Gastblijheid: Indonesische m i d d a g i n L a Va l e n c e kijk op pag. 17
V I TAAL I S EEN UI TGAV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I E R K E E R PE R J A A R
JULI 2013 NR.
Honderdste rondleiding in de Mins kijk op pagina 8-9
418
2
| vitaal
Inhoud 03 )
Voorwoord Dik Mol
04 )
't Bloemetje voor ...
05 )
iPads slaan brug
06 )
Even kijken met de camera
07 )
Cliëntenraden brainstormen over hun toekomst
08 )
Honderdste rondleiding in de Mins
09 )
De Vitaliteitsagenda
10 )
8 vragen
11 )
Topzorg in Grubbeveld
12 )
Het gaat lang niet altijd over de dood
14 )
De Wilg: een nieuwe verpleegunit in Bunde
15 )
Sterren voor Vivre
16 )
Hoe gezond ben je zelf?
17 )
Gastblijheid
18 )
D’n Inkelehoof is veel gezelliger
19 )
Atletiek (ont)zorgt
vitaal |
Is er eigenlijk nog wel
goeds
wat goeds te melden ..?
B
ezuinigingen, fraude in de zorg, aangezegde ontslagen, sluitingen van verzorgingshuizen ... Als je de koppen in de krant leest over de gezondheidszorg krijg je het gevoel dat het daar momenteel kommer en kwel is. Is er dan niets positiefs te melden? Jazeker wel!
Laat ik voorop stellen: na jaren van groei en kwaliteitsverbetering gaan we zonder meer een periode in, waarin het soberder moet, waarin we met (wat) minder genoegen moeten nemen. Maar, de zorg is daarin geen uitzondering. Veel sectoren in de samenleving hebben met deze ontwikkeling te maken. en dus ook Vivre.
Andere oplossingen Maar het accent dat zo op het woord bezuinigen wordt gelegd, leidt wel tot een wat eenzijdige kijk op onze toekomst; namelijk minder, minder, minder. Je kunt er ook op een andere manier tegenaan kijken. we gaan van een periode waarin een en ander in (een weldadige) balans was, naar een nieuwe, andere (toegegeven wat meer sobere) balans. Maar de mens is creatief. en ik ben ervan overtuigd dat de burgers de nieuwe realiteit onder ogen zullen zien en andere oplossingen gaan zoeken en vinden. er zullen dan ook nieuwe, nu nog niet bestaande zorgvragen en zorgvormen ontstaan. Voor Vivre is er dan de uitdaging om voor die nieuwe vragen de goede antwoorden en oplossingen te bieden.
Positieve ontwikkelingen Maar los van deze kanttekening, ook nu zijn er veel positieve ontwikkelingen aan te wijzen. Neem bijvoorbeeld de ontwikkelingen op het Klevarieterrein. Vlak na de zomer zal daar gestart worden met de bouw van een nieuw verpleeghuis. Het ontwerp is bijzonder fraai met veel licht en ruimte voor de bewoners. Vivre is daarnaast bezig met het uitrollen van het zogeheten
zia project. zia staat voor zorg in aanleunwoningen. in dat project wordt, met gebruikmaking van de nieuwste communicatietechnieken, de zorg- en dienstverlening aan onze cliënten in aanleunwoningen uitgebreid. Bijvoorbeeld met een boodschappenservice en maaltijden aan huis. Nu nog experimenteel, maar toch al met de blik gericht op de toekomst. Het kleinschalig wonen project in croonenhoff is bij landelijke verkiezingen genomineerd voor het meest gastvrije kleinschalige zorgproject. een bewijs dat als het gaat om gastvrijheid, Vivre tot de top van Nederland blijft behoren. de fusie met Groenekruisdomicura ligt vol op stoom. Natuurlijk zijn er hier en daar obstakels te overwinnen, maar er wordt hard en voortvarend gewerkt aan de totstandkoming van een aaneensluitend en breder zorgaanbod voor ouderen en chronisch zieken in Maastricht en het Heuvelland. Verder leerde een overzicht, dat ik onlangs zag, mij dat er binnen Vivre enorm gewerkt wordt aan het verder verbeteren en innoveren van de zorg. Vivre participeert in meer dan vijftien wetenschappelijke onderzoeken.
nieuwe locaties Laat ik toch vooral niet vergeten dat de komende weken er twee nieuwe locaties in gebruik worden genomen. eerst gaan er ongeveer twintig cliënten, die nu in Klevarie wonen, naar het vernieuwde en uitgebreide de wilgenhof in Bunde. enkele weken later gaan er nog ongeveer vijfentwintig cliënten naar onze nieuwe locatie Klein Gulpen in Gulpen. zo zou ik nog wel even door kunnen gaan. Maar laat ik aan het eind van dit voorwoord volstaan met de conclusie: Vivre bruist! ik wens u allen plezierige zomerdagen toe.
•
dik Mol Raad van Bestuur Vivre
3
4
|
vitaal
't bloemetje voor ... onze enige materiaalbeheerder Carla Mattheijssen
K
inderen van basisscholen komen al langer in ouderencentra. Maar leerlingen van het vervolgonderwijs, dat is wat anders. Dus besloot de Jongerenraad Maastricht daar iets aan te doen. Onlangs startte de raad een proef in Lenculenhof om jongeren en senioren met elkaar in contact te brengen. iPads brachten hen samen. Een bijeenkomst vol verrassingen.
I
n september werkt carla Mattheijssen 44 jaar bij Vivre. als jonge meid kwam ze alleen vanuit zeeland naar Maastricht om de opleiding ziekenverzorgende te volgen. ze heeft daar nooit spijt van gehad. door de jaren heen heeft carla zich ontwikkeld tot een expert op het gebied van zorgmaterialen. ze is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. en regelmatig repareert ze ook wat. inmiddels oefent ze het vak zo’n 27 jaar met, naar eigen zeggen, veel plezier uit. dat carla van onschatbare waarde is in Klevarie en ook op andere locaties staat volgens velen als een paal boven water. Hoogste tijd voor ’t bloemetje vonden Bernadette spierings, Marlies van Bun en veel andere collega’s. Bernadette: “in het grootste geheim hebben we deze verrassing voorbereid. Veel collega’s reageerden enthousiast en wilden erbij zijn. we vinden haar allemaal een echte kanjer.” Nadat carla is bijgekomen van de ‘overval’, vertelt ze honderduit. “als materiaalbeheerder kom ik veel op de afdelingen. ik geniet van het contact met mijn collega’s en onze bewoners. als een bewoner zegt dat hij niet lekker ligt, ga ik op zoek naar de oorzaak. ik heb veel praktijkervaring en door goed te luisteren, weet ik gauw wat er aan de hand is. Het probleem kan vaak door een simpele ingreep worden verholpen. in deze weggooimaatschappij wordt meteen iets vervangen. dat hoeft vaak niet. door goed onderhoud en beheer kun je veel geld besparen. tja; ik blijf een zeeuwse"; zegt ze lachend. inmiddels is carla goed ingeburgerd. ze spreekt een aardig woordje Maastrichts. carla: “ Het is niet gemakkelijk, maar ik doe ’t gewoon. ik word wel gecorrigeerd als het niet goed is. Met Kerstmis lees ik altijd Maastrichtse verhalen voor tijdens onze kerstviering. Gelukkig krijg ik dan vooraf wat hulp van Maastrichtse vrienden.”
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
Germaine doelen van de Jongerenraad weet dat veel jongeren vooroordelen hebben over oude mensen: ze vinden hen maar saai. en oude mensen vinden die jongelui vaak maar lastig. Maar vanavond is daar niets van te merken. Frisse jonge meisjes en ernstige jongens zitten zij aan zij met senioren die proberen hun stroeve vingers te laten wennen aan de icons, de afbeeldingen op het kleine beeldscherm die toegang bieden tot een nieuwe wereld. Het is de tweede avond, dus helemaal nieuw is die wereld niet meer. Maar het is toch even wennen.
