Vo l o p g e n i e t e n t i j d e n s Maastrichts Mooiste Kijk op pagina 8 - 9
V I TAAL I S EEN UI TG AV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I J F K E E R PE R J A A R
juli 2009 NR.
Op bezoek in een onbekende wereld kijk op pagina 4 - 5
401
2
|
vitaal
Inhoud 02 )
Bloemetje voor ...
03 )
Voorwoord
04 )
Op bezoek in een onbekende wereld
06 )
9 vragen
07 )
Stage lopen bij Vivre is leuk
08 )
Maastrichts Mooiste
10 )
In Aqua schijnt altijd de zon
12 )
Medewerkers Vivre ontspannen graag
14 )
Jet Rutten en haar portretten
16 )
Beter: eigenlijk heel gewoon
17 )
Gewoon Beter Punt krijgt handen en voeten
't bloemetje voor ... de meisjes van afdeling 2 in Appelgaard De familie Alberts is dankbaar. Dankbaar voor de goede zorg die hun moeder, mevrouw Alberts, heeft gekregen in Appelgaard. Vier jaar lang heeft ze met veel plezier in Appelgaard gewoond. Begin dit jaar is ze overleden.
H
aar dochter, mevrouw Schreurs, komt graag nog even terug om te bedanken. Met een grote vlaai en ’t bloemetje van Vitaal worden ‘de meisjes’, zoals mevrouw Alberts ze altijd noemde, van afdeling 2 even in ’t zonnetje gezet. Mevrouw Schreurs: “Wij zijn zo tevreden met de zorg die onze moeder heeft gekregen. Het was in het begin niet gemakkelijk. Ze moest namelijk verhuizen van haar vertrouwde Eckelrade naar Margraten. Maar ze werd hier geweldig ontvangen en opgenomen.” EVV-er Daniëlle Starren mag de bloemen namens de afdeling in ontvangst nemen. Vanaf het begin heeft zij, samen met haar collega’s, mevrouw Alberts verzorgd. Daniëlle: “We hebben dit heel graag gedaan. Ik kende mevrouw al uit de tijd dat ik pedicure in Eckelrade was en bij haar thuis kwam. Toen zij in Appelgaard kwam wonen, vond ik ’t heel fijn om ook voor haar te zorgen. We hebben veel gedeeld en de familie zorgde met ons mee. Ze kwamen regelmatig over de vloer en toonden veel betrokkenheid.” Mevrouw Schreurs is zichtbaar ontroerd en geeft Daniëlle en de andere meisjes een dikke knuffel.
•
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
vitaal
Het kan beter M
eestal blijf ik in dit stukje dicht bij huis: Vitaal gaat over Vivre en er is binnen onze organisatie genoeg om over te schrijven. Dit keer wil ik een uitzondering maken. Het is vakantietijd en dan spreiden we onze vleugels wat meer. Ook ik permitteer me dit keer een uitstapje buiten Vivre. Ik raakte hiertoe geïnspireerd na lezing van een artikel over prof. dr. Dorly Deeg, die onlangs een prestigieuze prijs won voor bijna twee decennia onderzoek naar gezondheid en ziekte van ouderen in internationaal perspectief.
Minder leuk Mevrouw Deeg constateert dat, hoewel de Nederlander steeds ouder wordt, de kwaliteit van leven van de ouderen in ons land niet verbetert. Populair gezegd: het leven is minder leuk. Er is meer ziekte. Nederland zit in de middenmoot in vergelijking met andere landen die verouderen. Japan en Scandinavië doen het aanzienlijk beter. Hoe kan dat en wat valt daaraan te doen? Dat zijn vragen die me interesseren. Een antwoord is niet eenvoudig. Het gaat om vele aspecten die elkaar ook weer beïnvloeden.
Weinig onderzoek Gezondheidsproblemen van ouderen worden vaak niet goed herkend. Voorbeelden zijn depressie en slijtage van gewrichten. Ouderen denken vaak dat het erbij hoort en klagen niet. Dan wordt het voor de huisarts moeilijk om de aandoening op te sporen. Het gevolg is dat ouderen minder mobiel zijn en sociaal geïsoleerd kunnen raken. Veel ouderen hebben twee of meer ziekten. Er is weinig onderzoek gedaan naar hoe die ziekten elkaar beïnvloeden en welke therapie het beste is. Ook ten aanzien van de werking van geneesmiddelen bij ouderen en hun onderlinge interactie is nog veel werk te doen. Het herstelproces na een operatie verloopt trager bij ouderen. Daar is onvoldoende besef van. Lange tijd was onderzoek naar deze zaken niet erg populair. Maar door het feit dat de gezondheidszorg in toenemende mate ouderenzorg wordt, is er meer wetenschappelijke belangstelling voor ontstaan en wordt de behandeling langzaam beter.
Rondgepompt Het Nederlandse zorgsysteem speelt ook een rol. Het is sterk versnipperd, de aansluiting tussen cure en care is niet goed en chronisch zieke ouderen worden eindeloos “rondgepompt”: spoedopname,
|
3
diagnostiek en behandeling, naar huis, de patiënt op leeftijd redt het daar niet, met als gevolg: weer een spoedopname. Gescheiden financieringsvormen als Zorgverzekeringswet, AWBZ en WMO werken de versnippering in de hand.
Investeren Het is duidelijk dat het allemaal veel beter kan en moet. Onderzoek is belangrijk. Maar vooral ook het toepassen van de onderzoeksresultaten in de praktijk. Vivre participeert fiks in veel onderzoek rond ouderen. Een paar voorbeelden: de leerstoel van Jos Schols aan de universiteit, collega’s die bezig zijn met promotie onderzoek, de deelname aan het Nationaal Programma Ouderen en het Academisch Netwerk Ouderen in Limburg dat veel praktijkgericht onderzoek uitvoert. Natuurlijk is het meewerken aan onderzoek niet ons hoofddoel. De bedoeling is dat dit ertoe leidt dat we in het zorgproces, samen met andere organisaties, nog effectiever kunnen zijn, zodat de kwaliteit van leven van onze bewoners beter wordt. De ouderdom komt met gebreken. Dat blijft helaas waar. Aan ons de uitdaging om ertoe bij te dragen dat onze clienten zo weinig mogelijk hinder daarvan ondervinden en hun leven leuker wordt. Mag ik u een fijne zomer toewensen?
