PROGRAMMABEGROTING 2014 Meerjarenraming 2015 – 2017
Programmabegroting Vaals
Inhoudsopgave
2014 Inhoudsopgave
Aanbieding programmabegroting 2014
1
Deel 1
BEGROTINGSPERSPECTIEF
3
Strategie en bestuur
7
Financiële positie
11
PROGRAMMAPLAN
23
Programma MENS & VOORZIENINGEN
27
Programma WONEN & VERKEER
37
Programma WERK & ECONOMIE
49
Programma BESTUUR & DIENSTVERLENING
55
PARAGRAFEN
63
Bedrijfsvoering
67
Weerstandsvermogen
77
Lokale Heffingen
83
Treasury
91
Verbonden partijen
95
Grondbeleid
105
Onderhoud kapitaalgoederen
109
Samenwerking
111
Krimp
115
BIJLAGEN
117
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Overzicht reserves en voorzieningen 2014 – 2017 Investeringsprogramma 2014 – 2017 Overzicht incidentele lasten en baten 2014 – 2017 Overzicht structurele toevoegingen en onttrekkingen reserves en voorzieningen Begrotingsresultaat voor en na reserveringen 2014 -2017 Raadsbesluit
Aanbieding begroting 2014 Aan de Gemeenteraad van Vaals Geachte leden van de Raad De aanhoudende crisis en recessie zorgen voor zwaar weer. Dat gaan wij de komende jaren merken door substantiële bezuinigingen op het gemeentefonds. Daarnaast komen een aantal decentralisaties in het Sociaal Domein op ons af die inhoudelijk en financieel ingrijpend zijn. Toch ziet het College de toekomst van Vaals met vertrouwen tegemoet. Dat vertrouwen is gebaseerd op een aantal waarnemingen. De Strategische Visie Vaals 2020 is leidend voor het denken en handelen van de gemeente Vaals. De strategische doelen leefbaarheid, toeristische kwaliteit en aantrekkelijk wonen zijn nog steeds urgent en onderscheidend. In de afgelopen periode is intensief gezocht naar integraliteit en samenhang tussen de strategische ambities en de concrete beleidsbesluiten. Onze aanpak van de kanteling in de WMO geldt als voorbeeld van een aanpak die centraal staat bij de aanpak en inrichting van de drie decentralisaties in het Sociaal Domein: investeren in de “voorkant”, in preventie, in één centrale regie voor meervoudige problematieken, levert aan de “achterkant” meer resultaat met minder geld op. Door deze aanpak, die de zelfredzaamheid en eigen kracht van de samenleving centraal stelt, worden de beschikbare middelen efficiënter en effectiever ingezet, met veel aandacht voor de mensen die het echt nodig hebben. De decentralisaties zullen een flinke impact hebben, maar bieden ook ruimte voor inhoudelijke vernieuwing en innovatieve concepten. De rijkskortingen die samenhangen met de decentralisaties van jeugdzorg, WMO/AWBZ en participatiewet worden opgevangen binnen de beschikbare budgetten, samengesteld uit het huidige budget en het decentralisatiebudget. Dit betekent dat de decentralisatiekortingen geen extra druk op de gemeentebegroting leggen. Wij zijn overtuigd van de meerwaarde en (bestuurs)kracht van een autonoom Vaals. Nabijheid, korte lijnen, snelheid, maatwerk en draagvlak, zijn wat ons betreft het fundament onder die overtuiging. Overigens sluiten wij daarbij niet de ogen voor de voordelen die het opschalen van functies en bedrijfsonderdelen kan hebben. In de kaderbrief voor de begroting 2014 (juni 2013) heeft het College aangegeven op welke wijze in deze raadsperiode gewerkt is aan de verbinding tussen strategie, beleid en dagelijkse uitvoering, en de wijze waarop Vaals, beleidsmatig, financieel, bestuurlijk en organisatorisch, stappen heeft gezet richting een robuuste en gezonde toekomst. Wij zijn van mening dat de begroting 2014 een adequate vertaling hiervan is. In onze ogen leggen wij u een meerjarig perspectief voor, dat ook in financiële zin ruimte biedt voor een sterk en gezond Vaals. Ondanks dat er een forse bezuinigingsopgave werd aangekondigd in de kaderbrief, kunnen wij u met trots een sluitende begroting voor te leggen. Het leek ons college uit bestuurlijk oogpunt zeer professioneel om de reeds bekende negatieve effecten integraal te verwerken en tevens ruimte te creëren voor beleidsontwikkeling bij een volgend politiek akkoord. Na het verwerken van de meest recente circulaire van het gemeentefonds sluit de meerjarenbegroting met een structureel overschot van ruim € 100.000. Dit is mede te danken aan het gedegen beleid dat wij de afgelopen jaren, ook in financiële zin, hebben gevoerd. Een beleid dat zijn vruchten heeft afgeworpen, zo blijkt uit de inhoud van dit sturingsdocument. Wij hopen op een vruchtbare discussie met uw Raad. Namens het College van B&W
Mr. Drs. J. Bertram Secretaris
Drs. R. van Loo Burgemeester
Pagina 1 van 118
Pagina 2 van 118
Deel 1.
BEGROTINGSPERSPECTIEF
Pagina 3 van 118
Pagina 4 van 118
Deel 1.
Programmabegroting Vaals
2014
BEGROTINGS-PERSPECTIEF Begrotingsperspectief Het eerste deel van deze programmabegroting is bedoeld als een soort samenvatting van de totale programmabegroting. Het geeft de hoofdlijnen van de begroting aan alsmede het (financieel) perspectief waarbinnen deze begroting tot stand is gekomen. In onderdeel 1 wordt eerst ingegaan op de strategische uitgangspunten voor de lange termijn en wordt een samenstelling van het huidige gemeentebestuur en de portefeuilleverdeling binnen het college gepresenteerd. Uiteindelijk worden de begrotingssaldi voor de komende jaren gepresenteerd en een nadere analyse gegeven van de totstandkoming van deze saldi. Daarbij worden de aanpassingen in het bestaande beleid verder uitgesplitst. Tevens wordt aangeduid wat de financiële consequenties van het nieuwe beleid en de nieuwe investeringsprojecten zijn. Ook wordt het dekkingsplan nader uiteengezet. Om een juist inzicht in de financiële situatie te krijgen wordt ook stilgestaan bij de ontwikkelingen in de reservepositie van de gemeente. Verder worden zowel de nieuwe alsook de lopende investeringsprojecten in beeld gebracht. Afgesloten wordt met een overzicht van de zogenaamde (niet geraamde) p.m.-posten. De indeling van dit eerste deel is als volgt: 1. Strategie en bestuur 2. Financiële positie.
Pagina 5 van 118
Pagina 6 van 118
Programmabegroting Vaals
Strategie en bestuur
2014 Begrotingsperspectief
In de programmabegroting wordt met name het beleid voor het komende begrotingsjaar neergezet. Dit beleid staat echter niet op zichzelf. Het vormt een voortvloeisel van een langere termijn visie. In deze langere termijn visie worden een aantal ambities gesteld om de reeds geldende dan wel te verwachten specifieke problematiek van de gemeente het hoofd te bieden. In dit deel wordt deze langere termijn visie nader in beeld gebracht, samen met de samenstelling van het gemeentelijke bestuur alsmede de wijze waarop dit bestuur haar taken wil uitvoeren.
1.1.
Strategische visie
Het beleid voor de langere termijn is vastgelegd in de strategische visie “Geef vorm aan Vaals”. Deze strategische visie geldt als kader voor het beleid voor een periode van 10 jaar, met als tijdshorizon het jaar 2020. De visie moet antwoord geven op de vraag wat we over een bepaalde tijd zouden willen zijn en willen bereiken. We focussen ons op de lange termijn en zetten ons toekomstig beleid in, om richting 2020 onze visie te realiseren. De toekomstvisie hebben we in het onderstaande kader geformuleerd. In 2011 zijn wij een Cittaslow-gemeente geworden. Cittaslow is een keurmerk dat slechts wordt uitgereikt aan gemeenten van minder dan 50.000 inwoners, die op het gebied van leefomgeving, landschap, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. De uitgangspunten van de strategische Visie sluiten dan ook naadloos aan bij het Cittaslow-gedachtegoed. De ervaring van de andere Cittaslow-gemeenten leert, dat het Cittaslow-keurmerk een positief effect heeft op de naamsbekendheid van de gemeente. Maar nog belangrijker is, zo blijkt, dat Cittaslow inwoners, ondernemers, beleidsmakers en instellingen meer bewust maakt van de kwaliteiten in hun leefomgeving. Dit bewustzijn stimuleert hen om verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van de gemeente en het bewaken en versterken van de eigen identiteit. VISIE: De gemeente Vaals anno 2020 is een aantrekkelijke woon- en leefgemeente, met een internationaal karakter dat met name op Aken georiënteerd is. De inwoners van onze gemeente merken duidelijk de voordelen van het leven in de “Euregio”. De dynamische leefgemeenschap bestaat uit een evenwichtig opgebouwde, zelfredzame en pluriforme bevolking, waarin de onderlinge verbondenheid groot is. De leefbaarheid van de gemeenschap en de aantrekkelijkheid van de woonomgeving wordt aangedreven door een sterke economische motor. Deze motor draait op de samenhang en kwaliteit van het unieke Drielandenpunt, het hoogwaardig buitengebied met aantrekkelijke kleine kernen en de monumentale historische kern met een attractief winkelcentrum. De toekomstvisie van Vaals is gericht op het waarborgen van de kwaliteit van de leefbaarheid van onze samenleving. Het streven is de gemeenschapszin te behouden. Wij zullen streven naar het versterken van de sociale cohesie. Daarbij hebben we een samenleving voor ogen, waarin zowel de zelfredzaamheid als ook de onderlinge samenhang groot is. We kiezen hierbij bewust voor een gedifferentieerde aanpak van de kernen Vaals, Vijlen en Lemiers, gezien de grote verschillen tussen deze drie kernen. Geredeneerd vanuit de voor Vaals kenmerkende geaccepteerde verscheidenheid is de samenleving gebaat bij een evenwichtige en multiculturele samenstelling. Dat betekent dat wij ons gaan inspannen voor het behouden en het aantrekken van jongeren en jonge gezinnen. Hiertoe is een goed vestigingsklimaat nodig alsmede het behoud en deels uitbouwen van het goede voorzieningenniveau. Wij moeten gebruik maken van de centrale ligging in de Euregio alsmede de ontwikkelingen die in de regio Aken (RWTH) als ook Avantis plaatsvinden. Dat betekent onder andere zorgen voor goede meertalige onderwijsvoorzieningen, het afstemmen van voorzieningen en vereenvoudigen van allerlei procedures voor “nieuwvestiggers” en een betere integratie van onze nieuwe inwoners middels gerichte meertalige informatie. Er liggen kansen om een betere positionering van onze inwoners op de arbeidsmarkt te bewerkstelligen. Een aantrekkelijke woonomgeving kan ons streven naar het behouden en aantrekken van inwoners, en dus een goede leefbaarheid in de wijken, voor een belangrijk deel ondersteunen. Het is van belang de balans in het woningaanbod te herstellen en de woonomgeving op te waarderen. Daarbij staan kwaliteit en duurzaamheid voorop. In onze stadse kern kunnen de historische omgeving en een attractief winkel- en verblijfscentrum een belangrijke kwaliteitsimpuls bieden. In het buitengebied dienen we vooral in te zetten op natuur- en landschapsherstel. De kwaliteit van de leefbaarheid en woonomgeving is gebaat bij een goed draaiende lokale economie. Onze kracht ligt in de toeristische kwaliteit van onze gemeente. Dankzij de vele bezoekers kunnen we een voorzieningenniveau voor onze inwoners overeind houden, dat anders voor een gemeente van onze omvang waarschijnlijk niet realistisch zou zijn. We zullen moeten investeren in de toeristische sector om de aantrekkelijkheid voor de langere termijn te waarborgen. Het doel daarbij is meer Pagina 7 van 118
spreiding van bezoekers in de tijd en een hoger toeristisch bestedingenniveau. Verbeteren van de kwaliteit en de onderlinge samenhang is daarbij onze inzet. De ambities van de gemeente Vaals De genoemde visie is kernachtig weergegeven. Aan deze kernachtige visie zijn diverse ambities gekoppeld, die een meer concrete vertaling van de visie vormen. Door het verwezenlijken van de ambities realiseren we - voorzover we daar als gemeente invloed op kunnen uitoefenen - het beeld dat we met deze toekomstvisie beogen. De ambities vormen een samenhangend geheel van beleidslijnen, waarbinnen de toekomstige plannen en projecten zich zullen bewegen om de visie waar te kunnen maken. Onderstaand wordt dit schematisch weergegeven.
Opwaardering woonomgeving kernen
AANTREKKELIJK WONEN T O E K O M S T V I S I E
LEEFBAARHEID
Evenwichtige bevolkingsopbouw
TOERISTISCHE KWALITEIT
Sfeervol winkelen verblijfscentrum
Sterke sociale cohesie
Evenwichtig gebruik buitengebied
Positie op de arbeidsmarkt
Euregionale oriëntatie
Unieke kwaliteit Drielandenpunt
Drieslag 3lpbuitengebiedhistorich centrum bevolkingsopbouw
Uit dit schema blijkt de (noodzaak van de) onderlinge verbondenheid van onze toekomstplannen. Deze strategische visie vormt een integraal concept om de toekomst tegemoet te treden. Alle hierin verwoorde ambities zijn gericht op het instandhouden van de gemeenschapszin, zich uitend in een goede leefbaarheid van onze samenleving.
1.2.
Gemeentebestuur
De samenstelling van het hoogste bestuursorgaan, de gemeenteraad, ziet als volgt uit:
Gemeenteraad Vaals 2010-2014
Pro Vaals 1 zetels: dhr. Baltus
C.D.A. 3 zetels: dhr. Coenen dhr. Van Vliet mw. Claessen – Jolic
Betaalbaar & Duurzaam Vaals 2 zetels: mw. Göttgens dhr. Götz P.v.d.A. 2 zetels: mw. Renericken dhr. Kersten
Burgerbelang 1 zetel: dhr. Delnoye
Vrij en Onafhankelijk 3 zetels: dhr. Mertens mw. Lemmer dhr. De Graauw
Groep Jussen 1 zetel: dhr. Jussen Griffier dhr. Hoevenagel
Voorzitter Burgemeester Van Loo
Pagina 8 van 118
Na de verkiezingen is een coalitie gevormd door de fracties V&O, P.v.d.A en Betaalbaar & Duurzaam Vaals. Vanuit deze coalitie zijn 3 wethouders (1 per fractie) door de raad benoemd, die samen met de burgemeester het college van burgemeester en wethouders vormen. Binnen dit college is de volgende portefeuilleverdeling tot stand gekomen. College van burgemeester en wethouders 2010 – 2014 Burgemeester: dhr. van Loo
Wethouder dhr. Vroemen
Wethouder mw. Verbeek
Wethouder dhr. Kompier
Voorzitter
Vrij & Onafhankelijk
P.v.d.A.
Betaalbaar & Duurzaam Vaals
Bestuur & Dienstverlening
Mens & Voorzieningen
Wonen & Verkeer
Werk & Economie
Openbare orde en veiligheid – rampenbestrijding – burgerjaarverslag – algemene gemeentelijke belangen – algemene coördinatie eenheid van beleid en beleidscyclus – bovengemeentelijke / Euregionale samenwerking – algemene juridische zorg – algemene kwaliteitszorg – communicatie & voorlichting – plaatselijke verordeningen – handhaving – grensoverschrijdende projecten.
Breed welzijn – onderwijs & educatie – sport- / speelgelegenheden – volksgezondheid – ouderen / jongeren / gehandicapten – algemeen maatschappelijk werk / sociaal cultureel werk – kunst & cultuur – vreemdelingenbeleid – collectief vraagafhankelijk vervoer – actief burgerschap.
Volkshuisvesting – ruimtelijke ordening – monumentenbeleid – verkeer en vervoer – openbare werken – milieu – gemeentelijke eigendommen – woonwagenzaken – begraafplaatsen – watermanagement – vitaal platteland – Drielandenpunt.
Economische zaken – duurzaamheid – toerisme & recreatie – evenementen – markten en kermissen – arbeidsmarktbeleid – sociale zaken – armoede/minima – financiën/belastingen – bedrijfsvoering – personeel & organisatie.
Pagina 9 van 118
Pagina 10 van 118
Programmabegroting Vaals
Financiële positie
2014 Begrotingsperspectief
In deel 2 van deze begroting (het programmaplan) zullen de diverse programma's nader worden belicht, met elk hun financiële impact. Financieel gezien kan deze begroting voor het jaar 2014 en volgende jaren middels onderstaand overzicht in beeld worden gebracht. Programmabegroting 2014 – 2017 Programma's
Lasten 2014
Baten 2014
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
Saldo 2017
Mens & Voorzieningen
-5.757
588
-5.169
-4.950
-4.995
-4.851
Wonen & Verkeer
-6.694
3.390
-3.304
-3.034
-3.165
-3.031
Werk & Economie
-9.028
8.451
-577
-587
-582
-558
Bestuur & Dienstverlening
-3.907
332
-3.575
-3.559
-3.617
-3.479
-25.386
12.761
-12.625
-12.130
-12.359
-11.919
-1.292
14.019
12.727
12.218
12.332
12.039
Begrotingssaldi 2014 – 2017
102
88
-27
120
Subtotaal programma's Financiering/Alg.dekkingsmidd.
Om voorafgaand een breder inzicht te krijgen in de financiële omvang van deze begroting en de positie van de gemeente, zullen hierna een aantal financiële aspecten van deze begroting op hoofdlijnen nader worden belicht.
3.1.
Begrotingsruimten 2014 – 2017
De begrotingsruimte is het positieve resultaat tussen de geraamde baten en de geraamde lasten. Indien meer inkomsten dan uitgaven zijn is sprake van begrotingsruimte, andersom van een begrotingstekort. Uit onderstaande saldi blijkt dat structureel sprake is van begrotingsruimte. Onderstaand overzicht geeft een inzicht in de begrotingsruimten van deze (meerjaren)begroting alsmede de totstandkoming daarvan. Bij het lezen van onderstaande overzichten moeten de cijfers als volgt gelezen worden: – cijfers met een minteken betreft ofwel een stijging van de lasten (bijvoorbeeld meerlasten beheer parkeergarage) danwel een daling van de baten (bijvoorbeeld lager dividend BNG); – cijfers zonder teken betreft ofwel een daling van de lasten (bijvoorbeeld minderlasten beheer brede school) danwel een stijging van de baten. Begrotingsruimten
2014
2015
2016
2017
Begrotingssaldi 1e BURAP 2013
37.000
-118.000
-8.000
Mutaties als gevolg van voortzetten bestaand beleid
42.000
-170.000
-487.000
Mutaties wettelijke ontwikkelingen
-8.000
-8.000
-8.000
“Ruimte voor nieuw beleid”
71.000
-296.000
-503.000
-378.000
0
0
0
0
kapitaallasten investeringsprojecten
-7.000
-70.000
-67.000
-68.000
Af te dekken begrotingstekorten / overschotten
64.000
-366.000
-570.000
-446.000
188.000
304.000
393.000
416.000
-150.000
150.000
150.000
150.000
0
0
0
0
102.000
88.000
-27.000
120.000
Invulling nieuw beleid / investeringsprojecten: meerkosten nieuwe beleidskeuzes
Dekkingsplan: bezuinigingen bestaand beleid incidentele inzet reserves belastingverhogende maatregelen
Begrotingsruimten
Pagina 11 van 118
3.2.
Analyse begrotingsruimten
Uit het eerste overzicht in voorgaande paragraaf blijkt dat de totstandkoming van de uiteindelijke begrotingsruimten beïnvloed wordt door mutaties als gevolg van reeds gekozen bestaand beleid (inclusief deels nieuw beleid), wettelijke ontwikkelingen en door nieuwe investeringsprojecten. Onderstaand worden de diverse aspecten nader toegelicht. Bestaand beleid
2014
2015
2016
Regionale functie jeugd
8.000
8.000
8.000
Brede School
6.000
6.000
6.000
Reiskosten Cathabel
6.000
6.000
6.000
WMO
20.000
20.000
20.000
Omnibuzz
30.000
28.000
24.000
Trajekt
-6.000
-6.000
-6.000
-27.000
0
0
-100.000
-50.000
-50.000
Armoedebeleid
-15.000
-15.000
-15.000
Uitstroombeleid – papierprikkers
-13.000
-13.000
-13.000
10.000
10.000
10.000
-25.000
-25.000
-25.000
Dividend Enexis
30.000
30.000
30.000
WWB I-deel
87.000
76.000
45.000
Legesafdrachten rijk & legesopbrengsten centrale balie
12.000
12.000
12.000
BAG
-1.000
9.000
-1.000
0
-10.000
-10.000
-7.000
-45.000
-46.000
-95.000
-531.000
-873.000
6.000
5.000
-21.000
Stelpost prijsstijgingen
60.000
60.000
60.000
Dislocatie Beemderlaan
27.000
27.000
27.000
Automatisering / telefonie
-17.000
-14.000
-10.000
Salarislasten
-18.000
65.000
108.000
Rente
127.000
127.000
143.000
Diverse overige effecten:
-63.000
50.000
84.000
Mutaties bestaand beleid
42.000
-170.000
-487.000
2017
Mutaties Mens & Voorzieningen:
BMA Lemiers Mutaties Wonen & Verkeer: Onderhoud wegen Mutaties Werk & Economie:
ISP: budget advies op afroep Niet declarabele bijstand
Mutaties Bestuur & Dienstverlening:
Onderhoud brandweerpost Bijdrage veiligheidsregio (regionale brandweer Zuid Limburg) Gemeentefonds OZB-opbrengst
De belangrijkste mutaties (qua financiële omvang) inzake het bestaande beleid zijn: • WMO → vanwege met name de gekantelde werkwijze kan het budget met € 20.000 naar beneden bijgesteld worden. • Omnibuzz → het einde van de overgangsregeling voor wat betreft de veranderende afrekensystematiek betekent een financieel voordeel (overgang van solidariteit naar daadwerkelijk gebruik) • BMA Lemiers → vanwege het vertrek van Innovo (basisonderwijs Cathabel) uit de BMA Lemiers zal voor 2014 de huuropbrengst niet gerealiseerd worden. Het streven is om de ruimte vanaf 2015 weer verhuurd te hebben waardoor het een incidentele c.q. kortdurende tegenvaller betreft. • Onderhoud wegen → gelet op de uitkomsten van het financieel verdiepingsonderzoek van de provincie is een extra budget toegekend om het huidige onderhoudspeil van de wegen een kwaliteitsimpuls te geven. Voor 2014 geldt dat € 100.000 extra wordt toegevoegd aan het budget onderhoud wegen. Voor de jaren 2015 t/m 2017 wordt het budget verhoogd met € 50.000. Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud Pagina 12 van 118
• • •
• •
•
•
• •
•
•
kapitaalgoederen. Armoedebeleid → betreft meerlasten sociaal culturele activiteiten en meerlasten participatiefonds, ingeschat op basis van meest recente gebruik. Papierprikkers → deze middelen werden voorheen gedekt uit de reserve minimabeleid, die uitgeput is. Om deze reden komen de lasten nu ten laste van het begrotingssaldo. WWB I-deel → op basis van een recente beschikking van het ministerie SZW blijkt de gebundelde uitkering WWB (I-deel) € 368.000 hoger uit te vallen. De rijksbijdrage wordt macro-economisch vastgesteld; de gemeente Vaals profiteert hiervan nu Vaals qua instroom / uitstroom goed presteert. De getoonde voordelen zijn de saldi tussen enerzijds de hogere rijksbijdrage en anderzijds het vervallen van de onttrekkingen uit de reserve Pentasz WWB I-deel. Legesafdrachten rijk & legesopbrengsten centrale balie → op basis van de meest recente inschattingen wordt per saldo een voordeel bereikt van € 12.000. Bijdrage veiligheidsregio → in het dekkingsplan van de begroting 2012 (volgend uit de kadernota 2012) is een taakstelling op de regionale brandweer opgelegd vanaf 2015 ad € 45.000. De haalbaarheid van deze bezuiniging, die met name gerealiseerd zou worden door middel van een accentverschuiving van 'repressief' naar 'preventief', is op dit moment niet zeker en is voorzichtigheid gewenst. Om deze reden is de eerder opgenomen bezuiniging in deze begroting teruggedraaid. Gemeentefonds → met name aanpassingen in het accres (systematiek van samen trap op – samen trap af) in de mei- en septembercirculaires 2013 zijn de oorzaken van de forse minderopbrengsten gemeentefonds. Voor een gedetailleerde toelichting hierop wordt verwezen naar thema 4 – bestuur en dienstverlening. Stelpost prijsstijgingen → in de voorliggende begroting is, net zoals in de begroting 2013, rekening gehouden met een prijsstijging van 1%. Doordat deze stelpost in de begroting 2013 cumulatief is begroot en in 2014 weer 'opnieuw begonnen wordt' levert dit € 60.000 structureel voordeel op. Dislocatie Beemderlaan → waar eerder sprake was van een sloop van de dislocatie Beemderlaan op korte termijn is nu rekening gehouden met een openstelling t/m 2016. Dit betekent een saldo van baten en lasten van € 27.000 voordeel. Automatisering en telefonie → de meerlasten worden met name veroorzaakt door het aanschaffen en periodiek vervangen van licenties applicatie 'Oracle' en door meerlasten inzake hogere kosten van de internetverbindingen (glasvezel) in verband met de samenwerking met regio IT Aachen en de daarvoor benodigde data-verbindingen en anderzijds meer verbindingen / capaciteit in verband met het decentraal werken en VDI. Salarislasten → met name het vervallen van de stelpost loonstijging, vanwege de 0-lijn salarissen ambtenaren, is oorzaak van de voordelen op de post salarissen vanaf 2015. In de meest recente plannen van het kabinet is het aanhouden van de 0-lijn ter discussie gesteld. Indien de 0-lijn in de toekomst weer losgelaten wordt zal dit tot een compensatie lijden van de algemene uitkering gemeentefonds. Rente → In de voorgaande begrotingen is telkens gerekend met een rente voor kortlopende financieringen van 2,5%. Omdat de marktrente vrij stabiel is het laatste 1,5 jaar is in deze begroting gekozen om voor kortlopende financieringen te rekenen met een percentage van 2%. Dit levert een structureel voordeel op in de begroting waarbij weinig risico genomen wordt. Zie hiervoor ook de paragraaf Treasury.
Wettelijke ontwikkelingen
2014
2015
2016
DigiD assessment
-8.000
-8.000
-8.000
Meerkosten wettelijke ontwikkelingen
-8.000
-8.000
-8.000
2017
De belangrijkste mutaties (qua financiële omvang) inzake wettelijke ontwikkelingen zijn: • DigiD assessment → in oktober 2011 heeft toenmalig minister Spies van het ministerie van Binnelandse Zaken en Koninkrijksrelaties de maatregel aangekondigd dat alle gemeenten jaarlijks een ICT beveiligingsassessment DigiD moeten uitvoeren. Dit om de veiligheid van koppelingen met DigiD, het digitale authenticatiemiddel voor de overheid, te borgen en zo het vertrouwen van burgers in het digitaal regelen van hun zaken bij gemeenten via DigiD te behouden. Nieuw beleid / investeringsprojecten
2014
2015
2016
2017
0
0
0
0
Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT)
-2.000
-14.000
-13.000
-13.000
ICT (raadsbesluit 17 september 2013)
-5.000
-56.000
-54.000
-53.000
Nieuw beleid: Investeringsprojecten:
Pick up Toyota Dyna
-1.000
Pick up Mega Electra
-1.000
Meerkosten nieuw beleid/investeringsprojecten
-7.000
-70.000
-67.000
-68.000
Voor de volledigheid is in bovenstaande tabel tevens het nieuwe investeringsproject ICT opgenomen, dat door de raad op 17 september jl. is besloten. Daarnaast bevat deze begroting een drietal nieuwe investeringen: • BGT → de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) wordt dé gedetailleerde grootschalige digitale kaart van Pagina 13 van 118
•
3.3.
Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. De BGT is de opvolger van de GBKN. Na een uitgebreid kosten/baten onderzoek blijkt dat een eenmalig krediet benodigd is van € 100.000 (vanaf 2016 onderhoudslasten in de exploitatiebegroting). Pick ups → het wagenpark van de buitendienst benodigd een tweetal nieuwe pickups in 2017. De op dit moment in gebruik zijnde pickups zijn dan aan vervanging toe.
Bezuinigingen
De huidige raadsperiode wordt gekenmerkt door de economische crisis en de jaarlijke noodzaak voor forse bezuinigingen. In onderstaand overzicht wordt in beeld gebracht welke bezuinigingen de afgelopen jaren reeds zijn ingezet: Reeds ingezette bezuinigingen
2012
2013
structureel
Logopedie
10.000
10.000
10.000
GGD
14.000
19.000
19.000
Veiligheidsplannen
10.000
10.000
10.000
50.000
50.000
Begroting 2011:
Taakstelling personeel Begroting 2012 (incl. dekkingsplan kadernota 2012): Logopedie
5.000
5.000
5.000
Lokale educatieve agenda
5.000
5.000
5.000
Onderhoud speelterreinen
5.000
5.000
5.000
Omnibuzz
12.000
12.000
12.000
WMO (individuele voorzieningen)
45.000
45.000
45.000
Centrum Jeugd en Gezin
10.000
10.000
10.000
Subsidies verenigingen, buurtplatforms en muziekonderwijs
23.000
23.000
23.000
5.000
5.000
5.000
10.000
20.000
30.000
5.000
5.000
5.000
20.000
20.000
Vrijwilligersdag Beheer BMA, Auw Sjoël, e.d. Onderhoud wandelpaden Landschapsonderhoud Openbaar groen
14.000
14.000
14.000
Promotie Vaals, regiobranding en E'til / starterscentrum
18.000
23.000
23.000
20.000
20.000
5.000
5.000
VVV Zuid-Limburg Veiligheid algemeen BAG Taakstelling personeel
5.000 8.000
8.000
8.000
100.000
100.000
100.000
50.000
50.000
Belastingverhogende maatregelen: Leges bouwvergunningen (begroting 2011) Invoeren forensenbelasting (begroting 2012)
10.000
10.000
10.000
Invoeren reclamebelasting (begroting 2012)
11.000
21.000
21.000
325.000
495.000
505.000
Totaal reeds ingezette bezuinigingen:
in de begroting 2013 geen bezuinigingen opgenomen in het dekkingsplan vanwege positieve mutaties in het reeds bestaande beleid (met name Ideel WWB).
In de kadernota 2014 werd duidelijk dat wederom flinke tekorten op ons af dreigden te komen, in 2017 van bijna € 1 miljoen. In de voorgaande paragrafen valt te zien welke mutaties in het bestaande beleid tot een afname van die tekorten hebben geleid. Daarnaast heeft het college een intensieve periode achter de rug als het gaat over het nemen van nieuwe bezuinigingskeuzes. De basis voor het bepalen van de bezuinigingsmogelijkheden zijn de opmerkingen die de diverse fracties tijdens de sessies van de kadernota 2014 naar voren hebben gebracht. De gekozen bezuinigingsmogelijkheden staan in de volgende tabel genoemd, die als zodanig verwerkt zijn in de voorliggende begroting:
Pagina 14 van 118
Genomen keuzes college
2014
2015
2016
2017
25.000
25.000
25.000
25.000
41.000
41.000
75.000
75.000
75.000
20.000
20.000
20.000
Genomen keuzes door college: Taakstelling Centrum Jeugd en Gezin Combinatiefunctionaris Taakstelling welzijnswerk
25.000
Taakstelling bibliotheek Onkruidbestrijding – continueren chemische bestrijding
65.000
65.000
65.000
65.000
Maaibeheer
11.000
11.000
11.000
11.000
Fietspad Randweg
30.000
30.000 21.000
24.000
27.000
4.000
4.000
4.000
Duurzaamheidsinitiatieven
25.000
25.000
Taakstelling re-integratie
25.000
25.000
Groenstructuurplan 'on hold' Regiocoördinator Centrum Natuur en Milieueducatie
4.000
Taakstelling VVV Zuid-Limburg
20.000
Subsidies evenementen
6.000
6.000
6.000
6.000
Hondenpoepzakjes
7.000
7.000
7.000
7.000
Infobladen
5.000
5.000
5.000
5.000
10.000
10.000
10.000
10.000
25.000
50.000
50.000
304.000
393.000
416.000
Abonnementen vakliteratuur Buitendienst
Totaal bezuinigingen:
188.000
Taakstelling Centrum Jeugd en Gezin → het college is van mening dat een reële taakstellende bezuiniging bij het Centrum Jeugd en Gezin tot de mogelijkheden behoort. Combinatiefunctionaris → na het verlopen van de projectperiode (2015) is het college van mening dat de noodzakelijke stappen gezet zijn om sportonderwijs op scholen te introduceren en de brug tussen onderwijs en (sport)verenigingen te realiseren. Hierna is het onderwijs met name zelf aan zet en blijft de gemeente uiteraard faciliterend optreden (onderhouden sportcomplexen en terreinen). Daarnaast wenst het college het programma Vaals Beweegt! te continueren, waaronder meer bewegen voor ouderen. Taakstelling welzijnswerk → vanwege een andere manier van werken (kanteling en decentralisaties) wordt een taakstelling nagestreefd op welzijnswerk. Taakstelling bibliotheek → het college is van mening dat in deze moeilijke economische tijd een taakstelling op de lokale bibliotheek reëel is. Deze kan verwezenlijkt worden door een regionale (door)ontwikkeling . Onkruidbestrijding → Vanuit het Groenstructuurplan is de ambitie geformuleerd om de chemische onkruidbestrijding te vervangen door een variant die milieuvriendelijker is. Sinds het vaststellen van het Groenstructuurplan heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die het College heeft doen besluiten om deze ambitie te temporiseren. Landelijke regelgeving hieromtrent is uitgesteld vanwege nieuwe, wetenschappelijke inzichten voor wat betreft de schadelijke milieueffecten van de chemische onkruidbestrijding (die minder blijken te zijn dan eerder gedacht) en de milieu- en duurzaamheidseffecten van een meer milieuvriendelijke methode (die minder milieuvriendelijk zijn dan eerder gedacht). Maaibeheer → het ecologisch maaibeheer zal worden verminderd en vooral toegespitst worden op zones die zich het meest lenen voor deze vorm van maaien, voor wat betreft vegetatie en uitstraling. Fietspad Randweg → in een eerder stadium is reeds besloten de aanleg van een fietspad Randweg te combineren met de reconstructie van de Nieuwe Hertogenweg. Deze reconstructie zal pas plaatsvinden na het gereedkomen van de reconstructie Maastrichterlaan. Aangezien de kapitaallasten van investeringen pas in het jaar na oplevering op de begroting drukken kan de opgenomen raming in de jaren 2014 en 2015 ad € 30.000 vervallen. Groenstructuurplan → het college is van mening dat in tijden van economische crisis de werkzaamheden die volgen uit het groenstructuurplan deels 'in de wacht' gezet kunnen worden. Duurzaamheidsinitiatieven → streven is om de duurzaamheidsmaatregelen, die voortvloeien uit het klimaatbeleidsplan, vanaf 2016 te dekken uit reguliere middelen, aangevuld met bijdragen en initiatieven van derden. Eind 2015 zullen de resultaten van de inspanningen op het gebied van duurzaamheid geëvalueerd worden en kan de gemeenteraad 2014-2018 (nieuwe) prioriteiten stellen. Taakstelling re-integratie → Het klantmanagement van Pentasz (front-office) zal in 2014 onderdeel worden van de lokale pilot “sociaal wijkteam”. Het (financiële) doel van deze pilot is slagvaardiger en efficiënter binnen het sociaal domein te opereren (op basis van 1 gezin, 1 regisseur, 1 plan) en daarnaast inzicht te krijgen in de wijze waarop het opdrachtgeverschap het beste ingevuld kan worden. Uiteindelijk moet dit na een andere aanpak sociaal domein en re-integratie vanaf 2015 kunnen leiden tot minderlasten voor personeelskosten (in de front-office). Taakstelling VVV Zuid – Limburg → het huidige convenant loopt t/m 2016. Een taakstelling is pas mogelijk vanaf 2017. Het college acht een taakstelling van € 20.000 reëel en zal in een vroeg stadium samen met de VVV nader onderzocht worden. Pagina 15 van 118
Subsidies evenementen → het budget voor NME, Nationaliteitendag en straattheater wordt niet meer geoormerkt, maar deels toegevoegd aan het totale budget, waardoor per saldo een subsidiebudget voor evenementen ad € 15.000 resteert. (bezuiniging = € 6.000) Hondenpoepzakjes → de jaarlijkse aanschaf van hondenpoepzakjes kost de gemeente circa € 7.000. Het college meent dat hondenbezitters ten alle tijde hondenpoep dienen op te ruimen (met uitzondering van de hondenlosloopgebieden), en acht daar een door de gemeente Vaals verstrekt zakje niet noodzakelijk toe. Infobladen → door meer gebruik te maken van reguliere kanalen (bijv. nieuw gratis weekblad) is een vermindering van het aantal infobladen mogelijk. Abonnementen vakliteratuur → het college is van mening dat een bezuiniging ad € 10.000 mogelijk is voor wat betreft periodieke abonnementen van de ambtelijke organisatie, mede gezien de digitalisering van diverse abonnementen. Buitendienst → De afgelopen jaren is het takenpakket van de buitendienst gewijzigd onder invloed van een omvattend activeringsen re-integratiebeleid. Dit komt onder andere tot uiting in de inzet van Licom/Wozl en Vaals Werkt. De verwachting is dat met de herstructurering van de WSW en de invoering van de participatiewet deze trend zich versterkt zal doorzetten. Dit zal op termijn leiden tot een andere inrichting, positionering en verdeling van het werk. Voorstel is om enerzijds de buitendienst in te richten naar de kernactiviteiten en anderzijds het natuurlijke moment van pensioengerechtigde afvloeiing in de komende jaren te benutten om deze trend in onze werkwijze en organisatie te verankeren. Daarnaast zijn een aantal mogelijkheden door het college overwogen, die niet zijn verwerkt in de voorliggende begroting c.q. waar het college het niet wenselijk acht deze op te nemen: Overwogen keuzes – niet in begroting verwerkt
Reden
Versobering peuterspeelzaalwerk
In strijd met strategische visie (aantrekkelijke woonomgeving voor jonge gezinnen)
Onderhoud speelterreinen
Tijdens de behandeling van de kadernota 2014 is de suggestie naar voren gekomen het onderhoud van de speelterreinen (deels) uit te laten voeren via Vaals Werkt. Het college neemt deze suggestie mee in de bezuinigingen – buitendienst (geen aparte bezuiniging)
Taakstelling parkeergarage
Niet realiseerbaar, tenzij aanpassing bezettingstijden → niet wenselijk
Inzet stichting Trajekt
Een separate bezuiniging op stichting Trajekt is meegenomen in de meer algemene bezuiniging op welzijnswerk.
Beheer Brede School, BMA Lemiers en sporthal / gymzaal
De raad heeft tijdens de behandeling van de kadernota 2014 een mogelijkheid naar voren gebracht om het beheer van de Brede School, de BMA Lemiers en de sporthal / gymzaal deels via WWB in te zetten. Het college zal dit meenemen in de bezuinigingen – buitendienst.
Bijdragen sportverenigingen tbv klein onderhoud
Medio 2014 zijn nieuwe overeenkomsten gesloten met de sportverenigingen (voetbalclubs en tennisclub) waarbij enerzijds een hogere exploitatiebijdrage aan de verenigingen wordt betaald en anderzijds huur voor het gebruik van het complex in rekening wordt gebracht. Per saldo levert het de gemeente ongeveer € 1.500 structureel op.
Onderhoud groen icm Eschberg Noord
Een extra bezuiniging op de al reeds ingezette bezuiniging uit het verleden (€ 20.000) acht het college niet wenselijk (kwaliteit wordt aangetast).
Stichting Fraiche – huur in rekening brengen
Niet wenselijk vanwege gevaar voor voortbestaan stichting die een belangrijke partner is in het kader van jeugd- en jongerenwerk.
Bijdrage zwembad Landal
Niet mogelijk, contract loopt t/m 2017
Vaals Beweegt!
Het college is van mening dat een bezuiniging aan de 'voorkant' (preventief) over enkele jaren hogere lasten aan de achterkant met zich meebrengt. Wel is de combinatiefunctionaris vanaf 2016 als bezuinigingsmaatregel verwerkt in de begroting.
Subsidies parochies / kerken
De discussie omtrent een bezuiniging op dit gebied is reeds gevoerd bij de kaderstelling van de nieuwe subsidieverordening. In december vindt definitieve besluitvorming plaats.
Subsidie muziekschool
De discussie omtrent een bezuiniging op dit gebied is reeds gevoerd bij de kaderstelling van de nieuwe subsidieverordening. In december vindt definitieve besluitvorming plaats.
Bovenstaande bezuinigingen en overwegingen leiden tot het volgende dekkingsplan voor de begroting 2014:
Pagina 16 van 118
Dekkingsplan begroting 2014
2014
2015
2016
2017
188.000
304.000
393.000
416.000
-150.000
150.000
150.000
150.000
0
0
0
0
38.000
454.000
543.000
566.000
Bezuinigingen bestaand beleid: zie tabel hierboven Incidentele inzet gemeentelijke reserves: Reserve gemeentefonds Belastingverhogende maatregelen
Dekkingsplan begroting 2014
De toevoeging en onttrekkingen in de reserve gemeentefonds vinden plaats om de fluctuaties in het accres zoals opgenomen in de mei- en septembercirculaires 2013 (deels) te egaliseren.
3.4.
Categoriale begroting 2014
Naast een zicht op de lasten en de baten per programma kan de begroting ook weergegeven worden middels een indeling in zogenaamde categorieën. Onderstaand overzicht geeft deze indeling weer. Categoriale begroting 2014
Absoluut (bedragen)
Kostencategoriën
Inkomstencategoriën
Salarissen en sociale lasten
5.034.000 Rijksbijdragen:
Kapitaallasten (rente/afschrijv.)
3.309.000 alg. uitkering gemeentefonds
Inkoop goederen: onderhoudskosten
1.210.000
kosten inzake afval en riool
1.124.000
9.312.000
algemene uitkering WMO
1.379.000
compensatie WWB/WSW
7.017.000
overige rijksbijdragen
232.000 17.940.000
software
335.000
Gemeentelijke belastingen:
energiekosten
290.000
onroerende zaakbelastingen
1.483.000
verzekeringen
81.000
afvalstoffenheffing
1.090.000
rioolheffing
1.197.000
materiaal, werkzaamheden
1.255.000
4.295.000 toeristenbelasting Subsidies en bijdragen: bijdragen aan instellingen subsidies aan verenigingen e.d. (incl. bijdrage zwembad,)
2.715.000 358.000 3.073.000
800.000
bevolkingsleges
170.000
omgevingsvergunningen
138.000
parkeeropbrengsten
799.000
overige heffingen
151.000 5.828.000
Sociale voorzieningen/zorg: Kosten WSW & WWB WMO
Huren en pachten 7.971.000 1.645.000
357.000
Rente- en dividendopbrengsten
1.362.000
9.616.000 Onttrekkingen reserves/voorz.
902.000
574.000 Overige baten 777.000
Toevoegingen reserves/voorz. Overige lasten Subtotaal lasten
391.000
26.678.000 Subtotaal baten
Begrotingssaldo
26.780.000
102.000
Totale lasten 2014
26.780.000 Totale baten 2014:
26.780.000
Relatief gezien hebben deze categorieën, mede vergeleken met de begroting van vorig jaar, de volgende impact. Categoriale begroting 2014 Kostencategorieën
Relatief (procenten) 2013
2014 Inkomstencategorieën
2013
2014
Salarissen en sociale lasten
18%
19% Rijksbijdragen
66%
67%
Kapitaallasten (rente/afschrijv.)
14%
12% Gemeentelijke belastingen
20%
22%
Pagina 17 van 118
Categoriale begroting 2014
Relatief (procenten)
Inkoop goederen
15%
16% Huren en pachten
1%
1%
Subsidies en bijdragen
10%
12% Rente- en dividendopbrengsten
4%
5%
Sociale voorzieningen/zorg
38%
36%
Toevoegingen reserves/voorz.
2%
2% Onttrekkingen reserves/voorz.
7%
3%
Overige lasten
3%
3% Overige baten
2%
2%
100%
100%
Totale lasten 2014
3.5.
