemeente waar veel mensen wonen, werken en recreëren. Daarvoor zijn veel kapitaalgoederen nodig, zoals: wegen, riolering, openbaar groen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten. Het beleid van de gemeente Heeze-Leende voor het onderhoud van kapitaalgoederen is onder meer opgenomen in de nota’s: - Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (V-GRP 2011-2016); - Budgetten wegonderhoud (2005); - Gemeentelijke Wegenzorg in uitvoering (2008) - Meerjarig Onderhoudsplan bruggen (2002), herzien 2009 - Gemeentelijk Openbaar Verlichting Plan (GOVP 2003) herzien 2008; - Meerjarig Onderhoudsprogramma Groen (1998); - Groenstructuurplan 2003-2013; - Bosnota 2003 – 2013; - Gemeentelijke bomenlijst (2005) - Speelruimtenota. - Gemeentelijke gebouwen B1. Riolering Algemeen Door het in 2011 gereedgekomen VGRP heeft een verdere actualisatie slag voor het gegevensmagazijn van het rioolbeheer plaatsgevonden. Controle van gegevens blijft, gezien de ouderdom van het stelsel, een voortdurende en noodzakelijk zorg voor een adequaat rioolbeheer. Ook de recente in- en uitbreidingen van rioolareaal maken structurele ‘updates’ noodzakelijk. Het regionaal, in samenwerking met het Waterschap, opgezette “Meet en Monitoringplan” voor de riolering moet uiteindelijk leiden tot meer inzicht in het goed functioneren van de waterketen in zijn geheel. Eind 2013 worden de eerste regionale concretere plannen verwacht. Beleidskader Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) 2011-2016. Doel Het VGRP is een beleidsplan waarin de gemeente invulling geeft aan haar zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het plan is tot stand gekomen in nauw overleg met de Provincie, het Waterschap de Dommel en de Inspecteur van de Volksgezondheid. Het onderhoud alsmede nieuwe, renovatie- en vervangingsinvesteringen betreffende de riolering vinden plaats conform de kaders van het plan. Activiteiten 2014 Het VGRP (2011) is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten, het Waterschap de Dommel en Waterschap Aa en Maas. Het onderhoud alsmede nieuwe, renovatie- en vervangingsinvesteringen betreffende de riolering vinden plaats conform de kaders van het plan. Mede in het kader van de ontwikkeling van het Dorpshuis in Heeze zal de riolering in de Schoolstraat, Dominee Kremerstraat, Spoorlaan, gedeelte Emmerikstraat en de Oude Stationstraat worden aangepast. De Dominee
Programmabegroting 2014
Pagina 94 van 167
Kremerstraat is in 2012 reeds uitgevoerd. De Schoolstraat voor 2014, en dan kan de Oude Stationstraat in 2015 worden ingepland (onderzoek in 2013 heeft aangetoond dat de rioolconstructie verder uitstel mogelijk maakt) en tevens tegen die tijd de randweg rond de Bulders gereed is. Voor 2015 staat nu de voorbereiding van de Spoorlaan en het laatste stukje Emmerikstraat in de planning. De reconstructie zal mede tot gevolg hebben dat het hemelwater van het huidige stelsel zal worden afgekoppeld. Een aparte leiding voor het hemelwater zal het regenwater naar de sloot afvoeren. In 2014 zullen deze werkzaamheden worden voorbereid voor een realisatie in 2014. In 2014 zal de riolering in de Schoolstraat worden gereconstrueerd, in 2013 zijn hiervoor de technisch verkennende onderzoeken gedaan. Beoordeeld zal moeten worden wat de restlevensduur is van de in 1952 aangelegde persleiding. Jaarlijks zullen een aantal minigemalen, aangelegd in de vorige eeuw, moeten worden vervangen ten einde het transport van afvalwater te kunnen waarborgen. Financiering en kosten De werkzaamheden aan het rioleringssysteem vinden budgetneutraal plaats. Dit betekent, dat de kosten van de riolering via een riooltarief aan de burgers in rekening worden gebracht. Deze berekening vindt in het VGRP plaats en wordt jaarlijks, geïndexeerd, door u vastgesteld. Op het einde van een begrotingsjaar zal er een verschil zijn tussen de begrote en het werkelijke resultaat van de riolering. Dit verschil gaat conform het ‘Ideaal Complex’ naar de spaarvoorziening riolering. Deze voorziening is een egalisatievoorziening en dient er voor om grote schommelingen in de jaarlijkse investeringen op te vangen. B2. Wegbeheer Algemeen Na een verdere actualisatie slag voor het gegevensmagazijn van het wegbeheer weten we dat we sinds 2011 ruim 1,6 miljoen m2 aan verharding in beheer en onderhoud hebben. Omdat de restlevensduur van asfalt (42%) sneller afneemt dan die van elementverharding (40%) is voor een duurzaam onderhoud een adequaat beheer noodzakelijk. Hieronder wordt verstaan de onderhoudscriteria en –normen ter voorkoming van kapitaalvernietiging, milieu- en/of energieverlies. Dat daarmee automatisch de thema's veiligheid, comfort en aanzien worden verbeterd ligt in de lijn der verwachting. In het efficiënter organiseren van het onderhoudsproces is het noodzakelijk om goede prestatie-indicatoren te ontwikkelen. Een goede afstemming van de functie van de weg in relatie tot het gebruik ervan zal een adequaat beheer mogelijk moeten maken. Beleidskader Gemeentelijke Wegenzorg: “Beleidsplan Meerjarenonderhoud wegen 2012-2016”. Doel Aan de hand van een meerjaren onderhoudsprogramma en op basis van de gewenste kwaliteit het wegenonderhoud uit laten voeren. Hoewel het aanzien van de asfaltverharding verslechterd is zijn comfort en veiligheid nagenoeg hetzelfde gebleven. Bij de elementverharding zijn comfort en veiligheid verslechterd en behoeven ook in 2014 extra aandacht. Activiteiten 2014 Aan de hand van de weginspectie gegevens, uitgevoerd in het voorjaar van 2013, wordt het uitvoeringsprogramma 2014 vastgesteld. Met een innovatieve wijze van aanbesteden verkorten we de procedure voor het jaarlijkse beheerproces en verlagen we de ingenieurskosten. In 2013 is het uitvoeringsprogramma onderhoud wegen opnieuw aanbesteed middels een EMVI, het huidige contract inclusief verlengingsopties loopt dan af. Samen met de aannemer wordt dan een maatregeltoets uitgevoerd en het definitieve programma vastgesteld. Mede in het kader van de Programmabegroting 2014
Pagina 95 van 167
ontwikkeling van het Dorpshuis in Heeze zal de riolering in de Schoolstraat, Spoorlaan, gedeelte Emmerikstraat en de Oude Stationstraat worden aangepast. Voor de planning zie onder Rioolbeheer. De wegen Spoorlaan en Oude Stationstraat uit het onderhoudsprogramma van 2006 zijn uitgesteld wegens de slechte staat van de riolering in deze wegen. Nu zal een gezamenlijke aanpak voor de aanleg van het Dorpshuis, afkoppeling hemelwater, groot onderhoud wegen en rioolrenovatie plaatsvinden. Financiering en kosten Voor het onderhoud van wegen en bruggen is een voorziening onderhoud wegen en bruggen aanwezig. De jaarlijkse kosten willen nogal eens fluctueren. Dit is een egalisatievoorziening en heeft als doel om de kosten over de diverse begrotingsjaren heen te egaliseren. B3. Verlichting Algemeen Binnen de gemeente Heeze-Leende staan ongeveer 3.000 lichtmasten, samen vertegenwoordigen zij een waarde van ongeveer € 4,5 miljoen. Voor wat betreft de beleidskader wordt er aansluiting gezocht bij de thema’s zoals die ook in het wegenonderhoud naar voren komen, veiligheid, comfort en aanzien. Beleidskader Gemeentelijk openbaar verlichting Plan Doel Het Gemeentelijk Openbaar verlichting Plan (GovP) is een plan dat de openbare verlichting in de gemeente, in 10 jaar tijd brengt naar een gelijkmatig verlichtingsniveau, dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De volgorde van werken is bepaald door de ouderdom van de lichtmasten en een gelijkmatige jaarlijkse investering. Het kan hierbij gaan om de complete vervanging van een mast, het vervangen van een armatuur of het herschikken van masten om een beter verlichtingsniveau te bereiken. Activiteiten 2014 In het op 25 november 2013 door de raad vastgestelde herziene beleid openbare verlichting is tevens het uitvoeringsprogramma deelplan 2014 vastgesteld. Financiering en kosten De totale kosten van het plan zijn op ruim € 1.500.000 geraamd. De raad heeft op 15 december 2003 het GovP vastgesteld. Daarbij is besloten om voor de jaren 2004 tot en met 2013 jaarlijks een bedrag van € 153.400 te reserveren voor de renovatie van de openbare verlichting, te verhogen met een jaarlijkse indexering. De nog resterende kosten bedragen na de herziening: € 1.201.470. Het huidige, geïndexeerde, jaarlijkse bedrag is € 170.000. Dit betekent dat bij gelijkblijvende investeringen de uitvoering mogelijk tot 2018 zal doorlopen. Voor de openbare verlichting is geen fonds aanwezig. De kosten worden gekapitaliseerd. Op grond van ervaringen is de financiële afschrijvingstermijn van de lichtmasten eerder al verlengd naar 35 jaar. B4. Openbaar groen Beleidskader Meerjarig onderhoudsprogramma Groen (1998) Groenstructuurplan 2003-2013 Programmabegroting 2014
Pagina 96 van 167
Doel Aan de hand van een beeldbestek de gewenste kwaliteit van het groenonderhoud beheren. Activiteiten 2014 Al sinds jaar en dag onderhouden Ergonbedrijven en de buitendienst het openbaar groen in HeezeLeende. Sinds 2009 gebeurt dit voor een deel aan de hand van een meerjaren(beeld)bestek waarin de gewenste kwaliteit is omschreven. Binnen de kadernota 2014 is een bezuiniging van € 100.000 op het onderhoud van openbaar groen opgelegd. Deze bezuiniging is vanaf 2014 en structureel. In het voorjaar van 2014 zal aan uw raad een aangepast meerjarig onderhoudsprogramma groen voorgelegd worden om te komen tot een nieuw kwaliteitsniveau voor de onderhoud van de openbare ruimte voor 2015 en verder. Een nieuw kwaliteitsniveau is noodzakelijk om de structurele bezuiniging van € 100.000 vorm te geven. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar een differentiatie in het niveau van onderhoud en het omvormen van onderhoudsintensief groen naar minder onderhoudsintensief groen. Ook de haalbaarheid van zelfwerkzaamheid en het afstoten van het zogenaamde snippergroen zijn onderwerpen die aan de orde komen. Het is niet haalbaar om vanaf 1 januari 2014 met het aangepast meerjarig onderhoudprogramma te starten. Het vereist de nodige zorgvuldigheid. Zaken moeten uitgezocht worden. Het gaat hierbij om de bedrijfsvoering van de buitendienst, het onderhoudspakket van Ergon en de buitendienst. 2014 vormt dan ook een overgangsjaar, waarbij de bezuinigingen komen uit tijdelijke maatregelen: minder inhuur van personeel van derden, de storting reserve materieel achterwege te laten, minder stortkosten. Kosten De kosten voor dit onderhoudsprogramma zijn opgenomen in reguliere posten van de begroting met voor 2014 de inachtneming van bovenstaande bezuinigingen. B5. Bos en natuurterreinen Beleidskader Bosnota 2003-2013 Doel De bosnota geeft uiting aan geïntegreerd bosbeheer, waarbij de functies natuur, recreatie en houtproductie moeten leiden tot een gevarieerder beeld. Geïntegreerd bosbeheer gaat zo veel mogelijk uit van natuurlijke processen, waarbij bijvoorbeeld grootschalige ingrepen zoals kaalkap en herplant worden vermeden. Activiteiten 2014 De provinciale subsidie natuurbeheer (PSN) is voor de tweede periode van zes jaar toegekend. Aan de hand van het op te stellen werkplan 2014 worden de nodige beheer- en onderhoudsmaatregelen uitgevoerd. In 2014 komt er een evaluatie over het beheer van de afgelopen 10 jaar en een beleidskader voor de komende 10 jaar. Kosten De kosten van het beheer van de bos- en natuurterreinen zijn opgenomen in exploitatie van de programmabegroting 2014. Verder streeft de gemeente naar een kostendekkend beheer op basis van subsidies en inkomsten uit houtoogst.
Programmabegroting 2014
Pagina 97 van 167
B6. Speelterreinen Beleidskader Speelruimtenota Doel Het creëren en behouden van veilige speelplekken, mede tot stand gekomen in samenspraak met buurtbewoners. Activiteiten 2014 Naast het twee keer per jaar inspecteren en daaruit voortvloeiend herstel of vervanging wordt verder gegaan met het herstel van de ondergronden, waarbij het gaat om het reinigen en of aanvullen van het zand. Voor de locatie Vondellaan wordt met omwonenden een inrichtingsvoorstel besproken en naar verwachting uitgevoerd in 2014. Kosten De onderhoudskosten van de speelplekken zijn opgenomen in exploitatie van de programmabegroting 2014. B7. Gemeentelijke gebouwen Beleidskader We willen naar een hoger niveau van vastgoedbeheer, van uitvoerder naar controller. In 2014 wordt het onderhoud meer planmatig uitgevoerd, met oog voor de kosten en gerelateerd aan het door het college gekozen onderhoudsniveau. Activiteiten 2014 Tot en met eerste kwartaal van 2014 wordt het beheer naar het hogere niveau gebracht. Voor de 11 belangrijkste gebouwen zijn meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. Voor het gemeentehuis, de gemeentewerf met brandweerkazerne en brandweerkazerne Leende wordt de uitvoeringsbegeleiding uitbesteed. Voor de andere gebouwen wordt dat, met uitzondering van de administratieve actualisatie van de MJOP’s, zelf gedaan. Het verschil in werkwijze wordt na een jaar geëvalueerd en gebruikt om de beste manier te selecteren. Bij de meerjarenonderhoudsplannen wordt uitgegaan van de originele MJOP’s, inclusief terrein en de posten ‘onvoorzien’. Dit inzicht geeft een maximum aan en gaat ervan uit dat alle kosten uit de voorziening gehaald worden. Dat laatste is niet helemaal correct aangezien er ook in de begroting 2014 budgetten staan per gebouw. B8. Duurzaamheid en klimaat Beleidskader In januari 2012 startte de projectgroep ‘Energie’. De projectgroep heeft als taak om de gemeentelijke energiehuishouding in beeld te brengen en waar nodig maatregelen te treffen om het energieverbruik en de kosten te verlagen. In 2014 moet de organisatie alle benodigde maatregelen hebben genomen waardoor het gemeentelijk energiemanagement op orde is waardoor monitoring mogelijk is. Activiteiten 2014 • Led-verlichting is zeer in opkomst. Het beleid is om bij vervanging van verlichting in gemeentelijke gebouwen of de openbare verlichting te kijken of het mogelijk en rendabel is om Led-verlichting aan te brengen. De verlichting is de sporthal De Pompenmaker is dringend aan vervanging toe. In 2013 is een onderzoek gestart naar de financiële haalbaarheid. Uit dit onderzoek blijkt dat het rendabel is nu Led-verlichting aan te brengen. De volgende stap is om in 2013 - 2014 te bekijken of het in praktijk mogelijk is om Led-verlichting aan te brengen;
Programmabegroting 2014
Pagina 98 van 167
•
•
Het doel van de projectgroep is om de kosten zo laag mogelijk te houden. Snelle winst is behaald door niet meer in gebruik zijnde aansluitingen af te sluiten en aansluitwaarden van aansluitingen te verlagen. In 2012 en 2013 is een aantal aansluitingen afgesloten en de aansluitwaarde van diverse aansluitingen verlaagd. In 2013 vindt een onderzoek plaats naar de evenementenkasten rondom het gemeentehuis, de aansluiting van de oude brandweerkazerne en de aansluiting op de Sterkselseweg 51 of deze in aanmerking komen voor verlaging of verwijdering; Vanaf 1 januari 2012 levert Greenchoice aan de gemeente elektriciteit en vanaf 1 januari 2013 ook gas. Een speciale werkgroep met daarin drie vertegenwoordigers van de gemeenten en 1 vertegenwoordiger van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant bewaken de uitvoering van de contracten. In 2012 stelde de projectgroep vast dat Greenchoice op sommige onderdelen niet voldeed aan het contract voor de levering van elektriciteit. In 2013 werd hetzelfde geconstateerd voor de levering van gas. Vanaf dat moment is de betaling stopgezet richting Greenchoice. Tot op heden loopt het overleg met Greenchoice om te komen tot naleving van de leveringscontracten.
Kosten • De levensduur van de huidige verlichting (armaturen en lampen) is op en is toe aan vervanging. De kosten voor het aanbrengen van de Led-verlichting moeten nog in beeld worden gebracht. Aangezien het gaat om vervanging van de bestaande verlichting worden de kosten geboekt op post bouwkundig onderhoud De Pompenmaker; • De kosten voor verwijdering of verlaging bedragen ongeveer € 400 per aansluiting. De kosten worden geboekt op de posten voor levering van elektriciteit. Voor de evenementenkasten rondom het gemeentehuis moeten de kosten nog in beeld worden gebracht omdat er meer werkzaamheden worden verricht dan alleen afsluiten of verlagen.
Programmabegroting 2014
Pagina 99 van 167
Treasury C1. Inleiding De treasury functie beheert de benodigde middelen voor de uitvoering van de diverse programma’s. Onder de treasury functie valt niet het garanderen van rente en aflossing van geldleningen van derden; deze worden per verzoek aan het bestuur voorgelegd. De treasury functie is onderhevig aan de regelgeving zoals die is vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (FIDO). Het aantrekken en uitzetten van gelden is enkel toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Het risicobeheer vindt zijn grondslag in een risicomijdend beleid. Kenmerkend voor de treasury functie is dat deze dient zorg te dragen voor voldoende financiële middelen om de gemeentelijke taken naar behoren uit te kunnen oefenen. Met als uitgangspunt dat de kosten zo laag mogelijk moeten worden gehouden en het rendement te optimaliseren. Ook is het wenselijk een onderbouwde liquiditeiten prognose samen te stellen. Een groot gedeelte van de treasuryfunctie was tot dusverre uitbesteed aan de huisbankier. Met ingang van 1 oktober 2010 is met de BNG een nieuwe financieringsovereenkomst voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer afgesloten. Deze overeenkomst is geldend tot en met 31 december 2012, waarna deze stilzwijgend wordt verlengd met telkens een jaar. Op de door de gemeente bij de BNG aangehouden bankrekeningen wordt een saldoen rentecompensatie circuit toegepast. Het kabinet Rutte-Asscher wil dat alle decentrale overheden in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren (zonder leenfaciliteit). Met schatkistbankieren worden de risico’s van beleggen voor decentrale overheden tot nul gereduceerd. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Door de introductie van het verplicht schatkistbankieren, ontstaat naar verwachting een nadelig effect op het rendement. Gemeenten zijn binnenkort verplicht om overtollige middelen bij de Nederlandse Staat aan te houden. C2. De kasgeldlimiet Per ministeriële regeling geeft het ministerie aan tot welk bedrag een gemeente mag financieren met kortlopende geldleningen: de kasgeldlimiet. Het betreft een percentage van het totaal van de begroting, zijnde momenteel 8,5 %. Indien de gemeente deze kasgeldlimiet structureel overschrijdt, dient ze de kortlopende schuld om te zetten in een langlopende schuld. Met name bij korte financiering loopt de gemeente renterisico. Door deze financieringsvorm in te kaderen voorkomt de gemeente grote fluctuaties in de rentelasten. Anderzijds is de gemeente sinds de invoering van de Wet FIDO flexibeler en krijgt ze grotere vrijheid om het cashmanagement vorm te geven. Na afloop van ieder kalenderkwartaal wordt de gemiddelde netto vlottende schuld getoetst aan de kasgeldlimiet. Netto vlottende schuld De netto vlottende schuld is als volgt opgebouwd: Opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar; Schuld in rekening-courant; Gelden van derden gestort in kas voor een termijn korter dan één jaar; Overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld. onder aftrek van: Contante gelden in kas; Tegoeden in rekening-courant; Overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar.
