Pensioenkrant augustus 2012
Disclaimer Hoewel deze krant met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, kunt u hieraan geen rechten ontlenen.
Pensioenkrant augustus 2012 Woord van de voorzitter
3
Kerncijfers Dekkingsgraad Herstelplan Indexatie Rendement op de beleggingen Kosten uitvoering en Vermogensbeheer Communicatie Toekomst pensioen in Nederland
4 4 5 5 6 7 8 8
Organisatie van het pensioenfonds
9
Bestuur
9
Deze pensioenkrant bevat een samenvatting van de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen in 2011 van Stichting Pensioenfonds BP. Download het volledige jaarverslag 2011 via www.pensioenfondsbp.nl of vraag het op via
[email protected].
‘De pensioenwereld is geen moment saai en voortdurend in ontwikkeling’
2
Woord van de voorzitter Op 1 januari 2011 gingen de pensioenfondsen van BP Raffinaderij en BP Nederland officieel op in een nieuw pensioenfonds met de naam Stichting Pensioenfonds BP. We informeerden u het afgelopen jaar daarover uitvoerig. Het fonds is nu dubbel zo groot en dat is ook nodig in deze tijd. In 2010 was er al veel werk verricht om de fusie rond te krijgen. In 2011 is het proces afgerond. De laatste fondsstukken zijn geïntegreerd, het risicomanagement is aan gepast en de toeslagregelingen zijn geharmoniseerd. Er is hard gewerkt om de liggende dossiers af te ronden. Verder zijn de overdracht van de administratie en de herstructurering van de beleggingen in 2011 afgerond. Tot slot zijn ook bepaalde onderdelen van de uitvoering van de beschikbare premieregeling ondergebracht bij Syntrus Achmea. Er is dus veel gedaan. Financiële situatie
Veel pensioenfondsen zijn het afgelopen jaar verder in de problemen geraakt door de aan houdend lage rente. Ook ons fonds heeft daarmee te maken. Vanaf juli 2011 daalde de rente fors. Eind augustus kreeg het fonds daardoor zelfs te maken met een dekkingstekort (de waarde van de beleggingen is dan lager dan de waarde van de verplichtingen). Het fonds moest toen een korte termijn herstelplan* indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). Dit plan is op 24 november 2011 ingediend en goedgekeurd op 7 februari 2012 door DNB. Op 31 december 2011 kwam de dekkingsgraad van het pensioenfonds uit op 104,2%. * Voor uitleg zie kader Definitie dekkingsgraad op pagina 4. De belangrijkste maatregel in het herstelplan is de afspraak met BP dat een dekkingstekort wordt aangevuld. Bij veel pensioenfondsen in Nederland is dit niet het geval. Onder de huidige economische omstandigheden is het vrij uniek dat de werkgever bereid is een dergelijke aanvullende pensioenstorting te doen. Bovendien heeft het pensioenfonds de pensioenen in 2011 en 2012 (gedeeltelijk) kunnen indexeren. Ook dat is vrij uniek. Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. De kosten van de pensioenregeling voor de werkgever zijn aanzienlijk. Uiteraard let het fonds daarom goed op de kosten en probeert deze zo laag mogelijk te houden. Door de fusie zijn de pensioenbeheerkosten bijvoorbeeld al fors gedaald vanwege de schaalgrootte. Verder belegt het fonds vooral passief, dat scheelt ook behoorlijk in de kosten voor vermogensbeheer. Sowieso zijn de kosten van vermogens beheer voor een pensioenfonds veel lager dan als u pensioen opbouwt in eigen beheer of bij een verzekeraar. De komende jaren gaat er veel veranderen op het gebied van pensioen. De politiek heeft de eerste stap al gezet door de verhoging van de AOW-leeftijd versneld in te voeren vanaf 2013. De sociale partners en de overheid zoeken naar mogelijkheden om pensioenregelingen op de langere termijn betaalbaar te houden met het oog op de gestegen levensverwachting en de aankomende vergrijzing. Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Uiteraard houden we u hiervan op de hoogte. In 2012 ligt de focus van het bestuur vooral op het financiële herstel van het fonds. Daarnaast besteden we aandacht aan onze communicatie, zowel via de website www.pensioenfondsbp.nl als via andere middelen. Tot slot lanceren we in 2012 de pensioenplanner, een handig hulpmiddel waarmee deelnemers pensioenberekeningen kunnen maken om inzicht te krijgen in hun pensioensituatie. Kortom, de pensioenwereld is geen moment saai en voortdurend in ontwikkeling!