Jan Meijers Voorzitter Raad van Bestuur Vivre
Jan Meijers
4
|
vitaal
D
at leerlingen van een basisschool op bezoek gaan in een verpleeghuis komt vaker voor. Maar het project in Heugem is geen eendagsvlieg. Het duurt een heel jaar en het is grondig voorbereid op school en in het verpleeghuis.
Brede voorbereiding Maud Maas-Karel, activiteitenbegeleidster in La Valence, coördineert het project. Ze zegt: “We hebben gekozen voor een grondige voorbereiding. Op school heeft de docent van groep 7 in samenwerking met Geert Leenders, medewerker van Alzheimercentrum Limburg, de leerlingen kennis laten maken met de problemen rond Alzheimer door middel van boekjes en een dvd. Daarna heb ik zelf in de klas gesproken over de dagelijkse praktijk. De hele groep heeft vervolgens een rondleiding gehad in La Valence en ten slotte is er ook een druk bezochte informatieavond gehouden voor de ouders.”
De ouders? Maud Maas: “Er leven bij een aantal mensen vooroordelen over Alzheimer. Dus ook bij de ouders. We hebben op die informatieavond geprobeerd een reëel beeld van Alzheimer neer te zetten. Dat is ook belangrijk omdat kinderen, als ze vragen over deze ziekte hebben, bij hun ouders opheldering zoeken. Het is daarom erg belangrijk dat ze daar de goede antwoorden krijgen.”
M v r. D a s s e n m e t t w e e l e e r l i n g e n van de Anne Frank school
Kleine groepen “Daarna zijn in de loop van het schooljaar telkens kleine groepjes van zes kinderen een hele morgen op bezoek geweest in één van de afdelingen waar dementerende mensen wonen. In La Valence werden ze begeleid door drie activiteitenbegeleidsters die ieder twee kinderen onder hun hoede hadden. Op die manier voorkomen we dat de kleinschalige afdelingen overvallen worden door een grote groep kinderen en kunnen we ook beter ingaan op de reacties van de kinderen en de bewoners.” In de huiskamer van d’n Hoaf zitten rond negen uur de eerste bewoners aan het ontbijt. Als Maud met haar jonge gasten binnenkomt, heerst er diepe rust. Ook de meisjes zijn stil. Maud heeft zich voorgenomen de bewoners te trakteren op spek en ei. Dat valt in goede aarde. Ze begint met het bakken. De kinderen weten zich aanvankelijk geen raad. Maud probeert ze erbij te betrekken, maar de kinderen aarzelen. Pas na een poosje durven ze boterhammen te smeren en te vragen of iemand nog koffie of thee wil. Als een bewoonster in paniek raakt en haar gebit uitdoet, kijken ze met grote ogen toe. Maud legt uit dat de mevrouw van slag is, omdat ze haar medicijnen in gemalen vorm krijgt, en daar maar niet aan kan wennen. Dementerende mensen hebben behoefte aan een vaste structuur. Als die doorbroken wordt – al is het maar omdat de medicijnen in een andere
vitaal
|
5
Op bezoek in een onbekende wereld
onbekende wereld Zes schoolmeisjes van groep zeven uit Heugem staan op een vroege donderdagmorgen in de stille hal van verpleeghuis La Valence te wachten. Ze nemen die morgen deel aan het adoptieproject tussen de basisschool Anne Frank en het verpleeghuis in hun wijk. Ze weten wat hen te wachten staat en eigenlijk ook niet. Dat is best spannend.
D h r. D e n e ke geniet van alle a andacht
vorm worden toegediend – raken ze in paniek. De meisjes snappen het. Als ze rond tien uur met de hele groep in het restaurant zitten, zijn ze nog steeds onder de indruk van de ervaringen. Dementerende mensen zijn heel anders dan hun eigen opa en oma. Na de pauze krijgt een deel van de leerlingen grote vellen tekenpapier. Daarmee gaan ze aan tafel zitten tussen de bewoners. Ze maken een kalenderblad. Samen met de bladen die hun voorgangers van het project gemaakt hebben, ontstaat zo een jaarkalender voor La Valence. Maud: “In die tekeningen krijgen ze de kans hun ervaringen vorm te geven.” De oude mensen kijken toe. Soms ontstaat er vanzelf echt contact. De fotograaf ziet hoe een bewoner samen met een van de leerlingen een prentenboek vol Limburgse tradities bekijkt. Andere kinderen maken een bloemstukje met lavendel en bloemen uit de eigen tuin. De morgen wordt afgesloten met een kringgesprek.
Foldertaal
leerlingen en men met twee Boorn leest sa r Maastricht e v o k e o M e v r. v a n d e n chts) een b Maud Maas (re
In foldertaal klinkt dat zo: “Het doel van dit project is het bij elkaar brengen van twee verschillende generaties. De doelstelling is dat de kinderen leren omgaan met dementie en een andere kijk krijgen op ouder worden. “ Maud zegt: “De meeste kinderen hebben nog geen ervaring in de omgang met dementerende ouderen. We hopen dat de ongedwongen, spontane en vaak humoristische omgang van kinderen met dementerende ouderen zal leiden tot een positief contact onderling.” “Er komen regelmatig kinderen terug”, zegt Maud. “Dat is natuurlijk heel fijn. Dan is de barrière echt doorbroken.”
•
6
|
vitaal
9 vragen
> vervolg van pagina 5
9
over het leven van Daniel Vermeiren
Wie ben je? Daniel Vermeiren (38). Zoals mijn naam al doet vermoeden ben ik in België geboren, in ’s Gravenvoeren. Maar nu woon ik samen met mijn gezin al een aantal jaren in Itteren. Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben huismeester en EVF-er in Molenhof.
