Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (Ma) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (Ma) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur - 2011-2012

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur - 2011-2012

I

De masteropleiding Griekse en Latijnse taal en cultuur aan de Vrije Universiteit kenmerkt zich net als de andere opleidingen van de Letterenfaculteit door kleinschaligheid en een persoonlijke aanpak. We besteden aandacht aan zowel de Letterkunde als de Taalkunde en maken hierbij regelmatig gebruik van ICT. Kenmerkend voor de VU is verder dat je bij ons de kans krijgt om je te verdiepen in de vakken: Oudchristelijk Grieks en Latijn, Oude Geschiedenis, Archeologie en Filosofie. De bibliotheek heeft een studiezaal waar je alle teksten, woordenboeken en naslagwerken in een open opstelling kunt raadplegen en een magazijn waar een grote collectie direct opvraagbaar is. De stafleden maken deel uit van de interuniversitaire onderzoeksschool OIKOS en het VU-onderzoeksinstituut Culture and Values. Het programma van de doorstroommaster kent twee trajecten, een letterkunde-richting en een taalkunde-richting. In beide zit een aantal verplichte elementen, daaronder ook een klein onderdeel uit de cultuurhistorische vakken, en een vrij invulbaar gedeelte van 12 ec (te vullen met elementen uit het regionale GLTC sectorplanaanbod). Daarnaast schrijf je een scriptie voor 18 stp. Zowel het letterkunde- als het taalkundetraject kwalificeert de student vakinhoudelijk voor de lesbevoegdheid op het gebied van Latijn, Grieks, en KCV; voor het behalen van die lesbevoegdheid moet uiteraard ook nog voldaan worden aan de (vak)didactische eisen van de Educatieve master. Overzicht van de opleiding (pdf) Klik hier voor meer informatie over en het aanbod van het sectorplan aan de VU.


II

Inhoudsopgave

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur, specialisatie Letterkunde Master Griekse en Latijnse taal en cultuur verplicht

1 1

Cultuur-historisch

1

Taalkunde Grieks of Latijn

1

Letterkunde Grieks

2

Letterkunde Latijn

2

Vrije ruimte

2

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod 2011-2012 van de Universiteit van Amsterdam (UvA)

3

Griekse en Latijnse Letterkunde specialisatie

4

Masterscriptie Griekse en Latijnse taal en cultuur

4

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur, specialisatie Taalkunde Master Griekse en Latijnse taal en cultuur verplicht

4 5

Cultuur-historisch

5

Taalkunde Grieks of Latijn

5

Letterkunde Grieks

6

Letterkunde Latijn

6

Vrije ruimte

6

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod 2011-2012 van de Universiteit van Amsterdam (UvA)

7

Griekse en Latijnse Taalkunde specialisatie

8

Masterscriptie Griekse en Latijnse taal en cultuur

8

Vak: Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd

8

Vak: Griekse letterkunde: Plato en de mythe

9

Vak: Griekse taalkunde: Griekse partikels

10

Vak: Homerisch Griekenland

11

Vak: Latijnse letterkunde: Lucretius De Rerum Natura

12

Vak: Latin Epigraphy I

13

Vak: Letterkunde Grieks en Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA)

15

Vak: Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA)

15

Vak: Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA)

15

Vak: Letterkunde Middeleeuws Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA)

16

Vak: Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA)

16

Vak: Ma-scriptie Grieks

16

Vak: Ma-scriptie Latijn

17

Vak: Ma-scriptie oudchristelijk Grieks en Latijn

18

Vak: Patristische literatuur

18

Vak: Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA)

20

Vak: Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA)

20

Vak: Tutorial editie- en commentaartechniek Grieks en Latijn

20

Vak: Tutorial Latijnse taalkunde: Negatie en discourse modes

21

Vak: Tutorial Latijnse taalkunde: Tekstlinguïstiek en tekstinterpretatie

22


III

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur, specialisatie Letterkunde Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur verplicht - Griekse en Latijnse Letterkunde specialisatie - Masterscriptie Griekse en Latijnse taal en cultuur

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur verplicht Opleidingsdelen: -

Cultuur-historisch Taalkunde Grieks of Latijn Letterkunde Grieks Letterkunde Latijn Vrije ruimte

Cultuur-historisch Kies 6 studiepunten uit het aanbod Cultuur-historische onderdelen. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd

Periode 5

6.0

L_GOMAALG002

Homerisch Griekenland

Periode 2

6.0

L_BMMAARC007

Latin Epigraphy I

Periode 4

6.0

L_BEMAOHD002

Patristische literatuur

Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003

Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA)

Periode 1+2+3

10.0

L_QAMAGLT001

Taalkunde Grieks of Latijn Kies 6 studiepunten uit het onderdelen aanbod taalkunde werkcolleges. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits


Code

6-3-2013 - Pagina 1 van 23

Griekse taalkunde: Griekse partikels

Periode 1+2+3

6.0

L_XGMAGLT007

Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA)

Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT007

Letterkunde Grieks Kies 6 studiepunten uit het onderdelen aanbod Griekse letterkunde. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Griekse letterkunde: Plato en de mythe

Periode 1+2

6.0

L_XGMAGLT006

Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA)

Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT004


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003

Letterkunde Latijn Kies 6 studiepunten uit het onderdelen aanbod Latijnse letterkunde. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Latijnse letterkunde: Periode 1+2+3 Lucretius De Rerum Natura

