De beeldvorming over Polen in Nederlandse literatuur en culturele tijdschriften sinds de negentiende eeuw tot nu De symbolische tweedeling van Europa als een uiting van het contrast tussen het Westen en het Oosten
Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen Nederlandse taal en cultuur Masterscriptie
Begeleider: dhr. dr. Jan Rock Tweede lezer: dhr. dr. Stephan Besser
Aleksandra Sadulska (10407235)
[email protected]
Juni 2013
Inhoudsopgave Inleiding ………………………………………………………………………………………3 Hoofdstuk 1: Image studie en de mentale kaart van Europa…………………...................7 Hoofdstuk 2: Het beeld van Polen in de huidige literaire werken......................................17 2.1. Karikatuur van Polen- Onze Paus van Arnon Grunberg..............................................17 2.2. Familiegeschiedenis achter het IJzeren Gordijn- Wodka, tranen en kogels van Jack Allerts..................................................................................................................................22 2.3. Het Poolse volk en het Poolse platteland- Een bruidsjurk uit Warschau van Lot Vekemans............................................................................................................................28 2.4. Conclusies....................................................................................................................31 Hoofdstuk 3: Achter het IJzeren Gordijn- het
beeld van Polen in de twintigste
eeuw..........................................................................................................................................32 3.1. Polen als een natie met de ziel- “Het Poolsche vraagstuk” van Jan de Vries....................................................................................................................................34 3.2. Polen en Nederland als lotgenoten- “Onze vrienden de Polen” van A.H. Nijhoff.................................................................................................................................36 3.3. Warschau als een stukje Westen in de Oostblok- “Tien jaar Polen” van Milo Anstadt................................................................................................................................40 3.4. De tweedeling van Europa- “De Europese politiek van Nederland: een Poolse visie” van Jan Zielonka.................................................................................................................44 3.5. Conclusies....................................................................................................................47 Hoofdstuk 4: Natie zonder het land- het beeld van Polen in de negentiende eeuw...........49 4.1. Heroïsche gevechten van Polen- “De val van Warschau” van Pieter (Jr.) Mabé....................................................................................................................................50 4.2. De vrijheid of den dood- “Het gevecht bij Wengrow” van Taco Hajo de Beer.....................................................................................................................................53 4.3. Vanuit Moskou naar Warschau- “Scheetsteekeningen op reis” van Simon Vissering.............................................................................................................................55 4.4. Het land in rouw- “Het zwarte kleed” van Konstanty Gaszynski................................57 4.5. Het land met een droevig lot- “Het leven van Poolschen banneling”..........................59 4.6. Conclusies....................................................................................................................60 Conclusies................................................................................................................................62 Bibliografie..............................................................................................................................64
2
Inleiding
Sinds het begin van deze eeuw is er ontzettend veel aandacht voor Polen in Nederland. In de afgelopen jaren is deze aandacht steeds zichtbaarder geworden, wat tot stevige debatten heeft geleid. De interesse voor Polen betreft vooral massale immigratie van Poolse loodgieters, gelukzoekers en goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa. De aanwezigheid van Polen is goed zichtbaar bijvoorbeeld in de vorm van Poolse winkels of verenigingen. De Polen kregen gaandeweg het label van ‘een potentiële last’ opgeplakt.1 Dit negatieve beeld van de Poolse natie heeft een uiting bij de website ‘Meldpunt’ gevonden. De website, die door de PVV in februari 2012 werd opgericht om klachten over Polen te verzamelen, had ook grote invloed op de beeldvorming van Polen in Nederland. ‘Meldpunt’ bevestigde het beeld van Poolse migranten als bedreiging voor Nederland: de mening ontstond dat Poolse werknemers zich asociaal gedragen, te veel drinken en voor veel overlast zorgen.2 De verhitte discussies over de aankomst en vestiging van Polen wekken de indruk dat Nederland een vrijwel nieuwe migratiebestemming van mensen uit dit land is. De geschiedenis van Polen in Nederland voert echter al bijna honderd jaar terug. De aanwezigheid van grote aantallen Polen in Nederland is inderdaad verbonden met de recente ontwikkelingen in de Europese Unie, maar de geschiedenis van deze natie in Nederland is bijna een eeuw oud. De migratiegolven kan men in drie perioden verdelen. De eerste periode betreft de jaren 1900-1945, toen duizenden Poolse Joden en uit Duitsland afkomstige Polen zich in westerse steden en in de Limburgse mijnregio vestigden.3 De tweede periode beslaat de jaren 1945-1990. Een eerste groep betrof Poolse soldaten, die na deelname aan de bevrijding van Breda hadden besloten in Nederland te blijven. Vervolgens kwamen tijdens de Koude Oorlog veel Polen als vluchtelingen, later als illegalen en seizoenarbeiders. In deze periode vonden ook veel huwelijken plaats van Poolse vrouwelijke toeristen met Nederlandse mannen.4 De derde periode loopt vanaf 1990 tot de huidige tijd en behelst migratie van arbeiders, asielzoekers, illegalen en partnerzoekers.5 Sinds Polen in mei 2004 lid van de Europese Unie werd, kunnen Poolse burgers zonder vergunning werken in het Westen en nam het aantal migranten toe.6 Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek kwam de 1
Mączka 2012: 192 Ibidem p. 191-192 3 Willems 2012: 15 4 Ibidem p. 15 5 Ibidem p. 15 6 Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 11 juni 2012. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3589-wm.htm 2
3
helft van de 64 duizend EU-burgers die in 2011 naar Nederland kwamen uit Oost-Europa. Sinds de toetreding tot de Europese Unie is Polen het belangrijkste herkomstland van immigranten: in 2011 vestigden zich bijna 19 duizend Polen in Nederland.7 In enkele buurten van bepaalde Nederlandse steden is de aanwezigheid van Polen sterk zichtbaar, bijvoorbeeld in de vorm van delicatessenwinkels, bars, tijdschriften in de eigen taal en verschillende Poolse verenigingen. De toetreding van Polen tot de Europese Unie en het toenemende aantal migranten als gevolg van de opening van de Nederlandse arbeidsmarkt is slechts één van de periodes van zichtbare mediabelangstelling voor Polen. Ook in de jaren tachtig was de Nederlandse interesse voor Polen opmerkelijk. De arbeidersstakingen in het land en de oprichting van ‘Solidarnosc’, de eerste onafhankelijke vakbond in het Oostblok, trokken veel aandacht in het Westen. In Nederland werden er hulpacties georganiseerd, er werden geld en goederen verzameld en vervolgens naar Polen gestuurd. Er werd zelfs de Stichting Vriendenhulp voor Polen opgericht.8 Tot de val van het communisme in 1989 was Polen voor Nederlanders een vrijwel onbekend land dat buitenlanders alleen via de media konden leren kennen. 9 Het communistische land nodigde buitenlanders niet echt uit tot een bezoek achter het IJzeren Gordijn. Andere opvallende belangstelling voor Polen leverde de vertoning in de Nederlandse bioscopen van Steven Spielbergs film Schindler’s List op in 1994.10 Veel plekken, die in de film aan de orde komen, werden een bestemming van reizen naar Polen.11 Het onderwerp van Polen verscheen in Nederland in bepaalde perioden in verband met bepaalde gebeurtenissen die de aandacht van het buitenland trokken. Op die manier ontwikkelde zich het beeld van Polen in de ogen van de Nederlandse samenleving. In mijn scriptie stel ik me als opdracht om romans en een aantal culturele tijdschriften onder de loep te nemen om de beeldvorming over Polen in Nederland te analyseren. In mijn onderzoek ga ik me concentreren op teksten uit verschillende tijdperioden om vervolgens een overzicht te krijgen van de verandering van deze denkbeelden in de loop van de tijd. Enkele van deze teksten presenteren het zelfbeeld van Polen, dat ook een bijdrage aan de representatie van het land in Nederland heeft gehad. Voordat ik met mijn analyse van de beeldvorming over Polen in Nederland ga beginnen, wil ik kort de kwestie van de verdeling van Europa bespreken. De symbolische, 7
Centraal Bureu voor de Statistiek (CBS). 11 juni 2012. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3589-wm.htm 8 Mączka 2012: 187-188 9 Ibidem p. 187 10 Ibidem p. 191 11 Ibidem p. 202
4
geografische tweedeling duurt al lang en heeft niet altijd een neutrale betekenis. De verdeling tussen West- en Oost-Europa werd bepaald door enkele factoren die nu nog van invloed zijn op de manier waarop mensen enkele landen beschouwen. In eerste instantie wil ik literatuur behandelen. Voor de analyse heb ik drie, allerrecenste boeken van Nederlandse auteurs gekozen die in de afgelopen jaren verschenen en het beeld van Polen bij de huidige lezer kunnen hebben beïnvloed. Voor mijn scriptie heb ik de toneeltekst Onze paus van Arnon Grunberg gekozen. Grunberg is één van de belangrijkste jonge schrijvers, en heeft een belangrijke positie in de Nederlandse literatuur. Het stuk Onze paus heeft hij in opdracht van het Poolse Teatr Współczesny in Wrocław geschreven. De opdrachtgeefster en de directrice van het theater, Krystyna Meissner heeft het stuk echter geweigerd wat controverse veroorzaakte.12 Onze paus speelt zich af in de Poolse stad Wroclaw en vertelt over een Vlaamse docent Nederlands die voor de eerste keer in zijn leven een bezoek brengt aan Polen. Grunberg heeft de gebeurtenissen in de voor hem karakteristieke stijl beschreven en presenteert eigenschappen van het land en de inwoners die grootendeels op clichés gebaseerd zijn. Hij speelt met de beelden die hij denkt dat Nederlanders van Polen hebben. Naast het stuk van Grunberg wil ik ook de roman van Jack Allerts in acht nemen. Aan de hand van het boek Wodka, tranen en kogels presenteert de schrijver het beeld van Polen tijdens de opstand van Warschau (1944). Ook de tijd dat het land zich onder communistische overheersing bevond, vanaf het einde van de oorlog tot de val van de Muur, komt aan de orde. Het boek toont het beeld van Polen in de tijd dat landen die zich achter het IJzeren Gordijn bevonden, voor de westerse samenleving vrijwel onbekend waren. Als laatste wil ik de debuutroman van Lot Vekemans, Een bruidsjurk uit Warschau analyseren. Hoewel het centrale onderwerp van het boek relatieproblemen betreft, is Polen de achtergrond van de beschreven gebeurtenissen en is het hoofdpersonage van de roman afkomstig uit Polen. Het boek toont niet alleen het beeld van Poolse steden en platteland, maar het presenteert ook de mentaliteit van de samenleving en hoe andere nationaliteiten het land beschouwen. Omdat het boek bijdraagt aan het creëren van de actuele denkbeelden over Polen, besloot ik ook deze roman in mijn studie te betrekken. In volgende hoofdstukken van mijn scriptie ben ik van plan om berichten uit de belangrijkste Nederlandse culturele tijdschriften te analyseren die in bepaalde tijdperioden verschenen. Om het beeld van Polen in de 20ste eeuw te onderzoeken heb ik De Gids en Onze eeuw gekozen. Bij de analyse van het imago van 19de eeuwse Polen, heb ik ook nog
12
Grunberg 2010: 63
5
Vaderlandsche Letteroefeningen bestudeerd. Elk van deze drie tijdschriften heeft een liberaal karakter en besteedt veel aandacht aan kunst, politiek, wetenschap en geschiedenis. Deze tijdschriften speelden een belangrijke rol in het literair-culturele leven van Nederland, daarom vormen ze een cruciaal informatiebron voor mijn scriptie. Bij de selectie van te analyseren artikelen, heb ik gebruik gemaakt van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. Daar heb ik een overzicht van alle primaire en secundaire teksten in verband met Polen gevonden.13 Mijn keuze daaruit van artikelen behelst teksten die geen historische feiten of nieuws betreffen maar het imago van Polen presenteren en denkbeelden creëeren over Polen bij de Nederlandse lezer. Op die manier heb ik in het hoofdstuk over het beeld van Polen in de 20ste eeuw de volgende teksten behandeld: “Het Poolsche vraagstuk” van Jan de Vries, “Onze vrienden de Polen” van Antoinette Hendrika Nijhoff, “Tien jaar Polen” van Milo Anstadt en “De Europese politiek van Nederland: een Poolse visie” van Jan Zielonka. Ten behoeve van het hoofdstuk over het beeld van Polen in de 19de eeuw heb ik drie gedichten geselecteerd: “De val van Warschau” van Pieter (Jr.) Mabé, “Het gevecht bij Wengrow” dat door de Franse dichter August Barbier is geschreven en gedeeltelijk uit het Frans door Taco de Beer is vertaald en “Het Zwarte Kleed”- het gedicht van Poolse dichter Konstanty Gaszynski vertaald in het Nederlands door Samuel Johannes van den Bergh. Naast deze drie gedichten heb ik ook twee teksten “Schetsteekeningen op reis” van Simon Vissering en “Het leven van Poolschen banneling” onder de loep genomen. Aan de hand van deze teksten kan men zien welke denkbeelden over Polen de culturele tijdschriften onder de Nederlandse samenleving hebben verspreid. Om deze nationale images in literatuur te onderzoeken, heb ik imagologie als methode toegepast. Aan het einde van mijn analyse hoop ik een verkenning van beeldvorming over Polen in Nederlandse literatuur te krijgen. Ik zal ook een indruk hebben hoe dit beeld in de loop van de tijd veranderd is en wat voor factoren invloed hadden op de representatie van Polen in Nederland. Bovendien hoop ik ook een antwoord te krijgen op de vraag of de autoimages van Polen de beeldvorming over dit land in Nederland hebben beïnvloed.
13
Digitalne bibliotheek voor de Nederlandse letteren (dbnl). http://www.dbnl.org/buitengaats/land.php?l=polen01
6
Hoofdstuk 1: Image studies en de mentale kaart van Europa
De meeste kennis en oordelen die mensen over andere landen hebben, zijn alleen maar op bepaalde patronen gebaseerd. Wij hebben een bepaald beeld in ons hoofd over Schotten, Duitsers, Polen of andere naties. Ondanks het gebrek aan kennis over deze landen en de mensen die daar wonen, kunnen wij zonder problemen verschillende kenmerken aan hen toeschrijven, die wij als typisch voor bepaalde naties beschouwen. Deze ‘nationale kenmerken’ functioneren niet alleen in menselijke hoofden maar ook in de literaire wereld. Het is een belangrijk onderwerp van verschillende teksten. Ook andere culturele representaties, zoals bijvoorbeeld schilderijen, theaterstukken of films, vormen een verzameling van deze ‘nationale kenmerken’. De aanwezigheid van deze beelden van nationaliteiten in teksten vormt een belangrijk element van de beeldvorming over bepaalde landen. Het gebeurt heel vaak dat men eerst oordeelt en pas daarna iets of iemand probeert te leren kennen. Daarom kan men concluderen dat het beeld van bepaalde landen of naties sterk door stereotypen wordt gedomineerd. Er wordt zo een mentaal beeld van ‘de Ander’ gevormd, waardoor onze opinie gemakkelijk wordt gemanipuleerd. Hoewel stereotypen weinig met de werkelijkheid te maken hebben, kunnen ze in belangrijke mate de realiteit vervormen en in het menselijk bewustzijn functioneren. Een stel clichés vormt stereotypen, terwijl een stel stereotypen leidt tot het ontsaan van vooroordelen, die een imago creëren.14 Het woord ‘imago’ zelf kan men als een silhouet van ‘de Ander’ definiëren. Dit mentale silhouet beïnvloedt onze opinie over een land of een natie. Als resultaat daarvan kan deze mening positief of negatief zijn en de beoordeling eerlijk of oneerlijk, hoewel er rationale argumenten en kennis ontbreken.15 Op die manier vormt zich een zogenoemde ‘mental pictorial representation’ – een mening of een voorstelling over iets die alleen op de interpretatie van beelden gebaseerd is, in plaats van op objectieve ervaringen of feiten.16 De neiging om specifieke kenmerken aan bepaalde landen, samenlevingen, rassen of naties toe te schrijven, staat in een lange traditie. Er bestaat een wetenschappelijk specialisme dat zich met het analyseren van culturele representaties van volkeren, culturen en samenlevingen bezig houdt. Het idee van het imago is al te vinden in de oudheid bij Plato of
14
Beller 2007: 431 Beller 2007: 4 16 Ibidem p. 4 15
7
Aristoteles.17 Auto- en hetero-images komen al aan bod in Oudgriekse literatuur en betreffen vooral de afbakening tussen Grieken en Barbaren. Het gebruik van stereotypen en vooroordelen diende ook om op tegenstellingen te wijzen of iemands superioriteit te benadrukken, bijvoorbeeld in het geval van de verschillen tussen Grieken en Romeinen of tussen christenen en heidenen.18 In de middeleeuwen vormden de vooroordelen en imago’s over ‘de Ander’ nog steeds een belangrijk onderwerp van verschillende teksten. Het benadrukken van de verschillen tussen christenen en moslims vindt gedeeltelijk ook nog vandaag plaats. Aan de religie van islam en de oosterse landen werden exotische kenmerken toegeschreven die ook tegenwoordig een onderdeel van de beeldvorming over dit wereldgebied vormen. Dat is goed zichtbaar in de Orientalisme van Said. Hoewel er al bij de klassieke auteurs voorbeelden van het toeschrijven van verschillende nationale kenmerken aan bepaalde landen te vinden zijn, ontstond imagologie als studie pas in de twintigste eeuw in de vergelijkende literatuurwetenschap. De wetenschap over imago’s ontwikkelde zich door de eeuwen. Een belangrijke keerpunt voor dit studiegebied was de verlichting. Dankzij de opvattingen van de Duitse humanisten en het nationalisme, dat als resultaat van Franse Revolutie ontstond, is het imago van nationaliteiten een belangrijke stelling geworden. Niet alleen tijdens politieke discussies maar ook in verschillende culturele representaties die als onderzoeksobject voor imagologie dienen. 19 Zoals Franz Karl Stanzel, de Oostenrijkse literaire theoreticus, heeft gezegd: beelden die mensen over andere naties creëren, zijn alleen een product van de verbeeldingskracht, dus ze zijn niets meer dan fictie.20 Het doel van imagologie als wetenschap is onderzoeken en analyseren hoe bepaalde vooroordelen en mentale beelden over nationaliteiten functioneren en hoe ze zijn ontstaan. Hoewel mensen zich ervan bewust kunnen zijn dat het imago over ‘de Ander’ eerlijk of oneerlijk is, is het onmogelijk om dit beeld te verwijderen. Imagologie stelt zich ook als doel om mensen bewust te maken van de kracht van vooroordelen en de invloed van stereotypen op ons leven en het beschouwen van ‘de Ander’.21 Ze kunnen niet alleen onze opinie manipuleren maar ook onze verhouding met mensen uit andere culturele kringen bepalen. Maar, hoewel een samenleving zich daarvan bewust kan zijn, is het onmogelijk om helemaal geen gebruik te maken van de mentale beelden in het alledaagse leven en in de literaire wereld. 17
Beller 2007: 3 Ibidem p. 6 19 Ibidem p. 3 20 Ibidem p. 11 21 Ibidem p. 11-12 18
8
Volgens Jean- Marc Moura, hoogleraar vergelijkende literatuurwetenschap aan de universiteit Charles-de-Gaulle-Lille III in Frankrijk, zijn er drie soorten image studies, die ook de methodologie van een onderzoek kunnen bepalen. In mijn onderzoek heb ik gebruik gemaakt van deze alle drie soorten. Het eerste type analyseert beschrijvingen over ‘de Ander’ als historisch document. Het tweede type betrekt een heel complex van sociale en culturele opvattingen in een literaire analyse. Als laatste type noemt hij de studie die persoonlijke mythen van de auteur in het kader van image studies analyseert.22 Niet zonder reden heeft imagologie literatuur als zijn onderzoeksobject gekozen. Literaire werken zijn vaak op stereotypen en vooroordelen gebaseerd en kunnen beelden creёren. Literatuur kan met veel gemak stereotypen verspreiden. Een literaire documentatie toont dat nationale kenmerken meer een kwestie van gezegden zijn dan objectieve feiten of stellingen: “[...] literature (as well as more recent poetically-ruled and fictional-narrative media, such as → cinema or the → comic strip) is a privileged genre for the dissemination of stereotypes, because it often works on the presupposition of a ‘suspension of disbelief’ and some (at least aesthetic) appreciative credit among the audience.”23 In mijn onderzoek heb ik me alleen op literaire werken als mijn hoofdonderzoeksobject geconcentreerd. Bij de keuze van literatuur voor een onderzoek moet een imagologist enkele methodologische uitgangspunten in acht nemen. Bronnen die tijdens de analyse worden gebruikt, moeten subjectief zijn. Een ander belangrijk uitgangspunt voor de analyse is de plaats van een literair werk in de historische context. De historische en sociale verbanden kunnen in belangrijke mate de literaire beelden van bepaalde landen determineren. Bij de analyse van de tekstuele verspreiding van nationale beelden en representaties is ook belangrijk hoe ‘de Ander’ door zichzelf wordt beschouwd (auto-image) en hoe dat de beeldvorming van buitenaf (heteroimage) heeft beïnvloed.24 Verhoudingen tussen bepaalde landen zijn nauw verbonden met het creëren van een imago over een natie. Dat is vooral duidelijk te zien tussen buurlanden. In de laatste tijdperioden spelen globaliseringsprocessen en migraties een belangrijke rol in de beeldvorming over verschillende landen. Deze twee elementen veroorzaken confrontaties tussen verschillende nationaliteiten en daarom hebben ze invloed op het creëren van imago’s. Deze reeks van uitgangspunten en factoren moet in acht genomen worden bij de analyse van literaire werken om een duidelijk overzicht van de beeldvorming over bepaald land te krijgen.