Sjoerd Gunnewijk, Voorzitter Stichting Pensioenfonds BP 3
Kerncijfers (Bedragen x € 1.000) Kerncijfers (bedragen in duizenden euro’s) 2011
2010
Aantal actieve deelnemers
1.199
1.205
Aantal gewezen deelnemers
1.455
1.543
Aantal pensioengerechtigden
1.586
1.444
Totaal
4.240
4.192
Premies voor basisregeling
27.906
31.765
2.343
2.205
22.743
20.072
828.120
737.379
8,9%
10,0%
104,2%
107,1%
Deelnemers
Premies voor excedentregeling Pensioenuitkeringen Vermogen Stichtingskapitaal en reserves Beleggingsrendement Dekkingsgraad
Dekkingsgraad Op 31 december 2010 was de dekkings graad van de samengevoegde pensioen fondsen 107,1%. Het fonds had daarmee een reservetekort en heeft op 31 maart 2011 een lange termijn herstelplan ingediend. Per 31 december 2011 was de dekkingsgraad van Pensioenfonds BP 104,2%. De vereiste dekkingsgraad bedraagt 111,2%.
Definitie dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen van het fonds en de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst moet uitbetalen. Het is een momentopname en verandert onder invloed van de econo mische omstandigheden. De vereiste dekkingsgraad van BP Pensioen fonds is 111,2%. Zakt de dekkingsgraad onder deze grens, dan heeft het pensioenfonds een reservetekort. De minimum vereiste dekkingsgraad van BP Pensioenfonds is 104,2%. Als de dekkingsgraad hieronder zakt, heeft het pensioenfonds een dekkingstekort. Een pensioenfonds moet een dekkings- of reservetekort melden bij De Nederlandsche Bank (DNB) en een korte termijn respectievelijk lange termijn herstelplan opmaken en indienen.
Als de dekkingsgraad onvoldoende is, is er sprake van onderdekking of reservetekort
4
Herstelplan
Indexatie
In het herstelplan staat dat de werk gevers BP Europa SE - BP Nederland en BP Raffinaderij Rotterdam BV de toezeg ging hebben gedaan een extra storting te doen als hun pensioenfonds een dekkingsgraad heeft die lager is dan de minimum vereiste dekkingsgraad. Dankzij deze toezegging is de dekkings graad aan het einde van het jaar altijd weer minimaal gelijk aan de minimaal vereiste dekkingsgraad.
Het pensioenfonds brengt de indexatie van de pensioenen van BP Raffinaderij Rotterdam en BP Europa SE - BP Nederland op één lijn. De hoogte van de indexatie wordt gebaseerd op de behaalde beleggingsrendementen van de afgelopen 5 jaar. Omdat het fonds pas 1 jaar gefuseerd is, verschilt de indexatie voor BPNL en BPRR in de komende vier jaren nog. Indexatie is afhankelijk van het rende ment van de portefeuille en daardoor voor de toekomst geen vanzelf sprekendheid.
De werkgevers doen deze storting aan het einde van het jaar volgend op het jaar waarin het tekort ontstaan is, tenzij de financiële positie van het fonds zo is verbeterd dat het fonds al boven de minimale dekkingsgraad is gekomen. In 2010 heeft het voormalig Pensioen fonds BP Raffinaderij een beroep moeten doen op deze afspraak en een vordering op de werkgever BP Raffinaderij Rotterdam BV opgenomen van € 4,88 miljoen. Omdat de dekkingsgraad per eind 2011 niet was verbeterd, heeft BP Raffinaderij Rotterdam deze € 4,88 miljoen gestort. In het verslagjaar 2011 is vanwege de hierboven genoemde afspraak opnieuw een vordering op de werkgevers opgenomen van € 30,343 miljoen (BP Raffinaderij Rotterdam BV: € 15,263 miljoen en BP Europa SE - BP Nederland: € 15,080 miljoen).
