OP DE HOOGTE Augustijns Centrum de Boskapel
maart 2010
“” ... bij tijd en wijle van mening verschillen zonder haat, alsof iemand het oneens was met zichzelf en juist door die schaars voorkomende onenigheid fleur geven aan de eensgezindheid van meestal ...” “ (Augustinus, Belijdenissen, IV,8,13,p.113) Colofon : Op de Hoogte is het bulletin van de Boskapelgemeenschap. Het biedt ruimte voor Boskapellers en andere bezoekers van de kapel om te schrijven of te lezen over zaken die de gemeenschap van de Boskapel of de kerkgemeenschap in het algemeen raken. Ook geeft het informatie over vieringen in de kapel en andersoortige informatie over activiteiten die vanuit de Boskapel worden ondernomen. Op de Hoogte verschijnt 11 maal per jaar. Redactie: Gerard Willems, Schoutstraat 23, 6525 XR Nijmegen 024 3554903,
[email protected] Mechy Dolmans-van Oosterhout,
[email protected] (beiden eindredactie) en Chris Dijkhuis Lay-out en druk: Helma Bertels en Hans Thoonen (e-mail
[email protected]) Adres Boskapel: Graafseweg 276 6532 ZV Nijmegen tel/fax 024-3776968 bgg 0653362781 (Joost Koopmans) homepage: www.boskapel.nl e-mail:
[email protected] Postbank: 22.06.916, Rabobank: 15.78.32.856 t.n.v. Rector Boskapel
2
VOORWOORD Wie je ook spreekt, iedereen lijkt het wel gehad te hebben met de winter. Men kijkt als het ware de sneeuwklokjes en krokussen uit de grond. Met dat idee voor ogen koos de redactie een gedicht van Gabriël Smit dat niet alleen iets zegt over wat bloemen met een mens kunnen doen, maar tegelijk hoe ze een uitdaging kunnen zijn om je muizenissen, verdriet of angst terzijde te zetten en stil te worden om stemmen van over de grens van leven te horen en daarop antwoord te geven. Naast deze mijmering past een tekst van Jan Broeders over de uitdaging die de vastentijd voor ons betekent over de jaren heen. De stemmen die tot ons spreken vanuit onze directe omgeving, vragen om een antwoord, zoals die uit het gedicht tot ons spreken van over de grens van leven. Als we Hem ontmoeten in de ander (het thema van deze vastentijd) wordt het wat gemakkelijker om de noden te zien van onze naasten die in de problemen zijn gekomen door de crisis of anderszins, en bij wijze van antwoord, aandacht te geven, geldelijk of op een andere manier. Het artikel gaat vergezeld van een foto-collage van “de anderen” in ons maatschappelijke leven. De vaste rubrieken die direct met het reilen en zeilen (b.v. de SWOT analyse) van onze gemeenschap te maken hebben, (en daar hoort sinds de nieuwe start ook de participantenraad bij), slaan een brug naar meer persoonlijke zaken. Zo is er een interview met Joost door een veelbelovend jongmens genaamd Remy, die ernstig met de Bijbel bezig is. Het interview werd ingestuurd door Jacqueline van Meurs. De redactie is haar daarvoor dankbaar, want het is een boeiend interview geworden. Verder stelt Gerda Lasker, een nieuwe Boskapelster met een interessant cv, zichzelf aan u voor. Sommigen zullen haar op zondag 21 februari al ontmoet hebben toen zij werd aangenomen en gezalfd als doopleerling. 3
Dan volgt een verslag van de leesgroep die zich over de sociale ontwikkeling (of gebrek daaraan) in een groot land als India heeft gebogen aan de hand van een uitzonderlijke roman: De Witte Tijger van Aravind Adiga. Ook ontbreekt niet de maandelijkse bijdrage van Chris Dijkhuis over De Stad Gods van Augustinus. Tot slot treft u een berichtje van de Amnestygroep en een Persbericht van de hulporganisatie DORCAS die een kledinginzamelingsactie organiseert via de Boskapel. Mechy Dolmans-van Oosterhout en Gerard Willems
LITURGIEKALENDER maart 2010 tijd van de zondagsviering: 11.15u. Veertigdagentijd 'Hem herkennen' Dat is het motto dat de zes zondagen tot Pasen aan elkaar rijgt. Hem herkennen in een tocht door de woestijn, maar ook in zijn uitstraling op de berg. Hem herkennen in een ieder die zijn medemens de hand reikt, maar ook in zijn verlatenheid en lijden. Hem herkennen in de mensen om ons heen. Het kan een enorme bemoediging voor ons zijn dat er geen hemelsbreed verschil is tussen het leven van Jezus en ons leven. Hij werd ook, zoals Paulus zegt, op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij. Maar het is ook bemoedigend hoe hij, door de kracht van de Geest, staande bleef in de beproeving. 4
−
−
−
zondag 7 maart, Lucas 13, 1-9: 'bekering'. Jan Broeders zal bij de overweging de vastenactie (voor mensen die tussen wal en schip raken) inleiden (agapèviering). Zondag 14 maart, Lucas 15, 1-3;11-32: 'vergeving'. Joost Koopmans zondag 21 maart, Johannes 8, 1-11: 'bevrijding'. Bert van Balkom
Goede Week 2010 zondag 28 maart: PALMZONDAG − 11.15u: Eucharistieviering − de kinderen kunnen hun palmpasen meebrengen − na de viering kunnen plaatsbewijzen voor de Paaswake worden opgehaald ( bijdrage voor de vastenactie) − NB: op deze zondag is de klok één uur naar voren gezet (zomertijd). Woensdag 31 maart: VIERING VAN GEBED EN VERGEVING als voorbereiding op Pasen Donderdag 1 april: WITTE DONDERDAG − 19.30u: Avondmaalsviering in carré-vorm rond het altaar − Thema: 'Breken en delen'. Vrijdag 2 april: GOEDE VRIJDAG − 18.30u: Waken en bidden rondom het kruis − Gelegenheid om geel-witte bloemen bij het kruis neer te leggen − N.B: omdat de gereformeerden een viering hebben om 20.00u. beginnen wij dus een uur eerder dan we gewend waren: om half zeven! Zaterdag 3 april: PAASZATERDAG − 20.00u: Paaswake − Thema: Het verhaal van de Levende