22
Beller 2007: 10 Leerssen 2007: 26 24 Ibidem p. 27-29 23
9
Des te meer het creëren van imago zegt iets over de creator, die deze beelden naar zijn eigen behoefte en de verwachtingen van zijn eigen culturele kring vormt. Niet alleen historische gebeurtenissen en verhoudingen tussen bepaalde naties hebben een invloed op de beeldvorming. Er zijn ook andere factoren die grote invloed op de beeldvorming hebben en de verschillen tussen landen en naties bepalen. Aan de hand van deze elementen, die bepaalde landen van elkaar onderscheiden, ontstaan tegenstellingen tussen deze landen of wereldgebieden. Eén van die elementen kan het klimaat zijn, dat het verschil tussen noord en zuid kan bepalen. Onder andere factoren kan men hier, naast historische gebeurtenissen, ook politiek en religie noemen die bijvoorbeeld grote invloed hebben gehad op het ontstaan van de tegenstelling tussen de Westerse en Oosterse wereld. 25 Over dit contrast tussen West en Oost schrijft Edward Said in zijn boek Orientalisme. Volgens hem is het beeld van het Oosten door het Westen gevormd.26 Het valoriseren van ‘de Ander’ is nauw verbonden met de visie en het perspectief van de auteur. Deze typering van bepaalde naties ontwikkelde zich ook als gevolg van de behoefte om deze beelden aan de verwachtingen van het publiek aan te passen. De lezer heeft een soort behoefte om het Oosten tegenover zijn eigen culturele kring te plaatsen: “The Orient is a mental construct. On the European mental map, it refers to an indistinct region that, from a West-European perspective, lay in the direction of the rising sun: Asia Minor, Persia, the Arab lands (which stretched across North Africa), India.”27 Daarom wordt dit wereldgebied vaak als onbeschaafd gezien en wordt het altijd voorgesteld zoals mensen dat verwachten. Het resultaat zijn dus de georiëntaliseerde landen van het Oosten. Op die manier kunnen wij een duidelijk verschil maken tussen ‘onze’ wereld en die van ‘hen’. Bovendien zijn deze beelden vaak gegeneraliseerd en gebaseerd op vooroordelen die in de Europese samenleving heersen. Aan de ene kant hebben wij het kleurige, exotische en oriëntalistische Oosten, maar aan de andere kant wordt het gebied als onbeschaafd gezien. Het is ook zo dat Europa zichzelf als beter beschouwt, en zich boven het Oosten plaatst: “ Through the images formed by the Orientalists, ‘European culture was able to manage- and even produce- the Orient politically, sociologically, militairy, ideologically, scientifically and imaginatively during the postEnlightenment period.’ Thus Orientalism was a ‘Western style for dominating, restructuring, and having authority over the Orient.’”28 Een soortgelijke situatie doet zich voor als het gaat
25
Beller 2007: 317 Said 1978: 3 27 Thum 2007: 390 28 MacKenzie 1995: 9 26
10
om de verdeling binnen Europa. De verdeling van het continent vond al lang geleden plaats en als gevolg daarvan ontstond er een mentale kaart van Europa. Voordat ik met mijn analyse van de beeldvorming van Polen in Nederland ga beginnen, wil ik kort de kwestie van de verdeling van Europa bespreken. Deze verdeling tussen West en Oost werd door enkele factoren bepaald die nu invloed hebben op de manier waarop mensen bepaalde landen beschouwen. Deze kwestie vind ik van belang voor mijn analyse omdat deze verdeling in belangrijke mate het imago van Polen heeft gecreëerd. Men moet hier beseffen dat deze geografische verdeling tussen West en Oost niet altijd neutraal is, maar heel vaak beladen met symbolische connotaties, zoals bij het hierboven genoemde oriëntalistische Oosten. Ook het Oosten van Europa wordt vaak als minder ontwikkeld en onbeschaafd voorgesteld. Daar tegenover doet West-Europa zich voor als beter, in tegenstelling tot het achtergestelde oostelijke deel van het continent. Het onderzoek naar de tweedeling van het continent duurt al lang, maar kwam vooral tot bloei in de eerste jaren na de val van de Berlijnse Muur. Eigenlijk begon deze conceptuele verdeling van Europa in West en Oost al in de achttiende eeuw en houdt het verband met het concept van ‘beschaving’ in het Europese Verlichtingsdiscours.29 De symbolische geografische oppositie werd nog sterker ten tijde van de Koude Oorlog, en men kan zeggen dat wij met een ‘euro-oriëntalistisch discours’ te maken hebben. In het verleden was de ‘Noord-Zuid’ verdeling van belang. Het zogenaamde Romeinse zuiden en het Germaanse noorden werden toen als tegengesteld aan elkaar beschouwd. In die tijd werden landen zoals Polen of Rusland tot Noord-Europa gerekend, maar in de loop van de eeuwen is deze situatie veranderd en zijn de Slavische landen naar het Oosten van het continent verplaatst.30 Wij weten niet precies vanaf welk moment deze nieuwe tweedeling van Europa geldig werd, maar het vond zeker plaats voor de Koude Oorlog, al in de Verlichting.
Frankrijk en Duitsland beschouwden zichzelf als
‘verlichte’ landen. In hun drang tot zelfpositionering projecteerden ze een idee van culturele en economische achterstand van het oostelijke deel van Europa en stelden daar het idee van een beschaafd en ontwikkeld West-Europa tegenover. Op die manier krijgen wij het beeld van Oost-Europa als iets slechts en onderontwikkelds, in tegenstelling tot het culturele en beschaafde westelijke deel van het continent.31 Hier zijn overeenkomsten met de opmerkingen over oriëntalisme van Edward Said: “East and West have not met, but they have become
29
Heuckelom 2009: 133 Ibidem p. 132 31 Heuckelom 2009: 686 30
11
blurred, and from points of the compass or historical spheres of influence have become ciphers of mythical and ideological values.”32 Er bestaat een probleem om Europa als eenheid te beschouwen, omdat altijd het onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij- de exotische Anderen’ bestaat. Wij kunnen opmerken dat er vaak sprake is van het Oude en Nieuwe Europa. De naam ‘Nieuw Europa’ werd door VSdefensieminister Donald Rumsfeld gegeven aan de voormalige Oostbloklanden die EUlidstaten zijn geworden en de Amerikaanse campagne in het Midden-Oosten hebben gesteund.33 Termen zoals ‘Oostblok’ of ‘Oostblokkers’ functioneren nog steeds in verschillende samenlevingen en zijn niet neutraal, maar hebben negatieve connotaties: “Niet alleen in de volksmond, maar ook in de populaire media houdt ‘Oostblok’ goed stand als kofferwoord voor al onze negatieve associaties en vooroordelen omtrent al die landen in het verre en minder verre oosten van Europa. Zo mogelijk nog meer semantisch beladen is de term Oost-Europa, die zijn oorsprong vindt in het beschavingsdiscours van de Franse en Duitse verlichting.”34 Het toponiem voor Oost- Europa is Balkan, dat onlangs heel negatieve associaties heeft gekregen: “Een markante uiting daarvan is het Nederlandse werkwoord ‘balkaniseren’, dat zoveel betekent als ‘(een land) in chaotische toestand brengen door het in kleine stukken te verdelen.’”35 Tot de Balkan kan men onder andere Bulgarije, Turkije, Albanië, Servië, Kosovo, Griekenland en Montenegro rekenen. De term ‘Balkan’ betreft niet per se het oostelijke deel van Europa, maar het gaat ook hier om landen binnen Europa die als de periferie van het continent worden beschouwd. Daarom bestaat hier de paradox dat binnen één continent, waarin men vaak spreekt over eenheid en integratie, zo veel landen als uitgesloten beschouwd kunnen worden. Zoals in het geval van de Balkan of de Oostbloklanden die als iets anders voorgesteld worden. In de laatste decennia hebben migraties belangrijke invloed op het beeld van Europa. In 1989, na de val van de Berlijnse Muur, vonden migraties van Centraal- en Oost-Europese arbeidsmigranten plaats. Migranten uit Polen zijn in veel landen in de meerderheid, en in verschillende samenlevingen, bijvoorbeeld in Vlaanderen, ontstond op die manier het clichébeeld van de Poolse poetsvrouw of loodgieter.36 Dat soort personages, als vertegenwoordigers van hun eigen natie, maken deel van films, series of literatuur.
32
Beller 2007: 318 Heuckelom 2009: 134-135 34 Heuckelom 2009: 686 35 Heuckelom 2009: 134 36 Heuckelom 2009: 687 33
12
Hoewel Polen op de kaart van Europa in het midden ligt, en tijdens de oorlog werd verdeeld tussen vertegenwoordigers van het Oosten en het Westen, nam Polen het lot en de ‘typische’ kenmerken van Oost-Europa over. Het is echter niet eenduidig tot welk Europees gebied het land gerekend moet worden en welke rol het land speelt in Europa. In verband met de rol en positie van Polen in Europa ontstond de vraag of Polen een brug tussen Oost en West of een bolwerk van Europa was.37 Enkele geleerden en theorieën schrijven de rol van de brug tussen Oost en West toe aan Tsjecho-Slowakije of Oekraïne, maar anderen geven deze metaforische betekenis aan Polen als het land dat heel vaak ‘het land tussen’ wordt genoemd.38 Uiteindelijk is het niet duidelijk welke rol - de brug of het bolwerk - het best bij Polen past. Volgens S.W. Garnett, de auteur van het artikel “Poland: Bulwark or Bridge.” wordt Polen door andere landen vaker met een bolwerk vergeleken: “whether Poland will become a bridge to the East or a bulwark against it, [...] it is Poland’s interest to build bridges, […] all sides in the current debate over NATO- including the Poles themselves- appear to be pushing Poland toward the role of bulwark, not a bridge.”39 Echter, ongeacht de rol van Polen in Europa, zijn metaforische betekenis en zijn geografische plek op de kaart, wordt het land in het algemeen tot het Oostblok gerekend en dat heeft het beeld van Polen gedomineerd. In de volgende hoofdstukken van mijn scriptie ga ik onderzoeken welke kenmerken het beeld van Polen in de Nederlandse literaire werken hebben gedomineerd. In verband met de opvattingen van euro-oriëntalisme en de classificatie van Polen tot Oost-Europa, kan men denken dat aan het land alleen maar negatieve kenmerken werden toegeschreven. Men kan echter ook opvattingen vinden waarbij het Westen in een negatief daglicht wordt gesteld en landen uit het oostelijke deel van het continent positieve eigenschappen kregen toegeschreven. Zo’n mening kan men bijvoorbeeld vinden bij de Duitse econoom Werner Sombart. Hij heeft opgemerkt dat de westerse landen afhankelijk zijn van moderne technologie en commerciële waarden. Tegelijkertijd zijn deze samenlevingen niet in staat zich op te offeren voor hogere idealen: “According to Sombart, West European civilisation was based on the ideas of 1789 and on commercial values, which he identified with the Jewish spirit. The typical West European was a merchant, exclusively interested in what life could offer him in terms of goods and comfort.”40 Soortgelijke kenmerken van de westerse samenleving beschreef ook de Russische dictator Jozef Stalin. Hij zag het continent verdeeld in het heroïsche maar minder ontwikkelde Oosten en het beschaafde maar 37
Maxwell 2011: 21 Ibidem p. 12 39 Ibidem p. 21 40 Wintle 2008: 51 38
13
commerciële Westen. Hij bewonderde de moed, deugdzaamheid en vechtlust van de naties uit het oosten van het continent. Men zou kunnen denken dat de leider van Rusland, als grote vijand van Polen, een negatieve opinie over het land had. Polen was echter volgens hem één van de heroïsche landen: “The oddest hero nations were the Poles and the Germans. [...] The Poles were not for sale, and could not easily be scared off either.”41 Dat kan een bewijs zijn voor het feit dat, hoewel het Westen door enkele humanisten en filosofen werd beschouwd als iets dat boven het Oosten zou moeten staan, niet altijd positieve kenmerken kreeg toegeschreven. Net zoals in het geval van Polen. Het land werd heel vaak als een slachtoffer voorgesteld, maar er werden ook eigenschappen zoals moed en vechtlust in de Poolse natie opgemerkt. Het woelige verleden van Polen maakt dat het land een onderwerp in pers en literatuur is geworden, en aan de natie bepaalde kenmerken werden toegeschreven. Lange tijd werd Polen beschouwd als een land met droevig lot, vooral in de negentiende eeuw toen Polen van de wereldkaart verdween. Later hebben de Eerste en de Tweede Wereldoorlog ook hun bijdrage geleverd aan het beeld van Polen als het slachtoffer. Maar dat hoeft niet te betekenen dat het land altijd negatief wordt voorgesteld. Integendeel: “The loss of Polish political independence gave added poignancy to the reputation of impractical passion and honour. Poland became a virtual concept, an ideal nation without a state, carried in the hearts and idealism of its people rather than in institutions.”42 De politieke positie van het land determineerde het beeld van Polen als zwak land. Maar de mentaliteit en het gedrag van de samenleving creëerde een positief beeld van een heroïsch land. Net zoals in het geval van de meeste landen, bestaat er ook een reeks van stereotypen en vooroordelen over Polen. Onder de bekendste kan men het misbruik van alcohol onder de Poolse samenleving vinden of het extreme katholicisme van het land. Andere stereotypen betreffen het gebrek aan kennis van vreemde talen. Hoewel deze situatie in Polen niet zo dramatisch is zoals meeste mensen denken, zijn vreemdelingen nog steeds bang voor een taalprobleem als ze van plan zijn om naar Polen te gaan. Er bestaat ook een vooroordeel over Polen als grijs en triest land, waarin de samenleving zeurt en nooit glimlacht. Een ander bekend vooroordeel over de Poolse natie is dat criminaliteit en autodiefstal tot het alledaagse leven in het land zouden behoren.43 Enkele van deze stereotypen werden door de geschiedenis van het land sterk beïnvloed, maar ze houden tot de dag van vandaag stand. Net zoals het
41
Wintle 2008: 59 Gerrits, Leerssen 2007: 217 43 StayPoland Sp. z o.o. Stereotypem en Prejudices http://www.staypoland.com/poland-stereotypes.htm 42
14
vooroordeel over het gebrek aan kennis van vreemde talen. In de tijd van het communisme was het onderwijs in Polen echt beperkt en mensen moesten verplicht als enige vreemde taal Russisch leren, iets wat tegenwoordig niet meer zo populair is. Een andere taal die nog werd toegestaan in scholen, was het Duits. Hoewel de situatie al veranderd is en het grootste deel van de samenleving, vooral jongere generaties, in staat is Engels of zelfs andere vreemde talen te spreken, bestaat er nog steeds het imago van Polen als land met communicatieproblemen. Ook het stereotype over zeuren en ontevredenheid over het dagelijkse leven heeft een historische verklaring of achtergrond en is met de tijd van het communisme verbonden. Het continue gebrek aan elementaire goederen, zoals vlees of suiker, en de absurde facetten van het dagelijks leven (enorme wachtrijen, extreme bureaucratie en propaganda) hebben zijn stempel op de stemming van de Poolse samenleving gedrukt.44 Maar dat behoort allemaal tot het verleden. De economische situatie is veranderd en ondanks dit feit wordt zeuren en ontevredenheid nog steeds aan de Poolse natie toegeschreven. De Tweede Wereldoorlog had ook invloed op het beeld van het land als het gaat om het vooroordeel dat Polen antisemitisch en niet tolerant is. Polen wordt vaak met antisemitisme geassocieerd, hoewel het probleem van deze kwestie (in de racistische betekenis van dit woord) bestond niet in Polen. Voor de Tweede Wereldoorlog heerste onder de Poolse samenleving wel een soort afkeer van Joden maar dat had niets te maken met racistische opvattingen. Bovendien heeft Polen na de Eerste Wereldoorlog het verdrag inzake de bescherming van nationale minderheden ondertekend.45 Daarom is het moeilijk om vast te stellen wat de reden is van het beschouwen van Polen als intolerant land voor minderheden. Tegenwoordig wonen er niet zo veel minderheden zoals in andere, vooral West-Europese, landen. Het is moeilijk, of zelfs onmogelijk, om alleen aan de hand van stereotypen en vooroordelen, die vaak meer met het verleden te maken hebben, een land te beschrijven. Georg van de Weyden, een fotograaf van Zweedse afkomst en de auteur van het boek Poland through foreign eyes probeerde Polen te beschrijven en zei: “Whatever you say about Poland, someone else will claim the opposite. And most likely, both opinions will be right. Having said that, portraying modern Poland is a challenging, delicate, difficult, painstaking,
44
StayPoland Sp. z o.o. Stereotypem en Prejudices http://www.staypoland.com/poland-stereotypes.htm WIEM, darmowa encyklopedia. http://portalwiedzy.onet.pl/125517,,,,ochrona_mniejszosci_narodowych,haslo.html 45
15
intriguing, funny, emotional, frustrating but utterly rewarding task.”46 Imago’s zijn onlosmakelijk met cultuur van elk land. In mijn scriptie wil ik een poging doen om te analyseren hoe het beeld van Polen door Nederland gecreëerd werd en van welke factoren dit imago afhankelijk is. In de volgende hoofdstukken van mijn scriptie ga ik aandacht besteden aan literaire werken en artikelen uit de belangrijkste culturele tijdschriften van Nederland. De door mij gekozen teksten maken duidelijk welke literaire beelden over Polen en de Poolse natie er door de eeuwen heen in Nederland werden verspreid.
46
Sawicka, Elżbieta. Culture.pl. The Swedish Lens: Poland Through Foreigd Eyes. december 2010. http://www.culture.pl/web/english/resources-visual-arts-full-page/-/eo_event_asset_publisher/eAN5/content/theswedish-lens:-poland-through-foreign-eyes
16
Hoofdstuk 2: Het beeld van Polen in de huidige literaire werken
Nationale kenmerken vormen een belangrijke element van veel literaire werken. Schrijvers maken gebruik van krachtige beelden om een onderwerp in een specifiek licht te plaatsen. Op die manier pogen de auteurs invloed uit te oefenen op de denkbeelden die mensen over andere nationaliteiten hebben. Bij dit proces spelen stereotypen en vooroordelen, die in de literatuur vaak aan bod komen, een belangrijke rol. Er bestaat een mogelijkheid dat de lezer een bepaalde natie zal beschouwen op precies de manier die een schrijver heeft voorgesteld. Daarom is literatuur een belangijke informatiebron voor imagologie en die ga ik ook in mijn onderzoek gebruiken. In dit hoofdstuk van mijn scriptie ga ik me concentreren op enkele recente literaire werken van Nederlandse auteurs die een beeld van Polen en de Poolse natie creëren. Het beeld werd vooral aan de hand van de personages gecreëerd, hun uitspraken, gedrag en denken.