100%
100% Totale baten 2014
Begrotingsresultaat voor en na reserveringen
Zoals al eerder aangegeven sluit de begroting 2014 met een voordelig saldo van € 102.000. In dit resultaat zijn echter ook toevoegingen en onttrekkingen uit reserves begrepen. Dit noemen we ook wel het begrotingsresultaat na reserveringen. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het voorgeschreven om ook het begrotingsresultaat vóór reserveringen inzichtelijk te maken. Kortom, uit een dergelijk overzicht blijkt wat het effect zou zijn geweest indien geen gelden uit de gemeentelijke reserves zouden worden aangewend dan wel toegevoegd daaraan. Onderstaand overzicht geeft de opbouw van het begrotingsresultaat vóór en na reserveringen. Analyse begrotingsresultaat vóór en na reserveringen Programma's zonder reserveringen
Lasten 2014
Baten 2014
Saldo 2014
Programma Mens & Voorzieningen
-5.757.000
588.000
-5.169.000
Programma Wonen & Verkeer
-6.694.000
3.390.000
-3.304.000
Programma Werk & Economie
-9.028.000
8.451.000
-577.000
Programma Bestuur & Dienstverlening
-3.907.000
332.000
-3.575.000
-25.386.000
12.761.000
-12.625.000
-838.000
13.363.000
12.525.000
-26.224.000
26.124.000
-100.000
Toevoegingen ten laste exploitatie
Onttrekkingen ten gunste exploitatie
Subtotaal programma's Financiering/algemene dekkingsmiddelen
Begrotingssaldo 2014 vóór reservering Reserveringen per programma
Programma Mens & Voorzieningen Rentetoevoeging reserve uniformenfonds
-2.000
Onttrekking reserve kinderopvang inzake peuterspeelzaalwerk
20.000
Programma Wonen & Verkeer Rentetoevoeging reserves bestemmingsplannen, rioleringen en parkeren
-11.000
Onttrekking reserve bestemmingsplannen inzake Nedgraphics
13.000
Onttrekking reserve nieuwe gemeentewerf inzake dekking kapitaallasten
28.000
Onttrekking reserve parkeren inzake vervanging 2 parkeerautomaten
28.000
Onttrekking reserve toerisme inzake kwaliteitsverbetering openbaar groen
25.000
Onttrekking res. Egalisatie belastingtarieven t.b.v. bestemming rekeningres. 2011
133.000
Onttrekking algemene reserve tbv Walas (Kerkstraat – Lindenstraat)
50.000
Programma Werk & Economie Rentetoevoeging reserves minimabeleid en toeristisch recreatief beleid Toevoeging reserve re-integratie inzake overschot 2014
-6.000 -16.000
Onttrekking res. minimabeleid inz. verlenging plan van aanpak armoedebeleid
50.000
Programma Bestuur & Dienstverlening Rentetoevoeging reserve personeel en communicatie & voorlichting Onttrekking algemene reserve tbv regionale samenwerking LED Onttrekking reserve communicatie t.b.v. bijdrage omroep Krijtland
-11.000 60.000 8.000
Pagina 18 van 118
Analyse begrotingsresultaat vóór en na reserveringen Onttrekking reserve personeel inzake arbo-aangelegenheden
15.000
Onttrekking reserve personeel inzake strategisch opleidingsplan
25.000
Financiering/algemene dekkingsmiddelen Rentetoevoeging reserve gemeentefonds
-22.000
Toevoeging aan reserve gemeentefonds inzake diverse circulaires
-387.000
Onttrekking reserve gemeentefonds inzake diverse circulaires
200.000
Totaal reserveringen
Begrotingssaldo 2014 na reservering
-454.000
656.000
202.000
-26.678.000
26.780.000
102.000
Uit dit overzicht blijkt dus dat, indien geen sprake zou zijn geweest van onttrekkingen dan wel toevoegingen aan reserves, de begroting een tekort van € 100.000 zou laten zien. De uit de reserves ingezette gelden berusten grotendeels op reeds eerder door de raad goedgekeurd beleid, zoals bijvoorbeeld de egalisatie van de fluctuaties in het gemeentefonds en de onttrekkingen uit de reserves toerisme, communicatie en personeelsbeleid. Voor wat betreft het meerjarige overzicht begrotingsresultaat vóór- en na reserveringen wordt verwezen naar de bijlagen.
3.6.
Reserves en voorzieningen
Naast de uitgaven en ontvangsten, die via de lopende begroting (de zogenaamde exploitatie) worden verantwoord, wordt daarnaast ook gewerkt met de zogenaamde reserves en voorzieningen. Deze moeten gezien worden als een soort “spaarpotjes”. De reserves worden beheerd door de gemeenteraad. Alle mutaties in reserves behoeven goedkeuring van de raad. De reserves bestaan uit de algemene reserve en de bestemmingsreserves. De algemene reserve dient als buffer, weerstandsvermogen, om onverwachte incidentele tegenvallers op te vangen. De bestemmingsreserves daarentegen hebben van de raad (in de nota Reserves en Voorzieningen 2011) een bestemming gekregen om voor een bepaald doel ingezet te worden. Momenteel kennen we de volgende bestemmingsreserves. Bestemmingsreserves per 01.01.2014 Naam reserve Gemeentefonds Communicatie en voorlichting Nieuwe brandweerpost
Verwacht saldo per Doelstelling 1.1.2014 450.812 Egalisatie van fluctuaties accressen gemeentefonds t.b.v. exploitatie 35.241 Dekking van uitgaven inzake communicatiebeleid 0 Dekking ten behoeve van realisatie nieuwe brandweerpost
Uniformenfonds
43.435 Dekking financiering aanschaf uniformen harmoniën en schutterijen
Personeelsbeleid
253.841 Dekking van incidentele uitgaven arbobeleid en opleidingen personeel
Bestemmingsplannen
-26.827 Dekking kosten actualiseren bestemmingsplannen en evt. tekorten BP
* ten tijde van het behandelen van de nota reserves en voorzieningen (voorzien in december 2013) zal beoordeeld worden welke omvang de reserve nodig heeft om uitgaven de komende jaren op dit gebied mogelijk te maken. Ook de wijze waarop de reserve gevoed zal worden zal dan worden bepaald. Egalisatie belastingtarieven
133.000 Teruggave overschot afvalstoffenheffing aan burger uit jaar t-1.
Nieuwe gemeentewerf
621.124 Dekking van de kapitaallasten van de nieuwe gemeentewerf
Parkeervoorzieningen
68.260 Dekking van incidentele uitgaven parkeermaatregelen/- voorzieningen
Centrale Kinderopvang
76.364 Dekking financiering kinderopvang doelgroepen o.a. in Brede School
Re-integratie
75.208 Dekking verschil rijksbijdrage participatiebudget – kosten Vaals Werkt
Minimabeleid
40.901 Dekking van uitgaven inzake armoede/- en minimabeleid
Toeristisch/recreatief beleid
148.320 Dekking van incidentele uitgaven op economisch en toeristisch gebied
Rioleringen
234.156 Egaliseren van de tarieven rioolheffing
Egalisatie leges bouwvergunningen
150.000 Egaliseren van de opbrengsten leges bouwvergunningen
I-deel WWB
800.000 Dekking tekorten I-deel WWB
Totaal bestemmingsreserves
3.103.835
Het verloop van de reserves en voorzieningen in 2014 blijkt uit het onderstaande overzicht. De mutaties uit onderstaand overzicht die via de exploitatie lopen zijn reeds toegelicht in het vorige onderdeel 3.5. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.
Pagina 19 van 118
Verwachte mutaties reserves/voorzieningen
Beginsaldo
Toevoegingen
Onttrekkingen
Eindsaldo
6.690.000
Algemene reserve
6.529.000
Inzet van algemene reserve ten gunste van exploitatie (zie onderdeel 3.5)
-110.000
Inzet van algemene reserve ten gunste van balansposten
-51.000
3.104.000
Bestemmingsreserves Rentebijschrijvingen bestemmingsreserves 4%
3.063.000 51.000
Toevoegingen bestemmingsreserves ten laste van exploitatie (zie onderdeel 3.5)
403.000
Toevoegingen bestemmingsreserves ten laste van balansposten
51.000
Inzet van bestemmingsreserves ten gunste van exploitatie (zie onderdeel 3.5)
-546.000
Inzet van bestemmingsreserves ten gunste van balansposten
0
1.478.000
Voorzieningen Toevoeging voorziening wegen
1.333.000 69.000
Onttrekking wachtgeld gewezen wethouders
-18.000
Onttrekking onderhoud gemeentelijke gebouwen
-196.000
Totale omvang reserves/voorzieningen
11.272.000
10.925.000
In het overzicht zijn de mutaties, die in 2014 in zowel reserves als voorzieningen verwacht worden, toegelicht. Voor wat betreft het beleid (doelstelling, omvang e.d.) van de onderscheiden reserves en voorzieningen wordt in dit verband kortheidshalve verwezen naar de meest recente Nota Reserves & Voorzieningen 2011. Eind 2013 zal deze nota geactualiseerd worden en ter besluitvorming aan uw raad worden voorgelegd. Onderstaand overzicht toont de totale ontwikkeling in de reserves & voorzieningen tot eind 2017. Verloop reserves en voorzieningen periode 2014 – 2017
Begin 2014
Eind 2014
Eind 2015
Eind 2016
Eind 2017
Algemene reserve
6.690.000
6.529.000
6.469.000
6.469.000
6.469.000
Bestemmingsreserves
3.104.000
3.063.000
2.667.000
2.544.000
2.343.000
Totaal reserves
9.794.000
9.592.000
9.136.000
9.013.000
8.812.000
Totaal voorzieningen
1.478.000
1.333.000
1.433.000
1.184.000
1.291.000
11.272.000
10.925.000
10.569.000
10.197.000
10.103.000
Totaal reserves/voorzieningen
De volledige reserves- en voorzieningenportefeuille daalt van begin 2014 naar eind 2017 met ruim € 1.100.000. De afname betreft met name: – inzet voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen (onttrekkingen & toevoegingen per saldo) – € 238.000; – inzet reserve personeelskosten tbv strategisch opleidingsplan & arbo – € 40.000 structureel; – effecten diverse circulaires gemeentefonds.
3.7.
Investeringsprojecten
In deze programmabegroting zijn investeringskredieten opgenomen, welke nog niet eerder door de raad besloten en dus geraamd zijn. Onderstaand overzicht geeft een beeld van deze nieuwe investeringsprojecten, inclusief de daaruit voortvloeiende kapitaallasten, welke in de lasten van het betreffende programma zijn opgenomen. Nieuwe investeringsprojecten Jaar van uitvoering
Investerings-bedrag (krediet)
Jaarlijkse kapitaallasten
Looptijd afschrijving
ICT
2014
235.000
55.000
5
BGT
2014
100.000
14.000
10
Pick up Toyota Dyna
2017
27.500
8.000
5
Investeringen met een economisch nut
Pagina 20 van 118
Nieuwe investeringsprojecten
Pick up Mega Electra
Jaar van uitvoering
Investerings-bedrag (krediet)
Jaarlijkse kapitaallasten
Looptijd afschrijving
2017
25.000
7.000
5
387.500
84.000
Totaal nieuwe investeringen
Naast deze nieuwe investering lopen nog diverse projecten door, die in het verleden reeds aan de orde zijn gesteld en waarvoor de raad kredieten beschikbaar heeft gesteld. Onderstaand overzicht brengt deze lopende investeringsprojecten in beeld. Lopende investeringen Oorsp. plan. Gevoteerd krediet Huidige stand van zaken jaar-uitvoer. Raadsbesluit Bedrag Gerealiseerd Restant Gereed Realisatie Activiteitenplein
2010
Begroting 2010 Kadernota 2011
375.000 -175.000 200.000 120.000 -72.000 48.000
147.000
53.000
2013
Verkeersprioriteiten 2010 (o.a. Selzerbeeklaan – Sneeuwberglaan)
2010 gereed
Rb. 07.04.2008 Begr. 2012
20.000
28.000
2014
Verkeersprioriteiten 2011 (o.a. Viergrenzenweg)
2011 gereed
Rb. 07.04.2008 Rb. 08.02.2010
230.000 -120.000 110.000
15.000
95.000
2014
Opknappen vijver Obelisk
2010 gereed
Begr. 2010 Rb. 20.06.2011 Rb. 25.06.2012
372.000
-22.000
2013
Groenstructuurplan
2010 – 2024
102.000
448.000
2024
Wegreconstructie Maastrichterlaan Wegreconstructie Lemiers Rijksweg Rioolrenovatie Maastrichterlaan
2011 2011 2011
Rb. 13.07.09 Begroting 2011 Rb. 21.05.2012 Rb. 08.02.2010 Begroting 2009 kadernota 2011 kadernota 2011 kadernota 2011
200.000 100.000 50.000 350.000 550.000
68.000 29.000 21.000
684.000 94.000 1.903.000
2014 2013 2014
Rioolrenovatie Rijksweg Lemiers
2011
Begroting 2009 kadernota 2011
175.000
175.000
2013
Maatregelen wateroverlast
2009/2010
Begroting 2009
752.000 143.000 566.000 155.000 300.000 903.000 1.924.000 505.000 -155.000 350.000 100.000
Maatregelen kaderrichtlijn water
2009/2012
Begroting 2009 kadernota 2011
Wegreconstructie en rioolvervanging Selzerbeeklaan
2012
Wegreconstructie en rioolvervanging Prins Bernardplein
2012
Wegreconstructie en rioolvervanging Nieuwe Hertogenweg
2013
Wegreconstructie en rioolvervanging Sjwats Jriss
85.000
15.000
2013
82.000
18.000
2013
Kadernota 2011: reconstrc. rioolverv. Kadernota 2011: reconstrc. rioolverv. Kadernota 2011: reconstrc. rioolverv.
400.000 -300.000 100.000 150.000 150.000 300.000 240.000 340.000 580.000 800.000 1.150.000 1.950.000
6.000
294.000
2014
0
580.000
2014
0
1.950.000
2015
2014
Kadernota 2011: reconstrc. rioolverv.
500.000 335.000 835.000
0
835.000
2016
Wegreconstructie en rioolvervanging Camilluspark
2014
Kadernota 2011: reconstrc. rioolverv.
450.000 630.000 1.080.000
0
1.080.000
2017
Reconstructie Epenerbaan
2009
Rb. 07.04.2008 Rb. 07.02.2011
199.000
1.000
2013
Fietspad Randweg
2011
Kadernota 2010 Kadernota 2012
70.000 130.000 200.000 460.000 -130.000 330.000
0
330.000
2015
Centrumplan Vaals
2010
RB. 25.06.2012
1.170.000
0
1.170.000
2016
Pagina 21 van 118
Lopende investeringen
Oorsp. plan. jaar-uitvoer.
Gevoteerd krediet Raadsbesluit Bedrag
Documentaire informatievoorziening
2012
Begroting 2005 Begroting 2010
Document Management Systeem (webbased)
2012
EGEM (elektronische gemeente) Migratie SAP
Huidige stand van zaken Gerealiseerd Restant Gereed 72.000
37.000
2013
Begroting 2011
29.000 80.000 109.000 25.000
23.000
2.000
2013
2009/2010
Begroting 2009
164.000
161.000
3.000
2013
2012
Begroting 2012
20.000
20.000
0
2013
Projectenbundel ICT 2012 – 2015
2012 – 2015
Begroting 2012
185.000
6.000
179.000
2015
Zonnepanelen gemeentewerf
2012
Rb. 16.04.2012
34.000
23.000
11.000
2013
Digitaliseren archiefbestanden
2012
Begroting 2010
55.000
43.000
12.000
2013
Brandweerkazerne
2013
RB. 18.12.2012
1.653.000
1.175.000
478.000
2013
Openbare LED verlichting
2013
RB. 29.10.2012
77.000
49.000
28.000
2013
De gerealiseerde bedragen bij deze kredieten laten de stand van zaken van medio september 2013 zien. Uit dit overzicht blijkt dat, op grond van de huidige inzichten, de lopende investeringsprojecten binnen de reeds gevoteerde kredieten kunnen worden uitgevoerd. Een uitzondering hierop betreft het krediet van de vijver Obelisk. Het subsidietraject met de provincie Limburg is reeds opgestart. Er is dan ook geen reden om in deze begroting extra kredietvoteringen op te nemen.
3.8.
p.m.-posten
De vorige paragrafen geven een goed inzicht in de financiële positie van de gemeente. Er is sprake van een meerjarig sluitende begroting, waarin de meest recente gegevens rondom de meerkosten van het bestaande beleid zijn meegenomen. Ook is een inzicht gegeven in de stand van de diverse reserves en voorzieningen. Een conclusie omtrent het realiteitsgehalte van deze begroting is echter pas volledig te maken, nadat ook inzichtelijk wordt gemaakt welke “p.m.-posten” nog aanwezig zijn. Hieronder verstaan we posten welke (nog) niet concreet in een geldbedrag zijn uitgedrukt. De reden hiervoor is tweeledig: – enerzijds is de (exacte) financiële impact op het moment van opstellen van de begroting nog niet in te schatten – anderzijds is de kans dat er bij deze posten uitgaven voortvloeien nog zodanig onzeker dat, mede gezien de onduidelijkheid over de financiële impact, het opnemen van een raming in de begroting een onreële druk legt op de schaarse financiële middelen van de gemeente (met mogelijk een onterechte lastendruk voor de burger als gevolg). De belangrijkste p.m.-posten die in deze begroting zijn opgenomen (dus niet concreet zijn geraamd) blijken uit onderstaand overzicht, waarbij een indeling in categorieën van mogelijke financiële omvang wordt aangegeven (voor zover dat dat mogelijk is).
In de begroting opgenomen p.m.-posten
Te verwachten vanaf
Matige financiële impact > € 25.000 en < € 50.000
Redelijke financiële impact > € 50.000 en < € 100.000
Forse financiële impact > € 100.000 Op dit moment is nog onzeker of de voorgenomen wijziging in de berekening van de algemene uitkering gemeentefonds inzake de woonruimten (BAG) tot een financiële compensatie zullen leiden bij de herijking van het gemeentefonds in 2015.
Structureel vanaf 2015
Nieuwbouw sporthal / multifunctionele accommodatie (geraamde investering minimaal € 3,8 miljoen).
Structureel vanaf 2015
Pagina 22 van 118
Deel 2.
PROGRAMMAPLAN
Pagina 23 van 118
Pagina 24 van 118
Deel 2.
Programmabegroting Vaals
2014
PROGRAMMAPLAN Programmaplan In dit tweede deel van de programmabegroting komen de programma's nadrukkelijk inhoudelijk aan de orde. Een programma moet binnen deze begroting gezien worden als een geheel van activiteiten om beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Binnen het programma is sprake van problematieken, die heel nauw met elkaar verweven zijn. Daarnaast wordt in de programma's ingegaan op de maatschappelijke effecten, die worden beoogd, alsmede op de wijze waarop getracht zal worden deze effecten te verwezenlijken. In zijn kaderstellende rol bepaalt de gemeenteraad welke beleidsdoelstellingen per programma nagestreefd dienen te worden en welke maatschappelijke effecten daarbij bereikt moeten worden. Deze effecten moeten meetbare zaken zijn, zodanig dat op enig moment middels resultaatmeting geconstateerd kan worden of het uitgevoerde beleid het gewenste effect oplevert. Op grond van de door de raad geformuleerde beleidsdoelstellingen en gewenste maatschappelijke effecten heeft het college in de programma's concrete activiteiten aangegeven, welke invulling moeten geven aan het bereiken van de doelstellingen en de effecten. Het college heeft daarbij ook het kosten-/baten aspect in beeld gebracht. Met het vaststellen van de programma's, de daarin beoogde effecten, de uit te voeren activiteiten en de benodigde financiële middelen stelt de raad de kaders waarbinnen het college als uitvoerder aan de slag zal gaan. Het college zal vervolgens periodiek middels de bestuursrapportages verantwoording aan de raad afleggen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de kaders van de raad. Het programmaplan bevat achtereenvolgens de volgende programma's: 1. Mens & Voorzieningen 2. Wonen & Verkeer 3. Werk & Economie 4. Bestuur & Dienstverlening.
Pagina 25 van 118
Pagina 26 van 118
Programma MENS
Programmabegroting Vaals
2014
en VOORZIENINGEN Deel 1. 1.1.
Programmaplan
Problematiek en kaders
Inhoud programma
In het algemene deel van de begroting is ingegaan op de strategische visie. Deze is gericht op het waarborgen van de kwaliteit van de leefbaarheid van de samenleving. Dit is vertaald in het programma Mens en Voorzieningen. Dit programma richt zich met name op: • het welzijn van iedereen in de gemeente (denk hierbij aan sport, kunst en cultuur, maatschappelijk werk, vrijwilligerswerk en accommodaties); • het welzijn van specifieke doelgroepen in de gemeente zoals ouderen, jeugd en jongeren en gehandicapten; • het bereikbaar / beschikbaar zijn van voorzieningen op het vlak van gezondheidszorg; • adequaat onderwijs en onderwijsvoorzieningen.
1.2.
Ontwikkelingen en aandachtspunten
In tegenstelling tot de voorgangers van de Wmo (bijvoorbeeld de WVG (wet voorzieningen gehandicapten)), op grond waarvan men op basis van een claim (“ik heb een beperking, dus ik heb recht op”) via protocollen naar een indicatie voor een vaak individuele voorziening (bijvoorbeeld een scootmobiel) toe werkte, kent de Wmo een compensatieplicht. Gemeenten zijn verplicht om burgers met een beperking te compenseren, hoe de gemeente dat doet, daarin is ze (relatief) vrij. De kanteling is hierbij een leidend principe. De kanteling beoogt een verandering te realiseren: van een claimgerichte en voorzieningen gestuurde aanpak naar een Wmo waarin resultaat en participatie centraal staan. Al bij de invoering van de Wmo was kostenbeheersing en het verkrijgen van grip op de almaar stijgende zorgkosten een belangrijk argument voor het decentraliseren van taken naar de gemeente. Het toekennen van individuele voorzieningen is duurder dan alle voorgaande vormen van compensatie op de verantwoordelijkheidsladder. De druk op de Wmo zal in de toekomst toenemen vanwege vergrijzing én de extramuralisering en de bezuinigingen van rijkswege. De kanteling is een aanpak die dit tij kan keren. Een aanpak die verder doorontwikkeld moet worden om minder uit te komen bij het verstrekken van individuele voorzieningen en optimaal gekanteld te werken. De noodzaak om gekanteld te werken is evident. Deze benaderingswijze vindt zijn weerslag in de zogenaamde Verantwoordelijkheidsladder zoals hieronder weergegeven.
Uitgangspunt is dat eerst gekeken wordt of burgers het op eigen kracht georganiseerd krijgen, lukt dat niet dan wordt gekeken of het binnen het eigen netwerk opgelost kan worden. Zo niet, dan volgt de volgende stap op de ladder. Als laatste worden individuele voorzieningen pas toegekend. Naast deze “gekantelde”werkwijze staat 2014 in het teken van de transitie als gevolg van de decentralisatie van Participatiewet, AWBZ en Jeugdzorg, die op 1 januari 2015 in zullen gaan. Beide ontwikkelingen zullen in deze begroting hun weerslag hebben. Allereerst zal in deze begroting een eerste stap gezet worden om in de toekomst meer te denken vanuit de “stappen” op de Verantwoordelijkheidsladder. Er zal zo veel mogelijk aansluiting gezocht worden bij de stappen op de ladder. Verder zal al een aanzet gedaan worden om meer in termen van effecten van activiteiten te denken. In de begroting 2015 zullen een aantal succesfactoren en indicatoren worden gedefinieerd. Pagina 27 van 118
1.3.
Kengetallen
Naast de hierboven beschreven ontwikkelingen, kent Zuid-Limburg in het algemeen en Vaals in het bijzonder specifieke kenmerken die extra aandacht en lokaal maatwerk vragen. De gezondheid in de regio Zuid-Limburg gaat vooruit, maar deze regio blijft nog altijd de hekkensluiter van Nederland. Wie van buitenaf/een afstandje naar Vaals kijkt, ziet een mooie en unieke gemeente met veel toerisme, prachtige natuur, bedrijvigheid en bezienswaardigheden. Maar wie dieper inzoomt op de inwoners zelf, ziet een gemeente, die op een aantal leefgebieden, waaronder gezondheid, achterblijft. Dit geldt met name voor de kern Vaals. Vaals kampt, net als de regio Zuid-Limburg, met vergrijzing en ontgroening. Hierdoor stijgt de komende jaren het zorggebruik (ziekenhuiszorg, thuiszorg en informele/mantelzorg). Een toenemende zorgvraag heeft uiteraard invloed op de zorguitgaven. Sociaal-economische verschillen De sociaal-economische staat geeft de positie van mensen in de sociale stratificatie ofwel maatschappelijke gelaagdheid aan. Indicatoren voor het bepalen van de SES (Sociaal Economische Status) zijn inkomen, opleiding en beroep. Inkomen
Opleiding Beroep
Vaals
Landelijk gemiddelde
Aantal inkomensontvangers met een laag inkomen
49%
40%
Aantal hoge inkomensontvangers
12%
20%
Gemiddeld besteedbaar inkomen
€ 11.700
€ 13.330
Kinderen in achterstandswijken (combinatie inkomen, opleiding en werkeloosheid)
72,00%
16,60%
Bijstandsuitkeringen
3,4%
2,3%
Kinderen in uitkeringsgezin
8%
6%
Aantal studenten in Hoger onderwijs
2%
4%
Achterstandsleerlingen (4tm 12 jaar)
20%
16%
Aantal WW uitkeringen binnen potentiële beroepsbevolking
2,3%
1,5%
Bronnen: Een gezonde Kijk op Vaals 2010, GGD Zuid-Limburg. Kinderen in Tel Databoek 2010, Verwey-Jonker instituut Gezondheidsverschillen als gevolg van lage(re) SES De gezondheid van inwoners met een lage(re) SES, is over het algemeen slechter dan die van mensen met een hoge SES. Vaals
Landelijk
overgewicht
50,70%
42,40%
Ervaren gezondheid ouderen als “goed”
67,70%
81,60%
Naast deze verschillen is kenmerkend voor de gemeente dat het aantal chronische aandoeningen hoog is (min. 1 aandoening 49% volwassenen en 80% ouderen, min. 2 aandoeningen 27% volwassenen en 59% ouderen) en dat bijvoorbeeld roken en alcoholgebruik onder jongeren toeneemt. Een op de drie 55-plussers is kansarm en niet vitaal. Dat betekent een matige/slechte gezondheid, meerdere chronische aandoeningen, overgewicht, ongezonde leefstijl en verhoogd risico op eenzaamheid en depressie. Eenzaamheid is vooral in kern Vaals een probleem, zowel bij volwassenen (8%) als 55-plussers (8,5%).
1.4.
Beleidsvelden en Kanteling
In het beleidsplan Wmo 2012-2015 is een projectmatige prestatieveld-overstijgende aanpak gekozen, gebaseerd op de 9 prestatievelden van de Wmo. Vaals kent negen prioritaire projecten (zie kolom in tabel). Met piramides is aangegeven op welke trede van de verantwoordelijkheidsladder het project zich met name richt.
Pagina 28 van 118
Prioritaire projecten
Preventie
Eigen kracht
Sociaal netwerk
Algemene Voorzieningen
Individuele voorzieningen
∆
∆∆∆
∆
∆∆∆
∆∆∆
∆
∆
∆∆
∆∆∆
1
Actief Burgerschap
2
WMO loket
3
Vrijwilligerscentrale
4
Vaals Helpt
∆
∆∆∆
5
Decentralisatie AWBZ
∆
∆∆∆
6
Zorg voor Jeugd
∆∆
∆∆
∆∆∆
∆∆∆
7
Publieke Gezondheid
∆∆∆
∆∆
∆
8
Vaals Beweegt
∆∆∆
∆∆
∆∆
∆
9
Welzijn nieuwe stijl
∆∆
∆∆
∆∆∆
∆
∆∆
Tot nu is in de programmabegroting de insteek gekozen van algemene beleidsvelden (zie kolommen in tabel). In onderstaande tabel zijn de huidige beleidsvelden gerelateerd aan de negen prioriteiten die in het beleidsplan Wmo 2012-2015 beschreven staan (zie kolom in tabel). In onderstaande tabel is de koppeling weergegeven.
Prioritaire projecten Actief Burgerschap
Leefbaar Jeugd en heid jongeren buurten en wijken x
WMO loket
x
Onderwijs
x
x
Ouderen- Maatschap- Gezond- Vrijwil- Cultureel Kunst en Sport zorg pelijke heidsligers verenigings vorming onderszorg -leven teuning x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
Vrijwilligerscentral e
x
Vaals Helpt
x
Decentralisatie AWBZ
x
x
Zorg voor Jeugd
x
x
Publieke Gezondheid
x
x
x
x
x
x
x
Vaals Beweegt
x
x
x
x
x
x
x
Welzijn nieuwe stijl
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
Pagina 29 van 118
Deel 2.
Doelstellingen en activiteiten
De specifieke kenmerken van Vaals maken investeren in zaken als bijvoorbeeld een gezonde samenleving, armoedebeleid en onderwijsachterstanden broodnodig. Aandacht voor risicogroepen is essentieel voor het verkleinen van verschillen. In Vaals zijn dit vooral de kwetsbare jongeren en ouderen met een lage sociaaleconomische status. Een gezonde samenleving is een samenleving waarin alle inwoners zo lang mogelijk gezond zijn en blijven, maar tevens zelfstandig kunnen leven, wonen en volwaardig kunnen deelnemen op allerlei leefgebieden als arbeid, scholing, welzijn, mantelzorg en vrijwilligerswerk. De werkzaamheden zijn er in 2014 op gericht naar dit doel toe te werken. Naast de reguliere werkzaamheden zal 2014 vooral in het teken staan van de transitietrajecten als gevolg van de decentralisaties. Uitgaande van het belang van de Kanteling, waardoor op den duur minder beroep gedaan gaat worden op de duurdere individuele voorzieningen, wordt in deze begroting een eerste aanzet gedaan om de activiteiten te koppelen aan de Verantwoordelijkheidsladder. Projecten: Publieke gezondheid (7) en Vaals beweegt (8) De Wet Publieke gezondheid (Wpg) verplicht gemeenten een aantal wettelijke taken op het terrein van gezondheidsbeleid uit te voeren. De GGD Zuid-Limburg voert deze taken uit in opdracht van de 18 Zuid-Limburgse gemeenten. Er zijn medisch georiënteerde wettelijke taken met een grote centrale sturing. Denk bv. aan infectieziektebestrijding, jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar, medische milieukunde of GHOR. Er zijn maatschappelijk georiënteerde wettelijke taken met meer lokale sturing zoals gezondheidsbevordering en ouderengezondheidszorg. Het doel van de Wpg is door preventief beleid voorkomen of langer uitstellen dat mensen ziek worden. Gezondheid en gezondheidswinst worden door veel aspecten bepaald: inkomsten, sociale en fysieke leefomgeving, voorzieningen enz. Bewegen is goed voor de gezondheid: mensen die voldoende sporten en bewegen zijn minder vaak ziek. De Rijksoverheid geeft daarom geld aan projecten die mensen aansporen meer te gaan sporten en bewegen. Sport en beweging staan voorop in het gezondheidsbeleid van de Rijksoverheid. Zo hebben mensen die voldoende bewegen minder last van psychische klachten en lopen minder kans op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en diabetes. Ook voor mensen met chronische ziekten is het goed om te bewegen. Een goede conditie vermindert hun klachten. Voor kinderen is sport goed voor hun leerprestaties, weerbaarheid en psychische en motorische ontwikkeling. De kans dat zij later voldoende bewegen, is groot als zij daar al jong mee beginnen. Het is daarom ook belangrijk dat scholen aandacht hebben voor bewegen. Samen bewegen verstevigt en vergroot het sociale netwerk van mensen en daarmee hun zelfstandigheid, zelfredzaamheid en van daaruit de mogelijkheden om actief te participeren in de samenleving. Dit geldt specifiek voor de kwetsbare groepen als jongeren/ouderen in een kwetsbare positie en mensen met een lage SES. Om de gezondheidsachterstand te verkleinen wordt binnen NASB1 specifiek ingezet op bewegen, in Vaals wordt NASB uitgevoerd onder de noemer Vaals beweegt! Buiten de wettelijke taken die door de gemeente ondergebracht zijn in de gemeenschappelijke regeling GGD, heeft de gemeente verder preventieve activiteiten ontplooid op het gebied van gezondheidsbevordering en ouderengezondheidszorg. Verder heeft de gemeenteraad in 2013 een bestuursopdracht geformuleerd om te komen tot een sportnota, waarin alle relevante aspecten van sport en bewegen in beleid en uitvoering neergelegd worden. De inhoud en totstandkoming van deze nota is voorzien voor medio 2014 en is mede afhankelijk van de uitkomsten van de besluitvorming rond een mogelijke nieuwe sporthal. Deze besluitvorming is eind 2013 voorzien. Producten:
Combinatiefunctionaris, AED, Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar (GKD), 4-18 jaar (GGD), sporthal, NASB (Vaals Beweegt)
Doel 2014
Het verbeteren van de gezondheidssituatie en het verkleinen van de gezondheidsverschillen door het uitvoeren van de wettelijke taken van de Wpg binnen de regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Limburg 2012-2015 en het lokale maatwerk middels Vaals beweegt!
Effect
Voorkomen of uitstellen van het moment dat mensen gebruik moeten maken van collectieve/ individuele voorzieningen en/of zorg door inzetten op preventie. Het effect van de ontplooide activiteiten zal op langere termijn moeten leiden tot verbetering van de genoemde kengetallen.
Activiteiten 2014
Vanuit de Wpg is Vaals verplicht om de wettelijke taken uit te (laten) voeren. De activiteiten in de regio ZuidLimburg zijn per wettelijk taakveld beschreven en vastgesteld in de regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-
1
Nationaal actieplan sport en bewegen Pagina 30 van 118
Limburg 2012-2015. In het lokale uitvoeringsprogramma staan de activiteiten binnen Vaals beweegt! beschreven. Zorg voor Jeugd (6) De jeugdzorg (decentralisatie Jeugdzorg) wordt met ingang van 1 januari 2015 overgeheveld naar de gemeenten. Zij moeten hun beleid richten op de effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen (1 gezin – 1 plan – 1 regisseur). Taken en verantwoordelijkheden van de gemeente worden uitgebreid met de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren (jeugd-ggz), zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (jeugdlvb), ggz in het kader van jeugdstrafrecht, jeugdbescherming en jeugdreclassering. De verantwoordelijkheid van de gemeenten met betrekking tot de 'nieuwe' jeugdzorg gaat verder dan de huidige preventieve taken en verantwoordelijkheden zoals bijv. het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming als een kinderbeschermingsmaatregel nodig is. Afhankelijk van de situatie variëren de producten van preventie tot het inzetten van individuele voorzieningen. De Jeugdwet vervangt niet alleen de huidige 'Wet op de Jeugdzorg', maar ook de verschillende andere onderdelen van de jeugdzorg die nu nog onder de Zorgverzekeringswet (geestelijke gezondheidszorg voor jongeren) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor licht verstandelijk beperkte jeugd) vallen. Ook de jeugdbescherming en jeugdreclassering maken onderdeel uit van de wet. Verder is in de Jeugdwet en de 'Wet passend onderwijs' bepaald dat gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen een plan (ondersteuningsplannen- profielen) moeten maken waarin ze beschrijven hoe ze de jeugdhulp en het passend onderwijs willen organiseren. Het uit de rijksbijdrage gefinancierde CJG speelt een belangrijke rol bij het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen en wijken en het realiseren van laagdrempelige en herkenbare jeugdhulp. De nieuwe Jeugdwet gaat ervan uit dat de medewerkers van het CJG bijna alle ondersteuning zelf bieden. Op basis van hun professionele deskundigheid en ervaring zijn ze in staat in te schatten wanneer specialistische hulp of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is. Integrale zorg is daarbij het uitgangspunt. Daarnaast zijn de ZAT's (Zorg Advies Teams 0-4 jaar, 4-12 jaar en 12+) een hele belangrijke schakel in de zorgstructuur van de gemeente Vaals. Ook wordt de rijksuitkering die de gemeente krijgt als gevolg van achterstandsleerlingen (20%) in het basisonderwijs volledig ingezet voor de voor - en vroegschoolse educatie (VVE) bij de peuterspeelzalen en groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. Producten:
Speelterreinen, Jeugd en Jongerenwerk (Trajekt), Fraiche, CJG, Kinderopvang en peuterspeelzalen, Onderwijs, VVE, Leerlingenvervoer, Decentralisatie Jeugdzorg
Doelen 2014
De transitie van de decentralisatie jeugdzorg voorbereiden In overleg met de kernpartners (Trajekt, GKD, GGD en Bureau Jeugdzorg), toekomstige partners en het onderwijs passende zorg voor jeugd (en gezin) bieden op basis van de nieuwe taken die voortvloeien uit de Jeugdwet ; Door te (blijven) investeren in preventie en het versterken van de eigen kracht van jeugd en ouders proberen te voorkomen dat achterstanden verder oplopen en/of jeugdigen een beroep moeten doen op dure individuele voorzieningen (zoals bijv. tijdelijk verblijf in een jeugdzorginstelling)
Effect
Door de inzet van rijksuitkering voor achterstandskinderen zou op de langere termijn het percentage achterstandsleerlingen in vergelijking met het landelijk gemiddelde minder moeten worden. Een beroep moeten doen op dure individuele voorzieningen door jeugdigen (zoals bijv. tijdelijk verblijf in een jeugdzorginstelling) beperken
Activiteiten 2014
Activiteiten voortvloeiende uit de transitie jeugdzorg, bijvoorbeeld inzicht verschaffen in de jeugdzorgproblematiek c.q. de (nieuwe) doelgroep jeugdzorg in beeld te brengen. Het opstellen en vaststellen van ondersteuningsplannen- profielen tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. Pilot ter vereenvoudiging toegang jeugdzorg c.q 3 decentralisaties in overleg met kernpartners (o.a. Trajekt en Bureau Jeugdzorg) en doelgroepen (ouders en jeugd) Voortzetten OAB (onderwijsachterstanden beleid) en verder professionaliseren peuterspeelzaalwerk
Pagina 31 van 118
Welzijn nieuwe stijl (9) In 2014 zal het welzijnswerk in de gemeente Vaals op de ingezette lijn doorontwikkeld worden. Vanuit een analyse van sociale problemen en kansen stellen we een te bereiken eindresultaat op. In doelstellingen en monitoring is meer focus gelegd op het werken volgens de verantwoordelijkheidsladder, waarbij het accent ligt op het versterken en benutten van collectieve voorzieningen, het versterken en benutten van sociale verbanden en het versterken en benutten van de eigen kracht, maar ook het samenwerken in netwerken, waardoor problemen sluitend en integraal worden aangepakt. Het welzijnswerk kan gezien worden als eerstelijnsvoorziening en voorkomt daarmee een beroep op zwaardere en duurdere individuele voorzieningen als schuldhulpverlening en begeleiding in het dagelijks leven. Het welzijnswerk is daarnaast de verbindende schakel in gemeentelijke netwerken op het gebied van jeugd en ondersteuning van kwetsbare burgers en multi probleem gevallen. Dit bevordert de integraliteit, waardoor langs elkaar heen werken en daarmee onnodige kosten voorkomen wordt. Als het gaat om ‘welzijn’ valt daar niet alleen het welzijnswerk in al zijn varianten onder (maatschappelijk werk e.d.), maar ook de zogenaamde nulde lijn. Deze bestaat uit alle aanbod in het gewone, dagelijkse leven dat bijdraagt aan het sociale netwerk en de ontplooiing van inwoners (met dan wel zonder beperking). Bijvoorbeeld bibliotheek, verenigingen (subsidies), kunst, muziek. Een verschraling op dit gebied leidt tot afname van het welbevinden en kan bijvoorbeeld resulteren in een toename van eenzaamheid, hetgeen weer een risicofactor is voor gezondheid en toenemende druk op individuele voorzieningen Producten:
Algemeen maatschappelijk werk, jeugdmaatschappelijk werk, schoolmaatschappelijk werk, primair en voortgezet onderwijs, jeugdwerk en overige activiteiten (vormingswerk, cultuur, kunst, muziek, bibliotheek inclusief subsidies)
Doel:
Een verdere kanteling van de Wmo en het inzetten op verschuiving op de verantwoordelijkheidsladder. Door de versterking van de eigen kracht en het sociale netwerk en het inzetten op collectieve diensten neemt het beroep op individuele hulpverlening af. Door een meer vraaggerichte aanpak, worden de eigen kracht van burger en samenleving beter benut. Door samenwerking in netwerken wordt de integraliteit bevorderd. De implementatie van de wetswijziging Wmo, waarbij een belangrijke taak is het herinrichten en ontkokeren van de inzet van passende ondersteuning.
Effect
Door de versterking van de eigen kracht en het sociale netwerk en het inzetten op collectieve diensten neemt het beroep op individuele hulpverlening af. Door een meer vraaggerichte aanpak, worden de eigen kracht van burger en samenleving beter benut. Door samenwerking in netwerken wordt de integraliteit bevorderd. De gemeente Vaals is per 01-01-2015 klaar voor de uitvoering van de gewijzigde Wmo, binnen de daartoe gestelde inhoudelijke, financiële en procesmatige kaders.
Activiteiten 2014
Lokale aspecten van project transformatie sociaal domein 2015 uitvoeren. Opdrachtverlening Welzijnswerk (Trajekt) Mee bewaken uitvoering ex-awbz subsidies Maastricht -Heuvelland door gemeente Maastricht
Vrijwilligerscentrale (3) en Vaals Helpt (4) Om te kunnen schuiven op de verantwoordelijkheidsladder cq om gekanteld werken mogelijk te maken, is de aanwezigheid van een voorliggende voorziening als de vrijwilligerscentrale en Vaals Helpt onontbeerlijk. Simpelweg omdat anders geen alternatief geboden kán worden voor de individuele voorzieningen en als bredere algemene hulp bij het ‘zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen’. De vrijwilligerscentrale is een samenwerkingsverband van de gemeenten Valkenburg, Gulpen-Wittem en Meerssen onder leiding van Vaals. De vrijwilligerscentrale wordt voor de helft gesubsidieerd door de provincie Limburg. Er wordt gewerkt met een centrale backoffice. De lokale Vaalser frontoffice bij de VVV- Limburg is laagdrempelig en toegankelijk gebleken en kan rekenen op een grote toeloop. De vrijwilligerscentrale is de basis voor Vaals Helpt. Vaals Helpt draait om ‘hulp bieden aan elkaar’ en ook gesubsidieerd door de Provincie Limburg. Naast de boodschappenhulp, de hulpdienst en het marktbezoek is Vaals Helpt medio 2013 uitgebreid met de strijkhulp en de scootmobielpool. Deze diensten leiden rechtstreeks tot een besparing op de uitgaven van individuele voorzieningen. Bijvoorbeeld de Boodschappenhulp. Die wordt verzorgd door vrijwilligers met een WWB- uitkering. Deze helpen Wmo-cliënten die hier voorheen een individuele voorziening voor kregen die de gemeente circa €25 per uur kostte. Het is niet alleen goedkoper, maar ook draagt het bij aan het sociale netwerk zowel van cliënt als WWB – er.
Pagina 32 van 118
Producten:
Vrijwilligerscentrale, Vaals Helpt
Doel:
Integrale benadering van kwetsbare en hulpbehoevende burgers (o.a. WWB-ers) door persoonlijke begeleiding en koppeling aan vrijwilligers(initiatieven), met als doel doorstroming op de participatieladder. Waardoor mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen in hun eigen omgeving, zonder een beroep te moeten doen op dure individuele voorzieningen. Ook bouwen mensen een eigen sociaal netwerk op en zijn van toegevoegde waarde voor de gemeenschap. Dit voor een gevoel van eigenwaarde, waardoor de zelfredzaamheid wordt bevorderd. Verdere inbedding van de werkwijze van de Vrijwilligerscentrale: a. een directe en persoonlijke bemiddeling van vacatures en kandidaten; b. het creëren van een sociaal netwerk, daar waar de burger dit niet zelf organiseert en het creëren van algemene voorzieningen (onder de noemer Vaals Helpt), waardoor burgers zo lang mogelijk zelfstandig en in de eigen omgeving kunnen blijven wonen. Professionaliseren vrijwilligerswerk waardoor initiatief bij vrijwilligers ligt m.b.t. organiseren vrijwilligersactiviteiten. Gemeente in de regie, vrijwilligers in de uitvoering Het activeren van jongeren om vrijwilligerswerk te verrichten o.a. door actieve bemiddeling bij Maatschappelijke stages.
Effect
Het aantal aanmeldingen van vrijwilligers en bemiddelingen stijgt of blijft minimaal gelijk. Het gebruik van algemene voorzieningen en inzet door vrijwilligers stijgt Kosten individuele voorzieningen dalen Aantal WWB-ers die door- of uitstromen stijgt
Activiteiten 2014
scootmobielpool, boodschappenhulp, klussenhulp, strijkservice, marktbezoek.