6.0

L_XLMAGLT006

Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA)

Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT005


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003

Vrije ruimte Kies 12 studiepunten uit het vakkenaanbod. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod 2011-2012 van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 2 van 23

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 5

6.0

L_GOMAALG002


Periode 1+2

6.0

L_XGMAGLT006


Periode 1+2+3

6.0

L_XGMAGLT007


Periode 2

6.0

L_BMMAARC007


6.0

L_XLMAGLT006

Latin Epigraphy I

Periode 4

6.0

L_BEMAOHD002


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003

Tutorial editie- en Periode 4+5+6 commentaartechniek Grieks en Latijn

6.0

L_XGMAGLT008

Tutorial Latijnse taalkunde: Periode 2+3 Negatie en discourse modes

6.0

L_XLMAGLT007

Tutorial Latijnse taalkunde: Tekstlinguïstiek en tekstinterpretatie

6.0

L_XLMAGLT008

Periode 4+5+6

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod 2011-2012 van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Ga naar de website http://studiegids.uva.nl voor vakinformatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Letterkunde Grieks en Periode 1+2+3 Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA)

10.0

L_QAMAGLT006


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT004


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT005

Letterkunde Middeleeuws Periode 1+2+3 Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA)

10.0

L_QAMAGLT003

Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA)

10.0

L_QAMAGLT008

Periode 4+5+6


6-3-2013 - Pagina 3 van 23


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT007


Periode 1+2+3

10.0

L_QAMAGLT001

Griekse en Latijnse Letterkunde specialisatie Kies 6 studiepunten Letterkunde. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in het verplichte deel kunnen niet meer gekozen worden in de specialisatie en omgekeerd. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1+2

6.0

L_XGMAGLT006


6.0

L_XLMAGLT006


10.0

L_QAMAGLT006


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT004


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT005


10.0

L_QAMAGLT003


6.0

L_XCMAGLT003

Periode 4+5

Masterscriptie Griekse en Latijnse taal en cultuur Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Ma-scriptie Grieks

Ac. Jaar (september)

18.0

L_XGMAGLTSCR

Ma-scriptie Latijn


18.0

L_XLMAGLTSCR

Ma-scriptie oudchristelijk Grieks en Latijn


18.0

L_XCMAGLTSCR

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur, specialisatie Taalkunde


6-3-2013 - Pagina 4 van 23

Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur verplicht - Griekse en Latijnse Taalkunde specialisatie - Masterscriptie Griekse en Latijnse taal en cultuur

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur verplicht Opleidingsdelen: -

Cultuur-historisch Taalkunde Grieks of Latijn Letterkunde Grieks Letterkunde Latijn Vrije ruimte

Cultuur-historisch Kies 6 studiepunten uit het aanbod Cultuur-historische onderdelen. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 5

6.0

L_GOMAALG002


Periode 2

6.0

L_BMMAARC007

Latin Epigraphy I

Periode 4

6.0

L_BEMAOHD002


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003


Periode 1+2+3

10.0

L_QAMAGLT001

Taalkunde Grieks of Latijn Kies 6 studiepunten uit het onderdelen aanbod taalkunde werkcolleges. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1+2+3

6.0

L_XGMAGLT007


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT007


6-3-2013 - Pagina 5 van 23

Letterkunde Grieks Kies 6 studiepunten uit het onderdelen aanbod Griekse letterkunde. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1+2

6.0

L_XGMAGLT006


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT004


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003

Letterkunde Latijn Kies 6 studiepunten uit het onderdelen aanbod Latijnse letterkunde. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


6.0

L_XLMAGLT006


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT005


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003

Vrije ruimte Kies 12 studiepunten uit het vakkenaanbod. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in de andere categorieën van het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in een categorie kunnen niet meer gekozen worden in een andere categorie of in de specialisatie. Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod 2011-2012 van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Vakken:

Naam

Periode

Credits


Code 6-3-2013 - Pagina 6 van 23


Periode 5

6.0

L_GOMAALG002


Periode 1+2

6.0

L_XGMAGLT006


Periode 1+2+3

6.0

L_XGMAGLT007


Periode 2

6.0

L_BMMAARC007


6.0

L_XLMAGLT006

Latin Epigraphy I

Periode 4

6.0

L_BEMAOHD002


Periode 4+5

6.0

L_XCMAGLT003


6.0

L_XGMAGLT008


6.0

L_XLMAGLT007


6.0

L_XLMAGLT008

Periode 4+5+6

Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod 2011-2012 van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Ga naar de website http://studiegids.uva.nl voor vakinformatie. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


10.0

L_QAMAGLT006


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT004


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT005


10.0

L_QAMAGLT003

Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA)

Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT008


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT007


Periode 1+2+3

10.0

L_QAMAGLT001


6-3-2013 - Pagina 7 van 23

Griekse en Latijnse Taalkunde specialisatie Kies 6 studiepunten Taalkunde. Houdt hierbij rekening met de gekozen vakken in het verplichte deel; eenmaal gekozen vakken in het verplichte deel kunnen niet meer gekozen worden in de specialisatie en omgekeerd. Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1+2+3

