Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Toezicht Toezicht is een uitgave van het Bureau Financieel Toezicht en verschijnt 4 keer per jaar
Inhoud: Pag. 4 Interview met CB-directeur mr. Peter van den Berg
Pag. 7 Vraag en Antwoord
Pag. 8 Jaarverslag 2005 Commissie van Deskundigen Notariaat
Pag. 9 Samenwerking CJIB en BFT bekrachtigd
Pag. 11 Reactie kabinet op rapport Commissie Hammerstein
Pag. 12 Column door Marcel Pheijffer
Subjectieve indicator belangrijke leidraad voor Mot-meldplicht
Bij vermoeden van witwassen én terrorismefinanciering Stuit een professional bij zijn cliënt op informatie die duidt op het verrichten van ongebruikelijke transacties? Op informatie waarvan hij vermoedt dat sprake zou kunnen zijn van het witwassen van geld? Of van financiering van terrorisme? Zo ja, dan heeft hij de plicht om een Mot-melding te doen. Zulks op grond van de subjectieve indicator die voor hem van kracht is.
Zowel de Wid als de Wet Mot vloeien voort
instellingen en de ondermijning van
uit een discussie over het waarborgen
de integriteit van het financiële stelsel
van de integriteit van het nationale en
vooral in verband gebracht met het
internationale financiële stelsel. Tot
witwassen van geld. Het besef is echter
voor kort werd misbruik van financiële
doorgedrongen dat het financiële stelsel eveneens misbruikt kan worden voor de
Colofon
financiering van terrorisme.
Belangrijke wijziging In het kader van dit besef is de indicatorenlijst per 1 november 2005 BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT
aangepast. De belangrijkste wijziging is Lees verder op pagina 2 en 3
2
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
gekwalificeerd als een instelling die algemeen nut beoogt. Een accountant of belastingadviseur die in de administratie of belastingaangifte constateert dat zijn cliënt giften doet aan een dergelijke instelling, dient, op grond van de voor hem geldende subjectieve indicator, een Mot-melding te doen. Er is namelijk aanleiding om te veronderstellen dat sprake zou kunnen zijn van terrorismefinanciering. Witwassen van geld? Financiering van terrorisme? Hoe vaak komt dit voor in de praktijk van de accountant of de belastingadviseur? Menige beroepsbeoefenaar in deze sector denkt of vermoedt dat dit in zijn of haar praktijk niet of nauwelijks aan de orde is. Een tweetal voorbeelden uit die praktijk kan zijn of haar gedachten hierover wellicht iets nuanceren.
Mot-meldplicht voor een accountant
Handelaar voldoet niet aan zijn identificatie- en meldplicht
dat transacties waarbij aanleiding is om
geschil was of sprake was van giften aan
te veronderstellen dat er sprake is van
een algemeen nut beogende instelling.
terrorismefinanciering, ook onder de
De inspecteur heeft een lijst overgelegd
meldplicht vallen - dit komt onder meer tot
waaruit blijkt dat de stichting Al Aqsa
uitdrukking in de nieuwe formulering van
voorkomt op de anti-terrorismelijst van
Een accountant stelt de jaarrekening
de subjectieve indicator.
de EU. Het Hof komt tot de conclusie dat
samen voor een handelaar in zaken van
Bij witwassen gaat het vaak om besmet
de stichting betrokken is bij terroristische
grote waarde.
geld dat weggesluisd of verhuld wordt,
activiteiten. En daarom niet kan worden
Deze cliënt is zelf, krachtens zijn zakelijke
waarbij het geld afkomstig is uit enig misdrijf. Bij financiering van terrorisme hoeft het geld niet afkomstig te zijn uit
Publicaties nieuwe indicatoren en richtsnoeren
enig misdrijf, maar wordt het geld juist aangewend om terroristische bewegingen
Voor onafhankelijke dienstverleners gelden vanaf 1 november 2005 nieuwe
financieel te ondersteunen. Witwassen
indicatoren. De NFB, het NIVRA, de NOVAA en de NOB hebben in februari 2006 een
en terrorismefinanciering hebben een
nieuwe versie van de richtsnoeren voor de interpretatie van de Wid en de Wet Mot
gezamenlijk raakvlak, namelijk misbruik
gepubliceerd voor belastingadviseurs en openbare accountants.
van het financiële stelsel.
In deze richtsnoeren staat aangegeven wat objectieve en subjectieve indicatoren zijn. Ook worden voorbeelden gegeven van de subjectieve indicator voor het
Onlangs heeft het Gerechtshof in
melden van ongebruikelijke transacties op grond van de Wet Mot voor de
Amsterdam een uitspraak gedaan in
belastingadviseurs en openbare accountants. Daarnaast zijn er aanvullende
een zaak waarbij een belastingplichtige
indicatoren opgenomen voor accountants, ontleend aan het ‘discussion paper on
giftenaftrek claimde ten aanzien van giften
anti-money laundering’ van de FATF.
gedaan aan de stichting Al Aqsa. Het
3
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
activiteiten, ook onderworpen aan de Wid
boerenantiek dat afkomstig is uit Oost-
vermogen (zwart geld) waarvan de
en de Wet Mot. Voor hem geldt - onder
Europa. Bij de transportonderneming
herkomst onbekend danwel onduidelijk
andere - de volgende indicator:
verdient hij over 2005 8 35.000. Uit zijn
is, bestaat de aanmerkelijke kans dat
boerenantiekwinkeltje haalt hij een winst
het vermogen géén legale herkomst
Transacties waarbij voertuigen, schepen,
van 8 5.000.