5
−
−
Volwassenenendoop van Gerda Lasker (zij stelt zich elders in dit nummer voor) Hernieuwing van ieders doopbelofte
Zondag 4 april: PAASZONDAG − 11.15u: Paasviering − er is vandaag ook kindernevendienst − op 2e paasdag geen viering Wie mag er te communie? Naar aanleiding van het feit dat homo(carnavals)prins Gijs uit Reusel van zijn pastoor niet te communie mocht gaan omdat hij al vijf jaar samen woont met een andere Reuselse jongen, is er een discussie ontstaan over de communie-deelname. Het bisdom den Bosch heeft daarbij de RK. regels aangescherpt. Mijn antwoord wil ik geven door een verhaaltje te vertellen dat ik las op het gedachtenisprentjes van pater Harrie Salemans, een dominicaan die mijn huisgenoot was hier op Catharinahof. Hij nam enkele jaren geleden het initiatief voor de brochure Kerk en Ambt, en nam deel aan de gesprekken hierover in de Boskapel. Zijn uitvaart was op 12 februari j.l. In de zestiger jaren was hij pastoor van de Dominicusparochie in Nijmegen en in die tijd maakte hij naar eigen zeggen een grote draai in zijn pastorschap. Hij had te maken met twee koorleden, een jongen en een meisje, van wie hij gehoord had dat ze waren gaan samenwonen. 'Mag ik hen wel de communie geven?' Hij deed het, maar met grote gewetensproblemen. Hij ging bij hen op bezoek. Ze woonden zeer armoedig. De jongen vertelde dat op de begane grond een vrouw in een rolstoel woonde, die op zaterdag graag zelf in de stad boodschappen deed. 'Dus', zo zei de jongen, 'ga ik de ene zaterdag met haar de stad in en mijn vriendin de andere week.' 'Vanaf dat moment', zo vertelde Harrie, 'begreep ik dat het in het geloof niet gaat om kerkelijke regels maar om medemenselijkheid.' Joost Koopmans osa 6
HEM HERKENNEN, EEN TOELICHTING BIJ DE COLLAGE
De collage is een bonte mengeling van portretten. Het valt soms niet mee om in het dagelijks leven Hem te herkennen in de mensen om ons heen. De lijdende mens zien we liever niet. In tijdschriften die ik nodig heb om de collage te maken vind ik alleen lachende mensen, achter het masker van de glimlach schuilt het menselijk leed: ziekte, armoede, onderdrukking, afhankelijkheid. Mensen die anders zijn zien we ook liever niet. De Nederlandse Spoorwegen hebben posters van de kunstmanifestatie ‘Niet Normaal’ in de Beurs van Berlage in Amsterdam geweigerd op te hangen. Ze willen hun reizigers niet confronteren met beelden van mensen met een handicap. Op de posters is ondermeer een man te zien van wie een arm en een been zijn geamputeerd. Mensen die
7
niet voldoen aan de norm van deze maatschappij worden buiten spel gezet. We identificeren ons liever met succes, zoals dat van de schaatser Sven Kramer. Zijn glorieuze overwinning doet ons denken aan de verheerlijking op de berg Tabor. We kennen vele idolen, populaire gezagdragers en de meer bescheiden onbekenden. Tussen de portretten vind je ook mensen die een voorbeeld voor ons zijn, zij die hun nek uitsteken om op te komen voor de mensen die onze hulp en bescherming nodig hebben. Die met gevaar voor eigen leven zich voor de medemens inzetten. Je kunt er zowel lichtende voorbeelden als valse profeten tussen ontdekken. De kunst is om ze van elkaar te onderscheiden. Maar ook in heel gewone mensen kun je Hem soms zien oplichten, midden onder ons, op weg met elkaar. Het zet je aan het denken…. Marjolein Essers NIEUWS VAN DE PARTICIPANTENRAAD Op 28 januari was de participantenraad voor de vierde keer bijeen. De eerste keren moesten er veel afspraken worden gemaakt en moesten we elkaar wat beter leren kennen. We moeten eigenlijk het wiel nog een beetje uitvinden. Er is per slot van rekening nog niet eerder een gekozen raad in de Boskapel werkzaam geweest. We begonnen met 18 leden van wie er jammer genoeg drie om diverse redenen moesten afzeggen. Dus... voelt u zich geroepen, aarzel niet om u aan te melden; het is immers belangrijk dat de Boskapelgemeenschap zo breed mogelijk in de participantenraad vertegenwoordigd is. Vooral de jongeren onder ons missen we nog. De derde vergadering was met het bestuur, de belangrijkste besluiten daarvan hebt u in de Op de Hoogte van januari kunnen lezen. Wat hebben we nu op deze vierde vergadering besproken? 8
Ten eerste werd het jaarplan voor 2010 besproken en goedgekeurd met enkele toevoegingen, waaronder het belang van meer aandacht voor de groep kinderen boven de 12 jaar. Verder sprak men de bezorgdheid uit over het verminderde aantal bezoekers. Natuurlijk is het erg slecht weer geweest, maar is er misschien meer aan de hand? Hierover kunt u alleen ons uiteindelijk inlichten. Aarzel dus niet de leden van de participantenraad aan te spreken. De rest van de vergadering is besteed aan de SWOT analyse van de Boskapel. Sommigen van u hebben daar al over gehoord of meegedaan in een of andere werkgroep. SWOT is een afkorting van de engelse termen: Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats. Dat wil zeggen sterke en zwakke kanten, mogelijkheden en bedreigingen. Het bestuur stelt mede op basis van de uitkomsten het beleidsplan op. Op de volgende vergadering is het belangrijkste agendapunt de taak van de participantenraad: hoe komen we tot een nog betere communicatie tussen Boskapelgemeenschap en de participantenraad ? Mocht u daar nog ideeën over hebben dan zijn die van harte welkom. Spreekt u ook hierover de leden van de participanteraad aan. Het verslag van de volgende vergadering leest u in de Op De Hoogte van april. Annemiek Alferink