Indexatie pensioenregelingen van de werkgever BP Europa SE - BP Nederland
Het pensioenfonds heeft als beleid jaarlijks per 1 april de pensioenen te verhogen als de financiële situatie dat toelaat. Het bestuur heeft besloten tot een verhoging per 1 april 2011 van 1,3% van premievrije en ingegane pensioenen. Echter, vanaf 2012 wordt de indexatie van de regelingen van BP Europa SE BP Nederland jaarlijks per 1 januari verleend. Dit betekent dat over 2011 de indexatie wordt verleend over de periode tussen 1 april 2011 tot 1 januari 2012. Daarom wordt de indexatie over het jaar 2011 met een factor 9/12e gecorrigeerd ten opzichte van de referentieperiode van een volledig jaar. De indexatie per 1 januari 2012 bedraagt 1,17%.
Indexatie pensioenregelingen van de werkgever BP Raffinaderij Rotterdam BV
Per 1 januari 2012 wordt het voorgaande kalenderjaar de referentieperiode voor indexatie. Voorheen was het jaar vanaf oktober tot oktober de referentieperiode. De maatstaf voor indexatie blijft de volledige Nederlandse prijsinflatie, maar de exacte definitie daarvan wordt: het jaargemiddelde van de Nederlandse prijsinflatie (jaargemiddelde CPI, niet-afgeleid). Voorheen was dit de één jaars prijsinflatie tot oktober vorig jaar. Het bestuur heeft als beleid de premie vrije en ingegane pensioenen van voor malig medewerkers van BP Raffinaderij Rotterdam BV jaarlijks per 1 januari te verhogen. Het bestuur heeft per 1 januari 2011 een verhoging van 1,2% toegekend. Per 1 januari 2012 is een verhoging toe gekend van 1,84%. Voor deelnemers die vóór 1 januari 2006 al deelnemer waren en nu deelnemen aan de Pensioenregeling 2006, geldt voor het pensioen dat opgebouwd is vóór 1 januari 2006 en/of het pensioen uit overgangsregelingen dat dit verhoogd wordt met het percentage van de loonontwikkeling bij de werkgever. Dit opgebouwd pensioen is per 1 januari 2011 niet verhoogd omdat er in 2010 geen algemene salarisverhoging heeft plaatsgevonden. Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2012 dit pensioen te verhogen met 1,51%.
Werkgevers BP doen extra storting als het pensioenfonds een dekkingsgraad heeft die onvoldoende is
5
Rendement op de beleggingen Het bestuur richt zich op een goed rendement en houdt daarbij rekening met de risico’s van de diverse beleg gingscategorieën. De algemene doel stelling van het fonds is te voldoen aan alle toekomstige pensioen verplichtingen. De middelen verkrijgt het fonds uit de financiering door de werkgever en deelnemers (premieinkomsten) en uit de inkomsten uit beleggingen. Het bestuur geeft bij de vermogensbeheerder aan hoeveel deze mag beleggen in zakelijke waarden (hoger risico met hoger
verwacht rendement) en vastrentende waarden (minder risico met lager verwacht rendement). Het bestuur maakt daarbij steeds de afweging tussen rendement en risico. In 2011 is de beleggingsstrategie niet veranderd. Ondanks grote onzekerheden op de financiële markten, was 2011 een goed jaar voor de beleggingen van het fonds. Het fonds had een positief rendement van bijna 9% voor 2011. Dit is bijna 0,5 % hoger dan de benchmark. Dit komt in het bijzonder
Beleggingen voor risico pensioenfonds
door de goede resultaten van de obligatieportefeuille en dan vooral het langlopende deel er van. Hier tegen over staat dat de pensioenverplich tingen door de dalende rente sterk zijn gestegen. Het gemiddelde rendement per jaar van het fonds was 8,8% over de laatste 3 jaren en 5,9% over de laatste 5 jaar. Het belegde vermogen van het fonds steeg van € 665 miljoen aan het begin van het jaar naar € 758 miljoen aan het einde van 2011.
(Bedragen x € 1.000)
2011
2010
Vastgoed
25.153
17.075
Aandelen
117.430
162.762
459.610
375.283
48.662
8.703
124.622
101.965
775.477
665.788
- 17.339
- 783
758.138
665.005
Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Totaal beleggingen inclusief derivaten Negatieve derivaten
Totaal
Ondanks grote onzeker heden op de financiële markten was 2011 een goed jaar voor de beleggingen van het fonds
6
Kosten uitvoering en vermogensbeheer Het pensioenfonds vindt het belangrijk dat de kosten van uitvoering en vermogensbeheer helder zijn voor alle belanghebbenden. In het jaarverslag vindt u een overzicht van de kosten. Hier lichten we een en ander kort toe.