6.0

L_XGMAGLT007


Periode 4+5+6

10.0

L_QAMAGLT007


6.0

L_XGMAGLT008


6.0

L_XLMAGLT007


6.0

L_XLMAGLT008

Periode 4+5+6

Masterscriptie Griekse en Latijnse taal en cultuur Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Ma-scriptie Grieks


18.0

L_XGMAGLTSCR

Ma-scriptie Latijn


18.0

L_XLMAGLTSCR

Ma-scriptie oudchristelijk Grieks en Latijn


18.0

L_XCMAGLTSCR

Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd Vakcode

L_GOMAALG002 ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Letteren

Coördinator

dr. J.J. Flinterman

Docent(en)

dr. J.J. Flinterman

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Een kennismaking van enige diepgang met het Griekse intellectuele leven in de zogenaamde ‘lange tweede eeuw’, van de Flavische tot en met de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 8 van 23

Severische periode (70-235 n.Chr.), en met de problemen die zich voordoen bij de karakterisering van het intellectuele en culturele leven van een periode. Inhoud vak Bespreking van leven en werk van een tiental prominente intellectuelen uit de genoemde periode, die niet alleen een bepaalde intellectuele discipline vertegenwoordigen, maar ook een bepaalde visie op de maatschappelijke rol van de pepaideumenos, de cultureel en intellectueel onderlegde man. Aan de orde kunnen onder andere de volgende figuren komen: Plutarchus (gentleman-filosoof en biograaf), Dio van Prusa (redenaar en locaal politicus), Arrianus van Nicomedia (geschiedschrijver, filosofisch publicist en provinciebestuurder), Polemo van Laodicea (sofist en physiognomist), Herodes Atticus (sofist, miljardair, weldoener, bouwheer), Aristides (redenaar en mysticus), Lucianus (satiricus), Galenus (society-arts) en Philostratus (sofist en bellettrist). Onderwijsvorm Responsiecollege. Toetsvorm Mondeling tentamen Literatuur Wordt nader opgegeven. Doelgroep Masterstudenten Geschiedenis, GLTC en Oudheidkunde. Overige informatie Tuition in English is possible, provided one applies at least six weeks before the start of the course and provided one sends an e-mail to Dr Flinterman stipulating that one wants to follow the course in English.

Griekse letterkunde: Plato en de mythe Vakcode

L_XGMAGLT006 ()

Periode

Periode 1+2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. G.J. Boter

Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Inzicht verwerven in de rol die de mythe in Plato's denken en schrijven speelt. Inhoud vak In Plato's werken komen regelmatig mythen voor. In sommige gevallen verwijst Plato naar een reeds uit andere bronnen bekende mythe en maakt hij daar gebruik van voor zijn eigen doeleinden; een voorbeeld hiervan is de mythe van Prometheus en Epimetheus in de Protagoras. In vele


6-3-2013 - Pagina 9 van 23

gevallen laat Plato zijn personages echter mythen vertellen die we niet uit eerdere bronnen kennen; het is aannemelijk dat Plato dergelijke mythen zelf bedacht heeft. Een voorbeeld van zo'n mythe is de beschrijving van de ziel als een span met twee paarden in de Phaedrus. Plato is filosoof en schrijver: de rol van de mythe in Plato's werk moet daarom op filosofisch en literair niveau benaderd worden. Wat betreft het eerste punt komt de vraag aan de orde in hoeverre bij Plato de rede autonoom en almachtig is; op het tweede valk wordt onder andere aandacht besteed aan stijl, compositie en verteltechniek. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Tentamen (voor zes punten); eventueel uit te breiden met werkstuk of tutorial (voor zes punten). Literatuur Wordt nader opgegeven Vereiste voorkennis Bachelor GLTC. Doelgroep Masterstudenten GLTC.

Griekse taalkunde: Griekse partikels Vakcode

L_XGMAGLT007 ()

Periode

Periode 1+2+3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. R.J. Allan

Docent(en)

dr. R.J. Allan

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Inzicht in de functie van discourse partikels in Griekse teksten. Kennis van moderne taalkundige benaderingen van partikels. Inhoud vak Zoals bekend beschikt het Grieks over een hele reeks partikels. Een goed begrip van de betekenis van die partikels is waardevol omdat partikels een belangrijke bijdrage leveren aan de organisatie van de tekst en informatie geven de houding van de verteller of spreker tegenover dat wat hij/zij zegt en tegenover de geadresseerde. Kennis van de partikels verrijkt dus de interpretatie van de Griekse teksten. In dit college wordt kennis gemaakt met moderne taalkundige benaderingen van de Griekse partikels aan de hand van secundaire literatuur. De theoretische kennis wordt vervolgens toegepast op een aantal auteurs (bv. Homerus, tragedie, historiografie, Plato). Onderwijsvorm


6-3-2013 - Pagina 10 van 23

Werkcollege Toetsvorm Presentatie van zelfstandig onderzoek, afsluitend tentamen of werkstuk. Literatuur Nader op te geven. Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; bachelor Oudheidkunde met major Grieks. Doelgroep Master studenten Griekse en Latijnse Taal en Cultuur; master studenten Oudheidkunde met Grieks; MPhil-studenten Oudheidstudies.

