SEPTEMBER
Pensioenkrant 2014
Deze pensioenkrant bevat een samenvatting van de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen in 2013 van Stichting Pensioenfonds BP. Het volledige jaarverslag 2013 vindt u op www.pensioenfondsbp.nl.
Pensioenkrant augustus 2014 Woord van de voorzitter Dekkingsgraad Indexatie Rendement op de beleggingen Herstelplan
5 6 6 7 7
Kerncijfers Kosten uitvoering en vermogensbeheer Communicatie Interview met bestuursleden Paul Koole en Nico Bergmans Organisatie van het pensioenfonds Bestuur
8 9 9 10 12 12
Toekomst van het pensioenfonds Ontwikkelingen rond ‘pensioen’ in Nederland Eerder met pensioen in de nieuwe regeling De verschillende regelingen op een rij
13 13 14 14
2013 stond vooral in het teken van de financiële positie, een eenvoudiger beleggingsstructuur, de toekomst van het pensioenfonds en de wettelijke wijzigingen.
4
Woord van de voorzitter Het jaar 2013 stond voor het bestuur onder andere in het teken van het herstel van de financiële positie van het pensioenfonds, een eenvoudiger beleggings structuur, de toekomst van het pensioenfonds en de voorbereidingen op de wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2014. Financiële positie
In 2013 was er opnieuw veel aandacht voor de financiële positie van het pensioen fonds. Het rendement was positief en ook hoger dan de maatstaf. Met 109,3% eind 2013 ligt de dekkingsgraad (de verhouding tussen het vermogen van het fonds en de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst moet uitbetalen) dicht bij het niveau van het vereist eigen vermogen. In tegenstelling tot de meeste andere pensioenfondsen heeft Pensioenfonds BP de pensioenen kunnen verhogen in 2013 en 2014. Dit is te danken aan het feit dat BP hiervoor betaald heeft. Eenvoudiger beleggingsstructuur
Na de fusie van de twee pensioenfondsen heeft het bestuur besloten om de gezamenlijke beleggingen door drie vermogensbeheerders te laten beheren. In 2012 en 2013 hebben de investeringscommissie en het bestuur onderzocht of het wenselijk was om het aantal vermogensbeheerders te verlagen. In 2013 heeft het bestuur uiteindelijk besloten om afscheid te nemen van één van de vermogens beheerders (AXA Investment Managers) en om verder te gaan met BlackRock Advisors en BNP Paribas Investment Partners. Het door AXA beheerde vermogen werd verdeeld over BlackRock en BNP Paribas. Verder heeft het bestuur het aantal beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds belegt teruggebracht. Toekomst van het pensioenfonds
Ook hebben we in 2013 stilgestaan bij de toekomst van het fonds. Dit omdat BP een pan-Europees fonds in België heeft en Pensioenfonds BP gevraagd heeft te overwegen om zich hierbij aan te sluiten. Verschillende BP entiteiten uit andere landen zijn ons al voorgegaan. De gedachte om pensioenen op één plaats te centraliseren klinkt logisch, maar als bestuur willen we een goed beeld hebben van de voor- en nadelen hiervan. Momenteel worden deze allemaal in kaart gebracht en gaan we ook in gesprek met betrokken ondernemingsraden en vakbonden. Wettelijke wijzigingen
Het bestuur is in 2013 veel bezig geweest met de voorbereidingen voor de aanpassing van de pensioenregeling aan diverse wettelijke wijzigingen. Per 1 januari 2014 is het opbouwpercentage van de 2006-regeling van BP Raffinaderij verlaagd naar 1,9%. In de 2006-regeling van BP Nederland blijft het opbouwpercentage van de basispensioenregeling 1,75%, maar de beschikbare premieregeling is wel aangepast. In beide regelingen is de pensioenrichtleeftijd verhoogd naar 67 jaar. Verder wijzigt per 1 juli 2014 de governance structuur van het pensioenfonds