Door de schaalgrootte, ontstaan als gevolg van de fusie tussen BPNL en BPRR in 2011, zijn de pensioenbeheer kosten het afgelopen jaar fors gedaald (met € 350.000). Daarnaast is de totale tijdsbesteding van bestuurs leden lager.
Uitvoeringskosten
De aangesloten werkgevers betalen alle kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling. Deze kosten bestaan uit administratieve verrich tingen (pensioentoekenningen, betalen uitkering, verwerken waarde overdrachten, etc.), bestuurskosten (heffingen van de toezichthouders, adviseurs, juridische kosten) en overige kosten. De pensioenbeheer kosten worden door de werkgevers betaald naast de pensioenpremies.
Kosten per deelnemer
De kosten van de uitvoering van de regeling bedragen € 483,82 per deel nemer. Dit wordt berekend door de uitvoeringskosten 1.347 (x € 1.000) te delen door het aantal actieve deelnemers (1.199) + gepensioneerden (1.586). De formule wordt dan als volgt: 1.347 (x € 1.000) / (1.199 + 1.587) = € 483,82 per deelnemer.
Vermogensbeheer
De kosten van het vermogensbeheer van het pensioenfonds komen in 2011 uit op 0,24% van het gemiddeld belegd vermogen. Bij de selectie van nieuwe vermogensbeheerders vormen de kosten een belangrijk criterium. Daarom belegt het fonds grotendeels passief in indexgerelateerde beleg gingen met relatief lage kosten. Ook de kosten voor deelnemers aan de excedentregeling zijn gedaald. Bij het in de hand houden van de kosten speelt collectiviteit een belangrijke rol. Het is goedkoper om via het pensioen fonds als groep te beleggen dan om op individuele basis pensioen op te bouwen bij een verzekeraar of in eigen beheer. De kosten van vermogensbeheer en administratie zijn dan veel hoger.
Beleggingsopbrengsten en kosten vermogensbeheer voor risico pensioenfonds (Bedragen x € 1.000) 2011 Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten
2010
7.800
6.419
47.334
58.060
Kosten vermogensbeheer
- 1.914*
- 1.492
Totaal
53.220
62.987
8,9%
10,0%**
Beleggingsrendement
* Herstructurering van de beleggingen heeft geleid tot een eenmalige extra last in 2011 van € 254.000. De verdere kosten van vermogensbeheer bedroegen € 1,660 miljoen. ** Dit is het berekende rendement van BPNL en BPRR samen (de individuele rendementen waren toen nog verschillend).
Het fonds vindt het belangrijk dat de kosten van uitvoering en vermogensbeheer helder zijn voor alle belanghebbenden
7
Communicatie
Toekomst pensioen in Nederland
In 2010 voerde onderzoeksbureau Bridgevest voor het fonds een deelnemersonderzoek uit. De resultaten voor communicatie zijn in februari 2011 besproken en hebben gediend als input voor een communicatiebeleidsplan voor de komende jaren. In de zomer van 2011 is de nieuwe website van het gefuseerde pensioenfonds live gegaan en in september 2011 verscheen de eerste pensioenkrant van het gefuseerde fonds.
In juni 2011 maakten de sociale partners in de Stichting van de Arbeid (STAR) afspraken over de uitwerking van het in juni 2010 gesloten pensioenakkoord. Met dit akkoord deden zij voorstellen over de AOW, de aanvullende pensioenen en de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers. Op 23 april 2012 viel het kabinet-Rutte over de begroting voor 2013. Vijf politieke partijen sloten vervolgens een nieuw akkoord over de begroting van Nederland voor 2013. In dit Begrotings akkoord 2013 (of ‘Lenteakkoord’) zijn nieuwe afspraken gemaakt over o.a. de verhoging van de AOW-leeftijd. Deze wordt versneld ingevoerd. De eerste stap is een verhoging naar 65 jaar en 1 maand in 2013. In 2019 is de AOWleeftijd al 66 jaar. In 2023 is dat 67 jaar. Daarna wordt opnieuw naar de levensverwachting gekeken. Als die nog steeds stijgt, gaat de AOW-leeftijd waarschijnlijk verder omhoog. Minister De Jager van Financiën heeft op 25 mei jl. de details van het Begrotingsakkoord 2013 aan de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel met de uitwerking van de afspraken van het Begrotingsakkoord 2013 is begin juni ingediend en ongewijzigd aangenomen door de Tweede Kamer.