Programmabegroting 2014
Pagina 100 van 167
De verwachte kasgeldlimiet voor 2014 staat weergegeven in onderstaande tabel: Kasgeldlimiet (bedragen * 1.000) Begrotingstotaal
De verwachte limiet is 8,5 %
2014 26.365
2.241
C3. De renterisiconorm en de leningenportefeuille Conform de Wet FIDO moet de gemeente voldoen aan de rente risiconorm. Het stellen van een rente risiconorm moet zorgen voor een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, zodat de gemeente niet in enig jaar een onevenredig groot deel van de portefeuille moet herfinancieren en daardoor grote renterisico’s loopt. De leningenportefeuille moet gelijkmatig over de jaren vervallen. Voor gemeenten geldt momenteel een rente risiconorm van 20% over het begrotingstotaal. In onderstaande tabel staat de verwachte rente risiconorm voor de komende jaren weergegeven: Renterisiconorm (bedragen * 1.000) Begrotingstotaal
De verwachte norm is 20%
2014 26.365
5.273
Het verwacht renterisico is als volgt te bepalen: Renterisico (bedragen * € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Renteherzieningen Renteherziening op vaste schuld o(pgenomen) g(eld) Renteherziening op vaste schuld uitstaand geld (aan o/g) 0
0
0
0
Aflossingen
1.059
1.309
1.309
1.205
Renterisico
1.059
1.309
1.309
1.205
Renterisiconorm 2014
5.273
5.273
5.273
5.273
Ruimte onder de norm
4.214
3.964
3.964
4.068
Programmabegroting 2014
Pagina 101 van 167
Toelichting In de tabel is rekening gehouden met een totaal aan langlopende leningen in 2014 van € 5 miljoen, waarvan naar verwachting op 1 november 2013 een bedrag van €2,5 mln en op 1 juli 2014 eveneens een lening van € 2,5 mln zal worden aangegaan. C4. Renteprognose Onderstaande verwachting is afkomstig uit Economisch Beeld van 5 september 2013 van de BNG. De wereldeconomie zal naar verwachting in 2014 voor het eerst weer een licht groeitempo vertonen. Voor de eurozone wordt in 2014 een bescheiden economisch herstel verwacht. De Nederlandse economie groeit naar verwachting licht met 0,3% (2013 is een krimp van -1,4%). De inflatie zal in 2014 uitkomen op 1,5%. De ECB zal een ruim monetair beleid blijven voeren. De lange rente zal onder invloed van het verwachte lichte conjunctuurherstel gaan oplopen. De percentages voor de driemaands interbancair van de Eurozone en de tienjaars staat van Nederland zien er als volgt uit: Omschrijving
1990-
2007
2008
2009
2010
2011
2010
2012
2013
Progn.
meest ultimo recent
2014
3 maands interbancair
4,30% 4,70%
2,90%
0,70%
1,00%
1,40%
0,27% 0,25 % 0,25%
10 jaars staat
5,40% 4,30%
2,90%
3,60%
3,10%
2,20%
1,85% 2,35 % 2,60%
C5. Het EMU-saldo Nederland maakt deel uit van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Binnen de EMU hanteert men het begrip EMU-saldo. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat een land maximaal een EMU-tekort van 3% van het BBP (Bruto Binnenlands Product) mag hebben. De gehele overheid (Rijk, lokale overheden en Sociale Fondsen) vormt het EMU-saldo. Gemeenten beïnvloeden dus mede het EMU-saldo van Nederland. Men is voornemens de lagere overheden de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) op te leggen. Dit heeft grote gevolgen voor de gemeentelijke vrijheid tot het doen van investeringen (ook al zou men daar in het verleden reserves voor hebben opgebouwd). Men baseert zich bij deze Wet op het kasstelsel. Er mag in een kalenderjaar niet meer uitgegeven worden dan er binnenkomt. C6. Het risicoprofiel De gemeente Heeze-Leende heeft gekozen voor een laag risicoprofiel. Voor wat betreft het renterisico is in het algemeen een rentetypische looptijd van vijf jaar het meest ideaal. Voor specifieke investeringen dient de afschrijvingstermijn bepalend te zijn voor de looptijd van de aan te trekken lening. De gemeente zal echter altijd het meerjarenperspectief moeten betrachten. De treasuryfunctie zal zoveel mogelijk met deze uitgangspunten rekening houden, waarbij alles staat of valt met de informatie die vanuit de organisatie ter beschikking komt.
Programmabegroting 2014
Pagina 102 van 167
In 2010 is met onze huisbankier de BNG een financieringsovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst heeft tot gevolg dat het liquiditeitsrisico praktisch gezien gering is. Openstaande debiteuren hebben de voortdurende aandacht van de invorderingsfunctie. De gemeente loopt het kredietrisico (het risico dat de gemeente uitstaande gelden niet of niet tijdig int) relatief gezien over een gering bedrag. Dit kredietrisico is grotendeels afgedekt. Men kan hierbij denken aan verstrekte hypothecaire geldleningen aan ambtenaren (slechts één lopende lening; er worden geen nieuwe leningen afgesloten), en verstrekte leningen aan culturele instellingen en gemeenschappelijke regelingen. De leningen waarvoor de gemeente borg staat, dienen de publieke taak, zoals leningen aan de woningbouwcorporatie. Valuta- en koersrisico’s worden niet gelopen. De gemeente Heeze-Leende heeft via haar deelneming Heeze De Bulders B.V. samen met BNG Gebiedsontwikkeling B.V De Bulders Woningbouw B.V. en De Bulders Woningbouw C.V. opgericht. Volgens de nu bekende informatie zal de gemeente Heeze-Leende de voorfinanciering van de reeds verworven en nog te verwerven gronden moeten verzorgen. Afhankelijk van de fasering in verwerving en de snelheid van vervreemding kan hier een behoorlijk beslag op de financiële capaciteit worden gelegd. Hierbij wordt wel aangetekend dat de rentelast uiteindelijk door de CV/BV zal worden gedragen.
Programmabegroting 2014
Pagina 103 van 167
D. Bedrijfsvoering D1. Organisatieontwikkeling De organisatieopzet uit 2009 is gebaseerd op drie pijlers nl.: dienstverlening, projectmatig werken en procesmatig werken. Organisatorisch is dit vertaald in een splitsing tussen beleid en uitvoering, en een herkenbare front- en backoffice. De drie genoemde pijlers vormen nog steeds de basis onder de organisatiestructuur, maar we hebben een aantal knelpunten ervaren waar de structuur belemmerend werkte: • Financial control was onvoldoende gewaarborgd in de structuur; • Programmasturing en beleidscontrol was onvoldoende ontwikkeld binnen de organisatie; • De structuur was onvoldoende flexibel om logische clusters en/of thema’s onder te brengen in A2 verband (of andere samenwerkingsvormen); • Processen waren nog onvoldoende uitgelijnd en bij de audits bleek iedere keer dat de voorgestelde organisatiestructuur voorwaarde is om deze processen meer lean in te richten. Er is gezocht naar verbeterde ondersteuning aan de bijbehorende processen en de ontwikkelingen die op ons afkomen. Daarvoor is in 2013 een structuuraanpassing doorgevoerd waarmee we de genoemde knelpunten oplossen. Naast bovenstaande ontwikkelingen vormde ook het vertrek van het afdelingshoofd FenC een aanleiding om de organisatiestructuur tegen het licht te houden en ons opnieuw te oriënteren op de doorontwikkeling van de organisatie. De nieuwe structuur heeft een afname op het aantal managers opgeleverd. In 2014 zal het organisatiemodel verder worden ingericht. Leidend motief is dat het organisatiemodel dynamisch is en dus makkelijk kan wijzigen als de omgeving daarom vraagt. D2. Personeel en Organisatie Personeel De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat gemeente Heeze-Leende structureel moet bezuinigen om een sluitende begroting te krijgen. Vanaf 2011 zijn langs een drietal lijnen deze bezuiniging verder vorm gegeven: Zero Based Budgettering, het in beeld brengen van Kansen en Bedreigingen en een kerntakendiscussie met de gemeenteraad. Onderdeel van de opgave is een bezuiniging van € 220.000 welke ingeboekt is in 2011 en daarboven nog een bezuiniging van 10% van het personeelsbudget. Als uitwerking hiervan heeft het college na goed overleg met het Managementteam het uitwerkingsplan personele bezuinigingen 2011-2014 vastgesteld. De taakstelling in het bezuinigingsplan zijn vrijwel gerealiseerd. Inmiddels is er in de kadernota 2014 een nieuwe bezuiniging op personeelskosten van €180.000 opgelegd ingaande 1-1-2015. Op basis hiervan wordt in een aantal taken geschrapt of ‘dun’ uitgevoerd, verder zal nog actiever gezocht worden naar samenwerkingsmogelijkheden met andere organisaties. Personeel derden De post personeel derden krijgt in de komende jaren een ander karakter dan tot nu toe het geval was. Er blijft een percentage waarop incidentele kosten worden geboekt in het geval van noodzakelijke vervanging van zieke medewerkers en bij tijdelijke invulling van vacatureruimte. Daarnaast zullen er uit de bestaande formatie middelen vrijgemaakt worden voor een flexibele schil waaruit tijdelijke externe inzet betaald kan worden. Door de inzet af te stemmen op de tijdelijke behoefte kan het vaste personeelsbestand zich bezighouden met hun kerntaken en kunnen tijdelijke specialistische taken door ingehuurde experts worden uitgevoerd. Dit is een voorloper op de regievoerende rol die de gemeente zal krijgen. CAO gevolgen In de CAO gemeenten zijn voorschriften opgenomen over het recht op een opleidingsbudget per medewerker van € 500 per jaar, daarnaast heeft elke medewerker eens in de vijf jaar recht op een loopbaanadvies. Ons opleidingsbudget is tot nu toe toereikend geweest, het streven is om ook met Programmabegroting 2014
Pagina 104 van 167
deze aanvullende eisen met het bestaande opleidingsbudget toe te komen. We zoeken zoveel mogelijk in samenwerking met andere gemeenten naar collectieve opleidingsvormen. In gevallen van organisatieontwikkeling en boventalligheid van personeel is een regeling Van Werk naar Werk voorgeschreven. Hierin is opgenomen dat een boventallig verklaarde medewerker eerst in een reintegratiefase twee jaar begeleid wordt van werk naar werk en pas daarna mogelijk wachtgeld ontvangt. Voor zowel de re-integratiefase als het wachtgeld zijn wij als gemeente eigen risicodrager. Resultaatgericht werken: de Personele jaarplancyclus De personeelsgesprekken worden volgens de HR gesprekscyclus uitgevoerd. Onderdeel daarvan is het opstellen van een Persoonlijk OntwikkelPlan (POP) op basis waarvan het opleidingsbudget wordt toegekend. Omdat houding en gedrag belangrijke succesfactoren zijn voor het behalen van resultaat worden per functiegroep competenties vastgesteld waaraan de functiehouder moet voldoen of aan moet gaan voldoen (competentiemanagement), hiervoor kan opleiding en/of coaching worden ingezet. Arbeidsmarkt en Mobiliteit We hebben te maken met maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, ontgroening en een veranderende arbeidsmarkt. Afgelopen jaren zijn gekenmerkt door overschot op de arbeidsmarkt vanwege de crisis. Komend decennium zal dat tij keren en kunnen we weer krapte op de arbeidsmarkt verwachten al zal dat niet op alle vakgebieden in dezelfde mate zijn. Met name technische en bedrijfsmatige onderdelen dreigen op termijn onderbezet te raken. Tegelijk zijn er twee ontwikkelingen die invloed hebben op formatie nl.: door de crisis hebben medewerkers afgelopen jaren nauwelijks loopbaanstappen durven zetten, hierdoor is gemeentebreed weer een bevriezing van mobiliteit ontstaan. Door de toenemende bezuinigingen wordt er steeds meer gevraagd van een kleinere formatieomvang. We moeten dus aan de slag om het personeelsbestand toekomstbestendig te maken. Als voorbereiding daarop zoeken we samenwerking met buurgemeenten. Enerzijds om van elkaars kennis en bezetting gebruik te maken, anderzijds om gezamenlijk loopbaanperspectieven te creëren voor zittende medewerkers en ze te faciliteren in het ontwikkelen van competenties. A2 Samenwerking De GR-A2 is een feit en hierin zijn inmiddels W&I, I&A en JUZA opgenomen. Vooralsnog is ervoor gekozen om deze drie onderdelen verder uit te werken alvorens nieuwe taakvelden onder te brengen in de GR-A2. Tegelijk is er wel behoefte aan ambtelijke samenwerking op andere beleidsvelden bv. bedrijfsvoering betreffende. Hierover zijn inmiddels oriënterende gesprekken gevoerd met de gemeente Valkenswaard. Concreet zijn er voornemens om samen te gaan werken in de afdelingen P&O. Beiden zijn we kwetsbaar in de huidige setting en de meerwaarde van ambtelijke samenwerking kan groot zijn. In elk geval zal komend jaar de aanbesteding van de personeels- en salarisadministratie plaatsvinden. Dit gebeurt in A2 verband. Het nieuwe systeem moet uiterlijk 2015 geïmplementeerd zijn. Wijziging in kosten bestuur Het initiatiefvoorstel Heijnen in door de eerste kamer niet bekrachtigd. Daarmee blijft het aantal raadsleden in 2014 gelijk. Voor wethouders die wachtgeld gaan ontvangen geldt dat de maximale uitkeringsduur wordt teruggebracht met mogelijk 3 jaar. D3. Informatisering en automatisering Gegevensbeheer Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) A. Wat willen we bereiken? De Basisregistratie Grootschalige Topografie is een basisregistratie van de Nederlandse overheid. In de BGT wordt de topografie van heel Nederland op een eenduidige wijze vastgelegd en beschikbaar voor alle gebruikers. De BGT vervangt hiermee de GBKN. Het plan is dat alle data gratis aan iedereen Programmabegroting 2014
Pagina 105 van 167
beschikbaar gesteld worden. De gemeente beschikt van oudsher al over veel data, uit rioleringsprogramma, groenbeheerpakket, het wegbeheerprogramma, etc. Wij zullen deze basisgegevens uit de beheerapplicaties optimaliseren zodat ze BGT-proof zijn. Daarnaast zullen ontbrekende data ingevoerd moeten worden. Tevens zal er een objectenhandboek IMGEO opgesteld worden waarin duidelijk wordt gemaakt welke “openbareruimte-objecten” er extra worden meegenomen voor het beheer op de basisregistratie BGT in Gemeente Heeze-Leende. Tevens wordt er een plan van eisen opgesteld en binnen de samenwerking A2 een BGT applicatie gekozen voor de ondersteuning van dit proces. B. Wat gaan we hiervoor doen? De data binnen beheerapplicaties openbare ruimte is niet ingericht voor de BGT. Nu de structuur van de BGT bekend is kunnen we de data die we hebben en gebruiken controleren en naar de toekomst toe BGT-proof maken, d.w.z. de beheerapplicaties zodanig inrichten dat we naar de toekomst toe een kwaliteitsverbetering toepassen op bestaande data en de verwerking van nieuwe data gaan aanpassen in het proces. Door de invoering van deze Wet zal er een duidelijke relatie ontstaan tussen het cluster gegevensbeheer en cluster BFO. Er zal nagenoeg 1:1 gewerkt kunnen worden wat betreft mutaties op de BGT, een mutatie in de openbare-ruimte zal gaan leiden in een mutatie in de BGTregistratie maar ook automatisch in de beheerpakketten. C. Wat gaat het kosten? Voor de samenwerking IenA is een totaal begroting gemaakt, daarin is de activiteit “BGT” een onderdeel van. Verder is er in de begroting tot 2014 geld opgenomen voor het beheer van de BGT en een bedrag van € 75.000 voor het komende jaar. Basisregistratie Kadaster (BRK) A. Wat willen we bereiken? Ook kadaster is een basisregistratie. De verantwoordelijkheid hiervan ligt bij het Kadaster. Het Kadaster gaat de levering van kadastrale informatie ingrijpend vernieuwen. De huidige manier van verwerking is niet geschikt om aangesloten te worden op het stelsel van Basisregistraties. Vernieuwing is van groot belang, omdat kadastrale informatie een cruciale rol speelt in tal van werkprocessen als WOZ en Wabo en de Civisionlijn van Pink Roccade. De vernieuwde BRK Levering komt vanaf medio 2013 beschikbaar. De huidige levering wordt uitgefaseerd per 1 juli 2014. Aanschaf BRK-software met daarop gekoppeld een landelijke voorziening is dus essentieel voor Gemeente Heeze-Leende om te voldoen aan de wet. Koppelingen en werkprocessen moeten heringericht worden tevens zal er een keuze moeten worden gemaakt in “uitbreiding en voortborduren op huidige software” of “totaal nieuwe applicatie BRK” (A2-applicatie). Deze keuze wordt gemaakt door Project groep A2-BRK. B. Wat gaan we hiervoor doen? Voorwaarde om de BRK-levering te ontvangen is om het softwareplatform om te gooien al dan niet in de A2-samenwerking. Tevens zullen de processen aangaande kadastergegevens gestroomlijnd moeten worden. Werkprocessen en “gegevensbewaking” zullen herschreven moeten worden. Hierbij speelt “respecteren wat je al hebt” een belangrijke rol. C. Wat gaat het kosten? Afhankelijk van de keuze die Project groep A2-BRK maakt in “voortborduren op huidige software” of “nieuwe A2-BRK-software” lopen de kosten uiteen. In de begroting voor 2014 is € 25.000 meegenomen. In het komende jaar kiest men voor A2-BRK of € 10.000 voor uitbreiding huidige software, inclusief onderhoudskosten. Programmabegroting 2014
Pagina 106 van 167
Koppeling BAG-WOZ Gemeenten beschikken sinds 1 januari 2009 over de Basisregistratie WOZ en sinds 1995 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet WOZ. De uitvoering van de Wet WOZ betreft werkzaamheden die zeer intensief gebruik maken van (adres en gebouw) gegevens. De WOZuitvoering heeft ook vergaande gevolgen voor zowel de gemeente als voor belanghebbenden. Het is daarom van groot belang dat er geen hapering optreedt bij de uitvoering van de Wet WOZ door de aansluiting op de BAG. De realisatie van de aansluiting van de WOZ-uitvoering op de BAG-gegevens is een belangrijke stap in de realisatie van het samenhangend stelsel van basisregistraties. De applicaties die beide registraties ondersteunen worden op dit moment door de leveranciers voorbereid om deze gebruiksverplichting na te komen. Naast veranderingen in de ICT vergt het op elkaar afstemmen van de WOZ-uitvoering en de bijhouding van de BAG ook organisatorische en procesmatige maatregelen. Deze afstemming vloeit voort uit de vorming van het stelsel van basisregistraties en levert de gemeente en de overheid als geheel belangrijke baten op. Zodra de gegevenslevering aan de afnemers van de Basisregistratie WOZ gaat verlopen via de Landelijke Voorziening WOZ (LV-WOZ), krijgen deze afnemers ook de verbindingen tussen BAG en WOZ aangeleverd. Vanaf dat moment kunnen ook zij profiteren van de samenhang in het stelsel. A. Wat willen we bereiken? Voor de WOZ-uitvoering biedt de BAG de volgende voordelen: • Verbeterde kwaliteit van de gegevens (WOZ); • Een eenduidige adressering van de bouwkundige objecten waaraan de WOZ-objecten worden gerelateerd; • Het uniform hanteren van BAG-adressen door leveranciers van mutaties voor de WOZ, zoals de Kamers van Koophandel, het Kadaster en de GBA, waardoor de kans op fouten bij het koppelen van (nieuwe) informatie vermindert; • Het in een vroegtijdig stadium beschikbaar komen van adressen voor nog te bouwen objecten; • Het beschikbaar komen van gestandaardiseerde oppervlakten van bouwkundige objecten; • Een uniform proces voor het verwerken van bouwvergunningen; • Volledige aansluiting bij de zienswijze en het controleprotocol van de Waarderingskamer. Voor de bijhouding van de BAG heeft de koppeling met de WOZ de volgende voordelen: • Verbeterde kwaliteit van de gegevens (BAG); • Het signaleren van veranderingen die relevant zijn voor de BAG op basis van de werkprocessen binnen de WOZ, zeker in het licht van vergunningvrije bouw; • Volledige aansluiting bij de zienswijze en het controleprotocol van de Waarderingskamer; • De informatiehuishouding rondom BAG en WOZ is ingericht conform de in het Referentiemodel voor het Stelsel van Gemeentelijke Basisgegevens (RSGB) vastgelegde uitgangspunten; • Er zijn technische en procedurele voorzieningen om de wederzijdse informatie-uitwisseling optimaal te ondersteunen, waaronder melding BAG-gebeurtenissen aan WOZ-systeem, terugmeldingen, etc.; • Door de afstemming van de WOZ-uitvoering op de BAG-gegevens worden eventuele tekortkomingen in de kwaliteit van de initiële BAG-gegevens op een doelmatige wijze weggewerkt. B. Wat gaan we hiervoor doen? Het project BAG-WOZ Koppeling leiden tot een situatie waarbij: • Alle WOZ-objecten zijn voorzien van een BAG adres;
Programmabegroting 2014
Pagina 107 van 167
• •
Alle WOZ (deel)objecten zijn gekoppeld aan een BAG Pand zodat beide registraties op elkaar afgestemd kunnen worden en blijven; Specifiek komen de werkzaamheden neer op de volgende: o Opstellen procesbeschrijvingen, Wabo-BAG-WOZ o Afstemmen procesgang Wabo-BAG-WOZ o Inbedden terugmeldingen.