2.1. Karikatuur van Polen- Onze Paus van Arnon Grunberg
Als eerste wil ik hier het stuk Onze paus van Arnon Grunberg behandelen. De schrijver is in 1971 in Amsterdam geboren waar hij opgroeide en in 1995 is hij naar New York verhuisd.47 Grunberg, als één van de belangrijkste jonge schrijvers van Nederland, naast romans, publiceert ook met grote regelmaat in NRC- Handelsblad, de VPRO- gids en Volkskrant. Hij debuteerde in 1994 met zijn roman Blauwe maandagen, die hem onmiddellijk succes bezorgde. In volgende jaren verschenen er andere boeken van hem zoals Figuranten en Fantoompijn. Verhalen van Grunberg zijn gedeeltelijk op zijn eigen belevenissen gebaseerd; in zijn werk wisselen fictie en werkelijkheid elkaar af. Na het boek Fantoompijn, dat in 2000 verscheen, kan men een wending in Grunbergs werken opmerken. In volgende romans van hem, De Asielzoeker en Tirza, spelen geweld en de oorlog een belangrijke rol. Bovendien besteedde Grunberg veel aandacht aan onderwerpen zoals schuld, liefde en seks. Met deze twee hierboven genoemde boeken is Arnon Grunberg iets serieuzer en minder absurd van toon geworden en ook minder autobiografisch.48 Net zoals zijn laatste roman Man zonder ziekte die in mei 2012 verscheen. Wat ook typisch voor de werken van Grunberg is, is
47
Bork, G.J. van. Schrijvers en dichters (dbnl biografiënproject I ). maart 2005. http://www.dbnl.org/tekst/bork001schr01_01/bork001schr01_01_0405.php 48 Literatuurgeschiedenis.nl. http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20026.html
17
sarcastisch of droog-komisch commentaar en het gebruik van contrast, ironie en overdrijving.49 Deze elementen zijn ook te vinden in het stuk Onze paus dat ik ga analyseren. Arnon Grunberg heeft het stuk in februari 2007 geschreven.50 De Nederlandse toneeltekst was ook voor de Poolse lezer toegankelijk dankzij de vertaling die door Karol Lesman werd gedaan.51 Onze paus bestaat uit 17 korte scènes die het hoofdpersonage in verschillende situaties presenteren. Het beeld van de Poolse natie, dat Grunberg in Onze paus heeft geschetst, is weinig vleiend. De auteur heeft het verhaal op een voor hem karakteristieke manier, met veel absurdisme en ironie, beschreven. Het stuk gaat over de Vlaamse universitair docent Nederlands Guillaume van Rompuy, die naar Polen komt om aan de universiteit van Wrocław les te geven. In België kon hij geen werk vinden en op aanraden van zijn moeder besloot hij om samen met zijn vriendin naar Polen te gaan. Echter deze verhuizing lijkt een totale ramp te zijn. Het hoofdpersonage verdwaalt in een kafkaëske nachtmerrie, waarin hij zijn lot ondergaat en een pijnlijke weg aflegt naar iets onbestemds.52 Hij kwam in Polen terecht in een maatschappij waar bureaucratie en machtwellust heersen. De maatschappij voelt heimwee naar het communisme en er is ook een diepgeworteld nationalisme op te merken. Al in de eerste scène van het stuk uitte het hoofdpersonage zijn negatieve mening over Polen. Van Rompuy gaf toe dat hij nog nooit in dit land was geweest omdat het oosten van Europa hem niet aantrekkelijk leek te zijn. Tijdens zijn eerste visite, op het sollicitatiegesprek in Wroclaw, heeft het land geen goede indruk op hem gemaakt. Hij beoordeelde Polen als grijs en triest land. Hij beweerde dat hij liever werkloos in zijn eigen land zou zijn dan dat hij naar Polen zou verhuizen. Het hoofdpersonage kan ook gezien worden als iemand die bekrompen en gesloten in zijn eigen wereld is. De aankomst in Polen is waarschijnlijk zijn eerste confrontatie met een ander land of andere stad dan zijn geboortestad: “Hij wilde niet naar Polen. Wat hij ervan had gezien kwam hem grijs en treurig voor. Zoiets als Wallonië maar dan erger, alleen al vanwege de taal. Liever was hij nog een tijdje werkloos gebleven in de stad waar hij was geboren, waar hij was opgegroeid en waar hij naar de universiteit is gegaan. Nu hij was aangenomen, moest hij naar Polen.”53 De volgende dagen van het verblijf in Polen hebben hem nog in de overtuiging bevestigd dat het geen goed idee was om naar Wroclaw te verhuizen. De omstandigheden van de woning, die hij van de universiteit ter 49
Bork, G.J. van. Schrijvers en dichters (dbnl biografiënproject I ). maart 2005. http://www.dbnl.org/tekst/bork001schr01_01/bork001schr01_01_0405.php 50 Webportaal van de Poolse Gemeenschap in Nederland. 27 oktober 2011. http://polonia.nl/?p=6478 51 Grunberg 2010: 63 52 Webportaal van de Poolse Gemeenschap in Nederland. 27 oktober 2011. http://polonia.nl/?p=6478 53 Grunberg 2010: 8
18
beschikking had gekregen, beantwoordden niet aan de eisen die iemand uit het Westen kan stellen: “De woning is niet alleen voor West- Europese begrippen klein en donker maar vooral ook vies.”54 Met deze stelling kan een lezer van het stuk concluderen dat er een verschil is tussen oost en west als het gaat om de begrippen schoon en fatsoenlijk. In Onze paus maakt Grunberg gebruik van populaire stereotypen over Polen en het gebrek aan kennis van vreemde talen in de Poolse samenleving. Al op de eerste dag in Wroclaw, tijdens de fietstocht, is van Rompuy “door de rotkeien in deze rotstad” 55 gevallen en als gevolg daarvan heeft hij zijn voortanden verloren. Hij moest dus meteen naar de tandarts. Hoewel de tandarts door zijn patiënt meermaals werd gewaarschuwd dat hij geen Pools spreekt, vertelde hij hem de geschiedenis van zijn leven. Van Rompuy kon alles over de gestorven vrouw van de tandarts en over zijn nieuwe mooie assistente horen. Helaas kon hij geen woord begrijpen omdat het verhaal in het Pools was. Toen de tandarts zich uiteindelijk realiseerde dat van Rompuy hem niet begreep, begon hij tegen hem in het Russisch te praten, als enige vreemde taal die hij kende. Bovendien was hij ervan overtuigd dat de docent Nederlands hem begreep. Ook mensen die belangrijke functies bekleden, beschikken niet over kennis van vreemde talen. Het hoofd van de faculteit moest vertalers huren. Helaas zijn ze ook niet zo hulpzaam en professioneel. Ze bemoeiden zich alleen maar met het vertellen over successen van hun vertaalbureau. Onderling en ook tegen van Rompuy praten ze nog steeds in het Pools en ze vertalen bijna niets voor hun klant. Ook op straat kon hij niet op een hulp van andere mensen rekenen, wat veel misverstanden veroorzaakte en zijn verblijf in Polen een echte ramp maakte. Via de Poolse personages stelde Arnon Grunberg in zijn stuk de Poolse samenleving voor als ontzettend katholiek, men kan zelfs zeggen devoot. Zondag moet verplicht gereserveerd worden om naar de kerk te gaan en niet om fietstochten te maken zoals het hoofdpersonage dat heeft gedaan. Van Rompuy werd over zijn onfatsoenlijk gedraag door de tandarts geïnformeerd: “Wat doet u ook zondag op de fiets? Fatsoenlijke mensen zitten op zondagochtend in de kerk.”56 Bovendien werd in elke scène van het stuk de persoon van de paus benoemd. Het verhaal speelt zich af in de tijd waarin de paus Johannes Paulus II ziek was. De ziekte van de paus heeft het leven van de Poolse personages duidelijk gedomineerd. Het is niet gepast om grappen te maken of zich zorgen te maken over kleinigheden in de tijd waarin de paus ziek is. Dit belangrijke feit werd door de hoofd van de faculteit benadrukt:
54
Grunberg 2010: 18 Ibidem p. 18 56 Ibidem p. 10 55
19
“Dat zal u niet ontgaan zijn dat onze paus doodziek is en dan heeft uw vriendin, uw vrouw, uw concubine, de moed om ons te bellen met klachten over vlekken in het matras.” 57 Zelfs kleine kinderen vergeten hun eigen behoeften en maken zich zorgen over de gezondheid van de paus. De zoon van het hoofd van de faculteit weigerde zijn verjaardagscadeau te krijgen omdat de paus ziek is. Het enige wat hij wil, is de genezing van de paus. Na de dood van de paus is het kind depressief geworden en wilde niet meer leven: “Dat is mijn zoon. [...] Hij wilde niet meer leven zonder de paus.”58 Na de dood van de paus was het hele land in rouw. Zelfs een arts kon niet komen om hulp aan van Rompuy te verlenen: “Polen rouwt. De artsen rouwen ook. Iedereen is in rouw.”59 De uitdrukking ‘onze paus’ wijst op dat de Poolse personages van het toneel de persoon van de paus op een manier hebben toegeëigend en aan zijn land toegeschreven. Johannes Paulus II was de eerste paus uit Polen en ook de eerste na 455 jaar bisschop die niet uit Italië afkomstig was.60 De keuze van de bisschop uit het communistische land voor de paus had invloed op de gebeurtenissen in West- Europa en in Azië in jaren tachtig. Hij werd verkozen tot de paus van Rooms-katholieke kerk op 16 oktober 1978.61 Voor de Poolse natie was de verkiezing niet alleen een grote eer maar ook een troost in hun ellende. Mensen beschouwden de paus als hoop op het einde van het communisme en de Russische overheid in hun vaderland. Hij was een figuurlijke, definitieve breuk in de muur waarachter de Polen sinds 1945 waren gehouden.62 De paus reisde door het hele Polen met een aantal open- lucht missen bijgewoond door honderden of duizenden mensen. Met zijn open-lucht missen gaf hij aan zijn landgenoten hoop op de onafhankelijkheid. Generaal Wojciech Jaruzelski, die alles deed om Polen onder de controle van Moskou te houden, werd sterk door de paus bekritiseerd. De veiligheidsdiensten reageerden met een campagne van kwellen van de kerk.63 De spanningen binnen het land, de acties van de vakbond ‘Solidarnosc’, die in 1980 ontstond, en ook Johannen Paulus II als hoofd van de Rooms-katholieke kerk, die een actieve rol in de verdedigen van mensenrechten speelde, hadden invloed op de veranderingen die langzamerhand in Polen plaatsvonden en uiteindelijk leidden tot de terugkeer van democratie
57
Grunberg 2010: 30 Ibidem p. 53 59 Ibidem p. 53 60 Wysocka, Sylwia. Dzieje.pl portal historyczny. 17 oktober 2012. http://dzieje.pl/aktualnosci/34-rocznicawyboru-kardynala-karola-wojtyly-na-papieza#page_top 61 Wysocka, Sylwia. Dzieje.pl portal historyczny. 17 oktober 2012. http://dzieje.pl/aktualnosci/34-rocznicawyboru-kardynala-karola-wojtyly-na-papieza#page_top 62 Zamoyski 2012: 370 63 Ibidem p. 378 58
20
in 1989.64 Daarom beweren de mensen dat de paus over Polen heeft gewaakt. De paus Johannes Paulus II was het grootste rolmodel van Polen. Zijn dood op 2 april 2005 ontnam het land zijn belangrijkste rolmodel en ook zijn held.65 Hoewel de rouw na de dood van de paus in veel Europese landen zichtbaar was, kan men niet verbergen dat in Polen echt veel belangstelling voor deze gebeurtenis was. De rouw duurde langer dan in veel andere landen, op de dag van de begrafenis werd de werkdag zo georganiseerd dat iedereen de vieringen van de begrafenis kon volgen of zelf aan kon deelnemen. Op de universiteiten waren er bijvoorbeeld geen colleges.66 Het grote belang van de persoon van de paus voor het Poolse volk werd meerdere keren door Grunberg in zijn stuk benadrukt. De uitdrukkingen van de personages wijzen op dat Polen de paus als een belangrijk deel van zijn nationale cultuur beschouwde en het feit dat de paus een Pool was, onderscheidt het land van alle andere landen. Het hoofd van de faculteit benadrukte met trots dit onderscheid heel duidelijk: “Wat is het verschil tussen Duitse cultuur en Poolse cultuur, tussen Hongaarse cultuur en Poolse cultuur, tussen Bulgaarse en Poolse cultuur, tussen Belgische en Poolse cultuur [...] Wij hebben de paus. Wij hadden de paus. Maar de paus is niet echt bij ons weggegaan. De paus is er nog steeds. We hebben de stad waar de paus geboren is. Wij hebben de tennisclub waar de paus getennist heeft. Wij hebben het theeservies waarmee de klein paus heeft gespeeld.”67 Grunberg creëert een auto-image van Polen aan de hand van de uitspraken van de personages. Het lijkt alsof de Poolse natie de paus als een element van hun nationale cultuur beschouwt. Andere landen hebben zo’n herdenkingssymbool aan de paus niet en dat, volgens de personages, onderscheidt Poolse cultuur van culturen van andere landen en geeft aan Polen het recht om de paus aan hun land toe te eigenen. Met deze filosofie van de Poolse personages creëerde Grunberg met veel overdrijving het beeld van Polen als extreem katholiek land met een obsessie voor de paus. Hoewel ironie en overdrijving kenmerken van Grunbergs werk zijn en die zeker in Onze paus te vinden zijn, kan de toneeltekst onder de Nederlandse samenleving een bepaald beeld van Polen creëren. De schrijver heeft het land als grijs en treurig voorgesteld, waarin er in de achterwaartse samenleving geen vreemde talen worden gesproken en begrippen zoals schoon en fatsoenlijk anders zijn dan in het beschaafde Westen. Hoe verder men naar het oostelijke deel van het land gaat, hoe slechter de situatie, vooral op het platteland dat helemaal andere wereld lijkt te zijn, waarover de tandarts overtuigt: “Het platteland in Polen, dat is een 64
Zamoyski 2012: 380/ 407 Ibidem p. 407-408 66 Wolna strefa. http://www.serwistanca.republika.pl/janpaweldrugi/05.htm 67 Grunberg 2010: 54 65
21
andere wereld. Daar is nog echte armoede. Zeker naar het oosten toe.”68 Uit de uitspraak van het hoofd van de faculteit kan men concluderen dat Polen de westerse invloeden als bedreiging voor hun conservatieve cultuur beschouwden: “De studentes zien er ook wel erg hoerig uit. [...] Dat is de invloed van het westen.”69 Na het lezen van Onze paus kan een lezer Polen als heel katholiek land beschouwen waar het leven van de samenleving door de religieuze gebeurtenissen gedomineerd wordt. Een integraal element van de Poolse cultuur is natuurlijk de paus die door de personages toegeëigend werd en ‘onze paus’ wordt genoemd. Hoewel Polen heel lang met de Russische overheid vocht om het communisme te bestrijden, lijkt de samenleving nog steeds ontevreden te zijn, wat men uit de uitspraak van één van de Poolse personages, de tandarts, kan concluderen : “Toen Polen nog communistisch was had ik nergens last van. Met het kapitalisme kwam de manische depressiviteit.”70 Aan de hand van de Poolse personages toont Grunberg dat de Poolse samenleving paradoxaal heimwee naar de tijd van communisme heeft. Mensen hebben zo veel jaar om onafhankelijkheid gevochten en de tegenwoordige samenleving beschouwt de jaren van de generaal Jaruzelski als gelukkigste jaren. Met zo’n beeld van het land kunnen andere naties Polen als land beschouwen dat voortdurend ontevreden is en klaagt over zijn lot en situatie.
2.2. Familiegeschiedenis achter het IJzeren Gordijn- Wodka, tranen en kogels van Jack Allerts
Een andere roman die ik voor mijn onderzoek heb gekozen is het boek Wodka, tranen en kogels van Jack Allerts. Deze Nederlandse auteur heeft de roman over Polen, die op waargebeurde feiten gebaseerd is, in 2012 geschreven. Jack Allerts is in 1972 te Born geboren maar hij woont al lang met zijn gezin in Polen. Misschien is dat de reden voor zijn interesse voor het land. Hij studeerde bedrijfswetenschappen aan universiteit in Nijmegen. Toen hij 23 jaar oud was ging hij voor stage naar Moskou en Kaluga. Hoewel hij met die stage niet tevreden was, verschafte hij zich wel een ingang bij Philip Morris in de Oost-Europa regio. Allerts werkte achtereenvolgens in Kazachstan, Zwitserland, Roemenië, Polen en Australië.71 Als schrijver debuteerde hij in 2007 met zijn roman De denker, de danser en de dromer.”72 In 2007 in Polen kwam hij in contact met een oude Pool Zdzisław Budziszewski die hem over 68
Grunberg 2010: 14 Ibidem p. 55 70 Ibidem p. 15 71 LeesCadeau. http://www.mijnleescadeau.nl/boeken/w/wodka-tranen-en-kogels-jack-allerts.php 72 Weststeijn, Willem G. bol. Com. http://www.bol.com/nl/p/wodka-kogels-en-tranen/1001004011823919/ 69
22
het land tijdens de Tweede Wereldoorlog en de jaren daarna vertelde. De schrijver heeft er een verhaal van gemaakt.73 Het boek Wodka, tranen en kogels vertoont een drietal episodes uit de geschiedenis van Polen: vanaf jaren zeventig tot de opkomst van ‘Solidarnosc’. De roman werd in drie delen verdeeld: “Het leven in de PRL”, “Het einde van de PRL” en “De opstand van Warschau (1944)”. Chronologisch gezien is het eerste gedeelte “De opstand van Warschau (1944)”, maar in het boek is het achteraan geplaatst. Het verhaal wordt door de Poolse Gosia verteld die één van de personages en de verteller is, behalve het laatste hoofdstuk “De opstand van Warschau (1944)” dat door de grootvader van het meisje werd verteld. Gosia groeit op in het land van de jaren zeventig, de tijd van stakingen, onrust en repressie door de generaal Jaruzelski. Op de bladzijden van de roman vertelt het hoofdpersonage Gosia het verhaal van haar land en haar familie die op zoek naar vrijheid is. Eigenlijk hebben de leden van haar familie heel uiteenlopende opvattingen over de vrijheid. Haar vader droomt over Amerika waar hij betere toekomst ziet. Echter Gosia wil daar niet te verhuizen. Net zoals haar grootvader die aan de opstand van Warschau deelnam, gelooft zij dat de droevige werkelijkheid van Polen uiteindelijk veranderd zal worden. Aan de hand van het boek krijgt de lezer het beeld van Polen vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot na de val van het communisme. De roman is geschreven tegen de achtergrond van de naoorlogse Poolse geschiedenis en bevat een beschrijving van gebeurtenissen van de ooggetuige, die één van de personages in het boek is, namelijk de grootvader van Gosia die in het laatste hoofdstuk van de roman ook de verteller is.74 Bij de imagologische analyse van de roman wil ik met de titel beginnen. Wodka, tranen en kogels- met deze drie woorden probeerde de auteur de geschiedenis van Polen te definiëren. Een lezer krijgt al met de voorkant van het boek een bepaald beeld van Polen. Het land wordt als droevig en treurig voorgesteld waar de mensen niet gelukkig zijn en zich niet veilig kunnen voelen. Zoals één van de Poolse personages, Lorenz, na de mislukte opstand van Warschau heeft vastgesteld, is het leven van de Poolse samenleving alleen maar tot het drinken van alcohol, vechten met vijanden en rouwen beperkt: “ ‘Vreemd, is het niet? Wodka, tranen en kogels, de geschiedenis van Polen in drie woorden. Al eeuwen drinken, rouwen en vechten we.’”75 Het leven tijdens de opstand van Warschau en later in de communistische 73
Krings, Wim. Boeken bijlage.nl. 27 augustus 2012. http://www.boekenbijlage.nl/een-goed-vertelde-sterkeroman-geschikt-voor-een-groot-publiek/ 74 Krings, Wim. Boekenbijlage.nl. 27 augustus 2012. http://www.boekenbijlage.nl/een-goed-vertelde-sterkeroman-geschikt-voor-een-groot-publiek/ 75 Allerts 2012: 398
23
Polen, lijkt echt droevig te zijn. Het trieste beeld van het land, dat in de roman van Allerts werd voorgesteld, werd door de situatie in de werkelijkheid gesteund. In die tijd steeg het aantal zelfmoorden met bijna 40 procent. Ook het aantal massale migraties ging omhoog.76 De samenleving voelt een sterk verlangen naar vrijheid, die mensen in het Westen hopen te vinden. Het leven in die tijden werd voor veel mensen ondraaglijk en steeds meer Poolse burgers ontsnapten naar het Westen in gestolen vliegtuigen, boten
of met andere
vervoermiddelen.77 Voor veel Poolse personages van de roman was Amerika een symbool van vrijheid en het land stond in tegenstelling tot communistsiche Polen. Het beeld van Amerika kan als een deel van het beeld van het Westen beschouwd worden. In de roman schetst Jack Allerts duidelijke contrast tussen Polen en Amerika. In het boek is er zelfs sprake van ‘American dream’ die veel van Poolse burgers hadden. In dit continent zagen de personages een betere toekomst en een beter leven. Echter was het niet zo makkelijk om deze ‘American dream’ tot werkelijkheid te brengen. De migraties werden sterk door de overheid gecontroleerd. Niet alle mensen konden een paspoort krijgen en het verblijf in een ander land werd door de overheid in tijd bepaald. De vader van het hoofdpersonage Gosia is eens voor een paar jaar naar Amerika geëmigreerd om geld te verdienen en op die manier aan zijn gezin een beter leven te verzekeren. Regelmatig stuurde hij cadeaus aan zijn vrouw en dochter. Met dit verhaal schetst de auteur van de roman een vergelijking van levensstandarden tussen Polen en Amerika. In deze vergelijking, die de auteur heeft gecreëerd, is er een groote kloof tussen de levensomstandigheden in het naoorlogse Polen en Amerika goed zichtbaar. In Polen was er een constant gebrek aan elementaire levensmiddelen, er kon geen sprake van luxe zijn, dat in die tijd gewoonlijk niet beschikbaar was. Bovendien blijkt het dat er de begrippen zoals mode of comfortabel, in tegenstelling tot Amerika, helemaal niet bestonden. Dat is goed zichtbaar toen Gosia en haar moeder cadeaus uit Amerika kregen: “Paraderend op mijn nieuwe witte muiltjes zag en voelde ik meteen het verschil. Zulke mooie schoenen droegen kinderen van socialistische arbeiders niet. Kinderen in Polen liepen op schoenen die je tegenwoordig orthopedisch zou noemen.”78 Deze buitenlandse goederen waren in Polen zo indrukwekkend dat het meisje door de voorbijgangers werd bewonderd: “[...] sommigen hadden nog nooit roze of paarse kleren gezien.”79 Toen Gosia acht jaar oud was, is zij voor de eerste keer naar zijn grootvader naar Amerika gegaan, dus zij kon zelf de vergelijking maken. Het meisje was 76
Zamoyski 2012: 378 Ibidem p. 378 78 Allerts 2012: 22 79 Ibidem p. 23 77
24
zo onder de indruk van de welvaart en voorspoed van Amerika dat ze zelf zei: “Met open mond keek ik ernaar, het was bijna te veel voor een meisje uit Polen.”80 Terwijl in het vaderland van Gosia de winkels leeg stonden, waren de winkels in Amerika dag en nacht open en gevuld tot aan het plafond met een assortiment. Van een klein beetje westerse luxe kon men in Polen in ‘Pewex’ genieten. Deze winkels met westerse producten waren te vinden in elke grote stad: “Pewex was de fantasie winkel van het volk, de wondere wereld van het Westen, alles wat zij wel hadden en wij niet.”81 In het boek kan een lezer ook een vergelijking tussen Polen en Oost-Duitsland zien. Toen er nog de Muur stond, was het land verdeeld en blijkbaar werd het westerse gedeelte als beter beschouwd. Uit het gesprek tussen de personages kan men concluderen dat hoe dichterbij de oosterse richting hoe slechter de omstandigheden waren: “Want hoe dichter in de buurt van het kapitalisme, hoe beter het is. Het lijkt wel of de deur in het Westen een beetje open staat; het merendeel wordt hier in Oost- Duitsland verteerd, wij krijgen de restjes, en de Russen de kruimels.”82 Hoewel er in Polen een constant gebrek aan goederen in winkels was, en veel mensen boodschappen gingen doen in Oost-Duitsland, was er geen groot verschil tussen deze twee landen. Integendeel, deze twee landen leken op elkaar, wat Gosia tijdens haar eerste reis heeft opgemerkt: “[...] Oost- Duitsland stelde aanvankelijk teleur. Dezelfde mist hing boven een lichtglooiend landschap, boven modderige akkers en weilanden, af en toe onderbroken door een bos. Alleen de verkeersborden waren anders, en de weg.” 83 Met deze beschrijving en de uitspraken van de personages heeft de auteur het beeld van Oost en West gecreëerd. Het Westen, in vergelijking met het Oosten lijkt beter ontwikkeld te zijn. Alles wat zich op het oostelijke deel van de Muur bevond werd als slechter voorgesteld. Echter was het niet zo makkelijk voor een Pool om de grens van zijn land te verlaten. Er was een strenge paspoortcontrole die alleen voor mensen uit socialistische landen geldig was. Bovendien was er ook een valutaboekje nodig. Het vermelddee hoeveel geld men officieel mocht wisselen en bij zich mocht hebben.84 In de roman staat het gevoel van superioriteit van de westerse samenleving heel duidelijk. Het is goed zichtbaar tijdens de visite van Max die uit Hamburg afkomstig was. Deze buitenlandse vriend van één van de personages die voor het eerst naar Polen was gegaan, maar positief werd verrast door het land. Voordat hij naar Polen kwam, was zijn 80
Allerts 2012: 57 Ibidem p. 128 82 Ibidem p. 32 83 Ibidem p. 30 84 Ibidem p. 29 81
25
mening alleen maar op stereotypen en vooroordelen gebaseerd. Er was niet zo’n grote armoede als hij dacht: “ ‘Ik wist niet dat je in het Oostblok zo lekker kon eten.’” 85 Naast het beeld van achterlijke Oosten is er ook zichtbaar het beeld van het Westen dat de Oostbloklanden uit de hoogte behandelt en zichzelf als iets beters beschouwt. Op het eerste gezicht kon men zeggen dat het naoorlogse Polen, dat in de roman werd gepresenteerd, een gewoon land was. Volwassenen gingen naar hun werk en kinderen naar school. De levensomstandigheden waren niet de beste maar dat kon men met de slechte toestand van economie verklaren, die in veel andere landen ook niet ideaal was. Echter werd alles, wat in die tijd in Polen gebeurde, door de communisten gecontroleerd en zelfs bepaald. Er kon niets gebeuren zonder hun kennis daarover. De persberichten werden door de overheid gecontroleerd net zoals de oproepen op tv. De doel was om de samenleving in onwetendheid te houden waarover waarschuwde de grootvader van het hoofdpersonage: “ ‘Gosia, alles in Polen is een publiek geheim.’ ”86 De leerlingen op school kregen een versie van geschiedenis die door de communisten werd vastgesteld. Het hoofdpersonage Gosia heeft nooit op school de hymne van Polen gezongen, voor het eerste keer pas tijdens de staking van ‘Solidarnosc.’ De communisten wilden het Poolse nationalisme stil houden. Wodka, tranen en kogels presenteert Polen al op de eerste bladzijden als sterk katholiek land. De samenleving beschouwde Maria als koningin van Polen. Ook andere samenlevingen beschouwden Polen als land dat sterk met de katholieke kerk en het geloof verbonden was, meer dan andere landen, bijvoorbeeld Duitsland. Katholiek zijn werd aan Poolse natie toegeschreven als één van de belangrijkste eigenschappen. Dit beeld van Polen werd geschetst bijvoorbeeld tijdens het gesprek tussen Gosia en haar Duitse kennis Max: “ ‘Maar er is één God,’ hield ik vol, ‘en de heilige Triniteit bestaat uit drie personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.’ ‘Je bent echt Pools’, zei hij lachend. ‘Bij ons in Duitsland zijn we niet zo katholiek.’ ”87 Net zoals in de toneeltekst van Arnon Grunberg, is ook hier de houding van de Poolse samenleving tot de paus van belang. Door sommige personages werd hij al ‘heilig’ genoemd. Veel zagen in hem hoop op het einde van het communisme: “Hij is groter dan de katholieke kerk, veel groter. De paus is ons symbool voor vrijheid.”88 Aan de hand van het boek Wodka, tranen en kogels heeft Jack Allerts het beeld van de naoologse Polen geschetst. De auteur heeft het land als katholiek voorgesteld en maakte in zijn boek duidelijk dat andere samenlevingen, en ook de Poolse personages zelf, verschil 85
Allerts 2012: 215 Ibidem p. 345 87 Ibidem p. 214 88 Ibidem p. 181 86
26
maken tussen Oost en West. De situatie in Polen is inderdaad slechter maar het land is in de werkelijkheid niet zo achterlijk zoals veel buitenlanders dat vermoeden. Het alledaagse leven van de Poolse personages is vol van stakingen en onrust, en de commnistische overheid probeerde alles binnen het land te bepalen en de nationalisme stil te houden. Voor veel mensen (bijvoorbeeld voor de vader van Gosia) was deze situatie ondraaglijk en zij vluchtten naar het Westen. Maar je kan zeker niet zeggen dat in Polen geen patriotten leefden. Er waren heel veel Poolse burgers die voor de vrijheid van het land wilde vechten en hun land in de noodsituatie niet wilde verlaten, bijvoorbeeld de grootvader van de hoofdpersonage. Hij gaf aan Gosia toe dat hij nooit migratie overwoog, hij voelde zich te sterk verbonden met het vaderland.: “ ‘Hebt u nooit overwogen om te emigreren?’ ‘ Nee, mijn hart is rood- wit gekleurd.”89 Het patriotisme van de Poolse samenleving is bijzonder zichtbaar tijdens de opstand van Warschau. Jonge mensen die pas vijftien of zestien jaar oud waren, zetten hun leven op het spel en namen deel aan het gevecht en later na de oorlog aan de stakingen van de vakbond ‘Solidarnosc’. Allerts schetst een droevig beeld van het land. Na de moeilijke tijden van de Tweede Wereldoorlog kwam moeilijke tijd van het communisme. Lorenz, die tijdens de opstand heeft gevochten, noemt Polen een slachtoffer en beweert dat deze naam kan het land goed defineren: “ ‘Het is helaas lot van dit land, om steeds weer verneukt te worden door onze machtigere buren. [...] We zijn altijd de slachtoffer geweest. Dat is precies hoe de Polen zich in de toekomst zullen voelen.’”90 Polen was niet alleen het slachtoffer van de oorlog maar ook een gebied waar de massamoord plaatsvond. Veel concentratiekampen bevonden zich in Polen. Volgens Lorenz zal dat waarschijnlijk later invloed hebben op hoe het land door de anderen beschouwd zou worden: “ ‘Polen was het toneel van de grootste massamoord in de geschiedenis van de wereld. Ons land zal altijd met concentratiekampen geassociëerd worden.’”91 Via de uitspraken van de Poolse personages heeft de auteur een indruk van autoimage van Polen gecreëerd. Daarom lijkt het dat veel Polen in de tijd van het communisme hun eigen land als slechter beschouwden. Ook in de ogen van de buitenlandse personages wred het land gezien als achterlijk. Dankzij de roman kan men indruk krijgen dat Polen een grijs en triest land is en mensen al eeuwen op zoek naar vrijheid en betere toekomst zijn.