Hoe lang werk je al bij Vivre? Sinds november 1996. Elf jaar werkte ik in de keuken van Klevarie. Daar leerde ik ook mijn vrouw Ingrid Fischer kennen. We zijn dus een Vivre-stel. Maar ik wilde wat anders en bij de grote reorganisatie van het Facilitair Bedrijf heb ik gesolliciteerd naar de nieuwe functie van huismeester. Het eerste jaar heb ik als een soort vliegende keep in verschillende locaties gewerkt, sinds januari van dit jaar werk ik in Molenhof als huismeester. Sinds kort is die baan gecombineerd met die van Eerst Verantwoordelijke Facilitair, de EVF-er. Wat houdt dat EVF-schap in? Zoals de naam al aangeeft, ben ik in Molenhof de centrale persoon als het over facilitaire zaken gaat. Ik ben een interne vraagbaak voor zowel medewerkers, bewoners als bezoekers. Ik ben op de hoogte van operationele ontwikkelingen en probeer probleemsituaties zelf op te lossen of te delegeren naar collega’s. Komen we er zelf niet uit, dan kan ik alsnog een beroep doen op de leidinggevenden van het Facilitair Bedrijf. De EVF-er probeert dus te voorkomen dat alles bij die leidinggevenden wordt neergelegd, terwijl we het zelf ook kunnen oplossen. Het zelfoplossend vermogen van de locatie wordt groter. Ook de locatiemanager weet waar hij aan toe is, hij heeft immers een eigen aanspreekpunt voor facilitaire zaken. Ik vind de combinatie huismeester - EVF-er geslaagd. Als huismeester kom je toch al overal in huis. Je kent de problemen en vragen van verschillende groepen. Die probeer ik te stroomlijnen. De combinatie zorgt er ook voor dat je een sterke betrokkenheid krijgt bij de locatie. Wat zijn je dagelijkse bezigheden? Ik schat dat ik gemiddeld een uur per dag bezig ben als EVF-er. Daarnaast heb ik een aantal vaste werkzaamheden, zoals het dagelijkse vuiltransport, legionellametingen, ketelhuiscontrole en bijvullen
waterontharders, onderhoud terras, tuin en entree, testen brandmeldcentrale, bestellingen plaatsen voor kantooren huishoudartikelen en het inruimen hiervan, het bestellen van technisch materiaal en uiteraard de administratieve afhandeling van alle werkzaamheden. Dat is door de bank genomen goed voor drie uur werk per dag. De overige vier uur gaan op aan klein onderhoud en serviceklussen voor bewoners en aan spoedklussen. Dit prikkelt je creativiteit en improvisatievermogen. Mijn werk als huismeester is daardoor elke dag anders, en dat houdt het ook spannend. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik heb 22 jaar gevoetbald, in verschillende clubs. Dat heb ik met hart en ziel gedaan. Na een zware blessure ging het niet meer als vanouds en heb ik mijn heil gezocht in een andere balsport, het biljarten in competitieverband. Eigenlijk heb ik daar dezelfde instelling. Ik doe het om iets neer te zetten, ik wil iets presteren. Biljarten is een heel strategisch en concentratiespel en vraagt nogal om wiskundige berekeningen. Dat daagt me uit. Ik hou ook van snelle auto’s. En het is leuk om de twee jongens op hun motorcrossertjes te zien scheuren. Wat is het mooiste moment in je leven? We hebben drie kinderen. Tijs van 13 en Sanne en Sven, een tweeling van 10. De geboorte van de tweeling was toch wel het mooiste moment.
Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Ik zou nog eens graag met een echte racewagen op een professioneel parcours willen rijden. Op Francorchamps bijvoorbeeld, dat is in de racewereld een zeer geliefd circuit om zijn zeer snelle bochten. Dat lijkt me geweldig.
Wat is je lijfspreuk? Dat is een moeilijk vraag. Er is eigenlijk geen spreekwoord voor wat ik belangrijk vind. Het valt me vaker op dat veel mensen moeite hebben om zich aan te passen aan nieuwe situaties. Zij gunnen zich niet de rust zich hierin te verdiepen. Ze denken alleen aan zichzelf en aan wat zij belangrijk vinden. Als ik er over nadenk, komt het er eigenlijk op neer dat zij niet over hun eigen muur kunnen kijken. Maar ja, dat is geen spreekwoord.
•
vitaal
Stage lopen bij Vivre is leuk
|
Vivre is een leuk bedrijf om stage te lopen. De sfeer is er informeel en de medewerkers zijn altijd bereid je op weg te helpen. Dat zeggen zes jonge mannen die de afgelopen maanden stage liepen vanuit de Polvertoren. Nu hun periode bij Vivre op z’n eind loopt, willen ze daar best wat meer over kwijt.
Grapje
uk van Dokkum , Jordy Hendriks, Lu V. l . n . r. B a s K o r s t e n
Vergeleken bij commerciële bedrijven staat het Facilitair Bedrijf van Vivre nog in de startblokken. Jordy Hendriks: “Ik weet wel dat men ook in dit bedrijf commercieel wil denken, maar er moet nog heel wat gebeuren. Zaken die elders heel gewoon zijn, zoals het doorberekenen van kosten, zijn hier nog niet echt doorgevoerd.” Van de andere kant heeft het ook zijn charme, geeft hij toe. “De sfeer is meer ontspannen, er is nog tijd voor een grapje.”
Computers Roy Tossings en Michel van Wanrooij vonden onderdak bij de dienst ICT, die de computers beheert en programma’s daarvoor beschikbaar stelt. Beiden volgen de MBO-opleiding ICT-beheer van Leeuwenborgh in Maastricht. Michel van Wanrooij: “Wij begonnen aan de basis van de afdeling: de helpdesk. Van daaruit konden we na een aantal maanden doorstromen naar Systeem- of Applicatiebeheer. Dan ben je gewoon ICT-medewerker en kom je vaak op de verschillende locaties. Dat vond ik erg leuk. Het is ook dankbaar werk. Je ziet direct resultaat als je een probleem opgelost hebt.” Ook zij roemden de informele werksfeer van hun afdeling. “Medewerkers waren altijd bereid ons verder te helpen, als we er niet uitkwamen.” V. l . n . r. M i c h e l v a n Wa n r o o i j , L e r o y We s t h o f f, R o y To s s i n g s
B
as Korsten, die in Heerlen de HBO-opleiding Facility Management volgt, kende Vivre al. Hij liep er vorig jaar als derdejaars al stage en kwam graag terug. “Het Facilitair Bedrijf bij Vivre is nog volop in opbouw. Er is nog een hoop te doen. Dat spreekt me aan. Je wordt er ook goed begeleid.” Hij ontwikkelde formats en procesbeschrijvingen voor de verschillende producten van het Facilitair Bedrijf. “Dat klinkt heel theoretisch, maar het gaat erom dat je een model ontwikkelt dat je kunt toepassen bij heel uiteenlopende producten die de dienst levert.”