9
EVEN VOORSTELLEN Hallo allemaal, ik wil me graag even aan jullie voorstellen. Mijn naam is Gerda (Geertje) Lasker, ik ben geboren te Leerdam op 22 september 1964, wat mijn huidige leeftijd op 45 jaar brengt. Ik ben al 10 jaar gelukkig getrouwd met Rob en sinds 2006 wonen we in Nijmegen. Ik heb een periode van 16 jaar (van mijn 11de tot mijn 27ste) in België gewoond, gestudeerd en gewerkt en ben in 1992 weer naar Nederland teruggekeerd om de opleiding tot operatieassistent te volgen. In 1995 ben ik daarin afgestudeerd en in 1998 ben ik in dienst gegaan bij Hare Majesteit en ben ik officier bij de Nederlands Krijgsmacht geworden. Nog steeds als operatieassistente. Ik heb drie jaar in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht gewerkt en sinds 2001 werk ik in het Radboud ziekenhuis hier in Nijmegen. Ik ben nog steeds militair, maar het leidt te ver om uit te leggen hoe die vork nu precies in de steel zit. Ik ben overigens altijd bereid om wat meer uitleg te verschaffen aan degenen die daar behoefte aan hebben. Ik ben tijdens mijn militaire loopbaan tot nu toe 7 maal uitgezonden geweest. De eerste maal naar Bosnië en daarna volgden nog Irak, Oman, Liberia en drie maal Afghanistan. In juli dit jaar ga ik voor de vierde maal naar Afghanistan. Waarschijnlijk om “de deur dicht te doen” in Kamp Holland in Uruzgan, maar dat hangt af van de beslissingen in Den Haag. In 2003 ben ik begonnen met mijn studie “Theologie en Levensbeschouwing” aan de Fontys Hogeschool te Tilburg en vorig jaar heb ik daar mijn bachelor behaald. Sinds september 2009 ben ik begonnen met de Master opleiding, want mijn grote droom is het om aalmoezenier te worden bij de krijgsmacht. Van huis uit ben ik niet kerkelijk opgevoed, maar van jongs af aan ben ik ervan overtuigd dat er “meer” is, maar wat dat meer nu 10
precies is, dat wist ik toen nog niet. Ik ben mij tijdens de studie theologie pas echt gaan verdiepen in het christendom en wat het geloof in de Ander voor mij betekent. Het is een tijd van zoeken, twijfelen en vragen geweest, maar het is voor mij steeds duidelijker geworden dat ik christen wil worden en, meer bepaald, katholiek. Na wat omzwervingen in verschillende kerken en parochies ben ik bij de Boskapel uitgekomen als zijnde “mijn” gemeenschap. De sfeer die er heerst tijdens de vieringen raakt me en ik voel me er welkom. Dat is ook de reden dat ik heb besloten om me in de Boskapel te laten dopen. Dat ik me wilde laten dopen speelde al een tijdje en ik was ook al bezig met de voorbereidingen, maar dat was met een groep in Tiel. Na een heel open gesprek met Joost ben ik tot het besluit gekomen dat ik me bij “de Boskapellers” wil voegen, en dat ik dat het duidelijkst kan laten blijken door me door middel van de doop in hun midden te laten opnemen. Als jullie dit lezen ben ik op 21 februari aangenomen en gezalfd als doopleerling en ben ik me aan het voorbereiden op de doop zelf. Ik vind het spannend, maar weet dat ik de goede keuze maak. Na mijn doop zullen jullie mij vaker in de Boskapel zien. Natuurlijk om de vieringen bij te wonen, maar ook als stagiaire theologie. In het kader van mijn opleiding moet ik stage lopen en aangezien ik nog erg weinig parochie- of gemeenschapservaring heb is de Boskapel de uitgelezen plek om die stage te doen. Zeker omdat de manier van werken en vieren in de Boskapel mij aanspreekt. Ongedwongen, met oog voor alternatieven, maar toch vanuit een katholieke basis. Ik zie wel gelijkenissen met hoe ik sommige vieringen in uitzendgebied heb beleefd. Vandaar ook waarschijnlijk dat ik me thuis voel bij de Boskapel. Gerda Lasker
11
OVER DE MOOISTE VERHALEN EN GEHEIMTAAL IN DE BIJBEL JOOST GEÏNTERVIEWD DOOR RÉMY
“Ik heb nog niet zo veel uit de echte bijbel gelezen”. Op 28 januari heeft Rémy Cherblanc (8 jaar) op school een spreekbeurt gedaan over de bijbel. Als voorbereiding hierop heeft hij Joost Koopmans geïnterviewd over de bijbel. Zo hoorde hij van Joost dat de bijbel voor hem een levensboek is. En Joost vertelde ook dat, toen hij zo oud was als Rémy, hij nog niet zo geïnteresseerd was in de verhalen van de bijbel: ”Maar ja, wij hadden ook nog geen kinderenbijbels”. Door al die vragen werd Joost erg nieuwsgierig naar de gedachten van de interviewer zelf. Hij stelde Rémy dan ook een paar vragen: ”Wat zou jij later willen worden? Een priester word je zeker niet?” Joost, wat is de Bijbel voor jou? Voor mij is het wel een levensboek. Door hier in te lezen kan ik nadenken over wat ‘goed leven’ is. In het Oude of Eerste Testament staan bijvoorbeeld de Tien Geboden. En in het Tweede Testament staan verhalen over hoe Jezus ons leert leven. En Jezus vertelt ons hoe God is: dat hij niet hoog in de hemel is gebleven maar is afgedaald en dat hij onder ons wil wonen. En dat vind ik belangrijk voor mijn leven.
