De Limburgse Kunstkring bij Vivre kijk op pag. 18
V I TAAL I S EEN UI TG AV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I J F K E E R PE R J A A R
Nieuwe start Vivre Thuis kijk op pagina 9
SEPT. 2010 NR.
407
2
|
vitaal
Inhoud 02 )
Bloemetje voor ...
03 )
Voorwoord
04 )
Hospice steekt de Abtstraat over
05 )
Nieuwe dienstkleding
06 )
Ademloos vertelfestival
07 )
De Zeven Bronnen werkt aan tekorten
08 )
Roos regelt extra service
09 )
Vivre Thuis maakt nieuwe start
10 )
Nieuwe bestemming Klevarieterrein wordt zichtbaar
12 )
De nieuwe Bron: fris, open en warm
13 )
Nieuwe huurder Klein Rijckholt
14 )
9 vragen
15 )
Vivre behoudt HKZ-certificaat
16 )
Meer leven in La Valence
18 )
Kunstenaars laten zich inspireren
20 )
Vivre gewoon beter: Weerstand voorbode van succes?
21 )
Verpleeghuis de Mins, Malberg
23 )
Wat gebeurt er met de cheque?
't bloemetje voor ... Marina Merken
H
elemaal zenuwachtig was Chantal Corsten, zorgcoördinator bij De Wilgenhof in Bunde, toen ze met 't bloemetje verpleeghuis Klevarie binnen liep. Ze was op weg naar Jardin, de afdeling van Marina Merken. In het trappenhuis liep ze Marina al tegen het lijf, maar die had helemaal niet in de gaten dat het bloemetje voor haar bestemd was. "Ik kom er zo aan", zei ze. Chantal had afdelingsmanager Marina uitgekozen voor 't bloemetje. Acht jaar geleden was Chantal in de WAO terecht gekomen als gevolg van een hernia. En moest ze afscheid nemen van haar functie als verzorgende. Ze is toen receptioniste geworden binnen Vivre. Toen haar rugklachten voorbij waren, wilde ze per se terug in de zorg. Ze solliciteerde als EVV'er binnen afdeling Jardin bij Klevarie. Marina durfde het aan om haar, ondanks de mogelijk terugkerende gezondheidsklachten, aan te nemen. Door de goede persoonlijke begeleiding van Marina is Chantal, naar eigen woorden, ontzettend gegroeid als persoon. Zowel functioneel als persoonlijk. Inmiddels is Chantal zorgcoördinator bij De Wilgenhof. Daarom wilde Chantal graag Marina in het zonnetje zetten. Marina was totaal verrast toen ze, terug op haar afdeling, alle collega’s van Jardin bijeen zag en Chantal met ’t bloemetje. Toen die vertelde waarom Marina 't bloemetje verdient, was ze helemaal onder de indruk. "Ik voel me vereerd en dit was helemaal niet nodig. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Hartstikke bedankt. Het bloemetje zal een mooie plek krijgen."
•
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
vitaal
Mantelzorg I
n tijden waarin de betaalbaarheid van de professionele zorg ter discussie staat, groeit de aandacht voor de zorg die geleverd wordt door andere dan betaalde krachten. We hebben daar in Nederland een mooie term voor bedacht: "mantelzorg". Met mantelzorg wordt de zorg voor hulpbehoevenden bedoeld die uitgevoerd wordt door naasten: familieleden, vrienden, kennissen en buren. Het is meestal langdurige zorg die onbetaald is.
Mantel Ik heb me afgevraagd waar de term nu precies vandaan komt. Heeft het wat te maken met het feit dat de mensen die het dichtst bij je staan je helpen? Zoals je een mantel om je heen slaat als je het koud hebt? Of heeft het wellicht betrekking op de legendarische Sint Maarten, die toen hij een bedelaar ontmoette, de helft van zijn mantel schonk? Ik ben er niet achter kunnen komen. Feit is dat mantelzorg de oudste, meest natuurlijke en pure vorm van zorg is. Mensen leven met en voor elkaar. Als je ziet dat je naaste hulp nodig heeft, help je haar of hem. Duizenden jaren hebben mensen het op deze manier met elkaar gered. Professionele zorg door betaalde en opgeleide mensen die er hun beroep van gemaakt hebben, zoals dokters en verpleegkundigen, is van veel recentere datum. Ook de geweldige bijdrage die vrijwilligers leveren aan de zorg binnen Vivre is een vorm van mantelzorg.
Enorm belang Mantelzorg is van enorm belang voor de samenleving. Naar schatting 3,7 miljoen mensen in Nederland zorgen op deze manier voor een ander. 750.000 daarvan doen dat meer dan 8 uur per week en langer dan drie maanden achter elkaar. Een eenvoudig rekensommetje leert dat het al gauw zo’n 10 miljard euro per jaar zou kosten als deze mantelzorg vervangen zou worden door betaalde zorg. Dat is niet alleen financieel niet haalbaar, maar naar mijn mening bovendien ook moreel gezien ongewenst. De kern van onze samenleving is dat we samen leven. In goede en slechte tijden. Daar hoort bij dat je een ander helpt als dat nodig is. Dat is niet alleen voor verkenners en professionals. Het hoort gewoon bij je leven als mens en maakt je relatie tot een ander rijk en volwaardig. Natuurlijk liggen hier tal van dilemma’s in opgesloten: Waar eindigt mantelzorg en begint professionele zorg? Zou ervoor betaald moeten worden? Hoe zit het met afhankelijkheid en wederdiensten? Wat mag men van elkaar verwachten en wat niet?
|
3
Ethische kwestie die ik binnen het bestek van dit cursiefje niet kan behandelen. Onbetaalde, belangeloze zorg is onmisbaar en kan en mag niet verdreven worden door professionele zorg.
Naar de achtergrond Door de professionalisering van de zorg is het begrip voor mantelzorg naar de achtergrond verplaatst. Een onlangs gepubliceerd onderzoek laat zien dat, vooral grote, werkgevers het aantal werknemers dat mantelzorg levert onderschatten. De bedrijven vinden ook dat ze deze mensen geen extra faciliteiten hoeven te bieden. Daarom zijn mantelzorgers regelmatig overbelast en krijgen ze minder steun dan ze verdienen. Een themanummer van het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG) tracht onder de noemer "De onbekende mantelzorger" het fenomeen weer zichtbaar te maken. En dat is nodig ook. Viervijfde van alle zorg blijkt mantelzorg te zijn. Zonder deze zorg is professionele zorg onmogelijk. Toch weten dokters en verpleegkundigen weinig over mantelzorg en in hun opleiding wordt er nauwelijks aandacht aan geschonken.
Dank De meeste mantelzorgers doen hun werk met liefde en zijn loyaal. We eren ze met een speciale "Dag van de Mantelzorg"op 10 november. Is het toevallig dat deze dag een dag eerder valt dan de feestdag van Sint Martinus? Het voorgaande maakt mij als professional bescheiden en stil. Dank aan al onze mantelzorgers en vrijwilligers. Ze vormen het fundament van onze zorg.
•
Jan Meijers voorzitter Raad van Bestuur Vivre
4
|
vitaal
Hospice
steekt de Abtstraat over
Het Hospice Trajectum verhuist begin volgend jaar naar de Affuitenloods op het Klevarieterrein. De loods waar tot enkele jaren geleden de Technische Dienst van Klevarie zijn thuisbasis had, wordt ingrijpend gerenoveerd en uitgebreid met een U-vormige nieuwbouw.
H
Geschiedenis
arry Heykens, die sinds twee jaar ook locatiemanager van het hospice is, legt samen met coördinator Anke Lousberg uit wat daar allemaal bij komt kijken.
Trap Het hospice is tien jaar geleden begonnen in een voormalige dokterswoning aan het begin van de Abtstraat. Harry Heykens: "Een heel sfeervol pand, waar de gasten zich al snel op hun gemak voelden. Er was vanaf het begin één minpunt. Er was na de verbouwing op de begane grond ruimte voor vier gastenkamers. Voor de overige twee moest je de trap op. In de loop van de jaren bleek dat een probleem. Niet eens voor de tien verzorgenden en de vijftig vrijwilligers, maar wel voor de brandweer. Die achtte de veiligheidsrisico’s te groot." Het bestuur van het hospice moest dus een nieuw verblijf zoeken. Ze vond dat vlakbij, aan de overkant van de Abtstraat. Daar lag de Affuitenloods, weliswaar achter een grote poort maar wel pal aan de straat.
Die loods, gebouwd in het derde kwart van de achttiende eeuw, lag in de directe nabijheid van een kruithuis, waar munitie opgeslagen werd voor de verdediging van Maastricht. In de loods werden oorspronkelijk de affuiten bewaard, de verrijdbare onderstellen van zware vuurwapens, zoals kanonnen. Soms werden affuiten ook gebruikt om de lichamen van belangrijke personen na hun overlijden te vervoeren naar hun laatste rustplaats. Later werd de affuitenloods een onderdeel van het ziekenhuis Calvariënberg. Bekend is dat er een aantal jaren besmettelijke zieken verpleegd werden. Het gebouw valt onder Monumentenzorg. Dat geldt met name voor de voorgevel aan de Abtstraat. De achtergevel en de zijmuren zijn in de vorige eeuw herhaaldelijk vernieuwd.