Tot slot zijn in 2011 voorbereidingen getroffen voor het instellen van een lezerspanel, een workshop Financiële Planning, verjaardagskaarten en een animatie van de pensioenregeling. Deze acties krijgen in 2012 concreet gestalte.
Hoe zit het met uw pensioen bij? • scheiden; • parttime werken; • ontslag; • onbetaald verlof; • een andere werkgever; • arbeidsongeschiktheid; • overlijden. Bij al deze veranderingen is het van belang dat u stilstaat bij de gevolgen voor uw pensioen. Lees er meer over op www.pensioenfondsbp.nl. Of neem contact op met uw pensioenfonds via
[email protected]
In het pensioenakkoord legden de sociale partners ook vast dat de pensioenregelingen schokbestendig moeten worden voor een verdere stijging van de levensverwachting en voor schokken op de financiële markten. Hiervoor heeft Minister Kamp op 30 mei de Hoofdlijnennota herziening financieel toetsingskader pensioenen naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan voorstellen voor aanpassingen in de Pensioenwet en herziening van de regels over het financieel toetsingskader zoals die in het pensioenakkoord waren vastgelegd. De nieuwe Pensioenwet en het nieuwe financiële toetsingskader (wettelijke financiële eisen voor pensioenfondsen) kunnen dan op 1 januari 2014 van kracht worden. Het pensioenfonds en de werkgever wachten dit met belangstelling af. Wat dit voor de BP pensioenregeling betekent, is vooralsnog niet duidelijk. We informeren u daar uiteraard over zodra er meer bekend is.
De verschillende regelingen op een rij Pensioenfonds BP Raffinaderij kent twee pensioenregelingen:
- pensioenregeling 1991 - pensioenregeling 2006. Pensioenfonds BP Nederland kent drie pensioenregelingen:
- pensioenregeling 2006, - pensioenregeling 2002 - pensioenregeling 1998. Op uw pensioenoverzicht (UPO) vindt u terug in welke pensioenregeling u deelneemt. Op de website vindt u de specificaties van de verschillende pensioenregelingen.
8
Organisatie van het pensioenfonds Ons pensioenfonds werkt samen met de volgende partijen: Deelnemersadministratie Individuele pensioen beleggingsrekeningen Accountant Actuaris (Financieel) administrateur en bestuursondersteuning Vermogensbeheerders Herverzekeraar Custodian Performance measurement
Syntrus Achmea Pensioenbeheer ING IM Ernst & Young Accountants LLP Mercer Syntrus Achmea Pensioenbeheer Black Rock AXA BNP Paribas Zwitserleven/Centraal Beheer Northern Trust Company Portfolio Evaluation
Bestuur
Dagelijks Bestuur
Eind 2011 bestond het bestuur van Stichting Pensioenfonds BP uit de volgende personen:
heer H.J. Lindaart, werknemer van De BP Europa SE - BP Nederland, coördineert namens BP Europa SE - BP Nederland, de aansturing van partijen aan wie de pensioenuitvoering is uitbesteed en vormt samen met mevrouw S. de Vries - Maas en de heer P. Koole het dagelijks bestuur.
Namens de werkgever • S. Gunnewijk (Voorzitter) • P. Koole • M. A. Roberts (Vice-voorzitter) • P. Westerman Namens de werknemers • A. Bakels • N. Bergmans • M. Jans • S. de Vries – Maas (Secretaris ) Namens de gepensioneerden • A. Baltussen • P. N. Houtman • F.H. van der Schalk
Het verantwoordingsorgaan bestaat eind 2011 uit: Namens de werkgevers • H. Muilerman, lid namens de werkgevers Namens de werknemers • A. Zonderop • K. Seip Namens de gepensioneerden • W. Blok • C. Vreeken
Helpdesk pensioenfonds
013 - 462 2352 of
[email protected] Website
www.pensioenfondsbp.nl