Opbouw initiële koppeling, o.a.; • Maken van organisatorische afspraken; • Uitvoeren van bestandsvergelijkingen; • Gelijkschakelen van adressen; • Gelijkschakelen van oppervlakte en inhoud; • Gelijkschakelen van bouwjaren; • Gelijkschakelen van woonplaatsen; • Afstemmen procesgang Wabo-BAG-WOZ. C. Wat gaat het kosten? De I&A budgetten opgenomen in de begroting van de gemeente Heeze-Leende zullen onderdeel zijn van de bijdrage van de gemeente aan de in 2013 opgerichte gemeenschappelijke regeling samenwerking A2-gemeenten. Binnen de gemeente Heeze-Leende worden binnen de clusters en belastingen het bestaande projectplan ten uitvoer gebracht, de bemensing blijft een aandachtspunt.
Programmabegroting 2014
Pagina 108 van 167
E Verbonden partijen E1. Inleiding In de BVV voorschriften is aangegeven dat in de begroting een paragraaf verbonden partijen moet zijn opgenomen. Verbonden partijen zijn rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Verbonden partijen ontwikkelen beleid of voeren beleid uit voor de gemeente. Samengevat kunnen er tenminste drie redenen worden genoemd waarom gemeenten met elkaar samenwerken in de vorm van een verbonden partij: • Vanwege een wettelijke plicht tot samenwerking; • Vanwege het grensoverschrijdend karakter van de problematiek; • Om efficiencyvoordelen te behalen. Een samenwerking kan in de vorm van de oprichting van een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie plaatsvinden. Het privaatrecht biedt verschillende mogelijkheden: de oprichting van een vereniging, een NV of een BV. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn op deze samenwerking van toepassing. Indien wordt gekozen voor samenwerking op grond van het publiekrecht dan geldt het regime van de Wet gemeenschappelijke regeling (WGR). Nieuw zijn dit jaar de oprichting per 1 januari 2013 van de GR A2 alsmede van de Omgevingsdienst Zuid Oost Brabant. E2. Gemeenschappelijke regelingen Samenwerking A2 gemeenten Het betreft een Samenwerking tussen de gemeenten Heeze-Leende, Cranendonck en Valkenswaard en is gebaseerd op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De Samenwerking is in 2012 opgericht en in 2013 feitelijk in werking getreden. De Samenwerking A2 gemeenten behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de deelnemers op het gebied van I&A, Juza en W&I. Met de samenwerking willen de A2 gemeenten beter en slagvaardiger inspelen op toekomstige ontwikkelingen en wensen voor de gemeentelijke dienstverlening op deze gebieden. Dit is verwoord in de doelen die zijn vastgelegd in de position paper ‘Samenwerking A2: Welke weg slaan wij nu in? • Het verminderen van de kwetsbaarheid; • Het behoud en versterken van de kwaliteit; • Het versterken van de dienstverlening; • Het verbeteren van de efficiency (processen); • Het verbeteren van de effectiviteit (mensen); • Op termijn meer bezuinigingsmogelijkheden. Het bestuur wil de bestuurskracht vergroten en met de Gemeenschappelijke Regeling bijdragen aan de 6 doelen voor elk van de drie gemeenten die deelnemen in de GR. Daarbij dragen de werkvelden elk op hun eigen manier bij aan de realisatie van de 6 geformuleerde doelen. De realiteit gebiedt daarbij te zeggen dat een GR organisatie in opbouw tijd nodig heeft om te ontwikkelen tot een professionele dienstverlener en uitvoerder. De directie van de GR heeft in 2014 als belangrijke doelstelling de organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling verder vorm te geven, de bedrijfsvoering te verbeteren (kwaliteit, effectiviteit en efficiency) en het bestuur te ondersteunen in hun doelstelling. De onderdelen binnen de organisatie worden één geheel en dragen als gezamenlijke organisatie bij aan de ambities van de deelnemende gemeenten. Financiële informatie Begrotingstotaal 2014 € 7.083.000 Bijdrage gemeente Heeze-Leende 2014: € 1.578.000 Bijdrage gemeente Heeze-Leende 2013: € 1.544.000 Eigen vermogen: n.v.t. Vreemd vermogen: n.v.t. Jaarrekeningresultaat 2012: n.v.t. Programmabegroting 2014
Pagina 109 van 167
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, gevestigd te Eindhoven Per 2015 moet de SRE zijn doorontwikkeld tot een bestuurlijk platform met een smalle servicegerichte organisatie, die op adequate wijze de regionale vraagstukken behartigt op het gebied van economie, infrastructuur en ruimte. Ook het beheer van investeringsfondsen valt hieronder. In de vergadering van de Regioraad van 13 december 2012 is een motie aangenomen die oproept tot transformatie van de SRE. Het SRE staat voor een aanzienlijke transformatie opgave. De transformatie naar een bestuurlijke platform met een smalle servicegerichte organisatie impliceert dat de SRE een aantal zaken niet meer zal gaan doen, maar dat gemeenten deze onderwerpen juist meer in subregionaal verband zullen moeten oppakken. Daarnaast is een aantal taken reeds ondergebracht bij de Omgevingsdienst Zuid Oost Brabant. Over het transformatieplan hebben de 21 deelnemende gemeenten zich recentelijk uitgesproken. De doorontwikkeling van de SRE zal in 2014 worden voortgezet. Als gevolg van het terugbrengen van de SRE taken zal de inwonerbijdrage in de toekomst worden teruggebracht. Voor 2014 is in de SRE begroting hiermee nog geen rekening gehouden. Naar verwachting wordt de transformatie pas in 2015 geëffectueerd en zal de inwonerbijdrage vanaf 2015 uitkomen op een bedrag van ongeveer € 3 per inwoner. (in 2014 is dit € 7,66). Het bedrag dat terugvloeit als gevolg van de inwonerbijdrage zal vermoedelijk conform eerder gemaakte afspraken moeten worden ingezet voor taken op het subregionale niveau. Risico’s Als gevolg van het afbouwen van de SRE taken zal het aantal formatieplaatsen van 51,7 fte dalen naar circa 25 fte. Er is een nader uitgewerkt personeelsplan nodig dat onderdeel uitmaakt van het transformatieplan om te voorkomen dat we op een later tijdstip worden verrast met extra personele lasten. Daarnaast is goede samenwerking nodig tussen de regiogemeenten om te voorkomen dat er gaten gaan vallen in het takenpakket, d.w.z. taken die niet meer door SRE worden uitgevoerd en vervolgens niet in subregionaal verband worden opgepakt. De vrijkomende middelen als gevolg van de transformatie kunnen worden aangewend om de subregionale taken in te vullen. In onze MJB is voor 2014 een bedrag van € 284.514 begroot. Op basis van de voorliggende concept begroting van de SRE is niet duidelijk hoeveel minder het bedrag in 2015 gaat worden. Ook is nog niet duidelijk of de vrijvallende middelen toereikend zullen zijn om de subregionale taken adequaat te kunnen invullen. Daarom is dringend behoefte aan een gedegen personeelsplan voor het in kaart brengen van de uitgaven die zijn gemoeid met de afvloeiing van overtollig personeel alsmede voor de bekostiging van de beoogde invulling van subregionale taken. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Brabant- Zuidoost, gevestigd te Helmond De gemeente is verplicht een gezondheidsbeleid te voeren en een GGD in stand te houden op grond van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. Per 1 januari 2008 is de GGD Zuidoost- Brabant gefuseerd met de GGD Eindhoven en is de GGD Brabant-Zuidoost ontstaan. De GGD BrabantZuidoost is een regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Programmabegroting 2014
Pagina 110 van 167
Risico’s Vanwege het feit dat de gemeente Eindhoven een aanzienlijk deel van de contracttaken wenst te beëindigen moest een deel van het personeel worden ontslagen. De jaarrekening over 2012 is afgesloten met een negatief resultaat van € 175.554. Het dienstverleningspakket van de GGD bestaat uit gezamenlijke taken en contracttaken. De verwachting is dat gemeenten op zowel contracttaken als op gezamenlijke taken de komende jaren zullen gaan bezuinigen. Dit heeft gevolgen voor de kostendekkendheid van de door de GGD uitgevoerde activiteiten. Daarnaast heeft dit tot gevolg dat de ruimte afneemt voor het kunnen opvangen van tegenvallers. Bij een hoog ziekteverzuim, zo meldt het jaarverslag, kan dit leiden tot achterstand of zelfs het helemaal niet kunnen uitvoeren van dienstverlening omdat het vervangingsbudget te gering is geworden. De verhuizing van de GGD naar het gebouw De Witte Dame in Eindhoven is een ingrijpend proces geweest voor de sector Bedrijfsondersteuning bij de GGD. Hierdoor is een grote stap gezet met het Nieuwe Werken bij de GGD. De realisatie van Sharepoint van Microsoft vergemakkelijkt de onderlinge communicatie tussen de samenwerkende partijen. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, gevestigd te Eindhoven Op grond van de Brandweerwet van 1985 moeten gemeenten op onderdelen samenwerken in een gemeenschappelijke regeling. Gedeputeerde Staten hebben de gemeenten aangewezen waarvan de besturen deze gemeenschappelijke regeling moeten treffen teneinde een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering te bewerkstelligen van de wettelijk opgedragen taken. Financiële informatie De jaarrekening toont een positief resultaat van € 1.351.164. Gecorrigeerd voor de eenmalige BDU uitkering van € 402.000 is het resultaat € 949.164. De gemeentelijke bijdrage aan de VRBZO is voor 2014 vooralsnog op eenzelfde niveau gehouden, namelijk € 885.000. Ten aanzien van de hoogte van de kapitaallasten zal, nadat de brandweerkazerne is overgedragen aan de VRBZO, nog een correctie moeten plaatsvinden. Risico’s Om risico's af te dekken beschikt VRBZO over een weerstandscapaciteit van € 2.806.939. De organisatie verwacht dat deze weerstandscapaciteit voldoende is in verband met de risico’s van normale bedrijfsvoering die men loopt. Daarnaast is in verband met de ophanden zijn de regionalisering de opdracht een beleidskader te ontwikkelen voor risicomanagement en weerstandsvermogen. Ergon Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven, gevestigd te Eindhoven Ergon Bedrijven is het uitvoeringsorgaan van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven (GRWRE). Deelnemers aan de GRWRE zijn de gemeenten Eindhoven, Heeze-Leende, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Reden participatie en openbaar belang: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Financiële informatie Het resultaat over 2012 is € 1.350.000 positief. (was in 2011 € 778.000) Dit positieve resultaat is als volgt samengesteld: • Een hogere WSW subsidie 1.250.000 • Een hogere onttrekking uit de bestemmingsreserves 900.000 • Lagere overige kosten 700.000
Programmabegroting 2014
Pagina 111 van 167
• •
Lagere bedrijfsopbrengsten dan begroot Hogere salariskosten
-500.000 -1.000.000
Risico’s Eind 2012 bedraagt bij Ergon de Algemene Reserve € 3,26 miljoen. Als gevolg van positieve bedrijfsresultaten is in de afgelopen jaren een reserve opgebouwd. Door accountant Ernst & Young is op basis van een separate rapportage berekend dat in relatie tot de bedrijfsrisico’s die de Ergon loopt, een weerstandsvermogen van circa € 10 miljoen passend zou zijn. Inclusief bestemmingsreserves bedragen de reserves nu bijna € 6,1 miljoen in het totaal. Eventuele positieve resultaten zullen de komende jaren dan ook aan de Algemene Reserve worden gedoteerd om daarmee het weerstandsvermogen verder te versterken. Stichting Bureau Inkoop & Aanbestedingen Zuidoost Brabant, gevestigd te Deurne In BIZOB wordt door de volgende gemeenten deelgenomen: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Gemert- Bakel, Geldrop- Mierlo, Heeze-Leende, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel- de Mierden, Someren, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre. Entreegelden zijn betaald als goodwill door die gemeenten die later hebben aangesloten. Deze worden niet eerder dan bij liquidatie van de stichting aan de gemeenten terugbetaald. Het entreegeld voor de gemeente Heeze-Leende bedroeg 10.833. Door de gemeente Heeze-Leende is voor 2012 een bijdrage van 64.890 betaald. Uit het resultaat over 2012 heeft de gemeente Heeze-Leende een bedrag van 8.843 terug ontvangen. Het resultaat Heeze-Leende 2012 luidt als volgt: (dit wordt volgens een bepaalde methode berekend) Contract Omschrijving Heeze-Leende
Begroting 8.345.563
Waarde
Begroting Resultaat
7.717.986
210.717
Inkoop Resultaat
Financieel Resultaat*
416.860
627.577
Financiële informatie & weerstandsvermogen Resultaat 2012: € 177.077; (resultaat 2011 € 233.817). Het resultaat over 2012 is toegevoegd aan het eigen vermogen. Het actuele weerstandsvermogen is 25% van de personeelslasten voor het komende jaar (2013). Aan het eind van 2012 is dat gewenste weerstandsvermogen bepaald op € 491.197. Uit het eigen vermogen zal het surplus (boven de 25%) 79.989 worden terugbetaald aan de deelnemers. Omgevingsdienst Zuid Oost Brabant De Regionale Uitvoeringsdienst is opgericht per 1 januari 2013. De uitvoeringsdienst is belast met het ten behoeve van de deelnemers uitvoeren van het verplicht landelijk Basispakket. Hiertoe worden gerekend het in dit kader vervullen van adviserende taken op het gebied van de vergunningverlening, toezicht en handhaving ten behoeve van de deelnemers, alsmede coördinerende en afstemmende taken die voor de deelnemers worden verricht. Aan de RUD nemen deel de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop – Mierlo, Gemert – Bakel, Heeze – Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel – De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Programmabegroting 2014
Pagina 112 van 167
Risico’s Vanuit de Algemene Reserve is bij raadsbesluit van 5 november 2012 een voorziening getroffen ter hoogte van € 78.593 om daarmee het maximaal te lopen risico volledig te kunnen afdekken. E3. Deelnemingen Heeze De Bulders B.V., gevestigd te Heeze Op 13 juli 2012 is Heeze De Bulders B.V. opgericht, waarvan de gemeente Heeze-Leende de enige aandeelhouder is. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 90.000. Hiervan is € 18.000 geplaatst en door de gemeente Heeze-Leende volgestort. De activiteiten omvatten het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het besturen van en adviseren aan, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen, in welke vorm dan ook. Via Heeze De Bulders B.V. heeft de gemeente Heeze-Leende een 50% belang genomen in De Bulders Woningbouw B.V.. Heeze De Bulders B.V. heeft hiervoor € 9.000, zijnde 50% van het geplaatst aandelenkapitaal gestort. De Bulders Woningbouw B.V., gevestigd te Heeze Op 21 juni 2012 is de samenwerkingsovereenkomst woningbouwlocatie “De Bulders” te Heeze getekend door de gemeente Heeze-Leende en BNG Gebiedsontwikkeling B.V.. Vervolgens is als uitwerking van deze “SOK” De Bulders Woningbouw B.V. op 13 juli 2012 opgericht. De ondertekenaars zijn ieder voor 50% aandeelhouder in deze B.V.. BNG Gebiedsontwikkeling B.V. rechtstreeks en de gemeente Heeze-Leende via haar 100% dochter Heeze-De Bulders B.V.. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 90.000. Hiervan is € 18.000 geplaatst. Dit is door de aandeelhouders volgestort (ieder € 9.000). De B.V. bestuurt De Bulders Woningbouw C.V. als enig beherend vennoot. Hiervoor neemt zij voor € 18.000 deel in de C.V. De Bulders Woningbouw C.V., gevestigd te Heeze Op 21 juni 2012 is de samenwerkingsovereenkomst woningbouwlocatie “De Bulders” te Heeze getekend door de gemeente Heeze-Leende en BNG Gebiedsontwikkeling B.V.. Vervolgens is als uitwerking van deze “SOK” De Bulders Woningbouw C.V. op 13 juli 2012 opgericht. In de C.V. wordt deelgenomen door de De Bulders Woningbouw B.V. als enig beherend vennoot voor € 18.000 en BNG Gebiedsontwikkeling B.V. en Heeze De Bulders B.V. als commanditaire vennoten, ieder voor € 1.000.000. Heeze De Bulders B.V. is een 100% dochter van gemeente Heeze-Leende. De commanditaire vennoten zullen genoemde bedragen naar behoefte van de C.V. op eerste afroep overmaken. Per 31 december 2012 is door ieder € 175.000 overgemaakt. De C.V. wordt bestuurd door De Bulders Woningbouw B.V. De C.V. heeft ten doel de integrale voorbereiding, ontwikkeling en het (doen) realiseren van de aanleg van de Randweg, en de realisatie van woningbouw in drie fasen gelegen in plangebied “De Bulders”. De C.V. heeft uitdrukkelijk niet ten doel de realisatie en / of exploitatie van vastgoed binnen het plangebied anders dan het (doen) realiseren van de Randweg alsmede werken voor publiek belang, zoals overige infrastructuur en groenvoorzieningen. NV Bank Nederlandse Gemeenten, gevestigd te Den Haag De gemeente heeft 10.020 aandelen à € 2,50 BNG in haar bezit die voor de verkrijgingsprijs van € 22.734 onder financiële vaste activa staan gewaardeerd. Hiermee bezit de gemeente Heeze-Leende 0,01799% van de stemmen en bedraagt het aandeel in het vermogen en het dividend tevens 0,01799%. De voor verdeling beschikbare winst over 2012 bedraagt € 332 miljoen. Aan aandeelhouders wordt een dividend voorgesteld van € 83 miljoen, zijnde een pay-out van 25% van de winst na belastingen (tot 2010 was de gehanteerde gedragslijn 50%). Dat komt neer op een dividend van € 1,49 per aandeel, zijnde voor de gemeente Heeze-Leende € 14.930. Het beleid van de BNG is om gedurende de gehele overgangsperiode van 2011 tot en met 2018 aan de AVA voor te stellen 25% van de nettowinst uit te keren. Dit om te kunnen voldoen aan de ondergrens van de leverage
Programmabegroting 2014
Pagina 113 van 167
ratio. Deze ondergrens is nog niet in de Europese regelgeving opgenomen. Het Basel Comité heeft echter wel al een voorstel gedaan. De BNG doet geen uitspraak over de hoogte van de verwachte nettowinst over 2013. Er zijn nog te veel onzekerheden en er komen aanpassingen in de systematiek van waardebepaling derivaten. BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De deelneming kan dan ook als een duurzame belegging worden beschouwd. Eigen Vermogen per 31 december 2012 € 2.752 mio (31 december 2011 € 1.897 mio). Vreemd Vermogen per 31 december 2012 € 139.4 mio (31 december 2011: € 134.7 mio). Achtergestelde schulden per 31 december 2012 € 93 mio (31 december 2011: € 93 mio). Resultaat 2012: Nettowinst na belastingen € 332 mio (2011: € 256 mio). Brabant Water NV, gevestigd te ’s-Hertogenbosch Per 1 juni 2007 is de NV Tilburgsche Waterleiding-Maatschappij (TWM) overgenomen door Brabant Water NV. In financiële zin is thans de overnamesom nog niet bekend en vormt de bepaling van de omvang ervan onderwerp van een gerechtelijke procedure. Daartoe wordt een bestemmingsreserve van € 25.000.000 aangehouden. Financiële informatie Het resultaat over 2012 ad € 39,387 miljoen is toegevoegd aan de Algemene Reserve conform het vastgestelde financieel beleid voor de planperiode 2012 t/m 2016. Risico’s Voor de afwikkeling van de overname van de NV Tilburgsche Waterleiding Maatschappij is zoals reeds werd vermeld een bestemmingsreserve gevormd ter hoogte van € 25,0 mln. De Algemene Reserve van Brabant Water NV omvat in het totaal een bedrag van € 406,4 mln. Aan voorzieningen is in het totaal een bedrag gereserveerd van € 113,879 mln., voornamelijk bestemd voor de eventuele herstelkosten van transport- en distributieleidingen. (90 %). De langlopende schulden zijn in 2012 teruggebracht naar een totaal volume van € 193,197 mln. Hiervan is een bedrag van € 30,579 mln samengesteld door schulden aan kredietinstellingen. Daarnaast is het overgrote deel van deze schulden een bedrag van € 161.514 mln. ontstaan aan bijdragen. De bijdragen zijn eenmalige bijdragen die in rekening zijn gebracht voor de aanleg van distributie- en aansluitleidingen. De ontvangen bijdragen vallen in drieëndertig jaar vrij. Dit is gelijk aan de afschrijvingstermijn van de op deze bijdragen betrekking hebbende activa. De bijdragen ontvangen voor de distributieleidingen komen, gelijk aan de afschrijvingstermijn van de leidingen zelf, in negentig jaar vrij. De totale vrijval wordt ten gunste van de post Afschrijvingen in de resultatenrekening gebracht. Volledigheidshalve nog de volgende opmerkingen omtrent verbonden partijen uit het verleden waar de gemeente inmiddels geen belang meer in heeft, maar waar de financiële afwikkeling nog van voortduurt. Gemeenschappelijke Regeling Hypotheekfonds Noordbrabantse Gemeenten (HNG) Gedurende 25 jaar (1996 tot en met 2020) ontvangt de gemeente jaarlijkse termijnen voortvloeiend uit de verkoop aandelen HNG. De jaarlijkse termijn, de zogenaamde aflossing zero coupon leningen, bedraagt € 59.660 (waarvan € 2.285 vanaf de herindeling via de gemeente Cranendonck wordt ontvangen). De deelnemende gemeenten hebben ingestemd met de opheffing van HNG. Voordat tot liquidatie kon worden overgegaan moest er eerst een aanpassing plaatsvinden in de in 1996 door HNG gedane depotbelegging. Het aandeel van elke individuele gemeente in het depot is in 2009 Programmabegroting 2014