Stageklus Zijn collega’s Luuk van Dokkum en Jordy Hendriks hadden een meer praktijkgerichte stageklus. Zij brachten het vervoer binnen Vivre in kaart. Luuk: “Vivre vervoert acht soorten producten. Om er een paar te noemen: voeding, zuurstof en afval. Ieder met eigen voorschriften en regelingen, die vaak ook nog per locatie verschilden.” Jordy: “Er kan op dat gebied nog heel wat verbeterd worden. We hebben dat proces voor de verschillende transporten in beeld gebracht. En geprobeerd er wat meer uniformiteit in te brengen.”
Communicatie Leroy Westhoff is student HBO Commercieel Management in Sittard en werkt bij de Dienst Communicatie van Vivre. Hij onderzocht hoe de communicatie tussen Vivre en de huisartsen en de gemeente verbeterd kon worden. “Het is een heel zinvol project, want op deze gebieden kan nog heel wat gebeuren.”
Koninkrijkjes Nu we het toch over communicatie hebben. Alle zes stagiairs is het opgevallen dat er binnen de Polvertoren veel eigen koninkrijkjes bestaan. “Het lijkt wel of iedere verdieping op zichzelf staat. Er zijn natuurlijk wel contacten, maar iedereen bewaakt zijn eigen erf." Ze geven een voorbeeld. "Als er een soepelere samenwerking tussen het Facilitair Bedrijf en de dienst ICT zou zijn, zouden veel problemen veel sneller opgelost kunnen worden. Daarvan zouden beide afdelingen kunnen profiteren." De zes werkten in de Polvertoren. Zijn ze ook gaan kijken in de zorg- en verpleegcentra? “Zeker”, zeggen ze alle zes. “Want daar werken we uiteindelijk toch voor.” Ze hebben diep respect gekregen voor de werkers aan het bed. “Het zijn vaak jonge mensen die even oud zijn als wij.”
•
7
8
|
vitaal
Maastrichts Vivre volop aan de bak in Maastrichts Mooiste Vivre deed dit jaar volop mee aan Maastrichts Mooiste. 130 bewoners genoten zaterdag 23 mei van de wandeltocht rond de Pietersberg. Zo’n veertig medewerkers liepen op 14 juni de bedrijvenloop.
vitaal
Mooiste Hardlopen
Om met dat laatste evenement te beginnen: Vorig jaar waren er welgeteld zes Vivre-lopers; dat is nu al uitgegroeid tot zo’n veertig deelnemers. De samenstelling van onze groep was heel divers. Sommigen waren doorgewinterde lopers anderen pas begonnen met hardlopen, enkelen die er hun hand niet voor omdraaiden en velen die moesten afzien. Allemaal zetten ze hun beste beentje voor. Er waren groepjes die samen liepen en elkaar motiveerden, maar de meesten liepen hun eigen tempo.
Hup Vivre Verschillende keren klonk langs de kant:’hup Vivre’, want de loopshirts in de Vivrekleuren waren goed herkenbaar. De 28 deelnemers aan de 5 km hadden constant publiek in de drukke binnenstad. De negen die aan de 15 km hebben deelgenomen, hadden een zwaar parcours met pittige hellinkjes. Na afloop waren de meeste collega’s tevreden over hun persoonlijke prestaties en zeker enthousiast over de deelname in het algemeen. Iedereen was het erover eens dat het leuk was om collega’s van andere locaties te ontmoeten en te leren kennen en samen iets sportief te ondernemen. Voorzichtig werd al geopperd om te streven naar een verdubbeling van het aantal deelnemers in 2010.
Wandeltocht Maastrichts Mooiste bestaat uit verschillende wandel- en hardloopdagen. Eén daarvan is de wandeltocht voor mensen met een lichamelijke beperking. Op zaterdag 23 mei werd deze gehouden en ook de bewoners van Vivre waren hiervoor uitgenodigd. In totaal hadden 130 bewoners zich aangemeld. De organisatie had kosten noch moeite gespaard, want aan alles was gedacht. Met speciale busjes werden de bewoners opgehaald en naar de St. Pietersberg gereden. Daar wachtte een team van vrijwilligers de mensen op om ze vervolgens te begeleidden.
Hapjes en drankjes De route liep rond de St. Pietersberg. Op diverse rustpunten werden de deelnemers niet alleen getrakteerd op mooie vergezichten, ook kon iedereen genieten van gezellige muziekgroepen en lekkere hapjes en drankjes. Bij Fort St. Pieter werd na afloop nog een lunch geserveerd, waarna de bewoners moe, maar voldaan huiswaarts keerden.
•
|
9
10
|
vitaal
In de verpleegafdeling Aqua in Klevarie is het afgelopen half jaar het project Dynamische Verlichting uitgevoerd onder leiding van Henk Verheesen. In één van de drie huiskamers zijn speciale lampen aangebracht die in de loop van de dag verschillende lichtsterktes hebben. Het grootste deel van de dag verspreiden ze de lichtsterkte van een zonnige zomerdag. Afdelingsmanager Arjan Biesmans en onderzoekster Marieke Spreeuwenberg van kenniscentrum Vilans zijn enthousiast.
A
rjan Biesmans: “Wij zoeken binnen Vivre en dus ook Klevarie steeds naar mogelijkheden om het leven van onze dementerende bewoners prettiger te houden. Daarom hebben we in het verleden de eerste etage ook grondig opgeknapt en met name de huiskamers een meer huiselijke uitstraling gegeven met als doel wonen en welzijn voorop te stellen. In het project Dynamische Verlichting gaan we weer een stap verder.”