De oudste in een kamertje apart zit de oudste deelnemer, de 92-jarige wim wilshaus. in een vroeger leven werkte hij als topman bij een bank. “in mijn tijd, zo rond 1965, kwam de eerste generatie computers op de markt. enorme apparaten, waar alleen deskundigen raad mee wisten.” die nieuwe wereld intrigeerde hem. Hij kreeg al snel een eigen
vitaal
|
iPads slaan brug tussen oud en jong computer voor thuis. ook dat was vergeleken bij de iPad een bakbeest. toen hij later met zijn Maastrichtse vrouw naar haar geboortestad verhuisde, ging de computer mee. intussen zijn computers ingekrompen tot handzame apparaten. de wereld van de computers intrigeert hem nog steeds. en dus was hij er als de kippen bij om kennis te maken met de iPads. Hij heeft na de eerste les een lijst gemaakt met vragen. en die werkt hij secuur af met Yves, een bedachtzame jongen die absoluut niet verbaasd lijkt over zijn leergierige leerling. Meneer wilshaus wil het spui zien, een bekende winkelstraat in den Haag. dat heeft Yves in no time geregeld en wat nog leuker is, sterk vergroot. dat is handig voor oude ogen. een blik van herkenning. Maar of hij nog een iPad zal aanschaffen, weet de zeer vitale senior niet. zijn vingers zijn stroef en het kost hem wat moeite greep te krijgen op de icons. daar is wel een oplossing voor, weet dennis Klaassen, activiteitenbegeleider op Lenculenhof en gastheer van deze avond. “ik zie dat meer bewoners daar last mee hebben. Maar er is een stift waarmee gebruikers gemakkelijker de beeldjes kunnen aanklikken. als we die in huis hebben, zal het probleem verholpen zijn.”
voor het eerst actief geweest in het aanbieden van stageplaatsen. we kozen voor dit project, omdat het aansluit bij de wereld van de jongeren." Én van de ouderen, want de animo om deel te nemen aan zo’n cursus is groot. een reclamecampagne leverde maar liefst 180 adressen op van nog thuiswonende ouderen. die komen dit najaar aan de beurt. “Maar we gaan zeker ook verder met projecten binnen Vivre”, zegt Germaine. de bedoeling is overigens dat de Jongerenraad in de toekomst het ipadproject zal overdragen aan een andere organisatie.
•
Tegenspeler een kwartier later zitten Yves en zijn leerling gebogen over een schaakspel. Meneer wilshaus wil graag schaken. Nu kan hij met een virtuele tegenstander op de iPad zijn krachten meten. dat lijkt hem wel wat. deze avond zijn de deelnemers vooral bezig met spellen. in de ene hoek zijn er twee via de iPad met elkaar aan het scrabbelen, verderop is Marjolein Fonck aan het kaarten. al even geconcentreerd probeert zij haar weg te vinden op het kleine tablet. weer een half uur later zijn de meeste ‘cursisten’ aan een pauze toe. en raken zij aan de praat met hun jonge leermeesters. “daar gaat het uiteindelijk om”, zegt Germaine doelen. een deelnemer vertelt dat hij een hersenbloeding heeft gehad, waardoor hij moeilijk zijn eten kan snijden. “Maar gelukkig kan ik wel met de iPad werken. ook hij heeft een schaakspel op het scherm staan. “Maar ik speel liever met echte stukken.”
Stage deze avond zijn er meer jongeren dan senioren. Het is overdag bloedheet geweest en een aantal deelnemers laat het afweten. Maar de jongeren zijn goed opgekomen. Germaine doelen: “de leerlingen moeten per jaar zo’n dertig uur besteden aan maatschappelijke stages. en zo op het eind van het schooljaar, maken ze die uren op. de Jongerenraad Maastricht is dit jaar
De heer Wil shaus same n m e t Yv e s
“We kozen voor dit project, omdat het aansluit bij de wereld van de jongeren."
5
6
|
vitaal
Even kijken
met de camera
P r o c e s m a n a g e r G a b b y S c h u t t e n b e l t m e t b e w o n e r d h r. R i n g s
Leg eens uit? Henk Verheesen: “wij wilden met minder mensen in de nachtdienst meer cliënten kunnen verzorgen. dat zou goedkoper zijn en bovendien ons de kans geven een deel van de medewerkers elders in te zetten.” Hij wijst erop dat één van de belangrijkste uitgangspunten van de Mins was: hoe kun je door meer gebruik te maken van moderne technische voorzieningen de personeelskosten verminderen. Henk Verheesen: “intussen was al duidelijk geworden dat het überhaupt steeds moeilijker werd nieuwe medewerkers te vinden. we moesten dus efficiënter met de beschikbare verzorgenden gaan werken.”
Afdelingsmanager Sonja van de Kragt
In bijna alle locaties van Vivre waar verpleeghuiszorg wordt gegeven zijn in de afgelopen maanden camera’s geïnstalleerd. Daarmee kunnen verzorgenden tijdens de nachtdienst bekijken of er eventueel problemen zijn. Clusterdirecteur Henk Verheesen legt uit waarom Vivre die stap heeft gezet.
"I
n december 2011 constateerde het managementteam van Vivre dat er op dat moment een wachtlijst van zestig personen was voor somatische zorg. tegelijk stond er op Klevarie een hele afdeling leeg. er was een tekort aan personeel om die afdeling te bemannen. we wilden onderzoeken of er ergens anders in de organisatie mensen weggehaald konden worden om die lege afdeling alsnog op te starten. Nu hadden wij intussen in de Mins goede ervaringen opgedaan met cameramonitoring tijdens de nachtdiensten. daardoor waren er ‘s nachts minder mensen nodig. die zouden dan elders ingezet kunnen worden. Het was al snel duidelijk dat invoering van de camera’s ook op andere locaties mensen zou opleveren die op andere plekken konden werken.”
Voortvarend er kwam een stevige projectgroep met een duidelijke opdracht “Voortvarend naar het verzorgen van meer cliënten”.
Camera’s Werken met camera’s is niet onomstreden. Verheesen: “dat klopt. daarom duurde het ook zo lang voordat de oR en de centrale cliëntenraad ermee instemden. ze waren huiverig. Kon de techniek de persoonlijke zorg vervangen? en hoe zat het met de privacy van de bewoners. Kon je zomaar inbreken in diens persoonlijke omgeving? we hebben daarom heel duidelijke afspraken gemaakt. op elke kamer is een camera. Maar die mag alleen maar gebruikt worden als de bewoner of diens familie daar schriftelijk toestemming voor geeft. de camera’s doen overigens alleen maar dienst tijdens de nachtelijke uren. de camera’s geven een scherp beeld van de situatie. Je kunt de bewoner heel goed observeren. wanneer daar aanleiding toe is, gaat de verzorgende natuurlijk zelf naar de kamer toe.”
Voldoende Minder mensen in de nacht, is dat wel verantwoord? “Je hebt er niet zoveel nodig als er in het verleden waren, maar er moet natuurlijk wel een minimumbezetting zijn. we laten iemand niet alléén de nacht ingaan. er is altijd een tweede, een verzorgende en soms een zogenoemde nachtportier aanwezig. en op de achtergrond is er altijd een verpleegkundige stand by, die via de camera meteen kan meekijken.”
Even kijken Hoe gaat het nu in de praktijk? “Het is niet zo dat die camera’s de hele nacht aanstaan en dat er de hele nacht iemand al die camera’s controleert. de camera’s worden alleen ingeschakeld wanneer de verzorgende een
vitaal
|
Cliëntenraden
brainstormen
Clusterdirecteur H e n k Ve r h e e s e n
over hun toekomst
‘virtuele route loopt’. Vroeger zou ze persoonlijk van kamer naar kamer lopen en kijken hoe het met de bewoner gaat. Nu staat ze achter een aanraakscherm op de afdeling en logt ze in met een pas. ze krijgt dan een lijst voor zich van alle bewoners die toestemming hebben gegeven voor cameratoezicht. ze raakt vervolgens de naam aan en krijgt dan een beeld van de kamer. op dat moment draait de camera richting bed en wordt het beeld zo scherp en zo groot dat je precies kunt zien hoe de situatie is. er wordt automatisch onzichtbare infrarode verlichting ingeschakeld voor een duidelijk beeld. de bewoner merkt hier niets van. de verzorgende kan met het eenvoudig aanraken van ‘knoppen’ op het scherm de camera besturen om rond te kijken in de kamer of om in te zoomen op een detail. Na het ‘verlaten’ van de kamer draait de camera automatisch terug naar de ‘privacystand’.”