89
Allerts 2012: 348 Ibidem p. 393 91 Ibidem p. 401 90
27
2.3. Het Poolse volk en het Poolse platteland- Een bruidsjurk uit Warschau van Lot Vekemans
Als laatste roman wil ik hier het boek Een bruidsjurk uit Warschau van Lot Vekemans behandelen. Deze Nederlandse schrijfster is in 1965 in Oss geboren. Zij studeerde Sociale Geografie in Utrecht aan de Rijksuniversiteit. Ze is ook afgestudeerd als dramatug aan de Schrijversvakschool ’t Colofon in Amsterdam.92 Sinds 1999 schrijft zij fulltime toneelteksten voor jeugd, jongeren en volwassenen. Voor de tekst van Truckstop en Zus Van heeft Lot Vekemans Van der Viesprijs, prijs voor het beste toneelwerk van de afgelopen periode, ontvangen en ook de Taalunie Toneelschrijfprijs voor Gif. De toneelstukken van Vekemans werden zowel in Nederland als in het buitenland opgevoerd. In april 2012 verscheen de debuutroman van de schrijfster Een bruidsjurk uit Warschau93 die ik in dit hoofdstuk imagologisch ga analyseren. Het boek ontving een nominatie voor de Anton Wachterprijs 2012, een prijs voor het beste schrijversdebuut.94 Het hoofdpersonage van het boek is de Poolse, jonge vrouw Marlena die op het platteland woont. Zij komt uit een oerkatholieke familie en de grootste zorg van haar moeder is dat haar dochter nog steeds niet getrouwd is. Echter in Warschau werd ze verliefd op de Amerikaanse journalist Natan, van wie zij zwanger raakte, maar hij vertrok naar Amerika en is onbereikbaar. Vervolgens, via een huwelijksbureau, kwam Marlena naar Nederland en trouwde ze met boer Andries, die haar zoon Boris als eigen kind opvoedde. Na een paar jaar kwam het hoofdpersonage terug naar Polen, naar haar familie, en zij besloot in Polen te blijven en samen te wonen met de bevriende hoteleigenaar Szymon. Het boek bestaat uit drie delen. Elke deel werd uit iemands ander perspectief verteld. Deel één werd aan het verhaal van Marlena gewijd. Via het hoofdpersonage heeft de schrijfster een indruk van twee soorten imago’s gecreëerd: auto- en hetero-image. Het tweede deel werd uit het perspectief van haar Nederlandse man, Andries verteld, wat een voorbeeld van hetero-image kan zijn. Het laatste deel van de roman toont het verhaal van Szymon, de Poolse kennis van Marlena. Het centrale motief van de roman zijn relatieproblemen, maar het verhaal speelt zich af in belangrijke mate in Polen en de schrijfster heeft in haar boek via de personages het beeld van Polen geschetst. Daarom besloot ik om Een bruidsjurk uit Warschau aan mijn analyse toe te voegen.
92
Vekemans, Lot. http://www.lotvekemans.nl/biografie.htm Vekemans, Lot. http://www.lotvekemans.nl/biografie.htm 94 Uitgeverij Cossee. http://www.uitgeverijcossee.nl/auteur/Lot-Vekemans-A129.php 93
28
Het beeld van Polen vormt een achtergrond van het verhaal over verschillende mensen, met verschillende achtergronden en familiegeschiedenis. De plek van de ontmoeting van de belangrijkste personages van de roman, Marlena, Natan, Andries en Szymon, is de hotel ‘Europa’ als een typische plaats voor verhalen over migranten. De naam van de hotel als de plek van ontmoeting van personages met verschillende afkomsten is niet toevallig. Elke van deze vier personages had een reden om naar Polen te komen. Natan wilde iets te weten komen over zijn joodse familie die voor de Tweede Wereldoorlog in het land leefde. Szymon die vroeger in Nederland woonde en studeerde, kwam naar Polen terug om zijn familie te steunen en hij kocht de hotel. Marlena die eerst naar Nederland vluchtte, voelde zich daar niet thuis en zij besliste om samen met haar zoon naar Polen te gaan. Andres die zijn hele leven op de boerderij woonde en nooit zijn vaderland heeft verlaten, kwam naar Polen om zijn zoon te zien. Dat was ook zijn eerste reis naar het buitenland. Lot Vekemans presenteert in haar roman het achterlijke beeld van het Poolse platteland waar mensen in armoede leven en alcohol misbruiken. Toen het hoofdpersonage Marlena naar Nederland verhuisde, werd het verschil tussen het Poolse en Nederlandse dorp heel zichtbaar. Het meisje kon zelf de levensomstandigheden van haar familiehuis en het huis van Andries vergelijken: “Het was een leven dat me bekend was vanuit thuis, al had ik als kind nooit de luxe gehad van een eigen kamer, een warme douche, een dak dat nooit lekte, muren die in de winter niet aanvoelden als ijs en elektriciteit die altijd werkte.”95 In Nederland had Marlena voor de eerste keer met een droger te maken. Zij gaf toe dat bij haar iedereen de was buiten ophing, onafhankelijk van het weer en het seizoen. Het verschil tussen Nederland en Polen was al zichtbaar toen men naar het land binnen reed. Dat heeftonmiddelijk Andris opgemerkt tijdens zijn eerste visite in het land: “Toen ik Polen binnenreed, veranderde de weg van een gladde, strakke asfaltstrook in een hobbelend wasbord.”96 De Nederlandse man van Marlena beschouwde Polen als iets slechter daarom maakte hij zich zorgen dat zijn zoon op school, vanwege zijn Poolse afkomst, gepest zou worden. Daarom vond hij het bezoek aan de Poolse vereniging geen goed idee. Dat stelt het Nederlandse personage niet in goed licht. Hij lijkt niet tolerant te zijn en zijn beoordelingen van andere mensen zijn op stereotypen gebaseerd. Het hoofdpersonage zelf is heel vaak onzeker over haar waarde en de gevoelens die haar Amerikaanse vriend voor haar had, vanwege het feit dat zij uit Polen komt: “Het kostte me geen enkele moeite om me voor te stellen dat Natan in Amerika van gedachten veranderd was. Wat moest hij ook met een Pools meisje, zonder opleiding, met een 95 96
Vekemans 2012: 55 Ibidem p. 165
29
oerkatholieke familie. [...] Wat moet zij naast hem? Een gestudeerde Amerikaan met ambities om schrijver te worden.”97 Toen Marlena voor het eerste keer Natan in een restaurant zag, was haar eerste gedachte dat hij niet uit Polen kwam. Hij was te goed gekleed, zijn kleren pasten aan elkaar en hij had zonnebril. In Polen zag niemand er zo uit. Lot Vekemans ondersteunt in de roman de negatieve mening over de arbeidersmigranten die naar Nederland komen, vaak als seizoenskracht. Deze mening is vooral de laatste jaren populair geworden in de Nederlandse samenleving. De Poolse arbeiders werden ook in de roman voorgesteld als degenen die voor overlast zorgen, luidruchtig zijn en te veel alcohol drinken: “Om ons heen zaten Poolse mannen die na de aspergeoogst teruggingen naar huis. Ze waren luidruchtig, zongen liederen en in de pauzes dronken ze wodka.”98 Blijkbaar gingen Polen niet alleen naar Nederland om geld te verdienen. Veel vrouwen wilden door middel van een huwelijk met een buitenlandse man voor het Poolse boerenleven vluchtten. Zij trouwden met weduwnaars of oude mannen alleen om uit het vaderland naar het betere leven te vluchten. Lot Vekemans ondersteunt in haar roman het stereotype over het Poolse volk dat vaak naar alcohol reikt. De Poolse personages dronken glazen wodka bij eerste en de beste gelegenheid. Toen de Nederlandse man van Marlena naar het vaderland van zijn vrouw kwam, was het enige Poolse woord dat hij daar had geleerd het Poolse equivalent voor ‘proost.’ In de roman wordt de opvatting getoond dat alles wat uit het Westen, in het bijzonder uit Amerika, komt, in Polen als beter wordt beschouwd. Dat wordt niet alleen zichtbaar toen Marlena voor de eerste keer haar Amerikaanse vriend Natan in een restaurant zag. Één van de plekken waarin het verhaal zich afspeelt, is het hotel in Warschau. De nieuwe eigenaar hoopt dat het invoeren van een Amerikaans gerecht meer klanten naar het restaurant zou trekken. Later blijkt het dat hij gelijk had: “Polen aten het liefst hun eigen kostje. Maar ik ontdekte al snel dat er één ding was waar bijna alle Polen warm voor liepen, en dat was Amerika. [...] Vol enthousiasme introduceerde ik het idee van de Amerikaanse burger.”99 Dankzij het Amerikaanse gerecht is het hotel aantrekkelijker onder de Poolse samenleving geworden. Na het lezen van de roman van Vekemans kan een lezer een beeld van Polen krijgen als een land dat complexen heeft. Dat is goed zichtbaar bij de uitdrukkingen van de hoofdpersonage Marlena. Herhaaldelijk benadrukte zij, dat ze maar een Pools meisje is. Dankzij het uitstekend lopende huwelijksbureau, vluchtten veel Poolse vrouwen naar het
97
Vekemans 2012: 38 Ibidem p. 61 99 Ibidem p. 207 98
30
buitenland om het leven in Polen te vermijden dat in hun ogen veel slechter is. Ook mensen met andere nationaliteiten, zoals de Nederlanderse man van Marlena, die geen positieve mening over het land had, beschouwden de Poolse afkomst als slechter dan de Nederlandse. De schrijfster heeft ook een scherp contrast geschetst tussen het Poolse en Nederlandse platteland. Uit deze vergelijking kan men concluderen dat de bewoners van de oosterse dorpen niet alleen arm zijn maar ook achterlijk en de Poolse samenleving met bewondering naar westerse landen kijkt, die in hun ogen beter zijn en meer kunnen bieden aan hun bewoners. Het Poolse volk is zelf niet tevreden met het leven in het vaderland, zelfs na de val van het communisme: “Het communisme was voorbij en Polen was al tien jaar vrij. [...] ‘Wat maakt het uit dat je vrij bent,’ [...] ‘als het daardoor niks beter wordt.”100 Soortgelijke stelling is ook te lezen in het toneel van Grunberg. Op basis daarvan kan men concluderen dat in Nederlandse literatuur de Polen werden beschouwd als een volk dat nooit met hun situatie tevreden is.
2.4. Conclusies
Deze drie Nederlandse auteurs presenteren in hun werken een bepaald beeld van Polen. Er worden niet alleen de karakteristieke eigenschappen van het volk getoond maar ook de geschiedenis van het land, zoals in het boek van Allerts dat als historische roman kan worden beschouwd. Deze werken verspreiden het beeld van Polen als katholiek land waar mensen veel belangstelling voor de paus hebben en elke keer als ze over hem praten spreken ze over hem met grote eer, alsof ze het over een heilige hebben. De auteurs raken in meer of mindere mate de kwestie van de beeldvorming over de relaties tussen West en Oost. De personages van de teksten creëren zowel het beeld van Polen als het imago van Nederland. Op die manier in werken van deze drie auteurs werd niet alleen het beeld van het Oosten maar ook het beeld van het Westen gevormd. Het Westen voelt zijn superioriteit over de oosterse landen die zich blijkbaar aan deze opvattingen hebben aangepast en zichzelf als de slechtere beschouwen. Amerika werd door de personages als de essentie van het Westen gezien. Maar voor veel van hen lijk het onbereikbaar te zijn. Hoewel de Poolse samenleving een samenleving met complexen is, is het vaderland, naast God, één van de belangrijkste waarden voor deze natie. Dat is goed zichtbaar in het boek van Allerts. Echter in de romans werd een Pool als een eeuwige zwerver voorgesteld die geluk zoekt in andere landen. Dit literaire stereotype van de
100
Vekemans 2012: 9
31
Polen vormde zich al in Romantiek en was verbonden met de bezettingen door de buurlanden.101 Het land werd verschillende keren tussen machtigere landen opgedeeld. Dat kan een verklaring zijn voor het constante streven naar vrijheid en ook voor de continue migraties van bewoners. Bijkbaar is dit literaire stereotype ook in huidige tijden geldig.