Pagina 114 van 167
middels een akte van cessie aan de desbetreffende gemeenten overgedragen. Daarnaast heeft elke gemeente een deposito-overeenkomst met de BNG gesloten. Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Zuid-Nederland in liquidatie In het overdrachtsjaar 2002 is er een voorlopige bijdrage van € 1,80 per inwoner overgemaakt om de Gemeenschappelijke Regeling vrij van schulden en verplichtingen te ontbinden. Het bestuur verwacht nog altijd met deze bijdrage uit te komen. Aan de voorwaarde dat de rechtsopvolger Stichting Bestuursonderwijs de verstrekte achtergestelde lening geheel zou aflossen is in 2011 voldaan. Dit betekent dat nu vaststaat dat de voormalige deelnemers geen risico meer lopen om naast de bijdrage die in 2002 is geïnd nog een extra bijdrage te moeten doen. Er loopt een hoger beroep van een oud werknemer i.v.m. een FPU- kwestie. Wanneer de rechtbank dit gaat behandelen is nog niet bekend. In verband hiermee is afwikkeling van de liquidatie op dit moment nog niet mogelijk maar de verwachting van het bestuur is dat afwikkeling in 2014 kan plaatsvinden. Eigen Vermogen per 31 december 2012 € 501.606 (31 december 2011: € 530.370). Resultaat 2012: -/- € 28.764 (2011: -/- € 39.976). Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant (gemeenschappelijke regeling) Deelnemende partijen Gedeputeerde staten van Noord-Brabant en de college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Op 1 juni 2013 is de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) van start gegaan. Een aantal taken van gemeenten en provincies op het gebied van vergunningen en toezicht is verplicht overgedragen aan de ODZOB (het verplichte basistakenpakket). Daarnaast worden taken op verzoek van de gemeente door ODZOB uitgevoerd. Het college blijft zowel voor de verplichte als de verzoektaken formeel het bevoegd gezag. Terrein: Milieu (vergunning en toezicht ) Bestuurlijk belang Het openbaar lichaam heeft een algemeen bestuur (AB). Gedeputeerde Staten en de colleges wijzen uit hun midden ieder één lid van het AB aan. Het dagelijks bestuur bestaat uit minimaal 3 leden en maximaal 6 leden waaronder de voorzitter en worden door en uit het AB gekozen. Doelstelling De vorming van de omgevingsdienst heeft tot doel de vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieu- en aanverwante onderwerpen te verbeteren en efficiënter te maken. Taken De uitvoeringsdienst is belast met het ten behoeve van de deelnemers uitvoeren van het verplichte Landelijk Basistakenpakket. Het Landelijk Basispakket heeft betrekking op milieuvergunningen en toezicht op bepaalde milieu-inrichtingen. Daarnaast kunnen gemeenten en provincie verzoektaken aan de ODZOB overdragen, zoals welstand, archeologisch onderzoek en externe veiligheid. De werk- en financiële afspraken tussen de gemeente en de ODZOB zijn vastgelegd in een werkprogramma en een dienstverleningsovereenkomst (DVO). A2-samenwerking (gemeenschappelijke regeling) Deelnemende partijen: De college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard. In januari 2012 hebben de gemeenteraden hun goedkeuring gegeven aan de gemeenschappelijke regeling (GR) Samenwerking A2 gemeenten. Op 1 april 2012 is de GR in Programmabegroting 2014
Pagina 115 van 167
werking getreden en zijn bepaalde bevoegdheden van de 3 colleges overgedragen aan het bestuur van de GR. De taakvelden Werk en Inkomen en Informatisering en Automatisering maken onderdeel uit van de samenwerking. Daarnaast is in januari 2012 de bezwarencommissie voor de A2 gemeenten gestart. Per 1 januari 2014 wordt de afdeling Juridische Zaken ondergebracht in de samenwerking. Terrein: I&A, Juridische zaken en Werk en Inkomen Bestuurlijke belang Het algemeen bestuur (AB) bestaat uit de 3 colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, met een maximum van 4 collegeleden per deelnemende gemeente, waaronder de voorzitter. Het dagelijks bestuur (DB) bestaat uit een voorzitter en vijf leden, met dien verstande dat niet meer dan twee leden afkomstig mogen zijn van dezelfde gemeente. De leden van het DB worden door en uit het AB aangewezen. Doelstelling In de position paper zijn de randvoorwaarden geschetst waaraan de samenwerking nu en in de toekomst moet voldoen: - Het verminderen van de kwetsbaarheid; - Het behoud en versterken van de kwaliteit; - Het versterken van de dienstverlening; - Het verbeteren van de efficiency van werkprocessen; - Het verbeteren van de effectiviteit door betere inzet van kwaliteiten van medewerkers; - Op termijn meer bezuinigingsmogelijkheden te creëren indoen noodzakelijk. Taken De Samenwerking A2 gemeenten behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de deelnemers op de gebieden van: a. Werk en Inkomen; b. Informatievoorziening en Automatisering; c. Juridisch zaken. Groote Heide Gemeente (intentieovereenkomst) Deelnemende partijen: Cranendonck, Hamond-Achel, Heeze-Leende, Neerpelt,Valkenswaard Terrein: ontwikkeling Groote Heide gebied
Programmabegroting 2014
Pagina 116 van 167
F. Grondbeleid F1. Inleiding Op 23 januari 2012 is het gemeentelijk grondbeleid door de gemeenteraad vastgesteld in de nota Grondbeleid Heeze-Leende 2012-2016. De vorige nota Grondbeleid dateerde uit 2006 en was aan vervanging toe. In genoemde nieuwe nota Grondbeleid komen alle aspecten met betrekking tot het grondbeleid aan de orde. Ook tracht deze nota om antwoord te geven op uiteenlopende vragen als: Welke instrumenten zetten we in om gronden te verwerven, welke instrumenten zetten we in om onze kosten te verhalen, wat is ons gronduitgiftebeleid etcetera. Dit heeft geleid tot 14 specifieke beleidskeuzes. De in deze nota gemaakte beleidskeuzes zijn voor zover van toepassing in deze paragraaf verwerkt. In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan bod: F2. Relatie met de programmapunten; F3. De bouwgrondexploitaties in eigen beheer, te weten de Poortmannen en de Breedvennen; F4. Grondexploitatie op basis van samenwerking; F5. (Woningbouw)projecten niet in eigen beheer; F6. Overige exploitatiegebieden; F7. Risico’s grondexploitatie; F8. Reserve grondexploitatie; F9. Reserve bovenwijkse voorzieningen; F10. Grondprijzen.
F2. Relatie met de programmapunten Het grondbeleid heeft een grote invloed op en hangt samen met de realisatie van de programma’s Economische Zaken en Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. . De financiële consequenties van de ontwikkeling en realisatie van woningbouw worden zichtbaar gemaakt door middel van een bouwgrondexploitatie. Zowel voor de uitbreidingslocaties als de inbreidingslocaties zullen beslissingen moeten worden genomen aangaande het grondbeleid (mate van regie en risico bij de ontwikkelingen) en worden bouwgrondexploitaties opgesteld voor de financiële onderbouwing van die keuzes.
F3. De bouwgrondexploitaties in eigen beheer Door het tijdig opstellen en actualiseren van de grondexploitaties in eigen beheer worden kosten en opbrengsten in relatie met elkaar gebracht en ontstaat er inzicht in de hierboven genoemde mogelijke financiële risico’s. Deze grondexploitaties worden tweemaal per jaar geactualiseerd. Breedvennen, Leende De nog uit te geven gronden zijn gelegen in het nieuwe bestemmingsplan kom Leende-Leenderstrijp. Dit bestemmingsplan is op 23 januari 2012 vastgesteld en is sinds juni 2013 onherroepelijk. Ook is er nog een strook grond waarvoor het bestemmingsplan nog zal moeten worden herzien alvorens tot gronduitgifte kan worden overgegaan. In 2013 is gestart met de gronduitgifte van de vrije sectorkavels. De huidige geactualiseerde exploitatie, opgemaakt bij de jaarrekening 2012, voorziet in de administratieve afsluiting van het plan eind 2016. Naar verwachting zal het berekende voordelige eindresultaat dan ca. € 1.662.000 bedragen.
Programmabegroting 2014
Pagina 117 van 167
De Poortmannen, Heeze Op 19 september 2011 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan vastgesteld en inmiddels is dit bestemmingsplan (grotendeels) onherroepelijk. In 2013 is gestart met de inschrijving voor ca. 34.854 m² aan bedrijfsgrond en ca. 1.500 m² voor bedrijfswoningen. Begin 2014 zullen waarschijnlijk de eerste grondverkopen plaatsvinden. De exploitatie van dit plan kende per 1 januari 2013 een boekwaarde van € 2.198.326. De geactualiseerde exploitatie-opzet bij de jaarrekening 2012 (maart 2013) geeft 2015 als afsluitingsjaar. Het berekende eindresultaat is becijferd op ca. € 1.932.000 voordelig.
F4. Grondexploitatie op basis van samenwerking
De Bulders, Heeze Deze wijk wordt ontwikkeld in samenwerking met de BNG GO. In deze samenwerking zijn de kwalitatieve en kwantitatieve uitgangspunten waaronder de wijk ontwikkeld gaat worden, vastgelegd in een contract. Dit contract is medio 2012 door beide partijen ondertekend. Zie voor dit project ook Programma 8 onder 820 Woningbouw. De inmiddels verworven gronden en de nog te verwerven gronden op de balans van de gemeente worden inclusief vergoeding voor rentebijschrijving en bijkomende kosten naar rato van afzet van de gronden (grondverkoop aan ontwikkelaars, bouwers, particulieren) ingebracht in De Bulders Woningbouw CV. Voor deze werkwijze is gekozen om financieringstechnisch rentevoordelen te behalen, immers de gemeente kan tegen een lagere rente voorfinancieren dan de entiteit zelf.
F5. (Woningbouw)projecten niet in eigen beheer •
Vondellaan, Heeze Projectontwikkelaar: van Bergen/Heveco Exploitatieovereenkomst: april 2006 Exploitatiebijdrage aannemer van Bergen: € 70.858 Exploitatiebijdrage Heveco Projectontwikkeling: € 26.948 Bijdrage Heveco onderhoud/beheer plangebied:€ 47.500 Bijdrage Van Bergen onderhoud :€ 295.000 Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: geen Woningbouwprogramma: 82 woningen Verwacht saldo 31-12-2013: ca. € 75.000 voordelig Status project: aanvang 2006, project loopt nog, afronden in 2014 Verwacht eindresultaat: € 94.000 nadelig Bijzonderheden: Ter dekking van het te verwachten maximale nadelige resultaat van € 100.000 is de “Voorziening ontwikkeling Vondellaan” ingesteld. Ten behoeve van de realisatie van dit project werd door de provincie een subsidie van € 400.000 verstrekt op voorwaarde dat de gemeente hetzelfde bedrag zou bijdragen. De provincie heeft € 320.000 overgemaakt aan de gemeente. De resterende € 80.000 komt bij definitieve vaststelling van de subsidie. In 2009 heeft de gemeente aan aannemer Van Bergen € 400.000 betaald. De gemeente moet zelf nogmaals € 400.000 overmaken aan Van Bergen. Dit gebeurt op het moment dat Van Bergen de bijdrage onderhoud van € 295.000 betaalt.
Programmabegroting 2014
Pagina 118 van 167
•
Providentia, Sterksel Exploitant: Projectovereenkomst: Exploitatiebijdrage: Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: Woningbouwprogramma: Verwacht saldo 31-12-2013: Verwacht eindresultaat: Status project:
Stichting Kempenhaeghe 21 september 2010 € 117.508 €0 maximaal 240, verwacht 180 woningen. € 47.000 voordelig €0 medio 2013
Bijzonderheden: CRA vastgoed gaat voor stichting Kempenhaeghe op Providentia een hernieuwd woonzorggebied realiseren met daarin de integratie van oude en nieuwe bewoners in een woongebied met marktwoningen, zorgvoorzieningen, commerciële voorzieningen, groen, water, en onder- en bovengrondse infrastructuur. Medio 2013 wordt gestart met de bouw van zorgvoorzieningen. Ook wil CRA zo snel mogelijk starten met de bouw van de marktwoningen. Dit is uiteraard afhankelijk van de verkoop ervan. •
Pastoor van de Voortlaan (Strohuls), Heeze Projectontwikkelaars: Strohuls Beheer BV Exploitatieovereenkomst: oktober 2007 e Exploitatiebijdrage 1 deel 36/43: € 14.838 Exploitatiebijdrage 2e deel 3/43: € 1.236 Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen 1e deel 36/43: € 169.080 Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen 2e deel 3/43: € 14.090 Woningbouwprogramma: 43 woningen Verwacht saldo 31-12-2013: ca. € 20.435 nadelig Verwacht eindresultaat: ca. € 7.500 nadelig Status project: eerste fase gereed. Tweede fase wordt afgebouwd volgens principe verkoop = bouwen. Bijzonderheden: De exploitatiebijdrage + bijdrage bovenwijkse voorzieningen werd slechts gedeeltelijk (39/43) in rekening gebracht bij Strohuls Beheer BV zoals overeengekomen in de exploitatieovereenkomst.
•
Halfeindschestraat, Leende Projectontwikkelaar: IM Projectontwikkeling BV Exploitatieovereenkomst: 28 november 2008 Exploitatiebijdrage: € 44.236 Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: n.v.t. Woningbouwprogramma: 24 woningen Verwacht saldo 31-12-2013: € 28.000 nadelig Verwacht eindresultaat: nog niet bekend Bijzonderheden: de gemeente verkoopt een stuk grond in het exploitatiegebied aan de ontwikkelaar die zorg draagt voor de bouw van 24 woningen, aanleg van een speelveld en inrichting van het openbaar gebied. In overleg met Van Grunsven Ontwikkeling (voorheen IM
Programmabegroting 2014
Pagina 119 van 167
Projectontwikkeling) is de gemeente op zoek naar alternatieven. Naar verwachting worden de nieuwe afspraken op korte termijn vastgelegd in een aanvullende overeenkomst. •
Averbodeweg, Sterksel Projectontwikkelaar: Exploitatieovereenkomst: Koopsom gronden plangebied: Exploitatiebijdrage: Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: Woningbouwprogramma: Verwacht saldo 31-12-2013 Verwacht eindresultaat:
IM Projectontwikkeling BV 17 februari 2010 € 1.450.000 € 37.314 + € 69.581 n.v.t. 30 woningen € 1.144.500 nadelig €0
Bijzonderheden: Om het project Averbodeweg te kunnen realiseren heeft de gemeente 2 boerderijen aangekocht. Met IM Projectontwikkeling BV is een verkoopprijs overeengekomen van € 1.450.000. In 2010 zijn de eerste kavels notarieel overgedragen, waarna met de bouwwerkzaamheden is gestart. In 2010 en 2011 werden respectievelijk de volgende verliezen ten laste van de reserve grondexploitatie gebracht. 2010: € 98.715, 2011: € 46.160.en 2012: € 25.685. Deze bedragen werden tevens in mindering op de boekwaarde van exploitatie Averbodeweg gebracht. Ook in de toekomst zullen eventuele verliezen jaarlijks ten laste van de reserve grondexploitatie worden gebracht. In 2012 is een factuur van € 69.581 exploitatiebijdrage opgelegd voor de bouw van vijf woningen. De verkoop van de in totaal 30 woningen stagneert vanwege de economische crisis. Medio 2012 waren er 7 woningen verkocht. Status bouwproject: aanvang 2010. In overleg met IM en de dorpsraad Sterksel is de gemeente op zoek naar alternatieven. •
De Ketsheuvel, Heeze
Projectontwikkelaar: KSB Bouw totaal concept BV Exploitatieovereenkomst: 9 juli 2009 Exploitatiebijdrage: € 5.999 Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: € 38.643 Woningbouwprogramma: 7 woningen Verwacht saldo 31-12-2013 € 5.999 voordelig Verwacht eindresultaat: €0 Bijzonderheden: Bij besluit van 23 juni 2009 heeft het college besloten een koop/realisatieovereenkomst te sluiten met Valkenhorst Projectontwikkeling BV inzake het oprichten van 7 woningen in de achtertuinen van de panden aan de Kapelstraat 84-116. De bouwvergunning werd aangevraagd door KSB Snoeijen Bouw BV. Om die reden staan de bouwvergunning en planschadeovereenkomst ook op naam van KSB Snoeijen Bouw BV. Begin 2010 werd het faillissement van KSB Snoeijen Bouw BV uitgesproken. Op verzoek zijn de rechten en verplichtingen uit de koop/realisatieovereenkomst overgedragen aan KSB Bouw Totaal Concept BV. Dit is geschied middels een besluit van het college van 17 mei 2011. De exploitatiebijdrage en de bijdrage bovenwijkse voorzieningen werden volledig betaald. In de koop-/realisatieovereenkomst is ter zekerheid van de nakoming van de bepalingen er van opgenomen dat Valkenhorst Projectontwikkeling BV er zorg voor draagt dat voor aanvang van het bouwrijpmaken of andere werkzaamheden een waarborgsom van € 100.000 stort aan de gemeente. Hiervan is € 56.000 voldaan. Dit bedrag is weggezet onder “Waarborgsommen” en wordt teruggestort na realisatie van het openbaar gebied. De € 25.500 werd teruggestort aan Programmabegroting 2014
Pagina 120 van 167
KSB Bouw Totaal Concept BV. Er blijft dus nog € 30.500 als waarborgsom bij de gemeente. Dit gedeelte wordt pas overgemaakt na oplevering van het openbaar gebied. Status bouwproject: bouw gestart in 2012 •
De Beemden-Zuid, Heeze
Projectontwikkelaar:
Bouwbedrijf van Bree BV / Beleggingsmaatschappij Van Bree 10 februari 2012 € 31.300 € 218.460 27 woningen € 80.000 voordelig €0
Exploitatieovereenkomst: Exploitatiebijdrage: Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: Woningbouwprogramma: Verwacht saldo 31-12-2013: Verwacht eindresultaat: Bijzonderheden: Bouwbedrijf Van Bree en Van Bree Beleggingsmaatschappij wilden op deze uitbreidingslocatie graag 27 woningen realiseren aansluitend aan de 15 starterswoningen op de locatie van de voormalige gemeentewerf. In april 2012 heeft Ballast Nedam de ontwikkeling van de uitbreidingslocatie Beemden-Zuid gedeeltelijk overgenomen, namelijk het gedeelte van het failliete Bouwbedrijf van Bree. Ballast Nedam realiseert nu samen met Van Bree Beleggingsmaatschappij 27 woningen. Bij de aanleg van kabels en leidingen in het pad naar de Nieuwendijk werd duidelijk dat ook op gemeentegrond vervuilde grond ligt. De saneringskosten die hiermee gepaard gaan, blijven voor rekening van de gemeente. Deze kosten worden betaald uit de bijdrage aan het fonds ‘bovenwijkse voorzieningen’. De sanering is inmiddels afgerond. Naar verwachting moeten we rekening houden met circa € 40.000 excl. btw. Zoals bij de overige woningbouwlocaties op initiatief van derden ligt er altijd een klein risico bij de gemeente in het geval die initiatiefnemer failliet wordt verklaard. Bij elke ontwikkeling wordt er een waarborgsom, een bankgarantie of een concerngarantie gevraagd ter zekerstelling van de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de (anterieure) overeenkomst. Op die manier worden de risico’s zoveel mogelijk beperkt. Zowel Ballast Nedam als Van Bree Beleggingsmaatschappij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de overeenkomst, met uitzondering van de betalingen. Er werd ook een concerngarantie afgegeven. Beide partijen moeten de helft van de bijdrage bovenwijkse voorzieningen voor haar rekening nemen. Op dit moment is de helft door elke partij overgemaakt (2x € 54.865). Voor de onbetaalde facturen werd inmiddels de invordering gestart. Status bouwproject: bouw gestart in 2013
F6. Overige exploitatiegebieden •
Merellaan, Leende
Projectontwikkelaar: Exploitatieovereenkomst: Exploitatiebijdrage: Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen: Woningbouwprogramma: Verwacht saldo 31-12-2013: Programmabegroting 2014
Ontwikk. mij Ruimte voor Ruimte/gem. HeezeLeende n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2 ruimte-voor-ruimte woningen € 577.000 nadelig Pagina 121 van 167
Verwacht eindresultaat: € 50.000 voordelig Bijzonderheden: Dit betreft grond voor 2 ruimte-voor-ruimte woningen waarvoor reeds ruimtevoor-ruimte titels zijn aangekocht. Deze percelen zijn opgenomen in het nieuwe vastgestelde bestemmingsplan Kom Leende-Leenderstrijp. Het doel is om in dit gebied een ruimtelijke kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen. Inmiddels is het bestemmingsplan onherroepelijk zodat de percelen te koop worden aangeboden.