12
Maar wat heb je aan dat Oude en Nieuwe Testament? Is het niet gewoon een boek om te lezen, en dan is het klaar? Nee, nee. Ik lees het niet ‘even’. Ik ben er eigenlijk elke zondag mee bezig. En vooral als ik in de Boskapel moet preken dan moet ik mij weer verdiepen in die verhalen. Dan moet ik weer toen Jezus dood was. De mensen zijn in hem blijven geloven en toen dachten ze: we zullen gaan opschrijven wat hij gedaan heeft en wat hij ons geleerd heeft. En daar hebben ze mooie verhalen van gemaakt. Vond je de bijbel, toen je net zo jong was als ik nu, ook al interessant? Toen ik jong was toen las ik nog niet zo veel in de bijbel. Nu zijn er kinderbijbels maar die hadden wij vroeger niet. En in de kerk werd een andere taal gesproken: Latijn. We wisten wel iets van de bijbel maar niet zoveel als jij nu bijvoorbeeld weet. Lees jij de bijbel in het Nederlands of in het Hebreeuws en Grieks? Ik kan geen Hebreeuws lezen. Dus ik lees de bijbel ook gewoon in het Nederlands. Heb je ook moeten studeren om priester te worden? Ja, daar heb ik lang voor moeten studeren. Wel zeven jaar. Vind je het belangrijk dat je niet alleen op de aarde bent? Jaaa, zonder mensen om mij heen zou ik het leven niet leuk vinden. Kijk maar eens naar Adam, uit het eerste verhaal over de schepping; er waren wel dieren maar hij miste toch een ander mens. Ja, uit het boek Genesis. Maar over die verhalen gesproken, wat denk jij over het boek Openbaringen? Ik heb wel eens gehoord dat dit in een soort geheimtaal is geschreven. Denk jij dat ook?
13
Ja, ik denk dat het in een soort geheimtaal is geschreven. Dan moet je wel heel goed de achtergrond van het verhaal kennen om te snappen wat de schrijver bedoelt met al die draken. En die geheimtaal is nog niet ontdekt? Nou, er zijn bijbelgeleerde die precies weten wat Johannes heeft bedoeld. Maar ik niet hoor! Ik moet altijd opzoeken wat die geleerden hebben gevonden, want anders snap ik het niet. En Rémy; wat vind jij spannend aan dat boek Openbaringen? Nou, mijn moeder had er een stukje uit voorgelezen. En ik dacht: hè, dat is vreemd…..er kwamen steeds weer nieuwe dingen. Ik vind het nadenken over: wat heeft Jezus nou eigenlijk bedoeld? Of: wat heeft die profeet nou bedoeld? Maar vooral ook: hoe kan ik deze verhalen nu, 2000 jaar later en nóg ouder, begrijpen? En vind je dat ook belangrijk? Ja, het boek is niet belangrijk om het boek maar het boek is belangrijk om te kijken wat ik er mee kan dóen. Welk verhaal spreekt jou aan? Veel verhalen spreken mij aan. Maar welk verhaal komt nu bij jou op? Wat nu bij mij opkomt is het verhaal van de Verloren Zoon. Een rijke vader had twee zonen. Ze woonden op een boerderij. Allebei de zonen hadden van hun vader geld gekregen van de erfenis. Eén zoon ging door met hard werken maar de ander liep weg van huis. Hij ging het geld verbrassen, er plezier mee maken, het geld uitgeven. Toen deze weggelopen zoon geen geld meer had moest hij wel gaan werken. Uiteindelijk ging hij varkens hoeden en moest hij zelfs de schillen van de varkens eten omdat hij verder niks te eten had. En ja, toen dacht hij: ik wil terug naar mijn vader. En weet je wat nou het mooiste is van dit verhaal? Dat de 14
vader niet kwaad was dat hij al het geld had opgemaakt en nu weer naar huis kwam. Nee, hij had vaak aan zijn zoon gedacht en was blij dat hij weer thuis kwam. Hij gaf hem een tweede kans. Het is een verhaal van Jezus. Jezus zegt: geef mensen om je heen weer een tweede kans, en een derde en een vierde….. Denk je ook wel eens: dát heeft Jezus goed gezegd! Jaaa! Ik denk dat heel vaak. Weet je, Jezus had ook veel vijanden. Ze zeiden tegen hem: “Als je iets slechts doet dan wil God jou niet meer”. Maar Jezus zei: “Nee! Ik weet dat God ieder mens opnieuw laat beginnen”. En toen kregen een heleboel mensen ook wel een hekel aan Jezus. Maar ik vind het juist goed wat hij zei! Er staan verhalen in de bijbel. Maar denk je dat er ook dingen in staan die echt gebeurd zijn? Het is zeker gebeurd. Maar zoals het in de bijbel staat is het niet letterlijk gebeurd. Het zijn geen krantenartikelen. In de krant staat een verslag van wat er gisteren is gebeurd in Haïti of hier in Nederland, of wat er gebeurd is in het verkeer. In de bijbel staan verhalen die pas zijn geschreven ook moeilijk om te begrijpen. Maar ik heb nog niet zo veel uit de echte bijbel gelezen. Maar een paar bladzijden. En wat vind jij het mooiste boek? Of het mooiste verhaal? Het mooiste verhaal vind ik toch wel de tocht uit Egypte. In het begin dan laten ze het volk niet gaan. En daar is ook een liedje over gemaakt (‘Go down Mozes’). En dan zegt die farao steeds maar: nee, nee, nee, ik laat je volk niet gaan. En dan uiteindelijk dwingt God de farao met tien plagen. Zijn lievelingszoon sterft dan en dan zegt hij: ga maar, en laat mij verder met rust. En dan vluchten ze zo snel mogelijk uit Egypte. Maar dan bedenkt de farao zich en dan gaat hij ze toch achterna. Ja, dat vind ik wel spannend!