Homerisch Griekenland Vakcode

L_BMMAARC007 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. J.P. Crielaard

Docent(en)

dr. J.P. Crielaard

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Uitbreiding van kennis van het vroege Griekenland; verkrijgen van inzicht in de onderlinge verbanden tussen tekstuele en archeologische informatiebronnen; training in het zelfstandig uitvoeren van onderzoek en daarvan mondeling en schriftelijk verslag doen; beargumenteren van eigen mening, en kritische reflectie op andermans visie tijdens plenaire discussies. Inhoud vak Tijdens deze cursus kijken we vanuit een archeologische optiek naar de Ilias en Odyssee van Homerus (in vertaling!). Na een methodologische en theoretische inleiding over de historiciteit van de epiek, nemen we bepaalde aspecten van de materiële cultuur in de epiek onder de loep. Het gaat om thema’s als objecten en uitwisselingen, materiële cultuur en herinnering, oorlogvoering, en begrafenisrituelen en ideeën over de dood. Ter vergelijking kijken we naar videomateriaal over uitwisselingen en oorlogvoering in bepaalde niet-Westerse samenlevingen. Onderwijsvorm Werkcollege aan de hand van opdrachten die wekelijk thuis voorbereid worden. De som van de bijdragen moet voldoende stof opleveren voor een eindessay waarin algemene conclusies getrokken worden over de datering en het functioneren van de Homerische wereld en waarde daarvan voor de archeologie. Toetsvorm Mondelinge en schriftelijk rapportage aan de hand van wekelijkse, schriftelijke opdrachten (beoordeling: -/±/+/++; = 30 % eindcijfer); kort afsluitend essay (cijfer: 0-10; = 70 % eindcijfer).


6-3-2013 - Pagina 11 van 23

Literatuur Wordt tijdens het college ter beschikking gesteld. Vereiste voorkennis Bachelor Oudheidkunde of Mediterrane Archeologie. Doelgroep Master studenten Oudheidkunde, Mediterrane Archeologie en GLTC.

Latijnse letterkunde: Lucretius De Rerum Natura Vakcode

L_XLMAGLT006 ()

Periode

Periode 1+2+3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. M.H. Koenen

Docent(en)

dr. M.H. Koenen

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Inzicht verwerven in de manier waarop de Romeinse dichter Lucretius de filosofie van Epicurus heeft omgevormd tot een leerdicht. Het verkrijgen van inzicht in de bronnenproblematiek, m.n. in de vraag of de dichter zich ook op niet-epicureïsche teksten heeft gebaseerd. Enige kennis opdoen van de receptie van De rerum natura in Nederland. Inhoud vak In zijn bundel Het gezicht van het oog (1989) zingt de auteur Cees Nooteboom de lof van Lucretius. Hij is gefascineerd door de veelzijdigheid van deze dichter en denker die in zijn De rerum natura een genre beoefende dat tegenwoordig niet meer voorkomt maar in de Oudheid zeer geliefd was: het leerdicht. In het college komen gedeelten uit elk van de zes boeken waaruit De rerum natura is opgebouwd aan de orde en wordt een aanzienlijk deel van dit leerdicht gelezen. Daarbij staan niet alleen de zogeheten ‘purple passages’ op het programma (de hymnen, diatriben, descripties en mythologische uitweidingen), maar ook diverse filosofischwetenschappelijke uiteenzettingen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de bronnen waaruit Lucretius heeft kunnen putten: zijn (Griekse) voorgangers in poëzie en filosofie/wetenschap. Ook komt de receptie van Lucretius in Nederland aan de orde, bv. in de poëzie van Ida Gerhardt en Cees Nooteboom. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Tentamen (voor 6 punten); eventueel uit te breiden met werkstuk of tutorial (voor 6 punten) Literatuur Wordt nader opgegeven.


6-3-2013 - Pagina 12 van 23

Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; Bachelor Oudheidkunde met major Latijn; Bachelor Latinistiek. Doelgroep Masterstudenten GLTC; Masterstudenten Oudheidkunde met Latijn; MPhilstudenten Oudheidstudies Overige informatie Het volgen van de colleges is verplicht.

Latin Epigraphy I Vakcode

L_BEMAOHD002 ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. A.M.J. Derks

Docent(en)

dr. A.M.J. Derks

Lesmethode(n)

Werkcollege, Computerpracticum

Doel vak Kennis van de elementaire beginselen van de Latijnse epigrafie, zodanig dat de deelnemers aan het einde van de collegereeks in staat zijn zelfstandig eenvoudige Latijnse inscripties te lezen en transcriberen; kennis van de belangrijkste handboeken, corpora en elektronische databanken en inzicht in de mogelijkheden en beperkingen die met het gebruik daarvan verbonden zijn; kennis van en inzicht in verschillende facetten van het epigrafisch onderzoek en hun relevantie voor de studie van het romaniseringsproces. Inhoud vak De cursus begint met twee bijeenkomsten in Amsterdam. Hierin maak je kennis met de docenten en met elkaar, krijg je een algemene inleiding op de cursus, inclusief een inleiding op de geschiedenis en de organisatie van de epigrafie. Verder zul je vertrouwd gemaakt worden met de belangrijkste handboeken, naslagwerken en elektronische databanken op het gebied van de Latijnse epigrafie. Het programma in Rome is een combinatie van begeleide zelfstudie en gemeenschappelijk Museum en sitebezoek. Een centrale plaats is daarbij ingeruimd voor de collecties van de epigrafische afdeling van het Museo Nazionale Romano en van de onlangs geopende epigrafische sectie van de Musei Capitolini, waar we een aantal inscripties die in de lezingen de revue zullen passeren van nabij zullen kunnen bekijken. Naast korte uitstapjes naar sites in Rome staat ook een dagexcursie naar Ostia antica en de nabijgelegen begraafplaats Isola Sacra op het programma. Bij deze excursie ligt de nadruk op de archeologische context van in situ bewaarde opschriften die dankzij deze bijzondere overlevering zeldzame mogelijkheden bieden tot 'verdichte' lezingen van de teksten. Een groot deel van de tijd zul je bezig zijn met de bestudering van een of meer epigrafische documenten, waarover je op de laatste dag zelfstandig een presentatie zult houden. De cursus wordt afgesloten met