heeft. De belastingadviseur zal hiervan
kunstvoorwerpen, antiquiteiten,
Bij de bespreking van de cijfers over 2005
melding moeten maken, op grond van de
edelstenen, edele metalen, sieraden of
met de belastingadviseur verschijnt de
subjectieve indicator die voor hem geldt:
juwelen verkocht worden tegen geheel of
jongeman in een auto van 8 50.000.
gedeeltelijke contante betaling, waarbij
Op de vraag: ‘Waar doe je het van?’
transacties waarbij aanleiding is om te
het contant te betalen bedrag 8 15.000 of
antwoordt de chauffeur dat hij nog ‘een
veronderstellen dat ze verband kunnen
meer bedraagt.
paar ton euro’s’ bezit die uit een erfenis
houden met witwassen of financiering van
komen. Dit vermogen is niet bekend bij
terrorisme.
Tijdens de samenstelling van de
de Belastingdienst. De belastingadviseur
jaarrekening 2005 constateert de
stelt dat dit vermogen in de aangifte
Nadere informatie over de objectieve en
accountant dat de cliënt niet aan zijn
(had) moet(en) worden opgenomen. En
subjectieve indicatoren en de richtlijnen
verplichtingen op grond van de Wet Mot
vraagt om de gegevens over de erfenis op
daarvoor staan op de website www.
heeft voldaan. In het geval van contante
te sturen; aan dit verzoek wordt echter
justitie.nl/mot. Ook het BFT verstrekt
transacties van meer dan 8 15.000
niet voldaan. Aldus staan de inkomsten
informatie via de website www.bureauft.
heeft hij geen meldingen gedaan van
uit loondienst en uit onderneming
nl, tijdens bezoeken aan kantoren of
ongebruikelijke transacties. Desgevraagd
keurig in de aangifte 2005, maar het
organisties en via artikelen in vakbladen
geeft de handelaar aan dat hij zijn relaties
box 3 vermogen ontbreekt. Voor de
en in Toezicht.
graag ter wille is. En dat hij dus niet
belastingadviseur is dit een onverwachte
zal voldoen aan de verplichtingen die
en ongebruikelijke gang van zaken.
voortkomen uit de Wid en de Wet Mot.
Gezien het niet-gefiscaliseerde
In dit geval constateert de accountant wetsovertredingen. Aangezien zijn cliënt blijft weigeren om te melden, zal de accountant zelf een melding moeten doen over de bewuste transacties van en bij de handelaar. De accountant zal dit moeten doen op grond van de voor hem geldende subjectieve indicator: transacties waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.
Mot-meldplicht voor een belastingadviseur
Chauffeur beschikt over vermogen van onbekende herkomst Een belastingadviseur verzorgt de aangifte inkomstenbelasting 2005 voor een 24jarige vrachtwagenchauffeur die veel op Oost-Europa rijdt. De chauffeur is in loondienst bij een transportonderneming en heeft daar een volledige baan. Daarnaast heeft hij nog een winkeltje in
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Directeur College Belastingadviseurs mr. Peter van den Berg
‘We hebben een fantastische kwaliteitsslag gemaakt’ Het College Belastingadviseurs markeert zijn 50-jarig bestaan door een gestage groei van het aantal verenigingsleden dat nu op bijna 2700 staat. Directeur Peter van den Berg is aanvoerder van het 18-menssterke CB-team dat zijn handen vol heeft aan de activiteiten die voor de leden worden ontwikkeld. Door de groeiende lastendruk zal de intensiteit daarvan alleen maar toenemen. ‘Als CB spelen we een cruciale rol in kennisoverdracht en verhoging van kwaliteit.’
4
5
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Hoe geeft het CB de uitvoering van die rol gestalte? Van den Berg: ‘Er zijn opleidingen voor CB-belastingadviseur en CBbelastingconsulent. Die zijn zeer populair: met enige trots mag ik zeggen dat we met 1.100 studenten de grootste fiscale opleider van Nederland zijn. Dan zijn er de regionale- en de centrale forumbijeenkomsten die we organiseren om onderwerpen aan de orde te stellen en in te gaan op vragen die bij de leden – en hun klanten - leven. Vervolgens is er de permanente educatie, kortweg PE, waarin Berg op een onderwerp dat, naast vele
lid per jaar 40 punten moet behalen, is
Mag het CB zichzelf feliciteren met die 50 jaar en bijna 2700 leden?
krachtens het CB-lidmaatschap verplicht.