101
Willems 2012: 16
32
Hoofdstuk 3: Achter het IJzeren Gordijn - het beeld van Polen in de twintigste eeuw
In de geschiedenis van de wereld is de twintigste eeuw bekend om grote gewapende conflicten. Hiermee bedoel ik vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. De Poolse natie zag deze eeuw als een bijzonder woelige tijd in de geschiedenis van het land en het verhaal over het lot van Polen in die tijd, lijkt een episch verhaal te zijn. Deze versie stelt Polen voor als land dat veel meegemaakt heeft om uiteindelijk onafhankelijk te zijn. Het verhaal werd door veel Poolse schrijvers in hun literaire werken gesteund. Hoewel de periode van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) een uitdrukking van geweld en kwaad was, kon Polen dit conflict als een mogelijkheid voor de bevrijding beschouwen.102 Als gevolg van de Poolse Deling verdween het land in 1795 van de Europese kaart voor bijna één eeuw. Het einde van de Eerste Wereldoorlog gaf aan de Poolse samenleving het gevoel van de terugkeer van de vrijheid en onafhankelijkheid. Echter heeft het land enorme schade geleden: de samenleving leed honger, er was hoge werkloosheid en de inwoners maakten zich zorgen over de toekomst van hun land.103 Bovendien de vreugde van de terugkeer van de onafhankelijkheid duurde niet lang en werd door het begin van de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), die met de aanslag op Polen begon, geëindigd. Na bijna twintig jaar van vrijheid en onafhankelijkheid is Polen nog een keer het slachtoffer van andere, machtigere landen geworden.104 Zoals zo vaak in de geschiedenis van Polen werd het land nog een keer verdeeld tussen de heersende grootmachten, in dit geval tussen nazi-Duitsland en de Sovjet Unie. Deze verdeling werd al in het pact tussen Molotov en Von Ribbentrop vastgesteld en Polen verdween opnieuw van de kaart van Europa.105 De stormachtige situatie in de wereld dwong veel mensen tot migratie, daarom kan de twintigste eeuw ook een eeuw van migraties genoemd worden. Na de oorlog was Nederland één van de belangrijkste bestemmingen van Poolse migranten, wat ik al hierboven in de inleiding heb uitgelegd. Naast migraties waren er ook andere veranderingen binnen Europa. De beide Wereldoorlogen hebben de politieke indeling van het continent veranderd en hebben zijn bijdrage tot verschillende economische veranderingen gehad. Elk land had zijn eigen problemen en behandelde ze op een andere manier. Dat veroorzaakte aandacht voor verschillende landen in de pers. Dit was zo in het geval van Polen en de interesse voor het land in Nederland. Polen verdween voor de tweede keer van de kaart en na de oorlog bleef 102
Zamoyski 2012: 289 Ibidem p. 296 104 Ibidem p. 312-313 105 Verbeek 2012: 107. 103
33
het vele jaren onder de invloed van het communisme. Pas in 1989 is Polen een democratisch land geworden.106 Zowel in de tijd van de oorlog als na de conflicten kon men in de Nederlandse culturele tijdschrijften artikelen over Polen vinden die het beeld van dit land en het volk in de twintigste eeuw creëerden. Als bron van mijn onderzoeksmateriaal heb ik twee Nederlandse tijdschriften genomen, namelijk De Gids en Onze Eeuw. Het tijdschrift De Gids werd in 1837 door E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa opgericht. In de loop van de tijd hebben zich verschillende uitgevers zich over de uitgave van het tijdschrift ontfermd. Tot de uitgevers van De Gids behoorden onder andere: Amsterdamse uitgever en boekverkoper G.J.A Beijerinck, vervolgens Van Kampen (uitgever uit Amsterdam), nog later de uitgeverij J.M. Meulenhoff en Balans. In laatste jaren namen de uitgeverij de Arbeiderspers en de Groene Amsterdammer de zorg voor De Gids over.107 Het tijdschrift besteedde veel aandacht aan literaire werken zowel uit het binnen- als uit het buitenland. De Gids behandelde onderwerpen over beeldende kunst, politiek, wetenschap en geschiedenis. Op de bladzijden van het tijdschrift waren verschillende essays over actuele, historische en culturele onderwerpen te vinden.108 Het tijdschrift is het oudste literair-culturele tijdschrift van Nederland en bestaat tot de dag van vandaag. Daarom ook wordt De Gids beschouwd als één van de langst bestaande tijdschriften van dit soort ter wereld. Dit karakter van het tijdschrift, de omvang van onderwerpen en het feit dat het al vanaf negentiende eeuw bestaat, maakt De Gids een interessante en belangrijke bron van teksten die ik in mijn scriptie ga gebruiken. In dit hoofdstuk ga ik ook gebruik maken van het tijdschrift Onze Eeuw. Dit literairculturele tijdschrift staat bekend als een Nederlands oud- liberaal tijdschrift op het gebied van staatkunde, sociaal leven, letteren en kunst. Onze Eeuw was in Nederland beschikbaar sinds 1902 tot 1924. Naast verschillende artikelen over politieke en culturele leven van Nederland was er ook te vinden tekst die Polen in de twintigste eeuw betreft.109
106
Zamoyski 2012: 313 Literair Tijdschrift- De Gids. http://www.de-gids.nl/pagina/geschiedenis 108 Literair Tijdschrift- De Gids. http://www.de-gids.nl/pagina/geschiedenis 109 Laan, K. ter. Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952). http://www.dbnl.org/tekst/laan005lett01_01/laan005lett01_01_5391.php 107
34
3.1. Polen als een natie met de ziel- “Het Poolsche vraagstuk” van Jan de Vries
In dit hoofdstuk ga ik teksten analyseren die Polen in twee belangrijke (voor het land en voor de hele wereld) tijden beschrijven, namelijk de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Mijn analyse ga ik met een artikel beginnen dat net na het einde van de Eerste Wereldoorlog in Onze Eeuw verscheen. Deze tekst onder de titel “Het Poolsche vraagstuk” werd door Nederlandse germanist en volkskundige Jan de Vries geschreven, die van 1890 tot 1964 leefde.110 Jan De Vries is in Amsterdam geboren waar hij vanaf 1909 de studie Nederlands en germanistiek aan de Universiteit van Amsterdam volgde. In verband met het uitbreken van de oorlog werd hij in 1914 gemobiliseerd en een groot deel van de oorlog bracht hij in een garnizoen in Brabant door. Dit feit uit zijn leven had grote invloed op zijn eerste roman Een enkeling in de massa die in 1918 verscheen.111 Zijn belangstelling voor de Germaanse oudheid en een aantal artikelen en boeken die hij op dit gebied heeft geschreven maakten hem de aangewezen persoon om in 1926 C.C. Uhlenbeck op te volgen als hoogleraar in Leiden in de vergelijkende grammatica der Indogermaanse talen, het Middelhoogduits en in het algemeen de oude talen en letterkunde der Germaanse volken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde hij met de Duitse bezetters (wat later na de oorlog hem zijn positie kostte) en in 1944 vluchtte hij samen met zijn familie naar Leipzig. In zijn laatste jaren werkte hij vooral aan het boek Nederlands etymologisch woordenboek dat in de jaren 19831971 in afleveringen verscheen. Zijn artikelen verschenen zowel in binnen- als in buitenlandse pers.112 Onder deze wetenschappelijke en andere wat populairdere artikelen, kan men ook een tekst vinden die Polen betreft. In 1918 in het tijdschrift Onze Eeuw verscheen er het artikel “Het Poolsche vraagstuk” die ik in de volgende paragrafen van mijn scriptie imagologisch ga analyseren. In het artikel geeft de auteur aan de Nederlandse lezer een kans om met het Poolse volk kennis te maken. Zijn pleidooi begint hij met een korte herinnering aan Polen zelf dat in het verleden een echt groot en sterk land was. De beschrijving van de uitgebreide grenzen van Polen uit die tijd staat in tegenstelling tot de situatie van het land in de negentiende en twintigste eeuw, toen Polen voor bijna één eeuw van de kaart verdween. De auteur van de tekst herinnert er ook aan dat Polen voor de Delingen etnisch uiteenlopend was. Deze 110
Hoeven, H. van de. Biografisch Woordenboek van Nederland. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/vriesjpml 111 Hoeven, H.van de. Historici.nl. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/vriesjpml 112 Hoeven, H.van de. Historici.nl. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/vriesjpml
35
herinnering aan de tijd waarin Polen een machtig land was, is verbonden met de kritiek die de auteur op het land levert. Volgens hem waren er in de geschiedenis van de wereld landen, die ondanks het gevaar zich toch weten te handhaven en Polen was niet in staat om zijn onafhankelijkheid te verdedigen.113 De verklaring van Polen’s ondergang zoekt De Vries in de eigenschappen van het volk. Om dat te doen verwijst hij naar de mening van Pools historicus en publicist Józef Szujski, die van 1835 tot 1883 leefde, over zijn landgenoten. Onder de eigenschappen zoals vaderlandlievend, trouw in het bewaren van de volksoverlevering kan men ook lezen dat een Pool buitengewoon begaafd is in het navolgen en assimileren van vreemde beschaving. Szujski wil niet de slechte eigenschappen van zijn landgenoten verbergen: “twistziek en onbetrouwbaar in tijden [...] beter geschikt om despotisme te verdragen dan om zelf orde te houden; lichter geneigd om van bewegelijke dan van bedaarde menschen te houden, en meer sympathiek jegens de werkzaamheid van een persoon dan van een organisatie.”114 De Vries concludeert dat de eigenschappen van het volk van belang zijn voor het droevige lot van het land. In volgende paragrafen van de tekst beschrijft De Vries het Poolse volk en hij benoemt enkele eigenschappen die volgens hem voor deze natie karakteristiek zijn. Hij verwijst naar de uitspraak van Franse filosoof en schrijver Ernest Renan en zijn uitspraak over de aard van een natie: “Een natie is een wezen met een eigen ziel.”115 De Vries beweert dat Polen een voorbeeld van een land met een eigen ziel is. Hij beschouwt Polen als een land dat het gemeenschappelijke bezit van een rijke geestelijke nalatenschap heeft en het land wil dit bezit onverkort te bewaren.116 Volgens De Vries was deze ziel de reden voor de vechtlust van de Polen tijdens de Poolse Deling en heeft later in de tijd van de Eerste Wereldoorlog geholpen om de onafhankelijkheid terug te krijgen. Volgens de auteur heeft de geschiedenis van het land, de natie nog sterker van ziel gemaakt. Mensen begonnen meer te waarderen wat ze verloren hadden: “Voor een natie, die haar vrijheid en zelfstandigheid niet heeft weten te handhaven, is die trouw in het bewaren van de volksoverleving bijzonder merkwaardig. Deze trouw heeft haar geholpen na den ondergang de geestelijke nalatenschap der vad’ren te behouden. ’t Schijnet, dat dit erfdeel haar dubbel dierbaar geworden is, nu het andere erfdeel, de zelfstandigheid van het vaderland, teloor gegaan is.”117 Dit gevoel kon het streven naar de vrijheid bij de Poolse natie nog versterken. 113
De Vries 1918: 14 Ibidem p. 15 115 Ibidem p. 15 116 Ibidem p. 16 117 Ibidem p. 15 114
36
Met dit artikel kreeg de Nederlandse lezer veel informatie die de geschiedenis van het land betreft maar de auteur voegt ook de beschrijving van het volk toe. Dankzij de karakteristieken van de Polen, die De Vries met zijn tekst biedt, kon een Nederlander de Polen zien als volk die in zijn geschiedenis veel verloren heeft, maar deze bittere ervaringen hebben het Poolse volk nog sterker gemaakt, wat te zien was tijdens alle opstanden in de negentiende eeuw en later in de twintigste eeuw tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dat is een bewijs dat de ziel van de natie nooit gestorven is en de mensen leefden in hoop dat de tijd van détente uiteindelijk zou komen. “Toen de groote oorlog begon, voelden de Polen, dat er voor hen veel zou afhangen, wie ten slotte den krijg zou winnen”118- met deze woorden wil de auteur bewijzen dat Polen zijn vechtlust en hoop nooit heeft verloren en altijd uitkeek naar de mogelijkheid om de vrijheid terug te krijgen. 3.2. Polen en Nederland als lotgenoten- “Onze vrienden de Polen” van A.H. Nijhoff
Volgende artikel dat ik in mijn analyse van teksten over de twintigste eeuwse Polen hier wil behandelen werd door A.H. Nijhoff geschreven en in 1946 in De Gids gepubliceerd. In dit jaar heeft deze Nederlandse schrijfster het artikel onder de titel “Onze vrienden de Polen” voor het tijdschrift geschreven. Antoinette-Hendrika Nijhoff-Wind leefde van 1897 tot 1971. Haar werken ondertekende zij met haar schrijversnaam ‘A.H.Nijhoff’. De schrijfster debuteerde in de literaire wereld met de roman Twee meisjes en ik. Het boek verscheen voor het eerst in 1930 in de vorm van afleveringen die in De Gids werden gepubliceerd. Toen was de man van Antoinette Hendrika, Martinus Nijhoff, de redacteur van het tijdschrift. Pas later, verscheen de roman in boekvorm. In haar werken gaf zij haar visie op de moraal van de tijd. Zij sprak tegen burgerlijkheid en propageerde vrij leven in plaats van geregeld leven, dat door conventies beperkt was. Gedurende haar leven was zij een schrijfster met enige bekendheid in de literaire kringen. Gedeeltelijk was dat veroorzaakt door het feit dat zij de vrouw van één van de bekendste dichters van Nederland was.119 Naast enkele romans en verhalen in Medereizigers schreef zij in 1946 voor De Gids een artikel, eerder een verhaal, over de bevrijding van Breda door de Poolse troepen. Met het verhaal verwijst Nijhoff naar de gebeurtenissen uit het jaar 1944. Op het einde van september verscheen de eerste Poolse Pantserdivisie, een onderdeel van het Canadese Legerkorps, in de
118
De Vries 1918: 35 Pruis, Maria. Biografisch Woordenboek van Nederland. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn5/wind 119
37
streek van het noorden van Antwerpen. Na een moeilijke strijd is het gelukt om Merksplas, Baarle Nassau, Baarle Hertog en later ook Alphen te bevrijden. Toen begon voor het midden van Brabant een periode van wachten en Breda moest zich op een veldslag voorbereiden. Op 27 oktober bereidden de Poolse troepen, onder de leiding van generaal Maczek, een grootscheepse aanval richting Breda voor, en op de volgende dag begon men met de artilleriebeschietingen op Breda. Op zondag 29 oktober 1944 vond de bevrijding van Breda plaats.120 Na het laatste gevecht aan de Wilhelminabrug trokken de Duitsers zich terug en gaven de toegang tot de binnenstad daarmee vrij. Een week later begonnen de Duitsers hun grote terugtocht en was Breda uit de gevarenzone en definitief opgenomen in de sector van het bevrijde Nederland.121 Breda was vrij en nog maanden na de bevrijding kon men achter bijna ieder raam en in veel etalages het opschrift ‘Polen bedankt’ zien. In twee lokale kranten, de protestantse Bredasche Courant en in het katholieke dagblad De Stem werden dankbetuigingen voor Polen gedrukt. Naast deze betuigingen werd ook een artikel met achtergrondinformatie over de militairen en een aantal gedichten over de moedige strijd van de Polen gepubliceerd: “Het strijdende Polen” en “Aan de Polen”. De persberichten over Polen die na de bevrijding van Breda verschenen, betroffen niet alleen deze strijd van Poolse soldaten maar beschreven ook de situatie in hun vaderland.122 Antoinette Hendrika Nijhoff beschreef in haar artikel “Onze vrienden de Polen” de tijd waarin Breda op de bevrijding door de Poolse troepen wachtte. Voordat zij het verhaal begon, informeert zij de lezer dat het aan vier Polen: Marian, Josef, Joe en Kazik is opgedragen. Al in deze korte informatie, die het verhaal voorafgaat, kan men lezen dat Polen een heel positieve indruk op Nederlanders heeft gemaakt: “In Oktober 1944 werd Breda bevrijd door Poolse troepen, die den geheelen laatsten oorlogswinter in Breda en overig West-Brabant ingekwartierd bleven en zich bijzonder geliefd maakten.”123 De titel van het verhaal suggereert al dat Nijhoff het positieve beeld over het Poolse volk heeft gecreëerd. In de tekst heeft de schrijfster veel uitdrukkingen in de eerste vorm van meervoud gebruikt. Op die manier suggereert Nijhoff een interpretatie, dat ze in de naam van het Nederlandse volk wil praten. Uit deze uitspraken kan men afleiden dat het Nederlandse volk op een bepaalde manier met het Poolse volk identificeert en het als zijn lotgenoot beschouwt. De Tweede Wereldoorlog maakte dat veel landen zich met elkaar, door de moeilijke situatie 120
Soeters, Sion. Nederland in de Tweede Wereldoorlog. http://www.tweedewereldoorlog.org/bevrijdingvanbreda.html 121 Soeters, Sion. Nederland in de Tweede Wereldoorlog. http://www.tweedewereldoorlog.org/bevrijdingvanbreda.html 122 Verbeek 2012: 114 123 Nijhoff 1946: 49
38
waarin ze zich bevonden, konden identificeren. Deze landen werden door dezelfde onderdrukker bezet en ze konden alleen maar op wederzijdse steun bij de bevrijding rekenen. Dit was zo in het geval van de relaties tussen Polen en Nederland, twee landen die een gemeenschappelijke vijand hadden en hetzelfde doel wilden bereiken, namelijk bevrijd worden: “Als we met de Polen van gedachten wisselen is het alsof we onze vrienden in de andere bezette en nu bevrijde landen van Europa tot ons hooren spreken.”124 In de tekst kan men ook uitingen van medelijden voor de situatie van Polen vinden. Nederlanders beseffen zich dat het lot van Polen veel slechter is en de problemen van Nederland, in vergelijking met deze van Polen, echt klein zijn: “Als wij luisteren naar het aangrijpend verhaal van hun Odysse lezen we het belangrijkste document humain dat in de afgelopen vijf jaar in het verwoeste Europa geschreven werd. Als zij ‘het Poolsche vraagstuk’ aanroeren beseffen wij dat ons Nederlandsche probleem slechts een detail is van het Europeesche probleem dat door deze oorlog ontstaan is maar niet door dezen oorlog zal worden opgelost.”125 In de tekst zijn er verschillende voordelen van het contact met Polen benoemd. Nederlanders realiseerden zich dat het kennismaken met het Poolse volk een bijdrage had dat de Nederlandse samenleving niet alleen over hun eigen drama dacht maar meer Europees begon te denken. Dankzij Polen zijn ze ook blij geworden dat binnen het land verschillende nationale minderheden wonen wat de samenleving uiteenlopend maakt. Deze acceptatie voor verschillende nationaliteiten staat in tegenstelling tot de raszuiverende maatregelen van de Nazi’s.126 Ter bevestiging van de echte vriendschap tussen Polen en Nederland vergelijkt de schrijfster het land met Engeland en Canada. Op die manier creëert zij ook imago’s van deze landen. De soldaten van deze twee landen waren ook aanwezig tijdens de bevrijding van Breda maar volgens Nederlanders was de oorlog voor Canada alleen maar een politieke zaak. Terwijl tussen Engeland en Nederland verschillende militaire en economische verdragen en handelsovereenkomsten een belangrijke rol speelden. In de relaties tussen Nederland en Polen speelden zulke factoren geen rol: “Tusschen de Polen en ons liggen geen paperassen.”127 Dat kan een bewijs zijn van echte vriendschap en onbaatzuchtig gedrag van het land. Bovendien merkten Nederlanders enkele overeenkomsten tussen hen en de Polen op, welke deze twee landen tot elkaar konden verbinden: “Tegenover de Polen behoeven wij onze armoede niet te
124
Nijhoff 1946: 49 Ibidem p. 49- 50 126 Ibidem p. 50- 51 127 Ibidem p. 51 125
39
excuseeren noch te verklaren. Zij begrijpen die. Hun armoede is dezelfde als de onze.” 128 De schrijfster waardeert de humor van de Poolse mensen, die Nederlanders als een belangrijke eigenschap van het volk beschouwden. Nederlanders hadden meer gelegenheden tot lachen in het gezelschap van Polen dan met hun landgenoten of met Engelsen of Canadeezen. Dat kon een gevolg zijn van het feit dat Polen en Nederlanders een behoefte hadden om vanwege hun situatie elkaar te troosten. Er bestond een nauwere band tussen hen dan tussen Nederlanders en de anderen: “We lachen met de Polen omdat we over en weer de behoefte voelen elkaar te troosten, omdat we, ieder op zichzelf, behoefte hebben getrootst te worden.”129 Naast de humor benoemt de schrijfster ook andere eigenschappen van Polen zoals trouw, moed, trots en sentimentaliteit die door de Nederlanders hoog gewaardeerd werden. In de tekst beschrijft de schrijfster één van de bezigheden van de Polen. De Poolse soldaten hadden in hun portemonnees dingen die hen aan het vaderland deden denken, namelijk het Roode-Kruisbericht en een bosje geurige kruiden. Ze gingen met deze symbolen heel serieus en voorzichtig om, daarom vergelijkt de schrijfster deze dingen met relikwieën.130 Deze eer voor de symbolen kon als eer voor het vaderland zelf beschouwd worden. Een soortgelijke indruk heeft de schrijfster gehad als het om het dragen van de uniform gaat: “Zijn eer is strikt, zijn hulpvaardigheid zonder berekening, zijn ambitie loyaal. Hij draagt zijn uniform met toewijding en respect.”131 Op de mouw van het uniform stond het opschrift ‘Poland’. Veel bewoners van Breda wisten niets van het bestaan van dat land, dat voor de tweede keer van de kaart verdween, dus hun verbazing was groot toen ze de soldaten zagen.132 Maar voor de Polen was het uniform een vertegenwoordiging van hun land. Één van de soldaten die in de tekst van Nijhoff werd genoemd, geeft een beschrijving van hun vaderland: “Hij doet geen poging ons te verblinden met de pracht en praal van galavoorstellingen in concertgebouw of opera, hij noodigt ons niet uit tot het bijwonen van recepties in de paleizen van hoogwaardigheidsbekleeders. De leege zalen van het vervallen landgoed hebben sinds lang hun weelderig decor verloren. Zij zijn stroef en kaal als de vertrekken van een klooster.”133 De Nederlanders krijgen een heel droevig beeld van het land dat verwoest en verlaten lijkt te zijn. Dit trieste beeld van het land staat in tegenstelling tot de vrolijke aard van het volk.