WMO-loket (2) en decentralisatie AWBZ (5) Het Wmo-loket is de belichaming van het ‘gekantelde werken volgens de verantwoordelijkheidsladder’. Dit blijkt al vanaf het eerste contact, door niet meer te werken met aanvraagformulieren, maar met meldingsformulieren waarop de cliënt een probleem kan aangeven (i.p.v. een voorziening te claimen). Het doel hiervan is van het automatisme van duurdere individuele voorzieningen te schuiven naar de inzet van andere oplossingen in het eigen netwerk of met algemene voorzieningen (bijvoorbeeld boodschappenhulp, scootmobielpool). In 2007 is de eerste functie uit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo, dat betrof de hulp bij het huishouden. Het wetsvoorstel dat toeziet op wijziging van de Wmo is medio juli vrijgegeven voor consultatie. Voor een deel vallen de maatregelen in de nieuwe taken per 1 januari 2015. Voor een deel ook zullen de effecten in 2014 merkbaar zijn. Het betreft de volgende maatregelen: Bijstelling budget voor huishoudelijke hulp De voorziening hulp bij het huishouden in de Wmo wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien Middelen maatwerkvoorziening In het Regeerakkoord is afgesproken dat de bestaande regelingen voor financiële compensatie (Wtcg, CER en de regeling specifieke zorgkosten) worden afgeschaft. Het budget van de bestaande regelingen wordt vanaf 2014 tot en met 2017 getrapt overgeheveld naar het gemeentefonds. Extramuraliseren lage ZZP’s voor gemeenten In het Begrotingsakkoord 2013 is vastgelegd dat de lichte zorgzwaartepaketten in de AWBZ voor nieuwe gevallen (23 jaar en ouder) worden ge-extramuraliseerd. Daarmee is in 2013 begonnen, in 2014 komen daar nog enkele doelgroepen bij. Deze mensen zullen mogelijk langer een beroep doen op de Wmo, omdat ze niet meer in aanmerking komen voor verblijf in een verzorgingshuis. Het jaar 2014 zal ook in het teken staan van de voorbereiding van Decentralisatie AWBZ; de functies Begeleiding (individueel en groepsbegeleiding alsmede kortdurend verblijf en vervoer en Persoonlijke Verzorging worden per 1 januari 2015 uit de AWBZ geschrapt en gemeenten worden via de Wmo verantwoordelijk voor het compenseren van doelgroepen met een beperking op dit vlak. Aangezien de overheveling gepaard zal gaan met een grote bezuinigingstaakstelling van -25% (Begeleiding) respectievelijk -15% (Persoonlijke Verzorging) zal het gekanteld werken van evident belang zijn bij de het realiseren van deze grote opgave.
Pagina 33 van 118
Producten:
Woonvoorzieningen, Rolstoelen, Vervoersvoorzieningen, Hulp bij het huishouden, persoonsgebonden budget
Doel:
Het voorbereiden van de gemeente voor de uitvoering van de gewijzigde Wmo, binnen de daartoe gestelde inhoudelijke, financiële en procesmatige kaders Het budgettair neutraal uitvoeren van de taken in het sociale domein Een verdere kanteling van de Wmo en het inzetten op verschuiving op de verantwoordelijkheidsladder. Bevorderen van de zelfredzaamheid. Mensen indien nodig ondersteunen in hun bijdrage aan de samenleving. Mensen toerusten om maatschappelijk te participeren
Effect
Schuiven op de verantwoordelijkheidsladder, met bijvoorbeeld als resultaat een verlaging van de lasten voor individuele voorzieningen (onder een vergelijkbare populatie en omstandigheden) of een verlaging van het aantal meldingen dat niet leidt tot een aanvraag voor een individuele voorziening. Klanttevredenheid blijft gelijk of stijgt De gemeente is klaar voor de uitvoering van de gewijzigde Wmo
Activiteiten 2014
Implementatie van de wetswijziging Wmo, met daarin onder meer de nieuwe Wmo-taken begeleiding en persoonlijke verzorging, waarbij een belangrijke taak is het herinrichten en ontkokeren van de inzet van passende ondersteuning. In kaart brengen van mogelijke bezuiniging op huishoudelijke hulp, die voor 2015 verwacht wordt Het treffen van regelingen voor het uitvoeren van de maatwerkvoorziening Project transformatie sociaal domein 2015 op schaal Heuvelland. Een verdere kanteling van de Wmo en het inzetten op verschuiving op de verantwoordelijkheidsladder.
Actief burgerschap (1) In de praktijk worden veel verbindingen gelegd tussen de projecten. Het begrip 'Actief Burgerschap' wordt als motto en doel tegelijk gehanteerd. Daarbij gaat het om een waaier van initiatieven, activiteiten, organisaties en ad hoc-verbanden, waarbij burgers, gemeente, instellingen, bedrijven e.d. samenwerken om maatschappelijk relevante doelen te bereiken. Meepraten, meedoen, verantwoordelijkheden delen, zijn trefwoorden die van toepassing zijn. Vanuit die brede insteek kiest Vaals voor een structuur, maat en inhoud die aansluit op die van onze participerende burgers zelf. Voor de een is dat een gestructureerde vorm met overleg- en werkvormen, voor de ander is dat een specifiek, afgerond project waar deskundige en/of betrokken burgers zich rondom scharen. We treden elk initiatief en elke verschijningsvorm positief tegemoet. Niet vanuit de houding dat de gemeente bepaalt hoe anderen zich moeten organiseren en functioneren, maar vanuit een gelijkwaardige positie. Bovenstaande leidt ertoe dat in Vaals geen organisatievorm is die een monopoliepositie op actief burgerschap/gemeenschapsvorming/burgerparticipatie heeft. Buurtplatforms, wijkraden, WMO-raad, platform Zorgdragen voor Jeugd, AED-netwerk, WSW-raad, cliëntenraad Pentasz Mergelland; allemaal organisaties die samen met de gemeente invulling geven aan het begrip 'Actief Burgerschap'; allemaal organisaties met een specifieke structuur, positie en inhoud die allemaal even waardevol zijn. Er hebben tal van bijeenkomsten met organisaties en betrokken burgers plaats gevonden, waarin deze visie samen ontwikkeld is. Een visie die zich vanuit de gemeente kenmerkt door een flexibele, faciliterende houding. Ook is de gemeente vanuit de visie permanent op zoek naar kruisverbanden met beleidsvelden als bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, WWB en WMO. Actief burgerschap is facetbeleid bij uitstek; het is een grondhouding die zich vertaalt in beleid, in uitvoering en in samenwerking.
Pagina 34 van 118
Deel 3. 3.1.
Financiën
Financieel overzicht
Hiervoor is in beeld gebracht welke speerpunten in dit programma voor de komende tijd zijn opgenomen en op welke manier deze een bijdrage moeten leveren om de actuele problematiek te verminderen dan wel op te lossen. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de financiële impact van de onderdelen van dit programma. Op grond van de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is bepaald dat indien de financiële afwijking ten opzichte van de geraamde lasten van dit programma groter dreigt te worden dan € 15.000, het college vooraf toestemming (autorisatie) van de raad nodig heeft om bepaalde uitgaven te verrichten. Programma-begroting MENS en VOORZIENINGEN
bedragen x € 1.000
Realisatie 2012
Raming 2013 (na wijzig.)
Raming 2014
Raming 2015
Raming raming 2017 2016
-73
-172
-106
-105
-104
-97
-482
-486
-485
-458
-460
-452
-1.313
-1.315
-1.266
-1.188
-1.131
-1.122
-52
-54
-56
-54
-56
-54
-2.202
-2.123
-2.018
-1.940
-1.955
-1.945
Gezondheidszorg
-250
-217
-208
-206
-210
-210
Vrijwilligers
-216
-148
-231
-156
-147
-125
Cultureel verenigingsleven
-410
-398
-432
-396
-408
-401
Kunst & vorming
-337
-368
-356
-329
-331
-332
Sport
-599
-741
-599
-613
-662
-582
-5.934
-6.022
-5.757
-5.445
-5.464
-5.320
Leefbaarheid buurten & wijken
0
0
0
0
0
0
Jeugd & Jongeren
3
0
0
0
0
0
367
328
299
242
229
229
0
0
0
0
0
0
294
156
157
157
157
157
0
0
0
0
0
0
155
0
75
13
0
0
68
74
48
74
74
74
Kunst & vorming
5
5
5
5
5
5
Sport
1
0
4
4
4
4
893
563
588
495
469
469
-5.041
-5.459
-5.169
-4.950
-4.995
-4.851
Lasten: Leefbaarheid buurten & wijken Jeugd & Jongeren Onderwijs Ouderenzorg Maatschappelijke ondersteuning
Totaal lasten: Baten:
Onderwijs Ouderenzorg Maatschappelijke ondersteuning Gezondheidszorg Vrijwilligers Cultureel verenigingsleven
Totaal baten: Saldo programma:
3.2.
Toelichting
Leefbaarheid buurten & wijken De lasten van dit beleidsveld betreffen met name subsidies van de buurtplatforms, onderhoud van de speelterreinen en kapitaallasten activiteitenplein. Jeugd en jongeren De lasten betreffen met name de bijdrage aan het Centrum Jeugd en Gezin, bijdrage in peuterspeelzaalwerk en de jongerenwerker van Trajekt. Pagina 35 van 118
Onderwijs Bij dit onderdeel betreffen de lasten met name de kapitaallasten en beheerskosten van de Brede School (zo'n € 580.000) en de kosten van het leerlingenvervoer (€ 165.000). De daling van de lasten vanaf 2015 wordt met name veroorzaakt door het vervallen van de rijksbijdrage van het inzake onderwijsachterstandenbeleid, waardoor ook de lasten die hier tegenover staan vervallen. De baten betreffen de opbrengsten inzake het verhuur van de Brede School, de uitkering uit het participatiebudget educatie en de GOA-gelden van het ministerie van OC&W. In 2015 vervalt de bijdrage van het rijk inzake onderwijsachterstandenbeleid. Ouderenzorg De lasten betreffen met name doorbelaste salaris- en bedrijfsvoeringskosten. Daarnaast betreffen de lasten subsidies aan plaatselijke ouderenverenigingen. Maatschappelijke ondersteuning De lasten bij dit onderdeel bestaan met name uit de lasten voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de individuele verstrekkingen op het gebied van de WMO (vervoers-, rolstoel- en woonvoorzieningen). De baten betreffen de eigen bijdragen in de huishoudelijke verzorging. Gezondheidszorg De bijdrage aan de GGD betreft met name de last van dit beleidsveld. De daling van de lasten t.o.v. 2013 wordt veroorzaakt door het vervallen van de bijdrage aan Mondriaan Zorggroep. Vrijwilligers De lasten van dit beleidsveld betreffen met name de exploitatielasten van de vrijwilligerscentrale, de kosten voor het jaarlijks houden van een vrijwilligersdag en doorbelaste salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De jaarlijkse fluctuaties bij zowel de lasten als de baten hebben te maken met verschillende Provinciale subsidietrajecten die bij dit beleidsveld lopen. De baten betreffen bijdragen van Provincie Limburg en andere participerende gemeenten in de regionale vrijwilligerscentrale. Cultureel verenigingsleven De subsidies aan de verenigingen, kapitaallasten en het onderhoud van de Obelisk en BMA Lemiers zijn met name de lasten van dit beleidsveld. De fluctuaties in de lasten ontstaan door de schommelingen in de onderhoudslasten van de gemeentelijke gebouwen. De baten bestaan uit verhuur van de Obelisk, BMA Lemiers en de Auw Sjoël. De incidentele lagere baten in 2014 betreft minderopbrengst verhuur BMA Lemiers → zie toelichting in deel 1 – financiën (mutaties bestaand beleid). Kunst en Vorming Met name de subsidie aan stichting de Kopermolen en de exploitatiesubsidie aan de bibliotheek betreffen de lasten van dit beleidsveld. De jaarlijkse schommelingen van de lasten hebben te maken met de verschillende onderhoudslasten van de Kopermolen gedurende de jaren. De bate betreft de verhuur van de Kopermolen. Sport De lasten van het beleidsveld sport bestaan met name uit de subsidies aan de sportverenigingen, exploitatiebijdrage aan Heton Sport en het onderhoud van de gebouwen. De hogere lasten in 2016 hebben te maken met de geraamde onderhoudslasten van de sporthal (ruim € 36.000) en tenniscomplex (€ 31.000). Deze lasten maken deel uit van de totale berekening voorziening onderhoud gebouwen (zie ook paragraaf onderhoud kapitaalgoederen).
Pagina 36 van 118
Programma WONEN en VERKEER Deel 1. 1.1.
Programmabegroting Vaals
2014 Programmaplan
Problematiek en kaders
Inhoud programma
Dit programma richt zich met name op: • het ontwikkelen en uitvoeren van beleid op het vlak van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening; • het realiseren van woningbouwlocaties; • het duurzaam gebruik / de instandhouding van het landelijk gebied; • het onderhouden, instandhouden en verbeteren van de openbare ruimte; • een goede bereikbaarheid van de gemeente alsmede een goede verkeersdoorstroming; • het verminderen van de belasting op het milieu. Onderstaand overzicht maakt inzichtelijk op welke manier het financiële deel van de begroting is verdeeld in onderdelen (beleidsvelden). Programma WONEN en VERKEER
Coördinerend portefeuillehouder: Wethouder Verbeek
Beleidsvelden: Volkshuisvesting Woningbouw Ruimtelijke ordening Buitengebied Openbaar groen Monumentenzorg Milieu Afval Riolen Infrastructuur Verkeer Parkeren
1.2.
Ontwikkelingen en aandachtspunten
Ten aanzien van dit programma hebben we momenteel vooral met de volgende ontwikkelingen en aandachtspunten te maken: • De afgelopen jaren hebben voor Vaals een daling van het aantal inwoners laten zien; door nu in te zetten op de ontwikkelingen bij de RWTH is de verwachting dat deze bevolkingsdaling een halt zal worden toegezegd, zodat waarschijnlijk de komende jaren weer een kleine groei van het aantal (jongere) inwoners zal plaatsvinden; • Scheefgroei in woningvoorraad (de meerderheid van de huurwoningen ligt qua prijs beneden de huursubsidiegrens) en bevolkingssamenstelling; • Delen van kernen behoeven kwalitatieve opwaardering; • Doorstroming van het (toeristisch-recreatieve) verkeer leidt tot grote verkeersdrukte op / overbelasting van de Maastrichterlaan => gevaar voor dichtslibben van het kernwinkelgebied; • Actieve aanpak van het openbare groen gewenst, mede in het kader van de leefbaarheid;
Pagina 37 van 118
1.3.
Ambitie strategische visie
Een aantrekkelijke woonomgeving kan ons streven naar het behouden en aantrekken van inwoners, en dus een goede leefbaarheid in de wijken, voor een belangrijk deel ondersteunen. Het is van belang de balans in het woningaanbod te herstellen en de woonomgeving op te waarderen. Daarbij staan kwaliteit en duurzaamheid voorop. In onze stadse kern kunnen de historische omgeving en een attractief winkel- en verblijfscentrum een belangrijke kwaliteitsimpuls bieden. In het buitengebied dienen we vooral in te zetten op natuur- en landschapsherstel. Als sprekend voorbeeld mag de herontwikkeling van het Koningin Julianaplein gelden. Het is een ruimtelijk project, maar de ontwikkeling start bij de wens van mensen om in een aantrekkelijke en veilige omgeving te leven, te wonen en te werken. De afgelopen jaren is in de regio stevig gediscussieerd over de woningmarkt, krimp en de effecten daarvan op het volkshuisvestingsbeleid, resulterende in de regionale woonvisie en de provinciale woonverordening. Uit beide documenten blijkt duidelijk dat de specifieke belangen van Vaals onderbouwd ingebracht, gehoord en geborgd zijn. Er is ruimte voor ontwikkelingen die verband houden met de Akense woningmarkt; er is ruimte voor projecten voor studentenhuisvesting; er is ruimte voor de creatieve aanpak van “rotte plekken” in het buitengebied en van monumentale c.q. beeldbepalende objecten. Met het multidisciplinaire project Stilte en Leefkwaliteit Buitengebied is de aanpak bepaald die het fundament vormt onder een gezond evenwicht tussen het beleven, het wonen, het benutten en het behouden van ons buitengebied met zijn unieke natuurwaarden.
Pagina 38 van 118
Deel 2.
Doelstellingen en activiteiten
In dit deel wordt per programma-onderdeel in beeld gebracht wat we per speerpunt willen gaan bereiken in de komende periode en wat we daarvoor gaan doen. Tevens wordt aangegeven wanneer een en ander qua tijdpad te verwachten is en, indien mogelijk, hoe het bereikte resultaat meetbaar gemaakt kan worden. Voor wat betreft de speerpunten is net zoals vorig jaar een onderscheid gemaakt tussen zogenaamde 'bestuurlijke prioriteiten' en 'overige onderwerpen'. Aangezien we volledig afhankelijk zijn van bewegingen en ontwikkelingen in de markt en van diverse marktpartijen zal 'hard' gestuurd worden op kwaliteit; kwaliteit van planontwikkeling, kwaliteit van investering in de leefbaarheid, kwaliteit van investering in de toekomst. Het behalen van doelstellingen (en effecten) en het halen van de planning is bij de 'overige onderwerpen' niet minder belangrijk => de prioriteit zal echter liggen bij de 'bestuurlijke prioriteiten'. Net zoals in voorgaande jaren zal ook middels de bestuursrapportages ingegaan worden op de stand van zaken betreffende o.a. de kwaliteit (realisatie doelstellingen), de planning, financiën en ontwikkeling risico's van deze 'bestuurlijke prioriteiten'.
Bestuurlijke prioriteiten 2.1.
Ruimtelijke ordening
Stadsvernieuwingsproject Von Clermontpark 1 en 2 Het stadsvernieuwingsproject Von Clermontpark is een project waarbij een aantal strategische ambities en processen samen komen: opwaardering woonomgeving, investering in leefklimaat (zowel maatschappelijk als economisch), streven naar een evenwichtige bevolkingsopbouw, een oriëntatie op de ontwikkelingen in de grensregio. De aanhoudende economische crisis en recessie hinderen ons in het voorspoedig realiseren van de strategische projecten. De rijksbezuinigingen en stelselherzieningen trekken een zware wissel op onze financiële huishouding en ons ambitieniveau. De gemeente is permanent in overleg met partijen die interesse hebben in ontwikkelingen die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke ambities. Maar ook bij die partijen is sprake van crisis en recessie, dus de processen verlopen moeizaam en niet volgens onze planning. Desondanks houdt het College goede hoop op een spoedige ontwikkeling in het plangebied die kan leiden tot een domino-effect. Het Von Clermontpark is gesitueerd in het gebied tussen de Maastrichterlaan, de Beemderlaan, de Jos Francotteweg de Sneeuwberglaan, het voormalig voetbalterrein en voormalige Hekkert garage. Het betreft hier een zeer centraal gelegen centrumgebied met ruimtelijke kwaliteit, dat tot uitdrukking komt door de reeds gerealiseerde bebouwing en de parkachtige aanleg van de openbare ruimte, waarbij de Obelisk een zeer gewaardeerd kunstwerk is. Actuele problematiek De gemeente is in onderhandeling met een nieuwe investeerder om verdere ontwikkelingen mogelijk te maken. Vandaar dat alle onderstaande planningen indicatief van aard zijn. Marktverkenningen en afzetbaarheid van de woningen en overige huisvesting (studenten en boarding house) zijn ook bepalend voor de planning van de bouwactiviteiten. Aan het voormalig voetbalterrein hebben verschillende ontwikkelaars een ontwerp plan voorgelegd, dit moet nog verder worden uitgewerkt. Bij het Hekkert terrein is een plan uitgewerkt voor studentenwoningen, maar nog geen eindinvesteerder. Doelstelling • Opwaardering ruimtelijke kwaliteit; • Ombuiging daling inwonersaantal; • Meer evenwichtige mix van woningvoorraad en bevolkingssamenstelling. • Het doel is om via het nieuw BP “Selzerbeek “op te stellen om nieuwe planologisch – juridisch kader voor het plangebied te formuleren, met inachtneming van de gemeentelijke eisen en voorwaarden. • Mogelijke risico's • • • •
Risico planrealisatie Inspraak in BP procedure en bij aanvraag omgevingsvergunning mogelijk te weinig interesse van investeerders c.q. eindbeleggers mogelijk geen leningen en of geldstromen om realisatie mogelijk te maken.
Planning activiteiten / producten Realisatie blok A en de overige blokken C en D. Wanneer?
Wat?
Pagina 39 van 118
Planning activiteiten / producten Najaar 2013
Afhandelen bestemmingsplan met de geplande ontwikkeling voor de blokken A,en mogelijk C en D en uitwerken plannen met investeerder / ontwikkelaar.
2014 / 2015
Start bouw blok A (afhankelijk van inspraak, afgifte omgevingsvergunning). Het onderzoeken en ontwikkelen van de diverse locaties
Woningbouwprogramma Vijlen Omschrijving project/prioriteit De raad heeft op 19 december 2005 bij de behandeling van de dorpsvisie Vijlen aan het college de opdracht gegeven om een woonbehoefte-onderzoek voor de kern Vijlen uit te laten voeren alsmede de terugkeerbehoefte van ex-inwoners van Vijlen te peilen. Uit het onderzoek is gebleken, dat de kwaliteit en kwantiteit van de woningvoorraad in Vijlen niet voldoet aan de toekomstige behoefte. Hierdoor komt de opgave om de kernen leefbaar te houden in gevaar. Doelstelling Realiseren (=bouwen) van 41 woningen in Vijlen met name afgestemd op ouderen. In eerste instantie wordt ingezet op 21 woningen WOZOCO, 6 patiowoningen en 6 starterswoningen. In dit plan zijn 8 vrije particuliere bouwkavels opgenomen . Mogelijke risico's • •
vertraagde verkoop van de bouwkavels zou kunnen lijden tot latere bebouwing op de nog vrij kavels. Vertraagde oplevering nieuwbouw door eventuele weersomstandigheden
Planning activiteiten / producten Wanneer?
Wat?
Voorjaar 2014
De nieuwbouw van het WoZoCo en de 6 patiowoningen en 6 starterswoningen zullen worden opgeleverd
2014
Er zijn 4 kavels verkocht waarvan 3 stuks reeds bebouwd zijn en 1 nog in uitvoering. Verdere verkoop en realisatie overige 4 particuliere bouwkavels (looptijd afhankelijk van verkoop)
Voorjaar 2014
Na realisatie van de nieuwbouw van de WsV zal de bouwweg als definitieve weg en trottoirs aangelegd worden.
Julianaplein (opwaardering centrum Vaals) Omschrijving project/prioriteit De kernen van de gemeente Vaals herbergen veel goede elementen voor een attractieve woonomgeving. Voor de kern Vaals vormt het historische centrum de belangrijkste onderscheidende basis. Het centrum behoeft een opwaardering, waarbij gezocht wordt naar een mix van woningen en mensen. Daarnaast wordt nadrukkelijk gekeken naar toevoeging van retail, horeca en ondergronds parkeren. Het Julianaplein moet een levendig plein worden, waar mensen elkaar ontmoeten en kunnen verblijven op een prachtig ingerichte openbare ruimte, die niet alleen voorzien is van mooie bebouwing maar waar tevens aandacht is voor groen en blauw (water). Met als basisgedachte “concentreren” in plaats van “deconcentreren” wil de gemeente primair in samenwerking met haar strategische partner de Woningstichting werken aan een attractief Julianaplein voor Vaals, waarin de gewenste ontwikkeling, zoals hiervoren geschetst, gestalte zal krijgen. Doelstelling Middels de realisatie van het centrumplan kan in de kern Vaals een combinatie van hoogwaardige woningbouw, horeca, winkelvoorzieningen, monumenten en openbare ruimte ontstaan, welke goed wordt ontsloten en voorzien wordt van voldoende parkeergelegenheid en een ontmoetingsplek van formaat.
Pagina 40 van 118
Mogelijke risico's •
• •
Financieel risico Het project Julianaplein heeft een eigen grondexploitatie. Op 25 juni 2012 heeft uw raad de grondexploitatie voor dit project vastgesteld. Het tekort op de grondexploitatie bedraagt € 600.000 (te verdelen over beide partners). Doelstelling is om dit tekort gedekt te krijgen middels het verkrijgen van subsidies. Verder heeft uw raad diverse wensen en uitgangspunten geuit over het Koningin Julianaplein. Ten behoeve van deze wensen en uitgangspunten is € 1.2 miljoen geactiveerd en afgeschreven. Het ontwerp van de openbare ruimte is opgesteld op basis van dit krediet. De werkelijke kosten kunnen echter hoger zijn dan begroot. Dit is echter inherent aan alle projecten. Risico t.a.v. derden partijen Realisatie van het project vindt plaats in samenwerking met diverse externe partijen (waarbij de woningstichting de grootste partner is). Planning en uitvoering is derhalve ook afhankelijk van deze partijen.
Planning activiteiten / producten Wanneer?
Wat?
Eind 2013
Uitwerken plannen en doorlopen vergunningsprocedure: Definitieve ontwerpen voor bebouwing en openbare ruimte zijn eind 2013 gereed. Op basis van de definitieve ontwerpen wordt de omgevingsvergunning aangevraagd. Afhankelijk van het verloop van de procedure (bezwaar en beroep) wordt de vergunning afgegeven begin 2014, dan wel later. Indien een hotel in het plan verwerkt wordt, moet een uitgebreide procedure doorlopen worden (i.v.m. brandveiligheid).
Voorjaar 2014
In februari start de Woningstichting met de sloop van de bebouwing aan het Koningin Julianaplein. Tijdens de reconstructie van fase drie Maastrichterlaan (Jos Francotteweg-Beemderlaan) wordt niet gesloopt, dan worden enkel voorbereidende werkzaamheden getroffen.
Najaar 2014
Start bouw Woningstichting Vaals
2015
Afronding bouwwerkzaamheden Woningstichting Start werkzaamheden openbare ruimte
2016
Eind 2016 afronding inrichting openbare ruimte
Panden Lindestraat Omschrijving project/prioriteit Op 20 juni 2013 heeft de Gemeente Vaals, gelet op strategische overwegingen, de panden Lindenstraat 9, 9a t/m 9d, 11a t/m 11d, 13, 13a t/m 13g, 15 en 15a t/m 15g aangekocht. Doelstelling Doel is het om een kwaliteitsverbetering te weeg te brengen door de panden te renoveren en deze na renovatie te verhuren aan studenten. Mogelijke risico's • Voor de huidige huurders dient alternatieve woonruimte gevonden te worden; • Op dit moment wordt onderzocht wat de huidige toestand van de panden is. Op basis van de toestand zal een calculatie tot stand komen van de totale renovatiekosten • Intentie is de panden minimaal vijf jaar aan studenten te verhuren Planning activiteiten / producten Wanneer?
Wat?
Eind 2013 – voorjaar 2014
Renovatie
Voorjaar 2014
Start verhuur aan studenten
Revitalisering Economisch Centrum Omschrijving project/prioriteit Het project is gericht op het terug verkrijgen van levendigheid in het gebied Kerkstraat, Lindenstraat en omgeving. In samenwerking met de Provincie en Walas is hiervoor in 2013 een stichting tUrbine in het leven geroepen. De gemeente is opdrachtgever en heeft € Pagina 41 van 118
50.000 uitgetrokken voor exploitatie van dit project. Verder brengt de Provincie € 50.000 subsidie in voor exploitatie. Tevens stelt de Provincie € 150.000 in als subsidie voor het Fonds Tussentijd, en € 150.000 voorfinanciering van het project. Deze laatste moet uiteindelijk weer worden terugbetaald aan de Provincie uit het fonds. Walas-Concepts brengt uren in, voor een tegenwaarde van € 50.000. Doelstelling Het opnieuw vullen van leegstaande gebouwen en ruimtes middels maatschappelijke ontwikkelingen en creatieve ideeën, waardoor de levendigheid terugkomt in het gebied en de leefbaarheid weer wordt versterkt. Een bijkomend doel is het inzetten van werkzoekenden/arbeidsparticipatie. Voor de korte termijn wordt met name ingestoken op (tijdelijk) gebruik van ruimten/verminderen van leegstand. • • • • • •
afname leegstand toename economische bedrijvigheid opwaardering oude en monumentale panden afname verloedering en daarmee samenhangende criminaliteit toename creativiteit energie en initiatieven (structurele) inzet van arbeidsre-integratie/- participatie
Mogelijke risico's Bij ondersteuning van maatschappelijke en economische initiatieven wordt een financieel risico gelopen. Planning activiteiten / producten Wanneer?
Wat?
2013
Inventarisatie leegstaande panden en ruimte. In contact met eigenaren worden leegstaande panden geinventariseerd, worden mogelijkheden verkend en worden contracten gesloten over de inzet van die panden/ruimtes in het kader van tURBIne Vaals.
2013
Inventarisatie maatschappelijke en economische initiatieven. In contact met ondernemers, organisaties en initiatiefnemers worden sociale, culturele, maatschappelijke en economische initiatieven verkend en beoordeeld op hun potentie in het kader van tURBIne Vaals.
2014
Matchmaking. Leegstaande ruimtes en panden en maatschappelijk-economische initiatieven worden aan elkaar gekoppeld om zodoende de gewenste economische en maatschappelijk opbloei van het centrum te stimuleren.
2015/2016
Ondersteuning. Overdracht expertise Walas-Concepts aan stichting, gemeente, provincie. Beeindiging betrokkenheid Walas-Concepts
2017 e.v
2.2.
Structurele voortzetting project en fonds bij gebleken succes
Buitengebied
Recreatief gebruik buitengebied / Kwaliteitsverbetering stiltegebieden (buitengebied) Omschrijving project/prioriteit In de strategische visie 2012 is aangegeven dat sprake moet zijn van een evenwichtig gebruik van het buitengebied. Het buitengebied als grensoverschrijdend natuurgebied, waarin vooral fietsen en wandelen worden gepromoot en ondersteund. Ingezet dient te worden op het behouden en versterken van de kwaliteit van het buitengebied. In het uitvoeringsplan Strategische Visie 2012 is opgenomen dat een plan zal worden opgesteld waarin verkeers- en parkeerdruk in het buitengebied wordt gereguleerd, gericht op toename van wandel en fietsmogelijkheden (verkeersplan buitengebied). In dit plan dient het gemotoriseerd verkeer meer ruimte te maken voor wandelen en fietsen. Ook in het raadsakkoord 2010-2014 is nadrukkelijk stilgestaan bij het behoud van de kwaliteiten van het buitengebied. De volgende passage is in het akkoord opgenomen over het buitengebied. “Ons fantastisch buitengebied is niet alleen een economische trekker van jewelste maar ook voor ons een plek waar we kunnen genieten en tot rust kunnen komen. We gaan het buitengebied beter beschermen door de overlast van gemotoriseerd verkeer aan te pakken en te reguleren. Indien nodig zijn we bereid om de meest waardevolle plekken uitsluitend selectief bereikbaar te maken”. Stiltegebieden waarvan we er 2 in de gemeente Vaals hebben geven een hoogwaardige kwaliteitsimpuls aan de leefomgeving: een belangrijke kernwaarde van het keurmerk Cittaslow.
Pagina 42 van 118
Doelstelling De doelstellingen zijn gekoppeld aan de programmapunten: • • • • • • • •
Het zorgen voor een (meer) evenwichtig gebruik van het buitengebied; Het creëren van stilte en leefkwaliteit in het buitengebied; Het versterken van de beleving en bewustwording van stilte en rust in het buitengebied (ook als onderdeel van het Cittaslow keurmerk) met behulp van actief burgerschap; Het markeren en beter herkenbaar maken van het stiltegebied; Het beter begaanbaar maken van onverharde verbindingswegen tussen hoofdzakelijk de kernen; Het verbeteren van de kwaliteit van de diverse wandel- en fietspaden in het buitengebied; Het behouden en versterken van kwalitatief hoogwaardige landschapselementen in het buitengebied; Het verkrijgen van inzicht in de wensen/behoeften m.b.t. extensieve recreatie en verblijfstoerisme;
Mogelijke risico's De risico’s verschillen per programmapunt, waarbij het niet zo zeer financiële risico’s zijn, maar eerder risico’s ten aanzien van de voortgang. Enkele programmapunten zijn zeer concreet in te vullen en te realiseren. Andere programmapunten dienen uitgewerkt te worden in samenspraak met inwoners,(horeca)ondernemers, agrariërs etc. Ook Staatsbosbeheer is als “grootgrondeigenaar” een belangrijke samenwerkingspartner. Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
Voorjaar 2014
plan voor passages, “poorten” en (parkeer)voorzieningen naar/in de stiltegebieden. Uitvoeren van het “ontwerp” van een landschapsarchitect op een drietal locaties
Voorjaar 2014
verbeteren van onverharde fiets- en scootmobielroutes
2014 e.v.j.
behouden van landschapselementen en stimuleren van de aanleg (als onderdeel van het groenstructuurplan)
2014
ontwikkelen van een visie op de toekomst van extensieve recreatie en verblijfstoerisme in het buitengebied
2.3.
Verkeer
Verkeersdoorstroming / Reconstructie Maastrichterlaan Omschrijving project/prioriteit De verkeersafwikkeling op de Maastrichterlaan is lange tijd onderwerp van discussie geweest. De Maastrichterlaan heeft met name in het kernwinkelgebied zowel een verblijfsfunctie alsook een verkeersfunctie. De combinatie van deze functies leidt ertoe dat knelpunten worden ervaren op het gebied van leefbaarheid en bereikbaarheid. De provincie Limburg voert de reconstructie uit op basis van het ontwerp waarbij de middengeleider in het kernwinkelgebied versmald is tot 1,5 meter. Gelijk met de provinciale reconstructie van de Maastrichterlaan zal het gemeentelijke riool deels vervangen deels uitgebreid worden. Het geheel (weg en riool) wordt aanbesteed door de Provincie Limburg. Actuele problematiek De gemeente fungeert in deze als intermediair tussen de inwoners, ondernemers, bezoekers en de Provincie Limburg. De belanghebbenden bepalen mede de wijze waarop de uitvoering zal plaatsvinden (gehele afsluiting dan wel gefaseerd) en daarmee samenhangend de duur van de uitvoering. In overleg met ondernemers is de voorkeur uitgesproken om niet te werken met een volledige afsluiting maar bij een aanpak waarbij de bereikbaarheid van Vaals gewaarborgd blijft. Dit betekent dat doorgaand verkeer in Vaals mogelijk blijft tijdens de uitvoering, e.e.a. wordt mede mogelijk gemaakt door een tijdelijke ontsluiting (4de arm) van de rotonde bij de Lemierserberg. Doelstelling Verbeteren van de verkeersdoorstroming en bereikbaarheid op de Maastrichterlaan en het kernwinkelgebied in het bijzonder. De leefbaarheid van aanwonenden aan en gebruikers van de Maastrichterlaan nu en in de toekomst waarborgen. Onderhouden van en verbeteren van het riool in de Maastrichterlaan.
Pagina 43 van 118
Mogelijke risico's • • •
Provincie Limburg voert het project uit. De gemeente heeft beperkte zeggenschap. Planning en werkwijze wordt bepaald door Provincie Limburg. Bodemverontreiniging: Kosten voor eventueel geconstateerde bodemverontreiniging zijn verdeeld op basis van verhouding gemeentelijk werk en provinciaal werk. Nadeelcompensatie: Te vergoeden nadeelcompensatie wordt bepaald door de verhouding gemeentelijke kosten – provinciale kosten, voor zover te herleiden uit het civiel bestek
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
Medio – eind 2013
Afronding blok 4 (kernwinkelgebied) Afronding blok 1 (Politiebureau – Prins Bernardstraat)
Voorjaar 2014
Aanleg blok 2 (Prins Bernardstraat – Jos Francotteweg)
Voorjaar – medio 2014
Aanleg blok 3 (Jos Francotteweg – Beemderlaan)
Overige onderwerpen Bestemmingsplannen Doelstelling • • •
vaststelling bestemmingsplan Kern Vaals vaststelling bestemmingsplan Camerig 22 vaststelling bestemmingsplan Archeologie
Mogelijke risico's: van invloed op het moment van het bereiken van de doelstelling zijn: • • •
politieke discussies onderhandelingen/te sluiten overeenkomsten met externen (Camerig 22) ingediende zienswijzen, bezwaarschriften, beroepschriften en de afhandeling daarvan
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
1e kwartaal 2014
Vaststelling bp Camerig 22. voorbereidingen (opgepakt in 2013), ontwerp ter inzage, zienswijzen, vaststelling, beroep
Medio 2014
Vaststelling bp Kern Vaals; voorbereidingen (start 2013), ontwerp ter inzage, zienswijzen, vaststelling, beroep
Monumentenbeleid Doelstelling Het College ziet het monumentenbeleid als een middel om een aantal strategische doelen te bereiken. Allereerst natuurlijk het zo aantrekkelijk mogelijk houden van de woonomgeving voor onze burgers. Door het zoveel mogelijk behouden en beschermen van ons waardevol erfgoed, vervullen we een belangrijke voorwaarde waarmee de eigen Vaalser identiteit intact en zichtbaar blijft. Ook in economisch opzicht speelt het behoud van ons erfgoed een belangrijke rol. Immers, ons gezamenlijk streven is erop gericht om niet alleen bezoekers naar het buitengebied en de attracties (m.n. het drielandenpunt) te trekken, maar ook onze kernen zodanig attractief te houden, dat bezoekers ook daar tijd doorbrengen. De gemeenteraad heeft in september 2013 kaders meegegeven voor de verdere ontwikkeling van het monumentenbeleid. Uit die kaderstelling blijkt dat draagvlak essentieel is om te komen tot beleid op dit punt. Streven is om medio 2014 een doorontwikkeld stuk aan de gemeenteraad voor te leggen. Mogelijke risico's: •
Indien wordt besloten om niet over te gaan tot aanwijzen van gemeentelijke monumenten heeft dit tot gevolg dat er geen controle is over de staat en de veranderingen aan karakteristieke en beeldbepalende panden. Hiermee is de waarborging van de cultuurhistorische waarden niet meer gegarandeerd, maar wordt niet in strijdt met de wet gehandeld. Wel kunnen reactieve aanwijzingen volgen door Provincie en Rijk op bestemmingsplannen in verband met onzorgvuldige Pagina 44 van 118
•
•
totstandkoming. Eigenaren van potentiële gemeentelijke monumenten kunnen zienswijzen indienen tegen het aanwijzen van hun eigendom als gemeentelijk monument. Uit artikel 8:3 Awb volgt dat geen (directe) rechtsbescherming openstaat tegen verordeningen en beleidsregels. Eigenaren van gemeentelijke monumenten kunnen zienswijzen en aansluitend beroep indienen tegen de vaststelling van het “Paraplu-bestemmingsplan Archeologie en Cultuurhistorische Waarden”.
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
2014
Opstellen en vaststellen monumentenbeleid
Groenstructuurplan Doelstelling Het Groenstructuurplan (GSP) is door de raad vastgesteld op 13 juli 2009. Voor de uitvoering van projecten is € 550.000 beschikbaar gesteld voor de periode 2010-2024. Voor 2014 staat het aanbrengen van boomstructuren en het verfraaien van diverse entrees tot kernen en buurtschappen op het programma. Bij invulling hiervan wordt gestreefd naar integratie met de uitvoering van ‘groenaankleding’ van het project ‘Stilte- en leefkwaliteit’. Mogelijke risico's: •
Gebrek aan gemeentelijk ruimte om plannen uit te voeren (denk aan te smalle bermen ter plekke)
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
2014
Aanbrengen boomstructuren, als begeleiding van wegen/paden en beken/beekdalen.
2014
Aanbrengen markante beplating, als overgang tussen gebieden met verschillende functies.
Onderhoud wegen Doelstelling Het beheren/instandhouden van het wegareaal van verharde en onverharde wegen volgens het wegenbeheersplan. Mogelijke risico's: • •
Winterperiode / weersomstandigheden waardoor de meerjarenplanning moet worden bijgesteld, omdat meer wegen verslechterd zijn; Financiële keuzes t.a.v. de nog vast te stellen begroting waardoor het niet haalbaar is om alle geplande wegen uit te voeren.
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
Oktober 2013
Brede raadscommissie waarbij met name ingezoomd zal worden op het aspect 'onderhoud wegen', naar aanleiding van de opmerkingen uit het financieel verdiepingsonderzoek van de Provincie Limburg.
2e en 3e kwartaal 2014
Onderhoud verharde wegen
1e en 4e kwartaal 2014
Onderhoud onverharde wegen
Pagina 45 van 118
Deel 3. 3.1.
Financiën
Financieel overzicht
Hiervoor is in beeld gebracht welke speerpunten in dit programma voor de komende tijd zijn opgenomen en op welke manier deze een bijdrage moeten leveren om de actuele problematiek te verminderen dan wel op te lossen. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de financiële impact van de onderdelen van dit programma. Op grond van de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is bepaald dat indien de financiële afwijking ten opzichte van de geraamde lasten van dit programma groter dreigt te worden dan € 15.000, het college vooraf toestemming (autorisatie) van de raad nodig heeft om bepaalde uitgaven te verrichten. Programma-begroting WONEN en VERKEER
bedragen x € 1.000
realisatie 2012
raming 2013 Raming 2014 Raming 2015 Raming 2016 Raming 2017 (na wijzig.)
Lasten: Volkshuisvesting
-39
-36
-29
-28
-29
-28
Woningbouw
-111
-101
-126
-123
-123
-120
Ruimtelijke ordening
-690
-1.511
-661
-559
-579
-569
Buitengebied
-144
-135
-133
-135
-142
-136
-1.052
-1.194
-1.171
-1.126
-1.156
-1.115
-48
-51
-68
-65
-87
-64
Milieu
-236
-192
-196
-192
-174
-163
Afval
-975
-1.079
-976
-962
-970
-957
Riolen
-994
-1.036
-1.102
-1.123
-1.150
-1.154
-1.733
-1.362
-1.443
-1.443
-1.523
-1.512
Verkeer
-365
-337
-334
-340
-348
-334
Parkeren
-570
-475
-455
-437
-426
-420
-6.957
-7.509
-6.694
-6.533
-6.707
-6.572
Volkshuisvesting
68
0
0
0
0
0
Woningbouw
53
11
11
11
11
10
301
203
253
224
232
240
4
4
5
5
5
5
28
37
32
32
32
32
0
0
0
0
0
0
55
0
0
0
0
0
Afval
1.322
1.162
1.104
1.223
1.232
1.219
Riolen
1.129
1.148
1.197
1.216
1.242
1.247
176
0
0
0
0
0
9
8
8
8
8
8
753
780
780
780
780
780
Totaal baten:
3.898
3.353
3.390
3.499
3.542
3.541
Saldo programma:
-3.059
-4.156
-3.304
-3.034
-3.165
-3.031
Openbaar groen Monumentenzorg
Infrastructuur
Totaal lasten: Baten:
Ruimtelijke ordening Buitengebied Openbaar groen Monumentenzorg Milieu
Infrastructuur Verkeer Parkeren
3.2.
Toelichting
Volkshuisvesting Pagina 46 van 118
De lasten betreffen enerzijds apparaatkosten volkshuisvesting Maastricht en anderzijds doorberekende salaris- en bedrijfsvoeringskosten. Woningbouw De lasten betreffen met name kapitaallasten van de voormalige Kleine Wereld en exploitatielasten van de panden Lindenstraat. De baten betreffen rente-aflossingen door de woningstichting van een in het verleden verstrekte geldlening. Ruimtelijke ordening De lasten van dit beleidsveld betreffen met name de kapitaallasten van de grondexploitaties (Von Clermontpark, Koningin Julianaplein, etc..) en doorberekende salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De zichtbaar lagere lasten vanaf 2014 hebben te maken met de afboeking ad € 915.000 in 2013 inzake Koningin Julianaplein (dekking uit algemene reserve). De baten betreffen bijschrijvingen van boekwaarden bestemmingsplannen. Buitengebied De lasten betreffen met name onderhoud aan (on)gemarkeerde wandelpaden, bijdrage aan IKL Limburg en doorberekende salarisen bedrijfsvoeringslasten. Openbaar groen De lasten van het beleidsveld openbaar groen bestaan met name uit het algemene onderhoud groen in de gemeente Vaals, onderhoud park Bloemendal, maaibeheer, onkruidbestrijding, onderhoud bomen, etc.. De zichtbaar hogere lasten in 2014 hebben te maken met de doorverdeling van de kostenplaats buitendienst (veroorzaakt door een hoger dan andere jaren begroot bedrag voor onderhoud gemeentewerf). Monumentenzorg De lasten van dit beleidsveld betreffen met name doorberekening van salaris- en bedrijfsvoeringslasten en onderhoud gemeentetoren. De zichtbare hogere lasten in 2016 hebben te maken met onderhoud van de gemeentetoren, dat volgens het onderhoudsplan Bremen in dat jaar groot onderhoud zal ondergaan. Milieu De lasten bij dit onderdeel betreffen met name inhuur van externe expertise, de lasten inzake duurzaamheidsinitiatieven en doorberekening van salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De daling van de kosten met ingang van 2016 heeft te maken met de bezuiniging van de duurzaamheidsinitiatieven. Voor een toelichting hierop zie deel 1 – paragraaf 3.3. Afval Onder dit beleidsveld vallen alle lasten en opbrengsten die te maken hebben met de afvalverwerking en afvalstoffenheffing. De zichtbare daling van de lasten heeft te maken met lagere tarieven voor verwerking van restafval en GFT-afval (RD4). De kostendekkendheid van het product afval bedraagt 100%. De oorzaak van hogere baten dan lasten bij dit beleidsveld betreft enerzijds de kwijtscheldingen die bij thema 3 – beleidsveld inkomenszorg geraamd staan, en anderzijds betreft het de compensabele BTW die niet geraamd wordt op dit beleidsveld. De lagere baten in 2014 worden veroorzaakt doordat in 2014 vrijval van de egalisatiereserve belastingtarieven ad € 133.000 plaatsvindt (conform resultaatbestemming jaarrekening 2012). Riolen Onder dit beleidsveld vallen alle lasten en opbrengsten die te maken hebben met de gemeentelijke rioleringen, pompgemalen en de rioolheffing. De kostendekkendheid van het product afval bedraagt 100%. De oorzaak van hogere baten dan lasten bij dit beleidsveld betreft enerzijds de kwijtscheldingen die bij thema 3 – beleidsveld inkomenszorg geraamd staan, en anderzijds betreft het de compensabele BTW die niet geraamd wordt op dit beleidsveld. Infrastructuur Met name kapitaallasten van in het verleden gepleegde wegreconstructies, onderhoud wegen en kosten inzake openbare verlichting vormen de lasten van dit beleidsveld. Verkeer Bij dit beleidsveld betreffen de lasten met name kapitaallasten van in het verleden gepleegde verkeersmaatregelen, aanschaf en onderhoud van verkeersborden en de kosten inzake gladheidsbestrijding. De baten betreffen enerzijds bijdragen van ondernemers inzake de toeristische bewegwijzering en anderzijds de bijdrage voor het VEBO-project (verkeerseducatie basisonderwijs). Parkeren De lasten van dit beleidsveld betreffen met name de kosten inzake de parkeergarage (huur en beheer) en de onderhoudscontracten voor de parkeermeters. De hogere lasten in 2014 en 2015 betreffen het vervangen van parkeermeters (dekking uit reserve parkeren). De baten van dit beleidsveld betreffen de parkeeropbrengsten vaste plaatsen, parkeermeters, parkeergarage en de vergoeding van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Pagina 47 van 118
Pagina 48 van 118
Programma WERK en ECONOMIE Deel 1. 1.1.