15
En heb jij al iets aan de bijbel? Voor jezelf? Nee, nu nog niet. Maar als ik straks groter ben dan kan ik het beter begrijpen. En het is in dooie talen geschreven, in het Hebreeuws en Grieks. En weet je al wat je worden wilt als je groot bent? Nou, toptennisser. En priester? Dat word je zeker niet? Nee, dat denk ik niet. Vroeger leek het mij wel fijn. Maar ik heb er nu een beetje over nagedacht. Ik vind het wel interessant maar ik denk niet dat ik dát ooit ga worden. JvM 30/01/2010 VOOR U GELEZEN: AUGUSTINUS’ DE STAD VAN GOD, BOEK XVII (2) Op ongeveer de helft van boek XVII gekomen, bespreekt Augustinus een aantal psalmen omdat vrijwel alle profetische uitspraken van David in de psalmen staan. De gedegen wijze waarop Augustinus met de Schrift omgaat, is aan te tonen met een wat uitvoeriger citaat uit hoofdstuk 14 waarin Augustinus het ‘Boek der psalmen’ als volgt toelicht: “Sommigen menen dat daarvan alleen die psalmen door David zijn gedicht, die zijn naam in hun opschrift dragen. Anderen nemen aan, dat alleen die psalmen van hem zijn, waarboven vermeld staat ‘van David zelf’, terwijl de psalmen ‘voor David zelf’ in hun opschrift door anderen zijn geschreven en aan Davids persoon zijn aangepast. Deze laatste mening wordt weerlegd door een woord van de Heiland zelf in het evangelie, daar waar Hij zegt dat David zelf in de geest de Christus zijn Heer heeft genoemd (zie Matth. 22:43, Ch.D.). Het begin van psalm 109 luidt namelijk: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn 16
rechterhand, totdat ik uw vijanden neerleg als een schemel voor uw voeten’. En deze psalm heeft in zijn opschrift beslist niet ‘van David zelf’, maar ‘voor David zelf’, zoals heel veel psalmen. Mij lijkt de mening aannemelijker van hen die alle honderdvijftig psalmen als Davids werk beschouwen en menen dat hij in de opschriften van een aantal psalmen ook de namen van anderen heeft vermeld, omdat die zinnebeeldig waren voor iets dat met hun onderwerp te maken had; bij de overige zou hij geen naam van een mens in het opschrift gewild hebben; bij het aanbrengen van deze verscheidenheid – misschien wel een duister, maar daarom toch geen zinloos iets – zou hij ook door de Heer geïnspireerd zijn.” Vervolgens gaat Augustinus nader in op de psalmen 45, 110, 22, 3, 41, 16, 68 en 69 (nummering van de grondtekst) . Na de bespreking in deze serie artikelen van boek XVII als geheel zal aan de hand van citaten uit hoofdstuk 18 over de dood en de verrijzenis van de Heer een poging worden gedaan Augustinus als interpretator van de Schrift nog naderbij te laten komen. Hoofdstuk 20 gaat over de verdiensten van David (“als koning in het aardse Jerusalem geregeerd, terwijl hij een zoon van het hemelse Jerusalem was”) en Salomo (“begon goed, maar eindigde slecht”). Hoofdstuk 21 vertelt van de opsplitsing van de Hebreeën over Samaria of Israël in engere zin (tien stammen) en Juda (de stammen Juda en Benjamin). De stam Levi wordt daarbij als dertiende geteld omdat het een priesterlijke stam was, op de dienst van God gericht en niet van koningen. Overigens was de stam Levi meer met het rijk van Jerusalem verbonden omdat daar de tempel stond, die door deze stam werd bediend. Roboam, zoon van Salomo, was de eerste koning in Jerusalem, Jeroboam, dienaar van Salomo, in Samaria. Het was een verdeling in koninkrijken, niet in godsdiensten. Uit angst echter dat zijn volk als het naar Jerusalem ging om te offeren, zich van hem af zou keren, voerde Jeroboam in zijn rijk de afgoderij in. De tijd van Elia en Elisaeus brak aan. Ook in Juda ontbrak het onder de 17
volgende koningen niet aan profeten, hoewel de machthebbers daar veel minder dan die in Samaria, God beledigden. “Tenslotte steeg Gods verontwaardiging zo hoog dat het hele volk door de zegevierende Chaldeeën niet alleen in zijn eigen gebied werd overweldigd, maar ook nog grotendeels naar de gebieden van de Assyriërs werd gedeporteerd. Dat overkwam eerst het Israël geheten deel, met zijn tien stammen, en daarna ook Juda, nadat Jerusalem en de vermaarde tempel waren verwoest.” Pas na zeventig jaar mocht het volk terugkeren, de tempel werd hersteld en in Jerusalem kwam één bestuurder. “Maar”, zo besluit Augustinus hoofdstuk 23 “ook toen lieten de vijanden en veroveraars uit andere volken hun geen rust: toen Christus kwam, vond hij hen zelfs reeds als schatplichtig aan de Romeinen.” De gebruikelijke term voor de verschillende deportaties van Israëlieten naar Mesopotamië in Babylonische Ballingschap. De stap die Augustinus hier maakt van het einde van die ballingschap tot aan de komst van Christus is wel heel erg groot. De geschiedschrijving leert namelijk dat eerst in 734 en 722 grote gedeelten van Samaria naar Assyrië en Medië werden gevoerd terwijl daarvoor in de plaats Babylonische en Syrische kolonisten in Samaria kwamen. In 597 en in 586 v.Chr. werd de bevolking van Juda door Nabuchodonosor in ballingschap naar Babylon gebracht. Na de val van Babel stond Cyrus, de stichter van het Perzische rijk, in 538 v. Chr. terugkeer toe, maar velen hadden toen al hun bestaan in den vreemde gevonden. Het Jodendom in de diaspora was ontstaan. Augustinus besluit boek XVII met een opsomming van profeten, zowel de laatsten onder de Joden (Malachias, Aggaeus, Zacharias en Esdras) als de in de evangeliën genoemden (Zacharias, vader van Johannes, en zijn vrouw Elisabeth, Simeon en Anna en ook Johannes zelf. Chris Dijkhuis 18