Van den Berg: ‘Ik dacht van wel. Het
‘Als belastingadviseur moet je goed
En tenslotte staan onze specialisten van
blijkt dat wij voor onze leden in een
kunnen kijken naar de persoonlijke
vaktechniek ter beschikking om zowel
grote behoefte aan ondersteuning
en bedrijfsmatige belangen van een
telefonisch als schriftelijk informatie te
voorzien. Een behoefte die alleen maar
ondernemer en op de hoogte zijn van de
verstrekken.
groter wordt omdat de lastendruk voor
fiscale- en erfrechtelijke aspecten die
Er zijn dus heel veel persoonlijke
onze leden stijgt. De hoeveelheid werk
daarbij aan de orde zijn. Dat is gewoon
contacten waarin kennis wordt
die op hen afkomt groeit maar door.
keiharde noodzaak. Vandaar dat wij als CB
overgedragen. Die overdracht wordt
Kijk, in weerwil van wat de overheid
daarvoor inmiddels de nodige kennis aan
nog eens ondersteund door de
ons steeds in het vooruitzicht stelt:
boord hebben en voor de PE een leergang
de nadruk ligt op de fiscale actualiteit. Het volgen van de PE, waarvoor een
communicatie in print, zoals ons vakblad en onze brochures, met electronische nieuwsbrieven en natuurlijk via de
andere, in 2006 hoog op de agenda staat bij het CB: estateplanning.
Met 1.100 studenten is het CB de grootste fiscale opleider van Nederland
website. De benadering van onze leden is zeer breed, actief en multimediaal. Daar
minder regels, staan we juist bloot
etstateplanning hebben samengesteld.
zijn ze dik tevreden over en dat beschouw
aan een stortvloed van regelgeving.
Aan zo’n ontwikkeling zie je overigens
ik als een kwaliteit van onze organisatie.’
Elk jaar weer. Denk alleen maar aan
dat het vak van belastingadviseur zich
nieuwe zaken als de invoering van de
steeds verder verbreedt. Waardoor er dus
Wat maakt het CB-lidmaatschap zo aantrekkelijk?
belastingplannen 2006, de electronische
– ik zei het al – steeds meer werk op hem
loonaangifte, de ziektenkostenregeling
of haar afkomt. Niet alleen kwantitatief,
Van den Berg:’ Wij hanteren een relatief
en de levensloopregeling. In dat opzicht
maar ook kwalitatief, waarvoor actuele
lage contributie. Dat maakt de toegang
krijgen onze leden ook een stortvloed
en hoogwaardige kennis van de materie
tot het CB dus laagdrempelig. Daarnaast
aan informatie aangeboden. Het is onze
noodzakelijk is. In die kennis kunnen
hanteren we ook lage inschrijfkosten voor
taak om die informatie door een grove
wij voorzien. Ook daarin schuilt een
de betaalde bijeenkomsten, cursussen en
filter te halen en aan te geven wat echt
belangrijke kwaliteit van onze organisatie.’
opleidingen. Een aantal bijeenkomsten
belangrijk is voor de dagelijkse praktijk
is gratis. Daarbij slagen we er altijd in om
van onze leden. Dat wil zeggen: voor hun
prominente sprekers en opleiders in te
klanten, want daar draait het natuurlijk
zetten. Met andere woorden: het CB biedt
om. Die klanten zijn stuk voor stuk
Hoe kijken de CB-leden aan tegen de in- en uitvoering van de Wid en de Wet Mot?
veel waar voor het geld. We zijn in staat
keihard werkende en nuchtere MKB-ers,
Van den Berg: ‘Het onderwerp Wid/Wet
om mooie en kwalitatief hoogwaardige
die rekenen op een administratievoering
Mot was in eerste instantie niet populair.
programma’s te ontwikkelen en aan te
en op belastingadviezen die hen zowel
Maar daar begint verandering in te komen.
bieden. En dat wordt door onze leden zeer
zakelijk als privé ondersteunen.’
gewaardeerd.’
Met dat ‘zakelijk en privé’ komt Van den
Lees verder op pagina 6
6
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
door het BFT. Eventueel worden sancties opgelegd. Na een jaar wordt het toezichtarrangement geëvalueerd.
In 2006 zijn er circa 50 onderzoeken Wid/Wet Mot door het CB gepland. Hoe worden die aangepakt? Van den Berg: ‘Voor deze zogeheten pilotonderzoeken zetten we eigen auditors in. Hun constateringen en conclusies rapporteren zij schriftelijk aan het BFT dat op basis daarvan verbeterpunten aangeeft. Die gebruiken we om te komen tot bijvoorbeeld een betere signalering van onregelmatigheden, een scherpere administratieve controle en een completere, al dan niet electronische, dossiervorming. Al Door er veel over te vertellen, worden de
zogenaamde bijzondere onderzoeken.
met al leidt dat tot een hogere kwaliteit van
leden zich bewust van de consequenties
Eén en ander wordt momenteel nader
onze leden. Dat is uiteraard in hun belang en
die de in- en uitvoering van de Wid en de
uitgewerkt. De CB-auditors worden door
dus in dat van hun klanten. In de toekomst
Wet Mot heeft. Voor zowel henzelf als voor
het BFT opgeleid. Er is afgesproken dat
zien wij dat toetsingen in het kader van de
Het is goed dat het CB door het BFT actief is betrokken bij het toezicht op de Wid/Wet Mot
Wid/Wet Mot intercollegiaal kunnen worden uitgevoerd, maar zover is het nog niet. Ik ben blij dat wij als CB door het BFT actief bij het toezicht op de Wid/Wet Mot zijn
hun nieuwe en bestaande klanten. En dus
zij de BFT-werkwijze zullen volgen. Het
betrokken. Beroepsverenigingen die dat niet
komen er vragen, bijvoorbeeld tijdens
BFT gaat de werkzaamheden reviewen.
doen, missen een kans om de kwaliteit van
de regionale CB-bijeenkomsten. Het BFT
Indien de CB-auditors bij deze reguliere
hun organisatie en de daarbij aangesloten
verzorgt in het eerste halfjaar van 2006
onderzoeken ernstige tekortkomingen
leden op een hoger niveau te brengen.’