Programmabegroting Vaals
2014 Programmaplan
Problematiek en kaders
Inhoud programma
Dit programma richt zich met name op: • werkgelegenheid in de gemeente bevorderen en mensen die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering helpen bij het zoeken naar werk; • het helpen van mensen waarvoor al dan niet met werk nog geen zelfstandig bestaan mogelijk is middels inkomensondersteunende voorzieningen; • het instandhouden en verbeteren van de economische structuur in Vaals, met name de toeristische voorzieningen. Onderstaand overzicht maakt inzichtelijk op welke manier het financiële deel van de begroting is verdeeld in onderdelen (beleidsvelden). Programma WERK en ECONOMIE
Coördinerend portefeuillehouder: Wethouder Kompier
Beleidsvelden: Inkomenszorg Economie Toerisme Evenementen
1.2.
Ontwikkelingen en aandachtspunten
Ten aanzien van dit programma hebben we momenteel vooral met de volgende ontwikkelingen en aandachtspunten te maken: • zwakke sociale structuur (veel huishoudens met een inkomen op het sociaal minimum); • relatief veel bijstandsgerechtigden (historisch bepaald); • onder druk staan (economische) aantrekkingskracht centrum Vaals (kernwinkelgebied); • toename concurrentie op toeristisch gebied (low cost carriers, wandel- en fietsroutenetwerken in andere toeristische gebieden in Nederland, België en Duitsland); • door de decentralisering – denk aan de participatiewet, Jeugdzorg en AWBZ – wordt steeds meer een regierol van de gemeente verwacht c.q. gewenst.
1.3.
Ambitie strategische visie
De kwaliteit van de leefbaarheid en woonomgeving is gebaat bij een goed draaiende lokale economie. Onze kracht ligt in de toeristische kwaliteit van onze gemeente. Dankzij de vele bezoekers kunnen we een voorzieningenniveau voor onze inwoners overeind houden, dat anders voor een gemeente van onze omvang waarschijnlijk niet realistisch zou zijn. We zullen moeten investeren in de toeristische sector om de aantrekkelijkheid voor de langere termijn te waarborgen. Het doel daarbij is meer spreiding van bezoekers in de tijd en een hoger toeristisch bestedingenniveau. Verbeteren van de kwaliteit en de onderlinge samenhang is daarbij onze inzet. Vanuit deze ambitie worden met name de volgende speerpunten opgepakt: • Euregionale oriëntatie => vanuit dit onderwerp worden (structureel) 4 projecten opgepakt, te weten: realisatie Grensinfopunt, arbeidsmarktgerelateerde samen werkingsprojecten met Aken, marketingplan Vaals-Aken en bijeenkomsten Euregionale werkgroep; (zie thema 4 – bestuur & dienstverlening) • Arbeidsmarkt-/uitstroombeleid => Continuering van de ingezette weg zal in 2014 plaatsvinden alsmede een actieve aanpak om instroom proberen te voorkomen / beperken alsmede een actieve benadering van cliënten voor interessante projecten die de gemeente biedt. • Armoedebeleid => uitvoering geven aan nota armoedebeleid; • Toerisme => In 2014 blijft de intensieve samenwerking met de ondernemers en VVV gericht op de verbreding en promotie van het toeristisch product. Tevens zal het grensoverschrijdend wielerbeleid uitgevoerd worden vanuit het coördinatiepunt. Samen met het ondernemerschap worden de mogelijkheden voor een toeristisch treintje geïnventariseerd.
Pagina 49 van 118
Deel 2.
Doelstellingen en activiteiten
In dit deel wordt per programma-onderdeel in beeld gebracht wat we per speerpunt willen gaan bereiken in de komende periode en wat we daarvoor gaan doen. Tevens wordt aangegeven wanneer een en ander qua tijdpad te verwachten is en, indien mogelijk, hoe het bereikte resultaat meetbaar gemaakt kan worden. Voor wat betreft de speerpunten is net zoals vorig jaar een onderscheid gemaakt tussen zogenaamde 'bestuurlijke prioriteiten' en 'overige onderwerpen'. Bij deze 'bestuurlijke prioriteiten' zal 'hard' gestuurd worden op het behalen van doelstellingen (en effecten) en het halen van de planning. Het behalen van doelstellingen (en effecten) en het halen van de planning is bij de 'overige onderwerpen' niet minder belangrijk => de prioriteit zal echter liggen bij de 'bestuurlijke prioriteiten'. Net zoals in voorgaande jaren zal ook middels de bestuursrapportages ingegaan worden op de stand van zaken betreffende o.a. de kwaliteit (realisatie doelstellingen), de planning, financiën en ontwikkeling risico's van deze 'bestuurlijke prioriteiten'.
Bestuurlijke prioriteiten Inkomenszorg en economie Uitstroombeleid, Participatiewet, Economische structuur De invoeringsdata van de “drie decentralisaties” binnen het sociale domein komen steeds dichterbij. Vanuit het rijk wordt aangedrongen op regionale samenwerking. Gemeenten in het Heuvelland zijn overtuigd van de noodzaak tot aanbrengen van samenhang en zijn bezig met het ontdekken van de verbinding tussen de decentralisaties en het brede sociale domein. Economische structuur Vaals heeft een eenzijdige sociaal - economische structuur. De lokale werkgelegenheid is sterk afhankelijk van de toeristische sector. Een versterking van het toerisme is echter een speerpunt wat met name (eu)regionaal dient te worden aangepakt. Op lokaal niveau wordt gewerkt aan een versterking van de arbeidspositie en inkomensondersteuning middels onderstaande onderwerpen: Participatiewet Het jaar 2014 staat in het teken van de invoering van de participatiewet in 2015. Deze wet wordt in het eerste kwartaal van 2014 behandeld in de Eerste Kamer. Naast de formele aspecten van de invoering (zoals het aanpassen van verordeningen en dergelijke door Pentasz als uitvoeringsorganisatie) zal in 2014 al werk worden gemaakt van realiseren van de opgave uit deze participatiewet: het meedoen van mensen naar vermogen, bij voorkeur in een reguliere baan, maar ook in andere vormen van participatie. Dat vergt een kanteling in denken: van voorziening (geld, uitkering, inkomenszekerheid) naar participatie (werk, scholing, tegenprestatie). Dit is de opgave voor zowel nieuwe doelgroepen (wajong) als bestaande doelgroepen (wwb/wsw). Hiermee wachten we niet tot 2015 maar benutten en versterken we de aanpak in Vaals Werkt. Bovenlokaal werken we op schaal Heuvelland1 aan de participatiewet in het project Heuvelland Werkt. Sociale Zaken Voorgesteld wordt het uitvoeringsprogramma uitstroombeleid in 2014 door te trekken. Vaals heeft relatief veel bijstandsgerechtigden (3,4 % in Vaals ten opzichte van 2,3 % landelijk) en daarnaast een hoge instroom. Naast het aantrekkelijke woonklimaat leiden momenteel ook marco-economische omstandigheden (toename werkloosheid) tot een sterkere instroom in de bijstand en groei van het bijstandsbestand van Vaals. Dit ondanks de op peil blijvende uitstroom uit de bijstand. Team Vaals Werkt en de lokale projecten worden gefinancierd uit de rijksbijdrage voor re-integratie. Dit budget zal in de komende jaren fors teruggebracht worden. We moeten met minder geld meer mensen aan het werk krijgen. Dat vergt creativiteit en slimme combinaties, zowel inhoudelijk als financieel. Sociale werkvoorziening In 2014 wordt verder toegewerkt naar een toekomstbestendige sociale werkvoorziening conform de door de raad vastgestelde uitgangspunten. Hoewel de rijksbezuinigingen op het subsidiebedrag per SW - er voor 2014 zijn teruggedraaid, gaan deze per 1 januari 2015 onverminderd door. In de gemeentelijke begroting is hiermee rekening gehouden. In 2014 wordt de heroriëntatie op de uitvoeringsstructuur voor de Wsw afgerond. Zoals bekend maakt Vaals voor de sociale werkvoorziening deel uit van Wozl, terwijl de overige taken in het sociale domein zijn georganiseerd op Heuvellandschaal. Momenteel wordt toegewerkt naar een meer congruente structuur, dit in samenwerking met de gemeenten Gulpen-Wittem en Valkenburg aan de Geul. De raad heeft ingestemd met het voorstel rondom alternatieve mogelijkheden voor de uitvoering van de Wsw, waarbij middels pilots wordt tegemoet gekomen aan uitvoering van (delen van) de Wsw dichter bij huis: in de eigen leefomgeving van de Wsw-er en 1 Gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Valkenbug aan de Geul, Vaals Pagina 50 van 118
onder gemeentelijke regie. Dit moet in 2014 vorm krijgen. Instroombeperkingen De Nederlandse economie bevindt zich in een recessie, en hoewel de Vaalser arbeidsmarkt zich voor een deel buiten Nederland bevindt, is dit toch van invloed op de mate waarin het lukt mensen naar regulier werk te laten uitstromen. Deze macroeconomische factoren zijn ook van invloed op de instroom in de bijstand, dit terwijl bekend is dat Vaals sowieso al een grote aantrekkingskracht heeft op bijstandsgerechtigden van elders en onze instroom historisch hoog is. De acties die de gemeente Vaals heeft uitgezet om de instroom aan te pakken zijn bekend (pilot Vaals instroom EU-burgers, aanpak huisvestingsproblematiek, ontmoedigingsbeleid door inzet op sociale recherche en activering vanaf dag een). Omschrijving project/prioriteit De activiteiten richten zich op de verbetering van de participatie. Bij voorkeur in een reguliere baan, maar ook in andere vormen van participatie. Verder richten de activiteiten zich op het verkrijgen van een optimale beleidsintegraliteit aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Tevens zijn projecten gericht op versterking economische structuur opgepakt (zie thema 2 – wonen & verkeer, revitalisering economisch centrum). Doelstellingen • • • •
Behoud van bestaande en aantrekken van nieuwe werkgelegenheid; Afname van het aantal bijstandgerechtigden middels uitstroom naar werk / uit de bijstand. Voorbereiding op nieuwe regeling onderkant arbeidsmarkt Door een integrale aanpak van het sociale domein meer mensen te laten participeren.
Mogelijke risico's • • •
Budgetten voor 2014 worden naar verwachting pas in oktober 2013 bekend. De invloed op de omvang van het bijstandsbestand is beperkt, op veel van de factoren die het aantal bijstandsgerechtigen beïnvloeden hebben wij nauwelijks invloed (denk aan instroom en aan macro-economische factoren). Gemeentelijke bijdrage aan de WSW als gevolg van de tekorten
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
2014
Continueren van: Verbeteren woonklimaat / instroombeperking. Gericht op beperken instroom in de bijstand. Accenten 2014: • extra inzet sociale recherche • gebiedsgerichte aanpak Vaals Maatwerk → bevorderen van uitstroom en participatie; gecontinueerd in Vaals Werkt. Lokale aanpak: Staatsbosbeheer, Buitendienst, Rijksweg, Samenwerking Stadt Aachen, Wmo-dienstverlening (boodschappendienst, strijkservice), werkcafé, werkcoach, Podium 24, Strengere poortwachtersfunctie Maatschappelijke banen → inzet van bijstandsgerechtigden in vrijwilligerswerk. Subsidie aanvraag provincie om participatie geïsoleerde wwb-ers te doorbreken via inzet in maatschappelijke functies. Gecombineerde inzet sw-ers en wwb-ers in Wsw-pilot Stages en werkervaringsplekken. → inzet van werkzoekenden op additioneel werk binnen de gemeente Vaals als voorbeeldfunctie Inzet op social return Project Heuvelland Werkt. In regionaal verband Pilot 'regieteam' (lokaal) Project Heuvelland Werkt. In regionaal verband Pilot 'regieteam' (lokaal) Transitie WSW. Oriëntatie op uitvoering wsw Pilot lokale inzet wsw-ers
Armoedebeleid Omschrijving project/prioriteit Vaals werkt met een uitvoeringsprogramma voor armoedebeleid. Dit uitvoeringsprogramma is in 2012 verlengd tot en met 31-122013. Voor deze einddatum was gekozen met het oog op verwachte nieuwe wetgeving. Deze nieuwe wetgeving wordt nu per 01Pagina 51 van 118
01-2015 verwacht (behandeling participatiewet in eerste kwartaal 2014). Omdat deze nieuwe wetgeving mogelijk aanleiding geeft tot beleidswijzigingen wordt voorgesteld het uitvoeringsprogramma nu niet aan te passen. Armoedebeleid maakt een integraal onderdeel uit van het sociale domein. Hoewel armoedebeleid vaak wordt gezien als het treffen van inkomensregelingen voor minder draagkrachtigen, is in de Vaalse visie op armoede neergelegd dat het ook een instrument kan zijn om participatie te bevorderen en dat te doen met behoud van eigen kracht: mensen maken eigen keuzes en nemen eigen beslissingen, de gemeentelijke overheid stimuleert en faciliteert dit. We zouden dit kunnen aanmerken als “de kanteling van het armoedebeleid”. De kanteling is een begrip uit de Wmo dat inzet op meer preventie, beter benutten van de eigen kracht en het sociale netwerk van mensen en meer inzet van collectieve voorzieningen in plaats van dure individuele hulpverlening. Actuele problematiek • Vaals heeft een relatief groot aantal mensen met een laag inkomen. Het betreft hier zowel bijstandsgerechtigden, mensen met onvolledige AOW, mensen met een arbeidsongeschiktheidsinkomen en mensen met een laag inkomen uit arbeid. • Vaals staat in de landelijke top 10 van armste gemeenten in Nederland. • Circa 30 gezinnen maken gebruik van het uitdeelpunt van de voedselbank in Vaals. • De regelingen langdurigheidstoeslag en bijzondere bijstand worden goed gebruikt. Bij de gemeentelijke regelingen (schoolkostenfonds, participatieregeling, peuterspeelzaalregeling) neemt het gebruik toe. • Regionaal harmoniseren van beleid en uitvoering armoedebestrijding, schuldhulpverlening en beleidsregels bijzondere bijstand als onderdeel van project Heuvelland Werkt. • Doorontwikkeling gekanteld armoedebeleid. Doelstellingen • Versterken eigen kracht en zelfredzaamheid door verbetering inkomenspositie van mensen in een armoedesituatie • Minder mensen met schulden • Participatieverbetering • Preventie van schulden en armoede • Netwerkvorming rondom armoede • Kanteling armoedebeleid Mogelijke risico's • Beleidsvoornemens landelijke overheid op het gebied van armoede nog onbekend. • Gebruik van regelingen geschiedt op vrijwillige basis en kan niet afgedwongen worden. • Mogelijke gevolgen van een sociaal beleid op de instroom in de bijstand. • Toename gebruik leidt tot toename kosten. • Effecten macro-economische omstandigheden op armoede- en schuldenproblematiek Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
2014
Het betreft hier zowel reguliere activiteiten als projecten in het kader van het beleidsprogramma armoedebeleid: Vrijstelling gemeentelijke belastingen automatisch voor wwb-ers Bijzondere bijstand voor buitengewone uitgaven Langdurigheidstoeslag Collectieve ziektekostenverzekering Schuldhulpverlening Schuldhulppreventie Inkomensondersteuning Het verbeteren van de voorlichting over inkomensondersteunende maatregelen Voedselbank Kanteling armoedebeleid
Duurzaamheid Omschrijving project/prioriteit Momenteel worden op basis van energiescans de bezuinigingsmogelijkheden van de gemeentelijke gebouwen in kaart gebracht, afgezet tegen de daarvoor noodzakelijke investeringen. Naar verwachting kan in de eerste helft van 2014 een voorstel inzake de verduurzaming van het gemeentehuis gepresenteerd worden. Bij dat project wordt intensief samengewerkt met de provincie Limburg en de rijksdienst. Voor wat betreft duurzaamheid participeert Vaals actief in het provinciale programma. In 2014 zal die participatie vorm krijgen via een aantal concrete projecten: e-bikes (VeloCity), geothermie, energie besparen = lasten verlichten. Bij deze projecten zoekt Vaals actief naar partners, zoals de provincie Limburg, de RWTH, de Stadt Aachen en innovatieve
Pagina 52 van 118
ondernemers. De gemeenteraad zal regelmatig door de portefeuillehouder geïnformeerd worden over de actuele voortgang. Zodra projecten in de besluitvormingsfase komen, zullen voorstellen aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Doelstelling Als hoofddoelstelling geldt een verbetering van de duurzaamheidsaspecten in de breedste zin des woords met de volgende subdoelstellingen: • stijging duurzaamheidspercentage duurzaamheidsmeter (kwantitatief) • behoud en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving (kwalitatief) • streven naar klimaatneutraliteit. Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
Eerste halfjaar 2014
Raadsvoorstel inzake de verduurzaming van het gemeentehuis
2014
Uitwerken kansrijke projecten
Overige onderwerpen Wielerbeleid Eind 2013 is het beleid “wielertoertochten Zuid-Limburg-Euregio” door de 6 gemeenten vastgesteld. Dit betekent dat vanaf 2014 wielertoertochten met meer dan 250 deelnemers verplicht zijn een vergunning aan te vragen. De afstemming van alle aanvragen vindt plaats door het coördinatiepunt. Het verlenen van de vergunning wordt door de gemeenten zelf gedaan. Daarnaast gelden nog diverse aanvullende (lokale)voorwaarden, zoals maximering van het aantal wielertoertochten per categorie, het niet gebruiken van bepaalde wegen en de tegenprestatie die toertochtorganisatoren moeten leveren bij het verkrijgen van een vergunning. Dit nieuwe beleid zal eind 2014 geëvalueerd worden en waar nodig bijgesteld. Het coördinatiepunt wordt gefinancierd door de Provincie Limburg, de toertochtorganisatoren en de gemeenten zelf. 2014 zal verder in het teken staan van de uitbreiding van het wielerbeleid naar alle 18 Zuid-Limburgse gemeenten, uitbreiden van de samenwerking en afstemming met de Luikse gemeenten en Provincie Luik en het inzetten van structurele campagnes in het kader van verdraagzaamheid, respect en veiligheid en promotie van deze regio. De uitvoering hiervan ligt bij het coördinatiepunt.
Pagina 53 van 118
Deel 3. 3.1.
Financiën
Financieel overzicht
Hiervoor is in beeld gebracht welke speerpunten in dit programma voor de komende tijd zijn opgenomen en op welke manier deze een bijdrage moeten leveren om de actuele problematiek te verminderen dan wel op te lossen. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de financiële impact van de onderdelen van dit programma. Op grond van de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is bepaald dat indien de financiële afwijking ten opzichte van de geraamde lasten van dit programma groter dreigt te worden dan € 15.000, het college vooraf toestemming (autorisatie) van de raad nodig heeft om bepaalde uitgaven te verrichten. Programma-begroting WERK en ECONOMIE
bedragen x € 1.000
Realisatie 2012
Raming 2013 Raming 2014 Raming 2015 Raming 2016 Raming 2017 (na wijzig.)
Lasten: Inkomenszorg
-9.031
-8.772
-8.480
-8.300
-8.131
-7.963
Economie
-296
-226
-257
-251
-258
-246
Toerisme
-236
-237
-238
-241
-245
-224
Evenementen
-102
-111
-53
-55
-54
-54
Totaal lasten:
-9.665
-9.346
-9.028
-8.847
-8.688
-8.487
7.326
6.854
7.016
6.827
6.652
6.483
Economie
656
605
632
609
609
580
Toerisme
808
809
803
824
845
866
Evenementen
0
0
0
0
0
0
Totaal baten:
8.790
8.268
8.451
8.260
8.106
7.929
-875
-1.078
-577
-587
-582
-558
Baten: Inkomenszorg
Saldo programma:
3.2.
Toelichting
Inkomenszorg De lasten van dit onderdeel bestaan met name uit de bijdrage aan de WOZL inzake de uitvoering van de WSW en de bijdragen aan Pentasz ten behoeve van re-integratie en inkomensdeel WWB. De daling van de lasten heeft met name te maken met lagere lasten inzake bijdrage aan WOZL (doorsluizen rijksbijdrage) en lagere lasten werkdeel WWB Pentasz. Daarnaast maakt de ingeboekte bezuiniging op de re-integratietak van Pentasz vanaf 2016 deel uit van de daling van de lasten. De baten bestaan uit de bijdragen vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten behoeve van WSW, inkomensdeel WWB en werkdeel WWB (re-integratie). Economie De lasten van dit beleidsveld betreffen met name de lasten samenhangend met Euregionale Oriëntatie (marketingplan Vaals – Aachen, Euregionale werkgroep, e.d.) en doorberekening van salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De baten betreffen enerzijds uit opbrengsten Essent (rente belegging APG, dividend Enexis en Attero e.d.) en anderzijds uit marktgelden. Toerisme De lasten bestaan met name uit de bijdrage aan de VVV Zuid-Limburg en doorberekende salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De opbrengsten toeristenbelasting zijn de baten van dit beleidsveld. Evenementen De lasten bestaan uit het subsidiebudget voor evenementen, doorberekende salaris- en bedrijfsvoeringslasten en de kosten inzake de kermissen. De daling van de kosten heeft te maken met een herziene doorverdeling van de salaris- en bedrijfsvoeringslasten.
Pagina 54 van 118
Programma
Programmabegroting Vaals
BESTUUR
2014
en DIENSTVERLENING Deel 1. 1.1.
Programmaplan
Problematiek en kaders
Inhoud programma
Dit programma richt zich met name op: • dienstverlening richting de burgers middels o.a. het kcc; • communicatie en voorlichting jegens de burgers; • samenwerking met andere partners om de gemeentelijke opgaven te realiseren; • veiligheid van inwoners en bezoekers van Vaals. Onderstaand overzicht maakt inzichtelijk op welke manier het programma is verdeeld in onderdelen (afgeleid uit het coalitieprogramma 2010 – 2014) en vervolgens welke producten per onderdeel zijn te onderscheiden. Programma BESTUUR en DIENSTVERLENING
Coördinerend portefeuillehouder: Burgemeester van Loo
Beleidsvelden: Bestuur Samenwerking Interactie met burgers Dienstverlening Openbare orde & veiligheid Financiering
1.2.
Ontwikkelingen en aandachtspunten
Ten aanzien van dit programma hebben we momenteel vooral met de volgende ontwikkelingen en aandachtspunten te maken: • “mondige” burger => er wordt meer verwacht van de dienstverlening en communicatie (interactief beleid) van de gemeente richting de burger; • internationale oriëntatie ook ten aanzien van gemeentelijke communicatie (meertaligheid); • het programma “Andere Overheid” => meer digitaal aanbieden van gemeentelijke informatie; • positiebepaling t.o.v. (regionale) samenwerking; • aandacht voor beleving van de veiligheid • organisatorisch moet de gemeente Vaals toegerust zijn om de veranderde rol bij de programma's (regierol) op te kunnen pakken.
1.3.
Ambitie Strategische Visie
Als gemeente de 'regierol' pakken loopt als een “rode draad” door de strategische visie. Immers de inhoudelijke ambities (zie de overige programma's) kunnen en willen we niet op eigen kracht realiseren. Onze strategie is gericht op het vormen van zogenaamde 'strategische allianties'. De gemeente wil als een soort regisseur partijen om tafel halen om in gezamenlijkheid de voor de samenleving wenselijke ontwikkeling in gang zetten. Het zijn vooral de partijen uit de samenleving (Woningstichting, buurtplatforms, ondernemers enz.), die de concrete uitvoering verzorgen. Als regisseur heeft de gemeente een belangrijke rol in de 'keten'. Met de ketenpartners (strategisch, tactisch, operationeel) zullen we afspraken maken om onze doelen te realiseren en op de realisatie ervan te sturen. Duidelijk moet zijn dat we echter niet altijd alle resultaten kunnen afdwingen. Het komt regelmatig voor dat we voor een groot deel afhankelijk zullen zijn van derden en de resultaten die deze derden bereiken. Voorbeelden van de uitwerking van deze ambitie zien we onder andere terug in de arbeidsmarkttoeleiding (Pentasz), project Julianaplein (Woningstichting), buurtgericht werken (buurtplatforms) enz.
Pagina 55 van 118
Deel 2.
Doelstellingen en activiteiten
In dit deel wordt per programma-onderdeel in beeld gebracht wat we per speerpunt willen gaan bereiken in de komende periode en wat we daarvoor gaan doen. Tevens wordt aangegeven wanneer een en ander qua tijdpad te verwachten is en, indien mogelijk, hoe het bereikte resultaat meetbaar gemaakt kan worden. Voor wat betreft de speerpunten is net zoals vorig jaar een onderscheid gemaakt tussen zogenaamde 'bestuurlijke prioriteiten' en 'overige onderwerpen'. Bij deze 'bestuurlijke prioriteiten' zal 'hard' gestuurd worden op het behalen van doelstellingen (en effecten) en het halen van de planning. Het behalen van doelstellingen (en effecten) en het halen van de planning is bij de 'overige onderwerpen' niet minder belangrijk => de prioriteit zal echter liggen bij de 'bestuurlijke prioriteiten'. Net zoals in voorgaande jaren zal middels de bestuursrapportages ingegaan worden op de stand van zaken betreffende o.a. de kwaliteit (realisatie doelstellingen), de planning, financiën en ontwikkeling risico's van deze 'bestuurlijke prioriteiten'.
Bestuurlijke prioriteiten 2.1.
Samenwerking
Regionale en euregionale samenwerking Vanaf 2012 wordt een aparte paragraaf Samenwerking opgesteld. Voor de doelen, activiteiten, resultaten van regionale en internationale samenwerking wordt dan ook naar deze paragraaf verwezen.
2.2.
Dienstverlening
Dienstverleningsconcept / KCC Omschrijving project/prioriteit In het laatste kwartaal van 2013 start de pilot KCC-loket Vergunningen. Met deze pilot doen we (praktische) ervaringen op met de inrichting en werking van een KCC-loket via de 4 beschikbare kanalen balie, telefoon, post en website. Daarbij werken we nauw samen met Gulpen-Wittem. Terwijl wij ervaring opdoen in een experimentele setting, richt Gulpen-Wittem zich in deze fase primair op de organisatorische en systeemaspecten die met de inrichting van een KCC samenhangen. Beide benaderingswijzen zullen t.z.t. samen gebracht worden en landen in een definitief plan. Het KCC is per 01-01-2015 operationeel. Dit betekent dat 2014 in het teken zal staan van de voorbereidingen op de operationele start in 2015. Die voorbereidingen zullen zich met name richten op de procesmatige, fysieke en personele aspecten van de inrichting van het KCC. De uitgangspunten onder de gemeentelijke dienstverlening via het KCC zullen in de tweede helft van 2014 aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Doelstelling Start in 2015 van een KCC-loket via de 4 beschikbare kanalen balie, telefoon, post en website. Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
2014
Voorbereidingen op de operationele start in 2015 van een KCC-loket via de 4 beschikbare kanalen balie, telefoon, post en website
2e halfjaar 2014
Voorleggen van de uitgangspunten onder de gemeentelijke dienstverlening via het KCC
Veiligheidsplannen Doelstelling Veiligheidsplannen zijn mede basis voor de uitvoering van ons integraal beleid en onderdelen als leefbaarheid, kwaliteit woonomgeving, sociale structuur, etc.. Risico geen
Pagina 56 van 118
Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
Voor- en najaar
Tijdens de woonkernschouwen hebben de bewoners van het betreffende buitengebied/de kern de mogelijkheid aandachtspunten/problemen te benoemen, welke in het gebied spelen. Door de aanwezige partijen (gemeente, brandweer, politie, Enexis) zal bekeken worden of de benoemde aandachtspunten/problemen aangepakt kunnen worden.
4x per jaar
Controles Team Integrale Veiligheid. Minimaal 4x per jaar zal het TIV panden in de gemeente Vaals bezoeken, welke aandacht behoeven in het kader van brandveiligheid, GBA-onderzoek, milieu/hygiene-aspecten of overlast. Per controle zal specifiek bekeken welke instanties bij het te bezoeken adres aanwezig moeten zijn. Verder zal het TIV ook op adhoc basis panden bezoeken. De deelnemende instanties zijn voornamelijk: gemeente, politie, brandweer, Pentasz, Enexis en GGD
Gehele jaar
Uitvoering brandpreventiebeleid. In het najaar 2013 is het onderzoek naar de bluswatervoorzieningen afgerond en gepresenteerd aan de Raad. De uitvoering van het bluswaterbeleid zal in 2014 gestalte krijgen. Tevens zal naar de bewoners actief over actuele ontwikkelingen inzake brandpreventie gecommuniceerd worden (website, Vaalser Weekblad, Limburgs Dagblad).
Gehele jaar
Professionalisering Rampenbestrijding. Per 1 oktober 2013 is de nieuwe rampenorganisatie operationeel. Hierbij is de organisatie zo veel als mogelijk regionaal georienteerd, zodat bij een incident steeds voldoende opgeleide mensen aanwezig zijn. Voor de gemeente betekent dit dat de “benoemde” mensen bijscholing moeten krijgen en dat de lijst van benoemde mensen actueel dient te blijven. Verder dient 1x per jaar een GBT-oefening georganiseerd te worden.
Per 1 januari 2014
Per 1 januari 2014 dient de overgang van het Veiligheidshuis Kerkrade naar het Veiligheidshuis Maastricht gerealiseerd te zijn. Samen met het Veiligheidshuis worden problemen op het gebied van jeugd, veelplegers, overlastveroorzakers, Huiselijk Geweld en nazorg ex-gedetineerden aangepakt.
Gehele jaar (1x per 6-8 weken lokaal overleg)
Werkzaamheden in samenwerking met het RIEC. De wet BIBOB (Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar bestuur) is sinds 1 juli 2013 weer uitgebreid. Bestuurlijke aanpak en BIBOB hebben tot doel om te voorkomen dat de gemeente ongewild, al dan niet via vergunningverlening, criminele activiteiten faciliteert. De BIBOB-beleidslijn van de gemeente Vaals zal in 2014 worden geactualiseerd. De gemeente organiseert 1x per 6-8 weken een lokaal overleg.
Gehele jaar
Werkzaamheden Buitengewoon Opsporingsambtenaren. De opsporingsambtenaren worden zo effectief mogelijk ingezet. Inzet zal plaatsvinden aan de hand van meldingen/klachten, overlastlocaties, evenementen en dagelijkse werkzaamheden. De opsporingsambtenaren zullen zowel in de ochtend, middag en avond actief zijn. Streven is om de opsporingsambtenaar minimaal 70% van zijn beschikbare tijd op straat te laten zijn.
Gehele jaar
Uitvoering project W8FF op de basisscholen en deelname aan het convenant Veilige School. Het project W8FF is inmiddels structureel geworden en zal dus ook in 2014 in de groepen 8 van alle basisscholen in Vaals door Stichting Halt Limburg worden verzorgd. Verder is de gemeente Vaals deelnemer aan het convenant Veilige School en neemt derhalve zitting in deze werkgroep. Doelstelling is om in 2014 maatregelen/acties te ondernemen welke bijdragen aan een veiligere middelbare school. Vaals is ook convenantpartner van veilige basisschool en 2x per jaar wordt met alle convenantpartners bekeken welke acties kunnen bijdragen aan een verbetering van de veiligheid op en bij de basisschool.
Invoering BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) Doelstelling De wet bepaalt dat de BGT op 1 januari 2016 beschikbaar moet zijn. Vanaf 1 januari 2017 zijn overheidsorganisaties en iedereen die in opdracht van hen werkt verplicht gebruik te maken van deze basisregistratie. Omschrijving project/prioriteit De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt dé gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. Met de BGT spreken we straks één geografische taal. Samenwerking is de sleutel tot een succesvolle invoering van de BGT.
Pagina 57 van 118
Als de kaart klaar is kunnen alle overheden deze gebruiken als ondergrond voor uiteenlopende doelen. Bijvoorbeeld voor het inplannen van groenbeheer, het in beeld brengen van de bevolkingssamenstelling, het presenteren van plannen voor stadsvernieuwing of het vastleggen van evacuatieroutes. In feite is de BGT een digitaal bestand met actuele gegevens over de inrichting van Nederland. De BGT wordt ontwikkeld door de overheid. Voor de concrete realisatie werken verschillende overheidsorganisaties intensief samen. De BGT is een belangrijk onderdeel van het stelsel van basisregistraties. Basisregistraties maken eenmalig inwinnen en meervoudig gebruik mogelijk. Door de gegevens in de BGT eenduidig op te slaan, zijn ze herbruikbaar voor alle overheidsorganisaties die deze gegevens nodig hebben. Opnieuw inwinnen of intekenen van dezelfde gegevens is dus niet meer nodig. De BGT is de opvolger van de GBKN (Grootschalige Basiskaart Nederland), waarbij het grote verschil is dat de GBKN bestaat uit lijnen en de BGT vlakgericht wordt waarbij er geen “witte vlekken” meer zullen zijn. De stichting Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT - het SVB-BGT - is van en voor de bronhouders. Het SVB-BGT faciliteert kennisdeling en samenwerking en vertegenwoordigt bronhouders in de overgang naar en het bijhouden van de BGT. SVB-BGT voegt alle onderdelen samen tot een land dekkend geheel. Planning activiteiten/producten Wanneer?
Wat?
1e helft 2014
Aanbesteden opbouwfase
2e helft 2014
Start opbouwfase
Organisatie integrale handhaving Sinds 2012 wordt (indien mogelijk) nog alleen maar integraal gehandhaafd. Dit houdt in dat diverse handhavers met elkaar meegaan als een zaak zowel bouw als milieuaspecten vereist, maar ook dat de handhavers klussen op andere vakgebieden van elkaar over kunnen nemen. De aanpassing van de werkprocessen en procedurebeschrijvingen is gerealiseerd. In 2013 is flink geïnvesteerd in een herstructurering van de gemeentelijke handhaving op het gebied van bouwen en wonen. Als vervolg hierop zal in 2014 de discussie gevoerd worden over een verdergaande samenvoeging van handhavingstaken. De RUD is van start gegaan. Vaals neemt deel met inzet van de basistaken, ter grootte van 0,2 fte. De discussie over een mogelijke uitbouw van de inbreng van taken zal naar alle waarschijnlijkheid niet voor 2015 gevoerd worden. Handhavingsplan 2013 Op 27 februari 2012 is het 'Gezamenlijk integraal toezicht en handhavingsbeleidsplan 2012-2015 Gulpen-Wittem en Vaals' door de raad vastgesteld. In dit beleidsplan worden de kaders voor (integrale) handhaving weergegeven. De invulling van de handhaving wordt vormgegeven in het handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP). Denk hierbij aan prioriteiten, capaciteit, strategieën en sancties. Het handhavingsprogramma geeft de uitgangspunten en het kader voor de uitvoering van handhavingstaken in Vaals weer. Zij geeft inzicht in de vraag hoe de gemeente aankijkt tegen haar handhavingstaken (visie) en beschrijft hoe die taken dienen te worden opgepakt, vorm worden gegeven en ingevuld. Daarmee is het handhavingsprogramma de basis voor een gestructureerde, consequente en transparante handhaving. Gekoppeld aan de organisatorische inspanningen in 2013 is gewerkt aan een vorm die recht doet aan een voor Vaals realistisch niveau van handhaving, zowel in kwaliteit als kwantiteit. In 2014 zal deze lijn doorgetrokken worden. Wonen en Bouwen Voor wonen en bouwen is er op grond van de risicoanalyse gekomen tot een prioriteitenvolgorde in de te controleren activiteiten. Daarnaast zijn keuzes gemaakt ten aanzien van het aantal inspecties dat gedurende het bouwproces wordt uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een verlaging van de tijd die besteed wordt aan een controle. Het aantal inspecties per type bouwwerk verschilt. Tevens is ervoor gekozen om niet alle bouw- en sloopvergunningen, omgevingsvergunningvrije bouwwerken en aanlegvergunningen te controleren maar een bepaald percentage (ruim 65%) hiervan. Als prioriteit wordt gekozen voor het controleren van de staat van bestaande woningbouw, verbouw van publiekstoegankelijke gebouwen, nieuwbouw woningen en illegaal bouwen. APV en bijzondere wetten Ook bij controles worden prioriteiten gesteld. Met name deze aspecten komen terug in de integrale handhaving. De drank- en horecawetvergunningen en de vergunningen voor het exploiteren van speelautomaten bijvoorbeeld worden meegenomen in de integrale horeca-controles. De controles vinden plaats door de brandweer en de BOA. In 2014 zal de APV in elk geval aangepast worden naar aanleiding van een andere inrichting op het toezicht drank en horeca. Brandveiligheidcontroles Onder brandveiligheid valt voornamelijk het toezicht op de naleving van gebruiksvergunningen en het Gebruiksbesluit. Prioriteiten zullen in deze zijn woongebouwen voor niet zelfredzame personen, bejaardentehuizen, hotels en andere horeca inrichtingen. Buitengebied De gemeente Vaals beschikt over een groot en attractief buitengebied. Controles zijn opgenomen in het reguliere takenpakket. Juist de uitgestrektheid van het gebied maakt het lastig om gericht te controleren. Op dit punt zijn we mede afhankelijk van
Pagina 58 van 118
waarnemingen en meldingen door derden. Daarnaast is in 2013 in samenwerking met onder andere Gulpen-Wittem, provincie, Groene Brigade en VVV beleid en instrumentarium ontwikkeld om ongewenste mobiliteit in het buitengebied tegen te gaan c.q. te reguleren. Voor de uitvoering zal intensief samengewerkt worden met diverse instanties met opsporingsbevoegdheden. Lokale en overige aandachtspunten Naast de vergunning-, object- en gebiedsgerichte controles zijn er nog een aantal andere zaken waarop inzet wordt gepleegd. Het betreft zaken die extra aandacht vragen: Flexteam Vaals/TIV, Wet Bibob, BAG controles en RCF.
Pagina 59 van 118
Deel 3. 3.1.
Financiën
Financieel overzicht
Hiervoor is in beeld gebracht welke speerpunten in dit programma voor de komende tijd zijn opgenomen en op welke manier deze een bijdrage moeten leveren om de actuele problematiek te verminderen dan wel op te lossen. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de financiële impact van de onderdelen van dit programma. Op grond van de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is bepaald dat indien de financiële afwijking ten opzichte van de geraamde lasten van dit programma groter dreigt te worden dan € 15.000, het college vooraf toestemming (autorisatie) van de raad nodig heeft om bepaalde uitgaven te verrichten. Programma-begroting BESTUUR en DIENSTVERLENING
bedragen x € 1.000
Realisatie 2012
Raming 2013 (na wijzig.)
Raming 2014 Raming 2015 Raming 2016 Raming 2017
-1.183
-1.155
-1.296
-1.264
-1.302
-1.258
-79
-67
-89
-89
-29
-28
-134
-165
-140
-137
-141
-136
-1.440
-1.500
-1.441
-1.406
-1.475
-1.398
-773
-916
-941
-953
-960
-949
Financiering
-2.400
-1.989
-1.292
-978
-1.062
-1.089
Totaal lasten:
-6.009
-5.792
-5.199
-4.827
-4.969
-4.858
Bestuur
31
32
32
32
32
32
Samenwerking
70
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
329
615
300
258
258
258
4
0
0
0
0
0
Financiering
15.369
15.838
14.019
13.196
13.394
13.128
Totaal baten:
15.803
16.485
14.351
13.486
13.684
13.418
9.794
10.693
9.152
8.659
8.715
8.560
Lasten: Bestuur Samenwerking Interactie met burgers Dienstverlening Openbare orde en veiligheid
Baten:
Interactie met burgers Dienstverlening Openbare orde en veiligheid
Saldo programma:
3.2.
Toelichting
Bestuur De lasten van dit beleidsveld betreffen met name de personeelslasten van het bestuur (burgemeester, raad, wethouders en griffie). Daarnaast maken juridische adviseringskosten en interne salarislasten deel uit van deze lasten. De stijging van de lasten heeft te maken met een herziene doorverdeling van salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De baten betreffen doorbelaste salaris- en bedrijfsvoeringslasten aan de gemeenten Gulpen-Wittem en Valkenburg a/d Geul inzake de ambtelijk secretaris OR. Samenwerking De lasten bestaan enerzijds uit het budget gemoeid met de samenwerking Zuid-Limburg (Limburg Economic Development) en anderzijds de samenwerking sociaal cultureel domein (voorheen gewest M&M). In 2014 en 2015 vindt een bijdrage aan LED plaats ad € 60.000 (dekking uit algemene reserve). Na 2015 vindt evaluatie plaats om te bekijken of de bijdrage structureel wordt. Interactie met burgers Met name de kosten voor de website, infobladen en wettelijke publicaties vallen onder dit beleidsveld. De hogere raming in 2013 heeft te maken met het 3-jaarlijkse burgerondezoek. Dienstverlening De lasten van dit onderdeel bestaan uit uitgaven t.b.v. het kcc, basisadministraties, vergunningverlening en vastgoedbeheer. De baten bestaan uit de legesopbrengsten KCC (reisdocumenten e.d.) en leges omgevingsvergunningen. De hogere baten in 2013 hebben te maken met de raming opbrengsten omgevingsvergunning van projecten (Kon. Julianaplein, Vijlen Zuid-Oost, e.d..) Pagina 60 van 118
Openbare orde en veiligheid De lasten van dit beleidsveld betreffen met name de bijdrage aan de veiligheidsregio, het veiligheidshuis en doorberekening van salaris- en bedrijfsvoeringslasten. De stijging van de lasten heeft enerzijds te maken met een hogere bijdrage aan de veiligheidsregio en anderzijds met kapitaallasten van de nieuwe brandweerpost. Financiering Belastingen Voor een overzicht van de gemeentelijke belastingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Algemene uitkering gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds vormt de voornaamste inkomstenbron voor de gemeente. Ruim 40% van alle lasten wordt hieruit gefinancierd. Het gemeentefonds is direct gekoppeld aan de omvang van de rijksuitgaven: hogere rijksuitgaven betekent voor gemeenten een hogere uitkering uit het gemeentefonds (onder het motto “gelijk de trap op en gelijk de trap af”). Sinds 2012 is deze systematiek weer in ere hersteld. De ramingen van de algemene uitkering in deze begroting zijn gebaseerd op de zogenaamde mei-circulaire 2013 en de voornaamste wijzigingen uit de septembercirculaire 2013. Op basis van de huidige inzichten ramen we voor 2014 een totale omvang van de algemene uitkering van € 10.692.000. Onderstaand overzicht geeft de onderdelen van de algemene uitkering weer, in vergelijking met de raming voor begrotingsjaar 2014, maar dan zoals opgenomen in de programmabegroting 2013-2016 inclusief de wijziging van de voorjaarsnota 2013. Algemene uitkering gemeentefonds
Begroting 2014
vorige begroting na bijstelling 1e bestuursrapportage 2013
verschil
Basisuitkering: Basisbedrag algemene uitkering
10.041.000
10.202.000
-161.000
Korting algemene uitkering i.v.m. belastingcapaciteit
- 949.000
- 905.000
-44.000
Algemene uitkering
9.092.000
9.297.000
-205.000
1.379.000
1.278.000
101.000
Integratie-uitkering Wet OKE – Peuterspeelzaalwerk
25.000
25.000
0
Integratie-uitkering Combinatiefunctie
18.000
18.000
0
169.000
169.000
0
9.000
0
9.000
1.600.000
1.490.000
110.000
1,488
1,509
-0,021
10.692.000
10.787.000
-95.000
Specifieke uitkeringen: Integratie-uitkering Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Integratie-uitkering Centrum voor Jeugd & Gezin Integratieuitkering invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg Totaal specifieke uitkeringen Uitkeringsfactor (gerelateerd aan accres gemeentefonds) Totaal algemene uitkering gemeentefonds 2014
Ten opzichte van de raming uit de vorige begroting constateren we dus een afname van het gemeentefonds voor het jaar 2014. Dit is met name gelegen in het accress. Ten opzichte van de stand decembercirculaire 2012 is het accres voor 2014 per saldo (mei- en septembercirculaire 2013) met € 116 miljoen (op macro-niveau) neerwaarts bijgesteld. Deze daling wordt o.a. veroorzaakt door: • toename uitgaven aan de huurtoeslag (mei circ. 2013); • toename overdrachten / subsidies bedrijven (mei circ. 2013); • besparing rijksbegroting inzake de loonbijstelling voor kabinets- en onderwijssectoren (sept. circ. 2013); • terugdraaien eerder ingeboekte bezuiniging op de huurtoeslag (sept. circ. 2013); • uitgavenstijgingen n.a.v. energieakkoord (sept. circ. 2013) De afname van de algemene uitkering wordt dus vrijwel geheel veroorzaakt door de verlaging van het accres met € 116 miljoen oftewel 21 punten. 1 punt uitkeringsfactor correspondeert voor Vaals met een bedrag ad € 6.700, hetgeen betekent een lagere algemene uitkering ad € 140.700. De afwijking in het basisbedrag algemene uitkering en de mutatie in de uitkeringsfactor is niet gelijk aan voorgenoemde verklaring. Dit wordt aanvullend veroorzaakt door bijstelling van enkele eenheden (denk aan inwoners, bijstandgerechtigden) op lokaal en macroniveau. In het zorgakkoord is afgesproken de beperking van de huishoudelijke hulp in 2014 voor nieuwe instroom, waaraan uit hoofde van het regeerakkoord een korting op het gemeentefonds was verbonden ad € 89 miljoen, niet door te voeren. Dit betekent voor Vaals dat de integratie-uitkering WMO in 2014 € 101.000 hoger uitvalt. Pagina 61 van 118
Pagina 62 van 118
Deel 3.