VASTENACTIE 2010: VOOR NODEN HEEL DICHTBIJ. ‘Hem herkennen in de ander’ vormt voor onze Boskapelgemeenschap de leidraad in de komende Veertigdagentijd. Ook voorheen gaven we dit thema via onze acties telkens weer gestalte. Soms lag het doel van onze acties dichtbij: zo steunden we de afgelopen periode de opvang voor mensen met een zwervend bestaan via ‘De Verwondering’ , we gaven een bijdrage aan de Nijmeegse Voedselbank en gaven geld aan een hospice in onze stad. Vaker richtten wij ons met onze acties op noden in verre landen: we hielpen onlangs straatkinderen van Rio de Janeiro, we steunden het vakonderwijs in Namibië voor kansarme jeugd, we maakten in Bolivia voor arme studenten een universitaire opleiding mogelijk en zorgden een paar jaar terug dat de kerk in de Nijmeegse zusterstad Pskov verwarming kreeg. Voor de komende Veertigdagentijd koos de liturgiegroep in overleg met onze pastor en de diaconiegroep voor noden heel dichtbij. De bodem van onze solidariteitspot is namelijk zichtbaar en raakt leeg. Zoals de Boskapel zelf financieel niet kan rondkomen van de opbrengst van de zondagse collectes en aanvulling nodig heeft via de Kapelbalans, zo wordt de Solidariteitspot onvoldoende gevuld door onze bijdragen tijdens de Agapèvieringen. Daarbij komt, dat het aantal Boskapellers, dat – al of niet tijdelijk – tussen wal en schip raakt, toeneemt. Deze mede-boskapellers lopen niet te koop met hun zorgen, maar vertrouwen deze wel toe aan onze pastor. Te lang denken velen van hen nog, dat ze het zelf kunnen redden. Ze generen zich om een beroep te doen op bijzondere bijstand of schuldsanering. Zij raakten tussen wal en schip door onvoorziene factoren, zoals een plotselinge werkeloosheid, ziekte, een scheiding of dubbele woonlasten, doordat hun huis onverkoopbaar bleek. Het gaat dus om de stille armen binnen onze gemeenschap. Natuurlijk kunnen wij niet hun financiële problemen volledig 19
oplossen, maar door een ondersteuning via onze pastor in overleg met de diaconie, kunnen wij laten zien, dat we solidair met hen willen zijn en ‘Hem herkennen in de Ander’. Nu zijn het ‘anderen’ die in de problemen zijn gekomen, een volgende keer kan het ons overkomen. Laten we hopen, dat ook wij dan vanuit onze Boskapelgemeenschap de steun en het medeleven krijgen, waaraan wij op dat moment behoefte hebben. Namens de liturgiegroep,Jan Broeders DOOR DE STILTE HEEN Al dagenlang probeer ik door de stilte heen te luisteren, - de bloemen hier op tafel voor mij zijn zo open, willen spreken, maar ik kan ze nog niet verstaan, - nog te veel dag is binnen mij nagebleven, nog te veel zien van vervalste kleuren, botte dingen, ik heb nog geen eigen lichtverschiet. Zo stil worden dat uit zwijgen woorden bloeien van over de grens van leven heen, een enkele stem, een enkele vraag, en daarop dan niet angstig voor de aandacht van de bloemen antwoord geven, een eigen woord, - ik hoop dat ik het waag. Gabriël Smit VERSLAG LEESGROEP DD. 10 FEBRUARI 2010 Stel u verkeert in een underdog positie en u realiseert zich dat u in zo’n positie zit, in tegenstelling tot alle andere underdogs om u 20
heen. Wat doet u? In deze roman over het door kastentegenstellingen (en natuurlijk door de onvermijdelijke religieuze Hindu vs Moslim tegenstelling) nog steeds ernstig verdeelde India, beschrijft de succesvolle zakenman Balram Halwai hoe hij als lid van de onderkaste zich heeft opgewerkt. Hij schrijft aan de Premier van China die op het punt staat een bezoek te brengen aan India. Balram vermoedt dat de autoriteiten de Premier alleen het moderne welvarende India zullen laten zien en schetst in zijn brief een cynisch en venijnig beeld over de corruptie, armoede en onderdrukking die nog steeds alom heersen. Intussen krijgen ook wij als lezers een indringend beeld van het huidige India met zijn kastensysteem dat ondanks vernieuwingen nog steeds de maatschappelijke verhoudingen bepaalt. Balram hanteert een luchtige toon terwijl hij de meest mensonwaardige dingen vertelt. Dat maakt het lezen van de meest afschuwelijke dingen zo verteerbaar. Door een toeval - hij komt na lang zoeken uit bij een rijke man die uit hetzelfde dorp komt als hij - krijgt Balram een baantje als chauffeur. Hij krijgt zo de kans binnen te dringen in de wereld van de hogere kasten. Zijn vorige baantje als kolenklopper waarover hij luchtig vertelt, beschrijft de eigenlijk onbeschrijfelijke armoede en uitzichtsloosheid van de onderklasse in India. Slim en intelligent als hij is ontwikkelt hij zich in zijn nieuwe baantje door gesprekken af te luisteren die gevoerd worden op de achterbank van de auto die hij als chauffeur bestuurt. Hij beschrijft voor zijn zelfverzonnen Chinese Premier hoe er gerommeld wordt in die hogere kaste. Er worden grof steekpenningen betaald in ruil voor belastingverlagingen. Corruptie en afpersing vieren hoogtij en verraad om er beter van te worden komt ook in de lagere kasten voor. Als de vrouw van Balrams werkgever een dodelijk verkeersongeluk veroorzaakt met teveel drank op, wordt Balram voor het blok gezet. Hij moet tekenen dat hij schuld heeft. Vervolgens wordt die schuld weer via steekpenningen afgekocht.