6-3-2013 - Pagina 13 van 23

een schriftelijk verslag dat uiterlijk drie weken na de laatste cursusdag wordt ingeleverd. Onderwijsvorm Hoorcollege en computerpracticum. Toetsvorm Een groot deel van de tijd zul je bezig zijn met de bestudering van een of meer epigrafische documenten, waarover je op de laatste dag zelfstandig een presentatie zult houden. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk verslag dat uiterlijk drie weken na de laatste cursusdag wordt ingeleverd. Literatuur Bodel, J.P., 2001: Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions, London (hoofdstukken 1, 3-4). Keppie, L., 1991: Understanding Roman inscriptions, London (hoofdstukken 3-4, 6 en 13) MacMullen, R., 1982: The epigraphic habit in the Roman empire, American Journal of Philology 103, 233-246. Online: http://www.jstor.org/stable/294470 Eck, W., 1997 : Lateinische Epigraphik, in F. Graf (ed.), Einleitung in die Lateinische Philologie, Stuttgart/Leipzig, 92-111. Eck, W., 1987: Römische Grabinschriften. Aussageabsicht und Aussagefähigkeit im funerären Kontext, in H. von Hesberg/P. Zanker (eds), Römische Gräberstraßen. Selbstdarstellung - Status - Standard. Kolloquium in München vom 28. bis 30. Oktober 1985, München, (Bayerische Akademie der Wissenschaften, Philosophisch-historische Klasse, Abhandlungen NF 96), 61-83. Eck, W., 2007: Befund und Realität. Zur Representativität unserer epigraphischen Quellen in der römischen Kaiserzeit, Chiron 37, 48-64. Eck, W., 1991: Zur Christianisierung in den nordwestlichen Provinzen des Imperium Romanum, in W. Eck/H. Galsterer (eds), Die Stadt in Oberitalien und in den nordwestlichen Provinzen des Römischen Reiches. Deutschitalienisches Kolloquium im italienischen Kulturinstitut Köln, Mainz (Kölner Forschungen 4), 251-261. Vereiste voorkennis Basiskennis Latijn. Doelgroep Master studenten Archeologie, profiel Latijnse epigrafie en antieke numismatiek, Master studenten Oudheidkunde met Latijn (keuze); master studenten GLTC (invulling van cultuurhistorische component of binnen de vrije ruimte van de regionale doorstroommaster); Research master studenten Oudheidstudies (keuze). Overige informatie Dit is een interuniversitaire mastercursus die wordt gegeven in samenwerking met het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome. De cursus start met een inleiding in Nederland (VU; 16 en 17 februari 2012), maar heeft verder de vorm van een blokcursus in Rome. Voor nadere informatie en aanmelding: zie www.knir.it

Aanmelding - Geïnteresseerden wordt gevraagd zich zo snel mogelijk, maar in elk geval vóór 15 december 2011 per email aan te melden bij het secretariaat Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 14 van 23

van het KNIR: [email protected]. Onder vermelding van 'Cursus Latijnse epigrafie 2012'. - De aanmelding moet vergezeld gaan van een ingevuld aanmeldingsformulier, een indicatie van het behaalde niveau Latijn, een kopie van de cijferlijst van de gevolgde bacheloropleiding en een motivatiebrief. - Het KNIR zal voor de geselecteerde studenten gratis onderdak in Rome verzorgen. - De deelnemers worden geacht zelf hun reis te boeken en te betalen. Ook plaatselijke vervoerskosten met bus of metro, entreegelden tot musea en maaltijden, etc. zijn voor eigen rekening. - Aan deelnemers die de cursus met goed gevolg afsluiten, kan door het KNIR een tegemoetkoming in de kosten van € 100 worden geboden. Daarnaast staat het deelnemers vrij subsidie aan te vragen bij hun eigen universiteit.

Letterkunde Grieks en Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT006 ()

Periode

Periode 1+2+3

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Inhoud vak Ga naar de website http://studiegids.uva.nl voor vakinformatie.

Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT004 ()

Periode

Periode 4+5+6

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT005 ()

Periode

Periode 4+5+6

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



6-3-2013 - Pagina 15 van 23


Letterkunde Middeleeuws Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT003 ()

Periode

Periode 1+2+3

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT008 ()

Periode

Periode 4+5+6

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



Ma-scriptie Grieks Vakcode

L_XGMAGLTSCR (523651)

Periode


Credits

18.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Doel vak De student gebruikt de in de bachelorstudie onderdelen verworven kennis en vaardigheden om een scriptie te schrijven over een in overleg vast te stellen complex onderwerp op het gebied van de Griekse taalkunde of letterkunde (of een combinatie van beide). De student geeft blijk van het vermogen zelfstandig zijn weg te vinden in de secundaire literatuur en de omgang met digitale bestanden. De student is in staat zijn bevindingen helder schriftelijk te presenteren. Van de student wordt een aanmerkelijk grotere mate van zelfstandigheid verwacht dan bij de bachelorscriptie. Inhoud vak Het schrijven van een werkstuk van 30-60 pp. over een in overleg vast te stellen probleemcomplex.


6-3-2013 - Pagina 16 van 23

Onderwijsvorm Zelfstudie; tussentijds overleg met de docent. Toetsvorm Bespreking van de scriptie met de docent; lezing door een tweede lezer. Literatuur In overleg vast te stellen. Vereiste voorkennis Andere onderdelen van de master GLTC. Doelgroep Master studenten GLTC.

Ma-scriptie Latijn Vakcode

L_XLMAGLTSCR (524651)

Periode


Credits

18.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. H. van Dam

Doel vak De student gebruikt de in de bachelorstudie onderdelen verworven kennis en vaardigheden om een scriptie te schrijven over een in overleg vast te stellen complex onderwerp op het gebied van de Latijnse taalkunde of letterkunde (of een combinatie van beide). De student geeft blijk van het vermogen zelfstandig zijn weg te vinden in de secundaire literatuur en de omgang met digitale bestanden. De student is in staat zijn bevindingen helder schriftelijk te presenteren. Van de student wordt een aanmerkelijk grotere mate van zelfstandigheid verwacht dan bij de bachelorscriptie. Inhoud vak Het schrijven van een werkstuk 15.000 tot max. 25.000 woorden over een in overleg met de docent vast te stellen probleemcomplex. Onderwijsvorm zelfstudie; tussentijds overleg met de docent. Toetsvorm Bespreking van de scriptie met de docent; lezing door een tweede lezer. Literatuur In overleg vast te stellen. Vereiste voorkennis Alle vakken van de master GLTC van het voorafgaande semester (of tenminste 24 ECTS). Doelgroep Master students Classics


6-3-2013 - Pagina 17 van 23

Overige informatie Vroegtijdig overleg over het te kiezen onderwerp is noodzakelijk, evenals geregelde tussentijdse rapportage, bijvoorbeeld in de vorm van hoofdstukken van de scriptie (zie Blackboard).

Ma-scriptie oudchristelijk Grieks en Latijn Vakcode

L_XCMAGLTSCR (525651)

Periode


Credits

18.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. N.M. Vos

Doel vak De student gebruikt de in de bachelorstudie onderdelen verworven kennis en vaardigheden om een scriptie te schrijven over een in overleg vast te stellen complex onderwerp op het gebied van het oudchristelijk Grieks en/of Latijn. De student geeft blijk van het vermogen zelfstandig zijn weg te vinden in de secundaire literatuur en de omgang met digitale bestanden. De student is in staat zijn bevindingen helder schriftelijk te presenteren. Van de student wordt een aanmerkelijk grotere mate van zelfstandigheid verwacht dan bij de bachelorscriptie. Inhoud vak Het schrijven van een werkstuk 15.000 tot max. 25.000 woorden over een in overleg met de docent vast te stellen probleemcomplex. Onderwijsvorm Zelfstudie; tussentijds overleg met de docent. Toetsvorm Bespreking van de scriptie met de docent; lezing door een tweede lezer. Literatuur In overleg vast te stellen Vereiste voorkennis Alle vakken van de master GLTC van het voorafgaande semester (of tenminste 24 ECTS). Doelgroep Masterstudenten GLTC

Patristische literatuur Vakcode

L_XCMAGLT003 ()

Periode

Periode 4+5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. N.M. Vos

Docent(en)