PARAGRAFEN
Pagina 63 van 118
Pagina 64 van 118
Deel 3.
Programmabegroting Vaals
2014
PARAGRAFEN Paragrafen Vanuit de strategische visie, geldend voor de lange termijn, en de hoofdpunten van het coalitieprogramma voor de periode 2010 – 2014 zijn de hoofdthema's van het gemeentelijke beleid vertaald naar concrete activiteiten en projecten voor de komende periode. De doelstellingen van deze activiteiten en projecten staan nader beschreven in onderdeel 2, het programmaplan. Deze bestuurlijke prioriteiten richten zich, logischerwijs, in hoofdzaak op de externe omgeving. De samenleving en specifiek de inwoners van deze gemeente staan daarbij centraal. Per activiteit en project is ook aangegeven welke externe participanten nodig zijn ter realisatie alsmede ook welke financiële middelen ingezet dienen te worden om een en ander te realiseren. Hierbij is een gedeelte van de bestuurskracht ingevuld. Bestuurskracht betreft de mate waarin het gemeentebestuur in staat is om met de haar ter beschikking staande middelen haar doelen/opgaven te verwezenlijken. Van grote invloed op deze bestuurskracht is de daadkracht van de ambtelijke organisatie. De ambtelijke organisatie vormt namelijk een van de belangrijkste middelen die het bestuur ter beschikking heeft om haar doelen te verwezenlijken. Deze bestuurskracht van de gemeente Vaals is in de periode augustus 2008 – juni 2009 gemeten middels de vervolgmonitor bestuurskracht van de provincie. In dit onderdeel 3 gaat het over de zogenaamde paragrafen. De paragrafen gaan met name in op de middelen, die van belang zijn voor de bestuurskracht van de gemeente. De paragrafen geven inzicht in de interne organisatie en de maatregelen en het beleid dat daarbij wordt gehanteerd om de gemeentelijke taken en doelrealisatie te ondersteunen. Een van de belangrijkste paragrafen daarbij is de paragraaf bedrijfsvoering, die handelt over het meest omvangrijke middel in het kader van de bestuurskracht. Let wel: de paragrafen gaan over het (gemeentelijk) beheer, hetgeen is voorbehouden aan het college. De raad heeft in deze natuurlijk wel het budgetrecht. Vanaf 2012 is gekozen om een aparte paragraaf op te stellen voor Samenwerking, deze is niet verplicht. Echter aangezien samenwerking zodanig is vervlochten in alle programma's, is het relevant om hier een aparte paragraaf aan te wijden, waarin alle informatie rondom dit thema wordt gecentraliseerd. Achtereenvolgens zullen de volgende (verplicht voorgeschreven, behoudens samenwerking) paragrafen de revue passeren: A. B. C. D. E. F. G. H. I.
Bedrijfsvoering Weerstandsvermogen Lokale heffingen Treasury Verbonden partijen Grondbeleid Onderhoud kapitaalgoederen Samenwerking Krimp
gericht op de interne organisatie gericht op de financiële positie gericht op de gemeentelijke belastingen gericht op de financieringsmogelijkheden gericht op de gemeentelijke samenwerkingsverbanden gericht op de ruimtelijke ontwikkelingsprojecten gericht op de gemeentelijke eigendommen gericht op de (Eu)regionale samenwerking gericht op de krimpmaatregelen
Pagina 65 van 118
Pagina 66 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Bedrijfsvoering Paragrafen
Deel 1. 1.1.
Kaders
Inhoud paragraaf
Onderstaand overzicht laat de diverse onderdelen van de bedrijfsvoering zien. Ondersteunend programma BEDRIJFSVOERING Onderdelen: Management & Organisatie
Informatievoorziening & Automatisering
Planning & Control
Huisvesting
Personeelszaken
1.2.
Beleidskaders
Het instrumentarium dat het management ter beschikking staat om te sturen en onnodige risico's te voorkomen is gebaseerd op een zogenaamd bedrijfsvoeringsconcept. Het beleid dat ten aanzien van dit instrument specifiek wordt nagestreefd is voor een groot deel terug te voeren op deze reeds bestaande beleidskaders. Anderzijds zullen nieuwe ontwikkelingen ook hun invloed uitoefenen, niet alleen op de inhoudelijke instrumenten, maar ook op de gehele bedrijfsvoeringsfilosofie. Onderstaand wordt het geldende beleidskader nader in beeld gebracht. Beleidskaders BEDRIJFSVOERING Lopend beleid De uitgangspunten waarlangs de organisatie functioneert en is ingericht zijn gebaseerd op de zogenaamde bedrijfsvoeringsfilosofie. In Vaals kiezen we er voor om geen statische bedrijfsvoeringsfilosofie te ontwikkelen, die afgeleid is van allerlei zware theoretische concepten en, eenmaal vastgesteld, voor een duur van vele jaren geldt. De bedrijfsvoeringsfilosofie van Vaals beweegt mee met de organisatie. De hoofdpunten van de filosofie liggen vast in de werkplannen en worden jaarlijks waar nodig geactualiseerd. Op deze manier is sprake van een dynamische ontwikkeling, geen grootschalige operaties of koersverandering, maar de weg van geleidelijkheid en een lerende organisatie. Kernwoorden voor de visie op de organisatie zijn: – dienstverlening eenvoudig bereikbaar en dichtbij – regisseren en faciliteren voor lokale samenleving – regionale speler op strategische onderwerpen – regiecontrol bij ondersteunende processen. In 2011 zijn wij een Cittaslow-gemeente geworden. Cittaslow is een keurmerk dat slechts wordt uitgereikt aan gemeenten van minder dan 50.000 inwoners, die op het gebied van leefomgeving, landschap, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. De uitgangspunten van de strategische Visie sluiten dan ook naadloos aan bij het Cittaslow-gedachtegoed.. De organisatie-inrichting en de daarbij geldende uitgangspunten rondom verantwoordelijkheden en dergelijke zijn geregeld in de Organisatieverordening Gemeente Vaals 2013. De geactualiseerde verordening is in het voorjaar van 2013 in werking getreden. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden, mandaten en dergelijke zijn vastgelegd in het Mandaatbesluit Gemeente Vaals 2012. De specifieke verantwoordelijkheden en bevoegdheden van budgethouders en budgetbeheerders zijn vastgelegd in de Budgetregeling 2009. Het gemeentelijk personeelsbeleid is vastgelegd in de nota Personeelsbeleid 2005. De gemeentelijke zorgtaken op het gebied van de Arbo-wetgeving zijn vastgelegd in de nota Arbobeleid 2008, de wettelijke regelingen en de Risico Inventarisatie- en Evaluatie van het najaar 2010. Eind 2013 wordt nieuw strategisch personeelsbeleid gerealiseerd. Waar mogelijk in samenwerking met de gemeenten Gulpen-Wittem en Eijsden-Margraten. In het eerste halfjaar van 2013 is toegewerkt naar een nieuwe I&A visie. Deze visie is recent door de raad vastgesteld. Het uitgangspunt van de visie is dat de gemeente Vaals haar burgers centraal stelt: de dynamiek in de huidige samenleving vraagt dat
Pagina 67 van 118
Beleidskaders BEDRIJFSVOERING wij op elke vraag, op elk door de burger gewenst moment via elk kanaal een antwoord te hebben. Vanuit dit uitgangspunt moet onze (digitale) dienstverlening doorontwikkeld worden. Met een concreet plan van aanpak 2013-2015 wordt hier invulling aan gegeven Het beleid inzake communicatie en voorlichting is vastgelegd in de Strategisch Communicatieplan 2011. Het nieuwe communicatiebeleid draagt ertoe bij dat de communicatie structureel en geïntegreerd plaatsvindt, rekening houdend met de strategische, tactische en operationele doelstellingen van de gemeente Vaals. Het Cittaslow-gedachtegoed wordt integraal verankerd in het communicatiebeleid en wordt zowel bij in- als externe communicatie uitgedragen. De huisvesting van de gemeentelijke organisatie en diensten is gebaseerd op het Huisvestingsplan 2011. Het beleid rondom het gemeentelijk proces van inkopen (waaronder ook aanbesteden) is vastgelegd in nota Inkoopbeleid 2010. In dit beleid zijn met name ook de aspecten van duurzaamheid betrokken. Momenteel wordt gewerkt aan actualisatie, door begroting 2014 vast te stellen. De onderdelen van de financiële functie hebben hun beslag gekregen in de volgende regelingen: * Treasurystatuut 2011 * Nota Reserves en Voorzieningen 2011, actualisatie voorzien voor eind 2013 * Nota Risico-management 2009 * Nota Activabeleid 2013 * Verordening inzake de financiële functie ex artikel 212, 213 en 213a Gemeentewet (2009), actualisatie voorzien voor eind 2013 Het beleid is om de bepalingen inzake het financiële beleid en functie elke 4 jaar te actualiseren, behalve de nota Reserves en Voorzieningen, die om de 2 jaar opnieuw met de gemeenteraad wordt besproken. Nieuw beleid - begroting 2014
Inzake de bedrijfsvoering zullen de volgende (beleids)documenten worden vernieuwd/opgesteld: * Inkoopbeleid, gereed voorjaar 2014 * Budgetregeling, gereed najaar 2014 * Nota Risico-management, gereed najaar 2014
1.4.
Personele kaders
De huidige structuur van de organisatie is ingezet vanaf 1 mei 2012, na het aantreden van een volledig nieuw managementteam.
ORGANOGRAM GEMEENTE VAALS
Algemeen directeur Gemeentesecretaris J. Bertram
OR
Veiligheid
P&O
Control Directeur Operationeel Beleid E. Ummels
Sectorhoofd Maatschappij M. Kerbusch
Sectorhoofd Bedrijfsvoering R. Smeets
Sectorhoofd Ruimte M. Kavouras KlantContactCentrum
WMO & Leefbaarh.
Euregio & Economie
VROM
Infrastructuur
Buitendienst
Vergunn. & Handhaving
Bedrijfsvoering
De ambtelijke organisatie zal in 2014 een totale toegestane omvang hebben van 77,6 fte (full-time-employées), bestaande uit 80 medewerkers, die een totale salarislast van ruim 4,4miljoen euro vertegenwoordigen. Pagina 68 van 118
Onderstaande tabel geeft de totale (beschikbare) salarislasten van de gemeentelijke organisatie weer. Salarislasten Bestuur (raad, griffie, college) Ambtelijke organisatie Totale salarislasten
2014
2015
2016
2017
546.000
551.000
565.000
565.000
4.488.000
4.485.000
4.480.000
4.470.000
5.034.000
5.036.000
5.045.000
5.035.000
Het voor 2014 toegestane personeelsbestand ziet er als volgt uit. Personeelsbestand Gemeente Vaals
Toegestaan in 2014 medewerkers
Toegestaan in 2013
fte's
medewerkers
fte's
ALGEMEEN: Algemeen directeur Directeur operationeel beleid Ambtelijk secretaris OR P&O Control Veiligheid Projecten
1 1 1 2 5 3 1
1 1 0,3 1,4 5 3 1
1 1 1 2 5 3 1
1 1 0,3 2 5 3 1
14
12,7
14
13,3
1 7 3
1 5,1 2,5
1 6 3
1 4,6 2,5
11
8,6
10
8,1
KCC
9
6,9
9
6,6
TOTAAL KCC
9
6,9
9
6,6
4 5 9
1 4,2 5,1 12,5
– 4 5 9
1 4,3 4,6 12,5
18
22,8
18
22,4
Sectorhoofd Bedrijfsvoering Vergunningen & Handhaving
1 20 7
1 18,7 6,9
1 20 7
1 18,7 6,9
TOTAAL SECTOR Bedrijfsvoering
28
26,6
28
26,6
TOTAAL ORGANISATIE VAALS
80
77,6
80
77
TOTAAL ALGEMEEN DEEL SECTOR Maatschappij Sectorhoofd WMO & Leefbaarheid Euregio & Economie TOTAAL SECTOR Maatschappij
SECTOR Ruimte Sectorhoofd VROM Infra Buitendienst TOTAAL SECTOR Ruimte SECTOR Bedrijfsvoering
Ten opzichte van de personele omvang benodigd in 2013 is de formatieve omvang met 0,6 fte toegenomen. Dit betreft de resultante van een aantal inkrimpingen en uitbreidingen: Inkrimpingen – 0,6 fte P&O → andere invulling van taken – 0,1 fte VROM → overhevelen milieu (basis) taken aan RUD Uitbreidingen – 0,5 fte WMO → noodzakelijke uitbreiding aan consulentschap vanwege gekantelde werkwijze – 0,5 fte Infra → Structureel worden van tijdelijke uren mbt grondzaken en afval – 0,3 fte KCC → noodzakelijke uitbreiding ten behoeve van KCC vergunningen-loket Pagina 69 van 118
De daadwerkelijke bezetting bedraagt 71,1FTE. De afwijking van 6,5 fte tussen de toegestane bezetting van 77,6 fte en de werkelijke bezetting van 71,1 fte wordt veroorzaakt doordat naast de eigen (structurele) formatie gebruik wordt gemaakt van inhuur op een aantal terreinen. De voornaamste zijn: – 3,5 fte Buitendienst, inhuur via WOZL – 1 fte Sectorhoofd Bedrijfsvoering, gedetacheerd vanuit de Provincie Limburg – 1 fte BAG beheerder, via extern bureau – 0,4 fte Vergunningen & handhaving, via extern bureau – 0,3 fte interieurverzorging, via WOZL
Deel 2.
Doelstellingen en activiteiten
In dit deel wordt per onderdeel in beeld gebracht wat we per speerpunt willen gaan bereiken in de komende periode en wat we daarvoor gaan doen. Tevens wordt aangegeven wanneer een en ander qua tijdpad te verwachten is en, indien mogelijk, hoe het bereikte resultaat meetbaar gemaakt kan worden.
2.1.
Management & Organisatie
Het voornaamste inrichtingsprincipe is dat 'de inhoud centraal' staat. Daarnaast wordt voor een belangrijk deel gewerkt op basis van integraal management en integrale verantwoordelijkheid. Dat betekent dat de inhoud volledig is ondergebracht in de sectoren en de ondersteunende managementdisciplines (zoals personeelszaken en juridische en financiële control) centraal zijn georganiseerd, onder rechtstreekse aansturing van de algemeen directeur. De strategisch/tactische aansturing van de organisatie geschiedt door een 2-hoofdig directieteam. Beide directeuren dragen beide de ambtelijke verantwoordelijkheid voor de realisatie van de producten en taken van de organisatie en werken samen op basis van verbindend leiderschap. Vanuit het principe dat de inhoud centraal staat, ook op leidinggevend niveau, is verder gekozen voor het indelen van de organisatie in een 3-tal sectoren, rechtstreeks aangestuurd door een sectorhoofd. De sectorhoofden sturen op tactisch/operationeel niveau op de resultaten van de betreffende sector. Het hoofd is niet enkel belast met functioneel leidinggevende taken, maar ook voor een belangrijk deel met inhoud op het betreffende vakgebied. De sectorhoofden vormen samen met de 2 directeuren het management. De sectoren zijn onderverdeeld in een aantal clusters, zijnde een bundeling van bij elkaar horende taken en processen. Waar nodig is een coördinatie-mechanisme ingesteld in de vorm van een module coördinator, welke aan een bepaalde ambtenaar is toegewezen (niet afhankelijk van zijn functie). De redenen voor het instellen van een coördinatie-mechanisme kunnen zijn: a. coördinatie van mensen – werkverdeling en dagelijkse inhoudelijke aansturing b. coördinatie van inhoud – integrale afstemming van taken, zowel binnen het cluster als ook organisatiebreed c. coördinatie van taken en ontwikkelingen buiten de organisatie – regiefunctie, afstemming met externe partners. Organisatorische uitgangspunten Met inachtneming van de landelijke (decentralisatie van taken, gemeenten van een meer robuuste omvang) en regionale (opschalingen zoals de vorming van de RUD, de verregaande belastingsamenwerking op Limburgse schaal en de gedachten om te komen tot een sociale dienst voor de hele regio Maastricht-Heuvelland) ontwikkelingen, zien we het belang van van een zo lang mogelijk bestuurlijk zelfstandige gemeente Vaals. De voornaamste reden hiervoor is gelegen in de meerwaarde van de gemeente voor de lokale samenleving. De gemeente wil er zijn voor haar burgers, door dienstverlening eenvoudig bereikbaar en dichtbij te houden. De gemeente wil ook dicht bij (groepen in) de samenleving staan en weten waar de samenleving behoefte aan heeft. Hierbij wil de gemeente Vaals de zogenaamde 'rol van regisseur en facilitator' innemen. In principe zet de gemeente in op het steeds meer door anderen (partners) laten uitvoeren van taken, waarbij de gemeente zorgt voor het bij elkaar brengen van partijen. Verder is de euregionale positie van de gemeente van belang. Wij willen deze positie verder op de kaart zetten. In de regio Maastricht-Heuvelland en euregionaal verband willen wij op onderdelen een medebepalende speler zijn, waar mogelijk samen met Gulpen-Wittem. Ook voor de ondersteunende processen kiest de gemeente voor regiecontrol. Ondersteuning moet in dienst van de burgers en de samenleving en dient een goede kwaliteit en snelheid van handelen te hebben. Als dat, gezien de toenemende druk op de gemeente, niet meer kan worden gewaarborgd, worden samenwerkingspartners gezocht en processen op afstand geplaatst indien dit tevens tot verlaging van kosten leidt. De organisatie zal de komende jaren een transitie ondergaan. We kijken heel bewust naar samenwerking met andere partners. Gulpen-Wittem is daarbij de natuurlijke partner, maar daarnaast zijn de regio Maastricht-Heuvelland en de stad Aken ook belangrijke spelers. Diverse ontwikkelingen, zoals de RUD en de belastingsamenwerking zullen we met belangstelling volgen en bekijken welke voordelen hierin voor Vaals zijn weggelegd in de zin van kostenbesparing en kwaliteitsverbetering.
Pagina 70 van 118
Voor de organisatie is van belang dat we verantwoordelijkheden inzichtelijk maken en kwaliteiten (kwalitatief en kwantitatief) waar nodig aanvullen. De organisatie moet worden voorbereid en meegenomen in de veranderende rol en positie van de gemeente. De aanpak die daarbij gekozen wordt, sluit aan bij de wijze waarop de gemeente ook de burgers wil benaderen. Daarbij gaat het om aandacht voor het individu. Sturing op 'stoelniveau'. Dat wil zeggen dat vooral vanuit de individuele omstandigheden gekeken wordt naar ontwikkelmogelijkheden. Ingezet wordt op het beter benutten van de sterke kwaliteiten van eenieder. Ondanks de geringe omvang van de organisatie en daarmee de hoeveelheid aan 'eenmans-functies' zal getracht worden mensen meer het werk te laten doen waar ze goed in zijn en leuk vinden, waar ze talenten voor hebben. Dat betekent dat mensen flexibeler inzetbaar worden en soms los van bepaalde functies taken zullen vervullen. Tevens wordt ingezet op meer samenhang en integrale afstemming. In alle opzichten zal het MT trachten het zogenaamde 'wijgevoel' als rode draad terug te brengen. Producten en diensten moeten gezien worden als het werk van de gehele organisatie, waar bij wijze van spreken eenieder zijn steentje aan bij draagt. Hiermee moet een bepaalde mate van trots zijn op ons werk en onze gemeente worden ontwikkeld. Naast de aandacht voor de kwaliteiten en mogelijkheden van het individu en het creëren van het wij-gevoel wordt gestuurd op inhoud en resultaten. Ons werk moet goed zijn. Vaals wil zich in de euregio blijven onderscheiden in kwaliteit. Daarbij hoort dat we gemaakte afspraken nakomen. Verder moeten we nog meer de slag naar buiten toe maken. Met een pro-actieve houding zullen we vragen en knelpunten van burgers direct oppakken en niet laten wachten tot morgen. Dat betekent het vermogen om een goede inschatting van de omstandigheden te maken en waar mogelijk snel te handelen. Goed kunnen luisteren naar de burger (en ook de collega) is daarbij een belangrijke competentie. Het gaat om de juiste toon van communicatie. Daarin zit de directe winst, door snel en actief te handelen creëren we meerwaarde in de samenleving. De gemeente Vaals wil niet uitblinken in procedures en theorieën, maar juist in actief en probleemoplossend handelen en meedenken. Het gaat hierbij om het behalen van die kleine maar voor de beeldvorming en ons imago heel belangrijke succesjes. Dat is de enige legitimatie van een gemeente voor haar lokale gemeenschap. Niet moeilijk doen, maar direct en dichtbij blijven. In die zin past het 'mission-statement' van de organisatie perfect bij de Cittaslowgedachte: 'Doe maar gewoon'. Daaraan zou je nog kunnen toevoegen: 'doe het maar gewoon'. Met alle ontwikkelingen is het van belang dat we onze medewerkers zo goed mogelijk faciliteren om hun werk te kunnen verrichten. We willen dat het werk 'effectiever en efficiënter' maar vooral ook 'leuker' wordt. Dat betekent dat onze medewerkers ook wat van de organisatie mogen vragen. In die zin zullen we aspecten van 'het nieuwe werken' introduceren. Bij sturing op stoelniveau past ook dat we met iedere medewerker bekijken welke faciliteiten er nodig zijn om zijn of haar werk effectiever, efficiënter en leuker te maken. Waar mogelijk moet de uitvoering van het werk passen bij de privé-omstandigheden van medewerkers.
2.2.
Planning & Control
Op het gebied van planning & control (ook wel genoemd de financiële functie van de gemeente) is de afgelopen jaren een behoorlijk instrumentarium ontwikkeld en geïmplementeerd. De beleidscyclus wordt ondersteund met documenten die voor raad, college , directie en management voldoende concrete sturingsinformatie verschaffen. Doel en Planning 2014 De organisatie tracht voortdurend verbeteringen aan te brengen in de P&C cyclus. Met name in de sturingswaarde van de diverse rapportages (o.a. begroting, burap's en jaarrekening) . Minder papier (arbeidsintensief om het op te stellen maar ook te lezen) en (waar mogelijk) meer concreet meetbare stuurinformatie leveren. Het verkrijgen van stuurinformatie en indicatoren worden afgeleidt van de Visie en de strategie om deze visie te verwezenlijken. De strategie wordt vertaald in prioriteiten en activiteiten, in kritische succesfactoren die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen. Om de voortgang en status inzichtelijk te maken, kunnen deze uitgedrukt worden in prestatie-indicatoren, die vervolgens kunnen dienen als stuurinformatie voor het management. In 2013 is een eerste stap gezet om meer in doelstellingen en effecten van activiteiten, die bijdragen aan de doelstellingen, te denken. Een volgende stap is om dit te verbeteren en te komen tot stuurinformatie, daar waar mogelijk in de vorm van meetbare prestatie-indicatoren. Daarnaast wordt ingezet op een vermindering van de benodigde manuren die de diverse rapportages (met name begroting, Buraps's en jaarrekening) vergen. Er wordt naar een oplossing gezocht om de frequentie en de mate van herhaling van teksten die voor de diverse rapportages aangeleverd en verwerkt moeten worden te verminderen. Daartoe is wellicht ondersteunende software nodig . Hierdoor moet weliswaar aan de voorkant de input up to date gehouden worden, maar kan dit aan de achterkant een tijds besparing opleveren. In de paragraaf Weerstandsvermogen wordt Risicomanagement als steeds belangrijker omschreven. In de Planning en Control cyclus wordt periodiek aandacht besteedt aan risicomanagement, zodat het bewustzijn voor risico's bij bestuurders en directie steeds meer gaat leven. Het zal daarmee een lerend proces voor eenieder zijn. Het verwerven van diverse subsidies is structureel ingebed in de reguliere bedrijfsprocessen. Leidend bij het zoeken naar subsidiemogelijkheden zal altijd blijven het inhoudelijke doel dat we voor ogen hebben. Er moet een duidelijk inhoudelijk doel zijn alvorens een project wordt opgestart en alvorens naar eventuele subsidiemogelijkheden wordt gekeken. Pagina 71 van 118
2.3.
Personeelszaken
Ontwikkelingen personeelsbeleid Doelstelling Het Strategisch Opleidingsplan is gebaseerd op speerpunten uit de dynamische bedrijfsvoeringsfilosofie en uit de Strategische Visie Vaals 2020. In het najaar van 2012 is het Strategisch Opleidingsplan ambtelijk geëvalueerd. Vanuit deze evaluatie zijn de actuele strategische onderwerpen benoemd. Te weten: Externe gerichtheid/ regie rol, meertaligheid, duurzaamheid, competentie-management en juridische bewustwording. Het is de bedoeling dat jaarlijks evaluatie van het opleidingsplan plaatsvindt en dat jaarlijks een nieuw (geactualiseerd) plan met actuele strategische onderwerpen wordt opgesteld. De Strategische visie en bedrijfsvoeringsfilosofie werpen ook hun schaduw vooruit als het gaat om het personeelsbeleid in het algemeen. Het huidige personeelsbeleid uit 2005 is onvoldoende gebaseerd op de uitgangspunten van de visie en de bedrijfsvoeringsfilosofie. Eind 2013 wordt het personeelsbeleid gerealiseerd. Deze actualisatie wordt, waar mogelijk, uitgevoerd in samenwerking met Gulpen-Wittem en Eijsden-Margraten. Bij deze actualisatie wordt een pragmatische insteek gekozen: niet zozeer een lijvig beleidsstuk maar eerder toegespitste en actuele afspraken en uitgangspunten. Het functieboek is in het voorjaar van 2013 geactualiseerd. We beschikken nu weer over een functieboek dat up to date is na de veranderingen in de organisatie. In het functieboek zijn de gemeentelijke taken toebedeeld aan zogenaamde functieprofielen. Deze functieprofielen richten zich vooral op verantwoordelijkheden, rollen en uit te voeren taken. Om de gewenste ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie mede vorm te geven was het van belang om meer bewust met zogenaamde competenties om te gaan. Daarom is toegewerkt naar competentiemanagement dat medio 2013 in werking is getreden. Competenties zijn vaardigheden, waarmee functiehouders moeten zijn uitgerust om hun werkzaamheden op een gewenste wijze uit te voeren. Wij beschikken nu over actuele competenties die aansluiten op de juiste houding en gedrag (cultuur) dat nodig is om aan te sluiten op de actuele verwachtingen en ontwikkelingen. Planning Eind 2013/2014: Opstellen van een geactualiseerde nota Personeelsbeleid vanuit een pragmatische insteek. Bij dit beleid hoort ook het verder implementeren van het Nieuwe werken dat in 2014 zal worden gecontinueerd. 2014: Om voorbereid richting toekomst te gaan, starten we in 2014 met Strategische Personeelsplanning. Dit vindt plaats in IGOMverband (het samenwerkingsverband tussen 34 gemeentelijke en semi-overheidsinstanties in Zuid-Limburg). Daarnaast wordt dit concreet opgepakt met de gemeenten Gulpen-Wittem en Eijsden-Margraten. 2014: Vanuit de uitkomsten van het laatste Medewerkers Tevredenheid Onderzoek (MTO) zijn in nauw overleg met de OR actiepunten opgepakt. Eind 2014 zal na een slotevaluatie een nieuw MTO voorbereid worden. Najaar 2014: Evaluatie van het strategisch opleidingsplan en opstellen van het Strategisch Opleidingsplan 2014.
2.4.
Informatievoorziening & Automatisering
De huidige tijdsgeest heeft als kenmerk dat we leven in een informatiemaatschappij die tot in de haarvaten doordrenkt is van ICT. ICT is niet meer weg te denken binnen onze maatschappij en bij alle nieuwe ontwikkelingen en initiatieven wordt ICT als een fundamenteel instrument ingezet. ICT behelst meer dan alleen maar slimme technologieën die ons leven efficiënter en aangenamer maken. ICT veroorzaakt fundamentele veranderingen en verschuivingen in de maatschappij. Het toenemende belang van ICT is onderkend met het benoemen van ICT als bestuursopdracht. Daarnaast heeft de rekenkamer in haar rapport '@ businnes' fundamementele aanbevelingen gedaan op ICT gebied. Vanuit de uitgangspunten van de bestuursopdracht en de aanbevelingen van de rekenkamer is toegewerkt naar een visie Informatievoorziening & automatisering die hier een antwoord op geeft. Het basisuitgangspunt van de visie is dat de gemeente Vaals haar burgers centraal stelt: de dynamiek in de huidige samenleving vraagt dat wij op elke vraag, op elk door de burger gewenst moment en via elk kanaal een antwoord hebben. Vanuit dit basisuitgangspunt moet onze (digitale) dienstverlening doorontwikkeld worden. Met een concreet plan van aanpak 2013-2015 wordt hier invulling aan gegeven. In het kader van het van het rijksprogramma “Antwoord©” zullen gemeenten vanaf 2015 hét centrale aanspreekpunt voor de samenleving zijn als het gaat om vragen aan de overheid. Gemeenten richten een zogenaamd 'klant-contact-centrum' in, waarbij de dienstverlening zodanig gestroomlijnd zal zijn, dat de meeste vragen in een centrale front-office beantwoord kunnen worden.
Pagina 72 van 118
Naast het zijn van hét centrale aanspreekpunt heeft de minister van Binnenlandse zaken op 26 mei 2013 aangegeven dat het streven is 'een volledige digitale overheid in 2017'. Het doel is dat burgers en bedrijven vanaf 2017 hun overheidszaken digitaal kunnen regelen. Ook hier staat de burger weer centraal en is de noodzaak van een verdere doorontwikkeling van Informatievoorziening & Automatisering evident. In het Nationaal Uitvoerings Programma dienstverlening (NUP) staan de verplicht in te voeren bouwstenen beschreven die een gemeente nodig heeft om te kunnen voldoen aan Antwoord@. Enkele van deze voorzieningen zijn basisregistraties zoals BAG, WOZ etc. en daarnaast enkele verplicht in te voeren bouwstenen zoals DigiD, Burgerservicenummer, DigiKoppeling, webrichtlijnen etc. NUP kan gezien worden als de infrastructuur van de digitale dienstverlening van de Nederlandse overheid. Naast het NUP is inmiddels ook de uitvoering van het i-NUP aan de gemeenten opgelegd. Dit plan is een verdere praktische uitwerking van het NUP waarin 24 verplichte voorzieningen zijn opgenomen die per 1-1-2015 gereed dienen te zijn. Het i-NUP beschrijft het stelsel van 15 basisregistraties, 2 bouwstenen ten behoeve van de digitale dienstverlening aan bedrijven en 7 bouwstenen ten behoeve van de digitale dienstverlening aan burgers. Een groot deel van deze bouwstenen is reeds ingevoerd. Er ligt een behoorlijke opgave om de kwaliteit van de gegevensverstrekking alsmede de dienstverlening op een hoger niveau te brengen.
Informatievoorziening & Automatisering Doelstelling Gemeenten zullen ingaande 2015 een zogenaamd Antwoord© Klant-Contact-Centrum (KCC)operationeel moeten hebben. De gemeenten moeten hét loket vormen, waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen aan de overheid. Een groot deel van de gevraagde informatie en diensten zal rechtstreeks geleverd kunnen worden, een ander deel wordt geleverd door andere overheden of ketenpartners, via bemiddeling door de gemeente. Om te komen tot een KCC zal een behoorlijke omslag in de gemeentelijke organisatie moeten plaatsvinden. Met name zullen werkprocessen en – houding moeten veranderen. Vanuit de gedachte 'de theorie in de praktijk brengen' wordt in het najaar van 2013 gestart met een proef. Het vergunningenloket gaat als KCC loket fungeren. We gaan ervaren en ontdekken wat hierbij op de gemeente afkomt. Deze ervaringen zijn voorname bouwstenen om de verdere KCC-opgave vorm en inhoud te geven. Om informatie, producten en diensten rechtstreeks via de front-office (loket) te kunnen leveren, moeten de front-office medewerkers kunnen beschikken over de gegevens die uit de applicaties in de back-office naar voren komen. Zowel binnen de front-office alsmede de back-office applicaties bestaan diverse onderlinge koppelingen, echter nog niet tussen front- en backoffice. Van belang is dat de front-office uit kan gaan van gegevens uit die back-office, die uniek zijn en niet in diverse applicaties van elkaar verschillen. Om dit alles te waarborgen wordt een tussenlaag ingebouwd, het zogenaamde 'mid-office'. Het mid-office vormt daarbij een infrastructureel technologisch platform tussen front- en back-office, tussen back-office applicaties onderling en tussen gemeente en ketenpartners. Het mid-office gaat voor de organisatie (via intranet) en burgers (via internet) ook de informatie geven over de status van procedures en verzoeken. Het geeft de organisatie het voordeel dat alle informatie via één kanaal/applicatie beschikbaar wordt. Om het mid-office te kunnen voorzien van de benodigde gegevens uit de diverse backoffice-applicaties beschikken wij over een gegevensmakelaar. De gegevensmakelaar maakt onderdeel uit van het mid-office. De gegevensmakelaar maakt het mogelijk dat applicaties onderlingen gegevens uitwisselen. Voor een gemeente is informatie een bedrijfsmiddel. Informatie is net zo belangrijk als personeel of financiële middelen. Information source management is breder dan de “archiefkast”. Het heeft betrekking op alle informatie die rondgaat in een organisatie. De visie Informatievoorziening & Automatisering “de route voor de toekomst”. bevestigt de eerder gestelde lijn dat zoveel mogelijk papieren documenten zullen worden vervangen door digitale documenten. Dat hangt nauw samen met een steeds verdere digitalisering van de gemeentelijke werkprocessen. Om voldoende grip te houden op deze digitale processen en de distributie van de informatie die daaruit voortvloeit, wordt stapsgewijs gewerkt aan de implementatie van een zogenaamd webbased Document Management Systeem (DMS). Daarnaast beschikken wij over een document-generator. Dit hulpmiddel ondersteunt door het centrale beheer van standaarddocumenten en vergaande automatische registratie van documenten, bij het grip houden op de digitale documentstromen in de organisatie. Daarnaast is het een onmisbaar hulpmiddel bij de volledige digitalisering van processen. Een digitale aanvraag zal in de toekomst bijna volledig digitaal worden afgehandeld en beantwoord. Elke aanvraag die door een klant of ketenpartner wordt gedaan resulteert in een 'zaak'. Om de klant zijn 'zaak' te kunnen laten volgen, zal deze 'zaak' in een zakenmagazijn (onderdeel mid-office) worden bijgehouden. Een zakenmagazijn geeft statusinformatie omtrent de afhandeling van zaken. De burger zal daarmee altijd de stand van zaken van de afhandeling van zijn verzoek/aanvraag kunnen opvragen. Gemeenten zijn bronhouder van alle adres- en gebouwgegevens en alle overheidsinstellingen zijn verplicht om via de landelijke voorziening gegevens hieromtrent aan elkaar uit te wisselen. De adres- en bouwgegevens zijn opgenomen in de Basisregistratie Adressen & Gebouwen (BAG) . In het voorjaar van 2013 heeft de verplichte BAG audit plaatsgevonden. Bij deze audit vindt een toets op drie onderdelen plaats. De gemeente Vaals is op twee onderdelen geslaagd. Vanuit de resultaten van deze audit wordt verder gewerkt aan de optimalisatie van het BAG beheer en het slagen voor de heraudit voorjaar 2014. Pagina 73 van 118
Informatievoorziening & Automatisering Een belangrijk onderdeel van de BAG vormt de 'geo-informatie'. Dit betreft met name topografische kenmerken van objecten en moet gezien worden als een rode draad die door veel vakdisciplines heen loopt. Deze GEO informatie gaat deel uitmaken van den Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Om tot de BGT te kunnen komen is de zogenaamde transitie nodig. Voor deze basisregistratie zal uiteindelijk aansluiting moeten plaatsvinden op een Landelijke Voorziening. Vanuit deze Landelijke Voorziening komen topografische gegevens op een uniforme wijze beschikbaar en raadpleegbaar. Vanuit het inzicht in de huidige kwaliteit van de bestanden van de gemeente Vaals en ons ambitieniveau is het benodigde krediet voor de transitie bepaald. Planning Eind 2013/2014: Met het starten van het vergunningen-loket wordt praktische ervaring opgedaan om uiteindelijk tot een volwaardig KCC te komen. Vanuit deze ervaring wordt in 2013 verder toegewerkt naar het KCC. Eind 2013/2014: Vanuit de resultaten van de eerste BAG audit wordt gewerkt aan de optimalisatie van het BAG beheer. In het voorjaar van 2014 vindt de her-audit plaats op het onderdeel waarvoor we niet geslaagd zijn. Eind 2013/2014: Met het vaststellen van de begroting 2014 komt het krediet beschikbaar om in 2014 toe te werken naar de transitie om tot de BGT te komen. In de laatste maanden van 2013 wordt hiervoor een concreet plan van aanpak opgesteld. In 2014 zal invulling aan dit plan van aanpak worden gegeven. Eind 2013/2014: Het Document Management Systeem (DMS) wordt versneld ingericht om digitaal werken te implementeren: * Webbases-versie van het DMS operationaliseren, realiseren van de BAG-koppeling met het DMS, actualiseren van het adressenbestand, digitale dossierstructuur opbouwen en implementeren van een zaaktypecatalogus Eind 2013/2014: De Document-generator wordt doorontwikkeld met het verder samenstellen en implementeren van sjablonen. Eind 2013/2014: In het najaar van 2013 wordt het onderzoek naar de implementatie van Virtual Desktop Infrastructure (VDI) afgerond. De implementatie van VDI vindt in 2014 plaats. Eind 2013/2014: De overgang van de analoge omgeving naar een digitale omgeving wordt geïntensiveerd: * Het verder digitaliseren van de inkomende, interne en uitgaande documentenstroom. Daarnaast de implementatie van digitaal vergaderen. Tenslotte wordt in 2014 concreet gewerkt aan het digitaliseren van de bouwvergunningsdossiers.
2.5.
Huisvesting
De huisvesting van de gemeentelijke organisatie en diensten is gebaseerd op het zogenaamde Huisvestingsplan. Naast het gemeentehuis aan het Von Clermontplein wordt ook gebruik gemaakt van een dependance voor de openbare werken. Dit betreft de zogenaamde gemeentewerf, gelegen aan de Selzerbeeklaan. Vanuit een convenant tussen de Provincie Limburg en diverse Limburgse gemeenten (waaronder Vaals) is het project 'energielabelling en energiebesparende maatregelen gebouwen' (gefinancierd door de Provincie) uitgevoerd. Hierbij zijn gemeentelijke gebouwen en gebouwen met een maatschappelijk karakter onderzocht en gelabeld. De energiebesparende maatregelen worden vertaald in de actualisatie van het meerjarig onderhoudsplan. Middels het uitvoeren van deze energiebesparende maatregelen wordt mede invulling gegeven aan de opdracht van de raad om een energiebesparing van 3% per jaar te realiseren.
Deel 3.
Financiën Pagina 74 van 118
3.1.
Financieel overzicht
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de financiële impact van de onderdelen van de bedrijfsvoering. Voor een goed inzicht dient vooraf opgemerkt te worden dat de onderstaande lasten (en baten) verwerkt zijn in de diverse programma's, zoals opgenomen in het programmaplan van deze begroting. De kosten van de aspecten van de bedrijfsvoering zijn namelijk aan de programma's toegerekend op basis van een verdeelsleutel. Daarnaast wordt separaat inzicht gegeven in de budgetten van de raad, de griffie en de accountant; dit is zodanig opgenomen in de verordening 212 artikel 11. Ondersteunend programma BEDRIJFSVOERING
bedragen x € 1.000
realisatie 2012
raming 2013
raming 2014 raming 2015
raming 2016
raming 2017
Management & Organisatie
435
489
388
388
388
390
Planning & Control
343
398
285
285
285
285
Personeelszaken
284
289
281
279
276
274
Informatiev. & Automatiser.
686
732
794
824
794
745
Huisvesting
387
371
507
351
620
338
Raad
247
242
281
263
263
250
Griffie
114
131
136
136
136
136
21
17
17
17
17
17
2.517
2.969
2.689
2.543
2.779
2.435
Saldo baten -/- lasten:
Accountant Saldo
Pagina 75 van 118
Pagina 76 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Weerstandsvermogen Paragrafen
1.
Inhoud paragraaf
In deel 1 van deze begroting is al uitgebreid ingegaan op de effecten van deze begroting voor de financiële positie van de gemeente Vaals. Een van de belangrijkste aspecten voor het oordeel omtrent deze financiële positie betreft het zogenaamde “weerstandsvermogen”. Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin een gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het gehele beleid omgegooid moet worden. In casu de beschikbare financieel ruimte die zonder ingrijpende beleidswijzigingen beschikbaar is. Het weerstandsvermogen bestaat uit twee belangrijke onderdelen, namelijk de weerstandscapaciteit en de risico’s. Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot deze risico’s. In onderstaande figuur komt de samenhang tussen de verschillende onderdelen tot uiting.
Risico’s
Weerstandscapaciteit
Samenloop van risico’s
Flexibiliteit
Weerstandsvermogen In de praktijk bestaat niet een precieze eenduidige definitie van de weerstandscapaciteit. De ‘ruimte’ in de begroting is hierbij een relatief grijs gebied. Op een aantal punten komen de verschillende meningen echter wel overeen. Het eigen vermogen van een gemeente vormt veruit de belangrijkste buffer tegen optredende risico’s. Het eigen vermogen van de gemeente Vaals bestaat met name uit de algemene reserve. Daarnaast kan de gemeente na een onvoorzien incident de algemene reserve weer op peil brengen door de belastingopbrengsten op te voeren. Deze maatregel heeft echter pas effect in het jaar daaropvolgend. De onbenutte belastingcapaciteit wordt daarom ook wel gezien als het dynamische deel van de weerstandscapaciteit. De paragraaf risicomanagement en weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële huishouding van de gemeente is en welke risico's de gemeente loopt. Om financiële tegenvallers te kunnen opvangen, moet de gemeente beschikken over weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is in artikel 11 van het BBV gedefinieerd als 'De relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken, en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie'. Het minimaal aan te houden weerstandsvermogen is afhankelijk van de grootte van de gemeente, de te onderkennen financiële risico's en het reserve- en voorzieningenbeleid.
2.
