Premaster Nederlandse Taal en Cultuur Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
I
Als je niet voldoet aan de vooropleidingseisen, dan kun je tot de masteropleiding Nederlandse Taal en Cultuur worden toegelaten nadat je de premaster Nederlandse Taal en Cultuur (waarin je je deficiënties wegwerkt) met succes hebt afgerond. De premaster bestaat uit maximaal 60 studiepunten. Op grond van je vooropleiding en specialisatiewensen bepaalt de examencommissie hoe jouw individueel premasterprogramma eruitziet. Neem hiervoor contact op met de studieadviseur. In alle gevallen kan met het premasterprogramma, dat vastgesteld wordt door de examencommissie, uitsluitend in september gestart worden. Als je tot de premasterclass bent toegelaten met een hbo-diploma, dan is deelname aan een premasterassessment verplicht.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
II
Inhoudsopgave
Premaster Nederlandse taal en cultuur specialisatie letterkunde
1
Premaster Nederlands specialisatie moderne Nederlands letterkunde
1
Premaster Nederlands specialisatie oudere Nederlands letterkunde
1
Premaster Nederlandse taal en cultuur specialisatie taalbeheersing
2
Premaster Nederlandse taal en cultuur specialisatie taalkunde
2
Vak: Academische vaardigheden premaster
3
Vak: Bachelorscriptie colloquium Nederlandse letterkunde
4
Vak: Bachelorscriptie colloquium Nederlandse taalstudies
5
Vak: Ba-scriptie moderne Nederlandse letterkunde
6
Vak: Ba-scriptie Nederlandse taalbeheersing
7
Vak: Ba-scriptie Nederlandse taalkunde
8
Vak: Ba-scriptie oudere Nederlandse letterkunde
9
Vak: Boekwetenschap en het literaire bedrijf
10
Vak: Communicatie via gesprekken A
11
Vak: Communicatie via gesprekken B
11
Vak: Communicatie via teksten A
12
Vak: Communicatie via teksten B
13
Vak: Contemporary Literary Culture
14
Vak: De poëzie van Kopland
15
Vak: Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc
16
Vak: Inleiding taalwetenschap
17
Vak: Literaire teksten en benaderingen
18
Vak: Methodologie letterkunde
19
Vak: Methodologie taalkunde
21
Vak: Minor Toetsende statistiek
21
Vak: Nederlands in de etalage
23
Vak: Onderzoeksproject letterkunde
24
Vak: Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde A
25
Vak: Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde B
26
Vak: Project en praktijk Nederlandse taalkunde
27
Vak: Publiceren via Nieuwe media
27
Vak: Spreken en horen
29
Vak: Toetsende statistiek
30
Vak: Verdieping oudere Nederlandse letterkunde
31
Vak: Werkcollege Middeleeuwen: Vlaams versus Frans: het genre van de Arturroman
32
Vak: Werkcollege Renaissance
33
Vak: Zuid-Afrikaanse letterkunde en geschiedenis
34
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
III
Premaster Nederlandse taal en cultuur specialisatie letterkunde Dit is het standaard programma voor studenten van het HBO die willen instromen in de Master Nederlandse taal en cultuur met specialisatie Letterkunde. Kies één van de specialisaties Oudere letterkunde of Moderne letterkunde. Opleidingsdelen: - Premaster Nederlands specialisatie moderne Nederlands letterkunde - Premaster Nederlands specialisatie oudere Nederlands letterkunde Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Academische vaardigheden Periode 1 premaster
3.0
L_AAPMALGACV
Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc
Periode 5
3.0
L_YAPMALG004
Methodologie letterkunde
Periode 2
6.0
L_AABAALG404
Onderzoeksproject letterkunde
Periode 5+6
6.0
L_AABAMTC201
Premaster Nederlands specialisatie moderne Nederlands letterkunde Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Bachelorscriptie colloquium Periode 4 Nederlandse letterkunde
3.0
L_NABANLKCOL
Ba-scriptie moderne Nederlandse letterkunde
Ac. Jaar (september)
9.0
L_NNBANLKSCR
Boekwetenschap en het literaire bedrijf
Periode 4
6.0
L_NABANLK205
Contemporary Literary Culture
Period 1
6.0
L_NABANLK203
De poëzie van Kopland
Periode 5
3.0
L_NNBANLK308
Literaire teksten en benaderingen
Periode 2
6.0
L_NABANLK204
Zuid-Afrikaanse letterkunde Periode 4 en geschiedenis
6.0
L_NNBANLK307
Premaster Nederlands specialisatie oudere Nederlands letterkunde Vakken:
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 1 van 36
Naam
Periode
Credits
Code
Bachelorscriptie colloquium Periode 4 Nederlandse letterkunde
3.0
L_NABANLKCOL
Ba-scriptie oudere Nederlandse letterkunde
Ac. Jaar (september)
9.0
L_NOBANLKSCR
Boekwetenschap en het literaire bedrijf
Periode 4
6.0
L_NABANLK205
Literaire teksten en benaderingen
Periode 2
6.0
L_NABANLK204
Verdieping oudere Nederlandse letterkunde
Periode 5
6.0
L_NOBANLK202
Werkcollege Middeleeuwen: Periode 4 Vlaams versus Frans: het genre van de Arturroman
3.0
L_NOBANLK306
Werkcollege Renaissance
6.0
L_NOBANLK307
Periode 5
Premaster Nederlandse taal en cultuur specialisatie taalbeheersing Dit is het standaard programma voor studenten van het HBO die willen instromen in de Master Nederlandse taal en cultuur met specialisatie Taalbeheersing, maar kan afwijkend worden ingevuld, dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Academische vaardigheden Periode 1 premaster
3.0
L_AAPMALGACV
Bachelorscriptie colloquium Periode 4 Nederlandse taalstudies
3.0
L_NABANTSCOL
Ba-scriptie Nederlandse taalbeheersing
Ac. Jaar (september), Periode 4+5+6
9.0
L_NCBANTBSCR
Communicatie via gesprekken A
Periode 4
6.0
L_NCBACIW206
Communicatie via gesprekken B
Periode 5+6
6.0
L_NCBACIW207
Communicatie via teksten A Periode 1
6.0
L_NCBACIW204
Communicatie via teksten B Periode 2+3
6.0
L_NCBACIW205
Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc
Periode 5
3.0
L_YAPMALG004
Methodologie taalkunde
Periode 2
6.0
L_AABAALG403
Minor Toetsende statistiek
Periode 1
6.0
L_NCBAALG007
Publiceren via Nieuwe media
Periode 4+5
9.0
L_AABACIW302
Toetsende statistiek
Periode 5+6
6.0
L_CABAALG204
Premaster Nederlandse taal en cultuur specialisatie taalkunde
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 2 van 36
Dit is het standaard programma voor studenten van het HBO die willen instromen in de Master Nederlandse taal en cultuur met specialisatie Taalkunde. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Academische vaardigheden Periode 1 premaster
3.0
L_AAPMALGACV
Bachelorscriptie colloquium Periode 4 Nederlandse taalstudies
3.0
L_NABANTSCOL
Ba-scriptie Nederlandse taalkunde
Ac. Jaar (september), Periode 4+5+6
9.0
L_NTBANTSSCR
Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc
Periode 5
3.0
L_YAPMALG004
Inleiding taalwetenschap
Periode 4
6.0
L_AABAALG017
Methodologie taalkunde
Periode 2
6.0
L_AABAALG403
Nederlands in de etalage
Periode 1+2+3
9.0
L_NTBANTS102
Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde A
Periode 4
6.0
L_NTBANTS203
Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde B
Periode 5+6
6.0
L_NTBANTS204
Project en praktijk Nederlandse taalkunde
Periode 4+5+6
9.0
L_NTBANTS304
Spreken en horen
Periode 5+6
6.0
L_WABATWS206
Academische vaardigheden premaster Vakcode
L_AAPMALGACV ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. A.C.T. Groot
Docent(en)
M.J.M. van Beek MA
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Aanleren van vaardigheden op het gebied van het zoeken, beoordelen en verwerken van informatie (zgn. informatievaardigheden) en het kritisch lezen en schrijven van wetenschappelijke teksten. Inhoud vak Deze cursus bestaat uit een aantal verschillende onderdelen, verdeeld over tien modules. In de eerste reeks modules wordt aandacht besteed aan het gebruik van bronnen en wetenschappelijke literatuur en aan het onderscheid tussen verschillende publicatietypen. Daarnaast doet de deelnemer praktische vaardigheid op in het zoeken van wetenschappelijke literatuur met behulp van de UBVU-catalogus, het landelijke Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 3 van 36
catalogussysteem PiCarta en de belangrijkste (digitale) bibliografieën voor zijn of haar vakgebied. Ook het zoeken naar informatie op het internet wordt behandeld, en daaraan gerelateerd de wijze waarop dergelijke informatie kan worden beoordeeld op zijn bruikbaarheid in een wetenschappelijke context. In de tweede reeks modules wordt aandacht besteed aan de wijze waarop in een academische omgeving wordt omgegaan met informatie. Een belangrijk aspect daarvan is het in de eigen tekst verwijzen naar, citeren van en parafraseren van andere informatiebronnen. Voor dat verwijzen gelden vakspecifieke regels, die in deze cursus worden geïntroduceerd en geoefend. De derde reeks modules begint met het kritisch leren lezen van teksten. Hierbij maakt de cursist kennis met kwaliteitscriteria voor argumentatie in wetenschappelijke teksten en met technieken voor het beoordelen van de kwaliteit van de argumentatie in teksten. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het schrijven van een wetenschappelijke betoog. Na een algemene introductie in het genre academische tekst wordt aandacht besteed aan een aantal specifieke aspecten daarvan, zoals de probleemstelling en de functie daarvan voor de rest van de tekst, de structuur/opbouw van de wetenschappelijke tekst, en taalgebruik en toon. Ook leert de deelnemer wat de meest efficiënte manier is om een schrijftaak aan te pakken. Onderwijsvorm Start- en tussentijdse bijeenkomst. Verder zelfstudie, gestuurd door een online cursus die grotendeels op afstand kan worden gevolgd. Via digitale communicatie contact met docent en medestudenten. Toetsvorm Vier toetsopdrachten. Deze moeten allemaal beoordeeld zijn als voldoende. Literatuur Al het onderwijsmateriaal wordt online via Blackboard beschikbaar gesteld. Vereiste voorkennis Basisvaardigheden computergebruik (tekstverwerking; web browser; email). Doelgroep Premasterstudenten van de Faculteit der Letteren (afkomstig van het HBO). Overige informatie Het programma EndNote is geen standaardonderdeel van Windows. Het is beschikbaar op alle facultaire pc’s. Aangeraden wordt om te werken met de VU-versie van Endnote.