enigszins door de ‘Wet versterking bestuur pensioenfondsen’. De bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan worden uitgebreid en het verantwoordingsorgaan krijgt één of meer nieuwe leden. Per 1 januari 2015 komen er weer nieuwe wettelijke wijzigingen aan. Deze hebben allemaal als uitgangspunt de pensioenen ook in de toekomst betaalbaar te houden. In 2014 zal het pensioenfonds daar veel aandacht aan besteden. Via de verschillende communicatiekanalen houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen. Sjoerd Gunnewijk, Voorzitter Stichting Pensioenfonds BP
5
Dekkingsgraad Op 31 december 2013 was de dekkingsgraad 109,3% (tegenover 104,6% per 31 december 2012). Daarmee lag onze dekkingsgraad drie kwartalen lang boven het niveau van de minimaal vereiste dekkingsgraad. Het korte termijn herstelplan is daarom niet meer van toepassing. Het lange termijn herstelplan geldt tot 31 december 2023. Op deze datum moet de dekkingsgraad hoger zijn dan de vereiste dekkingsgraad. Eind 2013 was onze vereiste dekkingsgraad voor de lange termijn 112,6%. De dekkingsgraad eind 2013 (109,3%) was lager, waardoor het pensioenfonds zich in een situatie van reservetekort bevindt. De minimaal vereiste dekkingsgraad van Pensioenfonds BP is 104,1%. De dekkingsgraad op 31 december 2013 was 109,3%; dat is hoger dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Daardoor is er geen dekkingstekort.
Indexatie
Definitie dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen van het fonds en de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst moet uitbetalen. Het is een momentopname die verandert onder invloed van de economische omstandigheden. Een pensioenfonds moet een dekkings- of reservetekort melden bij De Nederlandsche Bank (DNB). Vervolgens moet het pensioenfonds een kortetermijn respectievelijk langetermijn herstelplan opmaken en indienen bij DNB. Officieel heeft Pensioenfonds BP sinds december 2011 een reservetekort. Het fonds heeft daarom in maart 2011 een herstelplan moeten indienen bij DNB. Het pensioenfonds heeft echter de toezegging van de werkgever dat deze een extra storting doet als de dekkingsgraad van het pensioen fonds lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Hierdoor is de dekkingsgraad aan het einde van het jaar altijd weer minimaal gelijk aan de minimaal vereiste dekkingsgraad (zie ook Herstelplan).
Indexatie van pensioenen is afhankelijk van het rendement van de portefeuille en daardoor voor de toekomst geen vanzelfsprekendheid. Indexatie pensioenregelingen van de werkgever BP Europa SE - BP Nederland Per 1 januari 2013 zijn de premievrije en ingegane pensioenen verhoogd met 2,53% en is een inhaalindexatie verleend van 0,6%. De indexatie per 1 januari 2014 bedraagt 2,5%. Indexatie pensioenregelingen van de werkgever BP Raffinaderij Rotterdam BV Per 1 januari 2013 zijn de pensioenen verhoogd met 2,55% en is een inhaalindexatie verleend van 1,35%. De indexatie per 1 januari 2014 is 2,77% inclusief 0,27% inhaalindexatie. Voor deelnemers die vóór 1 januari 2006 al deelnemer waren en nu deelnemen aan de Pensioenregeling 2006, wordt het pensioen dat opgebouwd is vóór 1 januari 2006 en/of het pensioen uit overgangs regelingen verhoogd met het percentage van de loonontwikkeling bij de werkgever. Deze premievrije pensioenaanspraken zijn per 1 januari 2013 verhoogd met 2,76%. Het bestuur heeft deze pensioen aanspraken per 1 januari 2014 verhoogd met 2,0%.
De dekkingsgraad Als de dekkingsgraad is een onvoldoende is, isdie momentopname er sprake vanonder verandert onderdekking invloed of reservetekort. van de economische omstandigheden.