Eigen stichting Het hospice wordt beheerd door Stichting Hospice Trajectum en dat blijft zo. Maar in de loop van de jaren heeft Vivre veel zorgtaken overgenomen. Sinds twee jaar is Harry Heykens, locatiemanager van Klevarie en Lenculenhof ook locatiemanager van het hospice. Sinds een jaar zijn alle tien beroepskrachten in dienst van Vivre en fungeert Anke Lousberg als coördinator van de beroepskrachten en de vrijwilligers. Ook de verbouwing van de Affuitenloods en de aanpalende nieuwbouw wordt uitgevoerd onder regie van Vivre. "Maar het bestuur van het hospice zorgt voor de inrichting van het gebouw."
Bouw Sinds mei van dit jaar wordt er gebouwd. Eerst is er een aantal bouwsels naast de loods afgebroken, intussen is ook de binnenkant van de loods leeg. In de loods zelf komen zes gastenkamers met uitzicht op de tuin. Op de zolder verdieping komt een slaapkamer voor een vrijwilliger. Langs de kamer loopt over de hele lengte van het gebouw een gang. Aan de andere kant van de gang is nieuwbouw gepland. Daarin komen onder meer een grote woonkamer, een keuken, een personeelsruimte en een wellnessruimte. Harry Heykens: "In de wellnessruimte staat een ligbad. Maar er is veel meer. Gasten kunnen er aromatherapie krijgen en eventueel een massage. Er is aangepaste muziek en beeld. We doen er alles aan dat de gasten zich daar echt kunnen ontspannen. Ontspanning zorgt voor een mindere pijnbeleving en geeft rust. Kortom een heerlijk gevoel van welbehagen." En ten slotte is er nog een binnentuin.
Harr y Heykens en Anke Lousberg.
vitaal
|
Nieuwe dienstkleding
Vivre hoopt dat de gasten vanaf het begin van het nieuwe jaar van de nieuwe locatie gebruik kunnen maken.
Sfeer Het hospice heeft in Maastricht een heel goede naam. Anke Lousberg: "Dat komt omdat de groep niet te groot is. Zes mensen is het maximum voor een huis dat de pretentie heeft "bijna thuis huis" te willen zijn. En dat komt ook doordat de locatie een huiselijk formaat en een huiselijke sfeer heeft." Harry Heykens: "En misschien nog wel meer omdat de verzorgenden en de vrijwilligers zoveel hart voor hun gasten hebben. Ze zijn geknipt voor hun werk. Want vergis je niet: het werk in een hospice is heel anders dan in een verpleeghuis." Anke Lousberg: "We weten nu al dat de nieuwe locatie heel anders zal zijn dan de oude. Hier is alles nieuw. Maar we doen er alles aan de sfeer van het oude hospice mee te nemen naar de overkant". De medewerkers van het hospice zien er naar uit, zegt Anke Lousberg." We hebben hier meer ruimte, zonder dat het ongezellig wordt. De kamers zijn groter en van alle gemakken voorzien. En ja, alles is gelijkvloers."
•
Onlangs werd de nieuwe dienstkleding voor medewerkers geïntroduceerd. Receptionisten, koks, huismeesters, restaurantmedewerkers en verzorgend personeel zijn helemaal in het nieuw gestoken. Voor de facilitaire medewerkers is gekozen voor donkerblauw als basiskleur. De medewerkers in de zorg behouden het traditionele wit. Na een inspraakronde vindt het merendeel dit nog altijd de meest gewenste kleur. Als accentkleur is natuurlijk voor fuchsia, de kleur van Vivre, gekozen. Naast het logo zie je deze kleur terug in de biezen, de sjaaltjes van de receptionisten en de schorten van de restaurantmedewerkers.
5
6
|
vitaal
Ademloos
vertelfestival
Jan Janssen
H D
Ve r t e l l e r e n o r g a n i s a t o r R o b M e u r d e r s .
e laatste zondag van augustus was Molenhof in de ban van het verhaal. In het kader van het jaarlijkse Vertelfestival leek het organisator - en grote verteller Rob Meurders een aardig idee ook ouderen daarbij te betrekken. En zo was de rustige zondagmiddag in Molenhof ineens vol verhalen. Het was de bedoeling geweest het eerste deel van de middag buiten, in de tuin te houden. Maar ja, het dreigde al de hele dag en dus vond het hele festival plaats in het restaurant. Wel zo gemakkelijk.
Ademloos Vooral oudere mensen vertellen graag en ze houden ook van verhalen. Dus sloegen zo’n vijftig bewoners en gasten voor deze keer het middagdutje over en had Janna van den Berg, de eerste vertelster, een dankbaar gehoor. Janna is verhalenvertelster van beroep en voor de gelegenheid vanuit haar woonplaats Hardenberg in Overijssel naar Molenhof gekomen. En vertellen kan ze. De toehoorders luisterden ademloos naar de simpele verhalen met een lach en een traan. Uit het (oudere) leven gegrepen. Het scheelde maar weinig of ze begonnen ook zelf met een verhaal…
Maastrichts Het tweede deel van de middag was de voertaal Maastrichts en werd het podium bezet door zanger Henny Freij en verteller Jan Janssen. Het bleek een uitstekende combinatie. De muziek bracht sfeer en 'Schwung' in de zaal.
En Jan Janssen die vooral bekendheid geniet als de man die tijdens de Maastrichtse carnavalsopening in het stadhuis de autoriteiten de les leest - de ‘oppertoeker’ van de Tempeleers -, liet overtuigend horen dat hij ook andere verhalen kan vertellen. Later in de week konden ook de bewoners van Klevarie genieten van hun verhalen.
•
Ademloos
vitaal
|
De Zeven Bronnen
werkt aan tekorten S
inds eind 2009 kampt De Zeven Bronnen met financiële tekorten. Bij een ongewijzigd beleid is in 2010 sprake van een structureel tekort van € 507.000,-. Locatiemanager Jos van Hoof heeft een vacaturestop ingevoerd en een aantal ombuigingen aangekondigd.
Jos van Hoof: “De tekorten zijn in eerste instantie veroorzaakt door het niet tijdig reageren op een achterblijvende cliëntbezetting. Deze is nu weer verbeterd, maar de inkomsten vallen fors lager uit. Dit heeft te maken met een lichtere zorgindicatie van veel bewoners. Daar hebben we voor dit jaar geen rekening mee gehouden. Daarnaast hebben wij een hoog ziekteverzuim; met name het aantal langdurig zieken baart ons zorgen.” Ondanks dit alles is het toch zaak dat De Zeven Bronnen, zoals gebruikelijk binnen Vivre, met een plan komt om haar personeelsformatie en bedrijfskosten weer op orde te brengen. Voor de zomer zijn daarom verschillende maatregelen aangekondigd.
Maatregelen Per 15 juni is een selectieve vacaturestop ingesteld. Tijdelijke contracten vervallen, tenzij onvermijdelijk uit het oogpunt van kwaliteit en continuïteit, en vacatures worden niet meer ingevuld. Tevens wordt de inzet van personeel gekoppeld aan de opbrengsten. Jos van Hoof: “Dit betekent dat we met name moeten kijken naar indirect personeel, maar ook naar de facilitaire dienstverlening. We hebben gewoonweg te veel uitgegeven.”
Consequenties In eerste instantie is een vermindering van zeven voltijdse arbeidsplaatsen aan de orde. Verdere maatregelen worden overigens niet uitgesloten als de tekorten verder oplopen. Jos van Hoof is zich er terdege van bewust dat de genomen maatregelen voor een individuele medewerker vervelend kunnen uitpakken. Maar nu niet ingrijpen, kan alleen maar voor nog meer problemen zorgen. Jos van Hoof: “De continuïteit van de zorgverlening aan onze bewoners en de werkgelegenheid van de medewerkers moeten immers behouden blijven. Voor een paar medewerkers zullen we, samen met de afdeling HR, naar vervangend werk zoeken binnen Vivre.”
Veranderingen Jos van Hoof wijst er overigens op dat de rol van De Zeven Bronnen aan het veranderen is. Vivre richt zich namelijk steeds meer op kleinschalige woonvormen. Verpleeghuis Klevarie wordt bijvoorbeeld afgebouwd, waardoor steeds meer cliënten op andere Vivrelocaties worden behandeld. De verwachting is dan ook dat de komende jaren meer cliënten met complexere zorgvragen in De Zeven Bronnen worden opgenomen. Innovaties op zorggebied zijn dan ook noodzakelijk. Jos van Hoof: “Ik ben ervan overtuigd dat wij de expertise en kennis in huis hebben om deze innovaties te kunnen realiseren en toe te passen in de dagelijkse praktijk. We gaan de uitdaging aan om in deze enerverende tijden sneller en effectiever dan voorheen de bedrijfsvoering aan de inkomsten aan te passen. Er zijn werkgroepen samengesteld die door middel van verbetertrajecten onder meer gaan zorgen voor slimmere werkwijzen, het beperken van leegloop, effectievere personeelsplanning en minder uitgaven in de zorg en facilitaire dienstverlening. Over de voortgang zal periodiek worden gerapporteerd.”