21
Ook Balrams familie wordt beschreven. Grootmoeder heeft het voor het zeggen. Zij bepaalt wie er een kans krijgt om verder te komen. Zo betaalt ze de rijlessen voor Balram om hem chauffeur te laten worden. Ze eist dan natuurlijk later wel zijn salaris op en regelt een bruid voor hem die een bruidsschat mee zal brengen. Dat Balram zijn eigen weg kiest wordt hem niet in dank afgenomen en leidt zelfs tot een brief op poten van grootmoeder aan Balrams werkgever. Geleidelijk aan wordt duidelijk hoe knap dit boek is gestructureerd. Dingen die terloops worden vermeld blijken later aanwijzingen te bevatten voor wat er staat te gebeuren. Balram beraamt, zonder dat dit expliciet wordt vermeld een moord op zijn werkgever op het moment dat deze met een tas vol honderdduizenden rupees smeergeld op weg is naar het ministerie. Met het geld zet hij ver van New Delhi, in Bangalore, een taxibedrijf op en is aan het eind van het boek een welvarend man. Hij is echter zijn verleden niet vergeten en is een goede werkgever met hart voor zijn chauffeurs. De discussie met z’n vieren - want door sneeuwongemak moesten er drie mensen verstek laten gaan - was levendig en allerlei elementen die bij eerste lezing niet waren opgemerkt kwamen naar boven. Symboliek, als van de kroonluchters die aangeven dat je het gemaakt hebt in India, en het flauwvallen van Balram bij het zien van een witte gekooide tijger in de dierentuin werden besproken. Balram had op school van een schoolinspecteur vanwege zijn leesvaardigheid en kennis de titel De Witte Tijger gekregen als symbool van bijzonderheid. Zijn eigen gekooidheid wordt hem in die dierentuin duidelijk en in zijn onderbewuste legt dit de kiem van zijn gruwelijke daad. We vroegen ons af hoe je moreel oordeel moet zijn over Balrams daad. Hijzelf en de zijnen worden er beter van en zijn vroegere baas was eigenlijk toch maar een corrupte loser. Eén zin aan het eind van het boek somt het dilemma goed op: “Om mens te kunnen zijn voor iemand uit het 22
Donker (lees: de laagste kasten) is één moord om geld voldoende”. Een roman om niet gauw te vergeten, ook vanwege zijn bijzondere raamvertellingachtige opzet. Gerard Willems
SPECIAAL VOOR DE BOSKAPELGEMEENSCHAP! In maart zijn er 2 lezingen, in het bijzonder voor de Boskapelgemeenschap (hoewel natuurlijk ook anderen van harte welkom zijn); twee lezingen (op maandag 8 en dinsdag 23 maart) om te groeien naar een hechte geloofsgemeenschap, die zichzelf voedt en bijeen houdt. Wij zijn immers ‘de tempel van de Heer’. Augustinus verwoordt het heel duidelijk: ‘de kerk dat zijn wij, die samen door het doopsel verbonden zijn in de éne Heer en dus niet de stenen die door mensenhanden op elkaar zijn gestapeld.’ Concreet gezegd: zonder mensen geen kerk, maar zonder gebouw kun je nog wel samen kerk-zijn, elkaars tochtgenoten zijn om met en voor elkaar een geloofsgemeenschap te vormen. Kijk eens naar de geloofsgemeenschap in Puiflijk die jarenlang geen kerkgebouw meer had maar wel een hechte geloofsgemeenschap bleef. Dit is belangrijk voor ons om ons dat te realiseren in een tijd dat we veranderingen zien gebeuren aan het Boskapelgebouw. Ook in het beleidsplan dat het Boskapelbestuur aan het schrijven is n.a.v. de SWOT-analyses die vele groepen hebben ingevuld, wordt na het verwoorden van onze missie en visie als eerste aandacht besteed aan het samen gemeenschap zijn, om te vieren, te vormen en te dienen; het drieluik dat steeds genoemd wordt en waar bijv. tijdens ons 40-jarig bestaan ruim aandacht aan is besteed. Dit samen vieren, vormen en dienen zijn de pijlers om samen een hechte geloofsgemeenschap te kúnnen zijn. De gemeenschap is als het ware de paraplu, waaronder deze activiteiten plaatsvinden en waaronder de leden op verschillende wijze worden gevoed op hun spirituele weg . En dan gaat het niet zozeer om het aantal, maar om de intensiteit van het samen-zijn; 23