6
Rendement op de beleggingen
Herstelplan
De algemene doelstelling van het fonds is te voldoen aan alle toekomstige pensioenverplichtingen. De middelen verkrijgt het fonds uit de financiering door de werkgevers en deelnemers (premie-inkomsten) en uit de inkomsten uit beleggingen. In zijn beleggingsbeleid richt het bestuur zich op een goed rendement. Daarbij houdt het rekening met de risico’s van de diverse beleggingscategorieën. Het bestuur geeft bij de vermogens beheerder aan hoeveel deze mag beleggen in zakelijke waarden (hoger risico met hoger verwacht rendement) en vastrentende waarden (minder risico met lager verwacht rendement). Het bestuur maakt daarbij steeds de afweging tussen rendement en risico. In 2013 is de beleggingsstrategie ongewijzigd gebleven.
Het pensioenfonds evalueert aan het einde van elk boekjaar zijn herstelplan. Per 31 december 2013 lag de dekkingsgraad drie kwartalen lang boven het niveau van de minimaal vereiste dekkingsgraad; daarom is het kortetermijnherstelplan niet meer van toepassing. Verder bleek uit de evaluatie dat het langetermijn herstelplan nog steeds haalbaar is. Per 31 december 2023 zal het pensioenfonds volgens de berekeningen een hoger eigen vermogen hebben dan het niveau van het vereist eigen vermogen.
2013 was vanuit een beleggings perspectief een positief jaar, hoewel het absolute beleggingsrendement beperkt was. Het belegd vermogen is in 2013 gestegen van € 875 miljoen begin 2013 naar € 898 miljoen eind 2013. Het fonds had een positief rendement van 0,5% voor 2013, vooral door de goede resultaten van de aandelenmarkten en de obligatie portefeuille. Het gemiddelde rendement van het fonds over de afgelopen vijf jaar is ruim 8% per jaar geweest.
Deze bedroeg € 24.095.000. Naast dit bedrag stortte BP Raffinaderij Rotterdam € 8.405.000 om de voorwaardelijke VPL – aanspraken te financieren.
Vrijwillige extra storting door werkgever In het herstelplan van Pensioenfonds BP staat dat BP Europa SE - BP Nederland en BP Raffinaderij Rotterdam BV de toezegging hebben gedaan een extra storting te doen als de dekkingsgraad van het pensioen fonds lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Hierdoor is de dekkingsgraad aan het einde van het jaar altijd weer minimaal gelijk aan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Omdat de dekkingsgraad aan het einde van 2013 zich gedurende twee jaar boven de minimum vereiste dekkings graad had bevonden, hoefde het fonds geen beroep te doen op deze toezegging. De werkgever heeft in 2013 toch een vrijwillige storting gedaan.
Beleggingen voor risico pensioenfonds (Bedragen x € 1.000) Vastgoed
2013
2012
28.900
31.540
Aandelen
178.944
141.702
Vastrentende waarden
658.656
478.480
Derivaten
12.822
41.712
Overige beleggingen
18.667
181.978
897.989
875.412
Totaal beleggingen inclusief derivaten
7
Kerncijfers (bedragen in duizenden euro’s) 2013
2012
Aantal actieve deelnemers
1.127
1.138
Aantal gewezen deelnemers
1.393
1.473
Aantal pensioengerechtigden
1.788
1.669
4.308
4.280
46.366
30.743
8.405
1.896
Deelnemers
Totaal
Premies en uitkeringen Premies en bijdragen van werkgever en werknemers voor de basisregeling Bijdrage VPL-regeling (*) Premiebijdragen voor de excedentregeling Pensioenuitkeringen
2.539
2.452
27.587
24.977
975.541
923.178
0,5%
11,9%
109,3%
104,6%
Vermogen Stichtingskapitaal en reserves
Beleggingsrendement
Dekkingsgraad
* De bijdrage van 2013 betreft een extra storting van de werkgever.