bij zeven regionale CB-bijeenkomsten
constateren, zal afhandeling geschieden
een presentatie over dit onderwerp en de reacties zijn positief. De opkomst is groot. Deze presentaties zijn van groot belang
Het Tuchtrecht van het CB
omdat een goede uitvoering van de Wid en de Wet Mot het kwaliteitsniveau van onze
Klachten tegen een lid van het CB worden behandeld door de Commissie van
leden omhoog brengt. Als CB-organisatie
Tucht en, als de klager beroep aantekent tegen de uitspraak, door de Commissie
onderstrepen we dat streven nog eens:
van Beroep. Beide Commissies bepalen of en zo ja, hoe de uitspraken worden
in het CB-kwaliteitssysteem zijn items
gepubliceerd. De namen van de klager en de beklaagde worden alleen openbaar
als intakeprocedure, klantacceptatie,
gemaakt als het algemeen belang daarmee wordt gediend.
frauderichtlijn alsmede overleg over en
Het aantal klachten tegen CB-leden blijft beperkt blijft tot 3 á 4 per jaar. Tot
melding van ongebruikelijke transacties
publicaties is het tot nu toe niet gekomen.
opgenomen.’ Het BFT en het CB hebben onlangs een toezichtarrangement gesloten voor de
Ook toezichtarrangement met de NOVA
Wid/Wet Mot. In 2006 zullen namens het CB 50 reguliere onderzoeken worden
Inmiddels is er door het BFT en de NOVA, de beroepsorganisatie van de advocaten,
uitgevoerd door CB-auditors. Het betreft
ook een toezichtarrangement Wid/Wet Mot gesloten.
alleen reguliere onderzoeken en niet de
7
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Vraag en antwoord Als toezichthouder op de naleving van de Wid en Wet Mot, de Wet op het Notarisambt en de Gerechtsdeurwaarderswet geeft het Bureau Financieel Toezicht antwoord op veel voorkomende vragen met betrekking tot de toepassing van de wetten in de praktijk. Op onze website www.bureauft.nl vindt u een overzicht van alle vragen en antwoorden voor de sector Wid/Mot en de sector Financieel Toezicht. De meest voorkomende vragen zullen in deze nieuwsbrief worden beantwoord. Aan de antwoorden kunnen in een specifiek geval geen rechten worden ontleend. De hieronder verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Het Bureau Financieel Toezicht geeft echter geen garantie dat de verstrekte informatie correct en/of volledig is c.q. blijft. Hieronder treft u enkele vragen aan over het toezicht op notarissen. Vraag Waarom moet een notaris een opgave van zijn privé-vermogen en inkomen inzenden en wat doet het BFT er mee?
Voor de inkomensstaat is de aangifte inkomensbelasting van belang. Inzake de vermogensstaat kunnen enkele
Vraag Hoe wordt de bewaringspositie bepaald?
aanwijzingen gegeven worden: · woonhuis waarderen tegen WOZ
Antwoord
waarde;
Het BFT constateert dat zowel intern bij
Antwoord
· vermogenscomponenten splitsen
de maand- en kwartaalrapportage als
Het privé-vermogen maakt onderdeel
wanneer huwelijkse voorwaarden dat
extern in de jaarrekening (verslagstaat)
uit van het totaal aansprakelijk notarieel
aangeven;
de bewaringspositie niet altijd correct
vermogen.
· een belastinglatentie opnemen voor de
wordt berekend. Vaak wordt verzuimd
Inzending conform het reglement
vrije reserves in de BV;
de vorderingen op cliënten uit de saldi
verslagleggingstaten is verplicht
· inboedel, kunst of verzamelingen tegen
van derden te elimineren waardoor de
vanuit wet- en regelgeving. Het BFT
geschatte waarde niet vermelden
schulden aan cliënten onvolledig zijn
houdt financieel toezicht en vormt
zonder nadere onderbouwing.
en dus de bewaringspositie te hoog is
zich op basis van deze stukken een beeld van de (financiële) gezondheid van zowel het kantoor als de privé situatie van de notaris(sen). Zowel de Wna als de Administratieverordening
weergegeven. In de verslagstaat dienen
Vraag Waar kan de accountant voorbeelden van de verslagstaten vinden?
gaan uit van kantoor- als privé-
deze vorderingen op cliënten onder de vorderingen als Personen debet te worden vermeld. De aan cliënten verschuldigde rente wordt vaak onder overige schulden kort
vermogen. De toelichting op de
Antwoord
verantwoord. Deze verschuldigde rente
Administratieverordening geeft aan dat
De KNB heeft op de website www.de no-
maakt echter deel uit van de cliënten-
het doel van deze verordening o.a. is te
taris.nl onder het kopje KNB/jaarstukken
schulden en dus van de bewaarplicht.
bevorderen dat financiële risico’s voor
en accountantsverklaringen de diverse
De vordering op de belastingdienst
de cliëntengelden en/of met betrekking
modellen opgenomen.
vanwege de rekening courant bij de
tot de continuïteit van de notariële
dienst Registratie en Successie mag
praktijk tijdig worden onderkend en door
worden bijgeteld bij het saldo van de
administratieve maatregelen worden
kwaliteitsrekeningen of in mindering
beperkt en beheert. De financiële risico’s
worden gebracht op de cliëntenschuld,
kunnen voortkomen zowel uit de notariële
waar immers ook de nog af te dragen
praktijk als uit de privé-situatie.
overdrachtsbelasting en registratierecht
Op basis van deze stukken is het BFT in
is opgenomen.
staat om een goede selectie te maken bij welke notaris een onderzoek dient plaats te vinden.