F7. Risico’s in de grondexploitatie De risico’s zijn te verdelen in risico’s bij het in eigen beheer exploiteren van bestemmingsplannen (A), de risico’s bij de realisering van bouwprojecten door ontwikkelaars (B) en de risico’s bij de realisering van bouwprojecten in een samenwerkingsvorm (C). Weliswaar zijn de calculaties met enige voorzichtigheid berekend, maar er kunnen toch risico’s blijven bestaan. Het is dan ook noodzakelijk en verplicht om hiervoor middelen achter de hand te houden in de vorm van een reserve grondexploitatie. A. Eigen beheer. Door het in eigen beheer exploiteren van bestemmingsplannen ontstaan risico’s. Onder deze categorie vallen: Breedvennen en de Poortmannen. In het jaar 2013 zijn deze exploitaties geactualiseerd en vastgesteld en leveren naar verwachting de volgende eindwaarden op:
Gebied
Einde exploitatie
Verwacht eindresultaat
Breedvennen Poortmannen
2016 2015
1.662.006 voordelig 1.932.357 voordelig
Totaal resultaat
3.594.363 voordelig
Deze eindwaarden zijn berekend zonder rekening te houden met algemene risico’s, zoals: Kredietcrisis Conjunctuur- en renterisico’s die zich manifesteren Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeften Milieurisico’s Herziening bestuurlijke besluitvorming Archeologie Meer specifiek kennen deze grondexploitaties de volgende risico’s: Breedvennen: Het is mogelijk dat de te verkopen percelen door de crisis pas later worden verkocht. Tevens bestaat het risico dat de verkoop van de grond onder de schoolwoningen en de bijbehorende parkeerplaats later plaatsvindt omdat dit (mede) afhankelijk is van de planning van het centrumplan in Leende. Voor een gedeelte van de te verkopen percelen zal nog een herziening van het bestemmingsplan moeten plaatsvinden waardoor een risico bestaat dat dit gedeelte geen rechtskracht krijgt. Echter gezien het verwachte voordelige eindresultaat kan gesteld worden dat het risico dat deze exploitatie uiteindelijk een negatief resultaat zal hebben, klein is.
Programmabegroting 2014
Pagina 122 van 167
Poortmannen: In 2011 is het nieuwe bestemmingplan “De Poortmannen” vastgesteld. Inmiddels is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden waardoor gestart kan worden met de uitgifte van de gronden. Hierdoor is het risico met betrekking tot deze grondexploitatie aanmerkelijk kleiner geworden. Wel blijft het risico bestaan dat de uitgifte van de gronden later plaatsvindt dan gepland. Echter het risico dat de exploitatie uiteindelijk met een negatief resultaat moet worden afgesloten, is klein. B. Risico’s bij (bouw)projecten door ontwikkelaars Averbodeweg, Sterksel In 2010 zijn de eerste kavels notarieel overgedragen, waarna met de bouwwerkzaamheden is gestart. Per ultimo 2010 is een nadelig resultaat ontstaan van € 98.715. Dit verlies is ten laste van de reserve grondexploitatie en in mindering op de boekwaarde van exploitatie Averbodeweg gebracht. Over 2011 bedroeg het verlies € 46.160. Ook dit bedrag is ten laste van de reserve grondexploitatie gebracht. De verkoop van woningen stagneert vanwege de economische crisis. Medio 2012 zijn 7 van de 30 woningen verkocht. Ter stimulering van de verkoop wordt gezocht naar alternatieven. In overleg met IM en de dorpsraad Sterksel is de gemeente op zoek naar andere mogelijkheden. Halfeindschestraat, Leende De bouwvergunning voor de locatie Halfeindschestraat, “Steenakkers” te Leende is onherroepelijk. Volgens de gesloten koop-/realisatieovereenkomst tussen ontwikkelaar en gemeente moest de grond door IM binnen 18 maanden (=begin 2012) worden afgenomen. Ontwikkeling zou door IM ter hand worden genomen op het moment dat er voldoende belangstelling voor de geplande woningen bestaat. Indien dit niet het geval is, bestaat de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst. Dan zal de gemeente op zoek moeten gaan naar alternatieven voor het bouwperceel. Vondellaan, Heeze Ten behoeve van de fase 1 en 2 is een provinciale subsidie (ISV-1) verkregen van € 400.000. De gemeente is contractueel verplicht ook een bijdrage te leveren van € 400.000. Deze verplichting geldt ook wanneer de provinciale subsidie zou komen te vervallen. Conform overeenkomst heeft de gemeente de eerste termijn van € 400.000 uitgekeerd. Wanneer de provincie de voorlopig toegekende subsidie met een voorschot van € 320.000 alsnog zou intrekken, heeft de gemeente zijn financiële verplichting aan de ontwikkelaar voldaan maar zal wel het voorschot aan de provincie moeten worden teruggestort. De ontwikkelende partij moet aan de gemeente een bijdrage leveren van € 5.000 per opgeleverde woning. In dit project moeten nog 12 woningen worden gerealiseerd. Ten behoeve van fase 3 zijn door de gemeente aan een tweede ontwikkelende partij, zijnde Heveco, geen ISV-1 gelden toegewezen. Het volledige openbaar gebied moet nog in eigendom worden overgedragen. De oplevering heeft wel plaatsgevonden en is in een proces-verbaal vastgelegd. Het onderhoud is daarmee bij de gemeente gekomen. Door de gemeenteraad is een reservering gedaan voor een nadelige exploitatie van maximaal € 100.000. Wanneer de ontwikkelende partij zijn verplichtingen niet na kan komen loopt de gemeente het risico van het moeten afwerken van de inrichting van het openbaar gebied (definitieve infrastructuur). Deels is de definitieve bestrating al aangelegd. Oplevering heeft nog niet plaatsgevonden. Een en ander is neergelegd in een exploitatieovereenkomst. Eventuele planschade komt voor rekening van de exploitant. Omdat het hier echter ging om het saneren van een bedrijvenlocatie inclusief stevige bodemsaneringen mag verwacht worden dat een beroep op planschade weinig kans van slagen zal hebben. Bestaande woningen zijn immers ook in een betere omgeving komen te liggen.
Programmabegroting 2014
Pagina 123 van 167
Voormalige gemeentewerf Heeze De grondexploitatie werd afgesloten per 31 december 2011. Wij blijven als gemeente echter nog steeds verantwoordelijk voor mogelijke planschadeclaims. Het is alleen heel erg moeilijk om de hoogte van dit bedrag in te schatten. -De kosten voor het afronden van het openbaar gebied op het terrein van de voormalige gemeentewerf komen voor rekening van Ballast Nedam en Van Bree Beleggingsmaatschappij. Gelet op het faillissement van Bouwbedrijf Van Bree heeft de gemeente uit veiligheidsoverwegingen wel de opdracht gegeven om de noodzakelijke verlichtingspalen te plaatsen en aan te sluiten en de onafgewerkte rijbaan dicht te maken. C. Risico’s bij realisering van bouwprojecten in een samenwerkingsvorm De Bulders De Bulders BV/CV is als aparte entiteit verantwoordelijk voor haar eigen risico’s. Daarom heeft zij binnen haar eigen grondexploitatie een risicobuffer opgenomen. Mocht echter ondanks dat de Bulders bv omvallen, dan heeft dat gevolgen voor de reeds verworven gronden. In dat geval zal de grond afgewaardeerd moeten worden en zal dat verlies voor de helft ten laste van de gemeente komen. Tot op heden is voor ca. 3 mln. aan gronden aangekocht. Bij een exploitatieberekening van 5,0% rente bedraagt het exploitatieresultaat (contante waarde per 1 januari 2013) € 950.000. Bij een exploitatieberekening van 2,5% rente bedraagt het exploitatieresultaat (contante waarde per 1 januari 2013) € 1,6 miljoen voordelig. F8. Reserve grondexploitatie Voor het voeren van een goed grondbeleid is de gemeente verplicht een reserve grondexploitatie aan te houden. Deze reserve dient om financiële risico’s op verliesgevende exploitaties op te kunnen vangen. Voorheen was de gemeente verplicht om een genormeerde reserve grondexploitatie te vormen. Hiervoor was door de Provincie Noord-Brabant een richtlijn opgesteld. Inmiddels is deze richtlijn vervallen en kan de gemeente zelf bepalen hoe hoog de reserve zou moeten zijn. In de op 23 januari 2012 vastgestelde nota Grondbeleid is echter besloten om de provinciale richtlijn als basis te blijven hanteren en daarbij jaarlijks de risico’s van de betreffende exploitaties te betrekken. Per 1 januari 2013 bedraagt deze reserve € 203.000. In 2012 hebben er onttrekkingen plaatsgevonden ten behoeve van de Averbodeweg en Breedvennen II. In verband met de afsluiting van de projecten starterswoningen Leenderstrijp en voormalige brandweerkazerne in Leende in 2013 zullen naar verwachting de volgende bedragen aan de reserve kunnen toegevoegd c.q. worden onttrokken: +/+ ca. € 60.000 (starterswoningen Leenderstrijp) en -/- € 33.000 (voorm. Brandweerkazerne Leende). De reserve zal dan naar verwachting per 1 januari 2014 ca. € 230.000 bedragen. Gezien de grondaankopen in de Bulders is dit bedrag te laag en moet de reserve worden opgehoogd. Na de tweede actualisatie van de grondexploitaties in 2013 zal hierover nog separate besluitvorming plaatsvinden. F9. Reserve bovenwijkse voorzieningen Een bovenwijkse voorziening is een openbare infrastructurele voorziening welke wordt gerealiseerd ten behoeve van de gemeente als geheel, of een groot deel daarvan, met als doel het vergroten van de leefbaarheid in de gemeente. Het saldo van de reserve bovenwijkse voorzieningen bedroeg per 1 januari 2013 €. 1.003.108. In het jaar 2013 zijn (nog) geen bedragen onttrokken aan de reserve bovenwijkse voorzieningen. De reserve wordt enerzijds gevoed door middel van een bijdrage van € 22 per verkochte m² bouwgrond in exploitatiegebieden in eigen beheer en anderzijds een bijdrage van de projectontwikkelaar van het aantal te verkopen m² bouwgrond. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van het jaar van bekrachtiging van de exploitatieovereenkomst. In verband met het gewijzigde Besluit begroting en verantwoording (BBV) wordt deze reserve vanaf 2013 niet meer direct bij verkoop van bouwgronden in eigen beheer gevoed maar pas bij afsluiting met een positief resultaat Programmabegroting 2014
Pagina 124 van 167
van de desbetreffende grondexploitatie. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren. Dit betekent dat bij afsluiting van de grondexploitaties de Poortmannen en de Breedvennen, naar verwachting resp. eind 2015 en eind 2016 stortingen kunnen plaatsvinden in deze reserve ten bedrage van respectievelijk € 799.788 en € 478.236. Voorgesteld wordt om de bijdrage ten behoeve van deze reserve bovenwijkse voorzieningen te handhaven op € 22 per verkochte m² bouwgrond. F10. Grondprijzen Op grond van de in 2012 vastgestelde nota Grondbeleid stelt het college de grondprijzen jaarlijks vast nadat de gemeenteraad hierover is geïnformeerd in de begroting en bedenkingen kenbaar heeft kunnen maken. Hierbij wordt uitgegaan van de marktwaardebenadering en kan zowel gebruik worden gemaakt van de residuele methode als de comparatieve methode. Voor 2013 bedroegen de grondprijzen: • Kavels t.b.v. sociale woningbouw *) voor de eerste 110 m², voor het meerdere € 323,-- per m² • Kavels t.b.v. overige woningen • Kavels t.b.v. niet grondgebonden woningen De grondprijs per locatie marktconform vast te stellen waarbij als uitgangspunt ca. 20% incl. btw van de vrij op naam prijs zal worden gehanteerd. • Bedrijfsgrond • Grond voor bijzondere bebouwing Alle genoemde prijzen zijn exclusief BTW.
€ 189,-- per m²*) € 323,-- per m²
€ 152,-- per m² € 152,-- per m²
Er is nog geen sprake van een opleving van de woningmarkt daarom stelt het college voor om vooralsnog dezelfde grondprijzen te hanteren voor 2014. Een eventuele aanpassing van de grondprijzen heeft uiteraard direct gevolgen voor de lopende grondexploitaties.
Programmabegroting 2014
Pagina 125 van 167
G. Overzicht lokale lasten G1. Inleiding In het begrotingsjaar 2014 verkrijgt de gemeente Heeze-Leende circa 29% van de inkomstenbronnen door het heffen van belastingen en rechten. Deze eigen inkomsten vormen naast de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de specifieke uitkeringen (van de ministeries) de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeenten. Bij de eigen inkomsten van gemeenten kan een onderscheid worden gemaakt tussen algemene eigen inkomsten en taakgerelateerde inkomsten. De algemene eigen inkomsten kan de gemeente inzetten voor de dekking van de gemeentelijke uitgaven, zoals de onroerend zaakbelastingen en de toeristenbelasting. Er is geen relatie tussen de inkomsten en de uitgaven. Taakgerelateerde inkomsten zijn inkomsten die horen bij specifieke gemeentelijke taken en diensten, zoals leges en bestemmingsheffingen. Voorbeelden hiervan zijn de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. G2. Onroerende-zaakbelasting (OZB) De OZB kan gesplitst worden in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting (alleen voor nietwoningen). De OZB-opbrengst is afhankelijk van de tarieven en de getaxeerde waarden (WOZwaarden) van de onroerende zaken. Opbrengsten 2014 Gemeenten kunnen de ozb-tarieven vanaf 1 januari 2008 zelf bepalen, zonder rekening te moeten houden met door het Rijk opgelegde tarieven. Hierdoor wordt meer recht gedaan aan de gemeentelijke autonomie en dat zal moeten leiden tot een grotere financiële verantwoordelijkheid en een groter belastinggebied. De verantwoordelijkheid voor de collectieve lastendruk wordt vastgesteld door het Rijk dat een macronorm heeft ingesteld. De maximale toegestane (landelijke) opbrengststijging bedroeg voor het jaar 2013 3,0% en voor het jaar 2014 bedraagt deze 3,5%. Echter door een overschrijding van de norm in 2012 en 2013 door gemeenten heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van de macronorm 2014. Een correctie van de norm door die overschrijding in 2012 en 2013 eraf te trekken, leidt tot een macronorm voor 2014 van 2,45%. De macronorm als instrument om de lokale lasten beheersbaar te houden, wordt geëvalueerd. In de septembercirculaire 2013 zal door de uitkomsten van die evaluatie uitsluitsel gegeven worden wat er met die norm gebeurt. Bij de berekening van de opbrengststijging blijft de areaalontwikkeling buiten beschouwing. Negatieve inkomstenmaatstaf in de algemene uitkering gemeentefonds Bij berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds past het Rijk een aftrek toe voor de inkomsten die de gemeenten zelf kunnen innen (OZB). Deze belastingcapaciteit wordt voor alle gemeenten tegen dezelfde tarieven (rekentarieven) berekend. Met ingang van het uitkeringsjaar 2014 zijn de rekentarieven aangepast omdat op 1 januari 2014 een nieuw WOZ-tijdvak begint met waardepeildatum 1 januari 2013 en wel; Omschrijving 2014 - Voor OZB woningen eigenaren 0,1085% (2012: 0,1005%) - Voor OZB niet-woningen gebruikers 0,1153% (2012: 0,1083%) - Voor OZB niet-woningen eigenaren 0,1430% (2012: 0,1343%) Deze tarieven hanteert het Rijk voor het berekenen van de inkomstenmaatstaf.
Programmabegroting 2014
Pagina 126 van 167
Bij de aanpassing van de rekentarieven in verband met de herwaarderingsoperaties wordt in principe altijd dezelfde werkwijze toegepast. Het rekentarief wordt neerwaarts (of naar boven) bijgesteld om de stijging (of daling) van de inkomstenmaatstaf als gevolg van de stijging (of daling) van de WOZwaarde van de woningen en niet-woningen ongedaan te maken. De marktontwikkeling tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2013 bij woningen wordt door de waarderingskamer geschat op – 5,7% en voor niet-woningen op – 4,4%. Vandaar dat de rekentarieven 2014 naar boven zijn bijgesteld ten opzichte van het jaar 2013. OZB-tarieven 2014 In december worden de ozb-tarieven door de raad vastgesteld. Deze zullen de resultante zijn van de gemiddelde verandering van de WOZ-waarden en de stijging van de opbrengsten zoals in deze begroting opgenomen. Wanneer de gemiddelde WOZ-waarde met meer dan 1% daalt, zal het tarief zoveel verhoogd worden dat per saldo de OZB-inkomsten gelijk blijven. Als de tarieven onder de rekentarieven komen benut de gemeente de belastingcapaciteit voor de OZB niet volledig. In onderstaande tabel is een vergelijking met 2012 opgenomen. Hierbij gaan we uit van de volgende aannames. Waardedaling woningen 7,0%, waardedaling niet-woningen 4,0% en opbrengststijging OZB 2,75%. Tarief
Rekentarief algemene uitkering
Gemeentetarief 2014*
Gemeentetarief 2013
Procentuele verhoging
Woningen eigenaren
0,1085%
0,1152%
0,1050%
9,75%
Niet-woningen gebruikers
0,1153%
0,1339%
0,1254%
6,75%
Niet-woningen eigenaren
0,1430%
0,1615%
0,1513%
6,75%
* Dit betreft tarieven onder voorbehoud. Jaarlijkse herwaardering Vanaf 2007 moeten de gemeenten de taxatiewaarden van de onroerende zaken jaarlijks vaststellen. De getaxeerde waarden dienen als heffingsmaatstaf voor de OZB van het daarop volgend jaar. Dus voor de belastingopbrengst OZB 2014 worden de getaxeerde waarden naar peildatum 1 januari 2013 gebruikt. G3. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Met betrekking tot de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten is het beleid dat de tarieven kostendekkend zijn. Daarbij wel rekening houdend met het nadeel dat door de invoering van het BTWcompensatiefonds is ontstaan. Afvalstoffenheffing heft de gemeente van degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel, waarop een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen rust (ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer). De reinigingsrechten heft de gemeente van degene op wiens aanvraag dan wel voor wie de dienst wordt verricht of van degene die de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikt. Bij de berekening van de tarieven is gekozen voor tariefdifferentiatie (diftar). Degene die meer afval laat ophalen, moet ook meer betalen. Het tarief is opgebouwd uit twee delen. Het eerste, vaste deel, het zogenaamde basistarief, is voor iedereen gelijk. Dit is opgebouwd uit de kosten van glasinzameling en verwerking, papierinzameling, inzameling en verwerking van klein chemisch afval. Het tweede deel is variabel. Hierbij brengt de gemeente per lediging van een Programmabegroting 2014
Pagina 127 van 167
container een bedrag in rekening. In de lijn van 2012 en 2013 is het verschil van de tarieven voor restafval en GFT-afval hetzelfde gebleven om te stimuleren afval te scheiden. Wanneer huishoudens hun afval beter scheiden hoeft dit geen nadelig effect te hebben op hun kosten van afval. Doordat de stortkosten van restafval bijna drie maal zo duur zijn dan voor GFT-afval komt het beter gescheiden aanleveren van afval ten goed aan de inwoners van Heeze-Leende. De tarieven worden zoals in de verordening gebruikelijk afgrond op € 0,10. De definitieve vaststelling vindt in december door de raad plaats. Omschrijving 2014* 2013 Vastrecht € 5,25 € 5,25 Container van 25 liter restafval per lediging € 3,00 € 3,00 Container van 40 liter restafval per lediging € 4,00 € 4,00 Container van 140 liter restafval per lediging € 10,00 € 10,00 Container van 240 liter restafval per lediging € 18,00 € 18,00 Container van 25 liter gft-afval per lediging € 1,50 € 1,50 Container van 140 liter gft-afval per lediging € 1,50 € 1,50 Container van 240 liter gft-afval per lediging € 2,50 € 2,50 We constateren met het meer gescheiden inzamelen van afval, denk aan het plastic, een afname van het aantal keren dat kliko’s worden aangeboden. Een “gemiddeld” gezin biedt in 2013 de 140 liter restafvalcontainer 5 a 6 keer aan en die van GFT 5 keer aan. In 2014 zal dit ongeveer gelijk blijven. Dat betekent dat de lasten behoudens de inflatiecorrectie gelijk blijven. * Dit betreft tarieven onder voorbehoud. G4. Rioolheffing Onder de naam ‘rioolheffing’ heft de gemeente een recht van de gebruiker van een pand, van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De maatstaf van heffing berekenen we naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het pand wordt afgevoerd. Het uitgangspunt bij de berekening van de tarieven voor het rioolheffing is 100% kostendekking. Daarbij wel rekening houdend met het nadeel dat door de invoering van het BTW-compensatiefonds is ontstaan. Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet kunnen kosten die direct of indirect te maken hebben met de riolering via het rioolheffing verhaald worden. De kosten bestaan uit kapitaallasten, de directe en indirecte exploitatiekosten zoals reiniging, inspecties en reparaties. Maar ook toekomstige kosten die gemaakt moeten worden als gevolg van vervangingen, of de steeds maar toenemende eisen die hogere overheden stellen. Deze kosten worden als dotatie aan het rioleringsfonds meegenomen. Dit fonds is erop gebaseerd om alle kosten die redelijkerwijs verwacht kunnen worden te dragen. In 2011 is een nieuwe doorrekening gemaakt, het zogenaamde V(erbreed) G(emeentelijk) R(iolerings) P(lan) 2011-2016, waarin ook nieuwe eisen, zoals het aanleggen van een gescheiden stelsel bij renovatie projecten, het verplicht afkoppelen van verhard oppervlak en overstort meters en voorzieningen die gemaakt moeten worden als gevolg van de steeds hevigere regenbuien, zijn meeberekend. Daarnaast is ervoor gekozen om investeringen direct af te schrijven volgens het Ideaal Complex. Dit VGRP 2011-2016 is door de raad op 27 juni 2011 vastgesteld. De raad heeft met het vaststellen van het VGRP 2011-2016 ook de tariefsverhoging, exclusief de jaarlijkse indexering, vastgesteld op 3,1%. Voor de indexering 2014 hanteren we in 2%. Het college stelt voor om de tarieven voor het jaar 2014 met 5,1 % te verhogen. De jaartarieven* komen hiermee op: - Aansluitingen<100m3 waterverbruik - Aansluitingen>100m3-500m3 waterverbruik * Dit betreft tarieven onder voorbehoud. Programmabegroting 2014
€ 216,67 (2012: € 206,16) € 288,18 (2012: € 274,20)
Pagina 128 van 167
G5. Legesverordening Onder de naam ‘leges’ heft de gemeente een aantal verschillende rechten vanwege het genot van verstrekte diensten. Over de tarieven kan pas iets gezegd worden na de vaststelling door de raad in december. Deze tarieven hangen nauw samen met de kostenonderbouwing en mag maximaal kostendekkend zijn. G6. Toeristenbelasting Artikel 224 van de Gemeentewet maakt het mogelijk om een toeristenbelasting te heffen. Het gaat hier om een algemene belasting waarvan de opbrengsten toevloeien aan de algemene middelen van de gemeente. De inkomsten uit deze belasting mag de gemeente dus naar eigen inzicht aanwenden. De toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachten tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, van personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Heeze-Leende zijn ingeschreven. Het betreft dus niet alleen toeristen, maar ook personen die o.a. voor hun werk tijdelijk verblijven binnen de gemeente Heeze-Leende. Belastingplichtige is degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Deze verhaalt de belasting op degene die verblijf houdt. Op 18 oktober 2011 heeft de raad de verordening toeristenbelasting 2012 vastgesteld. Hierin zijn de volgende tarieven opgenomen. Het tarief voor onderkomens is € 0,95 per overnachting. In afwijking hiervan geldt voor hotels en conferentiecentra een tarief van € 1,25 per overnachting, voor campings € 0,75 per overnachting en voor scouting € 0,40 per overnachting. De tarieven staan in principe voor drie jaar vast. Er zal een jaarlijkse beoordeling zijn op basis van de feitelijke inkomsten. De feiten In 2013 wordt door Adviesgroep Nederlandse Gemeenten (ANG) een toeristenbelastingcontrole uitgevoerd met ondermeer een areaalonderzoek naar locaties waarbij gelegenheid tot verblijf met overnachting wordt aangeboden, maar waardoor nog geen aangifte toeristenbelasting wordt gedaan. In haar 1e rapportage adviseert ANG, het forfait, bedoeld de Bed & Breakfast-locaties, in te trekken aangezien het nu vaak wordt gebruikt door ondernemers die tijdelijke huisvesting aanbieden. Het forfait is daar niet voor bedoeld. Intrekking betekent zeer waarschijnlijk een meeropbrengst. Onderzoek geeft verder aan dat de B&B’s amper in aanmerking komen voor dit forfait. Gevolgen toeristenbelasting 2014 - Ontwikkelingen bij groepsaccommodatie Ferme de Jean (in 2013 weinig tot geen overnachtingen); - Intrekking forfait voor B&B’s; - De areaalvergroting als gevolg van het areaalonderzoek van ANG; Het bedrag toeristenbelasting in de meerjarenbegroting voor 2014 is geraamd op € 180.000. G7. Marktgelden Onder de naam marktgeld heft de gemeente een recht voor het innemen van standplaatsen, op de weekmarkt. (zie artikel 5 van de ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden in de gemeente Heeze-Leende’). De tarieven van deze heffing verhoogt de gemeente met 2,0%. De opbrengst in de begroting wordt op € 1.964 geraamd.