De werkgever BP doet een storting als de dekkingsgraad van het pensioenfonds onvoldoende is.
8
Kosten uitvoering en vermogensbeheer
Communicatie
De werkgever betaalt het werkgeversdeel van de pensioenpremies en alle pensioen beheerkosten van de pensioenregeling. De kosten van de uitvoering van de regeling bedragen € 510,21 per deelnemer. In 2012 was dat € 482,27. De pensioenbeheerkosten bestaan uit administratieve werkzaamheden (pensioentoekenningen, betalen uitkering, verwerken waardeoverdrachten, etc.), bestuurskosten (heffingen van de toezicht houders, adviseurs, juridische kosten) en overige kosten. De stijging van de kosten per deelnemer wordt vooral veroorzaakt door gestegen kosten voor communicatie en advies. Verder waren er in 2013 incidentele kosten zoals de visitatiecommissie, uitbreiding van de pensioenplanner en adviezen over risicomanagement.
In 2013 heeft het fonds de uitstraling en indeling van de website verbeterd. De website is overzichtelijker geworden en biedt meer ruimte voor thematische communicatie op de homepage. Ook werden filmpjes met een heldere uitleg over de pensioen regeling en de drie pensioenpijlers op de website geplaatst.
Vermogensbeheer De geschatte vermogensbeheerkosten kwamen in 2013 uit op 0,49% van het gemiddeld belegd vermogen. Hierin zijn alle aan het vermogensbeheer toe te rekenen kosten meegenomen, inclusief de transactie kosten. De kosten van de overgang van drie naar twee vermogensbeheerders zijn hierin niet meegenomen.
In augustus 2013 verscheen een pensioenkrant met een samenvatting van de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen in 2012 van het fonds.
Eind 2013 stond de communicatie over de wijzigingen in de pensioenregeling per 1 januari 2014 centraal. De website kreeg een speciale actiepagina met veel informatie en uitleg over de belangrijkste veranderingen. In aanvulling hierop heeft het fonds in januari 2014 een speciale pensioen krant uitgebracht over de nieuwe pensioenregeling. In WijBijBP plaatste het pensioenfonds gedurende het hele jaar korte artikelen over pensioen. Deze artikelen werden ook op het intranet gepubliceerd.
In oktober 2013 organiseerde het pensioenfonds een eerste lezerspanel. Doel van deze bijeenkomst was de communicatie van het fonds te laten beoordelen door de doelgroep waarvoor de communicatie is bestemd. De bevindingen van de panelleden waren over het algemeen positief. Men beoordeelt de diverse communicatieuitingen als professioneel, mooi en goed leesbaar. Het Uniform Pensioenoverzicht vindt men sterk verbeterd ten opzichte van vroeger.
Hoe zit het met uw pensioen bij...? • • • • • •
Scheiden Parttime werken Ontslag Onbetaald verlof Een andere werkgever Arbeidsongeschiktheid.
Bij al deze veranderingen is het van belang dat u stilstaat bij de gevolgen voor uw pensioen.