hoewel de kracht van het getal nu eenmaal wel bemoedigend werkt! Het er zijn voor elkaar en elkaars tochtgenoot zijn kan natuurlijk op hele verschillende wijzen, waarbij in een ‘uitnodigende kerk’ er ook altijd ruimte is voor hen die alleen even ‘aan willen komen’. In de 2 lezingen van maart zal nader op het gemeenschap-zijn worden ingegaan; de lezingen kunnen dan ook als een tweeluik worden gezien (maar zijn natuurlijk ook afzonderlijk bij te wonen). In de eerste lezing zal Prof Janssen ingaan op praktische aspecten van de leegloop van kerken. Hij schetst de situatie van de Ontmoetingskerk in Dukenburg en wijst o.a. op het anders kijken naar de functie van een kerkgebouw. Na de pauze gaan we in gesprek op welke wijze we ook op andere manieren invulling kunnen geven aan het samen kerk-zijn, waarbij het samen vieren een belangrijk aspect zal blijven. De tweede lezing zal meer een bemoediging zijn om ook nieuwe wegen in te dúrven inslaan en ons present te stellen voor de nieuwe ontwikkelingen die op ons af komen om door te kúnnen gaan. Je kunt aan de kant blijven staan, en kijken hoe het allemaal gaat, maar je kunt ook mee op de rijdende trein springen en tochtgenoot zijn voor elkaar. Je bijdrage kan er al in liggen door een bemoedigend woord uit te spreken naar de ander. Hiervoor ben je nooit te oud, dus het is ieder gegeven! Door zo met elkaar te zijn word je een steviger, maar vooral ook een minder afhankelijke geloofsgemeenschap, omdat je het sámen doet. Het zou fijn zijn als er deze twee avonden vele Boskapellers aanwezig kunnen zijn die mee verder trekken … Namens bestuur en programma-commissie Augustijns Centrum Annemieke Pacilly 24
VAN DE AMNESTYTAFEL Amnesty International baseert zich bij zijn acties op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.Vaak lijkt dat zo groots en ver weg. Maar toen kwam ik dit stukje tegen: Waar beginnen de universele mensenrechten? Op kleine plaatsen, dicht bij huis - zo dichtbij en zo klein dat ze op geen enkele kaart van de wereld gezien kunnen worden. Maar die plekken zijn de wereld van individuele mensen; de buurt waarin je woont; de school die je bezoekt; de fabriek, de boerderij of kantoren waar je werkt. Als deze rechten daar geen betekenis hebben, hebben ze weinig betekenis ergens anders. Geschreven door Eleanor Roosevelt, Voorzitter VNmensenrechtencommissie Zondag 7 maart a.s.is er weer een brieven-actie. We sturen dan brieven naar regeringen van verschillende landen waar de mensenrechten geschonden worden.We hopen op uw medewerking. Thea (v.d.amnesty-groep) KLEDINGINZAMELING VOOR DORCAS Op 17 april wordt de Dorcas Kledingactie gehouden. Tussen 10:00 en 12:00 uur kan kleding worden afgeleverd aan de Graafsweg 276, Nijmegen, bij De Boskapel. De kleding dient schoon en heel te zijn. De opbrengst is bestemd voor het werk van hulporganisatie Dorcas. De helft van alle door Dorcas ingezamelde kleding wordt gesorteerd verstuurd naar de hulpprojecten van Dorcas, zoals de 25
noodhulpprojecten en de sponsorprojecten van kinderen, gezinnen en grannies (bejaarden). Een klein gedeelte wordt beschikbaar gesteld of verkocht aan kerken in Oost-Europa die het verkopen en daarmee hun sociale projecten geheel of gedeeltelijk financieren. De ongesorteerde kleding wordt verkocht aan het Leger des Heils, waarmee Dorcas een overeenkomst heeft. De opbrengst wordt dan gebruikt voor de kosten van transport en distributie. Dit is dringend noodzakelijk om het transport van de gesorteerde kleding te kunnen financieren. Ontvangers Jaarlijks gaat er zo’n 800.000 kilo gesorteerde Dorcas-kleding naar de allerarmsten in Oost-Europa en Afrika. Dit zijn mensen die zelf onvoldoende geld hebben om kleding in de winkel te kopen. De hulp gaat naar oude mensen die onmogelijk van hun pensioentje rond kunnen komen, gehandicapten, chronisch zieken, de kwetsbaren in de samenleving. In 2009 zijn er ruim 150 transporten met hulpgoederen verzonden naar Roemenië, Moldavië, Hongarije, Oekraïne, Rusland, Wit-Rusland, Armenië, Servië, Albanië, Bosnië, Kosovo, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho, Kenia, Egypte en Mozambique. Dorcas Dorcas is een internationale hulporganisatie die in achttien landen in Oost-Europa en Afrika 165 projecten van lokale partnerorganisaties ondersteunt. Dorcas helpt de allerarmsten in de wereld, ongeacht ras, religie, geslacht of politieke overtuiging. In Nederland zijn tienduizenden vrijwilligers, ondernemers en giftengevers bij Dorcas betrokken. Meer informatie: www.dorcas.nl of tel. 06 40370048. Een hartelijke groet, namens Dorcas, tot zaterdag 17 april a.s. Eelco van Vliet, 06 40370048 (lid van de cgkv-gemeente te nijmegen)
26
PARKEERGEDRAG Aangezien de tijd tussen de viering van de gereformeerden en onze viering beperkt is leidt dit tot veel verkeersbewegingen in een kort tijdsbestek. Het is daarom van groot belang dat u uw auto zodanig parkeert dat alle doorgangen vrij blijven. Beide besturen verzoeken u dringend daar rekening mee te houden.
27