Lees verder op pagina 8
8
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Vraag Hoe moeten “per adres” respectievelijk “inzake” bankrekeningen in de administratie worden opgenomen?
legd in de financiële administratie.
derden waarover de notaris dan wel een
Zoals artikel 1 van de
medewerker krachtens volmacht beschikt
Administratieverordening aangeeft, dient
(zoals spaarbankboekjes in een boedel
de notaris zorg te dragen voor o.a. een
waarin de notaris als gemachtigde van de
toereikende administratieve organisatie.
erven optreedt).
De toelichting op dit artikel geeft aan
In de jaarrekening van het kantoor dient
Antwoord
dat het gaat om de administratie van
te worden opgenomen een gedetailleerde
Volgens artikel 4 van de Administratie-
alle cliëntengelden, die zowel betrekking
onderbouwing van de bankrekeningen
verordening dienen van iedere opdracht
hebben op de bijzondere rekeningen
en cliëntenschulden die gezamenlijk de
de financiële feiten te worden vastge-
van artikel 25 Wna als op gelden van
bewaringspositie bepalen.
Voor inning van bestuurlijke boetes en dwangsommen
Samenwerking tussen CJIB en BFT bekrachtigd De heer A. Visser (CJIB)
betreft de inning van bestuurlijke boetes
(links) en de heer drs.
en dwangsommen die straks door het BFT
H.P. Hadewegg Scheffer
worden opgelegd. Met die inning heeft het
(BFT) ondertekenen de
BFT echter geen ervaring.
samenwerkingsafspraken tussen hun organisaties
Het BFT is een te kleine organisatie om het inningsproces zelf in te richten. Vandaar
Naar verwachting zal
dat is gekozen om de inning uit te besteden
op 1 mei aanstaande de
aan een professionele en betrouwbare
wijziging van de Wid en
organisatie. Het BFT is uitgekomen bij
de Wet Mot in werking
het CJIB in Leeuwarden. Deze organisatie
treden. Vanaf die datum
heeft ervaring op het gebied van inning
zullen de toezichthouders,
van zowel bestuurlijke boetes als dwang-
Voor de inning van bestuurlijke boetes en
aangewezen voor deze wetten, ook
sommen, biedt een volledig incasso-
dwangsommen gaat het Bureau Financieel
bestuurlijke bevoegdheden krijgen, zoals
traject aan en is bereid geheimhouding
Toezicht samenwerken met het Centraal Jus-
het opleggen van een bestuurlijke boete
te betrachten.
titieel Incasso Bureau. De afspraken hierover
en een last onder dwangsom. Voor het BFT
Het BFT blijft echter wel inhoudelijk
zijn op 17 februari jongstleden bekrachtigd,
betekent dit onder meer dat de organi-
verantwoordelijk voor de opgelegde
door de heer A. Visser, directeur standaard-
satie ingericht moet worden op nieuwe
bestuurlijke boetes en dwangsommen.
productie CJIB en de heer drs. H.P. Hadewegg
taken, op zowel inhoudelijk als uitvoerend
Scheffer RA, algemeen directeur BFT.
gebied. Een onderdeel van die uitvoering
BFT verzorgt presentaties Wid/Wet Mot Het BFT houdt regelmatig presentaties over de Wid/Wet Mot. Een goed voorbeeld daarvan zijn de 7 presentaties voor CB-adviseurs, in het eerste halfjaar van 2006. Ook voor anderen doet het BFT aan kennisoverdracht, zoals voor advocaten, notarissen, accountants of belastingadviseurs. Het BFT brengt geen kosten in rekening. Voorwaarde is wel dat er een minimale opkomst van 40 personen mag worden verwacht. Het BFT geeft geen presentaties voor individuele kantoren, maar wel voor regiobijeenkomsten vanuit de beroepsorganisaties. Heeft u interesse, neem dan contact op via
[email protected]. Wij zullen dan bezien of er nog mogelijkheden zijn om uw verzoek voor een presentatie Wid/Wet Mot te honoreren.
9
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Aantal ingediende ondernemingsplannen blijft zeer beperkt
Jaarverslag 2005 Commissie van Deskundigen Notariaat De Commissie van Deskundigen Notariaat (Cvdn) heeft haar jaarverslag over 2005 uitgebracht. In de verkorte versie daarvan, die hieronder wordt gepubliceerd, leest u wat de bevindingen van de Commissie zijn en hoe zij aankijkt tegen toekomstige ontwikkelingen.
Een notaris kan zich niet zomaar vestigen.
in voorgaande jaren was dat het geval.
Besluit ondernemingsplan notaris dit
Hij of zij moet eerst een ondernemingsplan
Eén van de uitgangspunten van de WNA:
plan opnieuw in behandeling is genomen
indienen. De Cvdn adviseert op grond van
’meer marktwerking in het notariaat’,
en vervolgens een positief advies heeft
artikel 7 lid 2 van de WNA (Wet op het
wordt dus gedurende de afgelopen
gekregen. De Cvdn brengt een negatief
notarisambt) over een ondernemingsplan
jaren niet gerealiseerd door een
advies uit indien niet aan de formele
of het plan voldoet aan de eisen van de
(aanmerkelijke) toename van het aantal
benoembaarheidvereisten van de
WNA: voldoende financiële middelen en
startende, solitaire notariskantoren.