Dag- en nachtritme “We weten dat, over het algemeen, dementerende mensen het gevoel voor dag en nacht kwijtraken. Dat betekent dat ze ‘s nachts vaker onrustig zijn. We hebben geprobeerd door middel van dit project het dag- en nachtritme te beïnvloeden.” Marieke Spreeuwenberg werkt als onderzoekster bij Vilans, een organisatie die kennis verzamelt en deelt op het gebied van langdurige zorg. “We weten dat licht invloed heeft op het welbevinden van mensen. Denk maar aan de lichttherapie die al langer wordt toegepast bij mensen die in de wintermaanden depressief zijn. Maar de invloed van licht kan op een veel breder gebied ingezet worden. Dat hebben we bij wijze van proef uitgeprobeerd in deze verpleegafdeling. “
vitaal
|
In Aqua schijnt altijd de zon
Marieke Spreeuwenberg doet b i j M e v r. à C a m p o - G r o n d e n het polshorloge om.
Polshorloge
Conclusies
Marieke Spreeuwenberg: "Tien bewoners kregen een polshorloge dat hun activiteit dag en nacht meet. Ze kregen dat Vivago-horloge een paar weken voor de proef begon. Zo konden we precies zien hoe de individuele activiteitscores waren, niet alleen overdag, ook ’s nachts. Ze hielden dat horloge om toen de nieuwe lampen functioneerden, zodat we konden nagaan of er een ander patroon van activiteit ontstond. We hebben tegelijk die horloges ook gegeven aan tien bewoners van Sonne, onze buren. Zij hadden geen speciale lampen en vormden onze controlegroep."
Op dit moment worden de resultaten van de proef verzameld en is er dus nog geen eindconclusie mogelijk. Maar Arjan Biesmans en Marieke Spreeuwenberg zijn enthousiast. “De bewoners waren opgewekter en meer alert. Dit werd ook gesignaleerd door de verzorgenden en de familieleden. Dat zijn belangrijke signalen."
Licht regelen Marieke Spreeuwenberg: “De kern van het project is dat we wilden nagaan of dynamische verlichting geaccepteerd wordt in een verpleeghuissetting en invloed heeft op het welbevinden en het activiteitenpatroon van bewoners. We moesten in dit project het extra licht regelen. In de ochtenduren van zeven tot negen is er in de huiskamer betrekkelijk weinig licht, met een warme lichtkleur. Dat type licht, zeggen de lichtdeskundigen, geeft de bewoners de kans om op een ontspannen manier aan de dag te beginnen. Vanaf negen uur treedt langzaam de volgende fase in. Er komt veel meer licht, met een koele uitstraling. De lampen verspreiden dan de lichtsterkte die gebruikelijk is op een zonnige dag. Tegen de middag – als er warm gegeten wordt, wordt de lichtsterkte weer langzaam minder. En na twee uur schijnt tot zeven uur - bij wijze van spreken – weer de zon.”
Medewerkers Hij is ook erg te spreken over zijn medewerkers. “Zij waren zeer bij het project betrokken en gaven ook belangrijke tips. Zo kwam er extra verlichting in de gangen naar de huiskamer, om de overgang van slaapkamer naar huiskamer meer geleidelijk te laten verlopen en op hun verzoek hebben we ook na de eerste dagen de lichtsterkte in de huiskamer aangepast. Veel te veel licht kan ook onaangenaam zijn. Nu bleef het extra licht aangenaam." Of de lichtovervloed ook een gunstige invloed had op de medewerkers, weet Biesmans niet. “Dat hebben we niet onderzocht.” De beide dragers van het project zijn heel tevreden. “We hebben uitstekend samengewerkt en verwachten dat de conclusies positief zijn. In ieder geval blijven de lampen branden. De zon blijft schijnen in Aqua”.
•
11
12
|
vitaal
V. l . n . r. W i l b e r t S t e i j n s , B e p d e B r u i j n e n R o b R o u m a n s
Een goed bericht voor de Raad van Bestuur. Het gaat goed met de ontspanningscommissie van Vivre (OCV). Voorzitter Rob Roumans: “Toen het een paar jaar geleden onrustig was bij Vivre, merkten we dat meteen. Mensen hadden minder zin om mee te doen aan onze activiteiten. Nu is de animo een stuk groter. Misschien mag je daaruit concluderen dat de sfeer bij Vivre weer enigszins opgeklaard is.”
W
e praten over de OCV met Rob Roumans, Wilbert Steijns en Bep de Bruijn. Zij vormen het dagelijks bestuur van de commissie die in totaal elf leden telt. Vivre kent sinds jaar en dag een ontspanningscommissie. Die organiseert, zoals het woord al zegt, een aantal leuke en ontspannende activiteiten voor de medewerkers en gepensioneerden.
Animo groeit Bep de Bruijn, die al sinds 1988 in het bestuur van de OCV zit, geeft wat cijfers. “We streven ernaar elke maand iets te organiseren. Aan die activiteiten nemen jaarlijks in totaal ongeveer 800 personeelsleden deel. Dat is een mooi getal. Als je er rekening mee houdt dat een aantal van hen aan meerdere activiteiten deelneemt, kun je zeggen dat er in totaal zo’n duizend deelnemers zijn. Daaronder zijn jongeren en ouderen, en ook gepensioneerden.” “Er is in de loop van de jaren uiteraard wel een verschuiving van activiteiten geweest”, zegt ze. “Toen ik er pas bij was, gingen we ook wandelen en kajakken; er was een druk bezochte sportdag en er waren gezinsuitstapjes. Wandelen en kajakken doen we niet meer. Ook de sportdag is verdwenen. Dat doen mensen meer in andere clubs. Maar de gezinsuitstapjes hebben standgehouden.”
Reizen Rob Roumans: “In het algemeen kun je zeggen dat het accent verschoven is naar de reizen. Daar is veel belangstelling voor. We organiseren elk jaar een succesvolle meerdaagse reis, ons jaarlijkse gezinsuitstapje naar een pretpark en we hebben ook de zeer geslaagde stedentrip.” Legendarisch is de stedentrip twee jaar geleden naar Parijs
in de weken voor Kerstmis. “Bij de organisatie van stedentrips rekenen we op gemiddeld twee bussen”, zegt Roumans. “Uiteindelijk zijn we met vijf bussen naar Parijs gegaan. Vorig jaar zijn we drie dagen naar Londen geweest en hadden we vier volle bussen. Ja, de reizen zijn echte publiekstrekkers.” Dankzij een subsidie van Vivre is de eigen bijdrage van de deelnemers betrekkelijk laag. En het voordeel is dat de reizen - vaker georganiseerd in samenwerking met C&O Travel - volledig verzorgd zijn. De deelnemers worden niet aan hun lot overgelaten en over de samenwerking met het reisbureau zijn we heel tevreden. “Goede hotels en een prima verzorging”, zeggen Rob Roumans en Wilbert Steijns.