128
Nijhoff 1946: 51 Ibidem p. 52 130 Ibidem p. 54- 55 131 Ibidem p. 55 132 Verbeek 2012: 114 133 Nijhoff 1946: 57 129
40
Aan de hand van de tekst van Antoinette Hendrika Nijhoff kreeg de Nederlandse lezer het beeld van Polen dat onbaatzuchtig is en in vriendschap met andere landen, zoals Nederland, leefde. Zij stelde deze natie voor als trouw en patriotisch. De jonge mannen waren in staat om hun jeugd te verlaten om partisanten te worden en voor vrijheid van het vaderland te vechten. Volgens Nijhoff had de geschiedenis van het land heel belangrijke invloed op het karakter van de Poolse natie: “Het hart dat verdobbeld wordt in ‘het Poolsche Vraagstuk’, die ziel van den Poolschen Adelaar die, teruggetrokken in de stilte van zijn ontoegankelijk nest, eenzelvig zijn hartstochetelijken strijd voor zijn onafhankelijkheid...”134 De behoeften van het land stonden boven de eigen behoeften van de bewoners. De schrijfster benadrukte veel overeenkomsten tussen de Polen en Nederlanders die in de tijd van de oorlog echt zichtbaar en gewaardeerd werden. Zij wil niet verbergen dat de aanwezigheid van Polen ook haar land heeft veranderd. Nederlanders hebben een nieuwe kijk op de wereld gekregen en ze dachten niet alleen aan hun eigen tragedie en problemen die tijdens de oorlog overal waren. Zij eindigde haar verhaal met een uitspraak: “God behoede onze vrienden de Polen”135 wat het bewijs van de ontwikkeling van ‘echte’ vriendschap tussen Polen en Nederland is. 3.3. Warschau als een stukje Westen in de Oostblok- “Tien jaar Polen” van Milo Anstadt
Een andere tekst die ik in dit hoofdstuk wil behandelen, komt ook uit De Gids en werd in 1966 gepubliceerd. Het artikel onder de titel “Tien jaar Polen” werd door Samuel Marek Anstadt geschreven die zijn teksten met zijn roepnaam Milo ondertekende. De auteur van de tekst leefde van 1920 tot 2011. Hij is in Lviv, indertijd in Polen, geboren waar hij tien jaar leefde. Vervolgens is hij samen met zijn ouders naar Nederland verhuisd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Anstadt in het verzetswerk van de Communistische Partij ingeschakeld die later met hem brak. Inmiddels had Anstadt contact met een andere verzetsgroep opgenomen waar hij Den Uyl, de hoofdredacteur van Vrij Nederland, kende leren. In de jaren 1945-1950 was Milo Anstad redacteur van het weekblad. Vijf jaar later begon hij werk als regisseur van documentaire programma’s. Na de oorlog is hij enkele keren in zijn geboorteland geweest en heeft daarover in een aantal Nederlandse dagbladen gepubliceerd. In 1960 kreeg hij een verzoek van de ‘Uitgeverij Wereldvenster’ om een boek over Polen te schrijven dat twee jaar later verscheen onder de titel Polen, land, volk, cultuur. Het boek 134 135
Nijhoff 1946: 58 Ibidem p. 58
41
vormde een deel van de hele serie boeken over verschillende landen ter wereld Land-volkcultuur. Het boek van Milo Anstadt is gewijd aan de Poolse geschiedenis, begonnen met de verhuizingen van Slavische volkeren en de Poolse vroege geschiedenis. Anstadt beschrijft in zijn boek ook de geschiedenis van het land ten tijde van Piasten en Jagiellonen. In het boek is ook informatie over de Poolse Deling en de geschiedenis van het land tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog te vinden. De beschrijving van de geschiedenis van Polen eindigt met de val van het communisme. Naast historische feiten en statistieken bevat het boek ook de herinneringen van de auteur uit Polen. Bijvoorbeeld het beeld van het land toen Anstadt voor de eerste keer na de Tweede Wereldoorlog Polen bezocht. Het artikel “Tien jaar Polen” van Milo Anstadt behandelt vooral de tijd waarin Polen een communistisch land was. Hoewel de stormachtige geschiedenis van het land een sterk nationalisme bij het volk had ontwikkeld, waren er in het land Poolse communisten die binnen hun communistische ideologie naar een maximale onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie streefden. Milo Anstadt noemt in zijn artikel het communistische Polen een politiestaat. In die tijd werden er meer communisten gevangen dan onder de overheid van de anticommunistische leider Piłsudski.136 Anstadt concentreert zich in zijn artikel op het beeld van Warschau.Volgens hem konden mensen uit Oost Europa daar een stuk Westen vinden: “In heel Oost-Europa staat een reis naar Warschau tegenwoordig ongeveer gelijk met wat voor ons vroeger een bezoek aan Parijs betekende. In Warschau vinden de Oosteuropeanen een stuk Westen en een stukje vrijheid.”137 In volgende verzen van de tekst benoemt de auteur verschillende ‘westerse’ eigenschappen van de stad. Er waren Westerse kranten te koop en in de schouwburgen werd een Westers repertoire gespeeld. In de stad waren ook particuliere winkels die zelfs een beter assortiment
in
hun
aanbod
hadden
dan
de
overal
aanwezige
gesocialiseerde
winkelbedrijven.138 Bij deze beschrijving van Warschau gebruikt de auteur vaak ter vergelijking een uitdrukking ‘als bij ons’. Daaruit kan men concluderen dat hij een duidelijk onderscheid maakt tussen Warschau, die hij tot Oost-Europa rekent, en Nederland als vertegenwoordiger van het Westen. Anstadt geeft toe dat een Westerse reiziger in Warschau de indruk kon hebben dat hij zich helemaal niet in een communistische stad bevindt: “Iedereen die in Warschau komt, voelt allereerst dat hij in de hoofdstad van Polen is. En Polen, dat wil zeggen een andere cultuur, gastvrije mensen, sterke historische gebondheid,
136
Anstadt 1966: 111 Ibidem p. 112 138 Ibidem p. 112 137
42
militant katholicisme. Pas later realiseert hij zich, dat hij in de hoofdstad van een communistisch land is.”139 Volgens Milo Anstadt was de sfeer, die in Warschau heerste, een uitzondering in vergelijking met de sfeer in andere Oosteuropese hoofdsteden. Dat kon zijn verklaring hebben in het feit dat de communistische overheid van Polen niet de frustrerende bemoeial was, die het volk op alle terreinen wilde bevoogden. De inhoud van het artikel is aanzienlijk verbonden met het liberale karakter van De Gids en zal graag door een liberaal gelezen worden. Milo Anstand verwijst in “Tien jaar Polen” naar een ander artikel dat enkele jaren geleden door de correspondent van de Frankfurter Allgemeine Zeitung in Warschau, Hansjakob Stehle, werd geschreven. Ook dit artikel stelt Polen als één van de Oostblok landen voor die in vergelijking met westerse landen als achterlijk kan worden beschouwd. Hoewel deze beschrijving van Hansjakob Stahle een paar jaar geleden ontstond, vindt Milo Anstadt dat die nu na tien jaar nog evenzeer van kracht is. 140 Deze Duitse publicist beschreef Polen als land dat alles wat uit het Westen komt, als heerlijk en uitstekend vond: “Er is geen land in het Oostblok waar, zoals in Polen, de film uit het Westen, het boek uit het Westen, geheel vanzelfsprekend tot het reportoire behoren, terwijl uit het Oosten alleen het beste wordt overgenomen.”141 Het lijkt dat alleen maar werken die oorspronkelijk uit het Oosten komen aan kritiek werden onderworpen. Alles wat uit het Westen komt werd bij voorbaat als iets beters beschouwd. Volgens Milo Anstand was deze situatie in Polen ook in latere jaren aanwezig. In het artikel “Tien jaar Polen” kon de Nederlandse lezer Polen als heel katholieke land zien. Volgens Anstadt werd de Poolse samenleving nog in 1966 als belijdend katholiek door de anderen beschouwd. Als iemand tegen de kerk sprak dan was dat vergelijkbaar met het spreken tegen het vaderland: “Polen en de katholieke kerk zijn voor hem een onverbrekelijke eenheid en wie daartussen een wig wil drijven, handelt in zijn ogen niet alleen goddeloos, maar bovendien onvaderlandslievend.”142 Ook het landschap van Polen wijst erop dat het land sterk met de kerk en het katholieke geloof verbonden was. De auteur van de tekst benoemt enkele elementen die voor hem opmerkelijk waren, zoals de aanwezigheid van ontelbare kapelletjes langs de wegen.143 De Poolse samenleving had verschillende soorten van katholieke weekbladen tot zijn beschikking. Er waren in Polen veertien katholieke 139
Anstadt 1966: 112 Ibidem p. 115 141 Ibidem p. 115 142 Ibidem p. 113 143 Ibidem p. 113 140
43
uitgeverijen, die geschriften met een jaarlijks oplage van ongeveer vier miljoen exemplaren publiceerden.144 Volgens Anstadt hoefde men geen statistieken te lezen toen men door het land reisde om zich te realiseren dat men zich in het katholieke land bevond. De Nederlandse schrijver vergelijkt de relaties tussen kerk en staat met de gebeurtenissen uit de film Don Camillo145 die over de katholieke priester Don Camillo gaat, die zich heel vaak in politieke conflicten engageerde. De beste vriend en tegelijkertijd de grootste vijand van de priester is de communistische regent van de gemeente, Giuseppe Bottazzi.146 Deze vergelijking verbindt Milo Anstadt met het feit dat zelfs dramatische spanningen tussen kerk en staat humoristische aspecten hadden. Na ieder conflict verzoenen de tegenstanders zich met het vaste voornemen de conflicten in de toekomst niet uit de weg te gaan.147 Milo Anstadt schetst met zijn artikel het beeld van Polen in de twintigste eeuw als land dat sterk katholiek is en soms ook afhankelijk van de kerk die zich in de politiek engageerde. Bovendien stelde de schrijver Polen voor als een land dat altijd de westerse producten als betere dan deze uit het Oosten beschouwde. Een stukje Westen in de Oostblok kon men in de hoofdstad van Polen vinden. Warschau werd voorgesteld als stad waar mensen van een beetje luxe en vrijheid konden genieten. Anstadt noemt ook in het artikel dat zodra er een einde aan terreur kwam en een minimum aan mensenrechten gewaarborgd was, er zowel in het Westen als in de communistische landen zelf een neiging ontstond om het communisme naar zijn economische resultaten te beoordelen.148 Op het einde van het artikel citeert Anstadt de Poolse journalist Stefan Kisielewski die een korte periode parlementslid van de Znak-groep was. Hij beschouwde het communisme in Polen als een reden van veel veranderingen op het gebied van economie en industrie die een mogelijkheid gaven om Polen te herbouwen: “Mij dunkt dat het communistische experiment in het naoorlogse Polen in principieel opzicht een succes heeft bereikt; het is gelukt Polen op de weg der industrialisatie te brengen, op de weg van industriële productie, de modernisering van de sociale structuur, de stedebouw.”149 In het citaat dat door Anstadt in het artikel werd gebruikt, werden ook andere factoren benoemd die het communisme in positieve licht stellen. Tot deze factoren behoren het vestigen van industrieën die vroeger in Polen onbekend waren en de ontwikkeling van verschillende opleidingen van vaklieden. Verder voegt hij toe dat de
144
Anstadt 1964: 276 Anstadt 1966: 114 146 The Internet Movie Database (IMDb) http://www.imdb.com/title/tt0043918/ 147 Anstadt 1966: 114 148 Ibidem p. 115 149 Ibidem p. 116 145
44
Polen op deze veranderingen trots kunnen zijn en daarvoor elke buitenlandse expert ‘ons’ lof toezwaait.150 3.4. De tweedeling van Europa- “De Europese politiek van Nederland: een Poolse visie” van Jan Zielonka Als laatste wil ik een essay van Jan Zielonka “De Europese politiek van Nederland: een Poolse visie” behandelen. Het artikel kan als een zelfbeeld van Polen beschouwd worden, omdat het door een Pool geschreven werd en gedeeltelijk zijn eigen ervaringen betreft. Echter werd het essay door Rob van der Veer naar het Nederlands vertaald en de tekst verscheen in 1987 in De Gids en was beschikbaar voor de Nederlandse lezer in zijn moedertaal. Daarom kan men vermoeden dat de tekst van Zielonka het creëren van het beeld van Polen in Nederland kon beïnvloeden. Daarom heb ik besloten om de tekst aan mijn analyse toe te voegen. Jan Zielonka is in Polen geboren waar hij recht en politicologie studeerde. Als net gepromoveerde politicoloog is hij naar Nederland verhuisd waar hij een functie aan de universiteit van Groningen en later, sinds 1984, aan de universiteit van Leiden bekleedde. In Nederland mengde hij zich in het Nederlandse debat over ‘Solidarnosc’ en het beleid ten opzichte van Oost-Europa.151 De beweging van Solidarność was ook in Nederland aanwezig. In Amsterdam ontstond er een informatiebureau daarover waarbij Jan Zielonka werkte. Het bureau verstuurde persberichten over belangrijke gebeurtenissen uit het vaderland, en vertaalde materiaal uit de ondergrondse.152 Bovendien hield Zielonka zich bezig met de vergelijkende politiek en ging hij ook in op de verhoudingen tussen Oost en West. Zijn werken betreffen in belangrijke mate internationale betrekkingen. Zielonka heeft twee boeken over Polen geschreven waarin hij uitlegde waarom de Polen anders aankeken tegen de Westerse politiek van détente. Zijn overwegingen daarover zijn verbonden met het feit dat volgens hem de hele wereld naar de ontwikkelingen achter het IJzeren Gordijn keek, maar in werkelijkheid niemand zat te wachten op deze landen.153 Meest recente publicaties van Zielonka betreffen vooral de aard van de Europeese Unie en in het bijzonder als het gaat om
150
Anstadt 1966: 116 Miedema 2012: 183 152 Ibidem p. 169 153 Ibidem p. 183 151
45
de oostwaartse uitbreiding van Europa in 2004 en de gevolgen daarvan die invloed op het hele continent hebben.154 Zoals veel van de publicaties van Zielonka, behandelt ook dit essay politieke kwesties van Europa. Vooral benadrukt hij verschillen tussen de Nederlandse en de Poolse perceptie van politiek. In volgende paragrafen kan men lezen hoe men volgens Zielonka in Nederland naar de Europese politiek en de relaties tussen Oost en West kijkt. Bij de analyse van dit artikel ga ik me op het beeld over Polen concentreren wat van belang voor mijn werkstuk is. Naast politieke kwesties, die Europa betreffen, kan men in dit artikel ook een aantal elementen van de beeldvorming over Polen in Nederland opmerken. De auteur toont dat Polen als één van de Oostbloklanden niet zo verschillend en achterlijk is als het gaat om kennis over buitenlandse cultuur, wetenschap en politiek. Uit de tekst van Zielonka kan men concluderen dat de Nederlanders Europa hebben verdeeld, en Polen behoort duidelijk tot het oostelijke deel van het continent. In tegenstelling tot Nederland bestaat er voor Polen alleen maar één Europa en zijn ze trots dat ze zich binnen Europa bevinden en tot deze gemeenschap kunnen behoren: “Voor de Polen bestaat er één Europa en ze zijn trots dat ze daar deel van uitmaken.”155 Al in het begin van zijn essay, benadrukt Zielonka dat er niet zo veel verschillen zijn tussen Polen, als Oostblokland, en andere West-Europese landen. Hij informeert de lezer dat in Polen men dezelfde boeken leest, romans van Fransen, Duitsers of
Nederlanders. Polen zijn ook op de hoogte van de
gebeurtenissen uit het Westen en ze hebben geen moeite om over de Europese politiek of cultuur te praten.156 De beschrijving van Polen als land dat niet achterlijk is, dient om de Nederlandse lezer te overtuigen dat een Pool die naar een andere land reist geen indruk zal hebben dat hij zich in een andere wereld bevindt. Een Pool in het buitenland kan wel discussies voeren over cultuur die voor hem vreemd is, hoewel voor andere mensen dit feit bijzonder kan zijn. In volgende regels van het essay kan men over het eurocentristisch denken van Polen lezen. Zielonka citeert de bekende Poolse schrijver Adam Mickiewicz: “Polen zegt tegen het volk: Laat alle plaatselijke belangen varen en streef naar de vrijheid.” 157 De auteur van het essay schrijft dat de echo van deze uitspraak uit de negentiende eeuw klinkt tot de dag van vandaag, maar tegenwoordig is deze oproep meer geldig om de verdeeldheid van Europa te 154
Kaplan, Hannah. Future of European Foreign Policy Seminar. 11 september 2007 http://www.jhubc.it/future_of_european_foreign_policy/bioZielonka.pdf 155 Zielonka 1987: 159 156 Ibidem p. 159 157 Ibidem p. 159
46
overwinnen. In Polen staan op de eerste plaats problemen van Europa. In tegenstelling tot Nederland dat zich minder met het continent identificeert: “Een Nederlands parlementslid zei eens tegen me: ‘Nederland is een soort eiland’.”158 Zielonka verklaart dit feit met de geschiedenis dat Nederland dichter bij overzeese problemen dan bij het continent hield. Jan Zielonka stelt met zijn essay aan de Nederlandse lezer het beeld van zijn vaderland voor als land dat niet tot een ander Europa behoort maar tot hetzelfde als Nederland. Hij probeert de Nederlandse samenleving te overtuigen dat Polen niet onderontwikkeld en achterlijk is. Mensen in Polen lezen dezelfde boeken en kennen dezelfde auteurs zoals de Westerse samenleving, bovendien zijn ze op de hoogde van de gebeurtenissen uit het buitenland. Echter zijn deze feiten, volgens Zielonka, niet zo vanzelfsprekend in Nederland. Hij kon dat opmerken onder andere tijdens zijn werk als docent aan Universiteit Leiden. Op het einde van het essay stelt de auteur een vraag die
Oost-Westrelaties betreft. Hij
concludeert dat men tegenwoordig vaker spreekt over Pools-Russische betrekkingen.159 De auteur wil niet dit heel belangrijke element van het beeld van Polen verbergen en hij aarzelt niet om het feit te benoemen dat Polen al sinds 1944 in hun eigen land samen met de Russen moeten wonen.160 Dit feit maakte Polen afhankelijk van de communistische overheid en dat vormt een soort van kloof tussen het land en de rest van de Westerse landen. Deze kloof was gedeeltelijk veroorzaakt door de angst voor supermogendheid Rusland en voor de Russische expansie van het communisme.161 In het Westen waren veel mensen echt positief tegenover de strijd voor meer vrijheid in Polen, maar die houding werd door de angst voor ingrijpen door de Sovjet- Unie overschaduwd.162 Hier wil ik naar het al hierboven genoemde boek van Milo Anstadt Polen, land, volk, cultuur verwijzen. In de laatste hoofdstukken van zijn boek raakt ook hij de kwestie van Oost-Westbetrekkingen aan. Namelijk, hij beschouwt Polen als een brug tussen Oost en West, en de rest van de wereld moet Polen niet uitsluiten uit de Europese gemeenschap en de samenwerking met het land afzeggen: “Maar zolang Polen zichzelf tot Europa en tot de westerse beschaving rekent en inderdaad een brug kan zijn waarlangs de twee systemen aansluiting bij elkaar zoeken, mogen wij de kans niet laten voorbijgaan die aansluiting met de toekomst te vinden.”163
158
Zielonka 1987: 160 Ibidem p. 164 160 Ibidem p. 164 161 Ibidem p. 164 162 Miedema 2012: 165 163 Anstadt 1964: 292 159
47
3.5. Conclusies
Als we de artikelen uit de culturele tijdschriften onder de loep nemen dan krijgen wij het beeld van Polen dat in de twintigste eeuw door de Nederlandse schrijvers werd geschetst. De Nederlandse lezer kon niet alleen kennis maken met het Poolse volk maar ook met de geschiedenis van het land wat te zien is in het artikel van De Vries die terug naar het zestiende eeuwse Polen keert. Op die manier zag de Nederlander hoe het land in de loop van de tijd is veranderd. In de twintigste eeuw komt het beeld terug van Polen als een slachtoffer dat niet lang van zijn onafhankelijkheid kon genieten vanwege het begin van de Tweede Wereldoorlog. Maar aan de andere kant komt de Nederlandse lezer te weten dat de nederlagen Polen sterker hebben gemaakt. Dit is verbonden met de ziel van het volk dat vooral zichtbaar is in de hopeloze momenten van het land. Dit Poolse kenmerk benadrukt ook Milo Anstadt in zijn boek: Polen, land, volk, cultuur toen hij zich zijn bezoek naar het land na de Tweede Wereldoorlog herinnert: “Mijn eerste na- oorlogse bezoek aan Polen bracht ik in 1947. Dat was toen eigenlijk een bezichtiging van de ruïnes die de nazi’s hadden achtergelaten. Ik vroeg mij toen herhaaldelijk af: waaraan houden deze mensen zich nog vast, uit welke illusies en voor welke idealen leven zij nog? Keer op keer kwam ik tot de conclusie, dat de nationale impuls, een vaderlandsliefde, die men onder de hopeloze omstandigheden niet bestaanbaar zou achten, de mensen op de been hield.”164 De Nederlandse culturele tijdschriften maakten de samenleving ook bewust van het feit dat Polen en Nederland een gemeenschappelijke geschiedenis hebben die deze twee naties dichter bij elkaar brengt. Daarom werden de Polen vrienden van de Nederlanders genoemd. Behalve het beeld van Polen en de Poolse natie werd de Nederlandse lezer zich ook bewust van de Oost-Westrelaties dat een heel belangrijke onderwerp van de twintigste eeuw blijkt te zijn. Aan de hand van uitspraken van Nederlandse schrijver en journalist Milo Anstadt en Poolse politicoloog Jan Zielonka, werd de lezer overtuigd dat Polen, als één van de Oostblok landen, helemaal niet onderontwikkeld en achterlijk was, wat verbazing kon opwekken bij de Westerse samenleving. Uit de artikelen kan men concluderen dat andere naties beweren dat de Poolse samenleving geen idee heeft over andere culturen en landen. Volgens hen is het gebrek aan de kennis over de Europese geschiedenis veroorzaakt door het Poolse onderwijs dat in vergelijking met het Westerse systeem slechter van kwaliteit is. Naast het beeld van Polen is er ook het imago van Nederland als vertegenwoordiger van de West-
164
Anstadt 1964: 266
48
Europa te vinden. In de teksten werd er een tegenstelling tussen deze twee landen geschetst. In de twintigste eeuw in Europa heerste er duidelijke verdeling tussen het Westen en het Oosten, wat nog versterkt werd door de aanwezigheid van het IJzeren Gordijn. De Westerse samenleving was overtuigd over zijn superioriteit en de achterstand van de oostelijke landen zoals Polen. Deze overtuiging kon gebaseerd zijn op het gebrek aan kennis over deze landen en de daarover heersende stereotypen in die tijd. Polen was niet een aaantrekkelijke bestemming voor buitenlanders en vanwege een negatieve mening over Polen, die in Nederland werd verspreid, durfden mensen niet daarheen te reizen. De werkelijkheid steunt deze stereotypen niet, wat de hierboven schrijvers proberen te bewijzen, maar het verkeerde imago van Polen lijkt nog steeds onder de Nederlandse samenleving te leven.