Bachelorscriptie colloquium Nederlandse letterkunde Vakcode
L_NABANLKCOL ()
Periode
Periode 4
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. E. Jansen
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 4 van 36
Docent(en)
prof. dr. J.M. Koppenol, prof. dr. E. Jansen
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Het trainen van vaardigheden nodig voor het schrijven van een bachelorscriptie. Inhoud vak In de bachelorscriptie moeten studenten het bewijs leveren dat zij zelfstandig een onderzoeksvraag kunnen beantwoorden met behulp van de kennis en technieken die zij tijdens de bachelorcolleges hebben aangeleerd. In het college komen de volgende aspecten aan bod: het leren formuleren van een onderzoeksvraag, het leren inbedden van de onderzoeksvraag in de wetenschappelijke discussie, een korte reflectie op de bibliografie. Uiteraard is er ook aandacht voor de schrijfvaardigheidscomponent. Onderwijsvorm De begeleiding bij het schrijven van deze scriptie vindt plaats in de vorm van een scriptiewerkgroep. De werkgroep start met een plenaire bijeenkomst waarin studenten zich kunnen oriënteren op het onderwerp van de scriptie en waarin de eisen die aan een bachelorscriptie worden gesteld nader worden toegelicht. Studenten worden ingedeeld bij de docent van haar/zijn keuze. Onder leiding van deze docent wordt een literatuurlijst ter voorbereiding van de scriptie bestudeerd. De tweede bijeenkomst is toegespitst op het onderwerp van de scriptie en bereidt voor op een nauwkeurig uitgewerkt scriptievoorstel. Tijdens de volgende bijeenkomsten wordt in groepsverband over vordering en problemen gesproken. Er is ook individuele begeleiding op basis van reeds voltooide (gedeelten van) hoofdstukken. Studenten houden aan het slot van het college een powerpoint- presentatie over hun onderzoek. De voltooide scriptie wordt ingediend op de datum die aan het begin van het college wordt afgesproken. Toetsvorm Een tentamen bij de docent/begeleider bij wie de student wordt ingedeeld. Literatuur Individueel, afhankelijk van het scriptieonderwerp Vereiste voorkennis Alle punten voorafgaand aan de scriptiefase moeten behaald zijn. Specifiek de volgende modules: Literaire teksten en benaderingen, 2; Boekwetenschap en het literaire bedrijf, 2; Verdiepingscollege oudere Nederlandse letterkunde, 2. Doelgroep Alle derdejaars studenten Nederlandse letterkunde Overige informatie Deze werkgroep is verplicht en komt naast individuele begeleiding.
Bachelorscriptie colloquium Nederlandse taalstudies Vakcode
L_NABANTSCOL ()
Periode
Periode 4
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 5 van 36
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. S. Daalder
Docent(en)
dr. S. Daalder, dr. J. Noordegraaf
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak In het scriptiecolloquium wordt het schrijven van de individuele bachelorscripties groepsgewijs voorbereid en begeleid. Inhoud vak Bespreking en oefening van normen en werkwijzen bij het schrijven van een academische bachelorscriptie. Onderwijsvorm Colloquia, verdeeld over de onderwijsperiode. Toetsvorm Dossier van schriftelijke verslagen. Vereiste voorkennis Voor specialisatie Taalkunde: Perspectieven van de Nederlandse taalkunde A of B Voor specialisatie Taalbeheersing: Doelgroep 3e jaars studenten met 1e major Nederlandse taalstudies
Ba-scriptie moderne Nederlandse letterkunde Vakcode
L_NNBANLKSCR (533451)
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. E. Jansen
Doel vak Doel van het college is dat de eindscriptie binnen de termijn wordt afgerond. Inhoud vak De bachelorfase van de studie wordt afgesloten met een bachelorscriptie. Wie de major Nederlandse letterkunde als eerste major heeft, schrijft een scriptie op het gebied van de Nederlandse letterkunde (oud of modern). In de scriptie doe je verslag van (literatuur)onderzoek. In de meeste gevallen zal het onderwerp van de bachelorscriptie op het onderzoeksgebied van de begeleider liggen. Alle scriptiestudenten moeten deelnemen aan het vak BA-colloquium 3 (L_NABANLKCOL), dat grotendeels parallel loopt tijdens periode 4. In principe begin je met het voorbereiden van je bachelorscriptie na het kerstreces. Er wordt eind januari een bijeenkomst belegd voor alle derdejaars bachelorstudenten: daarin worden de interesses Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 6 van 36
geïnventariseerd en onderwerpen verdeeld over de docenten. In principe kiezen de studenten hun begeleider; indien nodig wordt er ingedeeld. Er wordt een scriptiecontract opgesteld met de begeleider; er volgen nog meerdere groepsbijeenkomsten om te waarborgen dat de scriptiewerkzaamheden voor de zomder kunnen worden afgerond. Toetsvorm "Zie voor de eisen waaraan de bachelorscriptie moet voldoen de Bachelor scriptiehandleiding 2011." Literatuur Zie voor de bachelorscriptiehandleiding en het model scriptiecontract de website (bachelorprogramma Nederlands, informatie voor studenten).
Ba-scriptie Nederlandse taalbeheersing Vakcode
L_NCBANTBSCR (505452)
Periode
Ac. Jaar (september), Periode 4+5+6
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. W.P.M.S. Spooren
Doel vak De student is in staat om zelfstandig een onderzoekbare onderzoeksvraag te formuleren op grond van zelf verzamelde wetenschappelijke literatuur. De student is in staat om zelfstandig een onderzoek van enige omvang op te zetten en uit te voeren. De student is in staat hierover zelfstandig een wetenschappelijk verslag te schrijven dat voldoet aan de conventies van de opleiding. Inhoud vak Studenten die voor hun bachelorscriptie begeleid willen worden door een docent van de leerstoelgroep Taal & Communicatie dienen zich in te schrijven voor een bachelorscriptieproject. In zo’n project schrijven groepen studenten (min. 5 en max. 15) een individuele scriptie onder begeleiding van één of twee docenten over een vooraf vastgesteld onderwerp. Per jaar worden minimaal zes projecten aangeboden, een in het najaar en vijf in het voorjaar. Hierover worden in juni en december voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Onderwijsvorm In overleg met de docenten worden bijeenkomsten georganiseerd waarin studenten rapporteren over de vorderingen van hun onderzoek. Toetsvorm BA- scriptie die voldoet aan de voorwaarden van de opleiding (zie daarvoor de facultaire en opleidingspecieke scriptiehandleiding). Literatuur Zelf door de student te zoeken, in overleg met de docent(en) Vereiste voorkennis Bachelorstudenten: de vakken van jaar 1 en 2 moeten zijn gehaald; studenten moeten klaar/bezig zijn met de vakken uit het eerste semester van jaar 3. Premasterstudenten: studenten moeten klaar/bezig zijn met Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 7 van 36
de vakken uit het eerste semester Doelgroep 3e jaars studenten NTC, premasterstudenten NTC Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS (Letteren)
Ba-scriptie Nederlandse taalkunde Vakcode
L_NTBANTSSCR (535451)
Periode
Ac. Jaar (september), Periode 4+5+6
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. M.J.A. Lamers
Doel vak Vaardigheden: Kennis opdoen uit theoretische, filosofische en/of methodologische teksten. Inzicht in theorieën en (vakgebonden) methodieken die spelen in een vakgebied. Integreren van informatie vanuit een vraag- of probleemstelling en verband kunnen leggen tussen een casus en een breder wetenschappelijk kader. Selecteren van literatuur op basis van wetenschappelijk oordeel en positiebepaling in de wetenschappelijke discussie binnen het eigen vakgebied. Reflecteren op andermans oordeel en wetenschapsfilosofische vraagstukken. In staat tot leveren, incasseren en weerleggen van wetenschappelijk verantwoorde kritiek het eigen vakgebied overschrijdend. Formele schriftelijke presentatie waarin standpunten beargumenteerd worden op hoog abstractieniveau. Studiediscipline gericht op werkstuk of scriptie met eigen onderwerpkeuze. Volledig in kaart brengen van relevante literatuur, gebruik makend van niveau 2 en benaderen van deskundigen. Beoordelen van de waarde van wetenschappelijke informatie vanuit theoretisch/filosofisch perspectief. Zelfstandig formuleren van een onderzoeksopzet, waarbij beargumenteerde methodologische keuzes worden gemaakt. Voeren van discussie met verschillende waardenverzamelingen en verschillende perspectieven. Kennis van vakspecifieke conventies. Inhoud vak De bachelorfase van de studie wordt afgesloten met een bachelorscriptie. Wie de major Nederlandse taalkunde als eerste major heeft, schrijft een scriptie op het gebied van de Nederlandse taalkunde. In de scriptie leg je verslag van een eigen (literatuur)onderzoek. In veel gevallen zal het onderwerp van de bachelorscriptie in het verlengde liggen van één van de gevolgde werkgroepen Nederlandse taalkunde uit het derde studiejaar. Noodzakelijk is dit echter niet: het is ook mogelijk een ander onderwerp te kiezen: daarvoor is wel overleg nodig met een docent, én toestemming van de examencommissie. Het verdient aanbeveling een 'eigen' onderwerp voor te bereiden door het volgen van een individuele literatuurstudie. In principe begin je met het voorbereiden van je bachelorscriptie na het kerstreces. In principe kiezen de studenten hun begeleider. Er wordt een scriptiecontract opgesteld met de begeleider. Onderwijsvorm begeleid scriptie-onderzoek
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 8 van 36
Toetsvorm Zie voor de eisen waaraan de bachelorscriptie moet voldoen de scriptiehandleiding Literatuur Zie voor de bachelorscriptiehandleiding en het model scriptiecontract de website (bachelorprogramma Nederlands, informatie voor studenten) Vereiste voorkennis Perspectieven van de Nederlandse taalkunde A of B Doelgroep 3e jaars studenten met 1e major Nederlandse taalstudies, variant taalkunde
Ba-scriptie oudere Nederlandse letterkunde Vakcode
L_NOBANLKSCR (534451)
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.M. Koppenol
Doel vak De Bachelorfase van de studie wordt afgesloten met een bachelorscriptie. Wie de major Nederlandse letterkunde als eerste major heeft, schrijft een scriptie op het gebied van de Nederlandse letterkunde (oud of modern). In de scriptie leg je verslag van een eigen (literatuur) onderzoek. In veel gevallen zal het onderwerp van de bachelorscriptie in het verlengde liggen van één van de gevolgde werkgroepen uit het derde studiejaar. Noodzakelijk is dit echter niet: het is ook mogelijk een ander onderwerp te kiezen: daarvoor is wel overleg nodig met een docent, én toestemming van de examencommissie. Het verdient aanbeveling een 'eigen' onderwerp voor te bereiden door het volgen van een individuele literatuurstudie. Inhoud vak In principe begin je met het voorbereiden van je bachelorscriptie na het kerstreces. Er wordt in januari of februari een bijeenkomst belegd voor alle derdejaars bachelorstudenten: daarbij worden de interesses geïnventariseerd en onderwerpen verdeeld over de docenten. In principe kiezen de studenten hun begeleider; indien nodig wordt er ingedeeld. Er wordt een scriptiecontract opgesteld met de begeleider; verder volgen studenten het vak 'Onderzoeksvaardigheden' om te waarborgen dat de scriptiewerkzaamheden voor de zomer kunnen worden afgerond. Vaardigheden: Integreren van informatie vanuit een vraag- of probleemstelling en verband kunnen leggen tussen een casus en een breder wetenschappelijk kader. Selecteren van literatuur op basis van wetenschappelijk oordeel en positiebepaling in de wetenschappelijke discussie binnen het eigen vakgebied. Formele schriftelijke presentatie waarin standpunten beargumenteerd worden op hoog abstractieniveau. Studiediscipline gericht op werkstuk of scriptie met eigen onderwerpkeuze; zelfstandig vinden van literatuur met (online) databases en bibliografieën; kritisch omgaan met literatuur, theorieën, opinies en Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 9 van 36
website- informatie; begeleid formuleren en uitvoeren van een afgebakende wetenschappelijke vraag en onderzoeksopzet. Toetsvorm Zie voor de eisen waaraan de bachelorscriptie moet voldoen de scriptiehandleiding Literatuur Zie voor de bachelorscriptiehandleiding en het model scriptiecontract de website (Onderwijsinformatie; scriptiehandleiding).