vitaal
|
13
Medewerkers Vivre ontspannen graag
ontspannen Kienen en cultuur Bep de Bruijn: “We organiseren per jaar ongeveer vijftien activiteiten. Heel succesvol zijn de kienavonden die twee keer per jaar een volle zaal trekken. Maar er zijn ook toneelvoorstellingen, concerten, rondleidingen, workshops en wijnproefavonden. En natuurlijk de jaarlijkse Sinterklaasmiddag.” De workshops zijn meer gericht op de specifieke interesses van de medewerkers. Zo hebben we onlangs voor het eerst een spirituele workshop gehouden; daarbij was een mevrouw aanwezig die contact kon leggen met overledenen. We hebben die workshop zes keer moeten herhalen.” Het is duidelijk: de OCV beperkt zich niet tot het gewone werk.
Iedereen is lid Het dagelijks bestuur wil ook graag een misverstand uit de weg ruimen. “Mensen denken dat je contributie moet betalen om gebruik te kunnen maken van het aanbod. Dat is niet zo. Als je bij Vivre werkt, ben je automatisch lid. Wel is het zo dat iedere deelnemer per activiteit een eigen bijdrage moet betalen, afhankelijk van de activiteit. We krijgen een subsidie van Vivre, en daar zijn we heel blij mee, maar die is bij lange na niet toereikend om uit de kosten te komen.” Sinds enige tijd is er een regeling getroffen, waardoor de leden van de OCV voor al het werk, dat grotendeels in eigen tijd wordt verricht, een gedeelte terugkrijgen in verlofuren.
De meerdaagse reis n a a r Ve n e t i ë
De jaarlijkse Sinterklaasviering
In het vat Wat is er dit jaar nog te verwachten? In september is de meerdaagse reis met vijftig personen per vliegtuig naar Lissabon. Op 11 oktober is er een autorally, een speurtocht met veel pleisterplaatsen. We gaan die maand ook drie avonden culinair genieten in de Hoge Hotelschool Maastricht. In november is er weer kienen en de jaarlijkse Sinterklaasviering. In december is de stedentrip, dit jaar naar Straatsburg en Colmar.
Plannen Een goed bestuur kijkt uiteraard vooruit. Twee plannen springen eruit. “Volgend jaar willen we een spectaculaire reis aanbieden, verder van huis of misschien iets heel anders. In 2010 bestaat de naam “Vivre” vijf jaar. We zinnen op mogelijkheden een groot, spetterend personeelsfeest te organiseren. Maar dat kost natuurlijk wel wat. We kunnen dat alleen realiseren met financiële ondersteuning van Vivre. Wij gaan proberen de Raad van Bestuur ervan te overtuigen dat zo’n feest niet alleen heel leuk is, maar ook een blijk van waardering kan zijn voor de medewerkers”, zegt Rob Roumans. In de ontspanningscommissie zitten: Rob Roumans (voorzitter), Wilbert Steijns (penningmeester), Bep de Bruijn (secretaris), Guido Baartscheer, Sonja Castermans, Lea Geyselaers, Fieny Janssen, Tiny Maenen, Giel Poolmans, Cisca Simonis, Janna Smeets.
•
14
|
vitaal
Jet Rutten en haar portretten Vriendelijke portretten van oudere mensen, heel trefzeker neergezet op het schildersdoek. Heel herkenbaar ook. “Ik wilde laten zien dat deze mensen óók leven, al wonen ze in De Zeven Bronnen”, zegt Jet Rutten (52). Zelf werkt ze al een aantal jaren als helpende in dit Maastrichtse verpleeghuis. Een medewerker die haar cliënten op het doek zet en daarmee veel waardering oogst. Reden genoeg voor een gesprek. Schilder je al lang? Jet Rutten: “Ik ben al vanaf mijn jeugd geïnteresseerd in schilderen, maar ik ben er pas mee begonnen toen we in België woonden. Toen ging ik naar de Kunstschool in Maasmechelen. Het was een opleiding voor amateurs, voor liefhebbers, maar tegelijk heel grondig. En ik ben al die jaren daarna bij wijze van hobby blijven schilderen. Ik heb vaker meegedaan aan exposities, meestal in mijn woonplaats Lanaken. Nu ben ik voor het eerst de grens overgestoken. Je schildert vooral aquarellen. “Ik heb een voorkeur voor deze techniek. Ik houd van het vloeibare en het transparante. Het is ook een heel spannende manier van schilderen. Iedere verfstreek die je zet, is definitief. Je kunt niets corrigeren. Je moet goed leren kijken. In het begin vond ik dat moeilijk. Ik was bang om te beginnen. Ik had echt angst voor het witte papier. In de loop van de jaren is dat minder geworden, maar het blijft telkens een waagstuk.”
Waarom wilde je deze expositie? “Ik schilderde altijd al graag portretten en mensen, situaties en sferen. Ik heb Nanda de Vries voorgesteld om eens te exposeren, omdat er eigenlijk nooit portretten ten toon gesteld werden. Ik wilde eerst portretten die ik al eerder gemaakt had ten toon stellen. Maar op een gegeven moment, toen ik bezig was met een cliënt, viel de penning. Waarom zou ik geen portretten maken van de mensen van afdeling zes? De mensen waar ik dagelijks mee omga. En dat gebeurde.” Hoe ging dat? “Je moet natuurlijk eerst goed rondkijken, wie je wilt portretteren. En dan vragen of ze het goed vinden. Met het schilderen van de achttien portretten zelf ben ik ongeveer een jaar bezig geweest. Ik schilder vanaf foto’s. Je kunt het de cliënten niet aandoen uren lang stil te moeten zitten. Nadat ik de foto’s gemaakt had, ben ik thuis aan het werk gegaan. Dat gaat in twee etappes. Eerst maakte ik een tekening en daarna begon het echte schilderen. Soms ging het vlot. Maar er waren ook schilderijen waar ik echt mee geworsteld heb. Je legt er natuurlijk ook iets van je eigen ziel en zaligheid in. Je bent erbij betrokken, je kent de mensen immers goed. Ik herinner me dat ik met een portret bezig was, en de mevrouw die ik schilderde overleed. Dat was een schok. Maar ik heb het portret af kunnen maken en de kinderen waren er heel gelukkig mee.” Hoe waren de reacties? “Ik heb heel veel reacties gekregen. Dat was ik niet gewend. Kennelijk spreken de schilderijen de mensen erg aan. Dat komt natuurlijk ook omdat het bekenden zijn en de portretten levensecht, goed gelijkend zijn. Dat was het eerste wat iedereen zei. Ik vond dat heel prettig om te horen. Nochtans was dat niet de belangrijkste doelstelling. Ik wilde schilderen hoe het leven is op de afdeling. Dat de bewoners goed herkenbaar zijn, is heel fijn meegenomen.”