Beleidskaders
Zoals reeds hierboven aangegeven bestaat het weerstandsvermogen uit de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden en anderzijds de mate waarin de risico’s zijn afgedekt. Het beleid inzake het weerstandsvermogen richt zich dan ook op deze tweedeling. Voor de weerstandscapaciteit is de omvang en met name het rentebeleid t.a.v. de reserves (vanwege de aanwendbaarheid) van belang. Het beleid en de afwegingen rondom reserves en voorzieningen is vastgelegd in de nota Reserves en voorzieningen 2011, welke door de raad in februari 2011 is vastgesteld. In maart 2009 heeft de raad de Nota Weerstandsvermogen & Risicomanagement vastgesteld. De doelstellingen van deze nota luiden als volgt: 1. Inzicht krijgen in de risico's die de gemeente loopt. Op basis van dit inzicht kunnen risico's eventueel worden afgedekt. 2. Ervoor zorgen dat het optreden van risico's zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. 3. Verder stimuleren van het risicobewustzijn (van medewerkers) in de organisatie en het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van de risico's. 4. Beoordelen van het weerstandsvermogen en de weerstandscapaciteit inclusief bepaling van de weerstandsfactor. Pagina 77 van 118
De benodigde weerstandscapaciteit stelt de gemeente vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Alle sectoren inventariseren hun eigen risico's inclusief de kans van optreden en financiële gevolgen.
3.
Risico's
3.1 Algemeen Welke risico's loopt een gemeente zo al? Het kan bijvoorbeeld gaan om (bedrijfs)economische risico's, maar een gemeente kan ook te maken krijgen met juridische of milieutechnische risico's. Bij het maken van een goede risico-inschatting zijn twee aspecten van belang: wat is de kans dat een risico zich voordoet, en welke orde van schade kan ontstaan als dat gebeurt. Alle risico's moeten daarnaast ook in hun totaliteit worden bekeken: wat is met andere woorden het risicoprofiel voor de gemeente? Veel kleinere risico's samen kunnen bijvoorbeeld een schadebeeld opleveren dat vergelijkbaar is aan één groot risico. De kansen op verschillende soorten tegenvallers kunnen ook nog eens afhankelijk van elkaar zijn. Zo kan een terugval van de economische groei leiden tot een lagere algemene uitkering, hogere rente en meer beroep op bijstandsuitgaven. 3.2 Risicoanalyse Het weerstandsvermogen moet worden afgezet tegen de aanwezige risico's. Het Besluit Begroting en Verantwoording moedigt gemeenten aan tot het systematisch inventariseren en 'waarderen' van de aanwezige risico's. Er zijn veel indelingen van risico's in omloop. Wij onderkennen de volgende risico's: • Financiële risico's: hierbij kan gedacht worden aan risico's voortvloeiend uit eigen beleid of het beleid van de rijksoverheid, samenwerking met andere gemeenten of instanties. • Risico's op eigendommen: dit betreft zowel risico's door vervreemding of beschadiging van gemeentelijke eigendommen, maar ook de risico's die voortvloeien uit het ontbreken van onderhouds- en/of beheersplannen en risico's rondom het grondbeleid. • Risico's die samenhangen met de interne bedrijfsvoering: hiermee wordt bedoeld risico's vanuit de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle. Gevolgen kunnen dan liggen in de sfeer van de uitvoering van regelgeving etc. De rapportagemomenten aan de gemeenteraad zijn als volgt: • Jaarrekening: inventarisatie risicoprofiel, beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. • Begroting: actualisatie risicoprofiel, beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. • Tussentijds in raadsvoorstellen bij projecten waar relevante risico's worden gelopen. 3.3 Risicoprofiel Gemeente Vaals Voor de kans van optreden van een risico hanteert de gemeente een driedeling: Laag, Midden en Hoog. Een exacte kans inschatting is meestal niet te maken, maar hiermee wordt een indicatie verkregen op basis van een reële inschatting. Risico's relevant voor de weerstandscapaciteit dienen van materiële betekenis te zijn voor het balanstotaal of de financiële positie. Wij rekenen met een ondergrens van € 5.000 als minimale tegenvaller. Risico's waarvan de financiële tegenvaller lager dan € 5.000 wordt geschat, achten we object van reguliere bedrijfsvoering. Deze risico's dienen in principe binnen de productenramingen te worden opgevangen. Voor de begroting 2014 kijken we, zoals afgesproken in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement, alleen naar de belangrijkste risico's. Tabel 1 Samenvatting geïnventariseerde risico's Nr.
Risico
Kans
Bedrag
Rekenpercentage
Structureel/ Incidenteel
Rekenbedrag
1.
Grondexploitatie / nog niet in exploitatie genomen gronden
Hoog
€ 1.500.000
100%
Incidenteel
€ 1.500.000
2.
Belegging APG
Laag
€ 50.000
50%
Incidenteel
€ 25.000
3.
Wachtgeldvoorziening wethouders en gewezen wethouders.
Midden
€ 70.000
50%
Incidenteel
€ 35.000
4.
Bijdrage in tekorten van GR's
Midden
€ 50.000
50%
Incidenteel
€ 25.000
Overige risico's
Midden
€ 300.000
50%
Incidenteel
€ 150.000
Subtotaal Incidenteel
€ 1.735.000
5.
ICT-risico's
Midden
€ 100.000
50%
Structureel
€ 50.000
6.
Renterisico
Midden
€ 100.000
50%
Structureel
€ 50.000
7.
Uitkering gemeentefonds
Midden
€ 500.000
100%
Structureel
€ 500.000 Pagina 78 van 118
Overige risico's
Midden
€ 300.000
50%
Structureel
€ 150.000
Subtotaal Structureel
€ 750.000
Totaal geïnventariseerde risico's
€ 2.485.000
Toelichting van de opgenomen risico's: 1. Grondexploitatie / nog niet in exploitatie genomen projecten Vaals kent een aantal grote projecten, nl. Von Clermontpark I en II, Julianaplein (opwaardering centrum Vaals). De grootte van de projecten, VCP I en VCP II, brengt door hun uniek karakter en complexiteit een zekere mate van (aanvullend) risico met zich mee, zeker in de huidige economische tijd. De verkoop en ontwikkeling van de gronden van VCP 1en 2 is een kwestie van tijd. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat de boekwaarde terugverdient wordt. Mocht dit niet het geval zijn dan dient voor het tekort dekking uit de algemene reserve plaats te vinden. Het risico op deze grondexploitaties en nog niet in exploitatie genomen projecten kan dus leiden tot een mogelijk (aanvullend) financieel nadeel. Via de gebruikelijke cycli van planning en control wordt de raad geïnformeerd over de stand van zaken. Gezien de vele onzekerheden die samenhangen met grondexploitatie dan wel de reeds gemaakte kosten is dit risico van toepassing. 2. Belegging APG Door de onzekerheden op de Europese beurzen en de verslechterde kredietwaardigheid van diverse landen, waarvan de gemeente Vaals via de APG-belegging obligaties heeft, is het risico aanwezig dat tot herstructurering over moet worden gegaan, hetgeen tot gevolg heeft dat mogelijk een verlies op deze belegging moet worden genomen. Dit is nu nog niet van toepassing, maar het risico blijft wel natuurlijk aanwezig. Hier hebben wij als gemeente Vaals momenteel zelf geen invloed op. 5. ICT-risico's Onder dit kopje algemene risico's worden risico's verstaan rondom fysieke toegangsbeveiliging, wateroverlast, brandpreventie en koeltechniek. Verder vallen hieronder ICT-risico's rondom procesmatige beveiliging. Hierbij kan gedacht worden aan de gebieden beveiligingsbeleid, beveiligingsbeheer, het hebben van uitwijk- en recovery mogelijkheden, back-up maatregelen en logische toegangsbeveiliging. Tenslotte kan hieronder ook nog het risico van oneigenlijke toegang via de website op publieke delen van het netwerk worden verstaan. Al met al moet automatisering en ICT beleid breder worden uitgezet in organisatie om te voorkomen dat misstanden plaatsvinden (zie ook nieuwe visie I&A die door de Raad in september 2013 is vastgesteld. Dit leidt tot een resterend risico. 6. Renterisico De rente voor het aantrekken van financieringsmiddelen is in historisch perspectief gezien laag. Dit geldt zowel voor de rente voor vlottende als de rente voor vaste financieringsmiddelen. Toename van de rentepercentages kan grote gevolgen hebben voor de budgettaire ruimte. In 2011 is een nieuwe lening afgesloten, waardoor het risico voor de korte termijn beperkt is, echter op middellange termijn (1-2 jaar) zal weer behoefte zijn aan nieuwe financieringsmiddelen en dus loopt de gemeente Vaals een renterisico als de rente de komende jaren gaat stijgen. 7. Uitkering Gemeentefonds Het Gemeentefonds biedt op dit moment nog veel onzekerheden, zoals de kortingen op de decentralisaties en de basis voor berekening van aantal woningen (BAG). Overige risico's Alle overige risico's zijn te beperkt van omvang om ze apart te berekenen en toe te lichten. Zie hiervoor ook Posten in deel 1 – financiële positie. Hiervoor worden voor incidenteel als structurele risico's elk 10 risico's van € 30.000 met een gemiddeld risico geraamd. Dit komt neer op een bedrag van elk € 150.000.
4.
Weerstandscapaciteit
In principe is een weerstandscapaciteit die alle gesignaleerde risico's volledig (voor 100%) afdekt, toereikend. Aan deze analyse kleven echter ook enkele kanttekeningen. De belangrijkste daarvan zijn: • niet alle risico's zullen zich tegelijkertijd en in volle omvang voordoen (neiging tot een neerwaartse correctie is aanwezig); • de waardering en mogelijke kosten van risico's zijn niet objectief meetbaar (andere inschattingen leiden tot andere beelden); • het aanspreken van de beschikbare weerstandscapaciteit heeft op termijn consequenties (flexibiliteit van de begroting; het inzetten van de reserves leidt tot lagere rentebaten in volgende jaren). Ter afdekking van de risico's is het nodig te beschikken over voldoende veerkracht in de vorm van structurele dan wel incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit wordt afgeleid uit de posten “vrij te besteden budgetruimte en onvoorziene uitgaven” alsmede
Pagina 79 van 118
uit de onbenutte belastingcapaciteit. De beide eerste posten zijn geraamd in de begroting en de meerjarenraming. De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog aanwezig is binnen de mogelijke belastingopbrengsten, doordat de lokale tarieven uitgedrukt in een percentage van de waarde (zie hiervoor verder de paragraaf lokale heffingen) lager liggen dan de tarieven die wettelijk als maximum gelden. Dit betreft het zogenaamde artikel 12 tarief, hetgeen voor 2014 0,1651% bedraagt (cf meicirculaire 2013). Indien ruimte bestaat om belastingen en heffingen te verhogen, betekent dit een mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale belastingtarieven en de geraamde opbrengsten is dan de onbenutte belastingcapaciteit. In onze gemeente komt hiervoor uitsluitend de onroerende zaakbelasting (OZB) in aanmerking, daar voor de overige heffingen (rioolrechten en afvalstoffenheffing) kostendekkende tarieven worden gehanteerd. Structurele weerstandscapaciteit 2014
2015
2016
2017
Begrotingssaldo (vrij te besteden budgetruimte)
102.000
88.000
-27.000
120.000
Opgenomen stelpost voor onvoorziene uitgaven
30.000
30.000
30.000
30.000
Onbenutte belastingcapaciteit (OZB)
225.000
225.000
225.000
225.000
Totale structurele weerstandscapaciteit
357.000
343.000
228.000
375.000
De incidentele weerstandscapaciteit heeft een statisch karakter en is niet toe te schrijven aan enig begrotingsjaar. Deze weerstandscapaciteit wordt afgeleid uit de omvang van de algemene reserve (de buffer), het vrij aanwendbaar deel van de bestemmingsreserves en de stille reserves. De algemene reserve is in principe volledig beschikbaar tenzij de raad reeds een gedeelte hiervan geoormerkt heeft zonder dit af te zonderen in een bestemmingsreserve. De algemene reserve bedraagt per 1 januari 2014 € 6.689 .723. Hiervan is middels vaststelling van deze begroting € 221.000 door de raad geoormerkt. Dit betreft onder meer € 120.000 als bijdrage aan het realiseren van de ambities van de Brainport 2020 – agenda (Limburg Economic Development) en € 50.000 als bijdrage aan Revitalisering Economisch Centrum (Stichting tUrbine). Het restant van € 6.468.723 wordt tot de weerstandscapaciteit gerekend. Bestemmingsreserves zijn vrij aanwendbaar als aanwending hiervan geen directe consequenties heeft in de exploitatiebegroting. Als de rente van een reserve wordt ingezet ter dekking van de exploitatie dan heeft dit tot gevolg dat de reserve geblokkeerd is. Aanwending van deze reserve heeft tot gevolg dat een gat in de begroting ontstaat, omdat de rente van deze reserve dan wegvalt. Ook als al onlosmakelijke verplichtingen zijn aangegaan die ten laste van de betreffende 'vrije' reserve worden gebracht, is dat deel van de reserve uiteraard ook niet meer vrij aanwendbaar. De bestemmingsreserves bedragen per 1 januari 2014 € 3.103.835. Hiervan is € 2.286.410 niet vrij aanwendbaar doordat de rente wordt ingezet ter afdekking van de exploitatie en/of de reserve (deels) dient ter afdekking van een onlosmakelijke verplichting. Het restant van € 817.425 wordt tot de weerstandscapaciteit gerekend. Van stille reserves is sprake indien de reële marktwaarde van de activa (bezittingen) de boekwaarde daarvan overstijgt. In principe dragen de stille reserves bij aan de weerstandscapaciteit. Tot de stille reserves behoren (courante) gebouwen, gronden en deelnemingen. Gezien het inzicht hierin op dit moment zijn de stille reserves op nihil gesteld bij de vaststelling van de weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit Vrij aanwendbaar deel Algemene Reserve Vrij aanwendbaar deel Bestemmingsreserve Totale incidentele weerstandscapaciteit
5.
€ 6.468.723 € 817.425 € 7.286.148
Beoordeling van het weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is een confrontatie tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit. Dat wil zeggen het totaalbedrag aan risico's afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
Confrontatie van de beschikbare structurele weerstandscapaciteit (gemiddelde van 2014-2017) met de structureel benodigde weerstandscapaciteit (o.b.v. inschatting risico's, paragraaf 3) levert een ratio op van 0,43 (€ 325.750 / € 750.000). Confrontatie van de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit met de incidenteel benodigde weerstandscapaciteit (o.b.v. inschatting risico's) levert een ratio op van 4,2 (€ 7.286.148 / € 1.735.000). Confrontatie van de totale benodigde weerstandscapaciteit met de totale beschikbare weerstandscapaciteit levert een ratio op van 3,1 (€ 7.611.898 / € 2.485.000). De gevonden ratio kan beoordeeld worden met behulp van onderstaande tabel:
Pagina 80 van 118
Ratio
Beoordeling
> 3,0
Uitstekende weerstandscapaciteit
2,0 – 3,0
Ruim voldoende weerstandscapaciteit
1,0 – 2,0
Voldoende weerstandscapaciteit
< 1,0
Onvoldoende weerstandscapaciteit
De gemeente Vaals hanteert als maximale ratio 3,0 en minimale ratio 1,0. Indien de ratio in enig jaar kleiner is dan de minimale norm, kan de continuïteit van de dienstverlening in gevaar komen. Een ratio kleiner dan 1,0 geeft aan dat de gemeente over te weinig middelen beschikt om de onderkende risico's te dragen. De gemeente is dus kwetsbaar. Bij een ratio van 1,0 is precies genoeg weerstandscapaciteit aanwezig om de onderkende risico's af te dekken. Als de ratio meer dan 3,0 is, heeft de gemeente meer dan twee keer zoveel geld voorradig als benodigd voor risico's die het heeft ingeschat. Uit de tabel blijkt dat in totaliteit de weerstandscapaciteit van Vaals ruim voldoende is. De ratio is echter verslechterd ten opzichte van het voorgaande jaar, hetgeen veroorzaakt wordt door het interen op de algemene reserve en een relatief gelijkblijvend risico. Wat wel nog zorgen baart, is het lage structurele weerstandsvermogen (minder dan 1). Dit wordt met name veroorzaakt door een verslechtering van de beschikbare structurele weerstandscapaciteit. Hierbij moet echter wel de kanttekening worden geplaatst dat de geïnventariseerde structurele risico's zich vrijwel nooit gelijktijdig zullen voordoen / effectueren.
6.
Conclusie
Het is geen goede zaak als een gemeente over te weinig mogelijkheden beschikt om optredende risico's het hoofd te bieden. Immers, de gemeente beschikt dan niet over voldoende capaciteit om de geïdentificeerde en gewogen risico's af te dekken. Opgemerkt wordt dat een weerstandscapaciteit die boven de 1,0 ligt niet automatisch inhoudt dat een gemeente voor honderd procent is ingedekt tegen alle risico's die zich kunnen voordoen. De ratio weerstandscapaciteit maakt gebruik van een weging van de risico's. Als de gemeente pech heeft, kan het voorkomen dat in één jaar twee grote tegenslagen plaatsvinden, ook al waren beide kansen ingeschat op 0,01%. Doet zich dit voor, dan kan dit ertoe leiden dat de financiële positie van een gemeente tijdelijk onder druk komt te staan. Het spreekt in dit verband echter voor zich dat hoe hoger, de weerstandscapaciteit van een gemeente is, hoe meer (onvoorziene) tegenvallers kunnen worden opgevangen. De huidige weerstandscapaciteit is in het licht van bovenstaande risico-inventarisatie ruim voldoende te noemen. Er is geen landelijke norm voor de ratio weerstandsvermogen. Kijkt men naar de risico's dan blijkt dat de structurele risico's beperkt van omvang zijn en de incidentele risico's wel groot zijn. Deze incidentele risico's hangen echter voornamelijk samen met grondexploitatie, hetgeen momenteel in gemeenteland een algemeen (groot) is. Al met al blijkt dus dat de huidige risico-inschatting goed van opzet is en dat het weerstandsvermogen voldoende omvang heeft om deze risico's op te vangen. Dit is echter geen garantie voor de toekomst. Risicomanagement is en wordt steeds belangrijker! In de planning en control cyclus wordt periodiek aandacht besteedt aan risicomanagement, zodat het bewustzijn voor risico's bij bestuurders en directie steeds meer gaat leven. Het zal daarmee een lerend proces voor eenieder zijn.
Pagina 81 van 118
Pagina 82 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Lokale heffingen Paragrafen
1.
Inhoud paragraaf
Deze paragraaf heeft betrekking op zowel heffingen waarvan de besteding is gebonden aan een bepaalde specifieke taak van de gemeente en waarvan de besteding ongebonden is. De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van: • rechtsgronden gemeentelijke belastingen • beleid ten aanzien van de lokale heffingen • de gehanteerde tarieven en geraamde opbrengsten 2014 • ontwikkeling van de lokale lastendruk • de onbenutte belastingcapaciteit • een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid • overzicht voorgestelde tarieven lokale belastingen 2014-2017
2.
Beleidskaders
Rechtsgronden gemeentelijke belastingen De gemeentelijke belastingen worden geheven op grond van onderstaande verordeningen en op basis van de vermelde heffingsgrondslagen. I. Ongebonden heffingen Soort belasting
Datum verordening
Heffingsgrondslag
Onroerende zaakbelastingen
18 december 2012
Tarief is een percentage van de vastgestelde Wozwaarde
Toeristenbelasting
18 december 2012
Per persoon (vanaf 6 jaar) per overnachting gesplitst naar campings, groepsaccomodaties en overige bedrijven
Hondenbelasting
12 december 2011
Tarief per hond
Forensenbelasting
18 december 2012
Tarief is een percentage van de vastgestelde Wozwaarde
Reclamebelasting
18 december 2012
Vast tarief per object in heffingsgebied in de kern Vaals
Soort belasting
Datum verordening
Heffingsgrondslag
Rioolheffing
18 december 2012
- Eigenaarsheffing Tarief is een percentage van de woz-waarde. Verschillende tarieven voor woningen en nietwoningen. - Gebruikersheffing Tarief is een gedifferentieerd bedrag per m3 verbruikt water.
Afvalstoffenheffing
18 december 2012
Vast tarief voor één persoons of meerpersoonshuishouden. Daarnaast aanslag voor het aantal ledigingen (volume-frequentie)
II. Gebonden heffingen
Pagina 83 van 118
Soort belasting
Datum verordening
Heffingsgrondslag
Baatbelastingen
Diverse verordeningen
Per eigendom of per strekkende meter
Marktgeld
17 december 2001 laatste wijziging 8 november 2005
Per strekkende meter
Leges
18 december 2012
Diverse tarieven opgenomen in aparte tarieventabel
Parkeerbelasting
15 december 2008 laatste wijziging 13 november 2012
Afzonderlijke tarieventabel
Gemeentelijk beleid lokale heffingen I. Ongebonden heffingen Onroerende zaakbelastingen In de begroting 2014 wordt de ingezette lijn van de begroting 2007 – inhoudende een stijging van de tarieven van de onroerende zaakbelastingen met jaarlijks 5% - gecontinueerd. Uit de berekeningen van ons taxatiebureau blijkt dat de woz-waarden net als vorig jaar dalen. Het dalingspercentage voor woningen en niet-woningen, dat blijkt uit de door het taxatiebureau aangeleverde eerste modelwaarden, ligt op ongeveer 3%. De gemeente voert in oktober/november 2013 nog diverse controles uit. Aangezien de rust op de vastgoedmarkt nog steeds niet is teruggekeerd, kan dit nog effect hebben op de totale waarde-ontwikkeling. De definitieve tarieven kunnen derhalve pas in de raadsvergadering van december 2013 worden vastgesteld. Opgemerkt dient te worden dat vanuit het Rijk voor de ozb sinds een aantal jaren een macro-norm van kracht is. Dit is een landelijke norm die aangeeft dat de ozb-tarieven van alle gemeenten gezamenlijk niet meer dan een bepaald van te voren vastgesteld percentage mogen stijgen. Individuele gemeenten kunnen dus wel meer stijgen zolang het gemiddelde tarief van alle gemeenten samen niet de macro-norm overstijgt. In 2013 is deze macronorm wederom overschreden hetgeen door het ministerie als onwenselijk wordt gezien. Van de andere kant realiseert de landelijke overheid zich ook dat gemeenten in deze economisch moeilijke tijden hun burgers niet onnodig willen belasten, hetgeen ook blijkt uit diverse onderzoeken naar de ontwikkelingen van de lokale lasten. De verwachting is dat in het najaar nieuwe regels voor de vaststelling van de tarieven bekend zullen zijn. Het is ook nog onduidelijk of er nog sancties te verwachten zijn voor de overschrijding van de vorige jaren. Gezien deze onduidelijkheid wordt in deze paragraaf vooralsnog uitgegaan van 5% stijging van de de tarieven, waarbij dus wel de opmerking wordt gemaakt dat landelijke wetgeving nog van invloed kan zijn op de definitieve tarieven en opbrengsten. Voor 2014 levert dit de volgende tarieven op: Belastingsoort
Tarief 2013
Geschatte Woz Waarde
Tarief 2014
Eigenaar woningen
0,1223%
€ 789.089.765,--
0,1322%
Eigenaar niet-woningen
0,1868%
€ 132.643.611,--
0,1978%
Gebruiker niet-woningen
0,1486%
€ 113.087.476, --
0,1584%
Toeristenbelasting De toeristenbelasting wordt gezien als ongebonden heffing en dus net zoals de OZB aangemerkt als algemeen dekkingsmiddel. De doelstelling van 630.000 overnachtingen is in 2012 nagenoeg gehaald (629.000). De voorlopige cijfers van 2013 laten tot nu toe een daling van het aantal overnachtingen zien die verklaard kan worden door enerzijds het slechte voorjaar maar anderzijds ook door de economische crisis die nu ook de vakantiegangers treft. Door de uitstekende zomer zou deze daling uiteindelijk nog mee kunnen vallen. Op basis van het door de raad aangenomen amendement uit 2011 kunnen voor belastingjaar 2014 de volgende tarieven worden gehanteerd: – Campings en groepsaccomodaties € 1,00 per persoon (vanaf 6 jaar) per overnachting; – Overige bedrijven € 1,39 per persoon (vanaf 6 jaar) per overnachting op basis van het indexcijfer uit juni 2013 (2,8%). Verder zal de eventuele meeropbrengst van de toeristenbelasting worden toegevoegd aan de reserve toeristenbelasting die ingezet wordt voor opwaardering van het toeristisch profiel in de meest brede zin van het woord (parkeerplaatsen in het buitengebied, onderhoud/aanleg toeristische routes, onderhoud openbaar groen, etc.) Hondenbelasting De hondenbelasting is juridisch gezien een algemene belasting, waarvan de opbrengst ten goede komt van de algemene middelen. Medio 2013 is hier enige onduidelijkheid over ontstaan doordat het gerechtshof Den Bosch in een uitspraak bepaalde dat als de hondenbelasting enkel wordt geheven als bijdrage aan de algemene middelen dit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Inmiddels is de verwachting dat de Hoge Raad het Gerechtshof hierop gaat terugfluiten. Deze uitspraak is voor de gemeente Vaals echter niet van belang aangezien de gemeenteraad in 2010 besloten heeft dat de opbrengst van de hondenbelasting volledig wordt gebruikt voor de financiering van het hondenbeleid. Bijvoorbeeld bekostigen van honden uitlaatplaatsen, verwijdering van hondenpoep en dergelijke. Er wordt een vast bedrag van € 32,70 per hond in rekening gebracht. In september 2013 bedraagt het aantal honden in totaal 991. Pagina 84 van 118
Forensenbelasting Forensenbelasting wordt geheven van degene die voor zichzelf of voor hun gezin meer dan 90 dagen per jaar (hoeven niet aaneengesloten te zijn) een gemeubileerde woning beschikbaar houdt zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben. Voor wat betreft de opbrengst is aansluiting gezocht bij het bedrag dat de gemeente misloopt uit de algemene uitkering van het Rijk. De forensen profiteren van diensten die uit de inkomsten van de algemene middelen onder andere betaald worden (bijv. onderhoud wegen, groen). Aangezien de eigenaren/gebruikers niet zijn ingeschreven in de gemeente Vaals ontvangt de gemeente geen bijdrage vanuit de algemene uitkering voor deze mensen. Een bijdrage in de vorm van een forensenbelasting is derhalve te verdedigen. Het tarief is een percentage van de woz-waarde (vergelijkbaar met de ozb). Het aantal woningen betrokken in de forensenbelasting is iets gestegen, daarentegen is de woz-waarde gedaald (in 2014 waarschijnlijk met gemiddeld 3%). Concreet betekent dit dat het tarief in 2014 zal moeten stijgen naar 0,2616% (12%) om de opbrengst te genereren die de gemeente misloopt uit het gemeentefonds. Het definitieve tarief gebaseerd op de actuele woz-waarden zal in de raadsvergadering van december worden vastgesteld. Reclamebelasting Met ingang van belastingjaar 2013 wordt een Reclamebelasting geheven onder de volgende condities: – Heffingsgebied: kernwinkelgebied en omliggende straten Vaals; – Het tarief bedraagt een vast bedrag per object; – De netto opbrengst (bruto-opbrengst minus perceptiekosten) wordt in het ondernemersfonds (beheert door de Stichting Ondernemers Vaals) gestort; – De ondernemers zorgen voor voldoende activiteiten; – Geraamde bruto-opbrengst € 35.000,--; – Geraamde perceptiekosten € 10.000,--; Zowel gemeente als de ondernemersvereniging hebben diverse informatiebijeenkomsten en mailings verstuurd. Hierdoor is de reclamebelasting op zich goed door de ondernemers ontvangen. Het blijft wel belangrijk om actief ondernemers te benaderen en te informeren. Het aantal ingediende bezwaarschriften in 2013 valt mee waardoor de perceptiekosten uiteindelijk misschien lager zullen zijn.
II. Gebonden heffingen
Met ingang van het jaar 2006 hanteert de gemeente Vaals voor wat betreft Riool- en afvalstoffenheffing 100% kostendekkende tarieven. Dit betekent dat alle kosten die gemaakt worden voor het afvoeren / verwerken van het afval en de kosten i.v.m. het onderhoud aan en de aanleg van riolering volledig op de burgers worden door belast. Afvalstoffenheffing De gemeente Vaals hanteert voor de afvalinzameling het volume/frequentiesysteem (hierna Diftar). Bij dit systeem wordt de afvalstoffenheffing gebaseerd op een vast tarief en een variabel tarief. Het vaste tarief is afhankelijk van het type huishouden, waarbij alleenstaanden een lager tarief betalen dan meerpersoonshuishoudens. Het variabele tarief is afhankelijk van het aantal keer dat afval wordt aangeboden. Het volume/frequentiesysteem gaat van de volgende doelstellingen uit: – Afval zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen of aan te (laten) leveren, dit vanuit het behalen van de milieudoelstellingen en vanwege kostenreductie; – Degene die de kosten veroorzaakt ook de rekening hiervoor te laten betalen (het principe “de vervuiler betaalt”); – Afval van “anderen”, die geen afvalstoffenheffing betalen, te weren; – Voorstellen voor toekomstige beleidsontwikkelingen te kunnen baseren en onderbouwen met (gemeten) gegevens. Om afvaltoerisme te voorkomen hebben de in Rd4 deelnemende gemeenten gekozen voor een uniform tariefbeleid voor het variabele deel (het ledigingstarief) van de afvalstoffenheffing (mate van financiële prikkel). De prikkel bij het volumefrequentiesysteem is naast de reductie van het aanbod van restafval, ook gericht op het minder aanbieden van het inzamelmiddel. Het tarievenbeleid ondersteunt dit en stimuleert het gebruik van de 240 liter container, om zodoende de aanbodfrequentie te verlagen en de hieraan gerelateerde logistieke kosten te verminderen. Derhalve zijn de volgende tarieven afgesproken: – – –
240 liter container rest- of gft-afval 140 liter container rest- of gft-afval aanbiedingen afvalzak (inzamelsysteem of gekenmerkte huisvuilzak)
€ 4,60 per aanbieding € 3,40 per aanbieding € 1,00 per aanbieding
Voor wat betreft het vaststellen van het vaste deel is iedere gemeente autonoom. Hiermee kunnen de kosten van Rd4 en diverse (interne) gemeentelijke kosten verrekend worden. De gemeenteraad heeft met ingang van 2011 besloten om de vaste tarieven voor alleenstaanden en meerpersoonshuishoudens de komende jaren naar elkaar toe te laten groeien. De reden hiervoor is dat de dienst die hiertegenover staat bijna voor beide categorieën gelijk is waardoor een groot verschil niet meer gerechtvaardigd is. In onderstaande tabel wordt het effect op de tarieven weergegeven voor de komende vier jaar. Hierbij is uitgegaan dat de vrijval van de belastingtarieven (overschot product afval) het opvolgende jaar aan de burgers via de tariefstelling wordt teruggegeven. Derhalve is in de jaren 2015 t/m 2017 geen rekening gehouden met een eventuele vrijval, hetgeen wel een iets vertekend beeld geeft. Wanneer ook in deze jaren een vrijval zal zijn betekent dit dat deze tarieven waarschijnlijk ook nog zullen dalen. In 2014 bedragen de totale begrote kosten voor het product afval € 1.139.565,--. Met een geraamde opbrengst van € 1.138.788,-- betekent dit dat de tarieven 100% kostendekkend zijn.
Pagina 85 van 118
Omschrijving
2013
Alleenstaande
2014
€ 184,--
Stijgingspercentage Meerpersoonshuishouden
€ 215,--
Dalings- stijgingspercentage
2015
2016
2017
€ 168,--
€ 188,--
€ 189,--
€ 187,--
– 8,7%
11,9%
0,5%
– 1,1%
€ 177,--
€ 204,--
€ 206,--
€ 203,--
– 17,7%
15,3%
1,0%
– 1,5%
Rioolheffing Momenteel kennen wij voor de rioolheffing zowel een heffing voor de eigenaar als voor de gebruiker van een pand. De eigenaarsheffing heeft een differentiatie voor woningen en niet-woningen in de tariefstelling (vergelijkbaar met de onroerende zaakbelastingen) en de gebruikersheffing kent de volgende differentiatie naar waterverbruik: 1) ≤ 500 m3 2) 501 t/m 5.000 m3 3) > 5.000 m3 Voor de gebruikersheffing heeft de raad de volgende onderlinge verhouding van de tarieven afgesproken 1:1,5:2 Het totale waterverbruik voor 2014 wordt begroot op 585.000m3. Momenteel wordt de daling van de woz-waarden voor 2014 geschat op 3% zoals hiervoor reeds vermeld. De definitieve tarieven kunnen pas in de vergadering van december worden vastgesteld op basis van de actuele woz-waarden 2014. Voor de jaren 2014 t/m 2017 heeft dit de volgende tarieven tot gevolg: Tariefomschrijving
2014
2015
2016
2017
Eigenaar woningen
0,0535%
0,0562%
0,0575%
0,0584%
Eigenaar niet-woningen
0,0813%
0,0854%
0,0874%
0,0888%
Gebruiker ≤ 500 m3
€ 1,11
€ 1,10
€ 1,12
€ 1,11
Gebruiker 501 t/m 5.000 m3
€ 1,67
€ 1,65
€ 1,68
€ 1,67
Gebruiker > 5.000 m3
€ 2,22
€ 2,20
€ 2,24
€ 2,22
In het jaar 2014 stijgen de tarieven hetgeen te maken heeft met de stijgende kapitaallasten in dat jaar. Verder maakt deze tabel duidelijk dat door de nieuw ingezette lijn van de rioolheffing jaarlijks opnieuw bekeken wordt hoe de kosten verdeeld worden. Voor de eigenaarsheffing betekent dit in de jaren 2015 t/m 2017 een stijging. Echter kunnen de tarieven van de gebruikers in 2015 en 2017 iets verlaagd worden ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2014 bedragen de totale begrote kosten voor het onderhoud en aanleg van rioleringen € 1.220.469,--. Met een geraamde opbrengst van € 1.217.049,-- betekent dit dat de tarieven 100% kostendekkend zijn. Baatbelastingen De Baatbelastingen kennen een looptijd van 30 jaar. Wel kan de burger de belastingschuld afkopen. Dit betekent dat het resterende bedrag in één keer kan worden afgelost. De baatbelasting gasvoorziening Vijlenstraat/Groenenweg wordt in 2014 voor het laatst geheven. De heffingen over de gebieden Melleschet, Kerkstraat en Maastrichterlaan lopen respectievelijk door tot 2015, 2016 en 2018. Marktgelden Het marktgeld dient om de kosten van de markt te dekken. Leges De leges dienen om de kosten van de verleende diensten te dekken. Momenteel wordt gemeente breed een kostendekkendheidsonderzoek uitgevoerd naar de diverse . Naar gelang van de uitkomsten kan het zijn dat geadviseerd wordt om sommige tarieven aan te passen. Indien dit het geval is zal de raad hierover apart geïnformeerd worden. Parkeergelden De opbrengsten bestaan uit de inkomsten van de parkeermeters, parkeergarage en de vaste parkeervergunningen.
3.
Gehanteerde tarieven en geraamde opbrengsten 2014
Raming belasting- en legesopbrengsten 2014 Belastingsoort
Heffingsgrondslag
Tarief
Deelopbrengst
Totale opbrengst
Onroerende zaakbelasting Eigenaar
Woningen
€ 789.089.765
0,1322 %
€ 1.043.177
Niet-woningen
€ 132.643.611
0,1978 %
€ 262.369 Pagina 86 van 118
Raming belasting- en legesopbrengsten 2014 Belastingsoort Gebruiker
Heffingsgrondslag Niet-woningen
€ 113.087.476
Tarief
Deelopbrengst
0,1584 %
€ 179.131
Totale opbrengst € 1.484.677
Forensenbelasting Eigenaar
€ 5.154.000
0,2616%
€ 13.483 € 13.483
Toeristenbelasting Overnachtingen
Campings
74.000
€ 1,--
€ 74.000
Overig
522.000
€ 1,39
€ 725.580
Totaal
596.000
€ 799.580
Reclamebelasting Aantal reclame uitingen
175
€ 200,--
€ 35.000,--
Hondenbelasting Tarief per hond
€ 32,70
Totaal aantal honden
991 honden
€ 32.400,00
Rioolheffing Eigenaar
Woningen
€ 789.089.765
0,0535%
€ 422.163
Niet woningen
€ 132.643.611
0,0813%
€ 107.839
Gebruiker uitgangspunt 585.000m3 Waterverbruik ≤ 500 m3 Waterverbruik 501 t/m 5.000 m3 Waterverbruik > 5.000 m3 Afvalstoffenheffing
€ 1,11
€ 586.649
528.513 m3
€ 1,67
€ 78.892
47.241 m3
€ 2,22
€ 21.505
9.687 m3 Aantal
Vast Tarief
€ 1.217.048 Tarief per led.
Deelopbrengst
Eenpersoonshuishouden
1.830
€ 168,--
€ 307.440
Meerpersoonshuishouden
3.055
€ 177,--
€ 540.735
140 liter container
46.746
€ 3,40
€ 158.936
240 liter container
16.000
€ 4,60
€ 73.600
60 liter
58.077
€ 1,00
€ 58.077 € 1.138.788
Baatbelasting Vijlenstraat/Groenenweg
€ 798
Melleschet/Rott/Hilleshagen
€ 1.133
Kerkstraat
€ 6.167
Maastrichterlaan/Wilhelminapl.
€ 6.371 € 14.469
Marktgeld Vaste plaats
m2 per maand
€ 5,62
€ 33.850 € 33.850
Legesopbrengst Bouw- en woningtoezicht
€ 112.000 Pagina 87 van 118
Raming belasting- en legesopbrengsten 2014 Belastingsoort
Heffingsgrondslag
Tarief
Secretarieleges (publieksbalie)
Deelopbrengst
Totale opbrengst
€ 188.000 € 300.000
Parkeergelden Opbrengst Parkeergelden
€ 730.000
Totale opbrengsten gemeentelijke belastingen en leges 2014
4.
€ 5.799.295
Ontwikkeling van de totale lastendruk
Vergelijking lastendruk omringende gemeenten Bij de vergelijking tussen de verschillende gemeenten is de lastendruk 2014 in de gemeente Vaals vergeleken met de tarieven van de omliggende gemeenten over 2013 zoals deze in de “Coelo Atlas lokale lasten 2013” zijn opgenomen. Bij de bepaling van de lastendruk van de gemeente Vaals is uitgegaan van een woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 140.000,-- (daling van gemiddeld 3% ten opzichte van 2013) en een waterverbruik van 40 m3 (alleenstaande) en 130 m3 (meerpersoons) en 16 ledigingen inzamelmiddel (eenpersoonshuishouden) en 27 ledigingen inzamelmiddel (voor een meerpersoonshuishouden). Vergelijking gemeentelijke belastingdruk Heuvelland Gemeente
Éénpersoons-
Meerpersoons-huishouden
huishouden Vaals*
€ 526,--
€ 673,--
Simpelveld
€ 656,--
€ 718,--
Meerssen
€ 679,--
€ 842,--
Valkenburg
€ 554,--
€ 807,--
Voerendaal
€ 634,--
€ 691,--
Eijsden-Margraten
€ 709,--
€ 804,--
Gulpen-Wittem
€ 669,--
€ 749,--
*Vaals tarieven 2014 Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente Vaals inmiddels de goedkoopste gemeente in de regio is geworden, uitgaande van de aangegeven gemiddelden. Hierbij moet ook nog opgemerkt worden dat in de tabel de tarieven van Vaals voor het jaar 2014 zijn afgezet tegen de tarieven van de overige gemeenten over het jaar 2013. Waarschijnlijk zullen in verschillende gemeenten de tarieven voor 2014 nog wijzigen.
Ontwikkeling lokale lastendruk Vaals 2013-2017 Soort belasting
2013
2014
2015
2016
2017
OZB-eigenaar
€ 176,11
€ 185,08
€ 194,32
€ 204,12
€ 214,20
Afvalstoffenheffing
€ 306,80
€ 268,80
€ 295,80
€ 297,80
€ 294,80
Rioolheffing
€ 211,11
€ 219,20
€ 221,68
€ 226,10
€ 226,06
Totaal
€ 694,02
€ 673,08
€ 711,80
€ 728,02
€ 735,06
100%
96,97%
102,56%
104,90%
105,91%
Relatieve wijziging t.o.v. 2013
5.
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog aanwezig is binnen de mogelijke belastingopbrengsten, doordat de lokale tarieven uitgedrukt in een percentage van de waarde lager liggen dan de tarieven die wettelijk als maximum gelden. Dit betreft het zogenaamde artikel 12 tarief, hetgeen voor 2014 0,1651% bedraagt. Indien ruimte bestaat om belastingen en heffingen te Pagina 88 van 118
verhogen, betekent dit een mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale belastingtarieven en de geraamde opbrengsten is dan de onbenutte belastingcapaciteit. In onze gemeente komt hiervoor uitsluitend de onroerende zaakbelasting (OZB) in aanmerking, daar voor de overige heffingen (riool- en afvalstoffenheffing) kostendekkende tarieven worden gehanteerd. In onderstaande tabel wordt de onbenutte belastingcapaciteit weergegeven. 2014 Onbenutte belastingcapaciteit
6.
€ 225.000
2015 € 225.000
2016 € 225.000
2017 € 225.000
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
In de gemeente Vaals kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de onroerende zaakbelastingen, de riool- en afvalstoffenheffing. Voor de overige belastingen wordt geen kwijtschelding verleend. Beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken vindt plaats op basis van de Leidraad Invordering Gemeentelijke belastingen van de Gemeente Vaals, welke is vastgesteld op 1 juni 2010 door het College van Burgemeester en Wethouders (laatste wijziging 13 augustus 2013). De gemeentelijke Leidraad volgt grotendeels de landelijke wetgeving. Het grote verschil met de landelijke Leidraad is dat de gemeente Vaals een kwijtscheldingsnorm hanteert van 100% (landelijke norm is 90%) van de bijstandsuitkering, waardoor meer burgers voor kwijtschelding in aanmerking komen. In de praktijk betekent dit dat iedere burger met een inkomen op bijstandsniveau kwijtschelding ontvangt, mits hij geen vermogen heeft. Onder vermogen wordt verstaan spaargeld/auto/huis enz. In onderstaand schema zijn de kwijtscheldingsverzoeken over het belastingjaar 2013 tot en met de maand augustus verwerkt. Hierbij is een splitsing gemaakt tussen personen welke een uitkering bij de gemeentelijke sociale dienst ontvangen (Pentasz) en personen met inkomsten van overige instanties. Vanaf 2010 ontvangen de burgers die een uitkering van Pentasz hebben automatisch kwijtschelding. Kwijtscheldingen Soort
Aantal
Totaalbedrag aanslagen waarvoor kwijtschelding is gevraagd
Totaalbedrag verleende kwijtscheldingen
Totaalbedrag afwijzingen
Sociale zaken (Pentasz)
277
€ 77.286
€ 75.454
€ 1.832
Overige minima Huisvuil ledigingen*
245 363
€ 54.136 € 10.489
€ 42.901 € 10.223
€ 11.235 € 266
Totaal 2013 (t/m aug)
885*
€ 141.911
€ 128.578
€ 13.333
275 221 673 1.169
€ 74.492 € 53.675 € 19.290 € 147.457
€ 72.692 € 41.212 € 16.578 € 130.482
€ 1.800 € 12.463 € 2.712 € 16.975
Totaal 2011
996
173.029
155.209
17.820
Totaal 2010
1092
€ 179.776
€ 162.266
€ 17.510
Totaal 2009
869
€ 150.966
€ 120.058
€ 30.908
Totaal 2008
422
€ 163.682
€ 127.578
€ 36.104
Totaal 2007
389
€ 152.467
€ 136.449
€ 16.018
Totaal 2006
417
€ 154.614
€ 127.694
€ 26.920
Vergelijking met voorgaande jaren 2012 Pentasz Overige minima Huisvuil ledigingen (Diftar) Totaal 2012
* Zoals hiervoor vermeld zijn de cijfers over het lopende belastingjaar 2013 nog niet volledig. De verwachting is dat het totaal te verlenen bedrag voor kwijtschelding rond € 145.000,-- uitkomt.
7.
Overzicht tarieven lokale belastingen 2013-2017
Belastingtarieven per eenheid Belastingsoort
Tarief 2013
Tarief 2014
Tarief 2015
Tarief 2016
Tarief 2017
0,1223%
0,1322%
0,1388%
0,1458%
0,1530%
8%*
5%
5%
5%
Onroerende zaakbelasting Woningen - eigenaar Stijging t.o.v. voorgaand jaar
Pagina 89 van 118
Belastingtarieven per eenheid Niet-woningen - eigenaar
0,1868%
0,1978%
0,2077%
0,2181%
0,2290%
Niet-woningen - gebruiker
0,1486%
0,1584%
0,1663%
0,1746%
0,1834%
6 en 7%*
5%
5%
5%
Stijging t.o.v. voorgaand jaar
* jaarlijkse indexering 5% en effect waardedaling/bezwaarschriften Rioolheffing Waterverbruik in m3 ≤500 m3
€ 1,09
€ 1,11
€ 1,10
€ 1,12
€ 1,11
Waterverbruik 501-5.000 m3
€ 1,63
€ 1,67
€ 1,65
€ 1,68
€ 1,67
Waterverbruik > 5.000 m3
€ 2,18
€ 2,22
€ 2,20
€ 2,24
€ 2,22
`1,8%
-0,9%
1,8%
-0,9%
Stijging huishoudens ≤ 500 m3 Woning eigenaar
0,0482%
0,0535%
0,0562%
0,0575%
0,0584%
Niet-woningen eigenaar
0,0731%
0,0813%
0,0854%
0,0874%
0,0888%
11,0%
5,0%
2,3%
1,6%
€ 168,00
€ 188,00
€ 189,00
€ 187,00
-8,7%
11,9%
0,5%
-1,1%
€ 177,00
€ 204,00
€ 206,00
€ 203,00
-17,7%
15,3%
1,0%
-1,5%
Stijging woningen t.ov. vorig jaar Afvalstoffenheffing Een-persoonshuishouden
€ 184,00
Stijging/daling t.o,v. voorgaand jaar Meerpersoonshuishouden Stijging/daling t.o.v. voorgaand jaar
€ 215,00
Pagina 90 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Treasury Paragrafen
1.