Boekwetenschap en het literaire bedrijf Vakcode
L_NABANLK205 ()
Periode
Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.M. Koppenol
Docent(en)
prof. dr. J.M. Koppenol, dr. J.H.C. Bel
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Literatuur is geen op zichzelf staand gegeven: er gaat een wereld van schrijvers, uitgevers, boekproducenten, handelaren en antiquaren achter schuil, daarnaast zijn er tal van processen die op de een of andere manier een rol spelen bij de weg van het boek naar de lezer, zoals literaire kritiek, tijdschriften, marketing en internet. Het doel van dit college is de studenten inzicht te geven in een breed spectrum van juist deze aspecten en hen een elementaire basiskennis te laten verwerven om; de wereld van het boek te kunnen begrijpen. Inhoud vak In dit college wordt, aan de hand van een reader met secundaire literatuur, ingegaan op elementaire begrippen horend bij de studie van het oude en het nieuwe boek, zowel in technische zin (codicologie, paleografie, analytische bibliografie, vormgeving) als in cultuurhistorische zin, waarbij er aandacht zal worden besteed aan diverse aspecten zoals uitgeverijen en boekhandel, bibliotheken, reeksen, literaire kritiek, literaire tijdschriften, boekenclubs tot en met de boekenweek en publiceren op internet. Onderwijsvorm Hoorcollege, excursies, (groeps)opdrachten Toetsvorm Opdrachten in het kader van de colleges; schriftelijk tentamen; verplichte excursie naar Antwerpen Literatuur Een selectie van artikelen, digitaal beschikbaar via diverse websites Doelgroep Tweedejaars studenten major Nederlandse letterkunde en major Literatuurwetenschap
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 10 van 36
Communicatie via gesprekken A Vakcode
L_NCBACIW206 ()
Periode
Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.C.G. Schasfoort
Docent(en)
drs. M.C.G. Schasfoort, T.C. van Charldorp MPhil, dr. J.M.W.J. Lamerichs
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De colleges Communicatie via Gesprekken A & B richten zich op het ontwikkelen van kennis over mondelinge sociale interactie: wat doen mensen in gesprekken, hoe doen ze dat, met welke effecten, wat gaat er mis en hoe kan het anders of beter? Deel A spitst zich toe op het leren analyseren, terwijl deel B van deze kennis en vaardigheid gebruik maakt voor de analyse van gesprekken in 3 domeinen (gezondheid, juridisch, bedrijf). Dit omdat je in de toekomst waarschijnlijk daar zult werken en je inzichten in praktijk moet kunnen brengen, bv als adviseur. Inhoud vak In deel A van het college leer je analyseren, door gesprekken te analyseren met behulp van de Conversatie Analyse als methode. Je analyseert telefoongesprekken en face-to-face gesprekken (voor een deel eerder zelf opgenomen in Discourse Analyse). We kijken o.a. naar hoe mensen van beurt wisselen, strijden om de beurt of ruimte scheppen om hun verhaal kwijt te kunnen (beurtorganisatie). Daarnaast leer je hoe gespreksdeelnemers hun handelingen op elkaar afstemmen en hun gesprek structureren, bv hoe ze een ander proberen te verleiden om antwoord te geven (sequentie- en actieorganisatie) en hoe ze elkaar bij verschillende gelegenheden verhalen vertellen (storytelling). Kortom: je leert hoe gespreksdeelnemers door middel van gesprekken sociale relaties tot stand brengen, bevestigen of veranderen. Onderwijsvorm Hoor- en Werkcolleges Toetsvorm Tentamen, dossier met tussenopdrachten, dagboek met observaties over sociale interacties uit het dagelijks leven om je heen Literatuur artikelen Vereiste voorkennis Discourse Analyse, Workshop Transana Doelgroep studenten CIW: Taal en Communicatie, Nederlandse taalstudies
Communicatie via gesprekken B
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 11 van 36
Vakcode
L_NCBACIW207 ()
Periode
Periode 5+6
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.C.G. Schasfoort
Docent(en)
drs. M.C.G. Schasfoort, T.C. van Charldorp MPhil, dr. J.M.W.J. Lamerichs
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De colleges Communicatie via Gesprekken richten zich op het ontwikkelen van kennis over mondelinge sociale interactie. In deel A leer je analyseren, in deel B verwerf je inzicht in gesprekken in 3 domeinen: gezondheid, juridisch en bedrijf. Je leert hoe de gesprekken in elkaar zitten, wat er mis kan gaan en hoe het anders of beter kan. Je doet kennis en vaardigheden op die je kunt toepassen in de werkpraktijk, in je latere loopbaan, bv als adviseur. Je leert dus analyseren, problemen signaleren en maakt een begin met adviseren over gesprekken in de werkpraktijk. Inhoud vak Deel B maakt gebruik van de opgedane kennis uit deel A en spitst zich toe op de analyse van gesprekken in 3 domeinen: gezondheidheid (artspatient-interactie), juridisch (rechtbankinteractie) en bedrijf (sollicitatiegesprekken). We richten ons bijvoorbeeld op hoe patienten aan de arts hun problemen uit de doeken doen, of hoe een arts het gesprek structureert; hoe verdachten de rechter vertellen wat er gebeurd is, of hoe agenten een politieverhoor inrichten; hoe sollicitanten de selectiecommissie op de hoogte brengen van relevante ervaring, of hoe de selectiecommissie beoordelingen maakt. We buigen ons daarnaast over de problemen die zich voordoen in de gesprekken, en hoe je je inzichten daarover relevant kunt maken voor de mensen die in de werkpraktijk de gesprekken voeren, bv door adviezen of een verbeterplan. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges Toetsvorm Gezamenlijk werkstuk, individueel dossier met tussenopdrachten, individueel dagboek met observaties over interacties om je heen. Literatuur Heritage, John & Clayman, Steven, (2010) Talk in Action, Interactions, Identities and Institutions, Wiley-Blackwell, Uk Vereiste voorkennis Discourse Analyse, Communicatie via Gesprekken A (of vergelijkbaar), Workshop Transana. Doelgroep Studenten CIW: Taal en Communicatie; Nederlandse taalstudies
Communicatie via teksten A
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 12 van 36
Vakcode
L_NCBACIW204 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. M.L.M.J. Vliegen
Docent(en)
dr. S.M.K. van Vliet, dr. L. Lagerwerf, dr. G. Mulder, prof. dr. W.P.M.S. Spooren, drs. M.G. Onrust, dr. M.L.M.J. Vliegen
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak In dit vak maken studenten kennis met theorieën over tekst en tekstkwaliteit, en van de fenomenen die concreet een rol spelen bij de kwaliteit van informatieve, persuasieve en instructieve tekstsoorten. Op basis daarvan leren ze teksten op een analytisch niveau te beschouwen en te beoordelen. Speciale aandacht gaat uit naar het opsporen van mogelijk minder effectieve aspecten van teksten. Inhoud vak In de eerste vier weken van het vak staan drie verschillende typen teksten centraal: informatieve, persuasieve en instructieve. Steeds wordt er daarbij aandacht besteed aan theorieën over informatieverwerking en gedragsbeïnvloeding. Deze theorieën helpen namelijk bij het doorgronden van de factoren die essentieel zijn voor het (goed) functioneren van deze teksttypen. Daarnaast komt het overkoepelende begrip genre aan de orde. In de laatste drie weken van het vak komen fenomenen aan de orde die een bijzondere rol spelen in de drie teksttypen (bijvoorbeeld: fragmentatie, transitiviteit). Aan de hand van een aantal teksten uit de praktijk wordt geoefend met het herkennen van deze fenomenen en met het herkennen van problematische aspecten daarbij. Onderwijsvorm hoorcolleges en werkcolleges Toetsvorm tentamen en opdrachten. Beoordeling vindt plaats aan de hand van cijfers. Op de werkcolleges is aanwezigheid verplicht. Literatuur wordt nader bekend gemaakt Doelgroep 2ejaarsstudenten major CIW; 2ejaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; premasterstudenten CIW Overige informatie Deze cursus valt onder het overgangsprogramma 3e jaars Taalwetenschap, toegepaste taalwetenschap.