Voortgang in principe zijn alle bewoners die verpleeghuiszorg krijgen, ‘kandidaat’ voor cameramonitoring. “Maar in de zeven Bronnen, wachten we met de installatie tot de verbouwing achter de rug is. en ook Beukeloord staat in de wachtstand. in La Valence wordt de monitoring voorlopig alleen toegepast voor de somatische bewoners. in totaal zijn op 524 kamers camera’s geïnstalleerd. op een aantal plaatsen worden ze al gebruikt; ik verwacht dat ze in september op alle locaties gaan werken.”
Resultaat Henk Verheesen: “eigenlijk is het nog te vroeg voor een totale conclusie. op de meeste locaties zijn ze nog niet zolang bezig. de ervaringen van de Mins, waar we al sinds 2011 met cameramonitoring werken, zijn heel positief. er waren maar twee van de 55 bewoners die geen camera wilden. de andere bewoners zijn heel tevreden. sonja van de Kragt van de verpleegafdeling Jekerhof in Molenhof, werkt sinds half maart met cameramonitoring: “Mijn collega's en ik zijn heel positief over de nieuwe aanpak. alle 55 bewoners hebben ermee ingestemd. Het is een echte vooruitgang. Vroeger maakten we drie keer per nacht een ronde. Nu doen we dat via de camera elk uur. en de sfeer is veel rustiger. Vroeger werden mensen vaak wakker, als je de kamer in kwam. Nu is de controle geruisloos. Natuurlijk moet je in een aantal gevallen toch even naar de kamer toe. Maar dat is veel minder omslachtig dan alle kamers af te gaan.”
•
alweer voor de vierde maal op rij organiseerde de centrale cliëntenraad een jaarlijkse themamiddag voor de cliëntenraden van Vivre. op 8 april kwamen de leden van alle cliëntenraden bij elkaar om te overleggen en onderling ervaringen uit te wisselen. Voor het eerst was ook de cliëntenraad van Gkd uitgenodigd. dat had alles te maken met het thema van dit jaar: ‘effectieve medezeggenschap van cliënten in de fusieorganisatie van Vivre en Gkd’. Gezamenlijk bespraken de deelnemers wat een goede structuur voor de medezeggenschap in de nieuwe organisatie zou zijn. unaniem is aangegeven dat er één centrale cliëntenraad (ccr) dient te komen. elke lokale cliëntenraad levert één afgevaardigde naar deze ccr, de cliëntenraad van Gkd levert er twee. deze raad gaat dan werken als lokale cliëntenraad voor zaken die louter betrekking hebben op de extramurale zorg. tijdens het tweede deel van de middag werden ervaringen en ideeën voor het onderhouden en versterken van het contact met de achterban uitgewisseld. Vooral dit leren van ervaringen van anderen werd door de deelnemers op prijs gesteld. de middag werd afgesloten met een gezellig samenzijn met een drankje en een dinerbuffet.
•
7
8
| vitaal
Honderdste rondleiding
in de Mins
Op 19 april 2013 gaf locatiemanager Harry Heijkens de 100ste rondleiding in het verpleeghuis de Mins in de Maastrichtse wijk Malberg.
S
inds de opening, zo’n twee jaar geleden, trekt de Mins veel aandacht. Met name collega-instellingen, de regionale en landelijke politiek en het zorgkantoor zijn geïnteresseerd in wat haalbaar is binnen het financiële kader van de awBz. Het verpleeghuis staat inmiddels bekend als één van de meest innovatieve woonvoorzieningen van Nederland. door zorg- en hoteldiensten te scheiden en optimale technologische oplossingen wordt er niet alleen efficiënter gewerkt. ook de privacy van de bewoners en de gastvrijheid worden op deze locatie naar een hoger plan getild. de honderdste rondleiding was voor medewerkers van het ministerie van Vws, managers uit de zorg en het bureau Boscher & de witte. Het gezelschap, dat opereert onder de sprekende naam Benen op tafel (B.o.t.) werd getrakteerd op taart. en op een rondleiding uiteraard.
•
de Mins werd overigens onlangs beloond met vier sterren, zie artikel Gastvrijheidzorg met sterren 2013 op pagina 15.
nks) geeft Heijkens (li ager Harry eiding l d n o r Locatieman e t ds s de honder uitleg tijden
"Ook de privacy van de bewoners en de gastvrijheid worden op deze locatie naar een hoger plan getild."
vitaal |
Vitaliteit
De Vitaliteitsagenda
De dienst HR organiseert elke maand een bijeenkomst om de vitaliteit van medewerkers te verhogen, zodat ze op een plezierige en goede manier hun werk kunnen doen. Deze workshops zijn gratis.
Voor de maanden juli, september en oktober worden de volgende workshops aangeboden: 1) Workshop: Mantelzorg en Werk chantalle clairbois (arbo-adviseur) en Rita Burlet (maatschappelijk werkster) van Vivre verzorgen een workshop over hoe je mantelzorg en werk kunt combineren. aandacht dus voor de problemen, de oplossingen en de instanties die je verder helpen. daarnaast worden ook tips gegevens over het gebruikmaken van bepaalde verlofregelingen, de voordelen van je officieel te laten registreren als mantelzorger en hoe je onbezorgd er even tussenuit kan gaan (de zorgvakantie). 22 juli van 19.30 tot uiterlijk 22.00 uur in de Polvertorenflat. inschrijven: is niet nodig.
2) Workshop: Dag- en nachtritme slapeloze nachten, urenlang wakker liggen, overdag niet vooruit te branden zijn en een moe en lusteloos gevoel. als je dit herkent, dan ben je van harte uitgenodigd voor deze workshop van het izz. ans teeuwen-Bouwmans, verpleegkundig specialist van het slaapexpertisecentrum Kempenhaeghe informeert ons deze avond over hoe je kunt omgaan met een onregelmatig dag- en nachtritme, over slapen in zijn algemeenheid, over slaapproblemen- en slaapritmestoornissen. Verder geeft ze ons praktische adviezen en slaaptips en handvatten om beter te kunnen slapen. 24 september van 19.00 uur tot uiterlijk 22.00 uur in de Polvertorenflat. inschrijven via de izz link op intranet vanaf 1 juli.
3) Workshop: Fit met de fitband Fernand Lousberg werkzaam als fitness trainer bij Bodyworkx in Margraten informeert ons op enthousiaste en deskundige wijze over de core & balans oefeningen. Na deze korte uitleg gaan we aan de slag. doe gemakkelijke kleding aan, want we gaan oefenen met de fitband. wat kunnen we nu thuis doen met deze fitband? samen met Fernand gaan we eenvoudige oefeningen doen om fysieke klachten tegen te gaan en gezond en fit te blijven. Hij wijst ook op de gevaren als je de oefeningen niet goed uitvoert. Je krijgt een trainingsschema mee naar huis. als je niet wilt/kunt meedoen is dat geen probleem. ook als je alleen komt voor de informatie ben je van harte welkom. op verzoek van medewerkers die in mei verhinderd waren en door de zeer positieve reacties na afloop van deze workshop komt er een herhaling. 22 oktober: Van 19.30 tot uiterlijk 22.00 uur in de Polvertorenflat. inschrijven: is niet nodig.