dr. N.M. Vos


6-3-2013 - Pagina 18 van 23

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Door zelfstudie en in werkcolleges breidt de student zijn tijdens de bachelorstudie opgedane kennis en vaardigheden uit bij de bestudering van een onderwerp uit de vroegchristelijke letterkunde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande secundaire literatuur en van digitale tekstbestanden en andere digitale hulpmiddelen. Elke student is verantwoordelijk voor een deel of het geheel van een college (cursusbijeenkomst). Dit college wordt voorbereid onder begeleiding van de docent en de docent is assisterend aanwezig bij de bijeenkomst. Tijdens het college dienen uiteenlopende aspecten aan de orde te komen: vertaling, tekstinterpretatie, verwerking & presentatie secundaire literatuur, belichting wetenschapstheoretische en historische discussies (status quo binnen het vakgebied). Zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht wordt er aanmerkelijk meer van de student verwacht dan tijdens de bacheloronderdelen. Van het verzorgde college wordt schriftelijk verslag gedaan. Het vak wordt afgerond met een mondeling (bij een ruim aantal studenten een schriftelijk) tentamen. Het eindcijfer bestaat uit waardering van de voorgezeten collegesessie, het verslag, het mondeling tentamen. Weging van de resultaten op Blackboard. Bij uitbreiding tot 12 ECTS leest de student zelfstandig een pensum primaire en secundaire teksten rondom een letterkundig relevant thema. In overleg kan een deel van het materiaal worden verwerkt in een paper. Ook is het mogelijk een extra onderzoeksopdracht uit te voeren (al dan niet aansluitend bij het onderwerp van het college). Het aanvullende onderdeel (6 ECTS) wordt apart, mondeling getoetst. Inhoud vak Het christendom begon in de eerste eeuw na Christus als een kleine beweging binnen het jodendom, maar groeide in de eeuwen daarna uit tot een religieuze beweging die zich binnen het gehele imperium romanum verspreidde. In deze periode ontwikkelde zich – in alle diversiteit – een christelijke cultuur. In haar boek Biblical Exegesis and the Formation of Christian Culture neemt professor Frances Young het complexe proces van vroegchristelijke identiteitsvorming onder de loep. De Bijbel is daarbij van cruciaal belang: het is het boek waarop christenen zich baseerden en zodoende is alle vroegchristelijke literatuur geënt op de Bijbel. Vervolgens gaat professor Young in op de vraag hoe christelijke auteurs een nieuwe (literaire) cultuur ontwikkelden op basis van Bijbeluitleg. Zij stelt vast dat deze schrijvers zich onderscheidden van en concurreerden met hun GrieksRomeinse en joodse tijdgenoten, maar dat zij tegelijkertijd veel ontleenden aan reeds bestaande methoden van tekstinterpretatie. Zij analyseert hoe de klassieke paideia en joodse vormen van tekstuitleg van invloed waren op vroegchristelijke ‘leesstrategieën’. Aan de hand van de studie van Young worden tijdens de cursus primaire bronnen van vroegchristelijke auteurs (bijv. Origenes, Gregorius van Nyssa en Augustinus) bestudeerd. Zo wordt duidelijk hoe, met gebruikmaking van bekende principes van tekstuitleg (‘Biblical exegesis’), een geheel eigen complex van betekenissen werd ontwikkeld (‘Christian culture’). Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Opdracht, verslag/paper, mondeling (evt. schriftelijk) tentamen


6-3-2013 - Pagina 19 van 23

Literatuur Frances Young, Biblical Exegesis and the Formation of Christian Culture, Cambridge: Cambridge University Press, 1997. Vereiste voorkennis Bij voorkeur Antiek Christendom en OCGL (VU); anders kennis van het boek van E. Meijering, Geschiedenis van het vroege christendom, Balans 2004 (antiquarisch) of van een handboek zoals Early Christian Greek and Latin Literature: A Literary History van Moreschini/ Norelli (Engelse vertaling door O’Connell; Hendrickson 2005. Doelgroep Master studenten GLTC, studenten Oudheidkunde, studenten Theologie, studenten Geschiedenis Overige informatie Dit college wordt gecombineerd met onderwijs OCGL, bachelor jaar 3. Opdrachten en toetsing verschillen. Het vak kan worden uitgebreid met de bestudering van een literatuurpensum en/of het schrijven van een essay tot 12 ECTS.

Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT007 ()

Periode

Periode 4+5+6

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA) Vakcode

L_QAMAGLT001 ()

Periode

Periode 1+2+3

Credits

10.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



Tutorial editie- en commentaartechniek Grieks en Latijn Vakcode

L_XGMAGLT008 ()

Periode

Periode 4+5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator



6-3-2013 - Pagina 20 van 23

Doel vak Grondige kennismaking met de methoden en technieken van het editeren en becommentariëren van Griekse en Latijnse teksten Inhoud vak In de tutorial wordt aandacht besteed aan de Griekse en Latijnse paleografie, tekstgeschiedenis, tekstkritiek en theorie en praktijk van de teksteditie. Tijdens de colleges wordt geoefend met het lezen van Griekse en Latijnse handschriften. Er wordt uitvoerig aandacht geschonken aan de theorie van de tekstconstitutie. Aan de hand van enkele case studies wordt gedemonstreerd welke stappen gezet moeten worden bij de voorbereiding van een kritische editie. Een aantal edities van en commentaren op Griekse en Latijnse teksten wordt bestudeerd; deze teksten worden uitgekozen op hun voorbeeldwaarde. Elke deelnemer schrijft een werkstuk over de overlevering van een Griekse of Latijnse auteur, waarbij een passage uit diens werk wordt besproken op het punt van de tekstconstitutie. Dit werkstuk wordt ook gepresenteerd tijdens een sessie van alle deelnemers. Bij het onderdeel commentariëring wordt de vraag aan de orde gesteld aan welke verschillende eisen een commentaar dient te voldoen en hoe men hierbij te werk gaat. Onderwijsvorm Tutorial Toetsvorm Werkstuk over de overlevering van een Griekse of Latijnse auteur; mondelinge toets over de bestudeerde stof. Literatuur Wordt nader opgegeven Vereiste voorkennis Bachelor GLTC Doelgroep Masterstudenten GLTC; MPhil studenten Oudheidstudies

Tutorial Latijnse taalkunde: Negatie en discourse modes Vakcode

L_XLMAGLT007 ()

Periode

Periode 2+3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. L.W. van Gils

Docent(en)

dr. L.W. van Gils

Lesmethode(n)