Communicatie via teksten B Vakcode
L_NCBACIW205 ()
Periode
Periode 2+3
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 13 van 36
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. M.L.M.J. Vliegen
Docent(en)
prof. dr. W.P.M.S. Spooren, dr. L. Lagerwerf, dr. G. Mulder, dr. C.A.M. de Jong, drs. M.G. Onrust, dr. M.L.M.J. Vliegen
Lesmethode(n)
Werkcollege, Hoorcollege
Doel vak Studenten leren om, op basis van analyse en op basis van inzicht in teksttypen en genre, teksten te verbeteren of te herformuleren. Vervolgens verwerven ze kennis van analytische instrumenten voor empirisch tekstonderzoek, en leren ze de vaardigheid om te werken met vragenlijsten. Inhoud vak Op basis van de kennis die is opgedaan in Communicatie via teksten A maken studenten in kleine groepen een diagnose van een zelf uitgezochte 'probleemtekst'. Een probleemtekst is een tekst die om welke reden dan ook niet effectief is of lijkt te zijn. Op basis van deze diagnose maken ze een plan voor tekstinterventie, en herschrijven ze vervolgens de probleemtekst tot een tekst die volgens alle theoretische inzichten en kennis effectief zou moeten zijn. In de laatste module van het vak (periode 3) onderzoeken studenten of de gepleegde ingrepen inderdaad het gewenste effect hebben bij de doelgroep van hun tekst. Onderwijsvorm werkcolleges, tutorials, symposium Toetsvorm werkstuk, onderzoeksverslag, presentatie. De beoordeling vindt plaats in cijfers. Studenten mogen alleen aan het onderzoek in periode 3 meedoen als ze een voldoende hebben voor de herschrijving van hun probleemtekst. Literatuur wordt nader bekend gemaakt Doelgroep 2ejaarsstudenten major CIW; 2ejaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; premasterstudenten CIW
Contemporary Literary Culture Course code
L_NABANLK203 ()
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. E. Jansen
Teaching staff
prof. dr. E. Jansen, dr. J.H.C. Bel
Teaching method(s)
Lecture
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 14 van 36
Course objective Students completing the course successfully will have obtained knowledge and an understanding of some important Dutch contemporary cultural developments as represented in Modern Dutch Literature. They will be introduced to the fact that also Dutch literature has a part in the international academic arena where English is the dominant language. Course content Major cultural events such as colonial history in the Dutch-Indies, the two World Wars and Holland's contribution to post-war modern society take centre stage in important Dutch novels and poetry. Remembering these events is multifaceted and increasingly also makes use of multimedia, both in the Netherlands and abroad. Several wide-ranging academic approaches are necessary to understand the complex dynamics of contemporary literary culture. Some of these will be introduced by discussing a number of literary texts, which can be studied in the original language or their English translation, as well as by studying relevant literary and cultural theory and history. Topics that will be addressed are literature and intermediality, literature and orality, literature and digitalization, and literature and cultural memory. Form of tuition Lecture and tutorial Type of assessment Homework and written exam Course reading Final list to be announced on the Blackboard site. Prescribed novels are, amongst others, Multatuli: Max Havelaar (1860) and Maria Dermoût: The Ten Thousand Things/ De tienduizend dingen (1955). Target group The course is an obligatory part of the second year BA programme Modern Dutch Literature, but is also part of the international minor 'The Dutch in the world'. Remarks For more information see www.let.vu.nl/minor/dutchworld
De poëzie van Kopland Vakcode
L_NNBANLK308 ()
Periode
Periode 5
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. B.J. Peperkamp
Docent(en)
prof. dr. B.J. Peperkamp
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Studenten introduceren in en vertrouwd maken met de poëzie en poëtica van Rutger Kopland. Het zelfstandig analyseren van gedichten van Kopland Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 15 van 36
met behulp van relevante theoretische benaderingen. Inhoud vak Rutger Kopland is een van de kopstukken van de Nederlandse poëzie van de tweede helft van de 20e eeuw. In het college zal uitgebreid ingegaan worden op de poëzie en poëtica van Kopland en zal een aantal gedichten worden geanalyseerd. Er zal worden ingegaan op de receptie van Koplands poëzie en studenten krijgen relevante analyse-methoden aangereikt waarmee zij vervolgens zelfstandig een essay schrijven over een gedicht naar keuze. Onderwijsvorm werkcollege Toetsvorm Aanwezigheid, actieve deelname tijdens het college, werkstuk Literatuur Dorleijn, G. en E. van Boven, Literair Mechaniek, Coutinho (2003); Kopland, R. Mechaniek der ontroering, Uitgeverij Van Oorschot (2009); Kopland, R. Verzamelde gedichten. Uitgeverij Van Oorschot (2010). Een lijst met aanvullende literatuur zal voor aanvang van het college op Blackboard worden geplaatst. Vereiste voorkennis Eerste twee jaar van de Major Nederlandse Letterkunde of de Major Literatuurwetenschap afgerond Doelgroep Derdejaars studenten Nederlandse Letterkunde en Literatuurwetenschap.
Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc Vakcode
L_YAPMALG004 ()
Periode
Periode 5
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. A.P. den Dulk
Docent(en)
dr. M.F. Willemsen, drs. A.P. den Dulk
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak In ons denken en handelen kennen wij voortdurend betekenissen toe aan onszelf en aan de wereld om ons heen. Die betekenisgevingsprocessen worden gestuurd door onderliggende ‘denkstructuren’ (begrippen en opvattingen) die wij ontlenen aan onze cultuur, persoonlijke ervaringen, opleiding etcetera. Het is van belang, zeker voor academici in opleiding, om deze structuren regelmatig aan een kritische blik te onderwerpen. Dergelijke denkkaders vormen immers onze verstandelijke behuizing en deze kan vooringenomenheden en onjuistheden bevatten die ons begrip vertekenen of belemmeren. Filosofie is het kritisch onderzoeken van de begrippen en opvattingen die ten grondslag liggen aan ons denken en handelen. De algemene doelen van het vak ‘Filosofie: taal, kunst en kennis’ zijn:
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 16 van 36
(1) kennismaken met algemene hoofdlijnen en kernthema’s uit de geschiedenis van de filosofie, en met de specifieke filosofische problemen die samenhangen met de eigen studiegebieden, rond noties als taal, kunst en kennis (wetenschap); (2) vaardigheden ontwikkelen om wetenschappelijke hoofdvragen en kernbegrippen te analyseren en er kritisch op te reflecteren; (3) een houding van ‘academisch burgerschap’ ontwikkelen: leren dat het noodzakelijk is je kritisch te verhouden tot wetenschappelijke theorieën en onderzoeksresultaten, (o.a.) omdat deze gebaseerd zijn op filosofische vooronderstellingen die zelf kritisch onder de loep dienen te worden genomen. Inhoud vak Tijdens de collegereeks worden de kennis-, kunst- en taalopvattingen besproken van een aantal grote denkers uit de geschiedenis van de westerse filosofie, zoals: Plato, Aristoteles, Descartes, Hume, Kant, Nietzsche en Wittgenstein. Wanneer is iets échte kennis en wanneer is het proces waarmee die kennis wordt verkregen échte wetenschap? Wat is kunst, en wat is haar rol in onze pogingen om onszelf en de wereld om ons heen te begrijpen? En wat is de rol van de taal in die begrips- en betekenisvormingsprocessen? Wat is de relatie van taal tot datgene wat hij probeert uit te drukken? Dat zijn de inhoudelijke hoofdvragen van deze cursus. Onderwijsvorm Hoorcolleges Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur * Antoon Braeckman, Bart Raymaekers, Gerd van Riel, Wijsbegeerte (Uitgeverij Lannoo Campus: Tielt, 2010). * Reader ‘Filosofie: taal, kunst en kennis’ Doelgroep Verplicht voor premasterstudenten CAMS, Kunstgeschiedenis, CIW, English Language and Culture, Franse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Taalwetenschap Uitleg in Blackboard Bij deze cursus wordt intensief gebruikgemaakt van Blackboard.