Inhoud paragraaf
In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze van financiering van beleid en het beheersen van de financiële risico’s die met financiering gelopen worden. Dit taakveld wordt aangeduid met de naam treasuryfunctie, vandaar de naam treasury-paragraaf. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De uitvoering ervan vereist snelle beslissingen in een complexer wordende geld- en kapitaalmarkt. Aan de uitvoering van de treasuryfunctie zijn budgettaire consequenties verbonden, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over, en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Treasury is een belangrijke en complexe activiteit, waarbij het zeer belangrijk is bedachtzaam om te gaan met publieke middelen.
2.
Beleidskaders
Het beleid van Vaals ten aanzien van de treasuryfunctie is onlangs geactualiseerd en door de raad vastgesteld: * Treasurystatuut 2011 (rb. 19.09.2011) Dit Treasurystatuut is een afgeleide van de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido), welke per 1 januari 2001 is ingesteld. In dit statuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, organisatorische en financiële kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie. Daarnaast is het treasurystatuut gebaseerd op de aangepaste Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo). De Ruddo beperkt zich tot regelgeving omtrent het uitzetten van gelden. Middels het nieuwe Treasury Statuut is aangesloten op de landelijke wet- en regelgeving en beschikt de gemeente Vaals weer over een actuele beleidsnotitie op het gebied van Treasury. Een belangrijk punt uit het statuut is, dat het aangaan van leningen, uitzetten van middelen, hanteren van derivaten of het verlenen van garanties uitsluitend plaats mag vinden ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Daarnaast zet de gemeenten enkel gelden uit in de vorm van producten met een hoofdsomgarantie (hoofdsom is aan het einde van de looptijd minimaal intact) en met vastrentende waarden. Bij het uitzetten van middelen moet rekening gehouden worden met het door rijk verplichte schatkistbankieren. De hoofdtaak van de gemeenteraad op het gebied van treasury is: – Het vaststellen, evalueren en eventueel bijstellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid en globale richtlijnen en limieten. De hoofdtaak van het College op het gebied van treasury is: – Het uitvoeren van het treasurybeleid en het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van dit beleid. Het vaststellen, uitvoeren en verantwoorden over treasury vindt plaats in de jaarlijkse begrotings- en rekeningcyclus. De treasuryplannen worden verwoord in de verplichte treasuryparagraaf van de begroting en worden door de gemeenteraad vastgesteld. De in de loop van het boekjaar te verwachten of vastgestelde afwijkingen worden verwerkt in de Bestuursrapportages. Aan het einde van het jaar wordt in de treasuryparagraaf van de jaarrekening door het college verantwoording afgelegd over het gevoerde treasurybeleid.
3.
Algemene ontwikkelingen
Interne ontwikkelingen Binnen het totaal aan beschikbare financiële middelen is het ook dit jaar weer mogelijk u meerjarig een vrijwel sluitende begroting te presenteren. Ook staan een aantal (nieuwe) investeringen op de planning. Er worden een aantal werken (verder) uitgevoerd, waartoe reeds in voorgaande jaren is besloten, zoals de reconstructie Maastrichterlaan en een aantal rioolvervangingen en wegreconstructies. Verwezen wordt naar het hoofdstuk Financiële positie, onderdeel 3.6 “Investeringsprojecten” van deze begroting. Naast deze nog uit te voeren projecten is in het investeringsprogramma 2014 – 2017 (eveneens opgenomen in deze begroting) aanvullend een aantal nieuwe projecten / investeringen opgenomen.
Pagina 91 van 118
Op basis van artikel 11d van de financiële verordening gemeente Vaals dient in deze paragraaf opgenomen te worden: de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage, de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage, de liquiditeitsplanning, financieringsbehoefte en rentevisie voor de periode 2014 – 2017. Vooruitlopend op de actualisatie van de financiële verordening (vaststelling voorzien eind 2013) waarbij artikel 11d wordt aangepast, wordt thans volstaan met de rentevisie. Externe ontwikkelingen beïnvloeden en zijn bepalend voor het geven van een rentevisie. Ontwikkelingen die de rente bepalen spelen zich voornamelijk buiten Nederland af. Zo heeft de Europese Centrale Bank (ECB) een grote invloed op de financiële markten van de Europese Gemeenschap. Ook de Centrale Bank van de Verenigde Staten (FED) is medebepalend voor Europa. De toekomstige ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt zijn moeilijk in te schatten. Zeker met de recente onrust op de financieel markten is het geven van een rentevisie er niet makkelijk op geworden. Problemen in andere Euro-landen, dreiging van recessie, de onrust in het Midden Oosten zijn allemaal ontwikkelingen die de voorspelbaarheid van de rente bemoeilijken. Medio augustus 2013 is de rente over een jaar voor een 3-maandselening 0,25 %, de rente voor een lening van 10 jaar 2,22 % en de rente voor een lening van 25 jaar 3,41 %. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een rentepercentage van 2 % voor kortlopende geldleningen (geldmarkt) en voor langlopende geldleningen (kapitaalmarkt) een rentepercentage van 4 %. Voor het financieringstekort vallende binnen de kasgeldlimiet (rekening-courant) is een percentage van 2 % aangehouden. Met deze rentepercentages is gekozen voor een defensief (risicomijdend) rentebeleid. De kasgeldlimiet geeft de toegestane ruimte aan voor de korte financiering en is een vastgesteld percentage van de omzet/exploitatie van de gemeente. Wij zullen de rente-ontwikkelingen goed blijven volgen en mochten zich in de loop van het jaar wezenlijke wijzigingen voordoen dan zullen wij dit in de Bestuursrapportages melden en financieel verwerken.
4.
Treasurybeheer
Risicobeheer Het risicobeheer geeft een samenvatting van het (verwachte) risicoprofiel van de organisatie en is het kernonderdeel van een treasuryparagraaf. Onder risico’s wordt onder meer het renterisico op de vlottende schuld en het renterisico op de vaste schuld verstaan. Renterisico voor de vlottende schuld In dit onderdeel wordt de werkelijke omvang van de vlottende schuld getoetst aan de wettelijke norm van de Wet Fido. De risico’s op de vlottende schuld worden ingeperkt door het hanteren van de zgn. kasgeldlimiet. In 2014 bedraagt de toegestane kasgeldlimiet voor Vaals: (a) omvang van de jaarbegroting (exploitatie) per 01.01.2014 € 26.609.000 (b) bij ministeriële regeling vastgesteld percentage 8,5% Toegestane kasgeldlimiet voor 2014 € 2.262.000 Voor 2013 bedroeg de limiet € 2.398.000 De werkelijke netto vlottende schuld wordt getoetst aan de toegestane omvang van de kasgeldlimiet. Deze toets vindt maandelijks plaats. Indien de werkelijke omvang van de vlottende schuld lager is dan de toegestane kasgeldlimiet, is er sprake van ruimte. Indien de werkelijke omvang hoger is dan de wettelijke toegestane omvang, is er sprake van overschrijding. Overschrijding is toegestaan voor een periode van drie kwartalen. Na deze periode moet een plan worden opgesteld om tot consolidatie (kort geld omzetten in lang geld) over te gaan. De uitgaven van de in uitvoering genomen c.q. te nemen werken zullen in eerste instantie met vlottende middelen worden gefinancierd, waarna indien noodzakelijk en afhankelijk van het rentepercentage - overgegaan wordt tot consolidatie. Aangezien momenteel kort geld duidelijk goedkoper is dan lang geld zal in beginsel zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om kortlopende leningen(kasgeld) af te sluiten, uiteraard binnen de mogelijkheden die de kasgeldlimiet heeft. Het per kwartaal aan de toezichthouder toezenden van informatie over de kasgeldlimiet is niet langer verplicht. Wel dient in de begroting inzicht te worden verstrekt over de uitputting van de kasgeldlimiet over de volgende vier kwartalen; waaruit volgt dat in elk kwartaal ruimte bestond binnen de kasgeldlimiet: Toets kasgeldlimiet Vlottende middelen
3e kwartaal 2012
4e kwartaal 2012
1e kwartaal 2013
2e kwartaal 2013
1.582.000
610.000
515.000
696.000
333.000
52.000
0
0
Gemiddelde netto vlottende middelen (+) / vlottende schuld (-)
1.249.000
558.000
515.000
696.000
Kasgeldlimiet
2.361.000
2.361.000
2.398.000
2.398.000
Ruimte (+) / overschrijding (-) kasgeldlimiet
3.610.000
2.919.000
2.913.000
3.094.000
Vlottende schuld
Pagina 92 van 118
Renterisico van de vaste schuld De renterisiconorm is bestemd om het renterisico op de vaste schuld inzichtelijk te maken. De opbouw van de leningenportefeuille dient zodanig te zijn dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassingen en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. Voorkomen moet worden dat in enig jaar een onevenredig groot deel van de leningenportefeuille geherfinancierd moet worden of op basis van de leningvoorwaarden wordt beïnvloed door een herziening van de rente. De renterisiconorm kan als volgt worden bepaald: Rente-risiconorm en rente-risico's van de vaste schuld 2014 – 2017 2014
2015
2016
2017
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
0
0
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
0
0
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)
0
0
0
0
3a. Nieuw aan te trekken vaste schuld o/g
3.000.000
2.000.000
3.000.000
2.000.000
3b. Nieuw aan te trekken vaste schuld u/g
0
0
0
0
4. Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3a-3b)
3.000.000
3.000.000
4.000.000
2.000.000
5. Betaalde aflossingen
3.100.000
2.400.000
2.100.000
2.100.000
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
3.000.000
2.400.000
2.100.000
2.000.000
7. Renterisico op vaste schuld (2+6)
3.000.000
2.400.000
2.100.000
2.000.000
26.678.000
25.655.000
25.825.000
25.231.000
20%
20%
20%
20%
5.336.000
5.131.000
5.165.000
5.046.000
10. Rente-risiconorm
5.336.000
5.131.000
5.165.000
5.046.000
7. Renterisico op vaste schuld
3.000.000
2.000.000
2.400.000
2.000.000
11. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (10 - 7)
2.336.000
3.131.000
2.765.000
3.046.000
Rente-risico
Rente-risiconorm 8. Begrotingstotaal 9. Bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10. Rente-risiconorm Toets rente-risiconorm
Met de belangrijke investeringen voor de komende jaren is bij het aantrekken van vaste geldleningen in de desbetreffende jaarschijven rekening gehouden. Zoals blijkt is op basis van de huidige leningenportefeuille voldoende ruimte aanwezig voor het aantrekken van vaste geldleningen binnen de rente-risiconorm. Financiering Bij de aan te trekken (langlopende) leningen als gevolg van investeringen lopen we een renterisico. De gemeente Vaals heeft de afgelopen 10 jaar in overwegende mate langlopende leningen afgesloten met een looptijd van 10 jaar. De projecten die met deze leningen gefinancierd worden hebben een afschrijvingstermijn tot 25 en 40 jaar. De jaarlijkse aflossingen zijn hierdoor hoger dan de jaarlijkse afschrijvingen; immers de leningen moeten in minder jaren terugbetaald worden dan dat de projecten/activa in worden afgeschreven. De aflossingen en afschrijvingen zijn hierdoor niet in evenwicht, de uitgaven zijn hoger dan de kosten, met als gevolg een toegenomen liquiditeitsbehoefte. De reden dat voor leningen van 10 jaar is gekozen is dat het rentepercentage lager (en dus gunstiger) is dan bij leningen van bijvoorbeeld 25 jaar. Door de komende jaren te kiezen voor nieuwe langlopende lening met een langere looptijd, wordt toegewerkt naar het meer in evenwicht krijgen van de afschrijvingen en de aflossingen. Hierbij is het streven is om toekomstige leningen af te sluiten met een rentepercentage van maximaal 4%. In de begroting en meerjarenramingen is met dit percentage rekening gehouden. Voor de jaren 2014 t/m 2017 is ongeveer €. 12.000.000 aan nieuwe leningen nodig. Het is het zaak om de rente goed in de gaten te houden. Bij het afsluiten van een lening van € 5.000.000 levert c.q. kost een afwijking van 0,5% in rentepercentage € 25.000 per jaar. Ook in de toekomst zal bij een dalende kapitaalmarktrente - rekening houdend met de contractuele bepalingen in de overeenkomsten van geldlening - zo optimaal mogelijk gebruik worden gemaakt van conversiemogelijkheden, waardoor hoogrentende leningen zoveel als mogelijk worden omgezet in laagrentende. Bij een aantal leningen is vervroegde aflossing contractueel niet mogelijk (het hoogste rentepercentage bedraagt 5,74 en vervroegd aflossen is bij deze lening niet mogelijk).
Pagina 93 van 118
Pagina 94 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Verbonden partijen Paragrafen
1.
Inhoud paragraaf
Deze paragraaf gaat in op de doelstellingen, activiteiten en de mate van financiële betrokkenheid van de samenwerkingsverbanden, waarin onze gemeente participeert en bestuurlijke invloed kan uitoefenen; de zogenaamde verbonden partijen. De verbonden partijen betreffen organisaties waarmee de gemeente • een bestuurlijk belang én • een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt hier verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking stelt of heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Verbonden partijen kunnen zijn deelnemingen (bv. vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Naast “verbonden partijen” heeft de gemeente ook nog relaties met andere derden-partijen, die echter niet onder deze paragraaf vallen.
2.
Beleidskaders
Met de invoering van het dualisme is het besluit tot het participeren in een deelneming in principe niet meer aan de raad, het vormt een bestuurlijke beheerstaak voor het college. De raad stelt in deze paragraaf echter de kaders (visie) waarbinnen het college een dergelijke beheerstaak uitvoert. Deze kaders zijn overkoepelend af te leiden uit de criteria, zoals de raad die heeft gesteld ten aanzien van samenwerking. De raad streeft namelijk een pragmatische samenwerking na, waarbij voor het aangaan van een samenwerkingsverband duidelijk moet zijn dat haalbaar is: – een verhoging van de kwaliteit/deskundigheid – een verbetering van de effectiviteit – een verlaging van de kosten (schaalvoordeel). Daarnaast stelt de raad de volgende specifieke randvoorwaarden voor het aangaan van deelnemingen in verbonden partijen, te weten: • het participeren in een verbonden partij is alleen toegestaan indien daarmee een publieke (wettelijke) taak wordt gediend; • het participeren in een privaatrechtelijke rechtsvorm vindt uitsluitend plaats indien onderzocht en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleidsvoornemens niet in een publieke rechtsvorm kunnen plaatsvinden. Vanuit de kaderstellende en controlerende taak van de raad moet bewaakt worden of het beleid van de verbonden partijen correspondeert met de doelstellingen die de raad in de betreffende programma’s heeft gesteld. De gemeente Vaals heeft geen aparte nota verbonden partijen, maar geeft haar visie over verbonden partijen in deze paragraaf weer. Uit het Verdiepingsonderzoek van de Provincie Limburg is geconstateerd dat Vaals voldoende voldoet aan de voorschriften gesteld aan de paragraaf verbonden partijen. 3. Overzicht verbonden partijen De gemeente Vaals participeert in de volgende verbonden partijen: •
Gemeenschappelijke Regelingen (GR) - Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL) - Veiligheidsregio - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Limburg (GGD) en Geneeskundige hulpverlening ongevallen en rampen (GHOR) - Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 / NV Reinigingsdiensten Rd4 - Regionale Sociale Dienst Mergelland (Pentasz)
Pagina 95 van 118
- Omnibuzz - RUD - Gemeenschappelijke regeling regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht, Meerssen, Valkenburg en EijsdenMargraten •
Deelnemingen - NV Bank Nederlandse Gemeenten - NV Waterleiding Maatschappij Limburg - Enexis Holding N.V. / Attero e.d.
Toelichting Verbonden partijen WERKVOORZIENINGSSCHAP OOSTELIJK ZUID-LIMBURG
Gemeenschappelijke regeling
DOEL
Het op het gebied van werkgelegenheid e.d. ondersteunen van in het normale arbeidsproces moeilijk plaatsbare inwoners van de deelnemende gemeenten. Het koppelen van mensen met een beperking aan bedrijven die voor hen passend werk hebben is de kern van hun activiteiten.
PARTIJEN
De gemeenten Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Vaals, Valkenburg a/d Geul en Voerendaal.
BESTUURLIJK BELANG
Lid Dagelijks bestuur (wethouder Kompier)
FINANCIEEL BELANG
Kosten van werkvoorzieningschap worden gedragen door de deelnemende gemeenten. Naast de doorsluizing van de rijksbijdrage WSW (€ 1.916.343) aan WOZL is voor 2014 en volgende jaren een gemeentelijk bijdrage van € 27.500 aan het werkvoorzieningsschap in de begroting opgenomen. Gezien de spelende financiële problematiek bij het werkvoorzieningsschap staat in de begroting ook een stelpost ad € 200.000 structureel geraamd, ter dekking van eventuele financiële tekorten.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het bieden van werkgelegenheid en arbeidsrevalidatie, test- en trainingsmogelijkheden voor moeilijk in het normale arbeidsproces plaatsbare inwoners. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 3 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'inkomenszorg – sociale werkvoorziening' en zijn voornamelijk gericht op het bevorderen van de werkgelegenheid van moeilijk plaatsbare inwoners. Bedrijfsactiviteiten WOZL zijn Topwerk, Kwekerij, Groen, Catering, Business Post, Betere Buren, Jobster en Talent. De uitvoering van de Sociale Werkvoorziening wordt voortgezet door een nieuw aantal opgezette ondernemingen Groen OZL. BV, Beschut OZL BV, Buurtbeheer Brunssum BV, Post OZL BV, Detacheringen OZL BV, WOZL Ondersteuning BV.
RISICO'S EN KANSEN
Bij uittreden of opheffing participeert gemeente in aanwezige schulden c.q. kosten liquidatieplan. Onzekerheden en risico's, enerzijds voortvloeiende uit de onzekerheden rondom het rijksbeleid voor het sociale domein, anderzijds omdat er sprake is van opnieuw opstartende Wozl-bedrijven. Ook is nog niet inzichtelijk wat de exacte gevolgen van het faillissement zijn, in termen van afrekening van de exploitatie voor de laatste maanden van 2012. Bij het opstellen van de begroting 2014 Wozl is geen rekening gehouden met participatiewet en de koppeling naar efficiencykorting per 1/1/2015, loon- en prijsontwikkelingen, mutatie subsidie WsW, lagere taakstelling 2014 e.v. agv excessieve daling van het aantal mensen op de wachtlijst, commerciële risico's waarbij o.a. Bestaande contracten niet worden verlengd, ofwel de economische situatie waarop niet geanticipeerd kan worden.
ONTWIKKELINGEN
De vraag is of en in hoeverre de zich naar de toekomst toe te ontwikkelen exploitatieresultaten kunnen worden afgezet tegen de daadwerkelijk te nemen maatregelen en uit te voeren activiteiten zoals vastgelegd in het bedrijfsplan . In september 2013 zal de directie concreet uiteenzetten hoe zij uitvoering geeft aan de beleidsdoelstellingen en op welke wijze o.a.; · de mensontwikkeling de komende jaren wordt gerealiseerd en met welke instrumenten en acties; · de afbouw van de niet-kerntaken vorm gaat krijgen via welk tijdspad en met welke
Pagina 96 van 118
beoogde inzet en mijlpalen en · de cultuurverandering feitelijk wordt vormgegeven. Veiligheidsregio Zuid-Limburg
Gemeenschappelijke regeling. De 18 deelnemende gemeenten hebben naar aanleiding van de Wet veiligheidsregio’s besloten om door intensieve samenwerking te komen tot verdere professionalisering en regionalisering van de operationele taken van de gemeentelijke kolom in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing. In de Veiligheidsregio ZuidLimburg is het organisatieonderdeel Bevolkingszorg, naast Regionale brandweer, GHOR en MCC (meld en coördinatie centrum) als vierde partner apart in de gemeenschappelijke regeling opgenomen
DOEL
Door samenwerking van de deelnemende gemeenten komen tot verdere professionalisering en regionalisering van de operationele taken van de gemeentelijke kolom in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing.
PARTIJEN
De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Geleen/Sittard, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Stein,Susteren, Vaals, Valkenburg a/d Geul en Voerendaal.
BESTUURLIJK BELANG
Lid Algemeen bestuur (burgemeester van Loo)
FINANCIEEL BELANG
Kosten van de Regionale Brandweer worden gedragen door de deelnemende gemeenten. Er wordt een bijdrage per inwoner verstrekt, welke per beleidstaak verschilt. Het vervallen van de aftrek van de BTW heeft nadelige gevolgen voor de exploitatie. Voor 2014 is de bijdrage inzake de Regionale brandweer Zuid-Limburg op € 555.378. (€ 7.000 meer als in 2013). Ondanks dat de brandweerpost, gepland per 01/01/2014, in eigendom wordt overgedragen moet de gemeente in het onderhoud voorzien. Met ingang van 2015 is hiervoor € 20.000 begroot.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het uitvoeren van de wettelijke taak van de brandweerzorg, in te delen in vier categorieën: Repressie (de hoofdtaak: het bieden van hulp), Preparatie (het voorbereiden op het bieden van hulp), Pro-actie & Preventie (advisering en het verzorgen van voorkomende maatregelen), Kwaliteits- / nazorg (voorlichting, e.d.). De ze activiteiten staan in relatie tot thema 4 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'openbare orde en veiligheid', en zijn gericht op de veiligheid van de inwoners en bezoekers van Vaals.
RISICO'S EN KANSEN
Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in aanwezige schulden c.q. kosten van liquidatie. In verband met de BTW problematiek moet de brandweerpost voor 1/1/2014 sleutel klaar opgeleverd en in eigendom overgegaan zijn. Over alle kosten die gemaakt worden na 1-12014 is de BTW niet meer compensabel en zal dit extra op de begroting drukken.
GGD en GHOR
Gemeenschappelijke regeling.
DOEL
De GGD is werkzaam op het terrein van de openbare gezondheidszorg met als doel de gezondheidssituatie van de inwoners van de regio OZL te verbeteren. Vanuit een collectieve en preventieve invalshoek vervult de GGD de volgende taken op het gebied van de openbare gezondheidszorg: beschermen, bewaken, bevorderen, signaleren, adviseren, opsporen en het bieden van een vangnet. De GGD ontwikkelt daarvoor een producten- en dienstenpakket waarin, naast de wettelijke verplichtingen, een keuzevrijheid voor gemeenten mogelijk is.
PARTIJEN
18 gemeenten in Zuid-Limburg
BESTUURLIJK BELANG
GGD → Lid Algemeen Bestuur (wethouder Vroemen) GHOR → Lid Algemeen Bestuur (burgemeester Van Loo)
FINANCIEEL BELANG
De deelnemende gemeenten nemen op basis van het PKA-model verplichte en aanvullende producten af tegen vastgestelde tarieven. Voor 2014 is een bijdrage van € 141.000 voor gezondheidszorg en € 14.000 voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen geraamd.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het uitvoeren van de collectieve preventie (de wettelijke WCPV-taken), met extra aandacht voor gezondheidsrisico's voor de mens in de fysieke en sociale omgeving. Daarnaast het acuut optreden bij calamiteiten en het mede bewaken van de veiligheid in de regio. De activiteiten van de GGD staan in relatie tot thema 1 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'gezondheidszorg – preventieve gezondheidszorg', en zijn gericht op het bereikbaar / beschikbaar zijn van voorzieningen op het vlak van gezondheidszorg. De activiteiten van de GHOR staan in relatie tot thema 4 van de programmabegroting; specifiek Pagina 97 van 118
het beleidsveld 'openbare orde en veiligheid – rampenbestrijding', en zijn gericht op de veiligheid van de inwoners en bezoekers van Vaals. RISICO'S EN KANSEN
Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in aanwezige schulden c.q. kosten van liquidatie.
ONTWIKKELINGEN
Medio 2011 zijn financiële kaders vastgesteld voor wat betreft GGD, deze behelzen een bezuiniging van 11% van de gemeentelijke bijdrage aan de publieke gezondheidstaken die gefaseerd wordt bereikt in de periode tot 2015. In 2014 is een een cumulatief bezuinigingspercentage van 9% verwerkt. Voor de GHOR is een taakstelling van 8% op de gemeentelijke bijdrage gesteld, tot 2015 gefaseerd te realiseren.
RD 4
Naamloze Vennootschap (NV) / Gemeenschappelijke Regeling
DOEL
Het tot stand brengen van een doelmatige, milieuhygiënische verantwoorde en marktconforme inzameling en verwerking van afvalstoffen, in het bijzonder - maar niet beperkt tot - bedrijfsafvalstoffen, het adviseren op het gebied van ontwikkeling en implementatie van milieubeleid, een en ander met inachtneming van het provinciaal milieubeleidsplan als bedoeld in de Wet milieubeheer en van het door de overheid gevoerde afvalstoffenbeleid.
PARTIJEN
De gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Simpelveld, Vaals en Voerendaal.
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder ==> In het algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten met 1 lid vertegenwoordigd (Wethouder Verbeek).
FINANCIEEL BELANG
Deelneming in het aandelenkapitaal. Voor alle taken uitbesteed bij Rd4 worden de kosten op basis van prijzen per ton afval bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht. Aandeel Het aandelenkapitaal van € 4.490 (989 aandelen van nominaal groot € 4,54) is volledig afgeschreven. In 2012 is een bedrag van € 7.246 ontvangen, zijnde het dividend 2011. De bijdrage van Vaals in 2014 is begroot op € 688.102). Dit is ca.15% lager dan voor 2013. Belangrijkste oorzaken zijn de daling van de tarieven verwerking restafval en GFT. Door een nieuwe aanbesteding verlaagt het tarief van de verwerking van restafval in 2014 van € 120,70 per ton naar € 60,-. Het tarief GFT is bijgesteld van € 46,70 naar € 36.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
De basisactiviteiten hebben te maken met de verwijdering van de huishoudelijke afvalstromen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in het (op)halen (restafval, gft, papier, grof vuil, snoeiafval), straatvoorzieningen (glas, papier, textiel) en de overige diensten (servicepunt). Daarnaast bestaan nog diverse plusactiviteiten, zoals het runnen van het kringloopcentrum. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 2 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'afval', en zijn onder meer gericht op het verminderen van de belasting op het milieu.
RISICO'S EN KANSEN
Bij uittreden of wijziging takenpakket dient door de gemeente een schadeloosstelling plaats te vinden. Het belangrijkste risico is gelegen in de tarieven van restafval en GFT.
ONTWIKKELINGEN
Er zijn in de begroting 2014 geen beleidswijzigingen opgenomen. Wel zijn er verschuivingen in de indirecte kosten per product. Doordat de indirecte kosten deels worden toegewezen aan de verwerkingskosten en de verwerkingskosten voor restafval en GFT sterk dalen, wordt het aandeel van de overige producten in de indirecte kosten verhoogd.
REGIONALE SOCIALE DIENST MERGELLAND (PENTASZ)
Gemeenschappelijke regeling.
DOEL
Werkzaam zijn op het gebied van het begeleiden van sociaal zwakkeren in het zoeken van werk en secundair, indien het werk geen bestaansminimum biedt, het helpen middels inkomensondersteunende maatregelen (kerntaken Werk, Inkomen en Zorg).
PARTIJEN
De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen en Vaals
BESTUURLIJK BELANG
Lid Algemeen Bestuur (2 raadsleden); lid Dagelijks Bestuur (wethouder Kompier)
FINANCIEEL BELANG
De kosten van de Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland worden gedragen door de deelnemende gemeenten. De bijdrage per deelnemende gemeente (voor de zogenaamde beheerskosten) wordt voor de personele kosten berekend op basis van het aantal Pagina 98 van 118
bijstandscliënten en voor de materiële kosten op basis van het aantal inwoners. Voor 2014 is een bijdrage van € 1.087.188 in de beheerskosten geraamd. ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het toeleiden naar werk, verzorgen van werkvoorzieningen op maat, het verstrekken van uitkeringen, verzorgen van inburgeringstrajecten en scholing, zorgproducten (o.a. bijzondere bijstand) en verstrekken van informatie en advies. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 3 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'inkomenszorg', en zijn gericht op het helpen bij het zoeken naar werk en het bieden van inkomensondersteunende voorzieningen.
RISICO'S EN KANSEN
Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden c.q. kosten van liquidatie. In de begroting van 2014 is met de ontwikkelingen agv van de verwachte Participatiewet slechts in beperkte mate rekening gehouden.
ONTWIKKELINGEN
Per 1/1/2015 wordt, naar verwacht, de Participatiewet van kracht. De rol van de gemeente verandert van het bieden van voorzieningen in het ondersteunen van mensen om meer dan nu, zelfstandigheid te nemen. Meervoudige (sociale) problematiek binnen gezinnen dient te worden opgepakt vanuit het principe: één gezin, één plan, één regisseur. De opschaling van backoffice op Maastricht-Heuvelland-niveau en de verplaatsing van de frontoffice naar gemeente kan een mogelijke consequentie voor positie Pentasz betekenen.
OMNIBUZZ
Gemeenschappelijke regeling.
DOEL
Voorzien in een zo doelmatig mogelijke uitvoering van de samenwerking tussen de gemeenten op het gebied van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer, welke voor de inwoners van de deelnemende gemeenten beschikbaar is.
PARTIJEN
10 gemeenten in Zuid-Limburg
BESTUURLIJK BELANG
Lid Algemeen Bestuur (Wethouder Vroemen)
FINANCIEEL BELANG
Alle kosten verband houdend met deze GR worden gedragen door de deelnemende gemeenten. De bijdrage per deelnemende gemeente wordt bepaald op basis van het aantal inwoners. Voor 2014 is een bedrag van € 176.000 als bijdrage geraamd.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het leveren van producten op het gebied van collectief en individueel vraagafhankelijk vervoer via het concept Regiotaxi Limburg. Het verzorgen van de administratie en de benodigde managementinformatie voor de gemeenten. Tevens het verzorgen van de coördinatie tussen alle betrokken partijen. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 1 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'maatschappelijke ondersteuning – vervoersvoorzieningen WMO', gericht op het welzijn van iedereen en het welzijn van specifieke doelgroepen in het bijzonder in de gemeente Vaals.
RISICO'S EN KANSEN
Bij uittreding dient de gemeente een compensatie voor de exploitatiekosten, voor de resterende looptijd van de GR, te voldoen.
RUD – Regionale Uitvoeringsdienst Gemeenschappelijke regeling DOEL
Doel van de RUD is om een regionale organisatie te vormen die effectief en efficiënt opereert op het gebied van Wabo en handhaving van de VROM-taken.
PARTIJEN
19 deelnemers (zijnde de Zuid-Limburgse gemeenten en de provincie Limburg) én de specialistische milieutaken van Heerlen, Sittard-Geleen, Maastricht en de intergemeentelijke milieudienst van Beek, Nuth en Stein. Op termijn zullen, naar verwachting, ook aanvullende taken van Rijk, provincie en waterschappen in de RUD’s ondergebracht worden.
BESTUURLIJK BELANG
Lid van het Algemeen Bestuur is de heer R. van Loo
FINANCIEEL BELANG
Via een verdeelsleutel is een netto uurtarief berekend. In dat netto uurtarief zijn zowel de inhoudelijke taken, overhead en bedrijfsvoering verdisconteert. Vaals komt in de normatieve berekening uit op een bedrag van circa € 19.500.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het loket voor vergunningaanvragen waar de gemeente het bevoegd gezag voor is, blijft ook bij de gemeente. In de RUD worden uitvoerende taken (backoffice) ondergebracht. Bij de uitvoering van de taken door de RUD geldt dat de gemeente ondersteuning krijgt van de RUD op basis en naar rato van de gemeentelijke bijdrage. De bijdrage wordt vertaald naar productieafspraken per jaar . De gemeente blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het
Pagina 99 van 118
eigen ambitieniveau. De RUD is een beleidsarme uitvoeringsorganisatie en is in die zin uitsluitend verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde producten en diensten.Het college maakt één- of meerjarige dienstverlenings- overeenkomsten (DVO’s) met de RUD waarin wordt vastgelegd welke producten en diensten afgenomen worden. Jaarlijks wordt dit gecon-cretiseerd in een werkplan. In de DVO’s kunnen maatwerkafspraken gemaakt worden met de RUD. RISICO'S EN KANSEN
Veronderstelling is dat door bundeling van taken in de RUD Zuid-Limburg niet alleen de kwaliteit toeneemt, maar ook efficiënter gewerkt kan worden. In een periode van 4 jaar voor de deelnemende gemeenten wordt toegewerkt naar 5% efficiencywinst.
Regionale samenwerking leerlingenvervoer
Gemeenschappelijke regeling
DOEL
Het uitvoeren van het leerlingenvervoer
PARTIJEN
Vaals, Maastricht, Meerssen, Valkenburg, Eijsden-Margraten
BESTUURLIJK BELANG
Lid algemeen bestuur (nog te benoemen)
FINANCIEEL BELANG
Voor 2014 is een bedrag van € 165.000 begroot. In dit bedrag is reeds rekening gehouden met de uitvoeringskosten (Unit Leerlingenvervoer gemeente Maastricht) ad € 15.892 die door de gemeente Maastricht in rekening worden gebracht voor de gemeente Vaals.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Werkzaamheden voortvloeiend uit het uitvoeren van de verordeningen leerlingenvervoer van de deelnemende gemeenten.
RISICO'S EN KANSEN
Het komende schooljaar wordt daarom beschouwd als een overgangsjaar voordat de GR start met de Europese aanbesteding van het leerlingenvervoer voor de schooljaren vanaf 2014 - 2015.
ONTWIKKELINGEN
Gelet op de voordelen en het te verwachten inverdieneffect, zowel incidenteel als structureel, ligt aansluiting c.q. toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling voor de hand. De aanvragen alsmede de uitvoering van het leerlingenvervoer wordt ingaande het schooljaar 2013-2014 overgenomen door de centrumgemeente Maastricht op basis van de GR. Het leerlingenvervoer wordt Europees aanbesteed door de centrumgemeente met ingang van schooljaar 2014-2015.
BANK NEDERLANDSE GEMEENTEN
Naamloze Vennootschap (NV)
DOEL
Uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang
PARTIJEN
Overheden en instellingen op het gebied van Volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
FINANCIEEL BELANG
Deelneming in het aandelenkapitaal. De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en waterschappen. Aandeel: Het nominaal aandelenkapitaal bedraagt € 42.803 (17.121 aandelen van nominaal groot € 2,50). De boekwaarde van de aandelen bedraagt € 38.847. De gemeente ontvangt jaarlijks een dividend per aandeel. Voor 2014 is een bedrag van € 25.000 begroot.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Het verzorgen van kredietverlening, beleggingen, advisering, betalingsverkeer en e-banking, gebiedsontwikkeling en vastgoedontwikkeling voor en in samenwerking met overheidspartijen. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 4 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'financiering'.
RISICO'S EN KANSEN
Tegenvallende bedrijfsresultaten van de NV hebben een negatief effect op de jaarlijks te ontvangen dividenduitkering. Daarnaast kunnen structureel negatieve bedrijfsresultaten tot een benodigde bijstelling van de boekwaarde van het aandelenkapitaal leiden.
WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ LIMBURG
Naamloze Vennootschap (NV)
Pagina 100 van 118
DOEL
Voorzien in de behoefte aan water in de provincie Limburg en aangrenzende gebieden.
PARTIJEN
Alle Limburgse gemeenten
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder
FINANCIEEL BELANG
Alleen de provincie Limburg en de in Limburg gelegen gemeenten kunnen aandeelhouder zijn. Het betreft een deelneming in het aandelenkapitaal. Er wordt geen dividend uitgekeerd. Aandeel: De nominale waarde van het gemeentelijk aandelenkapitaal bedraagt € 13.614 (3 aandelen van nominaal € 4.538).
ACTIVITEITEN/PRESTATIES /EFFECTEN
Het verzorgen van de drinkwaterproductie- en distributie en het geven van voorlichting op het gebied van drinkwater. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 2 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'openbaar groen – gemeentegronden', en zijn onder meer gericht op het onderhouden, instandhouding en verbeteren van de drinkwatervoorziening.
RISICO'S EN KANSEN
Doordat in het verleden reeds afschrijving van het aandelenpakket heeft plaatsgevonden en geen dividend wordt uitgekeerd, blijft het risico beperkt tot benodigde extra bijdragen bij mogelijke toekomstige tegenvallende bedrijfsresultaten van de NV.
ENEXIS HOLDING
Naamloze Vennootschap (NV)
DOEL
Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland diende Essent uiterlijk voor 1 januari 2011 gesplitst te worden in een netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet zijn de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis. De vennootschap Enexis Holding N.V. heeft de volgende doelstellingen: a. het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; b. het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; c. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; d. het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.
PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
Het betreft een deelneming in het aandelenkapitaal. Aandeel: Het nominale aandelenpakket bedraagt € 180.900 (180.900 aandelen van nominaal groot € 1). De boekwaarde van de aandelen is € 60.805. De gemeente ontvangt jaarlijks naar rato van het aantal aandelen een dividend. Daarnaast ontvangen de gemeenten nog een inconveniënten-toeslag. Voor 2014 wordt deze begroot op € 31.000. In 2014 wordt een dividend verwacht over 2013 van € 107.000. De gemeente Vaals ontvangt daarnaast jaarlijks € 330.000 als zijnde rente over de uitgezette gelden.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Activiteiten op de gebieden van energievoorziening, communicatiesystemen en -diensten, zorg voor een schoon en gezond milieu en voorzieningen of diensten die met het vorenstaande samenhangen of daaraan verwant zijn. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 3 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'economie – nutsbedrijven'.
RISICO'S EN KANSEN
Het risico voor de aandeelhouders is relatief gering. Het nominaal aandelenkapitaal van Enexis Holding NV bedraagt € 149.682.196. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2:81 BW) de verplichtingen en daarmee de aansprakelijkheid van de aandeelhouders in totaliteit jengens Enexis Holding NV ook beperkt tot hun aandeel in dit bedrag.
ONTWIKKELINGEN
Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht.
Pagina 101 van 118
ATTERO HOLDING (V/H ESSENT MILIEU HOLDING)
Naamloze Vennootschap (NV)
DOEL
Attero Holding zal optreden als houdstermaatschappij van Attero. Aangezien Attero geen onderdeel uitmaakte van de verkoop van Essent N.V. aan RWE is onderzocht of een seperate verkoop van Attero mogelijk was. De uiteindelijke resultaten van het verkoopproces waren teleurstellend waarna de Raad van Bestuur van Essent N.V., in overleg met de aandeelhouders van Essent N.V. hebben besloten het verkoopproces stop te zetten. De aandeelhouders van Essent N.V., waren al indirect aandeelhouder van Attero, maar zijn nu rechtstreeks aandeelhouder van Attero. Attero heeft ten doel: het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en – verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking.
PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
Het betreft een deelneming in het aandelenkapitaal. Aandeel: Het nominale aandelenpakket bedraagt € 1.809 (180.900 aandelen van nominaal groot € 0,01). De boekwaarde van de aandelen is € 1. De gemeente ontvangt jaarlijks naar rato van het aantal aandelen een dividend, in 2014 is een bedrag van € 10.000 aan dividend begroot.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Activiteiten op de gebieden van afvalverwijdering en –verwerking en voorzieningen of diensten die met het vorenstaande samenhangen of daaraan verwant zijn. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 3 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'economie – nutsbedrijven'.
ISICO'S EN KANSEN
Het risico voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot het nominale aandelenkapitaal van Attero. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2:81 BW) de verplichtingen en daarmee de aansprakelijkheid van de aandeelhouders in totaliteit jengens Attero Holding NV ook beperkt tot hun aandeel in dit bedrag.
ONTWIKKELINGEN
De resultaten van Attero zullen de komende jaren onder druk komen te staan als gevolg van gewijzigde marktomstandigheden.
PUBLIEK BELANG ELEKTRICITEITSPRODUCTIE
Besloten Vennootschap (BV)
DOEL
De rechter heeft, in kort geding, bepaald dat Essent haar 50%-belang, in economische zin, in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ (“EPZ”), welke vennootschap onder meer eigenaar is van de kerncentrale te Borssele, niet mag worden mee verkocht aan RWE. Dit houdt in dat de Verkopende Aandeelhouders zowel het juridische als het economische eigendom van Essent haar 50%-belang in EPZ zullen verkrijgen en daarmee de rechten om de publieke belangen te borgen (naast de borging die uitgaat vanuit de Rijksoverheid via o.a. de Kernenergiewet en de voorschriften in de aan EPZ verleende vergunning). De vennootschap heeft ten doel: het feitelijk werkzaam zijn op het gebied van distributie en/of productie van electrische- en andere vormen van energie.
PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
Het betreft een deelneming in het aandelenkapitaal. Aandeel: Het nominale aandelenpakket bedraagt € 1.809 (180.900 aandelen van nominaal groot € 0,01). De boekwaarde van de aandelen is € 1. Er is geen dividend voor 2014 begroot.
ACTIVITEITEN/PRESTATIES/ EFFECTEN
Activiteiten op de gebieden van distributie en/of productie van elektrische - en andere vormen van energie. Deze activiteiten staan in relatie tot thema 3 van de programmabegroting; specifiek het beleidsveld 'economie – nutsbedrijven'.
RISICO'S EN KANSEN
Het risico voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot het nominale
Pagina 102 van 118
aandelenkapitaal van PBE. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2:81 BW) de verplichtingen en daarmee de aansprakelijkheid van de aandeelhouders in totaliteit jegens PBE ook beperkt tot hun aandeel in dit bedrag. Sinds einde 2011 participeert Vaals niet meer in de kerncentrale Borssele. Special Purpose Vehicles (SPV's): Verkoop Vennootschap BV
Besloten Vennootschap (BV)
DOEL
De Vennootschap heeft ten doel het uitoefenen van alle rechten en verplichtingen van haar aandeelhouders ten opzichte van Essent N.V. en RWE AG of hun rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel, voortvloeiende uit de verkoopovereenkomst voor de verkoop van Essent N.V., welke rechten en verplichtingen de vennootschap via contractoverneming heeft verkregen van de aandeelhouders. Tevens heeft de Vennootschap tot doel het beheren of doen beheren van fondsen ter dekking van eventuele aansprakelijkheid van de aandeelhouders naar aanleiding van de verkoopovereenkomst voor de verkoop van Essent N.V.
PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
De gemeente Vaals heeft in deze vennootschap een deelneming in het aandelenkapitaal. Het nominale aandelenpakket bedraagt € 24 (2.417 aandelen van nominaal groot € 0,01), welke gelijk is aan de boekwaarde per deelneming.
RISICO'S EN KANSEN
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschappen.
ONTWIKKELINGEN
De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de periode dat claims onder deze escrow (lees bankrekening) kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden uitgekeerd en een eventueel overschot op het einde komt geheel ten goede aan de Verkopende aandeelhouders. In 2011 is de 1e 50% van de general escrow uitgekeerd. General escrow bedroeg € 400 miljoen, waarvoor € 42 miljoen aan claims zijn ingediend. Daarom is € 358 miljoen uitgekeerd aan aandeelhouders, voor Vaals betekende dit een bedrag ad € 433.000. Uitkering van de 2e 50% van de general escrow zal plaatsvinden in 2015.
Vordering op Enexis BV
Besloten Vennootschap (BV)
DOEL
De Vennootschap heeft ten doel het verkrijgen van de Bruglening. Tevens heeft de Vennootschap ten doel het beheren en administreren van de Back-to-Back leningen en Aandeelhoudersleningen, inclusief het uitvoeren van alle aan de Back-to-Back Leningen en Aandeelhoudersleningen verbonden rechten en verplichtingen.
PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
De gemeente Vaals heeft in deze vennootschap een deelneming in het aandelenkapitaal. Het nominale aandelenpakket bedraagt € 24 (2.417 aandelen van nominaal groot € 0,01), welke gelijk is aan de boekwaarde per deelneming. In 2014 wordt de 2e tranche van de vordering begroot op ca € 600.000 .
RISICO'S EN KANSEN
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschappen. Daarnaast loopt Vordering op Enexis beheerste risico's op Enexis Holding voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis Holding.
ONTWIKKELINGEN
De vordering is vastgelegd in een leningovereenkomst bestaande uit vier tranches (3, 5, 7 en 10 jaar). De tweede tranche loopt af in 2014.