Lees er meer over op www.pensioenfondsbp.nl. Of neem contact op met uw pensioenfonds via
[email protected]
9
Bestuursleden blikken terug op hun werk in 2013 ‘Turbulent jaar’
Er was in 2013 veel te doen rond het pensioenstelsel. We vroegen bestuursleden Nico Bergmans en Paul Koole om terug te blikken. Waar zijn ze vooral mee bezig geweest? Waar zijn ze trots op? Bergmans: “Op pensioengebied zijn er veel veranderingen gaande. Dat was zeker ook in 2013 het geval. Alles bij elkaar is het een heel gepuzzel. Want wat er ook verandert, het pensioenfonds moet wél in balans blijven. Dat is onze belangrijkste opdracht.” Paul Koole schetst de omstandigheden. “Al een paar jaar kondigde de politiek wettelijke maatregelen aan, maar steeds was er uitstel. De ene keer vanwege verkiezingen en een nieuw kabinet, een andere keer omdat voorgenomen plannen toch weer werden ingetrokken. Daar gaat veel werk in zitten, omdat je als bestuur
op allerlei andere onderdelen van de regeling. In nauw overleg met de sociale partners hebben we de wettelijke aanpassingen uiteindelijk verwerkt in de pensioenregeling.” Nico Bergmans vult aan: “Natuurlijk is het lastig als Den Haag lange tijd voor onzekerheid zorgt. Voor het bestuur, maar zeker ook voor onze deelnemers
‘Het is lastig als Den Haag lange tijd voor onzekerheid zorgt’ steeds zo goed mogelijk geïnformeerd moet zijn. Uiteindelijk was het in 2013 zover: het kabinet koos voor een lager opbouwpercentage en de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Dan moet je als bestuur goed doorgronden wat dat betekent voor onze pensioenregeling. Als je een paar onderdelen verandert, werkt dat door
10
en gepensioneerden. We hebben veel ongeruste reacties gehad. Mensen wilden weten of ze zich zorgen moesten maken. Veel duidelijkheid konden wij niet bieden, omdat ook wij moesten afwachten waar Den Haag mee zou komen.”
Europese overstap Naast de wettelijke wijzigingen speelde er meer in 2013. Koole: “In 2013 zijn we gaan onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn als we ons fonds onder brengen bij het Europese pensioen fonds van BP in Brussel. In Nederland zijn we een van de eerste bedrijven die zo’n Europese overstap overwegen. De media willen er meer van weten en ook roept het vragen op bij onze deelnemers en gepensioneerden. Zij vragen zich af of het wel een verbetering is. Die ongerustheid is begrijpelijk, maar onterecht. Voor deelnemers en gepensioneerden verandert er eigenlijk niets. Sterker nog: een overgang levert vooral voordelen op. Zo zullen bijvoorbeeld de kosten lager uitvallen.” Bergmans: “Samen sta je nu eenmaal sterker. Een overgang naar het Europese pensioenfonds van BP biedt een enorme kans om ook onze Nederlandse pensioenregeling efficiënter uit te
Paul Koole (l) en Nico Bergmans (r)
voeren. Een kans die we met het bestuur willen grijpen.” Volgens de twee biedt de overgang ook voordelen met het oog op het zogeheten Financieel Toetsingskader (FTK). Dit onderdeel van de Pensioenwet bepaalt de financiële eisen die de overheid stelt aan pensioenfondsen. Bergmans: “Voor volgend jaar verwachten we dat de eisen in Nederland flink worden aangescherpt. Zo wordt naar verwachting de financiële buffer die pensioenfondsen moeten aanhouden, flink verruimd, waar door de kans op indexatie veel kleiner wordt. Als Europees fonds heb je daar dan minder last van.” Deskundigheid Een ander heikel onderwerp zijn de eisen die de overheid stelt aan pensioenfonds bestuurders. Koole: “Voor bestuurders komt de lat steeds hoger te liggen. Er is steeds meer specifieke kennis vereist. Omdat je niet alles kunt bijhouden, heeft iedereen binnen het bestuur een specifiek aandachtsgebied. Zo lukt het ons om in de
volle breedte up-to-date te zijn. Door de veranderingen en de nieuwe eisen krijg je het als bestuurslid wel steeds drukker. Er gaat steeds meer tijd zitten in het volgen van seminars en congressen en het bestuderen van de input van de externe experts die ons fonds begeleiden.” Koole denkt dat de overstap naar het Europese pensioenfonds van BP
een beetje minder waard. Dat is bij Pensioenfonds BP in 2013 gecompenseerd. En dat was toch een jaar waarin tientallen fondsen juist hebben moet korten en vele fondsen niet konden indexeren. Pensioenfonds BP hoort tot de kleine groep van positieve uitschieters. “Sterker nog: zo lang het fonds bestaat, is de jaarlijkse toeslag
‘Pensioenfonds BP hoort wat indexatie betreft tot de kleine groep van positieve uitschieters’ ook de deskundigheid van het bestuur verder zal opvoeren. “Het is een bundeling van kennis en expertise”. Geen koopkrachtverlies Met trots constateren de twee bestuursleden dat het pensioenfonds ook in 2013 volledige indexatie heeft kunnen doorvoeren. Door de inflatie worden pensioenaanspraken gaandeweg steeds
verleend. Niemand is er in al die jaren in koopkracht op achteruit gegaan. Soms waren er jaren bij dat de indexatie maar gedeeltelijk plaatsvond, maar dat is later dan weer ingehaald,” zo stelt Bergmans. Koole benadrukt hierbij de rol van de werkgever als gulle sponsor. “Zonder die bijdrage was dat nooit gelukt”.