Inleiding taalwetenschap Vakcode
L_AABAALG017 ()
Periode
Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.H.F. Bos
Docent(en)
drs. E. Maks, dr. J. Noordegraaf, dr. P.H.F. Bos, dr. H.D. van der Vliet, prof. dr. L.J. de Vries
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 17 van 36
Doel vak Basiskennis van taalwetenschap als fundament voor de studie van een specifieke taal, een taalwetenschappelijke specialisatie of communicatie- en informatiewetenschap. Vaardigheden: Kennis opdoen in colleges en uit leerboeken. Inzicht in de problematiek van het vakgebied. Integreren van informatie vanuit een vraag- of probleemstelling en verband kunnen leggen tussen een casus en een breder wetenschappelijk kader. Kritisch beoordelen van literatuur, theorieën en opinies, websites binnen het eigen vakgebied. Studiediscipline gericht op docentgestuurde opdracht. Discussiëren op wetenschappelijke argumenten, vermijden van drogredeneringen en cirkelredeneringen. Inhoud vak Kennismaking met de wetenschappelijke bestudering van een taal door analyse van de 'bouwstenen' van taalsystemen (fonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis); kennismaking met 'de talen van de wereld', taalverwerving, taalverandering, semantiek, pragmatiek, psycholinguïstiek en computerlinguïstiek. Onderwijsvorm 2 uur hoorcollege en 2 uur werkcollege per week. In het werkcollege worden gemaakte opdrachten besproken. Zie Blackboard-site voor de opdrachten Toetsvorm Tentamen (multiple choice) Literatuur Bergman, A., K. Currie Hall, S.M. Ross, eds. (2007). The Language Files; Materials for an Introduction to Language and Linguistics. 10th Edition. Columbus: Ohio State University Press Vereiste voorkennis Geen Doelgroep Verplicht voor 1e jaars studenten major Engelse taalkunde, Engelstalige letterkunde, Frans, Grieks, Latijn, Literatuurwetenschap, Nederlandse letterkunde, Nederlandse taalstudies, Oudheidkunde, Nieuwbabylonisch/assyrisch, Taalwetenschap en CIW
Literaire teksten en benaderingen Vakcode
L_NABANLK204 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.H. Moser
Docent(en)
prof. dr. E. Jansen, dr. P.H. Moser
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 18 van 36
Hoe zijn en worden literaire teksten in de Neerlandistiek bestudeerd? Dit vak heeft tot doel de kennismaking met en toepassing van oude en nieuwe onderzoeksmethoden bij teksten uit de oudere en moderne Nederlandse letterkunde. Inhoud vak Het college geeft een overzicht van de manieren waarop een literaire tekst benaderd kan worden, met bijzondere aandacht voor filologie, intertekstualiteit, intermedialiteit, betekenis en interpretatie, cultuurhistorische context, canonvorming en het koloniale en postkoloniale discours. Onderwijsvorm Er zijn twee colleges per week: een hoorcollege en een werkcollege. In de hoorcolleges worden de theoretische achtergronden en vakdiscussies belicht aan de hand van een hoofdstuk uit het handboek in combinatie met relevante artikelen. In de werkcolleges wordt de bestudeerde stof bediscussieerd en toegepast op Nederlandstalige teksten uit heden of verleden. Voorafgaand aan ieder werkcollege bereiden studenten opdrachten voor die in de studiehandleiding (op Blackboard) staan. Een deel van de uitgewerkte opdrachten moet via Blackboard worden ingeleverd voorafgaand aan het werkcollege. Toetsvorm Adequate voorbereiding van en actieve inbreng tijdens de werkcolleges. Schriftelijk tentamen (50%); schriftelijk eindwerkstuk (50%); beide onderdelen moeten voldoende zijn. Literatuur K. Brillenburg Wurth, A. Rigney (red.), Het leven van teksten. Een inleiding tot de literatuurwetenschap. Amsterdam 2009 (AUP) (aanschaffen; opgegeven bij de VU-boekhandel); Hella Haasse, Sleuteloog. Amsterdam (Querido) ISBN 979021467511 (aanschaffen); G.A. Bredero, Moortje. Ed. E.K. Grootes. Amsterdam 1999 (Deltareeks, Athenaeum-Polak & Van Gennep). Ook toegestaan: de editie door P. Minderaa, C.A. Zaalberg en B.C. Damsteegt. Martinus Nijhoff, Leiden 1984, raadpleegbaar via DBNL. Overige artikelen worden bij de colleges opgegeven. Vereiste voorkennis De eerstejaars vakken Oudere en Moderne Nederlandse Letterkunde (NB: zie overige informatie!) Doelgroep Tweedejaars studenten major Nederlandse Letterkunde Overige informatie Deze cursus is vooral bestemd en geschikt voor studenten letterkunde die niet de inleiding Literatuurwetenschap hebben gevolgd. Voor studenten Literatuurwetenschap bestaat de kans op overlap met eerder gevolgde cursussen. In overleg met de docent is de cursus ook toegankelijk voor tweedejaars studenten die een andere major binnen Letteren doen. Voorafgaand aan het eerste college moeten de eerste twee hoofdstukken uit Het leven van teksten gelezen zijn, evenals de teksten van Haasse en Bredero.
Methodologie letterkunde Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 19 van 36
Vakcode
L_AABAALG404 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. D.H. Schram
Docent(en)
prof. dr. D.H. Schram
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Het leren onderkennen van de kenmerken en vooronderstellingen, van de voor- en nadelen van verschillende typen onderzoek in de letterkundestudie; het leren beoordelen van bestaand onderzoek; het leren formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen aangeven van de wijze waarop die vraag beantwoord kan worden. Inhoud vak Er zijn verschillende typen literair/letterkundig onderzoek. Gemeenschappelijk is dat het gaat om een probleem- en vraagstelling, dat er een bepaalde methode wordt gehanteerd om dit probleem op te lossen en deze vraag te beantwoorden, en dat er sprake is van een wetenschappelijke en/of maatschappelijke relevantie. De kenmerken en vooronderstellingen, en de voor- en nadelen van de verschillende typen onderzoek worden uitvoerig aan de orde gesteld. Het gaat daarbij globaal gesproken om historisch, interpretatief en empirisch onderzoek. Deze typen onderzoek worden besproken aan de hand van voorbeelden uit de Engelse, Nederlandse, Franse en Duitse letterkunde en de Literatuurwetenschap. In het onderzoek, en dus in het college, spelen literaire theorieën een rol. Welk soort theorieën zijn er, om welke theorieën gaat het, hoe functioneren ze in het onderzoek? Verder komen thema's aan de orde als het onderscheid tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, kwalitatief en kwantitatief onderzoek, wetenschappelijke benaderingen en niet-wetenschappelijke benaderingen. Onderwijsvorm Afwisselend hoor- en werkcolleges; op de werkcolleges worden voorbeelden van onderzoek en werkstukken van de studenten besproken Toetsvorm Actieve deelname aan de colleges, enkele schrijfopdrachten en een eindwerkstuk Literatuur Wordt tijdens het eerste college bekendgemaakt Doelgroep Verplicht voor 3e jaars studenten Nederlands (letterkunde); 2e jaars studenten Duits, Engels, Frans, Nederlands en Taalwetenschap kiezen dit onderdeel of Methodologie van empirisch onderzoek (500410) Overige informatie 2e jaars studenten uit de afdeling Moderne Talen en Culturen (m.u.v. studenten Literatuurwetenschap) kiezen uit de twee methodologieonderdelen die in het domein worden aangeboden en die op letterkunde resp. taalkunde zijn georiënteerd. Het onderdeel Methodologie met betrekking tot literair/letterkundig onderzoek bouwt voort op de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 20 van 36
Inleiding Literatuurwetenschap uit jaar 1.
Methodologie taalkunde Vakcode
L_AABAALG403 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. G. Mulder
Docent(en)
prof. dr. G.J. Steen, T.C. van Charldorp MPhil, dr. G. Mulder, dr. M.J.A. Lamers
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Je kent de principes achter drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek (experimenteel, survey en case-study). Je bent in staat verantwoorde keuzes te maken bij het opzetten en uitvoeren van dergelijk onderzoek. Je kunt de kwaliteit van onderzoek van anderen beoordelen. Je kunt de vertaalslag maken van onderzoeksvragen naar getallen. Je kunt getalsmatige informatie in het onderzoek van anderen begrijpen. Inhoud vak In het eerste deel van de cursus wordt in hoorcolleges een algemene inleiding gegeven op de kenmerken van empirisch onderzoek. In deze hoorcolleges wordt je een kader aangereikt waarbinnen je de drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek (experimenteel onderzoek, survey-onderzoek en case-study) kunt plaatsen. Daarnaast wordt een inleiding gegeven in de beschrijvende en inferentiële statistiek. In het tweede deel van de cursus worden in hoorcolleges de drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek uitgediept. In de werkcolleges wordt ingegaan op de taalwetenschappelijke invulling van elk van de drie onderzoekssoorten. Bij elk onderdeel wordt minimaal één casus besproken. Aan de hand van die casus wordt de behandelde theorie toegepast. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege Toetsvorm Multiple Choice Tentamen Literatuur Babbie, E. (2012). The Practice of Social Research. 13th Edition. Wadsworth Cengage Learning Vereiste voorkennis 1e jaar (voor 2e jaars studenten) of eerste 2 jaar bachelorprogramma (voor 3e jaars studenten) Overige informatie Voor het tentamen hebben kandidaten maximaal 90 minuten tijd.
Minor Toetsende statistiek
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 21 van 36
Vakcode
L_NCBAALG007 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. G. Mulder
Docent(en)
dr. G. Mulder
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Je kent de theoretische basis van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek. Je bent in staat basistechnieken toe te passen voor het beschrijven van steekproefgegevens. Je bent in staat onderzoeksvragen te beantwoorden op grond van een aantal inferentiële technieken (o.a. correlatie en regressie, t-toets en variantieanalyse). Je bent in staat om op grond van onderzoeksvragen en -opzet en controle van parametriche assumpties de juiste inferentiële techniek te kiezen. Je bent in staat de resultaten van statistische analyses conform de richtlijnen van de APA te rapporteren. Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van het gebruik van digitale bronnen en/of gegevensbestanden in het kader van kwantitatief onderzoek. Inzicht verkrijgen in, en vaardigheid opdoen met, de toepassingsmogelijkheden van relevante ICT-methoden en -technieken bij het onderzoek aan dergelijke bronnen en bestanden. Inhoud vak Behandeling van de fundamenten van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek: descriptieve maten, geobserveerde scoreverdelingen, de standaardprocedure van een toetsing. Vervolgens komen de elementaire technieken aan de orde, gericht op de evaluatie van betrouwbaarheid (Cronbach's alpha), relaties (correlatie en regressie) en verschillen (t-toets, Wilcoxon, Mann-Whitney, variantie-analyse en de chi-kwadraattoets). Onderwijsvorm Hoorcollege 2 x 2 uur p/w; daarnaast werken studenten in tweetallen wekelijks praktijkopdrachten met SPSS uit. Toetsvorm Multiple choice tentamen; praktijkgerichte eindopdracht (in tweetallen). Beide onderdelen tellen voor 50 procent mee bij het bepalen van het eindcijfer. Voor beide onderdelen geldt dat minimaal een 5.0 moet worden gehaald. Literatuur Field, A. (2009). Discovering Statistics Using SPSS. 3rd Edition. London: Sage Doelgroep 2e jaars studenten major CIW en major Taalwetenschap-Ttw; premaster studenten CIW en Taalwetenschap-Ttw; master studenten CIW (indien ze dit vak in de vooropleiding nog niet gevolgd hebben) Overige informatie De wekelijkse opdrachten moeten verplicht worden ingeleverd. Wanneer alle opdrachten op tijd zijn ingeleverd, verdient de deelnemer een half Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 22 van 36
punt bijtelling bij het eindcijfer. Voor iedere opdracht die niet op tijd is ingeleverd volgt 1 punt aftrek. Voor het tentamen hebben kandidaten maximaal 90 minuten tijd.