CBL Vennootschap BV
Besloten Vennootschap (BV)
DOEL
De vennootschap heeft ten doel het beheren of doen beheren van fondsen ter dekking van
Pagina 103 van 118
eventuele aansprakelijkheid van haar aandeelhouders in het kader van cross border leases naar aanleiding van de verkoopovereenkomst voor de verkoop van Essent N.V. PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
De gemeente Vaals heeft in deze venootschap een deelneming in het aandelenkapitaal. Het nominale aandelenpakket bedraagt € 24 (2.417 aandelen van nominaal groot € 0,01), welke gelijk is aan de boekwaarde per deelneming.
RISICO'S EN KANSEN
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschappen.
ONTWIKKELINGEN
De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de doorlooptijd van de nog openstaande CBL contracten en de claims die onder deze escrow (CBL-fonds) kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden toegevoegd aan het fonds. Een eventueel overschot in het CBL-fonds komt op het einde voor 50% ten goede aan de Verkopende aandeelhouders.
Claim Staat Vennootschap BV
Besloten Vennootschap (BV)
DOEL
De vennootschap heeft ten doel het verstrekken van garanties, het verbinden van de vennootschap en het bezwaren van activa van de vennootschap ten behoeve van ondernemingen en vennootschappen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden.
PARTIJEN
Tal van gemeenten; Vaals is aangesloten bij VEGAL (Vereniging Gemeenten Aandeelhouders in Limburg binnen Enexis Holding)
BESTUURLIJK BELANG
Aandeelhouder; dit belang wordt waargenomen door Wethouder Kompier.
FINANCIEEL BELANG
De gemeente Vaals heeft in deze vennootschap een deelneming in het aandelenkapitaal. Het nominale aandelenpakket bedraagt € 24 (2.417 aandelen van nominaal groot € 0,01), welke gelijk is aan de boekwaarde per deelneming.
RISICO'S EN KANSEN
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschappen.
ONTWIKKELINGEN
De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de uitspraak in de gerechtelijke procedure. Een eventuele schadevergoeding komt geheel ten goede aan de Verkopende aandeelhouders.
Overige deelnemingen De Stichting Essent Sustainability Development heeft als doel het toezien op de status van het duurzaamheidscontract getekend tussen RWE en Essent, in het vervreemdingsproces van de aandelen Essent. De stichting heeft een puur toezichthoudende functie. In deze stichting is geen geld ingebracht, waardoor geen risico bestaat voor de deelnemers.
Pagina 104 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Grondbeleid Paragrafen
De paragraaf grondbeleid gaat in op het beleid en de positie die de gemeente inneemt ten aanzien van gronden en ( en onroerend goed) in eigendom. Met de 'grondpositie' kan de gemeente in bepaalde mate sturen om toekomstige (gewenste) ontwikkelingen te doen plaatsvinden. Deze gronden worden gezien als 'voorraad', een bedrijfsmiddel waarmee een toekomstig product kan worden gerealiseerd. Deze paragraaf beoogt inzicht te geven in de financiële risico's die de gemeente bij de diverse grondexploitaties loopt.
Strategie De noodzaak of wens om grondposities in te nemen komt voort uit strategische ambities alsmede sociale, demografische en economische ontwikkelingen in de gemeente Vaals en haar directe omgeving. De vertaling van deze ambitie komt tot uitdrukking in projecten als de stadsvernieuwingsprojecten Julianaplein en Lindenstraat. Hierbij wordt een kwalitatieve opwaardering van het centrum nagestreefd, in combinatie met het ontwikkelen van een pleinfunctie waardoor de levendigheid en leefbaarheid wordt versterkt. Om de strategische ambities verder vorm te geven liggen er nadrukkelijk kansen in Aken. Aken ontwikkelt zich steeds verder als studentenstad. Momenteel telt Aken ca. 44.500 studenten, maar mede door de bouw van een nieuwe Campus aan de RWTH zal het aantal studenten met ruim 9% toenemen tot ca 50.000 in 2020. Ook zal het aantal medewerkers aan de RWTH naar verwachting sterk stijgen, ca. 10.000 nieuwe banen worden verwacht. De vraag naar woningen in Aken zal te groot zijn in relatie tot het aanbod. Aken heeft beperkte mogelijkheden tot uitbreiding van het woningaanbod en een structureel tekort van ca. 2000 woningen. Vaals zou daar voor een deel in kunnen voorzien. De instroom van studenten, jonge gezinnen en (hoogopgeleide) RWTH medewerkers kan een belangrijke impuls vormen voor de kwaliteit van de lokale samenleving, waarbij de pluriformiteit en de sociale stratificatie worden versterkt. Daarnaast biedt dit kansen voor de lokale economie, waardoor de gemeente ook in de toekomst kan (blijven) voorzien in de gewenste/benodigde faciliteiten en wijzigende behoeften van de inwoners. Vanuit dit toekomstperspectief wordt momenteel een aantal grondexploitaties gevoerd. Het belangrijkste doel hierbij is het vergroten van de levendigheid en leefbaarheid in het centrum, enerzijds door een kwalitatieve verbetering van het woningaanbod en de woonomgeving in het centrum en anderzijds door het verbeteren van het evenwicht in de samenstelling van de bevolking, namelijk het aantrekken van meer jongeren (studenten) en jonge gezinnen.
Grondbeleid De gemeente gaat uit van de gedacht “facilitair grondbeleid waar kan, actief grondbeleid waar moet” . Grondbeleid van de gemeente (en de daarmee samenhangende risico's) kan een behoorlijke impact hebben op de financiële positie. Tenzij niet strikt noodzakelijk zal de gemeente geen actief maar facilitair grondbeleid nastreven. De gemeente wil haar visies en ambities niet geheel op eigen kracht waarmaken. Het beleid van de gemeente is daarom gericht op het vormen van strategische allianties met andere partijen. Bij de actieve variant bepalen de visie op de (groei-)ontwikkeling van de gemeente en de planningsambities de investeringen in grond en gebouwen. Bij de faciliterende variant neemt de gemeente aanmerkelijk minder risico's, zij maakt dan vooral ontwikkelingen van anderen mogelijk. Door wel of niet in te stemmen met bepaalde ontwikkelingen/initiatieven binnen een bestaand bestemmingsplan, geeft de gemeente sturing aan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling.
Pagina 105 van 118
Grondexploitaties Bij het aanhouden van voorraden grond voor toekomstige ontwikkeling, de zogenaamde grondexploitaties, bestaan altijd aanzienlijke (financiële) risico's. De investeringen in grondexploitaties zijn meestal van dien omvang, dat een toekomstige waardedaling van (grote) invloed kan zijn op het vermogen van de gemeente. Derhalve verdient het aanbeveling om permanent voor de diverse grondexploitaties meerdere scenario's door te rekenen om het realiteitsgehalte van de prognoses en verwachtingen per project te bepalen. Indien een gerede kans bestaat op verliezen, dan is een voortijdige afwaardering voor de hand liggend. Momenteel kent de gemeente Vaals een viertal grondexploitaties, te weten: a. Von Clermontpark fase I en Von Clermontpark fase II b. Centrumplanontwikkeling Julianaplein en Lindestraat c. Vijlen Zuid-Oost.
Stadsvernieuwingsproject Von Clermontpark fase I en fase II Het project Von Clermontpark kent zijn oorsprong in de jaren '90 en omvat de herstructurering van het terrein waar voorheen onder andere de oude naaldenfabriek Muva stond. Het originele plan voor de herstructurering stamt uit 2003 en omvatte onder meer de bouw en aanleg van 250 woningen en appartementen, een ondergrondse openbare parkeergarage, een (beperkt) winkelcentrum, een park en een evenementenplein. Het deel van het plan dat nog in exploitatie is beslaat een totale oppervlakte van ruim 5.500 m² bouwgrond, bestaande uit blok A 2.700 m², blok C 800 m² en blok D 2.000 m². In 2005 werd overeenstemming bereikt met projectontwikkelaar Situs (onderdeel van de Selexion Group) en de Woningstichting Vaals voor een publiek-private samenwerking voor het gehele plangebied. Situs heeft uiteindelijk alleen het zogenaamde blok B (winkel-/wooncomplex inclusief openbare parkeergarage) gerealiseerd. Vanwege de malaise op de woningmarkt is het Situs uiteindelijk niet gelukt om de rest van het plan (bouw en verkoop appartementen) succesvol te ontwikkelen en te realiseren. Eind 2011 heeft de gemeente de (bouwrijpe) gronden teruggekocht van Situs voor een bedrag van € 2,1 miljoen (oorspronkelijk verkocht voor € 2 miljoen). De gemeente is wat betreft blok A (2.700 m²) in onderhandeling met meerdere projectontwikkelaars om ontwikkelingen van studentenwoningen mogelijk te maken. Marktverkenningen en afzetbaarheid van de woningen en overige huisvesting (studenten en boardinghouse) zijn ook bepalend voor de planning van de bouwactiviteiten. . De overige onderdelen (blok C en D) zijn vooral bedoeld als woningen/appartementen. Het project Von Clermontpark fase II was tot 2005 onderdeel van het totale stadsvernieuwingsproject Von Clermontpark. Na het sluiten van het contract met Situs voor fase I is een separate grondexploitatie geopend voor fase II. Deze omvat vooral de gronden in het gebied rondom de voormalige Opel-garage, het Oude Wit-Groen terrein en de gemeentewerf. De totale grondoppervlakte binnen deze fase is 7.700 m². Deze grondexploitatie is nog niet 'lopende', hetgeen betekent dat er alleen jaarlijks rente wordt bijgeschreven en verder nog geen verwachtingen zijn. Een eventuele ontwikkeling van Fase II is mede afhankelijk van ontwikkelingen binnen de eerste fase (komst van studentencomplex). Verschillende projectontwikkelaars hebben voor het voormalige Wit-Groen terrein een plan voorgesteld, dat wacht op de juiste investeerder. Voor het voormalige Hekkert terrein is een plan uitgewerkt voor studentenwoningen, maar een eindinvesteerder is nog niet gevonden. Het een en ander betekent dat er risico's zijn ten aanzien van de boekwaarde, welke momenteel jaarlijks oploopt en waarvan niet bekend is wanneer de volledige opbrengsten geboekt kunnen worden. Stadsvernieuwingsproject Von Clermontpark fase I en II – realisatie 2016 Huidige boekwaarde VCP I
€ 4.690.000 – met name aankoop gronden en kosten bouwrijp maken
Huidige boekwaarde VCP II
€ 1.110.000
Te verwachten kosten
€ 250.000 – met name rentekosten
Te verwachten opbrengsten
€ 6.250.000 – verkoop gronden
Te verwachten resultaat
€0
Op basis van deze verwachtingen wordt vooralsnog uitgegaan van het realiseren van de boekwaarde, oftewel een budgetneutraal resultaat. (waarbij in 2011 reeds een verlies is genomen op dit project, waarbij € 2 miljoen is afgeboekt ten laste van de algemene reserve). Bij de jaarrekening 2013 zal stilgestaan worden bij een eventuele noodzakelijke herwaardering.
Centrumplanontwikkeling – herinrichting Koningin Julianaplein
In 2008 heeft de gemeente Vaals in samenwerking met de Woningstichting Vaals en architectenburo Jo Coenen & Co een gebiedsanalyse van het centrum van de kern Vaals opgesteld. Hieruit is een overkoepelend Masterplan voortgekomen, waarin een vijftal mogelijke ontwikkellocaties zijn benoemd: het kernwinkelgebied, winkelcentrum Drieland, gebied grensovergang, het gebied Pagina 106 van 118
van de voormalige basisschool De Kleine Wereld in de Lindenstraat en het gebied rondom het gemeentehuis. De herinrichting Koningin Julianaplein betreft een samenvoeging van de grondexploitaties Julianaplein en 't Schanes. De totale oppervlakte van het plan bestrijkt ca. 10.000 m². Ter realisatie van dit plan werkt de gemeente samen met de Woningstichting Vaals, hetgeen is vastgelegd in een realisatieovereenkomst. Hierin wordt onder andere de realisatie van ca. 60 wooneenheden in combinatie met retail (ca. 1.800 m²) en horeca in het gebied rondom het gemeentehuis in Vaals (Julianaplein, Von Clermontplein, Schanes, Tyrellsestraat en St. Paulusstraat) geregeld. Belangrijkste doel is het versterken van de levendigheid in de samenleving en de kwaliteit van het woon-, winkel- en verblijfsaanbod. Herinrichting Koningin Julianaplein – realisatie 2016 Huidige boekwaarde
€ 1.370.000 – met name aankoop gronden en gebouwen en kosten plannen/ontwikkeling
Te verwachten kosten
€ 6.300.000 – met name kosten bouwen, aanleg openbare ruimte en infrastructuur
Te verwachten opbrengsten
€ 6.000.000 – realisatie meerwaarde woningen (Woningstichting)
Te verwachten resultaat
– € 1.600.000 – € 1.000.000 wordt afgeboekt in 2013, restant € 600.000 ½ gemeente, ½ WSV
In 2013 is (zo is door de raad besloten bij het vaststellen van de grondexploitatie) € 1.000.000 van de boekwaarde afgeboekt/geactiveerd, waardoor de prognose inzake het tekort uitkomt op € 600.000 (conform grondexploitatie). Beide partijen (gemeente en WSV) zullen voor de helft delen in dit tekort. Overigens bestaat gerede kans dat er nog Provinciaal subsidie voor dit plan gerealiseerd kan worden, dit najaar zal hier duidelijkheid over komen. Eventueel verkregen subsidie zal in mindering gebracht worden op het te verwachten resultaat.
Centrumplanontwikkeling: Aankoop panden Lindenstraat,
Vanuit strategische overwegingen zijn op 20 juni 2013, 4 panden aan de Lindenstraat aangekocht. Doel is het om een kwaliteitsverbetering in het Centrum van Vaals te weeg te brengen. De panden worden gerenoveerd (tot voorjaar 2014) en na renovatie verhuurt aan studenten. Centrumplanontwikkeling – realisatie 2018 Huidige boekwaarde
€ 680.000 – met name aankoopkosten
Te verwachten kosten
€ 400.000
Te verwachten opbrengsten
€ 1.100.000
Te verwachten resultaat
€0
Het doel is om de panden op termijn weer te verkopen voor kwalitatieve ontwikkeling (bijv. stadswoningen). Totdat de markt weer aantrekt zullen de panden vooralsnog worden aangehouden en worden omgebouwd tot 50 studentenwoningen. De kosten voor beheer, verzekering e.d. Worden in zijn geheel gedekt uit de huuropbrengsten.
Uitbreidingsplan Vijlen Zuid-Oost
Het uitbreidingsplan Vijlen Zuid-Oost omvat de realisatie van een woon-zorg-complex van 21 appartementen, 6 levensloopbestendige patio-woningen en 6 twee-onder-één-kap-woningen door de Woningstichting. Daarnaast geeft de gemeente 8 vrije bouwkavels aan particulieren uit. De totale grondoppervlakte beslaat ruim 10.000 m². Inmiddels zijn 4 vrije kavels verkocht. De bouw van het WoZoCo en de woningen is gestart en de verwachting is dat de oplevering in 2014 plaatsvindt. Uitbreidingsplan Vijlen Zuid-Oost – realisatie 2014 Huidige boekwaarde
€ 700.000 – met name kosten bouwrijp maken
Te verwachten kosten
€ 500.000
Te verwachten opbrengsten
€ 1.750.000 – verkoop gronden (Woningstichting en particulieren)
Te verwachten resultaat
€ 550.000
Het financieel risico is zeer beperkt. Enkel de rentefactor kan een rol spelen. Als het project vertraging in de verkoop van de 4 overgebleven kavels oploopt, zullen de rentekosten hoger uitvallen dan verwacht, waardoor het resultaat zal afnemen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een meeropbrengst van ruim € 500.000, welk bedrag toegevoegd zal worden aan de algemene reserve (reeds in 2013 verwerkt in de begroting). Een deel van de winst is gerealiseerd en zal in de jaarrekening 2013 tot uitdrukking worden gebracht.
Pagina 107 van 118
Pagina 108 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Onderhoud kapitaalgoederen Paragrafen
1.
Inleiding
Deze paragraaf gaat in op de (gewenste) onderhoudstoestand en de onderhoudskosten van infrastructuur (wegen, riolering), voorzieningen (groen, openbare verlichting, speelterreinen) en gebouwen binnen de gemeente Vaals. Deze uitgaven voor onderhoud komen in alle programma’s voor, maar met name in de thema's Wonen & Verkeer en Mens & Voorzieningen. Vaals heeft aan openbare ruimte o.a. 500.000 vierkante meter verharde weg (binnen en buiten bebouwde kom), 66.000 strekkende meter riolering, 156.000 vierkante meter openbaar groen in beheer en meer dan 20 gemeentelijke gebouwen. De kwaliteit van de wegen, riolering, groen, gebouwen e.d. en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de hoogte van de lasten. In de gemeente Vaals vormen de directe lasten voor het onderhoud van de kapitaalgoederen ongeveer 4 % van de begroting. Indien ook de zogenaamde indirecte lasten (zoals doorberekening loonkosten en kapitaallasten investeringen) voor onderhoud van de kapitaalgoederen worden geteld, is sprake van ongeveer 13%.
2.
Gebouwen
Beleidskader Meerjarenonderhoudsplan gebouwen 'Plan Bremen' 2008 – 2017 Dit plan geeft de onderhoudswerkzaamheden (technisch onderhoud, preventief onderhoud, herstelonderhoud) weer die noodzakelijk zijn om de functie van het gebouw te kunnen blijven waarborgen. In april 2008 heeft bureau Bremen het onderhoudsplan voor de periode 2008 – 2017 opgeleverd. Eind 2013 zal opdracht gegund worden voor een nieuw meerjarenonderhoudsplan gebouwen, dat in 2014 gereed zal zijn. Van achterstallig onderhoud is geen sprake. Financiële consequenties Ten behoeve van het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen is jaarlijks op basis van het “plan Bremen” € 270.000 beschikbaar. Meer- of minderlasten worden respectievelijk onttrokken dan wel toegevoegd uit/aan de voorziening onderhoud gebouwen. In de begroting 2014 gaan we ervan uit € 466.000 uitgaven te doen voor onderhoud aan gemeentelijke gebouwen (o.a. Gemeentehuis € 195.000 (o.a. onderhoud trappen en sanitair), gemeentewerf € 92.000 (o.a. luchtbehandelingsinstallatie), Fraiche € 62.000 (o.a. onderhoud buitengevel)). Dit houdt in dat € 196.000 wordt onttrokken uit de voorziening onderhoud gebouwen
3.
Riolering
Beleidskader Eind 2008 is het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) voor de periode 2009 – 2013 opgesteld, dat door de raad op 15 december 2008 is vastgesteld. Het onderhoud van de rioleringen zal gedurende de planperiode conform de kaders van dit plan plaatsvinden. Eind 2013 zal gestart worden met de herziening van het GRP, dat in 2014 opgeleverd zal worden. De baten (rioolheffing) van het product riolering zijn 100% kostendekkend. Dit brengt fluctuaties in de tarieven met zich mee. Van achterstallig onderhoud is geen sprake. Financiële consequenties De onderhoudslasten aan rioleringen en pompgemalen in 2014 bedragen circa € 264.000. Deze bestaan uit met name inspectiekosten (€ 45.000), doorspuiten en correctief onderhoud (€ 65.000), onderhoud aan pompgemalen (€ 65.000) en onderhoud huisaansluitingen (€ 25.000).
4.
Wegen
Beleidskader In het voorjaar van 2010 is een nieuw meerjarenonderhoudsplan wegen 2010 – 2019 opgesteld. Binnen dit meerjarenonderhoudsplan is een tweetal aspecten nader uitgewerkt, namelijk: Kwalitatief onderhoud → dit betreft een inventarisatie van de gebreken, die geconstateerd zijn tijdens de visuele inspectie. Vervolgens is middels een bepaald puntensysteem het onderhoud toebedeeld aan een bepaald jaar. Deze prognose is tot op 5 jaar in de toekomst betrouwbaar; Cyclisch onderhoud → dit onderhoud is voornamelijk gebaseerd op de te verwachten levensduur van een weg en in mindere mate
Pagina 109 van 118
het jaar van aanleg. Indien een weg cyclisch onderhoud nodig heeft, dan betreft dit veelal een complete reconstructie van een weg (investeringsprogramma). Normaliter zal in 2015 het onderhoudsplan wegen opnieuw opgesteld worden, het college acht het reëel deze actualisatie een jaar te vervroegen naar 2014. In de kadernota 2011 zijn, op basis van het toen opgeleverde onderhoudsplan wegen, extra middelen voor onderhoud wegen toegekend vanwege ontoereikende budgetten ad € 200.000. In het dekkingsplan van diezelfde kadernota is dat bedrag vervolgens met € 150.000 verminderd, waardoor per saldo € 50.000 extra middelen zijn toegevoegd waardoor een budget ad € 130.000 resteert voor onderhoud wegen. Kwalteitsniveau wegen: rapportcijfer '6' Financiële consequenties Gebleken is dat de 'korting' op de extra middelen in het dekkingsplan van de kadernota 2011 (zichtbare) consequenties heeft gehad voor het kwaliteitsniveau c.q. staat van onze openbare wegen. Uitgedrukt in een rapportcijfer is de huidige staat van de wegen uit te drukken in een '6'. Het omslaan naar een 'onvoldoende' in deze is, bij het continueren van de huidige budgetten, nabij. Om te groeien naar een rapportcijfer 7 is een structureel extra budget benodigd van € 50.000, met indicendeel in 2014 extra €50.000 teneinde een inhaalslag te kunnen realiseren. Resumerend bedraagt het budget voor onderhoud wegen in 2014 € 230.000, in de jaren 2015 y/m 2017 bedraagt het budget jaarlijks € 180.000.
5.
Openbare verlichting
Beleidskader Het beleid is verankerd in het beleidsplan openbare verlichting 2011 t/m 2030 (door raad vastgesteld op 29 oktober 2012). Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Financiële consequenties De onderhoudslasten voortvloeiend uit het beleidsplan openbare verlichting bedragen in de jaren 2014 en 2015 € 40.000 en vanaf 2016 € 64.000 structureel. Dit is als zodanig financieel verwerkt in deze begroting. Daarnaast is een bedrag ad € 85.000 structureel in de begroting opgenomen, zijnde de energielasten van de openbare verlichting .
6.
Groen
Beleidskader De raad heeft op 13 juli 2009 het groenstructuurplan vastgesteld en voor de periode 2010 – 2019 ruim € 550.000 voor de uitvoering van projecten voortvloeiende uit dit plan beschikbaar gesteld (€ 55.000 per jaar). In het dekkingsplan van de begroting 2011 is besloten de looptijd van het groenstructuurplan met 5 jaren te verlengen waardoor de jaarljikse lasten € 35.000 bedragen. Vanuit het groenstructuurplan zal in 2014 een aantal projectmatige werkzaamheden uitgevoerd worden, te weten: verfraaien entrees kern Holset en het vervolg van verfraaiing entree kern Vaals. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Financiële consequenties De jaarlijkse lasten voortvloeiend uit het groenstructuurplan bedragen € 35.000. In deze begroting is het (bezuinigings)voorstel opgenomen het groenstructuurplan deels 'on hold' te zetten vanaf 2015 waardoor een besparing gerealiseerd wordt (zie pag. 15). Daarnaast staat voor regulier onderhoud van het groen in de openbare ruimte in 2014 een bedrag van ruim € 330.000 opgenomen in de begroting. Dit betreft o.a. algemeen onderhoud groen, onderhoud groen Bloemendalpark, onderhoud bomen, etc..
Pagina 110 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Samenwerking Paragrafen
1.
Beleid programmabegroting 2014
De taken en verantwoordelijkheden van gemeenten zijn de laatste jaren sterk aan het veranderen, liever gezegd aan het toenemen. Niet alleen worden steeds meer overheidstaken gedecentraliseerd en komen, soms zware, verantwoordelijkheden bij gemeenten te liggen. Maar ook de samenleving verandert en vraag om een andere rol van de gemeente. De gemeenschapszin staat onder druk en de traditionele verzorgingsstaat moet transformeren naar een participatie-samenleving. Nieuwe en moderne woorden voor een ontwikkeling die toch al enige tijd speelt en waarop de gemeente Vaals reeds in haar strategische visie uit 2008 heeft geanticipeerd.
2.
Strategische ambitie
De gemeente ziet een ontwikkeling in de samenleving, waarbij de burger steeds meer uit eigen kracht en verantwoordelijkheid zaken moet regelen. Aandacht voor de medemens en zorg voor de eigen omgeving zijn daarbij van groot belang. Eigen kracht betekent ook dat de inzet van vrijwilligers steeds belangrijker wordt. De gemeente krijgt daarbij een andere rol. De gemeente moet de randvoorwaarden creëren waarop de individuele burger middels eigen kracht en de samenleving als geheel op een dergelijke wijze kan functioneren. De gemeente faciliteert daar waar het vermogen van de burger of de gemeenschap nog te kort schiet. De gemeente treedt steeds minder op als actor, als de instantie die alles regelt en uitvoert. De gemeente neemt steeds meer de rol van regisseur op zich. Samen met partners uit de samenleving zorgt de gemeente voor een goed functionerende samenleving en een kwaliteit van leven. Daartoe gaat de gemeente allianties aan met strategische samenwerkingspartners. Ook in haar rol als overheid wordt gezocht naar verbindingen met andere overheden, zowel regionaal als euregionaal. Doel is om de kansen voor de eigen inwoners daarmee te vergroten. Voor de inwoners van Vaals is de euregionale oriëntatie van groot belang. Als inwoners van een grensstreek moeten zij optimaal in staat worden gebracht om de voordelen van allerlei voorzieningen en mogelijkheden aan weerszijden van de grens te kunnen benutten. Voor de gemeente Vaals is dan ook euregionale samenwerking, met als belangrijke partner de stad Aken, een zeer belangrijk aspect. Maar ook samenwerking met overheden in de regio Maastricht en Heuvelland. Daarbij geldt de buurgemeente Gulpen-Wittem als het primaire schaakbord voor Vaals binnen de genoemde regio. De afgelopen 3 jaar is veel geïnvesteerd in de samenwerking binnen de regio Maastricht-Heuvelland en zijn belangrijke kenteringen ten opzichte van het verleden bereikt. Daar waar de gemeente Maastricht in het verleden niet altijd veel belangstelling voor het Heuvelland toonde, strekt juist nu de stad de helpende hand uit naar de regio. En de regiogemeenten beseffen dat in de hectiek van decentralisaties en schaalvergrotingen een robuuste samenwerking in de regio zeer noodzakelijk is. Onderstaand worden de beleidslijnen voor het komende jaar geschetst.
3.
Samenwerking Gulpen-Wittem en Vaals
Perspectief Centraal staat de samenwerking met de gemeente Gulpen-Wittem. Beide gemeenten willen vanuit het behoud van de eigen lokale autonomie een maximale meerwaarde betekenen voor de lokale samenleving. Een aanpak vanuit kennis van en rekenschap over de lokale context staat voorop. Zaken die van groot belang voor de lokale omgeving worden lokaal geregiseerd. Daarbij denken we niet alleen aan het zo dicht mogelijk bij de burger houden van de gemeentelijke dienstverlening, maar bijvoorbeeld ook aan de lokale sturing op de toegang tot de diverse (ook toekomstige) zorgaspecten. Verder wensen beide gemeenten op strategische onderwerpen in de regio waar mogelijk gezamenlijk een mede-toonaangevende rol te spelen, door niet ontwikkelingen af te wachten, maar pro-actief en medebepalend in de regio te opereren. Op operationeel gebied zien beide gemeenten in de toekomst steeds meer perspectief om ondersteunende diensten, die de burger niet direct raken, op een grotere regionale schaal te organiseren, als daar tenminste kwaliteits- en efficiencywinst gerealiseerd kan worden. Doel Beide gemeenten willen zoveel mogelijk strategisch, tactisch maar operationeel gezamenlijk optrekken in de regio MaastrichtHeuvelland. Beide gemeenten wensen zo maximaal mogelijke meerwaarde te leveren voor de lokale samenleving. Om de daartoe benodigde ruimte en slagkracht te creëren/behouden, is nadrukkelijke samenwerking nodig. In die samenwerking, zowel onderling als ook regionaal, trekken beide gemeenten gelijk op en wordt richting partners met de spreekwoordelijke ‘1 mond’ gesproken. Geplande activiteiten De samenwerking tussen beide gemeente kenmerkte zich de afgelopen jaren vooral door het realiseren van quick wins en het delen van ambtelijke capaciteit waar dat mogelijk en doelmatig was. Inmiddels zijn o.a. gezamenlijke inkooptrajecten van b.v. accountant, Pagina 111 van 118
WOZ-taxateur etc. gerealiseerd en worden beleidsvelden als WMO, WSW, milieu, openbare orde en veiligheid, parkeerbeheer e.d. middels gezamenlijke ambtelijke capaciteit uitgevoerd. De komende jaren zal de regionale samenwerking zich vooral gaan enten op de regionale aanpak van diverse taakvelden binnen Maastricht-Heuvelland. De onderlinge samenwerking richt zich dan ook het komende jaar meer op het gezamenlijk optrekken in nieuwe ontwikkelingen, zoals het sociale domein, alsmede het uitbrengen van een gezamenlijk standpunt in regionale samenwerkingsvraagstukken. Dit maakt strategisch gezien de positie van beide gemeenten sterker. Daarnaast zal op ambtelijk vlak de bedrijfsvoeringsfilosofie, welke in beide gemeenten nagenoeg gelijkluidend is, gezamenlijk verder worden geïmplementeerd middels strategisch personeelsbeleid en –planning en dergelijke zaken. Financiën Voor deze samenwerking zijn geen specifieke financiële middelen benodigd (en dus ook niet meer geraamd).
4.
Samenwerking Maastricht – Heuvelland
Perspectief In de hectiek van veranderende samenlevingen, groeiende verantwoordelijkheden, decentralisatie-opgaven en schaal-vergroting maken Rijk en Provincie zich druk over de gemeentelijke bestuurskracht. Regio’s moeten kunnen aantonen dat er sprake is van robuuste samenwerkingen. Voor de samenwerking in Zuid-Limburg wordt het zogenaamde “Kompas Zuid-Limburg” als richtinggevend gezien. Overheid, ondernemers en het maatschappelijk middenveld willen samenwerken aan een versterking van de regio op het gebied van wonen, zorg, onderwijs en economie. De drie grote steden vervullen daarbij een trekkersrol voor hun eigen subregio. Voor het Heuvelland vervult Maastricht die rol. De samenwerking Maastricht-Heuvelland krijgt steeds meer inhoud en van daaruit ook vorm. Medio 2013 gaf de regio aan de Minister aan de decentralisatie-opgaven gezamenlijk in te steken middels een robuuste samenwerking. De regio wil werken vanuit een binnenkort op te stellen strategische visie en agenda. Strategisch/tactisch ontwikkelingen worden geïnitieerd vanuit de portefeuillehoudersoverleggen op de domeinen sociaal, ruimte/mobiliteit en economie. De samenwerking wordt bezegeld in een convenant. De inhoud is leidend, de vorm volgt daaruit. Wat vorm betreft zal primair gewerkt worden met het model van de centrumgemeente, waarbij voor de te onderscheiden samenwerkingsgebieden dienstverlenings-overeenkomsten worden opgesteld. Slechts indien echt noodzakelijk voor het regelen van de beleidsverantwoordelijkheid wordt nagedacht over een lichte vorm van een gemeenschappelijke regeling. Concrete afspraken over inhoudelijke samenwerking worden vastgelegd in een jaarprogramma. Doel De regio Maastricht-Heuvelland streeft ernaar om middels samenwerking op diverse niveaus en beleidsvelden voldoende bestuurskracht te behouden voor de gemeenten om de lokale burgerkracht en –participatie maximaal te kunnen ontwikkelen en ondersteunen en daarnaast de strategische opgaven zo goed mogelijk te kunnen realiseren. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de lokale autonomie blijft behouden en niet gestreefd wordt naar een regionale herindeling. De samenwerking moet robuust zijn en weinig ruimte laten voor vrijblijvendheid. Solidariteit en gelijkwaardigheid zijn daarbij geldende principes. Een en ander wordt bezegeld in een convenant. Geplande activiteiten De bereidheid tot samenwerking binnen de regio is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Het is van belang om in de huidige raadsperiodes een stabiele basis te leggen voor een verdere effectuering van die bereidheid. Eind 2013 zal een strategische visie geconcretiseerd in strategische agendapunten voor de regio gereed zijn. Binnen het sociale domein worden in 2014 de voorbereiding getroffen om te komen tot 1 gezamenlijke en integrale sociale dienst, van waaruit de gezamenlijke ondersteunende taken als ook de specialistische advisering kan plaatsvinden. De gezamenlijke sociale dienst moet aansluiten bij de wijze waarop de lokale regie op de toegang tot de zorg wordt geregeld. Andere speerpunten van samenwerking in dit domein zijn de burgerparticipatie, werkgelegenheid, participatiewet en een toekomstige visie voor onderwijsvoorzieningen. In het domein ruimte & mobiliteit zal naast het thema wonen vooral ook aandacht worden besteed aan landschaps-ontwikkeling. Binnen het economische domein zijn het afgelopen jaar door elke gemeente gelden vrijgemaakt voor de zogenaamde Limburg Economic Developement (LED), van waaruit wordt ingezet op een versterking van de toeristische sector en de concurrentiepositie van regionale bedrijven. Financiën Voor 2014 en 2015 is jaarlijks een bijdrage van € 60.000 opgenomen (gedekt uit de algemene reserve) voor de Limburg Economic Developement (LED). Mochten er concrete projecten uit de samenwerking Maastricht-Heuvelland naar voren komen, dan zijn daar vooralsnog geen specifieke financiële middelen voor geraamd.
5.
Euregionale samenwerking
Perspectief De centrale ligging t.o.v. Aken en de Euregio alsmede de ontwikkelingen bij de Campus RWTH bieden grote kansen voor (de samenleving van) Vaals. Het opbouwen van een netwerk en goede afstemming met de diverse partners in deze regio is dan ook van groot belang. Strategische partner daarin is de stad Aken.
Pagina 112 van 118
Doel Enerzijds Vaals op de juiste manier in de picture zetten als aantrekkelijk woongebied voor studenten, jongeren, gezinnen etc. welke richting Aken komen vanwege de Campus-ontwikkeling, waardoor niet alleen Vaals nieuwe inwoners krijgt maar ook het woningtekort voor Aken voor een deel wordt opgelost. Anderzijds het scheppen van voorwaarden en faciliteiten om onze inwoners zo optimaal mogelijk gebruik te laten maken van de mogelijkheden die de euregio biedt. Geplande activiteiten a. Marketingplan Om meer inwoners (studenten, jongeren, gezinnen) vanuit de ontwikkelingen in Aken naar Vaals te trekken wordt ook in 2014 verder invulling gegeven aan de marketingcampagne (Vaals kleine Schwester von Aachen), de contacten met de Campus RWTH, woningaanbieders, studenten, etc. b. Grensinfopunt Continueren van de serviceverlening via de twee locaties van het Grensinfopunt, daarnaast in 2014 meer inzetten op pro-actieve informatievoorziening voor nieuwe burgers in de euregio. c. Charlemagne AG Ter versterking van de euregio is vanuit de Charlemagne AG een 7-tal projecten geïnitieerd, die ook in 2014 worden voortgezet. Te denken valt aan het bevorderen van de doorlaatbaarheid van de arbeidsmarkt, het monitoren van grensoverschrijdende ontwikkeling, retail en verkeer, duurzaam bouwen en nieuwe energie. In 2014 wordt een ontwikkelingsvisie inclusief concrete samenwerkingsacties opgesteld. Financiën Voor de uitvoering van deze activiteiten is jaarlijks € 50.000 beschikbaar, waarvan € 10.000 specifiek voor het grensinfopunt.
Pagina 113 van 118
Pagina 114 van 118
Paragraaf
Programmabegroting Vaals
2014
Krimp Paragrafen
1.
Inleiding
Op basis van prognoses blijkt dat de bevolking van Vaals in de komende 15 jaar zal krimpen met 13,3 % (prognoses Etil en CBS uit 2009). Kijkend naar 2035 zou de bevolking zelfs teruglopen van 9.709 inwoners (stand per 1/7/2013) naar 7.500 in 2035. Daarnaast zal het aantal ouderen (65+) in 2025 op basis van de prognoses ongeveer 40 % van de bevolking uitmaken (een verdubbeling van het huidige percentage); het aantal kinderen in de leeftijdscategorie tot 14 jaar daalt in dezelfde periode met 5 % (13,5 % => 8 % in 2025). Deze demografische ontwikkelingen (de bevolkingsdaling, maar nog meer de vergrijzing en ontgroening) hebben consequenties op tal van terreinen (maatschappelijke en economische voorzieningen, de sociale cohesie, arbeidsmarkt, wonen, onderwijs enz.) zich uitend in: • een veranderende kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar woningen; • het draagvlak voor voorzieningen komt onder druk te staan (winkels, onderwijs, sport, zorg en welzijn); • dalende gemeentelijke inkomsten en gelijkblijvende of toenemende (beheers)uitgaven.
2.
Beleidskaders
In de strategische visie Vaals 2020 zijn de ambities voor de (middel-)lange termijn weergegeven. Deze ambities zijn gebaseerd op toekomstverwachtingen, kansen die we als gemeente zien en ook bedreigingen die we op ons zien afkomen. Eén van die bedreigingen betreft de reeds gememoreerde krimp van de bevolking (in totaal) en de steeds verder toenemende vergrijzing en ontgroening. Aan de andere kant zien we de Campus-ontwikkelingen aan Duitse zijde bij de RWTH als een duidelijke kans om onder andere de krimp met al zijn nadelige scenario's voor een deel het hoofd te kunnen bieden. De toekomstverwachtingen, de kansen en ook de bedreigingen in de strategische visie waren niet overal gebaseerd op gedegen onderzoek en analyses. Om een goede basis te kunnen vormen voor te ontwikkelen nieuw beleid en nieuwe plannen diende meer zekerheid te worden verkregen omtrent het realiteitsgehalte. Derhalve is een onderzoek naar de krimpgevolgen uitgevoerd door een extern bureau (Berenschot), hetgeen geresulteerd heeft in het zogenaamde Plan Vaals Krimpproof. Uit het onderzoek blijkt dat de aannames, veronderstellingen en inschattingen, zoals gemaakt in de strategische visie, juist zijn. Om goed te kunnen anticiperen op de gevolgen van de krimp wordt een mix van drie strategieën geadviseerd, te weten: a. bestrijden: tegengaan van de bevolkingsdaling, aantrekken van nieuwe inwoners b. bijstellen: accepteren van de bevolkingsdaling, ambities bijstellen en richten op het handhaven van de samenlevingskwaliteit; c. benutten: verzilveren van kansen, bevolkingsdaling leidt bijvoorbeeld tot vermindering van de druk op de openbare ruimte.
3.
Algemene ontwikkelingen
In de volgende matrix wordt aangegeven welke concrete plannen/activiteiten vanuit een bepaalde strategie worden voorgesteld. Actiepunten plan Vaals Krimpproof BESTRIJDEN
BIJSTELLEN
BENUTTEN
Inspelen op Campus-ontwikkeling:
Herstructureren woningvoorraad:
Ontwikkeling buitengebied:
* studentencampagne (reeds in 2012 gestarte traject voortzetten, intensieve bemiddeling tussen leegstaande woonruimten en woningzoekende studenten); * door middel van marketingbureau ook de werknemers van de RWTH als doelgroep actief benaderen
* woningbouwprogramma Vijlen (bouw Wozoco e.d.) * opwaardering centrum Vaals (Koningin Julianaplein, Lindenstraat, Von Clermontpark)
* kwaliteitsverbetering buitengebied (uitwerking/uitvoering projectplannen)
Voorzieningen in evenwicht: * afstemmen met buurtplatforms / actief burgerschap Activeren in-actieven: * leer-/werktrajecten en stages Pagina 115 van 118
In 2014 worden gerelateerd naar de aspecten “transformatie woningvoorraad” en “voorzieningen in evenwicht” en gekoppeld aan de drie strategieën uit het plan Vaals Krimpproof diverse acties opgepakt variërend van 'actief burgerschap' / 'sterke sociale cohesie' (programma Mens & Voorzieningen), woningbouw Vijlen, project Julianaplein, project Von Clermontpark en panden Lindenstraat (programma Wonen & Verkeer), Euregionale oriëntatie (paragraaf Samenwerking). Al deze acties moeten in hun onderlinge samenhang ervoor zorgen dat de goede samenlevingskwaliteit gehandhaafd wordt en de (effecten van) bevolkingsdaling tegengegaan wordt. Onderstaand worden de belangrijkste projecten / activiteiten rondom de krimp weergegeven: • Maatschappelijke ondersteuning => Gezien de druk op de gemeentelijke, financiële middelen zal meer gewerkt moeten worden volgens het principe van de verantwoordelijkheidsladder => eerst zelf proberen tot oplossingen te komen binnen het eigen netwerk, dan kijken naar collectieve voorzieningen en als dat echt niet lukt dan een beroep doen op individuele voorzieningen. Deze nieuwe werkwijze (kanteling) is reeds goed merkbaar (zichtbaar door minder uitgaven aan individuele voorzieningen WMO). Een goede inrichting van collectieve voorzieningen is hiervoor noodzakelijk, in Vaals krijgen die vorm binnen het project Vaals Helpt en het WMO-loket. • Actief burgerschap / sterke sociale cohesie => Het werken met de buurtplatforms heeft o.a. als doel het verhogen van de betrokkenheid van burgers met hun medemens in de wijk en het verhogen van participatie en zelfredzaamheid van burgers. Actief burgerschap is breder dan sec. de buurtplatforms; het betreft ook grote projecten zoals Vaals Helpt, Vaals Beweegt en de Wozoco in Vijlen. • Euregionale oriëntatie => In de strategische visie zijn de Euregionale oriëntatie en het investeren in het opbouwen van een netwerk hiertoe als zeer belangrijke speerpunten opgenomen. De afgelopen jaren is dit voortvarend opgestart en de gemeenteraad heeft besloten deze inspanningen in Euregionaal verband te continueren en hiervoor structureel geld vrij te maken. Middels de Euregionale samenwerking moet Vaals optimaal in de gelegenheid zijn om de kansen die de Campus-ontwikkelingen aan Duitse zijde bij de RWTH bieden te kunnen pakken en zodoende een tegenwicht te kunnen bieden aan de krimp met al zijn nadelige scenario's c.q. de negatieve gevolgen van de krimp voor een belangrijk deel te ondervangen. Reeds in 2012 is een studentencampagne succesvol gestart, dat heeft geleid tot een duidelijke toename van Akense studenten in leegstaande woningen in de gemeente. In 2013 is gestart met het benaderen van een andere doelgroep, namelijk de medewerkers van de RWTH. Hiervoor is een opdracht verstrekt aan een extern marketingbureau. Daarbij is fysiek contact met de doelgroep en tussenpersonen en informatievoorziening over grensvragen van essentieel belang (het Grensinfopunt is hierbij een belangrijk medium). • Woningbouw Vijlen => Vanuit de behandeling van de dorpsvisie Vijlen is een woonbehoefte-onderzoek gehouden. Uit dit onderzoek is gebleken, dat de kwaliteit en kwantiteit van de woningvoorraad in Vijlen niet voldoet aan de toekomstige behoefte. Naar aanleiding hiervan is gestart met de woningbouwopgaven Vijlen, onder andere inhoudend de realisatie van een Wozoco in Vijlen. De oplevering van de bouw van de Wozoco is voorzien in het voorjaar van 2014. • Stadsvernieuwingsproject Von Clermontpark => de gemeente is in onderhandeling met een investeerder om verdere ontwikkelingen mogelijk te maken. Marktverkenningen en afzetbaarheid van de woningen en overige huisvesting (studenten en boarding house) zijn bepalend voor de planning van de bouwactiviteiten. • Koningin Julianaplein => middels een opwaardering van het Koningin Julianaplein kan in de kern Vaals een combinatie van hoogwaardige woningbouw, horeca, winkelvoorzieningen, monumenten en openbare ruimte ontstaan, welke goed wordt ontsloten en voorzien wordt van voldoende parkeergelegenheid en een ontmoetingsplek van formaat. De planning laat zien dat in het najaar van 2014 door de Woningstichting gestart kan worden met bouwen. • Lindenstraat => medio 2013 heeft de gemeente Vaals, gelet op strategische overwegingen, de panden Lindenstraat nummers 9, 9a t/m 9d, 11a t/m 11d, 13, 13a t/m 13g, 15 en 15a t/m 15g aangekocht. Hierbij is het doel om een kwaliteitsverbetering teweeg te brengen door de panden te renoveren en deze na renovatie te verhuren (aan studenten). Verwacht wordt dan in het voorjaar van 2014 gestart kan worden met de verhuur.
Pagina 116 van 118
Deel 4.
BIJLAGEN
Pagina 117 van 118
Pagina 118 van 118