9
10
| vitaal
Topzorg
8 vragen De acht vragen over het leven van Marie-José Heusschen
Wie ben je? Marie-José Heusschen-Belboom (51). ik woon al praktisch mijn hele leven in eijsden. ik ben getrouwd met cas Heusschen. we hebben twee jongens, van 22 en 19. ze wonen nog thuis. ook mijn vader woont bij ons in een aanleunwoning. wij vormen eigenlijk al jaren een driegeneratie-gezin. dat is vanzelf zo gegroeid. op een gegeven moment, zo’n 22 jaar geleden, zijn wij verhuisd naar de woning van mijn ouders en trokken zij naar de aanleunwoning. omdat mijn man en ik allebei werken, was het heel plezierig dat mijn ouders vlakbij wonen. zij hebben de kinderen van jongs af aan zien opgroeien en vooral mijn moeder heeft ook mee voor hen gezorgd. Mijn moeder is twaalf jaar geleden gestorven. Wat is je functie binnen Vivre? ik ben 28 uur per week administrateur binnen de economisch administratieve dienst (ead). daar beheer ik de debiteurenadministratie. Hoe lang werk je al bij Vivre? sinds de fusie van zorg voor ouderen met Vivre. sinds 2007 dus. daarvoor werkte ik sinds 1999 bij de Bron in eijsden, ook al in de administratie. dat was een leuke tijd. alles was veel kleinschaliger en je kende alle bewoners. Wat zijn je dagelijkse bezigheden? Bij het debiteurenbeheer gaat het vooral om rekeningen voor cliënten van Vivre. dat kunnen bewoners zijn, maar ook mensen die nog thuis wonen en gebruikmaken van diensten van Vivre, zoals thuiszorg, sociale alarmering en mensen die naar de dagbehandeling komen. ook bewoners van aanleunwoningen maken steeds meer gebruik van de service van Vivre. op dit moment vallen veel kosten voor de bewoners van de zorgcentra en
J verpleeghuizen nog onder de awBz. Maar in de nabije toekomst bij de herziening van het zorgstelsel gaat er veel veranderen. Bewoners zullen dan meer zelf moeten gaan betalen. Voor onze administratie betekent dit dat we meer rekeningen moeten gaan sturen. Wat doe je graag in je vrije tijd? eigenlijk heb ik niet zoveel vrije tijd. de kinderen zijn nog thuis en ook mijn vader heeft, hoewel hij nog vitaal is, wat extra zorg nodig. Maar ik probeer wel iedere dag te wandelen met de hond. ook in de vakanties gaan we veel wandelen. Ja die vakanties... wij zijn echte fans van Griekenland. daar komen we al jaren, zowel op de eilanden als op het vasteland. en iedere keer ontdekken we nieuwe dingen. in mijn vrije tijd kook ik graag uitgebreid. we hebben ook een kookclubje en daar proberen we nieuwe recepten uit. Wat is het mooiste moment in je leven? Nou ja, het is een cliché: de geboorte van onze zonen natuurlijk. Maar ik kan ook heel gelukkig zijn als ik met mooi weer achter in de tuin zit met een glaasje wijn. ik ben snel tevreden. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? ik zou graag nog eens met mijn man naar zuid-afrika willen. Vanwege de prachtige natuur en natuurlijk op safari. Wat is je lijfspreuk? Blijf niet hangen in het verleden, richt je op de toekomst. Je hoort mensen vaker zeggen dat ze spijt hebben van zaken of beslissingen uit het verleden. dan zeg ik: vergeet die dingen en kijk vooruit.
•
os Muijtjens en truus Pustjens werken al een aantal jaren op afdeling e, de afdeling voor jongdementerenden en Korsakov-patiënten. er is plaats voor 25 bewoners. acht van hen zijn jongdementerend, de meerderheid is Korsakovpatiënt. op andere plaatsen binnen Grubbeveld wonen nog 6 jong-dementerenden. “Beide groepen verblijven op één afdeling, omdat ze een aantal zaken gemeen hebben. Maar er zijn ook flinke verschillen, die ook elk een eigen aanpak vergen.”
Korsakov Korsakov-patiënten zijn, als ze hier komen wonen, meestal niet zo oud; rond hun vijftigste. ze hebben hersenschade opgelopen door langdurig overmatig alcoholgebruik en ongezond eten. de effecten van de hersenschade kunnen heel verschillend zijn. in ieder geval is er geheugenverlies, maar sommigen zijn nog tamelijk actief. anderen zijn tot weinig activiteiten meer in staat. Jos Muijtjens: “wel zien we vaker dat ze na hun komst in Grubbeveld 'opknappen', nu ze weer beter gaan eten en hun leven veel meer structuur krijgt. in tegenstelling tot 'gewone dementie', die in de loop van de tijd toeneemt, komt er in de situatie van Korsakovpatiënten weinig verandering. Hun toestand is stabiel.“ “Genezen kunnen we hen
vitaal
|
11
in Grubbeveld De laatste jaren zet verpleeghuis Grubbeveld in op zorg voor een aantal groepen die elders moeilijker kunnen wonen. Dat zijn in eerste instantie jong-dementerenden en ouderen met een psychiatrische achtergrond. Vier medewerkers van Grubbeveld brengen verslag uit.
niet, we kunnen alleen hun leven aangenamer maken. wij bieden ze vooral een goede dagbesteding. ze sporten veel, gaan wandelen en fietsen, zwemmen. sommigen ontwikkelen een hobby, zoals houtbewerking, verzorging van kippen, gezamenlijk koken. we praten met de MtB, de Maastrichtse toeleveringsbedrijven, die een werkplek hebben voor aangepaste arbeid over de mogelijkheid een groepje van onze bewoners daar een passende dagbesteding aan te bieden door eenvoudige werkzaamheden te verrichten. daar zijn meer mogelijkheden dan wij kunnen bieden.” Kenmerkend voor deze groep mensen is dat ze erg op zichzelf zijn. “Het zijn allemaal eilandjes”, zegt Jos Muijtjens. “ieder vergt een eigen aanpak”. Vandaar dat er ook gewerkt wordt met individuele bejegeningsplannen.
Topzorg groepen klikken niet echt met elkaar. ze vinden elkaars gedrag vreemd. in het beginstadium kunnen de jong dementerenden nog goed meedoen met de activiteiten van de Korsakovpatiënten.
Gedragsproblemen Pascal Raga en elly durlinger zijn verpleegkundigen. ze werken op unit d. daar verblijven twintig bewoners variërend in leeftijd van begin vijftig tot halverwege de tachtig. een aantal met een psychiatrische achtergrond en allemaal met ernstige gedragsproblemen. Van oorsprong bestond unit d uit oudere bewoners van Vijverdal die dementerend werden. in de loop van de jaren kwam er een nieuwe groep bij: dementerenden met moeilijk hanteerbaar gedrag,waardoor ze niet meer thuis of elders konden blijven. de groep bewoners vertoont een grote diversiteit aan ziektebeelden en een complex gedrag. denk hierbij aan ontremd gedrag, agressie of agitatie naar medebewoners of personeel.