Nederlands in de etalage Vakcode
L_NTBANTS102 ()
Periode
Periode 1+2+3
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. S. Daalder
Docent(en)
dr. S. Daalder, dr. J. Noordegraaf
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak De student ontwikkelt een positieve attitude ten aanzien van de studie van de Nederlandse taal. De student is in staat kritisch te reflecteren op een aantal veranderingen in de Nederlandse taal, vanuit het perspectief van de taalkunde. De student beheerst het basisapparaat van de grammaticale analyse van het Nederlands. Vaardigheden: Kennis opdoen in colleges (incl. excursies/practica), uit leerboeken. Overzicht van en inzicht in de breedte/afbakening van het vakgebied. Reproduceren en interpreteren van informatie en kunnen samenvatten van de stand van zaken over een afgebakend onderwerp binnen het vakgebied. Geven van een gefundeerd wetenschappelijk en vakspecifiek waardeoordeel over maatschappelijke ontwikkelingen. Schrijven van een logische, samenhangende, goed geformuleerde samenvatting van verworven kennis, waar nodig met gebruik van noten en referenties. Zoeken van informatie op het web. In staat tot het gebruiken van standaard referentiewerken. Inhoud vak De cursus bestaat uit drie onderdelen. In het eerste wordt een goede vaardigheid verworven in de toepassing van fundamentele begrippen uit de grammaticale analyse. Het tweede onderdeel biedt een kennismaking met termen en begrippen die een rol spelen bij de beschrijving van een aantal andere aspecten van het moderne Nederlands. Daarbij vindt tevens kritische reflectie plaats op de normen die op het terrein van taal en taalbeschrijving bewust of onbewust gebruikt worden. In het derde onderdeel maken studenten kennis met variatie- en veranderingsverschijnselen in het Nederlands in verschillende perioden en verschillende contexten. Zij leren taalverschillen observeren zowel binnen de context van het Nederlandse taalgebied als van de vroegere koloniale gebieden. De studenten verwerven enig theoretisch inzicht in de verbanden tussen taalvariatie, taalverandering en taalcontact. Onderwijsvorm werkcolleges, instructiecolleges Toetsvorm Schriftelijk tentamen Nederlandse grammatica; uitwerken van opdrachten over gevarieerde taalkundige onderwerpen; werkstuk.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 23 van 36
Literatuur Jan Luif, In verband met de zin, Amsterdam University Press. (EUR 18,00). Reader, verder matieriaal nader op te geven. Doelgroep 1e jaars studenten major Nederlandse taalstudies
Onderzoeksproject letterkunde Vakcode
L_AABAMTC201 ()
Periode
Periode 5+6
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. E. Akkerman
Docent(en)
drs. E. Akkerman, prof. dr. B.J. Peperkamp
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege, Computerpracticum
Doel vak Inzicht verkrijgen in het verschijnsel intertekstualiteit. Ervaring opdoen met het doen van onderzoek naar een dergelijk verschijnsel. Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van het gebruik van digitale bronnen en/of gegevensbestanden in het kader van dergelijk onderzoek. Vaardigheid opdoen met de toepassingsmogelijkheden van relevante ICTmethoden en -technieken bij het onderzoek aan dergelijke bronnen en bestanden. Inhoud vak In deze cursus maak je kennis met het verschijnsel intertekstualiteit en doe je onderzoek naar de mogelijke verschijningsvormen daarvan door middel van analyse van één of meer literaire teksten. Bij het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen van dit onderzoek maak je gebruik van verschillende ICT-hulpmiddelen, zoals gedigitaliseerde literaire bronnen, concordantieprogrammatuur (WordSmith), programmatuur voor annotatie (Atlas.ti) en databases. Onderwijsvorm Reeks hoor- en werkcolleges en enkele computerpractica. Opdrachten die door de studenten zelfstandig moeten worden uitgewerkt. Toetsvorm Een aantal tussentijdse opdrachten (moeten voldoende zijn) en een werkstuk. Het werkstuk bepaalt het cijfer. Verplichte aanwezigheid bij een aantal colleges (zie de studiehandleiding). Bij afwezigheid moet een vervangende opdracht worden gemaakt. Literatuur Enkele hoofdstukken uit de online versie van Schreibman, Susan, Ray Siemens, and John Unsworth, eds., A Companion to Digital Humanities. Wiley-Blackwell, 2004. Overige achtergrondliteratuur en practicummateriaal worden aangeboden via Blackboard. Daarnaast biedt de 'Werkbank letterkunde en ICT' veel relevante informatie voor deze cursus (zie www2.let.vu.nl/intranet/resources/ictletterkunde).
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 24 van 36
Doelgroep Tweedejaars studenten met als eerste major Nederlandse letterkunde of Literatuurwetenschap. Overige informatie Studenten dienen er rekening mee te houden dat bij een deel van de computerpractica gebruik wordt gemaakt van progframmatuur die alleen op de VU beschikbaar is.
Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde A Vakcode
L_NTBANTS203 ()
Periode
Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. S. Daalder
Docent(en)
dr. S. Daalder
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak In aansluiting op de taalkunde-onderdelen van het eerste jaar wordt nu inzicht verworven in moderne analyses van Nederlandse grammaticale constructies. Vaardigheden: Kennis opdoen uit wetenschappelijke handboeken en artikelen en in de praktijk. Inzicht in theorieën en (vakgebonden) methodieken die spelen in een vakgebied. Reproduceren en interpreteren van informatie en kunnen samenvatten van de stand van zaken over een afgebakend onderwerp binnen het vakgebied. Beargumenteren van kritisch oordeel over literatuur binnen het eigen vakgebied. Schrijven van een logische, samenhangende, goed geformuleerde samenvatting van verworven kennis, waar nodig met gebruik van noten en referenties. Studiediscipline gericht op docentgestuurde opdracht. Zelfstandig zoeken van relevante literatuur, gebruik makend van verwijzingen, bibliografieën, betrouwbare online databases en on line bibliografieën. Kritisch omgaan met literatuur, theorieën en opinies, website-informatie. Inhoud vak Door verschillen in toegepast perspectief zijn er verschillende manieren om grammaticale regelmaat te beschrijven. Deze cursus geeft inzicht in de belangrijkste beschrijvingswijzen in de Nederlandse grammatica, met de achtergrond: de formele grammatica en de functioneel-semantische grammatica. Aan de orde komen onderwerpen als woordvolgorde, werkwoordstijden en de lijdende vorm. Onderwijsvorm werkcolleges, wekelijkse opdrachten Toetsvorm schriftelijk tentamen Literatuur wordt later aangekondigd
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 25 van 36
Vereiste voorkennis Nederlands in de etalage, taalkunde, 1 Doelgroep major Nederlandse taalstudies, variant taalkunde, jaar 2
Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde B Vakcode
L_NTBANTS204 ()
Periode
Periode 5+6
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J. Noordegraaf
Docent(en)
dr. J. Noordegraaf
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennisverwerving van de achtergronden en ontwikkelingen van gangbare analyses van Nederlandse grammaticale en semantische constructies, gecombineerd met de opbouw van het vermogen tot historisch-kritische reflectie op dit terrein. Vaardigheden: Kennis opdoen uit wetenschappelijke handboeken en artikelen en in de praktij. Inzicht in theorieën en (vakgebonden) methodieken die spelen in een vakgebied. Integreren van informatie vanuit een vraag- of probleemstelling en verband kunnen leggen tussen een casus en een breder wetenschappelijk kader. Beargumenteren van kritisch oordeel over literatuur binnen het eigen vakgebied. Mondelinge, logische, samenhangende, goed geformuleerde samenvatting van verworven kennis. Schriftelijke presentatie (beschrijvend of betogend) met goede betoogopbouw, zorgvuldig taalgebruik, met correcte verwerking van literatuur/bibliografie en met gebruik van ICT-mogelijkheden. Studiediscipline gericht op werkstuk of scriptie met eigen onderwerpkeuze. Zelfstandig zoeken van relevante literatuur, gebruik makend van verwijzingen, bibliografieën, betrouwbare onlinedatabases en online bibliografieën. Kritisch omgaan met literatuur, theorieën en opinies, website informatie. Zelfstandig formuleren en uitvoeren van een probleemstelling en een onderzoeksopzet, met gebruik van gangbare methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek. Inhoud vak in het verlengde van Perspectieven A (periode 4) wordt aan de hand van een aantal wetenschappelijke case-studies ingegaan op de achterliggende theoretische opvattingen van het taalkundig denken in Nederland in de twintigste eeuw. Onderwijsvorm werkcollege Toetsvorm Het historisch- kritisch deel wordt getoetst aan de hand van een werkstuk dat in periode 6 vervaardigd wordt.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 26 van 36