Marsroute Jos van Hoof: “Als we 2010 afsluiten met een tekort van € 433.00,- kan worden geconcludeerd dat we op koers liggen. Indien we dit niet halen, moeten we aanvullende maatregelen nemen. In ieder geval moet De Zeven Bronnen eind volgend jaar de tekorten hebben ingelopen. Daarnaast zullen zo’n 30 cliënten per 1 januari 2011 naar het nieuwe woonzorgcomplex Hagerpoort verhuizen. Diverse medewerkers gaan dan mee (mens volgt werk). Het betreft hier zo’n 23 voltijds arbeidsplaatsen. Bovendien heeft de renovatie, die in de eerste helft van 2011 staat gepland, veel aandacht nodig. Want ook hier moeten we steeds weer kijken naar de cliëntbezetting en de inkomsten.”
•
7
8
|
vitaal
Vivre heeft per 1 oktober een contract getekend met "Roos regelt". Via die organisatie kunnen cliënten en medewerkers gebruik maken van een aantal gemaksdiensten, dat Roos levert. Cliënten krijgen bovendien een pas waardoor ze ook direct korting kunnen krijgen bij allerlei organisaties in de buurt en landelijk.
Roos regelt extra service
'R
oos regelt’ begon drie jaar geleden onder de vleugels van woningcorporatie Woonpunt en zorginstelling RIBW (Regionaal instituut beschermd wonen) als een klein bureau dat extra service biedt aan onder andere de klanten van deze bedrijven. Eliane Mans, manager van Roos: "Roos is een maatschappelijk georiënteerde organisatie. We werken met vier personen en hoeven geen winst te maken. Voor onze leden regelen we met ons kleine team bijvoorbeeld verhuizingen, klussen, huis houdelijke hulp en nog andere servicediensten. Wij voeren die niet zelf uit, maar zoeken in ons netwerk naar bedrijven die de service goed en tegen een betaalbare prijs leveren. Om van onze service gebruik te kunnen maken, word je tegen een geringe prijs lid van Roos." Het initiatief is goed aangeslagen en Roos telt op dit moment dan ook 21.000 leden. "Dat collectief biedt ons de gelegenheid kortingen te bedingen bij de leveranciers waar we mee samenwerken."
Vivre Iedereen die 18 jaar en ouder is, kan lid worden van Roos. Vanaf 1 oktober kunnen bovendien ook cliënten en medewerkers van Vivre met korting lid worden van Roos en gebruik maken van het servicepakket. Vivre heeft onlangs bekeken aan welke service bewoners en medewerkers behoefte hebben. Het was duidelijk dat Vivre zelf niet al die service kon of wilde leveren. Dus ging men op zoek naar een partner, die dat wel kon. Roos regelt kwam als beste uit de bus. Vivre heeft vervolgens met Roos afgesproken dat cliënten en medewerkers van Vivre geen € 18, maar € 12 per jaar hoeven te betalen voor het lidmaatschap. Dat is € 1 per maand en die kosten kunnen snel terugverdiend worden met de voordelen die Roos biedt.
ger van Roos Eliane Mans, mana
Eliane Mans: "Het voordeel van onze organisatie is dat cliënt en medewerker niet zelf van alles hoeven te selecteren en regelen. Dat doen wij. Een voorbeeld. Een cliënt verhuist van een eigen huis naar een kamer in het zorgcentrum of een zorgwoning. Dat moet allemaal snel geregeld worden. Wij hebben afspraken met verhuisbedrijven dat iemand binnen zeven dagen verhuisd wordt. En bovendien krijgt de klant als lid van Roos korting op de verhuiskosten. "
Aanbod Roos regelt dus allerlei diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Denk hierbij aan extra huishoudelijke hulp, klussen, schilderen, verhuizen, diverse verzekeringen, persoonlijke verzorging, zoals pedicure, kapper of optiek aan huis. Maar Roos kan ook bijvoorbeeld hulp bieden bij uw administratie of bij het beheren van uw PGB. Als u Roos inschakelt, zorgen zij in ieder geval voor een scherp geprijsde offerte met korting bij kwaliteitsleveranciers en regelen zij voor u de afhandeling. En dat is wel zo gemakkelijk. Bovendien krijgen Roos-leden elk jaar een Roos-pas, waarmee ze direct korting krijgen bij leveranciers in de buurt of landelijk. De komende maand zal de organisatie zich op ruime schaal presenteren binnen Vivre via folders en presentaties.
•
vitaal
|
Eén van de teams van Vivre Thuis
Vivre Thuis maakt nieuwe start Na het afketsen van de fusie met GroenekruisDomicura besloot Vivre al snel door te gaan met het aanbieden van eigen thuiszorg. Maar tegelijk werd de bestaande dienst Zorg Thuis eens goed tegen het licht gehouden. Dat leidt tot een nieuwe start met een nieuwe filosofie en een nieuwe naam: Vivre Thuis. Marcel Wijnants en Ben Wenting leggen uit.
Marcel Wijnants, sinds 2003 verantwoordelijk voor Zorg Thuis en nu ook van Vivre Thuis, schetst de achtergrond. "Veel cliënten klagen over het groot aantal wisselende mede werkers dat bij hen over de vloer komt. Ze hebben veel liever te maken met een vaste medewerker, waarmee je persoon lijke afspraken kunt maken. Dan hoef je als cliënt niet elke keer weer alles uit te leggen. Een recent onderzoek naar de tevredenheid van de klanten van de thuiszorg heeft die klacht nog eens bevestigd."
Minder mensen over de vloer "We zochten dus naar een nieuwe aanpak waarbij minder mensen over de vloer zouden komen en er een persoonlijke band kan groeien tussen de cliënt en de medewerker van Vivre Thuis. De oplossing was simpel. Organiseer de thuiszorg per wijk. Dan krijg je kleinere teams die ook gemakkelijker een persoonlijke band met de cliënt kunnen opbouwen. Dat is gemakkelijk gezegd, maar het vraagt ook een andere manier van werken. Niet alleen bij de medewerkers zelf, maar ook bij de organisatie. Vivre is de laatste jaren sterk gericht op de centrale aansturing; dat staat in zekere zin haaks op het werken in de wijk."
Samenwerking Zoekend naar een nieuwe aanpak raakte Vivre in gesprek met Jos de Blok van Buurtzorg Nederland. Het was de aanleiding voor een beginnende samenwerking. Jos de Blok bracht Vivre in contact met Ben Wenting van het Instituut voor Samenwerkingsvraagstukken (IvS) uit Groesbeek. Dat instituut heeft veel ervaring met de organisatie van zorg op buurt- en wijkniveau. Ben Wenting steekt van wal:
"Als je de zorg organiseert per wijk of per buurt, werk je met kleine groepen medewerkers. Die zijn op elkaar aangewezen: zij zijn samen verantwoordelijk voor de zorg in de wijk. Onze filosofie is dat je hen dan ook echt verantwoordelijkheid moet geven. Daarom hebben ze binnen de kaders een grote vrijheid om de zaken zelf te regelen. De ervaring leert dat ze erop gespitst zijn goede oplossingen te vinden voor de zorgvragen van hun klanten. Dat stimuleert - en dat is mooi meegenomen - hun creativiteit. Daarnaast is het van groot belang dat de professionals de ruimte krijgen om het werk op hun eigen manier te doen: iedere professional is er immers op uit om goede zorg te verlenen en zijn eigen werk te organiseren."
Platte organisatie Kenmerkend voor de aanpak van het IvS is de platte organisatie. "Zo’n wijkteam heeft geen baas. Alle medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor de goede zorg in de wijk en de organisatie daarvan. En natuurlijk moet er wel eens worden overlegd en teruggekoppeld. Maar niet meer dan nodig is. En de praktijk met soortgelijke projecten elders in het land bewijst dat dit model goed werkt.
Thuis voelen Die andere aanpak staat niet op zichzelf. Ze biedt ruimte voor een zorg die toegesneden is op de individuele cliënt. Marcel Wijnants: "Want daar gaat het uiteindelijk om. Wij willen graag dat onze medewerkers zich thuis voelen bij onze cliënten en andersom ook. Het gaat uiteindelijk om persoonlijke zorg en dienstverlening op het kruispunt van de ontmoeting tussen cliënt, zijn familie en de medewerker. Op dat kruispunt zoeken ze samen, met hun persoonlijke kwaliteiten en belem meringen, naar passende oplossingen die op maat van de lees verder op pagina 10 >
9
10
|
vitaal
Nieuwe bestemming Klevarieterrein wordt zichtbaar
< vervolg van pagina 9 cliënt en zijn familie zijn gesneden. In de nieuwe opzet kennen de verzorgenden hun cliënten. Ze weten wat hun behoeften en nodenverlangens zijn en hebben daar ook oog en aandacht voor. Wij vragen van onze verzorgenden dat ze zoeken naar individuele oplossingen, zodat de cliënt binnen de grenzen van het mogelijke zorg en dienstverlening krijgt die bij hem past, zonder dat dit door alle mogelijke regeltjes beperkt wordt."
Anders Marcel Wijnants: "Het is duidelijk dat werken in de wijk iets heel anders is dan werken binnen de muren van een locatie. Het vraagt meer zelfstandigheid, je moet zelf beslissingen nemen. Wij verwachten ook dat onze medewerkers flexibel zijn en het vermogen hebben zich in te leven in de persoon van de cliënt. Maar vooral dat zij hart voor hen hebben." Hij denkt overigens een deel van de nieuwe medewerkers te kunnen werven onder de verzorgenden die bij Vivre overtallig worden, door de inkrimping van de zorgcentra. "Maar niet iedereen is daar geschikt voor."