WNA wordt voldaan danwel indien niet
ten minste kostendekkendheid na 3 jaar. Dit advies dient door kandidaat-notarissen te worden overgelegd, bij een verzoek aan de Minister van Justitie tot benoeming als notaris ex artikel 8 van de Wet. Tevens
Meer marktwerking in het notariaat wordt niet gerealiseerd door een toename van het aantal startende, solitaire notariskantoren
brengt de Commissie op grond van artikel
Zoals de Cvdn al eerder heeft opgemerkt
voldaan wordt aan de eisen neergelegd
10 lid 2 WNA advies uit over plannen die
in haar jaarverslagen is zij van mening
in artikel 7 lid 1 van de WNA: voldoende
ingediend worden door notarissen, die op
dat de marktwerking in het notariaat
financiële middelen en ten minste
grond van lid 1 van dit artikel hun plaats
mede bevorderd wordt door concurrentie
kostendekkendheid na 3 jaar.
van vestiging willen wijzigen.
tussen een aantal veelal grote
Van de uitgebrachte positieve adviezen
(gespecialiseerde) notariaten, in een
heeft bijna de helft betrekking op
In 2005: 86 ondernemingsplannen
regio of grote gemeente.
ondernemingsplannen betreffende
De Cvdn heeft in het verslagjaar 86
Er is in 2005 op 2 plannen een negatief
opvolging in een reeds gevestigd kantoor
plannen afgewikkeld. Het aantal
advies uitgebracht door de Cvdn. Voor
in associatief verband.
ingediende ondernemingsplannen voor
de beide plannen heeft dit geleid tot
Vanaf de start van de Commissie op
nieuwe notariskantoren, de solitaire
een zodanige aanpassing van het plan
1 oktober 1999 zijn door de Cvdn tot op
vestigingen, is relatief zeer beperkt. Ook
dat op grond van artikel 4 lid 2 van het
de datum 31 december 2005 ruim 700 ondernemingsplannen behandeld. Het aantal notarissen bedraagt nu circa 1470; het aantal opvolgingen met een positief advies over 2005 bedraagt 58. Het aantal notarissen met een positief advies dat een andere plaats van vestiging heeft aangevraagd bedraagt 3. Gelet op het aantal uitgebrachte positieve adviezen bedraagt de potentiële uitbreiding van het aantal notarissen derhalve 23.
Lees verder op pagina 10
10
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
BFT-evaluatie over startende notarissen
wordt voldaan of dat sprake is van een
Het BFT heeft op 18 april 2005 een
combinatie van beide.
zogenoemde ingroeiregeling of van een
rapportage aan de Cvdn verstrekt omtrent het jaar 2002 door de Commissie zijn
Criteria ondernemingsplan voor een (bij)kantoor
afgehandeld. Voor 5 plannen werd een
De KNB heeft in het verleden criteria
negatief advies verstrekt.
ontwikkeld voor een (bij)kantoor, in
Uit de rapportage naar aanleiding van deze
het kader van de beoordeling van een
evaluatie blijkt dat van de 104 positief
ondernemingsplan. Zowel de KNB
beoordeelde plannen er 103 plannen
als de Commissie is van oordeel dat
hebben geleid tot een benoeming als
bij associatieve uitbreidingen elke
notaris.
zelfstandige (nieuwe) vestiging in beginsel
Bij circa 30% van de pas benoemde
‘selfsupporting’ dient te zijn.
de evaluatie van de 109 plannen die in
notarissen is er sprake van een situatie dat ten aanzien van de realisatie van het plan
Hierbij dient het ondernemingsplan
gesproken kan worden van een hoger dan
door de Commissie getoetst te worden
Enige (knel)punten en toekomstige ontwikkelingen
vanuit de in het ondernemingsplan
beoordelen van het ondernemingsplan ook al sprake van een hoger dan normaal
Hoewel de bloeiperiode in het notariaat
sprake zal zijn van een samenwerking
risico. Daarnaast is deze situatie ten dele
momenteel wel achter de rug is, gaat het
(in maatschapsverband) tussen
ontstaan nadat de benoeming tot notaris
thans met de branche naar de mening van
2 vestigingen (namelijk een reeds
had plaatsgevonden.
de Commissie niet echt slecht. Wel zijn
bestaand notariskantoor en een nieuw
Circa 60% van de positief beoordeelde
er meer ‘probleemgevallen’ binnen het
te vestigen kantoor). Als zodanig is een
plannen had betrekking op een opvolging
notariaat.