49
Hoofdstuk 4: Natie zonder het land - het beeld van Polen in de negentiende eeuw
De interesse voor het negentiende-eeuwse Polen in Nederland kan een gevolg zijn van de moeilijke situatie van het land die met de Poolse Delingen verbonden was. In jaren 1735-1918 verdween Polen van de Europese kaart en werd de Poolse samenleving de natie zonder het land. Deze tijd is tegengesteld aan de geschiedenis van Nederland, waar zich zo’n situatie niet had voorgedaan. Daarom is er in deze periode interesse voor Polen en de Poolse natie vanuit Nederland, die zichtbaar wordt in verschillende artikelen en gedichten die in de 19e eeuw in de Nederlandse culturele tijdschriften gepubliceerd werden. Dit hoofdstuk van mijn scriptie wil ik aan de analyse van diverse gedichten en artikelen besteden, die het beeld van het negentiende-eeuwse Polen presenteren. Als bron van mijn onderzoeksmateriaal heb ik twee Nederlandse tijdschriften genomen, namelijk Vaderlandsche Letteroefeningen en het al hierboven genoemde De Gids.. Het literair-cultureel tijdschrift Vaderlandsche Letteroefeningen was beschikbaar voor de Nederlandse samenleving in jaren 1761-1876. Het tijdschrift werd in 1761 in de tijd van de Verlichting door de doopsgezinde voorganger Cornelis Loosjes en zijn broer Petrus opgezet.165 De bedoeling van het tijdschrift was om de lezer op de hoogte te brengen van publicaties aan de hand van verschillende recensies en algemene beschouwingen. Boekbeoordelingen vormden het belangrijkste deel van het tijdschrift, maar in de loop van de tijd werden aan het concept van het tijdschrift ook kleinere publicaties toegevoegd, zoals gedichten en korte verhalen. In het tijdschrift kon men recensies met een brede omvang van onderwerpen vinden, met inbegrip van de literatuur en meer, in het bijzonder religie, kunst en wetenschap.166 Vaderlandsche Letteroefeningen was de hoofdbron van informatie als het ging om publicaties die in Nederland verschenen. Er bestaat geen duidelijk overzicht van auteurs die met publicaties hebben bijgedragen aan het tijdschrift, omdat veel van hen anoniem zijn gebleven. Gedurende veel jaren was het tijdschrift het grootste periodiek in het land. In de daaropvolgende jaren diende Vaderlandsche Letteroefeningen als een voorbeeld voor anderen, maar kwam er vooral kritiek van de mensen achter het nieuwe tijdschrift De Gids,
165
Dijk, Suzan van. Women Writers. 15 september 2006. http://www.womenwriters.nl/index.php/Vaderlandsche_Letteroefeningen_(1761-1876) 166 Koninklijke Bibliotheek Nationale Bibliotheek van Nederland. http://www.kb.nl/dossiers/tijdschriften-enkranten/vaderlandsche-letteroefeningen
50
dat voor het eerst in 1837 verscheen. Ondanks het feit dat er concurrentie ontstond, was het tijdschrift Vaderlandsche Letteroefeningen in staat om tot 1876 te bestaan.167 4.1. Heroïsche gevechten van Polen- “De val van Warschau” van Pieter (Jr.) Mabé
Mijn analyse van de beeldvorming over Polen in Nederland ga ik beginnen met teksten die ik in Vaderlandsche Letteroefeningen heb gevonden. In de jaargang 1831, naast verschillende nieuwsberichten, boekbeschouwingen en mengelwerken kan men een gedicht onder de titel “De val van Warschau” vinden. Met dit gedicht, dat door Pieter (Jr.) Mabé werd geschreven, kreeg de Nederlandse lezer een bepaald beeld van Polen en de Poolse natie in de negentiende eeuw. Zonder twijfel kan men vaststellen dat het gedicht een bijdrage aan de beeldvorming over het land in deze tijdperiode heeft geleverd. In het gedicht zijn zowel woorden van bewondering en lof als medelijden voor het lot van de Poolse samenleving te vinden. De auteur begint het gedicht met toegeven dat er zich in Nederland nog nooit zo’n situatie als die waarin Polen zich bevond, heeft voorgedaan. Nederland veroordeelt de machtswellust van Rusland, Oostenrijk en Pruisen. De auteur benadrukt dat Nederland altijd waarden zoals vrijheid steunt en nooit achter het geweld en de slavernij zal staan: “Nooit zal een echte Nederlands zoon Den lof eens dwingelands vermelden: In Nederland klinkt geen slaventoon; De zucht naar vrijheid teelt er helden.”168
In de volgende verzen van het gedicht noemt de auteur verschillende eigenschappen van de Poolse natie. Hij bewondert het feit dat ondanks de slavernij de Poolse samenleving solidair is gebleven en de strijd om onafhankelijkheid terug te krijgen nog niet heeft opgegeven: “O volk! Door heldenmoed vermaard, Maar steeds in slavernij geklonken;
167
Dijk, Suzan van. Women Writers. 15 september 2006. http://www.womenwriters.nl/index.php/Vaderlandsche_Letteroefeningen_%281761-1876%29 168 Mabé 1831: 743
51
O Polen! Dapperst volk der aard,”169
In het gedicht worden ook innerlijke problemen van Polen benoemd. De auteur merkt enkele factoren op die het land zwakker maken en aarzelt niet om deze problemen in zijn gedicht te beschrijven. In het gedicht kreeg de Nederlandse lezer een beeld van een Polen dat innerlijk niet zo sterk en solidair was. Dat had onder andere bijgedragen aan de Poolse Deling. Mabé noemt in zijn gedicht adel en geestelijken “die voeders van geweld en twist.”170 Zijn negatieve beoordeling van deze twee sociale klassen is natuurlijk te verklaren door de historie van het land. In Polen waren in de achttiende eeuw verschillende economische veranderingen nodig die het land sterker konden maken. Een voorbeeld van deze veranderingen zijn belastingen voor adel en geestelijken. De adel, aristocratie en geestelijken waren tegen deze hervormingen. Niet alleen door de afkeer van deze sociale klassen ten opzichte van de hervormingen en veranderingen binnen het land is de situatie van Polen verslechterd en verzwakt. Het verraad van een gedeelte van de Poolse adel, geestelijken en magnaten tijdens de zogenaamde Conferentie van Targowice heeft ook een specifieke rol gespeeld bij de Deling van Polen.171 Dat is ook de reden dat in het gedicht negatieve uitingen over de adel, geestelijken en magnaten (die volgens de auteur een bijdrage hadden geleverd aan de Deling van Polen) te lezen zijn. Door het gedicht waren deze sociale klassen in de ogen van de Nederlanders degenen die alleen hun eigen winst belangrijk vonden. Bovendien waren ze niet in staat om zich op te offeren en de behoeften van het land boven hun eigen behoeften te stellen. De binnenlandse situatie van Polen stond in tegenstelling tot die van Nederland, de rijkdom van het land en het gebrek aan adel in de Nederlandse geschiedenis. In de volgende verzen van het gedicht kan men lezen: “En uwe slavernij was ’t doel van de dwingelanden.”172 Met deze woorden kan men de samenwerking tussen Rusland en Pruisen van 11 april 1764 bedoelen. Deze samenwerking betrof het ondertekennen van de geheime bijlage bij het verdrag van alliantie tussen deze twee landen. In de bijlage van het verdrag was sprake van een gemeenschappelijk gewapend optreden tegen Polen in het geval dat Rusland of Pruisen zich bedreigd voelden door Polen. Dat waren echter niet de enige plannen die Polen te gronde konden richten. Al eerder, in 1732, vond een overeenkomst tussen Rusland en Oostenrijk plaats die in Wenen werd ondertekend. Bij dit contract, dat 169
Mabé 1831: 744 Ibidem p. 744 171 Zamoyski 2009: 211 172 Mabé 1831: 744 170
52
Leowenwold’s verdrag werd genoemd, sloot Pruisen zich later ook aan. De bedoeling van het verdrag was samenwerking van deze drie landen tijdens vrije verkiezingen. Het verdrag gaf ook de mogelijkheid aan deze landen om de keuze van de koning aan Polen op te leggen.173 Daarom kan men concluderen dat Polen niet alleen tijdens de Deling als slachtoffer beschouwd kan worden maar al eerder: ‘dwingelanden’ Rusland, Oostenrijk en Pruisen waren al jaren daarvoor bezig met het verzwakken van Polen. Aan de ene kant bewondert de auteur van het gedicht de dapperheid en heldenmoed van Polen, maar aan de andere kant suggereert hij dat het Poolse volk al aan de slavernij is gewend: “Aan de slavernij is ’t volk gewend;”174 Het gedicht ontstond in 1831 en Polen werd in 1795 van de wereldkaart geveegd. Dat betekent dat Polen dan al 36 jaar overheerst wordt door de ‘dwingelanden’. De auteur noemt in zijn gedicht de Poolse stad Warschau. Waarschijnlijk verwijst Mabé met het gedicht naar de Novemberopstand. De slag die in Warschau plaatsvond, was bijzonder bloedig en brutaal en is één van de bekendste gevechten van de Novemberopstand. De auteur voorspelt een rampzalige toekomst voor de stad die helaas onvermijdelijk was: “O Warschau! Gij moet ondergaan; U wachtte een vreeslijk lot, u tot uw straf beschoren! [...] ’t Dreigde all ‘vernieling en den dood; Daar waarden ziekte en hongersnood, Als spoken, grijzend om, langs uw versperde straten;”175
Mabé waardeert echter dat de Poolse soldaten vechten voor de onafhankelijkheid van het land. Het gevecht beschouwt hij als heroïsch en bloedig. Helaas eindigde het gevecht met de nederlaag van Polen, waarmee tegelijkertijd hun kans op vrijheid verloren ging. Polen was veroverd door de vijanden en het land werd ingenomen door rijkere en machtigere landen. Als gevolg daarvan moest de Poolse natie vreemden dienen. Aan de hand van het gedicht kreeg de Nederlandse samenleving het beeld van Polen als sterk land dat tegelijkertijd zwak was. Men kon het Polen als sterk beschouwen vanwege de geest van de maatschappij. Polen waren bereid dood te gaan in het gevecht voor onafhankelijkheid. Maar aan de andere kant waren er binnen het land verraders zoals de adel,
173
Samsonowicz 1976: 282 Mabé 1831: 744 175 Ibidem p. 744 174
53
aristocratie en geestelijken, die zich alleen zorgen maakten om zichzelf. Ze hebben een bijdrage geleverd aan de verzwakking van hun eigen land. De auteur wil niet verbergen dat het land al 36 jaar eigenlijk niet bestond, en daarom suggereert hij dat Polen al aan de slavernij is gewend. Hij waardeert echter de pogingen van het land om hun vrijheid terug te krijgen en hij bewondert de heroïsche gevechten van het land. Hij gaf ook toe dat zijn eigen land, Nederland, de daden van de ‘dwingelanden’ veroordeelt. 4.2. De vrijheid of de dood- “Het gevecht bij Wengrow” van Taco Hajo de Beer
Een ander voorbeeld van de beeldvorming over Polen in Nederland is een ander gedicht, dat met de Januariopstand verbonden is. In Vaderlandsche Letteroefeningen werd in 1864 een gedicht van Taco Hajo de Beer gepubliceerd. De Beer (1838-1923) werkte als leraar aan de HBS te Goes. Onder zijn pseudoniem ‘Taco’ schreef hij verschillende novellen, studiën en kritieken, onder andere voor Vaderlandsche Letteroefeningen, Leeskabinet en Rederijkers Weekblad. Bovendien schreef hij hoofdartikelen over de arbeidersbeweging, lijkverbranding, toneel, persoonlijke dienstplicht, de afschaffing van censuur en verslagen voor verschillende bladen. Naast schrijven voor tijdschriften, werkte hij ook op de afdeling Nederland van de encyclopedie Spamer’s Konversations-Lexicon en Meyer’s Konversations-Lexicon. Taco Hajo de Beer hield zich ook bezig met vertalingen die in verschillende tijdschriften, schoolboeken voor het onderwijs in het Engels en Duits en in bloemlezingen verschenen.176 Het gedicht onder de titel “Het gevecht bij Wengrow” dat ik ga analyseren, werd oorspronkelijk door de Franse dichter August Barbier geschreven en gedeeltelijk uit het Frans door Taco de Beer vertaald. De auteur beschrijft het gevecht bij Wegrów dat op 3 februari 1863 tijdens de Januariopstand plaatsvond.177 Voorafgaand aan het gedicht staat er informatie over het gevecht waarin de belangrijke rol van de edelen wordt beschreven. Ze werden helden genoemd vanwege hun moedige en eenzame gevecht: “Deze jonge helden zijn bijna allen op de plaats gebleven; maar het gros der insurgenten was gered.”178
Dit aan het gedicht
voorafgaande fragmentje komt uit de Canadese krant La Presse en verscheen op 13 januari 1863. Het gevecht bij Wegrów was één van de grootste slagen tijdens deze opstand. Het feit dat de slag in de buitenlandse pers werd beschreven, wijst erop dat het een echt belangrijke gebeurtenis was. 176
Branden, F.Jos. van den. en J.G. Frederiks, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891). http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01_01/bran038biog01_01_0234.php 177 Postek. Bitwa pod Węgrowem http://www.bitwapodwegrowem.pl/ 178 La Presse 13 januari 1863
54
Net zoals in het gedicht “De val van Warschau” worden ook hier positieve kenmerken toegeschreven aan de Poolse natie, die vooral met de vechtlust en solidariteit van het volk te maken hebben. De Poolse soldaten worden hier beschreven als trouw en bereid om dood te gaan als er een kans bestaat dat ze het gevecht kunnen winnen:
“Men zocht en vond den dood. De trouwe Pool wou eer Stout, trotsch en oversaagd zijn duizendentallen geven, Dan weer in bloei gekneld in vreemde streken sneven, Eer streven op hun grond dan in des dwinglands heer.”179
De auteur herdenkt in zijn gedicht Nederland ten tijde van Willem van Oranje. Hij verwijst naar de tijd waarin Spanje de macht had in Nederland en Willem van Oranje de leider van de opstand was. Toen heeft Nederland het belangrijkste gevecht gewonnen. De auteur heeft de hoop dat, net zoals Nederland toen, nu ook Polen zich zal bevrijden van de Russische overheersing: “O, scheurde een geest, als die van Willem van Oranje, Den Pool uit Ruslands klaauw als hij ons naam van Spaanje.”180
Het gedicht van Taco is vol van de hoop dat Polen uiteindelijk de onafhankelijkheid terug zou krijgen. Dankzij dit gedicht kreeg de Nederlandse lezer het beeld van Polen als een vechtlustige en dappere natie. De auteur vindt dat het Poolse volk het verdient om onafhankelijk te zijn, bovendien noemt hij de Polen het volk dat het minst verdient te lijden. De auteur hoopt dat de ‘dwingelanden’ straks niet meer de macht zullen hebben in het land. Het vers: “Verheven Polen! Graf vol leven en vol glorie,”181 kan als een compliment voor Polen voor zijn dapperheid en hoogmoedigheid beschouwd worden. De leus van het gevecht bij Wegrow, van de soldaten die aan de slag deelnamen, was: “De vrijheid of den dood.” Dat is een bewijs dat het vaderland en de vrijheid van de hele natie belangrijker waren dan het eigen leven. De auteur spreekt ook uit naam van zijn eigen land, dat het geweld en het kwaad
179
De Beer 1863: 167 Ibidem p. 168 181 Ibidem p. 166 180
55
veroordeelt. Die mening over de daden van Rusland, Pruisen en Oostenrijk kwam ook naar voren in het hierboven al geanalyseerde gedicht “De val van Warschau”. Het gevecht bij Wegrow eindigde met het succes van Polen, ondanks een zeer klein aantal soldaten.182 Het gevecht bij Wegrow, als één van de belangrijkste slagen van de Januariopstand, werd al snel het onderwerp van verschillende werken van auteurs uit binnen- en buitenland. Het motief van deze slag is onder andere te vinden bij de Poolse dichter Cyprian Kamil Norwid. Een paar jaar later, in 1904 schrijft ook Maria Konopnicka over dit onderwerp.
4.3. Vanuit Moskou naar Warschau- “Scheetsteekeningen op reis” van Simon Vissering
Behalve gedichten verschenen in de Nederlandse pers ook artikelen die als een onderdeel van de beeldvorming over Polen beschouwd kunnen worden. In het tijdschrift De Gids in de jaargang 36 uit 1872 werd het artikel “Schetsteekeningen op reis” gepubliceerd dat een soort reisverslag is. Dit stuk heeft Simon Vissering geschreven, met de bedoeling verschillende steden te beschrijven en met elkaar te vergelijken. Simon Vissering was een Nederlandse jurist,
journalist,
econoom
en
politicus.
Bovendien
werkte
hij
als
hoogleraar
staatshuishoudkunde in Leiden en was hij liberaal minister van financiën in het kabinet-Van Lynden van Sandenburg. Hij werkte onder andere voor Algemeen Handelsblad en sinds 1846 was hij medewerker en redacteur van De Gids.183 Uit het artikel dat in De Gids verscheen, kan men concluderen dat Simon Vissering veel en door verschillende landen en steden reisde. Eerst ging hij naar Berlijn, vervolgens naar Koningsberg en St. Petersburg en uiteindelijk naar Moskou. Vanuit Moskou heeft hij als bestemming Warschau gekozen. In mijn analyse ga ik me alleen op deze reis concentreren. De reis zelf heeft geen goede indruk op de reizigers gemaakt. Dat had te maken met de toestand van de trein die naar Warschau ging. De trein was vuil en er was overal ongedierte. Dit was voor de reizigers echter geen reden om van de reis naar Polen af te zien. Onderweg, in de trein uit het raam kijkend, merkt Simon Vissering, samen met zijn reisgenoten, veranderingen in het landschap op: “Het landschap wordt hoe langer hoe fraaier.”184 De auteur vergelijkt Warschau met Russische hoofdsteden. Op het eerste gezicht ziet hij veel 182
Postek. Bitwa pod Węgrowem http://www.bitwapodwegrowem.pl/ Frederiks, J.G. en F. Jos. van den Branden Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde. L.J. Veen, Amsterdam 1888-1891 http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01_01/bran038biog01_01_4319.php 184 Vissering 1872: 461 183
56
overeenkomsten, maar daarna worden voor hem de verschillen meer zichtbaar. De auteur beschrijft in zijn artikel verschillende eigenschappen van Warschau die volgens hem het meest karakteristiek en zichtbaar zijn. Hij beschrijft de omgeving waarin hij zich bevond als stil en treurig: “Maar- lag het aan onze verbeelding of was het werkelijk zoo?- er scheen ons een waas van stilheid en treurigheid over de stad te liggen.”185 Het verblijf in Polen van de auteur van dit artikel en zijn medereizigers beperkte zich tot een paar dagen en daarom was hij niet in staat te zeggen of Polen veel bezienswaardigheden had of niet. Maar er waren enkele dingen die op de reizigers grote indruk hebben gemaakt. Als indrukwekkende gebouwen noemt hij de rooms-katholieke kathedraal in gotische stijl met monumenten ter nagedachtenis aan de ‘grote mensen’ uit de Poolse geschiedenis of gebouwen die qua bouwstijl aan de oude dagen van glorie van het land doen denken.186 Op die manier verwijst de auteur naar het rijke verleden van de Poolse natie, in tegenstelling tot de 19e-eeuwse situatie, als Polen van de Europese kaart is verdwenen en het de natie zonder het land is geworden. Simon Vissering herinnert zich een feest van de schouwburg waarvan hij en zijn reisgenoten getuige waren. Deze viering heeft echter een negatieve indruk op hem gemaakt: “De feesttooi van den schouwburg liet ons koud- het samengeflanst ballet, dat de geheele voorstelling uitmaakte, was trouwens allervervelendst- en toen bij het einde de nationale hymne, de russische wel te verstaan, op het toneel gezongen en negenmaal geapplaudisseerd werd, klonk ons dat hier als een pijnlijke wanklank in het oor.”187 De Poolse samenleving werd gedwongen om de Russische hymne te zingen, wat het gevoel versterkte dat Polen de natie zonder het land en zonder eigen hymne was, en moest dienen aan vreemden. Dankzij deze beschrijving van Simon Vissering kreeg de lezer van De Gids het beeld van het Poolse volk als gastvrij maar triest en koud, net zoals de stad was. Als bewijs voor de sterke band met de geschiedenis van het land staan in Warschau nog steeds historische gebouwen die herinnerden aan de tijden waarin Polen nog vrij en machtig was. Het feit dat Polen de natie zonder het land is wordt echter ook zichtbaar, bijvoorbeeld tijdens het feest van de schouwburg waar mensen de Russische nationale hymne moesten zingen.