In de afgelopen zomermaanden zijn belangrijke stappen genomen over de herbestemming van het Klevarieterrein. Een overzicht. 1. De Raad van Bestuur zal op korte termijn Architecten aan de Maas opdracht geven concrete plannen uit te werken voor de Herstelkliniek, die gebouwd wordt in nauwe samenwerking met het azM. 2. Op dit moment wordt de Affuitenloods verbouwd tot een hospice, ter vervanging van het Hospice Trajectum in de Abtstraat. Verwacht wordt dat het nieuwe hospice in het midden van 2011 gereed komt. 3. Voor het voormalige klooster Calvariënberg, waarin tot voor enkele jaren de Sociale Dienst van de Gemeente Maastricht gehuisvest was, wordt een nieuwe bestemming gezocht. 4. Ook de Polvertoren wordt afgestoten. De concerndiensten krijgen daarna onderdak in het Elisabethhuis aan de Abtstraat. Daar wordt ook nieuwbouw gepleegd.
Zeven wijken
Procedure
Het project Vivre Thuis wordt voorlopig aangeboden in zeven wijken in en om Maastricht. Wijnants: "Wij werken binnen de grens van 500 meter rond zeven locaties. Binnen die grenzen zijn meestal veel aanleunwoningen, seniorenwoningen en zorgvragen van bewoners, daar verwachten we veel klanten. Concreet: Vivre Thuis werkt in de wijken rond Koepelhof en Croonenhoff, Amby en de binnenstad van Maastricht. Buiten de stad is Vivre Thuis actief in Margraten/Valkenburg, Bunde/ Meerssen en Eijsden."
De wettelijke procedure rond de herbestemming van het Klevarieterrein is nagenoeg afgerond. Na een uitvoerige inspraakronde zal de gemeenteraad waarschijnlijk in november het bestemmingsplan goedkeuren. De inspraak heeft overigens geleid tot een gedeeltelijke herziening van de bouwplannen. Pas als het bestemmingsplan is goedgekeurd kan er echt begonnen worden aan de feitelijke renovatie van het terrein.
Herstelkliniek Veel vraag Op dit moment telt Vivre Thuis ongeveer 35 medewerkers. Marcel Wijnants verwacht dat dit aantal snel zal groeien. "Er is veel vraag naar goede thuiszorg, niet alleen in de aanleun woningen, maar ook gewoon in de wijk. Goede en warme zorg maakt reclame voor zichzelf en levert cliënten op. De gemiddelde leeftijd van de hulpvragers in de wijk daalt overigens; dat betekent dat ook jongere mensen er behoefte aan hebben, al is het daar vooral hulp voor kortere tijd. Bijvoorbeeld als ze net uit het ziekenhuis komen". En hij besluit: "Met het versterken van Vivre Thuis in Maastricht en omstreken, stellen we de cliënten meer in de gelegenheid gebruik te maken van de Vivre ketenzorg waar ze gedragen worden door warme en begeesterde medewerkers."
•
Op zijn vroegst in 2012 zal begonnen worden met de bouw van de Herstelkliniek. Daar komen minimaal 90 bedden voor mensen die moeten revalideren na een herseninfarct of een knie- of heupoperatie. De kliniek is een samenwerkingproject tussen azM Herstelzorg en Vivre Herstel.
Calvariënberg Vivre wil het voormalige kloostercomplex Calvariënberg afstoten, d.w.z. verkopen. Het grote gebouw op de hoek van de Abtstraat en doorlopend tot ver in de Calvariestraat dateert uit het eind van de zeventiende eeuw en was tot de Franse Revolutie in gebruik als nonnenklooster. Het kloostercomplex werd vanaf de jaren twintig van de achttiende eeuw ingericht voor de opvang en verpleging van
vitaal
|
11
verbouwing van het Elisabethhuis, vóór het klooster en de Polvertoren verkocht zijn. Als dat niet lukt, blijven we gewoon in de Polvertoren zitten. Ik denk overigens dat het niet zover komt. Ik verwacht dat we er vroeg of laat in zullen slagen ook het kloostercomplex aan de man te brengen."
Elisabethhuis
thuis Calvariënberg Elisabethhuis / Gas
gebrekkigen en psychiatrische patiënten. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was het complex verhuurd aan de Sociale Dienst van de Gemeente Maastricht. Bij het complex hoort ook een oude kloosterkerk, daterend uit de jaren rond 1710. Daarin was uiteindelijk de kantine van de Sociale Dienst ondergebracht. Het kloostercomplex had overigens van oudsher ook een vleugel in de Abtstraat. Die vleugel is echter rond 1860 afgebroken, om plaats te maken voor het nog bestaande Administratiegebouw en (later) het Elisabethhuis.
Verkoop De verkoop van het kloostercomplex zal een kwestie van langere adem worden, verwacht voorzitter Jan Meijers van Vivre. Hij hoopt met verschillende partijen tot een nieuwe zinvolle bestemming te komen. Zelf denkt hij aan een mix van studentenhuisvesting, woonruimte voor gastdocenten en een broedplaats voor startende ondernemers met een weten schappelijke achtergrond. De eerste oriënterende gesprekken zijn begonnen, maar concrete plannen zijn er nog niet, benadrukt Meijers.
Polvertoren In de Polvertoren zijn nu de centrale diensten van Vivre ondergebracht. Zij zullen op termijn verhuizen naar het Elisabethhuis in de Abtstraat. Dat pand is eigendom van Vivre. Jan Meijers verwacht veel belangstelling voor de Polvertoren. Het gebouw zou een woonfunctie kunnen krijgen.
Noodzaak Meijers legt uit dat de verkoop van het kloostercomplex en de Polvertoren noodzakelijk is. "We hebben het geld nodig om daarmee de verdere renovatie van het Klevarieterrein mogelijk te maken. Dat betekent concreet dat we niet beginnen aan de
In de al eerder ontwikkelde plannen voor het Elisabethhuis is ook ruimte voor uitbreiding van het bestaande complex. Achter het pand komt een aanbouw met 90 werkplekken voor 120 medewerkers. Het Elisabethhuis was het hoofdgebouw van het Gasthuis Calvariënberg dat in de laatste jaren van de 19e eeuw gebouwd werd. Het hoofdgebouw is bewaard gebleven, de twee vleugels achter het gebouw zijn in het begin van de jaren zeventig afgebroken. Het Elisabethhuis werd later verhuurd aan de Universiteit Maastricht. Op dit moment wordt het bewoond door zes studenten, om te voorkomen dat het pand door leegstand in waarde vermindert.
Klevarie De bezetting van verpleeghuis Klevarie wordt langzaam afgebouwd. Op dit moment fungeert het complex als een verzamelgebouw voor cliënten die in de nabije toekomst verhuizen naar de Mins in Malberg en andere locaties, zoals het verpleeghuis in Gulpen. Wanneer het gebouw gesloopt zal worden is onduidelijk. Wel zeker is dat er op die plaats een grote ondergrondse parkeergarage komt voor vierhonderd auto’s. Daarboven komen drie wooncomplexen. Een deel daarvan is bestemd voor mensen die zorg nodig hebben.
•
Vo o r m a l i g k l o oster Calvarië nberg
vit
12
|
vitaal
Vivre deed dit jaar opnieuw mee aan het evenement Maastricht Mooiste. Een wandeltocht voor bewoners en een bedrijvenloop voor medewerkers.
"Fris, open en toch warm". Zo typeert een trotse Pierre Bisscheroux, de locatiemanager van De Bron ’zijn’ nieuwe gebouwencomplex in het centrum van Eijsden. Sinds de vaste en tijdelijke bewoners van Klein Rijckholt er medio juli hun intrek genomen hebben, bruist het gebouw van leven. Het complex is ontworpen door architectenbureau SATIJNplus en gebouwd door het bouwbedrijf Van Wijnen in opdracht van woningstichting Servatius. Vivre is overigens eigenaar van het complex, met uitzondering van de aanleunwoningen. Het geheel bestaat uit drie delen, ieder met een opvallende eigen buitenbekleding. De stenen van het centraal gelegen verpleeghuis zijn geel. Het ernaast gelegen verzorgingshuis heeft rode stenen en het derde deel dat daaraan gekoppeld is, is uitgevoerd in witte steen. In het witte gebouw zijn op de begane grond het restaurant en de kantoren ondergebracht. Op de verdiepingen zijn 18 aanleunwoningen gesitueerd.
Niet vermoeden Pierre Bisscheroux: "Toen we in het voorjaar van 2008 met de bewoners van het zorgcentrum De Bron van Eijsden moesten verhuizen naar Rijckholt, wisten we dat we bij terugkomst een modern en nieuw complex zouden vinden. Maar we konden niet vermoeden dat we de bewoners van het verpleeghuis Klein Rijckholt mee zouden nemen. De reden: de nieuwbouw plannen op de locatie Klein Rijckholt gingen niet door. Hierdoor was het geplande verpleeghuis in Eijsden al meteen vol, op enkele plaatsen na. We hebben de bewoners van het verpleeghuis en hun familie tijdig en uitvoerig geïnformeerd dat blijven in Klein Rijckholt geen haalbare kaart was. Dat hebben ze eigenlijk zonder veel problemen geaccepteerd en ik weet zeker dat ze tevreden zijn over de huisvesting in de nieuwe locatie.