Programmabegroting 2014
Pagina 129 van 167
G8. Lijkbezorgingsrechten Op basis van deze verordening heft de gemeente rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. In 2014 verhoogt de gemeente deze tarieven met 2,0%. De opbrengst in de begroting wordt op € 1.561 geraamd. G9. Kwijtschelding Als een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, kan de gemeente onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige kwijtschelding verlenen. Het kwijtscheldingspercentage dat de gemeente hanteert bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager is, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding kan de gemeente alleen verlenen als het een aanslag betreft voor: - De afvalstoffenheffing - De rioolheffing De overige heffingen zijn in de desbetreffende verordening uitgesloten voor kwijtschelding. De voorgestelde tarieven leiden tot de volgende belastingdruk. In deze berekening zijn alleen die belastingen betrokken die nagenoeg voor iedereen van toepassing zijn. De heffingen die een specifieke belastingplicht hebben zijn uitgesloten.
Omschrijving
Lastendruk 2014 Lastendruk 2013
Toename / afname
Afvalstoffenheffing
130,50
130,50
0,00
( 0,00%)
Rioolrecht 100-500 m3
288,18
274,20
+ 13,98
( + 5,1%)
369,28
359,40
+ 9,88
( + 2,75%)
418,68
404,70
+ 13,98
( + 3,45%)
787,96
764,10
+ 23,86
( + 3,12%)
Onroerende-zaakbelastingen : eigenaar woning
Totaal lastendruk huishouden zonder eigen woning
Totaal lastendruk huishouden met eigen woning Toelichting tabel: -
Bij de berekening van de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 6 ledigingen van de restafvalcontainer en 5 ledigingen van de GFT-container (140 liter) per jaar;
-
De rioolheffing is op basis van een waterverbruik van 100 tot 500 m3 per jaar;
-
Bij de berekening van de onroerend zaakbelasting waardepeildatum 2013 ten opzichte van 2012 is uitgegaan van een taxatiewaardedaling van 7,0% en een tariefsstijging van 9,75% (exclusief areaaluitbreiding). De
Programmabegroting 2014
Pagina 130 van 167
gemiddelde waarde van een woning in Heeze-Leende met waardepeildatum 1-1-2013 wordt hierdoor geraamd op € 318.000 (2012: € 342.000).
Aan gegevens in deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend. De lastendruk van een “gemiddeld” huishouden is in 2014 hoger dan in 2013. De procentuele verhogingen geven het verschil aan tussen de bedragen na vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad. Het vaste tarief voor de afvalstoffenheffing is in 2014 gelijk aan 2013. De tarieven per lediging zijn ook gelijk gebleven. De differentiatie per lediging is ter bevordering van het gescheiden inzamelen. Het apart inzamelen van plastic liet in 2011 al een daling van het aantal ledigingen zien. Wij gaan, op basis van de gegevens vanaf 2011, uit van een gemiddeld zelfde aantal ledigingen van 12 keer. Daardoor blijft de afvalstoffenheffing gelijk aan 2013. Het tarief voor de ozb stijgt met 9,75% vergeleken met 2013 (exclusief areaaluitbreiding). Door een daling van 7% van de waarde van woningen zal de effectief meer te betalen ozb voor een “gemiddeld huishouden” met 2,75 % toenemen. Al met al zal gemiddeld genomen de lastendruk in 2014 iets hoger zijn dan in 2013.
Ontwikkeling woonlasten per huishouden
woonlast in euro
1.000 800 600
327
324
322
337
359
369
245
245
248
261
274
288
180
166
143
137
131
131
2009
2010
2011
2012
2013
2014
400 200 0
jaartal Afvalstoffenheffing
Programmabegroting 2014
Rioolrecht
OZB woningen
Pagina 131 van 167
BIJLAGEN
Programmabegroting 2014
Pagina 132 van 167
Bijlage 1: Begrippenlijst Deze begrippenlijst geeft voor een aantal (nieuwe) begrippen, mede in relatie tot de nieuwe begrotingsopzet en het duale systeem, een omschrijving. Balans: Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van de bezittingen, vreemd en eigen vermogen (activa en passiva) van de gemeente. Baten en lasten (stelsel van): Een begrotingssysteem van baten en lasten houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. Begroting: Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Beleidsbegroting: De beleidsbegroting gaat volgens de BBV-voorschriften met name in op de (doelstellingen van de) programma's en via de zogenoemde paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting bestaat uit: • Het programmaplan; • De paragrafen. Bestuurlijk belang: Een bestuurlijk belang heeft een gemeente wanneer ze een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als ze stemrecht heeft. Categoriale indeling: Een categoriale indeling is een indeling van baten en lasten naar soorten, zoals salarissen, rente en belastingen. De BBV-voorschriften stelt het verplicht dat de begroting en jaarrekening ook een categoriale indeling heeft. De BBV-voorschriften stelt verplicht dat gemeenten de begroting converteren naar categorieën in een apart document. Dit document wordt naar de toezichthouder en CBS gezonden. Collegeprogramma: Het college geeft in een collegeprogramma de inhoudelijke invulling van belangrijke onderwerpen die in de zittingsperiode tot uitvoering moeten komen. Het gaat als regel om onderwerpen die naar het oordeel van het college politiek relevant zijn. In een dualistisch stelsel ligt het in de lijn dat de wethouders het collegeprogramma ondertekenen en dat de fractieleiders van de coalitiepartijen niet (mede) ondertekenen. BBV-voorschriften: De BBV-voorschriften zijn bij Koninklijk Besluit uitgevaardigde voorschriften voor de inrichting van begroting en de jaarrekening en het jaarverslag van de gemeente.
Dualisme: Een dualistisch stelsel kenmerkt zich doordat de posities en bevoegdheden ontvlecht zijn. De raad richt zich primair op de kaderstellende en controlerende functie, het college op de uitvoerende functie. De wethouders zijn geen lid van de raad. Financieel belang: Een financieel belang heeft een gemeente indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en / of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Financiële begroting: De financiële begroting gaat volgens de BBV-voorschriften met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit: • Het overzicht van de baten en de lasten en toelichting; • De uiteenzetting van de financiële positie en toelichting. Financiële positie: Onderdeel van de financiële begroting, tevens de tegenhanger van de balans. De financiële positie van een gemeente geeft de grootte en samenstelling van het vermogen in relatie tot de baten en lasten. Functie (Functionele indeling): Een functie is een eenheid waarin de begroting en jaarstukken worden onderverdeeld volgens de BBV-voorschriften. Dit besluit definieert een 80-tal functies. De BBV-voorschriften laat de indeling van de begroting aan de gemeente vrij, maar stelt verplicht dat gemeenten de begroting converteren naar functies in een apart document. Dit document wordt naar de toezichthouder en CBS gezonden. De voorgeschreven functies zullen niet meer bij de BBV-voorschriften zelf worden bepaald, maar bij ministeriële regeling. Jaarrekening: De jaarrekening is de tegenhanger van de financiële begroting; de jaarrekening gaat in op de realisaties van het afgelopen begrotingsjaar. De jaarrekening is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit: • De programmarekening en toelichting; • De balans en toelichting. Jaarstukken: De jaarstukken zijn onderverdeeld in het jaarverslag en de jaarrekening en is de tegenhanger van de begroting. Jaarverslag: Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting en gaat met name in op de uitkomsten van de programma's over het afgelopen begrotingsjaar. Het jaarverslag is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit: • De programmaverantwoording; • De paragrafen. Overzicht van baten en lasten: Onderdeel van de financiële begroting dat een overzicht geeft van alle baten en lasten die in de programma's zijn opgenomen.
Programmabegroting 2014
Pagina 134 van 167
Paragrafen: Een paragraaf geeft volgens de BBV-voorschriften een dwarsdoorsnede van de begroting op financiële aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die belangrijk zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag. Product: Een product van een productenraming of productenrealisatie kan omschreven worden als het resultaat van samenhangend handelen, meetbaar gemaakt in de tijd, geld en kwaliteit. Een product wordt in de handreiking ruim geïnterpreteerd. Het kan zijn: een voorziening, een dienst, een goed of een activiteit. Een kern is dat er taakstellende afspraken aan verbonden kunnen worden. Een product omvat zoveel mogelijke kwantitatieve normen voor zowel financiële als niet-financiële prestatieindicatoren. Productenraming: De productenraming wordt volgens de BBV-voorschriften opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument van het college en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting. Productenrealisatie: Een productenrealisatie is de tegenhanger van de productenraming en wordt na afloop van het begrotingsjaar opgesteld. Programma: Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden. Programmabegroting: Een programmabegroting is een typering voor de nieuwe beoogde begroting doordat de programma's in de begroting centraal staan. Het kenmerk van de begroting volgens de BBV-voorschriften is dat de begroting is onderverdeeld in programma's, daarom wordt er naar de begroting volgens de nieuwe voorschriften ook wel verwezen als programmabegroting. Een programmabegroting bestaat idealiter uit 10–15 programma's. De gemeente is vrij in de keuze van de programma's en in het aantal. Programmaplan: Een programmaplan behandelt per programma expliciet de maatschappelijke effecten en de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te verwezenlijken. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende drie vragen: Wat willen we? Wat gaan we ervoor doen? Wat gaat het kosten? Programmarekening: Onderdeel van de jaarrekening. De programmarekening geeft een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten van het begrotingsjaar. Programmaverantwoording: Onderdeel van het jaarverslag. In de programmaverantwoording wordt per programma expliciet ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop getracht is deze effecten te verwezenlijken. De vragen: Wat wilden we? Wat hebben we ervoor gedaan? En wat heeft het gekost? Zijn de centrale vragen die in dit deel beantwoord worden.
Programmabegroting 2014
Pagina 135 van 167
Raadsprogramma: De raad geeft in een raadsprogramma een agendering van de onderwerpen die in de raadsperiode aan de orde moeten komen. Het gaat als regel met name om de onderwerpen die in de visie van de raad politiek relevant zijn. Het raadsprogramma is de basis voor de planning en control van de raad. In een dualistisch stelsel kunnen alle raadsfracties een raadsprogramma ondertekenen. Verbonden partij: Een verbonden partij is een derde rechtspersoon waarbij de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Vernieuwingsimpuls: De vernieuwingsimpuls biedt ondersteuning aan gemeenten die zich goed willen voorbereiden op de invoering van het dualistische bestuursmodel, dat bij de raadsverkiezingen in 2002 zijn intrede heeft gedaan. Weerstandscapaciteit: De weerstandscapaciteit is het geheel van geldmiddelen (zoals de algemene reserve) waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast behoeven te worden. Incidentele weerstandscapaciteit: Het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van de voorzieningenniveaus van de programma's. Structurele weerstandscapaciteit: Hiermee worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma's. Weerstandsvermogen: Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's. WNB (Wensen Nieuw Beleid): Hiermee worden de wensen nieuw beleid bedoeld zoals deze in de kadernota 2011 naar voren zijn gebracht. De in de kadernota gebruikte nummering wordt hier gehanteerd. Er kan ook sprake zijn van additionele wensen nieuw beleid.