vitaal
De meesten kijken heel vriendelijk… “Vindt u dat? Ik zie er een paar niet zo vriendelijk kijken. Dat is ook begrijpelijk. Mensen die hier komen wonen, moeten vaak heel erg wennen aan het nieuwe leven met veelal onbekende lotgenoten. Ze zijn ook een deel van hun vrijheid kwijt en hun lichamelijke of psychische conditie laat te wensen over. De ervaring leert overigens dat zowel de bewoners als het personeel zich na verloop van tijd aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Dan ontstaat er een nieuw evenwicht.”
|
Ik hoor dat u ook nog saxofoon speelt? “Dat klopt. Altsaxofoon. Ik zit in een muziekband en in een harmonie. Ik heb ook heel lang aan ballet gedaan. Een creatief mens dus. Kunt u daar wat mee op uw werk? “Nauwelijks, hier heb ik mijn handen vol aan de verzorging. Ik zou graag met één van mijn cliënten gaan schilderen, maar daar is binnen mijn werk geen geld voor. Ik heb, voor ik op afdeling 6 kwam, een goed jaar gewerkt op de interne dagopvang. Dat was erg leuk en daar was ook meer gelegenheid voor creativiteit. Dat zit er nu niet meer in, denk ik. “
•
De expositie van Jet Rutten is nog tot 5 augustus te zien in De Zeven Bronnen.
15
16
|
vitaal
H
oi, ik ben Anke Huppertz. Behalve clusterdirecteur bij Vivre en projectleider van ‘Vivre Gewoon Beter’, ben ik ook ‘gewoon’ de dochter van één van onze cliënten. Tja, dat is wel eens lastig: de zaken door twee brillen bekijken. Uiteindelijk is er natuurlijk maar één Anke, die in verschillende rollen kruipt. Ik verwonder mij over vele zaken, zowel in mijn functie als clusterdirecteur als in mijn dagelijks leven. Verwondering over hoe sommige zaken zo in de soep kunnen lopen en verwondering over de vele zaken die zo goed geregeld zijn. Fijn nu dat ik mijn ervaringen met u, de lezer, kan delen. Een tijdje terug zat ik met mijn vader in het restaurant van één van onze locaties. Het was vroeg in de avond en we speelden kaart. Plots, om stipt half acht, knipte de receptioniste het licht uit. Ze had ons niet eens zien zitten. Eensklaps zaten we in het donker. Ik volgde de receptioniste, die al halfweg op haar gang naar buiten was. “Hallo,” zei ik, “we zaten te kaarten!” Misschien floepte ik er zelfs nog een scheldwoord uit. “Sorry, ik had u niet zien zitten,” reageerde ze, “ik heb de opdracht om het licht uit te doen als ik naar huis ga.” Ik vroeg of ze geen uitzondering kon maken. Ze zei van niet. Dan was het eind zoek of zoiets. Ik was boos, boos als dochter. En de manager die de overwegingen best kon begrijpen, was ver te zoeken. Ons potje kaart hebben we op paps kamer voortgezet; hij won, zoals altijd. Op weg naar huis dacht ik nog even terug aan het voorval. Had ik op een vergadering een tijdje terug niet ingestemd met het plan om de receptionistes om half acht naar huis te sturen? En om ze dan meteen maar het licht achter zich uit te laten doen? Beide vragen moest ik positief beantwoorden. Waar was de dochter toen; sprak louter de manager?
Beter: eigenlijk heel gewoon
Hoe kon ik als manager goedkeuren wat ik als dochter verfoeide? Natuurlijk, als manager kijk ik door een heel andere bril, is er sprake van een heel andere situatie en verwachtingen. Ik moet met veel meer dingen rekening houden: beleid, budget, personeel, álle cliënten… En dat zijn er een boel meer dan alleen mijn vader. Hoewel ik het voor mezelf kon rechtvaardigen, knaagde er toch iets. Manager en dochter waren in conflict, en die laatste verweet de eerste iets. Is er eigenlijk zo’n verschil tussen het beste met je vader, en het beste met je cliënten voorhebben? Nee, dat verschil is het niet. Het manifesteert zich alleen anders. Anke, als dochter en manager, heeft vooral het beste met mensen voor. “Ik knip het licht zo meteen wel uit, kun je het nog even aanlaten?”, vroeg ik toen ik een volgende keer met pap in het restaurant zat. De receptioniste – dezelfde als eerst – glimlachte en knikte. Ze week af van de regels; ze maakte een uitzondering. Voor zo’n uitzondering moet ruimte zijn. Dat is beter, ‘gewoon beter’. Beter zou eigenlijk heel gewoon moeten zijn, niet? Zullen we daarom samen voor ‘beter’ gaan?
•
Anke Huppertz Clusterdirecteur en projectleider ‘Vivre Gewoon Beter’
gewoon beter gewoon beter gewoon beter gewoon beter Volgende keer meer over Anke’s belevenissen als directeur, projectleider én dochter.
vitaal
Binnen afzienbare tijd krijgen alle Vivre-locaties een Vivre Gewoon Beter Punt. Meriam Gorissen, tot dusver activiteitenbegeleidster in De Zeven Bronnen, is sinds 1 juli 2009 centraal coördinator van de Vivre Gewoon Beter Punten. Ze wordt daarbij achter de schermen ondersteund door beleidsadviseur Veron Schrijnemaekers. Ze leggen uit waar het om draait.
|
17
Gewoon Beter Punt krijgt handen en voeten
D
e dames hebben er duidelijk zin in. Met een stralende lach word ik uitgenodigd om aan tafel aan te schuiven. Het Gewoon Beter Punt doet zijn naam alle eer aan. Het geurt naar verse koffie. Naast me een mooi boeket van versgeplukte bloemen. Vanuit mijn stoel heb ik vrij zicht op een kamerbrede fotocollage, die op sprekende wijze in beeld brengt wat er zich buiten en binnen de muren van de instelling zoal afspeelt. Beeldverhaal over het leven in al zijn facetten. Het voelt als thuiskomen.