Pierre Bisscheroux, locatiemanager va n
De Bron
De Motteburght Het verpleeghuis heeft overigens een eigen naam: De Motteburght. Die naam verwijst naar een oude burcht die rond 1200 gestaan heeft waar nu het nieuwe centrum ligt. Toen het oude De Bron afgebroken was, kwamen restanten van die burcht te voorschijn. Die lag op een heuvel, ‘motte’ in het dialect. De Motteburght dus. We besloten die naam levend te houden en ons verpleeghuis ernaar te noemen.
Trek Het verpleeghuis met drie woonlagen en opvallende gele stenen biedt ruimte aan twaalf bewoners met een lichamelijke beperking. Op de begane grond en de eerste verdieping zijn vier woningen, waar ieder zes mensen wonen met een geestelijke beperking. Pierre Bisscheroux: "Die mogelijkheid hadden we in Klein Rijckholt niet. In deze groepswoningen proberen we heel bewust een huiselijke sfeer te scheppen. Zo koken bijvoorbeeld medewerkers en bewoners elke dag zelf de warme maaltijd. En met verrassend resultaat. Ik heb gehoord dat een mevrouw, die in Klein Rijckholt nauwelijks at, nu weer trek gekregen heeft. Ze eet volop mee. Dat is toch een mooi resultaat."
De nieuwe Bron:
fris, open en toch warm Verzorgingshuis In het verzorgingshuis zijn 39 kamers, wat royaal aangeduid met ‘woningen’. Er wonen 42 mensen. Bisscheroux: "Dat komt omdat er drie echtparen zijn. Eigenlijk hadden we in de oorspronkelijke plannen geen echtparenkamers, maar gelukkig wel zes grotere kamers. Drie ervan hebben we ingericht voor twee personen." Ook voor de bewoners van de verzorgingsafdeling was het wennen. Ze hadden in Klein Rijckholt de beschikking over een 'portocabin', een chique woord voor interimwoning. Gerieflijk, maar klein. Het gevolg was dat de bewoners overdag vaak buiten de kleine kamers verbleven. Daar troffen ze de andere bewoners. Dat schiep een band en vooral gezelligheid. Terug in Eijsden kregen ze een royale kamer. Maar sommigen missen de gezelligheid van het vanzelfsprekende contact.
Gezellig Pierre Bisscheroux: "Het is natuurlijk altijd wennen in een nieuw gebouw. Maar na verloop van tijd, eigenlijk nu al, zie je dat de bewoners er thuis raken en zich op hun gemak gaan voelen. Er ontstaan opnieuw contacten. Dat komt ook omdat we nu een mooi restaurant hebben waar ’s morgens een ontbijtbuffet staat en ’s middags de warme maaltijd geserveerd wordt. Het overgrote deel van de bewoners gaat gezellig samen eten in het restaurant. En heel tekenend: "Ik zie dat er in de gangen, waar dat mogelijk is, stoelen neergezet worden. Daar gaan bewoners zitten, ik vind dat prima, zo scheppen ze hun eigen sfeer, hun eigen warmte."
Aanleunwoningen Het is de laatste jaren gebruikelijk dat er bij of in een nieuw zorgcomplex ook aanleunwoningen beschikbaar komen. Dat is ook in Eijsden het geval. Hier zijn ze een onderdeel van het complex. De 18 aanleunwoningen zijn eigendom van Servatius. De bewoners huren de woning en als ze zorg nodig hebben moeten ze die van buiten halen, bijvoorbeeld bij Vivre Thuis. "Wij hebben eigenlijk geen directe bemoeienis met hen. Wel kunnen ze gebruik maken van ons restaurant. Dat doen ze ook." Naast het Vivre-complex bouwde Servatius overigens nog een andere voorziening: Bakvliet. "Dat zijn eigenlijk senioren woningen". Op de begane grond is plaats voor winkels. Er is al een bank en een reisbureau. Dat verleidt Pierre tot de conclusie dat Eijsden nu echt alles in huis heeft voor haar oudere bewoners: seniorenwoningen, aanleunwoningen, een verzorgingshuis en een verpleeghuis.
Opening Zaterdagmiddag 9 oktober wordt Het nieuwe De Bron officieel geopend. Dan is er ook een Open Huis voor de inwoners van Eijsden met een hapje en een drankje. De dag wordt afgesloten met een koud buffet voor alle bewoners en medewerkers.
•
vitaal
|
Nieuwe huurder Klein Rijckholt De Koraalgroep, die in Limburg en Brabant een aantal tehuizen voor mensen met een verstandelijke of meervoudige handicap heeft, gaat in het najaar tachtig bewoners van Huize Maasveld in Maastricht voor drie jaar onderdak bieden in Klein Rijckholt. Zij zullen daarbij gebruik maken van bestaande ruimtes en interim-woningen. In Huize Maasveld wordt in die drie jaar nieuwbouw en renovatie gepleegd.
•
13
14
|
vitaal
> vervolg van pagina 5
9 vragen over het leven van Linda Herwig
Wie ben je? Linda Herwig-Hursel (41). Ik ben getrouwd en samen hebben we een zoon. Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben verzorgende op afdeling 1 van verpleeghuis De Zeven Bronnen. Hoe lang werk je al bij Vivre? Ik ben meer dan 23 jaar verbonden geweest aan het verzorgingshuis Amby. Eerst als weekendreceptioniste en later als verzorgende. Toen ik er begon, was het huis nog zelfstandig. Later is het een onderdeel geworden van wat nu Vivre heet. Sinds 1 juli van dit jaar werk ik als verzorgende op De Zeven Bronnen. Waarom ben je overgestapt? Het was al een paar jaar duidelijk dat het verzorgingshuis Amby zou verdwijnen en dat er in de toekomst minder verzorgingsplaatsen zouden komen. Dat betekent dat er in het nieuwe kleinere verzorgingshuis minder personeel nodig zou zijn. Ik besloot om niet af te wachten, maar eigen initiatief te nemen en op zoek te gaan naar een nieuwe uitdaging binnen Vivre. Ik woon in Amby en wilde ook graag in deze omgeving blijven werken. Omdat ik binnen Amby ook als ergocoach actief was, had ik contacten met collega’s op andere locaties. Dus ook met De Zeven Bronnen. In het voorjaar kreeg ik de kans om daar veertien dagen stage te lopen en dat verliep goed. Het werken daar had mijn interesse. Toen er niet lang daarna een vacature kwam, heb ik gesolliciteerd. Het was een hele stap, maar het is ook een uitdaging. In een zorgcentrum wonen de cliënten - die minder zorg nodig hebben - allemaal op een eigen kamer. In het verpleeghuis brengen de cliënten een groot deel van de dag samen door en ben je als verzorgende samen met het hele team actief betrokken bij het verzorgen, sturen en het begeleiden van de cliënten bij hun dagelijkse bezigheden. Wat zijn jouw dagelijkse bezigheden? Ik werk gemiddeld twintig uur per week, op wisselende tijden. Samen met de andere teamleden draag ik zorg voor ruim dertig cliënten op een gesloten afdeling voor dementerenden. Omdat ik ook als ergocoach actief ben, let ik op de fysieke belasting van de medewerkers. Mijn speciale aandacht gaat uit naar het gebruik van de juiste technieken en hulpmiddelen om fysiek gezond te werken. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik geniet ervan op zijn tijd gezellig een hapje te eten met vriendinnen en familie. Mijn gezin en familie zijn mijn basis. Een uitstapje samen met hen is een toptijd. Ik ben geen mens van verre reizen. Ik mag graag musicals bezoeken. Wat is het mooiste moment in je leven? Er is voor mij geen mooiste moment. Er zijn wel veel momenten die mij dierbaar zijn. Dat zijn momenten waarop je van alledaagse dingen geniet. Ik ben dankbaar als ik tevreden op een dag kan terugkijken. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Ik zou het niet weten. Ik hoop dat ik in goede gezondheid samen met de mensen die mij lief zijn, kan blijven doen wat ik graag doe. Wat is je lijfspreuk? Maak je hemeltje in huis. Misschien moet ik dat even uitleggen. Ik bedoel dat je niet ver weg hoeft te gaan om gelukkig te zijn. Om tevreden en gelukkig te zijn, kun je beter in je eigen omgeving op zoek gaan.
•
vitaal
|
15
Vivre behoudt HKZ-certificaat
V Beleidsmedew
szorg erker kwaliteit Mark Kuijpers
orig jaar heeft Vivre het HKZ certificaat behaald. Met dit kwaliteitscertificaat toont Vivre aan dat de organisatie voldoet aan de eisen die worden gesteld aan het leveren van goede zorg. Elk jaar vindt er een periodieke audit plaats waarbij door een externe instantie gecontroleerd wordt of Vivre nog steeds aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet. Afgelopen juni vond de eerste periodieke audit plaats. In die tijd kwam tevens Mark Kuijpers als beleidsmedewerker kwaliteitszorg in dienst bij Vivre.
Mark Kuijpers: "De eerste periodieke audit is goed verlopen. Vivre heeft een functionerend kwaliteitssysteem dat kan worden toegepast in de dagelijkse zorg voor onze cliënten. Daarnaast is het een prima sturingsinstrument voor het afleggen van interne en externe verantwoording."
Bevindingen De audit bracht ook een paar tekortkomingen aan het licht. Daarnaast werden er duidelijk handvatten aangereikt om het kwaliteitsbeleid nog beter te integreren in de dagelijkse zorg. Mark Kuijpers: "We dienen de komende tijd veel aandacht te besteden aan de opbouw en ordening van onze documenten. Tevens moet er meer samenhang tussen de verschillende processen komen."