Programmabegroting 2014
Pagina 136 van 167
Bijlage 2: Totaaloverzicht programma’s en meerjarenraming A. Recapitulatie programma’s
PROGRAMMA
LASTEN
BATEN
NADELIG
0 Algemeen Bestuur
2.910.783
295.544
2.615.239
1 Veiligheid en verkeer
1.738.493
105.446
1.633.047
2 Openbare ruimte
4.372.318
1.904.032
2.468.286
408.200
242.671
165.529
4 Onderwijs en kinderopvang
2.543.147
201.642
2.341.505
5 Cultuur en recreatie
2.046.051
115.887
1.930.164
6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
6.785.013
3.164.559
3.620.454
7 Volksgezondheid en Milieu
2.019.003
1.238.129
780.874
8 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
2.464.316
1.362.384
1.101.932
643.922
17.734.956
17.091.034
25.931.247
26.365.249
16.657.031 17.091.034
3 Economische Zaken
9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Totaal programma's
BATIG
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heeze-Leende in zijn openbare vergadering van 4 november 2013. de griffier,
Programmabegroting 2014
de voorzitter,
Pagina 137 van 167
B. Meerjarenraming per programma In de paragraaf financiële informatie bij de progamma’s is voor de meerjarenraming in tabel 1 de onderverdeling van programma’s in producten opgenomen. In deze bijlage vermelden we dan ook alleen de totalen. Rekening 2012
Programma
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
0 ALGEMEEN BESTUUR
€
2.867.900
€
2.412.400
€
2.615.200
€
2.587.800
€
2.578.300
1 VEILIGHEID EN VERKEER
€
1.453.700
€
1.573.500
€
1.633.000
€
1.619.500
€
1.619.000
€
1.610.500
2 OPENBARE RUIMTE
€
3.017.900
€
2.264.900
€
2.468.300
€
2.486.900
€
2.429.200
€
2.565.500
3 ECONOMISCHE ZAKEN
€
107.000
€
162.100
€
165.500
€
165.200
€
165.200
€
165.300
4 ONDERWIJS EN KINDEROPVANG €
4.152.200
€
2.076.800
€
2.341.500
€
1.954.000
€
2.159.400
€
2.097.600
5 CULTUUR EN RECREATIE
€
1.830.000
€
1.860.400
€
1.930.200
€
1.849.300
€
1.844.100
€
1.833.900
SOCIALE VOORZ EN MAATSCH 6 DIENSTVERL
€
3.283.400
€
3.452.700
€
3.620.500
€
3.573.600
€
3.601.100
€
3.526.600
7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
€
803.000
€
815.000
€
780.900
€
744.700
€
738.600
€
732.400
€
1.755.900
€
1.137.600
€
1.101.900
€
1.090.400
€
1.080.500
€
1.070.400
RUIMTELIJKE ORDENING EN 8 VOLKSHUISV FINANCIERING EN 9 DEKKINGSMIDDELEN TOTAAL
€
2.598.500
€ 19.271.000- € 15.755.400- € 17.091.000- € 16.264.100- € 16.249.400- € 16.360.000€
-
€
-
€
434.000- €
192.700- €
34.000- €
159.300-
Grafisch kunnen de baten en lasten per programma als volgt in beeld worden gebracht. ALGEMEEN BESTUUR
Lasten 2014
3%
11%
11%
VEILIGHEID EN VERKEER OPENBARE RUIMTE
7% 9%
ECONOMISCHE ZAKEN ONDERWIJS EN KINDEROPVANG CULTUUR EN RECREATIE
16% SOCIALE VOORZ EN MAATSCH DIENSTVERL VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
25%
1% 9% 8%
Programmabegroting 2014
RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISV FINANCIËRING EN DEKKINGSMIDDELEN
Pagina 138 van 167
13%
0% 4% 1%
Baten 2014
Leges Dividend
13%
Opbrengsten accommodaties OZB
7% 0%
Overige opbrengsten Bedrijfspanden Toeristenbelasting
1% Rioolrecht
7%
Reinigingsrecht Onttrekking reserves
5% 49%
Programmabegroting 2014
0%
Gemeentefonds Inkomensoverdrachten
Pagina 139 van 167
Bijlage 3: Tabellen financiën uitgesplitst naar producten Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 001 Raad en raadscommissies
328.300
242.300
227.600
227.600
229.700
231.700
Burgemeester en 001 wethouders/burgemeester
676.400
700.100
635.000
664.800
664.900
670.600
001 Herindeling
0
0
0
0
0
0
Totaal 001
1.028.400
877.300
892.400
892.500
900.300
908.100
002 Bestuurszaken
431.000
256.000
259.000
259.000
259.300
259.600
002 Voorlichting
419.800
442.000
451.300
451.200
451.700
452.300
45.700
37.800
42.800
42.800
43.700
44.600
896.500
735.800
753.100
753.000
754.700
756.500
656.400
660.500
755.400
749.300
750.300
751.400
85.400
0
63.100
48.100
33.100
48.100
002 Representatie bestuur Totaal 002 Burgerlijke stand en 003 bevolkingsregister 003 Verkiezingen Straatnaamborden en 003 huisnummering
10.800
13.000
13.900
13.900
14.000
14.000
Totaal 003
752.600
673.500
832.400
811.300
797.400
813.500
004 Secretarieleges
70.000
81.900
82.900
84.000
85.700
87.400
Totaal 004
70.000
81.900
82.900
84.000
85.700
87.400
254.600
203.400
207.500
211.600
215.900
220.200
254.600
203.400
207.500
211.600
215.900
220.200 144.700
005 Bestuurlijke samenwerking Totaal 005 006 Raadsgriffier
146.500
140.100
142.400
142.400
143.600
Totaal 006
146.500
140.100
142.400
142.400
143.600
144.700
Eindtotaal
3.148.600
2.712.000
2.910.700
2.894.800
2.897.600
2.930.400
004 Secretarieleges
280.800
299.700
295.500
307.100
319.100
331.700
Totaal 004
280.800
299.700
295.500
307.100
319.100
331.700
Eindtotaal
280.800
299.700
295.500
307.100
319.100
331.700
-2.867.800
-2.412.300
-2.615.200
-2.587.700
-2.578.500
-2.598.700
Baten
Totaal Programma 0 Algemeen bestuur
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 140 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten Personeel brandweer Heeze120 Leende
438.600
517.700
0
0
0
0
120 Brandweerkazerne Heeze
87.300
85.100
57.600
56.400
55.200
54.000
120 Brandweergarage Leende Brandblus- en 120 reddingsmiddelen
59.500
60.100
37.900
36.900
35.900
35.000
185.100
188.900
0
0
0
0
21.300
39.600
71.700
57.900
57.800
57.800
112.900
146.700
885.300
885.300
885.300
885.300
120 Overige aangelegenheden
11.500
14.200
0
0
0
0
120 Rampenbestrijding
23.900
73.800
70.100
70.100
70.200
70.300
940.100
1.126.100
1.122.600
1.106.600
1.104.400
1.102.400
20.300
25.000
22.500
22.500
23.000
23.400
120 Brandkranen en brandputten 120 Regionale brandweer
Totaal 120 140 Dierenbescherming Overige beschermende 140 maatregelen
400
300
300
300
300
300
183.100
221.000
366.900
368.600
368.600
368.600
203.800
246.300
389.700
391.400
391.900
392.300
86.000
90.800
89.300
89.300
89.500
89.700
241.000
137.800
134.900
133.500
132.300
123.000
0
0
0
0
0
0
327.000
228.600
224.200
222.800
221.800
212.700
1.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Totaal 212
1.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Eindtotaal
1.471.900
1.603.000
1.738.500
1.722.800
1.720.100
1.709.400
120 Brandweerkazerne Heeze
1.100
1.700
57.600
56.400
55.200
54.000
120 Brandweergarage Leende Brandblus- en 120 reddingsmiddelen
7.100
7.900
37.900
36.900
35.900
35.000
140 Integraal veiligheidsbeleid Totaal 140 Waarschuwingsborden en 211 wegwijzers Verkeersplannen en 211 verkeersveiligheid Tegemoetkoming 211 verkeershinder Totaal 211 212 Buurtbus
Baten
Totaal 120 140 Integraal veiligheidsbeleid Totaal 140 Waarschuwingsborden en 211 wegwijzers Verkeersplannen en 211 verkeersveiligheid
3.400
2.800
0
0
0
0
11.600
12.400
95.500
93.300
91.100
89.000
7.600
12.000
5.000
5.000
5.000
5.000
7.600
12.000
5.000
5.000
5.000
5.000
2.200
0
0
0
0
0 5.000
-3.300
5.000
5.000
5.000
5.000
Totaal 211
-1.100
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Eindtotaal
18.100
29.400
105.500
103.300
101.100
99.000
-1.453.800
-1.573.600
-1.633.000
-1.619.500
-1.619.000
-1.610.400
Totaal Programma 1 Veiligheid en Verkeer
Programmabegroting 2014
Pagina 141 van 167
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 142 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 210 Wegen, straten en pleinen
1.610.600
1.069.500
1.059.900
1.002.200
951.300
936.600
210 Openbare verlichting
291.300
286.000
298.700
308.300
319.500
329.100
Overige voorzieningen betreffende wegen, straten en 210 pleinen
130.800
103.000
102.500
102.500
102.600
102.700
8.600
12.000
12.000
12.000
12.200
12.500
2.041.300
1.470.500
1.473.100
1.425.000
1.385.600
1.380.900
76.900
86.500
88.500
88.500
90.100
91.600
76.900
86.500
88.500
88.500
90.100
91.600
3.600
6.800
8.000
8.000
8.000
8.000
32.800
13.700
15.400
15.400
15.600
15.700
210 Grootschalige Basis Kaart Ned Totaal 210 240 Waterlossingen en bermsloten Totaal 240 550 Natuurbescherming 550 Bossen Totaal 550
36.400
20.500
23.400
23.400
23.600
23.700
560 Openbaar groen
952.300
1.001.100
957.000
957.000
961.600
966.200
560 Kermis en kampeerterreinen
18.200
19.000
22.700
22.600
22.700
22.800
560 Speelterreinen
46.900
49.800
46.500
46.000
46.000
41.100
Recreatieve fiets- en 560 wandelpaden
22.200
14.900
14.600
14.600
14.600
14.600
134.900
177.200
172.800
174.400
175.100
175.800
0
0
0
0
0
0
1.174.500
1.262.000
1.213.600
1.214.600
1.220.000
1.220.500
1.372.400
1.209.200
1.573.900
1.761.300
1.862.800
2.128.000
Totaal 722
1.372.400
1.209.200
1.573.900
1.761.300
1.862.800
2.128.000
Eindtotaal
4.701.500
4.048.700
4.372.500
4.512.800
4.582.100
4.844.700
34.300
11.000
16.200
16.600
16.900
17.200
0
0
0
0
0
0
560 Overige openluchtrecreatie 560 Bevordering toerisme Totaal 560 722 Riolen en rioolgemalen
Baten 210 Wegen, straten en pleinen 210 Openbare verlichting Overige voorzieningen betr. 210 wegen, straten
7.500
7.500
7.700
7.800
8.000
8.200
210 Grootschalige Basis Kaart Ned
5.500
7.400
7.600
7.700
7.900
8.000
47.300
25.900
31.500
32.100
32.800
33.400
600
600
600
600
600
700
27.500
18.100
18.100
18.100
18.100
18.100
28.100
18.700
18.700
18.700
18.700
18.800
34.600
35.600
32.600
33.300
34.000
34.600
100
0
0
0
0
0
34.700
35.600
32.600
33.300
34.000
34.600
6.100
3.300
3.400
3.500
3.500
3.600
6.100
3.300
3.400
3.500
3.500
3.600
1.567.400
1.700.300
1.817.800
1.938.300
2.064.000
2.188.900
Totaal 726
1.567.400
1.700.300
1.817.800
1.938.300
2.064.000
2.188.900
Eindtotaal
1.683.600
1.783.800
1.904.000
2.025.900
2.153.000
2.279.300
-3.017.900
-2.264.900
-2.468.500
-2.486.900
-2.429.100
-2.565.400
Totaal 210 550 Natuurbescherming 550 Bossen Totaal 550 560 Kermis en kampeerterreinen 560 Overige openluchtrecreatie Totaal 560 722 Riolen en rioolgemalen Totaal 722 726 Rioolrechten
Totaal Programma 2 Openbare ruimte
Programmabegroting 2014
Pagina 143 van 167
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 144 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 310 Straatmarkten Overige aangelegenheden terzake van handel en 310 ambacht
0
18.500
18.200
18.200
18.200
18.200
91.100
98.900
96.600
96.900
97.400
97.800
310 Bedrijfspanden
68.900
64.100
62.400
62.600
62.900
63.100
160.000
181.500
177.200
177.700
178.500
179.100
92.200
168.900
191.400
79.900
0
0
92.200
168.900
191.400
79.900
0
0
0
0
0
0
0
0
100
100
100
100
100
100
Totaal 310 Industrieterrein "De 320 Poortmannen" Totaal 320 330 Gasvoorziening 330 Drinkwatervoorziening 330 Breedband/Glasvezelnetwerk Totaal 330 Overige agrarische zaken, 341 jacht en visserij
6.500
0
0
0
0
0
6.600
100
100
100
100
100 40.400
79.600
30.500
39.500
39.700
40.000
Totaal 341
79.600
30.500
39.500
39.700
40.000
40.400
Eindtotaal
338.400
381.000
408.200
297.400
218.600
219.600
Baten 310 Bedrijfspanden
7.100
1.300
1.300
1.300
1.300
1.400
310 Marktgelden
1.900
3.400
2.000
2.000
2.000
2.100
Totaal 310 Industrieterrein de 320 Poortmannen
9.000
4.700
3.300
3.300
3.300
3.500
92.200
168.900
191.400
79.900
0
0
92.200
168.900
191.400
79.900
0
0
330 Gasvoorziening
0
0
0
0
0
0
330 Drinkwatervoorziening
0
0
0
0
0
0
330 Combivisie
47.400
0
0
0
0
0
Totaal 330
47.400
0
0
0
0
0
Totaal 320
Overige agrarische zaken, 341 jacht en visserij
82.800
45.300
48.000
49.000
49.900
50.900
Totaal 341
82.800
45.300
48.000
49.000
49.900
50.900
Eindtotaal
231.400
218.900
242.700
132.200
53.200
54.400
-107.000
-162.100
-165.500
-165.200
-165.400
-165.200
Totaal Programma 3 Economische zaken
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 145 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 421 Personeelskosten Voorzieningen in gebouwen en 421 terreinen Andere voorzien in gebouwen 421 en terreinen Gebruiksvoorzieningen 421 (gebouw afh.) Totaal 421
17.500
11.400
10.900
10.900
10.900
10.900
162.300
81.000
82.900
84.700
86.600
88.600
2.300
2.400
2.400
2.500
2.500
2.600
0
0
0
0
0
0
182.100
94.800
96.200
98.100
100.000
102.100
Voorzieningen in gebouwen en 423 terreinen
2.499.700
222.800
180.100
174.300
379.400
360.000
Andere voorz. In gebouwen en 423 terreinen
130.600
291.600
296.900
299.600
302.800
306.100
99.500
105.300
100.200
100.200
100.200
100.200
2.729.800
619.700
577.200
574.100
782.400
766.300
Voorzieningen in gebouwen en 433 terreinen
804.700
788.600
996.100
575.100
562.200
548.900
Andere voorz. In gebouwen en 433 terreinen
73.600
88.600
134.200
164.100
166.800
126.900
433 Algemene kosten
28.700
11.400
10.900
10.900
10.900
10.900
Totaal 433
907.000
888.600
1.141.200
750.100
739.900
686.700
8.200
59.100
57.200
57.200
57.600
58.000
241.100
235.200
239.400
243.000
246.900
250.900
103.800
121.100
168.600
168.600
168.800
169.000
423 Algemene kosten Totaal 423
480 Onderwijsbegeleiding 480 Vervoer van leerlingen Overige 480 onderwijsvoorzieningen Materiële financiële 480 voorzieningen
0
0
0
0
0
0
353.100
415.400
465.200
468.800
473.300
477.900
8.100
11.400
10.900
10.900
10.900
10.900
8.100
11.400
10.900
10.900
10.900
10.900
650 Kinderdagverblijven
67.300
80.600
71.500
72.100
72.600
73.200
650 peuterspeelzalen
30.400
142.300
181.000
184.900
188.900
193.000
Totaal 480 Basiseducatie en 482 alfabetiseringsonderwijs Totaal 482
Totaal 650
97.700
222.900
252.500
257.000
261.500
266.200
Eindtotaal
4.277.800
2.252.800
2.543.200
2.159.000
2.368.000
2.310.100
84.400
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
84.400
0
0
0
0
0
Voorzieningen in gebouwen en 423 terreinen
0
0
0
0
0
0
Andere voorzien. In gebouwen 423 en terreinen
11.400
41.000
41.900
42.900
43.900
44.800
11.400
41.000
41.900
42.900
43.900
44.800
480 Onderwijsbegeleiding
2.000
19.100
19.100
19.100
19.100
19.100
480 Vervoer van leerlingen
2.400
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
Baten Voorzieningen in gebouwen en 421 terreinen 421 Tuinonderhoud Totaal 421
Totaal 423
Overige onderwijs 480 voorzieningen
23.200
3.400
25.400
25.400
25.400
25.400
Totaal 480
27.600
23.500
45.500
45.500
45.500
45.500
0
0
0
0
0
0
Basiseduc.en 482 alfabetiseringsonderwijs
Programmabegroting 2014
Pagina 146 van 167
Totaal 482
0
0
0
0
0
2.000
0
0
0
0
0
100
111.700
114.200
116.800
119.400
122.100
Totaal 650
2.100
111.700
114.200
116.800
119.400
122.100
Eindtotaal
125.500
176.200
201.600
205.200
208.800
212.400
-4.152.300
-2.076.600
-2.341.600
-1.953.800
-2.159.200
-2.097.700
650 Kinderdagverblijven 650 Peuterspeelzalen
Totaal Programma 4 Onderwijs en kinderopvang
0
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 147 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 510 Openbare bibliotheken Totaal 510 511 Muziekscholen Overig vormings- en 511 ontwikkelingswerk
284.200
295.800
276.000
231.300
235.700
240.200
284.200
295.800
276.000
231.300
235.700
240.200
189.200
82.900
82.200
82.200
82.200
82.200
100
700
700
700
700
700
189.300
83.600
82.900
82.900
82.900
82.900
188.100
196.600
186.600
174.300
174.500
174.900
Gemeentelijk sportpark "de 531 Groote Speel"
97.500
92.600
92.700
92.800
91.700
91.600
531 Sportpark de Hemelrasten
53.400
50.900
56.200
56.100
56.200
53.300
339.000
340.100
335.500
323.200
322.400
319.800
32.600
32.400
32.700
33.000
24.200
14.600
614.100
459.200
538.900
515.000
515.700
513.700
146.100
240.300
273.300
273.400
272.400
273.300
8.000
11.000
2.300
2.300
2.300
2.300
Totaal 511 531 Sportterreinen Heeze
Totaal 531 530 Tennisbanen Heeze Sportcentrum "de 530 Pompenmaker" 530 Gymnastieklokalen Heeze Subsidies aan 530 sportverenigingen Overige aangelegenheden 530 inzake sport
17.500
12.400
12.200
12.100
12.000
11.900
Totaal 530
818.300
755.300
859.400
835.800
826.600
815.800
Amateuristische 540 kunstbeoefening
37.500
45.300
44.800
44.800
44.800
44.800
Totaal 540
37.500
45.300
44.800
44.800
44.800
44.800
541 Monumentenzorg
-11.400
167.700
164.800
164.800
165.000
165.300
78.000
75.500
77.000
78.600
80.100
81.800
26.100
32.900
28.800
28.800
28.700
28.600
92.700
276.100
270.600
272.200
273.800
275.700
46.100
54.400
64.400
65.000
65.800
66.600
1.300
1.800
1.800
1.800
1.800
1.800 300
541 Archiefbewaarplaatsen Overige cultuur en 541 oudheidkunde Totaal 541 580 Brabantse Dag 580 Diverse culturele doeleinden 580 Accommodatie Irislaan 580 Exploitatie Hof van Leende 580 Exploitatie Lindenlaan 57 580 IDOP-Sterksel Gemeentelijke 580 subsidieverstrekking
2.700
1.800
1.700
1.600
1.600
50.900
14.300
0
0
0
0
1.100
900
900
900
900
800
11.600
0
0
0
0
0
63.300
105.200
108.200
108.200
108.200
108.200
Totaal 580
177.000
178.400
177.000
177.500
178.300
177.700
Eindtotaal
1.938.000
1.974.600
2.046.200
1.967.700
1.964.500
1.956.900
Baten 510 Openbare bibliotheken Totaal 510 530 Sportterreinen Heeze 530 Sportpark de Hemelrasten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
14.500
14.900
15.200
15.500
15.800
16.100
4.100
4.200
4.300
4.300
4.400
4.500
0
0
0
0
530 Tennisbanen Heeze Sportcentrum "de 530 Pompenmaker"
0
0
70.000
72.900
74.400
75.800
77.400
78.900
530 Gymnastieklokalen Heeze
18.600
20.900
21.400
21.800
22.200
22.700
0
0
0
0
0
0
530 Buitensport accommodaties Overige aangelegenheden 530 inzake sport Totaal 530 Gemeentelijk sportpark "de 531 Groote Speel"
Programmabegroting 2014
700
800
800
800
800
800
107.900
113.700
116.100
118.200
120.600
123.000
0
0
0
0
0
0
Pagina 148 van 167
0
0
0
0
0
0
580 Accommodatie Irislaan
Totaal 531
0
0
0
0
0
0
580 Accommodatie Hof van Leende
0
0
0
0
0
0
Totaal 580
0
0
0
0
0
0
541 Monumentenzorg
0
500
0
0
0
0
Totaal 541
0
500
0
0
0
0
Eindtotaal
107.900
114.200
116.100
118.200
120.600
123.000
-1.830.100
-1.860.400
-1.930.100
-1.849.500
-1.843.900
-1.833.900
Totaal Programma 5 Cultuur en recreatie
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 149 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma Lasten 610 Algemene kosten Bijstand aan thuiswonende 610 personen jonger dan 65 jaar Bijstand aan thuiswonende 610 personen van 65 jaar en ouder Bijstand aan elders 610 verzorgenden 610 Bijstandsbesluit zelfstandigen 610 Schuldhulpverlening Inkomensvoorz Werkl 610 Werknemers IOAW Inkomensvoorz gewezen 610 zelfstandigen IOAZ Totaal 610 614 Bijzondere bijstandsverlening Totaal 614 611 Sociale werkvoorziening 611 Sociale vernieuwing Totaal 611 Inkomensvoorz Werkl 612 Werknemers IOAW Inkomensvoorz gewezen 612 zelfstandigen IOAZ Totaal 612 Algemeen maatschappelijk 620 werk Sociale culturele zorg voor 620 bejaarden Totaal 620 Wet maatschappelijke 622 ondersteuning Totaal 622 Overige maatschappel. 620 Begeleiding en adv. Totaal 620 Regeling Opvang Asielzoekers 621 ROA/VVTV Totaal 621 623 Participatiebudget Totaal 623 Gemeenschapscentrum d'n 630 Toversnest 630 Exploitatie de Meent 630 Dorpshuis Valentijn te Sterksel 630 Subsidie aan jeugdorganisaties 630 Jongerenwerk 630 Welzijnsstichting Paladijn Totaal 630 Leefvoorzieningen 652 gehandicapten W.V.G. Woonvoorzieningen 652 gehandicapten WVG Totaal 652
610
610 610 610 610 610 610
Eindtotaal Baten Bijstand aan thuiswonende personen jonger dan 65 jaar Bijstand aan thuiswonende personen van 65 jaar en ouder baten Bijstand aan elders verzorgden Bijstandsbesluit Zelfstandigen Schuldhulpverlening IOAW IOAZ Totaal 610
614 Bijzondere bijstandsverlening
Programmabegroting 2014
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
272.500
449.000
466.800
446.000
452.200
461.300
1.091.500
982.700
1.486.500
1.486.500
1.486.500
1.486.500
0
0
0
0