heren r de heer Sc met bewone Pascal Raga
Al jong dementerend al in 2006 schreef Vitaal uitgebreid over deze groep in Grubbeveld. Nu wonen er 15 jong dementerenden. acht op afdeling e, de anderen elders in huis. Het dementieproces verloopt vrij snel. als ze binnenkomen zijn ze nog heel vitaal, een paar jaar later zijn ze nog maar een schim van zichzelf. op dit moment is de jongste 46, maar eerder waren er die amper dertig waren toen ze hier kwamen wonen. ook als je jong bent kan de dementie verschillende vormen aannemen, maar opvallend is dat meestal niet het geheugenverlies op de voorgrond treedt. deze jonge mensen komen bij de dokter, omdat ze stil vallen. ze zijn niet meer geïnteresseerd in de wereld om hen heen. er ontstaan conflicten. Het overzicht is weg. truus Pustjens: “wij maken deze mensen mee in snel veranderende situaties en we kunnen ze eigenlijk alleen maar lieve, warme zorg bieden. we verzorgen en begeleiden ze tot het einde. we betrekken daarin ook nadrukkelijk de familie.” Jong-dementerenden wonen samen met Korsakov-patiënten. dat vraagt van de verzorging enige behendigheid. “Beide
Jos Muijtjen s e n Tr u u s P ustjens
Agressie Vooral agressie staat de laatste jaren op de voorgrond. dit uit zich in het herhalen van woorden of zinnen, roepen, schreeuwen, seksueel getinte opmerkingen of handtastelijkheden, tikken, kloppen, loopdrang, blijven eten of weigeren te eten, met meubels schuiven, schelden, slaan of schoppen. elly durlinger: “als je hier werkt, moet je creatief zijn en een goed inlevingsvermogen hebben. Geduld hebben, consequent zijn, zeker in je schoenen staan, maar vooral niet bang zijn. ook moet je het gedrag van de bewoners kunnen accepteren. Met andere woorden: je moet het niet willen veranderen, maar leren ermee om te gaan.” Lees verder op pagina 12 >
12
| vitaal
Het gaat
< Vervolg van pagina 11
observeren “ieder van de twintig bewoners reageert anders. daarom maken wij veel werk van observeren en rapporteren. dat is nodig om het gedrag te kunnen begrijpen en de mogelijkheden te ontdekken die iedereen nog heeft. daarvoor moet je veel geduld hebben. Kijken en luisteren, ook naar non-verbale signalen. om deze signalen goed te kunnen interpreteren is het belangrijk om te weten hoe iemand vroeger was, welk beroep of hobby’s iemand heeft gehad en hoe de persoon vroeger in bepaalde situaties reageerde.” Pascal Raga: “en het is de moeite waard! Mensen die hier binnenkomen met gedragsproblemen, waar anderen geen raad mee weten, worden na verloop van tijd rustiger en veranderen in positieve zin. achter die agressie blijkt soms een heel vriendelijk karakter schuil te gaan. en als je dat herkent en erkent is er veel gewonnen.” ze geeft een voorbeeld: “onlangs gingen we met vier bewoners naar een tentoonstelling van Russische kunst in het Bonnefantenmuseum. wij wisten dat ze vroeger thuis interesse hadden in kunst en daarom wilden we erheen. Het was verrassend: bewoners die op de afdeling probleemgedrag vertonen, pasten zich in het museum en in de omgang met elkaar aan aan hun omgeving. zij hadden een leuke middag; wij als begeleiders ook.”
lang niet altijd over de dood Een hospice is een huis met een heel eigen karakter. Je gaat er heen om dood te gaan. Maar tegelijk wordt iedereen die het Hospice Trajectum binnengaat, getroffen door de lichte, zonnige, bijna vrolijke sfeer van het huis. Gonny van der Krogt, een van de vierenveertig vrijwilligers, laat zich ontvallen: “Ik zou hier best willen wonen”. En haar collega Angela Verweij zegt: “Natuurlijk praten de gasten wel eens over hun naderende dood, maar veel vaker praten ze over hun leven. Er wordt ook gelachen. Er is hier een opgewekte sfeer.” Een gesprek met vier vrijwilligers.
Prikkelarm Bezoekers ervaren de unit vaak als lawaaierig en ongezellig. “Maar” zeggen elly durlinger en Pascal saga, “voor onze bewoners is een overzichtelijke, gestructureerde, prikkelarme omgeving van groot belang. ze ervaren een 'gezellige' afdeling vaak als onoverzichtelijk en met teveel prikkels. Niettemin proberen wij, ondanks het probleemgedrag van onze bewoners, een zo’n huiselijk mogelijke sfeer te bieden waar met iedereen rekening wordt gehouden. Na een vaak moeilijke start zie je dat de bewoner zich thuis gaat voelen. en ook de familie ervaart dan dat plaatsing in deze omgeving een juiste keuze is geweest .“
D
e aanleiding tot het gesprek is een prijs. de groep vrijwilligers kreeg de Vrijwilligersprijs 2013 van de gemeente Maastricht. dat is een erkenning voor de wijze waarop ze hun werk doen. ieder op haar eigen wijze. want als er één ding duidelijk wordt bij deze vier vrouwen is dat ze heel verschillend zijn, ieder een heel eigen achtergrond hebben en toch ook iets gemeenschappelijks. “Je wilt het de gasten naar hun zin maken, in de laatste periode van hun leven”, zegt Marlies Meulenberg. “en dat doet ieder op zijn of haar eigen manier.”
Aanvullen
hmen r de heer Do met bewone r e g n i l r u D Elly
Pascal Raga verwacht overigens dat er in de toekomst ook uit de traditionele groep van psychiatrische cliënten meer mensen naar Grubbeveld zullen komen. “wij zijn ook een speciale afdeling met een psychiatrisch karakter die deze groep kan opvangen.”
•
Gonny van der Krogt: “Het hospice heeft ruimte voor zes gasten. daarvoor zijn de beroepskrachten verantwoordelijk. dat zijn meestal verzorgenden. de vrijwilligers vullen aan, zorgen voor de sfeer én strijken in de rustige uren de was. een vrijwilliger werkt gemiddeld vier keer per maand een dagdeel van vijf uur of een nachtdienst van negen uur in het hospice. Niet méér. “dat is opzet”, zegt Gonny. “als je vaker zou komen, kan het te zwaar worden; je krijgt een te grote binding met de gasten en de kans bestaat dat je alles mee naar huis neemt.” Wat vul je aan? Marie therese Heijnen: “dat hangt van je dienst af. ‘s Morgens help je mee met wassen
vitaal | Marie Thérèse Heijnen en Gonny van der Krogt
en aankleden en het ontbijt. “’s Middags hou je een oogje op de gasten en ‘s avonds eigenlijk ook en help je met het klaarmaken voor de nacht. Maar in alle gevallen heb je altijd alle tijd voor een gesprek met de gasten. dat is eigenlijk voor ons het belangrijkste. Niet dat we een gesprek opdringen, maar als de gast er behoefte aan heeft, nemen we er alle tijd voor.”
Manufacturen Gonny werkt al twaalf jaar als vrijwilligster in het hospice. Haar zoon zei eens: “Goh Mam, heb je niks leukers te doen?” Maar ze zou niet weten wat. “ik ga iedere keer als ik er gewerkt heb, fluitend naar huis. Het is soms zwaar, maar het geeft ook heel veel voldoening.” ze vertelt hoe ze erin slaagde een gast op haar gemak te stellen. die had haar hele leven in een manufacturenzaak gewerkt en was nu in het hospice beland. ze was duidelijk niet op haar gemak, opstandig ook. “ikzelf heb na een opleiding aan de modevakschool, jarenlang naailessen gegeven. daarover raakten we aan de praat. en het klikte. we hadden iets gemeenschappelijks ontdekt. Na een paar uur voelde de gast zich thuis.”
M a r l i e s M e u l e n b e r g e n A n g e l a Ve r w e i j
echt iets voor hen betekenen. en mensen zijn blij dat je tijd voor hen hebt, dat ze rustig kunnen vertellen over wat hen in deze fase bezighoudt. daar krijg ik een kick van. ik vind het jammer als ik weer naar huis moet.”
In de schoot geworpen Marie thérèse Heijnen werkte als verpleegkundige en is nu beeldend kunstenaar. ze vertelt hoe ze de allereerste keer al aan een sterfbed zat. alleen, er was geen familie. “ik heb haar hand vastgehouden, tot ze gestorven was.” Het was een vuurdoop, die ze niet snel zal vergeten. ook zij weet waarom ze dit werk doet. “Je krijgt zoveel in je schoot geworpen. Mensen vertellen je hun hele leven, ook de moeilijke momenten. dan denk ik vaak: je komt om mensen te helpen, maar je krijgt er ook veel voor terug.”