dergelijk plan uiteraard in beginsel minder
normaal risico. Deels was ten tijde van het
in een reeds gevestigd kantoor in
voorgestelde situatie namelijk dat
riskant dan een ondernemingsplan voor
associatief verband en een nieuwe
Het is de Commissie opgevallen dat in
vestiging in associatief verband met een
een aantal gevallen aanzienlijke bedragen
reeds gevestigd kantoor. Circa 30% van
voor goodwill worden overeengekomen
Het gaat niet slecht in de notarisbranche, maar het aantal probleemgevallen binnen het notariaat neemt wel toe
een nieuwe solitaire vestiging. De Commissie heeft geconstateerd dat in een aantal gevallen ondernemingsplannen worden ingediend van kandidaatnotarissen die reeds als mede-eigenaar in maatschapsverband werkzaam zijn. Dit heeft tot gevolg dat de
de positief beoordeelde plannen betrof
bij de toetreding tot een maatschap
financiële verplichtingen – waarvan
opvolging in een reeds gevestigd solitair
of bij overdracht van de praktijk. De
de bedrijfseconomische haalbaarheid
kantoor. De vestiging van een nieuw
bepaling van de goodwill geschiedt
getoetst moet worden – reeds waren
solitair kantoor komt dus zeer beperkt voor.
in deze gevallen normaliter op basis
aangegaan. Indien de risico’s in een
Daarnaast heeft het BFT op dezelfde
van gerealiseerde en genormaliseerde
dergelijk plan duidelijk te hoog zijn en
datum een rapportage uitgebracht aan
resultaten in het verleden en/of op
de partijen niet alsnog bereid zijn om
de Commissie inzake de evaluatie van de
basis van geprognosticeerde resultaten
opnieuw de reeds gemaakte afspraken
solitaire starters die in het vierde kwartaal
voor de komende jaren. De Commissie
te heroverwegen, kan dit leiden tot een
1999 en de jaren 2000 en 2001 een positief
heeft destijds besloten dat in zulke
negatief advies.
advies hebben gekregen. Zoals hiervoor
gevallen een verrekenbeding in de
al is opgemerkt, is het aantal positief
goodwillovereenkomst moet worden
Met betrekking tot de tot op heden
beoordeelde plannen in deze categorie
ingebouwd, dat ertoe leidt dat de
ingediende ondernemingsplannen
zeer beperkt. De conclusie is dat deze
kostendekkendheid van de praktijk na
valt het de Commissie op dat weinig
starters het op zich niet slecht doen en na
3 jaar tenminste voldoende gewaarborgd
innovatieve aspecten met betrekking tot
de aanloopfase een normaal risicoprofiel
is. Het is voor de Commissie hierbij
de marktbenadering c.q. strategie, zijn
hebben.
irrelevant of de goodwill in één bedrag
opgenomen in deze plannen.
11
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Reactie kabinet op rapport Commissie Hammerstein In het vorige nummer van ons blad Toezicht zijn wij ingegaan op het rapport van de Commissie Evaluatie Wet op het notarisambt, onder leiding van de heer mr. A. Hammerstein. In februari 2006 kwam de reactie van het kabinet. Wij gaan slechts in op enkele punten waarvan wij denken dat die het toezicht het meest zullen beïnvloeden. De andere punten zijn uiteraard ook van groot belang voor het notariaat en voor de consument, maar die punten worden hier niet behandeld.
Kwaliteit en integriteit
Commissie acht dit terecht ongewenst.
van een administratie) en de daarbij
Notarissen ervaren een duidelijk
Het kabinet acht de aanbevelingen (voor
behorende administratieverordening.
spanningsveld tussen hun publieke
de inrichting van het nieuwe stelsel van
Tevens zal in overleg met de KNB
taakuitoefening en het optreden op de
toezicht en tuchtrecht, het aantal kamers
worden bezien of aanvullende kaders
markt. De typisch notariële kant van de
van toezicht en de bevoegdheden van
nodig zijn in de vorm van protocollen.
werkzaamheden (Belehrung en Beratung)
het BFT) plausibel, omdat daardoor de
Daarnaast zal regelgeving aangaande de
lijkt onder druk van de concurrentie
effectiviteit van het toezicht kan worden
verplichte accountantsverklaring worden
aan kwaliteitsverlies te lijden. Gelet op
versterkt. Deze aanbevelingen zullen door
aangescherpt.
de indicaties die de Commissie heeft
het kabinet dan ook worden betrokken bij
vergaard, is het kabinet het wel met de
de overwegingen die moeten leiden tot
Conclusie
Commissie eens dat versterking van de
een herziening van het totale stelsel van
Het kabinet stelt dat er alle aanleiding
aandacht van de beroepsgroep voor het
toezicht en tuchtrecht.
voor de beroepsgroep is om veel aandacht
handhaven van de kwaliteit en integriteit
te besteden aan de handhaving en waar
noodzakelijk is. Het is van belang dat
Beheer cliëntengelden
nodig de verbetering van de kwaliteit,
de KNB toetsbare criteria ontwikkelt
Met de Commissie acht het kabinet een
waartoe integriteit, onafhankelijkheid
waaraan een notariskantoor moet
goed beheer van cliëntengelden van groot
en onpartijdigheid behoren. Een goed
voldoen wil van een goed functionerend
belang. Eén incident op dit punt bij een
stelsel van kwaliteitsborging, toezicht
kantoor gesproken worden. Vervolgens
enkel notariskantoor kan schadelijk zijn
en tuchtrecht horen daarbij. Maar de
kan de kwaliteit worden getoetst
voor het publiek vertrouwen in het gehele
intrinsieke kwaliteit zal in de eerste plaats
door intercollegiale audits of peer
notariaat. Het BFT zal worden gewezen op
van de notaris zelf moeten komen. Dat is
reviews te organiseren. Een dergelijk
de wenselijkheid van strikte handhaving
hij of zij aan het ambt en de Nederlandse
kwaliteitssysteem is, naar de mening van
van artikel 24 van de Wna (het voeren
samenleving verplicht.
het kabinet, een duidelijke taak voor de KNB.