Literatuur Artikelen en boekhoofdstukken met bijbehorende vragen. Vereiste voorkennis Nederlands in de etalage, taalkunde, 1 Doelgroep 2e jaarsstudenten major Nederlandse taalstudies, variant taalkunde
Project en praktijk Nederlandse taalkunde Vakcode
L_NTBANTS304 ()
Periode
Periode 4+5+6
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J. Noordegraaf
Docent(en)
dr. S. Daalder, dr. J. Noordegraaf
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Inzicht in de mogelijkheden van de Nederlandse taalkunde als wetenschap. Bekendheid met en vaardigheid in de onder neerlandici gebruikelijke praktijk. Inhoud vak Dit college laat de studenten participeren in de onderzoeksprojecten van de docenten, waarbij ook praktische onderzoekservaring wordt opgedaan in de vorm van proeven van descriptieve praktijk. Het eerste gedeelte van het college (periode 4) is gewijd aan beschrijvingsonderwerpen van het hedendaags Nederlands. Het tweede gedeelte (periodes 5 en 6) is gericht op vraagstukken van taalverandering en taalvariatie. Het college bereidt mede voor op de bachelorscriptie, doordat de bijbehorende literatuurstudie heel gericht kan plaatsvinden. Onderwijsvorm werkcolleges, eventueel externe activiteiten Toetsvorm Twee werkstukken, af te ronden respectievelijk in periodes 4 en 6. Literatuur Wordt later bekend gemaakt Vereiste voorkennis Perspectieven van de Nederlandse taalkunde A; Perspectieven van de Nederlandse taalkunde B Doelgroep 3e jaars studenten major Nederlandse taalstudies, variant taalkunde
Publiceren via Nieuwe media Vakcode
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
L_AABACIW302 ()
7-3-2013 - Pagina 27 van 36
Periode
Periode 4+5
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. B.F. Stuyvenberg
Docent(en)
drs. B.F. Stuyvenberg, drs. M.G. Onrust
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Practicum, Werkcollege
Doel vak Kennis krijgen van en vaardigheden aanleren m.b.t. diverse aspecten van het publiceren via nieuwe media. Inhoud vak De zogenaamde nieuwe media, zoals mobiele telefoons, pda's en met name het World Wide Web, lenen zich uitstekend voor allerlei informatieve en communicatieve doeleinden. Dit komt vooral doordat deze media publicatie en communicatie mogelijk maken in multimediale vorm, waarbij sprake is van een combinatie van tekst, beeld, geluid, video, animaties e. d. met een groot bereik. Daarnaast kan bij dergelijke publicaties gebruik gemaakt worden van zogenaamde hyperlinks om verschillende verbanden tussen onderdelen ervan tot uitdrukking te brengen waarbij men niet beperkt is tot een lineaire ordening, zoals in een gedrukt boek. In toenemende mate richten nieuwe media zich ook op interactieve communicatie, middels het zogenaamde Web 2.0. Een belangrijk uitgangspunt van Web 2.0 is bovendien het beter doorzoekbaar maken van het Web. Dat betekent o.a. dat webdocumenten veel meer naar betekenis moeten worden opgebouwd. De cursus Publiceren via nieuwe media richt zich op de diverse aspecten, zowel technisch als meer inhoudelijk, van het publiceren via deze media. In onderdeel A (periode 4, 5 stp.) gaat de aandacht specifiek uit naar het ontwerpen en schrijven van digitale documenten. Aan de orde komen zaken als het structureren van informatie in een hypermediale omgeving, de opbouw van een webpagina en het schrijven van 'non-lineaire' teksten ('webstijl'). In onderdeel B (periode 5, 5 stp.) valt het zwaartepunt van de aandacht op het gebruik van nieuwe media t.b.v. een digitale publicatie, effectief ontwerp en de daadwerkelijke realisatie van een multimediale communicatieuiting. Bovendien wordt aandacht besteed aan het evalueren van websites op basis van standaardmodellen. Dit houdt in dat deze cursus zowel praktische als theoretische componenten bevat. Onderwijsvorm Periode 4: werkcollege en projectgroepen. Periode 5: hoorcollege en computerpracticum. Van de deelnemer wordt in periode 4 substantiële participatie in een projectgroep vereist. In periode 5 wordt van de deelnemer veel zelfwerkzaamheid achter de computer verwacht bij het uitwerken van wekelijkse opdrachten. Toetsvorm Tentamen en opdrachten. Deelcijfers van A en B moeten voldoende zijn. Beoordeling gebeurt in de vorm van cijfers. Voor deel A is aanwezigheid op de colleges verplicht. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 28 van 36
Vereiste voorkennis Basisvaardigheid computergebruik (met name Windows en bestandsbeheer) Doelgroep 3e jaarsstudenten major CIW; 3e jaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; overige studenten Letteren Overige informatie Overgangsprogramma 3e jaars CIW
Spreken en horen Vakcode
L_WABATWS206 ()
Periode
Periode 5+6
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. M.M.R. Coene
Docent(en)
prof. dr. M.M.R. Coene
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Practicum
Doel vak De lessenreeks beoogt een eerste inleiding te bieden in de akoestische en articulatorische fonetiek aan de hand van het handboek (zie literatuur). Na afloop van de cursus weet je hoe sprekers spraakklanken produceren en luisteraars ze waarnemen. Daarnaast ken je ook de fysische eigenschappen van spraakgeluid, en je weet hoe het menselijk gehoor werkt. Tijdens het practicum leer je hoe je zelf spraak kan opnemen, analyseren en bewerken. Je verkrijgt hierbij inzicht in de mogelijkheden van het gebruik van het open-source software programma PRAAT, ontwikkeld door Paul Boersma en David Weenink (UvA). Inhoud vak Tijdens de colleges komen onder meer volgende onderwerpen uit de fonetiek aan bod: (i) wat is fonetiek? wat is taal en wat is spraak, en wat hebben ze met elkaar te maken?; (ii) wat is geluid en wat zijn de eigenschappen van spraakgeluid?; (iii) hoe wordt spraakgeluid voortgebracht door de spraakorganen?; (iv) hoe werkt het menselijk oor en hoe worden spraakgeluiden waargenomen?; (v) is er een verschil tussen horen en verstaan? hoe herkennen mensen woorden?; (vi) wat is intonatie en hoe kunnen mensen die waarnemen? Onderwijsvorm hoorcolleges en practica Toetsvorm schriftelijk - zowel de resultaten van het eindtentamen als de practica maken deel uit van het eindcijfer (0-10) Literatuur Rietveld, T. & Van Heuven, V.J. (2009). Algemene Fonetiek (3e druk). Bussum: Coutinho. ISBN 9789046901632 Vereiste voorkennis
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 29 van 36
kennis van de gangbare basisbegrippen uit de taalwetenschap Doelgroep studenten Taalwetenschap en alle studenten met serieuze belangstelling voor de studie van taal en spraak
Toetsende statistiek Vakcode
L_CABAALG204 ()
Periode
Periode 5+6
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. G. Mulder
Docent(en)
dr. G. Mulder
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Je kent de theoretische basis van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek. Je bent in staat basistechnieken toe te passen voor het beschrijven van steekproefgegevens. Je bent in staat onderzoeksvragen te beantwoorden op grond van een aantal inferentiële technieken (o.a. correlatie en regressie, t-toets en variantieanalyse). Je bent in staat om op grond van onderzoeksvragen en -opzet en controle van parametriche assumpties de juiste inferentiële techniek te kiezen. Je bent in staat de resultaten van statistische analyses conform de richtlijnen van de APA te rapporteren. Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van het gebruik van digitale bronnen en/of gegevensbestanden in het kader van kwantitatief onderzoek. Inzicht verkrijgen in, en vaardigheid opdoen met, de toepassingsmogelijkheden van relevante ICT-methoden en -technieken bij het onderzoek aan dergelijke bronnen en bestanden. Inhoud vak Behandeling van de fundamenten van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek: descriptieve maten, geobserveerde scoreverdelingen, de standaardprocedure van een toetsing. Vervolgens komen de elementaire technieken aan de orde, gericht op de evaluatie van betrouwbaarheid (Cronbach's alpha), relaties (correlatie en regressie) en verschillen (t-toets, Wilcoxon, Mann-Whitney, variantie-analyse en de chi-kwadraattoets). Onderwijsvorm Hoorcollege 2 x 2 uur p/w; daarnaast werken studenten in tweetallen wekelijks praktijkopdrachten met SPSS uit Toetsvorm Multiple choice tentamen; praktijkgerichte eindopdracht (in tweetallen). Beide onderdelen tellen voor 50 procent mee bij het bepalen van het eindcijfer. Voor beide onderdelen geldt dat minimaal een 5.0 moet worden gehaald. Literatuur Field, A (2009) Discovering Statistics Using SPSS. 3rd Edition. London: Sage
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 30 van 36
Doelgroep 2e jaars studenten major CIW en major Taalwetenschap- Ttw; premaster studenten CIW en Taalwetenschap- Ttw; master studenten CIW (indien ze dit vak in de vooropleiding nog niet gevolgd hebben) Overige informatie De wekelijkse opdrachten moeten verplicht worden ingeleverd. Wanneer alle opdrachten op tijd zijn ingeleverd, verdient de deelnemer een half punt bijtelling bij het eindcijfer. Voor iedere opdracht die niet op tijd is ingeleverd volgt 1 punt aftrek.