Praktisch Hoe pak je dat aan? Mark Kuijpers: "We gaan de procedures praktischer maken. Het verzorgend personeel moet elke procedure makkelijker kunnen opzoeken en toepassen in het dagelijks werk. Vanaf
volgend jaar gaan we tevens gebruik maken van een nieuw protocollensysteem waarin alle voor Vivre relevante protocollen zijn opgenomen. Daarnaast gaan we de verschillende zorg- en dienstverleningsprocessen binnen Vivre verder integreren, waardoor het systeem nog beter gebruikt kan worden om de zorg voor onze bewoners voortdurend te verbeteren.
Mark Kuijpers Voordat hij bij Vivre kwam werken, was Mark Kuijpers geruime tijd als beleidsmedewerker bij verschillende GGZ instellingen werkzaam. Mark Kuijpers: "Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in mensen en wat hen beweegt. Na mijn studie Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht ben ik gaan werken bij de GGZ Groep in Venray. Daarna was ik enkele jaren verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid bij de RIAGG Maastricht en Virenze. De werkzaamheden bij Vivre vertonen veel overeenstemming met die van de GGZ. Ook hier liggen voldoende uitdagingen."
•
Week van de ouderen* &i$b-d`idWZg
&É'&
&'%&.#'
&É'&
&'%&.#'
lll#lZZ`kVcYZdjYZgZc#ca
H: :CIG:
16
|
vitaal
Ria Bosschaart:
"Meer leven in La Valence" R
ia Bosschaart-Maes (57) is sinds 1 juli de nieuwe locatiemanager van La Valence. Zij is afkomstig van Orbis en kan als buitenstaander heel treffend formuleren wat haar in La Valence opvalt.
overigens ook zelf als cursist meedoen in het project. Daar leer ik van, maar ik wil ook horen wat de medewerkers aangeboden krijgen."
Nieuwe fase "Het is een mooi gebouw en er zijn uitstekende voor zieningen, maar toen ik hier binnenkwam, miste ik iets. Het leeft niet, er bruist niets. Die eerste indruk is belangrijk, maar ze bleek ook de eerste zes weken stand te houden. Daar wil ik graag iets aan doen. Ik wil meer leven brengen in La Valence."
Goede sfeer Het kost haar geen moeite voorbeelden te geven. Maar eerst wil ze iets anders kwijt. "Het is me opgevallen dat er een goede sfeer in huis hangt. Medewerkers werken goed samen, ze zijn ook erg betrokken bij de bewoners. Er wordt goede zorg verleend. Dat is belangrijk, zo niet het belangrijkste. En op het ogenblik zitten we halverwege het Vivre Gewoon Beter project. Dat zal een goede stimulans zijn die kwaliteit en met name de klantvriendelijkheid verder te verbeteren. Ik ga
R i a B o s s c h a a r t - M a e s , l o c a t i e m a n a g e r v a n L a Va l e n c e
La Valence werd drie jaar geleden geopend en het is voor alle medewerkers en bewoners echt wennen geweest. "Er was die eerste jaren, hoor ik van medewerkers, veel aandacht voor het werken in een nieuwe omgeving. Het nieuwe gebouw met zijn aanloopproblemen en zijn mogelijkheden stond voorop. Met de komst van Ria Bosschaart gaat La Valence een nieuwe fase in. "Die is eigenlijk al begonnen in de maanden dat Allan Leysner interim was. Na het vertrek van Wilma van den Groenendal heeft hij ook niet stil gezeten."
Onrust "Er zat een zekere onrust in de organisatie. Om een voorbeeld te geven. Er zijn hier vier afdelingsmanagers en degene die er het langste zit, zit er pas een jaar; de andere drie zijn het laatste jaar gekomen. Dat betekent dat ze alle vier veel werk hebben gehad om er thuis te raken. Pas nu kunnen ze alle aandacht geven aan hun eigenlijke werk: het verbeteren van de zorg. Allan Leysner is al begonnen de afdelingsmanagers meer eigen verantwoordelijkheid te geven. En ze weten van mij dat ik daar helemaal achter sta. Ik ben ervan overtuigd dat ze daardoor ook creatiever worden en zoeken naar eigen oplossingen."
Carrière Ria Bosschaart zelf heeft een boeiende loopbaan opgebouwd. Na de opleiding voor de Nijverheidsacte werkte ze 26 jaar in het psychiatrisch centrum Welterhof in Heerlen, de langste tijd in de kinderpsychiatrie, later bij de chronische patiënten en ten slotte in de psychiatrische ouderenzorg. "Ik kwam er al snel in het management terecht, dat lag me kennelijk goed. Maar ik heb altijd een zwak gehouden voor het dagelijks werk met patiënten." In 2001 stapte ze over naar Orbis, dat in de Westelijke Mijnstreek actief is. Orbis heeft naast het ziekenhuis ook de zorg voor een groot aantal zorgcentra en verpleeghuizen. "Ik begon er als regiomanager voor de zorgcentra en verpleeghuizen in Sittard. Drie jaar later ben ik gevraagd voor het directieteam van het Maaslandziekenhuis en later van het Orbis Medisch Centrum. Ik had daar de portefeuille Zorg en Personeel."
vitaal
|
wat ik zocht. Ik heb gesolliciteerd en ben op 1 juli begonnen." Was dat geen stap terug? "Ja, financieel natuurlijk wel, maar er staat veel tegenover. Ik heb nu een betere balans; ik heb nu weer vrije tijd. En het werk bevalt prima. Het was eigenlijk weer een beetje thuis komen. Het leek weer op het werk van het begin van mijn loopbaan. Je bent heel concreet bezig. Je ziet wat je doet, je ziet ook resultaten en je hebt meer contact met de bewoners en medewerkers. Dat spreekt me erg aan. Nee, ik heb er geen spijt van. Ik heb in het ziekenhuis veel geleerd, maar na de zware jaren bij Orbis is dit een verademing."
Leven brengen
"Dat was bepaald geen gemakkelijke job, vooral toen Orbis in de financiële problemen kwam door de nieuwbouw van het ziekenhuis. Het was keihard werken, met nauwelijks tijd voor iets anders. Toen er kort na de opening van het ziekenhuis een afvloeiingsplan onvermijdelijk was voor een groot aantal medewerkers, wist ik dat ook ik boventallig zou worden. Aanvankelijk gebruikte ik de tijd thuis vooral om bij te komen en weer eens gewoon in ons eigen huishouden mee te draaien. Dat was een ongekende luxe. Ik heb me in die tijd ook serieus afgevraagd of ik er niet gewoon een punt achter moest zetten. Gewoon langzaam uitdrijven. Maar toen ik dit jaar in mei terugkwam van vakantie, was mij in één keer helder dat ik gewoon weer aan het werk wilde. Ik heb te veel energie om al thuis te zitten."
Terug naar het begin, naar de kritische eerste indruk. Ria Bosschaart: "Het viel me op dat een groot deel van het gebouw niet gebruikt wordt. Anders gezegd: het draagt niet bij aan het welzijn van de bewoners. Neem het restaurant bij de ingang. Mooi, maar ongezellig. En een verschrikkelijke akoestiek. Ik kan me niet voorstellen dat je daar lekker zit. En er is een dure geluidsinstallatie. Maar ik hoor nooit eens leuke muziek in het gebouw. Er zijn verder veel plekken die nauwelijks gebruikt worden. Daar zou je een gezellig zitje kunnen maken. Er is een binnentuin aangelegd. Maar ik vind die tuinen saai, er zit geen variatie in, alleen planten en nauwelijks bloemen. Daar zou ik ook zitjes willen maken voor de bewoners, met een gezellige parasol. Dan moet je wel wat maatregelen treffen dat ze er veilig rond kunnen lopen. Het hoeft allemaal geen kapitalen te kosten, maar het kan een stuk gezelliger, zodat mensen er graag komen. Nu zijn het levenloze plekken."
Balans
Warm
Maar één ding wist ze zeker: "Ik wilde een betere balans tussen werk en privéleven. Ik wilde niet meer in die mate door het werk opgeslokt worden. En ik wilde weer dichter bij de mensen wer ken, in een kleinere setting. Ik zag de advertentie voor locatie manager in La Valence en toen viel het op de plek, dat was
Op het eind van het gesprek zegt ze het nog eens met andere woorden: "Dit gebouw biedt nog heel veel mogelijkheden. Die gaan we nu uitbuiten. We gaan letten op de kleine dingen, die het leven voor de bewoners plezieriger maken. Het moet een warm gebouw worden."
Uitdrijven
•
17
18
|
vitaal
Kunstenaars laten zich inspireren bij Vivre De Limburgse Kunstkring is 100 jaar geleden opgericht. Reden genoeg voor een bijzonder project. Voorzitter en curator Willem Jansen wilde een aantal kunstenaars in contact brengen met een nieuwe doelgroep en omgeving. Hij kwam al vrij snel bij Vivre uit en sprak met Dik Mol van de Raad van zouden willen. Het is onmogelijk Bestuur. Die reageerde meteen enthousiast. om aan alle wensen te voldoen. Bovendien een kunstenaar moet vrij kunnen denken over een te creëren werk. Daarbij neemt wel iedere kunstenaar de eigen verantwoordelijkheid om een kunstwerk te maken voor een bijzondere plaats en rekening houdend met de vaste bewoners op die plek." Na de bezoeken kwamen de kunstenaars bijeen om hun ervaringen en eerste ideeën uit te wisselen. Ook mochten zij hun voorkeur voor een locatie uitspreken.