Dood
Marlies Meulenberg, die jaren als doktersassistente werkte, zegt: “ik ben van mezelf tamelijk druk, maar als ik hier binnenkom, valt alles van me af. ik word heel rustig. daar ben ik zelf verbaasd over. ik ben een mens van gezelligheid. ik zet een bloemetje op het tablet waar het eten op staat en doe er een feestelijke, kanten onderlegger op. dat vinden veel gasten leuk. Het zijn maar kleine dingen, maar ze brengen sfeer.” als ze weer naar huis gaat is ze “leeg, helemaal leeg.” Maar eenmaal thuis, weet ze dat ze het niet zou willen missen. “Je hebt hier echt contact met mensen, en die geven je veel”.
in het Maastrichtse hospice sterven jaarlijks tachtig mensen. omdat je als vrijwilliger maar een beperkte tijd werkt, maak je er zelf niet zoveel mee. Maar ze leven wel mee met alle gasten. angela Verweij: “ik wil altijd weten hoe het afloopt. of ze een goede dood gehad hebben. of ze rustig aan hun eind zijn gekomen. Ja, dat vind ik belangrijk. dat zegt iets over onze manier van werken. als ze hier binnenkomen, hebben ze meestal het verzet tegen de dood opgegeven. ze hebben zich erbij neergelegd dat hun einde nabij is. dan breekt er een nieuwe fase aan. die is voor iedereen anders. ieder mens is anders. we vragen wat ze nog graag willen en proberen dat ook te regelen. we zorgen goed voor ze, verwennen ze een beetje. ik vind het fijn als ze daarna rustig inslapen.” de meeste gasten van het hospice zijn oud. Maar soms ligt er ook ineens een jonge vrouw, met jonge kinderen. “dat grijpt je aan. daar zijn we echt allemaal stil van.”
Kick
Heerlijke dagen
angela Verweij heeft een fulltime baan bij de universiteit. “Leuk werk, leuke collega’s, maar ik wilde meer. ik bezocht een aantal jaren geleden een nichtje die elders in het land in een hospice lag, ”toen wist ik het: dat wil ik ook. Helpen in een hospice.” ze werkt meestal ‘s avonds, samen met een beroepskracht. Haar man zei: “zou je het wel doen?”. “Maar ik heb er geen moment spijt van gehad. dit is wat ertoe doet in het leven. Je mag in de gesprekken heel dicht bij mensen komen. Je mag
Gonny van der Krogt: “een moeder van elf kinderen vertelde me dat ze ze allemaal apart had uitgenodigd. Met iedereen keek ze terug op hun leven. Na afloop zei ze: ‘ik heb heerlijke dagen gehad; dat is toch fantastisch.” ze vat de ervaring van het viertal samen: “Het hospice is veel meer dan een sterfhuis. Het is een huis waar je op weg gaat naar de dood. in die beperkte tijd kan er heel veel met een mens gebeuren. Het is een voorrecht als je daarbij mag helpen.”
Bloemetje
•
13
14
|
vitaal
De Wilg: een nieuwe verpleegunit in Bunde P r o c e s m a n a g e r G a b b y S c h u t t e n b e l t m e t b e w o n e r d h r. R i n g s
samen n Dinteren ger Ellen va a n a m n s e g s n s i l n Afde enda Ha rdinator Gw met zorgcoö Echtpaar Olzheim in de woonkamer van De Wilg
Huiskamers In Bunde wordt eind juni een nieuwe verpleegunit – De Wilg – voor twintig dementerende bewoners geopend. Voor een deel ondergebracht in een gerenoveerd schoolgebouw, aangevuld met nieuwbouw. Het vormt een geheel met het al langer bestaande zorgcentrum De Wilgenhof.
D
e nieuwe verpleegunit past in het spreidingsplan van Vivre voor het grote verpleeghuis Klevarie. Nu wonen er ook ouderen met Maastrichtse wortels, maar in de toekomst zullen vooral bewoners van Bunde en omgeving er een nieuw thuis vinden, in een omgeving die hen vertrouwd is. Bovendien speelt de nieuwe verpleegunit in op de te verwachte groei van oudere bewoners in dit gebied.
Gelijkvloers ellen van dinteren is afdelingsmanager van de wilg, maar tegelijk ook van de verpleegunit in het nabijgelegen Beukeloord in Meerssen. zij kan dus goed vergelijken: “Beide units zullen dezelfde sfeer ademen, maar een voordeel van de wilg is dat alles gelijkvloers is en we beschikken over een ruime binnentuin, waar de cliënten van kunnen genieten. Bovendien zijn de kamers in de wilg groter dan gebruikelijk in een verpleeghuis.” de nieuwe verpleegunit maakt gebruik van toegangspasjes en een touchscreen voor iedere bewoner. ook cameratoezicht – alleen ‘s nachts en alleen met toestemming van bewoner of familie – behoort tot de standaardvoorzieningen voor elke kamer.
er zijn twee royale huiskamers waar de bewoners – zoals gebruikelijk is in centra voor dementerende cliënten – een groot deel van de dag zullen doorbrengen. zorgcoördinator Gwenda Hanssen wil graag dat zij het daar vooral gezellig hebben en zoveel mogelijk hun eigen ritme kunnen aanhouden. “als bewoners willen uitslapen, kan dat. als ze elke dag onder de douche willen, is dat geen probleem. en als ze eens zin hebben in iets lekkers, dan zorgen we daarvoor.” op drie momenten van de dag worden er activiteiten aangeboden. ‘s Morgens, ‘s middags en ‘s avonds. de tijd dat mensen in een verpleeghuis al standaard om zeven uur in bed liggen, lijkt gelukkig verleden tijd. dat betekent overigens dat er met twee huiskamers, elke dag zes verschillende activiteiten plaatsvinden. “als iemand in zijn eigen huiskamer niet aan bod komt, kan hij altijd switchen naar de andere huiskamer.” in de huiskamer spelen de afdelingsassistenten een belangrijke rol. zij zijn samen met de verzorgenden het vertrouwde baken voor de bewoners. zij letten op en helpen de bewoners als ze hulp nodig hebben, bijvoorbeeld bij het eten. zij organiseren ook de activiteiten. de klassieke activiteitenbegeleiding heeft een ondersteunende rol. “zij scheppen de voorwaarden, verzamelen de nodige materialen en houden contact met de vrijwilligers”, zegt ellen van dinteren.
Wennen de bewoners van de wilg komen voor het grootste gedeelte vanuit Klevarie. de groep wordt aangevuld met enkele bewoners van de wilgenhof. ze zijn al een beetje aan elkaar gewend. sinds januari woonden en leefden ze al in een eigen
vitaal
|
Sterren voor Vivre In de jaarlijkse strijd om de meest gastvrije zorgorganisatie haalde Croonenhoff dit jaar de vijfde plaats in de nieuwe categorie Kleinschalig Wonen. Het zorgcentrum behaalde daarmee vier sterren.
“De tijd dat mensen in een verpleeghuis al standaard om zeven uur in bed liggen, lijkt gelukkig verleden tijd”
C
roonenhoff won twee jaar geleden de hoofdprijs, de Gastvrijheidszorg award in de categorie Verpleging & Verzorging. dit jaar deden er 250 zorgaanbieders mee aan de wedstrijd. zij werden beoordeeld op zaken als gezond en lekker eten en genieten van een goede maaltijd in een prettige ambiance. Maar ook de manier waarop medewerkers de cliënten bejegenen en de dienstverlening waren belangrijke graadmeters. Behalve de afdeling Kleinschalig wonen van croonenhoff deden ook de Mins en Lenculenhof mee aan de wedstrijd. de Mins haalde eveneens vier sterren. Lenculenhof drie.
Croonenhoff afdeling in Klevarie en werden ze verzorgd door een groep verzorgenden van Klevarie die met hen meeverhuizen naar Bunde. “Verhuizen als je zo oud bent, valt niet mee. we hopen met deze voorbereiding de overgang wat soepeler te laten verlopen”, aldus ellen van dinteren.
feest op 27 juni – tien dagen nadat de nieuwe bewoners zijn verhuisd naar Bunde – wordt de nieuwe verpleegunit officieel geopend. “dat wordt vooral een feest voor de bewoners, niet alleen van de wilg, maar ook van de hele wilgenhof. de markt vol oude ambachten en lekkere hapjes zal zeker in de smaak vallen.