Bijeenkomst

Doel vak Door begeleide zelfstudie breidt de student zijn bij de bachelorstudie opgedane kennis en vaardigheden uit door de bestudering van een onderwerp uit de Latijnse taalkunde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande secundaire literatuur en van digitale tekstbestanden en andere digitale hulpmiddelen. Elke student voert een eigen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 21 van 23

onderzoeksopdracht uit, waarover hij een samenvatting en een presentatie voorbereidt. Discussievaardigheden worden getraind door het geven van een voorbereide reactie op het onderzoek van een medestudent en door actief deel te nemen aan de discussies die een onderdeel van elke bijeenkomst vormen. Inhoud vak Bij deze tutorial wordt het gebruik van negaties in Latijnse narratieve teksten onderzocht, o.a. op basis van de resultaten van Orlandini (2001), en aansluitend bij het onderzoek naar teksttypen en Discourse Modes in het Latijn, een onderzoeksgebied dat de laatste jaren een grote impuls heeft gekregen door taalkundig onderzoek aan de VU. Onderwijsvorm Drie bijeenkomsten. Tijdens een eerste bijeenkomst van twee uur in november introduceert de docent het onderwerp en wordt de secundaire en primaire literatuur verdeeld. Bij een tweede bijeenkomst in december bespreekt elke student een belangrijke publicatie en legt ieder een samenvatting voor van (voorgenomen) onderzoek. De derde bijeenkomst in januari heeft de vorm van een mini-colloquium: elke student presenteert zijn of haar onderzoek en reageert op het onderzoek van een medestudent. Bij elke bijeenkomst is voldoende ruimte voor discussie. De duur van de tweede en derde bijeenkomst hangt af van het aantal deelnemers. Toetsvorm Het cijfer voor dit vak wordt gevormd door de som van een aantal onderdelen die voorbereiden op kritische deelname aan een wetenschappelijke discussie: een kritische presentatie van een belangrijke publicatie (20%), een samenvatting van eigen onderzoek (10%), een onderzoekspresentatie met gebruikmaking van een handout en eventueel een poster of powerpoint (40%), een voorbereide reactie op de onderzoekspresentatie van een medestudent (20%) en actieve deelname aan de discussie tijdens bijeenkomsten (10%). Literatuur Aantal nader op te geven artikelen over het onderwerp van de tutorial Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; bachelor Oudheidkunde met major Latijn; bachelor Latinistiek Doelgroep Masterstudenten Griekse en Latijnse Taal en Cultuur; master studenten Oudheidkunde met Latijn; MPhil-studenten Oudheidstudies

Tutorial Latijnse taalkunde: Tekstlinguïstiek en tekstinterpretatie Vakcode

L_XLMAGLT008 ()

Periode

Periode 4+5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. C.H.M. Kroon

Doel vak


6-3-2013 - Pagina 22 van 23

De student gebruikt zijn tijdens de bachelorstudie opgedane kennis, inzichten en vaardigheden om enkele onderwerpen uit de Latijnse tekstlinguïstiek nader te bestuderen en om uiteindelijk zelf een tekstlinguïstische analyse te maken van een Latijnse tekst. Inhoud vak Tekstinterpretatie op basis van tekstlinguïstische analyses; literaire stilistiek; De bruikbaarheid voor stilistische analyse van een taalkundig begrippenapparaat. In deze tutorial leert de student gebruik te maken van tekstlinguïstische analyses bij het interpreteren en becommentariëren van Latijnse poëzie en prozateksten. De student bestudeert relevante secundaire literatuur en past het geleerde toe door: (1) een bestaand commentaar op een Latijnse tekst te evalueren en aan te vullen met/ aan te scherpen door relevante tekstlinguïstische observaties; (2) zelf een tekstlinguïstische analyse te maken van een nader te selecteren Latijnse tekst; (3) een stilistische vergelijking te maken tussen twee inhoudelijk vergelijkbare tekstpassages. Onderwijsvorm Begeleide zelfstudie. In totaal zijn er drie bijeenkomsten. Tijdens een eerste bijeenkomst van twee uur in februari introduceert de docent het onderwerp en wordt een lijst met primaire en secundaire literatuur uitgedeeld. Bij een tweede bijeenkomst in maart wordt de literatuur besproken en het stuk commentaar vastgesteld dat de student zal bewerken. De laatste bijeenkomst in juni heeft bij een voldoende aantal deelnemers de vorm van een mini-colloquium: iedere student presenteert zijn of haar eigen tekstlinguïstische analyse. Toetsvorm Het cijfer voor dit vak wordt gevormd door de som van een aantal onderdelen die voorbereiden op kritische deelname (mondeling of schriftelijk) aan een wetenschappelijke discussie: een verslag van secundaire literatuur (10%); een bewerking van een stuk wetenschappelijk commentaar vanuit een tekstlinguïstisch perspectief (25%); de presentatie van een tekstlinguïstische analyse van een Latijnse tekst (mondeling en schriftelijk; 30%); een stilistische analyse van 2 vergelijkbare teksten (25%); deelname aan de discussie tijdens de bijeenkomsten (10%). Literatuur Wordt nader opgegeven Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; bachelor Oudheidkunde met major Latijn; bachelor Latinistiek Doelgroep Masterstudenten GLTC; Masterstudenten Oudheidkunde met Latijn; Research Masterstudenten met specialisatie Latijn en/of Grieks.


6-3-2013 - Pagina 23 van 23

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (Ma) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Recommend Documents