Eerste ontwerpen
) en lems (Bilms s Bettie Wil nsen. a J Kunstenare m e l l i W r n curato voorzitter e
Maatschappelijk betrokken De Limburgse Kunstkring (LKK) is een gezelschap van zo’n 30 actieve kunstenaars. Zij hebben een professionele opleiding genoten in één of meerdere disciplines en geven regelmatig tentoonstellingen in galeries. Minstens één keer per jaar wordt een gezamenlijke presentatie gegeven. Willem Jansen: "Dit jaar hebben wij iets te vieren en daarom wilden we iets speciaals doen. Elke kunstenaar werkt normaal zelfstandig. Het leek ons goed om met zoveel mogelijk mensen uit onze kring nu eens samen te werken aan een maatschappelijk project. De openbare ruimten binnen de centra van Vivre zijn de ideale omgeving om kunstwerken blijvend te presenteren. Veel bewoners komen er en het is mooi als zij kunnen genieten van onze kunstwerken."
Inspireren door de omgeving In totaal werken tien locaties van Vivre mee aan het project. De afgelopen maanden zijn deze locaties door groepjes kunstenaars bezocht. Willem Jansen: "In totaal zijn 20 kunstenaars naar meerdere locaties geweest en moesten zich laten inspireren door de omgeving. We hebben er bewust voor gekozen om niet aan alle bewoners te vragen wat zij
Inmiddels zijn de kunstenaars van start gegaan. Elk idee is verder doorontwikkeld en uitgewerkt. De locatiemanagers van de deelnemende locaties kregen al vrij vroeg de eerste ontwerpen te zien. Kunstenares Han Willigers bijvoorbeeld koos voor locatie Molenhof. Zij liet zich inspireren door de hoge bakstenen wanden bij het terras. Han Willigers: "Het is een mooie plek, maar de bruine stenen maken het somber. Deze omgeving heeft licht en vrolijkheid nodig. Mijn ontwerp moet er voor zorgen dat dit terras nog aantrekkelijker wordt. De muren worden lichter en er komen kleurrijke boomschorsen op. Bewoners moeten elkaar hier straks met plezier ontmoeten."
Tentoonstelling Vanaf 5 november laten de kunstenaars hun ontwerpen aan het publiek zien tijdens een tentoonstelling in de Timmerfabriek in Maastricht. Een aantal kunstenaars heeft hun werk al gereed. Willem Jansen: "Ik heb inmiddels al heel wat werk gezien. Elke kunstenaar slaagt er op zijn of haar manier in om iets fantastisch neer te zetten. Ik ben ervan overtuigd dat elk kunstwerk van toegevoegde waarde is en zo een bijdrage levert aan een prettige woonomgeving in de diverse locaties van Vivre." Maar wie gaat die kunstwerken betalen? Willem Jansen: "Ten eerste staan alle kunstenaars een deel van hun gage af. Dat is hun bijdrage aan het project, waarin maatschappelijk betrokken ondernemen centraal staat. Daarnaast worden voor de besloten opening van de tentoonstelling zo’n 200 ondernemers uitgenodigd. Zij worden gevraagd om het voorbeeld van de kunstenaars te volgen door ook een bijdrage te leveren aan de werkelijke uitvoering en plaatsing van alle kunstwerken. Die bijdrage bestaat uit het kopen van een "bewijs van deelname" aan dit project. De minimumprijs voor zo’n bewijs van deelname of participatie is 25 euro. Dit bedrag maakt het voor iedereen mogelijk om mee te doen. Natuurlijk hopen we dat ieder kunstwerk genoeg participaties krijgt en uiteindelijk
vitaal
Han Willigers (r) in gesprek met Albin Ograjensek, locatiemanager Molenhof
gerealiseerd gaat worden. Met het al genoemde bedrag of een veelvoud daarvan kunnen ook de bewoners en familie financieel deelnemen in ons project. Zoals de kunstenaars zich in hun werk verbonden hebben met de bewoners van Vivre, zo hopen wij dat velen zich nu zullen verbinden met het project en er een groot succes van maken." De tentoonstelling duurt de gehele maand november. Bewoners en personeel worden op diverse dagen uitgenodigd om de tentoonstelling te bezoeken en krijgen daarbij een rondleiding langs alle werken.
De tentoonstelling is van 5 tot 30 november 2010 te zien in de Timmerfabriek te Maastricht.
Catalogus In 2011 moeten alle kunstwerken af zijn. Volgens Willem Jansen moet dat lukken. "Ik ben ervan overtuigd. In 2011 verschijnt dan tenslotte een catalogus met daarin opgenomen alle werken. Maar ook de namen van de participanten, die het mogelijk hebben gemaakt om alle werken te realiseren. De catalogus is zeker meer dan een fotoboek met kunstwerken. "We laten ook zien hoe de werken tot stand zijn gekomen; vanaf het moment van eerste idee tot daadwerkelijk uitgevoerd kunstwerk", aldus Willem Jansen.
•
Kunstenare s Monique L ipsch met locatieman ager Jos va n Hoof van De Zeven Br onnen.
|
19
20
|
vitaal
Weerstand voorbode van succes?
H
oi, ik ben Anke Huppertz. Behalve clusterdirecteur bij Vivre en projectleider van ‘Vivre Gewoon Beter’, ben ik ook ‘gewoon’ de dochter van één van onze cliënten. Tja, dat is wel eens lastig: de zaken door twee brillen bekijken. Uiteindelijk is er natuurlijk maar één Anke, die in verschillende rollen kruipt. Ik verwonder mij over vele zaken, zowel in mijn functie als clusterdirecteur als in mijn dagelijks leven. Verwondering over hoe sommige zaken zo in de soep kunnen lopen en verwondering over de vele zaken die zo goed geregeld zijn. Fijn nu dat ik mijn ervaringen met u, de lezer, kan delen. Met mijn laatste column heb ik mensen klaarblijkelijk tegen het zere been geschopt. Fijn! Ik bedoel te zeggen dat ik liever verongelijkte reacties krijg dan helemaal geen reacties. Dat zou namelijk duiden op onverschilligheid. Het kwetsen van mensen is natuurlijk nooit mijn bedoeling geweest met dit kolommetje tekst. Laat dat voorop staan. Ik wil mijn column namelijk positief insteken en mensen tot verandering bewegen. En het laatste wat ik wil, is onze hardwerkende medewerker in een kwaad daglicht stellen!
Neen, zeker niet. Ik waardeer dat enorm! Eén van onze cliënten, mijn vader, heeft het namelijk uitstekend naar zijn zin binnen onze zorginstelling. Hij respecteert zijn verzorgers voor wie ze zijn. Dat deed hij vroeger ook al met zijn dieren op de boerderij, die hij stuk voor stuk resoluut, maar met respect behandelde. Trek u de vergelijking met de boerderijdieren alstublieft maar niet aan… Dieren, mensen accepteren zoals ze zijn. Dat is de wijze les van mijn vader. Bewondering hebben voor iemand, dankzij zijn positieve eigenschappen en ondanks zijn minder positieve kanten. Mensen accepteren zoals ze zijn en respecteren voor wie ze zijn. Ze gaan me aan het hart: de mensen in mijn omgeving. Mijn vader, zijn medebewoners en alle andere bewoners, maar ook u, de verzorgende. Nooit heb ik iemand willen kwetsen, altijd heb ik mensen tot verbetering willen aanzetten. Want bij een beter Vivre is iedereen gebaat. En het kan altijd beter!
•
Anke Huppertz Clusterdirecteur en projectleider 'Vivre Gewoon Beter'
Als leidinggevende moet ik met beperkte middelen mijn doelstellingen bereiken. Iets waar ook jullie mee te maken hebben. Als dochter van één van onze cliënten heb ik geen boodschap aan beperkte middelen en kwalitatieve kaders. Dan wil ik gewoon de best mogelijke zorg voor mijn vader. Op die scherpe scheidslijn balanceer ik en balanceert deze column. Laat gezegd zijn dat ik veel goede dingen zie binnen Vivre. Niettemin zie ik ook veel dingen (onnodig) fout gaan. In mijn rol als leidinggevende en als dochter zie ik het als mijn taak die minpunten aan te stippen. Vind ik het dan normaal als het goed gaat?
gewoon
gewoon
gewoo Volgende keer meer over Anke's belevenissen als directeur, projectleider én dochter.
gewoo
vitaal
|
21
gew
gew
gew
Verpleeghuis de Mins, Malberg Techniek in dienst van wooncomfort, privacy en zorgkwaliteit van de bewoner
Medio januari 2011 wordt in Malberg verpleeghuis de Mins geopend. Centraal bij dit vernieuwende, individuele woonconcept voor bewoners met een somatische verpleeghuisindicatie, is het in stand houden van de regie over het eigen leven. Met andere woorden: de ‘mins’ en zijn wensen staan centraal. Op de derde etage van Klevarie kunnen toekomstige bewoners door de inzet van een demokamer en een restaurant, nieuwe stijl, alvast wennen.
erman Cartoon Henk Kemp
Samen met Henk Verheesen (clusterdirecteur) en Harry Heykens (locatiemanager) zijn Margriet Hensen, zorgmanager A3/B3 en manager Hoteldienst Josine Vendrik verantwoordelijk voor een soepele overgang naar de nieuwe Vivrelocatie. De afmetingen en indeling van de demokamer komen overeen met een appartement in de nieuwe locatie. De kamer biedt bewoners en medewerkers de mogelijkheid om zich voor te bereiden en alvast te wennen aan de nieuwe woonsituatie en een andere manier van wonen en werken. Alle huidige bewoners van A3 en B3 hebben inmiddels een rondleiding gehad en hebben uiting gegeven aan hun persoonlijke wensen ten aanzien van de invulling van het andere woonconcept. In de nieuwe werkwijze wordt veel aandacht besteed aan gastvrijheid en efficiency van de geboden zorg. Naast de demokamer werd met beperkte middelen een sfeervol restaurant ingericht, waar de gasten nu al dagelijks genieten van een uitgebreid ontbijtbuffet.