11
Organisatie van het pensioenfonds Ons pensioenfonds werkt samen met de volgende partijen: Syntrus Achmea Pensioenbeheer Deelnemersadministratie ING IM Individuele pensioenbeleggingsrekeningen Ernst & Young Accountants LLP Accountant Mercer (Nederland) B.V Actuaris, pensioenadviseur . Syntrus Achmea Pensioenbeheer (Financieel)administrateur, bestuursondersteuning en communicatie BlackRock Vermogensbeheerders BNP Paribas Investment Partners Axa (tot november 2013) Zwitserleven/Centraal Beheer Herverzekeraar Northern Trust Company Custodian Portfolio Evaluation Performance measurement beleggingen
Bestuur
Dagelijks Bestuur
Verantwoordingsorgaan
Eind 2013 bestond het bestuur van Stichting Pensioenfonds BP uit de volgende personen:
De heer H.J. Lindaart, Compensation & Benefits Manager BP Europe SE - BP Nederland, coördineert namens BP Europa SE BP Nederland, de pensioenuitvoering. Hij vormt samen met mevrouw S. de Vries - Maas en de heer P. Koole het dagelijks bestuur.
Het verantwoordingsorgaan bestaat eind 2013 uit:
Namens de werkgever • S. Gunnewijk (Voorzitter) • P. Koole • M.A. Roberts (Vice-voorzitter) Namens de werknemers • A. Bakels • N. Bergmans • S. de Vries – Maas (Secretaris ) Namens de gepensioneerden • A. Baltussen • J. Nieuwenhuize er 31 december 2013 is de heer P P. Houtman (pensioengerechtigden vertegenwoordiger) afgetreden als bestuurslid.
12
Namens de werkgevers • H. Muilerman Namens de werknemers • A. Zonderop • K. Seip Namens de gepensioneerden • W. Blok • C. Vreeken
Toekomst van het pensioenfonds De werkgever heeft het bestuur van het pensioenfonds in 2013 verzocht om een eventuele overgang van de Nederlandse pensioenregelingen van BP naar het pan-Europees pensioen fonds van het bedrijf te overwegen. Het pan-Europees pensioenfonds van BP zetelt in België. Bij een eventuele overgang veranderen de Nederlandse pensioen regelingen van BP niet. Het pan-Europese pensioenfonds voert de pensioenregelingen ongewijzigd uit. Daarbij gaat het om zowel de toekomstige pensioenopbouw als om het pensioen dat al is opgebouwd.
Het bestuur van het pensioenfonds heeft zich in de loop van 2013 uitgebreid laten informeren over de voor- en nadelen van de overgang voor de verschillende stakeholders. Daarbij werd uitgebreid stilgestaan bij de risico’s. Het bestuur heeft in het najaar van 2013 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het onderzoeken van de mogelijkheid om over te gaan naar het Belgische pan-Europese pensioenfonds van BP. Het bestuur sprak van een positieve grondhouding ten opzichte van het traject. De officiële studie is inmiddels gestart en loopt in 2014 verder. De vertegenwoordigers van de Nederlandse entiteiten van BP gaan in gesprek met de vertegenwoordigers van de werknemers over dit onderwerp.