•
in de begeleidende sterrengids legt locatiemanager Mia van Roosmalen uit hoe zij het kleinschalig wonen ziet: “Binnen de kleinschalige woonvorm probeer je de thuissituatie na te bootsen. de bewoner en familie zijn er thuis, dus de zorgmedewerker is eigenlijk te gast bij de bewoner.” dat vraagt om ander gedrag. willen bewoners vrijheid ervaren, dan moeten zij hun leven kunnen blijven leven zoals ze dat altijd deden, met alle gewoontes en rituelen. Medewerkers hebben trainingen gehad die inspelen op het verzamelen van informatie hierover. de familie van de bewoners is hierbij belangrijk. tijdens de trainingen hebben de medewerkers ook geleerd hoe ze de verkregen informatie kunnen omzetten in dagindelingen en een aanpak die bij de bewoner past. daarnaast is specifiek getraind op de fasen van dementie. om een goed welzijnsaanbod te bieden en de juiste bejegening te kiezen, is het belangrijk te weten in welke fase van de dementie een bewoner ‘leeft’ en daarop in te spelen. Van Roosmalen noemt deze aandacht voor individuele zorg typisch een ontwikkeling van de laatste jaren. “Jaren geleden werd een groep van acht demente bewoners allemaal hetzelfde behandeld en kregen zij hetzelfde zorgaanbod. Nu ligt de nadruk op het individu en de samenwerking met familie.”
de cliëntenraad van croonenhoff roemt de rustige sfeer binnen het huis. “Het voelt als een warm bad. alles staat in het teken van de bewoner en diens familie en de verzorgende, de rest van de organisatie is zo ingericht dat zij dienstverlenend zijn aan deze drieeenheid.”
de Mins over de Mins schrijft de sterrengids dat door de hotelmatige aanpak en intensieve scholing van alle medewerkers gastvrijheid alom aanwezig is. “Voor vriendelijke en attente medewerkers is niets teveel. dagritme en wensen van individuele cliënten bepalen in belangrijke mate de organisatie van de zorg. de toegang en bescheiden bewegwijzering geven de indruk van een modern hotel. Meubilair oogt chique. de appartementen met de riante eigen badkamer zijn luxueus en verpleeghuisluchtjes komen er niet voor.”
lenculenhof en over Lenculenhof: “Gastvrijheid is belangrijk voor het management en dat wordt ook zo ervaren door bewoners en cliëntenraad. Personeel heeft 120 uur scholing achter de rug. Management en medewerkers zijn gedreven en hebben inlevingsvermogen. er is een ruim aanbod van activiteiten voor bewoners. Bij een grote aanpassing van het gebouw enkele jaren geleden was er weinig aandacht voor sfeer. de wat steriele uitstraling van toen is opgeheven door het creëren van zitjes, hoekjes, een kroegje en een huiskamer. Nu ontmoeten groepjes mensen elkaar overal in het gebouw voor een praatje en een spelletje. opmerkelijk is de sterke overeenkomst tussen beleid en praktijk: waar men voor staat, gebeurt ook echt.“
•
15
16
|
vitaal Yv o n n e S t a l l i n g a
Hoe gezond
ben je zelf?
Werken bij Vivre betekent dat je werkt bij mensen die zorg nodig hebben. Mensen die niet zo gezond zijn. Maar hoe gezond zijn de medewerkers zelf en werken ze eigenlijk wel met plezier? Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Daarom heeft Vivre de afgelopen jaren op grote schaal medewerkers de gelegenheid geboden hun werkvermogen te meten. En wat nog belangrijker is: Vivre stimuleert er iets aan te doen. Yvonne Stallinga brengt verslag uit.
Y
vonne stallinga van de dienst HR weet inmiddels alles van het meten van het werkvermogen. en ze is enthousiast over de reacties van de deelnemers die mee hebben gedaan aan de meting. “Vivre zet veel onderzoeken op naar het welbevinden van de medewerkers. en daarna is het altijd de vraag wat die opleveren. Bij dit onderzoek blijkt dat ook de medewerkers zich aangesproken voelen. ze gaan met name vaak uit eigen beweging iets doen aan hun gezondheid.”
De WerkVermogensMonitor Vorig jaar hebben zes locaties en een deel van het Facilitair Bedrijf (ongeveer 600 medewerkers en management) meegedaan aan het project “werkVermogensMonitor” (wVM). de wVM is een internationaal gebruikte vragenlijst, gebaseerd op de work ability index. deze index kan voorspellen hoeveel kans medewerkers met een slecht tot matig werkvermogen hebben om uit te vallen. werkvermogen is een breed begrip. daar vallen ook zaken onder als werkdruk, fysieke belasting, het regelen van het werk, de spanning tussen thuis en werk en leefstijl.
Tussenmeting eind 2012 heeft de erasmusuniversiteit een tussenmeting verricht. daaruit blijkt dat veel medewerkers en leidinggevenden naar aanleiding van de wVM in actie zijn gekomen. in totaal hebben 300 afzonderlijke acties plaatsgevonden, waarvan gemiddeld 50% door leidinggevenden en 50% door de medewerkers zelf.
leefstijl Yvonne stallinga: “wat mij het meest opviel is dat 90 acties betrekking hadden op de leefstijl. en dat daarvan 80 acties ondernomen zijn door de medewerkers zelf. sommigen ontwikkelden zelfs meerdere acties. in totaal gaat het om 69 medewerkers, die hun leefstijl gingen veranderen. Kennelijk is dit een onderwerp dat mensen direct aanspreekt en waar ze iets voor willen doen.” En hadden de acties succes? “ik denk van wel. Bij de tussenmeting werd geconstateerd dat
van de 90 acties op het gebied van leefstijl er 86 door de medewerkers als positief werden beoordeeld. in totaal werden 11 van de 300 acties door de medewerkers minder positief beoordeeld. uit de wVM-meting bleek dat 265 medewerkers die de vragenlijst hadden ingevuld een goed werkvermogen hadden, 52 medewerkers gingen richting gevarenzone en 9 medewerkers zaten er al in. Positief is dat 80% van de medewerkers hebben aangegeven dat hun gezondheid (heel) goed is. Je moet natuurlijk voorzichtig zijn met deze gegevens. de wVM-cijfers zijn gebaseerd op de uitspraken van de deelnemers. op hun eigen beleving. een voorbeeld: roken is ongezond, dus een conclusie zou kunnen zijn dat de roker ongezond is. Maar een roker kan zich nog heel gezond voelen. dat is de beleving van de roker zelf. overigens hebben 73 deelnemers na afloop van de wVM meegedaan aan een health check. deze werd aangebonden aan alle deelnemers.
Bespreekbaar “eén van de grote voordelen van de wVM is dat nu een aantal zaken bespreekbaar is geworden. er wordt nu gepraat over overgewicht en drinken, maar ook over zoiets normaals als de overgang. een paar jaar geleden praatte je daar niet over, terwijl dat natuurlijk wel invloed had op je werkvermogen.”
niet alleen leefstijl Yvonne stallinga benadrukt dat de wVM niet alleen betrekking heeft op de leefstijl, hoe spectaculair de resultaten daar ook zijn. ook de andere onderdelen, zoals werkdruk en fysieke overbelasting kwamen aan de orde. en ook op die gebieden zijn mooie resultaten geboekt. ze geeft een paar voorbeelden. op het gebied van de werkdruk werden 57 acties ondernomen. Vijf acties scoorden onvoldoende, de rest was (ruim) voldoende. op het gebied van fysieke overbelasting werden 58 acties ondernomen. de resultaten werden allemaal als voldoende beoordeeld.