De demokamer Het eerste wat opvalt, is dat je niet zomaar naar binnen loopt, maar eerst aanbelt. Margriet Hensen:
lees verder op pagina 22 >
gew
22
|
vitaal
gewoon beter gewoon beter
< vervolg van pagina 21
gewoon beter “Bezoekers kunnen bij u thuis toch ook niet zo maar naar binnen stappen? Dat geldt dus ook voor ons. Wij zijn immers te gast. Respect voor de privacy van de bewoners is een absoluut speerpunt van het nieuwe woonconcept.” De toon is gezet. De kamer oogt als een luxe eenpersoons--appartement. Een complete woonunit: pantry, spoelbak, koelkast en magnetron, diverse opbergruimten en kasten voor eigen servies, kleren en persoonlijke spullen. Een woonruimte met groot LCD scherm, een luxe slaapgedeelte met comfortabel bed. In de zeer ruime badkamer/doucheruimte is alles gelijkvloers en standaard voorzien van een hightech plafondtillift. Om het werk van de medewerker te vergemakkelijken zijn verpleegmateriaal, medicatie, incontinentiemiddelen, linnengoed en kleding binnen handbereik. Margriet: “Dat betekent dat alle zorghandelingen in een keer in zijn geheel worden afgerond, waardoor verplegend personeel niet de hele tijd in- en uit hoeft te lopen. In de nieuwe situatie zullen vooral medewerkers niveau 3 worden ingezet. De hogere graad van bevoegdheid zal leiden tot een stroomlijning van de werkzaamheden. Efficiency leidt tot meer privacy en rust. We leggen de regie meer in de handen van de bewoner. Dat vereist een andere aanpak ten aanzien van de invulling en uitvoering van de hulpvraag. In de oude situatie is alles meer gecentraliseerd en overzichtelijk. Vanuit de zusterspost op de afdeling is er zicht en overzicht op het wel en wee van de bewoners, de kamers zijn toegankelijker, deuren staan vaker open. Het sociale leven van de bewoners speelt zich merendeels af in de gezamenlijke ruimten. In de nieuwe situatie ziet het plaatje er heel anders uit. 52 zelfstandige woonunits met bewoners, die hun leven (deels) zelf regisseren, verdeeld over 3 etages. Met dezelfde personeelsbezetting. Dat kun je onmogelijk efficiënt organiseren zonder aanpassing van de werkprocessen en het toepassen van diverse technieken.”
De zegeningen van de techniek Via een touchscreen kan de bewoner de tv bedienen, de lichten uit- en aandoen, gordijnen openen en sluiten en kijken wie er aan de voordeur staat. Door een eenvoudige aanraking van het scherm maakt hij contact met roomservice of een zorgverlener, waar deze zich ook bevindt. Door middel van een spreekluisterverbinding met de polstelefoon van de bewoner kan de medewerker direct antwoord geven op de hulpvraag of afspraken maken, zonder de andere bewoner te verlaten. Daarnaast beschikt elke bewoner over een
halszender, waardoor hij te allen tijde te traceren is. Bovendien kan hij door middel van een skype verbinding communiceren met familie en vrienden, overal ter wereld. Via een in de kamer geïnstalleerde camera ziet de verzorgende, met name tijdens de nacht, in eerste instantie hoe het met de bewoner is gesteld. De arts kan op afstand de bewoner zien en eventuele afspraken maken. Zo wordt de beschikbare techniek ingezet in dienst van zorgkwaliteit, veiligheid, wooncomfort en privacy van de bewoner. Een win-win situatie voor bewoner en verzorger.
gewoon beter
En de sociale contacten? Een veel gehoorde reactie van bewoners tijdens de eerste kennismaking met de demokamer is, “ja maar kom ik dan überhaupt nog mijn kamer uit?” Margriet Hensen: “Op de kamer wordt niet gekookt. De sociale contacten in de nieuwe locatie de Mins spelen zich af in het gezellige restaurant, de brasserie, annex dakterras, de loungeruimte en de binnenpatio, met groot wit muurscherm, waar de bewoners bij goed weer naar hun favoriete films of voetbalclubs kunnen kijken. Het grote verschil met de oude situatie is dat sociale contacten en activiteiten zich meestal afspeelden in dezelfde gezamenlijke ruimten, met dezelfde mensen. Nu kan elke bewoner kiezen óf voor de privacy van zijn eigen huisje, óf het contact met de medebewoners. Dat is winst. Je ziet hier al dat mensen zich opsmukken en mooi maken als ze naar het ontbijtbuffet gaan. Eten en recreëren kan in de Mins straks beschouwd worden als een uitje, waar je je op verheugt. Na de rondleiding van de demokamer hoorde ik onlangs een bewoner tegen een medebewoner zeggen: “wij gaan een mooie oude dag krijgen”. Daar doe je het toch voor?”
•
Afdelingsm
n griet Hense anager Mar
23
Wat gebeurt er met de cheque? De Zeven Bronnen, Koepelhof en Klein Rijckholt / De Bron hebben inmiddels het Gastvrijheid Certificaat in ontvangst mogen nemen. Plus een waardecheque van E1.500,te besteden aan de wensen van bewoners of medewerkers. Welke bestemming hebben die cheques uiteindelijk gevonden?
N
adja Comans, zorgcoördinator van verpleeghuis De Motteburght, Mia van Roosmalen, locatiemanager van Koepelhof, en Agny Rossel, verandercoördinator bij De Zeven Bronnen doen verslag.
De Motteburght Agny Rossel: "Om erachter te komen welke wensen er leven bij bewoners en medewerkers hebben we een ideeënbus geopend. Daar zijn een aantal suggesties uitgekomen. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om met het geld een kabelkrant te installeren voor de hele locatie. Daardoor zijn medewerkers, bewoners en familieleden steeds op de hoogte van huisregels, activiteiten, geplande evenementen, ‘hot news’ en bijzondere gebeurtenissen in huis. Zo blijven bewoners en medewerkers in woord en beeld op de hoogte van voor hun relevante en interessante zaken. Het systeem bevindt zich nu nog in de constructiefase, maar ik verwacht dat het binnen afzienbare tijd operationeel is. Wij denken dat de centen op deze wijze goed besteed zijn."
mensen een groot plezier mee hebben gedaan."
De Zeven Bronnen Nadja Comans: "Na intensief overleg met de mensen van de Gewoon Beter ambassadeursgroep, die het Gewoon Beter gevoel binnen de locatie willen borgen en levend houden, hebben we besloten om elke maand een wens van de wensboom af te halen en te verzilveren. Zo heeft onlangs een vrijwilligster een hartenwens van een cliënte vervuld door met haar naar de vrijdagmarkt te gaan. Vervolgens hebben ze samen koffie met vlaai mét slagroom besteld en daarna een lekker pasteitje. Je had het gezicht van die mevrouw moeten zien. Met het geld van de cheque gaan we elke maand een bewoner blij maken. Dus voorlopig kunnen we even vooruit."
•
LL L#K >KG :#C A
Koepelhof Mia van Roosmalen: "Na afronding van het Gewoon Beter trainingstraject hebben we een werkgroep opgericht van zo’n twaalf medewerkers van verschillende disciplines. Het groepje komt maandelijks bij elkaar om ideeën te ventileren en wensen en gedachten die binnen de instelling leven uit te wisselen, te activeren en vorm te geven. Tijdens één van die bijeenkomsten is ook de cheque uitvoerig besproken. Uiteindelijk hebben we gekozen voor het plaatsen van twee grote plantenbakken om de buitengevel te verfraaien. Daarnaast hebben we een stevige, mooie tafel besteld voor de internethoek in het restaurant, ter vervanging van het bestaande plastic exemplaar. Ik hoop dat we daar heel veel
L6 6G9 :8= :FJ :
9ZOZkZc7gdccZc\Vhik
kg^_YV\.d`idWZg'%%.
E*%%!" 9ZoZlVVgYZX]ZfjZ^hkg^_ iZWZhiZYZc db]Zi\Vhikg^_]Z^Yh\Zkd ZaiZkZg]d\Zc#
Colofon Het instellingsblad van Vivre verschijnt vijf maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87, [email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Ber Crouzen, Jules à Campo, Carla Janssen, Marc Kentgens, Bas Korsten, Paul Logister, Karina Louwe, Chantalle Lubbering, Carina Sotgiu, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marcel van Hoorn, Marc Kentgens, Bas Korsten. Vertelfestival: Frank Degruyter en Henny Freij. C AR TOONIST Henk Kemperman Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.