Toezicht Het kabinet deelt de visie van de Commissie dat een scheiding moet worden aangebracht tussen toezicht en tuchtrecht. In de huidige situatie zijn bevoegdheden op het terrein van zowel toezicht als tuchtrecht toegekend aan de voorzitter van een toezichtkamer, die zowel onderzoek kan verrichten als tuchtrechtuitspraken doet. In voorkomende gevallen kan het zijn dat een voorzitter uitspraak doet in een tuchtzaak waarbij hij ook eerder toezichthoudende taken heeft verricht. De
12
Toezicht • Tweede jaargang • Nummer 1 • April 2006
Column
Witwassen in Nederland geschat op 18,5 miljard euro per jaar ‘In Nederland wordt naar schatting jaarlijks voor 18,5 miljard euro witgewassen, zo stelt een onderzoek naar criminele geldstromen. 14,7 miljard zou afkomstig zijn van in het buitenland gepleegde criminaliteit, 3,8 miljard van Nederlandse criminaliteit. De belangrijkste witwaskanalen zijn investeringen in vastgoed, over- en onderfacturering bij internationale handel en witwassen via bijzondere financiële instellingen’, aldus de belangrijkste conclusies van een onderzoek dat is verricht door de Utrecht School of Economics in opdracht van het ministerie van Financiën. Het Bureau Financieel Toezicht oefent toezicht uit op onder meer de naleving van de meldplicht witwassen die van toepassing is op notarissen, advocaten, belastingadviseurs en accountants. Ik ben benieuwd hoeveel van die 18,5 miljard euro door de handen van voornoemde vrije beroepsbeoefenaren is gegaan. Nog benieuwder
Colofon
ben ik naar de hoeveelheid misdaadgeld die zij voorbij hebben zien komen én gemeld hebben. Sinds 1 november jongstleden is de meldplicht uitgebreid en zit sedertdien ook op geldstromen uit terroristische activiteiten. Het is maar dat u het weet en vooral niet vergeet: weer de georganiseerde misdaad en terroristen
Toezicht is een uitgave van
uit uw klantenkring!
Bureau Financieel Toezicht Ik klink wellicht wat cynisch. Waarom? Omdat ik zo moe wordt van de holle Euclideslaan 201, 3584 BS Utrecht
retoriek van politici en onderzoekers ten aanzien van het type onderzoeken
Postbus 14052, 3508 SC Utrecht
waaraan ik refereer. Die kunnen alleen maar leiden tot meer repressie, toezicht,
Telefoon: 030-2516984
meldplichten en regels. Maar waar is dat op gebaseerd? Op beeldvorming
Fax: 030-2543785
in de pers, (politieke) percepties en dubieuze omvangsschattingen. De genoemde cijfers – die in het onderzoeksrapport en door de opdrachtgever,
Website: www.bureauft.nl
het ministerie van Financiën, overigens ook worden gerelativeerd – zeggen
E-mail:
[email protected]
mij totaal niets. Ze zijn gebaseerd op aannames en dermate tentatief dat we er weinig aan hebben. Net na het uitkomen van het rapport werd ik door
Redactie: Jan van Woudenberg RA (BFT),
het Journaal, Tros Nieuwsradio, het programma ‘Met het oog op morgen’
Klaas Faber RA (BFT) en Erik Timmer
en de schrijvende pers benaderd voor een reactie. Die heb ik niet gegeven. De reden? De incompleetheid van dit soort rapporten. Wat heb ik aan de
Vormgeving en realisatie:
opmerking dat Nederland op de zevende plaats staat van scores van landen
Peter van der Poel
die aantrekkelijk zijn voor witwassen? Dit vanwege onze ‘hoge welvaart, een goed ontwikkeld financieel stelsel, een stabiele regering, de handelsrelaties en
Toezicht verschijnt vier keer per jaar.
het aantrekkelijke fiscale klimaat’. Ik wil weten op welke wijze ons financieel stelsel en onze handelsrelaties worden misbruikt om geld wit te wassen en met
Het Bureau Financieel Toezicht besteedt de uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de informatie in dit blad. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. Het Bureau Financieel Toezicht is niet aansprakelijk voor onjuistheden of enig handelen op grond van de in dit blad geschreven artikelen. Uitsluitend met schriftelijke toestemming en met uitdrukkelijke bronvermelding van het BFT is het toegestaan de in dit van het BFT afkomstige blad opgenomen informatie geheel of gedeeltelijk op enigerlei wijze over te nemen en/of te verspreiden.
welke concrete maatregelen we dat kunnen voorkomen en/of ontdekken. Wat zijn nu precies de kwalijke kanten van ons aantrekkelijke fiscale klimaat en hoe vaak doen die zich voor? En in welke verhouding staan de kwalijke kanten tot de goede kanten? Kortom: ik wil weten hoe ernstig het daadwerkelijk is en wat we daaraan kunnen doen. Maar laten we niet gaan meedoen aan de retoriek van media en politiek en ons laten leiden door vage inschattingen en kwalitatief mager onderbouwde en weinig oplossingsgerichte rapportages. Marcel Pheijffer