0
0
9.100 27.300 0
7.700 145.000 63.600
3.500 35.000 67.000
3.600 35.700 67.000
3.600 36.400 67.000
3.700 37.100 67.000
133.800
125.000
175.000
175.000
175.000
175.000
9.600 1.543.800 87.700 87.700 1.221.900 11.500 1.233.400
10.000 1.783.000 147.000 147.000 1.155.000 15.000 1.170.000
20.000 2.253.800 112.200 112.200 1.155.000 15.300 1.170.300
20.000 2.233.800 112.200 112.200 1.155.000 15.600 1.170.600
20.000 2.240.700 112.200 112.200 1.155.000 15.900 1.170.900
20.000 2.250.600 112.200 112.200 1.155.000 16.200 1.171.200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
160.600
78.000
77.900
77.900
77.900
77.900
7.300 167.900
12.300 90.300
13.200 91.100
13.200 91.100
13.200 91.100
13.200 91.100
1.823.000 1.823.000
1.703.500 1.703.500
1.636.400 1.636.400
1.608.100 1.608.100
1.629.200 1.629.200
1.650.600 1.650.600
6.300 6.300
12.100 12.100
12.900 12.900
12.900 12.900
12.900 12.900
12.900 12.900
1.200 1.200 114.500 114.500
2.300 2.300 222.300 222.300
2.200 2.200 136.400 136.400
2.200 2.200 139.100 139.100
2.200 2.200 141.800 141.800
2.200 2.200 144.600 144.600
119.600 89.100 91.900 19.400 37.700 203.300 561.000
108.000 84.800 79.500 21.000 83.000 204.100 580.400
108.000 83.500 78.400 20.100 79.100 208.200 577.300
108.000 83.400 78.200 19.700 79.100 208.200 576.600
108.000 83.400 78.000 16.800 79.100 208.200 573.500
0 83.400 77.900 16.600 79.200 208.300 465.400
505.100
617.000
619.000
619.000
619.000
619.100
169.500
248.400
173.500
173.400
173.200
173.100
674.600
865.400
792.500
792.400
792.200
792.200
6.213.400
6.576.300
6.785.100
6.739.000
6.766.700
6.693.000
1.290.700
1.330.500
1.535.600
1.535.600
1.535.600
1.535.600
0 0 101.900 9.400 0 0 1.402.000
0 0 50.500 0 0 0 1.381.000
0 0 58.100 0 0 0 1.593.700
0 0 58.100 0 0 0 1.593.700
0 0 58.100 0 0 0 1.593.700
0 0 58.100 0 0 0 1.593.700
9.300
100.000
0
0
0
0
Pagina 150 van 167
(niet decl.) Totaal 614 611 Sociale werkvoorziening 611 Sociale vernieuwing Totaal 611 612 IOAW 612 IOAZ Totaal 612 Algemeen maatschappelijk 620 werk Sociaal culturele zorg voor 620 bejaarden Totaal 620 Wet maatschappelijke 622 ondersteuning Totaal 622 Regeling Opvang Asielzoekers 621 ROA en VVTV Totaal 621 623 Participatiebudget Totaal 623 Gemeenschapscentrum "D'n 630 Toversnest" 630 Exploitatie de Meent 630 Dorpshuis de Valentijn 630 Dorpshuis de Valentijn Totaal 630 Woonvoorzieningen 652 gehandicapten WVG Totaal 652 Eindtotaal Totaal Programma 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
9.300 1.221.600 0 1.221.600 0 0 0
100.000 1.155.000 0 1.155.000 0 0 0
0 1.155.000 0 1.155.000 0 0 0
0 1.155.000 0 1.155.000 0 0 0
0 1.155.000 0 1.155.000 0 0 0
0 1.155.000 0 1.155.000 0 0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
276.500 276.500
237.000 237.000
239.400 239.400
239.400 239.400
239.500 239.500
239.500 239.500
196.500 196.500 135.600 135.600
5.000 5.000 207.000 207.000
1.000 1.000 136.400 136.400
1.000 1.000 136.400 136.400
1.000 1.000 136.400 136.400
1.000 1.000 136.400 136.400
-340.500 10.700 13.300 0 -316.500
0 10.900 13.600 0 24.500
0 11.100 13.900 0 25.000
0 11.300 14.200 0 25.500
0 11.600 14.400 0 26.000
0 11.800 14.700 0 26.500
4.700 4.700 2.929.700
14.100 14.100 3.123.600
14.100 14.100 3.164.600
14.100 14.100 3.165.100
14.100 14.100 3.165.700
14.100 14.100 3.166.200
-3.283.700
-3.452.700
-3.620.500
-3.573.900
-3.601.000
-3.526.800
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 151 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
226.600
242.000
245.400
250.100
254.900
259.700
15.700
20.500
15.500
15.500
15.800
16.000
242.300
262.500
260.900
265.600
270.700
275.700
199.100
178.400
178.300
178.300
178.300
178.300
199.100
178.400
178.300
178.300
178.300
178.300
109.500
137.200
140.000
129.100
129.100
129.100
109.500
137.200
140.000
129.100
129.100
129.100
1.077.200
1.081.100
993.600
993.600
1.010.200
1.027.200
1.077.200
1.081.100
993.600
993.600
1.010.200
1.027.200
392.000
402.200
409.300
408.300
408.600
408.800
Lasten Gemeenschappelijke 714 gezondheidsdienst 714 Overige gezondheidszorg Totaal 714 Jeugdgezondheidszorg, uniform 715 deel Totaal 715 Jeugdgezondheidszorg, maatwerk 716 deel Totaal 716 721 Gemeentereiniging vaste kosten 721 Gemeentereiniging variabele kosten Totaal 721 723 Milieubeheer Ontsmetting, ongediertebestrijding 723 en andere openbare hygiëne Totaal 723 724 Gemeentelijke begraafplaats
13.100
20.300
21.000
21.000
21.000
21.100
405.100
422.500
430.300
429.300
429.600
429.900
14.400
16.300
16.000
15.700
15.500
15.400
Totaal 724
14.400
16.300
16.000
15.700
15.500
15.400
Eindtotaal
2.047.600
2.098.000
2.019.100
2.011.600
2.033.400
2.055.600
Baten Gemeenschappelijke 714 gezondheidsdienst Totaal 714 Jeugdgezondheidszorg, uniform 715 deel Totaal 715 716
Jeugdgez.zorg,maatwerkdeel Totaal 716
725 Gemeentereiniging vast 725 Gemeentereiniging variabel
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30.600
0
0
0
0
0
30.600
0
0
0
0
0
948.200
293.900
404.800
412.900
421.200
429.600
252.200
967.300
816.600
837.200
856.700
876.600
1.200.400
1.261.200
1.221.400
1.250.100
1.277.900
1.306.200
11.800
20.200
15.200
15.200
15.200
15.200
11.800
20.200
15.200
15.200
15.200
15.200
1.700
1.500
1.600
1.600
1.600
1.700
Totaal 724
1.700
1.500
1.600
1.600
1.600
1.700
Eindtotaal
1.244.500
1.282.900
1.238.200
1.266.900
1.294.700
1.323.100
-803.100
-815.100
-780.900
-744.700
-738.700
-732.500
Totaal 725 723 Milieubeheer Totaal 723 724 Gemeentelijke begraafplaats
Totaal Programma 7 Volksgezondheid en milieu
Programmabegroting 2014
Pagina 152 van 167
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 153 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 810 Bestemmingsplannen Rechtskundige en deskundige 810 adviezen Totaal 810 Woningexploitatie/-bouw door 820 toegelaten instellingen 820 Gemeentelijk woningbezit 820 Woningbouw Totaal 820 Bouw-, woning- en 822 welstandstoezicht 822 Woonwagencentrum Overige aangelegenheden betreffende de 822 volkshuisvesting Totaal 822 830 Bouwgrondexploitatie
887.900
1.038.000
1.018.100
1.018.000
1.018.800
1.019.700
32.500
5.000
5.000
5.000
5.100
5.200
920.400
1.043.000
1.023.100
1.023.000
1.023.900
1.024.900
114.000
112.300
99.800
96.100
92.300
88.400
0
100
100
100
100
100
60.600
20.200
20.000
20.000
20.000
20.000
174.600
132.600
119.900
116.200
112.400
108.500
1.132.900
691.700
689.000
689.200
690.200
691.100
400
3.900
3.900
3.900
4.000
4.000
3.600
3.300
3.400
3.300
3.200
3.200
1.136.900
698.900
696.300
696.400
697.400
698.300 606.100
3.047.000
671.900
625.100
643.300
556.200
Totaal 830
3.047.000
671.900
625.100
643.300
556.200
606.100
Eindtotaal
5.278.900
2.546.400
2.464.400
2.478.900
2.389.900
2.437.800
483.200
35.400
36.100
36.800
37.500
38.300
483.200
35.400
36.100
36.800
37.500
38.300
116.200
112.300
99.800
96.100
92.300
88.400
Baten 810 Bestemmingsplannen Rechtskundige en deskundige 810 adviezen Totaal 810 Woningbouw/Woningexploitatie 820 door toegelaten instellingen 820 Gemeentelijk woningbezit 820 Woningbouw Totaal 820 Bouw-, Woning-, 822 welstandstoezicht
202.300
0
1.500
1.500
1.600
1.600
318.500
112.300
101.300
97.600
93.900
90.000
-1.800
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
3.700
3.400
3.400
3.500
3.600
3.700
59.700
59.700
59.700
59.700
59.700
59.700
822 Woonwagens 822 Woonwagencentrum Overige aangelegenheden 822 betr. volkshuisv. Totaal 822
61.600
64.300
64.300
64.400
64.500
64.600
823 Bouwleges
614.900
525.100
535.600
546.400
557.300
568.400
Totaal 823 830 Bouwgrondexploitatie
614.900
525.100
535.600
546.400
557.300
568.400
2.044.900
671.900
625.100
643.300
556.200
606.100
Totaal 830
2.044.900
671.900
625.100
643.300
556.200
606.100
Eindtotaal Totaal Programma 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
3.523.100
1.409.000
1.362.400
1.388.500
1.309.400
1.367.400
-1.755.800
-1.137.400
-1.102.000
-1.090.400
-1.080.500
-1.070.400
Programmabegroting 2014
Pagina 154 van 167
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013
Programmabegroting 2014
Pagina 155 van 167
Overzicht van baten en lasten van bestaand (c.q. aangepast) en nieuw beleid Exploitatie programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 911 Financieringslasten < 1 jr
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
913 Deelnemingen
4.800
24.200
17.200
17.200
17.200
17.200
913 Deelnemingen
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
14.300
5.900
4.700
4.600
4.500
4.300
3.800
3.700
3.500
3.400
3.200
3.000
18.100
9.600
8.200
8.000
7.700
7.300
921 Gemeentefonds
0
0
0
0
0
0
Totaal 921
0
0
0
0
0
0
922 Algemene baten en lasten
0
0
0
0
0
0
Reservering van rente en afschrijving van voorgenomen 922 investeringen
0
10.000
16.200
16.000
18.900
30.400
922 Onvoorziene uitgaven
0
0
0
0
0
0 30.000
Totaal 911
Totaal 913 914 Financieringslasten > 1 jr 914 Lasten aan verstr hyp geldlen Totaal 914
Onvoorziene/incidentele 922 uitgaven 922 Algemene bijdragen Totaal 922 930 Wet WOZ Totaal 930 940 Gemeentelijke belastingen 940 Toeristenbelasting Totaal 940 960 Vrijval kap.lasten Totaal 960
0
30.000
30.000
30.000
30.000
193.400
0
0
0
0
0
193.400
40.000
46.200
46.000
48.900
60.400
585.600
384.700
347.800
347.800
348.700
349.600
585.600
384.700
347.800
347.800
348.700
349.600
263.300
228.500
211.300
211.300
211.400
211.500
23.200
13.200
11.700
11.700
11.700
11.700
286.500
241.700
223.000
223.000
223.100
223.200
0
-169.600
0
0
0
0
0
-169.600
0
0
0
0
1.532.800
367.900
0
0
0
0
1.532.800
367.900
0
0
0
0
1.173.800
0
0
0
0
0
Totaal 990
1.173.800
0
0
0
0
0
Eindtotaal
3.796.600
900.100
644.000
643.600
647.200
659.300
600
0
0
0
0
0
980 Storting in reserves Totaal 980 990 Saldo rekening
Baten Belegging v overtollige 911 kasmiddelen Totaal 911 913 Deelnemingen
600
0
0
0
0
0
11.500
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
Totaal 913
11.500
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
914 Bespaarde rente
786.300
557.800
505.600
383.100
378.300
387.400
914 Ontvangen rente
3.800
3.700
3.500
3.400
3.200
3.000
790.100
561.500
509.100
386.500
381.500
390.400
921 Gemeentefonds
12.713.300
12.296.500
12.844.700
11.915.800
11.855.500
11.734.100
Totaal 921
12.713.300
12.296.500
12.844.700
11.915.800
11.855.500
11.734.100
0
0
399.200
468.000
475.300
572.100
0
0
0
0
0
0
0
0
399.200
468.000
475.300
572.100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
408.700
434.300
443.000
451.900
460.900
470.100
408.700
434.300
443.000
451.900
460.900
470.100
Totaal 914
922 Te realiseren maatregelen Raming wegens 922 onderuitputting Totaal 922 930 Uitkering wet WOZ Totaal 930 Onroerende zaakbelastingen 931 gebruikers Totaal 931
Programmabegroting 2014
Pagina 156 van 167
Onroerende zaakbelastingen 932 eigenaren
2.743.300
2.827.400
2.899.000
2.972.000
3.046.400
3.122.300
2.743.300
2.827.400
2.899.000
2.972.000
3.046.400
3.122.300
934 Baatbelastingen
600
700
700
700
700
700
Totaal 934
600
700
700
700
700
700
195.900
180.000
180.000
180.000
180.000
180.000
195.900
180.000
180.000
180.000
180.000
180.000
13.900
9.300
9.500
9.700
9.900
10.100
13.900
9.300
9.500
9.700
9.900
10.100
186.700
271.800
360.600
367.100
353.300
399.700
Totaal 932
936 Toeristenbelasting Totaal 936 Invordering gemeentelijke 940 belastingen Totaal 940 Verrekening met overzicht 960 kapitaallasten Totaal 960 980 Onttrekkingen reserves Totaal 980
186.700
271.800
360.600
367.100
353.300
399.700
6.002.900
63.900
79.300
80.500
57.400
64.100
6.002.900
63.900
79.300
80.500
57.400
64.100
0
0
0
65.600
65.600
65.600
0
0
0
65.600
65.600
65.600
23.067.500
16.655.400
17.735.100
16.907.800
16.896.500
17.019.200
19.270.900
15.755.300
17.091.100
16.264.200
16.249.300
16.359.900
990 Mutaties kostenverdeelstaat Totaal 980 Eindtotaal Totaal programma 9 Financiering en dekkingsmiddelen
Toelichting op afwijkingen tussen begroting 2014 en begroting 2013 Product 4.930.0096 4.940.0096 4.960.0000 4.980.0006 Totaal lasten 5.914.1000 5.914.1050 5.921.0000 5.932.0000 5.932.0010 5.960.0000 5.980.0038 Totaal baten Saldo
Omschrijving Aandeel kst. FenC Aandeel kst. FenC Saldi van kostenplaatsen Toevoeging algemene reserve Bespaarde rente over reserves Bespaarde rente voorzieningen Algemene uitkering gemeentef. Zakelijke gerechtigden - woning Zakel. gerechtigd.-niet woning Verr. met overz.kapitaallasten Aanw reserve klein materieel kap.lst (div.)
Programmabegroting 2014
Begroting 2014 303.184 139.931 0 0 443.115 -404.043 -101.595 -12.837.181 -2.266.011 -632.972 -360.557 -27.017 -16.629.376 -16.186.260
Begroting 2013 343.440 158.511 -169.606 367.933 700.278 -437.744 -120.093 -12.289.000 -2.206.874 -620.561 -271.829 -10.021 -15.956.122 -15.255.844
Verschil Toelichting -40.256 -18.580 169.606 -367.933 -257.162 33.701 18.498 -548.181 -59.137 -12.411 -88.728 -16.996 -673.254 -930.416
Kostenverdeling o.b.v. geschreven uren / huidige organisatiestructuur Kostenverdeling o.b.v. geschreven uren / huidige organisatiestructuur Afwijking voorcalculatie kostenverdeelstaat 2013 Voorlopig resultat 2013 Nadeel door lagere stand van reserves Nadeel door lagere stand van voorzieningen Hogere inkomsten BCF, onderwijshuisvesting, leerlingenaantal, etc. (zie berekening AU) Hogere inkomsten ivm tariefsaanpassing Hogere inkomsten ivm tariefsaanpassing Voordeel door meer rentetoerekening aan investeringen Ten behoeve van vervanging materieel openbare werken
Pagina 157 van 167
Bijlage 4: Overzicht reserves en voorzieningen
Programmabegroting 2014
Pagina 158 van 167
Toelichting Zie voor het doel en het verloop van deze reserves en voorzieningen de “Nota Reserves en Voorzieningen” en dan specifiek de bijlagen daarvan.
Programmabegroting 2014
Pagina 159 van 167
Bijlage 5: Overzicht Investeringsschema 2013-2017
Programmabegroting 2014
Pagina 160 van 167
Programmabegroting 2014
Pagina 161 van 167
Bijlage 6: Incidentele baten en lasten
Programmabegroting 2014
Pagina 162 van 167
Bijlage 7: Portefeuilleverdeling college Het college van burgemeester en wethouders heeft in goed onderling overleg de portefeuilleverdeling vastgesteld. Ook hebben de wethouders de grote projecten onderling verdeeld. Burgemeester P.J.J. Verhoeven Portefeuille
• • • • • • • •
Openbare orde en veiligheid / APV Brandweer en politie Handhaving Communicatie Kunst en cultuur Woonwagenbeleid A2-samenwerking Dorpsraden
Mw. W.J.F. van der Rijt- van der Kruis Portefeuille
• • • • • • • • • •
Handhaving Sociale zaken Ruimtelijk ordening Milieu Bouw- & woningtoezicht / Wabo Reconstructie Volkshuisvesting Economische zaken Monumenten Decentralisaties: awbz, participatiewet, jeugdzorg
Projecten
• • • • • • • •
Dorpshuis Heeze Centrumplan Leende Inbreidingslocaties Uitbreidingslocaties: Breedvennen en overig IDOP Sterksel IDOP Leenderstrijp / Sint Jansschool Revitalisering Poortmannen Merlebosschool
Programmabegroting 2014
Pagina 163 van 167
Dhr. P.W.J. Heunen Portefeuille
• • • • • • • •
Maatschappelijke zaken / welzijn Onderwijs (huisvesting) Wmo Ouderenbeleid Jeugdbeleid Gezondheidszorg Personeelszaken Subsidiebeleid
Dhr. J.C.J. van Bree Portefeuille
• • • • • • • • • • • • •
Financiën Openbare Werken Verkeer Grondbeleid Recreatie en toerisme Dienstverlening / organisatieontwikkeling KCC Handhaving Verkeersplan Water Sport- en accommodatiebeleid ICT Onderwijs (huisvesting)
Projecten
• • • • • • •
Centrumplan Heeze D’n Toversnest Heeze Uitbreidingslocaties: Bulders Providentia Bedrijvenpark Chijnsgoed Breedband Bergerhofschool
Programmabegroting 2014
Pagina 164 van 167
Bijlage 8: Motie en amendementen Kadernota 2014 Bij de vaststelling van de Kadernota 2014 zijn een aantal moties en amendementen aangenomen. In deze bijlage een overzicht van bezuinigingsmaatregelen, die door de raad bij de vaststelling van de kadernota 2014 terug gedraaid zijn.
Programmabegroting 2014
Pagina 165 van 167
Bijlage 9: EMU-saldo 2013-2015 Wat is het doel van het EMU-saldo (EMU= Europees Monetair Unie) De landen in Europa willen hun financieringstekort beheersen. Zij hebben in het verdrag van Maastricht hiervoor een norm afgesproken. Het tekort wordt per land bepaald aan de hand van het zgn. EMU-saldo. Hoe wordt het EMU-saldo bepaald? Het saldo wordt bepaald aan de hand van de werkelijke inkomsten en uitgaven. Het gaat daarbij om de jaarlijkse exploitatie, maar ook om de investeringen. Daarvoor wordt van alle overheidsinstellingen het EMU-saldo bepaald. De som van deze saldi levert het landelijk EMU-saldo op. Ook van de gemeenten wordt verwacht dat zij hun bijdrage leveren in de beheersing van het saldo. Als dat nodig is kan het kabinet een maatregel voorschrijven. Het is overigens de vraag op welke manier het kabinet kan zorgen dat het saldo van gemeenten daalt. Dat kan alleen door in te grijpen in de gemeentelijke autonomie, bijvoorbeeld door het opleggen van een investeringsstop. Aanlevering gegevens De cijfers moeten worden aangeleverd via onderstaande voorgeschreven tabel. Het gaat daarbij om begrotingscijfers. De tabel moet vóór 15 november worden aangeleverd aan de provincie en CBS. Er is in het bestuurlijk overleg financiële verhouding afgesproken dat dit staatje (meerjarige EMUgegevens) wordt vermeld in de programmabegroting. EMU-normering Om medeoverheden tegemoet te komen bij het treffen van stimuleringsmaatregelen als gevolg van de gezamenlijke aanpak economische crisis, krijgen ze tijdelijk extra ruimte voor hun EMU-tekorten. Normaal is het EMU-tekort begrensd op 0,5% van het Bruto Binnenlands Product. Dit is opgedeeld in 0,38% voor gemeenten, 0,07% voor provincies en 0,05% voor waterschappen. In 2011 wordt een breed onderzoek gedaan naar de actualisatie van deze percentages. Ontwikkeling EMU-saldo Als het EMU-saldo met elkaar vergeleken wordt, valt op dat deze zich positief ontwikkeld. Hiervoor is de belangrijkste verklaring dat de investeringen in de bouwgrondexploitatie afnemen en de baten bouwgrondexploitatie erg toenemen.
Programmabegroting 2014
Pagina 166 van 167
Centraal Bureau voor de Statistiek Sector Financiële instellingen en Overheid
Vragenlijst Berekening EMU-saldo GEMEENTE Heeze-Leende (1658)
Antwoordnummer 25000, 2490 XA Den Haag
Algemene gegevens: Gemeentenaam: Gemeentenummer: Jaar: Naam contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Heeze-Leende 1658 2014 H.J.M. Bakermans 040-2241488
[email protected]
Bestandsnaam:
EMU14061658.XLS
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
2013 x € 1000,-
2014 x € 1000,-
2015 x € 1000,-
Volgens realisatie tot en met juli. 2013, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2014
Volgens meerjarenraming in begroting 2014
304
355
113
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
1.147
1.170
1.110
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
1.015
1.209
1.405
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
2.547
1.850
1.384
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
380
346
428
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
1.917
3.280
5.429
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 a b
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
ja
nee
1.456
ja
nee
ja
3.818
nee
6.245
Ruimte voor toelichting
Programmabegroting 2014
Pagina 167 van 167