Beter af dan thuis “Dat is nou precies de bedoeling”, zegt Meriam Gorissen. “Een zorginstelling moet niet een status aparte vormen, maar volwaardig deel uitmaken van de maatschappij. Laagdrempelig, open, betrokken bij de buurt, de wijk en vice versa. Geen klinische behuizing, maar een thuis waar warmte heerst, waar aandacht is voor je wensen, waar bewoners met hun beperkingen zelfs beter af zijn dan thuis. Dat is de kern van het Vivre Gewoon Beter project. Daarbij gaat het niet over grote veranderingen. Het hoeft ook niet veel te kosten. Kleine dingen, vertrouwde rituelen, een praatje, echte aandacht, een vers bloemetje op een opgeruimde tafel. Een stukje vlaai met slagroom op zondagmiddag. Vaak wordt veel te moeilijk gedacht. Als een bewoner het thuis fijn vond om op de bank tv te kijken, dan zetten we hier toch een bankje neer. Zo simpel kan ‘t zijn.”
lees verder op pagina 18>
18
|
vitaal
< vervolg van pagina 17
Gewoon Beter Punt krijgt handen en voeten
gewoon beter gewoon beter gewoon beter gewoon beter Gewoon Beter Punt Het Gewoon Beter Punt signaleert en visualiseert, maakt tastbaar, documenteert de activiteiten, de ervaringen, het verloop van de trainingen, de vorderingen binnen de cultuuromslag waarin de organisatie zich bevindt. Een centraal punt van waaruit de gastvrijheidsgedachte, het welzijn, het welbevinden van de bewoners steeds meer vorm en handen en voeten krijgt. Door alles uitgebreid te documenteren en in woord en beeld te vertalen naar de buitenwacht gaat het project steeds meer leven. Wordt het tastbaar en meetbaar en voor iedereen beschikbaar: bewoners, familie, mantelzorg, medewerkers van receptioniste tot Raad van Bestuur.
Enthousiast Een middel om aan binnen- en buitenwacht te laten zien, waar je als zorgorganisatie voor staat. “Onze
taak is om mensen te enthousiasmeren, te prikkelen, aan te jagen om samen naar verbeteringen te zoeken. We proberen partijen aan tafel te krijgen die dat voor elkaar kunnen boksen door plannen en activiteiten op elkaar af te stemmen en kennis te delen. Gezamenlijk, in overleg, van hoog tot laag in de organisatie, met als uiteindelijke doel de verbetering van kwaliteit van leven, het geluk van bewoners én medewerkers.”
Ambassadeurs Dat vraagt om een gestructureerde aanpak? “Klopt”, zegt Veron Schrijnemaekers. “Om een en ander goed te kunnen organiseren, worden er op elke locatie een aantal ambassadeurs, uit allerlei disciplines geselecteerd, een Gewoon Beter promotieteam zeg maar, die het gedachtegoed uitdraagt op de locatie. Het team wordt aangestuurd door een verandercoach. Samen zoeken we naar de beste manier om veranderingen te bewerkstelligen, te implementeren en indien nodig bij te sturen. Het Gewoon Beter Punt fungeert daarbij niet alleen als kennis- en infocentrum, maar tevens als uitvalsbasis, denktank, cockpit, aanjager van waaruit alle activiteiten gecoördineerd worden. Het kloppende hart van het Gewoon Beter Project.”
Activiteitenplan De komende maanden maken Meriam en Veron daarvoor een activiteitenplan. Meriam Gorissen: “Het Gewoon Beter Punt wordt nu nog sterk gekoppeld aan het Gewoon Beter project, maar ik kan me voorstellen dat dit in de toekomst nog breder wordt. Een expertisecentrum waar je uitgebreide informatie en documentatie krijgt over activiteiten, interessante projecten en nieuwe initiatieven die zich binnen en buiten de locaties van Vivre afspelen. Er is voorlopig nog genoeg werk aan de winkel.”
•
vitaal
|
KVMJKVMJ
19
68.&/*/(5&-5 NFEFXFSLFS
(FFGVXNFOJOHPWFS VXXFSLUFWSFEFOIFJE FOWVMEFWSBHFOMJKTUJO
XXXCFUFPSTVSWFZTOMTVSWFZTWJWSFDPOUFOU
UFWSFEFOIFJET POEFS[PFL jnema Ve r o n S c h r i
7SBHFO 6LVOUCFMMFONFU -FPO-FNFFS NBOBHFS)3 wGWSBBHIFUVX BGEFMJOHTNBOBHFS
ekers Vivre_A2p
oster_tevr
edenheids
onderzoek
.indd
1
24-06-2009
15:32:03
Expositie Peter Aussems die 38 jaar bij Vivre werkte, onder meer als parkeerwacht, heeft in Klevarie een expositie ingericht van zijn grote hobby: het verzamelen van antiek tin. Tin dus uit de periode tussen 1300 en 1900. In die eeuwen werd tin veel meer dan nu gebruikt in huis, kerk en herberg.
Meriam Gor issen
Voor vragen en suggesties over de Gewoon Beter Punten is Meriam Gorissen bereikbaar via
[email protected] of via telefoonnummer 06- 55 86 66 25.
Peter biedt deze tentoonstelling aan als dank voor 38 jaar Klevarie. “Zonder deze job, had ik deze collectie nooit bij elkaar kunnen brengen.”
C olofo n Het instellingsblad van Vivre verschijnt vijf maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Ber Crouzen, Jules à Campo, Carla Janssen, Marc Kentgens, Petra van der LInden, Paul Logister, Karina Louwe, Chantalle Lubbering, Carina Sotgiu, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto ’s Marcel van Hoorn, Marc Kentgens, Jos Wijnen. Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Drukkerij Haletra, Houthalen-Helchteren. Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.