Ontwikkelingen rondom ‘pensioen’ in Nederland Het pensioenfonds is druk bezig met de voorbereidingen voor nieuwe wijzigingen die ingaan op 1 januari 2015. Dan wordt het maximale opbouwpercentage verder verlaagd naar 1,657% per jaar voor eindloonregelingen (1,875% per jaar voor middelloonregelingen). Bovendien moet over betaalde pensioenpremies die betrekking hebben op het salaris boven € 100.000,- vanaf 1 januari 2015 loonbelasting worden ingehouden. Verder verplicht de overheid pensioenfondsen om hogere buffers aan te houden. Zo moet worden voorkomen dat fondsen
het pensioen moeten verlagen. Bij een te lage dekkingsgraad moeten fondsen onmiddellijk ingrijpen. Het herstel mag worden uitgesmeerd over een periode van tien jaar. Het gespreide herstel moet ervoor zorgen dat het effect van herstel maatregelen evenwichtig wordt verdeeld over generaties. Bovendien moet het voorkomen dat er te vroeg financiële meevallers worden ‘uitgedeeld’. De ingangsdatum van deze veranderingen hangt onder meer af van politieke besluitvorming. Als ingangsdatum wordt gestreefd naar 1 januari 2015.
13
Eerder met pensioen in de nieuwe regeling In de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2014 geldt een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Die leeftijd gebruikt het pensioenfonds als standaard om de hoogte van het pensioen te bepalen en in de communicatie over de regeling. Maar u hoeft niet te wachten tot uw 67ste om met pensioen gaan. U kunt uw pensioen bijvoorbeeld laten ingaan op uw 65ste of op het moment waarop u voor het eerst AOW ontvangt (dat is ook de datum waarop het dienstverband met BP standaard eindigt). U krijgt dan dus niet te maken met een inkomensgat tussen uw ontslagdatum en de ingangsdatum van uw pensioen. In overleg met BP kunt u uw pensioen zelfs nog eerder laten ingaan, maar niet eerder dan op uw 57ste. Houd er wel rekening mee dat hoe eerder uw pensioen ingaat, hoe lager uw jaarlijkse uitkering wordt. Omdat de uitkering eerder ingaat, moet deze
immers langer worden uitbetaald. En omdat u en BP minder lang pensioenpremie afdragen, bouwt u ook minder pensioen op. Gaat u vóór uw AOW-leeftijd met pensioen of bent u vóór uw AOW-leeftijd met pensioen gegaan? Dan kunt u te maken krijgen met een inkomensgat. U kunt uw pensioen dan tot uw AOW-ingangsdatum tijdelijk verhogen. Na de AOW-ingangsdatum wordt uw pensioen dan wel lager. Meer informatie Als u eerder met pensioen wilt, neem dan minimaal zes maanden vóór de gewenste pensioendatum contact op met HR Services. Heeft u vragen over eerder met pensioen gaan? Bel dan met het pensioenfonds via telefoonnummer (013) 462 23 52 (tussen 8:30 en 17.00 uur) of stuur uw vraag per e-mail naar
[email protected].
De verschillende regelingen op een rij Pensioenfonds BP Raffinaderij kent twee pensioenregelingen:
Pensioenfonds BP Nederland kent drie pensioenregelingen:
- pensioenregeling 1991; - pensioenregeling 2006.
- pensioenregeling 2006; - pensioenregeling 2002; - pensioenregeling 1998.
Op uw uniform pensioenoverzicht (UPO) ziet u aan welke pensioenregeling u meedoet. Op de website vindt u meer informatie over de verschillende pensioenregelingen.
14
Disclaimer Hoewel deze krant met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, kunt u hieraan geen rechten ontlenen. 15
Helpdesk pensioenfonds
013 - 462 2352 of
[email protected] Website
www.pensioenfondsbp.nl