Volhouden Yvonne stallinga weet als geen ander dat het vooral aankomt op de follow-up, het vervolg. daarom heeft Vivre een aantal activiteiten opgestart om het enthousiasme levend te houden. zo zijn intussen de vitaliteitsagenda en de ontwikkelboog
vitaal
“Eén van de grote voordelen van de WVM is dat nu een aantal zaken bespreekbaar is geworden. Er wordt nu gepraat over overgewicht en drinken, maar ook over zoiets normaals als de overgang.”
ontwikkeld. instrumenten voor medewerkers om eigen regie te voeren over hun werkvermogen en leefstijl. “ik denk dat daardoor de leefstijl nog verder verbetert. een effect van de ontwikkelboog is dat medewerkers ook verder kijken en nadenken over de mogelijkheid om nieuwe stappen te zetten in hun loopbaan. wie weet hoeveel verborgen talenten er zo te voorschijn komen.” een hoog percentage medewerkers zegt in de erasmusmeting dat er voldoende activiteiten worden aangeboden door de werkgever en dat er voldoende waardering en steun is vanuit de leidinggevende. Het project krijgt met 7,2 een ruime voldoende.
landelijke aandacht Het succes van het Maastrichtse project heeft landelijke aandacht getrokken. “de metingen worden ook elders uitgevoerd, maar de manier waarop wij de medewerkers erbij betrokken hebben is tot dusver uniek. wij zijn erin geslaagd, en daar ben ik best een beetje trots op, om hen te prikkelen zelf aan de gang te gaan. Het gevolg is dat ik onze aanpak nu ook elders in het land mag uitleggen.”
Breder kader ze zet het project in een breder kader: “Veel instellingen krijgen moeilijk jonge medewerkers. dat betekent dat ons personeelsbestand grijzer wordt en dus het werkvermogen afneemt. Het is daarom van groot belang daar aandacht aan te besteden. en wel op een manier die de medewerkers aanspreekt. alleen op die manier kun je bereiken dat ze met plezier langer blijven werken. dat is ook voor Vivre van belang. Het mes snijdt aan twee kanten.”
Het vervolg Het wVM-project is een continu proces: de wVM wordt voor elke medewerker één keer per 2 jaar uitgezet. de medewerkers van de locaties croonenhoff, Koepelhof, de Bron, de zeven Bronnen, La Valence en FB die in 2011 hebben deelgenomen aan de wVM en de pilotlocatie Grubbeveld (deelname in 2010) worden in november/december van dit jaar (2013) uitgenodigd voor de tweede ronde. de 1100 medewerkers van de overige locaties en centrale diensten hebben intussen in 2012 de wVM ingevuld. eind 2013 wordt ook aan hen gevraagd mee te doen aan een tussenmeting. een jaar later ontvangen ze het verzoek deel te nemen aan de tweede wVM.
Deelname onderzoek Voor de volledigheid nog een paar cijfers. aan de 575 medewerkers die aangeschreven werden voor de wVM in 2011 is gevraagd mee te doen aan de erasmus-meting in 2012 . aan deze laatste meting deden 158 mensen mee. dat is 28% van de 561 medewerkers. Yvonne stallinga heeft wel een verklaring voor dit lage percentage. “Beide onderzoeken (de wVM en de tussenmeting) vonden plaats op het einde van het jaar. dat is een drukke tijd. ik kan me voorstellen dat je dan zo’n vragenlijst even laat liggen. Maar deskundigen hebben mij verzekerd dat je op basis van deze percentages toch conclusies kunt trekken.”
•
|
17
Gastblijheid sinds begin dit jaar werken de Bron en La Valence - bij wijze van proef - met een vernieuwd gastvrijheidconcept. op deze locaties is nog meer aandacht voor de wensen van de bewoners op het gebied van eten en drinken. onder het motto “gastblijheid van 8 tot 8” worden er veel extra activiteiten rond het eten georganiseerd. zo was er de afgelopen maand een indonesische middag. Bewoners en medewerkers genoten van de speciale sfeer en de lekkere hapjes en drankjes.
18
|
vitaal
M e v r. R o d o l f e n m e v r. C r e m e r s
D’n Inkelehoof is veel gezelliger Het Maastrichtse zorgcentrum Lenculenhof heeft sinds enkele maanden een Bruin Café, dat luistert naar de naam D’n Inkelehoof. Een gezellige ruimte op de tweede verdieping waar eerder het restaurant Ambiance – voor moeilijke eters – onderdak vond. Nu kunnen bewoners er overdag en soms ook ‘s avonds gezellig wat praten en wat drinken. José Cremers, een van de stamgasten zegt: “Het is hier veel gezelliger dan in de grote zaal”. en dat is precies de reden waarom Lenculenhof het café op poten zette. “Voor een aantal bewoners is de grote zaal op de begane grond eenvoudig te groot. ze hebben behoefte aan een kleinere ruimte om gezellig bij elkaar te zitten. dan denk je in Maastricht al snel aan een café. een naam is er al: ‘inkelehoof’, de Maastrichtse vertaling van Lenculenhof. Het café wordt gerund door vrijwilligers, onder de hoede van dennis Klaassen. Het is nog rustig om half elf ‘s morgens. Mevrouw cremers zit er al en na een half uur zitten er al vier. allemaal stamgasten: José Rodolf, sjo Henrotte, en truus sollet komen er graag. “Hier kun je nog rustig met elkaar praten”, zeggen ze. er is koffie en thee en een koekje. Gratis. Voor de drie soorten bier, de wijn en de borrel betaal je met consumptiemunten. Maar daar is het viertal zo vroeg nog niet aan toe. aan praten wel. over het eten, over de dingen van de dag, over het verleden, over de moeilijke momenten in het leven. wat opvalt: als het over persoonlijke zaken gaat, wordt het stil. en luistert iedereen aandachtig.
dennis Klaassen kijkt toe. is hij tevreden? “Nou het begin is er, er zouden nog best meer bezoekers mogen komen. daar heeft hij wel een oplossing voor: activiteiten organiseren, waar mensen op afkomen. en dus gaat hij die middag wafels bakken. en probeert hij levende muziek binnen te halen. of hij organiseert een avond over een interessant onderwerp. Hij heeft uitgezocht dat 15 van de 130 bewoners een computer in huis heeft. dus start hij samen met een groep jongeren een serie van drie avonden over moderne varianten op de computer, zoals iPads en tablets. “die zijn veel gebruiksvriendelijker dan een computer, dus echt iets voor oudere mensen”, zegt hij. op de wanden hebben Maastrichtse kunstenaars de grote vlakken beschilderd met kleurrijke café-taferelen. daar wordt enthousiast gekaart. “dat kan hier ook, maar nu ook de moderne senior naar het traditionele Lenculenhof komt, is dat niet genoeg.” Naast de kwaliteit van de wafels, worden wellicht ook de ins en outs van de tablet een onderwerp van gesprek in d’n inkelehoof.
•
vitaal
|
Op zaterdag 22 juni was de eerste Atletiek (ont)zorgt wandeltocht. Een nieuw evenement dat door de drie zorgorganisaties Mosae Zorggroep, Sevagram en Vivre was georganiseerd in samenwerking met vrijwilligersorganisatie Zonnebloem Maastricht en Atletiek Maastricht. de atletiekvereniging was gastheer die dag. op hun sportvelden waren alle faciliteiten en voorzieningen aanwezig. Na de ontvangst werden zo’n 150 ouderen met hun begeleiders op een picknick getrakteerd en ondertussen gaven leden van de atletiekvereniging verschillende demonstraties. aansluitend mocht iedereen aan de start verschijnen. op de atletiekbaan gaf wethouder Mieke damsma het startschot. in een lange slinger trok vervolgens iedereen door het prachtige Jekerdal. onderweg waren er diverse rustplaatsen, onder andere bij hoeve Nekum. Hier mochten de deelnemers de eigengemaakte wijn proeven. daarbij serveerde château Neercanne diverse luxe hapjes. Na zo’n vier kilometer arriveerden iedereen weer moe, maar voldaan op de atletiekbaan. ook hier werden de deelnemers op lekkere hapjes en drankjes getrakteerd. Bovendien waren er diverse optredens van onder meer het Maastrichts gelegenheidskoor (MGK). deze wandeltocht werd mede mogelijk gemaakt dankzij de medewerking van atletiekvereniging Maastricht, diverse leveranciers van de zorgorganisaties en stichting elisabeth strouven.
•
19
Colofon Het instellingsblad van Vivre verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Marlies van Bun, Lottie Burgmans, Ber Crouzen, Trudy Dolmans, Carla Janssen, Marc Kentgens, Chantalle Lubbering, Sandra Massierer, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marc Kentgens, Dennis Klaassen. Ont werp Advance Communications, Geleen. Druk werkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Opl age 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.