185
Vissering 1872: 462 Ibidem p. 463 187 Ibidem p. 462 186
57
4.4. Land in rouw- “Het zwarte kleed” van Konstanty Gaszynski In De Gids in de jaargang 10 uit 1846 verscheen een vertaling van het Poolse gedicht “Het Zwarte Kleed”. Ik heb zowel de Poolse als Nederlandse versie gelezen. Het gedicht werd in het Pools door Konstanty Gaszynski geschreven toen hij in 1832 in Parijs verbleef, in de tijd van de zogenaamde ‘Grote Emigratie’. De dichter zelf had deelgenomen aan de Novemberopstand. Hij emigreerde eerst naar België en daarna naar Frankrijk. In Frankrijk werkte hij voor twee tijdschriften: Gazette du Midi en Memorial d’ Aix, waar hij de functie van hoofdredacteur vervulde.188 Het gedicht werd toegankelijk voor de Nederlandse lezer dankzij Samuel Johannes van den Bergh, die de vertaling heeft gedaan. Van den Bergh was bekend als Haagse drogist en letterkundige die was in 1848 lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
189
Hoewel “Het Zwarte Kleed” meer als een auto-image van Polen beschouwd kan worden, kan het gedicht wel invloed hebben gehad op de manier waarop het land gezien werd. Daarom neem ik dit gedicht ook mee in mijn analyse van de teksten die de beeldvorming over Polen betreffen. Bovendien verscheen het gedicht in een belangrijke cultureel-literair Nederlands tijdschrift en werd het vertaald. Daarom durf ik te beweren dat het gedicht de mening van Nederlanders over Polen kon beїnvloeden. Konstanty Gaszynski verwijst in zijn gedicht naar het beroemde gevecht om Olszyna Grochowska. Dat gevecht vond plaats op 25 februari 1831 en wordt beschouwd als één van de belangrijkste slagen tijdens de Novemberopstand.190 Men beschouwt de strijd als onopgelost omdat beide partijen, Polen en Rusland, gedwongen waren om zich terug te trekken. Uiteindelijk is de bestorming van Warschau door het Russische leger onmogelijk geworden.191 Het zwarte kleed dat al in de titel van het gedicht genoemd wordt, symboliseert de rouw na de verloren Novemberopstand. De ik-verteller van het gedicht is waarschijnlijk een jonge vrouw die de verloren slag met de dood van het hele land vergelijkt:
188
Kalendarz Historyczny. http://www.chronologia.pl/biogram-gako18090310m0.html Koninklijke Bibliotheek Nationale Bibliotheek van Nederland. http://www.kb.nl/bladerboeken/albumamicorum-samuel-johannes-van-den-bergh/introductie 190 Koneczny 1999: 273 191 Ibidem p. 273 189
58
“Maar sints Grochowaas dreven Polens aadlaar vluchtloos streed, Zijn mij tranen slechts gebleven, Voegt mij enkel ’t zwarte kleed.”192
De rouw en het dragen van het zwarte kleed is niet alleen door de nederlaag veroorzaakt, maar ook door de dood van de soldaten die daar gevochten hebben. Veel soldaten zijn in het gevecht gestorven en hun familie en naasten zijn hen verloren. De ik-verteller geeft aan dat haar rouw met de dood van haar minnaar verbonden is. De jonge vrouw beweert dat het zwarte kleed de enige kleding is die voor haar in zo’n situatie adequaat is. Vanwege de nederlaag van Polen, de reden van haar rouw, kan zij niet blij of vrolijk zijn. In haar vaderland heersen de ‘dwingelanden’ en Polen lijdt pijn: “Maar sinds ons ’t Verraad verkocht heeft, Polen wegkwijnt in zijn leed, En de woede ons land bezocht heeft, Voegt mij enkel ’t zwarte kleed.”193
Door het gedicht kreeg de Nederlandse lezer het beeld van Polen als een land dat in rouw is. De behoeften van het land zijn het belangrijkst en zaken die het vaderland betreffen, domineren het privéleven van de samenleving. De rouw komt niet alleen door het verlies van de naasten die tijdens het gevecht zijn doodgegaan, maar ook doordat de Novemberopstand een verloren opstand was. Dat was de volgende, mislukte poging om de vrijheid terug te krijgen. Het Poolse volk kon niet gewoon verder leven alsof er niets was gebeurd. Het beetje hoop op onafhankelijkheid dat Polen nog had, is door de nederlaag weggenomen. De gebeurtenissen uit de Novemberopstand vormden een heel belangrijke bron van inspiratie, ook voor andere wereldberoemde Poolse schrijvers. Adam Mickiewicz bijvoorbeeld, verwijst naar de opstand in zijn drama Dziady. Ook bij Juliusz Slowacki in zijn drama Kordian. De verwijzing naar het gevecht om Olszyna Grochowska is ook te vinden bij de Poolse dichter en schrijver Stanisław Wyspianski in zijn drama Warszawianka uit 1898. De werken over de Novemberopstand van deze Poolse schrijvers komen echter niet meer terug in De Gids. 192 193
Gaszyński 1846: 222 Ibidem p. 222
59
4.5. Het land met een droevig lot- “Het leven van Poolschen banneling”
Uit de analyse van de hierboven benoemde teksten kan men concluderen dat er in de beeldvorming over Polen veel overeenkomsten zijn, die in alle geanalyseerde teksten worden gerepresenteerd. De kenmerken die in de gedichten en teksten steeds terugkeren, vormen het beeld van Polen als triest land met een droevig lot. Veel auteurs delen de mening dat Polen het slachtoffer is van machtigere landen, die al lang geleden een verzwakking van Polen hadden gepland. De mening van de auteurs van de teksten komt echter ook overeen als ze over de dapperheid en vechtlust van het Poolse volk schrijven. Deze opmerkingen zijn verbonden met de bewondering voor Polen, dat nog steeds verschillende pogingen deed om de onafhankelijkheid terug te krijgen. Hieruit blijkt de hoop op een betere toekomst, die de samenleving, ondanks alle verloren gevechten, nog steeds had. Op deze manier zijn er in de teksten over Polen zowel woorden van medelijden als van bewondering te vinden. In de teksten wordt ook verwezen naar historische feiten, waarmee kritiek op bepaalde sociale klassen wordt geleverd en de innerlijke zwakheid van het land wordt getoond. Ondanks deze kritiek kon de Nederlander de Poolse samenleving beschouwen als een maatschappij waarvoor de behoeften van het land echt van belang waren. “Polen is niet vergaan, zolang wij nog leven!”194 Deze woorden kan men in het andere artikel uit het tijdschrift Vaderlandsche Letteroefeningen lezen. Het artikel werd in 1863 gepubliceerd en beschrijft “Het leven van Poolschen banneling”. Zoals ik hierboven al noemde, waren veel artikelen die in Vaderlandsche Letteroefeningen verschenen anoniem. Dat geldt ook voor dit artikel, dat door niemand werd ondertekend. De auteur concentreert zich op de geschiedenis van Polen. Hij beschrijft verschillende historische feiten over Polen vanaf de achttiende eeuw en hij beschrijft de geschiedenis van de Poolse Deling. In zijn artikel noemt hij datums, plekken van gevechten en namen van Poolse officieren. Naast de geschiedenis van Polen wordt er ook het inmiddels bekende beeld van het land gegeven. De auteur van de artikel schrijft verschillende eigenschappen aan de Poolse samenleving toe die zich onder de heerschappij van de ‘dwingelanden’ bevond. Het is moeilijk om te bepalen of in deze beschrijving van het Poolse volk negatieve of positieve kenmerken domineren. Er is zeker veel sprake van triestheid, vechtlust en dapperheid van Polen. Deze kenmerken
194
1863: 108
60
beschouwt de auteur als typisch voor het volk. Volgens hem is het ook heel zichtbaar dat de samenleving elke dag op de vrijheid wacht en hoop heeft op een beter morgen: “[...] hartstogt en weemoedige droefheid, zijn immer op hun gelaat te lezen. Wie heeft niet eenige van die wakkere bannelingen gekend, altijd als soldaten onder de wapenen staande, altijd even als zij op het sein van den aanval wachtende, altijd werkende, altijd opgewonden, altijd teleurgesteld;- in al de verschillende wisselingen en beroeringen op het wereldtooneel, de mogelijkheid ziende, om een verloren vaderland te hervinden, terwijl ze in het minste geridsel een stem meenen te hooren: Morgen zal er misschien redding opdagen!”195
Een soortgelijke indruk kreeg ook Simon Vissering tijdens zijn reis naar Warschau. Hij beschreef ook de triestheid van het Poolse volk, die volgens hem ook zichtbaar was in de steden. Dankzij de duidelijke overeenkomsten van de eigenschappen die door de auteurs van verschillende teksten aan Polen werden toegeschreven, krijgen wij een duidelijk en homogeen beeld van het negentiende-eeuwse Polen in Nederland. Zelfs het auto-image van het land dat Konstanty Gaszynski maakte, wijkt niet af van de rest van de hierboven geanalyseerde teksten. Polen, dat in de negentiende eeuw theoretisch de natie zonder het land was, had een sterke nationalistisch gevoel. Hoewel het land als slachtoffer beschouwd werd, werden de Polen ook bewonderd voor hun heroïsche gevechten en vechtlust.
4.6. Conclusies
Aan de hand van de analyse van de gedichten en artikelen kan men vermoeden dat de beeldvorming over Polen in Nederland wel met historische feiten verbonden was. De Poolse Deling duurde van 1735 tot 1918. Gedurende die tijd vonden verschillende gevechten plaats om de onafhankelijkheid terug te krijgen. In Nederland werd dit gezien als vechtlust, solidariteit en de Polen werden bewonderd om deze pogingen. Deze kenmerken werden aan de Poolse natie als karakteristiek toegeschreven. De aanval op Polen was al lang geleden gepland door de ‘dwingelanden’ Rusland, Oostenrijk en Pruisen. Als gevolg van deze plannen verdween Polen van de Europese kaart. De Poolse natie kreeg het label ‘slachtoffer’ en dat creëerde een beeld van het land als zwak en onderdrukt. Aan de hand van het gedicht van
195
1863: 107-108
61
Konstanty Gaszynski kan men concluderen dat Polen ook zo’n beeld van zichzelf creëerde. Dat kan ook invloed hebben gehad op hoe andere naties Polen beschouwden. Simon Vissering creëerde een grijs beeld van Warschau, toen hij daar tijdens zijn reis was en zijn eigen indruk in zijn artikel beschreef. Maar het beeld kwam overeen met de voorstelling van Polen die de Nederlandse samenleving in de negentiende eeuw had, dankzij de beeldvorming in zowel Poolse als Nederlandse teksten die in belangrijke culturele tijdschriften verschenen.
62
Conclusies
In mijn scriptie heb ik me geconcentreerd op de beeldvorming over Polen in Nederland in bepaalde tijdperioden. Ik hoop dat het me gelukt is om een overzicht van het imago van de Poolse natie voor te stellen en tonen hoe is dat in de loop van de tijd ontwikkeld. In mijn onderzoek heb ik teksten geanalyseerd die het huidige beeld van Polen presenteren, het beeld in de twintigste en in de negentiende eeuw. Uit de analyse kan men enkele eigenschappen uittrekken die in alle deze drie perioden als karakteristeik voor Polen werden beschouwd. Aan de hand van het materiaal dat ik bestudeerd heb, heb ik ook het beeld van Nederland zelf gekregen. In de teksten van nu en vroeger werd er duidelijke verschil gemaakt tussen het Westen en het Oosten van Europa. Polen werd aanzienlijk tot het minder ontwikkelde, oostelijke deel van het continent gerekend. Daarom werden er aan het land al lang geleden enkele eigenschappen toegeschreven en als een label geplakt. De huidige literaire werken presenteren Polen als achterlijk en arm land. Hoe verder in de oosterse richting hoe stechter de omstandigheden er zijn. Het is vooral geldig voor het Poolse dorp dat in vergelijking met het Nederlandse platteland een andere wereld lijkt te zijn. De verschillen tussen Oost en WestEuropa, en alle opvattingen die erbij horen, waren niet onbekend in de twintigste eeuw. Dit onderwerp was in die tijd ook van belang. Deze tweedeling van Europa werd nog versterkt door de aanwezigheid van het IJzeren Gordijn dat het continent verdeelde. Voor de meeste samenlevingen was Polen toen een onbekend land en het enige beeld dat mensen uit het Westen over het land konden hebben, werd door de media gecreëerd. Het gebrek aan levensmiddelen in de winkels tijdens het communisme en de hulpacties voor Polen die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland werden georganiseerd hebben nog steeds inpact op het beschouwen van Polen. De overtuiging dat het land ontzettend arm en niet genoeg ontwikkeld is, is op een manier tot de dag van vandaag nog steeds geldig en heeft steun in literaire beelden gevonden. Literaire teksten hebben zo’n beeld van het land gecreëerd en verspreid. De analyse van de door mij bestudeerde teksten toont dat Polen door de Nederlanders als extreem katholiek werd beschouwd. Het verband van de Poolse natie met de religie is goed genoeg zichtbaar in de mentaliteit van de samenleving en zelfs in het landschap van het land. In de loop van de tijd is ‘katholiek zijn’ één van de eigenschappen geworden. Behalve katholicisme er zijn ook andere vaste kenmerken van het land die in de teksten uit alle drie tijdperioden aan bod komen. Polen is in de ogen van Nederlanders grijs en triest land. Polen werd voorgesteld als het volk dat voortdurend klagt en ontevreden is met zijn situatie. De 63
oorlogse en de naoorlogse beeld van Polen kan geen andere imago van het land vormen dan treurig en grijs. Zelfs de teksten uit de negentiende eeuw zijn vol van medelijden voor de droevige situatie van het land. Er spreekt men zelfs over de rouw van de hele natie vanwege de verlorene pogingen van Polen om de vrijheid terug te krijgen. In de loop van de tijd heeft een Pool een opinie gekregen dat hij een eeuwige zwerver is. Tegenwoordig zijn de Poolse migranten als gelukzoekers beschouwd. Ze zwerven op zoek naar hun eigen plek in de wereld en het betere leven. Een soortgelijk beeld van de natie heerste al in de twintigste eeuw toen veel Polen naar het Westen vluchtte om het leven onder de communistische overheid te vermijden. Geanalyseerde door mij teksten presenteren Amerika als belangrijk deel van het Westen dat in tegenstelling tot Rusland en andere communistische landen staat. Voor veel mensen is deze westerse wereld alleen een droom die voor hen onbereikbaar is. In de negentiende eeuw, toen Polen natie zonder het land werd benoemd, was een Pool op een manier ‘dakloos’. Zijn land verdween van de Europees kaart en de Polen moesten leren samen met de vijand te leven. Echter kan men niet zeggen dat Polen alleen in slechte licht werd gesteld. Er is een aantal eigenschappen die heel gewaardeerd werden en aan de Poolse natie als karakteristieke werden toegeschrijven.Vechtlust, dapperheid en patriotisme werden door de eeuwen heen als Poolse ‘nationale kenmerken’ beschouwd. In enkele teksten werd er gesuggereerd dat Polen en Nederland veel gezamenlijks hebben. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn deze twee landen lotgenoten geworden en streefden naar vrijheid. De situatie van Polen in de negentiende eeuw werd met Nederland ten tijde van Willem van Oranje vergeleken en de tijd waarin Spanje de macht had in het land. Al met al kan men vaststellen dat de geschiedenis van Polen een invloed op de beeldvorming over het land had. Enkele kenmerken plakten aan de Poolse natie en functioneren in de literaire representaties door de eeuwen heen. Er zijn ook andere factoren die het beeld van Polen in Nederland bepalen, namelijk de autoimages. Naast deze component zijn ook van belang stereotypen over Polen die overal hersen. In de eerste hoofdstuk door mij benoemde stereotypen, zoals extreme katholicisme, gebrek aan kennis van vreemde talen of zeurderigheid van de samenleving, werden vaak in de literaire teksten gesteund. Of het beeld van Polen in de ogen van de Nederlandse samenleving in de loop van de tijd veranderd is? Volgens mij niet echt. Beelden die in menselijke hoofden lang geleden geworteld werden, functioneren nog steeds onder de samenleving en werden door de literaire werken of artikelen gesteund en verspreid. Ik zou zeggen dat de beelden uitgebreid werden en ingevuld met nieuwe componenten. 64
Bibliografie
Literatuur:
Allerts, Jack. Wodka, tranem en kogels. Antwerpen: Manteau, 2012 Anstadt, Milo. Polen, land, volk, cultuur. Baarn: Het Wereldvenster, 1964 Anstadt, Milo. “Tien jaar Polen.” De Gids. jrg.129, (1966): p. 109- 116. De Beer, Taco Hajo. “Het gevecht bij Wengrow.” Vaderlandsche Letteroefeningen. jrg.1864, (1864): p.166-168. Beller, Manfred. “East/ West.” in: Beller, Manfred, Joep Leerssen (eds). Imagology. The cultural Construction and literary representation of national characters. A critical survey. Amsterdam: Rodopi, 2007. p. 315- 318. Beller, Manfred. “Perception, image, imagology.” in: Beller, Manfred, Joep Leerssen (eds). Imagology. The cultural Construction and literary representation of national characters. A critical survey. Amsterdam: Rodopi, 2007. p. 3- 14. Beller, Manfred. “Stereotype” in: Beller, Manfred, Joep Leerssen (eds). Imagology. The cultural Construction and literary representation of national characters. A critical survey. Amsterdam: Rodopi, 2007. p. 429- 433. Gaszyński, Konstanty. “Czarna Sukienka”. [Het Zwarte Kleed]. Vert. Samuel Johannes van den Bergh. De Gids. jrg.10, (1846): p. 222. Gerrits, André, Joep Leerssen. “Poles.” in: Beller, Manfred, Joep Leerssen (eds). Imagology. The cultural Construction and literary representation of national characters. A critical survey. Amsterdam: Rodopi, 2007. p. 216- 218. Grunberg, Arnon. Onze paus. New York: Norman Bates, 2010 Heuckelom, Kris van. “Borat is een Pool Euro-oriëntalisme in de Vlaamse media.” Streven: cultureel maatschappelijk maandblad. nr.76 (2009): p.131-139. Heuckelom, Kris van. “Zij kwamen uit het Oosten Europa na de val van de Muur.” De Leeswolf. nr.9 (2009): p.686-688. Koneczny, Feliks. Dzieje Polski. [Geschiedenis van Polen]. Lublin: Wydawnictwo Instytut Edukacji Narodowej, 1999. Leerssen, Joep. “Imagology: History and method.” in: Beller, Manfred, Joep Leerssen (eds). Imagology. The cultural Construction and literary representation of national characters. A critical survey. Amsterdam: Rodopi, 2007. p. 17- 30.
65
Mabé, Pieter (Jr.). “De val van Warschau.” Vaderlandsche Letteroefeningen. jrg.1831, (1831): p. 743- 745. MacKenzie, John. Orientalism History, theory and the arts. Manchester University Press, 1995 Maxwell, Aleksander. “Bridges and Bulwarks: a Historiographic Overview of East-West Discourses.” in: Maxwell, Aleksander. The East-West Discourse Symbolic Geography and its Consequences. Bern: Pieter Lang, 2011. p. 1- 33. Mączka, Iwona. „Wat mij betreft hadden ze die Muur mogen laten staan. Polen in de pers.” in: Willems, Wim, Hanneke Verbeek. Honderd jaar heimwee. De geschiedenis van Polen in Nederland. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2012. p. 187-208. Miedema, Christie. “Iedereen heeft het eigenlijk altijd over links tegen rechts. Solidarność in Nederland.” in: Willems, Wim, Hanneke Verbeek. Honderd jaar heimwee. De geschiedenis van Polen in Nederland. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2012. p. 163- 185. Nijhoff, Antoinette Hendrika. “Onze vrienden de Polen.” De Gids. jrg.109, (1946): p. 49- 58. Said, Edward. Oriemnatism. London: Routledge &Kegan Paul, 1978 Samsonowicz, Henryk. Historia Polski do roku 1795. [De geschiedenis van Polen tot het jaar 1795]. Warszawa: Wydawnictwo Szkolne i Pedagogiczne, 1976 Thum, Bernd. “Orientalism.” in: Beller, Manfred, Joep Leerssen (eds). Imagology. The cultural Construction and literary representation of national characters. A critical survey. Amsterdam: Rodopi, 2007. p. 389- 393. Vekemans, Lot. Een bruidsjurk uit Warschau. Amsterdam: Cossee, 2012 Verbeek, Hanneke. “Door huwelijksbanden aan Breda gebonden. Poolse bevrijders in dienst van het vaderland.” in: Willems, Wim, Hanneke Verbeek. Honderd jaar heimwee. De geschiedenis van Polen in Nederland. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2012. p. 105- 135. Vissering, Simon. “Schetsteekeningen op reis.” De Gids. jrg.36, (1872): p. 459-464. Vries, Jan de. “Het Poolsche vraagstuk.” Onze Eeuw. jrg.18, (1918): p. 14- 38. Willems, Wim. “Geef Polen een gezicht. Inleiding.” in: Willems, Wim, Hanneke Verbeek. Honderd jaar heimwee. De geschiedenis van Polen in Nederland. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2012. p. 11- 20. Wintle, Michael. Imagining Europe Europe and European Civilisation as Seen from ite Margins and by the Rest of the World, in the Nineteenth and Twentieth Centuries. Brussels: P.I.E. Pieter Lang, 2008 Zamoyski, Adam. Poland a History. New York: Hippocrene Books, 2012
66
Zielonka, Jan. “De Europese politiek van Nederland: een Poolse visie.” De Gids. jrg.150, (1987): p. 159- 164. “Het leven van een Poolschen banneling.” Vaderlandsche Letteroefeningen. jrg.1863, (1863): p.107-134.
Internet:
Bork, G.J. van. Schrijvers en dichters (dbnl biografiënproject I ). maart 2005. http://www.dbnl.org/tekst/bork001schr01_01/bork001schr01_01_0405.php Branden, F. Jos. van den. en J.G. Frederiks, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891). http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01_01/bran038biog01_01_0234.php Dijk, Suzan van. Women Writers. 15 semtember 2006. http://www.womenwriters.nl/index.php/Vaderlandsche_Letteroefeningen_%2817611876%29 Frederiks, J.G. en F. Jos. van den Branden Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde. L.J. Veen, Amsterdam 1888-1891 http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01_01/bran038biog01_01_4319.php Hoeven, H. van de. Biografisch Woordenboek van Nederland. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/vriesjpml Hoeven, H. van der. Historici.nl. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/vriesjpml Kaplan, Hannah. Future of European Foreign Policy Seminar. 11 september 2007 http://www.jhubc.it/future_of_european_foreign_policy/bioZielonka.pdf Krings, Wim. Boeken bijlage.nl. 27 augustus 2012. http://www.boekenbijlage.nl/een-goedvertelde-sterke-roman-geschikt-voor-een-groot-publiek/ Laan, K. ter. Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952). http://www.dbnl.org/tekst/laan005lett01_01/laan005lett01_01_5391.php Postek, Roman. Bitwa pod Węgrowem. http://www.bitwapodwegrowem.pl/ Pruis, Maria. Biografisch Woordenboek van Nederland. 10 februari 2012. http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn5/wind Sawicka, Elżbieta. december 2010. The Swedish Lens: Poland Through Foreign Eyes. http://www.culture.pl/web/english/resources-visual-arts-full-page//eo_event_asset_publisher/eAN5/content/the-swedish-lens:-poland-through-foreign-eyes 67
Soeters, Sion. Nederland in de Tweede Wereldoorlog. http://www.tweedewereldoorlog.org/bevrijdingvanbreda.html Vekemans, Lot. http://www.lotvekemans.nl/biografie.htm Weststeijn, Willem G. bol. com. http://www.bol.com/nl/p/wodka-kogels-entranen/1001004011823919/ Wysocka, Sylwia. Dzieje.pl portal historyczny. 17 oktober 2012. http://dzieje.pl/aktualnosci/34-rocznica-wyboru-kardynala-karola-wojtyly-napapieza#page_top
Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). 11 juni 2012. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3589-wm.htm Digitalne bibliotheek voor de Nederlandse letteren (dbnl). http://www.dbnl.org/buitengaats/land.php?l=polen01 Kalendarz Historyczny. http://www.chronologia.pl/biogram-gako18090310m0.html Koninklijke Bibliotheek, Nationale Bibliotheek van Nederland. 22 januari 2010. http://www.kb.nl/dossiers/tijdschriften-en-kranten/vaderlandsche-letteroefeningen Koninklijke Bibliotheek, Nationale Bibliotheek van Nederland. http://www.kb.nl/bladerboeken/album-amicorum-samuel-johannes-van-den-bergh/introductie LeesCadeau. http://www.mijnleescadeau.nl/boeken/w/wodka-tranen-en-kogels-jackallerts.php Literair Tijdschrift- De Gids.
http://www.de-gids.nl/pagina/geschiedenis
Literatuurgeschiedenis.nl. http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20026.html StayPoland Sp. z o.o. , Stereotypes and Prejudices. http://www.staypoland.com/polandstereotypes.htm The Internet Movie Database (IMDb) http://www.imdb.com/title/tt0043918/ Uitgeverij Contact. http://www.uitgeverijcontact.nl/a-121-milo_anstadt.html Uitgeverij Cossee. http://www.uitgeverijcossee.nl/auteur/Lot-Vekemans-A129.php Webportaal van de Poolse Gemeenschap in Nederland. 27 oktober 2011. http://polonia.nl/?p=6478 WIEM, darmowa encyklopedia. http://portalwiedzy.onet.pl/125517,,,,ochrona_mniejszosci_narodowych,haslo.html Wolna strefa. http://www.serwistanca.republika.pl/janpaweldrugi/05.htm
68