Verdieping oudere Nederlandse letterkunde Vakcode
L_NOBANLK202 ()
Periode
Periode 5
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.M.T. Zemel
Docent(en)
dr. R.M.T. Zemel, dr. A. van Strien
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Kennismaking met een representatief corpus teksten uit de periode 12001800, in aansluiting op het overzichtscollege uit het eerste jaar. Verdieping van het inzicht in de literair-historische ontwikkeling en in de problematiek van de literatuurgeschiedschrijving. Literatuur, theorie en poëtica. Mondelinge presentatie en schriftelijk verslag van onderzoek over een tekst. Inhoud vak Dit college bestaat uit twee delen. Deel A handelt over literaire genres in de Middeleeuwen. Aan de orde komen: de problematiek van het genre van de Arturroman (Lancelot als held); de oosterse roman (Floris ende Blancefloer); allegorische literatuur (gedichten uit de sfeer van de Roman de la Rose); profaan toneel (abele spelen en sotternieën). De teksten worden besproken in het kader van een internationale bestudering van het genre. Deel B handelt over de literatuur van ongeveer 1550-1830, van de laatste 'rederijkers' tot de eerste 'romantici'. Hierbij staan twee onderwerpen centraal: enerzijds het (ernstige en komische) toneel, mede gezien de internationale ontwikkelingen op dat gebied, en anderzijds de literaire theorievorming en de manieren waarop literatuur (eerst voornamelijk poëzie, later ook proza) werd ingezet om mens en maatschappij te beïnvloeden. Meer dan in het eerste jaar hebben we daarbij oog voor de diversiteit aan benaderingswijzen, die ons beeld van het verleden bepalen. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, 4 uur per week Toetsvorm Schriftelijk tentamen aan het einde van periode 5
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 31 van 36
Literatuur De te lezen teksten staan (in meerdere exemplaren) in de bibliotheek (uitleen 11e etage), of zijn via de dbnl raadpleegbaar. Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300. Amsterdam 2006 (gedeelten). Herman Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1400-1560. Amsterdam 2007 (gedeelten). Karel Porteman en Mieke B. Smits-Veldt, Een nieuw vaderland voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1560-1700. Amsterdam 2008 (gedeelten). M.A. Schenkeveld-van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993 (enige hoofdstukken). Syllabi en Readers op Blackboard. Vereiste voorkennis 1e jaars opleiding Letteren. De volgende modules bij Nederlandse letterkunde: Literair-historisch overzicht, Middeleeuwen, 1; Literairhistorisch overzicht, 1550-1830, 1 Doelgroep 2e jaars studenten major Nederlandse letterkunde
Werkcollege Middeleeuwen: Vlaams versus Frans: het genre van de Arturroman Vakcode
L_NOBANLK306 ()
Periode
Periode 4
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.M.T. Zemel
Docent(en)
dr. R.M.T. Zemel
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Analyse van romans met aandacht voor literaire procédé's, thematiek en literaire kritiek Inhoud vak In Vlaanderen werden omstreeks 1250 Arturromans geschreven, die reageren op het werk van de schepper van het genre in Frankrijk, Chrétien de Troyes. In bijvoorbeeld de Ridder metter mouwen acteert een held die aan het einde van zijn loopbaan het klooster verlaat voor zijn geliefde, wat als een correctie bedoeld lijkt te zijn op de levensloop van Perceval in Chrétiens Le Conte du Graal. Tijdens het college bestuderen we eerst in moderne vertaling - een roman van Chrétien als model van het genre, om inzicht te krijgen in structuur en thematiek. Vervolgens richten we de aandacht op Vlaamse romans die een kritisch geluid laten horen over het oeuvre van Chrétien: Ferguut, Ridder metter mouwen, Walewein ende Keye. Onderwijsvorm Werkcollege. 2 uur per week Toetsvorm Presentatie; individueel werkstuk
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 32 van 36
Literatuur De te lezen teksten worden op college verspreid Vereiste voorkennis 1ste en 2de jaar Nederlandse letterkunde Doelgroep 3de jaars studenten Nederlandse letterkunde
Werkcollege Renaissance Vakcode
L_NOBANLK307 ()
Periode
Periode 5
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.H. Moser
Docent(en)
dr. P.H. Moser
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Het hoofddoel van deze cursus is om een antwoord te formuleren op de vraag hoe de overgang van rederijkerij naar renaissance in de Nederlandse literatuur verliep. Na afloop van de cursus kun je: een overzicht geven van de ontwikkelingen in de Nederlandse literatuur tussen 1560 en 1610; relevante primaire teksten vinden en deze zorgvuldig analyseren en interpreteren; op een doelgerichte en verantwoorde manier omgaan met secundaire literatuur; een zelfstandige en kritische houding aannemen ten aanzien van bestaande onderzoeksresultaten; schriftelijk verslag doen van je bevindingen. Inhoud vak De tweede helft van de zestiende eeuw was een periode van literaire vernieuwingen, zo valt in veel literatuurgeschiedenissen te lezen. De rederijkersperiode kwam ten einde; de renaissance begon. Vaak worden specifieke auteurs aangewezen als leidende figuren daarbij. Maar hoe voltrekt zo’n ontwikkeling zich nu eigenlijk? Welke criteria worden door literatuurhistorici gehanteerd bij het bepalen van wat ‘ouderwets’ en ‘modern’is, en waren auteurs en lezers zich destijds evenzeer bewust van een dergelijk onderscheid? Bij het beantwoorden van deze vragen concentreren we ons op de ontwikkelingen in de lyriek in de periode 1560-1610. De volgende onderwerpen komen aan de orde: periodisering als literair historisch probleem; de uiterlijke vormgeving van het boek; genres en verstechniek; de opbouw van de moedertaal; vertalingen en navolgingen; netwerken en instituties. Onderwijsvorm Er is één werkcollege per week. In elk werkcollege staat één thema centraal. Voorafgaand aan ieder werkcollege moeten opdrachten worden voorbereid die in de studiehandleiding staan. Deze hebben betrekking op primaire en secundaire literatuur en op onderzoeksinstrumenten. Tijdens de werkcolleges wordt over deze opdrachten gediscussieerd. Toetsvorm
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 33 van 36
Er zijn twee tussentoetsen en een eindtoets. Alle toetsen zijn schriftelijk. De eerste tussentoets (20%) is een hertaalopdracht: hierbij krijg je een vroegmodern Nederlands gedicht dat je (met behulp van het WNT) in modern, vlot lopend Nederlands moet omzetten. De hertaling wordt beoordeeld op correctheid en soepelheid. De tweede tussentoets (20%) is een plaatsingsopdracht: dezelfde tekst plaats je nu in een chronologische, literair-historische en cultuurhistorische context. De plaatsingsopdracht wordt beoordeeld op correctheid en verzorging (spelling, bronvermeldingen). De eindtoets (60%) bestaat uit een individueel werkstuk over een van de thema’s van de cursus. De keuze van het onderwerp en de onderzoeksvraag is vrij. Het eindwerkstuk wordt beoordeeld op relevantie (sluit de onderzoeksvraag aan bij de hoofdvraag van de cursus?), argumentatie en opbouw van het betoog, verantwoording en omgang met primaire en secundaire literatuur (citeren, parafraseren, bronvermeldingen). Literatuur Een selectie van literaire teksten en wetenschappelijke artikelen vormt de literatuur voor de wekelijkse opdrachten van deze cursus. Deze worden in een reader beschikbaar gesteld. Voor het eindwerkstuk moeten studenten bovendien zelfstandig literatuur zoeken. Vereiste voorkennis Literair-historisch overzicht 1550-1830 (1); Verdiepingscollege Oudere Nederlandse Letterkunde (2) Doelgroep Derdejaars studenten major Nederlandse letterkunde Overige informatie Overgangsprogramma 3e jaar. Deze cursus sluit aan op de volgende vakken: Literair-historisch overzicht 1550-1830, 1; verdiepingscollege Oudere Nederlandse letterkunde, 2; Boekwetenschap en literair bedrijf, 2. De cursus vormt een goede voorbereiding op het schrijven van de BAscriptie bij de specialisatie Oudere Nederlandse letterkunde. In overleg met de docent is de cursus ook toegankelijk voor 3e jaars studenten die een andere major binnen Letteren doen.
Zuid-Afrikaanse letterkunde en geschiedenis Vakcode
L_NNBANLK307 ()
Periode
Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. E. Jansen
Docent(en)
prof. dr. E. Jansen
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Verwerven van kennis en inzicht in de Zuid-Afrikaanse literatuur en geschiedenis.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 34 van 36
Inhoud vak Het college is een eerste kennismaking met de Zuid-Afrikaanse letterkunde waarbij studenten de Zuid-Afrikaanse literatuur en geschiedenis aan de hand van korte verhalen, gedichten en enkele romans leren kennen. Uitleg wordt gegeven over de verschillen tussen het Afrikaans en het Nederlands. Veel Zuid-Afrikaanse schrijvers stellen zich ten doel wegstervende stemmen en schimmige figuren uit het verleden door nauwgezet archiefonderzoek en een verbeeldingssprong te bewaren en in literatuur te laten opklinken. Tegen de achtergrond van actuele debatten over de relatie tussen feiten en verzinsels – wij gaan uit van de postmoderne opvatting dat zowel historici als romanschrijvers verhalen vertellen, dat ook zogenaamde feiten constructies zijn, dat fictie ‘waarder’ kan zijn dan feiten – worden teksten die te maken hebben met de VOC, de Anglo-Boerenoorlog en de strijd tegen de apartheid van o.a. Dan Sleigh, André P. Brink, Karel Schoeman, Marlene van Niekerk en Antjie Krog gelezen. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege met ook mondelinge en schriftelijke presentaties door studenten. Participanten dienen te beschikken over internet. Korte schriftelijke opdrachten worden wekelijks op Blackboard ingeleverd waarover tijdens college in groepsverband wordt gediscussieerd. In overleg met de docent wordt tenslotte een eigen tekst gekozen waarover een werkstuk wordt geschreven. De Zuid-Afrikaanse literatuur dwingt tot nadenken over niet alleen esthetische maar ook ethische zaken en studenten leren nadenken over normen en waarden. Toetsvorm Aanwezigheid, actieve deelname tijdens het college. Het uitvoeren en presenteren van kleine opdrachten vindt wekelijks op Blackboard en tijdens college-uren plaats (30 procent van het cijfer). Een afsluitend werkstuk (70 procent) wordt na afloop van het college geschreven. Literatuur Lees voor het college enkele Zuid-Afrikaanse romans, bijv. Dan Sleigh, Stemmen uit zee (Querido) en Marlene van Niekerk, Triomf (Querido); Ena Jansen, Zuid-Afrika. Identiteit in tekst en taal. In: Armada 34, april 2004: 3-18. Ander studiemateriaal komt begin december 2011 op de website http://www.zuidafrikahuis.nl Vereiste voorkennis Basisprogramma Nederlandse letterkunde 2; gelijkwaardige andere vooropleiding, zoals Literatuurwetenschappen 2. De modules Contemporary Literary Culture, 2 (voorheen: Verdiepingscollege nieuwere Nederlandse letterkunde); Literaire teksten en benaderingen, 2; Boekwetenschap en het literaire bedrijf, 2; Verdiepingscollege oudere Nederlandse letterkunde, 2. Doelgroep Derdejaars studenten Nederlands, Literatuurwetenschappen en studenten van elders die dit onderdeel volgen als deel van een minor. Het college richt zich vooral op studenten met een belangstelling voor de boeiende wisselwerking tussen literatuur, mensen en geschiedenis van een fascinerend en complex land. Overige informatie
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 35 van 36
• Het college wordt gegeven op één dag in de week; waarschijnlijk op een dinsdag of woensdag, 12-16 uur. Zie het faculteitsrooster en Blackboard. Locatie is het Zuid-Afrika Huis, Keizersgracht 141, Amsterdam (dichtbij de Westerkerk en makkelijk met o.a. lijn 5 vanuit de VU te bereiken): zie www.zuidafrikahuis.nl. • Inschrijfkosten voor het gebruik van de bibliotheek van het ZuidAfrika Huis zijn ca. 8 euro. • Zuid-Afrikaanse teksten in het Afrikaans en Engels worden behandeld, hoofdzakelijk in Nederlandse vertaling. • De voertaal is Nederlands.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Nederlandse Taal en Cultuur - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 36 van 36